01.12.2012 Views

Onderzoek met levend weefsel - Technische Universiteit Eindhoven ...

Onderzoek met levend weefsel - Technische Universiteit Eindhoven ...

Onderzoek met levend weefsel - Technische Universiteit Eindhoven ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ATRIX<br />

KWARTAALB LAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN<br />

ESSAYWEDSTRIJD OVER TECHNIEK IN 2025<br />

DIRECTEUR JAN MENGELERS OVER TNO INDUSTRIE<br />

GROEN ALTERNATIEF VOOR ORGANISCHE OPLOSMIDDELEN<br />

JAARGANG 10<br />

VOORJAAR / 2003<br />

<strong>Onderzoek</strong><br />

<strong>met</strong> <strong>levend</strong><br />

<strong>weefsel</strong>


Colofon<br />

<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

<strong>Eindhoven</strong><br />

Communicatie Service Centrum<br />

Postbus 513<br />

5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />

homepage: http://www.tue.nl<br />

e-mail: matrix@tue.nl<br />

Hoofdredactie<br />

Drs. Han Konings<br />

Telefoon (040) 247 33 30/<br />

247 29 61<br />

Telefax (040) 245 60 33<br />

Informatie over adverteren<br />

H&J Uitgevers<br />

Telefoon (010) 451 55 10<br />

Telefax (010) 451 53 80<br />

Medewerkers aan dit nummer<br />

Cora van den Berg<br />

Chris van de Graaf<br />

Joep Huiskamp<br />

Chantal Louwers<br />

Corine Legdeur<br />

Paula van de Riet<br />

Enith Vlooswijk<br />

Foto’s en illustraties<br />

Rita van Biesbergen<br />

Vincent van den Hoogen<br />

OGC<br />

Bart van Overbeeke<br />

Rob Stork<br />

Basisvormgeving<br />

Proforma,<br />

grafisch ontwerp & advies, bno<br />

Vormgeving<br />

Onnink Grafische Comm. bv,<br />

Oudenbosch<br />

Druk<br />

E.M. de Jong, Baarle-Nassau<br />

Redactieadviesgroep<br />

Mr.drs. B.C. Donders<br />

Drs. W.F. Gaasendam<br />

Prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen<br />

Ir. J. Schlangen<br />

Prof.dr.ir. H.C.A. van Tilborg<br />

Prof.dr. L.H.J. Verhoef<br />

Matrix wordt gemaakt door het<br />

Communicatie Service Centrum<br />

van de TU/e en verschijnt vier<br />

keer per jaar. Het blad wordt<br />

(na schriftelijk verzoek)<br />

kosteloos toegezonden aan<br />

TU/e-ingenieurs en aan een<br />

scala van andere, externe<br />

relaties.<br />

Gehele of gedeeltelijke<br />

overname van artikelen uit<br />

Matrix is alleen toegestaan<br />

na overleg <strong>met</strong> de redactie en<br />

<strong>met</strong> bronvermelding. Voor het<br />

gebruik van de foto’s of andere<br />

illustraties is toestemming van<br />

de maker nodig.<br />

Het eerstvolgende nummer van<br />

Matrix verschijnt<br />

in juni 2003.<br />

2<br />

ISSN 1380-247X<br />

Ivo<br />

de Rijk (20)<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

TU/e-CONGRESTIP<br />

Duurzaam licht, de wetenschap uitgedaagd!<br />

Datum:<br />

Op woensdag 11 juni 2003.<br />

Plaats:<br />

TU/e-auditorium.<br />

Inhoud:<br />

Licht vraagt een zeer groot deel van de elektrische-energieconsumptie.<br />

Naast zaken als energiezuinigheid komen vraagstukken<br />

aan de orde over de manier waarop toxische materialen<br />

'uit de lamp' verwijderd worden en hoe de levensduur van<br />

de lamp gerekt kan worden. Ook wordt aandacht geschonken<br />

aan de installaties en productieprocessen die nodig zijn voor<br />

het recyclen van lampen.<br />

Doelgroep:<br />

Betrokkenen bij duurzame energie bij gemeenten, rijkswaterstaat,<br />

energiebedrijven, bouwverenigingen.<br />

Organisatie:<br />

TU/e, centrum voor duurzame technologie.<br />

Meer informatie:<br />

www.tue.nl/tdo/symposium, e-mail: a.overwater@tue.nl, tel.<br />

040-247 44 63.<br />

ingenieur-in-spe<br />

Tweedejaars student Werktuigbouwkunde. Is lid van de cons<br />

tructiewedstrijdcommissie en BACo (Bijzondere Activiteiten<br />

Commissie) bij studievereniging Simon Stevin. Heeft op het<br />

Kalsbeekcollege in Woerden gezeten.<br />

Toekomstig beroep: Liefst een leidinggevende en afwisselende<br />

functie in een niet te groot bedrijf dat zich bezighoudt <strong>met</strong> het<br />

ontwerpen en maken van nieuwe machines.<br />

Leukste moment van het afgelopen jaar: Het slagen van de<br />

constructiewedstrijd 2002.<br />

Beste TU/e-docent: Dr. ir. Frans Martens. Hij geeft de<br />

eerstejaars goed, duidelijk en enthousiast college calculus en<br />

is daarnaast <strong>met</strong> regelmaat te vinden in de AOR.<br />

Wat wil je graag veranderen? De TU/e zou studenten eerder<br />

en meer moeten laten kennismaken <strong>met</strong> de praktijk.<br />

Favoriete muziek? Rock en het simonlied!<br />

Het belangrijkste in je omgeving? Mijn vriendin en daarna<br />

alle bekenden van Werktuigbouwkunde en de mensen van<br />

Simon Stevin in het bijzonder.


Op de cover:<br />

In het laboratorium voor<br />

Cell en Tissue Engineering<br />

wordt onderzoek gedaan<br />

<strong>met</strong> <strong>levend</strong> materiaal.<br />

Dat dient als proefmodel<br />

óf komt in het menselijk<br />

lichaam terecht, ter vervanging<br />

en reparatie van<br />

beschadigde <strong>weefsel</strong>s.<br />

Lees verder op pagina 16.<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

4<br />

28<br />

38<br />

inhoud<br />

BELEID<br />

TU’s op weg naar doelmatigere samenwerking<br />

ONDERZOEK<br />

Ultrasound en kooldioxide<br />

20<br />

38<br />

Het ministerie van OC&W nodigde vorig jaar de drie technische universiteiten<br />

uit te onderzoeken hoe zij hun onderwijs meer op elkaar kunnen<br />

afstemmen. Daarna zou dit ook moeten gebeuren voor hun onderzoek.<br />

Doelmatiger omgaan <strong>met</strong> publiek geld is daarbij een belangrijke drijfveer,<br />

aldus ing. Amandus Lundqvist, collegevoorzitter van de TU/e.<br />

Een onderzoek dat vooruitgang betekent op twee gebieden: ultrasound en<br />

kooldioxide (CO 2 ). Dit zegt prof.dr.ir. Jos Keurentjes over het onderzoek dat<br />

is gedaan bij de groep Procesontwikkeling van de faculteit Scheikundige<br />

Technologie. Een schoon onderzoek, waarin een zoektocht naar groene<br />

alternatieven voor organische oplosmiddelen centraal staat.<br />

CULTUUR<br />

Ontmoetingsplaats van kunst en techniek<br />

Op de rand van de TU/e-campus ligt het Gaslab. Een voormalig laboratorium<br />

dat dienst deed als hogedruklab van de faculteit Scheikunde.<br />

Hoewel, ‘deed’ en ‘voormalig’? Nog steeds is het een laboratorium, maar<br />

nu worden kunst, cultuur, techniek en technologie onderzocht.<br />

SAMENWERKING<br />

TU/e zoekt kruisbestuiving <strong>met</strong> Singapore/Ondanks de duizenden kilo<strong>met</strong>ers<br />

die <strong>Eindhoven</strong> scheiden van Singapore, komen de universiteiten<br />

in beide steden steeds dichter tot elkaar. Een jaar geleden richtten de<br />

TU/e en de National University of Singapore gezamenlijk het prestigieuze<br />

Design Technology Institute (DTI) op. Na een succesvolle start is<br />

het tijd het onderzoeksinstituut tevens zichtbaar te maken in <strong>Eindhoven</strong>.<br />

LOOPBAAN<br />

Ingenieur in security/Bijna drie jaar geleden richtte TU/e-alumnus ir.<br />

Guido van Rooij samen <strong>met</strong> twee vrienden het bedrijf Madison Gurkha<br />

op. Inmiddels zijn ze <strong>met</strong> vijven en hebben ze allemaal een gelijke punt<br />

van de taart. Vanaf hun kantoor op de TU/e-campus doen ze wat slechts<br />

een paar andere bedrijven in Nederland kunnen: het beveiligen van<br />

computers en netwerken, het geven van scholing daarover en hulp bij<br />

opensource-projecten.<br />

en verder in dit nummer<br />

• TU/e in de pers / 6 • In gesprek <strong>met</strong> Jan Mengelers, directeur TNO<br />

Industrie/ 8 • Nieuws bedrijfsleven/ 11 • TUeDACS, een gereedschap voor<br />

experimenten/ 12 • Vier vragen aan IPA-directeur prof.dr. Jos Baeten/ 14<br />

• Nieuws over onderwijs/ 15 • Prof.dr. Christel Rutte, van jongste bediende<br />

tot hoogleraar/ 22 • Nieuws over ontwerpen/ 25 • Ontwerper in opleiding/<br />

27 • Nieuws over onderzoek/ 30 • Nieuws over continuing education/ 31<br />

• VSI, alumnivereniging voor scheikundig ingenieurs/ 32 • Euflex<br />

Employment Services/ 34 • Op stage, TU/e-student in buitenland/ 40<br />

• Agenda en servicerubriek / 42<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

3


BELEID<br />

TU’s op weg naar<br />

doelmatigere samenwerking<br />

Begin februari werd bekend dat drs. Loek<br />

Hermans, oud-minister van OC&W, werd<br />

aangesteld als onafhankelijk voorzitter<br />

van de zogeheten Stuurgroep Sectorplan<br />

Techniek. De stuurgroep moet op 1 mei<br />

aanstaande een gezamenlijk onderwijsprofiel<br />

voor de drie technische universiteiten<br />

presenteren, waarin de onderwijs-<br />

Het ministerie van Onderwijs<br />

Cultuur en Wetenschappen<br />

(OC&W) nodigde vorig jaar de<br />

drie technische universiteiten<br />

uit te onderzoeken hoe zij<br />

hun onderwijs meer op elkaar<br />

kunnen afstemmen. Daarna zou<br />

dit ook moeten gebeuren voor<br />

hun onderzoeksprogramma’s.<br />

Doelmatiger omgaan <strong>met</strong><br />

publiek geld is daarbij een<br />

belangrijke drijfveer, aldus<br />

ing. Amandus Lundqvist,<br />

collegevoorzitter van de TU/e.<br />

4 M A T R I X / 4 / 2 0 0 2<br />

programma’s op elkaar zijn afgestemd.<br />

Ook de collegevoorzitters van de drie<br />

TU’s - ing. Amandus Lundqvist, ir. Hans<br />

van Luijk (TU Delft) en prof.dr. Frans<br />

van Vught (<strong>Universiteit</strong> Twente) - hebben<br />

zitting in de stuurgroep. Het College van<br />

Bestuur van de TU/e reageerde positief op<br />

de aanstelling van de oud-minister.<br />

Volgens Lundqvist is de VVD-politicus<br />

een uitstekende keuze, vooral op grond<br />

van zijn politieke contacten. Rector<br />

magnificus van de TU/e, prof.dr. Rutger<br />

van Santen, bestempelt de keuze als een<br />

zeer logische: ‘Hermans mag je gerust<br />

betitelen als dé initiator van de bachelor-


masterstructuur in Nederland. Hij heeft<br />

de hervorming van het onderwijssysteem<br />

destijds in gang gezet en is dus zeer goed<br />

ingevoerd in de materie.’<br />

Het ministerie verwacht van de stuurgroep<br />

een uitgewerkt plan van aanpak dat<br />

gericht is op een macrodoelmatige verdeling<br />

van masteropleidingen. Ook een landelijk<br />

dekkend en compleet aanbod van<br />

technische bacheloropleidingen moet in<br />

het voorstel gegarandeerd zijn.<br />

Het is echter niet alleen het ministerie<br />

dat aandringt op meer samenwerking tussen<br />

de universiteiten in <strong>Eindhoven</strong>, Delft<br />

en Twente. Collegevoorzitter Lundqvist<br />

beaamt dat. ‘De maatschappelijke druk<br />

is groot. Veel belangenorganisaties, zoals<br />

bijvoorbeeld de werkgeversorganisatie<br />

VNO-NCW en de ingenieursvereniging<br />

KIvI, en vertegenwoordigers van grote<br />

Nederlandse bedrijven willen ook dat<br />

we die richting opgaan. Onze Raad van<br />

Toezicht, die voorgezeten wordt door Phi-<br />

lips-topman en TU/e-alumnus ir. Gerard<br />

Kleisterlee, is er ook voorstander van.’<br />

Fusie<br />

Begin januari deelde Lundqvist in zijn<br />

nieuwjaarsrede nog mee dat op de lange<br />

termijn zelfs een fusie niet uit te sluiten<br />

is. ‘Op dit moment lijkt ons dat echter<br />

zeker niet de juiste weg’, zo laat de voormalige<br />

IBM-topman weten. ‘Het is veel<br />

belangrijker om de zaak nu eerst inhoudelijk<br />

goed onder de loep te nemen. Een<br />

fusieproces neemt zeer veel tijd in beslag<br />

en de kans is dan groot dat mensen toch<br />

de hakken in de grond gaan zetten. Er<br />

moet voor alle drie de TU’s wel een winwin-situatie<br />

gecreëerd worden. We hebben<br />

nu de opdracht gekregen om ons nog<br />

meer te profileren, om nog duidelijker<br />

aan te geven waar we voor staan. Daarbij<br />

moet niet uit het oog verloren worden<br />

dat alle drie de instellingen in financieel<br />

opzicht moeilijke tijden doormaken.’<br />

Op de vraag hoe er op dit moment binnen<br />

de instellingen tegen een intensieve<br />

samenwerking wordt aangekeken, antwoordt<br />

rector Rutger van Santen: ‘Op<br />

dat vlak is het meer een cultureel iets.<br />

Iedereen zal echter moeten toegeven dat<br />

concurreren binnen Nederland niet meer<br />

opportuun is, maar dat we de concurrentie<br />

moeten aangaan <strong>met</strong> wetenschappelijke<br />

instellingen buiten Nederland. Tezamen<br />

hebben de drie TU’s op dit moment<br />

zo’n 22.000 studenten rondlopen op hun<br />

campussen. Dat is de omvang van een<br />

kleine Duitse universiteit. Willen we ons<br />

op internationaal niveau profileren, dan is<br />

er heel veel voor te zeggen om studenten,<br />

waar mogelijk, <strong>met</strong> elkaar uit te wisselen.<br />

Die omvang heeft daarnaast ook nog een<br />

directe relatie <strong>met</strong> de middelen die je ter<br />

beschikking staan. Een technische universiteit<br />

moet grote investeringen plegen.<br />

Enerzijds in huisvesting en gebouwen,<br />

anderzijds in apparatuur. Hier in <strong>Eindhoven</strong><br />

hebben we dat de afgelopen jaren<br />

volop gedaan en daar moeten we ook mee<br />

doorgaan. Maar niet elke instelling zal<br />

in hetzelfde kunnen blijven investeren.<br />

Daarom moeten we de komende tijd<br />

duidelijke afspraken maken wie zich op<br />

welke terreinen wil versterken en nagaan<br />

welke gevolgen dat heeft voor de andere<br />

instellingen. Dat maakt het mogelijk om<br />

in bepaalde onderzoeksgebieden stevig te<br />

investeren en dan kun je ook serieus de<br />

concurrentie <strong>met</strong> het buitenland aangaan.<br />

Dit is de slag die we de komende jaren<br />

moeten maken.’<br />

Concurreren<br />

Van Santen laat echter ook weten dat in<br />

zijn optiek concurrentie nog altijd het<br />

beste middel is om de kwaliteit van onderzoek<br />

te verhogen. Van Santen: ‘Hoe kun<br />

je nu echter je infrastructuur op elkaar<br />

afstellen en op wetenschappelijk vlak toch<br />

blijven concurreren? Die concurrentie<br />

zou zich moeten afspelen binnen je masteropleidingen.<br />

Je concurrentie extern is<br />

gebaseerd op je interne investeringen. Als<br />

je bijvoorbeeld veel geld hebt gestoken in<br />

een topgroep op het gebied van fotonica,<br />

zoals wij in <strong>Eindhoven</strong> hebben gedaan,<br />

dan moet die groep de concurrentie kunnen<br />

aangaan binnen Europa om middelen<br />

uit de tweede en de derde geldstroom<br />

binnen te halen. Ik ben er daarom sterk<br />

op tegen dat men op dit moment op<br />

Europees niveau alles dichttimmert <strong>met</strong><br />

afspraken en overeenkomsten. Op dat<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 2<br />

5


BELEID<br />

vlak moet een competatieve, dynamische<br />

structuur blijven bestaan.’<br />

Over hoe de komende tijd evenwicht<br />

wordt aangebracht tussen de masteropleidingen<br />

van de drie instellingen, zegt<br />

Lundqvist: ‘We willen vooral aanvullend<br />

zijn voor elkaar. Zo kan het voorkomen<br />

dat je voor bepaalde opleidingen in de toekomst<br />

naar Delft of Twente moet en voor<br />

studenten daar geldt hetzelfde. Op 1 mei<br />

hopen we daar de contouren van te hebben<br />

vastgesteld.’<br />

De samenwerking op onderzoeksgebied<br />

zal de komende jaren van onderop vorm<br />

krijgen, aldus Van Santen. ‘Als College<br />

van Bestuur zijn we voor dit proces van<br />

meer samenwerking, maar het zal vanuit<br />

de onderzoeksgroepen zelf komen. Weliswaar<br />

gespiegeld aan wat internationale<br />

experts uit de industrie en wetenschap<br />

daarover denken. In grote beslotenheid<br />

kan dit natuurlijk niet uitgevoerd worden.’<br />

TU/e in de pers<br />

TU/e in de pers<br />

6 M A T R II X / 4 1 / 2 0 0 23<br />

‘Ook al staat niet iedereen direct te trappelen<br />

om er mee aan de gang te gaan, de<br />

noodzaak ziet men er inmiddels wel van<br />

in’, denkt Lundqvist. ‘De drie TU’s zijn<br />

tot elkaar veroordeeld, maar eigenlijk zou<br />

je het moeten zien als een grote virtuele<br />

technische universiteit.’<br />

Van Santen hoopt dat in de toekomst ook<br />

op internationaal gebied meer dingen<br />

samen gedaan gaan worden. ‘Onze netwerken<br />

zouden dezelfde moeten zijn, we<br />

moeten ons in het buitenland eigenlijk<br />

presenteren als de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

Nederland. In Duitsland is die samenwerking<br />

op het internationale vlak er bijvoorbeeld<br />

al wel. Daar werken universiteiten<br />

en bedrijven samen om in een land als<br />

India masterstudenten te selecteren en<br />

die dan te verdelen over de deelnemende<br />

instellingen. Dat is de manier waarop wij<br />

het ook zouden moeten doen.’<br />

Medio februari hebben de drie TU’s<br />

wel gezamenlijk hun onvrede kenbaar<br />

berichten uit landelijke en regionale bladen<br />

‘ER IS GEEN BEDDING WAARIN DE<br />

INDUSTRIE IN NEDERLAND ZICH<br />

KAN ONTWIKKELEN. HET IS EEN<br />

KALE, DORRE VLAKTE.’<br />

Prof.dr. ARJAN VAN WEELE,<br />

hoogleraar Inkoopmanagement,<br />

in het artikel ‘Ondernemers<br />

zijn zélf aan zet’, in LINK van<br />

december 2002.<br />

‘JE KUNT EEN ZOEKMACHINE DE<br />

KENMERKENDE VORM VAN AF-<br />

WIJKINGEN LEREN, DAN ZIJN ZE<br />

BRUIKBAAR BIJ HET STELLEN VAN<br />

EEN DIAGNOSE.’<br />

Prof.dr. BART TER HAAR<br />

ROMENY, hoogleraar<br />

Biomedische beeldanalyse<br />

van de faculteit Biomedische<br />

Technologie, in het artikel ‘Het<br />

ziekenhuis wordt digitaal’, in<br />

het TECHNISCH WEEKBLAD<br />

van 31 januari 2003.<br />

‘WE HEBBEN EEN SCOUTING-<br />

FUNCTIE. WELKE AIO’S EN WELKE<br />

STUDENTEN ZIJN GESCHIKT EN<br />

WILLEN EEN BEDRIJF BEGINNEN.’<br />

Ing. AMANDUS LUNDQUIST,<br />

CvB-voorzitter in het artikel<br />

‘Incubator is kweekvijver<br />

voor technostarters’, in het<br />

EINDHOVENS DAGBLAD<br />

van 7 februari 2003.<br />

‘BÈTA’S MOETEN HUN EIGEN BÈ-<br />

TARICHTING TERUGEISEN EN ZICH<br />

NIET DRUK MAKEN OVER DE VER-<br />

LOEDERING AAN DE ALFAKANT.’<br />

Prof.dr.ir. BERT MEIJER,<br />

hoogleraar Organische Chemie<br />

bij de faculteit Scheikundige<br />

Technologie, in de column<br />

‘Het einde nabij?’, in het<br />

EINDHOVENS DAGBLAD<br />

van 29 januari 2003.<br />

‘DE STRATEGISCHE BESLISSINGEN<br />

WORDEN IN TOENEMENDE MATE<br />

IN HET BUITENLAND GENOMEN.’<br />

Prof.ir. NORT LIEBRAND,<br />

hoogleraar Control Systems<br />

Technology bij de faculteit<br />

Werktuigbouwkunde, in het<br />

artikel ‘De automotive hier houden’,<br />

van LINK, februari 2003.<br />

‘INGENIEURS BESEFFEN DAT<br />

REËLE TOEGEVOEGDE WAARDE<br />

ONTSTAAT DOOR PROFESSIONALS<br />

DIE IN HET PRIMAIRE<br />

PROCES SAMENWERKEN.’<br />

FOTO:RITA VAN BIESBERGEN<br />

gemaakt bij demissionair onderwijsminister<br />

Maria van der Hoeven over het voornemen<br />

van de minister om te schrappen<br />

in uren voor exacte vakken in de studieprofielen<br />

die scholieren voorbereiden voor<br />

een technische of exacte opleiding. In<br />

een brief wezen de rectoren van de TU’s<br />

de minister op het feit dat Nederland op<br />

Europees niveau al een achterhoedepositie<br />

bekleedt als het gaat om de studenten-<br />

instroom in dat soort opleidingen. De<br />

rectoren pleitten voor het herinvoeren<br />

van één stevig bètaprofiel in het vwo, <strong>met</strong><br />

daarbinnen een samenhangend en didactisch<br />

aantrekkelijk pakket wis-, natuur- en<br />

scheikunde en biologie, afgestemd op<br />

het gewenste instroomniveau in het technisch-<br />

en natuurwetenschappelijk onderwijs.<br />

Op dit moment zou het volgens<br />

hen haalbaar moeten zijn om middelbare<br />

scholen meer vrijheid te geven om hun<br />

onderwijs af te stemmen op de behoeften<br />

van individuele leerlingen.<br />

Prof. dr. Arjan van Weele.<br />

Prof.dr.ir. MATHIEU<br />

WEGGEMAN, hoogleraar<br />

Organisatiekunde bij de faculteit<br />

Technologie Management, in<br />

het artikel ‘Doorpolderen leidt<br />

tot stilstand’, in NRC HANDELS-<br />

BLAD van 11 januari 2003.


