02.12.2012 Views

jaarverslag 2004 - WTCB

jaarverslag 2004 - WTCB

jaarverslag 2004 - WTCB

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Jaarverslag <strong>2004</strong><br />

WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH CENTRUM VOOR HET BOUWBEDRIJF<br />

INHOUD<br />

De toekomst is al begonnen ... 3<br />

Evenementen 4<br />

Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie 5<br />

Inleiding 5<br />

Geotechniek & Structuren 6<br />

Beton & Betonconstructies 10<br />

Metselwerk 14<br />

Daken 18<br />

Schrijnwerk & Glaswerk 22<br />

Muur- en vloerbekledingen 26<br />

Duurzame ontwikkeling & Renovatie 30<br />

Energie & Binnenklimaat 34<br />

Akoestisch comfort 38<br />

Technische uitrustingen 42<br />

Informatie- en communicatietechnologieën 46<br />

Europa en de bouw 48<br />

Samenwerking met derden 50<br />

Technische Comités 52<br />

Financiën 54<br />

Personeel 56<br />

Statutaire organen 57<br />

Directie & Staff 60


3 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong><br />

De toekomst is al<br />

begonnen …<br />

De toekomst wordt vaak overroepen, maar ook altijd onderschat. Bij de<br />

opkomst van de kunststoffen enkele decennia geleden stelden de meest<br />

enthousiaste voorstanders zich bijvoorbeeld reeds woningen voor die<br />

volledig uit kunststof opgebouwd waren, zodat ze zowel vanbinnen als<br />

vanbuiten zouden kunnen gereinigd worden met de tuinslang. Vandaag<br />

de dag stellen we echter vast dat niet alles uit kunststof bestaat, maar<br />

dat wel overal kunststof in zit. Het materiaal is aanwezig, maar niet in<br />

de vorm die werd voorspeld.<br />

Zowat elke tien jaar duikt het begrip ‘stad van de toekomst’ op. Dat die<br />

toekomst altijd overroepen en onderschat wordt, blijkt duidelijk als we<br />

terugkijken naar de plannen van de wetenschappers en stedenbouwkundigen<br />

uit het begin van de 20 e eeuw en de jaren daarna : hoewel deze<br />

plannen zeer ernstig bedoeld waren, werken ze nu op de lachspieren.<br />

Maar zo werkt innovatie : er is geen vooruitgang mogelijk zonder visionaire<br />

durf.<br />

Nu zijn we op weg naar de nanotechnologie, de ruimte en de ontmoeting<br />

tussen bit en atoom. De rol van de communicatie- en informatietechnologie<br />

wordt hierbij steeds belangrijker. Zo vindt de virtuele realiteit meer<br />

en meer ingang en laat ons de gebouwen bezoeken nog vóór ze opgericht<br />

zijn. Van de mogelijkheden die daar liggen te wachten, zien we nog maar<br />

het begin.<br />

Wij weten vandaag niet hoe de realisering van onze plannen voor de<br />

constructies van de toekomst er over 50 of 100 jaar in werkelijkheid zal<br />

uitzien. Deze zullen zeker overroepen zijn, maar tegelijk ook onderschat.<br />

Carlo DE PAUW, ir.<br />

Directeur-Generaal<br />

We staan er niet altijd bij<br />

stil, maar morgen is de<br />

eerste dag van de toekomst.<br />

Wat deze toekomst de<br />

bouwsector brengen zal op<br />

het vlak van innovatie,<br />

weten we niet. Naar de<br />

ontwikkelingen op zeer<br />

korte termijn kunnen we<br />

echter wel gissen of er<br />

voorspellingen over lanceren<br />

met aan zekerheid<br />

grenzende waarschijnlijkheid.<br />

Verder kijken naar<br />

2010, 2020 en 2030 wordt<br />

daarentegen al moeilijker.<br />

Toch wordt er op Europees<br />

niveau volop gewerkt aan<br />

de ontwikkeling van dergelijke<br />

toekomstvisies op de<br />

bouw, via het initiatief<br />

‘Vision 2030’.


Evenementen<br />

Februari <strong>2004</strong> : een nieuwe informatiestrategie<br />

ziet het licht<br />

Het <strong>WTCB</strong> ontwikkelde een nieuwe strategie<br />

voor de informatieverspreiding, die<br />

steunt op een volledig vernieuwde website.<br />

Deze heeft tot doel :<br />

de permanente (en voor aannemers<br />

kosteloze) beschikbaarheid van technische<br />

informatie te waarborgen<br />

een werkinstrument voor te stellen dat<br />

aangepast is aan de gediversifieerde<br />

noden van de bouwprofessionelen<br />

een hulpmiddel te vormen bij het zoeken<br />

naar technische informatie, of deze<br />

nu beschikbaar is op de website, in de<br />

<strong>WTCB</strong>-bibliotheek of elders.<br />

<strong>WTCB</strong>-Contact, dat gratis opgestuurd<br />

wordt naar alle bouwbedrijven, bevat bondige<br />

en praktische artikels, samenvattingen<br />

of uittreksels uit langere artikels, die<br />

in elektronisch formaat kunnen geconsulteerd<br />

worden via de <strong>WTCB</strong>-website.<br />

Maart <strong>2004</strong> : studiedag ‘Innovatie en<br />

inclusieve huisvesting’<br />

De Technische Comités en werkgroepen<br />

van het <strong>WTCB</strong> sturen het bouwonderzoek.<br />

Ze bestaan uit bouwprofessionelen die als<br />

het ware de spreekbuis van de aannemers<br />

vormen bij onze onderzoekers. <strong>WTCB</strong>voorzitter<br />

Rob Lenaers nam het initiatief<br />

deze organen regelmatig samen te brengen<br />

via een interdisciplinair forum, gewijd<br />

aan innovatie in de bouw, om zo de noden<br />

van de gebruikers op te sporen en<br />

mogelijke antwoorden te definiëren.<br />

Tijdens de studiedag ‘Innovatie en inclusieve<br />

huisvesting’, die op 16 maart <strong>2004</strong><br />

door het <strong>WTCB</strong> georganiseerd werd te<br />

Gits, in samenwerking met de vzw In-HAM<br />

(Innovatiecentrum voor Huisvesting met<br />

Aangepaste Middelen), werd duidelijk dat<br />

de bouwsector een belangrijke rol kan<br />

spelen bij de ontwikkeling van een bebouwde<br />

omgeving die ook voor ouderen<br />

en/of personen met beperkingen toegankelijk<br />

is.<br />

Juni <strong>2004</strong> : positieve rol van Centra<br />

De Groote herbevestigd<br />

Op 21 juni <strong>2004</strong> kreeg het proefstation te<br />

Limelette het bezoek van Fientje Moerman,<br />

op dat ogenblik Federaal Minister<br />

van Economie. Zij verklaarde een erg positieve<br />

indruk te hebben overgehouden<br />

aan de voorstelling van de laboratoria en<br />

de andere <strong>WTCB</strong>-activiteiten, en over-<br />

Minister F. Moerman bezoekt het proefstation<br />

in het gezelschap van C. De Pauw,<br />

directeur-generaal van het <strong>WTCB</strong>.<br />

Om nog beter te kunnen voldoen<br />

aan een van zijn voornaamste<br />

taken, met name het ten dienste<br />

stellen van de vruchten van zijn<br />

werkzaamheden van de volledige<br />

bouwsector, werd het jaar <strong>2004</strong><br />

binnen het <strong>WTCB</strong> in het teken<br />

van de Communicatie geplaatst.<br />

R. Lenaers benadrukt het belang van<br />

vorming in de sector.<br />

tuigd te zijn van de belangrijke rol die de<br />

Centra De Groote te vervullen hebben ten<br />

overstaan van de sectoren die zij vertegenwoordigen.<br />

September <strong>2004</strong> : ICT, een meerwaarde<br />

voor de bouwsector<br />

In aansluiting op de eerste interdisciplinaire<br />

studiedag over innovatie, gewijd aan<br />

de toegankelijkheid van woningen, ontvingen<br />

de Moulins de Beez op 17 september<br />

<strong>2004</strong> de leden van de Technische<br />

Comités en werkgroepen van het <strong>WTCB</strong><br />

voor een forum omtrent de evolutie van<br />

de informatie- en communicatietechnologieën<br />

(ICT) in de bouwsector. Tijdens dit<br />

evenement benadrukte Rob Lenaers de<br />

noodzaak van vorming in de sector en<br />

wees hij op het belang van de studies en<br />

adviseerdiensten van het <strong>WTCB</strong> (gesubsidieerd<br />

door de federale en gewestelijke<br />

overheden) bij het aanreiken van praktische<br />

oplossingen voor de almaar complexere<br />

informatiestroom. n<br />

4 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Evenementen


Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />

Inleiding<br />

Gelet op het succes van <strong>WTCB</strong>-Contact<br />

werd ook het Jaarverslag in een nieuw<br />

kleedje gestoken. Het herneemt de basisprincipes<br />

van voornoemd magazine en<br />

wordt inhoudelijk verrijkt door een projectendatabank<br />

die consulteerbaar is via<br />

de <strong>WTCB</strong>-website (www.wtcb.be). De<br />

gedrukte versie van het Jaarverslag biedt<br />

een beknopt overzicht van de voornaamste<br />

activiteiten van het Centrum.<br />

Om nauwer aan te sluiten bij het specifieke<br />

karakter van elk bouwvak werd het<br />

Jaarverslag opgesplitst in verschillende<br />

thema’s met telkens een samenvatting<br />

van de gevoerde acties.<br />

COLLECTIEF ONDERZOEK EN ONT-<br />

WIKKELING<br />

Het leidt geen twijfel dat de invoering van<br />

innovatieve technieken in een bedrijf van<br />

vitaal belang is. Deze taak wordt echter<br />

bemoeilijkt door het grote aantal betrokkenen<br />

en de fragmentering van het bouwproces.<br />

Het is precies in deze complexiteit<br />

dat de bestaansreden van het <strong>WTCB</strong><br />

schuilt. Om wetenschappelijk en technisch<br />

onderzoek voor zijn leden te voeren,<br />

beschikt het Centrum over een ruime<br />

infrastructuur en gekwalificeerde laboratoria.<br />

Deze zijn immers voor een honderdtal<br />

proeven geaccrediteerd door het bureau<br />

BELTEST van de FOD ‘Economie’.<br />

NORMALISERING, CERTIFICERING EN<br />

GOEDKEURING<br />

Omwille van de Europese eenmaking en<br />

de evolutie van de techniek wordt de Bel-<br />

gische bouwsector overspoeld door een<br />

groeiend aantal normen. In dit kader kunnen<br />

de bedrijven, en dan vooral de KMO,<br />

rekenen op de steun van de Normen-Antennes,<br />

die door de eerder vermelde FOD<br />

opgericht werden binnen de collectieve<br />

onderzoekscentra. Het <strong>WTCB</strong> verleent<br />

zijn medewerking aan instanties zoals de<br />

Belgische Unie voor de technische goedkeuring<br />

in de bouw (BUtgb) alsook aan<br />

pan-Europese goedkeuringsactiviteiten.<br />

Zo kan het bijdragen tot de ontwikkeling<br />

van de sector, door het definiëren van<br />

prestaties voor materialen en systemen.<br />

INFORMATIE, TECHNISCHE BIJSTAND<br />

EN INNOVATIESTEUN<br />

De opleiding van bouwprofessionelen en<br />

de technische bijstand vormen een aanvulling<br />

op de informatie, verspreid via de<br />

Tussenkomsten van de afdeling Technisch Advies in <strong>2004</strong>.<br />

12 %<br />

11 %<br />

30 %<br />

14 %<br />

Het Jaarverslag <strong>2004</strong> werd dit<br />

jaar opgevat volgens een nieuw<br />

concept dat in de lijn ligt van het<br />

magazine ‘<strong>WTCB</strong>-Contact’. De<br />

inhoud ervan wordt namelijk<br />

uitgediept op de <strong>WTCB</strong>-website<br />

(www.wtcb.be) die voor de gelegenheid<br />

werd aangevuld met een<br />

projectendatabank, waardoor het<br />

document nog beter aansluit bij<br />

de verschillende bouwvakken.<br />

publicaties en de website. Naast de Technologische<br />

Adviseerdiensten en de TIS,<br />

die gesubsidieerd worden door de Gewesten<br />

om de bedrijven op de hoogte te<br />

houden van de evolutie van de technieken<br />

en de materialen, hadden ook de ingenieurs<br />

van de afdeling Technisch Advies<br />

(ATA) de handen vol in <strong>2004</strong>. Onderstaand<br />

diagram is gebaseerd op de duizenden<br />

schriftelijke adviezen die in <strong>2004</strong><br />

werden verstrekt en geeft een goed beeld<br />

van de tussenkomsten van de ATA. Deze<br />

informatie wordt hierna aangevuld met<br />

een statistische verdeling van de vragen<br />

die gesteld werden in de voornaamste<br />

domeinen en geïllustreerd met voorbeelden<br />

van antwoorden.<br />

Lezers die meer informatie zouden wensen,<br />

kunnen terecht bij de projectendatabank<br />

op de website. n<br />

Muur- en vloerbekledingen<br />

Energie & Binnenklimaat<br />

Akoestisch comfort<br />

Technische uitrustingen<br />

Funderingen<br />

Beton<br />

Metselwerk<br />

Daken<br />

Schrijnwerk & Glaswerk<br />

5 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Inleiding<br />

13 %<br />

10 %<br />

5 %<br />

2 %<br />

3 %


Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />

Geotechniek & Structuren<br />

De afdeling ‘Geotechniek & Structuren’<br />

van het <strong>WTCB</strong> is betrokken bij tal van<br />

projecten die verband houden met infrastructuurwerken<br />

en structuurwerken.<br />

Specifiek voor de activiteiten betreffende<br />

geotechniek wordt de sector de laatste<br />

jaren gekenmerkt door de snelle ontwikkeling<br />

van innoverende technieken en<br />

procédés. Dit is een gevolg van de opening<br />

van de grenzen van de Europese<br />

Unie, de toenemende concurrentie tussen<br />

de Belgische en buitenlandse bedrijven,<br />

de modernisering van de uitrustingen,<br />

de strengere eisen inzake kwaliteitscontrole,<br />

evenals de evolutie van de Europese<br />

normalisatie (en dan vooral van<br />

de Eurocode 7 ‘Geotechnisch ontwerp’,<br />

die eind <strong>2004</strong> van kracht werd).<br />

PRENORMATIEF ONDERZOEK<br />

Het <strong>WTCB</strong> speelt een belangrijke rol bij<br />

de versteviging en de uitbreiding van deze<br />

beweging en voerde vorig jaar in dit kader<br />

verschillende prenormatieve onderzoeksprojecten<br />

uit.<br />

VALORISATIE VAN STATISCHE PAALBELASTINGS-<br />

PROEVEN EN ONTWIKKELING VAN EEN GEHAR-<br />

MONISEERDE REKENMETHODE<br />

Dit onderzoek [A1] sluit aan bij twee eerder<br />

uitgevoerde prenormatieve projecten<br />

omtrent grondverdringende schroefpalen.<br />

De informatie die voortkwam uit de diverse<br />

proefcampagnes werd hierbij aangevuld<br />

met de resultaten van enkele we-<br />

tenschappelijke proefcampagnes uit het<br />

verleden, die op een uniforme manier geherinterpreteerd<br />

werden.<br />

Ter ondersteuning van voornoemde analyses<br />

voerden onze medewerkers een<br />

aantal statische belastingsproeven op<br />

modelpalen uit en werden er pogingen<br />

ondernomen om samen met Nederland<br />

en Frankrijk te komen tot een geharmoniseerde<br />

rekenmethode ter bepaling van het<br />

paaldraagvermogen (uitgaande van diepsonderingen).<br />

Het belangrijkste resultaat<br />

is de opstelling van de Belgische Nationale<br />

Bijlage van de Eurocode 7; de laatste<br />

draft ervan dateert van december <strong>2004</strong>.<br />

STABILITEIT VAN BOUWPUTTEN EN SLEUVEN<br />

De traditionele dimensioneringsmethoden<br />

voor tijdelijke bouwputten en sleuven houden<br />

geen rekening met de invloed van het<br />

water voor bodems die zich boven het<br />

grondwaterniveau bevinden en baseren<br />

Door de opening van de grenzen<br />

van de Europese Unie, de<br />

groeiende concurrentie tussen de<br />

bedrijven en de snelle evolutie<br />

van de uitrustingen, gebruikt bij<br />

de uitvoering van funderingswerken,<br />

is het geotechnische<br />

landschap in ons land erg veranderd.<br />

De sector wordt immers<br />

gekenmerkt door de snelle ontwikkeling<br />

van innoverende<br />

technieken en procédés.<br />

zich aldus op hypothesen die de grootste<br />

veiligheidsmarge waarborgen. Hierdoor<br />

zien aannemers zich genoodzaakt maatregelen<br />

te treffen die economisch moeilijk<br />

haalbaar zijn, of geen rekening te houden<br />

met de rekenresultaten, wat dan weer kan<br />

leiden tot een zekere instabiliteit met bewegingen<br />

van de bodem of verzakkingen<br />

tot gevolg. Het <strong>WTCB</strong> voert een onderzoek<br />

hieromtrent [A2] dat tot doel heeft praktische<br />

aanbevelingen op te stellen voor een<br />

voorafgaande evaluatie van de stabiliteit<br />

van tijdelijke bouwputten, die dichter aanleunt<br />

bij de realiteit.<br />

GRONDANKERS<br />

De laatste decennia werden verschillende<br />

nieuwe technieken ontwikkeld voor het<br />

verankeren van constructies (grondkeringen,<br />

methoden ter verhindering van het<br />

opdrijven van ondergrondse constructies,<br />

…). Dit onderzoek, verricht in samenwerking<br />

met de sector, streeft naar de<br />

Het <strong>WTCB</strong> voerde in <strong>2004</strong> verschillende statische paalbelastingsproeven uit.<br />

