12.07.2015 Views

Hoofdstuk 1 Gedrag en privaatrecht - Ivo Giesen

Hoofdstuk 1 Gedrag en privaatrecht - Ivo Giesen

Hoofdstuk 1 Gedrag en privaatrecht - Ivo Giesen

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Mb o o mm a s t e r r e e k sW.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> & A.J. Verheij (red.)<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>Over gedragspresumpties <strong>en</strong> gedragseffect<strong>en</strong>bij <strong>privaatrecht</strong>elijke leerstukk<strong>en</strong>Boom Juridische uitgevers


<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>


Gies<strong>en</strong>_01.indb 2 20-5-2008 16:29:06


<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>Over gedr agspresumpties <strong>en</strong> gedr agseffect<strong>en</strong>bij <strong>privaatrecht</strong>elijke leerstukk<strong>en</strong>W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. Verheij (red.)Boom Juridische uitgeversD<strong>en</strong> Haag2008Gies<strong>en</strong>_01.indb 3 20-5-2008 16:29:07


© 2008 de auteurs / Boom Juridische uitgeversBehoud<strong>en</strong>s de in of kracht<strong>en</strong>s de Auteurswet van 1912 gestelde uitzondering<strong>en</strong> mag niets uit deze uitgaveword<strong>en</strong> verveelvoudigd, opgeslag<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> geautomatiseerd gegev<strong>en</strong>sbestand, of op<strong>en</strong>baar gemaakt, in <strong>en</strong>igevorm of op <strong>en</strong>ige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnam<strong>en</strong> of <strong>en</strong>ige andere manier,zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.Voor zover het mak<strong>en</strong> van reprografische verveelvoudiging<strong>en</strong> uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel16h Auteurswet 1912 di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong> aan de StichtingReprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnem<strong>en</strong> van (e<strong>en</strong>) gedeelte(n)uit deze uitgave in bloemlezing<strong>en</strong>, readers <strong>en</strong> andere compilatiewerk<strong>en</strong> (art. 16 Auteurswet 1912) kan m<strong>en</strong> zichw<strong>en</strong>d<strong>en</strong> tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- <strong>en</strong> Reproductierecht<strong>en</strong> Organisatie, Postbus 3060, 2130 KBHoofddorp, www.cedar.nl/pro).No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means withoutwritt<strong>en</strong> permission from the publisher.ISBN 978-90-5454-987-1NUR 822www.bju.nlGies<strong>en</strong>_01.indb 4 20-5-2008 16:29:07


VoorwoordHet idee voor dit boek ontstond in 2006. Het viel ons op dat het Nederlandstaligestandaardwerk over rechtspsychologie, Het recht van binn<strong>en</strong>, zo de nadruk legde op deverrijking die psychologie voor het strafrecht met zich bracht. Het <strong>privaatrecht</strong> kwamer bekaaid van af. Omdat wij alle drie geïnteresseerd war<strong>en</strong> (<strong>en</strong> zijn) in het toepass<strong>en</strong> inhet recht van k<strong>en</strong>nis uit andere sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> zoals de psychologie, vatt<strong>en</strong> wedaarom het plan op om e<strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>elijke variant op het boek Het recht van binn<strong>en</strong>te mak<strong>en</strong>. Onze opzet was overig<strong>en</strong>s van meet af aan breder, omdat we de plaats van‘gedrag’ in het <strong>privaatrecht</strong> niet alle<strong>en</strong> vanuit de psychologie maar ook vanuit disciplinesals sociologie <strong>en</strong> rechtseconomie onderzocht wild<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Het boek dat voor u ligt ishet resultaat van die ‘brede’ b<strong>en</strong>adering.Het boek, dat niet alle<strong>en</strong> geschikt is voor masteronderwijs maar ook als inleiding voorPhD-stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere promov<strong>en</strong>di, br<strong>en</strong>gt auteurs <strong>en</strong> onderwerp<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>deachtergrond<strong>en</strong>. De gem<strong>en</strong>e deler is steeds dat de blik op het <strong>privaatrecht</strong>gericht wordt vanuit e<strong>en</strong> andere discipline.Wij zijn de auteurs zeer erk<strong>en</strong>telijk voor hun bijdrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> het bediscussiër<strong>en</strong> van hetproject tijd<strong>en</strong>s de bespreking te Utrecht op 28 september 2007. Brigitte Bethlehembedank<strong>en</strong> wij voor de verle<strong>en</strong>de onderzoeksassist<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> Boom Juridische uitgevers,in het bijzonder Wirt Soet<strong>en</strong>horst, dank<strong>en</strong> wij voor de onmiddellijke, vrijwel spontanebereidheid deze uitgave ter hand te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor het aanbod de bundel in eig<strong>en</strong> huisop te mak<strong>en</strong>.Rotterdam/Utrecht/Amsterdam, 1 februari 2008Willem van Boom, <strong>Ivo</strong> Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> Albert Verheij5Gies<strong>en</strong>_01.indb 5 20-5-2008 16:29:07


Gies<strong>en</strong>_01.indb 6 20-5-2008 16:29:07


InhoudsopgaveVoorwoord 5<strong>Hoofdstuk</strong> 1 <strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>: inleiding <strong>en</strong> verantwoording 19W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. Verheij1 Inleiding 192 <strong>Gedrag</strong>spresumpties <strong>en</strong> gedragseffect<strong>en</strong> 212.1 Definities <strong>en</strong> verhouding<strong>en</strong> 212.2 Van gedrag <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis 222.3 E<strong>en</strong> voorbeeld: informatie in het <strong>privaatrecht</strong> 243 Het recht <strong>en</strong> de werkelijkheid, e<strong>en</strong> historische context 273.1 To<strong>en</strong>… 273.2 En nu 294 De indeling van dit boek 314.1 Algeme<strong>en</strong> 314.2 De indeling 325 De methode die t<strong>en</strong> grondslag ligt aan (de bijdrag<strong>en</strong> in) dit boek 345.1 De multidim<strong>en</strong>sionale b<strong>en</strong>adering 345.2 Welke takk<strong>en</strong> van wet<strong>en</strong>schap pass<strong>en</strong> in die multidim<strong>en</strong>sionale aanpak? 365.3 Afronding 426 Afsluit<strong>en</strong>de opmerking 42Contract<strong>en</strong>recht<strong>Hoofdstuk</strong> 2 Het Beeld van de Consum<strong>en</strong>t in het Privaatrechtempirisch getoetst 51W.F. van RaaijSam<strong>en</strong>vatting 511 Inleiding 512 Consum<strong>en</strong>t <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong> 533 De rationele consum<strong>en</strong>t 554 De zwakke consum<strong>en</strong>t 565 De overlad<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t 596 Conclusies 617Giess<strong>en</strong>_deel 0_01.indd 7 21-5-2008 10:09:35


Inhoudsopgave <strong>Hoofdstuk</strong> 3 De juiste keuze 65E. RassinSam<strong>en</strong>vatting 651 Inleiding 652 De overschatting van bewuste keuzes 663 Te veel informatie 694 Onvolledig gebruik van relevante informatie 715 De eerste indruk 736 Halsstarrigheid 757 Verankering 778 E<strong>en</strong> kwestie van pres<strong>en</strong>tatie 789 Dan maar onwet<strong>en</strong>d besliss<strong>en</strong>? 79<strong>Hoofdstuk</strong> 4 Cli<strong>en</strong>t satisfaction – inc<strong>en</strong>tive for service providersto warn their cli<strong>en</strong>ts? 83J. LuzakSam<strong>en</strong>vatting 831 Introduction 832 Satisfaction – definition 853 Satisfaction leads to loyalty? B<strong>en</strong>efits of having a satisfied cli<strong>en</strong>t. 874 Duty to warn in Dutch construction law 905 Wh<strong>en</strong> is the cli<strong>en</strong>t satisfied concerning the duty to warn? 926 Conclusion – the relevance of satisfaction for the need ofthe duty to warn 95<strong>Hoofdstuk</strong> 5 Informed cons<strong>en</strong>t: van juridische theori<strong>en</strong>aar medische praktijk – <strong>en</strong> weer terug! 103R. GiardSam<strong>en</strong>vatting 1031 Inleiding 1042 Wat is ‘informed cons<strong>en</strong>t’? 1042.1 Begripsomschrijving 1052.2 De begr<strong>en</strong>zing van informed cons<strong>en</strong>t 1063 De gezondheidsrechtelijke context 1084 Het ideale gedrag bij informed cons<strong>en</strong>t 1095 De ethische invalshoek 1098Gies<strong>en</strong>_01.indb 8 20-5-2008 16:29:07


Inhoudsopgave6 De juridische invalshoek 1116.1 Obligatoire overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>: interactie <strong>en</strong> informatie 1126.2 De rechtspraktijk: effectuer<strong>en</strong>d <strong>privaatrecht</strong>? 1146.3 E<strong>en</strong> verget<strong>en</strong> gebied: de expliciete vaststellingvan de wils(on)bekwaamheid 1147 Het psychologische perspectief 1167.1 Informatiebehoefte 1167.2 Cognitieve aspect<strong>en</strong> 1177.3 Communicatievaardighed<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er 1177.4 Het perspectief van de patiënt 1188 Reflectie over de praktische effect<strong>en</strong> 1198.1 Kwalitatieve reflectie 1198.2 Kwantitatieve reflectie 1209 Conclusies 121<strong>Hoofdstuk</strong> 6 Schuld in het contract<strong>en</strong>recht; e<strong>en</strong> exercitie naare<strong>en</strong> verbeterde sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> regels <strong>en</strong> gedrag 129M.W. de HoonSam<strong>en</strong>vatting 1291 Inleiding 1302 Schuld in het contract<strong>en</strong>recht 1312.1 De belangrijkste schuldregels in vogelvlucht 1312.2 Keuze voor schuldroute op basis van rationaliteit? 1333 Schuld in de sociale psychologie 1343.1 Schuld als onderdeel van attributie 1343.2 Het proces van beschuldig<strong>en</strong>: intuïtie 1353.3 Het proces van beschuldig<strong>en</strong>: post hoc reasoning 1373.4 Motiev<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> biased information search 1373.5 Andere valkuil<strong>en</strong> <strong>en</strong> d<strong>en</strong>kfout<strong>en</strong> 1394 E<strong>en</strong> betere afstemming tuss<strong>en</strong> regels <strong>en</strong> gedrag 1404.1 Nuancering<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> 1404.2 Meer informatie over e<strong>en</strong> neutrale manier om schade hersteldte krijg<strong>en</strong> 1404.3 Ge<strong>en</strong> onnodig polariser<strong>en</strong>de juridische instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 1424.4 Andere verdelingsmaatstav<strong>en</strong> 1444.5 Meer aandacht voor sociale factor<strong>en</strong> die het conflict do<strong>en</strong> ontstaan 1455 Slot 1469Gies<strong>en</strong>_01.indb 9 20-5-2008 16:29:07


InhoudsopgaveAansprakelijkheidsrecht<strong>Hoofdstuk</strong> 7 Naming <strong>en</strong> shaming in het contract<strong>en</strong>recht?Het reputatie-effect van schadevergoeding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>onderneming<strong>en</strong> 153J. van ErpSam<strong>en</strong>vatting 1531 Inleiding 1542 Reputatie-effect<strong>en</strong> van contractbreuk 1613 Bestaat het reputatie-effect in het Nederlandse handelsverkeer tuss<strong>en</strong>onderneming<strong>en</strong>? 1674 Informatieverspreiding over schadevergoeding<strong>en</strong> 1705 Conclusie 174<strong>Hoofdstuk</strong> 8 Attributie, juridische causaliteit <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werkingOver causaliteitstoerek<strong>en</strong>ing vanuit psychologischperspectief <strong>en</strong> de mogelijke gevolg<strong>en</strong> daarvan voor(de prev<strong>en</strong>tieve werking van) het aansprakelijkheidsrecht 181I. Gies<strong>en</strong>Sam<strong>en</strong>vatting 1811 Introductie 1821.1 Inleiding: vrag<strong>en</strong> uit het recht <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> uit de psychologie? 1821.2 Verdere opzet <strong>en</strong> plan van aanpak 1832 Het juridische kader geschetst 1842.1 Causaliteit: regels inzake CSQN <strong>en</strong> TNR 1842.2 <strong>Gedrag</strong>spresumpties <strong>en</strong> gedragseffect<strong>en</strong>? 1863 Psychologische inzicht<strong>en</strong> 1873.1 Diverse attributietheorieën 1873.2 De fundam<strong>en</strong>tele attributiefout 1893.3 ‘Def<strong>en</strong>sive attribution’ 1913.4 ‘Actor-observer differ<strong>en</strong>ces’ 1923.5 ‘Self-serving bias’ 1933.6 Tuss<strong>en</strong>conclusie 1934 Terug naar de juridische afweging 1944.1 Financiële comp<strong>en</strong>satie <strong>en</strong> ziektebeeld:aard van de relatie niet duidelijk 2164.2 Aanwijzing<strong>en</strong> voor verbeterde regels of regeltoepassing? 1954.3 Tuss<strong>en</strong>conclusie 20110Gies<strong>en</strong>_01.indb 10 20-5-2008 16:29:07


Inhoudsopgave5 Het effect van attributie op het beoogde gedragseffect? 2016 Afronding 203<strong>Hoofdstuk</strong> 9 Moet<strong>en</strong> slachtoffers met e<strong>en</strong> psychische predispositieschadevergoeding krijg<strong>en</strong>? 209W. van TilburgSam<strong>en</strong>vatting 2091 Inleiding <strong>en</strong> probleemstelling 2102 Slachtofferschap, herstel <strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satie 2113 ‘Predispositie’ in de psychiatrische diagnostiek 2134 Het probleem van de ‘r<strong>en</strong>t<strong>en</strong>eurose’ 2164.1 Financiële comp<strong>en</strong>satie <strong>en</strong> ziektebeeld: aard vande relatie niet duidelijk 2164.2 Abnormaal ziektegedrag 2184.3 Ziektewinst 2194.4 Simulatie <strong>en</strong> nagebootste stoorniss<strong>en</strong> 2215 Slotopmerking<strong>en</strong> 223<strong>Hoofdstuk</strong> 10 Schokschade 227E.F.D. Engelhard, I.M. EngelhardSam<strong>en</strong>vatting E.F.D. Engelhard, I.M. Engelhard 2271 Inleiding 2271.1 De juridische criteria voor ‘schokschade’ 2271.2 E<strong>en</strong> viertal juridische presumpties 2301.3 Plan van aanpak 2312 Wat is PTSS? 2312.1 Klinisch beeld van PTSS 2312.2 Juridische relevantie van de diagnose PTSS 2332.3 Het vaststell<strong>en</strong> van de diagnose PTSS 2343 Analyse van de vier presumpties 2353.1 Oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> incid<strong>en</strong>tie van PTSS 2353.2 Inzicht<strong>en</strong> uit de klinische psychologie omtr<strong>en</strong>tde risicofactor<strong>en</strong> van PTSS 2373.3 Het onderscheid tuss<strong>en</strong> schok- <strong>en</strong> affectieschade 2394 Concluder<strong>en</strong>de opmerking<strong>en</strong> 24011Gies<strong>en</strong>_01.indb 11 20-5-2008 16:29:08


Inhoudsopgave<strong>Hoofdstuk</strong> 11 Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong>voor de jurist 245S.B. PapeSam<strong>en</strong>vatting 2451 Inleiding 2462 Het Nederlandse beleid inzake productveiligheid 2472.1 Letselprev<strong>en</strong>tie 2472.2 Publiekrechtelijke wetgeving 2472.3 Privaatrechtelijke wetgeving 2493 De productwaarschuwing vanuit psychologisch perspectief 2513.1 Het C-HIP model 2513.2 De waarschuwingsbron 2533.3 Het communicatiemiddel 2543.4 Aandacht voor de waarschuwing 2553.5 Begrijp<strong>en</strong> van de waarschuwing 2573.6 Attitudes <strong>en</strong> overtuiging<strong>en</strong> over de waarschuwing 2583.7 Motivatie bij de ontvanger 2613.8 Het opvolg<strong>en</strong> van de waarschuwing 2614 Psychologische noties in het productaansprakelijkheidsrecht 2664.1 Inleiding 2664.2 Het juridische consum<strong>en</strong>tbeeld 2664.3 <strong>Gedrag</strong>sregels voor produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 2674.4 Psychologische noties in het publiekrecht 2695 Psychologische inzicht<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> toegevoegde waarde voor hetproductaansprakelijkheidsrecht? 2705.1 Inleiding 2705.2 Effectieve gedragsregels 2705.3 E<strong>en</strong> rechterlijk oordeel met positieve feedback 2745.4 E<strong>en</strong> rechterlijk oordeel op basis van psychologisch bewijs 2746 Conclusie 27512Gies<strong>en</strong>_01.indb 12 20-5-2008 16:29:08


Inhoudsopgave<strong>Hoofdstuk</strong> 12 Prev<strong>en</strong>tie van arbeidsuitval: ontwikkeling<strong>en</strong> inarbeidsomstandighed<strong>en</strong>beleid <strong>en</strong> civiele aansprakelijkheid 283Y. Bacharias, S.D. Lind<strong>en</strong>bergh, P. MasciniSam<strong>en</strong>vatting 2831 Inleiding 2842 De casestudy 2872.1 Analyse van het veiligheidsbeleid: int<strong>en</strong>sivering<strong>en</strong> responsabilisering individuele medewerkers 2872.2 Perceptie werknemers: onev<strong>en</strong>wichtig <strong>en</strong> persoonsgebond<strong>en</strong>veiligheidsbeleid 2882.3 Reacties werknemers: fatalisme <strong>en</strong> de perceptie van e<strong>en</strong> afrek<strong>en</strong>cultuur 2893 Ontwikkeling<strong>en</strong> in werkgeversaansprakelijkheid 2913.1 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> in de ontwikkeling van de rechtspraak 2924 Discussie <strong>en</strong> verdere onderzoeksvrag<strong>en</strong> 2974.1 Discussie 2974.2 Toekomstige onderzoeksvrag<strong>en</strong> 299Verzekeringsrecht<strong>Hoofdstuk</strong> 13 Hoe houdbaar zijn gedragsveronderstelling<strong>en</strong>in verzekeringsrecht <strong>en</strong> -economie? 305M. Faure <strong>en</strong> W.H. van BoomSam<strong>en</strong>vatting 3051 Inleiding 3062 Theoretische uitgangspunt<strong>en</strong> 3072.1 Rationele vraag naar verzekering<strong>en</strong> 3072.2 Anti-selectie 3082.3 Moreel risico 3093 Empirische houdbaarheid van de theorie 3103.1 Algeme<strong>en</strong> 3103.2 De vraag naar verzekering, in empirisch perspectief 3103.3 Anti-selectie of pro-selectie: empirisch bewijs? 3153.4 Moreel risico: empirisch bewijs? 3173.5 Hoe reager<strong>en</strong> verzekeraars in werkelijkheid? 3194 De relevantie van de empirische bevinding<strong>en</strong> voor <strong>privaatrecht</strong> <strong>en</strong> -beleid 3235 Afsluit<strong>en</strong>de opmerking<strong>en</strong> 32813Gies<strong>en</strong>_01.indb 13 20-5-2008 16:29:08


Inhou dsopgave <strong>Hoofdstuk</strong> 14 Fault <strong>en</strong> no-fault. E<strong>en</strong> theoretisch <strong>en</strong> empirischonderzoek naar de gedragseffect<strong>en</strong> vanfault <strong>en</strong> no-fault bij verkeersongevall<strong>en</strong> 341M. van DamSam<strong>en</strong>vatting 3411 Inleiding 3412 Economische theorie van het ongevall<strong>en</strong>recht 3432.1 Aansprakelijkheid 3432.2 Aansprakelijkheid <strong>en</strong> veiligheidsregulering 3442.3 Aansprakelijkheid <strong>en</strong> verzekering 3452.4 No-fault verzekering 3483 Het empirisch onderzoek t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van fault <strong>en</strong> no-fault 3493.1 De empirische toetsing van aansprakelijkheidsregels 3493.2 Het empirisch onderzoek naar (gedrags)effect<strong>en</strong> van no-fault 3513.3 Conclusie empirisch onderzoek naar de gedragseffect<strong>en</strong>van fault <strong>en</strong> no-fault 3564 Toetsing van de Nederlandse verkeersaansprakelijkheid? 3574.1 De Nederlandse verkeersaansprakelijkheid vanuit juridisch <strong>en</strong>economischperspectief 3574.2 De gedragseffect<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de Nederlandse verkeersaansprakelijkheid 3595 Concluder<strong>en</strong>de opmerking<strong>en</strong> 361Ondernemings- <strong>en</strong> effect<strong>en</strong>recht<strong>Hoofdstuk</strong> 15 Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel binn<strong>en</strong> deeffect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing. E<strong>en</strong> juridische versuse<strong>en</strong> economisch-psychologische b<strong>en</strong>adering 369T. Loon<strong>en</strong>Sam<strong>en</strong>vatting 3691 Inleiding 3702 E<strong>en</strong> korte toelichting op de regelgeving 3713 Het K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt-beginsel in de praktijk: het cliënt<strong>en</strong>profiel 3744 Het cliënt<strong>en</strong>profiel volg<strong>en</strong>s de particuliere belegger 3775 Het cliënt<strong>en</strong>profiel in juridische procedures voorde Klacht<strong>en</strong>commissie DSI 3806 E<strong>en</strong> economische b<strong>en</strong>adering van het cliënt<strong>en</strong>profiel 3857 Conclusies 39614Gies<strong>en</strong>_01.indb 14 20-5-2008 16:29:08


Inhoudsopgave<strong>Hoofdstuk</strong> 16 Beloningsprikkels voor bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> 401G.T.M.J. RaaijmakersSam<strong>en</strong>vatting 4011 Inleiding 4012 Bestuurdersbeloning 4022.1 Transparantie als tovermiddel? 4022.2 Opnieuw nieuwe regelgeving 4063 Commissariss<strong>en</strong>beloning 4103.1 Inleiding 4103.2 Resultaatafhankelijke beloning voor de commissaris? 4103.3 Aantasting van onafhankelijkheid? 4143.4 Wat betek<strong>en</strong>t dit voor beloning? 4154 Slot 417<strong>Hoofdstuk</strong> 17 Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> 423M.J. KroezeSam<strong>en</strong>vatting 4231 Inleiding 4242 De taakvervulling door het bestuur <strong>en</strong> de raad van commissariss<strong>en</strong> 4253 Het bestuur <strong>en</strong> de raad van commissariss<strong>en</strong> als groep 4274 De verhouding tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> onderling (conformisme) 4285 Conformisme in het bestuur <strong>en</strong> de raad van commissariss<strong>en</strong> 4316 De verhouding tuss<strong>en</strong> de groep <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>staanders (bevoordeling) 4357 De wijze waarop e<strong>en</strong> groep (complexe) besluit<strong>en</strong> neemt 4378 Toepassing<strong>en</strong> 4399 Oplossing<strong>en</strong> 44610 Tot besluit 452Insolv<strong>en</strong>tierecht<strong>Hoofdstuk</strong> 18 Calculer<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong> 461G. van Dijck m.m.v. H. LamersSam<strong>en</strong>vatting 4611 Waarschuwing vooraf 4612 Verantwoording 4623 Norm<strong>en</strong> voor schuldeisersb<strong>en</strong>adeling 4633.1 Faillissem<strong>en</strong>tspauliana 4633.2 Bestuurdersaansprakelijkheid (weg<strong>en</strong>s k<strong>en</strong>nelijk onbehoorlijk bestuur) 46415Gies<strong>en</strong>_01.indb 15 20-5-2008 16:29:08


Inhou dsopgave 4 <strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> bestaande regels 4654.1 Literatuur betreff<strong>en</strong>de schuldeisersb<strong>en</strong>adeling 4654.2 Inzicht<strong>en</strong> uit gedragswet<strong>en</strong>schappelijke studies 4684.3 Conclusie 4715 <strong>Gedrag</strong>sverandering 4725.1 Alle<strong>en</strong> bij bek<strong>en</strong>dheid 4725.2 Afschrikk<strong>en</strong> door inzet punitive damages? 4735.3 Punitive damages 4745.4 Theorieën over effect<strong>en</strong> van punitive damages 4775.5 Empirische onderbouwing 4795.6 Conclusie: punitive damages bij schuldeisersb<strong>en</strong>adeling? 4796 Conclusie <strong>en</strong> discussie 480<strong>Hoofdstuk</strong> 19 Bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong> van de Wsnp,in het bijzonder op crediteur<strong>en</strong>gedrag 487N. Huls <strong>en</strong> N. JungmannSam<strong>en</strong>vatting 4871 Inleiding 4882 E<strong>en</strong> onbedoelde daling van het slagingsperc<strong>en</strong>tage in het minnelijk traject 4893 De beleidstheorie van de Wsnp 4914 Empirische toetsing van de beleidstheorie 4955 Evaluatie 4966 De contra-indicaties vanuit het crediteur<strong>en</strong>perspectief 4966.1 Informatie-asymmetrie 4966.2 Materiële voordel<strong>en</strong> 4976.3 Immateriële voordel<strong>en</strong> 4976.4 Wettelijke belemmering<strong>en</strong> 4987 De crediteur als ontbrek<strong>en</strong>de schakel in de beleidstheorie 4988 Conclusies 4998.1 Bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong> 4998.2 Strategisch gedrag 4998.3 Formele <strong>en</strong> informele instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 5018.4 De sociale constructie van problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> de gebezigde terminologie 5028.5 E<strong>en</strong> nieuw rechtspolitiek klimaat 50316Gies<strong>en</strong>_01.indb 16 20-5-2008 16:29:08


Inhoudsopgave<strong>Hoofdstuk</strong> 20 Onbedoeld effect nieuwe insolv<strong>en</strong>tiewetgeving:meer in plaats van minder faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 507J.A.A. Adriaanse <strong>en</strong> J.G. KuijlSam<strong>en</strong>vatting 5071 Inleiding 5082 Communicer<strong>en</strong>de vat<strong>en</strong> 5103 Methodologie 5114 Het begrip onderneming 5115 Lev<strong>en</strong>svatbaarheid of de perceptie ervan? 5146 Proces van waardeherstel 5167 Vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking 5248 Meer in plaats van minder faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 5259 Ter afsluiting 529Rechtspleging<strong>Hoofdstuk</strong> 21 Hoeveel recht kunt u betal<strong>en</strong>? 537B. Niemeijer <strong>en</strong> C. Klein HaarhuisSam<strong>en</strong>vatting 5371 Inleiding 5372 Drie tradities 5403 E<strong>en</strong> multidisciplinair perspectief 5444 Bouwgeschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun verloop 5464.1 Problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> oplossing<strong>en</strong> 5464.2 Partij<strong>en</strong>, factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> beslismom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 5495 Conclusie 554<strong>Hoofdstuk</strong> 22 <strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour Orders 561M.T. CroesSam<strong>en</strong>vatting 5611 Inleiding 5622 Geschied<strong>en</strong>is van de ASBO 5663 De Crime and Disorder Act 1998 5694 De ASBO ingezet 5705 Regels als beleidsinstrum<strong>en</strong>t 5766 Hervorming<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun effect<strong>en</strong> 5807 Theory of norms 5858 ASBOs <strong>en</strong> gedragstheorie 58817Gies<strong>en</strong>_01.indb 17 20-5-2008 16:29:09


Inhoudsopgave9 ASBOs <strong>en</strong> gedragseffect<strong>en</strong> 59110 Conclusie 593<strong>Hoofdstuk</strong> 23 Afsluit<strong>en</strong>de observaties 601A.J. Verheij, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> W.H. van Boom1 Inleiding 6012 Presumpties 6022.1 Presumptie 1: er zijn e<strong>en</strong>duidige niet-juridischeof empirische gegev<strong>en</strong>s beschikbaar 6022.2 Presumpties 2 <strong>en</strong> 3: extrapolatie door e<strong>en</strong> jurist is mogelijk 6032.3 Presumptie 4: Empirische gegev<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> meerwaardevoor de normatieve juridische besluitvorming door de rechter<strong>en</strong> de wetgever 6053 De rode draad? 6094 Toekomst van de civilologie 610Over de auteurs 61318Gies<strong>en</strong>_01.indb 18 20-5-2008 16:29:09


<strong>Hoofdstuk</strong> 1G e dr ag e n pr i va at r e c h t :inleiding <strong>en</strong> verantwoording1W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. Verheij1 In l e i d i n gHet vermog<strong>en</strong>srecht staat bol van gedragspresumpties <strong>en</strong> gedragseffect<strong>en</strong>. De Hoge Raadstelt bijvoorbeeld dat werkgevers extra zorg in acht moet<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> wat betreft werknemersdie met gevaarlijke machines werk<strong>en</strong>, omdat het dagelijkse gebruik daarvantot verminderde waakzaamheid zou leid<strong>en</strong>. 2 Dat is e<strong>en</strong> gedragspresumptie. De vraag isechter of die presumptie ook feitelijk juist is.De wetgever voert e<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>ktermijn in met als doel dat de contracteerbeslissing vanéén van de partij<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtiger wordt <strong>en</strong> de druk van de beslissing wordt verminderd.Dat is e<strong>en</strong> beoogd doel. Maar wordt dat doel ook werkelijk bereikt, of blijft het effect inde praktijk uit?Als persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders tot def<strong>en</strong>sief bestur<strong>en</strong> leidt, dankunn<strong>en</strong> we misschi<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onbedoeld – <strong>en</strong> mogelijk zelfs ongew<strong>en</strong>st –gedragseffect. Zijn er empirische bewijz<strong>en</strong> die het bestaan van dat effect of het ontbrek<strong>en</strong>ervan aanton<strong>en</strong>?1 Willem van Boom is hoogleraar <strong>privaatrecht</strong> aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, <strong>Ivo</strong> Gies<strong>en</strong> is hoogleraar burgerlijkrecht aan de Universiteit Utrecht, Albert Verheij is advocaat bij Stibbe te Amsterdam <strong>en</strong> honorair universitairhoofddoc<strong>en</strong>t aan de Universiteit Utrecht. Zij dank<strong>en</strong> Brigitte Bethlehem voor de onderzoeksassist<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de deelnemersaan de workshop (Utrecht, september 2007) ter voorbereiding van deze uitgave.2 Bijv. HR 14 april 1978, NJ 1979, 245 (Messaoudi/Hoechst); HR 29 april 1983, NJ 1984, 19 (De Vries/Kuyt). T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>van het gebruik van psychologische inzicht<strong>en</strong> op het terrein van het aansprakelijkheidsrecht, is de hier g<strong>en</strong>oemde <strong>en</strong>veelgebruikte frase in arrest<strong>en</strong> dat de dagelijkse omgang met gevar<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> zekere mate van onvoorzichtigheid leidt(zie bijv. ook nog HR 18 september 1998, NJ 1999, 45 (Van Doorn/NBM)) <strong>en</strong> dat de aangesprok<strong>en</strong>e daarmee rek<strong>en</strong>inghad behor<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> goed voorbeeld. Het betreft hier e<strong>en</strong> thema dat zeer wel vanuit de psychologie (‘human error’)bestudeerd zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Vgl. Matthews e.a. 2000, p. 141 e.v.19Gies<strong>en</strong>_01.indb 1 20-5-2008 16:29:09


W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. VerheijZo rijz<strong>en</strong> er veel vrag<strong>en</strong>, doch zijn er weinig zekere antwoord<strong>en</strong>. Het is daarom dat ditboek beoogt om auteurs met zeer uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de achtergrond bije<strong>en</strong> te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> om zichover dit type vrag<strong>en</strong> te buig<strong>en</strong> <strong>en</strong> om meer duidelijkheid te verschaff<strong>en</strong> over de rol vangedragspresumpties <strong>en</strong> gedragseffect<strong>en</strong> in het <strong>privaatrecht</strong>. De c<strong>en</strong>trale gedachte is datde auteurs onderzoek<strong>en</strong> in hoeverre <strong>privaatrecht</strong>elijke regels aansluit<strong>en</strong> bij hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>werkelijk zijn, d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, besliss<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich gedrag<strong>en</strong>. Anders gezegd: is er invloed van<strong>privaatrecht</strong>elijke regels op gedrag <strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> regels aan bij dat gedrag? Daarbij kom<strong>en</strong><strong>en</strong>erzijds zowel bedoelde effect<strong>en</strong> (effectiviteit) als onbedoelde nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> aan de orde,als anderzijds de gehanteerde veronderstelling<strong>en</strong> over gedrag als basis voor regels.In dit inleid<strong>en</strong>de hoofdstuk zett<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantal algem<strong>en</strong>e kwesties uite<strong>en</strong>. We gaan inop de definitie van gedragspresumptie <strong>en</strong> gedragseffect <strong>en</strong> we br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal veld<strong>en</strong>in kaart waarin dergelijke presumpties <strong>en</strong> effect<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote rol spel<strong>en</strong> <strong>en</strong> tegelijk problematischzijn (par. 2), we plaats<strong>en</strong> dit boek in e<strong>en</strong> historische context (par. 3), besprek<strong>en</strong>de verdere indeling (par. 4) <strong>en</strong> we gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> methodologische verantwoording van (debijdrag<strong>en</strong> aan) dit boek (par. 5). De b<strong>en</strong>aderingswijze van dit boek is multidim<strong>en</strong>sionaal.We zull<strong>en</strong> dat begrip uitgebreider toelicht<strong>en</strong> in par. 5.1, maar voor nu volstaat de(vast)stelling dat alle wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan inzicht in de functie vangedrag in het <strong>privaatrecht</strong>, van belang kunn<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> dus ingezet kunn<strong>en</strong> of moet<strong>en</strong>word<strong>en</strong> ter vergroting van dat inzicht. Wij hebb<strong>en</strong> tot op hed<strong>en</strong> als relevante disciplinesgeïd<strong>en</strong>tificeerd de (rechts)sociologie, (rechts)psychologie, criminologie, (behavioural)law and economics, organisatiekunde, alsmede beleidswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. Waar dat zinvolis, verwijz<strong>en</strong> we in dit hoofdstuk al naar <strong>en</strong>kele bijdrag<strong>en</strong>. In het laatste hoofdstuk trekk<strong>en</strong>we nadere conclusies naar aanleiding van de bevinding<strong>en</strong> van de diverse auteurs.Wat betreft het doel van dit boek kunn<strong>en</strong> we betrekkelijk kort zijn. Het doel van ditboek is <strong>en</strong>erzijds bescheid<strong>en</strong>, anderzijds ambitieus. Het is bescheid<strong>en</strong> van opzet waarhet materiaal wil ontsluit<strong>en</strong> <strong>en</strong> de lezer gewaar wil lat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van wat we al wet<strong>en</strong>– <strong>en</strong> vooral van wat we nog niet wet<strong>en</strong> – over gedrag <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>. Het is echterambitieus waar het de synthese tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de disciplines wil stimuler<strong>en</strong> <strong>en</strong>daarmee e<strong>en</strong> nieuwe dim<strong>en</strong>sie aan rechtsgeleerd onderzoek toevoeg<strong>en</strong>, namelijk die vande civilologie. 3 In onze b<strong>en</strong>adering is de civilologie de verzameling van wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>die in onderlinge sam<strong>en</strong>hang onze k<strong>en</strong>nis vergroot van de gedragsassumpties waar het<strong>privaatrecht</strong> zich van bedi<strong>en</strong>t, de effect<strong>en</strong> die het <strong>privaatrecht</strong> heeft op het gedrag vanindividu<strong>en</strong> <strong>en</strong> organisaties <strong>en</strong> van de betek<strong>en</strong>is die deze assumpties <strong>en</strong> effect<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>voor <strong>privaatrecht</strong>elijke beleidsvorming, regelstelling <strong>en</strong> -toepassing.3 De term <strong>en</strong> ambitie ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> wij mede aan G<strong>en</strong>n e.a. 2006.20Gies<strong>en</strong>_01.indb 2 20-5-2008 16:29:09


<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>: inleiding <strong>en</strong> verantwoordingHet domein van het boek betreft het <strong>privaatrecht</strong>, maar we hebb<strong>en</strong> onszelf niet als doelgesteld alle del<strong>en</strong> van het <strong>privaatrecht</strong> te behandel<strong>en</strong>. Zo hebb<strong>en</strong> we bijvoorbeeld familie<strong>en</strong>jeugdrecht vooralsnog buit<strong>en</strong> beschouwing gelat<strong>en</strong>.Tot de doelgroep van dit boek behor<strong>en</strong> beleidsmakers, academici, rechters <strong>en</strong> anderejuridische beslissers, simpelweg omdat zij, elk op hun eig<strong>en</strong> terrein, beslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>die voortbouw<strong>en</strong> op of gepaard gaan met gedragspresumpties <strong>en</strong> die effect sorter<strong>en</strong>. Zijkunn<strong>en</strong>, naar wij hop<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong><strong>en</strong>, ler<strong>en</strong> van de bijdrag<strong>en</strong> in dit boek. Het boek heeftniet als doel om e<strong>en</strong> academisch discours met <strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de andere disciplines die in dediverse bijdrag<strong>en</strong> aan bod kom<strong>en</strong>, te voed<strong>en</strong>. Wij hebb<strong>en</strong> niet de pret<strong>en</strong>tie dat dit boekvan belang zou kunn<strong>en</strong> zijn voor andere disciplines dan de juridische. Civilologie is nue<strong>en</strong>maal e<strong>en</strong> onderdeel van het juridische wet<strong>en</strong>schappelijk discours.2 Ge d r ag s p r e s u m p t i e s e n ge d r ag s e f f e c t e n2.1 Definities <strong>en</strong> verhouding<strong>en</strong>In deze paragraaf gaan wij nader in op de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ‘gedragspresumptie’ <strong>en</strong> ‘gedragseffect’.<strong>Gedrag</strong>spresumpties zijn in onze definitie de uitgesprok<strong>en</strong> of onuitgesprok<strong>en</strong>veronderstelling<strong>en</strong> over hoe individu<strong>en</strong> of organisaties operer<strong>en</strong>, tot wilsbepaling <strong>en</strong>besluitvorming kom<strong>en</strong>, met onzekerheid omgaan, <strong>en</strong> op regelstelling reager<strong>en</strong>. <strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong>in onze definitie zijn de gevolg<strong>en</strong> die al dan niet beoogd teweeg word<strong>en</strong> gebrachtna regelstelling van wetgever <strong>en</strong> rechter, <strong>en</strong> wel door de interactie tuss<strong>en</strong> regelstelling <strong>en</strong>normadressaat.E<strong>en</strong> voorbeeld moge de verhouding tuss<strong>en</strong> deze elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verduidelijk<strong>en</strong>. Zowel dewetgever als de civiele rechter bedi<strong>en</strong>t zich dagelijks van gedragspresumpties. De regels<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> die zij daar op baser<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> elk voor zich weer één of meer beleidsdoel<strong>en</strong>voor og<strong>en</strong> <strong>en</strong> die doel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vaak weer betrekking op gedrag. Zo zou m<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> dat het leerstuk van de onrechtmatige gevaarzetting tot doel heeft deprev<strong>en</strong>tie van bepaalde ongevall<strong>en</strong> via het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van schadevergoeding achteraf.Helemaal zeker is dit niet, omdat wetgever <strong>en</strong> rechter in binn<strong>en</strong>- <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>land zeld<strong>en</strong>kraakhelder aangev<strong>en</strong> wat het doel of de doel<strong>en</strong> van het aansprakelijkheidsrecht zijn. 4Hoe dan ook: aannem<strong>en</strong>d dat het leerstuk van de onrechtmatige gevaarzetting tot doelheeft de prev<strong>en</strong>tie van bepaalde ongevall<strong>en</strong>, dan zou in e<strong>en</strong> klassieke zaak als Lekk<strong>en</strong>deKruik het volg<strong>en</strong>de rationele beoordelingskader kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>: 54 Zie daarover bijv. ook de bijdrage van Gies<strong>en</strong> aan dit boek.5 HR 2 februari 1973, NJ 1973,315 (Lekk<strong>en</strong>de Kruik).21Gies<strong>en</strong>_01.indb 3 20-5-2008 16:29:09


W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. Verheij<strong>Gedrag</strong>spresumptieDoel van regelstellingRegelstellingBeoogd gedragseffectGebruikers vanproduct<strong>en</strong> zoalswarmwaterkruik<strong>en</strong>lez<strong>en</strong> niet altijd degebruiksaanwijzingLetsel aan pasgebor<strong>en</strong><strong>en</strong>door onjuist gebruik vane<strong>en</strong> kruik moetvoorkom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> c.q.de kans daarop moetgeminimaliseerd word<strong>en</strong>De produc<strong>en</strong>t vane<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t de fles zote construer<strong>en</strong> <strong>en</strong>fabricer<strong>en</strong> datrek<strong>en</strong>ing wordtgehoud<strong>en</strong> met hetgebruik zonderbestudering vangebruiksaanwijzingBij niet-naleving vandeze norm di<strong>en</strong>t deproduc<strong>en</strong>t de schadete vergoed<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong>zowel ex post totaanpassing vanontwerp <strong>en</strong> productiewijzezal leid<strong>en</strong> als exante tot het juistevoorzichtige gedragzal prikkel<strong>en</strong>Dit kader biedt ge<strong>en</strong> verklaring van m<strong>en</strong>selijk gedrag, maar is veeleer e<strong>en</strong> normatiefkader waarbij bepaalde gedragsveronderstelling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehanteerd. Immers, bijelk van deze stapp<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> vraagtek<strong>en</strong>s zett<strong>en</strong>. Lez<strong>en</strong> gebruikers van product<strong>en</strong>inderdaad niet altijd de gebruiksaanwijzing? Zal de dreiging van aansprakelijkheiddaadwerkelijk tot aanpassing van ontwerp <strong>en</strong> productiewijze leid<strong>en</strong>? Dit zijn empirischevraagstukk<strong>en</strong>. Verder kan de vraag – zie hiervoor reeds – word<strong>en</strong> gesteld of het doel vande regelstelling werkelijk is het voorkom<strong>en</strong> van letselschade. In het <strong>privaatrecht</strong> is in veelgevall<strong>en</strong> de <strong>en</strong>ige zekerheid die de juridische beslisser heeft dát er regelstelling is, terwijlhet achterhal<strong>en</strong> van doel <strong>en</strong> strekking van de betreff<strong>en</strong>de regel soms bijzonder moeilijkis. 6 Maar inzicht in doel <strong>en</strong> strekking van die regel is ess<strong>en</strong>tieel om te achterhal<strong>en</strong> of degehanteerde gedragspresumpties, alsook de beoogde <strong>en</strong> geconstateerde gedragseffect<strong>en</strong>in de weg staan aan verwez<strong>en</strong>lijking van het achter de regel ligg<strong>en</strong>de beleidsdoel. En erzijn meer vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong>: is aansprakelijkheid het meest doeltreff<strong>en</strong>de <strong>en</strong> doelmatigemiddel om het doel te realiser<strong>en</strong>? Wellicht is (publiekrechtelijke) veiligheidsreguleringeffectiever <strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt dit minder kost<strong>en</strong> voor betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> met zich?2.2 Van gedrag <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis<strong>Gedrag</strong>spresumpties <strong>en</strong> veronderstelde effect<strong>en</strong> zijn, zo moge duidelijk zijn, aan deorde van de dag in het <strong>privaatrecht</strong> <strong>en</strong> zij word<strong>en</strong> zowel door de regelgever als door derechter gehanteerd. 7 Of e<strong>en</strong> bestuurder van e<strong>en</strong> laadschop (i.e. e<strong>en</strong> groot motorvoertuigdat op bouwplaats<strong>en</strong> wordt gebruikt) voorzorgsmaatregel<strong>en</strong> moet treff<strong>en</strong> als hijspel<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> in de omgeving van de laadschop ziet, kan afhang<strong>en</strong> van de vraag6 Zoals bijv. ook de toepassing van het relativiteitsvereiste (art. 6:163 BW) laat zi<strong>en</strong>, vgl. HR 7 mei 2004, NJ 2006, 281m.nt. Jac. Hijma (Duwbak Linda).7 En daarmee ook dwing<strong>en</strong>d opgelegd aan de burgers, instanties <strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong>. Zo moet bijv. DNB blijk<strong>en</strong>s derechtspraak van de Hoge Raad erop toezi<strong>en</strong> dat maatregel<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s onder toezicht gestelde instelling<strong>en</strong> het beoogdeeffect hebb<strong>en</strong>, <strong>en</strong> anders moet DNB e<strong>en</strong> meer effectieve maatregel nem<strong>en</strong>, vgl. HR 13 oktober 2006, JA 2007, 2 m.nt. VanBoom (Vie d’Or).22Gies<strong>en</strong>_01.indb 4 20-5-2008 16:29:09


<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>: inleiding <strong>en</strong> verantwoordingwelk gedrag kinder<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> bij het zi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> laadschop.Blijv<strong>en</strong> zij, bang geword<strong>en</strong> door de omvang van het voertuig, op e<strong>en</strong> veilige afstand ofword<strong>en</strong> zij zozeer aangetrokk<strong>en</strong> tot het fasciner<strong>en</strong>de apparaat dat zij er bijna als vanzelfonder gerak<strong>en</strong>? Als de rechter de eerste variant kiest, kan hij tot de beslissing kom<strong>en</strong>dat het kind dat wél onder de laadschop is geraakt, uitzonderlijk gedrag vertoonde waarde bestuurder ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing mee had hoev<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. Als de rechter de tweede variantkiest, kan hij tot de beslissing kom<strong>en</strong> dat de bestuurder rek<strong>en</strong>ing had moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>met typisch kindergedrag <strong>en</strong> dat er dus aansprakelijkheid bestaat voor het letsel vanhet kind dat het typische gedrag vertoonde. In de laadschop-zaak koos het hof voor deeerste <strong>en</strong> de Hoge Raad k<strong>en</strong>nelijk voor de tweede variant. 8 Dat kan natuurlijk niet. Er valthier niets te kiez<strong>en</strong>: beide variant<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> werkelijkheidspret<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> daaromempirisch getoetst (kunn<strong>en</strong>) word<strong>en</strong>, waarna in principe zal blijk<strong>en</strong> dat één pret<strong>en</strong>tie nietjuist was. Vaak kan de rechter dat echter niet zelf <strong>en</strong> is deskundig advies nodig.Met betrekking tot veronderstelde gedragseffect<strong>en</strong> kan hier verder nog gewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>op het zog<strong>en</strong>oemde floodgates argum<strong>en</strong>t. In rechtspraak, vooral in het buit<strong>en</strong>land, wordtbijvoorbeeld vaak verwez<strong>en</strong> naar de onaanvaardbare maatschappelijke gevolg<strong>en</strong> van hettoelat<strong>en</strong> van aansprakelijkheid buit<strong>en</strong> contract voor zog<strong>en</strong>aamde zuivere vermog<strong>en</strong>sschade.9 Dat zou tot het op<strong>en</strong>zett<strong>en</strong> van de sluisdeur<strong>en</strong> (richting ongebreidelde aansprakelijkheid)leid<strong>en</strong>, door het te voorzi<strong>en</strong>e gevolg dat veelvuldig vergoeding voor de betreff<strong>en</strong>deschadecategorie gevorderd zal word<strong>en</strong>. En dat zou e<strong>en</strong> ondraaglijke schadelastteweegbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> of op zijn minst e<strong>en</strong> chilling effect hebb<strong>en</strong> op organisaties (d.w.z. leid<strong>en</strong>tot overmatige angst voor pot<strong>en</strong>tiële schadeclaims, resulter<strong>en</strong>d in e<strong>en</strong> maatschappelijkonw<strong>en</strong>selijk hoge mate van voorzichtigheid).Dergelijke retoriek lijkt ook in onze eig<strong>en</strong> civiele rechtspraak te word<strong>en</strong> gebezigd, 10zonder dat er concrete k<strong>en</strong>nis bestaat over de werkelijke gedragseffect<strong>en</strong> van het al danniet toestaan van e<strong>en</strong> bepaalde aansprakelijkheidsactie. Dat wil niet zegg<strong>en</strong> dat weaansprakelijkheid met e<strong>en</strong> gerust hart verder kunn<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> uitdij<strong>en</strong>, maar wel dat dergelijkeargum<strong>en</strong>tatie met werkelijkheidspret<strong>en</strong>tie beter onderbouwd – of wellicht beterzelfs: vermed<strong>en</strong> – moet word<strong>en</strong> als er ge<strong>en</strong> tastbare bewijz<strong>en</strong> voor bestaan of aangevoerd(kunn<strong>en</strong>) word<strong>en</strong>.8 Zie HR 25 september 1981, NJ 1982, 254 (Martin Smit). Vgl. daarover bijv. Vrank<strong>en</strong> 2005, nr. 50-51.9 Zie de verwijzing<strong>en</strong> bij Van Boom 2004, p. 33 e.v.10 Vgl. bijv. HR 7 mei 2004, NJ 2006, 281 m.nt. Jac Hijma (Duwbak Linda) , waar aan het ‘floodgates’ argum<strong>en</strong>t wordtgerefereerd (zie r.ov. 3.4.3: ‘Teg<strong>en</strong> deze achtergrond moet word<strong>en</strong> geoordeeld dat de uit de algem<strong>en</strong>e verantwoordelijkheidvan de Staat voor e<strong>en</strong> veilig scheepvaartverkeer voortvloei<strong>en</strong>de verplichting bij de keuring van schep<strong>en</strong> met hetoog op de afgifte of verl<strong>en</strong>ging van e<strong>en</strong> certificaat van onderzoek zorgvuldig te werk te gaan, niet de strekking heefte<strong>en</strong> in beginsel onbeperkte groep van derd<strong>en</strong> te bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de vermog<strong>en</strong>sschade die op e<strong>en</strong> vooraf veelal niet tevoorzi<strong>en</strong>e wijze kan ontstaan doordat de ondeugdelijkheid <strong>en</strong> onveiligheid van het schip bij de door of onder verantwoordelijkheidvan de Staat verrichte keuring t<strong>en</strong> onrechte niet aan het licht is gekom<strong>en</strong>.’).23Gies<strong>en</strong>_01.indb 5 20-5-2008 16:29:10


W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. VerheijAlvor<strong>en</strong>s wij vervolg<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> voorbeeld, nog dit. Er is één type presumptie met werkelijkheidspret<strong>en</strong>tiedat vooral in rechtspraak gehanteerd wordt. Het gaat hier om e<strong>en</strong>type dat nauw verwant is aan gedragspresumpties, te wet<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nispresumpties. Het zijnvooral rechters die zich er van bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> als zij oordel<strong>en</strong> dat iets e<strong>en</strong> feit van algem<strong>en</strong>ebek<strong>en</strong>dheid is. Zo is in het verled<strong>en</strong> al geoordeeld dat het bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die vertrouwdzijn met het klimaat in Aruba, van algem<strong>en</strong>e bek<strong>en</strong>dheid is dat m<strong>en</strong> terdege met hetgevaar van gladheid na reg<strong>en</strong>val rek<strong>en</strong>ing moet houd<strong>en</strong>, 11 dat algeme<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d is datin algem<strong>en</strong>e voorwaard<strong>en</strong> regelmatig zeer vergaande exoneratieclausules voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong>dat m<strong>en</strong> daarmee rek<strong>en</strong>ing moet houd<strong>en</strong>; 12 dat het regelmatig voorkomt dat bij garagesautosleutels uit de briev<strong>en</strong>bus word<strong>en</strong> geh<strong>en</strong>geld <strong>en</strong> de daarbij behor<strong>en</strong>de auto’s die in deomgeving van die garage staan word<strong>en</strong> gestol<strong>en</strong>, 13 dat e<strong>en</strong> podium e<strong>en</strong> mogelijk valgevaarmet zich br<strong>en</strong>gt, 14 <strong>en</strong> dat autoge<strong>en</strong> snijd<strong>en</strong> brandgevaar oplevert. 15 Aan de anderekant werd de giftigheid van e<strong>en</strong> taxusstruik, vooral voor paard<strong>en</strong>, niet algeme<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>dverondersteld, tot verbazing van ander<strong>en</strong>. 16De rechtsgevolg<strong>en</strong> van dergelijke rechterlijke oordel<strong>en</strong> zijn verstrekk<strong>en</strong>d, omdat feit<strong>en</strong>van algem<strong>en</strong>e bek<strong>en</strong>dheid zelfstandig door de rechter aan zijn beslissing t<strong>en</strong> grondslagmog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gelegd <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> bewijs behoev<strong>en</strong>. 17 Mede daarom zou het nuttig zijn omte wet<strong>en</strong> of deze k<strong>en</strong>nispresumpties verband houd<strong>en</strong> met de werkelijkheid. In dit boekstaat dit type presumpties als zodanig niet c<strong>en</strong>traal, maar soms komt m<strong>en</strong> ze verborg<strong>en</strong>in gedragspresumpties teg<strong>en</strong>. In die zin kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ze dus wel degelijk aan de ordekom<strong>en</strong>.2.3 E<strong>en</strong> voorbeeld: informatie in het <strong>privaatrecht</strong>Om de lijn tuss<strong>en</strong> gedragspresumptie <strong>en</strong> gedragseffect te vervolg<strong>en</strong>, will<strong>en</strong> wij in dezeparagraaf aan de hand van e<strong>en</strong> uitgebreider voorbeeld de werking hiervan in regelgevingillustrer<strong>en</strong>. Het voorbeeld begint bij e<strong>en</strong> zeer bek<strong>en</strong>de gedragspresumptie: de rationelekeuze-theorie. Deze theorie is dominant in de economie <strong>en</strong>, naar het lijkt, ook in <strong>privaatrecht</strong>elijkeregelgeving. De presumptie in deze theorie is dat m<strong>en</strong>selijk gedrag:11 HR 2 maart 2007, NJ 2007, 143 (Perez/Casa Grande).12 HR 1 juli 1993, NJ 1993, 688 (Bouma/Cavo-Latuco).13 HR 12 maart 2004, NJ 2004, 272 (De Lage Land<strong>en</strong> Translease/Garage Kemp<strong>en</strong>aar Gouda).14 Vgl. ongeveer in die zin Hof Amsterdam, te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> uit HR 25 mei 2007, RvdW 2007, 503 (Van d<strong>en</strong> Heuvel/ UtrechtseJeugdhuiz<strong>en</strong> Leger des Heils).15 Hof Amsterdam, te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> uit HR 20 oktober 2000, NJ 2000, 700 (Foek<strong>en</strong>s/Naim).16 HR 22 april 1994, NJ 1994, 624 m.nt. CJHB (Taxus).17 Art. 149 lid 2 Rv.24Gies<strong>en</strong>_01.indb 6 20-5-2008 16:29:10


<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>: inleiding <strong>en</strong> verantwoording‘e<strong>en</strong> reeks keuzes is die op individuele basis, volkom<strong>en</strong> rationeel <strong>en</strong> met eig<strong>en</strong>belangals belangrijkste motivatie word<strong>en</strong> gemaakt. Bij die keuzes stell<strong>en</strong>m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich, gegev<strong>en</strong> hun budget <strong>en</strong> hun smaak, t<strong>en</strong> doel hun behoeft<strong>en</strong>optimaal te bevredig<strong>en</strong>. (...)’ 18Als dit juist is, zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ‘nutsmaximaliseerders’ die gedrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de onstuitbarebehoefte om teg<strong>en</strong> de achtergrond van hun prefer<strong>en</strong>ties het onderste uit de kan tehal<strong>en</strong> voor zichzelf <strong>en</strong> de hunn<strong>en</strong>. Dit m<strong>en</strong>sbeeld spoort tot op zekere hoogte met hetbeginsel van autonomie (keuzevrijheid) in het <strong>privaatrecht</strong>, dat e<strong>en</strong> belangrijke vertakkingk<strong>en</strong>t naar het beginsel van contractsvrijheid (of breder: naar het beginsel dat iederde consequ<strong>en</strong>ties van zijn keuzes draagt). Voor het contract<strong>en</strong>recht betek<strong>en</strong>t dit kortgezegd dat partij<strong>en</strong> vrij zijn om het contract te sluit<strong>en</strong> dat zij zelf kiez<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de Staatin beginsel ge<strong>en</strong> correcties moet aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> op dat aldus geslot<strong>en</strong> contract. Uitzondering<strong>en</strong>op deze hoofdregel zoud<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> als ‘de markt faalt’.Er is in de loop der jar<strong>en</strong> van veel kant<strong>en</strong> kritiek op dit economische m<strong>en</strong>sbeeld geformuleerd.Als de m<strong>en</strong>s werkelijk zo in elkaar steekt, waarom l<strong>en</strong><strong>en</strong> ze dan te veel, spar<strong>en</strong> ze teweinig, et<strong>en</strong> ze te veel, beweg<strong>en</strong> ze te weinig, mak<strong>en</strong> ze verkeerde beleggingsbeslissing<strong>en</strong><strong>en</strong> spel<strong>en</strong> ze wel mee met de loterij maar zijn ze doodsbang voor asbest in hun huis?M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> stroomschema’s, <strong>en</strong> hun beslissing<strong>en</strong> dus ook niet, aldus deze kritiek.E<strong>en</strong> fraai voorbeeld van e<strong>en</strong> type gedragspresumptie waarvan in het <strong>privaatrecht</strong> gebruikwordt gemaakt <strong>en</strong> dat hierbij aanhaakt, is dat individu<strong>en</strong> met volledige informatie debeste contracteerbeslissing<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Het consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>beleid is e<strong>en</strong> expon<strong>en</strong>t van dezebeleidsvisie, die tot doel heeft om consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> goed geïnformeerd te mak<strong>en</strong>. 19 Basis voordeze visie is (1) de these dat het ontbrek<strong>en</strong> van informatie (of de bek<strong>en</strong>dheid van informatiebij de <strong>en</strong>e partij <strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>dheid ervan bij de andere) tot ‘inefficiënte contract<strong>en</strong>’kan leid<strong>en</strong> (<strong>en</strong> dat dit informatiegebrek dus op e<strong>en</strong> of andere manier gerepareerd moetword<strong>en</strong>) <strong>en</strong> (2) de presumptie – die ev<strong>en</strong>zeer op het rationaliteitsidee is gestoeld! – dat dem<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> rationele afweging maakt tuss<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> van het zoek<strong>en</strong> naar <strong>en</strong> het mak<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> keuze zónder alle relevante informatie. 20E<strong>en</strong> van de mogelijke oplossing<strong>en</strong> voor dit probleem in het consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>recht ligt in diezi<strong>en</strong>swijze voor de hand: zorg ervoor dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> makkelijk aan die informatie kunn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> die nodig is voor het nem<strong>en</strong> van beslissing<strong>en</strong>. 21 Dat is dan ook vaak de oplossing diede wetgever kiest. Wet- <strong>en</strong> regelgevers <strong>en</strong> rechters formuler<strong>en</strong> allerhande informatie- <strong>en</strong>18 Hur<strong>en</strong>kamp <strong>en</strong> Kremer 2005, p. 25.19 Vgl. Strategisch Actie Programma ‘E<strong>en</strong> versterkte consum<strong>en</strong>taliteit’ (Beleidsbrief Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> juni 2004 Ministerievan Economische Zak<strong>en</strong>).20 Zie bijv. de literatuurverwijzing<strong>en</strong> bij Duyv<strong>en</strong>sz 2003, p. 42 e.v.21 Kritisch Hadfield e.a. 1998, p. 141.25Gies<strong>en</strong>_01.indb 7 20-5-2008 16:29:10


W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. Verheijmededelingsplicht<strong>en</strong>, variër<strong>en</strong>d van zorgplicht<strong>en</strong> voor di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ers <strong>en</strong> mededelingsplicht<strong>en</strong>in de precontractuele fase tot de financiële bijsluiter <strong>en</strong> ‘know your customer’verplichting<strong>en</strong> in bijzondere regelgeving. 22 Het ‘gewone’ <strong>privaatrecht</strong> k<strong>en</strong>t ook veel vandit soort informatie- of waarschuwingsverplichting<strong>en</strong>, die als het ware ondersteuningmoet<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> aan ‘beslissing<strong>en</strong> in autonomie g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>’; 23 gedacht kan word<strong>en</strong> aan hetdwalingsleerstuk (art. 6:228 BW), de wilsleer (art. 3:33 BW), maar ook aan informatie-,mededelings- <strong>en</strong> onderzoeksplicht<strong>en</strong> in het aansprakelijkheidsrecht (art. 6:74 BW <strong>en</strong> art.6:162 BW) <strong>en</strong> bijvoorbeeld de ‘informed cons<strong>en</strong>t’-idee van artikel 7:448 e.v. BW.Vrag<strong>en</strong> die hier vervolg<strong>en</strong>s opkom<strong>en</strong>, zijn onder meer: hoe kan het recht ervoor zorg<strong>en</strong>dat de informatie terecht komt bij deg<strong>en</strong>e die deze voor zijn keuzes nodig heeft? Wat isbelangrijke informatie <strong>en</strong> wat niet? Op wie kan het beste de plicht word<strong>en</strong> gelegd (ofruimer: aan wie moet de prikkel word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>) om de informatie te verstrekk<strong>en</strong> of teverkrijg<strong>en</strong>? Maar tegelijkertijd blijkt dat er ook belangrijke beperking<strong>en</strong> aan het will<strong>en</strong>wegwerk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> informatieachterstand klev<strong>en</strong>.In de eerste plaats kunn<strong>en</strong> prefer<strong>en</strong>ties van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan dus ook de informatiedie nodig is voor het mak<strong>en</strong> van keuzes verschill<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> regelgever zal dus – alshij bijvoorbeeld e<strong>en</strong> informatieverplichting in het lev<strong>en</strong> roept – e<strong>en</strong> idee moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>van wat voor ‘de gemiddelde persoon’ relevante informatie is. En e<strong>en</strong> rechter moet zichbijvoorbeeld afvrag<strong>en</strong> of de informatiebehoefte van e<strong>en</strong> van beide partij<strong>en</strong> (d<strong>en</strong>k aanhet leerstuk van dwaling) gemiddeld <strong>en</strong> dus reëel of juist exorbitant is. E<strong>en</strong>voudig is datge<strong>en</strong>szins, want hoe komt m<strong>en</strong> aan gegev<strong>en</strong>s daarover? 24In de tweede plaats is informatie lang niet altijd conclud<strong>en</strong>t. Zeker waar informatiege<strong>en</strong> absolute zekerheid, maar slechts waarschijnlijkheid uitdrukt (de verkoper van hethuis die verklaart ‘voor zover ik weet is er ge<strong>en</strong> bestemmingsplanwijziging ophand<strong>en</strong>’,geeft daarmee aan dat er nú ge<strong>en</strong> bouwplann<strong>en</strong> zijn, maar kan ge<strong>en</strong> garanties voor detoekomst gev<strong>en</strong>), moet de ontvanger van de informatie keuzes mak<strong>en</strong> op grond van sc<strong>en</strong>ario’s– inschatting<strong>en</strong> van hoe de situatie zich verder zal ontwikkel<strong>en</strong>, welke goede <strong>en</strong>kwade kans<strong>en</strong> zich kunn<strong>en</strong> verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong> na het mak<strong>en</strong> van de keuze. Informatie geeftzeld<strong>en</strong> zekerheid, maar hoogst<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> basis om e<strong>en</strong> beslissing te nem<strong>en</strong> ‘in onzekerheid’.Dan is het dus de kunst om informatie over goede <strong>en</strong> kwade kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> de grootte vandie kans<strong>en</strong> over het voetlicht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Dat klinkt e<strong>en</strong>voudig, maar is in werkelijkheidbijzonder moeilijk <strong>en</strong> soms zelfs onmogelijk.In de derde plaats is er onder invloed van met name de psychologie e<strong>en</strong> stroming binn<strong>en</strong>de economische wet<strong>en</strong>schap ontstaan die fundam<strong>en</strong>tele kritiek heeft geformuleerd op het22 Wij wijz<strong>en</strong> alvast op de bijdrage van Loon<strong>en</strong> in dit boek.23 Vgl. de bijdrage van Luzak in deze uitgave.24 Vgl. over de problematiek van de ‘gemiddelde’ consum<strong>en</strong>t bijv. Kabel 2005.26Gies<strong>en</strong>_01.indb 8 20-5-2008 16:29:10


<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>: inleiding <strong>en</strong> verantwoordingrationele beslissingsmodel. 25 Deze ‘behavioristische’ stroming trekt in twijfel dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>(altijd) in staat zijn om – zelfs als zij alle relevante informatie voorhand<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> – derationele beslissing te nem<strong>en</strong> die nodig is in het klassieke economische model. Zij stell<strong>en</strong>,<strong>en</strong> onderbouw<strong>en</strong> dat met psychologische experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, dat de cognitieve beperking<strong>en</strong>van de m<strong>en</strong>s mak<strong>en</strong> dat hij onder invloed van cognitieve stoorniss<strong>en</strong> – m<strong>en</strong> spreekt welvan ‘biases’ (e<strong>en</strong> cognitieve vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>heid die de objectieve beoordeling van desituatie bemoeilijkt) <strong>en</strong> ‘heuristics’ (cognitieve ‘ezelsbruggetjes’ bij het nem<strong>en</strong> van beslissing<strong>en</strong>)– beslissing<strong>en</strong> neemt. Deze ‘biases’ <strong>en</strong> ‘heuristics’ kunn<strong>en</strong> behulpzaam zijn bij hetnem<strong>en</strong> van beslissing<strong>en</strong>, maar zitt<strong>en</strong> de beslisser ook vaak in de weg. Meer informatieis dus niet altijd betere besluitvorming. 26 En het is de vraag of e<strong>en</strong> wet- of regelgever ofrechter bij het formuler<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> informatieplicht of e<strong>en</strong> zorgplicht ook rek<strong>en</strong>ing kan<strong>en</strong> zal houd<strong>en</strong> met deze cognitieve ‘stoorz<strong>en</strong>ders’. 273 He t r e c h t e n d e w e r k e l i j k h e i d, e e n h istor is c h e c o n t e x t3.1 To<strong>en</strong>…De gedachte die aan deze bundel t<strong>en</strong> grondslag ligt, is dat jurist<strong>en</strong> verder di<strong>en</strong><strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong>dan de tekst (<strong>en</strong> totstandkoming) van de wet. Zij di<strong>en</strong><strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> ‘naar achter<strong>en</strong>’ tekijk<strong>en</strong> naar de ontstaansgeschied<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> bepaalde regel, maar ook ‘naar vor<strong>en</strong>’: watzijn de bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde gevolg<strong>en</strong> van de <strong>en</strong>e of de andere uitleg of toepassing vandie regel? Deze gedachte is uiteraard niet nieuw, zij k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is die teruggaattot (in elk geval) de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw. Dat gegev<strong>en</strong> roept de vraag op wat de vrucht<strong>en</strong>zijn geweest van deze eerdere poging<strong>en</strong>. In het navolg<strong>en</strong>de zull<strong>en</strong> wij, zonder volledigheidte pret<strong>en</strong>der<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> schets gev<strong>en</strong> van deze geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> e<strong>en</strong> antwoord tracht<strong>en</strong> tegev<strong>en</strong> op g<strong>en</strong>oemde vraag.In de tweede helft van de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw is zowel in Europa als in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>van Amerika e<strong>en</strong> oproep gedaan om de rechtswet<strong>en</strong>schap e<strong>en</strong> andere, meer maatschappelijke,oriëntatie te gev<strong>en</strong>. In 1877 ver<strong>en</strong>igd<strong>en</strong> zich te Harvard neg<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de‘Metafysische Club’. Vier van h<strong>en</strong> war<strong>en</strong> jurist, waaronder de later beroemd geword<strong>en</strong>Oliver W<strong>en</strong>dell Holmes. Op het gebied van de rechtswet<strong>en</strong>schap streefde deze groep devolg<strong>en</strong>de drie zak<strong>en</strong> na: 1) de groep was voorstander van empirisch onderzoek, 2) m<strong>en</strong>was teg<strong>en</strong> dogmatische abstracties <strong>en</strong> voelde over het algeme<strong>en</strong> voor meer vrijheid bij de25 Over die ontwikkeling bijv. Korobkin <strong>en</strong> Ul<strong>en</strong> 2000, p. 1051 e.v.; Parisi <strong>en</strong> Smith 2005; Schwartz 2004. Vgl. ook Camerere.a. 2003; De Cremer e.a. 2006; ’t Hart <strong>en</strong> Du Perron 2006. Indirect ook van belang zijn Thaler 1993; Thaler 2005.26 Zie, met verdere verwijzing<strong>en</strong>, de literatuur g<strong>en</strong>oemd in noot 25. Vgl. bijv. ook nog Schwartz 2004; Guthrie 2006, p. 425e.v.27 Het zijn deze <strong>en</strong> de daaraan verwante vrag<strong>en</strong> die in diverse bijdrag<strong>en</strong> aan dit boek c<strong>en</strong>traal staan.27Gies<strong>en</strong>_01.indb 9 20-5-2008 16:29:10


W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. Verheijrechtsvinding, <strong>en</strong> 3) m<strong>en</strong> was voorstander van sociale hervorming<strong>en</strong>. 28 Sam<strong>en</strong>gevat zagm<strong>en</strong> het recht niet (slechts) als e<strong>en</strong> logisch stelsel van regels, maar als e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>tom bepaalde doelstelling<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>. Dit komt kernachtig tot uitdrukking in de vaakgeciteerde zin van Holmes: ‘The life of the law is not logic, it has be<strong>en</strong> experi<strong>en</strong>ce.’ 29 InDuitsland was het Von Jhering die zich in hetzelfde jaar 1877 in zijn boek Der Zweck imRecht keerde teg<strong>en</strong> de dogmatiek. 30 Ge<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong>, maar belang<strong>en</strong> di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal testaan, zo betoogde hij.Ook in Nederland ging<strong>en</strong> stemm<strong>en</strong> op voor e<strong>en</strong> meer op de sociale werkelijkheid betrokk<strong>en</strong>rechtswet<strong>en</strong>schap. De meest spraakmak<strong>en</strong>de onder h<strong>en</strong> was ongetwijfeld Hamaker, diezelfs de conclusie trok dat de rechter contra legem mocht besliss<strong>en</strong> wanneer de regel uitde wet botste met e<strong>en</strong> maatschappelijke regel. 31 Hieraan t<strong>en</strong> grondslag lag zijn opvattingover de aard van de codificatie. Volg<strong>en</strong>s hem kwam deze neer op e<strong>en</strong> beschrijving vande gedragsregels die door burgers feitelijk in acht werd<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Klassiek is uiteraardook de oratie van Hijmans ‘Het recht der werkelijkheid’ uit 1910. 32 Minder bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong>daarom aardig om te noem<strong>en</strong>, is dat Meijers zich in zijn proefschrift uit 1903 bek<strong>en</strong>deals e<strong>en</strong> aanhanger van B<strong>en</strong>tham <strong>en</strong> e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stander van Kant. 33 In het conflict tuss<strong>en</strong>het rationalisme <strong>en</strong> utilisme koos hij dus voor het laatste, hetge<strong>en</strong> relevant lijkt omdate<strong>en</strong> aanhanger van het utilisme meer de aandacht zal richt<strong>en</strong> op het nut van bepaalderegels <strong>en</strong> dus op de (mogelijke) effect<strong>en</strong> ervan zal moet<strong>en</strong> ingaan. Meijers hechtte verderook belang aan het verzamel<strong>en</strong> van empirische gegev<strong>en</strong>s. In zijn dissertatie geeft hij alszijn m<strong>en</strong>ing dat w<strong>en</strong>selijk recht niet moet word<strong>en</strong> bepaald door de heers<strong>en</strong>de rechtsovertuiging,maar door drie soort<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s 34 : de verschill<strong>en</strong>de behoeft<strong>en</strong> van het volk <strong>en</strong>haar int<strong>en</strong>siteit, e<strong>en</strong> zo uitgebreid mogelijke k<strong>en</strong>nis over de invloed door verschill<strong>en</strong>deomstandighed<strong>en</strong> op de bevrediging van deze behoeft<strong>en</strong> (sociologie <strong>en</strong> psychologie) <strong>en</strong> e<strong>en</strong>uitgebreide k<strong>en</strong>nis van de inrichting <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>aardighed<strong>en</strong> der maatschappij waarvoor deregels geld<strong>en</strong>. Ook in zijn oratie wijst hij op het belang van wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoekter ondersteuning van de taak van de rechter <strong>en</strong> de wet<strong>en</strong>schapper. 35Smits 36 geeft in zijn schets van Meijers verschill<strong>en</strong>de voorbeeld<strong>en</strong> van de neiging vanMeijers om zelf empirische gegev<strong>en</strong>s te verzamel<strong>en</strong>. Het to<strong>en</strong>malige art. 2014 BWbepaalde niet na hoeveel tijd de vinder van e<strong>en</strong> voorwerp eig<strong>en</strong>aar werd. Meijers deed28 Schuyt 1979, p. 236.29 Holmes 1881 (zie vooral Lecture 1. Early forms of liability). Holmes was er van overtuigd dat het recht niet de belang<strong>en</strong>van de geme<strong>en</strong>schap als geheel di<strong>en</strong>de, maar slechts de belang<strong>en</strong> van de dominer<strong>en</strong>de klasse, zie Novick 1991, p. xiv.30 Von Jhering 1877.31 Zie Hamaker 1888; Hamaker 1897 <strong>en</strong> Hamaker 1909 (bijv. op p. 228-229).32 Hijmans 1910.33 Meijers 1903.34 Meijers 1903, p. 91-93, <strong>en</strong> zie daarover verder Smits 2004, p. 71.35 Meijers 1910, p. 19.36 Zie Smits 2004.28Gies<strong>en</strong>_01.indb 10 20-5-2008 16:29:10


<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>: inleiding <strong>en</strong> verantwoordingnavraag bij de politiebureaus van alle grote sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontdekte dat m<strong>en</strong> de gevond<strong>en</strong>voorwerp<strong>en</strong> na e<strong>en</strong> bepaalde periode (variër<strong>en</strong>d van drie maand<strong>en</strong> tot zes jaar) verkocht<strong>en</strong> de opbr<strong>en</strong>gst in de geme<strong>en</strong>tekas stortte. Aan de hand van deze gegev<strong>en</strong>s bepaaldeMeijers vervolg<strong>en</strong>s wat in de maatschappij k<strong>en</strong>nelijk e<strong>en</strong> redelijke termijn werd gevond<strong>en</strong>voor de verkrijging van eig<strong>en</strong>dom. Ook ter onderbouwing van zijn m<strong>en</strong>ing dat er e<strong>en</strong>nieuw BW moest kom<strong>en</strong>, maakte hij gebruik van empirische gegev<strong>en</strong>s. Zijn belangrijksteargum<strong>en</strong>t voor e<strong>en</strong> nieuwe codificatie was dat de rechtsonzekerheid was vergroot doorde to<strong>en</strong>ame van het ongeschrev<strong>en</strong> recht. Dit trachtte hij aan te ton<strong>en</strong> door te berek<strong>en</strong><strong>en</strong>hoe groot het perc<strong>en</strong>tage uitsprak<strong>en</strong> van lagere rechters was dat door de Hoge Raad wasgecasseerd. Volg<strong>en</strong>s hem nam dit perc<strong>en</strong>tage toe van 16% in 1908 naar 30% in 1948.Tev<strong>en</strong>s baseerde hij zich op het aantal uitsprak<strong>en</strong> waarin de conclusie van het OM doorde Hoge Raad niet werd gevolgd: van 15% in 1908 naar 42% in 1948. 37Al deze voorbeeld<strong>en</strong> t<strong>en</strong> spijt kan niet word<strong>en</strong> gezegd dat in Europa e<strong>en</strong> meer empirischgeoriënteerde b<strong>en</strong>adering van het <strong>privaatrecht</strong> sindsdi<strong>en</strong> de heers<strong>en</strong>de wijze van wet<strong>en</strong>schapsbeoef<strong>en</strong>ingis geword<strong>en</strong>. 38 Voor wat betreft Nederland is Hijmans in zijn bijdrageaan het Ged<strong>en</strong>kboek Burgerlijk Wetboek 1838-1938 dan ook niet onverdeeld positief.Hoewel hij in de rechtswet<strong>en</strong>schap verschill<strong>en</strong>de blijk<strong>en</strong> van sympathie voor het rechtder werkelijkheid ontwaart, schrijft hij over de rechtspraak: 39‘Immers, hoe goed inzicht ook de lagere rechter vaak in de eisch<strong>en</strong> der werkelijkheidheeft, de H.R., de behoeder van het wettelijk recht, staat daar alsbangmaker, bewap<strong>en</strong>d met e<strong>en</strong> uit scherp geslep<strong>en</strong> wetsartikel<strong>en</strong> gesmeedzwaard, <strong>en</strong> gereed om alles neer te slaan, wat ook maar e<strong>en</strong>igszins met dewoord<strong>en</strong> der wet in strijd is.’3.2 En nuVandaag de dag, zev<strong>en</strong>tig jaar later, kan van de Hoge Raad niet word<strong>en</strong> gezegd dat hije<strong>en</strong> bangmaker is die niet verder kijkt dan de tekst van de wet. Dat de Hoge Raad zichzou lat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> door empirische gegev<strong>en</strong>s is echter ev<strong>en</strong>min het geval. Algem<strong>en</strong>er geldtdat van de verwachting<strong>en</strong> die Hijmans oorspronkelijk had van de rechtswet<strong>en</strong>schap, niet37 Meijers 1949, p. 178 e.v.38 Aldus reeds Schuyt 1979, p. 237.39 Hijmans 1938, p. 188.29Gies<strong>en</strong>_01.indb 11 20-5-2008 16:29:10


W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. Verheijal te veel is terecht gekom<strong>en</strong>, in ieder geval niet wat het <strong>privaatrecht</strong> betreft. 40 Bestaat ere<strong>en</strong> verklaring voor het gegev<strong>en</strong> dat de civiele rechter <strong>en</strong> de civiele rechtswet<strong>en</strong>schap deoverstap naar e<strong>en</strong> meer empirische rechtsbeoef<strong>en</strong>ing niet hebb<strong>en</strong> (hoev<strong>en</strong>) mak<strong>en</strong>?E<strong>en</strong> (empirisch verantwoorde!) beantwoording van deze vraag valt buit<strong>en</strong> het doel vandit boek <strong>en</strong> het bestek van deze inleiding. Toch will<strong>en</strong> wij t<strong>en</strong>tatief e<strong>en</strong> aantal factor<strong>en</strong>noem<strong>en</strong> die naar onze m<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> rol van betek<strong>en</strong>is gespeeld zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.De navolg<strong>en</strong>de lijst is ongetwijfeld niet compleet, maar deze kan naar onze m<strong>en</strong>ing welals e<strong>en</strong> vertrekpunt di<strong>en</strong><strong>en</strong>.1. In de juridische opleiding wordt praktisch ge<strong>en</strong> aandacht geschonk<strong>en</strong> aan empirischonderzoek. Als de jurist<strong>en</strong> van de toekomst niet dan al met dit soort onderzoekin aanraking kom<strong>en</strong>, kan niet verwacht word<strong>en</strong> dat zij later spontaan zelf met datonderzoek aan de slag gaan.2. De belangstelling in andere disciplines voor empirisch onderzoek naar de werkingvan <strong>privaatrecht</strong>elijke regels is niet groot. Dergelijk onderzoek wordt in die anderedisciplines niet aangemerkt als toponderzoek <strong>en</strong> wordt daarom niet gestimuleerd. Datbetek<strong>en</strong>t dat de jurist<strong>en</strong> het zelf moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, maar daartoe zijn we niet geschoold.3. Empirische resultat<strong>en</strong> zijn vaak ambigu <strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> dus niet in e<strong>en</strong> bepaalde richting.Zoals Schuyt het mooi verwoordt: 41 ‘De sociale werkelijkheid is e<strong>en</strong> sfinx <strong>en</strong> iederejurist die zich tot de sociale werkelijkheid richt om zijn eig<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong><strong>en</strong> beslissing<strong>en</strong> beter op te loss<strong>en</strong>, hoopt wellicht op <strong>en</strong> verloss<strong>en</strong>d antwoord, maarzal – hoop ik dan – vroeger of later ontdekk<strong>en</strong>, dat hij toch weer zelf het antwoordvan de sfinx zal moet<strong>en</strong> interpreter<strong>en</strong>. De sociale werkelijkheid k<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> vertolker<strong>en</strong> is dus ook niet te gebruik<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> automatisch antwoordapparaat.’ Hetvalt niet te verwacht<strong>en</strong> dat de civilist veel moeite zal gaan do<strong>en</strong> als het te bereik<strong>en</strong>resultaat niet direct toepasbaar is, <strong>en</strong> dat geldt e<strong>en</strong>s te meer als ev<strong>en</strong>tuele inspanning<strong>en</strong>op e<strong>en</strong> ander, vertrouwder juridisch vlak vergelijkbare (nog te interpreter<strong>en</strong>)resultat<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>.4. Veel jurist<strong>en</strong> die praktisch werkzaam zijn, zitt<strong>en</strong> wellicht niet te wacht<strong>en</strong> op e<strong>en</strong>uitbreiding van de af te weg<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Het is zo al ingewikkeld g<strong>en</strong>oeg. 42 Diefactor zou wellicht minder scherp e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> als het resultaat van empirischonderzoek ondubbelzinnig zou zijn, maar dat is, als gezegd, niet het geval.40 Zie wel nog Hesselink 2001. Ook di<strong>en</strong>t gezegd te word<strong>en</strong> dat de multidisciplinaire of interdisciplinaire b<strong>en</strong>aderingin de wet<strong>en</strong>schappelijke discussie over het recht de laatste jar<strong>en</strong> aan belang gewonn<strong>en</strong> heeft, blijk<strong>en</strong>s bijvoorbeeld dediscussie zoals die de laatste jar<strong>en</strong> gevoerd wordt over de wet<strong>en</strong>schappelijkheid van de rechtsgeleerdheid. Vgl. bijv. hetbijzonder nummer van Ars Aequi uit november 2007 (met daarin <strong>privaatrecht</strong>elijke bijdrag<strong>en</strong> van Van Wees c.s. <strong>en</strong>Schrama) <strong>en</strong> de rec<strong>en</strong>te literatuur g<strong>en</strong>oemd in par. 5.1.41 Schuyt 1979, p. 237.42 Vgl. Hammerstein 2004, p. 93.30Gies<strong>en</strong>_01.indb 12 20-5-2008 16:29:11


<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>: inleiding <strong>en</strong> verantwoordingEr zijn dus mogelijk wel verklaring<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong> voor de kloof tuss<strong>en</strong> het <strong>privaatrecht</strong> <strong>en</strong>de werkelijkheid. Maar verklaring<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> (nog) ge<strong>en</strong> rechtvaardiging <strong>en</strong> daarom staatons voor og<strong>en</strong> het <strong>privaatrecht</strong> <strong>en</strong> de werkelijkheid opnieuw k<strong>en</strong>nis te lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> metelkaar. Betek<strong>en</strong>t dit dan dat wij de ‘civilologie’ kritiekloos als nieuw paradigma omarm<strong>en</strong>omdat we het niet meer zi<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> met het positief recht? Dat zou problematisch kunn<strong>en</strong>zijn, waar Schuyt immers stelt dat:‘de reactie op de w<strong>en</strong>ding naar de sociale werkelijkheid vaak (bestaat) uit e<strong>en</strong>bevrijdingsgevoel, e<strong>en</strong> spontane bijval bij de w<strong>en</strong>ding soms gepaard gaandemet hoge verwachting<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s het nieuwe paradigma. De bevrijding, vooralvaak waar te nem<strong>en</strong> bij jonge jurist<strong>en</strong> <strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die “het niet meer zo zi<strong>en</strong>zitt<strong>en</strong> met het recht” kan gevoed word<strong>en</strong> zowel door de kritiek die m<strong>en</strong> heeftop het formalistische, maatschappelijk lev<strong>en</strong>loze van het recht, alsook door dekritiek op de klassebasis van het recht.’Wij hebb<strong>en</strong> ons afgevraagd of wij ons dit moet<strong>en</strong> aantrekk<strong>en</strong>. Na <strong>en</strong>ig roer<strong>en</strong> in de eig<strong>en</strong>ziel zijn wij tot e<strong>en</strong> ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de beantwoording moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Wij hebb<strong>en</strong> wel degelijkoog voor de beperking<strong>en</strong> van de civilologie <strong>en</strong> wij zi<strong>en</strong> het bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> juist wél zitt<strong>en</strong>met het recht. Wij will<strong>en</strong> dat het recht zo goed mogelijk aansluit bij de maatschappelijkewerkelijkheid, maar we realiser<strong>en</strong> ons ook terdege dat dit strev<strong>en</strong> ons – <strong>en</strong> de auteurs vandit boek – niet ontslaat van de verantwoordelijkheid om zelf normatieve keuzes te mak<strong>en</strong>in het licht van de bevinding<strong>en</strong> uit de andere disciplines. 43 Dat is ess<strong>en</strong>tieel. Civilologie isnu e<strong>en</strong>maal e<strong>en</strong> tak van wet<strong>en</strong>schap die het mak<strong>en</strong> van normatieve keuzes ondersteunt,<strong>en</strong> die keuzes niet zelf g<strong>en</strong>ereert.4 De i n deli ng v a n d i t b o e k4.1 Algeme<strong>en</strong>We hebb<strong>en</strong> de bijdrag<strong>en</strong> aan dit boek in eerste instantie gerubriceerd naar e<strong>en</strong> zestalrechtsgebied<strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> het <strong>privaatrecht</strong> in de meest brede zin van het woord te onderscheid<strong>en</strong>zijn. De red<strong>en</strong> om het boek vanuit dergelijke rechtsgebied<strong>en</strong> op te bouw<strong>en</strong> wasdat uiteindelijk de juridische invalshoek voor dit boek bepal<strong>en</strong>d was (zie par. 1), zodat degekoz<strong>en</strong> indeling van het boek wat ons betreft ook vanuit die hoek zou moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> indeling naar bijvoorbeeld ‘b<strong>en</strong>utte andere wet<strong>en</strong>schap’ viel daarmee af, <strong>en</strong> e<strong>en</strong>indeling in rechtsgebied<strong>en</strong> werd daarmee voor de hand ligg<strong>en</strong>d.43 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor het recht is immers dat het normatief is, aldus rec<strong>en</strong>t nog Fruytier 2007, p. 834.31Gies<strong>en</strong>_01.indb 13 20-5-2008 16:29:11


W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. VerheijDe zes gebruikte rechtsgebied<strong>en</strong> zijn: contract<strong>en</strong>recht, aansprakelijkheidsrecht, verzekeringsrecht,ondernemingsrecht, insolv<strong>en</strong>tierecht <strong>en</strong> rechtspleging. De keuze voor juistdie deelgebied<strong>en</strong> werd vooral bepaald door onze eig<strong>en</strong> voorkeur<strong>en</strong>, specialism<strong>en</strong> <strong>en</strong>k<strong>en</strong>nis omtr<strong>en</strong>t mogelijke onderwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of auteurs. We hadd<strong>en</strong> uiteraard ook andereterrein<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> selecter<strong>en</strong> <strong>en</strong> bestrijk<strong>en</strong>, maar zover reikt<strong>en</strong> onze ambitie <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nisniet (par. 1). Wellicht komt dat nog (zie par. 6).De verdere indeling van de 21 individuele bijdrag<strong>en</strong> in het <strong>en</strong>e of andere rechtsgebiedheeft ons vervolg<strong>en</strong>s de nodige hoofdbrek<strong>en</strong>s gekost, <strong>en</strong> het resultaat, zo gev<strong>en</strong> wij directtoe, kan soms nog steeds betwijfeld word<strong>en</strong>. Als auteurs gevraagd wordt gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> te overschrijd<strong>en</strong>,is dat echter te verwacht<strong>en</strong>. De navolg<strong>en</strong>de, door ons gemaakte indeling vanbijdrag<strong>en</strong> is dan ook niet altijd e<strong>en</strong> ‘dwing<strong>en</strong>de’; veeleer hebb<strong>en</strong> wij soms het oorspronkelijkaan de auteur aangereikte vertrekpunt voor de bijdrage bepal<strong>en</strong>d lat<strong>en</strong> zijn, ook alsde bijdrage zelf alsnog de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> daarvan opzocht of overschreed.4.2 De indelingBinn<strong>en</strong> het eerste deelterrein, het contract<strong>en</strong>recht, op<strong>en</strong>t Van Raaij met e<strong>en</strong> bijdrageover het consum<strong>en</strong>tbeeld in het BW: is die consum<strong>en</strong>t zwak, rationeel, overlad<strong>en</strong>? Hoekom<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot beslissing<strong>en</strong> <strong>en</strong> in hoeverre sluit<strong>en</strong> de beschermingsregels inhet BW daar bij aan? Rassin bespreekt vervolg<strong>en</strong>s in meer detail hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> tot (juiste)keuzes (bijvoorbeeld inzake het aangaan van e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst) kom<strong>en</strong>, wat de rol vaninformatie daarbij is of zou kunn<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> welke valkuil<strong>en</strong> (de eerste indruk is vaakbesliss<strong>en</strong>d) e<strong>en</strong> rol kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>. Luzak (in de <strong>en</strong>ige Engelstalige bijdrage aan dit boek)vervolgt met e<strong>en</strong> verhandeling over waarschuwingsplicht<strong>en</strong> in het contract<strong>en</strong>recht, meerbepaald, de waarschuwing bij aanneming van werk. Zij koppelt die plicht aan de tevred<strong>en</strong>heiddie de klant zal ervar<strong>en</strong> <strong>en</strong> de klantloyaliteit die daar dan weer mee sam<strong>en</strong>hangt.De bijzondere overe<strong>en</strong>komst van g<strong>en</strong>eeskundige behandeling wordt vanuit het leerstukvan ‘informed cons<strong>en</strong>t’ (de informatieplicht van de arts gericht op de autonomie van depatiënt) door Giard aan de orde gesteld. De positieve gedragsbeïnvloeding van arts<strong>en</strong>door die rechtsfiguur lijkt tekort te schiet<strong>en</strong>. Er zijn ook voor contractsbeëindiging regelsontwikkeld <strong>en</strong> daarbij is het vaak de vraag of de wederpartij e<strong>en</strong> verwijt te mak<strong>en</strong> valt.De Hoon bespreekt de psychologische kant<strong>en</strong> van die beschuldiging <strong>en</strong> de vraag welkegevolg<strong>en</strong> daaraan verbond<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn voor onze rechtsregels.Het tweede bestrek<strong>en</strong> terrein is dat van het aansprakelijkheidsrecht, waartoe wij ookhet contractuele aansprakelijkheidsrecht <strong>en</strong> vooral het schadevergoedingsrecht rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.Dat aansprakelijkheidsrecht is traditioneel t<strong>en</strong> eerste gericht op comp<strong>en</strong>satie, op schadevergoeding.Van Erp bekijkt in hoeverre ‘naming and shaming’ (ofwel het ‘reputatieeffect’)als mogelijke remedie e<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve prikkel zou kunn<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>. Zij focust32Gies<strong>en</strong>_01.indb 14 20-5-2008 16:29:11


<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>: inleiding <strong>en</strong> verantwoordingop contractuele aansprakelijkheid, maar wat zij schrijft is ook voor het onrechtmatigedaadsrecht interessant. Gies<strong>en</strong> bespreekt daarna in hoeverre de Nederlandse regels vanjuridische causaliteit (met name art. 6:98 BW) te ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong> zijn met de less<strong>en</strong> uit de psychologischeattributietheorie. Daarbij aansluit<strong>en</strong>d, want juridisch ook onder de vlag vanartikel 6:98 BW vall<strong>en</strong>d, komt vervolg<strong>en</strong>s de psychische predispositie aan bod. Moet<strong>en</strong>slachtoffers met zo e<strong>en</strong> predispositie schadevergoeding krijg<strong>en</strong>?, zo vraagt Van Tilburgzich af. De vergoeding van schokschade in de dagelijkse praktijk <strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> diedat juridische begrip oplevert indi<strong>en</strong> het bekek<strong>en</strong> wordt vanuit de klinische psychologie,staan c<strong>en</strong>traal in de bijdrage van de jurist Engelhard <strong>en</strong> de psycholoog Engelhard. Heteig<strong>en</strong>lijke onrechtmatige daadsrecht wordt onder de loep g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> als we de productaansprakelijkheiderbij betrekk<strong>en</strong>. Productaansprakelijkheid is teg<strong>en</strong>woordig echter nietlos te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van productveiligheid, <strong>en</strong> van daaruit is interessant te wet<strong>en</strong> hoe gebruikersvan product<strong>en</strong> omgaan met veiligheidswaarschuwing<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat het recht daarvankan ler<strong>en</strong>. Pape verhaalt er over in haar bijdrage. De arbeidsongevall<strong>en</strong>problematiek isal jar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bron van rechtsontwikkeling <strong>en</strong> mocht dan ook niet ontbrek<strong>en</strong> in dit boek.De regels die de arbeidsveiligheid moet<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> dat beoogde effect echterniet zonder meer te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>, zo blijkt uit de bijdrage van Bacharias, Lind<strong>en</strong>bergh <strong>en</strong>Mascini.Binn<strong>en</strong> het rechtsgebied verzekeringsrecht bested<strong>en</strong> Faure <strong>en</strong> Van Boom aandacht aanhet empirisch bewijs inzake typische verzekeringsrechtelijke thema’s als de vraag naarverzekering<strong>en</strong>, anti-selectie <strong>en</strong> ‘moral hazard’. T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het verkeersaansprakelijkheidsrecht<strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> van verzekering van die vorm van aansprakelijkheid,woedt er al dec<strong>en</strong>nia lang e<strong>en</strong> stevige discussie over het wel of niet overstapp<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong>‘no-fault’-systeem. Van Dam schets de empirische feit<strong>en</strong>, voor zover traceerbaar, van deeffect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ‘ fault’ of e<strong>en</strong> ‘no-fault’-systeem.Het ondernemings- <strong>en</strong> effect<strong>en</strong>recht komt aan bod in e<strong>en</strong> drietal bijdrag<strong>en</strong>. De effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> de plek van het ‘k<strong>en</strong>-uw-cliënt’-beginsel daarbij word<strong>en</strong> door Loon<strong>en</strong>bekek<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> juridische <strong>en</strong> e<strong>en</strong> economisch-psychologische bril. Zijn de bescherm<strong>en</strong>demaatregel<strong>en</strong> die de onwet<strong>en</strong>de cliënt moet<strong>en</strong> behoed<strong>en</strong> van onverantwoordebelegging<strong>en</strong> effectief? Na alle politieke commotie over de (te hoge) beloning<strong>en</strong> vanbestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> kon e<strong>en</strong> academische beschouwing, vanaf e<strong>en</strong> afstand <strong>en</strong>vanuit de (politieke) economie, daarover niet ontbrek<strong>en</strong>. Raaijmakers bekijkt het debatin het licht van ‘corporate governance’ <strong>en</strong> wijst op <strong>en</strong>kele ‘softe’ factor<strong>en</strong> die het gedragbeïnvloed<strong>en</strong>. Het gedrag van bestuurders van e<strong>en</strong> NV of BV als ze e<strong>en</strong>maal, met e<strong>en</strong>goed salaris, aan het werk gaan, komt aan bod in de bijdrage van Kroeze. Hij laat via desociale psychologie zi<strong>en</strong> dat bestuurders elkaar niet snel op e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel fal<strong>en</strong> zull<strong>en</strong>aansprek<strong>en</strong> in verband met de relaties binn<strong>en</strong> het bestuur als e<strong>en</strong> groep, de relatie van diegroep tot de buit<strong>en</strong>wacht, alsmede de wijze van besluitvorming.33Gies<strong>en</strong>_01.indb 15 20-5-2008 16:29:11


W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. VerheijIn het insolv<strong>en</strong>tierecht is schuldeiserb<strong>en</strong>adeling e<strong>en</strong> belangrijk thema. De vraag of deregels di<strong>en</strong>aangaande overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> met de opvatting<strong>en</strong> van deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die de normmoet<strong>en</strong> b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> <strong>en</strong> of die regels stur<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong> op het gedrag van die betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>,wordt besprok<strong>en</strong> door Van Dijck, met medewerking van Lamers. De (onbedoelde) gedragseffect<strong>en</strong>die de nieuwe regeling van de Wet schuldsanering natuurlijke person<strong>en</strong> met zichbracht (het wettelijke traject werd niet minder maar juist meer gevolgd), staan c<strong>en</strong>traalin de bijdrage van Huls <strong>en</strong> Jungmann. Adriaanse <strong>en</strong> Kuijl behandel<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> onbedoelddoor h<strong>en</strong> verwacht nev<strong>en</strong>effect, namelijk dat in hun visie de nieuwe, debiteur<strong>en</strong>vri<strong>en</strong>delijkeinsolv<strong>en</strong>tiewetgeving tot meer in plaats van minder faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zal leid<strong>en</strong>. Via deprincipes van ‘turnaround managem<strong>en</strong>t’ kan het tij echter nog gekeerd word<strong>en</strong>.De rechtspleging, ofwel de meer procesrechtelijke invalshoek, staat t<strong>en</strong> eerste c<strong>en</strong>traalin de bijdrage van Niemeijer <strong>en</strong> Klein Haarhuis, die geschilgedrag <strong>en</strong> het gebruik vanprocedures prober<strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> model dat rechtseconomie, rechtspsychologie<strong>en</strong> rechtssociologie combineert. Croes onderzocht t<strong>en</strong> slotte de effect<strong>en</strong> van de zog<strong>en</strong>oemde‘Anti-Social Behaviour Orders’ in Engeland die via e<strong>en</strong> civiele procedure doorlokale overhed<strong>en</strong> of de politie verkreg<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De effect<strong>en</strong> van die regeling opzowel die overhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> politie als op de ‘a-social<strong>en</strong>’ word<strong>en</strong> onder de loep g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.5 De m e t h o d e d i e t e n gr o n d s l a g l i g t a a n (d e b i j d r a g e n i n) d i t b o e k5.1 De multidim<strong>en</strong>sionale b<strong>en</strong>aderingWij hebb<strong>en</strong> auteurs bereid <strong>en</strong> in staat gevond<strong>en</strong> om resultat<strong>en</strong> uit andere disciplines dande juridische te betrekk<strong>en</strong> bij het (nog steeds) vanuit e<strong>en</strong> juridische invalshoek uit tevoer<strong>en</strong> onderzoek voor deze bundel. Sterker, juist dat is het basisidee achter dit boek.Om de presumpties <strong>en</strong> effect<strong>en</strong> inzake gedrag bloot te kunn<strong>en</strong> legg<strong>en</strong>, kan de zuiverejuridische analyse immers niet volstaan. Dat basisidee heeft ertoe geleid dat vele auteurszijn gaan ‘shopp<strong>en</strong>’ over de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van hun eig<strong>en</strong> specialisme he<strong>en</strong> – of omdat ze ge<strong>en</strong>civilist zijn of omdat ze vooral civilist <strong>en</strong> niet iets anders zijn – <strong>en</strong> vaak met verfriss<strong>en</strong>deresultat<strong>en</strong>, d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wij. Er zijn verbinding<strong>en</strong> <strong>en</strong> dwarsverband<strong>en</strong> gelegd tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijdsvoorspelling<strong>en</strong> over gedraging<strong>en</strong> <strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> van gedraging<strong>en</strong> <strong>en</strong> anderzijds <strong>privaatrecht</strong>elijkeleerstukk<strong>en</strong>. Soms betreft het verband<strong>en</strong> die evid<strong>en</strong>t lijk<strong>en</strong>, maar nog nietexpliciet gemaakt war<strong>en</strong>; soms betreft het uitkomst<strong>en</strong> die gewoonweg verrass<strong>en</strong>d zijn.In de diverse bijdrag<strong>en</strong> wordt regelmatig verwez<strong>en</strong> naar bijvoorbeeld eerder empirischof economisch of psychologisch onderzoek, maar slechts e<strong>en</strong> <strong>en</strong>keling heeft speciaalvoor dit project e<strong>en</strong> (eig<strong>en</strong>) empirisch, economisch of psychologisch opgezette studieverricht. 44 Dat is op zich jammer – want meer van dergelijk (empirisch) onderzoek zou44 Van Erp gebruikt in dit boek de uitkomst<strong>en</strong> van interviews <strong>en</strong> uitkomst<strong>en</strong> van eerder eig<strong>en</strong> empirisch onderzoek. VanDijck, Loon<strong>en</strong> <strong>en</strong> Huls <strong>en</strong> Jungmann do<strong>en</strong> dat ook.34Gies<strong>en</strong>_01.indb 16 20-5-2008 16:29:11


<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>: inleiding <strong>en</strong> verantwoordingwelkom zijn 45 – maar wel zeer begrijpelijk, want dergelijke studies (zeldzaam als ze zijn)zoud<strong>en</strong> (te) veel tijd gevergd hebb<strong>en</strong>. Het gaat hierna dus veelal om e<strong>en</strong> kwalitatieve <strong>en</strong>kwantitatieve analyse van bestaande gegev<strong>en</strong>s uit bijvoorbeeld de empirie, <strong>en</strong> niet om hetverzamel<strong>en</strong> van de empirische gegev<strong>en</strong>s als zodanig.Deze opzet, het ‘leun<strong>en</strong>’ op onderzoek van ander<strong>en</strong>, br<strong>en</strong>gt echter wel risico’s met zich.Immers, de resultat<strong>en</strong> van eerder door ander<strong>en</strong> elders <strong>en</strong> onder andere condities verrichtonderzoek kunn<strong>en</strong> niet zonder meer geëxtrapoleerd word<strong>en</strong> naar de Nederlandse (ofEuropese) juridische situatie. Wij m<strong>en</strong><strong>en</strong> echter toch dat het gebruik van dergelijke studiestoegevoegde waarde heeft. Als e<strong>en</strong> jurist over de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> he<strong>en</strong> wil kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruik wilmak<strong>en</strong> van wat ander<strong>en</strong> eerder hebb<strong>en</strong> bedacht, dan hoeft hij ge<strong>en</strong> econoom, psycholoog,bedrijfskundige, <strong>en</strong>zovoort te zijn om met gebruikmaking van de resultat<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong>juridisch relevante conclusies te trekk<strong>en</strong>. 46 Volg<strong>en</strong>s ons is het dus niet noodzakelijk om zelfsteeds helemaal ‘omgeschoold’ te word<strong>en</strong> tot sociaal of cognitief psycholoog, empiricus ofsocioloog, <strong>en</strong>zovoort, mits de onderzoeker maar niet te veel pret<strong>en</strong>ties heeft, zijn gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>in acht neemt, én weet welke vrag<strong>en</strong> hij zichzelf moet stell<strong>en</strong> bij het gebruik van andermansonderzoeksresultat<strong>en</strong>. 47 De jurist mag daarbij overig<strong>en</strong>s niet de pret<strong>en</strong>tie hebb<strong>en</strong>dat hij zelf alles zou moet<strong>en</strong> of kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, want daartoe is hij niet getraind (par. 3.2).Het gaat in eerste instantie om het achterhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> expliciet mak<strong>en</strong> van de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> diee<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij de te beantwoord<strong>en</strong> vraag (hier: de vraag naar de gedragspresumpties<strong>en</strong> gedragseffect<strong>en</strong> van <strong>privaatrecht</strong>elijke regels). Net zo goed als de jurist voortbouwt opde juridische (<strong>en</strong> rechtshistorische) resultat<strong>en</strong> van het werk van ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet steedsopnieuw helemaal aan de basis begint, kan de jurist in multidim<strong>en</strong>sionaal onderzoekvoortbouw<strong>en</strong> op de resultat<strong>en</strong> die andere disciplines bereikt hebb<strong>en</strong>.Wij will<strong>en</strong> uiteindelijk bereik<strong>en</strong> dat de auteurs van de diverse bijdrag<strong>en</strong> zo veel mogelijkbronn<strong>en</strong> van argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> analyser<strong>en</strong>, zo veel mogelijk perspectiev<strong>en</strong> belicht<strong>en</strong>. 48 Dezeb<strong>en</strong>adering zou m<strong>en</strong> dan multidisciplinair kunn<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>, maar wij sprek<strong>en</strong> lievervan e<strong>en</strong> multidim<strong>en</strong>sionale b<strong>en</strong>adering. 49 We wet<strong>en</strong> ons bij deze keuze gesterkt door degedachte dat de hier gekoz<strong>en</strong> multidim<strong>en</strong>sionale b<strong>en</strong>adering niet nieuw is. Vergelijkbareb<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van juridisch onderzoek word<strong>en</strong> reeds gebruikt, 50 ook in pri-45 Vgl. G<strong>en</strong>n e.a. 2006. Fraaie voorbeeld<strong>en</strong> van wat er rec<strong>en</strong>t wel versch<strong>en</strong><strong>en</strong> is, zijn Eshuis 2007 <strong>en</strong> Laclé 2008.46 Zie reeds Bar<strong>en</strong>drecht 2000, p. 85.47 Zie hierover Gies<strong>en</strong> 2005a, p. 18 e.v., waarop het navolg<strong>en</strong>de gebaseerd is.48 Zie over het voorgaande ook reeds Gies<strong>en</strong> 2005b, p. 13-16. Dat het vruchtbaar kan zijn om e<strong>en</strong> blik te werp<strong>en</strong> richtingbijvoorbeeld bedrijfskunde, economie, organisatiekunde, <strong>en</strong>z., is overig<strong>en</strong>s al bewez<strong>en</strong> door het succes van disciplinesals de rechtssociologie <strong>en</strong> de rechtsgeschied<strong>en</strong>is, waarbij in wez<strong>en</strong> al jar<strong>en</strong> hetzelfde gebeurt als wij hier voorstaan.49 Wij ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> deze term aan Van Boom 2003, p. 36, zoals nagevolgd door Gies<strong>en</strong> 2005a, p. 19. E<strong>en</strong>zelfde b<strong>en</strong>adering kiest ookZondag 2004, m.n. p. 14 e.v., voor het arbeidsrecht. Giard 2005a, p. 1401, me<strong>en</strong>t overig<strong>en</strong>s dat e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adering waarbij ook opbijv. psychologische voorwaard<strong>en</strong> wordt gelet, noodzakelijk is om (in elk geval) het aansprakelijkheidsrecht te beoordel<strong>en</strong>.50 De rechtspsychologie bijvoorbeeld heeft met name binn<strong>en</strong> het strafrecht al <strong>en</strong>ige jar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> plek, zie bijv. Elffers 2005;Crombag 2000; Rassin 2005, maar vooral ook Van Kopp<strong>en</strong> e.a. 2002. Buit<strong>en</strong> het strafrecht zij gewez<strong>en</strong> op Crombag e.a. 1977.35Gies<strong>en</strong>_01.indb 17 20-5-2008 16:29:11


W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. Verheijvaatrechtelijk Nederland. 51 Nog belangrijker is uiteraard dat deze b<strong>en</strong>adering naar onzem<strong>en</strong>ing perspectief biedt op goede resultat<strong>en</strong>. Dat alles maakt dat we voor lief nem<strong>en</strong> datde diverse onderzoek<strong>en</strong> die hierna zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, <strong>en</strong>igszins volg<strong>en</strong>s het ‘potpourri’-model, of fraaier verwoord, volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> eclectische d<strong>en</strong>k- <strong>en</strong> red<strong>en</strong>eerwijze, zijn tot standgekom<strong>en</strong>. 52 Typisch ‘juridisch’ zijn veel van de bijdrag<strong>en</strong> die volg<strong>en</strong> wat ons betreft overig<strong>en</strong>snog steeds, in die zin dat ze wel degelijk <strong>en</strong> nog steeds normatief van aard zijn. 53 Deauteurs stek<strong>en</strong> niet onder stoel<strong>en</strong> of bank<strong>en</strong>, hoewel ze ook tracht<strong>en</strong> voorzichtig te zijn,dat er gevolg<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> zijn, of zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn, aan hetge<strong>en</strong> zij uit hun analysehal<strong>en</strong>. De multidim<strong>en</strong>sionale b<strong>en</strong>adering zoals hier verwoord, geeft h<strong>en</strong> ook die ruimte.5.2 Welke takk<strong>en</strong> van wet<strong>en</strong>schap pass<strong>en</strong> in die multidim<strong>en</strong>sionale aanpak?De gekoz<strong>en</strong> <strong>en</strong> zojuist toegelichte multidim<strong>en</strong>sionale methode laat zich nader duid<strong>en</strong>door kort in te gaan op de wet<strong>en</strong>schapsgebied<strong>en</strong> die zich in de navolg<strong>en</strong>de bijdrag<strong>en</strong> lat<strong>en</strong>zi<strong>en</strong>. Omdat de gekoz<strong>en</strong> aanpak in feite weinig andere wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> uitsluit, zolangdeze maar di<strong>en</strong>stig zijn aan het doel van de civilologie, licht<strong>en</strong> wij er hierna e<strong>en</strong> aantalwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> uit.In de hierna opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> is veel gebruikgemaakt van resultat<strong>en</strong> uit de psychologie.54 De psychologie is de wet<strong>en</strong>schap van het m<strong>en</strong>selijk gedrag, waarnem<strong>en</strong>, ler<strong>en</strong>,voel<strong>en</strong> <strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. 55 Voor jurist<strong>en</strong> zeer interessant binn<strong>en</strong> dat veld is de zog<strong>en</strong>oemde cognitievepsychologie. Dit terrein wordt wel omschrev<strong>en</strong> als: ‘the sci<strong>en</strong>ce of how the mindis organized to produce intellig<strong>en</strong>t thought and how it is realized in the brain’, 56 of als: ‘theinternal processes involved in making s<strong>en</strong>se of the <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>t, and deciding what action51 Vgl. bijv. Van Boom 2003, m.n. p. 9 e.v., die zich richt op de inschatting <strong>en</strong> vaststelling van kans<strong>en</strong> door de rechterlijkemacht; Van Zeeland, Kamminga <strong>en</strong> Bar<strong>en</strong>drecht 2003, p. 37 e.v., waarbij niet alle<strong>en</strong> psychologie maar ook <strong>en</strong>ige andereinvalshoek<strong>en</strong> t<strong>en</strong> tonele word<strong>en</strong> gevoerd; Kroeze 2004, p. 129 e.v., die de sociale psychologie b<strong>en</strong>ut t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van debesluitvorming door bestuurders; diverse bijdrag<strong>en</strong> in Van Boom <strong>en</strong> Borgers 2004, waarbij met name de statistiek e<strong>en</strong>rol speelt, maar Bar<strong>en</strong>drecht (p. 55 e.v.) ook psychologische inzicht<strong>en</strong> me<strong>en</strong>eemt, <strong>en</strong> Van Bijn<strong>en</strong> 2005, die rechtseconomie<strong>en</strong> beleidsanalyse combineert. Rechtseconomie <strong>en</strong> empirie vind<strong>en</strong> wij bij Tzankova 2005 <strong>en</strong> Tzankova 2007. Vgl.ook nog de positieve verwachting<strong>en</strong> die Hartlief 2004, p. 248-249, in dez<strong>en</strong> koestert t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het gebruik vanandere disciplines, <strong>en</strong> de oproep van Guthrie <strong>en</strong> George 2005, om vooral meerdere weg<strong>en</strong> te bewandel<strong>en</strong> om onze k<strong>en</strong>nisvan (in dit geval) ‘judicial decision making’ te vergrot<strong>en</strong>.52 Deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die fout<strong>en</strong> of omissies bespeur<strong>en</strong> op dit vlak, verwijz<strong>en</strong> wij graag naar par. 6 van deze inleiding.53 Door de hier gekoz<strong>en</strong> insteek wordt het gezichtsveld verbreed <strong>en</strong> het vak interessanter, zoals ook Sieburgh 2008, p.10-11, rec<strong>en</strong>t stelde. Net als Sieburgh m<strong>en</strong><strong>en</strong> wij derhalve dat de beoef<strong>en</strong>ing van het (privaat)recht (nog steeds) vooropstaat. Dat is overig<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> poging om van de rechtsgeleerdheid e<strong>en</strong> ‘naar exactheid neig<strong>en</strong>de wet<strong>en</strong>schap’ (Sieburgh2008, p. 11) te mak<strong>en</strong>.54 Het navolg<strong>en</strong>de ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> wij aan Gies<strong>en</strong> 2005a, p. 21-24. Wij sprek<strong>en</strong> nog niet van ‘rechtspsychologie’ zoals Van Kopp<strong>en</strong>e.a. 2002 omdat dat veronderstelt dat er al werkelijk e<strong>en</strong> symbiose van recht <strong>en</strong> psychologie plaats gevond<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong> inhet <strong>privaatrecht</strong> is dat onzes inzi<strong>en</strong>s nog niet het geval.55 Vgl. Kohnstamm <strong>en</strong> Cassee 2003, p. 696.56 Anderson 2005, p. 1. Zie ook nog Esgate, D. Groome e.a. 2005, p. 2: ‘Cognitive psychology is the study of how the brainprocesses information.’36Gies<strong>en</strong>_01.indb 18 20-5-2008 16:29:12


<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>: inleiding <strong>en</strong> verantwoordingmight be appropriate’. 57 Het betreft dus dat deel van de psychologie dat zich bezighoudtmet het ‘k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>’, met het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>: met k<strong>en</strong>nis, inzicht <strong>en</strong> red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>. 58De red<strong>en</strong> waarom (deze vorm van) psychologie relevant kan zijn, is dat de mechanism<strong>en</strong>in relatie tot het m<strong>en</strong>selijke d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> belangrijk zijn voor e<strong>en</strong> goed begrip van het m<strong>en</strong>selijkgedrag zoals dat bestudeerd wordt door andere disciplines. 59 Begrijp<strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>sd<strong>en</strong>kt <strong>en</strong> beslist, is bijvoorbeeld van belang om te wet<strong>en</strong> hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in groep<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>,of economische beslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, of hoe het komt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op bepaaldemom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bepaalde (juridisch relevante) manier handel<strong>en</strong>, nalat<strong>en</strong> of reager<strong>en</strong>.Waar gedrag belangrijk is, zoals dat in het <strong>privaatrecht</strong> bij uitstek het geval is, kan cognitievepsychologie derhalve tot extra begrip <strong>en</strong> nieuwe vrag<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. 60 Dat jurist<strong>en</strong> inbeginsel veel zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> van wat psycholog<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> over het ‘k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>’, is onzesinzi<strong>en</strong>s dan ook evid<strong>en</strong>t. Omdat gedrag gestuurd wordt door beslissing<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>nem<strong>en</strong>, kan k<strong>en</strong>nis over de manier waarop m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> beslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, ons iets over datgedrag ler<strong>en</strong>. 61 Dat vind<strong>en</strong> ook diverse van de aangezochte auteurs, want de psychologiekomt terug bij Loon<strong>en</strong>, De Hoon, Van Dijck, Rassin, Giard, Pape, Gies<strong>en</strong>, Van Raaij,Kroeze, Niemeijer <strong>en</strong> Klein Haarhuis. Luzak haalt weliswaar inspiratie uit de marketing,maar dat is natuurlijk ook eig<strong>en</strong>lijk vooral veel psychologie. Dat laatste geldt ook voor deergonomie die Pape b<strong>en</strong>ut. Engelhard <strong>en</strong> Engelhard nem<strong>en</strong> e<strong>en</strong> klinisch psychologischevariant mee in hun verhaal; van daar is het dan nog slechts e<strong>en</strong> kleine stap naar de psychiatrischeinzicht<strong>en</strong> die Van Tilburg biedt.Bepaald ‘extrajuridisch’ materiaal dat hierna naar vor<strong>en</strong> komt, k<strong>en</strong>t sterke verband<strong>en</strong>met de criminologie. Bij de criminologie gaat het om e<strong>en</strong> tak van de wet<strong>en</strong>schap die57 Zie Eys<strong>en</strong>ck <strong>en</strong> Keane 2005, p. 1. De meeste cognitief psycholog<strong>en</strong> gaan uit van de ‘information-processing approach’,hetge<strong>en</strong> gefundeerd is op de uitgangspunt<strong>en</strong> dat informatie wordt verwerkt door e<strong>en</strong> serie van verwerkingssystem<strong>en</strong>(att<strong>en</strong>tie, perceptie, geheug<strong>en</strong>), <strong>en</strong> dat die system<strong>en</strong> de informatie op systematische wijze verander<strong>en</strong> (drie lijn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>e<strong>en</strong> driehoek). Het doel van het onderzoek is om die process<strong>en</strong> <strong>en</strong> structur<strong>en</strong> die het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>, bloot te legg<strong>en</strong>,zie Eys<strong>en</strong>ck <strong>en</strong> Keane 2005, p. 1-2.58 Vgl. Kohnstamm <strong>en</strong> Cassee 2003, p. 682. Naast de cognitieve psychologie staat de ‘cognitive neurosci<strong>en</strong>ce’, waarbij viaallerlei techniek<strong>en</strong> hers<strong>en</strong>activiteit gemet<strong>en</strong> wordt om te bepal<strong>en</strong> wat er op welk mom<strong>en</strong>t waar in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> gebeurt.Deze discipline is overig<strong>en</strong>s sterk aan het groei<strong>en</strong>, vgl. Eys<strong>en</strong>ck <strong>en</strong> Keane 2005, p. 3 <strong>en</strong> p. 18 e.v., <strong>en</strong> kan interessant zijnvoor jurist<strong>en</strong>, vgl. Garland 2004.59 Zie voor e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> antwoord op die vraag bijv. Sunstein 1997, <strong>en</strong> Sunstein 2002. Het teruggrijp<strong>en</strong> op resultat<strong>en</strong>van psychologisch onderzoek kan o.a. vruchtbaar zijn voor het procesrecht, zoals nog zal blijk<strong>en</strong> (doch zie bijv. ookRachlinski 2001, die ingaat op de manier waarop rechters omgaan met cognitieve illusies, <strong>en</strong> Korobkin 2005. Korobkinlaat zi<strong>en</strong> dat diverse psychologische ‘biases’ in de weg kunn<strong>en</strong> staan aan e<strong>en</strong> succesvolle bemiddeling in e<strong>en</strong> geschil).60 Vgl. Rachlinski 1999-2000, op p. 765 <strong>en</strong> p. 766 (‘Psychology and law (…) both constitute efforts to predict and controlhuman behavior.’).61 Overig<strong>en</strong>s zal hierna ook gebruik gemaakt word<strong>en</strong> van bronn<strong>en</strong> uit wat dan ‘cognitieve sociale psychologie’ heet, ziebijv. Vonk e.a. 2001, e<strong>en</strong> specialisatie binn<strong>en</strong> de sociale psychologie die, voor zover wij kunn<strong>en</strong> overzi<strong>en</strong>, niet wez<strong>en</strong>lijkverschilt van wat ander<strong>en</strong> dan cognitieve psychologie noem<strong>en</strong> (beide vorm<strong>en</strong> handel<strong>en</strong> in elk geval over hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>beslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat is voor nu het belangrijkst; het belangrijkste verschil is dat de cognitieve sociale psychologiegericht is op de interactie tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> groep<strong>en</strong>). Ook gebruik<strong>en</strong> wij resultat<strong>en</strong> uit de ‘applied cognitive psychology’,waarover Esgate <strong>en</strong> Groome e.a. 2005.37Gies<strong>en</strong>_01.indb 19 20-5-2008 16:29:12


W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. Verheijwel sterk gelieerd is aan het recht, maar er tev<strong>en</strong>s los van staat omdat de methode veelmeer op verzameling van empirische gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> sociologische analyse gericht is, <strong>en</strong>veel minder vertrouwt op literatuur- <strong>en</strong> rechtspraakanalyse. 62 Daarin schuilt dan mete<strong>en</strong>ook de meerwaarde voor de auteurs aan deze bundel. Het is vooral de bijdrage van VanErp die in dit verband g<strong>en</strong>oemd kan word<strong>en</strong>. Hierbij verdi<strong>en</strong>t echter wel vermeldingdat criminologie, de naam zegt het al, vooral band<strong>en</strong> heeft met het strafrecht <strong>en</strong> veelminder met het <strong>privaatrecht</strong>, ons werkterrein. Dat maakt dat het <strong>privaatrecht</strong> vanuithet perspectief van de criminologie vooral interessant kan zijn als nieuw jachtterrein.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn er vorm<strong>en</strong> van criminaliteit – zoals financiële malversaties <strong>en</strong> organisatiecriminaliteit– die door de wetgever bewust via het <strong>privaatrecht</strong> aangepakt word<strong>en</strong>. Dedynamiek van civiele acties van curator<strong>en</strong>, aandeelhoudersver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘class actionattorneys’ teg<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong>, hun directeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>, is juist daaromook voor criminolog<strong>en</strong> e<strong>en</strong> interessant onderzoeksterrein.Ook de rechtssociologie is uiteraard onderdeel van de multidim<strong>en</strong>sionale b<strong>en</strong>adering.Waar de sociologie de studie is van de m<strong>en</strong>selijke sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> van m<strong>en</strong>selijksam<strong>en</strong>lev<strong>en</strong>, ofwel sociaal handel<strong>en</strong> (het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in groepsverband), ziet derechtssociologie vooral op juridisch handel<strong>en</strong> (handel<strong>en</strong> voor zover dit is geord<strong>en</strong>d doorrechtsnorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de handhaving daarvan) als het om dat sociaal handel<strong>en</strong> gaat. Daarbijgaat m<strong>en</strong> uit van e<strong>en</strong> empirisch rechtsbegrip dat ruimer is dan het rechtspositivistischebegrip van het recht op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t. Het omvat vele vorm<strong>en</strong> van regulering vanhandeling<strong>en</strong>. 63 Huls stelt kortweg: ‘Rechtssociologie bestudeert de wisselwerking tuss<strong>en</strong>recht <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving.’ M<strong>en</strong> stelt daarbij twee vrag<strong>en</strong>, namelijk wat is de invloed van rechtop m<strong>en</strong>selijk gedrag <strong>en</strong> hoe komt recht in de sam<strong>en</strong>leving tot stand? 64 Dat ook deze vormvan onderzoek naar handeling<strong>en</strong> (gedrag) van person<strong>en</strong> relevant is voor het door onsgestelde doel, moge daarmee helder zijn. Het zijn de bijdrag<strong>en</strong> van Huls <strong>en</strong> Jungmann,Croes, Niemeijer <strong>en</strong> Klein Haarhuis, Van Erp <strong>en</strong> Bacharias, Lind<strong>en</strong>bergh <strong>en</strong> Mascini diehier bijvoorbeeld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd.Rechtseconomische inzicht<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>min in het navolg<strong>en</strong>de. De rechtseconomie– ook wel omschrev<strong>en</strong> als bestudering van het recht met behulp van inzicht<strong>en</strong> uit deeconomische wet<strong>en</strong>schap – past goed binn<strong>en</strong> onze opzet, want zij stelt zich t<strong>en</strong> doel om teanalyser<strong>en</strong> welke invloed het recht uitoef<strong>en</strong>t op het gedrag van individu<strong>en</strong> (welke gedragseffect<strong>en</strong>zijn er?). 65 Daarbij geldt dat klassieke rechtseconomie de gedragspresumptiehanteert dat person<strong>en</strong> hun nut will<strong>en</strong> maximaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> in dat kader keuzes mak<strong>en</strong> dievolg<strong>en</strong>s de eig<strong>en</strong> voorkeur het meeste nut oplever<strong>en</strong>. Zo handel<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt bij volkom<strong>en</strong>62 Over methode in de criminologie bijv. Bijleveld 2006.63 Over het voorgaande Griffiths 2005, p. 14-15. Zie ook nog Huls 2007.64 Huls 2004, p. 9.65 Vgl. rec<strong>en</strong>telijk Dari-Mattiacci 2007.38Gies<strong>en</strong>_01.indb 20 20-5-2008 16:29:12


<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>: inleiding <strong>en</strong> verantwoordingfunctioner<strong>en</strong>de markt, de meeste welvaart, aldus luidt de theorie. 66 De stroming binn<strong>en</strong>de rechtseconomie die als ‘behavioural law and economics’ door het lev<strong>en</strong> gaat – we wez<strong>en</strong>daar al op in par. 2.3 – is e<strong>en</strong> variant daarop die zich, kort gezegd, k<strong>en</strong>merkt door tekijk<strong>en</strong> naar daadwerkelijk, <strong>en</strong> niet slechts hypothetisch (door modell<strong>en</strong> op basis van presumptiesvoorspeld) gedrag van person<strong>en</strong>. Waarin verschilt e<strong>en</strong> werkelijk persoon van demodelmatige homo economicus? Bijvoorbeeld hierin dat er bij die person<strong>en</strong> sprake is van‘bounded rationality’ als het om hun handel<strong>en</strong> gaat. Dit inzicht bestond overig<strong>en</strong>s in deeconomie al langer. 67 Iemands rationele keuzes zijn t<strong>en</strong> dele ‘gebond<strong>en</strong>’ in die zin dat w<strong>en</strong>iet altijd voor pure nutsmaximalisatie (kunn<strong>en</strong>) gaan; onze cognitieve mogelijkhed<strong>en</strong>zijn beperkt, m<strong>en</strong> handelt in strijd met de eig<strong>en</strong> langetermijnbelang<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong> handeltsoms altruïstisch. 68 Deze ‘bounded rationality’ wordt dan ook meegewog<strong>en</strong> bij de beoordelingvan gedrag. Rec<strong>en</strong>ter is het inzicht dat behavioural law and economics ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> aande rechtspsychologie, namelijk dat cognitieve ‘biases’ <strong>en</strong> ‘heuristiek<strong>en</strong>’ óók – <strong>en</strong> mogelijkveel ingrijp<strong>en</strong>der – afbreuk do<strong>en</strong> aan de rationaliteitspresumptie. In de onderhavigebundel is deze thematiek goed verteg<strong>en</strong>woordigd, getuige onder meer de bijdrag<strong>en</strong> vanFaure <strong>en</strong> Van Boom, Niemeijer <strong>en</strong> Klein Haarhuis, Luzak <strong>en</strong> Van Dam. De subdisciplinevan ‘behavioral finance’ komt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> nog aan bod bij Loon<strong>en</strong> <strong>en</strong> Raaijmakers. 69Daarnaast lijk<strong>en</strong> ook de organisatiekundige inzicht<strong>en</strong> ingang te vind<strong>en</strong>. Organisatiekunde– e<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schap die zich beweegt op het raakvlak van psychologie, sociologie<strong>en</strong> economie <strong>en</strong> vertakking<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t in bijvoorbeeld de criminologie 70 – kan van belangzijn om te analyser<strong>en</strong> hoe <strong>privaatrecht</strong>elijke regelstelling al dan niet effect sorteert inorganisaties. De bijdrag<strong>en</strong> van Bacharias, Lind<strong>en</strong>bergh <strong>en</strong> Mascini, Adriaanse <strong>en</strong> Kuijl,Kroeze <strong>en</strong> van Raaijmakers gaan voorzichtig in deze richting waar zij de interactietuss<strong>en</strong> organisaties <strong>en</strong> regels verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. 71 Maar er ligt hier naar onze m<strong>en</strong>ing nog meer‘goud’ te wacht<strong>en</strong> om gevond<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. Waar het bijvoorbeeld gaat om de vraag hoehet aansprakelijkheidsrecht kan bijdrag<strong>en</strong> aan de reductie van ziek<strong>en</strong>huisletsel, komtals vanzelf de vraag naar de organisatie van ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> aan de orde <strong>en</strong> de plaats vanindividu<strong>en</strong> in die organisatie. Daarin schuilt mete<strong>en</strong> ook het belang van die wet<strong>en</strong>schap.Als e<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huis meermal<strong>en</strong> geconfronteerd wordt met c<strong>en</strong>trale aansprakelijkheidvoor beroepsfout<strong>en</strong> van zelfstandige specialist<strong>en</strong> die onder het dak van het ziek<strong>en</strong>huisoperer<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de aansprakelijkheidsverzekeraar eis<strong>en</strong> gaat stell<strong>en</strong> aan de protocolleringvan patiëntbejeg<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> borging van veiligheid, dan zou e<strong>en</strong> organisatiekundige analysekunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan beantwoording van de vraag welk effect van aansprakelijkheid in66 Deze zeer algem<strong>en</strong>e omschrijving is ontle<strong>en</strong>d aan Van Velthov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Van Wijck 2007, p. 1.67 Simon 1955, p. 99 e.v.68 Zie bijv. Jolls, Sunstein <strong>en</strong> Thaler 2000, p. 13-16.69 Zie rec<strong>en</strong>t ook Verschuur<strong>en</strong> 2007.70 Voor e<strong>en</strong> korte introductie op het vakgebied zie Thompson 2003.71 Ook kan hier zijdelings de bijdrage van Van Erp word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd.39Gies<strong>en</strong>_01.indb 21 20-5-2008 16:29:12


W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. Verheijconcreto uitgaat <strong>en</strong> of er e<strong>en</strong> betere aansprakelijkheidsregel te formuler<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong>zijn die aansluit bij hetge<strong>en</strong> uit organisatiekunde bek<strong>en</strong>d is over de (gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> aan) verbeteringvan kwaliteit van de output in organisaties. 72 E<strong>en</strong> organisatiekundige analysekan mogelijk ook licht werp<strong>en</strong> op de vraag waarom <strong>privaatrecht</strong>elijke gedragsregels niet‘land<strong>en</strong>’ in e<strong>en</strong> organisatie, bijvoorbeeld omdat ‘de werkvloer’ e<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>de cultuurk<strong>en</strong>t die deze regels niet internaliseert. 73Beleidswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> wetgevingsleer zijn ev<strong>en</strong>zeer van belang geblek<strong>en</strong>, zij het vaakimpliciet. Regels kunn<strong>en</strong> immers op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehandhaafd <strong>en</strong> zobezi<strong>en</strong> is <strong>privaatrecht</strong> dus ‘slechts’ één van meer opties voor e<strong>en</strong> beleidsmaker die regelsstelt <strong>en</strong> handhaving nastreeft. 74 De bijdrag<strong>en</strong> van bijvoorbeeld Croes, Van Erp, Van Dijck<strong>en</strong> Huls <strong>en</strong> Jungmann kunn<strong>en</strong> dit illustrer<strong>en</strong>. Omdat de theoretische dim<strong>en</strong>sie van e<strong>en</strong><strong>en</strong> ander nog niet altijd ev<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>baar naar vor<strong>en</strong> komt, maar onzes inzi<strong>en</strong>s wel zeerrelevant is of kan zijn, licht<strong>en</strong> wij die dim<strong>en</strong>sie hierna nog iets uitvoeriger toe.De keuze voor <strong>privaatrecht</strong> zal word<strong>en</strong> ingegev<strong>en</strong> door presumpties over effectiviteit<strong>en</strong> efficiëntie. In e<strong>en</strong> theoretisch model kiest de rationele beleidsmaker e<strong>en</strong> middel ome<strong>en</strong> bepaald doel te bereik<strong>en</strong>, bijvoorbeeld artikel 2:138 BW waarin het middel van deomkering van bewijslast t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van behoorlijk bestuur bij verhaalsvordering<strong>en</strong>in faillissem<strong>en</strong>t is neergelegd, om te bereik<strong>en</strong> dat meer verhaalsvordering<strong>en</strong> ingesteld<strong>en</strong> toegewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat daardoor bestuurders geprikkeld word<strong>en</strong> om minder tefrauder<strong>en</strong>. 75 In dat laatste elem<strong>en</strong>t schuil<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de gedragsassumpties, zowel watbetreft de gedraging<strong>en</strong> van de verhaalzoek<strong>en</strong>de curator<strong>en</strong> (de omkering van bewijslastzet curator<strong>en</strong> aan tot meer <strong>en</strong> succesvoller claim<strong>en</strong>) als die van bestuurders (de omkeringvan bewijslast zal bestuurders tot zorgvuldiger bestuur prikkel<strong>en</strong>).De rationele beleidsmaker probeert van tevor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bered<strong>en</strong>eerde inschatting te mak<strong>en</strong>van de te verwacht<strong>en</strong> effectiviteit van het middel (de bat<strong>en</strong>), maar ook van de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong>effect<strong>en</strong>. Na implem<strong>en</strong>tatie van het middel zal de rationele beleidsmaker na verloop vantijd will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> in hoeverre het middel werkelijk effectief is <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> welke prijs. Deuitkomst<strong>en</strong> van die evaluatie kunn<strong>en</strong> aanleiding gev<strong>en</strong> om de beleidscyclus te herhal<strong>en</strong>.Schematisch kan de theoretische cyclus er aldus uitzi<strong>en</strong> in ons voorbeeld van k<strong>en</strong>nelijkonbehoorlijk bestuur: 7672 Zie hierover bijv. Giard 2005b, p. 199 e.v.73 Dit is e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d thema in de criminologie; zie bijv. Simpson 2002.74 Wij bouw<strong>en</strong> hier voort op de bevinding<strong>en</strong> van Van Boom e.a. 2007, p. 1 e.v.75 Over de effect<strong>en</strong> <strong>en</strong> effectiviteit van dergelijke verhaalsvordering<strong>en</strong> is overig<strong>en</strong>s weinig met zekerheid te zegg<strong>en</strong>. Daaroverbijv. Cozijn 1989, Vries<strong>en</strong>dorp e.a. 1999 <strong>en</strong> Vries<strong>en</strong>dorp e.a. 2006.76 Zie over de beleidscyclus in algem<strong>en</strong>e zin bijv. Hoogerwerf <strong>en</strong> Herweijer 2003, p. 67 e.v.; Veerman <strong>en</strong> H<strong>en</strong>driks-deLange 2007, p. 177 e.v.; Parsons 1995, p. 77. Voor e<strong>en</strong> kritische toepassing van de beleidscyclus zie Hill 2005.40Gies<strong>en</strong>_01.indb 22 20-5-2008 16:29:12


<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>: inleiding <strong>en</strong> verantwoording1. Signaler<strong>en</strong> vanhet probleem2. Beleidsdoel formuler<strong>en</strong>3. Middel kiez<strong>en</strong>uit wegingalternatiev<strong>en</strong>Inschatting vankost<strong>en</strong>, bat<strong>en</strong>, effect<strong>en</strong>er zijn teveelgevall<strong>en</strong> waarinfaillissem<strong>en</strong>tontstaat doorfrauduleuzebestuurshandeling<strong>en</strong>minimaliser<strong>en</strong> van hetaantal faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>door bestuurdersfraude;<strong>Gedrag</strong>sassumpties: als het voor curator<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudiger wordtom te verhal<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> zij dat vaker do<strong>en</strong>. En als zij dat vakerdo<strong>en</strong>, dan wordt vaker verhaal g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op bestuurders <strong>en</strong> datvooruitzicht zal bestuurders beter prikkel<strong>en</strong> om niet tefrauder<strong>en</strong> c.q. om behoorlijk te bestur<strong>en</strong>Opnieuw aanvang<strong>en</strong> met beleidscyclushet vergemakkelijk<strong>en</strong>van verhaalsvordering<strong>en</strong>curator door hetomker<strong>en</strong> vanbewijslast4. Uitvoering5. Evaluatie na e<strong>en</strong>bepaalde periode:bepaling van werkelijkekost<strong>en</strong>, bat<strong>en</strong><strong>en</strong> effect<strong>en</strong>; inhoeverre heeft hetmiddel de uitwerkinggehad die verondersteldwerd? Teg<strong>en</strong>welke kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke(ongew<strong>en</strong>ste)effect<strong>en</strong>?Op verschill<strong>en</strong>de punt<strong>en</strong> in de cyclus zijn gegev<strong>en</strong>s nodig: bij de stap van 2 naar 3 isk<strong>en</strong>nis nodig van beleidsinterv<strong>en</strong>ties die effect kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Hoe kunn<strong>en</strong> we hetaantal gevall<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nelijk onbehoorlijk bestuur minimaliser<strong>en</strong>? Bij het kiez<strong>en</strong> vanhet middel moet<strong>en</strong> we iets wet<strong>en</strong> over geschiktheid, de te verwacht<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> mate vaneffectiviteit, alsmede de te verwacht<strong>en</strong> nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong>. Daarvoor is k<strong>en</strong>nis nodig van deelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd bij 4 <strong>en</strong> 5.Vervolg<strong>en</strong>s zull<strong>en</strong> na verloop van tijd de opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> van de beleidsinterv<strong>en</strong>tie gemet<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Die meting is lang niet altijd e<strong>en</strong>voudig <strong>en</strong> soms ontbreekt het aan e<strong>en</strong>meting dan wel sprek<strong>en</strong>de uitkomst<strong>en</strong>. Leidt het faciliter<strong>en</strong> van verhaalsacties door dewetgever tot minder faillissem<strong>en</strong>tsfraude? En zo ja, is de manier waarop het beleidsdoelwordt nagestreefd, kost<strong>en</strong>effectief, of zijn doeltreff<strong>en</strong>de alternatiev<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> lagere kost<strong>en</strong>voor de maatschappij d<strong>en</strong>kbaar? En wat leert evaluatie over ongew<strong>en</strong>ste nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong>? 77Dit theoretische model is ev<strong>en</strong>zeer op <strong>privaatrecht</strong>elijk beleid van toepassing, vandaar deextra aandacht die wij er hier aan bested<strong>en</strong>. Maar het mag duidelijk zijn dat het mak<strong>en</strong>,uitvoer<strong>en</strong> <strong>en</strong> evaluer<strong>en</strong> van beleid ge<strong>en</strong> (exacte) wet<strong>en</strong>schap is. Het gevolg daarvan isdat uitsprak<strong>en</strong> over bat<strong>en</strong>, kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> effect<strong>en</strong> voorzichtig geformuleerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Als er iets is dat de bijdrag<strong>en</strong> aan dit boek illustrer<strong>en</strong>, dan is het dat er veel onbek<strong>en</strong>d is<strong>en</strong> dat het lang niet altijd duidelijk is wat de effect<strong>en</strong> van <strong>privaatrecht</strong>e(r)lijk beleid zijn.Dat is overig<strong>en</strong>s niet in de eerste plaats e<strong>en</strong> theoretische complicatie eig<strong>en</strong> aan <strong>privaatrecht</strong>,maar veeleer het gevolg van de politiek oninteressante positie van het <strong>privaatrecht</strong>:het aantal <strong>privaatrecht</strong>elijke beleidsonderzoek<strong>en</strong> (over de effectiviteit daarvan, <strong>en</strong>z.) dat77 Zie de evaluaties van Cozijn 1989, Vries<strong>en</strong>dorp e.a. 1999 <strong>en</strong> Vries<strong>en</strong>dorp e.a. 2006.41Gies<strong>en</strong>_01.indb 23 20-5-2008 16:29:13


W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. Verheijbijvoorbeeld door de rijksoverheid aan het WODC <strong>en</strong> derd<strong>en</strong> wordt aanbesteed, valt inhet niet bij het aantal strafrechtelijk, criminologisch <strong>en</strong> sociaal-economisch georiënteerdeonderzoek<strong>en</strong>.5.3 AfrondingHiermee zijn de belangrijkste ‘hulpwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>’, bezi<strong>en</strong> vanuit de juristerij in ditgeval, g<strong>en</strong>oemd. Her <strong>en</strong> der zijn echter ook nog gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit weer anderewet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut. Wij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in het bijzonder nog aan marketing, e<strong>en</strong> gedragsgeoriënteerdewet<strong>en</strong>schap op het snijvlak van psychologie, sociologie <strong>en</strong> economie die hiernadoor Luzak wordt b<strong>en</strong>ut. 78 Dat past prima binn<strong>en</strong> de voor dit boek gekoz<strong>en</strong> methodiek,omdat daardoor het palet van af te weg<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar breder wordt. Uiteraardmag bij al het voorgaande niet verget<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat de hier als ‘hulpwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>’(voor de jurist) gepres<strong>en</strong>teerde modell<strong>en</strong> elkaar ook onderling beïnvloed<strong>en</strong>. Zo zijn inde ‘behavioural’-variant van de rechtseconomie veel cognitief-psychologische inzicht<strong>en</strong>verwerkt, zodat de scheidslijn tuss<strong>en</strong> deze terrein<strong>en</strong> vaak flinterdun blijkt te zijn.6 Af s l u i t e n d e o p m e r k i n gIn het voorgaande is toegelicht waarover deze bundel gaat, waarom wij me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dat ditboek zou moet<strong>en</strong> verschijn<strong>en</strong>, hoe het past bij eerder onderzoek <strong>en</strong> waarom gekoz<strong>en</strong> isvoor de aanpak <strong>en</strong> methode zoals die gekoz<strong>en</strong> is. We hebb<strong>en</strong> daarbij uiteraard keuzesmoet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Keuzes br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> echter beperking<strong>en</strong> met zich, ook waar we die niet perse hadd<strong>en</strong> will<strong>en</strong> aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Wij zi<strong>en</strong> dit boek dan ook niet als e<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong> project,maar mede <strong>en</strong> vooral als e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> uitnodiging voor verdere gedachtevorming over ditspecifieke thema <strong>en</strong> over (de problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eugt<strong>en</strong> van) het overschrijd<strong>en</strong> van degr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het juridische veld <strong>en</strong> andere wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. Kortom, wij will<strong>en</strong> er meeverder in de nabije toekomst <strong>en</strong> wij hop<strong>en</strong> op termijn e<strong>en</strong> sterk herzi<strong>en</strong>e, aangepaste <strong>en</strong>vooral ook uitgebreide tweede druk te kunn<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> verschijn<strong>en</strong>. 79 E<strong>en</strong>ieder die daaraanwil participer<strong>en</strong>, of die andere suggesties of opmerking<strong>en</strong> heeft, wordt uitg<strong>en</strong>odigd omdaarvan melding te mak<strong>en</strong> (i.gies<strong>en</strong>@law.uu.nl).78 Wat te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onderzoek naar de effectiviteit van restricties t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van reclame gericht op kinder<strong>en</strong>? Vgl.Solomon e.a. 2006, p. 487 e.v. Ander<strong>en</strong> combiner<strong>en</strong> recht <strong>en</strong> biologie, zie Gommer 2007.79 Net zoals dat eerder gebeurd is met de strafrechtelijk georiënteerde inspiratiebron voor onze opzet (Van Kopp<strong>en</strong> e.a.2002).42Gies<strong>en</strong>_01.indb 24 20-5-2008 16:29:13


<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>: inleiding <strong>en</strong> verantwoordingLit e r a t u u rAnderson 2005J.R. Anderson, Cognitive psychology and its implications, 6th ed., Worth Publishers: New York2005.Bar<strong>en</strong>drecht 2000J.M. Bar<strong>en</strong>drecht, ‘De geest van de hoogleraar van to<strong>en</strong>’, NJB 2000, p. 79-86.Bijleveld 2006C. Bijleveld, Method<strong>en</strong> <strong>en</strong> Techniek<strong>en</strong> van Onderzoek in de Criminologie, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2006.Van Bijn<strong>en</strong> 2005R.H.J. van Bijn<strong>en</strong>, Aanvull<strong>en</strong>d contract<strong>en</strong>recht (diss. UvT), BJu: D<strong>en</strong> Haag 2005.Van Boom 2003W.H. van Boom, Structurele fout<strong>en</strong> in het aansprakelijkheidsrecht, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2003.Van Boom <strong>en</strong> Borgers 2004W.H. van Boom <strong>en</strong> M.J. Borgers, De rek<strong>en</strong><strong>en</strong>de rechter, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2004.Van Boom 2004W.H. van Boom e.a. (red.), Pure Economic Loss, Vi<strong>en</strong>na/New York: Springer 2004.Van Boom e.a. 2007W.H. van Boom e.a. (red.), Privaatrecht ondersteund – doel<strong>en</strong>, bat<strong>en</strong>, kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> effect<strong>en</strong> van bijzondereondersteuning door de overheid van <strong>privaatrecht</strong>elijke handhaving, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2007.Camerer e.a. 2003Colin F. Camerer, George Loew<strong>en</strong>stein <strong>en</strong> Matthew Rabin, Advances in behavioral economics,Russell Sage Foundation / Princeton University Press: New York 2003.Cozijn 1989C. Cozijn, Twee jaar bestuurdersaansprakelijkheid volg<strong>en</strong>s de WBA <strong>en</strong> de WBF: verslagvan e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d onderzoek, Gouda Quint: Arnhem 1989.De Cremer e.a. 2006D. de Cremer, M. Zeel<strong>en</strong>berg <strong>en</strong> J. Keith Murnighan, Social psychology and economics, Lawr<strong>en</strong>ceErlbaum: Mahwah, N.J. 2006.Crombag e.a. 1977H.F.M. Crombag e.a., E<strong>en</strong> theorie over rechterlijke beslissing<strong>en</strong>, Tje<strong>en</strong>k Willink: Groning<strong>en</strong> 1977.Crombag 2000H. Crombag, De man uit Susquehanna, Contact: Amsterdam 2000.Duyv<strong>en</strong>sz 2003J.H. Duyv<strong>en</strong>sz, De redelijkheid van de exoneratieclausule, D<strong>en</strong> Haag: BJu 2003.Dari-Mattiacci 2007G. Dari-Mattiacci, ‘Law & Economics: Who, Why and How?’, AA 2007, p. 877-882.43Giess<strong>en</strong>_deel 1_01.indd 25 21-5-2008 10:08:28


W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. VerheijElffers 2005H. Elffers, De rationele regelovertreder, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2005.Esgate <strong>en</strong> Groome e.a. 2005A. Esgate, D. Groome e.a., An Introduction to Applied Cognitive Psychology, Psychology Press:Hove 2005.Eshuis 2007R.J.J. Eshuis, Het recht in betere tijd<strong>en</strong> (diss. EUR), Rotterdam 2007.Eys<strong>en</strong>ck <strong>en</strong> Keane 2005M.W. Eys<strong>en</strong>ck, M.T Keane, Cognitive psychology. A Stud<strong>en</strong>t’s Handbook, 5th ed., Psychology Press:Hove 2005.Fruytier 2007P.A. Fruytier, ‘Enkele beschouwing<strong>en</strong> over de interdisciplinaire rechtswet<strong>en</strong>schap’, AA 2007,p. 831-836.Garland 2004B. Garland (red.), Neurosci<strong>en</strong>ce and the Law, Dana Press: New York 2004.G<strong>en</strong>n e.a. 2006H. G<strong>en</strong>n, M. Partington <strong>en</strong> S. Wheeler, Law in the Real World: Improving Our Understandingof How Law Works (The Nuffield Inquiry on Empirical Legal Research; Final Report and Recomm<strong>en</strong>dations),London 2006.Giard 2005aR. Giard, ‘De pret<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> de prestaties van het aansprakelijkheidsrecht’, NJB 2005, p. 1401.Giard 2005bR.W.M. Giard, ‘Aansprakelijkheid van arts<strong>en</strong>: juridische theorie <strong>en</strong> medische praktijk’ (diss.Leid<strong>en</strong>), D<strong>en</strong> Haag: BJu 2005.Gies<strong>en</strong> 2005aI. Gies<strong>en</strong>, Handle with care!, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2005.Gies<strong>en</strong> 2005bI. Gies<strong>en</strong>, Toezicht <strong>en</strong> aansprakelijkheid, Kluwer: Dev<strong>en</strong>ter 2005.Gommer 2007H. Gommer, ‘<strong>Gedrag</strong>sbiologische achtergrond<strong>en</strong> van het recht’, NJB 2007, p. 442-447.Griffiths 2005J. Griffiths, ‘Wat is rechtssociologie?’, in: J. Griffiths & H.Weyers, De Sociale Werking van Recht, 4 edruk, AAL: Nijmeg<strong>en</strong> 2005, p. 13-33.Guthrie 2006C. Guthrie, ‘Law, Information, and Choice’, in: G. Giger<strong>en</strong>zer <strong>en</strong> C. Engel (ed.), Heuristics and theLaw, Cambridge Mass.: MIT Press 2006, p. 425-437.Guthrie <strong>en</strong> George 2005C. Guthrie <strong>en</strong> T.E. George, The Futility of Appeal, 32 Fla St. U. L. Rev. 357 (2005).44Gies<strong>en</strong>_01.indb 26 20-5-2008 16:29:13


<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>: inleiding <strong>en</strong> verantwoordingHadfield e.a. 1998G.K. Hadfield, R. Howse <strong>en</strong> M.J. Trebilcock, ‘Information-Based Principles for RethinkingConsumer Protection Policy’, Journal of Consumer Policy 1998, p. 131-169.Hamaker 1888Hamaker, ‘Het recht <strong>en</strong> de maatschappij, 1888’, opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in: Verspreide Geschrift<strong>en</strong>. Deel VII,verzameld door W.L.P.A. Mol<strong>en</strong>graaff <strong>en</strong> C.W. Star Busmann, Haarlem: De erv<strong>en</strong> F. Bohn 1913,p. 19-132.Hamaker 1897Hamaker, ‘Wet <strong>en</strong> rechter’, WPNR 28 (1897) nr. 1425, p. 201-204, nr. 1426, p. 213-216, nr. 1427,p. 225-227, nr. 1428, p. 237-240, opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in: Verspreide Geschrift<strong>en</strong>. Deel VII, verzameld doorW.L.P.A. Mol<strong>en</strong>graaff <strong>en</strong> C.W. Star Busmann, Haarlem: De erv<strong>en</strong> F. Bohn 1913, p. 199-230.Hamaker 1909Hamaker, ‘Recht, wet <strong>en</strong> rechter’, RM 28 (1909), p. 1-58 <strong>en</strong> p. 245-305, opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in: VerspreideGeschrift<strong>en</strong>. Deel VII, verzameld door W.L.P.A. Mol<strong>en</strong>graaff <strong>en</strong> C.W. Star Busmann, Haarlem: Deerv<strong>en</strong> F. Bohn 1913, p. 231-335.Hammerstein 2004A. Hammerstein, ‘Het perspectief van de civiele rechter’, in: W.H. van Boom, M.J. Borgers (red.),De rek<strong>en</strong><strong>en</strong>de rechter, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2004, p. 89-94.’t Hart <strong>en</strong> Du Perron 2006F.M.A. ’t Hart <strong>en</strong> C.E. du Perron, De geïnformeerde consum<strong>en</strong>t – Is informatieverstrekking e<strong>en</strong>effectief middel om consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> afgewog<strong>en</strong> financiële beslissing<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>? (Preadvies Ver<strong>en</strong>igingvoor Effect<strong>en</strong>recht 2006), Kluwer: Dev<strong>en</strong>ter 2006.Hartlief 2004Hartlief, ‘Het aansprakelijkheidsrecht anno 2004: wat doet de Hoge Raad?’, AV&S 2004,p. 235-249.Hesselink 2001M.W. Hesselink, The New European Legal Culture, Kluwer: Dev<strong>en</strong>ter 2001.Hijmans 1910I.H. Hijmans, Het recht der werkelijkheid, Haarlem 1910Hijmans 1938I.H. Hijmans, ‘Het B.W. <strong>en</strong> het recht der werkelijkheid in 1838 <strong>en</strong> hed<strong>en</strong>’, in: P. Scholt<strong>en</strong> <strong>en</strong>E.M. Meijers, Ged<strong>en</strong>kboek Burgerlijk Wetboek 1838-1938, Zwolle: W.E.J. Tje<strong>en</strong>k Willink 1938,p. 169-196.Hill 2005M. Hill, The Public Policy Process (4 ed.). London, etc.: Pearson Longman 2005.Holmes 1881O.W. Holmes, The Common Law, oorspr. 1881 (herdruk: Dover Publications: New York 1991).Hoogerwerf <strong>en</strong> Herweijer 2003A. Hoogerwerf <strong>en</strong> M. Herweijer, Overheidsbeleid – E<strong>en</strong> inleiding in de beleidswet<strong>en</strong>schap, Kluwer:Alph<strong>en</strong> aan de Rijn 2003.45Gies<strong>en</strong>_01.indb 27 20-5-2008 16:29:13


W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. VerheijHuls 2004N.J.H. Huls, God dobbelt niet, (oratie EUR), BJu: D<strong>en</strong> Haag 2004.Huls 2007N.J.H. Huls, ‘Regels <strong>en</strong> legitimiteit: bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong> van regelgeving’, AA 2007,p. 62-868.Hur<strong>en</strong>kamp <strong>en</strong> Kremer 2005M. Hur<strong>en</strong>kamp <strong>en</strong> M. Kremer (red.), Vrijheid verplicht – over tevred<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> vankeuzevrijheid, Van G<strong>en</strong>nep: Amsterdam 2005.Von Jhering 1877R. von Jhering, Der Zweck im Recht, 2 Bd, 1877, 1883.Jolls, Sunstein <strong>en</strong> Thaler 2000C. Jolls, C.R. Sunstein <strong>en</strong> R.H. Thaler, ‘A Behavioral Approach to Law and Economics’, in: C.R.Sunstein (red.), Behavioral Law and Economics, Cambridge UP: New York 2000.Kabel 2005J.J.C. Kabel, Rechter <strong>en</strong> publieksopvatting<strong>en</strong>: Feit, fictie of ervaring? Over de beoordeling door derechter van commerciële communicatie, oratie UvA, 2005.Van Kopp<strong>en</strong> e.a. 2002P.J. van Kopp<strong>en</strong> e.a. (red.), Het recht van binn<strong>en</strong>, Kluwer: Dev<strong>en</strong>ter 2002.Korobkin 2005R. Korobkin, Psychological Impedim<strong>en</strong>ts to Mediation Success: Theory and Practice, UCLA School ofLaw, Research paper no. 05-9, Ohio State Journal on Dispute Resolution, Vol. 21, p. 281-238, 2006.Korobkin <strong>en</strong> Ul<strong>en</strong> 2000R.B. Korobkin <strong>en</strong> Thomas S. Ul<strong>en</strong>, ‘Law and Behavioral Sci<strong>en</strong>ce: Removing the RationalityAssumption from Law and Economics’, Cal. L. Rev. 2000, p. 1051-1144.Kroeze 2004M.J. Kroeze, Afgeleide schade <strong>en</strong> afgeleide actie (diss. UU), 2004.Laclé 2008Z.D. Laclé, Notabel<strong>en</strong> vernieuw<strong>en</strong>. Gevolg<strong>en</strong> van marktwerking in het notariaat, (diss. Leid<strong>en</strong>),2008.Matthews e.a. 2000G. Matthews e.a., Human performance: Cognition, stress and individual prefer<strong>en</strong>ces, PsychologyPress: Hove 2000.Meijers 1903E.M. Meijers, Dogmatische rechtswet<strong>en</strong>schap, (diss. UvA), D<strong>en</strong> Haag 1903.Meijers 1910E.M. Meijers, De taak der rechtswet<strong>en</strong>schap t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> der vrije rechtspraak, (oratie Leid<strong>en</strong>),Tje<strong>en</strong>k Willink: Haarlem 1910.Meijers 1949E.M. Meijers, ‘Voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> van het sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> nieuw Burgerlijk Wetboek’, rede1949, opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in: E.M. Meijers, Verzamelde Privaatrechtelijke Opstell<strong>en</strong>, deel 1, UniversitairePers: Leid<strong>en</strong> 1954.46Gies<strong>en</strong>_01.indb 28 20-5-2008 16:29:13


<strong>Gedrag</strong> <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>: inleiding <strong>en</strong> verantwoordingNovick 1991S.M. Novick, ‘Introduction’, in: O.W. Holmes The Common Law, Dover Publications: New York1991.Parisi <strong>en</strong> Smith 2005F. Parisi <strong>en</strong> V.L. Smith, The Law and Economics of Irrational Behavior, Stanford: Stanford UniversityPress 2005.Parsons 1995W. Parsons, Public Policy – An Introduction to the Theory and Practice of Policy Analysis EdwardElgar: Chelt<strong>en</strong>ham 1995.Rachlinski 2001J.J. Rachlinski, ‘Heuristics and biases in the courts: ignorance or adaptation?’, 79 Or. L. Rev. 61(2001).Rachlinski 1999-2000J.J. Rachlinski, ‘The ‘‘New’’ Law and Psychology: A Reply to Critics, Skeptics and Cautious Supporters’,85 Cornell L. Rev. 739 (1999-2000).Rassin 2005E. Rassin, Tuss<strong>en</strong> sofa <strong>en</strong> toga, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2005.Schuyt 1979C.J.M. Schuyt, ‘Paradigmatische vernieuwing<strong>en</strong> in de rechtswet<strong>en</strong>schap: de jurist <strong>en</strong> de socialewerkelijkheid’, Bijzonder Nummer AA 1979 (afl. 11), p. 235-244 (871-880).Schwartz 2004B. Schwartz, The paradox of choice: why more is less, Ecco: New York 2004.SieburghC.H. Sieburgh, ‘L’art de la distinction’, NJB 2008, p. 3-13.Simon 1955H.A. Simon, ‘A Behavioral Model of Rational Choice’, The Quarterly Journal of Economics 1955,p. 99-118.Simpson 2002S.S. Simpson, ‘Corporate Crime, Law, and Social Control’, Cambridge: Cambridge UniversityPress 2002.Smits 2004J.M. Smits, E.M. Meijers (1880-1954), in: C.J.H. Jans<strong>en</strong>, J.M. Smits <strong>en</strong> L.C. Winkel, 16 jurist<strong>en</strong> <strong>en</strong>hun filosofische inspiratie, AAL: Nijmeg<strong>en</strong> 2004.Solomon e.a. 2006M. Solomon, G. Bamossy, S. Askegaard <strong>en</strong> M.K. Hogg, Consumer Behaviour – A European Perspective,FT Pr<strong>en</strong>tice Hall: London 2006.Sunstein 1997C.R. Sunstein, ‘Behavioral Analysis of Law’, 64 U. Chi. L. Rev. 1175 (1997).47Gies<strong>en</strong>_01.indb 29 20-5-2008 16:29:14


W.H. van Boom, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> A.J. VerheijSunstein 2002C.R. Sunstein, Hazardous Heuristics, John M. Olin Law & Economics Working Paper No. 165(2nd Series), 2002, http://ssrn.com/abstract_id=344620.Thaler 1993R.H. Thaler, Advances in behavioral finance, Russell Sage Foundation: New York 1993.Thaler 2005R.H. Thaler, Advances in behavioral finance Vol. II, Russell Sage Foundation: New York 2005.Thompson 2003L.L. Thompson, The Social Psychology of Organizational Behavior, Psychology Press: New York2003.Tzankova 2005I.N. Tzankova, Strooischade, Sdu: D<strong>en</strong> Haag 2005.Tzankova 2007I.N. Tzankova, Toegang tot recht bij massaschade, Kluwer: Dev<strong>en</strong>ter 2007.Veerman <strong>en</strong> H<strong>en</strong>driks-de Lange 2007G.J. Veerman <strong>en</strong> S.R. H<strong>en</strong>driks-de Lange, Over wetgeving – principes, paradox<strong>en</strong> <strong>en</strong> praktischebeschouwing<strong>en</strong>, Sdu: D<strong>en</strong> Haag 2007.Van Velthov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Van Wijck 2007B.C.J. van Velthov<strong>en</strong> <strong>en</strong> P.W. van Wijck, Recht <strong>en</strong> efficiëntie, 4 e druk, Kluwer: Dev<strong>en</strong>ter 2007.Verschuur<strong>en</strong> 2007G. Verschuur<strong>en</strong>, ‘Behavioral finance <strong>en</strong> zorgplicht: (nog) niet meer dan e<strong>en</strong> incid<strong>en</strong>tele ontmoeting’,Tijdschrift voor Financieel recht 2007, p. 115-122.Vonk e.a. 2001R. Vonk (e.a.), Cognitieve sociale psychologie, 2 e druk, Lemma: Utrecht 2001.Vrank<strong>en</strong> 2005J.B.M. Vrank<strong>en</strong>, Algeme<strong>en</strong> deel ***, Kluwer: Dev<strong>en</strong>ter 2005.Vries<strong>en</strong>dorp e.a. 1999R.D. Vries<strong>en</strong>dorp, F.M.J. Verstijl<strong>en</strong> <strong>en</strong> C.W.M. Slegers, De Garantstellingsregeling curator<strong>en</strong>,Tilburg: Schoordijk Instituut 1999.Vries<strong>en</strong>dorp e.a. 2006R.D. Vries<strong>en</strong>dorp, F.M.J. Verstijl<strong>en</strong>, G. van Dijck, Evaluatie Garanstellingsregeling curator<strong>en</strong>1999-2005, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2006.Van Zeeland, Kamminga <strong>en</strong> Bar<strong>en</strong>drecht 2003C.M.C. van Zeeland, Y.P. Kamminga <strong>en</strong> J.M. Bar<strong>en</strong>drecht, ‘Waar het m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> om gaat <strong>en</strong> wat hetburgerlijk recht daarmee kan’, in: G. van Maan<strong>en</strong> (red.), De rol van het aansprakelijkheidsrecht bijde verwerking van persoonlijk leed, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2003.Zondag 2004W.A. Zondag, De gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van het arbeidsrecht, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2004.48Gies<strong>en</strong>_01.indb 30 20-5-2008 16:29:14


Contract<strong>en</strong>rechtGies<strong>en</strong>_01.indb 1 20-5-2008 16:29:14


Gies<strong>en</strong>_01.indb 2 20-5-2008 16:29:14


<strong>Hoofdstuk</strong> 2H e t B e e l d va n de C o n s u m e n ti n h e t P r i va at r e c h t e m pi r i s c hgetoetstW.F. van Raaij 1Sa m e n v a t t i n gHet is belangrijk om bij het ontwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> toepass<strong>en</strong> van <strong>privaatrecht</strong> e<strong>en</strong> realistisch (oponderzoek gebaseerd) beeld te hebb<strong>en</strong> van de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere economische actor<strong>en</strong>.Uit empirisch onderzoek blijk<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de conclusies te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>: consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>verwerk<strong>en</strong> niet alle beschikbare informatie bij hun koopbeslissing<strong>en</strong>. Ze gebruik<strong>en</strong>vere<strong>en</strong>voudigde beslissingsregels (heuristiek<strong>en</strong>) om tot e<strong>en</strong> besluit te kom<strong>en</strong>. Meer informatie<strong>en</strong> meer tijd voor e<strong>en</strong> beslissing zijn niet altijd tot betere uitkomst<strong>en</strong> te leid<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>zijn consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> achteraf niet tevred<strong>en</strong>er over e<strong>en</strong> keuze uit e<strong>en</strong> groot aanbod vanalternatiev<strong>en</strong> dan uit e<strong>en</strong> klein aanbod. Veel beleidsmaatregel<strong>en</strong> <strong>en</strong> wett<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> hierdoorniet tot het beoogde doel. K<strong>en</strong>nis van de opvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gedrag van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kanleid<strong>en</strong> tot realistischer aannam<strong>en</strong> over de effect<strong>en</strong> van beleid <strong>en</strong> wet geving op het gedragvan consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.1 In l e i d i n gHet <strong>privaatrecht</strong> is e<strong>en</strong> normatieve praktijk <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schap, waarbij rechtsregels ontworp<strong>en</strong>word<strong>en</strong> om het gedrag van burgers <strong>en</strong> economische actor<strong>en</strong> zoals consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, werknemers,werkgevers, ondernemers, beleggers <strong>en</strong> belastingbetalers, in goede ban<strong>en</strong> te leid<strong>en</strong>,althans gedrag dat niet aan de norm beantwoordt, te ontmoedig<strong>en</strong>. Het <strong>privaatrecht</strong> is1 Hoogleraar Economische Psychologie, Universiteit van Tilburg.51Gies<strong>en</strong>_01.indb 3 20-5-2008 16:29:14


W.F. van Raaijge<strong>en</strong> empirische wet<strong>en</strong>schap waarin het feitelijke gedrag van burgers <strong>en</strong> economischeactor<strong>en</strong> wordt bestudeerd. Toch zou in het <strong>privaatrecht</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong>word<strong>en</strong> met het feitelijke gedrag van de burger, consum<strong>en</strong>t, werknemer, werkgever,ondernemer, belegger <strong>en</strong> belastingbetaler. Als met rechtsregels geprobeerd wordt hetgedrag te reguler<strong>en</strong>, blijkt k<strong>en</strong>nis van het feitelijke gedrag <strong>en</strong> zijn determinant<strong>en</strong> (k<strong>en</strong>nis,houding, motivatie, situatie) gew<strong>en</strong>st.Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> confer<strong>en</strong>tie <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> sprak ik met e<strong>en</strong> jurist die betrokk<strong>en</strong> wasbij e<strong>en</strong> rechtszaak over merkverwarring waarvoor ik e<strong>en</strong> onderzoek had gedaan. Uit hetonderzoek bleek dat consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de winkel inderdaad in verwarring gebracht werd<strong>en</strong>door de gelijk<strong>en</strong>is van de verpakking<strong>en</strong> van de beide merk<strong>en</strong>. Maar de jurist wimpeldedit weg met de opmerking dat de rechter had bepaald dat er ge<strong>en</strong> merkverwarring wasopgetred<strong>en</strong>. Het oordeel van de rechter was voor hem belangrijker dan de resultat<strong>en</strong> vanhet empirisch onderzoek. De normatieve uitspraak domineerde de empirische feit<strong>en</strong>.In de economie wordt al dec<strong>en</strong>nialang uitgegaan van rationeel gedrag van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,ondernemers <strong>en</strong> andere economische actor<strong>en</strong>, uitgaande van nutsmaximalisatie <strong>en</strong>stabiele prefer<strong>en</strong>ties. Economische actor<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> dus stabiele voorkeur<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> (bijvoorbeeldaltijd kalfsvlees preferer<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> vark<strong>en</strong>svlees) <strong>en</strong> in alle situaties hun nutprober<strong>en</strong> te maximaliser<strong>en</strong> (ook als de informatie onvolledig of onduidelijk is). De laatstedec<strong>en</strong>nia is er meer besef ontstaan bij econom<strong>en</strong> dat deze normatieve uitgangspunt<strong>en</strong>niet realistisch zijn <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot foute aannam<strong>en</strong> <strong>en</strong> conclusies. ‘Behavioraleconomics’, waarbij empirisch onderzoek naar het werkelijke gedrag van economischeactor<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal staat, is nu e<strong>en</strong> geaccepteerd onderdeel van de economie geword<strong>en</strong>.Staat ook bij het <strong>privaatrecht</strong> e<strong>en</strong> dergelijke paradigmaverandering voor de deur in derichting van ‘behavioral law’? Gaat ook bij het <strong>privaatrecht</strong> onderzoek naar het feitelijkegedrag van burgers <strong>en</strong> economische actor<strong>en</strong> het uitgangspunt word<strong>en</strong>? 2Er is e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> burger <strong>en</strong> economische actor<strong>en</strong> zoals de consum<strong>en</strong>t.M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de rol van burger zijn vooral bezorgd over de sam<strong>en</strong>leving als geheel:de veiligheid, het milieu <strong>en</strong> de democratie. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de rol van consum<strong>en</strong>t zijn vooralbezig met hun eig<strong>en</strong> welvaart <strong>en</strong> financiën. Deze beide roll<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uit elkaar lop<strong>en</strong>.Als burger b<strong>en</strong> je bezorgd over de CO 2-uitstoot, terwijl je als consum<strong>en</strong>t met de autoreist vanwege het gemak <strong>en</strong> de snelheid. Soms zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de rol van consum<strong>en</strong>ttoch bezig met ‘burgerzak<strong>en</strong>’, bijvoorbeeld als ze ‘ fair trade’ product<strong>en</strong> kop<strong>en</strong> zoals MaxHavelaar-koffie. Consumptie kan dus ook e<strong>en</strong> middel zijn om maatschappelijke doel<strong>en</strong>te bereik<strong>en</strong>.In dit hoofdstuk geef ik e<strong>en</strong> beschrijving van onderzoek naar het gedrag <strong>en</strong> de determinant<strong>en</strong>van het gedrag van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>nis van het consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gedrag kan2 Jolls, Sunstein <strong>en</strong> Thaler 2000, p. 13-16.52Gies<strong>en</strong>_01.indb 4 20-5-2008 16:29:14


Beeld van de consum<strong>en</strong>t in het <strong>privaatrecht</strong> empirisch getoetstertoe leid<strong>en</strong> dat jurist<strong>en</strong> uitgaan van realistische aannam<strong>en</strong> van de k<strong>en</strong>nis, de betrokk<strong>en</strong>heid<strong>en</strong> het gedrag van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, <strong>en</strong> mogelijk ook van de gew<strong>en</strong>ste <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>stegevolg<strong>en</strong> van beleid <strong>en</strong> wetgeving. Dit realistische beeld is gebaseerd op empirisch onderzoeknaar de opvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gedrag van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De effect<strong>en</strong> van beleid <strong>en</strong>wetgeving gebaseerd op deze realistische aannam<strong>en</strong> zijn waarschijnlijk sterker <strong>en</strong> meerin de gew<strong>en</strong>ste richting dan de effect<strong>en</strong> die we nu zi<strong>en</strong>.2 Co n s u m e n t e n p r i v a a t r e c h tIn het BW bestaat ge<strong>en</strong> uniform beeld van de burger <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t. Enerzijds wordt deburger geacht de wet te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, anderzijds wordt de burger/consum<strong>en</strong>t gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong>zwakke partij die beschermd moet word<strong>en</strong> in het handelsverkeer. 3 Dat de burger de wetzou moet<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, lijkt me meer e<strong>en</strong> disclaimer om de aansprakelijkheid dat de inhoudvan de wett<strong>en</strong> niet goed bek<strong>en</strong>d is gemaakt, te voorkóm<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> empirisch onderzoekonder burgers zal ongetwijfeld aanton<strong>en</strong> dat de meeste burgers de wett<strong>en</strong> niet volledigof zelfs in het geheel niet k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Uit e<strong>en</strong> dergelijk onderzoek zal ook naar vor<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>dat er grote individuele verschill<strong>en</strong> zijn in de mate van wetsk<strong>en</strong>nis, sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d metopleiding, intellig<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> interesse van de respond<strong>en</strong>t.Ondanks de geringe wetsk<strong>en</strong>nis wet<strong>en</strong> burgers <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> door normbesef, persoonlijkeervaring <strong>en</strong> communicatie met ander<strong>en</strong> over hun ervaring<strong>en</strong> wat wel of nietis toegestaan. Wett<strong>en</strong> zijn in veel gevall<strong>en</strong> nadere specificaties van algem<strong>en</strong>e ethisch<strong>en</strong>orm<strong>en</strong> <strong>en</strong> regels. De meeste consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> dat contract<strong>en</strong> er zijn om nageleefdte word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t die e<strong>en</strong> huis voor eig<strong>en</strong> bewoning heeft gekocht, kan binn<strong>en</strong>drie dag<strong>en</strong> de koop ontbind<strong>en</strong> zonder opgaaf van red<strong>en</strong><strong>en</strong>. 4 Als er e<strong>en</strong> ‘afkoelingsperiode’wordt ingesteld bij de aankoop van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> woning om het consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> mogelijk temak<strong>en</strong> het contract zonder opgaaf van red<strong>en</strong><strong>en</strong> op te zegg<strong>en</strong>, kan e<strong>en</strong> dergelijke rechtsregelhet rechtsbesef dat bij vel<strong>en</strong> bestaat verzwakk<strong>en</strong>. Anderzijds zull<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>dit e<strong>en</strong> redelijke regeling vind<strong>en</strong> omdat consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op deze wijze behoed word<strong>en</strong> voorde gevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> impulsieve beslissing. Overig<strong>en</strong>s kan alle<strong>en</strong> met empirisch onderzoekword<strong>en</strong> vastgesteld welke m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> hierover bij consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bestaan <strong>en</strong> in welkemate gebruik wordt gemaakt van de opzeggingsmogelijkheid.Geanticipeerde spijt is e<strong>en</strong> belangrijke red<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> keuze uit of af te stell<strong>en</strong>. De mogelijkheidom e<strong>en</strong> contract zonder opgaaf van red<strong>en</strong><strong>en</strong> op te zegg<strong>en</strong> (afkoelingsperiode)kan e<strong>en</strong> aankoop in e<strong>en</strong> onzekere situatie versnell<strong>en</strong>, doordat consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bij ev<strong>en</strong>tuelespijt binn<strong>en</strong> drie dag<strong>en</strong> de opzeggingsmogelijkheid kunn<strong>en</strong> b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>. In de marketing3 Zie bijvoorbeeld art. 6:231 BW e.v. <strong>en</strong> de regeling van de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>koop in boek 7 BW.4 Art. 7:2 lid 2 BW.53Gies<strong>en</strong>_01.indb 5 20-5-2008 16:29:14


W.F. van Raaijbestaan ook dergelijke opties (‘niet goed, geld terug’, inruilgarantie) om consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>over de streep te trekk<strong>en</strong>. Het is vooral e<strong>en</strong> psychologisch mechanisme om de keuzeknoopdoor te hakk<strong>en</strong>. Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> aankoop hebb<strong>en</strong> gedaan, mak<strong>en</strong> in depraktijk weinig gebruik van de inruil- <strong>en</strong> geld-terug-garanties. ‘Verkoper op afstand’Wehkamp krijgt minder dan 10% van de aankop<strong>en</strong> retour; bij winkelverkoop ligt ditperc<strong>en</strong>tage nog lager.Er bestaat e<strong>en</strong> wisselwerking tuss<strong>en</strong> het gedrag van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> de rechtsregels <strong>en</strong>-procedures. Hoe beïnvloedt het gedrag van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de rechtsregels? Wetgevers<strong>en</strong> beleidsmakers hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaald beeld van de ‘typische consum<strong>en</strong>t’ of juist vande ‘atypische consum<strong>en</strong>t’ in gedacht<strong>en</strong> als ze rechtsregels opstell<strong>en</strong> of aanpass<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>beeld van de consum<strong>en</strong>t als e<strong>en</strong> ‘zwak slachtoffer’ van handelspraktijk<strong>en</strong> levert totaalandere rechtsregels op dan e<strong>en</strong> beeld van de consum<strong>en</strong>t als e<strong>en</strong> ‘slimme misbruiker’ vanmogelijkhed<strong>en</strong>. In het eerste geval zijn de regels er vooral op gericht de consum<strong>en</strong>t tebescherm<strong>en</strong>. In het tweede geval zijn de regels er vooral op gericht de leverancier of demaatschappij te bescherm<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> voorbeeld van het laatste is misbruik van de ‘niet-goed-geld-terug’ garantie. Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>kop<strong>en</strong> kleding voor e<strong>en</strong> speciale geleg<strong>en</strong>heid. Deze kleding drag<strong>en</strong> ze bij diegeleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> daarna retourner<strong>en</strong> ze de kleding aan de leverancier onder de ‘niet-goedgeld-terug’garantie met als red<strong>en</strong> dat de kleding niet goed zou pass<strong>en</strong> of niet goed zoustaan. Dit is e<strong>en</strong> oneig<strong>en</strong>lijk gebruik van de garantieregeling. Als dit oneig<strong>en</strong>lijke gebruikveel voorkomt, zal de garantieregeling moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepast of zelfs word<strong>en</strong> opgeschort.Het gedrag van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> leidt dan tot aanpassing van de rechtsregels.Rechtsregels kunn<strong>en</strong> ook tot doel hebb<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> zichzelf te bescherm<strong>en</strong>.Lez<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de gebruiksaanwijzing voordat ze e<strong>en</strong> product gaan gebruik<strong>en</strong>? Deervaring van aanbieders is inderdaad dat er veel consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn die het product met‘trial and error’ beginn<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> pas de gebruiksaanwijzing gaan lez<strong>en</strong>, als zeer met ‘prober<strong>en</strong>’ niet uitkom<strong>en</strong>. De oplossing is dan het product zo te ontwerp<strong>en</strong> dat erniets mis kan gaan, ook al hebb<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de gebruiksaanwijzing niet gelez<strong>en</strong>.Lez<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de algem<strong>en</strong>e voorwaard<strong>en</strong> voordat ze e<strong>en</strong> transactie aangaan? Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>die e<strong>en</strong> vliegreis op internet boek<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> aanvink<strong>en</strong> dat ze akkoord gaanmet de algem<strong>en</strong>e voorwaard<strong>en</strong>. De meeste consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> will<strong>en</strong> snel de vliegreis reserver<strong>en</strong>,zeker als nog maar <strong>en</strong>kele stoel<strong>en</strong> beschikbaar zijn, <strong>en</strong> lez<strong>en</strong> dan de voorwaard<strong>en</strong>niet of onvolledig. Ook bij het download<strong>en</strong> van software moet<strong>en</strong> gebruikers aanvink<strong>en</strong>dat ze akkoord gaan met de voorwaard<strong>en</strong>. De oplossing is de di<strong>en</strong>st zo aan te bied<strong>en</strong> dater ge<strong>en</strong> ‘adders onder het gras’ verborg<strong>en</strong> zijn die de consum<strong>en</strong>t b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>, ook al hebb<strong>en</strong>ze de voorwaard<strong>en</strong> niet gelez<strong>en</strong>.Hoe beïnvloed<strong>en</strong> de rechtsregels het gedrag van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>? Rechtsregels zijn eropgericht gew<strong>en</strong>ste gedraging<strong>en</strong> van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>ste gedra-54Gies<strong>en</strong>_01.indb 6 20-5-2008 16:29:14


Beeld van de consum<strong>en</strong>t in het <strong>privaatrecht</strong> empirisch getoetstging<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> te gaan door sancties in te stell<strong>en</strong> op ongew<strong>en</strong>st gedrag. Wat gew<strong>en</strong>st ofongew<strong>en</strong>st is, is e<strong>en</strong> normatieve of politieke beslissing. Vanuit de psychologie zou het aante bevel<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> sancties op ongew<strong>en</strong>st gedrag, maar beloning<strong>en</strong> voor gew<strong>en</strong>st gedragin te stell<strong>en</strong>. Belon<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> betere methode dan bestraff<strong>en</strong> om kinder<strong>en</strong> op te voed<strong>en</strong> <strong>en</strong>het gew<strong>en</strong>ste gedrag te bevorder<strong>en</strong>. 5 In de praktijk zi<strong>en</strong> we echter dat wetgevers <strong>en</strong> politiciervan uitgaan dat gew<strong>en</strong>st gedrag de standaard (default) is, <strong>en</strong> dat ongew<strong>en</strong>st gedrag deuitzondering is die gereguleerd <strong>en</strong> gesanctioneerd moet word<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> variant van ‘slim misbruik’ is strategisch gedrag. Dit wil zegg<strong>en</strong> dat burgers, consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><strong>en</strong> andere economische actor<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het geheel van rechtsregels ‘loopholes’,interpretatie <strong>en</strong> ‘stretching’ van regels zoek<strong>en</strong> om hun maatschappelijk ongew<strong>en</strong>st gedragte kunn<strong>en</strong> voortzett<strong>en</strong>. Rechtsregels word<strong>en</strong> dan formeel niet overtred<strong>en</strong>, maar leid<strong>en</strong>tot maximalisatie binn<strong>en</strong> de regels <strong>en</strong>/of tot verschuiving<strong>en</strong> naar andere domein<strong>en</strong>. Alser str<strong>en</strong>ge regels zijn voor statiegeld <strong>en</strong> recycling van glas- <strong>en</strong> blikverpakking, zull<strong>en</strong>fabrikant<strong>en</strong> uitwijk<strong>en</strong> naar plastic verpakking<strong>en</strong> waarvoor ge<strong>en</strong> of minder strikte regelsgeld<strong>en</strong>.3 De r a t i o n e l e c o n s u m e n tDe rationele markthypothese 6 stelt dat in marktcondities <strong>en</strong> marktprijz<strong>en</strong> alle informatieis verwerkt <strong>en</strong> dat ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele marktpartij gebruik kan mak<strong>en</strong> van de onvolledigek<strong>en</strong>nis van economische actor<strong>en</strong>, of van te hoge of te lage prijz<strong>en</strong>. Mocht dit tijdelijk tochvóórkom<strong>en</strong>, dan corrigeert de markt zichzelf <strong>en</strong> pass<strong>en</strong> prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> informatieachterstandzich snel aan. De rationele consum<strong>en</strong>t is e<strong>en</strong> persoon die volledig geïnformeerd is over dekeuzealternatiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze informatie optimaal gebruikt om het alternatief te kiez<strong>en</strong> methet hoogste nut. Het lijkt e<strong>en</strong> persiflage, want er zijn omstandighed<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong>waar nutsmaximalisatie onmogelijk is. E<strong>en</strong> voorbeeld is de huiz<strong>en</strong>markt. E<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tiëlekoper kan zijn nut niet maximaliser<strong>en</strong>, omdat het aanbod van woning<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>dverandert. De keuze van vandaag kan morg<strong>en</strong> al onjuist blijk<strong>en</strong> te zijn doordat er e<strong>en</strong>beter huis op de markt komt. De pot<strong>en</strong>tiële koper die zijn keuze uitstelt, kan hierdoore<strong>en</strong> aantrekkelijk huis mislop<strong>en</strong> dat intuss<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> ander wordt verkocht. In e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>deverander<strong>en</strong>de markt is nutsmaximalisatie onmogelijk <strong>en</strong> is ‘satisfacing’ gedrag 7het best mogelijke. ‘Satisficing’ betek<strong>en</strong>t ‘voldo<strong>en</strong>d aan bepaalde eis<strong>en</strong>’. Dit wil zegg<strong>en</strong>dat e<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tiële koper voor zichzelf bepaalt aan welke eis<strong>en</strong> e<strong>en</strong> woning moet voldo<strong>en</strong>5 E<strong>en</strong> beloning is effectiever dan e<strong>en</strong> straf in de opvoeding. Bij e<strong>en</strong> beloning weet e<strong>en</strong> kind wat het gew<strong>en</strong>ste gedrag is.Bij e<strong>en</strong> straf weet e<strong>en</strong> kind alle<strong>en</strong> wat het ongew<strong>en</strong>ste gedrag is. E<strong>en</strong> beloning wijst duidelijk in de juiste richting <strong>en</strong> e<strong>en</strong>straf niet.6 Fama <strong>en</strong> Fr<strong>en</strong>ch 1993, p. 3-56.7 Simon 1955, p. 99-118.55Gies<strong>en</strong>_01.indb 7 20-5-2008 16:29:15


W.F. van Raaij(prijs, locatie, aantal kamers, afstand tot winkelc<strong>en</strong>trum, schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> werk) <strong>en</strong> het eerstehuis kiest dat aan deze eis<strong>en</strong> voldoet. E<strong>en</strong> ander voorbeeld van de onmogelijkheid vannutsmaximalisatie is de aandel<strong>en</strong>markt, waar beleggers niet wet<strong>en</strong> hoe de koers van elkaandeel zich zal ontwikkel<strong>en</strong>. De keuze van e<strong>en</strong> aandeel of e<strong>en</strong> portefeuille van aandel<strong>en</strong>blijft e<strong>en</strong> keuze met e<strong>en</strong> grote mate van onzekerheid. 8De rationele consum<strong>en</strong>t is in de meeste situaties e<strong>en</strong> economische fictie, maar kan insommige gevall<strong>en</strong> e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>chmark zijn om het werkelijke gedrag van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aante toets<strong>en</strong>. De burger die de wet k<strong>en</strong>t, is ev<strong>en</strong>zo e<strong>en</strong> juridische fictie, maar kan ook e<strong>en</strong>b<strong>en</strong>chmark zijn om de feitelijke wetsk<strong>en</strong>nis van burgers aan te toets<strong>en</strong>.4 De z w a k k e c o n s u m e n tIn veel markttransacties is de consum<strong>en</strong>t de zwakke partij, doordat consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in hetalgeme<strong>en</strong> minder informatie hebb<strong>en</strong> over product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> dan leveranciers <strong>en</strong>ook minder goed op de hoogte zijn van de contractuele verplichting<strong>en</strong> die ze aangaan.Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kop<strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> maar één of twee keer in hun lev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> huis <strong>en</strong> e<strong>en</strong>hypotheek <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zo minder ervaring opdo<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> professionele projectontwikkelaarof makelaar. Tjittes 9 beschrijft de ‘hoedanigheid van de partij<strong>en</strong>’ in term<strong>en</strong> vanhun maatschappelijke positie <strong>en</strong> hun individuele eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, macht <strong>en</strong> deskundigheid.Tjittes onderscheidt particulier<strong>en</strong>, ondernemers, overhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwant<strong>en</strong> (familierecht).Hij verzet zich teg<strong>en</strong> de term consum<strong>en</strong>t, omdat daar te veel op verbruikers wordtgedoeld. De hoedanigheid van de partij<strong>en</strong> geeft kleur aan de norm<strong>en</strong> van het contract<strong>en</strong>recht.E<strong>en</strong> bank is t<strong>en</strong> opzichte van e<strong>en</strong> niet in de optiehandel ingevoerde klant tot e<strong>en</strong>grotere zorg verplicht dan t<strong>en</strong> opzichte van iemand die deskundig is op dit terrein. 10 E<strong>en</strong>professionele borg moet op meer risico’s bedacht zijn dan e<strong>en</strong> particuliere borg die dit uitvri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st doet. Het gevaar van Tjittes’ b<strong>en</strong>adering is dat elk geval uniek wordt ‘inzijn hoedanigheid’ <strong>en</strong> dat de rechtsgelijkheid van person<strong>en</strong> gevaar loopt. Maar als zichduidelijke patron<strong>en</strong> aftek<strong>en</strong><strong>en</strong> in de casuïstiek, kunn<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satie <strong>en</strong> tegemoetkomingvan de zwakke partij op hun plaats zijn.Bij informatieachterstand van e<strong>en</strong> marktpartij functioneert de markt ook minder goed.Het overheidsbeleid is er dan op gericht de informatieachterstand van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> teverminder<strong>en</strong> of op te heff<strong>en</strong>. Leveranciers krijg<strong>en</strong> allerlei informatieplicht<strong>en</strong> op grondwaarvan verkopers van goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> in te licht<strong>en</strong>. Het zou8 Bij keuze in e<strong>en</strong> situatie van onzekerheid kunn<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarschijnlijkhed<strong>en</strong> in hun nutsfunctie <strong>en</strong> keuze opnem<strong>en</strong>.Hiermee kan toch de best mogelijke keuze word<strong>en</strong> bereikt.9 Tjittes 1994.10 Deze zorgplicht is geregeld in de Wet op het Financieel Toezicht: www.minfin.nl/nl/onderwerp<strong>en</strong>,financiele_markt<strong>en</strong>/financieel_toezicht/wet_op_het_financieel_toezicht.56Gies<strong>en</strong>_01.indb 8 20-5-2008 16:29:15


Beeld van de consum<strong>en</strong>t in het <strong>privaatrecht</strong> empirisch getoetstkunn<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> minder aangespoord word<strong>en</strong> om zelf goede informatiete verzamel<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> goede beslissing te kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. 11In 2006 heeft het ministerie van Financiën het initiatief g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voor het PlatformC<strong>en</strong>tiQ, e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking van overheid, bedrijfslev<strong>en</strong> (bank<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekeraars) <strong>en</strong>consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>voorlichting (Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bond, Nibud). De doelstelling van C<strong>en</strong>tiQ ishet versterk<strong>en</strong> van de consum<strong>en</strong>t als marktpartij door goed geïnformeerde <strong>en</strong> opgeleideconsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, die geïnteresseerd zijn in <strong>en</strong> zelfvertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bij het nem<strong>en</strong> vanfinanciële beslissing<strong>en</strong>, waardoor zij e<strong>en</strong> actieve rol innem<strong>en</strong> op de financiële markt<strong>en</strong><strong>en</strong> kom<strong>en</strong> tot weloverwog<strong>en</strong> financiële beslissing<strong>en</strong>. 12 Door voorlichtingscampagnes <strong>en</strong>door lespakkett<strong>en</strong> in het reguliere onderwijs hoopt C<strong>en</strong>tiQ zijn doelstelling te bereik<strong>en</strong>.De algem<strong>en</strong>e gedachte achter deze bescherming van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is dat de zwakkedeelnemers aan het handelsverkeer versterkt di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> door hun informatieachterstandweg te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook beschermd di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de professionelemarktpartij<strong>en</strong>. In de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> is deze politieke keuze overig<strong>en</strong>s anders uitgevall<strong>en</strong>.Daar wordt van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> proactievere houding verwacht: consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>di<strong>en</strong><strong>en</strong> zich goed te informer<strong>en</strong>, door te vrag<strong>en</strong>, zelf onderzoek te do<strong>en</strong> of te lat<strong>en</strong> do<strong>en</strong>.Lat<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dit na, dan is e<strong>en</strong> miskoop hun eig<strong>en</strong> schuld <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze de schad<strong>en</strong>iet verhal<strong>en</strong> op de verkoper.De Nederlandse overheid, wetgevers <strong>en</strong> beleidsmakers zijn gericht op het ev<strong>en</strong>wichtigermak<strong>en</strong> van de balans door de consum<strong>en</strong>t te bescherm<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn positie te versterk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>voorbeeld is de omgekeerde bewijslast bij productaansprakelijkheid, zodat niet de consum<strong>en</strong>tbehoeft aan te ton<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> product in gebreke blijft of informatie onvoldo<strong>en</strong>deis, maar de leverancier moet aanton<strong>en</strong> dat dit niet het geval is. E<strong>en</strong> ander voorbeeld is de‘afkoelingsperiode’ waarin e<strong>en</strong> aankoop ongedaan gemaakt kan word<strong>en</strong>, bijvoorbeeld bije<strong>en</strong> belangrijke aankoop zoals e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> woning. E<strong>en</strong> afkoelingsperiode heeft vooral zinals het gaat om infrequ<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> belangrijke beslissing<strong>en</strong> zoals de aankoop van e<strong>en</strong>huis, e<strong>en</strong> aanvraag tot echtscheiding, <strong>en</strong> wellicht ook e<strong>en</strong> huwelijk. Dit zijn beslissing<strong>en</strong>waarvoor de consum<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> ervaring kan opbouw<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn het vaak beslissing<strong>en</strong>waarbij emoties spel<strong>en</strong> <strong>en</strong> impulsiviteit ongew<strong>en</strong>st is.E<strong>en</strong> andere manier om de zwakke consum<strong>en</strong>t te bescherm<strong>en</strong> staat bek<strong>en</strong>d als het ‘libertairpaternalisme’. 13 In deze b<strong>en</strong>adering wordt e<strong>en</strong> bepaald keuzealternatief aan consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zodanig (als standaard of als gunstigste alternatief) voorgesteld dat de meesteconsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dit alternatief zull<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>, hoewel consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vrij zijn om e<strong>en</strong> anderalternatief te kiez<strong>en</strong>. In Nederland is bijvoorbeeld voor orgaandonatie e<strong>en</strong> opt-in vereist:pot<strong>en</strong>tiële orgaandonor<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zelf het initiatief nem<strong>en</strong> om door registratie aan te11 ’t Hart <strong>en</strong> du Perron, 2006. Van Boom, Van Doorn, Pape, Sujecki <strong>en</strong> Tuil 2007, p. 75-82.12 Website C<strong>en</strong>tiQ: www.minfin.nl/nl/onderwerp<strong>en</strong>,financiele_markt<strong>en</strong>/C<strong>en</strong>tiQ.13 Sunstein & Thaler 2003, p. 1159-1202.57Gies<strong>en</strong>_01.indb 9 20-5-2008 16:29:15


W.F. van Raaijgev<strong>en</strong> dat zij hun organ<strong>en</strong> na hun dood aan ander<strong>en</strong> ter beschikking stell<strong>en</strong>. In Belgiëgeldt e<strong>en</strong> opt-out regeling: alle Belg<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geacht na hun dood hun organ<strong>en</strong> terbeschikking te stell<strong>en</strong> aan ander<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij ze registrer<strong>en</strong> dit niet te will<strong>en</strong>. Hierdoor is inBelgië het aantal beschikbare organ<strong>en</strong> voor transplantatie hoger dan in Nederland.E<strong>en</strong> ander voorbeeld: In Nederland word<strong>en</strong> abonnem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op krant<strong>en</strong> <strong>en</strong> tijdschrift<strong>en</strong>automatisch verl<strong>en</strong>gd, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> abonnee tijdig k<strong>en</strong>baar maakt het abonnem<strong>en</strong>t niet tewill<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. In de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> abonnees na elke abonnem<strong>en</strong>tsperiodezelf aangev<strong>en</strong> dat ze hun abonnem<strong>en</strong>t will<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> als ze dat nalat<strong>en</strong>, wordt hetabonnem<strong>en</strong>t beëindigd.In het systeem van libertair paternalisme is de normatief of politiek gew<strong>en</strong>ste optieals e<strong>en</strong> ‘default’-optie voor iedere<strong>en</strong> geldig, t<strong>en</strong>zij iemand er uitdrukkelijk bezwaarteg<strong>en</strong> maakt. Er wordt van uitgegaan dat er e<strong>en</strong> grote groep consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bestaat die‘vergeet’ hun abonnem<strong>en</strong>t op te zegg<strong>en</strong> of ‘vergeet’ zich te registrer<strong>en</strong> als niet-donor. Inhet systeem van libertair paternalisme krijg<strong>en</strong> de ‘vergeters’ <strong>en</strong> de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die hetmoeilijk vind<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beslissing te nem<strong>en</strong>, automatisch de normatief of politiek gew<strong>en</strong>steoptie. Uiteraard moet er de geleg<strong>en</strong>heid zijn voor de ‘vergeters’ zich alsnog te registrer<strong>en</strong>als niet-donor. E<strong>en</strong> dergelijke optie bestaat niet voor consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ‘verget<strong>en</strong>’ zijn hunabonnem<strong>en</strong>t op te zegg<strong>en</strong>.Libertair paternalisme lijkt e<strong>en</strong> beperking van de vrijheid te zijn, maar is het nietvanwege de opt-out optie. In de praktijk komt het libertaire paternalisme vaak voor. Inwelke volgorde plaatst e<strong>en</strong> winkelier de product<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> supermarkt? In welke volgordetreff<strong>en</strong> we voedingsmiddel<strong>en</strong> aan bij e<strong>en</strong> buffet? In beide gevall<strong>en</strong> wordt het gedrag vande consum<strong>en</strong>t door de situatie beïnvloed. Als er gezonde product<strong>en</strong> aan het begin van hetbuffet staan, zull<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gezonder et<strong>en</strong> dan wanneer er ongezonde product<strong>en</strong>aan het begin van het buffet staan. Libertair paternalisme treedt ook op als door deaanleg van e<strong>en</strong> weg het gedrag van de weggebruikers <strong>en</strong> hiermee de verkeersveiligheidwordt beïnvloed.Zelfs e<strong>en</strong> verschil in formulering kan verschill<strong>en</strong> in gedrag veroorzak<strong>en</strong>. Als patiënt<strong>en</strong>instemming moet<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> bepaalde medische behandeling, kan de dezelfdeinformatie op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Als wordt gesteld dat ‘van allepatiënt<strong>en</strong> die deze behandeling hebb<strong>en</strong> ondergaan, na vijf jaar 90 proc<strong>en</strong>t in lev<strong>en</strong> is’(positieve framing), stemm<strong>en</strong> meer patiënt<strong>en</strong> met de behandeling in dan wanneer wordtgezegd dat ‘van alle patiënt<strong>en</strong> die deze behandeling hebb<strong>en</strong> ondergaan, na vijf jaar 10proc<strong>en</strong>t is overled<strong>en</strong>’ (negatieve framing). 1414 Dit verschil tuss<strong>en</strong> positieve <strong>en</strong> negatieve framing kan word<strong>en</strong> verklaard met prospect theorie. Kahneman <strong>en</strong> Tversky1979, p. 263-291.58Gies<strong>en</strong>_01.indb 10 20-5-2008 16:29:15


Beeld van de consum<strong>en</strong>t in het <strong>privaatrecht</strong> empirisch getoetst5 De o v e r l a d e n c o n s u m e n tConsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> de laatste jar<strong>en</strong> door marktliberalisatie <strong>en</strong> marktwerking meerde vrijheid om te kiez<strong>en</strong> wat zij will<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> steeds groter aanbod van goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong>di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Zo kunn<strong>en</strong> ze kiez<strong>en</strong> via welke telefoonmaatschappij ze bell<strong>en</strong>, waar ze hunziektekost<strong>en</strong>verzekering afsluit<strong>en</strong>, bij welke leverancier ze <strong>en</strong>ergie afnem<strong>en</strong>, <strong>en</strong> bij welkedi<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>er ze internett<strong>en</strong>. Het rationele keuzemodel gaat ervan uit dat consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>nauwkeurig alle opties onderzoek<strong>en</strong>, informatie verwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de alternatiev<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>elkaar afweg<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> klein aantal alternatiev<strong>en</strong> is dit nog wel te do<strong>en</strong>, maar bij e<strong>en</strong>groot aantal wordt deze taak steeds moeilijker dan wel onmogelijk. Enerzijds is keuzevrijheidvoordelig. Immers, bij e<strong>en</strong> groot aantal keuzealternatiev<strong>en</strong> is de kans iets tevind<strong>en</strong> dat spoort met de voorkeur, groter dan bij e<strong>en</strong> klein aantal alternatiev<strong>en</strong>. Anderzijdsis deze keuzevrijheid nadelig, omdat het betek<strong>en</strong>t dat consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> veel informatiemoet<strong>en</strong> verzamel<strong>en</strong>, begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong>. Hier hebb<strong>en</strong> veel consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moeite mee<strong>en</strong> dit kan hun keuze bemoeilijk<strong>en</strong>. Ze zi<strong>en</strong> door de bom<strong>en</strong> het bos niet meer. Als rechtsregelsvereis<strong>en</strong> dat veel informatie beschikbaar moet zijn voor consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, vergroot ditde ‘overload’ <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nog meer moeite e<strong>en</strong> goede keuze te mak<strong>en</strong>.Veel keuze heeft voordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> is volg<strong>en</strong>s de economie zelfs gew<strong>en</strong>st, omdat de kwaliteitvan e<strong>en</strong> keuzeoptie niet afzonderlijk, maar wel tegelijkertijd met andere opties kanword<strong>en</strong> geëvalueerd. E<strong>en</strong> ander voordeel is dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> in hun voorkeur<strong>en</strong> <strong>en</strong>behoeft<strong>en</strong>. Met e<strong>en</strong> groter aanbod kan aan de behoefte van meer consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voldaanword<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> derde voordeel is dat veel keuze de concurr<strong>en</strong>tie bevordert, met als gevolglagere prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> betere kwaliteit.Naast voordel<strong>en</strong> heeft veel keuze ook nadel<strong>en</strong>. 15 Zo zijn daar de ‘kost<strong>en</strong>’ van te veel keuze.T<strong>en</strong> eerste zijn dat de kost<strong>en</strong> van tijd. De tijd die we nodig hebb<strong>en</strong> om informatie teverwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> beslissing te nem<strong>en</strong>, hadd<strong>en</strong> we ook kunn<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> aan iets anders.T<strong>en</strong> tweede zijn er de kost<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> foute beslissing. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> als zij beslissing<strong>en</strong>nem<strong>en</strong>, vooral als veel informatie beschikbaar is <strong>en</strong> de beslissing gecompliceerdis. Als het aantal alternatiev<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eemt, wordt bijvoorbeeld slechts e<strong>en</strong> klein aantalalternatiev<strong>en</strong> in beschouwing g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. 16 Wordt de beslissing (te) moeilijk, dan vall<strong>en</strong>m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> terug op e<strong>en</strong>voudige beslissingsregels (heuristiek<strong>en</strong>). Is de beslissing te moeilijk,of zijn er te veel alternatiev<strong>en</strong>, dan wordt de beslissing uitgesteld of wordt zelfs vermed<strong>en</strong>e<strong>en</strong> beslissing te nem<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> verkeerde keuze wordt niet alle<strong>en</strong> gemaakt als m<strong>en</strong> weiniginformatie of k<strong>en</strong>nis bezit, maar ook als m<strong>en</strong> overlad<strong>en</strong> wordt met informatie. T<strong>en</strong> slotte15 Van Raaij <strong>en</strong> De Groot 2007, p. 4-9.16 Jacoby 1977, p. 569-573.59Gies<strong>en</strong>_01.indb 11 20-5-2008 16:29:15


W.F. van Raaijzijn er de psychologische kost<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verkeerde beslissing. Te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> valt aan angst,onzekerheid, (geanticipeerde) spijt <strong>en</strong> teleurstelling.Het aanbied<strong>en</strong> van meerdere opties heeft dus voordel<strong>en</strong>, maar belemmert vaak het gemakwaarmee e<strong>en</strong> keuze gemaakt wordt. Dit werd aangetoond door onderzoek van Iy<strong>en</strong>gar<strong>en</strong> Lepper. 17 Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die veel keuzealternatiev<strong>en</strong> (dertig soort<strong>en</strong> jam in de winkel)tot hun beschikking hadd<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> vooraf tevred<strong>en</strong>er dan consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die weinigkeuze (zes soort<strong>en</strong> jam) hadd<strong>en</strong>. Maar consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met veel keuze vond<strong>en</strong> de beslissingmoeilijker, war<strong>en</strong> achteraf minder tevred<strong>en</strong> met de uiteindelijke keuze <strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>meer spijt van hun beslissing. De auteurs suggerer<strong>en</strong> dat dit veroorzaakt werd door deverantwoordelijkheid die consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> als zij veel keuze hebb<strong>en</strong>. In het algeme<strong>en</strong>blijk<strong>en</strong> emoties, zoals geanticipeerde spijt, inderdaad e<strong>en</strong> beslissing te kunn<strong>en</strong> belemmer<strong>en</strong>.18 Barry Schwartz geeft in zijn boek e<strong>en</strong> goed leesbaar overzicht van de literatuurover de problem<strong>en</strong> die ontstaan bij e<strong>en</strong> overdaad aan keuze. 19Voor <strong>privaatrecht</strong> <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>beleid betek<strong>en</strong>t dit dat bij e<strong>en</strong> groter keuzeaanbodconsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> meer problem<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer fout<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. De informatie zou dan zogestructureerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> duidelijk onderscheid gemaakt wordt tuss<strong>en</strong>relevante <strong>en</strong> minder relevante eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Via wettelijkevoorschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfregulering kunn<strong>en</strong> verplichting<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgelegd aan leveranciers(zorgplicht) om bepaalde relevante informatie aan consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te verstrekk<strong>en</strong>,zoals de werkelijke r<strong>en</strong>te van persoonlijke l<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> het <strong>en</strong>ergieverbruik van auto’s.De bedoeling hiervan is dat met deze informatie consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de alternatiev<strong>en</strong> beterkunn<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> gemakkelijker het voor h<strong>en</strong> ‘beste’ alternatief kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>andere bedoeling is dat consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> aanschaf meer lett<strong>en</strong> op het <strong>en</strong>ergieverbruikvan auto’s om hiermee e<strong>en</strong> bijdrage te lever<strong>en</strong> aan het bereik<strong>en</strong> van klimaat- <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiebesparingsdoelstelling<strong>en</strong>van de overheid.Ook relevant voor <strong>privaatrecht</strong> is dat consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> groot keuzeaanbod vaak ontevred<strong>en</strong>zijn <strong>en</strong> spijt hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gemaakte keuze. Ze ontdekk<strong>en</strong> na de koop dat e<strong>en</strong>ander alternatief beter zou zijn geweest <strong>en</strong> prober<strong>en</strong> dan hun keuze ongedaan te mak<strong>en</strong>.In artikel 7:2 BW is bepaald dat e<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t (particulier) de aankoop van e<strong>en</strong> huisbinn<strong>en</strong> drie dag<strong>en</strong> na de ondertek<strong>en</strong>ing van het koopcontract kan ontbind<strong>en</strong> zonderopgaaf van red<strong>en</strong><strong>en</strong>. De gedachte hierachter is dat de koop van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> huis voor demeeste m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de grootste aankoop is die ze in hun lev<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat ze daarom driedag<strong>en</strong> de tijd di<strong>en</strong><strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> ingeval ze spijt krijg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beslissing.17 Iy<strong>en</strong>gar <strong>en</strong> Lepper 2000, p. 995-1006.18 Schwartz, Ward, Monterosso, Lyubomirsky, White <strong>en</strong> Lehman 2002, p. 1178-1197.19 Schwartz 2004.60Gies<strong>en</strong>_01.indb 12 20-5-2008 16:29:15


Beeld van de consum<strong>en</strong>t in het <strong>privaatrecht</strong> empirisch getoetstConsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door marktwerking <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groter aanbod ook meer zelf verantwoordelijkvoor de gemaakte keuze. Dit draagt ook bij aan de gevoelde spijt, <strong>en</strong> zoukunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot minder schadeclaims bij leveranciers.Bij e<strong>en</strong> hoge informatieoverdaad kunn<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet alles meer controler<strong>en</strong> <strong>en</strong>bijhoud<strong>en</strong>. Ze vertrouw<strong>en</strong> op instanties (autoriteit<strong>en</strong>, gedragscodes van leveranciers,garantieregeling<strong>en</strong>) voor het geval er iets misgaat. Deze regeling<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> ertoe kunn<strong>en</strong>leid<strong>en</strong> dat consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet zelf informatie verzamel<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed oplett<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> aankoop,maar vertrouw<strong>en</strong> dat ‘het wel goed zit’. Deze regeling<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> dus leid<strong>en</strong> tot mindereig<strong>en</strong> voorzorg van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> hierdoor tot meer schadeclaims bij de leveranciers.Empirisch onderzoek moet uitwijz<strong>en</strong> of de resultante van meer verantwoordelijkheid <strong>en</strong>minder controle van de consum<strong>en</strong>t leidt tot minder of juist meer schadeclaims.6 Co n c l u s i e sUit dit hoofdstuk blijkt dat er forse kritiek te lever<strong>en</strong> is op e<strong>en</strong> aantal, blijkbaar algeme<strong>en</strong>aanvaarde, aannam<strong>en</strong> <strong>en</strong> veronderstelling<strong>en</strong> van econom<strong>en</strong>, wetgevers <strong>en</strong> beleidsmakers.De conclusies van dit hoofdstuk kunn<strong>en</strong> dan ook langs de lijn<strong>en</strong> van zes algeme<strong>en</strong>aanvaarde, maar onjuiste, aannam<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat.De eerste aanname is dat consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> rationele koopbeslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>prober<strong>en</strong> in vele gevall<strong>en</strong> rationele beslissing<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong>, maar slag<strong>en</strong> daar niet invanwege de moeilijkheid om alle relevante informatie te verzamel<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verwerk<strong>en</strong>. Ingevall<strong>en</strong> dat de markt snel fluctueert (huiz<strong>en</strong>- <strong>en</strong> aandel<strong>en</strong>markt), is het best mogelijkedan ook om e<strong>en</strong> beslissing te nem<strong>en</strong> waarbij waarschijnlijkhed<strong>en</strong> in de beslissing word<strong>en</strong>opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De meeste beslissing<strong>en</strong> van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn niet 100% rationeel, omdatniet alle relevante informatie gebruikt wordt <strong>en</strong> er fout<strong>en</strong> gemaakt word<strong>en</strong> in de afweging<strong>en</strong><strong>en</strong> onderlinge vergelijking van alternatiev<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> beleid waarbij meer informatiegegev<strong>en</strong> wordt aan consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, betek<strong>en</strong>t niet dat deze informatie ook daadwerkelijkgebruikt wordt bij hun koopbeslissing<strong>en</strong>, hoewel wel is voldaan aan de zorgplicht <strong>en</strong> debeschikbaarheid van informatie.De tweede aanname is dat meer informatie leidt tot betere aankoopbeslissing<strong>en</strong> van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.Meer informatie kan leid<strong>en</strong> tot informatieoverdaad. Het kost consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>dan te veel moeite <strong>en</strong> tijd om alle informatie te verwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de keuzealternatiev<strong>en</strong> tevergelijk<strong>en</strong>. Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ‘verdrink<strong>en</strong>’ in de relevante <strong>en</strong> minder relevante informatie.Bij veel informatie word<strong>en</strong> hierdoor soms slechtere keuz<strong>en</strong> gemaakt dan bij weinig, maarrelevante informatie. In het beleid zou meer gelet moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op de optimale hoeveelheidinformatie, de dosering van informatie <strong>en</strong> op hulpmiddel<strong>en</strong> om deze informatiete verwerk<strong>en</strong> (keuzewijzers <strong>en</strong> andere soort<strong>en</strong> keuzeondersteuning).61Gies<strong>en</strong>_01.indb 13 20-5-2008 16:29:15


W.F. van RaaijDe derde aanname is dat het er niet toe doet hoe de informatie gegev<strong>en</strong> wordt, als deinformatie maar gegev<strong>en</strong> wordt. Uit onderzoek blijkt dat er e<strong>en</strong> verschil bestaat tuss<strong>en</strong>positieve <strong>en</strong> negatieve framing van informatie. Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> stemm<strong>en</strong> vaker in metinformatie in positieve term<strong>en</strong> dan in negatieve term<strong>en</strong>. Het vermijd<strong>en</strong> van iets negatiefsis e<strong>en</strong> sterkere motivatie dan het bereik<strong>en</strong> van iets positiefs. 20De vierde aanname is dat langer nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> leidt tot betere beslissing<strong>en</strong> van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.We ler<strong>en</strong> het onze kinder<strong>en</strong> dat lang nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> loont, maar langer nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> door e<strong>en</strong>uitgebreide verwerking van voorhand<strong>en</strong> informatie kan juist leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> minder goedekeuze. In e<strong>en</strong> dergelijk lang proces wordt minder relevante informatie soms ev<strong>en</strong> zwaargewog<strong>en</strong> als relevante informatie. De nadruk komt dan te veel te ligg<strong>en</strong> op onbelangrijkedetails <strong>en</strong> hierdoor wordt e<strong>en</strong> minder goede keuze gemaakt. Veel consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>mak<strong>en</strong> intuïtief (via onbewuste informatieverwerking 21 ) e<strong>en</strong> goede keuze, maar verknoei<strong>en</strong>deze goede keuze door bij langer nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> op irrelevante details te gaan lett<strong>en</strong>.Langer nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> is dus niet altijd beter, maar e<strong>en</strong> afkoelingsperiode kan consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wel help<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> impulsieve keuze ongedaan te mak<strong>en</strong>. Er is e<strong>en</strong> belangrijk verschiltuss<strong>en</strong> intuïtief <strong>en</strong> impulsief kiez<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> impulsieve keuze ontstaat door onmiddellijkebehoeftebevrediging <strong>en</strong> gebrek aan uitstel. E<strong>en</strong> intuïtieve keuze is gebaseerd op e<strong>en</strong> vaakonbered<strong>en</strong>eerd ‘gevoel’ dat iets juist <strong>en</strong> goed is.De vijfde aanname is dat keuze uit veel alternatiev<strong>en</strong> leidt tot tevred<strong>en</strong> <strong>en</strong> gelukkigeconsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Marktwerking leidt doorgaans tot e<strong>en</strong> groter aanbod van keuzealternatiev<strong>en</strong>.Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn vooraf tevred<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> groot aanbod van alternatiev<strong>en</strong>.Ze d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat er dan e<strong>en</strong> grotere kans bestaat dat er e<strong>en</strong> voor h<strong>en</strong> geschikt alternatiefbij zit. Maar tijd<strong>en</strong>s <strong>en</strong> na de keuze word<strong>en</strong> ze minder tevred<strong>en</strong>, zelfs ontevred<strong>en</strong> overhet grote aanbod door de moeite die ze moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> om te kiez<strong>en</strong>. Ook verwacht<strong>en</strong>ze spijt te krijg<strong>en</strong> van hun keuze, omdat mogelijk e<strong>en</strong> ander alternatief achteraf beterzal blijk<strong>en</strong> te zijn. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn ze nu zelf verantwoordelijk voor e<strong>en</strong> verkeerde keuzezoals het gekoz<strong>en</strong> beltarief, terwijl ze vroeger gewoon hun ‘telefoontikk<strong>en</strong>’ betaald<strong>en</strong>. Persaldo zijn consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> minder tevred<strong>en</strong> met de vele mogelijkhed<strong>en</strong> dan vroeger metde beperkte mogelijkhed<strong>en</strong>. In het beleid moet meer gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar het optimaleaantal keuzemogelijkhed<strong>en</strong>, vaak sam<strong>en</strong>gevat in de regel 5 ± 2 (in veel markt<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>3 <strong>en</strong> 7, met als optimum 5 alternatiev<strong>en</strong>).De zesde <strong>en</strong> laatste aanname is dat consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> graag zelf e<strong>en</strong> keuze will<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong>deze keuze niet uit hand<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat ze keuzevrijheid e<strong>en</strong> goedezaak vind<strong>en</strong>, maar ze verget<strong>en</strong> hun keuzestress als het er op aankomt. Als consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>e<strong>en</strong> keuzeprobleem ervar<strong>en</strong>, zoals bij het kiez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zorgverzekering in begin 2006,20 Kahneman <strong>en</strong> Tversky 1979.21 Dijksterhuis 2007. Zie ook het hoofdstuk van Rassin in deze bundel.62Gies<strong>en</strong>_01.indb 14 20-5-2008 16:29:15


Beeld van de consum<strong>en</strong>t in het <strong>privaatrecht</strong> empirisch getoetstword<strong>en</strong> ze geholp<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> ‘default’ optie aan te bied<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ‘default’ is e<strong>en</strong> alternatiefdat voor de meeste consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> goed is, <strong>en</strong> automatisch de optie wordt voor consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>die niet will<strong>en</strong> of kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> vorm van ‘libertair paternalisme’ <strong>en</strong>e<strong>en</strong> uitkomst voor consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> keuzestresssituatie zitt<strong>en</strong>. Als consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>niets do<strong>en</strong>, wordt er voor h<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt hun probleem opgelost.K<strong>en</strong>nis van de opvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gedrag van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kan leid<strong>en</strong> tot realistischeraannam<strong>en</strong> over de effect<strong>en</strong> van beleid <strong>en</strong> wetgeving. ‘Behavioral law’ kan net als ‘behavioraleconomics’ e<strong>en</strong> ontwikkeling op gang br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> die effectievere regulering <strong>en</strong> wett<strong>en</strong><strong>en</strong> de handhaving ervan creëert. In veel gevall<strong>en</strong> kan tevor<strong>en</strong> onderzoek word<strong>en</strong> gedaannaar de effect<strong>en</strong> die te verwacht<strong>en</strong> zijn van beleid <strong>en</strong> de invoering van nieuwe wetsregels.Lit e r a t u u rDijksterhuis 2007A. Dijksterhuis, Het Slimme Onbewuste. D<strong>en</strong>k<strong>en</strong> met Gevoel, Amsterdam: Bert Bakker, 2007.Fama <strong>en</strong> Fr<strong>en</strong>ch 1993E. Fama <strong>en</strong> K. Fr<strong>en</strong>ch, ‘Common risk factors in returns on stocks and bonds’. Journal of FinancialEconomics, 33, 1993, 3-56.Van Boom, Van Doorn, Pape, Sujecki <strong>en</strong> Tuil 2007W.H. van Boom, C.J.M. van Doorn, S.B. Pape, B. Sujecki <strong>en</strong> M.L. Tuil, ‘Informatie <strong>en</strong> financiëledi<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing aan consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>’, Tijdschrift voor Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>recht <strong>en</strong> Handelspraktijk<strong>en</strong>, 3,2007, 75-82.’t Hart <strong>en</strong> du Perron 2006F.M.A. ’t Hart <strong>en</strong> C.E. du Perron, De geïnformeerde consum<strong>en</strong>t – Is informatie-verstrekking e<strong>en</strong>effectief middel om consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> afgewog<strong>en</strong> financiële beslissing<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>? Preadvies voorde Ver<strong>en</strong>iging voor Effect<strong>en</strong>recht, 2006.Iy<strong>en</strong>gar <strong>en</strong> Lepper 2000S.S. Iy<strong>en</strong>gar <strong>en</strong> M.R. Lepper, ‘Wh<strong>en</strong> choice is demotivating’. Journal of Personality and SocialPsychology, 79, 2000, 995-1006.Jacoby 1977J. Jacoby, ‘Information load and decision quality: Some contested issues’, Journal of MarketingResearch, 14, 1977, 569-573.Jolls, Sunstein <strong>en</strong> Thaler 2000C. Jolls, C.R. Sunstein <strong>en</strong> R.H. Thaler, ‘A behavioral approach to law and economics’, in: C.R.Sunstein (red.), Behavioral Law and Economics. New York: Cambridge University Press, 2000,p. 13-16.63Gies<strong>en</strong>_01.indb 15 20-5-2008 16:29:16


W.F. van RaaijKahneman <strong>en</strong> Tversky 1979D. Kahneman <strong>en</strong> A. Tversky, ‘Prospect theory: An analysis of decision under risk’. Econometrica,47, 1979, 263-291.Van Raaij <strong>en</strong> De Groot 2007F. van Raaij <strong>en</strong> M. de Groot, ‘Nadelige gevolg<strong>en</strong> van te veel keuze’, ESB Dossier, 4508S, april 2007,4-9.Schwartz, Ward, Monterosso, Lyubomirsky, White <strong>en</strong> Lehma, 2002B. Schwartz, A. Ward, J. Monterosso, S. Lyubomirsky, K. White <strong>en</strong> D.R. Lehman, ‘Maximizingversus satisfacing: Happiness is a matter of choice’, Journal of Personality and Social Psychology,83, 2002, 1178-1197.Schwart, 2004B. Schwartz, The Paradox of Choice. Why More is Less, New York: Harper, 2004.Simon 1955H.A. Simon, ‘A behavioral model of rational choice’, Quarterly Journal of Economics, 69, 1955,99-118.Sunstein <strong>en</strong> Thaler 2003C.R. Sunstein <strong>en</strong> R.H. Thaler, ‘Libertarian paternalism is not an oxymoron’. University of ChicagoLaw Review, 70, 2003, 1159-1202.Tjittes 1994R.P.J.L. Tjittes, De hoedanigheid van contractpartij<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> rechtsvergelijk<strong>en</strong>d onderzoek naar debetek<strong>en</strong>is van de (onderlinge) hoedanigheid van partij<strong>en</strong> voor de totstandkoming <strong>en</strong> de vaststellingvan de inhoud van rechtshandeling<strong>en</strong> (diss. Groning<strong>en</strong>), Universiteit van Groning<strong>en</strong>, 1994.64Gies<strong>en</strong>_01.indb 16 20-5-2008 16:29:16


<strong>Hoofdstuk</strong> 3De juiste keuzeE. Rassin 1Sa m e n v a t t i n gBij allerlei besluitvormingsprocess<strong>en</strong> wordt er impliciet van uitgegaan dat de beslisser overalle b<strong>en</strong>odigde informatie kan beschikk<strong>en</strong>. Dat geldt ook voor beslissing<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> juridischaspect k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, zoals koop, huur, of medische behandeling. Strev<strong>en</strong> naar volledige informatieis uiteraard van belang. Toch kunn<strong>en</strong> vanuit de gedragswet<strong>en</strong>schappelijke literatuurkanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geplaatst bij de veronderstelling dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gebruik (moet<strong>en</strong>)mak<strong>en</strong> van alle relevante informatie. Dergelijke kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> passer<strong>en</strong> in dit hoofdstukde revue.1 In l e i d i n gGoed functioner<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, maar ook dier<strong>en</strong>, strev<strong>en</strong> idealiter naar e<strong>en</strong> situatiewaarin ze op e<strong>en</strong> gemakkelijke, aang<strong>en</strong>ame manier kunn<strong>en</strong> voortlev<strong>en</strong>. Daarbij spel<strong>en</strong>het najag<strong>en</strong> van aang<strong>en</strong>ame ding<strong>en</strong> (in jargon: stimuli) <strong>en</strong> het vermijd<strong>en</strong> van onaang<strong>en</strong>amee<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale rol. Volg<strong>en</strong>s de behaviorist<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> hoofdstroming in de psychologie)kunn<strong>en</strong> beide hedonistische motiev<strong>en</strong> in vergaande mate het m<strong>en</strong>selijke gedragvoorspell<strong>en</strong>. 2 Daarbij kan niet alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedacht aan e<strong>en</strong>voudige gedraging<strong>en</strong>, zoalsde bevinding dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> pas g<strong>en</strong>eigd zijn actie te ondernem<strong>en</strong> als dat e<strong>en</strong> of anderebeloning tot gevolg zal hebb<strong>en</strong> (de zog<strong>en</strong>oemde status quo bias), maar ook aan complexegedragsclusters. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> (maar ook sommige dier<strong>en</strong>) zijn bijvoorbeeld in staat om hetnajag<strong>en</strong> van beloning op te schort<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> door dit spar<strong>en</strong> de beloning groeit (‘delay ofgratification’). Ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s is m<strong>en</strong> in staat om in complexe situaties de positieve <strong>en</strong> negatieveconsequ<strong>en</strong>ties van e<strong>en</strong> bepaald gedrag teg<strong>en</strong> elkaar af te weg<strong>en</strong>.1 Prof. mr. dr. Eric Rassin is bijzonder hoogleraar rechtspsychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, e-mail:rassin@fsw.eur.nl.2 Domjan 2003.65Gies<strong>en</strong>_01.indb 17 20-5-2008 16:29:16


E. RassinNog complexer wordt het wanneer de gevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaald gedrag e<strong>en</strong> mate van onzekerheidin zich berg<strong>en</strong>. Stel dat de kans om beter te word<strong>en</strong> dankzij e<strong>en</strong> bepaalde operatiebijvoorbeeld 75% is. In dergelijke onzekere situaties, wordt van de rationele beslisserverwacht dat hij zijn besluitvorming baseert op het product van het resultaat <strong>en</strong> de kansop het behal<strong>en</strong> van dat resultaat. Als onzekere situaties ook nog e<strong>en</strong>s simultaan positieve<strong>en</strong> negatieve gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, wordt de beslissing nog moeilijker. Wat als bijvoorbeeld deg<strong>en</strong>ezingskans 75% is, terwijl er ook e<strong>en</strong> kans van 35% op ernstige bijwerking<strong>en</strong> is?Het nem<strong>en</strong> van beslissing<strong>en</strong> mag dan soms moeilijk zijn, zeker indi<strong>en</strong> er sprake is vanonzekerheid <strong>en</strong> simultane positieve <strong>en</strong> negatieve gevolg<strong>en</strong>, in het oorspronkelijke modelvan de rationele beslisser kan de uiteindelijke keuze word<strong>en</strong> voorspeld met normatieveregels. Met andere woord<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> optimaal in de zin dat het (verwachte) eindresultaatgunstig is. 3 Om tot e<strong>en</strong> optimale beslissing te kom<strong>en</strong> is het van belang dat overalle relevante informatie wordt beschikt. Tal van juridische construct<strong>en</strong> vereis<strong>en</strong> danook dat partij<strong>en</strong> elkaar volledig informer<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dergelijke informatieplicht geldt bijvoorbeeldin het consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>recht. Maar sinds de invoering van de Wet op het MedischWet<strong>en</strong>schappelijke Onderzoek met M<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, di<strong>en</strong><strong>en</strong> bijvoorbeeld ook deelnemers aansommige gedragswet<strong>en</strong>schappelijke onderzoek<strong>en</strong> vooraf e<strong>en</strong> ‘informed cons<strong>en</strong>t’ formulierte ondertek<strong>en</strong><strong>en</strong>.Hoewel volledige informatie cruciaal is in de theorie van de rationele beslisser <strong>en</strong> opmeerdere plaats<strong>en</strong> juridisch is verankerd, zijn er gedragswet<strong>en</strong>schappelijke onderzoek<strong>en</strong>verricht op grond waarvan kan word<strong>en</strong> geconcludeerd dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in tal van besluitvormingssituatiesge<strong>en</strong> gebruikmak<strong>en</strong> van volledige informatie. Soms leidt e<strong>en</strong> dergelijkegemankeerde besluitvormingsstrategie inderdaad tot evid<strong>en</strong>t foute beslissing<strong>en</strong>, in welkgeval wordt gesprok<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bias/vertek<strong>en</strong>ing. In andere gevall<strong>en</strong> blijkt het besliss<strong>en</strong>op grond van beperkte informatie echter tot dezelfde beslissing te leid<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> vollediggeïnformeerd besluit. In dat laatste geval wordt de mildere term ‘bounded rationality’gebezigd. In het navolg<strong>en</strong>de word<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele gedragswet<strong>en</strong>schappelijke onderzoek<strong>en</strong>besprok<strong>en</strong> waarin de gevolg<strong>en</strong> van beslissing<strong>en</strong> op grond van onvolledige informatie, ofhet verkeerd gebruik van informatie word<strong>en</strong> belicht.2 De o v e r s c h a t t i n g v a n b e w u s t e k e u z e sHet goed gebruik<strong>en</strong> van alle relevante informatie vereist dat de beslisser bewust bezig ismet de beslissing. Hoewel wij veelal vind<strong>en</strong> dat we bewust bezig zijn, is het begrip bewustzijngedragswet<strong>en</strong>schappelijk ietwat problematisch. 4 Om te beginn<strong>en</strong> is het principiële3 Evans 2007.4 Wegner 2002.66Gies<strong>en</strong>_01.indb 18 20-5-2008 16:29:16


De juiste keuzedoel van de psychologie als gedragswet<strong>en</strong>schap om gedrag te verklar<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorspell<strong>en</strong>.Als de wet<strong>en</strong>schap erin zou slag<strong>en</strong> om gedrag perfect te voorspell<strong>en</strong>, dan impliceert datparadoxaal g<strong>en</strong>oeg dat er ge<strong>en</strong> ruimte meer is voor vrije keuze <strong>en</strong> zelfs voor bewustzijn.Immers, hoe beter m<strong>en</strong> het gedrag kan voorspell<strong>en</strong> met behulp van wett<strong>en</strong>, des te minderruimte er is voor individuele inbr<strong>en</strong>g. Volg<strong>en</strong>s Robins et al. kan de psychologie als wet<strong>en</strong>schapword<strong>en</strong> opgesplitst in vier hoofdstroming<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong> de psychodynamiek, hetbehaviorisme, de cognitieve psychologie <strong>en</strong> de biopsychologie. 5 Inderdaad leid<strong>en</strong> alle vierde stroming<strong>en</strong> in extremo tot de conclusie dat de individuele vrije keuze non-exist<strong>en</strong>tis. In de psychodynamiek wordt verondersteld dat onze belangrijkste drijfver<strong>en</strong> in hetgeheel onbewust operer<strong>en</strong>. In het behaviorisme wordt het gedrag volledig bepaald doorinteractie met omgevingsinvloed<strong>en</strong>. In de cognitieve psychologie geldt dat ons gedraghet gevolg is van activiteit<strong>en</strong> van onze cognitieve schema’s, terwijl we zelf nauwelijksinvloed hebb<strong>en</strong> op het ontstaan van die schema’s. In de biopsychologie, tot slot, is onsgedrag het gevolg van goeddeels ongecontroleerde lichamelijke reacties. Kortom, welkepsychologische stroming m<strong>en</strong> ook aanhangt, ver doorred<strong>en</strong>er<strong>en</strong> leidt tot e<strong>en</strong> drastischeinperking van het concept van de vrije wil. Zoals gezegd, is de reductie van de vrije wilzelfs e<strong>en</strong> impliciet doel van de gedragswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.Het bewustzijn is niet alle<strong>en</strong> fasciner<strong>en</strong>d als wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoeksonderwerp.Rec<strong>en</strong>t onderzoek heeft aangetoond dat het bewustzijn e<strong>en</strong> subjectief concept is. Meerspecifiek blijk<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bij het attribuer<strong>en</strong> van bewustzijn bij andere <strong>en</strong>titeit<strong>en</strong> gebruikte mak<strong>en</strong> van vreemde criteria. Zo blijk<strong>en</strong> we dier<strong>en</strong> meer bewustzijn toe te schrijv<strong>en</strong>naarmate ze in hetzelfde tempo beweg<strong>en</strong> als wijzelf. Vandaar dat we hond<strong>en</strong> dichter bijonszelf schar<strong>en</strong> dan koei<strong>en</strong>. 6 In e<strong>en</strong> van de onderzoek<strong>en</strong> van Morewedge et al. kreg<strong>en</strong>stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> film te zi<strong>en</strong>, waarin e<strong>en</strong> aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op straat liep. Daartuss<strong>en</strong> liep ooke<strong>en</strong> niet bestaand wez<strong>en</strong> (de blob). Er war<strong>en</strong> drie versies van de film. In e<strong>en</strong> daarvanbewoog de blob ev<strong>en</strong> snel als de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, in de tweede liep<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> sneller, <strong>en</strong> in dederde liep<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> langzamer. Let wel: de snelheid van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> varieerde, maardie van de blob was constant over de drie variant<strong>en</strong>. Ook hier bleek dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de blobmeer bewustzijn toedichtt<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> hij (?) ev<strong>en</strong> snel bewoog als de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de film.Zowel relatieve versnelling als vertraging drukte het geattribueerde bewustzijn, de intellig<strong>en</strong>tie<strong>en</strong> de int<strong>en</strong>tionaliteit. Blijkbaar is het bewustzijn <strong>en</strong> alle gerelateerde concept<strong>en</strong>e<strong>en</strong> subjectief f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>. Niet voor niets op<strong>en</strong>t het artikel van Morewedge et al. met deveelzegg<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong>: ‘Ever notice that anyone going slower than you is an idiot, butanyone going faster than you is a maniac?’.Afgezi<strong>en</strong> van de kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die bij het bewustzijn in het algeme<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>geplaatst, kan ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s kritisch word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> naar de mate waarin keuzes volledig5 Robins, Gosling & Craik 1999, p. 117-128.6 Morewedge, Preston & Wegner 2007, p. 1-11.67Gies<strong>en</strong>_01.indb 19 20-5-2008 16:29:16


E. Rassinbewust word<strong>en</strong> gemaakt. Nogal wat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van de automatischepiloot. Blijkbaar kunn<strong>en</strong> we tal van handeling<strong>en</strong> (waarvan sommige complex,zoals autorijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> muziek mak<strong>en</strong>) deels onbewust uitvoer<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t onderzoek,toond<strong>en</strong> Dijksterhuis et al. aan dat, ook als het gaat om consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gedrag,bewuste keuzes niet altijd beter zijn dan keuzes die min of meer op de automatischepiloot word<strong>en</strong> gemaakt. 7 Als red<strong>en</strong><strong>en</strong> daarvoor voer<strong>en</strong> zij aan dat bewuste aandacht perdefinitie beperkt in omvang is <strong>en</strong> dat bewuste process<strong>en</strong> vatbaar zijn voor allerlei vertek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>(zie hierna). De auteurs voerd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal onderzoek<strong>en</strong> uit. In één daarvanwerd<strong>en</strong> bezoekers van zowel de Bije<strong>en</strong>korf als de Ikea ondervraagd over hun aankoop.Daarnaast di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> de deelnemers aan te gev<strong>en</strong> hoelang ze hadd<strong>en</strong> nagedacht voordat zetot de aanschaf overging<strong>en</strong>, hoeveel aspect<strong>en</strong> ze daarbij in overweging hadd<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> dergelijke. Enkele wek<strong>en</strong> later werd<strong>en</strong> de deelnemers telefonisch b<strong>en</strong>aderd <strong>en</strong> werdgevraagd naar hun tevred<strong>en</strong>heid met de aanschaf. In de Bij<strong>en</strong>korfsteekproef blek<strong>en</strong> deelnemersdie langer <strong>en</strong> explicieter hadd<strong>en</strong> nagedacht over hun aanschaf, achteraf tevred<strong>en</strong>erte zijn dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die minder bewust hadd<strong>en</strong> nagedacht. Het omgekeerde goldechter voor de Ikea-steekproef. Daar hing tevred<strong>en</strong>heid juist negatief sam<strong>en</strong> met de matevan voord<strong>en</strong>kwerk. Aangezi<strong>en</strong> de gemiddelde aanschafprijs bij de Ikea hoger was dan bijde Bij<strong>en</strong>korf, dringt de conclusie zich op dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bij het do<strong>en</strong> van duurdere aankop<strong>en</strong>vooral niet te lang moet<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.In e<strong>en</strong> andere studie laz<strong>en</strong> deelnemers e<strong>en</strong> beschrijving van vier auto’s. In de beschrijvingzat<strong>en</strong> zowel positieve (bijvoorbeeld nieuwheid, service) als negatieve (bijvoorbeeld hoogverbruik, weinig opties) aspect<strong>en</strong>. Sommige deelnemers kreg<strong>en</strong> vier k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> per auto,ander<strong>en</strong> twaalf. In ieder geval was één auto het best (75% van de aspect<strong>en</strong> was positief),één het slechts (25% positief) <strong>en</strong> twee gemiddeld (50% positief). De laatste <strong>en</strong> crucialevariabele was dat sommige deelnemers vier minut<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over hun keuzevoor e<strong>en</strong> van de auto’s, terwijl ander<strong>en</strong> vier minut<strong>en</strong> lang anagramm<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong>.In de eerste conditie was er dus sprake van bewust nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, maar in de tweede niet. Deresultat<strong>en</strong> van dit onderzoek word<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong> in figuur 1.Zoals in de figuur is te zi<strong>en</strong>, leidde het bewust nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de opties tot betere keuzesindi<strong>en</strong> er sprake was van vier k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. In de complexe situatie (twaalf aspect<strong>en</strong>) wasechter het omgekeerde aan de hand. Hier blek<strong>en</strong> meer deelnemers de optimale keuze temak<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> ze juist niet bewust nadacht<strong>en</strong> over de opties. Anders dan bij het eerderbesprok<strong>en</strong> onderzoek, was er hier niet slechts sprake van subjectieve tevred<strong>en</strong>heid, maarvan e<strong>en</strong> objectieve maatstaf voor de kwaliteit van de gekoz<strong>en</strong> optie. Dit onderzoek, overig<strong>en</strong>sgepubliceerd in het toonaangev<strong>en</strong>de tijdschrift Sci<strong>en</strong>ce, maakt duidelijk dat hetbelang van goed nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> nogal e<strong>en</strong>s kan word<strong>en</strong> overschat.7 Dijksterhuis, Bos, Nordgr<strong>en</strong> & Van Baar<strong>en</strong> 2006, p. 1005-1007.68Gies<strong>en</strong>_01.indb 20 20-5-2008 16:29:16


De juiste keuze10090807060504030201004 aspect<strong>en</strong> 12 aspect<strong>en</strong>bewustonbewustFiguur 1Perc<strong>en</strong>tage deelnemers dat de beste auto koos (Dijksterhuis et al.)3 Te v e e l i n f o r m a t i eWie pas e<strong>en</strong> huis heeft gekocht, baalt indi<strong>en</strong> dat huis verborg<strong>en</strong> gebrek<strong>en</strong> vertoont. Indeze context zal niemand betwist<strong>en</strong> dat het van belang is om t<strong>en</strong> tijde van de aankoop tebeschikk<strong>en</strong> over alle informatie, inclusief die met betrekking tot de gebrek<strong>en</strong>. Nietteminis het soms moeilijk om effectief gebruik te mak<strong>en</strong> van alle relevante informatie, zeker alshet gaat om e<strong>en</strong> grote hoeveelheid. E<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> overschot aan informatie kan als onaang<strong>en</strong>aamword<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verlamm<strong>en</strong>de werking hebb<strong>en</strong> op hetbesluitvormingsproces. Het boek The paradox of choice van Barry Schwartz 8 begint metde anekdote dat de auteur, voor het eerst in jar<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> nieuwe spijkerbroek ging kop<strong>en</strong>. Alsnel bleek dat het hem de nodige moeite zou gaan kost<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geschikte broek te vind<strong>en</strong>.Dat kwam voornamelijk doordat hij met allerlei keuzes werd geconfronteerd waaroverhij nog nooit eerder had hoev<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>: knop<strong>en</strong> of rits, stonewashed, acid-washed ofnon-washed, slim, easy, relaxed of baggy fit? Allemaal ‘nieuwe’ opties. De laatste keerdat Schwartz e<strong>en</strong> spijkerbroek had aangeschaft was nog in het tijdperk dat het achterhal<strong>en</strong>van de eig<strong>en</strong> breedte- <strong>en</strong> l<strong>en</strong>gtemaat voldeed als huiswerk. Naar aanleiding van hetvoorval van de spijkerbroek, ontwaarde de onderzoeker nog <strong>en</strong>kele vermeld<strong>en</strong>swaardige8 Schwartz 2004.69Gies<strong>en</strong>_01.indb 21 20-5-2008 16:29:17


E. Rassinkeuzemogelijkhed<strong>en</strong>. Zo telde hij in zijn favoriete supermarkt 285 verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong>koekjes. To<strong>en</strong> hij e<strong>en</strong> stereo-installatie voor zijn auto wilde aanschaff<strong>en</strong>, had hij de keuzeuit niet minder dan 45 soort<strong>en</strong>.Er klev<strong>en</strong> meerdere nadel<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> dergelijke overdaad aan keuzes. Zo vergt het besliss<strong>en</strong>meer voorwerk, maar levert het tegelijkertijd ook e<strong>en</strong> toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> besef van gemistekans<strong>en</strong> op. Niet gekoz<strong>en</strong> product<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> veelal immers toch interessante aspect<strong>en</strong> diehet uiteindelijk gekoz<strong>en</strong> product ontbeert. In het verl<strong>en</strong>gde hiervan ligt het risico vanspijt. De hoge verwachting<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vanwege de grote keuzevrijheid word<strong>en</strong>namelijk snel ondergesneeuwd door de kost<strong>en</strong> van de besluitvorming, het besef vangemiste kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> de snelle adaptatie aan de nieuwe situatie waardoor het plezier afneemt(gew<strong>en</strong>ning). Schwartz’ betoog is sam<strong>en</strong> te vatt<strong>en</strong> in het volg<strong>en</strong>de citaat: ‘the fact that somechoice is good doesn’t necessarily mean that more choice is better’. Volg<strong>en</strong>s Anderson 9 moetin dit kader onderscheid word<strong>en</strong> gemaakt tuss<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satoire <strong>en</strong> non-comp<strong>en</strong>satoirebesluitvorming. Neem het kop<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> digitale camera <strong>en</strong> stel dat de koper bepaaldek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> belangrijk vindt, bijvoorbeeld het aantal megapixels <strong>en</strong> het formaat van decamera. Het eerste k<strong>en</strong>merk moet groot zijn, het tweede juist klein. Stel verder dat pixelgrootte<strong>en</strong> cameragrootte negatief sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat de koper tot op zekerehoogte moet kiez<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> of meer pixels, of e<strong>en</strong> compacter formaat. Wie, geconfronteerdmet deze keuze, duidelijk prioriteit geeft aan één van beide k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, hanteert e<strong>en</strong> noncomp<strong>en</strong>satoirebeslissingsstijl. Wie echter bereid is tot e<strong>en</strong> trade-off (‘e<strong>en</strong> superkleinecamera is ook e<strong>en</strong> optie, zelfs als die minder dan vijf megapixels produceert’), hanteerte<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satoire strategie. Volg<strong>en</strong>s Anderson resulteert e<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satoire keuzestijlin meer afwegingsperikel<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> non-comp<strong>en</strong>satoire stijl.Volg<strong>en</strong>s Schwartz verschill<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de mate waarin e<strong>en</strong> overdaad aan keuze negatievegevolg<strong>en</strong> heeft. In de visie van deze auteur wordt dit bepaald door de mate waarinm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ‘maximiz<strong>en</strong>’ bij het mak<strong>en</strong> van keuz<strong>en</strong>. Grofweg maakt Schwartz e<strong>en</strong> onderscheidtuss<strong>en</strong> ‘maximizing’ <strong>en</strong> ‘satisficing’. E<strong>en</strong> ‘satisficer’ zal de aanwezige alternatiev<strong>en</strong> zolangbekijk<strong>en</strong> totdat hij e<strong>en</strong> exemplaar teg<strong>en</strong>komt dat voldoet aan zijn verwachting<strong>en</strong>. Om bijhet voorbeeld van de digitale camera te blijv<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> exemplaar met minst<strong>en</strong>s 5 megapixels<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afmeting van maximaal 10 x 5 x 3 c<strong>en</strong>timeter. Dat exemplaar wordt gekocht <strong>en</strong>daarmee is het verhaal uit. E<strong>en</strong> echte ‘maximizer’ zal echter nog niet door de knieën gaanvoor dit exemplaar, ook niet als het voldoet aan zijn vooraf gestelde eis<strong>en</strong>. Hij zal nogev<strong>en</strong> verder zoek<strong>en</strong>, omdat hij altijd opteert voor de beste optie. Wellicht komt hij nog e<strong>en</strong>exemplaar teg<strong>en</strong> dat ev<strong>en</strong> groot is maar twee megapixels meer biedt. Of e<strong>en</strong> exemplaarvan gelijke kwaliteit, maar goedkoper. De kans bestaat dat maximizers uiteindelijk beterekeuz<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> dat satisficers. Het nadeel van maximizing is echter dat alle beschikbareopties moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> nagegaan voordat e<strong>en</strong> veilige beslissing kan word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.Maximizing is dus vermoei<strong>en</strong>der dan satisficing. Volg<strong>en</strong>s Schwartz zijn de nadel<strong>en</strong> van9 Anderson 2003, p. 139-167.70Gies<strong>en</strong>_01.indb 22 20-5-2008 16:29:17


De juiste keuzemaximizing zelfs zo groot dat ze het voordeel overschaduw<strong>en</strong>. Hij betreurt dan ook datmaximizing lijkt te word<strong>en</strong> aangemoedigd in de moderne consumptiemaatschappij. Uitsprak<strong>en</strong>als ‘nothing but the best for my child’ lijk<strong>en</strong> in de og<strong>en</strong> van de moderne burgerimmers sympathieker dan ‘my child will have to settle for the good <strong>en</strong>ough’.Tversky <strong>en</strong> Shafir 10 toond<strong>en</strong> aan dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hun keuze inderdaad uitstell<strong>en</strong>, naarmate ermeer te kiez<strong>en</strong> valt. In hun onderzoek werd 121 stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de vraag gesteld of ze – indi<strong>en</strong>ze op zoek war<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> CD speler – e<strong>en</strong> Sony zoud<strong>en</strong> kop<strong>en</strong> die vanwege e<strong>en</strong> actie heelaantrekkelijk geprijsd was ($ 99). Zes<strong>en</strong>zestig proc<strong>en</strong>t van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beantwoorddedeze vraag bevestig<strong>en</strong>d. In e<strong>en</strong> andere steekproef (n = 124) werd dezelfde vraag gesteld,maar hier werd ook melding gemaakt van e<strong>en</strong> andere aantrekkelijke optie, te wet<strong>en</strong> e<strong>en</strong>AIWA voor slechts $ 159. Waar in de eerste conditie 34% van de deelnemers zijn keuzeuitstelde, bedroeg dat perc<strong>en</strong>tage 46 in deze tweede conditie. Blijkbaar maakte het extraalternatief de keuze moeilijker met als gevolg dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> liever ge<strong>en</strong> keuze maakt<strong>en</strong>.Uit sommig onderzoek blijkt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ervoor kiez<strong>en</strong> om te selecter<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> zeword<strong>en</strong> overspoeld met informatie. In e<strong>en</strong> onderzoek van Ferrari <strong>en</strong> Dovidio 11 nam<strong>en</strong>130 stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> plaats achter e<strong>en</strong> palet van 30 kaart<strong>en</strong>. Er war<strong>en</strong> vijf rij<strong>en</strong> <strong>en</strong> zes kolomm<strong>en</strong>.Het idee was dat deelnemers e<strong>en</strong> te volg<strong>en</strong> cursus moest<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> uit vijf mogelijkhed<strong>en</strong>(vandaar vijf rij<strong>en</strong>). Voor elke cursus war<strong>en</strong> er zes soort<strong>en</strong> informatie (bijvoorbeeld hetdagdeel waarin werd gedoceerd, de kwaliteit van de doc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de carrièreperspectiev<strong>en</strong>).Op elke kaart stond de betreff<strong>en</strong>de informatie voor de betreff<strong>en</strong>de cursus. De stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>mocht<strong>en</strong> net zoveel kaart<strong>en</strong> omdraai<strong>en</strong> (de informatie stond op de achterkant) als zezelf wild<strong>en</strong>. Gemiddeld g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> draaid<strong>en</strong> ze 70% van de kaart<strong>en</strong> om <strong>en</strong> duurde het93 second<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> keuze te mak<strong>en</strong>. Als onderscheid werd gemaakt tuss<strong>en</strong> het aantalomgedraaide kaart<strong>en</strong> met betrekking tot de uiteindelijk gekoz<strong>en</strong> cursus <strong>en</strong> die metbetrekking tot de overige vier vakk<strong>en</strong>, dan raadpleegd<strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> meer kaart<strong>en</strong> overde uiteindelijk gekoz<strong>en</strong> cursus (84%) vergelek<strong>en</strong> bij de overige alternatiev<strong>en</strong> (66%). Ditbetek<strong>en</strong>t dat er sprake was van e<strong>en</strong> zekere tunnelvisie. Immers, uiteindelijk koos m<strong>en</strong> decursus waarover m<strong>en</strong> de meeste informatie had verzameld. Deze keuze werd gemaakt inafwezigheid van ev<strong>en</strong>veel k<strong>en</strong>nis over de alternatieve cursuss<strong>en</strong>. Het is evid<strong>en</strong>t dat bij hetselecter<strong>en</strong> van informatie het risico op de loer ligt dat de selectie vertek<strong>en</strong>d is.4 On v o l l e d i g ge b r u i k v a n r e l e va n t e i n f o r m a t i eIn de voorgaande paragraaf draaide het om het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> overdaad aan keuzesertoe kan leid<strong>en</strong> dat het besluitvormingsproces, het welbevind<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfs de kwaliteit van10 Tversky & Shafir 1992, p. 358-361.11 Ferrari & Dovidio 2000, p. 127-137.71Gies<strong>en</strong>_01.indb 23 20-5-2008 16:29:17


E. Rassinde beslissing negatief word<strong>en</strong> beïnvloed. In die zin is e<strong>en</strong> overschot aan informatie oververschill<strong>en</strong>de alternatiev<strong>en</strong> niet altijd ideaal. Maar ook als er e<strong>en</strong> subjectief overschotaan informatie over één bepaald onderwerp optreedt, kan dit de beslissing negatiefbeïnvloed<strong>en</strong>. Nu hebb<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> nogal snel de neiging om te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat er sprake isvan e<strong>en</strong> overschot aan informatie. Sterker nog, in redelijkheid kan word<strong>en</strong> betoogd datm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ertoe neig<strong>en</strong> om hun oordeel klaar te hebb<strong>en</strong> voordat ze alle relevante informatiehebb<strong>en</strong> geconsumeerd. Warman et al. verteld<strong>en</strong> aan 98 proefperson<strong>en</strong> dat zich in e<strong>en</strong>ondoorzichtige pot 100 kral<strong>en</strong> bevond<strong>en</strong>. 12 E<strong>en</strong> deel daarvan was blauw <strong>en</strong> het anderedeel roze. De verhouding tuss<strong>en</strong> de kleur<strong>en</strong> was 60 : 40. Deelnemers moest<strong>en</strong> achterhal<strong>en</strong>of er 60 blauwe of juist 60 roze kral<strong>en</strong> in de pot zat<strong>en</strong>. Dat ded<strong>en</strong> ze door één voor éénkral<strong>en</strong> uit de pot te hal<strong>en</strong>. De proefleider vroeg na elke trekking of de deelnemer al e<strong>en</strong>idee had over de juiste verhouding, of dat deze nog e<strong>en</strong> extra kraal wilde zi<strong>en</strong>. Gemiddeldg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dacht<strong>en</strong> de deelnemers aan slechts e<strong>en</strong> handvol kral<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg te hebb<strong>en</strong> om tote<strong>en</strong> oordeel te kom<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s maakt<strong>en</strong> de onderzoekers onderscheid tuss<strong>en</strong> deelnemersdie relatief veel kral<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> (5,5) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groep die het geringste aantalhad bekek<strong>en</strong> (1,5). Zoals verwacht, war<strong>en</strong> meer deelnemers in de eerste groep accuraat inhun oordeel (77%), vergelek<strong>en</strong> bij de tweede groep (55%, hetge<strong>en</strong> in casu zowat kansniveauis). Niettemin war<strong>en</strong> deelnemers in beide groep<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> zeker over de juistheid vanhun oordeel.E<strong>en</strong> andere, sprek<strong>en</strong>de, illustratie van het nalat<strong>en</strong> om alle relevante informatie bij debeslissing te betrekk<strong>en</strong>, werd geleverd door Kuhn et al. 13 Deze onderzoekers verteld<strong>en</strong>aan 48 kinder<strong>en</strong> in de leeftijd van 8 tot 17 jaar het volg<strong>en</strong>de verhaal.‘Afgelop<strong>en</strong> zomer heb ik e<strong>en</strong> nieuwe auto gekocht. To<strong>en</strong> ik hem kocht, hoordeik iets over e<strong>en</strong> nieuw product, Enginehelp g<strong>en</strong>aamd. Volg<strong>en</strong>s de reclamezorgt Enginehelp ervoor dat de motor beter gaat lop<strong>en</strong>. Dat wilde ik natuurlijk,dus ik heb het product gekocht. Ik was erg nieuwsgierig naar de werking,dus ik heb e<strong>en</strong>s rondgevraagd bij andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, of die ervaring hadd<strong>en</strong>met Enginehelp. Zes m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met wie ik sprak, gebruikt<strong>en</strong> ook Enginehelp <strong>en</strong>war<strong>en</strong> er erg tevred<strong>en</strong> over.’Vervolg<strong>en</strong>s werd gevraagd of de deelnemers dacht<strong>en</strong> dat Enginehelp inderdaad goed wasvoor de motor. Zev<strong>en</strong><strong>en</strong>dertig kinder<strong>en</strong> (77%) beantwoordd<strong>en</strong> deze vraag bevestig<strong>en</strong>d.De rester<strong>en</strong>de deelnemers zeid<strong>en</strong> dat het product niet helpt (drie) of dat er onvoldo<strong>en</strong>deinformatie was om dat te beoordel<strong>en</strong> (acht). De laatste acht deelnemers hadd<strong>en</strong> het bij12 Warman, Lysaker, Martin, Davis & Haud<strong>en</strong>schield 2007, p. 1255-1269.13 Kuhn, Phelps & Walters 1985, p. 85-97.72Gies<strong>en</strong>_01.indb 24 20-5-2008 16:29:17


De juiste keuzehet juiste eind, zoals blijkt uit het vervolg van het onderzoek. De deelnemers kreg<strong>en</strong>namelijk de volg<strong>en</strong>de additionele informatie: ‘Ik heb ook met twee m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> dieEnginehelp gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> er ontevred<strong>en</strong> over zijn; hun motor loopt helemaal niet goed’.Na deze informatie te hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, zeid<strong>en</strong> nog slechts 20 kinder<strong>en</strong> (42%) te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>dat Enginehelp goed is voor de motor. Daarmee is het verhaal echter nog niet uit. De 48kinder<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> tot slot de volg<strong>en</strong>de informatie: ‘Drie m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> verteld<strong>en</strong> me dat ze nooitEnginehelp gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat hun motor toch goed loopt, terwijl ik ook nog met éénpersoon sprak die ge<strong>en</strong> Enginehelp gebruikt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> slechtlop<strong>en</strong>de motor heeft’. Na dezeinformatie gav<strong>en</strong> nog steeds 22 deelnemers (46%) aan te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat Enginehelp goed isvoor de motor. De onderzoekers includeerd<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> controlegroep waarin alle informatiein e<strong>en</strong> keer werd gegev<strong>en</strong> aan 49 kinder<strong>en</strong> in dezelfde leeftijd. Neg<strong>en</strong><strong>en</strong>twintig vanh<strong>en</strong> (59%) gav<strong>en</strong> aan te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat Enginehelp goed is voor de motor. In werkelijkheidis er ge<strong>en</strong> verband tuss<strong>en</strong> het gebruik van Enginehelp <strong>en</strong> het functioner<strong>en</strong> van de motor.De kans dat Enginehelp goed is voor de motor is drie keer zo groot is dan dat het productslecht is (6 : 2 = 3). Echter, de kans dat het niet gebruik<strong>en</strong> van Enginehelp toch e<strong>en</strong> goedlop<strong>en</strong>demotor oplevert, is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s drie keer zo groot dan dat dat slecht zou zijn (3 : 1 = 3).Kortom, wie over alle informatie beschikt, kan berek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat Enginehelp niets toevoegt.Wie zich echter laat overtuig<strong>en</strong> door de aanvankelijke zes positieve bericht<strong>en</strong>, trekt depremature <strong>en</strong> onjuiste conclusie dat het product iets toevoegt <strong>en</strong> geeft geld uit terwijl datniets oplevert. Het is nog maar de vraag hoe vaak m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich realiser<strong>en</strong> dat positievebericht<strong>en</strong> veelal slechts één kant van de medaille repres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. In dit onderzoek werdook e<strong>en</strong> groep psychologiestud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> onderworp<strong>en</strong> aan het besluitvormingsparadigma.Hoewel zij het beter ded<strong>en</strong> dan de adolesc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, dacht gemiddeld toch 20 tot 30% van destud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> verband bestond tuss<strong>en</strong> het gebruik van Enginehelp <strong>en</strong> het functioner<strong>en</strong>van de motor.5 De e e r s t e i n d r u kIn lijn met de bevinding dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> soms sneller e<strong>en</strong> conclusie trekk<strong>en</strong> dan verantwoordis, kan word<strong>en</strong> betoogd dat als we word<strong>en</strong> geconfronteerd met e<strong>en</strong> grote hoeveelheidinformatie, we vooral de eerst binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>de informatie grondig verwerk<strong>en</strong>.Informatie die in e<strong>en</strong> later stadium volgt, blijkt de eerder gevormde m<strong>en</strong>ing nauwelijksnog te kunn<strong>en</strong> bijstur<strong>en</strong>. Ross et al. nodigd<strong>en</strong> 60 scholier<strong>en</strong> uit voor e<strong>en</strong> onderzoeknaar het vermog<strong>en</strong> om onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> oprechte <strong>en</strong> valse afscheidsbriefjesvan (verme<strong>en</strong>de) zelfmoord<strong>en</strong>aars. 14 Elke proefpersoon kreeg 25 paar briefjes telez<strong>en</strong> <strong>en</strong> moest bij elk paar aangev<strong>en</strong> welk van de twee briefjes echt <strong>en</strong> welk vals was. Na14 Ross, Lepper & Hubbard 1975, p. 880-892.73Gies<strong>en</strong>_01.indb 25 20-5-2008 16:29:17


E. Rassinafloop kreg<strong>en</strong> de deelnemers (valse) feedback over hun accuratesse in het onderscheid<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> echte <strong>en</strong> valse afscheidsbriefjes. E<strong>en</strong> deel van de proefperson<strong>en</strong> kreeg te hor<strong>en</strong>dat ze succesvol war<strong>en</strong> geweest (24 goede antwoord<strong>en</strong>), e<strong>en</strong> deel werd meegedeeld dat zegemiddeld hadd<strong>en</strong> gepresteerd (17 goede antwoord<strong>en</strong>) <strong>en</strong> het laatste deel der proefperson<strong>en</strong>kreeg te hor<strong>en</strong> dat ze het slecht hadd<strong>en</strong> gedaan (10 goede antwoord<strong>en</strong>). Met dezefeedback werd<strong>en</strong> de deelnemers e<strong>en</strong> aantal minut<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> gelat<strong>en</strong>. Bij terugkeer van deproefleider werd uitgelegd dat de feedback vals was geweest. Deelnemers war<strong>en</strong> niet echtbeoordeeld, maar hadd<strong>en</strong> feedback gekreg<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> schema dat reeds was vastgesteldvoordat de deelnemers het lab zoud<strong>en</strong> betred<strong>en</strong>. Elke deelnemer werd gevraagdexpliciet te verklar<strong>en</strong> of hij deze informatie had begrep<strong>en</strong>. Daarna beantwoordd<strong>en</strong> dedeelnemers schriftelijk onder meer de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>: hoeveel goede antwoord<strong>en</strong> d<strong>en</strong>ktu in werkelijkheid te hebb<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoeveel goede antwoord<strong>en</strong> zou u gev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong>toekomstige vergelijkbare test? Zoals in Figuur 2 is te zi<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> de antwoord<strong>en</strong> weldegelijk beïnvloed door de eerder gekreg<strong>en</strong> <strong>en</strong> weer teruggetrokk<strong>en</strong> feedback. Blijkbaarwoog de aanvankelijke feedback toch zwaarder dan de latere ongedaanmaking ervan.Hoewel de meerderheid van de onderzoek<strong>en</strong> ter zake bevestigt dat eerst binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>deinformatie meer gewicht in de schaal legt dan later verwerkte informatie (m<strong>en</strong> spreektvan e<strong>en</strong> ‘primacy effect’), 15 is er ook e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel onderzoek waarin later binn<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong>informatie juist wel effect sorteerde. Bastardi <strong>en</strong> Shafir vroeg<strong>en</strong> hun deelnemers of ze e<strong>en</strong>cd-speler zoud<strong>en</strong> kop<strong>en</strong> voor 120 dollar indi<strong>en</strong> ze wist<strong>en</strong> dat ze ook $ 90 moest<strong>en</strong> uitgev<strong>en</strong>voor de reparatie van hun versterker. 16 De prijs van de cd-speler was gunstig <strong>en</strong> 91% vande ondervraagd<strong>en</strong> gaf dan ook te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> de speler te zull<strong>en</strong> kop<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> tweede groepluidde de instructie dat de deelnemers e<strong>en</strong> dag later zekerheid zoud<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> over d<strong>en</strong>oodzaak om de reparatie ter hoogte van $ 90 uit te voer<strong>en</strong>. In deze groep besloot slechts26% om de cd-speler te kop<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> inderdaad bleek dat de reparatie nodig was, beslootnog e<strong>en</strong>s 29% de cd-speler toch te kop<strong>en</strong>. Uiteindelijk kocht in de tweede conditie dusslechts 55% van de deelnemers de cd-speler, terwijl in de eerste conditie maar liefst 91%was overgegaan tot de aanschaf. Blijkbaar had het bewust wacht<strong>en</strong> op de bevestiging vande reparatie deze informatie zo belad<strong>en</strong> gemaakt, dat zij veel gewicht in de schaal legde.Meer dan wanneer van meet af aan duidelijk was geweest dat de reparatie nodig zou zijn.In casu had de later verkreg<strong>en</strong> zekerheid dus wel invloed gehad op de beslissing, zij hete<strong>en</strong> ietwat vreemde invloed.15 Zie Rassin 2007.16 Bastardi & Shafir 1998, p. 19-32.74Gies<strong>en</strong>_01.indb 26 20-5-2008 16:29:17


De juiste keuze20181614121086420aantal goede antwoord<strong>en</strong>toekomstige prestatiesuccesvol gemiddeld slechtFiguur 2Geschatte <strong>en</strong> verwachte prestaties als functie van feedback(Ross et al.)6 Ha l s s t a r r i g h e i dE<strong>en</strong> laatste voorbeeld van neiging<strong>en</strong> die in de weg staan aan het goed gebruik van allerelevante informatie, is de zog<strong>en</strong>oemde confirmatiebias. 17 Hoewel deze bias verschill<strong>en</strong>defacett<strong>en</strong> omvat, kan hij word<strong>en</strong> gedefinieerd als de t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s om alle<strong>en</strong> die informatiete gebruik<strong>en</strong> die in overe<strong>en</strong>stemming is met onze bestaande opvatting<strong>en</strong>. Swe<strong>en</strong>ey<strong>en</strong> Gruber verrichtt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderzoek teg<strong>en</strong> de achtergrond van het Watergate schandaal.18 In 1973 organiseerde de Amerikaanse s<strong>en</strong>aat e<strong>en</strong> reeks hoorzitting<strong>en</strong> in verbandmet verme<strong>en</strong>de spionageactiviteit<strong>en</strong> van medewerkers van presid<strong>en</strong>t Nixon. Dezeprocedure heeft uiteindelijk geresulteerd in het aftred<strong>en</strong> van de presid<strong>en</strong>t. Swe<strong>en</strong>ey <strong>en</strong>Gruber verondersteld<strong>en</strong>, de confirmatiebias indachtig, dat Amerikan<strong>en</strong> die in 1972 nogop Nixon hadd<strong>en</strong> gestemd het hele Watergate onderzoek niet zo leuk zoud<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>.McGovernstemmers daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zich wel e<strong>en</strong>s stiekem kunn<strong>en</strong> verheug<strong>en</strong> overNixons problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> aldus de gang van zak<strong>en</strong> op de voet volg<strong>en</strong>. Om deze hypothese tetest<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> drie interviewsessies georganiseerd, aan het begin, halverwege <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>het eind van de Watergate affaire. Verschill<strong>en</strong>de willekeurig gekoz<strong>en</strong> burgers, onder wie21 Nixon-stemmers <strong>en</strong> 42 McGovern-stemmers werd<strong>en</strong> geïnterviewd. Omdat de geïnter-17 Nickerson 1998, p. 175-220.18 Swe<strong>en</strong>ey & Gruber 1984, p. 1208-1221.75Gies<strong>en</strong>_01.indb 27 20-5-2008 16:29:18


E. Rassinviewd<strong>en</strong> herhaaldelijk werd<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderd, was het voor de interviewers mogelijk om steedsop de actuele stand van zak<strong>en</strong> in te spel<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> deel van de vrag<strong>en</strong> werd beantwoord mete<strong>en</strong> voorgeschrev<strong>en</strong> format. Bijvoorbeeld:‘Thinking back over the past four or five weeks, has your interest in politicsbe<strong>en</strong> increasing or decreasing? (1 = decreasing, 2 = neither/about the same,3 = increasing)’.Uit de analyse van de antwoord<strong>en</strong> volgde dat McGovern-stemmers rec<strong>en</strong>telijk meer interessein de politiek hadd<strong>en</strong> (2,6) dan de Nixon-stemmers (2,0). Vergelijkbare verschill<strong>en</strong>blek<strong>en</strong> te bestaan voor de concrete interesse in de Watergate-affaire <strong>en</strong> voor de neigingom over deze affaire te discussiër<strong>en</strong>. Ook blek<strong>en</strong> McGovern-stemmers meer k<strong>en</strong>nis tebezitt<strong>en</strong> over het onderzoek (nam<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong> s<strong>en</strong>ator<strong>en</strong> <strong>en</strong> getuig<strong>en</strong>) dan Nixonadept<strong>en</strong>.Terwijl het onderzoek van Swe<strong>en</strong>ey <strong>en</strong> Gruber aantoont dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> disconfirmer<strong>en</strong>deinformatie liefst links lat<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>, is er ook red<strong>en</strong> om aan te nem<strong>en</strong> dat we ertoe neig<strong>en</strong>om neutrale informatie zodanig te interpreter<strong>en</strong> dat deze ondersteuning gaat lever<strong>en</strong>voor onze overtuiging. Neem e<strong>en</strong> proefpersoon van e<strong>en</strong> onderzoek in de trant van datvan Warman et al. Deze persoon ziet e<strong>en</strong> doos waarvan hij weet dat er 100 knikkers inzitt<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> deel daarvan is blauw <strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel rood. De verhouding tuss<strong>en</strong> de twee kleur<strong>en</strong>knikkers is 60 : 40, maar hij weet niet of er 60 blauwe of juist 60 rode knikkers in zitt<strong>en</strong>.Dat di<strong>en</strong>t hij te bepal<strong>en</strong> aan de hand van de individuele trekking van knikkers – metteruglegging. Stel dat hij na e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tal knikkers de indruk krijgt dat het gaat om e<strong>en</strong>doos met 60 blauwe <strong>en</strong> 40 rode knikkers. Als op dat mom<strong>en</strong>t de elfde knikker rood is <strong>en</strong>de twaalfde blauw, dan mag word<strong>en</strong> verwacht dat die laatste twee trekking<strong>en</strong> zijn m<strong>en</strong>ingniet verander<strong>en</strong>. Toch blijkt uit onderzoek dat zelfs die neutrale informatie (e<strong>en</strong> rode <strong>en</strong>e<strong>en</strong> blauwe knikker) m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> sterkt in hun overtuiging. 19Wat gebeurt er indi<strong>en</strong> de besluitnemer door omstandighed<strong>en</strong> niet in staat is om zichselectief te richt<strong>en</strong> op informatie die zijn eig<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing bevestigt? Met andere woord<strong>en</strong>,wat gebeurt er als we ontkracht<strong>en</strong>de informatie niet kunn<strong>en</strong> ontlop<strong>en</strong>? Lord et al. selecteerd<strong>en</strong>uit e<strong>en</strong> groep van 151 stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, 24 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die voor de doodstraf war<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>zoveelteg<strong>en</strong>standers. 20 Elke deelnemer kreeg twee korte tekst<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong>, die e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vattinggav<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gefingeerd wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek. Eén tekst onderstreeptehet nut van de doodstraf (bijvoorbeeld: ‘Kroner and Phillips (1977) compared murderrates for the year before and the year after adoption of capital punishm<strong>en</strong>t in 14 states.19 Baron 2000.20 Lord, Ross & Lepper 1979, p. 2098-2109.76Gies<strong>en</strong>_01.indb 28 20-5-2008 16:29:18


De juiste keuzeIn 11 of the 14 states, murder rates were lower after adoption of the death p<strong>en</strong>alty’). Deandere tekst sprak de verme<strong>en</strong>de effectiviteit van de doodstraf juist teg<strong>en</strong> (bijvoorbeeld:‘Palmer and Crandall (1977) compared murder rates in 10 pairs of neighboring states withdiffer<strong>en</strong>t capital punishm<strong>en</strong>t laws. In 8 of the 10 pairs, murder rates were higher in thestate with capital punishm<strong>en</strong>t’). De sam<strong>en</strong>vatting<strong>en</strong> die de deelnemers kreg<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong>war<strong>en</strong> afkomstig uit e<strong>en</strong> poel van 20 tekst<strong>en</strong>, die alle vergelijkbaar war<strong>en</strong> qua structuur<strong>en</strong> overtuigingskracht. Om volgorde-effect<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>, laz<strong>en</strong> sommige deelnemereerst e<strong>en</strong> pro-doodstraf tekst, terwijl ander<strong>en</strong> eerst e<strong>en</strong> anti-doodstraf tekst laz<strong>en</strong>. Naderhandbeantwoordd<strong>en</strong> de deelnemers <strong>en</strong>kele vrag<strong>en</strong> met betrekking tot hun m<strong>en</strong>ing overde onderzoek<strong>en</strong>. Ook di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> ze aan te gev<strong>en</strong> of ze, vergelek<strong>en</strong> bij de aanvang van hetonderzoek, nu e<strong>en</strong> extremere of juist e<strong>en</strong> gematigdere m<strong>en</strong>ing hadd<strong>en</strong> over de doodstraf<strong>en</strong> over de afschrikk<strong>en</strong>de werking daarvan. Uit de analyse volgde dat deelnemers deonderzoek<strong>en</strong> die overe<strong>en</strong>stemd<strong>en</strong> met hun m<strong>en</strong>ing beter vond<strong>en</strong> dan de onderzoek<strong>en</strong> dieermee in strijd war<strong>en</strong>. Dat is opmerkelijk, want het stimulusmateriaal was juist zodaniggeschrev<strong>en</strong> dat alle onderzoek<strong>en</strong> van dezelfde kwaliteit war<strong>en</strong>. Nog opmerkelijker wasdat de overtuiging van de twee groep<strong>en</strong> deelnemers na afloop van het experim<strong>en</strong>t alle<strong>en</strong>maar sterker was geword<strong>en</strong> dan voorhe<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong>standers war<strong>en</strong> na afloop dus nogsterker teg<strong>en</strong> de doodstraf <strong>en</strong> war<strong>en</strong> er nog meer dan voorhe<strong>en</strong> van overtuigd dat dedoodstraf ge<strong>en</strong> afschrikk<strong>en</strong>de werking heeft. Het omgekeerde gold voor de voorstanders.Dit onderzoek onderstreept niet alle<strong>en</strong> de halsstarrigheid van overtuiging<strong>en</strong>, maarsuggereert bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> dat poging<strong>en</strong> om die m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> met g<strong>en</strong>uanceerde informatie teverander<strong>en</strong>, gedoemd zijn te fal<strong>en</strong>, of zelfs e<strong>en</strong> averechts effect hebb<strong>en</strong>.7 Ve r a n k e r i n gVan sommige beslissing<strong>en</strong> vraagt m<strong>en</strong> zich achteraf af hoe m<strong>en</strong> ze heeft kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>.F<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> als e<strong>en</strong> opwelling <strong>en</strong> overmandheid door emoties word<strong>en</strong> dan aangeroep<strong>en</strong>.Er is onderzoek verricht waaruit volgt dat beslissing<strong>en</strong> soms inderdaad word<strong>en</strong> beïnvloeddoor factor<strong>en</strong> die objectief gezi<strong>en</strong> irrelevant zijn. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> vindt dergelijke oneig<strong>en</strong>lijkebeïnvloeding nogal e<strong>en</strong>s plaats zonder dat we het in de gat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Als we bij e<strong>en</strong>beslissing word<strong>en</strong> beïnvloed door e<strong>en</strong> irrelevant ijkpunt, wordt gesprok<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verankeringsbias.Mussweiler <strong>en</strong> Englich gev<strong>en</strong> als voorbeeld de retorisch vraag of de prijs dieiemand zal vrag<strong>en</strong> voor zijn te verkop<strong>en</strong> auto wordt beïnvloed door het hor<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>bericht over de uitvinding van de Duitse braadworst 2300 jaar geled<strong>en</strong>. 21 Hun onderzoekmaakt aannemelijk dat die prijs inderdaad best wel e<strong>en</strong>s rond de € 2300 zou kunn<strong>en</strong>uitkom<strong>en</strong>. In hun eerste experim<strong>en</strong>t vroeg<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> groep deelnemers om de gemiddelde21 Mussweiler & Englich 2005, p. 133-143.77Gies<strong>en</strong>_01.indb 29 20-5-2008 16:29:18


E. Rassinjaartemperatuur in Duitsland te schatt<strong>en</strong>. Dat leverde e<strong>en</strong> uitkomst van 13,6 grad<strong>en</strong>Celsius op. Vervolg<strong>en</strong>s kreg<strong>en</strong> twee andere groep<strong>en</strong> deelnemers dezelfde vraag voorgelegd.Daarvoor werd<strong>en</strong> deze deelnemers echter blootgesteld aan subliminale informatie.De deelnemers kek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> minuut lang naar e<strong>en</strong> reeks symbol<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> computerscherm.Tijd<strong>en</strong>s die minuut werd ti<strong>en</strong> keer e<strong>en</strong> getal getoond. Dat getal was slechts zo kort zichtbaar(15 millisecond<strong>en</strong>) dat het niet of nauwelijks bewust kon word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.Sommige deelnemers werd<strong>en</strong> blootgesteld aan e<strong>en</strong> hoge prime (20), andere aan e<strong>en</strong> lage(5). Na deze procedure werd gevraagd of de deelnemers iets vreemds hadd<strong>en</strong> opgemerktaan de symbol<strong>en</strong>reeks. Twee deelnemers meldd<strong>en</strong> dat ze iets hadd<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> flikker<strong>en</strong> <strong>en</strong>werd<strong>en</strong> derhalve uit de analyse gelat<strong>en</strong>. Die analyse liet zi<strong>en</strong> dat de achteraf geschattejaartemperatuur werd beïnvloed door de prime, die in dit geval dus niet e<strong>en</strong>s bewust waswaarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In de conditie met de hoge prime werd de jaartemperatuur op 14,9 grad<strong>en</strong>geschat <strong>en</strong> in die met de lage prime op 12,8. In e<strong>en</strong> tweede onderzoek haald<strong>en</strong> de auteurse<strong>en</strong> vergelijkbare truc uit, maar dan met betrekking tot de gemiddelde prijs van e<strong>en</strong>midd<strong>en</strong>klasser. Volg<strong>en</strong>s de controleproefperson<strong>en</strong> zou die € 18.312 bedrag<strong>en</strong>. Deelnemersdie aan e<strong>en</strong> subliminaal laag anker (10.000) werd<strong>en</strong> blootgesteld, schatt<strong>en</strong> de prijsop € 17.150. Was er sprake van e<strong>en</strong> hoge prime (30.000), dan lag de schatting op € 21.219.Met dit onderzoek ton<strong>en</strong> de auteurs aan dat het allerminst d<strong>en</strong>kbeeldig is dat onze beslissing<strong>en</strong>word<strong>en</strong> beïnvloed door ankers zonder dat we dat in de gat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Juist omdatde ankers in casu subliminaal werd<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>, onderstrep<strong>en</strong> deze bevinding<strong>en</strong> datwe ook kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beïnvloed door ankers die objectief gezi<strong>en</strong> niets met het onderwerpvan beslissing van do<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.8 Ee n k w e s t i e v a n p r e s e n t a t i eUit onderzoek blijkt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> gevoeliger zijn voor verlies dan voorwinst. Baumeister et al. zegg<strong>en</strong> daarover het volg<strong>en</strong>de: ‘you are more upset about losing $50 than you are happy about gaining $ 50’. 22 Dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> staat te boek als ‘loss aversion’.Tegelijkertijd is bek<strong>en</strong>d dat de manier waarop e<strong>en</strong> boodschap wordt gebracht van invloedis op de interpretatie ervan. D<strong>en</strong>k aan het kopje dat zowel halfvol als halfleeg is. In deliteratuur wordt dit effect aangeduid als ‘ framing’. 23 E<strong>en</strong> combinatie van loss aversion <strong>en</strong>het framing-effect maakt dat m<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zelfde boodschap door het legg<strong>en</strong> van differ<strong>en</strong>tiëleacc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aantrekkelijk of juist afstotelijk kan mak<strong>en</strong>. Zo zull<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eerder g<strong>en</strong>eigdzijn om mee te do<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> project dat 30% kans op winst oplevert, dan aan e<strong>en</strong> projectdat 70% kans op verlies heeft. In theorie betek<strong>en</strong>t dit dat het mak<strong>en</strong> van bepaalde keuzes22 Baumeister, Bratslavsky, Fink<strong>en</strong>auer & Vohs 2001, p. 323-370.23 Tversky & Kahneman 1981, p. 453-458.78Gies<strong>en</strong>_01.indb 30 20-5-2008 16:29:18


De juiste keuzehet best kan word<strong>en</strong> bevorderd door de nadel<strong>en</strong> van het niet mak<strong>en</strong> te b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong>.Andersom zou het niet mak<strong>en</strong> van bepaalde keuzes het best kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bewerkstelligddoor de nadel<strong>en</strong> van die keuzes te stipuler<strong>en</strong>. Opvall<strong>en</strong>d g<strong>en</strong>oeg mak<strong>en</strong> nogalwat overheidscampagnes (teg<strong>en</strong> rok<strong>en</strong>, alcoholmisbruik <strong>en</strong> onverstandig gebruik vanvuurwerk) gebruik van dit principe, terwijl veel reclameboodschapp<strong>en</strong> vooral nadruklegg<strong>en</strong> op de voordel<strong>en</strong> van bepaalde product<strong>en</strong>. Of overheidscampagnes effectiever zijndan de gemiddelde reclameboodschap is overig<strong>en</strong>s niet bek<strong>en</strong>d.9 Da n m a a r o n w e t e n d b e s l i s s e n ?Het is e<strong>en</strong> goed gebruik om bij het nem<strong>en</strong> van beslissing<strong>en</strong> op allerlei gebied<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong>beschikk<strong>en</strong> over alle relevante informatie. Immers, wie niet beschikt over relevante informatiekan nooit e<strong>en</strong> weloverwog<strong>en</strong> beslissing nem<strong>en</strong>. Daarom zijn wettelijke bepaling<strong>en</strong>die volledige informatie voorschrijv<strong>en</strong> van belang. De in dit hoofdstuk beschrev<strong>en</strong>onderzoek<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> niet word<strong>en</strong> opgevat als e<strong>en</strong> betoog om informatieverplichting<strong>en</strong>te reducer<strong>en</strong>.Wel moet word<strong>en</strong> bedacht dat de informatieplicht normatief is. Op descriptief niveaublijkt het gebruik van alle relevante informatie nogal e<strong>en</strong>s teg<strong>en</strong> te vall<strong>en</strong>. Allereerst isbetoogd dat beslissing<strong>en</strong> waarbij nauwelijks wordt nagedacht soms ev<strong>en</strong> goed of zelfsbeter uitpakk<strong>en</strong> dan weloverwog<strong>en</strong> keuzes. Dit betreft niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige keuzesituaties,maar vooral ook complexe. Vervolg<strong>en</strong>s is besprok<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> overvloed aankeuzes niet per definitie aang<strong>en</strong>aam is, of leidt tot het optimale resultaat. Ook blijkt veelinformatie over één onderwerp niet altijd effectief te word<strong>en</strong> gebruikt. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> wacht<strong>en</strong>namelijk veelal niet met het nem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beslissing totdat ze alle informatie hebb<strong>en</strong>verwerkt. De eerst verwerkte informatie legt het meeste gewicht in de schaal. Ook is hetgoed d<strong>en</strong>kbaar dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ‘cherry pick<strong>en</strong>’: dat wil zegg<strong>en</strong> dat ze alle<strong>en</strong> die informatiekiez<strong>en</strong> die hun oorspronkelijke overtuiging ondersteunt. Tot slot is betoogd dat beslisserst<strong>en</strong> prooi kunn<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> aan onbewuste invloed<strong>en</strong>, zoals ankers <strong>en</strong> slinkse formulering<strong>en</strong>.De lijst met besprok<strong>en</strong> besluitvormingseig<strong>en</strong>aardighed<strong>en</strong> is niet sluit<strong>en</strong>d. Beoogdis slechts om <strong>en</strong>kele illustraties te gev<strong>en</strong>.Of de in dit hoofdstuk besprok<strong>en</strong> besluitvormingsperikel<strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>ties moet<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> voor de wettelijke informatieverplichting<strong>en</strong> is vatbaar voor discussie. Enerzijdskan word<strong>en</strong> verdedigd dat de volledige informatie e<strong>en</strong> recht is waarvan de rechthebb<strong>en</strong>dezelf moet besliss<strong>en</strong> in hoeverre hij ervan gebruikmaakt. Anderzijds kan word<strong>en</strong>betoogd dat de informatieverplichting soms verdere bepaling<strong>en</strong> zou moet<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong>met betrekking tot de volgorde van de informatie, of de te legg<strong>en</strong> nadruk. Wat in iedergeval zeker is, is dat er altijd m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> zijn die voor buit<strong>en</strong>staanders onbegrijpelijkebeslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, ongeacht over hoeveel informatie ze bij het nem<strong>en</strong> van het besluitkunn<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>.79Gies<strong>en</strong>_01.indb 31 20-5-2008 16:29:18


E. RassinLit e r a t u u rAnderson 2003Anderson, C.J. (2003). The psychology of doing nothing: Forms of decision avoidance result fromreason and emotion. Psychological Bulletin, 129, p. 139-167.Baron 2000Baron, J. (2000). Thinking and deciding. Cambridge: Cambridge University Press.Bastardi & Shafir 1998Bastardi, A. & Shafir, E. (1998). On the pursuit and misuse of useless information. Journal ofPersonality and Social Psychology, 75, p. 19-32.Baumeister, Bratslavsky, Fink<strong>en</strong>auer & Vohs 2001Baumeister, R.F., Bratslavsky, E., Fink<strong>en</strong>auer, C. & Vohs, K.D. (2001). Bad is stronger than good.Review of G<strong>en</strong>eral Psychology, 5, p. 323-370.Domjan 2003Domjan, M. (2003). The principles of learning and behavior. London: Thomson Wadsworth.Dijksterhuis, Bos, Nordgr<strong>en</strong> & Van Baar<strong>en</strong> 2006Dijksterhuis, A., Bos, M.W., Nordgr<strong>en</strong>, L.F. & Van Baar<strong>en</strong>, R. (2006). On making the right choice:The deliberation-without-att<strong>en</strong>tion effect. Sci<strong>en</strong>ce, 311, p. 1005-1007.Evans 2007Evans, J.St.B.T. (2007). Hypothetical thinking: Dual processes in reasoning and judgem<strong>en</strong>t. EastSussex: Psychology press. Psychologist, 54, p. 117-128.Ferrari & Dovidio 2000Ferrari, J.R., & Dovidio, J.F. (2000). Examining behavioural processes in indecision: Decisionalprocrastination and decision-making style. Journal of Research in Personality, 34, p. 127-137.Kuhn, Phelps & Walters 1985Kuhn, D., Phelps, E. & Walters, J. (1985). Correlational reasoning in an everyday context. Journalof Applied Developm<strong>en</strong>tal Psychology, 6, p. 85-97.Lord, Ross & Lepper 1979Lord, C.G., Ross, L. & Lepper, M.R. (1979). Biased assimilation and attitude polarization: Theeffects of prior theories on subsequ<strong>en</strong>tly considered evid<strong>en</strong>ce. Journal of Personality and SocialPsychology, 37, p. 2098-2109.Morewedge, Preston & Wegner 2007Morewedge, C.K., Preston, J. & Wegner, D.M. (2007). Timescale bias in the attribution of mind.Journal of Personality and Social Psychology, 93, p. 1-11.Mussweiler & Englich 2005Mussweiler, T. & Englich, B. (2005). Subliminal anchoring: Judgm<strong>en</strong>tal consequ<strong>en</strong>ces and underlyingmechanisms. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 98, p. 133-143.80Gies<strong>en</strong>_01.indb 32 20-5-2008 16:29:19


De juiste keuzeNickerson 1998Nickerson, R.S. (1998). Confirmation bias: A ubiquitous ph<strong>en</strong>om<strong>en</strong>on in many guises. Review ofG<strong>en</strong>eral Psychology, 2, p. 175-220.Rassin 2007Rassin, E. (2007). Waarom ik altijd gelijk heb: over tunnelvisie. Schiedam: Scriptum.Robins, Gosling & Craik 1999Robins, R.W., Gosling, S.D. & Craik, K.H. (1999). An empirical analysis of tr<strong>en</strong>ds in psychology.AmericanRoss, Lepper & Hubbard 1975Ross, L., Lepper, M.R. & Hubbard, M. (1975). Perseverance in self-perception and social perception:Biased attributional processes in the debriefing paradigm. Journal of Personality and SocialPsychology, 32, p. 880-892.Schwartz 2004Schwartz, B. (2004). The paradox of choice: Why more is less. New York: HarperCollins publishers.Swe<strong>en</strong>ey & Gruber 1984Swe<strong>en</strong>ey, P.D. & Gruber, K.L. (1984). Selective exposure: Voter information prefer<strong>en</strong>ces and theWatergate affair. Journal of Personality and Social Psychology, 46, p. 1208- 1221.Tversky & Shafir 1992Tversky, A. & Shafir, E. (1992). Choice under conflict: The dynamics of deferred decision. PsychologicalSci<strong>en</strong>ce, 3, p. 358-361.Tversky & Kahneman 1981Tversky, A. & Kahneman, D. (1981). The framing of decisions and the psychology of choice.Sci<strong>en</strong>ce, 211, p. 453-458.Warman, Lysaker, Martin, Davis & Haud<strong>en</strong>schield 2007Warman, D.M., Lysaker, P.H., Martin, J.M., Davis, L. & Haud<strong>en</strong>schield, S.L. (2007). Jumpingto conclusions and the continuum of delusional beliefs. Behaviour Research and Therapy, 45,p. 1255-1269.Wegner 2002Wegner, D.M. (2002). The illusion of conscious will. Lond<strong>en</strong>: Bradford books.81Gies<strong>en</strong>_01.indb 33 20-5-2008 16:29:19


Gies<strong>en</strong>_01.indb 34 20-5-2008 16:29:19


<strong>Hoofdstuk</strong> 4C l i e n t s at i s fac t ion – i n c e n t i v ef or s e rv ic e prov i de r s t o wa r ntheir cli<strong>en</strong>ts?J. Luzak 1Sa m e n v a t t i n gDe in de bouwsector geld<strong>en</strong>de waarschuwingsplicht geldt t<strong>en</strong> behoeve van opdrachtgevers<strong>en</strong> niet t<strong>en</strong> behoeve van de in de bouwsector actieve di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ers. Dit artikel toont echtere<strong>en</strong> verband aan tuss<strong>en</strong> de tevred<strong>en</strong>heid van de opdrachtgever die door zijn di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>eris gewaarschuwd voor gebrek<strong>en</strong> in de geleverde di<strong>en</strong>st <strong>en</strong> de kans dat de opdrachtgeverloyaal blijft teg<strong>en</strong>over zijn di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>er <strong>en</strong> dat hij dus vaker met hem zak<strong>en</strong> zal blijv<strong>en</strong>do<strong>en</strong>. Het doel van dit artikel is te illustrer<strong>en</strong> dat de waarschuwingsplicht daarom ook inhet belang van de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ers kan zijn <strong>en</strong> dat di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ers zich niet zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong>verzett<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de regulering van de waarschuwingsplicht.1 In t r o d u c t i o nCli<strong>en</strong>t satisfaction has become a leading marketing concept. Companies sp<strong>en</strong>d a lot ofmoney researching wh<strong>en</strong> and why cli<strong>en</strong>ts are satisfied. The outcome of such research isapplied in their everyday business practice. 2 People struggle to reach satisfaction and areoft<strong>en</strong> frustrated because they are not able to do so. As I will point out in this article, it isnot easy to establish wh<strong>en</strong> someone feels satisfied. People t<strong>en</strong>d to have various expectationswhich have to be compared to the quality of the service they have received in order1 Joasia Luzak is als aio verbond<strong>en</strong> aan het C<strong>en</strong>tre for the Study of European Contract Law (CSECL), Instituut van Privaatrecht,Universiteit van Amsterdam.2 Business International 1990; Wylie 1993, p. S1-S5; Higgins 1997, p. 12.83Gies<strong>en</strong>_01.indb 35 20-5-2008 16:29:19


J. Luzakto determine whether they are satisfied. The quality of the received service is not experi<strong>en</strong>cedobjectively. It is the perceived service quality – which is subjective, and differ<strong>en</strong>tlyperceived by every cli<strong>en</strong>t – which is relevant. Furthermore, it needs to be tak<strong>en</strong> intoaccount that cli<strong>en</strong>ts t<strong>en</strong>d to expect fair treatm<strong>en</strong>t, namely, that they will get as much outof the agreem<strong>en</strong>t as the professional party. If they get the feeling that this is not the case,they will be less likely to be satisfied. These are only a few out of many factors whichmay influ<strong>en</strong>ce cli<strong>en</strong>ts’ satisfaction. What makes satisfying cli<strong>en</strong>ts a chall<strong>en</strong>ge is that mostof these conditions need to be fulfilled in order for a cli<strong>en</strong>t to feel satisfied. Nowadays,people t<strong>en</strong>d to have higher expectations, partially due to having a wide variety of choicesavailable to them, which convinces people that there is a perfect product/service availablesomewhere out there. 3 Higher expectations are more difficult to meet. Due to the widerange of products and services to choose from, a cli<strong>en</strong>t may also oft<strong>en</strong> have the feelingthat by picking one product or service and not another he has missed out on something. 4Instead of feeling happier and satisfied, cli<strong>en</strong>ts t<strong>en</strong>d to feel confused and worried aboutwhether they have made the best decision in the giv<strong>en</strong> circumstances. All in all, most ofcli<strong>en</strong>ts would say as a rule: ‘I can’t get no satisfaction’. 5This article will pres<strong>en</strong>t what is understood by satisfaction, what its anteced<strong>en</strong>ts andconsequ<strong>en</strong>ces are. I will focus on one of the most important consequ<strong>en</strong>ces of having asatisfied cli<strong>en</strong>t – gaining his loyalty – and discuss what the b<strong>en</strong>efits of this are for serviceproviders. The main question this article poses is whether it is profitable for a serviceprovider to suffer more costs by warning his cli<strong>en</strong>t of pot<strong>en</strong>tial/existing defaults and thus<strong>en</strong>suring that his cli<strong>en</strong>t is satisfied with the whole of the services r<strong>en</strong>dered to him. Is thissatisfaction and the resulting loyalty a suffici<strong>en</strong>t inc<strong>en</strong>tive for service providers? In thisarticle I apply the findings of research on satisfaction to legal research on the duty towarn of professional parties under Dutch construction law. It is mostly the r<strong>en</strong>ovationpart of the construction sector that this article is likely to be relevant to since cli<strong>en</strong>ts’ satisfactionconcerning r<strong>en</strong>ovation would probably be more likely to manifest itself fasterin a tangible manner, i.e. additional orders for the service providers, recomm<strong>en</strong>dationsof the service providers to fri<strong>en</strong>ds and family, et cetera. 63 Schwartz 2005.4 Schwartz 2005.5 M. Jagger and K. Richards, ‘(I Can’t Get No) Satisfaction’ (performed by Rolling Stones, first released in 1965).6 The value and quality of a service acquired by the cli<strong>en</strong>t in respect of the construction sector might not be easy to establish.From the economic point of view in case of cred<strong>en</strong>ce goods, the quality of which might not be easy for cli<strong>en</strong>ts toestablish ev<strong>en</strong> after consumption, cli<strong>en</strong>ts’ choice of goods shall rather be based on third-party information. This meansthat cli<strong>en</strong>ts’ satisfaction in respect of such goods might have little significance. In case of experi<strong>en</strong>ce goods, the qualityof which can be ascertained upon consumption, cli<strong>en</strong>ts’ satisfaction and consequ<strong>en</strong>t word-of-mouth would mattermore for service providers. Since r<strong>en</strong>ovation works could possibly belong to experi<strong>en</strong>ce goods the law and economicsanalysis thereof remains outside the scope of this research.84Gies<strong>en</strong>_01.indb 36 20-5-2008 16:29:19