Matrix viert tiende jaargang <strong>met</strong> essaywedstrijd<br />

De relatie die het kwartaalblad Matrix heeft <strong>met</strong><br />

de alumni van de TU/e, is tot op heden nogal<br />

eenzijdig van aard geweest. Daar wil de redactie<br />

in de tiende jaargang verandering in brengen.<br />

We nodigen alle oud-studenten uit een essay<br />

te schrijven over de stand van zaken van de<br />

techniek in Nederland in het jaar 2025.<br />

De drie beste inzendingen plaatsen we in het<br />

najaarsnummer, dat medio september verschijnt.<br />

Vanzelfsprekend verbinden we daar een<br />

passende beloning aan.<br />

Waar gaat het <strong>met</strong> de techniek naartoe in Nederland? De universiteiten,<br />

kennisinstituten en het bedrijfsleven klagen al jaren over tekorten<br />

aan exact opgeleide studenten en de terugloop van investeringen in<br />

R&D. CEO’s waarschuwen dat ze hun bedrijven volledig naar het buitenland<br />

zullen verplaatsen als er niets verandert. In het voortgezet<br />

onderwijs dreigt een verschraling binnen de studieprofielen die de<br />

scholieren voorbereiden voor een bètaopleiding. Als er überhaupt al<br />

docenten zijn om exacte vakken te geven. De Europese Commissie<br />

luidde onlangs nog de noodklok <strong>met</strong> betrekking tot de innovatieve<br />

kracht van ons land. Worden we op technologisch gebied drager van<br />

de rode lantaarn?<br />

De overheid signaleert deze problemen ook wel, maar lijkt vaak niet<br />

bij machte er echt iets aan te doen. Toch moeten er in zo’n hoogontwikkeld<br />

land als Nederland volop kansen zijn om op Europees en wereldniveau<br />

te kunnen excelleren. Maar waar liggen de mogelijkheden?<br />

Wat voor keuzes moeten er dan gemaakt worden? Zijn er voorbeelden<br />

beschikbaar waaraan we ons kunnen spiegelen? Moeten we een hele<br />

nieuwe aanpak ontwikkelen?<br />

Essaywedstrijd<br />

Wellicht ziet u als alumnus van de TU/e wel het pad dat de komende<br />

jaren bewandeld zou moeten worden. Of misschien wordt u juist ook<br />

geplaagd door doemscenario’s. Hoe het ook zij, wij vragen u daar een<br />

essay over te schrijven van maximaal duizend woorden. Uw richtpunt<br />

daarbij is het jaar 2025. Hoe staat de techniek er dan voor in de Lage<br />

Landen? En langs welke weg zijn we daar terechtgekomen? U mag<br />

schrijven vanuit uw eigen vakgebied, maar het mag ook een stuk <strong>met</strong><br />

een algemene strekking zijn.<br />

De deadline voor inzending ligt op 1 juni aanstaande. Digitaal aanleveren<br />

heeft de voorkeur (matrix@tue.nl), maar wie achter zijn typemachine<br />

de meeste inspiratie opdoet, mag het ons ook in getypte vorm<br />

toesturen. Vergeet niet uw naam, adres, afstudeerrichting en –jaar en<br />

eventueel uw telefoonnummer te vermelden.<br />

Techniek in Nederland in de<br />

twintigste eeuw<br />

De drie beste inzendingen worden beloond <strong>met</strong> het zevendelige<br />

overzichtswerk Techniek in Nederland in de twintigste eeuw.<br />

Deze prestigieuze uitgave van de Stichting Historie der Techniek staat<br />

onder hoofdredactie van de TU/e-hoogleraren dr.ir. Harry Lintsen<br />

en dr. Johan Schot. Dit jaar verschijnen de laatste twee delen. De<br />

serie geeft een uitgebreid overzicht van de ontwikkeling van de<br />

techniek in de vorige eeuw in Nederland.<br />

Vele onderzoekers van verschillende<br />

universiteiten leverden bijdragen<br />

aan veertien thematische onderwerpen<br />

en overzichtshoofdstukken.<br />

Meer informatie over deze reeks is te<br />

verkrijgen bij de Walburg Pers, telefoon<br />

0575 510 522, www.walburgpers.nl.<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3 7<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 0 x x


Jan Mengelers<br />

stapte in 2001<br />

over van Neways<br />

naar TNO Industrie.<br />

8<br />

IN GESPREK<br />

FOTO’S: BART VAN OVERBEEKE<br />

JAN MENGELERS<br />

DIRECTEUR TNO INDUSTRIE<br />

‘Tussen TNO en TU/e moet<br />

uitgesleten paadje<br />

ontstaan’<br />

Een afspraak maken <strong>met</strong> ir. Jan Mengelers is een kwestie van volhouden. Hij is<br />

wel eens jaloers op mensen die ondanks hun hoge positie toch ruimte in hun<br />

agenda weten te houden. Hem lukt het zelden. In de rest van het werkzame<br />

leven van de directeur van TNO Industrie heeft hij minder geduld: ‘We zaten zo<br />

ver in de rode cijfers, dat veranderingen niet geleidelijk kónden.’<br />

De situatie die Mengelers aantrof toen hij in september<br />

2001 het beursgenoteerde bedrijf Neways inruilde voor<br />

TNO Industrie, één van de veertien onderzoeksinstituten<br />

van TNO, was ongunstig. Er had eerder een samenvoeging<br />

plaatsgevonden van verschillende onderdelen<br />

als het Kunststof- en Rubberinstituut, het Metaalinstituut,<br />

de afdeling Schoen en Leder, het Productcentrum,<br />

Reinigingstechnologie, Textiel, Papier en Karton en de<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

afdeling Verpakking. In 1995 waren ze samengegaan<br />

onder de naam TNO Industrie. In 2001 is het merendeel<br />

van deze onderdelen verhuisd naar de nieuwbouw<br />

op de TU/e-campus.<br />

Door de verhuizing was er een terugval in de omzet.<br />

Mensen haakten af omdat ze geen trek hadden om<br />

van Delft naar <strong>Eindhoven</strong> te gaan. Hierdoor vielen<br />

netwerken weg. Het samengaan van de verschillende


‘bloedgroepen’ ging ook niet zonder slag of stoot. En er<br />

was een nieuwbouw die nazorg vroeg. Al die omstandigheden<br />

in een teruglopende economie zorgden voor<br />

een verliesgevende organisatie. Dat verlies was zo groot<br />

dat Industrie de winst van de andere instituten binnen<br />

TNO ongedaan maakte. ‘In die orde van grootte zat het.<br />

Je begrijpt dus dat ik de lieveling was van de andere<br />

directeuren’, zegt Mengelers lachend.<br />

Financieel gezonder<br />

Hij werd niet binnengehaald om zich <strong>met</strong>een op nieuw<br />

onderzoek te storten. Eerst moest Industrie uitgroeien<br />

tot een financieel gezond instituut. ‘Om dit te realiseren<br />

hebben we twee stappen gezet. TNO Industrie bestaat<br />

uit divisies en daaronder afdelingen. Ik heb daar acht<br />

afdelingen van gemaakt die direct aan hun directeur<br />

rapporteren. Iets anders is dat we de salesafdeling, wat<br />

een losse afdeling was, hebben toebedeeld aan de hoofdafdelingen.<br />

Als de manager van een hoofdafdeling zelf<br />

verantwoordelijk is voor zijn resultaat moet daar ook<br />

invloed op uitgeoefend kunnen worden. Met een eigen<br />

verantwoordelijkheid in het aantrekken van klanten kan<br />

dat beter gestuurd worden.’<br />

Als tweede heeft hij alle vestigingsdelen die nog in de<br />

‘buitengewesten’ zaten naar de TU/e-campus gehaald.<br />

‘Iedereen die niet <strong>met</strong> een goede reden elders verankerd<br />

was, kwam naar <strong>Eindhoven</strong>. We zaten in een groot en<br />

duur pand, dus er was geen reden niet te centraliseren.’<br />

Ook zijn onderdelen afgestoten of elders ondergebracht.<br />

In januari en februari 2002 bleek de omzet nog verder<br />

Mengelers: ‘Mensen die opgroeien<br />

in grote instituten of in grote bedrijven<br />

hebben een gemakkelijker wereldbeeld<br />

dan mensen van het MKB.’<br />

gedaald. ‘Toen was er nog één middel en dat was kostenreductie.<br />

De kosten die we konden terugbrengen<br />

waren zaken als reizen, investeringen en opleidingen.<br />

Alles werd tegen het licht gehouden. Op plekken waar<br />

structureel geen werk was, hebben we personeel afgebouwd.<br />

Er zijn in totaal honderd mensen vetrokken. Dit<br />

soort ingrijpende en pijnlijke maatregelen waren niet<br />

des TNO’s, maar we zaten zo ver in de rode cijfers, dat<br />

het niet geleidelijk kón.’<br />

Inmiddels is de omzet nog steeds niet op peil, maar het<br />

instituut is wel financieel veel gezonder, zegt Mengelers.<br />

‘We hopen in 2003 op nul uit te komen. Mocht de<br />

economie aantrekken, dan gaan we in de lift.’<br />

Harde buitenwereld<br />

Deze financiële schoonmaakoperatie is voor de directeur<br />

van TNO Industrie van cruciaal belang. De balans<br />

móet volgens hem in het groen; een bewustzijn dat<br />

bij TNO niet alom aanwezig is, zegt hij. ‘Mensen die<br />

opgroeien in grote instituten of in grote bedrijven hebben<br />

een gemakkelijker en vanzelfsprekender wereldbeeld<br />

dan mensen die in het MKB voor de poorten van<br />

de hel opdrachten moeten wegslepen.’ Dit leerde hij<br />

vooral bij Neways waar hij als algemeen directeur in<br />

naam van midden- en kleinbedrijf opereerde.<br />

‘Toen ik bij TNO kwam, heb ik ook gezegd dat sommige<br />

medewerkers niet goed beseffen hoe de buitenwereld in<br />

elkaar zit. Het is daar harder en de kogels vliegen wel<br />

eens om de oren; het is allemaal niet zo vanzelfsprekend.<br />

Een onderzoeker is geneigd om zijn eigen onder-<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3 9


1 0<br />

IN GESPREK<br />

zoek centraal te stellen. Ze zien de rest van de wereld<br />

faciliterend voor het onderzoek. Toch moet je weten<br />

dat de buitenwereld <strong>met</strong> heel andere maatstaven meet.<br />

En zelfs voor TNO of een universiteit geldt dat als de<br />

balans structureel in het rood staat, je op den duur geen<br />

bestaansrecht hebt, hoe mooi het onderzoek ook is.’<br />

Toch is Mengelers geen blauwdruk van een manager<br />

die zich blindstaart op cijfers. De zakelijkheid zit hem<br />

in het hoofd, maar wat hem drijft is veeleer de liefde<br />

voor de technologie, zo lijkt het. ‘TNO is een tempel van<br />

kennis. Het belangrijkste is die technologie. Als je daar<br />

oog voor hebt, zie je hier een enorme hoeveelheid kennis:<br />

dat is puur goud. Als je dit weet te mobiliseren, te<br />

bundelen en geïntegreerd aan te bieden aan de markt,<br />

dan heb je iets unieks in handen. Dat stond even op de<br />

achtergrond, maar nu komt de aandacht op onze kennis-<br />

en marktpositie.’<br />

Bekoring<br />

Technologie is een terugkerende liefde. Mengelers<br />

begon aan de TU/e <strong>met</strong> de opleiding <strong>Technische</strong> Mechanica<br />

aan de faculteit Werktuigbouwkunde. ‘Daarmee<br />

ben je de rekenaar onder de werktuigbouwkundigen.’<br />

Hij rekende na zijn afstuderen drie jaar aan de kernreactoren<br />

in Petten. Vervolgens werkte hij bijna drie jaar<br />

bij het Natlab. In de dertien jaar dat hij bij Volvocar,<br />

later Nedcar, werkte, werd hij directeur van de afdeling<br />

Ontwikkeling. Na drieëneenhalf jaar als algemeen directeur<br />

van Neways kwam hij terug op de universiteitscampus.<br />

Ditmaal <strong>met</strong> uitzicht op de faculteiten <strong>Technische</strong><br />

Natuurkunde, Werktuigbouwkunde en Scheikundige<br />

Technologie.<br />

Een belangrijke taak voor Mengelers is om niet alleen<br />

naar de faculteiten te kijken, maar om een intensieve<br />

samenwerking te krijgen. Het lukt hem contacten <strong>met</strong><br />

de TU/e te onderhouden, zo zegt hij, maar er is nog veel<br />

te winnen. ‘In beginsel raken technici altijd bekoord van<br />

elkaars techniek. Als je die bekoring hebt ondervonden,<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

Mengelers: ‘TNO is een tempel<br />

van kennis. Het belangrijkste is de<br />

technologie.’<br />

ga je <strong>met</strong> elkaar samenwerken. Dat zal op den duur dus<br />

zeker gebeuren. Maar we zijn nog niet helemaal verweven<br />

<strong>met</strong> de universiteit.’<br />

De reden hiervoor is eenvoudig te geven. TNO Industrie<br />

is pas enkele jaren aanwezig op de universiteit.<br />

Maar ook moeten de TU/e en het instituut aan elkaar<br />

wennen. ‘Op het gebied van polymeren heb je het<br />

Dutch Polymer Institute, wij hebben een goede afdeling,<br />

het Natlab heeft veel kennis op dat gebied en de<br />

TU/e is er ook veel mee bezig. Die vierhoek weet elkaar<br />

op wetenschappelijk niveau heel goed te vinden. Die<br />

netwerken bestaan, maar tussen bijvoorbeeld TNO en<br />

de faculteit Werktuigbouwkunde moet nog veel meer<br />

interactie zijn. Dat mijn managers niet op regelmatige<br />

basis overleg hebben <strong>met</strong> hoogleraren is een teken dat<br />

het beter moet. Eigenlijk zou over het grasveld naar de<br />

overkant (faculteit Werktuigbouwkunde-red.) een uitgesleten<br />

paadje moeten ontstaan.’<br />

Op dit moment sluit hij niet uit dat onderzoek waar<br />

TNO mee bezig is ook aan de andere kant van de weg<br />

wordt gedaan, zonder dat beide partijen hiervan op<br />

de hoogte zijn. Dat komt volgens Mengelers ook door<br />

de aard van de techneut: ‘De gemiddelde onderzoeker<br />

bewaakt zijn domein.’<br />

Kruiwagen <strong>met</strong> kikkers<br />

Het vinden van de juiste weg op de universiteit is een<br />

proces waarin hij dagelijks leert: ‘Ik heb meegemaakt<br />

dat ik afspraken had <strong>met</strong> het College van Bestuur van<br />

de universiteit, maar het bleek dat ik daarmee lang niet<br />

klaar was. Ik had ook nog te maken <strong>met</strong> de individuele<br />

hoogleraren en de decanen die allemaal een autonome<br />

positie hebben. De universiteit is net een kruiwagen<br />

<strong>met</strong> kikkers die er aan alle kanten uitspringen. Dat is<br />

ook de karakteristiek van onderzoek doen: het kan niet<br />

aan de leiband lopen. Maar het is wel erg lastig om het<br />

te sturen. Ik steek daarom op drie lijnen in, dat heb ik<br />

inmiddels geleerd. Ik heb voortdurend overleg <strong>met</strong> het<br />

college. Vervolgens houd ik contact <strong>met</strong> de decanen en<br />

daarnaast <strong>met</strong> de betrokken hoogleraren.’<br />

Dat TNO en universiteit uiteindelijk van grote waarde<br />

zijn voor elkaar, is voor Mengelers geen onderwerp van<br />

discussie: ‘TNO kan en wil niet zonder de universiteit.<br />

Wij moeten gevoed worden en moeten samenwerken<br />

<strong>met</strong> de universiteit. Wij kunnen op onze beurt voor<br />

de TU/e een brug slaan naar het bedrijfsleven. Daar is<br />

TNO tenslotte zeventig jaar geleden voor opgericht.’


edrijfsleven<br />

nieuws<br />

GELD VOOR NANOTECHNOLOGIE<br />

In het kader van de zogenaamde NanoImpuls<br />

heeft de TU/e voor zeven projecten op het gebied<br />

van nanotechnologie geld gekregen. Het<br />

gaat om een totaal bedrag van 2,75 miljoen<br />

euro uit de portemonnaie van het ministerie<br />

van Economische Zaken. Binnen drie van de<br />

vier speerpunten zijn onderzoeksgroepen<br />

van de TU/e betrokken. Bij het speerpunt<br />

NanoPhotonics, dat zich richt op miniaturisatie<br />

van optische schakelingen, is de onderzoekschool<br />

Cobra betrokken.<br />

Bij NanoSpintronics, dat zich bezighoudt<br />

<strong>met</strong> het magnetische moment van een<br />

elektron, de zogenaamde spin, is de groep<br />

Fysica van Nanostructuren van de faculteit<br />

<strong>Technische</strong> Natuurkunde betrokken. Ten slotte<br />

is bij NanoInstrumentation & Fabrication de<br />

groep Organische Chemie van de faculteit<br />

Scheikundige Technologie betrokken. In de<br />

projecten wordt samengewerkt <strong>met</strong> zeven andere<br />

kennisinstellingen om de kennis van het<br />

bedrijfsleven en universiteiten op het gebied<br />

van nanotechnologie te vergroten.<br />

AUTOTECHNOLOGIE-CENTRUM<br />

IN EINDHOVEN<br />

In <strong>Eindhoven</strong> komt een landelijk centrum<br />

voor vernieuwingen in de auto-industrie: het<br />

‘Automotive Technology Centre’(ATC). Het is<br />

de bedoeling om innovatieve projecten van<br />

bedrijven, <strong>met</strong> name in het midden- en kleinbedrijf,<br />

te stimuleren en te help bij de uitvoering<br />

ervan. Het centrum concentreert zich op terreinen<br />

zoals alternatieve voertuigaandrijving<br />

en brandstoffen, lichte materialen en constructies,<br />

intelligente voertuigen en productietechnologie.<br />

Aan het ATC-project nemen verschillende partijen<br />

deel: DAF Trucks, NedCar, Benteler PD&E,<br />

Inalfe, TNO, TU/e en organisaties als Syntens,<br />

Industriebank LIOF, NV Rede en de BOM. Het<br />

centrum kan zo rekenen op een groot draagvlak.<br />

In het centrum komen drie medewerkers<br />

te werken onder leiding van prof.ir. Nort<br />

Liebrand, hoogleraar aan de TU/e. Het ATCproject<br />

krijgt 425.000 euro subsidie toegekend<br />

in het kader van het programma Innovatieve<br />

Acties Brabant. Dit richt zich op vernieuwende<br />

manieren om innovatie en ondernemerschap te<br />

stimuleren bij <strong>met</strong> name het Brabantse MKB.<br />

Het programma, dat in totaal zes miljoen euro<br />

omvat, wordt uitgevoerd door de Brabantse<br />

Ontwikkelings Maatschappij (BOM).<br />

TU/e OP DE AUTORAI<br />

Voor het tweede jaar presenteert de afstudeerrichting<br />

Automotive Technology van de faculteit<br />

Werktuigbouwkunde zich op de AutoRAI;<br />

vorig jaar stond deze show in het teken van<br />

bedrijfsauto’s, dit jaar stonden personenauto’s<br />

centraal. De TU/e deelde haar stand in de<br />

Amsterdamse hal <strong>met</strong> de Arnhemse hts-opleiding<br />

Autotechniek. De stand wordt bemand<br />

door studenten en medewerkers. Op de foto<br />

geeft Jurie de Hoogh (midden), vierdejaars<br />

Werktuigbouw-kunde aan de TU/e, een bezoeker<br />

uitleg over de racesimulator <strong>met</strong> een<br />

continue variabele transmissie. Dr.ir. Roëll van<br />

Druten, die eind 2001 <strong>met</strong> twee collega-onderzoekers<br />

aan de TU/e promoveerde op de Zero<br />

Inertia Transmissie, kijkt toe.<br />

Ondernemen en Technologie<br />

FOTO: CEES VAN KEULEN<br />

De opstelling van de afstudeerrichting Automotive<br />

Technology van de faculteit Werktuigbouwkunde<br />

op de AutoRAI.<br />

GROOTSCHALIG PROJECT VOOR HET EMBEDDED SYSTEMS INSTITUTE<br />

Het Embedded Systems Institute heeft subsidie<br />

ontvangen voor het zogenaamde Tangram project.<br />

Het project richt zich op het ontwikkelen<br />

van een goede test<strong>met</strong>hodologie, inclusief<br />

processen en tools, voor complexe systemen.<br />

De ASML wafer scanners zijn als case studie gekozen.<br />

De betrokken partijen bij het project zijn<br />

naast het Embedded Systems Institute en ASML,<br />

<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft, <strong>Universiteit</strong> Twente,<br />

Katholieke <strong>Universiteit</strong> Nijmegen,TNO, NLR en<br />

TU/e. Het project heeft een looptijd van vier jaar.<br />

Er zullen 23 medewerkers (15 fte) in het project<br />

werkzaam zijn, deels vanuit de bedrijven en deels<br />

vanuit de kennisinstellingen, onder andere vijf<br />

AIO's en een postdoc. De subsidie is afkomstig<br />

van het ministerie van Economische Zaken in het<br />

kader van de subsidieregeling Technologische<br />

Samenwerking en wordt toegekend aan programma's<br />

die gericht zijn op versterking van de<br />

samenwerking tussen de Nederlandse kennisinstellingen<br />

en bedrijven.<br />

Er is een totaal van 2,3 miljoen euro subsidie<br />

aangevraagd. In haar korte bestaansperiode (half<br />

jaar) is dit het tweede grote samenwerkingsproject<br />

dat bij het Embedded Systems Institute van<br />

start gaat en waaraan subsidie is toegekend.<br />

NIEUWE UITDAGINGEN IN DE PLASMATECHNOLOGIE<br />

Ook dit collegejaar organiseert de TU/e weer de lezingenreeks ‘ Ondernemen en technologie’,<br />

bedoeld voor mensen uit het bedrijfsleven. Op donderdag 15 mei geeft prof.<br />

dr.ir. Richard van de Sanden een lezing over de toepassingen van plasmatechnologie. In<br />

de computerindustrie zijn plasma’s essentieel in het proces om de steeds verdergaande<br />

miniaturisering en vergroting van geheugen- en rekencapaciteit te verwezenlijken. Een<br />

van de projecten waar Van de Sanden aan werkt is een manier om de productie van zonnecellen<br />

<strong>met</strong> behulp van plasma op grote schaal mogelijk te maken.In zijn lezing zal<br />

Van de Sanden bovendien een aantal nieuwe plasmatechnologieën bespreken die directe<br />

relaties hebben <strong>met</strong> de nanotechnologie.<br />

Voor meer informatie en aanmelden kan men contact opnemen <strong>met</strong> Anneliese<br />

Vermeulen, telefoon 040 247 22 78, e-mail: csc@tue.nl of men kan zich aanmelden via<br />

www.tue.nl/csc/lezingenreeks. Toegang gratis.<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3 1 1


1 2<br />

ONDERWIJS<br />

Gereedschap<br />

voor experimenten<br />

Fysische en andere experimenten zijn bedoeld om onderzoek te<br />

doen. Het is zonde als studenten en onderzoekers zeeën van tijd<br />

kwijt zijn aan het bedenken van software of automatiseringssystemen<br />

om een experiment mogelijk te maken. Het meetsysteem<br />

TUeDACS is het gereedschap bij uitstek voor real-time dataacquisitie<br />

en computerbesturing. ‘Het concept, een kast <strong>met</strong><br />

allerlei op maat gemaakte interfaces, los van de computer, is al 25<br />

jaar hetzelfde’, zegt Fred van Nijmweegen, de geestelijk vader van<br />

TUeDACS.<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

Fred van Nijmweegen, hoofd van de<br />

Bedrijfsgroep Laboratorium-automatisering<br />

(BLN), is al sinds 1975 <strong>met</strong> het<br />

systeem bezig. ‘In die tijd werkte ik <strong>met</strong><br />

twee verschillende groepen binnen de<br />

vakgroep Deeltjesfysica van Natuurkunde’,<br />

vertelt hij. ‘De promovendi werkten aan<br />

allerlei experimenten, bijvoorbeeld het<br />

<strong>met</strong>en van deeltjes die <strong>met</strong> zeer hoge snelheid<br />

weggeschoten worden, of het tellen<br />

van pulsen. Vaak waren ze twee jaar bezig<br />

<strong>met</strong> het maken van software en elektronica,<br />

vóór ze <strong>met</strong> de daadwerkelijke <strong>met</strong>ing<br />

konden beginnen. Dat deden ze ieder op<br />

een eigen manier, terwijl het in wezen hetzelfde<br />

was. Niet erg efficiënt allemaal.’<br />

Van Nijmweegen pakte de uitdaging aan<br />

om een oplossing hiervoor te bedenken.