6 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek & Structuren


opstelling van een inventaris van de in<br />

België gangbare uitvoeringsmethoden<br />

voor grondankers [A3]. In dit kader zullen<br />

enkele omvangrijke proefcampagnes uitgevoerd<br />

worden, teneinde een rekenmethode<br />

uit te werken die de uitvoeringsparameters<br />

in aanmerking neemt.<br />

De resultaten van deze drie prenormatieve<br />

onderzoeksprojecten vormen een<br />

belangrijke input voor de opstelling van<br />

de Belgische Nationale Bijlage van de<br />

Eurocode 7. Deze werkzaamheden worden<br />

gecoördineerd door de afdeling ‘Geotechniek<br />

& Structuren’. De informatie die<br />

in voornoemde Nationale Bijlage kan opgenomen<br />

worden, is echter beperkt.<br />

Daarom werken onze ingenieurs momenteel<br />

aan de voorbereiding van een Technische<br />

Voorlichting die dienst zal doen<br />

als handleiding voor de toepassing van<br />

de Eurocode 7 in België.<br />

INFRASTRUCTUURWERKEN EN BEDRIJFSVLOEREN<br />

Binnen de verschillende activiteiten op het<br />

vlak van geotechniek en structuren, vormt<br />

het prenormatieve <strong>WTCB</strong>-onderzoek met<br />

betrekking tot de dimensionering van bedrijfsvloeren<br />

[A4] een perfect voorbeeld<br />

van een globale analyse van twee bijzondere<br />

domeinen, die gekenmerkt worden<br />

door hun sterke interactie. De stabiliteit van<br />

bedrijfsvloeren is immers niet enkel afhankelijk<br />

van een geschikte geotechnische<br />

studie, maar tevens van het optimale ontwerp<br />

(organische berekening) ervan.<br />

Naast de stabiliteitsaspecten moeten ook<br />

de afschuifkarakteristieken, de duurzaamheid<br />

van het materiaal, … gecontroleerd<br />

worden om de gebruiksveiligheid van dit<br />

type constructies te waarborgen.<br />

Dankzij dit onderzoek kon de invloed van<br />

het type ondergrond (gestabiliseerd zand,<br />

steenslag of PE-film), van de wapening<br />

(staalvezels of netwapening) en van de<br />

dikte van de vloerplaat op het ontstaan<br />

van verhinderde krimpscheuren en curling<br />

bepaald worden.<br />

De aldus verzamelde informatie zal gebruikt<br />

worden bij de opstelling van een<br />

nieuwe Technische Voorlichting, gewijd<br />

aan de dimensionering van bedrijfsvloeren<br />

op de volle grond, ter aanvulling van<br />

TV 204.<br />

HOUT-BETONVLOEREN<br />

In <strong>2004</strong> werkte het <strong>WTCB</strong> volop verder aan<br />

het onderzoek van hout-betonvloeren [A5].<br />

In dit kader spitste de afdeling ‘Geotechniek<br />

& Structuren’, samen met andere<br />

afdelingen van het Centrum, haar aandacht<br />

toe op de mechanische buigsterkte<br />

van dit vloertype, dat vooral in de renovatiesector<br />

een groeiend succes kent.<br />

Het <strong>WTCB</strong> onderzocht de invloed van<br />

verschillende parameters op het ontstaan<br />

van verhinderde krimpscheuren.<br />

Daarnaast werden ook het akoestische<br />

comfort en het trillingsgedrag ervan geanalyseerd.<br />

Dit heeft geleid tot een multidisciplinaire<br />

prenormatieve studie (die<br />

trouwens volgend jaar zal voortgezet worden),<br />

waarmee het mogelijk was de invloed<br />

van verschillende aspecten op de<br />

vloerprestaties aan te tonen : het type<br />

verbindingsstuk, de geometrie van de<br />

constructie, het gebruikte beton- en dekvloertype,<br />

…<br />

LABORATORIUM ‘STRUCTUREN’<br />

De activiteiten van het laboratorium ‘Structuren’<br />

zijn vooral gericht op de ontwikkeling<br />

van producten en de certificering op<br />

het vlak van geotechniek en structuren.<br />

Dit laboratorium beschikt sinds <strong>2004</strong> over<br />

een BELTEST-accreditatie voor de uitvoering<br />

van buigproeven op staalvezelversterkt<br />

beton en verricht sterkteproeven op<br />

materialen en constructies. Dit gebeurt<br />

zowel in het kader van onderzoek als in<br />

het kader van ontwikkelingsactiviteiten,<br />

ten bate van aannemers en fabrikanten<br />

(bv. in het domein van dekvloeren, glas,<br />

beton, hout of metselwerk).<br />

In het laboratorium is eveneens de nodige<br />

uitrusting voorhanden voor de uitvoering<br />

van tamelijk grootschalige proeven :<br />

verschillende servo-hydraulische vijzels<br />

van 250 kN, een pers van 4000 kN, uiterst<br />

nauwkeurige sensoren en een doeltreffend<br />

systeem om gegevens te verzamelen.<br />

LABORATORIA ‘GEOTECHNIEK’ EN<br />

‘MONITORING’<br />

Het laboratorium ‘Geotechniek’ voert<br />

proeven uit ter karakterisering van gronden<br />

en granulaten en is reeds verschillende<br />

jaren door BELTEST geaccrediteerd.<br />

Deze tests worden zowel verricht<br />

in opdracht van derden als in het kader<br />

van eigen onderzoeken. Het laboratorium<br />

voert eveneens specifieke geotechnische<br />

metingen uit, zoals het opvolgen van<br />

spanningen en vervormingen in ophogingen,<br />

taluds, keermuren, ankers, geokunststoffen,<br />

… Dit gebeurt doorgaans in<br />

samenwerking met het laboratorium ‘Monitoring’.<br />

Deze metingen kunnen toegepast<br />

worden ter controle, maar ook ter optimalisering<br />

van het ontwerp.<br />

Het laboratorium ‘Monitoring’ beschikt<br />

over gesofisticeerde meetapparatuur,<br />

waarmee het mogelijk is geïnstrumenteerde<br />

paalbelastingsproeven uit te voeren.<br />

Het heeft in de loop der jaren een uitgebreid<br />

gamma meetapparaten en meetmethoden<br />

verzameld voor de opvolging van<br />

de installatie van funderingsprofielen<br />

(door trillen of heien), alsook voor de controle<br />

van de omgevingsinvloed van infrastructuurwerken<br />

of andere bouwactiviteiten<br />

(vooral trillingen).<br />

NETWERKEN<br />

Het <strong>WTCB</strong> is lid van de stuurgroep van<br />

het Europese thematische netwerk GEO-<br />

TECHNET [A6], dat een veertigtal partners<br />

uit 17 Europese landen groepeert.<br />

Dit netwerk tracht voornamelijk bij te dragen<br />

tot de verspreiding van actuele kennis<br />

inzake onderzoek, innovatieve constructietechnieken,<br />

… op het gebied van<br />

de geotechniek.<br />

NORMALISERING, BENOR- EN<br />

ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />

Op het vlak van de normalisering in het<br />

domein van geotechniek en structuren zijn<br />

onze medewerkers actief in tal van Europese<br />

Technische Comités (CEN TC 104,<br />

CEN TC 189, CEN TC 250, CEN TC 288<br />

en CEN TC 341).<br />

Het laboratorium ‘Geotechniek’ voert – in samenwerking met het laboratorium ‘Monitoring’<br />

– metingen uit tijdens civieltechnische werken.<br />

7 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek & Structuren


Zo coördineert het <strong>WTCB</strong>, samen met de<br />

Belgische spiegelcommissie, de voorbereiding<br />

van de Belgische Nationale Bijlage<br />

van de Eurocode 7 ‘Geotechnisch ontwerp’.<br />

In dit kader wordt de Normen-Antenne<br />

‘Eurocodes’, die de evolutie van de<br />

normen op de voet opvolgt, zeer frequent<br />

geconsulteerd.<br />

Het Centrum is eveneens vertegenwoordigd<br />

in het Europese Technische Comité<br />

CEN TC 288 ‘Execution of special geotechnical<br />

works’ dat bevoegd is voor de opstelling<br />

van de uitvoeringsnormen. Daarnaast<br />

verleent het zijn medewerking aan<br />

het CEN TC 341 ‘Geotechnical investigation<br />

and testing’ dat verantwoordelijk is<br />

voor het uitwerken van de proefnormen.<br />

Naar aanleiding van de implementatie van<br />

de Europese Bouwproductrichtlijn verscheen<br />

in deze sector ook een aantal CEgemarkeerde<br />

producten in de handel.<br />

Overeenkomstig de productnorm moeten<br />

geotextielen immers de conformiteitsmarkering<br />

dragen.<br />

Het <strong>WTCB</strong> volgt deze activiteiten op via<br />

de Belgian Geosynthetics Society, waarvan<br />

het het voorzitterschap verzekert. Het<br />

is tevens lid van de Belgische normcommissie<br />

die de activiteiten van het Technische<br />

Comité CEN TC 189 coördineert.<br />

Verder participeren onze medewerkers in<br />

de BUtgb-activiteiten op het vlak van ‘Gebouwen’<br />

en ‘Burgerlijke Bouwkunde’ met<br />

het oog de aflevering van ATG voor ondergrondse<br />

bouwsystemen en -afdichtingen.<br />

NUTTIGE INFORMATIE<br />

Projectendatabank<br />

www.wtcb.be : projecten [A1] tot [A9]<br />

Nuttige links<br />

Laboratoria ‘Structuren’,<br />

‘Geotechniek’ en ‘Monitoring’ :<br />

www.wtcb.be (rubriek ‘Laboratoria’)<br />

Technologische Adviseerdiensten<br />

‘Ontwerp en uitvoering van bedrijfsvloeren’<br />

en ‘Travaux d’infrastructure’<br />

(Infrastructuurwerken) :<br />

www.wtcb.be (rubriek ‘Diensten’,<br />

‘Innovatieondersteuning’)<br />

Normen-Antennes ‘Eurocodes’ en<br />

‘Brandpreventie’ : www.normen.be<br />

Website van GEOTECHNET :<br />

www.geotechnet.be<br />

Website van de BUtgb :<br />

www.butgb.be<br />

Website van het Infopoint :<br />

www.infopoint.be<br />

Website van de Belgian Geosynthetics<br />

Society :<br />

www.belgian-geosynthetics.be<br />

TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENSTEN<br />

‘ONTWERP EN UITVOERING VAN BEDRIJFSVLOEREN’ EN<br />

‘TRAVAUX D’INFRASTRUCTURE’ (INFRASTRUCTUURWERKEN)<br />

Het <strong>WTCB</strong> heeft verschillende kanalen ontwikkeld ter ondersteuning van de<br />

innovatie in de bouwbedrijven. Zo spitst de door het Vlaamse Gewest gesubsidieerde<br />

Technologische Adviseerdienst ‘Ontwerp en uitvoering van bedrijfsvloeren’<br />

[A7] zijn aandacht toe op :<br />

de monitoring van infrastructuurwerken<br />

het ontwerp en de uitvoering van bedrijfsvloeren<br />

nieuwe geotechnische onderzoekstechnieken.<br />

De TAD ‘Travaux d’infrastructure’ [A7], die voornamelijk gericht is op bedrijfsvloeren<br />

en andere vloercomplexen (vezelversterkt beton, anhydriet- of cementgebonden<br />

dekvloeren, gietvloeren, nieuwe uitvoerings- en dimensioneringstechnieken,<br />

chloorvrije vloerbedekkingen van PVC, harsgebonden vloerbekledingen,<br />

…), geniet op zijn beurt de financiële steun van het Waalse Gewest.<br />

Beide TAD hebben tot doel de fabrikanten, aannemers, architecten en bouwheren<br />

te sensibiliseren voor de innovaties in hun vakgebied, door het verstrekken<br />

van een gepersonaliseerde technische bijstand bij de ontwikkeling van<br />

nieuwe producten of uitvoeringstechnieken. Daarnaast vervullen de <strong>WTCB</strong>medewerkers<br />

soms de rol van intermediair tussen de subsidiërende organismen<br />

en KMO met innoverende projecten.<br />

NORMEN-ANTENNES<br />

‘EUROCODES’ EN ‘BRANDPREVENTIE’<br />

Normen-Antennes (NA) zijn speciale organen die de KMO moeten voorzien<br />

van informatie en technische bijstand in een aantal specifieke domeinen.<br />

Aangezien de thema’s mechanische sterkte, stabiliteit, brandveiligheid en<br />

gebruiksveiligheid deel uitmaken van de fundamentele voorschriften voor<br />

bouwproducten, besteedt het <strong>WTCB</strong> hieraan de nodige aandacht via zijn<br />

Normen-Antennes ‘Eurocodes’ en ‘Brandpreventie’.<br />

De Normen-Antenne ‘Eurocodes’ [A8] bereidt de pragmatische toepassing van<br />

de Structurele Eurocodes in België voor. Deze normen, opgesteld door het<br />

CEN TC 250, zullen immers geleidelijk aan de Belgische normen inzake de<br />

dimensionering vervangen. Het betreft hier zowel rekennormen die een aantal<br />

bijzondere materialen behandelen (beton, staal, hout, metselwerk) als normen<br />

die dieper ingaan op het belastingstype dat moet worden beschouwd, op de<br />

belastingscombinaties en op het geotechnische ontwerp.<br />

Dankzij deze Normen-Antenne kunnen de KMO een maximum aan informatie<br />

verkrijgen inzake de evolutie van de normalisering en de technische inhoud<br />

van de nieuwe referentiedocumenten. Dit gebeurt door middel van gepersonaliseerde<br />

hulp, opleidingen en de publicatie van artikels in diverse tijdschriften.<br />

Verder is er een door het <strong>WTCB</strong> gecoördineerde Belgisch-Nederlandse<br />

commissie belast met de vertaling van de Eurocodes naar het Nederlands.<br />

Hoewel een groot deel van de werkzaamheden van de Normen-Antenne<br />

‘Brandpreventie’ [A9] gewijd is aan de dimensionering volgens de Structurele<br />

Eurocodes (deel 1-2 van elke Eurocode ‘Materialen’), concentreert deze zich in<br />

de eerste plaats op de reglementering op het gebied van brandpreventie in<br />

België zelf.<br />

Naast de afstemming op de eisen die opgenomen zijn in de Europese Bouwproductenrichtlijn,<br />

vergen de nieuwe technieken inzake brandpreventie en de<br />

nieuwe ontwerpsystemen immers een onophoudelijke aanpassing van de<br />

referentieteksten. De huidige Belgische regelgeving zal dus een aantal grondige<br />

wijzigingen ondergaan. Het is daarom erg belangrijk de KMO hierover op<br />

proactieve wijze in te lichten, zodanig dat zij zich kunnen aanpassen aan de<br />

recentste eisen.<br />

8 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek & Structuren


TECHNISCH ADVIES<br />

STATISTIEKEN<br />

Uit de statistieken van <strong>2004</strong> blijkt dat het<br />

aantal schriftelijke en mondelinge vragen<br />

met betrekking tot geotechnische constructies<br />

3 % beslaat van de door de afdeling<br />

Technisch Advies (ATA) verstrekte<br />

adviezen. Hoewel dit aantal op zich niet<br />

zo groot lijkt, betreft het vaak problemen<br />

die belangrijke herstellingswerken vereisen<br />

en die bijgevolg geenszins mogen<br />

verwaarloosd worden. De statistieken tonen<br />

eveneens aan dat vochtproblemen<br />

de overgrote meerderheid uitmaken van<br />

de interventies die de afdeling ATA dient<br />

uit te voeren op het vlak van geotechnische<br />

constructies (zie afbeelding 1).<br />

BESCHERMING VAN INGEGRAVEN CONSTRUCTIES<br />

Alvorens men start met het optrekken van<br />

een gebouw, dient men zich goed te informeren<br />

over de eigenschappen van de<br />

grond. Dit is niet enkel noodzakelijk om<br />

de stabiliteit van de constructie te waarborgen,<br />

maar ook omdat deze een belangrijke<br />

invloed kunnen hebben op de<br />

vochtbelasting van de ingegraven bouwdelen.<br />

Bij het uitvoeren van constructies in contact<br />

met de grond moet men voldoende<br />

aandacht besteden aan hun vochtwerende<br />

bescherming. Tegenwoordig wordt<br />

Afb. 1 Door de afdeling Technisch Advies<br />

uitgevoerde interventies op het vlak van<br />

geotechnische constructies.<br />

66 %<br />

6 %<br />

4 %<br />

6 %<br />

5 %<br />

5 %<br />

4 % 4 %<br />

n vocht<br />

n mechanische karakteristieken<br />

n chemische/biologische<br />

aantasting<br />

er immers almaar meer naar gestreefd<br />

alle beschikbare ruimten in een gebouw<br />

te benutten. Dit kan afgeleid worden uit<br />

het feit dat niet enkel zolders, maar ook<br />

kelders vandaag de dag steeds vaker ingericht<br />

worden als leefruimten, en bijgevolg<br />

voorzien van vochtgevoelige afwerkingen.<br />

De bestemming en de afwerking van dergelijke<br />

ruimten moeten dan ook duidelijk<br />

vastgelegd worden, zodat men zowel bij<br />

het ontwerp als bij de uitvoering ervan<br />

<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />

‘GEOTECHNIEK & STRUCTUREN’<br />

Staal-betonconstructies. Deel 2 :<br />

controle van de gebruiksgrenstoestanden<br />

volgens Eurocode 4.<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 7.<br />

Vloeistofdichte betonvloeren :<br />

ontwerp en uitvoering. <strong>WTCB</strong>-<br />

Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 11.<br />

Innovatieve uitvoeringsmethoden<br />

voor performante monolithische<br />

bedrijfsvloeren. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />

<strong>2004</strong>/2, Katern 3.<br />

een geschikte bescherming kan voorzien.<br />

Ook bij een bestemmingswijziging van<br />

een bestaande kelder dient de aanwezige<br />

bescherming te worden geëvalueerd<br />

en waar nodig verbeterd.<br />

In deze optiek organiseerde het <strong>WTCB</strong> in<br />

<strong>2004</strong> een wintercursus, waarbij onze medewerkers<br />

dieper ingingen op de verschillende<br />

technieken die tegenwoordig voorhanden<br />

zijn om ingegraven constructies<br />

te beschermen tegen waterinfiltraties en<br />

andere vochtproblemen. Tabel 1 geeft een<br />

overzicht van een aantal mogelijke beschermingsmaatregelen<br />

voor nieuwe constructies.<br />

n<br />

Tabel 1 Mogelijke systemen ter bescherming van ingegraven constructies tegen waterinfiltraties en andere vochtproblemen.<br />

