Ti Technische informatie - ElectronicsAndBooks

emehaGas 1020Gas 1020 DUOTechnische informatieAtmosferischegasketel metverbeterd rendementVermogen:remeha Gas 102035,7 - 96,7 kWremeha Gas 1020 DUO71,4 - 193,4 kW1

emeha Gas 1020remeha Gas 1020 DUOINHOUDVoorwoord 31. Algemene toestelomschrijving 4inhoudgrendelt 12.Onderhoudsvoorschrift1.1 Type remeha Gas 1020/Gas 1020 DUO 41. 11.1.2 Toestelomschrijving1.2 Niveaubeveiliging Algemene gegevens vergrendelt 412.1 Algemeen1.1 1.3 Constructie Algemeen411.1.3 12.2 Gasdrukstoring of luchtdrukstoring12.3 1.51.4De Toepassing overdrukketel41.2 Branders De Ketelgebruiksrendement vergrendeltgasbrander42. 11.2 12.4 1.6De Waterzijdig oliebrander Overdrukketel Konstruktiegegevensrendement met oliebrander1.7 Stooktechnisch Algemeen rendement 442.12.2 11.2.1 Leden MaximaalthermostaatAfmetingen en technische gegevens 52.3 vergrendelt Bemanteling2.1 Afmetingen remeha Gas 1020 53. 11.2.2 Niveaubeveiliging Technische Technische gegevens remeha vergrendeltgegevens Gas 1020 en 5afmetingen2.3 Afmetingen remeha Gas 1020 DUO 63.1 2.4 Technische Overdrukketelgegevens remeha3.2 Clysan Gas 1020 ventilatorbrander DUO vooraardgas3. Regel- en beveiligingsapparatuur3.3 Monarch ventilatorbrander voor67aardgas 4. Installatievoorschrift voor de verwarmingsinstallateurClysan ventilatorbrander voor olie 83.43.54.1 Monarch Algemeen ventilatorbrander voor 84.2 Opstelling 8olie4.3 Steunoppervlak 84. 4.3.1 Steunoppervlak Rendementsgegevens8 t/m 14 leden 84.1 4.3.2Waterzijdig Steunoppervlak rendement16 t/m 20 leden 84.24.4 Stooktechnisch Demontagevoorschrift rendement95. Toepassingsgegevens5. Toepassingsgegevens 105.15.1 GeluidsproductieAlgemeen105.2 5.2 WarmwateruitvoeringWateraansluiting 105.2.1 5.3 Veiligheidsklep Watertemperatuur105.2.2 5.4 WaterdrukMaximaal toegestane lengtes van de rookgasafvoerleiding105.2.3 Watercirkulatie5.5 Toepassing van thermostatische radiatorkranen125.2.4 Waterbehandeling5.3 5.6 Waterbehandeling Geluidsproduktie en circulatie 125.7 Minimale retourwatertemperatuur 135.6.1 Algemeen 125.6.2 Minimale watercirculatie 136. Installatievoorschrift voor de gastechnischeinstallateur 136.1 Gasaansluiting 136.2 Gasdruk 137. Installatievoorschrift voor de elektrotechnischeinstallateur 147.1 Algemeen 147.2 Ketelregeling 147.2.1 Aan/uit-regeling 147.2.2 Hoog/laag-regeling 147.3 Technische gegevens beveiligingsautomaat 147.4 Ontstekingstrafo 147.5 Elektrisch aansluitschema 158. Inbedrijfstellingsvoorschrift 168.1 Algemeen 168.2 In bedrijf stellen 168.3 Uit bedrijf nemen 178.4 Het ontluchten van de ketel 179. Richtlijnen bij storingen 189.1 Algemeen 189.2 Geen ontstekingsvonk 189.3 Geen startvlam, wel ontstekingsvonk 189.4 Even hoofdvlam, daarna vlamstoring 189.5 Storingen van buitenaf 1810. Onderhouds- en reinigingsvoorschrift 1910.1 Onderhoud en reiniging 1910.2 Aftappen 192

VOORWOORDDeze technische informatie bevat nuttige en belangrijkeinformatie voor het goed functioneren en onderhoudenvan de Remeha c.v.-ketel, type Gas 1020 en Gas 1020DUO.Tevens bevat het belangrijke aanwijzingen om vòòr hetin bedrijf stellen en tijdens het in bedrijf zijn van de keteleen zo veilig en storingvrij mogelijk functioneren van deketel mogelijk te maken. Lees vòòr het in werking stellenvan de ketel deze handleiding goed door, maak u met dewerking en de bediening van de ketel goed vertrouwd envolg de gegeven aanwijzingen stipt op.Indien u nog vragen heeft of verder uitleg wenst aangaandespecifieke onderwerpen die op deze ketel betrekkinghebben, aarzelt u dan niet met ons contact op tenemen. De in deze technische informatie gepubliceerdegegevens zijn gebaseerd op de meest recente informatie.Zij worden verstrekt onder voorbehoud van latere wijzigingen.Wij behouden ons het recht voor op ongeacht welk momentde constructie en/of uitvoering van onze productente wijzigen zonder verplichting eerder gedane leverantiesdienovereenkomstig aan te passen.3