Vanaf 1998 kan het meetsysteem aan<br />

het notebook gekoppeld worden.<br />

FOTO’S: BART VAN OVERBEEKE<br />

Het was hem vanaf het begin duidelijk dat<br />

er een meetsysteem búiten de computer<br />

moest komen. ‘Er waren in die tijd wel firma’s<br />

die meetsystemen leverden <strong>met</strong> ingebouwde<br />

computer. Met als grote nadeel dat<br />

je zulke systemen continu moet aanpassen<br />

aan de razendsnelle ontwikkelingen van<br />

de computer. Wij hebben vanaf het begin<br />

dus de computer eruit gehouden. Het is<br />

een modulair systeem geworden <strong>met</strong> de<br />

naam PhyDAS (Physics Data Acquisition<br />

System): een kast waarin allerlei modules<br />

gestoken kunnen worden naar de wens<br />

van de gebruiker. Het principe is in al die<br />

jaren hetzelfde gebleven, al heeft het sinds<br />

een paar jaar de naam TUeDACS.’<br />

Op maat gemaakt<br />

PhyDAS/TUeDACS is een embedded<br />

systeem dat bestaat uit een wisselende<br />

combinatie van hardware en software,<br />

afhankelijk van de context van het experiment.<br />

Er zijn allerlei eenvoudige tot<br />

complexe interfaces beschikbaar, op maat<br />

gemaakt voor een specifiek experiment. De<br />

computer geeft opdracht aan de interfaces,<br />

die afzonderlijk aan te spreken zijn. ‘De<br />

modules zijn intelligent, weten precies wat<br />

ze moeten doen’, legt Van Nijmweegen uit.<br />

‘Het systeem voert zelfstandig de <strong>met</strong>ingen<br />

uit in de kast, die real-time worden<br />

opgeslagen. Onze nieuwste module kan<br />

TU/e SYSTEEM VOOR REALTIME DATA-ACQUISITIE<br />

STEEDS MEER IN DE BELANGSTELLING<br />

bijvoorbeeld <strong>met</strong> een snelheid van 400<br />

megasamples per seconde (een sample<br />

is het binnenhalen van één meetwaarde)<br />

kortstondige analoge verschijnselen <strong>met</strong><br />

een nauwkeurigheid van 12 bit bemonsteren.’<br />

Als er een nieuw computersysteem op<br />

de markt komt, is het een kwestie van de<br />

interface vervangen die voor de koppeling<br />

tussen TUeDACS en het computersysteem<br />

zorgt. En als er een nieuwe interface voor<br />

een nieuw experiment nodig is, hoeven<br />

de onderzoekers alleen maar na te denken<br />

over de ingangspara<strong>met</strong>er en hoe ze het<br />

moeten uitlezen. ‘Ze zijn dus alleen tijd<br />

kwijt aan de software voor hun fysisch probleem’,<br />

zegt Van Nijmweegen. ‘De automatiseringssystemen<br />

leiden niet de aandacht<br />

af van het eigenlijke experiment.’<br />

Toen Van Nijmweegen 25 jaar geleden<br />

PhyDAS in het leven riep, was de faculteit<br />

<strong>Technische</strong> Natuurkunde de enige klant.<br />

Inmiddels heeft hij de BLN achter zich,<br />

bestaande uit in totaal vijf mensen <strong>met</strong><br />

ieder hun eigen specialisatie in software of<br />

hardware. De printlay-outs van de modules<br />

worden zelf ontworpen en de prints worden<br />

in huis getest, maar het produceren<br />

daarvan wordt uitbesteed aan gespecialiseerde<br />

bedrijven.<br />

Door de jaren heen zijn er meer klanten<br />

gekomen: Werktuigbouwkunde, Bouwkunde,<br />

maar ook andere bedrijven en organisaties.<br />

Halverwege de jaren tachtig ging<br />

het eerste apparaat naar buiten, naar het<br />

Sint Jozef Ziekenhuis in Veldhoven (nu het<br />

Máxima Medisch Centrum), voor de afdeling<br />

neonatologie. ‘Daar doen ze onderzoek<br />

naar te vroeg geboren baby’s’, vertelt<br />

Van Nijmweegen. ‘We hebben ons systeem<br />

gekoppeld aan de monitors die boven de<br />

bedjes van de baby’s hangen. Zo kunnen<br />

we 24 uur per dag <strong>met</strong>ingen van hartslag,<br />

bloeddruk of longcapaciteit als functie van<br />

de tijd opslaan.’<br />

Notebook<br />

Een doorbraak was het toen het meetsysteem<br />

aan de notebook gekoppeld kon<br />

worden, in 1998. ‘De laptops van studenten<br />

zijn natuurlijk handig voor het ophalen<br />

van collegedictaten via internet, of voor<br />

het maken van een afstudeerverslag. Maar<br />

wij hebben het geschikt gemaakt voor het<br />

verrichten van <strong>met</strong>ingen. We hebben een<br />

module ontworpen die TUeDACS kan koppelen<br />

aan het notebook. De kabel die nor-<br />

maal van de computer naar de TUeDACS<br />

loopt was te dik voor de notebook. Daarvoor<br />

hebben we een serieel protocol ontwikkeld,<br />

dat <strong>met</strong> 20 megabit per seconde<br />

de data transporteert tussen de notebook<br />

en het kastje.’<br />

Bij Werktuigbouwkunde maken ze al gretig<br />

gebruik van de koppeling naar de notebook.<br />

Docent dr.ir. René van de Molengraft<br />

had een paar dure apparaten in zijn laboratorium<br />

staan waar één of twee studenten<br />

tegelijkertijd mee konden experimenteren.<br />

In overleg <strong>met</strong> hem heeft de BLN een<br />

kastje ontwikkeld, de zogenaamde QAD.<br />

Dit zorgt voor de directe koppeling tussen<br />

meetopstelling en notebook. Tijdens<br />

Begeleide Zelfstudie of een practicum kan<br />

een student experimenten uitvoeren en<br />

<strong>met</strong>ingen verrichten. Dat gebeurt bijvoorbeeld<br />

al bij het vak Signaalanalyse van Van<br />

de Molengraft.<br />

Een student kan de experimenten ook<br />

thuis voorbereiden op zijn notebook, bijvoorbeeld<br />

<strong>met</strong> simulaties. Tijdens het experiment<br />

prikt hij het meetapparaat aan het<br />

notebook en vervangt het ‘model’ door het<br />

‘experiment’, <strong>met</strong> één druk op de knop.<br />

Bij <strong>Technische</strong> Natuurkunde zijn alle disciplines<br />

inmiddels overgegaan op TUeDACS<br />

als intern meetsysteem. ‘De eerstejaars<br />

studenten krijgen in de practica <strong>met</strong> de<br />

Van Nijmwegen bij het eerste systeem van 25<br />

jaar terug, de PhyDAS.<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3 1 3


1 4<br />

ONDERWIJS<br />

kastjes te maken. Zo kunnen ze er aan<br />

wennen, en al hun aandacht op de fysica<br />

richten. Bij de stage of het afstuderen<br />

werken ze <strong>met</strong> grote ingewikkelde kasten.<br />

Ze hoeven alleen de dingen te veranderen<br />

die puur <strong>met</strong> het experiment te maken<br />

hebben. Dat is de kracht van het systeem;<br />

daarom bestaat het ook al 25 jaar.’<br />

Inmiddels is er een opvolger van de QAD<br />

ontwikkeld, die wel wat duurder is, maar<br />

nog steeds klein genoeg om makkelijk in<br />

je tas mee te nemen. ‘Er zijn er 25 geproduceerd,<br />

waarvan de faculteit <strong>Technische</strong><br />

Natuurkunde er vier heeft, Werktuigbouwkunde<br />

er tien geleverd krijgt en de Hogeschool<br />

Brabant ook twee.’<br />

Dat laatste is gunstig. Want sinds twee jaar<br />

vier vragen aan<br />

Prof.dr. Jos Baeten<br />

intro<br />

WETENSCHAPPELIJK DIRECTEUR VAN IPA<br />

Waaruit bestaan grofweg genomen de belangrijk nieuw thema. Een aantal onder-<br />

onderzoeksactiviteiten van IPA?<br />

zoekers in IPA blijken inmiddels in staat<br />

IPA zeer leidt tevreden onderzoekers <strong>met</strong> de op nieuwe in het huisstijl gebied van die om <strong>met</strong> succes hun kennis over ontwerp,<br />

de samen Programmatuurkunde <strong>met</strong> ontwerpbureau en Algoritmiek. Keja Donia Dit in analyse en constructie van systemen toe te<br />

gebied Amsterdam kan worden werd beschreven ontwikkeld. als Het de beeld- studie passen in dit nieuwe applicatiegebied.<br />

en merk ontwikkeling heeft volgens van formalismen, hem het voordeel <strong>met</strong>hoden van In het toepassingsgebied Intelligent Algo-<br />

en de technieken eenvoud. ‘Het voor is ontwerp, hoogwaardige analyse grafische en conrithms wordt gewerkt aan algoritmen voor<br />

structie vormgeving. van softwaresystemen Het is doorzichtig, en compo- je hoeft er onder andere de steeds verder digitalisenenten.<br />

niets aan Het uit werk te leggen, van de onderzoeksgroepen<br />

hoeft niet te puzrende leefomgeving (‘Ambient Intelligen-<br />

in zelen, IPA is het te verdelen is geen esoterisch in drie hoofdgebieden:<br />

symbool. Di ce’, ‘Ubiquitous computing’).<br />

Algoritmiek zeer tevreden en Complexiteit, <strong>met</strong> de nieuwe Formele huisstijl Metho- die Doel van de keuze van het applicatiegebied het voordeel van de eenvoud.<br />

den samen en Software <strong>met</strong> ontwerpbureau Technologie. Keja Donia in Compositional Programming Methods is ‘Het Wat is hoogwaardige is het belang van grafische IPA voor de<br />

Amsterdam werd ontwikkeld. Het beeld- om zowel theoretisch als praktisch voort- vormgeving. Nederlandse Het kenniseconomie?<br />

is doorzich-<br />

Waar merk ligt heeft het volgens zwaartepunt hem het binnen voordeel het van gang te boeken in het verkrijgen van grotig, Alle je hoeft onderzoeksgroepen er niets aan uit in IPA hebben<br />

onderzoek? de eenvoud. ‘Het is hoogwaardige grafische tere systemen uit kleinere door middel van te leggen, goede contacten hoeft niet <strong>met</strong> te puz- bedrijven en voeren<br />

Vorig vormgeving. jaar is IPA Het hererkend is doorzichtig, door de je KNAW, hoeft er goed begrepen compositieprincipes. zelen, samen het <strong>met</strong> is geen bedrijven esoterisch onderzoeksprojecten<br />

en niets daarbij aan heeft uit te de leggen, school hoeft voor niet de nieuwe te puzze-<br />

symbool. uit. Deze Di projecten zeer tevreden dragen <strong>met</strong> rechtstreeks<br />

erkenningsperiode len, het is geen esoterisch (2002-2006) symbool. vier Di zeer Waarop richten zich de toekomstige de nieuwe bij aan de huisstijl ontwikkeling die samen van technologisch<br />

‘applicatiegebieden’ tevreden <strong>met</strong> de nieuwe gekozen: huisstijl Networked die samen ontwikkelingen?<br />

<strong>met</strong> geavanceerde ontwerpbureau producten. Keja Donia Daarnaast levert<br />

Embedded <strong>met</strong> ontwerpbureau Systems, Security, Keja Donia Intelligent in Amster- IPA richt zich op de ontwikkelingen van de in Amsterdam IPA in de vorm werd van ontwik- gepromoveerden een<br />

Algorithms dam werd en ontwikkeld. Compositional Het beeldmerk Programming heeft vier applicatiegebieden. De gebieden zijn keld. continue Het beeldmerk stroom hoog heeft gekwalificeerde<br />

Methods. volgens hem Embedded het voordeel systemen van krijgen de eenvoud. meer maatschappelijk van belang, en gezien volgens informatici, hem het waarvan voordeel meer van dan de helft<br />

en ‘Het meer is mogelijkheden hoogwaardige grafische om te communice- vormgeving. de competenties van de IPA-onderzoeks- de eenvoud. zijn/haar ‘Het loopbaan is hoogwaar- in de industrie voortzet.<br />

ren Het <strong>met</strong> is hun doorzichtig, buitenwereld je hoeft (via er sensoren), niets aan uit groepen bieden ze ons de kans om een dige grafische vormgeving.<br />

<strong>met</strong> te leggen, elkaar (veelal hoeft niet via internet) te puzzelen, en <strong>met</strong> het hun is geen belangrijke rol te spelen. IPA heeft zich ook IPA is een samenwerkingsverband tussen de<br />

gebruikers esoterisch (via symbool. displays). Di zeer In het tevreden applicatie- <strong>met</strong> de <strong>met</strong> succes sterk gemaakt voor deze onder- TU/e, <strong>Universiteit</strong> Utrecht, <strong>Universiteit</strong> Twente,<br />

gebied nieuwe Networked huisstijl die Embedded samen <strong>met</strong> Systems ontwerpbu- richt<br />

IPA reau zich Keja op deze Donia ontwikkeling. in Amsterdam werd ontwerpen<br />

in de totstandkoming van nationale<br />

onderzoeksprogramma's en onderzoeks-<br />

VU Amsterdam, KU Nijmegen, <strong>Universiteit</strong> Leiden,<br />

Rijksuniversiteit Groningen, <strong>Universiteit</strong> van<br />

Amsterdam en het Centrum voor Wiskunde en<br />

Informatiebeveiliging wikkeld. Het beeldmerk is voor heeft IPA volgens een hem prioriteiten.<br />

Computer Wetenschappen.<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

moet de BLN commercieel aan de slag.<br />

‘Twee van de vijf mensen moeten we zelf<br />

inverdienen door opdrachten buiten de<br />

faculteit en de TU/e’, vertelt Van Nijmweegen.<br />

‘Daarom is de naam veranderd van<br />

PhyDAS in TUeDACS, Data Acquisitie<br />

Control Systems. De aanduiding TU/e<br />

geeft aan dat het systeem allang niet meer<br />

alleen binnen de faculteit <strong>Technische</strong><br />

Natuurkunde functioneert.’<br />

Eén van de nieuwste commerciële<br />

opdrachten is een samenwerking <strong>met</strong> de<br />

groep van prof.dr.ir. Klaas Kopinga van de<br />

faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde. ‘We zijn<br />

gevraagd een systeem te maken voor het<br />

kalibreren van sterilisatieapparatuur in ziekenhuizen.<br />

Voorheen kwam er een groot<br />

apparaat op een aanhangwagen het ziekenhuis<br />

binnen, dat vier uur moest aanstaan<br />

om op de juiste temperatuur te komen.<br />

Het apparaat dat wij ontwikkeld hebben<br />

kan binnen een half uur beginnen <strong>met</strong><br />

<strong>met</strong>en. Het is bovendien een klein kastje<br />

<strong>met</strong> een handvat, makkelijk mee te nemen.<br />

De eerste bestelling van dertig stuks hebben<br />

we al binnen.’<br />

Dat er steeds meer belangstelling is van<br />

buiten is ook gebleken tijdens het symposium<br />

ter gelegenheid van het 25-jarig<br />

bestaan van TUeDACS, half februari. De<br />

meeste inschrijvingen daarvoor kwamen<br />

van buiten de faculteit én van buiten de<br />

TU/e, zoals Philips en Océ. ‘Dat is precies<br />

de markt waar we verder in willen komen’,<br />

aldus Van Nijmweegen.<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE


onderwijs<br />

nieuws<br />

VERBREDING IN<br />

BACHELOROPLEIDINGEN<br />

De TU/e onderzoekt of er mogelijkheden zijn<br />

om een nieuwe, brede bacheloropleiding op te<br />

starten. In het propedeusejaar zou bijvoorbeeld<br />

zeventig procent van de aangeboden vakken gemeenschappelijk<br />

zijn, het jaar daarop veertig en<br />

in het derde jaar nog twintig procent.<br />

Dat betekent dat een student in het eerste jaar<br />

nog niet voor een opleiding hoeft te kiezen.<br />

Binnen de opleidingen <strong>Technische</strong> Natuurkunde,<br />

Wiskunde, Scheikundige Technologie,<br />

Biomedische Technologie en Werktuigbouwkunde<br />

ziet men inhoudelijke overeenkomsten. Zo<br />

kan Scheikunde op het gebied van nanotechnologie<br />

samenwerken <strong>met</strong> Natuurkunde en tussen<br />

Scheikunde en Biomedische Technologie bestaan<br />

veel overeenkomsten op het gebied van biotechnologie.<br />

Om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de<br />

vragen en wensen van –aanstaande- studenten<br />

zijn voor de nieuwe werkgroep vooral jonge wetenschappers<br />

benaderd. Zij staan dichter bij studenten<br />

en kunnen beter inspelen op hun vragen.<br />

SUBSIDIE VOOR BRABANT<br />

MEDICAL SCHOOL<br />

De Brabant Medical School (BMS) is een samenwerkingsverband<br />

tussen de Brabantse hogeronderwijsinstellingen,<br />

twee ziekenhuizen in<br />

<strong>Eindhoven</strong> en Tilburg, de gemeenten <strong>Eindhoven</strong><br />

en Tilburg en de provincie. De BMS wil een voortrekkersrol<br />

vervullen in het vernieuwen en moderniseren<br />

van de zorgopleidingen, in de hoop<br />

het dreigende tekort aan artsen en medisch<br />

personeel – <strong>met</strong> name in Brabant – voor een deel<br />

te kunnen wegwerken. Demissionair staatssecretaris<br />

drs. Annette Nijs (Onderwijs) heeft een<br />

bedrag van vierhonderdduizend euro startsubsidie<br />

toegezegd. Een deel van het geld wordt<br />

toegekend aan de masteropleiding Medical<br />

Engineering van de TU/e; ook wordt geld gereserveerd<br />

voor het aanstellen van een hoogleraar<br />

Onderwijsvernieuwing aan de <strong>Universiteit</strong> van<br />

Tilburg, die een coördinerende rol zal krijgen<br />

binnen BMS.<br />

MASTEROPLEIDING<br />

SUSTAINABLE ENERGY<br />

TECHNOLOGY<br />

De nieuwe masteropleiding Sustainable Energy<br />

Technology is een interfacultair initiatief van<br />

de faculteiten Werktuigbouwkunde, <strong>Technische</strong><br />

Natuurkunde, Scheikundige Technologie,<br />

Elektrotechniek, Bouwkunde en Technologie<br />

Management. De opleiding is gebaseerd op<br />

het hoogwaardige onderzoek aan de TU/e, de<br />

maatschappelijke vraag naar een duurzamere<br />

energievoorziening en de behoefte uit het bedrijfsleven<br />

aan energie-experts. De masteropleiding<br />

Sustainable Energy Technology anticipeert<br />

op de groeiende maatschappelijke vraag naar<br />

een duurzame energievoorziening. Om dit te<br />

bereiken moet de opwekking en het gebruik<br />

van energie zo efficiënt en schoon mogelijk zijn<br />

en moeten meer hernieuwbare energiebronnen<br />

worden gebruikt. De opleiding wil in twee jaar<br />

specialisten opleiden die verschillende energie-opties<br />

tegen elkaar kunnen afwegen en de<br />

energiesystemen – en processen grondig kennen.<br />

Studenten kunnen zich vanaf het studiejaar<br />

2003/2004 inschrijven.<br />

Meer informatie over de tweejarige masteropleiding<br />

is te vinden op www.tue.nl/set.<br />

LERARENOPLEIDINGEN GOED<br />

STUDEERBAAR<br />

De <strong>Technische</strong> Universitaire Lerarenopleiding<br />

(TULO) is een vijf jaar oude samenwerking van<br />

de TU/e, de TU Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente.<br />

Aan de TU/e levert de TULO eerstegraads docenten<br />

af voor de vakken wiskunde, scheikunde en<br />

natuurkunde. De opleiding is op elf kwaliteitscriteria<br />

doorgelicht. Over het onderwijs gaf de<br />

visitatiecommissie na haar bezoek al een korte<br />

mondelinge rapportage. De commissie was<br />

positief over het zogeheten producerend leren<br />

in een Professionele Leer- en Werkomgeving<br />

Aanpassing studieprofielen<br />

De TULO neemt twintig procent van de landelijke<br />

uitstroom van bètadocenten voor haar rekening.<br />

(PLW) dat in <strong>Eindhoven</strong> wordt aangeboden. De<br />

commissie noemt de opleidingen goed studeerbaar,<br />

wat mede tot stand komt door de goede<br />

informele contacten tussen studenten en staf.<br />

De TULO neemt twintig procent van de landelijke<br />

uitstroom van bètadocenten voor haar rekening.<br />

In het collegejaar 2000-2001 meldden zich 36<br />

student, van wie achttien in <strong>Eindhoven</strong>.<br />

De commissie gaf als kritisch punt aan dat er<br />

meer inhoudelijke samenhang moet komen tussen<br />

de drie kerntaken onderwijs, onderzoek en<br />

nascholing. Het definitieve rapport van de visitatiecommissie<br />

wordt in april 2003 verwacht.<br />

Schrappen in de vakken wis-, natuur- en scheikunde in de studieprofielen op<br />

havo en vwo leidt tot nog minder instroom in de technisch-wetenschappelijke<br />

opleidingen. Daarom hebben de drie rectoren gezamenlijk een brief gezonden<br />

naar demissionair onderwijsminister Maria van der Hoeven. In de brief<br />

geven zij aan dat Nederland op Europees niveau al een achterhoedepositie<br />

bekleedt als het gaat om de studenteninstroom in bètaopleidingen. Slechts<br />

5,8 procent van de studenten kiest voor een dergelijke opleiding. De drie<br />

rectoren pleiten voor het herinvoeren van één stevig bètaprofiel in het vwo,<br />

<strong>met</strong> daarbinnen een samenhangend en didactisch aantrekkelijk pakket wis-,<br />

natuur- en scheikunde en biologie, afgestemd op het gewenste instroomniveau<br />

in het technisch- en natuurwetenschappelijk onderwijs. Rector Van Santen<br />

van de TU/e heeft naar aanleiding van de brief al veel positieve reacties<br />

uit het onderwijsveld ontvangen.<br />

M AM TA RT IR X I / X 1 / 1 / / 2 2 0 0 0 31 1 75<br />

FOTO: ROB STORK


1 6<br />

ONDERZOEK OP LEVENDE CELLEN<br />

Een lichaamscel die een seintje geeft wanneer<br />

die het loodje dreigt te leggen bij een bedlegerig<br />

persoon. Hartklepprotheses gemaakt van<br />

lichaamseigen materiaal. In het laboratorium<br />

voor Cell en Tissue Engineering van de faculteit<br />

Biomedische Technologie doet dr. Carlijn Bouten en<br />

haar medewerkers onderzoek <strong>met</strong> <strong>levend</strong> materiaal.<br />