BODEMONDERZOEK PERMEABILITEIT VAN<br />

DE BODEM<br />

Het niveau van het<br />

grondwater is permanent<br />

lager dan de<br />

keldervloer<br />

TE CONTROLEREN PARAMETERS<br />

Goed (zanderig over de<br />

volledige hoogte van de<br />

kelder)<br />

Gering (kleiachtig over<br />

de volledige of gedeeltelijke<br />

hoogte van de<br />

kelder)<br />

HELLING VAN HET<br />

TERREIN RONDOM<br />

HET GEBOUW<br />

Van het gebouw weg<br />

Naar het gebouw toe<br />

Van het gebouw weg<br />

Naar het gebouw toe<br />

Het niveau van het grondwater is (tijdelijk) hoger dan de keldervloer<br />

n vervormingen<br />

scheurvorming<br />

n dimensionering<br />

n reglementering<br />

n diversen<br />

VOCHTGEVOELIGE<br />

BINNENAFWERKING<br />

( 1 )<br />

Neen (zie a)<br />

Ja (zie d)<br />

Neen (zie b)<br />

Ja (zie d)<br />

Neen (zie b)<br />

Ja (zie d)<br />

Neen (zie b)<br />

Ja (zie d)<br />

Neen (zie c)<br />

Ja (zie d)<br />

MOGELIJK BESCHERMINGS-<br />

SYSTEEM<br />

Cementering aan de buitenzijde<br />

+ bitumenemulsie (a)<br />

Cementering aan de buitenzijde<br />

+ horizontaal en verticaal<br />

draineersysteem (b)<br />

Waterdichte bekuiping :<br />

– ter plaatse gestorte betonconstructie,<br />

eventueel<br />

aangevuld met injecties (c)<br />

– stijve bekuiping ( 2 ) aan de<br />

binnenzijde (c)<br />

Soepele bekuiping ( 3 ) (d)<br />

( 1 ) De letters tussen haakjes verwijzen naar de minimale bescherming die men dient te voorzien. Het spreekt voor zich dat gunstigere<br />

beschermingsklassen voor de betreffende belasting ook toegestaan zijn. Van a naar d gaan de prestaties van het systeem in stijgende lijn.<br />

( 2 ) Het gaat om een minimum tweelaagse bepleistering die blijvend zichtbaar is om herstellingen (tengevolge van de onvermijdelijke krimp,<br />

zettingen, …) toe te laten. Het bindmiddel kan zowel cement- als harsgebonden zijn. De ondergrond moet zuiver zijn en een voldoende<br />

mechanische sterkte hebben.<br />

( 3 ) In dit geval dient men water- en dampdichte membranen te gebruiken (bv. met gelaste naden). Deze kunnen langs buiten aangebracht<br />

worden tegen de waterdicht te maken constructie en vervolgens beschermd tegen beschadigingen tengevolge van het aanaarden. Ze<br />

kunnen eveneens langs binnen aangebracht worden, waarna de waterdicht te maken constructie wordt uitgevoerd. In sommige gevallen,<br />

waarbij de kelder permanent hoger ligt dan het niveau van het grondwater en er geen waterdruk is, kan het volstaan een membraan te<br />

voorzien dat het vochttransport (door capillariteit of diffusie) tegengaat.<br />

9 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek & Structuren


Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />

Beton & Betonconstructies<br />

EEN TECHNIEK DIE STEEDS COM-<br />

PLEXER WORDT …<br />

Beton moet tegenwoordig voldoen aan almaar<br />

strengere eisen op het vlak van mechanische<br />

prestaties, duurzaamheid, verwerkbaarheid,<br />

milieu, uitzicht, … De betontechnologie<br />

wordt bijgevolg steeds<br />

complexer. Zo maakt men vandaag de dag<br />

vrij regelmatig gebruik van hogesterktebeton,<br />

zelfverdichtend beton en gerecycleerd<br />

beton. Verder worden er nieuwe<br />

materialen aan het beton toegevoegd<br />

waarmee het mogelijk is de prestaties gevoelig<br />

te verbeteren.<br />

Deze nieuwe betonsoorten vereisen dikwijls<br />

een aanpassing van de traditionele<br />

fabricage- en uitvoeringsmethoden. Om<br />

rekening te houden met deze evolutie verschijnen<br />

eveneens een heleboel nieuwe<br />

normen op Europees niveau. De <strong>WTCB</strong>activiteiten<br />

op het gebied van betontechnologie<br />

bestrijken daarom zoveel mogelijk<br />

al deze thema’s.<br />

SPECIALE BETONSOORTEN<br />

Zelfverdichtend beton is een techniek die<br />

tegenwoordig erg in de belangstelling<br />

staat.<br />

Deze betonsoort kan verdicht worden zonder<br />

toevoeging van energie (trilling) van<br />

buitenaf, waardoor het mogelijk is de<br />

meest complexe vormen uit te voeren en<br />

de wapeningshoeveelheid sterk op te drijven,<br />

terwijl het betonoppervlak doorgaans<br />

van betere kwaliteit is.<br />

Deze technologie werd in de jaren ’90<br />

ontwikkeld in Japan en kent een groeiend<br />

succes in onze streken. In België werd<br />

het onderzoek op dit gebied opgestart<br />

door het <strong>WTCB</strong>. De huidige studies hebben<br />

voornamelijk betrekking op de opstelling<br />

van een geschikt normatief kader,<br />

via het prenormatieve onderzoek<br />

‘Zelfverdichtend beton : specificaties’ [B1].<br />

Door zijn verschillende onderzoeken inzake<br />

zelfverdichtend beton beschikt het<br />

Centrum over een ruime ervaring en uiterst<br />

geperfectioneerde uitrustingen voor<br />

de reologische karakterisering van beton.<br />

Deze ervaring komt goed van pas bij de<br />

studie ‘Thixotroop en robuust zelfverdichtend<br />

beton’ [B2], die tot doel heeft verschillende<br />

meetsystemen met elkaar te<br />

vergelijken met het oog op de ontwikkeling<br />

van een niet-destructieve methode ter bepaling<br />

van de druk die door het beton op<br />

de bekisting uitgeoefend wordt.<br />

Zelfverdichtend beton verdicht zonder<br />

toevoeging van trilling van buitenaf.<br />

In België werd het onderzoek op<br />

het gebied van zelfverdichtend<br />

beton, een innoverende Japanse<br />

techniek die tegenwoordig ook in<br />

onze streken een groeiend succes<br />

kent, opgestart door het <strong>WTCB</strong>.<br />

Het ontwerp van constructies uit<br />

gewapend beton wordt vandaag<br />

de dag ook steeds vaker geëvalueerd<br />

op het vlak van de duurzaamheid,<br />

om het risico op<br />

vroegtijdige instorting en/of<br />

andere ernstige schade te vermijden.<br />

Jong hogesterktebeton en jong zelfverdichtend<br />

beton zouden gevoeliger zijn<br />

voor scheurvorming, doordat hun watercementfactor<br />

lager is en de hoeveelheid<br />

fijne stoffen die ze bevatten hoger.<br />

Er zijn eveneens verschillende krimpreducerende<br />

middelen in de handel verschenen,<br />

zoals nieuwe hulpstoffen (krimpreducerende<br />

hulpstoffen) en vezels. In dit<br />

kader dient men tevens een aantal nieuwe<br />

interne nabehandelingstechnieken te vermelden,<br />

die tot stand komen door de toevoeging<br />

van lichte met water verzadigde<br />

granulaten of van superabsorberende polymeren.<br />

Deze thema’s werden bestudeerd in het<br />

onderzoek ‘Beheersing van krimp bij jong<br />

beton’ [B3], waarbij bovendien een meettoestel<br />

ontwikkeld werd ter bepaling van<br />

de endogene en de totale krimp van jong<br />

beton. Aan de hand van een uitgebreide<br />

proefcampagne kon men de invloed van<br />

Gebruik van hogesterktebeton bij prefabricage.<br />

10 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Beton & Betonconstructies


verschillende betonsamenstellingen nagaan,<br />

evenals het effect van bepaalde<br />

krimpbeheersende en krimpreducerende<br />

maatregelen.<br />

Het <strong>WTCB</strong>-onderzoek streeft naar een<br />

betere beheersing van de betonkrimp.<br />

FILLERS<br />

Om een makkelijk verpompbaar of zelfverdichtend<br />

beton te verkrijgen, worden<br />

grote hoeveelheden fijne stoffen gebruikt<br />

om het risico op segregatie te beperken.<br />

Vaak worden ook fillers toegevoegd aan<br />

het beton om bepaalde eigenschappen<br />

te verbeteren :<br />

verpompbaarheid<br />

segregatieweerstand<br />

druksterkte<br />

duurzaamheid<br />

kwaliteit van het oppervlak.<br />

In dit kader wordt in ons land meestal<br />

vliegas aangewend. Dit product wordt<br />

echter steeds minder geproduceerd en<br />

wordt tegenwoordig vervangen door kalkhoudende<br />

fillers.<br />

De invloed van deze fillers (hun fragmentatieproces,<br />

hun fysisch-chemische eigenschappen,<br />

…) op de verharding en de<br />

kwaliteit van zichtbeton vormt een belangrijk<br />

aspect van het onderzoeksproject<br />

‘FILLTECH’ [B4].<br />

NAAR EEN DUURZAMER ONTWERP<br />

De duurzaamheid van beton is steeds een<br />

van de grote bekommernissen van het<br />

<strong>WTCB</strong> geweest.<br />

Tot voor kort besteedden de ingenieurs bij<br />

het ontwerp van constructies doorgaans<br />

meer aandacht aan de berekening van de<br />

belastingen en de sterkte dan aan de duurzaamheid.<br />

De ervaring heeft ondertussen<br />

echter aangetoond dat instortingen en<br />

andere zware schade dikwijls te wijten zijn<br />

aan duurzaamheidsproblemen (bijvoorbeeld<br />

de bruggen van Melle, Strombeek-<br />

Bever, Blégny-Barchon en Achênes; de<br />

drie laatstgenoemde waren op het ogenblik<br />

van hun afbraak nog geen 25 jaar oud).<br />

Het prenormatieve onderzoek naar het<br />

ontwerp van constructies in gewapend beton,<br />

rekening houdend met de duurzaamheid<br />

[B5], beoogt de opstelling van eisen<br />

waarbij de betonprestaties op het vlak van<br />

duurzaamheid centraal staan. De in dit<br />

kader beschouwde beschadigingsfactoren<br />

zijn : aantasting door chloor, carbonatatie<br />

en chemische agentia (zuren en<br />

ammoniak).<br />

Links : boorkern van beton, blootgesteld aan aantastingscycli met azijnzuur (pH 4-4,5).<br />

Ter vergelijking rechts een identieke boorkern die niet aan de proeven onderworpen werd.<br />

NETWERKEN<br />

Op Europees niveau tracht het uit 8 partners<br />

bestaande thematische netwerk<br />

CONREPNET [B6] informatie te verzamelen<br />

over reeds uitgevoerde betonherstellingen<br />

om uiteindelijk te komen tot een<br />

verbetering van de herstellingstechnieken.<br />

Het netwerk CONREPNET heeft de verbetering<br />

van de herstellingstechnieken<br />

voor ogen.<br />

Het netwerk ECO-SERVE [B7] tracht een<br />

Europese stand van zaken op te stellen<br />

met betrekking tot het gebruik van alternatieve<br />

brandstoffen, samengestelde cementsoorten<br />

en gerecycleerde granulaten.<br />

Door het verspreiden van informatie<br />

hieromtrent wil het netwerk de toepassing<br />

van deze materialen stimuleren, met<br />

het oog op de bescherming van het milieu.<br />

NORMALISERING, BENOR- EN<br />

ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />

Op het vlak van normalisering verleent<br />

het <strong>WTCB</strong> zijn medewerking aan verschillende<br />

Europese technische comités, Belgische<br />

spiegelcommissies, CRIC-bestuurcomités<br />

(voor de certificering van granulaten,<br />

beton, vliegas, hulpstoffen en cement),<br />

evenals aan sectorale technische<br />

comités voor betonproducten (PROBE-<br />

TON).<br />

In het kader van de werkzaamheden van<br />

het Technische Comité CEN TC 250<br />

(Eurocodes) – meer bepaald voor de ENnormen<br />

‘Beton’ en ‘Staal-betonconstructies’<br />

– dragen de <strong>WTCB</strong>-experten, in samenwerking<br />

met de Belgische spiegelcommissies,<br />

bij tot de opstelling van de nationale<br />

aanwendingsdocumenten. In deze<br />

context kan de Normen-Antenne ‘Eurocodes’,<br />

die specifiek opgericht werd om de<br />

KMO uit de bouwsector op de hoogte te<br />

houden van de evolutie van de normalisering,<br />

rekenen op een groeiend succes.<br />

Wat de opvolging van de BIN-spiegelcommissies<br />

CEN TC 104 (Beton en betonproducten),<br />

CEN TC 51 (Cement) en CEN<br />

11 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Beton & Betonconstructies


NORMEN-ANTENNE<br />

‘MORTEL-BETON-GRANULAAT’<br />

De normen met betrekking tot<br />

granulaten, mortel en beton worden<br />

op Europees niveau volledig<br />

herzien. Dit heeft een belangrijke<br />

weerslag op studiebureaus, architecten,<br />

bouwheren en aannemers<br />

die deze normen dagdagelijks<br />

moeten gebruiken bij de opstelling<br />

van hun bestekken, de bestelling<br />

van hun producten en de uitvoering<br />

van hun bouwactiviteiten.<br />

De Normen-Antenne ‘Mortel-Beton-<br />

Granulaat’ [B8] zorgt voor technische<br />

bijstand in dit kader. Ze neemt<br />

immers de informatieoverdracht<br />

naar de KMO uit de sector voor<br />

haar rekening door middel van<br />

publicaties, cursussen en een<br />

website. Ze tracht de technische<br />

normteksten te verduidelijken en de<br />

normatieve wijzigingen te verklaren.<br />

TC 154 (Granulaten) betreft, heeft het<br />

Centrum zijn steun verleend bij de opstelling<br />

van de norm NBN B 15-001, die de<br />

Belgische aanvulling vormt op de Europese<br />

norm NBN EN 206-1.<br />

Ook in de komende jaren zullen de ingenieurs<br />

van het <strong>WTCB</strong> de Belgische bouwsector<br />

zo goed mogelijk trachten te informeren<br />

over de nieuwe voorschriften en<br />

de toepassing ervan.<br />

NUTTIGE INFORMATIE<br />

Projectendatabank<br />

www.wtcb.be : projecten [B1] tot [B11]<br />

Nuttige links<br />

Laboratorium ‘Betontechnologie’ :<br />

www.wtcb.be (rubriek ‘Laboratoria’)<br />

Technologische Adviseerdiensten<br />

‘Toepassing van speciale betonsoorten’<br />

en ‘Herstellen van beton’<br />

:<br />

www.wtcb.be (rubriek ‘Diensten’,<br />

‘Innovatieondersteuning’)<br />

Thematische Innovatiestimulering<br />

‘Industrieel, flexibel en demontabel<br />

bouwen’ :<br />

www.IFDbouwen.be<br />

Website van de BUtgb :<br />

www.butgb.be<br />

Website van het Infopoint :<br />

www.infopoint.be<br />

TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENSTEN<br />

‘TOEPASSING VAN SPECIALE BETONSOORTEN’ EN ‘HERSTELLEN VAN BETON’<br />

Deze Technologische Adviseerdiensten spitsen hun aandacht toe op de<br />

diverse betontechnologische thema’s die behandeld worden binnen het <strong>WTCB</strong>.<br />

Hiervoor werd reeds vermeld dat de toepassing van een speciale betonsoort<br />

bepaalde aanpassingen impliceert op het gebied van de betonsamenstelling,<br />

de fabricage en de uitvoering. De technologische adviseurs trachten de<br />

aannemers, ontwerpers en toeleveranciers te informeren hieromtrent. Door<br />

middel van aangepaste adviezen en collectieve acties (in de vorm van studiedagen,<br />

publicaties of presentaties) wil de TAD ‘Toepassing van speciale<br />

betonsoorten’ [B9] het doordachte gebruik van speciale en innovatieve betonsoorten<br />

stimuleren.<br />

Tegenwoordig wordt ongeveer 60 % van het jaarlijkse budget van de Europese<br />

bouwsector besteed aan de herstelling van bestaande constructies. Om een<br />

geschikte herstelling uit te voeren, is het raadzaam vooraf de precieze schadeoorzaak<br />

vast te stellen. De TAD ‘Herstellen van beton’ [B10] kan hieraan zijn<br />

medewerking verlenen. Daarnaast is deze TAD erg actief op het vlak van informatieverspreiding.<br />

Deze informatie heeft zowel betrekking op nieuwe herstellingstechnieken<br />

(zoals de kathodische bescherming) als op de normalisatie en<br />

de technische goedkeuringsleidraden van de BUtgb. Tenslotte streeft deze TAD<br />

de stimulering van diverse innovatieprojecten na, waarbij niet enkel aandacht<br />

geschonken wordt aan de ontwikkeling van nieuwe producten, maar ook aan<br />

innovatieve procédés.<br />

Naar aanleiding van de implementatie van<br />

de Europese Bouwproductenrichtlijn zijn<br />

in de betonsector eveneens een aantal<br />

CE-gemarkeerde producten op de markt<br />

gebracht. Als gevolg van de invoering van<br />

de CE-markering voor cement (EN 197-1)<br />

werden in <strong>2004</strong> diverse geharmoniseerde<br />

normen voor betonproducten gepubliceerd.<br />

THEMATISCHE INNOVATIESTIMULERING<br />

‘INDUSTRIEEL, FLEXIBEL EN DEMONTABEL BOUWEN’<br />

Ook wat de uitvoering van beton en betonconstructies betreft, zijn er tal van<br />

evoluties aan de gang. Zo wordt de laatste jaren almaar meer aandacht<br />

besteed aan industrialisatie en/of prefabricage, wat vooral tot uiting komt door<br />

het toenemende gebruik van architectonisch beton, breedplaten en holle<br />

vloerelementen.<br />

Deze trend vertaalt zich eveneens<br />

in het concept ‘industrieel, flexibel<br />

en demontabel bouwen’ (kortweg<br />

IFD-bouwen genoemd).<br />

Verder nemen de <strong>WTCB</strong>-medewerkers<br />

actief deel aan de BUtgb-activiteiten met<br />

betrekking tot de thema’s ‘Gebouwen’ en<br />

‘Burgerlijke Bouwkunde’ in het kader van<br />

de aflevering van ATG voor staalvezelbeton,<br />

betonherstelling, gelijmde wapeningssystemen,<br />

dakplaten van cellenbeton,<br />

… Het Centrum zorgt eveneens voor<br />

de opvolging van de werkzaamheden van<br />

de uitvoerende bureaus ‘Bindmiddelen’ en<br />

‘Betonherstelling’.<br />

Binnen het <strong>WTCB</strong><br />

werd daarom het<br />

project van ThematischeInnovatiestimulering<br />

‘Industrieel, flexibel<br />

en demontabel<br />

bouwen’ [B11] (ook aangeduid als TIS IFD) opgestart om de sector te<br />

ondersteunen bij de ontwikkeling en implementatie van innovatieve concepten<br />

en werkwijzen.<br />

12 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Beton & Betonconstructies