emeha Gas 1020remeha Gas 1020 DUO1. ALGEMENE TOESTELOMSCHRIJVING1.1 Type remeha Gas 1020/Gas 1020 DUODe remeha Gas 1020 is een atmosferische gasketel meteen verbeterd rendement. Het toestel is geschikt voor hetstoken van alle kwaliteiten aardgas en propaan (d.m.v.ombouwset).Het toestel is geschikt voor het opwekken van warmwatert.b.v. centrale verwarmingsinstallaties en aanverwantesystemen.De remeha Gas 1020 DUO bestaat uit twee identiekeremeha Gas 1020 ketels, welke rookgaszijdig wordengecombineerd d.m.v. een meegeleverd broekstuk.De toestellen zijn gekeurd op de essentiële eisen vanonderstaande richtlijnen:- Gasrichtlijn nr. 90/396/EEG- Rendementsrichtlijn nr. 92/42/EEGen voldoen aan de volgende richtlijnen:- Laagspanningsrichtlijn nr. 73/23/EEG- Machinerichtlijn nr. 89/392/EEG- EMC-richtlijn nr. 89/336/EEGID-nummer remeha Gas 1020/Gas 1020 DUO:63AQ6520NOx-besluit: NOx AQ 0161.4 ToepassingDe atmosferische branders zijn geruisarm. Normale zolderopstellingvan de ketel is, gezien het rookgasafvoersysteem(enkelwandig aluminium of roestvast staal),zonder bezwaar mogelijk. Aansluiting op bouwkundigekanalen is mogelijk, zie hiervoor par. 5.4.Raadpleeg in twijfelgevallen het plaatselijk gasbedrijfen/of onze afdeling Marketing & Sales support.1.5 KetelgebruiksrendementCirca 89% t.o.v. Hi (80 % t.o.v. Hs) bij een benuttingsgraadvan 30 % en een gemiddelde ketelwatertemperatuurvan 45° C.1.6 Waterzijdig rendementGemiddeld 90% t.o.v. Hi (81 % t.o.v. Hs) bij een gemiddeldewatertemperatuur van 80/60° C.1.7 Stooktechnisch rendementGemiddeld 91% t.o.v. Hi (82 % t.o.v. Hs) bij een gemiddeldewatertemperatuur van 80/60° C.Luchtfactor n = 1,45 (8,2 % CO 2).1.2 Algemene gegevens* Verbruiksvoordruk bij aardgas 20 tot 30 mbar.* Geschikt voor aardgas en propaan (via ombouwset)categorie II2L3P.* De ketel is ingesteld op de vereiste branderdruk vooraardgas.* Maximum watertemperatuur 110° C.* Maximum bedrijfstemperatuur 90° C.* Maximum waterbedrijfsdruk 4 bar (40 mwk).* Minimum waterbedrijfsdruk 1,0 bar (10 mwk).* Instrumentenpaneel bestaande uit:- Ketelthermostaat instelbaar van 0 tot 90° C.- Ketelwatertemperatuurmeter.- Hoofdschakelaar.- Storingslamp.* Elektronische regel- en beveiligingsapparatuur 230 Vmet ionisatiebeveiliging.* Hoog/Laag regeling (niet voor propaan).* Waterdrukschakelaar (inschakeldruk 1,0 bar;uitschakeldruk 0,8 bar).* Thermische terugslagbeveiliging 70°C.* Vul- en aftapkraan.* Atmosferische premix-branders.* Leden van perlitisch rem-cast ® gietijzer met eengrote corrosiebestendigheid.* Bemanteling in rood en grijs.* NOx-emissie: < 35 mg/kWh (< 20ppm O 2= 0%).* Rookgasafvoer type B11 BS.1.3 ConstructieHet ketelblok bestaat uit rem-cast ® perlitisch gietijzerenleden, die d.m.v. conische nippels zijn samengebouwd.4215732Afb. 01 Doorsnede1. Gietijzeren warmtewisselaar2. Isolatie3. Branders4. Instrumentenpaneel5. Gascombinatieblok6. Rookgasverzamelkap/trekonderbreker7. Rookgasterugslagthermostaat8. Voeler van rookgasterugslagthermostaat26824

2. AFMETINGEN EN TECHNISCHE GEGEVENS2.1 Afmetingen remeha Gas 1020vooraanzicht rechter zijaanzicht achteraanzichtAfb. 02 Afmetingen remeha Gas 10201. Aanvoer R 11/4"2. Retour R 11/4"3. 8 + 10 leden vul- en aftapkraan R 1/2",12 t/m 20 leden vulaftapkraan R 3/4"4. Gasaansluiting R 3/4"Aantalleden8101214161820Amm660675675685660660660Afmetingen Gas 1020BmmCmmØ DmmEmm693 307 150 90816 369 180 90939 430 180 901062 492 200 901187 554 250 601310 616 250 601433 677 250 60Fmm8408458458509009009002.2 Technische gegevens remeha Gas 1020AantalledenNominaalvermogenNominalebelastingHikW kW810121416182021,5 - 35,727,8 - 46,333,6 - 56,040,0 - 66,645,8 - 76,352,2 - 86,958,1 - 96,723,8 - 39,630,8 - 51,337,3 - 62,144,3 - 73,850,7 - 84,557,8 - 96,364,3 - 107,11) Cal. waarde: 29,25 MJ/m 3 Hi. sL* = Aardgas LP* = PropaanHskW26,4 - 4434,2 - 5741,4 - 6949,2 - 8256,4 - 9464,2 - 10771,4 - 119m 3 /h 1 )s2,9 - 4,93,8 - 6,34,6 - 7,65,4 - 9,16,2 - 10,47,1 - 11,87,9 - 13,2BranderdrukL*mbar5,0 - 13,94,3 - 11,94,8 - 13,44,4 - 12,24,7 - 13,14,4 - 12,24,7 - 13,0P*mbar37373737373737InspuiterL* P*ø mm ø mm2,50 1,302,50 1,302,50 1,302,50 1,302,50 1,302,50 1,302,50 1,30In te stellengasverbruikWaterzijdigeweerstand∆t = 20°Cmbar23354766324249Waterinhoudl12151821232629Gewichtonverpaktkg1671972372693213583935