Dat dient als proefmodel óf komt in het menselijk<br />

lichaam terecht, ter vervanging en reparatie van<br />

beschadigde <strong>weefsel</strong>s of organen. ‘We koppelen<br />

alles terug naar de kliniek.’<br />

Prikkelen van<br />

<strong>levend</strong>e <strong>weefsel</strong>s<br />

Het laboratorium voor Cell en Tissue<br />

Engineering is onderdeel van de divisie<br />

Biomechanics and Tissue Engineering<br />

(BMTE) van de jonge faculteit Biomedische<br />

Technologie (BMT). Het is gehuisvest<br />

in het Materials Technology Institute.<br />

Dit onderzoeksinstituut richt zich op het<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

gedrag en de eigenschappen van materialen.<br />

Vanuit de faculteit Werktuigbouwkunde<br />

wordt er gekeken naar technische<br />

materialen zoals <strong>met</strong>alen of plastics. En<br />

vanuit BMT gaat het onderzoek over biologische<br />

materialen. ‘Het is handig dat we<br />

samen zitten <strong>met</strong> Werktuigbouwkunde’,<br />

Tissue engineered<br />

hartklep<strong>weefsel</strong> in<br />

rekapparaat voor<br />

mechanische stimulatie.<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

zegt Carlijn Bouten, universitair hoofddocent<br />

Tissue Engineering van BMT<br />

en oprichtster van het lab. ‘We kunnen<br />

gebruik maken van elkaars faciliteiten. De<br />

geavanceerde microscopen die hier staan<br />

bijvoorbeeld zijn voor de technische én de<br />

biologische materialen erg geschikt.’<br />

Bouten heeft het lab zelf opgezet in 1998.<br />

‘De faculteit BMT bestond toen nog niet,<br />

maar er was wel onderwijs en onderzoek<br />

in die richting. De opleiding BMT startte<br />

immers in 1997. Toen de faculteit eenmaal<br />

het licht zag, in september 2000,<br />

groeide het lab snel uit zijn voegen. Eind<br />

2001 is er een nieuw laboratorium ingericht,<br />

maar liefst twaalf keer zo groot als<br />

voorheen.’<br />

Weefsels kweken<br />

In het BMTE-lab bestuderen de onderzoekers<br />

<strong>levend</strong>e cellen en <strong>weefsel</strong>s. ‘Het is<br />

een hele kunst om die in leven te houden’,<br />

zegt Bouten. ‘We halen ze niet alleen uit<br />

mensen en dieren, maar kweken ze ook<br />

zelf. Dat is wat we tissue engineering<br />

noemen: het maken van bio-artificiële,<br />

<strong>levend</strong>e <strong>weefsel</strong>s op basis van lichaamsei-


gen cellen. Die zetten we op een dragermateriaal,<br />

een blokje of een sponsje. De<br />

cel hecht zich hieraan vast en groeit uit<br />

tot <strong>weefsel</strong>. Tenminste, als het de juiste<br />

ingrediënten krijgt toegediend: voedingsstoffen,<br />

hormonen, mechanische prikkels.<br />

Dankzij deze stimuli ontwikkelt een cel<br />

zich tot <strong>weefsel</strong> <strong>met</strong> een bepaalde functie,<br />

zoals spier<strong>weefsel</strong>. Vergelijk onze eigen<br />

spieren, die we ontwikkelen door training,<br />

door ze te gebruiken. <strong>Onderzoek</strong> in tissue<br />

engineering bestaat al een jaar of tien,<br />

vijftien. Maar het toedienen van mechanische<br />

prikkels, zoals rekken of drukken,<br />

staat wereldwijd in de kinderschoenen.<br />

Wij zijn er sinds 1997 mee bezig. We<br />

hebben er al verschillende publicaties aan<br />

gewijd.’<br />

De cellen die als basis dienen voor tissue<br />

engineering worden gekocht of geïsoleerd<br />

uit patiënten. ‘Dat kunnen wij niet in ons<br />

laboratorium. Dus kopen we ze vooral.<br />

Het dragermateriaal waarin de cellen<br />

gehangen worden, scaffold genoemd (kapstok),<br />

kunnen we wel zelf maken. Belangrijk<br />

is dat dit materiaal zichzelf afbreekt,<br />

omdat het in het menselijk lichaam<br />

terechtkomt. De <strong>weefsel</strong>s worden getraind<br />

in een uiterst steriele omgeving, omdat ze<br />

heel vatbaar zijn voor infecties. De appa-<br />

Klinische problemen zijn de basis voor het<br />

onderzoek in het Cell en Tissue Engineering lab.<br />

raten waarin we de mechanische prikkels<br />

toedienen noemen we bioreactoren. De<br />

ontwikkeling van bioreactoren en het ideale<br />

trainingsprogramma voor de <strong>weefsel</strong>s<br />

is een onderdeel van ons onderzoek. In<br />

het apparaat kunnen we de reacties van<br />

de cellen op de prikkels <strong>met</strong> een microscoop<br />

observeren. Dat is mogelijk omdat<br />

de cellen zodanig gemanipuleerd zijn dat<br />

ze goed zichtbaar zijn. Bijvoorbeeld <strong>met</strong><br />

fluorescerende moleculen.’<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

1 7


1 8<br />

ONDERZOEK<br />

Dr. Carlijn Bouten zette het laboratorium voor<br />

Cell en Tissue Engineering op.<br />

Tissue engineering dient twee verschillende<br />

doelen. Als een bio-artificieel <strong>weefsel</strong><br />

eenmaal goed geconditioneerd is dankzij<br />

de prikkels, kan het dienst doen als biologische<br />

prothese en in het menselijk<br />

lichaam geïmplanteerd worden. Bijvoorbeeld<br />

als hartklepprothese. Vervanging<br />

van de aortaklep is een veelvoorkomende<br />

operatie, en op de TU/e al jaren onderwerp<br />

van onderzoek. Er wordt meestal<br />

gebruik gemaakt van mechanische kleppen<br />

van kunststof, of biologische kleppen<br />

uit ‘dood’ menselijk of dierlijk materiaal.<br />

Beide typen zijn nog verre van ideaal.<br />

Levend materiaal als basis voor protheses<br />

heeft een verlaagde afweerreactie als<br />

voordeel. Ook kan het beter meegroeien<br />

en zich aanpassen aan de continu veranderende<br />

omstandigheden in het menselijk<br />

lichaam. ‘Wij zijn hier drie jaar geleden<br />

mee begonnen’, vertelt Bouten. ‘Daarmee<br />

is de combinatie <strong>met</strong> tissue engineering<br />

gelegd. Het punt is dat we de prothese<br />

stevig moeten zien te krijgen. De grootste<br />

hartklep in het menselijk lichaam moet<br />

tientallen keren per minuut enorme hoeveelheden<br />

bloed doorlaten. Wij moeten<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

de biologische prothese dus zodanig prikkelen<br />

en trainen dat die sterk en duurzaam<br />

genoeg is. De ontwikkelingen gaan<br />

momenteel heel snel. Artsen in Zürich<br />

die aan het onderzoek meewerken, willen<br />

binnen twee jaar een lichaamseigen hartklep<br />

in een patiënt zetten.’<br />

Spiermodel<br />

Het tweede doel van tissue engineering<br />

is <strong>weefsel</strong>s te maken die dienst doen als<br />

model voor onderzoek. ‘Met een laboratoriummodel<br />

van een spier bijvoorbeeld<br />

kunnen we bestuderen hoe een spier in<br />

het lichaam zal reageren op belasting.<br />

Het BMTE-lab voert momenteel een groot<br />

onderzoek uit naar drukwonden. Dat zijn<br />

wonden van mensen die bedlegerig zijn,<br />

altijd in een rolstoel zitten of knellende<br />

schoenen dragen. Als er langdurig een<br />

bepaalde kracht op een <strong>weefsel</strong> wordt uitgeoefend,<br />

gaan er langzamerhand steeds<br />

meer cellen kapot. De (bio)medische<br />

wetenschap weet nog steeds niet precies<br />

wat hier gebeurt. We kunnen die drukwonden<br />

nog steeds niet genezen of voorkomen.’<br />

Om dichterbij een oplossing te komen<br />

kijkt de groep heel goed wat er op celniveau<br />

gebeurt. ‘Zoiets kun je niet <strong>met</strong><br />

mensen of proefdieren doen, dat is niet<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

Tissue engineered<br />

skeletspier<strong>weefsel</strong>.<br />

De spier wordt<br />

onder spanning<br />

gehouden <strong>met</strong> artificiële<br />

peesplaten.<br />

Scaffold voor<br />

tissue engineering<br />

van hartklep.<br />

ethisch. Bovendien duurt het wel een<br />

paar uur voor zo’n doorligplek er is.<br />

Daarom bootsen wij de situatie na <strong>met</strong><br />

een model van <strong>weefsel</strong> dat we <strong>met</strong> tissue<br />

engineering gemaakt hebben. Die modellen<br />

zijn heel klein, anders kunnen we<br />

ze niet in leven houden. Het is namelijk<br />

nog niet gelukt om ook bloedvaten in de<br />

gekweekte <strong>weefsel</strong>s te leggen. We belasten<br />

het model systematisch en volgen <strong>met</strong> de<br />

microscoop wat er gebeurt op celniveau.<br />

Wanneer en waar gaan er cellen kapot?<br />

Herstellen ze zich weer als de belasting<br />

ophoudt? Door verschillende stoffen toe te<br />

voegen kunnen we zien of dat effect heeft<br />

op de schade die de cellen ondervinden<br />

van de mechanische belasting.’<br />

Klinisch<br />

Het onderzoek in het lab gebeurt altijd<br />

naar aanleiding van een klinisch probleem.<br />

Zo ook het onderzoek naar drukwonden.<br />

‘Een paar jaar geleden liet een<br />

inventarisatie in de <strong>Eindhoven</strong>se ziekenhuizen<br />

zien dat drukwonden boven aan<br />

het lijstje van toekomstige problemen<br />

stond. In 1995 ben ik speciaal aangetrokken<br />

om dit onderzoek op te starten,<br />

samen <strong>met</strong> collega dr.ir. Cees Oomens.<br />

Het is belangrijk dat ons onderzoek op<br />

cel- en <strong>weefsel</strong>niveau uiteindelijk wordt<br />

teruggekoppeld naar de patiënt, naar de<br />

klinische situatie. We vergroten daarvoor<br />

het fundamentele resultaat van het celonderzoek<br />

uit naar het <strong>weefsel</strong>niveau, dan<br />

naar het proefdierniveau, en tenslotte<br />

naar de mens.’<br />

Een manier om dit voor elkaar te krijgen<br />

is via computersimulaties. ‘De experi-


menten <strong>met</strong> belasting van spier<strong>weefsel</strong><br />

bijvoorbeeld verwerken we in een computermodel’,<br />

legt Bouten uit. ‘Dat kan simuleren<br />

hoe het hele <strong>weefsel</strong> zal reageren<br />

bij allerlei specifieke omstandigheden.<br />

De uitkomst van de simulatie moeten we<br />

checken <strong>met</strong> het experiment. Dat heet de<br />

numeriek-experimentele <strong>met</strong>hode. Op<br />

deze manier kunnen we achterhalen waar<br />

de schadedrempel ligt en hoe we schade<br />

kunnen voorkomen. Met een speciaal<br />

matras bijvoorbeeld, of <strong>met</strong> medicijnen.<br />

De truc is om altijd de vertaalslag naar<br />

de mens te kunnen maken. Daar is ons<br />

onderzoek voor bedoeld.’<br />

Sensor<br />

Nieuw in het onderzoek is het zoeken<br />

naar een sensor in het hele proces, die een<br />

seintje geeft als de cel kapot dreigt te gaan.<br />

‘Cellen scheiden altijd allerlei stoffen af<br />

als reactie op mechanische prikkels. Als er<br />

van een bepaalde stof veel vrijkomt, duidt<br />

dat op celstress, het moment vlak voordat<br />

de cel kapot gaat. Net als koorts, dat is ook<br />

een teken van stress. Als je het vrijkomen<br />

van zo’n stof zou kunnen <strong>met</strong>en, en als<br />

daar een signaal van zou uitgaan, is dat<br />

een waarschuwing van dreigende schade.<br />

Voor de drukwonden kun je denken aan<br />

een stukje papier dat de een of andere stof<br />

kan absorberen en dan een signaal afgeeft.<br />

Zo zijn er ook factoren in het bloed die<br />

op schade wijzen. Als een arts dit signaleert,<br />

kan hij er op tijd bij zijn. Dan moet<br />

die arts wel een middel hebben om dit te<br />

<strong>met</strong>en. Dit zijn geen futuristische verhalen.<br />

We denken dat we dit binnen afzienbare<br />

tijd kunnen realiseren. Dat we dus de<br />

signalen van een cel kunnen opvangen en<br />

registreren, voordat een patiënt iets heeft<br />

gevoeld, dus voordat de grootste schade<br />

Materials<br />

Engineering<br />

integratie van materiaalfuncties in producten<br />

6e editie<br />

Organisatie: Bureau Bosman B.V.<br />

Postbus 2203, 5600 CE <strong>Eindhoven</strong><br />

T +31(0)40 280 84 10<br />

M info@bureaubosman.nl<br />

vraag nu de bezoekersbrochure aan via<br />

is toegebracht.’ De link <strong>met</strong> de klinische<br />

praktijk is een belangrijk doel van het<br />

BMTE-lab. ‘De faculteit BMT let daar ook<br />

goed op’, aldus Bouten. ‘Niet voor niets<br />

zijn er medici als parttime hoogleraar<br />

werkzaam op de faculteit. Zodat de onderzoekers<br />

zich niet blind gaan staren op hun<br />

eigen onderzoek. De veertien aio’s die ons<br />

lab momenteel rijk is, moeten weten wat<br />

een drukwond is, of hoe een echte hartklep<br />

eruit ziet. De één kan daar dan heel<br />

numeriek onderzoek op los laten, en de<br />

ander meer experimenteel.’<br />

Voordat de <strong>weefsel</strong>s uit het lab het menselijk<br />

lichaam ingaan, moeten ze uitvoerig<br />

getest worden in diermodellen. ‘Dat is een<br />

eis voordat het de markt op mag. Maar<br />

<strong>met</strong> onze <strong>levend</strong>e modellen kunnen we<br />

voorkomen dat er nog veel meer dierproeven<br />

nodig zijn voor dit soort onderzoek’,<br />

besluit Bouten.<br />

Vakbeurs voor materiaaltechnologie<br />

14 & 15 mei 2003<br />

Beursgebouw <strong>Eindhoven</strong><br />

10.00<br />

18.00<br />

www.materialsengineering.nl<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3 1 9


2 6<br />

SAMENWERKING<br />

TU/e zoekt<br />

kruisbestuiving<br />

<strong>met</strong> Singapore<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

Ondanks de duizenden<br />

kilo<strong>met</strong>ers die <strong>Eindhoven</strong><br />

scheiden van Singapore, komen<br />

de universiteiten in beide steden<br />

steeds dichter tot elkaar. Een jaar<br />

geleden richtten de TU/e en de<br />

National University of Singapore<br />

gezamenlijk het prestigieuze Design<br />

Technology Institute (DTI) op. Na een<br />

succesvolle start is het tijd het<br />

onderzoeksinstituut tevens<br />

zichtbaar te maken in <strong>Eindhoven</strong>.


FOTO: OGC<br />

‘Het is een klein landje, maar de overheid van Singapore<br />

heeft ingezet op een kenniseconomie op een manier die<br />

respect afdwingt. Daar kan de Nederlandse politiek nog<br />

wat van leren.’ Prof. dr. ir. Aarnout Brombacher, hoogleraar<br />

bij de faculteit Technologie Management, steekt<br />

zijn enthousiasme over Singapore niet onder stoelen of<br />

banken. Dankzij de investeringen van de Singaporeaanse<br />

regering sloten de universiteiten van <strong>Eindhoven</strong> en Singapore<br />

immers een uniek samenwerkingspact, waarmee de<br />

TU/e zichzelf krachtig op de Aziatische kaart zette.<br />

De <strong>Eindhoven</strong>se universiteit neemt deel aan het zogenaamde<br />

'top 10 program' dat drie jaar geleden van start<br />

ging. Tien universiteiten over heel de wereld, 'toppers' op<br />

een bepaald vakgebied, konden dankzij dat programma<br />

een 'point of presence' krijgen in Singapore. In samenwerking<br />

<strong>met</strong> de internationaal gerenommeerde National<br />

University of Singapore (NUS) richtte de TU/e vorig jaar<br />

het onderzoeksinstituut Design Technology Institute<br />

(DTI) op. Het instituut geeft <strong>Eindhoven</strong>se en Singaporese<br />

wetenschappers de mogelijkheid onderzoek te doen, te<br />

promoveren of een tweejarige master te volgen. De TU/e<br />

is hiermee, naast de Franse business school INSEAD, de<br />

enige Europese universiteit die deelneemt aan het veeleisende<br />

programma.<br />

De contacten tussen de TU/e en de NUS stammen uit de<br />

eerste helft van de jaren negentig en waren aanvankelijk<br />

vooral op persoonlijke leest geschoeid. Met het aantreden<br />

in 1996 van dr.ir. Henk de Wilt, de vorige voorzitter van<br />

het CvB, ging de TU/e actiever op zoek naar samenwerkingsverbanden<br />

<strong>met</strong> universiteiten in andere landen. De<br />

reeds bestaande contacten <strong>met</strong> de NUS werden sindsdien<br />

bestendigd, wat onder andere leidde tot de uitwisseling<br />

van studenten, gezamenlijk onderzoek en, in december<br />

vorig jaar, tot de uitreiking van twee joint PhD's op het<br />

gebied van rapid product development.<br />

Binnen het DTI bundelen ongeveer vijfentwintig onderzoekers<br />

hun kennis op het gebied van rapid product<br />

development, embedded systems en mechatronic design.<br />

Dat de Singaporeanen een andere onderzoekstraditie<br />

hebben dan de Nederlanders, biedt volgens Brombacher,<br />

bestuurslid van het instituut, grote voordelen. ‘Op mijn<br />

eigen vakgebied, rapid product development, heb ik daar<br />

een enorm leuke groep tegenvoeters. Zij zijn absoluut<br />

sterker in het theoretische stuk, hun kennis van de wiskunde<br />

is heel goed. Wij hebben een sterkere traditie in<br />

het samenwerken <strong>met</strong> de industrie, onderzoek doen dicht<br />

bij de praktijk. Dat levert een prachtige kruisbestuiving<br />

op.’<br />

Uitvalbasis<br />

De samenwerking <strong>met</strong> Singapore heeft ook andere voordelen:<br />

het kleine landje in Zuid-Oost Azië kan voor de<br />

TU/e functioneren als uitvalbasis naar de rest van Azië.<br />

Brombacher: ‘Singapore heeft een ongelooflijk goed<br />

netwerk <strong>met</strong> landen als China en India. Op eigen houtje<br />

komen we daarmee veel moeilijker in contact. Bovendien<br />

willen veel Chinezen en Indiërs graag naar het westen<br />

voor studie. Hun 'natuurlijke' vlucht is richting Amerika,<br />

maar wij kunnen een gedeelte van die stroom afbuigen<br />

naar ons.’<br />

De twee universiteiten zijn beide gevestigd in relatief kleine<br />

landen. Hoewel dit misschien minder belangrijk lijkt,<br />

komt dit de onderlinge relatie ten goede, aldus Brombacher.<br />

‘Als je vanuit Europa <strong>met</strong> een Amerikaanse universiteit<br />

gaat praten, ontmoet je vaak een wat neerbuigende<br />

houding. Singapore en Nederland zijn allebei bezig <strong>met</strong><br />

een omslag richting een kenniseconomie. We móeten wel<br />

samenwerken, willen we internationaal wat bereiken.’<br />

In Singapore en de omringende landen bestaat zoveel<br />

animo voor promotie- en masterplaatsen van het DTI, dat<br />

het instituut kan kiezen uit topkandidaten. De masters of<br />

design behelzen momenteel de drie voorgenoemde onderzoeksgebieden,<br />

maar er zijn plannen om een master of<br />

Industrial Design op te zetten. Prof.dr.ir. Jeu Schouten,<br />

decaan van de faculteit Industrial Design en bestuurslid<br />

van het DTI, ziet hierin grote voordelen. ‘De opleiding<br />

Industrial Design van de NUS is net zo jong als de <strong>Eindhoven</strong>se,<br />

dus er is veel flexibiliteit. Hun studie bevat nu<br />

minder technologie dan hier, maar ze buigen al om in<br />

onze richting. Van dergelijke overeenkomsten kunnen we<br />

profiteren.’<br />

Uitwisselen van studenten<br />

Een internationale blik is voor een industrieel ontwerper<br />

essentieel, vindt Schouten. Daarom staan er vanaf<br />

volgend jaar uitwisselingen van derdejaars bachelor<br />

studenten op de agenda. ‘Het ontwerpen van intelligente<br />

producten doe je niet meer alleen voor de regio of voor<br />

Europa, maar voor een globale markt <strong>met</strong> diverse culturen.<br />

We willen dat studenten meer van de wereld zien,<br />

ze moeten in een vroeg stadium leren samenwerken<br />

<strong>met</strong> hun collega's elders.’ Bij de uitwisselingen zal het<br />

DTI waarschijnlijk functioneren als 'doorvoerluik'. Via<br />

het kantoor vallen bepaalde zaken immers makkelijker<br />

te regelen, zoals behuizing, roosters, visa, enzovoorts. In<br />

<strong>Eindhoven</strong> ontbreekt een dergelijk kantoor nog. ‘Inderdaad’,<br />

zegt Brombacher glimlachend, ‘de afgelopen jaren<br />

zijn we druk bezig geweest het programma van de grond<br />

te krijgen. De volgende stap is om het DTI ook in <strong>Eindhoven</strong><br />

zichtbaarder te maken en structureel in te bedden<br />

in de organisatie. We zijn <strong>met</strong> het College van Bestuur in<br />

gesprek over hoe dat te doen.’<br />

Hoe vruchtbaar de samenwerking <strong>met</strong> de NUS ook is, de<br />

wereld eindigt niet bij Singapore. Vandaar dat het DTI ook<br />

<strong>met</strong> andere topuniversiteiten banden poogt aan te knopen.<br />

‘Het DTI heeft weliswaar twee 'founding fathers', maar<br />

we willen over enkele jaren op vier continenten actief zijn’,<br />

zegt Brombacher hierover. ‘Er zijn al contacten <strong>met</strong> onder<br />

andere Cambridge, het Georgia Institute of Technology en<br />

<strong>met</strong> Imec in Leuven. We kijken nu of we elkaar iets kunnen<br />

bieden op het gebied van onderzoek, en vervolgens<br />

kunnen we bouwen aan een eventuele uitbreiding.’<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3 2 1


2 2<br />

DE VONK<br />

PROF.DR. CHRISTEL RUTTE (45)<br />

HOOGLERAAR ORGANISATIEPSYCHOLOGIE<br />

Van jongste bediende<br />

tot hoogleraar<br />

FOTO: VINCENT VAN DEN HOOGEN<br />

'Ik zat op een katholieke meisjesschool en was een goede<br />

scholier. Het overgrote deel van mijn klasgenoten ging<br />

naar Mavo of Huishoudschool, of ze nou talent hadden<br />

of niet. Ik wilde per se naar het gymnasium. Mijn vader<br />

had zelf het gymnasium niet afgemaakt omdat zijn vader<br />

jong overleed, dus was het <strong>met</strong> nog zeven zussen armoede<br />

troef. Op school voelde hij zich een outsider in de kleren<br />

die een zus uit oude gordijnen maakte. Op veertienjarige<br />

leeftijd werd hij matroos op de vaart, later bij de marine.<br />

Mijn moeder is grootgebracht in een weeshuis in Gdansk,<br />

toen een Duitse enclave in Polen. In de oorlogsjaren is ze<br />

als leerling verpleegkundige terechtgekomen in het havenziekenhuis<br />

van Hamburg, waar ze later mijn vader als<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

patiënt verzorgde. Hij heeft haar naar Nederland gehaald<br />

en ze zijn in Maastricht gaan wonen.<br />

In de brugklas deed ik het heel goed. Maar toen kwam<br />

ik hevig in de puberteit: spijbelen en flink de bloe<strong>met</strong>jes<br />

buiten zetten.<br />

Ik bleef zitten en het dreigde echt te ontsporen. Toen ontmoette<br />

ik mijn toenmalige grote liefde en die ging in Groningen<br />

studeren. Dat was een goede motivatie om mijn<br />

eindexamen te halen. Ik haalde <strong>met</strong> gemiddeld een 8,5 het<br />

gymnasium A diploma.<br />

Ik had aanvankelijk graag medicijnen willen studeren,<br />

al zat mijn echte talent aan de talenkant. Maar een taal<br />

studeren leek me niks. Ik heb dus staatsexamen wiskunde


gedaan en heb voor psychologie gekozen. Ik vond het <strong>met</strong>een<br />

leuk. Aanvankelijk wilde ik de klinische kant uit, maar<br />

ik kwam er snel achter dat de therapeutische kant van<br />

klinische psychologie op wetenschappelijk drijfzand was<br />

gebouwd. Statistisch is de kans om te genezen voor mensen<br />

die op een wachtlijst voor een therapie staan groter<br />

dan voor mensen die de therapie volgen...<br />

Vonk<br />

Tijdens mijn opleiding is de vonk van de wetenschapper<br />

in mij ontbrand. De grote stimulator was mijn afstudeerhoogleraar<br />

Henk Wilke. Hij introduceerde Amerikaanse<br />

<strong>met</strong>hodieken in de sociale psychologie. Hard empirisch<br />

onderzoek: observeren hoe mensen zich in een laboratoriumopstelling<br />

gedragen. Dus geen vage speculaties of<br />

zelfingevulde vragenlijsten. Ik ben afgestudeerd op sociale<br />

dilemma's. Wanneer laten mensen het collectieve belang<br />

prevaleren boven het eigenbelang? Mijn afstudeeronderzoek<br />

heb ik gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift<br />

en daarna kreeg ik de kans om te promoveren op<br />

het onderwerp. Omdat ik zo in onderzoek geïnteresseerd<br />

ben, wilde ik per se aan een universiteit werken. Begin<br />

jaren tachtig was de arbeidsmarkt erg slecht. In <strong>Eindhoven</strong><br />

was er een vacature voor een universitair docent. Ik ging<br />

praten <strong>met</strong> het idee 'we zien wel hoe een koe een haas<br />

vangt'. Ik kreeg de baan en de toenmalige hoogleraar zei<br />

'vanaf nu ben je geen psycholoog meer, maar bedrijfskundige'.<br />

Ik had geen idee wat hij daarmee bedoelde en hij<br />

kon het me ook niet uitleggen. Vervolgens heb ik me vier<br />

jaar afgevraagd wat ik hier eigenlijk deed. Er werd geen<br />

enkel beroep gedaan op mijn expertise.<br />

Ooit begon ze er als 'jongste bediende'. In 1999<br />

keerde organisatiepsycholoog Christel Rutte<br />

terug bij haar oude vakgroep als hoogleraar.<br />

Tussen die twee momenten liggen veertien jaar<br />

en twee andere universiteiten. Aan de eerste<br />

<strong>Eindhoven</strong>se periode bewaart ze overigens geen<br />

al te beste herinneringen. Maar nu voelt ze zich<br />

<strong>met</strong> haar groep als een vis in het water, ook al is<br />

het naar haar mening hoog tijd dat er iets gedaan<br />

wordt aan de huisvesting van de faculteit. Nu de<br />

groep in Nederland op de kaart staat, is het haar<br />

ambitie om in Europa naam te maken.<br />

Mijn baas vond dat ik mijn promotieonderzoek maar in<br />

het weekend moest afronden. Ik was de jongste in de vakgroep<br />

en een van de weinige vrouwen in de faculteit. In<br />

de kantine voelde ik me echt bekeken. Ik woonde ook nog<br />

eens tussen de jonge gezinnetjes in een buitenwijk van<br />

Nuenen. Achteraf heb ik die vier jaar als een dieptepunt in<br />

mijn leven ervaren.<br />

Erasmus<br />

Eind jaren tachtig werd ik benaderd door de Erasmusuniversiteit.<br />

Men zocht een psycholoog die een bijdrage<br />

kon leveren aan de bedrijfskundeopleiding. Ik heb er een<br />

tijdje over nagedacht. Wat zou ik er wijzer van worden<br />

om weer als organisatiepsycholoog in een bedrijfskundige<br />

omgeving te gaan werken? Maar er werd me op het hart<br />

gedrukt dat ik psychologisch onderzoek zou mogen doen.<br />

Ik hakte de knoop door en ben naar Rotterdam verhuisd.<br />

Het was een verademing: ik woonde in het hartje van de<br />

stad en trok op <strong>met</strong> een vriendenclub uit die faculteit. Toch<br />

heb ik er niet lang gezeten. Een headhuntersbureau benaderde<br />

me voor een baan als universitair hoofddocent bij<br />

een nieuw te starten opleiding in Nijmegen. Daar heb ik<br />

toen twee jaar mee aan de wieg gestaan van Bedrijfswetenschappen.<br />

Een hondenbaan. Er was geen ondersteunend<br />

personeel, dus moesten we alles zelf organiseren. Ik kwam<br />

totaal niet aan onderzoek toe, maar de opleiding werd<br />

wel een succes. Op een gegeven moment werd ik door de<br />

vakgroep Arbeids- en Organisatiepsychologie in Nijmegen<br />

gepolst of ik een overstap wilde maken. Ik kreeg de kans<br />

om weer onderzoek te gaan doen, na een opfrisperiode<br />

van een paar maanden aan Northwestern University.<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3 2 3