TECHNISCH ADVIES<br />

STATISTIEKEN<br />

De adviezen die in de loop van <strong>2004</strong> door<br />

de afdeling Technisch Advies (ATA) verstrekt<br />

werden inzake beton en de uitvoering<br />

ervan, vertegenwoordigen iets meer<br />

dan 13 % van het totaal. Zo’n 70 % van<br />

deze adviezen hebben te maken met ter<br />

plaatse gestort beton, terwijl slechts 13 %<br />

ervan betrekking hebben op geprefabriceerd<br />

beton. Afbeelding 1 toont aan dat<br />

deze adviezen voornamelijk gaan over<br />

vochtproblemen (21 %), scheurvorming<br />

(18 %) en het uitzicht (13 %).<br />

DROGINGSTERMIJNEN<br />

Naast infiltratieproblemen bij metselwerk<br />

uit betonblokken of geprefabriceerde elementen<br />

uit uitgewassen beton hebben de<br />

adviezen die verstrekt worden op het vlak<br />

van vochtproblemen vaak te maken met<br />

de drogingstermijnen van ter plaatse gestort<br />

beton, die erg lang kunnen zijn. De<br />

compactheid van een beton van goede<br />

kwaliteit dat op correcte wijze verdicht<br />

werd, is immers zodanig dat deze soms<br />

een extreem lange drogingstermijn vereist.<br />

De plaatsing van de vloerafwerking,<br />

en dan vooral van vloerbedekkingen die<br />

gevoelig zijn voor vocht, moet in bepaalde<br />

gevallen dus gedurende een langere periode<br />

uitgesteld worden indien er geen<br />

vochtmembraan geplaatst werd tussen de<br />

betonconstructie en de dekvloer van de<br />

betreffende vloerafwerking.<br />

KRIMPSCHEUREN<br />

De aanwezigheid van microscheurtjes<br />

aan het oppervlak van betonelementen<br />

(vloerplaten, gordijngevels, balken, …)<br />

kan dikwijls toegeschreven worden aan<br />

de krimpspanningen die optreden tijdens<br />

de droging van het beton. Wanneer het<br />

niet mogelijk is het beton onmiddellijk na<br />

zijn uitvoering te beschermen met een<br />

geschikt nabehandelingsproduct (zoals<br />

doorgaans wel gebeurt bij beton voor wegenwerken),<br />

kunnen de hygrothermische<br />

omstandigheden waarin het beton gedurende<br />

deze periode bewaard wordt krimpscheuren<br />

veroorzaken, die moeilijk te<br />

vermijden zijn.<br />

KLEURVERSCHILLEN<br />

De uitzichtsproblemen waarmee men het<br />

vaakst geconfronteerd wordt bij constructies<br />

uit ter plaatste gestort beton of geprefabriceerde<br />

elementen uit decoratief<br />

beton betreffen voornamelijk de kleurverschillen.<br />

In dergelijke gevallen worden<br />

vergelijkende metingen uitgevoerd met<br />

een colorimeter om op een objectieve<br />

Afb. 1 Tussenkomsten van de afdeling Technisch Advies in het kader van beton en<br />

betonconstructies.<br />

4 %<br />

17 %<br />

2 %<br />

18 % 13 %<br />

9 %<br />

n scheurvorming<br />

n uitzicht<br />

n vocht<br />

n mechanische karakteristieken<br />

n chemische aantasting<br />

n vervorming<br />

vorstbestendigheid<br />

n diversen<br />

n dimensionering<br />

<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />

‘BETON & BETONCONSTRUCTIES’<br />

IFD-bouwen : beschrijving, voordelen<br />

en voorbeelden. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />

<strong>2004</strong>/4, Katern 2.<br />

Toleranties op ter plaatse gestort beton<br />

: evolutie van de specificaties.<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 4.<br />

Staal-betonconstructies. Deel 2 :<br />

controle van de gebruiksgrenstoestanden<br />

volgens Eurocode 4.<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 7.<br />

De chemische aantasting van beton.<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier. <strong>2004</strong>/4, Katern 9.<br />

Vloeistofdichte betonvloeren :<br />

ontwerp en uitvoering. <strong>WTCB</strong>-<br />

Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 11.<br />

Nieuwe normen voor beton. Deel 1 :<br />

nieuwe versie van de norm NBN B<br />

15-001. <strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/3,<br />

Katern 4.<br />

De krimp van jong speciaal beton.<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/2, Katern 2.<br />

Innovatieve uitvoeringsmethoden<br />

voor performante monolithische<br />

bedrijfsvloeren. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />

<strong>2004</strong>/2, Katern 3.<br />

Herstellen van beton met hydraulische<br />

mortels. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />

<strong>2004</strong>/2, Katern 6.<br />

Beton nabehandelen. <strong>WTCB</strong>-<br />

Dossier, <strong>2004</strong>/1, Katern 1.<br />

13 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Beton & Betonconstructies<br />

9 %<br />

manier te bepalen of deze kleurverschillen<br />

al dan niet aanvaardbaar zijn.<br />

GRINDNESTEN<br />

De aanwezigheid van grindnesten (zie<br />

afbeelding 2) aan het oppervlak van elementen<br />

uit ter plaatste gestort gewapend<br />

beton is ook een verschijnsel dat regelmatig<br />

behandeld wordt door de afdeling<br />

Technisch Advies. Hierbij moeten vooral<br />

de volgende parameters in aanmerking<br />

genomen worden :<br />

de betonsamenstelling (granulometrie,<br />

vloeibaarheid, …)<br />

de hoogte van waarop gestort wordt<br />

(wapeningsdichtheid, diameter van het<br />

pompkanaal, …)<br />

termijn tussen de uitvoering van de<br />

opeenvolgende lagen<br />

kwaliteit van de verdichting (is het volledige<br />

betonoppervlak bereikbaar voor<br />

de trilnaalden ?)<br />

Afb. 2 Grindnest aan het oppervlak van<br />

een element uit ter plaatse gestort<br />

gewapend beton.<br />

7 %<br />

21 %<br />

homogeniteit van het beton in de betonmixer<br />

(respecteren van de transporttermijnen,<br />

voldoende omwenteling vóór<br />

het storten, …). n


Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />

Metselwerk<br />

ONTWIKKELING VAN NIEUWE TECH-<br />

NIEKEN<br />

De metselwerksector wordt tegenwoordig<br />

gekenmerkt door de ontwikkeling en de<br />

commercialisering van nieuwe technieken<br />

die de traditionele uitvoeringswijzen beginnen<br />

te verdringen. In deze context willen<br />

we erop wijzen dat de nationale referentiedocumenten<br />

hieromtrent langzaam<br />

maar zeker moeten vervangen worden<br />

door :<br />

Europese productnormen (verplichte<br />

CE-markering)<br />

ontwerpnormen met genormaliseerde<br />

rekenmethoden (Eurocodes).<br />

Verlijming met dunne voegen is een van<br />

de nieuwe technieken die de traditionele<br />

uitvoeringswijzen beginnen te verdringen.<br />

Deze aspecten hebben een belangrijke<br />

invloed op de huidige procedures voor<br />

de (vrijwillige) kwaliteitsverklaringen in<br />

België, met name op het BENOR-merk,<br />

dat de conformiteit van de karakteristieken<br />

van de toegepaste producten waar-<br />

borgt. De gebruikers zitten ook met tal<br />

van vragen omtrent de technische aspecten,<br />

de uitvoering, het gedrag en de duurzaamheid<br />

van deze nieuwe technieken.<br />

Het <strong>WTCB</strong> is erg actief in de metselwerksector<br />

en verleent zijn medewerking aan<br />

verschillende commissies waarin de voornaamste<br />

bouwpartners vertegenwoordigd<br />

zijn. Verder verdeelt het Centrum tal van<br />

publicaties en voert het experimenteel onderzoek,<br />

dat kan uitmonden in de opstelling<br />

van nieuwe Technische Voorlichtingen.<br />

Deze activiteiten vinden plaats in het laboratorium<br />

‘Ruwbouw- en afwerkingsmaterialen’,<br />

dat voor bepaalde experimentele<br />

aspecten kan rekenen op de steun van<br />

diverse andere <strong>WTCB</strong>-laboratoria (‘Structuren,<br />

Schrijnwerk en Gevelelementen’ en<br />

‘Energetische Aspecten Gebouwen’).<br />

In <strong>2004</strong> was het, dankzij de drie hierna<br />

besproken prenormatieve onderzoeksprojecten,<br />

mogelijk deze aspecten te bestuderen<br />

binnen een begeleidingsgroep<br />

(werkgroep).<br />

GELIJMD METSELWERK<br />

In het kader van het project ‘Gevelmetselwerk<br />

van gelijmde baksteen’ [C1] werd<br />

verder gewerkt aan de studie van de verenigbaarheid<br />

van gevelmaterialen (hechting/duurzaamheid)<br />

en het hygrische gedrag<br />

van het gevelmetselwerk.<br />

Dit onderzoek heeft geleid tot de voorstelling<br />

van een eerste reeks praktische aan-<br />

De <strong>WTCB</strong>-medewerkers worden<br />

niet enkel geconfronteerd met<br />

vragen over de toepassing van de<br />

Europese normen of het gebruik<br />

van nieuwe technologieën, waaronder<br />

gelijmd metselwerk. Ze<br />

krijgen ook nog vaak te maken<br />

met traditionele problemen, zoals<br />

uitbloeiingen op metselwerk.<br />

bevelingen (<strong>WTCB</strong>-Dossier <strong>2004</strong>/4). Daarnaast<br />

werd gestart met de experimentele<br />

studie van de mechanische sterkte, de<br />

thermische eigenschappen en de brandweerstand<br />

van dragende wanden.<br />

Het <strong>WTCB</strong> werkt volop verder aan het<br />

onderzoek van gelijmd metselwerk.<br />

BELGISCHE BIJLAGE VAN EURO-<br />

CODE 6<br />

Het prenormatieve onderzoek met betrekking<br />

tot de Nationale Bijlagen bij Eurocode<br />

6 [C2], dat een aanvulling vormt op<br />

bepaalde aspecten van voornoemde studie,<br />

werd eind <strong>2004</strong> opgestart en heeft<br />

tot doel de huidige normaliserende activiteiten<br />

met het oog op de implementering<br />

van deze Bijlagen te ondersteunen. Deze<br />

14 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Metselwerk


werkzaamheden moeten leiden tot de<br />

publicatie van een Technische Voorlichting<br />

die zal kunnen gebruikt worden als<br />

referentiedocument voor bouwprofessionelen<br />

en ontwerpers en die de grondslag<br />

zou kunnen vormen voor de homologatieprocedures.<br />

UITBLOEIINGEN<br />

Het ontstaan van schade, soms tengevolge<br />

van een gebrek aan voldoende betrouwbare<br />

proefmethoden, kan ook aan<br />

de basis liggen van onderzoeksprojecten.<br />

Het project ‘Analyse en preventie van uitbloeiingen<br />

op baksteenmetselwerk : een<br />

stap naar normalisatie’ [C3] is voornamelijk<br />

gericht op de problematiek van het<br />

verschijnen van uitbloeiingen na de bevochtiging<br />

en droging van bepaalde baksteen-mortelverbindingen.<br />

Dankzij deze studie, uitgevoerd in samenwerking<br />

met het onderzoekscentrum voor<br />

de Belgische keramische nijverheid<br />

(CWOBKN), was het mogelijk een proefmethode<br />

uit te werken die beter aangepast<br />

is aan de bouwplaatsomstandigheden<br />

en aan de waarnemingen, gedaan in<br />

de praktijk.<br />

Het probleem van uitbloeiingen blijft een<br />

groot gedeelte van onze onderzoeksactiviteiten<br />

uitmaken.<br />

INWENDIGE ISOLATIE<br />

Naast deze prenormatieve onderzoeken<br />

werd ook de studie ‘ISOLIN’ [C4], in samenwerking<br />

met verschillende Belgische<br />

universiteiten (UCL, ULB, K.U.Leuven) en<br />

met de steun van het Waalse Gewest,<br />

opgestart.<br />

Deze studie betreft de beoordeling van<br />

de risico’s die verbonden zijn met binnen-<br />

Het <strong>WTCB</strong> toonde aan dat de open stootvoegen, die kenmerkend zijn voor een van de<br />

bestudeerde types gelijmd metselwerk, de geluidsverzwakkingsindex niet beïnvloeden.<br />

isolatie (vanuit een hygrothermisch en een<br />

mechanisch oogpunt) en heeft tot doel<br />

de potentiële verbeteringen van de energieprestaties<br />

van bepaalde bestaande gebouwen<br />

beter in te schatten.<br />

Door de beëindiging van de eerste fase<br />

van dit onderzoek kon een werkprogramma<br />

opgesteld worden voor nieuwe computergestuurde<br />

simulaties en voor toekomstig<br />

experimenteel onderzoek.<br />

LABORATORIUM ‘RUWBOUW- EN<br />

AFWERKINGSMATERIALEN’<br />

Het <strong>WTCB</strong>-laboratorium ‘Ruwbouw- en Afwerkingsmaterialen’<br />

moedigt op zijn beurt<br />

de ontwikkeling van innovatieve procédés<br />

aan en biedt hulp bij het streven naar<br />

een kwaliteitssysteem.<br />

Tests op een nieuw systeem van gelijmde betonblokken.<br />

Bij gebrek aan BUtgb-richtlijnen voor de<br />

homologatie en certificering van gelijmde<br />

metselwerksystemen kunnen producenten<br />

van gelijmde betonmetselstenen die<br />

een attest wensen te verkrijgen van een<br />

controleorganisme een beroep doen op<br />

de steun van onze medewerkers.<br />

Deze steun bestaat in de opvolging van<br />

de activiteiten op de bouwplaats en in de<br />

voorstelling van geschikte proefmethoden.<br />

Het laboratorium ‘Akoestiek’ voert eveneens<br />

een groot aantal onderzoeken uit<br />

met betrekking tot metselwerk. Zo heeft<br />

het onder andere kunnen aantonen dat<br />

de open stootvoegen, die kenmerkend zijn<br />

voor een van de bestudeerde types gelijmd<br />

metselwerk, geen negatieve invloed<br />

hebben op de geluidsverzwakkingsindex.<br />

15 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Metselwerk


NORMALISERING, BENOR- EN<br />

ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />

Naast de uitvoering van experimenteel onderzoek<br />

en studiewerk nemen onze medewerkers<br />

deel aan de normaliserende werkzaamheden<br />

van de BIN-spiegelcommissies<br />

CEN TC 125 ‘Metselwerk’ en CEN TC<br />

250 ‘Eurocodes’, waarin de nationale aanwendingsdocumenten<br />

voor de nieuwe normen<br />

over metselwerk opgesteld worden.<br />

Zo werden in <strong>2004</strong> een aantal specifieke<br />

aanbevelingen voor gelijmd metselwerk<br />

gepubliceerd. In afwachting van de definitieve<br />

teksten blijft de huidige norm NBN<br />

B 24-401 echter onverminderd van kracht.<br />

Dankzij zijn deelname aan deze commissies,<br />

waarin zowel federaties van producenten,<br />

controleorganismen, studiebureaus<br />

als onderzoekscentra vertegenwoordigd<br />

zijn, kan het <strong>WTCB</strong> de informatie<br />

die voortvloeit uit het prenormatieve<br />

onderzoek beter verspreiden onder zijn<br />

leden en naar de sector.<br />

Voornoemde normaliserende activiteiten<br />

zullen bovendien nog aan belang winnen<br />

door de geleidelijke invoering van de<br />

Europese normen, die een niet te onderschatten<br />

weerslag hebben op de huidige<br />

procedure voor de kwaliteitsverklaring van<br />

producten in België (BENOR-merk).<br />

Wegens de implementatie en de toepassing<br />

van de Europese Bouwproductenrichtlijn<br />

werden voor de metselwerksector<br />

namelijk diverse geharmoniseerde specificaties<br />

gepubliceerd, aan de hand waarvan<br />

de CE-markering op de producten<br />

aangebracht zal moeten worden.<br />

Zo is de normenreeks NBN EN 771-1 tot<br />

771-5 (voor metselstenen en -blokken uit<br />

diverse materialen) sedert <strong>2004</strong> beschikbaar.<br />

Onze ingenieurs volgen deze acti-<br />

NUTTIGE INFORMATIE<br />

Projectendatabank<br />

www.wtcb.be : projecten [C1] tot [C6]<br />

Nuttige links<br />

Laboratorium ‘Ruwbouw- en<br />

afwerkingsmaterialen’ :<br />

www.wtcb.be (rubriek ‘Laboratoria’)<br />

Normen-Antenne ‘Eurocodes’ :<br />

www.normen.be<br />

Website van de BUtgb :<br />

www.butgb.be<br />

Website van het Infopoint :<br />

www.infopoint.be<br />

‘Gelijmd’ baksteenmetselwerk. <strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 3.<br />

<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />

‘METSELWERK’<br />

De restauratie van het Martelarenmonument te Leuven. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />

<strong>2004</strong>/2, Katern 1.<br />

Akoestische invloed van de afwerking van muren uit metselwerk. <strong>WTCB</strong>-<br />

Dossier, <strong>2004</strong>/2, Katern 7.<br />

Infiltraties aan de voet van spouwmuren. Infofiche, nr. 7, <strong>2004</strong>.<br />

Gids voor de restauratie van metselwerk. Deel 3 : Gevelreiniging. <strong>WTCB</strong>-<br />