emeha Gas 1020remeha Gas 1020 DUO2.3 Afmetingen remeha Gas 1020 DUOvooraanzicht rechter zijaanzicht achteraanzichtAfb. 03 Afmetingen remeha Gas 1020 DUO1. Aanvoer R 11/4"2. Retour R 11/4"3. 8 + 10 leden vul- en aftapkraan R 1/2",12 t/m 20 leden vulaftapkraan R 3/4"4. Gasaansluiting R 3/4"Aantalleden2x82x102x122x142x162x182x20Amm660675675685660660660Bmm6938169391062118713101433Cmm307369430492554616677Ø Dmm150180180200250250250Afmetingen Gas 1020 DUOØ D DUO Emm mm200 90250 90250 90300 90400 60400 60400 60Fmm840845845850900900900Hmm1550156515651600180018001800Kmm1690170517051760201020102010Tmm14401685193021752425267029202.4 Technische gegevens remeha Gas 1020 DUOAantalledenNominaalvermogenNominalebelastingHiHskW kW kW2x82x102x122x1443,0 - 71,455,6 - 92,667,2 - 112,080,0 - 133,247,6 - 79,261,6 - 102,674,6 - 124,288,6 - 147,652,8 - 88,068,4 - 114,082,8 - 138,098,4 - 164,02x16 91,6 - 152,6 101,4 - 169,0 112,8 - 188,02x182x20104,4 - 173,8 115,6 - 192,6 128,4 - 214,0116,2 - 193,4 128,6 - 214,2 142,8 - 238,01) Cal. waarde: 29,25 MJ/m 3 Hi. sL* = Aardgas LP* = Propaanm 3 /h 1 )s5,8 - 9,87,6 - 12,39,2 - 15,210,8 - 18,212,4 - 20,814,2 - 23,615,8 - 26,4BranderdrukL*mbar5,0 - 13,94,3 - 11,94,8 - 13,44,4 - 12,24,7 - 13,14,4 - 12,24,7 - 13,0P*mbar37373737373737Inspuiter Waterzijdigeweerstand∆t = 20°CL*ø mmP*ø mm mbar2,50 1,30 232,50 1,30 352,50 1,30 472,50 1,30 662,50 1,30 322,50 1,30 422,50 1,30 49In te stellengasverbruikWaterinhoudper ketell12151821232629Gewichtonverpaktper ketelkg1671972372693213583936

3. REGEL- EN BEVEILIGINGSAPPARATUUR1234567810111213141591617Afb. 04 Regel- en beveiligingsapparatuur1. Regelthermostaat (0- 90°C)2. Hoofdschakelaar3. Instrumentenpaneel4. Manometer5. Watergebrekbeveiliging6. Ontsteektrafo7. Typeplaat8. Gascombinatieblok9. Aansteekbrander met ionisatiebeveiliging10. Thermometer11. Inbouwruimte voor regeling (optie)12. Storingslamp13. Maximaalthermostaat14. Branderautomaat15. Rookgasterugslagthermostaat16. Kijkglas17. Atmosferische branders7

emeha Gas 1020remeha Gas 1020 DUO4. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE VERWARMINGSINSTALLATEUR4.1 AlgemeenDe Remeha ketel type Gas 1020 komt compleet bemanteldin de verpakking aan. Om de ketel naar de opstellinsplaatste kunnen transporteren, dient het demontagevoorschriftin par. 4.4 te worden gevolgd.4.2 OpstellingVoor de opstelling dienen de normen NEN 3028 en NEN1078 (GAVO 1987) te worden geraadpleegd. De minimaleopstellingsruimte van de ketel volgt uit onderstaandeschets. Afwijkingen alleen in overleg met het plaatselijkgasbedrijf en/of onze afdeling Marketing & Sales support.Om de goede werking van deze ketel te waarborgen ishet aan te bevelen de ketel in een goed geventileerderuimte op te stellen met voldoende luchttoevoer.Naast de geldende normen dienen de volgende zaken inacht te worden genomen:- beluchting nooit aan de achterzijde van de ketel;- streven naar dwarsventilatie; hierdoor wordt een goededoorspoeling van de ruimte verkregen;- de beluchting moet laag en de ontluchting hoog in deruimte plaatsvinden;- bij beluchting d.m.v. een koker door het dak of hoog inde gevel, moet de koker worden geïsoleerd; dit omschoorsteenwerking te voorkomen;- Bij een bovendaks ketelhuis dient de ruimte van tweezijden belucht te worden (2 x 75% van de luchttoevoer).De ruimte dient ook bij strenge koude vorstvrij te blijven.Zonodig dienen voorzieningen te worden getroffen ombevriezing van het toestel en de leidingen te voorkomen.4.3 Steunoppervlak4.3.1 Steunoppervlak 8 t/m 14 ledenAfb. 06 Steunoppervlak 8 t/m 14 ledenSteunoppervlak sledevoet 265 x 35 mmAantal ABDleden mm mm mm8 503 693 5510 626 816 5512 749 939 5514 872 1062 554.3.2 Steunoppervlak 16 t/m 20 ledenFmm895895895895Afb. 05 Ketelopstellinga 100 mmb 100 mmc 500 mmd 1000 mmAfb. 07 Steunoppervlak 16 t/m 20 ledenSteunoppervlak sledevoet 265 x 35 mmAantalleden161820Amm99711201243Bmm118713101433Cmm366428489Hoogte boven de ketel: min. 1000 mm.8