Cli<strong>en</strong>t satisfactionBefore answering the main question, it is important to note that the findings in this articlehave not be<strong>en</strong> researched empirically by the author. All the statem<strong>en</strong>ts and analyses citedin this article derive from research conducted by various academics specialized in psychologyand economics: the author has drawn her conclusions from these. 72 Sa t i s fa c t i o n – d e f i n i t i o nHow does Richard L. Oliver, one of the leading researchers of the influ<strong>en</strong>ce of satisfactionon consumer behavior, define satisfaction?‘Satisfaction may best be understood as an evaluation of the surprise inher<strong>en</strong>tin a product acquisition and/or consumption experi<strong>en</strong>ce. In ess<strong>en</strong>ce, it is thesummary psychological state resulting wh<strong>en</strong> the emotion surrounding disconfirmedexpectations is coupled with the consumer’s prior feelings about theconsumption experi<strong>en</strong>ce. Moreover, the surprise excitem<strong>en</strong>t of this evaluationis thought to be of finite duration, so that satisfaction soon decays into (butnevertheless greatly affects) one’s overall attitude toward purchasing products,particularly with regard to specific retail <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>ts.’ 8This definition combines the concepts of cli<strong>en</strong>ts’ attitudes and purchasing int<strong>en</strong>tions todefine satisfaction. The so called ‘disconfirmation paradigm’ is a dominant frameworkfor explaining cli<strong>en</strong>t satisfaction. 9 In accordance with it, cli<strong>en</strong>t satisfaction and dissatisfactionmay be measured by using two cognitive variables: prepurchase expectations anddisconfirmation. Every cli<strong>en</strong>t has certain beliefs or predictions 10 as to the attributes of aproduct or a service before he concludes a contract. This means that he anticipates certainqualities of the product or service he will receive. Upon the conclusion and performanceof a contract, the cli<strong>en</strong>t receives the product or service acquired by him and th<strong>en</strong> evaluateswhether his expectations have be<strong>en</strong> met. The differ<strong>en</strong>ce betwe<strong>en</strong> what he expectedbefore the contract was concluded and his perception of what he received afterwards iscalled disconfirmation. Thus prepurchase expectations are confirmed wh<strong>en</strong> the serviceprovided or product purchased fulfill the cli<strong>en</strong>t’s expectations. If prepurchase expectationsare not met, the cli<strong>en</strong>t’s beliefs of the service are disconfirmed. Cli<strong>en</strong>t’s expecta-7 In this respect, it should be m<strong>en</strong>tioned that the empirical research referred to has be<strong>en</strong> conducted by specialists withrespect to various contracts in various sectors of business, in order to confirm their more g<strong>en</strong>eral theories on cli<strong>en</strong>ts’satisfaction. They based their g<strong>en</strong>eral conclusions thereupon, which were oft<strong>en</strong> confirmed in differ<strong>en</strong>t research conductedby others. It is these g<strong>en</strong>eral conclusions that this author will draw upon and refer to below.8 Oliver 1981, p. 27.9 Oliver 1980, p. 460-469; Anderson 1973, p. 38-44.10 Olson, Dover 1979, p. 179-189; Oliver 1980, p. 460-469.85Gies<strong>en</strong>_01.indb 37 20-5-2008 16:29:19


J. Luzaktions may be negatively or positively disconfirmed. Negative disconfirmation refers tothe cli<strong>en</strong>t’s expectations not being fully fulfilled. Positive disconfirmation happ<strong>en</strong>s wh<strong>en</strong>cli<strong>en</strong>t’s expectations have not only be<strong>en</strong> met but also exceeded. According to this theory,the cli<strong>en</strong>t will be satisfied wh<strong>en</strong> his expectations at least are fulfilled. This means that satisfactionwith a product or with service also occurs in case of a positive disconfirmation.Wh<strong>en</strong> the performance of the service or product is worse than the cli<strong>en</strong>t’s expectationsprior to concluding the contract, the cli<strong>en</strong>t will be left dissatisfied. 11It is important to note at this point that cli<strong>en</strong>t’s estimations and evaluations are not alwaysof a very clear sort. Cli<strong>en</strong>ts are deemed to have expectations but they oft<strong>en</strong> find it difficultto clearly define what these expectations are. 12 Wh<strong>en</strong> a service is provided to cli<strong>en</strong>ts,they oft<strong>en</strong> also have problems evaluating what its exact quality is. 13 Cli<strong>en</strong>ts’ thoughts onthis subject are simply oft<strong>en</strong> ‘fuzzy’. As research 14 has shown, cli<strong>en</strong>t’s satisfaction is morelikely to lead to a cli<strong>en</strong>t staying loyal to his service provider wh<strong>en</strong> cli<strong>en</strong>t’s satisfactionjudgm<strong>en</strong>t is held by him strongly.Moreover, some researchers 15 found evid<strong>en</strong>ce that sometimes perceived performanceinflu<strong>en</strong>ces cli<strong>en</strong>t’s satisfaction more than his expectations. This is most common wh<strong>en</strong> acli<strong>en</strong>t has knowledge of a service before he acquires it. This has be<strong>en</strong> partially explainedby the fact that in such cases expectations of a cli<strong>en</strong>t are very similar to the actualperformance of a product or service. 16 For example, wh<strong>en</strong> a builder has his own housebeing constructed, he ‘knows’ how the construction should go and what the <strong>en</strong>d productshould look like, he doesn’t just have to ‘expect’ it. As a result of this, his satisfaction withthe received house will not dep<strong>en</strong>d on whether his expectations have be<strong>en</strong> met or not, butrather on how the house will ‘perform’, i.e. how it turns out to be.The abovem<strong>en</strong>tioned approach to satisfaction has be<strong>en</strong> used by various researchers andtheir results mostly support the model used by Oliver. 17 Still, the definition of satisfactionhas be<strong>en</strong> formulated in many differ<strong>en</strong>t ways by various academics.For instance, sometimes cli<strong>en</strong>ts’ satisfaction is determined primarily by how well aservice meets the cli<strong>en</strong>t’s need – customization quality – and how reliably it does so –standardization quality. 18 According to this concept, the cli<strong>en</strong>t’s satisfaction seems to be11 Peter, Olson 1996, p. 508-511.12 Rust, Inman, Jia, Zahorik 1999, p. 77-92.13 Parasuraman, Zeithaml, Berry 1985, p. 41-50.14 Chandrashekaran, Rotte, Tax, Grewal 2007, p. 153-163.15 Churchill, Supr<strong>en</strong>ant 1982, p. 491-504; Tse, Wilton 1988, p. 204-212; Fornell 1992, p. 6-21; Anderson, Sullivan 1993,125-143.16 Johnson, Fornell 1991, p. 267-286; Gupta, Stewart 1996, p. 249-263.17 Quoted in: Peter, Olson 1996, p. 511; LaBarbera, Mazursky 1983, p. 393-404; Beard<strong>en</strong>, Teel 1983, p. 21-28; Westbrook1987, p. 258-270.18 Juran 1988, quoted after: Anderson, Fornell, Rust 1997, p. 129-145.86Gies<strong>en</strong>_01.indb 38 20-5-2008 16:29:19


Cli<strong>en</strong>t satisfactiondep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t mostly on these two sorts of quality. Customization quality is the quality thatmeets the cli<strong>en</strong>t’s specific requirem<strong>en</strong>ts (the attributes of the service, the way in which itis delivered, etc). Standardization quality corresponds to the lack of defici<strong>en</strong>cies in theservice provided to a cli<strong>en</strong>t.Oliver 19 himself characterized satisfaction using other concepts, e.g. as a pleasurablefulfillm<strong>en</strong>t. Wh<strong>en</strong> a cli<strong>en</strong>t feels that consumption of a product or service fulfills someof his needs, desires, or goals, he considers the consumption pleasurable. In this modelthere has to be a standard of pleasure and displeasure experi<strong>en</strong>ced and a cli<strong>en</strong>t is satisfiedwh<strong>en</strong> a service meets that standard.Due to the fact that it is the most popular concept among researchers examining satisfaction,I will focus on the disconfirmation paradigm in this article. Furthermore, since Iwill be researching the influ<strong>en</strong>ce of satisfaction on the duty to warn in the constructionsector, I shall only focus on the cli<strong>en</strong>ts’ reaction to a service r<strong>en</strong>dered to them and not toproducts they purchase.3 Sa t i s fa c t i o n l e a d s to l o y a l t y ? Be n e f i t s o f h a v i n g a sa t i s f i e d c l i e n t.As m<strong>en</strong>tioned in the introduction, I am focusing on satisfaction since there are reasonsto believe that a satisfied cli<strong>en</strong>t will stay ‘loyal’ to his service provider. I will use Oliver’s 20definition of loyalty. He describes loyalty as:‘a deeply held commitm<strong>en</strong>t to rebuy or repatronize a preferred product/serviceconsist<strong>en</strong>tly in the future, thereby causing repetitive same-brand or samebrand-set purchasing, despite situational influ<strong>en</strong>ces and marketing effortshaving the pot<strong>en</strong>tial to cause switching behavior’ [emphasis by R.L. Oliver].The disconfirmation paradigm suggests that if the expectations of a cli<strong>en</strong>t are met orexceeded, a cli<strong>en</strong>t should be satisfied with the received service and be more inclined tostay loyal to his service provider. 21 However, as is well known, it does not always happ<strong>en</strong>this way in practice. 22 Ev<strong>en</strong> wh<strong>en</strong> cli<strong>en</strong>ts complain about a specific service, they mightremain loyal to their service provider. 23 The opposite applies as well. Ev<strong>en</strong> wh<strong>en</strong> cli<strong>en</strong>tsare satisfied with the service they have received, they might still change their service19 Oliver 1997.20 Oliver 1997, p. 392.21 Gupta, Stewart 1996, p. 249-263.22 Stewart 1997, p. 112; Reichheld 1996.23 Ev<strong>en</strong> apart from the situation where the service provider in fact has a (quasi-)monopoly, as the case may be for publicutilities but also with, for instance, public transport.87Gies<strong>en</strong>_01.indb 39 20-5-2008 16:29:20


J. Luzakprovider. It might thus be said that satisfaction is a necessary factor in the beginning ofa cli<strong>en</strong>t-service provider relationship, in order to create a s<strong>en</strong>se of loyalty with the cli<strong>en</strong>t.After this has be<strong>en</strong> achieved, other factors oft<strong>en</strong> influ<strong>en</strong>ce a cli<strong>en</strong>t’s decision whether tostay with the giv<strong>en</strong> service provider or not. 24 Despite other factors influ<strong>en</strong>cing a cli<strong>en</strong>t’schoice on whether to stay with his curr<strong>en</strong>t service provider, there is a significant link 25betwe<strong>en</strong> the cli<strong>en</strong>t’s satisfaction and his loyalty towards the service provider to justifythe latter choosing cli<strong>en</strong>t’s satisfaction as one of its main business goals. The costs ofacquiring such loyalty will be discussed below.Since it seems that satisfaction has an influ<strong>en</strong>ce on the loyalty of the cli<strong>en</strong>t, in g<strong>en</strong>eral,I will now try to establish how that happ<strong>en</strong>s and what the consequ<strong>en</strong>ces of this are.Various studies 26 have shown that the greater the satisfaction of the cli<strong>en</strong>t, the greater hisloyalty is. What are the b<strong>en</strong>efits of this?It has be<strong>en</strong> argued, and prov<strong>en</strong> by empirical research, that due to the fact that cli<strong>en</strong>ts’satisfaction increases loyalty future rev<strong>en</strong>ues of the service provider are secured; 27 returnon investm<strong>en</strong>t and return on assets are positively influ<strong>en</strong>ced; 28 the costs of its futuretransactions are reduced; 29 price fluctuations are decreased 30 and the probability thatthe cli<strong>en</strong>t will switch to another service provider is minimized, ev<strong>en</strong> if the quality of thefuture product of his provider falters. 31Furthermore, due to the simple fact that the satisfied cli<strong>en</strong>t does not have reasons tocomplain, some internal costs of the service provider are bound to be lower, e.g. warrantycosts, handling/managing complaints, or field service. 32 Ev<strong>en</strong> if a service is not optimal acli<strong>en</strong>t may still be satisfied and probably won’t complain to a service provider about smalldefaults therein. This leads to significant savings concerning complaint managem<strong>en</strong>t aswell as on pot<strong>en</strong>tial remedies a service provider volunteers or is forced to (e.g. by courtorder) provide a cli<strong>en</strong>t with.24 Oliver 1999, p. 33-44.25 Seiders, Voss, Grewal, Godfrey 2005, p. 26-43; Szymanski, H<strong>en</strong>ard 2001, p. 16-35; Mittal, Kamakura 2001, p. 131-142.26 E.g. Anderson, Sullivan 1993, p. 125-143; Yi 1989, ed. Zeithmal; Oliver 1980, p. 460-469; LaBarbera, Mazursky 1983, p.393-404.27 Fornell 1992, p. 6-21; Rust, Zahorik, Keiningham 1994.28 Rust, Moorman, Dickson 2002, p. 7-24.29 Reichheld, Sasser 1990, p. 105-111.30 Anderson 1996, p. 19-30.31 Anderson, Sullivan 1993, p. 125-143; Gustafsson, Johnson, Roos 2005, p. 210-218; However, we are talking here abouta minor quality’s decline. As will be m<strong>en</strong>tioned in the following paragraphs, if the service failure is serious <strong>en</strong>ough,the cli<strong>en</strong>t’s dissatisfaction will reach such high levels that it will undermine his loyalty towards the service provideraltogether.32 Crosby 1979; Fornell, Wernerfelt 1988, p. 271-286; Garvin 1988; Gilly, Gelb 1982, p. 323-328.88Gies<strong>en</strong>_01.indb 40 20-5-2008 16:29:20


Cli<strong>en</strong>t satisfactionOne other factor which shows how b<strong>en</strong>eficial having satisfied cli<strong>en</strong>ts might be for theservice provider is the research 33 conducted on a cli<strong>en</strong>ts’ ret<strong>en</strong>tion and acquisition costs.It shows that it is relatively cheaper for service providers to retain existing cli<strong>en</strong>ts than togain new ones. That suggests that service providers should pay att<strong>en</strong>tion to their cli<strong>en</strong>ts’needs and expectations in order to satisfy them, since the cost of gaining new cli<strong>en</strong>ts isdeemed to be higher than that of keeping the old cli<strong>en</strong>tele.Findings of research on the importance of word-of-mouth is also important to consider.Word-of-mouth can be defined as ‘oral, person-to-person communication betwe<strong>en</strong>a receiver and a communicator’. 34 A satisfied cli<strong>en</strong>t is bound to share his satisfactionwith his fri<strong>en</strong>ds and acquaintances. This influ<strong>en</strong>ces the service provider’s image. It iswell-accepted 35 that nonmarketing sources of information are tak<strong>en</strong> under serious considerationby cli<strong>en</strong>ts in their decision making process. This ph<strong>en</strong>om<strong>en</strong>on might decreasethe costs of attracting new cli<strong>en</strong>ts since word-of-mouth advertising is free. 36 Therefore,cli<strong>en</strong>t satisfaction should lead to a reduction of marketing costs of the service providerwh<strong>en</strong> his cli<strong>en</strong>ts are satisfied. The g<strong>en</strong>eral reputation of the service provider b<strong>en</strong>efits frompositive word-of-mouth from its cli<strong>en</strong>ts. This is all the more important, since research 37has shown that word-of-mouth might have a long-lasting effect. Wh<strong>en</strong> cli<strong>en</strong>ts evaluate theservice they have be<strong>en</strong> provided with, their assessm<strong>en</strong>ts are still influ<strong>en</strong>ced by the wordof-mouththey had received prior to acquiring a service. This means that despite havingtheir own positive experi<strong>en</strong>ce with the service provider, a cli<strong>en</strong>t’s level of satisfactionmight still be influ<strong>en</strong>ced by someone else’s negative experi<strong>en</strong>ce. That is one of the reasonsfor service providers to avoid negative word-of-mouth from its dissatisfied cli<strong>en</strong>ts. It isalso important to avoid negative word-of-mouth because research has shown that cli<strong>en</strong>tsare more likely to share dissatisfaction in their social circles than satisfaction. 38 Research 39has also shown that consumers seem to put more weight on negative information inmaking evaluations. This means that negative word-of-mouth causes a service providermore damage than positive reviews do good. Ev<strong>en</strong> one bad review among other positiveones might make a pot<strong>en</strong>tial cli<strong>en</strong>t look for another, more reliable service provider. It hasalso be<strong>en</strong> prov<strong>en</strong> 40 that cli<strong>en</strong>ts complain mostly wh<strong>en</strong> the problem they experi<strong>en</strong>ced was33 Fornell, Wernerfelt 1987, p. 337-346; Fornell 1992, p. 6-21.34 Arndt 1967, p. 189.35 Richins 1983, p. 68-78.36 Brown, Barry, Dacin, Gunst 2005, p. 123-138; Ranaweera, Prabhu 2003, p. 82-90; Szymanski, H<strong>en</strong>ard 2001, p. 16-35;Luo, Homburg 2007, p. 133-149.37 Wang<strong>en</strong>heim, Bayón 2004, p. 211-220.38 Fornell 1992, p. 1-21; Szymanski, H<strong>en</strong>ard 2001, p. 16-35.39 Lutz 1975, p. 45-59; Wright 1974, p. 555-561.40 Richins 1983, p. 68-78.89Gies<strong>en</strong>_01.indb 41 20-5-2008 16:29:20


J. Luzaksevere. With the increase of dissatisfaction associated with the severity of the problem,there is a greater chance that cli<strong>en</strong>ts will share their complaints with others.At this point, it might be worth m<strong>en</strong>tioning that some economists 41 associate increasedcustomer satisfaction with higher costs for the service provider, due to the necessity ofimproving the product’s quality as well as the cli<strong>en</strong>ts’ service. Of course, in order to meetcli<strong>en</strong>ts’ needs and expectations the standard and quality of service has to be high. Still,most academics see more b<strong>en</strong>efits in keeping the service provider’s cli<strong>en</strong>ts satisfied thanin keeping the production costs low.4 Du t y to w a r n i n Du t c h c o n s t r u c t i o n l a wThe aim of this article is to apply the findings of research on satisfaction to legal researchon builders’ and architects’ (professional parties taking part in the construction process)duty to warn in Dutch construction law. In this respect, I will take into account theanteced<strong>en</strong>ts of satisfaction and try to determine whether it is possible that a cli<strong>en</strong>t will besatisfied wh<strong>en</strong> a professional parties’ duty to warn is breached or neglected. I will focuson the duty to warn in the Dutch construction sector since this duty has be<strong>en</strong> widelyrecognized by Dutch arbitration panels and courts, 42 ev<strong>en</strong> before the duty to warn wasintroduced to the Dutch Civil Code in 2003. It can be said that the Dutch judicature setcertain rules for the construction sector defining wh<strong>en</strong> a contractual duty to warn of aprofessional party comes into effect and wh<strong>en</strong> remedies should be awarded to a cli<strong>en</strong>t forbreach of such a duty. However, since this duty usually does not originate explicitly fromcontractual provisions, its exist<strong>en</strong>ce and the rules involved might still not be as clear tocontractual parties as their other obligations are. It should not come as a surprise thata professional party might be reluctant to warn a cli<strong>en</strong>t of its own initiative, especiallysince a service provider might believe that it would involve additional costs to be borneby him and would not bring about any material profit. This article tries to prove that itwould be in a professional party’s best interests to observe its duty to warn. I will beginby describing a fictitious case study on the duty to warn in construction law in order topres<strong>en</strong>t more clearly what kind of issues may be raised wh<strong>en</strong> a professional party mightbe <strong>en</strong>cumbered with a duty to warn and neglects to fulfill its obligations.41 Griliches 1971; Lancaster 1979; Quoted in: Anderson, Fornell, Rust 1997, p. 129-145.42 E.g. AIBk/RvA 12 december 1978, BR 1979, p. 230; AIBk 15 januari 1986, BR 1986, p. 373; RvA 17 december 1992,nr. 15.644, BR 1993, p. 737; AIBk/RvA 19 april 1994, BR 1995, p. 534; RvA 16 november 1990, nr. 14.214, BR 1994, p. 606;RvA 4 maart 1996, nr. 17.553, BR 1996, p. 430; HR 25 november 1994, NJ 1995, 154 (Stokkers/Vegt); HR 18 september1998, NJ 1998, 818 (KPI/Leba); AIBk 22 juni 1999, BR 2000, p. 150; AIBk 17 januari 2000, BR 2000, p. 970.90Gies<strong>en</strong>_01.indb 42 20-5-2008 16:29:20


Cli<strong>en</strong>t satisfactionA cli<strong>en</strong>t has a house constructed on the basis of a design prepared by an architect. Boththe architect and the builder have be<strong>en</strong> informed of the cli<strong>en</strong>t’s wish to include a dormerwindow in the construction plans. However, the architect forgot to include it in his design,and ev<strong>en</strong> though the builder noticed this, he did not inform the architect that the dormerwindow was missing in the plans. The reason for the builder to remain sil<strong>en</strong>t about themissing dormer window was that it was both easier and cheaper for him to build a housewithout a dormer window. In principle, the builder adheres to his contract wh<strong>en</strong> thehouse matches the initial (architectural) design. Moreover, the builder may consider thatshould the cli<strong>en</strong>t insist on having a dormer window after all, the builder will be <strong>en</strong>titledto extra paym<strong>en</strong>t and thus make more profit for performing additional work. In case, thebuilder had warned the cli<strong>en</strong>t and the window was added to the plans, however, his profitwould probably not have changed, since the costs of construction are usually estimatedupfront. He thinks, therefore, that he has a strong inc<strong>en</strong>tive not to inform the cli<strong>en</strong>t of thearchitect’s omission.Clearly, such a sc<strong>en</strong>ario is disadvantageous for the cli<strong>en</strong>t. The extra costs involved in ther<strong>en</strong>ovation of the house may be claimed as damages from the architect on the basis ofnon-performance by the architect of his obligations under his contract with the cli<strong>en</strong>t,provided that the architect has not successfully limited or excluded his liability, which iswhat usually happ<strong>en</strong>s. And ev<strong>en</strong> if the cli<strong>en</strong>t would be fully financially comp<strong>en</strong>sated hewould still have to live with the discomfort resulting from the fact that his newly builthouse needed further work.This sc<strong>en</strong>ario can be prev<strong>en</strong>ted if the builder is required to inform (warn) the cli<strong>en</strong>t (orthe architect) of the omission in the design (and is liable for failure to do so). This is ev<strong>en</strong>more important if the defect in the design does not lead to mere discomfort for the cli<strong>en</strong>t,but to a possibly dangerous situation, e.g. wh<strong>en</strong> the architect does not take into accountthat the soil on which the house is to be built is unfit for the construction of a houseunless it is piled. However, aside from the legal provisions obliging the builder to issue awarning, is there no other inc<strong>en</strong>tive for the builder to do so?I m<strong>en</strong>tioned that the builder might be thinking that he can count on the cli<strong>en</strong>t comingback to him later on with an additional commission for adding the dormer windowto an already built house. Research on consumer behavior shows, however, as we havese<strong>en</strong>, 43 that it might be questioned whether the cli<strong>en</strong>t would actually do so. Moreover, it isdoubtful whether he would use the same builder for any of the future work he might wantto have performed (which will be further elaborated on in the following paragraphs). Itmight also happ<strong>en</strong> that the cli<strong>en</strong>t would notice himself the lack of a construction elem<strong>en</strong>t43 Stewart 1997, p. 112; Reichheld 1996; Lutz 1975, p. 45-59; Wright 1974, p. 555-561.91Gies<strong>en</strong>_01.indb 43 20-5-2008 16:29:20


J. Luzakdesired by him, in this case the dormer window, while the construction was still takingplace and would th<strong>en</strong> demand from the builder to correct the state of things immediately.This would mean that the builder would not gain anything by keeping quiet aboutthe lack in the design.It might be argued that in the construction sector cli<strong>en</strong>ts’ loyalty is not such a key issueto the service providers as it might be in other sectors. Construction contracts are oft<strong>en</strong>considered to be short term contracts, and consumers usually don’t have more than onehouse built in a lifetime. However, ev<strong>en</strong> in respect of this sector a satisfied cli<strong>en</strong>t willmost probably spread positive word-of-mouth among his fri<strong>en</strong>ds and acquaintances,thus possibly bringing new business to the service provider. And although a cli<strong>en</strong>t mightnot be interested in building a new house in the next few years after the first constructionwas finalized, however, he might want some changes to be made within the construction,e.g. an additional garage, et cetera, thus his loyalty is still a relevant issue to the contractor.44 In fact, as I have m<strong>en</strong>tioned in the introduction it is mostly this r<strong>en</strong>ovation part ofthe construction sector that this article is likely to be relevant for.5 Wh e n is t h e c l i e n t sa t i s f i e d c o n c e r n i n g t h e d u t y to w a r n ?As was m<strong>en</strong>tioned in the last paragraph, in the Dutch construction sector a professionalparty’s duty to warn towards a cli<strong>en</strong>t has be<strong>en</strong> repeatedly recognized. The casesI m<strong>en</strong>tioned 45 concerned the breach of a duty to warn by a professional party and theconsequ<strong>en</strong>ces thereof. Such a breach of a duty to warn could occur wh<strong>en</strong> e.g. the builderdid not warn the cli<strong>en</strong>t of a fault in the construction plans despite the builder noticing orbeing able to notice that. 46 In all such cases the cli<strong>en</strong>t claimed comp<strong>en</strong>sation stating thatthe professional party on account of the breach of its duty to warn, should be held liablefor non-performing or neglig<strong>en</strong>tly performing its contractual duties.Wh<strong>en</strong> the duty to warn is breached by a service provider, it would lead to a service failurein the eyes of a cli<strong>en</strong>t. Wh<strong>en</strong> such a service failure occurs it will surely influ<strong>en</strong>ce thesatisfaction a cli<strong>en</strong>t feels as to the giv<strong>en</strong> transaction. 47 The service failure may make acli<strong>en</strong>t aware of the pot<strong>en</strong>tial detrim<strong>en</strong>ts of dealing with the giv<strong>en</strong> service provider by44 And if this reasoning applies to construction contracts, it clearly applies to relational contracts in g<strong>en</strong>eral.45 E.g. AIBk/RvA 12 december 1978, BR 1979, p. 230; AIBk 15 januari 1986, BR 1986, p. 373; RvA 17 december 1992, nr.15.644, BR 1993, p. 737; AIBk/RvA 19 april 1994, BR 1995, p. 534; RvA 16 november 1990, nr. 14.214, BR 1994, p. 606;RvA 4 maart 1996, nr. 17.553, BR 1996, p. 430; HR 25 november 1994, NJ 1995, 154 (Stokkers/Vegt); HR 18 september1998, NJ 1998, 818 (KPI/Leba); AIBk 22 juni 1999, BR 2000, p. 150; AIBk 17 januari 2000, BR 2000, p. 970.46 E.g. HR 25 november 1994, NJ 1995, 154 (Stokkers/Vegt); HR 18 september 1998, NJ 1998, 818 (KPI/Leba).47 Vázquez-Casielles, Belén del Rio-Lanza, Diaz-Martin 2007, p. 249-26492Gies<strong>en</strong>_01.indb 44 20-5-2008 16:29:20


Cli<strong>en</strong>t satisfactionincreasing his doubts and making him more prone not to stay loyal to the service provider.48 However, it might not make him give up the services offered by a service provider,altogether. I will now elaborate on some of the concepts which might be relevant wh<strong>en</strong> aservice failure occurs due to the breach of a duty to warn.The key concept which should be tak<strong>en</strong> into account here is causal attributions. Attributiontheory claims that cli<strong>en</strong>ts come up with certain conclusions as to why the servicefailure has happ<strong>en</strong>ed. 49 These conclusions have be<strong>en</strong> categorized 50 as: locus of causality,stability and control.Locus of causality describes whether a cli<strong>en</strong>t believes that the service failure happ<strong>en</strong>eddue to his own errors or has rather be<strong>en</strong> caused by the service provider. It is important tonote that cli<strong>en</strong>ts rather t<strong>en</strong>d to perceive any service failure as related to a service provider.As research 51 has shown, cli<strong>en</strong>ts do not consider themselves responsible for failures andt<strong>en</strong>d to attribute them to situational or external causes. This is important to realize ascli<strong>en</strong>ts t<strong>en</strong>d to complain more and spread negative word-of-mouth more wh<strong>en</strong> theyperceive the failure to be caused by the service provider and not by themselves. 52As far as stability is concerned, a cli<strong>en</strong>t may view the failure’s cause to be either perman<strong>en</strong>tor temporary (incid<strong>en</strong>tal). If a cli<strong>en</strong>t views the cause as temporary, he might be morewilling to stay loyal to his service provider, ev<strong>en</strong> though he would be dissatisfied with thereceived service. The perception of the cause as a temporary one might be influ<strong>en</strong>ced bythe past experi<strong>en</strong>ces a cli<strong>en</strong>t has had with his service provider. If they were positive and acli<strong>en</strong>t had be<strong>en</strong> satisfied with the quality of the service, th<strong>en</strong> he is more likely to considerthe service failure as a temporary one, or a one-time thing. 53Finally, while ascertaining the control attribution a cli<strong>en</strong>t decides whether a serviceprovider could have done anything to prev<strong>en</strong>t the service failure and whether <strong>en</strong>oughhas be<strong>en</strong> done. 54 A cli<strong>en</strong>t considers here the compet<strong>en</strong>ce of a service provider and theeffort that he believes has be<strong>en</strong> made to prev<strong>en</strong>t the failure from occurring. 55Research has shown that cli<strong>en</strong>ts experi<strong>en</strong>ce less satisfaction wh<strong>en</strong> the cause of thefailure is perceived as having be<strong>en</strong> caused by the service provider, wh<strong>en</strong> it is perceived48 Chandrashekaran, Rotte, Tax, Grewal 2007, p. 153-163.49 Heider 1958; see also the contribution by Gies<strong>en</strong> in this book.50 Weiner 1986.51 Hui, Toffoli 2002, p. 1825-1844.52 Richins 1983, p. 68-78.53 Weiner 2000, p. 382-387.54 Weiner 2000, p. 382-387; Hui, Tse, Zhou 2006, p. 151-162.55 Narayandas 1998, p. 108-128.93Gies<strong>en</strong>_01.indb 45 20-5-2008 16:29:20


J. Luzakas perman<strong>en</strong>t (stable) 56 and wh<strong>en</strong> it is thought that the service provider could have prev<strong>en</strong>tedit (controllable). 57Furthermore, it has also be<strong>en</strong> proved 58 that cli<strong>en</strong>ts’ emotional responses to a servicefailure are influ<strong>en</strong>ced by their view on how it was caused. H<strong>en</strong>ce, wh<strong>en</strong> cli<strong>en</strong>ts perceiveservice failure to be controllable or having occurred as a result of stable causes, they areprone to experi<strong>en</strong>ce more negative emotions. “Emotions arise in response to appraisalsone makes for something of relevance to one’s wellbeing”. 59 The attribution-emotionrelationship proves that it is not the service failure itself which wakes negative emotionsin a cli<strong>en</strong>t, but rather the evaluations cli<strong>en</strong>ts make about the causes of the failure. Thes<strong>en</strong>egative emotions are bound to have a negative effect on satisfaction. 60How do these three factors relate to a breach of the duty to warn? In this article I focus onthe service provider’s duty to warn, not on the cli<strong>en</strong>t’s. This means that any service failurewhich should have be<strong>en</strong> reported, should have be<strong>en</strong> reported by a service provider. Thisdoes not mean, of course, that a service provider necessarily caused the default. But aswas m<strong>en</strong>tioned previously, cli<strong>en</strong>ts t<strong>en</strong>d to believe that their actions are not the reason forthe service failure. They more readily believe that wh<strong>en</strong> a service provider had a duty towarn, the default was either created by the service provider’s actions or could have be<strong>en</strong>prev<strong>en</strong>ted by some counteraction.As far as stability of the failure is concerned, it is worthwhile to note that with respect tothe duty to warn in construction sector the faults m<strong>en</strong>tioned had quite serious negativeconsequ<strong>en</strong>ces for the cli<strong>en</strong>ts. 61 This might lead to the assumption that ev<strong>en</strong> if a particularcli<strong>en</strong>t has a long-lasting, effici<strong>en</strong>t and profitable business relationship with a giv<strong>en</strong>service provider, one serious mistake which brings about serious financial negative consequ<strong>en</strong>cesfor a cli<strong>en</strong>t, might change his attitude. Thus ev<strong>en</strong> if the failure is incid<strong>en</strong>tal inthe business relation betwe<strong>en</strong> a cli<strong>en</strong>t and a service provider, its seriousness shall mostlikely make a cli<strong>en</strong>t look at the failure as perman<strong>en</strong>t (stable). One case of dissatisfactionmight thus signify the <strong>en</strong>d of a relationship.The most commonly found breach of the duty to warn occurs wh<strong>en</strong> a service providerwas or should have be<strong>en</strong> aware of the fault in the service r<strong>en</strong>dered and failed to reportit to the cli<strong>en</strong>t. 62 The whole point of warning the cli<strong>en</strong>t of the fault is to prev<strong>en</strong>t service56 Casado, Mas 2002, p. 118-140; Tsiros, Mittal 2000, p. 401-417; Tsiros, Mittal, Ross 2004, p. 476-483.57 Oliver, DeSarbo 1988, p. 495-507.58 Folkes 1998, p. 548-565; Oliver, DeSarbo 1988, p. 495-507; Spr<strong>en</strong>g, MacK<strong>en</strong>zie, Olshavsky 1996, p. 15-32; Oliver 1997.59 Bagozzi, Gopinath, Nyer 1999, p. 185.60 Vázquez-Casielles, Belén del Rio-Lanza, Diaz-Martin 2007, p. 249-26461 E.g. roof of the cli<strong>en</strong>t’s building collapses in RvA 7 oktober 1983, nr. 11.380, BR 1984, p. 166.62 E.g. HR 25 november 1994, NJ 1995, 154 (Stokkers/Vegt); HR 18 september 1998, NJ 1998, 818 (KPI/Leba).94Gies<strong>en</strong>_01.indb 46 20-5-2008 16:29:21


Cli<strong>en</strong>t satisfactionfailure from occurring. Thus the last anteced<strong>en</strong>t of control attribution seems to be fulfilledin case of a breach of the duty to warn, as well.On this basis, it might be quite safe to assume that wh<strong>en</strong> a service provider breaches hisduty to warn which results in a failure, his cli<strong>en</strong>t shall most likely not be a satisfied onein psychological terms. Since the service failures I have in mind with regard to the constructionsector usually bring about serious negative consequ<strong>en</strong>ces to a cli<strong>en</strong>t, ev<strong>en</strong> hisdissatisfaction with one elem<strong>en</strong>t of the whole service r<strong>en</strong>dered to him (lack of warning)could cause the dissatisfaction with his service provider in g<strong>en</strong>eral.6 Co n c l u s i o n – t h e r e l e v a n c e o f sa t i s fa c t i o n fo r t h e n e e d o f t h e d u t y tow a r nWh<strong>en</strong> a cli<strong>en</strong>t is dissatisfied with a service he will likely not return to the same serviceprovider wh<strong>en</strong> he requires that service in the future. This means that service providersare more likely to lose their business wh<strong>en</strong> they do not fulfill their cli<strong>en</strong>ts’ expectationsand wh<strong>en</strong> they disregard the value of cli<strong>en</strong>ts’ satisfaction. Furthermore, a cli<strong>en</strong>t who isdissatisfied by the service provided to him, is likely to share his dissatisfaction with hissocial circle, which might mean loss of other pot<strong>en</strong>tial cli<strong>en</strong>ts for his service provider. 63Since it may be fairly assumed, on the basis of the conclusions drawn from this article,that the breach of the duty to warn by a service provider shall most likely leave the cli<strong>en</strong>tdissatisfied, all these negative consequ<strong>en</strong>ces will probably also apply to service providerswho do not observe their duty to warn.The remaining question is whether the stated negative consequ<strong>en</strong>ces of not satisfyingcli<strong>en</strong>ts are suffici<strong>en</strong>t to make it worthwhile for service providers to pay att<strong>en</strong>tion to theircli<strong>en</strong>ts’ needs and expectations and to warn them if there is a fault, or a risk thereof, inthe service ev<strong>en</strong> if there might be countervailing argum<strong>en</strong>ts. The pres<strong>en</strong>ted argum<strong>en</strong>tsseem to indicate that this is indeed more b<strong>en</strong>eficial for service providers. In other words,the negative consequ<strong>en</strong>ces for service providers of not warning cli<strong>en</strong>ts seem to outweighthe added costs of warning the cli<strong>en</strong>t (and possibly the investigation/inspection neededto perform a duty to warn). Warning a cli<strong>en</strong>t of (possible) problems therefore seems to beultimately also in the service provider’s best interest.One might wonder, if this is indeed the case, whether and why a duty to warn should beand is regulated at all. If it is in the best interest of service providers to warn they may63 Peter, Olson 1996, p. 511.95Gies<strong>en</strong>_01.indb 47 20-5-2008 16:29:21


J. Luzakbe expected to warn their cli<strong>en</strong>ts without being obligated to do so. 64 It is important toremember, however, that the duty to warn is regulated in order to protect cli<strong>en</strong>ts. Thisregulation of the duty to warn is ultimately for their b<strong>en</strong>efit, not for the service providers’.Thus, the argum<strong>en</strong>tation pres<strong>en</strong>ted in this article is not supposed to constitute ajustification for the acceptance of the duty to warn of a service provider, but to portraywhy such a duty should not be regarded as burd<strong>en</strong>some for these service providers.Lit e r a t u u rAnderson 1996E.W. Anderson, ‘Customer Satisfaction and Price Tolerance’, Marketing Letters, July 1996,p. 19-30.Anderson, Sullivan 1993E.W. Anderson, M. Sullivan, ‘The Anteced<strong>en</strong>ts and Consequ<strong>en</strong>ces of Customer Satisfaction forFirms’, Marketing Sci<strong>en</strong>ce, Spring 1993, p. 125-143.Anderson 1973R.E. Anderson, ‘Consumer Dissatisfaction: The Effect of Disconfirmed Expectancy on PerceivedProduct Performance’, Journal of Marketing Research, October 1973, p. 38-44.Arndt 1967J. Arndt, ‘Role of product-related conversation in the diffusion of a new product’, Journal of MarketingResearch, 1, 1967, p. 189.Bagozzi, Gopinath, Nyer 1999R.P. Bagozzi, M. Gopinath, P.U. Nyer, ‘The role of emotions in marketing’, Journal of the Academyof Marketing Sci<strong>en</strong>ce, 27(2), 1999, p. 185.Beard<strong>en</strong>, Teel 1983W.O. Beard<strong>en</strong>, J.E. Teel, ‘Selected Determinants of Consumer Satisfaction and Complaint Reports’,Journal of Marketing Research, February 1983, p. 21-28.Brown, Barry, Dacin, Gunst 2005T.J. Brown, T.E. Barry, P.A. Dacin, R.F. Gunst, ‘Spreading the Word: Investigating Anteced<strong>en</strong>ts ofConsumers’ Positive Word-of-Mouth Int<strong>en</strong>tions and Behaviors in a Retailing Context’, Journal ofthe Academy of Marketing Sci<strong>en</strong>ce, 33(2), 2005, p. 123-138.Business International 1990Business International (1990), ‘Maximizing Customer Satisfaction: Meeting Demands of the NewGlobal Marketplace’, New York: Business International Corporation.Casado, Mas 2002A.B. Casado and F.J. Mas, ‘The consumer’s reaction to delays in service’, International Journal ofService Industry Managem<strong>en</strong>t, February 2002, 13(2), p. 118-140.64 A rationale for such a duty to warn might be that people are not always rational and therefore don’t always act accordingto what is in their own best interests…96Gies<strong>en</strong>_01.indb 48 20-5-2008 16:29:21


Cli<strong>en</strong>t satisfactionChandrashekaran, Rotte, Tax, Grewal 2007M. Chandrashekaran, K. Rotte, S.S. Tax, R. Grewal, ‘Satisfaction Str<strong>en</strong>gth and Customer Loyalty’,Journal of Marketing Research, February 2007, p. 153-163.Churchill, Supr<strong>en</strong>ant 1982G.A. Churchill and C. Supr<strong>en</strong>ant, ‘An Investigation into the Determinants of Customer Satisfaction’,Journal of Marketing Research, November 1982, p. 491-504.Crosby 1979P.B. Crosby, ‘Quality is Free’, New York: MacGraw-Hill, 1979.Folkes 1998V.S. Folkes, ‘Rec<strong>en</strong>t attribution research in consumer behaviour: A review and new directions’,Journal of Consumer Research, March 1998, 14, p. 548-565.Fornell 1992C. Fornell, ‘A National Customer Satisfaction Barometer: The Swedish Experi<strong>en</strong>ce’, Journal ofMarketing, January 1992, p. 6-21.Fornell, Wernerfelt 1987C. Fornell, B. Wernerfelt, ‘Def<strong>en</strong>sive Marketing Strategy by Customer Complaint Managem<strong>en</strong>t’,Journal of Marketing Research, November 1987, p. 337-346.Fornell, Wernerfelt 1988C. Fornell and B. Wernerfelt, ‘A Model for Customer Complaint Managem<strong>en</strong>t’, Marketing Sci<strong>en</strong>ce,Summer 1988, p. 271-286.Garvin 1988D.A. Garvin, Managing Quality: The Strategic and Competitive Edge, New York: The Free Press,1988.Gilly, Gelb 1982M.C. Gilly, B.D. Gelb, ‘Post-Purchase Consumer Standardizations and the ComplainingConsumer’, Journal of Consumer Research, December 1982, p. 323-328.Griliches 1971Z. Griliches, Price Indices and Quality Change, Cambridge, MA: Lexington Books, 1971.Gupta, Stewart 1996K. Gupta, D.W. Stewart, ‘Customer Satisfaction and Customer Behavior: The Differ<strong>en</strong>tial Role ofBrand and Category Expectations’, Marketing Letters, 7:3 (1996), p. 249-263.Gustafsson, Johnson, Roos 2005A. Gustafsson, M.D. Johnson, I. Roos, ‘The Effects of Customer Satisfaction, Relationship Commitm<strong>en</strong>tDim<strong>en</strong>sions, and Triggers on Customer Ret<strong>en</strong>tion’, Journal of Marketing, October 2005,p. 210-218.Heider 1958F. Heider, The psychology of interpersonal relations, New York: Wiley, 1958.97Gies<strong>en</strong>_01.indb 49 20-5-2008 16:29:21


J. LuzakHiggins 1997K.T. Higgins, ‘Coming of Age: Despite Growing Pains, Customer Satisfaction Measurem<strong>en</strong>t Continuesto Evolve’, Marketing News, October (27) 1997, p. 12.Hui, Toffoli 2002M.K. Hui, R. Toffoli, ‘Perceived control and the effects of crowding and consumer choice on theservice experi<strong>en</strong>ce’, Applied Social Psychology, 2002, 32(9), p. 1825-1844.Hui, Tse, Zhou 2006M.K. Hui, A.C. Tse, L. Zhou, ‘Interaction betwe<strong>en</strong> two types of information on reactions to delays’,Marketing Letters, 2006, 17, p. 151-162.Johnson, Fornell 1991M.D. Johnson, C. Fornell, ‘A Framework for Comparing Customer Satisfaction Across Individualsand Product Categories’, Journal of Economic Psychology, 12, 1991, p. 267-286.Juran 1988J.M. Juran, ‘Juran’s Quality Control Handbook’, 4th edition, New York: MacGraw Hill, 1988,quoted in: Eug<strong>en</strong>e W. Anderson, Claes Fornell, Roland T. Rust, ‘Customer Satisfaction, Productivity,and Profitability: Differ<strong>en</strong>ces betwe<strong>en</strong> Goods and Services’, Marketing Sci<strong>en</strong>ce, vol. 16, no.2, 1997, p. 129-145.LaBarbera, Mazursky 1983P.A. LaBarbera and D. Mazursky, ‘A Longitudinal Assessm<strong>en</strong>t of Consumer Satisfaction/Dissatisfaction:The Dynamic Aspect of the Cognitive Standardization’, Journal of Marketing Research,November 1983, p. 393-404.Lancaster 1979K. Lancaster, ‘Variety, Equity, and Effici<strong>en</strong>cy’, New York: Columbia University Press, 1979; quotedin: Eug<strong>en</strong>e W. Anderson, Claes Fornell, Roland T. Rust, ‘Customer Satisfaction, Productivity, andProfitability: Differ<strong>en</strong>ces betwe<strong>en</strong> Goods and Services’, Marketing Sci<strong>en</strong>ce, vol. 16, no. 2, 1997,p. 129-145.Luo, Homburg 2007X. Luo, C. Homburg, ‘Neglected Outcomes of Customer Satisfaction’, Journal of Marketing, April2007, p. 133-149.Lutz 1975R.J. Lutz, ‘Changing Brand Attitudes through Modification of Cognitive Structure’, Journal ofConsumer Research, 1 (March), 1975, p. 45-59.Mittal, Kamakura 2001V. Mittal, W. Kamakura, ‘Satisfaction, Repurchase Int<strong>en</strong>t, and Repurchase Behavior: Investigatingthe Moderating Effect of Customer Characteristics’, Journal of Marketing Research, 38 (February),2001, p. 131-142.Narayandas 1998D. Narayandas, ‘Measuring and managing the b<strong>en</strong>efits of customer ret<strong>en</strong>tion: An empirical investigation’,Journal of Service Research, November 1998, 1, p. 108-128.98Gies<strong>en</strong>_01.indb 50 20-5-2008 16:29:21


Cli<strong>en</strong>t satisfactionOliver 1980R.L. Oliver, ‘A Cognitive Model of the Anteced<strong>en</strong>ts and Consequ<strong>en</strong>ces of Satisfaction Decisions’,Journal of Marketing Research, November 1980, p. 460-469.Oliver 1981R.L. Oliver, ‘Measurem<strong>en</strong>t and Evaluation of Satisfaction Processes in Retail Settings’, Journal ofRetailing, Fall 1981, p. 27.Oliver 1997R.L. Oliver, Satisfaction: A behavioural perspective on the consumer, Boston: McGraw-Hill, 1997.Oliver 1999R.L. Oliver, ‘Wh<strong>en</strong>ce Consumer Loyalty?’, Journal of Marketing, vol. 63, 1999, p. 33-44.Oliver, DeSarbo 1988R.L. Oliver and W.S. DeSarbo, ‘Response determinants in satisfaction judgem<strong>en</strong>ts’, Journal ofConsumer Research, March 1988, 14, p. 495-507.Olson, Dover 1979J.C. Olson, P.A. Dover, ‘Disconfirmation of Consumer Expectations through Product Trial’,Journal of Applied Psychology, v. 64, no. 2, 1979, p. 179-189.Parasuraman, Zeithaml, Berry 1985A. Parasuraman, V.A. Zeithaml, L.L. Berry, ‘A Conceptual Model of Service Quality and Its Implicationsfor Future Research’, Journal of Marketing, Fall 1985, p. 41-50.Peter, Olson 1996J.P. Peter, J.C. Olson, ‘Consumer behavior and marketing strategy’, 4th edition, 1996, p. 511.Ranaweera, Prabhu 2003C. Ranaweera, J. Prabhu, ‘On the Relative Importance of Customer Satisfaction and Trust asDeterminants of Customer Ret<strong>en</strong>tion and Positive Word-of-Mouth’, Journal of Targeting, Measurem<strong>en</strong>tand Analysis for Marketing, 12(1), 2003, p. 82-90.Reichheld 1996F.F. Reichheld, The Loyalty Effect, 1996, Boston, MA: Harvard Business School Press.Reichheld, Sasser 1990F.F. Reichheld, W.E. Sasser, ‘Zero Defections: Quality Comes To Services’, Harvard BusinessReview, September-October 1990, p. 105-111.Richins 1983M.L. Richins, ‘Negative Word-of-Mouth by Dissatisfied Consumers: A Pilot Study’, Journal ofMarketing, vol. 47, no. 1, Winter 1983, p. 68-78.Rust, Inman, Jia, Zahorik 1999R.T. Rust, J.J. Inman, J. Jia, A. Zahorik, ‘What You Don’t Know About Customer-Perceived Quality:The Role of Customer Expectation Distributions’, Marketing Sci<strong>en</strong>ce, 18 (1), 1999, p. 77-92.99Gies<strong>en</strong>_01.indb 51 20-5-2008 16:29:21


J. LuzakRust, Moorman, Dickson 2002R.T. Rust, C. Moorman and P.R. Dickson, ‘Getting Return on Quality: Rev<strong>en</strong>ue Expansion, CostReduction, or Both?’, Journal of Marketing, 65 (October), 2002, p. 7-24.Rust, Zahorik, Keiningham 1994R.T. Rust, A.J. Zahorik, T.L. Keiningham, ‘Return on Quality: Measuring the Financial Impact ofYour Company’s Quest for Quality’, Chicago: IL, Probus, 1994.Schwartz 2005B. Schwartz, ‘The paradox of choice’, talk at the TED global confer<strong>en</strong>ce in July 2005, source: http://www.ted.com/index.php/talks/view/id/93.Seiders, Voss, Grewal, Godfrey 2005K. Seiders, G. Voss, D. Grewal, A. Godfrey, ‘Do Satisfied Customers Buy More? Examining ModeratingInflu<strong>en</strong>ces in a Retailing Context’, Journal of Marketing, 69 (October), 2005, p. 26-43.Spr<strong>en</strong>g, MacK<strong>en</strong>zie, Olshavsky 1996R.A. Spr<strong>en</strong>g, S.B. MacK<strong>en</strong>zie, R.W. Olshavsky, ‘A re-examination of the determinants of consumersatisfaction’, Journal of Marketing, July 1996, 60, p. 15-32.Stewart 1997T.A. Stewart, ‘A Satisfied Customer Isn’t Enough’, Fortune, 136 (July 21), 1997, p. 112.Szymanski, H<strong>en</strong>ard 2001D.M. Szymanski, D.H. H<strong>en</strong>ard, ‘Customer Satisfaction: A Meta-Analysis of the EmpiricalEvid<strong>en</strong>ce’, Journal of the Academy of Marketing Sci<strong>en</strong>ce, 29 (1), 2001, p. 16-35.Tse, Wilton 1988D.K. Tse, P.C. Wilton, ‘Models of Consumer Satisfaction Formation: An Ext<strong>en</strong>sion’, Journal ofMarketing Research, May 1988, p. 204-212.Tsiros, Mittal 2000M. Tsiros, V. Mittal, ‘Regret: A model of its anteced<strong>en</strong>ts and consequ<strong>en</strong>ces in consumer decisionmaking’, Journal of Consumer Research, March 2000, 26, p. 401-417.Tsiros, Mittal, Ross 2004M. Tsiros, V. Mittal, W.T. Ross, ‘The role of attributions in customer satisfaction: A reexamination’,Journal of Consumer Research, September 2004, 31, p. 476-483.Vázquez-Casielles, Belén del Rio-Lanza, Diaz-Martin 2007R. Vázquez-Casielles, A. Belén del Rio-Lanza, A.M. Diaz-Martin, ‘Quality of past performance:Impact on consumers’ responses to service failure’, Marketing Letters, December 2007, p. 249-264.Wang<strong>en</strong>heim, Bayón 2004F. Wang<strong>en</strong>heim, T. Bayón, ‘Satisfaction, loyalty and word of mouth within the customer baseof a utility provider: Differ<strong>en</strong>ces betwe<strong>en</strong> stayers, switchers and referral switchers’, Journal ofConsumer Behaviour, March 2004, vol. 3, 3, p. 211-220.Weiner 1986B. Weiner, ‘An attributional theory of motivation and emotion’, New York: Springer, 1986.100Gies<strong>en</strong>_01.indb 52 20-5-2008 16:29:21


Cli<strong>en</strong>t satisfactionWeiner 2000B. Weiner, ‘Attributional thoughts about consumer behaviour’, Journal of Consumer Research,December 2000, 27(3), p. 382-387.Westbrook 1987R.A. Westbrook, ‘Product/Consumption-Based Affective Responses and Postpurchase Processes’,Journal of Marketing Research, August 1987, p. 258-270.Wright 1974P. Wright, ‘The Harrassed Decision Maker: Time Pressures, Distractions, and the Use of Evid<strong>en</strong>ce’,Journal of Applied Psychology, 59 (October), 1974, p. 555-561.Wylie 1993K. Wylie, ‘Customer Satisfaction Blooms: Rivalry at the Top Grows’, Advertising Age, October (18)1993, p. S1-S5.Yi 1989Y. Yi, ‘A Critical Review of Customer Satisfaction’, in: Review of Marketing 1989, ed. Valarie A.Zeithmal, Chicago, IL: American Marketing Association.101Gies<strong>en</strong>_01.indb 53 20-5-2008 16:29:21


Gies<strong>en</strong>_01.indb 54 20-5-2008 16:29:21


<strong>Hoofdstuk</strong> 5Informed cons<strong>en</strong>t: va n j u r i di s c h etheorie naar medische praktijk– <strong>en</strong> weer terug!R. Giard 1E<strong>en</strong> belangrijke taak van de rechtswet<strong>en</strong>schap is om vanzelfsprek<strong>en</strong>d lijk<strong>en</strong>de verworv<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>aan e<strong>en</strong> kritisch onderzoek te onderwerp<strong>en</strong>. 2Sa m e n v a t t i n gArts<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> informatieplicht: e<strong>en</strong> patiënt di<strong>en</strong>t toestemming te gev<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong>medische interv<strong>en</strong>tie na adequaat te zijn geïnformeerd over keuzemogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> devoor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> van die verschill<strong>en</strong>de opties. Is die regelgeving van invloed op het gedragvan arts<strong>en</strong>? Hebb<strong>en</strong> jurist<strong>en</strong> wel <strong>en</strong>ige notie van de mogelijkhed<strong>en</strong> maar vooral van debeperking<strong>en</strong> van interm<strong>en</strong>selijke communicatie? De vraag is of bij dit leerstuk de uitgangspunt<strong>en</strong>juist zijn gekoz<strong>en</strong>, of de doelstelling<strong>en</strong> duidelijk <strong>en</strong> tegelijkertijd ook toetsbaarzijn, of de regelgeving praktisch werkbaar is voor de medische professionals. Zal de rechterbij het normatief oordel<strong>en</strong> over concrete gevall<strong>en</strong> wel voldo<strong>en</strong>de rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> metverschill<strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong> zoals communicatieve vermog<strong>en</strong>s van de arts, de informatiew<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de cognitieve vaardighed<strong>en</strong> van de patiënt, kortom de realiteit? In dit hoofdstuk word<strong>en</strong>de inhoudelijke <strong>en</strong> methodologische tekortkoming<strong>en</strong> van het leerstuk van de informedcons<strong>en</strong>t blootgelegd. Voor positieve gedragsbeïnvloeding van medische hulpverl<strong>en</strong>ers <strong>en</strong>juiste beoordeling van hun informatiegedraging<strong>en</strong> schiet het behoorlijk tekort.1 Arts <strong>en</strong> jurist, Rotterdam Institute of Private Law, Erasmus Universiteit Rotterdam.2 Smits 2006, p. 134.103Gies<strong>en</strong>_01.indb 55 20-5-2008 16:29:21


R. Giard1 In l e i d i n gOns lev<strong>en</strong> bestaat uit e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d aangaan van transacties, formele <strong>en</strong> informele.Bied<strong>en</strong> rechtsregels die de minimuminhoud van zo’n overe<strong>en</strong>komst omschrijv<strong>en</strong> uvoldo<strong>en</strong>de garantie dat u niet achteraf voor onaang<strong>en</strong>ame verassing<strong>en</strong> komt te staan?Telt e<strong>en</strong> gewaarschuwd m<strong>en</strong>s nog steeds voor twee? Dat geldt a fortiori als we te mak<strong>en</strong>krijg<strong>en</strong> met afsprak<strong>en</strong> met medici over ons lijf <strong>en</strong> led<strong>en</strong>. Dit boek heeft als verbind<strong>en</strong>dthema of <strong>privaatrecht</strong>elijke regels wel voldo<strong>en</strong>de aansluit<strong>en</strong> bij de maatschappelijke realiteit,of ze ex ante het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op de gew<strong>en</strong>ste wijze zull<strong>en</strong> stur<strong>en</strong> dan wel expost geschikt zijn voor het toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel sanctioner<strong>en</strong> van gedraging<strong>en</strong>.Het bijzondere maar tegelijk ook controversiële medisch-juridische leerstuk van deinformed cons<strong>en</strong>t, ter bescherming van de patiënt, is bij uitstek e<strong>en</strong> onderwerp dat zichvoor e<strong>en</strong> dergelijke analyse le<strong>en</strong>t <strong>en</strong> dat staat c<strong>en</strong>traal in dit hoofdstuk. Welke veronderstelling<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het ideale gedrag van arts<strong>en</strong> én van patiënt<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> daaraant<strong>en</strong> grondslag? Wordt de gew<strong>en</strong>ste gedragssituatie gerealiseerd? Beantwoording vandergelijke vrag<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> int<strong>en</strong>se bevraging van de uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> zowel systematischals multidisciplinair onderzoek, vooral ook empirisch, van de praktijk. We gaande dogmatiek <strong>en</strong> de casuïstiek ruim voorbij.2 Wa t is ‘i n f o r m e d co n s e n t ’ ?Het kernachtige Angelsaksische begrip ‘informed cons<strong>en</strong>t’ vraagt e<strong>en</strong> wat uitgebreidereNederlandse omschrijving: het is het verkrijg<strong>en</strong> van de geïnformeerde toestemmingvan e<strong>en</strong> patiënt voor het uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> interv<strong>en</strong>tie bij hem/haar. Binn<strong>en</strong> deg<strong>en</strong>eeskunde is dit begrip niet alle<strong>en</strong> van toepassing op de curatieve zorg maar ookop het medisch-wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek 3 , op het gebruik van lichaamsmaterial<strong>en</strong>voor andere doeleind<strong>en</strong> dan waarvoor het werd afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook bij orgaandonatie. 4Alhoewel bij deze verschill<strong>en</strong>de applicaties van dit begrip de ethische grondslag – hetzelfbeschikkingsrecht van de patiënt – c<strong>en</strong>traal staat, is de regelgeving voor elk van dezetoepassingsgebied<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d. In de rest van dit hoofdstuk zal ik me beperk<strong>en</strong> tot deinformed cons<strong>en</strong>t bij de ‘gewone’ medische zorg.3 Wet medisch-wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, 26 februari 1998.4 Friele 2007, p. 614-15.104Gies<strong>en</strong>_01.indb 56 20-5-2008 16:29:22


Informed cons<strong>en</strong>t2.1 BegripsomschrijvingIn ess<strong>en</strong>tie gaat het er hier om op rationele wijze om te gaan met mogelijke nadeligeeffect<strong>en</strong> van medische interv<strong>en</strong>ties, om risicomanagem<strong>en</strong>t dus. Ess<strong>en</strong>tiële elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> zorgvuldig uitgevoerde procedure van geïnformeerde toestemming zijn bijgevolg: 5– Er wordt uitleg gegev<strong>en</strong> over nut <strong>en</strong> noodzaak van de voorgestelde medischeinterv<strong>en</strong>tie.– De pot<strong>en</strong>tiële risico’s in relatie tot de veronderstelde voordel<strong>en</strong> van de ingreep word<strong>en</strong>geïnv<strong>en</strong>tariseerd.– De mogelijke alternatiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> (waaronderook het achterwege lat<strong>en</strong> van de interv<strong>en</strong>tie).– De compet<strong>en</strong>tie van de patiënt om dit alles te kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> wordt gewog<strong>en</strong>.– Er wordt gecontroleerd of de patiënt het ook daadwerkelijk begrep<strong>en</strong> heeft, waarbijev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de mogelijkheid voor deze om vrag<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> belangrijk is.– Er is (meestal) docum<strong>en</strong>tatie beschikbaar, zodat de patiënt <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel di<strong>en</strong>snaast<strong>en</strong> het achteraf thuis nog e<strong>en</strong> keer rustig kunn<strong>en</strong> nalez<strong>en</strong>.Het in praktijk br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van dit recht op informatie heeft voor het gedrag van arts <strong>en</strong>patiënt t<strong>en</strong>minste de volg<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. 6– Het zorgvuldig verstrekk<strong>en</strong> van informatie getuigt van respect voor de patiënt.– De patiënt moet zijn of haar gezondheidstoestand kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>, zodat hij of zijdaarover verantwoorde beslissing<strong>en</strong> kan nem<strong>en</strong>.– Door de patiënt goed te informer<strong>en</strong> <strong>en</strong> hem bij de besluitvorming over onderzoek<strong>en</strong><strong>en</strong> behandeling<strong>en</strong> te betrekk<strong>en</strong>, wordt de communicatie tuss<strong>en</strong> arts <strong>en</strong> patiënt teoptimaliser<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> op<strong>en</strong> houding van beide partners in de arts-patiëntrelatie is vangroot belang.– Verondersteld mag word<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> goed geïnformeerde patiënt beter gemotiveerdzal zijn om de door de arts voorgestelde behandeling te volg<strong>en</strong>, waardoor er e<strong>en</strong>grotere kans is van slag<strong>en</strong> van de therapie.– Het stelt de patiënt in staat tijdig bepaalde zak<strong>en</strong> te regel<strong>en</strong> of over te drag<strong>en</strong>, dan welom afscheid te nem<strong>en</strong> van naast<strong>en</strong> <strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.In Nederland is de informed cons<strong>en</strong>t wettelijk omschrev<strong>en</strong> in artikel 7:448 BW jo. 7:450BW. Mocht de patiënt te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> inlichting<strong>en</strong> te will<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong> dan biedtart. 7:449 BW de arts de mogelijkheid die informatie niet te verstrekk<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij het belang5 Alderson 1998.6 Legemaate 2006, p. 31.105Gies<strong>en</strong>_01.indb 57 20-5-2008 16:29:22


R. Giarddat de patiënt daarbij heeft niet opweegt teg<strong>en</strong> het nadeel dat daaruit voor hemzelf ofander<strong>en</strong> kan voortvloei<strong>en</strong>. Aan deze artikel<strong>en</strong> inzake informed cons<strong>en</strong>t ligg<strong>en</strong> verdragsbepaling<strong>en</strong>zoals art. 8 EVRM (recht op privé-lev<strong>en</strong>) <strong>en</strong> grondwettelijk gewaarborgderecht<strong>en</strong> zoals art. 10 (eerbiediging van de persoonlijke lev<strong>en</strong>sfeer) <strong>en</strong> art. 11 Gw (onaantastbaarheidvan het lichaam) t<strong>en</strong> grondslag.Bij het onderzoek naar naleving van deze plicht is het niet zozeer het ‘do<strong>en</strong>’ van de aanbieder,maar juist di<strong>en</strong>s mogelijk nalat<strong>en</strong> om voldo<strong>en</strong>de op<strong>en</strong>heid van zak<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong>dat c<strong>en</strong>traal staat. 7 De adequaat geïnformeerde afnemer van e<strong>en</strong> goed of e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st kane<strong>en</strong> bered<strong>en</strong>eerde keuze mak<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> transactie wel of niet aan te gaan: zo is er keuzevrijheid.8 De consequ<strong>en</strong>tie van deze juridische inm<strong>en</strong>ging in de medische praktijk istweeërlei: de wederzijdse verantwoordelijkhed<strong>en</strong> van arts én patiënt di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong>omschrev<strong>en</strong> maar tegelijk ook te word<strong>en</strong> begr<strong>en</strong>sd!2.2 De begr<strong>en</strong>zing van informed cons<strong>en</strong>tHoe ver reikt deze informatieplicht? De praktijkjurist zal naar aanleiding van letselschadeachteraf geconfronteerd word<strong>en</strong> met de vraag of aan de informatieplicht werdvoldaan, terwijl de behandelaar vooraf di<strong>en</strong>t te wet<strong>en</strong> waar hij/zij juridisch op afgerek<strong>en</strong>dzou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Wat e<strong>en</strong> patiënt redelijkerwijs zou di<strong>en</strong><strong>en</strong> te wet<strong>en</strong>, kan slechts ine<strong>en</strong> op<strong>en</strong> rechtsnorm word<strong>en</strong> verwoord; er is dus niet met precies geformuleerde regels<strong>en</strong>/of met nauwkeurig omschrev<strong>en</strong> risicoperc<strong>en</strong>tages te werk<strong>en</strong>. In Australië heeft hetHigh Court de voor de rechtspraktijk volg<strong>en</strong>de – globale – richtlijn<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong>: 9– De aard van de feit<strong>en</strong>: hoe waarschijnlijker of hoe ernstiger het gevolg, des te belangrijkerde informatie.– De aard van de interv<strong>en</strong>tie: meer complexe interv<strong>en</strong>ties vrag<strong>en</strong> om meer uitleg.– De k<strong>en</strong>nelijke behoefte aan uitleg van de patiënt: door vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> maakt depatiënt duidelijk behoefte aan informatie te hebb<strong>en</strong>.– Het temperam<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de gezondheidstoestand van de patiënt: angstige <strong>en</strong>/of ziekepatiënt<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> risico’s als meer bedreig<strong>en</strong>d.– De medische context: de informatiebehoefte bij electieve ingrep<strong>en</strong> ligt anders dan bijspoedeis<strong>en</strong>de.Over risicomanagem<strong>en</strong>t gesprok<strong>en</strong>: er zijn risico’s inher<strong>en</strong>t aan de ziekte, maar ook risico’seig<strong>en</strong> aan de bekwaamhed<strong>en</strong> van de arts. Daarom is rec<strong>en</strong>telijk nog e<strong>en</strong> andere dim<strong>en</strong>sieaan het informed cons<strong>en</strong>tvraagstuk toegevoegd: weet ik wel of deze arts bekwaam g<strong>en</strong>oeg7 Zie over dit nalat<strong>en</strong>: Van Andel 2005, p. 169 e.v. <strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t ook Tjong Tjin Tai 2007, p. 2540 e.v.8 Zie ook Bar<strong>en</strong>drecht & Van d<strong>en</strong> Akker 1999, p. 13 <strong>en</strong> voorts Hardy 2004, p. 22-23.9 High Court of Australia, Rogers v. Whitaker (1992) 175 CLR 479 F.C. 92/045.106Gies<strong>en</strong>_01.indb 58 20-5-2008 16:29:22


Informed cons<strong>en</strong>tis om mijn medische probleem op te loss<strong>en</strong>? Die vraag heeft twee aspect<strong>en</strong>. In de eersteplaats word<strong>en</strong> er pas afgestudeerde basisarts<strong>en</strong> in de praktijk opgeleid voor e<strong>en</strong> meergespecialiseerde functie binn<strong>en</strong> de gezondheidszorg. Daarmee wordt e<strong>en</strong> patiënt blootgesteldaan de risico’s van di<strong>en</strong>s onervar<strong>en</strong>heid, zeker als buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>voornamelijk word<strong>en</strong> gedraaid door arts-assist<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. 10 Is de patiënt daarvan op dehoogte? Word<strong>en</strong> die risico’s wel voldo<strong>en</strong>de afgedekt? Heeft de patiënt hier eig<strong>en</strong>lijk wele<strong>en</strong> geïnformeerde keuze?E<strong>en</strong> tweede punt is dat ook na het voltooi<strong>en</strong> van de specialisatie niet alle<strong>en</strong> de ervaringnog verder moet groei<strong>en</strong>, maar ook dat sommige interv<strong>en</strong>ties in de praktijk maar mondjesmaatvoorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus ge<strong>en</strong> routinekluss<strong>en</strong> zijn. Moet bij e<strong>en</strong> technische interv<strong>en</strong>tiede medisch specialist zijn/haar bekwaamhed<strong>en</strong> duidelijk mak<strong>en</strong> door te vertell<strong>en</strong> hoevaak deze ingreep al werd verricht, met welk succesperc<strong>en</strong>tage <strong>en</strong> hoe groot de complicatiekans<strong>en</strong>zijn? 11 12 Daarvoor wordt steeds vaker gepleit <strong>en</strong> dat heeft weer te mak<strong>en</strong> methet meer marktgericht mak<strong>en</strong> van de gezondheidszorg. De patiënt is daarbij e<strong>en</strong> bewustvoor de best mogelijke kwaliteit kiez<strong>en</strong>de consum<strong>en</strong>t. In de VS bestaat inmiddels e<strong>en</strong>regime van report cards, waarbij op afdelings- of op het niveau van de individuele artswordt aangegev<strong>en</strong> wat de sterfte <strong>en</strong> complicatiekans<strong>en</strong> van diverse behandeling<strong>en</strong> zijn.In Nederland is de Inspectie voor de gezondheidszorg begonn<strong>en</strong> met het invoer<strong>en</strong> vanprestatie-indicator<strong>en</strong> van ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>. Dergelijke gegev<strong>en</strong>s zijn via de media <strong>en</strong> internetop<strong>en</strong>baar <strong>en</strong> zo kan de consum<strong>en</strong>t dus beter geïnformeerd kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> bepaald ziek<strong>en</strong>huisof e<strong>en</strong> specialist.Wanneer is e<strong>en</strong> patiënt adequaat geïnformeerd? Is het proces van informed cons<strong>en</strong>t welconcreet te normer<strong>en</strong>? En zo ja, met welke method<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we dat dan vaststell<strong>en</strong>?Wet<strong>en</strong> we wel voldo<strong>en</strong>de welke inhoudelijke, psychologische <strong>en</strong> communicatievefactor<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>d zijn voor het informed cons<strong>en</strong>t-proces? In hoeverre zijn emotionele<strong>en</strong> cognitieve factor<strong>en</strong> gunstig te manipuler<strong>en</strong> zodat het informed cons<strong>en</strong>t-proces erdoorverbetert? Dergelijke vrag<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> belangrijk deel op het terrein van de psychologie,vooral ook de psychometrie. Bij de juridische ijver om langs de weg van reguleringinformed cons<strong>en</strong>t te realiser<strong>en</strong>, ontkomt m<strong>en</strong> niet aan deze psychologische dim<strong>en</strong>sie,maar voor die aspect<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> de wetgevingsjurist<strong>en</strong> angstvallig weg te duik<strong>en</strong>. Die psychologischedim<strong>en</strong>sie betek<strong>en</strong>t niet alle<strong>en</strong> het do<strong>en</strong> van inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>d onderzoek maarook van experim<strong>en</strong>teel-empirische studies om het proces van informed cons<strong>en</strong>t daadwerkelijkte kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> én verbeter<strong>en</strong>. Bij de verdere uitwerking hierna kom<strong>en</strong> we opdeze punt<strong>en</strong> terug.10 Chiong 2007, p. 1046 e.v.11 Twerski & Coh<strong>en</strong> 1999.12 Burger et al. 2007, p. 507 e.v.107Gies<strong>en</strong>_01.indb 59 20-5-2008 16:29:22


R. Giard3 De ge z o n d h e i d s r e c h t e l i j k e c o n t e x tHet leerstuk van de informed cons<strong>en</strong>t past binn<strong>en</strong> de bredere context van de patiënt<strong>en</strong>recht<strong>en</strong>zoals in ons land die in Boek 7, titel 6, afdeling 5 BW werd<strong>en</strong> gecodificeerd. 13De informatieplicht door de arts wordt gezi<strong>en</strong> als het belangrijkste onderdeel van dewet op de g<strong>en</strong>eeskundige behandelingsovere<strong>en</strong>komst. 14 Ook andere land<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> e<strong>en</strong>dergelijke wettelijke plicht. 15 In Nieuw Zeeland heeft m<strong>en</strong> speciaal de volg<strong>en</strong>de patiënt<strong>en</strong>recht<strong>en</strong>geformuleerd: 161. Het recht om met respect behandeld te word<strong>en</strong>.2. Het recht om gevrijwaard te word<strong>en</strong> van dwang, pesterij, discriminatie of uitbuiting.3. Het recht op waardigheid <strong>en</strong> autonomie.4. Het recht op gezondheidszorg van voldo<strong>en</strong>de kwaliteitsniveau.5. Het recht op effectieve communicatie.6. Het recht op volledige informatie.7. Het recht op het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> geïnformeerde keuze <strong>en</strong> het gev<strong>en</strong> van bewustetoestemming.8. Het recht op ondersteuning.9. Het recht op respect bij medewerking aan klinisch onderwijs of wet<strong>en</strong>schappelijkonderzoek.10. Het recht om te kunn<strong>en</strong> klag<strong>en</strong>.Deze ti<strong>en</strong> basale patiënt<strong>en</strong>recht<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> nauw met elkaar sam<strong>en</strong>. De grootste gem<strong>en</strong>edeler is dat de patiënt zich op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele manier vernederd, misleid of erg<strong>en</strong>s toegedwong<strong>en</strong> mag voel<strong>en</strong>. In deze Nieuw Zeelandse Code vorm<strong>en</strong> de regels 5 tot <strong>en</strong> met7 de juridische basis voor informed cons<strong>en</strong>t. 17 Aan medisch-ethische opvatting<strong>en</strong> overde arts-patiëntrelatie wordt op deze wijze juridisch hand<strong>en</strong> <strong>en</strong> voet<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Dezepositiefrechtelijke verwoording van patiënt<strong>en</strong>recht<strong>en</strong> heeft duidelijk e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>telebedoeling. In deze tamelijk abstracte rechtsregels herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> we de hooggestemde juridischeideal<strong>en</strong>. Maar er ligt onmisk<strong>en</strong>baar e<strong>en</strong> spanningsveld tuss<strong>en</strong> het juridisch ideaal<strong>en</strong> de medische realiteit <strong>en</strong> dat veld vraagt om nadere verk<strong>en</strong>ning.13 Aangeduid als ‘Overe<strong>en</strong>komst inzake g<strong>en</strong>eeskundige behandeling’.14 H<strong>en</strong>drix & Akkerman 2007, p. 498.15 Zoals inde Franse Code Civil in het Contrat médical ‘Cons<strong>en</strong>tem<strong>en</strong>t et information du pati<strong>en</strong>t’, art. L-1111-1 e.v.16 The Code of Health and Disability Services Consumers’ Rights, Nieuw Zeeland 2004.17 Manning 2004, p. 181 e.v.108Gies<strong>en</strong>_01.indb 60 20-5-2008 16:29:22


Informed cons<strong>en</strong>t4 He t i d e a l e ge d r a g b i j i n f o r m e d co n s e n tDe rechtsregels over informed cons<strong>en</strong>t beschrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ideale situatie gebaseerd op deveronderstelling dat zowel hulpvrager als hulpverl<strong>en</strong>er beid<strong>en</strong> daarvoor over voldo<strong>en</strong>decommunicatieve, cognitieve <strong>en</strong> emotionele eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich daarnaarook gedrag<strong>en</strong>. Dat zijn:Vanuit de invalshoek van de patiënt:– Iedere patiënt w<strong>en</strong>st uitdrukkelijk zelf over zijn/haar lot te besliss<strong>en</strong>.– Iedere patiënt is in staat de (mondeling) aangebod<strong>en</strong> informatie te onthoud<strong>en</strong> én teverwerk<strong>en</strong>.– Iedere patiënt is in staat de gevolg<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de alternatiev<strong>en</strong> te overzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> tewaarder<strong>en</strong>.– Iedere patiënt is in staat op verstandige wijze zijn/haar beslissing<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong>.Vanuit de invalshoek van de hulpverl<strong>en</strong>er:– De hulpverl<strong>en</strong>er is in staat de wilsbekwaamheid van de patiënt te beoordel<strong>en</strong>.– De hulpverl<strong>en</strong>er is in staat de informatiebehoeft<strong>en</strong> van de patiënt in te schatt<strong>en</strong>.– De hulpverl<strong>en</strong>er is in staat de emotionele toestand van de patiënt te beoordel<strong>en</strong>.– De hulpverl<strong>en</strong>er is in staat om, rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>de met het k<strong>en</strong>nis- <strong>en</strong> ontwikkelingsniveauvan de patiënt, de situatie duidelijk uite<strong>en</strong> te zett<strong>en</strong>.– De hulpverl<strong>en</strong>er is in staat te beoordel<strong>en</strong> waar zijn/haar gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> wat betreft k<strong>en</strong>nis<strong>en</strong>/of vaardighed<strong>en</strong> voor de oplossing van het specifieke probleem ligg<strong>en</strong>.Deze ideaaltypische b<strong>en</strong>adering van informed cons<strong>en</strong>t, overdacht vanuit e<strong>en</strong> comfortabelebureaustoel in de studeerkamer, vraagt om toetsing aan de medische én de juridischerealiteit. Dit confronteert ons met basale epistemologische vrag<strong>en</strong>: wat d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wete wet<strong>en</strong> van die praktijk van informed cons<strong>en</strong>t? Wat zoud<strong>en</strong> we er allemaal van moet<strong>en</strong>wet<strong>en</strong>? En vooral: wat kunn<strong>en</strong> we werkelijk praktisch te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>? We gaan oponderzoek naar funder<strong>en</strong>de principes <strong>en</strong> praktische vormgeving.5 De e t h i s c h e i n v a l s h o e kAls ethische grondbeginsel<strong>en</strong> de basis vorm<strong>en</strong> voor het juridische leerstuk van informedcons<strong>en</strong>t: deelt iedere<strong>en</strong> dan t<strong>en</strong> volle de opvatting<strong>en</strong> over de inhoud <strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is109Gies<strong>en</strong>_01.indb 61 20-5-2008 16:29:22


R. Giardervan? 18 E<strong>en</strong> eerste verk<strong>en</strong>ning toont al dat er uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de onderligg<strong>en</strong>de theorieënbestaan, bijvoorbeeld: 19– als positivistische constructie, dat wil zegg<strong>en</strong> puur de feitelijke uitwisseling vaninformatie;– als sociale constructie: e<strong>en</strong> complex proces tuss<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> gebaseerd op begrip<strong>en</strong> vrijwilligheid;– functioneel: het proces e<strong>en</strong>voudig bezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> formaliteit;– kritische theorie: als vitale bescherming van de patiënt teg<strong>en</strong> nodeloze schadelijkeinterv<strong>en</strong>ties;– postmodern: de tot verwarring aanleiding gev<strong>en</strong>de positie van de patiënt als consum<strong>en</strong>t,omdat het kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> belangrijker lijkt dan de opties waaruit kan word<strong>en</strong>gekoz<strong>en</strong>.De regelgeving omtr<strong>en</strong>t informed cons<strong>en</strong>t lijkt vooral sterk geworteld te zijn in demoraalfilosofie. 20 De afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia heeft informed cons<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> steeds promin<strong>en</strong>tereplaats gekreg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de medische ethiek. De daarover gepubliceerde artikel<strong>en</strong> zijnqua aantal dan ook talrijk maar qua inhoud vaak zichzelf herhal<strong>en</strong>d. 21 C<strong>en</strong>traal staat deleerstelling van de autonomie van de patiënt. Iedere arts di<strong>en</strong>t de persoonlijke keuzesvan de patiënt, die gebaseerd zijn op adequate informatie, te respecter<strong>en</strong>. Maar ookover het begrip ‘autonomie’ bestaan uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de opvatting<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan autonomiebijvoorbeeld onderscheid<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> persoonlijke <strong>en</strong> e<strong>en</strong> epistemische. 22 E<strong>en</strong> epistemischautonome beslissing is er e<strong>en</strong> die ik geheel zelf neem zonder het advies van ander<strong>en</strong>,terwijl bij persoonlijke autonomie wél het advies van experts wordt betrokk<strong>en</strong>. Sommigegezondheidsjurist<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> het meest voor epistemische autonomie.Opvall<strong>en</strong>d in deze discussie zijn de publicaties van de ethica Onora O’Neill. 23 Zij doet e<strong>en</strong>geslaagde poging om deze kwestie vanuit verschill<strong>en</strong>de posities te bekijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarin demaatschappelijke context te betrekk<strong>en</strong>. De arts-patiëntrelatie kan e<strong>en</strong>voudig niet zondervertrouw<strong>en</strong>. Maar het <strong>en</strong>e uiterste, blind vertrouw<strong>en</strong>, is ev<strong>en</strong> nutteloos als het andere,uitputt<strong>en</strong>d rek<strong>en</strong>schap aflegg<strong>en</strong>. Het juridische model lijkt qua gedragspresumptie teveel te zijn uitgegaan van de individuele autonomie, terwijl bij e<strong>en</strong> rationele autonomiemeer de nadruk wordt gelegd op e<strong>en</strong> adequate <strong>en</strong> vooral respectvolle relatie met daarbijafwezigheid van dwang of misleiding.18 Jones 1999, p. 103.19 Alderson & Goodey 1998.20 O’Neill 2004.21 O’Neill 2004, p. 1133.22 Clarke 2002, p. 35.23 O’Neill 2003 <strong>en</strong> O’Neill 2004.110Gies<strong>en</strong>_01.indb 62 20-5-2008 16:29:22


Informed cons<strong>en</strong>tO’Neill vraagt zich af of het werkelijk zal help<strong>en</strong> als we ons druk mak<strong>en</strong> over verschill<strong>en</strong>deinterpretaties van het begrip autonomie. 24 Onder verwijzing naar de Code vanNeur<strong>en</strong>berg (1947) legt zij minder het acc<strong>en</strong>t op de autonomie van het individu maarmeer op het realiser<strong>en</strong> van de morele doelstelling van keuzevrijheid <strong>en</strong> vrijwilligheid.Dat is ook terug te vind<strong>en</strong> in artikel 5 van het Verdrag inzake de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> biog<strong>en</strong>eeskunde.25 Niet alle<strong>en</strong> door O’Neill maar ook door ander<strong>en</strong> wordt de vraag gesteld:is het sterke acc<strong>en</strong>t op autonomie filosofisch wel goed te verdedig<strong>en</strong>? 26 Daarmee komtautonomie als funder<strong>en</strong>d principe ter discussie te staan, niet in de laatste plaats omdat ermeerdere duiding<strong>en</strong> aan dit begrip kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>.Zonder ons al te zeer over de discussie rond het begrip autonomie te bekommer<strong>en</strong>, isdit toch het ess<strong>en</strong>tiële juridische vertrekpunt: de patiënt moet voldo<strong>en</strong>de ruimte krijg<strong>en</strong>,di<strong>en</strong>s gedraging<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> door hulpverl<strong>en</strong>ers op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze word<strong>en</strong> ingeperkt.En daarmee zijn we aangeland bij de vermog<strong>en</strong>srechtelijke regelgeving: er is reguleringnodig van informatieverstrekking <strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong>de beslisprocess<strong>en</strong> inzake medischeinterv<strong>en</strong>ties om te voorkom<strong>en</strong> dat de patiënt zichzelf <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel ook ander<strong>en</strong> schaadtmet di<strong>en</strong>s keuze.Maar de positie die gezondheidsjurist<strong>en</strong> aldus hebb<strong>en</strong> ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong> maakt tegelijk hunzwakte duidelijk: het draait niet om e<strong>en</strong> puristische vermog<strong>en</strong>srechtelijke transactiemaar om m<strong>en</strong>selijke – <strong>en</strong> dus emotionele – interactie met alle merkwaardighed<strong>en</strong> énbeperking<strong>en</strong> van di<strong>en</strong>. De individuele autonomie – ‘ik beslis er alle<strong>en</strong> zelf over’ – is teveel de grondslag voor regelgeving geweest, e<strong>en</strong> gedragspresumptie voortkom<strong>en</strong>d uit debevlog<strong>en</strong>heid van e<strong>en</strong> groep gezondheidsjurist<strong>en</strong> om de patiënt<strong>en</strong>recht<strong>en</strong> eindelijk e<strong>en</strong>sgoed te will<strong>en</strong> regel<strong>en</strong>.Naast deze ethische overweging<strong>en</strong> over de gedragsruimte voor de patiënt valt er vanuitcivielrechtelijk perspectief e<strong>en</strong> reëel probleem te signaler<strong>en</strong>. Afnemers van di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>van bijvoorbeeld arts<strong>en</strong>, advocat<strong>en</strong>, notariss<strong>en</strong> <strong>en</strong> bank<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vaak te mak<strong>en</strong> metinformatie-asymmetrie: de expert weet veel meer van het probleem dan de cliënt. Zo isdie informatieplicht er als ongelijkheidscomp<strong>en</strong>satie. 27 Dat br<strong>en</strong>gt ons bij de juridischeinvalshoek.6 De j u r i d i s c h e i n v a l s h o e kGezondheidsjurist<strong>en</strong> drong<strong>en</strong> aan op invoering van regulering aangaande informedcons<strong>en</strong>t. Maar wat is er vervolg<strong>en</strong>s veranderd in de wereld? Wat zijn de juridische grond-24 O’Neill 2004, p. 273-274.25 Dit verdrag is wel door Nederland ondertek<strong>en</strong>d maar is nog niet geratificeerd.26 Wilson 2007, p. 353 e.v.27 Bar<strong>en</strong>drecht & Van d<strong>en</strong> Akker 1999, p. 13 e.v.111Gies<strong>en</strong>_01.indb 63 20-5-2008 16:29:23


R. Giardslag<strong>en</strong> <strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong>? Zijn de beoogde gedragsverandering<strong>en</strong> van hulpverl<strong>en</strong>ers welconcreet g<strong>en</strong>oeg <strong>en</strong> word<strong>en</strong> die vervolg<strong>en</strong>s dan ook gerealiseerd? Zijn er praktischeaspect<strong>en</strong> over het hoofd gezi<strong>en</strong>? E<strong>en</strong> nadere verk<strong>en</strong>ning van de juridische invalshoek.6.1 Obligatoire overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>: interactie <strong>en</strong> informatieHet leerstuk van informed cons<strong>en</strong>t past binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> breder civielrechtelijk kader. Bij iedere(koop)overe<strong>en</strong>komst zijn steeds twee partij<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> aanbieder <strong>en</strong> e<strong>en</strong> afnemer.De <strong>en</strong>e partij zoekt wat, de andere heeft wat te bied<strong>en</strong>. En dan ontmoet<strong>en</strong> ze elkaar. Deop elkaar aansluit<strong>en</strong>de wilsverklaring<strong>en</strong> van contractpartij<strong>en</strong> do<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> h<strong>en</strong> rechtsgevolg<strong>en</strong>ontstaan. Maar voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast. Het Romeinserecht k<strong>en</strong>de al de stelregel emptor debet esse curiosus, de koper di<strong>en</strong>t nieuwsgierig te zijn.Partij<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>, alvor<strong>en</strong>s de transactie plaatsvond, zelf verantwoordelijk geacht voor hetinwinn<strong>en</strong> van de b<strong>en</strong>odigde informatie.De zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuwse Franse jurist Antoine Loisel schreef: ‘il y a plus de fols achepteursque de fols v<strong>en</strong>deurs’ om daar nog aan toe te voeg<strong>en</strong> ‘Qui v<strong>en</strong>d dict le mot’. 28 De verkoperverkeert t<strong>en</strong> opzichte van de koper in e<strong>en</strong> voordeliger situatie. Twee gedragspresumptiesdus: de koper vraagt de verkoper niet altijd uit, de verkoper vertelt niet meer dan hem/haar lief is. De afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia is de rechtswet<strong>en</strong>schap zich meer <strong>en</strong> meer gaan buig<strong>en</strong>over die kwetsbare positie van de klant. Door de plicht<strong>en</strong> van aanbieders jeg<strong>en</strong>s afnemerste omschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> de recht<strong>en</strong> van de afnemers duidelijker te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> te bescherm<strong>en</strong>,probeert m<strong>en</strong> deze onbalans te corriger<strong>en</strong>.Rechtsbescherming als grondwoord, maar daarmee zijn we er nog niet. Het begrip‘informatieplicht’ is meervoudig. Qua mom<strong>en</strong>t van toepassing, soort overe<strong>en</strong>komst <strong>en</strong>strekking kunn<strong>en</strong> informatieplicht<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>:– Stadia: er zijn verschill<strong>en</strong>de stadia bij obligatoire overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus kunn<strong>en</strong>drie mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> waarop het verstrekk<strong>en</strong> van inlichting<strong>en</strong>aan de wederpartij nodig kan zijn: vóór het sluit<strong>en</strong> (precontractueel), tijd<strong>en</strong>s deuitvoering (contractueel) of na de uitvoering (postcontractueel). De precontractueleinformatieplicht weegt zwaar, omdat die bepal<strong>en</strong>d is voor de totstandkoming vande overe<strong>en</strong>komst <strong>en</strong> relateert aan het klassieke leerstuk van de wilsvorming <strong>en</strong>-gebrek<strong>en</strong>.– Soort: er is e<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijk verschil tuss<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> ter zake van koop <strong>en</strong> vanadvies. 29 Bij koop is de positie van de consum<strong>en</strong>t niet alle<strong>en</strong> op grond van algem<strong>en</strong>ewetgeving in de Boek<strong>en</strong> 3 <strong>en</strong> 6 van het BW juridisch ingekaderd, maar er is ook28 Geciteerd in Marsaux 2000, p. 15.29 Bar<strong>en</strong>drecht & Van d<strong>en</strong> Akker 1999, p. 5.112Gies<strong>en</strong>_01.indb 64 20-5-2008 16:29:23


Informed cons<strong>en</strong>tuitgebreide speciale consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wetgeving <strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t werd de Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>autoriteitin ons land geïnstalleerd. 30 Bij di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing is de gang van zak<strong>en</strong> andersdan bij koop, niet alle<strong>en</strong> is de situatie dynamischer <strong>en</strong> langduriger maar vaak ookcomplexer. De informatieplicht is hier dan ook veelomvatt<strong>en</strong>der, niet alle<strong>en</strong> bij detotstandkoming van de verbint<strong>en</strong>is (wilsvorming), maar ook tijd<strong>en</strong>s de uitvoering<strong>en</strong> veelal ook na het lever<strong>en</strong> van de prestatie. 31– Strekking: qua inhoud is de volg<strong>en</strong>de driedeling wat betreft informatie mogelijk: demededelingsplicht, de waarschuwingsplicht <strong>en</strong> het advies. 32Als gevolg van de complexiteit van het begrip informatieplicht is het maar de vraag ofzowel aanbieders als afnemers van zorg wel voldo<strong>en</strong>de overzi<strong>en</strong> welke informatieplicht<strong>en</strong>er concreet geld<strong>en</strong>, wat ze inhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe ver die reik<strong>en</strong>. Ook voor de jurist levertde ijver om deze kwestie te reguler<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> op. De thans geld<strong>en</strong>de wetgeving isniet ideaal. Qua systematiek wordt de logische gelaagde structuur van het BW aangetast,word<strong>en</strong> de funder<strong>en</strong>de rechtsbeginsel<strong>en</strong> <strong>en</strong> -artikel<strong>en</strong> soms onvoldo<strong>en</strong>de gevolgd. Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>vermog<strong>en</strong>srecht<strong>en</strong> ondernemingsvermog<strong>en</strong>srecht lop<strong>en</strong> deels door elkaar <strong>en</strong>vaak uit de pas.Naast aandacht voor de g<strong>en</strong>oemde inhoudelijke aspect<strong>en</strong> is er daarom ook gepleit derechtsmaterie (weer) onder te verdel<strong>en</strong> in het vermog<strong>en</strong>srecht voor natuurlijke person<strong>en</strong><strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> het vermog<strong>en</strong>srecht voor onderneming<strong>en</strong> anderzijds. 33 Naast deze overweging<strong>en</strong>di<strong>en</strong>t wetgeving ook getoetst te word<strong>en</strong> aan de criteria zoals geformuleerd in d<strong>en</strong>ota ‘Bruikbare rechtsorde’. 34 Daarmee wordt aangegev<strong>en</strong> dat qua structur<strong>en</strong> <strong>en</strong> process<strong>en</strong>bij informed cons<strong>en</strong>t eis<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> gesteld.Het bewerkstelling<strong>en</strong> van mogelijkhed<strong>en</strong> om bewust te kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> heeft nog e<strong>en</strong>andere dim<strong>en</strong>sie, e<strong>en</strong> economische. Want informatie, wilsvorming <strong>en</strong> marktwerkingkunn<strong>en</strong> niet los van elkaar gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Als keuzevrijheid van de afnemer e<strong>en</strong> tebescherm<strong>en</strong> belang is, krijgt die te mak<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> keuzes waarvoor uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>derechtsregels over informatieplicht geld<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld: zorgaanbieders zijnverplicht zowel de kwaliteit als de prijs van zorg op<strong>en</strong>baar te mak<strong>en</strong>, maar dat zijn regeling<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> het BW. 35 Zo kan de patiënt kiez<strong>en</strong> voor de goedkoopste <strong>en</strong>/of beste zorg,dat is e<strong>en</strong> keuze voor e<strong>en</strong> onderneming. Word<strong>en</strong> al deze int<strong>en</strong>ties ook gerealiseerd?30 Zie voor e<strong>en</strong> overzicht Hondius 2006, p. 1811-8121.31 Zie daarover uitgebreid Bar<strong>en</strong>drecht & Van d<strong>en</strong> Akker 1999.32 Zie Hardy 2004, p. 21.33 Van Boom 2003, p. 305-306.34 Sociaal Economische Raad 2005, publicati<strong>en</strong>ummer 11.35 De Inspectie voor de Gezondheidszorg verplicht aanbieders via de Kwaliteitswet zorginstelling<strong>en</strong> aan de hand vanprestatie-indicator<strong>en</strong> hun kwaliteitsniveau duidelijk te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarnaast zijn ze ex art. 38 lid 1 Wet marktord<strong>en</strong>inggezondheidszorg verplicht hun tariev<strong>en</strong> k<strong>en</strong>baar te mak<strong>en</strong>.113Gies<strong>en</strong>_01.indb 65 20-5-2008 16:29:23


R. Giard6.2 De rechtspraktijk: effectuer<strong>en</strong>d <strong>privaatrecht</strong>?Hoe werkzaam is dit medicijn van de informed cons<strong>en</strong>t? Het doel mag vanuit juridischgezichtspunt duidelijk zijn, maar zijn de middel<strong>en</strong> er geschikt voor <strong>en</strong> word<strong>en</strong> de doel<strong>en</strong>gerealiseerd? Voor e<strong>en</strong> poging tot antwoord op deze vrag<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we de juridische <strong>en</strong>de medische praktijk aan e<strong>en</strong> nader onderzoek onderwerp<strong>en</strong>.Hoe komt e<strong>en</strong> praktijkjurist in aanraking met de problematiek rond informed cons<strong>en</strong>t?Pas als zich bij e<strong>en</strong> ingreep e<strong>en</strong> risico heeft verwez<strong>en</strong>lijkt, kan de zich gedupeerd voel<strong>en</strong>depatiënt de hulpverl<strong>en</strong>er of het ziek<strong>en</strong>huis juridisch ter verantwoording roep<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>shet nalat<strong>en</strong> van de informatieplicht. Bij zo’n medisch bedrijfsongeval rijz<strong>en</strong> dan tweeverschill<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste: schoot de arts tekort in zijn of haar zorgplicht? T<strong>en</strong>tweede: was de patiënt tevor<strong>en</strong> op de hoogte gebracht van de mogelijke risico’s <strong>en</strong> wasdie informatie betrokk<strong>en</strong> in de keuze? Bij de informed cons<strong>en</strong>t problematiek bevind<strong>en</strong> weons in het tweestrom<strong>en</strong>land van aansprakelijkheids- <strong>en</strong> contract<strong>en</strong>recht.Ook al zijn er voor informed cons<strong>en</strong>t rechtsregels die gew<strong>en</strong>st gedrag beschrijv<strong>en</strong>, er isge<strong>en</strong> universeel handhavingsbeleid waarbij medische hulpverl<strong>en</strong>ers min of meer systematischgecontroleerd word<strong>en</strong> op naleving. Het tekortschiet<strong>en</strong> van arts<strong>en</strong> wat betrefthun informatieplicht kan dus – ongestraft – plaatsvind<strong>en</strong> zolang de medische interv<strong>en</strong>tiege<strong>en</strong> complicaties oplevert <strong>en</strong> de patiënt dus niet klaagt. Er wordt door arts<strong>en</strong> dan ookwel <strong>en</strong>igszins cynisch gesteld dat de introductie van informed cons<strong>en</strong>t de patiënt e<strong>en</strong>extra mogelijkheid voor verzekering teg<strong>en</strong> complicaties biedt.Maar wat wet<strong>en</strong> we over de naleving van de informatieplicht? Hoe do<strong>en</strong> arts<strong>en</strong> dat inde dagelijkse praktijk <strong>en</strong> hoe ervar<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> dat? Is daar empirisch onderzoek naarverricht? Zijn rechterlijke beslissing<strong>en</strong> van invloed op het gedrag van hulpverl<strong>en</strong>ers?We treff<strong>en</strong> hier het thema van effectuer<strong>en</strong>d <strong>privaatrecht</strong>. 36 Het zijn allemaal praktischekwesties, die om antwoord vrag<strong>en</strong>,maar daarvoor is empirisch onderzoek nodig. Wat eraan onderzoek werd verricht, is vooral via vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> aan patiënt<strong>en</strong> waarin om hunervaring<strong>en</strong> werd gevraagd. 37 E<strong>en</strong> antwoord op de vraag naar effectuering kan eig<strong>en</strong>lijk(nog) niet word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>.6.3 E<strong>en</strong> verget<strong>en</strong> gebied: de expliciete vaststelling van de wils(on)bekwaamheidBij de totstandkoming van de behandelovere<strong>en</strong>komst di<strong>en</strong>t de arts te beoordel<strong>en</strong> of depatiënt wel bekwaam is tot het nem<strong>en</strong> van besluit<strong>en</strong>. Immers, de verkreg<strong>en</strong> toestemmingis pas valide als adequate informatie werd verstrekt aan e<strong>en</strong> wilsbekwame patiënt die36 Daarover Van Boom 2007, p. 982 e.v.37 Friele et al. 2006.114Gies<strong>en</strong>_01.indb 66 20-5-2008 16:29:23


Informed cons<strong>en</strong>tvervolg<strong>en</strong>s in vrijheid mag besliss<strong>en</strong> om zich wel of niet te lat<strong>en</strong> behandel<strong>en</strong>. In wettelijkezin is iemand handelingsonbekwaam bij minderjarigheid ex artikel 1:234 lid 1 BW 38 ofindi<strong>en</strong> onder curatele gesteld ex artikel 1:381 lid 2 BW, maar we hebb<strong>en</strong> het binn<strong>en</strong> dezemedische context over e<strong>en</strong> andere, meer praktische, inhoud.Rec<strong>en</strong>t heeft Appelbaum aandacht gevraagd voor de medische dim<strong>en</strong>sie van de wils(on)-bekwaamheid. Om goede beslissing<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, di<strong>en</strong><strong>en</strong> de cognitieve functiesbij de patiënt voldo<strong>en</strong>de intact te zijn. Empirisch onderzoek heeft echter uitgewez<strong>en</strong> datbij tal van medische condities de cognitieve vermog<strong>en</strong>s van de patiënt duidelijk kunn<strong>en</strong>zijn verminderd, soms tijdelijk, soms blijv<strong>en</strong>d. 39 In het geval van e<strong>en</strong> reeds bek<strong>en</strong>dedem<strong>en</strong>tie zal die afname op voorhand duidelijk zijn, maar dem<strong>en</strong>tie wil overig<strong>en</strong>s nietper definitie zegg<strong>en</strong>: volledig onbekwaam om over medische interv<strong>en</strong>ties te oordel<strong>en</strong>. Enhoe zit het met beginn<strong>en</strong>de <strong>en</strong>/of nog niet als zodanig herk<strong>en</strong>de dem<strong>en</strong>tering?Belangrijker is dat ziekteprocess<strong>en</strong> zelf – meestal tijdelijke – afname van de begrips- <strong>en</strong>oordeelsfunctie kunn<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat die verminderde capaciteit<strong>en</strong> lang niet altijdherk<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> door behandelaars. Bij acute aando<strong>en</strong>ing kan sprake zijn van sufheid,shock <strong>en</strong> verwardheid. Medicam<strong>en</strong>teuze behandeling, vooral pijnstilling, is daarbij ookvan grote invloed. Met name oudere patiënt<strong>en</strong> met meerdere ziektes <strong>en</strong> medicam<strong>en</strong>t<strong>en</strong>tegelijkertijd zijn in dit cognitieve opzicht kwetsbaar.Nog e<strong>en</strong> ander aspect: emoties t<strong>en</strong> gevolge van de ziekte. Bij lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>de aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>(kanker!) spel<strong>en</strong> alle exist<strong>en</strong>tiële emoties die het goed psychisch functioner<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> ondermijn<strong>en</strong>. Chronische pijn werkt ook psychologisch ontwricht<strong>en</strong>d: alles isgoed, als die snertpijn maar verdwijnt!Appelbaum stelt dat het vaststell<strong>en</strong> van de capaciteit<strong>en</strong> van de patiënt om tot weloverwog<strong>en</strong>beslissing<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> tot de intrinsieke aspect<strong>en</strong> van elk arts-patiëntcontactbehoort, maar constateert tegelijk dat dit te weinig <strong>en</strong> meestal niet systematisch gebeurt.Hij omschrijft dan ook e<strong>en</strong> simpele toetsing aan de hand van vier basale criteria: (1) kande patiënt e<strong>en</strong> keuze mak<strong>en</strong> uit alternatieve behandelopties, (2) begrijpt de patiënt deinformatie, (3) begrijpt de patiënt di<strong>en</strong>s situatie <strong>en</strong> de consequ<strong>en</strong>ties van de verschill<strong>en</strong>debehandelopties, (4) kan de patiënt rationeel met deze informatie omgaan? 40 Deze uiterstbelangrijke <strong>en</strong> basale praktische dim<strong>en</strong>sie ontbreekt in zowel de juridische literatuur alsde wetgeving inzake behandelingsovere<strong>en</strong>komst.Bij deze beschouwing over de juridische invalshoek zi<strong>en</strong> we dat er vanuit rechtskundigehoek e<strong>en</strong> noodzaak wordt gevoeld om met rechtsregels het gedrag van hulpverl<strong>en</strong>ers te38 In art. 7:447 lid 1 BW wordt e<strong>en</strong> minderjarige vanaf de leeftijd van 16 jaar bekwaam beschouwd tot het aangaan van e<strong>en</strong>behandelingsovere<strong>en</strong>komst.39 Appelbaum 2007, p. 1834 e.v.40 Ibid., p. 1836.115Gies<strong>en</strong>_01.indb 67 20-5-2008 16:29:23


R. Giardverander<strong>en</strong> <strong>en</strong> hulpvragers te bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st gedrag van medische professionals.Maar dat is dogmatisch én praktisch toch ingewikkelder dan m<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt <strong>en</strong>we hebb<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de inzicht in de praktische effect<strong>en</strong>. Juist bij dit onderwerp blijkthet juridische perspectief te krap. Voor het welslag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dergelijk project di<strong>en</strong><strong>en</strong>jurist<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de oog te hebb<strong>en</strong> voor de niet-jurdische dim<strong>en</strong>sies van deze kwestie. E<strong>en</strong>uiterst belangrijke invalshoek is die van de psychologie <strong>en</strong> die zull<strong>en</strong> we in de volg<strong>en</strong>desectie behandel<strong>en</strong>.7 He t ps y c h o l o g i s c h e p e r s p e c t i e fDe instemming met e<strong>en</strong> aanbod is geldig wanneer (1) adequate informatie werd verschaft,(2) de toestemming zonder <strong>en</strong>ige vorm van dwang werd gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> (3) de persoon in staatwas op adequate wijze e<strong>en</strong> beslissing te nem<strong>en</strong>. 41 Deze algeme<strong>en</strong> gestelde voorwaard<strong>en</strong>zijn plausibel maar bij nadere beschouwing di<strong>en</strong>t zich e<strong>en</strong> aantal fundam<strong>en</strong>tele vrag<strong>en</strong>aan, zeker als vanuit juridisch oogpunt niet alle<strong>en</strong> de procedure van informed cons<strong>en</strong>tgeoptimaliseerd moet word<strong>en</strong> maar tev<strong>en</strong>s normatief beoordeeld.7.1 InformatiebehoefteWat zijn de psychologische behoeft<strong>en</strong> van de patiënt? Niet iedere m<strong>en</strong>s wil alles wet<strong>en</strong><strong>en</strong>/of zelf de beslissing<strong>en</strong> over medische interv<strong>en</strong>ties nem<strong>en</strong>. In de psychologie bestaat detweedeling tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds monitors, de informatiebehoeftige patiënt<strong>en</strong>, <strong>en</strong> anderzijdsde blunters, informatiemijd<strong>en</strong>de patiënt<strong>en</strong>. Het onderscheid tuss<strong>en</strong> deze twee categorieënpatiënt<strong>en</strong> lijkt vooral te mak<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> met hun persoonlijkheidstype <strong>en</strong> is dusminder situatief bepaald. De praktisch-juridische implicatie van dit onderscheid is datmonitors snel ontevred<strong>en</strong> zijn over de informatie die hun wordt aangereikt door arts<strong>en</strong>.Bij de informatieverschaffing blijkt dit omgangsgedrag van belang. De patiënt<strong>en</strong> zijnemotioneel beter af als de informatievoorzi<strong>en</strong>ing wordt toegesned<strong>en</strong> op hun manier vanomgaan met moeilijke situaties. 42 Voor de rechter is het ook van belang om te beoordel<strong>en</strong>tot wat voor type de klag<strong>en</strong>de patiënt behoort. 4341 Eyler & Jeste 2006, p. 554.42 Miller 1991.43 Soms ziet m<strong>en</strong> in arrest<strong>en</strong> deze overweging of iemand e<strong>en</strong> ‘monitor’ is, expliciet word<strong>en</strong> gemaakt. Vgl. 7 <strong>en</strong> 14-23 vanChester v. Afshar [2002] EWCA Civ 724.116Gies<strong>en</strong>_01.indb 68 20-5-2008 16:29:23


Informed cons<strong>en</strong>t7.2 Cognitieve aspect<strong>en</strong>De verstrekte informatie moet door de patiënt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verwerkt, begrep<strong>en</strong> énonthoud<strong>en</strong>. Deze cognitieve capaciteit<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> van patiënt tot patiënt doorverschill<strong>en</strong> wat betreft sekse, leeftijd <strong>en</strong> opleidingsniveau . Ze word<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ook nogdoor angst <strong>en</strong> stress verminderd. Bij person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge leeftijd <strong>en</strong>/of lage opleiding,die ruim verteg<strong>en</strong>woordigd zijn binn<strong>en</strong> de patiënt<strong>en</strong>populatie, blijkt de informatieoverdrachtvooral minder effectief. 44 De g<strong>en</strong>eeskundige geletterdheid (‘health literacy’) blijkte<strong>en</strong> cruciale factor voor het welslag<strong>en</strong> van de communicatie. Onderzoek naar hoeveel vande door de arts gegev<strong>en</strong> feitelijke informatie ook daadwerkelijk bij de patiënt is overgekom<strong>en</strong>,laat zi<strong>en</strong> dat dit vaak maar de helft of minder is. 45 Naast de vraag of de gegev<strong>en</strong>swel bij de patiënt zijn ‘geland’, is er nog de kwestie of de werkelijke betek<strong>en</strong>is ervan wordtdoorgrond. Overschat of onderschat iemand de betek<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> waarschuwing voore<strong>en</strong> complicatie van e<strong>en</strong> ingreep of dringt dat bewustzijn pas echt door als die ongew<strong>en</strong>steverwikkeling daadwerkelijk heeft plaatsgevond<strong>en</strong>? Voor zover empirisch onderzoek naardeze kwestie mogelijk is, lijk<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> waarschuwing vooral teonderschatt<strong>en</strong>. Voor arts<strong>en</strong> is het spectrum van complicaties e<strong>en</strong> ervaringsfeit, de patiëntheeft daar (nog!) ge<strong>en</strong> weet van. 467.3 Communicatievaardighed<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>erVoor het uiteindelijke succes van de informatie-uitwisseling zijn de communicatievevaardighed<strong>en</strong> van beide kant<strong>en</strong> van betek<strong>en</strong>is. Maar vooral die van de arts zijn bepal<strong>en</strong>d<strong>en</strong> staan ook c<strong>en</strong>traal bij de rechtsvraag inzake tekortschiet<strong>en</strong> wat betreft de waarschuwingsplicht.47 Het verbaal maar vooral ook non-verbaal gedrag van hulpverl<strong>en</strong>ers bepaalthoe comfortabel de patiënt zich voelt <strong>en</strong> wat hij durft te vrag<strong>en</strong>.Vrijwel altijd weet de patiënt veel minder van het probleem dan de arts <strong>en</strong> in die situatievan informatieongelijkheid zal de dokter dus zorgvuldig moet<strong>en</strong> sonder<strong>en</strong> wat de patiëntal weet, wat hij wil wet<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat deze kan bevatt<strong>en</strong>. Cruciaal voor de communicatie is ofde arts de informatiebehoefte van de patiënt juist blijkt in te schatt<strong>en</strong>. Lukt dat niet, danraakt de patiënt gefrustreerd <strong>en</strong> wordt di<strong>en</strong>s onzekerheid over de afloop van zijn/haarziekte <strong>en</strong> behandeling vergroot. Dat werkt door in het sociale netwerk van de patiënt.44 Davis et al. 2003.45 Chapman et al. 2003.46 Zie ook Habiba 2004, Akkad 2006, Enttwistle 2006.47 E<strong>en</strong> belangrijk psychologisch begrip hierbij is de emotionele intellig<strong>en</strong>tie. Daarover Goleman 2007.117Gies<strong>en</strong>_01.indb 69 20-5-2008 16:29:23


R. Giard7.4 Het perspectief van de patiëntDe communicatie speelt zich steeds af binn<strong>en</strong> de socioculturele context van de patiënt.Die bepaalt <strong>en</strong>erzijds het gedrag van de patiënt <strong>en</strong> anderzijds de beschikbaarheid vaninformatiebronn<strong>en</strong>. Maar wat will<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>? Is het wel mogelijk op die vraag ing<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong>de term<strong>en</strong> te antwoord<strong>en</strong>? Lang niet alle hulpvragers will<strong>en</strong> goed geïnformeerdzijn over mogelijke risico’s. Zij legg<strong>en</strong> hun lot helemaal in hand<strong>en</strong> van hun dokter.Maar hoe vaak komt dat voor?E<strong>en</strong> interessant empirisch onderzoek over de behoefte k<strong>en</strong>nis te nem<strong>en</strong> van mogelijk<strong>en</strong>eurologische risico’s 48 bij hartoperaties maakte duidelijk dat e<strong>en</strong> groot deel van depatiënt<strong>en</strong> daarvan niet wilde wet<strong>en</strong>: 42% w<strong>en</strong>ste ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele informatie over mogelijkerisico’s, de helft wilde niet hor<strong>en</strong> van de mogelijkheid te overlijd<strong>en</strong> aan de gevolg<strong>en</strong> vande ingreep <strong>en</strong> ruim de helft w<strong>en</strong>ste onwet<strong>en</strong>d te blijv<strong>en</strong> over de kans op blijv<strong>en</strong>de neurologischeschade. 49 Dergelijke uitkomst<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> de gedragspresumpties van gezondheidsjurist<strong>en</strong>te ondermijn<strong>en</strong>.De laatste jar<strong>en</strong> maakt het begrip ‘redelijke patiënt’ opgang. 50 Het is niet (meer) reëelom de verantwoordelijkheid voor de informatieverschaffing geheel bij de behandelaarte legg<strong>en</strong>. De afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> machtsafstand tuss<strong>en</strong> arts <strong>en</strong> patiënt met de opkomst van demondige burger <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s gemiddeld steeds betere opleiding betek<strong>en</strong>t dat patiënt<strong>en</strong> zelfop zoek gaan naar informatie, vaak al voor het doktersbezoek. Beschikbare bronn<strong>en</strong> zijnfoldermateriaal van patiënt<strong>en</strong>ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, het internet, zelfhulpboek<strong>en</strong>, tijdschrift<strong>en</strong><strong>en</strong>zovoort. Het is daarom niet meer ongebruikelijk dat de patiënt bij de dokter uitgeprinteinformatie achterlaat met het verzoek hierover e<strong>en</strong> oordeel te will<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. Uitzonderingof regel?De handelwijze van de goed geïnformeerde zorgvrager heeft gevolg<strong>en</strong> voor de hulpverl<strong>en</strong>er,zowel praktisch als psychologisch. Het legt extra beslag op di<strong>en</strong>s tijd (meer uitleg,meer discussie, materiaal om te lez<strong>en</strong>) <strong>en</strong> sommige arts<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> het gevoel dat hunautoriteit in twijfel wordt getrokk<strong>en</strong>. De paternalistische houding van <strong>en</strong>kele dec<strong>en</strong>niageled<strong>en</strong> heeft meer plaatsgemaakt voor e<strong>en</strong> ‘onderhandelingshuishouding’ in de spreekkamer.Wederom geeft dit aan dat de veronderstelling<strong>en</strong> over zelfbeschikkingsrecht <strong>en</strong>patiënt<strong>en</strong>autonomie niet (meer) realistisch zijn.48 Patiënt<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> namelijk e<strong>en</strong> reëel risico op e<strong>en</strong> beroerte tijd<strong>en</strong>s of vlak na de operatie.49 Beresford et al., 2001, p. 626 e.v.50 Engels: the reasonable pati<strong>en</strong>t.118Gies<strong>en</strong>_01.indb 70 20-5-2008 16:29:24


Informed cons<strong>en</strong>t8 Re f l e c t i e o v e r d e p r a k t i s c h e e f f e c t e nHet is toch opmerkelijk dat onder jurist<strong>en</strong> de behoefte om de uiteindelijke praktischeeffect<strong>en</strong> van regelgeving te onderzoek<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>d gering lijkt. Weliswaar is er delaatste jar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ontwikkeling van wetsevaluatie te bespeur<strong>en</strong>, maar die richt zich (nog)nauwelijks op effectonderzoek <strong>en</strong> de methodologie is nog onvoldo<strong>en</strong>de ontwikkeld. 51 DeAlgem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer constateerde <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> terug e<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>d gebrek aan onderzoeknaar de praktische effect<strong>en</strong> van ingevoerd nieuw overheidsbeleid. 52 Met de rechtregelsover informed cons<strong>en</strong>t is het niet anders gesteld. Alles wat hiervoor is beschrev<strong>en</strong>stemt toch zeker tot nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>?8.1 Kwalitatieve reflectieDoctrinair georiënteerde juridische beschouwing<strong>en</strong> over informed cons<strong>en</strong>t zijn talrijk,er is inmiddels ook e<strong>en</strong> jurisprud<strong>en</strong>tielijst over dit onderwerp te vind<strong>en</strong>. 53 Kritischeoverd<strong>en</strong>king<strong>en</strong> over dit onderwerp vanuit juridische geleder<strong>en</strong>, zeker in Nederland, zijnsporadisch. Twee Amerikaanse artikel<strong>en</strong> zijn in dat verband zeker de moeite van hetlez<strong>en</strong> waard: deze gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kritische maar gewog<strong>en</strong> beschouwing over dit onderwerp<strong>en</strong> bediscussiër<strong>en</strong> in het bijzonder de realiteitszin ervan. 54 Zeker, de patiënt verkeertaltijd t<strong>en</strong> opzichte van de behandelaar in e<strong>en</strong> situatie van informatieachterstand, maarde vraag is of die onbalans wel volledig in ev<strong>en</strong>wicht is te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> formele informatieplicht<strong>en</strong> of de juridische b<strong>en</strong>adering van dit probleem wel de meest vruchtbare is.Bij de uitgebreide evaluatie in ons land van de Wet inzake g<strong>en</strong>eeskundige behandelingsovere<strong>en</strong>komst(WGBO), gerapporteerd in vier kloeke del<strong>en</strong>, handelde deel 2 overhet onderwerp informatie <strong>en</strong> toestemming. 55 Van écht systematisch <strong>en</strong> gedetailleerdempirisch effectonderzoek was daarbij niet of nauwelijks sprake. Wel werd e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>donderzoek onder wet<strong>en</strong>schappelijke ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> verricht omhun m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te peil<strong>en</strong> <strong>en</strong> om te zi<strong>en</strong> welke hulpmaterial<strong>en</strong> er beschikbaar war<strong>en</strong> voorinformatie van patiënt<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> integraal normatief oordeel over de bek<strong>en</strong>dheid met, deacceptatie van <strong>en</strong> toepasbaarheid van de regels inzake informed cons<strong>en</strong>t <strong>en</strong> t<strong>en</strong> slotte deeffect<strong>en</strong> daarvan ontbreekt. Bleek de situatie voor de patiënt nu praktisch verbeterd t<strong>en</strong>opzichte van de periode vóór de wetsinvoering? Daarover zijn we niet geïnformeerd.Weet iedere zorgverl<strong>en</strong>er waar hij/zij aan toe is? Zij voel<strong>en</strong> zich vooral onzeker bij gebrek51 Giard 2006, p. 49 e.v.52 Kamerstukk<strong>en</strong> II 2002/03, 28 831, nr. 2.53 Kastelein 1998, Giard 2005, p. 135 e.v.54 Zie Schuck 1994 <strong>en</strong> Jones 1999.55 Wittmer <strong>en</strong> de Roode 2004.119Gies<strong>en</strong>_01.indb 71 20-5-2008 16:29:24


R. Giardaan e<strong>en</strong>duidige richtlijn<strong>en</strong>. Controleert het ziek<strong>en</strong>huis wel voldo<strong>en</strong>de op naleving? Dat ispraktisch ondo<strong>en</strong>lijk. Dat ligt ook meer op het terrein van de organisaties van de betreff<strong>en</strong>despecialism<strong>en</strong>. Welke rol spel<strong>en</strong> de aansprakelijkheidsverzekeraars? Op dit mom<strong>en</strong>t(nog) ge<strong>en</strong>.Met deze vooral kwalitatieve overd<strong>en</strong>king<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we dat wanneer het <strong>privaatrecht</strong> zicht<strong>en</strong> doel stelt m<strong>en</strong>selijk gedrag zowel te stur<strong>en</strong> als normatief te beoordel<strong>en</strong> we daarbijop uiterst complexe kwesties zijn gestuit die alle<strong>en</strong> multidisciplinair kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>b<strong>en</strong>aderd. 568.2 Kwantitatieve reflectieHiertoe is het op systematische wijze verzamel<strong>en</strong> van gegev<strong>en</strong>s nodig, het do<strong>en</strong> vanempirisch onderzoek. Bij deze werkwijze kom<strong>en</strong> we wederom als epistemologischekernvrag<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>: wat zoud<strong>en</strong> we allemaal van dit onderwerp moet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat kunn<strong>en</strong>we ervan te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>? Bij de vraag wat het effect is op het gedrag van de betrokk<strong>en</strong>rechtssubject<strong>en</strong> van materieelrechtelijke regels inzake informed cons<strong>en</strong>t onderzoek<strong>en</strong> wefeitelijk verandering<strong>en</strong>. Maar dan di<strong>en</strong><strong>en</strong> we eerst het gedrag vóór invoering te hebb<strong>en</strong>beschrev<strong>en</strong> om dat vervolg<strong>en</strong>s te vergelijk<strong>en</strong> met de handelwijze <strong>en</strong>ige tijd ná wetsimplem<strong>en</strong>tatie.Dan kom<strong>en</strong> we op het terrein van sociaalwet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek vanjuridische interv<strong>en</strong>ties. Zo kunn<strong>en</strong> we uiteindelijk kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> normatief oordeel overde effect<strong>en</strong> van toepassing van de norm<strong>en</strong>wet<strong>en</strong>schap, maar dat is nog grot<strong>en</strong>deels terraincognita.Er is nog e<strong>en</strong> andere vorm van onderzoek w<strong>en</strong>selijk: descriptief, de huidige rechtspraktijkinv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong> <strong>en</strong> analyser<strong>en</strong>. Interessant is het bijvoorbeeld om te wet<strong>en</strong> hoe vaakbij medische aansprakelijkheid informatieverzuim e<strong>en</strong> grond was voor de eis, hoe vaakdie werd toegewez<strong>en</strong> <strong>en</strong> met welke consequ<strong>en</strong>ties voor zowel eiser als gedaagde. Helaas,ondanks het bestaan van de internetsite rechtspraak.nl is het onmogelijk c<strong>en</strong>traal tot alleuitsprak<strong>en</strong> over medische aansprakelijkheid toegang te hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar kwalitatief <strong>en</strong>/ofkwantitatief onderzoek naar te do<strong>en</strong>.Zoals eerder al gesteld, komt deze problematiek alle<strong>en</strong> maar onder de aandacht van derechter als er e<strong>en</strong> claim is ingedi<strong>en</strong>d. Het verzamel<strong>en</strong> van al dergelijke casuïstiek oversch<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> van de informatieplicht maakt het ook mogelijk alle casusposities vanuitde g<strong>en</strong>eeskunde systematisch te onderzoek<strong>en</strong>, bijvoorbeeld: over welke medische problem<strong>en</strong>gaat het? Wat was daarbij het standpunt van de arts? Welke gegev<strong>en</strong>s kond<strong>en</strong> in56 Wie het themanummer van Ars Aequi (november 2007) over multidisciplinaire bestudering van de rechtswet<strong>en</strong>schapbeschouwt, kan zich bezorgd afvrag<strong>en</strong> of jurist<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> duidelijk beeld hebb<strong>en</strong> van dat begrip!120Gies<strong>en</strong>_01.indb 72 20-5-2008 16:29:24


Informed cons<strong>en</strong>thet dossier word<strong>en</strong> teruggevond<strong>en</strong>? Welke argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hanteerde de rechter bij de toe- ofafwijzing van de vordering?Wat is er inmiddels voor empirisch onderzoek over dit probleem in de medische literatuurgepubliceerd? De meeste van die onderzoek<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> of betrekking op <strong>en</strong>quêtes onderarts<strong>en</strong> <strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> of op onderzoek van series afgehandelde claims voor e<strong>en</strong> bepaaldspecialisme. 57 Uit al dergelijke studies blijkt de medische praktijk veelal op gespann<strong>en</strong>voet te staan met de juridische gedragspresumpties. Arts<strong>en</strong> schiet<strong>en</strong> tekort in hunvoorlicht<strong>en</strong>de functies. 58 Patiënt<strong>en</strong> die toestemmingsformulier<strong>en</strong> ondertek<strong>en</strong><strong>en</strong>, do<strong>en</strong>dat braaf zonder zich van de juridische implicaties bewust te zijn. 59 E<strong>en</strong>maal ingebed inde medische process<strong>en</strong>, gaan patiënt<strong>en</strong> als vanzelf mee in de voorgestelde interv<strong>en</strong>ties,terwijl zij buit<strong>en</strong> die situatie anders zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> beslist. 60Enquêtes onder patiënt<strong>en</strong> bijvoorbeeld mak<strong>en</strong> duidelijk dat zij de informed cons<strong>en</strong>t procedureveelal als e<strong>en</strong> juridisch gegrond ritueel ervar<strong>en</strong>, 61 dat ze het gevoel hebb<strong>en</strong> bijchirurgische ingrep<strong>en</strong> te weinig invloed te hebb<strong>en</strong> gehad op hun keuzemogelijkhed<strong>en</strong> 62 ,dat het informed cons<strong>en</strong>tproces eerder tot passiviteit van de patiënt leidt dan tot di<strong>en</strong>sautonome activiteit. Arts<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds het gevoel dat informed cons<strong>en</strong>t vooral gaatom het lat<strong>en</strong> tek<strong>en</strong><strong>en</strong> door de patiënt van e<strong>en</strong> toestemmingsformulier <strong>en</strong> anderzijds datze onzeker zijn hoever hun plicht tot informatieverschaffing reikt. 63 Dit is maar e<strong>en</strong> willekeurigegreep uit de literatuur, maar deze observationele onderzoek<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> allemaalzi<strong>en</strong> dat het maar zeer de vraag is of het juridische ideaal in de medische praktijk welwordt gerealiseerd. Daarnaast wordt duidelijk hoe moeilijk deze materie zich praktischlaat onderzoek<strong>en</strong>, want bied<strong>en</strong> dergelijke <strong>en</strong>quêtes bijvoorbeeld het goede v<strong>en</strong>ster op derealiteit? Beschikk<strong>en</strong> we wel over de gepaste method<strong>en</strong> voor onderzoek van het gedragvan betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> de verandering<strong>en</strong> die er in op kunn<strong>en</strong> tred<strong>en</strong>?9 Co n c l u s i e sDit boek onderzoekt aannames over gedrag bij <strong>en</strong> gedragseffect<strong>en</strong> van <strong>privaatrecht</strong>elijkeleerstukk<strong>en</strong>, in dit hoofdstuk toegespitst op het onderwerp informed cons<strong>en</strong>t. Ik steldeals basale vrag<strong>en</strong>: wat beoogt de regelgeving over informed cons<strong>en</strong>t precies te bereik<strong>en</strong>?Welke uitgangspunt<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t dit leerstuk <strong>en</strong> hoe valide zijn die? Welk concreet gedrag vanarts<strong>en</strong> wil m<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan welke praktische voorwaard<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t daarvoor te zijn57 Bhattacharyya et al. 2005.58 Entwistle et al. 2006.59 Akkad et al. 2006.60 Dixon-Woods 2006.61 Habiba et al. 2004.62 Entwistle et al. 2006.63 Feld 2004.121Gies<strong>en</strong>_01.indb 73 20-5-2008 16:29:24


R. Giardvoldaan? Wat werd er feitelijk van de idealistische juridische int<strong>en</strong>ties gerealiseerd? Indeze vrag<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aloud trias: doel<strong>en</strong>, middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> doelrealisatie. Wet<strong>en</strong>schappelijkeartikel<strong>en</strong> waarin aan de hand van deze drie bije<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> hetonderwerp informed cons<strong>en</strong>t grondig wordt bezi<strong>en</strong>, lijk<strong>en</strong> uitermate schaars.Er zijn tegelijk ook epistemologische vrag<strong>en</strong>. Wat d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> we te wet<strong>en</strong> over informedcons<strong>en</strong>t? Wat zoud<strong>en</strong> we er allemaal van moet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>? En vooral: wat kunn<strong>en</strong> we werkelijkpraktisch te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>? Is er misschi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kloof tuss<strong>en</strong> wat gezondheidsjurist<strong>en</strong>over dit onderwerp d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> te wet<strong>en</strong> <strong>en</strong> de tamelijk weerbarstige medische realiteit? Hetantwoord op die vraag is bevestig<strong>en</strong>d, er is e<strong>en</strong> epistemologisch tekort. Er is (nog) teweinig informatie om g<strong>en</strong>oemde vrag<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> er zull<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>sgepaste onderzoeksmethod<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> ontwikkeld.Doelstelling<strong>en</strong>, grondslag<strong>en</strong>Voor regelgeving is beslist e<strong>en</strong> valide red<strong>en</strong> nodig, e<strong>en</strong> als structureel geduid probleemdat langs de weg van regulatie aangepakt gaat word<strong>en</strong>. Immers, er leeft de veronderstellingbij jurist<strong>en</strong> dat het recht de maatschappelijke praktijk – = gedrag! – ook moetkunn<strong>en</strong> stur<strong>en</strong>. 64 Welke beduid<strong>en</strong>de kwestie of kwesties lag/lag<strong>en</strong> er nu t<strong>en</strong> grondslagaan het leerstuk van de informed cons<strong>en</strong>t? Klaagd<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> hier in grot<strong>en</strong> getaleover? Was het e<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>t voorkom<strong>en</strong>de moeilijkheid in de rechtspraktijk? Bestond erbij jurist<strong>en</strong> de opvatting dat patiënt<strong>en</strong>recht<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de zijn geregeld? Maar als het<strong>en</strong>erzijds volkom<strong>en</strong> logisch is dat in de arts-patiëntrelatie in sam<strong>en</strong>spraak <strong>en</strong> na adequatevoorlichting door de arts van de patiënt wordt beslist over medische interv<strong>en</strong>ties, waaromis het dan anderzijds toch zo lastig te realiser<strong>en</strong>?Er zijn twee deels verwante strom<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>baar binn<strong>en</strong> de rechtswet<strong>en</strong>schap, die verantwoordelijkheiddrag<strong>en</strong> voor deze wetgeving. In de eerste plaats is er de stellingname omaan de hand van in verdrag<strong>en</strong> geformuleerde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>recht<strong>en</strong> de patiënt<strong>en</strong>recht<strong>en</strong> verderin wetgeving te expliciter<strong>en</strong>. 65 Dat getuigt van e<strong>en</strong> idealistische visie op de arts-patiëntcommunicatie.Het dogmatische uitgangspunt is de autonomie van de zorgvrager. Maar,zoals geschetst, is er e<strong>en</strong> tamelijk e<strong>en</strong>zijdige, maar ook geforceerde, invulling gegev<strong>en</strong>aan het abstracte begrip ‘autonomie’ zonder zich in allerlei praktische consequ<strong>en</strong>ties tewill<strong>en</strong> verdiep<strong>en</strong>. Te veel juridische z<strong>en</strong>dingsdrift, te weinig realiteitszin.De tweede invalshoek is die van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>recht. Het juridische doel is om bij demedische di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing de patiënt van e<strong>en</strong> afnemersbescherming te voorzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong>inher<strong>en</strong>te prikkel te vorm<strong>en</strong> tot productoptimalisatie. Het middel is materieelrechtelijkeregelgeving, gedragsregels ter zake van de informatieplicht waarbij de (be)handel<strong>en</strong>de64 Drion 2007, p. 188965 De Lange 1990.122Gies<strong>en</strong>_01.indb 74 20-5-2008 16:29:24


Informed cons<strong>en</strong>tmedische professional de normadressaat is in e<strong>en</strong> tweepartij<strong>en</strong>model van arts <strong>en</strong>patiënt. 66 Maar wat – of wie – stimuleert nu tot productoptimalisatie? Word<strong>en</strong> arts<strong>en</strong>hierdoor aangesprok<strong>en</strong>? Maar weer die vraag naar gedragspresumpties <strong>en</strong> -effect<strong>en</strong>.In beide b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> gaat het om bescherming van e<strong>en</strong> (pot<strong>en</strong>tieel) zwakkere contractpartijals waardig beginsel. Maar het gaat hier om het langs juridische weg realiser<strong>en</strong> vande morele doelstelling van keuzevrijheid <strong>en</strong> vrijwilligheid van de patiënt. Wat ik mis, isdat nerg<strong>en</strong>s in de juridische literatuur de vraag wordt gesteld of de doelstelling wel reëel<strong>en</strong> haalbaar is, laat staan of, <strong>en</strong> zo ja: hoe, de effect<strong>en</strong> onderzoekbaar zijn. En dan t<strong>en</strong>slotte nog e<strong>en</strong> verget<strong>en</strong> aspect: zonder helder geformuleerde doelstelling<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> goedeeffectevaluatie mogelijk!Middel<strong>en</strong>Zoals ik hiervoor heb lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, is de praktijk van arts-patiëntcommunicatie uiterstcomplex <strong>en</strong> is dus e<strong>en</strong> bredere horizon nodig dan alle<strong>en</strong> die van het recht. Hoe realiser<strong>en</strong>we dan e<strong>en</strong> juridisch maar tegelijk ook pyschologisch én communicatietechnisch verantwoordesituatie van shared decision making door patiënt <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er? Hier ligg<strong>en</strong>nog ruime mogelijkhed<strong>en</strong> voor onderzoek. 67We di<strong>en</strong><strong>en</strong> ons ook te realiser<strong>en</strong> dat er tal van maatschappelijke verandering<strong>en</strong> zijnopgetred<strong>en</strong>, waaronder e<strong>en</strong> sterke erosie van het begrip autoriteit. De paternalistischearts is – gelukkig! – e<strong>en</strong> met uitsterv<strong>en</strong> bedreigde diersoort <strong>en</strong> door de maatschappelijkeverandering<strong>en</strong> wordt in de medische praktijk de noodzaak van moreel verantwoordegezam<strong>en</strong>lijke besluitvorming terdege gevoeld. 68 Het is dan de vraag of dit (ook) e<strong>en</strong> juridischeverdi<strong>en</strong>ste is.Als er e<strong>en</strong> maatschappelijke kwestie is van voldo<strong>en</strong>de gewicht waarin het civiele rechte<strong>en</strong> rol di<strong>en</strong>t te vervull<strong>en</strong>, is adequate handhaving van groot belang, maar dat vraagt hetinslaan van nieuwe, vooral ook goed overdachte, weg<strong>en</strong>. 69DoelrealisatieWat werd er praktisch gerealiseerd? Jurisprud<strong>en</strong>tie over dit onderwerp is (nog) redelijkschaars <strong>en</strong> geeft in sommige gevall<strong>en</strong> aan dat de praktijk van informatieverschaffingdoor arts<strong>en</strong> zeker nog niet perfect is, soms dat ze onvoldo<strong>en</strong>de vastlegg<strong>en</strong> wát er werdbesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> soms dat de patiënt niet in zijn/haar recht stond wat betreft de claim. 7066 Van Boom 2007.67 Salmon et al. 2005 <strong>en</strong> Hulsman et al. 2005.68 W<strong>en</strong>sing et al. 2002.69 Zie ook de door Van Boom (2007) aangedrag<strong>en</strong> innovaties, p. 988 e.v.70 Zie voor e<strong>en</strong> overzicht Kastelein 1998 <strong>en</strong> Giard 2005, p. 135 e.v.123Gies<strong>en</strong>_01.indb 75 20-5-2008 16:29:24


R. GiardDe informed cons<strong>en</strong>t procedure lijkt in veler og<strong>en</strong>, zowel van de kant van patiënt<strong>en</strong> alsvan hulpverl<strong>en</strong>ers, praktisch te zijn gedegradeerd tot e<strong>en</strong> ritueel, waarbij de arts<strong>en</strong> hetidee hebb<strong>en</strong> dat ze zich daarmee ingedekt hebb<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> aansprakelijkheid op basis vansch<strong>en</strong>ding van hun informatieplicht. Ook aan de kant van de patiënt<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> zekereplichtmatigheid ervar<strong>en</strong>, zeker als ze e<strong>en</strong> formulier di<strong>en</strong><strong>en</strong> te ondertek<strong>en</strong><strong>en</strong> waarin staatvermeld dat ze k<strong>en</strong>nis hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van de opgesomde aspect<strong>en</strong>. 71Voor het resultaat in de praktijk is het ‘bijsluitereffect’ illustratief. Wie de l<strong>en</strong>gte van detekst van bijsluiters 72 bij hetzelfde g<strong>en</strong>eesmiddel vervolgt, ziet e<strong>en</strong> gestage groei. Ooknieuw op de markt gebrachte farmaca gaan vergezeld van lapp<strong>en</strong> tekst. Hier bestaatimmers ook de rechtsplicht tot waarschuw<strong>en</strong> in verband met productaansprakelijkheid,die vooral in de VS tot extreme schadeclaims heeft geleid. 73Waaraan is behoefte? In de eerste plaats meer aandacht voor methodologie, e<strong>en</strong> pleidooivoor e<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijker rechtswet<strong>en</strong>schap. 74 In de tweede plaats e<strong>en</strong> meer multidisciplinaireaanpak van dit probleem, de horizon verbred<strong>en</strong>. Vanuit deze b<strong>en</strong>adering blijktdan ook de noodzaak om geïntegreerd te ler<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over informed cons<strong>en</strong>t.De bevlog<strong>en</strong> gezondheidsjurist<strong>en</strong> die ev<strong>en</strong> onvermoeibaar als onwrikbaar de recht<strong>en</strong>van de patiënt in tabulae will<strong>en</strong> beitel<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wakker geschud. Juridischdrom<strong>en</strong>d over e<strong>en</strong> goed geïnformeerde mondige patiënt word<strong>en</strong> we wakker in de quagerealiseerde patiënt<strong>en</strong>recht<strong>en</strong> minder rooskleurige <strong>en</strong> vooral ingewikkeld medischepraktijk <strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins gelouterd ketst die ons weer terug naar de juridische studeerkamers:het civiele recht is er voor het stur<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>selijk gedrag, maar hetwordt tijd om nog e<strong>en</strong>s diep na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over hóe we het gedrag kunn<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong> <strong>en</strong>hóe we gedrag di<strong>en</strong><strong>en</strong> te beoordel<strong>en</strong>. En ook nog dit: in het maatschappelijk verkeer zijner niet alle<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>srechtelijke transacties, er is vooral m<strong>en</strong>selijke interactie – zekerin de gezondheidszorg. Ga daar maar aan sleutel<strong>en</strong>!Lit e r a t u u rAkkad 2006Akkad A., Jackson C., K<strong>en</strong>yon S., Dixon-Woods M., Taub N., Habiba M., ‘Pati<strong>en</strong>ts’ perceptions ofwritt<strong>en</strong> cons<strong>en</strong>t: questionnaire study’. BMJ. 2006 Sep 9; 333(7567): 528.71 In Nederland is het ex art. 7:463 BW onmogelijk dat het ziek<strong>en</strong>huis of de hulpverl<strong>en</strong>er de aansprakelijkheid voor hettoebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van schade aan de patiënt tevor<strong>en</strong> beperkt of uitsluit.72 Dit is e<strong>en</strong> bijlage bij verstrekte g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong> met gegev<strong>en</strong>s over o.m. sam<strong>en</strong>stelling, werking <strong>en</strong> bijwerking<strong>en</strong> van hetmiddel.73 D<strong>en</strong>k bijvoorbeeld aan de Vioxx-affaire, e<strong>en</strong> pijnstiller die e<strong>en</strong> vergrote kans op hartziekt<strong>en</strong> geeft.74 Giard 2006.124Gies<strong>en</strong>_01.indb 76 20-5-2008 16:29:24


Informed cons<strong>en</strong>tAlderson 1998P. Alderson & C. Goodey. ‘Theories in health care and research: Theories of cons<strong>en</strong>t’. BritishMedical Journal 1998 vol. 317, p. 1313-1315.Van Andel 2005W.J.M. van Andel, ‘Aansprakelijkheid voor nalat<strong>en</strong> in het ondernemingsrecht’. In: P.F.A.Bierbooms,H. Pasman & G.M.F. Snijders (red.), Aspect<strong>en</strong> van aansprakelijkheid. D<strong>en</strong> Haag: Boom Juridischeuitgevers 2005.Appelbaum 2007P.S. Appelbaum. ‘Assessm<strong>en</strong>t pf pati<strong>en</strong>t’s compet<strong>en</strong>ce to cons<strong>en</strong>t to treatm<strong>en</strong>t’. New EnglandJournal of Medicine 2007, vol. 357, p. 1834-1840.Beresford et al., 2001N. Beresford, L. Seymour, C. Vinc<strong>en</strong>t, N. Moat, ‘Risks of elective cardiac surgery: what do pati<strong>en</strong>tswant to know?’ Heart 2001, vol. 86, p. 626-631.Bhattacharyya 2005T. Bhattacharyya, H. Yeon, M.B. Harris, ‘The medical-legal aspects of informed cons<strong>en</strong>t in orthopaedicsurgery’. Journal of Bone and Joint Surgery of America 2005, vol. 87 (nr. 11), p. 2395-2400.Van Boom 2003W.H. van Boom, ‘Algem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> bijzondere regeling<strong>en</strong> in het vermog<strong>en</strong>srecht’. RM Themis 2003,p. 297-307.Van Boom 2007W.H. van Boom, ‘Effectuer<strong>en</strong>d handhav<strong>en</strong> in het <strong>privaatrecht</strong>’. Nederlands Jurist<strong>en</strong>blad 2007,nr. 16, p. 982-990.Burger et al. 2007I. Burger, K. Schill & S. Goodman, ‘Disclosure of individual surgeon’s performance rates duringinformed cons<strong>en</strong>t’. Annals of Surgery 2007, vol. 245, p. 507-513.Chiong 2007W. Chiong, ‘Justifying pati<strong>en</strong>t risks associated with medical education’. JAMA 2007 vol. 298,p. 1046-1048.Dixon-Woods 2006M. Dixon-Woods, S.J. Williams, C.J. Jackson, A. Akkad, S. K<strong>en</strong>yon, M. Habiba, ‘Why do wom<strong>en</strong>cons<strong>en</strong>t to surgery, ev<strong>en</strong> wh<strong>en</strong> they do not want to? An interactionist and Bourdieusian analysis.’Soc. Sci. Med. 2006 Jun; 62(11): 2742-53.Drion 2007C.E. Drion, ‘Scheef recht’. NJB 2007, nr. 30, p. 1889.Entwistle 2006V. Entwistle, B. Williams, Z. Skea, G. MacL<strong>en</strong>nan, S. Bhattacharya, ‘Which surgical decisionsshould pati<strong>en</strong>ts participate in and how? Reflections on wom<strong>en</strong>’s recollections of discussions aboutvariants of hysterectomy’. Soc. Sci. Med. 2006 Jan; 62(2):499-509.125Gies<strong>en</strong>_01.indb 77 20-5-2008 16:29:25


R. GiardFeld 2004A.D. Feld. ‘Informed cons<strong>en</strong>t: not just for procedures anymore’. American Journal of Gastro<strong>en</strong>terology.2004, vol. 99, p. 977-980.Friele 2007R.D. Friele. ‘E<strong>en</strong> thematische evaluatie van het begrip informed cons<strong>en</strong>t’. Tijdschrift voor Gezondheidsrecht2007 (8), p. 614-619.Giard 2005R.W.M. Giard. Aansprakelijkheid van arts<strong>en</strong>. Juridische theorie <strong>en</strong> medische praktijk. D<strong>en</strong> Haag:Boom Juridische uitgevers 2005.Giard 2006R.W.M. Giard. ‘Hoe bewijst het recht zichzelf? E<strong>en</strong> pleidooi voor evid<strong>en</strong>ce-based law’. In: J.H.Nieuw<strong>en</strong>huis & C.J.J.M. Stolker (red.), Vooruit met het recht. Wat geldt als in de rechtswet<strong>en</strong>schapvooruitgang?, D<strong>en</strong> Haag: Boom Juridische uitgevers 2006, p. 49-59.Goleman 2007D. Goleman. Sociale intellig<strong>en</strong>tie. Nieuwe theorieën over m<strong>en</strong>selijk gedrag. Amsterdam: UitgeverijContact 2007.Habiba 2004M. Habiba, Jackson C., Akkad A., K<strong>en</strong>yon S., Dixon-Woods M., ‘Wom<strong>en</strong>’s accounts of cons<strong>en</strong>tingto surgery: is cons<strong>en</strong>t a quality problem?’, Qual Saf Health Care. 2004 Dec; 13(6):422-7.Hardy 2004R.R. Hardy, ‘Precontractuele informatieplicht<strong>en</strong> in het EG-contract<strong>en</strong>recht’. Vermog<strong>en</strong>srechtelijkeAnnotaties 2004, nr. 1, p. 19-45.H<strong>en</strong>drix & Akkermans 2007L.G.J. H<strong>en</strong>drix <strong>en</strong> A.J. Akkermans. ‘Causaliteitsonzekerheid bij informed cons<strong>en</strong>t. Beschouwing<strong>en</strong>naar aanleiding van Chester v. Afshar’. Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2007, 31(7), p. 498-515.Hulsman et al. 2005R. Hulsman, A. Visser, G. Makoul, ‘Addressing some of the key questions about communicationin healthcare’. Pati<strong>en</strong>t Education and Counseling 2005 vol. 58(3), p. 221-4.Jones 1999M.A. Jones, ‘Informed cons<strong>en</strong>t and other fairy stories’. Medical Law Review 1999, nr. 7,p. 103-134.Kastelein 1998W.R. Kastelein, ‘Informed cons<strong>en</strong>t <strong>en</strong> medische aansprakelijkheid; jurisprud<strong>en</strong>tie 1994-1998’.Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 1998, nr. 22, p. 134-146.De Lange 1990S.A. de Lange, ‘De reikwijdte van fundam<strong>en</strong>tele recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> de daarvan afgeleide recht<strong>en</strong> in degezondheidszorg’. Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 1990, nr. 14, p. 102-108.126Gies<strong>en</strong>_01.indb 78 20-5-2008 16:29:25


Informed cons<strong>en</strong>tManning 2004J. Manning, ‘Informed cons<strong>en</strong>t to medical treatm<strong>en</strong>t: the common law and New Zealand’s code ofpati<strong>en</strong>ts’rights’. Medical Law Review 2004, nr. 12, p. 181-216.Marsaux 2000C. Marsaux, L’obligation pre-contractuelle d’information: comparaison Franco-Anglaise. Parijs2000, Intellex. (via: http://www.<strong>en</strong>-droit.com/intellex/ouvrages/obligation_precontractuelle.pdf).Miller 1991S.M. Miller, (1991) ‘Monitoring and blunting in the face of threat: implications for adaptationand health’. In: Montada, L., Filipp, S.H. & Lerner, M.J. (red.) Life crises and experi<strong>en</strong>ces of loss inadulthood. Englewood Cliffs: Erlbaum.O’Neill 2003O. O’ Neill, ‘Some limits of informed cons<strong>en</strong>t’. Journal of Medical ethics 2003, vol. 29, p. 4-7.O’Neill 2004O. O’ Neill, ‘Accountability, trust and informed cons<strong>en</strong>t in medical practice and research’. ClinicalMedicine 2004, vol. 4, p. 269-276.Salmon et al. 2005P. Salmon, B. Young, ‘Core assumptions and research opportunities in clinical communication’.Pati<strong>en</strong>t Education and Counseling 2005 Sep; 58(3):225-34.Schuck 1994P.H. Schuck, ‘Rethinking informed cons<strong>en</strong>t’. The Yale Law Journal 1994, vol. 103, p. 899-959.Smits 2006J.M. Smits, ‘Belang<strong>en</strong>afweging door de rechter in het vermog<strong>en</strong>srecht: e<strong>en</strong> kritische beschouwing’.R.M. Themis 2006 nr. 167, p. 134-140.Tjong Tjin Tai 2007T.F.E. Tjong Tjin Tai, ‘Nalat<strong>en</strong> als onrechtmatige daad’. NJB 2007, nr. 40, p. 2540-2546.Twerski & Coh<strong>en</strong> 1999A.D. Twerski & N.B. Coh<strong>en</strong>, ‘The second revolution in informed cons<strong>en</strong>t. Comparing physiciansto each other’. Northwestern University Law Review 1999, nr. 94, p. 1-54.W<strong>en</strong>sing 2002M. W<strong>en</strong>sing, G. Elwyn, A. Edwards, E. Vingerhoets, R. Grol, ‘Deconstructing pati<strong>en</strong>t c<strong>en</strong>tredcommunication and uncovering shared decision making: an observational study’. BMC Med.Inform. Decis. Mak. 2002; 2:2.Wittmer & De Roode 2004J.M. Witmer <strong>en</strong> R.P. de Roode, Van wet naar praktijk. Implem<strong>en</strong>tatie van de WGBO. Deel 2 Informatie<strong>en</strong> toestemming. Utrecht: KNMG 2004.127Gies<strong>en</strong>_01.indb 79 20-5-2008 16:29:25


Gies<strong>en</strong>_01.indb 80 20-5-2008 16:29:25


<strong>Hoofdstuk</strong> 6Schuld in het contract<strong>en</strong>recht;e e n e x e rc i t i e n a a r e e nv e r bet e r de s a m e n h a n g t u s s e nregels <strong>en</strong> gedrag1M.W. de HoonSa m e n v a t t i n gHet doel van dit essay is: 1) in kaart br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> wat er gebeurt als we iemand beschuldig<strong>en</strong>,<strong>en</strong> 2) analyser<strong>en</strong> welke gevolg<strong>en</strong> dit zou kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor de inrichting van regels overhet contract<strong>en</strong>recht. Hierbij maak ik gebruik van inzicht<strong>en</strong> uit de sociale psychologie. Hetblijkt dat het vell<strong>en</strong> van morele oordel<strong>en</strong> dicht bij e<strong>en</strong> activiteit ligt die we automatischverricht<strong>en</strong>: het conceptualiser<strong>en</strong> van gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong>,zo lijkt het, weinig nodig om tot morele oordel<strong>en</strong> over goed of slecht te kom<strong>en</strong>, in iedergeval als we zelf schade ondervind<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> moreel oordeel is vooral op intuïtie gebaseerd.Deze intuïtie rationaliser<strong>en</strong> we achteraf door ons vooral op informatie te richt<strong>en</strong> die onzeintuïtie bevestigt. Bij dit proces mak<strong>en</strong> we verschill<strong>en</strong>de d<strong>en</strong>kfout<strong>en</strong>. Het is niet zeker ofdeze uitkomst<strong>en</strong> zonder meer vertaald kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar <strong>privaatrecht</strong>elijke regels. Erzitt<strong>en</strong> hak<strong>en</strong> <strong>en</strong> og<strong>en</strong> aan deze interdisciplinaire exercitie, maar de uitkomst<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>wel betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> aantal <strong>privaatrecht</strong>elijke regels beter op het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>afgestemd kan word<strong>en</strong>. Mogelijke d<strong>en</strong>krichting<strong>en</strong> zijn: meer informatie over neutralemanier<strong>en</strong> om in <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> procedures met schade om te gaan, het vermijd<strong>en</strong> van onnodigpolariser<strong>en</strong>de juridische instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, andere verdelingsmaatstav<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer aandachtvoor de sociale factor<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij het ontstaan van het conflict.1 Machteld de Hoon is als universitair hoofddoc<strong>en</strong>t <strong>privaatrecht</strong> werkzaam aan de Universiteit van Tilburg, <strong>en</strong> als onderzoekerverbond<strong>en</strong> aan het Tilburg Institute for Interdisciplinary Studies of Civil Law and Conflict Resolution Systems(TISCO) (voorhe<strong>en</strong> C<strong>en</strong>trum voor Aansprakelijkheidsrecht); contact: m.w.dehoon@uvt.nl. Met dank aan Maurits Bar<strong>en</strong>drecht,Leatitia Mulder, Karin Ammerlaan <strong>en</strong> de redacteur<strong>en</strong>, voor waardevolle feedback op e<strong>en</strong> eerdere versie.129Gies<strong>en</strong>_01.indb 81 20-5-2008 16:29:25


M.W. de Hoon1 In l e i d i n gIn het verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>recht gaat het vaak over schuld. Dat is begrijpelijk. Hoewel schuldniet de <strong>en</strong>ige toerek<strong>en</strong>ingsgrond is, is het e<strong>en</strong> logisch gevolg van de veelvoorkom<strong>en</strong>debehoefte om door e<strong>en</strong> ander veroorzaakte schade vergoed te krijg<strong>en</strong>. Maar er zijn situatieswaarin schuld e<strong>en</strong> belangrijk thema is, terwijl het om meer lijkt te gaan dan <strong>en</strong>kelvergoeding van schade. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij de e<strong>en</strong>zijdige beëindiging vane<strong>en</strong> complexe <strong>en</strong> langdurige sam<strong>en</strong>werking. In e<strong>en</strong> dergelijke situatie lijkt het, ook buit<strong>en</strong>de gevall<strong>en</strong> van duidelijk wangedrag, al snel te gaan over de vraag wie welk aandeelheeft gehad in niet waargemaakte verwachting<strong>en</strong>, terwijl het twijfelachtig is of e<strong>en</strong> van departij<strong>en</strong> (financieel) werkelijk beter wordt van e<strong>en</strong> zoektocht in het verled<strong>en</strong>. 2De situatie vertoont verwantschap met e<strong>en</strong> echtscheiding. Beid<strong>en</strong>, de één misschi<strong>en</strong> watmeer als de ander, hebb<strong>en</strong> vaak e<strong>en</strong> aandeel in het stuklop<strong>en</strong> van de relatie. Beid<strong>en</strong> zijnmeestal ook gebaat bij e<strong>en</strong> afwikkeling zonder al te veel modder-gooi<strong>en</strong>. Al <strong>en</strong>ige tijd kanin Nederland e<strong>en</strong> echtscheiding uitgesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als sprake is van e<strong>en</strong> duurzameontwrichting van e<strong>en</strong> huwelijk. De schuldvraag is daarmee niet volledig onbelangrijkgeword<strong>en</strong>, maar wel zeer duidelijk naar de achtergrond gebracht. 3In het contract<strong>en</strong>recht – om me daartoe te beperk<strong>en</strong> – is e<strong>en</strong> vergelijkbare ontwikkelingachterwege geblev<strong>en</strong>. Toch kan ook hier de vraag gesteld word<strong>en</strong> of het zinvol zou zijn deschuldvraag minder promin<strong>en</strong>t op de ag<strong>en</strong>da te zett<strong>en</strong>. In ieder geval lijkt het van belangte wet<strong>en</strong> of het uit<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beschuldiging jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> ander gebaseerd is op e<strong>en</strong> rationelekeuze die het product is van e<strong>en</strong> afweging van kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong>, of dat het e<strong>en</strong> min ofmeer onbewust automatisme is. Iemand die hier over door wil d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, loopt al snel teg<strong>en</strong>onbeantwoorde vrag<strong>en</strong> aan. Wat wet<strong>en</strong> we van het proces van beschuldig<strong>en</strong>? Wat gebeurter als we iemand beschuldig<strong>en</strong>? Welke prikkels gaan daaraan vooraf? Hebb<strong>en</strong> regels vanhet contract<strong>en</strong>recht hier e<strong>en</strong> rol in? Zo ja, welke?Verschill<strong>en</strong>de sociaal psycholog<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zich met deze vrag<strong>en</strong> beziggehoud<strong>en</strong>. 4 Hetvell<strong>en</strong> van morele oordel<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> betrekkelijk afgebak<strong>en</strong>d gebied binn<strong>en</strong> de bredereattributieleer. 5 Het toerek<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaald gevolg aan e<strong>en</strong> oorzaak kan immersook zonder e<strong>en</strong> moreel oordeel te vell<strong>en</strong>, wat dat betreft is er ge<strong>en</strong> verschil tuss<strong>en</strong> het2 Zie eerder (<strong>en</strong> uitvoeriger) mijn proefschrift, De Hoon 2005.3 Zie voor e<strong>en</strong> kritisch betoog over het criterium duurzame ontwrichting het artikel van Pel (Pel 1999, p. 639 e.v.). Volg<strong>en</strong>sPel kan het criterium beter van het toneel verdwijn<strong>en</strong>, omdat het alle<strong>en</strong> maar afleidt van waar het werkelijk omgaat: het regel<strong>en</strong> van de gevolg<strong>en</strong> van de echtscheiding. In internationaal verband (Principles on Divorce van de Commisionon European Family Law) is schuldloze echtscheidingsgrond e<strong>en</strong> belangrijk thema, zie hierover Antokolskaia2006.4 Zie voor e<strong>en</strong> overzicht Alicke 2000, p. 556. Hoewel de begripp<strong>en</strong> blame, responsibility <strong>en</strong> attribution niet altijd ev<strong>en</strong>goed te onderscheid<strong>en</strong> zijn, lijkt blame e<strong>en</strong> species te zijn van attributon, althans dat is het in Shaver’s model, e<strong>en</strong> vaakgeciteerd model over causale attributie (Shaver 1985).5 Zie hiervoor de bijdrage van Gies<strong>en</strong> aan deze bundel.130Gies<strong>en</strong>_01.indb 82 20-5-2008 16:29:25


Schuld in het contract<strong>en</strong>rechtjuridische begrip toerek<strong>en</strong>ing, <strong>en</strong> dit begrip zoals dat gebruikt wordt in de sociale psychologie.Het gaat in dit essay om de stap waarin dat morele oordeel wél geveld wordt. 6Kort sam<strong>en</strong>gevat is het doel van dit essay tweeledig: 1. in kaart br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> wat er gebeurtals we iemand beschuldig<strong>en</strong>, <strong>en</strong> 2. analyser<strong>en</strong> welke gevolg<strong>en</strong> dit zou kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>voor de inrichting van <strong>privaatrecht</strong>elijke (contract<strong>en</strong>recht) regels. Ik vang aan met e<strong>en</strong>kort overzicht van de belangrijkste contractuele regels over schuld (par. 2). Daarna volgte<strong>en</strong> beknopte weergave van inzicht<strong>en</strong> uit de sociale psychologie over schuld (par. 3). Demogelijke gevolg<strong>en</strong> voor de inrichting van ‘de schuldregels’ kom<strong>en</strong> aan bod in de daaropvolg<strong>en</strong>deparagraaf (par. 4). In paragraaf 5 sluit ik af met e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van debelangrijkste uitkomst<strong>en</strong>.2 Sc h u l d i n h e t c o n t r a c t e n r e c h t2.1 De belangrijkste schuldregels in vogelvluchtDe meest belangrijke ‘schuld’-bepaling<strong>en</strong> in het algem<strong>en</strong>e contract<strong>en</strong>recht zijn natuurlijkde artikel<strong>en</strong>. 6:74 <strong>en</strong> 6:75 BW. Iedere tekortkoming in de nakoming verplicht de schuld<strong>en</strong>aarde schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoed<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij zij niet is te wijt<strong>en</strong>aan schuld, noch kracht<strong>en</strong>s wet, rechtshandeling of de verkeersopvatting<strong>en</strong> voor zijnrek<strong>en</strong>ing komt. Daarmee zijn niet alle tekortkomingssituaties onder de schuldnoemer tebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, maar de meeste wel. De artikel<strong>en</strong> 6:81 tot <strong>en</strong> met 6:83 BW gev<strong>en</strong> aan wanneerde schuldvraag begint te spel<strong>en</strong>. De belangrijkste regel in deze bepaling<strong>en</strong> is die vande ingebrekestelling. Als de schuld<strong>en</strong>aar na e<strong>en</strong> schriftelijke aanmaning tot nakomingalsnog niet nakomt, treedt verzuim in. Verzuim is de juridische toestand die nodig is omschadevergoeding te vorder<strong>en</strong> op basis van artikel 6:74 BW, t<strong>en</strong>zij de nakoming blijv<strong>en</strong>donmogelijk is.Bij ontbinding van wederkerige overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>, heeft schuld – strikt juridisch g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>– e<strong>en</strong> minder promin<strong>en</strong>te plaats. Ontbinding op grond van 6:265 BW is mogelijk bije<strong>en</strong> tekortkoming in de nakoming, maar toerek<strong>en</strong>baarheid is niet vereist. In de praktijkligt de schuldvraag ook bij ontbinding op de loer, niet alle<strong>en</strong> omdat e<strong>en</strong> vordering totontbinding vaak sam<strong>en</strong>gaat met e<strong>en</strong> vordering tot schadevergoeding, maar ook omdathet lastig is e<strong>en</strong> discussie te voer<strong>en</strong> over de vraag of er wel of ge<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong>tekortkoming in de nakoming, zonder te ervar<strong>en</strong> dat tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> moreel oordeel geveldwordt. De ingebrekestelling is ook hier vereist, voor zover de nakoming niet blijv<strong>en</strong>d oftijdelijk onmogelijk is (art. 6:265 lid 2 BW).6 Zie voor de fase daarvoor (de attributiefase) de bijdrage van Gies<strong>en</strong> in deze bundel.131Gies<strong>en</strong>_01.indb 83 20-5-2008 16:29:25


M.W. de HoonIn het bijzondere contract<strong>en</strong>recht zijn bepaling<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> over het vorder<strong>en</strong> vanschadevergoeding <strong>en</strong> het e<strong>en</strong>zijdig beëindig<strong>en</strong> van het contract. Veel bepaling<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>in ess<strong>en</strong>tie overe<strong>en</strong> met de voorg<strong>en</strong>oemde algem<strong>en</strong>e bepaling<strong>en</strong>. Opzegging heeft in hetbijzondere contract<strong>en</strong>recht wel e<strong>en</strong> promin<strong>en</strong>te plaats. Het is echter niet altijd duidelijkwat de plaats is van schuld in dit leerstuk. Intuïtief zull<strong>en</strong> vel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd zijn te oordel<strong>en</strong>dat opzegging e<strong>en</strong> neutrale (dat wil zegg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> schuldloze) vorm van beëindig<strong>en</strong> is, maare<strong>en</strong> nadere beschouwing van wet <strong>en</strong> praktijk leert anders. 7 De wet verwijst naar opzeggingweg<strong>en</strong>s dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong>, waarmee de schuldvraag – niet per se, maar vaak wel –zijn intrede doet. Als wet <strong>en</strong> contract zwijg<strong>en</strong>, zijn partij<strong>en</strong> overgeleverd aan redelijkheid<strong>en</strong> billijkheid. Alle ruimte voor e<strong>en</strong> volledig neutrale beëindiging dus, maar ook hier lijkthet alsof partij<strong>en</strong> zich veiliger voel<strong>en</strong> aansluiting te zoek<strong>en</strong> bij wat de ander te verwijt<strong>en</strong>valt. Want in ieder geval is het gevoel in de praktijk vaak dat de mate van schuld e<strong>en</strong> grotekans heeft om invloed te hebb<strong>en</strong> op de uitkomst van juridische beoordeling.Illustratief is de zaak Latour/De Bruijn. 8 Na e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking van honderd jaar zegtleverancier Latour de sam<strong>en</strong>werking met De Bruijn op. In tweede aanleg toetste het hofde – dan overeind geblev<strong>en</strong> – twee door Latour aangevoerde red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor opzeggingop zwaarwichtigheid. De eerste red<strong>en</strong> kwam er kort gezegd op neer dat De Bruijn zichniet hield aan de prijsafsprak<strong>en</strong>, de tweede – vrij vertaald – was de niet erg constructievehouding van De Bruijn tijd<strong>en</strong>s bespreking<strong>en</strong> over verandering<strong>en</strong>. Ge<strong>en</strong> van de grond<strong>en</strong>kon de toets doorstaan (de eerste weg<strong>en</strong>s gebrek aan bewijs). De Hoge Raad boog zichvervolg<strong>en</strong>s over de principiële vraag of voor de opzegging van e<strong>en</strong> commerciële duurovere<strong>en</strong>komstüberhaupt e<strong>en</strong> grond nodig is. Volg<strong>en</strong>s de Hoge Raad bepal<strong>en</strong> redelijkheid<strong>en</strong> billijkheid of e<strong>en</strong> grond nodig is, <strong>en</strong> of die grond voldo<strong>en</strong>de zwaarwichtig is. 9 Waaromkoos Latour deze route? Waarom ge<strong>en</strong> bedrijfseconomische red<strong>en</strong>? Dat afzetmarkt<strong>en</strong>verander<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> verloop van meer dan honderd jaar zal door niemand weersprok<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Waarom dan toch de schuldroute? Daar zijn ongetwijfeld procestechnischered<strong>en</strong><strong>en</strong> voor, <strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> nog andere red<strong>en</strong><strong>en</strong> die niet door lezing van het arrestachterhaald kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Toch is het opmerkelijk dat deze zaak (waar het ging ome<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking van meer dan honderd jaar) gedomineerd werd door de vraag wiewelke afspraak uit het verled<strong>en</strong> niet nagekom<strong>en</strong> was.‘Schuld’ is ook e<strong>en</strong> belangrijk thema in het arbeidsrecht. Uiteraard bij de e<strong>en</strong>zijdigebeëindiging, waar schuld de factor C in de kantonrechtersformule bepaalt, maar ook bijschade ontstaan door of bij de werknemer tijd<strong>en</strong>s de uitoef<strong>en</strong>ing van werkzaamhed<strong>en</strong>. 107 De Vries heeft het debat over wel of ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> voor opzegging van duurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> onlangs weer op de ag<strong>en</strong>dagezet, zie De Vries 2007.8 HR 3 december 1999, NJ 2000/120 (Latour/De Bruijn).9 Deze lijn is herhaald in latere rechtspraak, zie hiervoor De Hoon 2005, p. 30.10 Zie hierover de bijdrage van Bacharias, Lind<strong>en</strong>bergh <strong>en</strong> Mascini aan deze bundel.132Gies<strong>en</strong>_01.indb 84 20-5-2008 16:29:25


Schuld in het contract<strong>en</strong>rechtTot slot – het overzicht is niet bedoeld volledig te zijn – noem ik e<strong>en</strong> tweetal algem<strong>en</strong>eschade-vergoedingsbepaling<strong>en</strong> die ook in e<strong>en</strong> contractuele relatie voor e<strong>en</strong> schulddiscussiekunn<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong>. In de eerste plaats is dat artikel 6:98 BW. Bij de invulling vande op<strong>en</strong> maatstaf van toerek<strong>en</strong>ing, is onder meer de aard van de aansprakelijkheid vanbelang. In het algeme<strong>en</strong> geldt: hoe hoger de schuldgraad, hoe ruimer de toerek<strong>en</strong>ing.Nu geldt dit in het bijzonder voor buit<strong>en</strong>contractuele situaties waarbij sprake is vansch<strong>en</strong>ding van verkeers- <strong>en</strong> veiligheidsnorm<strong>en</strong>, maar ook binn<strong>en</strong> contractuele relatieszal de mate van schuld van belang zijn voor de vraag welke schade voor vergoedingin aanmerking komt, <strong>en</strong> welke niet. Iets vergelijkbaars geldt voor artikel 6:101 BW, debepaling voor eig<strong>en</strong> schuld. Laatstg<strong>en</strong>oemde bepaling was bijvoorbeeld belangrijk in e<strong>en</strong>rec<strong>en</strong>t arrest, maar daarover meer in paragraaf 4. 112.2 Keuze voor schuldroute op basis van rationaliteit?Over elk van voornoemde regels is veel meer te zegg<strong>en</strong>, ook vanuit het perspectief schuld.De juridische oplossing<strong>en</strong> voor ingewikkelde vrag<strong>en</strong> zijn vaak mooi, bij vlag<strong>en</strong> zelfsprachtig. 12 Maar in dit essay gaat het om e<strong>en</strong> mogelijke verbeterde sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong>regels <strong>en</strong> gedrag. Vanuit deze insteek is het van belang stil te staan bij mogelijke veronderstelling<strong>en</strong>over het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>; veronderstelling<strong>en</strong> die, impliciet, aan deregels t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong>. De voornoemde regels gaan ervan uit dat e<strong>en</strong> gelaedeerdecontractspartij haar recht kan hal<strong>en</strong> door de ander ter verantwoording te roep<strong>en</strong> voorverwijtbaar gedrag. De gedachte is – kort gezegd – dat juridische recht<strong>en</strong> afgedwong<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als hard gemaakt kan word<strong>en</strong> dat de ander inderdaad iets te verwijt<strong>en</strong>valt met schade als gevolg. Hieraan gaan t<strong>en</strong> minste twee veronderstelling<strong>en</strong> vooraf.De eerste is dat e<strong>en</strong> gelaedeerde contractspartij overziet welke keuzes voorhand<strong>en</strong> zijnom haar recht te hal<strong>en</strong>. Niets do<strong>en</strong>, onderhandel<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of e<strong>en</strong> procedure aanspann<strong>en</strong> zijnde eerste keuzemogelijkhed<strong>en</strong> die opkom<strong>en</strong>. 13 Maar e<strong>en</strong>maal gekoz<strong>en</strong> voor bijvoorbeeldonderhandel<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of e<strong>en</strong> procedure aanspann<strong>en</strong>, zijn er nog meer belangrijke keuzes temak<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld, wat wil de gelaedeerde partij bereik<strong>en</strong>, <strong>en</strong> welke juridische vertaalslagkomt het beste overe<strong>en</strong> met die w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>? Op dit punt kan er al veel misgaan, zo is11 HR 21 september 2007, LNJ: BA9610, Hoge Raad, C06/049HR. Het lijkt er overig<strong>en</strong>s op dat het Hof in deze zaak e<strong>en</strong>afwijk<strong>en</strong>de methode heeft toegepast voor bepaling van de mate van eig<strong>en</strong> schuld. In afwijking van art. 6:101 BW heefthet Hof nagelat<strong>en</strong> de ernst van de verwijtbaarheid te abstraher<strong>en</strong> van de conditio sine qua non-voorvraag. Zie over ditpunt de conclusie van A-G Spier (bespreking van het incid<strong>en</strong>tele middel), zie ook HR 13 januari 2006, NJ 2006, 59.12 Bijvoorbeeld de proportionaliteitsaanpak bij art. 6:101 BW, zie bijvoorbeeld de dissertatie van Keirse (Keirse 2003). Zieook Stolp 2007.13 E<strong>en</strong> overzicht van de verschill<strong>en</strong>de ‘oplossingsstrategieën’ die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met juridische conflict<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> geeft ‘de geschilbeslechtingsdelta’,e<strong>en</strong> onderzoek van het WODC (Van Velthov<strong>en</strong> & Ter Voert 2003).133Gies<strong>en</strong>_01.indb 85 20-5-2008 16:29:26


M.W. de Hoonvaker gezegd. 14 Het kan zijn dat iemand niet goed kan overzi<strong>en</strong> welke opties er zijn omdathet recht die duidelijkheid e<strong>en</strong>voudigweg niet biedt (hoeveel ruimte is er in het huidigerecht voor e<strong>en</strong> werkelijk neutrale opzegging?). 15 Het kan ook zijn dat iemand ‘objectief’advies krijgt van e<strong>en</strong> ‘stakeholder’ <strong>en</strong> daardoor e<strong>en</strong> blinde vlek heeft voor bepaalde keuzemogelijkhed<strong>en</strong>.16 Het is niet altijd e<strong>en</strong>voudig te overzi<strong>en</strong> welke keuzes iemand heeft, <strong>en</strong>dat reikt verder dan de keuze tuss<strong>en</strong> wel of niet proceder<strong>en</strong>.De tweede veronderstelling ligt in het verl<strong>en</strong>gde van de eerste. Als e<strong>en</strong>maal helder iswelke keuzes e<strong>en</strong> gelaedeerde partij heeft, dan is de volg<strong>en</strong>de stap dat zij e<strong>en</strong> keuze maaktop basis van e<strong>en</strong> soort kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>afweging. Dit veronderstelt e<strong>en</strong> rationele afwegingtuss<strong>en</strong> input <strong>en</strong> de te verwachte output. Hier valt veel over te zegg<strong>en</strong>. Wat betreft dekost<strong>en</strong> kan gedacht word<strong>en</strong> aan procedurele kost<strong>en</strong> (kost<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> advocaat, griffierecht<strong>en</strong>,<strong>en</strong>z.), maar ook aan stress, tijd <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie. 17 De bat<strong>en</strong> zijn de te verwacht<strong>en</strong>opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong>, financieel, maar ook (<strong>en</strong> vooral) anderszins. 18 Het vereist e<strong>en</strong> groot zelfinzicht,over precieze zorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, over wat het je kost <strong>en</strong> oplevert als je langdurig ine<strong>en</strong> conflict verwikkeld b<strong>en</strong>t, <strong>en</strong> over je mogelijkhed<strong>en</strong> dan wel beperking<strong>en</strong> om rationeleafweging<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>. Ook hier zijn valkuil<strong>en</strong>. Het spreekt voor zich dat die valkuil<strong>en</strong>voornamelijk met het veronderstelde zelfinzicht te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> deel zal hete<strong>en</strong> kwestie zijn van e<strong>en</strong>voudigweg niet in staat zijn te overzi<strong>en</strong> hoe de toekomst eruitziet(het is lastig voorspell<strong>en</strong> wat de impact van e<strong>en</strong> geschil zal zijn), voor e<strong>en</strong> deel heefthet te mak<strong>en</strong> met cognitieve beperking<strong>en</strong>. Vooral voor dit laatste punt kan de socialepsychologie waardevol zijn.3 Sc h u l d i n d e s o c i a l e ps y c h o l o g i e3.1 Schuld als onderdeel van attributieBinn<strong>en</strong> de (sociale) psychologie is veel onderzoek verricht naar schuld. Dit onderzoekpast binn<strong>en</strong> het bredere thema ‘causale attributie’, e<strong>en</strong> thema dat het nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> vanm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> over oorzakelijke verband<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal stelt. 19 E<strong>en</strong> vraag die in dit verband onderzochtis, is of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> het gedrag van ander<strong>en</strong> vooral wijt<strong>en</strong> aan de persoon zelf, of aan14 Zie hiervoor Van Zeeland, Kamminga & Bar<strong>en</strong>drecht 2003.15 Zie hiervoor mijn proefschrift (De Hoon 2005, p. 195-196).16 E<strong>en</strong> ‘stakeholder’ kan bijvoorbeeld e<strong>en</strong> advocaat zijn, die graag langdurig procedeert.17 Zie voor e<strong>en</strong> overzicht van de kost<strong>en</strong> Bar<strong>en</strong>drecht & Kamminga 2005; Bar<strong>en</strong>drecht & Klijn 2004, p. 16-17; specifiek voorhoger beroep procedures Bar<strong>en</strong>drecht & De Hoon 2006. Cijfers over de mate waarin burgers stress ervar<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong>procedure met e<strong>en</strong> beslissing als eindpunt, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> procedure met overe<strong>en</strong>stemming als eindpunt gev<strong>en</strong> Van Velthov<strong>en</strong>& Ter Voert (Van Velthov<strong>en</strong> & Ter Voert 2003, p. 167).18 De geschilbeslechtingsdelta geeft inzicht in de verschill<strong>en</strong>de doel<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> nastrev<strong>en</strong> bij het aanpakk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>juridische probleem, zie Van Velthov<strong>en</strong> & Ter Voert 2003, p. 142.19 Zie hierover de bijdrage van Gies<strong>en</strong> in deze bundel.134Gies<strong>en</strong>_01.indb 86 20-5-2008 16:29:26


Schuld in het contract<strong>en</strong>rechtexterne factor<strong>en</strong>. Het blijkt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> deze analyse vaak verricht<strong>en</strong> zonder er lang bijstil te staan. Maar vooral als m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> geconfronteerd word<strong>en</strong> met iets onverwachts ofnegatiefs, verricht<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitvoerigere causale analyse. Shaver onderscheidt drievrag<strong>en</strong> in het proces van beschuldiging: 1) What is the cause? 2) Who is responsible?<strong>en</strong> 3) Who is to blame? 20 De vraag onderwerpt het gedrag aan e<strong>en</strong> moreel oordeel overgoed of slecht. Strikt juridisch gezi<strong>en</strong> zijn vooral de eerste twee vrag<strong>en</strong> interessant. Inde bredere context van aansprakelijkheid bestrijkt verwijtbaarheid immers e<strong>en</strong> relatiefklein terrein. Maar vanuit e<strong>en</strong> meer maatschappelijk gezichtspunt – <strong>en</strong> daarmee indirectook vanuit e<strong>en</strong> juridisch gezichtspunt – is de laatste vraag minst<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong> interessant. 21‘De schuld krijg<strong>en</strong>’ raakt m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in hun diepste wez<strong>en</strong>. Niet voor niets staat e<strong>en</strong> schuldlozeechtscheiding al zo lang promin<strong>en</strong>t op de ag<strong>en</strong>da’s van veel rechtsstat<strong>en</strong>. 22In dit essay beperk ik me tot literatuur over de laatste vraag (who is to blame?). 23 Veelonderzoek naar ‘de psychologie van schuld’ is ‘toegepaste literatuur’, <strong>en</strong> heeft betrekkingop daders <strong>en</strong> slachtoffers van ernstige strafrechtelijke delict<strong>en</strong>: waarom bijvoorbeeldsommige daders meer schuld lijk<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> dan ander<strong>en</strong>, terwijl daar ge<strong>en</strong> goede rationeleverklaring voor is, hoe de buit<strong>en</strong>wereld teg<strong>en</strong> slachtoffers aankijkt, welke psychologischevalkuil<strong>en</strong> er zijn bij e<strong>en</strong> daderid<strong>en</strong>tificatie door ooggetuig<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke rol factor<strong>en</strong>als uiterlijk, karakter <strong>en</strong> achtergrond hebb<strong>en</strong> bij daders, slachtoffers <strong>en</strong> observers. 24 Maarer is ook literatuur over het proces van beschuldig<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong>. 25 Wat gebeurt er alsm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> moreel oordeel vorm<strong>en</strong> over goed of slecht? Welke motiev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>voor het vell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> moreel oordeel? Welke d<strong>en</strong>kfout<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>? Wat doet hetmet m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> als ze geconfronteerd word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beschuldiging? Ik geef de hoofdlijn<strong>en</strong>in het hierna volg<strong>en</strong>de weer.3.2 Het proces van beschuldig<strong>en</strong>: intuïtieWat gebeurt er als m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> moreel oordeel (bijvoorbeeld over goed of slecht gedrag)vell<strong>en</strong>? In de sociale psychologie bestaat e<strong>en</strong> aantal modell<strong>en</strong> die dit proces weergev<strong>en</strong>. 2620 Shaver 1985, p. 10.21 Vgl. Felstiner, Abel, & Sarat 1980, p. 636: ‘The sociology of law should pay more att<strong>en</strong>tion to the early stages of disputesand to the factors that determine whether naming, blaming, and claiming will occur. Learning more about the exist<strong>en</strong>ce,abs<strong>en</strong>ce, or reversal of these basic transformations will increase our understanding of the disputing process andour ability to evaluate dispute processing institutions’.22 Zie hiervoor Antokolskaia 2006.23 Zie voor de eerste twee vrag<strong>en</strong> de bijdrage van Gies<strong>en</strong>.24 E<strong>en</strong> goed beeld van de verschill<strong>en</strong>de onderzoek<strong>en</strong> op deze (met name strafrechtelijke) terrein<strong>en</strong> geeft Rassin (Rassin2005). Zie verder het overzicht van Alicke (Alicke 2000, p. 556).25 Zie hiervoor Haidt 2001, Alicke 2000, Solan 2003, Shaver 1985 <strong>en</strong> Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002.26 Zie voor e<strong>en</strong> overzicht Haidt 2001, p. 814-816.135Gies<strong>en</strong>_01.indb 87 20-5-2008 16:29:26


M.W. de HoonMet name de rec<strong>en</strong>tere werk<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> model waarbij intuïtie gecombineerdwordt met ratio, maar dat laatste vooral om het intuïtieve oordeel te bevestig<strong>en</strong>. 27E<strong>en</strong> moreel oordeel is het resultaat van e<strong>en</strong> evaluatie van het gedrag of het karakter vane<strong>en</strong> ander. Die evaluatie vindt plaats teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> achtergrond van norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> diein e<strong>en</strong> bepaalde (sub)cultuur door de meeste m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> geaccepteerd word<strong>en</strong>. 28 Naar hetblijkt moet<strong>en</strong> we ons van die evaluatie niet al te veel voorstell<strong>en</strong>. Het is in ieder gevalge<strong>en</strong> objectieve afweging van argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Haidt <strong>en</strong> Solan, twee veel geciteerdewet<strong>en</strong>schappers, word<strong>en</strong> morele oordel<strong>en</strong> doorgaans op basis van intuïtie gevormd, nietop basis van ratio <strong>en</strong> e<strong>en</strong> objectieve afweging van argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. 29 Die intuïtie komt voortuit het gegev<strong>en</strong> dat wij van nature g<strong>en</strong>eigd zijn de wereld te conceptualiser<strong>en</strong> in gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>,<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> conceptualiser<strong>en</strong> we op hun beurt in term<strong>en</strong> van oorzaak<strong>en</strong> gevolg. 30 We do<strong>en</strong> dit omdat het ons wat oplevert. Het maakt de ding<strong>en</strong> namelijkbegrijpelijk <strong>en</strong> controleerbaar, iets waar veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> behoefte aan hebb<strong>en</strong>. 31 Op zichzelfe<strong>en</strong> nuttig proces dus, <strong>en</strong> morele oordel<strong>en</strong> (goed of slecht) hoev<strong>en</strong> er niet aan te pas tekom<strong>en</strong>. Meestal gaat e<strong>en</strong> oorzaak-gevolggedachte echter wel gepaard met e<strong>en</strong> moreleafweging over goed of slecht.Hoe komt dit? Waarschijnlijk omdat de stap van de oorzaak-gevolggedachte naar e<strong>en</strong>moreel oordeel niet erg groot is. E<strong>en</strong> moreel oordeel bestaat, volg<strong>en</strong>s de sociaal psycholog<strong>en</strong>,slechts uit drie ingrediënt<strong>en</strong>: 1) de oorzaak-gevolggedachte, 2) e<strong>en</strong> slechte/ongew<strong>en</strong>steuitkomst <strong>en</strong> 3) e<strong>en</strong> state of mind. 32 Kort gezegd komt het erop neer dat de confrontatiemet e<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>ste situatie die mede is veroorzaakt door het gedrag van e<strong>en</strong>ander, terwijl die ander beter had moet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>, voldo<strong>en</strong>de is om e<strong>en</strong> beschuldiging teuit<strong>en</strong>. Door onze natuurlijke neiging de ding<strong>en</strong> te structurer<strong>en</strong> in oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong>,is de confrontatie met e<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>ste situatie alle<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> ‘trigger’ voor schuld. Het<strong>en</strong>ige wat nog ontbreekt, is de veronderstelling dat iemand beter had moet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> (e<strong>en</strong>culpable mind).27 Deze theorie wordt wel aangeduid als de Dual Process Theory. Zie over deze theorie in het bijzonder de werk<strong>en</strong> vanHaidt 2001, Solan 2003 <strong>en</strong> Shweder & Haidt 1993. E<strong>en</strong> ander geluid komt onder meer van Kohlberg (Kohlberg 1969).Kohlberg concludeert op basis van test<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> door middel van role-taking als e<strong>en</strong> soort rechter argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>weg<strong>en</strong> over onderwerp<strong>en</strong> als rechtvaardigheid <strong>en</strong> verwerpelijk of juist w<strong>en</strong>selijk gedrag. Zie voor meer verwijzing<strong>en</strong>naar verschill<strong>en</strong>de theorieën Haidt 2001 <strong>en</strong> Pizarro & Bloom 2003.28 Zie hiervoor Shaver 1985, p. 72-74.29 ‘Rather than following the anci<strong>en</strong>t Greek in worshiping reason, we should instead look for the roots of human intellig<strong>en</strong>ce,rationality and virtue in what the mind does best: perception, intuition, and other m<strong>en</strong>tal operations that arequick, effortless, and g<strong>en</strong>erally quite accurate’, Haidt 2001, p. 814; Zie ook Solan 2003. Overig<strong>en</strong>s gaat de veelgemaakteteg<strong>en</strong>stelling tuss<strong>en</strong> emotie <strong>en</strong> cognitie hier niet op. Intuïtie is ook e<strong>en</strong> vorm van cognitie, alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> veel snellere <strong>en</strong>minder zorgvuldige afweging, aldus de onderzoekers.30 ‘The pres<strong>en</strong>ce of the blame impulse’s building blocks in everyday (life) though may, at least to some ext<strong>en</strong>t, explain some ofthe reasons it is so easily triggered’, aldus Solan 2003, p. 1012. Zie ook Baron, Byrne & Branscombe 2006, p. 93.31 Alicke 2000, p. 556 e.v. Zie ook Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002.32 Alicke 2000, p. 557; Solan 2003, p. 1006-1020; Solan 2005 <strong>en</strong> Knobe 2005. E<strong>en</strong> iets andere opsomming geeft Shaver(Shaver 1985, p. 160), hoewel ook hier de drie g<strong>en</strong>oemde aspect<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>baar zijn.136Gies<strong>en</strong>_01.indb 88 20-5-2008 16:29:26


Schuld in het contract<strong>en</strong>recht3.3 Het proces van beschuldig<strong>en</strong>: post hoc reasoningDe volg<strong>en</strong>de stap is dat het intuïtieve oordeel wordt gerechtvaardigd door e<strong>en</strong> red<strong>en</strong>eringachteraf. Post hoc reasoning wordt dat g<strong>en</strong>oemd. 33 Het bered<strong>en</strong>er<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> negatiefoordeel over iemand heeft volg<strong>en</strong>s Haidt meer weg van e<strong>en</strong> advocaat die e<strong>en</strong> cliënt verdedigt,dan van e<strong>en</strong> rechter die op zoek is naar de waarheid. Het intuïtieve oordeel is in ditgeval de cliënt die verdedigd moet word<strong>en</strong>. Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> interpretaties van feit<strong>en</strong> diehet intuïtieve oordeel bevestig<strong>en</strong>, dring<strong>en</strong> naar de voorgrond <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gestelde ‘bewijz<strong>en</strong>’verdwijn<strong>en</strong> zo veel mogelijk naar de achtergrond (biased information search). Het is,volg<strong>en</strong>s de k<strong>en</strong>ners, e<strong>en</strong> onbewust proces, zelfs als m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> doordrong<strong>en</strong> zijn van d<strong>en</strong>oodzaak e<strong>en</strong> afweging in uiterste objectiviteit te mak<strong>en</strong>. 343.4 Motiev<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> biased information searchHet voorstaande klinkt niet erg bemoedig<strong>en</strong>d. We zijn k<strong>en</strong>nelijk niet in staat objectiefgewog<strong>en</strong> oordel<strong>en</strong> te vell<strong>en</strong> over (het gedrag van) ander<strong>en</strong>. Hoe komt dat? De cognitievepsychologie noemt e<strong>en</strong> drietal motiev<strong>en</strong>: 351. Acceptatie door gelijkgestemd<strong>en</strong>.2. Bevestiging van e<strong>en</strong> beeld van e<strong>en</strong> rechtvaardige wereld.3. Bevestiging van e<strong>en</strong> ontwikkeld positief zelfbeeld.Het eerste komt voort uit onze behoefte aan saamhorigheid <strong>en</strong> harmonie. Deze behoeftemaakt dat we de neiging hebb<strong>en</strong> om het ‘bij voorbaat’ e<strong>en</strong>s te zijn met vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong>one<strong>en</strong>s te zijn met andersgestemd<strong>en</strong>. We will<strong>en</strong> er graag bij hor<strong>en</strong>, daar komt het kortgezegd op neer. In feite is het terug te voer<strong>en</strong> op het derde motief: de bevestiging van e<strong>en</strong>zelfontwikkeld positief zelfbeeld. Acceptatie van e<strong>en</strong> groep gelijkgestemd<strong>en</strong> geeft onsvoldo<strong>en</strong>ing omdat we daardoor het gevoel krijg<strong>en</strong> goed bezig te zijn. We vergelijk<strong>en</strong> onsgraag met ander<strong>en</strong> die het in onze og<strong>en</strong> minder goed do<strong>en</strong>, dit ook weer ter bevestigingvan het positieve zelfbeeld. 36 Het groepseffect werkt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> versterk<strong>en</strong>d. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn33 Zie hiervoor bijvoorbeeld Haidt 2001, p. 820.34 E<strong>en</strong> objectief moreel oordeel vell<strong>en</strong> op basis van ratio is alle<strong>en</strong> in onder zeer uitzonderlijke condities mogelijk. Tijd,d<strong>en</strong>kcapaciteit<strong>en</strong>, motivatie om accuraat te zijn, ge<strong>en</strong> a priori oordeel te verdedig<strong>en</strong> of rechtvaardig<strong>en</strong>. Verder mog<strong>en</strong>ge<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>: motiev<strong>en</strong> om harmonie te bewar<strong>en</strong> met naast<strong>en</strong> (relatedness motives), <strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde coher<strong>en</strong>tiemotiev<strong>en</strong>(coher<strong>en</strong>ce motives). Dit laatste ziet op de behoefte van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> om nieuwe ervaring<strong>en</strong> met reeds gevormdebeeld<strong>en</strong> van zichzelf <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong>, zie Haidt 2001, p. 567. Zie ook Shaver 1985, p. 160: (‘Judgm<strong>en</strong>tsof responsibility and blameworthiness are (...) purely private ev<strong>en</strong>ts within perceivers. They are, in short, interpretationsof ev<strong>en</strong>ts, interpretations that are op<strong>en</strong> to dispute either by actor being judged or by other perceivers of theactor’s behavior.’)35 Haidt 2001, p. 821; Shaver 1985, p. 130 e.v.36 Vonk c.s. 2007.137Gies<strong>en</strong>_01.indb 89 20-5-2008 16:29:26


M.W. de Hoonin ieder geval, ongeacht e<strong>en</strong> diepgrav<strong>en</strong>d onderzoek naar ev<strong>en</strong>tuele overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> ofverschill<strong>en</strong>, g<strong>en</strong>eigd neer te kijk<strong>en</strong> op groep<strong>en</strong> waar ze zelf niet bij hor<strong>en</strong>, of in ieder gevalhun eig<strong>en</strong> groep leuker <strong>en</strong> beter te vind<strong>en</strong>. 37 Dit geldt in het bijzonder als de specifiekegroep zich duidelijk profileert.Het tweede motief is de bevestiging van e<strong>en</strong> beeld van e<strong>en</strong> rechtvaardige wereld, dievoorspelbaar <strong>en</strong> controleerbaar is. 38 M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> zich vaak bedreigd door de gedachtedat gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> bij toeval plaats kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>. ‘Bij toeval’ betek<strong>en</strong>t immers dat hetiedere<strong>en</strong> kan overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> gedachte die we bij negatieve gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> liever nietbevestigd zi<strong>en</strong>. Def<strong>en</strong>sive attribution ligt in het verl<strong>en</strong>gde hiervan. Het slachtoffer krijgtde schuld ‘omdat zoiets nooit zou kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verstandig <strong>en</strong> redelijk handel<strong>en</strong>dm<strong>en</strong>s als ik’, dat is de gedachte. Het blijkt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> negatief zelfbeeldzich minder snel bedreigd voel<strong>en</strong> door toevallige omstandighed<strong>en</strong>, omdat zij snellerg<strong>en</strong>eigd zijn te ervar<strong>en</strong> dat negatieve gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> op hun lev<strong>en</strong>spad hor<strong>en</strong>. 39 Ook ditmotief houdt dus verband met de bevestiging van het positieve zelfbeeld.De bevestiging van het zelfontwikkelde positieve zelfbeeld lijkt de rode draad te zijn dooronze morele oordeelsvorming. De meeste m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> schatt<strong>en</strong> zichzelf in als eerlijke, redelijkhandel<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Sterker nog, meerdere onderzoek<strong>en</strong> bevestig<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vaake<strong>en</strong> te positief beeld van zichzelf hebb<strong>en</strong>. Neg<strong>en</strong>tig proc<strong>en</strong>t van de automobilist<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>tzichzelf tot de beste vijftig proc<strong>en</strong>t, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kwart van de middelbare scholier<strong>en</strong> vindt dathij of zij wat betreft leidinggev<strong>en</strong>de capaciteit<strong>en</strong> bij de beste één proc<strong>en</strong>t hoort. 40 M<strong>en</strong>s<strong>en</strong>zijn g<strong>en</strong>eigd veel aandacht te bested<strong>en</strong> aan vlei<strong>en</strong>de informatie, <strong>en</strong> weinig aandacht aankritiek. Wanneer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> negatieve feedback krijg<strong>en</strong> (bijvoorbeeld e<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>devoor het t<strong>en</strong>tam<strong>en</strong>), wordt de oorzaak vaak gezocht in externe omstandighed<strong>en</strong> (devrag<strong>en</strong> war<strong>en</strong> niet repres<strong>en</strong>tatief), terwijl success<strong>en</strong> eerder word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong> aaneig<strong>en</strong> tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. 41 Tot slot zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd hun slechte eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> als normaleeig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> te ervar<strong>en</strong>, terwijl de positieve eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> als uitzonderlijk word<strong>en</strong>ervar<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander is versterkt aanwezig bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> positie verker<strong>en</strong> waarinzij veel invloed op ander<strong>en</strong> uit kunn<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong>, m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die, met andere woord<strong>en</strong>, veelmacht hebb<strong>en</strong>. 42 Kort gezegd komt het erop neer dat we voortdur<strong>en</strong>d op zoek zijn naarbevestiging van het beeld dat we graag van onszelf hebb<strong>en</strong>. Signal<strong>en</strong> die dit beeld verstor<strong>en</strong>zijn niet welkom, <strong>en</strong> word<strong>en</strong> om die red<strong>en</strong> niet opgepikt of verkeerd geïnterpreteerd.Het blijkt dat dit vooral e<strong>en</strong> impliciet <strong>en</strong> onbewust proces is.37 Vonk c.s. 2007, p. 133.38 Vonk c.s. 2007, p. 42.39 Shaver 1985, p. 133.40 Vonk c.s. 2007, p. 133, met verwijzing<strong>en</strong> naar ander<strong>en</strong>.41 Dit noemt m<strong>en</strong> ook wel de self-serving bias, zie Vonk c.s. 2007, p. 133. Zie hierover uitvoerig de bijdrage van Gies<strong>en</strong>.42 Baron, Byrne & Branscombe 2006, p. 482; Zie voor e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning van dit onderwerp De Hoon 2007, uiteraard metverwijzing<strong>en</strong> aldaar.138Gies<strong>en</strong>_01.indb 90 20-5-2008 16:29:26


Schuld in het contract<strong>en</strong>recht3.5 Andere valkuil<strong>en</strong> <strong>en</strong> d<strong>en</strong>kfout<strong>en</strong>Er zijn nog andere valkuil<strong>en</strong> <strong>en</strong> d<strong>en</strong>kfout<strong>en</strong>. Bij de intuïtievorming blijkt dat we vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>zijn omdat we d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in stereotyp<strong>en</strong>. 43 Ook blijkt dat we de neiging hebb<strong>en</strong>om uit het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bepaalde eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> te destiller<strong>en</strong>, eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> dievervolg<strong>en</strong>s al snel ‘e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> gaan leid<strong>en</strong>’ omdat ze in onze gedacht<strong>en</strong> versterktword<strong>en</strong>. 44 Interessant zijn ook de studies naar de invloed van taal <strong>en</strong> woordkeuze oponze morele oordeelsvorming. Het blijkt dat bepaalde woord<strong>en</strong> negatieve associatiesoproep<strong>en</strong>, terwijl andere woord<strong>en</strong> positieve associaties oproep<strong>en</strong>. Die associaties kleur<strong>en</strong>de oordeelsvorming, in die zin dat e<strong>en</strong> beschuldiging eerder zal volg<strong>en</strong> op woord<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> negatieve associatie. 45 Andere onderzoekers kwam<strong>en</strong> tot de conclusie dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>de juridisch verschill<strong>en</strong>de gevolg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> directe <strong>en</strong> indirecte veroorzaking niet goeduit elkaar kunn<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s de onderzoekers komt dit mede doordat we in onsdagelijkse taalgebruik niet gew<strong>en</strong>d zijn om e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> beide concept<strong>en</strong> temak<strong>en</strong>. 46Daarnaast blijkt dat we verschill<strong>en</strong>d reager<strong>en</strong> op negatieve <strong>en</strong> positieve informatie. Daarzijn verschill<strong>en</strong>de voorbeeld<strong>en</strong> van. Bij slechte uitkomst<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we meer verwijt<strong>en</strong>, dandat we iemand bij goede uitkomst<strong>en</strong> credits gev<strong>en</strong>. 47 Als er meerdere motiev<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbaarzijn voor bepaald gedrag, zijn we soms g<strong>en</strong>eigd aan de één minder waarde te hecht<strong>en</strong>,omdat er nog e<strong>en</strong> ander motief d<strong>en</strong>kbaar is. Het is niet precies duidelijk welke oorzaakwe als waarschijnlijk aannem<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste van de andere mogelijke oorzaak, maar het lijkterop dat we g<strong>en</strong>eigd zijn eerder ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong> negatieve oordel<strong>en</strong> te bevestig<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> persoondie bijvoorbeeld bek<strong>en</strong>d staat als gierig <strong>en</strong> lid is van verschill<strong>en</strong>de milieuorganisaties, zalbij e<strong>en</strong> weinig verwarmd huis eerder verwet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gierig te zijn, dan dat hij geprez<strong>en</strong>wordt om zijn milieubewuste lev<strong>en</strong>shouding. 48 Ook pikk<strong>en</strong> we negatieve informatie overander<strong>en</strong> makkelijker op dan positieve informatie, althans wel als het gaat om e<strong>en</strong> eersteindruk van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. 49 Uit onderzoek blijkt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> dat negatieve gevoel<strong>en</strong>s voor e<strong>en</strong>bepaalde persoon vanaf het allereerste mom<strong>en</strong>t van oordeelsvorming – het intuïtievedeel dus – van invloed zijn. 5043 Vonk c.s. 2007, p. 521; Haidt 2001, p. 820; Gilovich, Griffin & Kahneman 2002.44 Vonk c.s. 2007, p. 199.45 Vonk c.s. 2007, p. 90-91.46 Overig<strong>en</strong>s noem<strong>en</strong> de onderzoekers Nederland als voorbeeld waarin e<strong>en</strong> dergelijk onderscheid in taal wel gemaaktwordt: ‘do<strong>en</strong>’ voor directe causaliteit, <strong>en</strong> ‘lat<strong>en</strong>’ voor indirecte causaliteit. Zie Solan & Darley 2001, p. 295. Zie ook Solan2003, p. 1014-1016.47 Zie Knobe 2003, p. 190-193.48 Dit proces wordt ook wel discounting g<strong>en</strong>oemd, zie hierover Baron, Byrne & Branscombe 2006, p. 97.49 Vonk c.s. 2007, p. 176 <strong>en</strong> p. 222.50 Zie hiervoor bijvoorbeeld Feig<strong>en</strong>son 2003, p. 959.139Gies<strong>en</strong>_01.indb 91 20-5-2008 16:29:27


M.W. de Hoon4 Ee n b e t e r e a f s t e m m i n g t u s s e n r e g e l s e n ge d r a g4.1 Nuancering<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong>Het spreekt voor zich dat het contract<strong>en</strong>recht m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet hoeft te behoed<strong>en</strong> voor allemogelijke d<strong>en</strong>kfout<strong>en</strong>, maar de voorgaande exercitie roept, d<strong>en</strong>k ik, wel de vraag op of hetcontract<strong>en</strong>recht soms te veel uitgaat van rationeel handel<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Het is niet zekerof alle uitkomst<strong>en</strong> uit sociaalpsychologisch onderzoek zich gemakkelijk lat<strong>en</strong> transponer<strong>en</strong>naar juridische regels. Het zal ook lastig zijn om te onderzoek<strong>en</strong> of de effect<strong>en</strong>van ev<strong>en</strong>tuele aanpassing<strong>en</strong> positief zijn. Om te vergelijk<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de oude <strong>en</strong> de nieuwesituatie heb je immers gegev<strong>en</strong>s nodig over de oude situatie, <strong>en</strong> die zijn er niet. Zelfs in hetechtscheidingsrecht is het om die red<strong>en</strong> lastig aan te gev<strong>en</strong> wat de ‘schuldloze’ echtscheidingm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> heeft gebracht. We gaan ervan uit dat het m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> helpt om de schuldvraagniet te lat<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>, maar over het ‘waarom <strong>en</strong> hoe’ (zijn er bijvoorbeeld betere alternatiev<strong>en</strong>voor het criterium duurzame ontwrichting?) zijn weinig gegev<strong>en</strong>s bek<strong>en</strong>d. 51 Erzitt<strong>en</strong> dus wel wat hak<strong>en</strong> <strong>en</strong> og<strong>en</strong> aan deze interdisciplinaire exercitie. Maar als we, ev<strong>en</strong>los van deze hak<strong>en</strong> <strong>en</strong> og<strong>en</strong>, de schuldregels van het contract<strong>en</strong>recht bekijk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>sociaalpsychologische bril op, dan zou dat ongeveer tot het volg<strong>en</strong>de leid<strong>en</strong>.4.2 Meer informatie over e<strong>en</strong> neutrale manier om schade hersteld te krijg<strong>en</strong>In het algeme<strong>en</strong> valt op dat niet altijd e<strong>en</strong>voudig te overzi<strong>en</strong> is welke weg<strong>en</strong> iemandbeschikbaar heeft om te reager<strong>en</strong> op schade veroorzaakt door e<strong>en</strong> wederpartij. Deremedies nakoming, schadevergoeding, ontbinding, opschorting zijn bek<strong>en</strong>d, maar neemde eerderg<strong>en</strong>oemde zaak Latour/De Bruijn. Is er in ons recht ruimte voor e<strong>en</strong> opzeggingop grond van zuiver economische red<strong>en</strong><strong>en</strong>, zonder de teg<strong>en</strong>partij van <strong>en</strong>ige vorm vanwangedrag te hoev<strong>en</strong> beschuldig<strong>en</strong>? We d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van wel, maar zeker wet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> we hetniet. 52 En over de voorwaard<strong>en</strong> voor opzegging bestaat e<strong>en</strong> nog grotere onzekerheid. Ookin het eerderg<strong>en</strong>oemde rec<strong>en</strong>te arrest over eig<strong>en</strong> schuld speeld<strong>en</strong> kwesties waarbij je jeaf kunt vrag<strong>en</strong> of de contractant<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de geïnformeerd war<strong>en</strong> (of anders gezegd: ofde contract<strong>en</strong>recht-regels voldo<strong>en</strong>de duidelijk zijn) over de beschikbare weg<strong>en</strong> om om tegaan met teg<strong>en</strong>slag<strong>en</strong>. 5351 Vgl. Pel 1999, p. 639.52 De cijfers van de geschilbeslechtingsdelta ton<strong>en</strong> aan dat het burgers uiteindelijk weinig waarde hecht<strong>en</strong> aan het oordeeldat iemand schuld heeft. Slechts 0,5 % van de ondervraagd<strong>en</strong> noemde als hoofddoel in het geschil ‘e<strong>en</strong> oordeel over wieschuldig is’, <strong>en</strong> 0,2 % noemde ‘publiekelijk bek<strong>en</strong>d mak<strong>en</strong> van de schuldige’, zie Van Velthov<strong>en</strong> & Ter Voert 2003, p. 142.Het lijkt dus zeker de moeite waard meer duidelijkheid te verschaff<strong>en</strong> over neutrale weg<strong>en</strong> om tot e<strong>en</strong> oplossing van hetgeschil te kom<strong>en</strong>.53 HR 21 september 2007, LNJ: BA9610, HR C06/049HR.140Gies<strong>en</strong>_01.indb 92 20-5-2008 16:29:27


Schuld in het contract<strong>en</strong>rechtDeze zaak k<strong>en</strong>merkt zich door twee partij<strong>en</strong> die op e<strong>en</strong> duidelijk definieerbare prestatietekort zijn geschot<strong>en</strong>. Het gaat in dit arrest om de koop <strong>en</strong> levering van e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>oemdsubstraatunit, e<strong>en</strong> installatie waarmee de koper paprikaplant<strong>en</strong> kan voorzi<strong>en</strong> van voedingswater.Bij het eerste gebruik gaat het alarm van de bijbehor<strong>en</strong>de pH-regeling af.Ondanks dit alarm blijft de koper de installatie die dag gebruik<strong>en</strong>. Pas de volg<strong>en</strong>de dagverricht de koper e<strong>en</strong> pH-waardemeting; de waarde blijkt vele mal<strong>en</strong> te hoog te zijn.De koper w<strong>en</strong>dt zich tot de verkoper, maar de paprikaplant<strong>en</strong> zijn dan al onherstelbaarbeschadigd (schade ruim € 230.000). De verkoper constateert nadi<strong>en</strong> dat de installatievloeistof verplaatste zonder dat de doseerpomp aanstond. Dit manco bleek betrekkelijke<strong>en</strong>voudig te verhelp<strong>en</strong> door het plaats<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> drukv<strong>en</strong>tiel. Beide partij<strong>en</strong> valt e<strong>en</strong>ernstig verwijt te mak<strong>en</strong>, zo oordeelt het hof in tweede aanleg. Dit oordeel is in cassatie,terecht volg<strong>en</strong>s A-G Spier, niet bestred<strong>en</strong>. Uiteindelijk vond e<strong>en</strong> verdeling plaats metbehulp van het leerstuk 6:101 BW, waarbij het hof oordeelde dat de ernst van de fout vande verkoper meebracht dat de vergoedingsplicht niet lager zou mog<strong>en</strong> zijn dan voor 50% van de schade. Hoewel er ook on<strong>en</strong>igheid was over de toepasselijkheid van algem<strong>en</strong>evoorwaard<strong>en</strong>, is het in dit type zaak – e<strong>en</strong> zaak waarbij beide ernstig tekortschot<strong>en</strong> –goed d<strong>en</strong>kbaar dat ze met duidelijke regels over e<strong>en</strong> proportionele verdeling zelf tot e<strong>en</strong>oplossing gekom<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. 54De roep om heldere regels, zodat partij<strong>en</strong> vooraf wet<strong>en</strong> waar ze aan toe zijn, is natuurlijkalles behalve nieuw. Vooral met e<strong>en</strong> beroep op rechtszekerheid wordt gepleit voor regelsmet weinig ruimte voor redelijkheid <strong>en</strong> billijkheid. De w<strong>en</strong>s naar rechtszekerheid lijktvooral gebaseerd op economische motiev<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> soepel handelsverkeer). Vanuit e<strong>en</strong>sociaalpsychologisch perspectief zijn er andere red<strong>en</strong><strong>en</strong> om te pleit<strong>en</strong> voor duidelijkeregels, of in ieder geval regels waardoor partij<strong>en</strong> beter geïnformeerd zijn over de voor- <strong>en</strong>nadel<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de keuzemogelijkhed<strong>en</strong>. Het lijkt er immers op dat keuzes omte reager<strong>en</strong> op schade waarvan verondersteld wordt dat die veroorzaakt is door de wederpartij,vooral intuïtief ingegev<strong>en</strong> is. Als het aankomt op de keuze tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> praktische<strong>en</strong> toekomstgerichte oplossing <strong>en</strong>erzijds, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> diepgrav<strong>en</strong>de op het verled<strong>en</strong> gerichteschulddiscussie anderzijds, dan zijn we – zo lijkt het – vaak niet in staat deze keuzeop basis van e<strong>en</strong> rationele kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analyse te mak<strong>en</strong>. Intuïtief neig<strong>en</strong> we naar detweede keuzemogelijkheid. Als we niet precies wet<strong>en</strong> wat de mogelijkhed<strong>en</strong> zijn voor e<strong>en</strong>oplossing zonder de schulddiscussie op de voorgrond, lijkt de kans dat die intuïtie alsnoggecorrigeerd wordt door e<strong>en</strong> rationele kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analyse erg klein.Het spreekt voor zich dat dit niet voor elke type zaak zal geld<strong>en</strong>. De kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analysezal waarschijnlijk vooral alle<strong>en</strong> in het voordeel van e<strong>en</strong> redelijke verdeling zonder e<strong>en</strong>morele schulddiscussie uitpakk<strong>en</strong> bij complexe interacties, waar niet goed vast te stell<strong>en</strong>54 Vgl. hiervoor Stolp 2007. Vgl. ook Tjong Tjin Tai & Verstijl<strong>en</strong> 2007, p. 2173.141Gies<strong>en</strong>_01.indb 93 20-5-2008 16:29:27


M.W. de Hoonvalt wie waarin tekort is geschot<strong>en</strong> <strong>en</strong> partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> evid<strong>en</strong>t belang hebb<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> afwikkelingzonder al te veel moddergooi<strong>en</strong>. Maar ook in e<strong>en</strong> type zaak als hiervoor g<strong>en</strong>oemd(het arrest over paprikaplant<strong>en</strong>) zou informatie over e<strong>en</strong> manier om tot e<strong>en</strong> redelijkeoplossing te kom<strong>en</strong> zonder al te zeer te verzand<strong>en</strong> in juridische tekortkomingsdiscussieskunn<strong>en</strong> help<strong>en</strong>. In dit geval stond immers vast dat beide partij<strong>en</strong> ernstig tekort war<strong>en</strong>geschot<strong>en</strong>, beide op e<strong>en</strong> duidelijk af te bak<strong>en</strong><strong>en</strong> prestatie. Duidelijke regels voor e<strong>en</strong>redelijke oplossing voor partij<strong>en</strong> zonder (of t<strong>en</strong> minste e<strong>en</strong> geminimaliseerde) moreleschulddiscussie bied<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> garantie op e<strong>en</strong> oplossing zonder escalatie, maar het zou e<strong>en</strong>eerste start kunn<strong>en</strong> zijn.4.3 Ge<strong>en</strong> onnodig polariser<strong>en</strong>de juridische instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>Al eerder hebb<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappers melding gemaakt van polariser<strong>en</strong>de juridische ‘obstakels’in het verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>recht. 55 De ingebrekestelling is het meest g<strong>en</strong>oemde voorbeeld.Terecht, zo lijkt het. E<strong>en</strong> ingebrekestelling is dodelijk voor e<strong>en</strong> positief zelfbeeld. Ditformeel juridische instrum<strong>en</strong>t zet de – op zichzelf gerechtvaardigde – behoefte aannakoming onnodig polariser<strong>en</strong>d op de kaart. De sociale psychologie leert ons dat wefeit<strong>en</strong> <strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> selecter<strong>en</strong> die ons positieve zelfbeeld kunn<strong>en</strong> redd<strong>en</strong>. Bevestigingvan het positieve zelfbeeld is, zo lijkt het, het belangrijkste motief voor de vaakonbewuste vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zoektocht naar feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong>. Vooral feit<strong>en</strong> <strong>en</strong>omstandighed<strong>en</strong> die de ander als veroorzaker aanwijz<strong>en</strong> zijn geliefd: ze bevestig<strong>en</strong> onsdat het aan ons niet geleg<strong>en</strong> heeft. Als we zelf al tekortgeschot<strong>en</strong> zijn, dan is dat hooguitals reactie op de fout<strong>en</strong> van de ander. E<strong>en</strong> zuivere analyse van de eig<strong>en</strong> rol in het ontstaanvan de schade zal ernstig bemoeilijkt zijn, waardoor maar één optie op<strong>en</strong> lijkt te staan:terugvecht<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het liefst zo hard mogelijk. 56Iets vergelijkbaars geldt voor de aangetek<strong>en</strong>de opzegbrief. In de meeste gevall<strong>en</strong> zal deopzegbrief niet als e<strong>en</strong> donderslag bij heldere hemel kom<strong>en</strong>. In ieder geval is het waarschijnlijkdat er gedur<strong>en</strong>de de sam<strong>en</strong>werking al eerder signal<strong>en</strong>, voor aanpassing dan welbeëindiging, gegev<strong>en</strong> zijn. Toch mag het effect van e<strong>en</strong> dergelijke praktijk niet onderschatword<strong>en</strong>. De cognitieve psychologie leert, zo bleek eerder, dat de confrontatie met e<strong>en</strong>ongew<strong>en</strong>ste situatie alle<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> prikkel is om te zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> veroorzaker. Als je indiezelfde opzegbrief ook nog e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> impliciete of expliciete beschuldiging kunt lez<strong>en</strong>,zijn alle ingrediënt<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> wederbeschuldiging aanwezig. Niet de beste start voore<strong>en</strong> soepele afwikkeling van e<strong>en</strong> complexe duurverhouding. Vergelijkbare gedacht<strong>en</strong>zijn eerder geuit in het echtscheidingsrecht, waar gewez<strong>en</strong> is op het dramatische effect55 Bar<strong>en</strong>drecht & Van Beukering-Rosmuller 2000.56 Zie hiervoor Baron, Byrne & Branscombe 2006, p. 482.142Gies<strong>en</strong>_01.indb 94 20-5-2008 16:29:27


Schuld in het contract<strong>en</strong>rechtvan de aanzegging tot echtscheiding per deurwaardersexploot. 57 Alternatiev<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong>niet al te ingewikkeld te zijn. Er lijkt al winst te behal<strong>en</strong> als meer aandacht besteed wordtaan de wijze waarop partij<strong>en</strong> hun w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> communicer<strong>en</strong>. Niet in opgeklopte<strong>en</strong> formele bewoording<strong>en</strong>, maar in e<strong>en</strong>voudige maar treff<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong>. 58 Woord<strong>en</strong> diebov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> negatieve associaties oproep<strong>en</strong>, zo leert de sociale psychologie ons. Echteconcrete aanbeveling<strong>en</strong> op dit terrein zoud<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> sociaalpsycholog<strong>en</strong> zelf kunn<strong>en</strong>do<strong>en</strong>, maar ik zou me voor kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> dat de aanzegging dat ‘belang<strong>en</strong> x <strong>en</strong> y ertoeleid<strong>en</strong> dat de sam<strong>en</strong>werking niet in ongewijzigde vorm voortgezet kan word<strong>en</strong>’ beter uitde associatietest komt, dan de aanzegging dat ‘gezi<strong>en</strong> de rec<strong>en</strong>te ontwikkeling<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong>andere keuze rest dan gebruik te mak<strong>en</strong> van het recht de overe<strong>en</strong>komst e<strong>en</strong>zijdig op tezegg<strong>en</strong>’. Ook hier kan e<strong>en</strong> parallel getrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar het echtscheidingsrecht. Hetcriterium ‘duurzame ontwrichting’ heeft, wat je zou kunn<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> neutrale associatie,<strong>en</strong> werkt om die red<strong>en</strong> niet polariser<strong>en</strong>d. 59 De ervaring<strong>en</strong> met echtscheiding<strong>en</strong> opbasis van e<strong>en</strong> neutraal criterium zijn k<strong>en</strong>nelijk positief, want onlangs heeft de EuropeanCommission on Family Law bij het opstell<strong>en</strong> van haar Principles on Divorce gekoz<strong>en</strong>voor e<strong>en</strong> neutrale echtscheiding. 60Niet polariser<strong>en</strong>d zijn waarschijnlijk regels waarbij partij<strong>en</strong> op neutrale wijze aangespoordword<strong>en</strong> te communicer<strong>en</strong>, terwijl tegelijkertijd wel e<strong>en</strong> duidelijk kader wordtgegev<strong>en</strong> over materiële recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> vrij e<strong>en</strong>voudige wettelijke (<strong>en</strong> inhet algem<strong>en</strong>e BW op te nem<strong>en</strong>) opzegbepaling kunn<strong>en</strong> contractspartij<strong>en</strong> gestimuleerdword<strong>en</strong> te communicer<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> – overig<strong>en</strong>s ongepolijst – voorbeeld:1. E<strong>en</strong> contractspartij die sam<strong>en</strong>werking niet meer onder dezelfde voorwaard<strong>en</strong> w<strong>en</strong>stvoort te zett<strong>en</strong>, nodigt haar wederpartij uit in onderhandeling te tred<strong>en</strong>.2. Leid<strong>en</strong> de onderhandeling<strong>en</strong> niet tot aanpassing van de overe<strong>en</strong>komst, dan is elkecontractspartij bevoegd de overe<strong>en</strong>komst op te zegg<strong>en</strong>, mits de voorwaard<strong>en</strong> vooropzegging voldo<strong>en</strong>de recht do<strong>en</strong> aan de belang<strong>en</strong> van de wederpartij.3. Partij<strong>en</strong> zijn gehoud<strong>en</strong> te onderhandel<strong>en</strong> over de voorwaard<strong>en</strong> voor opzegging. Devoorwaard<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> betrekking op comp<strong>en</strong>satie in de vorm van e<strong>en</strong> termijn <strong>en</strong>/ofvergoeding, afwikkeling <strong>en</strong> de postcontractuele fase. Ze zijn gehoud<strong>en</strong> zich hierbij telat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> door branchegebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> gewoont<strong>en</strong>.57 Zie Pel 1999, alsmede het in 1996 versch<strong>en</strong><strong>en</strong> rapport Anders Scheid<strong>en</strong> (De Ruiter 1996). Zie ook Lewicky, Barry, Saunders& Minton 2003, p. 140: ‘The more cooperative, op<strong>en</strong> and nonthreat<strong>en</strong>ing the op<strong>en</strong>ing statem<strong>en</strong>ts and actions of aparty are, the more trust and cooperation is <strong>en</strong>g<strong>en</strong>dered in the other party’.58 Vgl. bijvoorbeeld Gibbons, Bradac & Bush 1992.59 Dat neemt niet weg dat er ook kritische geluid<strong>en</strong> zijn. Zie bijvoorbeeld Pel 1999. Pel betoogt, als gezegd, dat het criteriumalle<strong>en</strong> maar afleidt van waar het werkelijk om draait: de voorwaard<strong>en</strong> voor echtscheiding.60 Voor Nederland heeft de Commissie De Ruijter overwog<strong>en</strong> dat het criterium ongewijzigd di<strong>en</strong>de te blijv<strong>en</strong>, zie De Ruiter1996, p. 36. Zie voor de Europese ontwikkeling<strong>en</strong> vooral Antokolskaia 2006, p. 9. e.v.; zie voor het Belgische recht opdit punt Uytterhoev<strong>en</strong> 2002, p. 306-313.143Gies<strong>en</strong>_01.indb 95 20-5-2008 16:29:27


M.W. de HoonVoor de kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analyse (par. 4.2) zou het gew<strong>en</strong>st zijn als per branche richtlijn<strong>en</strong>opgesteld word<strong>en</strong>, aanhak<strong>en</strong>d bij de heers<strong>en</strong>de opvatting<strong>en</strong>. Voor het proces van ontbinding(<strong>en</strong>/of) schadevergoeding zou iets vergelijkbaars kunn<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>, al lijkt daar in hethuidige recht minder ruimte voor. Onlangs heeft de Hoge Raad zijn eerder gekoz<strong>en</strong> lijn,ingezet door het arrest De Bruin/Meiling, bevestigd. 61 E<strong>en</strong> tekortkoming rechtvaardigtop zichzelf de ontbinding, t<strong>en</strong>zij de tekortkoming e<strong>en</strong> zodanige geringe betek<strong>en</strong>is heeftdat deze ge<strong>en</strong> grond biedt voor ontbinding. Het is aan de schuld<strong>en</strong>aar om de t<strong>en</strong>zij-regel tebewijz<strong>en</strong>. De schuldeiser wordt niet echt aangespoord om te communicer<strong>en</strong> over wat e<strong>en</strong>redelijke oplossing voor beid<strong>en</strong> zou zijn. Daar staat wel teg<strong>en</strong>over dat de regel duidelijk is,waardoor de schuldeiser, als het goed is, e<strong>en</strong> tamelijk geïnformeerde kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analysekan mak<strong>en</strong> van de te kiez<strong>en</strong> remedie (par. 4.2). In zak<strong>en</strong> waarbij naast ontbinding ookschadevergoeding gevorderd wordt op basis van e<strong>en</strong> toerek<strong>en</strong>bare tekortkoming, valt dit‘voordeel’ echter weg. 624.4 Andere verdelingsmaatstav<strong>en</strong>Meer informatie over neutrale routes <strong>en</strong> het voorkom<strong>en</strong> van onnodig polariser<strong>en</strong>de obstakelszijn d<strong>en</strong>kbare opties om de regels beter aan te lat<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> bij hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> omgaanmet schuld <strong>en</strong> beschuldigd word<strong>en</strong>. Maar er zijn verdergaande opties mogelijk. Zo zijner al voorstell<strong>en</strong> gedaan om tot verdelingsmaatstav<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> waarbij schuld niet op devoorgrond staat. 63 De gedachte om het schadebedrag te lat<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> door wat partij<strong>en</strong>nodig hebb<strong>en</strong> om zich zo snel mogelijk aan de op hand<strong>en</strong> zijnde verandering<strong>en</strong> aan tepass<strong>en</strong>, lijkt vooral zinvol bij complexe duurcontract<strong>en</strong> waar beid<strong>en</strong> iets te verwijt<strong>en</strong> valt(de e<strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> iets meer dan de ander) <strong>en</strong> waar het gaat om meerdere gedraging<strong>en</strong>.In de zaak van de paprikaplant<strong>en</strong> ging het om e<strong>en</strong> op zichzelf e<strong>en</strong>voudige koopovere<strong>en</strong>komst,met duidelijk afgebak<strong>en</strong>de prestaties waarin tekortgeschot<strong>en</strong> was. In dit typezaak lijkt het kansrijk de proportionaliteitsgedachte zo te ontwikkel<strong>en</strong> dat partij<strong>en</strong> (metev<strong>en</strong>tueel gezam<strong>en</strong>lijk aangewez<strong>en</strong> deskundige met e<strong>en</strong> specifieke opdracht) zelf redelijkgoed kunn<strong>en</strong> schatt<strong>en</strong> wat ieders bijdrage is geweest, zie hierover ook paragraaf 4.2. Hieris wat voor te zegg<strong>en</strong>, zeker gezi<strong>en</strong> de vaste lijn van de Hoge Raad dat de eig<strong>en</strong>schuldafweging<strong>en</strong>van artikel 6:101 BW slechts beperkt gemotiveerd hoev<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>, omdathet oordeel voor e<strong>en</strong> deel intuïtief is. 64 Maar ook hier is het d<strong>en</strong>kbaar (bijvoorbeeld bijingewikkelde automatiseringscontract<strong>en</strong>) dat niet de geled<strong>en</strong> schade veroorzaakt door61 HR 27 november 1998, NJ 1999, 197 (De Bruijn/Meiling) <strong>en</strong> HR 22 juni 2007, NJ 2007, 343 (Fisser/Tycho).62 Zie par. 2.1.63 Bar<strong>en</strong>drecht 2004, p. 2180 e.v.; zie voor opzegging De Hoon 2005, p. 189-204.64 Zie hiervoor HR 19 november 2004, NJ 2005, 553 (Naus/Van de Beuk<strong>en</strong>) <strong>en</strong> HR 24 september 2004, NJ 2005,466 (Lok,Stad Rotterdam/Stam, Gro<strong>en</strong>e Land).144Gies<strong>en</strong>_01.indb 96 20-5-2008 16:29:27


Schuld in het contract<strong>en</strong>rechtde schuld van de ander c<strong>en</strong>traal staat, maar dat wat de betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> nodig hebb<strong>en</strong>om zo snel mogelijk verder te kunn<strong>en</strong>. Vooral in markt<strong>en</strong> met slechts e<strong>en</strong> handvol echtgrote bedrijv<strong>en</strong> (zoals bij automatiseringscontract<strong>en</strong>) lijkt deze aanpak de moeite waard.De kans is immers groot dat m<strong>en</strong> elkaar in de toekomst weer treft, in e<strong>en</strong> ander sam<strong>en</strong>werkingsverband.65Deze gedachte om schuld e<strong>en</strong> minder grote rol te lat<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> bij het verdel<strong>en</strong> van deschade sluit aan bij de uitkomst<strong>en</strong> van de geschilbeslechtingsdelta. De geschilbeslechtingsdeltabiedt inzicht in de (hoofd)doel<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in juridische conflict<strong>en</strong>. Hetblijkt dat slechts e<strong>en</strong> klein perc<strong>en</strong>tage (0,5 %) van de ondervraagde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> het vaststell<strong>en</strong>van schuld als hoofddoel noemt. Als nev<strong>en</strong>doel scoort het iets hoger, maar nog steeds nieterg hoog (4,1 %). 66 De belangrijkste doel<strong>en</strong> zijn volg<strong>en</strong>s de geschilbeslechtingsdelta: hetontvang<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaald geldbedrag (17,2 %), vervanging of herstel van het product ofdi<strong>en</strong>st (16,7 %) <strong>en</strong> gerechtigheid/het bekrachtig<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong> recht<strong>en</strong> (10,8 %). Met het oogop deze uitkomst<strong>en</strong> zou het strev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> rechtvaardige oplossing voor de toekomstbelangrijker moet<strong>en</strong> zijn dan het vaststell<strong>en</strong> van de mate van schuld in het verled<strong>en</strong>. 674.5 Meer aandacht voor sociale factor<strong>en</strong> die het conflict do<strong>en</strong> ontstaanMeer in het algeme<strong>en</strong> zou je kunn<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat het contract<strong>en</strong>recht vooral uitgaat vande gedachte dat conflict<strong>en</strong> voornamelijk voortkom<strong>en</strong> uit teg<strong>en</strong>gestelde belang<strong>en</strong>. Deschuldregels als g<strong>en</strong>oemd in paragraaf 2 zijn vooral regels over recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong> bijteg<strong>en</strong>gestelde belang<strong>en</strong>. Uit de sociale psychologie blijkt dat verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> debetzijn aan het ontstaan van conflict<strong>en</strong>. De teg<strong>en</strong>gestelde belang<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> factor, maar nietdoorslaggev<strong>en</strong>d. Volg<strong>en</strong>s Baron e.a. zijn de meer sociaal georiënteerde factor<strong>en</strong> belangrijker,als voorbeeld<strong>en</strong> noem<strong>en</strong> zij: ‘long-standing grudges or res<strong>en</strong>tm<strong>en</strong>t, the desire forrev<strong>en</strong>che, inaccurate social perceptions and poor communication.’ 68 Het zou e<strong>en</strong> hele‘tour de force’ word<strong>en</strong> om al die sociale factor<strong>en</strong> (de g<strong>en</strong>oemde factor<strong>en</strong> zijn slechts– zo begrijp ik h<strong>en</strong> – e<strong>en</strong> paar voorbeeld<strong>en</strong>) op e<strong>en</strong> gedeg<strong>en</strong> manier in ons BurgerlijkWetboek te integrer<strong>en</strong>, maar op zichzelf lijkt de gedachte om het zwaartepunt (meer danvoorhe<strong>en</strong>) bij het proces van hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met elkaar omgaan te legg<strong>en</strong>, de moeite waard.Ook hiervoor zou geld<strong>en</strong> dat het erg per type conflict afhangt of het gaat werk<strong>en</strong> of niet.65 Vgl. in dit verband de brede literatuur over integratief onderhandel<strong>en</strong>. In het type zaak als bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemd zijn er meermogelijkhed<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> integratieve oplossing, <strong>en</strong> is er meer speelruimte om in te spel<strong>en</strong> op de gedachte van e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijkeverantwoordelijkheid.66 Van Velthov<strong>en</strong> & Ter Voert 2003, p. 142.67 Zie in dit verband ook Tjong Tjin Tai & Verstijl<strong>en</strong> 2007, p. 2173.68 Baron, Byrne & Branscombe 2006, p. 483. Vgl. ook Felstiner, Abel & Sarat 1980, p. 631 e.v.145Gies<strong>en</strong>_01.indb 97 20-5-2008 16:29:27


M.W. de Hoon5 Sl o tHet doel van dit essay was: 1) in kaart br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> wat er gebeurt als we iemand beschuldig<strong>en</strong>,<strong>en</strong> 2) analyser<strong>en</strong> welke gevolg<strong>en</strong> dit zou kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor de inrichting vanregels over het contract<strong>en</strong>recht. Geblek<strong>en</strong> is dat het vell<strong>en</strong> van morele oordel<strong>en</strong> dicht bije<strong>en</strong> activiteit ligt die we van nature do<strong>en</strong>: het conceptualiser<strong>en</strong> van gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> inoorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong>, zo lijkt het, heel weinig nodig om tot morele oordel<strong>en</strong>over goed of slecht te kom<strong>en</strong>, in ieder geval als we zelf hinder/schade ondervind<strong>en</strong>.Geblek<strong>en</strong> is ook dat e<strong>en</strong> moreel oordeel vooral op intuïtie gebaseerd is, welke achterafdoor ratio bevestigd wordt. Bij dit proces mak<strong>en</strong> we allerlei d<strong>en</strong>kfout<strong>en</strong>. Het is nietzeker of deze uitkomst<strong>en</strong> zonder meer vertaald kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar <strong>privaatrecht</strong>elijkeregels, maar doorred<strong>en</strong>er<strong>en</strong>d zijn er e<strong>en</strong> paar gevolg<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbaar. Meer informatie overde schuldloze route <strong>en</strong> het vermijd<strong>en</strong> van polariser<strong>en</strong>de juridische instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn detwee meest voor de hand ligg<strong>en</strong>de. Andere verdelingsmaatstav<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer aandacht voorde sociale factor<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij het ontstaan van het conflict zijn twee anderemogelijke d<strong>en</strong>krichting<strong>en</strong>.Tot slot e<strong>en</strong> laatste opmerking. Uit elkaar gaan – of het nu om e<strong>en</strong> huwelijk gaat of om e<strong>en</strong>commerciële relatie – zonder schulddiscussie is zeker ge<strong>en</strong> ‘must’. Het is alle<strong>en</strong> jammerals we ons lat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> door onbewuste d<strong>en</strong>kprocess<strong>en</strong> die ons keuzes ontnem<strong>en</strong>. Misschi<strong>en</strong>zitt<strong>en</strong> we zo in elkaar dat ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele <strong>privaatrecht</strong>elijke regel kan voorkom<strong>en</strong> datschulddiscussies hoog oplop<strong>en</strong>, ook als vooraf al vaststaat dat beid<strong>en</strong> er eerder slechterdan beter van word<strong>en</strong>. In dat geval heeft het niet veel zin hierover door te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, maarhet voorgaande toont – hopelijk – aan dat het de moeite waard is te onderzoek<strong>en</strong> of e<strong>en</strong>aantal <strong>privaatrecht</strong>elijke regels beter op het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> afgestemd kan word<strong>en</strong>.Lit e r a t u u rAlicke 2000M.D. Alicke, ‘Culpable Control and the Psychology of Blame’, Psychol. Bull. 2000, Vol. 126,p. 556-574.Antokolskaia 2006M.V. Antokolskaia, Nederlands echtscheidingsrecht <strong>en</strong> de CEFL Principles on Divorce (oratie VU),Amsterdam 2006.Bar<strong>en</strong>drecht 2004J.M. Bar<strong>en</strong>drecht, ‘Verdeling van verantwoordelijkheid als het fout gaat, Vol<strong>en</strong>dam <strong>en</strong> Aandel<strong>en</strong>leaseals voorbeeld<strong>en</strong>’, NJB 2004, p. 2180-2191.146Gies<strong>en</strong>_01.indb 98 20-5-2008 16:29:28


Schuld in het contract<strong>en</strong>rechtBar<strong>en</strong>drecht & Van Beukering-Rosmuller 2000J.M. Bar<strong>en</strong>drecht & E.J.M. van Beukering-Rosmuller, Recht rond onderhandeling, Naar verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>recht,procesrecht <strong>en</strong> rechtspraktijk die spor<strong>en</strong> met moderne geschiloplossingsmethod<strong>en</strong>, BJu:D<strong>en</strong> Haag 2000.Bar<strong>en</strong>drecht & De Hoon 2006J.M. Bar<strong>en</strong>drecht & M.W. de Hoon, Verbetering van hoger beroep? Kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van voorstell<strong>en</strong>uit twaalf system<strong>en</strong> van procesrecht, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2006.Bar<strong>en</strong>drecht & Kamminga 2005J.M. Bar<strong>en</strong>drecht & Y.P. Kamminga, Toegang tot recht: de last<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> uitweg, Onderzoek uitgevoerdin opdracht van de Raad voor de Maatschappelijke Ontwikkeling, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2005.Bar<strong>en</strong>drecht & Klijn 2004J.M. Bar<strong>en</strong>drecht & A. Klijn (red.), Balancer<strong>en</strong> <strong>en</strong> vernieuw<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> kaart van sociaal-wet<strong>en</strong>schappelijkek<strong>en</strong>nis voor de Fundam<strong>en</strong>tele Herbezinning Procesrecht, Raad voor de Rechtspraak: D<strong>en</strong>Haag 2004.Baron, Byrne & Branscombe 2006R.A. Baron, D.B. Byrne <strong>en</strong> N.R. Branscombe, Social Psychology, 11e druk, Pearson: Boston 2006.Feig<strong>en</strong>son 2003N.R. Feig<strong>en</strong>son, ‘Emotions, Risk Perceptions and Blaming in 9/11 Cases’, Brook. L. Rev. 2003, Vol.68, p. 959-1002.Felstiner, Abel & Sarat 1980W.L.F. Felstiner, R.L. Abel & A. Sarat, ‘The Emerg<strong>en</strong>ce and Transformation of Disputes, Naming,Blaming and Claiming’, Law & Society Rev. 1980, Vol. 15, p. 631-654.Gilovich, Griffin & Kahneman 2002T. Gilovich, D. Griffin & D. Kahneman (Eds.), Heuristics and Biases: The Psychology of IntuitiveJudgm<strong>en</strong>t, Cambridge University Press: Cambridge 2002.Haidt 2001J. Haidt, ‘The Emotional Dog and Its Rational Tail; A Sociological Intuitionist Approach to MoralJudgm<strong>en</strong>t’, Psychol. Rev. 2001, Vol. 108, p. 814-834.De Hoon 2005M.W. de Hoon, Conflictbeheersing bij opzegging (diss. Tilburg), BJu: D<strong>en</strong> Haag 2005.De Hoon 2007M.W. de Hoon, Power Imbalances in Contracts: An Interdisciplinary Study on Effects of Interv<strong>en</strong>tion,TISCO Legal Studies Working Paper No. 01/2007, http://ssrn.com/abstract=985875.Keirse 2003A.L.M. Keirse, Schadebeperkingsplicht: over eig<strong>en</strong> schuld aan de omvang van de schade (diss. Groning<strong>en</strong>),Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2003.Knobe 2003J. Knobe, ‘International Action and Side-Effects in Ordinary Language’, Analysis 2003, Vol. 63,p. 190-193.147Gies<strong>en</strong>_01.indb 99 20-5-2008 16:29:28


M.W. de HoonKnobe 2005J. Knobe, ‘Cognitive Processes Shaped by the Impulse to Blame’, Brook. L. Rev. 2005, Vol. 71,p. 929-939.Kohlberg 1969L. Kohlberg, ‘Stage and Sequ<strong>en</strong>ce: The Cognitive-Developm<strong>en</strong>tal Approach to Socialization’, in:D.A. Goslin (Ed.), Handbook of Socialization Theory and Research, Rand McNally 1969, p. 347-480.Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002P.J. van Kopp<strong>en</strong> & D.J. Hessing, ‘De schuld krijg<strong>en</strong>’, in: P.J. van Kopp<strong>en</strong> (e.a.) (red.), Het recht vanbinn<strong>en</strong>, Kluwer: Dev<strong>en</strong>ter 2002, p. 25-40.Lewicky, Barry, Saunders & Minton 2003R.J. Lewicky, B. Barry, D.M. Saunders & J.W. Minton, Negotiation, McGraw Hill: Boston 2003.Pel 1999M. Pel, ‘De (echt)scheidingsgrond: afscheid van de duurzame ontwrichting’, WPNR 1999, Vol.130, nr. 6369, p. 639-644.Pizarro & Bloom 2003D.A. Pizarro & P. Bloom, ‘The Intellig<strong>en</strong>ce of the Moral Intuitions: Comm<strong>en</strong>t on Haidt’, Psych.Rev. 2003, p. 193-196.Rassin 2005E. Rassin, Tuss<strong>en</strong> sofa <strong>en</strong> toga. E<strong>en</strong> inleiding in de rechtspsychologie, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2005.De Ruiter 1996J. de Ruiter, Anders Scheid<strong>en</strong>: rapport van de Commissie Herzi<strong>en</strong>ing Scheidingsprocedure, CommissieHerzi<strong>en</strong>ing Scheidingsprocedures, Ministerie van Justitie: D<strong>en</strong> Haag 1996.Shaver 1985K.G. Shaver, The Attribution of Blame: Causality, Responsibility and Blameworthiness, Springer-Verlag: New York 1985.Shweder & Haidt 1993R.A. Shweder & J. Haidt, ‘The Future of Moral Psychologie: Truth, intuition, and the pluralistway’, Psychological Sci<strong>en</strong>ce 1993, Vol. 4, p. 360-365.Solan 2003L.M. Solan, ‘Cognitive Foundations of the Impulse to Blame’, Brook. L. Rev. 2003, Vol. 68,p. 1003-1029.Solan 2005L.M. Solan, ‘Where Does Blaiming Come From?’, Brook. L. Rev. 2005, Vol. 71, p. 939-945.Solan & Darley 2001L.M. Solan & J.M. Darley, ‘Causation, Contribution and Legal Liability: An Empirical Study’, Lawand Contemp. Probs. 2001, p. 265-298.148Gies<strong>en</strong>_01.indb 100 20-5-2008 16:29:28


Schuld in het contract<strong>en</strong>rechtStolp 2007M.M. Stolp, Ontbinding, schadevergoeding <strong>en</strong> nakoming: de remedies voor wanprestatie in het lichtvan de beginsel<strong>en</strong> van subsidiariteit <strong>en</strong> proportionaliteit (diss. Nijmeg<strong>en</strong>), Kluwer: Dev<strong>en</strong>ter 2007.Tjong Tjin Tai & Verstijl<strong>en</strong> 2007T.F.E. Tjong Tjin Tai & F.M.J. Verstijl<strong>en</strong>, ‘Kroniek van het vermog<strong>en</strong>srecht’, NJB 2007,p. 2171-2180.Uytterhoev<strong>en</strong> 2002K. Uytterhoev<strong>en</strong>, ‘Het Belgische echtscheidingsrecht in beweging: e<strong>en</strong> eindig<strong>en</strong>d verhaal vanschuld <strong>en</strong> boete?’, Tijdschrift voor familie- <strong>en</strong> jeugdrecht 2002, Vol. 24, nr. 12, p. 306-313.Van Velthov<strong>en</strong> & Ter Voert 2003B.C.J. van Velthov<strong>en</strong>, M.J. ter Voert, m.m.v. M. van Gammer<strong>en</strong>-Zoetewij, Geschilbeslechtingsdelta,over verloop <strong>en</strong> afloop van (pot<strong>en</strong>tieel) juridische problem<strong>en</strong> van burgers, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2003.Vonk c.s. 2007R. Vonk c.s., Sociale Psychologie, Wolters-Noordhoff: Groning<strong>en</strong>/Hout<strong>en</strong> 2007.De Vries 2007G.J.P. de Vries, ‘Opzegbaarheid van overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> voor onbepaalde tijd’, NJB 2007,p. 2356-2362.Van Zeeland, Kamminga & Bar<strong>en</strong>drecht 2003C.M.C. van Zeeland, Y.P. Kamminga & J.M. Bar<strong>en</strong>drecht, ‘Waar het m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> om gaat <strong>en</strong> wat hetburgerlijk recht daarmee kan’, NJB 2003, p. 818-827.149Gies<strong>en</strong>_01.indb 101 20-5-2008 16:29:28


Gies<strong>en</strong>_01.indb 102 20-5-2008 16:29:28


AansprakelijkheidsrechtGies<strong>en</strong>_01.indb 1 20-5-2008 16:29:28


Gies<strong>en</strong>_01.indb 2 20-5-2008 16:29:28


<strong>Hoofdstuk</strong> 7Na m i n g e n s h a m i n g i n h e tcontract<strong>en</strong>recht?H e t r e p u t a t i e - e f f e c t v a n s c h a d e v e r g o e d i n g e n t u s s e nonderneming<strong>en</strong>J. van Erp 1Sam<strong>en</strong>vattingLat<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong> zich afschrikk<strong>en</strong> door de dreiging van schadevergoeding? Die vraagstaat in deze bijdrage c<strong>en</strong>traal. In de discussie over prev<strong>en</strong>tieve effect<strong>en</strong> van schadevergoeding<strong>en</strong>wordt vaak uitsluit<strong>en</strong>d gerefereerd aan de directe kost<strong>en</strong> van te vergoed<strong>en</strong>schade. De afschrikwekk<strong>en</strong>de werking daarvan is onvoldo<strong>en</strong>de om in effectieve prev<strong>en</strong>tiete kunn<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>. Uit empirisch onderzoek naar de handelsbetrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong>wordt duidelijk dat reputatie e<strong>en</strong> cruciale factor is bij het begrijp<strong>en</strong> van deafschrikwekk<strong>en</strong>de werking van schadevergoeding<strong>en</strong>. Ondernemers kom<strong>en</strong> hun afsprak<strong>en</strong>na omdat ze anders reputatieschade lijd<strong>en</strong>. Dit reputatie-effect treedt echter alle<strong>en</strong> op alser e<strong>en</strong> informatiecircuit is waarbinn<strong>en</strong> reputatie-informatie wordt verspreid. In het Nederlandseschadevergoedingsrecht lijkt vooral die informatieverspreiding over schadevergoeding<strong>en</strong>e<strong>en</strong> effectieve regulering door middel van reputatie-effect<strong>en</strong> in de weg te staan.Schadevergoedingszak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong> word<strong>en</strong> meestal geschikt <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> nietin de publiciteit. Negatieve publiciteit over schadevergoeding<strong>en</strong>, naming <strong>en</strong> shaming, zoude reputatie-effect<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vergrot<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> sterkereprev<strong>en</strong>tieve werking van de schadevergoeding.1 De auteur ontvangt e<strong>en</strong> persoonsgebond<strong>en</strong> subsidie van NWO. Dank aan Marinke te Pest die als stud<strong>en</strong>t-assist<strong>en</strong>t e<strong>en</strong>deel van de jurisprud<strong>en</strong>tie verzamelde.153Gies<strong>en</strong>_01.indb 3 20-5-2008 16:29:28


J. van Erp1 InleidingHet prev<strong>en</strong>tieve effect van de schadevergoedingIemand die e<strong>en</strong> ander schade berokk<strong>en</strong>t door e<strong>en</strong> onrechtmatige daad of wanprestatie,moet deze schade vergoed<strong>en</strong>. Comp<strong>en</strong>satie van de geled<strong>en</strong> schade wordt beschouwd alsde primaire functie van het schadevergoedingsrecht. De effect<strong>en</strong> van schadevergoedingbeperk<strong>en</strong> zich echter niet tot het individuele geval waarop de norm wordt toegepast.De norm is per definitie ook op toekomstige gevall<strong>en</strong> gericht. 2 Algeme<strong>en</strong> wordt daaromaan het aansprakelijkheidsrecht ook e<strong>en</strong> maatschappelijk effect toegeschrev<strong>en</strong>: dat vanprev<strong>en</strong>tie.‘De wet<strong>en</strong>schap aanzi<strong>en</strong>lijke schadevergoeding te moet<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> indi<strong>en</strong>schade aan derd<strong>en</strong> wordt berokk<strong>en</strong>d, kan e<strong>en</strong> heilzame werking uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>op het gedrag van person<strong>en</strong>. Zulks in dier voege dat zij tracht<strong>en</strong> de schade tevoorkom<strong>en</strong>,’stelt Spier in zijn standaardwerk over verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> schadevergoeding. 3 Ook Kroezestelt dat naast herstel, e<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s zo belangrijke functie van het aansprakelijkheidsrechtis dat met de schadevergoeding e<strong>en</strong> maatschappelijke norm wordt gehandhaafd,die de schadetoebr<strong>en</strong>ger heeft geschond<strong>en</strong>. Ander<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> hun gedrag aanpass<strong>en</strong> omte voorkom<strong>en</strong> dat zij ook aansprakelijk zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld. 4 Van Dunné noemt als‘gangbaar voorbeeld’ de zeer winstgev<strong>en</strong>de publicatie van foto’s van bek<strong>en</strong>de person<strong>en</strong>door de roddelpers. ‘Die extra winst wil m<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> afrom<strong>en</strong>, ter afschrikking vandergelijke pers-pirat<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun praktijk<strong>en</strong>’ [cursivering JvE]. Van Boom stelt dat aansprakelijkheiddrie doel<strong>en</strong> heeft: recht do<strong>en</strong> aan de b<strong>en</strong>adeelde, herstel of correctie vandi<strong>en</strong>s positie, <strong>en</strong> het bied<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> negatieve prikkel aan de ‘dader’ <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele ander<strong>en</strong>die vergelijkbare schade zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> toebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> [cursivering JvE]. 5 Verheij werkt derechtshandhav<strong>en</strong>de functie van schadevergoeding uit, <strong>en</strong> onderscheidt deze van de prev<strong>en</strong>tievewerking. Rechtshandhaving gaat vooraf aan prev<strong>en</strong>tie, maar van de toek<strong>en</strong>ningvan smart<strong>en</strong>geld kan wel e<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werking uitgaan. 6 Lind<strong>en</strong>bergh gebruikt hetbegrip ‘g<strong>en</strong>erale prev<strong>en</strong>tie’ zoals dat ook in het strafrecht wordt gehanteerd. 7 Net als voorde meeste jurist<strong>en</strong> moet g<strong>en</strong>erale prev<strong>en</strong>tie volg<strong>en</strong>s hem als e<strong>en</strong>, overig<strong>en</strong>s bepaald nietongew<strong>en</strong>st, nev<strong>en</strong>effect word<strong>en</strong> beschouwd, omdat de schadevergoeding doorgaans niet2 Van Dunné 2001.3 Spier 2003.4 Kroeze p. 2.5 Van Boom 2006, p. 18.6 Verheij 2002, p. 448.7 Lind<strong>en</strong>bergh 1998.154Gies<strong>en</strong>_01.indb 4 20-5-2008 16:29:28


Naming <strong>en</strong> shaming in het contract<strong>en</strong>recht?is vormgegev<strong>en</strong> met het oog hierop. Voor rechtseconom<strong>en</strong> is prev<strong>en</strong>tie zelfs de belangrijkstedoelstelling van het aansprakelijkheidsrecht. 8Hoewel blijk<strong>en</strong>s het voorstaande het schadevergoedingsrecht door veel auteurs wele<strong>en</strong> zekere prev<strong>en</strong>tieve of afschrikwekk<strong>en</strong>de werking wordt toegeschrev<strong>en</strong>, plaats<strong>en</strong> demeeste auteurs hier toch direct vraagtek<strong>en</strong>s bij. Zo noemt Spier in de hiervoor geciteerdepassage het werkelijk bestaan van dit prev<strong>en</strong>tieve effect ‘omstred<strong>en</strong>’. Lind<strong>en</strong>bergh steltdat het prev<strong>en</strong>tieve effect zal verschill<strong>en</strong> naargelang de toebr<strong>en</strong>ger van de schade zichcalculer<strong>en</strong>d opstelt, <strong>en</strong> naarmate de verplichting tot vergoeding van de schade in dieafweging wordt betrokk<strong>en</strong>. 9 Ook uit zijn opmerking dat de schadevergoeding niet wordtontworp<strong>en</strong> met het oog op prev<strong>en</strong>tie, kunn<strong>en</strong> we afleid<strong>en</strong> dat prev<strong>en</strong>tie ge<strong>en</strong> belangrijkerol speelt in de rechtspraktijk omtr<strong>en</strong>t schadevergoeding<strong>en</strong>. En in deze bundel relativeertGies<strong>en</strong> de ‘opvoed<strong>en</strong>de waarde’ van het aansprakelijkheidsrecht, door te lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> date<strong>en</strong> leereffect pas optreedt als deg<strong>en</strong>e die de schade heeft veroorzaakt, zich ook werkelijkverantwoordelijk voelt <strong>en</strong> niet de schuld op e<strong>en</strong> ander schuift.De prev<strong>en</strong>tieve werking van het aansprakelijkheidsrecht wordt door e<strong>en</strong> aantal zak<strong>en</strong>belemmerd. 10 In de eerste plaats werkt het aansprakelijkheidsrecht achteraf, als het kwaadal is geschied. T<strong>en</strong> tweede is het afhankelijk van de bereidheid van individuele partij<strong>en</strong>om de toebr<strong>en</strong>ger van de schade aansprakelijk te stell<strong>en</strong>. Dit is e<strong>en</strong> kostbare, tijdrov<strong>en</strong>deprocedure, waardoor het risico bestaat dat partij<strong>en</strong> het erbij lat<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>. Dat risico is erzeker bij massaschade waarin elke individuele partij slechts e<strong>en</strong> geringe schade heeftgeled<strong>en</strong> (‘strooischade’). T<strong>en</strong> derde is de omvang van de schadevergoeding, <strong>en</strong> daarmeede negatieve prikkel die ervan uitgaat, afhankelijk van de geled<strong>en</strong> schade. Zeker in gevalvan immateriële schade, biedt de schadevergoeding daarmee niet voldo<strong>en</strong>de negatieveprikkel om af te schrikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> handhavingstekort ontstaan. Voor de roddelblad<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong> de schadevergoeding <strong>en</strong> rectificatie bijvoorbeeld ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de prikkel om h<strong>en</strong>vooraf de juiste keuzes te lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. 11 De schadevergoeding wordt ingecalculeerd als‘risico van het vak’ <strong>en</strong> weegt niet op teg<strong>en</strong> de extra verkoopopbr<strong>en</strong>gst als gevolg vande onrechtmatige publicaties. Daarom wordt wel voorgesteld om hogere bedrag<strong>en</strong> terrechtshandhaving toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. 12Uit het voorgaande wordt duidelijk dat de twijfels over de prev<strong>en</strong>tieve werking van deschadevergoeding veelal betrekking hebb<strong>en</strong> op het probleem dat de schadevergoeding8 Faure 2001, p. 224.9 Lind<strong>en</strong>bergh 1998, p. 46.10 Van Boom 2006.11 Hartlief 2007.12 Verheij 2002.155Gies<strong>en</strong>_01.indb 5 20-5-2008 16:29:28


J. van Erponvoldo<strong>en</strong>de zou afschrikk<strong>en</strong>, gezi<strong>en</strong> de hoogte van het te betal<strong>en</strong> bedrag of de kansdat e<strong>en</strong> procedure wordt gestart of met succes (voor de eiser) wordt beëindigd. Metandere woord<strong>en</strong>: de kost<strong>en</strong> van overtreding zijn te laag in verhouding tot de bat<strong>en</strong>.De discussie over de prev<strong>en</strong>tieve werking van de schadevergoeding in het <strong>privaatrecht</strong>vertoont daarmee grote parallell<strong>en</strong> met klassieke b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> van g<strong>en</strong>erale prev<strong>en</strong>tie<strong>en</strong> afschrikking in het strafrecht. Klassieke strafrechtelijke theorieën over afschrikkinghanter<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rationele-actorperspectief op overtredingsgedrag: de normadressant weegtbij de beslissing om regels na te lev<strong>en</strong> dan wel te overtred<strong>en</strong>, de ingeschatte kost<strong>en</strong> <strong>en</strong>bat<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> overtreding teg<strong>en</strong> elkaar af. 13 De pakkans <strong>en</strong> de zwaarte van de verwachtesanctie, <strong>en</strong> de opbr<strong>en</strong>gst van de overtreding, zijn in deze afweging cruciale factor<strong>en</strong>. Zekunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd als de strafrechtelijke equival<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de hoogte van deschadevergoeding in het <strong>privaatrecht</strong>. Niet alle<strong>en</strong> de gehanteerde verklaringsmodell<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>. Om theorieën over prev<strong>en</strong>tie te illustrer<strong>en</strong>, wordt zowel in de literatuurover schadevergoeding<strong>en</strong> als over g<strong>en</strong>erale prev<strong>en</strong>tie van organisatiecriminaliteit inhet strafrecht, dezelfde archetypische casus opgevoerd: de Ford Pinto-affaire.De rationele onderneming: de Ford Pinto-affaireFord introduceerde in 1970 de Pinto, e<strong>en</strong> nieuw model compacte person<strong>en</strong>auto waarmeehet bedrijf de Japanse concurr<strong>en</strong>tie het hoofd wilde bied<strong>en</strong>. Ford bracht de Pinto op demarkt ondanks het feit dat bij botsproev<strong>en</strong> regelmatig explosies van de b<strong>en</strong>zinetankhadd<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>. Technische verbetering van de b<strong>en</strong>zinetank zou 137 miljo<strong>en</strong>dollar kost<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> intern rapport dat later bov<strong>en</strong> water kwam, raamde Ford de kost<strong>en</strong>van de schadevergoeding<strong>en</strong> die aan de families van de slachtoffers (die dus nog moest<strong>en</strong>gaan vall<strong>en</strong>) betaald zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op 49,5 miljo<strong>en</strong> dollar: 200.000 dollar perm<strong>en</strong>s<strong>en</strong>lev<strong>en</strong>. Op basis van deze calculatie zette Ford de verkoop van de Pinto door,waarna zich in de loop van de daaropvolg<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> inderdaad e<strong>en</strong> aantal ernstige <strong>en</strong>fatale ongevall<strong>en</strong> voordeed. Het vervolg van de Ford Pinto-zaak kan alle<strong>en</strong> in superlatiev<strong>en</strong>beschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>: Ford doorstond e<strong>en</strong> van de grootste publiciteitscrises in degeschied<strong>en</strong>is van onderneming<strong>en</strong>; aan e<strong>en</strong> van de eerste slachtoffers werd e<strong>en</strong> (to<strong>en</strong>tertijd)recordbedrag van 125 miljo<strong>en</strong> aan punitive damages toegek<strong>en</strong>d; de Pinto werdonderwerp van e<strong>en</strong> van de grootste product recalls aller tijd<strong>en</strong>; <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> Ford werd e<strong>en</strong>tot op dat mom<strong>en</strong>t ongek<strong>en</strong>de strafzaak voor productaansprakelijkheid gestart. 14De Ford Pinto-affaire zoals die in de literatuur wordt gepres<strong>en</strong>teerd, reflecteert de wijzewaarop in het aansprakelijkheidsrecht <strong>en</strong> de criminologie lange tijd werd aangekek<strong>en</strong>13 Zie o.a. Kagan & Scholz 1984, p. 67-95; Nagin 1998, p. 1-42.14 Lee & Ermann 2002, p. 277-305.156Gies<strong>en</strong>_01.indb 6 20-5-2008 16:29:29


Naming <strong>en</strong> shaming in het contract<strong>en</strong>recht?teg<strong>en</strong> overtred<strong>en</strong>de onderneming<strong>en</strong>: rationeel calculer<strong>en</strong>de actor<strong>en</strong> die welbewustkost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van overtreding<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> elkaar afweg<strong>en</strong>. In de literatuur over organisatiecriminaliteitis Ford daarmee hét symbool van de rationele, amorele ondernemingdie ‘winst bov<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>lev<strong>en</strong>s’ plaatst. 15 In de literatuur over aansprakelijkheidsrechtkom<strong>en</strong> we de Ford Pintozaak vaak teg<strong>en</strong> ter illustratie van de prev<strong>en</strong>tieve werking vanschadevergoeding – <strong>en</strong> de gebrek<strong>en</strong> daarvan in de praktijk. Enerzijds weegt Ford dewinst van het op de markt br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> product af teg<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> van de te betal<strong>en</strong>schadevergoeding, waarmee de prev<strong>en</strong>tieve werking van de schadevergoeding in theoriekan word<strong>en</strong> geïllustreerd. Tegelijkertijd laat de Ford Pinto-zaak ons zi<strong>en</strong> dat de dreigingvan schadevergoeding onvoldo<strong>en</strong>de is om te voorkom<strong>en</strong> dat onveilige product<strong>en</strong> op demarkt word<strong>en</strong> gebracht.Vanuit deze gedachtegang is de voor de hand ligg<strong>en</strong>de oplossing van de tekortschiet<strong>en</strong>deprev<strong>en</strong>tieve werking van de schadevergoeding: hogere schadevergoeding<strong>en</strong>, opdat dekost<strong>en</strong> ervan de bat<strong>en</strong> van overtreding<strong>en</strong> overstijg<strong>en</strong>. In Nederland vind<strong>en</strong> we de weerklankvan deze red<strong>en</strong>ering in pleidooi<strong>en</strong> voor punitive damages ofwel e<strong>en</strong> civiele boete. 16Aan deze boete is bij uitstek het aspect van afschrikking ofwel prev<strong>en</strong>tie verbond<strong>en</strong>. Deciviele boete is e<strong>en</strong> bedrag dat, bov<strong>en</strong>op de reguliere schadevergoeding die bedoeld ister comp<strong>en</strong>satie van geled<strong>en</strong> schade, wordt opgelegd om ev<strong>en</strong>tuele opzet van de schadetoebr<strong>en</strong>gerextra te bestraff<strong>en</strong>. Doel daarvan is vergelding, maar ook het voorkom<strong>en</strong><strong>en</strong> afschrikk<strong>en</strong> van het betreff<strong>en</strong>de gedrag.Het beeld van de rationeel handel<strong>en</strong>de onderneming is in de literatuur inmiddels echtergrondig bijgesteld. Uit empirisch onderzoek naar onderneming<strong>en</strong> rijst e<strong>en</strong> heel anderbeeld dan dat van de rationeel calculer<strong>en</strong>de actor. Onderneming<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> fout<strong>en</strong>,beschikk<strong>en</strong> niet over volledige informatie of overzicht, zijn intern verdeeld, overschatt<strong>en</strong>hun kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> hecht<strong>en</strong> meer waarde aan pot<strong>en</strong>tiële winst dan aan pot<strong>en</strong>tieel verlies. 17Dat onderneming<strong>en</strong> in werkelijkheid ge<strong>en</strong> perfecte beslissers zijn blijkt al uit de FordPinto-zaak. Ford schat het aan schadevergoeding te betal<strong>en</strong> bedrag volkom<strong>en</strong> verkeerdin: in plaats van 49,5 miljo<strong>en</strong> in totaal, moet de onderneming alle<strong>en</strong> al aan één slachtoffer125 miljo<strong>en</strong> dollar betal<strong>en</strong>. Nog meer dan het ongek<strong>en</strong>d hoge bedrag aan schadevergoedingzal Ford schade hebb<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> door de negatieve publiciteit <strong>en</strong> het stigma van destrafrechtelijke vervolging.Rec<strong>en</strong>t nieuw onderzoek naar de Ford Pinto-affaire laat zi<strong>en</strong> dat het beeld van Fordals rationele beslisser op meer punt<strong>en</strong> inadequaat is. 18 In plaats van e<strong>en</strong> weloverwog<strong>en</strong>15 Bijv. Lanier 2004, p. 96.16 Bolt 1993.17 De zog<strong>en</strong>oemde ‘self-serving bias’, zie de bijdrage van Gies<strong>en</strong> in deze bundel.18 Lee & Ermann 2002, p. 277-305.157Gies<strong>en</strong>_01.indb 7 20-5-2008 16:29:29


J. van Erpbesluit op één mom<strong>en</strong>t in de tijd, is sprake van e<strong>en</strong> betrekkelijk onreflexief proces datzich afspeelt in vele lag<strong>en</strong> van de organisatie <strong>en</strong> haar omgeving; <strong>en</strong> op vele mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>in de tijd. E<strong>en</strong> bewuste afweging van kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van schadevergoeding blijkt inhet geheel niet te hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>. De beruchte interne notitie waarin kost<strong>en</strong> <strong>en</strong>bat<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> elkaar werd<strong>en</strong> afgezet, blijkt pas te zijn opgesteld <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> nádat de Pintoop de markt werd gebracht, waardoor deze notitie ge<strong>en</strong> rol kan hebb<strong>en</strong> gespeeld in debesluitvorming over de introductie van het nieuwe type. De testresultat<strong>en</strong> van de b<strong>en</strong>zinetankblijk<strong>en</strong> niet zo e<strong>en</strong>duidig als werd verondersteld, <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> was het uitvoer<strong>en</strong>van veiligheidstests e<strong>en</strong> nieuwe ontwikkeling <strong>en</strong> was het meeweg<strong>en</strong> van de resultat<strong>en</strong>daarvan in managem<strong>en</strong>tbeslissing<strong>en</strong> nog niet ingeburgerd. En het belangrijkste: de autoindustriewas e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> wereld waarin de opvatting<strong>en</strong> over risico’s in betrekkelijkeisolatie van de maatschappelijke omgeving tot stand kwam<strong>en</strong>. De veiligheidsrichtlijn<strong>en</strong>war<strong>en</strong> het resultaat van e<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> onderhandelingsproces tuss<strong>en</strong> de industrie <strong>en</strong> deoverheid, waarin maatschappelijke invloed<strong>en</strong> niet doordrong<strong>en</strong>. In hed<strong>en</strong>daagse collegesover organisatiecriminaliteit figureert de Ford Pinto-affaire dan ook niet als voorbeeldvan doelgericht <strong>en</strong> calculer<strong>en</strong>d handel<strong>en</strong>, maar als voorbeeld van de onvolkom<strong>en</strong>heidvan besluitvorming binn<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> het onvermog<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong> om deeconomische <strong>en</strong> maatschappelijke gevolg<strong>en</strong> van hun handel<strong>en</strong> goed in te schatt<strong>en</strong>. 19G<strong>en</strong>erale prev<strong>en</strong>tie in het strafrechtDe verandering in het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de Ford Pinto-affaire weerspiegelt die in het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>over g<strong>en</strong>erale prev<strong>en</strong>tie in het strafrecht. Uit verschill<strong>en</strong>de studies blijkt dat bedrijv<strong>en</strong> degevolg<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van reputatieverlies <strong>en</strong> reacties van de sociale omgeving veel ergervind<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> boete door de overheid, die soms jar<strong>en</strong> later wordt opgelegd. Modernereafschrikkingstheorieën gev<strong>en</strong> daarom in de eerste plaats meer aandacht aan de vraagwelke kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> in de besluitvorming moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>. 20 In de tweedeplaats wordt het vraagstuk van de informatieverwerking <strong>en</strong> besluitvorming binn<strong>en</strong>onderneming<strong>en</strong> nadrukkelijk c<strong>en</strong>traal gesteld. De verklaring voor de Pinto-affaire ligtbijvoorbeeld niet in het feit dat de kost<strong>en</strong> van schadevergoeding niet opweg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> dievan de aanpassing van het ontwerp, maar in gebrek<strong>en</strong> in de informatieverwerking <strong>en</strong>besluitvorming bij Ford. Op dezelfde manier stell<strong>en</strong> hed<strong>en</strong>daagse auteurs over afschrikkingde vraag hoe informatie over strafrechtelijke sancties wordt verspreid <strong>en</strong> geïnterpreteerddoor de doelgroep. 21 In e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t onderzoek waarin e<strong>en</strong> aantal in het oog spring<strong>en</strong>deopgelegde strafrechtelijke sancties werd voorgelegd aan e<strong>en</strong> groep bedrijv<strong>en</strong>, werdbijvoorbeeld duidelijk dat veel strafrechtelijke sancties niet of nauwelijks bek<strong>en</strong>d war<strong>en</strong>,19 Van de Bunt 1992.20 Zie o.a. May 1989.21 Zie o.a. Braithwaite 1989.158Gies<strong>en</strong>_01.indb 8 20-5-2008 16:29:29


Naming <strong>en</strong> shaming in het contract<strong>en</strong>recht?<strong>en</strong> dat de hoogte van de boete door deze groep veel lager werd ingeschat dan de werkelijkopgelegde boete. 22Dat de empirische werkelijkheid niet overe<strong>en</strong>stemt met het model van de ondernemingals rationele actor, doet overig<strong>en</strong>s niet af aan de waarde van de rationele keuzeb<strong>en</strong>adering.Het rationele keuzemodel beoogt namelijk niet e<strong>en</strong> zo adequaat mogelijke beschrijving tebied<strong>en</strong> van de empirische werkelijkheid, maar gedrag te modeller<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde theorieënte ontwikkel<strong>en</strong> over de collectieve uitkomst<strong>en</strong> van dat gedrag. In moderne rationele-keuzeb<strong>en</strong>adering<strong>en</strong>zijn de inzicht<strong>en</strong> uit empirisch onderzoek naar besluitvormingsgedrag(van zowel onderneming<strong>en</strong> als individu<strong>en</strong>) verwerkt. Zo wordt rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> metallerlei gebrek<strong>en</strong> in informatieverwerking, door uit te gaan van bounded rationality. 23De sociaalwet<strong>en</strong>schappelijke literatuur over afschrikking in het strafrecht heeft, sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d,e<strong>en</strong> ontwikkeling doorgemaakt van e<strong>en</strong> rationele-actormodel naar e<strong>en</strong> meerempirisch georiënteerd verklaringsmodel waarin de aard van de kost<strong>en</strong> van sancties <strong>en</strong>de communicatie <strong>en</strong> informatieverwerking over sancties c<strong>en</strong>traal staan. Kunn<strong>en</strong> dezeinzicht<strong>en</strong> ook vruchtbaar zijn voor het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de prev<strong>en</strong>tieve werking van deschadevergoeding in het <strong>privaatrecht</strong>? Deze bijdrage vormt e<strong>en</strong> poging de verklar<strong>en</strong>defactor<strong>en</strong> in de strafrechtelijke theorieën over afschrikking te vertal<strong>en</strong> naar het terreinvan <strong>privaatrecht</strong>. Van het strafrecht kunn<strong>en</strong> we ler<strong>en</strong> dat de prev<strong>en</strong>tieve werking van deschadevergoeding beter kan word<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong> als we inzicht hebb<strong>en</strong> in de aard van dekost<strong>en</strong> die schadevergoeding<strong>en</strong> met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de verspreiding <strong>en</strong> verwerkingvan informatie over schadevergoeding<strong>en</strong>. In deze bijdrage zal ik deze twee onderwerp<strong>en</strong>verder uitwerk<strong>en</strong>.Empirische k<strong>en</strong>nis over het prev<strong>en</strong>tieve effect van schadevergoeding<strong>en</strong>Empirische k<strong>en</strong>nis over het prev<strong>en</strong>tieve effect van het aansprakelijkheidsrecht is schaars,zeker voor Nederland <strong>en</strong> België. 24 Visscher geeft e<strong>en</strong> overzicht van statistische studies naarde prev<strong>en</strong>tieve werking van het onrechtmatigedaadsrecht in het verkeersrecht, medischebehandeling, productaansprakelijkheid, milieuaansprakelijkheid <strong>en</strong> bedrijfsongevall<strong>en</strong><strong>en</strong> beroepsziekt<strong>en</strong>. 25 In dergelijke onderzoek<strong>en</strong> word getracht e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang te vind<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> het stelsel van aansprakelijkheid <strong>en</strong> de maatschappelijke uitkomst, meestal hetaantal ongevall<strong>en</strong>. Uit dit onderzoek blijkt niet e<strong>en</strong>duidig dat het onrechtmatigedaadsrechte<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werking heeft. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> betreft het voornamelijk onderzoek inde Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>. Opvall<strong>en</strong>d g<strong>en</strong>oeg biedt de verkeersaansprakelijkheid de meeste22 Gunningham 2005, p. 262-28823 Zie bijvoorbeeld Posner 2000.24 Faure 2001.25 Visscher 2005.159Gies<strong>en</strong>_01.indb 9 20-5-2008 16:29:29


J. van Erpaanwijzing<strong>en</strong> voor het bestaan van e<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werking. 26 Dat is opmerkelijk, wantjuist verkeersgedrag is routinegedrag waarbij het niet waarschijnlijk is dat e<strong>en</strong> rationeleafweging plaatsvindt van de bat<strong>en</strong> <strong>en</strong> kost<strong>en</strong> van ev<strong>en</strong>tueel veroorzaakte schade.Het is niet goed d<strong>en</strong>kbaar dat roekeloos gedrag van e<strong>en</strong> automobilist e<strong>en</strong> ‘keuze’ is diebeïnvloed wordt door de verplichting de veroorzaakte schade geheel of slechts gedeeltelijkte moet<strong>en</strong> vergoed<strong>en</strong>. Hoe dan ook suggerer<strong>en</strong> de onderzoeksresultat<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong>prev<strong>en</strong>tief effect op het niveau van het rechtssysteem, dat wil zegg<strong>en</strong> er word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>geconstateerd tuss<strong>en</strong> rechtssystem<strong>en</strong> waarin automobilist<strong>en</strong> niet (geheel) aansprakelijkzijn voor veroorzaakte schade <strong>en</strong> rechtssystem<strong>en</strong> waarin die aansprakelijkheid volledigeris. 27 Er wordt ge<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tief effect gemet<strong>en</strong> van individuele schadevergoedingszak<strong>en</strong>.Opzet van deze bijdrageEr is dus niet veel empirisch onderzoek beschikbaar waarin de mate waarin <strong>en</strong> de wijzewaarop het aansprakelijkheidsrecht prev<strong>en</strong>tief werkt rechtstreeks wordt bestudeerd.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> die er zijn, niet direct aanknopingspunt<strong>en</strong> voor theorievorming.In deze bijdrage wordt daarom e<strong>en</strong> andere bron aangeboord die inzicht kangev<strong>en</strong> in de prev<strong>en</strong>tieve werking van het aansprakelijkheidsrecht. Binn<strong>en</strong> de rechtssociologieis uitgebreid <strong>en</strong> in vele casestudies onderzoek gedaan naar de rol van het contract<strong>en</strong>rechtin het handelsverkeer tuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong>. Aan de basis van deze onderzoekstraditieligt Stewart Macaulay’s Relational Theory of Contracts. In dit onderzoekwordt over het algeme<strong>en</strong> e<strong>en</strong> wat breder perspectief gehanteerd dan dat van de schadevergoeding.Het zijn veelal kwalitatieve dieptestudies die prober<strong>en</strong> te begrijp<strong>en</strong> hoe hethandelsverkeer tuss<strong>en</strong> ondernemers onderling verloopt, hoe geschill<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgelost,<strong>en</strong> welke rol het formele recht daarbij speelt. In het eerste deel van deze bijdrage bespreekik dit onderzoek. We zull<strong>en</strong> daarbij zi<strong>en</strong> dat reputatie e<strong>en</strong> cruciale factor is in de betrekking<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong>. Ondernemers kom<strong>en</strong> hun afsprak<strong>en</strong> na omdat ze andersreputatieschade leid<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>, naast de financiële kost<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> schadevergoedingmet zich meebr<strong>en</strong>gt, kunn<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> van reputatieschade afschrikk<strong>en</strong><strong>en</strong> contractbreuk voorkom<strong>en</strong>. Uit de casestudies destilleer ik condities waaronder ditprev<strong>en</strong>tieve effect optreedt.In paragraaf 3 maak ik de vertaalslag van de bevinding<strong>en</strong> in de lijn van de relationaltheory of contracts naar de praktijk van het aansprakelijkheidsrecht. Ik onderzoek inhoeverre het reputatie-effect zich voordoet in het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht.26 Zie voor e<strong>en</strong> uitgebreid onderzoek naar de prev<strong>en</strong>tieve werking van verkeersaansprakelijkheid Van Dam, 2001. Ook indit onderzoek wordt ge<strong>en</strong> empirische onderbouwing gevond<strong>en</strong> van de invloed van verkeersaansprakelijkheidsregels opongevall<strong>en</strong>.27 Visscher 2005, p. 289.160Gies<strong>en</strong>_01.indb 10 20-5-2008 16:29:29


Naming <strong>en</strong> shaming in het contract<strong>en</strong>recht?Kort sam<strong>en</strong>gevat luidt de vraag hier: Heeft e<strong>en</strong> veroordeling tot het betal<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> schadevergoedinge<strong>en</strong> negatief effect voor de reputatie van e<strong>en</strong> onderneming? In paragraafvier komt de tweede verklar<strong>en</strong>de factor voor het prev<strong>en</strong>tieve effect van schadevergoeding<strong>en</strong>in beeld: de informatieverspreiding over schadevergoeding<strong>en</strong>. Het zal duidelijkword<strong>en</strong> dat in de Nederlandse praktijk met name de informatieverspreiding over deschadevergoeding<strong>en</strong> e<strong>en</strong> reguler<strong>en</strong>de werking door middel van reputatie-effect<strong>en</strong> in deweg staat. Ik onderzoek daarom de mogelijkheid om de reputatie-effect<strong>en</strong> van schadevergoedingte vergrot<strong>en</strong> door negatieve publiciteit hierover of met andere woord<strong>en</strong>, namingand shaming. Ik bespreek de juridische mogelijkhed<strong>en</strong> om publicatie van schadevergoeding<strong>en</strong>af te dwing<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het gebruik daarvan in de praktijk. Ik zal de vraag stell<strong>en</strong> ofe<strong>en</strong> betere b<strong>en</strong>utting van deze mogelijkhed<strong>en</strong> kan bijdrag<strong>en</strong> aan de vergroting van deprev<strong>en</strong>tieve werking van het aansprakelijkheidsrecht.2 Reputatie-effect<strong>en</strong> van contractbreukDe ‘relational theory of contracts’Eind jar<strong>en</strong> vijftig gaf de jonge <strong>en</strong> nog onervar<strong>en</strong> jurist Stewart Macaulay het eerstejaarsvakContract<strong>en</strong>recht. To<strong>en</strong> hij zijn schoonvader, de G<strong>en</strong>eral Manager van e<strong>en</strong> groot bedrijf,vertelde over de inhoud van het vak, kon deze hem nauwelijks gelov<strong>en</strong>. Deze schoonvaderwas betrokk<strong>en</strong> geweest bij vele zakelijke geschill<strong>en</strong>, maar nooit had hij meegemaaktdat hiervoor e<strong>en</strong> juridische oplossing werd gezocht. Macaulay’s schoonvader vonddat het contract<strong>en</strong>recht zoals zijn schoonzoon dat doceerde, e<strong>en</strong> zeer onjuist beeld gafvan de zak<strong>en</strong>wereld, <strong>en</strong> organiseerde voor zijn schoonzoon e<strong>en</strong> reeks gesprekk<strong>en</strong> metbevri<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong>m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. 28 Macaulay schreef hierover e<strong>en</strong> artikel dat e<strong>en</strong> van de meestgeciteerde publicaties in de rechtssociologie werd, <strong>en</strong> tot op de dag van vandaag de basisvormt voor e<strong>en</strong> grote hoeveelheid wet<strong>en</strong>schappelijke onderzoek naar de werking van hetcontract<strong>en</strong>recht in de praktijk. 29 In deze paragraaf beschrijf ik wat we uit dit onderzoekkunn<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> over de prev<strong>en</strong>tieve werking van de schadevergoeding.Macaulay’s standpunt, dat hij nog steeds verdedigt, is dat ondernemers in geval van e<strong>en</strong>zakelijk conflict slechts zeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op de onderligg<strong>en</strong>de juridische contract<strong>en</strong>.De volg<strong>en</strong>de citat<strong>en</strong> uit zijn klassieke publicatie mak<strong>en</strong> duidelijk hoe er binn<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong>wereld aangekek<strong>en</strong> wordt teg<strong>en</strong> het recht.28 Griffiths 1996, p. 69; zie ook Hertogh 2005.29 Macaulay 1963, p. 55-67.161Gies<strong>en</strong>_01.indb 11 20-5-2008 16:29:29


J. van Erp‘Als er iets aan de hand is zorg je dat je de ander aan de telefoon krijgt <strong>en</strong> jelost het probleem op. Je leest ge<strong>en</strong> juridische clausules aan elkaar voor als jeooit weer zak<strong>en</strong> wilt do<strong>en</strong>. Je moet je in de zak<strong>en</strong>wereld fatso<strong>en</strong>lijk gedrag<strong>en</strong>:je r<strong>en</strong>t niet naar je advocaat als je mee wilt do<strong>en</strong>.’E<strong>en</strong> ander stelt: ‘Je kunt elk geschil regel<strong>en</strong> als je de jurist<strong>en</strong> <strong>en</strong> accountants er maar buit<strong>en</strong>houdt. Die begrijp<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong>maal niets van het gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> nem<strong>en</strong> dat in de zak<strong>en</strong>wereldnodig is.’ Juridische procedures word<strong>en</strong> zeld<strong>en</strong> gevoerd omdat er voldo<strong>en</strong>de alternatiev<strong>en</strong>iet-juridische sancties beschikbaar zijn. De verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong> zijnmeestal duurzaam, <strong>en</strong> het belang van de instandhouding van de handelsrelatie weegtvaak zwaarder dan het geschil dat aan de orde is. Dit maakt dat problem<strong>en</strong> in lateretransacties meestal word<strong>en</strong> rechtgezet. Het risico dat de handelsrelatie wordt beëindigdis volg<strong>en</strong>s Macaulay voldo<strong>en</strong>de als stok achter de deur om oplossing<strong>en</strong> te bevorder<strong>en</strong>.Macaulay’s werk heeft aan de basis gestaan van e<strong>en</strong> traditie van empirische rechtssociologischestudies naar de rol van contract<strong>en</strong> in het verkeer tuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong>. Daarnaastzijn er rechtseconom<strong>en</strong> die mede door deze traditie zijn beïnvloed, maar de weg vande formele analyse kiez<strong>en</strong> om de handhaving van contractuele afsprak<strong>en</strong> te bestuder<strong>en</strong>. 30De vraag in hoeverre de relational theory of contracts e<strong>en</strong> realistisch beeld schetst vande hed<strong>en</strong>daagse (Amerikaanse) zak<strong>en</strong>wereld, is tot op de dag van vandaag onderwerpvan verhitte debatt<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s congress<strong>en</strong> <strong>en</strong> dergelijke. Macaulay neemt daaraan zelf nogvolop deel <strong>en</strong> wijkt niet van zijn oorspronkelijke standpunt dat contract<strong>en</strong> voer voorjurist<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>, maar ge<strong>en</strong> doorslaggev<strong>en</strong>de invloed hebb<strong>en</strong> op het gedrag van ondernemers.De meeste wet<strong>en</strong>schappers zijn echter van m<strong>en</strong>ing dat contractuele relaties alse<strong>en</strong> continuüm moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd met meer duurzame, coöperatieve relatiesaan de <strong>en</strong>e kant, <strong>en</strong> meer individualistische, competitieve relaties aan de andere kant.De vraag die voor ons relevant is, is daarom niet zozeer of Macaulay’s zi<strong>en</strong>swijze al ofniet kan word<strong>en</strong> geg<strong>en</strong>eraliseerd, maar waarom sommige markt<strong>en</strong> goed functioner<strong>en</strong>zonder e<strong>en</strong> rechtstreeks beroep te do<strong>en</strong> op handhaving met juridische middel<strong>en</strong>. Zowelde rechtseconomische theorievorming op het gebied van de handhaving van het contract<strong>en</strong>rechtals het empirisch onderzoek in de traditie van de relational theory of contractslaat steeds weer zi<strong>en</strong> dat contract<strong>en</strong> weliswaar de wettelijke verplichting<strong>en</strong> van partij<strong>en</strong>bevatt<strong>en</strong>, maar dat de naleving ervan in belangrijke mate wordt afgedwong<strong>en</strong> door buit<strong>en</strong>wettelijkemechanism<strong>en</strong>. De belangrijkste van die mechanism<strong>en</strong> is de dreiging vanreputatieschade voor deg<strong>en</strong>e die zijn afsprak<strong>en</strong> niet nakomt.30 Onder andere Posner 2000; Bernstein 2001, p. 1724-1790; Charny 1990; Ellickson 1991. Zie voor e<strong>en</strong> uitgebreiderebespreking van de twee stroming<strong>en</strong> ook De Hoon 2005.162Gies<strong>en</strong>_01.indb 12 20-5-2008 16:29:29


Naming <strong>en</strong> shaming in het contract<strong>en</strong>recht?Conceptualisering van reputatie-effect<strong>en</strong>We kunn<strong>en</strong> drie typ<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> op het niet nakom<strong>en</strong>van afsprak<strong>en</strong>. In de eerste plaats de kost<strong>en</strong> van het vergoed<strong>en</strong> van de schade aan deteg<strong>en</strong>partij. Dit is het type kost<strong>en</strong> waarop in de meeste red<strong>en</strong>ering<strong>en</strong> over het mogelijkeprev<strong>en</strong>tieve effect van schadevergoeding<strong>en</strong> wordt gedoeld: de directe kost<strong>en</strong> van deschadevergoeding. Macaulay’s werk wijst er echter op dat transacties tuss<strong>en</strong> ondernemersge<strong>en</strong> geïsoleerde, e<strong>en</strong>malige gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> zijn, maar dat ze plaatsvind<strong>en</strong> in decontext van relaties tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>. Transacties in het hed<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> plaats onder invloedvan de ‘shadow of the past’ <strong>en</strong> de ‘shadow of the future’. 31 Voor de meeste ondernemers isde mogelijkheid dat ze bij ev<strong>en</strong>tuele problem<strong>en</strong> achteraf schadevergoeding kunn<strong>en</strong> eis<strong>en</strong>,niet bepaald e<strong>en</strong> geruststell<strong>en</strong>de gedachte. Zo’n procedure is immers omslachtig, onzeker<strong>en</strong> duur. 32 Ondernemers will<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> in plaats vanze achteraf oploss<strong>en</strong>. 33 Daarom do<strong>en</strong> ze zak<strong>en</strong> met partners die ze kunn<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>:partners die de reputatie hebb<strong>en</strong> hun afsprak<strong>en</strong> na te kom<strong>en</strong> (de ‘shadow of the past’). 34E<strong>en</strong> reputatie van betrouwbaarheid maakt de kans op toekomstige opdracht<strong>en</strong> groter; dedreiging om zak<strong>en</strong>partners te verliez<strong>en</strong> vormt e<strong>en</strong> stimulans om afsprak<strong>en</strong> na te kom<strong>en</strong>(de ‘shadow of the future’). Vanuit dit perspectief wordt duidelijk dat het niet nakom<strong>en</strong>van afsprak<strong>en</strong> ook indirecte kost<strong>en</strong> van reputatieschade met zich meebr<strong>en</strong>gt. We onderscheid<strong>en</strong>twee reputatie-effect<strong>en</strong>. In de eerste plaats in tweezijdige relaties: het verliesvan vertrouw<strong>en</strong> van de directe handelspartner waardoor m<strong>en</strong> toekomstige opdracht<strong>en</strong>misloopt. Zeker in grote markt<strong>en</strong> met veel alternatieve beschikbare handelspartners isdit echter ge<strong>en</strong> effectief reguleringsmechanisme. E<strong>en</strong> veel krachtiger reputatie-effect ismogelijk wanneer ook de relatie met derde partij<strong>en</strong> in de red<strong>en</strong>ering wordt betrokk<strong>en</strong>.Informatie over niet nagekom<strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> kan ook derde partij<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong> – huidige ofpot<strong>en</strong>tiële handelspartners. Dat maakt dat op contractbreuk ‘third party sanctions’ staanin de vorm van gemiste pot<strong>en</strong>tiële handelsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> met derd<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> geschond<strong>en</strong>afspraak met één partij vertaalt zichzelf dan mete<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> geschond<strong>en</strong> afspraak metalle partij<strong>en</strong> op de markt.Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> we drie typ<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> van het niet nakom<strong>en</strong> vanafsprak<strong>en</strong>. In de eerste plaats de kost<strong>en</strong> van de te vergoed<strong>en</strong> schade. In de tweede plaatsde kost<strong>en</strong> van gemiste toekomstige opdracht<strong>en</strong> van de directe handelspartij. Dit noemik het tweezijdige reputatie-effect. In de derde plaats het driezijdige reputatie-effect vangemiste toekomstige opdracht<strong>en</strong> van derd<strong>en</strong>.31 Kamann, Snijders, Tazelaar & Welling 2006, p. 28-38.32 Bar<strong>en</strong>drecht & Kamminga 2004, p. 156.33 Johnston 2001, p. 1791-1810.34 Misztal 1996, p. 121.163Gies<strong>en</strong>_01.indb 13 20-5-2008 16:29:30


J. van ErpHet driezijdige reputatie-effect is het meest krachtig, maar stelt hoge eis<strong>en</strong> aan de informatie-uitwisselingtuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>. Partij<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er immers van op de hoogte rak<strong>en</strong>als ander<strong>en</strong> hun afsprak<strong>en</strong> niet nakom<strong>en</strong>. Sommige markt<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> hiervoor beterecondities dan andere. 35 In de traditie van Macaulay zijn daarom diverse case studiesverricht van markt<strong>en</strong> waar krachtige reputatie-effect<strong>en</strong> bestaan, om te onderzoek<strong>en</strong>welke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van deze markt<strong>en</strong> hiertoe bijdrag<strong>en</strong>. Ik geef hier twee voorbeeld<strong>en</strong> vandeze markt<strong>en</strong>.Twee voorbeeld<strong>en</strong>E<strong>en</strong> eerste voorbeeld is de kato<strong>en</strong>markt in de zuidelijke stat<strong>en</strong> van de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>. 36De kato<strong>en</strong>handel k<strong>en</strong>merkt zich door onderling vertrouw<strong>en</strong>. Zoals e<strong>en</strong> handelaar vertelt:‘Millions of dollars of business will be done on the basis of a thirty-second phone call’. Deprijz<strong>en</strong> zijn wisselvallig; de kwaliteitsbeoordeling van kato<strong>en</strong> is in hoge mate subjectief.Deals word<strong>en</strong> meestal mondeling, zelfs telefonisch geslot<strong>en</strong>, pas later wordt de partijbekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> het contract schriftelijk vastgelegd. Vanwege deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de kato<strong>en</strong>handelis het cruciaal dat kato<strong>en</strong>handelar<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> reputatie van betrouwbaarheidop het gebied van tijdige levering, tijdige betaling, flexibiliteit, <strong>en</strong> zekerheiddat de gevraagde kwaliteit wordt geleverd. De handelsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> voor kato<strong>en</strong>handelar<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> daarom e<strong>en</strong> aantal mechanism<strong>en</strong> gecreëerd om reputatie-informatieactief te verspreid<strong>en</strong>. Zo houdt de handelsver<strong>en</strong>iging e<strong>en</strong> register bij van reputatie-informatie.Lidmaatschap van de handelsver<strong>en</strong>iging vereist het meld<strong>en</strong> van overtreding<strong>en</strong>van handelspartners aan de ver<strong>en</strong>iging opdat dit register gevuld blijft. Nam<strong>en</strong> vanovertreders word<strong>en</strong> gepubliceerd, <strong>en</strong> ernstige overtreders word<strong>en</strong> uit de handelsver<strong>en</strong>igingverwijderd. Dit is ‘meestal de doodsklap voor je handel’. Tot slot drag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> actievehandelspers <strong>en</strong> gespecialiseerde handelsbank<strong>en</strong>, bij aan de informatieverspreiding overde betrouwbaarheid van handelar<strong>en</strong>.Naast deze meer formele mechanism<strong>en</strong>, zijn er ook informele mechanism<strong>en</strong> om deuitwisseling van informatie tuss<strong>en</strong> handelar<strong>en</strong> onderling te faciliter<strong>en</strong>. Die informelemechanism<strong>en</strong> zijn er vooral op gericht om de verbinding tuss<strong>en</strong> zakelijke <strong>en</strong> persoonlijkerelaties in stand te houd<strong>en</strong>. De kato<strong>en</strong>handel is e<strong>en</strong> hechte geme<strong>en</strong>schap, niet alle<strong>en</strong> inzakelijk maar ook in sociaal opzicht. Het feit dat de handel geografisch is geconc<strong>en</strong>treerdin Front Street in Memphis in ‘the Old South’ van de VS draagt hier al toe bij.Handelar<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>: ‘Front Street is net e<strong>en</strong> naaikransje. Het is erger dan e<strong>en</strong> stel oudewijv<strong>en</strong>. Elke serieuze overtreding is er binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dag bek<strong>en</strong>d’. Daarnaast organiser<strong>en</strong>de handelsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> allerlei sociale ev<strong>en</strong>em<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waardoor de kato<strong>en</strong>handelar<strong>en</strong> e<strong>en</strong>35 Charny 1990, p. 418.36 Bernstein 2001, p. 1724-1790.164Gies<strong>en</strong>_01.indb 14 20-5-2008 16:29:30


Naming <strong>en</strong> shaming in het contract<strong>en</strong>recht?geme<strong>en</strong>schap blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook hun families word<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> jaarlijks debutant<strong>en</strong>bal,carnaval (‘Memphis Mardi Gras’), e<strong>en</strong> Cotton Wives club met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> blad ‘CottonTales’, golftoernooi<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoort.E<strong>en</strong> tweede voorbeeld van e<strong>en</strong> markt waarin effectieve reputatiesancties word<strong>en</strong> opgelegd,is de diamanthandel in New York. 37 Aangezi<strong>en</strong> diamanthandel meestal op kredietplaatsvindt, diamant<strong>en</strong> door ontelbare tuss<strong>en</strong>person<strong>en</strong> <strong>en</strong> -handelar<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong><strong>en</strong> beoordeeld voor ze hun uiteindelijke afnemer bereik<strong>en</strong>, <strong>en</strong> er e<strong>en</strong> bloei<strong>en</strong>de zwartemarkt voor gestol<strong>en</strong> diamant<strong>en</strong> bestaat, is er onder diamanthandelar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong>ormebehoefte aan informatie over de betrouwbaarheid van handelspartners. De New YorkDiamond Dealers Club (DDC) voorziet in deze behoefte. Deze handelsver<strong>en</strong>iging annexbeurs is gevestigd in 47th Street in Manhattan, waar 95% van de diamanthandel in de VSplaatsvindt. Lidmaatschap van de DDC biedt handelar<strong>en</strong> diverse voordel<strong>en</strong>. In de eersteplaats e<strong>en</strong> zwaar beveiligde handelsruimte. T<strong>en</strong> tweede heeft de DDC het monopolieop reputatie-informatie: er is e<strong>en</strong> verplicht arbitragestelsel, <strong>en</strong> led<strong>en</strong> die hun toevluchtzoek<strong>en</strong> tot formele rechtspraak krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> boete of word<strong>en</strong> geroyeerd. De wijze vanverspreiding van reputatie-informatie op deze beurs is verrass<strong>en</strong>d e<strong>en</strong>voudig voor e<strong>en</strong>markt waarin 30 miljard dollar per jaar omgaat: op de beursvloer is e<strong>en</strong> muur waaropalle relevante informatie over de betrouwbaarheid van led<strong>en</strong> van de beurs wordt weergegev<strong>en</strong>.38 Van kandidaat-led<strong>en</strong> wordt gedur<strong>en</strong>de ti<strong>en</strong> dag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> foto aangeplakt waarbijieder ander lid op- <strong>en</strong> aanmerking<strong>en</strong> over de reputatie van de kandidaat kan aangev<strong>en</strong>.Uitsprak<strong>en</strong> van de arbitragecommissie van de beurs word<strong>en</strong> op de muur gepubliceerd <strong>en</strong>partij<strong>en</strong> die hun schuld<strong>en</strong> niet hebb<strong>en</strong> afgelost word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> foto – <strong>en</strong>igszins gelijk<strong>en</strong>dop e<strong>en</strong> ‘wanted’-poster – afgebeeld. Het is duidelijk dat handelar<strong>en</strong> tot elke prijs zull<strong>en</strong>will<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> dat hun foto op de muur kan word<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong>. Naast deze muur,is de beursvloer ook e<strong>en</strong> fysieke plaats waar handelar<strong>en</strong> de laatste nieuwtjes met elkaaruitwissel<strong>en</strong>, refer<strong>en</strong>ties vrag<strong>en</strong> over pot<strong>en</strong>tiële zak<strong>en</strong>partners, <strong>en</strong> reputatie-informatiesnel wordt verspreid. En tot slot treff<strong>en</strong> we ook hier e<strong>en</strong> verm<strong>en</strong>ging van zakelijke <strong>en</strong>persoonlijke relaties aan: 85 tot 90% van de led<strong>en</strong> van de DDC zijn joods, veel handelar<strong>en</strong>zijn g<strong>en</strong>eraties lang in het vak, <strong>en</strong> familie- <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schapsband<strong>en</strong> zijn sterk.Dit zijn twee voorbeeld<strong>en</strong> van markt<strong>en</strong> waarin de nakoming van afsprak<strong>en</strong> redelijk effectiefwordt gereguleerd door e<strong>en</strong> systeem van reputatiesancties. In deze markt<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>ondernemers die contractbreuk pleg<strong>en</strong> of zich anderszins niet aan de afsprak<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>,dat ze niet alle<strong>en</strong> de veroorzaakte schade zull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> vergoed<strong>en</strong>, maar ook toekom-37 Richman 2006.38 Ook de Antwerpse diamantbeurs k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> dergelijke publicatie.165Gies<strong>en</strong>_01.indb 15 20-5-2008 16:29:30