2 4<br />

DE VONK<br />

En eind jaren negentig werd ik door decaan Wim van<br />

Gelder gevraagd om als hoogleraar terug te keren naar de<br />

TU/e. Ook daar heb ik lang over nagedacht, zeker omdat<br />

ik terug zou komen in mijn oude groep. Ik schreef een<br />

beleidsplan waarin ik aangaf dat ik het onderzoek op een<br />

heel ander leest wilde gaan schoeien. Op zoek gaan naar<br />

een samenhangend onderzoeksthema en mikken op de<br />

betere tijdschriften. Daar was men enthousiast over.<br />

Ik ben blij dat ik de stap heb gezet. Ik heb het nu erg naar<br />

mijn zin hier; de sfeer aan deze faculteit is in de tussentijd<br />

helemaal veranderd. Ik had me heilig voorgenomen om<br />

een groep organisatiepsychologie neer te zetten die meetelt<br />

in Nederland. Ik ben er in korte tijd in geslaagd om<br />

middelen binnen te halen voor zes aio's. Ik wilde weer<br />

aansluiting zoeken bij de mainstream van de organisatiepsychologie.<br />

Ik denk dat we dat doel voor wat betreft<br />

Nederland gehaald hebben. Men weet inmiddels wat we<br />

hier doen. Onze aio's bezoeken de vakconferenties en zelf<br />

ben ik voorzitter geworden van de Nederlandse Vereniging<br />

van A&O psychologen. Maar als het even kan moet de<br />

groep ook in Europa naam krijgen.<br />

Zelfsturende teams<br />

Beschikbare tijd is in onze maatschappij een groot goed.<br />

Bedrijven worstelen <strong>met</strong> gigantisch ziekteverzuim en <strong>met</strong><br />

arbeidsongeschiktheid. Het is niet voor niets dat NWO een<br />

groot onderzoeksprogramma op dit gebied subsidieert.<br />

In 2004 rondt mijn eerste promovenda haar onderzoek<br />

af naar het effect van het werken in zelfsturende teams<br />

op het welbevinden van medewerkers. Het onderzoek valt<br />

binnen het NWO aandachtsgebied 'psychische vermoeidheid<br />

en arbeidssituatie'.<br />

In de literatuur wordt er van uitgegaan dat het instellen<br />

van zo'n zelfsturend team op zich al goed werkt. Maar<br />

in de praktijk blijkt die zelfstandigheid van een team<br />

zich lang niet altijd te vertalen in individuele vrijheid van<br />

FOTO: VINCENT VAN DEN HOOGEN<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

Rutte: ‘Mensen kunnen heel emotioneel worden bij de<br />

gedachte dat de industrie uit het land zal verdwijnen.’<br />

medewerkers. Onze faculteit is traditioneel altijd <strong>met</strong> de<br />

industrie bezig geweest. Dat heeft een bijna ideologische<br />

achtergrond. Mensen kunnen heel emotioneel worden<br />

bij de gedachte dat de industrie helemaal uit het land zal<br />

verdwijnen. Maar we zijn nu eenmaal een dienstverlenend-<br />

en kennisland aan het worden. Dus richten wij ons<br />

onderzoek ook in toenemende mate op kenniswerkers.<br />

Dat is psychologisch erg interessant. Het idee is ontstaan<br />

uit mijn samenwerking <strong>met</strong> prof.dr.ir. Wil Bertrand van de<br />

capaciteitsgroep logistiek. Hij deed onderzoek bij ASML<br />

naar productontwikkeling onder tijdsdruk. Hij vroeg zich<br />

af hoe het kwam dat projecten vaak zo uitlopen in tijd. Lag<br />

het aan de onvoorspelbaarheid van productontwikkeling?<br />

Hij vroeg me om er over mee te komen denken. Mensen<br />

verdelen hun werk niet evenredig over de tijd. Als de<br />

deadline dichterbij komt, gaan ze pas aan de slag. Komt er<br />

tegenslag, dan ontstaan er problemen en wordt de deadline<br />

niet gehaald. Uit ons onderzoek blijkt dat een team<br />

<strong>met</strong> 'vroege starters' aan boord ook anderen eerder aan de<br />

slag krijgt.<br />

Internationaal samengestelde virtuele teams leveren interessante<br />

onderzoeksstof op. Er zijn cultureel grote verschillen<br />

en er is weinig direct persoonlijk contact. Nederlanders<br />

trekken eerder aan de bel wanneer deeltaken niet op tijd<br />

af komen of dingen fout zijn gegaan. Aziaten hebben daar<br />

meer problemen mee. Het zicht op hoe ver iedereen is<br />

wordt in zo'n internationaal samengesteld virtueel team<br />

vertroebeld, terwijl het op tijd afleveren van werk het<br />

belangrijkste middel is om onderling vertrouwen te winnen.<br />

Wat mij betreft gaat ons onderzoek zich de komende<br />

jaren op dit soort internationale topics richten.<br />

Andere faculteiten<br />

Als sociale wetenschapper stuit ik hier nog wel eens op<br />

ingenieurs die weinig rekening houden <strong>met</strong> de complexiteit<br />

van mensen. Die denken dat mensen uit een mecanodoos<br />

zijn samengesteld: als je op een knopje drukt gaat er<br />

een lampje branden. Wil je aan die mentaliteit iets veranderen,<br />

dan moet je het in de opleiding doen. Overigens zie<br />

ik nu meer van onderzoek van andere faculteiten sinds ik<br />

in de jury van de Mignotprijs zit en ik vind dat fascinerend.<br />

Een BMT'er van 22 jaar die een hele bloedsomloop weet<br />

te simuleren of een student die een lichtgewicht berghutje<br />

ontwerpt dat per helikopter te transporteren is. Het is ontzettend<br />

knap wat mensen kunnen bedenken.<br />

Ik heb het dus prima naar mijn zin. Alleen op het punt van<br />

de huisvesting is het treurig gesteld. Wanneer de faculteit<br />

meer uitstraling wil, zou er toch eerst eens wat aan deze<br />

barakken moeten gebeuren. Bijvoorbeeld door ze gewoon<br />

af te breken! Laatst hadden we een directeur van een groot<br />

bedrijf op bezoek. Onze huisvesting deed hem aan een tijdelijk<br />

opvangkamp denken. De faculteit trekt, zeker vergeleken<br />

<strong>met</strong> andere TU/e-faculteiten, veel studenten. Omwille<br />

van hen zouden we toch wat meer cachet moeten hebben.’


ontwerpen<br />

nieuws<br />

KITEBUGGY’S BIJ<br />

WERKTUIGBOUWKUNDE<br />

Bij de studievereniging Simon Stevin van de<br />

faculteit Werktuigbouwkunde wordt jaarlijks<br />

een zogenaamde vervaardigingscursus gegeven.<br />

Tijdens die cursus wordt door ongeveer<br />

vijftien studenten Werktuigbouwkunde iets<br />

gefabriceerd. Dat was jarenlang een ligfiets,<br />

maar omdat er ondertussen zoveel ligfietsen<br />

in omloop zijn, heeft de commissie besloten<br />

dat er dit jaar een kitebuggy gebouwd moest<br />

worden. Een kitebuggy is een wagentje dat<br />

zich <strong>met</strong> behulp van een vlieger voortbeweegt.<br />

De kitebuggy kan gebruikt worden op plaatsen<br />

waar veel ruimte en veel wind is, bijvoorbeeld<br />

een groot weiland of het strand. De commissie<br />

heeft onlangs een proefmodel gemaakt, dat<br />

als promotie voor de cursus dient.<br />

BADKAMERGEHEIMEN<br />

Een groep Industrial Design-studenten in onlangs<br />

de <strong>Eindhoven</strong>se binnenstad ingegaan<br />

<strong>met</strong> een badkamermeubel <strong>met</strong> ingebouwde<br />

camera. Hiermee wilden de studenten erachter<br />

komen wat de badkamerrituelen in Nederland<br />

zijn. Aan voorbijgangers werd gevraagd mee<br />

te werken en hun rituelen te onthullen. Het<br />

meubel is bedoeld om mensen een beetje het<br />

badkamergevoel te geven. Een voorbeeld van<br />

een badkamerritueel was dat iemand ’s ochtends<br />

zo snel mogelijk de badkamer uit wil om<br />

de krant te gaan lezen. De studenten zoeken<br />

vervolgens naar mogelijkheden om hierop te<br />

anticiperen, zoals in dit geval een touchscreen<br />

onder de douche.<br />

Opdrachtgever Sfinx zal een concept aangeboden<br />

krijgen over rituelen en behoeftes. Dit<br />

kan gebruikt worden voor vervolgprojecten<br />

bij Philips die apparatuur maakt hiervoor. De<br />

studenten keken <strong>met</strong> name naar de behoefte<br />

van mensen aan technologische aanpassingen,<br />

niet naar het design.<br />

DEELTIJDOPLEIDING ADMS<br />

De tweejarige ontwerpersopleiding<br />

Architectural Design Management Systems<br />

start in september een parttime opleiding.<br />

Aanleiding hiertoe is een onderzoek bij grote<br />

architectenbureaus, projectmanagementbureaus<br />

en gebouwenbeheerders bij gemeentes,<br />

overheid, grote concerns en projectontwikkelaars,<br />

waarbij blijkt dat er een toenemende<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

vraag ontstaat naar specialisten op het gebied<br />

van het ontwerpen van ontwerpprocessen en<br />

ontwerpmanagement. De parttime cursist zal<br />

in het eerste jaar twee dagen per week bij de<br />

TU/e gedetacheerd worden, in het tweede<br />

jaar volgt een ontwerpopdracht in het eigen<br />

bedrijf. De werkgever, de cursist en de TU/e<br />

sluiten een contract waarin de afspraken<br />

worden vastgelegd. De parttime opleiding is<br />

toegankelijk voor universitair afgestudeerde<br />

(steden)bouwkundigen, technisch bedrijfskundigen<br />

en civieltechnologische ingenieurs<br />

die drie jaar ervaring hebben opgebouwd op<br />

het gebied van ontwerpprocessen in de bouw.<br />

Meer informatie over de opleiding en het aanvragen<br />

van een brochure kan via www.adsm.<br />

Een kamer zoeken via internet<br />

WWW.STUDENTENKAMER.NL<br />

Het proefmodel van de kitebuggy van de faculteit<br />

Werktuigbouwkunde.<br />

arch.tue.nl of via mw. K. Jacobs- Smedinga,<br />

telefoon (040) 247 23 83, e-mail: K.Jacobs.<br />

Smedinga@tue.nl.<br />

PROCESCONTROLE BIJ<br />

VLIEGTUIGEN<br />

Als een vliegtuig op Schiphol aankomt, is er<br />

een bepaalde tijd beschikbaar waarin het<br />

vliegtuig weer voor de volgende vlucht gereed<br />

gemaakt moet worden. Het in- en uitstappen<br />

van de passagiers, het in- en uitladen van<br />

bagage en het schoonmaken van het vliegtuig<br />

vragen tijd én in goede logistiek.<br />

Ir. Mieneke Schiebaan van de opleiding<br />

Logistics Management Systems van het Stan<br />

Ackermans Instituut onderzocht het logistieke<br />

proces bij deze handelingen, die soms onderling<br />

sterk afhankelijk zijn. Zij heeft een procescontrole<br />

beschreven en er een structuur voor<br />

ontworpen, die leidt tot een betere coördinatie<br />

van de werkzaamheden; de punctualiteit wordt<br />

daarmee vergroot. Met de ontworpen procescontrole<br />

kan Schiphol bovendien beter inspelen<br />

op ad-hoc wijzigingen in vliegschema’s.<br />

Schiebaan was een van de zeventien TWAIO’s<br />

(Tweejarige AIO’s) die recent hun diploma ontvingen<br />

na afronding van hun tweejarige opleiding<br />

bij het Stan Ackermans Instituut.<br />

Jasper Blanken, laatstejaars student Bouwkunde aan de TU/e, heeft een<br />

website ontwikkeld waarmee studenten eenvoudig op zoek kunnen naar een<br />

kamer. Op het adres www.studentenkamer.nl kan <strong>met</strong> een klik op de kaart van<br />

Nederland kosteloos en vrijblijvend worden gezocht naar woonruimte. Op dit<br />

moment bezoeken zo’n duizend mensen per dag de site. Eind januari werd de<br />

honderdduizendste bezoeker geteld. Er zijn al ongeveer tweehonderd kamers<br />

van eigenaar gewisseld. Om gebruik te maken van de site, is geen lidmaatschap<br />

of toegangscode vereist. Met een klik op een stad in Nederland volgt een rijtje<br />

<strong>met</strong> kamers die worden aangeboden. Studenten die hun e-mailadres en de stad<br />

waar ze een kamer zoeken aanmelden, krijgen via e-mail informatie over nieuwe<br />

woonruimtes die aan het bestand zijn toegevoegd. Blanken denkt erover om ook<br />

een sms-dienst op te zetten, waardoor zo snel mogelijk kan worden gereageerd<br />

op nieuwe kamers. In de toekomst wil hij het aanbod en de vraag wellicht uitbreiden<br />

naar het buitenland.<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

2 5


Voor wie bedoeld?<br />

Deze deeltijdse masteropleiding is uitstekend geschikt voor<br />

professionals <strong>met</strong> een technische, economische of bedrijfs kundige<br />

achtergrond die de behoefte hebben aan verdieping van kennis over<br />

business to business marketing. De opleiding is <strong>met</strong> name gericht op<br />

(aankomende) managers in organisaties die technisch complexe<br />

producten en diensten leveren.<br />

Onderwerpen<br />

Business marketing<br />

Algemeen bedrijfskundige basisvakken (o.a. Strategie, Innovatie,<br />

Bedrijfs econo mie, Inkoopmanagement, Recht, Internationaal Ondernemen<br />

en Organisatie)<br />

Vaardigheden zoals presentatie, communicatie, verkooponderhandeling,<br />

verkoopgesprekken en werken in teams.<br />

Omvang<br />

De opleiding op academisch niveau heeft een doorlooptijd van 2 jaar.<br />

Het bestaat uit een twaalftal driedaagse sessies en een individueel<br />

praktijkproject dat gekoppeld is aan de eigen bedrijfssituatie.<br />

Master of<br />

Business Marketing<br />

In september 2003 gaat wederom van start de<br />

succesvolle business to business marketing opleiding<br />

Mastertitel<br />

Na een succesvolle afronding van de opleiding krijgt de deel nemer<br />

de titel Master of Business Marketing, toegekend door de <strong>Technische</strong><br />

<strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong>.<br />

De waarde van de opleiding voor het bedrijf<br />

Degenen die de opleiding gevolgd hebben, brengen topkennis op<br />

marketinggebied voor het bedrijf in, waarmee de strategische positie<br />

van het bedrijf versterkt kan worden.<br />

Meer informatie?<br />

Een uitgebreide brochure kan worden aangevraagd bij het secretariaat<br />

van de TU/e-Postgraduate School. Meer informatie is ook te vinden op<br />

www.postgraduateschool.tue.nl<br />

TUE-Postgraduate School B.V.<br />

Postbus 513, 5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />

Tel. 040 247 89 99, fax 040 247 89 90<br />

E-mail: info@postgraduateschool.tue.nl<br />

www.postgraduateschool.tue.nl<br />

/ Postgraduate School<br />

Deeltijdopleidingen voor professionals<br />

227-1


ontwerper in opleiding<br />

Martin Hendrata<br />

Martin Hendrata (30) ging als interieurarchitect aan<br />

de slag na zijn afstuderen aan de faculteit Bouwkunde<br />

van de TU Delft, begin 2001. Tijdens zijn eerste<br />

opdrachten, voornamelijk het ontwerpen van interieurs<br />

van winkels, ondervond hij dat hij kennis miste, onder<br />

andere op het gebied van management en financiën. In<br />

september 2001 is Hendrata daarom <strong>met</strong> de opleiding<br />

Architectural Design Management Systems begonnen.<br />

Op dit moment werkt hij aan zijn ontwerpopdracht<br />

bij de dienst huisvesting van de TU/e. Het doel is een<br />

besluitvormingsmodel te ontwikkelen dat bij de herfor-<br />

mulering van het Masterplan van de TU/e kan helpen<br />

om het proces efficiënt te laten verlopen: kosten en<br />

tijd mogen niet overschreden worden en de belangen<br />

van alle partijen moeten voldoende vertegenwoordigd<br />

zijn. Hendrata staat aan het begin van zijn opdracht:<br />

alle informatie verzamelen en daarna interviews bij de<br />

betrokkenen afnemen. In september 2003 moet zijn<br />

opdracht afgerond zijn. Hendrata verwacht daarna de<br />

draad weer op te nemen als interieurarchitect.<br />

ONTWERPEN<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3 2 7<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE


FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

2 8<br />

ONDERZOEK<br />

Ultrasound en kooldioxide<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

Een onderzoek dat vooruitgang betekent<br />

op twee gebieden: ultrasound en<br />

kooldioxide (CO ). Dit zegt prof.dr.ir. Jos<br />

2<br />

Keurentjes over het onderzoek dat is<br />

gedaan door een AIO en een afstudeerder<br />

van de groep Procesontwikkeling van<br />

de faculteit Scheikundige Technologie.<br />

Een schoon onderzoek, waarin een<br />

zoektocht naar groene alternatieven voor<br />

organische oplosmiddelen centraal staat<br />

en waarvan de resultaten recent in het<br />

wetenschappelijke tijdschrift Science<br />

zijn gepubliceerd. ‘Wij hadden ook niet<br />

verwacht dat het zo gladjes zou verlopen,<br />

maar alles lukte’, zegt Keurentjes trots.<br />

Het artikel ‘Cavitation-Induced Reactions<br />

in High-Pressure Carbon Dioxide’ is<br />

geschreven door AIO ir. Martijn Kuijpers,<br />

Kuijpers’ begeleidend universitair docent<br />

dr.ir. Maartje Kemmere, de net afgestudeerde<br />

ir. Diana van Eck en prof.dr.ir. Jos<br />

Keurentjes. Zij hebben gezocht naar ‘groene’<br />

oplosmiddelen die als vervanger van<br />

chemicaliën gebruikt kunnen worden in de<br />

chemische en farmaceutische industrie. De<br />

onderzoekers hebben aangetoond dat het<br />

mogelijk is om reacties te laten verlopen<br />

<strong>met</strong> ultrasound in vloeibare kooldioxide.<br />

Het gebruik van CO 2 is een schoon alternatief<br />

voor het gebruik van organische<br />

oplosmiddelen.<br />

Het idee voor het onderzoek kwam een<br />

aantal jaren geleden van Kemmere. ‘Toen<br />

Maartje net universitair docent was, heeft<br />

ze een voorstel ingediend bij NWO (Nederlandse<br />

organisatie voor Wetenschappelijk<br />

<strong>Onderzoek</strong>, -red.) in de categorie Jonge<br />

Chemici. Dat voorstel werd afgeschoten,<br />

niet op inhoudelijke gronden, maar <strong>met</strong><br />

de opmerking ‘ga jij eerst maar een paar<br />

jaar postdoc’en’, vertelt Keurentjes. ‘Als<br />

het om de inhoud zou gaan, zou ik me<br />

daar bij neerleggen’, zegt Kemmere. Ze<br />

diende haar onderzoek in bij het Dutch<br />

Polymer Institute (DPI), maar het instituut<br />

vond het onderzoek iets te wild. ‘Gelukkig


hadden we bij Scheikunde toen nog een<br />

eerste geldstroomplek te vergeven’, zegt<br />

Keurentjes. ‘Martijn kwam op ongeveer<br />

hetzelfde moment bij me langs. Hij had zin<br />

om te promoveren en het mocht van hem,<br />

in tegenstelling tot zijn afstudeerproject,<br />

best een beetje spannend zijn.’<br />

‘Kunnen we ultrasound gebruiken om in<br />

kooldioxide reacties te laten verlopen?, was<br />

de startvraag van het onderzoek’, vertelt<br />

Keurentjes. Het ultrageluid <strong>met</strong> een frequentie<br />

van twintig kilohertz (het menselijk<br />

gehoor gaat maximaal tot achttien kilohertz,<br />

-red.) vormt cavitatiebelletjes in de<br />

vloeistof, die instabiel zijn. ‘<strong>Onderzoek</strong>ers<br />

in dit vakgebied hebben tot nu toe altijd<br />

gezegd dat ultrasound en reacties onder<br />

hoge druk niet samengaan, het werd onmogelijk<br />

geacht om <strong>met</strong> ultrageluid onder<br />

hoge druk cavitatie te verkrijgen’, vertelt<br />

Kuijpers. ‘Bij kamertemperatuur wordt<br />

kooldioxide pas vloeibaar bij een druk van<br />

zestig bar. In water is bij die druk al geen<br />

cavitatie meer mogelijk, maar bij CO2 zorgt<br />

de hoge dampspanning ervoor dat dit wel<br />

kan. Dit is iets heel nieuws. Er is nog nooit<br />

aan gedacht om een vloeistof te gebruiken<br />

die pas condenseert bij hoge drukken’,<br />

aldus Kuijpers.<br />

Veilig en schoon<br />

‘Het voordeel van CO is dat het zich<br />

2<br />

gedraagt als een organisch oplosmiddel’,<br />

zegt Keurentjes. ‘Omdat er in de chemische<br />

industrie veel van op oplosmiddelen<br />

gebaseerde processen gebruik wordt<br />

gemaakt, is dit een belangrijke ontdekking.’<br />

Wanneer de cavitatiebelletjes de drukgolf<br />

niet meer bij kunnen houden, imploderen<br />

ze. Dat betekent dat de belletjes als het<br />

ware in elkaar klappen. ‘In de vloeistof<br />

ontstaan dan heel lokaal temperaturen van<br />

wel vijfduizend graden Celsius’, vertelt<br />

Kemmere. ‘Dat leidt tot de vorming van<br />

radicalen waarmee reacties kunnen worden<br />

uitgevoerd.’ Van Eck heeft hiervoor<br />

experimenten uitgevoerd om te kijken of<br />

radicalen kunnen worden gevormd uit<br />

acrylaatmonomeren in CO . ‘Daarvoor<br />

2<br />

hebben we een radicalenvanger gebruikt’,<br />

zegt Kemmere. ‘Dat kun je zien als een<br />

soort pacman die radicalen pakt. Omdat<br />

de radicalenvanger van kleur veranderde,<br />

hadden we aanwijzingen dat het werkt en<br />

dat er daadwerkelijk polymeer gevormd<br />

kan worden. Dat is ons ook gelukt.’ ‘Wanneer<br />

je in een oplossing werkt, kan het<br />

probleem ontstaan dat de vloeistof stroperig<br />

wordt’, vertelt Kuijpers. ‘Dan stopt het<br />

groeien van de belletjes en kan er geen<br />

cavitatie meer optreden. Kooldioxide blijkt<br />

echter een ‘antisolvent’ voor het gevormde<br />

polymeer te zijn, zodat het als een vaste<br />

stof op de bodem van de reactor valt.’ Ook<br />

hebben de onderzoekers ontdekt dat door<br />

het imploderen van cavitatiebelletjes een<br />

mechanische kracht op opgelost polymeer<br />

wordt uitgeoefend, waardoor de polymeer<br />

precies in het midden breekt. ‘Omdat we<br />

deze eigenschap weten, kunnen we een<br />

ketengroeiproces heel precies sturen’, zegt<br />

Van Eck. Een voordeel van het werken <strong>met</strong><br />

ultrasound en kooldioxide is de veiligheid.<br />

Kuijpers: ‘Bij een normale polymerisatie<br />

is een initiator nodig om een reactie te<br />

creëren. Als de initiator eenmaal begint<br />

<strong>met</strong> het ontleden, kan het proces niet makkelijk<br />

gestopt worden. Dan moet er iets<br />

bijgegooid worden en kun je je experiment<br />

opnieuw uitvoeren. Als je <strong>met</strong> ultrasound<br />

werkt, kun je gewoon de geluidsgolf stoppen’.<br />

‘Initiatoren zorgen ervoor dat je vieze<br />

chemie bedrijft en om daarmee om te<br />

kunnen gaan, is het niet altijd veiligheid<br />

ten top’, legt Keurentjes uit. ‘Nu we <strong>met</strong><br />

ultrasound kunnen werken, is het een<br />

veilig en schoon proces. Daar komt nog bij<br />

dat CO 2 voor een extra groen aspect zorgt.<br />

Schone processen vormen dan ook de<br />

‘bottom line’ van het verhaal.’ Keurentjes:<br />

‘Met ultrasound en CO 2 zijn we in staat<br />

om heel precies een polymeer te maken,<br />

wat commercieel gezien interessant kan<br />

zijn. Omdat in onze polymeren helemaal<br />

geen resten van initiatoren achterblijven,<br />

zal dit heel goed in de medische wereld<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