4.4 DemontagevoorschriftDe Remeha ketel Gas 1020 komt compleet bemanteld inde verpakking aan. Verwijder de verpakking. Om de ketelvan de transportpallet te halen en op de juiste plaats tezetten dient de bemanteling te worden gedemonteerd enwel als volgt:a) Bovenmantel (1) verwijderen;b) Bemanteling voorzijde (2 en 3) verwijderen;c) Plaat (4) achter het bedieningspaneel verwijderen enelektrische aansluitingen los maken;d) Bedieningspaneel (5) verwijderen;e) Profielen (6,7,8) aan de voorzijde verwijderen;f) Zijmantels (9 en 10) en isolatie verwijderen;g) Bevestiging (11, 4x) op de transportpallet los maken;h) Ketel op de gewenste plaats zetten. Hiervoor de handgrepen(12) aan de linker- en rechterkant gebruiken;i) Alle gedemonteerde delen in omgekeerde volgordemonteren.1695741231021111811Afb. 08 Demontagevoorschrift9

emeha Gas 1020remeha Gas 1020 DUO5. TOEPASSINGSGEGEVENS5.1 GeluidsproductieHet gemeten geluidsniveau van de ketel bedraagt 50 tot55 dBA (op ca. 1 meter afstand). De spreiding wordt o.a.veroorzaakt door akoestische eigenschappen van de opstellingsruimten.Indien deze geluidsproductie aanleidingkan geven tot problemen in de directe omgeving, dan dienenhiertoe geluidswerende of absorberende maatregelente worden genomen. In deze gevallen kunt u voorinformatie contact opnemen met onze afdeling Marketing& Sales support.Opmerking:Een halfsteens gesloten scheidingswand tussen ketelhuisen nevenvertrek zal reeds zoveel geluidsisolatie opleveren,dat het geluidsniveau in het nevenvertrek niet boven25 dBA komt.5.2 WateraansluitingDe aanvoer- en retouraansluiting bevinden zich aan derechterachterzijde van de ketel.5.3 VeiligheidsklepDe veiligheidsklep moet qua afmeting en plaatsing voldoenaan de in de NEN 3028-1986 gestelde eisen (art.10.3 en 12).5.4 Maximaal toegestane lengtes van de rookgasafvoerleidingDe aansluiting op het rookgasafvoerkanaal moet overeenkomstigde richtlijnen van NEN 1078 (GAVO 1987,NPR 3378) worden uitgevoerd.Opmerking:Gezien de hoge rendementen van de remeha Gas 1020dient extra aandacht te worden besteed aan de uitvoeringvan de rookgasafvoersystemen.De tabellen 2 t/m 6 geven de minimaal en maximaal toelaatbarehoogte van het rookgasafvoersysteem (in m) perlidgrootte aan, voor in- en uitpandige rookgasafvoersystemen.Hierbij is uitgegaan van een rookgasafvoersysteemaansluitingzoals in de schets (afb. 09) is weergegeven,waarbij voor de diameter van het aansluitkanaal derookgasafvoerdiameter van de ketel is aangehouden.De lengte van het aansluitkanaal is 1,5 m. In alle gevallenwaarin de tabellen niet voorzien kunt u contact opnemenmet onze afdeling Marketing & Sales support.Afb. 09 Schets aansluiting rookgasafvoersysteemh = minimaal 2 m (zie NEN 1078, punt 11.2.2.1 (lengtetrekhoogte verhouding) of 14.2.2.1).Tabel 1 geeft aan hoe de schoorsteentabellen 2 t/m 6dienen te worden gebruikt. De kolom “controletabel”heeft betrekking op de remeha Gas 1020 DUO. Indiende remeha Gas 1020 DUO twee- of viertraps geregeldwordt, dient de in tabel 6 (remeha Gas 1020 DUO)gevonden waarde te worden gecontroleerd in één vande tabellen 2 t/m 5 (enkele ketel). Dit vooral in verbandmet de vergrote kans op condensatievorming in hetrookgasafvoerkanaal bij deellast.Tabel 1: Wegwijzer schoorsteentabellenSituatieGas 1020, eentraps geregeldGas 1020, tweetraps geregeldGas 1020 DUO, eentraps geregeldGas 1020 DUO, tweetraps geregeldGas 1020 DUO, viertraps geregeldGeldendetabel2 of 34 of 5666Controletabeli.v.m. vergrotekans opcondensatiebij deellast---2 of 34 of 5Voorbeeld:remeha Gas 1020 DUO, 2 x 18 leden, viertraps; aansluitenop een bestaande schoorsteen, uitpandig, 220,16 m hoog.Uit tabel 6 volgt een hoogte van 2 tot meer dan 20 m.Uit de controle in tabel 5 blijkt dat dit, i.v.m. één ketel opdeellast, beperkt wordt tot 2 tot 10 m; de bestaandeschoorsteen is dus niet geschikt.Alternatief: voering Ø 180.10