J. van Erpstige opdracht<strong>en</strong> van de betreff<strong>en</strong>de handelspartner én van derd<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> mislop<strong>en</strong>. Alledrie de onderscheid<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> van contractbreuk kom<strong>en</strong> dus voor. Dat betek<strong>en</strong>t natuurlijkniet dat conflict<strong>en</strong> <strong>en</strong> contractbreuk nooit voorkom<strong>en</strong>, maar wel dat van de dreiging vanreputatieschade e<strong>en</strong> sterk prev<strong>en</strong>tief effect uitgaat. In deze markt<strong>en</strong> biedt de dreiging vanreputatieverlies in de meeste gevall<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de prikkel om de nakoming van afsprak<strong>en</strong>af te dwing<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontstane geschill<strong>en</strong> te beslecht<strong>en</strong>. Die prikkel is zelfs zo sterk, dat hetrecht buit<strong>en</strong>spel komt te staan of, zoals in het geval van de DDC, zelfs actief buit<strong>en</strong>spelwordt gezet. In het navolg<strong>en</strong>de zull<strong>en</strong> we uit deze casus <strong>en</strong>kele algem<strong>en</strong>e k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>afleid<strong>en</strong>.Condities voor prev<strong>en</strong>tie door de dreiging van reputatieschadeIn markt<strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> krachtig systeem van reputatiesancties functioneert zoalshiervoor beschrev<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong> we steeds weer de volg<strong>en</strong>de condities.In de eerste plaats gaat het om markt<strong>en</strong> waarin vertrouw<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>d is voor de totstandkomingvan handelsbetrekking<strong>en</strong>, <strong>en</strong> waarin de reputatie, dat wil zegg<strong>en</strong> degeloofwaardigheid dat e<strong>en</strong> partner zich aan de afsprak<strong>en</strong> zal houd<strong>en</strong>, van belang is voorde totstandkoming van betrekking<strong>en</strong>. Cruciaal in de hier beschrev<strong>en</strong> markt<strong>en</strong> is dat deondernemers problem<strong>en</strong> will<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> in plaats van ze achteraf via e<strong>en</strong> ingewikkeldejuridische procedure te will<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong>. Ze will<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> schadevergoeding, maarschade voorkom<strong>en</strong>. Dat vormt e<strong>en</strong> prikkel voor handelspartners om actief op zoek gaannaar reputatie-informatie <strong>en</strong> hierover informatie uit te wissel<strong>en</strong>.In de tweede plaats betreft het hier kleine, geslot<strong>en</strong>, homog<strong>en</strong>e markt<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> langetraditie <strong>en</strong> veelvuldige transacties. In de twee casus treff<strong>en</strong> we geografische conc<strong>en</strong>tratieaan in één straat, <strong>en</strong> de New Yorkse Diamantbeurs is e<strong>en</strong> letterlijk voorbeeld van geslot<strong>en</strong>heid.Die conc<strong>en</strong>tratie draagt ertoe bij dat partij<strong>en</strong> elkaar voortdur<strong>en</strong>d teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>,<strong>en</strong> informatie uitwissel<strong>en</strong> over pot<strong>en</strong>tiële handelspartners.E<strong>en</strong> derde k<strong>en</strong>merk van dit soort markt<strong>en</strong> is dat er e<strong>en</strong> georganiseerd informatiecircuitis waarbinn<strong>en</strong> reputatie-informatie wordt uitgewisseld. Er is e<strong>en</strong> officieel kanaalwaarin overtreding<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gepubliceerd, <strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> actieve handelspers. Met anderewoord<strong>en</strong>: er is sprake van naming <strong>en</strong> shaming, het aan de schandpaal nagel<strong>en</strong> van overtreders.De instantie die hiertoe door de branche is aangewez<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> autoriteit diegezaghebb<strong>en</strong>d optreedt.T<strong>en</strong> vierde is k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor dit soort markt<strong>en</strong> de verm<strong>en</strong>ging van zakelijke <strong>en</strong>persoonlijke relaties <strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke vorm van sociale controle binn<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>schap.Reputatiesancties k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> daardoor e<strong>en</strong> sterke sociale inbedding: ze beschadig<strong>en</strong> nietalle<strong>en</strong> de economische positie van de handelaar maar ook de sociale positie van hemzelf<strong>en</strong> zijn gezin in de geme<strong>en</strong>schap. Zelfs ontstaat uit de beschrev<strong>en</strong> casus de indruk dat de166Gies<strong>en</strong>_01.indb 16 20-5-2008 16:29:30


Naming <strong>en</strong> shaming in het contract<strong>en</strong>recht?naleving van zakelijke afsprak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> morele verplichting is: het nakom<strong>en</strong> van afsprak<strong>en</strong>is e<strong>en</strong> kwestie van eer, het sch<strong>en</strong>d<strong>en</strong> ervan zal leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> verlies van respectabiliteit.‘Shaming’ dus in de letterlijke zin van het woord.3 Bestaat het reputatie-effect in het Nederlandse handelsverkeertuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong>?In deze bijdrage staat de vraag c<strong>en</strong>traal in hoeverre de dreiging van schadevergoedingprev<strong>en</strong>tief werkt in het handelsverkeer tuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong>. Lat<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong> zichafschrikk<strong>en</strong> door de kans dat ze bij contractbreuk of wanprestatie e<strong>en</strong> schadevergoedingmoet<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wat bepaalt of dat effect optreedt? In de inleiding is geconcludeerddat er in theorie van de schadevergoeding e<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tief effect mag word<strong>en</strong> verwacht,maar dat hierover twijfels bestaan <strong>en</strong> dat empirische k<strong>en</strong>nis schaars is. Daarom is inparagraaf 2 van deze bijdrage het prev<strong>en</strong>tieve effect theoretisch uitgewerkt op basis vanrechtssociologische literatuur. We hebb<strong>en</strong> daarbij drie kost<strong>en</strong> van contractbreuk onderscheid<strong>en</strong>:de kost<strong>en</strong> van de te vergoed<strong>en</strong> schade; tweezijdige reputatieschade (gemistetoekomstige opdracht<strong>en</strong> van de directe handelspartij); <strong>en</strong> driezijdige reputatieschade(gemiste toekomstige opdracht<strong>en</strong> van derd<strong>en</strong>). De sterkste vorm van prev<strong>en</strong>tie vindtplaats als er e<strong>en</strong> dreiging is van reputatieschade doordat ook derd<strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong> verbind<strong>en</strong>aan contractbreuk.In deze paragraaf onderzoek ik welke vorm van prev<strong>en</strong>tie optreedt in het Nederlandsehandelsverkeer tuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong>. Ondervindt e<strong>en</strong> onderneming die veroordeeldwordt tot het betal<strong>en</strong> van schadevergoeding daarvan nog meer gevolg<strong>en</strong> dan de directekost<strong>en</strong>? Levert dit ook schade op in de relatie met de teg<strong>en</strong>partij of zelfs met derd<strong>en</strong>?En, als meest vergaande mogelijkheid: heeft de schadevergoeding e<strong>en</strong> morele dim<strong>en</strong>sie,oftewel, is het e<strong>en</strong> schande om te moet<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>?Rec<strong>en</strong>t <strong>en</strong> Nederlands empirisch onderzoek naar geschilgedrag van onderneming<strong>en</strong> isschaars. De weinige studies die er zijn, pass<strong>en</strong> echter in de lijn van de relational theory ofcontracts. Zo trekt Hertogh e<strong>en</strong> parallel tuss<strong>en</strong> de zak<strong>en</strong>wereld zoals die door Macaulaywordt geschetst, <strong>en</strong> de verhouding<strong>en</strong> in de Nederlandse bouwwereld, zoals die naar vor<strong>en</strong>kwam<strong>en</strong> in de Parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête Bouwnijverheid. De Nederlandse bouwondernemerssprek<strong>en</strong> over het recht in dezelfde bewoording<strong>en</strong> als hun Amerikaanse collega’sin het onderzoek van Macaulay: ‘Als jurist<strong>en</strong> de baas word<strong>en</strong> in ondernemersland, danword<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> deals meer gemaakt’, stelt bijvoorbeeld de voormalig bestuursvoorzittervan aannemer Heijmans. De directeur van Ballast Nedam Infra merkt op: ‘Stel dat wij met167Gies<strong>en</strong>_01.indb 17 20-5-2008 16:29:30


J. van Erpdrie advocat<strong>en</strong> achter elkaar de contract<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> tek<strong>en</strong><strong>en</strong>! Er moet toch e<strong>en</strong> stuk vertrouw<strong>en</strong>zijn naar elkaar toe. Wij moet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wat wij met elkaar aan het do<strong>en</strong> zijn’. 39Ook de juridische studie van De Hoon naar commerciële relaties schetst e<strong>en</strong> beeld datovere<strong>en</strong>stemt met dat van Macaulay. Haar studie beschrijft conflictsituaties tuss<strong>en</strong> contractspartij<strong>en</strong>met e<strong>en</strong> duurovere<strong>en</strong>komst voor onbepaalde tijd. In dergelijke duurzame<strong>en</strong> complexe sam<strong>en</strong>werkingsrelaties is het vrij normaal dat aan beide kant<strong>en</strong> bepaaldeafsprak<strong>en</strong> niet volledig nagekom<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Dit leidt in de meeste gevall<strong>en</strong> niet tot groteproblem<strong>en</strong>: ook hier is het e<strong>en</strong> kwestie van er in onderling overleg uitkom<strong>en</strong>. In dezelangdurige sam<strong>en</strong>werkingsrelaties ontstaan na verloop van tijd patron<strong>en</strong> die afwijk<strong>en</strong>van de contractuele regels die bij aanvang van de sam<strong>en</strong>werking zijn opgesteld. Daarmeeraakt het contract in de dagelijkse handelspraktijk op de achtergrond. Als e<strong>en</strong> conflictescaleert of de relatie wordt beëindigd, is het dan ook de vraag of het wel redelijk is omzich op het oorspronkelijke contract te beroep<strong>en</strong>. Rechters kijk<strong>en</strong> daarom niet alle<strong>en</strong>naar het contract, maar houd<strong>en</strong> ook rek<strong>en</strong>ing met de omstandighed<strong>en</strong> van het geval <strong>en</strong>met uit het gedrag gerez<strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong>. 40E<strong>en</strong> van de weinige Nederlandse grootschalige empirische studies in de traditie vanMacaulay is dat van Rooks naar inkooptransacties. 41 In deze studie blijft het gedachtegoedvan Macaulay overeind: niet-juridische sancties zoals het beëindig<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>relatie of het passer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leverancier voor e<strong>en</strong> latere transactie, word<strong>en</strong> in de hed<strong>en</strong>daagsezak<strong>en</strong>relaties veel vaker toegepast dan het eis<strong>en</strong> van schadevergoeding. Rooksbestudeerde het verloop van 1252 transacties. In 902 transacties ontstond<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> ofandere manier problem<strong>en</strong>. Slechts 43 keer werd daarbij schadevergoeding gevorderd.Transacties in sector<strong>en</strong> waarin afnemers <strong>en</strong> leveranciers frequ<strong>en</strong>t <strong>en</strong> int<strong>en</strong>sief contacthebb<strong>en</strong>, lever<strong>en</strong> minder problem<strong>en</strong> op dan transacties in sector<strong>en</strong> waarin minder contactis. In het eerste geval kunn<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> in latere transacties word<strong>en</strong> rechtgezet, of is hetbelang van instandhouding van de relatie voldo<strong>en</strong>de groot om e<strong>en</strong> oplossing te vind<strong>en</strong> bijconflict<strong>en</strong>. In verreweg de meeste gevall<strong>en</strong> war<strong>en</strong> contact <strong>en</strong> overleg dan ook voldo<strong>en</strong>deom het probleem te verhelp<strong>en</strong>, of liet m<strong>en</strong> het er daarna bij zitt<strong>en</strong> zonder maatregel<strong>en</strong>te nem<strong>en</strong>. ‘Gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> nem<strong>en</strong>’ is ook in deze studie dus e<strong>en</strong> goede beschrijving van derealiteit. In ernstiger gevall<strong>en</strong> komt ook de niet-juridische sanctie van het beëindig<strong>en</strong>van de handelsrelatie veel voor. In drie kwart van de gevall<strong>en</strong> waarbij het conflict tuss<strong>en</strong>afnemer <strong>en</strong> leverancier vergaand was geëscaleerd, werd de leverancier voor latere transactiesgepasseerd. Deze resultat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bevestigd in e<strong>en</strong> studie van Kamann et al.39 Hertogh 2005, p. 56-57.40 De Hoon 2005, p. 7-9 <strong>en</strong> 106.41 Rooks 2002.168Gies<strong>en</strong>_01.indb 18 20-5-2008 16:29:30


Naming <strong>en</strong> shaming in het contract<strong>en</strong>recht?naar transacties in de bouw. 42 In deze studie werd duidelijk dat problem<strong>en</strong> minder snelescaler<strong>en</strong> als partij<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> in de toekomst nog met elkaar sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>, metname als deze sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> (in plaats van de organisaties)zou plaatsvind<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> andere studie in deze traditie is die van Jettinghof naar de beheersing van geschill<strong>en</strong>in relaties tuss<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong>, onder de veelzegg<strong>en</strong>de titel ‘Het komt zeld<strong>en</strong> voor’. 43 Jettinghofvergeleek drie markt<strong>en</strong>: de kunststofverwerking, de bouw, <strong>en</strong> het wegtransport.Ook in deze studie wordt duidelijk dat ondernemers waar mogelijk de escalatie vangeschill<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> door duurzame relaties aan te gaan. Deze relaties voorkom<strong>en</strong> opverschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> dat geschill<strong>en</strong> escaler<strong>en</strong> (tot juridische procedures). In de eersteplaats kiez<strong>en</strong> ondernemers betrouwbare partners. T<strong>en</strong> tweede word<strong>en</strong> met deze partnerslangdurige relaties aangeknoopt, waarin m<strong>en</strong> de tijd heeft om product<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkwijz<strong>en</strong>af te stemm<strong>en</strong> op de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van de klant. Als er ondanks deze voorzorgsmaatregel<strong>en</strong>toch conflict<strong>en</strong> ontstaan, biedt de relatie mogelijkhed<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg om deze in overleg opte loss<strong>en</strong>.Overig<strong>en</strong>s blijk<strong>en</strong> er wel verschill<strong>en</strong> te bestaan tuss<strong>en</strong> de drie onderzochte markt<strong>en</strong>.Relationele oplossing<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> het makkelijkst tot stand in de kunststofverwerking<strong>en</strong> het wegtransport, waar door de aard van de activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> product<strong>en</strong> duurzamerelaties mogelijk zijn. In de bouw echter bestaat veel grotere onzekerheid over de uitte voer<strong>en</strong> project<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> grote opdracht onverwachts doorgaat, moet<strong>en</strong> op stel <strong>en</strong>sprong onderaannemers word<strong>en</strong> ingehuurd. Niet altijd kan m<strong>en</strong> daarbij e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong>op vertrouwde contact<strong>en</strong>. In deze sector wordt daarom actiever reputatie-informatieingewonn<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitgewisseld: sommige aannemers houd<strong>en</strong> bijvoorbeeld e<strong>en</strong> zwarte lijstbij van onderaannemers met wie ze slechte ervaring<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Ook word<strong>en</strong> veel uitgebreiderecontract<strong>en</strong> opgesteld (bestekk<strong>en</strong>) <strong>en</strong> is er vaker behoefte aan conflictoplossingvia juridische procedures. Die word<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s niet altijd daadwerkelijk gestart, omdatvanwege de lange doorlooptijd ge<strong>en</strong> snelle oplossing kan word<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong>.Om het bestaan van reputatie-effect<strong>en</strong> goed te onderzoek<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> we eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong>selectie van schadevergoedingszak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong> onder de loep moet<strong>en</strong>nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun effect<strong>en</strong> op de reputatie van de betrokk<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong>.44 Er zijn echter zeer beperkt rechterlijke uitsprak<strong>en</strong> beschikbaar over schadevergoeding<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong> onderling. Het lijkt betrekkelijk weinig voor te42 Kamann 2006, p. 28-38.43 Jettinghof 2001.44 In het strafrecht is op dergelijke wijze onderzoek gedaan naar de prev<strong>en</strong>tieve werking van boetes op milieuovertreding<strong>en</strong>door onderneming<strong>en</strong>: Gunningham, Kagan & Thornton 2005, p. 262-288.169Gies<strong>en</strong>_01.indb 19 20-5-2008 16:29:30


J. van Erpkom<strong>en</strong> dat onderneming<strong>en</strong> onderling schadevergoeding van elkaar eis<strong>en</strong>, althans bij derechter. Dit komt deels overe<strong>en</strong> met het beeld dat in de hiervoor beschrev<strong>en</strong> studies wordtgeschetst, namelijk dat er in relaties tuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de effectieve nietjuridischemogelijkhed<strong>en</strong> zijn om geschill<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>. Wat zeker ook zal bijdrag<strong>en</strong>aan het geringe aantal rechtszak<strong>en</strong> is het brede scala aan buit<strong>en</strong>gerechtelijke geschilproceduresin Nederland, zoals klacht<strong>en</strong>commissies, arbitrage <strong>en</strong> geschill<strong>en</strong>commissies.Deze zijn vaak speciaal door branches in het lev<strong>en</strong> geroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> bied<strong>en</strong> daardoor geschilbeslechtingop maat. De meeste van deze procedures k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer hoge filterwerking:slechts in <strong>en</strong>kele proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wordt na het buit<strong>en</strong>gerechtelijk traject nog e<strong>en</strong> juridischeprocedure gestart. 45 Naast het feit dat ondernemers in veel gevall<strong>en</strong> de voorkeur gev<strong>en</strong>aan niet-juridische oplossing<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> verklaring voor het geringe aantal rechtszak<strong>en</strong> datondernemers in geval van e<strong>en</strong> juridische oplossing de voorkeur gev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> schikkingbov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rechtszaak. E<strong>en</strong> schikking blijft binn<strong>en</strong>skamers, <strong>en</strong> m<strong>en</strong> houdt schadevergoeding<strong>en</strong>het liefst buit<strong>en</strong> de op<strong>en</strong>baarheid. Uit het feit dat schadevergoeding<strong>en</strong> het liefst inde beslot<strong>en</strong>heid van e<strong>en</strong> schikking tot stand word<strong>en</strong> gebracht in plaats van in op<strong>en</strong>barerechtszak<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we afleid<strong>en</strong> dat ondernemers het niet prettig vind<strong>en</strong> als er publiciteitwordt gegev<strong>en</strong> aan schadevergoeding<strong>en</strong>. Dit gegev<strong>en</strong> vormt op zich e<strong>en</strong> indicatievoor het feit dat de schadevergoeding reputatie-effect bij derd<strong>en</strong> heeft.Concluder<strong>en</strong>d: de relational theory of contracts voorspelt dat ondernemers in geval vanzakelijk conflict slechts zeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> juridische oplossing zoek<strong>en</strong>. Oplossing<strong>en</strong> word<strong>en</strong>eerder in de relationele sfeer gezocht: ‘gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> nem<strong>en</strong>’, <strong>en</strong> zo nodig de relatie beëindig<strong>en</strong>.Het beperkte Nederlandse onderzoek dat op dit terrein is gedaan, is in lijn met dezetheorie. Uit dit onderzoek ontstaat echter ook de indruk dat de reputatie-effect<strong>en</strong> dieoptred<strong>en</strong> voornamelijk tweezijdig zijn. Het onderzoek geeft niet direct aanwijzing<strong>en</strong> dathet niet nakom<strong>en</strong> van afsprak<strong>en</strong> ook negatief afstraalt op de relatie met derde partij<strong>en</strong>.Dat driezijdige reputatie-effect kan dan ook alle<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> als informatie over schadevergoeding<strong>en</strong>wordt verspreid. Dat onderwerp wordt behandeld in de volg<strong>en</strong>de paragraaf.4 Informatieverspreiding over schadevergoeding<strong>en</strong>E<strong>en</strong> belangrijke voorwaarde voor driezijdige reputatie-effect<strong>en</strong> is dat informatie overschadevergoeding<strong>en</strong> verspreid wordt in de markt. In deze paragraaf staat de vraagc<strong>en</strong>traal op welke wijze dat gebeurt in het Nederlandse handelsverkeer. Is het algeme<strong>en</strong>bek<strong>en</strong>d als e<strong>en</strong> onderneming schadevergoeding moet betal<strong>en</strong>? Hoe wordt informatie over45 Van Erp & Klein Haarhuis 2006. Zie ook Blank<strong>en</strong>burg 1994, p. 789-808.170Gies<strong>en</strong>_01.indb 20 20-5-2008 16:29:30


Naming <strong>en</strong> shaming in het contract<strong>en</strong>recht?schadevergoeding<strong>en</strong> gepubliceerd? In deze bijdrage kan ik slechts e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d beeldschets<strong>en</strong> op basis van het beperkte empirisch onderzoek dat is gedaan, de jurisprud<strong>en</strong>tie,<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele gesprekk<strong>en</strong> die in het kader van deze bijdrage zijn gevoerd. Gezi<strong>en</strong> het exploratievekarakter van deze bijdrage is het hier geschetste beeld bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> nogal algeme<strong>en</strong><strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> om goed onderscheid te mak<strong>en</strong> naar deelmarkt<strong>en</strong>. Hetempirisch deel van deze bijdrage moet daarom eerder word<strong>en</strong> beschouwd als e<strong>en</strong> aanzettot verder onderzoek dan als e<strong>en</strong> afgerond geheel.Ondernemers loss<strong>en</strong> hun problem<strong>en</strong> liever in onderling overleg op dan ze in de op<strong>en</strong>baarheidte br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Als het al zover komt dat schadevergoeding wordt gevorderd, gev<strong>en</strong>ondernemers de voorkeur aan e<strong>en</strong> schikking bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rechtszaak, omdat de schikkingachter geslot<strong>en</strong> deur<strong>en</strong> blijft. Geheimhouding is vaak zelfs e<strong>en</strong> expliciete voorwaardevan de schikking, op straffe van e<strong>en</strong> boete. Het zal duidelijk zijn dat de informatieverspreidingover schadevergoeding<strong>en</strong> hierdoor ernstig wordt bemoeilijkt. Van naming <strong>en</strong>shaming lijkt over het algeme<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> sprake.Toch zijn er verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> waarop schadevergoeding<strong>en</strong> in de op<strong>en</strong>baarheidkom<strong>en</strong>. Allereerst wordt er over schadevergoeding<strong>en</strong> gepubliceerd in de pers. In de landelijkepers gebeurt dit slechts bij uitzondering. In het kader van deze bijdrage is e<strong>en</strong>inv<strong>en</strong>tarisatie gemaakt van bericht<strong>en</strong> over schadevergoeding<strong>en</strong> in het Financieel Dagbladover de periode 2006 – september 2007. Er werd<strong>en</strong> 331 artikel<strong>en</strong> gepubliceerd over schadevergoeding<strong>en</strong>.Het leeuw<strong>en</strong>deel hiervan gaat over schadevergoeding<strong>en</strong> waarbij deoverheid is betrokk<strong>en</strong>, bijvoorbeeld waarin onderneming<strong>en</strong> de overheid aansprakelijkstell<strong>en</strong> of andersom. Als wordt gepubliceerd over schadevergoeding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong>,betreft het vooral multinationals of internationale conflict<strong>en</strong>. Wat betreftNederlandse bedrijv<strong>en</strong> onderling, domineert in de berichtgeving de schadevergoedingdie het bedrijf Chipshol eist van Schiphol. Over deze geruchtmak<strong>en</strong>de <strong>en</strong> slep<strong>en</strong>de zaakwaarin Chipshol ook nadrukkelijk de media opzoekt, publiceerde het FD veerti<strong>en</strong> maal.Over andere schadevergoedingszak<strong>en</strong> berichtte het FD in totaal drie maal. Eén berichtging over e<strong>en</strong> schikking tuss<strong>en</strong> Philips <strong>en</strong> Heinek<strong>en</strong> over de thuistap, één bericht overhet afblaz<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> joint v<strong>en</strong>ture tuss<strong>en</strong> PCM <strong>en</strong> financier Marcel Boekhoorn, <strong>en</strong> e<strong>en</strong>bericht over e<strong>en</strong> schikking tuss<strong>en</strong> D-reiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> textielket<strong>en</strong> H<strong>en</strong>k ter Hoor over e<strong>en</strong>t-shirt met de opdruk ‘Costa del Snol’. Uit de onderwerp<strong>en</strong> van deze bericht<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong>we kunn<strong>en</strong> afleid<strong>en</strong> dat zelfs in e<strong>en</strong> gespecialiseerd medium als het Financieel Dagblad,met name over landelijk bek<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> of ondernemers of anderszins in het oogspring<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong> wordt gepubliceerd.In e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel geval gev<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong> zelf actief bek<strong>en</strong>dheid aan schadevergoeding<strong>en</strong>door e<strong>en</strong> persbericht. Dat geldt niet alle<strong>en</strong> voor de eisers, zoals in de Chipshol-zaak, maaropvall<strong>en</strong>d g<strong>en</strong>oeg ook voor gedaagd<strong>en</strong>. Zo verspreidde supermarktconcern Laurus e<strong>en</strong>171Gies<strong>en</strong>_01.indb 21 20-5-2008 16:29:31


J. van Erppersbericht (3 augustus 2007) dat er door het bedrijf Perfect Finishing 6,9 miljo<strong>en</strong> euroschadevergoeding was geëist. Laurus liet wet<strong>en</strong> deze vordering te betwist<strong>en</strong> <strong>en</strong> melddedat de vordering ge<strong>en</strong> negatieve gevolg<strong>en</strong> had voor de dagelijkse bedrijfsvoering vanLaurus.Ook door rechterlijke uitsprak<strong>en</strong> wordt bek<strong>en</strong>dheid gegev<strong>en</strong> aan schadevergoeding<strong>en</strong>.Binn<strong>en</strong> het juridische domein word<strong>en</strong> veel uitsprak<strong>en</strong> gepubliceerd op rechtspraak.nl, injurisprud<strong>en</strong>tieregisters <strong>en</strong> vaktijdschrift<strong>en</strong>. Hoewel we hieruit niet zonder meer mog<strong>en</strong>afleid<strong>en</strong> dat deze uitsprak<strong>en</strong> ook bek<strong>en</strong>d rak<strong>en</strong> bij alle ondernemers die zak<strong>en</strong>relatiesmet elkaar aangaan, mog<strong>en</strong> we ervan uitgaan dat onderneming<strong>en</strong> met gespecialiseerdebedrijfsjurist<strong>en</strong> actief de jurisprud<strong>en</strong>tie bijhoud<strong>en</strong>. Op grond van artikel 6:103 BWzou ook e<strong>en</strong> actievere vorm van op<strong>en</strong>baarmaking van de schadevergoeding kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gevorderd. Dit artikel bepaalt dat de schadevergoeding naast e<strong>en</strong> materiëleg<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing, ook andere vorm<strong>en</strong> van g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing kan omvatt<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong> beveltot rectificatie van e<strong>en</strong> onwaar bericht, e<strong>en</strong> bevel tot doorhaling van e<strong>en</strong> inschrijving ine<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar register, óf – <strong>en</strong> daar gaat het hier om – e<strong>en</strong> bevel tot publicatie van hetvonnis. Op grond van dit artikel zou het bijvoorbeeld mogelijk zijn om de toebr<strong>en</strong>gervan de schade te verplicht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> advert<strong>en</strong>tie te plaats<strong>en</strong> waarin hij de veroordeling totschadevergoeding bek<strong>en</strong>dmaakt. Van dit artikel wordt in de praktijk echter nauwelijksgebruikgemaakt om schadevergoeding<strong>en</strong> te publicer<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> zoektocht in NederlandseJurisprud<strong>en</strong>tie 1995-2007 leverde één uitspraak op, die echter ge<strong>en</strong> betrekking had op hethandelsverkeer tuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong>. 46Dat publicatie van het vonnis zo weinig wordt gevorderd in schadevergoedingszak<strong>en</strong>,kan wellicht word<strong>en</strong> verklaard door het feit dat de inzet van het geding primair hetverkrijg<strong>en</strong> van schadevergoeding dan wel herstel is. Alles wat er aanvull<strong>en</strong>d gevorderdwordt, maakt de zaak meer gecompliceerd <strong>en</strong> kwetsbaar. Als er al e<strong>en</strong> juridische procedurewordt gevoerd, zal e<strong>en</strong> onderneming de omvang <strong>en</strong> complexiteit van het gedingtracht<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong> om de succeskans te verhog<strong>en</strong> <strong>en</strong> proceskost<strong>en</strong> te reducer<strong>en</strong>. Vaakwordt bijvoorbeeld alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> procedure gestart om de hoogte van de schadevergoedingvast te stell<strong>en</strong>, <strong>en</strong> word<strong>en</strong> de overige aspect<strong>en</strong> in de onderhandeling<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de rechtszaalafgehandeld. Voor e<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> partij is er ook ge<strong>en</strong> direct voordeel te behal<strong>en</strong>aan de publicatie, behalve misschi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gevoel van g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing. E<strong>en</strong> advocaat merktbijvoorbeeld op dat publicatie zou kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> grotere bek<strong>en</strong>dheid vanrechterlijke uitsprak<strong>en</strong>, wat zou kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot eerdere overe<strong>en</strong>stemming in toekomstigezak<strong>en</strong>, ook vóór de fase dat gespecialiseerde advocat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingeschakeld. Op46 NJ 2002/78, Hof D<strong>en</strong> Bosch, 20 maart 2001. Deze vordering was ingesteld door iemand die was bestol<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dureKawasaki-motor, <strong>en</strong> van de (reeds veroordeelde) dief eiste dat deze de naam van de koper van de motor bek<strong>en</strong>dmaakte.De bestol<strong>en</strong>e wilde namelijk bij deze koper, die hij beschuldigde van heling, verhaal hal<strong>en</strong>.172Gies<strong>en</strong>_01.indb 22 20-5-2008 16:29:31


Naming <strong>en</strong> shaming in het contract<strong>en</strong>recht?die manier zou publicatie de nakoming van afsprak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus hetbeoogde prev<strong>en</strong>tieve effect kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. 47Het burgerlijke recht k<strong>en</strong>t nog <strong>en</strong>kele andere mogelijkhed<strong>en</strong> tot op<strong>en</strong>baarmaking vanvonniss<strong>en</strong>. De meest bek<strong>en</strong>de daarvan is natuurlijk de verplichting tot rectificatie bijonjuiste of misleid<strong>en</strong>de publicaties. Rectificatie wordt vaak toegepast als e<strong>en</strong> materiëleschadevergoeding onvoldo<strong>en</strong>de herstel <strong>en</strong> g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing kan bied<strong>en</strong>, zoals bij aantastingvan iemands goede naam. De grondslag hiervoor is artikel 6:167 BW (rectificatievan onjuiste of door onvolledigheid misleid<strong>en</strong>de publicatie van gegev<strong>en</strong>s van feitelijkeaard). Rectificatie treff<strong>en</strong> we voornamelijk aan in de sfeer van publiciteit over (bek<strong>en</strong>de)person<strong>en</strong>. In het handelsverkeer tuss<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong> treff<strong>en</strong> we de rectificatie geregeldaan bij misleid<strong>en</strong>de of onjuiste vergelijk<strong>en</strong>de reclame. De grondslag hiervoor is artikel6:196 BW. Ook in deze vorm heeft rectificatie eig<strong>en</strong>lijk ge<strong>en</strong> verband met de publicatievan schadevergoeding<strong>en</strong>. Het gaat niet om e<strong>en</strong> bestaande handelsrelatie die wordtgeschond<strong>en</strong>, maar om partij<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> contractspartner van elkaar zijn.E<strong>en</strong> andere vorm van op<strong>en</strong>baarmaking treff<strong>en</strong> we wel aan bij de sch<strong>en</strong>ding van auteursofmerk<strong>en</strong>recht. De onderneming die het auteursrecht heeft geschond<strong>en</strong>, wordt danverplicht haar klant<strong>en</strong> e<strong>en</strong> brief te stur<strong>en</strong> waarin ze bek<strong>en</strong>dmaakt dat ze het productniet had mog<strong>en</strong> aanbied<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ze het moet terugnem<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld van zo’n verplichtingis de brief die muziekproduc<strong>en</strong>t Ramshorn uit Heemstede moest stur<strong>en</strong> to<strong>en</strong>dit bedrijf inbreuk had gemaakt op het merk<strong>en</strong>recht van rapper Eminem. 48 Onder detitel ‘The All stars: Eminem greatest hits’ had Ramshorn e<strong>en</strong> cd op de markt gebrachtwaarop nummers van Eminem, zonder di<strong>en</strong>s toestemming, door andere artiest<strong>en</strong>werd<strong>en</strong> gecoverd. Eminem betoogde dat hier sprake was van misleiding, omdat op decd-hoes de indruk werd gewekt dat Eminem deze nummers zelf uitvoerde. Ramshornwerd verplicht aan alle afnemers de volg<strong>en</strong>de brief te stur<strong>en</strong>:Mijne dames, her<strong>en</strong>Wij hebb<strong>en</strong> aan u geluids- <strong>en</strong>/of beelddragers geleverd met opnames vanEMINEM. De voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>rechter van de rechtbank te ’s-Grav<strong>en</strong>hage heeftons bij vonnis van 15 juli 2004 verbod<strong>en</strong> de distributie van deze product<strong>en</strong>voort te zett<strong>en</strong> omdat daardoor inbreuk wordt gemaakt op de recht<strong>en</strong> van deartiest EMINEM. Wij verzoek<strong>en</strong> u vri<strong>en</strong>delijk doch zeer dring<strong>en</strong>d om deze47 Interview advocaat gespecialiseerd in milieu<strong>privaatrecht</strong>, 2 november 2007.48 Rechtbank D<strong>en</strong> Haag, KG 04/621, 15 juli 2004. E<strong>en</strong> ander voorbeeld van e<strong>en</strong> dergelijke verplichte op<strong>en</strong>baarmakingvind<strong>en</strong> we in de zaak KPN-D<strong>en</strong>da international inzake de NL-info-cd, e<strong>en</strong> alternatieve cd-foongids (LJN AA 8920,Rechtbank Almelo, o.a. 6 december 2000).173Gies<strong>en</strong>_01.indb 23 20-5-2008 16:29:31


J. van Erpproduct<strong>en</strong> onmiddellijk uit de verkoop te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle bij u aanwezige doorons geleverde exemplar<strong>en</strong> van deze product<strong>en</strong> per ommegaande aan ons teretourner<strong>en</strong>. Wij zull<strong>en</strong> u dan onmiddellijk de volledige aankoopprijs <strong>en</strong> deverz<strong>en</strong>dkost<strong>en</strong> vergoed<strong>en</strong>.We mog<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> dergelijke brief de reputatie van Ramshorn niet t<strong>en</strong> goedekomt.E<strong>en</strong> laatste vorm van op<strong>en</strong>baarmaking vind<strong>en</strong> we in het recht omtr<strong>en</strong>t algem<strong>en</strong>e voorwaard<strong>en</strong>.Bepaalde beding<strong>en</strong> in algem<strong>en</strong>e voorwaard<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leverancier kunn<strong>en</strong> doorde rechter als onredelijk bezwar<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> aangemerkt. E<strong>en</strong> van de gevolg<strong>en</strong> die derechter hieraan kan verbind<strong>en</strong> is de veroordeling tot het op<strong>en</strong>baar mak<strong>en</strong> van de uitspraak(art. 6:241 lid 3 sub c). Ook deze vorm van publicatie is zeldzaam, maar rec<strong>en</strong>topgelegd in e<strong>en</strong> conflict tuss<strong>en</strong> computerfabrikant <strong>en</strong> -leverancier Dell <strong>en</strong> computergebruikersver<strong>en</strong>igingHCC over de algem<strong>en</strong>e voorwaard<strong>en</strong> van Dell. 49 HCC had deze zaakaangespann<strong>en</strong> omdat zij het onredelijk vond dat kopers van e<strong>en</strong> Dell-pc de volledigeaankoopprijs van computers vóóraf moet<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>. De rechter stelde HCC in het gelijk.Dell werd in deze zaak niet alle<strong>en</strong> veroordeeld tot het wijzig<strong>en</strong> van de algem<strong>en</strong>e voorwaard<strong>en</strong>,maar ook tot het plaats<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> advert<strong>en</strong>tie in vier landelijke dagblad<strong>en</strong> metde mededeling dat deze voorwaard<strong>en</strong> onredelijk bezwar<strong>en</strong>d war<strong>en</strong> voor consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.De advocaat van HCC stelt in e<strong>en</strong> mondelinge toelichting dat hij de publicatie hadgevorderd in de verwachting dat dit e<strong>en</strong> extra pressiemiddel zou vorm<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> minnelijkeregeling af te dwing<strong>en</strong>. In theorie zou de publicatieplicht volg<strong>en</strong>s hem ook kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gevorderd als e<strong>en</strong> middel om e<strong>en</strong> onderneming extra te treff<strong>en</strong> <strong>en</strong> de consum<strong>en</strong>top de hoogte te stell<strong>en</strong>. Dell beschouwde dit k<strong>en</strong>nelijk ook zo, want maakte bezwaarteg<strong>en</strong> de vordering omdat de onderneming door de publicatie schade zou lijd<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>sde advocaat van HCC moet deze schade beperkt zijn geblev<strong>en</strong>, omdat de advert<strong>en</strong>tie zeerbeknopt was <strong>en</strong> feitelijk alle<strong>en</strong> verwees naar de uitspraak op rechtspraak.nl. ‘E<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>neus’, zo betitelt deze advocaat de publicatie in dit geval dan ook. 505 ConclusieVan strafrechtelijke sancties nem<strong>en</strong> we als vanzelfsprek<strong>en</strong>d aan dat ze, naast het doel vanbestraffing, ook g<strong>en</strong>erale prev<strong>en</strong>tie bewerkstellig<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> boete die wordt opgelegd aan e<strong>en</strong>49 LJN: AT 1762, Gerechtshof ’s Grav<strong>en</strong>hage, 03/1463, uitspraak 22 maart 2005. Overig<strong>en</strong>s had de rechter in e<strong>en</strong> eerderkort geding de vordering tot publicatie afgewez<strong>en</strong>, omdat Dell had aangegev<strong>en</strong> door de publicatie schade te lijd<strong>en</strong> <strong>en</strong>omdat publicatie ook in de hoofdzaak was. NJ 2004/483.50 Bron: telefonisch interview H.E.P. van Geelkerk<strong>en</strong>, advocaat te V<strong>en</strong>lo, 15 november 2007.174Gies<strong>en</strong>_01.indb 24 20-5-2008 16:29:31


Naming <strong>en</strong> shaming in het contract<strong>en</strong>recht?overtreder, zal ook ander<strong>en</strong> afschrikk<strong>en</strong> van het pleg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dergelijke overtreding.In het <strong>privaatrecht</strong> is prev<strong>en</strong>tie veel minder vanzelfsprek<strong>en</strong>d. Schadevergoeding<strong>en</strong>, hetbelangrijkste financiële instrum<strong>en</strong>t in het <strong>privaatrecht</strong>, hebb<strong>en</strong> als belangrijkste functiecomp<strong>en</strong>satie van de geled<strong>en</strong> schade. Toch wordt de schadevergoeding door de meesteauteurs wel e<strong>en</strong> zeker prev<strong>en</strong>tief effect toegedicht. De afschrikwekk<strong>en</strong>de werking vande schadevergoeding zou echter onvoldo<strong>en</strong>de zijn om in effectieve prev<strong>en</strong>tie te kunn<strong>en</strong>voorzi<strong>en</strong>. Dit leidt tot pleidooi<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> verbetering van de prev<strong>en</strong>tieve werking doore<strong>en</strong> verhoging van de toegek<strong>en</strong>de bedrag<strong>en</strong>.In deze bijdrage is getracht empirisch inzicht te krijg<strong>en</strong> in de prev<strong>en</strong>tieve werking vande schadevergoeding. Geïnspireerd door de ontwikkeling in het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over g<strong>en</strong>eraleprev<strong>en</strong>tie in het strafrecht, is daarbij niet alle<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> naar de financiële kant van deschadevergoeding. Uit het onderzoek naar g<strong>en</strong>erale prev<strong>en</strong>tie in het strafrecht is duidelijkgeword<strong>en</strong> dat sancties naast financiële kost<strong>en</strong>, ook reputatieschade veroorzak<strong>en</strong>.De dreiging van negatieve publiciteit als gevolg van e<strong>en</strong> boete vormt e<strong>en</strong> veel sterkereprikkel tot naleving dan de boete zelf. Vertaald naar het <strong>privaatrecht</strong>, leidt dit tot devraag of schadevergoeding<strong>en</strong> naast directe kost<strong>en</strong> ook reputatieschade met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.Reputatieschade zou de prev<strong>en</strong>tieve werking van de schadevergoeding kunn<strong>en</strong>versterk<strong>en</strong>, mits er in de betreff<strong>en</strong>de markt e<strong>en</strong> informatiecircuit bestaat waarbinn<strong>en</strong>reputatie-informatie effectief wordt verspreid. Daarom is in deze bijdrage onderzocht opwelke wijze informatie over schadevergoeding<strong>en</strong> wordt verspreid onder ondernemers.Op basis van sociaalwet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek naar handelsbetrekking<strong>en</strong> door onderneming<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> we concluder<strong>en</strong> dat de schadevergoeding meer kost<strong>en</strong> met zich br<strong>en</strong>gtdan alle<strong>en</strong> de financiële kost<strong>en</strong> van de te vergoed<strong>en</strong> schade. Schadevergoeding<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>ook negatieve effect<strong>en</strong> voor de reputatie van de onderneming. Naast de directe kost<strong>en</strong> vande schadevergoeding, heb ik daarom in deze bijdrage twee reputatie-effect<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>.Allereerst het tweezijdige reputatie-effect, dat bestaat uit de kost<strong>en</strong> van misgelop<strong>en</strong> toekomstigeopdracht<strong>en</strong> met de directe handelspartij. Daarnaast onderscheid ik het driezijdigereputatie-effect van gemiste toekomstige opdracht<strong>en</strong> van derd<strong>en</strong>. Dit laatste effectis het meest krachtig, maar komt alle<strong>en</strong> tot stand als derde partij<strong>en</strong> op de hoogte rak<strong>en</strong>van de veroorzaakte schade. Markt<strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> krachtig systeem van reputatiesanctiesfunctioneert, k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> e<strong>en</strong> effectief stelsel voor verspreiding van reputatie-informatie. Debeste condities hiervoor treff<strong>en</strong> we aan in kleine, geslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> homog<strong>en</strong>e markt<strong>en</strong>, diee<strong>en</strong> informatiecircuit k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> reputatie-informatie actief wordt uitgewisseld.Dit informatiecircuit k<strong>en</strong>t zowel officiële kanal<strong>en</strong> als meer informele kanal<strong>en</strong> dievoortkom<strong>en</strong> uit de verm<strong>en</strong>ging van zakelijke <strong>en</strong> persoonlijke relaties.175Gies<strong>en</strong>_01.indb 25 20-5-2008 16:29:31


J. van ErpHoe is het gesteld met de prev<strong>en</strong>tieve werking van het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht?De basis daarvoor is aanwezig: ondernemers vrez<strong>en</strong> negatieve publiciteit in hetkader van schadevergoeding. Schadevergoeding heeft dus e<strong>en</strong> reputatie-effect. Maarwaar het vaak aan schort is e<strong>en</strong> effectieve verspreiding van informatie over schadevergoeding<strong>en</strong>.Het <strong>privaatrecht</strong> k<strong>en</strong>t diverse bepaling<strong>en</strong> op grond waarvan publicatievan rechterlijke uitsprak<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> gevorderd. Daarvan is artikel 6:103 BW directgerelateerd aan de schadevergoeding. E<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>tere toepassing van dit wetsartikel zoukunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van publiciteit over schadevergoeding<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> beperkingvan dit wetsartikel is echter dat de toepassing ervan afhankelijk is van de bereidheidvan de b<strong>en</strong>adeelde partij<strong>en</strong> om publicatie van het vonnis te vorder<strong>en</strong>. Voor individueleonderneming<strong>en</strong> is het echter voornamelijk van belang dat ze hun schade vergoed krijg<strong>en</strong><strong>en</strong> zonder langdurige <strong>en</strong> kostbare procedures hun commerciële activiteit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>voortzett<strong>en</strong>. 51 Het ligt daarom niet voor de hand dat partij<strong>en</strong> op eig<strong>en</strong> initiatief deprocedure verder complicer<strong>en</strong> door naast de schadevergoeding, ook nog publicatie vanhet vonnis te eis<strong>en</strong>. De bat<strong>en</strong> daarvan kom<strong>en</strong> immers niet h<strong>en</strong>zelf t<strong>en</strong> goede, maar dederd<strong>en</strong> die hierop actie moet<strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> als de b<strong>en</strong>adeelde zelf in zijn reputatieis geschaad, zoals bij sch<strong>en</strong>ding van het merk<strong>en</strong>recht, of bij misleid<strong>en</strong>de of onjuistepublicaties, heeft de b<strong>en</strong>adeelde er belang bij om rectificatie of publicatie van het vonniste vorder<strong>en</strong>. Uit de zaak HCC-Dell blijkt echter dat het reputatie-effect van op<strong>en</strong>barerechterlijke vonniss<strong>en</strong> niet altijd groot hoeft te zijn.We moet<strong>en</strong> daarom wellicht niet al te veel verwacht<strong>en</strong> van juridische procedures in individuelezak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk van markt<strong>en</strong> waarin effectieve regulering door reputatieinformatieplaatsvindt, is nu juist dat er intermediaire organisaties verantwoordelijkzijn voor de verspreiding van reputatie-informatie. 52 Zo kunn<strong>en</strong> brancheorganisaties alsinformatiemakelaar optred<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar of beslot<strong>en</strong> register bij te houd<strong>en</strong>. Datgebeurt nu al in diverse branches, zoals in de detailhandel, de horeca, de luchtvaart <strong>en</strong> deuitz<strong>en</strong>dbranche, waar de brancheorganisatie of het bedrijfschap e<strong>en</strong> register beheert vanfrauder<strong>en</strong>de werknemers of uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong>, niet-betal<strong>en</strong>de klant<strong>en</strong> of agressieve passagiers.Ook de vakpers kan e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> in de verspreiding van reputatie-informatie.E<strong>en</strong> voorbeeld hiervan is de Reputatie Monitor Bouwbranche, die jaarlijks wordt gepubliceerddoor het vakblad Building Business. 53 In deze monitor word<strong>en</strong> 57 partij<strong>en</strong> in debouw- <strong>en</strong> vastgoedsector beoordeeld door collega’s in de branche. Onder de reputatieindicator<strong>en</strong>treff<strong>en</strong> we onder andere indicator<strong>en</strong> als ‘betrouwbaar’, ‘afspraak is afspraak’51 De Hoon 2005, p. 124.52 Zie Van Erp <strong>en</strong> Brands<strong>en</strong> 2006, p. 97-116.53 Laverman 2007, p. 12-17.176Gies<strong>en</strong>_01.indb 26 20-5-2008 16:29:31


Naming <strong>en</strong> shaming in het contract<strong>en</strong>recht?<strong>en</strong> ‘aanspreekbaar bij problem<strong>en</strong>’. Ook belang<strong>en</strong>organisaties, bank<strong>en</strong>, verzekeraars of deoverheid kunn<strong>en</strong> schadevergoeding<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar mak<strong>en</strong>.Het ligt, kortom, meer voor de hand dat de publicatie van schadevergoeding<strong>en</strong> op collectiefniveau gestalte krijgt dan dat dit via individuele juridische procedures wordtgerealiseerd. Natuurlijk moet er wel draagvlak aanwezig zijn voor e<strong>en</strong> dergelijke vormvan ‘naming <strong>en</strong> shaming’. Maar uiteindelijk hebb<strong>en</strong> alle partij<strong>en</strong> in de branche baat bije<strong>en</strong> effectieve regulering van hun contractuele afsprak<strong>en</strong>.LiteratuurBar<strong>en</strong>drecht & Kamminga 2004Bar<strong>en</strong>drecht, M., & P. Kamminga, ‘Toegang tot recht: de last<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> uitweg’, bijlage bij RMOadvies32, Toegang tot recht, Tilburg, augustus 2004.Bernstein 2001Bernstein, L., ‘Private commercial law in the cotton industry: creating cooperation through rules,norms, and institutions’, in: Michigan Law Review, jrg. 99, no. 7, 2001, p. 1724-1790.Blank<strong>en</strong>burg 1994Blank<strong>en</strong>burg, E., ‘The infrastructure for avoiding civil litigation: comparing cultures of legalbehavior in the Netherlands and West Germany’, in: Law & Society Review, vol. 28 no. 4, 1994.Bolt & L<strong>en</strong>sing 1993Bolt, A.T. & J.A.W. L<strong>en</strong>sing, Privaatrechtelijke boete, Preadvies voor de Nederlandse Ver<strong>en</strong>igingvoor Rechtsvergelijking, no. 48, 1993.Van Boom 2006Boom, W. van, Efficacious <strong>en</strong>forcem<strong>en</strong>t in contract and tort, D<strong>en</strong> Haag: BJu 2006.Braithwaite 1989Braithwaite, J., Crime, shame and reintegration. Cambridge: Cambridge University Press 1989.Van de Bunt 1992Bunt, H.G. van de, Organisatiecriminaliteit, Arnhem: Gouda Quint 1992.Charny 1990Charny, D., ‘Nonlegal sanctions in commercial relationships’, in: Harvard Law Review, vol. 104,1990.Van Dam 2001Dam, M. van, Verkeersongevall<strong>en</strong>, D<strong>en</strong> Haag: BJu 2001.Van Dunné 2001Dunné, J.M. van, Verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>recht, Deel 1, Contract<strong>en</strong>recht, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2001.177Gies<strong>en</strong>_01.indb 27 20-5-2008 16:29:31


J. van ErpEllickson 1991Ellickson, R.C., Order without law, How neighbors settle disputes, Cambridge: Harvard UniversityPress 1991.Van Erp & Brands<strong>en</strong> 2006Erp, J.G. van, & T. Brands<strong>en</strong>, ‘Maatschappelijke controle als reguleringsmechanisme, Gro<strong>en</strong>estroom zonder wettelijke dwang?’, in: B. Dorbeck-Jung & M. Oude Vrielink-van Heff<strong>en</strong>, Op wegnaar bruikbare regulering, themanummer Recht der Werkelijkheid, 2006.Van Erp & Klein Haarhuis 2006Erp, J.G. van, & C.M. Klein Haarhuis, De filterwerking van buit<strong>en</strong>gerechtelijke procedures, e<strong>en</strong>verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d onderzoek, WODC-cahier 2006-06.Faure 2001Faure, M., ‘A selection of empirical socio-economic research with respect to the functioning oflegal rules and institutions in Belgium and the Netherlands’, in: European Journal of Law andEconomics, 11:3, 2001, p. 207-248.Griffiths 1996Griffiths, J., ‘Inleiding bij het werk van Macaulay’, in: De sociale werking van recht, e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nismakingmet de rechtssociologie <strong>en</strong> rechtsantropologie, Nijmeg<strong>en</strong>: Ars Aequi Libri 1996.Gunningham, Kagan & Thornton 2005Gunningham, N., R.A. Kagan & D. Thornton, ‘G<strong>en</strong>eral Deterr<strong>en</strong>ce and Corporate Environm<strong>en</strong>talBehavior’, in: Law and Policy, vol. 27, no. 2, 2005.Hartlief 2007Hartlief, T., ‘Gij zult handhav<strong>en</strong>!’, in: Nederlands Jurist<strong>en</strong>Blad, nr. 15, 2007.Hertogh 2005Hertogh, M., ‘Van naleving naar beleving van regels. Bouwwereld <strong>en</strong> Bouwfraude vanuit e<strong>en</strong>rechtssociologisch perspectief’, in: Barkhuys<strong>en</strong>, T., W. d<strong>en</strong> Oudst<strong>en</strong> & J. Polak, Recht realiser<strong>en</strong>,Bijdrag<strong>en</strong> rond het thema adequate naleving van rechtsregels, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2005, p. 51-68.De Hoon 2005Hoon, M. de, Conflictbeheersing bij opzegging, D<strong>en</strong> Haag: BJu 2005.Jettinghof 2001Jettinghof, A., Het komt zeld<strong>en</strong> voor, Beheersing van klacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> geschill<strong>en</strong> in relaties tuss<strong>en</strong>bedrijv<strong>en</strong> (diss. Maastricht), 2001.Johnston 2001Johnston, J.S., ‘Should the Law Ignore Commercial Norms? A Comm<strong>en</strong>t on the Bernstein Conjectureand Its Relevance for Contract Law Theory and Reform’, in: Michigan Law Review, Vol. 99,No. 7, 2001.178Gies<strong>en</strong>_01.indb 28 20-5-2008 16:29:31


Naming <strong>en</strong> shaming in het contract<strong>en</strong>recht?Kagan & Scholz 1984Kagan, R.A. & J.T. Scholz, ‘The “Criminology of the Corporation” and Regulatory Enforcem<strong>en</strong>tStrategies’, in: Hawkins, K., and J.M. Thomas (eds.), Enforcing Regulation, Boston; Kluwer 1984.Kamann, Snijders, Tazelaar & Welling 2006Kamann, D.F., C. Snijders, F. Tazelaar & D. Welling, ‘The ties that bind: buyer-supplier relations inthe construction industry’, in: Journal of purchasing and supply managem<strong>en</strong>t, 12, 2006.Kroeze 2005Kroeze, M.J., Bange Bestuurders, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2005.Lanier & H<strong>en</strong>ry 2004Lanier, M.M., & S. H<strong>en</strong>ry, Ess<strong>en</strong>tial criminology, Boulder: Westview Press 2004.Laverman 2007Laverman, W., ‘Verrass<strong>en</strong>de winnaars in 4e Reputatie Monitor’, in: Building Business, november2007.Lee & Ermann 2002Lee, M.T., & M.D. Ermann, ‘Pinto Madness, Flaws in the G<strong>en</strong>erally Accepted Landmark Narrative’,in: Ermann, M.D., & R.J. Lundmann, Corporate and Governm<strong>en</strong>tal Deviance, Problems oforganizational behavior in contemporary society, New York 2002.Lind<strong>en</strong>bergh 1998Lind<strong>en</strong>bergh, S., Smart<strong>en</strong>geld, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 1998.Macaulay 1963Macaulay, S., ‘Non-contractual relations in business: a preliminary study’, in: American SociologicalReview, 28, 1963, p. 55-67.May 2004May, P., ‘Compliance Motivations, Affirmative and Negative Bases’, in: Law & Society Review, vol.38, no. 1, 2004.Misztal 1996Misztal, B.A., Trust in modern societies: the search for the bases of social order, Cambridge: PolityPress 1996.Nagin 1998Nagin, D.S., ‘Criminal Deterr<strong>en</strong>ce Research at the Outset of the Tw<strong>en</strong>ty-first C<strong>en</strong>tury’, in: Crimeand Justice, no. 23, 1998.Posner 2000Posner, E., Law and Social Norms, Cambridge: Harvard University Press 2000.Richman 2006Richman, B.D., ‘How community institutions create economic advantage: jewish diamond merchantsin New York’, in: Law & Social Inquiry, vol. 31 no. 2, spring 2006.179Gies<strong>en</strong>_01.indb 29 20-5-2008 16:29:32


J. van ErpRooks 2002Rooks, G., Contract <strong>en</strong> conflict, strategisch managem<strong>en</strong>t van inkooptransacties (diss. UU), Utrecht2002.Simpson 2002Simpson, S.S., Corporate Crime, Law, and Social Control. New York: Cambridge University Press2002.Spier 2003Spier, J., ‘Doel <strong>en</strong> functie van het aansprakelijkheidsrecht’, in: Spier, J. T. Hartlief, G. van Maan<strong>en</strong>& R. Vries<strong>en</strong>dorp, Verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> uit de wet <strong>en</strong> schadevergoeding, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2003.Verheij 2002Verheij, A.J., Vergoeding van immateriele schade weg<strong>en</strong>s aantasting in de persoon, Nijmeg<strong>en</strong>: ArsAequi Libri 2002.Visscher 2005Visscher, L.T., E<strong>en</strong> rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht (diss.EUR), Rotterdam 2005.180Gies<strong>en</strong>_01.indb 30 20-5-2008 16:29:32


<strong>Hoofdstuk</strong> 8At t r i bu t i e , j u r i di s c h ec au s a l i t e i t e n pr e v e n t i e v ewerkingOver causaliteitstoerek<strong>en</strong>ing vanuit psychologischperspectief <strong>en</strong> de mogelijke gevolg<strong>en</strong> daarvan voor(de prev<strong>en</strong>tieve werking van) het aansprakelijkheidsrechtI. Gies<strong>en</strong> 1Sam<strong>en</strong>vattingHet doel van deze bijdrage is te inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong> in hoeverre <strong>privaatrecht</strong>elijke regels inzakecausale toerek<strong>en</strong>ing aansluit<strong>en</strong> bij hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich werkelijk gedrag<strong>en</strong>, gegev<strong>en</strong> het bestaanvan attributie als psychologisch f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>. Welke gedragspresumpties gaan er schuil achterde regels uit het BW <strong>en</strong> klopt dat beeld in het licht van wat er uit de psychologie bek<strong>en</strong>dis over causale relaties? Zo nee, in hoeverre zijn beide concept<strong>en</strong> dan alsnog pass<strong>en</strong>d temak<strong>en</strong>? De conclusie luidt dat beide concept<strong>en</strong> niet zonder meer pass<strong>en</strong>d zijn. Derhalveis het nodig om bij beslissing<strong>en</strong> over causaliteitsvrag<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met de less<strong>en</strong>uit de attributietheorie. Naast <strong>en</strong>kele specifieke aanwijzing<strong>en</strong> voor verbetering<strong>en</strong>, blijktin meer algem<strong>en</strong>e zin dat langer nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over juridische vrag<strong>en</strong>, tot betere antwoord<strong>en</strong>zal leid<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> nog algem<strong>en</strong>ere les is dat de prev<strong>en</strong>tieve werking van het aansprakelijkheidsrecht(t<strong>en</strong> dele) niet te bereik<strong>en</strong> lijkt te zijn omdat attributiemechanism<strong>en</strong> (waardoorperson<strong>en</strong> bepaalde gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> vooral extern toeschrijv<strong>en</strong>) daaraan in de weg staan.1 <strong>Ivo</strong> Gies<strong>en</strong> is hoogleraar <strong>privaatrecht</strong> aan het Mol<strong>en</strong>graaff Instituut, Universiteit Utrecht, <strong>en</strong> raadsheer-plaatsvervangerin het Hof ’s-Hertog<strong>en</strong>bosch. Met dank aan Esther Engelhard, Laura Klaming, Fred van Raay <strong>en</strong> mijn mede-redacteur<strong>en</strong>voor het kritisch meelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan Lonneke Stev<strong>en</strong>s voor de gebod<strong>en</strong> inspiratie.181Gies<strong>en</strong>_01.indb 31 20-5-2008 16:29:32


I. Gies<strong>en</strong>1 Introductie1.1 Inleiding: vrag<strong>en</strong> uit het recht <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> uit de psychologie?Het aansprakelijkheidsrecht is gebouwd rondom de c<strong>en</strong>trale begripp<strong>en</strong> onrechtmatigheid,relativiteit, causaliteit <strong>en</strong> schuld. De dader di<strong>en</strong>t onrechtmatig te handel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> weljeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> specifieke ander. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet hij door dat gedrag de schade veroorzaakthebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet hem daarvan e<strong>en</strong> verwijt te mak<strong>en</strong> zijn (t<strong>en</strong>zij hij het risico toebedeeldkrijgt). Bij die beide laatste vereist<strong>en</strong> (oorzaak <strong>en</strong> verwijt) gaat het om vorm<strong>en</strong> van toerek<strong>en</strong>ingof – zoals psycholog<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong> te zegg<strong>en</strong> – attributie. De beoordeling daarvanstelt de jurist nog altijd voor vraagtek<strong>en</strong>s omdat er weinig ‘harde’ toepassingscriteriavoorhand<strong>en</strong> zijn. De rechter wikt <strong>en</strong> weegt op grond van de omstandighed<strong>en</strong> zoals diezich voordo<strong>en</strong>. Of daarbij bepaalde gedragspresumpties e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>, is nauwelijksbek<strong>en</strong>d, maar dat lijkt voor de hand te ligg<strong>en</strong>.In de (cognitieve) psychologie is attributie (voor nu: gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> toeschrijv<strong>en</strong> aanoorzak<strong>en</strong>, causale relaties legg<strong>en</strong>) e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> veel onderzocht f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>. Person<strong>en</strong>zijn bijvoorbeeld g<strong>en</strong>eigd om de oorzaak van e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is in eerste instantie bij dehandel<strong>en</strong>de persoon te zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de invloed van factor<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> die persoon (de verderesituatie) te onderschatt<strong>en</strong>. 2 Bij het nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over hoe e<strong>en</strong> ongeval <strong>en</strong> schade ontstaanis, kan dat allicht van invloed zijn. En zo rijst de vraag: zijn er in de psychologie less<strong>en</strong>te ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> die de jurist verder kunn<strong>en</strong> help<strong>en</strong>? 3 Wellicht blijktdat de jurist<strong>en</strong> van bepaalde presumpties uitgaan, t<strong>en</strong> onrechte of niet, <strong>en</strong> dat bepaaldegedragseffect<strong>en</strong> te verwacht<strong>en</strong> zijn. Het doel van deze bijdrage is derhalve te inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>of attributie als psychologisch f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> aansluit of past bij de notie van causaletoerek<strong>en</strong>ing in juridische zin, <strong>en</strong> zo nee, in hoeverre beide concept<strong>en</strong> dan alsnog pass<strong>en</strong>dte mak<strong>en</strong> zijn.Ik wil hierna dus onderzoek<strong>en</strong> in hoeverre <strong>privaatrecht</strong>elijke regels inzake causale toerek<strong>en</strong>ingaansluit<strong>en</strong> bij hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich werkelijk gedrag<strong>en</strong>, gegev<strong>en</strong> het bestaan vande notie van attributie. Welke gedragspresumpties (van de wetgever <strong>en</strong> rechter) gaan erev<strong>en</strong>tueel schuil achter de regels uit het BW? Klopt dat beeld in het licht van wat er uit depsychologie bek<strong>en</strong>d is over causale relaties? Anders gezegd: klopt de juridische dogmatiekmet de psychologische ‘regels’ inzake m<strong>en</strong>selijke attributie? Zo nee, wat is het gevolgdaarvan, bijvoorbeeld vanuit het oogpunt van prev<strong>en</strong>tie?2 Zie nader par. 3.2.3 Dat de (cognitieve) psychologie interessant kan zijn voor jurist<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat daaronder dan wordt verstaan, heb ik eerderuitvoerig beschrev<strong>en</strong>, zie Gies<strong>en</strong> 2005a, p. 17-24. Ik sla die stap nu over. Het navolg<strong>en</strong>de vormt overig<strong>en</strong>s de uitwerkingvan e<strong>en</strong> suggestie op p. 45 (noot 124) van mijn rede.182Gies<strong>en</strong>_01.indb 32 20-5-2008 16:29:32


Attributie, juridische causaliteit <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werkingDe achterligg<strong>en</strong>de, meer algem<strong>en</strong>e vraag die in deze bijdrage aan de orde is, is zodo<strong>en</strong>deuiteindelijk deze: hoe zou het aansprakelijkheidsrecht moet<strong>en</strong> omgaan met de resultat<strong>en</strong>die in de psychologie bereikt zijn inzake attributie? Sluit<strong>en</strong> de presumpties <strong>en</strong> beoogdeeffect<strong>en</strong> van de wetgever aan bij de werkelijkheid? Zo nee, hoe erg is dat? Mijn vertrekpuntbij die laatste vraag is dat als het aansprakelijkheidsrecht <strong>en</strong> het schadevergoedingsrechtniet aansluit<strong>en</strong> bij de gebruikelijke ‘attributieve noties’ van de justitiabele, er t<strong>en</strong> minstee<strong>en</strong> probleem zou kunn<strong>en</strong> zijn.1.2 Verdere opzet <strong>en</strong> plan van aanpakIk richt mij in deze bijdrage, vanuit juridisch perspectief beschouwd, op de causaliteitsvraag,waarbij ik vooral de toerek<strong>en</strong>ing naar redelijkheid (TNR) in og<strong>en</strong>schouw neem. Ikga dus niet nader in op de juridische vraag naar verwijtbaarheid (schuld, ‘blame’), hoewelook dat thema onder attributie (vanuit de psychologie bezi<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>minste) te schar<strong>en</strong>is. 4 Dat tweede thema is wat mij betreft namelijk minder interessant omdat de eis vanverwijtbaarheid in de zin van artikel 6:162 lid 3 BW in het hed<strong>en</strong>daagse onrechtmatigedaadsrechtnog slechts e<strong>en</strong> beperkte rol vervult naast de daarvan te onderscheid<strong>en</strong> eis dater in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid (lid 2) gehandeld moet zijn. 5 Uiteraardbetek<strong>en</strong>t zulks wel dat beide begripp<strong>en</strong>, die psychologisch als e<strong>en</strong> geheel kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>, voor de omslag naar het juridische uit elkaar gehaald moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Theorieën inzake de attributie van ‘blame’, waarin zowel ‘causality’ als ‘responsibility’verwev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zal ik dus onbesprok<strong>en</strong> lat<strong>en</strong>. 6Het eerste thema (causaliteit) is vooral daarom interessant omdat uit psychologischonderzoek 7 is geblek<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bij attributie (zie par. 3.1) g<strong>en</strong>eigd zijn de oorzaakvan e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is bij de handel<strong>en</strong>de persoon te zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de invloed van factor<strong>en</strong>buit<strong>en</strong> die persoon (de verdere situatie) te onderschatt<strong>en</strong>. Deze ‘fundam<strong>en</strong>tele attributiefout’8 (waarover par. 3.2) lijkt van belang voor de omgang met causaliteitsvrag<strong>en</strong> inhet aansprakelijkheidsrecht. Deze ‘fout’ zou immers kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot verkeerde ideeënover hoe de ding<strong>en</strong> gelop<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> dus tot verkeerde beslissing<strong>en</strong> (door rechters of doorpartij<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s schikkingsonderhandeling<strong>en</strong>) inzake aansprakelijkheid <strong>en</strong> schadevergoeding.Zeker in het licht van de juridische opkomst van de proportionele aanspra-4 Zoals ook door De Hoon gedaan is in haar bijdrage aan deze bundel, maar dan voor het contract<strong>en</strong>recht. Het thema‘attributie’ wordt dus ook wel behandeld onder de noemer ‘schuld’, zo ook bij Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002, p. 25 e.v.5 Zie bijv. Verheij 2005, p. 48. In die richting ook Asser-Hartkamp 2006, nr. 77. In het contract<strong>en</strong>recht speelt de verwijtbaarheidnog altijd e<strong>en</strong> (te) belangrijke rol, aldus De Hoon in haar bijdrage aan deze bundel.6 Zie bijv. Shaver 1985. Vgl. bijv. ook nog De Hoon in haar bijdrage aan deze bundel; Mantler et al 2003, p. 142-152; Bar<strong>en</strong>drecht2004, p. 55-56, <strong>en</strong> Hans & Dee 2002-2003, p. 1093-1094.7 Zie bijv. Vonk c.s. 2003, p. 23-25 <strong>en</strong> p. 77 e.v.8 Zie voor nu alvast Plous 1993, p. 180 e.v.183Gies<strong>en</strong>_01.indb 33 20-5-2008 16:29:32


I. Gies<strong>en</strong>kelijkheid 9 wordt het van steeds groter belang dat de diverse causale bijdrag<strong>en</strong> aan deschade, voor zover afgr<strong>en</strong>sbaar, juist word<strong>en</strong> bepaald <strong>en</strong> ingevuld.Aan de andere kant is ook voorstelbaar dat vanuit de gedachte van TNR juist bewustafstand g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt van wat werkelijk (psychologisch) toerek<strong>en</strong>baar is, zodat deattributiefout als het ware ‘goedgekeurd’ of in elk geval geaccepteerd wordt door hetjuridische systeem, omdat de zo bereikte uitkomst w<strong>en</strong>selijk is (op normatieve grond<strong>en</strong>).Dezelfde vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> d<strong>en</strong>klijn<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> voor de zog<strong>en</strong>oemde ‘def<strong>en</strong>sieve attributie’, hetverschijnsel dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> meer verantwoordelijkheid toeschrijv<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> ander als datgedrag tot ernstiger gevolg<strong>en</strong> leidt. Ook dat zal in het onderzoek betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>(par. 3.3), net als de ‘actor-observer differ<strong>en</strong>ce’ <strong>en</strong> de ‘self-serving bias’ (par. 3.4 <strong>en</strong> 3.5).De beschouwing<strong>en</strong> in paragraaf 3 zijn geschrev<strong>en</strong> vanuit het perspectief van ‘gewone’person<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet met de civiele rechter in het achterhoofd.Voorafgaand aan deze beschouwing<strong>en</strong> vanuit de psychologie zal ik kort het juridischkader inzake (zowel het ‘condicio sine qua non’ (CSQN)-verband als) de TNR schets<strong>en</strong>(par. 2.1) <strong>en</strong> bezi<strong>en</strong> welke gedragspresumpties <strong>en</strong> beoogde gedragseffect<strong>en</strong> daaraanev<strong>en</strong>tueel t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong> (par. 2.2). In paragraaf 4 zal ik vervolg<strong>en</strong>s de verkreg<strong>en</strong>resultat<strong>en</strong> uit paragraaf 3 terugkoppel<strong>en</strong> naar het juridische speelveld: hoe verloopt deaansluiting tuss<strong>en</strong> het juridische <strong>en</strong> het psychologische? Het perspectief in die paragraafis dat van de civiele rechter. De gevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander zet ik aldaar op e<strong>en</strong> rij <strong>en</strong> ikzal besprek<strong>en</strong> wat er ev<strong>en</strong>tueel gedaan kan word<strong>en</strong> om de aansluiting te versoepel<strong>en</strong>.Vervolg<strong>en</strong>s zal ik specifiek ingaan op de gevolg<strong>en</strong> van de psychologische ‘uitkomst<strong>en</strong>’voor de beoogde gedragseffect<strong>en</strong> van de juridische causaliteitsregels (par. 5). De vraag ofdie effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bereikt, wordt deels ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d beantwoord <strong>en</strong> bezi<strong>en</strong> wordt danook hoe dat te verklar<strong>en</strong> valt. Dat leidt tot e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e gedachte over (het ontbrek<strong>en</strong>van) de prev<strong>en</strong>tieve werking van het aansprakelijkheidsrecht. In paragraaf 6 volgt e<strong>en</strong>korte afronding.2 Het juridische kader geschetst2.1 Causaliteit: regels inzake CSQN <strong>en</strong> TNRAls e<strong>en</strong> persoon e<strong>en</strong> ander met succes aansprakelijk wil stell<strong>en</strong>, is naast e<strong>en</strong> onrechtmatigehandeling in <strong>en</strong>ge zin ook vereist dat de handeling in kwestie in causaal verbandstaat met de schade. De beoordeling van die causaliteitsvraag wordt vervolg<strong>en</strong>s in tweeëngesplitst. Eerst beoordel<strong>en</strong> wij de feitelijke causaliteit; bestaat er feitelijk e<strong>en</strong> verbandtuss<strong>en</strong> handeling <strong>en</strong> schade? Het betreft hier de vraag naar de vestiging van aansprake-9 HR 31 maart 2006, RvdW 2006, 328 (Karamus/Nefalit).184Gies<strong>en</strong>_01.indb 34 20-5-2008 16:29:32


Attributie, juridische causaliteit <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werkinglijkheid. Vervolg<strong>en</strong>s komt de secundaire causaliteit aan bod, dat wil zegg<strong>en</strong> de (normatieve)toerek<strong>en</strong>ing van de schade aan de veroorzak<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>is.T<strong>en</strong> eerste de feitelijke causaliteit ofwel de condicio sine qua non-vraag. Daarbij wordtgevraagd: zou de schade ook zijn ingetred<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> er wel correct zou zijn gehandeld? Isdat het geval, dan zou correct handel<strong>en</strong> de schade niet voorkom<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontbreekthet CSQN-verband zoals vereist op basis van artikel 6:162 BW. Is dat niet het geval, danzou anders (rechtmatig) handel<strong>en</strong> de schade wel voorkom<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, althans niet veroorzaakthebb<strong>en</strong>, <strong>en</strong> bestaat dus wel het vereiste verband tuss<strong>en</strong> handeling <strong>en</strong> schade. 10Het gaat hierbij dus in eerste instantie om e<strong>en</strong> bewijsvraag: welke feit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bewez<strong>en</strong>word<strong>en</strong>? 11De toerek<strong>en</strong>ing van de schade aan de schadeveroorzak<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>is, de secundairecausaliteit, geschiedt vervolg<strong>en</strong>s op basis van artikel 6:98 BW. 12 E<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e uitspraakover hoe de via dat artikel beoogde weging uitpakt, is niet bij voorbaat te gev<strong>en</strong>. Dedaarbij door de wetgever gebruikte (niet-limitatieve) canon van relevante omstandighed<strong>en</strong><strong>en</strong> factor<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t steeds opnieuw afgewog<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> door de rechter die debetreff<strong>en</strong>de zaak voor zich heeft. Deze zal vervolg<strong>en</strong>s tot e<strong>en</strong> (grot<strong>en</strong>deels normatieve)keuze kom<strong>en</strong>. Ik stip hier slechts de belangrijkste elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit die afweging aan.Wellicht praktisch het meest van invloed is de factor aard van de schade. Als wij te mak<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> met zuivere vermog<strong>en</strong>sschade, zal de toerek<strong>en</strong>ing minder ruim zijn (minderschadepost<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong>) dan in het geval waarin het om letselschade gaat. Binn<strong>en</strong> deafweging van artikel 6:98 BW di<strong>en</strong>t echter ook de aard van de aansprakelijkheid meegewog<strong>en</strong>te word<strong>en</strong>. Meestal gaat het dan om de vraag of de aansprakelijkheid in kwestiee<strong>en</strong> schuld- of risicoaansprakelijkheid is, e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> of andermans daad betreft, dan wele<strong>en</strong> contractuele of buit<strong>en</strong>contractuele aansprakelijkheid is. Naarmate de schuld aan hetgebeur<strong>en</strong> groter is, is toerek<strong>en</strong>ing in ruimere mate mogelijk. Dat betek<strong>en</strong>t dat ook demate van verwijtbaarheid relevant is. Ook de aard van de geschond<strong>en</strong> norm (verkeers- ofveiligheidsnorm, dan wel e<strong>en</strong> reguliere zorgplicht) kan de reikwijdte van de toerek<strong>en</strong>ingbepal<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s kan de voorzi<strong>en</strong>baarheid van de schade e<strong>en</strong> (beperkte) rol spel<strong>en</strong> bij detoerek<strong>en</strong>ing (hoe beter voorzi<strong>en</strong>baar, hoe beter toerek<strong>en</strong>ing te rechtvaardig<strong>en</strong> is), net alshet feit dat het gevolg wellicht verder of minder ver verwijderd is van de onrechtmatigedaad (de gebeurt<strong>en</strong>is). 13 Gevolg van e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander is dat er hier uiteindelijk weinig voorafmet zekerheid gezegd kan word<strong>en</strong>, al was het maar omdat de af te weg<strong>en</strong> factor<strong>en</strong> elkaarook t<strong>en</strong> dele kunn<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>sprek<strong>en</strong>.10 Daarover bijv. Asser-Hartkamp 2004, nr. 426; Verheij 2005, p. 27-28.11 Zie over dergelijke bewijsvrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> daarbij bijv. ook Wagner 2006, p. 281 e.v., <strong>en</strong> Schulz 2006, p. 327 e.v.12 Asser-Hartkamp 2004, nr. 433 e.v.; Verheij 2005, p. 28-29 <strong>en</strong> p. 69 e.v.13 Over het voorgaande Asser-Hartkamp 2004, nr. 433-435, <strong>en</strong> Verheij 2005, p. 70-72.185Gies<strong>en</strong>_01.indb 35 20-5-2008 16:29:32


I. Gies<strong>en</strong>Ook zonder verdere analyse van deze twee grondgedacht<strong>en</strong> over causaliteit, zal duidelijkzijn dat hoewel het eerste verband vooral e<strong>en</strong> bewijskwestie lijkt te zijn (wat deed zichfeitelijk voor?), er ook daar normatieve beslissing<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (bijvoorbeeld overwat wel of niet bewez<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> geacht) waarbij de beslisser onder invloed kan staanvan psychologische invloed<strong>en</strong> <strong>en</strong> vooroordel<strong>en</strong> (‘bias’). De tweede causaliteitsvraag isechter normatiever van aard (welke schade(omvang) rek<strong>en</strong> ik nog toe?) <strong>en</strong> vergt e<strong>en</strong>heel directe eig<strong>en</strong> afweging door de rechter, e<strong>en</strong> afweging, <strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> beslissing, die nogsterker beïnvloed zal (kunn<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> door alle psychologische valkuil<strong>en</strong> die e<strong>en</strong>iederdaarbij zou (kunn<strong>en</strong>) teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>.2.2 <strong>Gedrag</strong>spresumpties <strong>en</strong> gedragseffect<strong>en</strong>?Alvor<strong>en</strong>s wij aan die mogelijke valkuil<strong>en</strong> toekom<strong>en</strong>, is het logisch om eerst nog te bezi<strong>en</strong>of <strong>en</strong> in hoeverre de wetgever bij het opstell<strong>en</strong> van deze causaliteitsregels wellicht uitis gegaan van bepaalde presumpties over m<strong>en</strong>selijk gedrag. Ook is het interessant tebekijk<strong>en</strong> of m<strong>en</strong> bepaalde gedragseffect<strong>en</strong> van deze regels heeft verwacht, <strong>en</strong> zo ja, welke.Immers, als dat het geval zou zijn, zou de terugkoppeling (in par. 4) tuss<strong>en</strong> het juridische<strong>en</strong> het psychologische wellicht e<strong>en</strong>voudiger zijn.Helaas blijkt dat de wetsgeschied<strong>en</strong>is ons op dit punt niet verder helpt. Voor zover dewetgever al bepaalde presumpties of effect<strong>en</strong> in gedacht<strong>en</strong> had, zijn die niet op schriftgesteld, voor zover ik heb kunn<strong>en</strong> achterhal<strong>en</strong>. Uiteraard is dat vrij logisch als m<strong>en</strong> zichbed<strong>en</strong>kt dat deze wetgeving <strong>en</strong> de toelichting het werk zijn geweest van gespecialiseerdecivilist<strong>en</strong>. Helemaal verlor<strong>en</strong> zijn wij daarmee nog niet, want het is wel mogelijk omde algem<strong>en</strong>e gedragspresumpties <strong>en</strong> beoogde gedragseffect<strong>en</strong> van het aansprakelijkheidsrechtals zodanig tot uitgangspunt te nem<strong>en</strong>, aangezi<strong>en</strong> dergelijke uitgangspunt<strong>en</strong>dan waarschijnlijk ook voor de causaliteit opgeld zull<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Echter, of op dat vlak dewetgever wél het achterste van zijn tong heeft will<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, valt ook te betwijfel<strong>en</strong>. Eninderdaad, opnieuw valt uit de wetgevingsstukk<strong>en</strong> niets te putt<strong>en</strong>.Heeft de wetgever dan in het geheel ge<strong>en</strong> gedacht<strong>en</strong> gehad over wat er met het aansprakelijkheidsrechtbereikt zou kunn<strong>en</strong> of moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>? Zo erg is het niet, maardie wetgever heeft het niet opgeschrev<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>d uitgangspunt van hetbuit<strong>en</strong>contractuele aansprakelijkheidsrecht is echter, daar kunn<strong>en</strong> wij in het navolg<strong>en</strong>deook van uitgaan, dat regels van aansprakelijkheidsrecht beog<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong> tevind<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de behoefte aan veiligheid (voor de b<strong>en</strong>adeelde) <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de behoefteaan handelingsvrijheid (voor de aangesprok<strong>en</strong>e). Teg<strong>en</strong>woordig krijgt het veiligheidsaspectdaarbij meer nadruk. 14 Net e<strong>en</strong> niveau concreter leidt dit tot de brede erk<strong>en</strong>ning14 Zie bijvoorbeeld Verheij 2005, p. 16, <strong>en</strong> Van Dam 2000, nr. 001; Asser-Hartkamp 2006, nr. 12.186Gies<strong>en</strong>_01.indb 36 20-5-2008 16:29:33


Attributie, juridische causaliteit <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werkingvan t<strong>en</strong> minste twee functies van aansprakelijkheidsrecht: t<strong>en</strong> eerste comp<strong>en</strong>satie, datwil zegg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vergoeding bied<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ander onjuist, onzorgvuldig handelde, <strong>en</strong> t<strong>en</strong>tweede, waar mogelijk, prev<strong>en</strong>tie (voorkom<strong>en</strong>) van onzorgvuldig gedrag door dergelijkgedrag te sanctioner<strong>en</strong>. 15Vanuit die functies verder red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>d, is het niet al te lastig om als e<strong>en</strong> gedragspresumptiedie t<strong>en</strong> grondslag zou kunn<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> aan het aansprakelijkheidsrecht in zijnalgeme<strong>en</strong>heid, te aanvaard<strong>en</strong> dat de afdwingbare plicht om schadevergoeding te betal<strong>en</strong>bij onzorgvuldig handel<strong>en</strong> (comp<strong>en</strong>satie), de actor ertoe zal beweg<strong>en</strong> dergelijk onzorgvuldig(<strong>en</strong> dus onrechtmatig) gedrag te vermijd<strong>en</strong>. De wetgever gaat er dus van uit (hijveronderstelt zulks) dat schadelijk gedrag omzeild wordt vanwege de sanctie die eropstaat. Door zich vervolg<strong>en</strong>s daadwerkelijk zo te gedrag<strong>en</strong> wordt mete<strong>en</strong> ook de schadeals zodanig voorkom<strong>en</strong> (prev<strong>en</strong>tie), <strong>en</strong> dat is dan het beoogde gedragseffect dat aan hetaansprakelijkheidsrecht in zijn algeme<strong>en</strong>heid verbond<strong>en</strong> wordt. In welke mate dat effectzich in werkelijkheid ook voordoet (of de regels van het aansprakelijkheidsrecht werkelijkprev<strong>en</strong>tief werk<strong>en</strong>), staat overig<strong>en</strong>s ter discussie. 16 Ik kom daar nog op terug (par. 5).Dat alles als vertrekpunt hanter<strong>en</strong>d, kan vervolg<strong>en</strong>s vastgesteld word<strong>en</strong> dat de regelsinzake causaliteit van dit grotere geheel e<strong>en</strong> belangrijk deel vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat dus veiliggesteld kan word<strong>en</strong> dat dezelfde gedragspresumpties <strong>en</strong> -effect<strong>en</strong> ook op dat niveau e<strong>en</strong>rol zull<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>. En dus wordt het tijd te bezi<strong>en</strong> in hoeverre e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander past bij wat de(cognitieve) psychologie ons leert over oorzakelijke verband<strong>en</strong>.3 Psychologische inzicht<strong>en</strong>3.1 Diverse attributietheorieënDat deel van de psychologie dat zich bezighoudt met de attributietheorie, in de breedstezin van het woord, ‘is concerned with the attempts of ordinary people to understandthe causes and implications of the ev<strong>en</strong>ts they witness.’ 17 M<strong>en</strong> is ‘seeking to discover whyan ev<strong>en</strong>t has occurred.’ 18 Het betreft in wez<strong>en</strong> niet één attributietheorie, maar veeleere<strong>en</strong> aantal verwante theorieën die beschrijv<strong>en</strong> hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> oorzak<strong>en</strong> toeschrijv<strong>en</strong> aangebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> of gedraging<strong>en</strong>. 19 E<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is kan dan e<strong>en</strong> ongeval zijn, maar ook15 Zie Verheij 2005, p. 16-17, alwaar ook nog andere, maar minder algeme<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>de functies g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong>. Die laatik hier verder rust<strong>en</strong>.16 In zijn algeme<strong>en</strong>heid daarover Van Boom 2006, p. 287 e.v., <strong>en</strong> Engelhard 2003, p. 213-222.17 Ross & Anderson 1982, p. 129. Het navolg<strong>en</strong>de is overig<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zeer beknopte weergave van slechts e<strong>en</strong> deel van detheorievorming over dit thema.18 Weiner 1986, p. 292. Zie ook Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002, p. 27.19 Zo bijv. McArthur 1972, p. 171. Attributie is op zich slechts e<strong>en</strong> deel van het m<strong>en</strong>selijke ‘information-processingsystem’, vgl. Hamilton 1988, p. 359 e.v.187Gies<strong>en</strong>_01.indb 37 20-5-2008 16:29:33


I. Gies<strong>en</strong>e<strong>en</strong> opmerking van iemand anders of het resultaat van bepaald gedrag. 20 Het kan daarbijom gedraging<strong>en</strong> van de actor zelf gaan of om het gedrag van e<strong>en</strong> ander, zo is geblek<strong>en</strong>. 21Deze zoektocht naar antwoord<strong>en</strong> inzake de mogelijke oorzak<strong>en</strong> voor gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> ofgedraging<strong>en</strong> is weliswaar nodig, maar wordt niet in alle gevall<strong>en</strong> door iedere<strong>en</strong> op gelijkewijze ingezet, want dat zou te veel (cognitieve) moeite kost<strong>en</strong>. In plaats daarvan zoektm<strong>en</strong> verklaring<strong>en</strong> als zich e<strong>en</strong> onverwachte uitkomst aandi<strong>en</strong>t, als e<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s niet vervuldis <strong>en</strong> wanneer de uitkomst van groot belang is. De m<strong>en</strong>s doet dit, zo wordt gezegd, omverrassing<strong>en</strong> <strong>en</strong> onzekerheid teg<strong>en</strong> te gaan <strong>en</strong> te bestrijd<strong>en</strong>. Ook wil m<strong>en</strong> zo bereik<strong>en</strong> datbepaalde doel<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de keer wel gehaald word<strong>en</strong>, m<strong>en</strong> wil dus ler<strong>en</strong>. 22De grondlegger van de attributietheorie, Heider onderscheidde drie mogelijke oorzak<strong>en</strong>of eig<strong>en</strong>lijk drie soort<strong>en</strong> factor<strong>en</strong> als mogelijke oorzak<strong>en</strong> voor bepaalde gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>.T<strong>en</strong> eerste ‘het zelf’, dat wil zegg<strong>en</strong> de persoon die het gedrag uitvoerde; t<strong>en</strong> tweedeiemand anders, <strong>en</strong> t<strong>en</strong> derde toeval of ‘het lot’. 23 De eerste factor di<strong>en</strong>t binn<strong>en</strong> dezetheorie onderscheid<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> van de tweede <strong>en</strong> derde factor. Persoonsattributie (hettoeschrijv<strong>en</strong> aan de persoon van de actor), ook wel interne attributie g<strong>en</strong>oemd, wordtderhalve gesteld teg<strong>en</strong>over externe attributie of situationele attributie (het toeschrijv<strong>en</strong>aan factor<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de actor, hetzij e<strong>en</strong> ander persoon hetzij de situatie). 24 E<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>dbelangrijk onderdeel van de theorie betreft de stabiliteit van e<strong>en</strong> oorzaak. Geldt dezetijdelijk of perman<strong>en</strong>t? E<strong>en</strong> perman<strong>en</strong>te of stabiele oorzaak, zoals iemands persoonlijkheidsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>,staat ons immers toe om gedrag te voorspell<strong>en</strong>. Dat biedt houvast. 25Onder andere door Kelley is voortgebouwd op het werk van Heider, <strong>en</strong> is de attributietheorieverder geformaliseerd. 26 Kelley onderscheidt drie attributiedim<strong>en</strong>sies <strong>en</strong> driebronn<strong>en</strong> van informatie die aan elk gerelateerd zijn. Er is consist<strong>en</strong>tie-informatie, verwijz<strong>en</strong>dnaar het gedrag van de actor op andere mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> anderemodaliteit, er is cons<strong>en</strong>sus-informatie, over het gedrag van andere actor<strong>en</strong>, 27 <strong>en</strong> er isdistinctiviteits-informatie, verwijz<strong>en</strong>d naar de object<strong>en</strong> (<strong>en</strong>titeit<strong>en</strong>) t<strong>en</strong> opzichte waarvan20 Vonk c.s. 2003, p. 23 <strong>en</strong> p. 78.21 Zie Vonk c.s. 2003, p. 97 <strong>en</strong> 117; Nisbett et al 1982, p. 103.22 Zie Weiner 1986, p. 292-293. Vgl. ook Vonk c.s. 2007, p. 210-212, alsmede <strong>en</strong> vooral Vonk c.s. 2003, p. 117: attributiegeschiedt als iemand belangrijk is, er iets negatiefs gebeurt of als iemand iets onverwachts doet.23 Vonk c.s. 2003, p. 23 <strong>en</strong> p. 78.24 Vonk c.s. 2003, p. 78; Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002, p. 28.25 Zie nader Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002, p. 28, alsmede Vonk c.s. 2007, p. 208-212. Intern of extern attribuer<strong>en</strong> hangtdus bijvoorbeeld ook ervan af of e<strong>en</strong> goed persoon ook goed handelt (consist<strong>en</strong>t gedrag, interne attributie) of juist slechthandelt (inconsist<strong>en</strong>t; extern), Regan et al 1974, p. 385-397.26 Zie daarover Nisbett et al 1982, p. 101, <strong>en</strong> Shaver 1985, p. 50 e.v. Plous 1993, p. 174, geeft Kelley e<strong>en</strong> nog belangrijker stekin de ontwikkeling van ‘attribution theory’.27 Inmiddels is er meer <strong>en</strong> meer bewijs bov<strong>en</strong> tafel gekom<strong>en</strong> dat cons<strong>en</strong>sus-informatie (wat do<strong>en</strong> ander<strong>en</strong>?) weinig of ge<strong>en</strong>invloed heeft op het toeschrijv<strong>en</strong> van oorzak<strong>en</strong>, zie Nisbett et al 1982, p. 102-103; Vonk c.s. 2003, p. 133, <strong>en</strong> Plous 1993,p. 176-178. Dit heeft waarschijnlijk te mak<strong>en</strong> met het ‘ false-cons<strong>en</strong>sus-effect’, de veronderstelling dat e<strong>en</strong> ander ondergelijke omstandighed<strong>en</strong> op dezelfde manier reageert als de waarnemer (Vonk c.s. 2003, p. 133).188Gies<strong>en</strong>_01.indb 38 20-5-2008 16:29:33


Attributie, juridische causaliteit <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werkinghet gedrag wordt vertoond. 28 Het toeschrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> oorzaak aan iets of iemand hangt afvan deze informatie. E<strong>en</strong> persoons-attributie betek<strong>en</strong>t in dit geval dat de oorzaak van hetgedrag bij de actor zelf ligt, e<strong>en</strong> <strong>en</strong>titeits-attributie legt de oorzaak bij het object (hetge<strong>en</strong>ook e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is kan zijn). Beide voorgaande vorm<strong>en</strong> zijn ook te combiner<strong>en</strong>, maarook toeval kan bepal<strong>en</strong>d zijn geweest (omstandighed<strong>en</strong>-attributie). 29Attributietheorie behandelt dus de verwerking van sociale informatie door de m<strong>en</strong>s. Hetis e<strong>en</strong> normatieve theorie die zegt wat wij zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> als rationeel handel<strong>en</strong>deperson<strong>en</strong>. 30 Er is echter, zoals gezegd, ge<strong>en</strong> tijd om altijd conform de theorie te attribuer<strong>en</strong>.Soms will<strong>en</strong> wij dat ook niet. Ook ontbreekt het ons geregeld aan informatie. Tercomp<strong>en</strong>satie daarvan mak<strong>en</strong> wij dan ook gebruik van bestaande k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> van bestaandevuistregels, uit ervaring opgebouwd <strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong> als causale schema’s. 31 Zo is er het‘multiple suffici<strong>en</strong>t causes’ schema dat stelt dat als er meerdere oorzak<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbaar zijn,soms één oorzaak al als voldo<strong>en</strong>de verklaring wordt gezi<strong>en</strong>. Nadeel daarvan is echterdat er daarbij vertek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>, ‘fout<strong>en</strong>’ word<strong>en</strong> gemaakt. Zo kan e<strong>en</strong> andereoorzakelijke factor binn<strong>en</strong> dat schema t<strong>en</strong> onrechte g<strong>en</strong>egeerd word<strong>en</strong>, omdat er al e<strong>en</strong>oorzaak bek<strong>en</strong>d is, het zog<strong>en</strong>oemde ‘discounting’-principle. 32Dit is e<strong>en</strong> van vele voorbeeld<strong>en</strong> van wat attributiefout<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Dezekunn<strong>en</strong> grote gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. 33 In het navolg<strong>en</strong>de komt e<strong>en</strong> aantal van die vertek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>(steeds vanuit het perspectief van e<strong>en</strong> reguliere persoon, <strong>en</strong> nog niet vanuit datvan bijvoorbeeld e<strong>en</strong> rechter) dan ook uitvoeriger aan de orde.3.2 De fundam<strong>en</strong>tele attributiefoutDe ‘ fundam<strong>en</strong>tal attribution error’ is e<strong>en</strong> vertek<strong>en</strong>ing die te mak<strong>en</strong> heeft met e<strong>en</strong> ander(ook psychologisch) f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>: ‘sali<strong>en</strong>ce’. ‘Sali<strong>en</strong>ce’ is het vermog<strong>en</strong> om aandacht tetrekk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de meer ‘sali<strong>en</strong>t factors’, de factor<strong>en</strong> die meer aandacht opeis<strong>en</strong>, word<strong>en</strong>typischerwijs gezi<strong>en</strong> als meer causaal betrokk<strong>en</strong>. Iemands perceptie van causaliteit is28 Vonk c.s. 2003, p. 88-89; Plous 1993, p. 174; Nisbett et al 1982, p. 101; Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002, p. 28. Dit alles isonderdeel van Kelley’s covariatiemode of ANOVA-principe, vgl. ook nog Vonk c.s. 2007, p. 209-211. Ik laat dat hierverder onbesprok<strong>en</strong>; het is voor dit artikel niet nodig hierover nader uit te wijd<strong>en</strong>.29 Zie Vonk c.s. 2003, p. 90-93; Plous 1993, p. 174-175.30 Zoals gezegd, het gaat hier om e<strong>en</strong> verzameling van theorieën. Ik bespreek hier bijv. niet de prestatie-attributietheorievan Weiner, zie bijv. Weiner 1986 <strong>en</strong> Vonk c.s. 2003, p. 97 e.v., <strong>en</strong> de zelfwaarnemingstheorie van Bem (zie Vonk c.s.2003, p. 107 e.v.).31 Vonk c.s. 2003, p. 94-95. Zie hierover ook Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002, p. 25-27.32 Vonk c.s. 2003, p. 95; Ross & Anderson 1982, p. 132.33 Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002, p. 29.189Gies<strong>en</strong>_01.indb 39 20-5-2008 16:29:33


I. Gies<strong>en</strong>dus ook afhankelijk van waar zijn aandacht he<strong>en</strong> gaat in e<strong>en</strong> bepaalde context <strong>en</strong> dieaandacht wordt dan weer bepaald door hoe ‘sali<strong>en</strong>t’ e<strong>en</strong> factor (of e<strong>en</strong> persoon) is. 34Als wij daarvan uitgaan <strong>en</strong> daaraan koppel<strong>en</strong> dat in e<strong>en</strong> sociale omgeving het gedrag,<strong>en</strong> dus de actor, de meeste aandacht trekt van e<strong>en</strong> waarnemer, is het e<strong>en</strong> kleine stap tebed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat deze focus op de actor ertoe leid<strong>en</strong> zal dat de toeschouwer het gedrag te veelzal toeschrijv<strong>en</strong> aan ‘dispositional factors’ (dispositionele factor<strong>en</strong>), persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>zoals mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> motiev<strong>en</strong> (interne attributie), <strong>en</strong> te weinig aan situationelefactor<strong>en</strong> (externe attributie). Wij zijn derhalve g<strong>en</strong>eigd de oorzaak van e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>isbij de handel<strong>en</strong>de persoon te zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de invloed van factor<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> die persoon (deverdere situatie) te onderschatt<strong>en</strong>. 35 Omdat die neiging zo <strong>en</strong>orm groot bleek, <strong>en</strong> de attributievaak zo onjuist, sprak m<strong>en</strong> over de fundam<strong>en</strong>tele attributiefout <strong>en</strong> niet over e<strong>en</strong>reguliere ‘bias’. In vervolgonderzoek is deze fout (ook wel de correspond<strong>en</strong>tievertek<strong>en</strong>ingg<strong>en</strong>oemd) 36 steeds weer aangetoond; zelfs als proefperson<strong>en</strong> nadere uitleg krijg<strong>en</strong>,word<strong>en</strong> de persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> toch weer naar vor<strong>en</strong> gehaald om gedrag te voorspell<strong>en</strong>,<strong>en</strong> wordt dezelfde fout gemaakt. 37 Dat betek<strong>en</strong>t overig<strong>en</strong>s niet dat niet ook betoogd is datdeze ‘error’ niet zou bestaan of t<strong>en</strong> minste niet fundam<strong>en</strong>teel zou zijn. 38De correspond<strong>en</strong>tievertek<strong>en</strong>ing treedt mede hierom vaak op omdat het lastig is e<strong>en</strong> attributiete mak<strong>en</strong> die recht doet aan de invloed van de situatie. Wij moet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> in welkesituatie de actor zich bevindt, wij moet<strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> koester<strong>en</strong> over hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zichdan gedrag<strong>en</strong>, wij moet<strong>en</strong> het gedrag id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat gedrag ev<strong>en</strong>tueel ook nog corriger<strong>en</strong>na e<strong>en</strong> vergelijking met wat ander<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. En op al die vlakk<strong>en</strong> kan het misgaan. En stevig ook. Bezi<strong>en</strong> wij bijvoorbeeld de derde stap iets nader, dan blijkt dat zelfsals wij wet<strong>en</strong> hoe de situatie is <strong>en</strong> onze verwachting<strong>en</strong> klopp<strong>en</strong>, ons oordeel kan afwijk<strong>en</strong>,bijvoorbeeld doordat wij het gedrag dat wij verwacht<strong>en</strong> veel sterker waarnem<strong>en</strong> dan hetfeitelijk is, met als gevolg dat wij de reactie dan wellicht ‘te’ vind<strong>en</strong>, overdrev<strong>en</strong> acht<strong>en</strong>.Goed inzicht leidt dan (alsnog) tot e<strong>en</strong> vertek<strong>en</strong>ing, e<strong>en</strong> extreme gevolgtrekking. 3934 Plous 1993, p. 178-180, verwijz<strong>en</strong>d o.a. naar Taylor & Fiske 1975, p. 439-445, <strong>en</strong> Ross & Anderson 1982, p. 138-139. Over‘aandacht’ ook nog Vonk c.s. 2003, p. 135-136, <strong>en</strong> Gies<strong>en</strong> 2005a, p. 65-67.35 Plous 1993, p. 180; Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002, p. 29-30; Vonk c.s. 2003, p. 124; Ross & Anderson 1982, p. 135. Misschi<strong>en</strong>verklaart dit ook (t<strong>en</strong> dele) de neiging om in bepaalde gevall<strong>en</strong> te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van primaire (hoofdverantwoordelijke)<strong>en</strong> secundaire daders, zoals bij fal<strong>en</strong>d toezicht (daarover nader Gies<strong>en</strong> 2005b, m.n. p. 37-40).36 Daarnaast is er nog de ‘ultimate attribution error’ die handelt over etnische vooroordel<strong>en</strong>, zie Pettigrew 1979, p. 461-476. Ik ga daar nu niet nader op in.37 Zie Plous 1993, p. 180-181; Vonk c.s. 2003, p. 124, <strong>en</strong> Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002, p. 29. Zie ook nog Tetlock 1985, m.n.p. 228 <strong>en</strong> Vonk c.s. 2007, p. 44 <strong>en</strong> 203-207.38 Zie bijv. Harvey et al 1981, p. 346-349 <strong>en</strong> in reactie daarop Reeder 1982, p. 341-344.39 Zie uitvoeriger Vonk c.s. 2003, p. 124-128.190Gies<strong>en</strong>_01.indb 40 20-5-2008 16:29:33


Attributie, juridische causaliteit <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werking3.3 ‘Def<strong>en</strong>sive attribution’E<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> dat gerelateerd is aan attributietheorie is de zog<strong>en</strong>oemde def<strong>en</strong>sieveattributie, het verschijnsel dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> meer verantwoordelijkheid toeschrijv<strong>en</strong> aane<strong>en</strong> ander (de dader of het slachtoffer) als het gedrag tot ernstiger gevolg<strong>en</strong> leidt. 40 Hetbetreft hier e<strong>en</strong> def<strong>en</strong>sieve vertek<strong>en</strong>ing omdat m<strong>en</strong> zichzelf beschermt teg<strong>en</strong> de moeilijkverdraagbare gedachte dat negatieve gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> met ernstige gevolg<strong>en</strong> door toevaltot stand kom<strong>en</strong>, zodat die ook jezelf kunn<strong>en</strong> overkom<strong>en</strong> zonder dat je daarover controlehebt. Door de oorzaak alsnog bij e<strong>en</strong> ander persoon te legg<strong>en</strong>, wordt de gebeurt<strong>en</strong>isiets dat kan word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>. 41 De ‘bias’ di<strong>en</strong>t dus het eig<strong>en</strong> welzijn <strong>en</strong> komt voort uitindividuele motiev<strong>en</strong>. 42Vervolg<strong>en</strong>s is deze ‘bias’ nader onderzocht. Zo werd ontdekt dat deze bias moeilijk tebevestig<strong>en</strong> was dus modificeerde m<strong>en</strong> deze als volgt: wanneer e<strong>en</strong> waarnemer e<strong>en</strong> oordeelvelt over de verantwoordelijkheid van e<strong>en</strong> ander, kan de attributie verstoord rak<strong>en</strong> als dewaarnemer <strong>en</strong> actor sterk op elkaar lijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de actor in e<strong>en</strong> situatie zit die de waarnemerook zou kunn<strong>en</strong> meemak<strong>en</strong>. Zowel de gelijkheid tuss<strong>en</strong> de actor <strong>en</strong> de waarnemer, als deernst van de uitkomst draagt dus aan def<strong>en</strong>sieve attributie bij. 43Voor wat betreft de gelijkheid tuss<strong>en</strong> actor <strong>en</strong> waarnemer: als de waarnemer in detoekomst in dezelfde situatie zal (kunn<strong>en</strong>) gerak<strong>en</strong> als de actor, dan zal die gelijkheidzich voordo<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s zal de waarnemer tracht<strong>en</strong> de persoonlijke gelijkheid teontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Lukt dat niet, dan volg<strong>en</strong> andere strategieën, zoals attributie aan toeval, <strong>en</strong>daarmee dus niet aan de persoon die weinig verschilt van de waarnemer zelf, of minimalisatievan de gevolg<strong>en</strong> ervan. Zo wordt ervoor gezorgd dat de waarnemer zelf straksge<strong>en</strong> schuld zal (kunn<strong>en</strong>) hebb<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel toekomstig ongeval waarbij hij zelfbetrokk<strong>en</strong> is. 44Als echter de waarnemer géén gelijk<strong>en</strong>is ziet, <strong>en</strong> hij zichzelf dus niet als pot<strong>en</strong>tiële toekomstigedader ziet, maar eerder als e<strong>en</strong> slachtoffer, dan zal deze de gebeurt<strong>en</strong>is nietaan toeval will<strong>en</strong> toeschrijv<strong>en</strong>. 45 T<strong>en</strong> opzichte van de persoon met wie m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zekeregelijk<strong>en</strong>is heeft, is m<strong>en</strong> derhalve milder dan t<strong>en</strong> opzichte van iemand die niet die gelijk<strong>en</strong>isvertoont. Vervolg<strong>en</strong>s is ook bevestigd dat als de ondervraagde gelijk<strong>en</strong>is vertoont40 Zie Vonk c.s. 2003, p. 139; Vgl. ook Hans & Dee 2002-2003, p. 1103 e.v. <strong>en</strong> Bar<strong>en</strong>drecht 2004, p. 55-56.41 In die zin lijkt deze theorie op de zog<strong>en</strong>oemde ‘just world hypothesis’ waarover o.a. Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002, p. 33e.v.42 Vonk c.s. 2003, p. 139; Burger 1981, p. 497-498 <strong>en</strong> p. 510, alsmede Stewart 2005, p. 682. Dit verklaart ook waarom slachtoffersvan verkrachting vaak de verantwoordelijkheid bij zichzelf zoek<strong>en</strong>, want zelf verantwoordelijk zijn betek<strong>en</strong>t datde gebeurt<strong>en</strong>is (in de toekomst) vermijdbaar is, zie het overzicht bij Burger 1981, p. 497.43 Burger 1981, p. 498; Stewart 2005, p. 682. Zie (voor whiplashgevall<strong>en</strong>) Hans & Dee 2002-2003, p. 1103.44 Burger 1981, p. 498.45 Burger 1981, p. 498-499.191Gies<strong>en</strong>_01.indb 41 20-5-2008 16:29:33


I. Gies<strong>en</strong>met de actor <strong>en</strong> de situatie gelijk is, de attributie aan die actor minder zal zijn, temeernog als de gevolg<strong>en</strong> erger zijn. 46 Als er echter ge<strong>en</strong> situationele <strong>en</strong> persoonlijke gelijk<strong>en</strong>isis, wordt er juist meer verantwoordelijkheid toegeschrev<strong>en</strong> aan de actor als de ernst vande gevolg<strong>en</strong> groter is (de oorspronkelijke these van def<strong>en</strong>sieve attributie). 47 De gedachteis, nogmaals, dat als toeval ge<strong>en</strong> rol speelt, de ernstige gebeurt<strong>en</strong>is vermijdbaar, <strong>en</strong> duscontroleerbaar is.3.4 ‘Actor-observer differ<strong>en</strong>ces’Het voorgaande ging nog over de attributie door iemand die de actor waarneemt. Diesituatie kan <strong>en</strong> moet onderscheid<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van de gevall<strong>en</strong> waarin attributie door deactor zelf ter discussie staat. Immers, de waarnemer focust op de actor (die is ‘sali<strong>en</strong>t’, ziepar. 3.2), maar de actor zelf zal zich niet daarop kunn<strong>en</strong> richt<strong>en</strong>; deze focust (dus) op desituatie zoals die zich voordoet. Omdat de actor zelf vooral zijn omgeving zal waarnem<strong>en</strong>– die is immers voor hem ‘sali<strong>en</strong>t’ – zal deze persoon vervolg<strong>en</strong>s zijn eig<strong>en</strong> gedrag juistte sterk attribuer<strong>en</strong> aan die omgeving (te veel externe attributie dus). Dat verschil tuss<strong>en</strong>de attributie van eig<strong>en</strong> gedrag <strong>en</strong> het gedrag van ander<strong>en</strong>, heet dan het ‘actor-observer’-verschil. 48 De verklaring hiervoor schuilt in de verschill<strong>en</strong> in waarneming <strong>en</strong> in hetgegev<strong>en</strong> dat de actor meer informatie heeft over zijn eig<strong>en</strong> situatie die anders b<strong>en</strong>ut kanword<strong>en</strong>. 49De oorzaak van dit verschil in perceptie ligt waarschijnlijk bij het al (in par. 3.2) g<strong>en</strong>oemdebesef van (wet<strong>en</strong>schap over) de situatie; de waarnemer ziet de handel<strong>en</strong>de persoon, deactor zelf ziet de omgeving, zodat het perspectief letterlijk verschilt. Als m<strong>en</strong> die positiesaanpast, bijvoorbeeld doordat de actor zichzelf in de spiegel kan zi<strong>en</strong> of doordat de waarnemergeacht wordt zich in te lev<strong>en</strong> in de actor (empathie op te bouw<strong>en</strong>), vermindertook het verschil in attributie. 50 Nu echter rec<strong>en</strong>t het bestaan van deze ‘actor-observer’-vertek<strong>en</strong>ing als zodanig principieel ter discussie is gesteld, di<strong>en</strong>t ook deze ‘aanpassing’voorzichtig gehanteerd te word<strong>en</strong>. 5146 M<strong>en</strong> gaat dan zelfs het slachtoffer verantwoordelijk houd<strong>en</strong>, vgl. Hans & Dee 2002-2003, p. 1105.47 Hans & Dee 2002-2003, p. 1106.48 Zie hierover vooral Jones & Nisbett 1971, vooral p. 15; Nisbett et al 1973, p. 154-164; Watson 1982, p. 682-700 <strong>en</strong> verder o.a.Vonk c.s. 2007, p. 207-208; Vonk c.s. 2003, p. 131-132; Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002, p. 29 <strong>en</strong> p. 30; Plous 1993, p. 181.49 Zie bijv. Watson 1982, p. 683.50 Vonk c.s. 2003, p. 132, <strong>en</strong> uitvoeriger Jones & Nisbett 1971, p. 5 e.v., <strong>en</strong> p. 9-10, alsmede bijv. Storms 1973; Regan & Tott<strong>en</strong>1975 <strong>en</strong> Galper 1976.51 Zie Malle 2006, m.n. p. 907.192Gies<strong>en</strong>_01.indb 42 20-5-2008 16:29:33


Attributie, juridische causaliteit <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werking3.5 ‘Self-serving bias’‘People are more likely to make self-attributions for positive than for negative outcomes.’Aldus de ‘self-serving bias’. 52 E<strong>en</strong> succes wordt vooral <strong>en</strong> eerder toegeschrev<strong>en</strong> aan internefactor<strong>en</strong> (zoals iemands ‘ability’ <strong>en</strong> ‘effort’), terwijl e<strong>en</strong> fal<strong>en</strong> wordt geattribueerd aanexterne factor<strong>en</strong> zoals de moeilijkheid van de taak, fout<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ander <strong>en</strong> pech. Opdeze wijze zal iemand zijn zelfvertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>dunk op peil houd<strong>en</strong>. Die persoonheeft daar dus belang bij. 53Deze ‘bias’ bestaat zodo<strong>en</strong>de dus uit twee compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste ‘self-def<strong>en</strong>ce’: de m<strong>en</strong>szoekt de oorzaak voor negatieve gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> (fal<strong>en</strong>) niet bij zichzelf. T<strong>en</strong> tweede is er‘self-<strong>en</strong>hancem<strong>en</strong>t’: de oorzaak van positieve uitkomst<strong>en</strong> (succes) wordt wel bij zichzelfgevond<strong>en</strong>. 54 Deze vertek<strong>en</strong>ing treedt overig<strong>en</strong>s niet op als de ander iemand is met wiem<strong>en</strong> e<strong>en</strong> band voelt, m<strong>en</strong> wil dan het positieve beeld van de ander in stand houd<strong>en</strong>. 55Het bestaan van deze ‘bias’ is echter fel bestred<strong>en</strong> <strong>en</strong> de strijd daarover is nog niet t<strong>en</strong>einde gevoerd. 56 Wij moet<strong>en</strong> dus ook hier voorzichtig zijn. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> wij nietverget<strong>en</strong> dat (ook) deze ‘fout’ ook begrijpelijk <strong>en</strong> functioneel is. Het steeds weer toeschrijv<strong>en</strong>van fout<strong>en</strong> aan jezelf <strong>en</strong> succes aan externe factor<strong>en</strong>, zou immers verlamm<strong>en</strong>dwerk<strong>en</strong>. Dan komt iemand tot helemaal niets meer op de lange duur. 573.6 Tuss<strong>en</strong>conclusieEr zijn meer vertek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> of fout<strong>en</strong> te beschrijv<strong>en</strong> die met attributie van do<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>,zoals bijvoorbeeld de ‘egoc<strong>en</strong>tric bias’: e<strong>en</strong> persoon accepteert meer verantwoordelijkheidvoor e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijke uitkomst dan de overige deelnemers aan deze persoontoeschrijv<strong>en</strong>. 58 D<strong>en</strong>k echter ook aan ‘augm<strong>en</strong>tation’ (versterking), het omgekeerde vanhet eerder al g<strong>en</strong>oemde ‘discounting principle’. 59 Daarbij wordt e<strong>en</strong> faciliter<strong>en</strong>de oorzaakvoor bepaald gedrag (e<strong>en</strong> oorzaak die de gedraging makkelijker maakt) als sterker gezi<strong>en</strong>als er ook e<strong>en</strong> remm<strong>en</strong>de factor aanwezig is. Als je ondanks het ermee gepaard gaande52 Plous 1993, p. 185; Vonk c.s. 2003, p. 137. Zie ook nog Vonk c.s. 2007, p. 131-134.53 Zie Weiner 1986, p. 300 <strong>en</strong> Vonk c.s. 2003, p. 137.54 Spiegelbeeldig aan dit intern attribuer<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong> succes <strong>en</strong> het extern attribuer<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong> fal<strong>en</strong>, wordt succes vane<strong>en</strong> ander juist extern <strong>en</strong> fal<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ander juist intern (aan die ander) toegedeeld.55 Vonk c.s. 2003, p. 137.56 Zie daarover Ross & Anderson 1982, p. 133-135 <strong>en</strong> bijv. Duval & Silvia 2002, m.n. p. 49 <strong>en</strong> p. 57 (vooral de attributie bije<strong>en</strong> fal<strong>en</strong> blijft onduidelijk).57 Vonk c.s. 2003, p. 137-138 <strong>en</strong> p. 141.58 Plous 1993, p. 185-186. Dat gebeurt ook voor onw<strong>en</strong>selijke (negatieve) uitkomst<strong>en</strong>, zoals het veroorzak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> echtelijkeruzie.59 Vonk c.s. 2003, p. 96-97; Vgl. ook Shaver 1985, p. 54-56 <strong>en</strong> Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002, p. 27. Bij ‘discounting’ wordtde rol van e<strong>en</strong> oorzakelijke factor kleiner ingeschat als er andere faciliter<strong>en</strong>de oorzak<strong>en</strong> aanwezig zijn.193Gies<strong>en</strong>_01.indb 43 20-5-2008 16:29:34


I. Gies<strong>en</strong>verlies aan weelde toch e<strong>en</strong> echtscheiding doorzet, dan moet het wel zo zijn dat je hetthuis echt niet meer kan volhoud<strong>en</strong>. 60 Verder noem ik slechts het ‘positivity effect’, 61 demanier waarop wij met nieuwe informatie omgaan <strong>en</strong> de wijze waarop wij stereotyp<strong>en</strong>b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>, 62 alsmede de rec<strong>en</strong>t geclaimde ‘sexual attribution bias’. 63 Ik ga daar verder aanvoorbij omdat het voorgaande al g<strong>en</strong>oeg stof tot overd<strong>en</strong>king biedt. Welke van die albesprok<strong>en</strong> vertek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> of ‘biases’ is van invloed of zou van invloed kunn<strong>en</strong> zijn op(onze manier van omgang met) het recht, in het bijzonder de beslissing<strong>en</strong> die g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>word<strong>en</strong> bij causaliteitsvrag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> op welke wijze dan? En als die invloed er is, kunn<strong>en</strong> wijof moet<strong>en</strong> wij er dan iets aan do<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zo ja, wat dan?4 Terug naar de juridische afweging4.1 Besliss<strong>en</strong> over causaliteitNu zowel de juridische als de psychologische kijk op het thema ‘toeschrijv<strong>en</strong> van oorzak<strong>en</strong>’,geschetst is, rijst de vraag hoe goed of slecht de aansluiting tuss<strong>en</strong> de juridische<strong>en</strong> de psychologische wereld verzorgd is. Omdat met deze bijdrage in eerste instantie e<strong>en</strong>juridische beschouwing over causaliteitsvrag<strong>en</strong> beoogd is, verdicht die vraag zich naarwat de jurist – waarbij ik hierna met name uitga van het perspectief van de civiele rechterof van dat van de justitiabele – zou kunn<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> door het nieuw aangebod<strong>en</strong> perspectiefter harte te nem<strong>en</strong>.Welnu, rechters hakk<strong>en</strong> knop<strong>en</strong> door; het zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die beslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong>nem<strong>en</strong>. En voordi<strong>en</strong> al vrag<strong>en</strong> de advocat<strong>en</strong> van de partij<strong>en</strong>, al proceder<strong>en</strong>d of nog schikk<strong>en</strong>d,zich af wat de rechter waarschijnlijk zal gaan besliss<strong>en</strong>; om dat te do<strong>en</strong> verplaats<strong>en</strong>ze zich in die rechterlijke afweging. Bestaat er wel voldo<strong>en</strong>de (bewijs voor) condicio sinequa non-verband of niet? Komt schadepost ‘zus-<strong>en</strong>-zo’ wel of niet voor vergoeding inaanmerking? Enzovoort.Mogelijke verstor<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong> of vertek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (‘biases’), van welke aard of soort danook, op beslissing<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in zijn algeme<strong>en</strong>heid zijn daarmee ook t<strong>en</strong> zeersterelevant voor rechters <strong>en</strong> voordi<strong>en</strong> al de betrokk<strong>en</strong> advocat<strong>en</strong>. Deze ‘biases’ zoud<strong>en</strong>,om tot juiste oordel<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, zo veel mogelijk uitgeslot<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>of t<strong>en</strong> minste verdisconteerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in die zin dat m<strong>en</strong> weet <strong>en</strong> er rek<strong>en</strong>ingmee houdt dat fout<strong>en</strong> gemaakt (kunn<strong>en</strong>) word<strong>en</strong>. Zo is bijvoorbeeld, los van de hier60 Vonk c.s. 2003, p. 96-97. Of, maar dan veel speculatiever: als e<strong>en</strong> toezichthouder als secundaire dader onvoldo<strong>en</strong>detoezicht hield <strong>en</strong> er wordt schade geled<strong>en</strong> na e<strong>en</strong> handeling van e<strong>en</strong> ander, de primaire dader, dan moet die handelingwel heel sterk bepal<strong>en</strong>d (heel causaal in de onderlinge weging tuss<strong>en</strong> beide daders) voor de schade zijn geweest.61 Plous 1993, p. 186.62 Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002, p. 31-32.63 Fösterling et al 2007, p. 775-788.194Gies<strong>en</strong>_01.indb 44 20-5-2008 16:29:34


Attributie, juridische causaliteit <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werkingbesprok<strong>en</strong> attributietheorieën, geblek<strong>en</strong> uit Amerikaans onderzoek dat juridische lek<strong>en</strong>die als juryled<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong>, minder snel tot aansprakelijkheid besluit<strong>en</strong> als de causale ket<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> ongeval <strong>en</strong> schade complexer is, meerdere ket<strong>en</strong>s omvat, of wanneer er meer tijdverstrijkt tuss<strong>en</strong> het gedrag <strong>en</strong> de schade, terwijl die factor<strong>en</strong> juridisch irrelevant zijn. 64Uiteraard moet deze wijsheid ook door de Nederlandse rechter in acht g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>als deze e<strong>en</strong> causale ket<strong>en</strong> beoordeelt.De ‘fout<strong>en</strong>’ van rechters <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> die gerelateerd zijn aan de attributie van oorzak<strong>en</strong>aan person<strong>en</strong> of gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>, zijn in dit verband e<strong>en</strong>s temeer relevant omdat het<strong>privaatrecht</strong> bol staat van oordel<strong>en</strong> over causale relaties. Niet alle<strong>en</strong> in het tot nu toec<strong>en</strong>traal gestelde aansprakelijkheidsrecht als het om de vraag naar schadevergoedinggaat, maar ook daarbuit<strong>en</strong>, als bijvoorbeeld e<strong>en</strong> beroep op dwaling ex artikel 6:228 BWgedaan wordt, of als de schijn van volmachtverl<strong>en</strong>ing wordt ingeroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vraag rijstof er sprake is van e<strong>en</strong> toedo<strong>en</strong> van de achterman (art. 3:61 lid 2 BW), wordt de rechtergevraagd causale relaties bloot te legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> te beoordel<strong>en</strong>.De wijze waarop m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> attribuer<strong>en</strong>, zoals hiervoor beschrev<strong>en</strong>, zou ons moet<strong>en</strong>inscherp<strong>en</strong> dat rechters (<strong>en</strong> advocat<strong>en</strong>) als zij causale relaties beoordel<strong>en</strong>, regelmatig defout kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarschijnlijk zull<strong>en</strong> ingaan. Let wel, dit is zeker ge<strong>en</strong> verwijt aan derechterlijke macht of de advocatuur, het betek<strong>en</strong>t alle<strong>en</strong> dat rechters <strong>en</strong> advocat<strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk<strong>en</strong> feilbaar zijn. Zulks betek<strong>en</strong>t echter niet dat wij het daarbij kunn<strong>en</strong> of moet<strong>en</strong>lat<strong>en</strong>. Wij zull<strong>en</strong> van die attributiefout<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>, waar mogelijk.4.2 Aanwijzing<strong>en</strong> voor verbeterde regels of regeltoepassing?4.2.1 InleidingWat wij aan dit soort fout<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong>voudig het volg<strong>en</strong>de. 65 Wijzull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> de ‘biases’ uit te schakel<strong>en</strong> of in elk geval verminder<strong>en</strong>; wij moet<strong>en</strong>aan ‘debiasing’ do<strong>en</strong>. En daarbij di<strong>en</strong><strong>en</strong> wij dan tev<strong>en</strong>s te bezi<strong>en</strong> of daartoe ev<strong>en</strong>tueelandere of betere juridische regels nodig zijn dan de huidige. Daarbij richt ik mij in eersteinstantie op de regels inzake causaliteit, maar soms zull<strong>en</strong> daarbij ook het (procesrechtelijke)systeem, andere leerstukk<strong>en</strong> of andere regels betrokk<strong>en</strong> zijn of moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.4.2.2 ‘Debiasing’ de fundam<strong>en</strong>tele attributiefoutDe fundam<strong>en</strong>tele attributiefout, de neiging om de oorzaak van e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is bij dehandel<strong>en</strong>de persoon te zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de invloed van factor<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> die persoon (de verderesituatie) te onderschatt<strong>en</strong>, zal er bijvoorbeeld toe kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dat bij beoordeling<strong>en</strong>64 Zie Johnson & Drobny 1985, p. 283 e.v.65 De vraag of vervolg<strong>en</strong>s de wetgever of de rechter zou moet<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>, laat ik hier rust<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Rachlinski 2006,p. 159 e.v., hangt zulks steeds van de omstandighed<strong>en</strong> af.195Gies<strong>en</strong>_01.indb 45 20-5-2008 16:29:34


I. Gies<strong>en</strong>van causale relaties de beslisser, de rechter, e<strong>en</strong> waarnemer, vooral naar de persoon diehandelde zal kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de doorslag zal lat<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet naar de situatie. En datkan nogal e<strong>en</strong> verschil mak<strong>en</strong>: lag het aan de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de persoon of aan deomgeving? 66Deze fundam<strong>en</strong>tele ‘fout’ kunn<strong>en</strong> wij echter omzeil<strong>en</strong> door goed te lett<strong>en</strong> op ‘cons<strong>en</strong>susinformatie’(wat do<strong>en</strong> ander<strong>en</strong>?). In e<strong>en</strong> dergelijk geval (als iedere<strong>en</strong> hetzelfde doet) isimmers e<strong>en</strong> verklaring die gebaseerd is op de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de individuele, handel<strong>en</strong>depersoon niet erg waarschijnlijk. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> wij ook op zoek gaan naar verborg<strong>en</strong>oorzak<strong>en</strong>, oorzak<strong>en</strong> die niet op de voorgrond staan, die niet ‘sali<strong>en</strong>t’ zijn. 67 Dat laatstegebeurt bijvoorbeeld als de waarnemer d<strong>en</strong>kt dat de handel<strong>en</strong>de persoon verborg<strong>en</strong>motiev<strong>en</strong> heeft. Wij gaan in dergelijke gevall<strong>en</strong> beter nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over het gedrag <strong>en</strong> danwordt de vertek<strong>en</strong>ing minder scherp. Dat is ook het geval als wij ons conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> op desituatie <strong>en</strong> niet op de persoon, maar dat kan dan wel weer doorschiet<strong>en</strong> de andere kantop. 68Het focuss<strong>en</strong> op <strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de zaak in zijn geheel, zowel de situatie als de actor<strong>en</strong>,kan mijns inzi<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> gestimuleerd door in te bouw<strong>en</strong> dat de rechterlijke aandachtverspreid wordt, door dus te stimuler<strong>en</strong> dat andere mogelijke oorzak<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> plekkrijg<strong>en</strong>. Precies dat is wat mijns inzi<strong>en</strong>s te bereik<strong>en</strong> is (omdat m<strong>en</strong> dan inderdaadmeerdere oorzak<strong>en</strong> in og<strong>en</strong>schouw neemt) door technisch-juridisch gezi<strong>en</strong> uit te gaanvan de leer van de proportionele aansprakelijkheid zoals dat op het terrein van de asbestaansprakelijkheidteg<strong>en</strong>woordig ook al geschiedt. 69 Daarmee word<strong>en</strong> immers alle indat geval bek<strong>en</strong>de mogelijke causale bijdrag<strong>en</strong> (zowel blootstelling aan gevaarlijke stoff<strong>en</strong>als asbest, maar ook rok<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bek<strong>en</strong>de omgevingsfactor<strong>en</strong> <strong>en</strong> omgevingsrisico’s, <strong>en</strong>z.)noodzakelijkerwijs, omdat ze deel uitmak<strong>en</strong> van die weging, in de afweging betrokk<strong>en</strong>zodat de aandacht verspreid moet word<strong>en</strong> over meerdere oorzak<strong>en</strong> die elk e<strong>en</strong> plekmoet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. De rechter zal dus grondig moet<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de causale wegingvan al die factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat voorkomt of verkleint allicht attributiefout<strong>en</strong>. 70Los van dit – toegegev<strong>en</strong> – nogal speculatieve idee, geldt hier nog het volg<strong>en</strong>de. De rechterdie causale verband<strong>en</strong> beoordeelt, zal moet<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> om verder te kijk<strong>en</strong> dan zijn neuslang is om de situatie <strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> de persoon te bezi<strong>en</strong>. Dat civiele procedures veelal66 Zo ook Plous 1993, p. 183.67 Plous 1993, p. 187 <strong>en</strong> p. 188.68 Vonk c.s. 2003, p. 128-130; Vonk c.s. 2007, p. 206; Harvey et al. 1981, p. 347.69 Zie HR 31 maart 2006, RvdW 2006, 328 (Karamus/Nefalit) <strong>en</strong> de vele comm<strong>en</strong>tar<strong>en</strong> daarop, steeds met vele verwijzing<strong>en</strong>naar eerdere studies over het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van de proportionele aansprakelijkheid. Uiteraard krijg<strong>en</strong> ‘andere mogelijkeoorzak<strong>en</strong>’ ook e<strong>en</strong> plek als bijvoorbeeld beslist moet word<strong>en</strong> over de verdeling van de draagplicht tuss<strong>en</strong> meerderehoofdelijk aansprakelijke partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> soortgelijke gevall<strong>en</strong>.70 E<strong>en</strong> additionele valkuil is dan wel nog dat de rechter bij de afweging op grond van de artikel 6:98, 101 <strong>en</strong> 102 BW ookde mate van schuld mag betrekk<strong>en</strong>. Zie hierna.196Gies<strong>en</strong>_01.indb 46 20-5-2008 16:29:34


Attributie, juridische causaliteit <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werkingschriftelijk afgewikkeld word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in elk geval in eerste instantie op papier ‘kleur’ krijg<strong>en</strong>,kan daarbij e<strong>en</strong> voordeel zijn, omdat de actor zelf minder de aandacht van de waarnemer(de rechter) zal trekk<strong>en</strong> via dat papier. Dat maakt wellicht e<strong>en</strong> ‘betere’ (minder extreme)afweging van het geheel mogelijk. Lukt dat niet <strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> de dispositionele factor<strong>en</strong> tochte veel gewicht, 71 dan kan zich dat manifester<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> t<strong>en</strong> onrechte aannem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>te grote mate van verwijtbaarheid – één van de toerek<strong>en</strong>ingsfactor<strong>en</strong> – met e<strong>en</strong> te ruimetoerek<strong>en</strong>ing in de zin van artikel 6:98 BW als mogelijk gevolg. Hiermee is overig<strong>en</strong>sniet gezegd dat deze regel onjuist is – er valt voldo<strong>en</strong>de te zegg<strong>en</strong> voor de gedachte omstr<strong>en</strong>ger te zijn als iemand meer te verwijt<strong>en</strong> valt – maar wel dat de toepassing ervan inde gat<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>.Ook voor zover er over eig<strong>en</strong> schuld gesprok<strong>en</strong> wordt, kan dit alles doorwerk<strong>en</strong>, wantbij die beoordeling word<strong>en</strong> immers op grond van artikel 6:101 BW de causale bijdrag<strong>en</strong>van beide partij<strong>en</strong> (dader <strong>en</strong> slachtoffer) teg<strong>en</strong> elkaar afgewog<strong>en</strong> – hetge<strong>en</strong> mis kan gaanals de actor te veel aandacht krijgt. Daarna kan die juridische causaliteitsweging nog‘gecorrigeerd’ word<strong>en</strong> door op de mate van verwijtbaarheid te lett<strong>en</strong>. Ook dat is dus e<strong>en</strong>valkuil. Wat hierbij zeker niet helpt, is dat de Hoge Raad de lagere rechter e<strong>en</strong> ruimebeslissingsmarge heeft gegev<strong>en</strong>, gekoppeld aan zeer beperkte motiveringseis<strong>en</strong> omdat hethier e<strong>en</strong> intuïtieve afweging zou betreff<strong>en</strong>. 72 Dit gebrek aan noodzaak om de uitkomstwerkelijk te motiver<strong>en</strong>, zal in elk geval niet tot meer nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> langduriger afweg<strong>en</strong>leid<strong>en</strong>, <strong>en</strong> juist dat zou vanuit psychologisch oogpunt w<strong>en</strong>selijk zijn. Beter nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>kan de fundam<strong>en</strong>tele attributiefout reducer<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de (vooraf bek<strong>en</strong>de) noodzaak vanhet moet<strong>en</strong> aflegg<strong>en</strong> van verantwoording (uitlegg<strong>en</strong> of verklar<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gemaaktekeuze), zo is geblek<strong>en</strong>, kan deze voorkom<strong>en</strong>. 73 De motivering maakt de gemaakte keuzeimmers transparant. Omdat deze gedachte tegelijk met zich br<strong>en</strong>gt dat de motiveringaan e<strong>en</strong> hoge(re) standaard zal moet<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>, lijkt hier e<strong>en</strong> correctie van dat deel vande huidige jurisprud<strong>en</strong>tiële lijn in de rede te ligg<strong>en</strong>. Dat zou alle<strong>en</strong> anders zijn wanneerde rechterlijke macht ge<strong>en</strong> of veel minder attributiefout<strong>en</strong> zou mak<strong>en</strong>, maar er bestaan71 Dat kan bijvoorbeeld gebeur<strong>en</strong> doordat de civiele rechter de partij<strong>en</strong> meestal maar e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele maal daadwerkelijk ziet,bij comparitie dan wel bij pleidooi, vgl. art. 134 jo. 131 Rv. Er is dus weinig ervaring met deze partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus ook weiniginformatie, waarna het attribuer<strong>en</strong> fout gaat, vgl. Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002, p. 29.72 Zie Asser-Hartkamp 2004, nr. 452a, <strong>en</strong> o.a. HR 4 mei 2001, NJ 2002, 214 (Chan-a-Hung/Maalsté), r.o.v. 3.7.4.73 Zie over dat laatste vooral Tetclock 1985, m.n. p. 232 <strong>en</strong> p. 233. Als iemand g<strong>en</strong>oopt wordt om verantwoording overe<strong>en</strong> keuze af te legg<strong>en</strong>, vermindert dat de attributiefout. Dat is vooral het geval als tevor<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d is dat zulks nodig is.Rechters wet<strong>en</strong>, uiteraard, alvor<strong>en</strong>s zij tot hun beslissing kom<strong>en</strong> dat op <strong>en</strong>ig mom<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> motivering nodig is (vgl. art.30 Rv).197Gies<strong>en</strong>_01.indb 47 20-5-2008 16:29:34


I. Gies<strong>en</strong>mijns inzi<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> aanwijzing<strong>en</strong> om zulks te veronderstell<strong>en</strong>. 74 Nader onderzoek inzakedie specifieke kwestie zou echter gew<strong>en</strong>st zijn.4.2.3 Omgaan met de gecodificeerde def<strong>en</strong>sieve attributie ‘bias’De ‘bias’ van def<strong>en</strong>sieve attributie kan in stelsels waarin er nog juryrechtspraak bestaat,b<strong>en</strong>ut (om niet te zegg<strong>en</strong>: misbruikt) word<strong>en</strong> door ervoor te zorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> te b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong>dat de juryled<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eis<strong>en</strong>de partij bij bijvoorbeeld e<strong>en</strong> verkeersongeval veel gelijk<strong>en</strong>isverton<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> jury van vroegere verkeersslachtoffers is in e<strong>en</strong> dergelijk geval nastrev<strong>en</strong>swaardigvoor het slachtoffer in die zaak. Die juryled<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> hun vroegere ongeluk nietaan zichzelf toeschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus ook niet dit ongeval aan dit slachtoffer. 75 Voor de teg<strong>en</strong>strever<strong>en</strong> de maatschappij als geheel ligt het met die ‘w<strong>en</strong>selijkheid’ qua jury-opbouwuiteraard anders.Ons Nederlandse systeem met beroepsrechters werkt echter niet op deze wijze. Hierzal ervoor gewaakt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> ‘vere<strong>en</strong>zelviging’ plaatsvindt tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong>procespartij <strong>en</strong> de rechter (uit hetzelfde milieu, dezelfde maatschappelijke achtergrond?),waardoor die rechter wellicht milder wordt t<strong>en</strong> opzichte van die partij als het om di<strong>en</strong>scausale bijdrage gaat. De rechter moet onpartijdig <strong>en</strong> onafhankelijk zijn, zegg<strong>en</strong> wij dan,<strong>en</strong> daarom zijn er waarborg<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het systeem. Mijn inschatting is overig<strong>en</strong>sdat ook door de veelal verplichte tuss<strong>en</strong>komst van advocat<strong>en</strong> aan beide zijd<strong>en</strong> veelonheil voorkom<strong>en</strong> wordt. Immers, de rechters kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van beideadvocat<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zekere gelijkheid ervar<strong>en</strong> (dezelfde studie, op zijn minst), zodat <strong>en</strong>ig effectdaarvan ‘gedeeld’ wordt door beide partij<strong>en</strong>.Daarnaast <strong>en</strong> vooral zal de rechter echter moet<strong>en</strong> oppass<strong>en</strong> in die (schijnbaar veilige)situaties waarin er ge<strong>en</strong> situationele <strong>en</strong> persoonlijke gelijk<strong>en</strong>is is tuss<strong>en</strong> hemzelf <strong>en</strong>de procespartij<strong>en</strong>. Immers, de in dergelijke gevall<strong>en</strong> waarschijnlijk als e<strong>en</strong>voudigwegaanwezig veronderstelde onbevang<strong>en</strong>heid van de rechter, is dan niet zonder meer pres<strong>en</strong>t.In die gevall<strong>en</strong> wordt er immers meer verantwoordelijkheid toegeschrev<strong>en</strong> aan de actorals de ernst van de gevolg<strong>en</strong> groter is, zodat de kans bestaat dat de causale gevolg<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> onzorgvuldige handeling dan te zeer (te ruim toegerek<strong>en</strong>d) aan de laed<strong>en</strong>s word<strong>en</strong>toegeschrev<strong>en</strong> als het inderdaad e<strong>en</strong> serieuze onzorgvuldigheid met serieuze gevolg<strong>en</strong>betreft.In wez<strong>en</strong> is dat overig<strong>en</strong>s precies wat geaccordeerd is door de Nederlandse wetgeving <strong>en</strong>rechtspraak. Daarin is immers toegestaan dat de toerek<strong>en</strong>ing van schade <strong>en</strong> schadepost<strong>en</strong>74 Immers, rechters (<strong>en</strong> advocat<strong>en</strong>) nem<strong>en</strong> beslissing<strong>en</strong> in onzekerheid <strong>en</strong> daarbij word<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong>maal fout<strong>en</strong> gemaakt,omdat ook zij onder invloed van diverse ‘biases’ staan, vgl. Gies<strong>en</strong> 2005a, p. 92, n. 290. Zie nog over dit thema in brederverband Van Kopp<strong>en</strong> & De Keijser 2002, p. 801 e.v., alsmede Wag<strong>en</strong>aar & Crombag 2002, p. 835 e.v. Echter, harde cijfersdie aanton<strong>en</strong> dat Nederlandse civiele rechters als specifieke groep inderdaad (veel) attributiefout<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, k<strong>en</strong> ik ookniet.75 Hans & Dee 2002-2003, p. 1115-1117.198Gies<strong>en</strong>_01.indb 48 20-5-2008 16:29:34


Attributie, juridische causaliteit <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werkingaan de aansprakelijk persoon afhankelijk is van de aard van de schade, waarbij die toerek<strong>en</strong>ingdan ruimer mag geschied<strong>en</strong> als er letselschade is (letsel wordt als e<strong>en</strong> ernstigergevolg gezi<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> tot ruime toerek<strong>en</strong>ing noopt, zie par. 2.1). Ruimer toerek<strong>en</strong><strong>en</strong>mag naar geld<strong>en</strong>d recht dus ook als de daadwerkelijke oorzaak verder dezelfde is als bije<strong>en</strong> vergelijkbare gebeurt<strong>en</strong>is zonder letsel. 76 ‘Def<strong>en</strong>sive attribution’ is zodo<strong>en</strong>de als hetware gecodificeerd in ons aansprakelijkheidsrecht. Op indirecte wijze wordt dat effectvervolg<strong>en</strong>s nog versterkt door de regel inzake de ruime toerek<strong>en</strong>ing van schade bij desch<strong>en</strong>ding van e<strong>en</strong> verkeers- of veiligheidsnorm, omdat het daarbij ook om letselschade<strong>en</strong> dus ernstige gevolg<strong>en</strong> gaat. Opnieuw wordt de rechter dus uitg<strong>en</strong>odigd om inzake hettoeschrijv<strong>en</strong> van oorzak<strong>en</strong> aan gedraging<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vertek<strong>en</strong>ing te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>.Let wel. De huidige regels inzake toerek<strong>en</strong>ing zijn (ook hier) daarmee niet ope<strong>en</strong>sonjuist, want vanuit normatieve overweging<strong>en</strong> (bijvoorbeeld: harder ‘straff<strong>en</strong>’ bij ernstigergevolg<strong>en</strong>; het beginsel van volledige schadevergoeding) kunn<strong>en</strong> deze regels zeerwel geïndiceerd <strong>en</strong> rechtvaardig zijn. Ik spreek mij dus verder ook niet uit voor of teg<strong>en</strong>de juistheid van die (overig<strong>en</strong>s op juridische vlak breed gedrag<strong>en</strong>) regels. Wel wil ikopwerp<strong>en</strong> om, gegev<strong>en</strong> het voorgaande, bij de concrete toepassing van die regels metextra voorzichtigheid te werk te gaan, <strong>en</strong> zo nu <strong>en</strong> dan de vraag te stell<strong>en</strong> of de toerek<strong>en</strong>ingniet té ver gaat. Gelukkig is ook dat e<strong>en</strong> van de factor<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de afweging vanartikel 6:98 BW.4.2.4 Actor <strong>en</strong> waarnemer: empathische rechtersZoals besprok<strong>en</strong>, bestaat er e<strong>en</strong> verschil in attributie afhankelijk van de vraag of het omhet gedrag van e<strong>en</strong> ander of het gedrag van de actor zelf gaat. Als nu e<strong>en</strong> waarnemer (t<strong>en</strong>dele) de positie van de actor inneemt, doordat deze zich verplaatst in die ander (ofwel:empathie toont), dan verdwijnt het verschil in attributie. Het gedrag van de ander, deactor, wordt dan door de waarnemer vaker toegeschrev<strong>en</strong> aan de omgeving (externeattributie, net zoals de actor dat zelf zou do<strong>en</strong>) dan het geval is bij attributie van hetgedrag van e<strong>en</strong> reguliere ander, iemand die m<strong>en</strong> gewoon observeert. 77 De fundam<strong>en</strong>teleattributiefout wordt daarmee dus ingeperkt. 78Ook dit kan voor de juridische beoordeling van belang zijn. Immers, zo blijkt, als de waarnemer(lees: de rechter) zich moet of wil <strong>en</strong> kan inlev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> er dus empathie is, zal dezemeer oog hebb<strong>en</strong> voor de omgeving als causale factor. Dat verkleint de vertek<strong>en</strong>ing vande fundam<strong>en</strong>tele attributiefout (het gedrag te veel toeschrijv<strong>en</strong> aan persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>,76 D<strong>en</strong>k bijv. aan twee gevall<strong>en</strong> waarin het door e<strong>en</strong> ruit schopp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bal door spel<strong>en</strong>de jong<strong>en</strong>s in het eerste gevaltot letsel leidt <strong>en</strong> in het tweede geval niet. De toerek<strong>en</strong>ing is dan ruimer in het eerste geval terwijl er qua causale relatie(oorzaak <strong>en</strong> gevolg) in wez<strong>en</strong> hetzelfde geschiedt.77 Zie par. 3.4; Regan & Tott<strong>en</strong> 1975, <strong>en</strong> Vonk c.s. 2003, p. 132.78 M<strong>en</strong> moet overig<strong>en</strong>s voorzichtig zijn bij het koppel<strong>en</strong> van beide vertek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, aldus Malle 2006, p. 896.199Gies<strong>en</strong>_01.indb 49 20-5-2008 16:29:34


I. Gies<strong>en</strong>dispositionele factor<strong>en</strong>). Op het eerste gezicht leidt dat wellicht tot e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtigerbeoordeling van ieders causale bijdrage. Dat de rechter zich tot op zekere hoogte zalinlev<strong>en</strong> in de situatie van de aangesprok<strong>en</strong>e, kan derhalve ge<strong>en</strong> kwaad, zo lijkt het. Ookhier (vgl. al par. 4.2.2) geldt dan weer dat er daardoor, naar het zich laat aanzi<strong>en</strong>, beter,langer <strong>en</strong> meer zal word<strong>en</strong> nagedacht. Empathische rechters lijk<strong>en</strong> dus ev<strong>en</strong>wichtiger teoordel<strong>en</strong>. 794.2.5 De ‘self-serving bias’ <strong>en</strong> de acceptatie van negatieve uitkomst<strong>en</strong>Ook de hiervoor besprok<strong>en</strong> ‘self-serving bias’ heeft in pot<strong>en</strong>tie gevolg<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong>doorwerk<strong>en</strong> op juridisch vlak. Immers, de toerek<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> schade of schadepostaan de dader zal door die dader niet steeds voldo<strong>en</strong>de begrep<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> gevolge vandeze vertek<strong>en</strong>ing zal deze dader e<strong>en</strong> negatieve uitkomst van bepaald handel<strong>en</strong> (schade)namelijk niet snel aan zichzelf toeschrijv<strong>en</strong>. Hij zal die uitkomst dan ook op zijn bestmoeizaam accepter<strong>en</strong> omdat die niet strookt met zijn eig<strong>en</strong> beeld. 80De civiele rechter kan die ‘acceptatie’ door de aangesprok<strong>en</strong>e uiteraard afdwing<strong>en</strong>, indie zin dat deze e<strong>en</strong> executoriale titel verstrekt aan de wederpartij via zijn vonnis, maardeze ‘bias’ zal waarschijnlijk wel voordi<strong>en</strong> al de onderhandeling<strong>en</strong> over de afwikkelingbemoeilijkt hebb<strong>en</strong>. 81 Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan deze ‘bias’ er na die rechterlijke uitspraak toeleid<strong>en</strong> dat de aangesprok<strong>en</strong>e eerder hoger beroep zal will<strong>en</strong> instell<strong>en</strong>.Deze fout teg<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gaan, zou gezi<strong>en</strong> het voorgaande prettig zijn – meer buit<strong>en</strong>gerechtelijkafwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> minder hoger beroep bespaart de partij<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> 82 <strong>en</strong> de rechterlijkemacht veel werk – maar is erg lastig. ‘Debiasing’ kan op zich wel, omdat de ‘self-servingbias’ minder sterk is als er e<strong>en</strong> band bestaat met de ander, maar in het aansprakelijkheidsrechtis juist dat nu typisch niet het geval. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> elkaar niet voordat hetongeval ze bije<strong>en</strong>br<strong>en</strong>gt. Achteraf de partij<strong>en</strong> alsnog e<strong>en</strong> band lat<strong>en</strong> opbouw<strong>en</strong>, lijkt danechter e<strong>en</strong> verstandige zet. Dat zal de onderlinge acceptatie niet verslechter<strong>en</strong> <strong>en</strong> wellichtzelfs t<strong>en</strong> goede kom<strong>en</strong>. Wellicht is dat ook de red<strong>en</strong> waarom mediation, indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong>maalgestart, vaak goed uitpakt.79 Over dat thema reeds eerder Gies<strong>en</strong> 2003, p. 39 e.v. (met reactie Kerkmeester op p. 45 e.v.). Hierbij verdi<strong>en</strong>t nog opmerkingdat de rechter zich natuurlijk, <strong>en</strong> dat is mete<strong>en</strong> het lastige deel van zijn werk, niet te veel mag ‘vere<strong>en</strong>zelvig<strong>en</strong>’ methet slachtoffer, want dat kan er dan weer toe leid<strong>en</strong> dat de bijdrage van het slachtoffer juist te zeer onderschat wordt.80 Daar komt dan nog bij dat door de ‘actor-observer bias’ (zie par. 3.4) tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschil van m<strong>en</strong>ing kan ontstaanover de interpretatie van e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is zoals e<strong>en</strong> verkeersongeval, vgl. Wilson et al. 1997, p. 710.81 Uitvoerig daarover Babcock & Loew<strong>en</strong>stein 2000, p. 355 e.v.82 Zie Babcock & Loew<strong>en</strong>stein 2000, p. 362. Eerdere ervaring met onderhandeling<strong>en</strong> doet de ‘bias’ niet t<strong>en</strong>iet (p. 362-363<strong>en</strong> p. 367).200Gies<strong>en</strong>_01.indb 50 20-5-2008 16:29:35


Attributie, juridische causaliteit <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werking4.3 Tuss<strong>en</strong>conclusieIn het voorafgaande is voor e<strong>en</strong> beperkt aantal situaties getoond hoe de eerder besprok<strong>en</strong>attributiefout<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> doorwerk<strong>en</strong> op juridisch vlak <strong>en</strong> hoe daar vervolg<strong>en</strong>sev<strong>en</strong>tueel mee omgegaan zou kunn<strong>en</strong> (of moet<strong>en</strong>) word<strong>en</strong>. Daarmee is zeker niet hetlaatste woord gesprok<strong>en</strong>. Naast dat alles had er bijvoorbeeld ook nog op gewez<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> dat person<strong>en</strong> in sterkere mate verantwoordelijk word<strong>en</strong> geacht als er sprake is vanopzettelijk gedrag. 83 Die gedachte past op zichzelf erg goed in ons huidige causaliteitsd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>,waarbij de mate van verwijtbaarheid (opzet duidt op e<strong>en</strong> grote mate van verwijtbaarheid)e<strong>en</strong> rol speelt bij de toerek<strong>en</strong>ing in de zin van artikel 6:98 BW. Die subregel (hetbetreft hier e<strong>en</strong> van de factor<strong>en</strong> in de causale toerek<strong>en</strong>ing) lijkt wat dat betreft dus primain elkaar te stek<strong>en</strong>, al schuilt er ook e<strong>en</strong> mogelijk gevaar in dezelfde overweging (zie par.4.2.2). Dat laatste is nog van belang: psychologie <strong>en</strong> rechtsregels op elkaar afstemm<strong>en</strong> isal niet e<strong>en</strong>voudig, maar als er kracht<strong>en</strong> (vertek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>) teg<strong>en</strong>draads werk<strong>en</strong>, wordt hetnog lastiger. Het ev<strong>en</strong>tueel te behal<strong>en</strong> voordeel is echter van di<strong>en</strong> aard dat het de moeitewaard is om wel e<strong>en</strong> poging te do<strong>en</strong>.5 Het effect van attributie op het beoogde gedragseffect?Alvor<strong>en</strong>s deze bijdrage afgerond wordt, di<strong>en</strong>t nog één algeme<strong>en</strong> punt aan de orde tekom<strong>en</strong>. In paragraaf 2.2 kwam al aan bod dat het aansprakelijkheidsrecht (<strong>en</strong> dus decausaliteitsregels daarbinn<strong>en</strong>) beoogt om de pot<strong>en</strong>tiële dader te weerhoud<strong>en</strong> van hetschadelijk handel<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde zo de schade voor e<strong>en</strong> ander te voorkom<strong>en</strong>. Ik b<strong>en</strong> er ookvan uitgegaan dat die zog<strong>en</strong>oemde prev<strong>en</strong>tieve werking aanwezig is, tot op zekere hoogtet<strong>en</strong>minste. Uit de voorgaande psychologische beschouwing kan mijns inzi<strong>en</strong>s, naast hetvoorgaande, ook afgeleid word<strong>en</strong> dat de attributietheorie, de gedacht<strong>en</strong> over hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>oorzak<strong>en</strong> toeschrijv<strong>en</strong> aan person<strong>en</strong> of gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>, wez<strong>en</strong>lijk is voor de beantwoordingvan de vraag of dat beoogde gedragseffect van het aansprakelijkheidsrecht eig<strong>en</strong>lijkwel kan bestaan <strong>en</strong> bestaat. Dat zit als volgt.Als de actor (hier: de laed<strong>en</strong>s, de aangesprok<strong>en</strong>e) de oorzaak voor e<strong>en</strong> bepaalde gebeurt<strong>en</strong>is(het schadeveroorzak<strong>en</strong>de voorval) aan zichzelf toeschrijft, als hij deze gebeurt<strong>en</strong>isdus intern attribueert, <strong>en</strong> als hij dat doet met het (onbewuste) doel om te ler<strong>en</strong> van eerdereervaring<strong>en</strong> (dat is e<strong>en</strong> van de red<strong>en</strong> waarom person<strong>en</strong> attribuer<strong>en</strong>, zie par. 3.1), dan zal,zo kan m<strong>en</strong> mijns inzi<strong>en</strong>s concluder<strong>en</strong>, die actor in de toekomst voorzichtiger handel<strong>en</strong>(speciale prev<strong>en</strong>tie). En als hij dan vervolg<strong>en</strong>s zijn verhaal vertelt aan zijn omgeving, zaldat vervolg<strong>en</strong>s ook e<strong>en</strong> zekere g<strong>en</strong>erieke prev<strong>en</strong>tieve werking kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, zo veron-83 Vonk c.s. 2003, p. 88.201Gies<strong>en</strong>_01.indb 51 20-5-2008 16:29:35


I. Gies<strong>en</strong>derstel ik. 84 Hoewel (<strong>en</strong> omdat) hier dus de wijze van attributie (intern) het leereffect <strong>en</strong>de prev<strong>en</strong>tie bepaalt, <strong>en</strong> het aansprakelijkheidsrecht daaraan dus niet bijdraagt (het heefter in wez<strong>en</strong> ook niet direct iets mee van do<strong>en</strong>), kan in dit geval het beoogde gedragseffectvan het aansprakelijkheidsrecht wel in pot<strong>en</strong>tie (doch langs andere weg) bereikt word<strong>en</strong>,omdat e<strong>en</strong> leereffect op zich bereikbaar is. 85Als echter de gebeurt<strong>en</strong>is door de actor wordt toegeschrev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> andere persoon ofde situatie ter plekke t<strong>en</strong> tijde van de gebeurt<strong>en</strong>is, bij externe attributie derhalve, zal deactor ook m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat hij zelf ‘vrijuit’ gaat waar het om de schadeveroorzaking gaat <strong>en</strong> iser ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om zijn gedrag in de toekomst aan te pass<strong>en</strong>, om voorzichtiger te handel<strong>en</strong>.Het beoogde gedragseffect zal zich dan niet manifester<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar zal het aansprakelijkheidsrechtvervolg<strong>en</strong>s niets aan (kunn<strong>en</strong>) verander<strong>en</strong>. Dat aansprakelijkheidsrechtwerkt niet prev<strong>en</strong>tief, omdat (sterkere) attributiemechanism<strong>en</strong> het mogelijke leereffectbij voorbaat voorkom<strong>en</strong> of t<strong>en</strong>ietdo<strong>en</strong>.Koppel<strong>en</strong> wij dit alles aan de notie dat person<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd zijn om eerder aan e<strong>en</strong> anderpersoon (<strong>en</strong> niet aan zichzelf) te attribuer<strong>en</strong> als het gedrag in kwestie ernstiger gevolg<strong>en</strong>heeft (‘def<strong>en</strong>sive attribution’, par. 3.3) <strong>en</strong> vooral aan de gedachte dat e<strong>en</strong> succes internwordt geattribueerd terwijl e<strong>en</strong> fal<strong>en</strong> extern wordt geattribueerd (par. 3.5, de ‘self-servingbias’), dan ligt de conclusie voor de hand dat schadeveroorzak<strong>en</strong>d gedrag – vaak gedragmet ernstige gevolg<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedrag dat als fal<strong>en</strong> bestempeld zal moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> – tot externeattributie zal leid<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dus het beoogde gedragseffect zal miss<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> zal dus het eig<strong>en</strong>gedrag ‘goedprat<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> er weinig of niets van will<strong>en</strong> opstek<strong>en</strong>.Het belang van die conclusie is groot. De hier ontvouwde gedachte vormt mijns inzi<strong>en</strong>se<strong>en</strong> mogelijke verklaring voor het vaak geopperde ontbrek<strong>en</strong> van prev<strong>en</strong>tieve werkingals het om het aansprakelijkheidsrecht gaat. Wanneer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> schadevoorvall<strong>en</strong> externattribuer<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> deze ge<strong>en</strong> didactisch effect. Die attributie is te sterk; het aansprakelijkheidsrechtkan er niet teg<strong>en</strong>op. 86 Eerdere voorvall<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dus niet tot prev<strong>en</strong>tie vanschade. De twijfel die er over de prev<strong>en</strong>tieve werking van het aansprakelijkheidsrechtbestaat, vindt hierin dus bevestiging. Overig<strong>en</strong>s is hiermee natuurlijk niet de kwantitatieveomvang van het gebrek aan prev<strong>en</strong>tieve werking vastgesteld.84 De empirische onderbouwing van die veronderstelling, zou echter onderzocht moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.85 Overig<strong>en</strong>s is het lastig om hier harde(re) uitsprak<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> omdat de invloed van zog<strong>en</strong>oemde ‘cons<strong>en</strong>sus-informatie’op de attributie niet evid<strong>en</strong>t is, zie par. 3.1, noot 26.86 Dat is wellicht anders (maar ik speculeer in deze noot) indi<strong>en</strong> de schadevergoeding die volgt op het onzorgvuldige gedrag,zo stevig is dat iemand er alsnog van ler<strong>en</strong> zal (het aansprakelijkheidsrecht draagt dan dus bij aan het bewustzijnt.a.v. de attributiefout), maar waar dat punt bereikt wordt is onduidelijk, als het al haalbaar is. Gezi<strong>en</strong> de bestaandemate van verzekeringsdekking <strong>en</strong> het feit dat de dader dus meestal niet direct zal voel<strong>en</strong> dat er betaald moet word<strong>en</strong>, ishet ‘alsnog leereffect’ van het aansprakelijkheidsrecht m.i. erg klein te acht<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>, als iemand extern attribueert<strong>en</strong> alsnog betal<strong>en</strong> moet, zal dat als e<strong>en</strong> onterechte ‘straf’ voel<strong>en</strong>. Ook dat zal m.i. niet bijdrag<strong>en</strong> aan het leermom<strong>en</strong>t.202Gies<strong>en</strong>_01.indb 52 20-5-2008 16:29:35


Attributie, juridische causaliteit <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werkingDeze verklaring wordt mijns inzi<strong>en</strong>s nog sterker als wij hierbij tev<strong>en</strong>s betrekk<strong>en</strong> hetonderscheid dat in de literatuur regelmatig gemaakt wordt tuss<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werkingvoor zover het gaat om ‘one-shotters’, te wet<strong>en</strong> de particulier, de consum<strong>en</strong>t die slechtssporadisch met het aansprakelijkheidsrecht in aanraking komt, of om ‘repeat players’,zoals onderneming<strong>en</strong> die in hun beslissing<strong>en</strong> aansprakelijkheidsvrag<strong>en</strong> me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. 87 Indat tweede geval wordt blijk<strong>en</strong>s die literatuur meer waarde toegek<strong>en</strong>d aan de afschrikk<strong>en</strong>dewerking van aansprakelijkheid. Dat beeld strookt in zoverre met het voorgaandedat verwacht mag word<strong>en</strong> dat de eerste groep (de ‘one-shotters’) meer extern zal attribuer<strong>en</strong>omdat het dan om hun eig<strong>en</strong> persoonlijke gedrag gaat, <strong>en</strong> dus om iemands zelfbeeld,terwijl bij de tweede groep (de ‘geïnstitutionaliseerde’ gedaagd<strong>en</strong>) de gemaakte fout binn<strong>en</strong>de organisatie eerder intern te attribuer<strong>en</strong> valt omdat het niet e<strong>en</strong> individueel persoonbetreft die dan zichzelf onzeker maakt. De organisatie als geheel, de onderneming <strong>en</strong>niet e<strong>en</strong> specifiek individu, neemt ‘de schuld’ op zich, wijst zichzelf als de oorzaak aan.Ook mag m<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> dat die organisatie sowieso meer rationeel handel<strong>en</strong> zal <strong>en</strong>er meer aan geleg<strong>en</strong> zal zijn om te ler<strong>en</strong> van fout<strong>en</strong> in het verled<strong>en</strong>, bijvoorbeeld ookom financiële red<strong>en</strong><strong>en</strong>, zodat deze organisatie eerder dan e<strong>en</strong> individu intern zal will<strong>en</strong>attribuer<strong>en</strong>. Om ge<strong>en</strong> misverstand<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> bestaan, deze laatste verwachting is e<strong>en</strong>verklaring die niet bevestigd wordt door separaat psychologisch onderzoek, althans nietvoor zover ik heb kunn<strong>en</strong> nagaan, <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t dan ook in dat licht te word<strong>en</strong> bezi<strong>en</strong>.6 AfrondingHet doel van deze bijdrage was te inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong> of attributie als psychologisch f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>past bij de notie van causale toerek<strong>en</strong>ing in juridische zin, <strong>en</strong> zo nee, in hoeverre beideconcept<strong>en</strong> dan alsnog pass<strong>en</strong>d te mak<strong>en</strong> zijn. De conclusie luidt dat beide concept<strong>en</strong>niet zonder meer pass<strong>en</strong>d zijn. Derhalve is het nodig om beslissing<strong>en</strong> over causaliteitsvrag<strong>en</strong>voorzichtig te nem<strong>en</strong>, om daarbij te tracht<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met de less<strong>en</strong> uitde attributietheorie. Naast diverse specifieke aanwijzing<strong>en</strong> voor verbetering<strong>en</strong>, is in elkgeval ook duidelijk geword<strong>en</strong> dat meer <strong>en</strong> langer nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de juridische vrag<strong>en</strong> alsdeze zich voordo<strong>en</strong>, tot betere antwoord<strong>en</strong> zal leid<strong>en</strong>. 88 Dat is e<strong>en</strong> waardevolle les.E<strong>en</strong> veel algem<strong>en</strong>ere <strong>en</strong> ook niet onbelangrijke les uit het voorgaande is verder dat deveelbesprok<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werking van het aansprakelijkheidsrecht (t<strong>en</strong> dele) niet tebereik<strong>en</strong> lijkt te zijn omdat attributiemechanism<strong>en</strong> daaraan mogelijk in de weg staanwaardoor person<strong>en</strong> bepaalde gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> vooral extern toeschrijv<strong>en</strong>. Dat heeft dan87 Zie vooral Van Boom 2006 alsmede Gies<strong>en</strong> 2005b, p. 148-149, met verdere verwijzing<strong>en</strong>.88 Vgl. ook Babcock & Loew<strong>en</strong>stein 2000, p. 362: ‘considering the opposite’ leidt tot ‘debiasing’.203Gies<strong>en</strong>_01.indb 53 20-5-2008 16:29:35


I. Gies<strong>en</strong>weer tot gevolg dat de op zich aanwezige opvoed<strong>en</strong>de waarde van het aansprakelijkheidsrechtniet volledig doordring<strong>en</strong> kan <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> of te weinig invloed zal uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>.Het bredere idee achter deze bijdrage lag beslot<strong>en</strong> in de zeer algem<strong>en</strong>e vraag hoe hetaansprakelijkheidsrecht zou moet<strong>en</strong> omgaan met de resultat<strong>en</strong> die in de psychologiebereikt zijn. Ik me<strong>en</strong> dat het voorgaande opnieuw 89 heeft lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat er zoveel te ler<strong>en</strong>is uit psychologisch onderzoek dat de koppeling tuss<strong>en</strong> beide terrein<strong>en</strong> vaker gelegd zoumoet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Daar wordt e<strong>en</strong> jurist wellicht ge<strong>en</strong> betere jurist van, maar daardoorwordt het (aansprakelijkheids)recht wel beter recht.LiteratuurAsser-Hartkamp 2004A.S. Hartkamp, C. Asser’s Handleiding tot beoef<strong>en</strong>ing van het Nederlands burgerlijk recht. Deel 4:Verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>recht I De verbint<strong>en</strong>is in het algeme<strong>en</strong>, Zwolle: W.E.J. Tje<strong>en</strong>k Willink 2004.Asser-Hartkamp 2006A.S. Hartkamp, C. Asser’s Handleiding tot beoef<strong>en</strong>ing van het Nederlands burgerlijk recht. Deel 4:Verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>recht III De verbint<strong>en</strong>is uit de wet, Zwolle: W.E.J. Tje<strong>en</strong>k Willink 2006.Babcock & Loew<strong>en</strong>stein 2000L. Babcock <strong>en</strong> G. Loew<strong>en</strong>stein, ‘Explaining Bargaining Impasse: The Role of Self-serving Biases’, in:C.R. Sunstein (ed.), Behavioral Law and Economics, Cambridge UP: New York 2000, p. 355-373.Bar<strong>en</strong>drecht 2004J.M. Bar<strong>en</strong>drecht, ‘Verdeling van verantwoordelijkheid als het fout gaat’, in: W.H. van Boom, M.J.Borgers, De rek<strong>en</strong><strong>en</strong>de rechter, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2004, p. 55-87Van Boom 2006W.H. van Boom, ‘Comp<strong>en</strong>sating and prev<strong>en</strong>ting damage: is there any future left for tort law?’,in: Festkrift till Bill W. Dufwa – Essays on Tort, Insurance, Law and Society in Honour of Bill W.Dufwa. Volume I, Jure: Stockholm 2006, p. 287-293.Burger 1981J.M. Burger, ‘Motivational Biases in the Attribution of Responsibility for an Accid<strong>en</strong>t: A Meta-Analysis of the Def<strong>en</strong>sive-Attribution Hypothesis’, Psychological Bulletin 1981, Vol. 90, no. 3,p. 496-512.Van Dam 2000C.C. van Dam, Aansprakelijkheidsrecht, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2000.Duval & Silvia 2002Th.S. Duval <strong>en</strong> P.J. Silvia, ‘Self-Awar<strong>en</strong>ess, Probability of Improvem<strong>en</strong>t, and the Self-Serving Bias’,Journal of Personality and Social Psychology 2002, Vol. 82, no. 1, p. 49-61.89 Zie reeds Gies<strong>en</strong> 2005a.204Gies<strong>en</strong>_01.indb 54 20-5-2008 16:29:35


Attributie, juridische causaliteit <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werkingEngelhard 2003E.F.D. Engelhard, Regres, Kluwer: Dev<strong>en</strong>ter 2003.Fösterling et al 2007F. Fösterling et al, ‘Ability, Luck, and Looks: An Evolutionary Look at Achievem<strong>en</strong>t Ascriptionsand the Sexual Attribution Bias’, Journal of Personality and Social Psychology 2007, Vol. 92, no. 5,p. 775-788.Galper 1976R.E. Galper, ‘Turning Observers into Actors: Differ<strong>en</strong>tial Causal Attributions as a Function of“Empathy”’, Journal of Research in Personality 1976, 10, p. 328-335.Gies<strong>en</strong> 2003I. Gies<strong>en</strong>, ‘Rechtspraak is m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>werk’, Recht der Werkelijkheid 2003/1, p. 39-44.Gies<strong>en</strong> 2005aI. Gies<strong>en</strong>, Handle with care!, BJu: D<strong>en</strong> Haag 2005.Gies<strong>en</strong> 2005bI. Gies<strong>en</strong>, Toezicht <strong>en</strong> aansprakelijkheid, Kluwer: Dev<strong>en</strong>ter 2005.Hamilton 1988D.L. Hamilton, ‘Causal attribution viewed from an information-processing perspective’, in:D. Bar-Tal, A.W. Kruglanski, The social psychology of knowledge, Cambridge University Press:Cambridge 1988, p. 359-385.Hans & Dee 2002-2003V.P. Hans <strong>en</strong> J. Dee, ‘Whiplash: Who’s to Blame?’, 68 Brook. L. Rev. 2002-2003, 1093,p. 1093-1094.Harvey et al 1981J.H. Harvey et al, ‘How Fundam<strong>en</strong>tal is “The Fundam<strong>en</strong>tal Attribution Error”?’, Journal of Personalityand Social Psychology 1981, Vol. 40, no. 2, p. 346-349.Jones & Nisbett 1971E.E. Jones <strong>en</strong> R.E. Nisbett, The Actor and the Observer: Diverg<strong>en</strong>t Perceptions on the Causes ofBehavior, G<strong>en</strong>eral Learning Press: Morristown, NJ 1971.Johnson & Drobny 1985J.T. Johnson <strong>en</strong> J. Drobny, ‘Proximity Biases in the Attribution of Civil Liability’, Journal of Personalityand Social Psychology 1985, Vol. 48, no. 2, p. 283-296.Van Kopp<strong>en</strong> & Hessing 2002P.J. van Kopp<strong>en</strong> <strong>en</strong> D.J. Hessing, ‘De schuld krijg<strong>en</strong>’, in: P.J. van Kopp<strong>en</strong> (e.a.) (red.), Het recht vanbinn<strong>en</strong>, Kluwer: Dev<strong>en</strong>ter 2002, p. 25-40Van Kopp<strong>en</strong> & De Keijser 2002P.J. van Kopp<strong>en</strong> <strong>en</strong> J.W. de Keijser, ‘Besliss<strong>en</strong>de rechters’, in: P.J. van Kopp<strong>en</strong> (e.a.) (red.), Het rechtvan binn<strong>en</strong>, Kluwer: Dev<strong>en</strong>ter 2002, p. 801-812.205Gies<strong>en</strong>_01.indb 55 20-5-2008 16:29:35


I. Gies<strong>en</strong>Malle 2006B.F. Malle, ‘The Actor-Observer Asymmetry in Attribution: A (Surprising) Meta-Analysis’, PsychologicalBulletin 2006, Vol. 132, No. 6, p. 895-919.Mantler et al. 2003J. Mantler et al., ‘Attributions for Serious Illness: Are Controllability, Responsibility, and BlameDiffer<strong>en</strong>t Constructs?’, Canadian Journal of Behavioural Sci<strong>en</strong>ce 35:2, 2003, p. 142-152.McArthur 1972L.A. McArthur, ‘The How and What of Why?’, Journal of Personality and Social Psychology 1972,Vol. 22, No. 2, p. 171-193.Nisbett et al. 1973R.E. Nisbett et al., ‘Behavior as Se<strong>en</strong> by the Actor and as Se<strong>en</strong> by the Observer’, Journal of Personalityand Social Psychology 1973, Vol. 27, No. 2, p. 154-164.Nisbett et al. 1982R.E. Nisbett et al., ‘Popular induction: Information is not necessarily informative’, in: D. Kahnemanet al. (eds.), Judgem<strong>en</strong>t under uncertainty: Heuristics and biases, Cambridge University Press, Cambridge1982 (reprint 2001), p. 101-116.Pettigrew 1979Th.F. Pettigrew, ‘The Ultimate Attribution Error: Ext<strong>en</strong>ding Allport’s Cognitive Analysis of Prejudice’,Personality and Social Psychology Bulletin 1979, Vol. 5, no. 4, p. 461-476.Plous 1993S. Plous, The Psychology of Judgm<strong>en</strong>t and Decision Making, McGraw-Hill: New York 1993.Rachlinski 2006J.J. Rachlinski, ‘Bottom-up versus Top-down Lawmaking’, in: G. Giger<strong>en</strong>zer, C. Engel, Heuristicsand the Law, MIT Press: Cambridge 2006, p. 159-173.Reeder 1982G.D. Reeder, ‘Let’s Give the Fundam<strong>en</strong>tal Attribution Error Another Chance’, Journal of Personalityand Social Psychology 1982, Vol. 43, No. 2, p. 341-344.Regan et al. 1974D.T. Regan et al., Liking and the Attribution Process, Journal of Experim<strong>en</strong>tal Social Psychology1974, 10, p. 385-397.Regan & Tott<strong>en</strong> 1975D.T. Regan <strong>en</strong> J. Tott<strong>en</strong>, ‘Empathy and Attribution: Turning Observers into Actors’, Journal ofPersonality and Social Psychology 1975, Vol. 32, No. 5, p. 850-856.Ross & Anderson 1982L. Ross <strong>en</strong> C.A. Anderson, ‘Shortcomings in the attribution process: On the origins andmaint<strong>en</strong>ance of erroneous social assessm<strong>en</strong>ts’, in: D. Kahneman et al (eds.), Judgem<strong>en</strong>t underuncertainty: Heuristics and biases, Cambridge University Press, Cambridge 1982 (reprint 2001),p. 129-152.206Gies<strong>en</strong>_01.indb 56 20-5-2008 16:29:35


Attributie, juridische causaliteit <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werkingSchulz 2006J. Schulz, ‘Rules of Evid<strong>en</strong>ce as Heuristics – Heuristics as Rules of Evid<strong>en</strong>ce’, in: G. Giger<strong>en</strong>zer, C.Engel, Heuristics and the Law, MIT Press: Cambridge 2006, p. 327-341.Shaver 1985K.G. Shaver, The Attribution of Blame. Causality, Responsibility and Blameworthiness, Springer:New York 1985.Stewart 2005A.E. Stewart, ‘Attributions of responsibility for motor vehicle crashes’, Accid<strong>en</strong>t Analysis andPrev<strong>en</strong>tion 37 (2005), p. 681-688.Storms 1973M.D. Storms, ‘Videotape and the Attribution Process’, Journal of Personality and Social Psychology1973, Vol. 27, no. 2, p. 165-175.Taylor & Fiske 1975S.E. Taylor <strong>en</strong> S.T. Fiske, ‘Points of View and Perceptions of Causality’, Journal of Personality andSocial Psychology 1975, Vol. 32, no. 3, p. 439-445.Tetlock 1985Ph.E. Tetlock, ‘Accountability: A Social Check on the Fundam<strong>en</strong>tal Attribution Error’, SocialPsychology Quarterly 1985, Vol. 48, no. 3, p. 227-236.Verheij 2005A.J. Verheij, Monografieën Privaatrecht. Deel 4: Onrechtmatige daad, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2005.Vonk c.s. 2003R. Vonk (red.), Cognitieve sociale psychologie, 2e druk, Lemma: Utrecht 2003.Vonk c.s. 2007R. Vonk (red.), Sociale psychologie, 2e druk, Wolters-Noordhoff: Groning<strong>en</strong>/Hout<strong>en</strong> 2007.Wag<strong>en</strong>aar & Crombag 2002W.A. Wag<strong>en</strong>aar <strong>en</strong> H.F.M. Crombag, ‘Ook rechters mak<strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijke fout<strong>en</strong>’, in: P.J. van Kopp<strong>en</strong>(e.a.) (red.), Het recht van binn<strong>en</strong>, Kluwer: Dev<strong>en</strong>ter 2002, p. 835-853.Wagner 2006G. Wagner, ‘Heuristics in Procedural Law’, in: G. Giger<strong>en</strong>zer, C. Engel, Heuristics and the Law,MIT Press: Cambridge 2006, p. 281-302.Watson 1982D. Watson, ‘The Actor and the Observer: How are Their Perceptions of Causality Diverg<strong>en</strong>t?’,Psychological Bulletin 1982, Vol. 92, no. 3, p. 682-700.Weiner 1986B. Weiner, ‘Attribution, Emotion, and Action’, in: R.M. Sorr<strong>en</strong>tino, E.T. Higgins, Handbook ofMotivation and Cognition, The Guilford Press: New York 1986, p. 281-312.207Gies<strong>en</strong>_01.indb 57 20-5-2008 16:29:36


I. Gies<strong>en</strong>Wilson et al. 1997S.R. Wilson et al., ‘Attribution Complexity and Actor-Observer Bias’, Journal of Social Behaviorand Personality 1997, Vol. 12, no. 3, p. 709-726.208Gies<strong>en</strong>_01.indb 58 20-5-2008 16:29:36


<strong>Hoofdstuk</strong> 9M oet e n s l ac h t of f e r s m e te e n p s yc h i s c h e pr e di s p o s i t i eschadevergoeding krijg<strong>en</strong>?W. van Tilburg 1Sam<strong>en</strong>vattingDe vraag of slachtoffers met e<strong>en</strong> psychische predispositie schadevergoeding moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>wordt gesteld op basis van de vooronderstelling, dat e<strong>en</strong> ongewoon lange <strong>en</strong>/of heftigereactie op e<strong>en</strong> toegebracht letsel in hoofdzaak toe te schrijv<strong>en</strong> is aan e<strong>en</strong> abnormaalverlang<strong>en</strong> naar materiële schadevergoeding, die berust op e<strong>en</strong> bepaalde psychische predispositie;tev<strong>en</strong>s, dat het niet toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de schadevergoeding in deze gevall<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong><strong>en</strong>/of symptom<strong>en</strong> zou do<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong> of zelfs niet zou do<strong>en</strong> ontstaan. Deze aannamesmoet<strong>en</strong> beschouwd word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> niet voldo<strong>en</strong>de door de feit<strong>en</strong> ondersteunde narratieveconstructie. Het herstelproces na e<strong>en</strong> letsel kan om zeer uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> abnormaalverlop<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> bepaalde psychische predispositie zal daar vaak e<strong>en</strong> rol bij spel<strong>en</strong>, maarover hoe groot die rol is kunn<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e uitsprak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedaan; de tot dusverbeschikbare onderzoeksresultat<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> dat trouw<strong>en</strong>s over de psychiatrische diagnostiek inhet algeme<strong>en</strong> niet toe; deze hebb<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> hiervoor geschikte test<strong>en</strong> met voldo<strong>en</strong>de specificiteit<strong>en</strong> s<strong>en</strong>sitiviteit opgeleverd. Ook het tot dusver verrichte wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoeknaar het verband tuss<strong>en</strong> schadeloosstelling <strong>en</strong> het persister<strong>en</strong> van klacht<strong>en</strong> na e<strong>en</strong> letsel inhet algeme<strong>en</strong> geeft ge<strong>en</strong> ondubbelzinnig antwoord op de vraag of dit verband voor de totalegroep letselslachtoffers echt bestaat. Dat betek<strong>en</strong>t niet, dat het bij bepaalde subgroep<strong>en</strong> nietzou kunn<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Met name bij de zog<strong>en</strong>oemde r<strong>en</strong>t<strong>en</strong>eurose, waarbij secundaire<strong>en</strong> tertiaire ziektewinstfactor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong>, zou dit verband aantoonbaar1 Emeritus hoogleraar klinische psychiatrie VU medisch c<strong>en</strong>trum, Amsterdam.209Gies<strong>en</strong>_01.indb 59 20-5-2008 16:29:36


W. van Tilburgkunn<strong>en</strong> zijn, al moet nog wel wet<strong>en</strong>schappelijk gedemonstreerd word<strong>en</strong> in welke mate dathet geval is. Het abnormale ziektegedrag waarop dit beeld berust kan namelijk door e<strong>en</strong>veelheid van factor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedetermineerd, waarvan de psychische predispositie er maare<strong>en</strong> is; e<strong>en</strong> belangrijke ziektebest<strong>en</strong>dig<strong>en</strong>de of zelfs inducer<strong>en</strong>de werking kan ook uitgaanvan de juridische <strong>en</strong> andere process<strong>en</strong>, waarmee iemand na het letsel wordt geconfronteerd.De r<strong>en</strong>t<strong>en</strong>eurose, die per definitie gedetermineerd wordt door grot<strong>en</strong>deels onbewustemotiev<strong>en</strong>, moet wel onderscheid<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van de simulatie, de bewuste aggravatie <strong>en</strong>de nagebootste stoornis. Het tot dusver belangrijkste probleem in deze is het vaststell<strong>en</strong>daarvan, waarvoor nog ge<strong>en</strong> in de dagelijkse praktijk te hanter<strong>en</strong> method<strong>en</strong> van voldo<strong>en</strong>des<strong>en</strong>sitiviteit <strong>en</strong> specificiteit bestaan. In hoeverre e<strong>en</strong> uitkering in dit soort gevall<strong>en</strong> gerechtvaardigdis, moet per casus beoordeeld word<strong>en</strong>.1 Inleiding <strong>en</strong> probleemstellingDe vraag, die in de titel gesteld wordt, verwijst naar e<strong>en</strong> situatie, die voor arts<strong>en</strong> (zoalsik) <strong>en</strong> jurist<strong>en</strong>, die zich bezighoud<strong>en</strong> met slachtoffers in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> die van letselsin het bijzonder, niet ongewoon is. Iemand heeft na e<strong>en</strong> ongeval of e<strong>en</strong> daarmee te vergelijk<strong>en</strong>gebeurt<strong>en</strong>is klacht<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of symptom<strong>en</strong> ontwikkeld, die langer blijv<strong>en</strong> bestaan <strong>en</strong>tot meer functieverlies aanleiding gev<strong>en</strong>, dan op grond van de ernst van het ongeval<strong>en</strong> de daarbij gevond<strong>en</strong> medische afwijking<strong>en</strong> te verwacht<strong>en</strong> is. Het lijkt erop, dat debetreff<strong>en</strong>de persoon ‘abnormaal’ reageert op e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is, omdat deze tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong>reeds bestaande ‘zwakke plek’, e<strong>en</strong> ‘verborg<strong>en</strong> gebrek’ aan het licht heeft gebracht.Deze wordt in de jurisprud<strong>en</strong>tie wel met de term ‘predispositie’ aangeduid. 2 Er zijnveel manier<strong>en</strong>, waarop zo’n veronderstelde ‘predispositie’ zich kan manifester<strong>en</strong>. Maarverreweg de meest bek<strong>en</strong>de <strong>en</strong> juridisch ook het meest beruchte is de zog<strong>en</strong>oemde ‘r<strong>en</strong>t<strong>en</strong>eurose’.Daarmee bedoelt m<strong>en</strong> in het juridische jargon, om bij de bewoording<strong>en</strong> vande Hoge Raad te blijv<strong>en</strong> 3 ‘gevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> letsel, die ernstiger <strong>en</strong> langer van duur zijndan in de normale lijn der verwachting<strong>en</strong> ligt op basis van de neurotische behoefte vanhet slachtoffer e<strong>en</strong> vergoeding te krijg<strong>en</strong>’. De ‘predispositie’ wordt dan gezocht in e<strong>en</strong>bepaalde persoonlijkheidsstructuur, die iemand ertoe br<strong>en</strong>gt te prober<strong>en</strong> zich aan degewone verplichting<strong>en</strong> van het lev<strong>en</strong> met de daarbij behor<strong>en</strong>de verantwoordelijkhed<strong>en</strong>te onttrekk<strong>en</strong> met behulp van e<strong>en</strong> uitkering. Deze moet natuurlijk gelegitimeerd word<strong>en</strong>,vandaar dat, aldus de red<strong>en</strong>ering van vele betrokk<strong>en</strong> jurist<strong>en</strong> <strong>en</strong> arts<strong>en</strong>, de klacht<strong>en</strong> <strong>en</strong>symptom<strong>en</strong> die daar recht op gev<strong>en</strong>, in stand gehoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Over de manierwaarop dat gebeurt (bewust, onbewust of nog anderszins) lop<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>,2 Akkermans 2003, p. 94.3 Akkermans 2003, p. 95.210Gies<strong>en</strong>_01.indb 60 20-5-2008 16:29:36


Slachtoffers met psychische predispositie?maar al ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> wordt door e<strong>en</strong> aantal meer of minder ter zake deskundig<strong>en</strong>in de literatuur <strong>en</strong> daarbuit<strong>en</strong> aanbevol<strong>en</strong> in dit soort situaties de uitkering te stopp<strong>en</strong>.Daardoor zoud<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of symptom<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong>. Als dat het geval is zou hetjuridisch in ieder geval absurd zijn door te gaan met de uitkering, alle<strong>en</strong> al vanwege hetuitgangspunt, dat ‘herstel voor schadevergoeding di<strong>en</strong>t te gaan’. 4 In e<strong>en</strong> tijdperk, waarinhet bestrijd<strong>en</strong> van misbruik of oneig<strong>en</strong>lijk gebruik van sociale of andere voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>e<strong>en</strong> steeds hogere prioriteit krijgt, zijn dit sc<strong>en</strong>ario <strong>en</strong> de daarbij aanbevol<strong>en</strong> oplossingnatuurlijk om allerlei red<strong>en</strong><strong>en</strong> bijzonder aantrekkelijk: m<strong>en</strong> voorkomt e<strong>en</strong> financieelnadeel voor de uitker<strong>en</strong>de instantie <strong>en</strong> bevordert <strong>en</strong> passant tev<strong>en</strong>s het welzijn van depersoon die zich t<strong>en</strong> onrechte nog als slachtoffer pres<strong>en</strong>teert. M<strong>en</strong> kan in de verleidingkom<strong>en</strong> hier zelfs e<strong>en</strong> vorm van ‘maatschappelijke pedagogie’ in te zi<strong>en</strong>, gemotiveerd doorde bijbelse aansporing: ‘Wie zijn zoon liefheeft, tuchtigt hem’. Wat mij als psychiaterinteresseert is, in hoeverre dit sc<strong>en</strong>ario wet<strong>en</strong>schappelijk ‘bestaansrecht’ heeft. Is hetmeer dan e<strong>en</strong> in allerlei ziektegeschied<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> vaak gemakkelijk te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> in onzerol als deskundige goed te gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verkop<strong>en</strong> ‘verhaal’ of heeft het e<strong>en</strong> ‘ fundam<strong>en</strong>tumin re’, berust het op feit<strong>en</strong>? Aannemelijke verhal<strong>en</strong> zijn t<strong>en</strong>slotte snel verzonn<strong>en</strong><strong>en</strong> verteld, we hebb<strong>en</strong> in de psychiatrie eeuw<strong>en</strong> geloofd in bezet<strong>en</strong>heid als oorzaak voorkrankzinnigheid <strong>en</strong> later bijvoorbeeld in moeders die schizofr<strong>en</strong>ie veroorzaakt<strong>en</strong> ofdoor hun emotionele verwaarlozing zelfs autisme… Daarover war<strong>en</strong> ook zeer aansprek<strong>en</strong>deverhal<strong>en</strong> in omloop. Achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s bespreek ik in dit verband de begripp<strong>en</strong>,die in de vraag word<strong>en</strong> aangesned<strong>en</strong>. In de eerste plaats de begripp<strong>en</strong> ‘slachtofferschap’<strong>en</strong> ‘predispositie’, waarbij ik me, als psychiater, voor dat laatste beperk tot de psychiatrischediagnostiek, in de tweede plaats het concept ‘ziektegedrag’, <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s ‘r<strong>en</strong>t<strong>en</strong>eurose’,‘hysterie’ <strong>en</strong> ‘simulatie’ als diverse vorm<strong>en</strong> daarvan, alsmede de resultat<strong>en</strong> van hetwet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek over de functie van de uitkering in dat kader. Dan kan ikvervolg<strong>en</strong>s de vraag in de titel beantwoord<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte sta ik nog ev<strong>en</strong> stil bij de aardvan de psychiatrische diagnostiek in relatie tot haar doelstelling <strong>en</strong> dat wat m<strong>en</strong> van haarwel <strong>en</strong> niet van kan verwacht<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> juridische context.2 Slachtofferschap, herstel <strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satieDe titelvraag gaat in feite impliciet over de vraag wat e<strong>en</strong> normale reactie is van e<strong>en</strong> slachtofferop hem/haar door ander<strong>en</strong> toegebrachte letselschade <strong>en</strong> wat de rol van de financiëlecomp<strong>en</strong>satie daar in is. Iedere<strong>en</strong> heeft daar in het dagelijks lev<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ingover, maar er bestaan in de psychologie <strong>en</strong> de psychiatrie ook algem<strong>en</strong>e theorieën overtrauma- <strong>en</strong> verliesverwerking, die ons kunn<strong>en</strong> help<strong>en</strong> e<strong>en</strong> meer wet<strong>en</strong>schappelijk onder-4 Akkermans 2003, p. 95.211Gies<strong>en</strong>_01.indb 61 20-5-2008 16:29:36


W. van Tilburgbouwde visie te ontwikkel<strong>en</strong>. Heel vaak zal het gaan om e<strong>en</strong> beeld dat wel als ‘traumatischerouw’ wordt omschrev<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> nadere beschrijving daarvan <strong>en</strong> van de grotevariabiliteit in beloop verwijs ik naar e<strong>en</strong> artikel van mijn hand over affectieschade. 5 Indat artikel heb ik aangegev<strong>en</strong>, dat het proces dat normaliter gedur<strong>en</strong>de de verwerking vane<strong>en</strong> door de schuld van e<strong>en</strong> medem<strong>en</strong>s toegebracht letsel, e<strong>en</strong> soort ‘man-made disaster’,op gang hoort te kom<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> herstelproces is. De doelstelling<strong>en</strong> van dit herstelproces kanm<strong>en</strong> globaal b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> als <strong>en</strong>erzijds het herwinn<strong>en</strong> van het vertrouw<strong>en</strong> in zichzelf, demedem<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de wereld, anderzijds het herwinn<strong>en</strong> van de regie over de inrichting van heteig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>, meer gespecificeerd als zelfzorg, relaties <strong>en</strong> werk in de ruimste zin. Wat ergebeurd is heeft immers het vertrouwde zelf- <strong>en</strong> wereldbeeld geschokt, de metafoor vane<strong>en</strong> aardbeving is hier op zijn plaats. De geschokte rechtsorde is daar e<strong>en</strong> onderdeel van.Welke eis<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> vanuit dit perspectief stell<strong>en</strong> aan de comp<strong>en</strong>satie? Het verlang<strong>en</strong>daarnaar moet als e<strong>en</strong> normaal onderdeel van het proces word<strong>en</strong> beschouwd. Daaroveris wel empirisch onderzoek verricht, dat door Huver e.a. 6 nog e<strong>en</strong>s is sam<strong>en</strong>gevat. Zijtrekk<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de conclusie:‘Uit de hierbov<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> literatuur blijkt in de eerste plaats, dat slachtoffersveelvuldig aangev<strong>en</strong> dat comp<strong>en</strong>satie niet het <strong>en</strong>ige of het primaire motiefis om juridische stapp<strong>en</strong> te ondernem<strong>en</strong>. Andere veelg<strong>en</strong>oemde motiev<strong>en</strong> zijnerk<strong>en</strong>ning, te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> wat er precies gebeurd is, de behoefte aan hetverantwoordelijk stell<strong>en</strong> van de wederpartij <strong>en</strong> het will<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong>ander hetzelfde overkomt. Wat dit betreft lijkt e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke discrepantiete bestaan tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds het belang dat slachtoffers hecht<strong>en</strong> aan dergelijkeimmateriële behoeft<strong>en</strong> <strong>en</strong> anderzijds de omstandigheid dat de huidige praktijkvan de letselschaderegeling nag<strong>en</strong>oeg uitsluit<strong>en</strong>d is gericht op de financiëlecomp<strong>en</strong>satie.’Uit het eig<strong>en</strong> onderzoek van Huver e.a. 7 blijkt dat het de meeste slachtoffers weliswaarprimair gaat om financiële comp<strong>en</strong>satie, maar dat daarnaast ook de immateriële behoeft<strong>en</strong>als ‘erk<strong>en</strong>ning’ e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong>. Met erk<strong>en</strong>ning word<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong>bedoeld. Enerzijds de erk<strong>en</strong>ning door de wederpartij, dat hij e<strong>en</strong> fout heeft gemaakt,aansprakelijk is, dat hij het slachtoffer leed heeft berokk<strong>en</strong>d, zich daarvoor excuseert<strong>en</strong> probeert de situatie zo dragelijk mogelijk te mak<strong>en</strong>, anderzijds behoefte aan erk<strong>en</strong>dte word<strong>en</strong> in wat is aangedaan, serieus g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> door de eig<strong>en</strong> omgeving, debuit<strong>en</strong>wereld in het algeme<strong>en</strong>. Andere immateriële behoeft<strong>en</strong> zijn onder meer het will<strong>en</strong>5 Van Tilburg 2004, p. 10.6 Huver e.a. 2007, p. 27 e.v.7 Huver e.a. 2007, p. 55 e.v.212Gies<strong>en</strong>_01.indb 62 20-5-2008 16:29:36


Slachtoffers met psychische predispositie?verkrijg<strong>en</strong> van informatie, het will<strong>en</strong> verkrijg<strong>en</strong> van gerechtigheid <strong>en</strong> het will<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>dat ander<strong>en</strong> hetzelfde overkomt. Kortom, in het proces speelt e<strong>en</strong> veelheid vanmotiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> rol <strong>en</strong> m<strong>en</strong> kan zich voorstell<strong>en</strong> dat zo’n proces alle<strong>en</strong> daaromal gemakkelijk kan ontspor<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan leid<strong>en</strong> tot echte psychiatrische pathologie. E<strong>en</strong> psychiatrischestoornis kan daarvan het gevolg zijn, al of niet in combinatie met e<strong>en</strong> scheefgroeivan het verwerkingsproces, zoals dat tot uiting kan kom<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong>d op definanciële aspect<strong>en</strong> gericht zijn <strong>en</strong> het voorbijgaan aan de eig<strong>en</strong> immateriële behoeft<strong>en</strong>;het geld wordt dan e<strong>en</strong> substituut voor respect, medelev<strong>en</strong>, erk<strong>en</strong>ning <strong>en</strong>zovoort. Watminder bek<strong>en</strong>d is, is dat zo’n scheefgroei zich ook kan uit<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> abnormale onverschilligheidvoor de financiële aspect<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijke oorzakelijke factor blijkt in hetdoor Huver e.a. uitgevoerde onderzoek de aard <strong>en</strong> de duur van de juridische procedurete zijn. 8 Door de meeste slachtoffers wordt die als ‘antitherapeutisch’ ervar<strong>en</strong>. Niet voorniets wordt deze wel aangeduid als ‘de ramp na de ramp’. 9 Daarnaast zull<strong>en</strong>, net als bijandere psychiatrische stoorniss<strong>en</strong> allerlei al langer bestaande sociale omstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong>persoonlijke predisposities ook e<strong>en</strong> rol kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> bij het ontspor<strong>en</strong> van het normaleherstelproces. Hun rol zal in de volg<strong>en</strong>de paragraaf besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Hier echter wil ikvooral onderstrep<strong>en</strong>, dat gestoorde verwerkingsprocess<strong>en</strong> ook mede e<strong>en</strong> product kunn<strong>en</strong>zijn van e<strong>en</strong> gebrek aan procedurele rechtvaardigheid. Dit is e<strong>en</strong> opvatting, waarvoorHuver e.a. 10 in de onderzoeksliteratuur <strong>en</strong> in hun eig<strong>en</strong> onderzoek e<strong>en</strong> niet te verwaarloz<strong>en</strong>hoeveelheid steun hebb<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>. De titelvraag laat dit aspect geheel buit<strong>en</strong>beschouwing <strong>en</strong> richt zich domweg alle<strong>en</strong> op de predispositie. Zij weerspiegelt, zoals uitde volg<strong>en</strong>de paragraaf zal blijk<strong>en</strong>, daarmee impliciet e<strong>en</strong> psychiatrisch zeer ongebruikelijkee<strong>en</strong>zijdigheid in visie op het ontstaan van de ontsporing van het verwerkingsproces:belangrijke ‘omgevingsfactor<strong>en</strong>’ word<strong>en</strong> geheel buit<strong>en</strong> beschouwing gelat<strong>en</strong>. ‘Abnormaal’slachtofferschap wordt rechtstreeks gekoppeld aan e<strong>en</strong> ‘persoonlijke predispositie’. Voore<strong>en</strong> psychiater is dit e<strong>en</strong> ongebruikelijke visie, zoals in de volg<strong>en</strong>de paragraaf uite<strong>en</strong>gezetzal word<strong>en</strong>.3 ‘Predispositie’ in de psychiatrische diagnostiekAllereerst is het van belang ev<strong>en</strong> stil te staan bij e<strong>en</strong> in deze context zeer relevant terminologischonderscheid, namelijk dat tuss<strong>en</strong> predispositie <strong>en</strong> pre-exist<strong>en</strong>te ziekte. Onderpredispositie verstaat m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vorm van kwetsbaarheid, die op zich niet als ziekte hoeftte uit<strong>en</strong>. Vaak richt<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde predispositie (bijv. subassertiviteit, e<strong>en</strong>zekere neiging tot afhankelijkheid, angst voor te veel verantwoordelijkheid, niet zo grote8 Huver e.a. 2007, p. 67 e.v.9 Van Tilburg 2004, p. 11.10 Huver e.a. 2007 p. 30 e.v.213Gies<strong>en</strong>_01.indb 63 20-5-2008 16:29:36


W. van Tilburgstressbest<strong>en</strong>digheid) hun lev<strong>en</strong> zelfs bewust of onbewust zo in, dat er nooit e<strong>en</strong> vorm vanpsychische ontregeling plaatsvindt. Het hoeft dan beslist ge<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> te zijn van minderekwaliteit, dan e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>oemd ‘normaal’ lev<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> vermijdt e<strong>en</strong>voudigweg situaties diem<strong>en</strong> minder goed kan hanter<strong>en</strong>, maakt andere keuz<strong>en</strong>, waarmee m<strong>en</strong> volmaakt gelukkigkan word<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> pre-exist<strong>en</strong>te ziekte is e<strong>en</strong> tevor<strong>en</strong> al bestaande vorm vanpsychisch disfunctioner<strong>en</strong>, die als psychische stoornis diagnostiseerbaar is, <strong>en</strong> dusgepaard gaat met symptom<strong>en</strong> <strong>en</strong> klacht<strong>en</strong>, die iemand <strong>en</strong>/of zijn omgeving in duidelijkemate hinder<strong>en</strong>. Koerselman 11 wijst er in dit verband op, dat e<strong>en</strong> persoonlijkheidstrek e<strong>en</strong>predispositie kan zijn, maar dat e<strong>en</strong> persoonlijkheidsstoornis als e<strong>en</strong> pre-exist<strong>en</strong>te ziektemoet word<strong>en</strong> opgevat. Nu dan iets over de diagnostiek.De psychiatrische diagnostiek verschilt op e<strong>en</strong> aantal punt<strong>en</strong> van die bij veel somatischeziekt<strong>en</strong>, met name waar het gaat om het vaststell<strong>en</strong> van waardoor <strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> stoornisis ontstaan; in het psychiatrisch jargon gaat het respectievelijk om de etiologie <strong>en</strong> depathog<strong>en</strong>ese. In de eerste plaats is er meestal meer dan e<strong>en</strong> oorzaak in het spel, het gaatvaak om het sam<strong>en</strong>spel van e<strong>en</strong> aantal ontstaansvoorwaard<strong>en</strong>, die ge<strong>en</strong> van alle e<strong>en</strong> ‘voldo<strong>en</strong>de’karakter hebb<strong>en</strong>. 12 In de somatische g<strong>en</strong>eeskunde speelt dat ook wel, maar tochop e<strong>en</strong> wat andere wijze. Longtuberculose ontstaat bijvoorbeeld niet bij iedere<strong>en</strong>, diemet de tuberkelbacil in aanraking komt; het is bek<strong>en</strong>d, dat slechte sociaaleconomischeomstandighed<strong>en</strong> daar e<strong>en</strong> risicofactor voor vorm<strong>en</strong>. Maar niemand krijgt tuberculosezonder met de tuberkelbacil besmet te zijn, dat is e<strong>en</strong> noodzakelijke voorwaarde. Ditlaatste type voorwaard<strong>en</strong> komt m<strong>en</strong> in de psychiatrie veel minder vaak teg<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong>depressieve stoornis wet<strong>en</strong> we bijvoorbeeld uit rec<strong>en</strong>t wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek, datvier factor<strong>en</strong>, afzonderlijk of in combinatie, e<strong>en</strong> promin<strong>en</strong>te rol spel<strong>en</strong> bij het ontstaanervan, te wet<strong>en</strong> de erfelijke factor, het feit dat m<strong>en</strong> al e<strong>en</strong>s eerder e<strong>en</strong> depressie heeftgehad, de persoonlijkheid (gek<strong>en</strong>merkt door trekk<strong>en</strong>, die m<strong>en</strong> wel met de term ‘neuroticisme’aanduidt) <strong>en</strong> stressfactor<strong>en</strong> (meestal e<strong>en</strong> vorm van ‘verlies’). 13 Bij de eerste drievan deze vier gaat het om factor<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> onderdeel vorm<strong>en</strong> van wat m<strong>en</strong> in juridischezin onder kwetsbaarheid verstaat. Het zijn risisofactor<strong>en</strong>, die iemand kwetsbaar mak<strong>en</strong>voor het optred<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaalde stoornis, in casu e<strong>en</strong> depressie. Deze persoonlijkekwetsbaarheid is e<strong>en</strong> factor, die overig<strong>en</strong>s bij verreweg de meeste psychische stoorniss<strong>en</strong>e<strong>en</strong> rol speelt, <strong>en</strong> die m<strong>en</strong> daarom ook in vrijwel alle zorgvuldige diagnostische formulering<strong>en</strong>terug zal vind<strong>en</strong>. Maar in e<strong>en</strong> concreet geval zal m<strong>en</strong> soms één, soms meerdere,maar soms ook ge<strong>en</strong> van de g<strong>en</strong>oemde risicofactor<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>! Voorts kan m<strong>en</strong> in desituatie, dat er meerdere van deze factor<strong>en</strong> aanwezig zijn, nooit met zekerheid zegg<strong>en</strong>, ofze alle ook werkelijk e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan natuurlijk wel e<strong>en</strong> pathog<strong>en</strong>etisch verhaal11 Koerselman 2007, p. 126.12 Beekman 2005, p. 81 <strong>en</strong> 82.13 Bruijn e.a. 2005, p. 244-246.214Gies<strong>en</strong>_01.indb 64 20-5-2008 16:29:36


Slachtoffers met psychische predispositie?construer<strong>en</strong>, dat min of meer aannemelijk is, maar dat is iets anders dan het lever<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> bewijs. Dat dit niet mogelijk is heeft te mak<strong>en</strong> met het feit, dat m<strong>en</strong> in de psychiatrieanders dan in de somatische g<strong>en</strong>eeskunde nog relatief weinig inzicht heeft in de ket<strong>en</strong>van mechanism<strong>en</strong>, die van oorzakelijke factor<strong>en</strong> naar het ontstaan van het ziektebeeldleid<strong>en</strong> (de pathog<strong>en</strong>ese) <strong>en</strong> met het feit, dat m<strong>en</strong> nog niet over objectieve test<strong>en</strong> beschikt,die kunn<strong>en</strong> aanton<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> bepaald mechanisme ook werkelijk e<strong>en</strong> rol speelt. Er wordtwel veel wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek gedaan met biologische <strong>en</strong> psychologische onderzoeksinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> daarvan hebb<strong>en</strong> soms geresulteerd in goed te met<strong>en</strong>risicofactor<strong>en</strong> voor groep<strong>en</strong>; ze hebb<strong>en</strong> echter nog niet geleid tot in de klinische praktijkbruikbare test<strong>en</strong> van voldo<strong>en</strong>de s<strong>en</strong>sitiviteit <strong>en</strong> specificiteit. 14 In de neurologie wet<strong>en</strong> we,dat e<strong>en</strong> hers<strong>en</strong>bloeding vaak ontstaat als gevolg van diverse factor<strong>en</strong>, onder andere e<strong>en</strong>al langer bestaande hoge bloeddruk. We kunn<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> concreet geval van e<strong>en</strong> ‘beroerte’met behulp van allerlei meting<strong>en</strong> (zoals bijv. die van de bloeddruk <strong>en</strong> andere cardiovasculaireparameters) <strong>en</strong> moderne neuroimaging techniek<strong>en</strong> vaak tot e<strong>en</strong> heel concrete,door objectieve meetresultat<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> door onderzoek bewez<strong>en</strong> pathog<strong>en</strong>etische theorieondersteunde reconstructie kom<strong>en</strong> van wat er precies heeft plaatsgevond<strong>en</strong>. Dat is in depsychiatrie nog e<strong>en</strong> utopie. Natuurlijk, het gaat in beide gevall<strong>en</strong> om klinische verhal<strong>en</strong>,narratieve construct<strong>en</strong>, maar in de neurologie zijn er veel meer gevall<strong>en</strong>, waarin e<strong>en</strong>dergelijk verhaal door e<strong>en</strong> aantal objectief verifieerbare feit<strong>en</strong> te onderbouw<strong>en</strong> is. Ommisverstand te voorkom<strong>en</strong>: dat geldt natuurlijk lang niet voor alle somatische ziekt<strong>en</strong>. Erbestaat t<strong>en</strong>slotte e<strong>en</strong> grote groep patiënt<strong>en</strong> met ‘onverklaarde somatische klacht<strong>en</strong>’.Teg<strong>en</strong> deze achtergrond is het duidelijk, dat het verband tuss<strong>en</strong> zoiets als e<strong>en</strong> ‘letsel’,e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is die psychologisch als e<strong>en</strong> ‘trauma’ kan word<strong>en</strong> opgevat <strong>en</strong> e<strong>en</strong> daarnaontstaan psychiatrisch beeld zeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘rechtstreeks’ karakter heeft. 15 Dat geldt ook voordie gevall<strong>en</strong> in de psychiatrie waarbij m<strong>en</strong> wel kan sprek<strong>en</strong> van zoiets als e<strong>en</strong> ‘noodzakelijkevoorwaarde’, e<strong>en</strong> ‘conditio sine qua non’. Weliswaar is voor de posttraumatischestressstoornis het trauma e<strong>en</strong> noodzakelijke voorwaarde (e<strong>en</strong> dus vrij uitzonderlijkesituatie in de psychiatrie), maar daarmee nog ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de voorwaarde: de meestem<strong>en</strong>s<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> na e<strong>en</strong> trauma ge<strong>en</strong> posttraumatische stressstoornis. Omgekeerd is voore<strong>en</strong> beeld als schizofr<strong>en</strong>ie de erfelijke predispositie waarschijnlijk e<strong>en</strong> noodzakelijkevoorwaarde (helemaal zeker is dat niet), maar dat betek<strong>en</strong>t niet, dat deze predispositiealtijd tot het ontstaan van het ziektebeeld zal leid<strong>en</strong>. Dat is in ieder geval niet aangetoond.Als gevolg daarvan moet m<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de mogelijkheid dat e<strong>en</strong> trauma, datin e<strong>en</strong> concreet geval gevolgd wordt door het ontstaan van e<strong>en</strong> schizofr<strong>en</strong>e psychose,als de ‘oorzaak’ daarvan kan word<strong>en</strong> aangemerkt, hoewel het in het algeme<strong>en</strong>, als m<strong>en</strong>14 Kingdon/Young 2007, p. 285.15 Koerselman 2007, p. 126.215Gies<strong>en</strong>_01.indb 65 20-5-2008 16:29:36


W. van Tilburgafgaat op de viger<strong>en</strong>de wet<strong>en</strong>schappelijke inzicht<strong>en</strong>, niet als e<strong>en</strong> noodzakelijke, laatstaan voldo<strong>en</strong>de voorwaarde kan word<strong>en</strong> beschouwd. 16 Voor zover er dus in de psychiatri<strong>en</strong>oodzakelijke voorwaard<strong>en</strong> bestaan, moet<strong>en</strong> ze in vergelijking met de somatischeg<strong>en</strong>eeskunde vaak als betrekkelijk ‘zwak’ word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>schetst, er zijn veel bijkom<strong>en</strong>defactor<strong>en</strong> nodig om ze in staat te stell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ziekte te do<strong>en</strong> ontstaan.Summa summarum: de predispositie in de zin van e<strong>en</strong> premorbide of voor e<strong>en</strong> traumabestaande persoonlijke kwetsbaarheid is e<strong>en</strong> in de psychiatrie voor het begrijp<strong>en</strong> van hetontstaan van e<strong>en</strong> psychische stoornis vaak onmisbare factor in de diagnostische formulering.Zeer vaak is er in de psychiatrie dus sprake van e<strong>en</strong> ‘psychische predispositie’.Het bepal<strong>en</strong> van de werkelijke rol ervan in e<strong>en</strong> individueel geval is meestal niet objectiefmogelijk <strong>en</strong> berust in het algeme<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> meer of minder waarschijnlijk narratiefklinisch construct. Het komt erop neer, dat de weging van het aandeel van de factor<strong>en</strong>die in e<strong>en</strong> concreet geval e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>, meestal niet plaats kan vind<strong>en</strong> op basis van objectievegegev<strong>en</strong>s of kan word<strong>en</strong> afgeleid uit algeme<strong>en</strong> geldige theoretische construct<strong>en</strong>. Ofom terug te kom<strong>en</strong> op de titelvraag: ‘de’ psychische predispositie bestaat niet, zij is niet temet<strong>en</strong> <strong>en</strong> als zij al aantoonbaar is, kan haar rol in e<strong>en</strong> concrete situatie in het gunstigstegeval slechts bij b<strong>en</strong>adering word<strong>en</strong> bepaald. De vraag is dus alle<strong>en</strong> daarom al in haaralgeme<strong>en</strong>heid niet te beantwoord<strong>en</strong>: m<strong>en</strong> weet namelijk niet over welke person<strong>en</strong> het inconcreto gaat. Het is binn<strong>en</strong> deze groep ge<strong>en</strong> goed herk<strong>en</strong>bare, af te bak<strong>en</strong><strong>en</strong> subgroep.Strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> zelfs stell<strong>en</strong>, dat het mer<strong>en</strong>deel van de psychiatrische patiënt<strong>en</strong>tot de in de titelvraag aangeduide populatie behoort!4 Het probleem van de ‘r<strong>en</strong>t<strong>en</strong>eurose’4.1 Financiële comp<strong>en</strong>satie <strong>en</strong> ziektebeeld: aard van de relatie niet duidelijkDe vor<strong>en</strong>staande beschouwing<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, dat m<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> onderzoek naar e<strong>en</strong> duidelijkerol van de predispositie in de relatie tuss<strong>en</strong> letsel <strong>en</strong> (psychiatrische) pathologie maarzeld<strong>en</strong> uit zal kom<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het niveau van meer of minder aannemelijke gissing<strong>en</strong>. Alsm<strong>en</strong> afgaat op de wet<strong>en</strong>schappelijk beschikbare gegev<strong>en</strong>s komt m<strong>en</strong> in het beste gevalniet verder dan het beschrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vaak ook nog moeilijk te kwantificer<strong>en</strong> verhoogdrisico, vaker zal m<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>, dat m<strong>en</strong> het niet weet. In feite is dat dus inher<strong>en</strong>taan de veelheid van determinant<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij het verloop van het verwerk<strong>en</strong>van het slachtofferschap. Maar ook over de rol van de andere in de titelvraag g<strong>en</strong>oemdedeterminant, de financiële comp<strong>en</strong>satie bij e<strong>en</strong> gestoord verwerkingsproces, bijvoorbeeldzich uit<strong>en</strong>d in e<strong>en</strong> chronische depressie of posttraumatische stressstoornis, kan16 Van Tilburg 2007, p. 23 e.v.216Gies<strong>en</strong>_01.indb 66 20-5-2008 16:29:37


Slachtoffers met psychische predispositie?m<strong>en</strong> op basis van de beschikbare wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur ge<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e uitsprak<strong>en</strong>do<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> positief verband. Zeker ge<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong>, zoals die doorklink<strong>en</strong> in de titelvraag,namelijk dat het verlang<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> financiële comp<strong>en</strong>satie bij e<strong>en</strong> bepaalde groepm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> het ontstane ziektebeeld in stand houdt. Als m<strong>en</strong> afgaat op de door Huver e.a.gerefereerde onderzoeksgegev<strong>en</strong>s 17 moet m<strong>en</strong> concluder<strong>en</strong> dat de resultat<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdigzijn <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> definitieve conclusie in e<strong>en</strong> bepaalde richting toelat<strong>en</strong>. Bek<strong>en</strong>d geword<strong>en</strong> ishet onderzoek van Miller uit 1961, die e<strong>en</strong> sterke correlatie vond tuss<strong>en</strong> beëindiging vanhet proces van schadeafwikkeling <strong>en</strong> het weer aan het werk gaan bij 50 slachtoffers vanverkeers- <strong>en</strong> bedrijfsongevall<strong>en</strong>. 18 Hij concludeerde tot het bestaan van e<strong>en</strong> rechtstreeksverband tuss<strong>en</strong> werkverzuim <strong>en</strong> de hoop op financiële comp<strong>en</strong>satie. Huver e.a. referer<strong>en</strong>uiteraard ook de veel geciteerde studies uit Litouw<strong>en</strong> (1996) respectievelijk Canada (2005)resp. Engeland (2005), waarin e<strong>en</strong> verband werd gevond<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> symptom<strong>en</strong> na e<strong>en</strong>‘whiplash’-trauma <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> tot respectievelijk claims van financiële comp<strong>en</strong>satie.Voor RSI zijn soortgelijke verband<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>. 19 Daarteg<strong>en</strong>over staat echter e<strong>en</strong>krachtig wet<strong>en</strong>schappelijk bewijs van het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verband. Scholt<strong>en</strong> – Peeterse.a. concludeerd<strong>en</strong> in 2003 op basis van e<strong>en</strong> systematische review van 29 cohortstudies,dat voor whiplash e<strong>en</strong> dergelijk relatie niet bestaat. 20 Bryant <strong>en</strong> Harvey (2003) vond<strong>en</strong> ine<strong>en</strong> longitudinale studie onder 170 verkeersslachtoffers ge<strong>en</strong> verband tuss<strong>en</strong> het beëindig<strong>en</strong>van de claimsituatie <strong>en</strong> het persister<strong>en</strong> van de posttraumatische stressstoornis. 21In dit soort situaties moet m<strong>en</strong> concluder<strong>en</strong>, dat het zinvol is zich af te vrag<strong>en</strong> of er ge<strong>en</strong>sprake is van e<strong>en</strong> te grote heterog<strong>en</strong>iteit van het patiënt<strong>en</strong>materiaal: misschi<strong>en</strong> bestaande g<strong>en</strong>oemde verband<strong>en</strong> wel, maar alle<strong>en</strong> bij bepaalde subgroep<strong>en</strong> of binn<strong>en</strong> bepaaldecultur<strong>en</strong>. Het blijv<strong>en</strong> bestaan van klacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> symptom<strong>en</strong>, dus het chronisch verloop vanpsychiatrische beeld<strong>en</strong>, kan t<strong>en</strong>slotte vele uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de oorzak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Nader onderzoekzal moet<strong>en</strong> uitwijz<strong>en</strong> hoeveel typ<strong>en</strong> er werkelijk bestaan.M<strong>en</strong> kan dus concluder<strong>en</strong>, dat het in de eerste plaats onduidelijk is bij welke groep<strong>en</strong>slachtoffers er e<strong>en</strong> verband bestaat tuss<strong>en</strong> letsel <strong>en</strong> ziektebeeld, <strong>en</strong>, in de tweede plaats,zo dat verband al aantoonbaar is, hoe sterk het is. E<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e, qua doelgroep aspecifiekeinterv<strong>en</strong>tie als bedoeld in de titelvraag, het niet verstrekk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> financiëlecomp<strong>en</strong>satie bij dit soort vaag getypeerde populaties is psychiatrisch gezi<strong>en</strong> natuurlijke<strong>en</strong> volstrekt onverantwoorde maatregel: m<strong>en</strong> weet domweg niet wat m<strong>en</strong> bij wie doet<strong>en</strong> wat m<strong>en</strong> kan verwacht<strong>en</strong>, dat hangt af van de rol die de financiële comp<strong>en</strong>satie speeltin het totale verwerkingsproces. Voor sommig<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t het alle<strong>en</strong> maar nog e<strong>en</strong> extra17 Huver e.a. 2007.18 Miller 1961.19 Ireland 1998, p. 63 e.v.20 Scholt<strong>en</strong>-Peeters e.a. 2003, p. 303 e.v.21 Bryant & Harvey 2003, p. 191 e.v.217Gies<strong>en</strong>_01.indb 67 20-5-2008 16:29:37


W. van Tilburgstressfactor, die het beeld zal vererger<strong>en</strong>, ander<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> er nauwelijks op reager<strong>en</strong>, maarhet is ook d<strong>en</strong>kbaar dat er verbetering zou kunn<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>.Intuss<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> op basis van de klinische ervaring al wel <strong>en</strong>kele bijzondere groep<strong>en</strong>slachtoffers onderscheid<strong>en</strong>, bij wie de relatie met het letsel <strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> daarvan e<strong>en</strong>meer specifiek karakter lijk<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>.4.2 Abnormaal ziektegedragOnder de chronische psychiatrische beeld<strong>en</strong>, die na e<strong>en</strong> letsel kunn<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> zijn ertwee bijzondere, voor het ontstaan waarvan zowel bij klinici, jurist<strong>en</strong> als het publiekin het algeme<strong>en</strong> e<strong>en</strong> simpeler verklaring populair is geword<strong>en</strong> om het persister<strong>en</strong> vande verschijnsel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de daarbij optred<strong>en</strong>de invaliditeit te verklar<strong>en</strong>. Dat is <strong>en</strong>erzijdshet syndroom dat bek<strong>en</strong>dstaat als de ‘r<strong>en</strong>t<strong>en</strong>eurose’ <strong>en</strong> anderzijds het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van desimulatie. In beide gevall<strong>en</strong> lijkt het strev<strong>en</strong> naar het verkrijg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> financiële comp<strong>en</strong>satiede rol te spel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zowel noodzakelijke als voldo<strong>en</strong>de voorwaarde. De titelvraaglijkt vooral deze situatie op het oog te hebb<strong>en</strong>, immers in deze gevall<strong>en</strong> zou het onthoud<strong>en</strong>van de comp<strong>en</strong>satie e<strong>en</strong> therapeutisch effect kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, maar dan wel als in dezegevall<strong>en</strong> de relatie tuss<strong>en</strong> klacht<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of symptom<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> het strev<strong>en</strong> naar financiëlecomp<strong>en</strong>satie inderdaad zo rechtstreeks <strong>en</strong> direct is als m<strong>en</strong> zich dat voorstelt. Maar isde situatie echt minder ingewikkeld dan bij de andere psychiatrische beeld<strong>en</strong>?Om deze syndrom<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> plaats<strong>en</strong> is het noodzakelijk e<strong>en</strong> begrip te introducer<strong>en</strong>,dat nog niet zo algeme<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d is. Ik bedoel het concept ‘ziektegedrag’, oftewel in hetEngels ‘Illness behaviour’, e<strong>en</strong> door de Amerikaanse socioloog Mechanic (1986) in detweede helft van de vorige eeuw geïntroduceerde term. 22 Elders heb ik dit concept uitvoerigerbesprok<strong>en</strong>; 23 ik gebruik <strong>en</strong>kele passages uit dit artikel om het hier kort uit te legg<strong>en</strong>.M<strong>en</strong> bedoelt met ziektegedrag het complex van beleving, opvatting<strong>en</strong>, <strong>en</strong> gedrag, datiemand als reactie op mogelijke of duidelijke tek<strong>en</strong><strong>en</strong> van ziekte vertoont. Iemands persoonlijkeopvatting<strong>en</strong> over griep, zijn beleving van de koorts <strong>en</strong>zovoort, hor<strong>en</strong> daarbij,maar ook het feit dat hij zich ziek meldt, naar de huisarts gaat; ook dat hij daarna opgrond van e<strong>en</strong> medisch niet te verklar<strong>en</strong> moeheid maand<strong>en</strong>lang thuis blijft <strong>en</strong> zich doorzijn partner laat verw<strong>en</strong>n<strong>en</strong>; de ziektewinst hoort er ook bij <strong>en</strong> dus ook het beeld dat wijals ‘r<strong>en</strong>t<strong>en</strong>eurose’ betitel<strong>en</strong>. Anderzijds kan het ook gaan om het gedrag van deg<strong>en</strong>e diezijn griep verwaarloost <strong>en</strong> er mee door blijft lop<strong>en</strong>. Kortom, het gaat om dat wat iemandmet zijn ziekte in zijn persoonlijk bestaan doet, de wijze waarop hij zijn ‘lev<strong>en</strong> met ziekte’invult. Anders gezegd: het gaat om het perspectief van de patiënt, naast dat van de behan-22 Mechanic 1986, p. 1 e.v.23 Van Tilburg 2008.218Gies<strong>en</strong>_01.indb 68 20-5-2008 16:29:37


Slachtoffers met psychische predispositie?delaar, dat tot uitdrukking komt in de officiële diagnose. Gewoonlijk correspondeerthet ziektegedrag wel zo ongeveer met wat binn<strong>en</strong> onze cultuur bij e<strong>en</strong> bepaalde ziekteacceptabel is, maar soms is dat niet het geval; we sprek<strong>en</strong> dan van abnormaal ziektegedrag.Te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> valt aan iemand die echt ziek is, maar dat ontk<strong>en</strong>t; we sprek<strong>en</strong> dan vangebrek aan ziekte-inzicht. Maar soms is er sprake van het omgekeerde: er zijn klacht<strong>en</strong> ofgedrag, ziektegedrag dus, zonder dat e<strong>en</strong> ziekte, die dit in voldo<strong>en</strong>de mate kan verklar<strong>en</strong>,aantoonbaar is. Welnu, dit is nu precies steeds het door de eeuw<strong>en</strong> he<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>deaspect van het intuss<strong>en</strong> in de moderne psychiatrie ouderwets geword<strong>en</strong> begrip ‘hysterie’geweest. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> de rol van zieke op zich, soms terwijl er helemaal ge<strong>en</strong> ziekte tediagnosticer<strong>en</strong> is, maar soms ook terwijl ze tegelijkertijd tek<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> door doktersdiagnosticeerbare ziekte hebb<strong>en</strong>; ze bouw<strong>en</strong> de rol van zieke, die daar bij hoort danverder uit. Vaak (maar niet altijd) nem<strong>en</strong> ze die rol op zich onder invloed van duidelijkherk<strong>en</strong>bare stress; ze kunn<strong>en</strong> dan aansluit<strong>en</strong> bij de lichamelijke uiting<strong>en</strong> van bijvoorbeeldchronische stress, zoals vermoeidheidsgevoel<strong>en</strong>s; e<strong>en</strong> andere weg is het bestrijd<strong>en</strong>van onlustgevoel<strong>en</strong>s met behulp van e<strong>en</strong> bepaald gedrag, bijvoorbeeld vermager<strong>en</strong>. Derol die gekoz<strong>en</strong> wordt is die van ziektegedrag dat in e<strong>en</strong> bepaalde cultuur <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaaldetijd geloofwaardig is. Dat verklaart de <strong>en</strong>orme diversiteit van de hysterie door de eeuw<strong>en</strong>he<strong>en</strong>, die rec<strong>en</strong>t de interesse van zoveel cultuurhistorici heeft gewekt. De hysterie lijkt deziekterol in reincultuur, zij weerspiegelt als ge<strong>en</strong> andere ziekte de cultuur van e<strong>en</strong> tijdvak.Ziekteroll<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekopieerd, nagebootst. Syd<strong>en</strong>ham noemde in de zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuwde hysterie al de imitator van ziekte bij uitstek. 24 Showalter (1997) heeft het kernachtiguitgedrukt: ‘Hysteria is a mimetic disorder; it mimics culturally permissible expressions ofdistress’. 25 De meeste aandacht hebb<strong>en</strong> steeds de somatische symptom<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>, zoalsbijvoorbeeld de conversie, maar ook de beeld<strong>en</strong> die wij teg<strong>en</strong>woordig aanduid<strong>en</strong> met determ ‘onbegrep<strong>en</strong> lichamelijke klacht<strong>en</strong>’. Ook psychiatrische beeld<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de basisvorm<strong>en</strong> van of zelfs word<strong>en</strong> nagebootst in ziektegedrag: begripp<strong>en</strong> als ‘hystero-depressie’,‘hysterische psychose’ <strong>en</strong> dergelijke wijz<strong>en</strong> daarop. 26 Met name in onze naoorlogse tijd,waarin bepaalde vorm<strong>en</strong> van psychisch ziek zijn veel meer dan daarvoor zijn geaccepteerd,komt dit voor. De posttraumatische stressstoornis is daarvan e<strong>en</strong> voorbeeld.4.3 ZiektewinstHet ingewikkelde bij al deze symptom<strong>en</strong> is, dat er soms wel e<strong>en</strong> objectief somatisch ofpsychisch symptoom te vind<strong>en</strong> is, waarbij het gedrag aansluit, maar soms ook niet. Watze alle echter geme<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> is dat de patiënt er iets mee lijkt te will<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de24 Rousseau 1993.25 Showalter 1997, p. 15.26 Libbrecht 1992.219Gies<strong>en</strong>_01.indb 69 20-5-2008 16:29:37


W. van Tilburgomgeving inclusief de hulpverl<strong>en</strong>er wil overtuig<strong>en</strong> van de legitimiteit van het ziektegedrag,van de rol als zieke <strong>en</strong> het daaraan verbond<strong>en</strong> recht op meelev<strong>en</strong>, hulp <strong>en</strong> dergelijke.Deze extra lading van de klacht, het symptoom, wekt bij de beoordelaar of behandelaarvaak de indruk van ‘onechtheid’, vanouds e<strong>en</strong> vaak doorslaggev<strong>en</strong>d argum<strong>en</strong>t voor dediagnose ‘hysterie’. Thiel (1970) heeft in zijn proefschrift aangetoond, dat je gevoel<strong>en</strong>sals ‘onecht’ ervaart bij e<strong>en</strong> patiënt wanneer je het gevoel krijgt, dat er e<strong>en</strong> beroep op jegedaan wordt, dat je in e<strong>en</strong> bepaalde rol wordt gemanoeuvreerd, dus eig<strong>en</strong>lijk gemanipuleerdwordt. Dat roept nogal e<strong>en</strong>s irritatie op. Wat echter gemakkelijk verget<strong>en</strong> wordt,is, dat het bij deze beeld<strong>en</strong> om onbewuste of maar zeer gedeeltelijk bewuste process<strong>en</strong>gaat. Er is ge<strong>en</strong> sprake van bewust ‘toneelspel<strong>en</strong>’. Freud heeft de psychoanalyse ontwikkelddoor bestudering van de hysterische symptom<strong>en</strong>. Hij heeft zich voortdur<strong>en</strong>dbeijverd duidelijk te mak<strong>en</strong>, dat zij de uitdrukking war<strong>en</strong> van verdrong<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, dieper definitie onbewust war<strong>en</strong>. Het symptoom, hoe hinderlijk op zichzelf ook, kwam alshet ware in de plaats van e<strong>en</strong> nog moeilijker te verdrag<strong>en</strong> onoplosbaar innerlijk conflict.Freud noemde dat de ‘primaire ziektewinst’ van de symptoomvorming. 27 Hij, <strong>en</strong> laterzijn volgeling<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> zich altijd op grond van hun klinische waarneming<strong>en</strong> fel verzetteg<strong>en</strong> de aanname dat hier sprake was van bewuste acties, van e<strong>en</strong> soort bedrog. Dezog<strong>en</strong>oemde r<strong>en</strong>t<strong>en</strong>eurose was in deze visie e<strong>en</strong> echte neurose, dus e<strong>en</strong> echte psychischestoornis, zo zoud<strong>en</strong> we het nu zegg<strong>en</strong>. Welnu, de psychoanalyse mag intuss<strong>en</strong> veelaanhang onder de psychiaters verlor<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, de term ‘hysterie’ mag zijn afgeschaft, deopvatting, dat de klacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> symptom<strong>en</strong>, die vroeger het leeuw<strong>en</strong>deel van de hysterischeverschijnsel<strong>en</strong> vormd<strong>en</strong>, echte ziektesymptom<strong>en</strong> zijn, is in de psychiatrie geme<strong>en</strong>goedgeblev<strong>en</strong>. Zij vall<strong>en</strong> nu in de DSM-IV-TR onder de ‘somatoforme stoorniss<strong>en</strong>’ (zowelde conversies als de ‘onbegrep<strong>en</strong> lichamelijke klacht<strong>en</strong>’). 28 De patiënt beleeft ze ook alsechte ziekteverschijnsel<strong>en</strong>, ze overkom<strong>en</strong> hem, hij heeft ze voor zijn gevoel niet ‘in regie’,ook al lijk<strong>en</strong> ze voor de buit<strong>en</strong>staander primair gemotiveerd te zijn door het verlang<strong>en</strong>als patiënt te word<strong>en</strong> behandeld, met alle daaraan verbond<strong>en</strong> voordel<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> spreektin dit verband in navolging van Freud niet zonder red<strong>en</strong> van ‘secundaire ziektewinst’. 29E<strong>en</strong> nadere diagnostische analyse van de ziektegeschied<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> dergelijke patiënt isdan ook ev<strong>en</strong> ingewikkeld als die van e<strong>en</strong> ‘gewone’ patiënt. Bij de determinant<strong>en</strong> van hetdoor het letsel op gang gekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> later ontspoorde herstelproces speelt het verlang<strong>en</strong>naar e<strong>en</strong> uitkering haast altijd wel e<strong>en</strong> rol, maar de mate waarin kan zeer variër<strong>en</strong>. Datwordt nog begrijpelijker, als m<strong>en</strong> zich realiseert, dat het aannem<strong>en</strong> van de zieke-rol vaakniet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> (onbewuste) keuze is van de patiënt alle<strong>en</strong>. De omgeving, de hele cultuurdoet actief mee! De zieke-rol wordt door de omgeving bekrachtigd. Soms lijk<strong>en</strong> bepaalde27 Freud 1901.28 American Psychiatric Association 2000, p. 485 e.v.29 Freud 1901; zie voor e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t onderzoek van Egmond 2005, p. 14 e.v.220Gies<strong>en</strong>_01.indb 70 20-5-2008 16:29:37


Slachtoffers met psychische predispositie?m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, die nauw verbond<strong>en</strong> zijn met iemand, belang te hebb<strong>en</strong> bij deze rol, bijvoorbeeldomdat ze iemand zo veel aardiger vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> de relatie met hem verbeterd is door dezerol, waarin hij bijvoorbeeld afhankelijk is geword<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoor minder ‘lastig’. Voorde ‘winst’, die de omgeving op deze wijze kan oogst<strong>en</strong>, is door Dansak in 1973 de term‘tertiaire ziektewinst’ geïntroduceerd. 30Winst wordt ook geoogst door deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die hun brood verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> met het behandel<strong>en</strong>van, rapporter<strong>en</strong> over <strong>en</strong> het aanspann<strong>en</strong> van juridische procedures voor de slachtoffers,kortom voor de groep m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, die je oneerbiedig als de ‘letselschade-industrie’ zoukunn<strong>en</strong> betitel<strong>en</strong>; zij kunn<strong>en</strong> als ‘medeplichtig’ beschouwd word<strong>en</strong> voor zover zij e<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong>deinvloed hebb<strong>en</strong> op de mate waarin iemand blijft klag<strong>en</strong> <strong>en</strong> er zo toe bijdrag<strong>en</strong>,dat het herstelproces stagneert. De uitkomst van zo’n herstelproces bij het gehandhaafdblijv<strong>en</strong> van de uitkering is dan ook onzeker <strong>en</strong> onvoorspelbaar, we zag<strong>en</strong> dat hiervoor alin het geval van klacht<strong>en</strong> na e<strong>en</strong> whiplashtrauma; 31 deze leidt in ieder geval meestal niettot e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>, waarin iemand, ontslag<strong>en</strong> uit het ‘dal der plicht<strong>en</strong>’, 32 in e<strong>en</strong> soort eeuwigeparadijselijke vakantie terechtkomt. Dat is vermoedelijk meer e<strong>en</strong> fantasie die bij dokters<strong>en</strong> jurist<strong>en</strong> leeft. Vaak doet het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de financiële comp<strong>en</strong>satie de klacht<strong>en</strong>helemaal niet verdwijn<strong>en</strong>. Psychiatrisch gezi<strong>en</strong> is daarom de uitkomst van het stopp<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> uitkering ev<strong>en</strong> onvoorspelbaar <strong>en</strong> vanuit therapeutisch standpunt niet veel meerdan e<strong>en</strong> slag in de lucht.4.4 Simulatie <strong>en</strong> nagebootste stoorniss<strong>en</strong>Intuss<strong>en</strong> is er echter ook nog het probleem van de simulatie. Per definitie is er dan,volg<strong>en</strong>s de gangbare definitie van de DSM-IV-TR 33 sprake van het voorw<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>ziekte, die niet bestaat, met het concrete doel zo e<strong>en</strong> uitkering te krijg<strong>en</strong>. Het is strategischbedrog. Vaak gaat het ook om doelbewuste overdrijving, of aggravatie. Op zichzelf zijn ditvorm<strong>en</strong> van ziektegedrag, die ge<strong>en</strong> financiële comp<strong>en</strong>satie rechtvaardig<strong>en</strong>. Daar ligt hetprobleem niet. Dat bestaat uit het vaststell<strong>en</strong> van deze f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong>. De arts<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>op dit mom<strong>en</strong>t nog niet over instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met voldo<strong>en</strong>de specificiteit <strong>en</strong> s<strong>en</strong>sitiviteit omdit met de zekerheid te kunn<strong>en</strong> aanton<strong>en</strong>, die in de somatische g<strong>en</strong>eeskunde verwachtwordt van diagnostische testprocedures voor specifieke ziekt<strong>en</strong> (zoals bijv. aids). Er zijnwel psychologische test<strong>en</strong> beschikbaar, die zeer behulpzaam kunn<strong>en</strong> zijn bij het vorm<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> oordeel. 34 Zij kunn<strong>en</strong> dat desondanks echter nog niet vervang<strong>en</strong>. Met behulp van30 Dansak 1973, p. 523 e.v.31 Scholt<strong>en</strong>-Peeters 2003, p. 302 e.v.32 Akkermans 2003, p. 95.33 American Psychiatric Association 2000, p. 739.34 E<strong>en</strong> instructief voorbeeld daarvan kan m<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> bij Merckelbach e.a. 2006, p. 614 e.v.221Gies<strong>en</strong>_01.indb 71 20-5-2008 16:29:37


W. van Tilburgpsychologisch onderzoek kan m<strong>en</strong> wel invalide testgedrag vaststell<strong>en</strong>, zoals bijvoorbeeldonderprester<strong>en</strong>, maar de interpretatie daarvan vraagt uiteindelijk ook weer het klinischoordeel. Het is ook wel voorstelbaar dat op het somatisch niveau aangrijp<strong>en</strong>de testprocedures,zoals de befaamde ‘leug<strong>en</strong>detector’ in de toekomst e<strong>en</strong> rol zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gaanspel<strong>en</strong>, maar het is absoluut nog niet duidelijk hoe groot die zou kunn<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> hoe diein e<strong>en</strong> onderzoeksprocedure zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingepast. Ook hier zal voor de interpretatieuiteindelijk weer de clinicus onmisbaar zijn. Arts<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> zich in het algeme<strong>en</strong>voorzichtig opstell<strong>en</strong>, omdat het om e<strong>en</strong> diagnostisch oordeel gaat met zwaarweg<strong>en</strong>deconsequ<strong>en</strong>ties; meer dan ooit geldt hier het ‘in dubio abstine’. Zij zull<strong>en</strong> niet snel term<strong>en</strong>als ‘simulatie’ gebruik<strong>en</strong>, maar zich beperk<strong>en</strong> tot vaststell<strong>en</strong> dat de verschijnsel<strong>en</strong> die zijvind<strong>en</strong>, niet voldo<strong>en</strong>de zijn om e<strong>en</strong> (psychiatrische) diagnose te stell<strong>en</strong>, of niet als ernstigg<strong>en</strong>oeg imponer<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> bepaald functieverlies te verklar<strong>en</strong>. Voor arts<strong>en</strong> is dit altijde<strong>en</strong> moeilijke <strong>en</strong> moreel ingewikkelde operatie. Zij zijn niet opgeleid om bedrog op tespor<strong>en</strong>, zij gaan uit van de betrouwbaarheid van de patiënt tot het teg<strong>en</strong>deel blijkt. Infeite kan m<strong>en</strong> van arts<strong>en</strong> ook niet meer vrag<strong>en</strong> dan of zij in staat zijn volg<strong>en</strong>s de ‘stateof the art’ e<strong>en</strong> diagnose op hun vakgebied te stell<strong>en</strong>. Het oordeel ‘simulatie’ of ‘aggravatie’(zoals hiervoor gedefinieerd) is in feite e<strong>en</strong> juridisch oordeel, het betreft in zuiverevorm eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> delict. 35 En zo wordt het ook door de patiënt ervar<strong>en</strong>, dus als e<strong>en</strong>beschuldiging. Niet zonder red<strong>en</strong> zijn veel arts<strong>en</strong> dan ook bang voor het risico op tuchtrechtelijkeprocedures, als zij e<strong>en</strong> patiënt e<strong>en</strong> ‘simulant’ zoud<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>. Terecht suggerer<strong>en</strong>Merckelbach e.a. dat er op maatschappelijk niveau eerst stapp<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zull<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om te bereik<strong>en</strong>, dat clinici er niet meer voor terugschrikk<strong>en</strong> ‘simulant<strong>en</strong>bij naam te noem<strong>en</strong>’. 36Hiermee zijn echter nog niet alle problem<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> de beide geschetsteuiterst<strong>en</strong> van abnormaal ziektegedrag is er nog e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>categorie, die in de DSM-IV-TR omschrev<strong>en</strong> staat als de ‘Factitious disorder’, de ‘nagebootste stoornis’. 37 Hieronderverstaat m<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong>, die bewust ziekteverschijnsel<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong>, voorw<strong>en</strong>d<strong>en</strong> ofoverdrijv<strong>en</strong>, of die bewer<strong>en</strong> lichamelijk of psychisch ziek te zijn, terwijl dat niet waar is.Echter, het verschil met simulatie is dat ‘deze patiënt<strong>en</strong> niet gedrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door geldelijkgewin, het uit de weg gaan van wettelijke verplichting<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> ander duidelijk doel’. 38Er is ge<strong>en</strong> duidelijk doel, behalve het behandeld word<strong>en</strong> als zieke. Het meest bek<strong>en</strong>devoorbeeld is de ernstige chronische vorm, die het syndroom van Munchhaus<strong>en</strong> wordtg<strong>en</strong>oemd. Patiënt<strong>en</strong> met dit syndroom br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> zelf vaak verwonding<strong>en</strong> aan of spuit<strong>en</strong>zichzelf in met ziekmak<strong>en</strong>de stoff<strong>en</strong> <strong>en</strong> pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> zich vervolg<strong>en</strong>s op e<strong>en</strong> EHBO-post.35 Zie voor e<strong>en</strong> nog steeds actueel overzicht van de problematiek, Rogers 1997.36 Merckelbach e.a. 2006, p. 622.37 American Psychiatric Association 2000, p. 513 e.v.38 Mol 2006.222Gies<strong>en</strong>_01.indb 72 20-5-2008 16:29:37


Slachtoffers met psychische predispositie?Vaak zwerv<strong>en</strong> zij van ziek<strong>en</strong>huis naar ziek<strong>en</strong>huis. In de oudere psychiatrische literatuur,zoals bijvoorbeeld in de geschrift<strong>en</strong> van Kraepelin, werd<strong>en</strong> dit soort beeld<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>gedeeltelijk bewuste productie van symptom<strong>en</strong> of met anamneses gekleurd door bewustverzonn<strong>en</strong> verhal<strong>en</strong> toch vaak opgevat als vorm<strong>en</strong> van hysterie. 39 Dat is op zich niet zoonbegrijpelijk, omdat de patiënt<strong>en</strong> de symptom<strong>en</strong> wel bewust producer<strong>en</strong>, maar zich nietbewust zijn van de motivatie om dat te do<strong>en</strong>. Dat is de simulant natuurlijk wel. Ook hiergeldt, dat de diagnose vaak moeilijk te stell<strong>en</strong> is. Meestal gaat het trouw<strong>en</strong>s wel om ernstigsomatisch of psychisch zieke m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, die behandeling nodig hebb<strong>en</strong>. Hun prognose isook niet gunstig. Voor zover er problem<strong>en</strong> inzake het al of niet toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van financiëlecomp<strong>en</strong>satie rijz<strong>en</strong>, kan m<strong>en</strong> vanuit psychiatrisch gezichtspunt mijns inzi<strong>en</strong>s. voor hetbeleid het beste dezelfde uitgangspunt<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> als bij de totaal onbewuste vorm<strong>en</strong>van abnormaal ziektegedrag: klinisch lijk<strong>en</strong> zij meer op ‘hysterici’ dan op ‘simulant<strong>en</strong>’.5 Slotopmerking<strong>en</strong>Het zal duidelijk zijn, dat ik de vraag die in de titel gesteld wordt positief beantwoord. Ikdoe dat vanuit psychiatrisch standpunt, ik distantieer mij van juridische overweging<strong>en</strong>.Er is ge<strong>en</strong> positieve therapeutisch of anderszins te verdedig<strong>en</strong> red<strong>en</strong>, om m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> metchronisch psychiatrische pathologie na e<strong>en</strong> letstel of daarmee te vergelijk<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>isfinancieel niet te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>. Elke nadere differ<strong>en</strong>tiatie binn<strong>en</strong> deze groep moetgezi<strong>en</strong> de beperking<strong>en</strong> van de psychiatrische diagnostiek, waar het om het vaststell<strong>en</strong>van objectieve feit<strong>en</strong> gaat, met de grootst mogelijke voorzichtigheid word<strong>en</strong> gehanteerd,<strong>en</strong> in feite eerst nader wet<strong>en</strong>schappelijk op haar houdbaarheid word<strong>en</strong> onderzocht,alvor<strong>en</strong>s m<strong>en</strong> g<strong>en</strong>erale, voor de hele groep geld<strong>en</strong>de, conclusies mag trekk<strong>en</strong>. De predispositieis daarvoor e<strong>en</strong> absoluut ongeschikt criterium. Voor zover de jurist van de arts,<strong>en</strong> met name de psychiater op dit punt in e<strong>en</strong> individueel geval e<strong>en</strong> uitspraak wil, di<strong>en</strong>thij zich de beperking<strong>en</strong> van di<strong>en</strong>s diagnostische mogelijkhed<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan hijvrijmoedig naar de wet<strong>en</strong>schappelijke argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> bepaald oordeel vrag<strong>en</strong>. Dedeskundige zal zich in het algeme<strong>en</strong> voor niet deskundiger will<strong>en</strong> uitgev<strong>en</strong> dan hij waarkan mak<strong>en</strong>…Misschi<strong>en</strong> vraagt m<strong>en</strong> zich gezi<strong>en</strong> dit betoog af, wat de psychiatrische diagnostiek daneig<strong>en</strong>lijk wel vermag. Dan di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> te beseff<strong>en</strong>, dat zij haar credits primair ontle<strong>en</strong>taan e<strong>en</strong> andere situatie, dan die van de deskundige in foro. Zij wordt in het algeme<strong>en</strong>niet gehanteerd voor juridische doelstelling<strong>en</strong>. Het doel van de viger<strong>en</strong>de diagnostiekis behandel<strong>en</strong>. In de praktijk betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> diagnose stell<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met de patiënt e<strong>en</strong>hypothese g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> die in de daaropvolg<strong>en</strong>de behandeling wordt getoetst of ev<strong>en</strong>tueel39 Kraepelin 1899, p. 493.223Gies<strong>en</strong>_01.indb 73 20-5-2008 16:29:38


W. van Tilburgbijgesteld. De diagnostiek is daarin meer e<strong>en</strong> diagnostisch proces, waardoor m<strong>en</strong> ininteractie met de patiënt uiteindelijk de waarheid of nog liever ‘e<strong>en</strong> vorm van waarheid’vindt, waarmee deze zijn lev<strong>en</strong> kan hernem<strong>en</strong>. Het gaat in de psychiatrische diagnostiekniet primair om ‘waarheidsvinding’, maar om het vind<strong>en</strong> van ‘aanknopingspunt<strong>en</strong>’ omiemand zo goed mogelijk te kunn<strong>en</strong> help<strong>en</strong>. Dat is e<strong>en</strong> totaal andere waarheid, dan diewaarnaar de jurist op zoek is, ook e<strong>en</strong> waarheid die op e<strong>en</strong> heel andere manier gevond<strong>en</strong>wordt, dan die via e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>malige expertise van e<strong>en</strong> deskundige in e<strong>en</strong> juridische procedure.Gezi<strong>en</strong> deze stand van zak<strong>en</strong> is het ge<strong>en</strong> wonder, dat in de moderne psychiatrischebijbel, het Amerikaanse classificatiesysteem DSM-IV-TR, in de introductie uitvoerigwordt gewaarschuwd voor het gebruik van de gangbare diagnostische categorieën in e<strong>en</strong>juridische context, vanwege ‘the imperfect fit betwe<strong>en</strong> the questions of ultimate concern tothe law and the information contained in a clinical diagnosis’. 40LiteratuurAkkermans 2003Akkermans, A.J. (2003), ‘Causaliteit bij letselschade <strong>en</strong> medische expertise’, Tijdschrift voor VergoedingPerson<strong>en</strong>schade 2003, 4, 93-104.American Psychiatric Association 2000American Psychiatric Association (2000), Diagnostic and Statistical Manual of M<strong>en</strong>tal Disorders,fourth edition, Text Revision. Washington D.C.Beekman 2005Beekman, A.T.F. (2005), ‘Etiopathog<strong>en</strong>ese, algem<strong>en</strong>e aspect<strong>en</strong>’. In: H<strong>en</strong>geveld, M.W. & VanBalkom, A.J.L.M.(eds.), Leerboek Psychiatrie. De Tijdstroom, Utrecht.Bruijn, Hoog<strong>en</strong>dijk & Van Schaik 2005Bruijn, J., Hoog<strong>en</strong>dijk, W.J.G. & A. van Schaik (2005), ‘Stemmingsstoorniss<strong>en</strong>, unipolaire stemmingsstoorniss<strong>en</strong>’.In: M.W. H<strong>en</strong>geveld &Van Balkom, A.J.L.M. (eds.), Leerboek Psychiatrie. DeTijdstroom, Utrecht.Bryant & Harvey 2003Bryant, R.A. & Harvey, G.A. (2003),’The influ<strong>en</strong>ce of litigation on maint<strong>en</strong>ance of posttraumaticstress disorder’. The journal of Nervous and M<strong>en</strong>tal Disease 191: 191-193.Dansak 1973Dansak, D.A. (1973), ‘On the tertiary gain of illness’. Compreh<strong>en</strong>sive Pychiatry 14: 523-534.Van Egmond 2005Egmond, J.J. van (2005), Secondary Gain in Psychiatry. Stichting Adhesie, Dev<strong>en</strong>ter.40 American Psychiatric Association 2000, p. xxxii <strong>en</strong> xxxiii.224Gies<strong>en</strong>_01.indb 74 20-5-2008 16:29:38


Slachtoffers met psychische predispositie?Freud 1901Freud, S. (1901), ‘Bruchstuck einer Hysterie-Analyse’. In: Freud-Studi<strong>en</strong>ausgabe, Band VI, S. FischerVerlag, Frankfurt am Main, 1973.Huver, Van Wees, Akkermans & Elbers 2007Huver, R.M.E., Van Wees, K.A.P.C., Akkermans, A.J. & Elbers, N.A. (2007), Slachtoffers <strong>en</strong> Aansprakelijkheid,Deel I. Rapport WODC, Ministerie van justitie, D<strong>en</strong> Haag.Ireland 1998Ireland, D.C.R. (1998), ‘Australian repetition strain injury’. Clinical Orthopedics and RelatedResearch 351: 63-73.Koerselman 2007Koerselman, F.G. (2007), ‘De psychiater als deskundige’. In: M. Nijs<strong>en</strong> e.a.(red.), The playingcaptain. De Tijdstroom, Utrecht.Kraepelin 1899Kraepelin, E. (1899), ‘Das hysterische Irresein’. In: Psychiatrie. II. Band, Klinische Psychiatrie.Sechste Auflage. Heruitgave door Arts & Boeve, Nijmeg<strong>en</strong> (1999).Libbrecht 1992Libbrecht, K. (1992), De geschied<strong>en</strong>is van de ‘Hysterische Psychose’. Idesca, G<strong>en</strong>t.Mechanic 1986Mechanic, D. (1986), ‘The concept of illness behaviour: culture, situation and personality disposition.’Psychological Medecine 16: 1-7.Merckelbach, Jelicic, Peters, Brands, & Smeets 2006Merckelbach, H., Jelicic, M., Peters, M., Brands, I. & Smeets, T. (2006), ‘Hoe m<strong>en</strong>eer Ganser zijnbasketbalteam naar de overwinning voerde’. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid 61: 614-627.Mol 2006Mol, E.E.M., ‘Nagebootste Stoornis’. In: Achilles, R.A., Beerthuis, R.J. & Van Ewijk, W.M. (2006),Handboek Spoedeis<strong>en</strong>de Psychiatrie. B<strong>en</strong>ecke N.I., Amsterdam.Rogers 1997Rogers, R (ed., 1997), Clinical Assessm<strong>en</strong>t of Malingering and Deception. Second edition. TheGuilford Press, New York/London.Rousseau 1993Rousseau, G.R .(1993), ‘A Strange Pathology’: Hysteria in the Early Modern World, 1500-1800’. In:Gilman, S.L., King, H., Porter, R., Rousseau, G.S., Showalter, E.S., Hysteria beyond Freud. Universityof California Press, Berkely, Los Angeles, London.Scholt<strong>en</strong>-Peters, Verhag<strong>en</strong>, Bekkering, Van der Windt, Barnsley, Oost<strong>en</strong>dorp, & H<strong>en</strong>driks 2003Scholt<strong>en</strong>-Peters, G.G.M., Verhag<strong>en</strong>, A.P., Bekkering, G.E., Van der Windt, D.A., Barnsley, L.,Oost<strong>en</strong>dorp, R.A., & H<strong>en</strong>driks,E.J. (2003), Prognostic factors of whiplash-associated disorders: Asystematic review of prospective cohort studies. Pain 104: 303-322.225Gies<strong>en</strong>_01.indb 75 20-5-2008 16:29:38


Showalter 1997Showalter, E. (1997), Hystories. Hysterical Epidemics and Modern Culture. Picador, London.Thiel 1970Thiel, J.H. (1970), Onechtheid. Onderzoek naar betek<strong>en</strong>is <strong>en</strong> gebruik van het begrip onechtheid ine<strong>en</strong> psychiatrische kliniek. Boom, Meppel.Tilburg 2004Tilburg, W. van (2004), ‘Affectieschade, shockschade <strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satie: de visie van e<strong>en</strong> psychiater’.Verkeersrecht 52: 7-13.Tilburg 2007Tilburg, W. van (2007), ‘Waarom b<strong>en</strong> ik schizofre<strong>en</strong> geword<strong>en</strong>?’ In: Swinkels, J. & Boer, F.(eds.),N=1. Over psychiatrie met e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijke maat. B<strong>en</strong>ecke, Amsterdam.Tilburg 2008Tilburg, W. van (2008), ‘Hysteria revisited’. In: J. Dirkx <strong>en</strong> W. Heuves, Hysterie. Psychoanalytischebeschouwing<strong>en</strong>. Boom, Amsterdam, 2008.Gies<strong>en</strong>_01.indb 76 20-5-2008 16:29:38


<strong>Hoofdstuk</strong> 10SchokschadeE.F.D. Engelhard, 1 I.M. Engelhard 2Sa m e n v a t t i n g E.F.D. Engelhard, I.M. EngelhardHet recht op vergoeding van ‘schokschade’, de schade die verband houdt met psychisch letselna sch<strong>en</strong>ding van e<strong>en</strong> verkeers- of veiligheidsnorm, omvat e<strong>en</strong> aantal gedragspresumpties.De Hoge Raad stelt dat door het waarnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ongeval of de directe confrontatiemet de gevolg<strong>en</strong> ervan e<strong>en</strong> hevige emotionele schok teweeg kan word<strong>en</strong> gebracht, waaruitpsychisch letsel voortvloeit. Dit zou zich in het bijzonder kunn<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> iemande<strong>en</strong> nauwe affectieve relatie heeft met de betrokk<strong>en</strong>e. In onze bijdrage word<strong>en</strong> deze gedragspresumptieskritisch besprok<strong>en</strong> aan de hand van empirische onderzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong>uit de klinische psychologie. Ook zal er aandacht word<strong>en</strong> besteed aan de psychologischerelevantie van het onderscheid tuss<strong>en</strong> schokschade <strong>en</strong> ‘affectieschade’.1 Inleiding1.1 De juridische criteria voor ‘schokschade’In deze bijdrage zull<strong>en</strong> we ons richt<strong>en</strong> op het belang van inzicht<strong>en</strong> uit de klinischepsychologie voor het recht op vergoeding van ‘schokschade’. Onder deze juridische termwordt in het algeme<strong>en</strong> de schade verstaan die verband houdt met e<strong>en</strong> hevige emotioneleschok als gevolg van de confrontatie met (de directe gevolg<strong>en</strong> van) e<strong>en</strong> ongeval of ander1 Dr. Esther F.D. Engelhard is als universitair hoofddoc<strong>en</strong>t werkzaam op het gebied van aansprakelijkheidsrecht <strong>en</strong>schade bij het Mol<strong>en</strong>graaff Instituut van de Universiteit Utrecht.2 Dr. Iris M. Engelhard is als universitair hoofddoc<strong>en</strong>t werkzaam op het gebied van de Experim<strong>en</strong>tele Psychopathologiebij de capgroep Klinische <strong>en</strong> Gezondheidspsychologie van de Universiteit Utrecht.227Gies<strong>en</strong>_01.indb 77 20-5-2008 16:29:38


E.F.D. Engelhard, I.M. Engelhardincid<strong>en</strong>t. 3 We zi<strong>en</strong> schokschadeclaims vooral bij geweldsdelict<strong>en</strong> 4 <strong>en</strong> verkeersfout<strong>en</strong>, 5maar ook bijvoorbeeld bij medische fout<strong>en</strong>, 6 ongevall<strong>en</strong> op de werkplek 7 <strong>en</strong> ramp<strong>en</strong>. 8 Deeiser stelt dat de schade verband houdt met de schokk<strong>en</strong>de confrontatie met de gebeurt<strong>en</strong>is(of met gevolg<strong>en</strong> van de gebeurt<strong>en</strong>is) waarvoor de gedaagde aansprakelijk is. Hoewelde term schokschade ruim is, zull<strong>en</strong> we ons richt<strong>en</strong> op schade die verband houdt met e<strong>en</strong>posttraumatische stressstoornis (PTSS).In de rechtspraak zijn bijzondere regels ontwikkeld voor de vraag in hoeverre slachtoffersrecht hebb<strong>en</strong> op vergoeding van schokschade. Hierbij wordt e<strong>en</strong> cruciaal onderscheidgemaakt al naar gelang de schade:– het gevolg is van verwonding<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> slachtoffer zelf heeft opgelop<strong>en</strong> (of dreigde opte lop<strong>en</strong>) van de gebeurt<strong>en</strong>is, <strong>en</strong>/of– het gevolg is van het waarnem<strong>en</strong> van de gebeurt<strong>en</strong>is waarbij e<strong>en</strong> ander verwondraakt <strong>en</strong>/of overlijdt, <strong>en</strong>/of– het gevolg is van verdriet dat uitsluit<strong>en</strong>d verband houdt met het moet<strong>en</strong> miss<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> dierbare die bij de gebeurt<strong>en</strong>is is omgekom<strong>en</strong>, ofwel ‘affectieschade’.Dit onderscheid wordt in de klinische praktijk niet gemaakt <strong>en</strong> dat leidt tot moeilijkhed<strong>en</strong>;Verheij wees daar al op. 9 Voor de eerstg<strong>en</strong>oemde categorie van slachtoffers die gewondraakt<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> conceptuele moeilijkhed<strong>en</strong> op het snijvlak tuss<strong>en</strong> rechtscriteria3 Vgl. Verheij 2002, p. 117 <strong>en</strong> 171 <strong>en</strong> o.a. Rb. Middelburg 25 juni 2003, LJN AH9234, r.o. 2.4. De rechtbank kwalificeert de‘psychosociale stress als gevolg van de rechtstreekse betrokk<strong>en</strong>heid bij het overlijd<strong>en</strong> van vader na e<strong>en</strong> verkeersongeval’,als schokschade.4 We vind<strong>en</strong> hiervan in de rechtspraak veruit de meeste voorbeeld<strong>en</strong>, naar we vermoed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> schokclaims in strafzak<strong>en</strong>relatief weinig buit<strong>en</strong>gerechtelijk afgewikkeld. Om e<strong>en</strong> indicatie te gev<strong>en</strong>: sinds 1 januari 2002 tell<strong>en</strong> we zo’n 28gepubliceerde strafrechtelijke schokzak<strong>en</strong>, o.a. Rb. Maastricht 3 mei 2006, LJN AX0354; Rb. ’s-Grav<strong>en</strong>hage 8 november2006, LJN AZ1777; Hof ’s-Hertog<strong>en</strong>bosch 10 april 2007, LJN BA2524; HR 10 april 2007, NJ 2007, 223; Hof Leeuward<strong>en</strong>16 april 2007, LJN BA3007; Rb. Arnhem 16 mei 2007, LJN BA6358; Hof Amsterdam 18 juni 2007, LJN BA7439 <strong>en</strong> HR 3juli 2007, NJ 2007, 413.5 Na geweldsdelict<strong>en</strong> is dit de in de rechtspraak grootste categorie schokschadeclaims. We wijz<strong>en</strong> op het standaardarrestHR 8 april 1983, NJ 1984, 717 nt. CJHB <strong>en</strong> het gaat sinds 1 januari 2002 om (om <strong>en</strong> nabij) e<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tal zak<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong>Rb. ’s-Grav<strong>en</strong>hage 9 januari 2002, LJN AE4371; HR 22 februari 2002, NJ 2002, 240; Hof Leeuward<strong>en</strong> 8 mei 2002, NJ2003, 233; Rb. Haarlem 23 juli 2002, LJN AE6438; Rb. Alkmaar 30 oktober 2002, LJN AF6667 (tev<strong>en</strong>s strafzaak); Rb.’s-Hertog<strong>en</strong>bosch 5 februari 2003, LJN AF3886; Rb. Middelburg 25 juni 2003, LJN AH9234; Rb. Arnhem 21 juli 2004,LJN AR2559 <strong>en</strong> Rb. Arnhem 23 juni 2006, LJN AX9255 (tev<strong>en</strong>s strafzaak).6 Van de g<strong>en</strong>oemde categorieën schokclaims (m.u.v. de claims in verband met ramp<strong>en</strong>) is dit e<strong>en</strong> kleinere categorie;bek<strong>en</strong>d is de afwijzing door het hof van de vordering tot smart<strong>en</strong>geld op die grond in HR 8 september 2000, NJ 2000,374 m.nt. ARB (Baby Joost). Om e<strong>en</strong> indicatie te gev<strong>en</strong>: sinds 1 januari 2002 tell<strong>en</strong> we drie andere gepubliceerde zak<strong>en</strong>:Rb. Rotterdam 8 februari 2006, LJN AX2193; Rb. Maastricht 22 maart 2006, LJN AV7273 <strong>en</strong> Rb. Maastricht 18 oktober2006, LJN AZ0717.7 Sinds 2002 vond<strong>en</strong> we behalve Rb. Utrecht 2 mei 2007, 487647 CU EXPL 06-9379 TP (Haanstra/NS) ge<strong>en</strong> gepubliceerdeciviele uitsprak<strong>en</strong> (we hebb<strong>en</strong> daarbij niet naar de bestuursrechtspraak gekek<strong>en</strong>).8 Zie m.n. Rb. Amsterdam 19 juli 2000, LJN AA6551 (23 eisers/Boeing; Bijlmerramp).9 Zie o.a. Verheij 2002, p. 171, waar hij wijst op de grote praktische bezwar<strong>en</strong> van de definitie van schokschade <strong>en</strong> hetonderscheid met affectieschade. We zull<strong>en</strong> die hierna ook teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>.228Gies<strong>en</strong>_01.indb 78 20-5-2008 16:29:38


Schokschade<strong>en</strong> klinische inzicht<strong>en</strong>. Deze groep heeft, indi<strong>en</strong> de aansprakelijkheid van de gedaagdevaststaat, recht op vergoeding van de volledige schade op basis van de algem<strong>en</strong>e regels.Voor de slachtoffers binn<strong>en</strong> deze groep die niet daadwerkelijk gewond zijn geraakt, maarwel dreigd<strong>en</strong> gewond te rak<strong>en</strong>, 10 geldt er echter e<strong>en</strong> extra beperking t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van hetrecht op smart<strong>en</strong>geld (ex art. 6:106 sub b, slot BW). Er moet dan sprake zijn van ‘geestelijkletsel’. Dat is volg<strong>en</strong>s de Hoge Raad ‘in het algeme<strong>en</strong> pas het geval indi<strong>en</strong> sprake is vane<strong>en</strong> in de psychiatrie erk<strong>en</strong>d ziektebeeld’. 11 Ter onderbouwing hiervan wordt in proceduresveelvuldig verwez<strong>en</strong> naar PTSS. 12Onze aandacht zal vooral gaan naar de rechtspositie van slachtoffers die onder de tweede<strong>en</strong> derde categorie vall<strong>en</strong>. Het gaat dan veelal om naast<strong>en</strong> die schadevergoeding vorder<strong>en</strong>voor schokschade die het gevolg is van het zi<strong>en</strong> of hor<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> dierbare gewond isgeraakt. Bek<strong>en</strong>d is de kwestie Van der Heijd<strong>en</strong>/Holland, 13 waarbij e<strong>en</strong> meisje omkwamdat tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> verkeersongeval op de achterbank in haar moeders auto zat, <strong>en</strong> dezog<strong>en</strong>aamde Taxibus-zaak 14 van de moeder die haar overled<strong>en</strong> dochter op straat aantrofnadat zij was overred<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> taxibus. In beide zak<strong>en</strong> stelt de Hoge Raad voorop dater ge<strong>en</strong> recht op schadevergoeding bestaat voor schade die uitsluit<strong>en</strong>d verband houdt metverdriet dat zijn oorzaak vindt in het overlijd<strong>en</strong> van het kind. Naast technische red<strong>en</strong><strong>en</strong>wijst de Hoge Raad erop dat het wel toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van vergoeding in deze gevall<strong>en</strong> zouleid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> (ongew<strong>en</strong>ste) commercialisering van leed <strong>en</strong> ‘onsmakelijke’ procedures. 15Affectieschade is dan ook uitgeslot<strong>en</strong>. 16 Wel heeft m<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het Taxibus-arrest bij desch<strong>en</strong>ding van e<strong>en</strong> verkeers- of veiligheidsnorm recht op vergoeding van schade voorzover die ermee verband houdt dat er (r.o. 3.4):‘door het waarnem<strong>en</strong> van het ongeval of door de directe confrontatie met deernstige gevolg<strong>en</strong> ervan, e<strong>en</strong> hevige emotionele schok wordt teweeggebracht,waaruit geestelijk letsel voortvloeit, wat zich in het bijzonder zal kunn<strong>en</strong>voordo<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> iemand tot wie de aldus getroff<strong>en</strong>e in e<strong>en</strong> nauwe affectieverelatie staat, bij het ongeval is gedood of gewond’.10 Hiervoor is het niet doorslaggev<strong>en</strong>d of eisers zich in de ‘zone of danger’ bevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus objectief lev<strong>en</strong>sgevaar hebb<strong>en</strong>gelop<strong>en</strong>, Rb. Amsterdam 19 juli 2007, LJN AA6551, r.o. 6 (Bijlmerramp).11 Zie HR 10 april 2007, NJ 2007, 223 (Angststoornis moeder na moord dochter).12 Ook Verheij 2002, nr. 94 (p. 118) wijst hierop. We zi<strong>en</strong> ook wel andere angststoorniss<strong>en</strong> of depressie, zie bijv. Hof Leeuward<strong>en</strong>8 mei 2002, NJ 2003, 233, r.o. 21 <strong>en</strong> HR 10 april 2007, NJ 2007, 223.13 HR 8 april 1983, NJ 1984, 717 nt. CJHB (Van der Heijd<strong>en</strong>/Holland).14 HR 22 februari 2002, NJ 2002, 240 nt. JBMV (Taxibus-arrest), r.o. 3.4.15 Inmiddels ligt er e<strong>en</strong> wetsvoorstel bij de Eerste Kamer dat hierin verandering moet br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>; Kamerstukk<strong>en</strong> I 2005/06,28 781. Hierin wordt e<strong>en</strong> vaste kring van naast<strong>en</strong> (ouders, kinder<strong>en</strong>, echtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> geregistreerde partners <strong>en</strong> e<strong>en</strong>beperkte restcategorie) bij ernstig letsel of overlijd<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s de aansprakelijke persoon recht gebod<strong>en</strong> op e 10.000 alsschadevergoeding.16 Alle<strong>en</strong> puur opzettelijk veroorzaakte affectieschade komt wel voor vergoeding in aanmerking, art. 6:162 BW jo. art.6:106 sub a BW.229Gies<strong>en</strong>_01.indb 79 20-5-2008 16:29:38


E.F.D. Engelhard, I.M. EngelhardIndi<strong>en</strong> aan deze voorwaard<strong>en</strong> is voldaan, heeft m<strong>en</strong> ‘in het algeme<strong>en</strong>’ tev<strong>en</strong>s recht opsmart<strong>en</strong>geld mits er ‘sprake is van e<strong>en</strong> in de psychiatrie erk<strong>en</strong>d ziektebeeld’. 17 De rechtermoet echter onderscheid mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>oemde affectieschade (verdriet om de doodvan het kind), die dus niet wordt vergoed, <strong>en</strong> het ‘leed dat veroorzaakt wordt door hetgeestelijke letsel als gevolg van de confrontatie met het ongeval’, waarvoor wel schadevergoedingmogelijk is. Veelal wordt dan aan e<strong>en</strong> psychiater of psycholoog gevraagd omaan te gev<strong>en</strong> hoe beide vorm<strong>en</strong> van schade zich tot elkaar verhoud<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> aantal zak<strong>en</strong>onthoud<strong>en</strong> deskundig<strong>en</strong> zich echter van e<strong>en</strong> dergelijk oordeel, met als argum<strong>en</strong>t dat ditvanuit klinisch oogpunt niet kan word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>.1.2 E<strong>en</strong> viertal juridische presumptiesIn de hiervoor weergegev<strong>en</strong> rechtsregels van de Hoge Raad lijk<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de niet-juridischeveronderstelling<strong>en</strong> (presumpties) beslot<strong>en</strong> te ligg<strong>en</strong>:1. Door de waarneming van e<strong>en</strong> ongeval of de directe confrontatie met de gevolg<strong>en</strong>daarvan wordt e<strong>en</strong> hevige emotionele schok veroorzaakt.2. Uit de hevige emotionele schok vloeit geestelijk letsel voort.3. Het ontstaan van schokschade door de waarneming of confrontatie doet zich vooralvoor indi<strong>en</strong> iemand e<strong>en</strong> nauwe affectieve relatie heeft met de getroff<strong>en</strong>e.4. Het is mogelijk om vast te stell<strong>en</strong> in hoeverre leed door het verlies van de getroff<strong>en</strong>eis ontstaan (affectieschade) dan wel door de confrontatie met de gebeurt<strong>en</strong>is(schokschade).De Hoge Raad doet hiermee uitsprak<strong>en</strong> over kwesties die deel uitmak<strong>en</strong> van het terreinvan de klinische psychologie. Ons lijkt dat het recht wint aan overtuigingskracht <strong>en</strong>objectiviteit als het op de betreff<strong>en</strong>de punt<strong>en</strong> zo veel mogelijk aansluit bij de huidigeinzicht<strong>en</strong> uit de klinische psychologie. 18 In deze bijdrage zull<strong>en</strong> we de vier presumptiesanalyser<strong>en</strong> vanuit de huidige inzicht<strong>en</strong> van de klinische psychologie <strong>en</strong> ingaan op implicatiesvan die bevinding<strong>en</strong> voor de betreff<strong>en</strong>de regels.17 HR 22 februari 2002, NJ 2002, 240 nt. JBMV (Taxibus-arrest), r.o. 3.4. Naar verluidt heeft de eiseres in deze zaak uiteindelijk€13.000 ontvang<strong>en</strong>.18 We sluit<strong>en</strong> daarmee in feite aan bij de visie op het recht die Van Boom <strong>en</strong> Gies<strong>en</strong> op het punt van veiligheidsregulering<strong>en</strong> gedragsnorm<strong>en</strong> t<strong>en</strong>toonspreid<strong>en</strong> (Van Boom 2003 <strong>en</strong> Gies<strong>en</strong> 2005, p. 96). Gies<strong>en</strong>: ‘[E]<strong>en</strong> gedragsnorm die vanuit depsychologie niet hanteerbaar is – omdat daaruit blijkt dat aan die norm feitelijk niet te voldo<strong>en</strong> is – zou wat mij betreftniet als juridische gedragsnorm mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt, t<strong>en</strong>zij er zwaarweg<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> van normatieve aard zoud<strong>en</strong>bestaan die dat ev<strong>en</strong>tueel anders zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.’230Gies<strong>en</strong>_01.indb 80 20-5-2008 16:29:39


Schokschade1.3 Plan van aanpakOm dit te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, zal er in paragraaf 2 eerst meer duidelijkheid word<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong>over het klinische beeld van PTSS (par. 2.1), de procedurele relevantie van de diagnosePTSS <strong>en</strong> de wijze waarop de diagnose wordt vastgesteld (par. 2.2 <strong>en</strong> par. 2.3).In paragraaf 3 word<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te gegev<strong>en</strong>s beschrev<strong>en</strong> over het vóórkom<strong>en</strong> van PTSS naverschill<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> schokk<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. We bested<strong>en</strong> ook aandacht aan dehuidige inzicht<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de risicofactor<strong>en</strong> voor de ontwikkeling van PTSS. Vanuit dezeperspectiev<strong>en</strong> zal word<strong>en</strong> ingegaan op de vier g<strong>en</strong>oemde presumpties van de Hoge Raad.Volg<strong>en</strong>s de eerste presumptie wordt door de waarneming van het ongeval of de directeconfrontatie met de gevolg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘hevige emotionele schok’ veroorzaakt. Hoe verhoudtzich dit tot de huidige klinische inzicht<strong>en</strong>? Is e<strong>en</strong> telefoontje aan de ouders dat hun kindis omgekom<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> ongeval niet in staat om e<strong>en</strong> hevige emotionele schok <strong>en</strong> PTSSte veroorzak<strong>en</strong>? Ook zal word<strong>en</strong> ingegaan op de presumptie dat geestelijk letsel wordtveroorzaakt door e<strong>en</strong> hevige emotionele schok. Sommige m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> hevigeangst tijd<strong>en</strong>s of na e<strong>en</strong> schokk<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>is, maar voel<strong>en</strong> zich verdoofd of ervar<strong>en</strong>schaamte <strong>en</strong> woede. Is er bij h<strong>en</strong> minder kans op het ontstaan van PTSS? En moet erdaadwerkelijk sprake zijn van één mom<strong>en</strong>t waarop de schade ontstaat? Volg<strong>en</strong>s de derdepresumptie doet PTSS zich vooral voor bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> nauwe affectieve relatie hebb<strong>en</strong>met de getroff<strong>en</strong>e. Wordt dit gestaafd door klinisch onderzoek? Naar aanleiding van ditlaatste zal er ook nog aandacht word<strong>en</strong> besteed aan de psychologische relevantie van hetonderscheid tuss<strong>en</strong> schokschade <strong>en</strong> affectieschade. Van diverse kant<strong>en</strong> zijn daarbij alkritische kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> geplaatst <strong>en</strong> hierover zull<strong>en</strong> we dus kort zijn. 19We eindig<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van onze analyse <strong>en</strong> e<strong>en</strong> beschouwing over debetek<strong>en</strong>is die daaraan toekomt voor het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> over de besprok<strong>en</strong> vergoedingsregels.2 Wat is PTSS?2.1 Klinisch beeld van PTSSPTSS werd in 1980 als e<strong>en</strong> angststoornis opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het psychiatrische handboek vandiagnostiek g<strong>en</strong>aamd Diagnostic and Statistical Manual of M<strong>en</strong>tal Disorders (DSM). 20Dit was het gevolg van sociale <strong>en</strong> politieke ontwikkeling<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig, waarbijaandacht werd gevraagd voor de psychische gevolg<strong>en</strong> van de Tweede Wereldoorlog,19 Zie par. 3.3 <strong>en</strong> de daar g<strong>en</strong>oemde refer<strong>en</strong>ties.20 American Psychiatric Association (APA; 1980), DSM-III. Washington, DC: APA.231Gies<strong>en</strong>_01.indb 81 20-5-2008 16:29:39


E.F.D. Engelhard, I.M. Engelhardde Vietnam-oorlog <strong>en</strong> huiselijk geweld. De term PTSS bestaat dus nog niet zo lang.Voorhe<strong>en</strong> stond e<strong>en</strong> soortgelijk ziektebeeld bek<strong>en</strong>d onder diverse term<strong>en</strong> (bijv. ‘soldier’sheart’, ‘shell shock’, ‘conc<strong>en</strong>tratiekampsyndroom’ <strong>en</strong> ‘rape trauma syndrome’). 21 In dehuidige editie van de DSM 22 wordt PTSS gedefinieerd als e<strong>en</strong> patroon van symptom<strong>en</strong> nae<strong>en</strong> traumatische ervaring, bestaande uit (1) herbeleving<strong>en</strong> van het trauma (bijv. indring<strong>en</strong>deherinnering<strong>en</strong>, nachtmerries, flashbacks), (2) vermijding <strong>en</strong> emotionele afstomping(bijv. gedacht<strong>en</strong> of gesprekk<strong>en</strong> over het trauma vermijd<strong>en</strong>, activiteit<strong>en</strong> of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> diegeassocieerd zijn met het trauma vermijd<strong>en</strong>, gevoel<strong>en</strong>s van vervreemding van ander<strong>en</strong>)<strong>en</strong> (3) verhoogde prikkelbaarheid (bijv. irritaties, slaapproblem<strong>en</strong>, schrikachtigheid).De diagnose vereist minst<strong>en</strong>s één symptoom van herbeleving<strong>en</strong>, drie van vermijding<strong>en</strong> twee van prikkelbaarheid, die minst<strong>en</strong>s één maand aanhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijkelijd<strong>en</strong>sdruk met zich br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> of het dagelijks functioner<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijk verstor<strong>en</strong>. Meestalontstaan de symptom<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wek<strong>en</strong> of maand<strong>en</strong>. De duur van PTSS kan ‘acuut’zijn (maximaal drie maand<strong>en</strong>) of ‘chronisch’ (langer). PTSS gaat vaak sam<strong>en</strong> met lichamelijkeklacht<strong>en</strong> 23 <strong>en</strong> andere psychopathologie, zoals depressie, alcoholmisbruik (metname bij mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> andere angststoorniss<strong>en</strong>. 24De aanname dat PTSS hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door e<strong>en</strong> trauma, was e<strong>en</strong> belangrijkestap bij de erk<strong>en</strong>ning van psychische klacht<strong>en</strong> van slachtoffers. Deze aanname isechter ook e<strong>en</strong> hoofdpunt van kritiek geword<strong>en</strong>. 25 Dit komt deels doordat e<strong>en</strong> aantal PTSSsymptom<strong>en</strong>overe<strong>en</strong>komt met de symptom<strong>en</strong> van andere angststoorniss<strong>en</strong> <strong>en</strong> depressie.In wez<strong>en</strong> wordt PTSS van andere stoorniss<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> doordat de symptom<strong>en</strong> hetgevolg zoud<strong>en</strong> zijn van e<strong>en</strong> traumatische ervaring. Om de PTSS-diagnose te krijg<strong>en</strong>, ishet meemak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dergelijke ervaring dus vereist. Dit lijkt e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> deur, maar hetis complex, want wat is ‘traumatisch’? De DSM-IV verstaat hieronder: ‘betrokk<strong>en</strong>e heeftondervond<strong>en</strong>, is getuige geweest van of werd geconfronteerd met één of meer gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>die e<strong>en</strong> feitelijke of dreig<strong>en</strong>de dood of e<strong>en</strong> ernstige verwonding met zich bracht,of die e<strong>en</strong> bedreiging vormde voor de fysieke integriteit van betrokk<strong>en</strong>e of van ander<strong>en</strong>’,waarop de betrokk<strong>en</strong>e heeft gereageerd met ‘int<strong>en</strong>se angst, hulpeloosheid of afschuw’. 26Het criterium van de Hoge Raad (waarneming of directe confrontatie met de gevolg<strong>en</strong>)sluit vooralsnog hierop aan. Mom<strong>en</strong>teel wordt er echter e<strong>en</strong> nieuwe editie van de DSMvoorbereid (DSM-V wordt in 2011 verwacht) <strong>en</strong> het is nog onduidelijk hoe dit criteriumzal word<strong>en</strong> bepaald.21 Withuis 2002.22 APA (1994), DSM-IV. Washington, DC: APA.23 Engelhard, Van d<strong>en</strong> Hout, Weerts & Van Doorn<strong>en</strong> 2008.24 Kessler et al. 1995, p. 1048-1060.25 Zie bijv. McNally 2003; Brewin 2003; <strong>en</strong> Engelhard, Arntz & Van d<strong>en</strong> Hout 2006, p. 58-65.26 APA (1994), DSM-IV. Washington, DC: APA, p. 429.232Gies<strong>en</strong>_01.indb 82 20-5-2008 16:29:39


Schokschade2.2 Juridische relevantie van de diagnose PTSSDe vraag of e<strong>en</strong> ervaring ‘traumatisch’ is <strong>en</strong> of sam<strong>en</strong>hangt met geestelijk letsel werdtot voor kort in e<strong>en</strong> aantal schadezak<strong>en</strong> voorbehoud<strong>en</strong> aan het oordeel van de rechter.De rechter achtte de feit<strong>en</strong> uit het dossier ‘traumatisch’ <strong>en</strong> oordeelde, zonder dat er e<strong>en</strong>deskundige aan te pas kwam, dat er sprake was van geestelijk letsel, 27 zoals PTSS. 28 Dat ersprake was van geestelijk letsel werd als e<strong>en</strong> ‘feit van algem<strong>en</strong>e bek<strong>en</strong>dheid’ beschouwd 29of werd uit de redelijkheid afgeleid. 30In 2007 nam de strafkamer van de Hoge Raad echter ge<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> (meer) met e<strong>en</strong> oordeeldat gebaseerd was op (de gruwelijkheid van) de dossiergegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de verklaring<strong>en</strong> vande eiser <strong>en</strong> zijn raadsman. Het oordeel dat sprake is van geestelijk letsel noodzaakt totnader feitelijk onderzoek. 31 De zaak betrof de vordering van e<strong>en</strong> vader die ‘zijn dochterlev<strong>en</strong>loos, in gedeeltelijk ontklede toestand, bad<strong>en</strong>d in het bloed als gevolg van zeer velesteekletsels’ in de woonkamer had aangetroff<strong>en</strong>. Aannemelijk was geword<strong>en</strong> dat hij e<strong>en</strong>nauwe emotionele band met zijn dochter had. De aanwezigheid van geestelijk letsel achttehet hof ‘evid<strong>en</strong>t’ op grond van zijn slachtofferverklaring, het feit dat hij onder behandelingwas bij e<strong>en</strong> zorginstelling <strong>en</strong> de verklaring van de sociaalpsychiatrisch verpleegkundigedat hij door flashbacks moest verhuiz<strong>en</strong>. Ook liet het hof het beeld meeweg<strong>en</strong> dat hetzichzelf had kunn<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>, mede op grond van foto’s in het dossier, van de omstandighed<strong>en</strong>waaronder de man zijn dochter had aangetroff<strong>en</strong>. Dit alles maakte geestelijk letselbij de vader volg<strong>en</strong>s het hof zo aannemelijk dat, zonder rapportage, alvast e<strong>en</strong> deel van devordering werd toegewez<strong>en</strong>. De raadsman van de vader had aangevoerd dat het opstell<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> psychiatrisch rapport voor hem te belast<strong>en</strong>d zou zijn. Voor het restant werd dezaak naar de civiele rechter doorverwez<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s de strafkamer van de Hoge Raad gafhet hof hiermee onvoldo<strong>en</strong>de blijk te hebb<strong>en</strong> onderzocht of er aan het vereiste van geeste-27 Zie o.a. Rb. Middelburg 25 juni 2003, LJN AH9234, r.o. 2.4.28 In 7 van de 8 in noot 2 vermelde strafrechtelijke uitsprak<strong>en</strong> werd niet van <strong>en</strong>ig concreet ziektebeeld of e<strong>en</strong> concretestoornis gerept. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> werd PTSS in – op twee na – alle van de in noot 3 g<strong>en</strong>oemde verkeerszak<strong>en</strong> opgevoerd <strong>en</strong>de betreff<strong>en</strong>de twee zak<strong>en</strong> war<strong>en</strong> wederom strafzak<strong>en</strong> (verkeersfout<strong>en</strong>). We vermoed<strong>en</strong> dat hieraan mede debet is datals de vordering ‘e<strong>en</strong>voudig van aard’ is, dit e<strong>en</strong> grond kan zijn voor niet-ontvankelijkheid (art. 361 lid 3 Sv).29 Vgl. Rb. ’s-Grav<strong>en</strong>hage 9 januari 2002, LJN AE4371 waar het verweer dat deskundig<strong>en</strong>verklaring<strong>en</strong> ontbrak<strong>en</strong> over devraag of er sprake was van geestelijk letsel wordt verworp<strong>en</strong> aangezi<strong>en</strong> het ‘van algem<strong>en</strong>e bek<strong>en</strong>dheid’ is ‘dat de confrontatievan ouders met hun bij e<strong>en</strong> ongeval, waar zij ook zelf bij betrokk<strong>en</strong> zijn, ter plaatse overled<strong>en</strong> 3-jarige kind,geestelijk letsel oplevert’.30 Zie Hof ’s-Hertog<strong>en</strong>bosch 3 oktober 2003, LJN AL6195 (geestelijk letsel na waarneming van de moord op eisers vrouw<strong>en</strong> de directe confrontatie met zijn vermoorde dochter afgeleid uit ‘redelijkheid’ <strong>en</strong> het feit dat de b<strong>en</strong>adeelde partij zichonder geestelijke behandeling heeft moet<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>).31 HR 3 juli 2007, NJ 2007, 413, r.o. 4.4. Zie ook reeds HR 10 april 2007, NJ 2007, 223 (Angststoornis moeder na moorddochter).233Gies<strong>en</strong>_01.indb 83 20-5-2008 16:29:39


E.F.D. Engelhard, I.M. Engelhardlijk letsel was voldaan <strong>en</strong> was de claim alsnog niet-ontvankelijk. 32 Het feit<strong>en</strong>onderzoekter vaststelling van geestelijk letsel vergt dus in beginsel klinische expertise.2.3 Het vaststell<strong>en</strong> van de diagnose PTSSDe diagnose PTSS wordt bepaald aan de hand van e<strong>en</strong> gestructureerd klinisch interviewmet e<strong>en</strong> klinisch psycholoog of e<strong>en</strong> psychiater. Op basis van de ervaring <strong>en</strong> klacht<strong>en</strong> diehet slachtoffer beschrijft, bepaalt de clinicus of deze overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> met de diagnostischerichtlijn<strong>en</strong>. Het vaststell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> geldige diagnose wordt beïnvloed door de nauwkeurigheidvan de zelfrapportage van het slachtoffer <strong>en</strong> de bekwaamheid van de clinicus. Inde klinische praktijk wordt de diagnose niet gesteld op grond van e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst. Metvrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> kan namelijk niet goed word<strong>en</strong> bepaald welke ervaring t<strong>en</strong> grondslag ligtaan de diverse klacht<strong>en</strong>. Ook wordt er in vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong>huidige PTSS, reeds eerder aanwezige PTSS <strong>en</strong> niet-specifieke PTSS-klacht<strong>en</strong> (dat wilzegg<strong>en</strong> klacht<strong>en</strong> die deel uit kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van de diagnose, maar die net zo goed loskunn<strong>en</strong> staan van PTSS, net zoals moeheid of hoofdpijn bij allerlei ziektebeeld<strong>en</strong> voorkunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook op zichzelf kunn<strong>en</strong> staan). De hier g<strong>en</strong>oemde onderscheiding<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> klinisch interview wel word<strong>en</strong> gemaakt. T<strong>en</strong> slotte vereist de PTSSdiagnosedat de symptom<strong>en</strong> de persoon op e<strong>en</strong> ‘substantiële’ manier belemmer<strong>en</strong> in hetfunctioner<strong>en</strong>. Ook dit laatste wordt nagegaan via interviews, niet via vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong>. Als erge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing wordt gehoud<strong>en</strong> met deze zak<strong>en</strong> kan de schatting van traumagerelateerdePTSS te hoog uitpakk<strong>en</strong>. 33Bij de bewijslast t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van PTSS doet zich het probleem voor van de subjectieveaard van de diagnose. Het vaststell<strong>en</strong> van de stoornis is e<strong>en</strong> belangrijke stap bij hetbepal<strong>en</strong> van psychische schade door e<strong>en</strong> trauma, maar het is ook e<strong>en</strong> lastige stap, omdatveel afhangt van de geloofwaardigheid van het slachtoffer. Het simuler<strong>en</strong> of overdrijv<strong>en</strong>van traumatische gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> 34 <strong>en</strong> klacht<strong>en</strong> 35 (bijv. voor financiële comp<strong>en</strong>satie ofarbeidsongeschiktheid) moet bij het stell<strong>en</strong> van de diagnose word<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong>, al is hetlastig te achterhal<strong>en</strong> of hier sprake van is. Ook is het de vraag of iemand de eig<strong>en</strong> psychischetoestand nauwkeurig kan weergev<strong>en</strong>, gezi<strong>en</strong> de complexe drijfver<strong>en</strong> <strong>en</strong> spanning<strong>en</strong>die typer<strong>en</strong>d zijn voor schadeprocedures (in het bijzonder bij het vorder<strong>en</strong> van smart<strong>en</strong>geld,aangezi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> medisch erk<strong>en</strong>d ziektebeeld noodzakelijk is voor het slag<strong>en</strong> van devordering).32 HR 3 juli 2007, NJ 2007, 413, r.o. 4.3.33 Engelhard, Van d<strong>en</strong> Hout, Weerts, Arntz, Hox & McNally 2007; Engelhard, Van d<strong>en</strong> Hout, Weerts 2007.34 Burkett & Whitley 1998.35 Frueh et al 2000, p. 853 e.v.234Gies<strong>en</strong>_01.indb 84 20-5-2008 16:29:39


SchokschadePsychobiologische meetmethod<strong>en</strong> (het met<strong>en</strong> van psychische process<strong>en</strong> door lichamelijkeuitingsvorm<strong>en</strong>) bied<strong>en</strong> wellicht de mogelijkheid om de diagnose PTSS meer naarobjectieve maatstav<strong>en</strong> vast te stell<strong>en</strong>. Er zijn veel psychische <strong>en</strong> biologische afwijking<strong>en</strong>gevond<strong>en</strong> bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met PTSS, maar doordat de oorsprong van de meeste afwijking<strong>en</strong>onbek<strong>en</strong>d is, kom<strong>en</strong> ze niet in aanmerking voor toepassing in juridische procedures. Tweemat<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> vooralsnog wel in aanmerking te kom<strong>en</strong> voor implem<strong>en</strong>tatie: verhoogdelichamelijke reacties tijd<strong>en</strong>s het voor de geest hal<strong>en</strong> van het trauma <strong>en</strong> verhoogde schrikachtigheidbij het hor<strong>en</strong> van plotselinge, harde ton<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> aantal Amerikaanse civielezak<strong>en</strong> zijn deze mat<strong>en</strong> gebruikt als indicatie van de symptom<strong>en</strong> van het slachtoffer. 36De juridische toepassing lijkt veelbelov<strong>en</strong>d, maar de effectiviteit is tot nu toe slechts opkleine schaal getest.De diagnose PTSS kan dus word<strong>en</strong> gebruikt als e<strong>en</strong> maat van de psychische schade nae<strong>en</strong> schokk<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>is, maar niet als e<strong>en</strong> aanwijzing dat e<strong>en</strong> bepaalde gebeurt<strong>en</strong>isdaadwerkelijk heeft plaatsgevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet als uitsluitsel over de oorzaak van de schade. 37De symptom<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> slechts de emotionele betek<strong>en</strong>is van de herinnering<strong>en</strong> weer. Metde diagnose PTSS is dus nog niet het causale verband gelegd tuss<strong>en</strong> de schade <strong>en</strong> de foutvan de gedaagde. Uit de door ons onderzochte rechtspraak ontstaat overig<strong>en</strong>s het beelddat de PTSS-diagnose inderdaad niet meeweegt bij het bepal<strong>en</strong> van het causale verbandtuss<strong>en</strong> de gebeurt<strong>en</strong>is <strong>en</strong> schade.3 Analyse van de vier presumpties3.1 Oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> incid<strong>en</strong>tie van PTSSZoals we eerder aangav<strong>en</strong>, stelt de Hoge Raad dat e<strong>en</strong> hevige emotionele schok wordtveroorzaakt door de waarneming van e<strong>en</strong> ernstig ongeval of de directe confrontatie metde gevolg<strong>en</strong> daarvan 38 <strong>en</strong> dat deze schok zich met name zal voordo<strong>en</strong> als er e<strong>en</strong> nauweaffectieve relatie is met de getroff<strong>en</strong>e. 39 Komt dit overe<strong>en</strong> met de inzicht<strong>en</strong> uit de klinischepsychologie over de oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> incid<strong>en</strong>tie van PTSS?36 Pitman & Orr 2003. Zie ook Orr & Roth 2000, p. 225 e.v.37 Stone 1993, p. 23 e.v.38 Vgl. bijv. ook Rb. Zutph<strong>en</strong> 14 juli 2004, LJN AQ1376 waar de rechtbank de immateriële schade van e<strong>en</strong> vrouw in verbandmet doodslag van haar partner middels e<strong>en</strong> messteek (<strong>en</strong> beroving), aanmerkt als schokschade ‘nu [dit] zich voorhaar og<strong>en</strong> heeft afgespeeld’.39 Vgl. bijv. Hof Leeuward<strong>en</strong> 8 mei 2002, NJ 2003, 233, r.o. 20. Het verband tuss<strong>en</strong> het geestelijk letsel (e<strong>en</strong> zwaar depressievestoring) <strong>en</strong> de confrontatie met het ongeval leidt het hof af uit het feit dat therapeutische behandeling mede dezeconfrontatie met het ongeval betrof <strong>en</strong> uit de nauwe moeder-dochterrelatie, overweg<strong>en</strong>d dat schokschade ‘zich metname [kan] voordo<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> nauwe (affectieve) band met deg<strong>en</strong>e die door het ongeval is gedood ofgewond geraakt’. Zie Verheij 1998.235Gies<strong>en</strong>_01.indb 85 20-5-2008 16:29:39