toegepast kunnen worden. Heel veilig en<br />

zuiver. Maar in eerste instantie hebben<br />

wij ons alleen op industriële polymeren<br />

gericht’.‘Het is een van de meest succesvolle<br />

projecten van onze groep, in die zin<br />

dat alles lukt’, zegt Keurentjes trots. ‘Het<br />

voelt toch wel een beetje alsof we NWO en<br />

DPI daarmee lik op stuk geven. Hiermee<br />

wordt volgens mij ook bewezen dat eerste<br />

geldstroomplekken wel degelijk belangrijk<br />

zijn. Je hoeft als onderzoeker geen verantwoording<br />

af te leggen, je bent niet beperkt<br />

in wat je gaat doen en je hoeft niet te doen<br />

wat de sponsoren willen.’ In december<br />

2002 werd het artikel van de vier onderzoekers<br />

in het wetenschappelijk tijdschrift<br />

Science gepubliceerd. ‘Die mate van succes<br />

hadden we niet verwacht’, zegt Keurentjes.<br />

‘Toen Diana proeven aan het doen was en<br />

de polymerisatie de eerste keer lukte, was<br />

ze zo enthousiast dat ze het polymeer dat<br />

ze gemaakt had, had weggegooid’. Van<br />

Eck voegt daar <strong>met</strong>een aan toe dat dat niks<br />

uitmaakte, ‘want de tweede keer werkte<br />

het weer’. Keurentjes: ‘Voor procestechnologen<br />

is het heel ongebruikelijk dat ze<br />

iets naar Science sturen, laat staan dat het<br />

erin komt. Bij ons verliep het allemaal heel<br />

gladjes, we hebben het artikel in september<br />

opgestuurd, een week of zes later kregen<br />

we het terug <strong>met</strong> slechts een paar opmerkingen.<br />

Als je weet dat Science driekwart<br />

van alle opgestuurde artikelen terugstuurt<br />

zonder ze te plaatsen, ben ik bijzonder<br />

trots op wat we bereikt hebben. Het is ook<br />

belangrijk dat een verhaal goed opgeschreven<br />

is en dit leest als een trein’.<br />

Van links naar rechts: ir. Diana van Eck, ir. Martijn Kuijpers, dr.ir. Maartje Kemmere<br />

en prof.dr.ir. Jos Keurentjes.<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3 2 9


3 0<br />

onderzoek<br />

nieuws<br />

EERSTE PROMOTIE BIJ BMT<br />

Dr.ir. Jasper Homminga mag zich de<br />

eerste promovendus van de faculteit Biomedische<br />

Technologie noemen. In zijn<br />

proefschrift ‘Towards a rational definition<br />

of osteoporosis’ stelt hij dat mensen die<br />

risico lopen op osteoporose (botontkalking)<br />

juist veel moeten bewegen om<br />

botbreuken te voorkomen. Zijn promotieonderzoek<br />

heeft uitgewezen dat botten die<br />

zijn aangetast door osteoporose zich instellen<br />

op de dagelijkse bewegingen. Deze<br />

botten blijken nog meer ‘gespecialiseerd’<br />

in de richting van gangbare bewegingen<br />

dan gezonde botten. Alleen ‘onverwachte’<br />

bewegingen leiden tot botbreuken. Een<br />

van de bevindingen van Homminga is<br />

dat osteoporose geen effect heeft op de<br />

sterkte en stijfheid van het bot. De veran-<br />

RADIO 3 OP DE MOBIELE TELEFOON<br />

Gesteld<br />

‘Er zit nog veel rek in het onderzoek naar<br />

thermoplastische elastomeren.’<br />

(Stelling bij het proefschrift “Well-defined<br />

Thermoplastic Elastomers’ van Ron<br />

Versteegen)<br />

‘Beschouwen we het leven als een project<br />

dan gaan we per definitie te laat dood.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Product Quality<br />

Control Applied to Climate Controlled<br />

Processing of Agro-material’ van Gerwald<br />

Verdijck)<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

deringen in een ziek bot resulteerden in<br />

een concentratie van krachten ten behoeve<br />

van de richting waarin het bot het meest<br />

werd gebruikt. Het bleek dat bot dat aan<br />

osteoporose lijdt, in deze specifieke richting<br />

even sterk of zelfs iets sterker was<br />

dan gezond bot. In de toekomst zou Homminga<br />

graag onderzoeken waarom osteoporotisch<br />

bot meer ‘gespecialiseerd’ is dan<br />

normaal bot.<br />

SUBSIDIES VAN NWO<br />

Recent heeft de Nederlandse organisatie<br />

voor Wetenschappelijk <strong>Onderzoek</strong> (NWO)<br />

aan twee TU/e-onderzoekers een zogeheten<br />

VICI-subsidie van 1,25 miljoen euro<br />

toegekend. Deze subsidie is voor excellente,<br />

zeer ervaren onderzoekers die <strong>met</strong><br />

Sinds kort kan men <strong>met</strong> een mobiele telefoon<br />

naast bellen, sms’en, mms’en, foto’s maken<br />

en mail lezen ook naar de radio luisteren.<br />

Dit kan dankzij het inbouwen van de eerste<br />

FM-radiochip zonder externe componenten.<br />

Deze chip<br />

is mede ontwikkeld door de capaciteitsgroep<br />

Mixed-Signal Micro-Electronics (MsM) van de<br />

faculteit Elektrotechniek. De ontwikkelde chip<br />

kan in ook in een mp3-speler of en personal<br />

digital assistant (pda) gestopt worden.<br />

De capaciteitsgroep MsM heeft de chip samen <strong>met</strong><br />

het ontwerphuis ITOM ontwikkeld. ITOM is een bedrijf<br />

dat zich bezighoudt <strong>met</strong> het maken van innovatieve schakelingen. ITOM heeft zelf geen<br />

fabriek. De chips worden door bedrijven als Philips geproduceerd.<br />

‘Groene stroom is in Nederland loze wind.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘One-step and<br />

Multi-step Pulsating Flame Instabilities’ van<br />

Ton Gielen)<br />

‘Er zijn drie typen mensen: zij die kunnen<br />

tellen en zij die dat niet kunnen.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘On the Surface<br />

Reconstruction of Pt-Group Metals’ van Paul<br />

van Beurden)<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

Dr.ir. Jasper Homminga, eerste promovendus bij de<br />

faculteit Biomedische Technologie.<br />

succes een vernieuwende onderzoekslijn<br />

hebben ontwikkeld. Een van de VICI-programma’s<br />

die in de prijzen is gevallen, is<br />

het onderzoek van prof.dr. Johan Schot<br />

van de faculteit Technologie Management<br />

over de rol die de ontwikkeling van de<br />

infrastructuur (spoorwegen, radiofrequenties,<br />

elektriciteitsnetwerken en dergelijke)<br />

speelde in het proces van de Europese eenwording.<br />

Het tweede onderzoek dat een<br />

subsidie krijgt is het onderzoek van dr.ir.<br />

Henk Swagten van de capaciteitsgroep<br />

Fysica van Nanostructuren naar de eigenschap<br />

dat elektronen niet alleen een lading<br />

hebben, maar ook een ‘spin’, een magnetische<br />

eigenschap. Het VICI-onderzoek gaat<br />

specifiek in op de integratie van deze spintronica<br />

<strong>met</strong> nieuwe halfgeleidende componenten<br />

om zo de functionaliteit voor<br />

toekomstige instrumenten te vergroten.<br />

‘Vergeleken <strong>met</strong> beursanalisten zijn lemmingen<br />

onafhankelijke denkers.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Circuits in Motion’<br />

van Stephan Houben)<br />

‘Arbeidstijdenregistratie is zinloos zolang men<br />

geen onderscheid maakt tussen ‘efficiënt’,<br />

‘hard’, ‘veel’ en ‘thuis’ werken.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Direct Profiling<br />

of III/V Semiconductor Nanostructures at<br />

the Atomic Level bij Cross-sectional Scanning<br />

Tunneling Microscopy’ van Dominique Bruls)


PROMOTIE OVER<br />

KENNISMANAGEMENT<br />

Drs.ir. Hans Berends promoveerde onlangs<br />

op het onderwerp kennismanagement.<br />

Zijn proefschrift heeft de titel ‘Knowledge<br />

sharing in industrial design’. Berends<br />

heeft in twee bedrijven onderzoek gedaan<br />

naar de manier waarop medewerkers<br />

<strong>met</strong> elkaar communiceren in het kader<br />

van kennisoverdracht. Bij Philips Natlab<br />

en bij Shell ging hij op pad <strong>met</strong> verschillende<br />

onderzoekers. Communicatie in een<br />

kennisintensieve omgeving bleek meer<br />

dan het overdragen van informatie. In de<br />

contacten worden suggesties gedaan, hypotheses<br />

gemaakt en kritische vragen gesteld.<br />

Kennis wordt niet alleen overgedragen,<br />

maar ontstaat, verandert of ontwikkelt<br />

tijdens gesprekken. Berends introduceert<br />

het begrip ‘wordingsmechanisme’ (origination<br />

mechanism) in zijn proefschrift. Dit<br />

beschrijft de manier waarop de inhoud van<br />

de communicatie tot stand komt. Berends<br />

beschrijft 24 wordingsmechanismen; voorbeelden<br />

zijn het verspreiden van informatie<br />

zonder direct een probleem op te lossen,<br />

het verstrekken van informatie omdat<br />

wordt gedacht dat een ander hier iets aan<br />

heeft, het geven van informatie omdat een<br />

ander hier om vraagt of het meedenken<br />

<strong>met</strong> het probleem van een ander. Berends<br />

blijft bij de faculteit Technologie Management<br />

werkzaam bij de vakgroep Organisatiekunde<br />

en onderzoekschool Ecis.<br />

HARDE SCHIJF VOL?<br />

Prof.dr.ir. Jack van Wijk, hoogleraar Visualisatie,<br />

leidt sinds 1998 de gelijknamige<br />

vakgroep. Doel is het inzichtelijk maken<br />

van grote hoeveelheden gegevens. Met een<br />

door de groep ontwikkeld programma dat<br />

via internet te downloaden is (www.win.<br />

tue.nl/ sequoiaview) kan een overzicht van<br />

de harde schijf gevisualiseerd worden. Met<br />

een oogopslag is te zien welke gegevens<br />

een groot of kleiner gedeelte van de harde<br />

schijf opeisen. Voor het maken van effectieve<br />

visualisatiesystemen is kennis nodig<br />

uit de vakgebieden informatica, wiskunde,<br />

natuurkunde, psychologie en (industriële)<br />

vormgeving. De groep wil de visualisaties<br />

zodanig bouwen dat zoveel mogelijk informatie<br />

in een begrijpelijke vorm, in één<br />

beeld kan worden aangeboden.<br />

continuing education<br />

cursussen voor academici<br />

KENNIS IS KAPITAAL<br />

TU/e Postgraduate School komt in september<br />

<strong>met</strong> de eerste echte opleiding in<br />

‘Intellectual Property Management’ van<br />

Europa. Volgens de drijvende kracht achter<br />

deze primeur, TU/e-hoogleraar Recht<br />

en Techniek prof.mr.dr. Jan Smits, is het<br />

nieuwe masterprogramma hard nodig.<br />

Het onderwijs over intellectueel eigendomsrecht<br />

komt volgens hem nergens in<br />

Nederland goed van de grond.<br />

‘Ik ben <strong>met</strong> een meerjarenplan rond dit<br />

onderwerp bezig. Dat valt niet altijd mee,<br />

soms moet ik bijna tegen de stroom in<br />

roeien’.<br />

Smits kwam uit bij de TU/e Postgraduate<br />

School. Programmadirecteur prof.dr. Piet<br />

Cijsouw is er blij mee: Dit is een gebied<br />

waar investering nodig is en waar we ons<br />

in het postgraduate onderwijs kunnen<br />

profileren. Het is ook belangrijk om in<br />

<strong>Eindhoven</strong>, dat zo’n grote betekenis heeft<br />

voor de Europese en nationale R&D, op<br />

dit gebied iets te bieden’. Wat is ‘Intellectual<br />

Property Management’ precies? Jan<br />

Smits: ‘Het is: beleid formuleren en uitvoeren<br />

ten aanzien van hoe je geld kunt<br />

verdienen <strong>met</strong> dat wat je weet en kunt als<br />

bedrijf, organisatie of instelling’. Volgens<br />

de jurist is er een groot scala van mogelijkheden.<br />

‘Een bedrijf onderzoekt bijvoorbeeld<br />

vier richtingen voor de ontwikkeling<br />

van een nieuw product. Na korte tijd<br />

vallen er twee af; <strong>met</strong> de resterende twee<br />

richtingen gaan ze door. Na nog een jaar<br />

is de derde mogelijkheid uitontwikkeld<br />

en geoctrooieerd. Maar wat gebeurt er<br />

<strong>met</strong> de vierde richting? Die kan, wellicht<br />

in een iets andere omgeving, veel waarde<br />

hebben. Er is in zo’n geval wel vaak een<br />

publicatie, maar dat is typisch een voorbeeld<br />

van kennis weggeven. Die kennis<br />

kun je beter verkopen’.<br />

‘Kennis productief maken hoeft niet per<br />

se via een octrooi’, vervolgt Smits. ‘Neem<br />

als voorbeeld een middelgroot bedrijf dat<br />

pas ISO-9000 gecertificeerd is. Binnen dit<br />

bedrijf is een groepje mensen dat nu bij<br />

uitstek deskundig is op het gebied van de<br />

implementatie van deze kwaliteitsnorm.<br />

Door deze mensen als consultants te<br />

laten optreden voor andere bedrijven die<br />

nog aan het begin van dit proces staan,<br />

kan de kennis te gelde gemaakt worden’.<br />

De nieuwe opleiding is bedoeld voor<br />

mensen die managementverantwoordelijkheid<br />

hebben in een afdeling waar<br />

bedrijfskennis een rol speelt. Ze hoeven<br />

niet actief te zijn in het proces van<br />

octrooieren. TU/e Postgraduate School<br />

wil dat veel meer mensen in aanraking<br />

komen <strong>met</strong> de problematiek en bedrijven<br />

zo beter in staat stellen kennis te gelde<br />

te maken. Een octrooigemachtigde is<br />

iemand die octrooiaanvragen voorbereidt<br />

en die bevoegd is de nieuwheid<br />

van een gedachtengoed of vinding te<br />

beoordelen. Het duurt zes jaar voor een<br />

aspirant octrooigemachtigde klaar is om<br />

het zware examen van de Nederlandse<br />

Vereniging voor Octrooigemachtigden af<br />

te leggen. Mede door de zwaarte van de<br />

eisen komen er momenteel veel minder<br />

octrooigemachtigden dan nodig is voor<br />

een gezonde economische ontwikkeling<br />

van ons land. De nieuwe opleiding is niet<br />

bedoeld om octrooigemachtigden op te<br />

leiden, maar kan indirect wel de belangstelling<br />

voor dit beroep vergroten.<br />

De nieuwe masteropleiding zal vanaf het<br />

begin in het Engels gegeven worden. Ze<br />

bestaat uit veertien multidisciplinaire<br />

modules verspreid over anderhalf jaar<br />

plus een eindproject. De modules duren<br />

van maandagochtend tot en <strong>met</strong> woensdagavond.<br />

De problematiek van intellectueel<br />

eigendom wordt bezien vanuit<br />

juridisch, bedrijfseconomisch, technologisch<br />

en management oogpunt. De<br />

belangrijkste werkgebieden die worden<br />

behandeld zijn de farmaceutische, biomedische<br />

en informatietechnologische. ‘De<br />

meeste bedrijven zullen de kosten van de<br />

opleiding <strong>met</strong>een terugverdienen via het<br />

praktijkgerichte eindproject’, verwacht<br />

Smits.<br />

Voor nadere inlichtingen:<br />

info@postgraduateschool.tue.nl.<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

3 1


Van links<br />

naar rechts:<br />

Frans Schiffelers,<br />

Henk Wennink<br />

en Jan Roes<br />

3 2<br />

ALUMNI<br />

‘We willen zoveel mogelijk<br />

alumni terugzien’<br />

De voordelen van het lidmaatschap van een<br />

alumnivereniging liggen voor het oprapen. Toch leiden<br />

veel clubs een slapend bestaan of zijn opgeheven. Zo<br />

niet de Vereniging Scheikundig Ingenieurs <strong>Eindhoven</strong><br />

(VSI/e). Maar het vraagt van het bestuur creativiteit<br />

en inzet om de leden te laten profiteren van hun<br />

inspanningen.<br />

Wat zijn mogelijke motieven van een alumnus scheikunde<br />

om zich bij VSI/e aan te melden? Zoals een wetenschapper<br />

betaamt, is het antwoord hierop geen slag in de lucht. Het<br />

wordt in grafieken gevat. Dat is wat het bestuur van de vereniging<br />

deed en de uitkomsten zijn verhelderend.<br />

Het genoegen om, gecombineerd <strong>met</strong> een borrel, maten<br />

terug te zien, het weerzien van de universiteitsgebouwen,<br />

het bijspijkeren en uitwisselen van kennis, dat zijn<br />

de belangrijkste motieven. Het is voor de bestuursleden<br />

bekend op welk moment in de carrière welke behoefte het<br />

sterkst is. En zie: een modern marketingplan om potentiële<br />

leden op hun meest behoeftig moment te verleiden. Maar<br />

dat valt voor de bestuursleden van de vereniging niet mee.<br />

‘Vlak na het afstuderen hebben mensen nog contact <strong>met</strong> de<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

universiteit’, zegt Henk Wennink (56), penningmeester van<br />

VSI/e en ‘freelancer in spe’. ‘Daarna zijn ze druk <strong>met</strong> hun<br />

carrière en gezin. Later komen ze weer terug.’ Het blijkt<br />

lastig dat patroon te doorbreken.<br />

VSI/e heeft een ledenbestand van achthonderd betalende<br />

alumni. Na de oprichting, in mei 1994, kwamen veel van<br />

hen naar bijeenkomsten. Maar dit nam in de loop van<br />

de tijd af. Een lustrum was echter voor velen een goed<br />

moment terug te keren naar de universiteit die ze zo lang<br />

geleden verlieten. In de periode tussen de lustra blijkt het<br />

moeilijk een grote groep bijeen te krijgen, terwijl het toch<br />

geen kwelling is om <strong>met</strong> elkaar in de University Club, het<br />

luxe restaurant in het Hoofdgebouw van de TU/e, te eten,<br />

te drinken, te praten en te luisteren naar een interessante<br />

spreker. ‘Mensen weten te weinig wat we doen. Als ik vertel<br />

waar we mee bezig zijn, worden ze wel enthousiast’, zegt<br />

de 50-jarige ir. Jan Roes, scheidend voorzitter van de alumnivereniging<br />

en werkzaam bij Philips Medical Systems.<br />

De doelstelling van de vereniging ‘is het bevorderen van de<br />

contacten tussen <strong>Eindhoven</strong>se ingenieurs onderling en het<br />

<strong>levend</strong>ig houden van de band tussen afgestudeerden, de<br />

TU/e en de faculteit’.<br />

Twee keer per jaar komt VSI/e bij elkaar. Eén van die avonden<br />

is de ledenvergadering, een verplicht nummertje voor<br />

de vereniging, en deze dient in tijd zo beperkt mogelijk te


lijven. Daarna kunnen alumni elkaar ontmoeten en luisteren<br />

naar een spreker, waarbij het bestuur zich richt op het<br />

aantrekken van toppers. Onlangs was dit TU/e-alumnus<br />

dr.ir. Henk Kivits, bestuursvoorzitter van Holland Casino.<br />

Het is dus niet altijd iemand die in het vakgebied werkzaam<br />

gebleven is. De andere avond heeft meestal een thema dat<br />

binnen het vakgebied van belang is. Wederom worden de<br />

alumni vergast op één of meerdere interessante voordrachten.<br />

Eén hiervan was de presentatie van dr. Paul O’Conner<br />

van Akzo Nobel. Hij vertelde een verhaal wat hij in toekomst<br />

op congressen wil houden. VSI/e had de primeur.<br />

De University Club is het decor van de bijeenkomsten.<br />

‘In het verleden hebben we eens centraler in het land<br />

afgesproken omdat we vonden dat we anderen ook een<br />

avondje VSI/e moesten gunnen, maar de opkomst was<br />

niet hoger dan in <strong>Eindhoven</strong>’, zegt Wennink. Ook de luxe<br />

van de locatie op de TU/e is van belang. ‘Je kunt mensen<br />

niet na een dag werken een avond op een houten stoeltje<br />

zetten.’<br />

Nog een belangrijke activiteit van de vereniging was een<br />

cyclus van drie bijeenkomsten <strong>met</strong> als thema kennismanagement.<br />