Tabel 2: remeha Gas 1020, eentraps geregeld, inpandig rookgasafvoersysteem (alle zijden) **AantalUitvoering rookgasafvoersysteem en afmetingen (mm)ledenSteens1/2 Steens + spouw Geïsoleerde pijp of elementenrookgasafvoersysteem+ 1/2 steens8101214161820810121416182081012141618201202 - 92 - 133 - 155 - 187 - x--1202 - 32 - 73 - 105 - 137 - 14--120--3 - 105 - 127 - 14--1602 - 62 - 152 - 192 - x2 - x2 - x3 - x160-2 - 92 - 122 - 152 - 182 - x3 - x160--2 - 122 - 152 - 172 - x3 - x220 330 120 160 220 330 Ø 130 Ø 150 Ø 180--2 - 82 - 182 - x2 - x2 - x-------2 - x2 - x3 - x5 - x7 - x--2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x3 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x---3 - 192 - x2 - x2 - x2 - x2 - x3 - x5 - x7 - x--2 - x2 - x2 - x3 - x3 - x5 - x7 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x3 - x220 330 120 160 220 330 Ø 130 Ø 150 Ø 180---2 - 92 - 102 - 182 - x-------2 - x2 - x3 - x5 - x7 - x--2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x3 - x2 - 102 - 182 - x2 - x2 - x2 - x2 - x----2 - 182 - x2 - x2 - x2 - x3 - x5 - x7 - x--2 - x2 - x2 - x3 - x3 - x5 - x7 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x3 - x220 330 120 160 220 330 Ø 130 Ø 150 Ø 180---2 - 102 - 152 - x2 - x---------3 - 155 - 187 - x---2 - 102 - 172 - x2 - x2 - x3 - x-2 - 82 - 122 - x2 - x2 - x2 - x----2 - 152 - x2 - x2 - x2 - x3 - x5 - x7 - x--2 - x2 - x2 - x3 - x3 - x5 - x7 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x3 - xØ 2002 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - xØ 2502 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - xTabel 3: remeha Gas 1020, eentraps geregeld, uitpandig rookgasafvoersysteem (één of meer zijden) **AantalUitvoering rookgasafvoersysteem en afmetingen (mm)ledenSteens1/2 Steens + spouw Geïsoleerde pijp of elementenrookgasafvoersysteem+ 1/2 steensØ 2002 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - xTabel 4: remeha Gas 1020, tweetraps geregeld, inpandig rookgasafvoersysteem (alle zijden) **AantalUitvoering rookgasafvoersysteem en afmetingen (mm)ledenSteens1/2 Steens + spouw Geïsoleerde pijp of elementenrookgasafvoersysteem+ 1/2 steensØ 2002 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - xØ 2502 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - xØ 2502 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x- Niet toepasbaar.x Rookgasafvoersysteemhoogtes t/m 20 m zondermeer mogelijk.Raadpleeg bij hogere rookgasafvoersystemen onzeafdeling Marketing & Sales support** Berekening overeenkomstig bijlage D, NEN 1078(GAVO 1987)11

emeha Gas 1020remeha Gas 1020 DUOTabel 5: remeha Gas 1020, tweetraps geregeld, uitpandig rookgasafvoersysteem (één of meerzijdig) **AantalUitvoering rookgasafvoersysteem en afmetingen (mm)leden Steens 1/2 Steens + spouw Geïsoleerde pijp of elementenrookgasafvoersysteem+ 1/2 steens160 220 330 160 220 330 Ø 130 Ø 150 Ø 180 Ø 200 Ø 2508 - - - - - - 2 - x 2 - x 2 - x 2 - x 2 - x10 - - - 2 - 8 - - 2 - x 2 - x 2 - x 2 - x 2 - x12 - - - 2 - 12 2 - 8 - 3 - x 2 - x 2 - x 2 - x 2 - x14 - - - 2 - 18 2 - 11 - 5 - x 3 - x 2 - x 2 - x 2 - x16 2 - 10 2 - 8 - 2 - x 2 - 18 - 7 - x 3 - x 2 - x 2 - x 2 - x18 2 - 12 2 - 10 - 2 - x 2 - x 2 - 18 - 5 - x 2 - x 2 - x 2 - x20 3 - 15 2 - 13 - 3 - x 2 - x 2 - x - 7 - x 3 - x 2 - x 2 - xTabel 6:remeha Gas 1020 DUO, een-, twee- of viertraps geregeld, inpandig en uitpandig rookgasafvoersysteem **(altijd controle uitvoeren, zie tabel 1)Aantalleden2 x 82 x 102 x 122 x 142 x 162 x 182 x 20Steens160 2202 - 16 2 - x2 - 19 2 - x4 - x 2 - x5 - x 2 - x8 - x 2 - x- 3 - x- 3 - x330-2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - xUitvoering rookgasafvoersysteem en afmetingen (mm)1/2 Steens + spouw+ 1/2 steens160 220 3302 - x2 - x4 - x5 - x8 - x--2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x3 - x3 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - x2 - xGeïsoleerde pijp of elementenrookgasafvoersysteemØ 180 Ø 200 Ø 250 Ø 300 Ø 350 Ø 4002 - x 2 - x 2 - x 2 - x 2 - x 2 - x2 - x 2 - x 2 - x 2 - x 2 - x 2 - x3 - x 2 - x 2 - x 2 - x 2 - x 2 - x4 - x 3 - x 2 - x 2 - x 2 - x 2 - x6 - x 4 - x 2 - x 2 - x 2 - x 2 - x8 - x 6 - x 3 - x 2 - x 2 - x 2 - x- 8 - x 3 - x 2 - x 2 - x 2 - x- Niet toepasbaar.x Rookgasafvoersysteemhoogtes t/m 20 m zondermeer mogelijk.Raadpleeg bij hogere rookgasafvoersystemen onzeafdeling Marketing & Sales support** Berekening overeenkomstig bijlage D, NEN 1078(GAVO 1987)5.5 Toepassing van thermostatische radiatorkranenBij toepassing van thermostatische radiatorkranen zal dedoor de ketel stromende waterhoeveelheid steeds variëren.Wij adviseren U in deze situaties, tussen aanvoerenretourleiding een kortsluitleiding met regelventiel teplaatsen (zie principeschema, afb. 10). Het regelventieldient eenmalig te worden ingesteld. Hiertoe dienen allether-mostatische radiatorkranen gesloten te worden. Deaan-voerleiding dient voorzien te zijn van een mogelijkheidtot ontluchting. Indien de retourleiding niet via deketel kan ontluchten, dient ook deze te worden voorzienvan een mogelijkheid tot ontluchting.5.6 Waterbehandeling en circulatie5.6.1 AlgemeenWaterbehandeling is onder normale omstandigheden nietvereist (zie onze publicatie. ‘Waterbehandeling').Het ongecontroleerd toevoegen van chemische middelenwordt dringend ontraden.De installatie dient te worden gevuld met genormaliseerddrinkwater.De Ph-waarde van het installatiewater dient minimaal 7,0en maximaal 11,0 te zijn.12