Monografie, <strong>2004</strong>.<br />

viteiten op de voet op, zowel binnen de<br />

spiegelcommissies van het BIN (CEN<br />

TC 125), binnen het Comité van het Merk<br />

van BENOR, als binnen de BENOR-adviesraden<br />

van BCCA en PROBETON.<br />

NORMEN-ANTENNES<br />

‘EUROCODES’ EN ‘MORTEL-<br />

BETON-GRANULAAT’<br />

De informatieoverdracht die voortvloeit<br />

uit de opvolging van de<br />

evolutie van de Europese normen<br />

met betrekking tot metselwerk<br />

wordt verzekerd door de Normen-<br />

Antennes ‘Eurocodes’ [C5] en<br />

‘Mortel-Beton-Granulaat’ [C6].<br />

Deze kunnen voor de coördinatie<br />

van hun talrijke werkzaamheden<br />

respectievelijk een beroep doen op<br />

de laboratoria ‘Structuren, Schrijnwerk<br />

en Gevelelementen’ en<br />

‘Betontechnologie’.<br />

Speciefiek voor het domein ‘metselwerk’<br />

wordt een beroep gedaan op<br />

het laboratorium ‘Ruwbouw- en<br />

afwerkingsmaterialen’.<br />

16 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Metselwerk


TECHNISCH ADVIES<br />

STATISTIEKEN<br />

De ingenieurs van de afdeling Technisch<br />

Advies (ATA) worden vaak geconfronteerd<br />

met vragen omtrent metselwerkconstructies<br />

(zie afbeelding 1). Daarnaast trachten<br />

ze de bouwprofessionelen op de hoogte<br />

te houden van de kennis die in deze verschillende<br />

domeinen werd opgedaan.<br />

In <strong>2004</strong> had zo’n 14 % van de verstrekte<br />

adviezen betrekking op metselwerkconstructies,<br />

waarbij heel wat aandacht uitging<br />

naar het probleem van waterinfiltraties<br />

aan de voet van spouwmuren, veroorzaakt<br />

door de minder geslaagde drainering<br />

van de spouw en/of door stijgvocht<br />

vanuit de bodem.<br />

Deze problemen komen eveneens uitgebreid<br />

aan bod in een Infofiche die kan<br />

geraadpleegd worden via de <strong>WTCB</strong>website<br />

en die gepubliceerd werd in<br />

<strong>WTCB</strong>-Contact 2/<strong>2004</strong>.<br />

VERVORMINGEN<br />

Aangezien metselwerkconstructies onderhevig<br />

zijn aan tal van bewegingen, hernemen<br />

we hierna enkele bestaande aanbevelingen<br />

inzake de bewegingsvoegen<br />

en de maatregelen die men dient te treffen<br />

bij de afdichting ervan. Overeenkomstig<br />

de voorschriften uit de STS 56.1<br />

‘Dichtingskitten voor gevels’ wordt een onderscheid<br />

gemaakt tussen vier kitklassen,<br />

afhankelijk van hun bewegingsvermogen.<br />

Deze klassen kunnen ook in twee groepen<br />

ingedeeld worden, al naargelang het<br />

gaat om kitten voor beglazingen (groep G)<br />

of kitten voor het opvoegen van gebouwen<br />

(groep F).<br />

De nominale breedte (l n ) van de bewegingsvoegen<br />

moet bepaald worden, rekening<br />

houdend met de dimensionale eisen<br />

die voortvloeien uit de gekozen kitklasse<br />

(l min en l max ), de uitvoeringstoleranties van<br />

Tabel 1 Minimale en maximale breedte<br />

van de bewegingsvoegen, afhankelijk van<br />

de kitklassen.<br />

KITKLASSE<br />

7,5<br />

12,5<br />

20<br />

25<br />

BREEDTE (l) TIJDENS DE<br />

PLAATSING (mm)<br />

l min<br />

10<br />

6<br />

6<br />

6<br />

l max<br />

20<br />

20<br />

30 (*)<br />

30 (*)<br />

(*) Voor kitten van de klasse 20 en 25<br />

mag de voegbreedte (l max ) groter zijn<br />

(zie voorschriften van de fabrikant).<br />

Afb. 1 Tussenkomsten van de afdeling Technisch Advies met betrekking tot metselwerk.<br />

21 %<br />

4 %<br />

9 %<br />

2 %<br />

5 %<br />

20 %<br />

de opgevoegde elementen en de vervormingen<br />

die deze elementen ondergaan<br />

alvorens de kit aangebracht wordt. Dit<br />

wordt uitgedrukt door de formule :<br />

l min + (tc + ma) ≤ l n ≤ l max – (tc + ma),<br />

waarbij :<br />

– tc = de combinatie van de fabricageen<br />

de uitvoeringstoleranties<br />

– ma = de som van de bewegingen van<br />

de voegranden vóór de uitvoering van<br />

de kit.<br />

De kitklasse en de nominale voegbreedte<br />

moeten vervolgens gelijktijdig gecontroleerd<br />

worden aan de hand van de omkeerbare<br />

en de onomkeerbare bewegingen<br />

die de voegranden ondergaan na de<br />

uitvoering van de kit.<br />

Hoewel het hier kan gaan om bewegingen<br />

van verschillende aard (hydraulische<br />

krimp, hygrische vervormingen, kruip, differentiële<br />

zettingen, …), dient men in het<br />

geval van gevelmetselwerk doorgaans<br />

eerst de krimp en de thermische uitzettingen<br />

te beschouwen. Zo is het bijvoorbeeld<br />

mogelijk de potentiële thermische<br />

beweging ∆l te berekenen, die het gevelmetselwerk<br />

bij een temperatuursverschil<br />

van 30 °C (verschil tussen de minimale<br />

buitentemperatuur en de temperatuur bij<br />

de uitvoering van de voeg) zou kunnen<br />

ondergaan, rekening houdend met de afstand<br />

tussen de voegen die aanbevolen<br />

wordt in de norm NBN ENV 1996-2<br />

‘Eurocode 6. Berekening van metselwerk.<br />

Deel 2 : ontwerp, keuze van bouwstoffen<br />

en uitvoering van metselwerk’. Dit kan gebeuren<br />

aan de hand van de volgende for-<br />

n vocht<br />

n scheurvorming – vervorming<br />

n diversen<br />

n dimensionale toleranties –<br />

uitzicht<br />

n vorstbestendigheid<br />

mechanische karakteristieken<br />

n biochemische aantasting –<br />

onderhoud<br />

17 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Metselwerk<br />

39 %<br />

mule :<br />

∆l = α . l . ∆t,<br />

waarbij :<br />

– α = de thermische uitzettingscoëfficiënt<br />

van het materiaal (6.10-6 m/m.°C voor<br />

baksteen)<br />

– l = de vrije lengte van het beschouwde<br />

element<br />

– ∆t = het verwachte temperatuursverschil.<br />

Tabel 2 geeft de minimale voegbreedte<br />

die voortkomt uit de keuze van de materialen,<br />

de afstand tussen de bewegingsvoegen,<br />

de amplitude van de beschouwde<br />

beweging en de kitklasse.<br />

Dankzij deze benadering is het mogelijk<br />

aan te tonen dat de tussenafstand van<br />

30 m, zoals voorzien in de Belgische norm<br />

NBN B 24-401, lettend op de huidige<br />

aanbevelingen met betrekking tot de dimensionering<br />

van de voegen voor de verschillende<br />

beschouwde kitklassen, overdreven<br />

is. Deze geeft immers aanleiding<br />

tot redelijk brede, en bijgevolg weinig esthetische<br />

bewegingsvoegen, met bovendien<br />

een groter risico op scheurvorming<br />

van het metselwerk tussen deze voegen<br />

tot gevolg.<br />

De ingenieurs van de afdeling Technisch<br />

Advies werken nauw samen met het departement<br />

‘Materialen, Technologie en<br />

Milieu’ om de bouwprofessionelen in te<br />

lichten over de nieuwe technologieën die<br />

ontwikkeld worden op het vlak van metselwerk,<br />

zoals de uitvoering van gelijmd<br />

baksteenmetselwerk. n<br />

Tabel 2 Minimale voegbreedte, afhankelijk van de keuze van de materialen, de afstand<br />

tussen de bewegingsvoegen, de amplitude van de beweging en de kitklasse.<br />

METSELWERK-<br />

TYPE<br />

Baksteen<br />

Kalkzandsteen<br />

Beton<br />

Cellenbeton<br />

α (10 -6 m/m.°C)<br />

6<br />

12<br />

12<br />

8<br />

l (m)<br />

12<br />

8<br />

6<br />

6<br />

∆l (mm)<br />

2,16<br />

2,9<br />

2,16<br />

1,44<br />

LM 20 (*)<br />

10,8<br />

14,5<br />

10,8<br />

7,2<br />

LM 25 (*)<br />

8,6<br />

11,6<br />

8,6<br />

6<br />

(*) De voegbreedte die vermeld wordt in deze tabel stemt overeen met de minimale waarde<br />

die nodig is voor het opnemen van de amplitude van de potentiële bewegingen, zonder<br />

rekening te houden met de uitvoeringstoleranties op het metselwerk.


Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />

Daken<br />

In <strong>2004</strong> waren de <strong>WTCB</strong>-acties voor de<br />

daksector voornamelijk toegespitst op :<br />

prenormatief onderzoek<br />

de activiteiten binnen de Technische<br />

Comités ‘Dichtingswerken’ en ‘Dakbedekkingen’<br />

onderzoek naar innoverende procédés<br />

de opvolging en ondersteuning van<br />

normalisatieactiviteiten<br />

de kwaliteit van producten en uitvoeringsprocédés<br />

informatieverspreiding.<br />

PRENORMATIEF ONDERZOEK<br />

In <strong>2004</strong> verleende het <strong>WTCB</strong> zijn medewerking<br />

aan het prenormatieve onderzoek<br />

naar de thema’s groendaken en vochthuishouding<br />

in daken.<br />

GROENDAKEN<br />

De resultaten van dit onderzoek, dat afgesloten<br />

werd in het voorjaar van <strong>2004</strong>,<br />

werden opgenomen in een ontwerp van<br />

Technische Voorlichting. Tijdens deze studie<br />

voerde het <strong>WTCB</strong> tal van metingen<br />

uit van :<br />

het thermische gedrag<br />

de akoestische isolatie<br />

de waterkwaliteit<br />

de afvoerdebieten op verschillende types<br />

groendaken, ...<br />

Daarnaast werd ook de wortelweerstand<br />

van een aantal afdichtingsmaterialen beoordeeld.<br />

Deze werkzaamheden vonden<br />

plaats in de schoot van het Technische<br />

Comité ‘Dichtingswerken’, rekening houdend<br />

met de BUtgb-, BIN- en CEN-activiteiten.<br />

Groendaken, een van de thema’s waaraan<br />

het <strong>WTCB</strong> in <strong>2004</strong> bijzonder veel aandacht<br />

besteedde.<br />

VOCHTHUISHOUDING IN DAKEN<br />

Tijdens dit onderzoek [D1], dat gebeurde<br />

in samenwerking met de Universiteit Gent,<br />

de K.U.Leuven en WenK, werd nagegaan<br />

hoe men de voorschriften en rekenmethoden<br />

beter kan afstemmen op de huidige<br />

randvoorwaarden en bouwtechnieken.<br />

Hiertoe werd een vrij omvangrijke data-<br />

Naast de studie, gewijd aan de<br />

integratie van zonneënergietechnieken<br />

in daken en gevels,<br />

maakten de thema’s groendaken<br />

en vochtproblemen in daken een<br />

belangrijk deel uit van de activiteiten<br />

die in <strong>2004</strong> uitgevoerd<br />

werden door het <strong>WTCB</strong>.<br />

bank opgesteld met nuttige informatie<br />

omtrent vochtproblemen enerzijds en actuele<br />

binnenklimaatmetingen anderzijds.<br />

De tussentijdse resultaten van deze studie<br />

werden reeds besproken in het kader<br />

van de herziening van TV 175 ‘Daken met<br />

pannen in gebakken aarde’ en TV 186<br />

‘Daken met tegelpannen’, evenals bij de<br />

opstelling van een nieuwe TV met betrekking<br />

tot de thermische isolatie van hellende<br />

daken.<br />

De uiteindelijke resultaten zouden in de<br />

eerste plaats moeten leiden tot de hygrisch<br />

correcte uitvoering van daken met<br />

een beperkt risico op inwendige condensatie<br />

en in de tweede plaats tot de update<br />

van bepaalde normen, zoals de NBN EN<br />

ISO 13788 of de NBN EN 12114, die een<br />

beoordelingsmethode (in het laboratorium)<br />

voor de luchtdichtheid van bouwmaterialen<br />

beschrijft.<br />

De hygrisch correcte uitvoering van<br />

daken zou uiteindelijk het risico op<br />

inwendige condensatie moeten beperken.<br />

18 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Daken


De studie van de mechanische bevestiging van de dakisolatie en de dakafdichting bij<br />

platte daken zou moeten uitmonden in de publicatie van een Technische Voorlichting.<br />

ACTIVITEITEN BINNEN DIVERSE<br />

TECHNISCHE COMITÉS<br />

TC DICHTINGSWERKEN<br />

Het TC ‘Dichtingswerken’ werkte in <strong>2004</strong><br />

volop verder aan de voorbereiding en opstelling<br />

van de volgende publicaties :<br />

de herziening van TV 191 ‘Het platte<br />

dak. Deel 2 : aansluitingen en afwerking’<br />

een TV met betrekking tot groendaken<br />

een TV omtrent de mechanische bevestiging<br />

van de dakisolatie en de dakafdichting<br />

bij platte daken<br />

een TV over parkeerdaken.<br />

Daarnaast voerde dit TC besprekingen in<br />

verband met de nieuwe brandeisen voor<br />

dakgehelen, de windspecificaties en het<br />

hygrothermische gedrag van de dakopbouw<br />

en verscheen een <strong>WTCB</strong>-Dossier<br />

(<strong>2004</strong>/1, Katern nr. 7) over de mechani-<br />

Het <strong>WTCB</strong> is van plan een Technische<br />

Voorlichting op te stellen over timmerwerk.<br />

sche bevestiging van de dakisolatie en<br />

de dakafdichting op stalen plooiplaten.<br />

TC DAKBEDEKKINGEN<br />

Binnen het TC ‘Dakbedekkingen’ waren<br />

de werkzaamheden toegespitst op :<br />

de herziening van TV 175 ‘Daken met<br />

pannen in gebakken aarde’ en TV 186<br />

‘Daken met tegelpannen’<br />

een TV met betrekking tot de thermische<br />

isolatie van hellende daken<br />

een TV inzake de integratie van zonneenergietechnieken<br />

in daken en gevels.<br />

Het overweegt ook de herziening van de<br />

TV 202, evenals de opstelling van twee<br />

nieuwe TV over aansluitingsdetails voor<br />

daken met pannen en over timmerwerk<br />

(deze laatste in samenwerking met het<br />

TC ‘Schrijnwerken’).<br />

Het TC ‘Dakbedekkingen’ was ook nauw<br />

betrokken bij de publicatie van Infofiche<br />

nr. 12, met betrekking tot condensatie in<br />

thermisch geïsoleerde hellende daken.<br />

FOTOKATALYSE<br />

Op het gebied van dak- en gevelbekledingen<br />

werd in <strong>2004</strong> onderzoek gevoerd<br />

naar de mogelijkheden van het gebruik<br />

van fotokatalyse bij de productie van zelfreinigende<br />

en milieuvriendelijke materialen,<br />

zoals dakpannen [D2]. Het <strong>WTCB</strong><br />

werkt in dit kader rond het toepassingspotentieel<br />

van anataas, en dan vooral voor<br />

dakpannen en betonnen dakbedekkingsmaterialen.<br />

Onder invloed van ultraviolet-<br />

straling speelt deze kristallijne vorm van<br />

titaandioxide een fotokatalytische rol bij<br />

de afbraak van organische stoffen en diverse<br />

schadelijke gassen die aanwezig<br />

zijn in de lucht.<br />

Met anataas behandelde bouwmaterialen<br />

zouden zelfreinigende eigenschappen<br />

ontwikkelen en een zuiverende invloed<br />

kunnen hebben op de lucht. Hoewel deze<br />

technologie in Japan al geruime tijd toegepast<br />

wordt, staat het gebruik van anataas<br />

in bouwmaterialen in Europa nog<br />

maar in zijn kinderschoenen. Dit onderzoek<br />

heeft dus tot doel de werkelijke voordelen<br />

van deze methode te achterhalen.<br />

Proeven op dakpannen, behandeld met<br />

anataas, ter ontwikkeling van zelfreinigende<br />

en milieuvriendelijke materialen.<br />

ASBESTANALYSE<br />

Het nieuwe ontwerp van Koninklijk Besluit<br />

met betrekking tot de bescherming<br />

van werknemers tegen de gevolgen van<br />

een blootstelling aan asbest, voorziet de<br />

toepassing van verschillende beschermingsmaatregelen,<br />

zoals het dragen van<br />

een individuele ademhalingsuitrusting.<br />

Het dragen ervan kan echter achterwege<br />

gelaten worden indien een risicoanalyse<br />

onomstotelijk heeft aangetoond dat de<br />

blootstellingsgrenswaarde voor asbest<br />

(0,1 vezel per cm 3 ) niet overschreden<br />

wordt in de werkzone.<br />

De Confederatie Bouw Dak heeft daarom<br />

een studie laten uitvoeren ter bepaling<br />

van de hoeveelheid vrijgekomen asbestvezels<br />

op verschillende bouwplaatsen<br />

waar de asbestcementgebonden dakbedekking<br />

verwijderd werd. De in dit kader<br />

genomen luchtstalen werden onderzocht<br />

door het ISSeP. Deze door het <strong>WTCB</strong> gecoördineerde<br />

studie heeft tot doel een<br />

dossier op te stellen waaruit blijkt dat de<br />

19 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Daken


TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENST<br />

‘DUURZAME UITVOERINGSTECHNIEKEN VOOR DAKEN<br />

EN LICHTE BUITENWANDEN’<br />

In <strong>2004</strong> werd de door het IWT gesubsidieerde Technologische Adviseerdienst<br />

‘Duurzame uitvoeringstechnieken voor daken en lichte buitenwanden’ opgericht<br />