Tijdens de eerste avond in 2001 gaven achtereenvolgens<br />

Joop Okx van milieuadviesbureau TAUW, Theo<br />

van Dongen van de Gemeente Tilburg, Franklin Schuling<br />

van Philips Medical Systems en Koos Zagema van Pernosco<br />

Consulting hun kijk op dit onderwerp.<br />

Samenwerking <strong>met</strong> de faculteit is van groot belang voor<br />

de vereniging. Tijdens het negende lustrum van de TU/e<br />

in september 2001 was VSI/e nauw betrokken bij de festiviteiten.<br />

Ook contacten <strong>met</strong> hoogleraren als prof.dr.ir.<br />

Bert Meijer, prof.dr.ir. Piet Kerkhof, prof.dr. Hans Niemantsverdriet,<br />

dr.ir. Han van Kasteren (directeur van het<br />

Kunststoffenhuis en contactpersoon alumnizaken van de<br />

faculteit), emeritus hoogleraar prof.dr. Ruud Metselaar en<br />

directeur bedrijfsvoering drs. Eugene Bernard zorgen voor<br />

een hechte band. Hetzelfde geldt voor het contact <strong>met</strong> de<br />

studievereniging van de faculteit <strong>Technische</strong> Scheikunde<br />

Jan Pieter Minckelers, kortweg Japie. Overigens ziet Roes<br />

<strong>met</strong> de studenten nog veel mogelijkheden om tot wederzijds<br />

nut te zijn. VSI/e richt haar pijlen duidelijk niet<br />

alleen op amusement en vertier. Een strategisch plan voor<br />

de toekomst van onderwijs en onderzoek aan de faculteit<br />

werd voorgelegd aan leden van de vereniging. Zij kwamen<br />

<strong>met</strong> zinvolle opmerkingen over de terreinen die in het<br />

werkveld van belang zijn. De faculteit kan hier haar voordeel<br />

mee doen.<br />

Aanwas<br />

De beoogd voorzitter van VSI/e, ir. Frans Schiffelers (50),<br />

in het dagelijks leven Senior Process Engineer bij DSM<br />

TechnoPartners, is druk bezig <strong>met</strong> de vraag hoe hij alumni<br />

beter bij de vereniging kan betrekken. Als studenten de<br />

universiteit verlaten krijgen ze een brief waarin wordt<br />

gevraagd of ze lid willen worden van VSI. Via contacten<br />

<strong>met</strong> Japie wil hij meer continuïteit krijgen in de aanwas<br />

van het ledenaantal. ‘We willen zoveel mogelijk mensen<br />

die dadelijk afstuderen terugzien.’<br />

VSI vraagt alumni via de website http://www.chem.tue.<br />

nl/vsi hun ideeën en suggesties voor een actieve en<br />

<strong>levend</strong>ige alumnivereniging kenbaar te maken. Postadres:<br />

TU/e, Faculteit Scheikundige Technologie, Postbus<br />

513, 5600 MB <strong>Eindhoven</strong> e-mail: vsi@chem.tue.nl<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3 3 3


3 4<br />

ALUMNI<br />

Een brug tussen TU/e en<br />

Elk jaar verlaat een groot aantal afstudeerders en<br />

promovendi de TU/e. Je kunt voorgoed afscheid nemen<br />

van deze groep alumni óf je kunt ze zien als een enorm<br />

reservoir van hoog opgeleid technologisch personeel.<br />

Zo bekijkt Euflex Employment Services nieuwe stijl het<br />

in ieder geval wel. ‘Met ons bestaande netwerk binnen<br />

de TU/e kunnen wij veel betekenen voor bedrijven in<br />

de regio die technische specialisten zoeken. Wij zitten<br />

dichter bij de bron dan wie ook’, betoogt directeur Leo<br />

Robben.<br />

Ook al stijgt de werkloosheid in Nederland de laatste tijd<br />

fors, er blijft een tekort aan hoog opgeleide technologen.<br />

De universiteit zelf werft nog steeds minstens veertig<br />

procent van alle AIO’s in het buitenland. Philips verwacht<br />

dat binnen enkele jaren vijftig procent van zijn onderzoekers<br />

in Nederland uit het buitenland komt. Nederland<br />

leidt niet genoeg mensen op in de bètawetenschappen<br />

om aan de vraag vanuit de arbeidsmarkt te voldoen.<br />

Met dit gat in de markt in gedachten werkt Euflex aan<br />

een belangrijke uitbreiding van de dienstverlening. Van<br />

oudsher was het bedrijf, de grootste BV van TU/e Holding,<br />

vooral bezig <strong>met</strong> detachering binnen de universiteit<br />

en <strong>met</strong> mobiliteitsactiviteiten voor werknemers van de<br />

TU/e. ‘Het was een kwetsbare positie: <strong>met</strong> één klant - de<br />

universiteit, en één product - maar wij zagen het vooral<br />

als een unieke positie om de opgedane ervaring en onze<br />

kwaliteiten ook buiten de deur te laten zien’, zegt direc-<br />

John Frenken, Leo Robben en Marijke Schobben: Euflex Employment Services.<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

teur Leo Robben. ‘Dat het concept aanslaat merk ik ook<br />

uit reacties van andere universiteiten.’<br />

Imago<br />

Sinds kort begeeft Euflex zich op de werkgebieden van<br />

werving en selectie, loopbaanadvies en intervisie. Er<br />

zijn goede contacten <strong>met</strong> aan de TU/e gelieerde bedrijven<br />

en organisaties in de regio, zoals Natlab, Fontys, de<br />

gemeente <strong>Eindhoven</strong>, Vlisco, NWO, TNO, Atos Origin en<br />

ASML. Daar werken al veel TU/e-alumni. Euflex wil zich<br />

profileren als de beste partner om hoogwaardige vacatures<br />

te vervullen en voor projecten op het gebied van loopbaanbegeleiding.<br />

‘Het is goed voor de TU/e om dergelijke<br />

contacten te ontwikkelen in de regio. Euflex kan <strong>met</strong> deze<br />

nieuwe activiteiten een hele mooie brug slaan tussen de<br />

universiteit en de buitenwereld’, aldus Robben.<br />

‘Euflex heeft zich doorontwikkeld. Wij zijn nu echt <strong>met</strong><br />

een ander soort werk bezig’, legt projectmanager John<br />

Frenken uit. ‘Als een bedrijf bij ons komt <strong>met</strong> een vacature,<br />

praten we niet alleen over de gewenste opleiding<br />

en ervaring van de kandidaat. Minstens zo belangrijk<br />

voor het slagen van een kandidaat is de vraag of iemand<br />

in het team past waar hij of zij terecht komt. Wat is er<br />

nodig voor het succes van het team? Wat is de rol van<br />

de persoon in de functie? Je moet de juiste combinaties<br />

maken. Als je daarover gaat praten, wordt het profiel vaak<br />

aangepast. Het heeft bijvoorbeeld weinig zin om uitsluitend<br />

leidinggevende, dominante types aan te nemen. Wij<br />

proberen dus een analyse te maken van het karakter van<br />

de organisatie én de gewenste persoon in de openstaande<br />

vacature. Daar moet het karakter van een kandidaat op<br />

aansluiten’.<br />

‘Euflex biedt een goed onderbouwd en degelijk traject.<br />

Kwaliteit moet onze insteek zijn. Het goede imago van de<br />

TU/e werkt in ons voordeel. Daar moeten we zuinig op<br />

zijn’, vervolgt Frenken.<br />

Kandidaten<br />

Euflex is naast de werving van opdrachtgevers ook bezig<br />

<strong>met</strong> het opbouwen van een kandidatenbestand via een<br />

registratiesysteem op de website (www.euflex.nl). Vacatures<br />

worden gemeld op de website en in verschillende<br />

dagbladen. Het is mogelijk om via de website te solliciteren.<br />

De website is voorlopig in het Nederlands, maar ook<br />

buitenlandse alumni kunnen zich aanmelden.<br />

‘Het woord ‘kandidatenbestand’ dekt de lading niet helemaal.<br />

We hebben een registratiesysteem voor mensen<br />

die een volgende stap willen zetten in hun carrière’, zegt<br />

Frenken. ‘We trekken geen blik kandidaten open. Wij<br />

leveren maatwerk’.<br />

Loopbaanadviseur Marijke Schobben is één van de medewerkers<br />

die zich bezig houdt <strong>met</strong> loopbaanprojecten


edrijfsleven<br />

Sinds kort begeeft Euflex zich op de werkgebieden van werving en<br />

selectie, loopbaanadvies en intervisie.<br />

- soms op initiatief van een individu, soms door de baas<br />

gestuurd, soms vanuit een afdeling P&O. En altijd <strong>met</strong><br />

instemming van degene waar het om gaat. Schobben:<br />

‘Ik help mensen kijken naar waar ze goed in zijn. Wat<br />

hun opties zijn. Het is een soort zelfanalyse. Na zo’n traject<br />

gaan sommige mensen <strong>met</strong> hernieuwd enthousiasme<br />

door <strong>met</strong> hun eigen werk. Maar je kunt ook concluderen<br />

dat je beter zou passen op een andere plek of zelfs in een<br />

andere organisatie. Daar gaan we als Euflex weer mee aan<br />

de slag’. Trainingen op allerlei gebied kunnen volgen - solliciteren,<br />

netwerken, bijscholing enz.<br />

Deze advisering is de laatste jaren ook binnen TU/e toegepast.<br />

Dit jaar zijn voor het eerst resultaten ge<strong>met</strong>en<br />

onder de mensen die het traject hebben doorlopen. De<br />

kandidaten waardeerden de begeleiding bemiddeld <strong>met</strong><br />

een 8,3. Van iedereen die Euflex in de afgelopen vijf jaar<br />

heeft begeleid, heeft 68 procent een andere baan en volgt<br />

twintig procent een studie. De resterende twaalf procent<br />

is nog in een overgangssituatie.<br />

Euflex heeft in de regio ook enkele zogenaamde intervisie<br />

projecten. Intervisie is een analyse<strong>met</strong>hode waarbij een<br />

groep van zes mensen die voor verschillende organisaties<br />

<strong>met</strong> ongeveer hetzelfde werk bezig zijn, samenkomt<br />

om een concrete case te bespreken. Doel hiervan is dat<br />

iemand van een neutrale collega nuttige feedback krijgt.<br />

Alles onder begeleiding van een trainer in een informele<br />

en vertrouwelijke sfeer.<br />

Meer informatie over de diensten van Euflex Employment<br />

Services kunt u vinden op de website www.euflex.nl.<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3 3 5


3 6<br />

LOOPBAAN<br />

FOTO’S:BART VAN OVERBEEKE<br />

Guido van Rooij:<br />

‘Ons vakgebied zal<br />

niet verdwijnen.’<br />

Ingenieur<br />

in security<br />

Bijna drie jaar geleden richtte TU/e-alumnus ir. Guido van Rooij samen <strong>met</strong> twee<br />

vrienden het bedrijf Madison Gurkha op. Inmiddels zijn ze <strong>met</strong> z’n vijven en<br />

hebben ze allemaal een gelijke punt van de taart. Vanaf hun kantoor op de TU/ecampus<br />

doen ze wat slechts een paar andere bedrijven in Nederland kunnen:<br />

het beveiligen van computers en netwerken, het geven van scholing daarover en<br />

hulp bij opensource-projecten.<br />

‘Het is altijd het spanningsveld tussen gebruiksvriendelijkheid<br />

en veiligheid. Die afweging kunnen wij niet voor een<br />

klant maken. We maken een risicoanalyse.<br />

Eigenlijk is het heel simpel: je sluit alles af en zet open wat<br />

je nodig hebt. Met die denktrant zit je op de goede weg. Je<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

moet alleen de hoogstnoodzakelijke software gebruiken.<br />

Want alles wat je draait, is een potentieel probleem.<br />

Ook als iedereen zich hieraan houdt en de beveiliging<br />

toeneemt, zal ons vakgebied niet verdwijnen. Als de<br />

politie regelmatig mensen oppakt, zeg je ook niet: we hef-


Van Rooij: ‘Tijdens mijn studie moest ik juist<br />

niets van computers hebben.’<br />

fen de politie op want het is niet meer nodig. Als je de<br />

geschiedenis bekijkt, zie je dat alle fouten steeds opnieuw<br />

worden gemaakt. In de beveiliging van computers is het<br />

niet anders. In de windowsomgeving worden nu fouten<br />

gemaakt die in een ver verleden in de unix-omgeving werden<br />

gemaakt.<br />

Draadloze netwerken is ook zo’n voorbeeld. Er is een<br />

poging gedaan een beveiliging te maken die afluisteren<br />

voorkomt. Helaas is dat jammerlijk mislukt: het blijkt<br />

lek te zijn. In het verleden had je de garagedeuren <strong>met</strong><br />

draadloze bediening. Als je <strong>met</strong> zo’n afstandbediening in<br />

een wijk ging rondrijden en je drukte op het knopje, dan<br />

zag je overal garagedeuren opengaan. Met afstandsbedieningen<br />

van auto’s is het hetzelfde. Deze fouten worden<br />

telkens weer gemaakt.’<br />

IAE<br />

‘Ik heb wiskunde gestudeerd van ‘83 tot ‘89. Na ruim zes<br />

jaar stond ik als wiskundige buiten. Ik was niet tevreden<br />

over mijn afstuderen en had een zoon van anderhalf.<br />

Daarom besloot ik niet te promoveren.<br />

De laatste jaren van mijn studie ging ik me pas bezighouden<br />

<strong>met</strong> netwerken en internet. Daarvoor moest ik juist<br />

niks hebben van computers.<br />

Na mijn afstuderen kwam ik vrij snel terecht bij de afdeling<br />

numerieke besturingen van Philips. Daar werden<br />

besturingen voor draai- en freesbanken gemaakt. Ik<br />

werkte er drie jaar.<br />

Later kwam ik in contact <strong>met</strong> Hack-Tic, een hackersclub<br />

in Amsterdam. Zij wilden hacktic.nl maken. Dit was de<br />

eerste internet service provider voor burgers. Zij zaten<br />

klem en vroegen mij om software te schrijven. Dat heb ik<br />

gedaan en het werkte. Ik zag daar een leuk project in een<br />

goede sfeer en wilde dat in <strong>Eindhoven</strong> doen.<br />

Ik kwam in contact <strong>met</strong> mensen die dat ook wilden. Toen<br />

hebben we de internet service provider IAE opgericht. Dat<br />

was in 1995. Ik had een gezin <strong>met</strong> twee kinderen en ik<br />

vond het risico te groot om bij IAE te werken. Ik ging dus<br />

in op een aanbod om bij Philips te werken.<br />

IAE bestond in het begin uit een paar mensen. Toen in<br />

1998 één van de eigenaars de andere drie uitkocht, waren<br />

dat er zo’n vijfendertig. Van de verkoop zijn we niet armer<br />

geworden. Dat gaf ook de financiële armslag om Madison<br />

Gurkha te starten.’<br />

Demonstraties<br />

‘Het vinden van de eerste klanten voor Madison Gurkha<br />

bleek lastig. Het viel me tegen dat mensen ondanks onze<br />

naamsbekend niet in de rij stonden. We kwamen erachter<br />

dat een bedrijfsnaam belangrijker is dan je eigen naam.<br />

We zijn actief demonstraties gaan geven en artikelen gaan<br />

schrijven. We hebben eenvoudige software waarin veel<br />

voorkomende fouten zitten. Daarmee kunnen we demonstreren<br />

wat mogelijke problemen zijn. Ook doen we<br />

penetratietesten. Hiermee proberen we gaten in systemen<br />

te vinden. We auditen systemen. Dat kan op een aantal<br />

manieren. Je kunt kijken of je van buitenaf dingen kunt<br />

doen die niet bedoeld zijn. De andere manier is van binnenuit<br />

kijken. Deze laatste <strong>met</strong>hode geeft sneller resultaat<br />

en je weet dat je alles kunt bekijken.<br />

Onze klantenkring bestaat voornamelijk uit financiële<br />

instellingen, maar bijvoorbeeld ook universiteiten en<br />

ziekenhuizen. De grootte van de organisatie is niet van<br />

belang: het gaat meer om de grootte van het project. Geen<br />

onderneming zal vragen om duizenden pc’s afzonderlijk<br />

door te lichten.’<br />

Security<br />

‘Ik ben <strong>met</strong> Hans van der Looy en Mark Huizer drie<br />

jaar geleden bij elkaar gaan zitten om dit bedrijf op te<br />

richten. We wilden iets voor onszelf gaan doen. Op twee<br />

hoofdgebieden konden we ons wel vinden. Het eerste was<br />

security van computers. Het ander was opensource. Dat<br />

zijn software projecten waarvan de broncode openbaar is<br />

en waarmee mensen zelf aan de slag mogen. Er zijn wat<br />

clausules, maar in principe is het voor iedereen beschikbaar.<br />

Linux is daar een voorbeeld van.<br />

In eerste instantie konden we niet kiezen, dus beide velden<br />

zijn onze expertise, maar in de marketing richtten we<br />

ons vooral op de security.<br />

We hadden een naam voor het bedrijf nodig, maar alles<br />

wat we bedachten bleek als domeinnaam al te bestaan.<br />

Hans stopte onze voornamen in een anagramgenerator en<br />

deze naam kwam eruit. Gurkha’s zijn Nepalese soldaten,<br />

die beroemd zijn om hun doorzettingsvermogen. Als ze<br />

uit actieve dienst zijn, krijgen ze vaak een onderwijsfunctie,<br />

en dragen ze hun kennis over. Madison geeft een<br />

associatie <strong>met</strong> een grote stad. Daar konden we ons wel in<br />

vinden.’<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3 3 7


3 8<br />

CULTUUR<br />

Ontmoetingsplaats van<br />

kunst en techniek<br />

Zo’n twee jaar geleden was Studium<br />

Generale (SG), de TU/e-afdeling voor<br />

kunst, cultuur en academische vorming,<br />

op zoek naar een locatie voor een<br />

driedaags project waar eigenlijk geen<br />

geschikte ruimte voor was op de universiteit.<br />

Het ging om het Theatre of War,<br />

een combinatie van theatervoorstellingen,<br />

lezingen, video et cetera. Het leegstaande<br />

Gaslab was precies de plek die<br />

men zocht. Het enthousiasme over het<br />

gebouw en de sfeer die daar ontstond in<br />

die dagen, deed naar meer verlangen.<br />

‘We beseften dat het de plek was die we<br />

misten’, zegt Corine Bolwerk, programmamaker<br />

van SG. ‘We wilden onmiddel-<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

Joost de Hoogh, trainend in het zwembad van de TU/e.<br />

Op de rand van de TU/e-campus ligt het Gaslab. Een voormalig<br />

laboratorium dat dienst deed als hogedruklab van de faculteit<br />

Scheikunde. Hoewel, ‘deed’ en ‘voormalig’? Nog steeds is het<br />

een laboratorium, maar nu worden er geen proeven gedaan<br />

onder hoge druk, maar worden kunst, cultuur, techniek en<br />

technologie onderzocht en gemengd. Natuurlijk in de goede<br />

verhouding en <strong>met</strong> het verwachte onverwachte resultaat.<br />

lijk een deel van onze programmering<br />

naar het Gaslab verplaatsen.’<br />

Toenmalig collegevoorzitter dr.ir. Henk<br />

de Wilt was bij de première aanwezig<br />

en hij deelde het enthousiasme van de<br />

medewerkers van Studium Generale.<br />

In het kader van het Masterplan Huisvesting<br />

voor de TU/e ontstond de vraag<br />

waar op de campus de plekken voor<br />

kunst en cultuur zouden komen. Voor<br />

het antwoord tekende De Wilt een denkbeeldig<br />

vierkant op het universiteitsterrein<br />

waarbinnen dit moest plaatsvinden.<br />

De ene hoek was het Auditorium dat<br />

<strong>met</strong> de Blauwe Zaal, grote hal en andere<br />

zalen het decor is voor lezingen, theater,<br />

discussiebijeenkomsten, concerten en<br />

feesten. De Hal van het Hoofdgebouw<br />

leent zich uitstekend voor tentoonstellingen<br />

en er is de nieuwgebouwde Beeldbank,<br />

een tentoonstellingsruimte voor<br />

videovertoningen op drie schermen.<br />

Een andere hoek wordt gevormd door de<br />

Zwarte Doos, een gebouwtje ten westen<br />

van Vertigo, het nieuwe onderkomen<br />

van de faculteit Bouwkunde. De laatste<br />

hoek moest het Gaslab worden.<br />

Typische sfeer<br />

Bij woorden bleef het niet, want begin<br />

2002 werd begonnen <strong>met</strong> de verbouwing<br />

van het voormalig laboratorium.


Een voorstelling van Theater Tol bij de officiële opening van het Gaslab.<br />

Het werd een moeilijke renovatie. Drs.<br />

Maarten Pieterson, hoofd Studium<br />

Generale: ‘Het uitgangspunt was: we<br />

doen niks, tenzij het echt moet. Want we<br />

wilden de typische sfeer van het gebouw<br />

bewaren. Dat bleek een lastig uitgangspunt.<br />

We hebben alle details gefotografeerd<br />

zodat we aan de sloper en de aannemer<br />

konden laten zien wat we wilden<br />

bewaren. Het was moeilijk uit te leggen<br />

dat we dingen wilden behouden die in<br />

hun ogen volstrekt nutteloos en onnodig<br />

zijn. Sommige details zijn verloren<br />

gegaan, maar het meeste is er nog.’<br />

Het resultaat is een twee verdiepingen<br />

tellend gebouw dat aan drie wanden uit<br />

glas bestaat, wat zorgt voor een bijzondere<br />

lichtinval. De benedenzaal heeft een<br />

oppervlakte van tweehonderd vierkante<br />

<strong>met</strong>er en een hoogte van zeven <strong>met</strong>er.<br />

In de ruimte hangt een balkon dat op<br />

allerlei manieren gebruikt kan worden<br />

bij voorstellingen. Sinds de verbouwing<br />

beschikt het Gaslab over een toilet,<br />

kleedruimtes en een keuken. Mede door<br />

het vele staal en beton is de sfeer van<br />

het verlaten laboratorium van weleer te<br />

proeven. Een beeld dat past bij de universiteit,<br />

en bij de industriële geschiedenis<br />

van de stad <strong>Eindhoven</strong>.<br />

Sinds de opening in september 2002<br />

heeft onder de paraplu van Studium<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