5.6.2 Minimale watercirculatieDe minimale watercirculatie in de ketel volgt uit deformule:nominaal vermogen (kW) = ..... m 3 /h93Afb. 10 Principeschema bij toepassing van thermostatische radiatorkranen5.7 Minimale retourwatertemperatuurDe remeha Gas 1020 kan weersafhankelijk voorgeregeldworden. Als de waterinhoud van de installatie kleiner isdan 25 maal de ketelwaterinhoud, zijn geen maatregelenvereist m.b.t. de minimale retourwatertemperatuur.Bij grotere installaties en bij installaties alleen bestaandeuit vloerverwarming is dit wel het geval. De minimaleretourwatertemperatuur bedraagt dan 35°C voor eenhoog/laag geregelde ketel en 30°C voor een aan/uitgeregelde ketel.Let op:Condensvorming moet ten allen tijde voorkomen worden.Corrosie als gevolg van condensvorming zal uiteindelijkleiden tot een slechte verbranding en schade aan debranders.6. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE GASTECHNISCHE INSTALLATEUR6.1 GasaansluitingDe ketel moet overeenkomstig de in de GAVO 1987 gesteldeeisen op de gastoevoerleiding worden aangesloten.In de nabijheid van het toestel dient een gashoofdkraante worden opgenomen. De gasaansluiting bevindtzich rechts achter de ketel.Wij adviseren een gasfilter in de gastoevoerleiding op tenemen.6.2 GasdrukDe verbruiksvoordruk bij aardgas bedraagt 20-30 mbar.De ketel is bij aflevering afgesteld op de nominale belasting.Nastelling op basis van branderdruk kan noodzakelijkzijn.Voor propaan is een ombouwset beschikbaar, bestaandeuit inspuiters voor de aansteekbrander en de hoofdbranders,pakkingen en een montagehandleiding *).*) Neemt u voor het ombouwen van de remeha Gas 1020 10 en 12 leden eerst contact met ons op.13

emeha Gas 1020remeha Gas 1020 DUO7. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATEUR7.1 AlgemeenDe Remeha ketel type Gas 1020 8 t/m 20 leden is uitgevoerdmet elektronische regel- en beveiligingsapparatuurmet ionisatiebeveiliging. Het toestel is geschikt voor een230V/50 Hz voeding met een fase/nul-systeem. Andereaansluitwaarden zijn alleen toegestaan met behulp vaneen scheidingstrafo.De ketel is bedraad tot in het instrumentenpaneel overeenkomstighet in deze technische informatie opgenomenaansluitschema.De aansluiting op het elektriciteitsnet dient te wordenuitgevoerd volgens voorschrift van het plaatselijk elektriciteitsbedrijfen NEN 1010.7.2 Ketelregeling7.2.1 Aan/uit-regelingEen kamerthermostaat (230 V) wordt niet meegeleverd.Bij toepassing van een kamerthermostaat dient dezeaangesloten te worden op de klemmen 26 en 27 na verwijderingvan de gele en de rode draad (zie aansluitschema).De kamerthermostaat dient gemonteerd te worden:1. in het vertrek waarvan de temperatuur geregeld dientte worden.2. op een tochtvrije plaats, vrij van directe warmtestraling,bijvoorbeeld zonlicht, open haard, t.v.-toestel, etc.3. op een binnenmuur, op ca. 1,5 meter hoogte vanafde vloer.7.2.2 Hoog/laag-regelingDe ketel heeft een inbouwmogelijkheid voor een weersafhankelijkeregeling rematic ® ten behoeve van hoog/laagbesturing. De regeling kan eenvoudig aangeslotenworden m.b.v. een aansluitset (zie schema par 7.5).Opmerking:Op propaan is hoog/laag regeling niet mogelijk. In datgeval dient een doorverbinding te worden gemaakt op deklemmen 39 en 40.7.3 Technische gegevens beveiligingsautomaatFabrikaat: Satronic typeTFI 812.2 mod. 10Aansluitspanning: 230 V/50 HzOpgenomen vermogen : 5 VAMax. zekeringswaarde : 6A TMax. omgevingstemperatuur : 60° CWachttijd: 3 sec.Veiligheidstijd start : 10 sec.Minimale ionisatiestroom : 3 micro Ampère (DC)7.4 OntstekingstrafoFabrikaat : Satronic type ZT 870Ontstekingsspanning : 16 kVElektrode-afstand: 3,5 ± 1 mm14