E.F.D. Engelhard, I.M. EngelhardAanvankelijk werd PTSS in verband gebracht met gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> waarbij de persoon zelfbedreigd werd of lichamelijk letsel opliep, zoals geweldsmisdrijv<strong>en</strong>, ongelukk<strong>en</strong>, ramp<strong>en</strong><strong>en</strong> seksueel misbruik. Latere onderzoek<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> echter aangetoond dat e<strong>en</strong> soortgelijkestoornis ook, zoals de Hoge Raad veronderstelt, kan volg<strong>en</strong> op het waarnem<strong>en</strong> van hetongeluk van e<strong>en</strong> ander (bijv. e<strong>en</strong> machinist die ziet dat iemand voor de trein springt of degetuig<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ernstig verkeersongeluk). De juridische maatstaf van ‘directe confrontatiemet de gevolg<strong>en</strong> van het ongeval’ zal zich verder in de rechtspraak moet<strong>en</strong> uitkristalliser<strong>en</strong>,maar er wordt veelal van uitgegaan dat dit criterium vraagt dat de eiser metde fysieke gevolg<strong>en</strong> van het ongeval (de directe aftermath) is geconfronteerd, zoals hetgekwetste lichaam van het primaire slachtoffer, bloed, sir<strong>en</strong>es <strong>en</strong> dergelijke. 40 Onderzoeklaat echter zi<strong>en</strong> dat PTSS óók kan volg<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> verbale overdracht van onverwachte <strong>en</strong>dramatische informatie over e<strong>en</strong> ongeval of misdrijf, zoals het vernem<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> dierbareplotseling is overled<strong>en</strong>, dat e<strong>en</strong> kind is vermoord of dat e<strong>en</strong> familielid het slachtoffer wasvan seksueel geweld. Deze verscheid<strong>en</strong>heid aan gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>, die buit<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>oemdejuridische maatstav<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> te vall<strong>en</strong>, wordt weergegev<strong>en</strong> in de eerderg<strong>en</strong>oemde definitievan e<strong>en</strong> ‘traumatische ervaring’ in de DSM-IV. Uitgaande van de maatstav<strong>en</strong> uit deklinische psychologie is presumptie 1 dus beperkt: e<strong>en</strong> hevige emotionele schok kanword<strong>en</strong> veroorzaakt door de waarneming van e<strong>en</strong> ongeval of de directe confrontatie metde gevolg<strong>en</strong> daarvan, maar óók door e<strong>en</strong> ‘indirecte’ confrontatie met e<strong>en</strong> schokk<strong>en</strong>degebeurt<strong>en</strong>is, bijvoorbeeld door via de politie te vernem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ongeval.Hoe vaak komt PTSS na de directe of indirecte confrontatie met het schadevoorvalvoor? Hoewel bepaalde PTSS-symptom<strong>en</strong> (met name herbeleving<strong>en</strong> <strong>en</strong> prikkelbaarheid)kort na e<strong>en</strong> trauma veel voorkom<strong>en</strong>, komt de stoornis niet veel voor. Op basis vane<strong>en</strong> steekproef onder de Amerikaanse bevolking bleek dat ongeveer 90% van de deelnemersminst<strong>en</strong>s één traumatische gebeurt<strong>en</strong>is 41 tijd<strong>en</strong>s het lev<strong>en</strong> had meegemaakt <strong>en</strong> datongeveer 10% van de mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> 18% van de vrouw<strong>en</strong> PTSS had ontwikkeld. 42 Dit isvergelijkbaar met Nederlands onderzoek. 43 Het vóórkom<strong>en</strong> van PTSS hangt af van hettype gebeurt<strong>en</strong>is. Uit het Amerikaanse onderzoek blijkt dat de kans op PTSS het grootstis na geweldsmisdrijv<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong> verkrachting (49%) of ernstige mishandeling (31,9%).De kans op PTSS is kleiner na e<strong>en</strong> ernstig verkeersongeval (2,3%), brand of e<strong>en</strong> natuurramp(3,8%), dan na e<strong>en</strong> ander ernstig ongeluk (16,8%) of zi<strong>en</strong> dat iemand gedood wordtof ernstig gewond raakt (7,3%). Te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> dierbare e<strong>en</strong> schokk<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>isheeft meegemaakt, zoals ernstig lichamelijk geweld (4,6%) of seksueel misbruik(3,6%), br<strong>en</strong>gt e<strong>en</strong> kleinere kans op PTSS met zich dan het vernem<strong>en</strong> van de plotse-40 Ales 2007 (met verwijzing<strong>en</strong>).41 Volg<strong>en</strong>s de huidige DSM-IV definitie.42 Breslau 1998, p. 1-19.43 Olff & De Vries 2005.236Gies<strong>en</strong>_01.indb 86 20-5-2008 16:29:40


Schokschadelinge dood van e<strong>en</strong> dierbare (14,3%). T<strong>en</strong> slotte di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> opgemerkt dat de PTSSperc<strong>en</strong>tagesook afhang<strong>en</strong> van de tijd na het trauma. Als PTSS langer dan drie maand<strong>en</strong>aanhoudt, is de kans groter dat het chronisch blijft. 44 Duidelijk is in elk geval dat PTSSniet alle<strong>en</strong> ontstaat na de directe waarneming van (de gevolg<strong>en</strong> van) e<strong>en</strong> schokk<strong>en</strong>degebeurt<strong>en</strong>is die e<strong>en</strong> dierbare meemaakt of het vernem<strong>en</strong> dat hiervan sprake is, maar ookna het waarnem<strong>en</strong> van het ongeluk van e<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>de, dus buit<strong>en</strong> de affectieve relatie.De derde presumptie (schokschade ontstaat na blootstelling aan e<strong>en</strong> schokk<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>isvooral als m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nauwe affectieve relatie heeft met direct daarbij betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>)is dus in overe<strong>en</strong>stemming met inzicht<strong>en</strong> vanuit de klinische psychologie, maar hierbijmoet word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukt dat PTSS ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s kan voorkom<strong>en</strong> bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die zi<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong>onbek<strong>en</strong>de gewond raakt of overlijdt.3.2 Inzicht<strong>en</strong> uit de klinische psychologie omtr<strong>en</strong>t de risicofactor<strong>en</strong> van PTSSZoals uit paragraaf 2.3 blijkt, is het naar klinische maatstav<strong>en</strong> mogelijk om aan te nem<strong>en</strong>dat er sprake is van PTSS zonder dat de precieze oorzaak vaststaat. PTSS is echter ooke<strong>en</strong> van de weinige psychiatrische stoorniss<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> etiologische factor vereis<strong>en</strong> (detraumatische ervaring), hetge<strong>en</strong> suggereert dat de etiologie van de stoornis bek<strong>en</strong>d is.Veel onderzoek<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> inderdaad e<strong>en</strong> lineair verband gevond<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de ernst vande post-trauma psychische problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> de schokk<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>is. PTSS komt vakervoor als er sprake was van lev<strong>en</strong>sdreiging, verwonding<strong>en</strong>, of blootstelling aan afschuwelijkedood. 45 Deze relatie lijkt bewijs voor de causale impact van de schokk<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>isop het functioner<strong>en</strong>, maar causaliteit kan niet word<strong>en</strong> afgeleid uit e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang.Bij de meeste onderzoek<strong>en</strong> kan de ernst van de schokk<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>is niet op basisvan objectieve gegev<strong>en</strong>s, bijvoorbeeld aan de hand van archiev<strong>en</strong>, 46 word<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>.Meestal word<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>, vaak jar<strong>en</strong> later, gevraagd naar feitelijke informatieover het gebeur<strong>en</strong>. Dit is nogal problematisch, want als m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> last hebb<strong>en</strong> van ernstigerePTSS-symptom<strong>en</strong>, herinner<strong>en</strong> zij zich hun traumatische ervaring<strong>en</strong> ook als ernstiger.47 De effect<strong>en</strong> zijn niet sterk, maar wel opmerkelijk. Zo werd aan werknemers van e<strong>en</strong>lagere school gevraagd om e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst in te vull<strong>en</strong> over hun herinnering<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong>fatale schietpartij, zes maand<strong>en</strong> eerder op hun school. 48 E<strong>en</strong> jaar later werd de vrag<strong>en</strong>lijstopnieuw afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Naarmate de PTSS-symptom<strong>en</strong> bij de tweede meting ernstigerwar<strong>en</strong>, herinnerd<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich de gebeurt<strong>en</strong>is als erger dan voorhe<strong>en</strong> (ze schatt<strong>en</strong> bijv.44 Foa & Rothbaum 1998.45 March 1993, p. 37 e.v.46 Bijv. Dohr<strong>en</strong>w<strong>en</strong>d et al. 2006, p. 979 e.v.47 Bijv. Engelhard, Van d<strong>en</strong> Hout & McNally 2008, p. 3-9.48 Schwarz, Kowalski & McNally 1993, p. 545-553.237Gies<strong>en</strong>_01.indb 87 20-5-2008 16:29:40


E.F.D. Engelhard, I.M. Engelhardde afstand tuss<strong>en</strong> h<strong>en</strong>zelf <strong>en</strong> het schietincid<strong>en</strong>t kleiner in). Deg<strong>en</strong><strong>en</strong> met weinig klacht<strong>en</strong>bij de tweede meting herinnerd<strong>en</strong> zich de schietpartij als minder erg. Dit illustreert datherinnering<strong>en</strong> niet in kant-<strong>en</strong>-klare vorm zijn opgeslag<strong>en</strong> in het brein. Herinnering<strong>en</strong>aan traumatische ervaring<strong>en</strong> zijn (net als andere herinnering<strong>en</strong>) veranderlijk door detijd <strong>en</strong> word<strong>en</strong> onder andere beïnvloed door de gemoedstoestand. Herinner<strong>en</strong> is reconstructie,niet reproductie. 49 Als m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met PTSS het trauma als erger herinner<strong>en</strong> danze in eerste instantie ded<strong>en</strong>, kan dit de dosis-responserelatie overschatt<strong>en</strong>. Het is duidelijkdat niet iedere<strong>en</strong> PTSS ontwikkelt na e<strong>en</strong> schokk<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>is. Ook blijkt datm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> nogal e<strong>en</strong>s PTSS-symptom<strong>en</strong> rapporter<strong>en</strong> na schijnbaar mildere, niet-traumatischegebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>, zoals problem<strong>en</strong> met werk, financiën of relaties. 50 Dit b<strong>en</strong>adrukt hetbelang van de subjectieve reactie of interpretatie van de gebeurt<strong>en</strong>is.Wordt PTSS veroorzaakt door e<strong>en</strong> emotionele schok (de tweede presumptie van deHoge Raad)? Subjectieve mat<strong>en</strong> van angst of ervar<strong>en</strong> dreiging zijn inderdaad veel beterevoorspellers van PTSS-symptom<strong>en</strong> dan objectieve mat<strong>en</strong> van gevaar. 51 M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>sof vlak na e<strong>en</strong> traumatische gebeurt<strong>en</strong>is ge<strong>en</strong> int<strong>en</strong>se angst, hulpeloosheid of afschuwervar<strong>en</strong>, ontwikkel<strong>en</strong> meestal ge<strong>en</strong> PTSS. 52 Maar het kan wel. Sommige m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>tijd<strong>en</strong>s of kort na e<strong>en</strong> geweldsmisdrijf ge<strong>en</strong> int<strong>en</strong>se angst, maar schaamte of woede, <strong>en</strong>ontwikkel<strong>en</strong> toch ernstige PTSS-klacht<strong>en</strong>. 53 Ook blijkt dat bewusteloosheid tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong>ongeval het ontstaan van PTSS niet voorkomt. PTSS kwam drie maand<strong>en</strong> na e<strong>en</strong> ongevaljuist veel vaker voor bij slachtoffers die tijd<strong>en</strong>s het ongeval buit<strong>en</strong> bewustzijn war<strong>en</strong>geraakt dan bij slachtoffers die dat niet war<strong>en</strong>. 54 Zelfs patiënt<strong>en</strong> die ernstig hers<strong>en</strong>letseloplop<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> ongeluk <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele bewuste herinnering van het ongeluk hebb<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> toch ernstige PTSS-symptom<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>. 55 E<strong>en</strong> verklaring hiervoor is datzij details van het ongeluk hebb<strong>en</strong> gehoord of gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> op basis daarvan e<strong>en</strong> herinneringaan het ongeluk hebb<strong>en</strong> gecreëerd. Zulke herinnering<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> herbeleving<strong>en</strong> <strong>en</strong>nachtmerries teweegbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. 56 Kortom, PTSS-symptom<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ontstaan zonder dater sprake is van e<strong>en</strong> hevige emotionele schok tijd<strong>en</strong>s of vlak na e<strong>en</strong> ongeval of misdrijf.Dit lijkt niet ver<strong>en</strong>igbaar met de tweede presumptie.Welke andere factor<strong>en</strong> voorspell<strong>en</strong> of iemand na e<strong>en</strong> traumatische ervaring ernstigeproblem<strong>en</strong> krijgt? Er wordt verondersteld dat de rol van persoonlijke kwetsbaarhed<strong>en</strong><strong>en</strong> risicofactor<strong>en</strong> minder belangrijk is bij het onstaan van PTSS naarmate de gebeurt<strong>en</strong>is49 Crombag & Merckelbach 1996.50 Bijv. Mol et al. 2005, p. 494-499.51 Bowman 1999, p. 21-33.52 Brewin, Andrews, Rose 2000, p. 499-509.53 Zie noot 50.54 Zie McNally 2003, p. 120-123.55 Bryant et al. 2000, p. 629-631.56 Zie noot 52.238Gies<strong>en</strong>_01.indb 88 20-5-2008 16:29:40


Schokschadeernstiger is. 57 In e<strong>en</strong> paar omvangrijke onderzoek<strong>en</strong> vond m<strong>en</strong> dat hoger neuroticisme(de stabiele neiging om ervaring<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> negatieve manier te interpreter<strong>en</strong>) <strong>en</strong> lagercognitief vermog<strong>en</strong> (lagere intellig<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> opleidingsniveau) behor<strong>en</strong> tot de sterkstepre-traumatische voorspell<strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong> van PTSS. 58 Dit strookt met e<strong>en</strong> invloedrijketheorie 59 die suggereert dat PTSS niet rechtstreeks voortkomt uit de traumatische gebeurt<strong>en</strong>is,maar uit negatieve interpretaties van de (nasleep van e<strong>en</strong>) traumatische ervaring <strong>en</strong>uit het niet integrer<strong>en</strong> van traumatische herinnering<strong>en</strong> in het autobiografisch geheug<strong>en</strong>.Uit e<strong>en</strong> meta-analyse 60 van 85 (voornamelijk retrospectieve) onderzoek<strong>en</strong> naar risicofactor<strong>en</strong>van PTSS bleek dat algem<strong>en</strong>e k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (leeftijd e.d.) in sommige onderzoek<strong>en</strong>wel voorspell<strong>en</strong>d war<strong>en</strong> <strong>en</strong> in andere niet. Lager opleidingsniveau <strong>en</strong> eerdere traumatischeervaring<strong>en</strong> war<strong>en</strong> meer consist<strong>en</strong>t, maar de sterkte van het verband met PTSS hingaf van de steekproef. Factor<strong>en</strong> zoals e<strong>en</strong> psychiatrisch verled<strong>en</strong>, misbruik in de kindertijd<strong>en</strong> psychiatrische stoorniss<strong>en</strong> in de familie hadd<strong>en</strong> meer uniform voorspell<strong>en</strong>de waarde.Sterkere effect<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> voor de ernst van het trauma, gebrek aan socialesteun <strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>de (schokk<strong>en</strong>de) gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>.De diagnose PTSS is, zoals gezegd, e<strong>en</strong> van de weinige DSM-classificaties die e<strong>en</strong> etiologischefactor omvatt<strong>en</strong> (de traumatische ervaring). Dit lijkt de validiteit van de diagnos<strong>en</strong>iet t<strong>en</strong> goede te kom<strong>en</strong>: de kans op PTSS is groter naarmate de traumatische gebeurt<strong>en</strong>isernstiger is <strong>en</strong> de emotionele reactie heviger is, maar de meeste m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> traumatischeervaring meemak<strong>en</strong>, ontwikkel<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> stoornis. Omgekeerd geldt dat sommigem<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ernstige PTSS-klacht<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> zonder dat er sprake is van e<strong>en</strong> traumatischeervaring (althans volg<strong>en</strong>s de DSM-IV-definitie).3.3 Het onderscheid tuss<strong>en</strong> schok- <strong>en</strong> affectieschadeT<strong>en</strong> slotte is er de vraag of op basis van klinisch onderzoek kan word<strong>en</strong> vastgesteld inhoeverre psychische schade verband houdt met de schokk<strong>en</strong>de omstandighed<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> ongeval (schokschade) of met de gevolg<strong>en</strong> van het overlijd<strong>en</strong> (affectieschade). 61 In deliteratuur wordt al jar<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong> op de praktische problem<strong>en</strong> bij het vaststell<strong>en</strong> van dezeverhouding 62 <strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de procedures heeft de klinisch deskundige, met instem-57 Zie noot 52.58 Zie bijv. Engelhard, Van d<strong>en</strong> Hout & Schout<strong>en</strong> 2004, p. 2540-2544.59 Ehlers & Clark 2000, p. 319-345.60 Brewin, Andrews & Val<strong>en</strong>tine 2000, p. 748-766.61 Zie de rechterlijke uitsprak<strong>en</strong> vermeld in de navolg<strong>en</strong>de twee voetnot<strong>en</strong>, <strong>en</strong> vgl. ook Rb. ’s-Hertog<strong>en</strong>bosch 5 februari2003, LJN AF3886, r.o. 4.15, waar op basis van de verklaring van de psychotherapeute in e<strong>en</strong> moordzaak wordt geoordeelddat de confrontatie van eiser met de aanslag op zijn eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat van zijn omgebrachte echtg<strong>en</strong>ote ‘zo nauwmet elkaar verwez<strong>en</strong> dat zij niet van elkaar gescheid<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>’.62 Zie o.m. reeds de kritiek van Verheij 1998, p. 324-332 <strong>en</strong> in zijn dissertatie (Verheij 2002, p. 136-138 <strong>en</strong> 172), binn<strong>en</strong> dekring van verzekeraars Ales 2007, p. 9 <strong>en</strong> psychiater Van Tilburg 2004, p. 7 e.v.239Gies<strong>en</strong>_01.indb 89 20-5-2008 16:29:40


E.F.D. Engelhard, I.M. Engelhardming van de partij<strong>en</strong>, verklaard dat het vaststell<strong>en</strong> van deze verhouding ‘gelet op dehuidige stand van de psychiatrische wet<strong>en</strong>schap onmogelijk is’. 63Om deze red<strong>en</strong> wordt de verhouding tuss<strong>en</strong> schokschade <strong>en</strong> affectieschade t<strong>en</strong> opzichtevan geestelijk letsel rechterlijk meestal niet door deskundig<strong>en</strong>onderzoek vastgesteldmaar ‘naar redelijkheid’. 64 Daarbij wordt erk<strong>en</strong>d dat ‘vaststelling<strong>en</strong> als deze steeds e<strong>en</strong>,in hoge mate, arbitrair karakter hebb<strong>en</strong>’. 65 Ze resulter<strong>en</strong> nogal e<strong>en</strong>s in 50-50-verdeling. 66Zo had het Hof Leeuward<strong>en</strong> te oordel<strong>en</strong> over de claim van e<strong>en</strong> moeder jeg<strong>en</strong>s Postma <strong>en</strong>di<strong>en</strong>s WAM-verzekeraar FBTO voor de aanrijding waarbij haar 15-jarige dochter wasoverled<strong>en</strong>, die in e<strong>en</strong> elektronische rolstoel reed. Zij had het ongeval hor<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> <strong>en</strong>was snel daarna ter plaatse <strong>en</strong> zag wat er gebeurd was. Volg<strong>en</strong>s de gedaagde zou haargeestelijk letsel (onder andere e<strong>en</strong> zware depressie) mede het gevolg zijn van de nauwemoeder-dochterrelatie. Beide partij<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> deskundig<strong>en</strong>opdracht om het perc<strong>en</strong>tageschokschade te bepal<strong>en</strong> onmogelijk <strong>en</strong> onw<strong>en</strong>selijk. Het hof ging hierin mee <strong>en</strong>kwam tot e<strong>en</strong> 50-50-verdeling voor de materiële schade. De immateriële schade werd‘naar billijkheid’ vastgesteld op €20.000. 674 Concluder<strong>en</strong>de opmerking<strong>en</strong>Wat kan er op grond van het voorgaande word<strong>en</strong> geconcludeerd? De besprok<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong>van klinisch onderzoek kom<strong>en</strong> overe<strong>en</strong> met de eerste presumptie: PTSS kan ontstaan bijslachtoffers die niet op directe wijze bij de gebeurt<strong>en</strong>is betrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong> (in de zin datze zelf gewond raakt<strong>en</strong> of dreigd<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> geraakt). Volg<strong>en</strong>s de juridische criteriamoet er bij PTSS die verband houdt met overlijd<strong>en</strong> sprake zijn van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> waarnemingvan het ongeval of van e<strong>en</strong> directe confrontatie met de gevolg<strong>en</strong> daarvan. Hoewelde precieze betek<strong>en</strong>is van ‘e<strong>en</strong> directe confrontatie’ nog onduidelijk is, lijkt hieronderniet de confrontatie te word<strong>en</strong> verstaan die uitsluit<strong>en</strong>d bestaat uit het vernem<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong>dierbare is overled<strong>en</strong> (ervan uitgaande dat deze verbale informatie juist is <strong>en</strong> op correctewijze werd overgebracht). Uit onderzoek blijkt echter dat PTSS kan volg<strong>en</strong> op zulke‘indirecte’ schokk<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. We noemd<strong>en</strong> als voorbeeld<strong>en</strong> het vernem<strong>en</strong> dat63 Rb. Middelburg 25 juni 2003, LJN AH9234, r.o. 2.1 Bij eiser 1 werd PTSS vastgesteld <strong>en</strong> bij eiser 2 e<strong>en</strong> aanpassingsstoornis;voor beid<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> eindtoestand.64 Rb. Amsterdam 19 juli 2000, LJN AA6551, r.o. 7.1.3; Hof Leeuward<strong>en</strong> 8 mei 2002, NJ 2002, 233, r.o. 25; Rb. Haarlem 23juli 2007, LJN AE6438, r.o. 5.5; Rb. Middelburg 25 juni 2003, LJN AH9234, r.o. 2.4.65 Rb. Haarlem 23 juli 2007, LJN AE6438, r.o. 5.9. Het kind had als 10-jarige ervar<strong>en</strong> hoe haar moeder gewond <strong>en</strong> bekneldin het autowrak op hulp moest wacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> nadi<strong>en</strong> is overled<strong>en</strong>. De rechtbank moest beoordel<strong>en</strong> in welke mate ‘normale’leeftijds- <strong>en</strong> persoonlijkheidsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, het overlijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemde ervaring hadd<strong>en</strong> bijgedrag<strong>en</strong> aan de klacht<strong>en</strong> vanhet kind. Dat resulteerde in e<strong>en</strong> toewijzing van 125.000 smart<strong>en</strong>geld (in plaats van de gevorderde 135.000).66 Rb. Amsterdam 19 juli 2000, LJN AA6551, r.o. 7.1.3; Hof Leeuward<strong>en</strong> 8 mei 2002, NJ 2002, 233, r.o. 25; Rb. Middelburg25 juni 2003, LJN AH9234, r.o. 2.4.67 Hof Leeuward<strong>en</strong> 8 mei 2002, NJ 2002, 233, r.o. 25.240Gies<strong>en</strong>_01.indb 90 20-5-2008 16:29:40


Schokschadee<strong>en</strong> dierbare betrokk<strong>en</strong> was bij e<strong>en</strong> ernstig ongeval of e<strong>en</strong> ernstig misdrijf heeft meegemaakt,zoals seksueel misbruik. Op basis van verkreg<strong>en</strong> informatie kan e<strong>en</strong> voorstellingvan zulke gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt, die vervolg<strong>en</strong>s herbeleving<strong>en</strong>, nachtmerries<strong>en</strong> andere PTSS-symptom<strong>en</strong> teweegbr<strong>en</strong>gt. Deze verscheid<strong>en</strong>heid aan gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>wordt weergegev<strong>en</strong> in de definitie van e<strong>en</strong> ‘traumatische ervaring’ in de DSM-IV. Vanuitde klinische psychologie gezi<strong>en</strong> is de eerste presumptie dus beperkt: ook de verbaleoverdracht van informatie over e<strong>en</strong> ongeval dat tot aansprakelijkheid heeft geleid kanPTSS teweegbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.De tweede presumptie (geestelijk letsel vloeit voort uit e<strong>en</strong> ‘hevige emotionele schok’) isconsist<strong>en</strong>t met de definitie van e<strong>en</strong> traumatische ervaring volg<strong>en</strong>s de DSM-IV, waarinwordt gesteld dat er tijd<strong>en</strong>s of vlak na de gebeurt<strong>en</strong>is sprake moet zijn van ‘int<strong>en</strong>se angst,hulpeloosheid of afschuw’. Onderzoek<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> inderdaad aangetoond dat er e<strong>en</strong> lineairverband is tuss<strong>en</strong> de ernst van de post-trauma psychische problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ernst van deschokk<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>is <strong>en</strong> dat subjectieve mat<strong>en</strong> van angst of ervar<strong>en</strong> dreiging beterevoorspellers zijn van PTSS-symptom<strong>en</strong> dan objectieve mat<strong>en</strong> van gevaar. Er zijn echterook onderzoek<strong>en</strong> waaruit blijkt dat ernstige PTSS-symptom<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ontstaan zonderdat er sprake is van e<strong>en</strong> hevige emotionele schok tijd<strong>en</strong>s of vlak na de traumatischegebeurt<strong>en</strong>is. Dat blijkt onder andere uit gevall<strong>en</strong> waarin slachtoffers ge<strong>en</strong> int<strong>en</strong>se angstervoer<strong>en</strong>, maar schaamte of woede, <strong>en</strong> gevall<strong>en</strong> waarin slachtoffers ge<strong>en</strong> herinnering<strong>en</strong>hadd<strong>en</strong> aan het ongeval. Bij strikte handhaving van de veronderstelling van de HogeRaad <strong>en</strong> van de DSM-IV-definitie van e<strong>en</strong> traumatische ervaring word<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>oemdeslachtoffers met klinisch-relevante PTSS-symptom<strong>en</strong> dus buit<strong>en</strong>geslot<strong>en</strong>.De derde presumptie (schokschade ontstaat vooral als m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nauwe affectieve relatieheeft met direct daarbij betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>) is op zichzelf ook in overe<strong>en</strong>stemming met bevinding<strong>en</strong>vanuit de klinische psychologie. Wel moet word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukt dat PTSS ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>svoorkomt bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die zi<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>de gewond raakt of overlijdt.De vierde presumptie, namelijk dat het mogelijk is om vast te stell<strong>en</strong> in welke matepsychisch leed voortkomt uit schok- <strong>en</strong>/of affectieschade, lijkt, als het erom gaat ditklinisch vast te stell<strong>en</strong>, onjuist. Bij herhaling wordt in schadeprocedures door psycholog<strong>en</strong><strong>en</strong> psychiaters verklaard dat het naar de maatstav<strong>en</strong> van hun discipline niet verantwoordis om deze mate aan te gev<strong>en</strong>. Het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> klinisch oordeel leidt insommige gevall<strong>en</strong>, veelal strafzak<strong>en</strong>, tot e<strong>en</strong> opmerkelijk resultaat: aan slachtoffers diekamp<strong>en</strong> met de traumatische gebeurt<strong>en</strong>is <strong>en</strong> het verlies van e<strong>en</strong> dierbare wordt e<strong>en</strong>vergoeding van slechts 50% van de schade toegek<strong>en</strong>d. M<strong>en</strong> wordt dus gekort zondermedische red<strong>en</strong>. Het is wrang om zonder deskundig<strong>en</strong>oordeel, <strong>en</strong> zelfs in de wet<strong>en</strong>schapdat dit klinisch niet is vast te stell<strong>en</strong>, tot die conclusie te kom<strong>en</strong>.241Gies<strong>en</strong>_01.indb 91 20-5-2008 16:29:40


E.F.D. Engelhard, I.M. EngelhardLiteratuurAles 2007Ales, A., ‘Ruim vijf jaar na het Taxibus arrest’, PIV-bulletin 2007, p. 7-13.Van Boom 2003Van Boom, W.H., Structurele fout<strong>en</strong> in het aansprakelijkheidsrecht, D<strong>en</strong> Haag: Boom, 2003.Bowman 1999Bowman, M.L., ‘Individual differ<strong>en</strong>ces in posttraumatic stress: Problems with the DSM-IVmodel’, Canadian Journal of Psychiatry, 1999, 44, p. 21-33.Breslau 1998Breslau, N., ‘Epidemiology of trauma and posttraumatic stress disorder’, in R. Yehuda (red.), Psychologicaltrauma, Washington, DC: American Psychiatric Press, 1998, p. 1-19.Brewin 2003Brewin, C.R., Posttraumatic stress disorder: Malady or myth?, New Hav<strong>en</strong>, CT: Yale UniversityPress, 2003.Brewin, Andrews, Rose 2000Brewin, C.R., Andrews, B. & Rose, S., ‘Fear, helplessness, and horror in posttraumatic stressdisorder: Investigating DSM-IV criterion A2 in victims of viol<strong>en</strong>t crime’, Journal of TraumaticStress, 2000, 13, p. 499-509.Brewin, Andrews, Val<strong>en</strong>tine 2000Brewin, C.R., Andrews, B. & Val<strong>en</strong>tine, J.D., ‘Meta-analysis of risk factors for posttraumaticstress disorder in trauma-exposed adults’, Journal of Consulting and Clinical Psychology, 2000,68, p. 748-766.Bryant et al. 2000Bryant, R.A. et al., ‘Posttraumatic stress disorder after severe traumatic brain injury,’ AmericanJournal of Psychiatry, 2000, 157, p. 629-631.Burkett & Whitley 1998Burkett, B.G. & Whitley, G., Stol<strong>en</strong> valor: How the Vietnam g<strong>en</strong>eration was stol<strong>en</strong> of its heroes andits history, Dallas: Verity Press, 1998.Crombag & Merckelbach 1996Crombag, H.F.M. & Merckelbach, H.L.G.J., Hervond<strong>en</strong> herinnering<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere misverstand<strong>en</strong>.Amsterdam: Uitgeverij Contact, 1996.Dohr<strong>en</strong>w<strong>en</strong>d et al. 2006Dohr<strong>en</strong>w<strong>en</strong>d, B.P. et al., ‘The psychological risks of Vietnam for U.S. Veterans: A revisit with newdata and methods’, Sci<strong>en</strong>ce, 2006, 313, p. 979-982.Ehlers & Clark 2000Ehlers, A. & Clark, D.M., ‘A cognitive model of posttraumatisch stress disorder’, BehaviourResearch and Therapy, 2000, 38, p. 319-345.242Gies<strong>en</strong>_01.indb 92 20-5-2008 16:29:40


SchokschadeEngelhard, Van d<strong>en</strong> Hout & Schout<strong>en</strong> 2004Engelhard, I.M., Van d<strong>en</strong> Hout, M.A. & Schout<strong>en</strong>, E., ‘Verband tuss<strong>en</strong> neuroticisme <strong>en</strong> laagopleidingsniveau <strong>en</strong> de kans op posttraumatische stress-stoornis bij vrouw<strong>en</strong> na e<strong>en</strong> miskraam ofdoodgeboorte’, Nederlands Tijdschrift voor G<strong>en</strong>eeskunde, 2004, 148, p. 2540-2544.Engelhard, Arntz & Van d<strong>en</strong> Hout 2006Engelhard, I.M., Arntz, A. & Van d<strong>en</strong> Hout, M.A., ‘Ook angstpati<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder PTSS hebb<strong>en</strong> lastvan PTSS symptom<strong>en</strong>’, Directieve Therapie, 2006, 26, p. 58-65.Engelhard, Van d<strong>en</strong> Hout, Weerts, Hox & Van Doorn<strong>en</strong> 2003Engelhard, I.M., Van d<strong>en</strong> Hout, M.A., Weerts, J.F. Hox, J., & Van Doorn<strong>en</strong>, L.J.P., ‘Prospective dataon the relationship betwe<strong>en</strong> posttraumatic stress disorder and physical health in troops deployedto the 2003 Iraq War’ (aangebod<strong>en</strong> ter publicatie).Engelhard, Van d<strong>en</strong> Hout & Weerts 2007Engelhard, I.M., Van d<strong>en</strong> Hout, M.A. & Weerts, J., ‘Stress <strong>en</strong> trauma na e<strong>en</strong> militaire uitz<strong>en</strong>dingin Irak’, De Psycholoog, 2007, 42, p. 649-653.Engelhard, Van d<strong>en</strong> Hout, Weerts, Arntz, Hox & McNally 2007Engelhard, I.M., Van d<strong>en</strong> Hout, M.A., Weerts, J., Arntz, A., Hox, J.C.M. & McNally, R.J., ‘Traumaand stress in Dutch soldiers deployed to Iraq: A prospective study’, British Journal of Psychiatry,2007, 191, p. 140-145.Engelhard, Van d<strong>en</strong> Hout & McNally 2008Engelhard, I.M., Van d<strong>en</strong> Hout, M.A. & McNally, R.J., ‘Memory consist<strong>en</strong>cy for traumatic ev<strong>en</strong>tsin Dutch soldiers deployed to Iraq’, Memory, 2008, 16, p. 3-9.Foa & Rothbaum 1998Foa, E.B. & Rothbaum, B.O., Treating the trauma of rape, New York: Guilford Press, 1998.Frueh et al. 2000Frueh, B.C. et al., ‘Appar<strong>en</strong>t symptom overreporting in combat veterans evaluated for PTSD’,Clinical Psychology Review, 2000, 20, p. 853-885.Gies<strong>en</strong> 2005Gies<strong>en</strong>, I., Handle with Care! De waarschuwingsplicht in het buit<strong>en</strong>contractuele aansprakelijkheidsrecht,D<strong>en</strong> Haag: Boom, 2005.Kessler et al. 1995Kessler et al., ‘Posttraumatic stress disorder in the National Comorbidity Study’, Archives ofG<strong>en</strong>eral Psychiatry,1995, 52, p. 1048-60.March 1993March, J.S., ‘What constitutes a stressor?’, in: J.R.T. Davidson & E.B. Foa (red.), Posttraumatic stressdisorder: DSM-IV and beyond, Washington, DC: American Psychiatric Press, 1993, p. 37-54.McNally 2003McNally, R.J., Remembering trauma, Cambridge, MA: Harvard University Press, 2003.243Gies<strong>en</strong>_01.indb 93 20-5-2008 16:29:41


E.F.D. Engelhard, I.M. EngelhardMol et al. 2005Mol, S.S.L. et al., ‘Symptoms of post-traumatic stress disorder: evid<strong>en</strong>ce from an op<strong>en</strong> populationstudy’, British Journal of Psychiatry, 2005, 186, p. 494-499.Olff & De Vries 2005Olff, M. & De Vries, G.J., ‘Preval<strong>en</strong>ce of trauma and PTSD in the Netherlands’, pres<strong>en</strong>tatie bijEuropean Confer<strong>en</strong>ce on Traumatic Stress, Stockholm, 2005.Orr & Roth 2000Orr, S.P. & Roth, W.T., ‘Psychophysiological assessm<strong>en</strong>t: clinical applications for PTSD’, Journalof Affective Disorders, 2000, 61, p. 225-240.Pitman & Orr 2003Pitman, R.K. & Orr, S.P., ‘For<strong>en</strong>sic laboratory testing for post-traumatic stress disorder’, in R.I.Simon (Ed.), Posttraumatic Stress Disorder in Litigation: Guidelines for For<strong>en</strong>sic Assessm<strong>en</strong>t, 2ndEd., Washington, DC: American Psychiatric Press, 2003, p. 207-223.Schwarz, Kowalski & McNally 1993Schwarz, E.D., Kowalski, J.M. & McNally, R.J., ‘Malignant memories: Post-traumatic changes inmemory in adults after a school shooting’, Journal of Traumatic Stress, 1993, 6, p. 545-553.Stone 1993Stone, A.A., ‘Post-traumatic stress disorder and the law: Critical review of the new frontier’,Bulletin American Academy of Psychiatry and Law, 1993, 21, p. 23-36.Verheij 1998Verheij, A.J., ‘Vergoeding van affectieschade’, NTBR 1998, p. 324-332.Verheij 2002Verheij, A.J., Vergoeding van immateriële schade weg<strong>en</strong>s aantasting in de persoon, Nijmeg<strong>en</strong>: ArsAequi Libri 2002.Van Tilburg 2004Van Tilburg, W., ‘Affectieschade, shockschade <strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satie: de visie van e<strong>en</strong> psychiater’, VR2004, p. 7-12.Withuis 2002Withuis, J., Erk<strong>en</strong>ning. Van oorlogstrauma naar klaagcultuur, Amsterdam: De Bezige Bij 2002.244Gies<strong>en</strong>_01.indb 94 20-5-2008 16:29:41


<strong>Hoofdstuk</strong> 11P roduc t wa a r s c h u w i n g e n :p s yc hol o g i s c h e l e s s e n vo orde juristS.B. Pape 1Sam<strong>en</strong>vattingIn deze bijdrage staat de vraag c<strong>en</strong>traal op welke wijze bevinding<strong>en</strong> uit de cognitievepsychologie t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van productwaarschuwing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan de prev<strong>en</strong>tievewerking van het productaansprakelijkheidsrecht. Waarschuwing<strong>en</strong> op product<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als gedragsvoorschrift voor veilig gebruik. Uit cognitief psychologischeonderzoek<strong>en</strong> blijkt dat het stur<strong>en</strong> van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gedrag e<strong>en</strong> lastige taak is. De effectiviteitvan e<strong>en</strong> waarschuwing kan door verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beïnvloed. In hetproductaansprakelijkheidsrecht valt op dat de Hoge Raad uitgaat van e<strong>en</strong> presumptie overhet gedrag van productgebruikers. Verder zijn de rec<strong>en</strong>te arrest<strong>en</strong> Jetblast <strong>en</strong> Multivacmachinegevoed met e<strong>en</strong> norm die voortkomt uit de cognitieve psychologie. Dit is w<strong>en</strong>selijk,omdat hiermee in het recht wordt aangeslot<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> realistisch beeld van waarschuwing<strong>en</strong>.Deze norm<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voor produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> prikkel zijn onderzoek te do<strong>en</strong> naarhet werkelijke productgebruik door consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om zo het aantal ongevall<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong>beperk<strong>en</strong>. Psychologische onderzoeksresultat<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> hulpmiddel voor e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t omvooraf de reikwijdte van hun anticipatieplicht te bepal<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> toch schade is opgetred<strong>en</strong>kan hij deze vervolg<strong>en</strong>s als verweermiddel inzett<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> verder de rechter bij de invullingvan op<strong>en</strong> norm<strong>en</strong> zoals gebrekkigheid <strong>en</strong> onrechtmatigheid gebruikmaakt van psychologischebevinding<strong>en</strong>, kan ook hiermee de prev<strong>en</strong>tieve werking van het productaansprakelijkheidsrechtword<strong>en</strong> bevorderd.1 Sanne Pape is als aio verbond<strong>en</strong> aan het Rotterdam Institute for Private Law, Erasmus Universiteit Rotterdam.245Gies<strong>en</strong>_01.indb 95 20-5-2008 16:29:41


S.B. Pape1 InleidingIn de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is het aantal informatieverplichting<strong>en</strong> behoorlijk uitgebreid. Omde waarschuwingszinn<strong>en</strong> op sigarett<strong>en</strong>pakjes kan de Europese burger al niet meer he<strong>en</strong>.De verplichting allerg<strong>en</strong><strong>en</strong> te etiketter<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> ietwat ouder verschijnsel. Zelfs vooralcoholische drank<strong>en</strong> is het idee geopperd om de etiketinformatie uit te breid<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>waarschuwing. 2Verplichting<strong>en</strong> gericht op het gev<strong>en</strong> van productinformatie word<strong>en</strong> ingezet als instrum<strong>en</strong>tter prev<strong>en</strong>tie van ongevall<strong>en</strong>. Het vormt onderdeel van het product <strong>en</strong> de af- ofaanwezigheid van informatie kan daarmee de veiligheid van het product beïnvloed<strong>en</strong>.Onder gevaars- <strong>en</strong> veiligheidsinformatie wordt verstaan waarschuwingszinn<strong>en</strong>, gevaarssymbol<strong>en</strong><strong>en</strong> gebruiksinstructies. Dit hoofdstuk is specifiek gericht op deze vorm vanproductinformatie. Met de term (product)waarschuwing<strong>en</strong> doel ik in het vervolg op alleinformatie met betrekking tot productveiligheid.Productwaarschuwing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als gedragsvoorschrift voor veiliggebruik. Bij het opstell<strong>en</strong> van waarschuwing<strong>en</strong> is het van belang eerst te onderzoek<strong>en</strong><strong>en</strong> te achterhal<strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t zich gedraagt in e<strong>en</strong> situatie van productgebruik.E<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t heeft immers de plicht te anticiper<strong>en</strong> op onvoorzichtig consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gedrag.Hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op waarschuwing<strong>en</strong> reager<strong>en</strong>, maakt hiervan deel uit. Uit cognitievepsychologische onderzoek<strong>en</strong> blijkt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> moeite hebb<strong>en</strong> met het verwerk<strong>en</strong> vanwaarschuwingsinformatie.In deze bijdrage conc<strong>en</strong>treer ik me op de vraag op welke wijze de bevinding<strong>en</strong> uit de cognitievepsychologie <strong>en</strong> ergonomie op het terrein van waarschuwing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong>aan de verbetering van de prev<strong>en</strong>tieve doelstelling van het productaansprakelijkheidsrecht.Het artikel vangt aan met e<strong>en</strong> korte bespreking van het productveiligheidsbeleidvan de overheid (par. 2), waarbij wordt ingegaan op de waarschuwingsverplichting<strong>en</strong>in het publiek- <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s wordt vanuit psychologisch perspectiefaandacht besteed aan de wijze waarop m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> waarschuwingsinformatie verwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong>waar het mis kan gaan (par. 3). Dit doe ik aan de hand van e<strong>en</strong> model dat de cognitievestapp<strong>en</strong> van informatieverwerking bestrijkt. Na bespreking van de psychologie vindt e<strong>en</strong>terugkoppeling plaats naar het aansprakelijkheidsrecht <strong>en</strong> wordt besprok<strong>en</strong> in hoeverrehet productaansprakelijkheidsrecht rek<strong>en</strong>ing houdt met deze psychologische noties (par.4). Vervolg<strong>en</strong>s bespreek ik de toegevoegde waarde van psychologische bevinding<strong>en</strong> voorproductaansprakelijkheid (par. 5). Tot slot volgt e<strong>en</strong> conclusie.2 Zie hierover Pape 2008.246Gies<strong>en</strong>_01.indb 96 20-5-2008 16:29:41


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de jurist2 Het Nederlandse beleid inzake productveiligheid2.1 Letselprev<strong>en</strong>tieEén van de doelstelling<strong>en</strong> van het volksgezondheidsbeleid van het ministerie van VWS isletselprev<strong>en</strong>tie. 3 In de rijksnota Langer gezond lev<strong>en</strong> stelt VWS als doel het aantal slachtoffersvan ongevall<strong>en</strong> te reducer<strong>en</strong>. 4 Hieronder vall<strong>en</strong> ook ongevall<strong>en</strong> in de privésfeer,waarbij product<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn betrokk<strong>en</strong>. Alhoewel ongevalcijfers kwantitatief inzichtbied<strong>en</strong> in de letselproblematiek, verduidelijk<strong>en</strong> zij niet hoe e<strong>en</strong> ongeval is veroorzaakt <strong>en</strong>op welke wijze productinformatie e<strong>en</strong> negatieve of positieve rol heeft gespeeld. Daartoedi<strong>en</strong>t kwalitatief onderzoek. Dergelijke studies zijn in Nederland jammer g<strong>en</strong>oeg dungezaaid. 5Met behulp van verschill<strong>en</strong>de beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tracht de overheid het aantal ongevall<strong>en</strong>in de privésfeer terug te dring<strong>en</strong>. De overheid geeft voorlichting aan burgers overveilig productgebruik, maar zet ook wetgeving in om letselprev<strong>en</strong>tie te bevorder<strong>en</strong>. Hierwordt in de volg<strong>en</strong>de paragraaf verder op ingegaan.2.2 Publiekrechtelijke wetgevingEén van de prev<strong>en</strong>tieve instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is het raamwerk van publiekrechtelijke regels t<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong> van productveiligheid <strong>en</strong> -kwaliteit. 6 Het verschaff<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> hoog beschermingsniveauop het gebied van productveiligheid maakt onderdeel uit van het consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>beleidvan de EU. De veiligheidsvoorschrift<strong>en</strong> zijn voornamelijk van Europeseafkomst. Voor Nederland geldt als basis de War<strong>en</strong>wet. De Europese richtlijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> verord<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>word<strong>en</strong> via War<strong>en</strong>wetbesluit<strong>en</strong> <strong>en</strong> War<strong>en</strong>wetregeling<strong>en</strong> getransponeerd naarNederlands recht.Produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op grond van communautaire regelgeving de plicht veilige product<strong>en</strong>op de markt te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De algem<strong>en</strong>e veiligheid van lev<strong>en</strong>smiddel<strong>en</strong> <strong>en</strong> diervoedersis geregeld in de Algem<strong>en</strong>e Lev<strong>en</strong>smiddel<strong>en</strong>verord<strong>en</strong>ing 178/2002 (ALV). 7 Richt-3 Kamerstukk<strong>en</strong> II 2003/04, 22 894, nr. 20, Kamerstukk<strong>en</strong> II 2006/07, 22 894, nr. 110.4 Ministerie van VWS 2003, p. 1-58; Stichting Consum<strong>en</strong>t <strong>en</strong> Veiligheid 2007, p. 1-24.5 Wel is er het proefschrift van Van Duijne 2005. Hierin staan de resultat<strong>en</strong> van meerdere kwalitatieve onderzoek<strong>en</strong>beschrev<strong>en</strong> die gericht zijn op het verkrijg<strong>en</strong> van meer inzicht in de wijze waarop m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>product<strong>en</strong>gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe zij de daaraan verbond<strong>en</strong> risico’s belev<strong>en</strong>.6 Naast de publiekrechtelijke voorschrift<strong>en</strong> bestaan er ook norm<strong>en</strong> met betrekking tot productveiligheid <strong>en</strong> kwaliteit.Deze zijn afkomstig van Europese <strong>en</strong> nationale normalisatie-institut<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> bind<strong>en</strong>de kracht.7 Verord<strong>en</strong>ing (EG) nr. 178/2002 (Pb EG L31/1). Op grond van artikel 249 EG-Verdrag is de verord<strong>en</strong>ing rechtstreekstoepasselijk in Nederland.247Gies<strong>en</strong>_01.indb 97 20-5-2008 16:29:41


S.B. Papelijn 2001/95 EG inzake algem<strong>en</strong>e productveiligheid (RAPV) legt regels vast omtr<strong>en</strong>t deveiligheid van non-foodproduct<strong>en</strong>. 8Dat productinformatie onderdeel uitmaakt van de veiligheid van product<strong>en</strong> is erk<strong>en</strong>din communautaire regelgeving. Zowel in de RAPV als in de ALV is de veiligheid vanproduct of lev<strong>en</strong>smiddel mede afhankelijk gesteld van de aan- of afwezigheid vanproductinformatie. 9 Naast de algem<strong>en</strong>e veiligheidsverplichting voor product<strong>en</strong> geldttev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e informatieverplichting. 10 Artikel 5 RAPV bepaalt dat produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>aan consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de informatie di<strong>en</strong><strong>en</strong> te verstrekk<strong>en</strong> die h<strong>en</strong> in staat stelt e<strong>en</strong> oordeelte vorm<strong>en</strong> over de productrisico’s, indi<strong>en</strong> deze risico’s zonder pass<strong>en</strong>de waarschuwingniet onmiddellijk herk<strong>en</strong>baar zijn. 11 De algem<strong>en</strong>e veiligheidsverplichting<strong>en</strong> zijn niet vantoepassing indi<strong>en</strong> de veiligheid van het product op dit punt is afgedekt door specifiekecommunautaire productveiligheidsvoorschrift<strong>en</strong>. 12Het publiekrecht bevat ook specifieke informatievoorschrift<strong>en</strong>. Er zijn regeling<strong>en</strong> die e<strong>en</strong>standaardwaarschuwing of standaardzinn<strong>en</strong> verplicht<strong>en</strong>, zoals bij sigarett<strong>en</strong>, 13 speelgoed,14 cosmetica 15 <strong>en</strong> product<strong>en</strong> waarin gevaarlijke stoff<strong>en</strong> 16 zijn verwerkt. Echter, in demeeste gevall<strong>en</strong> is de informatieverplichting op algem<strong>en</strong>e wijze geformuleerd, zoals de eisdat de informatie duidelijk zichtbaar <strong>en</strong> gemakkelijk leesbaar moet zijn, niet misleid<strong>en</strong>dis, in de Nederlandse taal moet staan of dat de wijze van gebruik moet word<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>.Dit laat veel vrijheid over aan de produc<strong>en</strong>t om te bepal<strong>en</strong> op welke wijze hij deinformatie formuleert. Daarnaast betreff<strong>en</strong> de veiligheidsvoorschrift<strong>en</strong> mer<strong>en</strong>deels eis<strong>en</strong>8 Richtlijn 2001/95/EG (Pb EG 2002, L11/4).9 Artikel 2b RAPV <strong>en</strong> artikel 14 <strong>en</strong> 16 ALV.10 Kamerstukk<strong>en</strong> II 2004/05, 22 982, nr. 3, p. 2.11 Deze bepaling is geïmplem<strong>en</strong>teerd in artikel 2 lid 1a War<strong>en</strong>wetbesluit algem<strong>en</strong>e productveiligheid (Stb. 1993, 499,laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2005, 501).12 Zo bestaan er o.a. specifieke veiligheidsnorm<strong>en</strong> voor speelgoed, persoonlijke beschermingsmiddel<strong>en</strong>, elektrische toestell<strong>en</strong>,farmaceutische product<strong>en</strong>, cosmetica, machines <strong>en</strong> pleziervaartuig<strong>en</strong>.13 Stb. 2002, 83, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2003, 366 (Aanduiding<strong>en</strong>besluit tabaksproduct<strong>en</strong>). Artikel 1 lid 1a t bepaaltdat elk tabaksproduct de algem<strong>en</strong>e waarschuwing ‘Rok<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt u <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> rondom u ernstige schade toe’ moet bevatt<strong>en</strong>.14 Stb. 1991, 269. laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2004, 157 (War<strong>en</strong>wetbesluit speelgoed). Bepaling 16 van de bijbehor<strong>en</strong>debijlage stelt dat speelgoed <strong>en</strong> kinderwar<strong>en</strong> die gevaarlijk kunn<strong>en</strong> zijn voor kinder<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de 36 maand<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong>zijn voorzi<strong>en</strong> van de aanduiding ‘Niet bedoeld voor kinder<strong>en</strong> jonger dan 36 maand<strong>en</strong>’ of ‘Niet bedoeld voor kinder<strong>en</strong>jonger dan drie jaar’, alsmede van e<strong>en</strong> korte vermelding – die ook in de gebruiksaanwijzing mag voorkom<strong>en</strong> – van despecifieke gevar<strong>en</strong> waardoor deze aanduiding wordt gemotiveerd.15 Stb. 1995, 519, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2005, 64 (War<strong>en</strong>wetbesluit cosmetische product<strong>en</strong>).16 Stb. 1985, 639, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2007, 93 (Wet milieugevaarlijke stoff<strong>en</strong>). Deze wet stelt voorschrift<strong>en</strong> metbetrekking tot de verpakking, aanduiding <strong>en</strong> aanbeveling van gevaarlijke stoff<strong>en</strong> <strong>en</strong> preparat<strong>en</strong>. Artikel 36 bepaaltdat op het etiket moet word<strong>en</strong> vermeld wat de naam <strong>en</strong> het adres van de fabrikant is, wat de naam van de gevaarlijkestof of het preparaat is met het daarbij behor<strong>en</strong>de gevaarssymbool ev<strong>en</strong>als de waarschuwingszin (R-zinn<strong>en</strong>) <strong>en</strong> veiligheidsaanbeveling(S-zinn<strong>en</strong>). De specifieke inhoud van de symbol<strong>en</strong> <strong>en</strong> de zog<strong>en</strong>oemde R(isico) -<strong>en</strong> S(afety)-zinn<strong>en</strong>zijn gestandaardiseerd in de bijlag<strong>en</strong> van de Stoff<strong>en</strong>richtlijn (Pb EG 1979 169). E<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong> R-zin is nr. 22:‘Schadelijk bij opname door de mond’. E<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong> S-zin is nr. 46: ‘In geval van inslikk<strong>en</strong> onmiddellijk e<strong>en</strong>arts raadpleg<strong>en</strong> <strong>en</strong> verpakking of etiket ton<strong>en</strong>’.248Gies<strong>en</strong>_01.indb 98 20-5-2008 16:29:41


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de juristmet betrekking tot de minimale inhoud van de informatie <strong>en</strong> niet zozeer t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> vande vorm van de informatie, zoals de omvang, indeling of plaatsing.2.3 Privaatrechtelijke wetgevingE<strong>en</strong> ander prev<strong>en</strong>tief overheidsinstrum<strong>en</strong>t zijn de regels van productaansprakelijkheid.Dit ligt op het eerste gezicht minder voor de hand, nu het aansprakelijkheidsrechtvan oudsher zijn vizier richt op het vergoed<strong>en</strong> van schade achteraf. Toch kan ook hetvoorkom<strong>en</strong> van schade vooraf tev<strong>en</strong>s als doel word<strong>en</strong> aangemerkt, in die zin dat <strong>privaatrecht</strong>elijkeaansprakelijkheidsregels het gedrag van produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dusdanig beïnvloed<strong>en</strong>dat zij hun verplichting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het in het verkeer br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> veiligproduct nalev<strong>en</strong>. 17 In paragraaf 5 kom ik daar nog op terug <strong>en</strong> zal ik besprek<strong>en</strong> hoe ditdoel aan de hand van psychologische inzicht<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> bevorderd.Zoals in de vorige paragraaf duidelijk werd, rust<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t publiekrechtelijkeveiligheidsverplichting<strong>en</strong>. Sch<strong>en</strong>ding ervan kan leid<strong>en</strong> tot aansprakelijkheid. 18 Verderzijn in de jurisprud<strong>en</strong>tie binn<strong>en</strong> het aansprakelijkheidsrecht eis<strong>en</strong> van ongeschrev<strong>en</strong>recht ontwikkeld waaraan e<strong>en</strong> waarschuwing moet voldo<strong>en</strong>. 19 Dit kan betek<strong>en</strong><strong>en</strong> datondanks het feit dat e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t zijn publiekrechtelijke informatieverplichting<strong>en</strong>heeft nageleefd, aansprakelijkheid mogelijk is vanwege sch<strong>en</strong>ding van e<strong>en</strong> ongeschrev<strong>en</strong>veiligheidsnorm voortvloei<strong>en</strong>de uit het <strong>privaatrecht</strong>, op grond waarvan e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>top e<strong>en</strong> bepaalde wijze informatie had moet<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. Het beschermingsniveau van hetaansprakelijkheidsrecht kan namelijk hoger ligg<strong>en</strong> dan het niveau dat is neergelegd inpubliekrechtelijke regels.Met betrekking tot ongevall<strong>en</strong> in relatie tot productwaarschuwing<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> er tweeongevalsc<strong>en</strong>ario´s word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Enerzijds kan e<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t schade hebb<strong>en</strong>geled<strong>en</strong> als gevolg van het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> waarschuwing. Anderzijds kan e<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>tin aanwezigheid van e<strong>en</strong> waarschuwing schade hebb<strong>en</strong> opgelop<strong>en</strong> als gevolg van deomstandigheid dat deze gebrekkig is.Er zijn twee mogelijkhed<strong>en</strong> waarop e<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t zijn schadevergoedingsactie kanbaser<strong>en</strong>, namelijk de risicoaansprakelijkheid van artikel 6:185 BW <strong>en</strong> de schuldaan-17 Zie bijvoorbeeld Hartlief 2005; Giard 2005, p. 1401; Van Boom 2006.18 Aansprakelijkheid zal eerder volg<strong>en</strong> bij de niet-naleving van e<strong>en</strong> gedetailleerde dan bij e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> geformuleerdeinformatieverplichting, nu bij de eerste duidelijker kan word<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> waar de sch<strong>en</strong>ding ligt. Sch<strong>en</strong>ding van e<strong>en</strong>specifieke publiekrechtelijke informatieverplichting levert in beginsel e<strong>en</strong> onrechtmatige daad op in de zin van artikel6:162 lid 2 BW. Wel moet voldaan zijn aan het relativiteitsvereiste van artikel 6:163 BW. Op grond van artikel 6:185 BWkan de sch<strong>en</strong>ding van e<strong>en</strong> dergelijk voorschrift e<strong>en</strong> indicatie zijn voor gebrekkigheid.19 Deze word<strong>en</strong> uitgebreid behandeld in paragraaf vier.249Gies<strong>en</strong>_01.indb 99 20-5-2008 16:29:41


S.B. Papesprakelijkheid van artikel 6:162 BW. 20 Het criterium voor risicoaansprakelijkheid is e<strong>en</strong>gebrekkig product. Volg<strong>en</strong>s artikel 6:186 BW is e<strong>en</strong> product gebrekkig indi<strong>en</strong> het nietde veiligheid biedt die m<strong>en</strong>, het grote consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>publiek, ervan mag verwacht<strong>en</strong>, alleomstandighed<strong>en</strong> in aanmerking g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Deze wetsbepaling noemt expliciet de pres<strong>en</strong>tatievan e<strong>en</strong> product als omstandigheid die invloed kan hebb<strong>en</strong> op deze veiligheidsverwachting.In e<strong>en</strong> concrete zaak kan e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t dus aansprakelijk zijn indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong>waarschuwing ontbreekt of indi<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> ondeugdelijke waarschuwing op staat waardoorde veiligheidsverwachting van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zodanig beïnvloed wordt dat sprake is vane<strong>en</strong> gebrekkig product in de zin van artikel 6:186 BW. Bij de schuldaansprakelijkheid vanartikel 6:162 BW wordt aansprakelijkheid vastgesteld aan de hand van de vraag of e<strong>en</strong>produc<strong>en</strong>t onrechtmatig heeft gehandeld door sch<strong>en</strong>ding van zijn waarschuwingsplicht.Deze sch<strong>en</strong>ding kan bestaan uit het nalat<strong>en</strong> adequaat te waarschuw<strong>en</strong> of het nalat<strong>en</strong> tewaarschuw<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> bepaald gevaar terwijl hij had kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> waarschuw<strong>en</strong>in de gegev<strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> van het geval.In ess<strong>en</strong>tie verschilt de grondslag voor aansprakelijkheid van artikel 6:162 BW van dievan artikel 6:185 BW. Immers, de eerste vorm beoordeelt de wijze waarop e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>tzijn waarschuwingsplicht heeft uitgevoerd, terwijl de andere de gebrekkigheid van depres<strong>en</strong>tatie van het product als uitgangspunt neemt. Echter, het vaststell<strong>en</strong> van aansprakelijkheidin het geval van het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> (adequate) waarschuwing op e<strong>en</strong>product geschiedt bij artikel 6:162 BW <strong>en</strong> bij artikel 6:185 BW nag<strong>en</strong>oeg op dezelfde wijze,namelijk aan de hand van e<strong>en</strong> juridische afweging op basis van de relevante omstandighed<strong>en</strong>van het geval. 21 De Kelderluik-factor<strong>en</strong>, 22 afkomstig uit vaste jurisprud<strong>en</strong>tie in hetkader van onrechtmatige gevaarzetting, 23 behoud<strong>en</strong> daarmee hun waarde in de gevall<strong>en</strong>dat e<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> beroep doet op de speciale regeling van de risicoaansprakelijkheid.Daar komt bij dat de onderzoeksplicht van e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t zich in het onrechtmatige20 De artikel<strong>en</strong> 6:185-6:193 BW zijn het resultaat van de implem<strong>en</strong>tatie van de Europese Richtlijn nr. 85/374/EEG (Pb EG1985 L 210/29), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn nr. 1999/34/EG (Pb EG 1999, L 141/20). Aansprakelijkheid kan word<strong>en</strong>vastgesteld indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> product in het verkeer heeft gebracht dat gebrekkig is <strong>en</strong> als gevolg daarvanschade heeft veroorzaakt bij e<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t. Van verwijtbaarheid hoeft aan de zijde van de produc<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> sprake tezijn. Bij artikel 6:162 BW is wel toerek<strong>en</strong>baarheid vereist.21 Zie ook Van Dam 2000, nr. 1002.22 HR 5 november 1965, NJ 1966, 136 (Kelderluik). De volg<strong>en</strong>de omstandighed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt als de Kelderluikfactor<strong>en</strong>:de waarschijnlijkheid van onoplett<strong>en</strong>d <strong>en</strong> onvoorzichtig gedrag van pot<strong>en</strong>tiële slachtoffers, de waarschijnlijkheidvan de schade, de ernst van de schade <strong>en</strong> de mate van bezwaarlijkheid van de te nem<strong>en</strong> voorzorgsmaatregel<strong>en</strong>.23 Gevaarzetting betek<strong>en</strong>t het in het lev<strong>en</strong> roep<strong>en</strong> of het lat<strong>en</strong> voortbestaan van e<strong>en</strong> gevaarlijke situatie met dreiging voorschade aan person<strong>en</strong> of zak<strong>en</strong>, zonder de nodige maatregel<strong>en</strong> te treff<strong>en</strong> om de situatie op te heff<strong>en</strong>. Of gevaarzettingonrechtmatig is wordt vastgesteld aan de hand van de Kelderluik-factor<strong>en</strong>.250Gies<strong>en</strong>_01.indb 100 20-5-2008 16:29:41


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de juristdaadsrecht zodanig heeft ontwikkeld dat het neigt naar e<strong>en</strong> risicoaansprakelijkheid. 24Welk gewicht toekomt aan e<strong>en</strong> bepaalde factor vertelt de jurisprud<strong>en</strong>tie niet, noch waarexact de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> van sch<strong>en</strong>ding van de waarschuwingsplicht of de gebrekkigheidvan het product. 25 Dit vanwege het casuïstische karakter van de rechtspraak. Omstandighed<strong>en</strong>die e<strong>en</strong> rol kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> bij het aannem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> waarschuwingsplicht zijnbijvoorbeeld de ernst van het mogelijke letsel 26 , de algem<strong>en</strong>e bek<strong>en</strong>dheid van het gevaarbij pot<strong>en</strong>tiële slachtoffers 27 <strong>en</strong> de wijze van productgebruik. 283 De productwaarschuwing vanuit psychologisch perspectief3.1 Het C-HIP modelNu globaal beschrev<strong>en</strong> is welke publiekrechtelijke <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>elijke informatieverplichting<strong>en</strong>er zijn t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> veilig product, is de volg<strong>en</strong>de stap het bestuder<strong>en</strong>van de wijze waarop de cognitieve psychologie de effectiviteit van e<strong>en</strong> waarschuwingbeoordeelt. De wet<strong>en</strong>schap van de cognitieve psychologie houdt zich bezig met het bestuder<strong>en</strong><strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> van cognitieve process<strong>en</strong> zoals d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, geheug<strong>en</strong> <strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>. 29 Ookbestudering van de wijze waarop m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> informatie verwerk<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong> waarschuwingsboodschap,maakt hiervan deel uit.De afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia is in Amerika onderzoek naar het ontwerp <strong>en</strong> de effectiviteitvan waarschuwing<strong>en</strong> steeds meer in de belangstelling kom<strong>en</strong> te staan. Verschill<strong>en</strong>demethod<strong>en</strong> zijn ontworp<strong>en</strong> om de effectiviteit van e<strong>en</strong> waarschuwing te met<strong>en</strong>. 30 Eéndaarvan is het Communication-Human Processing model, het zog<strong>en</strong>oemde C-HIPmodel, zoals hierna is weergegev<strong>en</strong>. 3124 HR 22 oktober 1999, NJ 2000, 159, m.nt. ARB (Koolhaas/Rockwool); HR 6 april 1990, NJ 1990, 573, m.nt. PAS (Janss<strong>en</strong>/Nefabas);HR 2 oktober 1998, RvdW 1998, 172 (De Schelde/Cijsouw II). Omgekeerd kan hetzelfde betoogd word<strong>en</strong>nu door de aanwezigheid van het ontwikkelingsrisicoverweer van artikel 6:185 lid 1e BW de risicoaansprakelijkheidvan e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t zodanig wordt beperkt dat op dit punt dat de gr<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong> risicoaansprakelijkheid <strong>en</strong> schuldaansprakelijkheidvan e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t is vervaagd. Echter, de precieze uitleg van de interpretatie van de geïmplem<strong>en</strong>teerdebepaling<strong>en</strong> is voorbehoud<strong>en</strong> aan het Europees Hof van Justitie.25 Zie voor e<strong>en</strong> uitgebreide bespreking van de eis<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> waarschuwingsplicht van produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>: Pape 2006, p. 374-382.26 HR 30 juni 1989, NJ 1990, 652, m.nt. CJHB (Halcion).27 HR 4 oktober 2002, NJ 2004, 175 (Laudy/Fair Play), Rb. Maastricht 21 maart 2002, LJN AE0776 (Versgeperste jusd’orange).28 HR 2 februari 1973, NJ 1973, 315, m.nt. HB (Lekk<strong>en</strong>de kruik I), Rb. Maastricht 21 maart 2002, LJN AE0776 (Versgeperstejus d’orange).29 Reber 2005, p. 123-124.30 Zie met betrekking tot informatieverwerking bijvoorbeeld het model van Lehto & Miller 1986.31 Wogalter, DeJoy & Laughery, 1999, p. 15-24.251Gies<strong>en</strong>_01.indb 101 20-5-2008 16:29:42


S.B. PapeEnvironm<strong>en</strong>talstimuliOther persons. objects,lighting, sound, etc.SourceChannelDeliveryAtt<strong>en</strong>tionSwitchR e c e i v e rDemographics, person variablesAtt<strong>en</strong>tionMaint<strong>en</strong>anceCompreh<strong>en</strong>sionMemoryAttitudesBeliefsMotivationBehaviorGlobaal g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bestaat dit model uit drie onderdel<strong>en</strong>: (1) de bron van de waarschuwing(source), (2) het middel dat de waarschuwing communiceert (channel) <strong>en</strong> (3) het procesvan informatieverwerking door de ontvanger. Dit laatste onderdeel wordt vervolg<strong>en</strong>sweer opgesplitst in vier ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de substadia van aandacht, begrijp<strong>en</strong>, gelov<strong>en</strong> <strong>en</strong>motivatie.Informatieverwerking gebeurt in etappes, welke alle met succes moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong>om uiteindelijk te resulter<strong>en</strong> in veilig gedrag. Hapert het verwerkingsproces ine<strong>en</strong> bepaald stadium, dan kan dit ertoe leid<strong>en</strong> dat de waarschuwing uiteindelijk nietwordt opgevolgd. Zo kan het gebeur<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> waarschuwing wel is begrep<strong>en</strong>, maar in dewind wordt geslag<strong>en</strong> omdat de ontvanger deze niet gelooft. In de volg<strong>en</strong>de subparagraf<strong>en</strong>word<strong>en</strong> de stadia van het model nader uitgewerkt.252Gies<strong>en</strong>_01.indb 102 20-5-2008 16:29:42


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de jurist3.2 De waarschuwingsbronDe waarschuwingsbron is dieg<strong>en</strong>e van wie de veiligheidsinformatie afkomstig is,zoals e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t of de overheid. 32 Uitgaande van e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t als bron, is het vanbelang dat deze in kaart br<strong>en</strong>gt welke gevar<strong>en</strong> klev<strong>en</strong> aan zijn product. Binn<strong>en</strong> de takvan de ergonomie 33 geldt e<strong>en</strong> hiërarchische aanpak met betrekking tot het beheers<strong>en</strong>van gevar<strong>en</strong>, het zog<strong>en</strong>oemde hazard control hierarchy. De eerste stap bestaat uit hetwegwerk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaald gevaar door middel van (her)ontwerp. Dit is uiteraard ge<strong>en</strong>optie indi<strong>en</strong> hiermee de functie van het product wordt aangetast. De volg<strong>en</strong>de stapis het gevaar afscherm<strong>en</strong> van de gebruiker door middel van het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>obstakel, bijvoorbeeld bescherm<strong>en</strong>de kleding of e<strong>en</strong> vergr<strong>en</strong>deling. De derde route is hetgebruik van waarschuwing<strong>en</strong> om zo de gebruiker in staat te stell<strong>en</strong> het product veilig tegebruik<strong>en</strong>.Vanzelfsprek<strong>en</strong>d zijn de eerste twee method<strong>en</strong> van bescherming betrouwbaarder dan delaatste. Zoals hierna zal blijk<strong>en</strong> wordt de effectiviteit van e<strong>en</strong> waarschuwing aangetastindi<strong>en</strong> de informatieverwerking niet goed geschiedt. Waarschuwing<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> derhalveals aanvulling wanneer de twee beschermingsmethod<strong>en</strong> niet mogelijk zijn <strong>en</strong> zij kunn<strong>en</strong>niet als vervanging van de andere twee word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. 34Eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bron kunn<strong>en</strong> van invloed zijn op de opvatting <strong>en</strong> het gedrag vane<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t. Of e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t als bron geloofwaardig wordt bevond<strong>en</strong>, hangt af vanfactor<strong>en</strong> als deskundigheid <strong>en</strong> betrouwbaarheid. Is de broninformatie van e<strong>en</strong> deskundige,dan kan dat ertoe leid<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> persoon de boodschap eerder gelooft waardoor dekans op gedragsaanpassing wordt vergroot. Het aantal onderzoek<strong>en</strong> op dit punt is echterschaars.Eén van de experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> betrof onderzoek naar het effect van de aanwezigheid(vergelek<strong>en</strong> met de afwezigheid) van het signaalwoord WARNING op degeloofwaardigheid van de informatie <strong>en</strong> de int<strong>en</strong>tie van de ontvanger om dewaarschuwing op te volg<strong>en</strong>. Hoge scores war<strong>en</strong> aanwezig indi<strong>en</strong> dit signaalwoordzich op de waarschuwing bevond. Daarnaast werd onderzocht wat dewaarde was van de toevoeging van broninformatie zoals GOVERNMENTof meer specifieke broninformatie zoals U.S. of FEDERAL aan het signaal-32 Deze subparagraaf is voor e<strong>en</strong> groot deel gebaseerd op de bijdrage van Cox III & Wogalter 2006, p. 111-122.33 Volg<strong>en</strong>s de definitie van de Nederlandse Ver<strong>en</strong>iging voor Ergonomie streeft ergonomie naar het zodanig ontwerp<strong>en</strong>van gebruiksvoorwerp<strong>en</strong>, technische system<strong>en</strong> <strong>en</strong> tak<strong>en</strong> dat de veiligheid, de gezondheid, het comfort <strong>en</strong> het doeltreff<strong>en</strong>dfunctioner<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bevorderd.34 Lehto & Salv<strong>en</strong>dy 1995, p. 2155-2163.253Gies<strong>en</strong>_01.indb 103 20-5-2008 16:29:42


S.B. Papewoord. De hoogste resultat<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> bereikt bij de langste <strong>en</strong> meest specifiekebroninformatie, namelijk US FEDERAL GOVERNMENT WARNING. 35Dat het oordeel van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> over de veiligheid van e<strong>en</strong> product kanword<strong>en</strong> beïnvloed door de merknaam blijkt uit Nederlands onderzoek.Gebruikers van elektrisch tuingereedschap associeerd<strong>en</strong> bepaalde merk<strong>en</strong>met veiligheid. Zij bered<strong>en</strong>eerd<strong>en</strong> dat product<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d merk mete<strong>en</strong> hoge kwaliteit wel zull<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> aan hoge veiligheidsstandaard<strong>en</strong> zodatgebruikers met e<strong>en</strong> gerust hart kunn<strong>en</strong> omgaan met het product. 363.3 Het communicatiemiddelOok het middel waarmee de informatie wordt verzond<strong>en</strong> van bron naar ontvanger kanvan invloed zijn op de vraag of e<strong>en</strong> waarschuwing ooit aankomt bij de doelgroep. 37 Hetcommunicatiemiddel kan visueel van aard zijn, in de vorm van woord<strong>en</strong>, symbol<strong>en</strong> of e<strong>en</strong>knipperlichtje, maar ook auditief, zoals e<strong>en</strong> computerstem of e<strong>en</strong> alarm. Het aflever<strong>en</strong> vande informatie (delivery) door het communicatiemiddel kan misgaan, bijvoorbeeld indi<strong>en</strong>e<strong>en</strong> elektrisch apparaat wordt uitgele<strong>en</strong>d zonder handleiding. Tev<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> de plaatsvan de waarschuwing <strong>en</strong> het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zintuig bij de ontvanger knelpunt<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> geslaagde communicatie.De meest voorkom<strong>en</strong>de manier van communicer<strong>en</strong> is via oog of oor. E<strong>en</strong> waarschuwinghoeft niet slechts via één <strong>en</strong>kel kanaal te word<strong>en</strong> gecommuniceerd. Waarschuwing<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> zo word<strong>en</strong> vormgegev<strong>en</strong> dat zij ook andere zintuig<strong>en</strong> zoals huid, neus of tongprikkel<strong>en</strong> om informatie over te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Deze mogelijkheid wordt echter weinig b<strong>en</strong>ut.E<strong>en</strong> illustratief voorbeeld is het toevoeg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vieze geur of smaak aan e<strong>en</strong> productter aanduiding van gevaar.Onderzoek toont aan dat er e<strong>en</strong> verschil bestaat in effectiviteit van de verschill<strong>en</strong>decommunicatiemiddel<strong>en</strong> onderling. Zo is het aannemelijk dat e<strong>en</strong> visuele waarschuwingop e<strong>en</strong> lawaaierig bouwterrein meer effect sorteert dan e<strong>en</strong> geluidssignaal. Het typecommunicatiemiddel is dus mede contextgebond<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> toont e<strong>en</strong> groot aantalonderzoek<strong>en</strong> aan dat het gebruik van meerdere communicatiemiddel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positiefresultaat oplevert voor de verwerking van de gegev<strong>en</strong> waarschuwingsinformatie. 38 E<strong>en</strong>dubbele waarschuwing zal niet alle<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> voor meer aandacht van de ontvanger <strong>en</strong>35 Wogalter, Kalsher & Rashid 1999, p. 185-192.36 Van Duijne 2005, p. 227.37 Deze subparagraaf is gebaseerd op de bijdrage van Coh<strong>en</strong>, M<strong>en</strong>dat & Wogalter 2006, p. 123-134.38 Bijvoorbeeld Wogalter & Young 1991, p. 79-89 <strong>en</strong> Conzola & Wogalter 1999, p. 549-556.254Gies<strong>en</strong>_01.indb 104 20-5-2008 16:29:42


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de juriste<strong>en</strong> versterking van de boodschap, maar tev<strong>en</strong>s is de kans groter dat e<strong>en</strong> ontvanger mete<strong>en</strong> zintuiglijk gebrek wordt bereikt. 393.4 Aandacht voor de waarschuwing3.4.1 Aandacht trekk<strong>en</strong>Nadat e<strong>en</strong> waarschuwing via e<strong>en</strong> bepaalde route naar de ontvanger is overgebracht,komt de fase van att<strong>en</strong>tion aan bod. Deze fase is in tweeën gesplitst; e<strong>en</strong> waarschuwingmoet de aandacht grijp<strong>en</strong> (att<strong>en</strong>tion switch) én de aandacht vasthoud<strong>en</strong> (att<strong>en</strong>tionmaint<strong>en</strong>ance). 40Het is lastig voor e<strong>en</strong> waarschuwing om de aandacht op zich gevestigd te krijg<strong>en</strong>, nu erdoorgaans tev<strong>en</strong>s andere ding<strong>en</strong> in de omgeving gebeur<strong>en</strong> die all<strong>en</strong> vecht<strong>en</strong> om aandacht.Besliss<strong>en</strong>d is dus of e<strong>en</strong> waarschuwing voldo<strong>en</strong>de opvalt. Dit hangt af van verschill<strong>en</strong>defactor<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste, vanzelfsprek<strong>en</strong>d, de grootte van e<strong>en</strong> waarschuwingsboodschap.T<strong>en</strong> tweede, het contrast tuss<strong>en</strong> de visuele tek<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de achtergrond. E<strong>en</strong> etiket met e<strong>en</strong>witte achtergrond <strong>en</strong> zwarte letters springt meer in het oog dan e<strong>en</strong> combinatie vanrespectievelijk wit <strong>en</strong> geel. Door middel van kleur kan e<strong>en</strong> waarschuwing ook word<strong>en</strong>onderscheid<strong>en</strong> van andere object<strong>en</strong> in de omgeving, mits er voldo<strong>en</strong>de contrast aanwezigis. Verder kan het acc<strong>en</strong>tuer<strong>en</strong> van de waarschuwingsboodschap t<strong>en</strong> opzichte van deoverige tekst ook help<strong>en</strong>, bijvoorbeeld door alle<strong>en</strong> de waarschuwingstekst e<strong>en</strong> anderekleur of lettergrootte te gev<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> vierde kan het plaats<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> rand, met name e<strong>en</strong>dikke rand, rondom belangrijke informatie de aandacht van e<strong>en</strong> ontvanger naar zichtoe trekk<strong>en</strong>. Ook door het toevoeg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> signaalwoord zal e<strong>en</strong> waarschuwing beterde aandacht trekk<strong>en</strong>. Dit geldt nog meer voor symbol<strong>en</strong>, aangezi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> symbool groter<strong>en</strong> visueel opvall<strong>en</strong>der is dan e<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> waarschuwingsboodschap. Uit onderzoekblijkt dat e<strong>en</strong> waarschuwing met symbool hoger scoort op het punt van aandacht danéén zonder. 41 Als laatste kan de plaats van de waarschuwing van ess<strong>en</strong>tieel belang zijn.E<strong>en</strong> waarschuwing kan het beste op die plaats word<strong>en</strong> aangebracht waar de gebruikerhaar verwacht te vind<strong>en</strong>, bijvoorbeeld in de buurt van het gevaar. 42 Dit geldt overig<strong>en</strong>sniet indi<strong>en</strong> dit kan resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> gevaarlijke situatie. Het verdi<strong>en</strong>t de voorkeur omgevaarsinformatie te plaats<strong>en</strong> op het product zelf in plaats van in e<strong>en</strong> aparte gebruiksinstructie.4339 Cox III & Wogalter 2006, p. 128.40 Deze subparagraaf is voor e<strong>en</strong> groot deel gebaseerd op de bijdrage van Wogalter & Vigilante 2006, p. 245-266.41 Bijvoorbeeld Wogalter, Kalsher & Racicot 1993, p. 637-654.42 Bijvoorbeeld Frantz & Rhoades 1993, p. 719-730.43 Frantz & Rhoades 1993, p. 719-730.255Gies<strong>en</strong>_01.indb 105 20-5-2008 16:29:42


S.B. Pape3.4.2 Aandacht vasthoud<strong>en</strong>Vervolg<strong>en</strong>s moet de aandacht van e<strong>en</strong> ontvanger ook word<strong>en</strong> vastgehoud<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>waarschuwing moet gelez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zodat de informatie in het geheug<strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong><strong>en</strong> verwerkt kan word<strong>en</strong>. 44 Logischerwijs bevordert e<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>de waarschuwing dit,maar e<strong>en</strong> waarschuwing zal tev<strong>en</strong>s eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bezitt<strong>en</strong> die de interesse vande lezer opwekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> het lez<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>aam mak<strong>en</strong>.De leesbaarheid van e<strong>en</strong> waarschuwing, in de zin van de wijze waarop de tekst is weergegev<strong>en</strong>,speelt dus e<strong>en</strong> belangrijke rol in het vasthoud<strong>en</strong> van aandacht. Zo is e<strong>en</strong> grotereletter beter dan e<strong>en</strong> kleinere. Alle<strong>en</strong> hoofdletters gebruik<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>t ook niet de voorkeur.45 De leesbaarheid van informatie kan word<strong>en</strong> beperkt door de schaarste in oppervlak.Dit kan word<strong>en</strong> opgelost door slechts de belangrijkste informatie op de verpakkingte zett<strong>en</strong> of door de oppervlakte te vergrot<strong>en</strong> door middel van e<strong>en</strong> uitvouwbaar etiket. 46E<strong>en</strong> ander belangrijk aspect waardoor de aandacht blijft hang<strong>en</strong>, is de opmaak van e<strong>en</strong>waarschuwing. E<strong>en</strong> esthetisch ontwerp maakt meer indruk. Uit onderzoek blijkt datinformatie die weergegev<strong>en</strong> wordt in e<strong>en</strong> lijst tot sneller lez<strong>en</strong>, beter begrip, betere herinnering<strong>en</strong> taakuitvoering leidt dan informatie in e<strong>en</strong> normale paragraaf. 47 E<strong>en</strong> anderaspect van tekstopmaak is uitvull<strong>en</strong>. Ook al oogt dit mooier, de tekst links uitlijn<strong>en</strong> ise<strong>en</strong> betere optie gelet op de leessnelheid. 48De plaats van waarschuwingsinformatie is van belang voor de vraag of de aandachtvan de lezer gefocust blijft. Het mer<strong>en</strong>deel van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> leest van links naar rechts <strong>en</strong>van bov<strong>en</strong> naar onder. De belangrijkste informatie verdi<strong>en</strong>t dan ook e<strong>en</strong> linkerplaats integ<strong>en</strong>stelling tot rechts onderaan of in het midd<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de overige informatie. 49E<strong>en</strong> gevaar dat zich kan voordo<strong>en</strong> in deze fase is dat door de grote hoeveelheid informatiedie wordt gepres<strong>en</strong>teerd, de verwerking wordt geblokkeerd (information overload). 50Aanbevol<strong>en</strong> wordt om de belangrijkste waarschuwingsinformatie voorrang te gev<strong>en</strong> ophet etiket. Het gebruik van kleine onleesbare lettertjes wordt hiermee voorkom<strong>en</strong>. Deoverige informatie kan in de handleiding word<strong>en</strong> gezet. 5144 Wogalter & Leonard 1999, p. 123-148.45 Wogalter & Young 1998, p. 17-34.46 Bijvoorbeeld Wogalter & Vigilante 2003, p. 327-344.47 Wogalter & Vigilante 2003, p. 327-344.48 Frascara 2006, p. 385-405.49 Bijvoorbeeld Wogalter 1987, p. 599-612.50 Scammon 1977, p. 148-155.51 Vigilante & Wogalter 1997, p. 277-285.256Gies<strong>en</strong>_01.indb 106 20-5-2008 16:29:43


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de jurist3.5 Begrijp<strong>en</strong> van de waarschuwingNadat de waarschuwing is opgevall<strong>en</strong>, is voor verdere informatieverwerking van cruciaalbelang dat de inhoud van de boodschap begrijpelijk is. 52 Of dit het geval is, hangt af vanverschill<strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong>, waaronder de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de waarschuwing zelf alsookeig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de ontvanger.De begrijpelijkheid van e<strong>en</strong> waarschuwing zelf speelt zich af op twee niveaus. T<strong>en</strong> eerstegaat het om de vraag welke informatie op het etiket moet kom<strong>en</strong> te staan. Hoofdregel isdat e<strong>en</strong> waarschuwing informatie geeft over het gevaar, de wijze van gebruik <strong>en</strong> de mogelijkegevolg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> categorie van informatie kan weggelat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> bijvoorbeeldde waarschuwing di<strong>en</strong>t ter herinnering van bestaande k<strong>en</strong>nis. Zo is het van algem<strong>en</strong>ebek<strong>en</strong>dheid dat natte vloer<strong>en</strong> glad kunn<strong>en</strong> zijn. E<strong>en</strong> bordje met daarop ‘gladde vloer’ zalvoldo<strong>en</strong>de zijn voor de gemiddelde persoon om voorzichtiger te zijn. T<strong>en</strong> tweede moet deinhoud van de informatiecategorieën zelf begrijpelijk zijn. Verschill<strong>en</strong>de onderzoek<strong>en</strong>ton<strong>en</strong> aan dat door middel van het gev<strong>en</strong> van gedetailleerde informatie e<strong>en</strong> waarschuwingbeter wordt begrep<strong>en</strong> <strong>en</strong> eerder leidt tot beïnvloeding van gedrag. 53In het onderzoek van Frantz werd het effect van expliciete informatie t<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong> van de te nem<strong>en</strong> voorzorgsmaatregel<strong>en</strong> bij het gebruik van e<strong>en</strong> waterafstot<strong>en</strong>dekit onderzocht. Gekek<strong>en</strong> werd of de proefperson<strong>en</strong> de gew<strong>en</strong>stevoorzorgsmaatregel troff<strong>en</strong> zoals: (a) het uitdo<strong>en</strong> van de kaars; (b) het op<strong>en</strong><strong>en</strong>van e<strong>en</strong> raam of (c) het drag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bril <strong>en</strong> handscho<strong>en</strong><strong>en</strong>.De niet-expliciete voorzorgsmaatregel was als volgt geformuleerd:(a) ‘Keep away from op<strong>en</strong> flame or spark’;(b) ‘Use in a well v<strong>en</strong>tilated area’;(c) ‘Avoid contact with skin and eyes’.De expliciete variant<strong>en</strong> bestond<strong>en</strong> uit:(a) ‘Search for and extinguish all flames and remove all sources of ignition’;(b) ‘Op<strong>en</strong> windows to v<strong>en</strong>t vapors to outdoors’;(c) ‘Wear rubber gloves and protective glasses’.Het bleek dat bij de expliciete variant de proefperson<strong>en</strong> de voorzorgmaatregelbeduid<strong>en</strong>d vaker uitvoerd<strong>en</strong> (65%) dan bij de niet-expliciete informatie(29%). 5452 Deze subparagraaf is voor e<strong>en</strong> groot deel gebaseerd op de bijdrage van Hancock e.a. 2006, p. 267-277.53 Laughery & Smith 2006, p. 419-428.54 Frantz 1994, p. 532-546.257Gies<strong>en</strong>_01.indb 107 20-5-2008 16:29:43


S.B. PapeOok de aanwezigheid van symbol<strong>en</strong> <strong>en</strong> signaalwoord<strong>en</strong> kan bijdrag<strong>en</strong> aan de begrijpelijkheidvan e<strong>en</strong> waarschuwing. Onderzoek toont aan dat symbol<strong>en</strong> die weergev<strong>en</strong> watverbod<strong>en</strong> is (‘niet aanrak<strong>en</strong>’) beter begrep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dan symbol<strong>en</strong> die wijz<strong>en</strong> op e<strong>en</strong>bepaald gevaar (‘heet oppervlak’). 55 Het is wel zaak dat e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t eerst e<strong>en</strong> symbooltest vóór plaatsing op het etiket. 56 Symbol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet altijd mete<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong>. Debetek<strong>en</strong>is ervan kan wel aangeleerd word<strong>en</strong>. Met behulp van e<strong>en</strong> signaalwoord kane<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t uitdrukk<strong>en</strong> welk mogelijk gevaar verbond<strong>en</strong> is aan het gebruik van zijnproduct. Niet elk signaalwoord drukt e<strong>en</strong>zelfde mate van gevaar uit; ‘let op’ impliceertiets anders dan ‘dodelijk’. Dit hulpmiddel heet hazard matching. In Amerika wordt ditop onverplichte basis gebruikt. 57 Het blijkt echter dat consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moeite hebb<strong>en</strong> metde juiste interpretatie van signaalwoord<strong>en</strong>. Zo gav<strong>en</strong> zij aan weinig verschil te ervar<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong> ‘CAUTION’ <strong>en</strong> ‘WARNING’. 58Of e<strong>en</strong> waarschuwing begrijpelijk is, hangt naast de inhoud van de informatie tev<strong>en</strong>saf van de persoonlijke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de ontvanger. Het k<strong>en</strong>nisniveau kan zodaniglaag zijn, dat de informatie te moeilijk is om te word<strong>en</strong> verwerkt. Daarnaast kan ookde leesvaardigheid e<strong>en</strong> knelpunt vorm<strong>en</strong>. Psychologisch onderzoek beveelt aan dat hetleesniveau van e<strong>en</strong> waarschuwing moet aansluit<strong>en</strong> bij het niveau van twaalfjarig<strong>en</strong>. Hettaalgebruik moet aansluit<strong>en</strong> bij de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de doelgroep, wat bijvoorbeeldbetek<strong>en</strong>t dat technische vakterm<strong>en</strong> op consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>product<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>.593.6 Attitudes <strong>en</strong> overtuiging<strong>en</strong> over de waarschuwing3.6.1 Oordel<strong>en</strong> over productrisico’sIndi<strong>en</strong> de waarschuwingsboodschap gezi<strong>en</strong>, gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> begrep<strong>en</strong> is, treedt de fase indat de waarschuwing moet word<strong>en</strong> geloofd, moet overtuig<strong>en</strong>. 60 M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong>bepaald oordeel over e<strong>en</strong> product op basis van hun subjectieve attitudes <strong>en</strong> overtuiging<strong>en</strong>(attitudes and beliefs), terwijl deze niet altijd overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong> met de werkelijk-55 Hancock e.a. 2004, p. 183-195.56 Amerikaanse richtlijn<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> voor dat e<strong>en</strong> symbool begrijpelijk is, indi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve doelgroepvan 50 person<strong>en</strong> 85% of meer het symbool begrijpt.57 De term ‘DANGER’ wordt gebruikt indi<strong>en</strong> ernstig letsel of de dood zal intred<strong>en</strong>. ‘WARNING’ wordt gebruikt om uitte drukk<strong>en</strong> dat letsel kan gebeur<strong>en</strong>. ‘CAUTION’ wordt gebruikt indi<strong>en</strong> minder ernstig letsel of zaakschade kan intred<strong>en</strong>.58 Bijvoorbeeld Drake, Conzola & Wogalter 1998, p. 289-301.59 Wogalter 2006, p. 51-61.60 Deze subparagraaf is voor e<strong>en</strong> groot deel gebaseerd op de bijdrage van Riley 2006, p. 289-300 <strong>en</strong> Vred<strong>en</strong>burgh & Zackowitz2006, p. 345-361.258Gies<strong>en</strong>_01.indb 108 20-5-2008 16:29:43


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de juristheid. 61 Zo kunn<strong>en</strong> goede ervaring<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaald product ertoe leid<strong>en</strong> dat iemandgelooft dat dit product veiliger is dan daadwerkelijk het geval is. De effectiviteit van e<strong>en</strong>waarschuwing hangt in grote mate af van deze persoonlijke evaluaties. Door middel vane<strong>en</strong> waarschuwing kunn<strong>en</strong> de gelov<strong>en</strong> <strong>en</strong> attitudes van e<strong>en</strong> gebruiker over e<strong>en</strong> bepaaldproduct op juiste wijze word<strong>en</strong> gevormd <strong>en</strong> indi<strong>en</strong> nodig word<strong>en</strong> gecorrigeerd.De verwachting die iemand heeft over de graad van gevaarlijkheid van e<strong>en</strong> productbepaalt in grote mate de effectiviteit van e<strong>en</strong> waarschuwing. 62 Hoe meer m<strong>en</strong> verwachtdat het product gevaarlijk zal zijn, des te eerder zal m<strong>en</strong> op zoek gaan naar waarschuwing<strong>en</strong>op het product. Onderzoeksliteratuur op het gebied van risicoperceptie toontaan dat de manier waarop m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> risico aankijk<strong>en</strong>, bepaald wordt door hoegroot zij de kans schatt<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> schadelijk gevolg zal intred<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>als door de ernstvan het mogelijke gevolg. Aan de eerste factor wordt over het algeme<strong>en</strong> de meeste waardegehecht. 63Onderzoeksliteratuur op het gebied van risicoperceptie bij consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>product<strong>en</strong> suggereertdat de gebruikers hun subjectieve perceptie van productrisico’s baser<strong>en</strong> op demate van de ernst van het mogelijke letsel. 64 Dit betek<strong>en</strong>t dat hoe ernstiger de consum<strong>en</strong>thet mogelijke gevolg inschat, des te gevaarlijker hij het product ervaart. Het gev<strong>en</strong> vaninformatie over de ernst van de gevolg<strong>en</strong> in de waarschuwing kan dus ess<strong>en</strong>tieel zijn voorhet creër<strong>en</strong> van gedragseffect, zeker bij de meer gevaarlijke product<strong>en</strong>. 65Uit Nederlands onderzoek waarin het gebruik van product<strong>en</strong> zoals elektrischtuingereedschap, gasbranders <strong>en</strong> e<strong>en</strong> sapmachine werd geobserveerdom inzicht te krijg<strong>en</strong> in de mate van risicoperceptie kwam naar vor<strong>en</strong> dat degebruikers bij het beoordel<strong>en</strong> van de gevaarlijkheid van het product de ernstvan het mogelijke letsel als bepal<strong>en</strong>de factor noemd<strong>en</strong>. 66Om e<strong>en</strong> oordeel te kunn<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> over de risico’s verbond<strong>en</strong> aan het product, zal deconsum<strong>en</strong>t hiervan wel besef moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Onderzoek suggereert dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bijgebruik van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>product<strong>en</strong> niet altijd beseff<strong>en</strong> dat zij letsel kunn<strong>en</strong> oplop<strong>en</strong>,bijvoorbeeld omdat de mogelijkheid van e<strong>en</strong> ongeval niet in h<strong>en</strong> opkomt of omdat hetproduct er veilig uitziet. 6761 Voor meer informatie over attitudes <strong>en</strong> gelov<strong>en</strong> zie bijvoorbeeld het handboek van Aronson, Wilson & Akert 2007,p. 214 e.v.62 Zie voor e<strong>en</strong> overzicht van onderzoek<strong>en</strong>: DeJoy 1999, p. 193.63 Slovic, Fischhoff & Licht<strong>en</strong>stein 1979, p. 14-39.64 Wogalter e.a. 1991, p. 71-82; Wogalter, Brems, & Martin 1993, p. 97-106; Wogalter e.a. 1999, p. 151-162.65 Laughery e.a. 1993, p. 597-613.66 Van Duijne 2005, p. 225.67 Weegels & Kanis 2000, p. 365-370; Van Duijne 2005, p. 237.259Gies<strong>en</strong>_01.indb 109 20-5-2008 16:29:43


S.B. PapeM<strong>en</strong>s<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> geregeld moeite te hebb<strong>en</strong> zich e<strong>en</strong> oordeel te vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> beslissingte nem<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> risico. Om dit proces te vergemakkelijk<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gebruik vanezelsbruggetjes. Deze m<strong>en</strong>tale strategieën <strong>en</strong> aannames, ook wel beoordelingsheuristiek<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemd, kunn<strong>en</strong> in geval van productgebruik nuttig zijn voor e<strong>en</strong> ontvanger vane<strong>en</strong> waarschuwing. Echter, het gebruik ervan kan ook leid<strong>en</strong> tot systematische cognitievefout<strong>en</strong> (biases) in het red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>. 68Bij waarschuwing<strong>en</strong> zijn er drie in het bijzonder van belang. 69 T<strong>en</strong> eerste overdrev<strong>en</strong> zelfvertrouw<strong>en</strong><strong>en</strong> onrealistisch optimisme. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> in hun eig<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>. Hiermee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d hebb<strong>en</strong> zij de neiging de waarschijnlijkheid vanpositieve gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> te overschatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> die van negatieve gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> te onderschatt<strong>en</strong>.Ook de beschikbaarheidsheuristiek kan van invloed zijn bij het vorm<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>oordeel over gevaar. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> namelijk de waarschijnlijkheid van e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is,zoals e<strong>en</strong> ongeval, aan de hand van het gemak waarmee zij zich de situatie kunn<strong>en</strong>herinner<strong>en</strong> of voorstell<strong>en</strong>. 70 Vaak voorkom<strong>en</strong>de ongevall<strong>en</strong> of ongevall<strong>en</strong> die m<strong>en</strong> in deeig<strong>en</strong> omgeving heeft meegemaakt zull<strong>en</strong> dus eerder word<strong>en</strong> overschat, terwijl weinigvoorkom<strong>en</strong>de ongevall<strong>en</strong> eerder zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderschat. 71 T<strong>en</strong> derde het cognitieveverschijnsel van onderdrukking, wat wil zegg<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigdzijn om informatie te neger<strong>en</strong> die teg<strong>en</strong>strijdig is met hun bestaande interpretatie vane<strong>en</strong> bepaalde situatie. Bij waarschuwing<strong>en</strong> kan dit betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat de nieuwe informatiekan word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>egeerd, omdat het niet overe<strong>en</strong>komt met hun bestaande geloof over degevaarlijkheid van het product.3.6.2 Vertrouwdheid <strong>en</strong> ervaring met het productOnderzoek toont aan dat de mate waarmee m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vertrouwd zijn met het gebruikvan e<strong>en</strong> product e<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>de factor kan zijn voor e<strong>en</strong> goede informatieverwerking.Ervar<strong>en</strong> gebruikers zull<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> meer k<strong>en</strong>nis van productgevar<strong>en</strong> bezitt<strong>en</strong><strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gevormd omtr<strong>en</strong>t de productgevar<strong>en</strong>. Het is waarschijnlijk datzij als gevolg hiervan minder op zoek zull<strong>en</strong> gaan naar waarschuwingsinformatie. Hoemeer vertrouwd m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn met het gebruik van e<strong>en</strong> product, des te minder snel zal dewaarschuwing op het product opvall<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevolgd. Wel isgeblek<strong>en</strong> dat bij de manier waarop m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op waarschuwing<strong>en</strong> reager<strong>en</strong>, de perceptievan gevaar meer bepal<strong>en</strong>d is dan de vertrouwdheid met e<strong>en</strong> product. 72 Het effect vanvertrouwdheid kan word<strong>en</strong> verklaard door de persoonlijke k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong>/of eerdere68 Tversky & Kahneman 1974, p. 1124-1131. Zie in het algeme<strong>en</strong> over besliss<strong>en</strong> <strong>en</strong> heuristiek<strong>en</strong>: Aronson, Wilson & Akert2007, p. 79-85.69 DeJoy 1999, p. 197-199.70 Tversky & Kahneman 1973, p. 207-232. Zie ook Wogalter e.a. 1991, p. 80.71 Licht<strong>en</strong>stein e.a. 1978, p. 551-578.72 Wogalter e.a. 1991, p. 71-82.260Gies<strong>en</strong>_01.indb 110 20-5-2008 16:29:43


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de juristervaring<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met het product of met soortgelijke product<strong>en</strong> <strong>en</strong> die is opgeslag<strong>en</strong>in het geheug<strong>en</strong>. Dat vertrouwdheid de mate van opvall<strong>en</strong>dheid van e<strong>en</strong> waarschuwingbeïnvloedt, heeft ook te mak<strong>en</strong> met gew<strong>en</strong>ning, habituation. Herhaalde blootstelling aandezelfde waarschuwing op e<strong>en</strong> product kan ertoe leid<strong>en</strong> dat de waarschuwing minderopvalt <strong>en</strong> daardoor minder snel zal word<strong>en</strong> opgevolgd.3.6.3 Relevantie van de waarschuwingM<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> waarschuwing neger<strong>en</strong> omdat zij gelov<strong>en</strong> dat deze niet relevant isvoor hem of haar. 73 E<strong>en</strong> waarschuwing op e<strong>en</strong> sigarett<strong>en</strong>pakje zal eerder opvall<strong>en</strong> bijm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die zelf rok<strong>en</strong> dan bij niet-rokers. E<strong>en</strong> waarschuwing zal meer de aandachttrekk<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> iemand daadwerkelijk op zoek is naar gevaar- <strong>en</strong> veiligheidsinformatie.Dit zal eerder het geval zijn bij minder bek<strong>en</strong>de product<strong>en</strong> of gevaarlijk og<strong>en</strong>de product<strong>en</strong>.74 E<strong>en</strong> manier om dit op te loss<strong>en</strong> is door de waarschuwing te persoonlijk te mak<strong>en</strong>,bijvoorbeeld door middel van het gebruik van de naam (van e<strong>en</strong> werknemer) in dewaarschuwing. 753.7 Motivatie bij de ontvangerAls de waarschuwing erin is geslaagd de attitudes of gelov<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ontvanger juistte vorm<strong>en</strong> of te corriger<strong>en</strong>, is de volg<strong>en</strong>de stap dat de waarschuwing e<strong>en</strong> ontvangermoet aanzett<strong>en</strong> het gedrag van de waarschuwing op te volg<strong>en</strong>. In veel studies wordtdit gemet<strong>en</strong> op basis van de mate waarin e<strong>en</strong> persoon de int<strong>en</strong>tie heeft voorzorgsmaatregel<strong>en</strong>te nem<strong>en</strong>.De motivatie om e<strong>en</strong> waarschuwing op te volg<strong>en</strong> hangt af van <strong>en</strong>kele belangrijke variabel<strong>en</strong>,zoals de perceptie van gevaar, de persoonlijke relevantie van de waarschuwingvoor de ontvanger, de tijd, geld <strong>en</strong> moeite die het opvolg<strong>en</strong> kost, de ernst van het mogelijkeletsel, de sociale invloed van ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> stress. Deze factor<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong> ook deeffectiviteit van e<strong>en</strong> waarschuwing op gedrag, zodat deze bij de volg<strong>en</strong>de paragraaf aanbod kom<strong>en</strong>.3.8 Het opvolg<strong>en</strong> van de waarschuwing3.8.1 Het met<strong>en</strong> van gedragAls sluitstuk van het C-HIP model wordt in deze subparagraaf besprok<strong>en</strong> wat het effectvan waarschuwing<strong>en</strong> is op het gedrag van e<strong>en</strong> ontvanger, het zog<strong>en</strong>oemde compliance73 DeJoy 1999, p. 189-219.74 Wogalter & Vigilante 2006, p. 259.75 Wogalter e.a. 1994, p. 233-242.261Gies<strong>en</strong>_01.indb 111 20-5-2008 16:29:43


S.B. Papebehaviour. 76 In hoeverre e<strong>en</strong> waarschuwing effect heeft op gedrag kan word<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong>door de situatie waarin wel e<strong>en</strong> waarschuwing aanwezig is te vergelijk<strong>en</strong> met de situatiewaarin deze ontbreekt. Van belang daarbij is dat eerst wordt gemet<strong>en</strong> welk veilig gedragm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> waarschuwing is gegev<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> met waarschuwing blijktdat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> veiliger met het product zijn omgegaan, dan heeft de waarschuwing effectgesorteerd. 77Dit effect is echter moeilijk te met<strong>en</strong>, aangezi<strong>en</strong> het bij het opzett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onderzoekniet de bedoeling is proefperson<strong>en</strong> bloot te stell<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> gevaarlijke situatie. Omdie red<strong>en</strong> wordt ‘compliance behaviour’ vaak gemet<strong>en</strong> aan de hand van de vraag of deproefperson<strong>en</strong> de waarschuwing in de voorgelegde situatie zoud<strong>en</strong> opvolg<strong>en</strong> (behavioralint<strong>en</strong>t). Dit is niet helemaal zuiver aangezi<strong>en</strong> de int<strong>en</strong>tie veilig gedrag te verton<strong>en</strong> nietaltijd daadwerkelijk resulteert in veilig gedrag, maar het komt er wel het meest in debuurt als voorspeller van gedrag. 78E<strong>en</strong> overzicht van studies die het effect hebb<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong> van de aanwezigheid van e<strong>en</strong>waarschuwing op veilig gedrag, toont aan dat de aanwezigheid van e<strong>en</strong> waarschuwingtot meer gedragsaanpassing leidt dan in het geval dat ge<strong>en</strong> waarschuwing is gegev<strong>en</strong>. 79Zo moest<strong>en</strong> proefperson<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> laboratoriumonderzoek e<strong>en</strong> vogelhuisjebouw<strong>en</strong> met behulp van e<strong>en</strong> zaag. Zij kreg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> handleiding. E<strong>en</strong> deel vande groep kreeg e<strong>en</strong> zaag met daarop e<strong>en</strong> waarschuwingsboodschap bepaaldeveiligheidsmaatregel<strong>en</strong> in acht te nem<strong>en</strong>. De andere groep niet. Het bleek datde groep met de waarschuwing op de zaag de juiste voorzorgsmaatregel<strong>en</strong>trof. 803.8.2 Factor<strong>en</strong> met betrekking tot het ontwerp van e<strong>en</strong> waarschuwingDe uiterlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> waarschuwing kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong> bijhet beïnvloed<strong>en</strong> van gedrag. Onderzoek toont over het algeme<strong>en</strong> aan dat de plaatsingvan waarschuwing<strong>en</strong> vooraan in de gebruiksinstructies meer effect heeft op gedrag danwanneer de waarschuwing<strong>en</strong> in het midd<strong>en</strong> of op het eind van de instructies stond<strong>en</strong>. 81Wat betreft het effect van kleur, scoort rood het best. E<strong>en</strong> verklaring is dat rood eerder76 Deze subparagraaf is voor e<strong>en</strong> groot deel gebaseerd op de bijdrage van Kalsher & Williams 2006, p. 313-329. Zie ookSilver & Braun 1999, p. 245-262.77 Edworthy & Adams 1996, p. 9.78 Kalsher & Williams 2006, p. 325. In de volg<strong>en</strong>de subparagraf<strong>en</strong> zal het effect van waarschuwing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bepaald aande hand van studies die gedragsint<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> daadwerkelijk opvolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong>.79 Idem, p. 315.80 Kalsher e.a. 2000, p. 822-825.81 Bijvoorbeeld Wogalter e.a. 1987, p. 599-612.262Gies<strong>en</strong>_01.indb 112 20-5-2008 16:29:43


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de juristwordt geassocieerd met gevaar dan bijvoorbeeld gro<strong>en</strong>. 82 E<strong>en</strong> andere mogelijkheid omhet effect op gedrag te vergrot<strong>en</strong> is door de waarschuwingsinformatie te communicer<strong>en</strong>via meerdere kanal<strong>en</strong> tegelijk, bijvoorbeeld zowel visueel als auditief. 83Stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> de taak e<strong>en</strong> diskdrive op e<strong>en</strong> computer aan te sluit<strong>en</strong>. Gedur<strong>en</strong>dede installatie werd naast de geprinte handleiding gebruikgemaakt vane<strong>en</strong> computerstem die instructies gaf. Het onderzoek toonde aan dat de groepdie tev<strong>en</strong>s de stem te hor<strong>en</strong> had gekreg<strong>en</strong> veel beter scoorde op juist gebruikdan de groep die alle<strong>en</strong> de handleiding had gekreg<strong>en</strong>. 84Ook de inhoudelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> waarschuwing kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan de effectiviteit.De aanwezigheid van symbol<strong>en</strong> <strong>en</strong> signaalwoord<strong>en</strong> is veelvuldig onderzocht. Vansymbol<strong>en</strong> is k<strong>en</strong>baar dat deze de opvall<strong>en</strong>dheid van e<strong>en</strong> waarschuwing vergrot<strong>en</strong>. Echter,wat betreft hun effect op gedrag zijn de resultat<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdig, nu is geblek<strong>en</strong> dat demate van gevaar niet altijd goed wordt afgelez<strong>en</strong> uit het signaalwoord. Daarnaast blijktde wijze waarop de inhoud van de informatie wordt neergezet ook van belang te zijn.Zo blijkt het gev<strong>en</strong> van expliciete informatie over bijvoorbeeld de mogelijke gevolg<strong>en</strong>e<strong>en</strong> positieve invloed te hebb<strong>en</strong> op gedrag. 85 Ook de manier waarop de inhoud wordtgepres<strong>en</strong>teerd, het zog<strong>en</strong>oemde framing effect, kan e<strong>en</strong> cruciale factor zijn. 863.8.3 Factor<strong>en</strong> met betrekking tot de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gewaarschuwdeE<strong>en</strong> tweede categorie van factor<strong>en</strong> die bepal<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> zijn voor de effectiviteit vane<strong>en</strong> waarschuwing, heeft betrekking op de gewaarschuwde zelf. Het oordeel van e<strong>en</strong>productgebruiker over het gevaar is van belang voor de effectiviteit van de waarschuwingop gedrag. Over het algeme<strong>en</strong> kan gezegd word<strong>en</strong> dat waarschuwing<strong>en</strong> sneller opgevolgdword<strong>en</strong> naarmate m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> product gevaarlijker acht. Verder toont onderzoek aan datvertrouwdheid <strong>en</strong> eerdere ervaring<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaald product e<strong>en</strong> daling veroorzak<strong>en</strong>in perceptie omtr<strong>en</strong>t de gevaarlijkheid van het product. 87 Met name negatieve ervaring<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van eerdere ongevall<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> stijging in gevaarsperceptie,wat vervolg<strong>en</strong>s kan resulter<strong>en</strong> in voorzichtiger gedrag.Andere individuele verschill<strong>en</strong> die van belang kunn<strong>en</strong> zijn voor gedragsaanpassing <strong>en</strong>waar onderzoek naar is gedaan, is het verschil in sekse. Alhoewel de onderzoek<strong>en</strong> schaars<strong>en</strong> niet consist<strong>en</strong>t zijn op dit punt, kan wel uit <strong>en</strong>kele word<strong>en</strong> afgeleid dat vrouw<strong>en</strong> over82 Bijvoorbeeld Braun & Silver 1995, p. 2207-2220.83 Bijvoorbeeld Wogalter & Young 1991, p. 79-89.84 Conzola & Wogalter 1999, p. 549-556.85 Frantz 1994, p. 532-546. Zie bijvoorbeeld ook V<strong>en</strong>ema 1990, p. 59.86 Tversky & Kahneman 1981, p. 1453-1458.87 Wogalter e.a. 1991, p. 71-82.263Gies<strong>en</strong>_01.indb 113 20-5-2008 16:29:44


S.B. Papehet algeme<strong>en</strong> eerder e<strong>en</strong> waarschuwing zull<strong>en</strong> opvolg<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong>. 88 E<strong>en</strong> andere variabeleis de mate van controle die iemand persoonlijk gelooft te hebb<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> situatie.Uit e<strong>en</strong> Nederlandse veldstudie van Van Duijne waarbij het gebruik vanelektrisch tuingereedschap door consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd geobserveerd, kwam naarvor<strong>en</strong> dat de proefperson<strong>en</strong> beseft<strong>en</strong> dat er risico’s verbond<strong>en</strong> zijn aan hetgebruik van hun elektrisch tuingereedschap, maar dat zij me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> deze risico’sonder controle te hebb<strong>en</strong>. De gebruikers hadd<strong>en</strong> het idee dat zij de risico’skond<strong>en</strong> beheers<strong>en</strong> door aandacht te bested<strong>en</strong> aan de bron van het gevaar, zoalsde scherpe mess<strong>en</strong> aan het tuingereedschap of door zelf(bedachte) voorzorgsmaatregel<strong>en</strong>te treff<strong>en</strong>, zoals het snoer tuss<strong>en</strong> de b<strong>en</strong><strong>en</strong> houd<strong>en</strong> bij het gebruikvan het gereedschap. De meeste proefperson<strong>en</strong> achtt<strong>en</strong> het niet nodig om degebruiksinstructies te lez<strong>en</strong> vóór productgebruik, omdat ze zelf me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> tewet<strong>en</strong> hoe ze veilig met het product om moest<strong>en</strong> gaan. To<strong>en</strong> werd gevraagdnaar de betek<strong>en</strong>is van de waarschuwingssymbol<strong>en</strong> bleek dat het mer<strong>en</strong>deel zeverkeerd begreep. 893.8.4 Factor<strong>en</strong> met betrekking tot de situatie van productgebruikT<strong>en</strong> eerste de kost<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan het opvolg<strong>en</strong> van de waarschuwing. Het handel<strong>en</strong>overe<strong>en</strong>komstig de waarschuwing kan in de og<strong>en</strong> van de productgebruiker te veel tijdinnem<strong>en</strong>, duur, ongemakkelijk of lastig uitvoerbaar zijn. De gebruiker ervaart deze alsnel als te hoog, met als gevolg dat de kans groot is dat hij het veilige gedrag niet vertoont.Verscheid<strong>en</strong>de onderzoek<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> dit aan, waaronder het onderzoek van Hunn e.a.Proefperson<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> de taak om met e<strong>en</strong> schoonmaakmiddel te werk<strong>en</strong>. Opde fles stond als instructie aangegev<strong>en</strong> dat handscho<strong>en</strong><strong>en</strong> moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong>aangetrokk<strong>en</strong>. Bij de <strong>en</strong>e groep war<strong>en</strong> de handscho<strong>en</strong><strong>en</strong> verpakt bij hetproduct <strong>en</strong> 87% vertoonde het veilige gedrag. Bij de andere groep lag<strong>en</strong> dehandscho<strong>en</strong><strong>en</strong> ev<strong>en</strong> verderop. Slecht e<strong>en</strong> kwart van de groep volgde de waarschuwingop. Onderzoekers drag<strong>en</strong> als oplossing aan om de maatregel<strong>en</strong> diegetroff<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> te vergemakkelijk<strong>en</strong>, bijvoorbeeld door het aanlever<strong>en</strong>van veiligheidsmateriaal. 90Ook de observatieonderzoek<strong>en</strong> van Van Duijne lat<strong>en</strong> all<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat de deelnemerszich zo weinig mogelijk wild<strong>en</strong> inspann<strong>en</strong> om het gew<strong>en</strong>ste resultaat te88 Smith-Jackson 2006, p. 335-344.89 Van Duijne 2005, p. 127-151.90 Hunn & Dingus 1992, p. 497-505.264Gies<strong>en</strong>_01.indb 114 20-5-2008 16:29:44


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de juristbehal<strong>en</strong>, ook indi<strong>en</strong> dat betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> wat minder veilige handeling moetword<strong>en</strong> verricht. Dat risico zijn zij bereid te accepter<strong>en</strong>. De studie gerichtop het gebruik van elektrisch tuingereedschap laat zi<strong>en</strong> dat ondanks dat degebruikers wist<strong>en</strong> dat de mess<strong>en</strong> verwonding<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong>, zij bijhet schoonmak<strong>en</strong> ervan niet de stekker uit het stopcontact haald<strong>en</strong>. 91T<strong>en</strong> tweede zijn de kost<strong>en</strong> van het niet opvolg<strong>en</strong> van de waarschuwing, zoals schadeaan person<strong>en</strong> of zak<strong>en</strong>, van belang voor de effectiviteit op gedrag. Hoe m<strong>en</strong> over hetproductrisico d<strong>en</strong>kt, heeft vooral te mak<strong>en</strong> met hoe m<strong>en</strong> de ernst van het letsel inschat. 92E<strong>en</strong> stijging in risicoperceptie bij e<strong>en</strong> gebruiker zal hem motiver<strong>en</strong> voorzichtig met hetproduct om te gaan. Echter, het gevolg kan zijn dat door het nem<strong>en</strong> van voorzorgsmaatregel<strong>en</strong>die effect hebb<strong>en</strong>, gebruikers op d<strong>en</strong> duur het risico lager inschatt<strong>en</strong>, omdat zijvertrouwd zijn geraakt met e<strong>en</strong> veilig gebruik van het product. E<strong>en</strong> mogelijke oplossinghiervoor is het gev<strong>en</strong> van expliciete informatie over de mogelijke gevolg<strong>en</strong> van nietnakomingvan de waarschuwing. Dit geldt met name indi<strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> ernstig kunn<strong>en</strong>zijn, omdat risicoperceptie in dat geval to<strong>en</strong>eemt. 93E<strong>en</strong> andere variabele die de effectiviteit van e<strong>en</strong> waarschuwing op het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>kan aantast<strong>en</strong>, is de invloed van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit de omgeving. Uit onderzoek blijkt datm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eerder g<strong>en</strong>eigd zijn veilig gedrag te verton<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rolmodel dit voordoet ofcollega’s op de werkplek. Omgekeerd geldt hetzelfde.Zo moest<strong>en</strong> proefperson<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> laboratoriumonderzoek e<strong>en</strong> taak uitvoer<strong>en</strong>met stoff<strong>en</strong> waarvan zij dacht<strong>en</strong> dat ze gevaarlijk war<strong>en</strong>. Vooraf kreg<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong>videoboodschap te zi<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>e helft van de groep kreeg e<strong>en</strong> videoboodschapmet daarin e<strong>en</strong> waarschuwing met betrekking tot de stoff<strong>en</strong>. De andere helftvan de groep kreeg deze videoboodschap ook te zi<strong>en</strong>, maar kreeg daarnaastnog e<strong>en</strong> filmpje te zi<strong>en</strong> waarin door e<strong>en</strong> rolmodel werd voorgedaan op welkewijze de taak veilig kon word<strong>en</strong> uitgevoerd, zoals het gebruik van handscho<strong>en</strong><strong>en</strong><strong>en</strong> bril. Bijna alle proefperson<strong>en</strong> (92%) vertoond<strong>en</strong> in de tweedegroep het gedrag van het rolmodel. In de eerste groep trof maar de helft devereiste veiligheidsmaatregel<strong>en</strong>. 94Verder levert ook stress e<strong>en</strong> stor<strong>en</strong>de factor op. E<strong>en</strong> onderzoek van Wogalter e.a. toontaan dat bij het uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taak onder tijdsdruk het veilige productgebruik volg<strong>en</strong>s91 Van Duijne 2005, p. 127-151.92 Wogalter e.a. 1991, p. 71-82.93 Bijvoorbeeld Laughery e.a. 1993, p. 597-613.94 Racicot & Wogalter 1995, p. 57-64.265Gies<strong>en</strong>_01.indb 115 20-5-2008 16:29:44


S.B. Papede waarschuwing aanmerkelijk afnam in teg<strong>en</strong>stelling tot de situatie waarin ge<strong>en</strong> tijdslimietgold. 95 Ook werkdruk kan ertoe leid<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet in staat zijn de veiligheidsinformatiegoed te verwerk<strong>en</strong>. 964 Psychologische noties in het productaansprakelijkheidsrecht4.1 InleidingOp het eerste gezicht implicer<strong>en</strong> voornoemde onderzoeksresultat<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> overhet algeme<strong>en</strong> niet uitmunt<strong>en</strong>d scor<strong>en</strong> in het verwerk<strong>en</strong> van informatie. Desalnietteminlevert het e<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>baar beeld op; hoe vaak lees je zelf eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> handleiding ofnegeer je e<strong>en</strong> waarschuwing omdat je de veiligheidsaanbeveling<strong>en</strong> onnodig vindt?Voordat ik toekom aan bespreking van de wijze waarop psychologische bevinding<strong>en</strong>het aansprakelijkheidsrecht kunn<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijk verbeter<strong>en</strong>, wil ik eerststilstaan bij de vraag in hoeverre psychologische noties, t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van productwaarschuwing<strong>en</strong>,zijn doorgedrong<strong>en</strong> in het aansprakelijkheidsrecht. Drie uitsprak<strong>en</strong> van deHoge Raad, zijnde Lekk<strong>en</strong>de Kruik, Jetblast <strong>en</strong> Multivacmachine, trekk<strong>en</strong> in dit opzichtde aandacht. 974.2 Het juridische consum<strong>en</strong>tbeeldHet beeld dat het recht heeft van de consum<strong>en</strong>t is e<strong>en</strong> geobjectiveerd beeld, de maatstafis het gedrag van de gemiddelde, normale m<strong>en</strong>s. 98 De notie dat normale m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ge<strong>en</strong>computers zijn <strong>en</strong> als gevolg van cognitieve beperking<strong>en</strong> verkeerde beslissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>nem<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van hun eig<strong>en</strong> veiligheid, is in abstracte zin terug te vind<strong>en</strong> in de rechtspraakmet betrekking tot de verwachting<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> zorgdrager moet hebb<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>thet gedrag van pot<strong>en</strong>tiële slachtoffers. 99 In het aansprakelijkheidsrecht bundelt m<strong>en</strong> dezeveronderstelling van gedrag onder de noemer van onoplett<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> onvoorzichtigheid.Vervolg<strong>en</strong>s is deze regel verbijzonderd t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het type slachtoffer, zoalsonoplett<strong>en</strong>de <strong>en</strong> onvoorzichtige verkeersdeelnemers, werknemers <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. 10095 Wogalter e.a. 1998, p. 143-158.96 Bijvoorbeeld Wogalter & Usher 1999, p. 106-110.97 Zie bijvoorbeeld ook HR 13 oktober 2006, RvdW 2006, 941 (Vie d'Or/Verzekeringskamer), HR 25 november, RvdW2005, 132 (Skeelerongeval).98 Jans<strong>en</strong> (Onrechtmatige daad I), art. 162, aant. 88.5 <strong>en</strong> 88.8.99 HR 5 november 1965, NJ 1966, 136 (Kelderluik).100 Voor verkeersdeelnemers zie bijvoorbeeld HR 20 maart 1992, NJ 1993, 547 (Bussluis); HR 26 september 2003, NJ 2003,660 (Zeeuws weggetje). Voor werknemers zie bijvoorbeeld rec<strong>en</strong>telijk HR 11 november 2005, JA 2006, 11 (Multivacmachine).266Gies<strong>en</strong>_01.indb 116 20-5-2008 16:29:44


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de juristIn het productaansprakelijkheidsrecht is deze gedragspresumptie gebruikt in het Lekk<strong>en</strong>deKruik-arrest. 101 Daarin bepaalt de Hoge Raad dat e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t er rek<strong>en</strong>ing mee di<strong>en</strong>t tehoud<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> deel van het publiek waarvoor het product bestemd is, het nem<strong>en</strong> van d<strong>en</strong>oodzakelijke voorzorgsmaatregel<strong>en</strong> zal nalat<strong>en</strong>. Hieruit kan de vergaande plicht word<strong>en</strong>afgeleid dat e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t moet beseff<strong>en</strong> dat de mogelijkheid dat e<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t de veiligheidsinformati<strong>en</strong>iet goed verwerkt of zelfs in het geheel niet leest reëel is. Verder kan ernog e<strong>en</strong> parallel word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> met de rechtspraak over werknemers die werk<strong>en</strong> metgevaarlijke machines. Hierin wordt de algem<strong>en</strong>e veronderstelling gedaan dat werknemerszich door het dagelijks werk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gevaarlijke machine, waaraan aanzi<strong>en</strong>lijke risico’szijn verbond<strong>en</strong>, vergeetachtig <strong>en</strong> onvoorzichtig kunn<strong>en</strong> gaan gedrag<strong>en</strong>. 1024.3 <strong>Gedrag</strong>sregels voor produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>4.3.1 De plicht om te anticiper<strong>en</strong> op onvoorzichtig productgebruikLogischerwijs zi<strong>en</strong> we de algem<strong>en</strong>e presumptie die in het aansprakelijkheidsrecht wordtgebruikt over het gedrag van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> indirect terug in de eis<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> gesteldaan de waarschuwingsplicht van e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t. Immers, hij moet onderzoek<strong>en</strong> op welkewijze consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> onvoorzichtig <strong>en</strong> oplett<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> zijn, zodat hij zijn ontwerp <strong>en</strong>gebruiksaanwijzing daarop kan afstemm<strong>en</strong>. Tot hoever de anticipatieplicht van e<strong>en</strong>produc<strong>en</strong>t reikt, wordt bepaald door de omstandighed<strong>en</strong> van het specifieke geval. Ditbiedt weinig houvast aan e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t. De uiterste gr<strong>en</strong>s is door de Richtlijn Productaansprakelijkheidneergelegd bij productgebruik dat als onredelijk misbruik wordtbetiteld. 103 Artikel 6:186 BW spreekt van ‘het redelijkerwijs te verwacht<strong>en</strong> gebruik’als omstandigheid die medebepal<strong>en</strong>d is voor de gebrekkigheid van e<strong>en</strong> product. Voorgevar<strong>en</strong> die door dergelijk productgebruik kunn<strong>en</strong> ontstaan zal in beginsel moet<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gewaarschuwd. Wanneer gebruik niet meer redelijkerwijs te verwacht<strong>en</strong> is, maarmisbruik oplevert, is onduidelijk. Deze verantwoordelijkheid ligt bij e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t. Ofdeze hierin de juiste keuze heeft gemaakt, kan pas achteraf word<strong>en</strong> beoordeeld indi<strong>en</strong>letsel bij productgebruik zich heeft voorgedaan. E<strong>en</strong> andere begr<strong>en</strong>zing kan word<strong>en</strong>gevond<strong>en</strong> in het arrest Zeeuws weggetje, dat zegt dat waarschuw<strong>en</strong> niet nodig is indi<strong>en</strong>het gevaar ook voor de onvoorzichtige <strong>en</strong> onoplett<strong>en</strong>de weggebruiker aanstonds duidelijkhad moet<strong>en</strong> zijn. 104 Deze gr<strong>en</strong>s vertoont veel gelijk<strong>en</strong>is met de publiekrechtelijke101 HR 2 februari 1973, NJ 1973, 315, m.nt. HB (Lekk<strong>en</strong>de kruik I).102 Bijvoorbeeld HR 14 april 1978, NJ 1979, 245 (Messaoudi/Hoechst).103 R.o. 6 van de considerans.104 HR 26 september 2003, NJ 2003, 660 (Zeeuws weggetje). Voor comm<strong>en</strong>taar op dit arrest zie de noot van Gies<strong>en</strong> 2004,p. 35-39.267Gies<strong>en</strong>_01.indb 117 20-5-2008 16:29:44


S.B. Pap<strong>en</strong>orm van artikel 5 RAPV. 105 Echter, van e<strong>en</strong> groot deel van de product<strong>en</strong> die teg<strong>en</strong>woordigop de markt verschijn<strong>en</strong> zijn de productrisico’s door hun complexiteit mindergoed zichtbaar, wat voor e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t betek<strong>en</strong>t dat de anticipatieplicht e<strong>en</strong> vergaandeplicht inhoudt.4.3.2 De plicht om pass<strong>en</strong>de voorzorgsmaatregel<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong>E<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de psychologische norm is terug te vind<strong>en</strong> in het Multivacmachine-arrest uit2006. 106 In deze zaak heeft e<strong>en</strong> werknemer ernstig letsel opgelop<strong>en</strong> als gevolg vanhet inpakk<strong>en</strong> van vlees met behulp van e<strong>en</strong> Multivac-machine. De folie wasvast kom<strong>en</strong> te zitt<strong>en</strong>. De werknemer stopte zijn hand in de inpakmachineom de folie los te krijg<strong>en</strong>, waardoor zijn vingertopp<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> geamputeerd.De machine was voorzi<strong>en</strong> van beschermkapp<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> noodstopknop <strong>en</strong> e<strong>en</strong>waarschuwingssticker met de tekst ‘GEVAAR AMPUTATIEGEVAAR Veiligheidskapp<strong>en</strong>niet verwijder<strong>en</strong>. Niet onder de veiligheidsskapp<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> t<strong>en</strong>zijde hoofdschakelaar uit is’. Tev<strong>en</strong>s bevond zich e<strong>en</strong> symbool op de machine vane<strong>en</strong> hand onder e<strong>en</strong> verticale staaf. Na het ongeluk heeft de werkgever e<strong>en</strong>beveiligingstrip aangebracht om de gleuf te dicht<strong>en</strong>.De Hoge Raad oordeelt dat in geval van gevaarlijke machines waarschuwing<strong>en</strong> gerichtaan de werknemer, zoals de waarschuwingsstickers, niet steeds voldo<strong>en</strong>de zull<strong>en</strong> zijn.Immers, door de dagelijkse omgang met e<strong>en</strong> machine zal de gebruiker niet meer steedsalle voorzichtigheid in acht nem<strong>en</strong> die ter voorkoming van ongelukk<strong>en</strong> gerad<strong>en</strong> is. DeHoge Raad vervolgt dat van de werkgever dan ook moet word<strong>en</strong> verwacht dat hij onderzoektof afdo<strong>en</strong>de prev<strong>en</strong>tieve maatregel<strong>en</strong> mogelijk zijn dan wel of e<strong>en</strong> veiliger werkingvan de machine mogelijk is. Is dat niet het geval, dan moet hij onderzoek<strong>en</strong> of op e<strong>en</strong>voldo<strong>en</strong>de effectieve wijze voor het gevaar kan word<strong>en</strong> gewaarschuwd.Zoals we bij bespreking van het onderdeel ‘waarschuwingsbron’ uit het C-HIP modelzag<strong>en</strong>, geldt binn<strong>en</strong> de psychologie <strong>en</strong> ergonomie e<strong>en</strong> hazard control hierarchy. Dezehiërarchische aanpak van gevar<strong>en</strong> komt overe<strong>en</strong> met de regel die de Hoge Raad in hetMultivacmachine-arrest heeft geformuleerd. Deze norm kan ook word<strong>en</strong> gehanteerd inhet kader van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>product<strong>en</strong>, in het bijzonder voor product<strong>en</strong> waar behoorlijkerisico’s aan zijn verbond<strong>en</strong>, bijvoorbeeld elektrisch tuingereedschap.105 Hierin staat kort gezegd dat e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t moet waarschuw<strong>en</strong> voor productrisico’s t<strong>en</strong>zij deze zonder waarschuwingonmiddellijk herk<strong>en</strong>baar zijn.106 HR 11 november 2005, JA 2006, 11 m.nt. W.H. van Boom (Multivacmachine). Voor comm<strong>en</strong>taar op dit arrest Lind<strong>en</strong>bergh2006, p. 39-43.268Gies<strong>en</strong>_01.indb 118 20-5-2008 16:29:44


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de jurist4.3.3 De plicht om adequaat te waarschuw<strong>en</strong>Indi<strong>en</strong> verdergaande fysieke maatregel<strong>en</strong> ter voorkoming van het verhoogde gevaar nietmogelijk zijn, zal moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderzocht of waarschuw<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de effect sorteert.Hierin zit e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de psychologische norm beslot<strong>en</strong> die door de Hoge Raad in 2004 inhet Jetblast-arrest is geïntroduceerd. 107In deze zaak gaat het om de vraag of het door de luchthav<strong>en</strong> geplaatste waarschuwingsborde<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>de voorzorgsmaatregel is om het publiek te waarschuw<strong>en</strong>voor het gevaar van jetblasts. Het slachtoffer heeft ernstige letselschadeopgelop<strong>en</strong> nadat zij als gevolg van e<strong>en</strong> opstijg<strong>en</strong>d vliegtuig de lucht inis geblaz<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s met haar hoofd is beland op e<strong>en</strong> rotsblok. De toeristestond, achter e<strong>en</strong> hek in het verl<strong>en</strong>gde van de startbaan, op ongeveer vijftigmeter afstand van het vliegtuig. Aan het hek hing e<strong>en</strong> waarschuwingsbordmet daarop de tekst: ‘WARNING!’ <strong>en</strong> daaronder ‘Low flying and departingair craft blast can cause physical injury’.Het hof acht de waarschuwing adequaat, nu het slachtoffer door het bord op de hoogtekon zijn van het gevaar. De Hoge Raad gaat hier niet in mee. Vastgesteld was namelijk datvoortdur<strong>en</strong>d toerist<strong>en</strong> naar de vertrekk<strong>en</strong>de vliegtuig<strong>en</strong> stond<strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich aldusblootsteld<strong>en</strong> aan het gevaar van jetblasts. De Hoge Raad oordeelt dat e<strong>en</strong> waarschuwingals afdo<strong>en</strong>de maatregel met het oog op bescherming teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaald gevaar kan word<strong>en</strong>beschouwd, indi<strong>en</strong> te verwacht<strong>en</strong> valt dat de waarschuwing zal leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> handel<strong>en</strong>of nalat<strong>en</strong> waardoor dit gevaar wordt vermed<strong>en</strong>. Hieruit volgt dat de wijze waarop deeffectiviteit van e<strong>en</strong> waarschuwing wordt beoordeeld in het aansprakelijkheidsrechtovere<strong>en</strong>komt met de eis<strong>en</strong> die de cognitieve psychologie stelt aan e<strong>en</strong> waarschuwing.Immers, zoals we zag<strong>en</strong> aan de hand van het C-HIP model moet e<strong>en</strong> waarschuwinguiteindelijk resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> handel<strong>en</strong> conform de waarschuwing.4.4 Psychologische noties in het publiekrechtZoals we zag<strong>en</strong> heeft de Hoge Raad rec<strong>en</strong>telijk norm<strong>en</strong> in het aansprakelijkheidsrechtgehanteerd die strok<strong>en</strong> met inzicht<strong>en</strong> uit de cognitieve psychologie. In het publiekrechtvalt mij minder duidelijk op in welke mate de overheid zich baseert op psychologisch<strong>en</strong>oties bij het ontwerp<strong>en</strong> van publiekrechtelijke veiligheidsvoorschrift<strong>en</strong>. In geval vanhet etiket van gevaarlijke stoff<strong>en</strong>, is het maar de vraag of de voorgeschrev<strong>en</strong> informatie107 HR 28 mei 2004, NJ 2005, 105 (Jetblast). Zie voor uitgebreide bespreking van het Jetblast-arrest: Gies<strong>en</strong> 2005. E<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>vatting van de oratie is te vind<strong>en</strong> in: Gies<strong>en</strong> 2006, p. 3-8. En verder: Pape 2006, p. 374-382.269Gies<strong>en</strong>_01.indb 119 20-5-2008 16:29:45


S.B. Pape<strong>en</strong> symbol<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> aan de psychologische vereist<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> effectieve waarschuwing.De informatie geeft aan wat het gevaar is, maar ze zegt niets over hoe groot de kans opblootstelling is. 108 E<strong>en</strong> uitzondering vormt de tabakswaarschuwing. 109In de psychologie wordt gehamerd op het feit dat produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hun waarschuwing moet<strong>en</strong>test<strong>en</strong> voordat zij het product op de markt br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Dit uitgangspunt zou ook voor deoverheid moet<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>.5 Psychologische inzicht<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> toegevoegde waarde voor hetproductaansprakelijkheidsrecht?5.1 InleidingIn de kom<strong>en</strong>de subparagraf<strong>en</strong> beantwoord ik de vraag op welke wijze cognitieve bevinding<strong>en</strong>over waarschuwing<strong>en</strong> <strong>en</strong> productgebruik e<strong>en</strong> toegevoegde waarde zijn voor <strong>en</strong> inhet productaansprakelijkheidsrecht. Hierbij ga ik uit van de opvatting dat het juridischeconsum<strong>en</strong>tbeeld zo veel mogelijk moet aansluit<strong>en</strong> bij het werkelijke consum<strong>en</strong>tbeeld. Ofdat kan word<strong>en</strong> bereikt hangt af van welke gedragsregels het recht de produc<strong>en</strong>t oplegt<strong>en</strong> hoe de rechter zijn oordeel vormt. Deze aspect<strong>en</strong> werk ik hierna nader uit.5.2 Effectieve gedragsregels5.2.1 E<strong>en</strong> realistisch beeld van e<strong>en</strong> waarschuwingIn het aansprakelijkheidsrecht wordt e<strong>en</strong> waarschuwing sinds jaar <strong>en</strong> dag gezi<strong>en</strong> alse<strong>en</strong> voorzorgsmaatregel ter afw<strong>en</strong>ding van gevaar. Er kan ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s word<strong>en</strong>bespeurd; de laatste jar<strong>en</strong> wordt meer <strong>en</strong> meer de focus gelegd op het daadwerkelijkeeffect van deze maatregel als middel om gedrag van pot<strong>en</strong>tiële slachtoffers te beïnvloed<strong>en</strong>,zowel door de Hoge Raad als in de wet<strong>en</strong>schap. 110 De Hoge Raad heeft in korte tijdtwee arrest<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong> die gevoed zijn met e<strong>en</strong> norm die voortkomt uit de cognitievepsychologie. Deze introductie van de Jetblast-norm in combinatie met de Multivacmachine-normacht ik e<strong>en</strong> toegevoegde waarde voor het productaansprakelijkheidsrecht.Enerzijds leert de psychologie ons dat e<strong>en</strong> waarschuwing ge<strong>en</strong> wondermiddel is tervoorkoming van ongevall<strong>en</strong>. Tal van cognitieve factor<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> opstopping<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong>op de weg naar e<strong>en</strong> effectieve waarschuwing. Anderzijds ton<strong>en</strong> de onderzoeks-108 Zie www.isditproductveilig.nl onder het kopje ‘Gevaarsinformatie’.109 Zo heeft de minister van VWS rec<strong>en</strong>telijk aangekondigd pas over te gaan tot het plaats<strong>en</strong> van kleur<strong>en</strong>foto’s op sigarett<strong>en</strong>verpakking<strong>en</strong>indi<strong>en</strong> deze in andere lidstat<strong>en</strong> effectief blijkt te zijn. Het plaats<strong>en</strong> van kleur<strong>en</strong>foto’s op sigarett<strong>en</strong>verpakking<strong>en</strong>is niet verplicht gesteld door de Europese Commissie (Beschikking 2003/641/EG (PbEG 2003, L 226)).110 Bijvoorbeeld Van Boom 2003; Gies<strong>en</strong> 2005.270Gies<strong>en</strong>_01.indb 120 20-5-2008 16:29:45


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de juristresultat<strong>en</strong> wel degelijk aan dat waarschuwing<strong>en</strong> in staat zijn om gedrag op e<strong>en</strong> positievewijze te beïnvloed<strong>en</strong>. 111 Het juridisch beoordel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> waarschuwing als middel omveilig gedrag te bevorder<strong>en</strong> is derhalve ge<strong>en</strong> verkeerd uitgangspunt, nu het uitgaat vande feitelijke omstandigheid dat waarschuwing<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>. De vraag is alle<strong>en</strong> onder welkeomstandighed<strong>en</strong> gedragseffect kan word<strong>en</strong> verwacht. De onderzoeksresultat<strong>en</strong> uit decognitieve psychologie bied<strong>en</strong> hier inzicht in. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> leert de psychologie ons ook dathet gebruik van waarschuwing<strong>en</strong> als minst betrouwbare beschermingsmethode moetword<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. Dit is door de Hoge Raad verdisconteerd in de Multivacmachine-norm.Nu de Hoge Raad psychologische maatstav<strong>en</strong> heeft geïntroduceerd in het aansprakelijkheidsrecht,is het wel van belang dat de rechter in het vervolg ook daadwerkelijk te radegaat bij de cognitieve psychologie om erachter te kom<strong>en</strong> waarom e<strong>en</strong> waarschuwing ine<strong>en</strong> bepaalde situatie niet heeft gewerkt <strong>en</strong> in hoeverre het gerechtvaardigd is dat verdergaandemaatregel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geëist. Anders wordt het doel van ongevalsprev<strong>en</strong>tie zekerniet bereikt. Met andere woord<strong>en</strong>, wie A zegt, moet ook B zegg<strong>en</strong>.5.2.2 Prikkel<strong>en</strong>de norm<strong>en</strong>Alhoewel de hiërarchische aanpak van de Multivacmachine-norm alom bek<strong>en</strong>d is onderproductontwerpers, is het de vraag in welke mate het in de praktijk wordt toegepast. 112Onderzoek van Van Duijne laat zi<strong>en</strong> dat ontwerpers weinig moeite do<strong>en</strong> om problem<strong>en</strong>met betrekking tot de veiligheid van e<strong>en</strong> product te begrijp<strong>en</strong> vanuit het gebruikersperspectief,terwijl juist inzicht verkrijg<strong>en</strong> in de wijze waarop gebruikers omgaan mete<strong>en</strong> product <strong>en</strong> productrisico’s belev<strong>en</strong> ongevalsprev<strong>en</strong>tie kan bevorder<strong>en</strong>. De ontwerperswar<strong>en</strong> meer gericht op het vind<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ontwerpoplossing <strong>en</strong> het ontwerp<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> product dat veilig oogt. Weinig aandacht werd besteed aan de werkelijke interactietuss<strong>en</strong> gebruiker <strong>en</strong> product. 113 In haar proefschrift pres<strong>en</strong>teert zij e<strong>en</strong> observationeleonderzoeksmethode aan de hand waarvan produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun ontwerpers meer inzichtkunn<strong>en</strong> verkrijg<strong>en</strong> in productgebruik vanuit het gebruikersperspectief. 114De Multivacmachine-norm kan bijdrag<strong>en</strong> aan de prev<strong>en</strong>tieve werking van het productaansprakelijkheidsrecht.Idealiter stimuleert de Multivacmachine-norm produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ommeer aandacht te bested<strong>en</strong> aan de werkelijke interactie tuss<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t <strong>en</strong> zijn productom zo het aantal ongevall<strong>en</strong> te verminder<strong>en</strong>. Daar komt bij dat ook de str<strong>en</strong>ge Jetblast-111 Cox III e.a. 1997, p. 195-204.112 Zie bijvoorbeeld Dirk<strong>en</strong> 1997, p.452-454; Van Ak<strong>en</strong> e.a 1996, p. 27-33. Deze norm is ook neergelegd in de ISO/IECGUIDE 51:1999, Guidelines for the inclusion of safety aspects in standards. Dit is e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e handleiding, opgestelddoor twee internationale normcommissies, die di<strong>en</strong>t als richtsnoer voor normcommissies bij andere niet-bind<strong>en</strong>d<strong>en</strong>orm<strong>en</strong>.113 Van Duijne 2005, hoofdstuk 8.114 Van Duijne 2005, hoofdstuk 9.271Gies<strong>en</strong>_01.indb 121 20-5-2008 16:29:45


S.B. Pap<strong>en</strong>orm produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wil do<strong>en</strong> prikkel<strong>en</strong> om onderzoek te do<strong>en</strong> naar de wijze waarop zije<strong>en</strong> waarschuwing kunn<strong>en</strong> ontwerp<strong>en</strong> waarvan effect valt te verwacht<strong>en</strong>.Of deze gedragsregels werkelijk invloed hebb<strong>en</strong> op de handelwijze van e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>tis niet te zegg<strong>en</strong>. Er is nauwelijks onderzoek gedaan naar de vraag in hoeverre het aansprakelijkheidsrechtde prev<strong>en</strong>tiefunctie kan waarmak<strong>en</strong>. 115 Misschi<strong>en</strong> kan de Voedsel<strong>en</strong> War<strong>en</strong>autoriteit produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> duwtje in de rug gev<strong>en</strong> door belangrijke uitsprak<strong>en</strong>op het gebied van productaansprakelijkheid meer onder hun aandacht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong>inzichtelijker te mak<strong>en</strong>.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> we in het recht af van de hypothese dat e<strong>en</strong> waarschuwing e<strong>en</strong>goedkope voorzorgsmaatregel is. Inderdaad, indi<strong>en</strong> weinig onderzoek wordt gedaannaar hoe e<strong>en</strong> effectieve waarschuwing er uit moet zi<strong>en</strong> houdt deze opvatting stand.De Jetblast-norm in combinatie met de Multivacmachine-norm kan hier veranderingin br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, nu e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t aangespoord wordt onderzoek te verricht<strong>en</strong> naar hetwerkelijke productgebruik van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Het test<strong>en</strong> van waarschuwing<strong>en</strong> op e<strong>en</strong>repres<strong>en</strong>tatieve doelgroep <strong>en</strong> het do<strong>en</strong> van observationeel onderzoek naar de wijze vaninteractie tuss<strong>en</strong> product <strong>en</strong> gebruiker kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t help<strong>en</strong> bij het ontwerp<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> veilig product waarbij de kans op ongevall<strong>en</strong> acceptabel is. E<strong>en</strong> tweede voordeelvan het do<strong>en</strong> van onderzoek is dat indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t schade heeft opgelop<strong>en</strong>, deproduc<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> sterk verweer heeft door met behulp van zijn onderzoeksresultat<strong>en</strong> tebewijz<strong>en</strong> dat hij voldaan heeft aan zijn plicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat het product niet als gebrekkig kanword<strong>en</strong> beschouwd, zodat aansprakelijkheid moet uitblijv<strong>en</strong>.5.2.3 Nuancering van de verdeling van verantwoordelijkheidWel is e<strong>en</strong> waarschuwing op zijn plaats bij het overhevel<strong>en</strong> van psychologische bevinding<strong>en</strong>naar het aansprakelijkheidsrecht. 116 Het kan verkeerd uitpakk<strong>en</strong> doordat de weegschaalte ver doorslaat naar slachtofferbescherming. Zo op het eerste gezicht kunn<strong>en</strong> de onderzoeksresultat<strong>en</strong>namelijk vooral in het voordeel van de consum<strong>en</strong>t word<strong>en</strong> uitgelegd.Immers, hij is slachtoffer van zijn eig<strong>en</strong> cognitieve beperking<strong>en</strong>, welke opvatting ertoekan leid<strong>en</strong> dat het aannem<strong>en</strong> van aansprakelijkheid e<strong>en</strong>voudig geschiedt: de produc<strong>en</strong>tmoet maar rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met oliedom gedrag. Dit druist echter in teg<strong>en</strong> het karaktervan de aansprakelijkheidsvorm<strong>en</strong> van artikel 6:185 <strong>en</strong> 6:162 BW. Beide word<strong>en</strong> begr<strong>en</strong>sddoor wat aan voorzorg redelijkerwijs kan word<strong>en</strong> gevergd van e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t. Hierbijzijn de feitelijke mogelijkheid, de gebruikelijkheid <strong>en</strong> de bezwaarlijkheid (qua kost<strong>en</strong>, tijd<strong>en</strong> moeite) van de te nem<strong>en</strong> voorzorgsmaatregel<strong>en</strong> van belang. De aansprakelijkhed<strong>en</strong>gaan niet zo ver dat het <strong>en</strong>kele feit dat letselschade is opgetred<strong>en</strong> door productgebruik115 Zie hierover bijvoorbeeld Giard 2005, p. 1401.116 Gies<strong>en</strong> 2005, p. 87.272Gies<strong>en</strong>_01.indb 122 20-5-2008 16:29:45


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de juristaansprakelijkheid oplevert. Immers, de consum<strong>en</strong>t heeft nog e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid.En ook deze moet blijv<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geprikkeld door het aansprakelijkheidsrecht.Deze gedachte sluit ook aan bij het doel van de Europese Richtlijn Productaansprakelijkheid.Met deze Richtlijn is e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wicht beoogd tuss<strong>en</strong> de belang<strong>en</strong> van de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die van de produc<strong>en</strong>t.De jurisprud<strong>en</strong>tie geeft aanknopingspunt<strong>en</strong> voor de wijze waarop de verantwoordelijkheidvoor veilig productgebruik moet word<strong>en</strong> verdeeld bij het bepal<strong>en</strong> van aansprakelijkheid.Psychologische onderzoeksresultat<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> op dit punt aanvull<strong>en</strong>d door ine<strong>en</strong> specifieke zaak verduidelijking te gev<strong>en</strong> waar de anticipatieplicht van de produc<strong>en</strong>tophield <strong>en</strong> waar de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid voor veilig gebruik van de consum<strong>en</strong>tbegon. E<strong>en</strong> waarschuwing hoeft ge<strong>en</strong> absolute bescherming te bied<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> producthoeft ge<strong>en</strong> 100% veiligheid te garander<strong>en</strong>. Niet alle consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> juridischbeschermd teg<strong>en</strong> hun onvoorzichtigheid. Het gaat erom dat het product gebrekkig isvoor de gemiddeld onvoorzichtige consum<strong>en</strong>t. Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t zijn waarschuwingheeft getest op e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve doelgroep <strong>en</strong> daaruit blijkt dat deze bij 80% effectsorteert, dan is het niet hebb<strong>en</strong> opgevolgd van deze waarschuwing mijns inszi<strong>en</strong>s e<strong>en</strong>indicatie dat het slachtoffer in casu afwijkt van de gemiddelde consum<strong>en</strong>t. Zoals eerderaangegev<strong>en</strong>, is het dus voor e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t van belang e<strong>en</strong> product te ontwerp<strong>en</strong> op basisvan psychologische bevinding<strong>en</strong>. Dan kan e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t in e<strong>en</strong> specifieke zaak betog<strong>en</strong>dat het slachtoffer zich anders heeft gedrag<strong>en</strong> dan de gemiddelde consum<strong>en</strong>t zou do<strong>en</strong>met als resultaat dat aansprakelijkheid uitblijft.Wordt aansprakelijkheid wel aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, dan kan de schadevergoedingsplicht word<strong>en</strong>verminderd of opgehev<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> de schade mede e<strong>en</strong> gevolg is van e<strong>en</strong> omstandigheiddie aan de b<strong>en</strong>adeelde kan word<strong>en</strong> toegerek<strong>en</strong>d. 117 De schadevergoeding zal nietsnel tot nul word<strong>en</strong> teruggebracht. Dat druist in teg<strong>en</strong> de beschermingsgedachte vanproductaansprakelijkheid. 118 E<strong>en</strong> voorbeeld gev<strong>en</strong> van de situatie waarin e<strong>en</strong> rechterde vergoeding kan verminder<strong>en</strong> is lastig, omdat e<strong>en</strong> gedeelte van de eig<strong>en</strong> schuld vanhet slachtoffer al is verdisconteerd in de anticipatieplicht van de produc<strong>en</strong>t. Het gaatdus om de situatie dat het product gebrekkig is <strong>en</strong> dat het slachtoffer zich anders heeftgedrag<strong>en</strong> dan de gemiddelde gebruiker, maar weer niet zo onvoorzichtig dat <strong>en</strong>ige vergoedinguitblijft. Ook hier kunn<strong>en</strong> psychologische onderzoeksresultat<strong>en</strong> de positie vane<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t versterk<strong>en</strong>. Stel, e<strong>en</strong> droogtrommel is in brand gevlog<strong>en</strong> als gevolg vane<strong>en</strong> pluiz<strong>en</strong>filter dat de gebruiker nooit heeft leeggehaald. Hierdoor is schade ontstaanaan kleding <strong>en</strong> overige apparatuur. De produc<strong>en</strong>t heeft hiervoor wel gewaarschuwd,117 Zie artikel 6:185 lid 2 BW. Volg<strong>en</strong>s de MvT geschiedt de invulling van eig<strong>en</strong> schuld bij de risicoaansprakelijkheid volg<strong>en</strong>sartikel 6:101 BW; Kamerstukk<strong>en</strong> II 1985/86, 19 636, nr. 3, p. 9.118 E<strong>en</strong> voorbeeld waarin dit mogelijk wel het geval kan zijn, is dat e<strong>en</strong> product door e<strong>en</strong> ontwerpfout gebrekkig is <strong>en</strong> hetslachtoffer tev<strong>en</strong>s zo onvoorzichtig omging met het product dat de rechtsgrond voor vergoeding wegvalt.273Gies<strong>en</strong>_01.indb 123 20-5-2008 16:29:45


S.B. Papeechter alle<strong>en</strong> in de handleiding <strong>en</strong> dan nog op onopvall<strong>en</strong>de wijze. Effectiever zou zijngeweest indi<strong>en</strong> bij of op de pluiz<strong>en</strong>filter e<strong>en</strong> waarschuwing stond dat deze (1x per 2xdrog<strong>en</strong>) moest word<strong>en</strong> leeggehaald of dat de trommel e<strong>en</strong> beveiligingsmechanisme bevatwaardoor drog<strong>en</strong> niet kan bij te veel pluisjes. In deze situatie lijkt het me d<strong>en</strong>kbaar date<strong>en</strong> gedeelte van de zaakschade door het slachtoffer wordt gedrag<strong>en</strong>, omdat de k<strong>en</strong>nisover dit gevaar aanwezig behoort te zijn bij de gemiddelde consum<strong>en</strong>t. 119 Onderzoek vande produc<strong>en</strong>t, bijvoorbeeld e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête, welke aantoont dat de gemiddelde consum<strong>en</strong>tjuist wel regelmatig het filter schoonmaakt, ook zonder expliciete waarschuwing, datpleit dan voor e<strong>en</strong> vermindering weg<strong>en</strong>s eig<strong>en</strong> schuld.5.3 E<strong>en</strong> rechterlijk oordeel met positieve feedbackZoals Van Boom stelt in zijn Tilburgse oratie komt het de effectiviteit van het aansprakelijkheidsrechtt<strong>en</strong> goede indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rechter zijn oordeel zou aanvull<strong>en</strong> met positievefeedback over de wijze waarop de aansprakelijke wel had moet<strong>en</strong> handel<strong>en</strong>. 120 Dezepositieve feedback kan bijvoorbeeld bestaan in het aanreik<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> psychologischonderzoeksresultaat dat aantoont dat het waarschijnlijk is dat de waarschuwing zo meereffect sorteert. E<strong>en</strong> voorbeeld biedt de zaak Betonmortel. 121 E<strong>en</strong> man heeft ernstige brandwond<strong>en</strong>aan zijn b<strong>en</strong><strong>en</strong> opgelop<strong>en</strong> nadat hij in spijkerbroek met beton heeft gewerkt. Dewaarschuwing bestond uit e<strong>en</strong> waarschuwingssticker met daarop e<strong>en</strong> kruis <strong>en</strong> het woord‘irriter<strong>en</strong>d’. Dat de waarschuwing door de rechtbank gebrekkig is bevond<strong>en</strong>, is nietverrass<strong>en</strong>d te noem<strong>en</strong>. 122 De rechter had in deze zaak aan de produc<strong>en</strong>t de boodschapkunn<strong>en</strong> meegev<strong>en</strong> dat de toevoeging van de zinsnede ‘draag bescherm<strong>en</strong>de kleding zoalsvloeistofdichte laarz<strong>en</strong>, kniebeschermers <strong>en</strong> handscho<strong>en</strong><strong>en</strong>’ e<strong>en</strong> zinvolle verbetering is.Idealiter zou e<strong>en</strong> rechter dus de beslissing dat e<strong>en</strong> waarschuwing kan word<strong>en</strong> verbeterdof dat e<strong>en</strong> verdergaande, alternatieve maatregel niet bezwaarlijk is, moet<strong>en</strong> stav<strong>en</strong> metonderzoek dat de waarschijnlijkheid hiervan aantoont.5.4 E<strong>en</strong> rechterlijk oordeel op basis van psychologisch bewijsE<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de wijze om te strev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> juridisch consum<strong>en</strong>tbeeld dat zo veel mogelijkaansluit bij de realiteit, is dat e<strong>en</strong> rechter tracht zijn oordeel met empirisch bewijs te119 Zou de produc<strong>en</strong>t wel voldo<strong>en</strong>de hebb<strong>en</strong> gewaarschuwd of de trommel van e<strong>en</strong> beveiligingsmechanisme hebb<strong>en</strong> (bv.indicatielampje) voorzi<strong>en</strong>, maar trekt de consum<strong>en</strong>t zich hier niets van aan, dan zal dit mijns inzi<strong>en</strong>s niet leid<strong>en</strong> totaansprakelijkheid <strong>en</strong> indi<strong>en</strong> wel dan tot verval van de vergoeding.120 Van Boom 2003, p. 30-31.121 Rb. Middelburg 13 juli 2005, JA 2005, 104 (Betonmortel).122 Waarom in deze zaak ge<strong>en</strong> beroep is gedaan op het niet voldaan zijn aan de publiekrechtelijke eis<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> gevaarlijkestof als betonmortel is mij niet duidelijk.274Gies<strong>en</strong>_01.indb 124 20-5-2008 16:29:45


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de juristonderbouw<strong>en</strong> in plaats van op zijn intuïtie af te gaan. 123 De rechter kan als hulpmiddel bijhet invull<strong>en</strong> van het gebrekkigheidscriterium of de zorgvuldigheidsnorm gebruikmak<strong>en</strong>van psychologische bevinding<strong>en</strong> die van belang zijn in de specifieke zaak. 124 Verder zoude werking van het aansprakelijkheidsrecht kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verbeterd, indi<strong>en</strong> de rechterook zijn m<strong>en</strong>ing over de aanwezigheid van e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> ervaringsfeit of e<strong>en</strong> feit vanalgem<strong>en</strong>e bek<strong>en</strong>dheid onderbouwt met psychologische onderzoeksresultat<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> rechteris hiertoe niet verplicht op grond van artikel 149 Rv. Daar komt bij dat de maatstaf diehij moet hanter<strong>en</strong> bij productaansprakelijkheidszak<strong>en</strong> betrekking heeft op wat m<strong>en</strong> magverwacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke k<strong>en</strong>nis e<strong>en</strong> rechter aanwezig mag veronderstell<strong>en</strong> bij de gemiddeldem<strong>en</strong>s. E<strong>en</strong> rechter heeft dus de vrijheid te besluit<strong>en</strong> dat de veiligheidsverwachting hogerbehoort te ligg<strong>en</strong> dan dat deze werkelijk ligt. Misschi<strong>en</strong> is dat het geval geweest bij dezaak Versgeperste jus d’orange, waarin de rechter oordeelde dat het gevaar van gist<strong>en</strong> vansinaasappelsap als algeme<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d gevaar mag word<strong>en</strong> beschouwd. 1256 ConclusieVanuit psychologisch opzicht is het ultieme doel van e<strong>en</strong> waarschuwing het voorkom<strong>en</strong>van ongevall<strong>en</strong>. Dit moet word<strong>en</strong> bewerkstelligd door de waarschuwing zo vormte gev<strong>en</strong> dat hiermee het gedrag op e<strong>en</strong> positieve wijze wordt beïnvloed. Binn<strong>en</strong> decognitieve psychologie wordt onder andere gebruikgemaakt van het Communication-Human Processing model (C-HIP model) om de effectiviteit van e<strong>en</strong> waarschuwingte beoordel<strong>en</strong>. Dit model geeft weer welke stadia e<strong>en</strong> ontvanger van e<strong>en</strong> waarschuwingmoet hebb<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong> wil de informatie succesvol zijn verwerkt. De stadia zijn:waarnem<strong>en</strong>, begrijp<strong>en</strong>, onthoud<strong>en</strong>, gelov<strong>en</strong> <strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>. Hapert het verwerkingsprocesin e<strong>en</strong> bepaalde fase, dan kan dit ertoe leid<strong>en</strong> dat de waarschuwing uiteindelijk nietwordt opgevolgd. Of uiteindelijk de gewaarschuwde voldo<strong>en</strong>de gemotiveerd is om dewaarschuwing op te volg<strong>en</strong>, hangt af van factor<strong>en</strong> die betrekking hebb<strong>en</strong> op het ontwerpvan de waarschuwing, op de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de ontvanger <strong>en</strong> op de situatie waarinhet product wordt gebruikt. Belangrijk t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het ontwerp is bijvoorbeeld datde informatie op e<strong>en</strong> plaats staat die opvalt <strong>en</strong> dat deze opvalt door de aanwezigheid vansymbol<strong>en</strong> <strong>en</strong> signaalwoord<strong>en</strong>. Of e<strong>en</strong> waarschuwing effect sorteert, hangt vervolg<strong>en</strong>s afvan de mate waarin de gewaarschuwde zich bewust is van de productrisico’s. De wijzewaarop dit risico wordt beleefd, is afhankelijk van factor<strong>en</strong> zoals het letsel dat m<strong>en</strong> d<strong>en</strong>ktop te kunn<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> <strong>en</strong> de opgedane k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het product.Wat betreft de situatie waarin het product wordt gebruikt, is voor de effectiviteit van e<strong>en</strong>123 Zie ook Giard & Van Boom 2006, p. 360-368; Giard 2005, p. 1401.124 Door scholing zou e<strong>en</strong> rechter hiertoe beter in staat kunn<strong>en</strong> zijn; vgl. Gies<strong>en</strong> 2005, p. 19.125 Rb. Maastricht 21 maart 2002, LJN AE0776 (Versgeperste jus d’orange). Zie Van Boom 2005, p. 173-174.275Gies<strong>en</strong>_01.indb 125 20-5-2008 16:29:45


S.B. Papewaarschuwing van belang dat de kost<strong>en</strong> die het opvolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> waarschuwing met zichmeebr<strong>en</strong>gt, zoals de tijd, het geld <strong>en</strong> de moeite, zo laag mogelijk zijn.Bij bestudering van de plicht<strong>en</strong> die het aansprakelijkheidsrecht oplegt aan produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,valt op dat de Hoge Raad gebruikmaakt van psychologische norm<strong>en</strong>. Zo kan uit hetLekk<strong>en</strong>de Kruik-arrest word<strong>en</strong> afgeleid dat het beeld dat het recht heeft van de gemiddeldeconsum<strong>en</strong>t is gebaseerd op e<strong>en</strong> onvoorzichtige <strong>en</strong> onoplett<strong>en</strong>de consum<strong>en</strong>t. Ditsluit aan bij de werkelijkheid dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet altijd de voorzorgsmaatregel<strong>en</strong> treff<strong>en</strong> di<strong>en</strong>odig zijn voor e<strong>en</strong> veilig gebruik. E<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t heeft de plicht hier rek<strong>en</strong>ing mee tehoud<strong>en</strong>. Verder trekk<strong>en</strong> de rec<strong>en</strong>te norm<strong>en</strong> uit het arrest Jetblast <strong>en</strong> Multivacmachine indit opzicht de aandacht. De Jetblast-norm is e<strong>en</strong> vertaling van de wijze waarop de psychologiede effectiviteit van e<strong>en</strong> waarschuwing beoordeelt. De Multivacmachine-norm sluitaan bij de filosofie die in de cognitieve psychologie <strong>en</strong> productergonomie leeft, namelijkdat waarschuw<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> de minst betrouwbare beschermingsmethode is.De toegevoegde waarde van psychologische onderzoeksresultat<strong>en</strong> voor het productaansprakelijkheidsrechtspeelt zich af op twee terrein<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.Het komt de prev<strong>en</strong>tieve functie van het aansprakelijkheidsrecht t<strong>en</strong> goedeindi<strong>en</strong> de gedragsregels die juridisch word<strong>en</strong> opgelegd met Jetblast <strong>en</strong> Multivacmachineovere<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> met de eis<strong>en</strong> die andere wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, zoals de cognitieve psychologie<strong>en</strong> ergonomie, stell<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> waarschuwing. Hierdoor wordt aangeslot<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> realistischbeeld van waarschuwing<strong>en</strong>, namelijk dat waarschuwing<strong>en</strong> veilig gedrag kunn<strong>en</strong>bewerkstellig<strong>en</strong>, maar dat dit wel de minst betrouwbare methode is om ongevall<strong>en</strong> tevoorkom<strong>en</strong>. Het introducer<strong>en</strong> van dergelijke, str<strong>en</strong>ge norm<strong>en</strong> door de Hoge Raad kanprev<strong>en</strong>tief werk<strong>en</strong> doordat zij e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t aanspor<strong>en</strong> te onderzoek<strong>en</strong> hoe consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>met zijn product omgaan <strong>en</strong> wanneer e<strong>en</strong> waarschuwing effect sorteert om zo het aantalongevall<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong>. Psychologische onderzoeksresultat<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> zo e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>te<strong>en</strong> hulpmiddel bij het vaststell<strong>en</strong> van de scheidslijn tuss<strong>en</strong> zijn anticipatieplicht <strong>en</strong> deeig<strong>en</strong> schuld van het pot<strong>en</strong>tiële slachtoffer. Lijdt e<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t desondanks schade, dankan de produc<strong>en</strong>t aan de hand van de onderzoeksresultat<strong>en</strong> aanton<strong>en</strong> dat het gedrag vandit specifieke slachtoffer afwijkt van zijn empirisch beeld van de gemiddelde consum<strong>en</strong>t.Dit kan ertoe leid<strong>en</strong> dat de rechter aansprakelijkheid afwijst of de schadevergoedingsplichtvermindert.T<strong>en</strong> tweede kan de toegevoegde waarde zich uit<strong>en</strong> in het oordeel van de rechter. Mijnsinzi<strong>en</strong>s moet het juridische consum<strong>en</strong>tbeeld zo veel mogelijk e<strong>en</strong> afspiegeling zijn van dewerkelijke consum<strong>en</strong>t. Dit kan word<strong>en</strong> bereikt indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rechter psychologische bevinding<strong>en</strong>me<strong>en</strong>eemt bij het bepal<strong>en</strong> van de gebrekkigheid van het product of de onzorgvuldigheidvan het gedrag van e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t. Indi<strong>en</strong> aansprakelijkheid wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>,is vervolg<strong>en</strong>s van belang dat e<strong>en</strong> rechter aangeeft op welke wijze zijn oordeel,dat de waarschuwing niet voldo<strong>en</strong>de effectief was <strong>en</strong> dat verdergaande maatregel<strong>en</strong> die276Gies<strong>en</strong>_01.indb 126 20-5-2008 16:29:46


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de juristwaarschijnlijk effectiever zull<strong>en</strong> zijn ook kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevergd, psychologisch gezi<strong>en</strong>standhoudt. Indi<strong>en</strong> de invulling van dergelijke op<strong>en</strong> norm<strong>en</strong> door de rechter geschiedtop basis van empirisch bewijs, is aan te nem<strong>en</strong> dat de werking van het productaansprakelijkheidsrechtwordt bevorderd.LiteratuurVan Ak<strong>en</strong> e.a. 1996D. van Ak<strong>en</strong> e.a. (red.), Handboek ontwerp<strong>en</strong> van veilige product<strong>en</strong>, Utrecht: Lemma B.V. 1996.Aronson, Wilson & Akert 2007E. Aronson, T.D. Wilson & R.M. Akert, Sociale psychologie, Amsterdam: Pearson EducationB<strong>en</strong>elux 2007.Van Boom 2003W.H. van Boom, Structurele fout<strong>en</strong> in het aansprakelijkheidsrecht, D<strong>en</strong> Haag: Boom Juridischeuitgevers 2003.Van Boom 2005W.H. van Boom, ‘E<strong>en</strong> gewaarschuwd m<strong>en</strong>s’, TvC 2005, 5, p. 173-174.Van Boom 2006W. van Boom, Efficacious <strong>en</strong>forcem<strong>en</strong>t in contract and tort, (oratie EUR) D<strong>en</strong> Haag: Boom Juridischeuitgevers 2006.Braun & Silver 1995C.C. Braun & N.C. Silver, ‘Interaction of signal word and color on warning labels: differ<strong>en</strong>ce inperceived hazard and behavioral compliance’, Ergonomics (38) 1995, p. 2207-2220.Coh<strong>en</strong>, M<strong>en</strong>dat & Wogalter 2006H.H. Coh<strong>en</strong>, C.C. M<strong>en</strong>dat & M.S. Wogalter, ‘Warning channel: modality and media’, in: M.S.Wogalter, Handbook of warnings, Lawr<strong>en</strong>ce Erlbaum Associates Publishers 2006, p. 123-134.Conzola & Wogalter 1999V.C. Conzola & M.S. Wogalter, ‘Using voice and print directives and warnings to supplem<strong>en</strong>t productmanual instructions’, International Journal of Industrial Ergonomics (23) 1999, p. 549-556.Cox III e.a. 1997E.P. Cox III e.a., ‘Do product warnings increase safe behavior? A meta-analysis’, Journal of PublicPolicy & Marketing (16) 1997, p. 195-204.Cox III & Wogalter 2006E.P. Cox III & M.S. Wogalter, ‘Warning source’, in: M.S. Wogalter, Handbook of warnings,Lawr<strong>en</strong>ce Erlbaum Associates Publishers 2006, p. 111-122.Van Dam 2000C.C. van Dam, Aansprakelijkheidsrecht. E<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>d handboek, D<strong>en</strong> Haag: BoomJuridische uitgevers 2000.277Gies<strong>en</strong>_01.indb 127 20-5-2008 16:29:46


S.B. PapeDeJoy 1999D.M. DeJoy, ‘Attitudes and beliefs’, in: M.S. Wogalter, D.M. DeJoy & K.R. Laughery, Warnings andrisk communication, London: Taylor & Francis 1999, p. 189-219, p. 193.Dirk<strong>en</strong> 1997H. Dirk<strong>en</strong>, Productergonomie. Ontwerp<strong>en</strong> voor gebruikers, Delft, VSSD 1997.Drake, Conzola & Wogalter 1998K.L. Drake, V.C. Conzola & M.S. Wogalter, ‘Discrimination among sign and label warning signalwords’, Human Factors and Ergonomics in Manufacturing (8) 1998, p. 289-301.Van Duijne 2005F.H. van Duijne, Risk Perception in Product Use (diss. Delft): 2005.Edworthy & Adams 1996J. Edworthy & A. Adams, Warning Design: A Research Prospective, London: Taylor & Francis1996, p. 9.Frantz & Rhoades 1993J. Frantz & T.P. Rhoades, ‘A task analytic approach to the temporal placem<strong>en</strong>t of product warnings’,Human Factors (35) 1993, p. 719-730.Frantz 1994J.P. Frantz, ‘Effect of location and procedural explicitness on user processing of and compliancewith product warnings’, Safety Sci<strong>en</strong>ce (36) 1994, p. 532-546.Frascara 2006J. Frascara, ‘Typography and the visual design of warnings’, in: M.S. Wogalter, Handbook ofwarnings, Lawr<strong>en</strong>ce Erlbaum Associates Publishers 2006, p. 385-405.Giard 2005R.W.M. Giard, ‘De pret<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> de prestaties van het aansprakelijkheidsrecht’, NJB 2005, 27,p. 1401.Giard & Van Boom 2006R.W.M. Giard & W.H. van Boom, ‘De empirische dim<strong>en</strong>sies van zorgplicht. Kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bijhet Skeeler-arrest (HR 25 november 2005, JA 2006, 1, RvdW 2005, 132)’, NTBR 2006, 54, p. 360-368.Gies<strong>en</strong> 2004I. Gies<strong>en</strong>, ‘Van e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>staand kelderluik naar e<strong>en</strong> gekantelde vrachtwag<strong>en</strong>’, AV&S 2004-1,p. 35-39.Gies<strong>en</strong> 2005I. Gies<strong>en</strong>, Handle with care! De waarschuwingsplicht in het buit<strong>en</strong>contractuele aansprakelijkheidsrecht,D<strong>en</strong> Haag: Boom Juridische uitgevers 2005.Gies<strong>en</strong> 2006I. Gies<strong>en</strong>, ‘De psychologie achter de waarschuwing: Handle with care!’, AV&S 2006-1, p. 3-8.278Gies<strong>en</strong>_01.indb 128 20-5-2008 16:29:46


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de juristHancock e.a. 2004H.E. Hancock e.a., ‘Safety symbol compreh<strong>en</strong>sion: Effects of symbol type, familiarity and age’,Human Factors (46) 2004, p. 183-195.Hancock e.a. 2006H.E. Hancock e.a., ‘Compreh<strong>en</strong>sion and ret<strong>en</strong>tion of warning information’, in: M.S. Wogalter,Handbook of warnings, Lawr<strong>en</strong>ce Erlbaum Associates Publishers 2006 p. 267-277.Hartlief 2005T. Hartlief, Lev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> claimcultuur: wie is er bang voor Amerikaanse toestand<strong>en</strong>? (rede UniversiteitMaastricht), januari 2005.Hunn & Dingus 1992B.P. Hunn & T.A. Dingus, ‘Interactivity, information, and compliance cost in a consumer productwarning sc<strong>en</strong>ario’, Accid<strong>en</strong>t Analysis & Prev<strong>en</strong>tion (24) 1992, p. 497-505.Jans<strong>en</strong> (Onrechtmatige daad I)K.J.O. Jans<strong>en</strong> (Onrechtmatige daad I), art. 162, aant. 88.5 <strong>en</strong> 88.8.Kalsher e.a. 2000M.J. Kalsher e.a., High levels of behavioral compliance in a realistic product assembly task, Proceedingsof the International Ergonomics Association/Human Factors and Ergonomics Society 2000Congress, p. 822-825.Kalsher & Williams 2006M.J. Kalsher & K.J. Williams, ‘Behavioral compliance: theory, methodology, and results’, in: M.S.Wogalter, Handbook of warnings, Lawr<strong>en</strong>ce Erlbaum Associates Publishers 2006, p. 313-329.Laughery e.a. 1993L.R. Laughery e.a., ‘Explicitness of consequ<strong>en</strong>ce information in warnings’, Safety Sci<strong>en</strong>ce (16)1993, p. 597-613.Laughery & Smith 2006K.R. Laughery & D.P. Smith, ‘Explicit information in warnings’ in: M.S. Wogalter, Handbook ofwarnings, Lawr<strong>en</strong>ce Erlbaum Associates Publishers 2006, p. 419-428.Licht<strong>en</strong>stein e.a. 1978S. Licht<strong>en</strong>stein e.a., ‘Judged frequ<strong>en</strong>cy of lethal ev<strong>en</strong>ts’, Journal of Experim<strong>en</strong>tal Psychology:Human Learning and Memory (4) 1978, p. 551-578.Lind<strong>en</strong>bergh 2006S.D. Lind<strong>en</strong>bergh, ‘Arbeid, schade, zorgplicht <strong>en</strong> eig<strong>en</strong> schuld’, MvV 2006-2, p. 39-43.Lehto & Miller 1986M.R. Lehto & J.M. Miller, Warnings: Volume 1. Fundam<strong>en</strong>tals, design and evaluation methodologies,Ann Arbor, MI: Fuller Technical Publishing, 1986.Lehto & Salv<strong>en</strong>dy 1995M. Lehto & G. Salv<strong>en</strong>dy, ‘Warnings: a supplem<strong>en</strong>t not a substitute for other approaches to safety’,Ergonomics (38) 1995, p. 2155-2163.279Gies<strong>en</strong>_01.indb 129 20-5-2008 16:29:46


S.B. PapeMinisterie van VWS 2003Langer gezond lev<strong>en</strong>, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn <strong>en</strong> Sport: oktober 2003, p. 1-58.Pape 2006S.B. Pape, ‘De betek<strong>en</strong>is van het Jetblast-arrest voor de waarschuwing in het productaansprakelijkheidsrecht’,NTBR 2006, 56, p. 374-382.Pape 2008S.B. Pape, ‘E<strong>en</strong> Nederlandse alcoholwaarschuwing: nodig of overbodig?’, TvC 2008, 2 (paginanummeringt<strong>en</strong> tijde van het drukk<strong>en</strong> nog onbek<strong>en</strong>d).Racicot & Wogalter 1995B.M. Racicot & M.S. Wogalter, ‘Effects of a video warning sign and social modeling on behavioralcompliance’, Accid<strong>en</strong>t Analysis and Prev<strong>en</strong>tion (27) 1995, p. 57-64.Reber 2005A.S. Reber, Woord<strong>en</strong>boek van de psychologie. Term<strong>en</strong>, theorieën <strong>en</strong> verschijnsel<strong>en</strong>, Amsterdam:Uitgeverij Bert Bakker 2005, p. 123-124.Riley 2006D.R. Riley, ‘Beliefs, attitudes and motivation’, in: M.S. Wogalter, Handbook of warnings, Lawr<strong>en</strong>ceErlbaum Associates Publishers 2006. p. 289-300.Scammon 1977D.L. Scammon, ‘Information overload and consumers’, The Journal of Consumer Research (4)1977, p. 148-155.Silver & Braun 1999N.C. Silver & C.C. Braun, ‘Behavior’, in: M.S. Wogalter, D.M. DeJoy & K.R. Laughery, Warningsand risk communication, London: Taylor & Francis 1999, p. 245-262.Slovic, Fischhoff & Licht<strong>en</strong>stein 1979P. Slovic, B. Fischhoff & S. Licht<strong>en</strong>stein, ‘Rating the risks’, Environm<strong>en</strong>t (21) 1979, p. 14-39.Smith-Jackson 2006T.L. Smith-Jackson, ‘Receiver characteristics’, in: M.S. Wogalter, Handbook of warnings, Lawr<strong>en</strong>ceErlbaum Associates Publishers 2006, p. 335-344.Stichting Consum<strong>en</strong>t <strong>en</strong> Veiligheid 2007Prev<strong>en</strong>tie van ongevall<strong>en</strong> in de privésfeer. Rec<strong>en</strong>te ontwikkeling<strong>en</strong> in tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> nieuwe kans<strong>en</strong>,Stichting Consum<strong>en</strong>t <strong>en</strong> Veiligheid, Amsterdam: februari 2007, p. 1-24.Tversky & Kahneman 1973A. Tversky & D. Kahneman, ‘Availability: A heuristic for judging frequ<strong>en</strong>cy and probability’,Cognitive Psychology (5) 1973, p. 207-232.Tversky & Kahneman 1974A. Tversky & D. Kahneman, ‘Judgm<strong>en</strong>t under uncertainty: Heuristics and biases’, Sci<strong>en</strong>ce (185)1974, p. 1124-1131.280Gies<strong>en</strong>_01.indb 130 20-5-2008 16:29:46


Productwaarschuwing<strong>en</strong>: psychologische less<strong>en</strong> voor de juristTversky & Kahneman 1981A. Tversky & D. Kahneman, ‘The framing of decisions and the psychology of choice’, Sci<strong>en</strong>ce (211)1981, p. 1453-1458.V<strong>en</strong>ema 1990A. V<strong>en</strong>ema, Produktinformatie ter prev<strong>en</strong>tie van ongevall<strong>en</strong> in de privésfeer: gevaars- <strong>en</strong> veiligheidsinformatiein handleiding<strong>en</strong> van gebruiksprodukt<strong>en</strong>, ’s-Grav<strong>en</strong>hage: SWOKA 1990.Vigilante & Wogalter 1997W.J. Vigilante & M.S. Wogalter, ‘On the prioritization of safety warnings in product manuals’,International Journal of Industrional Ergonomics (20) 1997, p. 277-285.Vred<strong>en</strong>burgh & Zackowitz 2006A.G. Vred<strong>en</strong>burgh & I.B. Zackowitz, ‘Expectations’, in: M.S. Wogalter, Handbook of warnings,Lawr<strong>en</strong>ce Erlbaum Associates Publishers 2006, p. 345-361.Weegels & Kanis 2000M.F. Weegels & H. Kanis, ‘Risk perception in consumer product use’, Accid<strong>en</strong>t Analysis andPrev<strong>en</strong>tion (32) 2000, p. 365-370.Wogalter 2006M.S. Wogalter, ‘Communication-Human Information Processing (C-HIP) Model’, in: M.S.Wogalter, Handbook of warnings, New Jersey: Lawr<strong>en</strong>ce Erlbaum Associates Publishers 2006,p. 51-61.Wogalter e.a. 1987M.S. Wogalter e.a., ‘Effectiv<strong>en</strong>ess of warnings’, Human Factors (29) 1987, p. 599-612.Wogalter e.a. 1991M.S. Wogalter e.a., ‘Consumer product warnings: The role of hazard perception’, Journal of SafetyResearch (22) 1991, p. 71-82.Wogalter e.a. 1994M.S. Wogalter e.a., ‘The role of perceived relevance and in behavioral compliance in personalizedwarnings signs’, International Journal of Industrial Ergonomics (14) 1994, p. 233-242.Wogalter e.a. 1998M.S. Wogalter e.a., ‘The influ<strong>en</strong>ce of time stress and location on behavioral warning compliance’,Safety Sci<strong>en</strong>ce (29) 1998, p. 143-158.Wogalter e.a. 1999M.S. Wogalter e.a., The relative contributions of injury severity and likelihood information onhazard risk judgm<strong>en</strong>ts and warning compliance, Journal of Safety Research (30) 1999, p. 151-162.Wogalter, Brems & Martin 1993M.S. Wogalter, D.J. Brems & E.G. Martin, ‘Risk perception of common consumer products:Judgm<strong>en</strong>ts of accid<strong>en</strong>t frequ<strong>en</strong>cy and precautionary int<strong>en</strong>t’, Journal of Safety Research (24) 1993,p. 97-106.281Gies<strong>en</strong>_01.indb 131 20-5-2008 16:29:46


S.B. PapeWogalter, DeJoy & Laughery 1999M.S. Wogalter, D.M. DeJoy & K.R. Laughery, ‘Organizing framework: A consolidated communication-humaninformation processing (C-HIP) model’, in: Warnings and risk communication,London: Taylor & Francis 1999, p. 15-24.Wogalter, Kalsher & Racicot 1993M.S. Wogalter, M.J. Kalsher & B.M. Racicot, ‘Behavioral compliance with warnings: Effects ofvoice, context, and location’, Safety Sci<strong>en</strong>ce (16) 1993, p. 637-654.Wogalter, Kalsher Rashid 1999M.S. Wogalter, M. Kalsher & R. Rashid, ‘Effect of signal word and source attribution on judgm<strong>en</strong>tsof warning credibility and compliance likelihood’, International Journal of Industrial Ergonomics(24) 1999, p. 185-192.Wogalter & Leonard 1999M.S. Wogalter & S.D. Leonard, ‘Att<strong>en</strong>tion capture and maint<strong>en</strong>ance’, in: M.S. Wogalter, D.M.DeJoy & K.R. Laughery, Warnings and risk communication, London: Taylor & Francis 1999,p. 123-148.Wogalter & Usher 1999M.S. Wogalter & M. Usher, ‘Effects of concurr<strong>en</strong>t cognitive task loading on warning compliancebehavior’, Proceedings of the Human Factors and Ergonomics Society (43) 1999, p. 106-110.Wogalter & Vigilante 2003M.S. Wogalter & W.J. Vigilante, ‘Effects of label format on knowledge acquisition and perceivedreadability by younger and older adults’, Ergonomics (46) 2003, p. 327-344.Wogalter & Vigilante 2006M.S. Wogalter & W.J. Vigilante, ‘Att<strong>en</strong>tion switch and maint<strong>en</strong>ance’, in: M.S. Wogalter, Handbookof warnings, Lawr<strong>en</strong>ce Erlbaum Associates Publishers 2006, p. 245-266.Wogalter & Young 1991M.S. Wogalter & S.L. Young, ‘Behavioural compliance to voice and print warnings’, Ergonomics(34) 1991, p. 79-89.Wogalter & Young 1998M.S. Wogalter & S.L. Young, ‘Using a hybrid communication/human information processingmodel to evaluate beverage alcohol warning effectiv<strong>en</strong>ess’, Applied Behavioral Sci<strong>en</strong>ce Review (6)1998, p. 17-34.282Gies<strong>en</strong>_01.indb 132 20-5-2008 16:29:46


<strong>Hoofdstuk</strong> 12P r e v e n t i e va n a r be i d s u i t va l :o n t w i k k e l i n g e n i narbeidsomstandighed<strong>en</strong>beleid <strong>en</strong>civiele aansprakelijkheidY. Bacharias, S.D. Lind<strong>en</strong>bergh, P. MasciniSam<strong>en</strong>vattingDeze afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia is het publieke bestel ingrijp<strong>en</strong>d gewijzigd met de bedoelingervoor te zorg<strong>en</strong> dat werkgevers <strong>en</strong> werknemers meer gezam<strong>en</strong>lijke verantwoordelijkheidnem<strong>en</strong> bij de prev<strong>en</strong>tie van arbeidsongevall<strong>en</strong>. Dit zou ertoe moet<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dat werkgevershun veiligheidsbeleid int<strong>en</strong>siver<strong>en</strong>, daarbij hun werknemers in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de matebetrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarin werknemers in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate aansprek<strong>en</strong> op hun eig<strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> veronderstelt de stelselherzi<strong>en</strong>ing dat beide partij<strong>en</strong> naar deciviele rechter stapp<strong>en</strong> om handhaving af te dwing<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat rechters de responsabiliseringvan individuele werknemers erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> in hun uitsprak<strong>en</strong>. Deze veronderstelling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>wij getoetst aan de hand van de manier waarop het veiligheidsbeleid van e<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiebedrijfzich heeft ontwikkeld <strong>en</strong> e<strong>en</strong> analyse van de wetgeving <strong>en</strong> jurisprud<strong>en</strong>tie op het gebiedvan de aansprakelijkheid voor arbeidsongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> beroepsziekt<strong>en</strong>. Onze bevinding<strong>en</strong>lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat de werkgever zijn veiligheidsbeleid heeft geïnt<strong>en</strong>siveerd <strong>en</strong> de verantwoordelijkheidvan individuele werknemers heeft uitgebreid, maar dat deze verandering<strong>en</strong> degezam<strong>en</strong>lijkheid van het veiligheidsbeleid hebb<strong>en</strong> verkleind in plaats van vergroot. Ookblijkt dat prev<strong>en</strong>tieve private handhaving via het aansprakelijkheidsrecht ge<strong>en</strong> rol vanbetek<strong>en</strong>is speelt <strong>en</strong> dat rechters de responsabilisering van werknemers niet onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>,maar juist comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong> door h<strong>en</strong> meer in bescherming te nem<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat bedoelde283Gies<strong>en</strong>_01.indb 133 20-5-2008 16:29:46


Y. Bacharias, S.D. Lind<strong>en</strong>bergh, P. Mascini<strong>en</strong> onbedoelde gevolg<strong>en</strong> van de decollectivisering van de bescherming teg<strong>en</strong> arbeidsuitvalelkaar afwissel<strong>en</strong>.1 InleidingVanaf de jar<strong>en</strong> tachtig van de vorige eeuw werd<strong>en</strong> de betaalbaarheid <strong>en</strong> achterligg<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>sbeeld<strong>en</strong> van de Nederlandse verzorgingsstaat steeds op<strong>en</strong>lijker ter discussiegesteld. Deze zou onbetaalbaar zijn geword<strong>en</strong>, calculer<strong>en</strong>d gedrag uitlokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> burgersonnodig afhankelijk mak<strong>en</strong> van de staat. Hierdoor is in de afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia steedsmeer verantwoordelijkheid voor het teg<strong>en</strong>gaan van arbeidsuitval van zieke <strong>en</strong> arbeidsongeschiktewerknemers neergelegd bij werkgevers <strong>en</strong> werknemers. Dit geschiedt onderandere met behulp van financiële prikkels, zoals met de Wet verbetering poortwachter,de wetgeving loondoorbetaling tweede ziektejaar <strong>en</strong> het nieuwe WAO-stelsel. 1 Bij ziektemoet<strong>en</strong> werkgevers lange tijd het loon van hun werknemer doorbetal<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij gedeeltelijkearbeidsongeschiktheid word<strong>en</strong> zij afgerek<strong>en</strong>d op hun inspanning<strong>en</strong> om werknemerste lat<strong>en</strong> re-integrer<strong>en</strong>. Voor werknemers zijn de financiële risico’s <strong>en</strong> belang<strong>en</strong>ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Zo is eerst het uitkeringsniveau van de WAO teruggebracht vantachtig naar zev<strong>en</strong>tig proc<strong>en</strong>t van het inkom<strong>en</strong> (1985). 2 Vervolg<strong>en</strong>s is het werkloosheidsrisiconiet langer verdisconteerd (1987). Daarna is de duur van de uitkering van zev<strong>en</strong>tigproc<strong>en</strong>t van het inkom<strong>en</strong> verkort (1993) <strong>en</strong> zijn de keuringseis<strong>en</strong> verscherpt. 3 Ook is detoegang tot de WAO in het kader van de Wia (2006) verder beperkt <strong>en</strong> is het stelsel meergericht op herintreding in het arbeidsproces of doorstroming naar de bijstand dan opvergoeding van inkom<strong>en</strong>sverlies. Kortom: in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate wordt de nadruk gelegdop de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid van rechtssubject<strong>en</strong>.Deze herzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het publieke bestel werk<strong>en</strong> ook door op het gebied van de arbeidsomstandighed<strong>en</strong>wetgeving.Sinds de jar<strong>en</strong> tachtig van de vorige eeuw wordt steeds meernadruk gelegd op het stimuler<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid van werkgevers<strong>en</strong> werknemers. Dit onder andere naar aanleiding van het ook in Nederland invloedrijkerapport van de Britse commissie-Rob<strong>en</strong>s. 4 Deze commissie was van m<strong>en</strong>ing datwerknemers <strong>en</strong> werkgevers zich beid<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> inspann<strong>en</strong> voor de verbetering van dearbeidsomstandighed<strong>en</strong> als zij daartoe de geleg<strong>en</strong>heid krijg<strong>en</strong>, omdat zij gezam<strong>en</strong>lijkebelang<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bij optimale arbeidsomstandighed<strong>en</strong>. Eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid vanwerkgevers <strong>en</strong> werknemers wordt in de Arbeidsomstandighed<strong>en</strong>wet gestimuleerd doorhet creër<strong>en</strong> van ruimte voor maatwerk. Met dat laatste wordt bedoeld dat werkgevers <strong>en</strong>1 Zie Bar<strong>en</strong>ts<strong>en</strong> (2003) <strong>en</strong> Van der Ve<strong>en</strong> (2005).2 SER, Werk<strong>en</strong> aan arbeidsgeschiktheid: voorstell<strong>en</strong> WAO-beleid, SER Adviez<strong>en</strong>, nr. 2002/05, p. 16.3 Zie Bar<strong>en</strong>ts<strong>en</strong> (2003).4 Zie Mascini (1999).284Gies<strong>en</strong>_01.indb 134 20-5-2008 16:29:47


Prev<strong>en</strong>tie van arbeidsuitvalwerknemers gezam<strong>en</strong>lijk inhoud gev<strong>en</strong> aan arbobeleid, waardoor branche- of bedrijfsspecifiekeoplossing<strong>en</strong> tot stand kom<strong>en</strong>. De overheid stimuleert dit door zo veel mogelijkdoelvoorschrift<strong>en</strong> op te nem<strong>en</strong> in de regelgeving <strong>en</strong> middelvoorschrift<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong>.Doelvoorschrift<strong>en</strong> verplicht<strong>en</strong> de werkgever tot het realiser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> minimum beschermingsniveauvoor zijn werknemers. De werkgever is vervolg<strong>en</strong>s vrij om te kiez<strong>en</strong> hoehij dit niveau bereikt. Dit betek<strong>en</strong>t dat werkgevers <strong>en</strong> werknemers zich sterker kunn<strong>en</strong>richt<strong>en</strong> op de risico’s die voor hun sector belangrijk zijn <strong>en</strong> daarbij e<strong>en</strong> aanpak kunn<strong>en</strong>kiez<strong>en</strong> die bij de sector past. Dit heeft ook gevolg<strong>en</strong> voor de handhaving door de Arbeidsinspectie,die dus gericht di<strong>en</strong>t te zijn op de door werkgevers <strong>en</strong> werknemers opgesteld<strong>en</strong>orm<strong>en</strong>. Ook heeft de overheid bepaald dat handhaving mede e<strong>en</strong> taak voor de privatepartners is <strong>en</strong> dat zij geacht word<strong>en</strong> elkaar aan te sprek<strong>en</strong> tot naleving, ev<strong>en</strong>tueel via derechter. 5 Met de introductie van artikel 12 van de Arbowet 1984 (thans art. 11 Arbowet1998) zijn voorts verplichting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de prev<strong>en</strong>tie van ongevall<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>die specifiek op de werknemer zijn gericht. Volg<strong>en</strong>s dit artikel is de werknemer verplichtzijn persoonlijke beschermingsmiddel<strong>en</strong> te drag<strong>en</strong>, onderricht te volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> in geval vangevaarlijke situaties het werk neer te legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn leidinggev<strong>en</strong>de op de hoogte te stell<strong>en</strong>van de gevaarlijke situatie.C<strong>en</strong>traal uitgangspunt van de herzi<strong>en</strong>ing van het socialezekerheidsstelsel waar hetde voorkoming van arbeidsuitval betreft, is dat zelfregulering <strong>en</strong> -handhaving leid<strong>en</strong>tot betere resultat<strong>en</strong>. Het is de bedoeling dat de grotere financiële belang<strong>en</strong> die zowelwerkgevers als werknemers hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong> in verband met arbeidsuitval van zieke<strong>en</strong> arbeidsongeschikte werknemers gepaard gaan met meer prev<strong>en</strong>tie. De aanpassing<strong>en</strong>van de arbowetgeving zoud<strong>en</strong> meer draagvlak van werkgevers <strong>en</strong> werknemers moet<strong>en</strong>oplever<strong>en</strong>, doordat ze door h<strong>en</strong>zelf <strong>en</strong> in sam<strong>en</strong>spraak <strong>en</strong> pass<strong>en</strong>d voor de situatie totstand zijn gebracht. Ook is de verwachting dat ze economisch voordeliger zijn, aangezi<strong>en</strong>meer specifiek vorm wordt gegev<strong>en</strong> aan onderdel<strong>en</strong> van het arbobeleid die noodzakelijkzijn voor de onderneming of de sector. 6 Uit dit uitgangspunt kan e<strong>en</strong> drietal gedragspresumpties<strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de -effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedestilleerd. 7De eerste gedragspresumptie is dat het vergrot<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong><strong>en</strong> financiële belang<strong>en</strong> werkgevers <strong>en</strong> werknemers stimuleert om meer inspanning<strong>en</strong> te5 Zie bijvoorbeeld SER-Adviesaanvraag Evaluatie Arbowet 1998, AVB/AIS 0469630, p. 10 <strong>en</strong> memorie van toelichtingArbeidsomstandighed<strong>en</strong>wet 1998 (Kamerstukk<strong>en</strong> II 1997/98, 25 879, nr. 3). M<strong>en</strong> streeft hierbij ge<strong>en</strong> volledige civielrechtelijkehandhaving na, maar de Arbeidsinspectie zal zich conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> op misstand<strong>en</strong> <strong>en</strong> op sector<strong>en</strong> waar werkgevers<strong>en</strong> werknemers ge<strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gemaakt, voor de sector<strong>en</strong> waar dit wel is gebeurd, wordt meer overgelat<strong>en</strong>aan de zelfredzaamheid van werkgevers <strong>en</strong> werknemers.6 Zie MvT Wijziging van de Arbeidsomstandighed<strong>en</strong>wet 1998, Kamerstukk<strong>en</strong> II 2005/06, 30 552, nr. 8.7 De gedragspresumpties <strong>en</strong> -effect<strong>en</strong> zijn ontle<strong>en</strong>d aan de uitgangspunt<strong>en</strong> van het stimuler<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheidvan werkgevers <strong>en</strong> werknemers, zoals verwoord in bijvoorbeeld de SER-Adviesaanvraag Evaluatie Arbowet1998, AVB/AIS 0469630, p. 7.285Gies<strong>en</strong>_01.indb 135 20-5-2008 16:29:47


Y. Bacharias, S.D. Lind<strong>en</strong>bergh, P. Masciniverricht<strong>en</strong> op het gebied van prev<strong>en</strong>tie. Dit gebeurt in de eerste plaats door met behulpvan financiële prikkels de belang<strong>en</strong> van werkgevers <strong>en</strong> werknemers bij het vermijd<strong>en</strong>van arbeidsuitval te vergrot<strong>en</strong>. Daarnaast zijn in de arbeidsomstandighed<strong>en</strong>wetgevinginstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verankerd om werknemers aan te sprek<strong>en</strong> op de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid.Wij zull<strong>en</strong> het veiligheidsbeleid van e<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiebedrijf analyser<strong>en</strong> om te zi<strong>en</strong> of ere<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sivering van het veiligheidsbeleid heeft plaatsgevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> of individuele medewerkersin to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong> op hun eig<strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>op het gebied van prev<strong>en</strong>tie.De tweede gedragspresumptie is dat de gebod<strong>en</strong> ruimte voor maatwerk ook daadwerkelijkwordt b<strong>en</strong>ut door werkgevers <strong>en</strong> werknemers om gezam<strong>en</strong>lijk het arbobeleid tot standte br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Wij bekijk<strong>en</strong> of er maatwerk tot stand is gekom<strong>en</strong> in onze casestudy door stilte staan bij de perceptie van de werknemers met betrekking tot het veiligheidsbeleid. Ishet inderdaad pass<strong>en</strong>d voor de desbetreff<strong>en</strong>de werkvloer? Met andere woord<strong>en</strong>, wordt inde og<strong>en</strong> van de werknemers ev<strong>en</strong>veel aandacht besteed aan alle concrete risico’s die zijlop<strong>en</strong>?De derde gedragspresumptie is dat handhaving primair e<strong>en</strong> verantwoordelijkheid is vande private partners zelf. Dat wil dus zegg<strong>en</strong> dat werkgevers <strong>en</strong> werknemers elkaar zull<strong>en</strong>aansprek<strong>en</strong> tot nakoming, ev<strong>en</strong>tueel via de rechter. Voorwaarde hierbij is dat rechtersdezelfde maatstav<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> als welke t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong> aan de hervorming<strong>en</strong> vande arbeidsomstandighed<strong>en</strong>wetgeving <strong>en</strong> dat zij het veiligheidsbeleid dus zi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong>gezam<strong>en</strong>lijke verantwoordelijkheid van werkgevers <strong>en</strong> werknemers. Dit impliceert datrechters niet uitsluit<strong>en</strong>d werkgevers verantwoordelijk acht<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> goed werk<strong>en</strong>dveiligheidsbeleid, maar ook de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid van werknemers erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> inhun uitsprak<strong>en</strong>. Wij gaan na hoe het aansprakelijkheidsrecht zich de afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>niaheeft ontwikkeld. Zo kan bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of er inderdaad sprake is van private handhaving.Stapp<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> daadwerkelijk naar de civiele rechter om handhaving af tedwing<strong>en</strong>? Met andere woord<strong>en</strong>, wordt het aansprakelijkheidsrecht prev<strong>en</strong>tief gebruikt?En wordt in rechterlijke uitsprak<strong>en</strong> in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate invloed toegek<strong>en</strong>d aan de eig<strong>en</strong>verantwoordelijkheid van werknemers?In dit hoofdstuk houd<strong>en</strong> wij de drie gedragspresumpties kritisch teg<strong>en</strong> het licht. Zijnde beoogde gedragseffect<strong>en</strong> daadwerkelijk gerealiseerd? Is er wellicht sprake geweestvan onbeoogde negatieve of positieve effect<strong>en</strong>? Deze vrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de navolg<strong>en</strong>deparagraf<strong>en</strong> beantwoord aan de hand van e<strong>en</strong> casestudy naar het veiligheidsbeleid vane<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiebedrijf <strong>en</strong> e<strong>en</strong> analyse van de wetgeving <strong>en</strong> jurisprud<strong>en</strong>tie op het gebied vande aansprakelijkheid voor arbeidsongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> beroepsziekt<strong>en</strong>.286Gies<strong>en</strong>_01.indb 136 20-5-2008 16:29:47


Prev<strong>en</strong>tie van arbeidsuitval2 De casestudyIn deze paragraaf toets<strong>en</strong> wij de eerste twee gedragspresumpties. Allereerst beschrijv<strong>en</strong>wij de ontwikkeling<strong>en</strong> in het veiligheidsbeleid van e<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiebedrijf zoals die deafgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong> om te zi<strong>en</strong> of er inderdaad sprake is vane<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sivering van het veiligheidsbeleid <strong>en</strong> of daarbij in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate sprake isvan responsabilisering van werknemers. Vervolg<strong>en</strong>s onderzoek<strong>en</strong> wij de perceptie vanwerknemers t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van dit beleid om te zi<strong>en</strong> of maatwerk tot stand is gekom<strong>en</strong> <strong>en</strong>welke consequ<strong>en</strong>ties zij hieraan verbind<strong>en</strong>.De gegev<strong>en</strong>s voor dit onderzoek zijn gebaseerd op observaties <strong>en</strong> gesprekk<strong>en</strong> met werknemersdoor twee onderzoekers die gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> halfjaar veldwerk hebb<strong>en</strong> verrichtin verschill<strong>en</strong>de gas- <strong>en</strong> elektriciteitsteams. 8 Het werk dat in de onderzochte monteurteamswordt verricht, br<strong>en</strong>gt aanzi<strong>en</strong>lijke risico’s met zich. Medewerkers moet<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>onder – elektrische – (hoog)spanning <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> met ontploffing<strong>en</strong>,verbranding<strong>en</strong>, gasuitbrak<strong>en</strong>, verplaatsingsongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> verkeersongelukk<strong>en</strong>. Ieder jaarword<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de onderzochte onderneming verschill<strong>en</strong>de werknemers getroff<strong>en</strong> doorongevall<strong>en</strong> met verzuim tot gevolg. Deze diversiteit aan risico’s maakt deze organisatiebij uitstek geschikt om te toets<strong>en</strong> of er maatwerk is gerealiseerd.2.1 Analyse van het veiligheidsbeleid: int<strong>en</strong>sivering <strong>en</strong> responsabilisering individuelemedewerkersDe afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is het veiligheidsbeleid van de onderzochte organisatie geïnt<strong>en</strong>siveerd.In de eerste plaats zijn van overheidswege opgestelde landelijke norm<strong>en</strong> voor het werk<strong>en</strong>met elektrische <strong>en</strong> gasinstallaties in de bedrijfsvoering geïmplem<strong>en</strong>teerd. Het bedrijf heeftcursuss<strong>en</strong> ingevoerd om medewerkers k<strong>en</strong>nis van deze norm<strong>en</strong> bij te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Medewerkersdie deze cursus niet met goed gevolg afsluit<strong>en</strong>, krijg<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> aanwijzing <strong>en</strong> mog<strong>en</strong>als gevolg daarvan bepaalde werkzaamhed<strong>en</strong> niet verricht<strong>en</strong>. Op basis van de overheidsregelgevingzijn ook werkplann<strong>en</strong>, schakelplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> raamopdracht<strong>en</strong> geïntroduceerddie op e<strong>en</strong> gestructureerde manier aangev<strong>en</strong> hoe monteurs het werk moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong><strong>en</strong> hoe de verantwoordelijkhed<strong>en</strong> zijn verdeeld.In de tweede plaats is de organisatie meer gaan do<strong>en</strong> dan is voorgeschrev<strong>en</strong> door deoverheid. Op eig<strong>en</strong> initiatief is zij erin geslaagd e<strong>en</strong> VCA-certificaat te hal<strong>en</strong>. Op basisvan de Veiligheid, Gezondheid <strong>en</strong> Milieu checklist aannemers (VCA) di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> bedrijfdan bijvoorbeeld te beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> veiligheidsbeleid, veiligheidscursuss<strong>en</strong> aan te8 De onderzoeksopzet is verantwoord in het interne onderzoeksrapport ‘Veiligheidscultuur bij XXXX’ van Ibtissam Abaaziz,Yannis Bacharias <strong>en</strong> Peter Mascini, dat kan word<strong>en</strong> opgevraagd bij laatstg<strong>en</strong>oemde auteur (mascini@fsw.eur.nl).287Gies<strong>en</strong>_01.indb 137 20-5-2008 16:29:47


Y. Bacharias, S.D. Lind<strong>en</strong>bergh, P. Mascinibied<strong>en</strong> <strong>en</strong> toolbox-bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> te organiser<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> certificer<strong>en</strong>de instelling onderzoektof e<strong>en</strong> bedrijf in voldo<strong>en</strong>de mate aan de VCA voldoet. Ook verplicht de VCA totwerkplekinspecties door veiligheidsdeskundig<strong>en</strong>, teamleiders of andere leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.Medewerkers die zich niet aan de veiligheidsregels houd<strong>en</strong> door bijvoorbeeld ge<strong>en</strong>persoonlijke beschermingsmiddel<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> waarschuwing krijg<strong>en</strong>.Herhaaldelijke waarschuwing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> negatieve aantek<strong>en</strong>ing in het personeelsdossierof e<strong>en</strong> boete oplever<strong>en</strong> <strong>en</strong> in het uiterste geval ontslag. Ook is e<strong>en</strong> aparte afdelingopgericht, bestaande uit veiligheids- <strong>en</strong> milieudeskundig<strong>en</strong>, die zich bezighoudt met deimplem<strong>en</strong>tatie van veiligheidsbeleid.We kunn<strong>en</strong> dus stell<strong>en</strong> dat het vergrot<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid vanwerkgever <strong>en</strong> werknemers effect heeft gehad op het prev<strong>en</strong>tiebeleid met betrekking totarbeidsongevall<strong>en</strong> in het door ons onderzochte bedrijf. De werkgever heeft zijn veiligheidsbeleidgeïnt<strong>en</strong>siveerd <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn meerdere instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ter responsabiliseringvan individuele medewerkers (onder andere training<strong>en</strong>, toezicht <strong>en</strong> bedrijfsinternesanctionering) in dit beleid geïncorporeerd.2.2 Perceptie werknemers: onev<strong>en</strong>wichtig <strong>en</strong> persoonsgebond<strong>en</strong> veiligheidsbeleidDe c<strong>en</strong>trale elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het veiligheidsbeleid in de onderzochte onderneming zijnregels <strong>en</strong> procedures, controle <strong>en</strong> handhaving <strong>en</strong> opleiding <strong>en</strong> training. Deze maatregel<strong>en</strong>zijn bedoeld om individuele medewerkers in staat te stell<strong>en</strong> veilig te werk<strong>en</strong>. De meestemaatregel<strong>en</strong> zijn c<strong>en</strong>traal geregeld door de veiligheidsafdeling <strong>en</strong> van bov<strong>en</strong>af opgelegddoor de bedrijfsleiding. Via verschill<strong>en</strong>de hiërarchische niveaus word<strong>en</strong> de maatregel<strong>en</strong>geconcretiseerd voor tactische <strong>en</strong> operationele activiteit<strong>en</strong>.Medewerkers ervar<strong>en</strong> dit veiligheidsbeleid in de eerste plaats als onev<strong>en</strong>wichtig. Naarhun m<strong>en</strong>ing is het veiligheidsbeleid toegespitst op persoonsgebond<strong>en</strong> veiligheid.Hierdoor blijft de organisationele verantwoordelijkheid voor veiligheid onderbelicht.Zo wordt in training<strong>en</strong> <strong>en</strong> cursuss<strong>en</strong> de nadruk gelegd op het belang van het nalev<strong>en</strong>van veiligheidsvoorschrift<strong>en</strong>, het drag<strong>en</strong> van veiligheidskleding, het juiste gebruik vangereedschapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> het weiger<strong>en</strong> van onveilig werk. Met behulp van werkplekinspectieswordt gecontroleerd of medewerkers zich aan deze veiligheidsregulering houd<strong>en</strong> <strong>en</strong>er kunn<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel sancties opgelegd word<strong>en</strong>. Daarnaast is veilig werk<strong>en</strong> onderdeelgeword<strong>en</strong> van functioneringsgesprekk<strong>en</strong>. Ook word<strong>en</strong> (bijna-)ongevall<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>tijd<strong>en</strong>s het werkoverleg, met speciale aandacht voor de vraag of medewerkers zich aan deveiligheidsvoorschrift<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s de medewerkers word<strong>en</strong> daarmeegevaarlijke situaties <strong>en</strong> ongevall<strong>en</strong> te e<strong>en</strong>zijdig voorgesteld als het gevolg van het nietnalev<strong>en</strong> van veiligheidsvoorschrift<strong>en</strong> door de desbetreff<strong>en</strong>de medewerker(s). Naar hunm<strong>en</strong>ing gaat er echter vaak e<strong>en</strong> heel traject vooraf aan gevaarlijke situaties. Bijvoorbeeld288Gies<strong>en</strong>_01.indb 138 20-5-2008 16:29:47


Prev<strong>en</strong>tie van arbeidsuitvalin de voorbereiding <strong>en</strong> planning, waarbij soms de juiste material<strong>en</strong> niet op de werkplekaanwezig zijn <strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> of schema’s niet klopp<strong>en</strong>. Ook zijn er door besparing<strong>en</strong> oponderhoudskost<strong>en</strong> storingsgevoelige plekk<strong>en</strong> in het gasleiding<strong>en</strong>netwerk ontstaan, alsgevolg waarvan monteurs zich soms geconfronteerd zi<strong>en</strong> met gevaarlijke situaties, zoalsmet gas volgelop<strong>en</strong> kelders <strong>en</strong> kruipruimt<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s klag<strong>en</strong> monteurs dat zij bepaaldewerkzaamhed<strong>en</strong> uit effici<strong>en</strong>cyoverweging<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>, terwijl uit veiligheidsoverweging<strong>en</strong>e<strong>en</strong> tweede monteur w<strong>en</strong>selijker is.In de tweede plaats vind<strong>en</strong> monteurs dat bepaalde onveilige situaties <strong>en</strong> (gezondheids)-risico’s onderbelicht blijv<strong>en</strong> door het persoonsgebond<strong>en</strong> karakter van het veiligheidsbeleid.Door te conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> op de verantwoordelijkheid van de individuele medewerker,is er onvoldo<strong>en</strong>de aandacht voor risico’s die deze buit<strong>en</strong> zijn ‘schuld’ om loopt. Zo klag<strong>en</strong>medewerkers dat het werk<strong>en</strong> in moeilijke omstandighed<strong>en</strong> – bijvoorbeeld kleine kruipruimtesdie vaak ook nog e<strong>en</strong>s nat <strong>en</strong> koud zijn, het zware graafwerk, <strong>en</strong>zovoort – inde loop der jar<strong>en</strong> zijn tol geëist heeft van het lichaam, zich uit<strong>en</strong>d in problem<strong>en</strong> aanknieën <strong>en</strong> rug. Deze beroepsziekt<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> in het huidige beleid naar de m<strong>en</strong>ing vande medewerkers onderbelicht. Hetzelfde geldt voor psychische schade. E<strong>en</strong> deel vande medewerkers geeft aan last te hebb<strong>en</strong> van stressgerelateerde ziektebeeld<strong>en</strong> – onderandere hoge bloeddruk <strong>en</strong> depressie – die zij zelf (deels) wijt<strong>en</strong> aan de roerige periodesvan de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> <strong>en</strong> de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werkdruk. Het risico van e<strong>en</strong> verkeersongeval,dat verhoogd wordt door de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werkdruk, is e<strong>en</strong> ander aspect waarover werknemerszich zorg<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Verder gev<strong>en</strong> medewerkers aan in bepaalde wijk<strong>en</strong> niet graagalle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> avonddi<strong>en</strong>st te moet<strong>en</strong> draai<strong>en</strong>, omdat zij zich daar niet veilig voel<strong>en</strong>.Kortom: het vergrot<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid van werkgevers <strong>en</strong> werk nemersheeft in het door ons onderzochte bedrijf niet geleid tot maatwerk. Het veiligheidsbeleidwordt top-down gehandhaafd <strong>en</strong> medewerkers ervar<strong>en</strong> het als onev<strong>en</strong>wichtig <strong>en</strong>te persoonsgebond<strong>en</strong>, waardoor het ge<strong>en</strong> reële aansluiting heeft op de risico’s die zijdaadwerkelijk lop<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s hun werkzaamhed<strong>en</strong>. Hun voornaamste bezwaar is datde verantwoordelijkheid van de organisatie voor aspect<strong>en</strong> van het werkproces waaropmedewerkers minder invloed hebb<strong>en</strong> t<strong>en</strong> onrechte buit<strong>en</strong> beeld blijft <strong>en</strong> dat nu te veelnadruk wordt gelegd op de individuele verantwoordelijkheid van de medewerker diespecifieke gevaarlijke werkzaamhed<strong>en</strong> verricht.2.3 Reacties werknemers: fatalisme <strong>en</strong> de perceptie van e<strong>en</strong> afrek<strong>en</strong>cultuurDe perceptie dat de werkgever de verantwoordelijkheid voor veiligheid in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>demate op de werknemer afschuift, lokt reacties uit aan de zijde van werknemers.Allereerst voel<strong>en</strong> zij zich niet serieus g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door de organisatie, die in hun og<strong>en</strong> nietaan alle risico’s die de medewerkers lop<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>veel aandacht geeft. Dit zorgt niet alle<strong>en</strong>289Gies<strong>en</strong>_01.indb 139 20-5-2008 16:29:47


Y. Bacharias, S.D. Lind<strong>en</strong>bergh, P. Mascinivoor verstoorde verhouding<strong>en</strong>, maar leidt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s tot fatalisme. Omdat medewerkersveel onveilige situaties teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> waarvoor zij de organisatie verantwoordelijk acht<strong>en</strong>,maar waarvan zij het idee hebb<strong>en</strong> dat die buit<strong>en</strong> het veiligheidsbeleid vall<strong>en</strong>, ontstaat hetidee dat daar toch ‘niets aan te do<strong>en</strong> valt’. Dit heeft tot gevolg dat m<strong>en</strong> bereid is aanzi<strong>en</strong>lijkerisico’s te accepter<strong>en</strong> <strong>en</strong> werk uit te voer<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>lijk te gevaarlijk vindt.Zo gav<strong>en</strong> monteurs aan soms te werk<strong>en</strong> in krappe ruimtes waar ze onvoldo<strong>en</strong>debewegingsvrijheid hebb<strong>en</strong>, met als gevolg dat het vrijwel onmogelijkis alle veiligheidsvoorschrift<strong>en</strong> na te lev<strong>en</strong>. Ook gaf m<strong>en</strong> aan bepaalde werkzaamhed<strong>en</strong>toch te verricht<strong>en</strong>, ook al ontbrak<strong>en</strong> in sommige gevall<strong>en</strong> de juistepersoonlijke beschermingsmiddel<strong>en</strong>. Monteurs verteld<strong>en</strong> bijvoorbeeld dat ingevall<strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> miniblaas ontbrak die nodig is om zonder gasdruk e<strong>en</strong>gaskraan op e<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>aansluiting te verwissel<strong>en</strong>, zij terugviel<strong>en</strong> op de oudemethode, <strong>en</strong> snel onder druk de kraan verwisseld<strong>en</strong>. Dit verloopt weliswaarmeestal zonder problem<strong>en</strong>, maar als het fout gaat, kan dit steekvlamm<strong>en</strong> <strong>en</strong>zelfs explosies tot gevolg hebb<strong>en</strong>.Ook wanneer de juiste material<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong>, kan dit tot gevaarlijke situaties leid<strong>en</strong>.Zo was e<strong>en</strong> monteur bezig met het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van leiding<strong>en</strong>. Hij beschikt<strong>en</strong>iet over voldo<strong>en</strong>de montagebeugels. Om toch de klus af te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>,ging hij naar e<strong>en</strong> ijzerboer om iets te lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> dat als beugel di<strong>en</strong>st zoukunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Later op de dag haalde hij echter zijn hand op<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong>uitsteeksel van de zelfgemaakte beugel, met als gevolg dat e<strong>en</strong> pees doorgekniptmoest word<strong>en</strong>.Het fatalisme wordt verder versterkt door de geringe terugkoppeling op incid<strong>en</strong>tmelding<strong>en</strong>,vooral op melding<strong>en</strong> die betrekking hebb<strong>en</strong> op niet-persoonsgebond<strong>en</strong> veiligheid<strong>en</strong> gezondheidsrisico’s.Zo vertelde e<strong>en</strong> storingsmonteur dat hij tijd<strong>en</strong>s zijn avonddi<strong>en</strong>st toegangnodig had tot e<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> appartem<strong>en</strong>t waarvan de bewoners nietthuis war<strong>en</strong>. Hij moest wacht<strong>en</strong> tot de bewoners weer thuis zoud<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die hierdoor zonder licht zat<strong>en</strong>, nam<strong>en</strong> hier ge<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> mee<strong>en</strong> begonn<strong>en</strong> de monteur uit te scheld<strong>en</strong> <strong>en</strong> te bedreig<strong>en</strong>. Tot frustratie van dedesbetreff<strong>en</strong>de monteur ontving hij ge<strong>en</strong> terugkoppeling op zijn melding<strong>en</strong>van deze gebeurt<strong>en</strong>is.290Gies<strong>en</strong>_01.indb 140 20-5-2008 16:29:47


Prev<strong>en</strong>tie van arbeidsuitvalEr zijn dan ook medewerkers die niet meer de moeite nem<strong>en</strong> om onveilige situaties temeld<strong>en</strong> (de zog<strong>en</strong>oemde incid<strong>en</strong>tmelding<strong>en</strong>). Waar zij dit wel do<strong>en</strong>, heeft dit slechts e<strong>en</strong>ceremoniële functie <strong>en</strong> beperk<strong>en</strong> zij zich tot de twee verplichte incid<strong>en</strong>tmelding<strong>en</strong> perjaar <strong>en</strong> vaak behelz<strong>en</strong> deze melding<strong>en</strong> niet e<strong>en</strong>s de belangrijkste zak<strong>en</strong>, maar gaan zijover zak<strong>en</strong> als loszitt<strong>en</strong>de plank<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bouwkeet of e<strong>en</strong> instabiel trapje. De werknemersmeld<strong>en</strong> dus niet alle<strong>en</strong> om te zorg<strong>en</strong> dat de organisatie daarvan kan ler<strong>en</strong>, maar ookom te voorkom<strong>en</strong> dat ze kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong> op onderrapportage.In de tweede plaats heeft de hiervoor beschrev<strong>en</strong> onev<strong>en</strong>wichtigheid van het veiligheidsbeleid<strong>en</strong> de nadruk op de persoonlijke verantwoordelijkheid voor veiligheid, incombinatie met de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de bureaucratisering van het veiligheidsbeleid, geleid tot deperceptie van e<strong>en</strong> afrek<strong>en</strong>cultuur. De bureaucratisering is ontstaan door de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>registratie van verantwoordelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong> op veiligheidsgebied, maarook doordat medewerkers steeds meer hun bezighed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> verantwoord<strong>en</strong> doormiddel van werkformulier<strong>en</strong>. De bureaucratisering veroorzaakt bij de medewerkers hetgevoel dat zij in de gat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>. In combinatie met de hiervoor beschrev<strong>en</strong>nadruk op persoonlijke verantwoordelijkheid <strong>en</strong> de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> toezicht- <strong>en</strong> sanctiemogelijkhed<strong>en</strong>heeft dit ervoor gezorgd dat medewerkers het idee hebb<strong>en</strong> dat als er ietsfout gaat, zij hierop zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgerek<strong>en</strong>d. Dit maakt de medewerkers onzekerder inhun werk <strong>en</strong> zorgt ervoor dat zij zichzelf gaan indekk<strong>en</strong> door verantwoordelijkhed<strong>en</strong> zoveel mogelijk naar hun superieur<strong>en</strong> af te schuiv<strong>en</strong> <strong>en</strong> door het onder de pet houd<strong>en</strong> vanincid<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Hierdoor kunn<strong>en</strong> individuele medewerkers niet ler<strong>en</strong> van fout<strong>en</strong> van huncollega’s <strong>en</strong> belemmert het de organisatie als geheel inzicht te verkrijg<strong>en</strong> in de zwakke (<strong>en</strong>dus gevaarlijke) plekk<strong>en</strong> in het werkproces.Het b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid van werknemers heeft twee onbeoogdeeffect<strong>en</strong> tot gevolg gehad: fatalisme <strong>en</strong> de perceptie van e<strong>en</strong> afrek<strong>en</strong>cultuur. Ditleidt al met al tot de acceptatie van onveilig werk, indekgedrag <strong>en</strong> onderrapportage vanincid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> aldus tot averechtse effect<strong>en</strong> op de prev<strong>en</strong>tie van ongevall<strong>en</strong>.3 Ontwikkeling<strong>en</strong> in werkgeversaansprakelijkheidIn deze paragraaf besprek<strong>en</strong> wij de derde gedragspresumptie. Deze heeft betrekking opde ontwikkeling<strong>en</strong> in het aansprakelijkheidsrecht op het gebied van de prev<strong>en</strong>tie vanarbeidsongevall<strong>en</strong>. We bezi<strong>en</strong> of er sprake is van private handhaving <strong>en</strong> in hoeverrerechters daarbij in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate zijn meegegaan in de responsabilisering van individuelewerknemers.De ontwikkeling<strong>en</strong> met betrekking tot de civiele aansprakelijkheid van de werkgevervoor beroepsgebond<strong>en</strong> schade van zijn werknemers moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bezi<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het licht291Gies<strong>en</strong>_01.indb 141 20-5-2008 16:29:47


Y. Bacharias, S.D. Lind<strong>en</strong>bergh, P. Mascinivan de historie van verantwoordelijkheid voor arbeidsgebond<strong>en</strong> gezondheidsschade. 9De civielrechtelijke aansprakelijkheid van de werkgever voor gezondheidsschade vanzijn werknemers is eig<strong>en</strong>lijk pas tamelijk rec<strong>en</strong>t tot wasdom gekom<strong>en</strong>. Weliswaar werdde werkgever reeds in 1907 op grond van artikel 1638x BW contractueel aansprakelijkvoor schade van zijn werknemer, maar door de werking van de Ongevall<strong>en</strong>wet van 1901had deze aansprakelijkheid e<strong>en</strong> zeer beperkt karakter: de schade van de werknemerwerd deels (kost<strong>en</strong> van g<strong>en</strong>eeskundige behandeling <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> bepaald niveau)vergoed uit e<strong>en</strong> fonds dat werd gevuld door de werkgevers; de werkgever was in ruildaarvoor immuun voor aansprakelijkheid, t<strong>en</strong>zij er sprake was van grove schuld aan zijnzijde. Civiele aansprakelijkheid bood dus slechts e<strong>en</strong> verhaalsmogelijkheid in uitzonderingsgevall<strong>en</strong>.De Ongevall<strong>en</strong>wet werd in 1967 opgevolgd door de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering(WAO), die dekking bood teg<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>sverlies bij alle vorm<strong>en</strong> vanarbeidsongeschiktheid, ongeacht of zij hun oorzaak in het werk dan wel in de privésfeerhadd<strong>en</strong>. Doordat met de invoering van de WAO de immuniteit van de werkgever voorciviele aansprakelijkheid kwam te vervall<strong>en</strong>, begon de betek<strong>en</strong>is van artikel 1638x BWals grond voor aansprakelijkheid van de werkgever op te lev<strong>en</strong>, omdat deze e<strong>en</strong> grondslagbood voor vergoeding van restschade die door de WAO niet werd gedekt. In 1997werd artikel 1638x BW vervang<strong>en</strong> door artikel 7:658 BW, dat als belangrijkste noviteitde bewijslast t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de nakoming van de zorgplicht op de werkgever legde.In de rechtspraak was de werknemer op dit punt overig<strong>en</strong>s al in belangrijke mate tegemoetgekom<strong>en</strong>doordat de rechter hoge eis<strong>en</strong> stelde aan de stelplicht van de werkgevermet betrekking tot de betwisting van zijn tekortkoming. 10 Vanaf de jar<strong>en</strong> tachtig is deaandacht voor de aansprakelijkheid van de werkgever voor schade van zijn werknemersaanzi<strong>en</strong>lijk gegroeid. Dat blijkt niet alle<strong>en</strong> uit literatuur, 11 maar ook uit het aantal zak<strong>en</strong>dat op dit gebied aan de rechter <strong>en</strong> meer in het bijzonder aan de Hoge Raad is voorgelegd.Uit de aldus gevormde rechtspraak komt het volg<strong>en</strong>de beeld naar vor<strong>en</strong>.3.1 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> in de ontwikkeling van de rechtspraakIn de eerste plaats valt op dat, hoewel artikel 7:658 lid 1 BW de verplichting tot voorkomingvan schade voorop plaatst, er eig<strong>en</strong>lijk alle<strong>en</strong> wordt geprocedeerd over gevall<strong>en</strong>waarin de schade reeds is geled<strong>en</strong>. Zak<strong>en</strong> waarin de rechter wordt aangezocht om e<strong>en</strong>9 Zie voor deze ontwikkeling<strong>en</strong> Bier (1988); Lind<strong>en</strong>bergh (2000) p. 5 e.v. <strong>en</strong> voor de historie van de Ongevall<strong>en</strong>wetSchwitters (1990).10 Zie bijv. HR 25 juni 1982, NJ 1983, m.nt. P.A. Stein (Rijnberg/Speerstra); HR 6 april 1990, NJ 1990, 573 m.nt. P.A. Stein(Janss<strong>en</strong>/Nefabas); HR 1 juli 1993, NJ 1993, 687 m.nt. P.A. Stein (Power/Ardross) <strong>en</strong> HR 24 april 1995, NJ 1996, 271(Rust/BAM).11 Vgl. bijv. Bier (1988) Lind<strong>en</strong>bergh (2000), maar ook de vele tijdschriftartikel<strong>en</strong> die op dit gebied versch<strong>en</strong><strong>en</strong>.292Gies<strong>en</strong>_01.indb 142 20-5-2008 16:29:48


Prev<strong>en</strong>tie van arbeidsuitvalbepaalde gevaarlijke activiteit te verbied<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde schade te voorkom<strong>en</strong> zijn uiterstschaars. 12In de tweede plaats valt op dat de eis<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> gesteld aan de zorg van de werkgevervoor de veiligheid van zijn werknemers bepaald str<strong>en</strong>g zijn. Weliswaar bepaalt artikel7:658 BW dat de werkgever in het kader van zijn zorgplicht die maatregel<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t tetreff<strong>en</strong> die redelijkerwijs nodig zijn met het oog op de veiligheid van zijn werknemers <strong>en</strong>blijft de Hoge Raad b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat de wet ge<strong>en</strong> absolute waarborg biedt voor de veiligheidvan de werknemer, 13 maar in de uitwerking van de zorgplicht legt de Hoge Raad delat voor de werkgever hoog. 14 Zo is de werkgever niet alle<strong>en</strong> aansprakelijk voor de risico’sdie hij k<strong>en</strong>de, maar ook voor risico’s die hij behoorde te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, 15 di<strong>en</strong>t hij – vooral bijgebruik van machines 16 maar ook bij andere risico’s – onderzoek te do<strong>en</strong> naar mogelijkerisico’s, di<strong>en</strong>t hij beschermingsmiddel<strong>en</strong> te verstrekk<strong>en</strong>, zijn werknemers voor te licht<strong>en</strong><strong>en</strong> veiligheidsvoorschrift<strong>en</strong> uit te vaardig<strong>en</strong>, maar di<strong>en</strong>t hij ook op de naleving daarvantoe te zi<strong>en</strong>. Zo werd de PTT aansprakelijk geoordeeld voor de schade van e<strong>en</strong> postbodedie, in e<strong>en</strong> poging e<strong>en</strong> wegwaai<strong>en</strong>de brief te vang<strong>en</strong>, de weg op liep <strong>en</strong> werd aangered<strong>en</strong>.De PTT beriep zich op instructies dat de post met elastiek<strong>en</strong> gebundeld di<strong>en</strong>de te zijn,maar kon onvoldo<strong>en</strong>de aannemelijk mak<strong>en</strong> dat op naleving van die instructies adequaatwerd toegezi<strong>en</strong>. 17Voor de invulling van de verantwoordelijkheid van de werkgever zoekt de rechter nietalle<strong>en</strong> steun in de regelgeving inzake arbeidsomstandighed<strong>en</strong>, 18 die doorgaans wordtgeacht in minimumeis<strong>en</strong> te voorzi<strong>en</strong>, maar toetst hij vooral zelfstandig aan regels vanongeschrev<strong>en</strong> recht. De vraag of de werkgever aansprakelijk is, wordt dan afhankelijkgesteld van de omstandighed<strong>en</strong> van het concrete geval, met het oog waarop de rechtere<strong>en</strong> oordeel velt aan de hand van de kans op ongevall<strong>en</strong>, de ernst van de mogelijkegevolg<strong>en</strong> daarvan, de kans op onoplett<strong>en</strong>dheid van de werknemer <strong>en</strong> de bezwaarlijkheid12 Zie voor e<strong>en</strong> sporadisch geval Pres. Rb. Breda 25 april 2000, KG 2000, 119 (Nooij<strong>en</strong>/PTT Post), waarin e<strong>en</strong> werknemere<strong>en</strong> rookverbod op het werk afdwong.13 Zie bijv. rec<strong>en</strong>telijk HR 27 april 2007, RvdW 2007, 459 (Kalai/Antoine Petit b.v.).14 In 2003/2004 leek de Hoge Raad ev<strong>en</strong> pas op de plaats te mak<strong>en</strong> met zijn werknemersvri<strong>en</strong>delijke rechtspraak (zie bijv.T. Hartlief, 2003a, p. 933-934) maar uit latere rechtspraak (bijv. HR 5 november 2004, NJ 2005, 215 (De Lozerhof/VanDuyv<strong>en</strong>bode); HR 27 april 2007, RvdW 2007, 459 (Kalai/Antoine Petit b.v.) <strong>en</strong> HR 13 juli 2007, RvdW 2007, 689 (werknemer/H<strong>en</strong>driksBouwbedrijf Oss b.v.) lijkt te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgemaakt dat van e<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>dbreuk ge<strong>en</strong> sprake is. Zieook in deze zin A. Kolder (2007), p. 171 e.v.15 Aldus bijv. HR HR 6 april 1990, NJ 1990, 573 m.nt. P.A. Stein (Jans<strong>en</strong>/Nefabas); HR 25 juni 1993, NJ 1993, 686 m.nt.P.A. Stein (Cijsouw /De Schelde I).16 Aldus bijv. HR 29 april 1983, NJ 1984, 19 m.nt. P.A. Stein (De Vries/Kuijt) <strong>en</strong> HR 11 november 2005, RvdW 2005, 124(Bayar/Wijn<strong>en</strong>).17 Vgl. HR 19 oktober 2001, NJ 2001, 663 (PTT/Baas).18 Vgl. rec<strong>en</strong>telijk HR 27 april 2007, RvdW 2007, 459 (Kalai/Petit) inzake het till<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zwaar voorwerp <strong>en</strong> HR 13 juli2007, RvdW 2007, 689 (werknemer/H<strong>en</strong>driks Bouwbedrijf Oss b.v.) inzake het voorkom<strong>en</strong> van oneff<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> op e<strong>en</strong>bouwterrein.293Gies<strong>en</strong>_01.indb 143 20-5-2008 16:29:48


Y. Bacharias, S.D. Lind<strong>en</strong>bergh, P. Mascinivan het nem<strong>en</strong> van voorzorgsmaatregel<strong>en</strong>. 19 Voor de invulling van de zorgplicht van dewerkgever is tek<strong>en</strong><strong>en</strong>d dat de rechter in verband met de kans op onoplett<strong>en</strong>dheid vande werknemer uitgaat van het ervaringsfeit dat het dagelijks verricht<strong>en</strong> van bepaaldewerkzaamhed<strong>en</strong> er licht toe leidt dat de werknemer niet de zorgvuldigheid in acht neemtdie gerad<strong>en</strong> is. Aldus wordt de werknemer door de rechter in bescherming g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong> onoplett<strong>en</strong>dheid. 20 Zo werd e<strong>en</strong> werkgever aansprakelijk gehoud<strong>en</strong> voorde schade die e<strong>en</strong> stukadoor opliep doordat hij op e<strong>en</strong> bouwplaats met e<strong>en</strong> ton cem<strong>en</strong>tvoor zich via de voordeur e<strong>en</strong> in aanbouw zijnde woning verliet <strong>en</strong> t<strong>en</strong> val kwam doordathet terrein voor de voordeur 30 c<strong>en</strong>timeter lager dan de drempel lag. 21In de derde plaats wordt het bereik van de zorgplicht van de werkgever voor de veiligheidvan de werknemer ruim opgevat. Zo wordt het begrip werkplek, met e<strong>en</strong> beroep op het feitdat de werkgever deg<strong>en</strong>e is die besliss<strong>en</strong>de invloed heeft op de arbeidsomstandighed<strong>en</strong>,royaal opgevat. 22 De zorgplicht wordt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> aangelegd met betrekkingtot klassieke arbeidsverhouding<strong>en</strong>, maar ook t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van arbeid die verricht wordtkracht<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> andere verhouding dan e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst (uitz<strong>en</strong>dwerk, stagiaires,vrijwilligers). Voorts heeft de zorgplicht niet alle<strong>en</strong> betrekking op de fysieke veiligheidvan de werknemer, maar ook op zijn psychische gezondheid. 23In de vierde plaats is de mogelijkheid van verweer van de werkgever dat de werknemerde schade aan zijn eig<strong>en</strong> schuld heeft te wijt<strong>en</strong>, door de rechter sterk beperkt. Artikel7:658 BW k<strong>en</strong>t als regel dat de werkgever aan aansprakelijkheid kan ontkom<strong>en</strong> door aante ton<strong>en</strong> dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheidvan de werknemer. In dat geval is de werkgever in het geheel niet aansprakelijk. 24De rechter heeft zeer hoge eis<strong>en</strong> gesteld aan het bewijs van bewuste roekeloosheid.Daarvan is volg<strong>en</strong>s vaste rechtspraak eerst plaats wanneer de werkgever aantoont datde werknemer zich tijd<strong>en</strong>s zijn onmiddellijk aan het ongeval voorafgaande gedragingdaadwerkelijk bewust was van het roekeloze karakter van zijn handeling. Zo oordeeldede Hoge Raad dat voor het aannem<strong>en</strong> van bewuste roekeloosheid van e<strong>en</strong> dakdekker,die buit<strong>en</strong> de steigers over e<strong>en</strong> dak was gaan lop<strong>en</strong>, door het dak was gezakt <strong>en</strong> vangrote hoogte naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> was gevall<strong>en</strong>, onvoldo<strong>en</strong>de red<strong>en</strong>gev<strong>en</strong>d was dat hij door zijn19 Aldus expliciet HR 11 november 2005, RvdW 2005, 124 (Bayar/Wijn<strong>en</strong>). Het is overig<strong>en</strong>s de vraag of de rechter zichdaarbij steeds los kan mak<strong>en</strong> van ‘hindsight bias’. Zie daarover W.H. van Boom in zijn noot onder het arrest in JA 2006,nr. 11.20 Zie uitdrukkelijk HR 19 oktober 2001, NJ 2001, 663 (PTT/Baas) <strong>en</strong>, ook t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van ervar<strong>en</strong> werknemers, HR 13juli 2007, RvdW 2007, 689 (werknemer/H<strong>en</strong>driks Bouwbedrijf Oss b.v.).21 HR 13 juli 2007, RvdW 2007, 689 (werknemer/H<strong>en</strong>driks Bouwbedrijf Oss b.v.).22 Vgl. HR 15 december 2000, NJ 2001, 198 (Van Uitert/Jalas); HR 22 januari 1999, NJ 1999, 534 m.nt. P.A. Stein (Reclasseringsambt<strong>en</strong>aar)<strong>en</strong> HR 1 juli 1993, NJ 1993, 687 (Power/Ardross).23 Aldus uitdrukkelijk HR 11 maart 2005, RvdW 2005, 37 (ABN AMRO/Nieuw<strong>en</strong>huijs).24 Dit in afwijking van de (hoofd)regel inzake eig<strong>en</strong> schuld (art. 6:101 BW) die in beginsel leidt tot verdeling van de schadeover aansprakelijke <strong>en</strong> slachtoffer.294Gies<strong>en</strong>_01.indb 144 20-5-2008 16:29:48


Prev<strong>en</strong>tie van arbeidsuitvalwerkgever herhaaldelijk <strong>en</strong> in krachtige term<strong>en</strong> was gewaarschuwd om niet buit<strong>en</strong> desteigeronderdel<strong>en</strong> te lop<strong>en</strong>. 25Daarmee is het verweer van de werkgever in de praktijk op dit punt veelal kansloos. Ooke<strong>en</strong> – bijvoorbeeld in e<strong>en</strong> arbeidsreglem<strong>en</strong>t opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> – verplichting om onveilig werkte weiger<strong>en</strong> zal de werkgever in de praktijk zeld<strong>en</strong> of nooit bat<strong>en</strong>, omdat de werkgeverprimair de verantwoordelijke is voor het voorkom<strong>en</strong> van dergelijke situaties, maar ookomdat e<strong>en</strong> dergelijke verplichting veelal als onvoldo<strong>en</strong>de specifiek zal word<strong>en</strong> aangemerkt.Zo werd aan e<strong>en</strong> werknemer die voor e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tatie posters moest ophang<strong>en</strong> <strong>en</strong>daarvoor e<strong>en</strong> ter plaatse aanwezige (ongeschikte) ladder gebruikte teg<strong>en</strong>geworp<strong>en</strong> dathet arbeidsreglem<strong>en</strong>t de verplichting bevatte om onveilig werk te weiger<strong>en</strong>. Deze verplichtingachtte het hof ev<strong>en</strong>wel onvoldo<strong>en</strong>de specifiek. 26Bij de keuze voor het terugdring<strong>en</strong> van het belang van de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheidvan de werknemer voor de aansprakelijkheidsvraag beroept de Hoge Raad zich ook indit verband op het hiervoor g<strong>en</strong>oemde ervaringsfeit dat het dagelijks verker<strong>en</strong> in e<strong>en</strong>bepaalde werksituatie gemakkelijk leidt tot onvoorzichtigheid. 27 De gevolg<strong>en</strong> van dieonvoorzichtigheid kom<strong>en</strong> dus voor rek<strong>en</strong>ing van de werkgever. Het – voor de werkgever– str<strong>en</strong>ge regime inzake eig<strong>en</strong> schuld van de werknemer is door de rechter mede van toepassingverklaard op aansprakelijkhed<strong>en</strong> van de werkgever op andere grond dan artikel7:658 BW 28 <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s op de gevall<strong>en</strong> waarin de werkgever de werknemer aansprakelijkhoudt voor door de werknemer toegebrachte schade. 29In de vijfde plaats is de werknemer door de rechter (<strong>en</strong> door de wetgever) in belangrijkemate tegemoetgekom<strong>en</strong> in zijn bewijspositie. Zo rust het bewijs ter zake van de nakomingvan de zorgplicht sinds de invoering van artikel 7:658 BW in 1997 op de werkgever, is dewerknemer tegemoetgekom<strong>en</strong> in het bewijs van causaal verband tuss<strong>en</strong> het werk <strong>en</strong> deschade, 30 <strong>en</strong> wordt ook meer in het algeme<strong>en</strong> het slachtoffer met letsel in de rechtspraaktegemoetgekom<strong>en</strong> in zijn bewijspositie. 31In de zesde plaats valt er, parallel aan de hiervoor geschetste ontwikkeling<strong>en</strong>, nog e<strong>en</strong>ontwikkeling waar te nem<strong>en</strong> waar het bepaalde risico’s van de arbeid betreft. Het gaathier om de t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s in de rechtspraak om de werkgever verantwoordelijk te houd<strong>en</strong> voorde gevolg<strong>en</strong> van min of meer bijzondere risico’s die met het werk verband houd<strong>en</strong>, maar25 Aldus HR 20 september 1996, NJ 1997, 198 m.nt. P.A. Stein (Pollemans/Hoondert) <strong>en</strong> HR 11 september 1998, NJ 1998,870 (Van der Wiel/Philips). Intuss<strong>en</strong> lijkt de Hoge Raad in het kader van de verkeersaansprakelijkheid e<strong>en</strong> iets soepelercriterium te hebb<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong>. Zie HR 30 maart 2007, RvdW 2007, 358 (overstek<strong>en</strong>de asielzoeker).26 Zie HR 16 maart 2007, RvdW 2007, 317 (Egemin/’t Mannetje).27 Aldus HR 20 september 1996, NJ 1997, 198 m.nt. P.A. Stein (Pollemans/Hoondert).28 HR 9 november 2001, NJ 2002, 79 m.nt. P.A. Stein (Van Doesburg/Tan).29 HR 2 december 2005, JAR 2006, 15 (Diabetische koerier).30 Zie HR 17 november 2000, NJ 2001, 596 m.nt. W.H.D. Asser (Unilever/Dikmans) <strong>en</strong> HR 23 juni 2006, NJ 2006, 354(Havermans/Luijckx).31 Vgl. HR 15 mei 1998, NJ 1998, 624 (Vehof/Helvetia).295Gies<strong>en</strong>_01.indb 145 20-5-2008 16:29:48


Y. Bacharias, S.D. Lind<strong>en</strong>bergh, P. Masciniwaarvan de verwez<strong>en</strong>lijking niet het gevolg is van <strong>en</strong>ig tekortschiet<strong>en</strong> van de werkgever.Zo werd de KLM aansprakelijk geoordeeld voor de schade die e<strong>en</strong> piloot opliep doordathij tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> verblijf tuss<strong>en</strong> twee vlucht<strong>en</strong> in <strong>Ivo</strong>orkust betrokk<strong>en</strong> raakte bij e<strong>en</strong> ongevalmet e<strong>en</strong> taxi. 32In dergelijke gevall<strong>en</strong> wordt de werkgever door de rechter aansprakelijk geoordeeld opgrond van ‘goed werkgeverschap’ <strong>en</strong>/of ‘redelijkheid <strong>en</strong> billijkheid’, zonder dat hem t<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong> van het ontstaan van schade e<strong>en</strong> concreet verwijt kan word<strong>en</strong> gemaakt. M<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ke aan e<strong>en</strong> verkeersongeval als gevolg van e<strong>en</strong> stuurfout van de werknemer die metcollega-werknemers voor de werkgever op weg is naar e<strong>en</strong> klus. 33 Het gaat hier veeleer ome<strong>en</strong> verantwoordelijkheid van de werkgever om dekking te bied<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> bepaalde risico’sdan om e<strong>en</strong> op tekortschiet<strong>en</strong> van de werkgever gebaseerde aansprakelijkheid. 34 Dezeontwikkeling is met name bijzonder, omdat zij het stelsel van werkgeversaansprakelijkheidop basis van tekortschiet<strong>en</strong> op losse schroev<strong>en</strong> zet. 35Sam<strong>en</strong>gevat laat de analyse van de wetgeving <strong>en</strong> jurisprud<strong>en</strong>tie zi<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> sprakeis van ex ante private handhaving via de civiele rechter. De rechter buigt zich eig<strong>en</strong>lijknooit over de kwestie van prev<strong>en</strong>tie, maar alle<strong>en</strong> over de vraag wie voor de schadeopdraait. Daarnaast blijkt dat de rechter in zijn rechtspraak t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van arbeidsongevall<strong>en</strong>vrijwel onverminderd de werknemer tegemoetkomt. De zorgplicht van dewerkgever wordt royaal <strong>en</strong> str<strong>en</strong>g geïnterpreteerd <strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is van de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheidvan de werknemer voor de aansprakelijkheid van de werkgever wordtnaar de achtergrond gedrong<strong>en</strong>. Dit is niet in overe<strong>en</strong>stemming met de nadruk op eig<strong>en</strong>verantwoordelijkheid van werknemers, zoals die in de hervorming<strong>en</strong> van het publiekebestel naar vor<strong>en</strong> is gekom<strong>en</strong>. Het lijkt er juist op dat de rechter e<strong>en</strong> meer bescherm<strong>en</strong>derol t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de werknemer heeft ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong> als gevolg van de ontwikkeling<strong>en</strong> inde afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia. In de vakliteratuur wordt over het algeme<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat deafkalving van het socialezekerheidsstelsel meer druk legt op de rechter om werknemerste bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> van schade door arbeidsuitval. 3632 HR 18 maart 2005, JAR 2005, 100, RvdW 2005, 46 (KLM/De Kuijer).33 Vgl. HR 16 oktober 1992, NJ 1993, 264 m.nt. P.A. Stein (Bruinsma/Schuitmaker); HR 12 januari 2001, NJ 2001, 253m.nt. P.A. Stein (Vonk/Van der Hoev<strong>en</strong>); HR 9 augustus 2002, NJ 2004, 235 m.nt. G.J.J. Heerma van Voss (De Bont/Oud<strong>en</strong>all<strong>en</strong>).34 Zie over de verzekeringsaspect<strong>en</strong> bijv. Van Boom (2006), p. 61 e.v.35 Zie daarover Hartlief (2003b), p. 3 e.v. <strong>en</strong> Van Boom (2003), p. 33-40.36 Vgl. bijv. A-G Spier die in zijn conclusie bij HR 18 maart 2005, LJN: AR6669, C04/106HR stelt dat het WAO-perspectiefvan e<strong>en</strong> arbeidsongeschikte medewerker is verslechterd als gevolg van ingrep<strong>en</strong> in de WAO <strong>en</strong> dat de rechter hiermeerek<strong>en</strong>ing kán <strong>en</strong> mag houd<strong>en</strong> bij de beslechting van zak<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Van Nieuwstadt (2005) is de achterligg<strong>en</strong>de gedachtevan Spier’s opmerking<strong>en</strong> ‘naar alle waarschijnlijkheid mede het gegev<strong>en</strong> dat dergelijke schadegevall<strong>en</strong> als gevolgvan de versobering van de WAO niet of nauwelijks meer gedekt word<strong>en</strong> door het sociale verzekeringsstelsel <strong>en</strong> het naarmaatstav<strong>en</strong> van redelijkheid <strong>en</strong> billijkheid (maatschappelijk) onaanvaardbaar wordt geacht deze schade (geheel) bij dewerknemer te lat<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>’.296Gies<strong>en</strong>_01.indb 146 20-5-2008 16:29:48


Prev<strong>en</strong>tie van arbeidsuitval4 Discussie <strong>en</strong> verdere onderzoeksvrag<strong>en</strong>In deze paragraaf besprek<strong>en</strong> wij de resultat<strong>en</strong> van onze analyses. Waar mogelijk zull<strong>en</strong>wij onze bevinding<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> breder perspectief plaats<strong>en</strong> door aansluiting te zoek<strong>en</strong> bijeerder onderzoek <strong>en</strong> de literatuur. Daarnaast staan wij stil bij mogelijke vrag<strong>en</strong> voortoekomstig onderzoek die onze analyses opwerp<strong>en</strong>.4.1 DiscussieTijd<strong>en</strong>s de jar<strong>en</strong> tachtig van de vorige eeuw werd er steeds vaker op gezinspeeld dat deNederlandse verzorgingsstaat zich in e<strong>en</strong> crisis zou bevind<strong>en</strong>. Sindsdi<strong>en</strong> is het publiekebestel ingrijp<strong>en</strong>d gewijzigd met de bedoeling om zowel werkgevers als werknemers meereig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid te gev<strong>en</strong> bij de prev<strong>en</strong>tie van arbeidsongevall<strong>en</strong>. De geschetstecasestudy heeft uitgewez<strong>en</strong> dat de bedoeling<strong>en</strong> van de stelselherzi<strong>en</strong>ing gedeeltelijk zijngerealiseerd op de werkplek. Het veiligheidsbeleid is geïnt<strong>en</strong>siveerd <strong>en</strong> indachtig rec<strong>en</strong>tewijziging<strong>en</strong> van onder andere de arbeidsomstandighed<strong>en</strong>wet is de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheidvan werknemers aangescherpt.Onze bevinding<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> echter niet alle<strong>en</strong> positieve ontwikkeling<strong>en</strong> blootgelegd.Allereerst hebb<strong>en</strong> we gezi<strong>en</strong> dat er volg<strong>en</strong>s de werknemers ge<strong>en</strong> maatwerk tot stand isgekom<strong>en</strong>. Bepaalde risico’s, <strong>en</strong> dan vooral die welke meer in de invloedssfeer van deorganisatie ligg<strong>en</strong>, krijg<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de aandacht door het persoonsgebond<strong>en</strong> karaktervan het veiligheidsbeleid.Daarnaast is geblek<strong>en</strong> dat in het onderzochte <strong>en</strong>ergiebedrijf de belang<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>stellingtuss<strong>en</strong> de werkgever <strong>en</strong> de werknemer is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in verband met het veiligheidsbeleid.De responsabilisering van individuele medewerkers door de werkgever heeftbij de werknemers strategisch handel<strong>en</strong> uitgelokt. Medewerkers prober<strong>en</strong> hun verantwoordelijkhed<strong>en</strong>te ontlop<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verberg<strong>en</strong> wanneer er iets misloopt. Ook legg<strong>en</strong> zijzich neer bij risico’s die de organisatie van het werk aangaan omdat ze d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat debedrijfsleiding vooral aandacht heeft voor risico’s waar individuele medewerkers opkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgerek<strong>en</strong>d. Deze poging<strong>en</strong> van de werknemers om te voorkom<strong>en</strong> dat zijop hun handel<strong>en</strong> afgerek<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, gaan uiteindelijk t<strong>en</strong> koste van hun eig<strong>en</strong>veiligheid.Deze observatie vindt steun in ander onderzoek. Collinson beschrijft in zijn onderzoeknaar e<strong>en</strong> Engels offshore bedrijf dat bek<strong>en</strong>dstond om zijn goede veiligheidsprestaties degevolg<strong>en</strong> to<strong>en</strong> dit bedrijf in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate gebruik ging mak<strong>en</strong> van prestatie-indicator<strong>en</strong>.37 Er ontstond hierdoor e<strong>en</strong> ‘blame culture’ waarbij leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> de verantwoor-37 Collinson (1999).297Gies<strong>en</strong>_01.indb 147 20-5-2008 16:29:48


Y. Bacharias, S.D. Lind<strong>en</strong>bergh, P. Mascinidelijkheid voor incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> ongelukk<strong>en</strong> zo veel mogelijk op individuele werknemersprobeerd<strong>en</strong> af te schuiv<strong>en</strong>. Dit zette vooral de tijdelijke kracht<strong>en</strong> die het gevaarlijkstewerk verrichtt<strong>en</strong> ertoe aan om incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> overschrijding<strong>en</strong> van arbeidstijd<strong>en</strong>reglem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>verborg<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>. Op<strong>en</strong>lijk uitkom<strong>en</strong> voor incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of regelovertreding<strong>en</strong>vergrootte het risico op e<strong>en</strong> negatieve functioneringsbeoordeling, het mislop<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>nieuwe opdracht of het weggestuurd word<strong>en</strong> van het olieplatform. Als er zich ongelukk<strong>en</strong>voorded<strong>en</strong> die niet kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verborg<strong>en</strong>, dan probeerd<strong>en</strong> werknemers de ernstdaarvan te bagatelliser<strong>en</strong>. De bedrijfsleiding nam hier g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> mee, omdat zij andersbonuss<strong>en</strong> voor veiligheidsprestaties zou mislop<strong>en</strong>. Gray komt tot vergelijkbare conclusies.Volg<strong>en</strong>s hem is door neoliberalisering steeds meer nadruk kom<strong>en</strong> te ligg<strong>en</strong> op de metingvan veiligheidsprestaties. Dit zou allereerst hebb<strong>en</strong> geleid tot ‘window dressing’, waarbijbedrijv<strong>en</strong> hun formele veiligheidsbeleid int<strong>en</strong>siver<strong>en</strong> zonder hun feitelijke werkwijz<strong>en</strong>veiliger te mak<strong>en</strong> zolang er ge<strong>en</strong> sprake is van duidelijk aanwijsbare ongelukk<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>zou het ook hebb<strong>en</strong> geleid tot de responsabilisering van individuele medewerkersdoor de invoering van de verplichting om onveilige werkzaamhed<strong>en</strong> te weiger<strong>en</strong>. 38De dynamiek waarbij werkgevers <strong>en</strong> werknemers in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate teg<strong>en</strong>over elkaarkom<strong>en</strong> te staan, lijkt dus in de hand te word<strong>en</strong> gewerkt door de decollectivisering <strong>en</strong> privatiseringvan socialezekerheidsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Doordat beide partij<strong>en</strong> in afnem<strong>en</strong>demate in staat zijn om gezam<strong>en</strong>lijke kost<strong>en</strong> van arbeidsongevall<strong>en</strong> op de geme<strong>en</strong>schap afte w<strong>en</strong>tel<strong>en</strong>, neemt het belang van de schuldvraag toe. Hierdoor kan het zicht op het gezam<strong>en</strong>lijkebelang van goede arbeidsomstandighed<strong>en</strong> naar de achtergrond verdwijn<strong>en</strong>.Voorts lat<strong>en</strong> onze bevinding<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat prev<strong>en</strong>tieve private handhaving via het aansprakelijkheidsrechtge<strong>en</strong> rol van betek<strong>en</strong>is speelt. Volg<strong>en</strong>s Fischer zijn werknemers zelfs nae<strong>en</strong> bedrijfsongeval erg terughoud<strong>en</strong>d om e<strong>en</strong> claim in te di<strong>en</strong><strong>en</strong>, omdat ze wet<strong>en</strong> dat ditde verhouding met de werkgever onmiddellijk op scherp zet. 39 Het is dus niet ond<strong>en</strong>kbaardat de angst de verhouding met de werkgever te troebler<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s zorgt voorterughoud<strong>en</strong>dheid met betrekking tot de gang naar de rechter zolang er nog ge<strong>en</strong> schadeis. Dit zou het geringe prev<strong>en</strong>tieve gebruik van het aansprakelijkheidsrecht kunn<strong>en</strong>verklar<strong>en</strong>. Ook kunn<strong>en</strong> we concluder<strong>en</strong> dat rechters niet zijn meegegaan met de responsabiliseringvan individuele werknemers in de Arbeidsomstandighed<strong>en</strong>wet. Sterkernog: de ontwikkeling<strong>en</strong> in het aansprakelijkheidsrecht lijk<strong>en</strong> veeleer e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>wicht tevorm<strong>en</strong>. De rechter heeft de zorgplicht opgerekt <strong>en</strong> de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid vande werknemer ingeperkt. Hierdoor is de kans groter geword<strong>en</strong> dat werknemers die e<strong>en</strong>claim indi<strong>en</strong><strong>en</strong> teg<strong>en</strong> hun werkgever, schadeloos word<strong>en</strong> gesteld.38 Gray (2006).39 Fischer (1993).298Gies<strong>en</strong>_01.indb 148 20-5-2008 16:29:48


Prev<strong>en</strong>tie van arbeidsuitvalKortom: onze bevinding<strong>en</strong> suggerer<strong>en</strong> dat de effect<strong>en</strong> van de herzi<strong>en</strong>ing van het socialezekerheidsstelsel op de voorkoming van arbeidsongevall<strong>en</strong> gem<strong>en</strong>gd zijn. De int<strong>en</strong>siveringvan het veiligheidsbeleid <strong>en</strong> de uitbreiding van zorgverantwoordelijkheid van werkgeversnaar werknemers lijkt gepaard te gaan met strategisch handel<strong>en</strong> van werknemers,dat t<strong>en</strong> koste gaat van hun eig<strong>en</strong> veiligheid. Verder hebb<strong>en</strong> we gezi<strong>en</strong> dat prev<strong>en</strong>tieveprivate handhaving via het aansprakelijkheidsrecht ge<strong>en</strong> rol van betek<strong>en</strong>is speelt <strong>en</strong> dathet erop lijkt dat rechters de responsabilisering van werknemers comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong> door h<strong>en</strong>juist meer in bescherming te nem<strong>en</strong>.4.2 Toekomstige onderzoeksvrag<strong>en</strong>Onze conclusies hebb<strong>en</strong> echter e<strong>en</strong> hoog t<strong>en</strong>tatief gehalte door de beperking<strong>en</strong> van onsonderzoek. We hebb<strong>en</strong> de ontwikkeling<strong>en</strong> in het veiligheidsbeleid van het <strong>en</strong>ergiebedrijfgeïnterpreteerd teg<strong>en</strong> de achtergrond van de herzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het publieke bestelzonder dat we deze oorzaak expliciet hebb<strong>en</strong> aangetoond. Hier ligg<strong>en</strong> dan ook mogelijkhed<strong>en</strong>voor toekomstig onderzoek. Welke motiev<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol voor de werkgever bijde totstandkoming van zijn veiligheidsbeleid? Zijn het, zoals wij suggerer<strong>en</strong>, de herzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>van het publieke bestel of is het wellicht de angst voor aansprakelijkheid die aanzettot aanpassing <strong>en</strong> int<strong>en</strong>sivering van veiligheidsbeleid? En zelfs als onze interpretatie vande ontwikkeling van het veiligheidsbeleid in het <strong>en</strong>ergiebedrijf juist is geweest, dan blijfthet uiteraard de vraag hoe zeer deze bevinding<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geg<strong>en</strong>eraliseerd naarandere bedrijv<strong>en</strong>. Wij hebb<strong>en</strong> onderzoek g<strong>en</strong>oemd waaruit vergelijkbare bevinding<strong>en</strong>naar vor<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong>, maar in hoeverre er bijvoorbeeld e<strong>en</strong> onderscheid is te mak<strong>en</strong> naarbedrijfssector<strong>en</strong> is onzeker.Ook de ontwikkeling<strong>en</strong> in het aansprakelijkheidsrecht hebb<strong>en</strong> wij teg<strong>en</strong> de achtergrondvan de herzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het publieke bestel geïnterpreteerd, zonder dat we deze oorzaakexpliciet hebb<strong>en</strong> aangetoond. Er kan weliswaar steun gevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de vakliteratuurvoor onze bevinding dat rechters e<strong>en</strong> meer bescherm<strong>en</strong>de houding zijn gaaninnem<strong>en</strong> naar uitgevall<strong>en</strong> werknemers omdat zij zich bewust zijn van de versobering vanhet socialezekerheidsstelsel, maar verder onderzoek naar de motivatie achter de rec<strong>en</strong>teontwikkeling<strong>en</strong> in de jurisprud<strong>en</strong>tie op dit gebied is nodig. Tev<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> wij gestelddat er ge<strong>en</strong> sprake is van private handhaving via de rechter. Daarmee gaan wij voorbijaan het feit dat private handhaving meer is dan naar de rechter stapp<strong>en</strong> als partij<strong>en</strong> erniet uitkom<strong>en</strong>. De rechtsgang is het eindstation van e<strong>en</strong> heel traject, waarbij zak<strong>en</strong> als derol van de OR, overleg op sectoraal niveau, de invloed van de vakbond<strong>en</strong> <strong>en</strong> alternatievevorm<strong>en</strong> van geschilbeslechting ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van invloed kunn<strong>en</strong> zijn. Dit levert bijvoorbeeldde vraag op welke van deze vorm<strong>en</strong> van zelfhandhaving het meest effectief is <strong>en</strong> hoe de299Gies<strong>en</strong>_01.indb 149 20-5-2008 16:29:49


Y. Bacharias, S.D. Lind<strong>en</strong>bergh, P. MasciniArbeidsinspectie omgaat met de grotere wettelijke verantwoordelijkheid die aan werknemers<strong>en</strong> werkgevers is toebedeeld.Wij hop<strong>en</strong> met dit hoofdstuk e<strong>en</strong> eerste aanzet te hebb<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> tot onderzoek waarinontwikkeling<strong>en</strong> in het veiligheidsbeleid van concrete bedrijv<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geanalyseerdteg<strong>en</strong> de achtergrond van ontwikkeling<strong>en</strong> in het privaat- <strong>en</strong> publiekrecht.LiteratuurBar<strong>en</strong>ts<strong>en</strong> 2003Bar<strong>en</strong>ts<strong>en</strong>, B., Arbeidsongeschiktheid. Aansprakelijkheid, bescherming <strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satie (diss.Leid<strong>en</strong>), Leid<strong>en</strong> 2003.Bier 1988Bier, L., Aansprakelijkheid voor arbeidsongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> beroepsziekt<strong>en</strong> (diss. Utrecht), Dev<strong>en</strong>ter1988.Van Boom 2003Boom, W.H. van, ‘Waarhe<strong>en</strong> leidt de weg… van werknemersschade?’, AV&S 2003, p. 33-40.Van Boom 2006Boom, W.H. van, ‘Oublié d’assurer, obligé de comp<strong>en</strong>ser’, Van drad<strong>en</strong> <strong>en</strong> dad<strong>en</strong>, Wansink-bundel,Dev<strong>en</strong>ter 2006, p. 61 e.v.Collinson 1999Collinson, D.L., ‘Surviving the Rigs’, Safety and Surveillance on North Sea Oil Installations’,Organization Studies 1999, 20(4), 579-600.Fischer 1993Fischer, P., ‘Waarom verhal<strong>en</strong> werknemers na e<strong>en</strong> bedrijfsongeval de geled<strong>en</strong> schade niet op hunwerkgever?’ Recht der werkelijkheid 1993, 14(1), 25-51.Gray 2006Gray, G.C., ‘The Regulation of Corporate Violations: Punishm<strong>en</strong>t, Compliance, and the Blurringof Responsibility’, British Journal of Criminology 2006, 46, 875-892.Hartlief 2003aHartlief, T., ‘Werkgeversaansprakelijkheid ex artikel 7:658. E<strong>en</strong> nieuwe wind in de Kazernestraat’,WPNR 2003-6559, p. 933-934.Hartlief 2003bHartlief, T., ‘Vonk/Van der Hoev<strong>en</strong>, het einde van artikel 7:658 BW <strong>en</strong> e<strong>en</strong> terugkeer naar deOngevall<strong>en</strong>wet’, AV&S 2003, p. 3 e.v.Kolder 2007Kolder, A., ‘Werkgeversaansprakelijkheid: de Hoge Raad weer op koers?’ AV & S 2007, p. 171 e.v.Lind<strong>en</strong>bergh 2000Lind<strong>en</strong>bergh, S.D., Arbeidsongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> beroepsziekt<strong>en</strong>, Dev<strong>en</strong>ter 2000.300Gies<strong>en</strong>_01.indb 150 20-5-2008 16:29:49


Prev<strong>en</strong>tie van arbeidsuitvalMascini 1999Mascini, P., Risico’s in bedrijf, omgaan met gezondheidsrisico’s op de werkvloer, Rotterdam: Optima1999.Van Nieuwstadt 2005Nieuwstadt, T. van, ‘Werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:658 BW én 7:611 BW:twee keer schiet<strong>en</strong> altijd raak?’ AR 2005/11, p. 3-8.Schwitters 1990Schwitters, R.J.S., De risico’s van arbeid (diss. Utrecht), Groning<strong>en</strong> 1990.Van der Ve<strong>en</strong> 2005Ve<strong>en</strong>, R. van der, ‘De WAO. Nederlands chronische ziekte?’, in: M. Ar<strong>en</strong>ts<strong>en</strong> & W. Trommel(Eds.), Moderniteit <strong>en</strong> overheidsbeleid. Hardnekkige beleidsproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun oorzak<strong>en</strong>. Bussum:Coutinho 2005.301Gies<strong>en</strong>_01.indb 151 20-5-2008 16:29:49


Gies<strong>en</strong>_01.indb 152 20-5-2008 16:29:49


VerzekeringsrechtGies<strong>en</strong>_01.indb 1 20-5-2008 16:29:49


Gies<strong>en</strong>_01.indb 2 20-5-2008 16:29:49


<strong>Hoofdstuk</strong> 13H oe hou dba a r z i j ng e dr ag s v e ron de r s t e l l i n g e nin verzekeringsrecht <strong>en</strong>-economie? 1M. Faure <strong>en</strong> W.H. van BoomSa m e n v a t t i n gVerzekeringseconomie <strong>en</strong> -recht hanter<strong>en</strong> als presumptie dat verzekerd<strong>en</strong> mindervoorzichtig word<strong>en</strong> als zij verzekerd zijn <strong>en</strong> dat juist dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die het verhoogde risicoop schade lop<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> verzekering nem<strong>en</strong>. Het eerste verschijnsel wordt geduid als ‘moreelrisico’ <strong>en</strong> het tweede verschijnsel roept het risico van ‘anti-selectie’ in het lev<strong>en</strong>. Daar kanaan word<strong>en</strong> toegevoegd de presumptie dat de vraag naar verzekering<strong>en</strong> rationeel tot standkomt: m<strong>en</strong> verzekert weloverwog<strong>en</strong> wat m<strong>en</strong> van waarde acht <strong>en</strong> m<strong>en</strong> laat onverzekerdwaar m<strong>en</strong> minder aan hecht. Het recht ontwikkelt instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om moreel risico <strong>en</strong>anti-selectie teg<strong>en</strong> te gaan, <strong>en</strong> de verzekeringseconomie baseert complete theorieën op deg<strong>en</strong>oemde uitgangspunt<strong>en</strong>. Maar empirie toont aan dat rationele keuze minder dominantis dan de presumptie veronderstelt. En dat werpt ander licht op moreel risico <strong>en</strong> antiselectie.In dit hoofdstuk wordt dit empirisch materiaal besprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt de relevantievan het materiaal voor beleidsmakers binn<strong>en</strong> het verzekeringsrecht beargum<strong>en</strong>teerd.1 Onze dank gaat uit naar Peter van Kippersluis (Erasmus Universiteit Rotterdam) <strong>en</strong> Wanchi Tang (Universiteit Maastricht)voor nuttige onderzoeksassist<strong>en</strong>tie bij de voorbereiding van deze bijdrage. Onze dank gaat bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> uit naarWerner Brouwer <strong>en</strong> Martin Buijs<strong>en</strong> (IBMG/Erasmus MC) die nadere informatie verschaft<strong>en</strong> over prikkelwerking inzorgverzekering<strong>en</strong>.305Gies<strong>en</strong>_01.indb 3 20-5-2008 16:29:49


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van Boom1 In l e i d i n gVerzekering is, zo wordt althans in elke basisstudie over verzekering geleerd, e<strong>en</strong>f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> dat bij uitstek het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> beïnvloedt. Wanneer e<strong>en</strong> vakantiegangert<strong>en</strong> gevolge van volledige verzekeringsdekking niet langer zelf de kost<strong>en</strong> draagtvan het mogelijk verlies van zijn fototoestel, zal dit allicht e<strong>en</strong> invloed hebb<strong>en</strong> op de wijzewaarop hij met dit toestel omspringt. Wanneer m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verzekering sluit teg<strong>en</strong> verkeersboetes,zal de neiging tot wetsovertreding to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. 2 Wanneer doktersbezoek onderde zorgpolis voor e<strong>en</strong> vast bedrag is gedekt ongeacht het aantal mal<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> de artsbezoekt, dan valt overconsumptie te vrez<strong>en</strong>.Niet alle<strong>en</strong> wordt geleerd dat e<strong>en</strong>maal afgeslot<strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong> invloed hebb<strong>en</strong> op hetgedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, maar er is ook e<strong>en</strong> dominante presumptie dat m<strong>en</strong>selijk gedragconsist<strong>en</strong>t rationeel is bij het aangaan van de verzekeringsovere<strong>en</strong>komst. Binn<strong>en</strong> datrationele keuze-model nem<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> verzekering om de dreiging van financieelverlies teg<strong>en</strong> te gaan in e<strong>en</strong> mate die gerelateerd is aan hun risico-aversie. De verzekeringkomt aldus, mits de consum<strong>en</strong>t over alle relevante informatie beschikt op e<strong>en</strong> goed functioner<strong>en</strong>deverzekeringsmarkt, op de juiste wijze tot stand. De rationele keuze-theoriebetek<strong>en</strong>t ook dat verzekeraars moet<strong>en</strong> wak<strong>en</strong> voor ‘anti-selectie’. De verzekeraar heeftimmers minder volledige informatie over de grootte van de risico’s die zijn verzekerdeloopt dan de verzekerde zelf. Als nu vooral person<strong>en</strong> die de verzekering het hardst nodighebb<strong>en</strong> de verzekering ook sluit<strong>en</strong>, kan de verzekeraar e<strong>en</strong> grote schadelast verwacht<strong>en</strong>.Hij zal dus informatie will<strong>en</strong> verzamel<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan risicodiffer<strong>en</strong>tiatie do<strong>en</strong> (bijvoorbeelddoor meer premie te berek<strong>en</strong><strong>en</strong> aan person<strong>en</strong> van wie hij e<strong>en</strong> hogere schadelast vanverwacht) om te voorkom<strong>en</strong> dat hij alle<strong>en</strong> met ‘slechte risico’s’ achterblijft.Dit alles zijn theoretische presumpties over gedrag van verzekeringnemers, de effect<strong>en</strong>daarvan <strong>en</strong> de reacties die het bij (rationeel handel<strong>en</strong>de) verzekeraars teweeg zal br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.In deze bijdrage staan deze presumpties over gedrag van verzekeringnemers <strong>en</strong> verzekeraarsvoorafgaande, t<strong>en</strong> tijde van <strong>en</strong> na het sluit<strong>en</strong> van de verzekeringsovere<strong>en</strong>komstc<strong>en</strong>traal. We bested<strong>en</strong> aandacht aan de onderwerp<strong>en</strong> ‘rationele vraag’, ‘moreel risico’ <strong>en</strong>‘anti-selectie’, waarbij we eerst het theoretisch kader schets<strong>en</strong> (par. 2) <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong>overzicht van empirische bevinding<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> (par. 3). De c<strong>en</strong>trale vraag is in hoeverre detheorie door empirie wordt gestaafd of gelog<strong>en</strong>straft. Daarna sluit<strong>en</strong> wij af met voorzich-2 In 2006 gaf e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>landse verzekeraar te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verkeersboeteverzekering in Nederland te will<strong>en</strong> introducer<strong>en</strong>.Vanuit het parlem<strong>en</strong>t werd gestok<strong>en</strong> gereageerd – de verzekering zet als het ware e<strong>en</strong> premie op wetsovertreding – <strong>en</strong>e<strong>en</strong> verbod werd overwog<strong>en</strong>. De verzekering werd onder druk niet langer aangebod<strong>en</strong> in Nederland. Overig<strong>en</strong>s hadde polis zelf e<strong>en</strong> zekere remm<strong>en</strong>de werking op moreel risico: het aantal boetes dat per jaar geclaimd kon word<strong>en</strong> wasgemaximeerd <strong>en</strong> de verzekering gold alle<strong>en</strong> voor snelheidsoverschrijding<strong>en</strong> tot 30 km/u (bron: Volkskrant 14 januari2006).306Gies<strong>en</strong>_01.indb 4 20-5-2008 16:29:49


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>tige conclusies over de relevantie van de empirie voor verzekeringsrechtelijk beleid <strong>en</strong><strong>privaatrecht</strong> (par. 4).Het lijkt ons goed om ook aan te gev<strong>en</strong> wat wij hier niet do<strong>en</strong>. In onze bijdrage staatvooral de relatie tuss<strong>en</strong> regulering, controle door de verzekeraar <strong>en</strong> het individueelgedrag van de verzekerde c<strong>en</strong>traal, vooral voor zover ter zake empirisch bewijs voorhand<strong>en</strong>is. Precies vanwege de focus op verzeker<strong>en</strong> wordt in onze bijdrage niet stilgestaanbij empirisch bewijs van effectiviteit van het aansprakelijkheidsrecht, noch bij effect<strong>en</strong>van de invoering van zog<strong>en</strong>oemde no-fault schema’s op het gedrag van de verzekerd<strong>en</strong>. 3Ev<strong>en</strong>min staan wij stil bij frauduleus gedrag van partij<strong>en</strong> na het verzekerde voorval, zoals‘majorer<strong>en</strong>’ bij schadeaangifte door de verzekerde <strong>en</strong> het te kwader trouw trainer<strong>en</strong> vanuitbetaling door de verzekeraar. 4Verder is het goed om de beperking<strong>en</strong> van dit hoofdstuk te b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong>. Wij hebb<strong>en</strong>niet zelf empirisch onderzoek ondernom<strong>en</strong>, we analyser<strong>en</strong> slechts de voorhand<strong>en</strong> zijndeempirische studies. Er is e<strong>en</strong> brede <strong>en</strong> rijke literatuur over empirische effect<strong>en</strong> van verzekering,bewijs van anti-selectie <strong>en</strong> moreel risico, maar binn<strong>en</strong> het beperkte kader vandeze bijdrage is het uiteraard niet mogelijk om al deze literatuur in ext<strong>en</strong>so te verwerk<strong>en</strong>.Wij hebb<strong>en</strong> daarom e<strong>en</strong> selectie gemaakt van de meest relevante literatuur. De lezer dieruimer geïnteresseerd is in deze thematiek, kan word<strong>en</strong> verwez<strong>en</strong> naar aanvull<strong>en</strong>de literatuurdie wel in de voetnot<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuurlijst zal word<strong>en</strong> aangehaald. 52 Th e o r e t i s c h e u i t g a n g s p u n t e n2.1 Rationele vraag naar verzekering<strong>en</strong>De rationele keuze-theorie behoort tot de klassieke veronderstelling<strong>en</strong> met betrekkingtot het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die aan de klassieke verzekeringstheorie t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong>.De klassieke verzekeringstheorie gaat namelijk uit van de hypothese dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>afkeer van risico e<strong>en</strong> vraag naar verzekering zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wanneer dit hun economischnut verhoogt. Wanneer zij geïnformeerd zijn over de voordel<strong>en</strong> van verzekering zull<strong>en</strong>zij, zo luidt de klassieke theorie, e<strong>en</strong> vraag naar verzekering hebb<strong>en</strong>. Klassieke verzekeringstheoriegaat ervan uit dat deg<strong>en</strong>e die e<strong>en</strong> afkeer van risico heeft (ook wel g<strong>en</strong>oemd‘risico-aversie’) <strong>en</strong> zijn verwacht nut wil verhog<strong>en</strong>, geïnteresseerd zal zijn in e<strong>en</strong> transactiemet e<strong>en</strong> derde die bereid is teg<strong>en</strong> betaling van e<strong>en</strong> prijs het risico over te nem<strong>en</strong>. Die3 Daarover Van Dam in zijn bijdrage aan dit boek.4 Eerstg<strong>en</strong>oemd verschijnsel wordt wel ‘ex post moral hazard’ g<strong>en</strong>oemd (daarover bijv. in empirische zin Cummins <strong>en</strong>T<strong>en</strong>nyson 1996, p. 29 e.v.; Bolduc e.a. 2002, p. 623 e.v.), het tweede is in de Amerikaanse terminologie ‘bad faith d<strong>en</strong>ialof a claim’ (daarover bijv. in empirische zin Browne e.a. 2004, p. 355 e.v.).5 In het algeme<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong> op Dewees e.a. 1996, waarin ruim aandacht wordt besteed aan gedragseffect<strong>en</strong>van het ongevall<strong>en</strong>recht <strong>en</strong> de ter zake beschikbare empirische literatuur.307Gies<strong>en</strong>_01.indb 5 20-5-2008 16:29:49


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van Boomderde is dan de verzekeringsonderneming die het risico teg<strong>en</strong> betaling van e<strong>en</strong> premieoverneemt. De klassieke welvaartstheorie zoals deze onder meer door NobelprijswinnaarArrow <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> op verzekering is toegepast, gaat ervan uit dat individu<strong>en</strong> e<strong>en</strong>vraag naar verzekering zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> omdat zulks hun verwacht nut zal verhog<strong>en</strong>. 6 Opbasis van beschikbare informatie over het risico waaraan m<strong>en</strong> blootstaat <strong>en</strong> de beschikbaarheidvan verzekering zal de nutmaximaliser<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> verzekeringsdekkingzoek<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde zijn risico naar de verzekeraar te verschuiv<strong>en</strong>.Echter, rec<strong>en</strong>t empirisch onderzoek, onder meer met betrekking tot de vraag naar verzekeringvoor ramp<strong>en</strong>, heeft aangetoond dat de realiteit vaak anders is: m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>ge<strong>en</strong> verzekering teg<strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> van (natuur)ramp<strong>en</strong>, ook wanneer zij behoorlijk zijngeïnformeerd <strong>en</strong> ook wanneer dat hun nut zou verhog<strong>en</strong>. Ook blijkt andersom somsverzekering te word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> – bijvoorbeeld voor het lev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> kind – terwijl ditvanuit economisch perspectief het verwachte nut van de ouders ex ante niet kan verhog<strong>en</strong>.Het is de moeite waard om de rec<strong>en</strong>te empirische studies waaruit blijkt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zichanders gedrag<strong>en</strong> dan volg<strong>en</strong>s de hypothese van het ‘verhog<strong>en</strong> van het verwachte nut’wordt voorspeld, te onderzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> om tev<strong>en</strong>s na te gaan welke verklaring<strong>en</strong> hiervoorkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong>.2.2 Anti-selectieE<strong>en</strong> tweede f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> dat vanuit het perspectief van ‘gedrag <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>’ ook vanbelang is voor verzekering, is uiteraard het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van de zog<strong>en</strong>oemde anti-selectie. 7Tegelijk met het moreel risico is dit wellicht het meest bek<strong>en</strong>de gevaar dat verzekeringscontract<strong>en</strong>bedreigt: wanneer verzekeraars onvoldo<strong>en</strong>de onderscheid zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> goede <strong>en</strong> slechte risico’s, treedt onvoldo<strong>en</strong>de risicodiffer<strong>en</strong>tiatie op, zouverzekering relatief onaantrekkelijk word<strong>en</strong> voor de goede risico’s, <strong>en</strong> als gevolg daarvanzou anti-selectie optred<strong>en</strong>: alle<strong>en</strong> slechte risico’s zoud<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> vraag naar verzekeringhebb<strong>en</strong>. 8 Hoewel schijnbaar overtuig<strong>en</strong>d empirisch bewijs van deze stelling natuurlijkgebod<strong>en</strong> werd naar aanleiding van de bek<strong>en</strong>de verzekeringscrisis die in de jar<strong>en</strong> tachtigin de VS woedde <strong>en</strong> die precies vanuit dit anti-selectieperspectief door George Priestwerd bestudeerd <strong>en</strong> verklaard, 9 is er ook ander <strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>d empirisch materiaal waaruitveeleer blijkt dat anti-selectie veel beperkter zou zijn dan werd verondersteld. Sommigeliteratuur wijst ook op het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van zog<strong>en</strong>oemde ‘pro-selectie’ (in de Engelstalige6 Zie onder meer Arrow 1965, p. 1e.v. <strong>en</strong> Pratt 1964, p. 122-136.7 Averse selection, ook wel: averechtse selectie g<strong>en</strong>oemd.8 Van de literatuur verwijz<strong>en</strong> wij slechts naar Rejda 2003, p. 23; Schul<strong>en</strong>burg 2005, p. 297 e.v. Vgl. Eis<strong>en</strong>hauer 2004,p. 165.9 Priest 1987, p. 1521-1590. Vgl. over het onderligg<strong>en</strong>de probleem van informatie-assymetrie Rothschild <strong>en</strong> Stiglitz 1976,p. 629-649.308Gies<strong>en</strong>_01.indb 6 20-5-2008 16:29:49


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>literatuur ‘propitious selection’ of ook wel ‘advantageous selection’ gehet<strong>en</strong>): het zoud<strong>en</strong>juist de brave, zorgvuldige <strong>en</strong> goed handel<strong>en</strong>de burgers zijn die e<strong>en</strong> vraag naar verzekeringhebb<strong>en</strong>, zich will<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong>, maar dan ook relatief voorzichtig zijn. 10 De hypothesevan deze ‘propitious selection’ wijst in e<strong>en</strong> andere richting dan de anti-selectie: omdatjuist de brave, risico-averse burger de vraag naar verzekering heeft, leidt verzekering niettot e<strong>en</strong> verhoging van het risico, maar juist e<strong>en</strong> verlaging. Ook ter ondersteuning van ditmodel bestaan empirische studies die het bestuder<strong>en</strong> waard zijn.2.3 Moreel risicoDe klassieke gedachte dat e<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong> verzekeringsovere<strong>en</strong>komst het gedrag vanm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> beïnvloedt, wordt verwoord door het begrip ‘moreel risico’, de Nederlandsevertaling van het Engelse concept ‘moral hazard’. Dit concept moreel risico wijst opde e<strong>en</strong>voudige veronderstelling dat gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> wijzigt als gevolg van het feitdat zij de financiële consequ<strong>en</strong>ties van hun handel<strong>en</strong> niet langer zelf di<strong>en</strong><strong>en</strong> te drag<strong>en</strong>maar kunn<strong>en</strong> afw<strong>en</strong>tel<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> derde, in casu e<strong>en</strong> verzekeraar. 11 In die zin moet word<strong>en</strong>b<strong>en</strong>adrukt dat hoewel het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van het moreel risico vooral in de context vanverzekering wordt besprok<strong>en</strong>, het daartoe uiteraard niet wordt beperkt. Ook wanneer inandere situaties financiële consequ<strong>en</strong>ties op ander<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> verzekeraar (bijvoorbeeldop de overheid of het collectief) kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgew<strong>en</strong>teld, kan word<strong>en</strong> verwacht datdit e<strong>en</strong> invloed op het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zal hebb<strong>en</strong>. 12Pauly wees er al op dat het concept ‘moreel risico’ wat weinig gelukkig is gekoz<strong>en</strong>: m<strong>en</strong>vindt het klaarblijkelijk ‘immoreel’ dat e<strong>en</strong> verzekerde zijn gedrag wijzigt onder invloedvan verzekeringsdekking. Pauly wijst erop dat hier op zichzelf niets ‘immoreels’ aan is,maar dat deze gedragswijziging het gevolg is van rationeel gedrag van de verzekerde di<strong>en</strong>u e<strong>en</strong>maal minder zorgkost<strong>en</strong> heeft wanneer hij schade op e<strong>en</strong> derde kan afw<strong>en</strong>tel<strong>en</strong>. 13Hoewel elk handboek over verzekering dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van het moreel risico beschrijft,is vanuit empirisch perspectief veel minder bek<strong>en</strong>d over de werkelijke omvang van ditmoreel risico. Dat die empirische gegev<strong>en</strong>s zo beperkt zijn, mag overig<strong>en</strong>s niet zo verbaz<strong>en</strong>dlijk<strong>en</strong>. Immers: het is zeld<strong>en</strong> het geval dat het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong>d door10 Hem<strong>en</strong>way 1990, p. 1063 e.v.; Chiappori <strong>en</strong> Salanie 2000, p. 56 e.v.; vgl. Eis<strong>en</strong>hauer 2004, p. 167 e.v. Overig<strong>en</strong>s zijn degeleerd<strong>en</strong> het nog niet e<strong>en</strong>s over de exacte contour<strong>en</strong> van dit verschijnsel; vgl. bijv. Donder <strong>en</strong> Hindriks 2006.11 Zie (verwijzing<strong>en</strong> bij) Dionne 1981, p. 422-423, Dionne 2000, p. 153 e.v. Vgl. nog Parsons 2003, p. 448 e.v., Shavell 2005,p. 63 e.v., Schul<strong>en</strong>burg 2005, p. 282 e.v. <strong>en</strong> Baker 1996, p. 267 e.v. Voor Nederland over moreel risico bijv. Visscher 2006,p. 485 e.v., alsook Clausing <strong>en</strong> Wansink 2007, p. 190 e.v. (nr. 163 e.v.), die het begrip vooral in verband br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met hetrisico verbond<strong>en</strong> aan strafrechtelijk verled<strong>en</strong> van de verzekeringnemer.12 Zie bijv. de rec<strong>en</strong>te discussie over het gevolg van toezicht op bank<strong>en</strong> <strong>en</strong> depositogaranties voor risicozoek<strong>en</strong>d gedragvan bankbestuurders (zie bijv. NRC Handelsblad 2 februari 2008 (‘Bank<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> failliet kunn<strong>en</strong> gaan’); vgl. Richardson2006).13 Pauly 1968, p. 531-537.309Gies<strong>en</strong>_01.indb 7 20-5-2008 16:29:49


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van Boomverzekering wordt beïnvloed. Doorgaans kunn<strong>en</strong> vele andere factor<strong>en</strong> van ethische, juridische(bijvoorbeeld veiligheidsregulering) of andere aard (bijvoorbeeld zelfbehoud) e<strong>en</strong>rol spel<strong>en</strong> bij het vermijd<strong>en</strong> van gedrag dat e<strong>en</strong> verzekeraar zou b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>. Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong>is het empirisch vaak zeer moeilijk om situaties met of zonder verzekeringsdekking tevergelijk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat is voor onomstotelijk bewijs van moreel risico wel nodig.3 Em p i r i s c h e h o u d b a a r h e i d v a n d e t h e o r i e3.1 Algeme<strong>en</strong>In de literatuur word<strong>en</strong> de gevar<strong>en</strong> van anti-selectie <strong>en</strong> moreel risico steeds naarvor<strong>en</strong> geschov<strong>en</strong> als de f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> die de efficiënte werking van verzekeringsmarkt<strong>en</strong>bedreig<strong>en</strong>. Anti-selectie zou optred<strong>en</strong> wanneer door gebrek aan risicodiffer<strong>en</strong>tiatie verzekeringrelatief onaantrekkelijk wordt voor de goede risico’s, zodat de verzekeraar alle<strong>en</strong>met slechte risico’s blijft zitt<strong>en</strong>, terwijl moreel risico het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> is dat juist doordat deverzekerde zijn risico heeft kunn<strong>en</strong> afschuiv<strong>en</strong> op de verzekeraar de kans dat het verzekerderisico zich voordoet zal verhog<strong>en</strong>. Theoretisch zijn die f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> goed bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong>ook in de Nederlandse literatuur beschrev<strong>en</strong>. Doel van deze paragraaf is om de empirischeliteratuur weer te gev<strong>en</strong> die bestudeert in welke mate er daadwerkelijk bewijs isvan anti-selectie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> moreel risico <strong>en</strong> in hoeverre de rationele keuze-theorie g<strong>en</strong>uanceerdmoet word<strong>en</strong> bij verzekering<strong>en</strong>. We beginn<strong>en</strong> met dat laatste onderwerp (par. 3.2),daarna gaan we in op de kwestie of er werkelijk e<strong>en</strong> anti-selectief<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> is, althansvolg<strong>en</strong>s de empirische literatuur <strong>en</strong> wordt nagegaan of er <strong>en</strong>ig bewijs is van pro-selectie(par. 3.3). Vervolg<strong>en</strong>s wordt bekek<strong>en</strong> of er <strong>en</strong>ig bewijs is van het moreel risico (par. 3.4).Daarna wordt kort verk<strong>en</strong>d of <strong>en</strong> in welke mate verzekeraars de remedies die de theorievoorschrijv<strong>en</strong>, ook daadwerkelijk toepass<strong>en</strong> (par. 3.5).3.2 De vraag naar verzekering, in empirisch perspectiefWordt de mate van risico-aversie van de verzekeringnemer werkelijk bepaald door zijndrang naar nutsmaximalisatie? Was het maar zo e<strong>en</strong>voudig. Empirisch onderzoek datvooral werd uitgevoerd door gedragsdeskundig<strong>en</strong> zoals Slovic heeft aangetoond dat dezehypothese in de realiteit vaak niet klopt. Ook experim<strong>en</strong>tele studies met betrekking tothet sluit<strong>en</strong> van verzekeringsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> dat ter beschikking stell<strong>en</strong> van informati<strong>en</strong>iet noodzakelijkerwijs tot nutsmaximalisatie leidt. Vertek<strong>en</strong>de risicoperceptiedoor bek<strong>en</strong>de verschijnsel<strong>en</strong> als availability bias, maar ook framing effects (bijvoorbeeld310Gies<strong>en</strong>_01.indb 8 20-5-2008 16:29:49


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>door e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> risico te verander<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> kortingsregeling) kunn<strong>en</strong> tot verzekeringsbeslissing<strong>en</strong>leid<strong>en</strong> die in teg<strong>en</strong>spraak met het nutsmaximalisatie-model zijn. 14Add-on verzekering<strong>en</strong>Berucht voorbeeld zijn de verzekering<strong>en</strong> die als ‘add-on’ word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> bij deaankoop van e<strong>en</strong> primair product, zoals het verzekeringsaanbod bij de aankoop vanconsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>elektronica, waarbij verkopers slinks inspel<strong>en</strong> op het <strong>en</strong>dowm<strong>en</strong>t effect bijde consum<strong>en</strong>t: hij wil zijn zojuist verworv<strong>en</strong> aankoop natuurlijk niet kwijtrak<strong>en</strong> <strong>en</strong> datkan zijn inschatting van het risico op verlies <strong>en</strong> beschadiging <strong>en</strong> zijn behoefte aan e<strong>en</strong>bijbehor<strong>en</strong>de verzekering vertek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Uit onderzoek naar dergelijke verzekering<strong>en</strong> blijktsoms in elk geval dat de claims-/premieratio zeer ongunstig voor verzekerd<strong>en</strong> uitpakt,hetge<strong>en</strong> impliceert dat er bij de aankoop iets structureel fout gaat. 15 De oorzaak daarvanbij dergelijke verzekeringsvorm<strong>en</strong> is wellicht geleg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> combinatie van informatieasymmetrieover de behoefte aan de verzekering <strong>en</strong> ‘<strong>en</strong>dowm<strong>en</strong>t effect’ aan de zijde vande consum<strong>en</strong>t. 16Ramp<strong>en</strong>verzekering<strong>en</strong>Dat individu<strong>en</strong> zich niet altijd conform de hiervoor bedoelde theorie gedrag<strong>en</strong>, wordtzeer duidelijk aangetoond in studies over de ramp<strong>en</strong>verzekering. In land<strong>en</strong> waar, andersdan in Nederland, 17 verzekeringsdekking voor bijvoorbeeld overstroming<strong>en</strong> beschikbaaris, wordt deze vaak niet g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Uit empirisch onderzoek blijkt e<strong>en</strong> spectaculaireonderverzekering voor natuurramp<strong>en</strong>. Hierop wordt gewez<strong>en</strong> in vele publicaties vanKunreuther met betrekking tot watersnood. 18 Hetzelfde werd vastgesteld met betrekkingtot de verzekering voor aardbeving<strong>en</strong>. 19 Bewijs van e<strong>en</strong> te beperkte vraag naar dekkingbij ramp<strong>en</strong> blijkt niet alle<strong>en</strong> uit Amerikaans empirisch onderzoek, maar werd ook inEuropa vastgesteld, onder meer door Endres c.s. naar aanleiding van de overstromingvan de Elbe in 2002 in Duitsland. 20Naar aanleiding van de rec<strong>en</strong>te overstroming na Hurricane Katrina in Louisiana werdvastgesteld dat in sommige wijk<strong>en</strong> slechts 7,3 % van de bewoners verzekerd was. In NewOrleans had slechts 40 % van de bewoners verzekering via het National Flood Insurance14 Zie het overzicht bij Johnson e.a. 1993, p. 35-51.15 Office of Fair Trading (OFT) 1997.16 Waarbij overig<strong>en</strong>s vermeld moet word<strong>en</strong> dat over het ‘<strong>en</strong>dowm<strong>en</strong>t effect’ <strong>en</strong> het bewijs van het bestaan van dat effect hetlaatste woord nog niet gesprok<strong>en</strong> is; zie bijv. Zeiler <strong>en</strong> Plott 2005, p. 530 e.v.17 Zie Faure <strong>en</strong> Hartlief 2006*.18 Zie bijvoorbeeld Kunreuther 1996, p. 171-187, Kunreuther <strong>en</strong> Pauly 2004, p. 5-21 <strong>en</strong> Zeckhauser 1996, p. 113-140.19 Kunreuther e.a. 1992, p. 60-68.20 Endres e.a. 2003, p. 284-294.311Gies<strong>en</strong>_01.indb 9 20-5-2008 16:29:49