Generale een veelheid aan activiteiten in<br />

de nieuwe culturele broedplaats plaatsgevonden:<br />

concerten, theatervoorstellingen<br />

en literaire avonden. Maar er waren ook<br />

culturele avonden waarover instellingen<br />

van buiten de TU/e de eindregie hadden.<br />

Vanuit de faculteiten zijn er colloquia<br />

gehouden, een optreden van het koor van<br />

de universiteit van Manilla werd er georganiseerd<br />

door de personeelsvereniging<br />

en bij het afscheid van De Wilt speelden<br />

er violisten. De locatie blijkt deze verschillende<br />

activiteiten probleemloos aan<br />

te kunnen.<br />

Nooit te leeg<br />

‘We zijn nog op zoek naar wat er allemaal<br />

kan’, zegt Corine Bolwerk. ‘We hebben<br />

allerlei verschillende sferen gezien<br />

en we blijven steeds nieuwe ontdekken.’<br />

Pieterson vult aan: ‘Het mooie van deze<br />

ruimte is dat het niet uitmaakt of je er<br />

<strong>met</strong> vijftig of <strong>met</strong> tweehonderdvijftig<br />

mensen bent. Het is nooit te leeg. Dat<br />

heeft ook weer te maken <strong>met</strong> het licht.’<br />

Een doel van de medewerkers van Studium<br />

Generale is de oude functie van<br />

het gebouw, het laboratorium, op allerlei<br />

manieren terug te laten komen in het<br />

gebruik, èn in het beheer. Pieterson: ‘Wij<br />

willen de programmering van het Gaslab<br />

niet van tevoren dichttimmeren, maar in<br />

het gebruik laten groeien.’<br />

In gesprekken <strong>met</strong> andere culturele<br />

instellingen als de Stadsschouwburg<br />

bleek dat er veel enthousiasme is voor<br />

het gebruik van de ruimte. Daarmee kan<br />

het worden ingezet als een locatie die<br />

Sinds de opening<br />

in september 2002<br />

vinden in het Gaslab<br />

concerten, theatervoorstellingen<br />

en<br />

literaire avonden<br />

plaats.<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3 3 9


43 06<br />

bij het culturele aanbod van de stad<br />

wordt betrokken. Geen mooi speeltje<br />

exclusief voor de TU/e, maar een aanvulling<br />

voor de hele stad.<br />

Bijzonder aan de ruimte is de mogelijkheid<br />

de inrichting aan te passen aan de<br />

wensen van de gezelschappen die er spelen.<br />

Zij kunnen uitgebreid rondsnuffelen<br />

en naar eigen inzicht besluiten waar<br />

ze het podium opbouwen, waar de techniek<br />

moet staan en via welke ingangen<br />

ze willen opkomen. Een mogelijkheid<br />

waar al veel regisseurs gretig gebruik<br />

0p stage<br />

Op dit industriële complex, dat<br />

ruim veertien vierkante kilo<strong>met</strong>er<br />

beslaat, werken zestienduizend<br />

mensen. Steenkool uit<br />

de omringende mijnen wordt<br />

omgezet in een mengsel van<br />

zuiver H<br />

2<br />

en CO. Dit synthesegas<br />

reageert in een Fischer-<br />

Tropsch-proces tot een mengsel<br />

van verschillende koolwaterstoffen.<br />

Hieruit wordt benzine en<br />

diesel verkregen, samen <strong>met</strong><br />

een scala aan andere hoogwaardige<br />

producten: oplosmiddelen,<br />

alcoholen en grondstoffen voor<br />

de kunststoffenindustrie. De<br />

schaal waarop dit alles plaatsvindt,<br />

is nauwelijks te bevatten.<br />

Als de fabriek te lang stilligt<br />

zit heel zuidelijk Afrika zonder<br />

benzine.<br />

Binnen het interne ingenieursbureau,<br />

Sasol Technology,<br />

ben ik deel van een OPI-team<br />

(Operations Profitability<br />

Improvement). Deze OPIteams<br />

zijn ‘technisch eigenaar’<br />

van een bepaalde fabriek. Men<br />

is samen verantwoordelijk voor<br />

de technische ondersteuning<br />

aan die fabriek: ad hoc problemen<br />

die de kop opsteken,<br />

lange termijn verbeteringen,<br />

schaalvergrotingen. Erg divers<br />

werk.<br />

Veel vrijheid<br />

Ik heb veel vrijheid en verantwoordelijkheid.<br />

Ik heb mijn<br />

eigen projecten. Zo probeer ik<br />

onder meer in de acht maanden<br />

dat ik hier ben in alle vrijheid<br />

een theoretisch model op<br />

te zetten voor de exacte chemie<br />

in ‘mijn’ fabriek. Maar ik ben<br />

ook ingedeeld in een task force<br />

die moet onderzoeken waar<br />

vierhonderd ton rotsachtig<br />

materiaal vandaan gekomen is<br />

dat zich in een tweehonderdvijftig<br />

<strong>met</strong>er hoge schoorsteen<br />

bevindt. Die dingen komen<br />

boven water tijdens een totale<br />

shutdown, waar ik momenteel<br />

M A T R I X / 1 4 / 2 0 0 32<br />

van maken.<br />

Het Gaslab slaagt in haar opzet een<br />

cultureel laboratorium te zijn: de kunstenaars<br />

zoeken hun weg in de ruimte,<br />

voorstellingen worden speciaal voor het<br />

lab gemaakt en er zijn avonden waarop<br />

wordt geëxperimenteerd <strong>met</strong> muziek,<br />

theater, video en beeldende kunst. ‘Het<br />

sluit goed aan bij de doelstelling van<br />

Studium Generale’, zegt Pieterson. ‘We<br />

willen mensen betrekken bij cultuur.<br />

De setting in het Gaslab vraagt deze<br />

betrokkenheid. De mogelijkheid voor<br />

ervaringen van een TU/e-student in het buitenland<br />

Overall aan, helmpje op en aan de gang<br />

Ronny de Ridder, zesdejaars student bij de<br />

faculteit Scheikundige Technologie, verblijft<br />

in Zuid-Afrika voor een bedrijfsstage bij Sasol<br />

Synthetic Fuels (SSF) in Secunda.<br />

middenin zit. Alles ligt stil<br />

en open voor onderhoud, één<br />

keer in de vier jaar. Voor mij<br />

een unieke gelegenheid om<br />

werkelijk alle techniek waar ik<br />

over geleerd heb ‘in het wild’ te<br />

zien en, beter nog, erin te klauteren<br />

en er aan te knutselen.<br />

Overall aan, helmpje op en aan<br />

de gang! Als overseas student<br />

word ik overal bijgesleept als<br />

er weer iets speciaals te zien<br />

is. Het is erg motiverend om<br />

te zien hoe snel ik door collega’s<br />

op de fabriek en binnen<br />

Sastech als volwaardig lid van<br />

het team word beschouwd.<br />

Complexe omgeving<br />

Naast het directe werk krijg<br />

ik ook veel mee van nieuwe<br />

technologie die wordt binnengebracht<br />

en van allerlei<br />

niet-technische zaken die bij<br />

het runnen van een fabriek van<br />

pas komen: business development<br />

& implementation, het<br />

aantrekken van aannemers, de<br />

bedrijfsstrategie en toekomstvisie,<br />

et cetera. Zuid-Afrika is<br />

vanuit socio-economisch én<br />

politiek oogpunt sowieso al een<br />

extra complexe omgeving. De<br />

nieuwe initiatieven maakt dat er meer<br />

interactie is dan wanneer je in de Blauwe<br />

Zaal een voorstelling komt bekijken.’<br />

Dit idee blijkt studenten van de TU/e<br />

aan te spreken, want ze weten het Gaslab<br />

steeds beter te vinden, maar ook<br />

studenten van Fontys en de Design Academy<br />

hebben er voet over de drempel<br />

gezet.<br />

Apartheid staat nog <strong>levend</strong>ig in<br />

ieders geheugen gegrift en is<br />

nog dagelijks in alle aspecten<br />

van de samenleving terug te<br />

vinden.<br />

Al <strong>met</strong> al heb ik het gevoel<br />

dat ik in deze acht maanden<br />

enorm veel verschillende ervaringen<br />

opdoe. Het zal mijn<br />

sprong in het diepe bij het<br />

betreden van de arbeidsmarkt<br />

een stuk makkelijker maken.<br />

Bovendien blijken er opeens<br />

oneindig veel meer interessante<br />

dingen mogelijk te zijn<br />

na mijn studie. Meer dan ik<br />

ooit voor mogelijk had<br />

gehouden.


www.tue.nl/vacatures<br />

De <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> (TU/<br />

e) verzorgt bachelor-, master-, ontwerpers-<br />

, doctoraats- en lerarenopleidingen<br />

en postacademische cursussen.<br />

Het onderwijs stoelt op de eigen<br />

onderzoeksactiviteiten en is ontwerp-<br />

gericht. Docenten en studenten<br />

gebruiken moderne informatie- en<br />

communicatiemiddelen. De TU/e<br />

geeft leiding aan vooraanstaande<br />

Nederlandse onderzoekscholen en<br />

–instituten en heeft een sterke<br />

positie in internationale netwerken.<br />

Voor technologie-intensieve<br />

bedrijven is de TU/e een natuurlijke<br />

partner. De campus is een<br />

broedplaats voor nieuwe<br />

ondernemingen.<br />

Universitair Docent<br />

Betonconstructies (m/v)<br />

Bij de capaciteitsgroep Constructief Ontwerpen<br />

van de Faculteit Bouwkunde.<br />

De faculteit Bouwkunde staat garant voor een<br />

brede wetenschappelijke opleiding tot inge nieur<br />

in de bouw. Afgestudeerden komen terecht<br />

in uiteenlopende beroepsvelden, waaronder<br />

architectuur, stedebouw, bouwfysica, installatietechniek,<br />

constructie, vastgoedbeheer en<br />

bouwproductie. Daarnaast is de faculteit een<br />

research-instituut, waar in diverse laboratoria<br />

hoogwaardig onderzoek op allerlei terreinen<br />

van de bouwkunde wordt verricht. De faculteit<br />

omvat ruim 2000 studenten, 40 promovendi,<br />

15 ontwerpers-in-opleiding, 200 vaste en<br />

40 tijdelijke medewerkers. Het jaarlijks budget<br />

bedraagt circa 15,8 miljoen Euro.<br />

De capaciteitsgroep Constructief Ontwerpen<br />

verzorgt onderwijs en verricht onderzoek op<br />

het gebied van technische mechanica en het<br />

ruimtelijk en materiaaltechnisch vormgeven<br />

(ontwerpen en berekenen van constructies).<br />

Daarnaast wordt aandacht besteed aan<br />

geïn te greerd, flexibel, duurzaam en demon tabel<br />

bouwen. Het gaat daarbij om (draag)constructies<br />

van gebouwen in diverse materialen.<br />

De capaci teitsgroep heeft een eigen labora torium,<br />

waarin bouwelementen, constructiedelen<br />

en hun aansluitingen worden onderzocht.<br />

Taken<br />

In nauw overleg <strong>met</strong> de medewerkers van de<br />

groep Beton en in goede collegiale samenwerking<br />

<strong>met</strong> de medewerkers van de<br />

Capaciteitsgroep kan tot uw onderwijstaak<br />

behoren het geven van colleges gewapend-,<br />

voorgespannen-, en prefab-betonconstructies,<br />

het coördineren en begeleiden van projectwerk<br />

en vakoefeningen, in iedere fase van de<br />

opleiding, alsmede het begeleiden van<br />

afstudeerders.<br />

Tot uw onderzoektaak zal behoren het uitvoeren<br />

en begeleiden van onderzoek op het specifieke<br />

terrein van betonconstructies.<br />

Dat specifieke terrein omvat:<br />

• constructieve aspecten, in het bijzonder die<br />

aspecten die wegens hun gecompliceerde<br />

fysische gedrag nog niet verder zijn ontwikkeld<br />

dan het toepassen van empirische regels<br />

(promoveren behoort tot de mogelijkheden);<br />

• rapporteren en publiceren over de onderzoekresultaten<br />

in wetenschappelijke tijdschriften.<br />

faculteit bouwkunde<br />

Gewenst profiel<br />

Wij zoeken een bouwkundig of civieltechnisch<br />

ingenieur op TU-niveau die voldoet aan de<br />

volgende eisen:<br />

• ruime ervaring op het gebied van constructief<br />

ontwerpen van betonconstructies in samenhang<br />

<strong>met</strong> het architectonisch ontwerp;<br />

• enige onderzoekervaring op het gebied van<br />

betonconstructies;<br />

• bereidheid om een aanzienlijke onderzoeksinspanning<br />

te verrichten;<br />

• beschikken over didactische bekwaamheden<br />

om op een inspirerende wijze adequaat<br />

kennis over te dragen;<br />

• bereid om zo nodig een bijdrage te leveren in<br />

de bestuurstaken van de Capaciteitsgroep en<br />

de Faculteit;<br />

• een innemende persoonlijkheid, accuraat<br />

en sociaal vaardig, die bereid is actief mee<br />

te werken aan het verwezenlijken van de<br />

beleidsdoelstellingen van de TU/e.<br />

Arbeidsvoorwaarden<br />

Wij bieden:<br />

• een tijdelijke aanstelling voor een periode<br />

van 5 jaar;<br />

• een salaris, afhankelijk van kennis en werkervaring,<br />

van minimaal € 2.103,- bruto per<br />

maand en maximaal € 4.420,- bruto<br />

per maand bij een fulltime aanstelling;<br />

• aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarden<br />

(waaronder goede scholingsmogelijkheden,<br />

kinderopvang en uitstekende sportfaciliteiten).<br />

Informatie<br />

Meer informatie is te verkrijgen via:<br />

• www.bwk.tue.nl ;<br />

• Prof.ir. C.S. Kleinman, telefoon 040-247 5099;<br />

• M.M.v.d. Bosch, Personeelsadviseur Bouwkunde,<br />

telefoon 040-247 3946.<br />

Sollicitatie<br />

Uw schriftelijke sollicitatie <strong>met</strong> uitgebreid<br />

curriculum vitae kunt u tot 14 dagen na<br />

verschij ningsdatum sturen naar de <strong>Technische</strong><br />

<strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong>, Faculteit Bouwkunde,<br />

t.a.v. ir. H.G.A. Rikhof, Directeur Bedrijfs voering,<br />

Gebouw Vertigo 02V09, Postbus 513,<br />

5600 MB <strong>Eindhoven</strong> onder vermelding van<br />

vacature nummer V38.468.


4 2<br />

service<br />

nieuws<br />

UNIVERSITEITSCOLLEGE<br />

Een van de nieuwe initiatieven aan de TU/e op het<br />

gebied van academische vorming is de instelling<br />

van het universiteitscollege als een TU/e-breed<br />

keuzevak. Studium Generale start dit voorjaarstrimester<br />

<strong>met</strong> het eerste universiteitscollege, Big<br />

History. Deze vorm van ’history’ biedt niet alleen<br />

een samenvatting van het alomvattende verleden,<br />

van de oerknal tot nu, maar geeft ook zicht op een<br />

samenhang tussen wetenschapsgebieden die gewoonlijk<br />

zelden <strong>met</strong> elkaar in verband worden gebracht.<br />

Tijdens een korte tournee door Nederland<br />

houdt David Christian, bedenker van het college<br />

‘Big History’,op 26 mei een (Engelstalige) lezing<br />

op de TU/e. De toegang is gratis. Christian is<br />

hoogleraar geschiedenis aan de San Diego State<br />

University. Hij doceert o.a. big history en geschiedenis<br />

van de mondiale ecologie.<br />

Het onderwerp van het universiteitscollege is de<br />

plaats van de mens in het totaal van moderne wetenschappelijke<br />

kennis. In de meeste traditionele<br />

Nieuwe alumnivereniging<br />

BIOMEDISCH INGENIEURS<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3<br />

kosmologieën staat de mens centraal. Dankzij<br />

de wetenschap is de schaal van het universum in<br />

tijd en ruimte zo ver opgerekt, dat de mens bijna<br />

uit beeld verdwijnt. Maar als we de inhoud van<br />

het universum ordenen naar de mate van complexiteit,<br />

en niet langer naar afstand of tijdsduur,<br />

kantelt het beeld. Dan komen menselijke samenlevingen<br />

en hun evolutie in beeld als wellicht de<br />

meest complexe onderwerpen van wetenschappelijk<br />

onderzoek.<br />

ANIMATIEFILMS MET LEGO<br />

Stefan van Zwam, derdejaars student Wiskunde,<br />

maakt in zijn vrije tijd animimatiefilms <strong>met</strong><br />

behulp van lego. Van Zwam zag het ‘Steven<br />

Spielberg Movie Maker Set’ van Lego en kwam<br />

op het idee om zelf een filmpje te maken.<br />

Inmiddels gebruikt hij al andere, meer geavanceerde<br />

software die hij kan downloaden van<br />

internet en heeft hij al verscheidene filmpjes<br />

In 1997 begon de eerste lichting studenten aan de opleiding Biomedische<br />

Technologie (Biomedical Engineering) en in juli vorig jaar hebben de eerste biomedisch<br />

ingenieurs hun diploma in ontvangst mogen nemen. Voor deze ingenieurs is<br />

een nieuwe alumnivereniging opgericht onder de naam ‘Willem Einthoven’. Willem<br />

Einthoven ontving in 1924 als eerste Nederlander de Nobelprijs voor Geneeskunde<br />

voor zijn uitvinding van het elektrocardiogram (ECG).Behalve voor biomedisch<br />

ingenieurs zal de alumnivereniging tevens toegankelijk zijn voor afgestudeerden<br />

van de nieuwe masteropleiding Medical Engineering. Ook afgestudeerden van de<br />

inmiddels opgeheven opleiding Werktuigkundige Medische Technologie kunnen<br />

lid worden. Voorzitter van de vereniging is Helle Baselmans, secretaris is Patrick<br />

Zuidema en Koos Blankestijn neemt het penningmeesterschap op zich.<br />

Informatie: www.bmt.tue.nl/alumni, aanmelden: alumni.bmt@tue.nl.-<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

Stefan van Zwam<br />

maakt animatiefilmpjes<br />

<strong>met</strong> lego.<br />

agenda<br />

28 maart, 16.00 uur, TU/eauditorium:<br />

Intreerede prof.ir. J.<br />

Carmeliet, faculteit Bouwkunde.<br />

De tekst van de intreerede is op te<br />

vragen bij het Communicatie Service<br />

Centrum, tel. (040) 247 22 78.<br />

15 april-16 mei, di-vr: 11.00-<br />

18.00 uur: Ari Versluis & Ellie<br />

Uyttenbroek, Exactitudes on screen.<br />

Videogalerie De Beeldbank Hal 0.20,<br />

Hoofdgebouw. Voor meer informatie,<br />

zie pagina 42/43.<br />

17 en 22 april, 9.00-<br />

17.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Studievoorlichtingsdagen voor<br />

VWO’ers. Voor meer informatie zie<br />

pagina 43. Aanmelden: Communicatie<br />

Service Centrum, tel. (040) 247 47 47.<br />

of via www.tue.nl/studie-info.<br />

geproduceerd; de meeste duren ongeveer vijf<br />

minuten. Bij een wedstrijd waarbij een legofilm<br />

gemaakt moest worden op klassieke muziek,<br />

won Van Swam zelfs de prijs voor de beste film.<br />

De laatste film die hij maakte, A Christmas Carol<br />

in Bricks, duurt ruim een kwartier. In augustus<br />

2002 is Van Zwam begonnen, op 24 december<br />

was de film af. Hij heeft er ongeveer 300 uur in<br />

gestoken. De film is tot op heden al ongeveer<br />

vijfhonderd keer gedownload. De films zijn te<br />

vinden op: www.stack.nl/˜stefanvz.<br />

VIRUSFESTIVAL WEER OP TU/e-<br />

TERREIN<br />

Op zondag 25 mei wordt het jaarlijks terugkerende<br />

Virusfestival gehouden. Ieder jaar probeert<br />

de organisatie een gevarieerd programma aan<br />

te bieden. Om de juiste combinatie van artiesten<br />

te kunnen maken, heeft de organisatie voor alle<br />

genres een commissie ingesteld. Voor het muziekprogramma<br />

zijn de volgende groepen al gecontracteerd:<br />

Floris (pop), Tasha’s World (soul),<br />

Calibre (hardcore), Zaphod (drum&base), Paul<br />

van Kemenade en Les Frères Guisse (jazz en wereldmuziek)<br />

en Céleste Zewald (klassiek). Meer<br />

informatie over het festival en kaartverkoop:<br />

www.virus.nl.<br />

EXACTITUDES ON SCREEN<br />

Exactitudes on screen, in De Beeldbank op de<br />

TU/e is een interactieve presentatie van Ari


25 april, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Viering van de 47e Dies<br />

Natalis. Tijdens de diesviering worden<br />

verschillende prijzen uitgereikt<br />

aan afgestudeerde ingenieurs en<br />

ontwerpers van het Stan Ackermans<br />

Instituut.<br />

Meer informatie: (040) 247 55 20 of<br />

via penp@tue.nl.<br />

2 mei, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Intreerede mw.prof.dr.<br />

L. Hardman, faculteit Wiskunde<br />

en Informatica. De tekst van de<br />

intreerede is op te vragen bij het<br />

Communicatie Service Centrum, tel.<br />

(040) 247 22 78.<br />

15 mei, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Lezing in het kader van<br />

de lezingenreeks ‘Ondernemen en<br />

Versluis en Ellie Uyttenbroek. Het bevat 58<br />

reeksen foto’s over opvallende kledingcodes<br />

van diverse groepen in Rotterdam, Peking en<br />

Rio de Janeiro. Exactitudes, de samentrekking<br />

van exact en attitudes, is de naam van het<br />

project waaraan fotograaf Ari Versluis en stiliste<br />

Ellie Uyttenbroek sinds 1994 werken. De<br />

aanpak is steeds dezelfde: tegen een neutrale<br />

witte achtergrond nemen twaalf individuen uit<br />

een zelfde groep dezelfde houding aan. Samen<br />

vertegenwoordigen ze een opvallende of minder<br />

opvallende stroming of opvatting binnen<br />

hun cultuur, die zichtbaar wordt in het straatbeeld.<br />

Exactitudes is al meerdere keren internationaal<br />

<strong>met</strong> veel succes geëxposeerd, onder<br />

andere in de Kunsthal in Rotterdam (1998).<br />

STUDIEVOORLICHTINGSDAGEN<br />

VOOR VWO’ERS<br />

Voor degenen die na het voortgezet onderwijs<br />

interesse hebben in een opleiding bij de TU/e<br />

organiseert de TU/e voorlichtingsdagen op 17 en<br />

22 april in het Auditorium waarbij leerlingen één<br />

of twee TU/e opleidingen uitgebreid kunnen bezoeken.<br />

Bij het bezoeken van de opleiding wordt<br />

ruimschoots aandacht besteed aan de inhoud<br />

van de opleiding en de beroepsmogelijkheden.<br />

De leerlingen brengen een bezoek aan de faculteit<br />

en nemen een kijkje in de onderwijsruimtes<br />

en laboratoria. Verder kan men deelnemen aan<br />

een rondleiding over de TU/e-campus. Op de<br />

informatiemarkt maken de leerlingen kennis <strong>met</strong><br />

het <strong>Eindhoven</strong>se studentenleven.<br />

Technologie’. Voor meer informatie<br />

zie pagina 11.<br />

20 mei, TU/e-auditorium: voorlichtingsavond<br />

voor HTO’ers. Voor<br />

meer informatie en aanmelden:<br />

Communicatie Service Centrum, tel.<br />

(040) 247 47 47 of via www.tue.nl/<br />

studie-info.<br />

21 mei, TU/e-auditorium:<br />

Symposium georganiseerd door de<br />

Studievereniging van de opleiding<br />

Biomedische Technologie Protogoras<br />

over Molecular Imaging. Meer informatie:<br />

www.protagoras.tue.nl.<br />

23 mei, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Afscheidscollege prof.dr.<br />

M.J.A. de Voigt, faculteit <strong>Technische</strong><br />

Natuurkunde. De tekst van het af-<br />

scheidscollege is op te vragen bij het<br />

Communicatie Service Centrum, tel.<br />

(040) 247 22 78.<br />

25 mei, TU/e-terrein: Virusfestival.<br />

Festival georganiseerd door studenten<br />

van de TU/e. Voor meer informatie,<br />

zie pagina 42.<br />

26 mei, 20.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Lezing David Christian, hoogleraar<br />

geschiedenis aan de San Diego<br />

State University en bedenker van het<br />

universiteitscollege ‘Big History’,<br />

over de plaats van de mens in de<br />

moderne techniek.<br />

27 mei, 21.00 uur, W-hal TU/e:<br />

Try-out van de opera SOH10. Kaarten<br />

à € 12 zijn vanaf begin april verkrijgbaar<br />

bij bureau Studium Generale,<br />

SOH10 THE OPERA TRY OUT<br />

SOH10 the Opera, een virtuele cinematografische<br />

opera van beeldend kunstenaar Alex<br />

Vermeulen in samenwerking <strong>met</strong> componist<br />

David Shea, beleeft op dinsdag 27 mei een tryout<br />

voorstelling in de W-hal van de TU/e.<br />

Deze opera vertelt het verhaal van een gepassioneerde<br />

wetenschapster die de grenzen<br />

verkent van kunstmatige intelligentie en het<br />

menselijk verstand. Binnen de conventionele<br />

wetenschap stuit ze op weerstand waarna ze<br />

haar werk voortzet in afzondering. In een privé<br />

laboratorium verbindt zij proefpersonen <strong>met</strong><br />

haar computer: ze importeert het organisch<br />

materiaal en creëert een brainportal. Na een<br />

reeks ongelukken wordt ze geconfronteerd<br />

<strong>met</strong> de vraag wat moreel nog verantwoord<br />

is. Uiteindelijk verbindt ze zichzelf <strong>met</strong> haar<br />

computer. Door deze experimenten gaat zij op<br />

Personalia<br />

FOTO: JASON COWELL<br />

Auditorium kamer 2.02 tel. (040) 247<br />

49 00. Meer informatie, zie elders op<br />

deze pagina.<br />

6 juni, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Intreerede prof.dr. M. Wetzels,<br />

faculteit Technologie Management.<br />

De tekst van de intreerede is op te<br />

vragen bij het Communicatie Service<br />

Centrum, tel. (040) 247 22 78.<br />

13 juni, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Intreerede prof.dr.ir. M.J.I.M.<br />

van Genuchten, faculteit Technologie<br />

Management. De tekst van de intreerede<br />

is op te vragen bij het<br />

Communicatie Service Centrum,<br />

tel. (040) 247 22 78.<br />

in haar computer, deze mentale versmelting<br />

betekent haar fysieke ondergang. De première<br />

van de opera vindt plaats op het Holland<br />

Festival in juni 2003.<br />

Regisseur: Alex Vermeulen, componist: David<br />

Shea, actrice Kate Strong, choreografe Cecile<br />

Vandeursen en lichtontwerper Johan Vonk.<br />

Mevrouw P. Krikke, sinds september 2001 burgemeester van Arnhem en daarvoor enkele jaren<br />

wethouder in Amsterdam (namens de VVD), is per 1 maart 2003 voor een termijn van vier jaar<br />

toegetreden tot de Raad van Toezicht van de TU/e. Krikke volgt in de raad mevrouw drs.<br />

T.A.Maas - de Brouwer op, die haar lidmaatschap van de raad vorig jaar neerlegde in verband<br />

<strong>met</strong> aanvaarding van het lidmaatschap van de Eerste Kamer der Staten Generaal.<br />

Prof.ir. Leo Coolen, in 1974 afgestudeerd aan de faculteit Elektrotechniek, is vanaf 1 maart de<br />

nieuwe algemeen directeur van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk <strong>Onderzoek</strong><br />

(NWO).<br />

M A T R I X / 1 / 2 0 0 3 4 3


<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong><br />

Den Dolech 2<br />

Postbus 513<br />

5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />

Telefoon (040) 247 91 11<br />

Telefax (040) 244 51 87<br />

e-mail: voorlichting@tue.nl<br />

Internet: http://www.tue.nl<br />

Jan Mengelers<br />

TNO is een<br />

tempel van<br />

kennis, dat is<br />

puur goud

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!