7.5 Elektrisch aansluitschemaLet op: Bij propaanbedrijf dient een doorverbindingte worden gemaakt op de klemmen39 en 40.Afb. 11 Elektrisch aansluitschema15

emeha Gas 1020remeha Gas 1020 DUO8. INBEDRIJFSTELLINGSVOORSCHRIFT8.1 AlgemeenNadat de werkzaamheden in het ketelhuis zijn afgesloten,dienen het ketelhuis en de branders, voordat deketel in bedrijf gesteld wordt, gereinigd te worden. Indiende ketel reeds tijdens de bouwfase in bedrijf gesteldwordt, dient zoveel mogelijk voorkomen te worden dat deketel bouwstof aanzuigt. Verder dienen in dit geval, naafsluiting van de werkzaamheden, het ketelhuis en debranders gereinigd te worden, zie hoofdstuk 10.8.2 In bedrijf stellen1. Controleer de gasaansluitingen.2. Controleer de elektrische aansluitingen, Fase-Nul-Aarde.3. Controleer de waterdruk. De waterbedrijfsdruk moetminimaal 1,0 bar bedragen.4. Schakel de circulatiepomp in en controleer de montagestanden draairichting.5. Open de gashoofdkraan (gasleiding goed ontluchten).6. Stel de thermostaten in op een hoge temperatuur.7. Wanneer een regeling is ingebouwd, keuzeschakelaarop handbedrijf zetten.8. Schakel de elektrische voeding van de ketel in.9. Schakel de hoofdschakelaar in. Na een voorontsteektijdvan ca. 15 sec. wordt de eerste veiligheidsklepgeopend. De startbrander wordt ontstoken en bij eenvoldoende sterk vlamsignaal (min. 3-4 µA, veiligheidstijd10 sec.) wordt de ontsteking uitgeschakeld.Na een vertraging van ca. 20 sec. wordt de tweedeveiligheidsklep geopend en worden de hoofdbrandersontstoken. De ketel is nu in bedrijf.10. De ketel enige minuten laten branden, i.v.m. de nogaanwezige lucht in de gasleiding.dbaAfb. 12 Gasmultiblok 8 t/m 12 ledena Meetpunt voordrukb Meetpunt branderdrukc Instelschroef vollast branderdrukd Instelschroef deellast branderdruke Elektrische aansluiting hoog/laagec16

11. Vereiste branderdrukken instellen.8 t/m 12 leden (afb. 12):- schakel de ketel in vollast- m.b.v. een steeksleutel vollast branderdruk instellen(zie tabel par. 2.2)- overschakelen naar deellast door het verwijderenvan de connector van de hoog/laag spoel (e)- m.b.v. een schroevendraaier deellast branderdrukinstellen (zie tabel par. 2.2)- vollast- en deellast branderdruk controleren.14 t/m 20 leden (afb. 13):Het gasblok van de 14 t/m 20 leden is voorzien vantwee gaskleppen. Allereerst dient de eerste gasklep(reduceer) ingesteld te worden t.b.v. de startbrander.- schakel de ketel in vollast- de tweede gasklep (drossel) helemaal openenm.b.v. de instelring (c), hiervoor de borgschroef(f) een halve slag losdraaien.- de branderdruk instellen op 15 mbar m.b.v. hetreduceer(instelschroef g).Vervolgens kunnen de juiste branderdrukken wordeningesteld volgens de tabel van par. 2.2.- vollast instellen m.b.v. drossel (instelring c),hiervoor de borgschroef (f) een halve slag losdraaien- overschakelen op deellast door het spanningsloosmaken van de hoog/laag spoel (steker)- deellast instellen m.b.v. instelring (d), hiervoor ookborgschroef (f) losdraaien- vollast en deellast controleren.12. Controleer de thermostaten op de juiste werking.13. Controleer de werking van de vlambeveiliging (verwijderhiervoor de bougiedop van de ionisatie-elektrode).8.3 Uit bedrijf nemen1. Hoofdschakelaar uitschakelen.2. Sluit de gashoofdkraan.hcfegdbaAfb. 13 Gasmultiblok 14 t/m 20 ledena Meetpunt voordrukb Meetpunt branderdruk (14 t/m 20 leden: op flens)c Instelring vollast branderdruk (drossel)d Instelring deellast branderdruke Elektrische aansluiting hoog/laag spoelf Borgschroef t.b.v. instelring deellast en instelschroefvollastg Reduceer (onder afdekkapje)h Instelschroef t.b.v. dempingOpmerking:Denk aan bevriezingsgevaar.8.4 Het ontluchten van de ketelHet ontluchten van de ketel geschiedt door middel vande automatische ontluchter.17