[D3]. Deze heeft tot doel de kennis en de expertise die gegenereerd wordt<br />

door de talrijke <strong>WTCB</strong>-activiteiten op het gebied van daken en lichte buitenwanden<br />

over te brengen naar de sector. Onze medewerkers zorgen tevens<br />

voor ondersteuning bij de ontwikkeling van diverse innoverende daksystemen,<br />

vaak met de financiële hulp van het IWT.<br />

hoeveelheid vrijgekomen asbestvezels<br />

sterk beperkt kan worden door het respecteren<br />

van een precieze werkwijze,<br />

zodat de blootstellingsgrenswaarde niet<br />

langer overschreden wordt.<br />

Crocidolietvezels (ook blauw asbest<br />

genoemd) onder de optische microscoop.<br />

NORMALISERING, BENOR- EN<br />

ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />

Het <strong>WTCB</strong> verleent al geruime tijd zijn<br />

medewerking aan de werkzaamheden<br />

van de BUtgb, het CEN en de EOTA, en<br />

dan vooral in het kader van de kwaliteitsborging<br />

van producten en systemen.<br />

Zo werden in <strong>2004</strong> een vijftigtal ATG voor<br />

dakisolatiesystemen, dakbedekkingen en<br />

dakafdichtingen onderzocht en afgeleverd.<br />

Bij dit onderzoek werd niet enkel rekening<br />

gehouden met de recent gepubliceerde<br />

Europese specificaties, maar ook<br />

met de specificaties die op dit moment<br />

NUTTIGE INFORMATIE<br />

Projectendatabank<br />

www.wtcb.be : projecten [D1] tot [D3]<br />

Nuttige link<br />

Technologische Adviseerdienst<br />

‘Duurzame uitvoeringstechnieken<br />

voor daken en lichte buitenwanden’<br />

: www.wtcb.be (rubriek ‘Diensten’,<br />

‘Innovatieondersteuning’)<br />

voorbereid worden binnen de Technische<br />

Comités CEN TC 88, CEN TC 128, CEN<br />

TC 254 en de diverse EOTA-werkgroepen.<br />

Wat de BENOR-activiteiten betreft, hebben<br />

verschillende <strong>WTCB</strong>-experten deelgenomen<br />

aan de adviesraden voor pannen<br />

van gebakken aarde, leien, geprofileerde<br />

platen in vezelcement, bitumineuze<br />

onderlagen (BCCA) en betondakpannen<br />

(PROBETON). Doordat het Centrum zowel<br />

het voorzitterschap als het secretariaat<br />

van het Technische Comité CEN TC<br />

128 voor zijn rekening neemt, kan het<br />

deze BENOR-activiteiten ondersteunen.<br />

Op het gebied van afdichtingssystemen<br />

zijn onze medewerkers eveneens zeer<br />

actief binnen de BIN-spiegelcommissie<br />

CEN TC 254. Aangezien de daksector in<br />

2005 zal geconfronteerd worden met de<br />

verplichte CE-markering van dakbedekkingen<br />

en afdichtingsproducten, zal het<br />

Centrum zijn werkzaamheden nog meer<br />

toespitsen op het informeren en begeleiden<br />

van de sector en op de beoordeling<br />

van bovenvermelde producten.<br />

<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />

‘DAKEN’<br />

Mechanische bevestiging van de<br />

dakisolatie en de dakafdichting op<br />

stalen plooiplaten. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />

<strong>2004</strong>/1, Katern 7.<br />

Condensatie in thermisch geïsoleerde<br />

hellende daken. Infofiche,<br />

nr. 12, <strong>2004</strong>.<br />

In het kader van de BUtgb-activiteiten<br />

verleende het <strong>WTCB</strong> zijn medewerking<br />

aan de aflevering van ATG voor natuurleien,<br />

metaal- en betonpannen, metaalplaten,<br />

isolatie voor warme daken en omkeerdaken<br />

en dakafdichtingen. Onze laboratoria<br />

zorgen in deze context niet enkel<br />

voor de opstelling van proefverslagen,<br />

maar ook voor de verificatie van de gedeclareerde<br />

waarden en de beoordeling van<br />

de gebruiksgeschiktheid door de uitvoering<br />

van wind- en regenproeven op de<br />

volledige dakopbouw. Om de werkzaamheden<br />

ook op Europees vlak te coördineren,<br />

is het Centrum nauw betrokken bij<br />

de sectorale groepen (met name de SG<br />

01, SG 11 en SG 19) van de zogenaamde<br />

‘notified bodies’ van de Europese Unie.<br />

Binnen EOTA zijn de activiteiten van onze<br />

medewerkers toegespitst op de aflevering<br />

van toekomstige ETA. Dit gebeurt in<br />

een aantal werkgroepen die thema’s onderzoeken<br />

zoals mechanisch bevestigde<br />

waterdichtingssystemen, omkeerdaken,<br />

zelfdragende lichtgewicht panelen, ...<br />

In <strong>2004</strong> werden een vijftigtal ATG voor dakisolatiesystemen, dakbedekkingen en<br />

dakafdichtingen onderzocht en afgeleverd.<br />

20 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Daken


TECHNISCH ADVIES<br />

STATISTIEKEN<br />

Vragen met betrekking tot hellende en<br />

platte daken vertegenwoordigen bij benadering<br />

zo’n 10 tot 12 % van de problemen<br />

die behandeld worden binnen de afdeling<br />

Technisch Advies (ATA). Afbeelding<br />

1 geeft een overzicht van de meest<br />

voorkomende vochtproblemen in elk van<br />

beide daktypes.<br />

HYGROTHERMISCH GEDRAG VAN DAKEN<br />

Omdat zolders steeds vaker tot woonruimten<br />

omgevormd worden en het noodzakelijk<br />

is hellende daken thermisch te isoleren,<br />

merkt men tegenwoordig dat deze<br />

laatste niet zelden aangevuld worden met<br />

een aanzienlijke laag thermische isolatie.<br />

Hoewel de vermindering van de warmteverliezen<br />

doorheen dergelijke hellende<br />

daken zonder twijfel een ecologische en<br />

economische noodzaak is, kunnen deze<br />

wijzigingen soms leiden tot het ontstaan<br />

van schade, en dan vooral van condensatie<br />

aan de onderkant van het onderdak.<br />

Men moet bovendien vaststellen dat<br />

dit type condensatie in hellende daken<br />

(zie afbeelding 2) veel frequenter voorkomt<br />

dan in platte warme daken en omkeerdaken,<br />

die niettemin blootstaan aan<br />

gelijkaardige vochtigheidsvoorwaarden.<br />

Bij laatstgenoemde daktypes is het immers<br />

makkelijker een bevredigende luchtdichtheid<br />

van de dakopbouw te bereiken,<br />

waardoor het risico op convectie beperkt<br />

wordt. De kans op vochtsporen tengevolge<br />

van inwendige condensatie in hel-<br />

Afb. 1 Overzicht van de frequentste vochtproblemen in platte en hellende daken.<br />

61 %<br />

67 % adviezen<br />

na uitvoering<br />

33 % adviezen<br />

vóór uitvoering<br />

7 %<br />

51 % adviezen<br />

na uitvoering<br />

49 % adviezen<br />

vóór uitvoering<br />

21 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Daken<br />

4 %<br />

42 % adviezen<br />

na uitvoering<br />

58 % adviezen<br />

vóór uitvoering<br />

28 %<br />

n inwendige condensatie<br />

n omgekeerde condensatie<br />

36 %<br />

7 %<br />

60 % adviezen<br />

na uitvoering<br />

40 % adviezen<br />

vóór uitvoering<br />

Tabel 1 Theoretische minimale dikte (cm) van de aan het dak toe te voegen thermische isolatie om de U-waarde te bekomen, opgelegd<br />

in de gewestelijke thermische reglementeringen.<br />

AARD VAN HET<br />

ISOLATIEMATERIAAL<br />

PF (fenol)<br />

PUR/PIR (polyurethaan/polyisocyanuraat)<br />

XPS (geëxtrudeerd polystyreen)<br />

EPS (geëxpandeerd polystyreen)<br />

MW (minerale wol)<br />

CG (cellenglas)<br />

ICB (impregnated cork board)<br />

EPB (geëxpandeerd perliet)<br />

A<br />

4,8<br />

5,4<br />

/<br />

7,8<br />

8,0<br />

9,5<br />

/<br />

11,7<br />

lende daken is nog groter wanneer het<br />

onderdak weinig dampdoorlatend en/of<br />

niet-capillair is. De aanbevolen maatregelen<br />

voor de keuze en de uitvoering van<br />

het lucht- en dampdichtingssysteem van<br />

de dakopbouw zijn dus onlosmakelijk verbonden<br />

met de aard van het onderdak.<br />

PLAT DAK<br />

B<br />

7,6<br />

7,6<br />

/<br />

9,7<br />

9,7<br />

11,9<br />

10,8<br />

13,0<br />

A. Platte daken B. Hellende daken<br />

Afb. 2 Inwendige condensatie komt vaker<br />

voor in hellende daken dan in platte<br />

warme daken en omkeerdaken.<br />

(*) De nieuwe thermische reglementering die in 2006 van kracht zal worden in het Vlaamse Gewest zal strenger zijn en zal een U-waarde van<br />