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van BoomProgram. 21 Opvall<strong>en</strong>d is tev<strong>en</strong>s dat na de Northridge aardbeving in California in 1994(die meer dan 15 miljard dollar in verzekerde schade veroorzaakte) e<strong>en</strong> groot aantalburgers e<strong>en</strong> aardbevingsverzekering nam. Echter, nauwelijks e<strong>en</strong> maand na de aardbeving,to<strong>en</strong> het lev<strong>en</strong> zijn normale gang hervatte, werd e<strong>en</strong> groot deel van deze poliss<strong>en</strong>weer beëindigd. 22 Acht jaar na de aardbeving was de verzekeringsgraad zelfs gedaald tot15 %. 23 Veel meer cijfers, bijvoorbeeld ook uit Italië, wijz<strong>en</strong> alle in dezelfde richting. 24Deze empirische bevinding<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> op het eerste gezicht de grondslag te ontnem<strong>en</strong>aan de klassieke welvaartseconomische hypothese die ervan uit gaat dat individu<strong>en</strong> e<strong>en</strong>vraag naar verzekering zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wanneer zulks hun verwacht nut verhoogt. Exante zou e<strong>en</strong> dergelijke verzekering teg<strong>en</strong> schade veroorzaakt door ramp<strong>en</strong> het verwachtnut van bijvoorbeeld de bewoners van Louisiana of Californië zeker verhog<strong>en</strong>. Deelskan voor het achterwege blijv<strong>en</strong> van verzekering nog e<strong>en</strong> verklaring word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> het klassiek welvaartseconomisch paradigma door te betog<strong>en</strong> dat burgers ge<strong>en</strong>verzekeringsdekking nem<strong>en</strong> omdat zij onvoldo<strong>en</strong>de geïnformeerd zijn over hetzij e<strong>en</strong>mogelijke blootstelling aan risico’s, hetzij de beschikbaarheid <strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tiële voordel<strong>en</strong>van verzekering. Dit zou dan aansluit<strong>en</strong> bij de hypothese dat individu<strong>en</strong> niet vollediggeïnformeerd zijn <strong>en</strong> derhalve niet overe<strong>en</strong>komstig hun prefer<strong>en</strong>ties e<strong>en</strong> vraag naarverzekering kunn<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>. Het klassieke antwoord dat daarop dan vanuit reguleringsperspectiefwordt gebod<strong>en</strong> is om via de overheid informatie over de risico’s <strong>en</strong> debeschikbaarheid van verzekering te op<strong>en</strong>bar<strong>en</strong>. 25<strong>Gedrag</strong>swet<strong>en</strong>schappelijke inzicht<strong>en</strong>Empirisch onderzoek lijkt deels ondersteuning te bied<strong>en</strong> voor de vermelde informatiegebrek<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevolge waarvan individu<strong>en</strong> klaarblijkelijk niet in staat zijn tot e<strong>en</strong> besluitvormingte kom<strong>en</strong> aangaande hun vraag naar verzekering op e<strong>en</strong> wijze die hun verwachtnut zou maximaliser<strong>en</strong>. Slovic <strong>en</strong> andere psycholog<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> via experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong>op de beperkte mogelijkhed<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong> om tot optimale besluitvorming te kom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevolge van de ‘biases’ waaraan individu<strong>en</strong> zijn blootgesteld. 26 Echter, het empirischbewijs inzake de reactie na de Northridge aardbeving toont reeds aan dat het bied<strong>en</strong> vanaanvull<strong>en</strong>de informatie over ongevalrisico’s waaraan individu<strong>en</strong> staan blootgesteld nietaltijd helpt om individu<strong>en</strong> in staat te stell<strong>en</strong> adequate keuzes te mak<strong>en</strong> inzake de vraag21 Zie Kunreuther 2006, p. 175 e.v.22 Aldus R.L. Rabin S.H. Bratis, ‘United States’, in: Faure <strong>en</strong> Hartlief 2006**, p. 303-360.23 Aldus Risk Managem<strong>en</strong>t Solutions, The Northridge California Earthquake: A T<strong>en</strong> Year Retrospective, May 2004.24 Zie A. Monti <strong>en</strong> F.A. Chiaves, ‘Italy’, in: Faure <strong>en</strong> Hartlief 2006**, p. 145-194.25 Zie desbetreff<strong>en</strong>d in het algeme<strong>en</strong> Schwartz <strong>en</strong> Wilde 1979, p. 630-682.26 Zie desbetreff<strong>en</strong>d uiteraard het inleid<strong>en</strong>d hoofdstuk bij dit boek alsook de vele bijdrag<strong>en</strong> in Slovic 2000. Vgl. ookKorobkin <strong>en</strong> Ul<strong>en</strong> 2000, p. 1069 e.v.312Gies<strong>en</strong>_01.indb 10 20-5-2008 16:29:49


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>naar verzekering. 27 Het empirisch onderzoek lijkt er daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> op te wijz<strong>en</strong> dat er nogandere red<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn waarom individu<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vraag naar verzekeringsdekking hebb<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> (bijvoorbeeld natuur)ramp<strong>en</strong> ook wanneer dat hun verwacht nut zou verhog<strong>en</strong>.Individu<strong>en</strong> preferer<strong>en</strong> in die gevall<strong>en</strong> ex ante e<strong>en</strong> onzekere toekomstige schade in plaatsvan de zekere schade die bestaat in het betal<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> premie. Verzekering wordt doorde verzekeringnemer beschouwd als e<strong>en</strong> investering. Wanneer hij e<strong>en</strong> verzekeringafsluit voor e<strong>en</strong> risico met e<strong>en</strong> relatief hoge waarschijnlijkheid maar lage schade is ere<strong>en</strong> behoorlijke kans dat er ooit wel e<strong>en</strong>s van gebruik zal word<strong>en</strong> gemaakt (bijvoorbeeldbij brandverzekering). Het probleem bij ramp<strong>en</strong>verzekering is dat de probabiliteit vandergelijke risico’s vaak zodanig laag is dat het individu het risico loopt zijn gehele lev<strong>en</strong>e<strong>en</strong> premie te betal<strong>en</strong> terwijl hij mogelijk nooit van de verzekering zal ‘profiter<strong>en</strong>’, zodatde ‘investering’ niets heeft opgebracht. Het gevolg van dit psychologisch f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> is datindividu<strong>en</strong> niet bereid zijn e<strong>en</strong> verzekeringsdekking te nem<strong>en</strong> voor risico’s met e<strong>en</strong> lagewaarschijnlijkheid maar e<strong>en</strong> relatief hoge schade. 28 Hierbij lijkt ook in de risico-inschattingdoor individu<strong>en</strong> de sali<strong>en</strong>ce van het risico e<strong>en</strong> rol te spel<strong>en</strong>: als e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te ramp versin het geheug<strong>en</strong> ligt, wordt de vraag naar verzekering groter <strong>en</strong> zij neemt af als de rampverder in het verled<strong>en</strong> komt te ligg<strong>en</strong>. 29Andere literatuur wijst er dan weer op dat de beperkte vraag naar verzekering voorramp<strong>en</strong> ook sam<strong>en</strong> zou hang<strong>en</strong> met het feit dat politici t<strong>en</strong> gevolge van het grote aantalslachtoffers dat door ramp<strong>en</strong> wordt getroff<strong>en</strong> steeds g<strong>en</strong>eigd zull<strong>en</strong> zijn ex post overheidssteunte bied<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> gevolge daarvan zoud<strong>en</strong> burgers systematisch op deze overheidssteungaan rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> derhalve niet langer e<strong>en</strong> vraag naar verzekering ontwikkel<strong>en</strong>. 30Er lijkt <strong>en</strong>ig beperkt empirisch bewijs voor deze stelling te bestaan, aangezi<strong>en</strong> in hetVer<strong>en</strong>igd Koninkrijk nauwelijks overheidssteun aan slachtoffers van ramp<strong>en</strong> wordtgebod<strong>en</strong> <strong>en</strong> aldaar e<strong>en</strong> zeer hoge verzekeringsgraad (voor overstromingsrisico) bestaat,terwijl bijvoorbeeld in Italië de overheid jaarlijks miljard<strong>en</strong> aan steun toek<strong>en</strong>t aan slachtoffersvan ramp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verzekeringsdekking dan ook relatief beperkt is. 31 Kunreutherstelt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> bewijs is waaruit zou blijk<strong>en</strong> dat individu<strong>en</strong> weiger<strong>en</strong>e<strong>en</strong> verzekeringsdekking te nem<strong>en</strong> omdat zij ervan uit gaan dat zij in elk geval doorde overheid zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> schadeloos gesteld. 32 Interessant is wel dat de theoretischeliteratuur suggereert dat de vraag naar verzekering derhalve ook wordt beïnvloed doorhet feit dat verzekerd<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op de vraag of zij al dan niet van financiering27 Zie hiervoor noot 22. Vgl. ook de gegev<strong>en</strong>s bij Browne <strong>en</strong> Hoyt 2000 p. 291 e.v.28 Schoemaker <strong>en</strong> Kunreuther 1979, p. 603-618 <strong>en</strong> Slovic 2000, p. 62-71. Vgl. ook het experim<strong>en</strong>t van McClelland e.a. 1993,p. 95-116.29 Zie hiervoor noot 22.30 Dit wordt onder meer sterk betoogd door Epstein 1996, p. 287-308 <strong>en</strong> door Harrington 2000, p. 40-46.31 Zie M. Faure, ‘Comparative and Policy Conclusions’, in: Faure <strong>en</strong> Hartlief 2006**, p. 389-452.32 Zie Kunreuther e.a. 1978 <strong>en</strong> Kunreuther 2006*, p. 208-227.313Gies<strong>en</strong>_01.indb 11 20-5-2008 16:29:50


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van Boomvia de overheid kunn<strong>en</strong> uitgaan, maar veel empirisch bewijs ter ondersteuning van dezehypothese is er niet.Wel blijkt duidelijk uit de aangehaalde empirische literatuur met betrekking tot de verzekeringvan ramp<strong>en</strong> dat de vraag naar verzekering klaarblijkelijk niet verloopt conformhet klassieke welvaartseconomische model: door gedragswet<strong>en</strong>schappelijke verklaarbaref<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> wordt immers de ramp<strong>en</strong>verzekering niet afgeslot<strong>en</strong>, terwijl dit het verwacht<strong>en</strong>ut pot<strong>en</strong>tieel wel zou verhog<strong>en</strong>.Er is nog meer kritiek vanuit empirisch perspectief op de klassieke welvaartseconomischeverklaring voor de vraag naar verzekering. Deze literatuur heeft betrekking op de vraagnaar verzekering voor het lev<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> interessante studie toont sociologeViviana Zelizer aan dat to<strong>en</strong> in de VS aan het einde van de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw e<strong>en</strong>lev<strong>en</strong>sverzekering voor kinder<strong>en</strong> werd ontwikkeld dit oorspronkelijk inderdaad gezi<strong>en</strong>kon word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het klassieke welvaartseconomische perspectief: de verzekeringdi<strong>en</strong>de voornamelijk om economische verliez<strong>en</strong> van de ouders in geval van overlijd<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> kind te dekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> had onder meer e<strong>en</strong> belangrijke rol als verzekering voor debegraf<strong>en</strong>iskost<strong>en</strong> bij de minder gegoede families. Echter, ook nadat deze primaire economisch<strong>en</strong>oodzaak van e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sverzekering voor kinder<strong>en</strong> wegviel, bleef het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>van de lev<strong>en</strong>sverzekering voor kinder<strong>en</strong> bestaan. Vanuit e<strong>en</strong> economisch perspectief kande verzekering van kinder<strong>en</strong> als irrationeel word<strong>en</strong> bestempeld; volg<strong>en</strong>s Zelizer is dezeverzekeringspolis echter nog steeds populair vanuit de gedachte dat daarmee de emotionelewaarde van het kind zou word<strong>en</strong> verzekerd. 33 E<strong>en</strong> verwant onderzoek van Hsee <strong>en</strong>Kunreuther toont de invloed van e<strong>en</strong> affectieve verhouding van individu<strong>en</strong> tot object<strong>en</strong>op verzekeringsbeslissing<strong>en</strong>: hoe meer m<strong>en</strong> is gehecht aan het object, des te groter debereidheid om het object te verzeker<strong>en</strong>, ook als de verzekerde som gelijk blijft. 34ConclusieSam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d levert dit empirisch materiaal e<strong>en</strong> behoorlijke kritiek op de klassiekewelvaartseconomische uitgangspunt<strong>en</strong> die ervan uitging<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> individu steeds e<strong>en</strong>verzekering zal nem<strong>en</strong> wanneer dit zijn verwacht nut in economische term<strong>en</strong> verhoogt,maar ook alle<strong>en</strong> dan. Het voorbeeld van de ramp<strong>en</strong>verzekering laat zi<strong>en</strong> dat verzekeringsoms niet wordt afgeslot<strong>en</strong> terwijl dit het verwachte nut wel zou verhog<strong>en</strong>, terwijlomgekeerd (bij lev<strong>en</strong>sverzekering voor kinder<strong>en</strong>) verzekering wel wordt afgeslot<strong>en</strong>,ook als dit het verwachte economisch nut niet kan verhog<strong>en</strong>. De inmiddels aanzi<strong>en</strong>lijkegedragswet<strong>en</strong>schappelijke literatuur op dit terrein biedt e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerde verklaringvoor dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan derhalve e<strong>en</strong> belangrijke aanvulling bied<strong>en</strong> ter verkla-33 Zelizer 1981, p. 1036-1056.34 Hsee <strong>en</strong> Kunreuther 2000, p. 141-159.314Gies<strong>en</strong>_01.indb 12 20-5-2008 16:29:50


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>ring van de totstandkoming van de vraag naar verzekering. Deze vaststelling<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>ook ondersteuning aan de kritiek die in rec<strong>en</strong>te economische literatuur is geformuleerdop de hypothese dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong>d nutsmaximalisatie zoud<strong>en</strong> nastrev<strong>en</strong> <strong>en</strong>dat de economie dan ook e<strong>en</strong> verhoging van de maatschappelijke welvaart zou moet<strong>en</strong>nastrev<strong>en</strong>. Rec<strong>en</strong>te publicaties betog<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> veeleer ‘geluk’ nastrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong>het belang daarvan voor de economische analyse 35 <strong>en</strong> voor kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analyses.36E<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de vraag zou uiteraard nog zijn in hoeverre met deze literatuur dan ookrek<strong>en</strong>ing di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> op beleidsmatig vlak <strong>en</strong> in hoeverre dan bijvoorbeeldverzekering voor ramp<strong>en</strong> verplicht zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt of andersom lev<strong>en</strong>sverzekeringvoor kinder<strong>en</strong> juist verbod<strong>en</strong> zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Dit zijn fundam<strong>en</strong>televrag<strong>en</strong> met betrekking tot de normatieve waarde van het economisch model, waar wehierna in par. 4 slechts e<strong>en</strong> bescheid<strong>en</strong> bijdrage aan kunn<strong>en</strong> lever<strong>en</strong>. 373.3 Anti-selectie of pro-selectie: empirisch bewijs?Anti-selectie (<strong>en</strong> hetzelfde geldt eig<strong>en</strong>lijk voor moreel risico) is in zekere zin vergelijkbaarmet Yeti, de verschrikkelijke sneeuwman: vel<strong>en</strong> gelov<strong>en</strong> in zijn bestaan, maar slechts e<strong>en</strong><strong>en</strong>keling heeft hem echt gezi<strong>en</strong>. Empirisch bewijs van anti-selectie is namelijk moeilijkte verkrijg<strong>en</strong>. Soms is het bewijs redelijk overtuig<strong>en</strong>d. 38 Aangezi<strong>en</strong> anti-selectie e<strong>en</strong>probleem van informatieasymmetrie is, wordt als methode om anti-selectie empirischaan te ton<strong>en</strong>, vaak gekoz<strong>en</strong> voor onderzoek naar e<strong>en</strong> positieve correlatie tuss<strong>en</strong> risiconiveau<strong>en</strong> de hoeveelheid verzekeringsdekking die wordt aangekocht. 39 Met deze methodevolgt e<strong>en</strong> nogal diffuus beeld, zoals onderstaande tabel aangeeft: 404142434445Wel anti-selectie aangetoond:Ge<strong>en</strong> anti-selectie aangetoond:• Zorgverzekering<strong>en</strong> in de VS 42 • Zorgverzekering<strong>en</strong> in de VS 45• Lev<strong>en</strong>sverzekering<strong>en</strong> in de VS 40 • Lijfr<strong>en</strong>teverzekering<strong>en</strong> in het VK 43• Motorrijtuigverzekering in Frankrijk 41 • Oogstverzekering<strong>en</strong> in de VS 4435 Zie bijvoorbeeld Frey <strong>en</strong> Stutzer 2002, p. 1 e.v. <strong>en</strong> Frey <strong>en</strong> Stutzer 2005, p. 207-228.36 Zie Adler <strong>en</strong> Posner 2007.37 Voor e<strong>en</strong> aanzet tot beantwoording met betrekking tot de (verplichte) verzekering voor ramp<strong>en</strong> zie Faure 2007, p. 339 e.v.38 Thomas 2007, p. 105 e.v. Zie het fraaie overzicht van studies bij Siegelman 2004, p. 1223 e.v.39 Overig<strong>en</strong>s zijn econom<strong>en</strong> nog bezig met het ontwikkel<strong>en</strong> van variant<strong>en</strong>, verfijning<strong>en</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>hangers bij deze methode;zie bijv. Huang e.a. 2006.40 Cawley <strong>en</strong> Philipson 1999, p. 827 e.v.41 Chiappori <strong>en</strong> Salanie 2000, p. 56 e.v.42 Cardon <strong>en</strong> H<strong>en</strong>del 2001, p. 408 e.v.43 Finkelstein <strong>en</strong> Poterba 2004, p. 183 e.v.; Finkelstein <strong>en</strong> Poterba 2006.44 Makki <strong>en</strong> Somwaru 2001, p. 685 e.v.45 Cutler <strong>en</strong> Zeckhauser 1997.315Gies<strong>en</strong>_01.indb 13 20-5-2008 16:29:50


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van BoomEr is kortom ge<strong>en</strong> onomstotelijk bewijs van de invloed van anti-selectie. 46 Overig<strong>en</strong>s ishet niet e<strong>en</strong>voudig om het gebrek aan bewijs van anti-selectie te duid<strong>en</strong>. Het kan zijn datverzekerd<strong>en</strong> wel superieure informatie hebb<strong>en</strong>, maar deze niet kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> (d<strong>en</strong>kaan: bounded rationality in de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>markt) of will<strong>en</strong> (d<strong>en</strong>k aan: transactiekost<strong>en</strong>van wissel<strong>en</strong> van verzekeraar te hoog). 47Het lijkt nogal van de betreff<strong>en</strong>de verzekeringsmarkt af te hang<strong>en</strong> of het e<strong>en</strong> groot danwel klein gevaar is waar beleidsmakers <strong>en</strong> jurist<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing mee moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. Alshet bewijs van anti-selectie moeilijk te lever<strong>en</strong> is, dan geldt dat ook voor de anti-selectiespiraalvan premieverhoging<strong>en</strong>, dekkingsuitsluiting <strong>en</strong> terugtrekk<strong>en</strong>de verzekeraars.Natuurlijk zijn de f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> van premieverhoging, dekkingsuitsluiting <strong>en</strong> terugtrekk<strong>en</strong>deverzekeraars als zodanig zeer bek<strong>en</strong>d, maar het is dus de vraag of de oorzaakdaarvan in anti-selectie geleg<strong>en</strong> is. Dat is theoretisch wel plausibel, maar e<strong>en</strong> empirischrelevante correlatie is niet e<strong>en</strong>voudig aan te ton<strong>en</strong>. 48De vervolgvraag is nu of er bewijs is te lever<strong>en</strong> van de stelling dat zich juist het teg<strong>en</strong>overgesteldevan anti-selectie zou voordo<strong>en</strong> bij het aangaan van verzekeringsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>,namelijk pro-selectie. Tot op zekere hoogte is dat bewijs er inderdaad. Er isin elk geval solide bewijs van pro-selectie waar het gaat om motorrijtuigverzekering<strong>en</strong>.Uit onderzoek – onder andere uitgevoerd in land<strong>en</strong> waar e<strong>en</strong> WAM-verzekering nietverplicht maar vrijwillig is 49 – blijkt dat deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die zich niet verzeker<strong>en</strong> grotere ongevalsg<strong>en</strong>eigdheidverton<strong>en</strong>. Omgekeerd wordt daaruit afgeleid dat deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die zich welverzeker<strong>en</strong>, de verzekering minder hard nodig hebb<strong>en</strong>. 50 Concreet is bijvoorbeeld aangetoonde<strong>en</strong> positieve correlatie tuss<strong>en</strong> het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zorgverzekering <strong>en</strong> het gebruikvan beschermingsmiddel<strong>en</strong> (helm, autogordel), <strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve correlatie tuss<strong>en</strong> hetaankop<strong>en</strong> van die verzekering <strong>en</strong> niet rijd<strong>en</strong> na gebruik van alcohol. Ook is er <strong>en</strong>ig bewijsdat person<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sverzekering kop<strong>en</strong> e<strong>en</strong> langere lev<strong>en</strong>sverwachting hebb<strong>en</strong>dan deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die deze niet kop<strong>en</strong>. 5146 Eis<strong>en</strong>hauer 2004, p. 166.47 Over dergelijke invloed<strong>en</strong> op verzekeringsbeslissing<strong>en</strong> bijv. Thomas 2007, p. 117 e.v.48 Thomas 2007, p. 115.49 Zoals bek<strong>en</strong>d zijn WAM-verzekering<strong>en</strong> in Europa verplichte verzekering<strong>en</strong> <strong>en</strong> is onverzekerd rijd<strong>en</strong> strafbaar gesteld.E<strong>en</strong> alternatieve, weinig succesvolle reguleringsvorm (Californië 1999) is die waarbij premies voor automobilist<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> laag inkom<strong>en</strong> wettelijk gemaximeerd word<strong>en</strong>; vgl. Jaffee <strong>en</strong> Russell 2002, p. 209.50 Overig<strong>en</strong>s lost dit niets op als het waar is dat de ongevall<strong>en</strong> die onverzekerde automobilist<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong>, veelal in verbandstaan met ernstige verkeersovertreding<strong>en</strong> zoals dronk<strong>en</strong> rijd<strong>en</strong>. Ook als zij wél e<strong>en</strong> verplichte WAM-verzekeringhadd<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong>, dan nog zoud<strong>en</strong> zij voor die types ongevalsveroorzaking ongedekt zijn.51 Vgl. Cawley <strong>en</strong> Philipson 1999, p. 827 e.v.; Mahdavi s.d., p. 3. Zie ook Li e.a. 2007, p. 441 e.v., die e<strong>en</strong> verband ton<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>het kiez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> hoger eig<strong>en</strong> risico <strong>en</strong> voorzichtiger rijgedrag.316Gies<strong>en</strong>_01.indb 14 20-5-2008 16:29:50


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>Pro-selectie zegt dus iets over de persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de verzekeringsvraag.52 Om naar e<strong>en</strong> verband tuss<strong>en</strong> die vraag <strong>en</strong> de persoon van de (on)verzekerdete zoek<strong>en</strong> wordt wel gebruikgemaakt van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>schap van de (on)verzekerde dieonbek<strong>en</strong>d is bij de verzekeraar. Zo toont e<strong>en</strong> Amerikaanse studie e<strong>en</strong> positieve correlatieaan tuss<strong>en</strong> het niet drag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> autogordel, het niet hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zorgverzekering<strong>en</strong> het niet betal<strong>en</strong> van ziek<strong>en</strong>huisrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. 53Als inderdaad juist is dat person<strong>en</strong> die meer dan ander<strong>en</strong> risico-avers zijn t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> vande financiële gevolg<strong>en</strong> van bijvoorbeeld zaakschade <strong>en</strong> letsel, ook voorzichtiger zijn in hetvoorkom<strong>en</strong> van dergelijke schade, dan zijn deze person<strong>en</strong> uiteraard zeer aantrekkelijkeklant<strong>en</strong>: ze will<strong>en</strong> graag e<strong>en</strong> verzekering <strong>en</strong> ze claim<strong>en</strong> zeld<strong>en</strong>. 54 Mogelijk versterk<strong>en</strong>deffect hierbij is het gegev<strong>en</strong> dat sommige empirische studies ton<strong>en</strong>, dat hoe risico-averseriemand is, des te groter zijn overschatting van zijn risico op schade ook is. 55In de literatuur wordt aangegev<strong>en</strong> dat het plausibel is dat pro-selectie minder sterk isdan anti-selectie; of dat over de gehele breedte van het verzekeringsveld waar is, durv<strong>en</strong>wij niet te bewer<strong>en</strong>. Wel lijkt het juist om te stell<strong>en</strong> dat áls pro-selectie in sterke mateoptreedt verzekeraars e<strong>en</strong> bijzonder gunstige claims-premieratio kunn<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong> <strong>en</strong>de betreff<strong>en</strong>de verzekering vooral gekocht wordt door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die haar niet (althansminder) nodig hebb<strong>en</strong>. 563.4 Moreel risico: empirisch bewijs?Er is al lang discussie over de invloed van verzekering<strong>en</strong> op het gedrag van de verzekerd<strong>en</strong>a het sluit<strong>en</strong> van de overe<strong>en</strong>komst. Aardig om te constater<strong>en</strong> is dat de discussie overde empirische houdbaarheid van moreel risico bijvoorbeeld al in de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuwspeelde, namelijk t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van kinderverzekering<strong>en</strong>. In Engeland werd wel gesteld datouders in geldnood e<strong>en</strong> belang hadd<strong>en</strong> bij het ombr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van hun kinder<strong>en</strong>, gezi<strong>en</strong> hethoge perc<strong>en</strong>tage (80%) van het aantal lev<strong>en</strong>sverzekering<strong>en</strong> dat op het lev<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong>was afgeslot<strong>en</strong>. Sommig<strong>en</strong> pleitt<strong>en</strong> daarom voor e<strong>en</strong> verbod op dergelijke verzekering<strong>en</strong>.52 Vgl. bijvoorbeeld het beeld van de Nederlandse zorgverzekeringsmarkt: verzekerd<strong>en</strong> die voor e<strong>en</strong> zorgverzekering mete<strong>en</strong> laag eig<strong>en</strong> risico kiez<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> relatief vaker e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de verzekering <strong>en</strong> andersom; Smit <strong>en</strong> Mokveld 2006, p.14. Als nu ook zou blijk<strong>en</strong> dat deze person<strong>en</strong> minder zorg consumer<strong>en</strong> zou er in elk geval correlatie zijn, maar causaliteitis daarmee uiteraard niet bewez<strong>en</strong>.53 Clyde e.a. 1996, p. 100 e.v.54 Als hun risico-aversie bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ook gecorreleerd kan word<strong>en</strong> aan hun creditscore (zijn het spaarzame types, l<strong>en</strong><strong>en</strong> z<strong>en</strong>iet overmatig, <strong>en</strong> meer van dat soort gegev<strong>en</strong>s) dan zou e<strong>en</strong> verzekeraar omgekeerd risicodiffer<strong>en</strong>tiatie voor – lat<strong>en</strong>we zegg<strong>en</strong> – e<strong>en</strong> autoverzekering kunn<strong>en</strong> baser<strong>en</strong> op het le<strong>en</strong>gedrag van de verzekerde (als hij over die gegev<strong>en</strong>s zoubeschikk<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> zekere positieve correlatie tuss<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> risico-aversie ton<strong>en</strong> Coh<strong>en</strong> <strong>en</strong> Einav 2007, p. 745 e.v.55 Dat lijkt althans te volg<strong>en</strong> uit Andersson <strong>en</strong> Lundborg 2007, p. 67 e.v.56 Vgl. daarover bijv. Office of Fair Trading (OFT) 1997. Overig<strong>en</strong>s wil e<strong>en</strong> voor verzekeraars gunstige claims-premieratio nietper definitie zegg<strong>en</strong> dat van pro-selectie sprake is. Die kan ook word<strong>en</strong> veroorzaakt door gebrekkige k<strong>en</strong>nis van verzekerd<strong>en</strong>van hun behoefte aan de verzekering of van de dekkingsvoorwaard<strong>en</strong>, of door agressieve verkooptactiek<strong>en</strong>.317Gies<strong>en</strong>_01.indb 15 20-5-2008 16:29:50


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van BoomVerzekeraars steld<strong>en</strong> daar teg<strong>en</strong>over dat het vooral de welgesteld<strong>en</strong> <strong>en</strong> respectabeleklass<strong>en</strong> in de maatschappij war<strong>en</strong> die dergelijke verzekering<strong>en</strong> aankocht<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er dusweinig vrees was voor e<strong>en</strong> verhoogd risico van infanticide. 57Er is ook vandaag de dag weinig hard <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eraliseerbaar bewijs van moreel risico. Hetlijkt erop dat het – net als bij anti-selectie – nogal van de betreff<strong>en</strong>de verzekeringsmarktafhangt of moreel risico e<strong>en</strong> groot danwel klein gevaar is waar beleidsmakers <strong>en</strong> jurist<strong>en</strong>rek<strong>en</strong>ing mee moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. 58 Zo is er Amerikaans <strong>en</strong> Canadees onderzoek naar moreelrisico bij workers’ comp<strong>en</strong>sation (vergelijk onze Ziektewet oude stijl, loondoorbetalingsplicht)bestaande uit ex ante moreel risico in de zin van verminderde zorgvuldigheidvan werknemers op de werkvloer <strong>en</strong> ex post moreel risico in de zin van het veinz<strong>en</strong> van(voortdur<strong>en</strong>de) arbeidsongeschiktheid.Dionne <strong>en</strong> St-Michel 1991 gev<strong>en</strong> bijvoorbeeld bewijs – dat in andere studies ook wordtaangetoond – van moreel risico bij e<strong>en</strong> workers’ comp<strong>en</strong>sation-systeem in de zin dat bijhet verhog<strong>en</strong> van de vergoedingsbedrag<strong>en</strong> (% van het loon) de herstelduur bij moeilijk tediagnosticer<strong>en</strong> aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (zoals rugklacht<strong>en</strong>) to<strong>en</strong>eemt. 59 Ander onderzoek toont datvergroting van de verzekeringsdekking (duur, vergoedingsniveau) positief gecorreleerdis aan het aantal ongevall<strong>en</strong> c.q. ziekteverzuim. 60 Van Amerikaans onderzoek is bek<strong>en</strong>ddat moreel risico niet alle<strong>en</strong> verschuiving van kost<strong>en</strong> teweegbr<strong>en</strong>gt (in ons geval dus naarverzekeraars toe), maar bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> remm<strong>en</strong>d zou kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> op productiviteit. 61G<strong>en</strong>uanceerder is de uitkomst van ander onderzoek dat bij e<strong>en</strong>zelfde ziektekost<strong>en</strong>verzekeringwél moreel risico kon aanton<strong>en</strong> voor huisarts<strong>en</strong>bezoek – waar e<strong>en</strong> relatieflage drempel voor gedragsverandering bestaat – <strong>en</strong> niet voor ziek<strong>en</strong>huisopname. Dergelijkonderzoek suggereert dat het moreel risico groter is naarmate de drempel voorconsumptie van de verzekeringsprestatie lager is. 62 Mogelijk is de uitkomst van dezeonderzoek<strong>en</strong> ook relevant voor de vraag of het moreel risico groter is bij verzekering<strong>en</strong>die medisch niet objectiveerbare aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> dekk<strong>en</strong> dan bij verzekering<strong>en</strong> die alle<strong>en</strong>medisch objectiveerbare aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> dekk<strong>en</strong>.Interessant is ook onderzoek naar de verzekeringsmarkt voor motorrijtuig<strong>en</strong> in de Ver<strong>en</strong>igdeStat<strong>en</strong> waaruit bleek dat de invoering van e<strong>en</strong> verzekeringsplicht e<strong>en</strong> zodanigmoreel risico meebracht dat het aantal dodelijke ongevall<strong>en</strong> op statistisch significante57 Zie over e.e.a. Strange 2005, p. 231 e.v. <strong>en</strong> Wohl 1983, p. 34 e.v. Vgl. Zelizer 1985/1994, p. 73 e.v.58 Chiappori 2000*, p. 371.59 Dionne <strong>en</strong> St-Michel 1991, p. 236. Vgl. ook de resultat<strong>en</strong> van Cummins <strong>en</strong> T<strong>en</strong>nyson 1996, p. 29 e.v.; Bolduc e.a. 2002,p. 623 e.v.; Butler <strong>en</strong> Worrall 1991, p. 191 e.v. Vgl. de afwijk<strong>en</strong>de uitkomst<strong>en</strong> bij Baril <strong>en</strong> Lanoie 1996.60 Zie het overzicht bij Fortin <strong>en</strong> Lanoie 2000, p. 421 e.v. Vgl. Johansson <strong>en</strong> Palme 2005, p. 1879 e.v.61 Butler e.a. 1998, p. 671 e.v.62 Sapelli <strong>en</strong> Vial 2003, p. 459 e.v. Vgl. ook Vera-Hernández 2003, p. 670 e.v. Overig<strong>en</strong>s gev<strong>en</strong> Dave <strong>en</strong> Kaestner 2006 aandat moral hazard in de vorm van meer consumptie van huisarts<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> voor 65-plussers onder het AmerikaanseMedicaid regime overig<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> positief gezondheidseffect heeft.318Gies<strong>en</strong>_01.indb 16 20-5-2008 16:29:50


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>wijze steeg. Onverzekerde chauffeurs rijd<strong>en</strong>, volg<strong>en</strong>s dit onderzoek, ondanks het insolv<strong>en</strong>tieprobleem,veiliger dan verzekerd<strong>en</strong>. 63 Er is dus zeker wel bewijs van moreel risicoin bepaalde studies.3.5 Hoe reager<strong>en</strong> verzekeraars in werkelijkheid?E<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tiële vraag is uiteraard of verzekeraars in de praktijk de volg<strong>en</strong>s de theorievoorgeschrev<strong>en</strong> remedies 64 voor anti-selectie <strong>en</strong> moreel risico daadwerkelijk toepass<strong>en</strong> <strong>en</strong>of dat dan ook tot e<strong>en</strong> reductie van deze risico’s leidt. 65 Het klassieke antwoord op moreelrisico is bijvoorbeeld dat de verzekeraar de verzekerde deels di<strong>en</strong>t bloot te stell<strong>en</strong> aanrisico (bijvoorbeeld door e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> risico in te voer<strong>en</strong>) of de premie <strong>en</strong> polisvoorwaard<strong>en</strong>afhankelijk di<strong>en</strong>t te mak<strong>en</strong> van het gedrag van de verzekerde (bijvoorbeeld door e<strong>en</strong>premieverhoging, verlaging van e<strong>en</strong> premiekorting, of dekkingsbeperking/uitsluiting naongeval). Interessant empirisch onderzoek van reeds meer dan twintig jaar geled<strong>en</strong> vanonder meer Adams <strong>en</strong> Finsinger wees erop dat e<strong>en</strong> gebrek aan controle van het moreelrisico door de verzekeraar tot e<strong>en</strong> stijging van het ongevalrisico zou kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. 66 Dathet voor verzekeraars van belang is om het moreel risico (waar dat bestaat) te controler<strong>en</strong>is dus wel bek<strong>en</strong>d, maar veel minder is bek<strong>en</strong>d over de effectiviteit van specifieke maatregel<strong>en</strong>die door e<strong>en</strong> verzekeraar word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.Risicoreductie door marktwerkingHet maatschappelijke belang moge overig<strong>en</strong>s duidelijk zijn: zeker wanneer het moreelrisico de aansprakelijkheidsverzekering betreft, kan e<strong>en</strong> ongecontroleerd moreel risicotot e<strong>en</strong> verhoging van het ongevalrisico <strong>en</strong> dus tot hogere maatschappelijke onveiligheidaanleiding gev<strong>en</strong>. Shavell wees er reeds op dat bij e<strong>en</strong> ongecontroleerd moreel risicom<strong>en</strong> verzekering beter zou kunn<strong>en</strong> verbied<strong>en</strong> omdat e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het ongevalrisicohet gevolg zou kunn<strong>en</strong> zijn. 67 De eerder aangehaalde studies van Adams <strong>en</strong> Finsingertoond<strong>en</strong> ook aan dat in Duitsland waar verzekeraars t<strong>en</strong> gevolge van premiereguleringonvoldo<strong>en</strong>de prikkels hadd<strong>en</strong> om het moreel risico behoorlijk te controler<strong>en</strong>, het aantaldodelijke verkeersongevall<strong>en</strong> ceteris paribus hoger was dan in het Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijkwaar t<strong>en</strong> gevolge van de afwezigheid van dergelijke regulering <strong>en</strong> sterkere concur-63 Coh<strong>en</strong> <strong>en</strong> Dehejia 2004, p. 357 e.v.64 Zie voor e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van deze literatuur Faure <strong>en</strong> Bergh 1989*, p. 114-122; Faure <strong>en</strong> Hartlief 1998, p. 697 e.v. Vgl.kort Katz<strong>en</strong>meier 2002, p. 1455-1456.65 Van verzekeraarszijde wordt in elk geval b<strong>en</strong>adrukt dat verzekeraars ‘have found ways of dealing with the problem ofmoral hazards by implem<strong>en</strong>ting mechanisms that protect the insurance scheme from undue exploitation and bad risks’(Liedtke 2007, p. 217).66 Adams 1985, Finsinger 1983 <strong>en</strong> Finsinger 1988.67 Shavell 1986, p. 43-58.319Gies<strong>en</strong>_01.indb 17 20-5-2008 16:29:50


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van Boomr<strong>en</strong>tie op de verzekeringsmarkt verzekeraars betere prikkels hadd<strong>en</strong> om het moreel risicobehoorlijk te controler<strong>en</strong>.Deze voorbeeld<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> het belang van e<strong>en</strong> behoorlijke controle van het moreel risicovoor de maatschappelijke veiligheid dan ook onderstrep<strong>en</strong>. Vandaar dat het uiteraardvan belang is stil te staan bij empirische studies die de effectiviteit van e<strong>en</strong> dergelijkecontrole hebb<strong>en</strong> onderzocht.Eig<strong>en</strong> risico <strong>en</strong> no-claimkortingEig<strong>en</strong>risicoregeling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ook vaak naar vor<strong>en</strong> geschov<strong>en</strong> als wondermiddel terreductie van overconsumptie in de gezondheidszorg. E<strong>en</strong> empirische studie in Duitslandvan Agurzky <strong>en</strong> coauteurs betreft e<strong>en</strong> hervorming van de ziekteverzekering inDuitsland in januari 2004 waarbij e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> risico van e 10 bij e<strong>en</strong> doktersbezoek werdingevoerd voor patiënt<strong>en</strong> die onder het publieke ziek<strong>en</strong>fondsstelsel viel<strong>en</strong>. Agurzky <strong>en</strong>zijn co-auteurs kond<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel statistisch significant effect van de invoering van diteig<strong>en</strong> risico vaststell<strong>en</strong> wat betreft de ev<strong>en</strong>tuele reductie van het aantal doktersbezoek<strong>en</strong>.68 Hiermee is, zo gev<strong>en</strong> zij tegelijk aan, uiteraard niet bewez<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> risico perdefinitie e<strong>en</strong> ineffectief middel is om het moreel risico te controler<strong>en</strong>. Het ligt, zo stell<strong>en</strong>de auteurs, eerder aan de structuur van het eig<strong>en</strong> risico in de Duitse stelselherzi<strong>en</strong>ingvan 2004: patiënt<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> het eig<strong>en</strong> risico van e 10 klaarblijkelijk alle<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> bij huneerste doktersbezoek in één kwartaal. Wanneer het eig<strong>en</strong> risico zou word<strong>en</strong> toegepast bijelk doktersbezoek (ongeacht het aantal bezoek<strong>en</strong>) kan word<strong>en</strong> verwacht dat e<strong>en</strong> positiefeffect op het aantal doktersbezoek<strong>en</strong> zal plaatsvind<strong>en</strong>.Van belang bij de bestrijding van moreel risico is dat ook rek<strong>en</strong>ing wordt gehoud<strong>en</strong> metde vormgeving van de prikkel. E<strong>en</strong> jaarlijks eig<strong>en</strong> risico van € 150 is financieel hetzelfdeals e<strong>en</strong> no-claimteruggave van € 150 aan het eind van het jaar, maar de verzekeringnemerreageert er mogelijk verschill<strong>en</strong>d op. De wijziging van de Zorgverzekeringswetper 1 januari 2008, waarbij de wetgever is overgestapt van e<strong>en</strong> no-claimteruggave naare<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>risicoregeling, is bijvoorbeeld deels ingegev<strong>en</strong> door de overweging dat de noclaimteruggaveregelingte weinig remm<strong>en</strong>de werking op (onnodige) zorgconsumptie zouhebb<strong>en</strong>. 69 Bij e<strong>en</strong> teruggave achteraf ziet de verzekerde, zo stelt de regering, pas achterafhet gevolg van zijn gebruik van medische voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Ook de positieve prikkel die d<strong>en</strong>o-claimteruggave geeft in plaats van e<strong>en</strong> negatieve prikkel die in het algeme<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>eig<strong>en</strong> betaling uitgaat, draagt bij tot e<strong>en</strong> geringere remm<strong>en</strong>de werking, aldus de rege-68 Agurzky e.a., s.d., p. 1 e.v.69 CPB Notitie ‘De invoering van e<strong>en</strong> no-claimteruggaveregeling in de ZFW’ d.d. 31 maart 2004 voorspelde nog (modelmatig)dat besparing<strong>en</strong> het gevolg zoud<strong>en</strong> zijn van e<strong>en</strong> no-claimteruggave. Maar ex post onderzoek wijst uit dat d<strong>en</strong>o-claimteruggave nauwelijks effect<strong>en</strong> heeft gehad op de zorgconsumptie (Goudriaan e.a. 2007). Hard bewijs dat diteffect wél bereikt zal word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> risico-regeling is er overig<strong>en</strong>s niet, er zijn wel modelmatige berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>van het CPB die in die richting wijz<strong>en</strong> (Kamerstukk<strong>en</strong> II 2006/07, 31 094, nr. 6, p. 5).320Gies<strong>en</strong>_01.indb 18 20-5-2008 16:29:50


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>ring. 70 Of de invoering van het nu gekoz<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>risicomodel wél prikkelt, is overig<strong>en</strong>snog maar de vraag. 71E<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong> studie waarin de afwijk<strong>en</strong>de vormgeving van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> risico duidelijkgevolg<strong>en</strong> had voor consumptie, betrof de zog<strong>en</strong>oemde Medical Savings Account,waarbij de verzekerde e<strong>en</strong> deel van de betaalde premie op e<strong>en</strong> geblokkeerde rek<strong>en</strong>ingterecht zag kom<strong>en</strong> (hij betaalt dus niet alle<strong>en</strong> risicopremie, maar ook spaarpremie <strong>en</strong>zodo<strong>en</strong>de deelt hij voelbaar in het risico) <strong>en</strong> hij bij zorgconsumptie het bedrag dus daadwerkelijkmoest uitgev<strong>en</strong>. 72 De verzekerde heeft er dan belang bij om het gespaarde geldte behoud<strong>en</strong>, <strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> is hij gemotiveerder om reeds gespaard geld te behoud<strong>en</strong> danom niet te consumer<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde e<strong>en</strong> no-claimkorting te ‘krijg<strong>en</strong>’. Wellicht is hier sprakevan het <strong>en</strong>dowm<strong>en</strong>t effect.Onvoldo<strong>en</strong>de differ<strong>en</strong>tiatieOpvall<strong>en</strong>d is dat in zorgverzekering<strong>en</strong> in binn<strong>en</strong>- <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>land inderdaad druk geëxperim<strong>en</strong>teerdwordt met verschill<strong>en</strong>de risicobeheersingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, maar dat daarbuit<strong>en</strong>het gebruik van dergelijke instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nogal varieert. Bij sommige verzekering<strong>en</strong> blijktonthuts<strong>en</strong>d weinig te word<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong>. In <strong>en</strong>kele interessante studies betrekkelijk deverzekering van bestuurdersaansprakelijkheid (zog<strong>en</strong>oemde Directors’ & Officers’ LiabilityInsurance) onderzoek<strong>en</strong> Baker <strong>en</strong> Griffith in welke mate verzekeraars daadwerkelijkhet moreel risico controler<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong> dat premies word<strong>en</strong> aangepast aan het feitelijkerisico. Het antwoord op die vraag versche<strong>en</strong> in twee separate studies. In e<strong>en</strong> eerstestudie, rec<strong>en</strong>t gepubliceerd in The University of Chicago Law Review, wordt nagegaanop welke wijze verzekeraars van bestuursaansprakelijkheid aan risicomanagem<strong>en</strong>t <strong>en</strong>premiediffer<strong>en</strong>tiatie do<strong>en</strong>. 73 De auteurs stell<strong>en</strong> vast dat uit hun empirisch onderzoekblijkt dat verzekeraars wel degelijk pog<strong>en</strong> om ex ante bij de premiebepaling rek<strong>en</strong>ingte houd<strong>en</strong> met het risico dat wordt gevormd door elke verzekerde bestuurder. In datverband wordt door de verzekeraar e<strong>en</strong> gedetailleerd onderzoek gedaan naar vooral depraktijk<strong>en</strong> inzake de ‘corporate governance’. E<strong>en</strong> effectief corporate governance beleidwordt dus beloond met e<strong>en</strong> lagere premie. Echter, ev<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>d is e<strong>en</strong> tweede studievan Baker <strong>en</strong> Griffith, waarin zij onderzoek<strong>en</strong> in welke mate diezelfde verzekeraars van70 Kamerstukk<strong>en</strong> II 2006/07, 31 094, nr. 3, p. 1 e.v. (Wijziging van de Zorgverzekeringswet <strong>en</strong> de Wetop de zorgtoeslag houd<strong>en</strong>de vervanging van de no-claimteruggave door e<strong>en</strong> verplicht eig<strong>en</strong> risico; zie de wettekst in Stb.2007, 490). Overig<strong>en</strong>s is de wetswijziging ook ingegev<strong>en</strong> door inkom<strong>en</strong>spolitieke overweging<strong>en</strong>, die hier verder nietvan belang zijn.71 Er kan op word<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong> dat het huisarts<strong>en</strong>bezoek van het eig<strong>en</strong>risicoregime is uitgeslot<strong>en</strong> terwijl verwijzing naarspecialistische hulp door de huisarts juist niet is uitgeslot<strong>en</strong>. Te verwacht<strong>en</strong> valt juist dat het omgekeerde e<strong>en</strong> beter‘remgeld’-effect hebb<strong>en</strong> zal. De elastische consumptievraag naar huisarts<strong>en</strong>consult lijkt namelijk meer aan moreel risicoonderhevig dan de meer inelastische ziek<strong>en</strong>huisvraag. Vgl. CPB 2004, p. 7 <strong>en</strong> Schut 2004, p. 471.72 Over de Medical Savings Account als middel om moreel risico teg<strong>en</strong> te gaan bijv. Schreyögg 2004, p. 689 e.v.73 Baker <strong>en</strong> Griffith 2007, p. 487-544.321Gies<strong>en</strong>_01.indb 19 20-5-2008 16:29:50


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van Boombestuurdersaansprakelijkheid ook de facto het moreel risico t<strong>en</strong> gevolge van de verzekeringcontroler<strong>en</strong>. 74 De opvall<strong>en</strong>de conclusie van hun onderzoek is dat verzekeraars vanbestuurdersaansprakelijkheid, in strijd met alle theoretische voorspelling<strong>en</strong>, het moreelrisico niet controler<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de de loop van het verzekeringscontract. Zij betog<strong>en</strong> datdit deels te mak<strong>en</strong> heeft met zog<strong>en</strong>oemde ‘ag<strong>en</strong>cy costs’, waaruit volgt dat het voor deverzekeraar relatief teveel zou kost<strong>en</strong> om aan e<strong>en</strong> gedetailleerde controle van het gedragvan de bestuurder te do<strong>en</strong>. De conclusie van deze studies is derhalve dat ex ante (bij deaanvang van het verzekeringscontract) verzekeraars wel degelijk op basis van objectieverisico-elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> het risico in te schatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de premie di<strong>en</strong>overe<strong>en</strong>komstig tebepal<strong>en</strong>, maar dat vervolg<strong>en</strong>s het door de verzekering gecreëerde moreel risico tijd<strong>en</strong>sde duur van het verzekeringscontract niet wordt gecontroleerd. Baker <strong>en</strong> Griffith stell<strong>en</strong>dan ook dat de verzekering van de bestuurdersaansprakelijkheid de facto e<strong>en</strong> negatiefeffect heeft op de voorkoming van schade aan de aandeelhouders.Ook in eerder onderzoek was reeds vastgesteld dat verzekeraars om bepaalde red<strong>en</strong><strong>en</strong>ge<strong>en</strong> adequate controle van het moreel risico uitvoer<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> studie uit 1987 met betrekkingtot medische aansprakelijkheid in <strong>en</strong>kele land<strong>en</strong> in West-Europa steld<strong>en</strong> Faure <strong>en</strong>Van d<strong>en</strong> Bergh vast dat verzekeraars niet aan premiediffer<strong>en</strong>tiatie do<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zelfs nae<strong>en</strong> ongeval ge<strong>en</strong> premieverhoging<strong>en</strong> plaatsvond<strong>en</strong>. 75 De verzekeraars zoud<strong>en</strong> zich nietin staat acht<strong>en</strong>, althans niet bereid zijn, het individueel prester<strong>en</strong> van beoef<strong>en</strong>aars vanvrije beroep<strong>en</strong> te controler<strong>en</strong>. Dergelijke problem<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> ook vandaag nog steeds bijde verzekering van medische aansprakelijkheid e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>, t<strong>en</strong> gevolge waarvan inveel West-Europese land<strong>en</strong> de klassieke verzekeraars zich geheel of gedeeltelijk van dezemarkt hebb<strong>en</strong> teruggetrokk<strong>en</strong>. 76 Rec<strong>en</strong>t empirisch onderzoek laat ook zi<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> risicodiffer<strong>en</strong>tiatieop basis van het aantal ongevall<strong>en</strong> bij arts<strong>en</strong> zeer wel mogelijk is. Het in velerechtstelsels bestaande systeem waarbij alle arts<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gelijke premie betal<strong>en</strong>, leidt echtertot e<strong>en</strong> sterke negatieve herverdeling waarbij goede risico’s relatief veel meebetal<strong>en</strong> aande slechte risico’s. E<strong>en</strong> vorm van risicodiffer<strong>en</strong>tiatie op basis van de ongevalsincid<strong>en</strong>tiekan bijdrag<strong>en</strong> aan reductie van deze negatieve herverdeling tuss<strong>en</strong> goede <strong>en</strong> slechterisico’s <strong>en</strong> kan de neerwaartse spiraal van anti-selectie stopp<strong>en</strong>.Meer concurr<strong>en</strong>tie niet altijd beterIn theoretische literatuur was ook aangegev<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> goed werk<strong>en</strong>de concurr<strong>en</strong>tie opde verzekeringsmarkt van groot belang is om verzekeraars voldo<strong>en</strong>de prikkels te gev<strong>en</strong>het moreel risico behoorlijk te controler<strong>en</strong>. 77 Uit de eerder aangehaalde onderzoek<strong>en</strong>74 Baker <strong>en</strong> Griffith 2007*, p. 1795-1843.75 Faure <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Bergh 1989, p. 308-330.76 Vgl., met verdere verwijzing<strong>en</strong>, Van Boom <strong>en</strong> Pinna 2007, p. 158 e.v.77 Voor e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van deze theoretische literatuur zie Faure <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Bergh 2000, p. 316-342.322Gies<strong>en</strong>_01.indb 20 20-5-2008 16:29:50


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>van Adams <strong>en</strong> Finsinger bleek reeds dat e<strong>en</strong> gebrek aan concurr<strong>en</strong>tie op verzekeringsmarkt<strong>en</strong>(meer bepaald in Duitsland) ook de facto tot e<strong>en</strong> verhoging van het ongevalrisicoleidde. Toch verdi<strong>en</strong>t in dit verband ook melding dat er empirische studies bestaan dieaangev<strong>en</strong> dat concurr<strong>en</strong>tie op verzekeringsmarkt<strong>en</strong> niet in alle omstandighed<strong>en</strong> betereresultat<strong>en</strong> oplevert dan e<strong>en</strong> monopolie. Emons betoogde dat onder bepaalde omstandighed<strong>en</strong>de overheid superieure k<strong>en</strong>nis kan hebb<strong>en</strong> met betrekking tot de controle van hetmoreel risico, t<strong>en</strong> gevolge waarvan in sommige land<strong>en</strong> opstalverzekering door staatsmonopolieswordt aangebod<strong>en</strong>. 78 Hij bouwt daarbij voort op <strong>en</strong>kele interessante studiesvan Von Ungern-Sternberg, die had aangetoond dat bij opstalverzekering in Zwitserlandna afschaffing van e<strong>en</strong> staatsmonopolie <strong>en</strong> invoering van concurr<strong>en</strong>tie zowel prijz<strong>en</strong> alsongevall<strong>en</strong> dramatisch steg<strong>en</strong>. 79 Hij toonde aan in e<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>de studie, waarbij hetVer<strong>en</strong>igd Koninkrijk, Spanje, Frankrijk, Zwitserland <strong>en</strong> Duitsland werd<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong>,dat competitieve verzekeringsmarkt<strong>en</strong> bij opstalverzekering e<strong>en</strong> beperktere dekkingteg<strong>en</strong> hogere kost<strong>en</strong> bod<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>zelfde resultaat volgt ook uit de studie van Emons. Zijnverklaring is dat bij opstalverzekering relatief hoge kost<strong>en</strong> door verzekeraars betaaldzoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor de risicodiffer<strong>en</strong>tiatie (naast o.a. reclamekost<strong>en</strong>!), terwijl e<strong>en</strong> staatsmonopolierisicodiffer<strong>en</strong>tiatie teg<strong>en</strong> lagere kost<strong>en</strong> kan uitvoer<strong>en</strong>. Omdat de overheid,volg<strong>en</strong>s Emons <strong>en</strong> Ungern-Sternberg bijvoorbeeld ook bij ramp<strong>en</strong>, teg<strong>en</strong> lagere kost<strong>en</strong>risicodiffer<strong>en</strong>tiatie kan uitvoer<strong>en</strong>, betog<strong>en</strong> zij dat de overheid zich in e<strong>en</strong> soort natuurlijkmonopolie bevindt waardoor bij bepaalde risico’s e<strong>en</strong> overheidsmonopolie betere resultat<strong>en</strong>kan g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>, ook wat betreft reductie van het ongevalrisico, dan e<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong>deverzekeringsmarkt. 804 De r e l e v a n t i e v a n d e e m p i r i s c h e b e v i n d i n g e n v o o r p r i v a a t r e c h t e n -b e l e i dUiteraard rijst na deze pres<strong>en</strong>tatie van deze uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de empirische bevinding<strong>en</strong>met betrekking tot de gedragsveronderstelling<strong>en</strong> die aan het verzekeringsrecht <strong>en</strong> deverzekeringseconomie t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong>, de vraag welke de beleidsconclusies zijndie hieraan kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>. Ook op dit punt is voorzichtigheid natuurlijkgebod<strong>en</strong>; immers, veelal bleek dat het empirisch materiaal vanuit de gedragswet<strong>en</strong>schappelijkeliteratuur niet steeds e<strong>en</strong>duidig in e<strong>en</strong> welbepaalde richting wijst. Het lijktons daarom voorbarig om op dit og<strong>en</strong>blik reeds harde beleidsmatige conclusies aan ditmateriaal te verbind<strong>en</strong>. Het <strong>en</strong>ige wat zeker wel geconcludeerd kan word<strong>en</strong> is dat hetempirisch materiaal dat wij hebb<strong>en</strong> onderzocht in belangrijke mate klassieke veronderstelling<strong>en</strong>van de verzekeringseconomie <strong>en</strong> het verzekeringsrecht nuanceert. Minst<strong>en</strong>s78 Emons 2001, p. 247-269.79 Von Ungern-Sternberg 1996, p. 1111-1121 <strong>en</strong> Von Ungern-Sternberg 2004.80 Vergelijk Skipper Jr <strong>en</strong> Klein 2000, p. 482-504.323Gies<strong>en</strong>_01.indb 21 20-5-2008 16:29:50


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van Boomzou dit dan ook aanleiding moet<strong>en</strong> zijn om op die terrein<strong>en</strong> verder (empirisch) onderzoekuit te voer<strong>en</strong>. In deze paragraaf staan wij stil bij <strong>en</strong>kele van de themata uit het doorons onderzochte empirisch materiaal. Het zijn die themata die naar onze smaak naderempirisch onderzoek verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>.De vraag naar verzekeringDe link tuss<strong>en</strong> de vraag naar verzekering <strong>en</strong> nutsmaximalisatie <strong>en</strong> het recht is voor dehand ligg<strong>en</strong>d. Als de (<strong>privaatrecht</strong>elijke) wetgever het paradigma van nutsmaximalisatiec<strong>en</strong>traal stelt, dan zal hij vooral werk<strong>en</strong> aan transparante informatieverstrekkingaan verzekeringnemers <strong>en</strong> reductie van transactiekost<strong>en</strong> (bijvoorbeeld zoekkost<strong>en</strong>). Deconsum<strong>en</strong>t kiest met volledige informatie altijd wat zijn nut maximaliseert, zo zal hetidee dan zijn. En inderdaad valt op dat het overheidsbeleid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de financiëleconsum<strong>en</strong>t sterk gericht is op het verbeter<strong>en</strong> van zijn informatiepositie. 81 In de nieuwetitel 7.17 BW zal m<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s tevergeefs zoek<strong>en</strong> naar regulering van de informatieplichtvan de verzekeraar. E<strong>en</strong> eerste aanknopingspunt is wel te vind<strong>en</strong> in de Wet financieeltoezicht, waar artikel 4:20 bepaalt dat de verzekeraar (bij direct writing) de consum<strong>en</strong>tinformatie moet verschaff<strong>en</strong> die redelijkerwijs relevant is voor e<strong>en</strong> adequate beoordelingvan het verzekeringsproduct. 82 Wij vermoed<strong>en</strong> dat deze bepaling lang niet de verstrekk<strong>en</strong>debetek<strong>en</strong>is heeft die deze vanuit gedragswet<strong>en</strong>schappelijke optiek zou kunn<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong>. Stel bijvoorbeeld dat van reisverzekering<strong>en</strong> in ons land vaststaat dat de claimspremiumratio20% is (dat wil zegg<strong>en</strong>: van elke geïnde euro wordt slechts 20 euroc<strong>en</strong>tweer uitgekeerd), terwijl bij de meeste consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>verzekering<strong>en</strong> dat perc<strong>en</strong>tage bov<strong>en</strong>50% ligt. Dit is vast niet e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> dat onder de algem<strong>en</strong>e informatieplicht van artikel4:20 Wft valt, maar voor de beoordeling van de noodzaak om e<strong>en</strong> dergelijke verzekeringaf te sluit<strong>en</strong> lijkt het wel degelijk van belang. Wij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat de informatieverplichtingvan (schade)verzekeraars hier nog wel <strong>en</strong>ige ontwikkeling zal kunn<strong>en</strong> doormak<strong>en</strong>. 83Ook regulering van de wijze waarop verzekering<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> – met namein consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>markt<strong>en</strong>, d<strong>en</strong>k aan het voorbeeld van de ‘add-on’ verzekering – omteg<strong>en</strong>wicht te bied<strong>en</strong> aan bepaalde cognitieve biases van verzekeringnemers, is doorbeleidsmakers in ons land nog nauwelijks ‘ontdekt’. D<strong>en</strong>kbaar is dat het aanbied<strong>en</strong> van81 Daarover, met verdere verwijzing<strong>en</strong>, bijv. Van Boom e.a. 2007, p. 75 e.v.82 Daarover bijv. Wansink 2005, p. 117 e.v.; Clausing <strong>en</strong> Wansink 2007, p. 119 e.v. (nr. 101); Vloemans e.a. 2007, p. 26-29.83 Het huidige Besluit <strong>Gedrag</strong>stoezicht financiële onderneming<strong>en</strong> Wft geeft voor schadeverzekeraars mom<strong>en</strong>teel weinigrelevante informatieplicht<strong>en</strong>. Wet<strong>en</strong> waar de verzekaar gehuisvest is, is natuurlijk wel van belang, maar e<strong>en</strong> indicatievan de noodzaak om de verzekering af te sluit<strong>en</strong> lijkt ons belangrijker. Dat kan ook zonder concreet advies te gev<strong>en</strong>.324Gies<strong>en</strong>_01.indb 22 20-5-2008 16:29:51


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>‘add-on’ verzekering<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> onder nadere voorwaard<strong>en</strong> toegestaan wordt. Dit lijkt onsnader onderzoek waard. 84Uiteraard bepaalt titel 7.17 BW wel iets over informatie-uitwisseling, maar dan metname over de informatie die de verzekeringnemer bij het sluit<strong>en</strong> van de overe<strong>en</strong>komstmoet gev<strong>en</strong> aan de verzekeraar t<strong>en</strong>einde het risico te kunn<strong>en</strong> inschatt<strong>en</strong> (zie art. 7:928BW). Dit instrum<strong>en</strong>t is nuttig <strong>en</strong> nodig om anti-selectie teg<strong>en</strong> te gaan. 85 Als wij de studiesdaarover echter juist interpreter<strong>en</strong>, dan kan het voor verzekeraars juist ook interessantzijn om schijnbaar irrelevante vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> die statistisch gezi<strong>en</strong> wél relevant zijn ompro-selectie vast te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> die dus op verminderde schadeg<strong>en</strong>eigdheid kunn<strong>en</strong> duid<strong>en</strong>.Ongetwijfeld zull<strong>en</strong> er privacywett<strong>en</strong> <strong>en</strong> praktische bezwar<strong>en</strong> aan in de weg staan, maarvoor e<strong>en</strong> cascoverzekeraar zou mogelijkerwijs informatie over het le<strong>en</strong>gedrag van de verzekeringnemerinzichtelijker kunn<strong>en</strong> zijn voor di<strong>en</strong>s classificatie als voorzichtige rijderof brokk<strong>en</strong>piloot.Belang bij de verzekeringNaast uitwisseling van informatie om red<strong>en</strong><strong>en</strong> van risicodiffer<strong>en</strong>tiatie is er de kwestie vannutsmaximalisatie <strong>en</strong> het afsluit<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> (somm<strong>en</strong>)verzekering zonder dat er financieelbelang is bij het uitblijv<strong>en</strong> van het verzekerde ev<strong>en</strong>em<strong>en</strong>t. Als individu<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong>hun economische nutsmaximalisatie nastrev<strong>en</strong> bij het afsluit<strong>en</strong> van verzekeringsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>,welke implicaties heeft dit dan voor het belangvereiste in het verzekeringsrecht?Enerzijds zou gezegd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat ook als m<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> financieel maar wel e<strong>en</strong>affectief belang bij e<strong>en</strong> persoon of zaak heeft, dit ook tot verzekerbaar belang gerek<strong>en</strong>dzou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als m<strong>en</strong> me<strong>en</strong>t dat het recht e<strong>en</strong> ruime opvatting van nutsmaximalisatiemoet toestaan. Anderzijds is wel gesteld dat het verzeker<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> persoon bij wiem<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> financieel belang heeft, ongew<strong>en</strong>st zou zijn omdat het tot negatieve externaliteit<strong>en</strong>zou leid<strong>en</strong>. 86 Dat speelt bij de somm<strong>en</strong>verzekering die ook persoonsverzekering is,maar kan ook bij andere verzekering<strong>en</strong> relevant zijn (d<strong>en</strong>k aan e<strong>en</strong> zonneschijnverzekeringdie e<strong>en</strong> bedrag ter comp<strong>en</strong>satie van gederfde vakantievreugde uitkeert).84 Zoals dat op indrukwekk<strong>en</strong>de wijze is gedaan door de Engelse Office of Fair Trading t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de zgn. Paym<strong>en</strong>tProtection Insurance (e<strong>en</strong> verzekering die consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> wordt bij het aangaan van bijv. e<strong>en</strong> geldl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong>creditcardovere<strong>en</strong>komst <strong>en</strong> die bescherm<strong>en</strong> zou teg<strong>en</strong> betalingsonmacht, maar in werkelijkheid nogal wat polisuitsluiting<strong>en</strong><strong>en</strong> -beperking<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t <strong>en</strong> die in werkelijkheid e<strong>en</strong> lage claims/premiumratio k<strong>en</strong>t). Zie Office of Fair Trading2006 <strong>en</strong> de marktstudies van o.a. London Economics die het OFT daarop heeft aanbesteed.85 De verzekeraar moet op grond van art. 7:929 BW direct iets do<strong>en</strong> met informatie die hem tijd<strong>en</strong>s de looptijd van hetcontract bek<strong>en</strong>d wordt <strong>en</strong> die de verzekeringnemer t<strong>en</strong> onrechte niet bij het aangaan van de overe<strong>en</strong>komst heeft medegedeeld.86 Rea Jr. 1993, p. 147.325Gies<strong>en</strong>_01.indb 23 20-5-2008 16:29:51


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van BoomMoreel risicoWat betreft het moreel risico is zonneklaar dat het verzekeringsrecht <strong>en</strong> de polispraktijkinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan verzekeraars gev<strong>en</strong> om teg<strong>en</strong>wicht te bied<strong>en</strong> aan moreel risico. 87Rec<strong>en</strong>t nog liet de Hoge Raad zich uit over e<strong>en</strong> situatie van moreel risico, <strong>en</strong> stond hijtoe dat de verzekeraar uitkering weigerde nu e<strong>en</strong> beroep op het recht op uitkering inde gegev<strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> naar maatstav<strong>en</strong> van redelijkheid <strong>en</strong> billijkheid onaanvaardbaarwerd geacht. Het betrof e<strong>en</strong> aansprakelijkheidsverzekering van e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te.Deze had huurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> opgezegd <strong>en</strong> op grond van e<strong>en</strong> voorlopige voorzi<strong>en</strong>ingbij voorraad uitvoerbaar huurders uit hun woning<strong>en</strong> gehaald <strong>en</strong> de woning<strong>en</strong> geslooptt<strong>en</strong>einde van e<strong>en</strong> bepaalde overheidssubsidie te kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s hetkortgedingvonnis vernietigd werd <strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>te door de huurders uit onrechtmatigedaad aansprakelijk werd gesteld (het executer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> niet definitieve executorialetitel leidt per definitie tot aansprakelijkheid als nadi<strong>en</strong> vernietiging van die titelplaatsvindt), beriep de geme<strong>en</strong>te zich op de ‘fonds<strong>en</strong>’ uit haar aansprakelijkheidsverzekering.De verzekeraar weigerde dekking, omdat de geme<strong>en</strong>te kort gezegd het risicoop vernietiging voor lief had g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de wet<strong>en</strong>schap dat de verzekering de gevolg<strong>en</strong>zou afdekk<strong>en</strong>. Dit is e<strong>en</strong> prototypisch moreel risico-probleem <strong>en</strong> de Hoge Raad accordeertde analyse van de feit<strong>en</strong>rechter dat ‘met e<strong>en</strong> aansprakelijkheidsverzekering nietwordt beoogd dekking te bied<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het risico dat de verzekerde aansprakelijk wordtals gevolg van e<strong>en</strong> gedraging die het resultaat is van e<strong>en</strong> juist door het bestaan van dieverzekering verstoorde afweging van belang<strong>en</strong>’. 88M<strong>en</strong> kan zich overig<strong>en</strong>s de vraag stell<strong>en</strong> of de Hoge Raad hier werkelijk bedoelt wat erlijkt te staan. Zoals we eerder besprak<strong>en</strong> stelt nu juist de theorie, in bepaalde gevall<strong>en</strong>ondersteund door empirisch bewijs, dat het nem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verzekering per definitie tote<strong>en</strong> verstoorde afweging van belang<strong>en</strong> – in de zin van moreel risico – leidt bij de verzekeringnemer.Maar zo zal de Hoge Raad het niet bedoeld hebb<strong>en</strong>, het ging hier k<strong>en</strong>nelijkom e<strong>en</strong> bewuste daad van afschuiv<strong>en</strong> op de verzekeraar. 89De vraag is overig<strong>en</strong>s of ex post sanctionering van moreel risico ook tot sturing vangedrag ex ante leidt. De veronderstelling van wet <strong>en</strong> polispraktijk is k<strong>en</strong>nelijk dat door het87 Interessant is dat de rec<strong>en</strong>te hervorming van het Duitse verzekeringsrecht het verval van dekking bij grove schuld heeftvervang<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>redige vermindering van de uitkering (par. 81 Abs. 2 VVG; ‘Führt der Versicherungsnehmerd<strong>en</strong> Versicherungsfall grob fahrlässig herbei, ist der Versicherer berechtigt, seine Leistung in einem der Schwere desVerschuld<strong>en</strong>s des Versicherungsnehmers <strong>en</strong>tsprech<strong>en</strong>d<strong>en</strong> Verhältnis zu kürz<strong>en</strong>.’). Kritiek hierop is e<strong>en</strong>voudig te formuler<strong>en</strong>:het ev<strong>en</strong>redig reducer<strong>en</strong> lokt conflict uit bij afwikkeling, terwijl het als sanctie op moreel risico minder effectiefzal zijn dan volledig verval van de uitkering. Vgl. Looschelders 2008, p. 1.88 HR 12 januari 2007, NJ 2007, 371 (Geme<strong>en</strong>te Eindhov<strong>en</strong>/Allianz Nederland Schadeverzekering). De uitspraak is ruimerdan alle<strong>en</strong> gevall<strong>en</strong> van opzet <strong>en</strong> roekeloosheid die teg<strong>en</strong>woordig door art. 7: 952 BW gesanctioneerd word<strong>en</strong> metverlies van dekking.89 Waarmee toch weinig anders dan e<strong>en</strong> aan opzet gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de vorm van moreel risico kan word<strong>en</strong> bedoeld die wellichtbeter rechtstreeks onder het bereik van art. 7:952 BW gebracht moet word<strong>en</strong>.326Gies<strong>en</strong>_01.indb 24 20-5-2008 16:29:51


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>gedrag van de verzekerde te reguler<strong>en</strong> – variër<strong>en</strong>d van opzetclausules, garantieclausules,schadebeperkingsplicht, eig<strong>en</strong>risicoaftrek <strong>en</strong> zelfs het indemniteitsbeginsel – moreelrisico wordt ingedamd. Het gaat hier om redelijk passieve instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die betrekkelijkweinig ex ante kost<strong>en</strong> voor verzekeraars (zoals monitoring van gedrag) met zich br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.De kost<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met name ex post, na het verzekerde voorval gemaakt, namelijk indi<strong>en</strong>de verzekeraar bij de afwikkeling onderzoekt of de verzekerde gedaan of juist nagelat<strong>en</strong>heeft wat van hem verwacht mocht word<strong>en</strong>. 90Anti-selectieWat betreft anti-selectie nog dit. In de Nederlandse verzekeringsmarkt – voor zover nietgereguleerd, zoals bij de zorgverzekering het geval is – wordt anti-selectie teg<strong>en</strong>gegaan,zo is althans de veronderstelling, door de markt zelf. Gedacht kan word<strong>en</strong> aan acceptatiebeleid,premie- <strong>en</strong> risicodiffer<strong>en</strong>tiatie, polisuitsluiting<strong>en</strong>. Te veel risicodiffer<strong>en</strong>tiatiekan verzekering onbereikbaar mak<strong>en</strong> voor deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die haar het hardste nodig hebb<strong>en</strong>.Het lat<strong>en</strong> voortbestaan van e<strong>en</strong> zekere mate van anti-selectie kan dan e<strong>en</strong> bewuste keuzevan de industrie zijn om bepaalde verzekering<strong>en</strong> tot op zekere hoogte bereikbaar tehoud<strong>en</strong> voor bevolkingsgroep<strong>en</strong> die wél risico’s lop<strong>en</strong> maar niet in staat zijn om de bijbehor<strong>en</strong>depremie op te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (kruissubsidiëring). 91 In dergelijke situaties is er in feitesprake van zog<strong>en</strong>oemde ‘regulatory adverse selection’ omdat het in feite de regelgeveris – onverschillig of dat nu de formele wetgever is of de verzekeraars zélf door middelvan zelfregulering – die de anti-selectie in het lev<strong>en</strong> roept door e<strong>en</strong> te ver doorgedrev<strong>en</strong>risicodiffer<strong>en</strong>tiatie te verbied<strong>en</strong>. 92 Die strategie is in e<strong>en</strong> redelijk functioner<strong>en</strong>de marktvan vrijwillige verzekering<strong>en</strong> natuurlijk niet zonder begr<strong>en</strong>zing. Niettemin is somszonneklaar dat verzekeraars bewust e<strong>en</strong> blinddoek op houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> anti-selectie toestaanvanwege de sociale functie van de betreff<strong>en</strong>de verzekeringsvorm (bijv. lev<strong>en</strong>sverzekeringvoor person<strong>en</strong> besmet met het hiv-virus) 93 of vanwege e<strong>en</strong> wettelijke acceptatieplicht(antidiscriminatieregelgeving; zorgverzekering). Soms ook is de betreff<strong>en</strong>de markt zostatisch dat overgaan tot premiediffer<strong>en</strong>tiatie niet nodig lijkt om de simpele red<strong>en</strong> dat90 Overig<strong>en</strong>s kan verwacht word<strong>en</strong> dat verzekeraars die de kost<strong>en</strong> van dergelijk onderzoek afzett<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de te verwacht<strong>en</strong>opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> (i.e., directe besparing door minder uitkering te do<strong>en</strong>, indirecte opbr<strong>en</strong>gst van voorzichtiger gedrag) ertoezull<strong>en</strong> overgaan om alle<strong>en</strong> bij substantiële schadebedrag<strong>en</strong> dergelijk onderzoek te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij kleinere bedrag<strong>en</strong> zondernader onderzoek tot uitkering over te gaan. Interessant zou zijn te onderzoek<strong>en</strong> of dit e<strong>en</strong> juiste presumptie is <strong>en</strong> zoja, welk gevolg dit dan heeft – gesteld dat het bek<strong>en</strong>d is bij verzekeringnemers – op hun mate van voorzichtigheid t<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong> van kleine schades c.q. poliss<strong>en</strong> met kleine financiële belang<strong>en</strong>.91 Thomas 2007, p. 108.92 Faure 2007*, p. 81 e.v. De wetgever heeft ook in titel 7.17 BW dergelijke differ<strong>en</strong>tiatieverbod<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>; zie bijv.art. 940 lid 5 BW (verzwaring van gezondheidsrisico kan bij persoonsverzekering niet tot beëindiging of wijzigingleid<strong>en</strong>).93 Zie bijv. 'Verzekerbaarheid hiv dichterbij' (rapportage Verbond van Verzekeraars 2005). Vgl. ook Von Ungern-Sternberg2004, p. 32-33, die er op wijst dat het wijzig<strong>en</strong> van premies als gevolg van verandering van risico-inschatting doorverzekeraars soms sociaal onw<strong>en</strong>selijk kan zijn.327Gies<strong>en</strong>_01.indb 25 20-5-2008 16:29:51


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van Boomde klant nu e<strong>en</strong>maal niet mobiel is <strong>en</strong> premieverhoging ook voor de slechte risico’s blijftbetal<strong>en</strong>. 94Invoer<strong>en</strong> van verplichte verzekering<strong>en</strong> met minimale dekkingsomvang, zoals naar aanleidingvan de ramp<strong>en</strong> in Enschede <strong>en</strong> Vol<strong>en</strong>dam overwog<strong>en</strong> werd t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van debedrijfsaansprakelijkheidsverzekering, kan dus wel e<strong>en</strong> remedie zijn teg<strong>en</strong> anti-selectie,maar het heeft mogelijk andere nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> op het gedrag van verzekerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekeraars.95 E<strong>en</strong> dergelijke verplichting kan namelijk e<strong>en</strong> verminderde prikkel voor verzekeraarsoplever<strong>en</strong> om echt werk te mak<strong>en</strong> van premie- <strong>en</strong> risicodiffer<strong>en</strong>tiatie. 96 Er is wel<strong>en</strong>ig empirisch bewijs voor de stelling dat verzekeraars die operer<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> niet optimaalconcurrer<strong>en</strong>de markt <strong>en</strong> die zich verzekerd wet<strong>en</strong> van klandizie door e<strong>en</strong> wettelijkeverplichting voor burgers om verzekering<strong>en</strong> af te sluit<strong>en</strong>, verminderde inspanning<strong>en</strong>verricht<strong>en</strong> om risicodiffer<strong>en</strong>tiatie toe te pass<strong>en</strong>. 975 Af s l u i t e n d e o p m e r k i n g e nUitgangspunt van onze bijdrage was dat verzekering één van de terrein<strong>en</strong> is waaroprechtseconomische onderzoekers tot nu toe nog steeds vasthoud<strong>en</strong> aan de neoklassiekeveronderstelling<strong>en</strong> met betrekking tot het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> verzekeringsdekkingzou alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wanneer dit ex ante het verwachte nut zou maximaliser<strong>en</strong>,bij anti-selectie zoud<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> slechte risico’s nog e<strong>en</strong> vraag naar verzekering hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong>verzekering zou altijd tot het welbek<strong>en</strong>de spook van de anti-selectie leid<strong>en</strong> waardoorm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> het verzekerde risico zoud<strong>en</strong> verhog<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> doordat ze verzekerd zijn. In to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>demate wordt echter onder meer onder invloed van gedragswet<strong>en</strong>schappelijk onderzoekduidelijk dat de geschetste f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> niet verlop<strong>en</strong> zoals de theorie voorspelt. Hetvoorstaande bood e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van de inzicht<strong>en</strong> in de literatuur t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> vande vraag in welke mate deze klassieke veronderstelling<strong>en</strong> van het rechtseconomischegedachtegoed ook empirisch ondersteund kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Het empirisch materiaal dat wij onderzocht<strong>en</strong> levert e<strong>en</strong> tamelijk gediffer<strong>en</strong>tieerd beeldop. Duidelijk is in ieder geval dat het klassieke welvaartseconomische uitgangspunt datervan uitgaat dat e<strong>en</strong> individu e<strong>en</strong> verzekering zal nem<strong>en</strong> wanneer dit zijn verwachtnut in economische term<strong>en</strong> verhoogt, niet altijd houdbaar is. Soms wordt verzekeringafgeslot<strong>en</strong> terwijl dit ex ante het verwachte economische nut niet kan verhog<strong>en</strong> (lev<strong>en</strong>s-94 Von Ungern-Sternberg 2004, p. 81 stelt dat dit in consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>markt<strong>en</strong> eerder lijkt voor te kom<strong>en</strong> dan in professionelemarkt<strong>en</strong>.95 Vgl. over verplichte verzekering in dit verband bijv. Faure <strong>en</strong> Hartlief 2006, p. 223 e.v.96 Over criteria voor beleidsmakers t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het al dan niet invoer<strong>en</strong> van verplichte verzekering bijv. Faure 2006,p. 149-168.97 Coh<strong>en</strong> <strong>en</strong> Dehejia 2004, p. 357 e.v.328Gies<strong>en</strong>_01.indb 26 20-5-2008 16:29:51


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>verzekering voor kinder<strong>en</strong>), terwijl omgekeerd het verwachte nut verhoogd zou kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> verzekering (bijvoorbeeld overstromingsverzekering) terwijl er tochvan systematische onderverzekering sprake blijkt te zijn. Die bevinding<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> vooralsteun te bied<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig meer gehoorde kritiek op de klassieke welvaartseconomischeuitgangspunt<strong>en</strong>: m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong>maal niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhoging vanhun economisch nut, maar veeleer andere zak<strong>en</strong> (zoals geluk) nastrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarbij ookniet altijd de veronderstelde rationele weg<strong>en</strong> behandel<strong>en</strong>.Wat het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van de anti-selectie betreft, valt vooral op dat de verschill<strong>en</strong>de studiesdie wij onderzocht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer gediffer<strong>en</strong>tieerd beeld schets<strong>en</strong>. Of er anti-selectie is lijktheel erg van het type verzekering <strong>en</strong> de betreff<strong>en</strong>de verzekeringsmarkt af te hang<strong>en</strong>. Erlijkt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> juist meer bewijs te zijn van het teg<strong>en</strong>overgestelde f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>, namelijkde zog<strong>en</strong>oemde pro-selectie op basis waarvan juist de voorzichtige brave risico-averseburger e<strong>en</strong> vraag naar verzekering heeft. Er is <strong>en</strong>ig empirisch bewijs dat het juist niet deslechte risico’s zijn (zoals bij anti-selectie wordt verondersteld) maar veeleer de goede diee<strong>en</strong> vraag naar verzekering hebb<strong>en</strong>. Deze vaststelling heeft uiteraard als belangrijke consequ<strong>en</strong>tiedat beleidsmakers <strong>en</strong> verzekeraars zich wellicht in het verled<strong>en</strong> te veel zorg<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> gemaakt om het bestrijd<strong>en</strong> van anti-selectie. In markt<strong>en</strong> waar van anti-selectiege<strong>en</strong> sprake is of zelfs van pro-selectie sprake zou zijn, lijkt er weinig aanleiding om veelte invester<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> al te sterke aanpak van het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van de antiselectie.E<strong>en</strong>zelfde conclusie lijkt het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van het meer morele risico te treff<strong>en</strong>. Tochmoet daar gezegd word<strong>en</strong> dat (hoewel het empirisch onderzoek helaas beperkt is) demeerderheid van de onderzoek<strong>en</strong> toch steun lijk<strong>en</strong> te bied<strong>en</strong> voor de hypothese dat hetmoreel risico bestaat, ook al geldt daar weer de nuance dat zulks afhankelijk is van hetbetreff<strong>en</strong>de verzekeringsproduct <strong>en</strong> de verzekeringsmarkt. Wanneer de elasticiteit vande vraag sterker is (zoals bij huisartsbezoek<strong>en</strong>) zal moreel risico allicht e<strong>en</strong> grotere rolspel<strong>en</strong> dan bij e<strong>en</strong> inelastische vraag (zoals bij ziek<strong>en</strong>huisbezoek). Gerelateerd is uiteraardde vraag wat de verzekeraar nu de facto onderneemt om het moreel risico te bestrijd<strong>en</strong><strong>en</strong> hoe effectief de aangew<strong>en</strong>de middel<strong>en</strong> zijn. Op dat vlak zijn de resultat<strong>en</strong> toch vrijonthuts<strong>en</strong>d. Verzekeraars lijk<strong>en</strong> de les van de welvaartseconomische voorspelling<strong>en</strong>niet serieus te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiër<strong>en</strong> in verzekering veel minder dan op basis van detheorie aangewez<strong>en</strong> zou zijn om moreel risico <strong>en</strong> anti-selectie te bestrijd<strong>en</strong>. Nu zou m<strong>en</strong>allicht kunn<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat dit wellicht niet zo’n probleem is als er (afhankelijk van hetverzekeringsproduct <strong>en</strong> de markt) ook relatief weinig empirisch bewijs voor anti-selectie<strong>en</strong> het moreel risico is. Echter, juist op dat vlak is er wel weer sterk empirisch bewijswaaruit blijkt dat op markt<strong>en</strong> waar verzekeraars te geringe inspanning<strong>en</strong> do<strong>en</strong> om viarisicodiffer<strong>en</strong>tiatie verzekerd<strong>en</strong> te prikkel<strong>en</strong>, het verzekerde risico daadwerkelijk stijgt.329Gies<strong>en</strong>_01.indb 27 20-5-2008 16:29:51


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van BoomZowel t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het verkeersrisico als met betrekking tot medische aansprakelijkheid<strong>en</strong> bestuurdersaansprakelijkheid bleek dat e<strong>en</strong> te passieve houding van verzekeraarshet ongevalrisico niet alle<strong>en</strong> kan, maar ook effectief doet to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Het moge duidelijkzijn dat die laatste onderzoek<strong>en</strong> tegelijk ook e<strong>en</strong> empirische ondersteuning vorm<strong>en</strong> voorhet bestaan van e<strong>en</strong> moreel risico. Tegelijk onderstrep<strong>en</strong> die onderzoek<strong>en</strong> ook weer e<strong>en</strong>shet (wellicht vaak onderschatte) maatschappelijk belang van verzekering <strong>en</strong> van de rolvan verzekeraars: doordat bij aansprakelijkheidsverzekering de controle van de maatschappelijkeveiligheid in feite van het aansprakelijkheidsrecht naar de verzekeraar isverschov<strong>en</strong>, wordt de maatschappelijke veiligheid (uiteraard slechts t<strong>en</strong> dele, er is ooknog veiligheidsregulering) naar de verzekeraar verschov<strong>en</strong>. Wanneer die vervolg<strong>en</strong>s(bijvoorbeeld door informatiegebrek<strong>en</strong> of te sterke marktmacht) niet in staat zou zijnof zou weiger<strong>en</strong> de verzekerde risico’s behoorlijk te controler<strong>en</strong>, leidt het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> vanverzekering – zoveel wordt wel duidelijk uit dat empirisch onderzoek – tot e<strong>en</strong> verhogingvan het maatschappelijke risico. De bestudeerde studies bied<strong>en</strong> dus minst<strong>en</strong>s steunvoor de stelling dat verzekeraars hun taak bij de controle van verzekerde risico’s op hetterrein van aansprakelijkheidsverzekering serieus di<strong>en</strong><strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> gelet op de taak dieh<strong>en</strong> (vooral onder verplichte verzekering) wat betreft de maatschappelijke veiligheid istoegewez<strong>en</strong>.Duidelijk moge ook zijn dat, zo onderstreept<strong>en</strong> wij in de vierde paragraaf van dezebijdrage, verzekeraars ook less<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> trekk<strong>en</strong> uit het beschikbare empirisch onderzoekop beleidsmatig vlak <strong>en</strong> meer bepaald wat betreft de invulling van het verzekeringsrecht.Bijvoorbeeld het succes van de zog<strong>en</strong>oemde ‘add-on’ verzekering<strong>en</strong> is grot<strong>en</strong>deelste wijt<strong>en</strong> aan het feit dat verzekeraars handig gebruik/misbruik kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> vanbepaalde cognitieve biases <strong>en</strong> zou vanuit dat perspectief wel e<strong>en</strong>s aan kritisch onderzoekvanuit beleidsmatig perspectief mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderworp<strong>en</strong>. Ook de inzicht<strong>en</strong> over derelatie tuss<strong>en</strong> anti-selectie <strong>en</strong> pro-selectie zoud<strong>en</strong> wellicht door verzekeraars kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gebruikt om na te gaan voor welke verzekeringsproduct<strong>en</strong> <strong>en</strong> op welke verzekeringsmarkt<strong>en</strong>specifieke reacties (bijvoorbeeld al dan niet verder doorgedrev<strong>en</strong> risicodiffer<strong>en</strong>tiatie)aangewez<strong>en</strong> zou zijn. Duidelijk moge zijn dat uit het hiervoor beschrev<strong>en</strong>onderzoek naar vor<strong>en</strong> komt dat juist op markt<strong>en</strong> waar veeleer van pro-selectie dan vananti-selectie sprake zou zijn, minder argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ver doorgedrev<strong>en</strong> risicodiffer<strong>en</strong>tiatiebestaan. Dit biedt tegelijk ook steun aan h<strong>en</strong> die vanwege uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>dered<strong>en</strong><strong>en</strong> (strijdigheid met gelijkheidsbeginsel<strong>en</strong>, negatieve herverdeling <strong>en</strong>z.) toch albezwar<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> te ver doorgedrev<strong>en</strong> risicodiffer<strong>en</strong>tiatie in verzekering<strong>en</strong>, diede beschikbaarheid van verzekering voor bepaalde groep<strong>en</strong> problematisch zou kunn<strong>en</strong>mak<strong>en</strong>.330Gies<strong>en</strong>_01.indb 28 20-5-2008 16:29:51


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>Het voorgaande is niet uitputt<strong>en</strong>d <strong>en</strong> het is ev<strong>en</strong>min overtuig<strong>en</strong>d bewijs voor of teg<strong>en</strong> detheoretische presumpties in verzekeringsrecht <strong>en</strong> -economie. Maar wel is duidelijk datde totstandkoming van de vraag naar verzekering<strong>en</strong> (bij consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) niet altijd aande theorie van nutsmaximalisatie gehoorzaamt, dat de presumptie van anti-selectie nietaltijd empirisch houdbaar is, <strong>en</strong> dat moreel risico niet altijd maar onder bepaalde voorwaard<strong>en</strong>wel degelijk kan optred<strong>en</strong>. Dat zijn belangrijke nuancering<strong>en</strong> op theoretischepresumpties. Verdere toetsing in concrete casus is naar onze m<strong>en</strong>ing in het belang vanzowel beleidsmakers als van de verzekeringsindustrie.Lit e r a t u u rOffice of Fair Trading (OFT) 1997Office of Fair Trading (OFT), Consumer Detrim<strong>en</strong>t under Conditions of Imperfect Information(Prepared for the Office of Fair Trading by London Economics), Office of Fair Trading (OFT) 1997.Adams 1985M. Adams, Ökonomische Analyse der Gefährdungs- und Verschuld<strong>en</strong>shaftung, Heidelberg: R. v.Decker’s Verlag 1985.Adler & Posner 2007M.D. Adler & E.A. Posner, Happiness Research and Cost-B<strong>en</strong>efit Analysis, University of ChicagoOlin Law and Economics Program, Research paper, 2007, 1-30.Agurzky, Bauer & SchaffnerB. Agurzky, Th. Bauer & S. Schaffner, ‘Co-Paym<strong>en</strong>ts in the German Health System – Do TheyWork?’ RWI: Discussion Papers , s.d. , s.l., p. no. 43.Andersson & Lundborg 2007H. Andersson & P. Lundborg, ‘Perception of own death risk’, Journal of Risk and Uncertainty 2007,p. 67-84.Arrow 1965K. Arrow, Aspects of the Theory of Risk-Bearing, Helsinki: Yrjö Jahnssonin Säätiö, 1965.Baker 1996T. Baker, ‘On the G<strong>en</strong>ealogy of Moral Hazard’, Texas Law Rev. 1996, p. 237-292.Baker & Griffith 2007*T. Baker & S.J. Griffith, ‘The Missing Monitor in Corporate Governance: The Directors’ & Officers’Liability Insurer’, Georgetown Law Journal 2007, p. 1795-1843.Baker & Griffith 2007T. Baker & S.J. Griffith, ‘Predicting Corporate Governance Risk: Evid<strong>en</strong>ce from the Directors’ &Officers’ Liability Insurance Market’, University of Chicago Law Review 2007, p. 487-544.331Gies<strong>en</strong>_01.indb 29 20-5-2008 16:29:51


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van BoomBaril & Lanoie 1996G. Baril & P. Lanoie, Claims Reporting and Risk Bearing Moral Hazard in Workers’ Comp<strong>en</strong>sation:The Canadian Context, CIRANO Working Papers from CIRANO, 1996,Bolduc, Fortin, Labrecque & Lanoie 2002D. Bolduc, B. Fortin, F. Labrecque & P. Lanoie, ‘Workers’ Comp<strong>en</strong>sation, Moral Hazard and theComposition of Workplace Injuries’, The Journal of Human Resources 2002, p. 623-652.Van Doorn, Pape, Sujecki <strong>en</strong> Tuil 2007W.H. van Boom, C.J.M. van Doorn, S.B. Pape, B. Sujecki & M.L. Tuil, ‘Informatie <strong>en</strong> financiëledi<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing aan consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>’, Tijdschrift voor Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>recht <strong>en</strong> Handelspraktijk<strong>en</strong> 2007,p. 75-82.Van Boom & Pinna 2007W.H. van Boom & A. Pinna, ‘Shifts from Liability to Solidarity: The Example of Comp<strong>en</strong>sation ofBirth Defects’, in: W.H. van Boom & M.G. Faure (ed.), Shifts in Comp<strong>en</strong>sation betwe<strong>en</strong> Private andPublic Systems, W<strong>en</strong><strong>en</strong>: Springer 2007, p. 143-180.Browne & Hoyt 2000M.J. Browne & R.E. Hoyt, ‘The Demand for Flood Insurance: Empirical Evid<strong>en</strong>ce’, Journal of Riskand Uncertainty 2000 p. 291-306.Browne, Pryor & Puelz 2004M.J. Browne, E.S. Pryor & B.Puelz, ‘The Effect of Bad-Faith Laws on First-Party Insurance ClaimsDecisions’, Journal of Legal Studies 2004, p. 355-390.Butler, Delworth Gardner & Gardner 1998R.J. Butler, B. Delworth Gardner & H.H. Gardner, ‘More than cost shifting: moral hazard lowersproductivity’, The Journal of Risk and Insurance 1998, p. 671-688.Butler & Worrall 1991R.J. Butler & J.D. Worrall, ‘Claims Reporting and Risk Bearing Moral Hazard in Workers’ Comp<strong>en</strong>sation’,The Journal of Risk and Insurance 1991, p. 191-204.Cardon & H<strong>en</strong>del 2001J.H. Cardon & I. H<strong>en</strong>del, ‘Asymmetric Information in Health Insurance: Evid<strong>en</strong>ce from theNational Medical Exp<strong>en</strong>diture Survey’, The RAND Journal of Economics 2001, p. 408-427.Cawley & Philipson 1999J. Cawley & T. Philipson, ‘An Empirical Examination of Information Barriers to Trade in Insurance’,The American Economic Review 1999, p. 827-846.Chiappori 2000*P.-A. Chiappori, ‘Econometric Models of Insurance under Asymmetric Information’, in: G.Dionne (ed.), Handbook of Insurance, Boston: Kluwer Academic Publishers 2000, p. 365-393.Chiappori & Salanie 2000P.-A. Chiappori & B. Salanie, ‘Testing for Asymmetric Information in Insurance Markets’, TheJournal of Political Economy 2000, p. 56-78.332Gies<strong>en</strong>_01.indb 30 20-5-2008 16:29:51


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>Clausing & Wansink 2007P. Clausing & J.H. Wansink, Asser Bijzondere overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>, Deel VI - De verzekeringsovere<strong>en</strong>komstDev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2007.Clyde, Hem<strong>en</strong>way & Nagurney 1996A.T. Clyde, D. Hem<strong>en</strong>way & J. Nagurney, ‘Seat Belt Use, Insurance Status, and Hospital Bad Debt’,Journal of Trauma-Injury Infection & Critical Care 1996, p. 100-104.Coh<strong>en</strong> & Dehejia 2004A. Coh<strong>en</strong> & R. Dehejia, ‘The Effect of Automobile Insurance and Accid<strong>en</strong>t Liability Laws onTraffic Fatalities’, J. of L. & Ecs. 2004, p. 357-393.Coh<strong>en</strong> & Einav 2007A. Coh<strong>en</strong> & L. Einav, ‘Estimating Risk Prefer<strong>en</strong>ces from Deductible Choice’, American EconomicReview 2007, p. 745-788.CPB 2004CPB, Het effect van de invoering van eig<strong>en</strong> betaling<strong>en</strong> in de ZFW (Notitie aan Ministerie VWS),D<strong>en</strong> Haag: CPB 2004.Cummins & T<strong>en</strong>nyson 1996J.D. Cummins & S. T<strong>en</strong>nyson, ‘Moral hazard in insurance claiming: Evid<strong>en</strong>ce from automobileinsurance’, Journal of Risk and Uncertainty 1996, p. 29-50.Cutler & Zeckhauser 1997D.M. Cutler & R.J. Zeckhauser, Adverse Selection in Health Insurance, National Bureau ofEconomic Research Working Paper, 1997.Dave & Kaestner 2006D. Dave & R. Kaestner, ‘Health Insurance and ex ante moral hazard: evid<strong>en</strong>ce from medicare’,NBER working paper series (Working Paper 12764) 2006.Dewees, Duff & Trebilcock 1996D. Dewees, D. Duff & M. Trebilcock, Exploring the Domain of Accid<strong>en</strong>t Law - Taking the factsseriously, New York: Oxford University Press 1996.Dionne 1981G. Dionne, ‘Moral Hazard and Search Activity’, The Journal of Risk and Insurance 1981,p. 422-434.Dionne 2000G. Dionne, Handbook of Insurance, Boston: Kluwer Academic Publishers 2000.Dionne & St-Michel 1991G. Dionne & P. St-Michel, ‘Workers’ Comp<strong>en</strong>sation And Moral Hazard’, The Review of Economicsand Statistics 1991, p. 236-244.De Donder & Hindriks 2006Ph. de Donder & J. Hindriks, Does Propitious Selection Explain Why Riskier People Buy Less Insurance?,UCL 2006, 17.333Gies<strong>en</strong>_01.indb 31 20-5-2008 16:29:51


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van BoomEis<strong>en</strong>hauer 2004J.G. Eis<strong>en</strong>hauer, ‘Risk Aversion and the Willingness to Pay for Insurance: A Cautionary Discussionof Adverse Selection’, Risk Managem<strong>en</strong>t & Insurance Review 2004, p. 165-175.Emons 2001W. Emons, ‘Imperfect Tests and Natural Insurance Monopolies’, The Journal of Industrial Economics2001, p. 241-269.Endres, Ohl & Rundshag<strong>en</strong> 2003A. Endres, C. Ohl & B. Rundshag<strong>en</strong>, ‘Land Unter! Ein Institution<strong>en</strong>ökonomischer Zwisch<strong>en</strong>ruf’,List Forum für Wirtschafts- und Finanzpolitik 2003, p. 284-294.Epstein 1996R. Epstein, ‘Catastrophic Responses to Catastrophic Risks’, Journal of Risk and Uncertainty 1996,p. 287-308.Faure 2006M. Faure, ‘Economic Criteria for Compulsory Insurance’, The G<strong>en</strong>eva Papers on Risk and Insurance– Issues and Practice 2006, p. 149-168.Faure 2007M. G. Faure, ‘Financial Comp<strong>en</strong>sation for Victims of Catastrophes: A Law and Economics Perspective’,Law & Policy 2007, p. 339-367.Faure 2007*M.G. Faure, ‘Is Risk Differ<strong>en</strong>tiation on European Insurance Markets in Danger?’, MaastrichtJournal of European and Comparative Law 2007, p. 81-100.Faure & Van d<strong>en</strong> Bergh 1989M. Faure & R. Van d<strong>en</strong> Bergh, ‘Compulsory Insurance for Professional Liability’, G<strong>en</strong>eva Paperson Risk and Insurance 1989, p. 308-330.Faure & Van d<strong>en</strong> Bergh 1989*M. Faure & R. van d<strong>en</strong> Bergh, Objectieve Aansprakelijkheid, Verplichte Verzekering <strong>en</strong> Veiligheidsregulering,Antwerp<strong>en</strong>: Maklu 1989.Faure & Van d<strong>en</strong> Bergh 2000M. Faure & R. Van d<strong>en</strong> Bergh, ‘Aansprakelijkheidsverzekering, concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> ongevall<strong>en</strong>prev<strong>en</strong>tie’,in: T. Hartlief & M.M. M<strong>en</strong>del (red.), Verzekering <strong>en</strong> maatschappij, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer2000, p. 316-342.Faure & Hartlief 1998M. Faure & T. Hartlief, ‘Remedies for Expanding Liability’, Oxford J. Legal Stud. 1998,p. 681-706.Faure & Hartlief 2006M. Faure & T. Hartlief, ‘Verplichte verzekering’, in: N. Tiggele-Van der Velde, J.G.C. Kamphuis<strong>en</strong>& B.K.M. Lauwerier (red.), De Wansink Bundel – Van drad<strong>en</strong> <strong>en</strong> dad<strong>en</strong>, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2006,p. 223-245.334Gies<strong>en</strong>_01.indb 32 20-5-2008 16:29:51


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>Faure & Hartlief 2006*M. Faure & T. Hartlief, Financiële voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> na ramp<strong>en</strong> in het buit<strong>en</strong>land, D<strong>en</strong> Haag: BoomJuridische uitgevers 2006.Faure & Hartlief 2006**M. Faure & T. Hartlief, Financial Comp<strong>en</strong>sation for Victims of Catastrophes. A Comparative LegalApproach, W<strong>en</strong><strong>en</strong>: Springer 2006.Finkelstein & Poterba 2004A. Finkelstein & J. Poterba, ‘Adverse Selection in Insurance Markets: Policyholder Evid<strong>en</strong>ce fromthe U.K. Annuity Market’, Journal of Political Economy 2004, p. 183-208.Finkelstein & Poterba 2006A. Finkelstein & J. Poterba, Testing for Adverse Selection with ‘Unused Observables’, WorkingPaper 2006.Finsinger 1983J. Finsinger, Versicherungsmärkte, Frankfurt 1983.Finsinger 1988J. Finsinger, Verbraucherschutz auf Versicherungsmärkt<strong>en</strong>. Wettbewerbsbeschränkung<strong>en</strong>, StaatlicheEingriffe und ihre Folg<strong>en</strong>, Münch<strong>en</strong>: V. Flor<strong>en</strong>tz 1988.Fortin & Lanoie 2000B. Fortin & P. Lanoie, ‘Inc<strong>en</strong>tive Effects of Workers’ Comp<strong>en</strong>sation: A Survey’, in: G. Dionne (ed.),Handbook of Insurance, Boston: Kluwer Academic Publishers 2000, p. 421-458.Frey & Stutzer 2005B.S. Frey & A.W. Stutzer, ‘Happiness Research: State and Prospects’, Review of Social Economy2005, p. 207-228.Frey & Stutzer 2002B.S. Frey & A.W. Stutzer, Happiness & Economics: How the Economy and Institutions Affect HumanWell-Being, Princeton: Princeton University Press 2002.Goudriaan, Lalloesingh & Vemer 2007R. Goudriaan, R.R.R. Lalloesingh & P. Vemer, Eindevaluatie van de no-claimteruggaveregeling,D<strong>en</strong> Haag: Aarts De Jong Wilms Goudriaan Public Economics bv (APE) 2007.Harrington 2000S.E. Harrington, ‘Rethinking Disaster Policy’, Regulation – The Cato Review of Business andGovernm<strong>en</strong>t 2000, p. 40-46.Hem<strong>en</strong>way 1990David Hem<strong>en</strong>way, ‘Propitious Selection’, The Quarterly Journal of Economics, 1990, p. 1063-1069.Hsee & Kunreuther 2000C.K. Hsee & H.C. Kunreuther, ‘The Affection Effect in Insurance Decisions’, Journal of Risk andUncertainty 2000, p. 141-159.335Gies<strong>en</strong>_01.indb 33 20-5-2008 16:29:52


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van BoomHuang, Tz<strong>en</strong>g, Wang & Wang 2006R.J. Huang, L.Y. Tz<strong>en</strong>g, J.L. Wang & K.C. Wang, ‘Evid<strong>en</strong>ce for Adverse Selection in the AutomobileInsurance Market’, ARIA Meeting Working Paper 2006, p. 1-31.Jaffee & Russell 2002D.M. Jaffee & T. Russell, ‘Regulation of Automobile Insurance in California’, in: J.D. Cummins(ed.), Deregulating Property-Liability Insurance, Washington: AEI-Brookings Joint C<strong>en</strong>ter forRegulatory Studies 2002, p. 195-236.Johansson & Palme 2005P. Johansson & M. Palme, ‘Moral hazard and sickness insurance’, Journal of Public Economics2005, p. 1879-1890.Johnson, Hershey, Meszaros & Kunreuther 1993E.J. Johnson, J. Hershey, J. Meszaros & H. Kunreuther, ‘Framing, Probability Distortions, andInsurance Decisions’, Journal of Risk and Uncertainty 1993, p. 35-51.Katz<strong>en</strong>meier 2002C. Katz<strong>en</strong>meier, ‘Überlagerung<strong>en</strong> des Schad<strong>en</strong>srechts durch das Versicherungsrecht’, Versicherungsrecht2002, p. 1449-1456.Korobkin & Ul<strong>en</strong> 2000R.B. Korobkin & T.S. Ul<strong>en</strong>, ‘Law and Behavioral Sci<strong>en</strong>ce: Removing the Rationality Assumptionfrom Law and Economics’, Cal. L. Rev. 2000, p. 1051-1144.Kunreuther 1996H. Kunreuther, ‘Mitigating Disaster Losses through Insurance’, Journal of Risk and Uncertainty1996, p. 171-187.Kunreuther 2006*H. Kunreuther, ‘Disaster Mitigation and Insurance: Learning from Katrina’, The ANNALS of theAmerican Academy of Political and Social Sci<strong>en</strong>ce 2006, p. 208-227.Kunreuther, Doherty & Kleffner 1992H. Kunreuther, N. Doherty & A. Kleffner, ‘Should Society Deal with the Earthquake Problem?’Regulation 1992, p. 60-68.Kunreuther, Ginsberg, Miller, Sagi, Slovic, Borkan & Ikatz 1978H. Kunreuther, R. Ginsberg, L. Miller, P. Sagi, P. Slovic, B. Borkan & N. IKatz, Disaster InsuranceProtection: Public Policy Lessons, New York: John Wiley and Sons Inc 1978.Kunreuther 2006H.C. Kunreuther, ‘Has the Time Come for Compreh<strong>en</strong>sive Natural Disaster Insurance?’ in:R.J. Daniels, D.F. Kettl & H.C. Kunreuther (ed.), On Risk and Disaster: Lessons from HurricaneKatrina, Philadelphia: University of P<strong>en</strong>nsylvania Press 2006, p. 175-202.Kunreuther & Pauly 2004H. Kunreuther & M. Pauly, ‘Neglecting Disaster: Why Don’t People Insure Against Large Losses?’Journal of Risk and Uncertainty 2004, p. 5-21.336Gies<strong>en</strong>_01.indb 34 20-5-2008 16:29:52


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>Li, Liu & Yeh 2007C.-S. Li, C.-C. Liu & J.-H. Yeh, ‘The Inc<strong>en</strong>tive Effects of Increasing Per-Claim Deductible Contractsin Automobile Insurance’, Journal of Risk & Insurance 2007, p. 441-459.Liedtke 2007P.M. Liedtke, ‘What’s Insurance to a Modern Economy?’ The G<strong>en</strong>eva Papers on Risk and Insurance- Issues and Practice 2007, p. 211-221.Looschelders 2008D. Looschelders, ‘Schuldhafte Herbeiführung des Versicherungsfalls nach der VVG-Reform’,Versicherungsrecht 2008, p. 1-7.Mahdavi s.d.G. Mahdavi, Advantageous Selection versus Adverse Selection in Life Insurance Market, s.d., s.l.Makki & Somwaru 2001S.S. Makki & A. Somwaru, ‘Evid<strong>en</strong>ce of Adverse Selection in Crop Insurance Markets’, The Journalof Risk and Insurance 2001, p. 685-708.McClelland, Schulze & Coursey 1993G.H. McClelland, W.D. Schulze & D.L. Coursey, ‘Insurance for low-probability hazards: Abimodal response to unlikely ev<strong>en</strong>ts’, Journal of Risk and Uncertainty 1993, p. 95-116.OFT 2006OFT, Paym<strong>en</strong>t Protection Insurance - report on the market study and proposed decision to make amarket investigation refer<strong>en</strong>ce, Office of Fair Trading 2006.Parsons 2003C. Parsons, ‘Moral Hazard in Liability Insurance’, The G<strong>en</strong>eva Papers on Risk and Insurance 2003,p. 448-471.Pauly 1968M. Pauly, ‘The Economics of Moral Hazard: Comm<strong>en</strong>t’, American Economic Review 1968,p. 531-537.Pratt 1964J. Pratt, ‘Risk Aversion in the Small and in the Large’, Econometrica 1964, p. 122-136.Priest 1987G.L. Priest, ‘The Curr<strong>en</strong>t Insurance Crisis and Modern Tort Law’, Yale L.J. 1987, p. 521-590.Rea Jr. 1993S.A. Rea Jr., ‘The Economics of Insurance Law’, Int. Rev. of Law & Ecs. 1993, p. 145-162.Rejda 2003G.E. Rejda, Principles of Risk Managem<strong>en</strong>t and Insurance, Boston: Addison Wesley 2003.Richardson 2006G. Richardson, ‘A comm<strong>en</strong>t concerning deposit insurance and moral hazard’, NBER workingpaper series (Working Paper 12719) 2006337Gies<strong>en</strong>_01.indb 35 20-5-2008 16:29:52


M. Faure <strong>en</strong> W.H. van BoomRothschild & Stiglitz 1976M. Rothschild & J. Stiglitz, ‘Equilibrium in Competitive Insurance Markets: An Essay on theEconomics of Imperfect Information’, The Quarterly Journal of Economics 1976, p. 629-649.Sapelli & Vial 2003C. Sapelli & B. Vial, ‘Self-selection and moral hazard in Chilean health insurance’, Journal ofHealth Economics 2003, p. 459-476.Schoemaker & Kunreuther 1979P. J.H. Schoemaker & H.C. Kunreuther, ‘An Experim<strong>en</strong>tal Study of Insurance Decisions’, TheJournal of Risk and Insurance 1979, p. 603-618.Schreyögg 2004J. Schreyögg, ‘Demographic Developm<strong>en</strong>t and Moral Hazard: Health Insurance with MedicalSavings Accounts’, The G<strong>en</strong>eva Papers on Risk and Insurance 2004, p. 689-704.Graf von der Schul<strong>en</strong>burg 2005J.-M. Graf von der Schul<strong>en</strong>burg, Versicherungsökonomik, Karlsruhe: VVW 2005.Schut 2004F.T. Schut, ‘Bezuiniging<strong>en</strong> <strong>en</strong> hervorming<strong>en</strong> in de zorg’, Economisch Statistische Bericht<strong>en</strong> 2004,p. 471.Schwartz & Wilde 1979A. Schwartz & L.L. Wilde, ‘Interv<strong>en</strong>ing in markets on the basis of imperfect information: A legaland economic analysis’, U. Pa. L. Rev. 1979, p. 633-682.Shavell 1986S. Shavell, ‘The Judgm<strong>en</strong>t Proof Problem’, International Review of Law and Economics 1986,p. 45-58.Shavell 2005S. Shavell, ‘Minimum Asset Requirem<strong>en</strong>ts and Compulsory Liability Insurance As Solutions tothe Judgm<strong>en</strong>t-Proof Problem’, Rand Journal of Economics 2005, p. 63-77.Siegelman 2004P. Siegelman, ‘Adverse selection in insurance markets: an exaggerated threat’, Yale Law Journal2004, p. 1223-1281.Skipper Jr & Klein 2000H.D. Skipper Jr & R.W. Klein, ‘Insurance Regulation in the Public Interest: The Path TowardsSolv<strong>en</strong>t, Competitive Markets’, The G<strong>en</strong>eva Papers on Risk and Insurance - Issues and Practice2000, p. 482-504.Slovic 2000P. Slovic, The Perception of Risk, Lond<strong>en</strong>: Earthscan 2000.Smit & Mokveld 2006M. Smit & P. Mokveld, Verzekerd<strong>en</strong>mobiliteit <strong>en</strong> keuzegedrag (mei 2006), s.l.: Vektis 2006.338Gies<strong>en</strong>_01.indb 36 20-5-2008 16:29:52


<strong>Gedrag</strong>sveronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong>Strange 2005J.-M. Strange, Death, Grief and Poverty in Britain, 1870-1914, Cambridge: Cambridge UniversityPress 2005.Thomas 2007R.G. Thomas, ‘Some Novel Perspectives on Risk Classification’, The G<strong>en</strong>eva Papers on Risk andInsurance - Issues and Practice 2007, p. 105-132.Vera-Hernández 2003M. Vera-Hernández, ‘Structural estimation of a principal-ag<strong>en</strong>t model: moral hazard in medicalinsurance’, RAND Journal of Economics 2003, p. 670-693.Visscher 2006L. Visscher, ‘De economische rationale van het (nieuwe) verzekeringsrecht’, Ars Aequi 2006,p. 485-492.Vloemans, Rinkes, H<strong>en</strong>drikse & Tiggele-Van der Velde 2007N. Vloemans, J.G.J. Rinkes, M.L. H<strong>en</strong>drikse & N. Tiggele-Van der Velde, Verzekering <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t(Preadviez<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging voor Verzekeringswet<strong>en</strong>schap 2005), Amstelve<strong>en</strong>: DeLex 2007.Von Ungern-Sternberg 1996T. Von Ungern-Sternberg, ‘The Limits of Competition: Housing Insurance in Switzerland’,European Economic Review 1996, p. 1111-1121.Von Ungern-Sternberg 2004T. Von Ungern-Sternberg, Effici<strong>en</strong>t Monopolies - The Limits of Competition in the EuropeanProperty Insurance Market, Oxford: Oxford University Press 2004.Wansink 2005J.H. Wansink, ‘Zorgplicht<strong>en</strong> voor de (rechtstreekse) verzekeraar <strong>en</strong> de bemiddelaar in de Wetfinanciële di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing’, AV&S 2005, p. 117-131.Wohl 1983A.S. Wohl, Endangered Lives - Public Health in Victorian Britain, London: Methu<strong>en</strong> 1983.Zeckhauser 1996R. Zeckhauser, ‘The Economics of Catastrophes’, Journal of Risk and Uncertainty 1996,p. 113-140.Zeiler & Plott 2005K. Zeiler & C.R. Plott, ‘The Willingness to Pay-Willingness to Accept Gap, the “Endowm<strong>en</strong>tEffect”, Subject Misconceptions, and Experim<strong>en</strong>tal Procedures for Eliciting Valuations’, AmericanEconomic Review 2005, p. 530 e.v.Zelizer 1981V.A. Zelizer, ‘The Price and Value of Childr<strong>en</strong>: The Case of Childr<strong>en</strong>’s Insurance’, AmericanJournal of Sociology 1981, p. 1036-1056.Zelizer 1985/1994V.A. Zelizer, Pricing the Priceless Child - The Changing Social Value of Childr<strong>en</strong>, Princeton: PrincetonUniversity Press 1985/1994.339Gies<strong>en</strong>_01.indb 37 20-5-2008 16:29:52


Gies<strong>en</strong>_01.indb 38 20-5-2008 16:29:52


<strong>Hoofdstuk</strong> 14Fault <strong>en</strong> no-faultE<strong>en</strong> theoretisch <strong>en</strong> empirisch onderzoek naar degedragseffect<strong>en</strong> van fault <strong>en</strong> no-fault bij verkeersongevall<strong>en</strong>M. van Dam 1Sa m e n v a t t i n gIn deze bijdrage wordt onderzocht of fault <strong>en</strong> no-fault van invloed kunn<strong>en</strong> zijn op hetgedrag van verkeersdeelnemers. In de theorie wordt verondersteld dat, uitgaande van e<strong>en</strong>prev<strong>en</strong>tieve werking van het aansprakelijkheidsrecht, e<strong>en</strong> overgang naar e<strong>en</strong> vergoedingssysteemzonder aansprakelijkheid niet alle<strong>en</strong> zal leid<strong>en</strong> tot meer verkeersongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong>verkeersslachtoffers maar ook tot minder zorgvuldig verkeersgedrag. Het empirisch onderzoeknaar deze gedragspresumptie geeft ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige uitkomst<strong>en</strong> <strong>en</strong> lijkt de theoretischegemaakte veronderstelling<strong>en</strong> niet te kunn<strong>en</strong> bevestig<strong>en</strong>. Op basis van de gedragseffect<strong>en</strong>kan ge<strong>en</strong> directe keuze tuss<strong>en</strong> fault of no-fault word<strong>en</strong> gemaakt. Dit is ook de conclusie bijde toetsing aan de Nederlandse verkeersaansprakelijkheid, die nog wordt bemoeilijkt doore<strong>en</strong> lapp<strong>en</strong>dek<strong>en</strong> van aansprakelijkheids- <strong>en</strong> vergoedingsregels. De red<strong>en</strong> hiervoor is dat degedragseffect<strong>en</strong> bij fault <strong>en</strong> no-fault in belangrijke mate word<strong>en</strong> beïnvloed door de toepasselijkeverzekeringsvoorwaard<strong>en</strong>. Daarnaast zijn aanvull<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> zoals veiligheidsreguleringnodig om de gedragseffect<strong>en</strong> bij de ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> te waarborg<strong>en</strong>.1 In l e i d i n gFault is e<strong>en</strong> vergoedingssysteem waarbinn<strong>en</strong> de schade van het verkeersslachtoffer nageblek<strong>en</strong> aansprakelijkheid van de veroorzaker door zijn aansprakelijkheidsverzekeraarwordt uitgekeerd. Bij no-fault wordt de schade van het verkeersslachtoffer door de verze-1 Marti<strong>en</strong> van Dam is werkzaam als s<strong>en</strong>ior interim professional (legal) bij Yacht, Utrecht.341Gies<strong>en</strong>_01.indb 39 20-5-2008 16:29:52


M. van Damkeraar van de veroorzaker vergoed, ongeacht of er aansprakelijkheid is aan de zijde vande veroorzaker.Met name in Noord-Amerika zijn sedert de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig van de vorige eeuw t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>van de vergoeding van verkeersschade, naast fault (‘tort’), verschill<strong>en</strong>de andere system<strong>en</strong>ingevoerd. Globaal kunn<strong>en</strong> daarbij drie variant<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>, namelijk e<strong>en</strong>systeem met e<strong>en</strong> no-fault vergoeding tot e<strong>en</strong> bepaalde drempel (‘treshold’) <strong>en</strong> daarbov<strong>en</strong>fault, e<strong>en</strong> (‘add on’) systeem, waarbinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> combinatie van fault <strong>en</strong> e<strong>en</strong> no-faultvergoeding(‘Personal Injury Protection’, PIP) van toepassing is <strong>en</strong> e<strong>en</strong> systeem waarbijaan de autobestuurder de keuze wordt gelat<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> no-fault <strong>en</strong> fault. 2In de rechtseconomische literatuur is aandacht besteed aan de prev<strong>en</strong>tieve effect<strong>en</strong> vanfault <strong>en</strong> no-fault, zowel vanuit de theorie als vanuit de empirie. Met betrekking tot devergoeding van verkeersschade is e<strong>en</strong> (empirisch) literatuuronderzoek verricht naar deeffect<strong>en</strong> van fault <strong>en</strong> no-fault op het aantal verkeersongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> verkeersslachtoffers.Ook is daarbij onderzocht in hoeverre e<strong>en</strong> systeem met fault tot e<strong>en</strong> betere schadevergoedingleidt dan e<strong>en</strong> no-fault systeem <strong>en</strong> welk systeem vanuit het oogpunt van administratievekost<strong>en</strong> de voorkeur heeft. 3In deze bijdrage zal de nadruk ligg<strong>en</strong> op de (empirische) gedragseffect<strong>en</strong> van fault <strong>en</strong>no-fault bij verkeersongevall<strong>en</strong>. In de rechtseconomische literatuur wordt gesteld datde overgang van e<strong>en</strong> fault naar e<strong>en</strong> no-fault systeem zal leid<strong>en</strong> tot minder zorgvuldiggedrag in het verkeer <strong>en</strong> daarmee tot e<strong>en</strong> stijging van het aantal verkeersongevall<strong>en</strong><strong>en</strong> verkeersslachtoffers. 4 De uitkomst<strong>en</strong> van het empirisch onderzoek die deze stellingzoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> onderbouw<strong>en</strong>, zijn vooralsnog teg<strong>en</strong>strijdig geblek<strong>en</strong>. 5 Uit het versch<strong>en</strong><strong>en</strong>empirisch onderzoek kunn<strong>en</strong> mogelijk wel bepaalde gedragseffect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgeleid. Dec<strong>en</strong>trale vraag daarbij is in hoeverre van fault <strong>en</strong> no-fault e<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tief gedragseffectuitgaat naar de ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>.In het vervolg van deze bijdrage zull<strong>en</strong> de gedragseffect<strong>en</strong> van fault <strong>en</strong> no-fault aande hand van de economische theorie van het ongevall<strong>en</strong>recht in e<strong>en</strong> theoretischkader word<strong>en</strong> geplaatst (par. 2). Vervolg<strong>en</strong>s zal door middel van e<strong>en</strong> literatuurstudiehet beschikbare empirisch onderzoek met betrekking tot deze problematiek word<strong>en</strong>geanalyseerd (par. 3). Hierna zull<strong>en</strong> de uitkomst<strong>en</strong> van de theorie <strong>en</strong> empirie aan deNederlandse verkeersaansprakelijkheid word<strong>en</strong> getoetst (par. 4). In paragraaf 5 volg<strong>en</strong>t<strong>en</strong> slotte <strong>en</strong>kele afsluit<strong>en</strong>de opmerking<strong>en</strong>.2 Het voert te ver om alle variant<strong>en</strong> in deze bijdrage aan bod te lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> overzicht wordt verwez<strong>en</strong> naarVan Dam, 2001, p. 511-516. Zie ook Marco and Salvietti, 2007, p. 32; Kinzler, 2006, p. 5-7; Loughran, 2001, p. 29-33;Rolph, Hammit and Houch<strong>en</strong>s, 1985, p. 672; Carroll and Kakalik, 1993, p. 267.3 Van Dam 2001.4 Zie bijvoorbeeld Devlin, 1990, p. 193-205; Landes, 1982, p. 49-62; McEwin, 1989, p. 13-24.5 Zie Van Dam, 2001, p. 517-531.342Gies<strong>en</strong>_01.indb 40 20-5-2008 16:29:52


Fault <strong>en</strong> no-fault2 Ec o n o m i s c h e t h e o r i e v a n h e t o n g e va l l e n r e c h tBinn<strong>en</strong> de economische analyse van het ongevall<strong>en</strong>recht word<strong>en</strong> rechtsregels gezi<strong>en</strong> alsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van gedragsbeïnvloeding. Gesteld wordt dat bijvoorbeeld aansprakelijkheidsregelsaan pot<strong>en</strong>tiële schadeveroorzakers prikkels kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> tot voorzichtiggedrag. Wanneer iemand t<strong>en</strong> gevolge van e<strong>en</strong> verkeersongeval schade toebr<strong>en</strong>gt aan e<strong>en</strong>ander <strong>en</strong> deze schade moet vergoed<strong>en</strong>, zal hij tracht<strong>en</strong> zijn gedrag te wijzig<strong>en</strong>, waardoorde kans op e<strong>en</strong> verkeersongeval met schade tot gevolg vermindert of zelfs geheelverdwijnt. 6 Ook pot<strong>en</strong>tiële slachtoffers van e<strong>en</strong> verkeersongeval kunn<strong>en</strong> het ongevalsrisicobeïnvloed<strong>en</strong>. Zij kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangezet tot e<strong>en</strong> gedragswijziging, wanneer zijdoor eig<strong>en</strong> schuld e<strong>en</strong> deel van hun eig<strong>en</strong> schade zelf moet<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>. 72.1 AansprakelijkheidBinn<strong>en</strong> de economische analyse van het aansprakelijkheidsrecht wordt onderzocht welkeaansprakelijkheidsregel aan de bij e<strong>en</strong> verkeersongeval betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> optimaleprikkels geeft om schade te voorkom<strong>en</strong>. Daarbij wordt globaal gebruikgemaakt van tweeaansprakelijkheidsregels, namelijk e<strong>en</strong> regel van risicoaansprakelijkheid met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>schuldverweer <strong>en</strong> e<strong>en</strong> regel van foutaansprakelijkheid. Verder wordt verondersteld dat deongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> neutraal staan t<strong>en</strong> opzichte van het ongevalsrisico. 8 Vanuit economischperspectief kan de werking van deze aansprakelijkheidsregels als volgt word<strong>en</strong>omschrev<strong>en</strong>.Bij e<strong>en</strong> regel van risicoaansprakelijkheid zal de veroorzaker van e<strong>en</strong> verkeersongevale<strong>en</strong> optimaal zorgniveau uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> om het risico op aansprakelijkheid voor de schadevan het slachtoffer te reducer<strong>en</strong>. De veroorzaker zal ook e<strong>en</strong> optimaal activiteitsniveauaanw<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, zodat hij de totale kost<strong>en</strong> in de vorm van de vergoeding van de door hetslachtoffer geled<strong>en</strong> schade kan minimaliser<strong>en</strong>. De toevoeging van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> schuldverweeris nodig om het slachtoffer aan te zett<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> optimaal zorgniveau, omdat hijanders zijn eig<strong>en</strong> schade moet drag<strong>en</strong>. Bij de uitoef<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> optimaal zorgniveaukrijgt het slachtoffer zijn schade vergoed zodat hij ge<strong>en</strong> optimaal activiteitsniveau zaluitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het slachtoffer houdt immers alle<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing met de kost<strong>en</strong> van zorg die indit geval voor hem gelijk zijn aan de kost<strong>en</strong> van de uitoef<strong>en</strong>ing van de activiteit. Wanneer6 Faure <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Bergh, 1989, p. 30-31.7 Binn<strong>en</strong> de economische analyse van het aansprakelijkheidsrecht wordt gesprok<strong>en</strong> van bilaterale ongevall<strong>en</strong> wanneerzowel dader als slachtoffer invloed kunn<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op het ongevalsrisico. Zie Shavell, 1987, p. 11; Van Dam, 2001,p. 173-174 met verwijzing<strong>en</strong>.8 Zie voor e<strong>en</strong> economische analyse van het aansprakelijkheidsrecht onder ander<strong>en</strong>: Shavell, 1987, p. 5-32; Faure <strong>en</strong> Vand<strong>en</strong> Bergh, 1989, p. 62-100; Van Velthov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Van Wijck, 2001, p. 161-204; Holzhauer <strong>en</strong> Teijl, 1995, p. 119-144; Deb<strong>en</strong><strong>en</strong> Vereeck, 2004, p. 52-96; Van Dam, 2001, p. 159-212 met verdere verwijzing<strong>en</strong>.343Gies<strong>en</strong>_01.indb 41 20-5-2008 16:29:52


M. van Damde rechter echter in staat is om teg<strong>en</strong> lage kost<strong>en</strong> te differ<strong>en</strong>tiër<strong>en</strong> naar zorgniveaus of e<strong>en</strong>str<strong>en</strong>ge zorgvuldigheidsnorm formuleert, 9 kan het slachtoffer word<strong>en</strong> gedwong<strong>en</strong> omzijn activiteit te wijzig<strong>en</strong>. 10Bij e<strong>en</strong> regel van foutaansprakelijkheid zal zowel de veroorzaker als het slachtoffer e<strong>en</strong>optimaal zorgniveau uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. De veroorzaker wil voorkom<strong>en</strong> dat hij aansprakelijkis <strong>en</strong> het slachtoffer dat hij zijn eig<strong>en</strong> schade moet drag<strong>en</strong>. Omdat de veroorzaker bij deuitoef<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> optimaal zorgniveau weet dat hij niet aansprakelijk zal zijn, heeft hijge<strong>en</strong> prikkel om e<strong>en</strong> optimaal activiteitsniveau aan te w<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. De veroorzaker zal zijnactiviteitsniveau blijv<strong>en</strong> opvoer<strong>en</strong> zolang het nut daarvan de marginale kost<strong>en</strong> van zorgoverstijgt. Het slachtoffer zal bij deze regel wel e<strong>en</strong> optimaal activiteitsniveau aanw<strong>en</strong>d<strong>en</strong>om te vermijd<strong>en</strong> dat hij zijn eig<strong>en</strong> schade moet drag<strong>en</strong>. Het slachtoffer zal zijn activiteitsniveauverhog<strong>en</strong> zolang het extra nut daarvan minus de kost<strong>en</strong> van zorg hoger is dan destijging van de verwachte ongevalskost<strong>en</strong>. 112.2 Aansprakelijkheid <strong>en</strong> veiligheidsreguleringHet aansprakelijkheidsrecht komt voor wat betreft zijn werking pas in beeld nadat ziche<strong>en</strong> verkeersongeval heeft voorgedaan. Niettemin kan het vooruitzicht om achterafaansprakelijk te word<strong>en</strong> gesteld vooraf van invloed zijn op het (schadeveroorzak<strong>en</strong>de)gedrag van de ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>. Veiligheidsregulering kan word<strong>en</strong> toegepast voordatzich e<strong>en</strong> verkeersongeval heeft voorgedaan. 12 Met behulp van regulering, inclusief hetvooruitzicht van boetes <strong>en</strong> straff<strong>en</strong>, t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van bijvoorbeeld de maximumsnelheid,de regulering van de autoveiligheid, verkeerslicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> verkeersbord<strong>en</strong>, kan het gedragvan de pot<strong>en</strong>tiële ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> word<strong>en</strong> beïnvloed. 13Binn<strong>en</strong> de economische analyse van het ongevall<strong>en</strong>recht wordt geconcludeerd dat voore<strong>en</strong> optimale prev<strong>en</strong>tie van verkeersongevall<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijke toepassing van aan-9 Binn<strong>en</strong> de economische analyse van het aansprakelijkheidsrecht wordt de veronderstelling dat de rechter, dader <strong>en</strong>slachtoffer volledig zijn geïnformeerd g<strong>en</strong>uanceerd door ervan uit te gaan dat de rechter zich kan vergiss<strong>en</strong> bij de bepalingvan de juridische zorgvuldigheidsnorm <strong>en</strong>/of de daadwerkelijk uitgeoef<strong>en</strong>de zorg van de dader <strong>en</strong> het slachtoffer.De ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich vergiss<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de toepasselijke zorgvuldigheidsnorm <strong>en</strong> ook deinspanning<strong>en</strong> (kost<strong>en</strong>) van de ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> bij de uitoef<strong>en</strong>ing van zorg zijn niet van e<strong>en</strong> gelijk niveau. Dezeinformatieproblem<strong>en</strong> zijn van invloed op de werking van aansprakelijkheidsregels. Zie Shavell, 1987, p. 73-83; Faure <strong>en</strong>Van d<strong>en</strong> Bergh, 1989, p. 90-96; Van Dam, 2001, p. 194-203 met verdere verwijzing<strong>en</strong>.10 Shavell, 1987, p. 12-28; Faure <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Bergh, 1989, p. 82-88; Van Dam, 2001, p. 173-193 met verdere verwijzing<strong>en</strong>.11 Shavell, 1987, p. 12-13; Faure <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Bergh, 1989, p. 82-83 <strong>en</strong> 88; Van Dam, 2001, p. 178 <strong>en</strong> 189-191; Posner, 2002,p. 4; Vand<strong>en</strong>Bergh, 1998, p. 37-42.12 Zie voor e<strong>en</strong> uitwerking van de economische criteria voor veiligheidsregulering onder ander<strong>en</strong>: Shavell, 1984,p. 357-374; Wittman, 1977, p. 193-211; Faure <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Bergh, 1989, p. 152-156; Deb<strong>en</strong> <strong>en</strong> Vereeck, 2004, p. 100-107;Van Dam, 2001, p. 303-313.13 Shavell, 1987, p. 278-279; Faure <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Bergh, 1989, p. 152-153; Van Dam, 2001, p. 303 met verdere verwijzing<strong>en</strong>.344Gies<strong>en</strong>_01.indb 42 20-5-2008 16:29:52


Fault <strong>en</strong> no-faultsprakelijkheid <strong>en</strong> veiligheidsregulering noodzakelijk is. 14 De directe ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> betere informatie over het ongevalsrisico dan de overheid die de veiligheidsreguleringuitvaardigt. 15 Veiligheidsregulering kan echter afhankelijk van (de kost<strong>en</strong> van)handhaving nodig zijn om de informatie van de ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> verder te optimaliser<strong>en</strong>.Daarnaast kan veiligheidsregulering van belang zijn bij de bepaling van deaansprakelijkheid, bijvoorbeeld wanneer de veroorzaker e<strong>en</strong> verkeersovertreding heeftbegaan die (mede) tot het ontstaan van het ongeval heeft geleid. 16Er zijn ook ongevalsrisico’s die niet door aansprakelijkheid <strong>en</strong> veiligheidsreguleringkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beïnvloed. E<strong>en</strong> verkeersongeval is veelal e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is die zich voore<strong>en</strong> gemiddeld individu vrij zeld<strong>en</strong> voordoet. 17 Dit betek<strong>en</strong>t dat de verkeersdeelnemergemiddeld g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> de kans op e<strong>en</strong> ongeval laag inschat, waardoor e<strong>en</strong> (te) laag niveauvan zorg wordt uitgeoef<strong>en</strong>d. Ook kan er sprake zijn van situaties waarin de verkeersdeelnemerniet geheel bij de les is, last heeft dagdromerij<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij wie de reflex<strong>en</strong> niet scherpzijn. Deze gedraging<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in beginsel niet door aansprakelijkheid of veiligheidsreguleringword<strong>en</strong> gecontroleerd. Wanneer zich e<strong>en</strong> ongeval voordoet, leidt deze dagdromerijof onoplett<strong>en</strong>dheid wel tot aansprakelijkheid, zodat daarvan e<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tievewerking kan uitgaan. Daarmee kunn<strong>en</strong> echter onoplett<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> dagdromerij<strong>en</strong> niet inalle gevall<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>. 182.3 Aansprakelijkheid <strong>en</strong> verzekeringBinn<strong>en</strong> de economische analyse van het aansprakelijkheidsrecht wordt verondersteld datverkeersdeelnemers neutraal staan t<strong>en</strong> opzichte van het ongevalsrisico. In werkelijkheidzull<strong>en</strong> zij zich will<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de gevar<strong>en</strong> in het verkeer <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zij daarmeee<strong>en</strong> veronderstelde afkeer van het ongevalsrisico. Dit betek<strong>en</strong>t dat bij verkeersdeelnemerse<strong>en</strong> vraag naar verzekering bestaat, waarmee zij hun afkeer van het ongevalsrisicokunn<strong>en</strong> afw<strong>en</strong>tel<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook hun verwachte nut kunn<strong>en</strong> verhog<strong>en</strong>. 19De beschikbaarheid van e<strong>en</strong> verzekering kan echter leid<strong>en</strong> tot nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>van het gedrag van de verzekerde. De verzekerde heeft veelal betere informatie over hetongevalsrisico dan de verzekeraar, zodat bij e<strong>en</strong> volledige verzekeringsdekking de verzekerdege<strong>en</strong> prikkel heeft om het ongevalsrisico te verminder<strong>en</strong>. Bij dit morele risico14 Faure <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Bergh, 1989, 156-158; Shavell, 1987, p. 282-286; Shavell, 1984, p. 363-366; Schmitz,, 2000, p. 371-372;Van Dam, 2001, p. 313-318.15 Burrows, 1995, 500.16 Faure <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Bergh, 1989, p. 156-158; Wittman, 1977, p. 208; Van Dam, 2001, p. 324-325.17 M. van Dam, 2001, p. 325, noot 1057.18 Wittman, 1977, p. 200; Van Dam, 2001, p. 324-325.19 Zie Shavell, 1987, 186-190; Faure <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Bergh, 1989, p. 103-111; Holzhauer <strong>en</strong> Teijl, 1995, p. 148-153; Van Dam,2001, p, 215-218 voor e<strong>en</strong> analyse van de houding van partij<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het ongevalsrisico.345Gies<strong>en</strong>_01.indb 43 20-5-2008 16:29:52


M. van Dambeschikt de verzekeraar niet over voldo<strong>en</strong>de informatie om het risico van de verzekerdejuist in te schatt<strong>en</strong> te beïnvloed<strong>en</strong>, <strong>en</strong> te controler<strong>en</strong>, waardoor de verzekerde minderzorgvuldig kan word<strong>en</strong>. Dit probleem kan word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gegaan door bijvoorbeeld e<strong>en</strong>gedeeltelijke verzekeringsdekking, zodat de verzekerde voor het niet-gedekte gedeeltee<strong>en</strong> prikkel van zorg behoudt. Ook met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> risico <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanpassing van de polisvoorwaard<strong>en</strong>(premie) kan het morele risico word<strong>en</strong> verminderd. 20E<strong>en</strong> ander nev<strong>en</strong>effect van de beschikbaarheid van e<strong>en</strong> verzekering is het proces vananti-selectie. Dit ontstaat wanneer e<strong>en</strong> verzekeraar e<strong>en</strong> gemiddelde premie berek<strong>en</strong>t voorde bij hem aangeslot<strong>en</strong> individuele risico’s. E<strong>en</strong> deel van deze risico’s betaalt mogelijke<strong>en</strong> te hoge premie in verhouding tot het individuele risico. Zij zull<strong>en</strong> de groep verlat<strong>en</strong>,zodat de minder goede risico’s overblijv<strong>en</strong>. Dit kan leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> premiestijging dievoor e<strong>en</strong> deel van de overgeblev<strong>en</strong> groep te hoog is in verhouding tot hun individuelerisico, zodat ook zij de groep zull<strong>en</strong> verlat<strong>en</strong>. Door dit proces blijv<strong>en</strong> uiteindelijk alle<strong>en</strong>de slechte risico’s over die daarmee onverzekerbaar kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. 21 Het probleem vananti-selectie kan word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gegaan door e<strong>en</strong> sterke differ<strong>en</strong>tiatie van goede <strong>en</strong> slechterisico’s <strong>en</strong> door aanvull<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong> verhoging van het eig<strong>en</strong> risico, e<strong>en</strong>verlaging van het verzekerd bedrag of het opnem<strong>en</strong> van specifieke uitsluiting<strong>en</strong> die degoede risico’s binn<strong>en</strong> de groep houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> de slechte risico’s aanzett<strong>en</strong> tot meer zorg. 22De controle van het morele risico <strong>en</strong> het proces van anti-selectie word<strong>en</strong> ook beïnvloeddoor de aanwezigheid van het soort verzekering. Wanneer het slachtoffer e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> schadeverzekeringheeft afgeslot<strong>en</strong>, kan zijn verzekeraar het morele risico <strong>en</strong> het proces vananti-selectie beter reducer<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> aansprakelijkheidsverzekeraar. De schadeverzekeraarbeschikt immers over meer directe <strong>en</strong> betrouwbare informatie t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van hetongevalsrisico van de bij hem aangeslot<strong>en</strong> verzekerd<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aansprakelijkheidsverzekeraarheeft niet alle<strong>en</strong> met het gedrag van hem eig<strong>en</strong> verzekerde te mak<strong>en</strong> maar ook methet gedrag van onbek<strong>en</strong>de derd<strong>en</strong>, in het bijzonder het slachtoffer die veelal door toeval bije<strong>en</strong> ongeval met de verzekerde dader betrokk<strong>en</strong> raakt. De aansprakelijkheidsverzekeraarheeft ge<strong>en</strong> informatie over het gedrag van het slachtoffer <strong>en</strong> ook de schadevergoedingwordt aan niet bij de aansprakelijkheidsverzekering aangeslot<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> uitgekeerd.Hierdoor wordt de controle van het morele risico verder bemoeilijkt. 2320 Van Dam, 2001, p. 223-230; Faure <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Bergh, 1989, 114-122; Adams, 1985, p. 232-235; Shavell, 1979,p. 541-562.21 Zie Priest, 1987, p. 1521-1590 over de verzekeringscrisis in het Amerikaanse aansprakelijkheidsrecht in de jar<strong>en</strong> tachtigvan de vorige eeuw. Akerlof, 1970, p. 488-500 over het probleem van asymmetrie in informatie.22 Faure <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Bergh, 1989, p. 123-128; Akerlof, 1970, p. 492-499; Priest, 1987, p. 1541-5143; Holzhauer <strong>en</strong> Teijl, 1995,p. 156-161; Van Dam, 2001, p. 230-236.23 Van Dam, 2001, p. 237-238; Van Dam, 1989, p. 220; Priest, 1987, p. 1557-1558; Zie voor e<strong>en</strong> analyse van het morele risico<strong>en</strong> het proces van anti-selectie de bijdrage hiervoor van Van Boom <strong>en</strong> Faure.346Gies<strong>en</strong>_01.indb 44 20-5-2008 16:29:52


Fault <strong>en</strong> no-faultNaast de prev<strong>en</strong>tie houdt de aanwezigheid van e<strong>en</strong> verzekering ook verband met de vraaghoe de schade van de slachtoffers van e<strong>en</strong> ongeval moet word<strong>en</strong> verdeeld. 24 De combinatievan aansprakelijkheid <strong>en</strong> verzekering bepaalt de omvang van de schadevergoedingaan het slachtoffer. Wanneer de aansprakelijkheid (<strong>en</strong> schuldverdeling) vaststaat, zal deverzekering tot uitkering overgaan.De aanwezigheid van e<strong>en</strong> verzekering heeft ook indirecte gevolg<strong>en</strong> voor de prev<strong>en</strong>tievewerking van aansprakelijkheidsregels. De aansprakelijkheid rust weliswaar primair opde veroorzaker van het ongeval, maar deze aansprakelijkheid is veelal gedekt door e<strong>en</strong>verzekering. Dit kan leid<strong>en</strong> tot de hiervoor geschetste problem<strong>en</strong> van het morele risico<strong>en</strong> het proces van anti-selectie. De verzekeraar heeft daarom e<strong>en</strong> belangrijke rol binn<strong>en</strong>de prev<strong>en</strong>tieve werking van aansprakelijkheidsregels <strong>en</strong> kan daarmee invloed uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>op het gedrag van de ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>.Toegepast op de hiervoor besprok<strong>en</strong> aansprakelijkheidsregels betek<strong>en</strong>t dit dat bij e<strong>en</strong>regel van risicoaansprakelijkheid met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> schuldverweer geldt dat de dader e<strong>en</strong>optimaal zorg- <strong>en</strong> activiteitsniveau zal uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. De dader heeft e<strong>en</strong> afkeer van hetongevalsrisico <strong>en</strong> zal e<strong>en</strong> aansprakelijkheidsverzekering afsluit<strong>en</strong>. Om de problem<strong>en</strong> vanhet morele risico <strong>en</strong> de anti-selectie te ondervang<strong>en</strong> zal e<strong>en</strong> gedeeltelijke verzekeringsdekkingword<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>. De dader behoudt e<strong>en</strong> prikkel tot zorg <strong>en</strong> hij zal e<strong>en</strong> juistekeuze mak<strong>en</strong> bij de uitoef<strong>en</strong>ing van zijn activiteit. Voor het slachtoffer met e<strong>en</strong> afkeervan risico kan deze niet-volledige verzekeringsdekking bij de dader aanleiding zijn e<strong>en</strong>schadeverzekering af te sluit<strong>en</strong>. Wanneer deze verzekering teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> volledige dekkingwordt aangebod<strong>en</strong> <strong>en</strong> de controle van het morele risico niet volledig is, zal het slachtofferechter ge<strong>en</strong> optimale zorg uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. 25Bij e<strong>en</strong> regel van foutaansprakelijkheid zull<strong>en</strong> de ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> met e<strong>en</strong> afkeervan risico <strong>en</strong> bij onzekerheid over de zorgvuldigheidsnorm e<strong>en</strong> (aansprakelijkheids- ofschade-)verzekering afsluit<strong>en</strong>. Omdat de controle van het morele risico ook niet optimaalis, zal de onzekerheid over de zorgvuldigheidsnorm niet volledig door de verzekeraarkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecorrigeerd. In de veronderstelling dat het slachtoffer bij e<strong>en</strong> regel vanfoutaansprakelijkheid e<strong>en</strong> schadeverzekering zal afsluit<strong>en</strong>, kan e<strong>en</strong> lichte voorkeur voordeze aansprakelijkheidsregel ontstaan. E<strong>en</strong> schadeverzekering heeft het voordeel dat deonzekerheid omtr<strong>en</strong>t de zorgvuldigheidsnorm <strong>en</strong> het morele risico beter kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>gecontroleerd dan bij e<strong>en</strong> aansprakelijkheidsverzekering. 2624 Faure <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Bergh, 1989, p. 19-20; Van Dam, 2001, p. 265.25 Shavell, 1987, p. 212; Shavell, 1982, p. 131; Faure <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Bergh, 1989, p. 133-134; Van Dam, 2001, p. 273 <strong>en</strong>281-283.26 Shavell, 1982, p. 130; Faure <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Bergh, 1989, p. 134; Shavell, 1987, p. 212-213; Van d<strong>en</strong> Bergh, 1998, p. 52-56; VanDam, 2001, p. 274-275.347Gies<strong>en</strong>_01.indb 45 20-5-2008 16:29:52


M. van Dam2.4 No-fault verzekeringIn het kader van de schadevergoeding naar aanleiding van e<strong>en</strong> (verkeers)ongeval is naaste<strong>en</strong> fault systeem ook e<strong>en</strong> systeem van no-fault aan de orde. In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig van devorige eeuw is deze no-fault verzekering in Noord-Amerika <strong>en</strong> Canada geïntroduceerdmet als doel de hoge kost<strong>en</strong> van het fault systeem, het grote aantal aansprakelijkheidsclaims<strong>en</strong> de omvang van de vergoeding voor immateriële schade terug te dring<strong>en</strong>. D<strong>en</strong>o-fault verzekering wordt thans in verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> toegepast, waarbij in bijna allegevall<strong>en</strong> nog het aansprakelijkheidsrecht deels gehandhaafd blijft. 27In haar meest zuivere vorm is no-fault e<strong>en</strong> vergoedingssysteem waarbinn<strong>en</strong> de aansprakelijkheidgeheel is afgeschaft <strong>en</strong> uitgaande van polisdekking de schade van de veroorzakerzelf <strong>en</strong> die van het slachtoffer word<strong>en</strong> vergoed. Dit is ongeacht de schuld van deveroorzaker of de eig<strong>en</strong> schuld van het slachtoffer. De comp<strong>en</strong>satie op basis van no-faultstaat daarmee ook los van het gedrag van de ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>. Omdat de vergoedingaan het slachtoffer niet meer is gebaseerd op aansprakelijkheid, zal de veroorzaker jeg<strong>en</strong>shet slachtoffer e<strong>en</strong> lager zorgniveau uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Daarnaast zal de veroorzaker ook ge<strong>en</strong>optimaal activiteitsniveau aanw<strong>en</strong>d<strong>en</strong> nu hij niet de volledige ongevalskost<strong>en</strong> behoeft tedrag<strong>en</strong>. Voor het slachtoffer geldt dat hij zijn schade ongeacht eig<strong>en</strong> schuld automatischkrijgt vergoed, zodat ook zijn prikkels van zorg zull<strong>en</strong> verminder<strong>en</strong> <strong>en</strong> hij e<strong>en</strong> te hoogactiviteitsniveau zal uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>.Bij de schadevergoeding op basis van no-fault wordt ge<strong>en</strong> onderzoek gedaan naar deoorzaak van het ongeval <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele premieaanpassing kan niet word<strong>en</strong> gebaseerdop de schuld van de veroorzaker. Maatregel<strong>en</strong> die het probleem van het morele risico<strong>en</strong> ook het proces van anti-selectie kunn<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gaan, zijn bijvoorbeeld e<strong>en</strong> strafpunt<strong>en</strong>systeemof e<strong>en</strong> controle via het schadeverled<strong>en</strong> van de veroorzaker. De controle vanhet gedrag van het slachtoffer is bij no-fault afwezig. Dit kan, naast veiligheidsregulering,word<strong>en</strong> ondervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> lagere no-fault vergoeding aan het slachtoffer toe tek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> zodat de prikkels van zorg behoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. 28Hoewel de optimale comp<strong>en</strong>satie van slachtoffers in deze bijdrage niet c<strong>en</strong>traal staat is ere<strong>en</strong> belangrijk verschil tuss<strong>en</strong> fault <strong>en</strong> no-fault. Binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> fault systeem zal de veroorzakerzijn eig<strong>en</strong> schade niet vergoed krijg<strong>en</strong>, terwijl dit bij no-fault (deels) wel het geval is.Anders gesteld bevat no-fault elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aansprakelijkheidsverzekering vanwegede vergoeding van de schade van het slachtoffer. Daarnaast is ook e<strong>en</strong> deel van de schade27 Zie Van Dam, 2001, p. 504-516 voor e<strong>en</strong> overzicht van de verschill<strong>en</strong>de no-fault stelsels in Noord-Amerika, Canada,Australië <strong>en</strong> Nieuw-Zeeland. Zie ook Van Wass<strong>en</strong>aer van Catwijck, 1988, p. 323-377.28 Devlin, 1990, p. 200-201; McEwin, 1989, p. 13-17; Chapman and Trebilcock, 1991, p. 28; Van Dam, 2001, p. 263-265 <strong>en</strong>p. 282-283. Zie ook White and Liao, 1999, p. 258-294; Cummins, Weiss and Phillips, 2001, p. 428-436 voor e<strong>en</strong> modelmatigeanalyse van no-fault.348Gies<strong>en</strong>_01.indb 46 20-5-2008 16:29:53


Fault <strong>en</strong> no-faultvan de veroorzaker zelf gedekt, waardoor de effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> schadeverzekering naarvor<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. 29 Dit verschil kan van invloed zijn op het gedrag van de veroorzaker. Voorzover dit aan de orde is, zal daar in deze bijdrage aandacht aan word<strong>en</strong> besteed.3 He t e m p i r i s c h o n d e r z o e k t e n a a n z i e n v a n f a u l t e n n o -f a u l tIn het voorgaande is de economische theorie van het ongevall<strong>en</strong>recht globaal uite<strong>en</strong>gezet.Daaruit kan in het kader van deze bijdrage word<strong>en</strong> geconcludeerd dat in theorie fault <strong>en</strong>no-fault e<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werking hebb<strong>en</strong>, mits aan bepaalde voorwaard<strong>en</strong> is voldaan.E<strong>en</strong> voorkeur voor fault of no-fault is niet duidelijk naar vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong>. Wanneer d<strong>en</strong>adruk ligt op prev<strong>en</strong>tie, heeft e<strong>en</strong> fault systeem e<strong>en</strong> lichte voorkeur bov<strong>en</strong> no-fault.Bij e<strong>en</strong> fault systeem word<strong>en</strong> dader <strong>en</strong> slachtoffer aangezet tot de uitoef<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong>optimaal zorg- <strong>en</strong> activiteitsniveau. Binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> no-fault systeem is dit in beginsel alle<strong>en</strong>de dader, terwijl het slachtoffer eerder buit<strong>en</strong> het no-fault systeem moet word<strong>en</strong> aangezettot zorgvuldig gedrag. In deze paragraaf zal aan de hand van de beschikbare empirischeliteratuur word<strong>en</strong> onderzocht in hoeverre fault <strong>en</strong> no-fault directe invloed hebb<strong>en</strong> op hetgedrag van verkeersdeelnemers. Daarbij zal voornamelijk gebruik word<strong>en</strong> gemaakt vanempirisch onderzoek uit Noord-Amerika <strong>en</strong> Canada, omdat in deze land<strong>en</strong> veel ervaringis opgedaan met het onderscheid tuss<strong>en</strong> fault <strong>en</strong> no-fault.3.1 De empirische toetsing van aansprakelijkheidsregelsIn de dagelijkse praktijk van het ongevall<strong>en</strong>recht beoordeelt de aansprakelijkheidsverzekeraarvan de veroorzaker de schade van het slachtoffer <strong>en</strong> gaat deze bij geblek<strong>en</strong>aansprakelijkheid tot vergoeding van de door het slachtoffer geled<strong>en</strong> schade over. Ditbetek<strong>en</strong>t dat de aansprakelijkheidsverzekeraar bepaalt of de schade van het slachtofferonder de dekking van de verzekeringspolis valt <strong>en</strong> of de veroorzaker ook aansprakelijkis voor de gevolg<strong>en</strong> van het aan het slachtoffer overkom<strong>en</strong> ongeval. E<strong>en</strong> grote meerderheidvan de procedures over de aansprakelijkheid <strong>en</strong> de omvang van de schadevergoedingwordt door de aansprakelijkheidsverzekeraar van de veroorzaker afgewikkeld. Ditbetek<strong>en</strong>t dat de veroorzaker niet zelf verantwoordelijk is voor de schade van het slachtoffer.De aansprakelijkheidsverzekeraar di<strong>en</strong>t derhalve de schadevergoeding naar deveroorzaker (polishouder) toe te corriger<strong>en</strong>. De prev<strong>en</strong>tie van aansprakelijkheidsregelswordt daarmee geïncorporeerd in de schadeafwikkeling door de aansprakelijkheidsver-29 McEwin, 1989, p. 13-17; Van Dam, 2001, p. 237-238 <strong>en</strong> p. 263.349Gies<strong>en</strong>_01.indb 47 20-5-2008 16:29:53


M. van Damzekeraar. 30 Deze invloed van de verzekering op de aansprakelijkheid verklaart waaromer weinig empirisch onderzoek beschikbaar is naar de werking van aansprakelijkheidsregelssec.In e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>teel onderzoek van White naar de invloed van aansprakelijkheidsregelsop het zorgniveau van de ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> werd<strong>en</strong> 582 kop-staartbotsing<strong>en</strong>in Californië geanalyseerd. 31 Het ging daarin om de effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> overgang van e<strong>en</strong>‘contributory neglig<strong>en</strong>ce’ regel 32 naar e<strong>en</strong> ‘comparative neglig<strong>en</strong>ce’ regel. 33 White concludeertonder andere dat deze aansprakelijkheidsregels tot verschill<strong>en</strong>de gedragsprikkelsleid<strong>en</strong>. Bij ‘contributory neglig<strong>en</strong>ce’ bijvoorbeeld heeft het slachtoffer meer prikkels vanzorg omdat <strong>en</strong>ig verwijt aan zijn kant al kan leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> blokkering van zijn schadevergoeding.De overgang van e<strong>en</strong> ‘contributory neglig<strong>en</strong>ce’ regel naar e<strong>en</strong> ‘comparitiv<strong>en</strong>eglig<strong>en</strong>ce’ regel vermindert de prikkels van zorg bij het slachtoffer, hoewel het bewijshiervoor volg<strong>en</strong>s White niet sterk is. 34 Deze overgang leidt omgekeerd wel tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>amevan zorg bij de veroorzaker. Hij kan immers eerder aansprakelijk word<strong>en</strong> gesteld <strong>en</strong> e<strong>en</strong>verwijt aan het slachtoffer bij de ‘comparative neglig<strong>en</strong>ce’ regel zal niet tot e<strong>en</strong> verval vande schadevergoedingsplicht bij de veroorzaker leid<strong>en</strong>. 35In e<strong>en</strong> later versch<strong>en</strong><strong>en</strong> empirisch onderzoek word<strong>en</strong> de conclusies van White g<strong>en</strong>uanceerd.36 Daarin wordt geconcludeerd dat de overgang van e<strong>en</strong> ‘contributory neglig<strong>en</strong>ce’regel naar e<strong>en</strong> ‘comparative neglig<strong>en</strong>ce’ regel ge<strong>en</strong> invloed heeft gehad op het aantal verkeersongevall<strong>en</strong>,noch heeft geleid tot e<strong>en</strong> vermindering van de prikkels van zorg. Ookheeft de keuze voor e<strong>en</strong> van deze aansprakelijkheidsregels ge<strong>en</strong> effect op het zorgniveauwanneer bijvoorbeeld sprake is van e<strong>en</strong> verkeersongeval waarin alcoholgebruik e<strong>en</strong> rolspeelt, omdat dit zeer waarschijnlijk de belangrijkste oorzaak van het verkeersongeval isgeweest. 3730 Van Dam, 2001, p. 382-383 <strong>en</strong> p. 399-400; Dewees, Duff and Trebilcock, 1996, p. 41 <strong>en</strong> 78. Zie ook Schwartz, 2002,p. 1070-1071. Zie (meer algeme<strong>en</strong>) over de invloed van verzekering op de aansprakelijkheidsvraag onder ander<strong>en</strong>:Hartlief <strong>en</strong> Tjittes, 1999, p. 21-34; Van Dam, 1989, p. 207-208; Hartlief, 2003, p. 22-25, Bloemberg<strong>en</strong>, 1980, p. 174-183.31 White, 1989, p. 308-330.32 E<strong>en</strong> regel van foutaansprakelijkheid met e<strong>en</strong> absoluut eig<strong>en</strong> schuldverweer, waarbinn<strong>en</strong> de veroorzaker de schade vanhet slachtoffer volledig moet vergoed<strong>en</strong> wanneer hem <strong>en</strong>ig verwijt kan word<strong>en</strong> gemaakt t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het ontstaanvan het ongeval. Indi<strong>en</strong> echter het slachtoffer ook e<strong>en</strong> verwijt treft heeft hij ge<strong>en</strong> recht op schadevergoeding. Zie White,1989, p. 309; Curran, 1992, p. 319-322; Van Dam, 2001, p. 385.33 E<strong>en</strong> regel van foutaansprakelijkheid met e<strong>en</strong> gradueel eig<strong>en</strong> schuldverweer, waarbinn<strong>en</strong> de veroorzaker aansprakelijkis voor de schade van het slachtoffer indi<strong>en</strong> hem <strong>en</strong>ig verwijt treft. Wanneer veroorzaker <strong>en</strong> slachtoffer niet hebb<strong>en</strong> voldaanaan de zorgvuldigheidsnorm, volgt e<strong>en</strong> verdeling van de schade, afhankelijk van het (on)zorgvuldige gedrag vande ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>. Zie White, 1989, p. 311; Sloan, Reilly and Sch<strong>en</strong>zler, 1994, p. 556-557; Van Dam, 2001, p. 385.34 White, 1989, p. 328-329.35 White, 1989, p. 325-326; Van Dam, 2001, p. 385-388.36 Sloan, Reilly and Sch<strong>en</strong>zler, 1994, p. 53-71.37 Sloan, Reilly and Sch<strong>en</strong>zler, 1994, p. 58 <strong>en</strong> 69.350Gies<strong>en</strong>_01.indb 48 20-5-2008 16:29:53


Fault <strong>en</strong> no-fault3.2 Het empirisch onderzoek naar (gedrags)effect<strong>en</strong> van no-faultHet empirisch onderzoek naar de werking van no-fault is omvangrijk. 38 In deze bijdrageligt de nadruk op de gedragseffect<strong>en</strong> van no-fault. In de studies die hierna in chronologischevolgorde van publicatie aan bod kom<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> deze (prev<strong>en</strong>tieve) effect<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> no-fault systeem afgezet teg<strong>en</strong> werking van het aansprakelijkheidsrecht, zodat e<strong>en</strong>goede vergelijking mogelijk is.Elisabeth Landes heeft als e<strong>en</strong> van de eerst<strong>en</strong> aan de hand van ongevalsdata de invloedvan de invoering van e<strong>en</strong> no-fault systeem op het aantal verkeersongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> verkeersslachtoffersonderzocht. Zij concludeert in haar onderzoek dat in Amerikaanse stat<strong>en</strong>die tuss<strong>en</strong> 1971 <strong>en</strong> 1976 e<strong>en</strong> no-fault systeem hebb<strong>en</strong> ingevoerd, het aantal dodelijkeverkeersongevall<strong>en</strong> is gesteg<strong>en</strong>. Hoe groter de beperking van de aansprakelijkheidsvordering,hoe groter de to<strong>en</strong>ame van het aantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong>. Dezestijging bedroeg 4% bij e<strong>en</strong> no-fault verzekering met e<strong>en</strong> lage drempel (treshold voormedische kost<strong>en</strong> van $ 500) voor het instell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aansprakelijkheidsclaim <strong>en</strong> 10%bij e<strong>en</strong> no-fault verzekering met e<strong>en</strong> hogere drempel (treshold van $1500 voor medischekost<strong>en</strong>). 39De kritiek op het onderzoek van Landes richt zich onder andere op het <strong>en</strong>kele gebruikvan ongevalsdata als toetsingsvariabele <strong>en</strong> op het feit dat de ongevalsdata betrekkinghebb<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> periode waarin e<strong>en</strong> no-fault systeem nog maar korte periode van krachtwas. 40 Sugarman wijst op het ontbrek<strong>en</strong> van empirisch bewijs dat de effect<strong>en</strong> van deinvoering van e<strong>en</strong> no-fault systeem uitsluit<strong>en</strong>d zijn terug te voer<strong>en</strong> op de verminderdezorgvuldigheid bij de autobestuurder. Daarbij wordt volg<strong>en</strong>s Sugarman ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>inggehoud<strong>en</strong> met het feit dat e<strong>en</strong> no-fault systeem kan leid<strong>en</strong> tot lagere verzekeringskost<strong>en</strong>(premie), waardoor e<strong>en</strong> autobestuurder e<strong>en</strong> hoger activiteitsniveau uitoef<strong>en</strong>t, met hetgevolg dat het aantal verkeersongevall<strong>en</strong> zal to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. 41In Nieuw-Zeeland is in 1974 e<strong>en</strong> zuiver no-fault comp<strong>en</strong>satiefonds ingevoerd. DoorBrown is in 1985 empirisch onderzoek verricht naar de effect<strong>en</strong> van dit systeem. 42 Brownconcludeert uit de beschikbare statistische gegev<strong>en</strong>s dat het aantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong><strong>en</strong> het aantal verkeersongevall<strong>en</strong> met letsel in 1980 t<strong>en</strong> opzichte van 1973 isgedaald. Hij constateert voorts dat, gelet op het aantal afgelegde autokilometers, ge<strong>en</strong>sprake is van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de activiteit autorijd<strong>en</strong>. Ook heeft de afschaffing van de38 Zie Van Dam, 2001, p. 517-549 voor e<strong>en</strong> overzicht daarvan.39 Landes, 1982, p. 49-62. Zij gebruikt ongevalsdata uit alle Amerikaanse stat<strong>en</strong> in de periode 1967-1976.40 Zie Sloan, Reilly and Sch<strong>en</strong>zler, 1994, p. 56 <strong>en</strong> Dewees, Duff and Trebilcock, 1996, p. 24 <strong>en</strong> 68 voor e<strong>en</strong> overzicht vandeze kritiek.41 Sugarman, 1985, 589-590.42 Brown, 1985, 976-1002, met data over de periode 1964-1982.351Gies<strong>en</strong>_01.indb 49 20-5-2008 16:29:53


M. van Damaansprakelijkheid volg<strong>en</strong>s hem niet geleid tot minder zorgvuldig gedrag in het verkeer, 43hoewel dit niet met cijfers wordt onderbouwd.Dewees, Duff <strong>en</strong> Trebilcock m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat Brown alle<strong>en</strong> gebruikmaakt van statistischegegev<strong>en</strong>s, zonder e<strong>en</strong> causale relatie aan te ton<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bepaalde wettelijke maatregel<strong>en</strong>,de invoering van e<strong>en</strong> no-fault comp<strong>en</strong>satiefonds, <strong>en</strong> het aantal verkeersongevall<strong>en</strong> of hetverkeersgedrag. Bij afwezigheid van e<strong>en</strong> dergelijke rechtseconometrische analyse k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> beperkte waarde toe aan de uitkomst<strong>en</strong> van het onderzoek van Brown. 44Zador <strong>en</strong> Lund hebb<strong>en</strong> getracht de onderzoeksresultat<strong>en</strong> van Landes te parer<strong>en</strong>. Zijmak<strong>en</strong> gebruik van ongevalsdata uit 50 Amerikaanse stat<strong>en</strong> in de periode 1967-1980.Verder rangschikk<strong>en</strong> zij de treshold no-fault stat<strong>en</strong> naar omvang van de treshold, gecorrigeerdnaar de verschill<strong>en</strong> in kost<strong>en</strong> van de gezondheidszorg. Zij kom<strong>en</strong> tot de conclusiedat in no-fault stat<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lage treshold het aantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong>daalde <strong>en</strong> dat in stat<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge treshold het aantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong>ongeveer gelijk bleef. Zij hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> direct verband ontdekt tuss<strong>en</strong> de beperking van deaansprakelijkheid <strong>en</strong> de to<strong>en</strong>ame van het aantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong>. 45Zador <strong>en</strong> Lund hebb<strong>en</strong> verder ge<strong>en</strong> statistisch bewijs gevond<strong>en</strong> voor de veronderstellingdat e<strong>en</strong> no-fault verzekering tot minder zorgvuldigheid bij de autobestuurder leidt,waardoor het aantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong> zou to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Ook is er volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong>ge<strong>en</strong> empirisch bewijs van de ‘trade off’ tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> daling van de verzekeringspremie bijde invoering van e<strong>en</strong> no-fault systeem (afname van de financiële prikkels) <strong>en</strong> de dalingvan de zorgvuldigheid bij de autobestuurder. 46McEwin heeft onderzocht welke effect<strong>en</strong> e<strong>en</strong> no-fault systeem in Australië 47 <strong>en</strong> Nieuw-Zeeland heeft gehad op het aantal verkeersongevall<strong>en</strong>. 48 De resultat<strong>en</strong> van zijn onderzoeksuggerer<strong>en</strong> dat de afschaffing van de aansprakelijkheid heeft geleid tot e<strong>en</strong> stijging van hetaantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong> per hoofd van de bevolking. Ook heeft de invoeringvan e<strong>en</strong> zuiver no-fault systeem geleid tot e<strong>en</strong> lichte to<strong>en</strong>ame van het ongevalsrisico. Deinvoering van e<strong>en</strong> verplichte no-fault verzekering onder handhaving van de mogelijkheidtot het instell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aansprakelijkheidsvordering heeft ge<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijke invloedgehad op het aantal verkeersongevall<strong>en</strong>. McEwin concludeert dat ter bevordering van43 Brown, 1985, p. 1001-1002.44 Dewees, Duff and Trebilcock, 1996, p. 69, noot 97. Van Dam, 2001, p. 523-525.45 Zador and Lund, 1986, 226-241. Kochanowski and Young, 1985, 269-288, kom<strong>en</strong> in hun onderzoek, waarbij zij gebruikmak<strong>en</strong>van data omtr<strong>en</strong>t verkeersongevall<strong>en</strong> per 100 miljo<strong>en</strong> afgelegde automijl<strong>en</strong> in alle Amerikaanse stat<strong>en</strong> in deperiode 1975-1977, ook tot de conclusie dat de invoering van e<strong>en</strong> no-fault systeem niet tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het aantaldodelijke verkeersongevall<strong>en</strong> heeft geleid.46 Zador and Lund, 1986, p. 234-235.47 In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig van de vorige eeuw is in e<strong>en</strong> aantal Australische jurisdicties, Tasmanië (1976), Victoria (1974), NorthernTerritory (1979), e<strong>en</strong> vorm van no-fault ingevoerd. Zie daarover Chapman and Trebilcock, 1991, p. 4-5; Drabsch,2005, p. 28-32.48 McEwin, 1989, p. 13-24. De ongevalsdata hebb<strong>en</strong> betrekking op de periode 1970-1981.352Gies<strong>en</strong>_01.indb 50 20-5-2008 16:29:53


Fault <strong>en</strong> no-faultzorgvuldig verkeersgedrag in zijn algeme<strong>en</strong>heid de handhaving van e<strong>en</strong> aansprakelijkheidsvorderinge<strong>en</strong> belangrijke factor blijft, 49 hoewel e<strong>en</strong> direct causaal verband niet metcijfers wordt onderbouwd.Dewees, Duff <strong>en</strong> Trebilcock m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat de conclusies van McEwin t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van deeffect<strong>en</strong> aansprakelijkheid niet duidelijk zijn. Het bleek namelijk niet mogelijk om deeffect<strong>en</strong> van de afschaffing van de aansprakelijkheidsvordering sec te berek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Ook isvolg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de niet-gediffer<strong>en</strong>tieerde premiestructuurvan e<strong>en</strong> no-fault verzekering. 50Devlin heeft onderzoek gedaan naar de effect<strong>en</strong> van het zuivere no-fault systeem in deCanadese provincie Quebec op de zorgvuldigheid van de ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>. 51 Dez<strong>en</strong>o-fault verzekering is in 1978 in Quebec ingevoerd <strong>en</strong> wordt teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vaste premiedoor de overheid aangebod<strong>en</strong>. Devlin berek<strong>en</strong>t voor de periode 1971-1984 de gevolg<strong>en</strong>van de overgang van e<strong>en</strong> fault naar e<strong>en</strong> zuiver no-fault systeem op het aantal verkeersongevall<strong>en</strong>.52 De resultat<strong>en</strong> van haar onderzoek wijz<strong>en</strong> uit dat het aantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong><strong>en</strong> het aantal verkeersongevall<strong>en</strong> met letsel door de invoering van e<strong>en</strong>no-fault systeem met 6-10% is gesteg<strong>en</strong>. Devlin schrijft dit toe aan de invoering van e<strong>en</strong>zuiver no-fault systeem met e<strong>en</strong> niet-gediffer<strong>en</strong>tieerde premiestructuur. Daarnaast heeftDevlin berek<strong>en</strong>d dat het aantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> het aantal verkeersongevall<strong>en</strong>met letsel stijgt met 9,6%, rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met de veronderstelde verminderingvan de uitgeoef<strong>en</strong>de zorg van de autobestuurder als gevolg van de invoering van e<strong>en</strong>zuiver no-fault regime. 53 De verminderde zorgvuldigheid is volg<strong>en</strong>s Devlin te wijt<strong>en</strong> aande platte premiestructuur van het no-fault systeem. E<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerde premie zal ditvolg<strong>en</strong>s haar maar deels oploss<strong>en</strong>, omdat het slachtoffer nog steeds schadeloos wordtgesteld, zonder dat rek<strong>en</strong>ing wordt gehoud<strong>en</strong> met zijn uitgeoef<strong>en</strong>de zorg op het mom<strong>en</strong>tvan het ongeval. Zij plaatst wel de kanttek<strong>en</strong>ing dat het effect van e<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerdepremiestructuur op de prev<strong>en</strong>tie van verkeersongevall<strong>en</strong> moeilijk empirisch kan word<strong>en</strong>bepaald. 5449 McEwin, 1989, p. 23-24.50 Dewees, Duff and Trebilcock, 1996, p. 25. McEwin erk<strong>en</strong>t later dat de uitkomst<strong>en</strong> van zijn onderzoek tot discussieleid<strong>en</strong>, omdat de verschill<strong>en</strong>de toetsingsvariabel<strong>en</strong> met betrekking tot dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong> moeilijk kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> geïsoleerd om de effect<strong>en</strong> daarvan te kunn<strong>en</strong> met<strong>en</strong>. Zie McEwin, 1999, p. 740.51 Devlin, 1990, p. 193-205.52 Devlin, 1990, p. 202-204.53 Devlin, 1990, p. 197 <strong>en</strong> 201.54 Devlin, 1990, p. 200-202; Van Dam, 2001, p. 527-529. Zie ook Dewees, Duff and Trebilcock, 1996, p. 26, die m<strong>en</strong><strong>en</strong> dathet niet e<strong>en</strong>voudig is om e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het effect van no-fault op het aansprakelijkheidsrecht <strong>en</strong>erzijds<strong>en</strong> op het verzekeringssysteem anderzijds.353Gies<strong>en</strong>_01.indb 51 20-5-2008 16:29:53


M. van DamSloan, Reilly <strong>en</strong> Sch<strong>en</strong>zler hebb<strong>en</strong> onderzocht welke juridische instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>bijgedrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> stijging of daling van het aantal verkeersongevall<strong>en</strong> in de VS. 55 Zijberek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> bijvoorbeeld e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame (18%) van het aantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong>bij e<strong>en</strong> no-fault systeem waarbinn<strong>en</strong> 25% van alle aansprakelijkheidsvordering<strong>en</strong> isuitgeslot<strong>en</strong>. Ook bleek dat bij e<strong>en</strong> verplichte eerste partij verzekering voor persoonlijkeletselschade (‘personal injury protection’, PIP) waarbij het instell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aansprakelijkheidsvorderingnog onbeperkt op<strong>en</strong>staat, het aantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong>is gesteg<strong>en</strong>, hoewel minder dan bij e<strong>en</strong> no-fault systeem waarbinn<strong>en</strong> de aansprakelijkheidsvorderingis beperkt. 56Sloan, Reilly <strong>en</strong> Sch<strong>en</strong>zler plaats<strong>en</strong> bij de uitkomst<strong>en</strong> van hun onderzoek de kanttek<strong>en</strong>ingdat in de door h<strong>en</strong> onderzochte periode ge<strong>en</strong> nieuw no-fault systeem werd ingevoerd,waardoor ook ge<strong>en</strong> vergelijking tuss<strong>en</strong> pre no-fault <strong>en</strong> post no-fault kon word<strong>en</strong>gemaakt. Ook m<strong>en</strong><strong>en</strong> zij dat in de VS ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele staat e<strong>en</strong> zuiver no-fault systeem heeftingevoerd, zodat de werkelijke effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zuiver no-fault systeem op het aantal verkeersongevall<strong>en</strong>niet kan word<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong>. Verder word<strong>en</strong> bij de g<strong>en</strong>oemde PIP no-faultverzekering wel premietoeslag<strong>en</strong> toegepast, maar niet frequ<strong>en</strong>t <strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> relatief laagbedrag. Sloan, Reilly <strong>en</strong> Sch<strong>en</strong>zler hadd<strong>en</strong> echter onvoldo<strong>en</strong>de empirische gegev<strong>en</strong>s ome<strong>en</strong> verband tuss<strong>en</strong> deze premietoeslag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de uitgeoef<strong>en</strong>de zorg door de autobestuurderte kunn<strong>en</strong> aanton<strong>en</strong>. 57Cummins, Phillips <strong>en</strong> Weiss hebb<strong>en</strong> de relatie onderzocht tuss<strong>en</strong> het aantal dodelijkeverkeersongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> de striktheid van de no-fault drempel (‘treshold’). 58 Zij concluder<strong>en</strong>dat aansprakelijkheid van invloed kan zijn op het rijgedrag van de autobestuurderdat kan leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> dodelijk verkeersongeval. De resultat<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong> de theoretischgemaakte veronderstelling dat no-fault leidt tot e<strong>en</strong> vermindering van de prev<strong>en</strong>tievewerking van aansprakelijkheid, waardoor het aantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong>bij no-fault hoger (5,5-9,9%) is dan bij fault. Zij suggerer<strong>en</strong> dat de door h<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>deverminderde zorgvuldigheid van de autobestuurder deels kan word<strong>en</strong> gecomp<strong>en</strong>seerddoor e<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerde premiestructuur binn<strong>en</strong> de autoverzekering. 59Loughran onderzoekt of no-fault leidt tot e<strong>en</strong> vermindering van de prikkels van zorg bijde autobestuurder <strong>en</strong> daardoor tot e<strong>en</strong> stijging van het aantal verkeerongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> van55 Sloan, Reilly and Sch<strong>en</strong>zler, 1994, p. 53-71. De data in dit onderzoek hebb<strong>en</strong> betrekking op verkeersongevall<strong>en</strong> perAmerikaanse staat in de periode 1982-1990.56 Sloan, Reilly and Sch<strong>en</strong>zler, 1994, p. 66-69.57 Sloan, Reilly and Sch<strong>en</strong>zler, 1994, p. 60, 67 <strong>en</strong> 69. Van Dam, 2001, p. 522-523.58 Cummins, Philips and Weiss, 2001, p. 427-464. Zij mak<strong>en</strong> daarbij gebruik van ongevalsdata van alle Amerikaansestat<strong>en</strong> in de periode 1982-1994.59 Cummins, Philips and Weiss, 2001, 448-451. Zij verwijz<strong>en</strong> naar het onderzoek van Landes, Devlin <strong>en</strong> McEwin waarinook e<strong>en</strong> positief verband tuss<strong>en</strong> no-fault <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stijging van het aantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong> werd gemet<strong>en</strong>. Ziehiervoor voor e<strong>en</strong> weergave van deze studies met de daarbij gemaakte kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.354Gies<strong>en</strong>_01.indb 52 20-5-2008 16:29:53


Fault <strong>en</strong> no-faultde kost<strong>en</strong> van de verzekering. 60 Bij zijn onderzoek betrekt Loughran informatie over verkeersovertreding<strong>en</strong><strong>en</strong> ander onrechtmatig gedrag van de autobestuurder dat de oorzaakis geweest van het verkeersongeval. Daarmee test hij de veronderstelling dat de frequ<strong>en</strong>tievan onrechtmatig gedrag als belangrijke factor bij dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong> hoger isin stat<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> no-fault systeem. 61Naar aanleiding van zijn onderzoek concludeert Loughran dat de invoering van e<strong>en</strong>no-fault systeem in de periode tuss<strong>en</strong> 1971 <strong>en</strong> 1976 ge<strong>en</strong> effect heeft gehad op het aantaldodelijke verkeersongevall<strong>en</strong> in die periode. Er is e<strong>en</strong> kleine aanwijzing dat de matevan onrechtmatig gedrag van de autobestuurder als oorzaak van e<strong>en</strong> dodelijke verkeersongevalin no-fault stat<strong>en</strong> hoger is dan in fault stat<strong>en</strong>. Over het algeme<strong>en</strong> echterhebb<strong>en</strong> stat<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> no-fault systeem e<strong>en</strong> lager aantal verkeersongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> is ook hetonrechtmatige gedrag van de autobestuurder als oorzaak van e<strong>en</strong> verkeersongeval in demeerderheid van de onderzochte situaties lager dan in stat<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> fault systeem. 62Coh<strong>en</strong> <strong>en</strong> Dehejia onderzoek<strong>en</strong> op welke wijze aansprakelijkheid <strong>en</strong> de invoering vanno-fault het rijgedrag <strong>en</strong> daarmee het aantal verkeersongevall<strong>en</strong> kan beïnvloed<strong>en</strong>. 63Zij verwijz<strong>en</strong> naar de hiervoor g<strong>en</strong>oemde studies, waarin volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> onderscheid isgemaakt tuss<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> van de invoering van no-fault met e<strong>en</strong> beperking van de aansprakelijkheidsvordering<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> van de invoering van e<strong>en</strong> verplichte verzekeringvoor persoonlijk letselschade (PIP). E<strong>en</strong> beperking van de aansprakelijkheidsvorderingleidt in hun berek<strong>en</strong>ing tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het aantal verkeersongevall<strong>en</strong> met ongeveer10% <strong>en</strong> met ongeveer 7% berek<strong>en</strong>d naar gered<strong>en</strong> automijl<strong>en</strong>. 64 Zij m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat hun analyseaantoont dat het rijgedrag van autobestuurders wordt beïnvloed door financiële prikkels.E<strong>en</strong> vermindering van de verwachte ongevalskost<strong>en</strong> die het gevolg zijn van e<strong>en</strong> verminderingvan de aansprakelijkheid of het afsluit<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aansprakelijkheidsverzekeringleidt tot e<strong>en</strong> stijging van het aantal verkeersongevall<strong>en</strong>. 65Marco <strong>en</strong> Salvietti test<strong>en</strong> de veronderstelling<strong>en</strong> dat het aansprakelijkheidsrecht de juisteprikkels geeft om e<strong>en</strong> optimaal zorg- <strong>en</strong> activiteitsniveau in het verkeer aan te w<strong>en</strong>d<strong>en</strong><strong>en</strong> dat no-fault daardoor zal leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> hoger activiteitsniveau respectievelijk e<strong>en</strong>lager zorgniveau. Het effect op het activiteitsniveau wordt gemet<strong>en</strong> aan de hand van het60 Loughran, 2001. Hij gebruikt data van alle dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong> in de VS in de periode 1975-1998.61 Loughran, 2001, 2001, p. 14.62 Loughran, 2001, p. 35-37.63 Coh<strong>en</strong> and Dehejia, 2004, p. 357-393. Zij gebruik<strong>en</strong> ongevalsdata uit alle Amerikaanse stat<strong>en</strong> in de periode 1970-1998.In dit onderzoek ligt overig<strong>en</strong>s de nadruk op de niet-verzekerde motorrijtuigbestuurder als onderzoeksvariabele. Dehypothese daarbij is dat niet-verzekerde motorrijtuigbestuurders meer prikkels van zorg hebb<strong>en</strong> dan verzekerde motorrijtuigbestuurders(moreel risico). De voorspelling is dat hoe hoger het aandeel niet-verzekerde motorrijtuigbestuurdershoe lager het aantal verkeersongevall<strong>en</strong>.64 Coh<strong>en</strong> and Dehejia, 2004, p. 373-375.65 Coh<strong>en</strong> and Dehejia, 2004, p. 378-379.355Gies<strong>en</strong>_01.indb 53 20-5-2008 16:29:53


M. van Damaantal auto’s <strong>en</strong> het aantal gered<strong>en</strong> mijl<strong>en</strong> per auto. Het zorgniveau wordt afgeleid uit dewijziging van het aantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong>. 66Zij kom<strong>en</strong> tot de conclusie dat het effect van no-fault op het aantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong>positief is <strong>en</strong> berek<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van ongeveer 10%. Dit suggereert volg<strong>en</strong>sh<strong>en</strong> dat stat<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> no-fault systeem will<strong>en</strong> invoer<strong>en</strong>, te mak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> stijgingvan het aantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> daling van de zorgvuldigheid in hetverkeer. De effect<strong>en</strong> op het aantal auto’s <strong>en</strong> het aantal gered<strong>en</strong> automijl<strong>en</strong> is niet significant<strong>en</strong> dit suggereert dat no-fault ge<strong>en</strong> invloed heeft op het activiteitsniveau. 673.3 Conclusie empirisch onderzoek naar de gedragseffect<strong>en</strong> van fault <strong>en</strong> no-faultDe resultat<strong>en</strong> van het empirisch onderzoek gev<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> uniform beeld <strong>en</strong> de uitkomst<strong>en</strong>zijn onderling teg<strong>en</strong>strijdig. In e<strong>en</strong> deel van de studies wordt eerder versch<strong>en</strong><strong>en</strong>empirisch onderzoek bekritiseerd om vervolg<strong>en</strong>s aan te ton<strong>en</strong> dat in het eig<strong>en</strong> onderzoekwel de juiste toetsingsvariabel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt waardoor de uitkomst<strong>en</strong> significantzijn. Daarnaast is geblek<strong>en</strong> dat de uitgangspunt<strong>en</strong> van de studies onderling verschill<strong>en</strong>zodat ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige conclusies kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Dewees, Duff <strong>en</strong> Trebilcockmerk<strong>en</strong> in dat verband op dat het niet e<strong>en</strong>voudig is om e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>het effect van no-fault op het aansprakelijkheidsrecht <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> op het verzekeringsysteemanderzijds. Veel studies mak<strong>en</strong> in het geheel ge<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> aansprakelijkheid<strong>en</strong> verzekering. 68 T<strong>en</strong> slotte wordt in de besprok<strong>en</strong> studies vooral het effect van deinvoering van e<strong>en</strong> no-fault systeem op het aantal verkeersongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> verkeersslachtoffersgemet<strong>en</strong>. Voor wat betreft de effect<strong>en</strong> van no-fault op het gedrag van de verkeersdeelnemerkunn<strong>en</strong> bijna uitsluit<strong>en</strong>d afgeleide conclusies word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>.Uitgaande van de veronderstelde prikkelwerking van het aansprakelijkheidsrecht kanword<strong>en</strong> gesteld dat in theorie e<strong>en</strong> fault systeem tot betere gedragseffect<strong>en</strong> leidt dan e<strong>en</strong>no-fault systeem waarbij de aansprakelijkheid is afgeschaft. Er is echter ge<strong>en</strong> empirischonderzoek voorhand<strong>en</strong> waarmee kan word<strong>en</strong> aangetoond dat met e<strong>en</strong> fault systeem dezeveronderstelde gedragseffect<strong>en</strong> ook daadwerkelijk word<strong>en</strong> bereikt. Daarnaast is de veronderstellingdat bij no-fault verkeersdeelnemers zich minder zorgvuldig gedrag<strong>en</strong> danbij e<strong>en</strong> fault systeem, empirisch niet aangetoond. Dit betek<strong>en</strong>t dat rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d metde gedragseffect<strong>en</strong> vooralsnog ge<strong>en</strong> keuze kan word<strong>en</strong> gemaakt voor fault of no-fault.66 Marco and Salvietti, 2007. Zij vergelijk<strong>en</strong> de data met betrekking tot het aantal dodelijke verkeersongevall<strong>en</strong> in fault <strong>en</strong>no-fault stat<strong>en</strong> in de VS over de periode 1967-1994.67 Marco and Salvietti, 2007, p. 22-24.68 Dewees, Duff and Trebilcock, 1996, p. 26; McEwin, 1999, p. 740; Van Velthov<strong>en</strong>, 2000, p. 319; Van d<strong>en</strong> Bergh, 1998,p. 65.356Gies<strong>en</strong>_01.indb 54 20-5-2008 16:29:53


Fault <strong>en</strong> no-faultEerder in deze bijdrage is opgemerkt dat e<strong>en</strong> no-fault systeem zowel elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>aansprakelijkheidsverzekering, vergoeding aan het slachtoffer, als van e<strong>en</strong> schadeverzekering,PIP-vergoeding aan de autobestuurder, bevat. Het meeweg<strong>en</strong> van dit verzekeringsaspectbetek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> belangrijke prev<strong>en</strong>tieve rol voor de no-fault verzekeraar isweggelegd. Met name via de PIP-verzekering kan door e<strong>en</strong> optimale premiediffer<strong>en</strong>tiatiehet gedrag van de autobestuurder word<strong>en</strong> beïnvloed. De PIP verzekeraar beschiktover meer directe informatie om te onderzoek<strong>en</strong> of het gedrag van de autobestuurder(verkeersovertreding<strong>en</strong>) aanleiding geeft tot e<strong>en</strong> premieaanpassing. 69 Bij fault is de aansprakelijkheidvan de autobestuurder door e<strong>en</strong> derde partij verzekering gedekt. De aansprakelijkheidsverzekeraaris bij de beïnvloeding van het gedrag van de autobestuurdergrot<strong>en</strong>deels afhankelijk van het gedrag van het onbek<strong>en</strong>de slachtoffer, waardoor decontrole van het morele risico wordt bemoeilijkt. 70 Deze (theoretische) beschouwing valtbuit<strong>en</strong> de kern van deze bijdrage, 71 maar toont aan dat zij bij de uiteindelijke keuze tuss<strong>en</strong>fault <strong>en</strong> no-fault e<strong>en</strong> belangrijke rol kan spel<strong>en</strong>.4 To e t s i n g v a n d e Ne d e r l a n d s e v e r k e e r s a a n s p r a k e l i j k h e i d ?4.1 De Nederlandse verkeersaansprakelijkheid vanuit juridisch <strong>en</strong> economischperspectiefDe Nederlandse verkeersaansprakelijkheid is nog altijd e<strong>en</strong> fault systeem. Dit houdt indat het gemotoriseerde verkeersslachtoffer op basis van artikel 6:162 BW moet aanton<strong>en</strong>dat de veroorzaker e<strong>en</strong> onrechtmatige daad (fout) heeft begaan t<strong>en</strong> gevolge waarvan hetverkeersongeval is ontstaan waardoor het slachtoffer schade heeft geled<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> hetslachtoffer niet kan aanton<strong>en</strong> dat de veroorzaker e<strong>en</strong> fout heeft gemaakt of hij heeft eig<strong>en</strong>schuld aan het ontstaan van het verkeersongeval, zal hij zijn schade geheel of gedeeltelijkzelf moet<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>. Deze regeling is van toepassing op verkeersongevall<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>motorrijtuig<strong>en</strong> onderling, fietsers onderling <strong>en</strong> verkeersongevall<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> fietsers <strong>en</strong>voetgangers. 72Bij verkeersongevall<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> gemotoriseerd <strong>en</strong> niet-gemotoriseerd verkeer geldt de bijzondereregeling van artikel 185 WVW. Op basis daarvan is de houder van het motor-69 Van Dam, 2001, p. 530-531. Bij e<strong>en</strong> eerste partij schadeverzekering kan het morele risico beter word<strong>en</strong> gecontroleerddan bij e<strong>en</strong> derde partij aansprakelijkheidsverzekering. Zie paragraaf 1.3.70 In paragraaf 1.3 is toegelicht waarom de controle van het morele risico bij e<strong>en</strong> schadeverzekering beter is gewaarborgddan bij e<strong>en</strong> aansprakelijkheidsverzekering.71 Zie over het morele risico de bijdrage van Van Boom <strong>en</strong> Faure.72 Zie daarover Elzas, 2000, 211-1 t/m 211-38; Van Dam, 1998, p. 23-45; Van Dam, 2000, p. 278-280; Van Dam, 2001,p. 80-81.357Gies<strong>en</strong>_01.indb 55 20-5-2008 16:29:53


M. van Damrijtuig aansprakelijk indi<strong>en</strong> hij betrokk<strong>en</strong> 73 is bij e<strong>en</strong> verkeersongeval met e<strong>en</strong> nietgemotoriseerde,t<strong>en</strong>zij hij overmacht aannemelijk maakt. Ingevolge de jurisprud<strong>en</strong>tieis e<strong>en</strong> beroep op overmacht inmiddels sterk beperkt. 74 Is er ge<strong>en</strong> overmacht, dan is dehouder van het motorrijtuig aansprakelijk voor de schade van het niet-gemotoriseerdeslachtoffer, t<strong>en</strong>zij deze eig<strong>en</strong> schuld heeft aan het ontstaan van het verkeersongeval. In datkader wordt op basis van artikel 6:101 lid 1 BW geoordeeld over de wederzijdse causaliteitwaarop ev<strong>en</strong>tueel e<strong>en</strong> billijkheidscorrectie wordt toegepast. Bij e<strong>en</strong> slachtoffer b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>de 14 jaar bedraagt deze billijkheidscorrectie 100%, t<strong>en</strong>zij opzet of aan opzet gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>deroekeloosheid <strong>en</strong> bij het slachtoffer bov<strong>en</strong> de 14 jaar bedraagt deze billijkheidscorrectieminimaal 50%, t<strong>en</strong>zij sprake is van opzet of aan opzet gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de roekeloosheid. 75T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het regres van de particuliere <strong>en</strong> sociale verzekeraars van het verkeersslachtofferheeft de Hoge Raad in e<strong>en</strong> aantal arrest<strong>en</strong> geoordeeld dat deze regresnemersge<strong>en</strong> beroep kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> op de billijkheidsregels van 50% <strong>en</strong> 100% die geld<strong>en</strong>ter bescherming van het niet-gemotoriseerde verkeersslachtoffer. De vordering van deregresnemers di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> beoordeeld via de overmacht van artikel 185 WVW <strong>en</strong> deeig<strong>en</strong> schuld van artikel 6:101 BW. 76Behalve deze rol van de regresnemers is e<strong>en</strong> belangrijk verschil met Noord-Amerika datin Nederland nog sprake is van e<strong>en</strong> breed vangnet van particuliere, sociale <strong>en</strong> volksverzekering<strong>en</strong>.77 Deze verzekering<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> soort no-fault word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>,waarbinn<strong>en</strong> op basis van e<strong>en</strong> niet-gediffer<strong>en</strong>tieerde premiestructuur min of meer vasteuitkering<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedaan. 78Vertaald naar economische criteria kan het Nederlandse stelsel van verkeersaansprakelijkheidword<strong>en</strong> beschouwd als e<strong>en</strong> ‘comparative neglig<strong>en</strong>ce’-regel wanneer het gaat omverkeersongevall<strong>en</strong> die op basis van artikel 6:162 BW word<strong>en</strong> afgewikkeld. Bij verkeersongevall<strong>en</strong>die word<strong>en</strong> beheerst door artikel 185 WVW is deels sprake van e<strong>en</strong> (no-fault)vergoedingssysteem bij slachtoffers b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de 14 jaar. Opzet of aan opzet gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>deroekeloosheid wordt immers zeld<strong>en</strong> aangetoond. Bij slachtoffers bov<strong>en</strong> de 14 jaar vertoonthet systeem, vanwege het beperkte eig<strong>en</strong> schuldverweer jeg<strong>en</strong>s het slachtoffer, raakvlakk<strong>en</strong>met e<strong>en</strong> regel van risicoaansprakelijkheid met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> schuldverweer. Bij overmacht73 Zie daarover Van Dam, 2005, p. 301-306.74 Zie HR 24 december 1982, NJ 1983, 443 (Wijman/Cort<strong>en</strong>); HR 22 mei 1992, NJ 1992, 527, VR 1992, 94 (ABP/Winterthur);HR 17 november 2000, NJ 2001, 260 (FBTO/Delta Lloyd). Wel overmacht in: HR 31 mei 2002, NJ 2004, 161(Bijlsma/ABP).75 Zie meer uitvoerig daarover onder ander<strong>en</strong>: Van Dam, 2001, p. 79-136; Hartlief <strong>en</strong> Tjittes, 1999, p. 123-137 <strong>en</strong> p. 143-151;Spier, 1996, p. 207-234; Asser/Hartkamp, 1998, p. 205-222; Spier e.a., 2003, p. 143-160.76 HR 2 juni 1995, NJ 1997, 700-702; HR 5 december 1997, NJ 1998, 400-402.77 Door verschill<strong>en</strong>de wetswijziging<strong>en</strong> die tot e<strong>en</strong> besparing op de maatschappelijke kost<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>, is inmiddelsniet langer sprake van e<strong>en</strong> (comfortabel) vangnet. Zie voor e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t overzicht onder ander<strong>en</strong>: Loonstra, 2007,p. 135-169; Fluit, 2007.78 Zie Van Maan<strong>en</strong>, 2003, p. 191-196.358Gies<strong>en</strong>_01.indb 56 20-5-2008 16:29:54


Fault <strong>en</strong> no-faultaan de zijde van de gemotoriseerde of opzet of aan opzet gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de roekeloosheid vande niet-gemotoriseerde, zou sprake kunn<strong>en</strong> zijn van e<strong>en</strong> ‘contributory neglig<strong>en</strong>ce’, omdatin dat geval de vergoedingsplicht van de gemotoriseerde geheel vervalt. De vordering vande regresnemers, die wordt beoordeeld op basis van artikel 185 WVW <strong>en</strong> artikel 6:101BW, kan t<strong>en</strong>slotte word<strong>en</strong> beschouwd als e<strong>en</strong> ‘comparative neglig<strong>en</strong>ce’-regel.4.2 De gedragseffect<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de Nederlandse verkeersaansprakelijkheidDe Nederlandse verkeersaansprakelijkheid is zowel vanuit juridisch als economischperspectief e<strong>en</strong> lapp<strong>en</strong>dek<strong>en</strong> van aansprakelijkheids- <strong>en</strong> vergoedingsregels. Bij de afwikkelingvan e<strong>en</strong> verkeersongeval zijn daarnaast, afhankelijk van de ernst van het ongeval,zeer veel person<strong>en</strong> <strong>en</strong> instanties betrokk<strong>en</strong>, zoals slachtoffer, dader, politie, ambulance,arts<strong>en</strong>, therapeut<strong>en</strong>, zorgverzekeraar, aansprakelijkheidsverzekeraar, belang<strong>en</strong>behartiger/advocaat,arbeidsdeskundige, medisch adviseur, expertisebureau, rechter. E<strong>en</strong>uitgebreide toetsing van de toegepaste aansprakelijkheids- <strong>en</strong> vergoedingsregels <strong>en</strong>alle daarbij betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> valt buit<strong>en</strong> deze bijdrage. 79 C<strong>en</strong>traal staan hier immersde (prev<strong>en</strong>tieve) gedragseffect<strong>en</strong> van fault <strong>en</strong> no-fault bij de (directe) ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>,namelijk dader, slachtoffer <strong>en</strong> verzekeraar(s). Binn<strong>en</strong> dat kader kan de Nederlandseverkeersaansprakelijkheid word<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> fault systeem met no-faultelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die echter niet als zodanig zijn b<strong>en</strong>oemd.De fault aspect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegepast op verkeersongevall<strong>en</strong> die op basis van artikel 6:162word<strong>en</strong> geregeld (bijvoorbeeld gemotoriseerd<strong>en</strong> onderling) <strong>en</strong> de vordering van de nietgemotoriseerde>14 jaar op basis van artikel 185 WVW. Gelet op de uitkomst<strong>en</strong> van deeconomische theorie word<strong>en</strong> met deze aansprakelijkheidsregels suboptimale gedragseffect<strong>en</strong>bereikt. T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de verkeersongevall<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> gemotoriseerd<strong>en</strong> onderlingzorgt de regel van foutaansprakelijkheid ervoor dat beide partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> optimaalzorgniveau uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. De dader zal bij de uitoef<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> optimaal zorgniveauniet aansprakelijk zijn <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> optimaal activiteitsniveau uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Bij artikel 185WVW-ongevall<strong>en</strong> zal de regel van risicoaansprakelijkheid met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> schuldverweerde gemotoriseerde aanzett<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> optimaal zorg- <strong>en</strong> activiteitsniveau. De niet-gemotoriseerde(> 14 jaar) zal bij deze regel e<strong>en</strong> optimaal zorgniveau uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>, zodat hij zijnschade krijgt vergoed, maar hij heeft ge<strong>en</strong> prikkel om e<strong>en</strong> optimaal activiteitsniveau aante w<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. 80De no-fault elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> bij de vergoeding van de niet-gemotoriseerd<strong>en</strong>< 14 jaar. Door het theoretische verweer van opzet of aan opzet gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de roekeloos-79 E<strong>en</strong> dergelijke toetsing noopt ook naar de (maatschappelijke) kost<strong>en</strong> van deze regeling<strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> in dezebijdrage niet aan de orde is. Daarvoor kan word<strong>en</strong> verwez<strong>en</strong> naar Van Dam, 2001, p. 572-797.80 Zie paragraaf 1.1.359Gies<strong>en</strong>_01.indb 57 20-5-2008 16:29:54


M. van Damheid is echter ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> no-fault verzekering. De uitkering<strong>en</strong> van de sociale<strong>en</strong> particuliere verzekeraars zijn hiervoor vergelek<strong>en</strong> met no-fault. Naast de schade t<strong>en</strong>gevolge van e<strong>en</strong> verkeersongeval gev<strong>en</strong> deze verzekeraars echter ook dekking voor letselschadedie het gevolg is van andere ongevall<strong>en</strong>. 81 Dit laat zich moeilijk vergelijk<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> no-fault verzekering naar aanleiding van e<strong>en</strong> verkeersongeval die in deze bijdrageaan de orde is. Overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> beide vorm<strong>en</strong> van verzekering kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>gevond<strong>en</strong> in de niet-gediffer<strong>en</strong>tieerde premiestructuur <strong>en</strong> de vaste uitkering<strong>en</strong>. Omdater op deze wijze ge<strong>en</strong> controle van het morele risico plaatsvindt, is economisch gezi<strong>en</strong>sprake van e<strong>en</strong> suboptimale uitkomst.Wanneer de verzekeringsaspect<strong>en</strong> bij deze toetsing word<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>, zal ook e<strong>en</strong> suboptimaleuitkomst word<strong>en</strong> bereikt. Er is sprake van e<strong>en</strong> aansprakelijkheidsverzekeringwaarbinn<strong>en</strong> het morele risico <strong>en</strong> de anti-selectie minder goed kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecontroleerdomdat de verzekeraar ge<strong>en</strong> informatie heeft over het gedrag van de onbek<strong>en</strong>dederde die door toeval bij e<strong>en</strong> ongeval met zijn verzekerde betrokk<strong>en</strong> raakt. Het slachtofferheeft weliswaar e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> sociale of particuliere (zorg)verzekering. Daarbinn<strong>en</strong> wordtechter e<strong>en</strong> platte premiestructuur gehanteerd <strong>en</strong> zijn er vaste uitkering<strong>en</strong>, zodat hetmorele risico onvoldo<strong>en</strong>de wordt gereduceerd. 82E<strong>en</strong> empirische toetsing naar bijvoorbeeld de gedragseffect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> regel van risicoaansprakelijkheidmet e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> schuldverweer was niet mogelijk. Voor het overigeblek<strong>en</strong> de uitkomst<strong>en</strong> van het empirisch onderzoek naar fault <strong>en</strong> no-fault niet e<strong>en</strong>duidigte zijn.Geconcludeerd kan word<strong>en</strong> dat ook met betrekking tot de Nederlandse verkeersaansprakelijkheidop basis van de gedragseffect<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> keuze kan word<strong>en</strong> gemaakt tuss<strong>en</strong>fault of no-fault. Deze keuze kan in theorie word<strong>en</strong> beïnvloed door rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong>met bepaalde verzekeringsaspect<strong>en</strong>. 83 Naast verzekering is er nog e<strong>en</strong> ander instrum<strong>en</strong>twaarmee direct invloed kan word<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d op het verkeersgedrag, namelijk veiligheidsregulering.84 De regulering heeft onder andere betrekking op de maximumsnelheid,alcohol <strong>en</strong> de autoveiligheid. Empirisch onderzoek heeft aangetoond dat met dezeregulering onder bepaalde voorwaard<strong>en</strong> het gedrag van verkeersdeelnemers positief kanword<strong>en</strong> beïnvloed. 8581 Zie Van Dam, 2001, p. 578-579.82 Zie paragraaf 1.3.83 Zie paragraaf 2.3.84 Zie paragraaf 1.2.85 Zie voor e<strong>en</strong> overzicht daarvan: Van Dam, 2001, p. 463-501. Voor Nederland kan verder word<strong>en</strong> verwez<strong>en</strong> naar de statistiek<strong>en</strong>van het C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek (o.a. CBS Persbericht PB07-031), de ongevalcijfers van de Adviesdi<strong>en</strong>stVerkeer <strong>en</strong> Vervoer van het ministerie van Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat <strong>en</strong> de onderzoeksrapport<strong>en</strong> van de StichtingWet<strong>en</strong>schappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV).360Gies<strong>en</strong>_01.indb 58 20-5-2008 16:29:54


Fault <strong>en</strong> no-fault5 Co n c l u d e r e n d e o p m e r k i n g e nIn deze bijdrage is aandacht besteed aan de gedragseffect<strong>en</strong> van fault <strong>en</strong> no-fault. Daaruitkan word<strong>en</strong> geconcludeerd dat in theorie fault e<strong>en</strong> voorkeur heeft bov<strong>en</strong> no-fault. Daarbijwordt verondersteld dat van aansprakelijkheid e<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werking uitgaat, iets datniet het geval is binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> systeem waarbinn<strong>en</strong> de aansprakelijkheid is afgeschaft. Inhet empirisch onderzoek is deze theoretische conclusie niet bevestigd.In deze bijdrage is ook geblek<strong>en</strong> dat fault <strong>en</strong> no-fault voor wat betreft de gedragseffect<strong>en</strong>niet geïsoleerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. Door de invloed van verzekering is bijvoorbeeldde prev<strong>en</strong>tieve werking van het aansprakelijkheidsrecht in de verzekeringsvoorwaard<strong>en</strong>geïncorporeerd. Daarmee kan vanuit prev<strong>en</strong>tief oogpunt ook no-fault e<strong>en</strong> nieuwe kanskrijg<strong>en</strong>. De afschaffing van de aansprakelijkheid kan word<strong>en</strong> opgevang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong>no-fault verzekering met gediffer<strong>en</strong>tieerde premie- <strong>en</strong> polisvoorwaard<strong>en</strong>, waarmee hetgedrag van verzekerde in theorie optimaal kan word<strong>en</strong> beïnvloed. In de praktijk beschiktde no-fault verzekering nog niet over deze noodzakelijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om het gedrag vande ongevalbetrokk<strong>en</strong> te controler<strong>en</strong>.In deze bijdrage is t<strong>en</strong> slotte geconstateerd dat zowel bij fault als no-fault aanvull<strong>en</strong>demaatregel<strong>en</strong> nodig zijn om de gedragseffect<strong>en</strong> bij de ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> te waarborg<strong>en</strong>.Dit kan via de verzekeringsvoorwaard<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> optimale premiediffer<strong>en</strong>tiatie. De verzekeraarzou (meer) kunn<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong> of het gedrag van de ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> (verkeersovertreding<strong>en</strong>)aanleiding geeft tot e<strong>en</strong> premieaanpassing. Daarnaast is ook ex anteveiligheidsregulering nodig om het gedrag van de ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> te beïnvloed<strong>en</strong> <strong>en</strong>om te voorkom<strong>en</strong> dat ongevalbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> achteraf aansprakelijk of vergoedingsplichtigzijn respectievelijk hun eig<strong>en</strong> schade di<strong>en</strong><strong>en</strong> te drag<strong>en</strong>.361Gies<strong>en</strong>_01.indb 59 20-5-2008 16:29:54


M. van DamLit e r a t u u rAdams 1985Adams, M., Őkonomische Analyse der Gefahrdungs- und Verschuld<strong>en</strong>shaftung, Heidelberg: R. v.Deckers’s Verlag 1985.Akerlof 1970Akerlof, G.A., ‘The Market for Lemons: Quality Uncertainty and the Market Mechanism<strong>en</strong>’,Quartely Journal of Economics, 1970, p. 488-500.Asser 1998Asser C., Handleiding tot de beoef<strong>en</strong>ing van het Nederlands burgerlijk recht, Verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>recht,deel 3, De verbint<strong>en</strong>is uit de wet, bewerkt door A.S. Hartkamp, Zwolle: Tje<strong>en</strong>k Willink 1998.Bloemberg<strong>en</strong> 1980Bloemberg<strong>en</strong>, A.R., ‘De invloed van verzekering<strong>en</strong>’, NJB, 1980, p. 174-183.Brown 1985Brown, C., ‘Deterr<strong>en</strong>ce in Tort and No-fault: The New Zealand Experi<strong>en</strong>ce’, California Law Review,1985, p. 976-1002.Burrows 1995Burrows, P., ‘Analyzing Legal Paternalism’, International Review of Law and Economics, 1995,p. 489-508.Carroll & Kakalik 1993Carroll, S.J. and J.S. Kakalik, ‘No-fault Approaches to Comp<strong>en</strong>sating Auto Accid<strong>en</strong>t Victims’,Journal of Risk and Insurance, 1993, 265-287.Chapman & Trebilcock 1991Chapman, B. and M.J. Trebilcock, ‘Making Hard Social Choices: Lessons from the Auto Accid<strong>en</strong>tComp<strong>en</strong>sation Debate’, Law and Economics, Working Paper Series, 1991, 83pp..Coh<strong>en</strong> & Dehejia 2004Coh<strong>en</strong>, A. and R. Dehejia, ‘The Effect of Automobile Insurance and Accid<strong>en</strong>t Liability Laws onTraffic Fatalities’, Journal of Law and Economics, 2004, p. 357-393.Cummins 2001Cummins, D., M. Weiss, and R. Phillips, The Inc<strong>en</strong>tive Effects of No-fault AutomobileInsurance’, Journal of Law and Economics, 2001, p. 427-464.Curran 1992Curran, C., ‘The Spread of the Comparative Neglig<strong>en</strong>ce Rule in the United States’, InternationalReview of Law and Economics, 1992, p. 317-332.Van Dam 2005Dam, M. van, ‘De betrokk<strong>en</strong>heid bij e<strong>en</strong> verkeersongeval in de zin van artikel 185 WVW’, Verkeersrecht,2005, p. 301-306.362Gies<strong>en</strong>_01.indb 60 20-5-2008 16:29:54


Fault <strong>en</strong> no-faultVan Dam 2001Dam, M. van, Verkeersongevall<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> rechtseconomisch, empirisch <strong>en</strong> positiefrechtelijk onderzoeknaar de werking van aansprakelijkheid, verzekering <strong>en</strong> veiligheidsregulering in het verkeer, D<strong>en</strong>Haag: Boom Juridische uitgevers 2001.Van Dam 2000Dam, C.C. van, Aansprakelijkheidsrecht, D<strong>en</strong> Haag: Boom Juridische uitgevers 2000.Van Dam 1998Dam, C.C. van, ‘Bewijs bij verkeersongevall<strong>en</strong>’, in: Bewijs <strong>en</strong> letselschade, Lelystad: Vermande,LSA 1998, p. 23-45.Van Dam 1989Dam, C.C. van, Zorgvuldigheidsnorm <strong>en</strong> aansprakelijkheid, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 1989.Deb<strong>en</strong> <strong>en</strong> Vereeck 2004Deb<strong>en</strong>, L. <strong>en</strong> L. Vereeck, Rechtseconomische theorie van verkeersaansprakelijkheid <strong>en</strong> regulering,Diep<strong>en</strong>beek, 2004, RA-2004-23, 126 p.Devlin 1990Devlin, R.A., ‘Some Welfare Implications of No-fault Automobile Insurance’,Review of Law and Economics, 1990, p. 193-205.InternationalDewees, Duff, & Trebilcock 1996Dewees, D.N., Duff, D. and Trebilcock, M.J., Exploring the Domain of Accid<strong>en</strong>t Law, Oxford:Oxford University Press 1996.Drabsch 2005Drabsch, T., ‘No Fault Comp<strong>en</strong>sation’, NSW Parliam<strong>en</strong>tary Library Briefing Paper, 2005, nr. 6/05,55 p.Elzas 2000Elzas, R.Ph., Handboek Schaderegeling Motorijtuig<strong>en</strong>, 2000, 211-1 t/m 211-38.Faure & Van d<strong>en</strong> Bergh 1989Faure, M.G. <strong>en</strong> R.J. Van d<strong>en</strong> Bergh, Objectieve Aansprakelijkheid, Verplichte Verzekering <strong>en</strong> Veiligheidsregulering,Antwerp<strong>en</strong>-Apeldoorn: MAKLU uitgevers 1989.Fluit 2007Fluit, P.S., Sociale Zekerheidswetgeving, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2007.Hartlief & Tjittes 1999Hartlief, T. <strong>en</strong> R.P.J.L. Tjittes, Verzekering <strong>en</strong> aansprakelijkheid, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer, Serie Recht <strong>en</strong>Praktijk, nr. 79, 1999.Hartlief & Klosse 2003Hartlief, T. <strong>en</strong> S. Klosse (red.), Einde van het aansprakelijkheidsrecht?, D<strong>en</strong> Haag: Boom Juridischeuitgevers 2003.Holzhauer & Teijl 1995Holzhauer, R.W. <strong>en</strong> R. Teijl, ‘Inleiding rechtseconomie’, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 1995.363Gies<strong>en</strong>_01.indb 61 20-5-2008 16:29:54


M. van DamKinzler 2006Kinzler, P.J.D., ‘Auto Insurance Reform Options: How to Change State Tort and No-fault Laws toReduce Premiums and Increase Consumer Choice’, Issue Analysis, NAMIC, 2006, 44 p.Kochanowski & Young 1985Kochanowski, P.S. and Young, M.V., ‘Deterr<strong>en</strong>t Aspects of No Fault Automobile Insurance: SomeEmpirical Findings’, Journal of Risk and Insurance, 1985, p. 269-288.Landes 1982aLandes, E.M. (1982a), ‘Insurance, Liability, and Accid<strong>en</strong>ts: A Theoretical and Empirical Investigationof the Effect of No-fault Accid<strong>en</strong>ts’, Journal of Law and Economics, 1982, p. 49-65.Landes 1982Landes, E.M., ‘Comp<strong>en</strong>sation for Automobile Accid<strong>en</strong>t Injuries: Is the Tort System Fair?’, Journalof Legal Studies, 1982, p. 253-259.Liao & White 1999Liao, Y.-Ping and White, M.J., ‘No-fault for Motor Vehicles: An Economic Analysis’, AmericanLaw and Economics Review, 1999, p. 258-294.Loonstra 2007Loonstra, C.J., <strong>Hoofdstuk</strong>k<strong>en</strong> sociaal recht, Groning<strong>en</strong>: Wolters-Noordhoff 2007, p. 135-169.Loughran 2001Loughran, D.S., The Effect of No-fault Auto Insurance on Driver Behavior and Auto Accid<strong>en</strong>ts inthe United States, RAND Corporation, Working Paper 2001, 67 p.Maan<strong>en</strong>, van 2003Maan<strong>en</strong>, G.E. van, ‘De meerwaarde van het verkeersaansprakelijkheidsrecht’, in: T. Hartlief <strong>en</strong>S. Klosse, Einde van het aansprakelijkheidsrecht?, D<strong>en</strong> Haag: Boom Juridische uitgevers 2003,p. 189-216.Marco & Salvietti 2007Marco, A.C. and C. Salvietti, ‘What Does Tort Law Deter? Precaution and Activity Levels inNo-fault Automobile Insurance’, Electronic Paper, SSRN, New York 2007, 50 p.McEwin 1989McEwin, R.I., ‘No-fault and Road Accid<strong>en</strong>ts: Some Australasian Evid<strong>en</strong>ce’, International Reviewof Law and Economics, 1989, p. 13-24.McEwin 1999McEwin, R.I., ‘No-fault Comp<strong>en</strong>sations Systems’, Encyclopedia of Law and Economics, 1999,p. 735-763.Medoff & Magaddino 1982Medoff, M.H. and Magaddino, J.P. (1982), ‘An Empirical Analysis of No-fault Insurance’, 6 EvaluationReview, 1982, p. 373-392.Priest 1987Priest, G.L., ‘The Curr<strong>en</strong>t Insurance Crisis and Modern Tort Law’, The Yale Law Journal, 1987,p. 1521-1590.364Gies<strong>en</strong>_01.indb 62 20-5-2008 16:29:54


Fault <strong>en</strong> no-faultPosner 2002Posner, E.A., ‘Probability Errors: Some Positive and Normative Implications for Tort and ContractLaw’, University of Chicago, John M. Olin Law and Economics Working Paper, nr. 161, September2002, 22 p.Rolph, Hammit & Houch<strong>en</strong>s 1985Rolph, J,E., J.K. Hammit and R.L. Houch<strong>en</strong>s, ‘Automobile Accid<strong>en</strong>t Comp<strong>en</strong>sation: Who PaysHow Much How Soon?’, Journal of Risk and Insurance, 1985, p. 667-685.Schmitz 2000Schmitz, P.W., ‘On the Joint Use of Liability and Safety Regulation’, International Review of Lawand Economics, 2000, p. 371-382.Schwartz 2002Schwartz, G.T., ‘Empiricism and Tort Law’, University of Illinois Law Review, 2002, p. 1067-1082.Shavell 1979Shavell, S., ‘On Moral Hazard and Insurance’, The Quartely Journal of Economics, 1979,p. 541-562.Shavell 1980Shavell, S., ‘Strict Liablity versus Neglig<strong>en</strong>ce’, Journal of Legal Studies, 1980, p. 1-25.Shavell 1982Shavell, S., ‘On Liabilty and Insurance’, The Bell Journal of Economics, vol. 13, 1982, p. 120-132.Shavell 1984Shavell, S., ‘Liabilty for Harm versus Regulation of Safety’, Journal of Legal Studies, 1984,p. 357-374.Shavell 1987Shavell, S., Economic Analyses of Accid<strong>en</strong>t Law, Cambridge: Harvard University Press 1987.Sloan, Reilly & Sch<strong>en</strong>zler 1994Sloan, F., B. Reilly, and C. Sch<strong>en</strong>zler, ‘Tort Liability Versus Other Approaches for DeterringCareless Driving’, International Review of Law and Economics, 1994, p. 53-71.Spier, Hartlief & Van Maan<strong>en</strong> 2003Spier, J., T. Hartlief <strong>en</strong> G.E. van Maan<strong>en</strong>, Verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> uit de wet <strong>en</strong> schadevergoeding, Dev<strong>en</strong>ter:Kluwer 2003, p. 143-160Spier 1996Spier, J., De uitdij<strong>en</strong>de reikwijdte van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, preadviesN.J.V., Zwolle: Tje<strong>en</strong>k Willink 1996, p. 207-234.Sugarman 1985Sugarman, S., ‘Doing Away with Tort Law’, California Law Review, 1985, p. 558-664.365Gies<strong>en</strong>_01.indb 63 20-5-2008 16:29:54


M. van DamVan d<strong>en</strong> Bergh 1998Van d<strong>en</strong> Bergh R.J., ‘Automatische vergoeding van schade geled<strong>en</strong> door zwakke verkeersdeelnemers:e<strong>en</strong> rechtseconomische kritiek’, in: Faure M., Hartlief T, Verkeersaansprakelijkheid in België<strong>en</strong> Nederland, Antwerp<strong>en</strong>: Inters<strong>en</strong>tia 1998, p 27-75Velthov<strong>en</strong> 2000Velthov<strong>en</strong>, B.C.J. van, ‘Veiliger verkeer in Nederland?’, Verkeersrecht, 2000, p. 313-322.Velthov<strong>en</strong> 2001Velthov<strong>en</strong>, B.C.J. van <strong>en</strong> P.W. van Wijck, Recht <strong>en</strong> efficiëntie, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2001.Wass<strong>en</strong>aer van Catwijck 1988Wass<strong>en</strong>aer van Catwijck, A.J.O. baron van, ‘Verkeersverzekering in Noord-Amerika’, Verzekeringsarchief,1988, p. 321-377.White 1989White, M.J., An Empirical Test of the Comparative and Contributory Neglig<strong>en</strong>ce Rules in Accid<strong>en</strong>tLaw, Rand Journal of Economics, 1989, p. 308-330.Wittman 1977Wittman, D., ‘Prior Regulation Versus Post Liability: The Choice Betwe<strong>en</strong> Input and OutputMonitoring’, Journal of Legal Studies, 1977, p. 193-211.Zador and Lund 1986Zador, P.L. and Lund, A., ‘Re Analyses of the Effects of No-fault Auto Insurance on Fatal Crashes’,Journal of Risk and Insurance, 1986, p. 226-241.366Gies<strong>en</strong>_01.indb 64 20-5-2008 16:29:54


Ondernemings- <strong>en</strong>effect<strong>en</strong>rechtGies<strong>en</strong>_01.indb 65 20-5-2008 16:29:54


Gies<strong>en</strong>_01.indb 66 20-5-2008 16:29:54


<strong>Hoofdstuk</strong> 15Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginselbinn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ingE<strong>en</strong> juridische versus e<strong>en</strong> economisch-psychologischeb<strong>en</strong>aderingT. Loon<strong>en</strong> 1Sa m e n v a t t i n gDeze bijdrage heeft betrekking op de verplichting van financiële onderneming<strong>en</strong> om aanhet ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel te voldo<strong>en</strong>. Informatie over de financiële positie, k<strong>en</strong>nis,ervaring, doelstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> risicobereidheid van de particuliere belegger di<strong>en</strong><strong>en</strong> hier, alsonderdeel van de zorgplicht, g<strong>en</strong>oteerd én geïnterpreteerd te word<strong>en</strong>. In de meeste gevall<strong>en</strong>wordt hier e<strong>en</strong> cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/of risicoprofiel voor gebruikt. Om antwoord te krijg<strong>en</strong> op devraag of het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel effectief is, word<strong>en</strong> drie vrag<strong>en</strong> gesteld. Vraag 1: Hoebeoordeelt de particuliere belegger het risicoprofiel? E<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête onder 1000 beleggers leertdat zij het risicoprofiel accepter<strong>en</strong> zolang het ge<strong>en</strong> direct effect heeft op hun wijze vanbelegg<strong>en</strong>. De effectiviteit van het risicoprofiel wordt door ongeveer de helft van de beleggersbetwist. Vraag 2 is: Hoe wordt het profiel in e<strong>en</strong> juridische procedure ingezet? Uit e<strong>en</strong>analyse naar uitsprak<strong>en</strong> van de Klacht<strong>en</strong>commissie DSI blijkt dat de klag<strong>en</strong>de beleggervaker e<strong>en</strong> beroep doet op e<strong>en</strong> gebrek aan beleggingsk<strong>en</strong>nis. Dit vaak in combinatie mete<strong>en</strong> onjuist opgesteld profiel <strong>en</strong> de stelling dat het belegde vermog<strong>en</strong> p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>geld betrof.Er kan word<strong>en</strong> verondersteld dat de introductie van de Wft <strong>en</strong> de MiFID, in het bijzonderhet verplicht vastlegg<strong>en</strong> van de k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ervaring, voor e<strong>en</strong> golf van klacht<strong>en</strong> kan zorg<strong>en</strong>.Problematisch voor de financiële onderneming<strong>en</strong> hierbij is dat deze klacht<strong>en</strong> hoogstwaar-1 Dr. A.J.C.C.M. Loon<strong>en</strong> is verantwoordelijk voor Business Integrity & Regulation bij Bank Insinger de Beaufort N.V. In2006 is hij gepromoveerd op het effect van de zorgplicht op de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing in Nederland. Hij is lid van deTucht- <strong>en</strong> Geschill<strong>en</strong>commissie DSI. Hij is deeltijd DSI-research Fellow aan het Amsterdam C<strong>en</strong>ter for Law & Economicsvan UvA. Deze bijdrage schrijft hij op persoonlijke titel.369Gies<strong>en</strong>_01.indb 67 20-5-2008 16:29:54


T. Loon<strong>en</strong>schijnlijk ge<strong>en</strong> betrekking hebb<strong>en</strong> op het niet nalev<strong>en</strong> van regels, maar betrekking hebb<strong>en</strong>op het niet handel<strong>en</strong> in de geest van e<strong>en</strong> regel. Vraag 3 is: Sorteert het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel het gew<strong>en</strong>ste economische effect? Uit onderzoek blijkt dat er e<strong>en</strong> weinig systematischeaanpak is van het interpreter<strong>en</strong> van informatie verkreg<strong>en</strong> van de belegger. Dit kanertoe leid<strong>en</strong> dat er niet-pass<strong>en</strong>de belegging<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangegaan. Als reactie op nieuwewetgeving én de Prozessfreudigkeit van de particuliere belegger is de beleggingsdeskundigegeregeld (té) sterk gericht op het nalev<strong>en</strong> van de asset mix conform het risicoprofiel. E<strong>en</strong>door de cliënt ondertek<strong>en</strong>d cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/of risicoprofiel wordt daarbij vaak als doel <strong>en</strong> nietals hulpmiddel beschouwd. De belegging<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> met behulp van dit profiel weliswaarop hoofdlijn<strong>en</strong> (asset mix) word<strong>en</strong> ingevuld, de verdere spreiding heeft ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aandachtnodig. Ook de uiteindelijke invulling binn<strong>en</strong> deze spreiding is relevant. E<strong>en</strong> vijand van debelegger kan hierbij emotie zijn. Het is hier dat de beleggingsdeskundige, met hulp van hetprofiel, toegevoegde waarde kan lever<strong>en</strong>.1 In l e i d i n gBinn<strong>en</strong> de Nederlandse effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing is het aantal regels dat door financiëleonderneming<strong>en</strong> gevolgd moet word<strong>en</strong>, de laatste dec<strong>en</strong>nia aanzi<strong>en</strong>lijk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dezeregels hebb<strong>en</strong> onder andere betrekking op de wijze waarop financiële onderneming<strong>en</strong>hun administratieve organisatie inricht<strong>en</strong>, de wijze waarop belang<strong>en</strong>verstr<strong>en</strong>geling di<strong>en</strong>tte word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong> <strong>en</strong> het bescherm<strong>en</strong> van de niet-professionele (hierna particuliere)belegger. In dit artikel zal er nader word<strong>en</strong> ingegaan op de bescherm<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong>die de particuliere belegger moet behoed<strong>en</strong> voor het nem<strong>en</strong> van onverantwoorde beleggingsbeslissing<strong>en</strong>.C<strong>en</strong>traal staat hierbij de werking van de regels die onderdeel uitmak<strong>en</strong>van de Wet op het financieel toezicht (Wft) <strong>en</strong> betrekking hebb<strong>en</strong> op het opmak<strong>en</strong> vanhet cliënt<strong>en</strong>profiel. Om antwoord te krijg<strong>en</strong> op de vraag of het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginseleffectief is, word<strong>en</strong> drie vrag<strong>en</strong> gesteld. Sorteert het huidige ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginselhet gew<strong>en</strong>ste effect? Hoe wordt het cliënt<strong>en</strong>profiel in e<strong>en</strong> juridische procedure ingezet?Hoe beoordeelt de particuliere belegger het risicoprofiel? Om tot beantwoording vandeze vrag<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>, is dit hoofdstuk in zev<strong>en</strong> paragraf<strong>en</strong> opgedeeld.In paragraaf 2 wordt e<strong>en</strong> toelichting gegev<strong>en</strong> op de regelgeving t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt-beginsel. Hoe het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel praktisch wordt ingevuld binn<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing is beschrev<strong>en</strong> in paragraaf 3. Paragraaf 4 geeft op basis van e<strong>en</strong>empirisch onderzoek onder 1001 particuliere beleggers weer wat hun visie is op het cliënt<strong>en</strong>profiel.Dat het cliënt<strong>en</strong>profiel niet altijd zal bijdrag<strong>en</strong> ter voorkoming van e<strong>en</strong> klacht,blijkt uit paragraaf 5. Hier is, op basis van e<strong>en</strong> docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>onderzoek, weergegev<strong>en</strong> hoehet klaaggedrag van de particuliere belegger voor de Klacht<strong>en</strong>commissie DSI verloopt.370Gies<strong>en</strong>_01.indb 68 20-5-2008 16:29:54


Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel binn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ingHet cliënt<strong>en</strong>profiel is dan weliswaar e<strong>en</strong> juridische verplichting, de daadwerkelijkewaarde van het cliënt<strong>en</strong>profiel is economisch van aard. De valkuil<strong>en</strong> van de particulierebelegger op basis van Behavioural Finance word<strong>en</strong> hier nader beschrev<strong>en</strong>. Gevolgd doorde toegevoegde waarde die de beleggingsadviseur kan oplever<strong>en</strong>. Dit wordt in paragraaf6 beschrev<strong>en</strong>. Dit artikel wordt in paragraaf 7 beslot<strong>en</strong> met <strong>en</strong>kele conclusies.2 Ee n k o r t e to e l i c h t i n g o p d e r e g e l g e v i n gOp 1 januari 2007 is de Wet op het financieel toezicht in werking getred<strong>en</strong>. In het kadervan het voortzett<strong>en</strong> van het bestaande ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel als onderdeel van hetBesluit toezicht effect<strong>en</strong>verkeer 1995 (art. 24 lid b) <strong>en</strong> de Nadere regeling gedragstoezichteffect<strong>en</strong>verkeer 2002 (art. 28 lid 1) zijn er in de Wft drie artikel<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die definanciële onderneming 2 tot het inwinn<strong>en</strong> van informatie over de particuliere beleggerverplicht<strong>en</strong>. Voor de beleggingsadvisering is daar artikel 4:23 lid 1 sub a Wft. Hier is telez<strong>en</strong>:‘Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> financiële onderneming e<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t of, indi<strong>en</strong> het e<strong>en</strong> financieelinstrum<strong>en</strong>t of verzekering betreft, cliënt adviseert: a) wint zij in hetbelang van de consum<strong>en</strong>t onderscheid<strong>en</strong>lijk de cliënt informatie in over di<strong>en</strong>sfinanciële positie, k<strong>en</strong>nis, ervaring, doelstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> risicobereidheid, voorzover dit redelijkerwijs relevant is voor haar advies.’In de memorie van toelichting Deel <strong>Gedrag</strong>stoezicht Wft wordt in artikel 3:4.58 e<strong>en</strong>nadere uitleg gegev<strong>en</strong> over het eerderg<strong>en</strong>oemde artikel. Zo is te lez<strong>en</strong>:‘Het cliënt<strong>en</strong>profiel di<strong>en</strong>t bij het aangaan van de relatie te word<strong>en</strong> opgesteld<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s te word<strong>en</strong> aangepast indi<strong>en</strong> de cliënt de vermog<strong>en</strong>sbeheerderinformeert over wijziging<strong>en</strong>, bijvoorbeeld in de doelstelling van het beheervan het individuele vermog<strong>en</strong>, of indi<strong>en</strong> er bij het beheer andere financiëleinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of markt<strong>en</strong> in beeld kom<strong>en</strong> dan bij aanvang van de relatie inbeeld war<strong>en</strong>. Aanpassing van het profiel kan dan op grond van het eerste lid,onderdeel b leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> aanpassing van het beheer van het individuelevermog<strong>en</strong>.’2 Zie voor de definitie de Wet op het financieel toezicht, art. 1.1. Hieronder valt conform deze definitie e<strong>en</strong> beleggingsonderneming,financiële onderneming <strong>en</strong> e<strong>en</strong> financiële di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>er. Daarbij is de beleggingsonderneming inhoudelijkgelijk aan het begrip ‘effect<strong>en</strong>instelling’ in de Wte 1995, met di<strong>en</strong> verstande dat de cliënt<strong>en</strong>remisier er niet meer ondervalt.371Gies<strong>en</strong>_01.indb 69 20-5-2008 16:29:54


T. Loon<strong>en</strong>In Richtlijn 2006/73/EG, artikel 35 lid 3 wordt opgesomd welke informatie verkreg<strong>en</strong>moet word<strong>en</strong>:‘3. De informatie over de financiële situatie van de cliënt of pot<strong>en</strong>tiële cliëntbevat, voor zover van toepassing, gegev<strong>en</strong>s over de bron <strong>en</strong> omvang van di<strong>en</strong>speriodieke inkomst<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>s vermog<strong>en</strong>, waaronder liquide middel<strong>en</strong>, belegging<strong>en</strong><strong>en</strong> onroer<strong>en</strong>d goed, <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s financiële verplichting<strong>en</strong>.’Artikel 4:24 lid 1 Wft heeft betrekking op de execution-onlydi<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing 3 in relatietot ‘complexe instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>’. Met de k<strong>en</strong>nis van de definitie van niet-complexe financiëleinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is het mogelijk het gebied van de complexe instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>. Zokan word<strong>en</strong> vastgesteld dat converteerbare obligaties <strong>en</strong> converteerbare schuldinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>tot de complexe financiële instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d. Voorts kan gedachtword<strong>en</strong> aan gestructureerde financiële product<strong>en</strong> (zoals Reverse Convertible Notes,garantieproduct<strong>en</strong>, clickfonds<strong>en</strong> <strong>en</strong> zog<strong>en</strong>oemde Turbo’s <strong>en</strong> Speeders) <strong>en</strong> derivat<strong>en</strong> zoalsopties <strong>en</strong> futures. De execution-onlydi<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing met betrekking tot de zog<strong>en</strong>oemde‘niet-complexe instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>’ wordt onder meer ingevuld door artikel 4:24 Wft. In lid4 van artikel 4:24 Wft zijn die ‘e<strong>en</strong>voudige’ financiële instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd waarophet ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel niet van toepassing is. 4 Er is op deze di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing inbeginsel ge<strong>en</strong> ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel van toepassing mits er aan e<strong>en</strong> aantal voorwaard<strong>en</strong>voldaan wordt. Deze voorwaard<strong>en</strong> zijn: 1) de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing vindt plaats opinitiatief van de cliënt <strong>en</strong> 2) voorafgaand aan de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing is aan de cliënt k<strong>en</strong>baargemaakt dat de geschiktheid van de te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> di<strong>en</strong>st niet is beoordeeld.Beleggingsonderneming<strong>en</strong> die dus <strong>en</strong>kel orders van cliënt<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of orders ontvang<strong>en</strong><strong>en</strong> doorgev<strong>en</strong>, mog<strong>en</strong> zonder dat zij aan de geschiktheidstoets of gepastheidstoetshoev<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong>, beleggingsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> verricht<strong>en</strong>.3 Deze di<strong>en</strong>st bestaat alle<strong>en</strong> uit het uitvoer<strong>en</strong> van beursorders <strong>en</strong> het verricht<strong>en</strong> van de daarmee sam<strong>en</strong>gaande administratievehandeling<strong>en</strong>. Dit in teg<strong>en</strong>stelling tot advies <strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>sbeheer, waar e<strong>en</strong> beleggingsdeskundige adviseert ofhet vermog<strong>en</strong> discretionair beheerd.4 Het betreft hier: a) aandel<strong>en</strong> die tot de handel op e<strong>en</strong> markt in financiële instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn toegelat<strong>en</strong>, b) instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>die gewoonlijk op de geldmarkt verhandeld word<strong>en</strong>, c) verhandelbare obligaties of andere schuldinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, voorzover het ge<strong>en</strong> converteerbare obligaties of converteerbare schuldinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> betreft <strong>en</strong> d) recht<strong>en</strong> van deelnemingin e<strong>en</strong> beleggingsonderneming. Deze laatste categorie zal nog word<strong>en</strong> gewijzigd (zie Kamerstukk<strong>en</strong> II 2006/07, 30 658,nr. 5, p. 4).372Gies<strong>en</strong>_01.indb 70 20-5-2008 16:29:55


Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel binn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ingDe Wft heeft daarmee nag<strong>en</strong>oeg de Markets in Financial Instrum<strong>en</strong>ts Directive (MiFID) 5geïncorporeerd. Er di<strong>en</strong>t dan wel aan e<strong>en</strong> aantal voorwaard<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> voldaan. Hetbetreft hier:– handel in e<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> gereglem<strong>en</strong>teerde markt of op e<strong>en</strong> gelijkwaardige markt vane<strong>en</strong> derde land toegelat<strong>en</strong> aandel<strong>en</strong>, geldmarktinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, obligaties of andereschuldinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (met uitzondering van obligaties of andere schuldinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>die e<strong>en</strong> afgeleid instrum<strong>en</strong>t behelz<strong>en</strong>), icbe’s <strong>en</strong> andere niet complexe financiëleinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De markt van e<strong>en</strong> derde land wordt geacht gelijkwaardig aan e<strong>en</strong>gereglem<strong>en</strong>teerde markt te zijn als hij voldoet aan voorschrift<strong>en</strong> die gelijkwaardigzijn aan de voorschrift<strong>en</strong> in Titel III. De Commissie publiceert e<strong>en</strong> lijst van demarkt<strong>en</strong> die als gelijkwaardig moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangemerkt. Deze lijst wordt periodiekbijgewerkt;– e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st die wordt verricht op initiatief van de cliënt of pot<strong>en</strong>tiële cliënt;– e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st waarbij de (pot<strong>en</strong>tiële) cliënt duidelijk in k<strong>en</strong>nis is gesteld dat de beleggingsondernemingbij het verricht<strong>en</strong> van deze di<strong>en</strong>st niet verplicht is de geschiktheidvan de te verricht<strong>en</strong> of aangebod<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st of het aangebod<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t tebeoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat hij derhalve niet de bescherming van de toepasselijke gedragsregelsg<strong>en</strong>iet; Deze waarschuwing mag in gestandaardiseerde vorm word<strong>en</strong> verstrekt;– verplichting<strong>en</strong> die de beleggingsonderneming uit hoofde van artikel 18 6 di<strong>en</strong>t na tekom<strong>en</strong>.Artikel 4:90 Wft gaat nader in op het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel bij discretionair vermog<strong>en</strong>sbeheer.7 In dit artikel is in lid 1 a <strong>en</strong> b te lez<strong>en</strong>:‘In het kader van het beher<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> individueel vermog<strong>en</strong>: a. wint e<strong>en</strong>vermog<strong>en</strong>sbeheerder in het belang van de cliënt informatie in over di<strong>en</strong>s financiëlepositie, k<strong>en</strong>nis, ervaring, doelstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> risicobereidheid voor zoverdit redelijkerwijs relevant is voor het beher<strong>en</strong> van het individuele vermog<strong>en</strong>;<strong>en</strong> b. draagt de vermog<strong>en</strong>sbeheerder er zorg voor dat hij bij het beher<strong>en</strong> vanhet individuele vermog<strong>en</strong>, voor zover redelijkerwijs mogelijk, rek<strong>en</strong>ing houdtmet de in onderdeel a bedoelde informatie.’5 E<strong>en</strong> Europese richtlijn die het regelgev<strong>en</strong>de kader vormt op grond waarvan beleggingsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de EuropeseUnie kunn<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. De MiFID zal per 1 november 2007 in de Wet op het financieel toezicht (Wft) in Nederlandword<strong>en</strong> geïmplem<strong>en</strong>teerd. Dit heeft gevolg<strong>en</strong> voor financiële di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ers die adviser<strong>en</strong> over belegg<strong>en</strong> in financiëleinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.6 Artikel 18 van de Richtlijn MiFID heeft betrekking op belang<strong>en</strong>conflict<strong>en</strong>.7 In e<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>sbeheerrelatie is het de beheerder die, binn<strong>en</strong> de door de cliënt aangegev<strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong> voor het beheer,de beslissing<strong>en</strong> neemt over het al dan niet uitvoer<strong>en</strong> van transacties (Van Luyn & Du Perron 2004, p. 231).373Gies<strong>en</strong>_01.indb 71 20-5-2008 16:29:55


T. Loon<strong>en</strong>Per 1 november 2007 zijn de verplichting<strong>en</strong> die op de beleggingsonderneming<strong>en</strong> rust<strong>en</strong>vanuit de Europese regelgeving nader uitgewerkt in de Wft. Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginselvalt uite<strong>en</strong> in twee vorm<strong>en</strong>: 1) de geschiktheidstest (‘suitability’) <strong>en</strong> 2) de pass<strong>en</strong>dheidstest(‘appropriat<strong>en</strong>ess’). 8 Daarbij is de geschiktheidstest van toepassing op het beleggingsadvies<strong>en</strong> het vermog<strong>en</strong>sbeheer. De beleggingsonderneming zal informatie moet<strong>en</strong>inwinn<strong>en</strong> om te toets<strong>en</strong> of de besprok<strong>en</strong> beleggingsdi<strong>en</strong>st(<strong>en</strong>) <strong>en</strong> financiële instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aanbevol<strong>en</strong>. De pass<strong>en</strong>dheidstoets houdt hier in dat beoordeeld moetword<strong>en</strong> of de cliënt over de nodige k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ervaring beschikt om te begrijp<strong>en</strong> welkerisico’s aan het betrokk<strong>en</strong> financieel instrum<strong>en</strong>t of de betrokk<strong>en</strong> beleggingsdi<strong>en</strong>st verbond<strong>en</strong>zijn.3 He t Ke n-Uw-Cl i ë n t-b e g i n s e l i n d e p r a k t i j k : h e t c l i ë n t e n p r o f i e lIn de praktijk word<strong>en</strong> de begripp<strong>en</strong> ‘risicoprofiel’ <strong>en</strong> ‘cliënt<strong>en</strong>profiel’ regelmatig verwisseld.In artikel 3:4.58 memorie van toelichting <strong>Gedrag</strong>stoezicht Wft is te lez<strong>en</strong>:‘Het cliënt<strong>en</strong>profiel di<strong>en</strong>t bij het aangaan van de relatie te word<strong>en</strong> opgesteld<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s te word<strong>en</strong> aangepast indi<strong>en</strong> de cliënt de vermog<strong>en</strong>sbeheerderinformeert over wijziging<strong>en</strong>, bijvoorbeeld in de doelstelling van het beheervan het individuele vermog<strong>en</strong>, of indi<strong>en</strong> er bij het beheer andere financiëleinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of markt<strong>en</strong> in beeld kom<strong>en</strong> dan bij aanvang van de relatie inbeeld war<strong>en</strong>.’ 9Dit wordt schriftelijk of elektronisch vastgelegd <strong>en</strong> wordt het ‘cliënt<strong>en</strong>profiel’ g<strong>en</strong>oemd.Het risicoprofiel is daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> de inv<strong>en</strong>tarisatie of de particuliere belegger bepaaldebeleggingsrisico’s kan <strong>en</strong> wil lop<strong>en</strong>. Dit profiel vormt e<strong>en</strong> onderdeel van het cliënt<strong>en</strong>profiel.Vervolg<strong>en</strong>s wordt hier e<strong>en</strong> risicogradatie aan gehang<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> portefeuilleadvies opgegev<strong>en</strong>. Als het ware kiest e<strong>en</strong> cliënt e<strong>en</strong> beleggingsmodel uit op basis van het resultaatvan de vrag<strong>en</strong>lijst.De invulling van het K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt-beginsel geschiedt in de meeste gevall<strong>en</strong> met behulpvan e<strong>en</strong> cliënt<strong>en</strong>profiel. Dit profiel is in beginsel vormvrij. 10 In de meeste gevall<strong>en</strong> wordt8 Zie voor nadere uitwerking van de verplichting<strong>en</strong> ook Weller & Loon<strong>en</strong> 2007.9 Vergelijk in dit verband de antwoord<strong>en</strong> die de AFM heeft gegev<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> aantal vrag<strong>en</strong> over het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-regimein de Wft. Op de vraag: ‘Het is niet geheel duidelijk wat onder risicoprofiel verstaan moet word<strong>en</strong> of welke informatieexact ingewonn<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>’ stelt de AFM: ‘Zoals hiervoor al is aangegev<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> beleggingsonderneming<strong>en</strong> bijde naleving van artikel 4:23 van de Wft vooruitlop<strong>en</strong> op de gedetailleerde voorschrift<strong>en</strong> die onder de MiFID zull<strong>en</strong>geld<strong>en</strong>, meer in het bijzonder artikel 35, eerste, derde <strong>en</strong> vierde lid, van de Uitvoeringsrichtlijn MiFID.’10 Wel di<strong>en</strong>t voldaan te word<strong>en</strong> aan het eerderg<strong>en</strong>oemde artikel 4:23 lid 1 sub a.374Gies<strong>en</strong>_01.indb 72 20-5-2008 16:29:55


Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel binn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ingdit cliënt<strong>en</strong>profiel ev<strong>en</strong>wel opgemaakt op basis van e<strong>en</strong> aantal antwoord<strong>en</strong> op vrag<strong>en</strong> vanpersoonlijke financiële aard. Als onderdeel van het cliënt<strong>en</strong>profiel wordt het risicoprofielveelal opgesteld met behulp van e<strong>en</strong> gestandaardiseerde vrag<strong>en</strong>lijst. 11 De particulierebelegger wordt verzocht deze schriftelijk of digitaal te beantwoord<strong>en</strong>. De vrag<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>betrekking op de risicobereidheid van de belegger <strong>en</strong> op di<strong>en</strong>s persoonlijke financiëleomstandighed<strong>en</strong>. De antwoord<strong>en</strong> die hieruit voortkom<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> punt<strong>en</strong>systeem12 gekoppeld aan e<strong>en</strong> beleggingsmodel. Deze portefeuille, of de standaarddeviatievan de portefeuille, is e<strong>en</strong> maatstaf voor de maximale risicotolerantie <strong>en</strong> daarmee demaximaal toelaatbare modelportefeuille. 13 Binn<strong>en</strong> de relatie tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beleggingsadviseur<strong>en</strong> e<strong>en</strong> particuliere belegger wordt er dan op grond van dit profiel geadviseerd.Zo kan het zijn dat e<strong>en</strong> effect<strong>en</strong>portefeuille bedoeld als p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>voorzi<strong>en</strong>ing voor hetovergrote gedeelte in vastr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> belegd. Het risicoprofiel zal indat geval het label ‘vastr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong>’ of ‘zeer def<strong>en</strong>sief’ krijg<strong>en</strong>. De beleggingsadviseurzal met zijn adviez<strong>en</strong> zo veel mogelijk rek<strong>en</strong>ing di<strong>en</strong><strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> met dit profiel,<strong>en</strong> bij voorkeur wordt er niet buit<strong>en</strong> het profiel geadviseerd. Mocht de cliënt op eig<strong>en</strong>initiatief toch buit<strong>en</strong> het profiel belegg<strong>en</strong>, dan zal de beleggingsadviseur de particulierebelegger schriftelijk waarschuw<strong>en</strong> voor di<strong>en</strong>s ‘riskante beleggingsgedrag’. De financiëleonderneming heeft dus de verplichting om de particuliere belegger te wijz<strong>en</strong> op hetgekoz<strong>en</strong> risicoprofiel <strong>en</strong> hierbinn<strong>en</strong> te adviser<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s rust op haar e<strong>en</strong> verplichtingtot waarschuw<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> de belegger – in de og<strong>en</strong> van de financiële onderneming – onbesuisdetransacties zou will<strong>en</strong> verricht<strong>en</strong>. Daarbij is de onderneming afhankelijk van debereidwilligheid van de particuliere belegger om die informatie, die voor het opmak<strong>en</strong>van het profiel b<strong>en</strong>odigde informatie ess<strong>en</strong>tieel is, te verstrekk<strong>en</strong>.Welke plicht(<strong>en</strong>) k<strong>en</strong>t de particuliere belegger binn<strong>en</strong> het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel? Hetantwoord hierop is kort <strong>en</strong> krachtig: weinig. De particuliere belegger is niet verplichtom de (persoonlijke) informatie te verstrekk<strong>en</strong>. Er is ge<strong>en</strong> wettelijke spreekplicht. 14 Hemkan hooguit e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st geweigerd word<strong>en</strong> door de financiële onderneming. Weigert hijhet gekoz<strong>en</strong> of opgelegde risicoprofiel te volg<strong>en</strong>, dan kan hij zijn gang gaan. Uitzonderinghierop vormt artikel 36 lid 5 concept-uitvoeringsrichtlijn van de MiFID, waarin is11 Veelal zijn de onderwerp<strong>en</strong> hierin: doelstelling, horizon, ervaring, k<strong>en</strong>nisniveau, risicotolerantie <strong>en</strong> financiële positie.12 Opgemerkt zij hier dat door het verkeerd toewijz<strong>en</strong> van punt<strong>en</strong>, de betrouwbaarheid van e<strong>en</strong> risicoprofiel betwist kanword<strong>en</strong>.13 Zie ook Janss<strong>en</strong> & Nijss<strong>en</strong> 2004, p. 8.14 Er zijn uitzondering<strong>en</strong>. Zie artikel 7:928 lid 1 BW: ‘De verzekeringnemer is verplicht vóór het sluit<strong>en</strong> van de overe<strong>en</strong>komstaan de verzekeraar alle feit<strong>en</strong> mede te del<strong>en</strong> die hij k<strong>en</strong>t of behoort te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, <strong>en</strong> waarvan, naar hij weetof behoort te begrijp<strong>en</strong>, de beslissing van de verzekeraar of, <strong>en</strong> zo ja, op welke voorwaard<strong>en</strong>, hij de verzekering zalwill<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>, afhangt of kan afhang<strong>en</strong>.’ Anderzijds is artikel 7:452 op de relatie patiënt-hulpverl<strong>en</strong>er van toepassing:‘De patiënt geeft de hulpverl<strong>en</strong>er naar beste wet<strong>en</strong> de inlichting<strong>en</strong> <strong>en</strong> de medewerking die deze redelijkerwijs voor hetuitvoer<strong>en</strong> van de overe<strong>en</strong>komst behoeft.’375Gies<strong>en</strong>_01.indb 73 20-5-2008 16:29:55


T. Loon<strong>en</strong>vastgelegd dat in de situatie waar de cliënt ge<strong>en</strong> informatie verstrekt aan de beleggingsonderneming,deze laatste ook ge<strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> zal do<strong>en</strong>.Eerder is gesteld dat invulling gev<strong>en</strong> aan het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel vormvrij is. Wel isvastgesteld welke informatie minimaal verkreg<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>. 15 Binn<strong>en</strong> de vormvrijheidvalt ook de vrijheid om al dan niet met risicoprofiel<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>. Ook de invulling van derisicoprofiel<strong>en</strong> is vormvrij. Empirisch bewijs voor deze vrijheid blijkt uit het onderzoekvan de Ver<strong>en</strong>iging voor Beleggingsanalist<strong>en</strong> (VBA), in 2007 uitgevoerd onder zev<strong>en</strong><strong>en</strong>twintigfinanciële onderneming<strong>en</strong> in Nederland. Uit dit onderzoek blijkt dat de wijzewaarop invulling wordt gegev<strong>en</strong> aan risicoprofiel<strong>en</strong> voor effect<strong>en</strong>portefeuilles per financiëleonderneming (zeer) sterk verschilt. Ter illustratie is het profiel ‘neutraal’ tuss<strong>en</strong> definanciële onderneming<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong>. De spreiding in de uitkomst<strong>en</strong> is groot. Zo blijkthet aandel<strong>en</strong>bestanddeel van het profiel ‘neutraal’ tuss<strong>en</strong> de onderzochte onderneming<strong>en</strong>te kunn<strong>en</strong> variër<strong>en</strong> van minimaal 25% tot maximaal 55%. Bij vastr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> is despreiding nog aanzi<strong>en</strong>lijker; minimaal 25% tot maximaal 70%. Onder ‘overig<strong>en</strong>’ word<strong>en</strong>veelal ‘alternatieve belegging<strong>en</strong>’ verstaan zoals hedgefonds<strong>en</strong> <strong>en</strong> onroer<strong>en</strong>d goed.Min. Gem. Max.Aand. 25% 43% 55%Obl. 25% 42% 70%Liq. 0% 5% 30%Overig 0% 9% 45%Tabel 1 Spreiding in portefeuilleverdeling bij e<strong>en</strong> ‘neutraal’ profiel in % (n=100%)Uit bov<strong>en</strong>staand schema blijkt dat gelijknamige profiel<strong>en</strong> bij verschill<strong>en</strong>de financiëleonderneming<strong>en</strong> qua inhoud sterk kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>. Dat dit de transparantie binn<strong>en</strong> definanciële sector niet t<strong>en</strong> goede komt, behoeft ge<strong>en</strong> betoog. E<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t om dergelijkeverschill<strong>en</strong> te handhav<strong>en</strong> zou het verschil in beleggingsstijl of beleggingsvisie kunn<strong>en</strong>zijn. Desalniettemin kunn<strong>en</strong> grote onderlinge verschill<strong>en</strong>, zoals blijkt uit bov<strong>en</strong>staandschema, voor onduidelijkheid zorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergelijking voor de particuliere belegger zelfsonmogelijk mak<strong>en</strong>.15 Zie de eerderg<strong>en</strong>oemde artikel<strong>en</strong> 4:23 <strong>en</strong> 4:90 Wft.376Gies<strong>en</strong>_01.indb 74 20-5-2008 16:29:55


Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel binn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ingOpmerkelijk is voorts dat binn<strong>en</strong> het onderzoek van de VBA is geconstateerd dat het bij56% van de onderzochte financiële onderneming<strong>en</strong> mogelijk is dat e<strong>en</strong> cliënt zijn profielwijzigt door alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> handtek<strong>en</strong>ing te plaats<strong>en</strong>. Er wordt dan ge<strong>en</strong> nieuw risicoprofielopgemaakt, waarbij (nieuwe) financiële informatie wordt gewog<strong>en</strong> om zo tot e<strong>en</strong> nieuwrisicoprofiel te kom<strong>en</strong>.4 He t c l i ë n t e n p r o f i e l v o l g e n s d e p a r t i c u l i e r e b e l e g g e rTelefonische <strong>en</strong>quête onder particuliere beleggersIn e<strong>en</strong> promotieonderzoek 16 is onder 1001 particuliere beleggers e<strong>en</strong> telefonische <strong>en</strong>quêteuitgevoerd. Deze <strong>en</strong>quête is in drie onderdel<strong>en</strong> uitgevoerd. Het eerste gestandaardiseerdedeel van de <strong>en</strong>quête betreft vijf vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> stelling<strong>en</strong> over het functioner<strong>en</strong> van de beleggingsadviseur.In het tweede gedeelte staan de zorgplicht <strong>en</strong> de regelgeving c<strong>en</strong>traal. Metbehulp van vier geslot<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> twee casuss<strong>en</strong> is bezi<strong>en</strong> welke invloed de regelgevingvolg<strong>en</strong>s de particuliere belegger heeft op di<strong>en</strong>s relatie met de beleggingsadviseur. In hetderde gedeelte van de <strong>en</strong>quête zijn de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> veerti<strong>en</strong> stelling<strong>en</strong> over de zorgplichtvoorgelegd om zo additionele informatie te verkrijg<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>groepzijn diverse variabel<strong>en</strong> aangebracht, zoals leeftijd, geslacht, hoogte van de g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> opleiding,grootte van de effect<strong>en</strong>portefeuille, aard van de belegging<strong>en</strong>, beleggingshorizon <strong>en</strong>beleggingsgedrag. De crossingsvariabel<strong>en</strong> zijn voorts getoetst op significantie, waarbije<strong>en</strong> betrouwbaarheidsperc<strong>en</strong>tage is gebruikt van 95%.De toezichthouder AFM heeft de financiële onderneming<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal verplichting<strong>en</strong>opgelegd, waaronder de verplichting invulling te gev<strong>en</strong> aan het ‘K<strong>en</strong> Uw Cliënt’-beginsel.In de eerste plaats is onderzocht of de belegging<strong>en</strong> van de particuliere belegger wel aangegaanzijn conform dit profiel. 17 Van de particuliere beleggers stelt 42% dat dit volledighet geval is, terwijl 16,6% stelt dat dit gedeeltelijk het geval is <strong>en</strong> 24,4% stelt dat hunbelegging<strong>en</strong> niet zijn aangegaan volg<strong>en</strong>s dit profiel. In totaal me<strong>en</strong>t 17,1% van de beleggersge<strong>en</strong> profiel te hebb<strong>en</strong> of niet te wet<strong>en</strong> of hun belegging<strong>en</strong> zijn aangegaan conformhet risicoprofiel. Lager opgeleide beleggers (34,1%) stell<strong>en</strong> vaker dan hoger opgeleideparticuliere beleggers (24,3%) dat hun belegging<strong>en</strong> niet conform hun risicoprofiel zijnaangegaan. Er is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> verschil tuss<strong>en</strong> de beleggers met e<strong>en</strong> kleine effect<strong>en</strong>portefeuille<strong>en</strong> de beleggers met e<strong>en</strong> grote effect<strong>en</strong>portefeuille. Particuliere beleggers met e<strong>en</strong>16 Zie Loon<strong>en</strong> 2006.17 Zie ook het rapport Voortdur<strong>en</strong>de zorgplicht 2005, p. 18. Hier is te lez<strong>en</strong>: ‘Bij één of meer instelling<strong>en</strong> blijkt dat bijongeveer 20 % van de klant<strong>en</strong> op dit mom<strong>en</strong>t de huidige portefeuille risicovoller is dan het vastgestelde cliënt<strong>en</strong>profieltoelaat. Afgezi<strong>en</strong> van het verstur<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> brief aan beleggers waarin is aangegev<strong>en</strong> dat zij handel<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> hun profiel,ondernem<strong>en</strong> de instelling<strong>en</strong> in dit verband veelal ge<strong>en</strong> actie.’377Gies<strong>en</strong>_01.indb 75 20-5-2008 16:29:55


T. Loon<strong>en</strong>effect<strong>en</strong>portefeuille < €10.000 stell<strong>en</strong> vaker (28,3%) dan die met e<strong>en</strong> effect<strong>en</strong>portefeuille≥ €100.000 (17,8%) dat hun belegging<strong>en</strong> niet conform het risicoprofiel zijn aangegaan.Ook is er e<strong>en</strong> significant verschil tuss<strong>en</strong> de particuliere beleggers met e<strong>en</strong> kleine effect<strong>en</strong>portefeuille(< €10.000) <strong>en</strong> de beleggers met e<strong>en</strong> middelgrote effect<strong>en</strong>portefeuille(€10.000 tot €50.000). Particuliere beleggers met e<strong>en</strong> kleine effect<strong>en</strong>portefeuille wet<strong>en</strong>vaker (12,1%) niet of hun belegging<strong>en</strong> conform e<strong>en</strong> risicoprofiel zijn aangegaan dan departiculiere beleggers met e<strong>en</strong> middelgrote effect<strong>en</strong>portefeuille (6,2%). Particulier<strong>en</strong> diealle<strong>en</strong> in obligaties (46,6%), beleggingsfonds<strong>en</strong> (45,3%) of opties (50%) belegg<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>significant vaker dan aandel<strong>en</strong>beleggers (38,6%) dat hun belegging<strong>en</strong> volledig conformhet risicoprofiel zijn aangegaan.45.0%42.0%40.0%35.0%30.0%24.2%25.0%20.0%16.6%15.0%8.5% 8.6%10.0%5.0%0.0%ja,ja,nee weet niet ge<strong>en</strong>volledig<strong>en</strong>igszinsprofielFiguur 1: ‘Zijn uw belegging<strong>en</strong> aangegaan conform het risicoprofiel?’ (volg<strong>en</strong>sde particuliere beleggers, n=1001)Voorts blijkt dat particuliere beleggers het risicoprofiel niet e<strong>en</strong>duidig accepter<strong>en</strong> alsleidraad voor hun beleggingsgedrag. Zo ervaart 29,3% van de particuliere beleggers hunrisicoprofiel als e<strong>en</strong> verplicht te volg<strong>en</strong> leidraad voor hun effect<strong>en</strong>portefeuille, terwijl20,5% het hier e<strong>en</strong> beetje mee e<strong>en</strong>s is <strong>en</strong> 49% het er volledig mee one<strong>en</strong>s is. Ook hierbijis er e<strong>en</strong> verschil waarneembaar tuss<strong>en</strong> de hoger <strong>en</strong> de lager opgeleide beleggers. Van delager opgeleide beleggers is 53,7% van m<strong>en</strong>ing dat het risicoprofiel leid<strong>en</strong>d is voor hunbelegging<strong>en</strong>, terwijl 32,7% van de middelbaar opgeleid<strong>en</strong> <strong>en</strong> 25% van de hoger opgeleidebeleggers deze m<strong>en</strong>ing zijn toegedaan. 52,9% van de hoger opgeleid<strong>en</strong> is van m<strong>en</strong>ing dathet risicoprofiel in het geheel niet leid<strong>en</strong>d is voor de wijze waarop zij hun effect<strong>en</strong>portefeuilleinricht<strong>en</strong>. Van de lager opgeleide beleggers deelt 29,6% deze m<strong>en</strong>ing. Oudere378Gies<strong>en</strong>_01.indb 76 20-5-2008 16:29:55


Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel binn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ingparticuliere beleggers (> 50 jaar) zijn significant vaker van m<strong>en</strong>ing dat het risicoprofielgevolgd moet word<strong>en</strong> (35%) versus 17,8% van de jongere beleggers (< 35 jaar) <strong>en</strong> 27%van de beleggers tuss<strong>en</strong> de 35 <strong>en</strong> 49 jaar. Beleggers die gebruikmak<strong>en</strong> van één specifiekefinanciële onderneming zijn duidelijk van m<strong>en</strong>ing dat hun risicoprofiel gevolgd moetword<strong>en</strong> (34,6%) t<strong>en</strong> opzichte van de beleggers die via e<strong>en</strong> tweetal concurrer<strong>en</strong>de financiëleonderneming<strong>en</strong> belegg<strong>en</strong> (19,2% <strong>en</strong> 22,4%).50.0%49.0%40.0%30.0%20.0%29.3%20.5%10.0%1.2%0.0%helemaalmee e<strong>en</strong>sbeetjemee e<strong>en</strong>sniet meee<strong>en</strong>sweet nietFiguur 2: ‘E<strong>en</strong> risicoprofiel is leid<strong>en</strong>d voor mijn effect<strong>en</strong>portefeuille. Hieraanmoet ik mij houd<strong>en</strong>’ (volg<strong>en</strong>s de particuliere beleggers, n=687)Het doel van het opstell<strong>en</strong> van het cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/of risicoprofiel is het inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong> vande persoonlijke (financiële) omstandighed<strong>en</strong> van de cliënt <strong>en</strong> het vervolg<strong>en</strong>s in overe<strong>en</strong>stemminghiermee invull<strong>en</strong> van de effect<strong>en</strong>portefeuille. E<strong>en</strong> tweede doel van het profielis het inzichtelijk mak<strong>en</strong> van de beleggingsrisico’s voor e<strong>en</strong> particuliere belegger. Dit doellijkt nog niet te zijn bereikt. Van de particuliere beleggers (n=916) is 39,8% van m<strong>en</strong>ingdat het risicoprofiel h<strong>en</strong> bewuster heeft gemaakt van de risico’s die zij lop<strong>en</strong> bij hetbelegg<strong>en</strong>. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> is 43,7% van m<strong>en</strong>ing dat dit ge<strong>en</strong>szins het geval is. Daarbij is hetopmerkelijk dat 46,5% van de particuliere beleggers met e<strong>en</strong> grote effect<strong>en</strong>portefeuille(≥ € 100.000) stell<strong>en</strong> dat het risicoprofiel h<strong>en</strong> wél bewuster heeft gemaakt, teg<strong>en</strong> 31,2%van de particuliere beleggers met e<strong>en</strong> kleine effect<strong>en</strong>portefeuille (< € 10.000). Ook is ere<strong>en</strong> onderscheid waarneembaar in het opleidingsniveau van de particuliere beleggers.De lager opgeleide particuliere beleggers (57,1%) <strong>en</strong> middelbaar opgeleide particulierebeleggers (44,4%) zijn positiever over de toegevoegde waarde van het risicoprofiel dande hoger opgeleide particuliere beleggers (35,7%). Sterker: er bestaat e<strong>en</strong> significantverschil tuss<strong>en</strong> hoger opgeleide <strong>en</strong> middelbaar <strong>en</strong> lager opgeleide beleggers. Van de hoogopgeleide beleggers stelt 48,6% dat het risicoprofiel h<strong>en</strong> niet bewuster heeft gemaakt van379Gies<strong>en</strong>_01.indb 77 20-5-2008 16:29:55


T. Loon<strong>en</strong>de risico’s t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van belegg<strong>en</strong>. Terwijl 38,4% van de middelbaar <strong>en</strong> 22,1% van delaag opgeleide beleggers deze m<strong>en</strong>ing deelt. Dit verschil zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verklaarddoordat hoger opgeleide beleggers beter op de hoogte zijn van de risico’s van belegg<strong>en</strong>.45.0%40.0%35.0%30.0%25.0%20.0%15.0%10.0%5.0%0.0%39.8%43.7%6.2%10.3%ja nee weet niet ge<strong>en</strong>profielFiguur 3: ‘Heeft het vaststell<strong>en</strong> van uw risicoprofiel u bewuster gemaakt vande risico’s die u loopt bij het belegg<strong>en</strong>?’ (volg<strong>en</strong>s de particulierebeleggers, n=916)Voorts is aan de particuliere beleggers die aangev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> risicoprofiel te hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> viae<strong>en</strong> beleggingsadviseur te belegg<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> casus voorgelegd. Bij deze casus is gevraagd hoede particuliere beleggers de handeling<strong>en</strong> van de beleggingsadviseur ervar<strong>en</strong>. De casus isals volgt verwoord: ‘Het behoort tot de zorgplicht van e<strong>en</strong> beleggingsadviseur u te waarschuw<strong>en</strong>voor bepaalde risico’s. Stel dat uw adviseur u aan de telefoon waarschuwt voore<strong>en</strong> aankooptransactie waardoor u buit<strong>en</strong> uw risicoprofiel komt <strong>en</strong> deze waarschuwing e<strong>en</strong>dag later schriftelijk bevestigt. Hoe zou u dit ervar<strong>en</strong>?’ De particuliere beleggers blijk<strong>en</strong>(in hoge mate) begrip te hebb<strong>en</strong> voor de verplichte handeling<strong>en</strong> van de beleggingsadviseur.Zo zou 76% van de particuliere beleggers e<strong>en</strong> schriftelijke waarschuwing als positiefervar<strong>en</strong>. Ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing heeft 16,2% van de beleggers <strong>en</strong> 7,8% is negatief over deze regel.5 He t c l i ë n t e n p r o f i e l in j u r i d i s c h e p r o c e d u r e s v o o r d e Kl a c h t e n c o m m i s s i e DSIOfschoon de introductie van het verplicht onderzoek do<strong>en</strong> in het kader van het K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt-beginsel onder andere tot doel heeft nodeloze schade te voorkom<strong>en</strong>, blijkt dat inde onderzochte jar<strong>en</strong> 1998-2004 het cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/of risicoprofiel ook geregeld de bron vane<strong>en</strong> klacht is.380Giess<strong>en</strong>_deel 4_01.indd 78 20-5-2008 16:38:57


Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel binn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ingOp basis van e<strong>en</strong> docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>onderzoek naar 1346 uitsprak<strong>en</strong> van de Klacht<strong>en</strong>commissieDSI 18 over de jar<strong>en</strong> 1998 tot <strong>en</strong> met 2004 19 is e<strong>en</strong> aantal interessante conclusieste trekk<strong>en</strong>. Uit dit onderzoek blijkt onder andere dat klagers hun klacht in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>demate op meerdere aspect<strong>en</strong> baser<strong>en</strong>. De complexiteit waarmee e<strong>en</strong> klacht wordt opgebouwd,neemt toe. Zo werd er gedur<strong>en</strong>de de eerste drie onderzoeksjar<strong>en</strong> in zeer beperktemate e<strong>en</strong> beroep gedaan op meerdere grond<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> klacht op te baser<strong>en</strong>. Bij de invoeringvan het verplicht schriftelijk of digitaal vastlegg<strong>en</strong> van de informatie verkreg<strong>en</strong> uithet ‘K<strong>en</strong> Uw Cliënt’-beginsel, is particuliere beleggers verzocht om e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst inte vull<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde het cliënt<strong>en</strong>profiel vast te kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>. Deze verplichting is metbehulp van de Nadere Regeling gedragstoezicht effect<strong>en</strong>verkeer 2002 ingevoerd. Het isdit cliënt<strong>en</strong>profiel, al dan niet in combinatie met het risicoprofiel, dat in de jar<strong>en</strong> 2002 <strong>en</strong>2003 voor nogal wat klacht<strong>en</strong> heeft gezorgd, waarbij door de klag<strong>en</strong>de partij werd gestelddat hij de k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong>/of ervaring t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het belegg<strong>en</strong> ontbeert om zelfstandigin te kunn<strong>en</strong> grijp<strong>en</strong> of de aangebod<strong>en</strong> beleggingspropositie te begrijp<strong>en</strong>. Voorts valt inde jar<strong>en</strong> 2003 <strong>en</strong> 2004 direct op dat er in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate e<strong>en</strong> beroep wordt gedaan ophet aspect ‘p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>’ in combinatie met e<strong>en</strong> gebrek aan k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong>/of ervaring <strong>en</strong>/of hetgebruik van het cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/of risicoprofiel. Ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s is waarneembaar dat er meerdereklacht<strong>en</strong> zijn (met name in de jar<strong>en</strong> 2002 <strong>en</strong> 2003) die op drie aspect<strong>en</strong> zijn gebaseerd(p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>, cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/of risicoprofiel <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong>/of ervaring). De verschuiving gedur<strong>en</strong>dede onderzoeksjar<strong>en</strong> is hierna in e<strong>en</strong> tabel weergegev<strong>en</strong>.Ofschoon tabel 2 inzicht geeft in het absolute aantal klacht<strong>en</strong> dat is gebaseerd op verscheid<strong>en</strong>deaspect<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t dit gegev<strong>en</strong> bezi<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> in relatieve zin. Met e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame vanhet aantal klaagschrift<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> de cijfers van tabel 2 niet veelzegg<strong>en</strong>d zijn. Word<strong>en</strong>de behandelde klacht<strong>en</strong> die gebaseerd zijn op verscheid<strong>en</strong>e aspect<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> met hettotale aantal behandelde klacht<strong>en</strong>, dan blijkt het perc<strong>en</strong>tage klacht<strong>en</strong> met twee of meeraspect<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> te zijn gedur<strong>en</strong>de de onderzoeksjar<strong>en</strong>. In de laatste drieonderzoeksjar<strong>en</strong> beslaat het perc<strong>en</strong>tage klacht<strong>en</strong> dat uit twee of meer aspect<strong>en</strong> bestaatrond de 25% van alle klacht<strong>en</strong>.18 Klacht<strong>en</strong>instituut die bind<strong>en</strong>d uitsprak<strong>en</strong> doet in geschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> aangeslot<strong>en</strong> financiële instelling <strong>en</strong> de klag<strong>en</strong>departiculiere belegger. De Klacht<strong>en</strong>commissie DSI is per 1 april 2007 als beleggingskamer voortgezet in het Klacht<strong>en</strong>instituutFinanciële Di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing(KiFiD).19 Mom<strong>en</strong>teel word<strong>en</strong> de jar<strong>en</strong> 2005, 2006 <strong>en</strong> 2007 geanalyseerd.381Gies<strong>en</strong>_01.indb 79 20-5-2008 16:29:55


T. Loon<strong>en</strong>Klachtgebaseerdop de drieaspect<strong>en</strong>:p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>/cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/ofrisicoprofiel/k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong>/ofervaringKlachtgebaseerdop de tweeaspect<strong>en</strong>:performance/k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong>/ofervaringKlachtgebaseerdop de tweeaspect<strong>en</strong>:p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>/k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong>/ofervaringKlachtgebaseerdop de tweeaspect<strong>en</strong>:cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/ofrisicoprofiel/p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>1998 1 0 0 1 01999 0 2 1 2 02000 0 1 2 4 12001 2 6 3 6 12002 18 6 11 12 62003 13 7 4 14 72004 8 17 3 20 4Klachtgebaseerdop de tweeaspect<strong>en</strong>:cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/ofrisicoprofiel/k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong>/ofervaringTabel 2:Overzicht van het aantal behandelde klacht<strong>en</strong> met twee of meeraspect<strong>en</strong> (in absolute aantall<strong>en</strong>)3025201523,14 23,5626,1310504,7671,673,271998 1999 2000 2001 2002 2003 2004Figuur 4: Klacht<strong>en</strong> gebaseerd op twee of meer aspect<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van hettotale aantal klacht<strong>en</strong> (in % van het totaal klacht<strong>en</strong>)Klacht<strong>en</strong> over onjuist gebruik van het cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/of risicoprofielSinds de verplichting<strong>en</strong> tot het inwinn<strong>en</strong> van informatie <strong>en</strong> het schriftelijk of elektronischvastlegg<strong>en</strong> daarvan, is het aantal behandelde klacht<strong>en</strong> over de inzet <strong>en</strong> werkingvan het cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/of risicoprofiel explosief toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In de eerste onderzoeksjar<strong>en</strong>382Gies<strong>en</strong>_01.indb 80 20-5-2008 16:29:55


Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel binn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ingis het aantal klacht<strong>en</strong> hierover beperkt. Achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s war<strong>en</strong> dit er 5 (1998), 6 (1999)<strong>en</strong> 7 (2000). Vanaf het jaar 2001 steeg het aantal behandelde klacht<strong>en</strong> over dit aspectbov<strong>en</strong>matig. Het jaar 2001 k<strong>en</strong>de 19 behandelde klacht<strong>en</strong>, 2002: 44, 2003: 41 <strong>en</strong> het jaar2004 37 klacht<strong>en</strong>. De twee soort<strong>en</strong> di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing waarbij e<strong>en</strong> cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/of risicoprofielhet meest wordt aangehaald in e<strong>en</strong> klacht, zijn beleggingsadvisering <strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>sbeheer.Ook is er e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong> in de categorie onderneming. Als dedi<strong>en</strong>st beleggingsadvisering nader wordt geanalyseerd, dan blijkt dat met name de grotefinanciële onderneming<strong>en</strong> te kamp<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met klacht<strong>en</strong> over het verkeerd gebruikvan het profiel. E<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige red<strong>en</strong> hiertoe is niet te gev<strong>en</strong>. Grafisch zijn de onderlingeverschill<strong>en</strong> als volgt weer te gev<strong>en</strong>:90,080,070,060,050,040,030,0kleine instellingmiddelgrote instellinggrote instelling20,010,00,01998 1999 2000 2001 2002 2003 2004Figuur 5: Verdeling van de klacht<strong>en</strong> over beleggingsadvies waarbij hetcliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/of risicoprofiel e<strong>en</strong> rol speelt, verdeeld over decategorieën onderneming<strong>en</strong> (in %)Kijk<strong>en</strong> we naar vermog<strong>en</strong>sbeheer, dan ontstaat er e<strong>en</strong> volstrekt ander beeld. Grote financiëleonderneming<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> aanmerkelijk minder last van klacht<strong>en</strong> over het gebruikvan het risicoprofiel t<strong>en</strong> opzichte van met name de kleine financiële onderneming<strong>en</strong>.Ook hier kan m<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> rad<strong>en</strong> naar de red<strong>en</strong>, maar ook uit andere analyses blijkt dat degrote financiële onderneming<strong>en</strong> aanmerkelijk minder klacht<strong>en</strong> over hun vermog<strong>en</strong>sbeheeractiviteit<strong>en</strong>voor de Klacht<strong>en</strong>commissie DSI te verwerk<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte vande middelgrote, maar vooral t<strong>en</strong> opzichte van de kleine financiële onderneming<strong>en</strong>.383Gies<strong>en</strong>_01.indb 81 20-5-2008 16:29:56


T. Loon<strong>en</strong>100,090,080,070,060,050,040,030,020,010,00,01999 1998 2000 2001 2002 2003 2004kleine instellingmiddelgrote instellinggrote instellingFiguur 6: Verdeling van de klacht<strong>en</strong> over vermog<strong>en</strong>sbeheer waarbij hetcliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/of risicoprofiel e<strong>en</strong> rol speelt, verdeeld over decategorieën onderneming<strong>en</strong> (in %)E<strong>en</strong> behandelde klacht waarbij (mede) geklaagd wordt over het onjuist gebruik van hetcliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/of risicoprofiel, hoeft lang niet altijd gehonoreerd te word<strong>en</strong>. Het valt op datgedur<strong>en</strong>de de eerste onderzoeksjar<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> toewijzing was van de klacht<strong>en</strong> die betrekkinghadd<strong>en</strong> op het gebruik van het profiel. Pas in het jaar dat er via nadere regelgevingsprake was van e<strong>en</strong> verplichting, werd de betrokk<strong>en</strong> financiële onderneming hier verantwoordelijkvoor gesteld door de Klacht<strong>en</strong>commissie DSI. Uit de onderzoeksgegev<strong>en</strong>sblijkt dat vanaf het jaar 2000 onderneming<strong>en</strong> vaker aansprakelijk werd<strong>en</strong> gesteld. Metname bij vermog<strong>en</strong>sbeheer wordt het onjuist gebruik van het profiel zwaar aangerek<strong>en</strong>d.Het zijn in het bijzonder de laatste onderzoeksjar<strong>en</strong> waaruit dit blijkt.60,050,040,030,020,0beleggingsadviesvermog<strong>en</strong>sbeheerexecution-only10,00,01998 1999 2000 2001 2002 2003 2004Figuur 7: Toewijzing van klacht<strong>en</strong> over het gebruik van het cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/ofrisicoprofiel per categorie di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing (in %)384Gies<strong>en</strong>_01.indb 82 20-5-2008 16:29:56


Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel binn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing6 Ee n e c o n o m i s c h e b e n a d e r i n g v a n h e t c l i ë n t e n p r o f i e lOm de controle over de financiële toekomst niet te verliez<strong>en</strong>, wordt door de consum<strong>en</strong>tin to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate financieel advies ingewonn<strong>en</strong>. Effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing kan hier e<strong>en</strong>onderdeel van vorm<strong>en</strong>. W<strong>en</strong>st e<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> advies, dan word<strong>en</strong> er eis<strong>en</strong> gesteldaan de financiële onderneming. Zo vereist het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel dat er e<strong>en</strong> bredeinv<strong>en</strong>tarisatie wordt gedaan naar de financiële omstandighed<strong>en</strong> van de cliënt <strong>en</strong> dat diegeïnterpreteerd word<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> beleggingsadviseur zal e<strong>en</strong> handelingaan- of afrad<strong>en</strong> op basis van zijn inschatting<strong>en</strong>. 20 Alle<strong>en</strong> bij de di<strong>en</strong>st executiononlykan de particuliere belegger vrijblijv<strong>en</strong> van advies. Toch vind<strong>en</strong> veel particulierebeleggers het plezierig dat e<strong>en</strong> profiel wordt opgemaakt <strong>en</strong> dat zij gewaarschuwd word<strong>en</strong>voor e<strong>en</strong> – in de og<strong>en</strong> van de beleggingsdeskundige – onbesuisde handeling. 21 Waaromis dit zo? E<strong>en</strong> mogelijk argum<strong>en</strong>t is dat er tuss<strong>en</strong> de financiële onderneming, althanshaar medewerkers, <strong>en</strong> de particuliere belegger sprake is van e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis- <strong>en</strong>/of ervaringsasymmetrie.De financiële onderneming heeft het haar opdracht gemaakt om beleggerste begeleid<strong>en</strong> op de financiële markt<strong>en</strong>. 22 Bij beleggingsadvisering is de particulierebelegger in beginsel zelf verantwoordelijk voor zijn beleggingsbeslissing<strong>en</strong>. De financiëleonderneming is dus verplicht om hem als het ware te ‘coach<strong>en</strong>’ bij het belegg<strong>en</strong>. Deze‘coaching’ hoeft niet geaccepteerd te word<strong>en</strong> door de particuliere belegger.Deze coaching vond ook al plaats voordat het cliënt<strong>en</strong>profiel di<strong>en</strong>de te word<strong>en</strong> ingevoerd(bij de Nadere Regeling gedragstoezicht effect<strong>en</strong>verkeer 2002). Waarom heeft de toezichthouderde financiële onderneming<strong>en</strong> dan toch verplicht gesteld e<strong>en</strong> cliënt<strong>en</strong>profielop te stell<strong>en</strong>? De red<strong>en</strong> hiertoe is dat er e<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de modelmatige aanpak van hetbeleggingsadvies plaatsvond. Dit blijkt uit het eerder aangehaalde promotieonderzoek.In ditzelfde onderzoek 23 is de werkwijze van beleggingsadviseurs onderzocht. Binn<strong>en</strong> 24financiële onderneming<strong>en</strong> zijn 272 beleggingsadviseurs b<strong>en</strong>aderd met behulp van schrif-20 Dat de resultante van deze inschatting<strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins lijk<strong>en</strong> in te druis<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de verkreg<strong>en</strong> informatie blijkt uit de situatiedat e<strong>en</strong> cliënt, die ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele beleggingsk<strong>en</strong>nis <strong>en</strong>/of ervaring heeft, geadviseerd kan word<strong>en</strong> zijn vermog<strong>en</strong> inbeheer te gev<strong>en</strong>. Op die wijze zal de k<strong>en</strong>nis of ervaring niet of nauwelijks to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> <strong>en</strong> is het lastig voor de cliënt om dehandeling<strong>en</strong> van de beheerder te begrijp<strong>en</strong> laat staan te controler<strong>en</strong>.21 Zie Loon<strong>en</strong> 2006.22 Vergelijk HR 9 januari 1998, NJ 1999, 285 inzake de maatschappelijke positie van bank<strong>en</strong>.23 Voor dit onderzoek zijn 24 financiële onderneming<strong>en</strong> (bank<strong>en</strong> of zelfstandige vermog<strong>en</strong>sbeheerders) in Nederlandb<strong>en</strong>aderd. Al deze onderneming<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> beleggingsadvies aan particuliere beleggers <strong>en</strong> zijn onderverdeeld in driecategorieën: kleine, middelgrote <strong>en</strong> grote onderneming<strong>en</strong>. Deze categorieën zijn opgesteld op basis van het aantal DSIgeregistreerdebeleggingsadviseurs in di<strong>en</strong>st bij de desbetreff<strong>en</strong>de onderneming per 1 januari 2003. De categorie kleineonderneming<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> op g<strong>en</strong>oemde datum ≤ 10 DSI-geregistreerde (s<strong>en</strong>ior) beleggingsadviseurs in di<strong>en</strong>st, de middelgroteonderneming<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de 11-50 <strong>en</strong> de grote onderneming<strong>en</strong> ≥ 51. Het strev<strong>en</strong> was om iedere categorie instellingtuss<strong>en</strong> de 30% <strong>en</strong> 40% in het totaalonderzoek mee te lat<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>. De grootte van de financiële onderneming is hethoofdcriterium waarop analyses zijn gemaakt. Voor alle kwantitatieve analyses is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> betrouwbaarheidsperc<strong>en</strong>tagegebruikt van 95%. Zie Loon<strong>en</strong> 2006.385Gies<strong>en</strong>_01.indb 83 20-5-2008 16:29:56


T. Loon<strong>en</strong>telijke <strong>en</strong>quêtes. Uiteindelijk hebb<strong>en</strong> 209 beleggingsadviseurs deze <strong>en</strong>quête ingevuld <strong>en</strong>teruggezond<strong>en</strong>. In de praktijk blijkt de wijze waarop het profiel wordt vastgesteld perfinanciële onderneming sterk te verschill<strong>en</strong>. Het is voor de beleggingsadviseurs (<strong>en</strong> waarschijnlijkev<strong>en</strong>zogoed voor de vermog<strong>en</strong>sbeheerders) onduidelijk welke informatie vane<strong>en</strong> cliënt relevant is voor het risicoprofiel. Ook de frequ<strong>en</strong>tie waarmee het profiel zoumoet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geactualiseerd is h<strong>en</strong> niet duidelijk. Om deze verschill<strong>en</strong>de interpretatiesvan de verkreg<strong>en</strong> informatie nader te duid<strong>en</strong> is ervoor gekoz<strong>en</strong> om de beleggingsadviseursvier stelling<strong>en</strong> voor te legg<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t het profiel. Er is nagegaan of het cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/of risicoprofiel door de beleggingsadviseurs voornamelijk wordt gebaseerd op basis vanhet beleggingsgedrag van de cliënt uit het verled<strong>en</strong>, zonder verder <strong>en</strong>ig onderzoek teverricht<strong>en</strong> naar (nieuwe) persoonlijke omstandighed<strong>en</strong> van de cliënt. Hiermee zou hetprofiel als e<strong>en</strong> zuiver juridische verplichting word<strong>en</strong> beschouwd. 24 Uit de reacties op destelling: ‘Bij het opstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> risicoprofiel kijk ik vooral naar de belegging<strong>en</strong> die inhet verled<strong>en</strong> zijn gedaan voor die desbetreff<strong>en</strong>de cliënt’ blijkt dat het risicoprofiel hiernauwelijks op wordt gebaseerd. Slechts 5,3% van de beleggingsadviseurs geeft aan dat hetprofiel op deze basis wordt opgesteld.Hoever di<strong>en</strong><strong>en</strong> de beleggingsadviseurs te gaan in het betrekk<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de vermog<strong>en</strong>stitelsvan hun cliënt<strong>en</strong> in hun advisering? De reacties op de volg<strong>en</strong>de twee stelling<strong>en</strong>zijn in dit verband interessant. Allereerst de stelling: ‘Belegging<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> cliënt bije<strong>en</strong> andere onderneming [lees: financiële instelling, TL] aanhoudt moet ik betrekk<strong>en</strong> inmijn advisering’. De beleggingsadviseurs werkzaam bij e<strong>en</strong> kleine onderneming zijn hetsignificant vaker dan de collega’s van andere onderneming<strong>en</strong> one<strong>en</strong>s met deze stelling(28,1%). Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> zijn de beleggingsadviseurs die werk<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> grote onderneminghet beduid<strong>en</strong>d vaker e<strong>en</strong>s met deze stelling (89,7%) t<strong>en</strong> opzichte van de beleggingsadviseursdie bij de twee andere categorieën onderneming<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>.24 In dat geval zou het cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/of risicoprofiel door de financiële onderneming opgesteld word<strong>en</strong> op basis van historische(transactie)informatie. Hoewel de autoriteit<strong>en</strong> niet voorschrijv<strong>en</strong> hoe het cliënt<strong>en</strong>profiel moet word<strong>en</strong> opgemaaktis het gebruikelijker dat de cliënt op basis van e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst tot zijn (risico)profiel komt.386Gies<strong>en</strong>_01.indb 84 20-5-2008 16:29:56


Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel binn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing1008071.977.389.760402028.122.710.3e<strong>en</strong>sone<strong>en</strong>s0kleineondernemingmiddelgroteonderneminggroteondernemingFiguur 8: ‘Belegging<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> cliënt bij e<strong>en</strong> andere ondernemingaanhoudt moet ik betrekk<strong>en</strong> in mijn advisering’ (volg<strong>en</strong>s debeleggingsadviseurs in %)De reikwijdte van de inv<strong>en</strong>tarisering blijkt uit de reacties van de beleggingsadviseurs opde volg<strong>en</strong>de stelling: ‘Het bezit van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> woning di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> inhet vaststell<strong>en</strong> van het risicoprofiel’. Bleek uit de resultat<strong>en</strong> van de vorige stelling nog datde beleggingsadviseurs die bij e<strong>en</strong> grote financiële onderneming werk<strong>en</strong> de belegging<strong>en</strong>die word<strong>en</strong> aangehoud<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> andere onderneming me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> in hun advisering,dezelfde categorie beleggingsadviseurs houdt er e<strong>en</strong> andere m<strong>en</strong>ing op na over de laatstestelling. 25 Zo blijkt 59,7% van de beleggingsadviseurs die werkzaam zijn bij e<strong>en</strong> grotefinanciële onderneming het one<strong>en</strong>s te zijn met de stelling, hetge<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanmerkelijkverschil is t<strong>en</strong> opzichte van de overige twee categorieën onderneming<strong>en</strong>. Op hun beurtzijn de beleggingsadviseurs werkzaam bij e<strong>en</strong> kleine (69,2%) of middelgrote onderneming(75,8%) het significant vaker e<strong>en</strong>s met deze stelling dan de beleggingsadviseurs vane<strong>en</strong> grote onderneming (40,3%).Het is opmerkelijk dat het in eerste aanleg de beleggingsadviseurs van de grote financiëleonderneming<strong>en</strong> zijn die er e<strong>en</strong> groot voorstander van zijn de belegging<strong>en</strong> aangehoud<strong>en</strong>bij derd<strong>en</strong> mee te lat<strong>en</strong> weg<strong>en</strong> in hun advisering, <strong>en</strong> dat zij vervolg<strong>en</strong>s afwijz<strong>en</strong>d teg<strong>en</strong>overde stelling staan dat de eig<strong>en</strong> woning meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> in het risicoprofiel.25 Waarbij di<strong>en</strong>t opgemerkt te word<strong>en</strong> dat er financiële onderneming<strong>en</strong> zijn die onroer<strong>en</strong>d goed niet beschouw<strong>en</strong> als e<strong>en</strong>aparte asset class <strong>en</strong> het onder ‘aandel<strong>en</strong>’ schar<strong>en</strong>.387Gies<strong>en</strong>_01.indb 85 20-5-2008 16:29:56


T. Loon<strong>en</strong>80706050403069.230.875.824.240.359.720100kleineondernemingmiddelgroteonderneminggroteonderneminge<strong>en</strong>sone<strong>en</strong>sFiguur 9: ‘Het bezit van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> woning di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in hetvaststell<strong>en</strong> van het risicoprofiel’ (volg<strong>en</strong>s de beleggingsadviseursin %)Beleggingsadviseurs baseerd<strong>en</strong> hun advies vaak op marktontwikkeling<strong>en</strong> zonder zichdaarbij voldo<strong>en</strong>de rek<strong>en</strong>schap te gev<strong>en</strong> van de persoonlijke financiële omstandighed<strong>en</strong>van de cliënt. Vrag<strong>en</strong> als: ‘Kan de cliënt ev<strong>en</strong>tuele verliez<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>?’ <strong>en</strong> ‘Wil de cliëntdeze beleggingsrisico’s aangaan?’ werd<strong>en</strong> daarbij niet altijd afdo<strong>en</strong>de gesteld. Ook statischeinformatie wordt echter niet e<strong>en</strong>duidig geïnterpreteerd. Uit onderzoek naar dewijze waarop financiële adviseurs de informatie die zij verkreg<strong>en</strong> van hun cliënt<strong>en</strong> interpreter<strong>en</strong>blijkt dat adviseurs de neiging hebb<strong>en</strong> om statische informatie totaal verschill<strong>en</strong>dte interpreter<strong>en</strong>. 26 Deze verkreg<strong>en</strong> informatie had betrekking op mededeling<strong>en</strong> vancliënt<strong>en</strong> over hun risicoacceptatie.Er lijkt dus e<strong>en</strong> weinig systematische aanpak in het interpreter<strong>en</strong> van informatie. Ditblijkt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s uit e<strong>en</strong> onderzoek 27 naar het inschatt<strong>en</strong> van risicotolerantie van respectievelijkmann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>. Zo blijkt: 1) er e<strong>en</strong> significant verschil is in de risicotolerantietuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>; mann<strong>en</strong> zijn daarbij risicotoleranter 28 <strong>en</strong> 2) beideseks<strong>en</strong> e<strong>en</strong> te lage risicotolerantie voorspeld<strong>en</strong> bij zowel mann<strong>en</strong> als vrouw<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong>eerdere studie werd bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> geconcludeerd dat zowel mann<strong>en</strong> als vrouw<strong>en</strong> de risicotolerantievan mann<strong>en</strong> beter inschatt<strong>en</strong> dan vrouw<strong>en</strong>, maar bov<strong>en</strong>al dat mann<strong>en</strong> de26 Zie Snelbecker & Roszkowski 1990, p. 377.27 Zie Eckel & Grossman 2003. Zie ook Ols<strong>en</strong> 2001, p. 29.28 Zie ook Hallahan, Faff & McK<strong>en</strong>zie 2004, p. 57. Zij concluder<strong>en</strong> dat de relatie tuss<strong>en</strong> demografische factor<strong>en</strong> zoalsseks<strong>en</strong>, inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> welstand significant gecorreleerd zijn met financiële risicotolerantie. Terecht stell<strong>en</strong> zij dat het feitdat vrouw<strong>en</strong> risicoaverser zijn op gespann<strong>en</strong> voet staat met het feit dat zij e<strong>en</strong> langere lev<strong>en</strong>sverwachting hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong>daardoor e<strong>en</strong> groter beroep op vermog<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Zie voor vergelijkbare conclusies Riley & Chow 1992, p. 34.388Gies<strong>en</strong>_01.indb 86 20-5-2008 16:29:56


Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel binn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ingrisicotolerantie van vrouw<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk vaker onderschatt<strong>en</strong>. 29 Anders geformuleerd:e<strong>en</strong> bijna systematische onderclassificering van de risicotolerantie van de vrouw vindt indit onderzoek plaats. H<strong>en</strong> word<strong>en</strong> daardoor mogelijke winst<strong>en</strong> onthoud<strong>en</strong>. 30 Waar vindtdeze onderclassificatie zijn oorsprong? Mogelijk is hier sprake van selectieve perceptie.De adviseurs nem<strong>en</strong> onbewust slechts t<strong>en</strong> dele waar wat de daadwerkelijke w<strong>en</strong>s is vanhun cliënt<strong>en</strong>. Dit is mogelijk door slechte ervaring<strong>en</strong> met andere – vrouwelijke – cliënt<strong>en</strong>ingegev<strong>en</strong>. Waarschijnlijker is het ontstaan te herleid<strong>en</strong> uit m<strong>en</strong>selijke vooroordel<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>zorgelijke bevinding aangezi<strong>en</strong> juist e<strong>en</strong> deskundig veronderstelde adviseur zich van dezevoorveronderstelling<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t te onthoud<strong>en</strong>. 31 Ofschoon vrijwel alle financiële onderneming<strong>en</strong>het uiteindelijke risicoprofiel van e<strong>en</strong> (pot<strong>en</strong>tiële) cliënt bepal<strong>en</strong> aan de handvan resultat<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst, is de interpretatie van verkreg<strong>en</strong> informatie veelalverschill<strong>en</strong>d. Hoe het bezit van bijvoorbeeld e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> woning <strong>en</strong> van lijfr<strong>en</strong>tepoliss<strong>en</strong>wordt geïnterpreteerd, zal mede afhankelijk zijn van procedures, budgett<strong>en</strong> (hoeveel tijdmag er gebruikt word<strong>en</strong> per cliënt) <strong>en</strong> persoonlijke k<strong>en</strong>nis van de bankmedewerker.Nu er in de vorige paragraf<strong>en</strong> uitvoerig is stilgestaan bij de inhoud van de wet- <strong>en</strong> regelgeving<strong>en</strong> de praktische (juridische) uitwerking ervan, is het interessant de economischewaarde van het cliënt<strong>en</strong>profiel nader toe te licht<strong>en</strong>. Dit wordt gedaan door te bezi<strong>en</strong> wat– op wet<strong>en</strong>schappelijke grondslag<strong>en</strong> – de toegevoegde waarde is van e<strong>en</strong> beleggingsdeskundige.Behavioural FinancePortefeuilletheorieën nem<strong>en</strong> aan dat beleggers rationele, optimale nutgebruikers zijn,waarbij objectieve factor<strong>en</strong> als leeftijd, aanwezig kapitaal, inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> opleiding e<strong>en</strong> rolspel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de relatieve risicobereidheid. 32 Deze theoretische b<strong>en</strong>aderingstrookt beperkt met de praktijk. Particuliere beleggers verton<strong>en</strong> sterk emotioneel gedragbij het nem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beleggingsbeslissing; zowel bij het aangaan, gedur<strong>en</strong>de, als bij hetbeëindig<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> belegging. Met andere woord<strong>en</strong>: particuliere beleggers d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> nietrationeel maar suboptimaal.29 Zie Eckel & Grossman 2002, p. 281.30 Zie in dit verband de conclusie van Schulman e.a. 1999. Zij concluder<strong>en</strong> dat arts<strong>en</strong>, in vergelijking tot mannelijkepatiënt<strong>en</strong>, minder bereid zijn om agressieve behandelmethod<strong>en</strong> toe te pass<strong>en</strong> op vrouwelijke patiënt<strong>en</strong>. Dit in situatieswaarbij het ziektebeeld van de mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke patiënt<strong>en</strong> vergelijkbare symptom<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t. Zie ook Wang 1994,die stelt dat beleggingsadviseurs hun vrouwelijke cliënt<strong>en</strong> aanmerkelijk voorzichtiger adviser<strong>en</strong> dan hun mannelijkecliënt<strong>en</strong>. Dit uit zich vooral in het adviser<strong>en</strong> van belegging<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> lagere risico-r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>tsverhouding k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.31 Zie Roszkowski & Grable 2005. Zij concluder<strong>en</strong> in hun studie: ‘Financial advisors appear to have a somewhat distorteds<strong>en</strong>se of the risk tolerance of males and the risk aversion of females, with the latter being greater’. Op pagina 189 wordtdit verduidelijkt met de opmerking: ‘Our results suggest that commonly used judgm<strong>en</strong>ts of risk tolerance based on advisorexperi<strong>en</strong>ce and intuition t<strong>en</strong>d to be inadequate both in terms of precision and because of the likelihood of bias’.32 Zie Von Neumann & Morg<strong>en</strong>stern 1953.389Gies<strong>en</strong>_01.indb 87 20-5-2008 16:29:56


T. Loon<strong>en</strong>Particuliere beleggers k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> emotionele overweging<strong>en</strong> in het bepal<strong>en</strong> van hun handelsgedrag.Daarbij wordt het gedrag met name bepaald door het interpreter<strong>en</strong> vaninformatie <strong>en</strong> het gedrag van ander<strong>en</strong>. Nieuwe informatie is dus bepal<strong>en</strong>d óf <strong>en</strong> hóe m<strong>en</strong>hierop handelt.Handel<strong>en</strong> veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op bepaalde informatie <strong>en</strong> zi<strong>en</strong> ander<strong>en</strong> dit vervolg<strong>en</strong>s weer, dankan e<strong>en</strong> hype e<strong>en</strong>voudig omslaan in paniek <strong>en</strong> zelfs in e<strong>en</strong> beurskrach 33 resulter<strong>en</strong>. 34Het is deze emotionaliteit die het vaststell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> risicoprofiel uitermate complex kanmak<strong>en</strong>. Hoe beleggers uiteindelijk hun geld allocer<strong>en</strong> verschilt vaak van de wijze waaropzij stell<strong>en</strong> dit te do<strong>en</strong>. 35 Het is daarbij de vraag of de methodiek van vaststell<strong>en</strong> van hetcliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>/of risicoprofiel toereik<strong>en</strong>d is voor het doel. De emotionaliteit van de particulierebelegger maakt dat gecompliceerd. Waarom? Om deze vraag te beantwoord<strong>en</strong> staanwe eerst stil bij de basis van Behavioural Finance. Met welke emoties kan e<strong>en</strong> particulierebelegger zoal te mak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>? Behavioural Finance maakt gebruik van wet<strong>en</strong>schappelijkonderzoek op het gebied van sociaal-cognitieve <strong>en</strong> economische voorkeur<strong>en</strong>. Zowordt meer inzicht verkreg<strong>en</strong> in beleggingsbeslissing<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe deze van invloed zijn opkoersontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> te behal<strong>en</strong> r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.Loss AversionHier is aangetoond dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> winst <strong>en</strong> verlies asymmetrisch b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong>. In situatiesdat beleggers winst maakt<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> zij risico-avers, terwijl zij in situaties dat zij verliesmaakt<strong>en</strong> juist risico opzocht<strong>en</strong>. 36 Hiermee is aangetoond dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gevoeliger zijn voorverliez<strong>en</strong> dan voor winst<strong>en</strong>. Zo lijkt e<strong>en</strong> verklaring gevond<strong>en</strong> voor het feit dat particulierebeleggers nogal e<strong>en</strong>s de neiging hebb<strong>en</strong> aandel<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> (bescheid<strong>en</strong>) winst directte verkop<strong>en</strong>, terwijl zij verliesgev<strong>en</strong>de belegging<strong>en</strong> vaak langdurig aanhoud<strong>en</strong>. Dit laatstein de hoop op betere tijd<strong>en</strong>. Vergelijk in deze e<strong>en</strong> onderzoek waarbij 163.000 individuelerek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van person<strong>en</strong> die klant war<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> effect<strong>en</strong>huis werd<strong>en</strong> onderzocht. 37Gedur<strong>en</strong>de de periode van één jaar werd het aantal dagelijkse transacties in winstgev<strong>en</strong>de<strong>en</strong> verlieslat<strong>en</strong>de aandel<strong>en</strong> gevolgd. E<strong>en</strong> van de conclusies is dat gedur<strong>en</strong>de deperiode januari tot november particuliere beleggers hun winstgev<strong>en</strong>de aandel<strong>en</strong> 1.7keer vaker verkocht<strong>en</strong> dan hun verlieslat<strong>en</strong>de aandel<strong>en</strong>. Anders gesteld: winstgev<strong>en</strong>deaandel<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> 70% meer kans om verkocht te word<strong>en</strong> dan verlieslat<strong>en</strong>de aandel<strong>en</strong>.In december verkocht<strong>en</strong> particuliere beleggers hun verlieslat<strong>en</strong>de aandel<strong>en</strong> wat sneller.Beleggers hebb<strong>en</strong> de neiging hun verlieslat<strong>en</strong>de belegging<strong>en</strong> te lang te houd<strong>en</strong>, terwijl33 Daarbij wordt e<strong>en</strong> beurskrach in het algeme<strong>en</strong> beschouwd als e<strong>en</strong> daling van de beursindex van meer dan 10% in tweeope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de beursdag<strong>en</strong>.34 Zie Prast 2004, p. 19.35 Zie Riley & Chow 1992.36 Zie Kahneman & Tversky 1979, p. 263-291.37 Zie Odean 1998, p. 1775-1798.390Gies<strong>en</strong>_01.indb 88 20-5-2008 16:29:56


Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel binn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ingzij hun winstgev<strong>en</strong>de aandel<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleggingsfonds<strong>en</strong> te snel van de hand do<strong>en</strong>. 38 Bij ditonderzoek is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met andere elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zoals fiscale motiev<strong>en</strong>.Hiervan bleek weliswaar sprake te zijn, maar dit is niet de <strong>en</strong>ige red<strong>en</strong> dat winnaars snelword<strong>en</strong> verkocht <strong>en</strong> verliezers aangehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.M<strong>en</strong>tal AccountingM<strong>en</strong>s<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> ‘M<strong>en</strong>tal Accounting’. Dit is de neiging van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dat zij verschill<strong>en</strong>definanciële problem<strong>en</strong> onder verschill<strong>en</strong>de ‘m<strong>en</strong>tal accounts’ plaats<strong>en</strong>, terwijl zijniet onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat het rationeler zou zijn de beslissing<strong>en</strong> over deze problem<strong>en</strong> teintegrer<strong>en</strong>. 39 Zo waarder<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> geld afhankelijk van de wijze waarop zij aan het geldkom<strong>en</strong>. Hebb<strong>en</strong> zij er hard voor moet<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>, dan zal e<strong>en</strong> verlies harder aankom<strong>en</strong>dan bij geld dat verlor<strong>en</strong> is dat afkomstig was van e<strong>en</strong> winn<strong>en</strong>de loterij, terwijl het financiële(beleggings)vraagstuk in wez<strong>en</strong> niet verschill<strong>en</strong>d is.Cognitive biasCognitieve psychologie onderzoekt hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de praktijk informatie beoordel<strong>en</strong>. Uitdeze onderzoek<strong>en</strong> blijkt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> continu informatie verkeerd interpreter<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo (te)e<strong>en</strong>voudig veronderstelling<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong>. Zo ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> of minimaliser<strong>en</strong> zij bepaaldeinformatie waaruit zou blijk<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onjuiste beslissing heeft g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> of dat e<strong>en</strong>onjuiste veronderstelling wordt aangehang<strong>en</strong>. Friedman <strong>en</strong> Savage 40 beschrijv<strong>en</strong> in ditkader het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> meedo<strong>en</strong> met de loterij <strong>en</strong> tegelijkertijd e<strong>en</strong> verzekeringkop<strong>en</strong>. Uitgaande dat zij voor beide e<strong>en</strong> gelijksoortige premie betal<strong>en</strong>, is het opmerkelijkdat de kans op <strong>en</strong>erzijds e<strong>en</strong> ongeluk, anderzijds geluk, wellicht ev<strong>en</strong> groot is. Bije<strong>en</strong> verzekering wordt e<strong>en</strong> premie betaald om financieel ongeluk te beperk<strong>en</strong>, terwijl ditgelijk staat aan deelname in e<strong>en</strong> loterij: het vergrot<strong>en</strong> van de kans op financieel geluk.E<strong>en</strong> ander voorbeeld is dat van Linda.38 Zie Shefrin & Statman 1985, p. 777-792.39 Zie Thaler 1980, p. 39-60 <strong>en</strong> Kahneman & Tversky 1984, p. 293-315.40 Zie Friedman & Savage 1948, p. 279-304.391Gies<strong>en</strong>_01.indb 89 20-5-2008 16:29:56


T. Loon<strong>en</strong>LINDALinda is 31 years old, single, outspok<strong>en</strong>, andvery bright. She majored in philosophy. As astud<strong>en</strong>t, she was deeply concerned with issuesof discrimination and social justice, and she alsoparticipated in the antinuclear movem<strong>en</strong>t.What is most likely?1. Linda works in a bookstore and takes Yogaclasses.2. Linda is a bank teller.3. Linda is a bank teller and is active in thefeminist movem<strong>en</strong>t.Figuur 10: De casus van Linda (D. Kahneman, A. Tversky, 1984)Op het eerste oog zou m<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat antwoord 1 correct is. De kans dat Linda zowelin e<strong>en</strong> boekhandel werkt én yogales volgt is minder groot dan dat zij bankemployee is.Gezi<strong>en</strong> het profiel van Linda lijkt antwoord 3 dan waarschijnlijk. Dit is ev<strong>en</strong>min hetgeval; de kans dat Linda bankemployee is én actief is in de feministische beweging iskleiner dan dat zij alle<strong>en</strong> werkzaam is als bankemployee. Zo is antwoord 2 het meestwaarschijnlijk. Dit voorbeeld maakt duidelijk dat het antwoord dat op het eerste oog juistlijkt te zijn, naar alle waarschijnlijkheid het onjuiste antwoord is.Cognitieve dissonantieM<strong>en</strong>s<strong>en</strong> will<strong>en</strong> cognitieve dissonantie beperk<strong>en</strong> om zo de ‘psychologische pijn’ van e<strong>en</strong>negatief zelfbeeld te beperk<strong>en</strong>. Om deze red<strong>en</strong><strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zij de neiging informatie waaruitblijkt dat zij e<strong>en</strong> verkeerde beslissing hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> te neger<strong>en</strong> of te minimaliser<strong>en</strong>.Met als resultaat dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> informatie dus filter<strong>en</strong>. Vergelijk in dit verband het onderzoekwaarin in de periode 1 oktober 1999 tot 1 maart 2000 de reactie van de koers<strong>en</strong> vanICT-aandel<strong>en</strong> op nieuws uit de ICT-sector werd<strong>en</strong> onderzocht. 41 Beleggers blek<strong>en</strong> alerterte zijn bij goed nieuws dan bij slecht nieuws.ConservatismeDit is e<strong>en</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> waarbij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> geleidelijk hun geloof aanpass<strong>en</strong> op basis van nieuweinformatie. Experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> aan dat er twee tot vijf observaties van nieuwe informati<strong>en</strong>odig zijn om inzicht<strong>en</strong> of m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te verander<strong>en</strong>. Hoe bruikbaarder de informatieis, hoe sterker het conservatisme is. Dit komt doordat nieuwe waardevolle informatieconflicteert met bestaande inzicht<strong>en</strong> of m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.41 Zie Keijer & Prast 2001, p. 288-292.392Gies<strong>en</strong>_01.indb 90 20-5-2008 16:29:56


Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel binn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ingOverconfid<strong>en</strong>ceTe veel zelfvertrouw<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dat iemand zijn vaardighed<strong>en</strong> overschat. Mann<strong>en</strong>zijn gemiddeld te zelfverzekerd in vergelijking tot vrouw<strong>en</strong>. 42 Ook particuliere beleggerszoud<strong>en</strong> in hoge mate te veel zelfvertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> onderzoek, verricht vanjuni 1998 tot januari 2000, leert dat de gemiddelde respond<strong>en</strong>t me<strong>en</strong>de de resultat<strong>en</strong>van de financiële markt<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> verslaan. 43 Daarbij is e<strong>en</strong> model ontworp<strong>en</strong> waarbijrek<strong>en</strong>ing wordt gehoud<strong>en</strong> met te veel zelfvertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> biased self-attribution. Ditmodel gaat uit van het psychologische mechanisme dat de belegger zijn hoeveelheid nietop<strong>en</strong>bareinformatie overschat, alsmede zijn vaardigheid deze informatie juist te interpreter<strong>en</strong>.Vanwege de zelfoverschatting gelooft de belegger dat hij e<strong>en</strong> van de weinig<strong>en</strong> is,zo niet de <strong>en</strong>ige, die in staat is relevante signal<strong>en</strong> te interpreter<strong>en</strong>. Dit – koppige – gedragvan de belegger kan ertoe leid<strong>en</strong> dat hij niet inziet dat hij e<strong>en</strong> verkeerde beslissing heeftg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, maar juist de m<strong>en</strong>ing toegedaan is dat de markt het verkeerd ziet. Dit kanleid<strong>en</strong> tot excessief handelsgedrag (<strong>en</strong> dus onnodige kost<strong>en</strong>). De mate van zelfverzekerdheidblijkt ook uit de vraag hoe particuliere beleggers hun beleggingservaring waarder<strong>en</strong>.Hier blijkt dat ongeveer de helft van de vrouwelijke beleggers stell<strong>en</strong> dat zij (zeer) ervar<strong>en</strong>beleggers zijn, terwijl 60% van de mannelijke beleggers dit stell<strong>en</strong>. 44Moral HazardMoral Hazard 45 is het verschijnsel dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich onverantwoordelijk(er) gaan gedrag<strong>en</strong>als ze wet<strong>en</strong> dat de schade die zij aanricht<strong>en</strong>, wordt vergoed door derd<strong>en</strong>. Het verschijnselkomt veel voor in de verzekeringssector. Het is geblek<strong>en</strong> dat iemand zich risicovoller gaatgedrag<strong>en</strong>, zodra hij weet dat hij toch verzekerd is. D<strong>en</strong>k aan iemand die e<strong>en</strong> reisverzekeringheeft <strong>en</strong> daardoor op vakantie minder goed op zijn digitale camera let dan hijzonder verzekering zou hebb<strong>en</strong> gedaan. Verzekeraars gaan Moral Hazard teg<strong>en</strong> doore<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> risico in te voer<strong>en</strong>. 46 Ook in de bancaire sector is dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d. E<strong>en</strong>rec<strong>en</strong>t voorbeeld is de kredietcrisis in 2007. De Europese C<strong>en</strong>trale Bank (ECB) steldeop dat mom<strong>en</strong>t aan de bank<strong>en</strong> grote krediet<strong>en</strong> beschikbaar teg<strong>en</strong> zeer lage r<strong>en</strong>te omhun kredietverl<strong>en</strong>ing op gang te houd<strong>en</strong>. De vraag was of dit gerechtvaardigd was <strong>en</strong> ofbank<strong>en</strong> hierdoor niet onvoorzichtiger zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met hun kredietverl<strong>en</strong>ing. De zorgwas dat er e<strong>en</strong> gedachte zou ontstaan dat de ECB ‘toch wel bij zou spring<strong>en</strong>’.42 Zie Barber & Odean 2001, p. 261-292.43 Zie Daniel, Hirshleifer & Subrahmanyam 1998, p. 1839-1885.44 Zie Barber & Odean 2001.45 Er zijn verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van Moral Hazard. Zie Zweifel & Manning 2000 voor e<strong>en</strong> overzicht.46 Zie Westerhout & Folmer 2007.393Gies<strong>en</strong>_01.indb 91 20-5-2008 16:29:57


T. Loon<strong>en</strong>Excessive tradingOok het excessief handelsgedrag onder particuliere beleggers is onderzocht. In de periode1991-1996 zijn 66.000 rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van particuliere beleggers gevolgd. 47 Deze particulierebeleggers belegg<strong>en</strong> via zog<strong>en</strong>oemde ‘stockbrokers’. Hier word<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> hun beursordersuitgevoerd <strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> zij ge<strong>en</strong> beleggingsadvies. Wat bleek: de gemiddelde belegger zoumeer r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t behal<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> hij minder frequ<strong>en</strong>t zou handel<strong>en</strong>. Voorts werd geconcludeerddat de gemiddelde particuliere belegger excessief handelt. Hierbij hebb<strong>en</strong> de onderzoekersontdekt dat mannelijke beleggers gemiddeld 1.5 keer zoveel handel<strong>en</strong> als vrouwelijkebeleggers. Het behaalde r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t op de portefeuilles is bij mannelijke beleggerssignificant lager t<strong>en</strong> opzichte van vrouwelijke beleggers (het verschil bedraagt 1%).Availability heuristicHet gaat hierbij om de neiging van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> om de frequ<strong>en</strong>tie of de waarschijnlijkheidvan e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is in te schatt<strong>en</strong> naargelang deze gebeurt<strong>en</strong>is op te roep<strong>en</strong> is in hetgeheug<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld hiervan kan de vraag zijn: ‘Welke gebeurt<strong>en</strong>is heeft de grootstekans dat gebeurt? Dat u getroff<strong>en</strong> wordt door e<strong>en</strong> vliegtuigonderdeel of dat u door e<strong>en</strong>haai gebet<strong>en</strong> wordt?’ Veel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>ing te zijn dat de kans dat zijgebet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> haai groter is dan dat zij door e<strong>en</strong> vliegtuigonderdeel word<strong>en</strong>getroff<strong>en</strong>. Dit omdat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eerder e<strong>en</strong> beeld hebb<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> aanval van e<strong>en</strong> haai dane<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>d onderdeel van e<strong>en</strong> vliegtuig. De kans dat m<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> vliegtuigonderdeelgetroff<strong>en</strong> wordt is 1 op 15 miljo<strong>en</strong>, terwijl de kans gebet<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> haai slechts1 op 500 miljo<strong>en</strong> is.De toegevoegde waarde van de beleggingsdeskundig<strong>en</strong>Uit voornoemde beschrijving<strong>en</strong> is af te leid<strong>en</strong> dat de particuliere belegger verschill<strong>en</strong>deemoties kan verton<strong>en</strong> die zijn rationeel handel<strong>en</strong> belemmer<strong>en</strong>. Dat beleggingsdeskundig<strong>en</strong>e<strong>en</strong> rol kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> in het beheers<strong>en</strong> van de emoties <strong>en</strong> het rationeel handel<strong>en</strong>bevorder<strong>en</strong>, wordt in e<strong>en</strong> onderzoek aangetoond. 48 In dit onderzoek werd<strong>en</strong> de beleggingsresultat<strong>en</strong>van 2411 particuliere beleggers die geheel zelfstandig belegd<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong>met de resultat<strong>en</strong> van 2887 beleggers die onder begeleiding van e<strong>en</strong> beleggingsdeskundige49 belegd<strong>en</strong>. C<strong>en</strong>traal staat de vraag of de fondsmanagers minder ontvankelijk47 Zie Barber & Odean 2000, p. 773-806.48 Zie Shapira & V<strong>en</strong>ezia 2001, p. 1573-1587.49 Het is hierbij niet geheel duidelijk of dit e<strong>en</strong> fondsmanager of e<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>sbeheerder is die op basis van e<strong>en</strong> van departiculiere belegger verkreg<strong>en</strong> mandaat handelt, of dat hier sprake is van e<strong>en</strong> beleggingsadviseur die zowel zelfstandiglijkt te mog<strong>en</strong> handel<strong>en</strong> als beleggingsadviez<strong>en</strong> verstrekt. Zo sprek<strong>en</strong> Shapira & V<strong>en</strong>ezia 2001 op p. 1576 over ‘portfolioand money managers’. Klaarblijkelijk betreft het hier e<strong>en</strong> functionaris die zowel beheert als adviseert aangezi<strong>en</strong>Shapira <strong>en</strong> V<strong>en</strong>ezia sprek<strong>en</strong> van: ‘Some cli<strong>en</strong>ts call their PMMs (portfolio and money managers, TL) frequ<strong>en</strong>tly, whileothers give them complete freedom in managing their portfolio’.394Gies<strong>en</strong>_01.indb 92 20-5-2008 16:29:57


Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel binn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ingzijn voor sommige psychologische effect<strong>en</strong> dan particuliere beleggers. Het onderzoekwas in het bijzonder gericht op het dispositie effect. 50 Ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> de handelsfrequ<strong>en</strong>tie<strong>en</strong> het handelsvolume van de twee onderzoeksgroep<strong>en</strong> met elkaar vergelek<strong>en</strong>.De onderzoekers concludeerd<strong>en</strong> dat particuliere beleggers die handeld<strong>en</strong> met behulpvan e<strong>en</strong> beleggingsdeskundige, hun verlieslat<strong>en</strong>de belegging<strong>en</strong> 56,15 dag<strong>en</strong> aanhield<strong>en</strong>,terwijl dit bij de zelfstandige beleggers gemiddeld 63,26 dag<strong>en</strong> was. Bij profijtelijke transactieswas het echter omgekeerd. De beleggers die onder begeleiding handeld<strong>en</strong>, hield<strong>en</strong>deze winstgev<strong>en</strong>de posities 25 dag<strong>en</strong> aan, terwijl de zelfstandige beleggers deze 20,17dag<strong>en</strong> aanhield<strong>en</strong>. De conclusie van de onderzoekers was dat het dispositie-effect bijbeleggers die begeleid werd<strong>en</strong> kleiner was dan bij zelfstandige beleggers. De onderzoekersnam<strong>en</strong> meer aspect<strong>en</strong> mee in hun onderzoek. Beroepsmatige beleggers word<strong>en</strong> vaakbeschuldigd van zog<strong>en</strong>oemd churning. 51 Uit dit onderzoek kwam naar vor<strong>en</strong> dat in dieportefeuilles die onder int<strong>en</strong>sieve begeleiding staan, gemiddeld drie maal zoveel roundtrips 52 uitgevoerd werd<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de onafhankelijke portefeuilles (19,42 versus6,51). Ook het aantal transacties was ongeveer drie maal zo hoog in de portefeuillesonder begeleiding (46,23 transacties) t<strong>en</strong> opzichte van de zelfstandige portefeuilles(19,42 transacties). 53 Of dit verschill<strong>en</strong>d handelsgedrag te wijt<strong>en</strong> is aan status quo bias 54 ofjuist de neiging van de beleggingsdeskundige om onnodig te muter<strong>en</strong> (churning) is nietduidelijk. De prestaties van de portefeuille onder begeleiding blev<strong>en</strong>, ook na verrek<strong>en</strong>ingvan de hogere provisie, beter dan die van de zelfstandig beheerde portefeuille. Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong>blek<strong>en</strong> de onafhankelijke portefeuilles meer gecorreleerd met de markt dan deportefeuilles die door fondsmanagers begeleid werd<strong>en</strong>. Uit het onderzoek blijkt voorts50 De neiging van beleggers om stijg<strong>en</strong>de aandel<strong>en</strong> sneller te verkop<strong>en</strong> dan verlies te nem<strong>en</strong> op aandel<strong>en</strong> die dal<strong>en</strong>. Dit‘dispositie effect’ is eerder aangetoond door Shefrin & Statman 1985.51 Over ‘churning’ is in artikel 6:12 Nrgfo de volg<strong>en</strong>de bepaling inzake onev<strong>en</strong>redig hoge transactiefrequ<strong>en</strong>ties, commissiesof andere vergoeding<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>: 1. E<strong>en</strong> beleggingsonderneming onthoudt zich van het uitvoer<strong>en</strong> van transactiesvoor rek<strong>en</strong>ing van cliënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zodanige frequ<strong>en</strong>tie of van e<strong>en</strong> zodanige omvang dat dit gezi<strong>en</strong> de omstandighed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nelijk strekt tot bevoordeling van de beleggingsonderneming, t<strong>en</strong>zij sprake is van transacties waarvoor decliënt op eig<strong>en</strong> initiatief uitdrukkelijk opdracht heeft gegev<strong>en</strong>. 2. De beleggingsonderneming onthoudt zich van het inrek<strong>en</strong>ing br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van onev<strong>en</strong>redig hoge commissies of andere vergoeding<strong>en</strong>.52 De definitie van ‘round trips’: ‘Round trips are transactions where there was a buy and a subsequ<strong>en</strong>t sale so that at the<strong>en</strong>d of the round trip the cli<strong>en</strong>t had a zero position in the security’ (zie Shapira & V<strong>en</strong>ezia 2001, p. 1576).53 Dit in teg<strong>en</strong>stelling tot de onderzoeksresultat<strong>en</strong> van Barber & Odean 2001 waaruit blijkt dat online beleggers actiever<strong>en</strong> speculatiever belegg<strong>en</strong> dan de gemiddelde belegger.54 De neiging om, door onzekere factor<strong>en</strong>, niet te handel<strong>en</strong>. Zie Samuelson & Zeckhauser 1988, p. 7-59.395Gies<strong>en</strong>_01.indb 93 20-5-2008 16:29:57


T. Loon<strong>en</strong>dat de beleggingsdeskundig<strong>en</strong> zich positief 55 onderscheid<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van particulierebeleggers; zij selecter<strong>en</strong> aandel<strong>en</strong> op hun merites <strong>en</strong> niet op basis van kuddegedrag, zoalspopulaire aandel<strong>en</strong>. Daarnaast blek<strong>en</strong> veel particuliere beleggers slecht gespreide portefeuilleste hebb<strong>en</strong>. Voorts bleek dat de spreiding van de belegging<strong>en</strong> van de portefeuillesonder begeleiding verder doorgevoerd was (gemiddeld 17,8 verschill<strong>en</strong>de aandel<strong>en</strong>) t<strong>en</strong>opzichte van de zelfstandige portefeuilles (gemiddeld 6 verschill<strong>en</strong>de aandel<strong>en</strong>).7 Co n c l u s i e sHet cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong> risicoprofiel zou niet meer dan e<strong>en</strong> hulpmiddel moet<strong>en</strong> zijn dat t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>stestaat aan de particuliere belegger <strong>en</strong> de beleggingsdeskundige. Het geeft de parametersaan van de asset mix waarbinn<strong>en</strong> geadviseerd moet word<strong>en</strong>. De praktijk is anders. Binn<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing is de beleggingsdeskundige (té) sterk gericht op het nalev<strong>en</strong>van de asset mix zoals di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> gevolgd conform het risicoprofiel. De gedachte leeftdat zolang er binn<strong>en</strong> de kaders van het risicoprofiel geadviseerd wordt, er ook economischjuist geadviseerd wordt. Het is echter twijfelachtig of hiermee de particuliere beleggergedi<strong>en</strong>d is. Naast het stur<strong>en</strong> op ‘asset mix’-niveau is ook het regionaal of sectoraal spreid<strong>en</strong>relevant. De wijze waarop de belegging<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s gekocht of verkocht word<strong>en</strong> behoeftev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aandacht. Zo zou er door de beleggingsdeskundige gewez<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opbepaalde emotionele beleggingshandeling<strong>en</strong> (of het ontbrek<strong>en</strong> van handel<strong>en</strong>). Uit onderzoekblijkt dat in het bijzonder emotionele handeling<strong>en</strong> (zoals beschrev<strong>en</strong> in par. 5) ertoekunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dat er (aanzi<strong>en</strong>lijke) verliez<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De beleggingsdeskundigekan in het beleggingsproces hier aantoonbaar waarde in toevoeg<strong>en</strong>. Met het risicoprofielzal uiteindelijk niet voorkom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat er emotioneel wordt gehandeld. Wel kanhet e<strong>en</strong> waarschuwingssignalering hebb<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> door de cliënt ondertek<strong>en</strong>d cliënt<strong>en</strong>- <strong>en</strong>risicoprofiel wordt nog te vaak als doel beschouwd. Wijziging<strong>en</strong> in de beleggingsmixword<strong>en</strong> – juridisch – gerechtvaardigd door simpelweg het risicoprofiel aan te pass<strong>en</strong> <strong>en</strong>te lat<strong>en</strong> tek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Uit onderzoek van de VBA onder 27 financiële onderneming<strong>en</strong> blijktdat dit in 56% van de gevall<strong>en</strong> mogelijk is. Door de invoering van de Wft (<strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong>MiFID) zal hier naar verwachting verandering in kom<strong>en</strong>. De beleggingsdeskundige zalniet langer alle<strong>en</strong> informatie moet<strong>en</strong> noter<strong>en</strong>, maar bov<strong>en</strong>al interpreter<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> handeling55 Ofschoon er ook opmerking<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> zijn over het gedrag van beleggingsdeskundig<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Shleifer & Vishny1997, p. 35-55, is de separatie van hers<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> kapitaal e<strong>en</strong> gevolg van het principal-ag<strong>en</strong>t probleem. Concreet: professionelebeleggers beher<strong>en</strong> niet hun eig<strong>en</strong> geld, maar dat van klant<strong>en</strong> die over het algeme<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> aan cognitieve-pychologischemechanism<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> professionele belegger kortetermijnverliez<strong>en</strong> realiseert doordat hij teg<strong>en</strong> de marktbewegingin handelt, dan kan dit zijn reputatie schad<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn cliënt<strong>en</strong> do<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> hun geld<strong>en</strong> terug te trekk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>professionele belegger wil zijn cliënt<strong>en</strong> niet teleurstell<strong>en</strong>. Vanuit deze optiek zal de professional slechts beperkt groterisico’s will<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> met name kortetermijnbelegging<strong>en</strong> will<strong>en</strong> aanhoud<strong>en</strong> waarop hij beoordeeld wordt. Dit kanteg<strong>en</strong> zijn beleggingsopdracht zijn.396Gies<strong>en</strong>_01.indb 94 20-5-2008 16:29:57


Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel binn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ingdie overig<strong>en</strong>s niet e<strong>en</strong>duidig gebeurd, zie par. 5). Hierdoor zal e<strong>en</strong> situatie ontstaan waarine<strong>en</strong> risicoprofiel niet e<strong>en</strong> doel, maar slechts e<strong>en</strong> middel is om nader inzicht te krijg<strong>en</strong> in definanciële <strong>en</strong> emotionele beweegred<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> cliënt.Wil het profiel e<strong>en</strong> adequaat hulpmiddel zijn, dan zal de wijze waarop de informatie wordtgeïnterpreteerd én gewog<strong>en</strong> kwalitatief hoogwaardig zijn. Daarnaast is het met name voorde particuliere belegger belangrijk dat de consequ<strong>en</strong>ties die gehang<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan bepaalderisicoprofiel<strong>en</strong> (in grote lijn<strong>en</strong>) homoge<strong>en</strong> zijn. Dat het op dit punt aan homog<strong>en</strong>iteitontbreekt blijkt uit het onderzoek van de VBA. Gelijksoortige risicoprofiel<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> e<strong>en</strong>volstrekt andere invulling. Voorts blijkt dat ook beleggingsdeskundig<strong>en</strong> (in casu beleggingsadviseurs)volstrekt verschill<strong>en</strong>de informatie meeweg<strong>en</strong> in het uiteindelijke profiel.In e<strong>en</strong> tijdgeest waar het financieel plann<strong>en</strong> niet langer e<strong>en</strong> luxe is, maar door de versoberingvan de zorg van overheidswege bijna e<strong>en</strong> opgelegde verplichting, zal de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ingin to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate e<strong>en</strong> andere rol krijg<strong>en</strong>. Was effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ingveelal e<strong>en</strong> monodi<strong>en</strong>st (m<strong>en</strong> kreeg advies welke belegging<strong>en</strong> gekocht of verkocht di<strong>en</strong>d<strong>en</strong>te word<strong>en</strong> of het vermog<strong>en</strong> werd zo zorgvuldig mogelijk beheerd), binn<strong>en</strong> het financiëleplan 56 van de consum<strong>en</strong>t vormt effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijkstuk van e<strong>en</strong> totale puzzel, waarbij de financiële resultat<strong>en</strong> van de belegging<strong>en</strong>vaak e<strong>en</strong> cruciale rol spel<strong>en</strong> bij de poging de financiële doelstelling<strong>en</strong> op (lange) termijnte behal<strong>en</strong>. Deze nieuwe rol van effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing is terug te vind<strong>en</strong> in de eis<strong>en</strong> dieword<strong>en</strong> gesteld aan de financiële onderneming in de Wft (<strong>en</strong> MiFID). Er di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> integraleinv<strong>en</strong>tarisatie plaats te vind<strong>en</strong> van de financiële huishouding van de cliënt alvor<strong>en</strong>ser geadviseerd of beheerd kan word<strong>en</strong>. Dit lijkt onveranderd t<strong>en</strong> opzichte van de Wte1995 (<strong>en</strong> Nadere Regeling gedragstoezicht effect<strong>en</strong>verkeer 2002), maar dit is wel degelijke<strong>en</strong> belangrijke wijziging. Niet alle<strong>en</strong> het noter<strong>en</strong> van deze informatie is van belang, maarveeleer het interpreter<strong>en</strong> van de verkreg<strong>en</strong> informatie. Hier kan e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>oemde AssetLiability Managem<strong>en</strong>t-analyse (ALM) e<strong>en</strong> belangrijke rol in vervull<strong>en</strong>, waar met behulpvan koersgegev<strong>en</strong>s uit het verled<strong>en</strong> de haalbaarheid van financiële doelstelling<strong>en</strong> metbepaalde belegging<strong>en</strong> inzichtelijk wordt gemaakt. Dat goede informatie hierbij cruciaalis, zal duidelijk zijn. Dit voor het juridische ‘welzijn’ van de financiële onderneming, maarbov<strong>en</strong>al voor het economische ‘welzijn’ van de particuliere belegger. Op basis van deresultat<strong>en</strong> van het docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>onderzoek naar de uitsprak<strong>en</strong> van de Klacht<strong>en</strong>commissieDSI kan word<strong>en</strong> verondersteld dat de introductie van de Wft (<strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong> MiFID) voor56 Zie ’t Hart & Loon<strong>en</strong> 2007 die zich kritisch uitlat<strong>en</strong> over de te hoge verwachting<strong>en</strong> die mogelijk bij de financiële consum<strong>en</strong>thierover word<strong>en</strong> gewekt.397Gies<strong>en</strong>_01.indb 95 20-5-2008 16:29:57


T. Loon<strong>en</strong>e<strong>en</strong> nieuwe golf van klacht<strong>en</strong> kan zorg<strong>en</strong>. 57 Problematisch voor de financiële onderneming<strong>en</strong>hierbij is dat deze klacht<strong>en</strong> hoogstwaarschijnlijk ge<strong>en</strong> betrekking hebb<strong>en</strong> op hetniet nalev<strong>en</strong> van regels (‘rule based’), maar betrekking hebb<strong>en</strong> op het niet handel<strong>en</strong> inde geest van e<strong>en</strong> regel (‘principle based’). D<strong>en</strong>kbare klacht<strong>en</strong> zijn: e<strong>en</strong> verme<strong>en</strong>d onjuisteanalyse van de financiële huishouding, onvolledige informatie verkreg<strong>en</strong> van de particulierebelegger <strong>en</strong> toch geadviseerd, het kapitaal bleek toch p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>geld, de particulierebelegger had onvoldo<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong>/of ervaring om het advies goed te begrijp<strong>en</strong>.Lit e r a t u u rBarber & Odean 2000B. Barber <strong>en</strong> T. Odean, ‘Trading is hazardous to your wealth: the common stock investm<strong>en</strong>t performanceof individual investors’, Journal of Finance (55) 2000, p. 773.Barber & Odean 2001B. Barber <strong>en</strong> T. Odean, ‘Boys will be boys: g<strong>en</strong>der, over confid<strong>en</strong>ce and common stock investm<strong>en</strong>t’,Quarterly Journal of Economics (116) 2001, p. 261.Daniel, Hirshleifer & Subrahmanyam 1998K. Daniel, D. Hirshleifer <strong>en</strong> A. Subrahmanyam, ‘Investor psychology and security market underandoverreactions’, The Journal of Finance 1998, p. 1839.Eckel & Grossman 2002C.C. Eckel <strong>en</strong> P.J. Grossman, ‘Sex differ<strong>en</strong>ces and statistical stereotyping in attitudes towardfinancial risk’, Evolution and Human Behavior (23) 2002, p. 281.Eckel & Grossman 2003C.C. Eckel <strong>en</strong> P.J. Grossman, Forecasting risk attitured: an experim<strong>en</strong>tal study of actual and forecastrisk attitudes of wom<strong>en</strong> and m<strong>en</strong>, (niet gepubliceerd) 2003.Friedman & Savage 1948M. Friedman <strong>en</strong> L.J. Savage, ‘The utility analysis of choice involving risk’, Journal of PoliticalEconomy (56) 1948, p. 279.Hallahan, Faff & McK<strong>en</strong>zie 2004T.A. Hallahan, R.W. Faff <strong>en</strong> M.D. McK<strong>en</strong>zie, ‘An empirical investigation of personal financial risktolerance’, Financial Services Review (13) 2004, p. 57.57 Natuurlijk is het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel niet nieuw, maar de invulling ervan is wel aangepast. Dit was feitelijk ook zobij de invoering van de Nadere Regeling gedragstoezicht effect<strong>en</strong>verkeer 2002. Ook to<strong>en</strong> was eerder in het Besluit toezichteffect<strong>en</strong>verkeer 1995 (Bte 1995) in artikel 24b vastgelegd dat: ‘E<strong>en</strong> effect<strong>en</strong>instelling houdt zich bij het verricht<strong>en</strong>van haar werkzaamhed<strong>en</strong> aan door de toezichthouder te stell<strong>en</strong> regels die ertoe strekk<strong>en</strong> dat de effect<strong>en</strong>instelling: inhet belang van haar cliënt<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis neemt van hun financiële positie, ervaring <strong>en</strong> beleggingsdoelstelling<strong>en</strong>, voor zoverdit redelijkerwijs van belang is met het oog op het verricht<strong>en</strong> van haar di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>’. Alle<strong>en</strong> de verplichting tot vastlegg<strong>en</strong>is later ingevoerd.398Gies<strong>en</strong>_01.indb 96 20-5-2008 16:29:57


Het ‘K<strong>en</strong>-Uw-Cliënt’-beginsel binn<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing’t Hart & Loon<strong>en</strong> 2007F. ’t Hart <strong>en</strong> T. Loon<strong>en</strong>, ‘MiFID is schijnbescherming’, Het Financieele Dagblad 4 oktober 2007.Janss<strong>en</strong> & Nijss<strong>en</strong> 2004Janss<strong>en</strong>, R.A.M. Nijss<strong>en</strong> <strong>en</strong> S.J.O. Nijss<strong>en</strong>, ‘Het risicoprofiel van de belegger: de emotionele risicobeleving’,Vakblad Financiële Planning 2004, p. 8.Kahneman & Tversky 1979D. Kahneman <strong>en</strong> A. Tversky, ‘Prospect theory: an analysis of decision making under risk’, Econometrica(47) 1979, p. 263.Kahneman & Tversky 1984D. Kahneman <strong>en</strong> A. Tversky, ‘Ext<strong>en</strong>sional versus intuitive reasoning’, Psychological Review (91)1984, p. 293.Keijer & Prast 2001M. Keijer <strong>en</strong> H.M. Prast, ‘De telecomhype: hij was er echt’, Economische Statistische Bericht<strong>en</strong>2001, p. 288.Loon<strong>en</strong> 2006A.J.C.C.M. Loon<strong>en</strong>, E<strong>en</strong> kwestie van vertrouw<strong>en</strong>. Het effect van de zorgplicht op de Nederlandseeffect<strong>en</strong>advisering. E<strong>en</strong> empirisch-analytisch onderzoek naar de stand van zak<strong>en</strong>, Zeist: Kerkebosch2006.Van Luyn & Du Perron 2004M. van Luyn <strong>en</strong> C.E. Du Perron, Effect<strong>en</strong> van de zorgplicht, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2004.Von Neumann & Morg<strong>en</strong>stern 1953J. von Neumann <strong>en</strong> O. Morg<strong>en</strong>stern, Theory of games and economic behavior, Princeton: PrincetonUniversity Press 1953.Odean 1998T. Odean, ‘Are investors reluctant to realize their losses?’, Journal of Finance (53) 1998, p. 1775.Ols<strong>en</strong> 2001R.A. Ols<strong>en</strong>, ‘The influ<strong>en</strong>ce of g<strong>en</strong>der on the perception and response to investm<strong>en</strong>t risk: the case ofprofessional investors’, Journal of Psychology and Financial Markets (2) 2001, p. 29.Prast 2004H.M. Prast, Psychology in financial markets: an introduction to behavioral finance. Financiële &Monetaire studies, Amsterdam: NIBE-SVV 2005.Riley & Chow 1992W.B. Riley <strong>en</strong> K.V. Chow, ‘Asset allocation and individual risk aversion’, Financial Analysts Journal1992, p. 34.Roszkowski & Grable 2005M.J. Roszkowski <strong>en</strong> J. Grable, ‘G<strong>en</strong>der stereotypes in advisors’ clinical judgem<strong>en</strong>ts of financialrisk tolerance: objects in mirror are closer than they appear’, Journal of Behavioral Finance (6)2005, p. 181.399Gies<strong>en</strong>_01.indb 97 20-5-2008 16:29:57


T. Loon<strong>en</strong>Samuelson & Zeckhauser 1988W. Samuelson <strong>en</strong> R. Zeckhauser, ‘Status quo bias in decision making’, Journal of Risk and Uncertainty1988, p. 7.Schulman (e.a.) 1999K.A. Schulman e.a., ‘The effects of race and sex on physicians’ recomm<strong>en</strong>dations for cardiaccatheterization’, The New England Journal of Medicine (340) 1999, p. 618.Shapira & V<strong>en</strong>ezia 2001Z. Shapira <strong>en</strong> I. V<strong>en</strong>ezia, ‘Patterns of behavior of professionally managed and indep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t investors’,Journal of Banking & Finance (25) 2001, p. 1573.Shefrin & Statman 1985H. Shefrin <strong>en</strong> M. Statman, ‘The disposition to sell winners too early and ride losers too long:theory and evid<strong>en</strong>ce’, Journal of Finance (3) 1985, p. 777.Shleifer & Vishny 1997A. Shleifer <strong>en</strong> R. Vishny, ‘The limits of arbitrage’, Journal of Finance (52) 1997, p. 35.Snelbecker & Roszkowski 1990G.E. Snelbecker <strong>en</strong> M.J. Roszkowski, ‘Investors’ risk tolerance and return aspirations and financialadvisors’ interpretations: a conceptual model and exploratory data’, Journal of BehavioralEconomics (19) 1990, p. 377.Thaler 1980R. Thaler, ‘Toward a positive theory of consumer choice’, Journal of Economic Behavior and Organization1980, p. 39.Voortdur<strong>en</strong>de zorgplicht 2005Voortdur<strong>en</strong>de zorgplicht. G<strong>en</strong>erieke rapportage naar zorgplicht bij ontwikkeling <strong>en</strong> verkoop vanproduct<strong>en</strong>, Amsterdam: AFM 2005.Wang 1994P. Wang, ‘Brokers still treat m<strong>en</strong> better than wom<strong>en</strong>’, Money (23) 1994, p. 108.Weller & Loon<strong>en</strong> 2007E.J. Weller <strong>en</strong> A.J.C.C.M. Loon<strong>en</strong>, ‘Van noter<strong>en</strong> naar interpreter<strong>en</strong>. Het k<strong>en</strong>-uw-cliënt-beginsel inde Wft <strong>en</strong> MiFID’, Tijdschrift voor Compliance 2007 (3), mei/juni p. 62-69.Westerhout & Folmer 2007E. Westerhout <strong>en</strong> K. Folmer, ‘Co-paym<strong>en</strong>t systems in health care: betwe<strong>en</strong> moral hazard and riskreduction’. CPB discussion paper, D<strong>en</strong> Haag: CPB 2007.Zweifel & Manning 2000P. Zweifel <strong>en</strong> W.G. Manning, ‘Moral hazard and consumer inc<strong>en</strong>tives in health care’, in: A.J. Culyer<strong>en</strong> J.P. Newhouse (red.), Handbook of health economics, Amsterdam: Elsevier 2000, p. 409.400Gies<strong>en</strong>_01.indb 98 20-5-2008 16:29:57


<strong>Hoofdstuk</strong> 16B e l o n i n g s pr i k k e l s vo orbestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>G.T.M.J. Raaijmakers 1Sa m e n v a t t i n gZowel bestuurdersbeloning als commissariss<strong>en</strong>beloning staat in de belangstelling. Hoeweldit op het eerste gezicht verschill<strong>en</strong>de onderwerp<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> ze geme<strong>en</strong> dat ze rak<strong>en</strong>aan de fundam<strong>en</strong>tele ‘checks & balances’ van e<strong>en</strong> onderneming. Sam<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> bestuurders<strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> de leiding van zo’n onderneming. Hebb<strong>en</strong> ze daarbij de juisteprikkels om de belang<strong>en</strong> van de aandeelhouders <strong>en</strong> de overige betrokk<strong>en</strong> stakeholders goedte behartig<strong>en</strong>? In de praktijk is deze discussie vaak snel politiek van aard. Dit is echtermaar één kant van de zaak, <strong>en</strong> eerlijk gezegd e<strong>en</strong> betrekkelijk beperkte. In deze bijdragezal word<strong>en</strong> ingegaan op de vraag hoe de discussie vanuit e<strong>en</strong> gedragsrechtelijk oogpunt kanword<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>.1 In l e i d i n gDe beloning van topbestuurders staat mom<strong>en</strong>teel hoog op de politieke ag<strong>en</strong>da. In hetverl<strong>en</strong>gde daarvan is er ook discussie over de beloning van commissariss<strong>en</strong>. Het debatheeft e<strong>en</strong> sterk cyclisch karakter. Nadat de beloning van topbestuurders ondanksverschill<strong>en</strong>de ‘maatregel<strong>en</strong>’ opnieuw sterk gesteg<strong>en</strong> is, wordt wederom gedebatteerd overaanvull<strong>en</strong>de wettelijke regeling<strong>en</strong> om die ontwikkeling af te remm<strong>en</strong>. Hierbij word<strong>en</strong>in de Tweede Kamer diverse ‘ballonnetjes’ opgelat<strong>en</strong>, uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>d van het maximer<strong>en</strong>van bonuss<strong>en</strong>, <strong>en</strong> fiscale ontmoediging tot het meer serieuze idee om de ondernemings-1 Advocaat <strong>en</strong> partner bij NautaDutilh te Amsterdam <strong>en</strong> hoogleraar ondernemings- <strong>en</strong> effect<strong>en</strong>recht aan de Vrije Universiteit.401Gies<strong>en</strong>_01.indb 1 20-5-2008 16:29:57


G.T.M.J. Raaijmakersraad e<strong>en</strong> adviesrecht te gev<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de topinkom<strong>en</strong>s binn<strong>en</strong> de onderneming. 2Voor e<strong>en</strong> deel vindt deze discussie haar grondslag in de vaak gehoorde klacht dat er doorde sterke stijging van topinkom<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> scheefgroei ontstaat in het ‘loongebouw’ <strong>en</strong> erdaarmee e<strong>en</strong> te grote druk ontstaat op de sociale cohesie die daarvan uit zou moet<strong>en</strong>gaan.De discussie speelt echter ook e<strong>en</strong> rol in het licht van corporate governance. Daar gaat hetvooral om de koppeling tuss<strong>en</strong> beloning <strong>en</strong> prestatie vanuit e<strong>en</strong> oogpunt van ‘inc<strong>en</strong>tives’,prikkels. Sluit de beloningsstructuur wel aan bij de behoefte aan goede checks & balancesbinn<strong>en</strong> (beursg<strong>en</strong>oteerde) onderneming<strong>en</strong>? Word<strong>en</strong> bestuurders voldo<strong>en</strong>de geprikkeldom de belang<strong>en</strong> van de onderneming <strong>en</strong> haar aandeelhouders te di<strong>en</strong><strong>en</strong>? Wanneer zijndie prikkels zo sterk dat de verleiding ontstaat om ‘over de schreef te gaan’, bijvoorbeelddoor de financiële cijfers zodanig te manipuler<strong>en</strong> dat ondanks teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong>toch e<strong>en</strong> bonus kan word<strong>en</strong> uitgekeerd? Wat is e<strong>en</strong> juiste balans hierin? Hoe verhoudtde beloning van commissariss<strong>en</strong> zich tot hun toezichthoud<strong>en</strong>de taak <strong>en</strong> is in dat lichtd<strong>en</strong>kbaar dat zij ook e<strong>en</strong> variabele beloning krijg<strong>en</strong>? In dit corporate governance-debatligt de nadruk op de beloningsstructuur als zodanig, <strong>en</strong> niet zozeer de <strong>en</strong>kele hoogte vanbeloning<strong>en</strong>, zij het dat die daarbij wel e<strong>en</strong> rol kan spel<strong>en</strong>. 3Hierna ga ik eerst in op de effect<strong>en</strong> van regelgeving op de positie van bestuurders in hetlicht van hun beloning, om daarna stil te staan bij de commissaris.2 Be s t u u r d e r s b e l o n i n g42.1 Transparantie als tovermiddel?Na de boekhoudschandal<strong>en</strong> van onder meer Enron <strong>en</strong> Ahold zijn regelgevers in actiegekom<strong>en</strong> om het systeem van het ondernemingsrecht <strong>en</strong> het financiële recht weerbaarderte mak<strong>en</strong>. Vaak beog<strong>en</strong> de nieuwe regels bepaald w<strong>en</strong>selijk (integer) gedrag te bevorder<strong>en</strong>of juist onw<strong>en</strong>selijk gedrag te ontmoedig<strong>en</strong>, <strong>en</strong> vaak zijn deze regels gericht ophet vergrot<strong>en</strong> van transparantie door op<strong>en</strong>baarmakingsverplichting<strong>en</strong> in het lev<strong>en</strong> teroep<strong>en</strong>. Dat zi<strong>en</strong> we ook bij het onderwerp topinkom<strong>en</strong>s. De wetgever houdt ook nade boekhoudschandal<strong>en</strong> expliciet vast aan het uitgangspunt dat variabele beloning e<strong>en</strong>nuttige functie vervult, dat het met andere woord<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed middel is om bestuurderste prikkel<strong>en</strong> zich te gedrag<strong>en</strong> naar het belang van de onderneming <strong>en</strong> haar aandeel-2 Zie bijvoorbeeld het Tweede Kamer-debat over topinkom<strong>en</strong>s in de private sector van 11 april 2007.3 Vgl. S. van Wijnberg<strong>en</strong>, Bos én bedrijfslev<strong>en</strong> neger<strong>en</strong> het probleem, NRC 20 november 2007, waarin hij stelt dat topsalariss<strong>en</strong>e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> zijn van fal<strong>en</strong>de corporate governance.4 Zie hierover uitgebreider Raaijmakers (2006a).402Gies<strong>en</strong>_01.indb 2 20-5-2008 16:29:57


Beloningsprikkels voor bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>houders. 5 Maatregel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gericht zijn op het bestrijd<strong>en</strong> van de uitwass<strong>en</strong>, zo lijktde b<strong>en</strong>adering te zijn. Transparantie lijkt hierbij e<strong>en</strong> soort toverwoord. Het ‘sunlighteffect’wordt het door Amerikan<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd; wat het daglicht niet kan verdrag<strong>en</strong>, zaldoor transparantie vanzelf verdwijn<strong>en</strong>. 6 Het publieke debat zal voor matiging <strong>en</strong> structuurverbeteringzorg<strong>en</strong>. 7 De vraag is of dit soort doel<strong>en</strong> inderdaad kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>bereikt met meer transparantie. Tot dusver lijkt de grotere transparantie door de onderlingevergelijkbaarheid van inkom<strong>en</strong>s eerder e<strong>en</strong> opdrijv<strong>en</strong>d dan e<strong>en</strong> afremm<strong>en</strong>d effectte hebb<strong>en</strong>. 8 Intuss<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bij de beoogde gedragsverandering zelf ook vraagtek<strong>en</strong>sword<strong>en</strong> geplaatst. De Amerikaanse econoom Michael J<strong>en</strong>s<strong>en</strong> heeft begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tigmet zijn rechtseconomische pleidooi voor variabele beloning als prikkelinstrum<strong>en</strong>t aande wieg gestaan van de stormachtige ontwikkeling ervan in de jar<strong>en</strong> daarna. 9 Inmiddelsis ook hij aan de juistheid van dit uitgangspunt gaan twijfel<strong>en</strong>. 10 De vraag is of dergelijkegedragssturing niet te complex is <strong>en</strong> of in de praktijk de mogelijkhed<strong>en</strong> van misbruik weladequaat kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong>. Het zijn vrag<strong>en</strong> waar de wetgever <strong>en</strong> de juridischewet<strong>en</strong>schap zich in Nederland <strong>en</strong> Europa nauwelijks mee bezig lijk<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>.Dit alles is illustratief voor e<strong>en</strong> breder probleem. De laatste jar<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> in Nederland <strong>en</strong>Europa e<strong>en</strong> explosie zi<strong>en</strong> van nieuwe regelgeving op het terrein van het ondernemingsrecht,het effect<strong>en</strong>recht <strong>en</strong> het accountantsrecht. Hoewel vaak gezegd wordt dat aan dezekant van de oceaan e<strong>en</strong> model wordt nagestreefd van dialoog <strong>en</strong> harmonie, is er ookhier e<strong>en</strong> onmisk<strong>en</strong>bare t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s naar str<strong>en</strong>ge, meer gedetailleerde (compliance)regels.<strong>Gedrag</strong>ssturing is ook hierbij belangrijk. M<strong>en</strong> zou verwacht<strong>en</strong> dat dan ook wordt nagedachtover de vraag of de ontworp<strong>en</strong> regels inderdaad het gew<strong>en</strong>ste effect oplever<strong>en</strong>.Er word<strong>en</strong> wel steeds vaker inschatting<strong>en</strong> gemaakt welke directe kost<strong>en</strong> regelgeving totgevolg heeft. Maar daar wordt vreemd g<strong>en</strong>oeg de vraag naar gedragseffect<strong>en</strong> <strong>en</strong> onw<strong>en</strong>-5 Kabinetsreactie Code Tabaksblat, p. 15. Zie ook Kamerstukk<strong>en</strong> II 27 900, nr. 5, p. 3; Kamerstukk<strong>en</strong> II 29 449, nr. 2, p. 10.Zo ook par. 4.2 Rapport Winter. Zie verder De Groot (2005), p. 464. Ook in de VS wordt dit uitgangspunt nog altijdgehanteerd. Zie bijv. Bebchuk, Fried (2004), o.a. op p. 10 e.v.6 Vgl. bijv. de Kabinetsreactie Code Tabaksblat, p. 22-24. Zie ook Kamerstukk<strong>en</strong> II 27 900, nr. 3, p. 5; transparantiemoet volg<strong>en</strong>s de regering voorkom<strong>en</strong> dat bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> zich lat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> door hun eig<strong>en</strong> financiëlebelang<strong>en</strong>. Zie ook Ebke (2003), p. 173 e.v. Vgl. ook, zij het aanmerkelijk voorzichtiger, Ferrarini, Moloney (2004), o.a. opp. 299 e.v.; Hansmann, Kraakman (2005), p. 22 e.v.7 Kamerstukk<strong>en</strong> II 29 752, nr. 2, p. 20. De aandeelhoudersvergadering kreeg in dit verband de bevoegdheid het beloningsbeleidals zodanig vast te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee e<strong>en</strong> vuist te mak<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s de ondernemingsleiding. Artikel 2:135BW <strong>en</strong> daarover Kamerstukk<strong>en</strong> II 29 752, nr. 2, p. 14; Kamerstukk<strong>en</strong> II 28 179, B, p. 6; nr. 31, p. 4; Kamerstukk<strong>en</strong> II30 189, nr. 5, p. 5; Kamerstukk<strong>en</strong> II 29 449, nr. 1, p. 16; nr. 2, p. 10-11. Ook op Europees niveau wordt e<strong>en</strong> vergelijkbare– zij het wat verder afgezwakte – b<strong>en</strong>adering gekoz<strong>en</strong>. Zie de Aanbeveling van de Commissie van 14 december 2004ter bevordering van de toepassing van e<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de regeling voor de beloning van bestuurders van beursg<strong>en</strong>oteerdeonderneming<strong>en</strong>, van 29.12.2004, Pb.L. 385/55.8 Zie vergelijkbare kritische kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de Raad van State bij de soortgelijke discussie over de topinkom<strong>en</strong>s inde publieke sector <strong>en</strong> de plann<strong>en</strong> over de aanpak daarvan: Kamerstukk<strong>en</strong> II 30 189, nr. 5, p. 3.9 Zie J<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, Murphy (1990), p. 225-264.10 J<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, Murphy (2004), o.a. op p. 22. Zie ook Bebchuk, Fried (2004), p. 4.403Gies<strong>en</strong>_01.indb 3 20-5-2008 16:29:58


G.T.M.J. Raaijmakersselijke nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> niet bij betrokk<strong>en</strong>. Er wordt uitgegaan van de rationeel handel<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>s die e<strong>en</strong> logische afweging maakt <strong>en</strong> zich door regelgeving <strong>en</strong> sancties laat stur<strong>en</strong>.De werkelijkheid is – uiteraard – veel weerbarstiger.In de economie, met name in de VS, is m<strong>en</strong> verder in het bestuder<strong>en</strong> van de consequ<strong>en</strong>tiesvan juist de irrationaliteit van het m<strong>en</strong>selijk handel<strong>en</strong>. Voorhe<strong>en</strong> ging m<strong>en</strong> uit van derationele m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> geloofde m<strong>en</strong> in efficiënte financiële markt<strong>en</strong>: beleggers kunn<strong>en</strong> steedsalle relevante informatie op waarde schatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de juiste beslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Door deopkomst van de Behavioral Economics is die vooronderstelling de afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>niagedemonteerd. Deze stroming nam de cognitieve psychologie tot uitgangspunt waarinjuist irrationele gedragspatron<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal staan. E<strong>en</strong> voorbeeld is de overmoed vanm<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Het blijkt dat gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> waarvan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat die zich zeker zull<strong>en</strong>voordo<strong>en</strong>, slechts in 80% van de gevall<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Terwijl omgekeerd zak<strong>en</strong> die zevoor onmogelijk houd<strong>en</strong> toch nog in 20% van de gevall<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. 11Nauw hieraan verwant is het ‘over-optimisme’. Als m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bijvoorbeeld gevraagd wordte<strong>en</strong> inschatting te mak<strong>en</strong> van hun eig<strong>en</strong> vakkundigheid, sociale vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> humor,d<strong>en</strong>kt 90% dat zij uitstek<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het gemiddelde. Wiskundig is dat toch wat lastig. Daarkomt bij dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vooral gericht blijk<strong>en</strong> te zijn op informatie die hun opvatting bevestigt.Daarvan afwijk<strong>en</strong>de informatie wordt vaak g<strong>en</strong>egeerd. 12 E<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>selijk<strong>en</strong>eiging is ook die van het conservatisme: m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> het erg moeilijk af te stapp<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>maal ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>swijze, hoezeer daar ook puur logisch alle red<strong>en</strong> toe zouzijn. Zo zijn er nog vele andere gedragspatron<strong>en</strong> waar veel onderzoek naar is gedaan.M<strong>en</strong>selijk gedrag is kortom vaak juist niet rationeel verklaarbaar. Het wordt beïnvloeddoor m<strong>en</strong>selijke neiging<strong>en</strong> die juist niet logisch zijn <strong>en</strong> de oordeelsvorming <strong>en</strong> keuzesvan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vertroebel<strong>en</strong>. In de Behavioral Economics word<strong>en</strong> deze inzicht<strong>en</strong> verdisconteerdom zo e<strong>en</strong> beter model te kunn<strong>en</strong> ontwerp<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> grotere voorspell<strong>en</strong>de waardeheeft. Zo kan word<strong>en</strong> aangetoond dat financiële analist<strong>en</strong> bij nieuwe positieve informatieover e<strong>en</strong> onderneming sneller terugkom<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> eerder verkoopadvies, dan dat ze bijnegatieve informatie terugkom<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> koopadvies. Ook laat onderzoek zi<strong>en</strong> dat beleggerser wel degelijk van uitgaan dat resultat<strong>en</strong> uit het verled<strong>en</strong> garanties bied<strong>en</strong> voor detoekomst. Bij gebrek aan andere refer<strong>en</strong>tiepunt<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zij zich daardoor leid<strong>en</strong>, terwijlde beleggingsresultat<strong>en</strong> daar op zichzelf ge<strong>en</strong> aanleiding toe gev<strong>en</strong>. Ook suggereertonderzoek dat het feit dat veel bedrijfsovernames ge<strong>en</strong> waarde toevoeg<strong>en</strong>, te herleid<strong>en</strong> istot overmoed <strong>en</strong> ‘over-optimisme’ van bestuurders. Zij blijk<strong>en</strong> te snel uit te gaan van dejuistheid van hun eig<strong>en</strong> analyse over te behal<strong>en</strong> synergieën <strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> daarom te snele<strong>en</strong> te hoog bod uit op de over te nem<strong>en</strong> onderneming.11 Thaler (2005), p. 667 e.v.12 Thaler (2005), p. 667 e.v.404Gies<strong>en</strong>_01.indb 4 20-5-2008 16:29:58


Beloningsprikkels voor bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>Wat betek<strong>en</strong>t dit alles nu voor regelgevingsprocess<strong>en</strong>? Er is op dat vlak e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>debehoefte aan meer heldere structur<strong>en</strong>. Onderneming<strong>en</strong> klag<strong>en</strong> ste<strong>en</strong> <strong>en</strong> be<strong>en</strong> over deto<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de regeldruk, ook al is dat mogelijk deels ingegev<strong>en</strong> door koudwatervrees <strong>en</strong>weerstand teg<strong>en</strong> bijvoorbeeld verander<strong>en</strong>de machtsverhouding<strong>en</strong>. Maar voor e<strong>en</strong> anderdeel is die kritiek zeker ook terecht. Het klimaat voor nieuwe regelgeving is ‘gunstig’:de overheid staat na de boekhoudschandal<strong>en</strong> <strong>en</strong> de economische malaise onder druk<strong>en</strong> neemt de makkelijke weg, te wet<strong>en</strong> het snel ontwerp<strong>en</strong> van nieuwe str<strong>en</strong>ge regels.Nu wil ik zeker niet bewer<strong>en</strong> dat die nieuwe regels per definitie slecht zijn. Integ<strong>en</strong>deel.Veel van die nieuwe regels behelz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> noodzakelijke modernisering van ons systeemdie waarschijnlijk al veel eerder had moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> doorgevoerd. Alle<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong> in destormachtige ontwikkeling op dit mom<strong>en</strong>t wel het overzicht <strong>en</strong> de richting zoek te rak<strong>en</strong>.Er is behoefte aan e<strong>en</strong> strakker kader <strong>en</strong> duidelijkere visie over hoe ondernemerschapmaximaal kan word<strong>en</strong> gestimuleerd binn<strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijke integriteitswaarborg<strong>en</strong>. Meeraandacht voor <strong>en</strong> inzicht in de gew<strong>en</strong>ste <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>ste gedragseffect<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> daaraanbijdrag<strong>en</strong>.Dat vereist dat twee keer moet nagedacht voordat toegegev<strong>en</strong> wordt aan de sterke neigingom ‘alles dicht te timmer<strong>en</strong>’ met ‘hard and fast rules’. Transparantie dwingt tot meerverantwoording. Maar onderzoek laat zi<strong>en</strong> dat het ook keerzijd<strong>en</strong> heeft. Zo kan hetleid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> grotere spanning tuss<strong>en</strong> korte <strong>en</strong> lange termijn, d<strong>en</strong>k aan kwartaalbericht<strong>en</strong>.Door het toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> gebruik daarvan is de neiging om heel gericht te zijn opde korte termijn verder toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Ook kan transparantie tot moral hazards leid<strong>en</strong>.Meer verantwoordingsplicht leidt tot e<strong>en</strong> machtsverschuiving. Aandeelhouders krijg<strong>en</strong>meer te vertell<strong>en</strong>, waardoor commissariss<strong>en</strong> de neiging kunn<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> het dan maaraan h<strong>en</strong> over te lat<strong>en</strong>. Dergelijke verschuiving<strong>en</strong> do<strong>en</strong> inher<strong>en</strong>t afbreuk aan onderlingvertrouw<strong>en</strong> als basis. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> gaat de transparantiegedachte impliciet uit van e<strong>en</strong> corriger<strong>en</strong>dewerking door de markt die er in de praktijk lang niet altijd is. Zo was in hetgeval van Enron veel van de belast<strong>en</strong>de informatie door de onderneming wel degelijkop voorhand op<strong>en</strong>baar, zonder dat dit tot marktcorrecties of zelfs kritische vrag<strong>en</strong> hadgeleid. Ook bij de financiële bijsluiter zi<strong>en</strong> we dat: er is meer informatie over complexefinanciële product<strong>en</strong> beschikbaar, maar onderzoek toont aan dat het overgrote deel vande consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> daar ge<strong>en</strong> acht op slaat. Transparantie is kortom niet het tovermiddelwaar het nogal e<strong>en</strong>s voor wordt gehoud<strong>en</strong>.Moet dan maar niet naar meer transparantie word<strong>en</strong> gestreefd? Dat is niet gezegd.Transparantie is e<strong>en</strong> krachtig middel dat niet altijd goed te controler<strong>en</strong> is <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>krachtige onw<strong>en</strong>selijke nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong> op het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Het moetdus onderdeel zijn van e<strong>en</strong> doordacht norm<strong>en</strong>kader, waarbij e<strong>en</strong> goede balans bestaattuss<strong>en</strong> verantwoording <strong>en</strong> onderling vertrouw<strong>en</strong> om zodo<strong>en</strong>de optimale gedragseffect<strong>en</strong>te bereik<strong>en</strong>. De juridische <strong>en</strong> economische wet<strong>en</strong>schap hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol om405Gies<strong>en</strong>_01.indb 5 20-5-2008 16:29:58


G.T.M.J. Raaijmakersdie balans te vind<strong>en</strong>. Regelgevers zull<strong>en</strong> gedragseffect<strong>en</strong> daarbij nadrukkelijker moet<strong>en</strong>adresser<strong>en</strong>.Voor zover e<strong>en</strong> regel e<strong>en</strong> gedragseffect beoogt, di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> helder omschrev<strong>en</strong> doel teword<strong>en</strong> geformuleerd <strong>en</strong> e<strong>en</strong> duidelijk toetsbare hypothese te word<strong>en</strong> gesteld over teverwacht<strong>en</strong> gedragseffect<strong>en</strong> <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>ste nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s zal na <strong>en</strong>ige tijdgeëvalueerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of de hypothese juist blijkt te zijn dan wel of bijsturingnoodzakelijk is. Ook hierbij is nader onderzoek onontbeerlijk. Kijk<strong>en</strong>d bijvoorbeeld naaranalyses over de boekhoudschandal<strong>en</strong>, kan word<strong>en</strong> geconstateerd dat er e<strong>en</strong> veelheid isaan m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, maar e<strong>en</strong> tekort aan grondig empirisch onderzoek. Hoe minder feit<strong>en</strong>,hoe meer theorieën, zegt e<strong>en</strong> oud Chinees gezegde. Kort gezegd: snelle, og<strong>en</strong>schijnlijkkrachtige oplossing<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> op de korte termijn misschi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bevredig<strong>en</strong>d gevoel. Wekunn<strong>en</strong> hierin gemakkelijk bedrog<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> er achter kom<strong>en</strong> dat het beloofdeheilzame effect slechts e<strong>en</strong> illusie bleek.2.2 Opnieuw nieuwe regelgevingZoals gezegd wordt er opnieuw gedebatteerd over nieuwe regelgeving t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van debestuurdersbeloning. Wederom onder druk van de publieke opinie <strong>en</strong> de media wordt deroep hierom sterker <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> ongetwijfeld niet uitblijv<strong>en</strong>. De loonontwikkelingvan topinkom<strong>en</strong>s moet word<strong>en</strong> afgeremd <strong>en</strong> bestuurders moet<strong>en</strong> betere inc<strong>en</strong>tiveskrijg<strong>en</strong>, meer gericht op langetermijnduurzaamheid dan korte termijn-snelle winst. 13Positief is dat hierbij ook vaker gebruik wordt gemaakt van onderzoek naar de daadwerkelijkerelatie tuss<strong>en</strong> prestatie <strong>en</strong> beloning. Te wijz<strong>en</strong> valt bijvoorbeeld op het advies vande zogehet<strong>en</strong> Raad van Economische Adviseurs (REA) van 25 september 2007 over ‘Vande verdeling komt de winst’. 14De REA trekt e<strong>en</strong> aantal harde conclusies over de ontwikkeling van de topinkom<strong>en</strong>s. Zois de REA kritisch over het veelgehoorde teg<strong>en</strong>argum<strong>en</strong>t dat in e<strong>en</strong> steeds verder globaliser<strong>en</strong>dewereld Nederlandse onderneming<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> keuze hebb<strong>en</strong> dan mee te gaan in dewereldwijde tr<strong>en</strong>d van steeds hogere topinkom<strong>en</strong>s. De REA stelt dat de internationalemobiliteit van topmanagers beperkt is, aangezi<strong>en</strong> de meerderheid nog altijd afkomstig is13 Zie in die zin het TK-debat van 11 april 2007 over topinkom<strong>en</strong>s in de private sector. Vgl. ook de Kabinetsreactie CodeTabaksblat (Kamerstukk<strong>en</strong> II 29 449, nr. 1), p. 11 e.v. Vgl. verder punt 3 van de verantwoording bij de Code CorporateGovernance. Zie ook Bertrand, Mullainathan (2001), p. 901-932; J<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, Murphy (2004), p. 22. Laatstg<strong>en</strong>oemd<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong>corporate governance <strong>en</strong> beloning als ‘highly inter-related’. Het onderwerp behoort, aldus de regering in deNota Modernisering Ondernemingsrecht, tot het vraagstuk van integriteit, zij het dat ervoor wordt gewaarschuwd datregels fraude niet zull<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Zie Kamerstukk<strong>en</strong> II 29 752, nr. 2, p. 13-14; Kamerstukk<strong>en</strong> II 28 179, nr.31, p. 6 <strong>en</strong> nr. 52, o.m. op p. 8.14 De REA is e<strong>en</strong> onafhankelijke raad die de Tweede Kamer gevraagd <strong>en</strong> ongevraagd advies geeft over financieel-economischeaangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> die het maatschappelijk belang rak<strong>en</strong>.406Gies<strong>en</strong>_01.indb 6 20-5-2008 16:29:58


Beloningsprikkels voor bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>uit het land van herkomst. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn de land<strong>en</strong>verschill<strong>en</strong> groot, zij het dat daarbijdan vooral gekek<strong>en</strong> lijkt te word<strong>en</strong> naar niet-Anglo-Amerikaanse markt<strong>en</strong> versusEngeland <strong>en</strong> Amerika. Maar interessant voor het onderwerp van dit artikel is vooral datde REA van oordeel is dat de koppeling tuss<strong>en</strong> prestaties <strong>en</strong> beloning zoek is, <strong>en</strong> dat deoorzaak daarvan primair e<strong>en</strong> fal<strong>en</strong>de corporate governance is. E<strong>en</strong> mogelijke alternatieveverklaring voor de sterke stijging van topinkom<strong>en</strong>s, zo stelt de REA in e<strong>en</strong> echo van hetbek<strong>en</strong>de onderzoek van Bebchuck <strong>en</strong> Fried over Pay without Performance (2004), is dattopmanagers de macht bezitt<strong>en</strong> om hun eig<strong>en</strong> beloningspakket sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong>. ‘E<strong>en</strong>effectieve teg<strong>en</strong>macht ontbreekt. De toezichtstructuur kraakt. Hiermee zijn de belang<strong>en</strong>van de aandeelhouder noch werknemer op de lange termijn gedi<strong>en</strong>d’, aldus de REA. Deraad stelt dat zelfregulering niet werkt, <strong>en</strong> geeft aan dat de overheid zelf perk <strong>en</strong> paalmoet stell<strong>en</strong> aan de onev<strong>en</strong>wichtigheid.In e<strong>en</strong> reactie op dit advies heeft de minister van Financiën aangegev<strong>en</strong> de zorg<strong>en</strong> vande REA te del<strong>en</strong>. 15 De minister stelt dat de hoogte van de beloning<strong>en</strong> in de private sectorprimair e<strong>en</strong> zaak is van de aandeelhouders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>, zij het dat het kabinet diecommissariss<strong>en</strong> wel heeft opgeroep<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beloningsplafond toe te pass<strong>en</strong>. De hoogte <strong>en</strong>de structuur van beloning<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> immers zodanig te zijn dat het belang van de ondernemingwordt gedi<strong>en</strong>d, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bestuurder niet in zijn eig<strong>en</strong> belang handelt. De ministerwijst op het plan om met e<strong>en</strong> wetsvoorstel te kom<strong>en</strong> de ondernemingsraad adviesrechtte gev<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het beloningsbeleid bij beursv<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>, <strong>en</strong> tot slot wijsthij op e<strong>en</strong> wijziging in de op 28 oktober 2007 ingevoerde nieuwe regels voor op<strong>en</strong>barebieding<strong>en</strong>. Daarin is nu kort gezegd e<strong>en</strong> verplichting opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om bij overnamebieding<strong>en</strong>de vergoeding<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar te mak<strong>en</strong> (in het zogehet<strong>en</strong> biedingsbericht) diebestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> van zowel de bieder als de doelwitv<strong>en</strong>nootschap krijg<strong>en</strong>voor zover die verband houd<strong>en</strong> met het bod. 16 Dit is e<strong>en</strong> aanmerkelijke verruiming t<strong>en</strong>opzichte van de oude regeling. 17 Hoewel aan transparantie op zichzelf de nodige nadel<strong>en</strong>klev<strong>en</strong> zoals in de vorige paragraaf bleek, vult deze nieuwe bepaling e<strong>en</strong> belangrijkhiaat in de regelgeving. E<strong>en</strong> systeem van transparantie over beloning<strong>en</strong>, onder meer bijop<strong>en</strong>bare bieding<strong>en</strong>, heeft immers niet veel zin wanneer heel belangrijke vergoeding<strong>en</strong>zoals inc<strong>en</strong>tives die door e<strong>en</strong> bieder aan de bestuurders van de doelwitv<strong>en</strong>nootschapword<strong>en</strong> verstrekt, er volledig buit<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>.15 Brief van minister Bos aan de Tweede Kamer van 1 oktober 2007; Schriftelijke reactie REA-advies ‘Van de verdelingkomt de winst’.16 Artikel 2.9 Bijlage A bij het Besluit op<strong>en</strong>bare bieding<strong>en</strong>.17 Het viel verder hooguit slechts in algem<strong>en</strong>e zin onder 2:383c BW. Verder verplichtte noch artikel 9i Bte, noch het voorontwerpvoor het Besluit Op<strong>en</strong>bare Bieding<strong>en</strong> hiertoe. Wel verplichtte artikel 9i sub p Bte om in het biedingsberichtweer te gev<strong>en</strong> ‘het totale bedrag der ev<strong>en</strong>tuele vergoeding<strong>en</strong> aan de bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> van de doelv<strong>en</strong>nootschapdie bij gestanddo<strong>en</strong>ing van het bod zull<strong>en</strong> aftred<strong>en</strong>.’407Gies<strong>en</strong>_01.indb 7 20-5-2008 16:29:58


G.T.M.J. RaaijmakersHet is dus positief dat meer dan voorhe<strong>en</strong> gebruikgemaakt lijkt te word<strong>en</strong> van onderzoek<strong>en</strong>over topinkom<strong>en</strong>s alvor<strong>en</strong>s wettelijke maatregel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgekondigd. Tochheb ik de indruk dat deze toch al zo belad<strong>en</strong> discussie nog altijd danig wordt vertroebelddoor oneig<strong>en</strong>lijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zoals opportunisme <strong>en</strong> incid<strong>en</strong>talisme. Ook wordt het debatover de juiste prikkels voor bestuurders constant verstoord door het meer aandachttrekk<strong>en</strong>de debat over de <strong>en</strong>kele hoogte van beloning<strong>en</strong>. Abstraher<strong>en</strong>d van dat alles <strong>en</strong>van de ontwikkeling van de markt zelf, is nog ge<strong>en</strong> duidelijk antwoord gevond<strong>en</strong> opde vraag of variabele beloning heeft gebracht wat zij beloofde: e<strong>en</strong> echte ‘alignm<strong>en</strong>t ofinterests’ tuss<strong>en</strong> bestuurders <strong>en</strong> aandeelhouders <strong>en</strong> de v<strong>en</strong>nootschap. Dat verondersteltdat e<strong>en</strong> bestuurder met e<strong>en</strong> agressief variabel beloningspakket beter zijn best doet omde onderneming goed te lat<strong>en</strong> prester<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> bestuurder die alle<strong>en</strong> maar e<strong>en</strong> vastsalaris ontvangt. Is dat nu echt zo? Onderzoek suggereert dat managers vanuit hun overoptimismevaak al d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat ze bezig zijn de waarde van de onderneming te vergrot<strong>en</strong>– zelfs als dat niet het geval is – <strong>en</strong> dat variabele beloning hun gedrag daarom niet zalverander<strong>en</strong>. 18 Kan bestuurdersgedrag überhaupt adequaat word<strong>en</strong> gestuurd, zonder hetmete<strong>en</strong> t<strong>en</strong>iet te do<strong>en</strong> vanwege ongew<strong>en</strong>st kortetermijn- <strong>en</strong> manipulatiegedrag dat tegelijkertijdwordt bevorderd? 19 Misschi<strong>en</strong> is ‘aligm<strong>en</strong>t of interests’ als ratio voor variabelebeloning e<strong>en</strong> illusie. Het lijkt gerechtvaardigd e<strong>en</strong> debat te voer<strong>en</strong> over herbezinning vanvariabele beloning ‘as such’, mede in het licht wat managers nu werkelijk motiveert <strong>en</strong>welke omgevingsfactor<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>d zijn voor hun gedrag. 20Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is de vraag of het probleem van boekhoudschandal<strong>en</strong> niet nog veel breder is <strong>en</strong>dieper zit. De vraag is of wij corporate governance in het algeme<strong>en</strong> niet te formalistischb<strong>en</strong>ader<strong>en</strong>. Of we niet – bij gebreke van iets beters – te zeer prober<strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk gedragte reguler<strong>en</strong> door formele regels. Kijk bijvoorbeeld naar de voorbeeldfunctie van ChiefExecutive Officers (‘CEO’s’). In managem<strong>en</strong>tonderzoek wordt al veel langer gewerkt metpsychologische analyses. Verschill<strong>en</strong>de onderzoek<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat de invloed van CEO’sop de cultuur – <strong>en</strong> daarmee het gedrag – binn<strong>en</strong> de organisatie in het algeme<strong>en</strong> groot is. 21Meer in het algeme<strong>en</strong> blijkt uit psychologisch onderzoek dat gedrag van medewerkers18 Thaler (2005), p. 62. Zie ook p. 667 e.v. Vgl. ook Conyon, Murphy (2002), p. 625 e.v. waar zij lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat de onderzoeksgegev<strong>en</strong>sover de laatste dec<strong>en</strong>nia twijfels do<strong>en</strong> rijz<strong>en</strong> naar het verband tuss<strong>en</strong> variabele beloning <strong>en</strong> prestaties vande onderneming. Zie ook Bebchuk, Fried (2004), p. 6 e.v.19 J<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, Murphy (2004), p. 18: CEO’s prober<strong>en</strong> kortetermijnkoers<strong>en</strong> te verhog<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste van langetermijnwaardegroei.20 Dat e<strong>en</strong> eerder debat n.a.v. de regel in de concept Code Tabaksblat dat het variabele gedeelte van de beloning slechts 50%mag zijn op niets is uitgelop<strong>en</strong> doet daaraan m.i. ge<strong>en</strong> afbreuk. Bij die geleg<strong>en</strong>heid heeft ge<strong>en</strong> debat plaatsgevond<strong>en</strong> overde effectiviteit van de huidige beloningssystematiek zoals hier besprok<strong>en</strong>. Zie hierover punt 33 van de Verantwoordingbij de Code Corporate Governance. Vgl. verder Skeel (2005), p. 204 e.v.; Bebchuk, Fried (2004), die betog<strong>en</strong> dat hetkernprobleem bij bestuurdersbeloning is dat deze bij gebreke van werkelijk ‘arm’s-L<strong>en</strong>gth’-onderhandeling<strong>en</strong> niet opde juiste wijze tot stand komt.21 Zie daarover bijv. Jans<strong>en</strong> (2003), p. 336. Vgl. ook het populaire managem<strong>en</strong>tboek van Covey (2003), p. 172 e.v. over hetbelang van integer gedrag van managers in e<strong>en</strong> organisatie.408Gies<strong>en</strong>_01.indb 8 20-5-2008 16:29:58


Beloningsprikkels voor bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> organisatie vaak veel meer dan m<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt bepaald wordt door omgevingsfactor<strong>en</strong>,dan hoe de persoon in kwestie zelf is. 22 In dit licht is ook de vraag relevant welkeomgevingsfactor<strong>en</strong> verantwoordelijk zijn voor het soort van super-CEO’s – of ‘celebrityCEOs’ zoals Skeel ze noemt 23 – die eind jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig vermoedelijk e<strong>en</strong> groot aandeelhadd<strong>en</strong> in het ontstaan van de boekhoudschandal<strong>en</strong>. 24 Het betreft hier zeer charismatischeCEO’s, vaak met e<strong>en</strong> financiële achtergrond, die onderneming<strong>en</strong> in de to<strong>en</strong>maligehausse bestuurd<strong>en</strong> als financiële product<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarbij op hand<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> doorde financiële markt <strong>en</strong> media. 25Wordt het niet tijd dat we erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat dit soort ‘softe factor<strong>en</strong>’ als cultuur binn<strong>en</strong> hetbedrijf <strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het bestuur zo wez<strong>en</strong>lijk zijn voor integriteitsbevordering in het ondernemingsrechtdat we daar ook juridisch iets mee moet<strong>en</strong>? Is het koester<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong>van voorbeeldgedrag door het bestuur niet iets waar de raad van commissariss<strong>en</strong>nadrukkelijk op moet stur<strong>en</strong>? Zoud<strong>en</strong> RvC, aandeelhouders, analist<strong>en</strong> <strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> zelfsaccountants niet nadrukkelijker bedacht moet<strong>en</strong> zijn op omgevingsfactor<strong>en</strong> die narcismebevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarop moet<strong>en</strong> monitor<strong>en</strong>? Zou het effectief zijn als zij hiertoe in de CodeTabaksblat expliciet aangezet word<strong>en</strong>? Dit wordt wellicht makkelijk weggewuifd als‘luchtfietserij’ <strong>en</strong> ‘daar kunn<strong>en</strong> we niets mee’, maar wie naar psychologisch onderzoekkijkt, zal aanknopingspunt<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> dat dit soort factor<strong>en</strong> mogelijk zelfs e<strong>en</strong> grotereinvloed heeft op integriteit dan het nalev<strong>en</strong> van talloze formele ‘compliance-regels’. Het isdan opmerkelijk dat zoveel tijd besteed wordt aan het laatste <strong>en</strong> zo weinig aan het eerste.Misschi<strong>en</strong> zou ‘cultuurmanagem<strong>en</strong>t’ gezi<strong>en</strong> de grote invloed op de organisatie, zowel watintegriteit als prestatievermog<strong>en</strong> betreft, wat minder vrijblijv<strong>en</strong>d moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. 26Ik wil overig<strong>en</strong>s b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat formele regels niet zinloos zijn. Ik zeg alle<strong>en</strong> dat zijmogelijk slechts e<strong>en</strong> betrekkelijk beperkt effect hebb<strong>en</strong> op het gedrag van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>dat ze beog<strong>en</strong> te reguler<strong>en</strong>. Meer aandacht voor de ‘softe’, materiële factor<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong>nuttige aanvulling zijn op die regels <strong>en</strong> kan help<strong>en</strong> om daadwerkelijk e<strong>en</strong> veel robuusteregovernance van Nederlandse onderneming<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong>. 2722 Zie Jans<strong>en</strong> (2003), p. 19 e.v.23 Skeel (2005), p. 151.24 Vgl. Skeel (2005), o.a. op p. 6 e.v.25 Vgl. ook Smit (2004), p. 296 e.v.26 Vgl. Mussch<strong>en</strong>ga (2004), p. 170 e.v.; Skeel (2005), p. 170 e.v.27 Vgl. ook de zgn. Hermes Principles van 2002 (hermes.co.uk), waarin de Engelse institutionele belegger Hermes e<strong>en</strong>meer materiële b<strong>en</strong>adering van de hele governance-discussie voorstaat.409Gies<strong>en</strong>_01.indb 9 20-5-2008 16:29:58


G.T.M.J. Raaijmakers3 Co m m i s s a r i s s e n b e l o n i n g3.1 InleidingIn het debat over topinkom<strong>en</strong>s wordt de beloning van commissariss<strong>en</strong> vaak in één ademg<strong>en</strong>oemd met die van bestuurders. Het is de vraag of dat terecht is. Commissariss<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere rol binn<strong>en</strong> de governance van beursonderneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>zi<strong>en</strong> we hier e<strong>en</strong> heel andere ontwikkeling. Weliswaar is er ook e<strong>en</strong> stijging zichtbaarin de beloning van de commissariss<strong>en</strong>, maar die gaat ook gepaard met e<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>detaak van de raad van commissariss<strong>en</strong>. Interessant hierbij is de discussie of bij dieverander<strong>en</strong>de taak niet ook gedacht moet word<strong>en</strong> over het verruim<strong>en</strong> van de mogelijkhed<strong>en</strong>om commissariss<strong>en</strong> – net als bestuurders – te belon<strong>en</strong> met vorm<strong>en</strong> van variabelebeloning. Op het eerste gezicht lijkt dit in strijd met de onafhankelijkheid van hunpositie, maar de vraag is of dit niet e<strong>en</strong> te ong<strong>en</strong>uanceerde b<strong>en</strong>adering is. Ik zal bij dezevraag hierna stilstaan, aangezi<strong>en</strong> de discussie de kern raakt van de taak van de commissarisin het systeem van checks & balances binn<strong>en</strong> de onderneming <strong>en</strong> de vraag welkerol beloning daarbij moet spel<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarbij ook welke prikkels er zijn voor commissariss<strong>en</strong><strong>en</strong> of die prikkels h<strong>en</strong> help<strong>en</strong> of juist belemmer<strong>en</strong> in het uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van hun taak. 28Voordat ik aan die vrag<strong>en</strong> toekom, ga ik eerst in op het onderwerp van resultaatafhankelijkebeloning als zodanig.3.2 Resultaatafhankelijke beloning voor de commissaris?De vraag of het w<strong>en</strong>selijk is commissariss<strong>en</strong> variabel, resultaatgerelateerd te belon<strong>en</strong>,is onlosmakelijk verbond<strong>en</strong> met de bredere vraag naar de rol, tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>van de commissaris. Die rol is minder duidelijk dan wel wordt verondersteld<strong>en</strong> het debat over de beloning legt dat bloot. Het bevreemdt dan ook allerminstdat al heel lang wordt gediscussieerd over de taak <strong>en</strong> rol van commissariss<strong>en</strong>. Heefthij (ook) e<strong>en</strong> maatschappelijke functie? Of is hij, zoals vaak wordt gesteld, slechts de‘vri<strong>en</strong>d van het bestuur’? Is hij, anders gezegd, vertrouw<strong>en</strong>sfiguur van het bestuur ofjuist van de aandeelhoudersvergadering (‘AVA’), de beleggers of zelfs van ‘het publiek’?Het zijn vrag<strong>en</strong> waar al in de eerste helft van de vorige eeuw over werd gedebatteerd. 29In het rapport van de Commissie Verdam werd zelfs de introductie van e<strong>en</strong> ‘commissarisalgeme<strong>en</strong> belang’ voorgesteld. De discussies die hebb<strong>en</strong> geleid tot invoering vanhet structuurregime hebb<strong>en</strong> – in deze ontwikkeling – ook geleid tot de invoering (in28 Zie uitgebreider Raaijmakers (2007), p. 35 e.v.29 Zie daarover bijv. Van der Grint<strong>en</strong> (2004), p. 547 e.v.; D<strong>en</strong> Boogert (2005), p. 252 e.v.410Gies<strong>en</strong>_01.indb 10 20-5-2008 16:29:59


Beloningsprikkels voor bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>1971) van de huidige wettelijke gedragsnorm voor commissariss<strong>en</strong> van artikel 2:140/250.Van stond af aan had die opdracht e<strong>en</strong> tweeslachtig karakter. Niet alle<strong>en</strong> moet de raadimmers ‘toezicht (…) houd<strong>en</strong> op het beleid van het bestuur <strong>en</strong> op de algem<strong>en</strong>e gang vanzak<strong>en</strong> in de v<strong>en</strong>nootschap <strong>en</strong> de met haar verbond<strong>en</strong> onderneming’. Ook staat hij ‘hetbestuur met raad terzijde’. Bij de vervulling van hun taak moet<strong>en</strong> de commissariss<strong>en</strong>zich bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> niet lat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> door deelbelang<strong>en</strong>, maar zich richt<strong>en</strong> ‘naar het belangvan de v<strong>en</strong>nootschap <strong>en</strong> de met haar verbond<strong>en</strong> onderneming’.Het was e<strong>en</strong> soort toverformule die nadi<strong>en</strong> onderwerp bleef van veel discussies. Watis ‘het v<strong>en</strong>nootschappelijk belang’? Hoe is de overheidscommissaris met het conceptvan onafhankelijkheid te ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong>? 30 Hoe kan e<strong>en</strong> commissaris twee her<strong>en</strong> tegelijkertijddi<strong>en</strong><strong>en</strong>, het bestuur én de aandeelhouders? 31 Hierbij moet word<strong>en</strong> opgemerkt date<strong>en</strong> RvC in beslot<strong>en</strong> verhouding<strong>en</strong> uiteraard e<strong>en</strong> andere positie inneemt dan in op<strong>en</strong>beursonderneming<strong>en</strong> met sterk gespreid aandel<strong>en</strong>bezit. Anders echter dan m<strong>en</strong> mogelijkzou verwacht<strong>en</strong>, fungeert de RvC in beslot<strong>en</strong> verhouding<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> sterker als‘verteg<strong>en</strong>woordiger’ van aandeelhouders dan in beursonderneming<strong>en</strong>. De praktijk laatzi<strong>en</strong> dat de RvC in beslot<strong>en</strong> verhouding<strong>en</strong> vaak geheel of t<strong>en</strong> dele bestaat uit aandeelhoudersverteg<strong>en</strong>woordigers,terwijl in op<strong>en</strong> verhouding<strong>en</strong> de RvC juist dichter bij hetbestuur staat <strong>en</strong> min of meer teg<strong>en</strong>over de aandeelhouders, althans dat is de perceptievan vel<strong>en</strong>. Hierbij past de kanttek<strong>en</strong>ing dat het werk van commissariss<strong>en</strong> in de regel nietzichtbaar is <strong>en</strong> zij pas ‘face to face’ verantwoording aflegg<strong>en</strong> aan aandeelhouders overhun eerdere taakvervulling. De perceptie blijft echter, terecht of onterecht, sterk. 32Dat commissariss<strong>en</strong> na de boekhoudschandal<strong>en</strong> als spil van het ‘old boys network’ veelkritiek kreg<strong>en</strong>, was dan ook niet verbazingwekk<strong>en</strong>d. Verschill<strong>en</strong>de ideeën voor e<strong>en</strong> principieelnieuwe invulling van hun rol werd<strong>en</strong> gelanceerd, zoals het voorstel om de impassete doorbrek<strong>en</strong> door de adviser<strong>en</strong>de rol van de RvC onder te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> bij nieuw in te stell<strong>en</strong>non-executieve led<strong>en</strong> van de raad van bestuur <strong>en</strong> de toezichthoud<strong>en</strong>de rol te lat<strong>en</strong> bije<strong>en</strong> afzonderlijke raad van commissariss<strong>en</strong> (‘RvC’). 33 ‘Tabaksblat’ koos e<strong>en</strong> andere weg.In de Code Corporate Governance wordt de rol van de RvC in het Nederlandse governance-systeemaanzi<strong>en</strong>lijk verzwaard. Vel<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hierin e<strong>en</strong> verschuiving naar e<strong>en</strong> onetiermodel,zodat wij inmiddels bij e<strong>en</strong> 1,5-tier zijn beland. 34 Toch legt de Code ook sterkde nadruk op de onafhankelijkheid van de commissaris, e<strong>en</strong> lijn die ook de Europese30 Zie daarover bijv. Honée (1984), p. 105 e.v.31 Vgl. o.m. Honnée (1996), p. 276 e.v.32 Vgl. hierover ook D<strong>en</strong> Boogert (2005), p. 252 e.v.33 J.G. Wissema, Fd 28 augustus 2003.34 Vgl. Beckman (2005), p. 251; Van d<strong>en</strong> Hoek (2005), p. 344. Zie uitgebreid over de juridische verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het onetier<strong>en</strong> het two-tier model Dumoulin (2005), p. 266 e.v.411Gies<strong>en</strong>_01.indb 11 20-5-2008 16:29:59


G.T.M.J. RaaijmakersCommissie stimuleert. 35 De rol van de commissariss<strong>en</strong> wordt ook door andere ontwikkeling<strong>en</strong>verzwaard, vooral door e<strong>en</strong> steeds grotere verantwoordingsplicht <strong>en</strong> nadruk opmedeverantwoordelijkheid. 36 Commissariss<strong>en</strong> gaan str<strong>en</strong>ger <strong>en</strong> meer zichtbaar optred<strong>en</strong>,mede onder invloed van overheidstoezichthouders <strong>en</strong> de rechterlijke macht.Dit wordt geïllustreerd door ontwikkeling<strong>en</strong> als het besluit van DNB om in de zomer van2006 het vertrouw<strong>en</strong> in de CEO van e<strong>en</strong> bank op te zegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee impliciet de RvCte ‘overrul<strong>en</strong>’ die van m<strong>en</strong>ing was dat de compliance-fout<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> interne boete kond<strong>en</strong>word<strong>en</strong> afgedaan, 37 de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam in de Ahold-strafzaakdat het onbegrijpelijk is <strong>en</strong> onbehoorlijke taakvervulling oplevert als e<strong>en</strong> lid van hetaudit committee <strong>en</strong> van de RvC de managem<strong>en</strong>tletters niet bestudeert, 38 <strong>en</strong> het scherperetoezicht dat de Ondernemingskamer verwachtte van de commissariss<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> cruciale<strong>en</strong> kwetsbare periode voor de bewuste v<strong>en</strong>nootschap in de Laurus-uitspraak. 39 Dat diesignal<strong>en</strong> het handel<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong> wij in het snellere gebruikvan hun bevoegdheid om bestuursled<strong>en</strong> te ontslaan, e<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong>de tolerantie <strong>en</strong> defacto e<strong>en</strong> sterkere invloed. Nog in 2000 schreef Maeijer: ‘De raad van commissariss<strong>en</strong>[di<strong>en</strong>t] niet, zoals soms t<strong>en</strong> onrechte wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, (…) op te tred<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> soortsuper-bestuur dat hiërarchisch staat bov<strong>en</strong> het bestuur. (…) E<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d toezicht ophet dagelijks beleid van het bestuur behoort niet tot de taak van de raad van commissariss<strong>en</strong>;het is in de praktijk ook niet te realiser<strong>en</strong>.’ 40 Die stelling lijkt snel achterhaald teword<strong>en</strong> door de feit<strong>en</strong>.De ambival<strong>en</strong>te positie van commissariss<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bestuur <strong>en</strong> AVA is echter nog steedsonopgelost. Tabaksblat maakte niet e<strong>en</strong> echte keuze. Door <strong>en</strong>erzijds de afstand van deRvC tot het bestuur te verklein<strong>en</strong> <strong>en</strong> anderzijds in het belang van de aandeelhouders <strong>en</strong>de v<strong>en</strong>nootschap de afstand te vergrot<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> sterke nadruk op hun onafhankelijkepositie, leidt die ambival<strong>en</strong>tie tot e<strong>en</strong> nauwelijks uitvoerbare opdracht. D<strong>en</strong> Boogert sprakover ‘e<strong>en</strong> verknipte figuur’ 41 <strong>en</strong> bepleit alsnog e<strong>en</strong> duidelijke keuze voor meer afstandtuss<strong>en</strong> bestuur <strong>en</strong> RvC. Commissariss<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s hem ontvankelijker zijn voor debehoeft<strong>en</strong> van aandeelhouders aan toezicht <strong>en</strong> verantwoording. 42 Kiez<strong>en</strong> zij anders, danzal zijns inzi<strong>en</strong>s het zwaartepunt van de zegg<strong>en</strong>schapsuitoef<strong>en</strong>ing door aandeelhouders35 Aanbeveling van de Commissie van 15 februari 2005 betreff<strong>en</strong>de de taak van niet bij het dagelijks bestuur betrokk<strong>en</strong>bestuurders of commissariss<strong>en</strong> van beursg<strong>en</strong>oteerde onderneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de comités van de raad van bestuurof van de raad van commissariss<strong>en</strong> (2005/162/EG), Pb.L. 52/51 van 25 februari 2005.36 Die ook direct of indirect wordt beïnvloed door SoX. Zie daarover Van Ginnek<strong>en</strong> (2004), p. 152 e.v.37 DNB stuurt topman van zak<strong>en</strong>bank Kemp<strong>en</strong> weg, Fd 28 augustus 2006.38 Rb. Amsterdam 22 mei 2006, 13/993038-04, r.o. 4.4.39 Zij het dat de Hoge Raad de uitspraak uiteindelijk vernietigde, overig<strong>en</strong>s zonder inhoudelijk op dit punt in te gaan:HR 8 april 2005, NJ 2006, 443, m.nt. G. van Solinge.40 Asser-Maeijer 2-III (2000), nr. 341. Zie in vergelijkbare zin Raaijmakers (1991), p. 175 e.v.41 D<strong>en</strong> Boogert (2005), p. 252-254.42 D<strong>en</strong> Boogert (2005), p. 256.412Gies<strong>en</strong>_01.indb 12 20-5-2008 16:29:59


Beloningsprikkels voor bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>zich verplaats<strong>en</strong> naar gremia buit<strong>en</strong> de AVA <strong>en</strong> wordt de besluitvorming ongrijpbaar. Wezoud<strong>en</strong> de facto opschuiv<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> one-tiermodel, waarbij het er niet meer toe doet watde functionele b<strong>en</strong>aming<strong>en</strong> zijn voor de hoedanighed<strong>en</strong> van de betrokk<strong>en</strong> person<strong>en</strong> vanwie m<strong>en</strong> zich dan nog w<strong>en</strong>st te bedi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Ik betwijfel echter of die ontwikkeling nog af tew<strong>en</strong>d<strong>en</strong> is <strong>en</strong> of het zinvol is daarop de aandacht te richt<strong>en</strong>.Checks & balances kunn<strong>en</strong> vele vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> mat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Het <strong>en</strong>e model is niet noodzakelijkbeter dan het andere. 43 Kracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>kracht<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> elkaar in e<strong>en</strong> werkbare<strong>en</strong> vruchtbare verhouding in ev<strong>en</strong>wicht houd<strong>en</strong>. Lange tijd zocht<strong>en</strong> wij die in Nederlandtuss<strong>en</strong> bestuur <strong>en</strong> RvC, met name in op<strong>en</strong> verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> beursv<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>.De vraag is of dat inmiddels nog afdo<strong>en</strong>de werkt. De internationalisering van onderneming<strong>en</strong><strong>en</strong> financiële markt<strong>en</strong> veroorzaakt e<strong>en</strong> sterke druk om ons te conformer<strong>en</strong>aan breed in de westerse wereld geaccepteerde best practice-standaard<strong>en</strong>. Eén daarvanis de one-tierboard. Two-tierboards kom<strong>en</strong> nog slechts in <strong>en</strong>kele westerse land<strong>en</strong> voor. 44Ik wil de debatt<strong>en</strong> over de voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> van de twee modell<strong>en</strong> 45 niet bagatelliser<strong>en</strong>,maar toch is die ontwikkeling op zichzelf reeds e<strong>en</strong> belangrijke drijfveer voor onderneming<strong>en</strong>om op te schuiv<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> one-tiersysteem. Nog belangrijker is dat aandeelhouderssteeds meer zelf de leiding van onderneming<strong>en</strong> gaan monitor<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun invloedgebruik<strong>en</strong> als zij daar aanleiding toe zi<strong>en</strong>. Aandeelhouders word<strong>en</strong> mondiger, hebb<strong>en</strong>minder geduld, manifester<strong>en</strong> zich nadrukkelijk wanneer zij vind<strong>en</strong> dat de onderneming– in hun og<strong>en</strong> – onjuiste keuzes maakt <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> steeds meer daadwerkelijk gebruik vanhun recht<strong>en</strong>. Hetzelfde geldt voor de AFM als overheidstoezichthouder, hetge<strong>en</strong> in mijnog<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> minder w<strong>en</strong>selijke ontwikkeling is. De AFM zou in mijn og<strong>en</strong> meerop de achtergrond di<strong>en</strong><strong>en</strong> te blijv<strong>en</strong> voor het geval de dialoog tuss<strong>en</strong> aandeelhouders <strong>en</strong>onderneming ontoereik<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> oplevert. 46Het is e<strong>en</strong> internationale <strong>en</strong> vooralsnog onomkeerbare ontwikkeling. 47 Natuurlijkmoet misbruik van recht<strong>en</strong> door aandeelhouders word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> ik sluit nietuit dat daarom de spelregels op sommige punt<strong>en</strong> aangescherpt word<strong>en</strong>. Intuss<strong>en</strong> lijktde ontwikkeling wel degelijk de discipliner<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> die er van werd<strong>en</strong>verwacht. 48 Als ‘residual claimants’ lijk<strong>en</strong> die aandeelhouders ook beter geschikt om dierol te vervull<strong>en</strong> dan de RvC, vooral gelet op de grote afstand tuss<strong>en</strong> ondernemingsleiding<strong>en</strong> aandeelhouders in beursv<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>. Dat het spel zich dan vaak buit<strong>en</strong>de AVA afspeelt, zie ik niet als e<strong>en</strong> groot bezwaar. Het sluit aan bij de internationale43 Vgl. Shleifer, Vishny (1997); Hopt, Ley<strong>en</strong>s (2005).44 Vgl. Pitlo-Raaijmakers, p. 404.45 Zie bijv. Graziano, Luporini (2005); Van Lede (2005), p. 258 e.v., die overig<strong>en</strong>s opmerkt dat de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> debeide modell<strong>en</strong> in de praktijk niet overdrev<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.46 Zie uitgebreider Raaijmakers (2006b), p. 4 e.v. Zie over de rol van de AFM verder Timmerman (2005), p. 204 e.v.47 Zie ook Raaijmakers (2006c), p. 522 e.v.48 Vgl. Maatman, Raaijmakers (2006), p. 256 e.v.; zie anders Slagter (2006), p. 999 e.v.413Gies<strong>en</strong>_01.indb 13 20-5-2008 16:29:59


G.T.M.J. Raaijmakersontwikkeling<strong>en</strong>: in de meeste westerse land<strong>en</strong> is dat gebruikelijk <strong>en</strong> wordt dat vaak actiefbevorderd. Marktmisbruikregels behor<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> nageleefd, maar ook dat is eldersge<strong>en</strong> belemmering. 49 Ik zou dan ook will<strong>en</strong> bepleit<strong>en</strong> aandeelhouders de mogelijkheid tegev<strong>en</strong> hun actieve rol nader in te vull<strong>en</strong> <strong>en</strong> er vooral op te lett<strong>en</strong> of de ‘randvoorwaard<strong>en</strong>’(de spelregels) adequaat zijn. Tegelijk kan de RvC zich dan ontwikkel<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> onetier-boardmet de daarmee gepaard gaande verandering<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong> zwaardere rol voorde ‘chairman’ <strong>en</strong> groter word<strong>en</strong>de risico’s voor aansprakelijkheid.3.3 Aantasting van onafhankelijkheid?Welke invloed heeft dit op de onafhankelijkheid van commissariss<strong>en</strong>? 50 Die vraag leidttot <strong>en</strong>kele kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste neemt het belang van e<strong>en</strong> sterk afstandelijkepositie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> onafhankelijke opstelling af. Dat gebeurt al in de praktijk, maar het moetnadrukkelijker onder- <strong>en</strong> erk<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede zijn er zekere aanwijzing<strong>en</strong> dat hethebb<strong>en</strong> van onafhankelijke non-executieve bestuurders of commissariss<strong>en</strong> bepaald ge<strong>en</strong>garantie is voor betere resultat<strong>en</strong> van de onderneming. 51 Maar veel belangrijker is in ditverband dat ‘echte’ onafhankelijkheid goeddeels illusoir <strong>en</strong> moeilijk grijpbaar zal blijv<strong>en</strong>.Zeker is het nuttig vast te stell<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> familierelaties bestaan tuss<strong>en</strong> bestuurders<strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> of dat sprake is van andere objectief vaststelbare afhankelijkheidsrelatiesdie het oordeel van commissariss<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>. Maar dat isslechts e<strong>en</strong> ‘papier<strong>en</strong> onafhankelijkheid’ (ex ante) die nadi<strong>en</strong> allerminst waarborgt datde betrokk<strong>en</strong> commissaris zich daadwerkelijk onafhankelijk opstelt jeg<strong>en</strong>s het bestuur.Kroeze beschreef dit eerder treff<strong>en</strong>d: ‘Het voordeel van e<strong>en</strong> formele definitie is dat zij ope<strong>en</strong>voudige wijze objectief toetsbaar is. Het nadeel is dat zij lang niet altijd recht doet aande werkelijkheid.’ 52 Vaak ondergrav<strong>en</strong> psychologische process<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dergelijke onafhankelijkeopstelling. M<strong>en</strong> d<strong>en</strong>ke aan het verschijnsel dat betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> procesgeleidelijk zodanig gecommitteerd rak<strong>en</strong> dat ‘waardevrij’ eindoordeel belemmerd wordt,of aan de uit ‘group think’ voortkom<strong>en</strong>de drang zich te conformer<strong>en</strong> aan de w<strong>en</strong>s <strong>en</strong> hetoordeel van de meerderheid. 5349 Zie daarover uitgebreider Raaijmakers (2004), p. 3 e.v. Zie echter Eisma (1998); Vletter-van Dort (2001).50 Ferrarini <strong>en</strong> Moloney sprek<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> inher<strong>en</strong>te trade-off tuss<strong>en</strong> onafhankelijkheid <strong>en</strong> inc<strong>en</strong>tives: Ferrarini, Moloney(2004), p. 302-303.51 Zie daarover Ferrarini, Moloney (2004), p. 302; Kroeze (2005), p. 275-276.52 Kroeze (2005), p. 274.53 Zie daarover Bebchuk, Fried (2004), p. 27 e.v.; Kroeze (2005), p. 272 e.v.; Raaijmakers (2006a), p. 31 e.v. Zie ook SectionA.3.1 van de Combined Code. Vgl. verder J. Smit, Het drama Ahold, 2004, p. 227 e.v. waar beschrev<strong>en</strong> wordt hoe erop zeker mom<strong>en</strong>t binn<strong>en</strong> de raad van bestuur van Ahold feitelijk ge<strong>en</strong> critici meer war<strong>en</strong> t.o.v. de CEO. Zie over ditprincipe van ‘group think’ o.m. Jans<strong>en</strong> (2003), p. 151 e.v.; Marmet, Meyer (2004), p. 14 e.v.; Schermerhorn, Hunt, Osborn(2005), p. 192 e.v.; Aronson, Wilson, Akert (2005), p. 284 e.v. Vgl. ook Mussch<strong>en</strong>ga (2004), p. 152 e.v.; Welch (2005),p. 25 e.v.414Gies<strong>en</strong>_01.indb 14 20-5-2008 16:29:59


Beloningsprikkels voor bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>Deze problem<strong>en</strong> zijn niet op te loss<strong>en</strong> met <strong>en</strong>kele ‘e<strong>en</strong>voudige’ formele (<strong>en</strong> ex ante)onafhankelijkheidscriteria. Kroeze b<strong>en</strong>adrukt in dit verband dat commissariss<strong>en</strong> dieformeel nietonafhankelijk zijn heel onafhankelijk kunn<strong>en</strong> operer<strong>en</strong> <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>die formeel onafhankelijk zijn in sommige gevall<strong>en</strong> juist niet goed in staat zull<strong>en</strong> zijnom onafhankelijk te operer<strong>en</strong>. Er is behoefte aan e<strong>en</strong> nader debat over de vraag wat w<strong>en</strong>u precies verwacht<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de situaties. Daarbij is vooralhun verhouding tot de uitvoer<strong>en</strong>d bestuurders van groot belang. In dit licht is de wijzewaarop de beloning van commissariss<strong>en</strong> wordt vastgesteld veel bepal<strong>en</strong>der voor de vraagof zij zich onafhankelijk van bestuurders kunn<strong>en</strong> opstell<strong>en</strong>, dan de vorm ervan. Zoalsook Bebchuck <strong>en</strong> Fried al voor de Amerikaanse situatie liet<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t met name deinvloed van bestuurders op de totstandkoming van de bezoldiging van hun eig<strong>en</strong> toezichthoudersonderwerp van onderzoek <strong>en</strong> zorg te zijn, of deze nu uit vaste of variabeleelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bestaat. 543.4 Wat betek<strong>en</strong>t dit voor beloning?Het voorgaande leidt niet vanzelfsprek<strong>en</strong>d tot de conclusie dat commissariss<strong>en</strong> variabelmoet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beloond. Daaraan blijv<strong>en</strong> bezwar<strong>en</strong> klev<strong>en</strong>. Er zijn wet<strong>en</strong>schappelijke,vooral gedragsrechtelijke twijfels of hed<strong>en</strong>daagse beloningsstelsels wel e<strong>en</strong> positieveprikkel bied<strong>en</strong> tot betere prestaties. 55 Het blijkt lastig e<strong>en</strong> beloningsstelsel te ontwerp<strong>en</strong> datwel aan die voorwaarde voldoet zonder dat tegelijk ongew<strong>en</strong>st kortetermijn- <strong>en</strong> manipulatiefgedrag in de hand wordt gewerkt. 56 Het is belangrijk vast te stell<strong>en</strong> dat dit allesniet alle<strong>en</strong> voor de bestuurders- maar ook voor de commissariss<strong>en</strong>beloning geldt. Voorbeide moet word<strong>en</strong> vastgesteld hoe adequate koppeling van resultaat aan beloning e<strong>en</strong>daadwerkelijke ‘alignm<strong>en</strong>t’ kan bewerkstellig<strong>en</strong>. Variabele beloning blijft, zoals hiervooral is opgemerkt, intuss<strong>en</strong> voor vel<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> belangrijk beloningsinstrum<strong>en</strong>t. Inde markt voor toptal<strong>en</strong>t is het e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> dat naar verwachting niet op korte termijn zalverdwijn<strong>en</strong>. Van belang is verder dat vorm<strong>en</strong> van variabele beloning van non-executievebestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> elders in de westerse wereld steeds meer gezi<strong>en</strong> wordt alse<strong>en</strong> belangrijke beloningscompon<strong>en</strong>t, ook al is er ook daar discussie. Ook in Nederland54 Bebchuck, Fried (2004), p. 205 e.v.55 Zie Thaler (2005), p. 62. Zie ook p. 667 e.v. Vgl. ook Conyon, Murphy (2002a), p. 625 e.v. waar zij lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat de onderzoeksgegev<strong>en</strong>sover de laatste dec<strong>en</strong>nia twijfels do<strong>en</strong> rijz<strong>en</strong> naar het verband tuss<strong>en</strong> variabele beloning <strong>en</strong> prestaties vande onderneming. Zie ook R. Crespí e.a. in dezelfde bundel, p. 647 e.v. Zie verder Bebchuk, Fried (2004), p. 6 e.v.; Cools(2005), p. 81 e.v.; Raaijmakers (2006a), p. 30 e.v.56 Zie daarover bijv. J<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, Murphy (2004), p. 18: CEO’s prober<strong>en</strong> kortetermijnkoers<strong>en</strong> te verhog<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste van langetermijnwaardegroei.Vgl. ook Cools (2005), p. 81 e.v., zij het dat hij de situatie ‘niet hopeloos’ acht.415Gies<strong>en</strong>_01.indb 15 20-5-2008 16:29:59


G.T.M.J. Raaijmakersstijgt de beloning van RvC-led<strong>en</strong>, zij het dat die ontwikkeling zich vooralsnog voornamelijktot vaste beloning<strong>en</strong> beperkt. 57Voor e<strong>en</strong> goed beloningsstelsel voor bestuurders zijn drie doelstelling<strong>en</strong> van belang:recruit, retain, and motivate. 58 Voor commissariss<strong>en</strong> <strong>en</strong> non-executives is dit in beginselniet anders, als speelt voor h<strong>en</strong> in de regel de niet-geldelijke reputatiebeloning e<strong>en</strong>belangrijke rol. 59 Net als bij bestuurders is er bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> duidelijke to<strong>en</strong>ame van hetaantal buit<strong>en</strong>landers als commissariss<strong>en</strong> van Nederlandse onderneming<strong>en</strong>. 60 E<strong>en</strong> goedbeloningsstelsel behoeft mede in dit verband duidelijke randvoorwaard<strong>en</strong>. Duidelijkheid,e<strong>en</strong>voud, herk<strong>en</strong>baarheid in internationaal verband, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zo rechtstreeks mogelijke,niet vertroebelde koppeling aan resultaat, zijn hierbij cruciaal. 61 W<strong>en</strong>st m<strong>en</strong> variabelebeloning voor commissariss<strong>en</strong>, dan moet gekoz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> geschikte <strong>en</strong> mindergeschikte vorm<strong>en</strong>. D<strong>en</strong>kbaar is bijvoorbeeld de beschrev<strong>en</strong> Engelse variant waarin optiesals onw<strong>en</strong>selijk word<strong>en</strong> beschouwd, maar beloning in aandel<strong>en</strong> in beginsel niet, omdatopties te veel gepaard gaan met e<strong>en</strong> gerichtheid op de korte termijn. 62 De ontwikkeling<strong>en</strong>in het buit<strong>en</strong>land <strong>en</strong> de ontwikkeling van het Nederlandse systeem naar e<strong>en</strong> one-tierboard,nop<strong>en</strong> er mijns inzi<strong>en</strong>s hoe dan ook toe de terughoud<strong>en</strong>dheid teg<strong>en</strong>over aandel<strong>en</strong>bezitdoor commissariss<strong>en</strong> te heroverweg<strong>en</strong>. Niet w<strong>en</strong>selijk lijk<strong>en</strong> mij beloning<strong>en</strong>die specifiek gerelateerd word<strong>en</strong> aan het slag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> fusie- of overnameproces. Datspreekt zelfs al bij bestuurders niet zonder meer voor zich nu m<strong>en</strong> zich kan afvrag<strong>en</strong>of dat te ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong> valt met hun fiduciaire verantwoordelijkheid om te handel<strong>en</strong> in hetbelang van de onderneming <strong>en</strong> haar aandeelhouders. 63Internationale ontwikkeling<strong>en</strong> plaats<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong> voor keuzes. De druk vanuitfinanciële markt<strong>en</strong> zich te conformer<strong>en</strong> aan herk<strong>en</strong>bare best practice-standaard<strong>en</strong> isgroot. Dit geldt zowel voor de ontwikkeling naar e<strong>en</strong> one-tierboard als voor de daarmeesam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de wijze van beloning. De zoektocht naar ondernemingsrechtelijke vernieuwing<strong>en</strong>die e<strong>en</strong> flexibel investeringsklimaat bevorder<strong>en</strong>, zou gebaat zijn met meeronderzoek naar de vraag of, in de beschrev<strong>en</strong> internationale ontwikkeling<strong>en</strong>, resultaatgerelateerdebeloning<strong>en</strong> de vereiste mate van onafhankelijkheid van toezichthoudersondergrav<strong>en</strong>. Het bredere kader van sterker word<strong>en</strong>de aandeelhouders <strong>en</strong> de AFM diee<strong>en</strong> belangrijke monitor<strong>en</strong>de functie vervull<strong>en</strong>, zou daar nadrukkelijk bij betrokk<strong>en</strong>57 Vgl. Grapperhaus, Visser, Aantek. C.3; Sant<strong>en</strong>/Beek (2006).58 Zie Executive Remuneration – A Caucus Race?, A Report to the International Corporate Governance Network, icgn.org, juli 2002, pt. 13 <strong>en</strong> 16 e.v.59 Vgl. Bebchuck, Fried (2004), p. 25.60 Abma (2006), p. 169-170.61 Vgl. Rapport van de Monitoring Commissie van december 2005; Eumedion Aanbeveling betreff<strong>en</strong>de bestuurdersbezoldigingvan 25 oktober 2006. Vgl. verder Van Sloot<strong>en</strong> (2005), p. 261 e.v., waar hij o.m. ingaat op de implicaties van deOK-uitsprak<strong>en</strong> over beloning inzake RNA, Getronics <strong>en</strong> Ahold.62 Zie in die zin ook voor het Engelse systeem Mallin (2004), p. 114. Vgl. verder Ferrarini, Moloney (2004), p. 296-297.63 Vgl. punt 11 <strong>en</strong> 34 van het ICGN-rapport over Executive Remuneration (2002).416Gies<strong>en</strong>_01.indb 16 20-5-2008 16:30:00


Beloningsprikkels voor bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. Naar mijn m<strong>en</strong>ing di<strong>en</strong><strong>en</strong> wij ons in de verdere bezinning op de rolvan commissariss<strong>en</strong> vooral te conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> op hun functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> verhouding tot hetbestuur <strong>en</strong> minder op e<strong>en</strong> met hun verander<strong>en</strong>de rol moeilijk te ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook moeilijkte bereik<strong>en</strong> ideaalbeeld van e<strong>en</strong> onafhankelijk instituut. Dat is ook steeds minder nodig,omdat aandeelhouders <strong>en</strong> ook de AFM al bezig zijn die ‘toezichtsleemte’ op te vull<strong>en</strong>.4 Sl o tZowel bestuurdersbeloning als commissariss<strong>en</strong>beloning staat in de belangstelling. Ophet eerste gezicht lijk<strong>en</strong> de onderwerp<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d. Bij de bestuurder gaat de discussieover de grote stijging die dergelijke beloning<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> over de afgelop<strong>en</strong>jar<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vraag of daarbij de relatie tuss<strong>en</strong> prestatie <strong>en</strong> beloning niet is zoekgeraakt.Bij commissariss<strong>en</strong> gaat de discussie meer over hun verander<strong>en</strong>de rol <strong>en</strong> de vraag of dewijze van beloning in Nederland daar nog wel bij aansluit. Daar is de perceptie eerder datdie beloning te laag zou zijn om voldo<strong>en</strong>de te kunn<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong> met het buit<strong>en</strong>land<strong>en</strong> wordt steeds vaker op<strong>en</strong>lijk de vraag gesteld of we niet in navolging van met name deVer<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> ruimte zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> voor variabele beloning van commissariss<strong>en</strong>.De discussies hebb<strong>en</strong> echter geme<strong>en</strong> dat deze zich te veel lijk<strong>en</strong> toe te spits<strong>en</strong> op hettoepass<strong>en</strong> van formele regels over bijvoorbeeld de vraag wanneer e<strong>en</strong> commissaris ‘oppapier’ geacht kan word<strong>en</strong> wel of niet onafhankelijk te zijn. Er is, zo heb ik geprobeerdaan te gev<strong>en</strong>, behoefte aan diepgaander onderzoek over de meer ‘softe factor<strong>en</strong>’ die vaninvloed zijn op het gedrag van bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>. Daarbij kan word<strong>en</strong>gedacht aan bedrijfscultuur, maar ook aan gedragspsychologische process<strong>en</strong> als ‘groupthink’ welke de opstelling van pot<strong>en</strong>tieel andersd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>d<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de raad van bestuur<strong>en</strong> de raad van commissariss<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>. De effect<strong>en</strong> van beloning op datgedrag zijn daarbij nog altijd onvoldo<strong>en</strong>de uitgekristalliseerd <strong>en</strong> dat maakt het ontwerp<strong>en</strong>van effectieve regelgeving e<strong>en</strong> hachelijke zaak. Zelfs de basale vraag naar hetgeclaimde positieve effect van variabele beloning op het gedrag van bestuurders speeltdaarbij in de praktijk nauwelijks e<strong>en</strong> rol, zo lijkt het. Het kan best zijn dat zou blijk<strong>en</strong> date<strong>en</strong> dergelijk effect maar moeilijk kan word<strong>en</strong> aangetoond, terwijl het wel het risico opbepaalde negatieve gedragseffect<strong>en</strong> verhoogt. In dat geval is het waarschijnlijk niet w<strong>en</strong>selijkom ruimte te bied<strong>en</strong> voor variabele beloning van commissariss<strong>en</strong>. Maar dan zou dittev<strong>en</strong>s bij bestuurdersbeloning ter discussie gesteld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het is echter pas naonderzoek naar de materiële gedragseffect<strong>en</strong> van (variabele) beloning dat deze discussiezowel bij de beloning van bestuurders als bij die van commissariss<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>teel kanword<strong>en</strong> gevoerd <strong>en</strong> dat op basis daarvan geïnformeerde keuzes kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaaktover effectieve regelgeving.417Gies<strong>en</strong>_01.indb 17 20-5-2008 16:30:00


G.T.M.J. RaaijmakersLit e r a t u u rAbma 2006R. Abma, ‘Het aandeelhoudersvergadering<strong>en</strong>seizo<strong>en</strong> 2006: feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> tr<strong>en</strong>ds’, TvOB 2006,p. 169-170.Aronson, Wilson & Akert 2005E. Aronson, T.D. Wilson & R.M. Akert, ‘Social Psychology’, 5th edition, New Jersey 2005, p. 284e.v.Bebchuk & Fried 2004L. Bebchuk & J. Fried, Pay without Performance, The Unfulfilled Promise of Executive Comp<strong>en</strong>sation,Cambridge (VS) 2004.Beckman 2005H. Beckman, ‘Enkele losse gedacht<strong>en</strong> bij <strong>en</strong> over commissaris, toezicht <strong>en</strong> controle’, Ondernemingsrecht2005, p. 251.Bertrand & Mullainathan 2001M. Bertrand & S. Mullainathan, ‘Are CEO’s Rewarded for Luck? The Ones Without PrincipalsAre’, Quarterly Journal of Economics 2001, V. 116, No. 3, p. 901-932.D<strong>en</strong> Boogert 2005M.W. d<strong>en</strong> Boogert, ‘De verget<strong>en</strong> band tuss<strong>en</strong> raad van commissariss<strong>en</strong> <strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e vergadering;de Januskop van de commissaris’, Ondernemingsrecht 2005, p. 252 e.v.Conyon & Murphy 2002M.J. Conyon & K.J. Murphy, in: Corporate Governance Regimes; Converg<strong>en</strong>ce and Diversity,Oxford 2002, p. 625 e.v.Cools 2005K. Cools, Controle is goed, vertrouw<strong>en</strong> nog beter, Ass<strong>en</strong> 2005, p. 81 e.v.Covey 2003S.R. Covey, De zev<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van effectief leiderschap (2003).Dumoulin 2005S. Dumoulin, ‘De positie van niet-uitvoer<strong>en</strong>d bestuurders in het monistisch bestuursmodel’,Ondernemingsrecht 2005, p. 266 e.v.Ebke 2003W.F. Ebke, in: Capital Markets and Company Law, Oxford 2003, p. 173 e.v.Eisma 1998S.E. Eisma, Investor relations (oratie Leid<strong>en</strong>), D<strong>en</strong> Haag 1998.Ferrarini & Moloney 2004G. Ferrarini & N. Moloney, in: Reforming Company and Takeover Law in Europe, Oxford 2004,p. 302-303.418Gies<strong>en</strong>_01.indb 18 20-5-2008 16:30:00


Beloningsprikkels voor bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>Ginnek<strong>en</strong> 2004M.J. van Ginnek<strong>en</strong>, Ondernemingsrecht 2004, p. 152 e.v.Grapperhaus & VisserF.B.J. Grapperhaus & G.W.Ch. Visser, Sdu Comm<strong>en</strong>taar Ondernemingsrecht, Art. 2:145, Aantek.C.3.Graziano & Luporini 2005C. Graziano & A. Luporini, Ownership Conc<strong>en</strong>tration, Monitoring and Optimal Board Structure,ssrn.com september 2005.Van der Grint<strong>en</strong> 2004W.C.L. van der Grint<strong>en</strong>, ‘De misk<strong>en</strong>de commissaris’, in: Verspreide geschrift<strong>en</strong>, Dev<strong>en</strong>ter 2004,p. 547 e.v.De Groot 2005C. de Groot, ‘Bezoldiging van bestuurders van naamloze v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>’, Ondernemingsrecht2005, p. 464 e.v.Hansmann & Kraakman 2005H. Hansmann & R. Kraakman, in: The Anatomy of Corporate Law, Oxford 2005, p. 22 e.v.Van d<strong>en</strong> Hoek 2005P.C. van d<strong>en</strong> Hoek, ‘Verantwoording <strong>en</strong> de Raad van Commissariss<strong>en</strong>’, Ondernemingsrecht 2005,p. 344 e.v.Honée 1984H.J.M.N. Honée, ‘De overheidscommissaris <strong>en</strong> de norminstructie van het v<strong>en</strong>nootschappelijkbelang’, in: Goed <strong>en</strong> trouw (Van der Grint<strong>en</strong>-bundel), Zwolle 1984, p. 105 e.v.Honée 1996H.J.M.N. Honée, ‘Commissariss<strong>en</strong>, gezant<strong>en</strong> uit Niemandsland?’, De NV 1996, p. 276 e.v.Hopt & Ley<strong>en</strong>s 2005K.J. Hopt & P.C. Ley<strong>en</strong>s, ‘Board Models in Europe – Rec<strong>en</strong>t Developm<strong>en</strong>ts of Internal CorporateGovernance Structures in Germany, the United Kingdom, France, and Italy’, Company & SecuritiesLaw Review, Vol. 1, p. 217-245, 2005.Jans<strong>en</strong> 2003P.G.W. Jans<strong>en</strong>, Organisatie <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, 4e druk, Haarlem 2003.J<strong>en</strong>s<strong>en</strong> & Murphy 1990M.C. J<strong>en</strong>s<strong>en</strong> & K.J. Murphy, ‘Performance Pay and Top-Managem<strong>en</strong>t Inc<strong>en</strong>tives’, Journal of PoliticalEconomy 98 1990, p. 225-264.J<strong>en</strong>s<strong>en</strong> & Murphy 2004M.C. J<strong>en</strong>s<strong>en</strong> & K.J. Murphy, ‘Remuneration: Where we’ve be<strong>en</strong>, how we got here, what are theproblems, and how to fix them’, ECGI Finance Working Paper, No. 44/2004, 12 juli 2004.Kroeze 2005M.J. Kroeze, ‘Onafhankelijkheid van commissariss<strong>en</strong>’, Ondernemingsrecht 2005, p. 275-276.419Gies<strong>en</strong>_01.indb 19 20-5-2008 16:30:00


G.T.M.J. RaaijmakersVan Lede 2005C.J.A. van Lede, ‘De rol van de voorzitter’, Ondernemingsrecht 2005, p. 258 e.v.Maatman & Raaijmakers 2006R.H. Maatman & G.T.M.J. Raaijmakers, ‘Hegde funds in het ondernemingsrecht: virus of vaccin?’,Ondernemingsrecht 2006, p. 256 e.v.Marmet & Meyer 2004O. Marmet & A. Meyer (red.), Kleine sociale psychologie, zesde druk, Zwolle 2004, p. 14 e.v.Mussch<strong>en</strong>ga 2004B. Mussch<strong>en</strong>ga, Integriteit; Over de e<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> heelheid van de persoon, Utrecht 2004.Raaijmakers 1991M.J.G.C. Raaijmakers, ‘Over taak <strong>en</strong> verantwoordelijkheid van commissariss<strong>en</strong>’, in: De Bankierals Jurist (Langman-bundel), Dev<strong>en</strong>ter 1991, p. 175 e.v.Raaijmakers 2004G.T.M.J. Raaijmakers, ‘Communicatie tuss<strong>en</strong> beursonderneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> aandeelhouders in <strong>en</strong>buit<strong>en</strong> de AVA’, TvOB 2004, p. 3 e.v.Raaijmakers 2006aG.T.M.J. Raaijmakers, De effectiviteit van regels in het ondernemings- <strong>en</strong> effect<strong>en</strong>recht, D<strong>en</strong> Haag2006.Raaijmakers 2006bG.T.M.J. Raaijmakers, ‘Actuele ontwikkeling<strong>en</strong> over aandeelhoudersinvloed’, Tijdschrift voorFinancieel Recht 2006, p. 4 e.v.Raaijmakers 2006cM.J.G.C. Raaijmakers, ‘Forumbank (1955) Revisited; Verschuiv<strong>en</strong>de machtsverhouding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>e<strong>en</strong> beurs-NV’, Ars Aequi 2006, p. 522 e.v.Raaijmakers 2007G.T.M.J. Raaijmakers, De commissaris beloond, Dev<strong>en</strong>ter 2007, p. 35 e.v.Sant<strong>en</strong> & Beek 2006B.P.A. Sant<strong>en</strong> & J.E. Beek, ‘Vast beloningsperc<strong>en</strong>tage voor commissariss<strong>en</strong>’, Fd 1 november 2006.Schermerhorn Jr, Hunt & Osborn 2005J.R. Schermerhorn Jr., J.G. Hunt & R.N. Osborn, Organizational Behavior, neg<strong>en</strong>de editie, Danvers2005.Shleifer & Vishny 1997A. Shleifer & R.W. Vishny, ‘A Survey of Corporate Governance’, Journal of Finance Volume 52,No. 2, 1997.Van Sloot<strong>en</strong> 2005J.M. van Sloot<strong>en</strong>, ‘Loonmatiging aan de top: mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong>’, in: Geschrift<strong>en</strong>vanwege de Ver<strong>en</strong>iging Corporate Litigation, Dev<strong>en</strong>ter 2005, p. 261 e.v.420Gies<strong>en</strong>_01.indb 20 20-5-2008 16:30:00


Beloningsprikkels voor bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>Skeel 2005D. Skeel, Icarus in the Boardroom, New York 2005.Slagter 2006W.J. Slagter, ‘E<strong>en</strong> bedreiging voor de continuïteit van de v<strong>en</strong>nootschap’, NJB 2006, p. 999 e.v.Smit 2004J. Smit, Het drama Ahold, 2004.Timmerman 2005L. Timmerman, ‘De AFM in de Nederlandse rechtsstaat’, Ondernemingsrecht 2005, p. 204 e.v.Thaler 2005R.H. Thaler (red.), Advances in Behavioral Finance, Vol. II, New York 2005.Vletter-Van Dort 2001H.M. Vletter-van Dort, Gelijke behandeling van beleggers bij informatieverstrekking (diss. Utrecht),Dev<strong>en</strong>ter 2001.Welch 2005J. Welch, Winning, New York 2005.Van Wijnberg<strong>en</strong> 2007S. van Wijnberg<strong>en</strong>, ‘Bos én bedrijfslev<strong>en</strong> neger<strong>en</strong> het probleem’, NRC 20 november 2007.421Gies<strong>en</strong>_01.indb 21 20-5-2008 16:30:00


Gies<strong>en</strong>_01.indb 22 20-5-2008 16:30:00


<strong>Hoofdstuk</strong> 17Sociale psychologiee n be s lu i t vor m i n g i nv<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>M.J. Kroeze 1Sa m e n v a t t i n gIn deze bijdrage wordt beschrev<strong>en</strong> welke sociaal-psychologische factor<strong>en</strong> van invloed zijnop de besluitvorming binn<strong>en</strong> het bestuur <strong>en</strong> de raad van commissariss<strong>en</strong> van nv’s <strong>en</strong> bv’s.Het gaat dan bijvoorbeeld om conformisme binn<strong>en</strong> groep<strong>en</strong>, om de neiging van groep<strong>en</strong>om eig<strong>en</strong> groepsled<strong>en</strong> te bevoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> om factor<strong>en</strong> die besluitvorming onbewust stur<strong>en</strong>,zoals de nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> van besluit<strong>en</strong>. Het is van belang dat bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>zich bewust zijn van deze factor<strong>en</strong>. In deze bijdrage word<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> over onderwerp<strong>en</strong>beschrev<strong>en</strong> waarbij de invloed van sociaal-psychologische factor<strong>en</strong> onw<strong>en</strong>selijk kan zijn.Achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s zijn dit (a) de aansprakelijkstelling van bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>,(b) aansprakelijkheid <strong>en</strong> risicomijding, (c) resultaatsafhankelijke beloning <strong>en</strong> (d)de sam<strong>en</strong>stelling van bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong>. Voor deze vier categorieënwordt gewez<strong>en</strong> op manier<strong>en</strong> om teg<strong>en</strong>wicht te bied<strong>en</strong> aan de invloed van sociaal-psychologischefactor<strong>en</strong>. Daardoor kan bewerkstelligd word<strong>en</strong> dat aansprakelijkheidsvordering<strong>en</strong>die zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingesteld, ook word<strong>en</strong> ingesteld, dat risicovolle, maar optimaleondernemersbeslissing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, dat de beloningstructuur ge<strong>en</strong> prikkel geeftvoor het flatter<strong>en</strong> van oliereserves of winstcijfers <strong>en</strong> dat geschikte kandidaat-bestuurdersof -commissariss<strong>en</strong> die niet lijk<strong>en</strong> op zitt<strong>en</strong>de bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kansmak<strong>en</strong> op b<strong>en</strong>oeming.1 M.J. Kroeze is hoogleraar Ondernemingsrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.423Gies<strong>en</strong>_01.indb 23 20-5-2008 16:30:00


M.J. Kroeze1 In l e i d i n gArtikel 2:5 BW bepaalt dat e<strong>en</strong> rechtspersoon wat het vermog<strong>en</strong>srecht betreft gelijkstaatmet e<strong>en</strong> natuurlijke persoon, t<strong>en</strong>zij uit de wet het teg<strong>en</strong>deel voortvloeit. Net als e<strong>en</strong>natuurlijke persoon heeft e<strong>en</strong> rechtspersoon dus rechtssubjectiviteit <strong>en</strong> is hij drager vaneig<strong>en</strong> recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> plicht<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> rechtspersoon kan partij zijn bij e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst, kaneig<strong>en</strong>aar zijn van zak<strong>en</strong>, kan onrechtmatig handel<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan zelfs strafrechtelijk laakbaarhandel<strong>en</strong>. Deze antropomorfe trek van de rechtspersoon kan niet verhull<strong>en</strong> dat hijzonder echte person<strong>en</strong> van vlees <strong>en</strong> bloed ge<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is heeft. De rechtspersoon is e<strong>en</strong>juridische constructie die bestaat bij de gratie van de m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> die di<strong>en</strong>stbaar is aan hetmaatschappelijk <strong>en</strong> economisch lev<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s. 2 Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> rechtspersoonzich juridisch niet uit<strong>en</strong> zonder m<strong>en</strong>selijke bemoei<strong>en</strong>is <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>komst. Uiteindelijk zijnhet altijd m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> – ev<strong>en</strong>tueel aan het zicht onttrokk<strong>en</strong> doordat er weer andere rechtsperson<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> zijn geschov<strong>en</strong> – die bepal<strong>en</strong> wat de rechtspersoon wil <strong>en</strong> die verantwoordelijkzijn voor zijn handel<strong>en</strong>. Ook het werk van rechtsperson<strong>en</strong> is dus m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>werk. Datis de red<strong>en</strong> dat bevinding<strong>en</strong> uit de sociale psychologie leerzaam kunn<strong>en</strong> zijn voor besluitvormingbinn<strong>en</strong> rechtsperson<strong>en</strong>. Sterker nog, dergelijke bevinding<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zelfs red<strong>en</strong>zijn om regels te verander<strong>en</strong> die van invloed zijn op besluitvorming <strong>en</strong> het proces vanbesluitvorming binn<strong>en</strong> rechtsperson<strong>en</strong>. In deze bijdrage vraag ik mij af (a) welke sociaalpsychologischefactor<strong>en</strong> van invloed zijn op de besluitvorming binn<strong>en</strong> het bestuur <strong>en</strong> deraad van commissariss<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> rechtspersoon, (b) bij welke categorieën van besluit<strong>en</strong>dit onw<strong>en</strong>selijk kan zijn <strong>en</strong> (c) welke aanpassing<strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijk zijn in relevante regelgevingof in bepaalde gebruik<strong>en</strong>. Ik ga er daarbij van uit dat sprake is van e<strong>en</strong> bestuur dat geheelbestaat uit natuurlijke person<strong>en</strong>. 3 De raad van commissariss<strong>en</strong> bestaat op grond vanartikel 2:140/250 lid 1 BW altijd geheel uit natuurlijke person<strong>en</strong>. Ik neem de bestuurders<strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> naamloze v<strong>en</strong>nootschap (nv) of e<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschapmet beperkte aansprakelijkheid (bv) tot uitgangspunt. Veel van wat ik in deze bijdrageschrijf, geldt ook voor besluitvorming door bestuurders <strong>en</strong> toezichthouders van andererechtsperson<strong>en</strong> zoals stichting<strong>en</strong> <strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>. Ik geef voor e<strong>en</strong> goed begrip allereerste<strong>en</strong> korte beschrijving van de wettelijke tak<strong>en</strong> die aan het bestuur <strong>en</strong> aan de raad vancommissariss<strong>en</strong> zijn opgedrag<strong>en</strong>, van de wijze waarop zij deze moet<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong> <strong>en</strong> vande sancties als zij daarin tekortschiet<strong>en</strong>.2 Zie hierover de nog altijd actuele oratie Collectivering in het <strong>privaatrecht</strong> van W.C.L. van der Grint<strong>en</strong> uit 1957 (Van derGrint<strong>en</strong> 2004).3 Juridisch is het mogelijk dat bestuurders ook rechtsperson<strong>en</strong> zijn, maar uiteindelijk komt de volhard<strong>en</strong>de zoeker altijdbij e<strong>en</strong> natuurlijke persoon uit. Dat is ook de gedachte achter art. 2:11 BW: ‘De aansprakelijkheid van e<strong>en</strong> rechtspersoonals bestuurder van e<strong>en</strong> andere rechtspersoon rust tev<strong>en</strong>s hoofdelijk op ieder die t<strong>en</strong> tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheidvan de rechtspersoon daarvan bestuurder is’.424Gies<strong>en</strong>_01.indb 24 20-5-2008 16:30:00


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>2 De t a a k v e r v u l l i n g d o o r h e t b e s t u u r e n d e r a a d v a n c o m m i s s a r i s s e nHet bestuur is e<strong>en</strong> orgaan van de v<strong>en</strong>nootschap. De functie van het bestuur als orgaanvolgt uit artikel 2:129/239 lid 1 BW. Daarin staat dat het bestuur belast is met het bestuurvan de v<strong>en</strong>nootschap. Deze wat tautologisch geformuleerde taakomschrijving betek<strong>en</strong>tdat het bestuur de leiding heeft over de dagelijkse gang van zak<strong>en</strong> in de v<strong>en</strong>nootschap <strong>en</strong>over de strategie van de v<strong>en</strong>nootschap. Artikel 2:130/240 lid 1 BW bepaalt in aanvullinghierop dat het bestuur de v<strong>en</strong>nootschap verteg<strong>en</strong>woordigt. Dit betek<strong>en</strong>t dat het bestuurbevoegd is om de v<strong>en</strong>nootschap teg<strong>en</strong>over derd<strong>en</strong> recht<strong>en</strong>s te bind<strong>en</strong>. Het bestuur kan dev<strong>en</strong>nootschap dus partij mak<strong>en</strong> bij overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>, kan voor de v<strong>en</strong>nootschap juridischeprocedures start<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan de v<strong>en</strong>nootschap ander<strong>en</strong> aansprakelijk lat<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>. Hetbestuur is daarmee e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal orgaan binn<strong>en</strong> de v<strong>en</strong>nootschap.De wet geeft e<strong>en</strong> richtsnoer voor de wijze waarop bestuurders hun taak moet<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>.Artikel 2:9 BW bepaalt dat elke bestuurder teg<strong>en</strong>over de rechtspersoon gehoud<strong>en</strong> is tote<strong>en</strong> behoorlijke vervulling van de hem opgedrag<strong>en</strong> taak. Bij de vervulling van die taakmoet het bestuur handel<strong>en</strong> in het belang van de v<strong>en</strong>nootschap <strong>en</strong> de met haar verbond<strong>en</strong>onderneming. Het bijzondere van de bestuurstaak is dat zij e<strong>en</strong> collectieve verantwoordelijkheidis van de bestuurders. Dat wil zegg<strong>en</strong> dat de bestuurders gezam<strong>en</strong>lijk als groepverantwoordelijk zijn voor het bestuursbeleid. Hieruit vloeit voort dat beslissing<strong>en</strong> vanhet bestuur tot stand kom<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> proces van collectieve besluitvorming. Het uitgangspuntis dat e<strong>en</strong> bestuursbesluit de uitkomst is van overleg <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stemming in hetbestuur. 4 Dat neemt niet weg dat bestur<strong>en</strong> in de praktijk tijd<strong>en</strong>s bestuursvergadering<strong>en</strong>soms zelfs niet e<strong>en</strong>s het idee zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dat zij besluit<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>: er wordt niet gestemd<strong>en</strong> de besluit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> – soms na <strong>en</strong>ige discussie – rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op algem<strong>en</strong>e instemming.Ook komt het veelvuldig voor dat bestuurders individueel beslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Dit isonvermijdelijk als het om kleine aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> gaat of als e<strong>en</strong> organisatie groot is.Ook dergelijke besluit<strong>en</strong>, zeker als zij betrekking hebb<strong>en</strong> op de algem<strong>en</strong>e gang van zak<strong>en</strong>of van materieel belang zijn voor de v<strong>en</strong>nootschap, vall<strong>en</strong> onder de verantwoordelijkheidvan het bestuur. Naar Nederlands recht is aanvaard dat het bestuur van e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschap– binn<strong>en</strong> de formeel-juridische gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van zijn bevoegdheid – zelfstandigheid <strong>en</strong>beleidsvrijheid heeft bij de vervulling van zijn tak<strong>en</strong>. 54 Zie HR 15 juli 1968, NJ 1969, 101 (Wijsmuller) waaruit volgt dat e<strong>en</strong> besluit van e<strong>en</strong> orgaan tot stand moet kom<strong>en</strong> ‘alsvrucht van onderling overleg van alle led<strong>en</strong> van dat orgaan die, na daartoe in de geleg<strong>en</strong>heid te zijn gesteld, aan datoverleg w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> deel te nem<strong>en</strong>’.5 Zelfstandigheid: Asser-Maeijer 2-III, nr. 299 <strong>en</strong> HR 21 januari 1955, NJ 1959, 43 (Forum-Bank). Beleidsvrijheid: o.a.Asser-Maeijer 2-III, nr. 321; Löw<strong>en</strong>steyn 1959, p. 156-157 <strong>en</strong> rec<strong>en</strong>ter Timmerman 1995, p. 24 <strong>en</strong> Timmerman 2003.Uit HR 29 november 2002, NJ 2003, 455, JOR 2003/2 volgt dat e<strong>en</strong> bestuurder zich onder omstandighed<strong>en</strong> zelfs magbegev<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> deze formeel-juridische gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>. Zie rec<strong>en</strong>t over zelfstandigheid <strong>en</strong> beleidsvrijheid: HR 13 juli 2007, NJ2007, 434 (ABN AMRO).425Gies<strong>en</strong>_01.indb 25 20-5-2008 16:30:01


M.J. KroezeDe wet bevat verschill<strong>en</strong>de grondslag<strong>en</strong> voor de aansprakelijkheid van bestuurders.Hiervoor kwam artikel 2:9 BW al aan de orde: iedere bestuurder is teg<strong>en</strong>over de v<strong>en</strong>nootschapgehoud<strong>en</strong> de hem opgedrag<strong>en</strong> taak behoorlijk te vervull<strong>en</strong>. Deze norm, die e<strong>en</strong>verplichting van de bestuurder teg<strong>en</strong>over de v<strong>en</strong>nootschap in het lev<strong>en</strong> roept, leidt totaansprakelijkheid teg<strong>en</strong>over de v<strong>en</strong>nootschap als e<strong>en</strong> bestuurder zijn taak onbehoorlijkheeft vervuld <strong>en</strong> als hem hiervan e<strong>en</strong> ernstig verwijt valt te mak<strong>en</strong>. 6 Daarnaast kunn<strong>en</strong>bestuurders aansprakelijk zijn teg<strong>en</strong>over schuldeisers. Dat is bijvoorbeeld het geval als zije<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst zijn aangegaan met e<strong>en</strong> leverancier, terwijl zij bij het aangaan van dieovere<strong>en</strong>komst al wist<strong>en</strong> of behoord<strong>en</strong> te wet<strong>en</strong> dat de v<strong>en</strong>nootschap haar verplichting<strong>en</strong>niet zou kunn<strong>en</strong> nakom<strong>en</strong> <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> verhaal zou bied<strong>en</strong>. De grondslag voordeze aansprakelijkheid is artikel 6:162 BW. Ook kunn<strong>en</strong> bestuurders aansprakelijk zijnteg<strong>en</strong>over person<strong>en</strong> die zijn afgegaan op misleid<strong>en</strong>de informatie, bijvoorbeeld in jaarrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>(art. 2:139/249 BW) of in e<strong>en</strong> prospectus (art. 6:194 BW e.v.). E<strong>en</strong> anderebek<strong>en</strong>de aansprakelijkheidsgrondslag is de aansprakelijkheid van bestuurders teg<strong>en</strong>overde boedel wanneer de v<strong>en</strong>nootschap failliet is gegaan. De curator kan de bestuurdersaansprakelijk stell<strong>en</strong> als sprake is van k<strong>en</strong>nelijk onbehoorlijk bestuur <strong>en</strong> als dit k<strong>en</strong>nelijkonbehoorlijk bestuur e<strong>en</strong> belangrijke oorzaak is van het faillissem<strong>en</strong>t van de v<strong>en</strong>nootschap(art. 6:138/248 BW). Verspreid in Boek 2 BW staan nog <strong>en</strong>kele bepaling<strong>en</strong> die totaansprakelijkheid van bestuurders kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>, maar die het bestek van deze bijdragete buit<strong>en</strong> gaan.Sommige aansprakelijkheidsgrondslag<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot hoofdelijke aansprakelijkheid vande bestuurders. Dat wil zegg<strong>en</strong> dat bij aansprakelijkheidsvestig<strong>en</strong>d handel<strong>en</strong> door e<strong>en</strong>van de bestuurders, alle bestuurders aansprakelijk zijn voor de gehele schade die daaruitvoortvloeit. 7 Deze hoofdelijke aansprakelijkheid is de logische consequ<strong>en</strong>tie van de collectieveverantwoordelijkheid die de bestuurders hebb<strong>en</strong> voor het bestuursbeleid. Artikel2:9 BW vestigt daarom e<strong>en</strong> hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurders jeg<strong>en</strong>s dev<strong>en</strong>nootschap voor onbehoorlijke taakvervulling. Artikel 2:139/249 BW vestigt e<strong>en</strong>hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurders jeg<strong>en</strong>s deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die op misleid<strong>en</strong>deinformatie van de v<strong>en</strong>nootschap zijn afgegaan. Artikel 2:138/248 BW vestigt e<strong>en</strong> hoofdelijkeaansprakelijkheid van de bestuurders jeg<strong>en</strong>s de boedel voor schade die het gevolgis van k<strong>en</strong>nelijk onbehoorlijk bestuur dat e<strong>en</strong> belangrijke oorzaak van het faillissem<strong>en</strong>tvan de v<strong>en</strong>nootschap is geweest.Ik heb tot nu toe geschrev<strong>en</strong> over het bestuur <strong>en</strong> de bestuurder. Maar voor de raad vancommissariss<strong>en</strong> <strong>en</strong> de commissariss<strong>en</strong> geldt mutatis mutandis hetzelfde. De raad vancommissariss<strong>en</strong> heeft tot taak toezicht te houd<strong>en</strong> op het beleid van het bestuur <strong>en</strong> op de6 HR 10 januari 1997, NJ 1997, 360 (Staleman/Van de V<strong>en</strong>).7 Beginn<strong>en</strong>de jurist<strong>en</strong> noem<strong>en</strong> dit vaak onrechtvaardig. Niet verget<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> dat in sommige situaties disculpatiemogelijk is, <strong>en</strong>, belangrijker, dat de bestuurders onderling intern regres zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> als daartoe aanleiding bestaat.426Gies<strong>en</strong>_01.indb 26 20-5-2008 16:30:01


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>algem<strong>en</strong>e gang van zak<strong>en</strong> in de v<strong>en</strong>nootschap <strong>en</strong> de met haar verbond<strong>en</strong> onderneming.Hij staat het bestuur met raad ter zijde (art. 2:140/250 lid 2). Net als de bestuurders zijnde commissariss<strong>en</strong> collectief verantwoordelijk voor hun taakvervulling, vind<strong>en</strong> beslissing<strong>en</strong>plaats via e<strong>en</strong> proces van besluitvorming, moet<strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> zich bij devervulling van hun taak richt<strong>en</strong> naar het belang van de v<strong>en</strong>nootschap <strong>en</strong> de met haar verbond<strong>en</strong>onderneming <strong>en</strong> zijn zij aansprakelijk als zij bij hun toezichtstaak tekortschiet<strong>en</strong>.Artikel 2:149/259 BW verklaart artikel 2:9 <strong>en</strong> artikel 2:138/248 BW van overe<strong>en</strong>komstigetoepassing op de taakvervulling door de raad van commissariss<strong>en</strong>. Artikel 2:150/260BW bepaalt dat de commissariss<strong>en</strong> naast de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk zijn alsde op<strong>en</strong>baar gemaakte jaarrek<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> misleid<strong>en</strong>de voorstelling van zak<strong>en</strong> geeft.3 He t b e s t u u r e n d e r a a d v a n c o m m i s s a r i s s e n a l s gr o e pDe wet bepaalt niet uit hoeveel bestuurders het bestuur van e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschap bestaat.Dit betek<strong>en</strong>t dat in de praktijk bestur<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> die bestaan uit één, twee of meerbestuurders. Bestur<strong>en</strong> die bestaan uit één of twee person<strong>en</strong> treft m<strong>en</strong> vooral aan bijpersoonsgebond<strong>en</strong> bv’s <strong>en</strong> nv’s. De ondernemer die zijn onderneming drijft in de bv-vormzal doorgaans, naast <strong>en</strong>ig aandeelhouder, ook <strong>en</strong>ig bestuurder zijn. Als twee m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hunsam<strong>en</strong>werking vorm hebb<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> in de bv-vorm, zull<strong>en</strong> zij vaak beid<strong>en</strong> bestuurderzijn. Vooral bij grotere v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> is het gebruikelijk dat het bestuur uit meerdan twee bestuurders bestaat. Zo hebb<strong>en</strong> de v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> die zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> inde AEX-index gemiddeld vijf bestuurders. Rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong> bestaan in deregel uit drie of meer person<strong>en</strong>. Bij v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> in de AEX-index is dit aantal zelfsgemiddeld acht tot neg<strong>en</strong> person<strong>en</strong>. 8 Ik maak dit onderscheid tuss<strong>en</strong> organ<strong>en</strong> van éénpersoon, twee person<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer dan twee person<strong>en</strong> omdat het vanuit sociaalpsychologischperspectief relevant is. Het maakt veel uit of de besluitvorming plaatsvindt dooréén persoon, door twee person<strong>en</strong> of door e<strong>en</strong> groep van meer dan twee person<strong>en</strong>. Ikbesteed in paragraaf 7 summier aandacht aan bestur<strong>en</strong> van één of twee person<strong>en</strong>. In dezebijdrage neem ik echter als uitgangspunt dat het bestuur of de raad van commissariss<strong>en</strong>bestaat uit meer dan twee person<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> belangrijk onderwerp uit de sociale psychologie is hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich gedrag<strong>en</strong> ingroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe de aanwezigheid van ander<strong>en</strong> – binn<strong>en</strong> of buit<strong>en</strong> de groep – hun gedrag8 Op 21 januari 2008 hadd<strong>en</strong> de 23 AEX-fonds<strong>en</strong> 115 bestuurders. Dit komt neer op e<strong>en</strong> gemiddelde van vijf bestuurdersper v<strong>en</strong>nootschap. De mediaan is vier bestuurders per v<strong>en</strong>nootschap. Het gemiddelde aantal commissariss<strong>en</strong> (of toezichthoud<strong>en</strong>debestuurders) bij deze v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> ligt tuss<strong>en</strong> de acht <strong>en</strong> neg<strong>en</strong>. De mediaan is acht commissariss<strong>en</strong>(of toezichthoud<strong>en</strong>de bestuurders) per v<strong>en</strong>nootschap. Barros 2007, p. 17-18 betoogt dat grote boards (bijv. e<strong>en</strong> bestuurvan 15 person<strong>en</strong> (Unilever) of e<strong>en</strong> raad van commissariss<strong>en</strong> van 18 person<strong>en</strong> (Arcelor Mittal)) ertoe kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> datde individuele led<strong>en</strong> minder snel zull<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong> bij misstand<strong>en</strong> (verantwoordelijkheid per individu is minder <strong>en</strong> alsde ander<strong>en</strong> niets do<strong>en</strong> zal er wel niets fout zijn).427Gies<strong>en</strong>_01.indb 27 20-5-2008 16:30:01


M.J. Kroezein e<strong>en</strong> groep beïnvloedt. Bestuurders vorm<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groep. Ook commissariss<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groep. Door de betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> interactie tuss<strong>en</strong> de bestuurders <strong>en</strong> de commissariss<strong>en</strong><strong>en</strong> de overe<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> de doel<strong>en</strong> waarnaar zij strev<strong>en</strong>, zijn zij dikwijlsook gezam<strong>en</strong>lijk als groep te beschouw<strong>en</strong>. 9 Uit e<strong>en</strong> groot aantal empirische onderzoek<strong>en</strong>blijkt dat ‘group membership and influ<strong>en</strong>ce repres<strong>en</strong>ts one of the most powerful forcesshaping our feelings, judgm<strong>en</strong>ts and behaviours’. 10 Anders dan m<strong>en</strong> doorgaans aanneemt,word<strong>en</strong> het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, do<strong>en</strong> <strong>en</strong> voel<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> sterk beïnvloed door (hun interpretatievan) de situatie waarin zij zich bevind<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> de invloed van die situatie ophun gedrag sterk te onderschatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de invloed van hun eig<strong>en</strong> persoonlijkheid op hungedrag sterk te overschatt<strong>en</strong>. 11 Drie factor<strong>en</strong> zijn van bepal<strong>en</strong>d belang bij besluitvorming<strong>en</strong> de uitkomst van die besluitvorming in e<strong>en</strong> groep zoals het bestuur of de raad vancommissariss<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong>:– de verhouding tuss<strong>en</strong> groepsled<strong>en</strong> onderling (conformisme) (par. 4-5);– de verhouding tuss<strong>en</strong> de groep <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>staanders (bevoordeling) (par. 6);– de wijze waarop e<strong>en</strong> groep (complexe) besluit<strong>en</strong> neemt (par. 7).In de paragraf<strong>en</strong> die hierna volg<strong>en</strong> ga ik op elk van deze factor<strong>en</strong> in. Mijn beschrijving isbeknopt <strong>en</strong> niet gericht op het verklar<strong>en</strong> van sociaalpsychologische f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar ophet constater<strong>en</strong> ervan. Ik verwijs in de regel naar sociaalpsychologische handboek<strong>en</strong> vanalgem<strong>en</strong>e aard <strong>en</strong> niet naar de publicaties van grondleggers van bepaalde theorieën. In deregel verwijz<strong>en</strong> de handboek<strong>en</strong> naar deze literatuur. Het doel van deze bijdrage is uiteindelijkjuridisch van aard. Door inzichtelijk te mak<strong>en</strong> welke factor<strong>en</strong> van invloed kunn<strong>en</strong>zijn op besluitvorming binn<strong>en</strong> bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong>, wil ik aanbeveling<strong>en</strong>do<strong>en</strong> voor aanpassing van relevante regelgeving of van bepaalde gebruik<strong>en</strong>.4 De v e r h o u d i n g t u s s e n d e gr o e p s l e d e n o n d e r l i n g (c o n f o r m i s m e )De eerste van de hier te besprek<strong>en</strong> factor<strong>en</strong> ziet op de verhouding tuss<strong>en</strong> groepsled<strong>en</strong>onderling. Verschill<strong>en</strong>de psychologische factor<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot conformisme binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong>groep. Juist bij e<strong>en</strong> groep zoals het bestuur of de raad van commissariss<strong>en</strong> doet zich e<strong>en</strong>groot aantal van deze factor<strong>en</strong> gelijktijdig voor. Het gevolg hiervan beschrijv<strong>en</strong> Cox <strong>en</strong>Munsinger als volgt:9 Dit zal alle<strong>en</strong> maar sterker word<strong>en</strong> als Boek 2 BW – zoals de bedoeling is – binn<strong>en</strong>kort de one tier board-structuurregelt. In e<strong>en</strong> one tier board zitt<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>de <strong>en</strong> toezichthoud<strong>en</strong>de bestuurders in e<strong>en</strong> orgaan. Er zijn al <strong>en</strong>kele v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>– zoals Fortis Bank, Hagemeyer <strong>en</strong> Reed Elsevier – die in hun statut<strong>en</strong> e<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> one tier board lijk<strong>en</strong>debestuursstructuur hebb<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.10 Baron/Kerr 2003, p. xii.11 Baron/Kerr 2003, p. 166. Dit noemt m<strong>en</strong> wel de fundam<strong>en</strong>tal attribution error. Zie hierover, <strong>en</strong> over andere psychologischeinvloed<strong>en</strong> op besluitvorming, ook de bijdrag<strong>en</strong> van Gies<strong>en</strong>, Loon<strong>en</strong> <strong>en</strong> Rassin in deze bundel.428Gies<strong>en</strong>_01.indb 28 20-5-2008 16:30:01


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>‘Tak<strong>en</strong> together, these studies all suggest that powerful psychological factorsare at work within the boardroom, creating a cohesive, loyal, conformingingroup that will support its members for positive and negative reasons, underlow and high levels of motivation and group values.’ 12Wat zijn dan die factor<strong>en</strong> die leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> hechte, loyale <strong>en</strong> conformer<strong>en</strong>de groep?De zog<strong>en</strong>oemde two-process theory of influ<strong>en</strong>ce is de heers<strong>en</strong>de theorie in de sociale psychologieom de werking van conformisme te verklar<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> grote hoeveelheid empirischonderzoek ondersteunt deze theorie. 13 Volg<strong>en</strong>s deze theorie wordt conformisme veroorzaaktdoor twee parallelle beïnvloedingsprocess<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong> normatieve beïnvloeding <strong>en</strong>informationele beïnvloeding.Bij normatieve beïnvloeding conformeert e<strong>en</strong> groepslid zijn oordeel of gedrag aan datvan andere groepsled<strong>en</strong> als gevolg van sociale druk die uitgaat van de groep <strong>en</strong> de in diegroep heers<strong>en</strong>de norm<strong>en</strong>. De belangrijkste oorzaak van deze sociale druk is de machtvan de groep om e<strong>en</strong> groepslid te straff<strong>en</strong> door afwijzing <strong>en</strong> vijandigheid <strong>en</strong> te belon<strong>en</strong>door acceptatie <strong>en</strong> goedkeuring. 14 Turner omschrijft de werking van normatieve beïnvloedingals volgt:‘1 The power of others to reward or punish (e.g. to accept into or reject from thegroup) creates a need for their social approval and a fear of being differ<strong>en</strong>t.2 Therefore, under conditions of surveillance by others such that one can bepersonally id<strong>en</strong>tified and held responsible for any nonconformity,3 one will t<strong>en</strong>d to comply with their expectations or submit to other grouppressures, producing conformity to the group norm.’ 15Bij informationele beïnvloeding conformeert e<strong>en</strong> groepslid zijn oordeel of gedrag aan datvan andere groepsled<strong>en</strong> omdat hij er werkelijk van overtuigd is dat zijn oorspronkelijkeoordeel of gedrag fout of minder juist was. Hij verandert niet alle<strong>en</strong> zijn waarneembareoordeel of gedrag, maar ook zijn niet-waarneembare overtuiging. Deze verandering ishet gevolg van informatie, afkomstig van ander<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de groep, die ervar<strong>en</strong> wordt alse<strong>en</strong> betrouwbare indicatie voor de objectieve werkelijkheid. 16 Individu<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> behoefteaan informatie om de houdbaarheid van hun subjectieve oordel<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> toets<strong>en</strong>. Dereactie van andere groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong> de informatie die deze groepsled<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, verschaff<strong>en</strong>12 Cox/Munsinger 1985, p. 99. In gelijke zin Bainbridge 2002, p. 27 <strong>en</strong> Haft 1981, p. 36.13 Turner 1991, p. 37-47 <strong>en</strong> Dallas 1997, p. 105.14 Voor het v<strong>en</strong>nootschapsrecht: Dallas 1997, p. 105. In het algeme<strong>en</strong>: Baron/Kerr 2003, p. 71 <strong>en</strong> 74; Turner 1991, p. 37.15 Turner 1991, p. 38.16 Turner 1991, p. 35.429Gies<strong>en</strong>_01.indb 29 20-5-2008 16:30:01


M.J. Kroezee<strong>en</strong> individueel groepslid aanwijzing<strong>en</strong> over de werkelijkheid. De behoefte om de werkelijkheidte k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, leidt tot gedeelde groepsnorm<strong>en</strong> die op hun beurt leid<strong>en</strong> tot conformisme.Turner omschrijft de werking van informationele beïnvloeding als volgt:‘1 Objective stimulus ambiguity, difficulty or complexity, the difficulty of making directtests of physical reality, leads to subjective uncertainty, a need for information toreduce uncertainty.2 Uncertainty creates social dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ce, dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ce on others for valid information.3 Informational dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ce leads to influ<strong>en</strong>ce; one conforms to the responses ofothers perceived to provide evid<strong>en</strong>ce about reality.’ 17De werking van de hiervoor beschrev<strong>en</strong> mechanism<strong>en</strong> neemt in kracht toe als de persoonlijkerelaties in e<strong>en</strong> groep positief zijn, als de led<strong>en</strong> van de groep zich met elkaar verbond<strong>en</strong>voel<strong>en</strong>, als zij vertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in elkaars persoonlijke <strong>en</strong> professionele kwaliteit<strong>en</strong>,als zij belang hecht<strong>en</strong> aan het lidmaatschap van de groep <strong>en</strong> als het lidmaatschaph<strong>en</strong> status oplevert. 18 Ook gelijk<strong>en</strong>is tuss<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep draagt bij aan meerconformisme. 19 Deze gelijk<strong>en</strong>is kan bijvoorbeeld bestaan in afkomst uit dezelfde socialeklasse, gelijkwaardige scholing, e<strong>en</strong> vergelijkbare loopbaan, hetzelfde geslacht, dezelfdeleeftijd, e<strong>en</strong> gelijke mate van intellig<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> rationaliteit <strong>en</strong> vergelijkbare culturele bagage.Zij is e<strong>en</strong> belangrijke oorzaak van positieve persoonlijke relaties <strong>en</strong> interne verbond<strong>en</strong>heid.Conformisme in e<strong>en</strong> groep neemt ook toe naarmate de taak die e<strong>en</strong> groep moetuitvoer<strong>en</strong> complexer wordt <strong>en</strong> de oplossing<strong>en</strong> voor problem<strong>en</strong> minder e<strong>en</strong>duidig zijn(informationele beïnvloeding). Als led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep hun oordeel t<strong>en</strong> overstaan van deandere led<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> of als hun gedrag voor andere led<strong>en</strong> zichtbaar is, heeft dit e<strong>en</strong>to<strong>en</strong>ame van het conformisme tot gevolg (normatieve beïnvloeding). 20 Tot slot speelt demate waarin e<strong>en</strong> groep gericht is op cons<strong>en</strong>sus e<strong>en</strong> rol bij de mate van conformisme. Diteffect wordt versterkt als de groepsled<strong>en</strong> in oordeel <strong>en</strong> gedrag als onafhankelijk word<strong>en</strong>ervar<strong>en</strong>. Het oordeel van ieder groepslid wint in dat geval aan gezag (informationelebeïnvloeding). E<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>d oordeel vergroot in dat geval de kans op afwijzing <strong>en</strong> dusop de consequ<strong>en</strong>ties die daaraan verbond<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn (normatieve beïnvloeding). 2117 Turner 1991, p. 37.18 Ter illustratie: het belang dat led<strong>en</strong> aan het lidmaatschap van de groep hecht<strong>en</strong> leidt tot normatieve beïnvloeding. Hetvertrouw<strong>en</strong> dat led<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in elkaars persoonlijke <strong>en</strong> professionele kwaliteit<strong>en</strong> leidt tot informationele beïnvloeding.Sommige factor<strong>en</strong> zijn van invloed op beide manier<strong>en</strong> van beïnvloeding. Zie Turner 1991, p. 40-42 <strong>en</strong> het daar vermeldeonderzoek; Meert<strong>en</strong>s/Von Grumbkow 1992, p. 285.19 Turner 1991, p. 40.20 Dallas 1997, p. 110; Turner 1991, p. 44.21 Turner 1991, p. 42-44.430Gies<strong>en</strong>_01.indb 30 20-5-2008 16:30:01


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>E<strong>en</strong> bespreking van mogelijke verklaring<strong>en</strong> voor de hiervoor geschetste mechanism<strong>en</strong>gaat het bestek van deze bijdrage te buit<strong>en</strong>. Van belang is dat zij zich manifester<strong>en</strong> <strong>en</strong> inonderzoek keer op keer empirisch zijn aangetoond.5 Co n f o r m i s m e i n h e t b e s t u u r e n d e r a a d v a n c o m m i s s a r i s s e nVeel factor<strong>en</strong> die van invloed zijn op de mate van conformisme, manifester<strong>en</strong> zich bijuitstek in e<strong>en</strong> groep zoals het bestuur of de raad van commissariss<strong>en</strong>. Dat begint bij deselectie. De verhouding<strong>en</strong> in het bestuur <strong>en</strong> de raad van commissariss<strong>en</strong> k<strong>en</strong>schets<strong>en</strong>betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> als amicaal <strong>en</strong> sterk collegiaal. Er is e<strong>en</strong> grote mate van homog<strong>en</strong>iteit. E<strong>en</strong>(anonieme) commissaris beschrijft dat het (voor 1 oktober 2004 bestaande) coöptatiestelselin het structuurregime t<strong>en</strong> doel had e<strong>en</strong> raad van commissariss<strong>en</strong> op te lever<strong>en</strong>waarin ‘de led<strong>en</strong> elkaar respecter<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun norm<strong>en</strong> serieus nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar elkaar luister<strong>en</strong>.Dan krijg je inschatting<strong>en</strong> die niet diametraal teg<strong>en</strong>over elkaar staan. Zo moet je ookbinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> directie werk<strong>en</strong>.’ 22Amerikaans onderzoek bevestigt dit beeld. Cox <strong>en</strong> Munsinger drukk<strong>en</strong> dit als volgt uit:‘The leading criterion for selecting a board nominee is his probable id<strong>en</strong>tificationwith and acceptance of the company’s goals and methods of operation.(…) Another overriding consideration is that the board nominee’s personalityshould be compatible with that of the curr<strong>en</strong>t directors. (…) Studies (…)support the view that directors seek nominees of the same social class andwhose experi<strong>en</strong>ce will assure that all board members will share a common viewof reality and easily reach cons<strong>en</strong>sus on questions pres<strong>en</strong>ted to the board.’ 23De hiervoor weergegev<strong>en</strong> – soms impliciete – selectiecriteria drag<strong>en</strong> eraan bij dat hetprofiel van bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> van Nederlandse v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> weinigvariatie k<strong>en</strong>t. Het gaat in de regel om blanke mann<strong>en</strong> van vijftig jaar of ouder. 24 De meer-22 De Jongh 1987, p. 75, die ook constateert dat de voorzitters van de rad<strong>en</strong> van bestuur van grote onderneming<strong>en</strong> e<strong>en</strong>actieve rol spel<strong>en</strong> bij het voorbereid<strong>en</strong> van commissarisb<strong>en</strong>oeming<strong>en</strong>. De motivering hiervoor van betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> is dathet bestuur met de raad van commissariss<strong>en</strong> moet sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> ‘in e<strong>en</strong> respectvolle vertrouw<strong>en</strong>srelatie’ <strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong>college van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> moet zijn waarmee behoorlijk valt te werk<strong>en</strong> (zie p. 68).23 Cox/Munsinger 1985, p. 91 <strong>en</strong> p. 91, noot 37. Zie ook Westphal/Zajac 1995, p. 77 (‘This study provides strong andconsist<strong>en</strong>t evid<strong>en</strong>ce on the relationship betwe<strong>en</strong> CEO and board power, demographic similarity and the selection ofnew directors’). Van der Knoop 1991, p. 127 citeert in dit verband e<strong>en</strong> commissaris: ‘Soms komt er iemand beschikbaarwaarvan iedere<strong>en</strong> zegt: Het zou fijn zijn om die bij de club te hebb<strong>en</strong>’.24 Blanke mann<strong>en</strong>: Van Zant<strong>en</strong> 2002a, p. 28. Uit De Bos e.a. 2007a, p. 10 blijkt dat meer dan 90% van de commissariss<strong>en</strong>bij for-profit-instelling<strong>en</strong> van het mannelijk geslacht is (peildatum 2007). Leeftijd bestuurders: Vinke 1961, p. 175(peildatum 1950); Beek<strong>en</strong>kamp 2002, p. 46 <strong>en</strong> 74 (peildatum circa 1987). Leeftijd commissariss<strong>en</strong>: Vinke 1961, p. 175(peildatum 1950); Honée 1979, p. 146 (peildatum 1977; beperkt tot structuurv<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>); De Bos e.a. 2007a, p. 9(peildatum 2007).431Gies<strong>en</strong>_01.indb 31 20-5-2008 16:30:01


M.J. Kroezederheid heeft e<strong>en</strong> universitaire of daarmee vergelijkbare opleiding g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>. 25 Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>is e<strong>en</strong> grote meerderheid van h<strong>en</strong> afkomstig uit de sociale bov<strong>en</strong>laag van de bevolking 26 <strong>en</strong>niet-progressief georiënteerd. 27 Voor commissariss<strong>en</strong> bij grote beursg<strong>en</strong>oteerde onderneming<strong>en</strong>geldt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> dat ervaring als bestuurder bij e<strong>en</strong> groot beursg<strong>en</strong>oteerd fondse<strong>en</strong> vereiste lijkt te zijn. 28 Voor Engeland kwam Higgs in 2003 tot dezelfde conclusiesvoor non-executive directors (functionariss<strong>en</strong> vergelijkbaar met commissariss<strong>en</strong>). 29 Deoorzaak hiervan is volg<strong>en</strong>s hem dat commissariss<strong>en</strong> geselecteerd word<strong>en</strong> uit het social<strong>en</strong>etwerk van de zitt<strong>en</strong>de bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>. 30 Dit vergroot de kans opkandidat<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>zelfde achtergrond. Ook als kandidat<strong>en</strong> niet afkomstig zijn uit hetsociale netwerk van zitt<strong>en</strong>de bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>, is de kans groot dat zije<strong>en</strong> achtergrond hebb<strong>en</strong> die gelijk<strong>en</strong>is vertoont met de zitt<strong>en</strong>de bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>.Hiertoe leid<strong>en</strong> de selectiecriteria die erop gericht zijn iemand te vind<strong>en</strong> die kanmeedraai<strong>en</strong> in de homog<strong>en</strong>e <strong>en</strong> sterk collegiale sfeer die e<strong>en</strong> bestuur of raad van commissariss<strong>en</strong>k<strong>en</strong>schetst. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> speelt e<strong>en</strong> rol dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met dezelfde achtergrondelkaar aardiger vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> gunstiger beoordel<strong>en</strong> dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de achtergrond.31 Kandidat<strong>en</strong> met dezelfde achtergrond als de zitt<strong>en</strong>de functionariss<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>daarom e<strong>en</strong> grotere kans om geselecteerd te word<strong>en</strong>.De voorgaande constatering<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> direct <strong>en</strong> indirect invloed op de mate van conformismein e<strong>en</strong> bestuur <strong>en</strong> e<strong>en</strong> raad van commissariss<strong>en</strong>. Direct, omdat de selectie gerichtis op m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die uit zijn op cons<strong>en</strong>sus <strong>en</strong> dus uiteindelijk op conformisme. Indirect,omdat e<strong>en</strong> groep hechter is naarmate m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> meer geme<strong>en</strong>schappelijk hebb<strong>en</strong>. Hoehechter e<strong>en</strong> groep, hoe groter de neiging tot conform gedrag. 32E<strong>en</strong> belangrijke rol speelt verder de motivatie van bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>. UitNederlands onderzoek blijkt dat bestuurders – naar eig<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> – vooral ‘het plezier inhet spel’ als belangrijk aspect van hun functie beschouw<strong>en</strong>. Daarnaast speelt de moge-25 Beek<strong>en</strong>kamp 2002, p. 58 (peildatum circa 1987) <strong>en</strong> De Bos e.a. 2007a, p. 12 (peildatum 2007).26 Vinke 1961, p. 150 <strong>en</strong> 284 (peildatum 1950); Beek<strong>en</strong>kamp 2002, p. 40 (peildatum circa 1987).27 Uit e<strong>en</strong> onderzoek van 18 januari 2003 onder bestuurders/vno-ncw-led<strong>en</strong> blijkt dat 44% van h<strong>en</strong> VVD stemt, 27% CDA<strong>en</strong> 13% PvdA; http://www.vno-ncw.nl/web/show/id=94618/fram<strong>en</strong>oid=53974/articletype=info/dbcode=1012 (geraadpleegdop 28 januari 2008). Beek<strong>en</strong>kamp 2002 vermeldt op basis van gegev<strong>en</strong>s van 95 bestuursvoorzitters van e<strong>en</strong> vande 250 grootste v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> dat 40% VVD <strong>en</strong> 52,6% CDA stemt (peildatum circa 1987).28 Van der Knoop 1991, p. 127. In de top 30 van de machtigste commissariss<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> slechts <strong>en</strong>kele commissariss<strong>en</strong> dezespecifieke voorervaring niet: Van Hezewijk 2001, p. 26 <strong>en</strong> 29 <strong>en</strong> Van Hezewijk/Van Zant<strong>en</strong> 2004, p. 15-16. Wellichthangt dit sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> opmerking van e<strong>en</strong> (anonieme) bestuurder dat commissariss<strong>en</strong> ‘hoogst nerveus [word<strong>en</strong>] alsje ze e<strong>en</strong> naam noemt die ze niet k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>’: De Jongh 1987, p. 70 <strong>en</strong> in dezelfde zin Van der Knoop 1991, p. 126 <strong>en</strong> p. 139.29 Higgs 2003, p. 42.30 Zie voor Nederland Van der Knoop 1991, p. 139: ‘Ontmoetingsplaats<strong>en</strong> zijn de Rotary, het circuit van de Kamers vanKoophandel, werkgeversorganisaties, clubjes van industriël<strong>en</strong> die 3,5 keer per jaar bije<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> én uiteraard de bestuurs-<strong>en</strong> toezichthoud<strong>en</strong>de organ<strong>en</strong> in de grote v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> De Bos e.a. 2007a, p. 27.31 Taylor e.a. 2003, p. 242-243.32 Meert<strong>en</strong>s/Von Grumbkow 1992, p. 285.432Gies<strong>en</strong>_01.indb 32 20-5-2008 16:30:02


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>lijkheid om k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ervaring op te do<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol. Maatschappelijke status <strong>en</strong>geld acht<strong>en</strong> zij minder van belang. 33 Commissariss<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zich in soortgelijke bewoording<strong>en</strong>uit over hun motivatie. 34 Cox <strong>en</strong> Munsinger leid<strong>en</strong> uit Amerikaans onderzoekaf dat kandidat<strong>en</strong> die zijn voorgedrag<strong>en</strong> voor de board of directors eerst d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan ‘theprestige, the influ<strong>en</strong>ce, and the pleasure of associating with other succesful people withwhom they will share the chall<strong>en</strong>ges of being a director’. 35 Rec<strong>en</strong>t onderzoek bevestigt dezemotivatie. 36 Het lidmaatschap van e<strong>en</strong> groep zoals het bestuur of de raad van commissariss<strong>en</strong>wordt hoog gewaardeerd <strong>en</strong> werkt status- <strong>en</strong> prestigeverhog<strong>en</strong>d. De attractiviteitdie de led<strong>en</strong> onderling ervar<strong>en</strong> <strong>en</strong> het positieve zelfbeeld dat led<strong>en</strong> van de groep aanhun groepslidmaatschap ontl<strong>en</strong><strong>en</strong>, leid<strong>en</strong> tot meer conformisme. Attractiviteit, positieveonderlinge verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> statusverhoging leid<strong>en</strong> ertoe dat e<strong>en</strong> groepslid grote waardehecht aan continuïteit van zijn lidmaatschap. De straf bij non-conformisme, te wet<strong>en</strong>afwijzing door de groep, ev<strong>en</strong>tueel uitmond<strong>en</strong>d in het (al dan niet zelf geïnitieerde)vertrek van de betreff<strong>en</strong>de bestuurder of commissaris, is daarom hoog. 37 Het voorgaandeleidt tot conformisme door normatieve beïnvloeding. Attractiviteit leidt er ook toedat e<strong>en</strong> groepslid de andere led<strong>en</strong> als (nog) meer gelijk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> betrouwbaar ervaart. 38Hierdoor zal e<strong>en</strong> groepslid informatie die van andere groepsled<strong>en</strong> afkomstig is eerder alsjuist accepter<strong>en</strong>. Dit leidt tot informationele beïnvloeding.Hiervoor bleek al dat conformisme in e<strong>en</strong> groep ook to<strong>en</strong>eemt naarmate de taak die e<strong>en</strong>groep moet uitvoer<strong>en</strong> complexer wordt <strong>en</strong> de oplossing<strong>en</strong> voor problem<strong>en</strong> minder e<strong>en</strong>duidigzijn. De taak die bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>, is bij uitstekcomplex. De oplossing<strong>en</strong> voor problem<strong>en</strong> zijn lang niet altijd e<strong>en</strong>duidig. Beslissing<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> vaak snel g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op basis van e<strong>en</strong> grote hoeveelheid informatie, diemeestal niet compleet is of compleet kan zijn. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> geldt doorgaans dat op voorhandniet sprake is van één juiste beslissing <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal minder juiste alternatiev<strong>en</strong>. Veelal33 Buit<strong>en</strong>huis 2001, p. 30-31.34 De Jongh 1987, p. 21-22.35 Cox/Munsinger 1985, p. 94. Zij leid<strong>en</strong> dit af uit onderzoek waaruit blijkt dat verreweg de belangrijkste factor voor e<strong>en</strong>kandidaat om al of niet toe te tred<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hangt met de kwaliteit van de zitt<strong>en</strong>de board of directors.36 Dallas 1997, p. 109 merkt op: ‘Rec<strong>en</strong>t studies have found that board members are primarily motivated to serve onboards because of the id<strong>en</strong>tity of other board members’. Zij verwijst naar Korn/Ferry International, 22nd Annual Boardof Directors Study 31 (1995). Van Man<strong>en</strong> merkt op dat e<strong>en</strong> kandidaat zich bij e<strong>en</strong> nieuw commissariaat dikwijls laatverblind<strong>en</strong> door status of geld: Van Zant<strong>en</strong> 2002b, p. 23.37 Dat e<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>d standpunt ook daadwerkelijk deze consequ<strong>en</strong>tie kan hebb<strong>en</strong>, volgt uit uitsprak<strong>en</strong> van <strong>en</strong>kele betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>zelf. Zo merkt Risseeuw over zijn positie als presid<strong>en</strong>t-commissaris bij Laurus op: ‘Als je bepaalde zak<strong>en</strong>niet kunt bewerkstellig<strong>en</strong>, je je gelijk niet krijgt <strong>en</strong> je inbr<strong>en</strong>g niet op waarde wordt geschat, kun je alle<strong>en</strong> nog maarweggaan.’: Van Zant<strong>en</strong> 2002b, p. 25. Zie ook Van Man<strong>en</strong> 1999, p. 136. Van der Hoev<strong>en</strong> merkt over managers bij Aholdop: ‘Als onze managers zich niet houd<strong>en</strong> aan onze norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong>, dan word<strong>en</strong> ze daar onherroepelijk op afgerek<strong>en</strong>d.Dat vormt onderdeel van de beoordeling <strong>en</strong> heeft gevolg<strong>en</strong> voor hun carrièrekans<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de onderneming.’:Van Zant<strong>en</strong> 1997, p. 13. Aardig is dat Vuurste<strong>en</strong>, to<strong>en</strong>malig bestuursvoorzitter van Heinek<strong>en</strong>, naar aanleiding hiervanopmerkt: ‘Ja, straf! Bij ons heeft dat consequ<strong>en</strong>ties voor de beloning’.38 Turner 1991, p. 121.433Gies<strong>en</strong>_01.indb 33 20-5-2008 16:30:02


M.J. Kroezemoet e<strong>en</strong> keuze gemaakt word<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> aantal op voorhand gelijkwaardige alternatiev<strong>en</strong>.Deze omstandighed<strong>en</strong> versterk<strong>en</strong> conformisme door informationele beïnvloeding. Debehoefte aan houvast <strong>en</strong> de wil om de juiste beslissing te nem<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> ertoe dat m<strong>en</strong> veelgewicht toek<strong>en</strong>t aan het oordeel van ander<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> belangrijke – soms impliciete – regel binn<strong>en</strong> bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong>is dat m<strong>en</strong> bij cons<strong>en</strong>sus beslist. 39 Dit legt extra druk op de groepsled<strong>en</strong> om zich teconformer<strong>en</strong>. Omdat de groep cons<strong>en</strong>sus bereikt in vergadering zijn het oordeel <strong>en</strong> hetgedrag van ieder groepslid zichtbaar voor de andere led<strong>en</strong>. Ook dit leidt tot verhoogdconformisme. 40E<strong>en</strong> Amerikaans onderzoek van Lorsch <strong>en</strong> MacIver uit 1989 naar het functioner<strong>en</strong> vanboards of directors van Amerikaanse v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> toont aan dat zich binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong>board of directors groepsnorm<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> die conformisme in de hand werk<strong>en</strong>. Lorsch<strong>en</strong> MacIver destilleerd<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de groepsnorm<strong>en</strong> aan de hand van gesprekk<strong>en</strong> met <strong>en</strong>observaties van bestuurders: led<strong>en</strong> van de board of directors behor<strong>en</strong> de chief executiveofficer niet te bekritiser<strong>en</strong>, vooral niet in aanwezigheid van de andere inside directors,led<strong>en</strong> van de board of directors behor<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> informatie te vergar<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de geëig<strong>en</strong>dekanal<strong>en</strong> om <strong>en</strong> led<strong>en</strong> van de board of directors behor<strong>en</strong> verantwoordelijkheidskwesties<strong>en</strong> de uitgangspunt<strong>en</strong> op basis waarvan de board opereert niet ter discussie te stell<strong>en</strong>. 41In alle gevall<strong>en</strong> gaat het om norm<strong>en</strong> die leid<strong>en</strong> tot conformisme door normatieve beïnvloeding.De positie van de chief executive officer in e<strong>en</strong> Amerikaanse v<strong>en</strong>nootschap isdominanter dan die van de voorzitter van de raad van bestuur van e<strong>en</strong> Nederlandse v<strong>en</strong>nootschap.42 Omdat de omstandighed<strong>en</strong> die leid<strong>en</strong> tot conformisme zich ook voordo<strong>en</strong>bij bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong> van Nederlandse v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>, is hetaannemelijk dat ook in de Nederlandse context sprake is van groepsnorm<strong>en</strong> die conformismebevorder<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aanknopingspunt hiervoor ontle<strong>en</strong> ik aan e<strong>en</strong> uitspraak vanvoormalig supercommissaris De Ruiter:39 Van Oordt, (voormalig) commissaris bij Nokia, Draka Holding, Rodamco Europe, Fortis Bank, Schering-Plough <strong>en</strong>Umicore <strong>en</strong> voormalig voorzitter van de raad van bestuur van Bührman Tetterode, KNP BT <strong>en</strong> Rodamco Europe,merkt in dit verband op: ‘Vechtboards werk<strong>en</strong> niet. Je moet uiteindelijk, indi<strong>en</strong> nodig na pittige discussies, cons<strong>en</strong>susbereik<strong>en</strong>. Ik heb nog nooit meegemaakt dat er gestemd moet word<strong>en</strong> – dan zou er iets fout zitt<strong>en</strong>.’ Scho<strong>en</strong>makers 2002,p. 16.40 Vgl. de opmerking van e<strong>en</strong> commissaris: ‘Er zijn ook wel e<strong>en</strong>s zak<strong>en</strong> die je in e<strong>en</strong> vergadering opvall<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar je lieverniet “<strong>en</strong> pleine” in de vergadering e<strong>en</strong> opmerking over maakt.’ Van der Knoop 1991, p. 82.41 Lorsch/MacIver 1989, p. 91-96, 170-171. E<strong>en</strong> gedeeltelijke bevestiging hiervan kan m<strong>en</strong> voor Nederland vind<strong>en</strong> bij Vander Knoop 1991, p. 93 (gezichtsverlies bestuur bij afkeur<strong>en</strong> besluit) <strong>en</strong> p. 96 (informatie-inwinning).42 Al is bij sommige beursg<strong>en</strong>oteerde v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> e<strong>en</strong> CEO-structuur ingevoerd. Ook in familiebedrijv<strong>en</strong> zal regelmatigsprake zijn van e<strong>en</strong> bestuurder met e<strong>en</strong> dominantere positie dan de overige bestuurders of leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in hetbedrijf.434Gies<strong>en</strong>_01.indb 34 20-5-2008 16:30:02


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>‘Van Kemp<strong>en</strong> [voormalig topman van Wolters Kluwer] wilde alles op internetzett<strong>en</strong>. (…) Zelfs ik begreep dat dat onverstandig was. Ook binn<strong>en</strong> de raadvan bestuur heerste e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme aversie teg<strong>en</strong> zijn plann<strong>en</strong>. Dat kreeg ik paslaat in de gat<strong>en</strong>. (…) Ik heb achteraf teg<strong>en</strong> de andere bestuursled<strong>en</strong> gezegd:verdomme, waarom heb je nooit je mond op<strong>en</strong>gedaan?’ 43E<strong>en</strong> hiërarchische structuur binn<strong>en</strong> het bestuur <strong>en</strong> de raad van commissariss<strong>en</strong> bevordertconformisme. 44 Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn als de voorzitter van de raad vanbestuur binn<strong>en</strong> de bestuursstructuur niet langer primus inter pares is, maar hiërarchischhoger geplaatst. 45 Ook als de voorzitter van de raad van bestuur – in plaats van de raadvan commissariss<strong>en</strong> – verantwoordelijk is voor de beoordeling van zijn medebestuurdersverhoogt dit de neiging tot conformer<strong>en</strong>d gedrag in het bestuur. 46 Beide omstandighed<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot besluitvorming van minder hoog niveau. 476 De v e r h o u d i n g t u s s e n d e gr o e p e n b u i t e n s t a a n d e r s (b e v o o r d e l i n g )Naast sociaalpsychologische factor<strong>en</strong> die van invloed zijn op de verhouding tuss<strong>en</strong> degroepsled<strong>en</strong> onderling, do<strong>en</strong> zich ook factor<strong>en</strong> voor die van invloed zijn op de verhoudingtuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>staanders anderzijds. De socioloog Summerschreef in 1906 het volg<strong>en</strong>de over etnische groep<strong>en</strong>:‘The insiders in a we-group are in a relation of peace, order, law, governm<strong>en</strong>t,and industry, to each other. Their relation to all outsiders, or others-groups, isone of war and plunder (…). S<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>ts are produced to correspond. Loyaltyto the group, sacrifice for it, hatred and contempt for outsiders, brotherhoodwithin, warlik<strong>en</strong>ess without – all grow together, common products of the same48situation.’Het spreekt voor zich dat wat Summer schreef over etnische groep<strong>en</strong> niet in dezelfdeterm<strong>en</strong> geldt voor het bestuur of de raad van commissariss<strong>en</strong> als groep. De psychologischemechanism<strong>en</strong> die t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong> aan zijn constatering voor etnische groep<strong>en</strong>zijn echter algeme<strong>en</strong> geldig <strong>en</strong> aanwezig in elke groep. Zij oef<strong>en</strong><strong>en</strong> invloed uit op hetfunctioner<strong>en</strong> van de led<strong>en</strong> van die groep in relatie tot elkaar. Hierover ging de vorige43 Interview met H<strong>en</strong>ny de Ruiter, Elan juli 2001, p. 15.44 Dallas 1997, p. 111.45 Fortis Bank <strong>en</strong> Hagemeyer hebb<strong>en</strong> bijvoorbeeld e<strong>en</strong> CEO-model met e<strong>en</strong> executive committee ingevoerd.46 Van e<strong>en</strong> dergelijke beoordelingsprocedure is bijvoorbeeld sprake bij Fortis Bank (Van Zant<strong>en</strong> 2002c, p. 38).47 Haft 1981, p. 19-20 <strong>en</strong> de daar vermelde literatuur.48 Summer 1906, p. 12, zoals geciteerd door Brewer 1979, p. 307.435Gies<strong>en</strong>_01.indb 35 20-5-2008 16:30:02


M.J. Kroezeparagraaf. Zij oef<strong>en</strong><strong>en</strong> echter ook invloed uit op het functioner<strong>en</strong> van de led<strong>en</strong> van diegroep in relatie tot buit<strong>en</strong>staanders.Uit onderzoek blijkt dat led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep elkaar zull<strong>en</strong> bevoordel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte vanled<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> lid van e<strong>en</strong> andere groep. Zelfs in de meest triviale groep die d<strong>en</strong>kbaar is,bestaat dit effect. Aan e<strong>en</strong> van de handboek<strong>en</strong> over sociale psychologie ontle<strong>en</strong> ik hetvolg<strong>en</strong>de voorbeeld:‘Stel u voor dat u tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> skiles door e<strong>en</strong> onderzoeker wordt ingedeeld inéén van twee groep<strong>en</strong> waarvan de <strong>en</strong>e e<strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e <strong>en</strong> de andere e<strong>en</strong> blauweband draagt. Het wordt u niet duidelijk gemaakt wat gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> blauw in ditverband betek<strong>en</strong><strong>en</strong>, noch wordt u de red<strong>en</strong> duidelijk waarom u in één van degroep<strong>en</strong> b<strong>en</strong>t ingedeeld. Tijd<strong>en</strong>s de verdere les zonder<strong>en</strong> de gro<strong>en</strong>e <strong>en</strong> blauweband<strong>en</strong> zich niet af, maar gaan met elkaar om alsof de band<strong>en</strong> er niet war<strong>en</strong>.Na de les wordt u verzocht de prestaties van individuele skiërs te beoordel<strong>en</strong>.Op grond van onderzoek kan nu word<strong>en</strong> verwacht dat u de led<strong>en</strong> van uw“eig<strong>en</strong> groep” begunstigt t<strong>en</strong> opzichte van led<strong>en</strong> van de andere groep <strong>en</strong> in ditgeval dus hun skiprestaties positiever beoordeelt dan die van de led<strong>en</strong> van de49andere groep.’Dit mechanisme werkt in triviale groep<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> hechte groep zoals het bestuur of deraad van commissariss<strong>en</strong>, waarin sprake is van onderlinge afhankelijkheid, aantrekkingskrachttuss<strong>en</strong> <strong>en</strong> gelijk<strong>en</strong>is van de led<strong>en</strong> onderling <strong>en</strong> hoge motivatie om tot degroep te (blijv<strong>en</strong>) behor<strong>en</strong>, is de werking hiervan sterker. 50 Daarbij komt dat uit onderzoekblijkt dat juist het oordeel van e<strong>en</strong> groepslid over eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> als betrouwbaarheid,eerlijkheid <strong>en</strong> loyaliteit van medegroepsled<strong>en</strong> het meest gekleurd is door hetgroepslidmaatschap. 51 E<strong>en</strong> effect dat e<strong>en</strong> gekleurd oordeel extra in de hand werkt, is date<strong>en</strong> individueel groepslid prestaties van andere groepsled<strong>en</strong> of van de groep als geheel,ervaart als zijn eig<strong>en</strong> prestaties. 52 Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> treedt het effect op dat Vonk e.a. met hetvolg<strong>en</strong>de voorbeeld verduidelijk<strong>en</strong>:49 Meert<strong>en</strong>s/Von Grumbkow 1992, p. 340.50 Brewer 1979, p. 319.51 Brewer 1979, p. 321: ‘Across experim<strong>en</strong>tal and field studies of the cont<strong>en</strong>t of intergroup perceptions, the dim<strong>en</strong>sions onwhich evaluative bias in favor of in-groups occurs most reliably are those associated with trustworthiness, honesty, orloyalty.’52 Brewer 1979, p. 322: ‘Another consequ<strong>en</strong>ce of the reduced social distance betwe<strong>en</strong> self and others that accompaniesin-group formation is that outcomes to other group members, or to the group as whole, come to be perceived as one’sown.’436Gies<strong>en</strong>_01.indb 36 20-5-2008 16:30:02


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>‘Als er bijvoorbeeld in e<strong>en</strong> bedrijf succes wordt geboekt, zijn werknemersg<strong>en</strong>eigd te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat dat door hun afdeling komt; als het fout gaat, zull<strong>en</strong> zede oorzaak eerder bij e<strong>en</strong> andere afdeling zoek<strong>en</strong>.’ 537 De w i j z e w a a r o p e e n gr o e p (c o m p l e x e ) b e s l u i t e n n e e m tNaast de neiging tot conformisme <strong>en</strong> tot bevoordeling van led<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> groepis e<strong>en</strong> belangrijke factor de wijze waarop individu<strong>en</strong> <strong>en</strong> groep<strong>en</strong> (complexe) besluit<strong>en</strong>nem<strong>en</strong>. Het is immers e<strong>en</strong> van de kerntak<strong>en</strong> van het bestuur <strong>en</strong> van de raad van commissariss<strong>en</strong>om besluit<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong>. 54 M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gaan bij besliss<strong>en</strong> selectief om met informatie<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Zij zoek<strong>en</strong> vooral naar informatie <strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die pleit<strong>en</strong> voorhun standpunt <strong>en</strong> zi<strong>en</strong> daarin e<strong>en</strong> bevestiging van hun standpunt. Aan informatie <strong>en</strong>argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die voor hun standpunt pleit<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> zij meer gewicht toe dan aan informatie<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die daarteg<strong>en</strong> pleit<strong>en</strong>. Aan informatie waarvan zij rec<strong>en</strong>t hebb<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nisg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> zij meer gewicht toe dan aan informatie die zij al k<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. 55Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> blijkt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de kans op e<strong>en</strong> uitkomst die zij w<strong>en</strong>selijk acht<strong>en</strong> veel hogerschatt<strong>en</strong> dan de kans op e<strong>en</strong> uitkomst die zij niet will<strong>en</strong>. Ook de nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>bepaalde beslissing kunn<strong>en</strong> van invloed zijn op het nem<strong>en</strong> van die beslissing. Vooralnegatieve nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> grote invloed. 56 Bij besluitvorming in groep<strong>en</strong> blijkt datde led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep vooral informatie met elkaar del<strong>en</strong> die bij ieder lid bek<strong>en</strong>d is <strong>en</strong>dat er veel minder aandacht is voor informatie die slechts bij e<strong>en</strong> <strong>en</strong>keling bek<strong>en</strong>d is. 57 Ditdraagt ertoe bij dat het standpunt van e<strong>en</strong> groep vaak extremer is dan de standpunt<strong>en</strong> vande afzonderlijke led<strong>en</strong> van die groep (group polarization). 58 Als sprake is van e<strong>en</strong> hechtegroep met veel status, met groepsled<strong>en</strong> die op elkaar lijk<strong>en</strong>, waarin de nadruk ligt op hetbereik<strong>en</strong> van cons<strong>en</strong>sus <strong>en</strong> waarbij sprake is van e<strong>en</strong> directieve leider, dan kan zich e<strong>en</strong>f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong> dat wel wordt aangeduid als groupthink. Groupthink is e<strong>en</strong> extremevorm van conformisme die kan leid<strong>en</strong> tot (objectief <strong>en</strong> op voorhand) als rampzalig tekwalificer<strong>en</strong> beslissing<strong>en</strong>. Groupthink doet zich voor als ieder groepslid d<strong>en</strong>kt dat hij de<strong>en</strong>ige is die kritiek heeft op het besluit <strong>en</strong> dat de overige groepsled<strong>en</strong> achter het besluitstaan. Dit kan leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> gemankeerd besluitvormingsproces waarbij alternatiev<strong>en</strong>53 Vonk 2001, p. 203.54 E<strong>en</strong> aantal van deze mechanism<strong>en</strong> werkt ook bij besluitvorming door e<strong>en</strong> individu of in e<strong>en</strong> groep van twee person<strong>en</strong>.55 M<strong>en</strong> noemt dit wel de confirmation bias: Dallas 2002, p. 1402 <strong>en</strong> de daar vermelde literatuur. Zie ook Vonk 2001, p. 190:zo kan verwacht word<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> bestuurder meer gewicht zal toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan de nadel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aansprakelijkstellingdan aan de voordel<strong>en</strong>. Zie hierover ook de bijdrage van Eric Rassin in deze bundel. Hij gaat ook in op de verschijnsel<strong>en</strong>anchoring <strong>en</strong> framing, die ik in mijn bijdrage buit<strong>en</strong> beschouwing laat.56 Cox/Munsinger 1985, p. 90: ‘Some outcomes (…) are so personally ruinous that the decisionmakers will edit the problemin a way that the choice embodying the ruinous outcome is eliminated from further consideration.’57 Baron/Kerr 2003, p. 104-107 <strong>en</strong> Dallas 2002, p. 1394.58 Baron/Kerr 2003, p. 98-108.437Gies<strong>en</strong>_01.indb 37 20-5-2008 16:30:02


M.J. Kroez<strong>en</strong>iet goed zijn bestudeerd, de gevolg<strong>en</strong> van fal<strong>en</strong> zijn g<strong>en</strong>egeerd, risico’s, kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong>niet goed zijn ingeschat <strong>en</strong> adequate informatie ontbreekt. 59 Veel bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> vancommissariss<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de groepsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> voorwaarde lijk<strong>en</strong> te zijn voorgroupthink <strong>en</strong> sommige ondernemersbeslissing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong>(bijvoorbeeld de gang van zak<strong>en</strong> bij Enron). 60Het komt vaak voor – vooral bij beslot<strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> – dat het bestuur of de raadvan commissariss<strong>en</strong> uit één of twee person<strong>en</strong> bestaat. De psychologische mechanism<strong>en</strong>die zich manifester<strong>en</strong> in groep<strong>en</strong>, do<strong>en</strong> zich bij e<strong>en</strong> bestuur dat bestaat uit één of tweeperson<strong>en</strong> niet in al hun aspect<strong>en</strong> voor. Wat echter voor ieder individu opgaat – of hijnu in e<strong>en</strong> groep opereert of alle<strong>en</strong> – zijn de mechanism<strong>en</strong> die ik aan het begin van dezeparagraaf noemde <strong>en</strong> de neiging om tot beslissing<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> die gekleurd zijn dooreig<strong>en</strong> belang<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> noemt dit mechanisme wel de self-serving bias. E<strong>en</strong> individu isg<strong>en</strong>eigd success<strong>en</strong> op zijn eig<strong>en</strong> conto te schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> mislukking<strong>en</strong> te wijt<strong>en</strong> aan externeomstandighed<strong>en</strong>. 61 Hij zal zijn inzicht<strong>en</strong> over wat juist <strong>en</strong> rechtvaardig is onbewust inzijn eig<strong>en</strong> belang bijstell<strong>en</strong>. Ook iemand die tracht zo onbevang<strong>en</strong> <strong>en</strong> objectief mogelijknaar zijn eig<strong>en</strong> handel<strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong>, valt t<strong>en</strong> prooi aan de self-serving bias. Moore e.a.merk<strong>en</strong> hierover op dat:‘those with conflicts of interest may be biased in ways that they are notconsciously aware, and that they therefore may not be able to correct thesebiases ev<strong>en</strong> wh<strong>en</strong> they try to do so’62, <strong>en</strong> ‘while people may be aware of theirvulnerability to bias, they t<strong>en</strong>d to underestimate it’63.De psychologie van e<strong>en</strong> groep van twee person<strong>en</strong> is anders dan die van e<strong>en</strong> individuof e<strong>en</strong> groep van grotere omvang. De mechanism<strong>en</strong> die bij individu<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong>gekleurd oordeel (o.a. de self-serving bias), werk<strong>en</strong> ook voor de led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tweepersoonsgroep.64 Eig<strong>en</strong> aan de tweepersoonsgroep is dat niet de verhouding tuss<strong>en</strong> hetindividu <strong>en</strong> de groep c<strong>en</strong>traal staat, maar de verhouding tuss<strong>en</strong> twee individu<strong>en</strong>. 65 Het59 Baron/Kerr 2003, p. 94-98: de verklaring voor het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> groupthink is overig<strong>en</strong>s niet geheel onomstred<strong>en</strong> (zie hieroverde literatuur waarnaar Barron/Kerr 2003 verwijz<strong>en</strong>).60 Bainbridge 2002, p. 31 schrijft hierover dat: ‘In the corporate setting, board culture in many firms <strong>en</strong>couragesgroupthink.’ Dallas 2002, p. 1393, bepleit meer divers sam<strong>en</strong>gestelde boards om aan dit verschijnsel te ontkom<strong>en</strong>.61 Zie hierover Vonk 2001, p. 137 <strong>en</strong> de daar vermelde literatuur. Hieruit valt mijns inzi<strong>en</strong>s ook te verklar<strong>en</strong> dat chiefexecutive officers in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>, Europa <strong>en</strong> Azië bij het nem<strong>en</strong> van maatregel<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> goed bestuur moet<strong>en</strong>waarborg<strong>en</strong>, maatregel<strong>en</strong> uit de weg gaan die hun eig<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> beter moet<strong>en</strong> reguler<strong>en</strong>: zie hierover het artikel‘CEO’s ontzi<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> rol in goed bestuur. Eerst bedrijfsbrede maatregel<strong>en</strong>´ in Het Financieele Dagblad van 13 oktober2003.62 Moore e.a. 2002, p. 3-4.63 Moore e.a. 2002, p. 12.64 Poole/Billingsley 1989, p. 217.65 Poole/Billingsley 1989, p. 217.438Gies<strong>en</strong>_01.indb 38 20-5-2008 16:30:03


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>normatieve richtsnoer in e<strong>en</strong> tweepersoonsgroep is reciprociteit: beloft<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> over<strong>en</strong> weer word<strong>en</strong> nagekom<strong>en</strong>, gunst<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> met wederdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beantwoord <strong>en</strong>deg<strong>en</strong>e die geholp<strong>en</strong> wordt, moet help<strong>en</strong>. 66 De sociale druk die uitgaat van reciprociteit,staat ook bij besluitvorming in e<strong>en</strong> tweepersoonsgroep c<strong>en</strong>traal.8 To e p a s s i n g e nIk heb e<strong>en</strong> globaal overzicht gegev<strong>en</strong> van sociaalpsychologische factor<strong>en</strong> die van invloedzijn op besluitvorming in e<strong>en</strong> groep zoals het bestuur of de raad van commissariss<strong>en</strong>.Het voorgaande is ge<strong>en</strong> aanval op de wijze waarop het bestuur <strong>en</strong> de raad van commissariss<strong>en</strong>in Nederlandse v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>. Uit onderzoek blijkt dat juistde wijze waarop de meeste bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>, garantstaat voor besluitvorming van hoge kwaliteit. 67 Er zijn (empirische) aanwijzing<strong>en</strong> datgroep<strong>en</strong> bij complexe beslissing<strong>en</strong> betere beslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> dan individu<strong>en</strong>, 68 <strong>en</strong> dat ditvooral geldt voor groep<strong>en</strong> waarin sprake is van gelijkwaardige verhouding<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> grotemate van cohesie <strong>en</strong> besluitvorming op basis van cons<strong>en</strong>sus. 69 Deze factor<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voorde besluitvorming binn<strong>en</strong> het bestuur <strong>en</strong> de raad van commissariss<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong>dus e<strong>en</strong> gunstig effect. Het is zelfs noodzakelijk dat dergelijke factor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. Alser ge<strong>en</strong> neiging bestond tot conformisme zou cons<strong>en</strong>sus in veel gevall<strong>en</strong> onmogelijk zijn.E<strong>en</strong> bestuur of raad van commissariss<strong>en</strong> kan bij voortdur<strong>en</strong>d gebrek aan cons<strong>en</strong>sus nietgoed functioner<strong>en</strong>. De neiging om selectief om te gaan met informatie is lang niet altijdnegatief. Het kan ook e<strong>en</strong> manier zijn voor bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> om in e<strong>en</strong>relatief kort tijdsbestek op basis van (vaak) onvolledige informatie met <strong>en</strong>ige snelheidbesluit<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Maar er zijn ook besluit<strong>en</strong> over onderwerp<strong>en</strong> waaropsociaalpsychologische factor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> niet-gew<strong>en</strong>ste invloed kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. In deze <strong>en</strong> devolg<strong>en</strong>de paragraaf besteed ik aandacht aan e<strong>en</strong> aantal van deze besluit<strong>en</strong>. Achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>sga ik in op: (a) aansprakelijkstelling van bestuursled<strong>en</strong> <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>, (b)66 Simmler 1950, p. 123 e.v.67 Bainbridge 2002, p. 18.68 Bainbridge 2002, p. 12 e.v. <strong>en</strong> Haft 1981, p. 9 gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overzicht van deze aanwijzing<strong>en</strong>. Het onderzoek van Blinder/Morgan 2000, p. 47 ondersteunt deze conclusie. Zij concluder<strong>en</strong> dat ‘[s]ociety is (…) wise to assign many importantdecisions to committees.’ E<strong>en</strong> groep neemt betere beslissing<strong>en</strong> dan het gemiddelde lid van de groep. Dat e<strong>en</strong> groep ooke<strong>en</strong> betere beslissing neemt dan het beste lid van e<strong>en</strong> groep is op basis van laboratoriumonderzoek omstred<strong>en</strong>. Omdatop voorhand niet valt te zegg<strong>en</strong> wie het beste lid is van e<strong>en</strong> groep <strong>en</strong> omdat het beste lid van e<strong>en</strong> groep per beslissinge<strong>en</strong> ander kan zijn, neemt e<strong>en</strong> groep bij complexe beslissing<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het laboratorium gemiddeld betere beslissing<strong>en</strong>dan e<strong>en</strong> individu (Bainbridge 2002, p. 25). E<strong>en</strong> groep profiteert van het del<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitwissel<strong>en</strong> van informatie <strong>en</strong> van demogelijkheid om fout<strong>en</strong> bij elkaar te corriger<strong>en</strong> (Bainbridge 2002, p. 30).69 Haft 1981, p. 14-15 <strong>en</strong> 19 (gelijkwaardigheid), p. 22-24 (cohesie), p. 33-35 (cons<strong>en</strong>sus) <strong>en</strong> de daar vermelde literatuur.Baron/Kerr 2003, p. 75-76, wijz<strong>en</strong> erop dat conformisme vaak noodzakelijk is om in e<strong>en</strong> groep gecoördineerd <strong>en</strong> efficiëntte kunn<strong>en</strong> operer<strong>en</strong>.439Gies<strong>en</strong>_01.indb 39 20-5-2008 16:30:03


M.J. Kroezeaansprakelijkheid <strong>en</strong> risicomijding, (c) resultaatsafhankelijke beloning, <strong>en</strong> (d) selectievan bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>.(a) Aansprakelijkstelling van bestuursled<strong>en</strong> <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>Artikel 2:9 BW leidt tot aansprakelijkheid teg<strong>en</strong>over de v<strong>en</strong>nootschap als e<strong>en</strong> bestuurderzijn taak onbehoorlijk heeft vervuld <strong>en</strong> als hem hiervan e<strong>en</strong> ernstig verwijt kan word<strong>en</strong>gemaakt. Voor commissariss<strong>en</strong> geldt dit op overe<strong>en</strong>komstige wijze. Het bestuur isbevoegd om nam<strong>en</strong>s de v<strong>en</strong>nootschap te besluit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vordering tot schadevergoedingteg<strong>en</strong> één of meer bestuurders of commissariss<strong>en</strong> in te stell<strong>en</strong>. Het bestuur is immersbelast met het bestuur van de v<strong>en</strong>nootschap <strong>en</strong> daar valt ook onder besluitvorming overhet start<strong>en</strong> van juridische procedures. Daarnaast is algeme<strong>en</strong> aanvaard dat ook de raadvan commissariss<strong>en</strong> mag besluit<strong>en</strong> tot het instell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vordering tot schadevergoedingteg<strong>en</strong> één of meer bestuurders. De raad van commissariss<strong>en</strong> heeft deze bevoegdheid,die eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> bestuursbevoegdheid is, omdat van bestuurders niet verwacht kanword<strong>en</strong> dat zij medebestuurders nam<strong>en</strong>s de v<strong>en</strong>nootschap aansprek<strong>en</strong>. Zij hebb<strong>en</strong> veelale<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdig belang.In de praktijk blijkt dat niet alle<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>de bestuurders, maar ook zitt<strong>en</strong>de commissariss<strong>en</strong>(nag<strong>en</strong>oeg) nooit e<strong>en</strong> vordering uit artikel 2:9 BW instell<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> medebestuurderof e<strong>en</strong> medecommissaris. 70 Het is doorgaans de curator van e<strong>en</strong> faillietev<strong>en</strong>nootschap die (meestal subsidiair naast e<strong>en</strong> vordering uit artikel 2:138/248 BW) e<strong>en</strong>vordering op grond van artikel 2:9 BW instelt. 71 In <strong>en</strong>kele gevall<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> (doorgaansnieuw aangetred<strong>en</strong>) bestuurders e<strong>en</strong> vordering uit artikel 2:9 BW in teg<strong>en</strong> oud-bestuurdersof oud-commissariss<strong>en</strong>. 72Nu zou de zeldzaamheid van rechtspraak waaruit blijkt dat de v<strong>en</strong>nootschap e<strong>en</strong> vorderingheeft ingesteld teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> van haar (oud-)bestuurders of (oud-)commissariss<strong>en</strong>er ook op kunn<strong>en</strong> duid<strong>en</strong> dat gevall<strong>en</strong> waarin van ernstig tekortschiet<strong>en</strong> sprake is,zich niet voordo<strong>en</strong>. Hierteg<strong>en</strong> pleit de relatief grote hoeveelheid rechtspraak waarin decurator (mede) e<strong>en</strong> beroep doet op artikel 2:9 BW. Dat e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschap e<strong>en</strong> van haar(oud-)bestuurders of (oud-)commissariss<strong>en</strong> in de regel niet zal aansprek<strong>en</strong>, wijt Van derGrint<strong>en</strong> aan het volg<strong>en</strong>de:70 Rechtspraak waarin hiervan sprake is, komt waarschijnlijk nauwelijks voor. Ik heb deze niet aangetroff<strong>en</strong>.71 Zie naast veel meer voorbeeld<strong>en</strong> bijvoorbeeld HR 11 juni 1999, NJ 1999, 586, JOR 1999/146; HR 10 december 1999, NJ2000, 6, JOR 2000/11.72 Zie bijvoorbeeld HR 10 januari 1997, NJ 1997, 360; HR 29 november 2002, NJ 2003, 455, JOR 2003/2; HR 4 april 2003,NJ 2003, 538.440Gies<strong>en</strong>_01.indb 40 20-5-2008 16:30:03


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>‘Over de vraag of zulk e<strong>en</strong> vordering teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bestuurder zal word<strong>en</strong> ingesteldbeslist het bestuur – of indi<strong>en</strong> de bestuurder nog in functie zou zijn – deraad van commissariss<strong>en</strong> omdat er e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdig belang is; over instellingvan e<strong>en</strong> vordering teg<strong>en</strong> de commissaris beslist het bestuur. Voor het instell<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> dergelijke vordering zull<strong>en</strong> het bestuur <strong>en</strong> de raad van commissariss<strong>en</strong>als regel niet gevoel<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beslissing om zulk e<strong>en</strong> vordering inte stell<strong>en</strong> bestaan grote psychologische bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong>. Wie wil e<strong>en</strong> vorderinginstell<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> iemand met wie m<strong>en</strong> collegiaal is omgegaan. Het elem<strong>en</strong>t datm<strong>en</strong> vuile was niet naar buit<strong>en</strong> wil br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, speelt voorts e<strong>en</strong> rol. Bij elkeorganisatie geldt dat m<strong>en</strong>, met uitzondering wellicht van gevall<strong>en</strong> van notoirefraude hem die deel uitmaakt van de organisatie niet voor vergoeding vanschade aanspreekt indi<strong>en</strong> [hij] tekort schiet.’ 73Kisch had er al eerder op gewez<strong>en</strong> dat bestuurders ‘e<strong>en</strong>ig<strong>en</strong> weêrstand zull<strong>en</strong> ondervind<strong>en</strong>e<strong>en</strong> off<strong>en</strong>sief te op<strong>en</strong><strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>d<strong>en</strong> of juist afgetred<strong>en</strong> ambtsbroeder’. 74Kisch <strong>en</strong> Van der Grint<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> erop dat teg<strong>en</strong> het instell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vordering teg<strong>en</strong>(oud-)bestuurders (maar hetzelfde geldt voor (oud-)commissariss<strong>en</strong>) psychologischebed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> bestaan. Ik wil deze psychologische bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> concreter mak<strong>en</strong> aan dehand van de sociaalpsychologische factor<strong>en</strong> die ik hiervoor heb besprok<strong>en</strong>.Allereerst zull<strong>en</strong> led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep elkaar bevoordel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van led<strong>en</strong> of e<strong>en</strong>lid van e<strong>en</strong> andere groep. In e<strong>en</strong> hechte groep zoals het bestuur of de raad van commissariss<strong>en</strong>,waarin sprake is van onderlinge afhankelijkheid tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong> gelijk<strong>en</strong>is van deled<strong>en</strong> onderling <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoge motivatie om tot de groep te blijv<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>, is de werkinghiervan sterker. Juist het oordeel over de betrouwbaarheid, eerlijkheid <strong>en</strong> loyaliteit ishet meest gekleurd door het groepslidmaatschap. Het zijn juist die eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> diee<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> oordeel over mogelijke aansprakelijkstelling van e<strong>en</strong>(voormalig) groepslid ((voormalig) medebestuurder of medecommissaris) nam<strong>en</strong>s dev<strong>en</strong>nootschap.Ook factor<strong>en</strong> die van invloed zijn op de wijze waarop individu<strong>en</strong> <strong>en</strong> groep<strong>en</strong> complexebeslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> zijn van invloed op het oordeel over aansprakelijkstelling van e<strong>en</strong>bestuurder of commissaris. De voorspelling over de uitkomst van e<strong>en</strong> juridische procedurezal gekleurd zijn omdat de kans op e<strong>en</strong> uitkomst die w<strong>en</strong>selijk wordt geacht, hogerwordt ingeschat dan de kans op e<strong>en</strong> uitkomst die niet gew<strong>en</strong>st is. 75 Aan argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>73 Van der Grint<strong>en</strong> 1982, p. 201-202. Ook in het Duitse <strong>en</strong> Amerikaanse recht is erk<strong>en</strong>d dat m<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> hoge verwachting<strong>en</strong>moet koester<strong>en</strong> van het bestuur <strong>en</strong> de raad van commissariss<strong>en</strong> als het gaat om het instell<strong>en</strong> van vordering<strong>en</strong>. Zie bijvoorbeeldvoor het Duitse recht: Großfeld 1973, p. 109 <strong>en</strong> Ulmer 1999, p. 318, <strong>en</strong> voor het Amerikaanse recht: Thompson/Thomas2002, p. 8 (over special litigation committees die doorgaans bestaan uit led<strong>en</strong> van de board of directors).74 Kisch 1940, p. 38.75 Farnsworth 2002, p. 1-2.441Gies<strong>en</strong>_01.indb 41 20-5-2008 16:30:03


M.J. Kroezedie teg<strong>en</strong> het instell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vordering pleit<strong>en</strong> zal in de regel meer gewicht word<strong>en</strong>toegek<strong>en</strong>d dan aan argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die daarvoor pleit<strong>en</strong>. Hoe meer ruimte er is voor interpretatie,<strong>en</strong> dit is bijvoorbeeld het geval bij het verbind<strong>en</strong> van kwalificaties aan feit<strong>en</strong>,des te meer ruimte is er voor e<strong>en</strong> gekleurd oordeel. 76 Ook de persoonlijke betrokk<strong>en</strong>heidvan bestuurders of commissariss<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> collega <strong>en</strong> de w<strong>en</strong>s om die collega niet tebetrekk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> gerechtelijke procedure stur<strong>en</strong> het oordeel over het al of niet instell<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> vordering. 77 De opvatting die led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep hebb<strong>en</strong> over bepaald gedrag– <strong>en</strong> die bepaalt hoe zij dat gedrag beoordel<strong>en</strong> bij elkaar – kan bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong> vande opvatting<strong>en</strong> die over dat gedrag lev<strong>en</strong> in de maatschappij. E<strong>en</strong> illustratie hiervan – <strong>en</strong>overig<strong>en</strong>s ook e<strong>en</strong> illustratie van de neiging tot bevoordeling van eig<strong>en</strong> groepsled<strong>en</strong> –ontle<strong>en</strong> ik aan e<strong>en</strong> uitspraak van Dick van Well, bestuursvoorzitter van het bouwbedrijfDura Vermeer. Ik citeer:‘Maar het normbesef dat hoorde bij het bedrijfslev<strong>en</strong>, waarvan we deillusie hadd<strong>en</strong> dat het maatschappelijk geaccepteerd was, blijkt nu anderste zijn. De onderlinge band met bouwers was sterker dan de band met debuit<strong>en</strong>wereld.’ 78Daarnaast zijn aan e<strong>en</strong> besluit tot aansprakelijkstelling van e<strong>en</strong> (voormalige) bestuurderof commissaris nadelige consequ<strong>en</strong>ties verbond<strong>en</strong> voor de overige bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>.Artikel 2:9 BW gaat uit van collectieve verantwoordelijkheid <strong>en</strong> hoofdelijkeaansprakelijkheid. Het bestuur dat besluit nam<strong>en</strong>s de v<strong>en</strong>nootschap e<strong>en</strong> vordering inte stell<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> van zijn led<strong>en</strong>, br<strong>en</strong>gt als nev<strong>en</strong>effect ook zijn eig<strong>en</strong> (aansprakelijkheids-)positiein gevaar. Het is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> slecht voor de reputatie van de bestuurders alszij in hun midd<strong>en</strong> iemand de mogelijkheid hebb<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong> onzorgvuldig te handel<strong>en</strong>.De beslissing van commissariss<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> of meer bestuurders aansprakelijk te stell<strong>en</strong>uit hoofde van onbehoorlijk bestuur heeft als nev<strong>en</strong>effect dat de commissariss<strong>en</strong> de kanslop<strong>en</strong> dat h<strong>en</strong>, bij geblek<strong>en</strong> onbehoorlijk bestuur, het verwijt gemaakt wordt dat zij zichniet zorgvuldig van hun toezichthoud<strong>en</strong>de taak hebb<strong>en</strong> gekwet<strong>en</strong>. Deze nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> het oordeel over aansprakelijkheid stur<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> bestuurder die gedeeltelijkbeloond wordt in opties of grootaandeelhouder is, kan zich bij de beslissing over aansprakelijkstellingbov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> mede lat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> door de mogelijkheid van e<strong>en</strong> koersdalingdoor negatieve publiciteit. De voornoemde factor<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ertoe leid<strong>en</strong> dat de v<strong>en</strong>noot-76 Moore e.a. 2002, p. 5.77 Cox/Munsinger 1985, p. 89-99. Dat persoonlijke betrokk<strong>en</strong>heid bij e<strong>en</strong> ander invloed heeft op e<strong>en</strong> oordeel waarbij hetbelang bij die ander is betrokk<strong>en</strong>, bevestigt ook het onderzoek van Moore e.a. 2002, p. 15.78 NRC Handelsblad 13 mei 2004, (‘Bouwer Dura heeft spijt van fraude’).442Gies<strong>en</strong>_01.indb 42 20-5-2008 16:30:03


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>schap ge<strong>en</strong> vordering tot schadevergoeding instelt teg<strong>en</strong> (oud-)bestuurders of (oud-)commissariss<strong>en</strong> ook in gevall<strong>en</strong> waarin dit w<strong>en</strong>selijk zou zijn.In e<strong>en</strong> bestuur dat uit twee person<strong>en</strong> bestaat zal de persoonlijke betrokk<strong>en</strong>heid van debestuurder bij zijn collega <strong>en</strong> de w<strong>en</strong>s om die collega niet te betrekk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> gerechtelijkeprocedure het oordeel over aansprakelijkstelling nog sterker stur<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> grotere groepkan elk individu de verantwoordelijkheid voor het instell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vordering afschuiv<strong>en</strong>op de groep. In e<strong>en</strong> tweepersoonsgroep is dit onmogelijk. Ook zonder expliciete sociaalpsychologischeonderbouwing zal iedere<strong>en</strong> aanvoel<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> individuelebestuurder of commissaris niet kan verwacht<strong>en</strong> dat hij e<strong>en</strong> objectief <strong>en</strong> onafhankelijkoordeel over zijn eig<strong>en</strong> aansprakelijkheidspositie geeft. De mechanism<strong>en</strong> die hiervooraan de orde kwam<strong>en</strong>, <strong>en</strong> met name de self-serving bias <strong>en</strong> de negatieve nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> vanhet besluit, staan hieraan in de weg.(b) Aansprakelijkheid <strong>en</strong> risicomijdingIk schreef hiervoor dat negatieve nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beslissing grote invloed kunn<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> op het nem<strong>en</strong> van die beslissing <strong>en</strong> op de inhoud ervan. E<strong>en</strong> belangrijk themais de invloed die de mogelijkheid van aansprakelijkstelling <strong>en</strong> het daarmee verbond<strong>en</strong>gevaar van reputatieschade kan hebb<strong>en</strong> op besluitvorming door bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>.Bestuurders kunn<strong>en</strong> terugdeinz<strong>en</strong> voor risicovolle, maar pot<strong>en</strong>tieel zeer winstgev<strong>en</strong>debeslissing<strong>en</strong> <strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> voor de veiliger, maar minder winstgev<strong>en</strong>de weg. 79 Bijdie veilige weg is de kans op persoonlijke aansprakelijkstelling kleiner. Er zijn aanwijziging<strong>en</strong>dat e<strong>en</strong> geringe stijging van de kans op aansprakelijkheid tot onev<strong>en</strong>redige risicomijdingkan leid<strong>en</strong>. 80E<strong>en</strong> voorbeeld waaruit blijkt dat risicomijd<strong>en</strong>d ondernem<strong>en</strong> daadwerkelijk nadelig kanzijn, ontle<strong>en</strong> ik aan de Macro Economische Verk<strong>en</strong>ning 2004 van het C<strong>en</strong>traal Planbureau.Daarin staat als e<strong>en</strong> van de verklaring<strong>en</strong> voor de hapering in de Amerikaanseopgaande conjunctuur in de tweede helft van 2002 dat ‘[d]e kritiek op bedrijfsbestuurdersna het losbarst<strong>en</strong> van de boekhoudschandal<strong>en</strong> (…) h<strong>en</strong> mogelijk terughoud<strong>en</strong>der [maakte]bij het nem<strong>en</strong> van risico’s <strong>en</strong> het do<strong>en</strong> van investering<strong>en</strong>’. 81 Dit strookt met e<strong>en</strong> uitspraakvan de voorzitter van de Amerikaanse Federal Reserve Board, Alan Gre<strong>en</strong>span, tijd<strong>en</strong>szijn halfjaarlijkse rapportage op 15 juli 2003 aan e<strong>en</strong> commissie van het Huis van Afgevaardigd<strong>en</strong>.Hij zei to<strong>en</strong>:79 Zie uitgebreider hierover: Kroeze 2005.80 Bainbridge 2004, p. 124; McDonnel 2004, p. 24.81 C<strong>en</strong>traal Planbureau 2004, p. 37.443Gies<strong>en</strong>_01.indb 43 20-5-2008 16:30:03


M.J. Kroeze‘Corporate executives and boards of directors are seemingly unclear, in thewake of the rec<strong>en</strong>t int<strong>en</strong>se focus on corporate behavior, about how an increasein risk-taking on their part would be viewed by shareholders and regulators.As a result, business leaders have be<strong>en</strong> quite circumspect about embarking onmajor new investm<strong>en</strong>t projects.’ 82E<strong>en</strong> andere bijwerking is dat allerlei indekgedrag to<strong>en</strong>eemt. Dit kan variër<strong>en</strong> van hetvrag<strong>en</strong> van adviez<strong>en</strong> van externe adviseurs louter ter onderbouwing van het reeds ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong>standpunt, tot het strategisch plaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> vastlegg<strong>en</strong> van waarschuw<strong>en</strong>deopmerking<strong>en</strong> bij belangrijke beslissing<strong>en</strong> of zelfs het wegblijv<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> vergadering waare<strong>en</strong> belangrijke beslissing op de ag<strong>en</strong>da staat. Ook kan het ertoe leid<strong>en</strong> dat voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>besluit<strong>en</strong> over onderwerp<strong>en</strong> waaraan e<strong>en</strong> hoog aansprakelijkheidsrisico kleeft, zo langdurig<strong>en</strong> gedetailleerd word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> dat andere belangrijke besluit<strong>en</strong> niet de aandachtkrijg<strong>en</strong> die zij verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>. 83 E<strong>en</strong> ander gevolg is dat commissariss<strong>en</strong> in verband met huneig<strong>en</strong> aansprakelijkheidspositie eerder het vertrouw<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bestuurder opzegg<strong>en</strong>dan w<strong>en</strong>selijk is. 84 Daarnaast speelt dat de beste kandidat<strong>en</strong> minder snel e<strong>en</strong> positie alsbestuurder will<strong>en</strong> bekled<strong>en</strong>. Rijke kandidat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> extra red<strong>en</strong> om te weiger<strong>en</strong>. Zijhebb<strong>en</strong> immers veel te verliez<strong>en</strong> bij persoonlijke aansprakelijkstelling. 85 Het risico vanaansprakelijkheid <strong>en</strong> reputatieverlies zal bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot hogere beloning<strong>en</strong>, omdatbestuurders dit risico verdisconteerd will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> in hun beloning.(c) Resultaatsafhankelijke beloningBestuurders kunn<strong>en</strong> beloond word<strong>en</strong> voor goede resultat<strong>en</strong>. Dit kan bijvoorbeeld metopties <strong>en</strong> andere resultaatsafhankelijke beloning<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong> bonus bij e<strong>en</strong> bepaaldewinst of bij het vind<strong>en</strong> van nieuwe oliereserves. Resultaatsafhankelijk belon<strong>en</strong> bewerkstelligte<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk belang tuss<strong>en</strong> de bestuurders <strong>en</strong> de v<strong>en</strong>nootschap (<strong>en</strong>haar aandeelhouders). De gedachte is dat de bestuurder verdi<strong>en</strong>t als de v<strong>en</strong>nootschapverdi<strong>en</strong>t. Raaijmakers wijst er in deze bundel op dat er twijfels bestaan of hed<strong>en</strong>daagsebeloningsstelsels wel e<strong>en</strong> positieve prikkel bied<strong>en</strong> tot betere prestaties. Zeker is in elkgeval dat zij kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot manipulatie. Bestuurders ontvang<strong>en</strong> namelijk niet alle<strong>en</strong>e<strong>en</strong> beloning als zij meer winst mak<strong>en</strong>, of als zij olie vind<strong>en</strong>, maar ook als zij met succesde indruk wekk<strong>en</strong> dat zij meer winst mak<strong>en</strong> of dat zij olie vind<strong>en</strong>. Zo schreef Het Finan-82 Federal Reserve Board’s semiannual monetary policy report to the Congress 2003.83 Black e.a. 2005, p. 169.84 Zie Algeme<strong>en</strong> Dagblad, 17 februari 2005 (‘Ontslaggolf directeur<strong>en</strong>: ‘Prestatiedruk te hoog opgevoerd’). De voorzittervan het Nederlands C<strong>en</strong>trum van Directeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> Commissariss<strong>en</strong> zei op 9 oktober 2005 dat bestuurders steeds vaker<strong>en</strong> vaak te snel word<strong>en</strong> ontslag<strong>en</strong> (http://www.managersonline.nl/nieuws/2897/directeur<strong>en</strong>-steeds-gemakkelijker-opstraat-gezet.html;geraadpleegd op 28 januari 2008). In dat geval weegt het eig<strong>en</strong>belang sterker dan het groepsbelang.85 Zie in deze zin Black e.a. 2005, p. 169.444Gies<strong>en</strong>_01.indb 44 20-5-2008 16:30:04


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>cieele Dagblad op 16 juli 2004 dat e<strong>en</strong> aantal onderzoekers concludeerde dat het te hoogvoorstell<strong>en</strong> van de oliereserves bij Shell mede veroorzaakt was doordat bestuurders erfinancieel belang bij hadd<strong>en</strong> om de oliereserves zo hoog mogelijk voor te stell<strong>en</strong>. Onlangsschreef Van Duijn over de miljard<strong>en</strong> die bank<strong>en</strong> op hun l<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>portefeuille hebb<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> afschrijv<strong>en</strong>, het volg<strong>en</strong>de:‘Nerg<strong>en</strong>s ter wereld word<strong>en</strong> zulke miljo<strong>en</strong><strong>en</strong>bonuss<strong>en</strong> betaald als in de financiëlesector, maar hoe is het gesteld met het risicobesef van bankiers? Nu paswordt duidelijk aan welke gevar<strong>en</strong> zij de economie met hun roekeloos gedraghebb<strong>en</strong> blootgesteld.’ 86Deze voorbeeld<strong>en</strong> illustrer<strong>en</strong> dat nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> besluit invloed kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>op de inhoud van dat besluit. Dit is de red<strong>en</strong> dat de Code Tabaksblat in hoofdstuk III.7bepaalt dat de bezoldiging van commissariss<strong>en</strong> niet afhankelijk mag zijn van de resultat<strong>en</strong>van de v<strong>en</strong>nootschap. Dit zou afbreuk do<strong>en</strong> aan de onafhankelijkheid van huntoezicht.(d) De sam<strong>en</strong>stelling van bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong>E<strong>en</strong> onderwerp dat rec<strong>en</strong>t veel aandacht heeft getrokk<strong>en</strong>, is de sam<strong>en</strong>stelling vanbestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong>. Hiervoor bleek al dat het profiel van Nederlandsebestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong> weinig variatie k<strong>en</strong>t. Het gaat in de regelom blanke mann<strong>en</strong> van vijftig jaar of ouder, afkomstig uit de sociale bov<strong>en</strong>laag <strong>en</strong> nietprogressiefgeoriënteerd. Het aantal vrouwelijke bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> is klein.Hetzelfde geldt voor bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> uit etnische minderheidsgroep<strong>en</strong>.Aan de e<strong>en</strong>zijdige sam<strong>en</strong>stelling draagt bij de wijze waarop de selectie van bestuurders<strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> plaatsvindt. Hiervoor bleek al dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met dezelfde achtergrondelkaar aardiger vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> elkaar gunstiger beoordel<strong>en</strong> dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>deachtergrond. 87 Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bleek dat kandidat<strong>en</strong> vaak gerekruteerd word<strong>en</strong> uit hetnetwerk van zitt<strong>en</strong>de bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat gezocht wordt naar kandidat<strong>en</strong>die kunn<strong>en</strong> meedraai<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> homog<strong>en</strong>e <strong>en</strong> collegiale groep. Bij dit selectieprocesspeelt stereotypering e<strong>en</strong> belangrijke rol. Aan e<strong>en</strong> individueel lid van e<strong>en</strong> bepaalde groep(bijvoorbeeld van de groep ‘vrouw<strong>en</strong>’ in teg<strong>en</strong>stelling tot ‘mann<strong>en</strong>’) dicht de waarnemereig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> toe die hij als eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> toedicht aan de groep als geheel. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>verbindt de waarnemer aan deze groepseig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kwalificatie (goed/slecht) inhet licht waarvan hij het individuele lid van de groep beoordeelt (vooroordeel). 88 Dit86 Van Duijn 2008.87 Taylor e.a. 2003, p. 242-243.88 Zie hierover Vonk e.a. 2001, p. 195 e.v.445Gies<strong>en</strong>_01.indb 45 20-5-2008 16:30:04


M.J. Kroezedraagt ertoe bij dat kandidat<strong>en</strong> met dezelfde achtergrond als de zitt<strong>en</strong>de functionariss<strong>en</strong>e<strong>en</strong> veel grotere kans hebb<strong>en</strong> om geselecteerd te word<strong>en</strong>.9 Op l o s s i n g e nIn deze paragraaf doe ik <strong>en</strong>kele aanbeveling<strong>en</strong> die tegemoet kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> aan deknelpunt<strong>en</strong> die ik hiervoor signaleerde. Ik merk op dat verschill<strong>en</strong>de oplossing<strong>en</strong>d<strong>en</strong>kbaar zijn voor de meeste hiervan. Handhaving van gedragsnorm<strong>en</strong> voor bestuurders<strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> vindt vaak plaats via civielrechtelijke aansprakelijkheidsprocedures,maar niet ond<strong>en</strong>kbaar is om sommige norm<strong>en</strong> via het strafrecht of het bestuursrecht tehandhav<strong>en</strong>. Voor het effect<strong>en</strong>recht, het mededingingsrecht <strong>en</strong> voor sommige strafrechtelijkevergrijp<strong>en</strong>, die ook bestuurders of commissariss<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> begaan, gebeurt datal. Diversiteit van bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong> is via wettelijk ingrijp<strong>en</strong> opte legg<strong>en</strong>, maar de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook via zelfregulering diversiteit stimuler<strong>en</strong>.Ik besteed in deze paragraaf niet uitgebreid aandacht aan strategieën om bijvoorbeeldconformisme, group polarization of groupthink teg<strong>en</strong> te gaan. In psychologische <strong>en</strong>bedrijfskundige literatuur wordt hierover uitgebreid geschrev<strong>en</strong>. Het betreft dan aanbeveling<strong>en</strong>als e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> discussie, discussiër<strong>en</strong> in subgroep<strong>en</strong>, extern advies vrag<strong>en</strong>, devoorzitter die als laatste zijn m<strong>en</strong>ing geeft, de voorzitter die voor de vergadering individueleoordel<strong>en</strong> vraagt, led<strong>en</strong> die elk afzonderlijk van elkaar e<strong>en</strong> reactie op schrift stell<strong>en</strong>,expliciet vrag<strong>en</strong> of er nog andere gezichtspunt<strong>en</strong> zijn die besprok<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong>het aanwijz<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> advocaat van de duivel die teg<strong>en</strong>argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aanvoert.(a) Aansprakelijkstelling van bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>Dat de raad van commissariss<strong>en</strong> kan besluit<strong>en</strong> tot aansprakelijkstelling van bestuurders<strong>en</strong> dat het bestuur kan besluit<strong>en</strong> tot aansprakelijkstelling van commissariss<strong>en</strong> isniet voldo<strong>en</strong>de. Hieraan ligg<strong>en</strong> praktische <strong>en</strong> principiële bezwar<strong>en</strong> t<strong>en</strong> grondslag. E<strong>en</strong>praktisch bezwaar is dat de raad van commissariss<strong>en</strong>, behoud<strong>en</strong>s bij de structuurv<strong>en</strong>nootschap,ge<strong>en</strong> verplicht orgaan is. Veel bv’s hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> raad van commissariss<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> tweede praktisch bezwaar is dat de raad van commissariss<strong>en</strong> voor zijn informatieafhankelijk is van het bestuur. 89 De Jongh heeft opgemerkt dat dit tot de paradoxalesituatie leidt dat de raad van commissariss<strong>en</strong> voor de b<strong>en</strong>odigde informatie afhankelijkis van het orgaan waarop hij vervolg<strong>en</strong>s met behulp van die informatie toezicht moet89 Verschill<strong>en</strong>de commissariss<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> opgemerkt dat e<strong>en</strong> gebrek aan informatie e<strong>en</strong> van de grootste problem<strong>en</strong> is voorcommissariss<strong>en</strong> die hun taak goed will<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>: Scho<strong>en</strong>makers 2002, p. 16. Overig<strong>en</strong>s komt het steeds vaker voordat de raad van commissariss<strong>en</strong> ook buit<strong>en</strong> de kanal<strong>en</strong> van het bestuur om informatie vergaart: zie Buit<strong>en</strong>huis/VanZant<strong>en</strong> 2001, p. 44. Zie hierover ook Van der Knoop 1991, p. 81, 85-86 <strong>en</strong> 96.446Gies<strong>en</strong>_01.indb 46 20-5-2008 16:30:04


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>houd<strong>en</strong>. 90 Commissariss<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> zelfs dat het bestuur de neiging kan hebb<strong>en</strong> om ine<strong>en</strong> rapportage selectief te werk te gaan, te kleur<strong>en</strong> of te verhull<strong>en</strong>. 91 Uit het onderzoekvan De Jongh blijkt dat bestuurders veelal vind<strong>en</strong> dat commissariss<strong>en</strong> bepaalde aspect<strong>en</strong>van de bedrijfsvoering doorgaans niet kunn<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan ook moeilijk kunn<strong>en</strong>bepal<strong>en</strong> wat op die punt<strong>en</strong> slecht beleid is <strong>en</strong> wat niet. 92Meer principieel is het bezwaar dat de raad van commissariss<strong>en</strong> in veel gevall<strong>en</strong> e<strong>en</strong>groep vormt met de bestuurders. 93 In veel v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijke vergadering<strong>en</strong>met de raad van commissariss<strong>en</strong> <strong>en</strong> het bestuur de regel <strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong> vergadering<strong>en</strong>de uitzondering. 94 Om goed te kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> zijn de verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>led<strong>en</strong> van het bestuur <strong>en</strong> led<strong>en</strong> van de raad van commissariss<strong>en</strong> gebaseerd op wederzijdsvertrouw<strong>en</strong>. 95 Bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in de regel e<strong>en</strong> vergelijkbareachtergrond. 96 Het bestuur bemoeit zich dikwijls int<strong>en</strong>sief met de selectie van kandidaat-commissariss<strong>en</strong>.97 Om die red<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de kracht<strong>en</strong> die zich in groep<strong>en</strong> manifester<strong>en</strong>zich ook kunn<strong>en</strong> manifester<strong>en</strong> als de raad van commissariss<strong>en</strong> te oordel<strong>en</strong> heeftover aansprakelijkstelling van e<strong>en</strong> of meer bestuurders. 98 Daar komt bij dat de raadvan commissariss<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> besluit tot aansprakelijkstelling ook zijn eig<strong>en</strong> positie alstoezichthouder in de waagschaal stelt. Tot slot blijkt dat de raad van commissariss<strong>en</strong>zich steeds vaker int<strong>en</strong>sief inlaat met het beleid van de onderneming. 99 Zij mak<strong>en</strong> zichdaarmee medeverantwoordelijk voor het gevoerde beleid. Ook dit staat in de weg aan e<strong>en</strong>90 De Jongh 1987, p. 54.91 De Jongh 1987, p. 56-57. Van der Knoop 1991, p. 85-86.92 De Jongh 1987, p. 131-132. Dit nadeel hebb<strong>en</strong> doorgaans ook de aandeelhouders.93 Zie De Jongh 1992, p. 97, die in e<strong>en</strong> onderzoek naar het functioner<strong>en</strong> van de ondernemingsraad tot de conclusie komtdat de raad van commissariss<strong>en</strong> in de og<strong>en</strong> van de ondernemingsraad ‘zo sterk op de directie is georiënteerd dat hij minof meer volger is van deg<strong>en</strong>e over wie hij toezicht heeft’. E<strong>en</strong> van de ondervraagde or-led<strong>en</strong> merkt op dat de raad vancommissariss<strong>en</strong> instinctief de kant van de raad van bestuur kiest. Zie ook F<strong>en</strong>nema/Heemskerk 2004: ‘Bestuurders <strong>en</strong>toezichthouders zijn moeilijk te scheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hecht vervlocht<strong>en</strong> groep (…)’. Zie ook D<strong>en</strong> Boogert 2005.94 Van der Knoop 1991, p. 71 <strong>en</strong> p. 97.95 Van der Knoop 1991, p. 70.96 Zie in deze zin De Jongh 1987, p. 101 <strong>en</strong> de literatuur vermeld in noot 23.97 Artikel 2:158/268 lid 4 BW geeft het bestuur bij structuurv<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanbevelingsrecht. Zie over rol van hetbestuur in de praktijk: Honée 1979, p. 127 <strong>en</strong> De Jongh 1987, p. 68-69.98 Schukk<strong>en</strong>, voormalig bestuursvoorzitter van SHV-Makro, merkt op: ‘Ik zou graag zi<strong>en</strong> dat toezichthouders wat meerlef toond<strong>en</strong>. Dat ze in durfd<strong>en</strong> te gaan teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>de directie. Helaas zie je dat zeld<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>.’ De onafhankelijkheidvan e<strong>en</strong> commissaris omschrijft hij als theoretische onafhankelijkheid: Buit<strong>en</strong>huis/Van Zant<strong>en</strong> 2001, p. 46.Scho<strong>en</strong>maker 2002, p. 14, constateert dat in bedrijv<strong>en</strong> waarin aandeelhouders het ondernemingsbestuur aansprek<strong>en</strong>op zijn prestaties de bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> de rij<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>. Dit is ook de ratio van de tweede volzin van artikel2:146/256 BW (zie aldus: Asser-Maeijer 2-III, nr. 296).99 Zie hierover Buit<strong>en</strong>huis/Van Zant<strong>en</strong> 2001: ‘Ton Risseeuw, voormalig bestuursvoorzitter van Getronics, <strong>en</strong> Dudley Eustace,voormalig bestuurslid van Philips, zijn nauw betrokk<strong>en</strong> bij de dagelijkse gang van zak<strong>en</strong>, maar niet als gedelegeerdcommissaris. Zij zijn nog gewoon lid van de raad van commissariss<strong>en</strong> <strong>en</strong> houd<strong>en</strong> dus ook nog toezicht op hun eig<strong>en</strong>betrokk<strong>en</strong>heid bij het beleid van KPN.’ Ook Van Oordt, (voormalig) commissaris bij Nokia, Draka Holding, RodamcoEurope, Fortis Bank, Schering-Plough <strong>en</strong> Umicore, constateert dat de rol van commissariss<strong>en</strong> verschuift van toezichtnaar betrokk<strong>en</strong>heid, in: Scho<strong>en</strong>makers 2002, p. 14.447Gies<strong>en</strong>_01.indb 47 20-5-2008 16:30:04


M.J. Kroezeobjectief <strong>en</strong> onafhankelijk oordeel over de vraag of dat gevoerde beleid tot aansprakelijkstellingkan leid<strong>en</strong>.Deze omstandighed<strong>en</strong> rechtvaardig<strong>en</strong> e<strong>en</strong> inbreuk op de zelfstandigheid <strong>en</strong> de beleidsvrijheidvan het bestuur <strong>en</strong> de raad van commissariss<strong>en</strong> in die zin dat het initiatieftot aansprakelijkstelling van bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> niet uitsluit<strong>en</strong>d aan dezeorgan<strong>en</strong> moet toekom<strong>en</strong>. Het ligt het meest voor de hand om deze bevoegdheid medetoe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan de aandeelhouders. De aandeelhouders staan regelmatig op grotereafstand van de bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>. Hun oordeel is minder gekleurd doorsociaalpsychologische factor<strong>en</strong>. In de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> in nag<strong>en</strong>oeg alle Europeseland<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> individuele aandeelhouders of e<strong>en</strong> kleine minderheid van de aandeelhoudersde mogelijkheid om in e<strong>en</strong> afgeleide actie nam<strong>en</strong>s de v<strong>en</strong>nootschap e<strong>en</strong> vordering inte stell<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> bestuurders of commissariss<strong>en</strong> of om te bewerkstellig<strong>en</strong> dat dit gebeurt.Zij zijn de di<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van private rechtshandhaving. Dat het Nederlandse recht deze mogelijkheidniet k<strong>en</strong>t, is uitzonderlijk. Invoering van e<strong>en</strong> afgeleide actie in het Nederlandserecht zou tegemoetkom<strong>en</strong> aan de hiervoor besprok<strong>en</strong> bezwar<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de huidige situatiewaarbij het initiatief tot aansprakelijkstelling van bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> doorde v<strong>en</strong>nootschap alle<strong>en</strong> uit kan gaan van bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> zelf (<strong>en</strong> vancurator<strong>en</strong>, maar dan is het te laat). Invoering van e<strong>en</strong> afgeleide actie zal e<strong>en</strong> belangrijkebijdrage lever<strong>en</strong> aan de handhaving van v<strong>en</strong>nootschapsrechtelijke (gedrags-)norm<strong>en</strong>.Dit vergroot de geldingskracht van die norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de prev<strong>en</strong>tieve werking die van di<strong>en</strong>orm<strong>en</strong> uitgaat. 100 Als v<strong>en</strong>nootschapsrechtelijke norm<strong>en</strong> daadwerkelijk word<strong>en</strong> gehandhaafd,hebb<strong>en</strong> bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> groter persoonlijk belang bij omdie norm<strong>en</strong> na te lev<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> afgeleide actie kan er zo toe bijdrag<strong>en</strong> dat bestuurders <strong>en</strong>commissariss<strong>en</strong> de belang<strong>en</strong> van de v<strong>en</strong>nootschap zo goed mogelijk behartig<strong>en</strong>. Zodrae<strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschap haar schuldeisers niet meer kan betal<strong>en</strong>, spel<strong>en</strong> ook de schuldeisers– als buit<strong>en</strong>staanders – e<strong>en</strong> belangrijke rol bij de handhaving van gedragsnorm<strong>en</strong> in hetv<strong>en</strong>nootschapsrecht.(b) Aansprakelijkheid <strong>en</strong> risicomijdingHet aansprakelijkheidsrecht vervult in het ondernemingsrecht e<strong>en</strong> belangrijke <strong>en</strong> nuttigefunctie. Het bewerkstelligt dat er e<strong>en</strong> sanctie wordt gesteld op normoverschrijd<strong>en</strong>dhandel<strong>en</strong> van bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>. Aan de andere kant zijn de nadel<strong>en</strong> vanovermatige risicomijding door bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> uit angst voor aansprakelijkheidevid<strong>en</strong>t. Het is belangrijk om die nadel<strong>en</strong> onder og<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan die angst100 Commissie Korthals Altes 1995, p. 78. De Commissie Korthals Altes merkt op dat ‘e<strong>en</strong> sterke prev<strong>en</strong>tieve werkingzal uitgaan van e<strong>en</strong> uitbreiding van aansprakelijkheid van de voor het beleid van de rechtspersoon verantwoordelijk<strong>en</strong>atuurlijke person<strong>en</strong>.’ De opmerking van de commissie had betrekking op externe aansprakelijkheid van bestuurders,maar geldt ook voor interne aansprakelijkheid (teg<strong>en</strong>over de rechtspersoon).448Gies<strong>en</strong>_01.indb 48 20-5-2008 16:30:04


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>– voor zover hij ongerechtvaardigd is – tegemoet te kom<strong>en</strong>. Naar mijn m<strong>en</strong>ing zou hetgoed zijn om in het Nederlandse recht te toets<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> doctrine die vergelijkbaar is metde Amerikaanse business judgm<strong>en</strong>t rule. 101 Op grond van deze regel toetst e<strong>en</strong> rechter e<strong>en</strong>ondernemingsbeslissing niet inhoudelijk als bestuurders hebb<strong>en</strong> gehandeld in het belangvan de v<strong>en</strong>nootschap op basis van adequate informatie <strong>en</strong> na zorgvuldige overweging.De rechter komt pas toe aan e<strong>en</strong> inhoudelijke toetsing van bestuursbeslissing<strong>en</strong> als deeis<strong>en</strong>de partij kan aanton<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> beslissing niet te goeder trouw <strong>en</strong> niet in het belangvan de v<strong>en</strong>nootschap is g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het voordeel hiervan is dat de rechter niet in hindsightondernemingsbeslissing<strong>en</strong> hoeft te toets<strong>en</strong> waarvan de risico’s zich al hebb<strong>en</strong> verwez<strong>en</strong>lijkt<strong>en</strong> dat bestuurders op voorhand hun aansprakelijkheidspositie beter kunn<strong>en</strong>schatt<strong>en</strong>. 102 Daarnaast kan overmatige risicomijding teg<strong>en</strong>gegaan word<strong>en</strong> door niet alte veel belemmering<strong>en</strong> op te werp<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> afw<strong>en</strong>teling van de financiële gevolg<strong>en</strong> vanaansprakelijkheid op bijvoorbeeld de v<strong>en</strong>nootschap via e<strong>en</strong> vrijwaring of op e<strong>en</strong> verzekeraarvia e<strong>en</strong> bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering. Als de persoonlijke negatiev<strong>en</strong>ev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ondernemersbeslissing geringer zijn, zull<strong>en</strong> deze minder invloedhebb<strong>en</strong> op de inhoud van besluit<strong>en</strong>. Het afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nium zijn bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering<strong>en</strong>heel gebruikelijk geword<strong>en</strong>. De afgelop<strong>en</strong> paar jaar geldt voorvrijwaring<strong>en</strong> van bestuurders door de v<strong>en</strong>nootschap hetzelfde.(c) Resultaatsafhankelijke beloningResultaatsafhankelijke beloning speelt e<strong>en</strong> belangrijke rol bij het lat<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> vande belang<strong>en</strong> van het managem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> van de v<strong>en</strong>nootschap <strong>en</strong> haar aandeelhouders.Dergelijke beloning<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong> om die red<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nuttige functie. Van groot belang bijresultaatsafhankelijke beloning<strong>en</strong> is dat het resultaat waarvan zij afhankelijk zijn, op e<strong>en</strong>transparante <strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige manier is vast te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat deze vaststelling geschiedtdoor person<strong>en</strong> die zelf ge<strong>en</strong> belang hebb<strong>en</strong> bij de hoogte van het resultaat. Het zou aanbevelingverdi<strong>en</strong><strong>en</strong> als die vaststelling bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt geaccordeerd door iemand die nietbij de v<strong>en</strong>nootschap is betrokk<strong>en</strong>.De raad van commissariss<strong>en</strong> is de eerst aangewez<strong>en</strong>e om het resultaat t<strong>en</strong> behoeve vande beloning vast te stell<strong>en</strong>. Accordering zou dan bijvoorbeeld plaats kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> doore<strong>en</strong> externe accountant. Als de beloning van de commissariss<strong>en</strong> resultaatsafhankelijkis, is het w<strong>en</strong>selijk dat ook de vaststelling van het resultaat waarvan zij afhankelijk is,door buit<strong>en</strong>staanders plaatsvindt. Dat e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>staander bij kwesties over de beloningwordt betrokk<strong>en</strong>, is ook van belang, omdat uit onderzoek kan word<strong>en</strong> afgeleid dat e<strong>en</strong>bestuurder e<strong>en</strong> hogere beloning krijgt naarmate hij meer persoonlijke gelijk<strong>en</strong>is heeft101 In deze zin: Assink 2007, p. 607 e.v. <strong>en</strong> Kroeze (2004), p. 375.102 Risicomijd<strong>en</strong>d ondernem<strong>en</strong> moet mijns inzi<strong>en</strong>s voorkom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door aanpassing van de aansprakelijkheidsnorm<strong>en</strong> niet door het in sterke mate bemoeilijk<strong>en</strong> van de handhavingsmogelijkhed<strong>en</strong> van die norm.449Gies<strong>en</strong>_01.indb 49 20-5-2008 16:30:04


M.J. Kroezemet de commissariss<strong>en</strong>. De commissariss<strong>en</strong> schatt<strong>en</strong> de waarde van e<strong>en</strong> bestuurder voorde v<strong>en</strong>nootschap dan hoger in. 103 Overig<strong>en</strong>s is voor nv’s in 2004 de bepaling over debezoldiging van bestuurders zodanig aangepast dat de vergadering van aandeelhoudersdwing<strong>en</strong>drechtelijk de bevoegdheid heeft om het bezoldigingsbeleid vast te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> omvoorstell<strong>en</strong> tot toek<strong>en</strong>ning van aandel<strong>en</strong> <strong>en</strong> opties daarop goed te keur<strong>en</strong> (art. 2:135 BW).Daarmee is voor nv’s <strong>en</strong>ige bemoei<strong>en</strong>is door relatieve buit<strong>en</strong>staanders gewaarborgd;al leert de ervaring dat de algem<strong>en</strong>e vergadering van aandeelhouders met deze extrabevoegdhed<strong>en</strong> het beloningsbeleid nauwelijks kan beïnvloed<strong>en</strong>.(d) De sam<strong>en</strong>stelling van bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong>Er zijn aanwijzing<strong>en</strong> dat bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong> die diverser zijn sam<strong>en</strong>gesteld,bijdrag<strong>en</strong> aan betere prestaties van onderneming<strong>en</strong>. 104 E<strong>en</strong> van de oorzak<strong>en</strong>hiervan zou kunn<strong>en</strong> zijn dat bij besluitvorming meer verschill<strong>en</strong>de gezichtspunt<strong>en</strong> <strong>en</strong>alternatiev<strong>en</strong> de revue passer<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat daardoor het gevaar van (te veel) conformisme,group polarization <strong>en</strong> groupthink afneemt. Wat de deelname van vrouw<strong>en</strong> betreft, zoubov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> oorzaak kunn<strong>en</strong> zijn dat vrouw<strong>en</strong> gemiddeld wat risicomijd<strong>en</strong>der zijn danmann<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat dit in e<strong>en</strong> bestuur of raad van commissariss<strong>en</strong> leidt tot betere afweging<strong>en</strong>.105 Daarnaast zijn maatschappelijk-ethische argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (zoals dat van gelijkebehandeling) aan te voer<strong>en</strong> voor meer diversiteit in bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong>.Het voorgaande pleit ervoor om diversiteit in bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong>te stimuler<strong>en</strong>. Daarbij moet teg<strong>en</strong>wicht gebod<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan de neiging vanzitt<strong>en</strong>de bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> om op h<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong>de kandidat<strong>en</strong> te selecter<strong>en</strong> uithun eig<strong>en</strong> netwerk omdat zij deze het meest geschikt acht<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan vooroordel<strong>en</strong> die hetgevolg zijn van stereotypering. E<strong>en</strong> eerste stap is de maatschappelijke bewustwordingdat het belangrijk is om divers sam<strong>en</strong>gestelde bestuursorgan<strong>en</strong> <strong>en</strong> toezichtsorgan<strong>en</strong> tehebb<strong>en</strong>. Dit kan bijvoorbeeld doordat opinievormers, lobbyist<strong>en</strong> <strong>en</strong> politici het debathierover beginn<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld hiervan is de rec<strong>en</strong>te oproep van SER-voorzitter <strong>en</strong>‘meest invloedrijke Nederlander’ Rinnooy Kan om ruimte te gev<strong>en</strong> aan diversiteit <strong>en</strong>e<strong>en</strong> nieuwe g<strong>en</strong>eratie leiders in het bedrijfslev<strong>en</strong> <strong>en</strong> om iets te do<strong>en</strong> aan het lage aantalvrouwelijke commissariss<strong>en</strong>. 106 Ook actieve aandeelhouders, zoals institutionele beleggers,kunn<strong>en</strong> invloed uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de sam<strong>en</strong>stelling van het bestuur <strong>en</strong> de raad vancommissariss<strong>en</strong>. Dergelijke initiatiev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> invloed op de zitt<strong>en</strong>de bestuurders <strong>en</strong>103 Westphal/Zajac 1995, p. 79 vind<strong>en</strong> dit effect voor Amerikaanse boards.104 Zie o.a. Carter e.a. 2003 <strong>en</strong> de literatuur vermeld in Rose 2007 <strong>en</strong> Barnard 2007. E<strong>en</strong> positief verband tuss<strong>en</strong> meer vrouw<strong>en</strong>in de board of directors <strong>en</strong> betere ondernemingsprestaties volgt ook uit Catalyst 2007 (Amerikaanse v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>)<strong>en</strong> Smith 2005 (De<strong>en</strong>se v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> dergelijk verband wordt niet gevond<strong>en</strong> door Rose 2007 (De<strong>en</strong>sev<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>). Zie voor de beperking<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onderzoek naar de Nederlandse situatie: Lückerath-Rovers 2007.105 MacLeod Heminway 2007, p. 192. Zie voor e<strong>en</strong> overzicht van andere mogelijke oorzak<strong>en</strong>: De Bos 2007b, p. 18-19.106 Zie hiervoor de persbericht<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> op: http://www.ser.nl/nl/publicaties/overzicht%20ser%20bulletin/2008/januari_2008/03.aspx<strong>en</strong> http://www.ezpress.eu/main.php?mode=mr_show&id=4734 (geraadpleegd op 28 januari 2008).450Gies<strong>en</strong>_01.indb 50 20-5-2008 16:30:04


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>commissariss<strong>en</strong>. Zij zijn er mede oorzaak van dat bijvoorbeeld de positie van vrouw<strong>en</strong> inbestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong> in Nederland (zeer) langzaam verbetert.Tot nu toe lever<strong>en</strong> de hiervoor vermelde initiatiev<strong>en</strong> wel <strong>en</strong>ig, maar mijns inzi<strong>en</strong>s tochonvoldo<strong>en</strong>de resultaat op. E<strong>en</strong> tweede manier om teg<strong>en</strong>wicht te bied<strong>en</strong> aan de neiging omkandidat<strong>en</strong> te selecter<strong>en</strong> die veel geme<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met de zitt<strong>en</strong>de bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>is om de selectie van geschikte vrouwelijke kandidat<strong>en</strong> of kandidat<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>bepaalde etnische achtergrond over te lat<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> daarin gespecialiseerd wervings- <strong>en</strong>selectiebureau. De persoonlijke voorkeur<strong>en</strong> van het zitt<strong>en</strong>de managem<strong>en</strong>t spel<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong>minder grote rol. Daarnaast is het mogelijk om quota op basis van zelfregulering voor teschrijv<strong>en</strong>. De Monitoring Commissie Corporate Governance heeft overwog<strong>en</strong> om quotaop te nem<strong>en</strong> in de Code Tabaksblat, maar hier uiteindelijk van afgezi<strong>en</strong>. Wel besteedt zijin haar Jaarrapport 2007 veel aandacht aan diversiteit van rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong> <strong>en</strong>de positie van vrouw<strong>en</strong> daarin <strong>en</strong> komt zij met aanbeveling<strong>en</strong> om diversiteit in rad<strong>en</strong> vancommissariss<strong>en</strong> te vergrot<strong>en</strong>. 107 Tot slot kan gedacht word<strong>en</strong> aan wettelijk ingrijp<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>sprek<strong>en</strong>d voorbeeld daarvan is de Noorse aanpak waarbij onderneming<strong>en</strong> vanaf 1 januari2006 verplicht zijn om t<strong>en</strong> minste 40% vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 40% mann<strong>en</strong> in het managem<strong>en</strong>torgaante b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>. De onderneming<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> tot 1 januari 2008 de tijd om aan deze eiste voldo<strong>en</strong>. Het aantal v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> dat aan dit vereiste voldoet is gesteg<strong>en</strong> van 18%tot 73%, met e<strong>en</strong> gemiddelde van 33% vrouw<strong>en</strong>. 108Nu duidelijk is dat in de Code Tabaksblat ge<strong>en</strong> best practice bepaling komt over diversiteitvan bestuurs- <strong>en</strong> toezichtsorgan<strong>en</strong> <strong>en</strong> nu voor wettelijk ingrijp<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> steun lijktte zijn, zal de positie van vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> etnische minderhed<strong>en</strong> in Nederlandse bestur<strong>en</strong><strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong> op korte termijn waarschijnlijk niet veel verbeter<strong>en</strong>. Demaatschappelijke w<strong>en</strong>s dat bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong> diverser zijn sam<strong>en</strong>gesteld,is waarschijnlijk niet voldo<strong>en</strong>de om teg<strong>en</strong>wicht te bied<strong>en</strong> aan de sociaalpsychologischefactor<strong>en</strong> die van invloed zijn op de selectie van bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> regelmatig naar vor<strong>en</strong> gebracht argum<strong>en</strong>t, onlangs nog bijvoorbeeld door Streppel,lid van de Monitoring Commissie Corporate Governance, bestuurder van Aegon<strong>en</strong> commissaris bij KPN <strong>en</strong> Van Lanschot, is dat ‘vrouw<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>vanwege hun persoonlijke kwaliteit<strong>en</strong>, niet omdát ze vrouw zijn’. 109 Zolang het beleid omdiversiteit te verhog<strong>en</strong>, is gebaseerd op dit argum<strong>en</strong>t valt te verwacht<strong>en</strong> dat vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong>etnische minderhed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> marginale rol zull<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> in de top van het Nederlandsebedrijfslev<strong>en</strong>. Juist het oordeel over persoonlijke kwaliteit<strong>en</strong> wordt immers sterk107 Jaarrapport 2007 (het woord diversiteit komt daarin maar liefst 101 keer voor).108 Background information Balancing the Boardroom, http://www.ser.nl/~/media/Files/Internet/Congress<strong>en</strong>/2007/20071121_Background.ashx (geraadpleegd op 31 januari 2008). Zie ook Barnard 2007.109 Zie http://www.ser.nl/nl/publicaties/overzicht%20ser%20bulletin/2008/januari_2008/03.aspx (geraadpleegd op 31 januari2008).451Gies<strong>en</strong>_01.indb 51 20-5-2008 16:30:05


M.J. Kroezebeïnvloed door de gelijk<strong>en</strong>is die zitt<strong>en</strong>de bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> voorgedrag<strong>en</strong> kandidaat. 11010 To t b e s l u i tIn deze bijdrage heb ik beschrev<strong>en</strong> welke sociaalpsychologische factor<strong>en</strong> van invloed zijnop de besluitvorming binn<strong>en</strong> het bestuur <strong>en</strong> de raad van commissariss<strong>en</strong> van nv’s <strong>en</strong> bv’s.Het gaat dan bijvoorbeeld om conformisme binn<strong>en</strong> groep<strong>en</strong>, om de neiging van groep<strong>en</strong>om eig<strong>en</strong> groepsled<strong>en</strong> te bevoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> om factor<strong>en</strong> die besluitvorming onbewust stur<strong>en</strong>,zoals de nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> van besluit<strong>en</strong>. Het is van belang dat bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>zich bewust zijn van deze factor<strong>en</strong>. Ik heb e<strong>en</strong> aantal besluit<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> waarbijde invloed van sociaalpsychologische factor<strong>en</strong> onw<strong>en</strong>selijk kan zijn. Achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>sging ik in op de aansprakelijkstelling van bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>, op aansprakelijkheid<strong>en</strong> risicomijding, op resultaatsafhankelijke beloning <strong>en</strong> op de sam<strong>en</strong>stelling vanbestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong>. Besluitvormingsstrategieën om (te veel) conformisme,group polarization <strong>en</strong> groupthink teg<strong>en</strong> te gaan bij ingrijp<strong>en</strong>de besluit<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong>in elk bestuur <strong>en</strong> elke raad van commissariss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vast gebruik moet<strong>en</strong> zijn. Ik heb voorde vier categorieën van besluit<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong> op manier<strong>en</strong> om teg<strong>en</strong>wicht te bied<strong>en</strong> aan deinvloed van sociaalpsychologische factor<strong>en</strong> op deze besluit<strong>en</strong>. Daardoor kan bewerkstelligdword<strong>en</strong> dat aansprakelijkheidsvordering<strong>en</strong> die zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingesteld,ook word<strong>en</strong> ingesteld, dat risicovolle, maar optimale ondernemersbeslissing<strong>en</strong> word<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, dat de beloningsstructuur ge<strong>en</strong> prikkel geeft voor het flatter<strong>en</strong> van oliereservesof winstcijfers <strong>en</strong> dat geschikte kandidaat-bestuurders of -commissariss<strong>en</strong> die niet lijk<strong>en</strong>op zitt<strong>en</strong>de bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kans mak<strong>en</strong> op b<strong>en</strong>oeming.Lit e r a t u u rAsser-Maeijer 2000 (2-III)J.M.M. Maeijer, Mr. C. Asser’s handleiding tot de beoef<strong>en</strong>ing van het Nederlands burgerlijk recht. 2.Verteg<strong>en</strong>woordiging <strong>en</strong> rechtsperson<strong>en</strong>. Deel III. De naamloze <strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschap, Dev<strong>en</strong>ter:W.E.J. Tje<strong>en</strong>k Willink 2000.Assink 2007B.F. Assink, Rechterlijke toetsing van bestuurlijk gedrag, Kluwer: Dev<strong>en</strong>ter 2007Bainbridge 2002S.M. Bainbridge, ‘Why a board? Group decisionmaking in corporate governance’, Vanderbilt LawReview, 2002, p. 1-58.110 Het voorgaande laat natuurlijk onverlet dat kandidaat-bestuurders <strong>en</strong> -commissariss<strong>en</strong> wel bepaalde persoonlijke kwaliteit<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van die kwaliteit<strong>en</strong> is dat zij collegiaal in e<strong>en</strong> groep kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>.452Gies<strong>en</strong>_01.indb 52 20-5-2008 16:30:05


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>Bainbridge 2004S.M. Bainbridge, ‘The Business Judgm<strong>en</strong>t Rule as Abst<strong>en</strong>tion Doctrine, Vanderbilt Law Review2004 (53), p. 81-130.Barnard 2007J.W. Barnard, ‘More Wom<strong>en</strong> on Corporate Boards? Not So Fast’, Wm. & Mary J. Wom<strong>en</strong> & L.2006-2007 (13), p. 703-726.Baron/Kerr 2003R.S. Baron, N.L. Kerr, Group Process, Group Decision, Group Action, Buckingham-Philadelphia:Op<strong>en</strong> University Press 2003.Barros 2007D.B. Barros, ‘Group Size, Heterog<strong>en</strong>eity and Prosocial Behavior: Designing Legal Structures toFacilitate Cooperation in a Diverse Society’, http://ssrn.com/abstract=1015188.Beek<strong>en</strong>kamp 2002G.G. Beek<strong>en</strong>kamp, Presid<strong>en</strong>t-directeur<strong>en</strong>, posities <strong>en</strong> patron<strong>en</strong> – E<strong>en</strong> studie naar de rekruteringvan de leiders van de 250 grootste onderneming<strong>en</strong> in Nederland, Amsterdam: Aksant 2002.Black e.a. 2005B. Black, B. Cheffins, M. Klausner, ‘Liability Risk for Outside Directors: a Cross-Border Analysis’,11 European Financial Managem<strong>en</strong>t 2005, p. 153-171.Blinder/Morgan 2000A.S. Blinder, J. Morgan, ‘Are two heads better than one?: an experim<strong>en</strong>tal analysis of group vs.individual decisionmaking’, www.nber.org/papers/w7909.D<strong>en</strong> Boogert 2005M.W. d<strong>en</strong> Boogert, ‘De verget<strong>en</strong> band tuss<strong>en</strong> de raad van commissariss<strong>en</strong> <strong>en</strong> de algem<strong>en</strong>e vergadering;de Januskop van de commissaris’, Ondernemingsrecht 2005, p. 252-257.De Bos e.a. 2007aA. de Bos, M. Lückerath-Rovers, L. Quadackers, Nationaal Commissariss<strong>en</strong> Onderzoek 2007,Rifal: Rotterdam 2007.De Bos e.a. 2007bA. de Bos, M. Lückerath-Rovers, L. Quadackers, ‘Verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijkecommissariss<strong>en</strong>’, Goed Bestuur 2007, p. 17-24Brewer 1979M.B. Brewer, ‘In-group bias in the minimal intergroup situation: a cognitive-motivationalanalysis’, Psychological Bulletin 1979, p. 307-324.Buit<strong>en</strong>huis 2001R. Buit<strong>en</strong>huis, ‘Directeur<strong>en</strong> zijn tevred<strong>en</strong> maar word<strong>en</strong> vaak ontslag<strong>en</strong>’, Elan oktober 2001,p. 30-31.Buit<strong>en</strong>huis/Van Zant<strong>en</strong> 2001R. Buit<strong>en</strong>huis, M. van Zant<strong>en</strong>, ‘De verschill<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> ’m in de details’, Elan juli 2001, p. 42-46.453Gies<strong>en</strong>_01.indb 53 20-5-2008 16:30:05


M.J. KroezeCarter e.a. 2003D.A. Carter, B.J. Simkins, W.G. Simpson, ‘Corporate Governance, Board Diversity, and FirmValue’, The Financial Review 2003 (38), p. 33-53Catalyst 2007Catalyst, The Bottom Line: corporate performance and wom<strong>en</strong>’s repres<strong>en</strong>tation on boards, 2007http://www.catalyst.org/knowledge/bottomline2.shtml (geraadpleegd op 31 januari 2008).C<strong>en</strong>traal Planbureau 2004C<strong>en</strong>traal Planbureau, Macro Economische Verk<strong>en</strong>ning 2004, www.cpb.nl (geraadpleegd op28 januari 2008).Commissie Korthals Altes 1995Rapport van de Commissie Heroverweging Instrum<strong>en</strong>tarium Rechtshandhaving, Het recht t<strong>en</strong>uitvoer gelegd – Oude <strong>en</strong> nieuwe instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van rechtshandhaving, D<strong>en</strong> Haag: Ministerie vanJustitie 1995.Cox/Munsinger 1985J.D. Cox, H.C. Munsinger, ‘Bias in the Boardroom: Psychological Foundations and Legal Implicationsof Corporate Cohesion’, Law & Contemporary Problems 1985 (85), p. 83-135.Dallas 1997L.L. Dallas, ‘Proposals for reform of corporate boards of directors: the dual board and boardombudsperson’, Washington & Lee Law Review 1997, p. 92-146.Dallas 2002L.L. Dallas, ‘The new managerialism and diversity on corporate boards of directors’, Tulane lawreview 2002, p. 1363-1407.Van Duijn 2008J. van Duijn, ‘Bankaandel<strong>en</strong>’, De financiële Telegraaf, 19 januari 2008, www.dft.nl (geraadpleegdop 19 januari 2008).Farnsworth 2002W. Farnsworth, ‘The Legal regulation of self-serving bias’, http://ssrn.com/abstract=316628.Federal Reserve Board’s semiannual monetary policy report to the Congress 2003Testimony of Chairman Alan Gre<strong>en</strong>span, Federal Reserve Board’s semiannual monetary policyreport to the Congress, Before the Committee on Financial Services, U.S. House of Repres<strong>en</strong>tatives,15 July 2003 www.federalreserve.gov/boarddocs/hh/2003/july/testimony.htm (geraadpleegdop 28 januari 2008).F<strong>en</strong>nema/Heemskerk 2004M. F<strong>en</strong>nema, E. Heemskerk, ‘Het old boys-netwerk bestaat allang niet meer’, NRC Handelsblad8 januari 2004.Van der Grint<strong>en</strong> 1982W.C.L. van der Grint<strong>en</strong>, ‘De mythe van de aansprakelijkheid’, NV 1982, p. 201-202.454Gies<strong>en</strong>_01.indb 54 20-5-2008 16:30:05


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>Van der Grint<strong>en</strong> 2004W.C.L. van der Grint<strong>en</strong>, Verspreide geschrift<strong>en</strong> van W.C.L. van der Grint<strong>en</strong>, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer2004.Groβfeld 1973B. Groβfeld, International Encyclopedia of Comparitive Law, Volume XIII: Business and PrivateOrganizations, Chapter 4: Managem<strong>en</strong>t and Control of Marketable Share Companies, Tübing<strong>en</strong>1968.Haft 1981R.J. Haft, ‘Business decisions by the new board: behavioural sci<strong>en</strong>ce and corporate law’, MichiganLaw Review 1981, p. 1-67.Van Hezewijk 2001J. van Hezewijk, ‘Old boys network valt uite<strong>en</strong>’, Elan juli 2001, p. 24-32.Van Hezewijk/Van Zant<strong>en</strong> 2004J. van Hezewijk, M. van Zant<strong>en</strong>, ‘Old boys, no girls’, Elan oktober 2004, p. 14-19.Higgs 2003D. Higgs, ‘Review of the role and effectiv<strong>en</strong>ess of non-executive directors’,www.dti.gov.uk/cld/non_exec_review/.Honée 1979H.J.M.N. Honée, De b<strong>en</strong>oeming van commissariss<strong>en</strong> bij grote v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer1979.Jaarrapport 2007Monitoring Commissie Corporate Governance, Derde rapport over de naleving van de Nederlandsecorporate governance code, December 2007 http://www.commissiecorporategovernance.nl/page/downloads/MC_Nalevingsrapport_2007_.pdf.De Jongh 1987E.D.J. de Jongh, Verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> sociologische verk<strong>en</strong>ning naar de positie vande Raad van Commissariss<strong>en</strong> in zijn relatie tot directie <strong>en</strong> ondernemingsraad van structuurv<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>,Leid<strong>en</strong>: St<strong>en</strong>fert Kroese 1987.De Jongh 1992E.D.J. de Jongh, Heeft de raad van commissariss<strong>en</strong> nog vrag<strong>en</strong>?, Kamp<strong>en</strong>: Kok 1992.Kisch 1940I. Kisch, ‘De minderheidsrecht<strong>en</strong> van d<strong>en</strong> aandeelhouder in de naamloze v<strong>en</strong>nootschap’, NV1940/1941, p. 35-41, p. 68-72 <strong>en</strong> p. 101-104.Van der Knoop 1991J. van der Knoop, Tuss<strong>en</strong> toeschouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> meestur<strong>en</strong> – De rol van commissariss<strong>en</strong> in <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> grotev<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> (diss. Groning<strong>en</strong>), Amsterdam: S.I. 1991.Kroeze 2004M.J. Kroeze, Afgeleide schade <strong>en</strong> afgeleide actie, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2004.455Gies<strong>en</strong>_01.indb 55 20-5-2008 16:30:05


M.J. KroezeKroeze 2005M.J. Kroeze, Bange bestuurders, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2005.Lorsch/MacIver 1989J.W. Lorsch, E. MacIver, Pawns or pot<strong>en</strong>tates: the reality of America’s corporate boards, Boston:Harvard Business School Press 1989.Löw<strong>en</strong>steyn 1959F.J.W. Löw<strong>en</strong>steyn, Wez<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevoegdheid van het bestuur van de ver<strong>en</strong>iging <strong>en</strong> de naamloze v<strong>en</strong>nootschap,Zwolle: Tje<strong>en</strong>k Willink 1959.Lückerath-Rovers 2007M. Lückerath-Rovers, ‘Vrouw<strong>en</strong> aan top <strong>en</strong> r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t’, Het Financieele Dagblad 23 oktober2007.Van Man<strong>en</strong> 1999J.A. van Man<strong>en</strong>, Monitor in het belang van de v<strong>en</strong>nootschap (diss. Groning<strong>en</strong>), D<strong>en</strong> Haag: Elsevierbedrijfsinformatie 1999.MacLeod Heminway 2007J. MacLeod Heminway, ‘Sex, Trust, and Corporate Boards’, http://ssrn.com/abstract=981306.McDonnel 2004B.H. McDonnel, ‘Sarbanes-Oxley, Fiduciary Duties, and The Conduct of Officers and Directors,http://ssrn.com/abstract=570321.Meert<strong>en</strong>s/Von Grumbkow 1992R.W. Meert<strong>en</strong>s, J. von Grumbkow (red.), Sociale psychologie, tweede, geheel herzi<strong>en</strong>e druk, Groning<strong>en</strong>:Wolters-Noordhoff 1992.Moore e.a. 2002D.A. Moore, G. Loew<strong>en</strong>stein & M.H. Bazerman, ‘Auditor indep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ce, conflict ofinterest, and the unconscious intrusion of bias’, http://ssrn.com/abstract_id=324261.Poole/Billingsley 1989M.S. Poole, J. Billingsley, ‘The structuring of dyadic decisions,’ in: D. Brinberg, J. Jaccard (ed.),Dyadic decision making, New York – Berlin – Heidelberg – London – Paris – Tokyo 1989.Rose 2007C. Rose, ‘Does female board repres<strong>en</strong>tation influ<strong>en</strong>ce firm performance? The Danish evid<strong>en</strong>ce’,Corporate Governance: An International Review 2007 (15), p. 404-413.Scho<strong>en</strong>makers 2002J. Scho<strong>en</strong>makers, ‘Commissariss<strong>en</strong> onder vuur’, Elan juli 2002, p. 12-16.Simmel 1950G. Simmel, The sociology of Georg Simmel, K. Wolff (ed.), New York 1950.456Gies<strong>en</strong>_01.indb 56 20-5-2008 16:30:05


Sociale psychologie <strong>en</strong> besluitvorming in v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>Smith 2005N. Smith, V. Smith, M. Verner, ‘Do Wom<strong>en</strong> in Top Managem<strong>en</strong>t Affect Firm Performance? APanel Study of 2500 Danish Firms http://ssrn.com/abstract=780910 (geraadpleegd op 31 januari2008).Summer 1906W.G. Summer, Folkways, Boston: Ginn 1906.Taylor e.a. 2003S.E. Taylor, L.A. Peplau, D.O. Sears, Social psychology, 11 th edition, New Jersey 2003: Upper SaddelRiver.Thompson/Thomas 2002R.B. Thompson, R.S. Thomas, ‘Shareholder litigation: re-examining the balance betwe<strong>en</strong> litigationag<strong>en</strong>cy costs and managem<strong>en</strong>t ag<strong>en</strong>cy costs’, http://ssrn.com/abstract=336162 (geraadpleegdop 28 januari 2008).Timmerman 1995L. Timmerman, Di<strong>en</strong>t de rechter voor e<strong>en</strong> rechtspersoon besluit<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong>? In: Knelpunt<strong>en</strong>in de v<strong>en</strong>nootschapswetgeving, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 1995.Timmerman 2003L. Timmerman, ‘Toetsing van ondernemingsbeleid door de rechter, mede in rechtsvergelijk<strong>en</strong>dperspectief’, Ondernemingsrecht 2003, p. 555-562.Turner 1991J.C. Turner, Social Influ<strong>en</strong>ce, Buckingham – Philadelphia: Op<strong>en</strong> University Press 1991.Ulmer 1999P. Ulmer, ‘Die Aktionärsklage als Instrum<strong>en</strong>t zur Kontrolle des Vorstands- und Aufsichtsratshandelns– Vor dem Hintergrund der US-Erfahrung<strong>en</strong> mit der shareholders’ derivative action’, ZHR1999, p. 290-342.Vinke 1961P. Vinke, De maatschappelijke plaats <strong>en</strong> herkomst der directeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong> van de op<strong>en</strong><strong>en</strong> daarmede vergelijkbare beslot<strong>en</strong> naamloze v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> sociologisch onderzoek (diss.Amsterdam UvA), Leid<strong>en</strong>: St<strong>en</strong>fert Kroese 1961.Vonk 2001R. Vonk e.a., Cognitieve sociale psychologie – Psychologie van het dagelijks d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> do<strong>en</strong>, tweededruk, Utrecht: LEMMA 2001.Westphal/Zajac 1995J.D. Westphal & E.J. Zajac, ‘Who shall govern? CEO/board power, demographic similarity, andnew director selection’, Admin.Sci.Q. 1995 (40), p. 60-83.Van Zant<strong>en</strong> 1997M. van Zant<strong>en</strong>, ‘Onze cultuuruitgangspunt<strong>en</strong> zijn honderd keer beter dan de Shell-code’, Elan juli1997, p. 10-15.457Gies<strong>en</strong>_01.indb 57 20-5-2008 16:30:05


M.J. KroezeVan Zant<strong>en</strong> 2002aM. van Zant<strong>en</strong>, ‘De zwarte lijst’, Elan maart 2002, p. 28-32.Van Zant<strong>en</strong> 2002bM. van Zant<strong>en</strong>, ‘Lichtzinnig jawoord’, Elan januari 2002, p. 22-26.Van Zant<strong>en</strong> 2002cM. van Zant<strong>en</strong>, ‘Loon naar werk<strong>en</strong>’, Elan mei 2002, p. 36-39.458Gies<strong>en</strong>_01.indb 58 20-5-2008 16:30:05


Insolv<strong>en</strong>tierechtGies<strong>en</strong>_01.indb 1 20-5-2008 16:30:05