emeha Gas 1020remeha Gas 1020 DUO9. RICHTLIJNEN BIJ STORINGEN9.1 AlgemeenHanteer het elektrisch schema (par 7.5). Controleer denetspanning, de gesloten stand van de thermostaten ende eindcontacten van de smoorkleppen en de waterniveaubeveiliging(min. waterbedrijfsdruk 1,0 bar).9.2 Geen ontstekingsvonkControleer:1. De ontstekingseenheid.2. De ontstekingselektrode afstand.Deze moet 3,5 ± 1 mm zijn.9.3 Geen startvlam, wel ontstekingsvonkControleer:1. De spanning naar de gasklep.2. De gastoevoerleiding.3. De inspuiter van de aansteekbrander op verstopping.4. De gasleiding op eventueel aanwezige lucht.9.5 Storingen van buitenaf1. De gasdruk valt weg.De beveiligingsautomaat valt in storing.Beveiligingsautomaat ontgrendelen door de resetknopin te drukken.2. De netspanning valt weg. De ketel gaat uit.Na het terugkeren van de netspanning zal de ketelweer automatisch in bedrijf komen.3. De netspanning wisselt. Wisselingen van meer dan+10 of -15% veroorzaken het in storing gaan van debeveiligingsapparatuur.4. Rookgasterugslagthermostaat vergrendeld.Resetknop (afb. 04, pos. 15) indrukken. Als de ketelweer in storing gaat, het afvoersysteem controleren.5. Waterdrukschakelaar vergrendeld.Waterdruk controleren en eventueel water bijvullen.6. Maximaalthermostaat vergrendeld.Resetten en bij nieuwe storing oorzaak opsporen.9.4 Even hoofdvlam, daarna vlamstoringControleer:1. De gastoevoerdruk.2. De ionisatiestroom (min. 3-4 micro Ampère DC).3. De elektrische aansluiting Fase-Nul.18

10. ONDERHOUDS- EN REINIGINGSVOORSCHRIFT10.1 Onderhoud en reinigingOm de verbranding optimaal te houden is het noodzakelijkdat de ketel (met name de branders) de apparatuuren de ruimte waarin de ketel is opgesteld minimaaleenmaal per jaar worden gereinigd. Hierdoor wordtvoorkomen dat tijdens het stoken, door het aanzuigenvan stof, de branders en ketel vervuilen. Dit zal uiteindelijktot een slechte verbranding en schade aan debranders leiden. Ook vóór de inbedrijfstelling dient deketel gereinigd te worden, zie par. 8.1.De voor het onderhoud te verrichten werkzaamhedenomvatten:a Het reinigen van het gehele toestel.b Het controleren van de branders.c Het controleren van de startcyclus en de juiste werkingvan regel- en beveiligingsapparatuur.d Het controleren van de algehele staat van de installatie(controle op lekkage e.d.).Reiniging toestelDe voor het onderhoud te verrichten reinigingswerkzaamhedenomvatten:- Het rookgaszijdige gedeelte van de ketel.- De branders, zowel in- als uitwendig m.b.v. perslucht(de branders voorzichtig behandelen!).- Het ketelblok vanaf de bovenzijde door middel vanb.v. een reinigingsborstel.- De vloer onder de ketel en de stookruimte.- Het uitwendig reinigen van de ketelmantel.- Het uitwendig reinigen van de apparatuur, te weten:ontstekingsinrichting, ionisatie-elektrode, thermostaten,bekabeling en gasapparatuur.Controle brandersIndien de branders deuken en/of beschadigingen vertonen,deze altijd vervangen.Controle werking- Het controleren en opnemen van de startcyclus,ontstekingstijd en begrenzingstijd.- Het controleren van de regeling en de beveiligingssignaleringvan vlambeveiliging en thermostaten.- Het controleren van de gewenste branderdruk.- Het controleren van het vlambeeld, zie fig. 14.(Een verkeerd vlambeeld duidt op vervuiling vanbranders of ketelblok of op beschadiging van debranders).Controle algehele staat- Het controleren van de algehele staat van de installatie(controle op water- en gaslekkage).- Het controleren van de rookgasafvoerkanalen en deluchttoevoer.- Het controleren van de waterdruk (ca. 1,5 bar).Zonodig bijvullen.10.2 AftappenDe ketel aftappen d.m.v. de vul- en aftapkraan aan deachterzijde van de ketel.Vlampunt opbranderVlam te kleinAfb. 14 Controle van het vlambeeld19

emeha Gas 1020remeha Gas 1020 DUO© CopyrightAlle in deze technische informatievervatten technische en technologischeinformatie alsmede eventueeldoor ons ter beschikking gesteldetekeningen en technische beschrijvingenblijven ons eigendom enmogen zonder onze voorafgaandeschriftelijke toestemming niet wordenvermenigvuldigd.ISO 9001sinds 1988Remeha B.V.Postbus 327300 AA ApeldoornTel. 055 - 549 69 69Fax 055 - 549 64 96Wijzigingen voorbehoudenArt. nr. 49.169/5000/10.96/Bo.20