0,4 W/m 2 K opleggen.<br />

A : gecertificeerd materiaal; B : niet-gecertificeerd materiaal.<br />

1 %<br />

TE BEKOMEN U-WAARDE VAN DE DAKOPBOUW (W/m².K)<br />

Nieuwbouw (Wallonië + Brussel) en renovatie<br />

(Vlaanderen + Wallonië + Brussel) :<br />

0,4 W/m 2 .K<br />

A<br />

7,4<br />

8,3<br />

10,1<br />

11,9<br />

12,2<br />

14,3<br />

/<br />

16,4<br />

HELLEND DAK<br />

B<br />

10,4<br />

10,4<br />

11,9<br />

13,4<br />

13,4<br />

16,4<br />

14,9<br />

17,8<br />

n oppervlaktecondensatie<br />

n infiltratie<br />

THERMISCHE ISOLATIE VAN DAKEN<br />

A<br />

2,9<br />

3,3<br />

/<br />

4,8<br />

4,9<br />

5,9<br />

6,0<br />

7,2<br />

Nieuwbouw (Vlaanderen) (*) :<br />

0,6 W/m 2 .K<br />

PLAT DAK<br />

B<br />

4,7<br />

4,7<br />

/<br />

6,0<br />

6,0<br />

7,3<br />

6,7<br />

8,0<br />

A<br />

4,5<br />

5,0<br />

6,1<br />

7,1<br />

7,3<br />

8,6<br />

/<br />

9,8<br />

HELLEND DAK<br />

B<br />

6,3<br />

6,3<br />

7,1<br />

8,0<br />

8,0<br />

9,8<br />

8,9<br />

10,7<br />

56 %<br />

De medewerkers van de ATA worden vaak<br />

geconfronteerd met vragen omtrent de<br />

theoretische minimale dikte van de laag<br />

thermische isolatie die men dient te voorzien<br />

om de U-waarde te bekomen die opgelegd<br />

wordt in de gewestelijke thermische<br />

reglementeringen.<br />

Tabel 1 geeft een overzicht van deze<br />

waarden, rekening houdend met de aard<br />

van het materiaal en met het feit of het al<br />

dan niet gecertificeerde materialen betreft.<br />

De berekening van deze dikte gebeurt<br />

aan de hand van de aanbevelingen uit de<br />

norm NBN B 62-002 (en zijn addendum)<br />

en de STS 08.82, waarbij ervan uitgegaan<br />

wordt dat de beschouwde dakopbouwen<br />

een traditionele samenstelling<br />

hebben. n


Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />

Schrijnwerk & Glaswerk<br />

Mechanische sterkte, inbraakbeveiliging,<br />

brandveiligheid, thermische en akoestische<br />

isolatie, visueel comfort, uitzicht,<br />

toegankelijkheid voor mindervaliden, …<br />

vormen slechts een greep uit de eisen<br />

waaraan het schrijnwerk, de beglazing en<br />

de andere glazen structuurelementen<br />

vandaag de dag moeten voldoen.<br />

Het <strong>WTCB</strong> is erg actief op het gebied van<br />

schrijnwerk en glaswerk. Zo verleent het<br />

zijn medewerking aan :<br />

prenormatief onderzoek<br />

Technologische Adviseerdiensten<br />

thematische netwerken<br />

activiteiten op het vlak van normalisering<br />

en ontwikkeling.<br />

In de context van de zes fundamentele<br />

voorschriften van de Bouwproductenrichtlijn<br />

winnen de aspecten mechanische<br />

sterkte, brandweerstand en vooral veiligheid<br />

van schrijnwerk en glaswerk almaar<br />

aan belang.<br />

INBRAAKVEILIGHEID<br />

Het Centrum spitst zijn aandacht de laatste<br />

tijd dikwijls toe op activiteiten met betrekking<br />

tot inbraakbeveiliging. De statistieken<br />

van de Federale Politie voor het<br />

jaar <strong>2004</strong> hebben immers aangetoond dat<br />

het aantal inbraken in stijgende lijn gaat<br />

(gemiddeld gebeurt er in ons land een<br />

inbraak om de zes minuten). Uit de statistieken<br />

kan men eveneens afleiden dat<br />

het doorgaans de beperkte mechanische<br />

sterkte van de deuren en de vensters is<br />

die het de inbrekers mogelijk maakt de<br />

woning binnen te dringen. De mechanische<br />

inbraakbeveiliging wordt nog te vaak<br />

verwaarloosd, vooral indien men weet dat<br />

de meeste inbraakpogingen nooit langer<br />

duren dan vijf minuten en dat de inbreker<br />

zijn plan na deze termijn gewoonlijk laat<br />

varen.<br />

Onze medewerkers voeren daarom twee<br />

acties in dit kader : een prenormatief onderzoek,<br />

dat steunt op een groot aantal<br />

proeven, en een TIS-project (zie kader<br />

p. 24) dat de innovatiestimulering op het<br />

gebied van inbraakveiligheid beoogt.<br />

Het prenormatieve onderzoek ‘Evaluatie<br />

van inbraakvertragend schrijnwerk, al dan<br />

niet uitgerust met een ventilatiesysteem’<br />

[E1] is een perfect voorbeeld van een globale<br />

analyse en interactie tussen verschillende<br />

elementen : profielen, vulelementen,<br />

omlijstingen, hang- en sluitwerk, ventilatiesysteem,<br />

bevestiging aan de ruwbouw,<br />

… Het is immers de zwakste component<br />

die de inbraakweerstand van het<br />

schrijnwerk bepaalt.<br />

De mechanische inbraakbeveiliging wordt<br />

nog te vaak verwaarloosd.<br />

Het schrijnwerk, de beglazing<br />

en de andere glazen structuurelementen<br />

moeten tegenwoordig<br />

voldoen aan steeds strenger<br />

wordende eisen die vaak moelijk<br />

met elkaar te verzoenen zijn.<br />

Dit onderzoek heeft verschillende doelen<br />

voor ogen, met name :<br />

het voorstellen van aanpassingen aan<br />

de Europese ontwerpnormen prEN<br />

1627 tot en met 1630<br />

de ontwikkeling van een unieke en pertinente<br />

evaluatiestrategie voor de inbraakwerendheid<br />

van gevelschrijnwerkelementen<br />

de opstelling van een eenduidig classificatiesysteem<br />

voor schrijnwerk<br />

het voorstellen, voor elke weerstandsklasse,<br />

van bepaalde standaardoplossingen<br />

in inbraakwerend schrijnwerk.<br />

Deze standaardoplossingen zouden moeten<br />

uitgroeien tot een eerste referentie<br />

voor de sector met het oog op een toekomstige<br />

certificering of eventuele CEmarkering.<br />

Dit project zou uiteindelijk ook<br />

de grondslag kunnen vormen voor de<br />

opstelling van een nieuwe Technische<br />

Voorlichting, ter vervollediging van TV 206<br />

‘Mechanische inbraakbeveiliging van<br />

schrijnwerk en beglazing’.<br />

TRANSPARANTIE EN LICHT<br />

Het <strong>WTCB</strong> spitst ook een groot deel van<br />

zijn werkzaamheden toe op het gebruik<br />

van glas in structurele toepassingen of<br />

voor de uitvoering van bijzondere bouwwerken<br />

in glas. Dit materiaal wordt in dergelijke<br />

gevallen immers steeds vaker aangewend<br />

om te kunnen voldoen aan de<br />

eisen van transparantie en lichttoetreding.<br />

Voor de meeste structurele toepassingen<br />

dient men, om veiligheidsredenen bij glas-<br />

22 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Schrijnwerk & Glaswerk


Vierpuntsbuigproef op een vloerplaat van<br />

gelaagd glas.<br />

breuk, gelaagd glas te gebruiken. Daarom<br />

heeft het Centrum onlangs het prenormatieve<br />

onderzoek ‘Gebruik van gelaagd<br />

glas in structurele toepassingen’ [E3] opgestart,<br />

dat tot doel heeft een beter inzicht<br />

te krijgen in de verschillen in mechanisch<br />

gedrag tussen diverse types gelaagd<br />

glas, die nog niet behandeld worden<br />

in de huidige referentiedocumenten.<br />

Het onderzoek omvat een eerste – veeleer<br />

experimenteel – luik, waarbij de nadruk<br />

ligt op de bepaling van de belangrijkste<br />

factoren voor de dimensionering<br />

van structuurelementen uit gelaagd glas,<br />

en een tweede luik, dat gewijd is aan de<br />

modelvorming van dit composietmateriaal.<br />

Het <strong>WTCB</strong> wil enerzijds de onderzoeksresultaten<br />

valoriseren die bekomen werden<br />

in de verschillende normaliserende werkgroepen<br />

met betrekking tot gelaagd glas.<br />

Anderzijds wil het deze resultaten ook verspreiden<br />

naar de bouwaannemers, onder<br />

de vorm van pragmatische tabellen,<br />

die bijvoorbeeld zouden kunnen opgenomen<br />

worden in een Technische Voorlichting<br />

over dit thema.<br />

Glazen borstwering en glazen trap.<br />

Schokproef op gelaagd glas.<br />

Wat de <strong>WTCB</strong>-publicaties omtrent glas<br />

betreft, werd in <strong>2004</strong> op het initiatief van<br />

het Technisch Comité ‘Glaswerken’ volop<br />

verder gewerkt aan de opstelling van de<br />

TV ‘Bijzondere bouwwerken in glas’. In<br />

dit document komen zowel de dimensionerings-<br />

als uitvoeringsregels voor bijzondere<br />

bouwwerken in glas (zoals vloerplaten,<br />

traptreden, uitstalramen, wanden<br />

uit geprofileerd glas of glazen bouwstenen,<br />

wanden van aquariums, patrijspoorten,<br />

deuren en constructies uit gehard<br />

glas, wanden uit gebogen glas, borstweringen<br />

en scheidingswanden, ...) aan bod.<br />

Het zal een aanvulling vormen op de<br />

TV 214 ‘Glas en glasproducten. Functies<br />

van beglazing’, evenals op de TV 221<br />

‘Plaatsing van glas in sponningen’.<br />

LABORATORIUM ‘SCHRIJNWERK EN<br />

GEVELELEMENTEN’<br />

In <strong>2004</strong> waren de activiteiten van het laboratorium<br />

‘Schrijnwerk en Gevelelementen’<br />

vooral toegespitst op de ontwikkeling<br />

van nieuwe schrijnwerkelementen en<br />

glasproducten. Het voert in dit kader bijvoorbeeld<br />

proeven op de luchtdoorlatendheid,<br />

waterdichtheid, windsterkte, schokweerstand,<br />

vermoeiing en andere mechanische<br />

eigenschappen van de gebouwschil<br />

uit (manipulatieproeven, weerstandsproeven<br />

bij verkeerd gebruik, dynamische<br />

belastingsproeven, mechanische proeven<br />

op profielen, …).<br />

Het laboratorium bepaalt eveneens de<br />

karakteristieken van vensters, private en<br />

industriële deuren, gevelbekledingen, plafonds<br />

(en hun onderdelen), platte en hellende<br />

daken, … Het beschikt tevens over<br />

de nodige uitrustingen voor de uitvoering<br />

van simulaties van de belasting door wind,<br />

regen, lucht, ... overeenkomstig de Europese<br />

normen en de andere nationale en<br />

internationale leidraden.<br />

NORMALISERING, BENOR- EN<br />

ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />

Het <strong>WTCB</strong> verleent al geruime tijd zijn<br />

medewerking aan de werkzaamheden<br />

Lucht-, water- en winddichtheidsproeven<br />

op een raam.<br />

van de BUtgb, het CEN en de EOTA, en<br />

dan vooral in het kader van de kwaliteitsborging<br />

van producten en systemen.<br />

Zo werden in <strong>2004</strong> een vijftigtal ATG voor<br />

beglazingen, schrijnwerkprofielen, kitten<br />

en gevelbekledingssystemen onderzocht<br />

en afgeleverd. Bij dit onderzoek werd niet<br />

enkel rekening gehouden met de recent<br />

gepubliceerde Europese specificaties,<br />

maar ook met de specificaties die op dit<br />

moment voorbereid worden binnen de<br />

Technische Comités CEN TC 33 (waarvan<br />

het Centrum het voorzitterschap verzekert),<br />

CEN TC 129 en de diverse EOTAwerkgroepen.<br />

Omdat de technische voorschriften voor<br />

buitenschrijnwerk dringend aan een up-<br />

Een vijftigtal ATG voor beglazingen,<br />

profielen, kitten en gevelbekledingen<br />

werden afgeleverd.<br />

23 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Schrijnwerk & Glaswerk


date toe waren, hebben de ingenieurs van<br />

het <strong>WTCB</strong> in <strong>2004</strong> de herziening van de<br />

norm NBN S 21-203 (STS 38) en van de<br />

Technische Specificaties STS 52.0 afgewerkt.<br />

Ook de ETA-Goedkeuringsleidraad<br />

002 met betrekking tot structureel<br />

gelijmd glaswerk (SGG) werd bijgewerkt,<br />

rekening houdend met de nieuwe Europese<br />

certificeringsproefprocedures.<br />

Op het gebied van houten ramen werkt<br />

het <strong>WTCB</strong> aan het document ‘Kwaliteitseisen<br />

voor de fabricage van houten vensters’.<br />

Hiertoe werd in de verschillende<br />

CEN-werkgroepen met betrekking tot hout<br />

en profielen nuttige informatie ingewonnen<br />

waarmee het mogelijk was de beoordeling<br />

en de fabricagecontrole van houten<br />

ramen beter te organiseren.<br />

Het Centrum heeft eveneens voorbereidend<br />

werk uitgevoerd om een beter inzicht<br />

te krijgen in en begeleiding te kunnen<br />

bieden bij de CE-markering van beglaasde<br />

vliesgevels, structureel gelijmd<br />

glaswerk (SGG), ramen en deuren, industriële<br />

poorten en hekken en beglazing.<br />

Daarnaast verleende het <strong>WTCB</strong> zijn medewerking<br />

aan de organisatie van een<br />

aantal studiedagen over de verschillende<br />

producten voor gevels en de CE-markering,<br />

op het initiatief van diverse bedrijven<br />

en beroepsverenigingen.<br />

Naast zijn actieve deelname aan diverse<br />

werkgroepen voert het Centrum tevens<br />

tal van laboratoriumproeven uit. Om de<br />

werkzaamheden ook op Europees vlak<br />

te coördineren, is het nauw betrokken bij<br />

de sectorale groepen (SG 05 en SG 09)<br />

van de zogenaamde ‘notified bodies’ van<br />

de Europese Unie.<br />

Wat de dimensionering van gevels betreft,<br />

zijn onze medewerkers gestart met<br />

de opstelling van een wetenschappelijk<br />

rapport betreffende de belastingen, grens-<br />

NUTTIGE INFORMATIE<br />

Projectendatabank<br />

www.wtcb.be : projecten [E1] tot [E5]<br />

Nuttige links<br />

Laboratorium ‘Schrijnwerk en<br />

Gevelelementen’ : www.wtcb.be<br />

(rubriek ‘Laboratoria’)<br />

Technologische Adviseerdiensten<br />

‘Nieuwe uitvoeringstechnieken in<br />

de schrijnwerkerij’ en ‘Le verre<br />

dans le bâtiment’ : www.wtcb.be<br />

(rubriek ‘Diensten’, ‘Innovatieondersteuning’)<br />

Thematische Innovatiestimulering<br />

‘Inbraakbeveiliging van gebouwen’<br />

: www.tis-inbraak.be<br />

TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENSTEN<br />

‘NIEUWE UITVOERINGSTECHNIEKEN IN DE SCHRIJNWERKERIJ’<br />

EN ‘LE VERRE DANS LE BÂTIMENT’ (GLAS IN GEBOUWEN)<br />

De Technologische Adviseerdienst ‘Nieuwe uitvoeringstechnieken in de schrijnwerkerij’<br />

[E5], die zowel gesubsidieerd wordt door het Vlaamse als door het<br />

Waalse Gewest, geeft technologische innovatiesteun aan aannemers van<br />

schrijnwerk en timmerwerk. Aangezien de prestatie-eisen voor buitenschrijnwerk<br />

onder andere op het gebied van akoestiek, thermisch comfort, lichttransmissie,<br />

inbraakveiligheid, ventilatie en brandweerstand almaar strenger worden,<br />

ziet deze sector zich er immers toe verplicht nieuwe producten te ontwikkelen<br />

en toe te passen.<br />

De Technologische Adviseerdienst ‘Le verre dans le bâtiment’ [E4], gesubsidieerd<br />

door het Waalse Gewest, behandelt voornamelijk de volgende twee<br />

thema’s :<br />

glas en de veiligheid van personen<br />

vlak glas als constructiemateriaal.<br />

Deze TAD streeft ernaar de invoering van innovaties bij glaswerkers – die de<br />

voornaamste doelgroep uitmaken – te stimuleren en te bevorderen. Men mag<br />

echter niet vergeten dat ook algemene aannemers en schrijnwerkers vaak te<br />

maken krijgen met glasproducten. Daarom wil ze uiteindelijk komen tot een<br />

verbetering van de deskundigheid van de volledige sector om het concurrentievermogen<br />

van de bedrijven op te krikken. In <strong>2004</strong> hadden de werkzaamheden<br />

van voornoemde TAD vooral betrekking op gelaagd glas, geprofileerd glas en<br />

veiligheid, glas als constructiemateriaal, gordijngevels, de bescherming en het<br />

onderhoud van beglazingen en dichtingsmaterialen.<br />

toestanden en karakteristieken van de<br />

materialen die in rekening gebracht moeten<br />

worden bij het ontwerp van buitenschrijnwerk.<br />

Dit rapport herneemt en combineert<br />

de belangrijkste elementen uit de<br />

Eurocodes met betrekking tot gevels en<br />

geeft aangepaste coëfficiënten op waarmee<br />

men de betrouwbaarheid van de<br />

constructies kan verzekeren. Hierbij wordt<br />

bovendien zoveel mogelijk getracht de<br />

verstoring van de markt te beperken die<br />

zou kunnen teweeggebracht worden door<br />

de implementatie van de Eurocodes in<br />

de nationale regelgeving. Het <strong>WTCB</strong><br />

draagt tevens zijn steentje bij in het domein<br />

van de berekening van de windwerking<br />

op gevels (Eurocode 1, Deel 1-4),<br />

voornamelijk in het kader van industriële<br />

ontwikkelingen.<br />

Op het vlak van branddeuren zorgen de<br />

<strong>WTCB</strong>-experten voor de opvolging van<br />

de activiteiten van de adviesraad van<br />

BOSEC/TCC1 (zowel voor de aflevering<br />

van het BENOR/ATG-merk als voor de<br />

aflevering van de ISIB-certificatiesystemen<br />

voor plaatsers). Hierbij zijn de Technische<br />

Voorlichting 226 en de Technische<br />

Specificaties STS 53 belangrijke referentiedocumenten.<br />

Binnen EOTA zijn de activiteiten van de<br />

<strong>WTCB</strong>-ingenieurs voornamelijk toegespitst<br />

op werkgroepen met betrekking tot<br />

vliesgevels en glazen structuren :<br />

verlaagde plafonds<br />

kits voor binnenwanden<br />

brandwerende beplating<br />

houtskeletbouwwoningen (STS 23).<br />

THEMATISCHE INNOVATIESTIMULERING<br />

‘INBRAAKBEVEILIGING VAN GEBOUWEN’<br />

Het door het <strong>WTCB</strong> gecoördineerde TIS-programma ‘Inbraakbeveiliging van<br />

gebouwen’ [E2], in samenwerking met de Confederatie Bouw en NACEBO<br />

(Bouwunie), is een innovatiesteunmaatregel op het vlak van inbraakwerendheid,<br />

met de financiële steun van het Vlaamse Gewest.<br />

Deze TIS heeft tot doel de innovatie en/of modernisering bij de aannemers uit<br />

de schrijnwerk- en glaswerksector met betrekking tot mechanische en elektronische<br />

inbraakbeveiliging te stimuleren. Een tweede doel is de opstelling van<br />

een bestek voor inbraakbestendige beglazing en schrijnwerkelementen voor<br />

nieuwbouw en renovatie.<br />

24 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Schrijnwerk & Glaswerk


TECHNISCH ADVIES<br />

STATISTIEKEN<br />

De laatste jaren stelt de afdeling Technisch<br />

Advies (ATA) een belangrijke stijging<br />

van het aantal vragen inzake de<br />

plaatsing van onafgewerkt houten buitenschrijnwerk<br />

vast (vaak met betrekking tot<br />

de esthetische aspecten ervan).<br />

Uit de opgedane ervaringen en uit onderzoeken,<br />

uitgevoerd in het <strong>WTCB</strong>-laboratorium<br />

‘Schrijnwerk en gevelelementen’,<br />

is reeds meermaals gebleken dat een<br />

houtafwerking niet alleen het uitzicht verfraait,<br />

maar nog een groot aantal andere<br />

functies vervult : bescherming van het<br />

hout tegen de rechtstreekse blootstelling<br />

aan klimaatinvloeden, vermindering van<br />

de werking van en de belastingen op de<br />

profielen en de verbindingen, verlenging<br />

van de levensduur van het schrijnwerk,<br />

vereenvoudiging van het onderhoud, …<br />

Bij onafgewerkt houten buitenschrijnwerk<br />

komen daarentegen regelmatig waterinfiltraties<br />

voor. Deze worden veroorzaakt<br />

door een onvoldoende lucht- en waterdichtheid<br />

van het schrijnwerk, tengevolge<br />

van de overmatige vervormingen van de<br />

profielen.<br />

Dit blijkt eveneens uit afbeelding 1, die<br />

een overzicht geeft van het aantal tussenkomsten<br />

van de ATA inzake waterinfiltraties<br />

bij ramen in <strong>2004</strong>.<br />

Zelfs indien zeer stabiele, weinig werkende<br />

en duurzame houtsoorten worden<br />

gehanteerd bij de vervaardiging van het<br />

buitenschrijnwerk en men deze combineert<br />

met hang- en sluitwerk van zeer<br />

goede kwaliteit (meerpuntsluitingen), is<br />

het voorzien van een afwerking absoluut<br />

noodzakelijk om de lucht- en waterdichtheid<br />

van het buitenschrijnwerk te verzekeren.<br />

Afb. 1 Overzicht van het aantal interventies<br />

van de afdeling Technisch Advies<br />

inzake waterinfiltraties bij ramen.<br />

37 %<br />

22 %<br />

19 %<br />

n onafgewerkte houten ramen<br />

n afgewerkte houten ramen<br />

n PVC-ramen<br />

n aluminium ramen<br />

DICHTHEID VAN BUITENDEUREN<br />

In <strong>2004</strong> werden door de ingenieurs van<br />

de ATA ook dubbel zoveel adviezen verstrekt<br />

omtrent de prestaties van buitendeuren<br />

dan vorig jaar.<br />

Dit kan verklaard worden door de publicatie<br />

van de Infofiche ‘Dichtheid van buitendeuren’<br />

op de <strong>WTCB</strong>-website, waarin<br />

de voornaamste redenen voor de soms<br />

gebrekkige lucht- en waterdichtheid van<br />

deze elementen worden belicht.<br />

THERMISCHE ISOLATIE VAN BEGLAZINGEN<br />

Rekening houdend met de huidige<br />

thermische reglementeringen in Wallonië<br />

en Brussel, evenals met de Energieprestatieregelgeving<br />

die begin 2006 in Vlaanderen<br />

van kracht zal worden, willen we<br />

eveneens wijzen op de noodzaak om bij<br />

(her)nieuwbouw te opteren voor beglazingen<br />

met goede thermische-isolatieprestaties.<br />

25 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Schrijnwerk & Glaswerk<br />

22 %<br />

<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />

‘SCHRIJNWERK EN GLASWERK’<br />

Toegankelijkheid van trappen :<br />

Randbemerkingen bij § 2.4.2 van<br />

TV 198. <strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4,<br />

Katern 6.<br />

Akoestische prestaties van dubbele<br />

geventileerde gevels (DGG).<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 1.<br />

Vlak glas en veiligheid - Commentaren<br />

op de norm NBN EN 12600.<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 5.<br />

Verjongingskuur voor de STS 38<br />

‘Glaswerk’ en 52 ‘Buitenschrijnwerk’.<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4,<br />

Katern 8.<br />

De gecombineerde CE-markering<br />

voor industriële, commerciële en<br />

residentiële poorten. <strong>WTCB</strong>-<br />

Dossier, <strong>2004</strong>/3, Katern 3.<br />

Dubbele geventileerde gevels.<br />

Deel 1 : voorstelling van de gevelopbouw.<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/1,<br />

Katern 1.<br />

Dichtheid van buitendeuren.<br />

Infofiche, nr. 1, <strong>2004</strong>.<br />

In dit kader kunnen we nu reeds vermelden<br />

dat de EPR, voor beglazingen, hoogstwaarschijnlijk<br />

een maximale warmtedoorgangscoëfficiënt<br />

(U g,max ) van 1,6 W/m²K<br />

(in het midden ervan) zal opleggen.<br />

Aan de hand van tabel 1 kan men zich<br />

een goed idee vormen van de invloed van<br />

de thermische-isolatieprestaties van verschillende<br />

types beglazing op het ontstaan<br />

van oppervlaktecondensatie in een<br />

stationair regime. n<br />

Tabel 1 Verband tussen de binnen- en buitentemperatuur, de dauwpunttemperatuur, de U-waarde van de beglazing, de relatieve<br />