Gies<strong>en</strong>_01.indb 2 20-5-2008 16:30:05


<strong>Hoofdstuk</strong> 18Calculer<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>G. van Dijck 1 m.m.v. H. Lamers 2Sa m e n v a t t i n gDeze bijdrage richt zich op vorm<strong>en</strong> van schuldeisersb<strong>en</strong>adeling. De (on)geoorloofdheiddaarvan wordt beoordeeld aan de hand van, onder andere, de regels omtr<strong>en</strong>t k<strong>en</strong>nelijkonbehoorlijk bestuur, de onrechtmatige daad <strong>en</strong> de faillissem<strong>en</strong>tspauliana. Het is nietbek<strong>en</strong>d in hoeverre deze regels overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> met de opvatting<strong>en</strong> van deg<strong>en</strong><strong>en</strong> waarop d<strong>en</strong>orm betrekking heeft over wat is toegestaan <strong>en</strong> wat niet. Ook is nog weinig bek<strong>en</strong>d overde invloed van die regels op het gedrag van de deg<strong>en</strong><strong>en</strong> tot wie de norm zich richt. De vraagdie in deze bijdrage c<strong>en</strong>traal staat, is in hoeverre inzicht<strong>en</strong> uit gedragswet<strong>en</strong>schappelijkestudies meer zicht geeft op deze aspect<strong>en</strong>.1 Wa a r s c h u w i n g v o o r a fHet ‘vertal<strong>en</strong>’ van gedragswet<strong>en</strong>schappelijke inzicht<strong>en</strong> naar de juridische wereld is nietzonder gevaar. Het risico bestaat dat (te) vergaande conclusies word<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan dieinzicht<strong>en</strong>, terwijl vraagtek<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geplaatst bij de vergelijkbaarheid. Dezeproblematiek doet zich ook voor bij rechtsvergelijk<strong>en</strong>de studies, maar daarmee is juridischonderzoek inmiddels bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> vertrouwd. Betrekkelijk nieuw is echter het gebruik vangedrags- dan wel sociaalwet<strong>en</strong>schappelijke gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong> om bestaande opvatting<strong>en</strong>te nuancer<strong>en</strong>, nieuwe argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan het licht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> of bestaande (juridische)problem<strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong>. Ook hier bestaat het gevaar dat te vergaande conclusies1 Als onderzoeker verbond<strong>en</strong> aan het Tilburg Institute for Interdisciplinary Studies of Civil Law and Conflict ResolutionSystems (TISCO) <strong>en</strong> de Research Group for Methodology of Law and Legal Research van de Universiteit van Tilburg.2 Als advocaat-stagiaire werkzaam bij Boels Zanders Advocat<strong>en</strong> te Roermond. Zij geeft in haar scriptie e<strong>en</strong> actuele beschrijvingvan punitive damages in de VS, zie H. Lamers, Boete op paulianeuze handeling<strong>en</strong>? (doctoraalscriptie Tilburg),2007. In par. 5.3 is gebruikgemaakt van de informatie die zij verzamelde.461Gies<strong>en</strong>_01.indb 3 20-5-2008 16:30:05


word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> uit de gebruikte informatie. Op dit aspect heeft deze bijdrage betrekking.De insteek is in de eerste plaats e<strong>en</strong> methodische verk<strong>en</strong>ning van het vertal<strong>en</strong> vaninzicht<strong>en</strong> uit gedragswet<strong>en</strong>schappelijke studies naar het juridische domein: in hoeverreleidt dit tot aanpassing van bestaande juridische theorieën <strong>en</strong> veronderstelling<strong>en</strong>?2 Ve r a n t w o o r d i n gDeze bijdrage richt zich op vorm<strong>en</strong> van schuldeisersb<strong>en</strong>adeling. Het gaat hierbij omrechtshandeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedraging<strong>en</strong> die in de aanloop naar e<strong>en</strong> faillissem<strong>en</strong>t plaatsvind<strong>en</strong><strong>en</strong> die in juridische zin niet door de beugel kunn<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> hiervan zijn gevall<strong>en</strong>waarin de schuld<strong>en</strong>aar zijn bezitting<strong>en</strong> verkoopt voor e<strong>en</strong> veel lagere prijs dan dat zewaard zijn, waarin er kort vóór het faillissem<strong>en</strong>t zekerheidsrecht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevestigd ofwaarin de gefailleerde schuld<strong>en</strong>aar de <strong>en</strong>e schuldeiser wél betaalt <strong>en</strong> andere schuldeisersniet.Er bestaat e<strong>en</strong> scala aan mogelijkhed<strong>en</strong> om dergelijke situaties te beoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong>, zonodig, aan te pakk<strong>en</strong>. Het Nederlandse <strong>privaatrecht</strong> k<strong>en</strong>t de rechtsfigur<strong>en</strong> van de faillissem<strong>en</strong>tspauliana(art. 42-51 Fw), bestuurdersaansprakelijkheid weg<strong>en</strong>s k<strong>en</strong>nelijk onbehoorlijkbestuur (art. 2:238/248 BW), verrek<strong>en</strong>ing (art. 53-54 Fw), de aansprakelijkheidweg<strong>en</strong>s selectieve betaling <strong>en</strong> de doorbraak van aansprakelijkheid (art. 6:162 BW).Over deze norm<strong>en</strong> is al het nodige bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong>. De publicaties zi<strong>en</strong> vooralop het toepass<strong>en</strong> <strong>en</strong> bekritiser<strong>en</strong> van uitsprak<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> die zich binn<strong>en</strong> hetrechtsgebied afspel<strong>en</strong> dan wel zich hebb<strong>en</strong> afgespeeld. 3 Op het gebied van schuldeisersb<strong>en</strong>adelingbestaat nauwelijks informatie over de gedragseffect<strong>en</strong> van de regels, dat wilzegg<strong>en</strong>, de invloed die het bestaan of de toepassing van de regels heeft op het gedrag vandeg<strong>en</strong><strong>en</strong> op wie de norm van toepassing is. Voor zover deze gedragseffect<strong>en</strong> er zijn, blijfthet vaak bij aanwijzing<strong>en</strong>, verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> veronderstelling<strong>en</strong>. Mogelijk di<strong>en</strong><strong>en</strong> dezete word<strong>en</strong> bijgesteld, of zelfs te word<strong>en</strong> verworp<strong>en</strong>. Het doel van deze bijdrage is omte onderzoek<strong>en</strong> of gedragswet<strong>en</strong>schappelijke studies inzicht<strong>en</strong> oplever<strong>en</strong> die bruikbaar<strong>en</strong> relevant (kunn<strong>en</strong>) zijn in het juridische onderzoek. Leidt deze kruisbestuiving totandere, misschi<strong>en</strong> zelfs betere, inzicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> theorieën? De vraag die in deze bijdragec<strong>en</strong>traal staat, luidt dan ook:In hoeverre kom<strong>en</strong> de regels omtr<strong>en</strong>t schuldeisersb<strong>en</strong>adeling overe<strong>en</strong> metde opvatting<strong>en</strong> van deg<strong>en</strong><strong>en</strong> waarop de norm betrekking heeft over wat istoegestaan <strong>en</strong> wat niet, <strong>en</strong> wat is de invloed van die regels op het gedrag vandeg<strong>en</strong><strong>en</strong> waarop zij betrekking hebb<strong>en</strong>?3 Voor verdere verwijzing<strong>en</strong> zie bijvoorbeeld de bronn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd in par. 3.462Gies<strong>en</strong>_01.indb 4 20-5-2008 16:30:06


Calculer<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>Bij de beantwoording van deze vraag wordt de rode draad van deze bundel gevolgd.C<strong>en</strong>traal staat de aansluiting van regels bij hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> werkelijk zijn <strong>en</strong> hoe zij zichgedrag<strong>en</strong>, alsmede de invloed van het <strong>privaatrecht</strong> op het gedrag van deg<strong>en</strong>e tot wie het<strong>privaatrecht</strong> zich richt. Deze invloed speelt op twee niveaus. Het eerste niveau richt zichop de vraag welke invloed de bestaande regels hebb<strong>en</strong> op het gedrag van deg<strong>en</strong><strong>en</strong> dieaan de norm zijn onderworp<strong>en</strong> (par. 4). Het tweede niveau ziet op gedragsverandering.Met andere woord<strong>en</strong>, leidt aanpassing van de regels tot ander gedrag (par. 5)? Nadat hetvoorgaande in kaart is gebracht, vindt de terugkoppeling plaats: wat lever<strong>en</strong> gedragswet<strong>en</strong>schappelijkestudies op t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de gedragseffect<strong>en</strong> van de norm<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>tschuldeisersb<strong>en</strong>adeling (par. 6)? De analyse begint echter met het (beknopt) beschrijv<strong>en</strong>van het object van onderzoek: de norm<strong>en</strong> waarmee situaties van schuldeisersb<strong>en</strong>adelingkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld (par. 3). 43 No r m e n v o o r s c h u l d e i s e r s b e n a d e l i n g3.1 Faillissem<strong>en</strong>tspauliana 5De faillissem<strong>en</strong>tspauliana kan word<strong>en</strong> ingeroep<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> person<strong>en</strong> die rechtshandeling<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> verricht met de (gefailleerde) schuld<strong>en</strong>aar. Als e<strong>en</strong> beroep op de faillissem<strong>en</strong>tspaulianaslaagt, is vernietiging het rechtsgevolg. Dit houdt in dat deg<strong>en</strong>e die e<strong>en</strong>goed op paulianeuze wijze aan het vermog<strong>en</strong> van de (gefailleerde) schuld<strong>en</strong>aar heeftonttrokk<strong>en</strong>, het goed moet teruggev<strong>en</strong>. Het goed vloeit dan terug in de boedel, zodat hetkan word<strong>en</strong> verdeeld onder de schuldeisers van de gefailleerde schuld<strong>en</strong>aar.Er bestaan twee vorm<strong>en</strong> van de faillissem<strong>en</strong>tspauliana. Artikel 42-45 Fw ziet, kortgezegd, op de gevall<strong>en</strong> waarin sprake is van e<strong>en</strong> onverplichte rechtshandeling. Het gaatdan bijvoorbeeld om e<strong>en</strong> verkoop ver b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de werkelijke waarde, om e<strong>en</strong> ‘plotse’zekerheidsstelling of om e<strong>en</strong> betaling waaraan ge<strong>en</strong> opeisbare verplichting t<strong>en</strong> grondslaglag. Om e<strong>en</strong> onverplichte rechtshandeling aan te kunn<strong>en</strong> tast<strong>en</strong>, is vereist dat de rechtshandelingb<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>d is voor de schuldeisers in faillissem<strong>en</strong>t. Voorts moet het voor deschuld<strong>en</strong>aar <strong>en</strong> zijn wederpartij, t<strong>en</strong> tijde van de rechtshandeling, k<strong>en</strong>baar zijn geweestdat de rechtshandeling b<strong>en</strong>adeling tot gevolg zou hebb<strong>en</strong>.Voor het aantast<strong>en</strong> van verplichte handeling<strong>en</strong>, zoals betaling<strong>en</strong> van factur<strong>en</strong>, geld<strong>en</strong>zwaardere eis<strong>en</strong>. Daarvoor, zo bepaalt artikel 47 Fw, moet de wederpartij t<strong>en</strong> tijde vande handeling hebb<strong>en</strong> gewet<strong>en</strong> dat het faillissem<strong>en</strong>t van de schuld<strong>en</strong>aar zou word<strong>en</strong> aangevraagd.E<strong>en</strong> andere mogelijkheid is dat de rechtshandeling het gevolg is geweest van4 Deze bespreking is summier. Voor meer informatie wordt verwez<strong>en</strong> naar de verschill<strong>en</strong>de handboek<strong>en</strong>.5 Voor meer informatie <strong>en</strong> voor verdere verwijzing<strong>en</strong> zie onder meer de verschill<strong>en</strong>de handboek<strong>en</strong>, bijvoorbeeld Polak/Pannevis 2005; Polak-Wessels 2003 (III).463Gies<strong>en</strong>_01.indb 5 20-5-2008 16:30:06


overleg tuss<strong>en</strong> de schuld<strong>en</strong>aar <strong>en</strong> zijn wederpartij, met als doel die <strong>en</strong>e schuldeiser bov<strong>en</strong>andere te bevoordel<strong>en</strong>.3.2 Bestuurdersaansprakelijkheid (weg<strong>en</strong>s k<strong>en</strong>nelijk onbehoorlijk bestuur) 6De regels omtr<strong>en</strong>t k<strong>en</strong>nelijk onbehoorlijk bestuur zijn vastgelegd in artikel 2:238/2:248BW. Daarin staat dat e<strong>en</strong> bestuurder van e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschap (bv of nv) aansprakelijk isvoor het faillissem<strong>en</strong>tstekort indi<strong>en</strong> sprake is van onbehoorlijk bestuur én het onbehoorlijkebestuur e<strong>en</strong> belangrijke oorzaak is van het faillissem<strong>en</strong>t. Als voorbeeld<strong>en</strong> vank<strong>en</strong>nelijk onbehoorlijk bestuur kunn<strong>en</strong> onder andere word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd het nem<strong>en</strong> vanbeslissing<strong>en</strong> met vergaande financiële consequ<strong>en</strong>ties zonder behoorlijke voorbereiding,het nalat<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onderzoek naar de kredietwaardigheid van contractspartners metwie m<strong>en</strong> belangrijke zak<strong>en</strong> doet, het niet tijdig indekk<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> duidelijk voorzi<strong>en</strong>barerisico’s <strong>en</strong> het onvoldo<strong>en</strong>de informer<strong>en</strong> van commissariss<strong>en</strong>. 7 Indi<strong>en</strong> dergelijk onbehoorlijkbestuur e<strong>en</strong> belangrijke oorzaak is van het faillissem<strong>en</strong>t, zijn schuldeisers b<strong>en</strong>adeeld,zo is de gedachte.Paulianeuze handeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> onbehoorlijk bestuur kunn<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s als ongeoorloofdword<strong>en</strong> gekwalificeerd aan de hand van artikel 6:162 BW. 8 Voorts ziet de onrechtmatigedaad op situaties waarin sprake is van selectieve betaling<strong>en</strong> – situaties waarin sommigeschuldeisers wél <strong>en</strong> andere welbewust niet word<strong>en</strong> betaald – of van aansprakelijkheidbinn<strong>en</strong> concernverband, ook wel aangeduid als doorbraak van aansprakelijkheid. 9 Ookop deze grondslag kan e<strong>en</strong> bestuurder, feitelijk leidinggev<strong>en</strong>de of zelfs e<strong>en</strong> aandeelhouderaansprakelijk zijn voor schade die door zijn of haar toedo<strong>en</strong> is veroorzaakt aan schuldeisersvan de v<strong>en</strong>nootschap.Onbehoorlijk bestuur wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> als ge<strong>en</strong> redelijk d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>d bestuurder aldusgehandeld zou hebb<strong>en</strong>. 10 Deze functionele vergelijking wordt zo uitgelegd dat debestuurder e<strong>en</strong> ernstig verwijt moet word<strong>en</strong> gemaakt wil deze aansprakelijk zijn. Ermoet, met andere woord<strong>en</strong>, sprake zijn van roekeloos, lichtzinnig, onbezonn<strong>en</strong> <strong>en</strong>onverantwoordelijk gedrag. 11 In deze term<strong>en</strong> komt tot uitdrukking dat de ondernemere<strong>en</strong> relatief grote vrijheid wordt gegund om beslissing<strong>en</strong> <strong>en</strong> soms zelfs risico’s te nem<strong>en</strong>,in de wet<strong>en</strong>schap dat deze negatief kunn<strong>en</strong>, maar hopelijk positief zull<strong>en</strong>, uitpakk<strong>en</strong> voorschuldeisers.6 Voor meer informatie <strong>en</strong> voor verdere verwijzing<strong>en</strong> zie onder meer Asser-Maeijer 2000 (2-III), nr. 326 e.v.7 Zie Asser-Maeijer 2000 (2-III), nr. 328 <strong>en</strong> Wezeman 1998, p. 285 e.v., onder verwijzing naar jurisprud<strong>en</strong>tie.8 HR 16 juni 2000, NJ 2000, 578 (Van Door<strong>en</strong> q.q./ABN Amro I).9 Voor e<strong>en</strong> uitgebreid overzicht van literatuur <strong>en</strong> jurisprud<strong>en</strong>tie op dit punt zie Asser-Maeijer 2000 (2-III), nr. 620 e.v. <strong>en</strong>Wezeman 1998, p. 285 e.v.10 HR 7 juni 1996, NJ 1996, 695 (Ontvanger/Van Zooling<strong>en</strong>) <strong>en</strong> HR 8 juni 2001, NJ 2001, 454 (Gilhuis/H.).11 HR 8 juni 2001, NJ 2001, 454 (Gilhuis/H.), alsmede Handeling<strong>en</strong> II, 16 631, 1985, p. 6337.464Gies<strong>en</strong>_01.indb 6 20-5-2008 16:30:06


Calculer<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>Deze gedachte komt tev<strong>en</strong>s terug bij de regels over selectieve betaling, waarbij aansprakelijkheidpas wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> het gaat om het bewust <strong>en</strong> op basis van subjectievefactor<strong>en</strong> achterstell<strong>en</strong> van de vordering van één van de schuldeisers bij de vordering<strong>en</strong>van andere schuldeisers. 12 Hier schuilt de ondernemersvrijheid in de term ‘subjectievefactor<strong>en</strong>’, die impliceert dat selectieve betaling<strong>en</strong> zijn toegestaan indi<strong>en</strong> ze zijn ingegev<strong>en</strong>door bedrijfseconomische overweging<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld hiervan is de situatie waarin deschuldeiser die wordt betaald e<strong>en</strong> belangrijke handelspartner is van de schuld<strong>en</strong>aar.4 Ge d r ag s e f f e c t e n b e s t a a n d e r e g e l s4.1 Literatuur betreff<strong>en</strong>de schuldeisersb<strong>en</strong>adelingUit de literatuur die betrekking heeft op schuldeisersb<strong>en</strong>adeling <strong>en</strong> die gerelateerd kanword<strong>en</strong> aan ev<strong>en</strong>tuele gedragseffect<strong>en</strong>, kan e<strong>en</strong> aantal vermoed<strong>en</strong>s of veronderstelling<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gedistilleerd. E<strong>en</strong> weergave hiervan volgt hierna.Opvatting<strong>en</strong> van ondernemersT<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van bestuurdersaansprakelijkheid stelt Kroeze, onder verwijzing naar e<strong>en</strong>aantal onderzoek<strong>en</strong>, 13 dat ondernemers zelf m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat hun aansprakelijkheid te vergaat. 14 Voorts geeft (iets) meer dan 50% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan dat zij het idee hebb<strong>en</strong>dat hun handel<strong>en</strong> is veranderd door ontwikkeling<strong>en</strong> op het gebied van verantwoordelijkheid<strong>en</strong> aansprakelijkheid, <strong>en</strong> dat het aansprakelijkheidsrisico is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Als belangrijksteoorzak<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> zij daarbij op de – gepercipieerde of veronderstelde – str<strong>en</strong>gerewet- <strong>en</strong> regelgeving <strong>en</strong> veranderde rechtspraak, de kritischer opstelling van media <strong>en</strong>maatschappij, alsmede de groei<strong>en</strong>de claimcultuur. In dat verband verwijst Kroeze ooknaar uitsprak<strong>en</strong> van bestuurders <strong>en</strong> berichtgeving in de media over het – verme<strong>en</strong>de –risicomijd<strong>en</strong>d ondernemersklimaat <strong>en</strong> naar de beperkte beschikbaarheid van geschiktebestuurders; het zou voor ‘headhunters’ steeds moeilijker zijn om geschikte bestuurderste vind<strong>en</strong>. Kroeze ziet in deze ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> aanleiding om teveronderstell<strong>en</strong> dat ondernemers zich meer door angst voor aansprakelijkheid <strong>en</strong> reputatieverlieslat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dan w<strong>en</strong>selijk is. 1512 HR 12 juni 1998, NJ 1988, 727 (Coral/Stalt). Zie voorts Delfos-Roy 2007; Mell<strong>en</strong>bergh 2003; Verstijl<strong>en</strong> 1999.13 Corporate Board Member Europe, Board insights 2004; What Europe’s board directors think, p. 8; PWC, Managingrisk: an assessm<strong>en</strong>t of CEO preparedness, 7th Annual Global CEO Survey, 2004, p. 15. Voorts verwijst Kroeze naaronderzoek van het Nederlands C<strong>en</strong>trum van Directeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> Commissariss<strong>en</strong> (2004). Navraag bij het NCD leert dat ditonderzoek niet (langer) te achterhal<strong>en</strong> is.14 Kroeze 2005, p. 6.15 Kroeze 2005.465Gies<strong>en</strong>_01.indb 7 20-5-2008 16:30:06


Hindsight biasDe invloed van de bestaande regels omtr<strong>en</strong>t schuldeisersb<strong>en</strong>adeling kan voorts word<strong>en</strong>onderzocht door te bezi<strong>en</strong> of de toepassing ervan gevolg<strong>en</strong> heeft voor het gedrag vanrechters <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> normatieve uitspraak moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> over de b<strong>en</strong>adeling. VanBoom <strong>en</strong> Kroeze beschrijv<strong>en</strong> aan de hand van psychologisch onderzoek de zog<strong>en</strong>oemdehindsight bias. Dit is het verschijnsel dat iedere<strong>en</strong> die moet oordel<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> handelingwaarvan de gevolg<strong>en</strong> al bek<strong>en</strong>d zijn, zoals in het geval van rechters, die handeling beoordeeltin het licht van die gevolg<strong>en</strong>. 16Ter illustratie beschrijft Kroeze Amerikaans onderzoek waarbij aan geschikte juryled<strong>en</strong>was gevraagd om te beoordel<strong>en</strong> of (1) het waarschijnlijk was dat de desastreuzegevolg<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> intred<strong>en</strong> <strong>en</strong> (2) of de gedraging in kwestie roekeloos was. Hetzelfdewerd gevraagd aan e<strong>en</strong> andere groep van geschikte juryled<strong>en</strong>, met dit verschil dat aanh<strong>en</strong> ook de desastreuze gevolg<strong>en</strong> war<strong>en</strong> verteld. In laatstg<strong>en</strong>oemde groep dacht 59% dathet waarschijnlijk was dat de desastreuze gevolg<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> intred<strong>en</strong> als gevolg van degedraging, teg<strong>en</strong>over 34% in de groep waarin de gevolg<strong>en</strong> niet war<strong>en</strong> verteld. Ook deroekeloosheid werd wez<strong>en</strong>lijk anders geschat: 67% (bek<strong>en</strong>d met de gevolg<strong>en</strong>) teg<strong>en</strong>over33% (onbek<strong>en</strong>d met de gevolg<strong>en</strong>).Het toepass<strong>en</strong> van de hindsight bias op situaties waarin schuldeisers word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adeeld,doet vermoed<strong>en</strong> dat de afloop – het faillissem<strong>en</strong>t – het oordeel over het gedrag in belangrijkemate beïnvloedt. Dit betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> ernstig verwijt wellicht eerder zal word<strong>en</strong>aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dan strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijk zou zijn.Doorwerking juridische adviseringUitsprak<strong>en</strong> van rechters die zijn gedaan onder invloed van deze hindsight bias, kunn<strong>en</strong>doorwerk<strong>en</strong> in de adviez<strong>en</strong> die advocat<strong>en</strong> of adviseurs vestrekk<strong>en</strong> aan hun cliënt<strong>en</strong>. VanDaal heeft gesteld dat advocat<strong>en</strong> met regelmaat hun cliënt onterecht adviser<strong>en</strong> om ge<strong>en</strong>betaling<strong>en</strong> meer te do<strong>en</strong> aan schuldeisers. Zij adviser<strong>en</strong>, met andere woord<strong>en</strong>, om niet hetrisico te nem<strong>en</strong> later aansprakelijk te word<strong>en</strong> gesteld weg<strong>en</strong>s onbehoorlijk bestuur, paulianeushandel<strong>en</strong> of het verricht<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> selectieve betaling, terwijl de handeling striktg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door de beugel had gekund. 17 Daarmee hebb<strong>en</strong> de regels omtr<strong>en</strong>t schuldeisersb<strong>en</strong>adelingop dit punt, zo kan word<strong>en</strong> vermoed, e<strong>en</strong> indirect gedragseffect. Immers, doorop basis van e<strong>en</strong> norm te adviser<strong>en</strong> die onderhevig is (kan zijn) geweest aan de hindsightbias, beïnvloedt de advocaat de beslissing van de ondernemer of bestuurder. Hierbij moetechter word<strong>en</strong> bedacht dat de gedragseffect<strong>en</strong> slechts optred<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> beperkte groep.Niet iedere ondernemer of bestuurder raadpleegt e<strong>en</strong> advocaat of adviseur.16 Van Boom 2003a, p. 14 e.v.; Kroeze 2005, p. 17.17 Van Daal 2005.466Gies<strong>en</strong>_01.indb 8 20-5-2008 16:30:06


Calculer<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>Faillissem<strong>en</strong>tspauliana: juridisch jargon versus maatschappelijk taalgebruikEr zijn met betrekking tot de faillissem<strong>en</strong>tspauliana empirische gegev<strong>en</strong>s beschikbaaraan de hand waarvan e<strong>en</strong> indruk kan word<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong> van hoe het onderscheid tuss<strong>en</strong>e<strong>en</strong> verplichte <strong>en</strong> e<strong>en</strong> onverplichte rechtshandeling wordt gepercipieerd. 18Het empirisch onderzoek dat is verricht bestond uit kwantitatief (<strong>en</strong>quête) <strong>en</strong> kwalitatief(focusgroep<strong>en</strong>) onderzoek. 19 Uit de <strong>en</strong>quêteresultat<strong>en</strong> bleek dat het overgrote deel van deinsolv<strong>en</strong>tierechtspecialist<strong>en</strong> (ca. 75%-80%) me<strong>en</strong>t dat het duidelijk is wanneer e<strong>en</strong> rechtshandelingals verplicht of onverplicht di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> gekwalificeerd <strong>en</strong> dat curator<strong>en</strong>,naar eig<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>, doorgaans weinig moeite hebb<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> handeling (in e<strong>en</strong> concretesituatie) als verplicht of onverplicht te kwalificer<strong>en</strong>. 20 Wat verraste, was dat volg<strong>en</strong>s 36%van de geënquêteerde curator<strong>en</strong> (heel) vaak geschill<strong>en</strong> ontstaan over de kwalificatie vane<strong>en</strong> rechtshandeling. Bij advocat<strong>en</strong> van wederpartij<strong>en</strong> ligt dit perc<strong>en</strong>tage zelfs 15% hoger(51%). 21In de focusgroep<strong>en</strong> is gezocht naar e<strong>en</strong> verklaring voor deze opmerkelijke uitkomst. Deaanwezig<strong>en</strong> steld<strong>en</strong> vast dat e<strong>en</strong> deel van de conflict<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> verklaard door deomstandigheid dat er e<strong>en</strong> grote discrepantie bestaat tuss<strong>en</strong> wat e<strong>en</strong> MKB-er vindt dat hijverplicht is om te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat juridisch gezi<strong>en</strong> verplicht is. Voor jurist<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> rechtshandelingverplicht verricht indi<strong>en</strong> er t<strong>en</strong> tijde van het verricht<strong>en</strong> van de rechtshandeling(1) e<strong>en</strong> rechtsgrond bestond voor het verricht<strong>en</strong> van de aan te tast<strong>en</strong> handeling <strong>en</strong> (2)de daaruit voortvloei<strong>en</strong>de verplichting opeisbaar was. Onverplicht zijn de rechtshandeling<strong>en</strong>die niet aan e<strong>en</strong> van deze twee (of beide) eis<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>.Met name MKB-ers – daarop hadd<strong>en</strong> de uitsprak<strong>en</strong> van de deelnemers aan de focusgroepvaak betrekking – met weinig of ge<strong>en</strong> juridische voork<strong>en</strong>nis, blijk<strong>en</strong> de (on)geoorloofdheidanders te beoordel<strong>en</strong> dan de insolv<strong>en</strong>tierechtspecialist. Zo verwer<strong>en</strong> ‘lek<strong>en</strong>’ zich nogale<strong>en</strong>s met de stelling ‘ik kon niet anders’, daarmee bedoel<strong>en</strong>de dat de rechtshandelingfeitelijk, <strong>en</strong> daarmee juridisch, verplicht is verricht.Verder, zo bleek in de focusgroep<strong>en</strong>, vere<strong>en</strong>zelvig<strong>en</strong> ondernemers zich vaak met deonderneming. In de top van (grote) onderneming<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong> ondernemers verschill<strong>en</strong>dev<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> geconsolideerde e<strong>en</strong>heid. Het komt dan ook voordat tuss<strong>en</strong> groepsv<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing-courantverhouding<strong>en</strong> bestaan waar ge<strong>en</strong>rechtsgrond aan t<strong>en</strong> grondslag ligt. Voor jurist<strong>en</strong> zijn betaling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> groepsv<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>in deze situatie onverplicht verricht, terwijl de schuld<strong>en</strong>aar <strong>en</strong> zijn wederpartijze als verplicht verricht beschouw<strong>en</strong>. Voorts begrijp<strong>en</strong> wederpartij<strong>en</strong> die door de curatorword<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong> omdat ze paulianeus zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gehandeld, vaak niet dat ze18 Van Dijck 2006a <strong>en</strong> Van Dijck 2006b.19 Voor de verantwoording van het onderzoek, zie Van Dijck 2006a <strong>en</strong> Van Dijck 2006b.20 Van Dijck 2006a, p. 37-38.21 Van Dijck 2006a, p. 38.467Gies<strong>en</strong>_01.indb 9 20-5-2008 16:30:06


paulianeus handel<strong>en</strong> als ze wel e<strong>en</strong> betaling mog<strong>en</strong> afdwing<strong>en</strong> maar ‘g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>’met zekerheidsrecht<strong>en</strong>.De discrepantie tuss<strong>en</strong> jurist<strong>en</strong> <strong>en</strong> ondernemers t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het onderscheid verplicht-onverplichtheeft in de praktijk belangrijke gevolg<strong>en</strong> voor de beoordeling vande geoorloofdheid van e<strong>en</strong> rechtshandeling. Bij e<strong>en</strong> verplichte rechtshandeling kanvan ongeoorloofdheid immers slechts sprake zijn indi<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schap van de faillissem<strong>en</strong>tsaanvraagof overleg kan word<strong>en</strong> aangetoond. Het gebeurt echter zeld<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong>verplichte rechtshandeling wordt vernietigd. 22 In het geval van e<strong>en</strong> onverplichte rechtshandelingvolstaat het aanton<strong>en</strong> van wet<strong>en</strong>schap van b<strong>en</strong>adeling. Tev<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> danallerlei bewijsvermoed<strong>en</strong>s (art. 43 <strong>en</strong> 45 Fw) van toepassing zijn.Het voorgaande leidt tot het vermoed<strong>en</strong> dat veel transacties die volg<strong>en</strong>s ondernemersgeoorloofd zijn, door jurist<strong>en</strong> toch als ongeoorloofd word<strong>en</strong> gekwalificeerd. Dit duidterop dat de manier waarop jurist<strong>en</strong> verme<strong>en</strong>de paulianeuze rechtshandeling<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong>,afwijkt van de wijze waarop ondernemers dat do<strong>en</strong>. Voorzichtigheid is echtergebod<strong>en</strong>. Het vermoed<strong>en</strong> zoals dat zojuist is geformuleerd, is gebaseerd op de ervaring<strong>en</strong><strong>en</strong> percepties van insolv<strong>en</strong>tierechtspecialist<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van wat ondernemers d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Voorts is het de vraag in hoeverre de uitsprak<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eraliseerbaar zijn, dat wilzegg<strong>en</strong>, geld<strong>en</strong> voor alle ondernemers, of alle<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> (selecte) groep van MKB-ers.4.2 Inzicht<strong>en</strong> uit gedragswet<strong>en</strong>schappelijke studiesDe hiervoor besprok<strong>en</strong> studies gev<strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong> beperkt inzicht in de mate waarin regelsomtr<strong>en</strong>t schuldeisersb<strong>en</strong>adeling gedragseffect<strong>en</strong> tot gevolg hebb<strong>en</strong>. Het is interessant tebezi<strong>en</strong> of onderzoek op andere terrein<strong>en</strong> de gevond<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>, bevestig<strong>en</strong>,teg<strong>en</strong>sprek<strong>en</strong> of nuancer<strong>en</strong>.(On)bek<strong>en</strong>dheidDe bek<strong>en</strong>dheid met de regels kan van invloed zijn op het gedrag van deg<strong>en</strong>e op wie d<strong>en</strong>orm van toepassing is. Indi<strong>en</strong> deze persoon niet bek<strong>en</strong>d is met de regel, dan valt ge<strong>en</strong>effect van de regel te verwacht<strong>en</strong>. De persoon zal dan handel<strong>en</strong> in overe<strong>en</strong>stemmingmet zijn perceptie over wat geoorloofd is <strong>en</strong> wat niet. Het voorgaande kan ook word<strong>en</strong>afgeleid uit criminologisch onderzoek. Daaruit volgt dat veroordeelde criminel<strong>en</strong>, <strong>en</strong>m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong>, nauwelijks op de hoogte zijn van strafrechtelijke regels. 23 Opbasis van deze resultat<strong>en</strong> wordt gesuggereerd dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> regels niet zozeer daadwerkelijkk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, maar deze bered<strong>en</strong>er<strong>en</strong> op basis van hun eig<strong>en</strong>, morele opvatting<strong>en</strong>.22 Vergelijk HR 7 maart 2003, NJ 2003, 429 (Cikam/Siemon q.q.); HR 20 november 1998, NJ 1999, 611 (Verkerk/Tiethoffq.q.); HR 24 maart 1995, NJ 1995, 628 (Gisp<strong>en</strong> q.q./IFN). Voorts Van Dijck 2006a, p. 53-56.23 Robinson, Darley 2004; Darley, Carlsmith, Robinson 2001; Darley, Sanderson, LaMantia 1996.468Gies<strong>en</strong>_01.indb 10 20-5-2008 16:30:06


Calculer<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>Het is natuurlijk niet realistisch om de conclusies uit het criminologisch onderzoekte vertal<strong>en</strong> naar situaties van schuldeisersb<strong>en</strong>adeling. Criminel<strong>en</strong>, veroordeeld<strong>en</strong>, <strong>en</strong>m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong>, zijn niet te vergelijk<strong>en</strong> met ondernemers. Ze verschill<strong>en</strong> onderandere in opleidings- <strong>en</strong> specialisati<strong>en</strong>iveau.Toch lijkt het erop dat ook ondernemers in beperkte mate, althans niet altijd ev<strong>en</strong> goed,op de hoogte zijn van de voor h<strong>en</strong> relevantie regels. Zo heeft Loon<strong>en</strong> onder andereonderzocht of directieled<strong>en</strong> van bank<strong>en</strong> (effect<strong>en</strong>instelling<strong>en</strong>) op de hoogte zijn van deregels omtr<strong>en</strong>t de zorgplicht van bank<strong>en</strong> (effect<strong>en</strong>instelling<strong>en</strong>) jeg<strong>en</strong>s hun cliënt<strong>en</strong>. 24 Hetblijkt dat vrijwel ieder directielid (95,8%) de Nadere Regeling gedragstoezicht effect<strong>en</strong>verkeer2002 zegt te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Daarnaast is in het onderzoek e<strong>en</strong> vraag gesteld naar e<strong>en</strong>niet-bestaande regel. Van de directieled<strong>en</strong> geeft 58,3% aan ervan overtuigd te zijn datde ‘dummy’-regel wél bestaat. Het valt niet uit te sluit<strong>en</strong> dat deze overtuiging van degeïnterviewde directieled<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> verklaard door de wil om sociaalw<strong>en</strong>selijkeantwoord<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong>, maar dan is dit nog steeds e<strong>en</strong> aanwijzing dat ondernemers inbeperkte mate scherp voor og<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wat de regels zijn.OveroptimismeEr bestaat e<strong>en</strong> hoeveelheid van, met name medisch, onderzoek dat aantoont dat person<strong>en</strong>de kans op positieve gevolg<strong>en</strong> of gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> bij zichzelf hoger schatt<strong>en</strong> dan bijander<strong>en</strong>. 25 De resultat<strong>en</strong> van deze onderzoek<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de kans op financiëlesuccess<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> succesvolle carrière <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lang lev<strong>en</strong> hoger schatt<strong>en</strong> dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> diedeze kans<strong>en</strong> voor ander<strong>en</strong> schatt<strong>en</strong>. Ook automobilist<strong>en</strong> overschatt<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>.Zij schatt<strong>en</strong> de kans dat zij betrokk<strong>en</strong> rak<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> ongeluk substantieel lager in dande kans dat e<strong>en</strong> andere automobilist dit overkomt. 26 Hier dringt zich de parallel op metzelfbedrog, waar ook de gokker last van heeft (the gambler’s fallacy). 27 Dit zelfbedroghoudt in dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> te hoog schatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de risico’ste laag, zeker waar het h<strong>en</strong>zelf betreft.Lovallo <strong>en</strong> Kahneman stell<strong>en</strong> dat overoptimisme ook bestaat bij ondernemers <strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>dit aan de hand van psychologische inzicht<strong>en</strong>. 28 Belangrijk in hun og<strong>en</strong> is anchoring,het verschijnsel dat bepaalde informatie als refer<strong>en</strong>tiekader wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> datnieuwe informatie maar in beperkte mate leidt tot het bijstell<strong>en</strong> of aanpass<strong>en</strong> van ditkader. Dit br<strong>en</strong>gt voor onderneming<strong>en</strong> mee dat, zo stell<strong>en</strong> de auteurs, te veel wordt uitgegaanvan de oorspronkelijke begroting <strong>en</strong> te weinig rek<strong>en</strong>ing wordt gehoud<strong>en</strong> met pro-24 Loon<strong>en</strong> 2006, p. 248-249.25 Het gaat te ver om hier te verwijz<strong>en</strong> naar de talloze bronn<strong>en</strong>. Volstaan wordt daarom met e<strong>en</strong> verwijzing naar e<strong>en</strong> overzichtsartikel,zie Weinstein 1989.26 Dejoy 1989; Camerer, Kunreuther 1989; Arnould, Grabowski 1981.27 Hierover Van Boom 2003b, p. 560-561, onder verwijzing naar psychologisch onderzoek.28 Lovallo, Kahneman 2003a.469Gies<strong>en</strong>_01.indb 11 20-5-2008 16:30:07


blem<strong>en</strong> die zich bij de uitvoering van bepaalde plann<strong>en</strong> <strong>en</strong> ideeën kunn<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong> <strong>en</strong>die tot extra kost<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. Dit verschijnsel wordt veroorzaakt dan wel versterktdoor het neger<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie – concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die reager<strong>en</strong>, waardoor de verwachteopbr<strong>en</strong>gst minder hoog is dan verwacht – <strong>en</strong> door druk in de eig<strong>en</strong> organisatie, dat wilzegg<strong>en</strong>, werknemers die hun ideeën rooskleuriger voorstell<strong>en</strong> dan dat ze werkelijk zijnomdat zij daarmee kunn<strong>en</strong> ‘scor<strong>en</strong>’ <strong>en</strong>zovoort.Hoewel discussie bestaat over de precieze oorzaak van deze optimism bias bij ondernemers– druk uit de organisatie, beperkte informatie, het neger<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie – bestaatovere<strong>en</strong>stemming over het feit dat ondernemers stelselmatig hun kans<strong>en</strong> op succes te hoogschatt<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de kans op fal<strong>en</strong> te laag. 29 Indi<strong>en</strong> hetzelfde opgaat voor de ondernemer diezijn bedrijf van de ondergang wil redd<strong>en</strong> – <strong>en</strong> die kans lijkt reëel – betek<strong>en</strong>t dit dat ondernemersdie in zwaar weer zitt<strong>en</strong> de kans op financieel herstel optimistischer schatt<strong>en</strong> dandeze in werkelijkheid is. Daarmee wordt het beoogde gedragseffect van de regels omtr<strong>en</strong>tschuldeisersb<strong>en</strong>adeling – het bescherm<strong>en</strong> van belang<strong>en</strong> van schuldeisers respectievelijkhet weerhoud<strong>en</strong> van person<strong>en</strong> om schuldeisers te b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong> – slechts in beperkte matebereikt. Het zelfoptimisme zal meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dat ondernemers die in zwaar weer verker<strong>en</strong>te lang blijv<strong>en</strong> ‘aanmodder<strong>en</strong>’, de stekker er later uittrekk<strong>en</strong> dan w<strong>en</strong>selijk is <strong>en</strong> daarmeeschuldeisers veelal b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>, zij het niet altijd bewust.Beperkte afschrikwekk<strong>en</strong>de werkingThornton, Gunningham <strong>en</strong> Kagan onderzocht<strong>en</strong> in hoeverre bedrijv<strong>en</strong> in de VS op dehoogte zijn van gevall<strong>en</strong> waarin actie is ondernom<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong>die milieuregels hadd<strong>en</strong> overtred<strong>en</strong>. 30 Daartoe werd<strong>en</strong> acht zog<strong>en</strong>oemde ‘signal cases’geïd<strong>en</strong>tificeerd, waarin verschill<strong>en</strong>de sancties zijn opgelegd aan bedrijv<strong>en</strong> uit verschill<strong>en</strong>deindustrieën. Vervolg<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> interviews gehoud<strong>en</strong> met bedrijv<strong>en</strong> uit dezelfdestaat als die waarin de sanctie is opgelegd.Uit het onderzoek bleek dat de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> slecht op de hoogtewar<strong>en</strong> van het aantal gevall<strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> sanctie is opgelegd. Zij herinnerd<strong>en</strong> zichvooral die zak<strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> uitzonderlijk hoge boete was opgelegd. Andere dan extremezak<strong>en</strong> blev<strong>en</strong> nauwelijks bij: respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> niet meer dan acht zak<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>waarin e<strong>en</strong> boete was opgelegd, terwijl in één staat alle<strong>en</strong> al 31 bedrijv<strong>en</strong> war<strong>en</strong> beboet inéén jaar. Hieruit valt af te leid<strong>en</strong> dat ondernemers beperkte informatie hebb<strong>en</strong> over hetoptred<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> overtreding<strong>en</strong>.Ondanks het gegev<strong>en</strong> dat ondernemers zich vooral de extreme gevall<strong>en</strong> herinner<strong>en</strong>, ishet onwaarschijnlijk dat zij zich lat<strong>en</strong> afschrikk<strong>en</strong> door de bestaande regels. Behalve29 Lovallo, Kahneman 2003a; Flyvbjerg 2003; Flyvbjerg 2003; Lovallo, Kahneman 2003b.30 Thornton, Gunningham, Kagan 2005.470Gies<strong>en</strong>_01.indb 12 20-5-2008 16:30:07


Calculer<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>dat Thornton, Gunningham <strong>en</strong> Kagan de k<strong>en</strong>nis bij betrokk<strong>en</strong>heid toetst<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> zijonderzocht hoe de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de pakkans <strong>en</strong> de hoogte van de boete schatt<strong>en</strong> indi<strong>en</strong>de ‘signal cases’ als hypothetische gevall<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> voorgelegd. Het bleek dat als daarbijwerd vermeld dat hun bedrijf de overtreder was, de ondernemers de pakkans <strong>en</strong> dehoogte van de boetes massaal lager schatt<strong>en</strong> dan wanneer het e<strong>en</strong> onderneming van e<strong>en</strong>ander betrof. 31 Hierbij zal ongetwijfeld ook overoptimisme e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>, welk concepthiervoor is beschrev<strong>en</strong>.Voorts toont het onderzoek ge<strong>en</strong> significante relatie tuss<strong>en</strong> de k<strong>en</strong>nis van zak<strong>en</strong> waarine<strong>en</strong> boete is opgelegd <strong>en</strong> de risicoperceptie t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de pakkans. Weliswaar varieerdede pakkans bij respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, maar dit gegev<strong>en</strong> kon niet word<strong>en</strong> gerelateerd aan dek<strong>en</strong>nis die bedrijv<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> over het aantal gevall<strong>en</strong> waarin boetes zijn opgelegd.4.3 ConclusieUit publicaties die betrekking hebb<strong>en</strong> op schuldeisersb<strong>en</strong>adeling, kunn<strong>en</strong> t<strong>en</strong> minstevier vermoed<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> afgeleid die betrekking hebb<strong>en</strong> op de invloed van de bestaanderegels omtr<strong>en</strong>t schuldeisersb<strong>en</strong>adeling op het gedrag van deg<strong>en</strong><strong>en</strong> op wie de regels vantoepassing zijn:– Ondernemers lat<strong>en</strong> zich meer door angst voor aansprakelijkheid <strong>en</strong> reputatieverliesleid<strong>en</strong> dan w<strong>en</strong>selijk is.– De afloop – het faillissem<strong>en</strong>t – heeft invloed op het oordeel over het gedrag dat moetword<strong>en</strong> beoordeeld.– De regels omtr<strong>en</strong>t schuldeisersb<strong>en</strong>adeling hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> indirect gedragseffect. Doorop basis van e<strong>en</strong> norm te adviser<strong>en</strong> die onderhevig is (kan zijn) geweest aan de hindsightbias, beïnvloedt de advocaat de beslissing van de ondernemer of bestuurder.– De manier waarop jurist<strong>en</strong> verme<strong>en</strong>de paulianeuze rechtshandeling<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong>,wijkt af van de wijze waarop ondernemers dat do<strong>en</strong>.Het verbind<strong>en</strong> van deze verschill<strong>en</strong>de inzicht<strong>en</strong> leidt ertoe dat e<strong>en</strong> aantal van deze vermoed<strong>en</strong>smoet word<strong>en</strong> bijgesteld of g<strong>en</strong>uanceerd. Dit geldt met name voor de gedachtedat ondernemers zich meer door angst voor aansprakelijkheid <strong>en</strong> reputatieverlies lat<strong>en</strong>leid<strong>en</strong> dan w<strong>en</strong>selijk is. Deze perceptie kan weliswaar bestaan, maar het is zeer de vraagof hieruit mag word<strong>en</strong> afgeleid dat de bestaande aansprakelijkheidsregels verkeerd zijn.Zo kunn<strong>en</strong> vraagtek<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> geplaatst bij de daadwerkelijke bek<strong>en</strong>dheid van de regelsbij ondernemers <strong>en</strong> kan zelfoptimisme ertoe leid<strong>en</strong> dat ondernemers die in zwaar weer31 Thornton, Gunningham, Kagan 2005.471Gies<strong>en</strong>_01.indb 13 20-5-2008 16:30:07


verker<strong>en</strong>, te lang blijv<strong>en</strong> ‘aanmodder<strong>en</strong>’, zelfs als zij de regels omtr<strong>en</strong>t schuldeisersb<strong>en</strong>adelingk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.Tot slot kan word<strong>en</strong> vermoed dat de person<strong>en</strong> op wie de norm van toepassing is depakkans verkeerd schatt<strong>en</strong> of zelfs neger<strong>en</strong>, waardoor de regels op e<strong>en</strong> verkeerde manier(te veel of te weinig) afschrikk<strong>en</strong>. Het is niet bek<strong>en</strong>d of deze effect<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>verminderd door het aanpass<strong>en</strong> of het op e<strong>en</strong> andere wijze toepass<strong>en</strong> van de regels.Aan de andere kant rijst het vermoed<strong>en</strong> dat de hindsight bias ertoe leidt dat (bijvoorbeeld)e<strong>en</strong> ernstig verwijt eerder wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dan strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijk zouzijn. Dit br<strong>en</strong>gt mee dat de norm<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t k<strong>en</strong>nelijk onbehoorlijk bestuur (<strong>en</strong> selectievebetaling) in theorie aansluit<strong>en</strong> bij de opvatting<strong>en</strong> van deg<strong>en</strong><strong>en</strong> op wie de norm<strong>en</strong> vantoepassing zijn – ondernemers will<strong>en</strong> vrijheid om risico’s te kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> – maar datde norm<strong>en</strong> in de praktijk, door de hindsight bias, uiteindelijk toch e<strong>en</strong> inhoud krijg<strong>en</strong> dieafwijkt van de opvatting<strong>en</strong> van deg<strong>en</strong><strong>en</strong> waarop de norm betrekking heeft.5 Ge d r ag s v e r a n d e r i n g5.1 Alle<strong>en</strong> bij bek<strong>en</strong>dheid<strong>Gedrag</strong>sverandering, zo kan word<strong>en</strong> verondersteld, kan slechts plaatsvind<strong>en</strong> indi<strong>en</strong>deg<strong>en</strong><strong>en</strong> op wie bepaalde norm<strong>en</strong> van toepassing zijn, bek<strong>en</strong>d zijn of bek<strong>en</strong>d rak<strong>en</strong> metdiezelfde norm<strong>en</strong>.Uit de vorige paragraaf volgt dat vraagtek<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geplaatst bij de bek<strong>en</strong>dheidvan de norm<strong>en</strong>. Echter, ook de kans dat m<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d raakt met de norm<strong>en</strong> is klein. E<strong>en</strong>wederpartij of bestuurder van e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschap blijkt niet vaak in civielrechtelijke zin teword<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong> vanwege het op ongeoorloofde wijze b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong> van schuldeisers.Uit verricht dossieronderzoek over alle faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit 2004 blijkt dat curator<strong>en</strong> in10% (108 van de 1079 faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van natuurlijke person<strong>en</strong>) respectievelijk 19% (577van de 3086 faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van rechtsperson<strong>en</strong>) van de onderzochte faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>melding maakt<strong>en</strong> van bestuurdersaansprakelijkheid, e<strong>en</strong> onrechtmatige daad of paulianeushandel<strong>en</strong> (zie ook tabel 1). 32Uit datzelfde onderzoek volgt dat de curator in 73% van de gevall<strong>en</strong> waarin hijschuldeisersb<strong>en</strong>adeling aantreft, ge<strong>en</strong> actie onderneemt (zie tabel 2). 3332 Luttikhuis 2007, p. 84-85. In tabel 4 zijn de perc<strong>en</strong>tages uitgesplitst naar de verschill<strong>en</strong>de norm<strong>en</strong>.33 Luttikhuis 2007, p. 91. In tabel 2 zijn de perc<strong>en</strong>tages uitgesplitst naar actie.472Gies<strong>en</strong>_01.indb 14 20-5-2008 16:30:07


Calculer<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>Rechtsvorm Paulianeus handel<strong>en</strong> Onrechtmatige daad Bestuurders aansprakelijkheidRechtsperson<strong>en</strong> 9% (n=70) 5% (n=59) N.v.t.Natuurlijke person<strong>en</strong> 6% (n=273) 6% (n=199) 13% (n=404)Tabel 1: Perc<strong>en</strong>tage van de faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong> waarinschuldeisersb<strong>en</strong>adeling plaatshadActies curator Natuurlijke person<strong>en</strong> Rechtsperson<strong>en</strong>Schikking 11% (n=12) 25% (n=145)Succesvolle procedure 8% (n=9) 8% (n=44)Procedure zonder succes 8% (n=8) 6% (n=32)Ge<strong>en</strong> actie, ge<strong>en</strong> verhaal 36% (n=38) 29% (n=170)Ge<strong>en</strong> actie, ontbrek<strong>en</strong>de middel<strong>en</strong> 12% (n=13) 15% (n=89)Ge<strong>en</strong> actie, andere red<strong>en</strong><strong>en</strong> 25% (n=26) 17% (n=97)Totaal 100% (n=108) 100% (n=577)Tabel 2: Perc<strong>en</strong>tage van de faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong> waarin er sprake isvan schuldeisersb<strong>en</strong>adeling waarin de curator al dan niet actie heeftondernom<strong>en</strong>De pakkans is dan ook relatief laag.5.2 Afschrikk<strong>en</strong> door inzet punitive damages?Het is natuurlijk mogelijk de pakkans te vergrot<strong>en</strong> door person<strong>en</strong> meer te informer<strong>en</strong>over het bestaan van de regels omtr<strong>en</strong>t schuldeisersb<strong>en</strong>adeling <strong>en</strong> meer middel<strong>en</strong> (geld)vrij te mak<strong>en</strong> om vorm<strong>en</strong> van schuldeisersb<strong>en</strong>adeling te achterhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan te pakk<strong>en</strong>. Erzijn echter tal van praktische <strong>en</strong> politieke beperking<strong>en</strong> (schaarse middel<strong>en</strong>) die de verwez<strong>en</strong>lijkingvan deze voor de hand ligg<strong>en</strong>de suggesties verhinder<strong>en</strong>. 34 Het is daarom vanbelang oplossing<strong>en</strong> ook in e<strong>en</strong> andere hoek te zoek<strong>en</strong>.Er bestaan weinig juridische mogelijkhed<strong>en</strong> om de pakkans te vergrot<strong>en</strong> met als doelgedragsverandering te bewerkstellig<strong>en</strong>. In literatuur op andere rechtsgebied<strong>en</strong> is bepleitdat het zinvol kan zijn om in gevall<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> lage veroordelingskans, zoals bij schuldeisersb<strong>en</strong>adeling,punitive damages in te zett<strong>en</strong>. 35 Dit geldt in het bijzonder als van hetstrafrecht weinig heil te verwacht<strong>en</strong> is.34 Er bestaat e<strong>en</strong> fonds waarop curator<strong>en</strong> aanspraak kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> als zij e<strong>en</strong> vordering op grond van schuldeisersb<strong>en</strong>adelingwill<strong>en</strong> instell<strong>en</strong> maar daartoe onvoldo<strong>en</strong>de middel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Deze Garantstellingsregeling Curator<strong>en</strong> blijktechter nogal wat beperking<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebrek<strong>en</strong> te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, zie Vries<strong>en</strong>dorp, Verstijl<strong>en</strong>, Van Dijck 2006; HSI 2005; Vries<strong>en</strong>dorp,Verstijl<strong>en</strong>, Slegers 1999.35 Van der Heijd<strong>en</strong> 2001, p. 1749-1756; Kerkmeester 1998, p. 1812.473Gies<strong>en</strong>_01.indb 15 20-5-2008 16:30:07


De artikel<strong>en</strong> 340-349 Sr. mak<strong>en</strong> het mogelijk om de gefailleerde schuld<strong>en</strong>aar, het bestuurvan e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschap of e<strong>en</strong> wederpartij waarmee de schuld<strong>en</strong>aar e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>derechtshandeling heeft verricht, strafrechtelijk te vervolg<strong>en</strong>. Het aantal zak<strong>en</strong> waarinstrafrechtelijk wordt opgetred<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> van schuldeisersb<strong>en</strong>adeling, is echter teverwaarloz<strong>en</strong>: van elke veertig gevall<strong>en</strong> waarin sprake is van fraude, wordt in twee procesverbaalopgemaakt, hetge<strong>en</strong> in één geval leidt tot e<strong>en</strong> veroordeling (2,5%). 36 Het gebrekaan prioriteit <strong>en</strong> voortvar<strong>en</strong>dheid, tekortkoming aan expertise <strong>en</strong> de conc<strong>en</strong>tratie vande inzet van schaarse middel<strong>en</strong> op het gebied van strafrechtelijke bevoegdhed<strong>en</strong> word<strong>en</strong>als oorzak<strong>en</strong> aangemerkt voor het niet-optred<strong>en</strong> door het Op<strong>en</strong>baar Ministerie. 37 Medegezi<strong>en</strong> ook de lage aangiftebereidheid van curator<strong>en</strong> 38 lijkt de conclusie gerechtvaardigddat van het strafrecht op dit punt weinig te verwacht<strong>en</strong> valt.5.3 Punitive damagesIn de Nederlandse literatuur is op verschill<strong>en</strong>de terrein<strong>en</strong> van het <strong>privaatrecht</strong> de inzetvan punitive damages bepleit. 39 De discussie vindt vooralsnog vaak plaats op het niveauvan de w<strong>en</strong>selijkheid <strong>en</strong> inpassing van punitive damages in het Nederlandse <strong>privaatrecht</strong>. 40Deze bijdrage probeert hierop voort te bouw<strong>en</strong> door de figuur van punitive damages tebeschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> te plaats<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de achtergrond van (verwachte) gedragseffect<strong>en</strong> van detoepassing van punitive damages in relatie tot schuldeisersb<strong>en</strong>adeling. Dit gebeurt aande hand van studies die reeds zijn gedaan naar de toepassing van punitive damages <strong>en</strong>nieuwe inzicht<strong>en</strong> uit het recht van de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>. Daar word<strong>en</strong> punitive damagestoegek<strong>en</strong>d, zodat daar, meer dan in Nederland, bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> is over deze rechtsfiguur.Doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> punitive damagesPunitive damages zijn bedoeld om e<strong>en</strong> persoon die op onrechtmatige wijze schade heefttoegebracht, te veroordel<strong>en</strong> tot het betal<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bedrag dat de omvang van de toegebrachteschade (ver) te bov<strong>en</strong> gaat. Deze gedachte komt onder andere tot uitdrukking inde definitie zoals die in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> wordt gehanteerd:36 HSI 2005.37 Vries<strong>en</strong>dorp, Verstijl<strong>en</strong>, Van Dijck 2006; HSI 2005; Vries<strong>en</strong>dorp, Verstijl<strong>en</strong>, Slegers 1999; De Meijer 2003, p. 98 e.v.;Hilverda 1999, met name in hoofdstuk 11.38 HSI 2005.39 Van der Heijd<strong>en</strong> 2001, p. 1749-1756; Kerkmeester 1998, p. 1812; Bolt/L<strong>en</strong>seling 1993. Voor rechtsvergelijk<strong>en</strong>de inzicht<strong>en</strong>zie in dit verband ook Van Boom 2006, p. 35-37.40 Voor e<strong>en</strong> overzicht van de voors <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>s, zie met name Schirmeister 1996, p. 147-154 <strong>en</strong> Bolt, L<strong>en</strong>seling 1993, p. 78-84,alsook Kerkmeester 1998 <strong>en</strong> Van der Heijd<strong>en</strong> 2001. Zie ook Hondius 2003; Rapport Claimcultuur 1998, p. 8-11; Kamerstukk<strong>en</strong>II 1998-99, 26 630, nr. 1, p. 2-4; Galanter 1983; Verheij 1997; Van d<strong>en</strong> Brink 2000, p. 2173-2178. Tzankova 2005,p. 61-69.474Gies<strong>en</strong>_01.indb 16 20-5-2008 16:30:07


Calculer<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>‘Punitive damages are damages other than comp<strong>en</strong>satory or nominaldamages, awarded against a person to punish him for his outrageous conduct41and to deter him and others like him from similar conduct in de future.’In de literatuur onderscheid<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de auteurs diverse doel<strong>en</strong>, ratio’s <strong>en</strong> oogmerk<strong>en</strong>van punitive damages. 42 De belangrijkste, overkoepel<strong>en</strong>de doel<strong>en</strong> zijn de bestraffing vande dader <strong>en</strong> het voorkom<strong>en</strong> (ook wel: afschrikk<strong>en</strong>) van dergelijke uit maatschappelijkoogpunt gezi<strong>en</strong> afkeur<strong>en</strong>swaardige gedraging<strong>en</strong>.De ratio achter de bestraffing/vergelding (punishm<strong>en</strong>t) is dat de dader dermate laakbaarheeft gehandeld dat hij de sanctie heeft verdi<strong>en</strong>d. Tev<strong>en</strong>s wordt gedoeld op het herstel vanhet ev<strong>en</strong>wicht in de verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds de dader <strong>en</strong> anderzijds het slachtoffer<strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>leving. 43Afschrikk<strong>en</strong> (deterr<strong>en</strong>ce) gebeurt, zo wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, op twee niveaus. Deze word<strong>en</strong>ook wel aangeduid als g<strong>en</strong>erale <strong>en</strong> speciale prev<strong>en</strong>tie. Speciale prev<strong>en</strong>tie houdt in dathet oplegg<strong>en</strong> van de punitive damages de dader moet afschrikk<strong>en</strong>: hij zal ongeoorloofdgedrag in de toekomst niet meer verton<strong>en</strong>. Met g<strong>en</strong>erale prev<strong>en</strong>tie wordt bedoeld date<strong>en</strong> afschrikk<strong>en</strong>d signaal wordt afgegev<strong>en</strong> aan de maatschappij, zodat ander<strong>en</strong> in detoekomst niet zull<strong>en</strong> overgaan tot dergelijk gedrag.Uit de definitie volgt ook het k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de van punitive damages, namelijk dat punitivedamages zich niet zozeer richt<strong>en</strong> op het bescherm<strong>en</strong> van de belang<strong>en</strong> van de b<strong>en</strong>adeelde,maar dat punitive damages zich in de eerste plaats conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> op de aard van de gedragingvan de dader <strong>en</strong> de mate van afkeur<strong>en</strong>swaardigheid. 44 Dit br<strong>en</strong>gt bijvoorbeeld meedat e<strong>en</strong> omvangrijke vergoeding kan word<strong>en</strong> afgedwong<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> het ontstane nadeelbeperkt is maar de onrechtmatige gedraging (zeer) afkeur<strong>en</strong>swaardig. 45Rechtspraak in de VS 46E<strong>en</strong> berucht voorbeeld van toek<strong>en</strong>ning van punitive damages is de vrouw die haar huisdierin de magnetron zou hebb<strong>en</strong> will<strong>en</strong> drog<strong>en</strong>. De vrouw, zo is het verhaal, stelt de produc<strong>en</strong>taansprakelijk voor de dood van het dier. Op de gebruiksaanwijzing stond immersniet vermeld dat het niet de bedoeling is om huisdier<strong>en</strong> in de magnetron te stopp<strong>en</strong>.De produc<strong>en</strong>t zou aansprakelijk zijn voor de dood van het dier <strong>en</strong> veroordeeld zijn tot41 Restatem<strong>en</strong>t of Torts 2d, par. 908.42 Bijvoorbeeld Curcio 1995-1996 <strong>en</strong> Ellis 1982-1983; Bolt & L<strong>en</strong>sing 1993, p. 5. Zie ook Gretz v. Robert Welch, Inc., 418U.S. 323, 350 (1973).43 Bolt & L<strong>en</strong>sing 1993, p. 14, Polinsky & Shavell 1997-1998, p. 877 e.v. <strong>en</strong> Ryan 2003, p. 74 e.v.44 Schirmeister 2003, p. 142.45 In sommige gevall<strong>en</strong> legt de rechter (tev<strong>en</strong>s) e<strong>en</strong> alternatieve sanctie op zoals bek<strong>en</strong>d- c.q. op<strong>en</strong>baarmaking van hetschadeveroorzak<strong>en</strong>de feit, zie Curcio 1995-1996, p. 358 e.v.46 Voor e<strong>en</strong> uitgebreidere beschrijving van rechtspraak, zie Ryan 2003.475Gies<strong>en</strong>_01.indb 17 20-5-2008 16:30:08


het betal<strong>en</strong> van miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> dollars aan punitive damages. Dit voorbeeld is echter niet inAmerikaanse rechtspraak terug te vind<strong>en</strong>, zodat mag word<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat deze zaakzich niet heeft voorgedaan. 47Ook het tweede voorbeeld is bek<strong>en</strong>d. Het betreft het geval waarin e<strong>en</strong> vrouw McDonald’saansprakelijk stelde <strong>en</strong> punitive damages vorderde vanwege het feit dat de koffie te warmzou zijn geserveerd. 48 De vrouw morste e<strong>en</strong> kopje koffie over haar bov<strong>en</strong>be<strong>en</strong> <strong>en</strong> haargeslachtsdeel, met als gevolg dat zij derdegraads brandwond<strong>en</strong> opliep. De koffie werdnamelijk geserveerd op e<strong>en</strong> temperatuur tuss<strong>en</strong> de 160-170° F, terwijl e<strong>en</strong> gemiddeldekop koffie wordt geserveerd op 120-130° F. Na <strong>en</strong>kele herstell<strong>en</strong>de operaties hield devrouw uiteindelijk op 16% van haar lichaam littek<strong>en</strong>s over aan dit ongeluk. In eersteaanleg werd uiteindelijk voor $ 480.000 aan punitive damages toegek<strong>en</strong>d. De punitivedamages zijn later gematigd tot $ 480.000, waarna de zaak is geschikt. De US SupremeCourt heeft dan ook niet over deze zaak beslist.Dit ligt anders in BMW v. Gore. 49 Dit is e<strong>en</strong> belangrijke uitspraak op het terrein vanpunitive damages, omdat de US Supreme Court in die zaak <strong>en</strong>kele guideposts he eftopgesteld voor de toek<strong>en</strong>ning van punitive damages. Die hadd<strong>en</strong> in de VS tot dan toeontbrok<strong>en</strong>.De casus is als volgt. Gore koopt e<strong>en</strong> nieuwe auto bij BMW. Als hij na neg<strong>en</strong> maand<strong>en</strong>de auto in e<strong>en</strong> nieuwe kleur wil lat<strong>en</strong> overspuit<strong>en</strong>, vertelt de garage hem dat de autoooit reeds opnieuw is gespot<strong>en</strong>. Gore ontdekt dat dit is gedaan omdat de auto tijd<strong>en</strong>stransport van Duitsland naar de VS is beschadigd door acid rain. BMW heeft daar ge<strong>en</strong>melding van gemaakt, ook niet bij de andere auto’s die tijd<strong>en</strong>s het transport beschadigdraakt<strong>en</strong>. Als Gore de zaak voor de rechter br<strong>en</strong>gt, wordt hem in eerste aanleg $ 4000 aancomp<strong>en</strong>satory (‘gewone’) damages <strong>en</strong> $ 4 miljo<strong>en</strong> aan punitive damages toegek<strong>en</strong>d. Latermatigt de Alabama Supreme Court de punitive damages tot $ 2 miljo<strong>en</strong>.Als de zaak voor de US Supreme Court komt, verklaart deze het beroep van BMWgegrond <strong>en</strong> wordt de zaak terugverwez<strong>en</strong> naar de Alabama Supreme Court. Daarbij geeftde hoogste rechter drie richtlijn<strong>en</strong> mee, die rechters in lagere instanties moet<strong>en</strong> help<strong>en</strong> bijhet beoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> van de hoogte van de punitive damages. 50– The degree of repreh<strong>en</strong>sibility of the def<strong>en</strong>dants conduct. Hiermee wordt bedoeld demate van verwijtbaarheid, afkeur<strong>en</strong>swaardigheid of ongeoorloofdheid van de schadeveroorzak<strong>en</strong>dehandeling.47 Ryan 2003, p. 72.48 Liebeck v. McDonald’s Rests., P.T.S., Inc., 1995 WL 360309, at *1 (N.M. Dist. Aug. 18, 1994).49 BMW of North America, Inc., v. Gore 116 U.S. (1996).50 Ryan 2003, p. 83 e.v.476Gies<strong>en</strong>_01.indb 18 20-5-2008 16:30:08


Calculer<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>– The relationship betwe<strong>en</strong> the punitive damages award and the actual harm. In dezeeis komt de gedachte tot uitdrukking dat de punitive damages in e<strong>en</strong> redelijke verhoudingmoet<strong>en</strong> staan tot de comp<strong>en</strong>satory damages (in eerste aanleg 1000 : 1).– The differ<strong>en</strong>ce betwe<strong>en</strong> the punitive damages remedy and the civil p<strong>en</strong>alties authorizedor imposed in similar cases. De rechtsgelijkheid br<strong>en</strong>gt mee dat de hoogte van deopgelegde punitive damages in gelijke gevall<strong>en</strong> vergelijkbaar is.De punitive damages werd<strong>en</strong> na terugverwijzing gematigd tot $ 50.000. 51E<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>tere uitspraak van de US Supreme Court betreft de zaak Statefarm. 52 In dezeuitspraak werkt de hoogste rechter het aspect van repreh<strong>en</strong>sibility verder uit. Hierin isbepaald dat als de schade bestaat uit iets anders dan letsel (zaaks- of vermog<strong>en</strong>sschade),de punitive damages relatief laag behor<strong>en</strong> te zijn. In die gevall<strong>en</strong> geldt e<strong>en</strong> ééncijferigemultiplier. Dit houdt in dat als de schade 1000 is, de punitive damages maximaal (9 x1000 =) 9000 zoud<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> bedrag<strong>en</strong>.De meest rec<strong>en</strong>te uitspraak van de US Supreme Court heeft betrekking op tabaksaansprakelijkheid.53 Hier werd $ 821,000 aan comp<strong>en</strong>satory damages <strong>en</strong> $ 79.5 miljo<strong>en</strong> aanpunitive damages toegek<strong>en</strong>d aan e<strong>en</strong> roker, die de produc<strong>en</strong>t ervan beschuldigde dat dezehem bewust <strong>en</strong> onterecht had lat<strong>en</strong> gelov<strong>en</strong> dat het rok<strong>en</strong> van sigarett<strong>en</strong> veilig was. Dezeuitspraak geeft in zoverre richtlijn<strong>en</strong>, dat wordt gesteld dat belang<strong>en</strong> van person<strong>en</strong> diege<strong>en</strong> procespartij zijn, mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> meegewog<strong>en</strong> bij het bepal<strong>en</strong> van de mate van deverwijtbaarheid. Punitive damages, zo vervolgt de US Supreme Court, kunn<strong>en</strong> echterniet word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d aan person<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> procespartij zijn.5.4 Theorieën over effect<strong>en</strong> van punitive damagesDe rechtvaardiging van punitive damages vindt haar grondslag in de deterr<strong>en</strong>ce-theorie<strong>en</strong> de gedachte dat person<strong>en</strong> zo veel mogelijk voordeel will<strong>en</strong> behal<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> zo minmogelijk kost<strong>en</strong>. 54 Tot deze kost<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> onder andere kost<strong>en</strong> voor voorzorgsmaatregel<strong>en</strong>,de in te tred<strong>en</strong> (of ingetred<strong>en</strong>) schade, alsmede de kost<strong>en</strong> van het rechtssysteemindi<strong>en</strong> zich e<strong>en</strong> aansprakelijkheidskwestie voordoet.Het ev<strong>en</strong>wicht tuss<strong>en</strong> voordeel <strong>en</strong> nut wordt bereikt op het mom<strong>en</strong>t dat de kost<strong>en</strong> (of:de schade) gelijk zijn aan de schadevergoeding die de dader moet betal<strong>en</strong>, oftewel, als51 BMW of North America, Inc., v. Gore, 701 So. 2d 507, 515 (Ala. 1997).52 State Farm Mut. Auto. Ins. Co. v. Campbell, 123 S. Ct. 1513, 1517 (2003).53 Philip Morris USA v. Williams, 549 U.S. (2007).54 Bijvoorbeeld Cooter/Ul<strong>en</strong> 2004, p. 33-35; Ul<strong>en</strong> 1999, p. 792-793; Van der Heijd<strong>en</strong> 2001; Kerkmeester 1998. VoortsVisscher 2005, p. 3, met verdere verwijzing<strong>en</strong>.477Gies<strong>en</strong>_01.indb 19 20-5-2008 16:30:08


damages equal harm. 55 Als de pakkans echter lager is dan 100%, bestaat de mogelijkheiddat deg<strong>en</strong>e die de schade veroorzaakt, aansprakelijkheid ontloopt.Volg<strong>en</strong>s de deterr<strong>en</strong>ce-theorie di<strong>en</strong>t de kans op het ontlop<strong>en</strong> van aansprakelijkheid teword<strong>en</strong> gecomp<strong>en</strong>seerd. 56 Deze comp<strong>en</strong>satie kan plaatsvind<strong>en</strong> door het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> vanpunitive damages. Het in het vooruitzicht stell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> hoge boete comp<strong>en</strong>seert de lagepakkans, zodat het voor de dader niet meer aantrekkelijk is om de – in dit geval – schuldeisersop ongeoorloofde wijze te b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>. Punitive damages zoud<strong>en</strong>, anders gezegd,moet<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> dat de dader e<strong>en</strong> onrechtmatige of paulianeuze transactie aangaatof in de toekomst in herhaling valt, dat wil zegg<strong>en</strong>, nogmaals op paulianeuze of onrechtmatigewijze schuldeisers b<strong>en</strong>adeelt.Het is discutabel of de deterr<strong>en</strong>ce-theorie onverkort geldt. Inzicht<strong>en</strong> uit met name depsychologie ler<strong>en</strong> dat de aanname dat person<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analyse mak<strong>en</strong> zoalshiervoor omschrev<strong>en</strong>, in twijfel moet word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>. In de werkelijkheid blijk<strong>en</strong>niet alle<strong>en</strong> financiële motiev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol te spel<strong>en</strong>. Zo hebb<strong>en</strong> veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> natuurlijkeweerstand teg<strong>en</strong> verandering (status quo bias), 57 zijn ze risico-avers 58 <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> ze ookhet welzijn van ander<strong>en</strong> tot hun bat<strong>en</strong>. 59 Ook dergelijke, niet-financiële factor<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>e<strong>en</strong> rol bij het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analyse. Daarmee verdi<strong>en</strong>t de veronderstelderol van de pakkans bij het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analyse, <strong>en</strong> daarmee de verondersteldeeffect<strong>en</strong> van punitive damages, op zijn minst relativering.Voorts laat psychologisch onderzoek zi<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kans<strong>en</strong> structureel verkeerdschatt<strong>en</strong>. In zijn oratie betrekt Van Boom dit onderzoek op de vaardigheid van rechtersom waarschijnlijkhed<strong>en</strong> in te schatt<strong>en</strong>. 60 Hij stelt dat waarschijnlijkhed<strong>en</strong> vaak <strong>en</strong>stelselmatig verkeerd word<strong>en</strong> geschat. Als oorzaak noemt hij de omstandigheid datwaarschijnlijkheidsoordel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevormd onder invloed van beperkte cognitievevaardighed<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Dit veroorzaakt afwijking<strong>en</strong> in risicoperceptie. Zo word<strong>en</strong>waarschijnlijkheidsoordel<strong>en</strong> sterk beïnvloed door het oordeel van het individu over hetgevolg van de gebeurt<strong>en</strong>is. Schat e<strong>en</strong> persoon in dat de gevolg<strong>en</strong> positief zull<strong>en</strong> zijn, danis de kans groot dat hij ook de veroorzak<strong>en</strong>de gedraging positief beoordeelt. 6155 Polinsky <strong>en</strong> Shavell 1997-1998, nr. 870 e.v.56 Bijvoorbeeld Polinsky & Shavell 1997-1998, p. 887-888.57 Korobkin 1998; Ul<strong>en</strong> 1999, p. 804-6; Kahneman, Knetsch, Thaler 2000; Schwab 1998.58 Kahneman, Tversky 1979.59 Ul<strong>en</strong> 1999, p. 801-6. Zie voorts het onderzoek over ultimatum <strong>en</strong> dictator game. Voor e<strong>en</strong> overzicht zie Camerer, Thaler1995.60 Van Boom 2003a, p. 10-11, met verwijzing<strong>en</strong> naar psychologisch onderzoek.61 Van Boom 2003a, p. 11, met verdere verwijzing<strong>en</strong>.478Gies<strong>en</strong>_01.indb 20 20-5-2008 16:30:08


Calculer<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>5.5 Empirische onderbouwingOver de effect<strong>en</strong> van punitive damages op het gedrag van deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die deze zoud<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>, is weinig bek<strong>en</strong>d. Empirische onderzoek<strong>en</strong> op het terrein van punitivedamages richt<strong>en</strong> zich vooral op de vraag of het voor de hoogte van de vergoeding verschilmaakt of e<strong>en</strong> jury punitive damages toewijst of dat de rechter dat doet, alsmede op degevolg<strong>en</strong> van het instell<strong>en</strong> van plafonds (caps) waarmee het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van buit<strong>en</strong>proportionelebedrag<strong>en</strong> aan band<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> gelegd. 62De gedragseffect<strong>en</strong> van punitive damages di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> afgeleid uit andere onderzoek<strong>en</strong>.In dat verband werd eerder in deze bijdrage al opgemerkt dat er e<strong>en</strong> reële kansbestaat dat pakkans<strong>en</strong> verkeerd word<strong>en</strong> geschat. Voorts kan uit verschill<strong>en</strong>de studiesnaar de werking van regels <strong>en</strong> sancties op het terrein van milieuaansprakelijkheidword<strong>en</strong> afgeleid dat (regelmatige) inspecties <strong>en</strong> controles e<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijke invloed hebb<strong>en</strong>op de mate waarin bedrijv<strong>en</strong> gehoorzam<strong>en</strong> aan milieuregels <strong>en</strong>, daarmee, dat deze e<strong>en</strong>grotere invloed lijk<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> op normconform handel<strong>en</strong> dan informatie dat ander<strong>en</strong>e<strong>en</strong> boete of schadevergoeding hebb<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>. 635.6 Conclusie: punitive damages bij schuldeisersb<strong>en</strong>adeling?Wat is nu de waarde van de inzicht<strong>en</strong> op het terrein van punitive damages? Op het niveauvan de theorie rijz<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de effect<strong>en</strong> van punitive damages op hetgedrag van betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>, terwijl veel bewering<strong>en</strong> of aannames niet empirisch kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> onderbouwd. Weliswaar zijn er sterke aanwijzing<strong>en</strong> dat de pakkans in hetalgeme<strong>en</strong> stelselmatig verkeerd wordt geschat <strong>en</strong> dat (regelmatige) controles of inspectiesin redelijke mate bijdrag<strong>en</strong> aan het normconform handel<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>, maardit betek<strong>en</strong>t nog niet dat punitive damages wel of niet effectief zijn. Zo kan het oplegg<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> vergoeding <strong>en</strong> de daarmee gepaard gaande publiciteit aanleiding gev<strong>en</strong> voorander<strong>en</strong> om hun gedrag aan te pass<strong>en</strong> of bij te stell<strong>en</strong>. Ook dit is echter speculatief, omdatde werkelijke effect<strong>en</strong> mede af zull<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> van de mate waarin <strong>en</strong> de wijze waaroppunitive damages word<strong>en</strong> ingezet.E<strong>en</strong> voorwaarde voor het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van punitive damages is dat het moet gaan om verwerpelijkgedrag, hetge<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeker bewustzijn of opzet van dit verwerpelijke elem<strong>en</strong>timpliceert. Dit betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> belangrijke inperking van het toepassingsbereik van punitivedamages bij vorm<strong>en</strong> van schuldeisersb<strong>en</strong>adeling. Deg<strong>en</strong>e die schuldeisers b<strong>en</strong>adeelt62 Zie bijvoorbeeld Heise e.a. 2006, Sunstein, Kahneman, Schkade 1998, Viscusi 2000 <strong>en</strong> voorts Eaton, Mustard & Talarico2005, met veel verdere verwijzing<strong>en</strong>.63 Magat, Viscusi 1990; Braithwaite, Makkai 1991; Kuperan/Sutin<strong>en</strong> 1998; Gunningham, Thornton, Kagan 2005; Gray,Shadbegian 2005; Shimshack, Ward 2005.479Gies<strong>en</strong>_01.indb 21 20-5-2008 16:30:08


– schuld<strong>en</strong>aar, bestuurder, wederpartij – zal immers geregeld e<strong>en</strong> positief doel (gevolg)voor og<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Hij zal bijvoorbeeld prober<strong>en</strong> de onderneming voor haar ondergangte behoed<strong>en</strong> of zijn vermog<strong>en</strong> ‘veilig’ prober<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> door vermog<strong>en</strong>sbestanddel<strong>en</strong>onder te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de. Dit maakt het moeilijk, in ieder geval discutabel, omde opzet om schuldeisers te b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>, te bewijz<strong>en</strong>.Daarbij komt dat het oplegg<strong>en</strong> van punitive damages alle<strong>en</strong> zinvol is in gevall<strong>en</strong> waarinde wederpartij 64 zich verwerpelijk heeft gedrag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet (alle<strong>en</strong>) de schuld<strong>en</strong>aar zelf.Het oplegg<strong>en</strong> van punitive damages aan de schuld<strong>en</strong>aar is weinig effectief: van e<strong>en</strong> kalekip kun je niet plukk<strong>en</strong>. De verwachting is dan ook dat punitive damages bij schuldeisersb<strong>en</strong>adelingin slechts e<strong>en</strong> klein aantal gevall<strong>en</strong> gedragsverandering tot gevolg kunn<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong>. Daarbij blijv<strong>en</strong> ook vele andere vrag<strong>en</strong> onbeantwoord. Zo is het niet duidelijkof er verschill<strong>en</strong>de gedragseffect<strong>en</strong> zijn bij het oplegg<strong>en</strong> van punitive damages aan e<strong>en</strong>rechtspersoon dan wel e<strong>en</strong> natuurlijk persoon, of aan het MKB dan wel e<strong>en</strong> multinational.6 Co n c l u s i e e n d i s c u s s i eTerug naar de vraag wat de inzicht<strong>en</strong> uit gedragswet<strong>en</strong>schappelijke studies oplever<strong>en</strong>.Vooral t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de bek<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> invloed van de bestaande regels omtr<strong>en</strong>t schuldeisersb<strong>en</strong>adelingleidt het bestuder<strong>en</strong> van gedragswet<strong>en</strong>schappelijke studies uit andererechts- <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schapsgebied<strong>en</strong> tot nieuwe informatie. Dit geldt in het bijzonder voorde veronderstelling dat ondernemers zich meer door angst voor aansprakelijkheid <strong>en</strong>reputatieverlies lat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dan w<strong>en</strong>selijk is. De (veronderstelde) onbek<strong>en</strong>dheid met deregels, zelfoptimisme bij ondernemers <strong>en</strong> het verkeerd schatt<strong>en</strong> van de pakkans beperk<strong>en</strong>naar verwachting de gedragseffect<strong>en</strong> van de norm<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dan met name de afschrikwekk<strong>en</strong>dewerking ervan. Deze effect<strong>en</strong> roep<strong>en</strong> de vraag op of het aanpass<strong>en</strong>, of het op e<strong>en</strong>andere wijze toepass<strong>en</strong> van de regels, leidt tot e<strong>en</strong> (reëel) gedragseffect.Buit<strong>en</strong>gewoon complex, <strong>en</strong> zelfs riskant, is het opstell<strong>en</strong> van vermoed<strong>en</strong>s t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> vangedragsverandering. Omdat er zo weinig bek<strong>en</strong>d is over de bestaande gedragseffect<strong>en</strong>, ishet heel moeilijk te voorspell<strong>en</strong> wat er gebeurt als wordt geprobeerd dit gedrag te stur<strong>en</strong>.In deze bijdrage is geprobeerd zicht te krijg<strong>en</strong> op de effect<strong>en</strong> van het toepass<strong>en</strong> of oplegg<strong>en</strong>van punitive damages. De indruk bestaat dat deze effect<strong>en</strong> gering zull<strong>en</strong> zijn, zodat hetvergrot<strong>en</strong> van de pakkans wellicht e<strong>en</strong> effectiever middel is om het doel – normconformhandel<strong>en</strong> – te bereik<strong>en</strong>.Als gezegd past bij deze vermoed<strong>en</strong>s de belangrijke waarschuwing dat inzicht<strong>en</strong> uitgedragswet<strong>en</strong>schappelijke studies niet e<strong>en</strong>voudig naar de juridische wereld kunn<strong>en</strong>64 Waaronder begrep<strong>en</strong> bestuurders of feitelijk leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>.480Gies<strong>en</strong>_01.indb 22 20-5-2008 16:30:08


Calculer<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>word<strong>en</strong> vertaald. Zij gev<strong>en</strong> slechts aanleiding voor e<strong>en</strong> aantal vermoed<strong>en</strong>s, die naderzoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderzocht alvor<strong>en</strong>s er (vergaande) conclusies – bijvoorbeeld:regel X moet word<strong>en</strong> aangepast – aan word<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>. In dit geval, dat wil zegg<strong>en</strong>voor de norm<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t schuldeisersb<strong>en</strong>adeling, zou concreet het volg<strong>en</strong>de kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> onderzocht:– In hoeverre verschill<strong>en</strong>de ‘spelers’ (MKB-ers, multinationals, natuurlijke person<strong>en</strong><strong>en</strong>z.) bek<strong>en</strong>d zijn met de regels omtr<strong>en</strong>t schuldeisersb<strong>en</strong>adeling.– In hoeverre zij juridisch advies inwinn<strong>en</strong> alvor<strong>en</strong>s te handel<strong>en</strong> (zich op de hoogtelat<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> van de regels).– In hoeverre zij e<strong>en</strong> dergelijk advies opvolg<strong>en</strong>.– In hoeverre de perceptie van de pakkans wordt beïnvloed door de bek<strong>en</strong>dheid metde norm<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t schuldeisersb<strong>en</strong>adeling, het aantal gevall<strong>en</strong> waarin deze norm<strong>en</strong>word<strong>en</strong> toegepast <strong>en</strong> de sanctie die wordt verbond<strong>en</strong> aan overtreding van diezelfd<strong>en</strong>orm<strong>en</strong>.Dat het vooralsnog blijft bij dergelijke vermoed<strong>en</strong>s <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>, neemt niet weg dat deverk<strong>en</strong>ning naar inzicht<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaald domein in dit geval nuttig is geweest. Zijlevert nieuwe informatie op die tot het opstell<strong>en</strong> van vermoed<strong>en</strong>s die specifieker zijn dan,<strong>en</strong> soms zelfs afwijk<strong>en</strong> van, heers<strong>en</strong>de opvatting<strong>en</strong>.Lit e r a t u u rArnould/Grabowski 1981R.J. Arnould, H. Grabowski, ‘Auto Safety Regulation: An Analysis of Market Failure’, Bell Journalof Economics, 12, p. 27-48 (1981).Asser-Maeijer 2000 (2-III)J.M.M. Maeijer, Mr. C. Asser’s handleiding tot de beoef<strong>en</strong>ing van het Nederlands burgerlijk recht. 2.Verteg<strong>en</strong>woordiging <strong>en</strong> rechtsperson<strong>en</strong>. Deel III. De naamloze <strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschap, Dev<strong>en</strong>ter:W.E.J. Tje<strong>en</strong>k Willink 2000.Bolt/L<strong>en</strong>seling 1993A.T. Bolt, J.A.W. L<strong>en</strong>seling, Privaatrechtelijke boete, Preadvies uitgebracht voor de NederlandseVer<strong>en</strong>iging voor Rechtsvergelijking, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 1993.Van Boom 2003aW.H. van Boom, Structurele fout<strong>en</strong> in het aansprakelijkheidsrecht (oratie Tilburg), D<strong>en</strong> Haag: BJu2003.Van Boom 2003bW.H. van Boom, ‘Bancaire zorgplicht <strong>en</strong> eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid van de belegger’, NTBR2003/10, p. 555-564.481Gies<strong>en</strong>_01.indb 23 20-5-2008 16:30:08


Van Boom 2006W.H. van Boom, Efficacious <strong>en</strong>forcem<strong>en</strong>t in contract and tort (oratie Rotterdam), D<strong>en</strong> Haag: BJu2006.Braithwaite/Makkai 1991J. Braithwaite & T. Makkai, ‘Testing an Expected Utility Model of Corporate Deterr<strong>en</strong>ce,’ 25 Law& Society Review 7-40 (1991).Van d<strong>en</strong> Brink 2000G.J.M. van d<strong>en</strong> Brink, ‘Waar komt het grote onbehag<strong>en</strong> vandaan?’, NJB 2000/45-46, p. 2173-2178.Camerer/Kunreuther 1989C.F. Camerer, H. Kunreuther, ‘Decision Processes for Low Probability Ev<strong>en</strong>ts: Policy Implications’,Journal of Policy Analysis & Managem<strong>en</strong>t, 8, p. 565-592 (1989).Camerer/Thaler 1995C. Camerer, R.H. Thaler, ‘Anomalies: Ultimatums, dictators and manners’, 9 J. of Econ. Perspectives209 (1995).Cooter/Ul<strong>en</strong> 2004R. Cooter & T. Ul<strong>en</strong>, Law and economics, Pearson Addison Wesley, 2004.Curcio 1995-1996A.A. Curcio, ‘Painful Publicity – An Alternative Punitive Damage Sanction’, DePaul Law Review,vol. 45, p. 341-393 (1995-1996).Van Daal 2005G. van Daal, ‘<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van bestuurdersaansprakelijkheid’, JUVAT-dag: bundeling vanlezing<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> op 22 april 2004, Nijmeg<strong>en</strong>: WLP 2005, p. 27-38.Darley/Sanderson/LaMantia 1996J.M. Darley, C. Sanderson & P. LaMantia, ‘Community standards for defining attempt: inconsist<strong>en</strong>cieswith the model p<strong>en</strong>al code American p<strong>en</strong>al code’, 39 Am. Beh. Sci. 405 (1996).Darley/Carlsmith/Robinson 2001J.M. Darley, K.M. Carlsmith & P.H. Robinson, ‘The ex ante function of the criminal law’, 35 Law& Soc Rev 165 (2001).Dejoy 1989D.M. Dejoy, ‘The optimism bias and traffic accid<strong>en</strong>t risk perception’, Accid<strong>en</strong>t analysis and prev<strong>en</strong>tion,vol. 21, nr. 4, p. 333-340 (1989).Delfos-Roy 2007Y.L.L.A.M. Delfos-Roy, ‘Selectieve betaling’, Ondernemingsrecht 2007/4, p. 125-131.Van Dijck 2006aG. van Dijck, De faillissem<strong>en</strong>tspauliana: revisie van e<strong>en</strong> relict (diss. Tilburg), Nijmeg<strong>en</strong>: WLP2006.482Gies<strong>en</strong>_01.indb 24 20-5-2008 16:30:08


Calculer<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>Van Dijck 2006bG. van Dijck, ‘Empirisch onderzoek naar problem<strong>en</strong> bij de toepassing van de faillissem<strong>en</strong>tspauliana’,TvI 2006/4, p. 112-124.Eaton, Mustard & Talarico 2005T.A. Eaton, D.B. Mustard <strong>en</strong> S.M. Talarico, ‘The effects of Seeking Punitive Damages on the Processingof Tort Claims’, The Journal of Legal Studies, vol. 34, p. 343-369 (2005).Ellis 1982-1983D.D. Ellis jr., ‘Fairness and Effici<strong>en</strong>cy in the Law of Punitive damages’, Southern California LawReview, vol. 56, p. 1 (1982-1983).Flyvbjerg 2003B. Flyvbjerg, ‘Delusions of success: comm<strong>en</strong>t on Dan Lovallo and Daniel Kahneman’, HarvardBusiness Review, December Issue, p. 121-122 (2003).Galanter 1983M.S. Galanter, ‘Reading the landscape of disputes: what we know and don’t know (and thinkwe know) about our allegedly cont<strong>en</strong>tious and litigious society’, UCLA Law Review (31), p. 4-71(1983).Gray/Shadbegian 2005Gray, W. and R. Shadbegian, ‘Wh<strong>en</strong> and Why Do Plants Comply? Paper Mills in the 1980s’, 27Law & Policy 238-61 (2005).Gunningham/Thornton/Kagan 2005Gunningham, N., D. Thornton, and R.A. Kagan. ‘Motivating Managem<strong>en</strong>t: Corporate Compliancein Environm<strong>en</strong>tal Protection,’ 27 Law & Policy 289-316 (2005).Van der Heijd<strong>en</strong> 2001E.M. van der Heijd<strong>en</strong>, ‘Punitive damages <strong>en</strong> de calculer<strong>en</strong>de schadeveroorzaker’, NJB 2001/36,p. 1749-1756.Heise e.a. 2006M. Heise, T. Eis<strong>en</strong>berg, M.T. Wells, P. Hannaford-Agor, N. LaFountain, G.T. Munsterman,B. Ostrom, ‘Juries, Judges, and Punitive Damages: Empirical Analyses Using the Civil JusticeSurvey of State Courts 1992, 1996, and 2001 Data’, Journal of Empirical Legal Studies, vol. 3, nr. 2,p. 263-95 (2006).Hilverda 1999C.M. Hilverda, Faillissem<strong>en</strong>tsfraude: E<strong>en</strong> studie naar de strafrechtelijke handhaving van faillissem<strong>en</strong>tsrechtelijk<strong>en</strong>orm<strong>en</strong>, Dev<strong>en</strong>ter: W.E.J. Tje<strong>en</strong>k Willink 1999.HIS 2005R. Knegt, A.M. Beukelman, J.R. Popma, P. van Willig<strong>en</strong>burg, I. van Zaal, Fraude <strong>en</strong> misbruik bijfaillissem<strong>en</strong>t: e<strong>en</strong> onderzoek naar aard <strong>en</strong> omvang <strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> van bestrijding, Amsterdam:Hugo Sinzheimer Instituut 2005.Hondius 2003E.H. Hondius, ‘Punitive damages: acceptabel, zij het met mate’, NJB 2003/38, p. 2019-2020.483Gies<strong>en</strong>_01.indb 25 20-5-2008 16:30:09


Kahneman/Tversky 1979D. Kahneman, A. Tversky, ‘Prospect theory: an analysis of decision under risk’, Econometrica, nr.2, p. 263-291 (1979).Kahneman/Knetsch/Thaler 2000D. Kahneman, J.L. Knetsch, R.H. Thaler, ‘Experim<strong>en</strong>tal tests of the <strong>en</strong>dowm<strong>en</strong>t effect and theCoase theorem’, in: C.R. Sunstein (ed.), Behavorial law & economics, Cambridge University Press2000.Kerkmeester 1998H.O. Kerkmeester, ‘Punitive damages ter comp<strong>en</strong>satie van e<strong>en</strong> lage veroordelingskans’, NJB1998/40, p. 1807-1813.Korobkin 1998R.B. Korobkin, ‘The status quo bias and contract default rules’, 83 Cornell L. Rev. 608 (1998).Kroeze 2005M.J. Kroeze, Bange bestuurders (oratie Rotterdam), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2005.Kuperan/Sutin<strong>en</strong> 1998Kuperan, K., and J.G. Sutin<strong>en</strong>, ‘Blue Water Crime: Deterr<strong>en</strong>ce, Legitimacy, and Compliance inFisheries’, 32 Law & Society Review 309-30 (1998).Lind<strong>en</strong>bergh 2003S.D. Lind<strong>en</strong>bergh, ‘Doeleind<strong>en</strong> <strong>en</strong> effect<strong>en</strong> van civielrechtelijke sancties’, in: Hoogervorst e.a.(red.), Doel <strong>en</strong> effect van civielrechtelijke sancties (BW-krant), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2003, p. 9-20.Loon<strong>en</strong> 2006A.J.C.C.M. Loon<strong>en</strong>, E<strong>en</strong> kwestie van vertrouw<strong>en</strong>: Het effect van de zorgplicht op de Nederlandsebeleggingsadvisering, E<strong>en</strong> empirisch-analytisch onderzoek naar de stand van zak<strong>en</strong> (diss.Amsterdam UvA), 2006.Lovallo/Kahneman 2003aD. Lovallo, D. Kahneman, ‘Delusions of Success: How Optimism Undermines Executives’ Decisions’,Harvard Business Review, July Issue, p. 56-63 (2003).Lovallo/Kahneman 2003bD. Lovallo, D. Kahneman, ‘Response to B<strong>en</strong>t Flyvbjerg’, Harvard Business Review, DecemberIssue, p. 122 (2003).Luttikhuis 2007A.P.K. Luttikhuis, Corporate recovery: de weg naar effectief insolv<strong>en</strong>tierecht (diss. Tilburg), 2007.Magat/Viscusi 1990W.A. Magat & W.K. Viscusi, ‘Effectiv<strong>en</strong>ess of the EPA’s Regulatory Enforcem<strong>en</strong>t: The Case ofIndustrial Efflu<strong>en</strong>t Standards’, 33 Journal of Law and Economics 331-60 (1990).De Meijer 2003M.E. de Meijer, Het Op<strong>en</strong>baar Ministerie in civiele zak<strong>en</strong> (diss. Rotterdam), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer2003.484Gies<strong>en</strong>_01.indb 26 20-5-2008 16:30:09


Calculer<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>Mell<strong>en</strong>bergh 2003R. Mell<strong>en</strong>bergh, ‘De selectieve betaling van schuldeisers door de v<strong>en</strong>nootschap: e<strong>en</strong> nadereobjectivering van de norm<strong>en</strong> waarnaar de bestuurder van de v<strong>en</strong>nootschap di<strong>en</strong>t te handel<strong>en</strong>’,Ondernemingsrecht 2003/2, p. 48-51.Polak/Pannevis 2005N.J. Polak, M. Pannevis, Faillissem<strong>en</strong>tsrecht, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2005.Polak-Wessels 2003 (III)B. Wessels, Insolv<strong>en</strong>tierecht. Deel III. Gevolg<strong>en</strong> van faillietverklaring (2), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2003.Polinsky <strong>en</strong> Shavell 1997-1998A.M. Polinsky and S. Shavell, ‘Punitive damages: An economic Analysis’, Harvard Law Review,Vol. 111, No. 4, p. 869-962 (1997-1998).Robinson/Darley 2004P.H. Robinson & J.M. Darley, ‘Does criminal law deter? A behavioural sci<strong>en</strong>ce investigation’,Oxford Journal of Legal Studies, vol. 24, no. 2, p. 173-205 (2004).Ryan 2003P.S. Ryan, ‘Revisiting the United States application of Punitive damages: Seperating Myth fromReality’, ILSA Journal of International & Comparitive Law, Vol. 10, No. 1, p.69 e.v. (2003).Shimshack/Ward 2005J.P. Shimshack & M.B. Ward, ‘Regulator Reputation, Enforcem<strong>en</strong>t, and Environm<strong>en</strong>tal Compliance’,50 Journal of Environm<strong>en</strong>tal Economics and Managem<strong>en</strong>t 519-40 (2005).Schirmeister 1996F.C. Schirmeister, Amerikaanse toestand<strong>en</strong> in het schadevergoedingsrecht? (diss. Amsterdam VU),Lelystad: Koninklijke Vermande 1996.Schirmeister 2003F.C. Schirmeister, ‘Punitive damages: Amerikaanse less<strong>en</strong> voor Nederland?’, in: Hoogervorst e.a.(red.), Doel <strong>en</strong> effect van civielrechtelijke sancties (BW-krant), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2003, p. 139-159.Schwab 1998S. Schwab, ‘A Coasean experim<strong>en</strong>t on contract presumptions, 17 J. of Legal Studies 237 (1988).Sunstein/Kahneman/Schkade 1998C.R. Sunstein, D. Kahneman, D. Schkade, ‘Assessing Punitive Damages (With Notes on Cognitionand Valuation in Law)’, The Yale Law Journal, vol. 107 (1998), nr. 7, p. 2071-2153.Thornton/Gunningham/Kagan 2005D. Thornton, N.A. Gunningham, R.A. Kagan, ‘G<strong>en</strong>eral deterr<strong>en</strong>ce and corporate <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>talbehavior’, 27 Law & Policy, p. 262-288.Tzankova 2005I.N. Tzankova, Strooischade, E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d onderzoek naar e<strong>en</strong> nieuw rechtsf<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>, D<strong>en</strong>Haag: Sdu 2005.485Gies<strong>en</strong>_01.indb 27 20-5-2008 16:30:09


Ul<strong>en</strong> 1999T.S. Ul<strong>en</strong>, ‘Rational choice teory in law and economics’, in: Bouckaert & De Geest (eds.), Encyclopediaof law and economics, Edgar Elgar 1999, nr. 4500, p. 111.Verheij 1997A.J. Verheij, ‘Punitive damages, immateriële schade <strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>tele rechtsbeginsel<strong>en</strong>’, AA1997/2, p. 71-81.Verstijl<strong>en</strong> 1999F.M.J. Verstijl<strong>en</strong>, ‘De aansprakelijkheid voor de selectieve voldo<strong>en</strong>ing door schuldeisers’, WPNR6355 (1999), p. 301-308.Viscusi 2000W.K. Viscusi, ‘Corporate Risk Analysis: A Reckless Act’, Stanford Law Review, vol. 52, nr. 3(2000).Visscher 2005L. Visscher, E<strong>en</strong> rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht (diss.Rotterdam), 2005.Vries<strong>en</strong>dorp/Verstijl<strong>en</strong>/Slegers 1999R.D. Vries<strong>en</strong>dorp, F.M.J. Verstijl<strong>en</strong> <strong>en</strong> C.W.M. Slegers, De Garantstellingsregeling curator<strong>en</strong>,Tilburg: Schoordijk Instituut 1999.Vries<strong>en</strong>dorp/Verstijl<strong>en</strong>/Van Dijck 2006R.D. Vries<strong>en</strong>dorp, F.M.J. Verstijl<strong>en</strong>, G. van Dijck, m.m.v. D.F. Kopalit, Evaluatie Garantstellingsregelingcurator<strong>en</strong> 1999-2005, D<strong>en</strong> Haag: Boom Juridische uitgevers 2006.Weinstein 1989N.D. Weinstein, Optimistic biases about personal risks, 246 Sci<strong>en</strong>ce 1232 (1989).Wezeman 1998J.B. Wezeman, Aansprakelijkheid van bestuurders (diss. Groning<strong>en</strong>), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 1998.486Gies<strong>en</strong>_01.indb 28 20-5-2008 16:30:09


<strong>Hoofdstuk</strong> 19Bedoelde <strong>en</strong> onbedoeldee f f e c t e n va n de Ws n p, i n h e tbijzonder op crediteur<strong>en</strong>gedragN. Huls <strong>en</strong> N. Jungmann 1Sa m e n v a t t i n gDe Wsnp biedt sinds 1998 de consum<strong>en</strong>t uitzicht op e<strong>en</strong> schone lei, op e<strong>en</strong> toekomst zonderschuld<strong>en</strong>. Deze wettelijke interv<strong>en</strong>tie was expliciet bedoeld om de informele schuldhulpverl<strong>en</strong>ingte versterk<strong>en</strong>. Uit het dissertatie-onderzoek van Jungmann bleek echter datde nieuwe juridische structuur verschill<strong>en</strong>de belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> prikkelde tot strategischgedrag. Vooral aan crediteur<strong>en</strong> bleek de nieuwe wet e<strong>en</strong> aantal onverwachte voordel<strong>en</strong> tebied<strong>en</strong>. Verder kwam e<strong>en</strong> aantal zwakke punt<strong>en</strong> van de sociale hulpverl<strong>en</strong>ing door de wetscherper aan het licht.In deze bijdrage analyser<strong>en</strong> we op e<strong>en</strong> analytische <strong>en</strong> empirische manier de veronderstelling<strong>en</strong>van de Wsnp-wetgever t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het gedrag van belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Wijricht<strong>en</strong> ons vooral op het gedrag van crediteur<strong>en</strong>. Omdat politici de Wsnp vooral zi<strong>en</strong>als e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t om de debiteur te bescherm<strong>en</strong>, bleef de positie van de crediteur t<strong>en</strong>onrechte onderbelicht. Dit leidde tot <strong>en</strong>kele onbedoelde effect<strong>en</strong>, die de wetgever rec<strong>en</strong>telijkprobeerde te redresser<strong>en</strong>.1 Nick Huls is hoogleraar rechtssociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam <strong>en</strong> de Universiteit Leid<strong>en</strong>. Nadja Jungmannpromoveerde in 2006 in Leid<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> empirisch onderzoek naar de bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong> van deWsnp. Zij is thans adviseur bij Hiemstra & De Vries <strong>en</strong> daarnaast verbond<strong>en</strong> aan ECRS, het Erasmus C<strong>en</strong>trum voorrecht <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving.487Gies<strong>en</strong>_01.indb 29 20-5-2008 16:30:09


N. Huls <strong>en</strong> N. Jungmann1 In l e i d i n gIn Nederland bestaat de schuldhulpverl<strong>en</strong>ing aan natuurlijke person<strong>en</strong> uit twee compartim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.In het minnelijk traject vindt de uitvoering plaats door geme<strong>en</strong>telijke organisatieszoals sociale di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, geme<strong>en</strong>telijke kredietbank<strong>en</strong> <strong>en</strong> het maatschappelijk werk.Daarnaast bestaat er sinds 1 december 1998, to<strong>en</strong> de Wet Schuldsanering natuurlijkeperson<strong>en</strong> (verder: Wsnp) 2 in werking trad, e<strong>en</strong> wettelijk traject waarin de uitvoeringplaatsvindt door bewindvoerders onder supervisie van e<strong>en</strong> rechter-commissaris.C<strong>en</strong>trale doelstelling van beide vorm<strong>en</strong> van hulp is de ‘afkoop’ van schuld<strong>en</strong>. Crediteur<strong>en</strong>gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel van hun vordering prijs in ruil voor e<strong>en</strong> maximale inspanningdoor de debiteur gedur<strong>en</strong>de drie jaar onder toezicht van e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er. Het predicaat‘minnelijk’ duidt op de vrijwillige basis, waarop crediteur<strong>en</strong> instemm<strong>en</strong> met de voorgestelderegeling. De schuld<strong>en</strong>aar moet gedur<strong>en</strong>de de duur van het traject rondkom<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> rond het bijstandsniveau. Al het inkom<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de norm (de zog<strong>en</strong>oemdeaflossingscapaciteit) komt t<strong>en</strong> goede aan de crediteur<strong>en</strong>. De spelregels van de minnelijkeregeling zijn vastgelegd in de <strong>Gedrag</strong>scode schuldregeling van de Nederlandse Ver<strong>en</strong>igingvoor Volkskrediet, de NVVK, de koepelorganisatie van de geme<strong>en</strong>telijke kredietbank<strong>en</strong>.3Het wettelijk traject is geregeld in de Wsnp, de derde titel van de Faillissem<strong>en</strong>tswet (Fw).In de memorie van toelichting 4 word<strong>en</strong> drie doelstelling<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd:1 Schuld<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> wettelijke schuldsanering e<strong>en</strong> schuld<strong>en</strong>vrije toekomst tebied<strong>en</strong>.2 De bereidheid van crediteur<strong>en</strong> vergrot<strong>en</strong> om mee te werk<strong>en</strong> aan minnelijkeregeling<strong>en</strong>.3 E<strong>en</strong> daling bewerkstellig<strong>en</strong> van het aantal faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van natuurlijke person<strong>en</strong>.De rechtbank is de c<strong>en</strong>trale instantie in de Wsnp. De rechtbank beslist of e<strong>en</strong> schuld<strong>en</strong>aarop di<strong>en</strong>s verzoek wordt toegelat<strong>en</strong> (art. 287 lid 1 Fw) <strong>en</strong> b<strong>en</strong>oemt de bewindvoerder<strong>en</strong> rechter-commissaris (art. 287 lid 3 Fw). De rechtbank neemt tev<strong>en</strong>s de fundam<strong>en</strong>telebeslissing<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de schuldsanering. Om de rechters e<strong>en</strong> handvat te bied<strong>en</strong>bij de uitvoering van hun nieuwe taak, heeft de werkgroep rechters-commissariss<strong>en</strong> infaillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (Recofa) al voor de inwerkingtreding van de Wsnp de nota’s ‘Recofaaanbeveling<strong>en</strong>tot toepassing van de Wsnp’ (1998) <strong>en</strong> ‘Recofa praktische w<strong>en</strong>k<strong>en</strong> Wsnp’(1998) vastgesteld. Sinds 1 oktober 2005 geld<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>oemde Recofa-Wsnp richtlijn<strong>en</strong>. 52 Zie Wessels 1999, alsmede Mart<strong>en</strong>s & Schruer 2002.3 Zie voor de geschied<strong>en</strong>is hiervan Segaar 1982.4 Kamerstukk<strong>en</strong> II 1992/93, 22 969, nr. 3.5 Deze zijn te raadpleg<strong>en</strong> op de website van het Bureau WSNP: www.wsnp.rvr.org/bewindinfo/Data/richtlijn<strong>en</strong>.488Gies<strong>en</strong>_01.indb 30 20-5-2008 16:30:09


Bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong> van de WsnpDe richtlijn<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> bind<strong>en</strong>de regels <strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de Hoge Raad niet gezi<strong>en</strong> alsregels in de zin van art. 79 RO. 6In onze bijdrage aan deze bundel will<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> antwoord gev<strong>en</strong> op de vraag waarom hetinstitutionele wettelijke kader, dat bedoeld was als gedragsprikkel voor crediteur<strong>en</strong> omvaker mee te werk<strong>en</strong> aan informele hulpverl<strong>en</strong>ing, niet heeft gewerkt zoals bedoeld.Eerst gev<strong>en</strong> we in paragraaf 2 de harde cijfers: de daling van het slagingsperc<strong>en</strong>tage inhet minnelijk traject die al gaande was, zette zich versneld door na de inwerkingtredingvan de Wsnp. In paragraaf 3 confronter<strong>en</strong> we de beleidstheorie van de Wsnp met debevinding<strong>en</strong> uit de praktijk. Het blijkt dat de wetgever e<strong>en</strong> aantal onjuiste aannamesheeft gehanteerd bij het ontwerp<strong>en</strong> van de financiële prikkel voor de crediteur<strong>en</strong>. Inparagraaf 4 gaan we dieper in op de positie van de crediteur<strong>en</strong>, iets wat tijd<strong>en</strong>s de helewetgevingsoperatie nauwelijks was gebeurd. Wij id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele contra-indicaties,die het voor crediteur<strong>en</strong> aantrekkelijk maakt<strong>en</strong> om ‘nee’ te zegg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het minnelijktraject. Dit leidt ons tot de conclusie dat de crediteur de ‘missing link’ is geweest bij hetontwerp<strong>en</strong> van de Wsnp. We sluit<strong>en</strong> af met <strong>en</strong>ige less<strong>en</strong> die getrokk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>uit de poging<strong>en</strong> van de wetgever om e<strong>en</strong> maatschappelijk probleem met behulp van <strong>privaatrecht</strong>op te loss<strong>en</strong>.2 Ee n o n b e d o e l d e d a l i n g v a n h e t sl a g i n g s p e r c e n t a g e i n h e t m i n n e l i j k t r a j e c t 7De Wsnp is onder meer bedoeld als stok achter de deur voor crediteur<strong>en</strong> om vaker mee tewerk<strong>en</strong> aan minnelijke schuldregeling<strong>en</strong>. Door wettelijke schuldsanering<strong>en</strong> (financieel)minder aantrekkelijk te mak<strong>en</strong> dan de minnelijke variant, beoogt de wetgever het gedragvan crediteur<strong>en</strong> te beïnvloed<strong>en</strong>. De bedoeling was dat schuldhulpverl<strong>en</strong>ing met de steunvan de wet in de rug effectiever zou word<strong>en</strong> <strong>en</strong> zou leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> hoger slagingsperc<strong>en</strong>tage.Dit definiër<strong>en</strong> wij als het aandeel van alle verzoek<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> minnelijke schuldregeling,die na e<strong>en</strong> intakegesprek uitmond<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> schuldregeling. Die stijging was e<strong>en</strong>belangrijke doelstelling van de wet. Het gaat om het aantal tot stand gekom<strong>en</strong> minnelijketraject<strong>en</strong> in relatie tot het aantal aanvrag<strong>en</strong>. Het slagingsperc<strong>en</strong>tage heeft dus ge<strong>en</strong>betrekking op het aantal regeling<strong>en</strong> dat uiteindelijk leidt tot e<strong>en</strong> schuld<strong>en</strong>vrije start.Vanwege e<strong>en</strong> gebrek aan betrouwbare cijfers kunn<strong>en</strong> wij ge<strong>en</strong> nauwkeurige beschrijvinggev<strong>en</strong> van het slagingsperc<strong>en</strong>tage in het minnelijk traject. Wel zijn de gegev<strong>en</strong>s dieNVVK-led<strong>en</strong> registrer<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de betrouwbaar om de algem<strong>en</strong>e t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s af te leid<strong>en</strong>.6 Zie Noordam 2001, hoofdstuk 5.7 Zie voor het navolg<strong>en</strong>de Jungmann 2006, alsmede Von Bergh e.a. 2006.489Gies<strong>en</strong>_01.indb 31 20-5-2008 16:30:09


N. Huls <strong>en</strong> N. JungmannZij behandel<strong>en</strong> ruim de helft van alle verzoek<strong>en</strong> om hulp. 8 In de periode 1992-2005daalde het slagingsperc<strong>en</strong>tage van NVVK-led<strong>en</strong> van 53 naar 14%. In 2004 kond<strong>en</strong> zijslechts 9% van de debiteur<strong>en</strong> help<strong>en</strong>. De daling van het slagingsperc<strong>en</strong>tage is het gevolgvan e<strong>en</strong> absolute stijging van het aantal verzoek<strong>en</strong> om hulp <strong>en</strong> e<strong>en</strong> absolute daling vanhet aantal getroff<strong>en</strong> schuldregeling<strong>en</strong>. In tabel 1 gev<strong>en</strong> we deze twee variabel<strong>en</strong> weer diehet slagingsperc<strong>en</strong>tage bepal<strong>en</strong>. De absolute stijging van het aantal verzoek<strong>en</strong> is zowelhet gevolg van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de schuld<strong>en</strong>problematiek als van e<strong>en</strong> groei van het aantalNVVK-led<strong>en</strong>. Omdat het slagingsperc<strong>en</strong>tage e<strong>en</strong> relatief getal is, wordt dat niet beïnvloeddoor de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> vraag.Over het gebruik van het wettelijke traject zijn wel exacte gegev<strong>en</strong>s bek<strong>en</strong>d. In de memorievan toelichting van de Wsnp werd de verwachting uitgesprok<strong>en</strong>, dat er jaarlijks ongeveer12.000 schuld<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> wettelijke schuldsanering zoud<strong>en</strong> verzoek<strong>en</strong>. Dit aantalwerd pas in 2004 bereikt. In 2005 ded<strong>en</strong> 17.780 schuld<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep op de rechter.5000045000400003500030000250002000015000100005000019921993199419951996199719981999200020012002200320042005verzoek<strong>en</strong>schuldregeling<strong>en</strong>Figuur 1: Ontwikkeling van het aantal verzoek<strong>en</strong> om hulp <strong>en</strong> het aantalschuldregeling<strong>en</strong> (1992-2005)8 Janss<strong>en</strong> c.s. 1999 p. 25.490Gies<strong>en</strong>_01.indb 32 20-5-2008 16:30:10


Bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong> van de Wsnp20.00018.00017.78016.00014.00013.99812.00010.0008.754 8.7919.58010.7508.0006.0006.5284.0002.00001999 2000 20001 2002 2003 2004 2005Figuur 2: Ontwikkeling van het aantal wettelijke schuldsanering<strong>en</strong> 1999-20053 De b e l e i d s t h e o r i e v a n d e Ws n p 9Aan elke wet ligt e<strong>en</strong> beleidstheorie t<strong>en</strong> grondslag. Dit is het geheel van argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis op basis waarvan de wetgever verwacht dat e<strong>en</strong> (instrum<strong>en</strong>tele) wet tot debeoogde doel<strong>en</strong> leidt. 10 E<strong>en</strong> beleidstheorie kunn<strong>en</strong> we omschrijv<strong>en</strong> als ‘datg<strong>en</strong>e dat debeleidsvoerder bed<strong>en</strong>kt <strong>en</strong> bered<strong>en</strong>eert om tot zijn beleid te kom<strong>en</strong>’. 11 In e<strong>en</strong> beleidstheoriekunn<strong>en</strong> drie soort<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>: normatieve, causale <strong>en</strong>finale. De normatieve argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> de ideologische basis van e<strong>en</strong> wet. Het is d<strong>en</strong>orm die de wetgever met e<strong>en</strong> wet wil bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee vaak ook het doel. De causale<strong>en</strong> finale argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> betrekking op de wijze waarop de wetgever de beoogd<strong>en</strong>orm (of het doel van e<strong>en</strong> wet) wil bereik<strong>en</strong>. De causale argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn algem<strong>en</strong>e veronderstelling<strong>en</strong>van de wetgever over de relatie tuss<strong>en</strong> oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong> op het beleidsterreinin kwestie. Doorgaans zijn het algeme<strong>en</strong> aanvaarde handelingstheorieën die t<strong>en</strong>grondslag ligg<strong>en</strong> aan de instrum<strong>en</strong>tkeuze van veel wetgeving, die in e<strong>en</strong>zelfde periode9 Het navolg<strong>en</strong>de is gebaseerd op Jungmann 2006, hoofdstuk 3.10 Zie Nel<strong>en</strong> 2000.11 Van der Graaf & Hoppe 1992, p. 70.491Gies<strong>en</strong>_01.indb 33 20-5-2008 16:30:10


N. Huls <strong>en</strong> N. Jungmannwordt ontwikkeld. De finale argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> de instrum<strong>en</strong>tkeuze om de doel<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> wet te bereik<strong>en</strong>. In de finale argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> de inhoud van de normatieve <strong>en</strong>causale argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>. De drie onderscheid<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> elk nauw sam<strong>en</strong>met de tijdgeest.Normatieve argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>Normatieve argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verwijz<strong>en</strong> naar de norm<strong>en</strong> die de wetgever hanteert om e<strong>en</strong>bestaande situatie als (on)w<strong>en</strong>selijk te beschouw<strong>en</strong>. De politieke of ideologische norm dieaan de Wsnp t<strong>en</strong> grondslag ligt, is dat de wetgever het onw<strong>en</strong>selijk acht dat natuurlijkeperson<strong>en</strong> zich jar<strong>en</strong>lang in e<strong>en</strong> problematische schuldsituatie bevind<strong>en</strong>, zonder perspectiefop e<strong>en</strong> schuld<strong>en</strong>vrije toekomst. De invoering van e<strong>en</strong> wettelijke schuldsaneringsregelingmaakte hier e<strong>en</strong> einde aan. Eind jar<strong>en</strong> tachtig war<strong>en</strong> alle politieke partij<strong>en</strong> vanm<strong>en</strong>ing dat eerlijke, maar ongelukkige debiteur<strong>en</strong> op <strong>en</strong>ig mom<strong>en</strong>t schuld<strong>en</strong>vrij moest<strong>en</strong>word<strong>en</strong>. Op ideologische grond<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> socialist<strong>en</strong>, liberal<strong>en</strong> <strong>en</strong> confessionel<strong>en</strong> elkhun eig<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> wettelijke schuldsaneringsregeling. 12 Voor socialist<strong>en</strong> ise<strong>en</strong> wettelijke schuldregeling e<strong>en</strong> uiting van solidariteit met zwakke groep<strong>en</strong>. Het freshstart-beginseldraagt ook bij aan waard<strong>en</strong>, die de liberal<strong>en</strong> belangrijk vind<strong>en</strong> zoals deeig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid <strong>en</strong> de uitoef<strong>en</strong>ing van het ondernemerschap. Zolang m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>zich in e<strong>en</strong> problematische schuldsituatie bevind<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> zij ge<strong>en</strong> prikkels om actiefdeel te nem<strong>en</strong> aan het economisch lev<strong>en</strong>. Voor de confessionele partij<strong>en</strong> zijn er ookbijbelse grond<strong>en</strong> om vóór e<strong>en</strong> wettelijke schuldsaneringsregeling te zijn. In het OnzeVader word<strong>en</strong> wij opgeroep<strong>en</strong> onze schuld<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> te vergev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in de Bijbel suggereertDeuteronomium 15 om e<strong>en</strong> streep door vordering<strong>en</strong> op arm<strong>en</strong> te hal<strong>en</strong>. De optie van e<strong>en</strong>wettelijke schuldsaneringsregeling was voor het kabinet in de jar<strong>en</strong> tachtig e<strong>en</strong> mogelijkheidom sociaal beleid te voer<strong>en</strong>, zonder de belasting<strong>en</strong> te verhog<strong>en</strong>. De kost<strong>en</strong> van defresh start word<strong>en</strong> immers gedrag<strong>en</strong> door (veelal particuliere) crediteur<strong>en</strong>.Causale argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>Causale argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn hypotheses over oorzaak-gevolgrelaties. Deze zijn ontle<strong>en</strong>d aane<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e handelingstheorie <strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> hoe de werkelijkheid volg<strong>en</strong>s de wetgeverin elkaar steekt. Aan de Wsnp ligt de rationaliteitstheorie t<strong>en</strong> grondslag. De kern hiervanis, dat individu<strong>en</strong> <strong>en</strong> organisaties rationeel handel<strong>en</strong> om hun doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>dvoor rationeel handel<strong>en</strong> is, dat actor<strong>en</strong> consist<strong>en</strong>t gedrag verton<strong>en</strong>. Die consist<strong>en</strong>tieis het gevolg van de besluitvormingsprocedure waarop hun gedrag is gebaseerd. Het12 Zie Ackermann e.a. 1993.492Gies<strong>en</strong>_01.indb 34 20-5-2008 16:30:10


Bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong> van de Wsnpidee is dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> organisaties doorgaans besluit<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> op basis van e<strong>en</strong> globalekost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analyse. E<strong>en</strong> volkom<strong>en</strong> rationele afweging op basis van alle relevantegegev<strong>en</strong>s is zeld<strong>en</strong> mogelijk. Het veronderstelde rationele handel<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merkt zich doorde afweging van de bek<strong>en</strong>de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van alternatiev<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kiest het alternatiefwaarmee de doel(<strong>en</strong>) het beste bereikt word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de laagste kost<strong>en</strong>. Bij de afwegingspel<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> financiële aspect<strong>en</strong>, maar ook immateriële zak<strong>en</strong> (zoals het vertrouw<strong>en</strong>in of de kwaliteit van de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing) e<strong>en</strong> rol. Doordat individu<strong>en</strong> <strong>en</strong> organisatiesvoortdur<strong>en</strong>d alternatiev<strong>en</strong> afweg<strong>en</strong>, kan de uitkomst verander<strong>en</strong> als er zich tuss<strong>en</strong>tijdswijziging<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong> in de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of bat<strong>en</strong> of als zich alternatiev<strong>en</strong> aanbied<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>belangrijk aspect hierbij is dat actor<strong>en</strong> strategisch gedrag verton<strong>en</strong>.Verandering<strong>en</strong> in bestaande of nieuwe wetgeving kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot gedragsverandering,omdat de afweging van alternatiev<strong>en</strong> anders uitpakt. Hierdoor kunn<strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> inwetgeving ook leid<strong>en</strong> tot ander, door de wetgever beoogd, gedrag. De stok achter de deurmoest de crediteur prikkel<strong>en</strong> om vaker mee te werk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> minnelijke regeling.Finale argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>De finale argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn de aannames waarom e<strong>en</strong> specifiek instrum<strong>en</strong>t zal leid<strong>en</strong> tothet beoogde doel van e<strong>en</strong> wet. De normatieve <strong>en</strong> causale instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> het kadervoor de te kiez<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De Wsnp moet leid<strong>en</strong> tot eindigheid van schuld<strong>en</strong> vannatuurlijke person<strong>en</strong> (normatief argum<strong>en</strong>t). Dit wil de wetgever bereik<strong>en</strong> door instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>in te zett<strong>en</strong> die crediteur<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong> om vaker mee te werk<strong>en</strong> aan minnelijkeschuldregeling<strong>en</strong> (causaal argum<strong>en</strong>t). In de Wsnp is gekoz<strong>en</strong> voor instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> diee<strong>en</strong> prikkel vorm<strong>en</strong> om het gedrag van crediteur<strong>en</strong> te beïnvloed<strong>en</strong>. In de memorie vantoelichting 13 noemt de minister de volg<strong>en</strong>de prikkels:‘In het wetsvoorstel zijn bepaling<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die voormelde, belangrijkedi<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing t<strong>en</strong> behoeve van schuld<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vergemakkelijk<strong>en</strong><strong>en</strong> de kans op het bereik<strong>en</strong> van overe<strong>en</strong>stemming met schuldeisers of ophet tot stand br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> minnelijk akkoord vergrot<strong>en</strong>. Hierbij valt ondermeer te wijz<strong>en</strong> op de regeling dat de rechter in de schuldsaneringsregeling e<strong>en</strong>saneringsplan kan vaststell<strong>en</strong> zonder dat daartoe instemming van de schuldeisersnodig is. Voorts zijn de bevoorrechte schuldeisers ook aan e<strong>en</strong> akkoordgebond<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn de voorwaard<strong>en</strong> voor het aannem<strong>en</strong> daarvan minder strakdan in het geval van faillissem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> surséance van betaling. Tev<strong>en</strong>s krijgtde rechter-commissaris de bevoegdheid e<strong>en</strong> door de schuldeisers verworp<strong>en</strong>13 Kamerstukk<strong>en</strong> II 1992/93, 22 969, nr. 3, p. 6-7.493Gies<strong>en</strong>_01.indb 35 20-5-2008 16:30:10


N. Huls <strong>en</strong> N. Jungmannakkoord vast te stell<strong>en</strong>. Ook het gevolg dat aan het einde van de toepassingvan de schuldsaneringsregeling daaraan verbond<strong>en</strong> wordt, te wet<strong>en</strong> dat deoverblijv<strong>en</strong>de vordering<strong>en</strong> niet langer afdwingbaar zijn <strong>en</strong> daardoor vanafdat mom<strong>en</strong>t als natuurlijke verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> zijn aan te merk<strong>en</strong>, alsmede demogelijk wat langere termijn gedur<strong>en</strong>de welke schuldeisers onder die regelinghun recht<strong>en</strong> niet mog<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> als prikkels word<strong>en</strong> beschouwdvoor schuldeisers om met e<strong>en</strong> minnelijk akkoord of e<strong>en</strong> andere buit<strong>en</strong>gerechtelijkeregeling in te stemm<strong>en</strong>. Voor wat betreft de schuldeisers van vordering<strong>en</strong>waaraan e<strong>en</strong> voorrecht is verbond<strong>en</strong>, kan t<strong>en</strong>slotte word<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong>op de voorgestelde regeling dat, is de gerechtelijke schuldsaneringsregelingvan toepassing verklaard, bij het do<strong>en</strong> van uitkering<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> bepaaldeverdeelsleutel ook op vordering<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>te schuldeisers betaald moetword<strong>en</strong>, ook indi<strong>en</strong> de bevoorrechte vordering<strong>en</strong> nog niet allemaal volledigzijn voldaan. Deze <strong>en</strong> andere regeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> het feit dat de schuldeisers bij e<strong>en</strong>minnelijke regeling op e<strong>en</strong> vroeger tijdstip zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bevredigd,kunn<strong>en</strong> ertoe bijdrag<strong>en</strong> dat de schuldeisers, zowel van bevoorrechte als vanconcurr<strong>en</strong>te vordering<strong>en</strong>, het niet op het van toepassing verklar<strong>en</strong> van degerechtelijke schuldsaneringsregeling<strong>en</strong> will<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> aankom<strong>en</strong>. De voorgesteldewettelijke schuldsaneringsregeling kan in zoverre wellicht ook word<strong>en</strong>aangemerkt als e<strong>en</strong> regeling die fungeert als e<strong>en</strong> stok achter de deur.’Behalve deze prikkels noemt de minister in e<strong>en</strong> later stadium van de parlem<strong>en</strong>tairebehandeling er nog één: de inhouding van kost<strong>en</strong> op de boedel, zoals bijvoorbeeld hetsalaris van de bewindvoerder:‘Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> mag word<strong>en</strong> dat schuldeisers vanwege het bestaan van dewettelijke schuldsaneringsregeling <strong>en</strong> de daarin opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bepaling<strong>en</strong> eerderbereid zull<strong>en</strong> zijn mee te werk<strong>en</strong> aan het tot stand kom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> minnelijkeregeling. Aan e<strong>en</strong> minnelijke regeling zitt<strong>en</strong> voor schuldeisers voordel<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Zo zull<strong>en</strong> zij in heteerste geval doorgaans eerder betaling ontvang<strong>en</strong> dan wanneer de wettelijkeschuldsaneringsregeling van toepassing zou word<strong>en</strong> verklaard. Ik herinner ervoorts aan dat in de schuldsaneringsregeling de boedelkost<strong>en</strong>, zoals het salarisvan de bewindvoerder, eerst voldaan moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voordat uitkering<strong>en</strong> aande schuldeisers kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedaan. Het is dan ook goed mogelijk datschuldeisers bij toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uiteindelijkminder zull<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong> dan bij het tot stand kom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> minnelijkeregeling.’494Gies<strong>en</strong>_01.indb 36 20-5-2008 16:30:10


Bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong> van de Wsnp4 Em p i r i s c h e to e t s i n g v a n d e b e l e i d s t h e o r i eUit dossieronderzoek dat Jungmann t<strong>en</strong> behoeve van haar dissertatie-onderzoekuitvoerde, 14 bleek al snel dat de kracht van de financiële prikkel onvoldo<strong>en</strong>de sterk was.Bij e<strong>en</strong> wettelijke schuldsanering br<strong>en</strong>gt de bewindvoerder e<strong>en</strong> deel van zijn salaris <strong>en</strong>de publicatiekost<strong>en</strong> t<strong>en</strong> laste van de boedel. 15 Ondanks deze financiële prikkel werkt<strong>en</strong>crediteur<strong>en</strong> niet vaker mee aan minnelijke schuldregeling<strong>en</strong>. Jungmann vond de volg<strong>en</strong>detwee ongerijmdhed<strong>en</strong>:– Hoe hoger de aflossingscapaciteit, des te kleiner het financiële verschil tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong>minnelijke <strong>en</strong> wettelijke schuldregeling.– Hoe lager het perc<strong>en</strong>tage dat de vordering uitmaakt van de totale schuld, des tekleiner het financiële verschil tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> minnelijke <strong>en</strong> wettelijke schuldregeling.Uit onderzoek naar de werking van financiële prikkels, blijkt dat deze optimaal werk<strong>en</strong>als deg<strong>en</strong>e wi<strong>en</strong>s gedrag beïnvloed moet word<strong>en</strong>, weet wat de financiële consequ<strong>en</strong>tie vanzijn gedrag is. Bij de beoordeling van e<strong>en</strong> minnelijk schuldregelingsvoorstel weet e<strong>en</strong> crediteurniet hoeveel e<strong>en</strong> wettelijke schuldsanering gaat oplever<strong>en</strong>, omdat de omvang vanhet verschil afhangt van zowel de hoogte van de aflossingscapaciteit als het perc<strong>en</strong>tagedat zijn vordering uitmaakt van de totale schuld. Crediteur<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> op basis van deaflossingscapaciteit die voor het minnelijke schuldregelingsvoorstel is berek<strong>en</strong>d, wél e<strong>en</strong>globale inschatting mak<strong>en</strong>, maar moet<strong>en</strong> dan in elk afzonderlijk dossier tijd stek<strong>en</strong>. Ditbr<strong>en</strong>gt kost<strong>en</strong> met zich mee, die de financiële prikkel van de Wsnp beïnvloed<strong>en</strong>.In de praktijk lever<strong>en</strong> minnelijke schuldregeling<strong>en</strong> doorgaans meer op dan de wettelijke.In absolute bedrag<strong>en</strong> zijn de verschill<strong>en</strong> per crediteur echter te klein om crediteur<strong>en</strong>gedragte beïnvloed<strong>en</strong>. In 2000 had de helft van de schuld<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afloscapaciteit dielager was dan € 60 per maand. 16 Bij e<strong>en</strong> gemiddelde van 9 schuldeisers <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>deschuld<strong>en</strong>last is de spoeling dan wel heel erg dun. Gezi<strong>en</strong> de afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bereidheid ondercrediteur<strong>en</strong>, is dit verschil blijkbaar te klein. De omstandigheid dat zij bij de beoordelingvan e<strong>en</strong> minnelijk schuldregelingsvoorstel niet exact wet<strong>en</strong> wat het financiële verschil zalzijn, beperkt de werking van deze prikkel nog verder.14 Jungmann 2006, p. 64. e.v.15 Vanaf 1 januari 2008 wordt het volledige salaris van de bewindvoerder t<strong>en</strong> laste van de boedel gebracht. Dit heeft alsconsequ<strong>en</strong>tie dat het financiële verschil tuss<strong>en</strong> minnelijke <strong>en</strong> wettelijke regeling<strong>en</strong> aanmerkelijk groter wordt.16 In opdracht van het ministerie van SZW voer<strong>en</strong> Jungmann e.a. in 2008 onderzoek uit naar de effectiviteit van de minnelijkeschuldhulpverl<strong>en</strong>ing. Dit zal actuelere cijfers oplever<strong>en</strong>.495Gies<strong>en</strong>_01.indb 37 20-5-2008 16:30:10


N. Huls <strong>en</strong> N. Jungmann5 Eva l ua t i eHet is eig<strong>en</strong>lijk onvoorstelbaar dat de financiële prikkel in de praktijk zo anders werktdan werd aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Achteraf kunn<strong>en</strong> we daar wel e<strong>en</strong> aantal verklaring<strong>en</strong> voor gev<strong>en</strong>.Jurist<strong>en</strong> – <strong>en</strong> justitie-ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> uitzondering – werk<strong>en</strong> met veronderstelling<strong>en</strong>omtr<strong>en</strong>t gedrag. Zij zijn niet gew<strong>en</strong>d om deze empirisch te toets<strong>en</strong> of kost<strong>en</strong> doorte berek<strong>en</strong><strong>en</strong>. In dit geval was het afnem<strong>en</strong>de slagingsperc<strong>en</strong>tage e<strong>en</strong>voudig vast te stell<strong>en</strong>geweest door naar de cijfers van de NVVK te kijk<strong>en</strong>. In de parlem<strong>en</strong>taire behandelingis de daling vóór 1998 ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele keer ter sprake gebracht! Het ministerie van Justitieconc<strong>en</strong>treerde zich op het wettelijke traject. Het departem<strong>en</strong>t toonde weinig belangstellingvoor het werk van de geme<strong>en</strong>telijke schuldhulpinstelling<strong>en</strong>, die immers niet onderJustitie, maar onder Sociale Zak<strong>en</strong> viel<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> typisch voorbeeld van Haagse bureaupolitiek.17Maar ook de NVVK heeft e<strong>en</strong> inschattingsfout gemaakt. Ondanks haar k<strong>en</strong>nis over hetminnelijk traject heeft ze niet voorzi<strong>en</strong> dat de Wsnp zo contraproductief zou werk<strong>en</strong>.Het bestuur heeft in het publieke debat altijd het beeld geschetst dat het minnelijk trajectprima op orde was, terwijl zij als insider wist dat de effectiviteit van het minnelijk trajectafnam. M<strong>en</strong> had k<strong>en</strong>nelijk niet de politieke moed om het dal<strong>en</strong>de slagingsperc<strong>en</strong>tage inhet publieke debat in te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.6 De c o n t r a-i n d i c a t i e s v a n u i t h e t c r e d i t e u r e n p e r s p e c t i e fAan de beleidstheorie van de Wsnp ligt de aanname t<strong>en</strong> grondslag, dat crediteur<strong>en</strong>wettelijke schuldsanering<strong>en</strong> onaantrekkelijker vind<strong>en</strong> dan de minnelijke variant. In dememorie van toelichting noemde de minister alle<strong>en</strong> expliciet de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van wettelijkeschuldsanering<strong>en</strong>, die deze voor crediteur<strong>en</strong> onaantrekkelijker mak<strong>en</strong>. Zij gingvoorbij aan contra-indicaties die wettelijke schuldsanering<strong>en</strong> voor crediteur<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.Hiermee bedoel<strong>en</strong> we de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die wettelijke schuldsanering<strong>en</strong> voor crediteur<strong>en</strong>aantrekkelijk mak<strong>en</strong>. Voor crediteur<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de vier groep<strong>en</strong> van contraindicatieshet juist aantrekkelijk of zelfs noodzakelijk om op e<strong>en</strong> wettelijke schuldsaneringaan te stur<strong>en</strong>.6.1 Informatie-asymmetrieOp het mom<strong>en</strong>t dat de schuld<strong>en</strong>aar zegt dat hij zijn crediteur<strong>en</strong> niet meer kan betal<strong>en</strong>,ontstaat er e<strong>en</strong> situatie die in de rechtseconomie bek<strong>en</strong>d staat als informatie-asymme-17 Zie Huls 1999.496Gies<strong>en</strong>_01.indb 38 20-5-2008 16:30:11


Bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong> van de Wsnptrie. 18 De red<strong>en</strong><strong>en</strong> die de debiteur aanvoert voor wanbetaling, kunn<strong>en</strong> door de crediteurniet gecontroleerd word<strong>en</strong>, omdat vrijwel alle relevante informatie bij de debiteurberust. Betrouwbare derd<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij opheffing of verkleining van dezeasymmetrie. Het wettelijke traject verkleinde de informatie-asymmetrie vanwege depostblokkade, het huisbezoek <strong>en</strong> de publicatie in de krant.6.2 Materiële voordel<strong>en</strong>Wettelijke schuldsanering<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> materieel ook voordel<strong>en</strong> oplever<strong>en</strong> voor crediteur<strong>en</strong>.Deze hang<strong>en</strong> nauw sam<strong>en</strong> met de aflossingscapaciteit, het vermog<strong>en</strong>, de gevolg<strong>en</strong>van recidive of uitval tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> wettelijke schuldsanering.Wettelijke schuldsanering<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> meer oplever<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> schuld<strong>en</strong>aar e<strong>en</strong> hogeaflossingscapaciteit heeft of bijvoorbeeld over vermog<strong>en</strong> beschikt. In het kader van e<strong>en</strong>minnelijke schuldregeling vrag<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers niet altijd naar vermog<strong>en</strong>, omdat zij e<strong>en</strong>antwoord toch niet kunn<strong>en</strong> controler<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> wettelijke schuldsanering verwacht<strong>en</strong>crediteur<strong>en</strong> dat bezit <strong>en</strong> vermog<strong>en</strong> door de postblokkade aan het licht kom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> wettelijkeschuldsanering biedt ook materiële voordel<strong>en</strong> als schuld<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> recidiver<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>crediteur die akkoord gaat met e<strong>en</strong> minnelijke regeling, loopt dus het risico om lateropnieuw gevraagd te word<strong>en</strong> mee te werk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> tweede minnelijke regeling. Alshij dat weigert, kan hij vervolg<strong>en</strong>s gedwong<strong>en</strong> word<strong>en</strong> mee te werk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> wettelijkeschuldsanering. Na afloop van e<strong>en</strong> wettelijke schuldsanering ligt dit anders. Dan komte<strong>en</strong> schuld<strong>en</strong>aar gedur<strong>en</strong>de ti<strong>en</strong> jaar niet nogmaals voor e<strong>en</strong> schone lei in aanmerking.Door niet mee te werk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> minnelijke schuldregeling, weet de crediteur zeker dathij niet twee keer kort na elkaar vordering<strong>en</strong> moet afboek<strong>en</strong> als gevolg van e<strong>en</strong> schuldregeling.6.3 Immateriële voordel<strong>en</strong>Naast (mogelijke) materiële voordel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wettelijke schuldsanering<strong>en</strong> ook immateriëlevoordel<strong>en</strong>, zoals het str<strong>en</strong>gere toezicht. Het toezicht van de rechtbank wordt doorcrediteur<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> immaterieel voordeel beschouwd. Zij hebb<strong>en</strong> meer vertrouw<strong>en</strong> in derechterlijke macht dan in de schuldhulpverl<strong>en</strong>ers, die zij toch eerder zi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> belang<strong>en</strong>behartigervan de debiteur dan als e<strong>en</strong> onafhankelijke derde.Er zijn crediteur<strong>en</strong> die medewerking aan e<strong>en</strong> minnelijke regeling weiger<strong>en</strong>, om de schuld<strong>en</strong>aarte straff<strong>en</strong>. Voor schuld<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> wettelijke schuldsanering e<strong>en</strong> zwaardereprocedure dan e<strong>en</strong> minnelijke regeling. Hun post wordt gecontroleerd waardoor de18 Zie Posner 1992.497Gies<strong>en</strong>_01.indb 39 20-5-2008 16:30:11


N. Huls <strong>en</strong> N. Jungmannpostbode (soms ook de bur<strong>en</strong>) weet, dat op h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> wettelijke schuldsanering van toepassingis. Ook het toezicht van de bewindvoerder <strong>en</strong> de verplichting om hem voor bepaaldehandeling<strong>en</strong> om toestemming te vrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door schuld<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> als meer belast<strong>en</strong>dervar<strong>en</strong> dan de uitvoering van minnelijke regeling<strong>en</strong>. Ook de publicatie van naam <strong>en</strong>to<strong>en</strong>aam in de Staatscourant wordt door schuld<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> wel als zeer onplezierig ervar<strong>en</strong>.6.4 Wettelijke belemmering<strong>en</strong>Er zijn ook crediteur<strong>en</strong> die vanwege wettelijke invorderingsregels niet mog<strong>en</strong> meewerk<strong>en</strong>aan minnelijke schuldregeling<strong>en</strong>. Organisaties als sociale di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, het Landelijk instituutsociale verzekering<strong>en</strong> (Lisv), het CJIB <strong>en</strong> de Sociale verzekeringsbank (SVB) zijngehoud<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> wettelijk kader. De inhoud van dat kader kan e<strong>en</strong> belemmeringvorm<strong>en</strong> om mee te werk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> minnelijk schuldregelingsvoorstel.7 De c r e d i t e u r a l s o n t b r e k e n d e s c h a k e l i n d e b e l e i d s t h e o r i eIn het voorgaande is de beleidstheorie van de Wsnp gereconstrueerd <strong>en</strong> beoordeeld. Deanalyse laat zi<strong>en</strong> dat de crediteur<strong>en</strong>autonomie is aangetast, doordat e<strong>en</strong> aantal belangrijkejuridische beginsel<strong>en</strong> is op<strong>en</strong>gebrok<strong>en</strong>. Betalingsonmacht is e<strong>en</strong> juridische grondgeword<strong>en</strong> om niet te betal<strong>en</strong>. Crediteur<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> door de rechter gedwong<strong>en</strong> word<strong>en</strong>om mee te werk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> wettelijke schuldsanering. Deze juridisch ingrijp<strong>en</strong>de wijziging<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong> echter voor crediteur<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de prikkel om vaker mee te werk<strong>en</strong>aan minnelijke schuldregeling<strong>en</strong>.De financiële verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> minnelijk <strong>en</strong> wettelijk traject zijn veel te klein geblek<strong>en</strong>.Daarnaast hebb<strong>en</strong> wettelijke schuldsanering<strong>en</strong> ook nog e<strong>en</strong> aantal k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die alscontra-indicaties beschouwd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor het beoogde effect op het slagingsperc<strong>en</strong>tagevan minnelijke schuldhulpverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de organisaties. Onder andere de postblokkade,gevolg<strong>en</strong> van recidive of het vertrouw<strong>en</strong> in de uitvoerders van de twee typ<strong>en</strong>schuldregeling<strong>en</strong>, stimuler<strong>en</strong> crediteur<strong>en</strong> in de richting van het wettelijk traject.De wetgever heeft vanachter zijn juridische tek<strong>en</strong>tafel onvoldo<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>nisg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> vande ontwikkeling<strong>en</strong> in het bestaande minnelijk traject. Maar het grootste gemis in debeleidstheorie van de Wsnp is, dat er te weinig is nagedacht over het crediteur<strong>en</strong>perspectief.De prikkels die de wetgever noemt in de memorie van toelichting ligg<strong>en</strong> vooralop het juridische vlak, namelijk de aantasting van de crediteur<strong>en</strong>autonomie. Bij devoorbereiding<strong>en</strong> is wel veel aandacht besteed aan de bestaande Faillissem<strong>en</strong>tswet, maarnauwelijks aan de aansluiting tuss<strong>en</strong> het minnelijk <strong>en</strong> wettelijk traject <strong>en</strong> de belang<strong>en</strong>van crediteur<strong>en</strong>. Deze werkwijze heeft geleid tot e<strong>en</strong> wet, waarin het doorbrek<strong>en</strong> vanjuridische beginsel<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal staat, maar waarin de maatschappelijke krachtsverhou-498Gies<strong>en</strong>_01.indb 40 20-5-2008 16:30:11


Bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong> van de Wsnpding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het veld van de schuldhulpverl<strong>en</strong>ing t<strong>en</strong> onrechte buit<strong>en</strong> beschouwingblev<strong>en</strong>.De inwerkingtreding van de Wsnp was voor crediteur<strong>en</strong> aanleiding hun positie te heroverweg<strong>en</strong>.Hieruit bleek dat wettelijke schuldsanering<strong>en</strong> in veel opzicht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantrekkelijkalternatief zijn. In de praktijk levert e<strong>en</strong> wettelijke schuldsanering soms misschi<strong>en</strong>in direct financiële zin iets minder op, maar daar staat e<strong>en</strong> aantal belangrijke voordel<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>over. ‘Nee’ zegg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> minnelijke regeling is voor crediteur<strong>en</strong> goedkopergeword<strong>en</strong>. Zo werd het teg<strong>en</strong>overgestelde bereikt van hetge<strong>en</strong> de wetgever voor og<strong>en</strong>stond.8 Co n c l u s i e s8.1 Bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong>E<strong>en</strong> van de belangrijkste algem<strong>en</strong>e less<strong>en</strong> die uit de Wsnp-casus getrokk<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> is,dat wett<strong>en</strong> zowel bedoelde als onbedoelde effect<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Recht <strong>en</strong> regulering vorm<strong>en</strong>niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> normatief project waarin bepaalde waard<strong>en</strong> word<strong>en</strong> nagestreefd, maarbied<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> inc<strong>en</strong>tive structure voor gedrag. E<strong>en</strong> nieuwe wet prikkelt <strong>en</strong> motiveertbetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> om hun gedrag aan te pass<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> zodanige manier dat zij er zelf betervan word<strong>en</strong>, c.q. hun verliez<strong>en</strong> beperkt houd<strong>en</strong>.Het doel van de Wsnp is eindigheid van schuld<strong>en</strong> voor particulier<strong>en</strong> die te goeder trouwzijn. De wet biedt e<strong>en</strong> wettelijk verankerde schone lei voor ongelukkige consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>die buit<strong>en</strong> hun schuld in financiële moeilijkhed<strong>en</strong> zijn geraakt. Uit de jaarlijkse MonitorWsnp blijkt dat dit expliciete rechtspolitieke doel is gerealiseerd: jaarlijks zijn er 6000burgers die voortaan schuld<strong>en</strong>vrij door het lev<strong>en</strong> gaan. In die zin is het doel van de wetbereikt. Voor h<strong>en</strong> heeft de Wsnp gewerkt: zij zijn empowered door de wet, de crediteur<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> hun vordering afboek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de deurwaarder hebb<strong>en</strong> ze al drie jaar niet meergehoord of gezi<strong>en</strong>.Het regime waaronder zij gedur<strong>en</strong>de de saneringsperiode moet<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>, is str<strong>en</strong>ger dandat van de minnelijke schuldhulpverl<strong>en</strong>ing voordat de Wsnp in werking trad. Van e<strong>en</strong>massale run door lichtzinnige consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op de rechtbank<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> sprake geweest.De verliez<strong>en</strong> aan crediteur<strong>en</strong>zijde hebb<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>min aanleiding gegev<strong>en</strong> tot publiek debat.Tot zover is er alle red<strong>en</strong> tot tevred<strong>en</strong>heid over de Wsnp.8.2 Strategisch gedragHet zonnige beeld vertroebelt <strong>en</strong>igszins, als we ook e<strong>en</strong> aantal niet door de wetgeverbedoelde effect<strong>en</strong> in og<strong>en</strong>schouw nem<strong>en</strong>. In de eerste plaats was e<strong>en</strong> volkom<strong>en</strong> onver-499Gies<strong>en</strong>_01.indb 41 20-5-2008 16:30:11


N. Huls <strong>en</strong> N. Jungmannwacht effect dat sommige geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> minder ging<strong>en</strong> invester<strong>en</strong> in het minnelijk traject.Zij schaft<strong>en</strong> bijvoorbeeld noodfonds<strong>en</strong> af waar debiteur<strong>en</strong> voorhe<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep opkond<strong>en</strong> do<strong>en</strong> in crisissituaties. Vanuit het geme<strong>en</strong>telijk perspectief is de Wsnp e<strong>en</strong>goedkoop alternatief. Via e<strong>en</strong> verwijzing naar de rechtbank, lost e<strong>en</strong> andere instantie (derechtbank) de schuld<strong>en</strong>problematiek van de geme<strong>en</strong>telijke inwoners op. Dit strategischegedrag van geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> was in strijd met de bedoeling van de Wsnp, <strong>en</strong> dus in strijd metde wil van de wetgever, maar het geme<strong>en</strong>telijk beleid was beslist niet illegaal. Integ<strong>en</strong>deel,het is e<strong>en</strong> uiting van de grondwettelijke gewaarborgde geme<strong>en</strong>telijke autonomie. Deafgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de meeste geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> flink geïnvesteerd in schuldhulpverl<strong>en</strong>ing,maar de onderlinge verschill<strong>en</strong> zijn nog groot.Minst<strong>en</strong>s zo verrass<strong>en</strong>d was het strategisch gedrag van crediteur<strong>en</strong>. Wie verwacht had datbank<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere kredietverstrekkers terughoud<strong>en</strong>der zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met kredietverl<strong>en</strong>ingdoor de Wsnp, kwam bedrog<strong>en</strong> uit: de kredietverl<strong>en</strong>ing groeit uitbundiger dan ooit.Nee, de Wsnp bleek voor commerciële crediteur<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantrekkelijk incasso-instrum<strong>en</strong>t,e<strong>en</strong> te preferer<strong>en</strong> alternatief voor het minnelijk traject: meer op<strong>en</strong>baarheid, e<strong>en</strong> groteregelijkheid <strong>en</strong> bekostiging van de bewindvoering door de staat. Zij moest<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> deelvan hun juridische autonomie inlever<strong>en</strong>, maar daar stond e<strong>en</strong> aantal duidelijke voordel<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>over. De professionele financiële sector heeft belang bij e<strong>en</strong> eerlijk incassosysteemdat op alle crediteur<strong>en</strong> gelijk van toepassing is (het collectieve actie-aspect) <strong>en</strong> de Wsnpheeft in dat opzicht crediteur<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nelijk meer te bied<strong>en</strong> dan het minnelijke traject.Ook de rechterlijke macht stelde zich strategisch op. E<strong>en</strong> aantal <strong>en</strong>thousiaste R-C’somarmde de Wsnp aanvankelijk als e<strong>en</strong> nieuwe sociale taak, waarmee rechtbank<strong>en</strong> zichkond<strong>en</strong> profiler<strong>en</strong>. De schone lei was e<strong>en</strong> nieuw instrum<strong>en</strong>t om zwakke burgers rechtsbeschermingte bied<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> was er veel geld beschikbaar voor de uitvoering. 19Deze voortvar<strong>en</strong>dheid had echter als onbedoeld effect, dat het minnelijk traject al gauwdoor het wettelijk traject werd overschaduwd. Recofa wilde door haar voortvar<strong>en</strong>deaanpak de Wsnp tot e<strong>en</strong> succes mak<strong>en</strong>, maar m<strong>en</strong> realiseerde zich niet dat m<strong>en</strong> hierdoor– onbedoeld – het minnelijk traject marginaliseerde. Pas in tweede instantie realiseerdede rechterlijke macht zich wat voor soort werk m<strong>en</strong> zich op de hals had gehaald, veranderdeRecofa van strategie <strong>en</strong> probeerde de klok terug te draai<strong>en</strong>. 20Strategisch gedrag van belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> bemoeilijkt het werk van de c<strong>en</strong>trale wetgeverdie ervan uitgaat dat iedere<strong>en</strong> de wet gehoorzaamt. Strategisch gedrag van actor<strong>en</strong> leidttot allerlei onbedoelde effect<strong>en</strong> die vanuit het topdown-perspectief van Haagse regelgevingongew<strong>en</strong>st zijn. Wanneer we echter vanuit het bottomup-perspectief van de burger,crediteur<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere staatsmacht<strong>en</strong> (geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, rechters) naar de wet kijk<strong>en</strong>, dan ver-19 Zie Huls & Schellek<strong>en</strong>s 2001.20 Zie de brief van de minister van Justitie van 24 juni 2003, Kamerstukk<strong>en</strong> II 2002/03, 28 558, nr. 6.500Gies<strong>en</strong>_01.indb 42 20-5-2008 16:30:11


Bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong> van de Wsnpschijnt de Wsnp als e<strong>en</strong> goede aanleiding om het eig<strong>en</strong> gedrag te heroverweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong>ander gedrag te verton<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving waarin veel beslissing<strong>en</strong> aan marktpartij<strong>en</strong>word<strong>en</strong> overgelat<strong>en</strong>, is de overheid bepaald niet oppermachtig.Dit alles zorgt voor e<strong>en</strong> dynamisch patroon van bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong>, waarmeerek<strong>en</strong>ing moet word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> als invoering van e<strong>en</strong> nieuwe wet wordt overwog<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> degelijke analyse van het speelveld, alsmede van de belang<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong> actor<strong>en</strong>,kan ertoe bijdrag<strong>en</strong> dat ook de onbedoelde effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> wet in beeld kom<strong>en</strong>.Goede bedoeling<strong>en</strong> zijn niet g<strong>en</strong>oeg voor goede wetgeving. De wetgever doet er verstandigaan rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met de ‘wet van de onbedoelde gevolg<strong>en</strong>’.8.3 Formele <strong>en</strong> informele instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>De laatste tijd is er veel kritiek op de te ver doorgeschot<strong>en</strong> juridisering <strong>en</strong> wordt er naarallerlei informele alternatiev<strong>en</strong> voor het recht gezocht, zoals mediation, ADR, conv<strong>en</strong>ant<strong>en</strong>,<strong>en</strong>zovoort. Het recht zou meer e<strong>en</strong> reservefunctie moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong>di<strong>en</strong><strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ultimum remedium, als e<strong>en</strong> stok achter de deur voor andere, niet juridischeoplossingsmechanism<strong>en</strong>. 21 We zag<strong>en</strong> dat ook de Wsnp gepres<strong>en</strong>teerd werd als e<strong>en</strong>stok achter de deur voor het minnelijk traject.Deze ervaring<strong>en</strong> met de Wsnp ler<strong>en</strong> echter, dat de harde <strong>en</strong> formele karakteristiek<strong>en</strong> vanhet recht ook voordel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Dit geldt in ieder geval voor actor<strong>en</strong> die in de positie zijnom e<strong>en</strong> keuze te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de formele <strong>en</strong> de informele weg.Voor geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is het wettelijk traject vanwege de kost<strong>en</strong>aspect<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stuk aantrekkelijkerdan de minnelijke hulpverl<strong>en</strong>ing. Het wettelijk traject vraagt slechts e<strong>en</strong> ‘285-verklaring’van de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> in tijd<strong>en</strong> van bezuiniging<strong>en</strong> is dat politieke winst voor e<strong>en</strong>wethouder die zijn begroting sluit<strong>en</strong>d moet krijg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> puur juridisch antwoord op e<strong>en</strong>sociaal probleem is – zeker op de korte termijn – voor de geme<strong>en</strong>te goedkoper dan hetonderhoud<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> stelsel van sociale schuldhulpverl<strong>en</strong>ing.Maar de formele weg was ook voor crediteur<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stuk aantrekkelijker. Landelijk operer<strong>en</strong>definanciële instelling<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> meer vertrouw<strong>en</strong> in rechters <strong>en</strong> bewindvoerders,dan in de lokale schuldhulpverl<strong>en</strong>ers. De grotere op<strong>en</strong>baarheid van de procedure, derechtsgelijkheid door de Recofa-richtlijn<strong>en</strong>, maar ook het vertrouw<strong>en</strong> dat lokale schuldeisersniet langer bevoordeeld werd<strong>en</strong>, droeg<strong>en</strong> daar toe bij, <strong>en</strong> natuurlijk ook de fiscalevoordel<strong>en</strong>. Maar het belangrijkste voordeel voor crediteur<strong>en</strong> is, dat het wettelijk trajecth<strong>en</strong> ontslaat van allerlei kostbare onderhandeling<strong>en</strong> met lokale hulpverl<strong>en</strong>ers. Het personeeldat hiervoor nodig was, kan m<strong>en</strong> voortaan elders in de organisatie inzett<strong>en</strong>.21 Zie voor deze b<strong>en</strong>adering Adriaanse 2006.501Gies<strong>en</strong>_01.indb 43 20-5-2008 16:30:11


N. Huls <strong>en</strong> N. JungmannDe Wsnp heeft de stok achter de deur van het traject dat moest word<strong>en</strong> versterkt, juistverzwakt. De k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die vanuit het softe perspectief van de hulpverl<strong>en</strong>ing onaantrekkelijkzijn aan het wettelijke traject, te wet<strong>en</strong> formalistisch, kaal <strong>en</strong> juridisch, zijnvanuit het perspectief van geme<strong>en</strong>telijk beleid <strong>en</strong> het incassobeleid van crediteur<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>zovele harde voordel<strong>en</strong>.Rechtssociolog<strong>en</strong> zijn vaak sceptisch over de effectiviteit van juridische interv<strong>en</strong>ties <strong>en</strong>b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> de kracht van bestaande gewoontes <strong>en</strong> handelingspraktijk<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving.22 De Wsnp is echter e<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong> juridische maatregel die e<strong>en</strong> bestaandewereld (het semi autonoom sociaal veld), die zijn eig<strong>en</strong> informele regels (de <strong>Gedrag</strong>scodeschuldregeling) opstelt <strong>en</strong> handhaaft, totaal heeft veranderd. De (aantrekkings)krachtvan het recht is k<strong>en</strong>nelijk groter dan vel<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.Misschi<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> we in het algeme<strong>en</strong> wel kritisch staan teg<strong>en</strong>over wetgeving die gepres<strong>en</strong>teerdwordt als stok achter de deur van e<strong>en</strong> bestaande informele praktijk: recht maaktsoms meer kapot dan sociale norm<strong>en</strong> goed kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.8.4 De sociale constructie van problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> de gebezigde terminologieDe Wsnp werd destijds door de voorstanders gezi<strong>en</strong> als overwinning voor de consum<strong>en</strong>t.In plaats van de keiharde <strong>en</strong> uitzichtloze <strong>privaatrecht</strong>elijke lev<strong>en</strong>slange aansprakelijkheidvoor schuld<strong>en</strong>, bood het recht nu e<strong>en</strong> sociaal geïnspireerde schone lei. Aanhet e<strong>en</strong>zijdige crediteur<strong>en</strong>recht van de oude Fw was e<strong>en</strong> einde gemaakt. De crediteur<strong>en</strong>hadd<strong>en</strong> in juridisch opzicht e<strong>en</strong> zware nederlaag geled<strong>en</strong>: aan hun invorderingsrecht<strong>en</strong>werd<strong>en</strong> vergaande beperking<strong>en</strong> gesteld.Wat de optimist<strong>en</strong> over het hoofd zag<strong>en</strong>, was dat crediteur<strong>en</strong> niet individueel, maarcollectief d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Onbetaalde rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn voor de ondernemer the costs of doingbusiness. Hij weet dat hij elk jaar e<strong>en</strong> bepaald perc<strong>en</strong>tage vordering<strong>en</strong> moet afschrijv<strong>en</strong>.In de prijsstelling van zijn product<strong>en</strong> houdt hij daar rek<strong>en</strong>ing mee <strong>en</strong> verlieskost<strong>en</strong> maghij voor de belasting aftrekk<strong>en</strong>. Zolang het incassosysteem eerlijk is <strong>en</strong> zijn bedrijfsvoeringniet in gevaar komt, heeft hij ge<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperkt verlies. Onbetaalderek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn voor professionele crediteur<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ingsprobleem, maar e<strong>en</strong>goeddeels voorzi<strong>en</strong>- <strong>en</strong> beheersbaar kost<strong>en</strong>probleem, dat onderdeel uitmaakt van detotale bedrijfsvoering.Maar ook in e<strong>en</strong> ander opzicht d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> ondernemers collectief. Zij wet<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> overbelasteschuld<strong>en</strong>aar doorgaans meer crediteur<strong>en</strong> heeft. De ondernemer moet het verlies22 Griffiths & Weyers 2006.502Gies<strong>en</strong>_01.indb 44 20-5-2008 16:30:11


Bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong> van de Wsnpvan e<strong>en</strong> insolv<strong>en</strong>te debiteur del<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de andere crediteur<strong>en</strong>. Dat is voor deondernemer e<strong>en</strong> boekhoudkundige realiteit, <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> moreel of juridisch probleem.Voor de hulpverl<strong>en</strong>ing werd het perspectief van crediteur<strong>en</strong> pas echt relevant to<strong>en</strong> deWsnp e<strong>en</strong> alternatief bood. Tot die tijd was die hulpverl<strong>en</strong>ing monopolist die debiteur<strong>en</strong>als zijn klant<strong>en</strong> zag. To<strong>en</strong> de crediteur<strong>en</strong> echter met hun voet<strong>en</strong> stemd<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor hetwettelijke traject koz<strong>en</strong>, werd duidelijk dat zij juist de klant<strong>en</strong> van de hulpverl<strong>en</strong>erswar<strong>en</strong>! Het economisch perspectief dat na de invoering van de Wsnp ging dominer<strong>en</strong>,verzwakte positie van de hulpverl<strong>en</strong>ers. De rechtbank<strong>en</strong> war<strong>en</strong> e<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>t geword<strong>en</strong><strong>en</strong> de klant<strong>en</strong> – de crediteur<strong>en</strong> – liet<strong>en</strong> h<strong>en</strong> in de steek.Wat dit alles betek<strong>en</strong>t voor de positie van debiteur<strong>en</strong> in financiële moeilijkhed<strong>en</strong> – omwie het allemaal begonn<strong>en</strong> was – is niet helemaal duidelijk. In juridisch opzicht staanzij zeker sterker <strong>en</strong> de 6000 debiteur<strong>en</strong> die jaarlijks via de rechtbank e<strong>en</strong> schone leiverkrijg<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> dit onmisk<strong>en</strong>baar te dank<strong>en</strong> aan de Wsnp. Maar de verhouding<strong>en</strong>in de wereld van de schuldhulpverl<strong>en</strong>ing zijn e<strong>en</strong> stuk zakelijker geword<strong>en</strong>. De socialeaspect<strong>en</strong> verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> naar de achtergrond. Ook dit is e<strong>en</strong> onbedoeld effect van de Wsnp.8.5 E<strong>en</strong> nieuw rechtspolitiek klimaatNadat de departem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van Justitie, Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Financiën jar<strong>en</strong>lang langselkaar he<strong>en</strong> werkt<strong>en</strong>, lijkt er onder het vierde kabinet Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de eindelijk sprake tezijn van e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijke aanpak om het wettelijk <strong>en</strong> minnelijk traject beter op elkaaraf te stemm<strong>en</strong>. Er word<strong>en</strong> extra middel<strong>en</strong> vrijgemaakt voor minnelijke schuldhulpverl<strong>en</strong>ing.23 Op 19 oktober 2007 zond<strong>en</strong> staatssecretaris van Sociale zak<strong>en</strong> Aboutaleb <strong>en</strong>minister van Financiën Bos e<strong>en</strong> brief naar de Kamer met e<strong>en</strong> groot aantal maatregel<strong>en</strong>ter prev<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> bestrijding van stille armoede <strong>en</strong> sociale uitbuiting. 24 Daarin br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> zijook de Wsnp ter sprake:‘Het wettelijke stelsel van schuldsanering in de Wsnp maakt op dit mom<strong>en</strong>tbijna neg<strong>en</strong> jaar deel uit van onze rechtsorde. Het biedt perspectief op e<strong>en</strong>schuld<strong>en</strong>vrije toekomst aan person<strong>en</strong> die zich in e<strong>en</strong> uitzichtloze (minnelijkniet oplosbare) schuld<strong>en</strong>situatie bevind<strong>en</strong>. Uit de Monitor schuldsaneringblijkt dat dit perspectief – in de vorm van e<strong>en</strong> schone lei eindvonnis – aanruim 70 % van de aanvragers gebod<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Ook bleek uit deze monitor23 Tweede Kamerlid Noorman-d<strong>en</strong> Uyl di<strong>en</strong>de in december 2006 e<strong>en</strong> motie in om structureel € 25 miljo<strong>en</strong> extra vrij temak<strong>en</strong> voor de uitvoering van minnelijke schuldhulpverl<strong>en</strong>ing. (Kamerstukk<strong>en</strong> II 2005/06 30 300 XV, nr. 39). In dejar<strong>en</strong> 2007-2009 geeft staatssecretaris Aboutaleb geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>s € 65 miljo<strong>en</strong> extra voor de uitvoering (zie de briefvan 19 oktober, g<strong>en</strong>oemd in volg<strong>en</strong>de noot).24 Kamerstukk<strong>en</strong> II 2007/08, 24 515, nr. 119.503Gies<strong>en</strong>_01.indb 45 20-5-2008 16:30:11


N. Huls <strong>en</strong> N. Jungmanndat voor e<strong>en</strong> groot deel van de schuld<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> de schone lei e<strong>en</strong> duurzaam eindebetek<strong>en</strong>t van e<strong>en</strong> moeilijke periode met hoge schuld<strong>en</strong>. De Wsnp kan daardoorals succesvol word<strong>en</strong> bestempeld.Ook de aanpassing<strong>en</strong> in de Wsnp zull<strong>en</strong> naar verwachting bijdrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong>versterking van het minnelijk traject. E<strong>en</strong> van de nieuwe instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die deWsnp biedt is de mogelijkheid van e<strong>en</strong> moratorium als zich e<strong>en</strong> noodsituatievoordoet, bijvoorbeeld bij e<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong>de uitzetting. De schuldhulpverl<strong>en</strong>erheeft vervolg<strong>en</strong>s (maximaal zes maand<strong>en</strong>) de geleg<strong>en</strong>heid om e<strong>en</strong> minnelijkeregeling te bereik<strong>en</strong>, zonder dat de schuldeiser incasso-maatregel<strong>en</strong> neemt.E<strong>en</strong> tweede impuls voor het minnelijk traject verwacht<strong>en</strong> we van de gedwong<strong>en</strong>schuldregeling oftewel het dwangakkoord. E<strong>en</strong> onredelijke weigering vande schuldeiser om mee te werk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> minnelijke regeling kan hiermeeword<strong>en</strong> voorgelegd aan de schuldsaneringsrechter. De rechter kan de weiger<strong>en</strong>deschuldeiser veroordel<strong>en</strong> om mee te werk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> minnelijke regeling.Deze gewijzigde regels van de schuldsaneringsregeling tred<strong>en</strong> per 1 januari2008 in werking.’De politiek wil van de Wsnp graag e<strong>en</strong> succesverhaal mak<strong>en</strong>. Wij zijn b<strong>en</strong>ieuwd of dit<strong>en</strong>thousiasme overslaat op de schuldhulpverl<strong>en</strong>ers <strong>en</strong> – vooral – op de crediteur<strong>en</strong>.Lit e r a t u u rAdriaanse 2006J.A.A. Adriaanse, Restructuring in the shadow of the law. Informal reorganisation in the Netherlands(diss. Leid<strong>en</strong>), Kluwer 2006.Ackermann, Huls & van der Weel 1993H. Ackermann, N. Huls & P. van der Weel, Naar e<strong>en</strong> off<strong>en</strong>sieve aanpak van de schuld<strong>en</strong>problematiek,in Socialisme <strong>en</strong> Democratie, 1993, p. 391 e.v.Von Bergh 2006M. von Bergh e.a., Monitor WSNP. Tweede meting, IVA, Tilburg november 2006.Van der Graaf & Hoppe 1992A. van der Graaf & R. Hoppe, Beleid <strong>en</strong> politiek. E<strong>en</strong> inleiding tot de beleidswet<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> beleidskunde,Coutinho, Muiderberg (1992).Griffiths & Weyers 2006J. Griffiths & H. Weyers (red.), 2006, De sociale werking van recht. K<strong>en</strong>nismaking met de rechtssociologie<strong>en</strong> rechtsantropologie, Ars Aequi Libri, vierde druk.504Gies<strong>en</strong>_01.indb 46 20-5-2008 16:30:12


Bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong> van de WsnpHuls 1999N.J.H. Huls, Make my day. E<strong>en</strong> rechtssociologische herwaardering van faillissem<strong>en</strong>tswaard<strong>en</strong>,(oratie Leid<strong>en</strong>), Kluwer 1999.Huls & Schellek<strong>en</strong>s 2001N. Huls & V. Schellek<strong>en</strong>s, Je ziet de gat<strong>en</strong> in hun hand<strong>en</strong>... De eerste ervaring<strong>en</strong> van de rechtbank<strong>en</strong><strong>en</strong> de gerechtshov<strong>en</strong> met de Wsnp, Lemma 2001.Janss<strong>en</strong>, Kerst<strong>en</strong> & Vermeul<strong>en</strong> 1999J. Janss<strong>en</strong>, A. Kerst<strong>en</strong> & H. Vermeul<strong>en</strong>, Problematische schuld<strong>en</strong>; zicht op het onzichtbare, D<strong>en</strong>Haag, Ministerie van Sociale Zak<strong>en</strong>, 1999.Jungmann 2006N. Jungmann, De Wsnp: Bedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong> (diss. Leid<strong>en</strong>), 2006.Mart<strong>en</strong>s & Schruer 2002F.L. Mart<strong>en</strong>s & H.D.L.M. Schruer, Schuld of ge<strong>en</strong> schuld. Over schuldhulpverl<strong>en</strong>ing, inclusief deWsnp. Elsevier 2002.Nel<strong>en</strong> 2000J.M. Nel<strong>en</strong>, Gelet op de wet. De evaluatie van strafwetgeving onder de loep, (diss. VU), 2000.Noordam 2007A.J. Noordam, Schuldsanering <strong>en</strong> goede trouw, (diss. VU), 2007.Posner 1992R.A. Posner, Economic analysis of law, fourth edition, Boston 1992.Segaar 1982J.W. Segaar, 50 jar<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>telijke volkskrediet, Almere 1982.Wessels 1999B. Wessels, Insolv<strong>en</strong>tierecht. Deel IX, Schuldsaneringsregeling natuurlijke person<strong>en</strong>, Dev<strong>en</strong>ter:Kluwer 1999.505Gies<strong>en</strong>_01.indb 47 20-5-2008 16:30:12


Gies<strong>en</strong>_01.indb 48 20-5-2008 16:30:12


<strong>Hoofdstuk</strong> 20O n be d oe l d e f f e c t n i e u w ei n s olv e n t i e w e t g e v i n g :m e e r i n pl a at s va n m i n de rfaillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 1J.A.A. Adriaanse <strong>en</strong> J.G. Kuijl 2Sa m e n v a t t i n gIn deze bijdrage wordt betoogd dat insolv<strong>en</strong>tiewetgeving amper geschikt is om onderneming<strong>en</strong>in financiële moeilijkhed<strong>en</strong> te redd<strong>en</strong>. Sterker, presumptie van de schrijvers is dathet debiteurvri<strong>en</strong>delijker mak<strong>en</strong> ervan – met als doelstelling het vergrot<strong>en</strong> van de kans opoverleving – eerder tot meer dan minder faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zal leid<strong>en</strong>. Dit effect is het gevolgvan te verwacht<strong>en</strong> terugtrekk<strong>en</strong>de beweging<strong>en</strong> van bank<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere crediteur<strong>en</strong>. Doordatzij in e<strong>en</strong> dergelijke nieuwe constellatie (nog) minder controle over de situatie hebb<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>zij hun risico’s (nog meer) stijg<strong>en</strong>. Consequ<strong>en</strong>tie is dat door h<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> eerder tijdstip wordtgestopt met financier<strong>en</strong> <strong>en</strong> lever<strong>en</strong> om daarmee mogelijke (grotere <strong>en</strong>) oncontroleerbaredebiteur<strong>en</strong>verliez<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>. Gepleit wordt dan ook voor e<strong>en</strong> meer buit<strong>en</strong>gerechtelijkeop cons<strong>en</strong>sus gerichte vorm van (her)onderhandeling tuss<strong>en</strong> debiteur<strong>en</strong> <strong>en</strong> crediteur<strong>en</strong>in situaties van dreig<strong>en</strong>de insolv<strong>en</strong>tie, ev<strong>en</strong>als voor e<strong>en</strong> meer gestructureerde aanpak vanfinanciële problem<strong>en</strong> door bestuurders van onderneming<strong>en</strong> (aan de hand van principesvan turnaround managem<strong>en</strong>t). De begripp<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking, hernieuwd cashg<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>d1 Enkele del<strong>en</strong> van deze bijdrage zijn afzonderlijk <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> andere context gepubliceerd onder de naam Adriaanse, Kuijl,Moleveld 2007; Adriaanse 2007; Adriaanse 2006; Adriaanse & Lispet 2007.2 Jan Adriaanse <strong>en</strong> Hans Kuijl zijn verbond<strong>en</strong> aan het C<strong>en</strong>trum voor Bedrijfswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, Faculteit der Rechtsgeleerdheid,Universiteit Leid<strong>en</strong>. Zij do<strong>en</strong> onderzoek naar <strong>en</strong> verzorg<strong>en</strong> onderwijs op het raakvlak van recht <strong>en</strong> bedrijfswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>,meer in het bijzonder t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van herstructureringstraject<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong> in financiële moeilijkhed<strong>en</strong>.507Gies<strong>en</strong>_01.indb 49 20-5-2008 16:30:12


J.A.A. Adriaanse <strong>en</strong> J.G. Kuijlvermog<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als vertrouw<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> daarbij altijd c<strong>en</strong>traal moet<strong>en</strong> staan. Onderneming<strong>en</strong>in financiële moeilijkhed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> duurzaam word<strong>en</strong> gered wanneer zo veel mogelijkbuit<strong>en</strong> wetgeving om naar pass<strong>en</strong>de oplossing<strong>en</strong> wordt gezocht, dit alles in sam<strong>en</strong>spraak metrelevante betrokk<strong>en</strong> schuldeisers.1 In l e i d i n gOp 1 november 2007 werd door de Commissie Insolv<strong>en</strong>tierecht (hierna: de Commissie)e<strong>en</strong> voorstel 3 naar de minister van Justitie gestuurd inhoud<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> voorontwerp t<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong> van de inrichting van e<strong>en</strong> ‘Insolv<strong>en</strong>tiewet’ ter modernisering van de bestaanderuim honderdjarige Faillissem<strong>en</strong>tswet. Belangrijk uitgangspunt hierin is versterkingvan het zog<strong>en</strong>oemde ‘reorganiser<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong>’ van de Nederlandse insolv<strong>en</strong>tiewetgeving.Deze gedachte sluit aan bij e<strong>en</strong> t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s die zowel nationaal als internationaal iswaar te nem<strong>en</strong>, namelijk dat elk land idealiter zou di<strong>en</strong><strong>en</strong> te beschikk<strong>en</strong> over effectievewet- <strong>en</strong> regelgeving gericht op ‘rehabilitatie van de schuld<strong>en</strong>aar’. Insolv<strong>en</strong>tiewetgeving<strong>en</strong>di<strong>en</strong><strong>en</strong> derhalve instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te bevatt<strong>en</strong> om lev<strong>en</strong>svatbare (del<strong>en</strong> van) onderneming<strong>en</strong>te lat<strong>en</strong> voortbestaan. Met haar voorontwerp tracht de Commissie, in vergelijking met dehuidige Faillissem<strong>en</strong>tswet, hiertoe meer mogelijkhed<strong>en</strong> te bied<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> idee in dit kader isbijvoorbeeld om één uniforme insolv<strong>en</strong>tieprocedure in te voer<strong>en</strong> waarbij de bevoegdheidtot beheer <strong>en</strong> beschikking in beginsel exclusief aan e<strong>en</strong> bewindvoerder toekomt, die zosnel mogelijk gaat onderzoek<strong>en</strong> of continuïteit van de betreff<strong>en</strong>de onderneming mogelijkis, ev<strong>en</strong>als de instelling van e<strong>en</strong> afkoelingsperiode ‘van rechtswege’ <strong>en</strong> de verregaandemogelijkheid tot verkoop, gebruik <strong>en</strong> verbruik van goeder<strong>en</strong>, inclusief die waaraan pand<strong>en</strong>hypotheekrecht<strong>en</strong> klev<strong>en</strong>. Daarbij is het de taak van de bewindvoerder om tot e<strong>en</strong>akkoord met de schuldeisers te kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de schuld<strong>en</strong> (gedeeltelijk) te saner<strong>en</strong>. Op dezewijze wordt getracht te bewerkstellig<strong>en</strong> dat minder lev<strong>en</strong>svatbare onderneming<strong>en</strong> danthans naar verluidt het geval is aan faillissem<strong>en</strong>t (in de nieuwe terminologie: liquidatie)t<strong>en</strong> prooi vall<strong>en</strong>. Door de bescherming van de schuld<strong>en</strong>aar op te voer<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee ophetzelfde mom<strong>en</strong>t de crediteur<strong>en</strong> in hun handelingsvrijheid te beperk<strong>en</strong>, is het beoogdeeffect dat de overlevingskans to<strong>en</strong>eemt. E<strong>en</strong> ongecontroleerde situatie wordt voorkom<strong>en</strong><strong>en</strong> de onderneming – indi<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>svatbaar – zal daardoor makkelijker in stand kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> (althans dat is de gedachte).De plann<strong>en</strong> van de Commissie lijk<strong>en</strong> geheel in lijn te ligg<strong>en</strong> met de gedacht<strong>en</strong> van dewetgever, haar opdrachtgever. Zij wil namelijk ook dat de regeling van surseance van3 Zie Voorontwerp Insolv<strong>en</strong>tiewet d.d. 1 november 2007, ev<strong>en</strong>als de er aan voorafgaande briev<strong>en</strong> van S.C.J.J. Kortmann(voorzitter) d.d. 29 juni 2006, 13 juli 2005 <strong>en</strong> 8 september 2003. Te vind<strong>en</strong> op www.justitie.nl.508Gies<strong>en</strong>_01.indb 50 20-5-2008 16:30:12


Onbedoeld effect nieuwe insolv<strong>en</strong>tiewetgevingbetaling zodanig in elkaar steekt dat deze (weer) e<strong>en</strong> duidelijk reorganiser<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong>in zich herbergt. Bedrijv<strong>en</strong> in moeilijkhed<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> daadwerkelijk bescherming moet<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> schuldeisers om op hetzelfde mom<strong>en</strong>t orde op zak<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> te werk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> surseance-akkoord om daarmee ‘met e<strong>en</strong> schone(re) lei’<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gesaneerde balans weer lev<strong>en</strong>svatbaar te word<strong>en</strong>. Kern van deze uitgangspunt<strong>en</strong>is dat de wetgever de schuld<strong>en</strong>aar betere mogelijkhed<strong>en</strong> wil bied<strong>en</strong> om crediteur<strong>en</strong> e<strong>en</strong>dwangakkoord op te legg<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s surseance van betaling. Dit is ook (impliciet) op temak<strong>en</strong> uit het feit dat de wetgever in 2005 het stemcriterium voor aanvaarding <strong>en</strong> dwangaan weigerachtige crediteur<strong>en</strong> fors heeft versoepeld naar slechts e<strong>en</strong> gewone meerderheid.Hiervoor betrof het e<strong>en</strong> gekwalificeerde meerderheid van crediteur<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong> 2/3van het totaal aan concurr<strong>en</strong>te crediteur<strong>en</strong> die gezam<strong>en</strong>lijk ¾ van de vordering<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>.4 Kortom, als de helft van de crediteur<strong>en</strong> instemt met e<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> akkoorddan wordt het ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s verbind<strong>en</strong>d voor de weiger<strong>en</strong>de andere helft. Met het daarbijtev<strong>en</strong>s verl<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de termijn van de afkoelingsperiode, heeft zij ook (wederom impliciet)aangegev<strong>en</strong> dat het gedrag van crediteur<strong>en</strong> (leveranciers <strong>en</strong> bank<strong>en</strong>) in situatiesvan financiële moeilijkhed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke faalfactor vormt. Door maatregel<strong>en</strong> af tekondig<strong>en</strong> die deze groep van belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> tijdelijk of geheel vleugellam maakt (t<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong> van incassomaatregel<strong>en</strong>), verwacht zij dat reddingsoperaties e<strong>en</strong> grotere kansvan slag<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de doelstelling van de surseance van betaling – behoud vande boedel <strong>en</strong> voortzetting van de onderneming binn<strong>en</strong> dezelfde juridische <strong>en</strong>titeit 5 – inelk geval gedeeltelijk weer wordt bereikt (in afwachting van e<strong>en</strong> mogelijk geheel herzi<strong>en</strong>einsolv<strong>en</strong>tiewetgeving).Als gezegd, ook de Commissie lijkt de voornoemde weg te bewandel<strong>en</strong> door in haarvoorontwerp aan te gev<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> aan te stell<strong>en</strong> bewindvoerder in de toekomst meermacht zal moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> reorganisatie door te voer<strong>en</strong> – zij bedoelt hier feitelijke<strong>en</strong> al dan niet gedeeltelijke kwijtschelding van schuld<strong>en</strong> mee – waarbij met name ook defiscus <strong>en</strong> de bank<strong>en</strong> (als separatist<strong>en</strong>) beduid<strong>en</strong>d minder verhaalsmogelijkhed<strong>en</strong> word<strong>en</strong>toebedeeld. 6 Zij heeft hierover onder andere het volg<strong>en</strong>de geschrev<strong>en</strong>:‘… In het voorontwerp krijgt de bewindvoerder, indi<strong>en</strong> de ondernemingwordt voortgezet, in beginsel e<strong>en</strong> zelfstandige bevoegdheid om deze goeder<strong>en</strong>te gelde te mak<strong>en</strong>…’.4 Zie Wet van 24 november 2004 tot wijziging van de Faillissem<strong>en</strong>tswet in verband met het bevorder<strong>en</strong> van de effectiviteitvan surseance van betaling <strong>en</strong> faillissem<strong>en</strong>t.5 Zie Wessels 2000, p. 2 e.v.6 Zie brief Kortmann d.d. 29 juni 2006 <strong>en</strong> het Voorontwerp Insolv<strong>en</strong>tiewet d.d. 1 november 2007.509Gies<strong>en</strong>_01.indb 51 20-5-2008 16:30:12


J.A.A. Adriaanse <strong>en</strong> J.G. KuijlDe bewindvoerder kan in dit voorstel derhalve verpande <strong>en</strong> verhypothekeerde goeder<strong>en</strong>verkop<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoeft daarvoor ge<strong>en</strong> toestemming te hebb<strong>en</strong> van de pand- respectievelijkhypotheekhouders. Gezi<strong>en</strong> de portee van de hiervoor beschrev<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te wetswijzigingis het niet ond<strong>en</strong>kbeeldig dat de wetgever het voorontwerp van deze commissie hieromtr<strong>en</strong>tgaat overnem<strong>en</strong>.2 Co m m u n i c e r e n d e v a t e nHet is in het voornoemde verband interessant de vraag te stell<strong>en</strong> wat eig<strong>en</strong>lijk ondere<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>svatbare onderneming moet word<strong>en</strong> verstaan. Dat lijkt immers e<strong>en</strong> belangrijkcriterium te word<strong>en</strong> voor de beslissing wel of niet e<strong>en</strong> procedure in gang te zett<strong>en</strong> omtot rehabilitatie van de schuld<strong>en</strong>aar te kom<strong>en</strong>, al dan niet door sanering c.q. kwijtscheldingvan (e<strong>en</strong> deel van) de bestaande schuld<strong>en</strong>, of anderszins. Deze vraag past daarnaastin e<strong>en</strong> bredere (algem<strong>en</strong>e) gedachtegang omtr<strong>en</strong>t reorganisaties van bedrijv<strong>en</strong> in financiëlemoeilijkhed<strong>en</strong>, bijvoorbeeld t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de w<strong>en</strong>selijkheid van versoepeling vandwangakkoord<strong>en</strong> (t<strong>en</strong> gunste van de schuld<strong>en</strong>aar) of überhaupt de mogelijkheid tot hetverkrijg<strong>en</strong> van wettelijke bescherming teg<strong>en</strong> schuldeisers. Faillissem<strong>en</strong>tswetgeving – inhet bijzonder t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van reorganisaties – di<strong>en</strong>t in onze og<strong>en</strong> slechts gericht te zijn opbescherming van de debiteur indi<strong>en</strong> de markt zelf onvoldo<strong>en</strong>de in staat is e<strong>en</strong> efficiënte(re)oplossing te vind<strong>en</strong>. 7 Is dat echter in dit kader te bepal<strong>en</strong>? En kan beoogd debiteurvri<strong>en</strong>delijkerewetgeving ook het teg<strong>en</strong>overgestelde effect veroorzak<strong>en</strong>? Anders gezegd,wanneer bescherming van debiteur<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eemt, ontstaat dan op hetzelfde mom<strong>en</strong>t niete<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>kracht c.q. gedragsverandering bij betrokk<strong>en</strong> crediteur<strong>en</strong>? Word<strong>en</strong> de ‘communicer<strong>en</strong>devat<strong>en</strong>’ niet dusdanig verstoord dat de ‘verbeterde’ reorganisatiewetgevinguiteindelijk ongunstiger voor de onderneming in financiële moeilijkhed<strong>en</strong> uitpakt? Dezevraag staat hierna c<strong>en</strong>traal. Onze presumptie luidt hierbij dat bankiers <strong>en</strong> andere crediteur<strong>en</strong>in e<strong>en</strong> eerder stadium zull<strong>en</strong> stopp<strong>en</strong> met financier<strong>en</strong> <strong>en</strong> lever<strong>en</strong>, om daarmee tevoorkom<strong>en</strong> dat ondernemers ‘in insolv<strong>en</strong>tiewetgeving vlucht<strong>en</strong>’ waardoor grote(re) <strong>en</strong>oncontroleerbare debiteur<strong>en</strong>verliez<strong>en</strong> ontstaan. Vroegtijdiger <strong>en</strong> meer faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zull<strong>en</strong> het onbedoelde maar onvermijdelijke gevolg zijn.Onderstaand wordt allereerst kort beschrev<strong>en</strong> welke methodologie t<strong>en</strong> grondslag heeftgeleg<strong>en</strong> aan dit hoofdstuk (par. 3). Vervolg<strong>en</strong>s wordt het begrip onderneming verder uitgewerkt(par. 4). Dan wordt ingegaan op de vraag wat lev<strong>en</strong>svatbaarheid van bedrijv<strong>en</strong>eig<strong>en</strong>lijk inhoudt (par. 5). Vervolg<strong>en</strong>s staat het proces van waardeherstel c<strong>en</strong>traal (par. 6).In paragraaf 7 wordt ingegaan op de begripp<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> in para-7 Zie over de discussie waarom faillissem<strong>en</strong>tswetgeving überhaupt bestaat onder ander<strong>en</strong> Korobkin, 1991, p. 717-789.510Gies<strong>en</strong>_01.indb 52 20-5-2008 16:30:12


Onbedoeld effect nieuwe insolv<strong>en</strong>tiewetgevinggraaf 8 wordt op basis van het vor<strong>en</strong>staande de vraag beantwoord of inderdaad meer inplaats van minder faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn te verwacht<strong>en</strong> bij gewijzigde insolv<strong>en</strong>tiewetgevingt<strong>en</strong> gunste van de debiteur in financiële moeilijkhed<strong>en</strong>. Paragraaf 9 bevat ter afsluiting<strong>en</strong>kele concluder<strong>en</strong>de opmerking<strong>en</strong>.3 Me t h o d o l o g i eDeze bijdrage is gebaseerd op e<strong>en</strong> onderzoek dat in het kader van de discussie betreff<strong>en</strong>dede herzi<strong>en</strong>ing van de Faillissem<strong>en</strong>tswet <strong>en</strong> mede in opdracht van het Wet<strong>en</strong>schappelijkOnderzoek- <strong>en</strong> Docum<strong>en</strong>tatiec<strong>en</strong>trum (WODC) van het ministerie van Justitieis uitgevoerd door de Universiteit Leid<strong>en</strong>. Het project met als titel ‘Buit<strong>en</strong>gerechtelijktraject faillissem<strong>en</strong>tsrecht’ had als doel in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> welke maatregel<strong>en</strong> inde praktijk word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om te voorkom<strong>en</strong> dat onderneming<strong>en</strong>/ondernemers insurseance van betaling, WSNP of faillissem<strong>en</strong>t terechtkom<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als te bezi<strong>en</strong> welkeknelpunt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>. Hiertoe is onderzoek gedaan bij de op dat mom<strong>en</strong>t viergrootste Nederlandse bank<strong>en</strong> (ABN-AMRO, Rabobank, Fortis <strong>en</strong> ING bank), ev<strong>en</strong>als bij<strong>en</strong>kele adviesbureaus (KPMG, Resources Global Professionals <strong>en</strong> Zuidweg & Partners).De grootte van de onderneming was niet relevant; e<strong>en</strong> doorsnee van het Nederlandsebedrijfslev<strong>en</strong> is dan ook onderzocht. In totaal zijn 35 reddingspoging<strong>en</strong> door middelvan casestudyonderzoek bestudeerd, hebb<strong>en</strong> 23 interviews plaatsgevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn 465<strong>en</strong>quêtes afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (bij curator<strong>en</strong>/bewindvoerders, accountants, credit managers <strong>en</strong>bedrijfsadviseurs). 8 De resultat<strong>en</strong> zijn – mede t<strong>en</strong> behoeve van deze bijdrage – getoetstaan <strong>en</strong>kele standaardwerk<strong>en</strong> in de turnaround literatuur zoals (niet-limitatief): Arg<strong>en</strong>ti(1976), Bibeault (1982), Slatter & Lovett (1999), Sopers (1992), ev<strong>en</strong>als het werk van Kilpi(1998) Baird & Rasmuss<strong>en</strong> (2002/2003) <strong>en</strong> Ooghe & Waeyaert (2003). 94 He t b e g r i p o n d e r n e m i n gHet begrip onderneming kan als volgt word<strong>en</strong> gedefinieerd: (e<strong>en</strong> onderneming is)e<strong>en</strong> organisatie die voor haar voortbestaan afhankelijk is van de vraag of zij in staat isvoldo<strong>en</strong>de te ontvang<strong>en</strong> voor haar outputs (product<strong>en</strong>/di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>) om daarmee de leveranciersvan de inputs (werknemers, handelsleveranciers, leveranciers van eig<strong>en</strong> <strong>en</strong> vreemdvermog<strong>en</strong>) te kunn<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>. 10 Uit deze definitie komt naar vor<strong>en</strong> dat liquiditeit <strong>en</strong>8 Zie voor e<strong>en</strong> uitgebreide verantwoording van de onderzoeksopzet, ev<strong>en</strong>als de resultat<strong>en</strong> Adriaanse e.a. 2004 opwww.wodc.nl, ev<strong>en</strong>als Adriaanse 2005.9 Zie achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s Arg<strong>en</strong>ti 1976, Bibeault, 1982, Slatter, Lovett 1999, Sopers 1992, Kilpi 1998, Baird & Rasmuss<strong>en</strong>2002-2003 <strong>en</strong> Ooghe & Waeyaert 2003.10 Ontle<strong>en</strong>d aan Douma e.a. 2002, p. 8-11. Zie in algem<strong>en</strong>e zin over onderneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> ondernemerschap ook Copeland,Koller, Murrin 2003, p. 49-56 <strong>en</strong> Sahlman e.a. 1999.511Gies<strong>en</strong>_01.indb 53 20-5-2008 16:30:12


J.A.A. Adriaanse <strong>en</strong> J.G. Kuijlwaarde creatie tot de belangrijkste aandachtsgebied<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>. Artikel213 van de Faillissem<strong>en</strong>tswet (Fw) bevestigt dit gegev<strong>en</strong> impliciet. Immers, daarin is telez<strong>en</strong> dat de schuld<strong>en</strong>aar die voorziet dat hij met betal<strong>en</strong> van zijn opeisbare schuld<strong>en</strong> nietzal kunn<strong>en</strong> voortgaan, uitstel (surseance) van betaling kan aanvrag<strong>en</strong>. Artikel 1 Fw sluithierop aan, daarin is namelijk te lez<strong>en</strong> dat de schuld<strong>en</strong>aar die ‘in d<strong>en</strong> toestand verkeert dathij heeft opgehoud<strong>en</strong> met betal<strong>en</strong>’ bij rechterlijk vonnis in staat van faillissem<strong>en</strong>t wordtverklaard. E<strong>en</strong> (vrijwel) failliete onderneming heeft dan ook e<strong>en</strong> liquiditeitsprobleem 11dat (uiteindelijk) is voortgevloeid uit haar onvermog<strong>en</strong> om voldo<strong>en</strong>de waarde te creër<strong>en</strong>.Waardecreatie kan in deze context word<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong> als het vermog<strong>en</strong> van de ondernemingom met haar activiteit<strong>en</strong> positieve kasstrom<strong>en</strong> te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee aan haarverplichting<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong>. Vis stelt dat het begrip toegevoegde waarde alle additionelegeldstrom<strong>en</strong> bevat (zowel inkom<strong>en</strong>de als uitgaande) die door uitvoering van de gekoz<strong>en</strong>activiteit(<strong>en</strong>) zijn te verwacht<strong>en</strong>, <strong>en</strong> verder dat onderneming<strong>en</strong> slechts kunn<strong>en</strong> overlev<strong>en</strong>als – conform het m<strong>en</strong>selijke gedrag – gestreefd wordt naar e<strong>en</strong> betere positie (nut) <strong>en</strong>daarmee voor alle deelnemers aan de onderneming waarde wordt toegevoegd. Wanneerde deelnemers het nut van sam<strong>en</strong>werking niet meer inzi<strong>en</strong>, dan wordt deze verbrok<strong>en</strong>. 12In e<strong>en</strong> hoofdstuk g<strong>en</strong>aamd What is Corporate Law? 13 beschrijv<strong>en</strong> Hansmann <strong>en</strong>Kraakman – gebaseerd op J<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> Meckling’s Theory of the Firm – de ondernemingals e<strong>en</strong> economische <strong>en</strong>titeit die fungeert als e<strong>en</strong> ‘nexus van contract<strong>en</strong>’ voor leveranciersvan inputs <strong>en</strong> de afnemers van de outputs. Het is in die opvatting e<strong>en</strong> op zichzelf staandecontracter<strong>en</strong>de partij die als e<strong>en</strong> coördinator di<strong>en</strong>t voor leveranciers – waaronder de aandeelhouders/eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong><strong>en</strong> (huis)bank<strong>en</strong> – <strong>en</strong> afnemers. Het ondernemingsrecht fungeertin deze constellatie als e<strong>en</strong> middel om deze transacties mogelijk te mak<strong>en</strong>. Bijvoorbeelddoor de mogelijkheid van ‘separate patrimony’ te creër<strong>en</strong> waardoor vermog<strong>en</strong>sbestanddel<strong>en</strong>(activa) van het eig<strong>en</strong>dom van de leveranciers kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgescheid<strong>en</strong>, verzameld,<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt om product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> te producer<strong>en</strong>of om deze verzamelde activa (mete<strong>en</strong>) te verkop<strong>en</strong>. Ook geeft het twee belangrijke regelst<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de verhouding tuss<strong>en</strong> leveranciers van eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong> (aandeelhouders)<strong>en</strong> de leveranciers van vreemd vermog<strong>en</strong> (crediteur<strong>en</strong>). Namelijk, de zog<strong>en</strong>oemde ‘priorityrule’ <strong>en</strong> de ‘rule of liquidation protection’. Beide principes zijn gericht op beschermingvan de recht<strong>en</strong> van deelnemers aan de onderneming door de claims van crediteur<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschap automatisch bov<strong>en</strong> die van persoonlijke crediteur<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>te plaats<strong>en</strong>, respectievelijk te bepal<strong>en</strong> dat aandeelhouders/eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> (<strong>en</strong> hun crediteur<strong>en</strong>)niet zomaar hun (eig<strong>en</strong>doms)recht<strong>en</strong> op de activa kunn<strong>en</strong> opeis<strong>en</strong> (waardoor belangrijke11 Zie ook Van Eegh<strong>en</strong> 2006, p. 18 e.v.12 Vrij weergegev<strong>en</strong> naar Vis 2006, p. 16. Zie ook Corbey, Van Hulst 2005, p. 44-49.13 Zie Kraakman e.a. 2004, p. 6-8 <strong>en</strong> J<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, Meckling, 1976, p. 305-360.512Gies<strong>en</strong>_01.indb 54 20-5-2008 16:30:13


Onbedoeld effect nieuwe insolv<strong>en</strong>tiewetgevinggoing concern waarde verlor<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> gaan). Mede op deze manier kan de hiervoorvereiste waardecreatie word<strong>en</strong> gerealiseerd <strong>en</strong> ontstaat economische vooruitgang. Iedereleverancier/deelnemer wordt daarbij primair gedrev<strong>en</strong> door eig<strong>en</strong>belang, zijnde zo hoogmogelijk nut. Het is dan ook vervolg<strong>en</strong>s aan de bestuurders van deze coördiner<strong>en</strong>de<strong>en</strong>titeit (overig<strong>en</strong>s zelf ook deelnemers) om dit nut voor betrokk<strong>en</strong> externe partij<strong>en</strong> teall<strong>en</strong> tijde te maximaliser<strong>en</strong>.Wanneer specifieker naar faillissem<strong>en</strong>tswetgeving wordt gekek<strong>en</strong> dan kan de kern ervanword<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat als ‘e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk pressiemiddel van crediteur<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> ondernemingtot betaling te dwing<strong>en</strong>’. 14 Wanneer betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> het vertrouw<strong>en</strong> in deonderneming <strong>en</strong> haar leiding verliez<strong>en</strong> – feitelijk dus in de lev<strong>en</strong>svatbaarheid – zull<strong>en</strong>ze aandring<strong>en</strong> op (versnelde) betaling van op<strong>en</strong>staande rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of aflossing<strong>en</strong>van gele<strong>en</strong>de bedrag<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als e<strong>en</strong> definitief ‘afscheid’ t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van toekomstigelevering<strong>en</strong>. Ze zijn daarbij primair gericht op het veiligstell<strong>en</strong> van hun bestaande vordering<strong>en</strong><strong>en</strong> daarmee derhalve op het verklein<strong>en</strong> van het risico van non-betaling (kortom,beperking van afschrijvingsverliez<strong>en</strong> op debiteur<strong>en</strong>). Om te voorkom<strong>en</strong> dat als gevolgvan de hiervoor g<strong>en</strong>oemde claims vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> individuele <strong>en</strong> inefficiënte run op deactiva ontstaat (ook wel race to collect g<strong>en</strong>oemd) waardoor mogelijk juist going concernwaarde verlor<strong>en</strong> gaat, bestaat het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van de collectieve faillissem<strong>en</strong>tsprocedure <strong>en</strong>juridische reorganisatie-instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als bijvoorbeeld surseance van betaling. 15 Daarnaastheeft faillissem<strong>en</strong>tswetgeving ook e<strong>en</strong> andere functie, namelijk om verschaffers van vreemdvermog<strong>en</strong> van beschikkingsmacht over de activa te voorzi<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daarmee de (economische)eig<strong>en</strong>dom <strong>en</strong> leiding van de onderneming over te drag<strong>en</strong>. Dit past in bov<strong>en</strong>staand geschetstbeeld van opzegging van sam<strong>en</strong>werking wanneer onvoldo<strong>en</strong>de toekomstig nut wordtgepercipieerd. De juridische <strong>en</strong>titeit waarin het plaatsvindt, wordt geforceerd opgehev<strong>en</strong><strong>en</strong> de opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> van de activa verdeeld onder de claimhouders. De distributie van deopbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> van verkoop van de activa is daarbij feitelijk maatgev<strong>en</strong>d voor de onderlingeverhouding<strong>en</strong>. Deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die als eerste ‘aan de beurt zijn’ – vaak pand- <strong>en</strong> hypotheekhouders– hebb<strong>en</strong> de meeste beschikkingsmacht, de verschaffers van eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong> staanachteraan; zij verliez<strong>en</strong> volledige controle <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> afwacht<strong>en</strong> of zij nog e<strong>en</strong> deel vande liquidatieopbr<strong>en</strong>gst ontvang<strong>en</strong>. 16 Het managem<strong>en</strong>t/de ondernemer zal daarnaast ookvolledig buit<strong>en</strong>spel staan (hoewel in surseance van betaling misschi<strong>en</strong> nog sprake kan zijnvan <strong>en</strong>ige invloed, zal de bewindvoerder echter wettelijk <strong>en</strong> feitelijk in control zijn).14 Ontle<strong>en</strong>d aan Boot & Ligterink 2000, p. 3. Zie in dezelfde zin ook Baird <strong>en</strong> Jackson 1996, p. 29-38 respectievelijkp. 39-57.15 Zie hierover onder meer Couw<strong>en</strong>berg 1997, p. 66 e.v., Couw<strong>en</strong>berg 2003, p. 1-19, Bhandari/Weiss 1996, p. 25 e.v.,J. Armour, ‘The law and economics of corporate insolv<strong>en</strong>cy: a review’, in: Vries<strong>en</strong>dorp, McCahery & Verstijl<strong>en</strong> 2001,p. 113 e.v.16 Zie in die zin ook Haug<strong>en</strong> & S<strong>en</strong>bet 1978, p. 383-393.513Gies<strong>en</strong>_01.indb 55 20-5-2008 16:30:13


J.A.A. Adriaanse <strong>en</strong> J.G. KuijlIn het licht van het voorgaande kan word<strong>en</strong> gesteld dat wanneer de bedrijfsleiding <strong>en</strong>/of de aandeelhouders/eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> – in het Midd<strong>en</strong>- <strong>en</strong> Kleinbedrijf veelal grot<strong>en</strong>deelsver<strong>en</strong>igd in e<strong>en</strong> of meerdere person<strong>en</strong> – hun beschikkingsmacht <strong>en</strong> daarmee de ondernemingin stand will<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>, zij zull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> dat crediteur<strong>en</strong> deze machtverwerv<strong>en</strong>. In situaties van financiële moeilijkhed<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dit dat zij alle zeil<strong>en</strong> zull<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> bijzett<strong>en</strong> om deze groep ‘deelnemers aan de onderneming’ ervan te overtuig<strong>en</strong>dat liquidatie – feitelijk beschikkingsmachtsoverdracht – minder aantrekkelijk is daninstandhouding van de status quo. 17 Dit kan ev<strong>en</strong>wel alle<strong>en</strong> maar wanneer er <strong>en</strong>ig bewijsis van deze ‘aantrekkelijkheid’ c.q. dit nut. Omdat de toekomst echter ongewis is, <strong>en</strong>derhalve niet bij voorbaat kan word<strong>en</strong> vastgesteld dat de toekomstige kasstrom<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>dezull<strong>en</strong> zijn om (weer) aan de verplichting<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> dan ookacties moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong> om in deze subjectieve realiteit <strong>en</strong>ige objectiviteitaan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee de verwachting van lev<strong>en</strong>svatbaarheid te voed<strong>en</strong>. Van Eegh<strong>en</strong>verwoordt e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander als volgt: ‘Het managem<strong>en</strong>t zal (…) in staat moet<strong>en</strong> zijn omdeg<strong>en</strong><strong>en</strong> die het ev<strong>en</strong>tuele tekort moet<strong>en</strong> financier<strong>en</strong>, te overtuig<strong>en</strong> van de te bereik<strong>en</strong>r<strong>en</strong>tabiliteit’. 185 Le v e n s va t b a a r h e i d o f d e p e r c e p t i e e r v a n ?Er bestaat ge<strong>en</strong> objectief criterium voor de lev<strong>en</strong>svatbaarheid van e<strong>en</strong> onderneming infinanciële moeilijkhed<strong>en</strong>, hiervoor is de praktijk te weerbarstig. In het verled<strong>en</strong> is echterveelvuldig getracht om via insolv<strong>en</strong>tievoorspellingsmodell<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> inschatting tekom<strong>en</strong> van de vraag of e<strong>en</strong> onderneming wel of niet op faillissem<strong>en</strong>t afstev<strong>en</strong>t (in die zinimpliciet de vraag beantwoord<strong>en</strong>d of zij wel of niet lev<strong>en</strong>svatbaar is). Probleem is echterdat in deze modell<strong>en</strong> zuiver met financiële parameters wordt gerek<strong>en</strong>d, <strong>en</strong> vaak ook nogalle<strong>en</strong> op basis van cijfers uit het verled<strong>en</strong>. Daarmee word<strong>en</strong> de (positieve) gevolg<strong>en</strong> vante nem<strong>en</strong> reorganisatiemaatregel<strong>en</strong> – bijvoorbeeld t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van strategische heroriëntatie,rationalisatie van het productassortim<strong>en</strong>t <strong>en</strong>/of het aantrekk<strong>en</strong> van adviseurs –ontk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> neemt de voorspell<strong>en</strong>de waarde in belangrijke mate af. 19 Eerder is door ons– op basis van het g<strong>en</strong>oemde WODC-onderzoek – beschrev<strong>en</strong> wat succesfactor<strong>en</strong> vaninformele reorganisaties (ook wel turnarounds g<strong>en</strong>oemd) zijn. Deze betroff<strong>en</strong>:1 adequate reorganisatie van de (operationele) bedrijfsactiviteit<strong>en</strong> door het managem<strong>en</strong>t(bij voorkeur met hulp van derd<strong>en</strong>);17 Zie ook Bibeault 1982, p. 118-119.18 Van Eegh<strong>en</strong> 2006, p. 61.19 Zie voor e<strong>en</strong> uitgebreid overzicht van deze modell<strong>en</strong>, Vos 2003, p. 207-229. Overig<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> deze modell<strong>en</strong> in dehuidige (commerciële) praktijk veelvuldig gebruikt <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze – naast andere analyses – zeker van <strong>en</strong>ig nut zijn alssignaleringsinstrum<strong>en</strong>t (‘early warning’).514Gies<strong>en</strong>_01.indb 56 20-5-2008 16:30:13


Onbedoeld effect nieuwe insolv<strong>en</strong>tiewetgeving2 het betrekk<strong>en</strong> van belangrijke belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (lees: financiers) in het reorganisatieproces;3 transparantie (t<strong>en</strong> opzichte van belangrijke belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong>) t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van definanciële situatie <strong>en</strong> de voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> reorganisatie; <strong>en</strong>4 inbr<strong>en</strong>g van risicodrag<strong>en</strong>d kapitaal (al dan niet in de vorm van e<strong>en</strong> overname doore<strong>en</strong> andere partij). 20De perceptie van toekomstige lev<strong>en</strong>svatbaarheid is derhalve afhankelijk van veel meerfactor<strong>en</strong> dan alle<strong>en</strong> financiële criteria, schuldsanering/kwijtschelding <strong>en</strong> cijferopstelling<strong>en</strong>;het gaat om e<strong>en</strong> geïntegreerd proces van herstel van vertrouw<strong>en</strong> in de onderneming<strong>en</strong> haar managem<strong>en</strong>t (interessant in het onderzoek was overig<strong>en</strong>s dat de gevond<strong>en</strong>faalfactor<strong>en</strong> in de praktijk vrijwel exact spiegelbeeldig aan de g<strong>en</strong>oemde succesfactor<strong>en</strong>war<strong>en</strong>). 21 In aansluiting hierop, Bibeault heeft vastgesteld dat de volg<strong>en</strong>de vijf factor<strong>en</strong>bepal<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> onderneming in de basis lev<strong>en</strong>svatbaar is: (1) uitzicht op positievecashflow binn<strong>en</strong> drie tot zes maand<strong>en</strong>, (2) e<strong>en</strong> faire kans dat verkoopvolumes tijd<strong>en</strong>sde turnaround niet dramatisch afnem<strong>en</strong>, (3) e<strong>en</strong> niet te verouderd productieproces, (4)mogelijkhed<strong>en</strong> om kost<strong>en</strong> in balans te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> (5) voldo<strong>en</strong>de awar<strong>en</strong>ess t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>van verandering<strong>en</strong> in het directe verled<strong>en</strong> <strong>en</strong> de toekomst (zowel binn<strong>en</strong> als buit<strong>en</strong> deonderneming). 22 Ook hierin komt het belang van niet-financiële factor<strong>en</strong> terug.Op basis van het vor<strong>en</strong>staande kan word<strong>en</strong> gesteld dat om het vertrouw<strong>en</strong> te (her)winn<strong>en</strong>bij de direct betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> (om daarmee te overlev<strong>en</strong>), concreet zal moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>getoond welke maatregel<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om het proces van waardedestructiete stopp<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als de onderligg<strong>en</strong>de argum<strong>en</strong>tering van de keuzes/acties; daarnaast zalactief moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecommuniceerd over de voortgang. E<strong>en</strong> turnaround strategiemoet word<strong>en</strong> ontwikkeld <strong>en</strong> het eruit voortvloei<strong>en</strong>de proces di<strong>en</strong>t vervolg<strong>en</strong>s interactiefte zijn. Het gaat er hierbij niet zozeer om of de onderneming in de toekomst ook daadwerkelijkfinancieel herstelt – dat kan immers niet bij voorbaat word<strong>en</strong> gesteld – maarveeleer of betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de vertrouw<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> positieve uitkomst krijg<strong>en</strong>. Debedrijfsleiding di<strong>en</strong>t derhalve aan de hand van zo veel mogelijk informatie e<strong>en</strong> beeld teschets<strong>en</strong> van de mogelijke toekomst, waarbij instandhouding van de huidige juridische<strong>en</strong>titeit als uitgangspunt in beginsel c<strong>en</strong>traal staat. Kan zij dit niet of onvoldo<strong>en</strong>de, of is zij20 Zie Adriaanse & Kuijl 2004, p. 336-337, zie ook Sant<strong>en</strong> & Verhoef 2006, p. 147-155, Van Eegh<strong>en</strong> 2006, p. 60-62, Couw<strong>en</strong>berg& de Jong 2005, p. 397-403 <strong>en</strong> Brockhoff & van Rijn 2006, p. 245-258 voor soortgelijke analyses van informelereorganisaties <strong>en</strong>/of bevestiging van de conclusies.21 Zie onder ander<strong>en</strong> Adriaanse 2005, p. 58-65.22 Bibeault 1982, p. 116-117 <strong>en</strong> p. 203-228 (vrij vertaald).515Gies<strong>en</strong>_01.indb 57 20-5-2008 16:30:13


J.A.A. Adriaanse <strong>en</strong> J.G. Kuijlte opportunistisch 23 (<strong>en</strong> dus niet geloofwaardig) dan zull<strong>en</strong> de crediteur<strong>en</strong> het vertrouw<strong>en</strong>(definitief) opzegg<strong>en</strong> omdat de perceptie van lev<strong>en</strong>svatbaarheid onvoldo<strong>en</strong>de aanwezigis. Sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de onderneming <strong>en</strong> haar financiers, adequate turnaroundmaatregel<strong>en</strong>, transparantie <strong>en</strong> uitwisseling van informatie, ev<strong>en</strong>als e<strong>en</strong> zoektocht naar(additionele) liquiditeit vorm<strong>en</strong> dan ook – zoals hiervoor opgesomd – de noodzakelijkebasisprincipes van reddingsoperaties. Kortom, de kern van de zoektocht naar toekomstigelev<strong>en</strong>svatbaarheid is geleg<strong>en</strong> in het inzett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gestructureerd proces van waardeherstel,aan de hand van e<strong>en</strong> turnaround plan <strong>en</strong> actief stakeholder managem<strong>en</strong>t. 246 Pr o c e s v a n wa a r d e h e r s t e lHet hiervoor g<strong>en</strong>oemde proces van waardeherstel kan in de context van bedrijv<strong>en</strong> infinanciële moeilijkhed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong> als het vermog<strong>en</strong> van de ondernemingom met haar activiteit<strong>en</strong> wederom structureel positieve kasstrom<strong>en</strong> te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> omdaarmee aan haar financiële verplichting<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>; de weg daarhe<strong>en</strong> is hetturnaround proces. Feitelijk bestaan er twee elkaar versterk<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> om totherstel te kom<strong>en</strong>. Allereerst bezuiniging c.q. kost<strong>en</strong>verlaging om daarmee de uitgav<strong>en</strong>te verklein<strong>en</strong>, t<strong>en</strong> tweede het gericht zijn op het structureel verbeter<strong>en</strong> van de omzetom daarmee de pot<strong>en</strong>tiële instroom van kasgeld te verhog<strong>en</strong>; kortom, het nastrev<strong>en</strong> vanstructurele groei. Dit laatste kan alle<strong>en</strong> maar plaatsvind<strong>en</strong> door in situaties van financiëlemoeilijkhed<strong>en</strong> gericht te zijn op verbetering van contact<strong>en</strong> met bestaande klant<strong>en</strong> <strong>en</strong> hetheroriënter<strong>en</strong> van de (marketing)strategie, ev<strong>en</strong>als de verkoopinspanning<strong>en</strong> (sales) vande onderneming. In de praktijk ligt de focus bij (dreig<strong>en</strong>de) financiële moeilijkhed<strong>en</strong>23 Zie bijvoorbeeld Bibeault 1982, p. 15 die op basis van Arg<strong>en</strong>ti 1976, p. 1-193 constateert dat veel onderneming<strong>en</strong> in noodde last<strong>en</strong> onder- <strong>en</strong> de bat<strong>en</strong> overschatt<strong>en</strong>.24 Bedacht di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> dat de grootte van de onderneming dan wel de eig<strong>en</strong>domsstructuur – (groot) MKB, e<strong>en</strong>manszaak/bv,beursg<strong>en</strong>oteerd of anderszins – feitelijk ge<strong>en</strong> invloed heeft c.q. di<strong>en</strong>t te hebb<strong>en</strong> op de methodiek, inhoud <strong>en</strong>reikwijdte van de te nem<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong>. Kortom, elke onderneming/ondernemer zou de te beschrijv<strong>en</strong> principes vanturnaround <strong>en</strong> stakeholder managem<strong>en</strong>t als uitgangspunt moet<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> in geval van (dreig<strong>en</strong>de) financiële moeilijkhed<strong>en</strong>(vanzelfsprek<strong>en</strong>d afgestemd op de specifieke situatie). Probleem is echter dat met name bij kleinere bedrijv<strong>en</strong> d<strong>en</strong>oodzakelijke (managem<strong>en</strong>t)k<strong>en</strong>nis hiervoor vaak niet aanwezig is <strong>en</strong> dat veelal ook onvoldo<strong>en</strong>de financiële middel<strong>en</strong>aanwezig zijn om expertise van goede (turnaround) adviseurs (‘derd<strong>en</strong>’) in te hur<strong>en</strong>. Hierdoor neemt de kans vanslag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> reddingsoperatie bij voorbaat <strong>en</strong> in belangrijke mate af. Informatievoorzi<strong>en</strong>ing, voorlichting <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nisoverdrachtt<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van mogelijkhed<strong>en</strong> voor ‘ondernem<strong>en</strong> in zwaar weer’ di<strong>en</strong>t voor deze doelgroep dan ook in hetbijzonder – meer dan thans in de praktijk het geval lijkt – te word<strong>en</strong> gestimuleerd. E<strong>en</strong> belangrijke taak lijkt hier te zijnweggelegd voor organisaties als (niet-limitatief): MKB-Nederland, VNO-NCW, Stichting Ondernemersklankbord, deNederlandse Ver<strong>en</strong>iging van Bank<strong>en</strong> (NVB), de accountantsorganisaties NIVRA <strong>en</strong> SRA, de Kamers van Koophandelmaar ook INSOLAD <strong>en</strong> de Stichting Turnaround Finance Group Nederland (e<strong>en</strong> relatief jonge non-profitorganisatiegericht op bevordering van turnaround managem<strong>en</strong>t in Nederland). Deze organisaties (<strong>en</strong> in het bijzonder hun led<strong>en</strong>)di<strong>en</strong><strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> het belang van turnaround managem<strong>en</strong>t te b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> <strong>en</strong> uit te drag<strong>en</strong>, maar invoorkom<strong>en</strong>de gevall<strong>en</strong> ook poging<strong>en</strong> te ondernem<strong>en</strong> om ondernemers (klant<strong>en</strong>) tot vroegtijdig ingrijp<strong>en</strong> te dwing<strong>en</strong><strong>en</strong> h<strong>en</strong>, zoveel als mogelijk <strong>en</strong> (zakelijk) w<strong>en</strong>selijk, bij te staan in het te <strong>en</strong>tamer<strong>en</strong> proces van waardeherstel.516Gies<strong>en</strong>_01.indb 58 20-5-2008 16:30:13


Onbedoeld effect nieuwe insolv<strong>en</strong>tiewetgevingechter vaak vrijwel uitsluit<strong>en</strong>d op het zo snel mogelijk doorvoer<strong>en</strong> van bezuiniging<strong>en</strong>.Hoewel dit psychologisch is te begrijp<strong>en</strong>, wordt dan veelal verget<strong>en</strong> dat met het opvoer<strong>en</strong>van de omzet meestal sneller grotere mogelijkhed<strong>en</strong> aanwezig zijn om de winstmarge teverbeter<strong>en</strong> <strong>en</strong> de daarmee gepaard gaande positieve(re) kasstroomontwikkeling. 25 Hetgestructureerd <strong>en</strong> diepgaand nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over het vermog<strong>en</strong> van de onderneming om in demarkt waarin zij opereert betere onderscheid<strong>en</strong>de waarde te bied<strong>en</strong> – waardoor omzetvolumes<strong>en</strong> vraagprijz<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> (kunn<strong>en</strong>) to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> – di<strong>en</strong>t in turnaround situaties danook te all<strong>en</strong> tijde voorop te staan. Vanzelfsprek<strong>en</strong>d zal de mate van crisis – strate gische,winst- of liquiditeitscrisis 26 – in hoge mate bepal<strong>en</strong> wat de volgorde <strong>en</strong> urg<strong>en</strong>tie vante nem<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> zijn. Verget<strong>en</strong> mag echter niet word<strong>en</strong> dat het bestaansrechtvan de onderneming uiteindelijk is gebaseerd op het g<strong>en</strong>oemde vermog<strong>en</strong> om haaroutputs te verkop<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> prijz<strong>en</strong> die competitief zijn <strong>en</strong> in lijn ligg<strong>en</strong> met de te mak<strong>en</strong>kost<strong>en</strong>. Klant <strong>en</strong> markt di<strong>en</strong><strong>en</strong> in e<strong>en</strong> turnaround situatie (wederom) geheel c<strong>en</strong>traal testaan. Bevrediging van behoeft<strong>en</strong> in de gekoz<strong>en</strong> c.q. herkoz<strong>en</strong> markt bepaalt immersuiteindelijk of de onderneming op langere termijn zal kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> voortbestaan <strong>en</strong>(weer) kan groei<strong>en</strong>. Kortom, in e<strong>en</strong> proces van waardeherstel is de focus primair gerichtop doelgroep<strong>en</strong>, waardecreatie <strong>en</strong> derhalve hernieuwde lev<strong>en</strong>svatbaarheid. 27 Vanuite<strong>en</strong> integrale visie <strong>en</strong> strategie di<strong>en</strong><strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> aangepakt. Financiëleherstructurering – bijvoorbeeld in de vorm van e<strong>en</strong> crediteur<strong>en</strong>akkoord (indi<strong>en</strong> onvermijdelijk)– is dan ook altijd slechts e<strong>en</strong> middel tijd<strong>en</strong>s de zoektocht naar hernieuwdvertrouw<strong>en</strong>, aanwas van klant<strong>en</strong>(groep<strong>en</strong>) <strong>en</strong> daarmee het bestaansrecht van de ondernemingop langere termijn. Niet meer dan dat.StrategieformuleringHierna wordt eerst besprok<strong>en</strong> wat onder strategie kan word<strong>en</strong> verstaan <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>swordt e<strong>en</strong> model van strategieformulering uitgewerkt. Op deze wijze wordt het belangvan e<strong>en</strong> integrale turnaround strategie onderstreept <strong>en</strong> de hier vor<strong>en</strong>staande stelling t<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong> van crediteur<strong>en</strong>akkoord<strong>en</strong> verder onderbouwd.Strategie kan word<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong> als het integrale plan van e<strong>en</strong> onderneming – meestalvoor de langere termijn – waarin zij aangeeft welke doelstelling<strong>en</strong> ze wil realiser<strong>en</strong>, deweg<strong>en</strong> die daartoe bewandeld gaan word<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als de middel<strong>en</strong> welke zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>ingezet om de gestelde doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> zogehet<strong>en</strong> proces van strategieformuleringword<strong>en</strong> principiële keuzes gemaakt t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van vrag<strong>en</strong> als in welke markt<strong>en</strong> deonderneming aanwezig wil zijn, <strong>en</strong> op welke wijze, met welke technologieën de onder-25 Zie onder meer Blatz, Kraus & Haghani 2006, p. 17-20 <strong>en</strong> Barker III & Duhaime 1997, p. 13-38.26 Zie Adriaanse, Leest & Seyger 2006, te vind<strong>en</strong> op www.turnaroundfinance.nl, p. 7-8.27 Zie in die zin ook Pandit 2000, p. 31.517Gies<strong>en</strong>_01.indb 59 20-5-2008 16:30:13


J.A.A. Adriaanse <strong>en</strong> J.G. Kuijlneming actief wil zijn, ev<strong>en</strong>als de vraag hoe zij t<strong>en</strong> opzichte van haar concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wilstaan. E<strong>en</strong> strategie komt voort uit e<strong>en</strong> visie, zijnde e<strong>en</strong> kernachtige sam<strong>en</strong>vatting vanwaar de onderneming voor staat (wil staan), <strong>en</strong> zegt daarmee feitelijk wat haar hoogsteambitie is. 28 E<strong>en</strong> bewust gekoz<strong>en</strong> strategie helpt in e<strong>en</strong> continu <strong>en</strong> noodzakelijk procesvan bezinning op de toekomst, het is daarnaast e<strong>en</strong> leidraad bij het nem<strong>en</strong> van tactische<strong>en</strong> operationele beslissing<strong>en</strong> <strong>en</strong> verder helpt het – in het bijzonder in e<strong>en</strong> wat grotereorganisatie – bij het afstemm<strong>en</strong> van de activiteit<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong>.Onderneming<strong>en</strong> – zowel groot als klein – di<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> strategie te hebb<strong>en</strong> om daarmeede kans te verklein<strong>en</strong> dat zij met hun activiteit<strong>en</strong> niet (meer) met de omgeving ‘in depas lop<strong>en</strong>’. Anders gezegd, dat zij aansluiting miss<strong>en</strong> bij de markt <strong>en</strong> daardoor financieelslechter gaan prester<strong>en</strong>. 29Veel bedrijv<strong>en</strong> claim<strong>en</strong> e<strong>en</strong> visie <strong>en</strong> strategie te hebb<strong>en</strong>, maar in de praktijk blijkt datvaak niet meer dan e<strong>en</strong> ambitieuze <strong>en</strong>/of loze int<strong>en</strong>tie in de trant van ‘de w<strong>en</strong>s is de vadervan de gedachte’. 30 Onderneming<strong>en</strong> die echter strategisch ondernemerschap daadwerkelijkdoorvoer<strong>en</strong> operer<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> bewust strategisch plan van aanpak <strong>en</strong> zi<strong>en</strong> eroptoe dat in elke geleding van de organisatie vanuit dit plan wordt gewerkt. Kortom, dat degekoz<strong>en</strong> strategie ook daadwerkelijk in actie wordt omgezet.In e<strong>en</strong> proces van waardeherstel zal versneld tot e<strong>en</strong> visie moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong>.Dit vormt vervolg<strong>en</strong>s het uitgangspunt voor de te implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> turnaround strategie.Hoewel feitelijk gesprok<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> overlevingsstrategie behelst het dan dekoers die de onderneming voor de lange termijn wil var<strong>en</strong>. Voor het proces van strategieformuleringzijn in de theorie <strong>en</strong> praktijk verschill<strong>en</strong>de modell<strong>en</strong> ontwikkeld. Dee<strong>en</strong> is hierbij meer gesofisticeerd dan de ander. Gezi<strong>en</strong> de tijdsdruk <strong>en</strong> het hands-onkarakter van reddingsoperaties blijkt het echter in de turnaround praktijk ondo<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong> onw<strong>en</strong>selijk om verschill<strong>en</strong>de van deze techniek<strong>en</strong> tegelijkertijd <strong>en</strong> diepgaand toe tepass<strong>en</strong>. 31 De best te volg<strong>en</strong> techniek lijkt dan ook het volg<strong>en</strong> van de vijf volg<strong>en</strong>de interactievestapp<strong>en</strong> (onder andere ontle<strong>en</strong>d aan Porter, Dyson & O’Bri<strong>en</strong>, Wissema, Douma<strong>en</strong> Slatter & Lovett): 3228 Zie onder ander<strong>en</strong> Porter 1996, p. 61-68, Wissema 2001, p. 29, Johnson, Scholes & Whittington 2005, p. 6-34 <strong>en</strong> 523-526,ev<strong>en</strong>als Dyson & O’Bri<strong>en</strong> 1998, p. 39 e.v.29 Zie bijvoorbeeld ook Ooghe & de Prijcker 2006, p. 21-22. De titel van de betreff<strong>en</strong>de paragraaf lijkt veelzegg<strong>en</strong>d: ‘Theimmediate <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>t of the company: a domino-effect dwindling a company’s survival chances’.30 Porter stelt zelfs dat Nederlands onderneming<strong>en</strong> helemaal ge<strong>en</strong> strategie hebb<strong>en</strong>. Zie Het Financieele Dagblad, Nederlandsebedrijv<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> strategie, 5 november 2004.31 Zie in die zin Slatter & Lovett 1999, p. 215 <strong>en</strong> Sloma 2000, p. 69 e.v.32 Zie Porter 1996, p. 61–78, Dyson/O’Brian 1998, p. 69 e.v., Wissema 2001, p. 222 e.v., Douma 2002, p. 66 e.v. <strong>en</strong> Slatter/Lovett 1999 p. 214 e.v.518Gies<strong>en</strong>_01.indb 60 20-5-2008 16:30:13


Onbedoeld effect nieuwe insolv<strong>en</strong>tiewetgeving1 Formuler<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> visie <strong>en</strong> missie voor de onderneming die vervolg<strong>en</strong>s tot concretedoelstelling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgewerkt.2 Analyser<strong>en</strong> van de externe omgeving <strong>en</strong> de inzicht<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong> in kans<strong>en</strong> <strong>en</strong>bedreiging<strong>en</strong>. De analyse moet gebaseerd zijn op e<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tieanalyse, e<strong>en</strong> technologieanalyse<strong>en</strong> e<strong>en</strong> marktanalyse.3 Analyser<strong>en</strong> van sterke <strong>en</strong> zwakke punt<strong>en</strong> van de onderneming in het licht van deanalyse van de omgeving. 334 Formuler<strong>en</strong> van aandachtspunt<strong>en</strong> (issues) op grond van de inzicht<strong>en</strong> van (2) <strong>en</strong> (3).Op basis hiervan word<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong>tueel de visie <strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong> aangepast.5 Formuler<strong>en</strong> van de turnaround strategie in term<strong>en</strong> van beslissing<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> vanmiddel<strong>en</strong> die zull<strong>en</strong> (moet<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> ingezet, ev<strong>en</strong>als concrete stapp<strong>en</strong> die zull<strong>en</strong>word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.Allereerst wordt bij (1) e<strong>en</strong> uitdag<strong>en</strong>de ondernemingsvisie geformuleerd. Hierbij di<strong>en</strong>tvoorop te staan dat deze concreet kan word<strong>en</strong> uitgewerkt in e<strong>en</strong> missie (dit zal ookmete<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> missie kan dan ook word<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong> als: het sam<strong>en</strong>stel(e<strong>en</strong> ‘beginselverklaring’) van doelstelling<strong>en</strong> die voortkom<strong>en</strong> uit de geformuleerde visie.Doelstelling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> concreet <strong>en</strong> meetbaar zijn <strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> kernvrag<strong>en</strong> als inwelke markt<strong>en</strong> de onderneming actief wil zijn, met welke technologieën, wat de gew<strong>en</strong>steuiteindelijke financiële positie is, <strong>en</strong> hoe de onderneming de beoogde verhouding totde concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ziet. Voorbeeld<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong> voor marktaandel<strong>en</strong>, hoogtevan de winst, solvabiliteit, liquiditeit <strong>en</strong> r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t op eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als de vraagin welk geografisch gebied de onderneming wil werk<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> turnaround zal overig<strong>en</strong>sde nadruk veelal op financiële doelstelling<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> (op korte termijn) hoewel niet magword<strong>en</strong> verget<strong>en</strong> dat uiteindelijk keuzes (moet<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> gemaakt voor de lange termijn.De kernvraag in e<strong>en</strong> reddingsoperatie is immers of de onderneming naar verwachtingook op lange termijn lev<strong>en</strong>svatbaar is.T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van (2) kan word<strong>en</strong> gesteld dat feitelijk gezam<strong>en</strong>lijk drie analyses plaatsvind<strong>en</strong>– op het gebied van concurr<strong>en</strong>tie, technologie <strong>en</strong> markt – die vervolg<strong>en</strong>s integraalals kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedreiging<strong>en</strong> voor de onderneming word<strong>en</strong> geformuleerd. In deze stapwordt dus in kaart gebracht hoe de onderneming verwacht dat de markt(<strong>en</strong>) waarinze opereert zich gaat (gaan) ontwikkel<strong>en</strong>, hoe de concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zich naar verwachtinggaan ontwikkel<strong>en</strong>, hoe de onderneming t<strong>en</strong> opzichte van h<strong>en</strong> staat, ev<strong>en</strong>als wat technologischeontwikkeling<strong>en</strong> zijn die van invloed zijn op de onderneming(sactiviteit<strong>en</strong>).33 Nummer (2) <strong>en</strong> (3) word<strong>en</strong> ook wel SWOT-analyse g<strong>en</strong>oemd waarbij de S voor de sterke punt<strong>en</strong> staat (Str<strong>en</strong>gths), deW voor de zwakke punt<strong>en</strong> (Weaknesses), de O voor de kans<strong>en</strong> (Opportunities) <strong>en</strong> de T voor de bedreiging<strong>en</strong> voor deonderneming (Threats). Zie onder ander<strong>en</strong> Johnson, Scholes, Whittington 2005, p. 102 e.v.519Gies<strong>en</strong>_01.indb 61 20-5-2008 16:30:14


J.A.A. Adriaanse <strong>en</strong> J.G. KuijlAnders gezegd gaat het feitelijk om de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> (ontle<strong>en</strong>d aan Porter): Hoe is defelheid van de concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> de bestaande onderneming<strong>en</strong>? Hoe is de onderhandelingskrachtvan de afnemers? Hoe is de onderhandelingskracht van leveranciers? Iser dreiging van mogelijke toetreders? Is er dreiging van substituut-product<strong>en</strong>? En zijner macro-economische, maatschappelijke, politieke, milieutechnische <strong>en</strong> arbeidsrechtelijkeontwikkeling<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als ontwikkeling<strong>en</strong> op de vermog<strong>en</strong>smarkt die (mogelijk) vaninvloed zijn op de onderneming? 34 Vervolg<strong>en</strong>s is het de vraag hoe dit tot concrete kans<strong>en</strong><strong>en</strong>/of bedreiging<strong>en</strong> voor de onderneming leidt.In stap (3) wordt bezi<strong>en</strong> – mede aan de hand van de externe analyse, vandaar dat dezevolgorde wordt gekoz<strong>en</strong> – wat de sterke <strong>en</strong> zwakke punt<strong>en</strong> van de onderneming zijn.Feitelijk gaat het hierbij om e<strong>en</strong> meting van de efficiëntie van de (operationele) process<strong>en</strong>van de onderneming <strong>en</strong> (daaruit voortvloei<strong>en</strong>d) haar concurr<strong>en</strong>tiekracht. Het betreftvrag<strong>en</strong> met betrekking tot aandachtspunt<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de volg<strong>en</strong>de onderwerp<strong>en</strong>:marketing <strong>en</strong> innovatie, productie, personeel <strong>en</strong> informatie. 35 T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van marketing<strong>en</strong> innovatie gaat het bijvoorbeeld om de vraag wat het marktaandeel van de ondernemingis <strong>en</strong> of er mogelijkhed<strong>en</strong> zijn voor groei. Ook wordt de vraag gesteld hoe sterk het imagovan de onderneming <strong>en</strong> haar product<strong>en</strong> is; dit alles gerelateerd aan de (directe) concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.Verder wordt bezi<strong>en</strong> hoe effectief de marketingactiviteit<strong>en</strong> van de ondernemingzijn (is er bijvoorbeeld e<strong>en</strong> systeem van effectiviteits- <strong>en</strong> kwaliteitsmeting)? Hoe gaat deonderneming met gegev<strong>en</strong>s van de markt <strong>en</strong> haar concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om; wordt voldo<strong>en</strong>d<strong>en</strong>aar ‘buit<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> word<strong>en</strong> op basis daarvan beleidsbeslissing<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>? Daarbijkomt ook de vraag naar vor<strong>en</strong> in hoeverre de onderneming überhaupt weet wat haareig<strong>en</strong> klant<strong>en</strong> will<strong>en</strong>, <strong>en</strong> of daarop voldo<strong>en</strong>de wordt ingespeeld. Verdere vrag<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>(niet-limitatief): wat is de prijs-kwaliteitverhouding, wat is de kwaliteit van de levering<strong>en</strong>,<strong>en</strong> hoe effectief <strong>en</strong> correct is de onderneming in afhandeling van klacht<strong>en</strong>? Ook di<strong>en</strong>tte word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> hoe het innover<strong>en</strong>de vermog<strong>en</strong> van de onderneming is. Bestaat e<strong>en</strong>gestructureerd beleid voor innovatie- <strong>en</strong> ontwikkeling (zowel t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van product<strong>en</strong>als di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing), hoe groot is het aandeel in de omzet van jong ontwikkelde product<strong>en</strong>,hoe snel word<strong>en</strong> nieuwe product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> op de markt gebracht, <strong>en</strong> hoeveeloffertes <strong>en</strong> leads leid<strong>en</strong> tot (nieuwe) omzet? Beantwoording van bov<strong>en</strong>staande vrag<strong>en</strong>geeft e<strong>en</strong> beeld van de concurr<strong>en</strong>tiekracht van de onderneming (in casu met name hetgebrek eraan) <strong>en</strong> daarmee ook ideeën voor oplossing<strong>en</strong>. Wanneer naar het productieprocesvan de onderneming wordt gekek<strong>en</strong> dan word<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> gesteld als hoe hoog de kostprijs34 Zie Porter 1979, p. 137-145.35 Ontle<strong>en</strong>d aan Wissema 2001, p. 225-226 (bewerkt). Zie in dezelfde zin ook Hagel & Singer 1999, p. 133-141. Zie over gebrekkigeinformatie bij onderneming<strong>en</strong> in financiële moeilijkhed<strong>en</strong> onder ander<strong>en</strong> Carter & van Auk<strong>en</strong> 200 p. 493-512<strong>en</strong> Adriaanse 2005, p. 43-67.520Gies<strong>en</strong>_01.indb 62 20-5-2008 16:30:14


Onbedoeld effect nieuwe insolv<strong>en</strong>tiewetgevingvan de productie c.q. di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing is, ev<strong>en</strong>als hoe deze tot stand komt. E<strong>en</strong> daaruitvoortvloei<strong>en</strong>de vraag is in hoeverre de productie efficiënt is georganiseerd <strong>en</strong> of er e<strong>en</strong>adequaat systeem is voor kwaliteitsbewaking <strong>en</strong> verbetering van productiemethod<strong>en</strong>. Deantwoord<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beeld van met name de kost<strong>en</strong>structuur <strong>en</strong> het niveau van procesmanagem<strong>en</strong>t van de onderneming, ev<strong>en</strong>als de mogelijkhed<strong>en</strong> om daarin wijziging<strong>en</strong>aan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de vraag in hoeverre de person<strong>en</strong> in de organisatievoldo<strong>en</strong>de geëquipeerd zijn om de onderneming in de toekomst de juiste koers te lat<strong>en</strong>var<strong>en</strong> zal e<strong>en</strong> analyse moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt van de sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> het functioner<strong>en</strong>van het personeel. Zitt<strong>en</strong> de juiste person<strong>en</strong> op de juiste plaats, is sprake van hoog verloop<strong>en</strong> verzuim, heeft het personeel e<strong>en</strong> flexibele houding? Meer in het algeme<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong>diagnose te word<strong>en</strong> gemaakt van de personeelskost<strong>en</strong>, de motivatie van het personeel<strong>en</strong> de cultuur van de organisatie (bijvoorbeeld t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van resistance to change <strong>en</strong>ondernemersgeest). Ook di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> bezi<strong>en</strong> of er e<strong>en</strong> ondernemingsraad is <strong>en</strong> wat derelatie daarmee is (in het bijzonder wanneer e<strong>en</strong> ontslagronde onvermijdelijk lijkt). E<strong>en</strong>belangrijke oorzaak van financiële moeilijkhed<strong>en</strong> komt voort uit het onvoldo<strong>en</strong>de functioner<strong>en</strong>van het managem<strong>en</strong>t informatiesysteem (MIS). De volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> danook in het kader van (3) moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld. Welke informatie moet uit het MIS naarbov<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>? Wat is de praktijk? En wordt k<strong>en</strong>nis gedeeld <strong>en</strong> systematisch gemanaged(is sprake van gestructureerd k<strong>en</strong>nismanagem<strong>en</strong>t)?Antwoord<strong>en</strong> op de bov<strong>en</strong>staande vrag<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> inzicht in de sterke <strong>en</strong> zwakke punt<strong>en</strong> vande onderneming. In combinatie met de gevond<strong>en</strong> kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedreiging<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> deze totde aandachtspunt<strong>en</strong> onder (4). Hierin wordt vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> rangorde aangebracht vanhoogste prioriteit tot (iets) minder belangrijk. Deze issues vorm<strong>en</strong> dan op hun beurt debelangrijke – zo niet de belangrijkste – uitgangspunt<strong>en</strong> voor het langetermijnplan (destrategie) ev<strong>en</strong>als het daaruit voortkom<strong>en</strong>de concrete <strong>en</strong> operationele plan van aanpak.Dit behelst dan stap nummer (5).Turnaround planDoor het hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> proces van strategieformulering te doorlop<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong>c.q. moet<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> turnaround situatie systematisch antwoord<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> opvrag<strong>en</strong> als: wat zijn de oorzak<strong>en</strong> van financiële moeilijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke maatregel<strong>en</strong>zoud<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in het kader van de herstructurering van operationelebedrijfsactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> financiële herstructurering. Belangrijk hierbij is dat wanneervanuit e<strong>en</strong> visie- <strong>en</strong> strategiegedachte wordt gewerkt, de onderlinge sam<strong>en</strong>hang <strong>en</strong>volgorde van uit te voer<strong>en</strong> acties adequater zull<strong>en</strong> zijn, waardoor de effectiviteit uiteindelijkto<strong>en</strong>eemt. Door de uitkomst<strong>en</strong> van het analyseproces vervolg<strong>en</strong>s vast te legg<strong>en</strong> ine<strong>en</strong> turnaround plan, dit (vertrouwelijk) te communicer<strong>en</strong> naar de relevante belangheb-521Gies<strong>en</strong>_01.indb 63 20-5-2008 16:30:14


J.A.A. Adriaanse <strong>en</strong> J.G. Kuijlb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> de uitvoering ervan gezwind aan te vang<strong>en</strong>, neemt de onderneming belangrijkestapp<strong>en</strong> richting herstel van vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee de gew<strong>en</strong>ste (perceptie van)lev<strong>en</strong>svatbaarheid. E<strong>en</strong> turnaround plan kan op basis van het voorgaande als volgtword<strong>en</strong> gedefinieerd.E<strong>en</strong> integraal ondernemingsplan voor e<strong>en</strong> organisatie in financiële moeilijkhed<strong>en</strong>dat als fundam<strong>en</strong>t di<strong>en</strong>t voor e<strong>en</strong> saneringsoperatie gericht op duurzaam herstel vande lev<strong>en</strong>svatbaarheid. Het plan bestaat uit e<strong>en</strong> beschrijving van de huidige stand vanzak<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als e<strong>en</strong> concreet plan van aanpak – inclusief tijdschema <strong>en</strong> prognoses – t<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong> van te nem<strong>en</strong> operationele <strong>en</strong> financiële maatregel<strong>en</strong>, die zijn voortgevloeid uite<strong>en</strong> diepgaande analyse <strong>en</strong> herijking van de bestaande visie <strong>en</strong> ondernemingstrategie.Het plan is bij voorkeur op schrift gesteld <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t daarmee als belangrijk middel in decommunicatie <strong>en</strong> behoeftebevrediging van externe betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>, in het bijzonder definanciers.Hoewel er e<strong>en</strong> positief verband tuss<strong>en</strong> (geschrev<strong>en</strong>) ondernemingsplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> (verminderdekans<strong>en</strong> op) fal<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong> bestaat, toonde het WODC-project overig<strong>en</strong>s aan datin de Nederlandse praktijk veelal weinig sprake is van gestructureerde reddingsoperatiesdie gebaseerd zijn op (het bov<strong>en</strong>staande proces van) strategieformulering <strong>en</strong> planning.Ter indicatie, in de deel<strong>en</strong>quête onder curator<strong>en</strong>/bewindvoerders bevestigde 71% dat bije<strong>en</strong> formele aanvraag van surseance van betaling bij de rechtbank vrijwel nooit e<strong>en</strong> reorganisatieplanwordt ingedi<strong>en</strong>d waarin de mogelijke lev<strong>en</strong>svatbaarheid van de kwakkel<strong>en</strong>deonderneming wordt aangetoond. 36 Vaak lijkt de red<strong>en</strong> hiervoor te word<strong>en</strong> afgedaanals te tijdrov<strong>en</strong>d, te academisch, 37 te onvoorspelbaar maar ook ‘gevaarlijk’. Met dit laatstewordt dan bedoeld dat met het beschrijv<strong>en</strong> van de verslechterde situatie het bewijs ookis geleverd – bijvoorbeeld voor bankiers – dat de situatie daadwerkelijk deplorabel is.Hiermee wordt dan munitie voor financiers aangemaakt om bijvoorbeeld (mete<strong>en</strong>) hetkrediet te kunn<strong>en</strong> opzegg<strong>en</strong> of anderszins maatregel<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong>. Deze gedachte is echternaïef. Met het gestructureerd uitd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s opschrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> turnaroundplan wordt namelijk e<strong>en</strong> krachtig middel gecreëerd – zowel voor kleine als grote onderneming<strong>en</strong>– om planmatig <strong>en</strong> methodisch de problem<strong>en</strong> aan te pakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee juisthet b<strong>en</strong>odigde herstel van vertrouw<strong>en</strong> bij relevante belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te creër<strong>en</strong>. 38 Het is36 Zie Adriaanse 2005, p. 337 <strong>en</strong> Perry 2001, p. 201-208.37 Zie bijvoorbeeld van Daal, 2007.38 Zie onder meer Newton 2003 p. 11, Owsley & Kaufman 2005, p. 38 <strong>en</strong> Sloma 2000, p. 189 <strong>en</strong> 141, Carter, Van Auk<strong>en</strong>2006, p. 509 <strong>en</strong> T.P. Arkesteijn, H.J.M. Slot, ‘Methodologie <strong>en</strong> implem<strong>en</strong>tatie van turnarounds’, in: van Frederikslust,Huizink & Bakker (red.), 2004, p. 123 e.v.522Gies<strong>en</strong>_01.indb 64 20-5-2008 16:30:14


Onbedoeld effect nieuwe insolv<strong>en</strong>tiewetgevinge<strong>en</strong> cruciaal middel om de lev<strong>en</strong>svatbaarheid aan te ton<strong>en</strong>. Anderzijds helpt het ook inhet analyser<strong>en</strong> van de ev<strong>en</strong>tuele onmogelijkheid ervan, waardoor sneller faillissem<strong>en</strong>tkan word<strong>en</strong> aangevraagd <strong>en</strong> verdere maatschappelijke <strong>en</strong> economische waardedestructiekan word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. 39 E<strong>en</strong> turnaround plan di<strong>en</strong>t onzes inzi<strong>en</strong>s uit de volg<strong>en</strong>de ti<strong>en</strong>elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te bestaan.Inhoud turnaround plan1 Profiel van de onderneming2 Analyse van de omgeving3 Turnaround strategie4 Strategische int<strong>en</strong>tie5 Operationele analyse6 Operationeel actieplan7 Financiële prognoses8 Tijdschema9 Risicoanalyse10 Sam<strong>en</strong>vattingDeze opvatting is gebaseerd op de eerder gememoreerde succesfactor<strong>en</strong> van informelereorganisaties, ev<strong>en</strong>als de gevond<strong>en</strong> veelvoorkom<strong>en</strong>de oorzak<strong>en</strong> van financiële moeilijkhed<strong>en</strong><strong>en</strong> faalfactor<strong>en</strong> in de praktijk, te wet<strong>en</strong>: gebrek aan visie <strong>en</strong> strategie, te weinigaandacht voor financiële informatie in het proces van waardeherstel, onvoldo<strong>en</strong>de hardesaneringsmaatregel<strong>en</strong>, te weinig aandacht voor marktontwikkeling<strong>en</strong>, onvoldo<strong>en</strong>deaandacht voor communicatie met financiers <strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de concretisering van tebehal<strong>en</strong> operationele doel<strong>en</strong>. De indeling is daarnaast gebaseerd op in de literatuurgevond<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, categorische indeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> criteria (waaronder Slatter & Lovett). 40Sam<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> de hierbov<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemde elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>/stapp<strong>en</strong> van het turnaround plan– waarin het beschrev<strong>en</strong> proces van strategieformulering volledig is verwerkt – hetnoodzakelijke raamwerk c.q. refer<strong>en</strong>tiekader voor het managem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> andere belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong>(financiers) in het proces van waardeherstel. Hierin schuilt dan ook het werkelijkereorganiser<strong>en</strong>de vermog<strong>en</strong>, dat aantoonbaar <strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk verder gaat dan alle<strong>en</strong>balanssanering middels e<strong>en</strong> crediteur<strong>en</strong>akkoord.39 Zie in die zin ook Van Eegh<strong>en</strong> 2006, p. 487 <strong>en</strong> 515.40 Wij sluit<strong>en</strong> met de categorische indeling (grot<strong>en</strong>deels) aan bij Slatter, Lovett 1999, p. 194-195, Owsley & Kaufman 2005,p. 35-55, Blatz e.a. 2006, p. 7 <strong>en</strong> 70-71, Pate & Platt 2002, p. 11-16, Davis & Sihler, p. 45-67, Chatterji & Hedges 2001,p. 119-133, R.S. Paul, K. Coghlan, ‘L<strong>en</strong>der services: let the l<strong>en</strong>der beware!’ in: DiNapoli 1999, p. 192-195, DiNapoli 1991,p. 61 e.v., Finkin 1988, p. 171 e.v., Schmeisser & Eichhorn 2006, p. 80 e.v. <strong>en</strong> Platt 2001, p. 265 e.v.523Gies<strong>en</strong>_01.indb 65 20-5-2008 16:30:14


J.A.A. Adriaanse <strong>en</strong> J.G. Kuijl7 Ve r t r o u w e n e n sa m e n w e r k i n gIn het voorgaande is al meerdere mal<strong>en</strong> het aspect van vertrouw<strong>en</strong> aan de orde geweest.Het mag duidelijk zijn dat waardeherstel – of breder, het redd<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong> in financiëlemoeilijkhed<strong>en</strong> – grot<strong>en</strong>deels afhankelijk is van de vraag of relevante belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong>,zowel intern als extern, voldo<strong>en</strong>de fiducie in de lev<strong>en</strong>svatbaarheid van deonderneming hebb<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als in de person<strong>en</strong> die de onderneming (gaan) leid<strong>en</strong>. Hetuitwerk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> turnaround plan, vanuit e<strong>en</strong> visie <strong>en</strong> proces van strategieformulering,is één van de middel<strong>en</strong> om te bouw<strong>en</strong> aan dit vertrouw<strong>en</strong>sherstel, daarnaast di<strong>en</strong>tmet belangrijke belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> regelmatig in contact te word<strong>en</strong> getred<strong>en</strong> (het ‘stakeholdermanagem<strong>en</strong>t’). Informatie <strong>en</strong> transparantie vorm<strong>en</strong> in die zin de ‘zuurstof’ voorde turnaround <strong>en</strong> het gedrag van betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> – in het bijzonder het managem<strong>en</strong>t – is indat kader dan ook cruciaal. Wanneer belangrijke klant<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong> te vertrekk<strong>en</strong>, leveranciersweiger<strong>en</strong> te lever<strong>en</strong> (of alle<strong>en</strong> nog onder zeer strikte voorwaard<strong>en</strong>), kredietverstrekkersmet opzegging van financieringsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong>, dan wel niet (meer)bereid zijn additionele financiering te verstrekk<strong>en</strong>, <strong>en</strong>/of sleutelperson<strong>en</strong> in de organisatie(dreig<strong>en</strong> te) vertrekk<strong>en</strong>, is immers de bodem onder de onderneming verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>.In contact tred<strong>en</strong> om dat te voorkom<strong>en</strong> moet dan ook leid<strong>en</strong>d zijn naast de te nem<strong>en</strong>turnaround maatregel<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t echter ook bemoei<strong>en</strong>is. Overleg met financiers,leveranciers, klant<strong>en</strong> <strong>en</strong> overige belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> maakt dat de ondernemingsleidingzich kwetsbaar moet opstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat kritiek, inzicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van externe partij<strong>en</strong>daadwerkelijk in overweging moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dit is in de praktijk niet altijdev<strong>en</strong> gemakkelijk voor ondernemers <strong>en</strong> hun adviseurs, <strong>en</strong> nu juist dat gegev<strong>en</strong> lokt danook uit om te vlucht<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> beschermingsconstructie (zoals surseance van betaling).Echter, nimmer mag word<strong>en</strong> verget<strong>en</strong> dat met name de schuldeisers – zoals we eerderzag<strong>en</strong> (zie par. 4) – in e<strong>en</strong> turnaround situatie economisch gezi<strong>en</strong> feitelijk mede-eig<strong>en</strong>aarzijn geword<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee in e<strong>en</strong> positie terecht zijn gekom<strong>en</strong> waarbij het mede vanh<strong>en</strong> afhangt of de onderneming überhaupt kan blijv<strong>en</strong> voortbestaan. De roep om (meer)zegg<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> inzicht in deze constellatie is van hieruit dan ook goed te verklar<strong>en</strong> <strong>en</strong>zal dan ook te all<strong>en</strong> tijde serieus moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Belangrijk voor ondernemers/directies is dan ook zich te realiser<strong>en</strong> dat het serieus nem<strong>en</strong> van de bezorgdheid vancrediteur<strong>en</strong> – van welke aard dan ook – uiteindelijk van groot belang is voor de vraag ofwel/niet aan de hersteloperatie wordt meegewerkt. Communicatie over de voortgang <strong>en</strong>het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in belang<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> derhalve basisvoorwaard<strong>en</strong> voor succes. Wat beweegtde betreff<strong>en</strong>de bank(<strong>en</strong>) <strong>en</strong>/of leveranciers? Waarom doet de huisbank eig<strong>en</strong>lijk moeilijk?Waarom twijfelt de belangrijkste leverancier of klant over voortgang van de relatie? Dátzijn de wez<strong>en</strong>svrag<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> situatie van financiële moeilijkhed<strong>en</strong> om achter te kom<strong>en</strong>.Enkel door deze handelwijze van actief stakeholder managem<strong>en</strong>t, in combinatie met e<strong>en</strong>524Gies<strong>en</strong>_01.indb 66 20-5-2008 16:30:14


Onbedoeld effect nieuwe insolv<strong>en</strong>tiewetgevinggestructureerd turnaround plan zoals hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>, kan de ondernemingsleidingvertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee tijd creër<strong>en</strong> om problem<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong> <strong>en</strong> druk van schuldeisers<strong>en</strong> andere belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> af te lat<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Niet vlucht<strong>en</strong> dus maar verdedig<strong>en</strong>.De kans op werkelijke duurzame lev<strong>en</strong>svatbaarheid neemt hiermee vanzelf toe.8 Me e r i n p l a a t s v a n m i n d e r fa i l l i s s e m e n t e nWaar wringt nou precies de scho<strong>en</strong> bij de verwachte verscherpte wettelijke reorganisatieprocedure(t<strong>en</strong> gunste van de debiteur)? Het fundam<strong>en</strong>tele probleem betreft dat dezevorm van regelgeving nogal e<strong>en</strong>zijdig gericht is op het (in de op<strong>en</strong>baarheid) op afstandhoud<strong>en</strong> van crediteur<strong>en</strong> <strong>en</strong> het slechts bied<strong>en</strong> van mogelijkhed<strong>en</strong> om tot gedwong<strong>en</strong>kwijtschelding 41 van schuld<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> (dit alles waarschijnlijk voortkom<strong>en</strong>de uit deonterechte gedachte dat anders altijd e<strong>en</strong> race to collect t<strong>en</strong> detrim<strong>en</strong>te van de schuld<strong>en</strong>aarzal ontstaan). Deze nogal negatieve methodiek werkt echter niet in de praktijkomdat het grote belang van sam<strong>en</strong>werking met <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> van schuldeisers – zoalswe hiervoor zag<strong>en</strong> – daarmee volledig wordt misk<strong>en</strong>d. Ook bestaat in deze constellatieweinig tot ge<strong>en</strong> aandacht voor het daadwerkelijk wegnem<strong>en</strong> van de bedrijfseconomischeoorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>min voor de inhoud <strong>en</strong> haalbaarheid van gemaakte turnaroundplann<strong>en</strong> – zoals hiervoor ook uitgebreid beschrev<strong>en</strong> – <strong>en</strong> wordt slechts gefocusseerd ope<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel onderdeel, namelijk de financiële kant. Andere aspect<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> volledig overhet hoofd te word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>; het werkelijke succes van reddingsoperaties staat of valt hierechter mee. De strategische turnaround- <strong>en</strong> gedragsaspect<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> derhalve te weinigaandacht <strong>en</strong> de focus ligt te veel op traditionele schuldsanering, het simpel op afstandhoud<strong>en</strong> van crediteur<strong>en</strong> (in het bijzonder de bank<strong>en</strong>) <strong>en</strong> daardoor polarisatie van partij<strong>en</strong>.Hiermee wordt dan t<strong>en</strong> onrechte de suggestie gewekt dat insolv<strong>en</strong>tiewetgeving als e<strong>en</strong>panacee voor financiële problem<strong>en</strong> kan werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevordert het daarmee – ongetwijfeldonbedoeld maar wel als gevolg – ongew<strong>en</strong>ste strategisch gedrag van ondernemers <strong>en</strong>hun adviseurs. Dat dit vervolg<strong>en</strong>s consequ<strong>en</strong>ties voor het gedrag van betrokk<strong>en</strong> bank<strong>en</strong><strong>en</strong> handelscrediteur<strong>en</strong> heeft – zowel ex ante als ex post – is dan ook niet meer dan e<strong>en</strong>logisch <strong>en</strong> begrijpelijk resultaat.Wanneer bank<strong>en</strong> hun invloed in reorganisatieprocess<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong> – in teg<strong>en</strong>stellingtot het nog wel e<strong>en</strong>s heers<strong>en</strong>de beeld is er overig<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> sprake van misbruik van machtdoor bank<strong>en</strong> in de Nederlandse insolv<strong>en</strong>tiepraktijk 42 – zull<strong>en</strong> zij zich eerder terugtrekk<strong>en</strong>uit e<strong>en</strong> reorganisatie <strong>en</strong> daarmee eerder het krediet opzegg<strong>en</strong>. Handelsleveranciers41 Hoewel theoretisch <strong>en</strong> praktisch toch ook andere mogelijkhed<strong>en</strong> bestaan gaat het in dit kader bijna altijd over kwijtschelding.Zie voor e<strong>en</strong> uitgebreid overzicht hiervan Wessels 1999.42 Zie bijvoorbeeld Couw<strong>en</strong>berg & de Jong 2005, p. 397-403 <strong>en</strong> van Amsterdam 2004, p. 247-274.525Gies<strong>en</strong>_01.indb 67 20-5-2008 16:30:14


J.A.A. Adriaanse <strong>en</strong> J.G. Kuijlzull<strong>en</strong> daarnaast bij voorbaat terughoud<strong>en</strong>der word<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van levering<strong>en</strong> opkrediet. Dit alles is grot<strong>en</strong>deels te verklar<strong>en</strong> uit het feit dat met deze vorm van str<strong>en</strong>gerewetgeving – althans t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van crediteur<strong>en</strong> – twee belangrijke basisprincipes vanhet zak<strong>en</strong>do<strong>en</strong> volstrekt word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>egeerd, namelijk:1 het grondbeginsel dat partij<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> contract afsprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> erop (zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong>) vertrouw<strong>en</strong> dat de <strong>en</strong>e partij dat wat is overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> levert (bijvoorbeeldin de vorm van e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st of bepaalde goeder<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de andere contractspartijin ruil daarvoor betaalt; 43 <strong>en</strong>2 dat e<strong>en</strong> belangrijk verschil bestaat tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds risicodrag<strong>en</strong>de financiering(eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>) <strong>en</strong> anderzijds risicomijd<strong>en</strong>de financiering (vreemd vermog<strong>en</strong>).Crediteur<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> bij het aangaan van contract<strong>en</strong> dat zij <strong>en</strong>erzijds binn<strong>en</strong> de afgesprok<strong>en</strong>termijn(<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> betaald, daarbij (impliciet of expliciet) 44 r<strong>en</strong>te ontvang<strong>en</strong><strong>en</strong> anderzijds dat zij zo min mogelijk risico op non-betaling lop<strong>en</strong> (vandaar de term‘risicomijd<strong>en</strong>d’). Het ondernemersrisico di<strong>en</strong>t in deze constellatie door de eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>van de onderneming te word<strong>en</strong> gelop<strong>en</strong>; zij ontvang<strong>en</strong> dan ook – in teg<strong>en</strong>stelling totcrediteur<strong>en</strong> – e<strong>en</strong> fluctuer<strong>en</strong>de vergoeding (divid<strong>en</strong>d) 45 <strong>en</strong> daarnaast word<strong>en</strong> verschaffersvan het eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong> (aandeelhouders) pas voldaan nadat alle crediteur<strong>en</strong> zijn betaald(vandaar de term ‘risicodrag<strong>en</strong>d’). Hoewel dit in de context van deze bijdrage wellichtonaantrekkelijk lijkt, moet niet word<strong>en</strong> verget<strong>en</strong> dat de waardestijging van e<strong>en</strong> ondernemingte all<strong>en</strong> tijde t<strong>en</strong> goede komt aan de aandeelhouders (eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> investeringvan € 18.000 in eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong> heeft dan ook in theorie de pot<strong>en</strong>tie om € 18 miljard (ofmeer) waard te word<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> investering van € 18.000 in vreemd vermog<strong>en</strong> (‘uitl<strong>en</strong><strong>en</strong>’ c.q.‘leverancierskrediet’) zal echter slechts r<strong>en</strong>te <strong>en</strong> aflossing van hoogst<strong>en</strong>s de nominalewaarde oplever<strong>en</strong>. De beleving van te lop<strong>en</strong> risico’s zal voor de verschaffers van beidecategorieën dan ook geheel anders moet<strong>en</strong> zijn.Bij financiële moeilijkhed<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>staande principes <strong>en</strong> beleving<strong>en</strong> echter in hetgedrang, temeer wanneer de viger<strong>en</strong>de reorganisatiewetgeving wordt aangescherpt t<strong>en</strong>gunste van de debiteur. Allereerst zull<strong>en</strong> zowel de eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> als de crediteur<strong>en</strong> – wanneer43 Zie onder ander<strong>en</strong> Kilpi 1998, p. 177-191, Adriaanse 2005, p. 26-29 <strong>en</strong> 129-133, ev<strong>en</strong>als Kraakman e.a. 2004, p. 71-99.44 In dit hoofdstuk wordt er van uitgegaan dat onderneming<strong>en</strong> voornamelijk word<strong>en</strong> gedrev<strong>en</strong> in juridische vorm<strong>en</strong> alsde Beslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> Naamloze v<strong>en</strong>nootschap. Vanzelfsprek<strong>en</strong>d geldt de besprok<strong>en</strong> problematiek ev<strong>en</strong>zeer voor ondernemersdie middels e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>manszaak e<strong>en</strong> onderneming drijv<strong>en</strong>. Voor h<strong>en</strong> is dan sprake van ‘onttrekking’ <strong>en</strong> ‘eig<strong>en</strong>aar’ inplaats van ‘divid<strong>en</strong>d’, respectievelijk ‘aandeelhouder’.45 Met name in het geval van leverancierskrediet wordt nog wel e<strong>en</strong>s t<strong>en</strong> onrechte gedacht dat dit gratis (r<strong>en</strong>tevrij) is. Feitis echter dat de betreff<strong>en</strong>de leverancier zijn uitstaande debiteur<strong>en</strong>saldo zal moet<strong>en</strong> financier<strong>en</strong>. Vermog<strong>en</strong>skost<strong>en</strong> diedaarmee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> altijd in de prijs zijn doorgerek<strong>en</strong>d. Omdat dit meestal niet expliciet gebeurt – door middelvan r<strong>en</strong>te die letterlijk in rek<strong>en</strong>ing wordt gebracht – wordt dan ook over impliciete r<strong>en</strong>tekost<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong>.526Gies<strong>en</strong>_01.indb 68 20-5-2008 16:30:15


Onbedoeld effect nieuwe insolv<strong>en</strong>tiewetgevingzij k<strong>en</strong>nis nem<strong>en</strong> van de verslechterde situatie – gaan weg<strong>en</strong> in hoeverre risico’s op faillissem<strong>en</strong>tzijn toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> de daarmee gepaard gaande kans op non-betaling. Vervolg<strong>en</strong>srijst de vraag op welke wijze deze risico’s kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemitigeerd. Aandeelhouderszull<strong>en</strong> red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> dat de kans op verlies van het bije<strong>en</strong>gebrachte kapitaal to<strong>en</strong>eemt alsgevolg van het feit dat zij bij e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel faillissem<strong>en</strong>t pas e<strong>en</strong> deel van de opbr<strong>en</strong>gstvan de failliete boedel zull<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong> nadat alle schuldeisers zijn voldaan. Gezi<strong>en</strong> hetfeit dat de liquidatiewaarde van e<strong>en</strong> failliete onderneming veelal sterk lager is dan in e<strong>en</strong>going concernsituatie – als gevolg van daling van aanwezige goodwill door het faillissem<strong>en</strong>tev<strong>en</strong>als gedwong<strong>en</strong> verkoop van de boedel met daarmee gepaard gaande discontinuïteitin waarderingsgrondslag<strong>en</strong> – <strong>en</strong> het feit dat bij faillissem<strong>en</strong>t de verplichting<strong>en</strong>doorgaans überhaupt vrijwel gelijk of groter zijn dan de waarde van de bezitting<strong>en</strong> vande onderneming (als gevolg van geled<strong>en</strong> verliez<strong>en</strong>), bestaat bij h<strong>en</strong> dan ook e<strong>en</strong> inc<strong>en</strong>tiveom de onderneming in stand te houd<strong>en</strong>, in de hoop dat betere tijd<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> aanbrek<strong>en</strong>.Deze hoop kan <strong>en</strong> zal to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> wanneer het managem<strong>en</strong>t van de onderneming trachtde verliesgev<strong>en</strong>de onderneming weer winstgev<strong>en</strong>d te mak<strong>en</strong> om zodo<strong>en</strong>de voldo<strong>en</strong>depositieve kasstrom<strong>en</strong> te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee (weer) aan betalingsverplichting<strong>en</strong> tekunn<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>. Mocht deze herstructureringsoperatie niet of onvoldo<strong>en</strong>de vrucht<strong>en</strong>afwerp<strong>en</strong> (lees: cash g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>) dan kan gekoz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor inbr<strong>en</strong>g van fresh moneydoor de aandeelhouders (in de vorm van eig<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of vreemd vermog<strong>en</strong>). Bezi<strong>en</strong> kanverder word<strong>en</strong> of nieuwe aandeelhouders (investeerders) geheel of gedeeltelijk de ondernemingwill<strong>en</strong> overnem<strong>en</strong>, maar ook kunn<strong>en</strong> bestaande crediteur<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verzocht c.q.gedwong<strong>en</strong> tijdelijk <strong>en</strong>/of definitief uitstel van betaling te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> (al dan niet met behulpvan gunstiger reorganisatiewetgeving). Hierdoor neemt de druk op de liquiditeit af <strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>de liquide middel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt voor het betal<strong>en</strong> van personeel,reorganisatiekost<strong>en</strong>, nieuwe verplichting<strong>en</strong> uit hoofde van de bedrijfsactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort.De risico’s op faillissem<strong>en</strong>t word<strong>en</strong> hiermee – bezi<strong>en</strong> vanuit het perspectief vande eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van de onderneming – gereduceerd. 46 Wanneer echter vanuit het oogpuntvan de crediteur<strong>en</strong> wordt gered<strong>en</strong>eerd dan ontstaat het volg<strong>en</strong>de beeld. Allereerst zull<strong>en</strong>crediteur<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> verslechterde gang van zak<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> dat het managem<strong>en</strong>t van deonderneming alles in het werk stelt om de situatie te verander<strong>en</strong>. Door e<strong>en</strong> turnaroundplan te mak<strong>en</strong> – zoals hiervoor besprok<strong>en</strong> – <strong>en</strong> de implem<strong>en</strong>tatie ervan zo snel als mogelijkte initiër<strong>en</strong>, zal het tij moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekeerd. Daarnaast zal de initiële <strong>en</strong> gerechtvaardigdeverwachting bestaan dat de onderneming ondertuss<strong>en</strong> gewoon doorgaat met hetvoldo<strong>en</strong> aan haar betalingsverplichting<strong>en</strong>. Immers, financiering is verstrekt op risicomijd<strong>en</strong>debasis; ondernemingsrisico’s di<strong>en</strong><strong>en</strong> door de eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> zelf te word<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong>.De optie om (tijdelijk) uitstel van betaling toe te staan of kwijtschelding van e<strong>en</strong> deel van46 Zie ook Couw<strong>en</strong>berg 1997, p. 28.527Gies<strong>en</strong>_01.indb 69 20-5-2008 16:30:15


J.A.A. Adriaanse <strong>en</strong> J.G. Kuijlde vordering<strong>en</strong> te verl<strong>en</strong><strong>en</strong>, zal dan ook niet mete<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zeker niet uit zichzelf, word<strong>en</strong>geopperd. De onderneming zal eerst zelf tot het uiterste moet<strong>en</strong> gaan om de aangeganeverplichting<strong>en</strong> na te kom<strong>en</strong>. Slechts wanneer alle mogelijkhed<strong>en</strong> hiertoe zijn onderzochtmaar blijk<strong>en</strong> te zijn opgedroogd, ontstaat pas het perspectief om wellicht over herzi<strong>en</strong>ingvan de schuldposities te onderhandel<strong>en</strong>. Het is derhalve – althans in de visie van e<strong>en</strong>schuldeiser – e<strong>en</strong> ‘option of last resort’. 47 Leveranciers van geld, goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>di<strong>en</strong><strong>en</strong> er vanuit deze perceptie derhalve zo veel mogelijk op te kunn<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> dathun vordering<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voldaan opdat de ‘rek<strong>en</strong>ing wordt betaald’ door de klant<strong>en</strong> niet door de leverancier zelf. 48 Ondernemersrisico’s kunn<strong>en</strong> in deze gedachte dus nietzomaar op crediteur<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgew<strong>en</strong>teld nochtans aan h<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgelegd. En ditlaatste wordt nu juist feitelijk met reorganisatiewetgeving beoogd.Resumer<strong>en</strong>d, het aanscherp<strong>en</strong> van corriger<strong>en</strong>de mechanism<strong>en</strong> in de Faillissem<strong>en</strong>tswetzodat e<strong>en</strong> onderneming in og<strong>en</strong>schijnlijk betrekkelijker rust – lees: zonder al te veelrek<strong>en</strong>ing te hoev<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> met haar crediteur<strong>en</strong> – e<strong>en</strong> reorganisatie kan doorvoer<strong>en</strong> zalaverechts uitwerk<strong>en</strong>.Doordat feitelijk getracht wordt e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de onderneming <strong>en</strong> de crediteur<strong>en</strong>,ev<strong>en</strong>als de crediteur<strong>en</strong> onderling, te forcer<strong>en</strong> – voor zover op dat mom<strong>en</strong>t vansam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> – ontstaat het teg<strong>en</strong>overgestelde van wat wordtbeoogd. Crediteur<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> zich in e<strong>en</strong> eerder stadium terugtrekk<strong>en</strong>, dan wel überhauptstr<strong>en</strong>ger word<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van financiering<strong>en</strong> van ondernemingsactiviteit<strong>en</strong>. Dit alleswordt nog versterkt door het feit dat tev<strong>en</strong>s twee andere belangrijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van reddingsoperatieshierbij over het hoofd word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>, namelijk (1) dat de ondernemingin de toekomst met veel van haar huidige crediteur<strong>en</strong> weer zak<strong>en</strong> zal moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, <strong>en</strong>(2) dat in deze traject<strong>en</strong> veelal onvoldo<strong>en</strong>de liquide middel<strong>en</strong> aanwezig zijn om op kortetermijn de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> overbruggingskrediet van e<strong>en</strong> bank is dan ookdikwijls nodig. Wanneer dit niet door aandeelhouders noch door externe investeerderskan word<strong>en</strong> gefourneerd – in het licht van kwijtscheldingsakkoord<strong>en</strong> is dit meestal47 Het is in die zin ook vanzelfsprek<strong>en</strong>d dat het (internationale) ondernemingsrecht crediteur<strong>en</strong> ex-ante in beschermingneemt, bijvoorbeeld door onder meer regels te stell<strong>en</strong> voor de publicatie van jaarrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, zekerheidsrecht<strong>en</strong> <strong>en</strong>bestuurdersaansprakelijkheid. Op deze wijze word<strong>en</strong> garanties in het economische verkeer ingebouwd, gericht op bevorderingvan vertrouw<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> contracter<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong>. Immers, door (jaarlijkse) verplichte publicatie van financiëlegegev<strong>en</strong>s, het kunn<strong>en</strong> verstrekk<strong>en</strong> van zekerheid in de vorm van bijvoorbeeld pand- of hypotheekrecht, ev<strong>en</strong>als het(kunn<strong>en</strong>) bestraff<strong>en</strong> van bestuurders voor misbruik <strong>en</strong> fraude nem<strong>en</strong> kans<strong>en</strong> op non-betaling in pot<strong>en</strong>tie af omdatpartij<strong>en</strong> elkaar beter k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> direct(er) verhaal kunn<strong>en</strong> hal<strong>en</strong>, tev<strong>en</strong>s leidt het tot <strong>en</strong>ige gew<strong>en</strong>ste risicoaversie <strong>en</strong>verantwoordelijk(er) gedrag. Dat dit ge<strong>en</strong> garanties voor 100% succes betreff<strong>en</strong> bewijz<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s de drama’s rondombijvoorbeeld Enron, Parmalat <strong>en</strong> Ahold. Zie voor interessante verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> deze onderneming<strong>en</strong> onder ander<strong>en</strong>van de Bunt & Huisman 2004. Zie ook Kraakman 2004, p. 71-99 over creditor protection in het recht.48 Zie voor e<strong>en</strong> relatie tuss<strong>en</strong> maatschappelijke welvaart, incasso <strong>en</strong> rechtspraak onder ander<strong>en</strong> van Velthov<strong>en</strong> 2006,p. 77-87.528Gies<strong>en</strong>_01.indb 70 20-5-2008 16:30:15


Onbedoeld effect nieuwe insolv<strong>en</strong>tiewetgevinghet geval – zull<strong>en</strong> veelal dezelfde schuldeisers moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderd om hierin tevoorzi<strong>en</strong>. Kortom, er di<strong>en</strong><strong>en</strong> partij<strong>en</strong> te zijn die mee will<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> aan toekomstgerichteoplossing<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of het risico durv<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> additionele liquiditeit<strong>en</strong> ter beschikkingte stell<strong>en</strong>. Het b<strong>en</strong>odigde vertrouw<strong>en</strong> hiervoor zal echter nooit onder wettelijke drukkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geforceerd, dit moet word<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>d. Door crediteur<strong>en</strong> op afstand tehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> (in sommige gevall<strong>en</strong>) te forcer<strong>en</strong> tot kwijtschelding zal dit vertrouw<strong>en</strong> in elkgeval niet snel ontstaan.9 Te r a f s l u i t i n gE<strong>en</strong> onderneming heeft ge<strong>en</strong> natuurlijk recht om te bestaan. Zij existeert dan ook bijde gratie van de betrokk<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>, managem<strong>en</strong>t, leveranciers, bank<strong>en</strong>, handelscrediteur<strong>en</strong>,klant<strong>en</strong> <strong>en</strong> werknemers. Wanneer zij het gevoel hebb<strong>en</strong> dat hun nexus ofcontracts in stand moet blijv<strong>en</strong> dan heeft de onderneming bestaansrecht. Dit will<strong>en</strong> zeechter alle<strong>en</strong> wanneer dit <strong>en</strong>ig nut voor h<strong>en</strong> oplevert. E<strong>en</strong> onderneming kan dan ookslechts overlev<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> voor alle deelnemers waarde wordt toegevoegd. Zolang dat hetgeval is, bestaat immers de neiging om de organisatie in stand te houd<strong>en</strong>. Door het nietverbrek<strong>en</strong> van de bestaande sam<strong>en</strong>werking – in casu het niet liquider<strong>en</strong> door middelvan faillissem<strong>en</strong>t – ton<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> aan dat het sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> nut oplevert.Andersom gered<strong>en</strong>eerd, wanneer wél tot liquidatie wordt beslot<strong>en</strong>, dan zi<strong>en</strong> de beslissersdaarvan – bijvoorbeeld e<strong>en</strong> huisbankier die het krediet opzegt, werknemers die hetfaillissem<strong>en</strong>t aanvrag<strong>en</strong>, al dan niet gelijktijdig met (e<strong>en</strong> groep van) handelscrediteur<strong>en</strong>– het nut er niet meer van in <strong>en</strong> is de lev<strong>en</strong>svatbaarheid van de onderneming daarmeeverdw<strong>en</strong><strong>en</strong>: de sam<strong>en</strong>werking is opgezegd <strong>en</strong> het einde is nabij. Wanneer het managem<strong>en</strong>tdit sc<strong>en</strong>ario wil voorkom<strong>en</strong> zal zij het nut dan ook moet<strong>en</strong> aanton<strong>en</strong> in de periode vanfinanciële moeilijkhed<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>ige manier om dit te do<strong>en</strong> is door <strong>en</strong>erzijds e<strong>en</strong> gestructureerd<strong>en</strong> methodisch proces van waardeherstel in te zett<strong>en</strong> – zoals hiervoor beschrev<strong>en</strong>– <strong>en</strong> anderzijds door actief aan stakeholder managem<strong>en</strong>t te do<strong>en</strong> (waaronder overig<strong>en</strong>sook het onderhandel<strong>en</strong> met ondernemingsrad<strong>en</strong> <strong>en</strong> vakbond<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> verstaan).Op deze wijze is de kans het grootst dat de onderneming op <strong>en</strong>ige termijn daadwerkelijkweer in staat is om zelfstandig voort te bestaan, geld te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee haar warelev<strong>en</strong>svatbaarheid te bewijz<strong>en</strong>. Vlucht<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong>de omgeving in de vormvan surseance van betaling is dan ook exact datg<strong>en</strong>e wat niet moet word<strong>en</strong> gedaan. Hetwerkt polarisatie in de hand <strong>en</strong> bereikt het omgekeerde effect. Werkelijk herstel ontstaatalle<strong>en</strong> door waardecreër<strong>en</strong>de actie <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>. Het is dan ook te hop<strong>en</strong> dat in discussiesrondom modernisering van insolv<strong>en</strong>tiewetgeving – niet alle<strong>en</strong> in Nederland maarook daarbuit<strong>en</strong> – te all<strong>en</strong> tijde voldo<strong>en</strong>de aandacht voor niet-juridische aspect<strong>en</strong> <strong>en</strong>gedraging<strong>en</strong> zal bestaan, <strong>en</strong> belangrijker dat de wijdverbreid bestaande d<strong>en</strong>kfout t<strong>en</strong>529Gies<strong>en</strong>_01.indb 71 20-5-2008 16:30:15


J.A.A. Adriaanse <strong>en</strong> J.G. Kuijlaanzi<strong>en</strong> van ‘vlucht, bescherming <strong>en</strong> kwijtschelding’ wordt wegg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het gevaarbestaat anders dat de nadruk in de gedachtegang, besluitvorming <strong>en</strong> praktijk rondomreorganisaties van bedrijv<strong>en</strong> in financiële moeilijkhed<strong>en</strong> te veel hierop blijft of zal kom<strong>en</strong>te ligg<strong>en</strong>. Daarmee wordt het beoogde effect van e<strong>en</strong> groter ‘reorganiser<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong>’ inelk geval nooit bereikt. Sterker, het zal meer faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot gevolg hebb<strong>en</strong> waardoordit reorganiser<strong>en</strong>de vermog<strong>en</strong> – zo het thans al bestaat – feitelijk <strong>en</strong> (og<strong>en</strong>schijnlijk)paradoxaal g<strong>en</strong>oeg kleiner wordt. Sam<strong>en</strong>werking, hernieuwd cashg<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong>,ev<strong>en</strong>als vertrouw<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> dan ook altijd leid<strong>en</strong>d te zijn. Dit is juridisch echter niet af tedwing<strong>en</strong>, het zal moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>d. <strong>Gedrag</strong> laat zich niet gemakkelijk stur<strong>en</strong>, <strong>en</strong>in e<strong>en</strong> ‘snelkookpan’ van financiële moeilijkhed<strong>en</strong> al helemaal niet.Lit e r a t u u rAdriaanse 2004J.A.A. Adriaanse, e.a., Informele reorganisatie in het perspectief van surseance van betaling, WSNP<strong>en</strong> faillissem<strong>en</strong>t, D<strong>en</strong> Haag: Boom Juridische uitgevers 2004.Adriaanse 2005J.A.A. Adriaanse, Restructuring in the Shadow of the Law, informal reorganisation in the Netherlands(diss. Leid<strong>en</strong>), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2005.Adriaanse 2006J.A.A. Adriaanse, ‘Mediation bij reddingsoperaties van bedrijv<strong>en</strong> in financiële moeilijkhed<strong>en</strong>’,Tijdschrift voor Mediation, 2006.Adriaanse 2007J.A.A. Adriaanse, ‘Waarom weiger<strong>en</strong> crediteur<strong>en</strong> mee te werk<strong>en</strong>?’, Tijdschrift voor Schuldsanering,2007.Adriaanse & Kuijl 2004J.A.A. Adriaanse & J.G. Kuijl, ‘Informele reorganisatie in Nederland’, Tijdschrift voor Insolv<strong>en</strong>tierecht,2004, p. 336-337.Adriaanse, Kuijl & Moleveld 2007J.A.A. Adriaanse, J.G. Kuijl, W.P. Moleveld, ‘Faillissem<strong>en</strong>tswetgeving redt bedrijv<strong>en</strong> niet’, Tijdschriftvoor Insolv<strong>en</strong>tierecht, 2007.Adriaanse, Leest & Seyger 2006J.A.A. Adriaanse, G.J. Leest & R.R. Seyger, Trojan Horses of Decline, Study on Strategic RiskManagem<strong>en</strong>t, Utrecht: Turnaround Finance Group 2006, te vind<strong>en</strong> op www.turnaroundfinance.nl, p. 7-8.Adriaanse & Lispet 2007J.A.A. Adriaanse & L.C. Lispet, Entrepr<strong>en</strong>eurship & Financial Distress, A Framework for BusinessPlanning in a Turnaround Context, paper, Aach<strong>en</strong>: Interdisciplinary Entrepr<strong>en</strong>eurship Confer<strong>en</strong>ce2007.530Gies<strong>en</strong>_01.indb 72 20-5-2008 16:30:15


Onbedoeld effect nieuwe insolv<strong>en</strong>tiewetgevingAmsterdam, van 2004A.M. van Amsterdam, Insolv<strong>en</strong>tie in economisch perspectief, D<strong>en</strong> Haag: Boom Juridische uitgevers2004, p. 247-274.Arg<strong>en</strong>ti 1976J. Arg<strong>en</strong>ti, Corporate Collapse: The Causes and Symptoms, London: McGraw-Hill 1976.Baird & Rasmuss<strong>en</strong> 2002D.G. Baird & R.K. Rasmuss<strong>en</strong>, ‘The End of Bankruptcy’, Stanford Law Review, 2002-2003.Barker III & Duhaime 1997V.L. Barker III & I.M. Duhaime, ‘Strategic change in the turnaround process: theory and empiricalevid<strong>en</strong>ce’, Strategic Managem<strong>en</strong>t Journal, Vol. 18, 1997, p. 13-38.Bhandari & Weiss 1996J.S. Bhandari & L.A. Weiss (red.), Corporate Bankruptcy, Economic and Legal Perspectives, NewYork: Cambridge University Press 1996, p. 29-38 respectievelijk p. 39-57.Bibeault 1982D.B. Bibeault, Corporate Turnaround. How managers turn losers into winners, New York: Mcgraw-Hill Book Company 1982 (herdruk 1998).Blatz, Kraus & Haghani 2006M. Blatz, K.J. Kraus & S. Haghani (red.), Corporate Restructuring. Finance in Times of Crisis,Berlin/Heidelberg: Springer, 2006, p. 17-20.Boot & Ligterink 2000A.W.A. Boot & J.E. Ligterink, De efficiëntie van de Nederlandse Faillissem<strong>en</strong>tswetgeving,Amsterdam Amsterdam: C<strong>en</strong>ter for Corporate Finance 2000, p. 3.Brockhoff & Van Rijn 2006G.C. Brockhoff & R. van Rijn, Strategie vanuit visie. Groei <strong>en</strong> herstructurering van organisaties,Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2006, p. 245-258.Bunt, van de & Huisman 2004H. van de Bunt &, W. Huisman, ‘Organisatiecriminaliteit’, Tijdschrift voor Criminologie, 2004.Carter & Van Auk<strong>en</strong> 2005R.B. Carter & H. van Auk<strong>en</strong>, ‘Small Firm Bankruptcy’, Journal of Small Business Managem<strong>en</strong>t2006/44(4), p. 493-512 <strong>en</strong> Adriaanse 2005, p. 43-67.Chatterji & Hedges 2001S. Chatterji & P. Hedges, Loan workouts and debt for equity swaps, A framework for successfulcorporate rescues, New York: John Wiley & Sons 2001, p. 119-133.Copeland, Kolle & Murrin 2003T. Copeland, T. Koller & J. Murrin, Waardering, Het met<strong>en</strong> <strong>en</strong> manag<strong>en</strong> van de waarde van onderneming<strong>en</strong>,Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds 2003, p. 49-56.531Gies<strong>en</strong>_01.indb 73 20-5-2008 16:30:15


J.A.A. Adriaanse <strong>en</strong> J.G. KuijlCorbey & Van Hulst 2005M. Corbey & W. van Hulst, Bedrijfseconomie. Grondslag<strong>en</strong> <strong>en</strong> perspectiev<strong>en</strong>, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer2005, p. 44-49.Couw<strong>en</strong>berg 1996O. Couw<strong>en</strong>berg, Incomplete contract<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> rechtseconomische b<strong>en</strong>adering (oratie Groning<strong>en</strong>)2003, p. 1-19, Bhandari/Weiss 1996, p. 25 e.v.Couw<strong>en</strong>berg 1997O. Couw<strong>en</strong>berg, Resolving Financial Distress in the Netherlands (diss. Groning<strong>en</strong>) 1997, p. 66 e.v.Couw<strong>en</strong>berg & De Jong 2005O. Couw<strong>en</strong>berg & A. de Jong, ‘De ‘black box’ van de stille reorganisatie geop<strong>en</strong>d’, Ondernemingsrecht2005, p. 397-403.Daal, van 2007G.C. van Daal, ‘Boekbespreking J.A.A. Adriaanse, Turnaround Managem<strong>en</strong>t, Praktijkboek Insolv<strong>en</strong>tierechtDeel 14’, Tijdschrift voor Insolv<strong>en</strong>tierecht, 2007.DiNapoli 1991D. DiNapoli e.a., Workouts & Turnarounds: The Handbook of Restructuring and Investing in DistressedCompanies, Homewood: Business One Irwin 1991, p. 61 e.v.Douma 2002S.W. Douma e.a., Basisboek Bedrijfskunde, E<strong>en</strong> inleiding in managem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> ondernemerschap,Schoonhov<strong>en</strong>: Academic Service 2002, p. 8-11.Dyson & O’Bri<strong>en</strong> 1998R.G. Dyson & F.A. O’Bri<strong>en</strong>, Strategic Developm<strong>en</strong>t: methods and models, John Wiley & Sons,Chichester, 1998, p. 39 e.v.Eegh<strong>en</strong>, van 2006L.J. van Eegh<strong>en</strong>, Het schemergebied vóór faillissem<strong>en</strong>t. E<strong>en</strong> onderzoek naar de w<strong>en</strong>selijke verdelingvan verhaalsrisico’s van de onderneming vóór faillissem<strong>en</strong>t, D<strong>en</strong> Haag: Boom Juridische uitgevers2006, p. 18 e.v.Finkin 1988E.F. Finkin, Successful Corporate Turnarounds, New York: Praeger Publishers 1988, p. 171 e.v.Van Frederikslust, Huizink & Bakker 2004R.A.I. van Frederikslust, J.B. Huizink & H.J.C. Bakker (red.), Herstructurering van onderneming<strong>en</strong>,Amsterdam: Lexis Nexis 2004, p. 123 e.v.Hagel & Singer 1999J. Hagel & M. Singer, ‘Unbundling the Corporation’, Harvard Business Review, March-April, 1999,p. 133-141.Haug<strong>en</strong> & S<strong>en</strong>bet 1978R.A. Haug<strong>en</strong>, L.W. S<strong>en</strong>bet, ‘The Insignificance of Bankruptcy Costs to the Theory of OptimalCapital Structure’, The Journal of Finance, Vol. 33, No. 2, 1978, p. 383-393.532Gies<strong>en</strong>_01.indb 74 20-5-2008 16:30:15


Onbedoeld effect nieuwe insolv<strong>en</strong>tiewetgevingJ<strong>en</strong>s<strong>en</strong> & Meckling 1976M.C. J<strong>en</strong>s<strong>en</strong> & W.H. Meckling, ‘Theory of the Firm: Managerial Behavior, Ag<strong>en</strong>cy Costs andOwnership Structure’, Journal of Financial Economics, Vol. 3, 1976, p. 305-360.Johnson, Scholes & Whittington 2005G. Johnson, K. Scholes & R. Whittington, Exploring Corporate Strategy, Essex: Pearson Education/FTPr<strong>en</strong>tice Hall 2005, p. 6-34 <strong>en</strong> 523-526.Kilpi 1998J. Kilpi, The Ethics of Bankruptcy, London: Routledge 1998, p. 177-191.Korobkin 1991D.R. Korobkin, ‘Rehabilitating Values: A Jurisprud<strong>en</strong>ce of Bankruptcy’, Colombia Law Review,1991, p. 717-789.Kraakman 2004R.R. Kraakman e.a., The Anatomy of Corporate Law, A Comparative and Functional Approach,Oxford: Oxford University Press 2004, p. 6-8.Newton 2003G.W. Newton, Corporate Bankruptcy. Tools, Strategies, and Alternatives, Hobok<strong>en</strong>: John Wiley &Sons 2003, p. 11.Ooghe & De Prijcker 2006H. Ooghe & S. de Prijcker, Failure processes and causes of company bankruptcy, Working paper,G<strong>en</strong>t: Vlerick Leuv<strong>en</strong> G<strong>en</strong>t Managem<strong>en</strong>t School 2006/21, p. 21-22.Ooghe & Waeyaert 2003H. Ooghe & N. Waeyaert, Oorzak<strong>en</strong> van faling <strong>en</strong> falingspad<strong>en</strong>: literatuuroverzicht <strong>en</strong> conceptueelverklaringsmodel, Working paper, G<strong>en</strong>t: Vlerick Leuv<strong>en</strong> G<strong>en</strong>t Managem<strong>en</strong>t School 2003.Owsley & Kaufman 2005H.F. Owsley, P.S. Kaufman, Distressed Investm<strong>en</strong>t Banking. To the Abyss and Back, WashingtonD.C.: Beard Books 2005, p. 38.Pandit 2000N.R. Pandit, ‘Some recomm<strong>en</strong>dations for improved research on corporate turnaround’, M@n@gem<strong>en</strong>t, Vol. 3, No. 2, 2000, p. 31.Pate & Platt 2002C. Pate & H. Platt, The Pho<strong>en</strong>ix Effect, 9 revitalizing strategies no business can do without, NewYork: John Wiley & Sons 2002, p. 11-16.Perry 2001S.C. Perry, ‘The relation betwe<strong>en</strong> writt<strong>en</strong> business plans and the failure of small businesses in theU.S.’, Journal of Small Business Managem<strong>en</strong>t, 39(3), 2001, p. 201-208.Platt 2001H. Platt, Principles of Corporate R<strong>en</strong>ewal, Michigan: The University of Michigan Press 2001, p. 265e.v.533Gies<strong>en</strong>_01.indb 75 20-5-2008 16:30:16


J.A.A. Adriaanse <strong>en</strong> J.G. KuijlPorter 1979M.E. Porter, ‘How competitive forces shape strategy’, Harvard Business Review 1979/57(2),p. 137-145.Porter 1996M.E. Porter, ‘What is strategy?’, Harvard Business Review, 1996/74(6), p. 61-68.Sahlman 1999Sahlman e.a., The Entrepr<strong>en</strong>eurial V<strong>en</strong>ture, Boston: Harvard Business School 1999.Sant<strong>en</strong> & Verhoef 2006B.P.A. Sant<strong>en</strong> & T.J.M.L. Verhoef, ‘Surseance van betaling: nooit méér dan e<strong>en</strong> stok achter dedeur’, Tijdschrift voor Insolv<strong>en</strong>tierecht, 2006, p. 147-155.Slatter & Lovett 1999S. Slatter, D. Lovett, Corporate Turnaround, managing companies in distress, London: P<strong>en</strong>guinBooks 1999.Sloma 2000R.S. Sloma, The Turnaround Manager’s Handbook, Washington D.C.: Beard Books 2000, p. 69e.v.Sopers 1992J.M.M. Sopers, Turnaround Managem<strong>en</strong>t. Het saner<strong>en</strong> van onderneming<strong>en</strong> in moeilijkhed<strong>en</strong>,Leid<strong>en</strong>: St<strong>en</strong>fert Kroese 1992.Velthov<strong>en</strong>, van 2006B.C.J. van Velthov<strong>en</strong>, ‘Incassoproblem<strong>en</strong> in het licht van de rechtspraak’, Tijdschrift voor CivieleRechtspleging, 2006, p. 77-87.Vis 2006J. Vis, ‘Werk<strong>en</strong> met waarde. Analyser<strong>en</strong> van economische waarde’, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2006, p. 16.Vos 2003P. Vos, Kredietopvraging <strong>en</strong> insolv<strong>en</strong>tierisico, overlevingskans<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong> in financiële moeilijkhed<strong>en</strong><strong>en</strong> de Faillissem<strong>en</strong>tswet (diss. Leid<strong>en</strong>), Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2003, p. 207-229.Wessels 2000B. Wessels, Surseance van betaling, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2000, p. 2 e.v.Wissema 2001J.G. Wissema, De kunst van strategisch ondernemerschap, Groning<strong>en</strong>/Hout<strong>en</strong>: St<strong>en</strong>fert Kroese2001, p. 29.Vries<strong>en</strong>dorp, McCahery & Verstijl<strong>en</strong> 2001R.D. Vries<strong>en</strong>dorp, J.A. McCahery & F.M.J. Verstijl<strong>en</strong> (red.), Comparative and international perspectiveson bankruptcy law reform in the Netherlands, Schoordijk Instituut, D<strong>en</strong> Haag: BoomJuridische uitgevers 2001, p. 113 e.v.534Gies<strong>en</strong>_01.indb 76 20-5-2008 16:30:16


RechtsplegingGies<strong>en</strong>_01.indb 1 20-5-2008 16:30:16


Gies<strong>en</strong>_01.indb 2 20-5-2008 16:30:16


B. Niemeijer, C. Klein Haarhuis<strong>Hoofdstuk</strong> 21Hoeveel recht kunt u betal<strong>en</strong>?O v e r v e r k l a r i n g e n v a n g e s c h i l g e d r a g e n h e t g e b r u i kvan proceduresB. Niemeijer <strong>en</strong> C. Klein Haarhuis 1Sa m e n v a t t i n gIn deze bijdrage will<strong>en</strong> we kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> beter begrip van de factor<strong>en</strong> die het gebruikvan rechtspraak <strong>en</strong> andere procedures bepal<strong>en</strong>. Het totale gebruik van dergelijke arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>beschouw<strong>en</strong> we als het product van allerlei individuele beslissing<strong>en</strong>. We onderscheid<strong>en</strong>e<strong>en</strong> drietal tradities in de literatuur over dit onderwerp, de rechtseconomische,de rechtspsychologische <strong>en</strong> de rechtssociologische traditie. In het door ons voorgesteldemodel word<strong>en</strong> deze drie tradities geïntegreerd. Het model berust op de veronderstelling datindividu<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afweging mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van gedragsalternatiev<strong>en</strong>. Dezekost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> zijn echter niet alle<strong>en</strong> financieel of materieel, maar kunn<strong>en</strong> ook psychologisch<strong>en</strong> sociaal van aard zijn. We illustrer<strong>en</strong> de werking van dit model met de bevinding<strong>en</strong>uit e<strong>en</strong> onderzoek over geschill<strong>en</strong> bij of na oplevering van koopwoning<strong>en</strong>. In de afweging<strong>en</strong> keuze van kopers voor e<strong>en</strong> geschilbeslechtingsarrangem<strong>en</strong>t blijk<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> materiëlefactor<strong>en</strong> maar ook sociale (bijvoorbeeld reputatie) <strong>en</strong> psychologische (bijvoorbeeld ervar<strong>en</strong>rechtvaardigheid) factor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol te spel<strong>en</strong>.1 In l e i d i n gIn het vermakelijk <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s leerzaam boek over ‘lawyer jokes’ van Marc Galanter staate<strong>en</strong> cartoon, waarin de advocaat teg<strong>en</strong> zijn cliënt zegt: ‘you have a pretty good case,Mr. Pitkin, how much justice can you afford?’. 2 Deze grap kan op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong>1 Caroli<strong>en</strong> Klein Haarhuis is als onderzoeker verbond<strong>en</strong> aan het Wet<strong>en</strong>schappelijk Onderzoek- <strong>en</strong> Docum<strong>en</strong>tatiec<strong>en</strong>trum(WODC) van het ministerie van Justitie. Bert Niemeijer is werkzaam bij de Directie Algem<strong>en</strong>e Justitiële Strategie van hetministerie van Justitie <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s bij de Vrije Universiteit Amsterdam als hoogleraar empirische rechtssociologie.2 Lande 2006, p. 213.537Gies<strong>en</strong>_01.indb 3 20-5-2008 16:30:16


B. Niemeijer, C. Klein Haarhuisword<strong>en</strong> geïnterpreteerd. Galanter zelf ziet in deze cartoon vooral de boodschap dat recht<strong>en</strong> rechter de rijk<strong>en</strong> bevoordel<strong>en</strong>. Dit in lijn met zijn beroemde artikel uit 1974 waarin hijde voorsprong van repeatplayers op oneshotters in het gebruik van het juridisch systeemanalyseert. 3 De cartoon is ook op te vatt<strong>en</strong> als product van het in Amerika – maar into<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate ook in Nederland – diepgewortelde wantrouw<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s advocat<strong>en</strong>:zakk<strong>en</strong>vullers die zich niet bekommer<strong>en</strong> om de belang<strong>en</strong> van de cliënt. ‘R<strong>en</strong>t seekingprofessionals’ zoals dat heet in de (rechtseconomische) literatuur.Grapp<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> altijd e<strong>en</strong> verrassingselem<strong>en</strong>t waarin de draak wordt gestok<strong>en</strong> metvanzelfsprek<strong>en</strong>dhed<strong>en</strong>. Beide interpretaties hebb<strong>en</strong> geme<strong>en</strong> dat ze de grap ervan nu juistdaarin zi<strong>en</strong> dat de vraag ‘how much justice can you afford’ ingaat teg<strong>en</strong> iets wat wordtgeacht vanzelfsprek<strong>en</strong>d te zijn. Recht, rechtvaardigheid <strong>en</strong> rechtspraak zijn van onschatbarewaarde <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> niet op geld word<strong>en</strong> gewaardeerd. Recht is niet te koop <strong>en</strong> waardat wel gebeurt, heet het corruptie. De cartoon maakt het idee belachelijk dat het alle<strong>en</strong>financiële overweging<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zijn die e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij de beslissing van partij<strong>en</strong> ome<strong>en</strong> beroep op recht <strong>en</strong> rechter te do<strong>en</strong>.Het is echter de vraag of dit idee nu echt zo belachelijk is. Wetgevers <strong>en</strong> beleidsmakerslijk<strong>en</strong> in ieder geval te vind<strong>en</strong> van niet. Zij prober<strong>en</strong> althans gedrag te stur<strong>en</strong> met financiëleprikkels, door het heff<strong>en</strong> van griffiegeld<strong>en</strong>, door het gev<strong>en</strong> van meer of mindersubsidie voor rechtsbijstand of mediation. Op deze manier word<strong>en</strong> bepaalde keuz<strong>en</strong>van burgers aantrekkelijk dan wel onaantrekkelijk gemaakt. E<strong>en</strong> voorbeeld is de keuzevoor het wettelijk dan wel het minnelijk traject van de Wet schuldsanering natuurlijkeperson<strong>en</strong>. Voor rechtseconom<strong>en</strong> is de assumptie dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> afweg<strong>en</strong>zelfs fundam<strong>en</strong>teel. De economie is er immers op gebouwd. Zo bezi<strong>en</strong> is het idee inderdaadniet belachelijk. Maar als we will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> hoe recht <strong>en</strong> rechtspraak functioner<strong>en</strong>dan is het wel veel te simpel. Want we zijn immers niet of niet uitsluit<strong>en</strong>d geïnteresseerdin die <strong>en</strong>e individuele beslissing op dat <strong>en</strong>e mom<strong>en</strong>t, maar will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> hoe al dergelijkebeslissing<strong>en</strong> uiteindelijk het functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> van recht <strong>en</strong> rechtspraakbepal<strong>en</strong>. Dan zijn er veel meer keuz<strong>en</strong> relevant dan alle<strong>en</strong> het al dan niet naar de rechterstapp<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> veel meer factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> overweging<strong>en</strong> invloed dan alle<strong>en</strong> financiële <strong>en</strong>zijn er doorgaans meer (soort<strong>en</strong>) partij<strong>en</strong> bij betrokk<strong>en</strong> dan dat <strong>en</strong>e individu.Neem de beslissing om, na e<strong>en</strong> daartoe strekk<strong>en</strong>de suggestie van de rechter, e<strong>en</strong> geschilmet mediation op te loss<strong>en</strong>. Voor het zo ver is zijn daaraan allerlei beslissing<strong>en</strong> voorafgegaan.Stel partij<strong>en</strong> Mulder <strong>en</strong> Gro<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> het niet e<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> over de betaling3 Galanter 2005.538Gies<strong>en</strong>_01.indb 4 20-5-2008 16:30:16


Hoeveel recht kunt u betal<strong>en</strong>?van de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die Gro<strong>en</strong> heeft geleverd. Volg<strong>en</strong>s Mulder heeft Gro<strong>en</strong> niet de kwaliteitgeleverd die hij had beloofd. Mulder heeft beslot<strong>en</strong> het er niet bij te lat<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> omactie te ondernem<strong>en</strong>. Beid<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> inmiddels her <strong>en</strong> der advies ingewonn<strong>en</strong>. Mulder bijzijn brancheorganisatie <strong>en</strong> Gro<strong>en</strong> bij zijn broer die jurist is. Ook hebb<strong>en</strong> Mulder <strong>en</strong> Gro<strong>en</strong>inmiddels e<strong>en</strong> aantal ker<strong>en</strong> geprobeerd er onderling met onderhandeling<strong>en</strong> uit te kom<strong>en</strong>.Dit alles heeft niet geleid tot (uitzicht op) overe<strong>en</strong>stemming <strong>en</strong> Mulder heeft beslot<strong>en</strong>naar de rechter te stapp<strong>en</strong>. Daartoe heeft hij e<strong>en</strong> advocaat moet<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong>, griffiegeld<strong>en</strong><strong>en</strong> andere kost<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> <strong>en</strong> allerlei administratieve handeling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> verricht<strong>en</strong>.Als de zaak e<strong>en</strong>maal bij de rechtbank op de rol staat verwacht zowel Mulderals Gro<strong>en</strong> dat de rechter e<strong>en</strong> beslissing zal nem<strong>en</strong>. Het kan echter zijn dat Mulder e<strong>en</strong>uitnodiging ontvangt om mediation te prober<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan moet hij daarover besliss<strong>en</strong>. Hetkan ook zijn dat dit verzoek gedaan wordt op e<strong>en</strong> zitting, door de rechter uitgeschrev<strong>en</strong>t<strong>en</strong>einde e<strong>en</strong> poging te do<strong>en</strong> om partij<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> schikking te lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.Deze korte casus illustreert tal van factor<strong>en</strong> die de keuze voor <strong>en</strong> uiteindelijk daarmeehet gebruik van het gebruik van mediation bepal<strong>en</strong>. Het voorbeeld laat zi<strong>en</strong> dat er allerleibeslissing<strong>en</strong> (<strong>en</strong> andere gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>) zijn voorafgegaan aan de beslissing van e<strong>en</strong>partij om het geschil met mediation af te do<strong>en</strong>. Of het uiteindelijk tot mediation komtis bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> afhankelijk van betreff<strong>en</strong>de partij, maar ook van de teg<strong>en</strong>partij,van de advocat<strong>en</strong> van partij<strong>en</strong>, van de doorverwijz<strong>en</strong>de rechter, <strong>en</strong>zovoort. En de keuz<strong>en</strong>van al deze betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> hang<strong>en</strong> weer sam<strong>en</strong> met de alternatiev<strong>en</strong> die zij hebb<strong>en</strong>, hunk<strong>en</strong>nis, ervaring <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoort.In deze bijdrage will<strong>en</strong> we kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> beter begrip van de factor<strong>en</strong> die het gebruikvan rechtspraak of andere <strong>privaatrecht</strong>elijke procedures bepal<strong>en</strong>. <strong>Gedrag</strong>sassumptieszijn daarbij ess<strong>en</strong>tieel. Maar, in hun e<strong>en</strong>voud <strong>en</strong> uit de context gelicht, zijn het gebrekkigevoorspellers van gedrag. In dit stuk ontwikkel<strong>en</strong> wij e<strong>en</strong> model waarin de uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>defactor<strong>en</strong> die van invloed zijn op deze beslissing<strong>en</strong> zijn geïncorporeerd. Daartoe werp<strong>en</strong>we eerst e<strong>en</strong> korte blik op de literatuur over dit onderwerp. Hierin is e<strong>en</strong> drietal tradities teonderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, de rechtseconomische, de rechtspsychologische <strong>en</strong> de rechtssociologischetraditie. Het model dat we vervolg<strong>en</strong>s introducer<strong>en</strong> is gebaseerd op de veronderstellingdat individu<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afweging mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van gedragsalternatiev<strong>en</strong>. 4Wanneer we de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> in dit model niet beperkt maar ruim opvatt<strong>en</strong>, niet alle<strong>en</strong>als financieel of materieel maar ook als psychologisch <strong>en</strong> sociaal, kunn<strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong> uitelk van deze drie tradities word<strong>en</strong> geïntegreerd. 5 Daarna illustrer<strong>en</strong> we de werking van4 Coleman 1990.5 Vgl. Lind<strong>en</strong>berg 1996.539Gies<strong>en</strong>_01.indb 5 20-5-2008 16:30:16


B. Niemeijer, C. Klein Haarhuishet model aan de hand van e<strong>en</strong> empirische studie over geschill<strong>en</strong> bij of na oplevering vankoopwoning<strong>en</strong>. We eindig<strong>en</strong> met <strong>en</strong>kele conclusies.2 Dr i e t r a d i t i e sVoor het gebruik van geschilbeslechtingsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> doorgaans verklaring<strong>en</strong>aangedrag<strong>en</strong> vanuit verschill<strong>en</strong>de wet<strong>en</strong>schappelijke invalshoek<strong>en</strong>. Wij onderscheid<strong>en</strong>hier het rechtseconomische, het rechtspsychologische <strong>en</strong> het rechtssociologischeperspectief.RechtseconomieDe belangrijkste gedragsassumptie van (rechts)econom<strong>en</strong> is dat individu<strong>en</strong> doelrationeelhandel<strong>en</strong>. Verondersteld wordt dat geschilpartij<strong>en</strong> (<strong>en</strong> soms ook advocat<strong>en</strong> <strong>en</strong> rechters)hun (procedeer)beslissing funder<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> afweging van kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong>. Rechtseconom<strong>en</strong>beperk<strong>en</strong> zich daarbij tot de materiële kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van procedures, zoals geld,tijd <strong>en</strong> zaaksbelang<strong>en</strong>. Het totale beroep op procedures, bijvoorbeeld rechtszak<strong>en</strong>, wordtin deze traditie beschouwd als e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stel van individuele keuz<strong>en</strong>. Het individu maaktzodanige keuz<strong>en</strong> dat zijn kost<strong>en</strong> zo gering mogelijk <strong>en</strong> zijn opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> zo groot mogelijkzijn. Deze individuele keuz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beïnvloed door het systeem van geschilbeslechting,bijvoorbeeld door de kost<strong>en</strong> van rechtspraak of door de l<strong>en</strong>gte van doorlooptijd<strong>en</strong>.Traditioneel legg<strong>en</strong> rechtseconom<strong>en</strong> het acc<strong>en</strong>t op de mate waarin het aanbod van procedureseconomisch efficiënt is ingericht. 6 Klassieke vrag<strong>en</strong> in de rechtseconomische traditiezijn: welke (procedurele) k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zijn bepal<strong>en</strong>d voor de kost<strong>en</strong> van rechtspraak <strong>en</strong>rechtshulp? Wat zijn de gevolg<strong>en</strong> van die kost<strong>en</strong> voor individuele beslissing<strong>en</strong>? Wanneerwordt geschikt, wanneer geprocedeerd? Wanneer wordt in hoger beroep gegaan? 7 D<strong>en</strong>adruk ligt daarbij op de financiële <strong>en</strong> materiële kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> van procedures,zoals griffierecht<strong>en</strong>, advocaatkost<strong>en</strong>, proceskost<strong>en</strong>veroordeling, doorlooptijd<strong>en</strong>, bewijslast<strong>en</strong> zaaksbelang. De invloed van dergelijke factor<strong>en</strong> op individuele beslissing<strong>en</strong> isinmiddels goed gemodelleerd. Daarbij zijn ook onderlinge verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de factor<strong>en</strong>onderzocht. 8 De feitelijk het vaakst gemaakte keuze, die voor informele oplossingsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,is overig<strong>en</strong>s grot<strong>en</strong>deels onderbelicht geblev<strong>en</strong> in de rechtseconomie. 9In het toets<strong>en</strong> van verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> procedurek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> individuele procedeerkeuz<strong>en</strong>lat<strong>en</strong> rechtseconom<strong>en</strong> andere aspect<strong>en</strong> van de sociale werkelijkheid buit<strong>en</strong>beschouwing. Omgevingsfactor<strong>en</strong>, individuele voorkeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale relaties word<strong>en</strong>6 Coase 1960; Landes 1971; Tullock 1975.7 Vgl. De Mot <strong>en</strong> De Geest 2004.8 Ibid.9 O.a. Shavell 1995; B<strong>en</strong>son 2000.540Gies<strong>en</strong>_01.indb 6 20-5-2008 16:30:16


Hoeveel recht kunt u betal<strong>en</strong>?bijvoorbeeld doorgaans constant verondersteld. Rechtseconom<strong>en</strong> bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> zich in deregel van abstracte modell<strong>en</strong> waarin relaties tuss<strong>en</strong> systeem- <strong>en</strong> procedurek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong>individuele keuz<strong>en</strong> in symbol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgedrukt. Empirisch onderzoek naar de houdbaarheidvan deze modell<strong>en</strong> is schaars <strong>en</strong> meestal beperkt tot de toetsing van verband<strong>en</strong>op het niveau van het systeem als geheel (macro).E<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal vraagstuk in de rechtseconomie is: ‘wanneer schikk<strong>en</strong>, wanneer proceder<strong>en</strong>’?Bij de keuze tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> schikking of e<strong>en</strong> gerechtelijke procedure staan deafweging tuss<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> van rechtspraak, de kost<strong>en</strong> van schikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verwachtebat<strong>en</strong> van beide c<strong>en</strong>traal. 10 Zo vorm<strong>en</strong> proceskost<strong>en</strong> e<strong>en</strong> prikkel om af te zi<strong>en</strong> van rechtspraak<strong>en</strong> wordt alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rechtszaak gestart als de verwachte bat<strong>en</strong> (de kans op winstmaal het zaaksbelang) deze overstijg<strong>en</strong>.Traditioneel wordt met de veronderstelling van (doel)rationaliteit aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> datindividu<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over perfecte informatie <strong>en</strong> onstuitbare wilskracht. Ze zijn in ditmodel in staat om meerdere alternatiev<strong>en</strong>, bijvoorbeeld schikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> proceder<strong>en</strong>, systematischop meerdere aspect<strong>en</strong> te beoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> op grond hiervan het meest gunstigealternatief te kiez<strong>en</strong>. Intuss<strong>en</strong> heeft dit rationele model meer <strong>en</strong> meer plaatsgemaaktvoor e<strong>en</strong> beperkt-rationeel model. 11 Steeds vaker wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat informatie <strong>en</strong>wilskracht beperkt zijn. Ook ontstaat er in de rechtseconomie ruimte voor het opnem<strong>en</strong>van ‘systematische d<strong>en</strong>kfout<strong>en</strong>’ in modell<strong>en</strong>, zoals risico-aversie <strong>en</strong> de invloed van onzekerheid.Deze zijn ontle<strong>en</strong>d aan de psychologie. Zo kunn<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> door optimisme ofomdat zij onzeker zijn over hun positie t<strong>en</strong> opzichte van de wederpartij, ervoor kiez<strong>en</strong>om niet te schikk<strong>en</strong> maar de rechter in te schakel<strong>en</strong>. 12 Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt steeds vaker veronderstelddat partij<strong>en</strong> behalve materiële aspect<strong>en</strong> ook factor<strong>en</strong> uit hun sociale omgevinglat<strong>en</strong> meeweg<strong>en</strong>. D<strong>en</strong>k aan het behoud van persoonlijke of handelsrelaties op de korte oflangere termijn. Dergelijke verfijning<strong>en</strong> zijn ontle<strong>en</strong>d aan de rechtssociologie.RechtspsychologieRechtspsycholog<strong>en</strong> beog<strong>en</strong> de voorkeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in juridische situaties<strong>en</strong> in allerlei roll<strong>en</strong> te beschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong>. 13 Individuele voorkeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedraging<strong>en</strong>zijn de belangrijkste variabel<strong>en</strong>. Dit is anders dan in de rechtseconomie, waarjuist assumpties over gedrag word<strong>en</strong> gemaakt om de effect<strong>en</strong> van bijvoorbeeld procedurelek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> bestuder<strong>en</strong>. Typer<strong>en</strong>de rechtspsychologische vrag<strong>en</strong> zijn:10 Priest <strong>en</strong> Klein 1984; Cooter <strong>en</strong> Rubinfeld 1989.11 O.a. De Geest e.a. 2004.12 Schweizer 1989; Hay 1995, p. 31.13 Van Kopp<strong>en</strong> e.a. 2002, p. 2; Griffiths 1996. p. 107.541Gies<strong>en</strong>_01.indb 7 20-5-2008 16:30:16


B. Niemeijer, C. Klein HaarhuisAan welke soort<strong>en</strong> procedures gev<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> feitelijk de voorkeur? In hoeverre ervar<strong>en</strong>partij<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de procedures als rechtvaardig? Hoe werk<strong>en</strong> specifieke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>van procedures door in de bereidheid van partij<strong>en</strong> om sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>?Wat rechtspsycholog<strong>en</strong> geme<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met rechtseconom<strong>en</strong> is dat zij doorgaansfocuss<strong>en</strong> op zeer specifieke aspect<strong>en</strong> van juridische beslissing<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere aspect<strong>en</strong> <strong>en</strong>omgevingsfactor<strong>en</strong> constant veronderstell<strong>en</strong>. Omdat het individu c<strong>en</strong>traal staat in hetrechtspsychologisch onderzoek doet zich vaak de mogelijkheid tot experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor,in e<strong>en</strong> psychologisch laboratorium of in het veld. 14De rechtspsychologische traditie is tot dusverre sterk gericht geweest op het strafrecht,maar teg<strong>en</strong>woordig in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate ook op andere vorm<strong>en</strong> van rechtspleging.Van belang voor de verklaring van de vraag naar procedures is (sociaal)psychologischonderzoek naar de mate van rechtvaardigheid (fairness) die partij<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> ofervar<strong>en</strong>. 15 Doorgaans word<strong>en</strong> twee typ<strong>en</strong> rechtvaardigheid onderscheid<strong>en</strong>. ‘Procedurele’rechtvaardigheid richt zich op de vorm van het proces, zoals mogelijkhed<strong>en</strong>tot inspraak <strong>en</strong> hor<strong>en</strong>, of getuig<strong>en</strong>verklaring<strong>en</strong>. Hier is bijvoorbeeld het onderscheidrelevant of de partij<strong>en</strong> zelf hun informatie (kunn<strong>en</strong>) aandrag<strong>en</strong> bij de rechter, zoals inaccusatoir ingerichte process<strong>en</strong> of niet, zoals in meer inquisitoir ingerichte process<strong>en</strong>.‘Uitkomst’-rechtvaardigheid richt zich op de inhoudelijke uitkomst van e<strong>en</strong> proces, opde belang<strong>en</strong>afweging die is gemaakt. Belangrijke vrag<strong>en</strong> in het psychologisch onderzoeknaar rechtvaardigheid zijn: wat maakt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> procedure als (on)rechtvaardigbeoordel<strong>en</strong>? 16 Wat is de relatie tuss<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> rechtvaardigheid <strong>en</strong> andere m<strong>en</strong>selijkemotiev<strong>en</strong> zoals eig<strong>en</strong>belang, emotie <strong>en</strong> onzekerheid? 17E<strong>en</strong> andere belangrijke stroming in de rechtspsychologische traditie betreft onderzoeknaar hoe procedurele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> doorwerk<strong>en</strong> in de g<strong>en</strong>eigdheid van partij<strong>en</strong> om sam<strong>en</strong>te werk<strong>en</strong>. 18 Zo luidt e<strong>en</strong> hypothese dat partij<strong>en</strong> ‘in de schaduw van e<strong>en</strong> vonnis’ vaak tochnog tot overe<strong>en</strong>stemming kom<strong>en</strong>. Onzekerheid over de inhoud van de uitspraak zou h<strong>en</strong>hiertoe beweg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> saillant rechtspsychologisch inzicht is t<strong>en</strong> slotte dat partij<strong>en</strong> hunkans<strong>en</strong> op verlies of winst van e<strong>en</strong> procedure ‘ fram<strong>en</strong>’ 19 (meer of minder zwaar lat<strong>en</strong>weg<strong>en</strong>) <strong>en</strong> daardoor risicozoek<strong>en</strong>d of juist risicomijd<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> in hun keuze voor e<strong>en</strong>procedure.14 Van Kopp<strong>en</strong> e.a., 2002, p. 3.15 Thibaut <strong>en</strong> Walker 1975; Lind <strong>en</strong> Tyler 1988; Tyler 1990, 1997.16 O.a. Tyler 1990, 1997; Van d<strong>en</strong> Bos, 1999.17 O.a. Van d<strong>en</strong> Bos 2001, 2003.18 Bar<strong>en</strong>drecht <strong>en</strong> Klijn e.a., 2004, p. 33-4; Steinel <strong>en</strong> De Dreu 2004.19 O.a. Guthrie 2000; Shestowsky 2004.542Gies<strong>en</strong>_01.indb 8 20-5-2008 16:30:17


Hoeveel recht kunt u betal<strong>en</strong>?RechtssociologieRechtssociolog<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> zich van rechtseconom<strong>en</strong> <strong>en</strong> rechtspsycholog<strong>en</strong>, doorjuridische keuz<strong>en</strong> te contextualiser<strong>en</strong>. Zij zijn met name geïnteresseerd in de invloedvan sociale context op het verloop van het geschil <strong>en</strong> op (juridische) keuz<strong>en</strong> daarin. 20Daarbij spel<strong>en</strong> gedragsassumpties over de m<strong>en</strong>s als ‘sociaal wez<strong>en</strong>’ e<strong>en</strong> grote rol. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong>zijn ingebed in sociale structur<strong>en</strong>, knop<strong>en</strong> relaties aan met andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> word<strong>en</strong>gereguleerd door sociale norm<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> veel onderzocht aspect van sociale context binn<strong>en</strong> de rechtssociologie is wederzijdseafhankelijkheid tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>. Zo is geblek<strong>en</strong> dat de informele relatie tuss<strong>en</strong> tweecontractpartij<strong>en</strong> hun gedrag doorgaans in grotere mate bepaalt dan de geschrev<strong>en</strong> contractbepaling<strong>en</strong>.Als partij<strong>en</strong> elkaar bijvoorbeeld nodig blijv<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor handel ofvri<strong>en</strong>dschap, zull<strong>en</strong> zij minder snel kiez<strong>en</strong> voor juridische oplossing<strong>en</strong>. In navolging vanMacaulay (1963) hebb<strong>en</strong> (economisch) sociolog<strong>en</strong> onderzoek verricht naar de vraag, hoehet kan dat ruilrelaties bevredig<strong>en</strong>d functioner<strong>en</strong> terwijl er betrekkelijk weinig aandachtis voor gedetailleerde contractuele planning of formeel-juridische procedures (o.a. Raub<strong>en</strong> Weesie, 2000; Rooks, 2002). In deze onderzoeksstroming word<strong>en</strong> verklaring<strong>en</strong> ondermeer gezocht in de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de relaties <strong>en</strong> netwerk<strong>en</strong> van partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> het vertrouw<strong>en</strong><strong>en</strong> de (wederzijdse) afhankelijkheid die daarmee gepaard gaan.Rechtssociolog<strong>en</strong> contextualiser<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s door te b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> bepaalde beslissinger één is in e<strong>en</strong> hele reeks beslissing<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> geschil. Met andere woord<strong>en</strong>,in de rechtssociologie wordt e<strong>en</strong> geschil gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> proces. Vanuit dit perspectiefwordt het geschilproces vaak opgedeeld in meerdere mogelijke beslismom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Zo zijnbek<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het ontstaan van geschill<strong>en</strong> ‘naming, blaming <strong>en</strong> claiming’. 21 In(pot<strong>en</strong>tieel) juridische geschill<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld de volg<strong>en</strong>de beslismom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>: voorkóm<strong>en</strong> of vermijd<strong>en</strong>, actie of niet, overlegg<strong>en</strong> met de wederpartijof niet, wel of niet tot overe<strong>en</strong>stemming kom<strong>en</strong>, wel of ge<strong>en</strong> (juridische) procedurestart<strong>en</strong> <strong>en</strong> wel of niet tot e<strong>en</strong> bevredig<strong>en</strong>de uitkomst gerak<strong>en</strong>.Rec<strong>en</strong>t is in Nederland empirisch onderzoek verricht naar de wijze waarop individu<strong>en</strong>hun geschill<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong>. Het beroep op de rechter blijkt e<strong>en</strong> relatief zeer weinig voorkom<strong>en</strong>dekeuze in geschill<strong>en</strong>, zo bleek uit het onderzoek van de zog<strong>en</strong>oemde geschilbeslechtingsdelta.22 Het beeld van de delta verwijst naar de grote variëteit aan weg<strong>en</strong>die burgers kunn<strong>en</strong> bewandel<strong>en</strong> om hun geschil op te loss<strong>en</strong>. Bijna 10% van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>met problem<strong>en</strong> blijft passief. Bijna de helft pakt het probleem aan zonder professionele20 Griffiths 1983; 1996, p. 70.21 Felstiner 1981.22 Van Velthov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ter Voert 2004, p. 117, 124.543Gies<strong>en</strong>_01.indb 9 20-5-2008 16:30:17


B. Niemeijer, C. Klein Haarhuishulp. Uiteindelijk start maar ongeveer 10% e<strong>en</strong> officiële procedure waarvan de helft e<strong>en</strong>rechterlijke procedure. In de andere helft van deze gevall<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>gerechtelijkeprocedure gestart. Er bestaan tal van dergelijke buit<strong>en</strong>gerechtelijke arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> inons land. Zo bestaan er alle<strong>en</strong> al voor consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>problem<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> commissies, zijner speciale mediation- <strong>en</strong> arbitrage-institut<strong>en</strong> voor bouwzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> bestaan er meerderedeelcommissies voor problem<strong>en</strong> in het onderwijs. Deze do<strong>en</strong> jaarlijks duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zak<strong>en</strong>af. Het aantal geschill<strong>en</strong> dat in dergelijke semi-juridische procedures wordt afgedaanlijkt gestaag te groei<strong>en</strong>. 23Het van oorsprong (rechts)economische rationele-keuzemodel heeft ook in de rechtssociologieterrein gewonn<strong>en</strong>. Steeds vaker wordt verondersteld dat actor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>bat<strong>en</strong>afwegingmak<strong>en</strong>. Deze afweging heeft betrekking op meer dan materiële factor<strong>en</strong>alléén <strong>en</strong> omvat tev<strong>en</strong>s sociale kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong>, bijvoorbeeld reputatie of relatiebehoud.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hulpbronn<strong>en</strong> in de afweging betrokk<strong>en</strong>.3 Ee n m u lt i disci pl i na i r p e r s p e c t i e fVolg<strong>en</strong>s sommig<strong>en</strong> zijn voorg<strong>en</strong>oemde tradities onver<strong>en</strong>igbaar. 24 Zo komt gedrag volg<strong>en</strong>srechtssocioloog Griffiths tot stand door aangeleerde sociale norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet door e<strong>en</strong>kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>afweging. 25 Ook rechtspsycholog<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> vaak afstand van de rationelekeuzegedachte. Zo acht Tyler de theorievorming rond rechtvaardigheid er niet goed meever<strong>en</strong>igbaar. 26 Volg<strong>en</strong>s Tyler br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> procedurele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die volg<strong>en</strong>s de rationelekeuzetheorie rechtvaardigheid bevorder<strong>en</strong> niet per definitie e<strong>en</strong> gevoel van rechtvaardigheidbij individuele partij<strong>en</strong> teweeg. Zo kan e<strong>en</strong> sterke intrinsieke of principiële voorkeurvoor sociale rechtvaardigheid het strev<strong>en</strong> naar maximaal persoonlijk nut doorkruis<strong>en</strong>.Hier nem<strong>en</strong> wij als uitgangspunt dat noch rechtseconom<strong>en</strong>, noch rechtssociolog<strong>en</strong> of-psycholog<strong>en</strong> in staat zijn om uitsluit<strong>en</strong>d binn<strong>en</strong> hun disciplinaire gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> geschilgedragte verklar<strong>en</strong>. De gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de drie tradities zijn bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> aan het vervag<strong>en</strong>. Zowordt in de rechtseconomische modell<strong>en</strong> meer ruimte g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voor psychologischeaspect<strong>en</strong> als onzekerheid, optimisme <strong>en</strong> risico-aversie. Ook lijk<strong>en</strong> sociologische inzicht<strong>en</strong>in de rechtseconomie door te werk<strong>en</strong>. Zo wordt in sommige modell<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong>met de aard van de relatie tuss<strong>en</strong> twee geschilpartij<strong>en</strong>. Omgekeerd zijn verklaring<strong>en</strong> in23 Vgl. Van Erp <strong>en</strong> Klein Haarhuis 2006; Klein Haarhuis <strong>en</strong> Niemeijer 2006.24 Coleman 1990, p. 6-8, 266-92.25 Griffiths 1995.26 Tyler 1997, p. 9-10.544Gies<strong>en</strong>_01.indb 10 20-5-2008 16:30:17


Hoeveel recht kunt u betal<strong>en</strong>?rechtssociologisch onderzoek in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate geïnspireerd op de rechtseconomie. 27Teg<strong>en</strong> deze achtergrond will<strong>en</strong> we in deze bijdrage e<strong>en</strong> multidisciplinair verklaringsmodeluitwerk<strong>en</strong>. Het model staat in de sociologie bek<strong>en</strong>d als het macro-micro-macromodelvan Coleman. 28 Het model illustrer<strong>en</strong> we met e<strong>en</strong> empirische studie van geschill<strong>en</strong> in debouw. 29De eerste stap is het mak<strong>en</strong> van onderscheid tuss<strong>en</strong> macroniveau <strong>en</strong> microniveau. Opmacroniveau vorm<strong>en</strong> regels <strong>en</strong> institutionele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van geschilprocedures voorindividu<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mix van kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong>. Individuele partij<strong>en</strong> weg<strong>en</strong> bij hun keuz<strong>en</strong>,bijvoorbeeld om al dan niet naar de rechter te stapp<strong>en</strong>, deze kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>elkaar af. Zo zal iemand die juridisch zwak staat, eerder kiez<strong>en</strong> voor onderhandel<strong>en</strong> danvoor e<strong>en</strong> rechtszaak.Ook individuele factor<strong>en</strong> (op microniveau) zijn op deze keuz<strong>en</strong> van invloed. D<strong>en</strong>k aande financiële hulpbronn<strong>en</strong> waarover e<strong>en</strong> partij beschikt of aan ‘bureaucratische vaardighed<strong>en</strong>’.Ook mak<strong>en</strong> ‘repeatplayers’ die vaak met geschill<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> (bijvoorbeeldbedrijv<strong>en</strong> of bestuursorgan<strong>en</strong>) uit strategische overweging<strong>en</strong> andere keuz<strong>en</strong> dan‘oneshotters’.Op mesoniveau is verder de sociale omgeving, de netwerk<strong>en</strong> waarvan geschilpartij<strong>en</strong>deel uitmak<strong>en</strong> van invloed op het verloop van e<strong>en</strong> geschil. Te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> valt aan de matewaarin partij<strong>en</strong> van elkaar afhankelijk zijn voor handel of vri<strong>en</strong>dschap of aan de invloedvan derd<strong>en</strong>, zoals vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> of dorpsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>. Ook kunn<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> hulpbronn<strong>en</strong> aan hunnetwerk<strong>en</strong> ontl<strong>en</strong><strong>en</strong>, zoals geld, di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis. Hierdoor mak<strong>en</strong> zij andere keuz<strong>en</strong>dan person<strong>en</strong> die niet over dergelijke hulpbronn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>. 30Gezam<strong>en</strong>lijk leid<strong>en</strong> deze individuele keuz<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> collectieve uitkomst op macroniveau:het gebruik van procedures. De verklaring loopt dus van het macroniveau viahet microniveau terug naar het macroniveau. Door kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> ruim op te vatt<strong>en</strong> alsniet alle<strong>en</strong> materieel maar ook psychologisch <strong>en</strong> sociaal, kunn<strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong> uit elk van dedrie g<strong>en</strong>oemde tradities in het model word<strong>en</strong> geïncorporeerd. 31 Het model is schematischweergegev<strong>en</strong> in figuur 1. Met e<strong>en</strong> verwijzing naar de vorm van het model wordt welgesprok<strong>en</strong> van ‘het bootje van Coleman’.27 Macaulay 1963, p. Rooks, 2002; Van Velthov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ter Voert 2004.28 Coleman 1990, p. 10 e.v.29 Gezi<strong>en</strong> de beperkte empirische gegev<strong>en</strong>s is dat overig<strong>en</strong>s slechts op onderdel<strong>en</strong> mogelijk.30 Macaulay 1963, Burt 2000.31 Vgl. Lind<strong>en</strong>berg 1996.545Gies<strong>en</strong>_01.indb 11 20-5-2008 16:30:17


B. Niemeijer, C. Klein HaarhuisMacro: Procedures<strong>en</strong> institutiesBijv. prijz<strong>en</strong>, griffierecht<strong>en</strong>,toegankelijkheid, kwaliteitMeso: SocialecontextBijv. sociale norm<strong>en</strong>,hechtheid van social<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong>Micro: Individu <strong>en</strong>geschil* Individu: bijv. voorkeur<strong>en</strong>,financiële hulpbronn<strong>en</strong>* Geschil: bijv. type relatietuss<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>, aard vanhet geschilKost<strong>en</strong>opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong>afwegingTransformatieGeschilgedragGebruik vanproceduresFiguur 1Verklaringsmodel voor het gebruik van procedures4 Bo u w g e s c h i l l e n e n h u n v e r l o o pIn het volg<strong>en</strong>de illustrer<strong>en</strong> we (onderdel<strong>en</strong> van) het model met empirisch materiaal uite<strong>en</strong> onderzoek van Compan<strong>en</strong> (2002) over problem<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> kopers van nieuwbouwhuiz<strong>en</strong><strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de bouwers (aannemers) anderzijds. 324.1 Problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> oplossing<strong>en</strong>Uit het onderzoek van Compan<strong>en</strong> blijkt dat 72% van de in totaal 300 ondervraagd<strong>en</strong>problem<strong>en</strong> bij of na oplevering van de koopwoning heeft ondervond<strong>en</strong>. 33 In de praktijkbetek<strong>en</strong>t dit dat kopers van zo’n 40.000 koopwoning<strong>en</strong> met problem<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> geconfronteerd.Het gaat daarbij om problem<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de afwerking (bijv. schilder-,timmer- <strong>en</strong> kitwerk (65%), problem<strong>en</strong> met technische installaties (32%), problem<strong>en</strong> metsanitair <strong>en</strong> keuk<strong>en</strong> (30%), problem<strong>en</strong> met fundering, vloer<strong>en</strong>, mur<strong>en</strong>, dak, meerwerk <strong>en</strong>overige problem<strong>en</strong> (60%). 3432 Dit onderzoek lijkt in opzet <strong>en</strong> uitvoering sterk op de g<strong>en</strong>oemde geschilbeslechtingsdelta, maar beperkt zich tot e<strong>en</strong>specifiek type geschil.33 Compan<strong>en</strong> 2002, p. 38.34 Omdat één koper meerdere problem<strong>en</strong> kan teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>, stijgt het totaalperc<strong>en</strong>tage ver bov<strong>en</strong> de 100 uit.546Gies<strong>en</strong>_01.indb 12 20-5-2008 16:30:17


Hoeveel recht kunt u betal<strong>en</strong>?Op het mom<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> koper van e<strong>en</strong> nieuwbouwhuis met e<strong>en</strong> probleem wordt geconfronteerd,staan er verschill<strong>en</strong>de weg<strong>en</strong> op<strong>en</strong>. Allereerst kan de koper ervoor kiez<strong>en</strong>om de situatie actief aan te pakk<strong>en</strong>, of om passief te blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn verlies te nem<strong>en</strong>(‘slikk<strong>en</strong>’). Als de koper het er niet bij wil lat<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>, is overleg met de bouwer e<strong>en</strong> voorde hand ligg<strong>en</strong>de stap. Wanneer dit overleg niet mogelijk lijkt, of niet resulteert in e<strong>en</strong>bevredig<strong>en</strong>de uitkomst, kunn<strong>en</strong> kopers vervolg<strong>en</strong>s bij twee buit<strong>en</strong>gerechtelijke instantiesof bij de rechter terecht voor e<strong>en</strong> procedure.De eerste buit<strong>en</strong>gerechtelijke instantie is het Garantie Instituut Woningbouw (GIW). 35Bij geschilbeslechting via het GIW kan gebruik word<strong>en</strong> gemaakt van meerdere procedures.In eerste instantie van bemiddeling door e<strong>en</strong> van de aangeslot<strong>en</strong> organisaties vanhet GIW. Als dat niet lukt, kan gebruik word<strong>en</strong> gemaakt van bemiddeling of arbitragedoor het GIW zelf. 36 De tweede buit<strong>en</strong>gerechtelijke instantie is de Raad van Arbitrage(RvA). 37De weg naar de rechter staat op<strong>en</strong> in die gevall<strong>en</strong> waarin in de koop- of aannemingsovere<strong>en</strong>komstgéén arbitrageclausule is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Arbitrale vonniss<strong>en</strong> van het GIW <strong>en</strong> deRvA zijn bind<strong>en</strong>d. 38 De uitsprak<strong>en</strong> van RvA <strong>en</strong> GIW zijn dus doorgaans het eindstation.Figuur 2 geeft e<strong>en</strong> totaaloverzicht van de weg<strong>en</strong> die kopers feitelijk hebb<strong>en</strong> bewandeldbij problem<strong>en</strong> bij of na de oplevering van de woning. Ongeveer 87% van de kopers mete<strong>en</strong> probleem ondernam actie naar aanleiding van de problem<strong>en</strong>, door met de bouwer teoverlegg<strong>en</strong>. Van de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die daarbij niet tot overe<strong>en</strong>stemming kwam<strong>en</strong>, vroeg18% bemiddeling aan bij e<strong>en</strong> van de bij het GIW aangeslot<strong>en</strong> organisaties. Pas na dezebemiddelingsfase kan de koper het probleem ter bemiddeling of arbitrage aan het GIWzelf voorlegg<strong>en</strong>. Zo’n 38% van de kopers zette deze stap. 39Het overgrote deel (82%) van de 16.000 kopers voor wie overleg met de bouwer ge<strong>en</strong>bevredig<strong>en</strong>de oplossing opleverde, vroeg géén bemiddeling aan bij de aangeslot<strong>en</strong> organisatiesvan het GIW. In bijna al deze gevall<strong>en</strong> (96%) werd ge<strong>en</strong> nadere actie ondernom<strong>en</strong>.35 Het GIW verschaft waarborg<strong>en</strong> voor de kwaliteit van koophuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> -appartem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> biedt oplossing<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> er‘iets mis gaat’. De waarborg<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgegev<strong>en</strong> via waarborgcertificat<strong>en</strong>, die de kwaliteit van nieuwbouwhuiz<strong>en</strong>garander<strong>en</strong>. Tred<strong>en</strong> er gebrek<strong>en</strong> op, dan kunn<strong>en</strong> huiz<strong>en</strong>kopers via de GIW-certificat<strong>en</strong> beding<strong>en</strong> dat zij recht hebb<strong>en</strong>op herstel daarvan. Bouwbedrijv<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zelf kiez<strong>en</strong> of ze zich aansluit<strong>en</strong> bij het GIW. Dit geeft h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘garantiekeurmerk’.36 Gemiddeld heeft het GIW jaarlijks e<strong>en</strong> kleine 800 zak<strong>en</strong> in behandeling.37 De RvA is het belangrijkste arbitrageorgaan voor bouwzak<strong>en</strong> in Nederland. In de meest gebruikte algem<strong>en</strong>e voorwaard<strong>en</strong>in de bouw wordt de RvA als arbiter aangewez<strong>en</strong>. De RvA doet jaarlijks rond de 1100 zak<strong>en</strong> af, waarvan ongeveer37% geschill<strong>en</strong> betreft tuss<strong>en</strong> bouwers <strong>en</strong> particuliere kopers.38 Wel kan e<strong>en</strong> koper alsnog aan de rechter verzoek<strong>en</strong> om het vonnis nietig te verklar<strong>en</strong>. In de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is dat met<strong>en</strong>kele uitsprak<strong>en</strong> van de RvA <strong>en</strong> niet e<strong>en</strong> van het GIW gebeurd.39 Compan<strong>en</strong> 2002, p. 9-10.547Gies<strong>en</strong>_01.indb 13 20-5-2008 16:30:17


B. Niemeijer, C. Klein HaarhuisVan de overgeblev<strong>en</strong> actiev<strong>en</strong> (4%) vroeg de helft arbitrage aan bij de RvA <strong>en</strong> stapte dehelft naar de rechter.Uit het voorgaande valt vooral op dat de oplossing van het overgrote mer<strong>en</strong>deel van deproblem<strong>en</strong> niet via het GIW verloopt. Van deze problem<strong>en</strong> strand<strong>en</strong> er veel, zonder datbouwers verder word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong>.Totale aantal problem<strong>en</strong> 40.000koopwoning<strong>en</strong>Actie 35.000 (87%)87%13%Ge<strong>en</strong> actie 5.000 (13%)(waarvan 30% schadeloosgesteld)Tweezijdig overleg,klacht<strong>en</strong>proceduresOvere<strong>en</strong>stemming:19.000 (47% van40.000)54%46%18%Bemiddeling via aangeslot<strong>en</strong>organisatie bij GIW: 2.900(7% van 40.000)Ge<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming:16.000 (40% van 40.000)82%Géén bemiddeling via aangeslot<strong>en</strong>organisatie bij GIW: 13.100 (33%van 40.000)Overe<strong>en</strong>stemming:038%Ge<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming62%Ge<strong>en</strong> verdereactie 1.800 (4,5%van 40.000)4% 96%Bemiddeling of arbitrage doorGIW 1.100 (3% van 40.000)50%Andere derdeinschakel<strong>en</strong>50%Ge<strong>en</strong> verdere actie12.500 (31% van40.000)Raad van Arbitrage 300(0,8% van 40.000)Rechter 300(0,8% van 40.000)Figuur 2Door kopers gezette stapp<strong>en</strong> na problem<strong>en</strong> bij of na oplevering(in 2000)Bron: Compan<strong>en</strong> (2002: 42).548Gies<strong>en</strong>_01.indb 14 20-5-2008 16:30:18


Hoeveel recht kunt u betal<strong>en</strong>?Wanneer we deze cijfers over de bouw vergelijk<strong>en</strong> met de hiervoor g<strong>en</strong>oemde geschilbeslechtingsdelta,het onderzoek naar alle mogelijke soort<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> van natuurlijkeperson<strong>en</strong>, dan vall<strong>en</strong> vooral de overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> op. 40 In de geschilbeslechtingsdelta gingruim 77% van de person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> probleem over tot actie. Bij bouwproblem<strong>en</strong> gebeurtdat nog iets vaker, namelijk in 87% van de gevall<strong>en</strong>. Zowel in de geschilbeslechtingsdeltaals in het onderzoek naar bouwgeschill<strong>en</strong> komt m<strong>en</strong> in bijna de helft van de gevall<strong>en</strong>tot overe<strong>en</strong>stemming. Ook het aantal person<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> officiële procedure start bij e<strong>en</strong>rechter, arbiter of mediator, bijna 11%, komt in beide onderzoek<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotteis ook het aantal person<strong>en</strong> dat uiteindelijk e<strong>en</strong> onbevredig<strong>en</strong>de situatie ‘slikt’ nag<strong>en</strong>oeggelijk: ca. 45%.4.2 Partij<strong>en</strong>, factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> beslismom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>Welke factor<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> nu de beslissing<strong>en</strong> van kopers als blijkt dat hun nieuwe huisgebrek<strong>en</strong> vertoont? Wat maakt bijvoorbeeld dat relatief veel problem<strong>en</strong> in overlegword<strong>en</strong> afgedaan? Hoe valt het te verklar<strong>en</strong> dat zoveel huiz<strong>en</strong>kopers op zeker mom<strong>en</strong>thun probleem slikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> verdere actie meer ondernem<strong>en</strong>? Waarom mak<strong>en</strong> maar zoweinig huiz<strong>en</strong>kopers gebruik van de buit<strong>en</strong>gerechtelijke procedures bij het GIW <strong>en</strong> deRvA <strong>en</strong> waarom kom<strong>en</strong> er uiteindelijk maar zo weinig zak<strong>en</strong> bij de rechter terecht?In het volg<strong>en</strong>de onderscheid<strong>en</strong> we drie beslismom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het geschilproces: (1) actie- ofniet (2) overleg <strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming, (3) gebruik van e<strong>en</strong> procedure. Met e<strong>en</strong> procedurebedoel<strong>en</strong> we hier dat het geschil wordt voorgelegd aan e<strong>en</strong> derde. We bezi<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>sper beslismom<strong>en</strong>t, welke factor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol (kunn<strong>en</strong>) hebb<strong>en</strong> gespeeld in de keuz<strong>en</strong> vande huiz<strong>en</strong>kopers. 41 Per beslismom<strong>en</strong>t spel<strong>en</strong> meerdere factor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol, op verschill<strong>en</strong>d<strong>en</strong>iveaus. Het eerste niveau van factor<strong>en</strong> (macro) betreft k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de regels <strong>en</strong> debeschikbare procedures, het tweede (meso) betreft k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de sociale <strong>en</strong> normatievecontext <strong>en</strong> het derde niveau (micro) betreft k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het geschil <strong>en</strong> van debetrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>.Beslismom<strong>en</strong>t I Actie of passief blijv<strong>en</strong>?87% van de huiz<strong>en</strong>kopers met e<strong>en</strong> probleem ondernam actie, 13% bleef passief. Watmaakt nu dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> passief blijv<strong>en</strong>? Uit het onderzoek blijkt dat 5000 kopers, zo’n30% van de gevall<strong>en</strong>, zonder dat zij daarvoor extra moeite hoefd<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>, alsnog e<strong>en</strong>40 Van Velthov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ter Voert 2004, p. 117.41 Uiteraard zijn de beslismom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet geheel los van elkaar te zi<strong>en</strong>. Wat er op beslismom<strong>en</strong>t I gebeurt is immers vaakmede bepal<strong>en</strong>d voor beslismom<strong>en</strong>t II <strong>en</strong>zovoort.549Gies<strong>en</strong>_01.indb 15 20-5-2008 16:30:18


B. Niemeijer, C. Klein Haarhuisschadeloosstelling van de bouwer hebb<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong>. 42 Passief blijv<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dus nietautomatisch nadeel of verlies. 43 15% van de passieve huiz<strong>en</strong>kopers gaf aan te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> nietopgewass<strong>en</strong> te zijn teg<strong>en</strong> de bouwer. M<strong>en</strong> verwachtte dat de bouwer, gezi<strong>en</strong> zijn expertise,ervaring <strong>en</strong> relaties, h<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig buit<strong>en</strong> spel zou zett<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>, de‘one-shotter’ d<strong>en</strong>kt maar weinig kans te hebb<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de ‘repeatplayer’ <strong>en</strong> ziet daarom afvan <strong>en</strong>ige actie. 44 In de literatuur is relatief weinig aandacht voor deze fase in e<strong>en</strong> geschil.Op de motiev<strong>en</strong> van de rester<strong>en</strong>de 55% van de passieve kopers wordt door Compan<strong>en</strong>niet ingegaan.Beslismom<strong>en</strong>t II Overleg <strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming?Het mer<strong>en</strong>deel (87%) van de kopers met e<strong>en</strong> probleem blijkt zich te w<strong>en</strong>d<strong>en</strong> tot de bouwervoor overleg. In de literatuur word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de verklaring<strong>en</strong> aangedrag<strong>en</strong> die lichtwerp<strong>en</strong> op de factor<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij deze keuze.In de eerste plaats factor<strong>en</strong> op het niveau van het rechtssysteem, de zog<strong>en</strong>oemde ‘schaduwwerking’van het recht. 45 Partij<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> beroep op het recht vaak relatiefdure, langdurige <strong>en</strong> onvoorspelbare procedures met zich mee br<strong>en</strong>gt. Met dit beeld voorog<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> zij doorgaans voor rechtstreeks overleg. Zij hebb<strong>en</strong> dan zelf de regie, hetis veel goedkoper <strong>en</strong> het levert wellicht eerder resultat<strong>en</strong> op. Overig<strong>en</strong>s is, naarmate dejuridische weg toegankelijker is, de dreiging ermee geloofwaardiger. Daardoor stijgt dekans dat m<strong>en</strong> in het informele traject tot overe<strong>en</strong>stemming komt. Ook het zaaksbelang ise<strong>en</strong> belangrijke factor. Naarmate dit belang to<strong>en</strong>eemt, zal m<strong>en</strong> eerder bereid zijn hogerekost<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal méér gebruik van procedures word<strong>en</strong> gemaakt. 46De keuze voor overleg wordt voorts bepaald door factor<strong>en</strong> op mesoniveau. Wanneerpartij<strong>en</strong> deel uitmak<strong>en</strong> van dezelfde netwerk<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> zij will<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> dat hunreputatie wordt geschaad door het voer<strong>en</strong> van op<strong>en</strong>bare procedures. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zal m<strong>en</strong>,om toekomstige transacties niet in gevaar te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, de zaak zo veel mogelijk in onderlingoverleg will<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong>. 47Er zijn verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> op het niveau van het geschil (micro) die overleg <strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemmingbeïnvloed<strong>en</strong>. Zo bestaat er in het begin van e<strong>en</strong> geschil vaak informatieongelijkheidtuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>. Partij<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> niet goed hoe sterk of zwak hun posities zijn.42 Compan<strong>en</strong> 2002, p. 9-10.43 De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (2004) lijkt in passiviteit eerder onvoldo<strong>en</strong>de toegang tot het recht tezi<strong>en</strong>.44 Vgl. Galanter 1974.45 Vgl. Mnookin and Kornhauser 1979.46 Vgl. Eshuis <strong>en</strong> Paulides 1999; Van Velthov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ter Voert 2004.47 Macaulay 1963; Rooks 2002.550Gies<strong>en</strong>_01.indb 16 20-5-2008 16:30:18


Hoeveel recht kunt u betal<strong>en</strong>?Naarmate er tijd<strong>en</strong>s de overlegfase tuss<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong> meer informatie wordt uitgewisseld,stijgt de kans op overe<strong>en</strong>stemming. Partij<strong>en</strong> schatt<strong>en</strong> geleidelijk hun kans<strong>en</strong> beter in, watoveroptimisme <strong>en</strong> blufgedrag kan temper<strong>en</strong>. 48 Ook de aard van de relatie tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>is van invloed. Wederzijdse afhankelijkheid <strong>en</strong> onderling vertrouw<strong>en</strong> do<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> naarovere<strong>en</strong>stemming strev<strong>en</strong> <strong>en</strong> formele procedures (e<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tieel gevaar voor de relatie)mijd<strong>en</strong>. 49T<strong>en</strong> slotte spel<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol. Culturele verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot verschill<strong>en</strong>de interpretaties van de situatie <strong>en</strong> het bereik<strong>en</strong> van overe<strong>en</strong>stemmingin de weg staan. 50 M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hogere sociaaleconomische status <strong>en</strong>meer sociale vaardighed<strong>en</strong> zijn beter in staat om in het overleg met e<strong>en</strong> wederpartij totovere<strong>en</strong>stemming te kom<strong>en</strong>. 51 Overleg leidt vaker tot succes wanneer één of beide partij<strong>en</strong>coöperatief zijn ingesteld <strong>en</strong> zich bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> will<strong>en</strong> inspann<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> oplossing. 52De schaduw van het recht lijkt inderdaad te werk<strong>en</strong> bij problem<strong>en</strong> bij oplevering vankoophuiz<strong>en</strong>. Overleg met de bouwer is in de praktijk e<strong>en</strong>voudig <strong>en</strong> laagdrempelig. Ietsmeer dan de helft (54%) van de kopers bereikte e<strong>en</strong> bevredig<strong>en</strong>de oplossing door metde bouwer te overlegg<strong>en</strong>. 53 Hierbij lijkt het zaaksbelang echter e<strong>en</strong> belangrijke factor.Kleinere problem<strong>en</strong>, zoals de afwerking van de woning <strong>en</strong> technische installaties werd<strong>en</strong>veel vaker opgelost dan bijvoorbeeld problem<strong>en</strong> met de fundering. Voor de bouwerverweerderbr<strong>en</strong>gt het verhelp<strong>en</strong> van kleinere problem<strong>en</strong> aan woning<strong>en</strong> relatief weinigkost<strong>en</strong> met zich mee.Beslismom<strong>en</strong>t III Procedure?Welke factor<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> nu dat iemand zijn geschil in e<strong>en</strong> procedure aan e<strong>en</strong> derdevoorlegt? Bij de factor<strong>en</strong> op macroniveau speelt allereerst de kost<strong>en</strong>factor e<strong>en</strong> rol. Hoelager de kost<strong>en</strong>, hoe toegankelijker de procedure. Financiële kost<strong>en</strong>, informatieverzameling,bewijsvoering, doorlooptijd van e<strong>en</strong> procedure, het zijn allemaal kost<strong>en</strong>post<strong>en</strong> diee<strong>en</strong> demp<strong>en</strong>de werking op de vraag hebb<strong>en</strong>. 54 Dat e<strong>en</strong> ruim <strong>en</strong> toegankelijk aanbod vanprocedures ook daadwerkelijk leidt tot meer gebruik, vindt voorlopig bevestiging in deliteratuur. 55 Tegemoetkoming<strong>en</strong> in de vorm van subsidies <strong>en</strong> verzekering<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> dit48 Volg<strong>en</strong>s rechtseconom<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> sterke zaak vaker informatie prijs dan partij<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zwakke zaak(Shavell, 1989).49 Macaulay 1963; Niemeijer 1991; Rooks 2002.50 Bar<strong>en</strong>drecht <strong>en</strong> De Vries 2004.51 Van Velthov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ter Voert 2004, p. 129-131.52 Nauta, De Dreu <strong>en</strong> Van der Vaart 2003; Steinel <strong>en</strong> De Dreu 2004.53 Compan<strong>en</strong> 2002, p. 43, 47.54 O.a. De Mot <strong>en</strong> De Geest 2004.55 George <strong>en</strong> Guthrie 2004.551Gies<strong>en</strong>_01.indb 17 20-5-2008 16:30:18


B. Niemeijer, C. Klein Haarhuisbevorder<strong>en</strong>. 56 Procedures br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> ook sociale kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> met zich mee. D<strong>en</strong>k aanev<strong>en</strong>tuele relatie- of reputatieschade. Dit type kost<strong>en</strong> wordt hoger naarmate de procedureformeler wordt. Zo biedt de relatief informele mediation procedure meer geleg<strong>en</strong>heidvoor relatiebehoud of -herstel dan arbitrage of rechtspraak.Ook het gevoel van rechtvaardigheid dat procedures teweeg kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> is e<strong>en</strong>immateriële opbr<strong>en</strong>gst. Procedures word<strong>en</strong> als meer rechtvaardig ervar<strong>en</strong> naarmatepartij<strong>en</strong> meer controle over de procedure hebb<strong>en</strong>, goed geïnformeerd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijvoorbeeldin de geleg<strong>en</strong>heid zijn gesteld hun standpunt toe te licht<strong>en</strong>. 57 Daarnaast speeltde derde partij e<strong>en</strong> rol. Het gaat dan om de mate waarin de derde partij betrouwbaar,onafhankelijk, onpartijdig <strong>en</strong> deskundig overkomt op de partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> de wijze waarop zijzijn bejeg<strong>en</strong>d. Hoe meer e<strong>en</strong> procedure dit soort opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ereert, des te aantrekkelijkerdeze voor partij<strong>en</strong> wordt.Ook k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de sociale netwerk<strong>en</strong> (meso) waarvan partij<strong>en</strong> deel uitmak<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>mede of de stap naar e<strong>en</strong> procedure wordt gezet of niet. E<strong>en</strong> hecht netwerk waarin sprakeis van goede communicatie <strong>en</strong> onderling vertrouw<strong>en</strong> bevordert e<strong>en</strong> informele wijze vangeschilbeslechting. In de eerste plaats omdat partij<strong>en</strong> uit angst voor reputatieverliesbinn<strong>en</strong> het netwerk formele procedures liever vermijd<strong>en</strong>. In de tweede plaats maakthet netwerk het voor bedrijv<strong>en</strong> of vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> gemakkelijker om op zoek te gaan naar e<strong>en</strong>geschikte andere partij. Hierdoor lat<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> probleem minder gauw uit de handlop<strong>en</strong>. 58 In de derde plaats zijn binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘rijk’ netwerk sneller bondg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> deskundig<strong>en</strong>te vind<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> bijdrage kunn<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> aan de oplossing van het geschil.Factor<strong>en</strong> op het niveau van het geschil (micro) zijn ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van invloed op de keuzevoor e<strong>en</strong> procedure. Allereerst is e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk verled<strong>en</strong> van partij<strong>en</strong> van belang.Naarmate partij<strong>en</strong> meer afhankelijk van elkaar zijn geword<strong>en</strong> voor bijvoorbeeld handelof vri<strong>en</strong>dschap, zull<strong>en</strong> ze vaker voor informele oplossingstraject<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>. Voorts speelthet zaaksbelang mee. Hoe groter het zaaksbelang, hoe vaker wordt gekoz<strong>en</strong> voor arbitrageof rechtspraak in plaats van bemiddeling of overleg. 59 T<strong>en</strong> slotte speelt e<strong>en</strong> scala vanindividuele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol bij de keuze voor e<strong>en</strong> procedure. Uit empirisch onderzoekblijkt bijvoorbeeld dat persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ‘competitieve’ (strijdlustige) motivatie,overoptimisme <strong>en</strong> e<strong>en</strong> voorkeur voor rechtvaardigheid 60 de keuze voor e<strong>en</strong> procedurewaarschijnlijker mak<strong>en</strong>. Factor<strong>en</strong> die het gebruik van formele procedures afremm<strong>en</strong> zijn56 De Mot <strong>en</strong> De Geest 2004, p. 59-60.57 Thibaut and Walker 1975; Tyler 1990, p. 137, e.v.; 1997, p. 93.58 Rooks 2002.59 Rooks 2002, p. 116, 132.60 O.a. Tyler 1990.552Gies<strong>en</strong>_01.indb 18 20-5-2008 16:30:18


Hoeveel recht kunt u betal<strong>en</strong>?bijvoorbeeld onzekerheid <strong>en</strong> risico-aversie, 61 goed ontwikkelde sociale vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong>e<strong>en</strong> coöperatieve (op sam<strong>en</strong>werking gerichte) motivatie in de oplossing van het geschil.Bemiddeling door bij het GIW aangeslot<strong>en</strong> organisaties18% van de kopers die het met de bouwer niet e<strong>en</strong>s kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (7% van alle kopersmet e<strong>en</strong> probleem), vroeg bemiddeling aan bij één van de bij het GIW aangeslot<strong>en</strong>organisaties. 62 Dit leidde echter in ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel geval tot overe<strong>en</strong>stemming. Vermoedelijkligt de oorzaak hiervan in de aard van de uitkomst van bemiddeling: e<strong>en</strong> compromis. 63Beide partij<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> dan water bij de wijn do<strong>en</strong> <strong>en</strong> kopers blijk<strong>en</strong> daartoe (in deze fase)niet bereid. Zij vind<strong>en</strong> het oneerlijk om dat van h<strong>en</strong> te verlang<strong>en</strong>. Het is dan ook nietverrass<strong>en</strong>d dat 75% van de kopers ontevred<strong>en</strong> is over het resultaat van de bemiddeling.De rester<strong>en</strong>de 25% was slechts gedeeltelijk positief. De betrokk<strong>en</strong> bouwers, daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>,vond<strong>en</strong> de bemiddelingsprocedure unaniem zinvol <strong>en</strong> de oplossing<strong>en</strong> ‘redelijk’.Veruit de meeste (82%) van de kopers met e<strong>en</strong> probleem maakte na mislukt overleg metde bouwer ge<strong>en</strong> gebruik van bemiddeling door e<strong>en</strong> aangeslot<strong>en</strong> organisatie bij het GIW.Als belangrijkste red<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> kopers aan dat bemiddeling ge<strong>en</strong> zin heeft of te ingewikkeldis. Het overgrote deel van de kopers (96%) onderneemt vervolg<strong>en</strong>s ook ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>keleandere actie. De rester<strong>en</strong>de 4% begint e<strong>en</strong> arbitrage- of gerechtelijke procedure.Arbitrage <strong>en</strong> bemiddeling door het GIW zelfZo’n 38% van de kopers wier probleem bij de aangeslot<strong>en</strong> organisaties niet (bevredig<strong>en</strong>d)is opgelost, start e<strong>en</strong> arbitrage- of bemiddelingsprocedure bij het GIW zelf. 64 Deze keuzelijkt sam<strong>en</strong> te hang<strong>en</strong> met de (financiële) omvang van e<strong>en</strong> probleem. Bij problem<strong>en</strong> vangrote omvang wordt bijna drie keer zo vaak van het GIW gebruikgemaakt dan bij kleineproblem<strong>en</strong>. 65Veel huiz<strong>en</strong>kopers blijk<strong>en</strong> niet tevred<strong>en</strong> over het functioner<strong>en</strong> van het GIW als arbitrage-<strong>en</strong> bemiddelingsorgaan (80%). De bouwer-verweerders, daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>, zijn opnieuwwèl redelijk tevred<strong>en</strong> (78%). Anders dan bij de bemiddelingsprocedure door de aangeslot<strong>en</strong>organisaties valt de (on)tevred<strong>en</strong>heid in dit geval juist niet te verklar<strong>en</strong> door demateriële uitkomst. In 80% van de zak<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> de (ontevred<strong>en</strong>) kopers namelijk gelijk. 6661 O.a. Guthrie 2000, p. 167, 182.62 Veel van deze kopers blek<strong>en</strong> bij de opstelling van het bouwcontract op de hoogte geraakt te zijn van de mogelijkheid vanbemiddeling.63 Compan<strong>en</strong> 2002, p. 44.64 Dat komt neer op 3% van alle kopers met e<strong>en</strong> probleem.65 Compan<strong>en</strong> 2002, p. 47.66 Compan<strong>en</strong> 2002, p. 35.553Gies<strong>en</strong>_01.indb 19 20-5-2008 16:30:19


B. Niemeijer, C. Klein HaarhuisK<strong>en</strong>nelijk zijn hier procedurele factor<strong>en</strong>, zoals accuraatheid 67 of de tijd<strong>en</strong>s de procedureervar<strong>en</strong> rechtvaardigheid doorslaggev<strong>en</strong>d. E<strong>en</strong> alternatieve verklaring is dat bouwers,de repeatplayers, door hun ervaring ook andere verwachting<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarom meertevred<strong>en</strong> zijn.De Raad van ArbitrageE<strong>en</strong> zeer klein perc<strong>en</strong>tage (2%) van de huiz<strong>en</strong>kopers w<strong>en</strong>dt zich na mislukt overleg metde bouwer tot de RvA. Dit is het belangrijkste arbitrageorgaan voor bouwzak<strong>en</strong> in Nederland.Onwet<strong>en</strong>dheid is e<strong>en</strong> belangrijke red<strong>en</strong> van dit zeer geringe gebruik. Relatief weinigkopers (41%) blek<strong>en</strong> van deze procedure op de hoogte. 68 Andere red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor niet-gebruikzijn dat kopers d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat het toch ge<strong>en</strong> zin heeft (26%) <strong>en</strong> dat het te ingewikkeld zouzijn (9%). Het geringe gebruik zal daarnaast sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de hoge kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> doorlooptijd<strong>en</strong>.De kost<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> procedure bij de RvA ligg<strong>en</strong> gemiddeld rond € 3000. 69 Datis veel meer dan de e<strong>en</strong>malige bijdrage van € 40 die wordt gevraagd voor procedures vanhet GIW. 70 Ook zijn de doorlooptijd<strong>en</strong> bij het GIW aanzi<strong>en</strong>lijk korter dan bij de RvA.De rechterVan de huiz<strong>en</strong>kopers die hun geschil niet aan het GIW of de RvA voorlegg<strong>en</strong> gaat slechts2% naar de rechter. De overige kopers war<strong>en</strong> vaak van m<strong>en</strong>ing dat deze stap ge<strong>en</strong> zinheeft of te veel rompslomp oplevert (51%). Ook vond<strong>en</strong> nogal wat kopers het financiëlebelang van de zaak te klein (12%). Over de gang naar de rechter blek<strong>en</strong> bouwers tevred<strong>en</strong>in term<strong>en</strong> van redelijkheid, zorgvuldigheid, onpartijdigheid <strong>en</strong> onafhankelijkheid. 715 Co n c l u s i eMet deze bijdrage beog<strong>en</strong> we meer greep te krijg<strong>en</strong> op de factor<strong>en</strong> die bepal<strong>en</strong>d zijn voorhet gebruik van (<strong>privaatrecht</strong>elijke) arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor geschilbeslechting. In de literatuurhierover zijn drie tradities te onderscheid<strong>en</strong>, rechtseconomie, rechtspsychologie <strong>en</strong>rechtssociologie. Elk van deze invalshoek<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merkt zich door eig<strong>en</strong> assumpties. Rechtseconom<strong>en</strong>gaan er bijvoorbeeld van uit dat individu<strong>en</strong> doelrationeel handel<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zijhun keuz<strong>en</strong> baser<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> afweging van (vooral materiële) kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong>. Rechtsso-67 vgl. De Mot <strong>en</strong> De Geest 2004, p. 39.68 Compan<strong>en</strong> 2002, p.27, 64.69 Voor e<strong>en</strong> claim met e<strong>en</strong> omvang kleiner dan € 3000 wordt € 250 in rek<strong>en</strong>ing gebracht. Bov<strong>en</strong> de € 45.000 ligg<strong>en</strong> dekost<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de 3% <strong>en</strong> 14% van het zaaksbelang (Compan<strong>en</strong> 2002, p. 56).70 Wint de klager, dan wordt dit bedrag weer terugbetaald. Deze kost<strong>en</strong> zijn gewijzigd met de komst van het ArbitrageInstituut GIW, per 1 januari 2007.71 Over de tevred<strong>en</strong>heid van de kopers over de procedure bij de rechter biedt het onderzoek van Compan<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> informatie.554Gies<strong>en</strong>_01.indb 20 20-5-2008 16:30:19


Hoeveel recht kunt u betal<strong>en</strong>?ciolog<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> de invloed van de sociale context op de afweging<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>mak<strong>en</strong>. Wij m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat noch rechtseconom<strong>en</strong>, noch rechtssociolog<strong>en</strong> of -psycholog<strong>en</strong> instaat zijn om uitsluit<strong>en</strong>d binn<strong>en</strong> hun disciplinaire gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> geschilgedrag te verklar<strong>en</strong>.Wij stell<strong>en</strong> daarom e<strong>en</strong> multidisciplinair verklaringsmodel voor, waarin inzicht<strong>en</strong> uitverschill<strong>en</strong>de tradities word<strong>en</strong> geïntegreerd.Ons model stoelt op de assumptie dat het totale gebruik van dergelijke arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> isop te vatt<strong>en</strong> als de som van allerlei individuele beslissing<strong>en</strong>. Voorts wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>dat individu<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afweging mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van gedragsalternatiev<strong>en</strong>.Deze kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> zijn echter niet alle<strong>en</strong> financieel of materieel, maar kunn<strong>en</strong> ookpsychologisch <strong>en</strong> sociaal van aard zijn. Zo zal e<strong>en</strong> partij zich bij de keuze tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong>buit<strong>en</strong>gerechtelijke procedure <strong>en</strong> de rechter niet alle<strong>en</strong> afvrag<strong>en</strong> welk alternatief hetgoedkoopst is, maar (mogelijk) ook welk alternatief het meest aantrekkelijk is uit procedureeloogpunt of de minste schade oplevert voor de relatie met de teg<strong>en</strong>partij. De kost<strong>en</strong><strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van gedragsalternatiev<strong>en</strong> zijn mede afhankelijk van de sociale <strong>en</strong> normatievecontext van het probleem of geschil. Indi<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> deel uitmak<strong>en</strong> van dezelfde netwerk<strong>en</strong>zull<strong>en</strong> zij bijvoorbeeld uit angst voor reputatieverlies eerder kiez<strong>en</strong> voor overlegdan voor e<strong>en</strong> formele procedure, ook al zou dat ev<strong>en</strong>tueel financieel nadelig zijn.We illustrer<strong>en</strong> dit verklaringsmodel met empirische k<strong>en</strong>nis uit e<strong>en</strong> onderzoek naarproblem<strong>en</strong> bij of na oplevering van koopwoning<strong>en</strong>. Daarbij vall<strong>en</strong> allereerst de groteovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> op met de resultat<strong>en</strong> van eerder onderzoek naar alle mogelijke soort<strong>en</strong>problem<strong>en</strong> van natuurlijke person<strong>en</strong> (de geschilbeslechtingsdelta). De overgrote meerderheidvan person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> probleem gaat over tot actie. In bijna de helft van degevall<strong>en</strong> komt m<strong>en</strong> tot overe<strong>en</strong>stemming. E<strong>en</strong> vergelijkbaar aantal ‘slikt’ uiteindelijke<strong>en</strong> onbevredig<strong>en</strong>d resultaat. E<strong>en</strong> relatief klein aantal problem<strong>en</strong> belandt uiteindelijk ine<strong>en</strong> procedure. De empirische studie illustreert dat in de kost<strong>en</strong>- <strong>en</strong> bat<strong>en</strong>afweging vankopers uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. De financiële dim<strong>en</strong>sie is daarbij weliswaare<strong>en</strong> belangrijke factor, maar zeker niet de <strong>en</strong>ige.Lit e r a t u u rBar<strong>en</strong>drecht & Klijn 2004Bar<strong>en</strong>drecht, J.M. & Klijn, A. (red.), Br<strong>en</strong>ninkmeijer, A., F. Bruinsma, C. De Dreu, R. Eshuis, N.Huls, L. de Groot-van Leeuw<strong>en</strong>, F. Leeuw, F. van, Balancer<strong>en</strong> <strong>en</strong> vernieuw<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> kaart van sociaalwet<strong>en</strong>schappelijkek<strong>en</strong>nis voor de Fundam<strong>en</strong>tele Herbezinning Procesrecht, D<strong>en</strong> Haag: Raad voorde Rechtspraak 2004.555Gies<strong>en</strong>_01.indb 21 20-5-2008 16:30:19


B. Niemeijer, C. Klein HaarhuisBar<strong>en</strong>drecht & De Vries 2004Bar<strong>en</strong>drecht, J.M. & B. de Vries, Fitting the forum to the fuss with sticky defaults: failure on themarket for dispute resolution services?, Tilburg Law and Economics C<strong>en</strong>ter 2004.Bouckaert & De Geest 2000Bouckaert, B. & G. de Geest (eds.) Encyclopedia of Law and Economics, The economics of crime andlitigation, Volume V, Chelt<strong>en</strong>ham/Nothampton: E. Elgar 2000, p. 159-95.Van d<strong>en</strong> Bos 1999Bos, van d<strong>en</strong>, K., ‘What are we talking about wh<strong>en</strong> we talk about no-voice procedures? Onthe psychology of the fair outcome effect’, Journal of Experim<strong>en</strong>tal Social Psychology 35, 1999,p. 560-577.Van d<strong>en</strong> Bos 2001Bos, van d<strong>en</strong>, K., ‘Uncertainty managem<strong>en</strong>t: The influ<strong>en</strong>ce of uncertainty sali<strong>en</strong>ce on reactions toperceived procedural fairness’, Journal of Personality and Social Psychology 80, 2001, p. 931-941.Van d<strong>en</strong> Bos 2003Bos, van d<strong>en</strong>, K., ‘On the subjective quality of social justice: The role of affect as informationin the psychology of justice judgm<strong>en</strong>ts’, Journal of Personality and Social Psychology 2003, 85,p. 482-498.Burt 2000Burt, R.S., ‘The network structure of social capital’, in: R.I. Sutton, M. Staw (eds.), Research inorganizational behavior, Gre<strong>en</strong>wich C: JAI Press 2000.Coase 1960Coase, R., ‘The Problem of Social Cost’, Journal of Law and Economics, jrg. 3, nr. 1, 1960, p. 1-44.Coleman 1990Coleman, J.S., Foundations of social theory, Cambridge MA: Harvard University Press 1990.Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bond 2003Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bond, Van recht hebb<strong>en</strong> naar recht krijg<strong>en</strong>, Jubileumonderzoek, D<strong>en</strong> Haag: maart2003.Cooter & Rubinfeld 1989Cooter, R. & D. Rubinfeld, ‘Economic Analysis of Legal Disputes and their Resolution’, Journal ofEconomic Literature 27, 1989, p. 1067-1097.Van Erp & Klein Haarhuis 2006Erp, J.G. van & C.M. Klein Haarhuis, De filterwerking van buit<strong>en</strong>gerechtelijke procedures. E<strong>en</strong>verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d onderzoek, D<strong>en</strong> Haag: Ministerie van Justitie, WODC, Cahier 2006, nr. 6.Eshuis & Paulides 2002Eshuis, R.J.J. & G. Paulides, Van rechtbank naar kanton. Evaluatie van de compet<strong>en</strong>tiegr<strong>en</strong>sverhogingvoor civiele handelszak<strong>en</strong> in 1999, D<strong>en</strong> Haag: Ministerie van Justitie, WODC, Onderzoek <strong>en</strong>Beleid, 2002, nr. 204.556Gies<strong>en</strong>_01.indb 22 20-5-2008 16:30:19


Hoeveel recht kunt u betal<strong>en</strong>?Felstiner, Abel & Sarat 1981Felstiner, W.L.F., R.I. Abel & A. Sarat, ‘The emerg<strong>en</strong>ce and transformation of dsiputes: naming,blaming, claiming’, Law and Society Review, jrg. 15, 1981, p. 631-654.Galanter 1974Galanter, M., ‘Why the ‘haves’ come out ahead: speculations on the limits of legal change’, Lawand Society Review, jrg. 9, 1974, p. 95-160.Galanter 2005Galanter, M., Lowering the bar. Lawyer jokes and legal culture, Madison: University of WisconsinPress 2005.George & Guthrie 2004George, L. & C. Guthrie, Induced Litigation, Northwestern University Law Review, jrg. 98, nr. 2,2004, p. 548-578.Griffiths 1983Griffiths, J., ‘The g<strong>en</strong>eral theory of litigation: a first step’, Zeitschrift für Rechtssoziologie, jrg. 4,1983, p. 145-202.Griffiths 1995Griffiths, J., ‘Normative and Rational Choice Accounts of Human Social Behavior’, EuropeanJournal of Law and Economics, jrg. 2, 1995, p. 285-299.Griffiths 1996Griffiths, J. (red.), E<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nismaking met de rechtsantropologie <strong>en</strong> rechtssociologie, Nijmeg<strong>en</strong>: ArsAequi Libri 1996.Guthrie 2000Guthrie, C., ‘Framing frivolous litigation: a psychological theory’, The University of Chicago LawReview, jrg. 67, 2000, p. 163-216.Hay 1995Hay, B.L., ‘Effort, Information, Settlem<strong>en</strong>t, Trial’, Journal of Legal Studies, jrg. 24, 1995, p. 29-62.Klein Haarhuis & Niemeijer 2006Klein Haarhuis, C.M. & Niemeijer, E., ‘Vanishing or increasing trials in the Netherlands?’, Journalof Dispute Resolution, Symposium Edition, 2006, nr. 1, p. 71-106.Van Kopp<strong>en</strong>, Hessing, Merckelbach & Crombag 2002Kopp<strong>en</strong>, P. van, D.J. Hessing, H. Merckelbach & H.F.M. Crombag (red.), Het recht van binn<strong>en</strong>:Psychologie van het recht, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 2002.Lande 2006Lande, J., ‘How much justice can we afford?: Defining the courts’ roles and deciding the appropriat<strong>en</strong>umber of trials, settlem<strong>en</strong>t signals, and other elem<strong>en</strong>ts needed to administer justice’, Journal ofDispute Resolution, 2006, nr. 1, Symposium edition, p. 213-252.Landes 1971Landes, W.M., ‘An Economic Analysis of the Courts’, Journal of Law and Economics, jrg. 14, 1971,p. 61-107.557Gies<strong>en</strong>_01.indb 23 20-5-2008 16:30:19


B. Niemeijer, C. Klein HaarhuisLind & Tyler 1988Lind, E.A. & T.R. Tyler, The Social Psychology of Procedural Justice, New York: Pl<strong>en</strong>um 1988.Lind<strong>en</strong>berg & Ganzeboom 1996Lind<strong>en</strong>berg, S. & H.B.G. Ganzeboom (red.), Verklar<strong>en</strong>de sociologie: opstell<strong>en</strong> voor ReinhardWippler, Amsterdam: Thesis Publishers 1996.Macaulay 1963Macaulay, S., ‘Non-contractual relations in business: a preliminary study’, American SociologicalReview, nr. 28, 1963, p. 55-67.Mnookin & Kornhauser 1979Mnookin, R.H. & L. Kornhauser, ‘Bargaining in the Shadow of the law: the case of divorce’, YaleLaw Journal, 88, 1979, p. 950-997.De Mot & De Geest 2004Mot, J.P.B. de & G.A.A. de Geest, Internationale vergelijking van k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> vd juridische infrastructuur<strong>en</strong> maatschappelijke effect<strong>en</strong>, D<strong>en</strong> Haag: WODC, Ministerie van Justitie, 2004.De Nauta Dreu & Van der Vaart 2002Nauta, A., C.K.W. de Dreu & T. van der Vaart, ‘Social value ori<strong>en</strong>tation, organizational goalconcerns and interdepartm<strong>en</strong>tal problem solving’, Journal of organizational behavior, 23, 2002,p. 199-213.Niemeijer 1991Niemeijer, E., Geschill<strong>en</strong> over bouwplann<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> rechtssociologisch onderzoek naar de betek<strong>en</strong>isvan regels <strong>en</strong> afhankelijkheid voor de beslechting van geschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> burger <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te overbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing, Dev<strong>en</strong>ter: Kluwer 1991.Priest & Klein 1984Priest, G.L. & Klein, B., ‘The Selection of Disputes for Litigation’, Journal of Legal Studies, jrg, 13,1984, p. 1-55.Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling 2004Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, Toegang tot het recht, RMO-advies nr. 32, D<strong>en</strong> Haag:RMO, 2004.Raub & Weesie 2000Raub, W. & J. Weesie, Managem<strong>en</strong>t of matches: dec<strong>en</strong>tralised mechanisms for cooperative relationswith applications to organisations and households (revised version), Utrecht University, ISCOREPaper nr. 1, 2000.Rooks 2002Rooks, G., Contract <strong>en</strong> conflict, strategisch managem<strong>en</strong>t van inkooptransacties (diss.), Amsterdam:Thesis publishers 2002.Schweizer 1989Schweizer, U., ‘Litigation and settlem<strong>en</strong>t under two-sided asymmetric information’, Review ofEconomic Studies 56, 1989, p. 163-178.558Gies<strong>en</strong>_01.indb 24 20-5-2008 16:30:19


Hoeveel recht kunt u betal<strong>en</strong>?Shavell 1989Shavell, S., ‘Sharing of Information Prior to Settlem<strong>en</strong>t or Litigation’, Rand Journal of Economics,jrg. 20 nr. 2, 1989, p. 183-195.Shavell 1995Shavell, S., ‘Alternative Dispute Resolution: An Economic Analysis’, Journal of Legal Studies, jrg,24, 1995, p. 1-28.Shestowsky 2004Shestowsky, D., ‘Procedural Prefer<strong>en</strong>es in Alternative Dispute Resolution. A closer, modern lookat an old idea’, Psychology, Public Policy and Law, jrg. 20 nr. 3, 2004, p. 211-49.Steinel & De Dreu 2004Steinel, W. & C.K.W. De Dreu, ‘Social motives and strategic misrepres<strong>en</strong>tation in social decisionmaking’, Journal of Personality and Social Psychology, jrg. 86, 2004, p. 419-434.Thibaut & Walker 1975Thibaut, J. & L. Walker, Procedural justice – A psychological analysis, Hillsdale, NJ: Erlbaum1975.Tullock 1975Tullock, G., ‘On Effective Organisation of Trials’, Kyklos, jrg, 18, 1975, p. 745-762.Tyler 1990Tyler, T.R., Why people obey the law, New Hav<strong>en</strong>: Yale University Press 1990.Tyler 1997Tyler, T.R., Social Justice in a Diverse Society, Boulder CO: Westview Press 1997.Velthov<strong>en</strong>, van & ter Voert 2004Velthov<strong>en</strong>, B.C.J. van & M. ter Voert, Geschilbeslechtingsdelta 2003. Over verloop <strong>en</strong> afloop van(pot<strong>en</strong>tieel) juridische geschill<strong>en</strong> van burgers, D<strong>en</strong> Haag: Ministerie van Justitie, WODC, Onderzoek<strong>en</strong> Beleid nr. 219, 2004.559Gies<strong>en</strong>_01.indb 25 20-5-2008 16:30:19


Gies<strong>en</strong>_01.indb 26 20-5-2008 16:30:19


<strong>Hoofdstuk</strong> 22G e dr ag s e f f e c t e n va n A n t i S o c i a lBehaviour OrdersM.T. Croes 1Sa m e n v a t t i n gIn dit artikel staan de gedragseffect<strong>en</strong> van Anti-Social Behaviour Orders (ASBOs) inhet Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk c<strong>en</strong>traal. Met de Crime and Disorder Act werd<strong>en</strong> ASBOs er in1998 geïntroduceerd om de effectieve bestrijding van overlastgev<strong>en</strong>d gedrag mogelijk temak<strong>en</strong>. De ASBO bestaat uit e<strong>en</strong> rechterlijke opdracht die de overlastgever gebiedt zichin het vervolg van nader omschrev<strong>en</strong> gedraging<strong>en</strong> te onthoud<strong>en</strong>. De overtreding vande bepaling<strong>en</strong> van de e<strong>en</strong>maal afgegev<strong>en</strong> ASBO wordt strafrechtelijk vervolgd <strong>en</strong> wordtbedreigd met e<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong>isstraf van t<strong>en</strong> hoogste vijf jaar. De procedure die tot afgifte vande ASBO leidt, is ongebruikelijk. Hoewel het om e<strong>en</strong> civielrechtelijke procedure gaat, kande ASBO-aanvraag bij het gerecht slechts door verteg<strong>en</strong>woordigers van de lokale geme<strong>en</strong>schap,aanvankelijk alle<strong>en</strong> de lokale politie of het lokale bestuur, word<strong>en</strong> aan gevraagd. DeBritse regering verwachtte dat de invoering van de ASBO tot verschill<strong>en</strong>de gedragseffect<strong>en</strong>zou leid<strong>en</strong>. De lokale autoriteit<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> het nieuwe instrum<strong>en</strong>t op flinke schaal teg<strong>en</strong>overlastgevers gaan gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze overlastgevers zoud<strong>en</strong> als gevolg daarvan word<strong>en</strong>afgeschrikt. Het resultaat zou minder overlast zijn. In de praktijk pakte dit echter andersuit. De eerste paar jaar werd de ASBO nauwelijks toegepast. Pas nadat de regering extramaatregel<strong>en</strong> had g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om de lokale autoriteit<strong>en</strong> tot meer activiteit te beweg<strong>en</strong>, werdhet aantal aangevraagde <strong>en</strong> (uitgevaardigde) ASBOs substantiëler. Wat de afschrikwekk<strong>en</strong>dewerking van de ASBO betreft, lijk<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> gem<strong>en</strong>gd. Hoewel ongeveer de helft1 Ministerie van Justitie, WODC, m.t.croes@minjus.nl.561Gies<strong>en</strong>_01.indb 27 20-5-2008 16:30:19


M.T. Croesvan de ASBOs overtred<strong>en</strong> zou zijn, lijkt de maatregel gegev<strong>en</strong> de aard van de overtreder <strong>en</strong>de tijdsduur tuss<strong>en</strong> afkondiging <strong>en</strong> overtreding niet onsuccesvol.1 In l e i d i n gIn de Observer stond rec<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> interessant artikel van Andrew Anthony, The day realityhit home. 2 Het is het autobiografische relaas van e<strong>en</strong> Britse journalist die zich, zoals veelvan zijn g<strong>en</strong>eratieg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>, 3 in de eerste helft van zijn lev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aan de Franse Verlichting4 ontle<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> maatschappijbeschouwing had eig<strong>en</strong>gemaakt. E<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traleassumptie binn<strong>en</strong> dit postmoderne wereldbeeld is dat de m<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> vaste natuur heeft.M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> tabula rasa ter wereld <strong>en</strong> hun karakter <strong>en</strong> gedrag zijn naar believ<strong>en</strong>te vorm<strong>en</strong>. Dat het m<strong>en</strong>selijk handel<strong>en</strong> in de praktijk stelselmatig bepaalde mindergelukkige variant<strong>en</strong> vertoont, 5 wordt in dit verband door de tweede c<strong>en</strong>trale assumptieverklaard. Volg<strong>en</strong>s deze vooronderstelling zou het m<strong>en</strong>selijk gedrag door de omstandighed<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gedetermineerd. Dit betek<strong>en</strong>t dat wanneer m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> betere wereld totstand zou will<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> wereld waarbinn<strong>en</strong> het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> altijd ‘goed’of ‘rechtvaardig’ is, de omstandighed<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepast. De gew<strong>en</strong>steverbetering in het m<strong>en</strong>selijk gedrag zou hierop automatisch volg<strong>en</strong>. In Anthony’s gevalrichtte deze gedachtegang zich met name op de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>, de sam<strong>en</strong>balling vande kracht<strong>en</strong> die de verbetering van de omstandighed<strong>en</strong> wereldwijd in de weg zou staan:‘From where I came from, the United States was always the culprit. There wasVietnam, Chile and the dreadful support for repressive and oft<strong>en</strong> debauchedregimes right across Latin America, Africa and Asia. I was a veteran of CNDanti-cruise missile marches in the 1980s. I had gone to Nicaragua to def<strong>en</strong>dthe Sandinista cause against American imperialism. America was the bad6guy, right? America was always the bad guy.’De terreuraanslag<strong>en</strong> van 11 september 2001 op het World Trade C<strong>en</strong>ter in New York<strong>en</strong> het P<strong>en</strong>tagon in Washington sloeg<strong>en</strong> Anthony’s m<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> wereldbeeld aan gruzelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.Met de klap waarmee de vliegtuig<strong>en</strong> zich in de gebouw<strong>en</strong> boord<strong>en</strong>, realiseerdehij zich dat er in de wereld slechtere kracht<strong>en</strong> bestaan dan Amerika. Dit besef had groteconsequ<strong>en</strong>ties. Als Amerika niet altijd de bad guy was <strong>en</strong> zelfs e<strong>en</strong> zo sterke macht als2 Observer, 19 augustus 2007.3 Lasch 1996.4 Himmelfarb 2005.5 Van der Heide & Egg<strong>en</strong> 2007.6 Observer, 19 augustus 2007.562Gies<strong>en</strong>_01.indb 28 20-5-2008 16:30:20


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour OrdersAmerika het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet kon determiner<strong>en</strong>, dan moest dat betek<strong>en</strong><strong>en</strong> datde invloed van de omstandighed<strong>en</strong> op het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> minder groot was danAnthony tot dan toe had aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dit beduidde dat hij zijn uitgangspunt<strong>en</strong> radicaalmoest herzi<strong>en</strong>. Als nieuwe c<strong>en</strong>trale assumptie lag de gedachte dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de vrijheidhebb<strong>en</strong> om keuzes te mak<strong>en</strong> nu meer voor de hand. <strong>Gedrag</strong> wordt vanuit dit idee doorde omstandighed<strong>en</strong> niet verontschuldigd, laat staan gedetermineerd, <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> word<strong>en</strong>verantwoordelijk gehoud<strong>en</strong> voor de handelwijze die zij kiez<strong>en</strong>. Voor Anthony had dekeuze voor deze zi<strong>en</strong>swijze grote gevolg<strong>en</strong>, zowel voor hoe hij in het lev<strong>en</strong> stond als voorhoe hij zich tot zijn werk verhield. In de Observer deed hij hiervan verslag.Wanneer er, om met Anthony’s eig<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> te sprek<strong>en</strong>, sprake is van ‘a kind of atrophyingof moral faculties, brought on by prolonged use of fixed ideas’ 7 is het niet verwonderlijkdat e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>tele verandering van het wereldbeeld e<strong>en</strong> grote schok behoeft.Dat wereldbeeld<strong>en</strong> echter ook zonder dramatische gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> omslaan, laatde in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig van de vorige eeuw veranderde houding van de Britse LabourParty teg<strong>en</strong>over criminaliteit <strong>en</strong> overlast zi<strong>en</strong>. Tot eind jar<strong>en</strong> tachtig, begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tigkreeg criminaliteit als maatschappelijk probleem van deze partij betrekkelijk weinigaandacht. Uitgaande van de socialistische m<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> maatschappijbeschouwing werdcriminaliteit <strong>en</strong> overlast geacht het product van de maatschappelijke verhouding<strong>en</strong> tezijn. Hieruit volgde dat het plaatsvind<strong>en</strong> van criminaliteit <strong>en</strong> overlast slechts toonde hoehet met deze verhouding<strong>en</strong> was gesteld. De bestrijding van criminaliteit <strong>en</strong> overlast wasdan louter symptoombestrijding, 8 iets waar Labour weinig in zag omdat de partij zichop de verme<strong>en</strong>de root causes wilde richt<strong>en</strong>. De specifieke maatregel<strong>en</strong> die de partij teg<strong>en</strong>criminaliteit <strong>en</strong> overlast wilde nem<strong>en</strong>, kwam<strong>en</strong> als gevolg hiervan niet veel verder dansubsidies voor huiseig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>en</strong> huurders om hun huis met beter hang- <strong>en</strong> sluitwerk tebeveilig<strong>en</strong>; meer ag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op straat door e<strong>en</strong> hogere efficiëntie bij de politie te bewerkstellig<strong>en</strong>;meer straatverlichting; meer stadswacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> conciërges; <strong>en</strong> financiële comp<strong>en</strong>satievoor slachtoffers. 9To<strong>en</strong> Tony Blair in 1994 na het plotselinge overlijd<strong>en</strong> van John Smith partijleider werd,veranderde dat. In zijn eerste speech als Labour-leider beloofde Blair ‘tough on crime,and tough on the causes of crime’ te zull<strong>en</strong> zijn. 10 Dat het acc<strong>en</strong>t niet louter op het gebruikelijketweede deel van deze belofte zou kom<strong>en</strong> te ligg<strong>en</strong>, maakte Blairs beklemtoningvan persoonlijke verantwoordelijkheid duidelijk. De bestrijding van overlast werd doorhem in dit verband nog niet g<strong>en</strong>oemd, maar Blairs b<strong>en</strong>adrukking van gedeelde waard<strong>en</strong>,7 Ibid.8 Dit gedachtegoed leeft aan sommige universiteit<strong>en</strong> nog sterk. Zie Croes 2007a.9 1987 Labour Party Manifesto. Http://www.labour-party.org.uk/manifestos/1987/1987-labour-manifesto.shtml [7-9-2007].10 Http://australianpolitics.com/uk/labour/941004blair-new-labour-speech.shtml [7-9-2007].563Gies<strong>en</strong>_01.indb 29 20-5-2008 16:30:20


M.T. Croesgeme<strong>en</strong>schap, familie <strong>en</strong> law and order maakte het voor de goede verstaander ge<strong>en</strong> verrassingdat ‘New’ Labour het tot e<strong>en</strong> belangrijk onderdeel van haar plann<strong>en</strong> zou gaanmak<strong>en</strong>. Na tijd<strong>en</strong>s de reeks voorgaande verlor<strong>en</strong> verkiezing<strong>en</strong> de traditionele omstandighed<strong>en</strong>boodschapover criminaliteit te hebb<strong>en</strong> verkondigd <strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> ingezet opcriminaliteitsbestrijdingbeleid dat dichtbij laissez faire kwam, ging Labour in 1997overstag. De partij ging de verkiezing<strong>en</strong> van dat jaar in met de belofte door middel vanstr<strong>en</strong>g optred<strong>en</strong> de criminaliteit <strong>en</strong> overlast terug te zull<strong>en</strong> dring<strong>en</strong>. Onderdeel van hetvoorgestelde pakket aan nieuwe maatregel<strong>en</strong> was e<strong>en</strong> community safety order die effectiefoptred<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> asociale bur<strong>en</strong> mogelijk moest gaan mak<strong>en</strong>. 11 De klink<strong>en</strong>de verkiezingsoverwinningvan 1997 legde vervolg<strong>en</strong>s de basis om deze plann<strong>en</strong> in beleid om te zett<strong>en</strong>.Dat gebeurde gezwind: krap e<strong>en</strong> jaar na de verkiezingszege zag de Crime and DisorderAct 1998 12 het licht. Deze wet introduceerde e<strong>en</strong> serie nieuwe instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om overlastteg<strong>en</strong> te gaan, waaronder de Anti Social Behaviour Order (ASBO).In deze bijdrage staat de ASBO als middel in de bestrijding van overlast c<strong>en</strong>traal. 13 Deinvoering van de ASBO in het Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk 14 betek<strong>en</strong>de de introductie van e<strong>en</strong>bijzondere civielrechtelijke procedure waarbij de politie <strong>en</strong> het lokale bestuur nam<strong>en</strong>s degeme<strong>en</strong>schap als civielrechtelijke partij<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>. Zij di<strong>en</strong><strong>en</strong> bij de rechter het verzoektot afgifte van de ASBO in, de rechter toetst dit verzoek <strong>en</strong> besluit vervolg<strong>en</strong>s of het zalword<strong>en</strong> gehonoreerd. Dieg<strong>en</strong>e van wie voldo<strong>en</strong>de aannemelijk is gemaakt dat hij overlastveroorzaakt, krijgt onder bedreiging met e<strong>en</strong> strafrechtelijke vervolging bij overtredingvan de ASBO de opdracht zich in het vervolg van het overlast veroorzak<strong>en</strong>de gedrag teonthoud<strong>en</strong>.Hier is de ASBO met name interessant omdat de Britse regering verwachtte dat deintroductie ervan bij verschill<strong>en</strong>de actor<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> gedragsverandering zou leid<strong>en</strong>. Ditgold niet alle<strong>en</strong> voor de ‘asocial<strong>en</strong>’ teg<strong>en</strong> wie de ASBOs werd<strong>en</strong> afgekondigd, maar ookvoor de politie- <strong>en</strong> bestuursfunctionariss<strong>en</strong> die op lokaal niveau met de ASBO e<strong>en</strong> nieuwinstrum<strong>en</strong>t hadd<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong> om overlast te bestrijd<strong>en</strong>. In het onderstaande is er inhet kader van de vraag welke invloed civielrechtelijke regels hebb<strong>en</strong> op het gedrag vanindividu<strong>en</strong> daarom aandacht voor zowel het gedrag van de ‘asocial<strong>en</strong>’ als dat van defunctionariss<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> opmerking vooraf over de bestaande ASBO-literatuur. De paradigmawisseling diede Labour Party <strong>en</strong> Anthony doormaakt<strong>en</strong>, werd door vel<strong>en</strong> in de wet<strong>en</strong>schappelijke11 Http://www.bbc.co.uk/election97/background/parties/manlab/labman6.html [7-9-2007].12 Http://www.<strong>en</strong>gland-legislation.hmso.gov.uk/acts/acts1998/19980037.htm [7-9-2007].13 Acceptable Behaviour Contracts (ABC) (zie Bullock & Jones 2004) <strong>en</strong> andere maatregel<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> hier goeddeels buit<strong>en</strong>beschouwing, mede omdat de ABCs e<strong>en</strong> informele procedure k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.14 De aandacht blijft hier beperkt tot Engeland <strong>en</strong> Wales. Dat neemt niet weg dat in Schotland soortgelijke wetgeving vankracht is terwijl inmiddels ook in Ierland ASBOs zijn ingevoerd. In Nederland wordt mom<strong>en</strong>teel geëxperim<strong>en</strong>teerd metde toepassing van de vergelijkbare ‘doe normaal’-bevel<strong>en</strong>.564Gies<strong>en</strong>_01.indb 30 20-5-2008 16:30:20


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour Orderswereld niet nagevolgd. In verband hiermee hebb<strong>en</strong> de ASBOs in het Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijkvanuit deze hoek flink wat kritiek gekreg<strong>en</strong>. Wanneer er achter de introductie vande ASBO ge<strong>en</strong> sinistere bedoeling<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> vermoed, zou deze t<strong>en</strong>minste blijk gev<strong>en</strong>van kleinburgerlijkheid <strong>en</strong> intolerantie. De Britse autoriteit<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> wat dat laatstebetreft niet alle<strong>en</strong> overdrev<strong>en</strong> veel aandacht hebb<strong>en</strong> voor tot ‘overlast’ opgeblaz<strong>en</strong> kleineonhoffelijkhed<strong>en</strong>, maar zoud<strong>en</strong> het daarbij bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> gemunt hebb<strong>en</strong> op de groep<strong>en</strong> aande onderkant van de sam<strong>en</strong>leving die het voortdur<strong>en</strong>d al zwaar hebb<strong>en</strong> te verdur<strong>en</strong>. 15Dat neemt niet weg dat ander<strong>en</strong> er in het verl<strong>en</strong>gde van de brok<strong>en</strong> windows-theorie 16 ophebb<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong> dat daar waar overlast ongehinderd kan plaatsvind<strong>en</strong> uiteindelijk ookmeer misdaad wordt gepleegd. 17 Hoewel er in dit verband weinig bewijs bestaat dat hetteg<strong>en</strong> overlast gerichte zero tolerance policing de criminaliteit vermindert, 18 bestaan erwel aanwijzing<strong>en</strong> dat het verband tuss<strong>en</strong> overlast <strong>en</strong> criminaliteit niet t<strong>en</strong> onrechte wordtgelegd. Het perc<strong>en</strong>tage respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat in de Britse politiedistrict<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de BritishCrime Survey (BCS) 19 van 2005-2006 me<strong>en</strong>t dat asociaal gedrag e<strong>en</strong> serieus probleemvormt, correleert bijvoorbeeld sterk met zowel het perc<strong>en</strong>tage respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat per politiedistrictaangeeft in de onderzochte periode t<strong>en</strong>minste éénmaal slachtoffer van criminaliteitte zijn geword<strong>en</strong> (r=0,63 met p


M.T. Croesgericht op de werking van de regels op het individu dat de ASBO heeft ontvang<strong>en</strong>. Opbasis van Robert Ellicksons theory of norms wordt eerst e<strong>en</strong> kader geschetst met behulpwaarvan de beoogde werking van de ASBO beter kan word<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong>. Voor de verondersteldegedragseffect<strong>en</strong> zelf zal gebruik word<strong>en</strong> gemaakt van e<strong>en</strong> aantal verschill<strong>en</strong>degedragstheorieën. In paragraaf 9 wordt vervolg<strong>en</strong>s onderzocht of de ASBO werkte alsbeoogd. E<strong>en</strong> conclusie sluit de bijdrage af.2 Ge s c h i e d e n i s v a n d e ASBOHet groei<strong>en</strong> van de aandacht van de Britse Labour Party voor overlast <strong>en</strong> de bestrijdingdaarvan ving rond 1988 aan. In e<strong>en</strong> artikel in de Times van 12 april van dat jaar nam hetto<strong>en</strong>malige parlem<strong>en</strong>tslid Tony Blair stelling teg<strong>en</strong> het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de groepsgeweld vanjonger<strong>en</strong>. Naar zijn m<strong>en</strong>ing was er sprake van e<strong>en</strong> nieuw f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>. Het ging niet meerom jonger<strong>en</strong> die na e<strong>en</strong> bezoek aan het café of het voetbalstadion elkaar opzocht<strong>en</strong> omop de vuist te gaan, het ging nu om b<strong>en</strong>des die ‘with premeditated malice and int<strong>en</strong>t’e<strong>en</strong>ling<strong>en</strong> of zwakker<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving aanviel<strong>en</strong>. De oorzak<strong>en</strong> van hun geweld zochtBlair met name in de teloorgang van de geme<strong>en</strong>schap:‘[...] it surely has something to do with the decline in the notion of “community”,of the idea that we owe obligations to our neighbours and our societyas well as ourselves [...] The members of the gangs, devoid of the disciplinethat comes from recognizing that the value of oneself is in some way relatedto the value giv<strong>en</strong> to others, prove their “worth”, that they are “somebody”,by inflicting fear upon someone else. It is a profound and corrosive form ofali<strong>en</strong>ation.’ 21In str<strong>en</strong>ger optred<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de daders zag Blair to<strong>en</strong>tertijd in navolging van de traditie vanLabour niet veel. Niet alle<strong>en</strong> omdat het slechts symptoombestrijding zou zijn zonder ietsaan de achterligg<strong>en</strong>de oorzak<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>, maar ook omdat Blair destijds nog me<strong>en</strong>de dat‘the main difficulty is catching and id<strong>en</strong>tifying the criminals, not in s<strong>en</strong>t<strong>en</strong>cing them.’ 22In 1995 was Blair echter van m<strong>en</strong>ing veranderd. In e<strong>en</strong> nota die Labour dat jaar schreef,stelde de partij dat de Britse wetgeving onvoldo<strong>en</strong>de sancties k<strong>en</strong>de waarmee het overlastgev<strong>en</strong>degedrag van de chronisch ‘asocial<strong>en</strong>’ kon word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gegaan. 23 Mede alsgevolg van e<strong>en</strong> op lokaal niveau bestaand gebrek aan coördinatie tuss<strong>en</strong> de politie, hetbestuur, de huisvestingsorganisaties <strong>en</strong> andere instelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> overheidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, werd21 Times, 12 april 1988.22 Ibid.23 Thorp, Fiddick & Wood 1998; Campbell 2002.566Gies<strong>en</strong>_01.indb 32 20-5-2008 16:30:20


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour Orderser gebruikgemaakt van minder geschikte bestuurlijke maatregel<strong>en</strong> of civielrechtelijkeremedies. Het ging hierbij met name om injunctions, civielrechtelijke sommaties welkehet gerecht teg<strong>en</strong> bepaalde vorm<strong>en</strong> van asociaal gedrag kon richt<strong>en</strong>. Op zich was het ge<strong>en</strong>gehoor gev<strong>en</strong> aan de sommatie niet strafbaar, maar het kon tot e<strong>en</strong> nieuwe veroordelingweg<strong>en</strong>s minachting van het gerecht leid<strong>en</strong>. Hierop stond e<strong>en</strong> maximumstraf van tweejaar gevang<strong>en</strong>is, beslaglegging van vermog<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> boete.De toepassing van de injunctions teg<strong>en</strong> overlast k<strong>en</strong>de in de praktijk echter e<strong>en</strong> aantalproblem<strong>en</strong>. Zo kond<strong>en</strong> ze niet teg<strong>en</strong> alle vorm<strong>en</strong> van overlast word<strong>en</strong> ingezet <strong>en</strong> war<strong>en</strong>ze duur in het gebruik. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> was het voor de klag<strong>en</strong>de partij moeilijk haar recht tehal<strong>en</strong> wanneer de id<strong>en</strong>titeit van de overlastgev<strong>en</strong>de teg<strong>en</strong>partij onbek<strong>en</strong>d was. De politiebood in dergelijke kwesties meestal ge<strong>en</strong> help<strong>en</strong>de hand: haar activiteit<strong>en</strong> war<strong>en</strong> gerichtop het strafrechtelijke domein <strong>en</strong> zolang de zaak daartoe niet kon word<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d,stond de klag<strong>en</strong>de partij er alle<strong>en</strong> voor. 24De Protection from Harassm<strong>en</strong>t Act, 25 die in 1997 van kracht werd, bracht hierin weinigverandering. Deze nieuwe wet maakte het weliswaar mogelijk om het lastigvall<strong>en</strong> van<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong> van angst bij ander<strong>en</strong> strafrechtelijk aan te pakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> met behulp vanrestraining orders teg<strong>en</strong> te gaan, maar omdat het hier om e<strong>en</strong> strafrechtelijke procedureging in plaats van e<strong>en</strong> civielrechtelijke, was het aannemelijk mak<strong>en</strong> van het t<strong>en</strong> lastegelegde niet voldo<strong>en</strong>de: de rechter moest beyond reasonable doubt word<strong>en</strong> overtuigd. Datwas met overlast geregeld niet gemakkelijk. Wanneer bijvoorbeeld de t<strong>en</strong> laste gelegdefeit<strong>en</strong> in groepsverband war<strong>en</strong> gepleegd, moest de individuele bijdrage eraan word<strong>en</strong>vastgesteld: vaak e<strong>en</strong> onmogelijke opgave. E<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d probleem was dat de rechterde verschill<strong>en</strong>de incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> afzonderlijk in plaats van in hun gezam<strong>en</strong>lijkheid woog. Hetoverlastgev<strong>en</strong>de gedrag werd zo voor strafrechtelijke sanctionering geregeld te onbeduid<strong>en</strong>dgevond<strong>en</strong>.Wanneer door de klag<strong>en</strong>de partij op basis van de civil proceedings in de Protection fromHarassm<strong>en</strong>t Act e<strong>en</strong> civiele procedure werd gestart om hetzij ev<strong>en</strong>tueel geled<strong>en</strong> schadete verhal<strong>en</strong>, hetzij om e<strong>en</strong> injunction te verkrijg<strong>en</strong> om herhaling van het overlastgev<strong>en</strong>degedrag te voorkom<strong>en</strong>, dan bleef het probleem van de niet geïd<strong>en</strong>tificeerde dader bestaan. 26Daarbij kwam dat slachtoffers soms te bang war<strong>en</strong> om actie te ondernem<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> hunkwelgeest(<strong>en</strong>); dat het gedrag van de laatste(n) zich soms niet teg<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> richtte,24 Ibid.25 Http://www.opsi.gov.uk/acts/acts1997/1997040.htm [7-9-2007].26 Was de injunction e<strong>en</strong>maal gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> kon de klag<strong>en</strong>de partij de rechter ervan overtuig<strong>en</strong> dat er van overtreding vande condities in de injunction sprake was, dan kon de dader in e<strong>en</strong> nieuwe procedure word<strong>en</strong> veroordeeld tot e<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong>isstrafvan maximaal vijf jaar, of e<strong>en</strong> boete, of beide. De sancties die de niet-naleving van de injunction bedreigd<strong>en</strong>,war<strong>en</strong> dus behoorlijk verscherpt.567Gies<strong>en</strong>_01.indb 33 20-5-2008 16:30:20


M.T. Croesmaar teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schap; <strong>en</strong> dat het asociale gedrag soms niet als harassm<strong>en</strong>t konword<strong>en</strong> gekwalificeerd. 27Met het oog op deze tekortkoming<strong>en</strong> wilde Labour dat er e<strong>en</strong> nieuwe community safetyorder zou kom<strong>en</strong> die met behulp van afschrikking van de overlastgev<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> beterebescherming teg<strong>en</strong> asociaal gedrag moest gaan bied<strong>en</strong>. Om het gevaar van intimidatievan de getuig<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> te gaan, moest er nieuwe <strong>en</strong> uitgebreidere getuig<strong>en</strong>beschermingkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> moest het gebruik van ‘professionele getuig<strong>en</strong>’ (overheidsfunctionariss<strong>en</strong> <strong>en</strong>privédetectives) word<strong>en</strong> mogelijk gemaakt. Daarnaast moest het mogelijk word<strong>en</strong> omiemand aan te klag<strong>en</strong> op basis van series van gerelateerde voorvall<strong>en</strong>. Mediation <strong>en</strong> verzo<strong>en</strong>ingzoud<strong>en</strong> daarbij int<strong>en</strong>siever moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beproefd bij de incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>relatief gering gewicht. 28E<strong>en</strong> jaar nadat de voornoemde voorstell<strong>en</strong> het licht zag<strong>en</strong>, kwam Labour met e<strong>en</strong> nieuwepaper, getiteld Protecting our communities: Labour’s plans for tackling criminal, antisocialbehaviour in neighbourhoods. In deze paper werd<strong>en</strong> de eerder gedane voorstell<strong>en</strong>in vrijwel ongewijzigde vorm gehandhaafd, maar werd het probleem dat Labour wildeaanpakk<strong>en</strong> duidelijker omschrev<strong>en</strong>:‘Across Britain there are hundreds of thousands of people whose lives are beingmade a misery by those living nearby. A gang of youths, a group int<strong>en</strong>t on racialharassm<strong>en</strong>t or a single household may act so selfishly, and without regard forothers, as effectively to terrorise the neighbourhood. Burglaries, thefts fromand of vehicles, and intimidation in the form of threats, abuse, assaults, loudnoise or the use of aggressive dogs may occur. Neighbours may well be at theirwits’ <strong>en</strong>d, and so oft<strong>en</strong> are the police. To get the cases to court they requirehard information within the rules of criminal evid<strong>en</strong>ce. But witnesses – otherneighbours – are oft<strong>en</strong> intimidated into sil<strong>en</strong>ce. And ev<strong>en</strong> where cases get tocourt, the charges and the punishm<strong>en</strong>ts may rarely fit the crime.’ 29De community safety order moest het antwoord word<strong>en</strong> op deze problematiek. Labourstreefde met deze order overig<strong>en</strong>s niet alle<strong>en</strong> de bescherming na van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die ongestoordhun lev<strong>en</strong> wild<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>, maar ook e<strong>en</strong> hogere mate van efficiëntie in hetfunctioner<strong>en</strong> van de overheid. De partij veronderstelde namelijk dat als ‘bijvangst’ vande invoering van de order de hoeveelheid tijd die de politie, het lokale bestuur <strong>en</strong> andereinstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> instanties aan overlast zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> kon word<strong>en</strong> terugge-27 Home Office 1997.28 Thorp, Fiddick & Wood 1998.29 Ibid.568Gies<strong>en</strong>_01.indb 34 20-5-2008 16:30:21


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour Ordersbracht. De maatregel zou de ‘asocial<strong>en</strong>’ immers ervan weerhoud<strong>en</strong> het overlastgev<strong>en</strong>degedrag te herhal<strong>en</strong>. 303 De Cr i m e a n d Di s o r d e r Ac t 1998Na de door Labour gewonn<strong>en</strong> verkiezing<strong>en</strong> van 1997 werd<strong>en</strong> de hiervoorg<strong>en</strong>oemdevoorstell<strong>en</strong> in de Crime and Disorder Act van 1998 verwerkt. De civielrechtelijke communitysafety order, inmiddels ASBO gehet<strong>en</strong>, vormde in deze wet onderdeel van e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>dpakket van maatregel<strong>en</strong> waarvan ook sex off<strong>en</strong>der orders <strong>en</strong> par<strong>en</strong>ting ordersdeel uitmaakt<strong>en</strong>. De algem<strong>en</strong>e filosofie achter de wet was ‘to empower local people totake control of the fight against crime and disorder in their area.’ 31 Anders dan dezeformulering deed vermoed<strong>en</strong>, betek<strong>en</strong>de dit niet dat burgers meer mogelijkhed<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong>om zich teg<strong>en</strong> misdaad <strong>en</strong> overlast te wer<strong>en</strong>, maar meer bevoegdhed<strong>en</strong> voor de sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>delokale overheidsinstanties. E<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander was ruim gedefinieerd:‘Crucially, the Act will not prescribe in any detail what the ag<strong>en</strong>da for thelocal partnership should be, nor what structures will be needed to deliver thatag<strong>en</strong>da. The people who live and work in an area are best placed to id<strong>en</strong>tify theproblems facing them and the options available for tackling those probleem.’ 32Wat onder deze ‘problems’ moest word<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong>, was ook ruim geformuleerd. Hieronderwerd<strong>en</strong> gedraging<strong>en</strong> verstaan ‘in a manner that caused or was likely to causeharassm<strong>en</strong>t, alarm or distress to one or more persons’ 33 die niet tot het huishoud<strong>en</strong> vande dader(s) behoord<strong>en</strong>. De formulering ‘was likely to cause’ was in dit verband gekoz<strong>en</strong>om de inschakeling van professionele getuig<strong>en</strong> mogelijk te mak<strong>en</strong>. Op deze wijze was hetniet meer noodzakelijk om de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die door de overlast war<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong> zelf hieroverte lat<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong> – iets waarvoor ze mogelijk te bang zoud<strong>en</strong> zijn. 34Als één van de ‘options available for tackling [...] problems’ kon nu ook de ASBO word<strong>en</strong>ingezet. De procedure hiervoor sluit e<strong>en</strong> rechterlijke toets in <strong>en</strong> verloopt als volgt. DeASBO kan door óf de politie óf het lokale bestuur bij het Magistrates Court word<strong>en</strong> aangevraagd.De politie <strong>en</strong> het lokale bestuur tred<strong>en</strong> hierbij op als verteg<strong>en</strong>woordigers vande lokale geme<strong>en</strong>schap. Hoewel het bij de ASBO om e<strong>en</strong> civielrechtelijke opdracht gaatdie via e<strong>en</strong> civielrechtelijke procedure wordt aangevraagd, kunn<strong>en</strong> de aanvragers dusniet uit natuurlijke person<strong>en</strong> bestaan. Natuurlijke person<strong>en</strong> die zichzelf teg<strong>en</strong> overlast30 Home Office 1997.31 Home Office 1998.32 Ibid.33 Crime and Disorder Act 1998.34 Home Office 1997.569Gies<strong>en</strong>_01.indb 35 20-5-2008 16:30:21


M.T. Croeswill<strong>en</strong> wer<strong>en</strong>, zijn ook na de introductie van de ASBO aangewez<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> procedureop basis van de Protection from Harassm<strong>en</strong>t Act. Voorafgaand aan indi<strong>en</strong>ing van deASBO-aanvraag moet<strong>en</strong> de politie <strong>en</strong> het lokale bestuur elkaar consulter<strong>en</strong>. Het is echterniet vereist dat beide autoriteit<strong>en</strong> de noodzaak van de ASBO onderstrep<strong>en</strong>. De verplichteconsultatie is met name bedoeld om te voorkom<strong>en</strong> dat er tegelijkertijd meerdereciviel- <strong>en</strong> strafrechtelijke procedures teg<strong>en</strong> dezelfde dader zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangespann<strong>en</strong>vanwege dezelfde gedraging<strong>en</strong>. 35 De rechter beoordeelt vervolg<strong>en</strong>s de ASBO-aanvraag<strong>en</strong> het bewijsmateriaal ‘on the balance of probabilities’, de standaard voor de kwaliteitvan de bewijslast in civielrechtelijke zak<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s deze standaard moet het eerder weldan niet waarschijnlijk zijn dat de persoon in kwestie het overlastgev<strong>en</strong>de gedrag heeftvertoond. De beslissing van de rechter om al dan niet e<strong>en</strong> ASBO af te gev<strong>en</strong>, kan doorzowel de klag<strong>en</strong>de partij als de zich verwer<strong>en</strong>de partij bij het Country Court word<strong>en</strong>aangevocht<strong>en</strong>.De minimumleeftijd voor e<strong>en</strong> ASBO is ti<strong>en</strong> jaar. E<strong>en</strong>maal afgegev<strong>en</strong> ASBOs word<strong>en</strong> doorde politie met naam <strong>en</strong> to<strong>en</strong>aam bek<strong>en</strong>dgemaakt, niet in de laatste plaats omdat zij voorde handhaving van de bepaling<strong>en</strong> in de ASBO mede afhankelijk is van de melding<strong>en</strong> vanhet publiek. De ASBO heeft e<strong>en</strong> geldigheidsduur van t<strong>en</strong> minste twee jaar. Sch<strong>en</strong>ding vande voorschrift<strong>en</strong> in de ASBO wordt bedreigd met t<strong>en</strong> hoogste vijf jaar gevang<strong>en</strong>isstraf ofe<strong>en</strong> onbeperkte boete bij e<strong>en</strong> conviction on indictm<strong>en</strong>t, dan wel zes maand<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong>isstrafof 5000 pond boete bij e<strong>en</strong> summary conviction. Deze straff<strong>en</strong> war<strong>en</strong> str<strong>en</strong>g:‘It is to be hoped that the greater p<strong>en</strong>alties which will be available to the courtsto deal with breaches, over and above those which would normally apply tothe conduct which led to the breach, will act as a deterr<strong>en</strong>t [...] it should beregarded as a particularly serious matter that the terms of the Order havebe<strong>en</strong> breached whatever the conduct that led to the breach.’ 36De procedure die volgde op de overtreding van de bepaling<strong>en</strong> in de ASBO was e<strong>en</strong> strafrechtelijke.De overtreding di<strong>en</strong>de daarom ‘beyond reasonable doubt’ te word<strong>en</strong> vastgesteld.4 De ASBO i n g e z e tAls wordt afgegaan op de BCS van 2006-2007, me<strong>en</strong>t teg<strong>en</strong>woordig 18% van de bewonersvan Engeland <strong>en</strong> Wales dat asociaal of overlastgev<strong>en</strong>d gedrag in hun buurt e<strong>en</strong> zeer oftamelijk groot probleem is. De grootste problem<strong>en</strong> die in dit verband word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>,zijn: rondhang<strong>en</strong>de jonger<strong>en</strong>; verkeerd geparkeerde auto’s; rondslinger<strong>en</strong>derommel <strong>en</strong> afval; het deal<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> van drugs; vandalisme; graffiti of andere35 Ibid.36 Ibid.570Gies<strong>en</strong>_01.indb 36 20-5-2008 16:30:21


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour Ordersmoedwillig aan eig<strong>en</strong>domm<strong>en</strong> toegebrachte schade; het afstek<strong>en</strong> van vuurwerk; op<strong>en</strong>baredronk<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> ruw gedrag. Het zijn met name de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de sted<strong>en</strong> die hier lastvan hebb<strong>en</strong>: van h<strong>en</strong> vindt 20% asociaal gedrag e<strong>en</strong> zeer of tamelijk groot probleem,teg<strong>en</strong> slechts 8% van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> landelijke omgeving. Van de bewoners vansociale huurwoning<strong>en</strong> me<strong>en</strong>t zelfs 31% dat, teg<strong>en</strong> 15% van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die hun woning ineig<strong>en</strong>dom hebb<strong>en</strong>. 37 Zoals dat ook met criminaliteit het geval is, lijk<strong>en</strong> het dus vooral dezwakker<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving te zijn die door overlast word<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong>. 38Dit gebeurt tamelijk frequ<strong>en</strong>t: van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die in 2004-2005 me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> datoverlastgev<strong>en</strong>d gedrag in hun buurt e<strong>en</strong> (vrij) groot probleem was, had 94% te mak<strong>en</strong>gehad met rondhang<strong>en</strong>de jonger<strong>en</strong> (47% dagelijks); 85% met ruw gedrag of gedrag onderinvloed van alcohol (9% dagelijks); 73% met rumoerige bur<strong>en</strong> (21% dagelijks); 73% metvandalisme of graffiti (5% dagelijks); <strong>en</strong> 43% met drugsgebruik of het deal<strong>en</strong> van drugs(15% dagelijks). 39 Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> door het Home Office in 2003 uitgevoerde one day countvan asociaal gedrag waaraan meer dan 1500 organisaties deelnam<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> er inEngeland <strong>en</strong> Wales door het publiek dagelijks meer dan 66.000 melding<strong>en</strong> van asocialegedraging<strong>en</strong> gedaan. 40 Het gaat hierbij om de in tabel 1 weergegev<strong>en</strong> typ<strong>en</strong> gedrag.Teg<strong>en</strong> welk gedrag wordt de ASBO precies ingezet? Afgaande op e<strong>en</strong> review uit 2002,wordt de ASBO vooral gebruikt teg<strong>en</strong> gedraging<strong>en</strong> als: scheld<strong>en</strong>; bedreiging<strong>en</strong>; lastigvall<strong>en</strong>;intimidatie; graffiti; vandalisme; geluidsoverlast; winkeldiefstal; geweldpleging;brandstichting; op<strong>en</strong>bare ordeverstoring; dronk<strong>en</strong>schap; huisvredebreuk; <strong>en</strong> prostitutie.41 Als deze gedraging<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> met het overlastgev<strong>en</strong>de gedrag in tabel 1,dringt de indruk zich op dat de ASBOs met name teg<strong>en</strong> de ernstigere vorm<strong>en</strong> van overlastword<strong>en</strong> ingezet. Dit gebeurt overig<strong>en</strong>s niet vaak. Bij het totaal van 1.638.544 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> datalle<strong>en</strong> al in 2005 in Engeland <strong>en</strong> Wales werd veroordeeld of gewaarschuwd (exclusiefverkeersovertreding<strong>en</strong>), steekt het totaal van 9.853 afgegev<strong>en</strong> ASBOs over de periode van1 april 1999 tot 31 december 2005 schril af, zeker als wordt bedacht dat er uitgaande vande one day count in dezelfde periode bijna 163 miljo<strong>en</strong> asociale gedraging<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijngemeld. Ook wanneer hierbij rek<strong>en</strong>ing wordt gehoud<strong>en</strong> met het feit dat e<strong>en</strong> betrekkelijkkleine groep ‘asocial<strong>en</strong>’ verantwoordelijk is voor onev<strong>en</strong>redig veel asociale gedraging<strong>en</strong>,lijkt de ASBO als beleidsinstrum<strong>en</strong>t vooralsnog weinig populair. Dat neemt niet weg dat37 Nicholas, Kershaw & Walker 2007.38 NAO 2006.39 Upson 2006.40 Harradine, Kodz, Lemmetti & Jones 2004. In totaal komt dit neer op 13,5 miljo<strong>en</strong> melding<strong>en</strong> van asociale gedraging<strong>en</strong>per jaar. Hierbij zij aangetek<strong>en</strong>d dat de mate waarin asociaal gedrag wordt gemeld betrekkelijk gering is. Afhankelijkvan de gedraging gaat het om ongeveer de helft (geluidsoverlast) tot één op de vier (vandalisme) gevall<strong>en</strong> (Tarling,Dowds & Budd 2000). Dit is niet op intimidatie terug te voer<strong>en</strong>: intimidatie van getuig<strong>en</strong> <strong>en</strong> slachtoffers komt betrekkelijkweinig voor (Wood 2004, p. 23), bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is de mate waarin getuig<strong>en</strong> <strong>en</strong> slachtoffers zich door intimidatie vane<strong>en</strong> gang naar de autoriteit<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> weerhoud<strong>en</strong> gering (Tarling, Dowds & Budd 2000).41 Campbell 2002, p. 13.571Gies<strong>en</strong>_01.indb 37 20-5-2008 16:30:21


M.T. Croeser over de tijd er e<strong>en</strong> duidelijke ontwikkeling in de populariteit van de ASBO zit. In deeerste jar<strong>en</strong> na de introductie ervan was deze zeer gering: in 1999 (vanaf 1 april) werd<strong>en</strong>er in totaal 104 ASBOs afgegev<strong>en</strong>; in 2000 gebeurde dat 137 maal; in 2001 350 maal; <strong>en</strong>in 2002 426 maal. Nadat de Britse regering haar ong<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> had lat<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> over dezelage aantall<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal wetswijziging<strong>en</strong> had doorgevoerd, veranderde dit. Van 1.336afgegev<strong>en</strong> ASBOs in 2003 <strong>en</strong> 3440 in 2004 steeg het aantal naar 4060 in 2005. 42Achtergelat<strong>en</strong> voertuig<strong>en</strong> 4.994Criminele schade/vandalisme 7.855Dier gerelateerde problem<strong>en</strong> 2.546Drugsmisbruik <strong>en</strong> drugshandel 2.920Geluidsoverlast 5.374Hinderlijk gedrag 7.660Intimidatie <strong>en</strong> lastigvall<strong>en</strong> 5.415Nep telefoontjes 1.286Op<strong>en</strong>bare dronk<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> bedel<strong>en</strong> 3.239Prostitutie, hoer<strong>en</strong>rijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere seksuele handeling<strong>en</strong> 1.011Rommel/rotzooi 10.686Ruw gedrag 5.339Voertuig gerelateerde overlast <strong>en</strong> ongepast voertuiggebruik 7.782Totaal 66.107Tabel 1:<strong>Gedrag</strong>ing<strong>en</strong> gerapporteerd tijd<strong>en</strong>s de ‘one day count’ van asociaalgedrag (2003)Naar aanleiding van deze sinds 2003 stijg<strong>en</strong>de cijfers hebb<strong>en</strong> sommige auteurs gesuggereerddat de lokale autoriteit<strong>en</strong> in Engeland <strong>en</strong> Wales in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate op allerleivorm<strong>en</strong> van gedrag met e<strong>en</strong> ASBO reager<strong>en</strong> <strong>en</strong> de toepassing niet meer beperkt houd<strong>en</strong>tot de ernstigere overlastgev<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van gedrag. 43 Voorbeeld<strong>en</strong> als de prostituee inManchester die het verbod<strong>en</strong> werd om met condooms rond te lop<strong>en</strong>, de 87-jarige man diehet verbod<strong>en</strong> werd sarcastische opmerking<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> zijn bur<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de 23-jarigevrouw uit Bath die het na diverse zelfmoordpoging<strong>en</strong> werd verbod<strong>en</strong> zich in de buurtvan spoorweg<strong>en</strong>, rivier<strong>en</strong>, brugg<strong>en</strong> <strong>en</strong> meerdere verdieping<strong>en</strong> tell<strong>en</strong>de parkeergaragesop te houd<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> dat onderstrep<strong>en</strong>. 44 Het lijkt terecht bij de toepassing van deASBO in de voornoemde gevall<strong>en</strong> vraagtek<strong>en</strong>s te zett<strong>en</strong>, maar hoe vaak do<strong>en</strong> dergelijke42 Data Home Office. Nieuwere cijfers zijn nog niet bek<strong>en</strong>d.43 MacDonald 2006.44 NAPO 2005.572Gies<strong>en</strong>_01.indb 38 20-5-2008 16:30:21


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour Ordersvoorbeeld<strong>en</strong> zich voor? 45 Het is in dit verband niet onbelangrijk erop te wijz<strong>en</strong> dat in deperiode 1999-2005 het aandeel ingedi<strong>en</strong>de ASBO-aanvrag<strong>en</strong> dat door de rechter werdafgewez<strong>en</strong> is gedaald van 1 op de 26 in 1999 naar 1 op de 193 in 2005. 46 Niet alle<strong>en</strong> me<strong>en</strong>tde rechter dat er red<strong>en</strong> bestaat om veruit de meeste aanvrag<strong>en</strong> te honorer<strong>en</strong>, maar ook isde mate waarin hij dat me<strong>en</strong>t over de tijd flink toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dat wekt de indruk dat hetbij de voornoemde voorbeeld<strong>en</strong> om incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gaat.Naast het feit dat de mate waarin ASBOs de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> zijn toegepast varieerde,was er ook variatie over de plaats. In maar vier van de 42 politiedistrict<strong>en</strong> die Engeland<strong>en</strong> Wales tell<strong>en</strong>, 47 is de ASBO in de periode 1999 tot 2005 op <strong>en</strong>ige schaal toegepast.Dit betreft de regio’s Greater-Manchester (1247 ASBOs), Greater-Lond<strong>en</strong> (1177 ASBOs),West-Midlands (787 ASBOs) <strong>en</strong> West-Yorkshire (693 ASBOs). Wanneer echter rek<strong>en</strong>ingwordt gehoud<strong>en</strong> met het aantal inwoners dat de verschill<strong>en</strong>de politiedistrict<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>,ziet de ranglijst er anders uit (zie tabel 2). Greater-Manchester heeft ook per hoofd vande bevolking het grootste aantal afgegev<strong>en</strong> ASBOs over de periode 1999-2005, maar Greater-Lond<strong>en</strong>vind<strong>en</strong> we nu pas terug op de twintigste plaats. E<strong>en</strong> aantal qua inwonertalkleinere district<strong>en</strong> blijkt in relatieve zin vaker gebruik te mak<strong>en</strong> van de ASBO.De mate waarin per duiz<strong>en</strong>d hoofd<strong>en</strong> van de bevolking de ASBO in Engeland <strong>en</strong> Walestuss<strong>en</strong> 1999 <strong>en</strong> 2005 is toegepast, varieert blijk<strong>en</strong>s tabel 2 tuss<strong>en</strong> de 0,49 <strong>en</strong> 0,06 maal. Ineerste instantie zou m<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> dat deze variatie in de toepassing van de ASBO hetgevolg is van de mate waarin het asociale gedrag zelf over de politiedistrict<strong>en</strong> varieert.E<strong>en</strong> goede maat voor de omvang van dit gedrag per politiedistrict bestaat vooralsnogniet, maar als hiervoor als b<strong>en</strong>adering (proxy) de mate wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>van de BCS in 2005-2006 me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dat overlast in hun buurt e<strong>en</strong> (vrij) groot probleemvormt, blijkt het verband anders te ligg<strong>en</strong>. De correlatie tuss<strong>en</strong> de mate waarin de ASBOover de jar<strong>en</strong> 1999-2005 in Engeland <strong>en</strong> Wales per hoofd van de bevolking in de 42 politiedistrict<strong>en</strong>is opgelegd <strong>en</strong> de proxy voor de mate van overlast is niet opvall<strong>en</strong>d sterk(r=0,40 met p


M.T. CroesTabel 2: ASBOs in Engeland <strong>en</strong> Wales, 1999-2005 1aantalASBOs(1999-2005)aantal ASBOsper 1.000inwoners(1999-2005)proportiegeweigerdeASBOs%overtreding<strong>en</strong>ASBOs(2000-2005)% veel‘asociaalgedrag’05/06politiedistrictGreater-Manchester 1.247 0,49 0,00 55,9 19,4West Yorkshire 693 0,33 0,00 39,8 17,4West Midlands 787 0,31 0,00 48,1 26,0Humberside 235 0,26 0,00 55,5 17,2Nottinghamshire 260 0,25 0,00 49,3 20,7North Wales 169 0,25 0,00 43,4 12,2Lancashire 357 0,25 0,01 45,3 14,6Suffolk 166 0,24 0,01 12,1 10,7Cumbria 116 0,23 0,01 42,7 15,1Merseyside 300 0,22 0,02 53,9 21,3Northumbria 305 0,22 0,00 49,4 19,6Cleveland 115 0,21 0,03 44,6 19,4Cheshire 205 0,21 0,00 42,4 14,7West Mercia 236 0,20 0,00 48,4 10,8South Yorkshire 250 0,20 0,00 43,3 19,4Durham 100 0,17 0,00 29,9 18,5Warwickshire 87 0,17 0,00 39,4 10,3Staffordshire 171 0,16 0,00 45,8 14,5Sussex 244 0,16 0,04 39,4 14,4Greater-London 1.177 0,16 0,01 43,2 25,0Hampshire & i.o. W. 274 0,15 0,01 13,8 13,5Norfolk 124 0,15 0,04 37,2 11,7Hertfordshire 158 0,15 0,02 54,4 18,2Avon & Somerset 224 0,15 0,00 40,1 13,7Gw<strong>en</strong>t 78 0,14 0,00 49,2 18,0Cambridgeshire 101 0,14 0,01 38,5 18,6Northamptonshire 88 0,14 0,02 40,8 18,5Leicestershire 127 0,13 0,00 59,1 14,5North Yorkshire 98 0,13 0,00 64,3 13,5Bedfordshire 71 0,12 0,00 43,6 18,2Derbyshire 117 0,12 0,00 35,4 15,1Gloucestershire 67 0,12 0,00 74,0 10,4South Wales 142 0,12 0,00 45,1 18,6Dorset 80 0,11 0,00 10,7 14,0Devon & Cornwall 177 0,11 0,01 55,2 13,0Surrey 110 0,10 0,00 66,2 11,8K<strong>en</strong>t 160 0,10 0,03 63,9 20,2Essex 146 0,09 0,00 39,0 9,0Wiltshire 52 0,08 0,08 60,3 12,4Thames Valley 161 0,08 0,01 48,1 16,6Dyfed-Powys 35 0,07 0,03 48,8 8,3Lincolnshire 43 0,06 0,00 45,7 8,3Totaal 9.853 0,19 0,01 46,9 17,41 Data Home Office. NB: het totaal aantal ASBOs <strong>en</strong> het perc<strong>en</strong>tage overtreding<strong>en</strong> van ASBOs betreff<strong>en</strong> niet geheel dezelfdeperiode. Het verschil is echter gering: van april 1999 tot 1 juni 2000, de periode die niet overlapt, werd<strong>en</strong> slechts 104 ASBOsafgegev<strong>en</strong>.574Gies<strong>en</strong>_01.indb 40 20-5-2008 16:30:22


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour Ordersnaar verwachting ook de mate van onrust over de overlast dal<strong>en</strong>. Het verband tuss<strong>en</strong> hettotaal aantal afgev<strong>en</strong> ASBOs <strong>en</strong> de onrust over asociaal gedrag wordt dan minder sterk.Interessant is in dit verband dat de mate waarin ASBOs in de jar<strong>en</strong> 1999-2005 perpolitiedistrict zijn toegepast, het sterkst correleert met het totale in 2005-2006 geregistreerdeaantal misdrijv<strong>en</strong> per hoofd van de bevolking (r=0,55 met p


M.T. Croespubliek werd<strong>en</strong> gemeld, is opvall<strong>en</strong>d dat bij de politie slechts 27% van deze melding<strong>en</strong>binn<strong>en</strong>kwam teg<strong>en</strong> 42% bij het lokale bestuur. 51 Dit wekt de indruk dat de politie opoverlast bijna dubbel zo vaak als het lokale bestuur met e<strong>en</strong> ASBO-aanvraag reageert.E<strong>en</strong> kanttek<strong>en</strong>ing hierbij is dat de politie <strong>en</strong> het lokale bestuur niet met dezelfde typ<strong>en</strong>overlastzak<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. De meeste melding<strong>en</strong> over intimidatie, lastigvall<strong>en</strong> <strong>en</strong>neptelefoontjes word<strong>en</strong> bij de politie gedaan <strong>en</strong> in ieder geval de eerste twee vorm<strong>en</strong> vanoverlast behor<strong>en</strong> tot de ernstigere variant<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t echter niet dat de melding<strong>en</strong>die het lokale bestuur krijgt onschuldig zijn: de meeste gevall<strong>en</strong> van vandalisme, drugsoverlast,alcoholmisbruik, voertuig gerelateerde problem<strong>en</strong> (foutparker<strong>en</strong>, joyriding, tehard rijd<strong>en</strong>, brandstichting), geluidsoverlast, rowdy behaviour (schreeuw<strong>en</strong>, scheld<strong>en</strong>,vecht<strong>en</strong>, hooliganism), nuisance behaviour (in het op<strong>en</strong>baar uriner<strong>en</strong>, brandstichting,voorwerp<strong>en</strong> gooi<strong>en</strong>, belemmering van de toegang tot publieke ruimt<strong>en</strong>, misbruik vanluchtdrukpistol<strong>en</strong> <strong>en</strong> -gewer<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.) bij haar gedaan. 52 De conclusie dat het lokale bestuurmatter teg<strong>en</strong> asociaal gedrag optreedt dan de politie lijkt daarmee gerechtvaardigd. Hoeis deze matheid te begrijp<strong>en</strong>?5 Re g e l s a l s b e l e i d s i n s t r u m e n tDe effect<strong>en</strong> van wetgeving <strong>en</strong> haar effectiviteit als beleidsinstrum<strong>en</strong>t zijn onderwerp<strong>en</strong>die zich in e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de belangstelling mog<strong>en</strong> verheug<strong>en</strong>. Dit is mede het gevolg vanhet feit dat de effect<strong>en</strong> van wetgeving lang niet altijd die zijn welke de wetgever beoogt terealiser<strong>en</strong>. 53 Voor John Griffiths is dit voldo<strong>en</strong>de red<strong>en</strong> om in the social working of legalrules 54 zich af te vrag<strong>en</strong> waarom wett<strong>en</strong> zo weinig effectief zijn in het beïnvloed<strong>en</strong> vanm<strong>en</strong>selijk gedrag:‘Attempts to influ<strong>en</strong>ce behavior [...] g<strong>en</strong>erally turn out to have few desiredeffects, or many undesired ones, and oft<strong>en</strong> both at the same time. If desiredeffects do occur, it is oft<strong>en</strong> unclear whether they were brought about by therules in question.’ 55Deze gebrekkige werkzaamheid van regels is volg<strong>en</strong>s Griffiths niet zozeer e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>schapvan regels zelf, maar van de wijze waarop ze word<strong>en</strong> toegepast. Beleidsmakers hebb<strong>en</strong>vaak weinig aandacht voor de werking van de causale mechanism<strong>en</strong> die zij achter de51 De rester<strong>en</strong>de melding<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> bij housing associations, street ward<strong>en</strong>s, de verkeerspolitie <strong>en</strong> andere lokale bestuursorgan<strong>en</strong>gedaan.52 Zie Home Office 2004 voor de definitie van overlast.53 Bijvoorbeeld Prick 2006.54 Griffiths 2003.55 Ibid., p. 3.576Gies<strong>en</strong>_01.indb 42 20-5-2008 16:30:22


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour Ordersdoor h<strong>en</strong> geïntroduceerde regels vermoed<strong>en</strong>. De condities waarvan deze werking afhankelijkis, verliez<strong>en</strong> zij bijgevolg snel uit het oog. De red<strong>en</strong> hiervoor is dat beleidsmakersregels als hun gereedschap beschouw<strong>en</strong>. Zij nem<strong>en</strong> daardoor te snel aan dat deze regelsook ‘werk<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> dat niet de werking van het werktuig e<strong>en</strong> verklaring behoeft, maar hetafwijk<strong>en</strong>de geval waarin de werking niet is zoals beoogt. De regels word<strong>en</strong> bijgevolgdoor beleidsmakers geregeld gezi<strong>en</strong> als beschrijving<strong>en</strong> van het gewoonlijk plaatsvind<strong>en</strong>degedrag. Daar komt bij dat zij over het algeme<strong>en</strong> weinig aandacht hebb<strong>en</strong> voor degedragseffect<strong>en</strong> van regels die niet direct relevant lijk<strong>en</strong> voor de beleidsdoel<strong>en</strong> die zijnastrev<strong>en</strong>. De bredere gevolg<strong>en</strong> van de introductie van nieuwe regels weg<strong>en</strong> daardoor inde besluitvorming vaak niet mee <strong>en</strong> leid<strong>en</strong> keer op keer tot nieuwe verrassing<strong>en</strong>. 56Volg<strong>en</strong>s Griffiths gaan beleidsmakers hierbij niet alle<strong>en</strong> voorbij aan wat wet<strong>en</strong>schappelijkonderzoek over dit feitelijke gedrag leert, ook zijn vier van de impliciet door h<strong>en</strong>gehanteerde assumpties onhoudbaar. De eerste assumptie is in dit verband die van hetatomisch individualisme. De sam<strong>en</strong>leving wordt in de gedachtegang van beleidsmakersverondersteld uit losse actor<strong>en</strong> te bestaan die slechts door de overheid bije<strong>en</strong> word<strong>en</strong>gehoud<strong>en</strong>: sociale norm<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> in hun gedrag ge<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. De tweede aannameis die van de perfecte juridische k<strong>en</strong>nis. Normadressat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geacht volledig opde hoogte te zijn van de opdracht<strong>en</strong> die zij van de overheid krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze opdrachtbov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zo te interpreter<strong>en</strong> als door de wetgever is bedoeld. De derde aanname is dievan het juridisch monisme. De overheid wordt geacht e<strong>en</strong> monopolie op regulering tehebb<strong>en</strong>. Wanneer het gedrag van e<strong>en</strong> normadressaat afwijkt van de opdracht die hemvan overheidswege is verstrekt, wordt dit gewet<strong>en</strong> aan het recalcitrante egoïsme of hetafwijk<strong>en</strong>de dan wel pathologische karakter van het desbetreff<strong>en</strong>de individu. Er bestaatzo ge<strong>en</strong> oog voor de effect<strong>en</strong> van gedragsregulering anders dan die van de overheid.De vierde aanname behelst de legislatieve autonomie. De wetgever wordt verondersteldge<strong>en</strong> deel uit te mak<strong>en</strong> van de sociale context waarbinn<strong>en</strong> wett<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevormd <strong>en</strong> aldan niet effectief zijn. Zoals e<strong>en</strong> schaakspeler achter het bord gezet<strong>en</strong> zijn zett<strong>en</strong> overweegt<strong>en</strong> zijn stukk<strong>en</strong> schuift, het spel beheers<strong>en</strong>d zonder er zelf deel van te zijn, zozou de wetgever zijn wett<strong>en</strong> ontwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> inzett<strong>en</strong> om de maatschappelijke realiteit teconstruer<strong>en</strong>. Griffiths acht deze vier assumpties zo absurd, dat hij het niet nodig acht zete weerlegg<strong>en</strong>. ‘Nobody with his wits about him’ zou ze will<strong>en</strong> verdedig<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat maakthet lever<strong>en</strong> van kritiek in feite overbodig. 57Om tot e<strong>en</strong> meer waarheidsgetrouwe analyse van de effect<strong>en</strong> van wetgeving te kunn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>, stelt Griffiths als alternatief voor het instrum<strong>en</strong>talistische discours van debeleidsmakers het gebruik van het ‘sociale effect<strong>en</strong>’-paradigma voor. Net als de instru-56 Ibid., p. 13-15.57 Ibid., p. 17. Zie voor de discussie over wetgeving als beleidsinstrum<strong>en</strong>t ook Ros<strong>en</strong>berg 1991; Schultz & Gottlieb 1998;Canon 1998 <strong>en</strong> Ros<strong>en</strong>berg 1998.577Gies<strong>en</strong>_01.indb 43 20-5-2008 16:30:22


M.T. Croesm<strong>en</strong>talistische b<strong>en</strong>adering k<strong>en</strong>t de sociale effect<strong>en</strong>-b<strong>en</strong>adering vier c<strong>en</strong>trale assumpties,maar deze staan inhoudelijk diametraal op de aannam<strong>en</strong> van het instrum<strong>en</strong>talistischeparadigma. De eerste assumptie is die van het fundam<strong>en</strong>teel sociale karakter van dem<strong>en</strong>s. De sam<strong>en</strong>leving bestaat niet uit geatomiseerde individu<strong>en</strong>, maar deze individu<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> netwerk<strong>en</strong>, regels <strong>en</strong> interpretatiekaders <strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong> elkaar in hungedragskeuz<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> individu <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving, tuss<strong>en</strong> individuelevoorkeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale regels <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zelfbeheersing <strong>en</strong> sociale controle is volg<strong>en</strong>s Griffithsdaarmee oneig<strong>en</strong>lijk.De tweede assumptie heeft betrekking op het instabiele karakter van juridische informatie.Dat wat de wetgever aan opdracht<strong>en</strong> produceert, arriveert bij de normadressaatvaak in verminkte wijze. Niet alle<strong>en</strong> omdat de overdracht van de informatie binn<strong>en</strong> hetstaatsapparaat op weg naar de normadressaat vaak reeds leidt tot verandering van deopdracht, maar ook omdat deze opdracht de normadressaat vervolg<strong>en</strong>s niet rechtstreeksmaar via intermediairs (advocat<strong>en</strong>, professionele organisaties, belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.)bereikt. Deze intermediairs hebb<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> beperkte middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> capaciteit<strong>en</strong>, maarhebb<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da. De boodschap van de wetgever komt bijgevolg maar zeld<strong>en</strong>ongeschond<strong>en</strong> door de laag van intermediairs he<strong>en</strong>.De derde assumptie is gerelateerd aan de juridische pluraliteit. De overheid is niet de<strong>en</strong>ige bron van regulering. Integ<strong>en</strong>deel: voor het sociaal ingebedde individu is de drukdie zijn omgeving op hem uitoef<strong>en</strong>t meestal veel directer <strong>en</strong> dring<strong>en</strong>der dan de vaakonduidelijke verwachting<strong>en</strong> die de overheid jeg<strong>en</strong>s hem koestert.De vierde <strong>en</strong> laatste assumptie behelst de verwev<strong>en</strong>heid van het proces van wetgevingmet het sociale lev<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>leving. Ondanks het feit dat het vormgev<strong>en</strong> vanwett<strong>en</strong> het werk is van e<strong>en</strong> kleine groep experts, me<strong>en</strong>t Griffiths dat wetgeving bov<strong>en</strong>almoet word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> activiteit die door dezelfde factor<strong>en</strong> wordt beïnvloed alselke sociale activiteit. Wetgeving maakt onderdeel uit van de process<strong>en</strong> van ord<strong>en</strong>ing,best<strong>en</strong>diging <strong>en</strong> verandering in de sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> exog<strong>en</strong>e kracht die op dezeprocess<strong>en</strong> inwerkt. 58Met deze rigoureuze omkering van de assumpties die t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong> aan de instrum<strong>en</strong>talistischeb<strong>en</strong>adering komt Griffiths dicht in de buurt van het m<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> maatschappijbeeldwaarvan de eerderg<strong>en</strong>oemde Anthony na de aanslag<strong>en</strong> op 11 september 2001afscheid nam: het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> wordt bij Griffiths door de sociale omstandighed<strong>en</strong>bepaald, ruimte voor keuzevrijheid lijkt niet of nauwelijks te bestaan. Wanneer we daarev<strong>en</strong> aan voorbijgaan, bestaat Griffiths’ bijdrage uit het aandacht vrag<strong>en</strong> voor het feitelijkegedrag van de normadressaat op de werkvloer in plaats van te veronderstell<strong>en</strong>dat dit gedrag in het verl<strong>en</strong>gde van de int<strong>en</strong>ties van de wetgever ligt. Daarmee biedt58 Griffiths 2003, p. 17-19.578Gies<strong>en</strong>_01.indb 44 20-5-2008 16:30:22


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour OrdersGriffiths’ werkwijze houvast bij het begrijp<strong>en</strong> van het gedrag van normadressat<strong>en</strong> <strong>en</strong> deinvloed die regels hierop uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dat geldt ook voor het gedrag van politieag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong>lokale bestuurders die middels nieuwe wetgeving in staat word<strong>en</strong> gesteld om met nieuweinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op te tred<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> overlast. De vier kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die Griffiths bij wetgevingals beleidsinstrum<strong>en</strong>t plaatst, zijn ook op h<strong>en</strong> van toepassing. Voor de werkingvan de wett<strong>en</strong> is dit van groot belang. Burgers kunn<strong>en</strong> de nieuwe wett<strong>en</strong> weliswaar‘spontaan’ nalev<strong>en</strong>, maar waarschijnlijker is dat vel<strong>en</strong> van h<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> wacht<strong>en</strong> totdatde overheidsfunctionariss<strong>en</strong> de omstandighed<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>. Als reactie op de nieuwewetgeving zal het gedrag van de overheidsfunctionariss<strong>en</strong> dus eerst moet<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>om de gedragskeuz<strong>en</strong> van burgers te kunn<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>. Deze gedragsverandering vanoverheidsfunctionariss<strong>en</strong> is echter niet vanzelfsprek<strong>en</strong>d. Wanneer deze wordt nagelat<strong>en</strong>of weg<strong>en</strong>s sociale norm<strong>en</strong>, onvolledige k<strong>en</strong>nis, conflicter<strong>en</strong>de regels, onwil of anderszins,e<strong>en</strong> andere inhoud heeft dan de wetgever beoogde, komt er van e<strong>en</strong> verandering vanhet gedrag van de burgers in de gew<strong>en</strong>ste richting weinig terecht. Dit geldt ook voor depraktijk van de ASBO. Wanneer de politie <strong>en</strong> het lokale bestuur ge<strong>en</strong> aanvraag bij derechter indi<strong>en</strong><strong>en</strong>, zal de rechter ge<strong>en</strong> ASBO uitvaardig<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal de gedragskeuze van deoverlastgever ge<strong>en</strong> nieuwe impuls krijg<strong>en</strong>.Het is in dit verband de vraag of de lokale politie <strong>en</strong> het lokale bestuur in gelijke matedoor deze problematiek word<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong>. Dat de politie tweemaal zo vaak als het lokalebestuur g<strong>en</strong>eg<strong>en</strong> is om bij overlast e<strong>en</strong> ASBO aan te vrag<strong>en</strong>, kan erop wijz<strong>en</strong> dat deBritse regering bij het lokale bestuur met zijn veelheid aan organ<strong>en</strong> meer obstakels moetoverwinn<strong>en</strong> om de functionariss<strong>en</strong> op de werkvloer zich op de gew<strong>en</strong>ste wijze te lat<strong>en</strong>gedrag<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere mogelijkheid is dat de invloed van m<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> maatschappijbeeld<strong>en</strong>zich hier doet geld<strong>en</strong>. De veronderstelling dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> keuzevrijheid hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> als gevolghiervan verantwoordelijk zijn voor hun gedrag, is e<strong>en</strong> uitgangspunt dat aan de strafrechtelijkereactie op <strong>en</strong> het politieoptred<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>ste handelwijz<strong>en</strong> t<strong>en</strong> grondslagligt. Voor ag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is het bijgevolg vanzelfsprek<strong>en</strong>der om op overlastgev<strong>en</strong>d gedrag tereager<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ASBO dan om op zoek te gaan naar de verme<strong>en</strong>de root causes van ditgedrag. Bij functionariss<strong>en</strong> van het lokale bestuur ligt dat wellicht anders. Aan het beginvan haar regeerperiode die ti<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong> aanving, stelde Labour zich op lokaal niveautot doel de geme<strong>en</strong>schap te versterk<strong>en</strong>. De wijze waarop dit tot stand moest word<strong>en</strong>gebracht, was als vanouds door de omstandighed<strong>en</strong> waarin de burger leefde, lees: dedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die de lokale overheid de burger bood, te verbeter<strong>en</strong>. 59 Het betere gedrag vande burger <strong>en</strong> e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het sociaal kapitaal van de geme<strong>en</strong>schap zoud<strong>en</strong> hieropmoet<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>. Aan de keuzevrijheid <strong>en</strong> de eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid van de burger,laat staan aan repressieve maatregel<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de door hem veroorzaakte overlast, werd59 Demirkaya 2006.579Gies<strong>en</strong>_01.indb 45 20-5-2008 16:30:22


M.T. Croesin dit verband niet als eerste gedacht. 60 De relatief geringe g<strong>en</strong>eigdheid van het lokalebestuur om ASBOs aan te vrag<strong>en</strong>, zou hierop terug te voer<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn. 616 He r v o r m i n g e n e n h u n e f f e c t e nNaar aanleiding van zowel de geringe mate waarin de ASBO werd toegepast alsCampbells 62 kritische evaluatie van de uitvoeringspraktijk, rees bij de Britse regeringde twijfel of op lokaal niveau de overheidsorgan<strong>en</strong> zich wel voldo<strong>en</strong>de naar de geest vande nieuwe wett<strong>en</strong> wild<strong>en</strong> of kond<strong>en</strong> voeg<strong>en</strong>. Het aan de lokale overhed<strong>en</strong> aanbied<strong>en</strong> vannieuwe instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om overlast te bestrijd<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>de blijkbaar nog niet dat dezeinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> daadwerkelijk werd<strong>en</strong> gebruikt. De reactie hierop war<strong>en</strong> de Police ReformAct 2002 63 <strong>en</strong> de Anti Social Behaviour Act 2003. 64 Officieel moest hiermee de effectiviteitvan de ASBOs zelf word<strong>en</strong> verbeterd, 65 maar veruit de meeste maatregel<strong>en</strong> war<strong>en</strong>gericht op het aanpass<strong>en</strong> van de procedures zodat meer ASBOs sneller kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>uitgevaardigd. De belangrijkste maatregel<strong>en</strong> war<strong>en</strong> in dit verband: de introductie vaninterim-ASBOs die door de gerecht<strong>en</strong> direct na ontvangst van de aanvraag kond<strong>en</strong>word<strong>en</strong> uitgevaardigd voor de duur van de behandeling van de aanvraag; de verbredingvan de bevoegdheid om ASBOs uit te vaardig<strong>en</strong> tot de criminal courts als onderdeelvan e<strong>en</strong> uitspraak in e<strong>en</strong> strafzaak (CRASBO); het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van de bevoegdheidaan de civielrechtelijke country courts om ASBOs uit te vaardig<strong>en</strong> als onderdeel van e<strong>en</strong>civielrechtelijke procedure; <strong>en</strong> het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van de mogelijkheid aan de Transport Police<strong>en</strong> geregis treerde sociale sectorhuisbaz<strong>en</strong> om ASBOs aan te vrag<strong>en</strong>. Om de effectiviteitvan de ASBOs zelf te verhog<strong>en</strong>, werd het domein dat zij maximaal kond<strong>en</strong> bestrijk<strong>en</strong>vergroot tot geheel Engeland <strong>en</strong> Wales.Bij deze maatregel<strong>en</strong> bleef het niet. De Britse regering me<strong>en</strong>de klaarblijkelijk dat debelangrijkste bottl<strong>en</strong>eck in de toepassing van de ASBO niet bij het lokale bestuur zat,maar bij de politie, want op haar werd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal initiatiev<strong>en</strong> gericht die haar tot meeractiviteit in de strijd teg<strong>en</strong> asociaal gedrag moest<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong>. Dat de resultat<strong>en</strong> van hetpolitieoptred<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de werd<strong>en</strong> bevond<strong>en</strong>, bleek duidelijk uit de nota Policing in60 DETRR 1998.61 Hierbij zou opgemerkt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat de politie uitsluit<strong>en</strong>d repressief op het gedrag van burgers kan reager<strong>en</strong> <strong>en</strong>dus ge<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> heeft om de veronderstelde root causes van dit gedrag aan te pakk<strong>en</strong>. Deze gedachte kan inhaar algeme<strong>en</strong>heid niet juist zijn: er bestaan aanwijzing<strong>en</strong> dat het strafrechtelijk apparaat in het Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijkin het algeme<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de politie in het bijzonder, de taakopvatting van e<strong>en</strong> maatschappelijk werker huldigt in plaats vandie van e<strong>en</strong> bewaker van de maatschappelijke vrede <strong>en</strong> veiligheid (zie Croes 2007c). Dat neemt niet weg dat wat overlastbetreft de houding van de politie nog steeds repressiever kan zijn dan die van het lokale bestuur.62 Campbell 2002.63 Http://www.legislation.gov.uk/acts/acts2002/20020030.htm [7-9-2007].64 Http://www.opsi.gov.uk/acts/acts2003/20030038.htm [7-9-2007].65 Home Office 2003, p. 19.580Gies<strong>en</strong>_01.indb 46 20-5-2008 16:30:23


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour Ordersa new c<strong>en</strong>tury 66 die vooruitlop<strong>en</strong>d op de Police Reform Act 2002 werd gepubliceerd. Alsdoel van deze hervormingswet noemde deze paper het bouw<strong>en</strong> van‘communities in which crime and the fear of crime is reduced and in whichpeople have confid<strong>en</strong>ce that criminal and anti-social behaviour is effectivelyconfronted.’ 67Dat was blijkbaar sinds de invoering van de ASBO per 1 april 1999 nog niet gelukt,<strong>en</strong> dat werd niet in de laatste plaats gewet<strong>en</strong> aan het feit dat deze ASBO maar weinigwerd toegepast. 68 Naast Policing in a new c<strong>en</strong>tury legde ook het National policing plan2003-2006, 69 dat in de Police Reform Act 2002 was aangekondigd <strong>en</strong> in november 2002werd gepubliceerd, de bal bij de politie. Het verklaarde de strijd teg<strong>en</strong> asociaal gedragtot nationale prioriteit <strong>en</strong> riep de politie met nadruk op actie te ondernem<strong>en</strong>. Ook dewhite paper 70 over asociaal gedrag van de to<strong>en</strong>malige minister van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong>Blunkett ademde deze geest:‘The police’s role in tackling anti-social behaviour is critical. Without theirwholehearted support, <strong>en</strong>ergy and commitm<strong>en</strong>t, it is impossible for anycommunity to tackle the behaviour of the very people that ruin their lives.Enforcem<strong>en</strong>t action – ASBOs or criminal proceedings – will create the backbon<strong>en</strong>eeded to shift the culture of resignation to some of these problems. Weare asking police forces around the country to give priority to tackling antisocial behaviour.’ 71De opdracht die de politie kreeg om e<strong>en</strong> deel van de administratieve Support Staff alsgeüniformeerde Community Support Officers (CSO), e<strong>en</strong> soort stadswacht<strong>en</strong>, in te gaanzett<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> overlast, vormde hiervan onderdeel. 72 Om daarbij meer greep te krijg<strong>en</strong> opde prestaties die de politie leverde, werd e<strong>en</strong> policing performance assessm<strong>en</strong>t frameworkgeïntroduceerd dat de beoordeling van het functioner<strong>en</strong> van de politie in de 42 verschill<strong>en</strong>depolitiedistrict<strong>en</strong> mogelijk moest gaan mak<strong>en</strong>.Werkt<strong>en</strong> deze initiatiev<strong>en</strong>? Met behulp van de data vergaard als onderdeel van hetg<strong>en</strong>oemde assessm<strong>en</strong>t framework kan hier iets meer over word<strong>en</strong> gezegd. Het gaat in dit66 Home Office 2001.67 Ibid., p. 12.68 Ibid., p. 7, p. 102.69 Home Office 2002.70 Home Office 2003.71 Ibid., p. 54.72 Ibid., p. 19.581Gies<strong>en</strong>_01.indb 47 20-5-2008 16:30:23


M.T. Croesverband om de score op drie typ<strong>en</strong> prestaties: het verminder<strong>en</strong> van de (zowel de door depolitie geregistreerde als de in de BCS gemelde) misdaad, het bevorder<strong>en</strong> van de veiligheid(onder andere het reducer<strong>en</strong> van de – door het publiek gepercipieerde – mate vanasociaal gedrag) <strong>en</strong> het algem<strong>en</strong>e oordeel van het publiek over de prestaties van de lokalepolitie. Deze prestaties werd<strong>en</strong> uitgedrukt met e<strong>en</strong> score op e<strong>en</strong> vierpuntsschaal: excell<strong>en</strong>t,goed, redelijk of slecht. Redelijk kwam hierbij overe<strong>en</strong> met het gemiddelde, goed <strong>en</strong>excell<strong>en</strong>t zat<strong>en</strong> hierbov<strong>en</strong>, slecht zat hieronder. 73Wanneer de prestatiemat<strong>en</strong> verband zoud<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> met de aantall<strong>en</strong> per hoofd van debevolking afgegev<strong>en</strong> ASBOs, zou er, ongeacht de vraag of de relatie positief of negatief is,voorzichtig kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld dat er aanwijzing<strong>en</strong> voor vooruitgang in de bestrijdingvan overlast bestaan. In het geval van e<strong>en</strong> positief verband zou de waardering vande prestatie van de politie de reactie kunn<strong>en</strong> zijn op hogere aantall<strong>en</strong> uitgevaardigdeASBOs. Bij e<strong>en</strong> negatief verband tuss<strong>en</strong> de waardering van de prestatie <strong>en</strong> het aantalafgegev<strong>en</strong> ASBOs zoud<strong>en</strong> we iets verder kunn<strong>en</strong> zijn in de tijd waarbij de waardering vande prestatie to<strong>en</strong>eemt bij e<strong>en</strong> afname van de overlast waarop met e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s afnem<strong>en</strong>daantal nieuwe ASBOs wordt gereageerd. Uit de analyses blijkt echter dat de meesteprestatiemat<strong>en</strong> niet significant correler<strong>en</strong> met het per hoofd van de bevolking afgegev<strong>en</strong>aantal ASBOs in 2004 <strong>en</strong> 2005.E<strong>en</strong> uitzondering wordt gevormd door de variabele die de waardering voor het bevorder<strong>en</strong>van de veiligheid in 2005-2006 uitdrukt. Deze variabele hangt statistisch significantsam<strong>en</strong> met het aantal afgegev<strong>en</strong> ASBOs per hoofd van de bevolking in 2005. Hetverband is negatief: meer waardering voor het optred<strong>en</strong> van de politie gaat sam<strong>en</strong> metminder afgegev<strong>en</strong> ASBOs <strong>en</strong> omgekeerd (Spearmans rho = -0,31 met p=0,052). 74 Dit zouerop kunn<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> dat, zoals hiervoor werd gesteld, de politie vooruitgang boekte in debestrijding van overlast. Voorzichtigheid is echter gebod<strong>en</strong>. Het zou immers zo kunn<strong>en</strong>zijn dat de waardering voor het politieoptred<strong>en</strong> hoger is omdat er voortdur<strong>en</strong>d weinigoverlast is geweest waarop de politie met maar weinig ASBO-aanvrag<strong>en</strong> heeft hoev<strong>en</strong>reager<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> hoge waardering van het politieoptred<strong>en</strong> gaat ook in deze alternatieveverklaring sam<strong>en</strong> met minder ASBOs.73 De assessm<strong>en</strong>ts die in 2002 <strong>en</strong> 2003 plaatsvond<strong>en</strong>, zijn minder goed bruikbaar omdat deze deels op andere prestatieindicator<strong>en</strong>zijn gericht. In de analyse zijn de cijfers voor april 2004 – maart 2005 <strong>en</strong> die voor april 2005 – maart 2006gebruikt. De spreiding die de scores op de twee hierbov<strong>en</strong> eerstg<strong>en</strong>oemde typ<strong>en</strong> prestaties voor april 2005 – maart 2006te zi<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, is geringer dan in de periode april 2004 – maart 2005. Niet uitgeslot<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> dat dit het gevolg isvan het door de politieorganisatie steeds beter ler<strong>en</strong> omgaan met de assessm<strong>en</strong>ts zonder de feitelijke prestaties te verbeter<strong>en</strong>(vgl. Van Thiel & Leeuw 2002).74 Spearmans rho is e<strong>en</strong> associatiemaat die de mate van sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de rangorde van de scores op twee variabel<strong>en</strong>uitdrukt. Spearmans rho is hier gebruikt omdat de prestaties van de politie op ordinaal niveau zijn gemet<strong>en</strong>. De hiergepres<strong>en</strong>teerde cijfers zijn het resultaat van eig<strong>en</strong> analyses van publiek toegankelijke data van het Home Office.582Gies<strong>en</strong>_01.indb 48 20-5-2008 16:30:23


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour OrdersDe BCS geeft voor 2005-2006 vergelek<strong>en</strong> met het voorgaande jaar echter ge<strong>en</strong> afnamete zi<strong>en</strong> in de mate waarin de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dat asociaal gedrag in hun buurte<strong>en</strong> probleem vormt. 75 Dat zou als e<strong>en</strong> extra aanwijzing voor de juistheid van de alternatieveverklaring kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. Aan de andere kant was er van 2002-2003op 2003-2004, dus in de periode dat de Police Reform Act 2002 van kracht werd <strong>en</strong> dedruk op de politie werd opgevoerd, in de BCS wél sprake van e<strong>en</strong> statistisch significanteafname van de mate waarin de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> asociaal gedrag in hun buurt e<strong>en</strong> probleemnoemd<strong>en</strong>: van 21% naar 16%. 76 Wellicht klonk deze afname nog door in de waarderingvan het politieoptred<strong>en</strong> in 2005-2006 want na 2003-2004 is de mate waarin de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>asociaal gedrag als e<strong>en</strong> groot probleem zag<strong>en</strong> niet meer statistisch significantveranderd.Dit heeft wellicht te mak<strong>en</strong> met de introductie van de eerderg<strong>en</strong>oemde CSOs, e<strong>en</strong> soortstadswacht<strong>en</strong>. Het oordeel van de burgers over de wijze waarop in de politiedistrict<strong>en</strong> deveiligheid werd bevorderd, e<strong>en</strong> activiteit waarvan de inzet van CSOs onderdeel vormde,hangt voor 2004-2005 statistisch bijna significant sam<strong>en</strong> met de mate waarin de ASBOgemiddeld wordt overtred<strong>en</strong> (Spearman’s rho = 0,26 met p=0,09). Het is in dit verbandweinig logisch te veronderstell<strong>en</strong> dat de aanwezigheid van CSOs leidde tot het in hogeremate overtred<strong>en</strong> van de ASBO. Het ligt meer voor de hand dit statistisch bijna significanteverband te interpreter<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> aanwijzing dat er tuss<strong>en</strong> de inzet van de CSOs <strong>en</strong>de mate waarin de overtreding van de ASBO wordt geconstateerd e<strong>en</strong> relatie bestaat. Voor2005-2006 is dit verband echter statistisch niet meer significant. Dit zou erop kunn<strong>en</strong>duid<strong>en</strong> dat de CSOs ge<strong>en</strong> effect meer hadd<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat overlastgevers die e<strong>en</strong> ASBO hadd<strong>en</strong>gekreg<strong>en</strong> met de aanwezigheid van de CSOs hebb<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> omgaan.Andere onderzoekers kwam<strong>en</strong> al eerder tot de conclusie dat, over het geheel g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>,de activiteit van de CSOs ge<strong>en</strong> aantoonbaar effect heeft gehad op de frequ<strong>en</strong>tie waarmeeoverlast wordt gerapporteerd. 77 Wanneer zou word<strong>en</strong> verondersteld dat de aanwezigheidvan de CSOs ge<strong>en</strong> effect heeft op het gedrag van overlastgevers, zou m<strong>en</strong> dat welhebb<strong>en</strong> verwacht: overlast wordt dan vanwege de int<strong>en</strong>sievere controle vaker geconstateerd.Wanneer m<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> zou veronderstell<strong>en</strong> dat overlastgevers zich door de(pot<strong>en</strong>tiële) aanwezigheid van de CSOs lat<strong>en</strong> afschrikk<strong>en</strong>, zou m<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> effectverwacht<strong>en</strong> op de mate waarin overlast wordt gerapporteerd, namelijk e<strong>en</strong> negatiefeffect. Aangezi<strong>en</strong> er echter van de activiteit van de CSOs géén effect op de gerapporteerdeoverlastfrequ<strong>en</strong>tie werd geconstateerd, lijkt het er ook hier op dat de overlastgevers methun aanwezigheid op straat hebb<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> omgaan. Overlast wordt niet minder gegev<strong>en</strong>,dat wordt alle<strong>en</strong> niet in de aanwezigheid van de CSOs gedaan.75 Walker, Kershaw & Nicholas 2006, p. 103.76 Dodd, Nicholas, Povey & Walker 2004, p. 19.77 Cooper, Anscombe & Av<strong>en</strong>ell 2006, p. 28ff.583Gies<strong>en</strong>_01.indb 49 20-5-2008 16:30:23


M.T. CroesMogelijk moet de red<strong>en</strong> voor het ontbrek<strong>en</strong> van aanwijzing<strong>en</strong> voor effect<strong>en</strong> van de introductievan CSOs niet bij de reactie van de overlastgevers word<strong>en</strong> gezocht, maar elders.Het zou het gevolg kunn<strong>en</strong> zijn van de prioriteit die de politieleiding aan de inzet vandit type functionariss<strong>en</strong> geeft. E<strong>en</strong> andere mogelijkheid is dat vanwege het feit dat CSOsdoor het publiek beter b<strong>en</strong>aderbaar zijn dan ag<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, niet in de laatste plaats omdat zijvergelek<strong>en</strong> met ag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groter deel van hun werktijd bested<strong>en</strong> aan straatpatrouilles(50-57% teg<strong>en</strong> 16-30%), 78 aan h<strong>en</strong> zak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemeld (of op andere wijze bek<strong>en</strong>dword<strong>en</strong>) die anders onopgemerkt zoud<strong>en</strong> zijn geblev<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele reductie in demate waarin overlast wordt veroorzaakt gecombineerd met e<strong>en</strong> hogere mate waarin ditgedrag wordt gemeld of geconstateerd kan zo achter de cijfers verborg<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>.De belangrijkste indicator voor de vraag of de hervorming<strong>en</strong> het beoogde effect hadd<strong>en</strong>,is vanuit het oogpunt van de Britse regering waarschijnlijk het aantal afgegev<strong>en</strong> ASBOvanaf 2002. In de periode 2002-2005 nam dit aantal sterk toe, maar onduidelijk is ofdit het gevolg is van e<strong>en</strong> verhoogde activiteit van de politie, het lokale bestuur of vanbeide. Wat de sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> dit bestuur <strong>en</strong> de politie betreft, lijkt de situatie erin ieder geval op vooruitgegaan. Campbell noteerde in zijn review uit 2002 dat bij deuitvoerders op lokaal niveau zelf de indruk bestond dat het welslag<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>werkingerg afhankelijk was van persoonlijke relaties <strong>en</strong> dat het wederzijds consulter<strong>en</strong> deaanvraagprocedure flink kon vertrag<strong>en</strong>. 79 Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t versch<strong>en</strong><strong>en</strong> onderzoek vande Audit Commission op basis van e<strong>en</strong> steekproef van 373 Crime and Disorder ReductionPartnerships (CDRP) die de politie <strong>en</strong> het bestuur op lokaal niveau zijn aangegaan, zoudeze situatie inmiddels zijn verbeterd, maar de informatie-uitwisseling tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>deoverheidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> verloopt nog lang niet altijd vlekkeloos, niet in de laatsteplaats vanwege de bescherming van de privacy van de betrokk<strong>en</strong> overlastgevers. 80Succesvol optred<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> overlast vergt informatie over de gepleegde feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> deveroorzaker(s) daarvan die zowel volledig als up to date is. Dat deze informatie niet wordtuitgewisseld is dus niet vanzelfsprek<strong>en</strong>d, maar dat geldt zelfs voor het verzamel<strong>en</strong> ervan.Voor de introductie van de National Standards for Incid<strong>en</strong>t Recording in 2005 bijvoorbeeldwerd<strong>en</strong> sommige overtreding<strong>en</strong> van de op<strong>en</strong>bare orde <strong>en</strong> sommige vorm<strong>en</strong> vanoverlast überhaupt door de politie niet geregistreerd. Teg<strong>en</strong>woordig wordt er weliswaarbeter geregistreerd, maar nog geregeld word<strong>en</strong> niet alle mogelijke informatiekanal<strong>en</strong>b<strong>en</strong>ut om achter de omvang van de problematiek te kom<strong>en</strong>. 81Al met al lijkt er in de uitvoeringspraktijk van de ASBO over de periode 2003-2005 vooruitgangte zijn geboekt. De sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> het bestuur <strong>en</strong> de politie is verbeterd78 Ibid., p. 9.79 Campbell 2002, p. 21.80 Audit Commission 2006.81 Ibid.584Gies<strong>en</strong>_01.indb 50 20-5-2008 16:30:23


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour Orders<strong>en</strong> de mate waarin de ASBO wordt toegepast, is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. 82 Sommige problem<strong>en</strong>zijn echter blijv<strong>en</strong> bestaan <strong>en</strong> nieuwe problem<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> zich inmiddels <strong>en</strong>kele schakelsverder in de ket<strong>en</strong> aan. Slechte communicatie tuss<strong>en</strong> het OM <strong>en</strong> de Magistrates Courtszou medeverantwoordelijk zijn voor het feit dat tot in 59% van de gevall<strong>en</strong> van overtredingvan de ASBO de rechter met e<strong>en</strong> taakstraf reageert 83 – iets wat naar verwachting t<strong>en</strong>koste zal gaan van de beoogde afschrikwekk<strong>en</strong>de werking van de ASBO. Het OM zou inveel van deze gevall<strong>en</strong> de gerecht<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de hebb<strong>en</strong> geïnformeerd over hetge<strong>en</strong> deoverlastgevers allemaal op hun kerfstok hadd<strong>en</strong>. De vertraging in of het uitblijv<strong>en</strong> van deafhandeling van de overtreding<strong>en</strong> van de ASBOs als gevolg van e<strong>en</strong> gebrek aan capaciteit<strong>en</strong> ervaring bij de juridische afdeling<strong>en</strong> van het lokale bestuur, speelde hierbij echter ooke<strong>en</strong> rol. 84Het belangrijkste wap<strong>en</strong>feit van de hervorming<strong>en</strong> is daarmee de aanmerkelijke to<strong>en</strong>amein het aantal uitgevaardigde ASBOs. Deze to<strong>en</strong>ame roept de vraag op wat nu de effect<strong>en</strong>op het gedrag van de overlastgevers zelf war<strong>en</strong>? Deze vraag staat hierna c<strong>en</strong>traal. Alseerste wordt aandacht besteed aan de nom<strong>en</strong>theorie van Ellickson, 85 omdat deze e<strong>en</strong>kader biedt dat kan di<strong>en</strong><strong>en</strong> om de werking van norm<strong>en</strong> op het gedrag van individu<strong>en</strong>beter te begrijp<strong>en</strong>.7 Th e o r y o f n o r m sIn de aanloop naar de Crime and Disorder Act 1998 had Labour niet alle<strong>en</strong> bepaaldeaannames ontwikkeld over hoe de nieuwe wetgeving het gedrag van overheidsfunctionariss<strong>en</strong>op lokaal niveau zou gaan verander<strong>en</strong>, maar ook over hoe de burger op de wetswijzigingc.q. het als gevolg van de wetswijziging veranderde gedrag van de overheidsfunctionariss<strong>en</strong><strong>en</strong> de media zou reager<strong>en</strong>. Om meer inzicht te krijg<strong>en</strong> in hoe de introductievan nieuwe wett<strong>en</strong> op het gedrag van burgers inwerkt, is het zinvol om hier aandacht tebested<strong>en</strong> aan Ellicksons theory of norms. 86 Griffiths’ theorie is hiervoor minder geschikt,omdat zij weinig ruimte laat voor de keuzes van het individu. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s Griffiths over het vermog<strong>en</strong> om regels te volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> over het vermog<strong>en</strong> om hetal dan niet volg<strong>en</strong> van regels door ander<strong>en</strong> (reactief of proactief) met sociale sancties teondersteun<strong>en</strong>. Waarom zij wanneer welk gedrag verton<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarom zij welke regel inwelke mate volg<strong>en</strong>, blijft bij Griffiths in wez<strong>en</strong> onduidelijk. Hij lijkt te veronderstell<strong>en</strong> datm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> nooit (rationele) afweging<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de gedragsmogelijkhed<strong>en</strong>82 Dit neemt niet weg dat de absolute aantall<strong>en</strong> afgegev<strong>en</strong> ASBOs wat schril afstek<strong>en</strong> bij de omvang van de overlast in hetVer<strong>en</strong>igd Koninkrijk.83 NAO 2006, p. 25.84 Ibid.85 Ellickson 1991.86 Ibid.585Gies<strong>en</strong>_01.indb 51 20-5-2008 16:30:23


M.T. Croeswaaruit zij kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> <strong>en</strong> in hun gedrag gedetermineerd word<strong>en</strong> door de regels vande sociale omgeving. 87Deze beperking<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> ertoe dat Griffiths’ theorie voor de bestudering van de werkingvan concrete overheidsmaatregel<strong>en</strong> haar beperking<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t. Zijn stelling dat‘it is not the legislator who determines wh<strong>en</strong> a legal rule will be followed insocial interaction. It is society that determines wh<strong>en</strong> and to what ext<strong>en</strong>t it isregulated by law,’ 88lijkt in dit verband niet alle<strong>en</strong> te algeme<strong>en</strong> van aard, maar ook onjuist: het hangt er maarvan af welke maatregel<strong>en</strong> deze overheid wil <strong>en</strong> kan nem<strong>en</strong>, mocht aan haar opdracht<strong>en</strong>ge<strong>en</strong> gehoor word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. In feite keert Griffiths hier opnieuw e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale aannamevan de instrum<strong>en</strong>talistische b<strong>en</strong>adering om. Terwijl daarin de facto wordt veronderstelddat de macht van de wetgever zo totaal <strong>en</strong> onaangevocht<strong>en</strong> is dat haar opdracht<strong>en</strong> doornormadressat<strong>en</strong> (<strong>en</strong> intermediairs) bij gebrek aan keuzealternatiev<strong>en</strong> simpelweg word<strong>en</strong>uitgevoerd, veronderstelt Griffiths de facto dat de overheid niet de macht heeft om dekeuzemogelijkhed<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat het daarom de sam<strong>en</strong>leving is die‘kiest’ wanneer zij in welke mate door wett<strong>en</strong> wordt gereguleerd. Dit onderschat nietalle<strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> die overhed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, maar k<strong>en</strong>t ook nog e<strong>en</strong> ander probleem.Aangezi<strong>en</strong> de maatschappij als zodanig ge<strong>en</strong> keuz<strong>en</strong> kan mak<strong>en</strong>, kiez<strong>en</strong> is immers e<strong>en</strong>activiteit die is voorbehoud<strong>en</strong> aan individu<strong>en</strong>, is deze stelling van Griffiths onhoudbaar.Ellicksons theory of norms k<strong>en</strong>t de voornoemde bezwar<strong>en</strong> niet. Zijn theorie is e<strong>en</strong>algem<strong>en</strong>e leer over de rol die regels spel<strong>en</strong> in het verklar<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong>individu<strong>en</strong> waartoe de meeste m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> meest<strong>en</strong>tijds bereid zijn. Deze sam<strong>en</strong>werkingbehoeft volg<strong>en</strong>s Ellickson e<strong>en</strong> verklaring, want m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn volg<strong>en</strong>s hem zelfzuchtigeindividu<strong>en</strong> die hun eig<strong>en</strong>belang nastrev<strong>en</strong>. Het sam<strong>en</strong>gaan van coöperatie <strong>en</strong> zelfzuchtligt daarom niet direct voor de hand. Deze sam<strong>en</strong>werking wordt volg<strong>en</strong>s Ellicksonmogelijk gemaakt door e<strong>en</strong> systeem van sociale controle dat werkt met behulp van normatieveregels over het gegev<strong>en</strong> de omstandighed<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de gedrag, regels die in hunwerking door sancties word<strong>en</strong> ondersteund.Ellickson onderscheidt in dit verband twee typ<strong>en</strong> sancties, vijf typ<strong>en</strong> actor<strong>en</strong> die zowelregels kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> als sancties kunn<strong>en</strong> oplegg<strong>en</strong> (regulators) <strong>en</strong> vijf typ<strong>en</strong> regels. Watde sancties betreft gaat het om positieve <strong>en</strong> negatieve sancties die door de regulatorsword<strong>en</strong> gebruikt om gedrag respectievelijk te belon<strong>en</strong> of te bestraff<strong>en</strong>. Bij de beoordelingvan het vertoonde gedrag del<strong>en</strong> deze regulators de gedraging<strong>en</strong> in drie categorieën in:87 Griffiths 2003, p. 15, p. 17. Zie ook Croes 2007b.88 Ibid., p. 66.586Gies<strong>en</strong>_01.indb 52 20-5-2008 16:30:24


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour Ordersuitzonderlijk goed gedrag dat in positieve zin bov<strong>en</strong> de in de regel vastgelegde verwachting<strong>en</strong>uitgaat <strong>en</strong> daarom e<strong>en</strong> beloning verdi<strong>en</strong>t, normaal gedrag dat tegemoet komt aande verwachting<strong>en</strong> door overe<strong>en</strong> te stemm<strong>en</strong> met de regel <strong>en</strong> daarom noch e<strong>en</strong> beloningnoch e<strong>en</strong> bestraffing verdi<strong>en</strong>t, <strong>en</strong> slecht gedrag dat niet aan de verwachting<strong>en</strong> voldoetdoor de regel niet of onvoldo<strong>en</strong>de te volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarom e<strong>en</strong> bestraffing verdi<strong>en</strong>t. Dat ersancties word<strong>en</strong> toegepast, is volg<strong>en</strong>s Ellickson de duidelijkste indicatie dat e<strong>en</strong> regeldaadwerkelijk actief is <strong>en</strong> naar de m<strong>en</strong>ing van t<strong>en</strong> minste één regulator di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong>nageleefd. 89Bij de vijf typ<strong>en</strong> regulators die Ellickson onderscheidt, gaat het in de eerste plaats omhet individu dat regels voor zichzelf maakt <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over zichzelf handhaaft. In dit gevalkom<strong>en</strong> de actieve regels overe<strong>en</strong> met de persoonlijke ethiek van het individu. De handhavingvan deze regels wordt ondersteund met sancties als schuld- <strong>en</strong> schaamtegevoel<strong>en</strong>s(straf) <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s van trots <strong>en</strong> tevred<strong>en</strong>heid (bonus) die het individu zichzelf op basisvan e<strong>en</strong> evaluatie van het eig<strong>en</strong> gedrag toebedeelt.Bij het tweede type regulator gaat het om contractpartij<strong>en</strong>. Deze partij<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> al danniet schriftelijk vastgelegde afsprak<strong>en</strong> over de doel<strong>en</strong> van <strong>en</strong> de voorwaard<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t hunsam<strong>en</strong>werking. Naargelang de mate waarin deze afsprak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> nagekom<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong>de contractpartij<strong>en</strong> elkaar sanctioner<strong>en</strong>. De sancties bestaan uit beloning<strong>en</strong> bij beterdan overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> prestaties of boetes bij prestaties die slechter zijn dan afgesprok<strong>en</strong>.Verder kunn<strong>en</strong> bij teg<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>de prestaties extra waarborg<strong>en</strong> (bankgaranties, vooruitbetaling<strong>en</strong>z.) word<strong>en</strong> verlangd als bijkom<strong>en</strong>de voorwaard<strong>en</strong> voor de voortzetting van desam<strong>en</strong>werking. De zwaardere sancties bestaan uit de weigering om nog verder met deandere partij sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>, of het toebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van pijn <strong>en</strong>/of schade.De drie overige typ<strong>en</strong> regulators kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> in sociale interactieswaarbij meer dan twee actor<strong>en</strong> zijn betrokk<strong>en</strong>. Anders dan in de hiervoor g<strong>en</strong>oemdegevall<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>de contractpartij<strong>en</strong> <strong>en</strong> het individu dat regels teg<strong>en</strong>overzichzelf handhaaft, hoev<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> niet met de actieve regels te hebb<strong>en</strong> ingestemd.Aanvaarding van de regels is ge<strong>en</strong> voorwaarde voor het actief zijn ervan, omdat desancties kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegepast door actor<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> onderdeel zijn van de primaireinteractie. Ellickson spreekt in dit verband van third party control. De regulators die totdeze categorie behor<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> in de sociale omgeving van hetindividu, organisaties <strong>en</strong> de overheid.Wat de sociale omgeving betreft, gaat het bij de actieve regels om sociale norm<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>voorbeeld hiervan zijn tafelmanier<strong>en</strong>. Bij organisaties gaat het om de norm<strong>en</strong> die binn<strong>en</strong>deze organisaties word<strong>en</strong> opgesteld <strong>en</strong> gehandhaafd. E<strong>en</strong> voorbeeld hiervan zijn de huisregelsvan bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> de statut<strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> stichting<strong>en</strong>, instelling<strong>en</strong> of ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>89 Ellickson 1991, p. 124-126.587Gies<strong>en</strong>_01.indb 53 20-5-2008 16:30:24


M.T. Croesword<strong>en</strong> gehanteerd. Wat de overheid betreft, gaat het bij de actieve regels om de wett<strong>en</strong><strong>en</strong> lagere vorm<strong>en</strong> van wetgeving die de overheid maakt <strong>en</strong> daadwerkelijk handhaaft.De sancties zijn voor de third party regulators soortgelijk. De positieve sancties die d<strong>en</strong>orm<strong>en</strong> in hun werking ondersteun<strong>en</strong> bestaan uit materiële (geld of goeder<strong>en</strong>) of immateriëlebeloning<strong>en</strong> (bijvoorbeeld complim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of (weder)di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>). De negatieve sanctieskunn<strong>en</strong> bestaan uit poging<strong>en</strong> schuld- <strong>en</strong> schaamtegevoel<strong>en</strong>s op te roep<strong>en</strong> (vermaning<strong>en</strong>,verwijt<strong>en</strong>, waarschuwing<strong>en</strong>); uit reputatie-effect<strong>en</strong> (waaronder roddel <strong>en</strong> achterklap); uithet eis<strong>en</strong> van extra waarborg<strong>en</strong> bij voortgezette sam<strong>en</strong>werking; uit de weigering om metde persoon in kwestie sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>; <strong>en</strong> uit ostracisme of het moedwillig toebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>van pijn <strong>en</strong>/of schade. De overheid heeft als extra mogelijkhed<strong>en</strong> in het sanctiears<strong>en</strong>aalde gehele of gedeeltelijke belemmering in de uitoef<strong>en</strong>ing van vrijheidsrecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarnaastverminking, verbanning of executie.Ellickson onderscheidt verder vijf typ<strong>en</strong> regels. 90 In de eerste plaats de substantiële regels.Deze regels zijn inhoudelijk van aard <strong>en</strong> definiër<strong>en</strong> welk gedrag di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> bestraftof beloond <strong>en</strong> welk gedrag als normaal moet word<strong>en</strong> beschouwd <strong>en</strong> daarom noch e<strong>en</strong>bonus, noch e<strong>en</strong> straf verdi<strong>en</strong>t. De vier overige soort<strong>en</strong> regels hebb<strong>en</strong> betrekking opde ev<strong>en</strong>tuele toepassing van de sancties. In de eerste plaats gaat het om de regels dieomschrijv<strong>en</strong> wat, gegev<strong>en</strong> het vertoonde gedrag, de aard <strong>en</strong> omvang van de pass<strong>en</strong>desanctie is. In de tweede plaats gaat het om de regels die aangev<strong>en</strong> hoe de regulators welkeinformatie moet<strong>en</strong> verzamel<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe zij deze informatie moet<strong>en</strong> evaluer<strong>en</strong> voordatzij tot het oplegg<strong>en</strong> van sancties kunn<strong>en</strong> overgaan. In de derde plaats gaat het om deregels die betrekking hebb<strong>en</strong> op de organisatie <strong>en</strong> werkwijze van de regulators zelf. Bijde overheid gaat het bijvoorbeeld om de regels die zowel de organisatie <strong>en</strong> tak<strong>en</strong> van hetoverheidsapparaat als de relaties tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> ervan ord<strong>en</strong><strong>en</strong>. Inde vierde plaats gaat het om de regulatorselectieregels. Voor specifieke domein<strong>en</strong> vanm<strong>en</strong>selijke activiteit omschrijv<strong>en</strong> deze regels welke regulator bevoegd is regels te mak<strong>en</strong><strong>en</strong> te handhav<strong>en</strong>.8 ASBOs e n ge d r a g s t h e o r i eUitgaande van Ellicksons theory of norms is er bij e<strong>en</strong> overlast veroorzak<strong>en</strong>d individusprake van e<strong>en</strong> situatie waarin zowel de persoonlijke ethiek (zelfbeheersing) van ditindividu als de door sancties ondersteunde invloed<strong>en</strong> van tweede <strong>en</strong> derde partij<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>deeffect sorter<strong>en</strong> om te voorkom<strong>en</strong> dat hij in zijn gedrag hinder <strong>en</strong> schade toebr<strong>en</strong>gtaan ander<strong>en</strong>. Sinds 1 april 1999 treedt de Britse overheid hier met nieuwe maatregel<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> op om deze ander<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het overlastgev<strong>en</strong>de gedrag van het individu te bescher-90 Ellickson 1991, p. 132-136.588Gies<strong>en</strong>_01.indb 54 20-5-2008 16:30:24


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour Ordersm<strong>en</strong>. 91 Gegev<strong>en</strong> het feit dat de Britse overheid verkiest te handel<strong>en</strong> in plaats van burgersin staat te stell<strong>en</strong> zichzelf effectief teg<strong>en</strong> de ‘asociaal’ te wer<strong>en</strong>, gegev<strong>en</strong> daarbij het feitdat in dit verband voor het gebruik van negatieve sancties werd gekoz<strong>en</strong>, kon de beëindigingvan het overlastgev<strong>en</strong>de gedrag op drie manier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bereikt: door afschrikkingvan het overlastgev<strong>en</strong>de individu; door ruchtbaarheid te gev<strong>en</strong> aan het gedrag vanhet overlastgev<strong>en</strong>de individu <strong>en</strong> hem op deze wijze aan zijn schuld- <strong>en</strong> schaamtegevoel<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de reputatie-effect<strong>en</strong> van zijn sociale omgeving bloot te stell<strong>en</strong>; of door het feitelijkonmogelijk te mak<strong>en</strong> dat het individu derd<strong>en</strong> overlast bezorgt, bijvoorbeeld doordit individu op te sluit<strong>en</strong>. De nadruk ligt hier op de eerste twee method<strong>en</strong>, omdat hetin beide gevall<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> gedragsverandering van het overlastgev<strong>en</strong>de individu gaat.Det<strong>en</strong>tie volgt ev<strong>en</strong>tueel op het uitblijv<strong>en</strong> van de gedragsverandering <strong>en</strong> heeft daarmeein de eerste plaats betrekking op het gedrag van politie <strong>en</strong> justitie.De belangrijkste werking die van de ASBO werd verwacht, was afschrikking. De relatiefstr<strong>en</strong>ge straff<strong>en</strong> die op de overtreding van de ASBO stond<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> ook zo bedoeld:‘[...] it is to be hoped that the greater p<strong>en</strong>alties which will be available to thecourts to deal with breaches, over and above those which would normallyapply to the conduct which led to the breach, will act as a deterr<strong>en</strong>t [...] Itshould be regarded as a particularly serious mater that the terms of an Orderhave be<strong>en</strong> breached, whatever the conduct which led to the breach.’ 92Om ervoor te zorg<strong>en</strong> dat de gerecht<strong>en</strong> dat ook zo zoud<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, maakte de Crime andDisorder Act 1998 het onmogelijk dat de gerecht<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overtreding vane<strong>en</strong> ASBO met e<strong>en</strong> voorwaardelijke invrijheidsstelling af te do<strong>en</strong>.Het meeste onderzoek dat naar afschrikking wordt gedaan, leidt tot de conclusie dat depakkans in dit verband belangrijker is dan de strafmaat. 93 De gedachte van sommigeeconom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> lagere pakkans kan word<strong>en</strong> uitgeruild teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hogere strafmaat omhetzelfde afschrikkingseffect te bewerkstellig<strong>en</strong>, door sommig<strong>en</strong> verwoord in de extremestelling ‘hang people for parking violations and there will be no parking violations andno hanging’, 94 blijkt in de praktijk niet op te gaan. Tegelijkertijd moet de straf die dreigtwanneer m<strong>en</strong> wordt gepakt natuurlijk niet te laag zijn. Wanneer de sanctie die op hetteg<strong>en</strong> de lamp lop<strong>en</strong> volgt onvoldo<strong>en</strong>de nadeel oplevert, is er ev<strong>en</strong>min sprake van e<strong>en</strong>afschrikwekk<strong>en</strong>de werking. Dit wordt geïllustreerd door het onderzoek van econom<strong>en</strong>91 Niet alle<strong>en</strong> in het hed<strong>en</strong>, maar ook met het oog op de toekomst. Het hebb<strong>en</strong> van (e<strong>en</strong>) zich asociaal gedrag<strong>en</strong>de ouder(s)is e<strong>en</strong> van de sterkste voorspellers van overlastgev<strong>en</strong>d gedrag bij jonger<strong>en</strong> (Eddy & Reid 2002).92 Home Office 1997.93 Van Tulder 1994, p. 47.94 Geciteerd bij Van Tulder 2002.589Gies<strong>en</strong>_01.indb 55 20-5-2008 16:30:24


M.T. Croeshetwelk laat zi<strong>en</strong> dat bij de overtreding van de regels de dreig<strong>en</strong>de sancties van de kantvan de sociale omgeving van het individu vaak meer indruk mak<strong>en</strong> dan de ev<strong>en</strong>tuelesancties die van overheidswege word<strong>en</strong> opgelegd. 95Het principe van naming <strong>en</strong> shaming is op de invloed van deze sociale omgeving vanhet individu gebaseerd. Bij de ASBO was het de bedoeling dat het met naam <strong>en</strong> to<strong>en</strong>aambek<strong>en</strong>dmak<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> welk gedrag van wie de ASBO was gericht, zou help<strong>en</strong> om de daderte bescham<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn omgeving bij deze beschaming in te schakel<strong>en</strong> c.q. voor het toezichtop de naleving van de ASBO te mobiliser<strong>en</strong>. De afhankelijkheid van de omgeving van desociale omgeving maakt dat naming <strong>en</strong> shaming alle<strong>en</strong> werkt indi<strong>en</strong> de norm<strong>en</strong> van d<strong>en</strong>ormgeme<strong>en</strong>schap, waarvan het individu deel uit maakt, overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> met de norm<strong>en</strong>van de regulator die het individu sanctioneert. 96Voor de werking van ev<strong>en</strong>tuele afschrikkingseffect<strong>en</strong> van dreig<strong>en</strong>de sancties van hetzijde overheid, hetzij de sociale omgeving is e<strong>en</strong> duidelijk <strong>en</strong> snel op het onaanvaardbaregedrag volg<strong>en</strong>d signaal noodzakelijk om discounting te voorkom<strong>en</strong>. Van discounting issprake wanneer de voordel<strong>en</strong> in het hed<strong>en</strong> zwaarder weg<strong>en</strong> dan de (ev<strong>en</strong>tuele) nadel<strong>en</strong>in de toekomst. Het leidt tot conc<strong>en</strong>tratie op het hier <strong>en</strong> nu. De neiging tot discountingis algeme<strong>en</strong>, maar de mate waarin m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dat do<strong>en</strong>, is dat niet. Deze mate is afhankelijkvan verschill<strong>en</strong>de biologische <strong>en</strong> sociaal-culturele factor<strong>en</strong>. Het is bijvoorbeeld e<strong>en</strong>bek<strong>en</strong>d nev<strong>en</strong>effect van sociale zekerheid. Door het individu te bevrijd<strong>en</strong> van de materiëlezorg<strong>en</strong> voor later <strong>en</strong> van ongerustheid over ev<strong>en</strong>tuele materiële consequ<strong>en</strong>ties vanzijn gedrag, wordt zijn aandacht op het hier <strong>en</strong> nu gefocust <strong>en</strong> is hij minder g<strong>en</strong>eigd zichin dat gedrag beperking<strong>en</strong> op te legg<strong>en</strong>. Het gevolg hiervan kan overlastgev<strong>en</strong>d gedragzijn 97 of gedrag dat schadelijk is voor het individu zelf, 98 maar discounting wordt ookgeassocieerd met criminele gedraging<strong>en</strong>.Andere gedragsmechanism<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> verondersteld e<strong>en</strong> rol te spel<strong>en</strong> bij het individudat met e<strong>en</strong> ASBO wordt geconfronteerd, zijn consist<strong>en</strong>cy <strong>en</strong> commitm<strong>en</strong>t. Beide mechanism<strong>en</strong>zijn ontle<strong>en</strong>d aan de cognitive dissonance theory van Leon Festinger. 99 Volg<strong>en</strong>sdeze theorie zoek<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> consist<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> hun waard<strong>en</strong>, opvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong> percepties.Wanneer er e<strong>en</strong> conflict bestaat tuss<strong>en</strong> de waard<strong>en</strong> of opvatting<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><strong>en</strong> het gedrag dat zij verton<strong>en</strong>, loss<strong>en</strong> ze dat vaak op door niet hun gedrag in overe<strong>en</strong>stemmingte br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met hun waard<strong>en</strong>, maar door hun waard<strong>en</strong> aan hun gedrag aan tepass<strong>en</strong>. Deze waardeverandering zou bij met ASBOs belaste person<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>95 Van Tulder 2002; Croes 2007b.96 Braithwaite & Drahos 2002; Pawson 2002.97 Dalrymple 2001.98 Hoppe 2005.99 Festinger 1957.590Gies<strong>en</strong>_01.indb 56 20-5-2008 16:30:24


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour Ordersals gevolg van de door sancties ondersteunde beperking van hun handelingsvrijheid. E<strong>en</strong>afkeer van het gev<strong>en</strong> van overlast zou hiervan het gevolg kunn<strong>en</strong> zijn.De theorie achter het commitm<strong>en</strong>t-effect gaat ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s uit van het strev<strong>en</strong> naar consist<strong>en</strong>tie.100 De c<strong>en</strong>trale gedachte hierbij is dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> sowieso de voorkeur hebb<strong>en</strong> omte handel<strong>en</strong> in overe<strong>en</strong>stemming met eerder gedane toezegging<strong>en</strong>. Verondersteld magechter word<strong>en</strong> dat de dreiging van sancties hierbij ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> rol speelt. Het brek<strong>en</strong>van beloft<strong>en</strong> is immers e<strong>en</strong> gedraging die door tweede of derde partij<strong>en</strong> gewoonlijk wordtbestraft, ook als daaraan kost<strong>en</strong> zijn verbond<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook als de derde partij zelf door deprimaire interactie waarbinn<strong>en</strong> het bedrog plaatsvond niet wordt geraakt. 101 Het individuhandhaaft het houd<strong>en</strong> van beloft<strong>en</strong> ook jeg<strong>en</strong>s zichzelf. Halpern, Bates, Beales <strong>en</strong> Heathfield102 gev<strong>en</strong> het voorbeeld van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die als onderdeel van e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t wordtgevraagd op de eig<strong>en</strong>domm<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> te lett<strong>en</strong>. Wanneer vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> pogingwordt gedaan om deze eig<strong>en</strong>domm<strong>en</strong> te stel<strong>en</strong>, is de kans dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die hebb<strong>en</strong>toegezegd op de spull<strong>en</strong> te zull<strong>en</strong> pass<strong>en</strong> de ontvreemding zull<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> te verhinder<strong>en</strong>vier maal groter dan de kans dat omstanders dat zull<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> soortgelijk verschijnselis beschrev<strong>en</strong> door Varese <strong>en</strong> Yaish. 103 Deze auteurs ded<strong>en</strong> onderzoek naar het onderduik<strong>en</strong>van jod<strong>en</strong> in het door de Duitsers bezette Europa. Zij kwam<strong>en</strong> tot de conclusiedat de kans dat jod<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> onderduikplaats werd<strong>en</strong> geholp<strong>en</strong> vele mal<strong>en</strong> groter waswanneer de pot<strong>en</strong>tiële gastgevers om hulp werd gevraagd, <strong>en</strong> nog groter wanneer e<strong>en</strong>gerespecteerde intermediair om deze hulp vroeg.9 ASBOs e n ge d r ag s e f f e c t e nThe proof of the pudding is in the eating. Werkt<strong>en</strong> de ASBOs <strong>en</strong> zo ja, op welk gedragsmechanismewas hun werking gebaseerd? Deze vraag is lastig te beantwoord<strong>en</strong>, zekerwat betreft het tweede deel. Er bestaan vooralsnog maar weinig evaluaties van beleidsinterv<strong>en</strong>tiesgericht teg<strong>en</strong> overlast <strong>en</strong> e<strong>en</strong> echt goede evaluatie van de effect<strong>en</strong> van ASBOsontbreekt. 104 De beste tot zover is e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t onderzoek van de National Audit Office(NAO). Op basis van e<strong>en</strong> steekproef van 893 individu<strong>en</strong> die vanwege hun asocialegedrag aan e<strong>en</strong> beleidsinterv<strong>en</strong>tie werd<strong>en</strong> blootgesteld, kwam de NAO tot de conclusiedat de meerderheid na e<strong>en</strong> dergelijke interv<strong>en</strong>tie het asociale gedrag staakte. Van deze893 werd<strong>en</strong> de meest<strong>en</strong> geconfronteerd met e<strong>en</strong> waarschuwingsbrief of e<strong>en</strong> AcceptableBehaviour Contract (ABC), 105 slechts 23% kreeg e<strong>en</strong> ASBO. Van de 211 person<strong>en</strong> die e<strong>en</strong>100 Van Brugg<strong>en</strong> 2001.101 Fehr & Fischbacher 2004.102 Halpern, Bates, Beales & Heathfield 2004.103 Varese & Yaish 2004.104 Rubin, Rabinovich & Hallsworth 2006; NAO 2006.105 Zie noot 13.591Gies<strong>en</strong>_01.indb 57 20-5-2008 16:30:24


M.T. CroesASBO kreg<strong>en</strong>, was 85% man <strong>en</strong> was 38% jonger dan 18 jaar. Iets meer dan de helft van deindividu<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ASBO ging opnieuw in de fout: van de 211 individu<strong>en</strong> overtrad 55%de bepaling<strong>en</strong> van hun ASBO. De mate waarin de ASBO is overtred<strong>en</strong>, is in dit onderzoekdaarmee hoger dan het officiële cijfer dat op 45% komt. 106 Van de 115 overtredersvan de ASBO overtrad 42% de bepaling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> of tweemaal terwijl 35% dat vijf keer ofmeer deed. Onder de overtreders was vier maal het gemiddelde aantal overtreding<strong>en</strong>. 107In het onderzoek van de NAO lijkt de ASBO het minst effectief in het verhinder<strong>en</strong> vannieuwe overlast (45% succes) vergelek<strong>en</strong> met waarschuwing<strong>en</strong> (63% succes) <strong>en</strong> de ABCs(65% succes). De Youth Justice Board voert in dit verband de hoge mate waarin de ASBOwordt overtred<strong>en</strong> op als bewijs dat de maatregel niet werkt. Volg<strong>en</strong>s deze organisatiezoud<strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> niet word<strong>en</strong> afgeschrikt door de kans op gevang<strong>en</strong>isstraf bij overtredingvan de ASBO, <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s hun ouders zou de ASBO door het kroost zelfs als e<strong>en</strong> badge ofhonour word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. 108 De sociale omgeving van de asociale jongere lijkt met anderewoord<strong>en</strong> op het door hem verwerv<strong>en</strong> van de ASBO niet negatief te reager<strong>en</strong>: naming <strong>en</strong>shaming-effect<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> zo niet op.Hierbij hor<strong>en</strong> echter t<strong>en</strong> minste twee kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. In de eerste plaats moet word<strong>en</strong>beseft dat de ASBO gewoonlijk teg<strong>en</strong> de ‘moeilijkere’ gevall<strong>en</strong> wordt ingezet. In het onderzoekvan de NAO had 80% van de 211 lied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ASBO e<strong>en</strong> strafblad met e<strong>en</strong> gemiddeldaantal van 26 veroordeling<strong>en</strong>. Bij dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die e<strong>en</strong> CRASBO kreg<strong>en</strong>, was dit gemiddeldaantal veroordeling<strong>en</strong> zelfs 62. Ter vergelijking: van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> schriftelijkewaarschuwing kreg<strong>en</strong>, had maar 20% e<strong>en</strong> strafblad (met gemiddeld 15 veroordeling<strong>en</strong>),voor de ABCs was dat 34% (met gemiddeld 17 veroordeling<strong>en</strong>). 109 In de tweede plaatsdi<strong>en</strong>t erop te word<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong> dat de gemiddelde tijdsduur tuss<strong>en</strong> de beleidsinterv<strong>en</strong>tie<strong>en</strong> de overtreding bij de ASBO veel langer was dan bij de waarschuwing of de ABCs: 296dag<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> respectievelijk 73 <strong>en</strong> 155 dag<strong>en</strong>. Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de kans op ontdekkingvan e<strong>en</strong> overtreding van e<strong>en</strong> ABC, het neger<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> waarschuwing of het overtred<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> ASBO gelijk is, wijst dit erop dat de ASBO e<strong>en</strong> relatief lange periode werkzaamis, e<strong>en</strong> periode gedur<strong>en</strong>de welke overlast van de overlastgever wordt voorkom<strong>en</strong>.In het licht van deze kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> lijkt de ASBO als instrum<strong>en</strong>t ter bestrijding vanoverlast niet onsuccesvol. 110 Temeer omdat in het algeme<strong>en</strong>106 Data Home Office.107 NAO 2006.108 YJB 2006.109 Ibid.110 Het overtred<strong>en</strong> van de ASBO staat overig<strong>en</strong>s niet gelijk aan het fal<strong>en</strong> van de beleidsopzet. De bedoeling was de geme<strong>en</strong>schapteg<strong>en</strong> het gedrag van de ‘asociaal’ te bescherm<strong>en</strong>. De overtreding van de ASBO geeft de mogelijkheid om dezebescherming middels det<strong>en</strong>tie te realiser<strong>en</strong>.592Gies<strong>en</strong>_01.indb 58 20-5-2008 16:30:24


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour Orders‘metanalytical reviews indicate that there is no evid<strong>en</strong>ce that punitive sanctionsand other interv<strong>en</strong>tions concerned with the restriction and regulation ofthe individual can be relied on to prev<strong>en</strong>t re-off<strong>en</strong>ding.’ 111Sancties hebb<strong>en</strong> gewoonlijk of ge<strong>en</strong> effect, of e<strong>en</strong> negatief effect op de frequ<strong>en</strong>tiewaarmee nieuwe overtreding<strong>en</strong> word<strong>en</strong> begaan. Dat lijkt ook voor de ASBO te geld<strong>en</strong>,maar gegev<strong>en</strong> de hoge mate waarin veroordeeld<strong>en</strong> gewoonlijk recidiver<strong>en</strong>, 112 valt het succesniveauvan 45% van de ASBO niet teg<strong>en</strong>. Wellicht is dit het gevolg van de inzet vande ASBO juist teg<strong>en</strong> die individu<strong>en</strong> die al het nodige op hun kerfstok hebb<strong>en</strong>. Dergelijkeperson<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> geregeld over weinig zelfbeheersing <strong>en</strong> bij h<strong>en</strong> zou afschrikkingnog het best werk<strong>en</strong>, 113 ev<strong>en</strong>tueel gevolgd door consist<strong>en</strong>cy- <strong>en</strong> commitm<strong>en</strong>t-effect<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> overtreding van de ASBO betek<strong>en</strong>t nog niet dat deze als beleidsmaatregel heeftgefaald: de overtreding kan als grond di<strong>en</strong><strong>en</strong> om strafrechtelijke maatregel<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> debewuste overlastgever te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>leving op andere wijz<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> zijn gedragte bescherm<strong>en</strong>. In dit verband is het van belang erop te wijz<strong>en</strong> dat met de overtredingvan de ASBO door de gerecht<strong>en</strong> betrekkelijk mild wordt omgesprong<strong>en</strong>: in slechts 41% 114tot iets meer dan de helft 115 van de gevall<strong>en</strong> van overtreding van de ASBO volgde gevang<strong>en</strong>isstraf.Dat de ASBO desondanks e<strong>en</strong> afschrikwekk<strong>en</strong>de werking heeft, kan als e<strong>en</strong>aanwijzing word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> serieuze bestraffing bij overtreding van de ASBO nietgegarandeerd hoeft te zijn of dat het nog onvoldo<strong>en</strong>de bek<strong>en</strong>d is dat rechters lankmoedigop e<strong>en</strong> overtreding van de ASBO reager<strong>en</strong>. Het kan echter ook word<strong>en</strong> geïnterpreteerdals e<strong>en</strong> aanwijzing dat niet de dreig<strong>en</strong>de sancties van de overheid, maar die van e<strong>en</strong>andere regulator de doorslag gev<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> regulator die onmiddellijk kan reager<strong>en</strong> <strong>en</strong> hetdiscounting-effect kan verslaan. Vooralsnog blijft over de werkzame gedragsmechanism<strong>en</strong>veel onduidelijk. Verder onderzoek zal hierin wellicht meer klaarheid kunn<strong>en</strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.10 Co n c l u s i eNa e<strong>en</strong> aantal verlor<strong>en</strong> verkiezing<strong>en</strong> op rij sloeg de Britse Labour Party halverwege dejar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig van de vorige eeuw e<strong>en</strong> andere koers in. Onder leiding van Tony Blairbegon de partij afscheid te nem<strong>en</strong> van het m<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> maatschappijbeeld volg<strong>en</strong>s welke hetgedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> louter door de omstandighed<strong>en</strong> wordt bepaald. Crimineel gedrag <strong>en</strong>111 Prior & Paris 2005. E<strong>en</strong> uitzondering hierop is, vanzelfsprek<strong>en</strong>d, incapacitatie. Voor de deur van de det<strong>en</strong>tie is deextramurale sam<strong>en</strong>leving gevrijwaard van recidive.112 Wartna & Toll<strong>en</strong>aar 2006.113 Wright, Caspi, Moffit & Paternoster 2002.114 Dit is deels als gevolg van tegelijkertijd lop<strong>en</strong>de strafzak<strong>en</strong>. NAO 2006, p. 25.115 Hans<strong>en</strong>, Bill & Pease 2005.593Gies<strong>en</strong>_01.indb 59 20-5-2008 16:30:25


M.T. Croesoverlast werd door de partij nu meer als e<strong>en</strong> keuze gezi<strong>en</strong>. De plegers kond<strong>en</strong> voor dezekeuze niet alle<strong>en</strong> verantwoordelijk word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>, zij zoud<strong>en</strong> er ook met behulp vanafschrikking van kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgehoud<strong>en</strong>. Met e<strong>en</strong> programma van ‘tough on crime,tough on the causes of crime’ zette Labour zich vervolg<strong>en</strong>s neer als de law and orderpartijvan Groot-Brittannië <strong>en</strong> won de verkiezing<strong>en</strong> van 1997.Onderdeel van het nieuwe Labour-beleid met betrekking tot overlast was de Anti SocialBehaviour Order (ASBO). Deze civielrechtelijke maatregel werd in 1998 met de Crimeand Disorder Act in Engeland <strong>en</strong> Wales ingevoerd om de lokale autoriteit<strong>en</strong> in staat testell<strong>en</strong> nam<strong>en</strong>s de lokale geme<strong>en</strong>schap effectief teg<strong>en</strong> overlast op te tred<strong>en</strong>. De introductievan de ASBO per 1 april 1999 betek<strong>en</strong>de dat overlastgevers bepaalde gedraging<strong>en</strong>verbod<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op straffe van e<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong>isstraf van t<strong>en</strong> hoogste vijf jaar bijovertreding van de bepaling<strong>en</strong> van de ASBO. Zowel het lokale bestuur als de politie konbij de rechter e<strong>en</strong> aanvraag voor e<strong>en</strong> dergelijke ASBO indi<strong>en</strong><strong>en</strong>. De rechter evalueerdevervolg<strong>en</strong>s het bewijsmateriaal teg<strong>en</strong> de verdachte van overlast <strong>en</strong> besloot de ASBO aldan niet toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Zoals uit de BCS was geblek<strong>en</strong>, vond<strong>en</strong> veel Britt<strong>en</strong> overlast e<strong>en</strong>probleem. De one day count van asociaal gedrag in 2003 bracht vervolg<strong>en</strong>s de omvangvan dit probleem in beeld: de telling kwam uit op meer dan 66.000 melding<strong>en</strong> van hetpubliek bij de 1500 aan de telling deelnem<strong>en</strong>de organisaties.In deze bijdrage zijn de oorsprong, achtergrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedragseffect<strong>en</strong> van de ASBObehandeld. Daarbij is eerst aandacht besteed aan de effect<strong>en</strong> van de ASBO-regelgevingop de functionariss<strong>en</strong> bij de lokale autoriteit<strong>en</strong> die met het van kracht word<strong>en</strong> ervan debeschikking hadd<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> nieuw instrum<strong>en</strong>t om overlast te bestrijd<strong>en</strong>. Deeerste jar<strong>en</strong> werd dit instrum<strong>en</strong>t echter nauwelijks gebruikt: in 1999 gebeurde dat 104keer; in 2000 137; in 2001 350 keer; <strong>en</strong> in 2002 426 keer. Aan de hand van de theorie vanGriffiths over de sociale werking van rechtsregels is inzichtelijk gemaakt waarom ditgebeurde. De belangrijkste red<strong>en</strong> hiervoor is dat beleidsmakers op nationaal niveau ervolg<strong>en</strong>s Griffiths t<strong>en</strong> onrechte van uitgaan dat regels werk<strong>en</strong> als beoogd <strong>en</strong> het gedrag vande normadressaat (in dit geval: lagere functionariss<strong>en</strong>) in de gew<strong>en</strong>ste richting leid<strong>en</strong>.Deze functionariss<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> echter over de wil <strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> (waaronder k<strong>en</strong>nisvan de regels) beschikk<strong>en</strong> voordat zij aan de regels kunn<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>.De Britse regering maakte met e<strong>en</strong> aantal wetswijziging<strong>en</strong> <strong>en</strong> publieke druk op met namede politie hiervan in 2002 meer werk. De aantall<strong>en</strong> afgegev<strong>en</strong> ASBOs nam<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>sflink toe: van 1336 ASBOs in 2003 tot 3440 in 2004 <strong>en</strong> 4060 in 2005. Deze to<strong>en</strong>ameheeft sommige wet<strong>en</strong>schappers ertoe verleid te bewer<strong>en</strong> dat de ASBO-stroom buit<strong>en</strong>haar oevers is getred<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de intolerante lokale autoriteit<strong>en</strong> tamelijk lukraak in derichting van allerlei gedraging<strong>en</strong> is geleid die moeilijk als overlastgev<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>beschouwd. Ter ondersteuning van deze stelling gev<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappers welvoorbeeld<strong>en</strong>, maar ge<strong>en</strong> kwantitatief bewijs. Ze overtuigt bijgevolg niet, temeer omdat594Gies<strong>en</strong>_01.indb 60 20-5-2008 16:30:25


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour Ordersde in de periode 1999-2005 9.853 uitgevaardigde ASBOs tamelijk schril afstek<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de66.000 dagelijkse melding<strong>en</strong> van asociaal gedrag.In het tweede deel van deze bijdrage was de aandacht gericht op het individu teg<strong>en</strong> wiede ASBO wordt ingezet. In dit verband is eerst e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e theorie over norm<strong>en</strong> vanEllickson geïntroduceerd om meer grip te krijg<strong>en</strong> op de typ<strong>en</strong> actor<strong>en</strong> <strong>en</strong> soort<strong>en</strong> regelsdie in het gedrag van normadressat<strong>en</strong> van belang zijn. Meer specifieke gedragstheorieënwez<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s op de mogelijke gevolg<strong>en</strong> van afschrikking, naming <strong>en</strong> shaming, discounting<strong>en</strong> van consist<strong>en</strong>cy- <strong>en</strong> committ<strong>en</strong>t-effect<strong>en</strong>. Wat de beoogde werking van deASBO betreft blijkt uit onderzoek dat de ASBO in ongeveer de helft van de gevall<strong>en</strong>wordt overtred<strong>en</strong>. Anders dan soms wordt gesteld, kan dit nog niet als e<strong>en</strong> blijk vanhet fal<strong>en</strong> van de maatregel als zodanig word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. De ASBO wordt in de praktijkveelal ingezet teg<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> die reeds e<strong>en</strong> strafblad hebb<strong>en</strong>. Aangezi<strong>en</strong> deze person<strong>en</strong>gewoonlijk in hoge mate recidiver<strong>en</strong>, zou met deze recidive bij de beoordeling van hetsucces van de ASBO rek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>. Datzelfde geldt voor de tijdsduurdie verstrijkt tuss<strong>en</strong> het mom<strong>en</strong>t dat de order wordt afgekondigd <strong>en</strong> het mom<strong>en</strong>t datdeze wordt overtred<strong>en</strong>. Dat 55% van de ASBOs wordt overtred<strong>en</strong>, betek<strong>en</strong>t bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>nog niet dat de ASBO als beleidsmaatregel heeft gefaald: de overtreding kan als gronddi<strong>en</strong><strong>en</strong> om strafrechtelijke maatregel<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de bewuste overlastgever te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> desam<strong>en</strong>leving op andere wijz<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> zijn gedrag te bescherm<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> opmerkelijk punt is in dit verband dat rechters in ongeveer de helft van de gevall<strong>en</strong>van overtreding van de ASBO e<strong>en</strong> taakstraf in plaats van gevang<strong>en</strong>isstraf oplegd<strong>en</strong>. Ditroept de vraag op wat het werkzame mechanisme is achter de ASBO. Zoud<strong>en</strong> de overlastgeversword<strong>en</strong> afgeschrikt in de wet<strong>en</strong>schap dat overtreding van de ASBO in de helft vande gevall<strong>en</strong> niet tot gevang<strong>en</strong>isstraf leidt? Misschi<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> bij de werking van de ASBOandere gedragsmechanism<strong>en</strong> dan afschrikking e<strong>en</strong> rol. Nader onderzoek kan hieroverwellicht meer uitsluitsel bied<strong>en</strong>.Lit e r a t u u rAudit Commission 2006Audit Commission, Neighbourhood crime and anti-social behaviour. Making places safer throughimproved local working. Wetherby: Audit Commission 2006.Braithwaite & Drahos 2002J. Braithwaite & P. Drahos, ‘Zero tolerance, naming and shaming: is there a case for it withcrimes of the powerful?’ The Australian and New Zealand Journal of Criminology, nr. 35, 2002,p. 269-288.595Gies<strong>en</strong>_01.indb 61 20-5-2008 16:30:25


M.T. CroesBullock & Jones 2004K. Bullock & B. Jones, Acceptable Behaviour Contracts. Addressing antisocial behaviour in theLondon Borough of Islington. Lond<strong>en</strong>: Home Office 2004.Burney 2005E. Burney, Making people behave. Anti-social behaviour, politics and policy. Portland: WillanPublishing 2005.Campbell 2002S. Campbell, A review of anti-social behaviour orders. Lond<strong>en</strong>: Home Office 2002.Canon 1998B.C. Canon, ‘The supreme court and policy reform: the hollow hope revisited.’ in: D.A. Schultz(red.), Leveraging the law. Using the courts to achieve social change. New York, Washington e.a.:Peter Lang 1998, p. 215-249.Cooper, Anscombe & Av<strong>en</strong>ell 2006C. Cooper, J. Anscombe, J. Av<strong>en</strong>ell e.a. A national evaluation of Community Support Officers.Lond<strong>en</strong>: Home Office 2006.Croes 2007aM. Croes, ‘Amerikaanse less<strong>en</strong>.’ Justitiële verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong>, jrg. 33, nr. 4, 2007, p. 124-132.Croes 2007bM.T. Croes, Naar e<strong>en</strong> ‘bruikbare rechtsorde’. Bijdrag<strong>en</strong> uit de sociale wet<strong>en</strong>schap. D<strong>en</strong> Haag:WODC 2007.Croes 2007cM. Croes, ‘De waves that rule Britannia.’ Recht der werkelijkheid, jrg. 28, nr. 2, p. 79-85.Dalrymple 2001T. Dalrymple, Life at the bottom. The worldview that makes the underclass. Chicago: Ivan R. Dee2001.Demirkaya 2006Y. Demirkaya, ‘The changing managem<strong>en</strong>t of local governm<strong>en</strong>t under New Labour in England:best value policy.’ Public administration and managem<strong>en</strong>t, jrg. 11, nr. 2, 2006, p. 44-74.DETR 1998Departm<strong>en</strong>t of the Environm<strong>en</strong>t, Transport and the Regions, Modern local governm<strong>en</strong>t: in touchwith the people. Lond<strong>en</strong>: Departm<strong>en</strong>t of the Environm<strong>en</strong>t, Transport and the Regions 1998.Dodd, Nicholas, Povey & Walker 2004T. Dodd, S. Nicholas, D. Povey & A. Walker, Crime in England and Wales 2003/2004. Lond<strong>en</strong>:Home Office 2004.Eddy & Reid 2002J.M. Eddy & J.B. Reid, The anti-social behavior of adolesc<strong>en</strong>t childr<strong>en</strong> of incarcerated par<strong>en</strong>ts: adevelopm<strong>en</strong>tal perspective. Oregon: Oregon Social Learning C<strong>en</strong>ter 2002.596Gies<strong>en</strong>_01.indb 62 20-5-2008 16:30:25


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour OrdersEgelkamp 2002M.M. Egelkamp, Inflation von Gewalt? Strafrechtliche und kriminologische Abalys<strong>en</strong> on Qualifikations<strong>en</strong>tscheidung<strong>en</strong>in d<strong>en</strong> Niederland<strong>en</strong> und Deutschland. Groning<strong>en</strong>: zonder uitgever 2002.Ellickson 1991R.C. Ellickson, Order without law. How neighbors settle disputes. Cambridge (VS): Harvard UniversityPress 1991.Fehr & Fischbacher 2004E. Fehr & U. Fischbacher, ‘Third-party punism<strong>en</strong>t and social norms.’ Evolution and human behaviour,jrg. 25, nr. 1, 2004, p. 63-87.Festinger 1957L. Festinger, A theory of cognitive dissonance. Stanford: Stanford University Press 1957.Griffiths 2003J. Griffiths, ‘The social working of legal rules.’ Journal of legal pluralism, nr. 48, 2003, p. 1-84.Halpern, Bates, Beales & Heathfield 2004D. Halpern, C. Bates, G. Beales & A. Heathfield, Personal responsibility and changing behaviour:the state of knowledge and its implications for public policy. Lond<strong>en</strong>: Cabinet Office 2004.Hans<strong>en</strong>, Bill & Pease 2005R. Hans<strong>en</strong>, L. Bill & K. Pease, ‘Nuisance off<strong>en</strong>ders: scoping the public policy problems.’ In: M.Tonry (ed.), Confronting crime: crime control under new Labour. Cullompton: Willan Publishing2005, p. 80-94.Harradine, Kodz, Lemmetti & Jones 2004S. Harradine, J. Kodz, F. Lemetti & B. Jones, Defining and measuring anti-social behaviour, Developm<strong>en</strong>tand Practice Report 26. London: Home Office 2004.Harcourt & Ludwig 2006B.E. Harcourt & J. Ludwig, ‘Brok<strong>en</strong> windows: new evid<strong>en</strong>ce from New York City and a five citysocial experim<strong>en</strong>t.’ The University of Chicago Law Review, vol. 73, 2006, p. 271-320.Van der Heide & Egg<strong>en</strong> 2007W. van der Heide & A.Th.J. Egg<strong>en</strong> (red.), Criminaliteit <strong>en</strong> rechtshandhaving 2006. Ontwikkeling<strong>en</strong><strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> Haag: Boom Juridische uitgevers 2007.Himmelfarb 2005G. Himmelfarb, The roads to modernity. The British, Fr<strong>en</strong>ch, and American <strong>en</strong>light<strong>en</strong>m<strong>en</strong>ts. NewYork: Alfred A. Knopf 2005.Home Office 1997Home Office, Community safety order: a consultation paper. Lond<strong>en</strong>: Home Office 1997.Home Office 1998Home Office, Crime and disorder bill 1998. Guidance on statutory crime and disorder partnerships.Lond<strong>en</strong>: Home Office 1998.597Gies<strong>en</strong>_01.indb 63 20-5-2008 16:30:25


M.T. CroesHome Office 2001Home Office, Policing in a new c<strong>en</strong>tury: a blueprint for reform. Lond<strong>en</strong>: Home Office 2001.Home Office 2002Home Office, The national policing plan 2003–2006. Lond<strong>en</strong>: Home Office 2002.Home Office 2003Home Office, Respect and responsibility. Taking a stand against anti-social behaviour. Lond<strong>en</strong>:Home Office 2003.Home Office 2004Home Office, Defining and measuring anti-social behaviour. Lond<strong>en</strong>: Home Office 2004.Hoppe 2005H.-H. Hoppe, ‘On time prefer<strong>en</strong>ce, governm<strong>en</strong>t, and the process of decivilization.’ H. Hoppe,Democracy. The God that failed. The economics and politics of monarchy, democracy, and naturalorder. New Brunswick: Transaction Publishers 2005, p. 1-43.Lasch 1996C. Lasch, The revolt of the elites and the betrayal of democracy. New York: W.W. Norton & Company1996.MacDonald 2006S. MacDonald, ‘A suicidal woman, roaming pigs and a noisy trampolinist: refining the ASBO’sdefinition of “Anti-Social Behaviour”.’ Modern Law Review, jrg. 69, nr. 2, p. 183-213.NAO 2006National Audit Office, Tackling anti-social behaviour. Report by the comptroller and auditorg<strong>en</strong>eral. Lond<strong>en</strong>: Home Office 2006.NAPO 2005NAPO, Anti Social Behaviour Orders. An analysis of the first six years. Lond<strong>en</strong>: NAPO 2005.Nicholas, Kershaw & Walker 2007S. Nicholas, C. Kershaw & A. Walker, Crime in England and Wales. Lond<strong>en</strong>: Home Office 2007.Pawson 2002R. Pawson, ‘Evid<strong>en</strong>ce and policy and naming and shaming.’ Policy Studies, jrg. 23, nr. 3-4, 2002,p. 211-230.Prick 2006L. Prick, Dramm<strong>en</strong>, dreig<strong>en</strong>, draai<strong>en</strong>. Hoe het onderwijs twintig jaar lang vernieuwd werd.Amsterdam: Mets & Schilt 2006.Prior & Paris 2005D. Prior & A. Paris, ‘Prev<strong>en</strong>ting childr<strong>en</strong>’s involvem<strong>en</strong>t in crime and anti-social behaviour: a literaturereview. A paper produced for the National Evaluation of the Childr<strong>en</strong>’s fund.’ Birmingham:Institute of applied sci<strong>en</strong>ce 2005.598Gies<strong>en</strong>_01.indb 64 20-5-2008 16:30:25


<strong>Gedrag</strong>seffect<strong>en</strong> van Anti Social Behaviour OrdersRos<strong>en</strong>berg 1991G.N. Ros<strong>en</strong>berg, The hollow hope. Can courts bring about social change? Chicago: Chicago UniversityPress 1991.Ros<strong>en</strong>berg 1998G.N. Ros<strong>en</strong>berg, ‘Knowledge and desire: thinking about courts and social change.’ In: D.A. Schultz(red.), Leveraging the law. Using the courts to achieve social change. New York, Washington e.a.:Peter Lang 1998, p. 251-291.Rubin, Rabinovich & Hallsworth 2006J. Rubin, L. Rabinovich, M. Hallsworth, E. Nason, Interv<strong>en</strong>tions to reduce anti-social behaviourand crime. A review of effectiv<strong>en</strong>ess and costs. RAND Europe 2006.Schultz & Gottlieb 1998D. Schultz & S.E. Gottlieb, ‘Legal functionalism and social change: a reassessm<strong>en</strong>t of Ros<strong>en</strong>berg’sthe hollow hope.’ in: D.A. Schultz (red.), Leveraging the law. Using the courts to achieve socialchange. New York, Washington e.a.: Peter Lang 1998, p. 169-213.Squires & Steph<strong>en</strong> 2005P. Squires & D.E. Steph<strong>en</strong>, Rougher justice. Anti-social behaviour and young people. Portland:Willan Publishing 2005.Tarling, Dowds & Budd 2000R. Tarling, L. Dowds & T. Budd, Victim and witness intimidation: key findings from the BritishCrime Survey. Lond<strong>en</strong>: Home Office 2000.Thorp, Fiddick & Wood 1998A. Thorp, J. Fiddick & E. Wood, Anti-social neighbours, sex off<strong>en</strong>ders, racially motivated off<strong>en</strong>cesand s<strong>en</strong>t<strong>en</strong>cing drug-dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t off<strong>en</strong>ders. Lond<strong>en</strong>: House of commons library 1998.Upson 2006A. Upson, Perceptions and experi<strong>en</strong>ce of anti-social behaviour: findings from the 2004/05 BritishCrime Survey. Lond<strong>en</strong>: Home Office 2006.Van Brugg<strong>en</strong> 2001A.C. van Brugg<strong>en</strong>, Individual production of social well-being: an exploratory study. Groning<strong>en</strong>:ICS 2001.Van Thiel & Leeuw 2002S. van Thiel & F.L. Leeuw, ‘The performance paradox in the public sector.’ Public performance &managem<strong>en</strong>t review, vol. 25, nr. 3, 2002, p. 267-281.Van Tulder 1994F.P. van Tulder, Van misdaad tot straf. E<strong>en</strong> economische b<strong>en</strong>adering van de strafrechtelijke ket<strong>en</strong>.Rijswijk: SCP 1994.Van Tulder 2002F.P. van Tulder, ‘Econom<strong>en</strong> over straftoemeting.’ Tijdschrift voor criminologie, jrg. 44, nr. 3, 2002,p. 300-307.599Gies<strong>en</strong>_01.indb 65 20-5-2008 16:30:25


M.T. CroesVarese & Yaish 2004F. Varese & M. Yaish, The importante of being asked. The rescue of Jews in Nazi Europe. Rationalityand society, jrg. 12, nr. 3, 2000, p. 307-334.Walker, Kershaw & Nicholas 2006A. Walker, C. Kershaw & S. Nicholas, Crime in England and Wales 2005/06. Lond<strong>en</strong>: Home Office2006.Wartna & Toll<strong>en</strong>aar 2006B.S.J. Wartna & N. Toll<strong>en</strong>aar, Recidive 1997-2003. Ontwikkeling<strong>en</strong> in het niveau van de strafrechtelijkerecidive van jeugdige <strong>en</strong> volwass<strong>en</strong> daders. D<strong>en</strong> Haag 2006: WODC.Wilson & Kelling 1982J.Q. Wilson & G.L. Kelling, ‘Brok<strong>en</strong> windows: The police and neighborhood safety.’ Atlanticmonthly, maart 1982, pp. 29-38. http://www.manhattan-institute.org/pdf/_atlantic_monthlybrok<strong>en</strong>_windows.pdf[7-9-2007].Wong 2006K. Wong, Antisocial behaviour and housing bodies. Sharing effective practice in prev<strong>en</strong>ting antisocialbehaviour. Findings from a study in the West-Midlands. Lond<strong>en</strong>: NACRO 2006.Wood 2004M. Wood, Perceptions and experi<strong>en</strong>ce of antisocial behaviour: findings from the 2003/2004 BritishCrime Survey. Lond<strong>en</strong>: Home Office 2004.Wright, Caspi, Moffit & Paternoster 2002B.R.E. Wright, A.Caspi, T.E. Moffitt & R. Paternoster, ‘Does the perceived risk of punishm<strong>en</strong>tdeter criminally prone individuals? Rational choice, self-control, and crime.’ Journal of researchin crime and delinqu<strong>en</strong>cy, vol. 41, nr. 2, 2004, p. 180-213.YJB 2006Youth Justice Board, Anti-social behaviour orders. YJB 2006.600Gies<strong>en</strong>_01.indb 66 20-5-2008 16:30:25


<strong>Hoofdstuk</strong> 23Afsluit<strong>en</strong>de observatiesA.J. Verheij, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> W.H. van Boom 11 In l e i d i n gIn dit afsluit<strong>en</strong>de hoofdstuk kom<strong>en</strong> wij naar aanleiding van de voorgaande bijdrag<strong>en</strong>nog tot <strong>en</strong>kele afrond<strong>en</strong>de observaties. Daarbij is e<strong>en</strong> eerste belangrijke vraag wat demogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> zijn van de in deze bundel gevolgde multidim<strong>en</strong>sionalemethode. Deze kwam er (zie par. 5 van de Inleiding) kort gezegd op neer dat de resultat<strong>en</strong>van andere disciplines word<strong>en</strong> gebruikt om door jurist<strong>en</strong> 2 (wetgever <strong>en</strong> rechter)gehanteerde gedragspresumpties <strong>en</strong> gedragseffect<strong>en</strong> nader te onderzoek<strong>en</strong>. Hoewel<strong>en</strong>kele auteurs ook zelf empirisch onderzoek hebb<strong>en</strong> verricht (Bacharias, Lind<strong>en</strong>bergh <strong>en</strong>Mascini) of eerder eig<strong>en</strong> empirisch onderzoek hebb<strong>en</strong> gebruikt (Van Erp; Loon<strong>en</strong>; VanDijck; Huls <strong>en</strong> Jungmann), is voor de hier gekoz<strong>en</strong> methode nu juist typer<strong>en</strong>d dat e<strong>en</strong>jurist de onderzoeksresultat<strong>en</strong> gebruikt die e<strong>en</strong> niet-jurist in niet-juridisch onderzoekheeft vergaard, om vervolg<strong>en</strong>s tot e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> normatief oordeel te kom<strong>en</strong>. Het normatieveoordeel wordt uiteraard niet direct gebaseerd op de empirische gegev<strong>en</strong>s, maar is daarwel door geïnformeerd.De bijdrag<strong>en</strong> in deze bundel kunn<strong>en</strong>, zo beschouwd, gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als ‘empirische’gegev<strong>en</strong>s omtr<strong>en</strong>t de werkbaarheid <strong>en</strong> het nut van de multidim<strong>en</strong>sionale methode. Wijging<strong>en</strong> bij de aanvang van deze bundel namelijk zelf ook uit van verschill<strong>en</strong>de veronderstelling<strong>en</strong>:1 er zijn e<strong>en</strong>duidige niet-juridische of empirische gegev<strong>en</strong>s beschikbaar;2 deze zijn op zichzelf beschouwd te extrapoler<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> juridische context;3 deg<strong>en</strong>e die deze vertaalslag maakt, hoeft niet geschoold te zijn in de disciplinewaaraan de onderzoeksresultat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ontle<strong>en</strong>d; <strong>en</strong>1 Albert Verheij is advocaat bij Stibbe te Amsterdam <strong>en</strong> honorair universitair hoofddoc<strong>en</strong>t aan de Universiteit Utrecht,<strong>Ivo</strong> Gies<strong>en</strong> is hoogleraar burgerlijk recht aan de Universiteit Utrecht <strong>en</strong> Willem van Boom is hoogleraar <strong>privaatrecht</strong>aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.2 Waar we in dit hoofdstuk het begrip ‘jurist’ hanter<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> we in de eerste plaats het oog op de privatist.601Gies<strong>en</strong>_01.indb 67 20-5-2008 16:30:26


A.J. Verheij, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> W.H. van Boom4 de niet-juridische of empirische gegev<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> meerwaarde voor de normatievejuridische besluitvorming door de rechter of wetgever.In het navolg<strong>en</strong>de wordt allereerst onderzocht in hoeverre deze presumpties houdbaarwar<strong>en</strong> (par. 2). Vervolg<strong>en</strong>s komt aan de orde of er e<strong>en</strong> rode draad valt te constater<strong>en</strong> in debijdrag<strong>en</strong> (par. 3). Daarmee wordt bedoeld of de kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die door de resultat<strong>en</strong>uit andere disciplines word<strong>en</strong> geplaatst bij gedragspresumpties <strong>en</strong> gedragseffect<strong>en</strong> vanjurist<strong>en</strong> in hetzelfde vlak ligg<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>: zijn er één of meer typer<strong>en</strong>devooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> te constater<strong>en</strong> waar jurist<strong>en</strong> blijk van gev<strong>en</strong>? T<strong>en</strong> slotte prober<strong>en</strong>wij e<strong>en</strong> eerste inschatting te gev<strong>en</strong> van de toekomst van de multidim<strong>en</strong>sionale methode.Is dat e<strong>en</strong> zinvolle weg (par. 4)?2 Pr e s u m p t i e s2.1 Presumptie 1: er zijn e<strong>en</strong>duidige niet-juridische of empirische gegev<strong>en</strong>s beschikbaarE<strong>en</strong> eerste belangrijke presumptie was dat schrijvers niet-juridische of empirischegegev<strong>en</strong>s zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> die e<strong>en</strong>duidig zijn in de zin dat er ge<strong>en</strong> sprake is vanteg<strong>en</strong>strijdigheid. In de meeste gevall<strong>en</strong> klopte deze presumptie, maar in e<strong>en</strong> aantalgevall<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> schrijvers met problem<strong>en</strong> geconfronteerd doordat onderzoeksresultat<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>strijdig war<strong>en</strong> of omdat er te weinig onderzoeksresultat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> om algem<strong>en</strong>econclusies te trekk<strong>en</strong>.Bacharias, Lind<strong>en</strong>bergh <strong>en</strong> Mascini tracht<strong>en</strong> bijvoorbeeld zicht te krijg<strong>en</strong> op de (ongew<strong>en</strong>ste)gevolg<strong>en</strong> die het implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> van veiligheidsbeleid kan hebb<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bedrijf.Het beperkte empirische materiaal dat zij voorhand<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> (één casestudy binn<strong>en</strong>e<strong>en</strong> Nederlands <strong>en</strong>ergiebedrijf <strong>en</strong> twee onderzoek<strong>en</strong> naar Engelse bedrijv<strong>en</strong>), maakt hetechter niet goed mogelijk om algem<strong>en</strong>e conclusies te trekk<strong>en</strong>. En Van Dijck <strong>en</strong> Lamers zijnvan oordeel dat onvoldo<strong>en</strong>de informatie beschikbaar is over de bek<strong>en</strong>dheid bij ondernemersmet de regels die schuldeisersb<strong>en</strong>adeling tracht<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>. Zij acht<strong>en</strong> naderonderzoek op dit punt daarom aangewez<strong>en</strong>. Raaijmakers concludeert aan het einde vanzijn bijdrage dat er behoefte is aan diepgaander onderzoek over de softe factor<strong>en</strong> die vaninvloed zijn op het gedrag van bestuurders <strong>en</strong> commissariss<strong>en</strong>. Ook Faure <strong>en</strong> Van Boomkom<strong>en</strong> tot de slotsom dat er ge<strong>en</strong> onomstotelijk bewijs is, in hun geval van de invloedvan anti-selectie (par. 3.1). Zij noem<strong>en</strong> drie onderzoek<strong>en</strong> waarin ge<strong>en</strong> anti-selectie isaangetoond <strong>en</strong> drie onderzoek<strong>en</strong> waarin dat wel is aangetoond. Voor het bestaan vanpro-selectie acht<strong>en</strong> zij tot op zekere hoogte bewijs aanwezig (par. 3.2). Zij concluder<strong>en</strong>in (par. 3.4 van) hun bijdrage dat er in bepaalde studies wel bewijs is van moreel risico;602Gies<strong>en</strong>_01.indb 68 20-5-2008 16:30:26


Afsluit<strong>en</strong>de observatiesalgem<strong>en</strong>e conclusies will<strong>en</strong> zij daar niet aan verbind<strong>en</strong>. Het algem<strong>en</strong>e probleem waar zijteg<strong>en</strong>aan lijk<strong>en</strong> te lop<strong>en</strong> is dat iedere verzekering weer anders is <strong>en</strong> dat bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ook deverzekeringsmarkt<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> per land. Dit maakt het niet goed mogelijk om conclusieste trekk<strong>en</strong> over de gehele breedte van het verzekeringsveld. Verder onderzoek naarde empirische juistheid van klassieke veronderstelling<strong>en</strong> van de verzekeringseconomie<strong>en</strong> het verzekeringsrecht acht<strong>en</strong> zij dan ook w<strong>en</strong>selijk.Er zijn dus gevall<strong>en</strong> waarin de eerste presumptie die aan dit boek t<strong>en</strong> grondslag ligt, niethelemaal bleek te klopp<strong>en</strong>. Er was in die gevall<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> (e<strong>en</strong>duidig) empirisch materiaalvoorhand<strong>en</strong>. Dat was uiteraard te verwacht<strong>en</strong> omdat, net als bij ander niet-juridischmateriaal, het overgrote deel van het onderzoek door niet-jurist<strong>en</strong> is verricht <strong>en</strong> dus nietvanuit e<strong>en</strong> juridische vraagstelling is opgezet. Het ligt dan ook voor de hand dat e<strong>en</strong> juristdie e<strong>en</strong> juridisch probleem wil oploss<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> onderzoek vindt dat precies aansluit op zijnvraagstelling. Dat slechts in e<strong>en</strong> grote minderheid van de gevall<strong>en</strong> auteurs opliep<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>e<strong>en</strong> gebrek aan bruikbaar materiaal, is dan wellicht ook verrass<strong>en</strong>d. Hoewel het riskantzou zijn om uit e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele bundel als deze te concluder<strong>en</strong> dat er in de meeste gevall<strong>en</strong>voldo<strong>en</strong>de relevant niet-juridisch (of zelfs empirisch) materiaal voorhand<strong>en</strong> zal zijn, maguit dit gegev<strong>en</strong> toch <strong>en</strong>ige hoop word<strong>en</strong> geput voor de hier gebruikte methode. De juristdie zicht wil krijg<strong>en</strong> op de werkelijkheid zal niet altijd zelf onderzoek hoev<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> metalle tijd <strong>en</strong> kost<strong>en</strong> van di<strong>en</strong> (om nog maar niet te sprek<strong>en</strong> van het feit dat hij hiertoe nietis opgeleid). Het loont de moeite om eerst e<strong>en</strong>s in de grabbelton van de andere wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>te graai<strong>en</strong>.2.2 Presumpties 2 <strong>en</strong> 3: extrapolatie door e<strong>en</strong> jurist is mogelijkMet uitzondering van Van Dijck <strong>en</strong> Lamers lijkt ge<strong>en</strong> van de auteurs erg te hebb<strong>en</strong>geworsteld met het probleem van de extrapolatie, althans dat blijkt vaak niet erg explicietuit hun bijdrag<strong>en</strong>. Van Dijck <strong>en</strong> Lamers do<strong>en</strong> dit wel expliciet. Zij beschouw<strong>en</strong> hunbijdrage zelfs in de eerste plaats als ‘(...) e<strong>en</strong> methodische verk<strong>en</strong>ning van het vertal<strong>en</strong> vaninzicht<strong>en</strong> uit gedragswet<strong>en</strong>schappelijke studies naar het juridische domein (...)’ (par. 1).Uiteindelijk (par. 6) stell<strong>en</strong> zij zich op het standpunt dat gedragswet<strong>en</strong>schappelijkestudies ‘(...) slechts aanleiding voor e<strong>en</strong> aantal vermoed<strong>en</strong>s [gev<strong>en</strong>], die nader zoud<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderzocht (...)’ <strong>en</strong> formuler<strong>en</strong> zij vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> viertal zak<strong>en</strong> die in hunoptiek nader onderzoek verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Zij zijn dus van m<strong>en</strong>ing dat het door h<strong>en</strong> bestudeerdeempirische materiaal niet direct kan word<strong>en</strong> vertaald in juridische aanbeveling<strong>en</strong>. In datopzicht verschilt deze bijdrage dan ook wez<strong>en</strong>lijk van de overige bijdrag<strong>en</strong>. Terwijl deoverige auteurs zonder discussie k<strong>en</strong>nelijk aannem<strong>en</strong> dat de door h<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong>direct relevant zijn, lijk<strong>en</strong> Van Dijck <strong>en</strong> Lamers van e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gesteld vertrekpunt603Gies<strong>en</strong>_01.indb 69 20-5-2008 16:30:26


A.J. Verheij, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> W.H. van Boomuit te gaan. De door h<strong>en</strong> bestudeerde gedragswet<strong>en</strong>schappelijke studies gev<strong>en</strong> ‘slechts’aanleiding voor nader te onderzoek<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong>s.Het probleem is, zo d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wij, dat er in het algeme<strong>en</strong> weinig te zegg<strong>en</strong> valt over de vraagof de resultat<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> andere discipline verricht onderzoek kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>vertaald naar de juridische context. Soms kan dat wel, maar soms ook niet. De vraag isnu juist aan de hand van welke argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat moet word<strong>en</strong> bepaald. In deze bundelhebb<strong>en</strong> de auteurs hun argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor of teg<strong>en</strong> extrapolatie niet duidelijk geëxpliciteerd.Mogelijk hebb<strong>en</strong> zij materiaal dat ze niet extrapoleerbaar vond<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudigwegniet gebruikt. De argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> daarvoor zijn om die red<strong>en</strong> begrijpelijkerwijze niet in hunbijdrag<strong>en</strong> terechtgekom<strong>en</strong>. Het lijkt immers niet zinvol om e<strong>en</strong> lijst te gev<strong>en</strong> van gelez<strong>en</strong>studies die bij nader inzi<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> licht op de zaak wierp<strong>en</strong> <strong>en</strong> die daarom verder niet zijngebruikt.Om het extrapolatieprobleem voor de toekomst transparanter te mak<strong>en</strong>, kan de juristdie gebruikmaakt van niet-juridische onderzoeksresultat<strong>en</strong> wellicht kort in e<strong>en</strong> voetnootaangev<strong>en</strong> in welke databases of tijdschrift<strong>en</strong> hij heeft gezocht <strong>en</strong> welke trefwoord<strong>en</strong> zijngebruikt. Op die manier wordt dit soort onderzoek straks beter te controler<strong>en</strong> voorandere jurist<strong>en</strong> die ook geïnteresseerd zijn in gegev<strong>en</strong>s uit andere disciplines <strong>en</strong> wordthet gemakkelijker om in discussie te tred<strong>en</strong> over de relevantie van de onderzoeksresultat<strong>en</strong>uit andere disciplines. Omdat wij eerst gaandeweg de totstandkoming van dit boekontdekt<strong>en</strong> dat er hier e<strong>en</strong> transparantieprobleem zou kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>, is aan de auteursvan deze bundel nog niet gevraagd op deze wijze te operer<strong>en</strong>, maar als gedachte voor detoekomst verdi<strong>en</strong>t het overweging. Overig<strong>en</strong>s zou nadere gedachtevorming over hoe verdie transparantie moet gaan, wel zinnig zijn. Transparantie van het type ‘<strong>en</strong> to<strong>en</strong> heb ike<strong>en</strong> trefwoord op ‘‘google scholar’’ ingetypt’ voegt weinig toe aan wat we al wet<strong>en</strong> overonderzoeksmethod<strong>en</strong>.Dit is temeer van belang omdat het extrapolatieprobleem door discussie zal moet<strong>en</strong>word<strong>en</strong> opgelost. De reikwijdte van empirisch onderzoek is nu e<strong>en</strong>maal ge<strong>en</strong> hardgegev<strong>en</strong>, maar is e<strong>en</strong> kwestie van discussie. Ook in de desbetreff<strong>en</strong>de niet-juridischewet<strong>en</strong>schap zelf. Dat betek<strong>en</strong>t dat de vraag of extrapolatie van bijvoorbeeld e<strong>en</strong> psychologischonderzoek is toegestaan, niet e<strong>en</strong>duidig beantwoord kan word<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong>bered<strong>en</strong>eerde m<strong>en</strong>ing.Door discussie zal, zo hop<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong><strong>en</strong> wij, cons<strong>en</strong>sus ontstaan over de mate waarinbepaald niet-juridisch onderzoek extrapoleerbaar is naar e<strong>en</strong> juridische context. E<strong>en</strong>voorwaarde voor het zinvol gebruik<strong>en</strong> van niet-juridische onderzoeksgegev<strong>en</strong>s is dusdat veel jurist<strong>en</strong> dat gaan do<strong>en</strong> <strong>en</strong> er met elkaar over in discussie gaan. Het signaler<strong>en</strong>van het probleem mag naar onze m<strong>en</strong>ing ge<strong>en</strong> vrijbrief zijn om dan maar niet over demuurtjes te kijk<strong>en</strong>.604Gies<strong>en</strong>_01.indb 70 20-5-2008 16:30:26


Afsluit<strong>en</strong>de observatiesDe grootste m<strong>en</strong>tale valkuil voor jurist<strong>en</strong> is dat zij in hun opleiding veelal niet getraindword<strong>en</strong> als onderzoekers, maar als ‘argum<strong>en</strong>teerders’ <strong>en</strong> wie argum<strong>en</strong>teert, selecteert:in de regel word<strong>en</strong> de sterke argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op tafel gelegd, de minder sterke argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>noemt m<strong>en</strong> (liever) niet. Hoe begrijpelijk dit ook is, wie zich beroept op gegev<strong>en</strong>s uitandere disciplines di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> volledig overzicht te gev<strong>en</strong> van de relevante stand van hetonderzoek. Wij zi<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong><strong>en</strong> om te veronderstell<strong>en</strong> dat jurist<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dergelijkem<strong>en</strong>tale ‘switch’ niet zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> gelov<strong>en</strong> wij in de corriger<strong>en</strong>dewerking van discussie. E<strong>en</strong> auteur die niet zorgvuldig omgaat met niet-juridischeonderzoeksresultat<strong>en</strong> zal word<strong>en</strong> gecorrigeerd door andere auteurs, als het debat t<strong>en</strong>minste transparant is.Tot slot nog e<strong>en</strong> relativer<strong>en</strong>de opmerking voor de jurist<strong>en</strong> die nog steeds koudwatervreeshebb<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het gebruik van onderzoeksresultat<strong>en</strong> uit andere disciplines. Inveel proefschrift<strong>en</strong> – <strong>en</strong> de proefschrift<strong>en</strong> van de redacteur<strong>en</strong> van deze bundel vorm<strong>en</strong>daarop ge<strong>en</strong> uitzondering – wordt ingegaan op <strong>en</strong> gered<strong>en</strong>eerd vanuit buit<strong>en</strong>lands recht,maar dit buit<strong>en</strong>landse recht wordt in het Nederlands beschrev<strong>en</strong>. Het methodologischeprobleem is hierbij dat de Nederlandse promotiecommissie <strong>en</strong> het Nederlandse juridischepubliek in de meeste gevall<strong>en</strong> niet in voldo<strong>en</strong>de mate zull<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> of de promov<strong>en</strong>dushet buit<strong>en</strong>landse recht goed heeft geïnterpreteerd <strong>en</strong> al het relevante materiaalheeft gevond<strong>en</strong>. Buit<strong>en</strong>landse jurist<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> dit ev<strong>en</strong>min, omdat ze ge<strong>en</strong> Nederlandskunn<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>. Ondanks dit probleem zijn ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> jurist<strong>en</strong> gepromoveerd op in hetNederlands geschrev<strong>en</strong> rechtsvergelijk<strong>en</strong>de proefschrift<strong>en</strong>. Dat dit aanvaardbaar werd(<strong>en</strong> wordt) geoordeeld, <strong>en</strong> zelfs sterk gestimuleerd, heeft waarschijnlijk te mak<strong>en</strong> methet geloof in de corriger<strong>en</strong>de werking van discussie. Indi<strong>en</strong> onderzoeker A iets beweertover het Duitse recht dat niet klopt, kan dit later weer word<strong>en</strong> gecorrigeerd door onderzoekerB die hetzelfde soort onderzoek verricht <strong>en</strong> zich ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s door het Duitse rechtlaat inspirer<strong>en</strong>. 3 E<strong>en</strong>zelfde ontwikkeling die de rechtsvergelijking heeft doorgemaakt(klein begonn<strong>en</strong> <strong>en</strong> nu vrij algeme<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut) zou zich ook kunn<strong>en</strong> voltrekk<strong>en</strong> voor diemethod<strong>en</strong> die de uitkomst<strong>en</strong> van andere wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>.2.3 Presumptie 4: Empirische gegev<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> meerwaarde voor de normatieve juridischebesluitvorming door de rechter <strong>en</strong> de wetgeverHet heeft alle<strong>en</strong> maar zin voor jurist<strong>en</strong> om zich te verdiep<strong>en</strong> in andere disciplines indi<strong>en</strong>ze daar wijzer van word<strong>en</strong>. Dat wil zegg<strong>en</strong> dat die discipline licht moet kunn<strong>en</strong> werp<strong>en</strong>op bijvoorbeeld de gedragspresumpties achter <strong>privaatrecht</strong>elijke regels, op de effect<strong>en</strong> <strong>en</strong>3 Dit pleit er voor om in Nederland rechtsvergelijk<strong>en</strong>d onderzoek vooral in het Engels te publicer<strong>en</strong> zodat het geschetstecorrectiemechanisme beter kan werk<strong>en</strong>.605Gies<strong>en</strong>_01.indb 71 20-5-2008 16:30:26


A.J. Verheij, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> W.H. van Boommeer specifiek op de effectiviteit van de <strong>privaatrecht</strong>elijke regel, zodat evaluatie van dieregels mogelijk wordt. Is dat het geval, uitgaande van de diverse bijdrag<strong>en</strong> aan dit boek?E<strong>en</strong> aantal auteurs (Van Dijck/Lamers <strong>en</strong> Raaijmakers) komt tot de conclusie dat hetaan onderzoeksgegev<strong>en</strong>s ontbreekt, zodat er ge<strong>en</strong> harde conclusies te trekk<strong>en</strong> zijn. Datis op zichzelf overig<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zeer zinvolle conclusie, omdat jurist<strong>en</strong> zich in hun argum<strong>en</strong>tatiesvaak bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van allerlei empirische presumpties. Indi<strong>en</strong> zij er op word<strong>en</strong>gewez<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> bewijsmateriaal is te vind<strong>en</strong> voor die presumpties levert dat e<strong>en</strong>gedeg<strong>en</strong> bijdrage aan het juridisch debat. Ook als er wel bewijsmateriaal te vind<strong>en</strong> is,maar dat bijvoorbeeld weersprok<strong>en</strong> wordt door ander onderzoek, kan dat e<strong>en</strong> bijdrageaan e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerd juridisch debat oplever<strong>en</strong>. Verder is het zo dat pas nadat inzichtis verkreg<strong>en</strong> in het bestaande onderzoeksmateriaal het mogelijk wordt om scherpeonderzoeksvrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong>. Dit op<strong>en</strong>t de poort naar de to<strong>en</strong>ame van k<strong>en</strong>nis op bepaaldegebied<strong>en</strong>. De niet-jurist had dergelijke scherpe onderzoeksvrag<strong>en</strong> nooit kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>bij gebrek aan k<strong>en</strong>nis van de juridische context; de jurist had zonder k<strong>en</strong>nisname van hetniet-juridische onderzoek deze vrag<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>min kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>. Er wordt dus onderzoekmogelijk dat anders nooit zou zijn verricht.Voor het overige bleek het voor veel auteurs mogelijk om (impliciete) presumpties teonderscheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze met behulp van de onderzoeksresultat<strong>en</strong> van andere disciplinesvan comm<strong>en</strong>taar te voorzi<strong>en</strong>. Ook wanneer ge<strong>en</strong> heel specifieke presumpties kond<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>, gaf het niet-juridisch onderzoeksmateriaal toch aanleiding om verbetering<strong>en</strong>van het geld<strong>en</strong>d recht voor te stell<strong>en</strong> of vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> bij de w<strong>en</strong>selijkheiddaarvan. Wij gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overzicht van <strong>en</strong>kele van de gevond<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong>, in willekeurigevolgorde.Adriaanse <strong>en</strong> Kuijl kom<strong>en</strong> bijvoorbeeld tot de conclusie dat het debiteurvri<strong>en</strong>delijkermak<strong>en</strong> van de insolv<strong>en</strong>tiewetgeving met als doelstelling het vergrot<strong>en</strong> van de kans opoverleving van de onderneming, waarschijnlijk eerder tot meer dan tot minder faillissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zal leid<strong>en</strong>. Van Raaij id<strong>en</strong>tificeert maar liefst vijf in hun algeme<strong>en</strong>heid onjuistepresumpties waar de wetgever van uitgaat bij regelgeving ter bescherming van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,terwijl Rassin in zijn bijdrage vooral kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> plaatst bij de presumptiedat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bij het nem<strong>en</strong> van beslissing<strong>en</strong> gebruik moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van álle relevanteinformatie.Croes concludeert op basis van onderzoek dat de Engelse civielrechtelijke Anti-SocialBehaviour Order (ASBO) gericht teg<strong>en</strong> asociaal gedrag in ongeveer de helft van degevall<strong>en</strong> wordt overtred<strong>en</strong>. Hij maakt onder verwijzing naar onder meer andere literatuuraannemelijk dat dit ge<strong>en</strong> slecht resultaat is. Uit die literatuur blijkt namelijk dat er ge<strong>en</strong>bewijs is dat punitieve sancties <strong>en</strong> andere beperking<strong>en</strong> e<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve werking hebb<strong>en</strong>.Teg<strong>en</strong> die achtergrond is de k<strong>en</strong>nelijke presumptie dus dat de ASBO ge<strong>en</strong> afschrikk<strong>en</strong>dewerking heeft, maar in werkelijkheid heeft zij dat in ongeveer 50% van de gevall<strong>en</strong> wel.606Gies<strong>en</strong>_01.indb 72 20-5-2008 16:30:26


Afsluit<strong>en</strong>de observatiesHuls <strong>en</strong> Jungmann ton<strong>en</strong> op hun beurt aan dat de gedragsprikkel die in de Wsnp isneergelegd om crediteur<strong>en</strong> te stimuler<strong>en</strong> mee te werk<strong>en</strong> aan informele hulpverl<strong>en</strong>ing nietheeft gewerkt. Zij id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> de onjuiste aannames die de wetgever heeft gehanteerd.E<strong>en</strong> interessante misrek<strong>en</strong>ing was dat de harde <strong>en</strong> formele karakteristiek<strong>en</strong> van het rechtvoor sommige actor<strong>en</strong> (geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> crediteur<strong>en</strong>) aantrekkelijker war<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> informeleminnelijke hulpverl<strong>en</strong>ing. Het recht wordt hier dus geprefereerd bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> meerinformele regeling.Van Erp constateert in haar bijdrage dat de afschrikwekk<strong>en</strong>de werking van het schadevergoedingsrechtin de juridische literatuur vaak t<strong>en</strong> onrechte alle<strong>en</strong> wordt gekoppeldaan de directe kost<strong>en</strong> die zijn verbond<strong>en</strong> aan de procedure <strong>en</strong> het uiteindelijk betal<strong>en</strong> vanschadevergoeding. Zij wijst erop dat onderneming<strong>en</strong> gevoelig zijn voor hun reputatie<strong>en</strong> dat om hierop in te spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> veroordeling (ex art. 6:103 BW) tot publicatie vande rechterlijke uitspraak waarin schadevergoeding wordt toegek<strong>en</strong>d, aan te bevel<strong>en</strong> is.Niemeijer <strong>en</strong> Klein Haarhuis tracht<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> beter begrip van de factor<strong>en</strong> diehet gebruik van rechtspraak <strong>en</strong> andere procedures bepal<strong>en</strong>. Deze factor<strong>en</strong> zijn niet alle<strong>en</strong>financieel of materieel, maar psychologisch (bijvoorbeeld ervar<strong>en</strong> rechtvaardigheid) <strong>en</strong>sociaal (bijvoorbeeld reputatie). De financiële factor is dus van wel belang, maar het isniet de <strong>en</strong>ige factor.Loon<strong>en</strong> onderzoekt de effect<strong>en</strong> van het cliënt<strong>en</strong>profiel. Het doel hiervan, zoals het dewetgever voor og<strong>en</strong> stond, was om onverantwoorde beleggingsbeslissing<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>.Uit onderzoek blijkt echter dat de wijze waarop het cliënt<strong>en</strong>profiel wordt ingezetin de financiële di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing per financiële onderneming verschilt <strong>en</strong> dat ook particulierebeleggers (afhankelijk van hun opleidingsniveau) het cliënt<strong>en</strong>profiel niet zi<strong>en</strong> alsleidraad voor de inrichting van hun beleggingsportefeuille. Pape komt tot verbetering<strong>en</strong>van productwaarschuwing<strong>en</strong> met behulp van bevinding<strong>en</strong> uit de cognitieve psychologie<strong>en</strong> ergonomie. Zij ontkracht zo de presumptie die mogelijk aan sommige regels die totwaarschuwing verplicht<strong>en</strong> t<strong>en</strong> grondslag ligt, namelijk dat consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> rationeel waarschuwingsinformatieverwerk<strong>en</strong>.De Hoon stelt de vraag aan de orde of de schuldvraag in het contract<strong>en</strong>recht niet minderpromin<strong>en</strong>t op de ag<strong>en</strong>da moet word<strong>en</strong> gezet. Achtergrond van deze vraag is haar analysevan het psychologisch onderzoek op het gebied van het vell<strong>en</strong> van oordel<strong>en</strong> waaruitblijkt dat e<strong>en</strong> moreel oordeel vooral op intuïtie is gebaseerd <strong>en</strong> dat deze intuïtie achterafwordt gerationaliseerd. Luzak concludeert dat de waarschuwingsplicht van de aannemerweliswaar bescherming van die wederpartij tot doel heeft, maar dat zij ook in hetbelang van aannemers zelf is. Nakoming van de waarschuwingsplicht leidt namelijk totgrotere tevred<strong>en</strong>heid bij de wederpartij waardoor deze niet zal kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> andereaannemer.607Gies<strong>en</strong>_01.indb 73 20-5-2008 16:30:26


A.J. Verheij, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> W.H. van BoomVan Tilburg concludeert dat de presumptie dat iemand met ‘r<strong>en</strong>t<strong>en</strong>eurose’ ge<strong>en</strong> schadevergoedingdi<strong>en</strong>t te krijg<strong>en</strong> zodat hij ook van zijn ‘r<strong>en</strong>t<strong>en</strong>eurose’ is verlost, te simplistischis. Er zijn vele red<strong>en</strong><strong>en</strong> waardoor het herstelproces na letsel abnormaal kanverlop<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> psychische predispositie kan daarbij e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>, maar hoe groot die is,valt met behulp van de huidige diagnostiek niet goed te bepal<strong>en</strong>. Gies<strong>en</strong> onderzoekt depresumptie dat het aansprakelijkheidsrecht prev<strong>en</strong>tief werkt met behulp van psychologischeonderzoeksresultat<strong>en</strong> op het vlak van attributie (gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> toeschrijv<strong>en</strong> aanoorzak<strong>en</strong>). Hij concludeert dat prev<strong>en</strong>tie t<strong>en</strong> dele niet te bereik<strong>en</strong> is, omdat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> d<strong>en</strong>eiging hebb<strong>en</strong> om de oorzaak van e<strong>en</strong> negatief ernstig gevolg, bijvoorbeeld e<strong>en</strong> ongelukdat leidt tot ernstige letselschade, niet bij zichzelf te zoek<strong>en</strong> (‘def<strong>en</strong>sive attribution’).Van Dam onderzoekt de rechtseconomische presumptie dat de overgang van e<strong>en</strong> faultnaar e<strong>en</strong> no-fault systeem zal leid<strong>en</strong> tot meer verkeersongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> concludeert dathet empirisch onderzoek teg<strong>en</strong>strijdig is. Faure <strong>en</strong> Van Boom concluder<strong>en</strong> op basis vanempirisch onderzoek dat de presumptie dat verzekeraars het moreel risico gedur<strong>en</strong>dede loop van de verzekering controler<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aantal gevall<strong>en</strong> onjuist is. Tev<strong>en</strong>s blijk<strong>en</strong>verzekeraars in strijd met de theoretische presumptie soms bewust anti-selectie toestaan,bijvoorbeeld vanwege de sociale functie van de desbetreff<strong>en</strong>de verzekering.Kroeze verklaart aan de hand van de sociale psychologie waarom het bestuur of de raadvan commissariss<strong>en</strong> vrijwel nooit e<strong>en</strong> vordering weg<strong>en</strong>s onbehoorlijke taakvervulling zalinstell<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>de of voormalige bestuurder of commissaris. Met behulp vandezelfde discipline signaleert hij ongew<strong>en</strong>ste nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> als gevolg van e<strong>en</strong> stijgingvan de kans van bestuurdersaansprakelijkheid <strong>en</strong> de resultaatsafhankelijke beloning.T<strong>en</strong> slotte legt hij bloot welke psychologische mechanism<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong> dat het bestuure<strong>en</strong>zijdig wordt sam<strong>en</strong>gesteld.Engelhard <strong>en</strong> Engelhard corriger<strong>en</strong> met behulp van psychiatrische onderzoeksgegev<strong>en</strong>se<strong>en</strong> aantal presumpties die t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong> aan het oordeel van de Hoge Raad inhet Taxibus-arrest inzake de toek<strong>en</strong>ning van schokschade. 4 Zo hoeft e<strong>en</strong> Post TraumatischeStress Stoornis niet altijd het gevolg te zijn van e<strong>en</strong> emotionele schok, van eig<strong>en</strong>waarneming van het ongeval <strong>en</strong> van het overlijd<strong>en</strong> of de ernstige verwonding van e<strong>en</strong>dierbare persoon.Bacharias, Lind<strong>en</strong>bergh <strong>en</strong> Mascini lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> responsabilisering vanindividuele medewerkers voor prev<strong>en</strong>tie van arbeidsuitval heeft geleid tot het ontlop<strong>en</strong>van verantwoordelijkheid, het niet meld<strong>en</strong> van incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> meer bescherm<strong>en</strong>deopstelling van de rechter. Giard onderzoekt de presumptie bij regels over ‘informedcons<strong>en</strong>t’ dat e<strong>en</strong> patiënt in staat is om met alle relevante informatie over de voor- <strong>en</strong>nadel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> voorgestelde behandeling e<strong>en</strong> goed besluit te nem<strong>en</strong>. Het beschik-4 Zie HR 22 februari 2002, NJ 2002, 240 nt. JBMV (Taxibus).608Gies<strong>en</strong>_01.indb 74 20-5-2008 16:30:26


Afsluit<strong>en</strong>de observatiesbare empirische materiaal geeft belangrijke nuancering<strong>en</strong> op die presumptie, waarbijoverdaad aan informatie maar vooral ook de toestand van de patiënt in de weg kan staanaan realisatie van het ideaal van de goed ingelichte <strong>en</strong> autonoom besliss<strong>en</strong>de patiënt.3 De r o d e d r a a d ?In deze bundel zijn vele impliciete of expliciete presumpties die door de rechter of doorde wetgever werd<strong>en</strong> gehanteerd, gewog<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaak te licht bevond<strong>en</strong>. De vraag rijst ofdeze ‘correctie’ onder één noemer kan word<strong>en</strong> gebracht. Met andere woord<strong>en</strong>: is er e<strong>en</strong>patroon te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> in de geheel of gedeeltelijke onjuiste presumpties van jurist<strong>en</strong>?Dat lijkt inderdaad tot op zekere hoogte het geval. Als er iets is dat naar vor<strong>en</strong> komt inverschill<strong>en</strong>de bijdrag<strong>en</strong>, dan is het dat de nutsmaximaliser<strong>en</strong>de, rationeel afweg<strong>en</strong>de,goedgeïnformeerde m<strong>en</strong>s t<strong>en</strong> beste e<strong>en</strong> modelmatig gemiddelde persoon is. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijnvaak niet goed geïnformeerd <strong>en</strong> als ze dat wel zijn, wil dat nog niet zegg<strong>en</strong> dat ze de juistebeslissing nem<strong>en</strong>.M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn veelal niet goed geïnformeerd over regels (Van Dijck <strong>en</strong> Lamers). Zij schatt<strong>en</strong>risico’s vaak niet goed in (Kroeze) waardoor zij bijvoorbeeld t<strong>en</strong> onrechte wel of ge<strong>en</strong>verzekering afsluit<strong>en</strong> (Faure <strong>en</strong> Van Boom). Bij het legg<strong>en</strong> van causale relaties k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> te veel gewicht toe aan de rol van de handel<strong>en</strong>de persoon <strong>en</strong> deze persoon isg<strong>en</strong>eigd om gevolg<strong>en</strong> niet aan zijn eig<strong>en</strong> handel<strong>en</strong>, maar aan externe factor<strong>en</strong> toe teschrijv<strong>en</strong> (Gies<strong>en</strong>; De Hoon). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> leidt het legg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> causaal verband vaaktot het vell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> moreel oordeel (De Hoon). Langer nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> leidt niet altijd totde beste beslissing (Rassin), maar dat gaat weer niet op voor e<strong>en</strong> oordeel over causaalverband (Gies<strong>en</strong>). Waarschuwingsinformatie wordt niet altijd optimaal verwerkt, veelhangt af van de wijze waarop de waarschuwing is vormgegev<strong>en</strong> (Pape). Bij het verwerk<strong>en</strong>van informatie hebb<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de neiging om vooral die informatie te gebruik<strong>en</strong> diein overe<strong>en</strong>stemming is met hun bestaande opvatting<strong>en</strong>. Verder zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> over hetalgeme<strong>en</strong> veel te optimistisch (Van Dijck <strong>en</strong> Lamers).Omdat organisaties uiteindelijk ook bestaan uit m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> deze ook t<strong>en</strong> prooivall<strong>en</strong> aan voornoemde (<strong>en</strong> andere) gebrek<strong>en</strong> (zoals ‘group think’, waarover Kroeze indeze bundel). Van Erp toont dit aan aan de hand van de risico-inschatting van fabrikantFord bij de introductie van de Ford Pinto. Ev<strong>en</strong>als iedere andere organisatie heeft ookde overheid bij de interpretatie van de werkelijkheid <strong>en</strong> het inschatt<strong>en</strong> van de gevolg<strong>en</strong>van nieuwe regelgeving te mak<strong>en</strong> met ‘biases’. Huls <strong>en</strong> Jungmann <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> Kuijl<strong>en</strong> Adriaanse anderzijds gev<strong>en</strong> daar voorbeeld<strong>en</strong> van <strong>en</strong> zij merk<strong>en</strong> op dat weliswaarinschatting<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt van de kost<strong>en</strong> die regelgeving tot gevolg heeft, maar datde gedragseffect<strong>en</strong> <strong>en</strong> onw<strong>en</strong>selijke nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> veel minder scherp op het netvliesstaan bij de beleidsmaker. Daar komt bij dat beleidsmakers ‘ook maar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn’ in609Gies<strong>en</strong>_01.indb 75 20-5-2008 16:30:27


A.J. Verheij, I. Gies<strong>en</strong> <strong>en</strong> W.H. van Boome<strong>en</strong> omgeving waarin niet alle<strong>en</strong> het publieke belang maar vaak ook private belang<strong>en</strong>e<strong>en</strong> rol kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>. 5Dit alles betek<strong>en</strong>t natuurlijk niet dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> als regel onvoorspelbaar <strong>en</strong> irrationeelhandel<strong>en</strong>, maar wel dat beleidsmakers <strong>en</strong> rechters er rek<strong>en</strong>ing mee di<strong>en</strong><strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bij hun besluitvorming door e<strong>en</strong> veelheid aan beperking<strong>en</strong>, vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>hed<strong>en</strong><strong>en</strong> cognitieve vertek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehinderd <strong>en</strong> dat zij bij het mak<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> belang<strong>en</strong>afweging niet alle<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met ‘harde’ economische gegev<strong>en</strong>s,maar ook met ‘softe’ sociale <strong>en</strong> psychologische gegev<strong>en</strong>s (Niemeijer <strong>en</strong> Klein Haarhuis;Raaijmakers).4 To e k o m s t v a n d e c i v i l o l o g i eT<strong>en</strong> slotte rest de vraag in hoeverre de in de inleiding van deze bundel besprok<strong>en</strong> civilologietoekomst heeft. Kan deze methode opboks<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de dominante juridisch-dogmatischeb<strong>en</strong>adering van het recht? Wij hop<strong>en</strong> dat de civilologie op zijn minst e<strong>en</strong> courantemethode van onderzoek wordt, maar dat dit zal gebeur<strong>en</strong> is niet vanzelfsprek<strong>en</strong>d. In deinleiding werd<strong>en</strong> al vier factor<strong>en</strong> opgesomd die – waarschijnlijk – aan het doorbrek<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> ‘<strong>privaatrecht</strong> der werkelijkheid’ in de weg hebb<strong>en</strong> gestaan. Naar het zich laataanzi<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> deze factor<strong>en</strong> niet gauw verander<strong>en</strong>. Er zijn ev<strong>en</strong>wel ook lichtpuntjes tebespeur<strong>en</strong>. Deze bundel illustreert wat ons betreft dat de eerste factor (in het juridischonderwijs wordt ge<strong>en</strong> aandacht geschonk<strong>en</strong> aan empirisch onderzoek) ge<strong>en</strong> grote belemmeringhoeft te vorm<strong>en</strong>. Ook de tweede factor (belangstelling in andere disciplines voorde werking van rechtsregels is niet groot) hoeft niet altijd e<strong>en</strong> probleem te vorm<strong>en</strong>:verscheid<strong>en</strong>e niet-juridische onderzoekers blek<strong>en</strong> bereid om hun medewerking aan dezebundel te verl<strong>en</strong><strong>en</strong>.Verder is van belang dat de overheid ook meer oog lijkt te hebb<strong>en</strong> voor ‘evid<strong>en</strong>ce based’<strong>privaatrecht</strong>. Gedacht kan word<strong>en</strong> aan het parlem<strong>en</strong>taire debat over de invoering van smart<strong>en</strong>geldvoor nabestaand<strong>en</strong>, waar de roep om meer empirische gegev<strong>en</strong>s over de behoeft<strong>en</strong>van nabestaand<strong>en</strong> tot nadere bezinning <strong>en</strong> onderzoek leidde. 6 Ook kan de ontwikkelingword<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd van <strong>privaatrecht</strong> als eig<strong>en</strong>standig domein naar e<strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong> alsbeleidsinstrum<strong>en</strong>t dat door de overheid ter verwez<strong>en</strong>lijking van bepaalde doelstelling<strong>en</strong>5 Over ‘private interest’ bijv. Ogus 1994, p. 71 e.v. Voor iemands carrière kan het bijvoorbeeld van belang zijn dat e<strong>en</strong>bepaald project slaagt of dat de evaluatie daarvan positief uitvalt. Uit onderzoek kwam in elk geval naar vor<strong>en</strong> dat grotewetgevingsoperaties ter bestrijding van verontreiniging vaak niet werd<strong>en</strong> geëvalueerd <strong>en</strong> dat hangt misschi<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>met het niet parallel lop<strong>en</strong> van individueel belang <strong>en</strong> organisatorisch belang. Zie Faure <strong>en</strong> Verheij 2007, nr. 969.6 De pl<strong>en</strong>aire behandeling van wetsvoorstel 28.781 is op 12 september 2006 aangehoud<strong>en</strong> in afwachting van de resultat<strong>en</strong>van nader onderzoek. Nam<strong>en</strong>s het ministerie van Justitie is aangegev<strong>en</strong> dat de eindresultat<strong>en</strong> van dit onderzoek in deloop van 2008 word<strong>en</strong> verwacht. De tuss<strong>en</strong>rapportage is er al, zie Huver e.a. 2007.610Gies<strong>en</strong>_01.indb 76 20-5-2008 16:30:27


Afsluit<strong>en</strong>de observatieskan word<strong>en</strong> ingezet. 7 Wanneer dat gebeurt, ligt het voor de hand dat onderzoek naareffect<strong>en</strong> van <strong>privaatrecht</strong>elijke regelgeving ook vaker zal (moet<strong>en</strong>) plaatsvind<strong>en</strong>.Of er ook vanuit de rechtspraktijk belangstelling voor deze methode zal opkom<strong>en</strong> <strong>en</strong>blijv<strong>en</strong> bestaan, is minder e<strong>en</strong>voudig te beantwoord<strong>en</strong>. Wat betreft rechters kan word<strong>en</strong>gesteld dat zij zich onder invloed van de verander<strong>en</strong>de opvatting<strong>en</strong> over rechtsvindingin de afgelop<strong>en</strong> eeuw bij de interpretatie van het <strong>privaatrecht</strong> meer op maatschappelijkw<strong>en</strong>selijke gevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaalde uitleg zijn gaan oriënter<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dus wat minder opde precieze formulering of wetshistorische achtergrond van e<strong>en</strong> regel. Maar de rechterlijkemacht is ge<strong>en</strong> onderzoeksinstituut <strong>en</strong> de rechter die zijn voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> beslissingaan e<strong>en</strong> maatschappelijke toets wil onderwerp<strong>en</strong>, zal noodgedwong<strong>en</strong> niet verder kom<strong>en</strong>dan zijn oor te luister<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> bij onafhankelijke media <strong>en</strong> vertolkers van gevoel<strong>en</strong>s indie maatschappij. Rechters hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> goede mogelijkhed<strong>en</strong> tot onderzoek dus als eral onderzoek wordt verricht in de praktijk, zal dat vanuit de advocatuur moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.Extra onderzoek kost echter weer meer geld <strong>en</strong> cliënt<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> lang niet altijd bereid zijnom hiervoor te betal<strong>en</strong>. Daarbij speelt mee dat onderzoek niet altijd in hun voordeel zalzijn. Het is dus niet bij voorbaat zeker of de investering de moeite loont.Wat betreft het onderzoek naar presumpties in de rechtspraktijk <strong>en</strong> effect<strong>en</strong> van regels,zal het dus vooral aan de (rechts)wet<strong>en</strong>schappers zijn om dit onderzoek te verricht<strong>en</strong>.Behalve de criteria die NWO hanteert voor het honorer<strong>en</strong> van onderzoeksvoorstell<strong>en</strong>,ontbrek<strong>en</strong> er echter ook op dat vlak nog duidelijke ‘inc<strong>en</strong>tives’. Dat betek<strong>en</strong>t dat vooralsnogvooral de uit zichzelf al <strong>en</strong>thousiast geword<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappers mee zull<strong>en</strong> will<strong>en</strong>do<strong>en</strong>. Dit boek vormt – zo hop<strong>en</strong> wij – de uitnodiging daartoe.Lit e r a t u u rFaure <strong>en</strong> Verheij 2007M.G. Faure <strong>en</strong> A.J. Verheij (red.), Shifts in Comp<strong>en</strong>sation for Environm<strong>en</strong>tal Damage, ESR/ECTIL/METRO Tort and Insurance Law Vol. 21, Wi<strong>en</strong>/NewYork: Springer 2007.Gies<strong>en</strong> 2007I. Gies<strong>en</strong>, Alternatieve regelgeving <strong>en</strong> <strong>privaatrecht</strong>, Monografie Privaatrecht Deel 8, Kluwer:Dev<strong>en</strong>ter 2007.Huver e.a. 2007R.M.E. Huver, K.A.P.C. van Wees, A.J. Akkermans, N.A. Elbers, Slachtoffers <strong>en</strong> aansprakelijkheid.Deel I. Terreinverk<strong>en</strong>ning, D<strong>en</strong> Haag: WODC 2007.Ogus 1994A. Ogus, Regulation: Legal Form and Economic Theory, Hart Publishing 1994.7 Bijvoorbeeld door in bepaalde gevall<strong>en</strong> niet aan te stur<strong>en</strong> op wetgeving maar juist op alternatieve regelgeving of zelfregulering,zie Gies<strong>en</strong> 2007.611Gies<strong>en</strong>_01.indb 77 20-5-2008 16:30:27


Gies<strong>en</strong>_01.indb 78 20-5-2008 16:30:27


Over de auteursJ.A.A. AdriaanseJan Adriaanse is verbond<strong>en</strong> aan het C<strong>en</strong>trum voor Bedrijfswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, Faculteit derRechtsgeleerdheid, Universiteit Leid<strong>en</strong>. Hij doet onderzoek naar <strong>en</strong> verzorgt onderwijsop het raakvlak van recht <strong>en</strong> bedrijfswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, meer in het bijzonder t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>van herstructureringstraject<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong> in financiële moeilijkhed<strong>en</strong>.Y. BachariasYannis Bacharias is in 2006 afgestudeerd aan de recht<strong>en</strong>faculteit van de Erasmus UniversiteitRotterdam <strong>en</strong> volgt nu de sociologie-master Arbeid, organisatie <strong>en</strong> managem<strong>en</strong>t aandiezelfde universiteit. Daarnaast is hij er mom<strong>en</strong>teel werkzaam als onderwijsassist<strong>en</strong>t.W.H. van BoomWillem van Boom is hoogleraar <strong>privaatrecht</strong> aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.M.T. CroesMarnix Croes is werkzaam bij het ministerie van Justitie, WODC.M. van DamMarti<strong>en</strong> van Dam is als S<strong>en</strong>ior (Legal) Interim Professional werkzaam op het gebeid vanaansprakelijkheid, verzekering <strong>en</strong> schade bij Yacht Utrecht. In 2001 is hij gepromoveerdop e<strong>en</strong> rechtseconomisch, empirisch <strong>en</strong> positiefrechtelijk onderzoek naar verkeersongevall<strong>en</strong>.G. van DijckGijs van Dijck is als onderzoeker verbond<strong>en</strong> aan het Tilburg Institute for InterdisciplinaryStudies of Civil Law and Conflict Resolution Systems (TISCO) <strong>en</strong> de Research Group forMethodology of Law and Legal Research van de Universiteit van Tilburg.613Gies<strong>en</strong>_01.indb 79 20-5-2008 16:30:27


Over de auteursE.F.D. EngelhardEsther F.D. Engelhard is als universitair hoofddoc<strong>en</strong>t werkzaam op het gebied van aansprakelijkheidsrecht<strong>en</strong> schade bij het Mol<strong>en</strong>graaff Instituut van de Universiteit Utrecht.I.M. EngelhardIris M. Engelhard is als universitair hoofddoc<strong>en</strong>t werkzaam op het gebied van de Experim<strong>en</strong>telePsychopathologie bij de capgroep Klinische <strong>en</strong> Gezondheidspsychologie vande Universiteit Utrecht.J. van ErpJudith van Erp is s<strong>en</strong>ior onderzoeker op het terrein van ondernemingstoezicht <strong>en</strong> reputatiesanctiesbij de sectie criminologie van de Erasmus Universiteit Rotterdam.M.G. FaureMichael Faure is als hoogleraar verbond<strong>en</strong> aan de Universiteit Maastricht <strong>en</strong> de ErasmusUniversiteit Rotterdam.R. GiardRaimond Giard is arts <strong>en</strong> jurist. Hij is verbond<strong>en</strong> aan het Rotterdam Institute of PrivateLaw, Erasmus Universiteit Rotterdam <strong>en</strong> aan het Medisch C<strong>en</strong>trum Rijnmond-Zuid.I. Gies<strong>en</strong><strong>Ivo</strong> Gies<strong>en</strong> is hoogleraar burgerlijk recht <strong>en</strong> burgerlijk procesrecht aan de UniversiteitUtrecht <strong>en</strong> raadsheer-plaatsvervanger in het hof ‘s-Hertog<strong>en</strong>bosch.M.W. de HoonMachteld de Hoon is als universitair hoofddoc<strong>en</strong>t <strong>privaatrecht</strong> werkzaam aan de Universiteitvan Tilburg, <strong>en</strong> als onderzoeker verbond<strong>en</strong> aan het Tilburg Institute for InterdisciplinaryStudies of Civil Law and Conflict Resolution Systems (TISCO).N. HulsNick Huls is hoogleraar rechtssociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam <strong>en</strong> deUniversiteit Leid<strong>en</strong>.N. JungmannNadja Jungmann promoveerde in 2006 in Leid<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> empirisch onderzoek naar debedoelde <strong>en</strong> onbedoelde effect<strong>en</strong> van de Wsnp. Zij is thans adviseur bij Hiemstra & De614Gies<strong>en</strong>_01.indb 80 20-5-2008 16:30:27


Over de auteursVries <strong>en</strong> daarnaast verbond<strong>en</strong> aan ECRS, het Erasmus C<strong>en</strong>trum voor recht <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving.C. Klein HaarhuisCaroli<strong>en</strong> Klein Haarhuis is als onderzoeker verbond<strong>en</strong> aan het Wet<strong>en</strong>schappelijk Onderzoek-<strong>en</strong> Docum<strong>en</strong>tatiec<strong>en</strong>trum (WODC) van het ministerie van Justitie.M.J. KroezeMaart<strong>en</strong> Kroeze is hoogleraar Ondernemingsrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.J.G. KuijlHans Kuijl is verbond<strong>en</strong> aan het C<strong>en</strong>trum voor Bedrijfswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, Faculteit derRechtsgeleerdheid, Universiteit Leid<strong>en</strong>. Hij doet onderzoek naar <strong>en</strong> verzorgt onderwijsop het raakvlak van recht <strong>en</strong> bedrijfswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, meer in het bijzonder t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>van herstructureringstraject<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong> in financiële moeilijkhed<strong>en</strong>.H. LamersHanneke Lamers is als advocaat-stagiaire werkzaam bij Boels Zanders Advocat<strong>en</strong> teRoermond.S.D. Lind<strong>en</strong>berghSiewert Lind<strong>en</strong>bergh is hoogleraar <strong>privaatrecht</strong>, Erasmus Universiteit Rotterdam.T. Loon<strong>en</strong>A.J.C.C.M. (Tom) Loon<strong>en</strong> is verantwoordelijk voor Business Integrity & Regulation bijBank Insinger de Beaufort N.V. In 2006 is hij gepromoveerd op het effect van de zorgplichtop de effect<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing in Nederland. Hij is lid van de Tucht- <strong>en</strong> Geschill<strong>en</strong>commissieDSI. Hij is deeltijd DSI-research Fellow aan het Amsterdam C<strong>en</strong>ter forLaw & Economics van UvA.J. LuzakJoasia Luzak is als aio verbond<strong>en</strong> aan het C<strong>en</strong>tre for the Study of European Contract Law(CSECL), Instituut van Privaatrecht, Universiteit van AmsterdamP. MasciniPeter Mascini is universitair doc<strong>en</strong>t sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam,in het bijzonder met betrekking tot arbeid, organisatie <strong>en</strong> managem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> lid van de615Gies<strong>en</strong>_01.indb 81 20-5-2008 16:30:27


Over de auteursAmsterdam School for Social Sci<strong>en</strong>ce Research (ASSR). Hij verricht vooral onderzoeknaar de legitimering <strong>en</strong> uitvoering van beleid. De afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> heeft hij vooral gepubliceerdover asiel- <strong>en</strong> veiligheidsbeleid, opvatting<strong>en</strong> over criminaliteitsbestrijding <strong>en</strong>terrorisme.B. NiemeijerBert Niemeijer is werkzaam bij de Directie Algem<strong>en</strong>e Justitiële Strategie van het ministerievan Justitie <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s bij de Vrije Universiteit Amsterdam als hoogleraar empirischerechtssociologie.S.B. PapeSanne Pape is als aio verbond<strong>en</strong> aan het Rotterdam Institute for Private Law, ErasmusUniversiteit Rotterdam.W. F. van RaaijW. Fred van Raaij is hoogleraar Economische Psychologie, Universiteit van Tilburg.G.T.M.J. RaaijmakersGeert Raaijmakers is advocaat <strong>en</strong> partner bij NautaDutilh te Amsterdam <strong>en</strong> hoogleraarondernemings- <strong>en</strong> effect<strong>en</strong>recht aan de Vrije Universiteit.E. RassinEric Rassin is bijzonder hoogleraar rechtspsychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.W. van TilburgW. van Tilburg is emeritus hoogleraar klinische psychiatrie VU medisch c<strong>en</strong>trum,Amsterdam.A.J. VerheijAlbert Verheij is advocaat bij Stibbe te Amsterdam, honorair universitair hoofddoc<strong>en</strong>t aande Universiteit Utrecht <strong>en</strong> research fellow bij Intervict aan de Universiteit van Tilburg.616Gies<strong>en</strong>_01.indb 82 20-5-2008 16:30:27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!