vochtigheid van de binnenlucht en het ontstaan van oppervlaktecondensatie.<br />

INVLOEDS-<br />

FACTOREN<br />

TYPE BEGLAZING<br />

Dubbel<br />

en HR<br />

Dubbel<br />

en HR<br />

Dubbel<br />

Enkel<br />

RELATIEVE VOCHTIG-<br />

HEID VAN DE BINNEN-<br />

LUCHT (%)<br />

BINNENLUCHT-<br />

TEMPERATUUR (°C)<br />

DAUWPUNT-<br />

TEMPERATUUR (°C)<br />

U-WAARDE VAN DE<br />

BEGLAZING (W/m 2 .K)<br />

1,2<br />

1,6<br />

2,9<br />

5,8<br />

15<br />

4,7<br />

-53,7<br />

-36,5<br />

-13,4<br />

0,8<br />

18<br />

7,3<br />

50<br />

BUITENTEMPERATUUR (°C) DIE MOET ONDERSCHREDEN WORDEN OM GECONFRONTEERD TE WORDEN<br />

MET HET VERSCHIJNEN VAN OPPERVLAKTECONDENSATIE<br />

-53,3<br />

-35,5<br />

-11,5<br />

3,2<br />

20<br />

9,2<br />

-52,0<br />

-34,0<br />

-9,8<br />

5,1<br />

22<br />

11,1<br />

-50,7<br />

-32,5<br />

-8,1<br />

7,0<br />

15<br />

7,1<br />

-37,7<br />

-24,5<br />

-6,8<br />

4,1<br />

18<br />

10,1<br />

-34,7<br />

-21,5<br />

-3,8<br />

7,1<br />

60<br />

20<br />

12<br />

-33,3<br />

-20,0<br />

-2,1<br />

9,0<br />

22<br />

13,9<br />

-32,0<br />

-18,5<br />

-0,3<br />

10,8<br />

15<br />

9,6<br />

-21,0<br />

-12,0<br />

0,1<br />

7,6<br />

18<br />

12,4<br />

-19,3<br />

-10,0<br />

2,6<br />

10,3<br />

70<br />

20<br />

14,36<br />

-17,6<br />

-8,2<br />

4,4<br />

12,2<br />

22<br />

16,3<br />

-16,0<br />

-6,5<br />

6,3<br />

14,1


Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />

Muur- en vloerbekledingen<br />

De <strong>WTCB</strong>-activiteiten op het vlak van<br />

muur- en vloerbekledingen zijn erg gediversifieerd<br />

en worden gestuurd door niet<br />

minder dan vier Technische Comités :<br />

‘Plafonneer- en voegwerken’, ‘Harde<br />

muur- en vloerbekledingen’, ‘Schilderwerk,<br />

soepele muur- en vloerbekledingen’<br />

en ‘Steen en marmer’.<br />

BETEGELINGEN<br />

Tijdens het afgelopen jaar hadden de<br />

activiteiten in het domein van harde muuren<br />

vloerbekledingen vooral te maken met<br />

de opstelling van nieuwe publicaties. Zo<br />

verscheen de Technische Voorlichting 227<br />

‘Muurbetegelingen’, die werd aangevuld<br />

door twee Infofiches met betrekking tot<br />

twee belangrijke onderwerpen :<br />

de hechtsterkte van muurbetegelingen<br />

de beschadiging ervan tengevolge van<br />

de rechtstreekse besproeiing van het<br />

oppervlak met water.<br />

In <strong>2004</strong> verscheen Technische Voorlichting<br />

227 ‘Muurbetegelingen’.<br />

De werkgroep ‘Harde muur- en vloerbekledingen’<br />

werkte ook verder aan de herziening<br />

van TV 137 over de afwerking van<br />

binnenvloeren met keramische tegels. Dit<br />

in 1981 gepubliceerde document is namelijk<br />

toe aan een update, rekening houdend<br />

met de laatste evoluties op het vlak<br />

van de tegels en hun uitvoering, evenals<br />

met de nieuwe normen over dit onderwerp.<br />

In afwachting van het verschijnen van<br />

deze herziening publiceerde het <strong>WTCB</strong><br />

een Infofiche over een van de belangrijkste<br />

kenmerken van keramische tegels,<br />

met name hun slijtsterkte. Hierin werd een<br />

stand van zaken opgesteld met betrekking<br />

tot de huidige proefmethoden en<br />

keuzecriteria.<br />

NATUURSTEEN<br />

In <strong>2004</strong> waren ook tal van activiteiten gewijd<br />

aan natuursteen, een ander hard<br />

muur- en vloerbedekkingsmateriaal bij uitstek.<br />

Zo werd volop verder gewerkt aan de<br />

herziening van TV 205 ‘Natuursteen’, lettend<br />

op de recente evoluties op dit gebied.<br />

In de loop van de vorige jaren hebben de<br />

normen en gebruikscriteria hieromtrent<br />

immers een aantal grondige wijzigingen<br />

ondergaan en werd de markt overspoeld<br />

met verschillende nieuwe types natuursteen.<br />

Daarom stelde het Technische Comité<br />

‘Steen en marmer’ een aantal nieuwe<br />

technische fiches [F1] op, die binnenkort<br />

In het domein van harde afwerkingsmaterialen<br />

stond <strong>2004</strong><br />

vooral in het teken van de verschijning<br />

van TV 227 ‘Muurbetegelingen’<br />

evenals van de organisatie<br />

van wintercursussen. Soepele<br />

vloerbekledingen zullen op<br />

hun beurt aan bod komen in twee<br />

nieuwe Technische Voorlichtingen<br />

ter vervanging van TV 165.<br />

De eerste is gewijd aan elastische<br />

vloerbekledingen, terwijl de<br />

tweede zich toespitst op vloerbekledingen<br />

van textiel.<br />

beschikbaar zullen worden op de <strong>WTCB</strong>website<br />

(www.wtcb.be), in een speciale<br />

rubriek over natuursteen.<br />

In <strong>2004</strong> eindigde ook het proefprogramma<br />

ter karakterisering van decoratieve<br />

Waalse steensoorten [F2], dat door de<br />

vzw ‘Pierres et marbres de Wallonie’ aan<br />

onze medewerkers toevertrouwd werd.<br />

Dankzij de bekomen resultaten was het<br />

mogelijk de bestaande informatie over<br />

een twintigtal steengroeven aan te vullen<br />

en technische fiches op te stellen die<br />

weldra zullen kunnen geraadpleegd worden<br />

via de website.<br />

Vloer uit Belgische blauwe hardsteen<br />

(VTM-Vilvoorde).<br />

26 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Muur- en vloerbekledingen


Vlekvorming op Carraramarmer.<br />

VLEKVORMING OP STENEN<br />

In het domein van de harde muur- en<br />

vloerbekledingen werden in <strong>2004</strong> nog<br />

diverse andere onderzoeksprojecten opgestart<br />

en beëindigd. Het eerste onderzoek<br />

dat afgerond werd door het laboratorium<br />

‘Mineralogie en Microstructuur’<br />

betreft de problematiek van vlekvorming<br />

op stenen [F3], en dan vooral deze die<br />

optreedt als gevolg van de oxidatie van<br />

bepaalde mineralen.<br />

In dit kader werd een aantal preventieve<br />

behandelingstechnieken ontwikkeld, die<br />

tegenwoordig kunnen toegepast worden<br />

om het risico op het verschijnen van geelbruine<br />

vlekken, wat kenmerkend is voor<br />

bepaalde marmersoorten zoals Carraramarmer,<br />

te beperken.<br />

Het probleem van de beoordeling van de<br />

gevoeligheid van natuursteen tegen vlekvorming<br />

‘van buitenaf’ wordt onderzocht<br />

in een nieuw prenormatief onderzoeksproject<br />

dat streeft naar de ontwikkeling<br />

van specificaties voor natuursteen, onafhankelijk<br />

van hun toepassingsgebied [F4].<br />

VORSTGEVOELIGHEID<br />

Een ander prenormatief onderzoek dat vorig<br />

jaar afgesloten werd, ging dieper in<br />

op de vorstbestendigheid van keramische<br />

tegels voor buitenterrassen [F5]. Dit is een<br />

erg actueel probleem waarover het <strong>WTCB</strong><br />

veel adviesaanvragen te verwerken krijgt.<br />

Dankzij dit onderzoek kon een betrouwbaardere<br />

proefmethode ontwikkeld wor-<br />

Vorstschade op keramische tegels.<br />

Microscopisch zicht van pyriet.<br />

den dan deze, voorgesteld in de huidige<br />

Europese norm. Hierin worden immers<br />

verschillende tegels als ‘vorstbestendig’<br />

beschouwd die in de praktijk belangrijke<br />

duurzaamheidsproblemen vertonen.<br />

STELPRODUCTEN<br />

Ook op het vlak van stelproducten werden<br />

diverse onderzoeksactiviteiten ondernomen.<br />

Als gevolg van de Europese harmonisatie<br />

van de productnorm met betrekking<br />

tot tegellijm heeft het <strong>WTCB</strong>-laboratorium<br />

‘Ruwbouw- en afwerkingsmaterialen’<br />

– op vraag van verschillende<br />

producenten – de nodige proeven uitgevoerd<br />

voor de classificatie van deze producten<br />

en hun CE-markering.<br />

Daarnaast verricht dit laboratorium nog<br />

tal van andere proeven in het kader van<br />

de Belgische technische goedkeuringen<br />

(ATG). We willen er trouwens op wijzen<br />

dat het door BELTEST geaccrediteerd is<br />

voor de uitvoering van hechtsterkteproeven<br />

op lijmen en mortellijmen voor betegelingen.<br />

BINNENWANDEN, VERLAAGDE PLA-<br />

FONDS EN VERHOOGDE VLOEREN<br />

In <strong>2004</strong> kwamen de thema’s binnenwanden,<br />

verlaagde plafonds en verhoogde<br />

vloeren, waarover er totnogtoe geen gedetailleerde<br />

naslagwerken bestonden, uitgebreid<br />

aan bod. De werkgroep die in dit<br />

kader opgericht werd, werkte namelijk een<br />

aantal lopende projecten af.<br />

Gipskartonplaten, opgebouwd door de<br />

toevoeging van zeolieten.<br />

Het doel ervan is de bouwsector (en dan<br />

vooral de schrijnwerkers) te voorzien van<br />

nauwkeurige informatie, door de opstelling<br />

van twee Technische Voorlichtingen :<br />

de eerste zal eerder gericht zijn op de<br />

definiëring en de beschrijving van de<br />

systemen volgens hun karakteristieken<br />

de tweede zal dieper ingaan op de<br />

brandweerstand van deze bouwelementen,<br />

rekening houdend met de recentste<br />

wijzigingen van de reglementering<br />

op het vlak van brandveiligheid.<br />

Er werd eveneens een onderzoek uitgevoerd<br />

op Europees niveau met betrekking<br />

tot gipskartonplaten, opgebouwd uit<br />

gerecycleerde materialen en de toevoeging<br />

van zeolieten [F6], waardoor de<br />

nieuwe platen verbeterde karakteristieken<br />

krijgen.<br />

SOEPELE VLOERBEKLEDINGEN<br />

Op het gebied van soepele vloerbekledingen<br />

is de Technische Voorlichting 165<br />

‘Leidraad voor de goede uitvoering van<br />

soepele vloerbedekkingen’ dringend aan<br />

een herziening toe. Dit is voornamelijk te<br />

wijten aan de evoluties op het vlak van<br />

de normalisering en de samenstellende<br />

materialen.<br />

In dit kader zijn twee nieuwe Technische<br />

Voorlichtingen in voorbereiding :<br />

een eerste over elastische vloerbekledingen<br />

een tweede over vloerbekledingen van<br />

textiel.<br />

Een van de belangrijkste wijzigingen ten<br />

opzichte van de vorige TV ligt in de classificatie<br />

van elastische vloerbekledingen.<br />

Deze werd namelijk aangepast aan de<br />

indeling uit de onlangs gepubliceerde Europese<br />

normering hieromtrent, die op termijn<br />

alle nationale classificatiesystemen,<br />

zoals het Franse UPEC-systeem, zal vervangen.<br />

TV 165 over soepele vloerbekledingen zal<br />

op termijn vervangen worden door twee<br />

nieuwe Technische Voorlichtingen.<br />

27 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Muur- en vloerbekledingen<br />

FORBO Flooring


NORMALISERING, BENOR- EN<br />

ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />

Het <strong>WTCB</strong> verleent al geruime tijd zijn<br />

medewerking aan de werkzaamheden<br />

van de BUtgb, het CEN en de EOTA, en<br />

dan vooral in het kader van de kwaliteitsborging<br />

van producten en systemen.<br />

Zo werden in <strong>2004</strong> een aantal ATG voor<br />

buitengevelisolatie, waterwerende producten<br />

en binnenwandafwerkingen onderzocht<br />

en afgeleverd. Bij dit onderzoek<br />

werd niet enkel rekening gehouden met<br />

de recent gepubliceerde Europese specificaties,<br />

maar ook met de specificaties<br />

die op dit moment voorbereid worden<br />

binnen een aantal werkgroepen van<br />

het CEN en de EOTA.<br />

Het Technische Comité ‘Plafonneer- en<br />

voegwerken’ neemt eveneens deel aan<br />

de BUtgb-activiteiten met betrekking tot<br />

de opstelling van procedures voor de toepassing<br />

van de ETA-Goedkeuringsleidraad<br />

ETAG 004 ‘ETICS’ (Buitengevelisolatiesystemen<br />

met pleisterwerk). Naast<br />

de aflevering van ETA worden binnen de<br />

BUtgb (op verzoek van de Belgische gebruikers)<br />

ook nationale toepassingsdocumenten<br />

voorbereid en acties ondernomen<br />

met het oog op procescertificatie.<br />

Samen met zijn partners BUtgb, BCCA<br />

en COPRO verleent het Centrum tevens<br />

zijn medewerking aan het tot stand brengen<br />

van richtlijnen voor de homologatie<br />

van steengroeven voor decoratieve steensoorten<br />

en de certificering van eindproducten.<br />

Hierbij wordt uitgegaan van de<br />

normen die voorbereid worden binnen het<br />

Technische Comité CEN TC 246 en van<br />

de adviezen, gegeven door het Technische<br />

Comité ‘Steen en marmer’.<br />

NUTTIGE INFORMATIE<br />

Projectendatabank<br />

www.wtcb.be : projecten [F1] tot [F7]<br />

Nuttige links<br />

Pierres et marbres de Wallonie :<br />

www.pierresetmarbres.be<br />

Technologische Adviseerdienst<br />

‘Ontwerp en uitvoering van<br />

bedrijfsvloeren’ : www.wtcb.be<br />

(rubriek ‘Diensten’, ‘Innovatieondersteuning’)<br />

Laboratoria ‘Mineralogie en Microstructuur’<br />

en ‘Ruwbouw- en Afwerkingsmaterialen’<br />

: www.wtcb.be<br />

(rubriek ‘Laboratoria’)<br />

Website van de BUtgb :<br />

www.butgb.be<br />

Website van het Infopoint :<br />

www.infopoint.be<br />

Hechtingsproeven op een bepleisteringssysteem aangebracht op isolatiemateriaal in het<br />

kader van de CE-markering en van het nationale toepassingsdocument.<br />

Op het gebied van niet-dragende binnenwandconstructies<br />

zorgen onze medewerkers<br />

voor de opvolging van de Europese<br />

specificaties inzake gipskartonplaten,<br />

gipstegels, … Het Technische Comité<br />

‘Schrijnwerken’ bereidt bovendien de ETA-<br />

Goedkeuringsleidraden ETAG 003 (Kits<br />

voor de opbouw van niet-dragende inwendige<br />

scheidingswanden) en ETAG 018<br />

(Brandbeschermende producten) voor.<br />

In het domein van verlaagde plafonds en<br />

verhoogde vloeren werken onze experten<br />

voornamelijk aan de omzetting van de<br />

NBN EN-normen in uitvoeringsrichtlijnen.<br />

Hiertoe werd onder meer een werkgroep<br />

in samenwerking met BEWAP opgericht.<br />

In het kader van de beoordeling van de<br />

hiervoor vermelde producten en systemen<br />

zijn de verschillende <strong>WTCB</strong>-laboratoria<br />

uitgerust voor de uitvoering van :<br />

mechanische weerstandsproeven<br />

hechtingsproeven op mortels en pleisters<br />

proeven ter bepaling van de weerstand<br />

tegen hygrothermische cycli<br />

proeven ter bepaling van de verouderingsweerstand<br />

(UV-straling, vocht, …)<br />

proeven ter bepaling van de weerstand<br />

tegen vorst-dooicycli<br />

proeven ter bepaling van de impactweerstand<br />

proeven ter bepaling van de akoestische<br />

karakteristieken.<br />

TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENST<br />

‘ONTWERP EN UITVOERING VAN BEDRIJFSVLOEREN’<br />

Deze Technologische Adviseerdienst [F7] staat ter beschikking van bouwondernemingen<br />

die meer informatie wensen te verkrijgen over vloeren, en meer<br />

bepaald over bedrijfsvloeren.<br />

Ze heeft immers tot taak de sector<br />

in te lichten over de nieuwe producten<br />

en systemen die op de<br />

markt verschijnen :<br />

vezelversterkt beton<br />

cementgebonden gietvloeren<br />

anhydrietgebonden gietvloeren<br />

vloerbedekkingen met een laag<br />

chloorgehalte<br />

kunstharsgebonden vloerafwerkingen,<br />

...<br />

Gietvloer.<br />

28 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Muur- en vloerbekledingen


TECHNISCH ADVIES<br />

STATISTIEKEN<br />

Uit de statistieken van <strong>2004</strong> blijkt dat 30 %<br />

van de door de afdeling Technisch Advies<br />

(ATA) verstrekte adviezen te maken<br />

hadden met muur- en vloerbekledingen.<br />

Afbeelding 1 toont aan dat harde muuren<br />

vloerbekledingen respectievelijk 7 en<br />

42 % van dit cijfer vertegenwoordigen.<br />

EEN NIEUWE TECHNISCHE VOORLICHTING<br />

Om tegemoet te komen aan de talrijke<br />

vragen omtrent de uitvoering van muurbetegelingen<br />

verscheen in <strong>2004</strong> de Technische<br />

Voorlichting 227 met richtlijnen<br />

voor de correcte plaatsing van muurtegels<br />

in gebouwen. Ook tijdens de wintercursussen<br />

ten behoeve van de bouwprofessionelen<br />

werd hierop dieper ingegaan. De<br />

uitvoering van balkonafwerkingen kwam<br />

hierbij eveneens uitgebreid aan bod.<br />

LOSKOMEN VAN MUUR- EN VLOERTEGELS<br />

Meer dan een kwart van de vragen (26 %)<br />

omtrent vloer- en muurbetegelingen heeft<br />

betrekking op het hol klinken en loskomen<br />

ervan (al dan niet in vochtige ruimten).<br />

Op de <strong>WTCB</strong>-website verschenen<br />

dan ook een aantal Infofiches met nuttige<br />

wenken ter beperking van de kans op het<br />

optreden van deze verschijnselen voor<br />

muurbetegelingen.<br />

Om de goede hechting tussen de betegeling<br />

en zijn ondergrond te waarborgen,<br />

moet men de spanningen in het vloercomplex<br />

zoveel mogelijk beperken. Het<br />

is daarom aanbevolen voldoende lang te<br />

wachten met de uitvoering van de betegeling,<br />

zodanig dat de ondergrond het<br />

grootste gedeelte van zijn krimp achter<br />

de rug heeft. Daarnaast dient men ervoor<br />

te zorgen dat de ondergrond een toereikende<br />

cohesie vertoont (bv. door het voorzien<br />

van een dekvloer voor vloerbetegelingen<br />

of van een cementbepleistering<br />

of droogblijvende gipsgebonden ondergrond<br />

voor muurbetegelingen, …). Het<br />

verzekeren van een goede initiële hechting<br />

is echter dé belangrijkste parameter.<br />

VERLIJMEN VAN DE TEGELS<br />

Uit onderzoek is gebleken dat de hechtsterkte<br />

die men kan verkrijgen met de<br />

huidige lijmen (mortellijmen, dispersielijmen<br />

en reactielijmen) doorgaans veel hoger<br />

is dan deze van de traditionele cementmortels.<br />

Vanuit een technisch oogpunt<br />

is het dus aangewezen de tegels te<br />

verlijmen op de ondergrond. Hierbij dient<br />

men de richtlijnen van de lijmfabrikant<br />

strikt op te volgen en bijzondere maatre-<br />

Afb. 1 Tussenkomsten van de afdeling Technisch Advies met betrekking tot muur- en<br />

vloerbekledingen.<br />

6 %<br />

10 %<br />

7 %<br />

5 %<br />

3 %<br />

Muurbetegelingen. Technische Voorlichting, nr. 227, <strong>2004</strong>.<br />

<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />

‘MUUR- EN VLOERBEKLEDINGEN’<br />

Slijtage van harde vloerbedekkingen. <strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/3, Katern 5.<br />

Innovatieve uitvoeringsmethoden voor performante monolithische bedrijfsvloeren.<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/2, Katern 3.<br />

Slijtage van harde vloerbedekkingen : aanbevelingen voor een verantwoorde<br />

keuze van vloertegels. Infofiche, nr. 8, <strong>2004</strong>.<br />

Loskomen van en/of scheurvorming in binnenbetegelingen, blootgesteld aan<br />

rechtstreekse besproeiing met water. Infofiche, nr. 9, <strong>2004</strong>.<br />

Hechtsterkte van muurbetegelingen. Infofiche, nr. 10, <strong>2004</strong>.<br />

n harde vloerbekledingen<br />

n houten vloerbekledingen<br />

n harsgebonden vloerbekledingen<br />

n soepele vloerbekledingen<br />

n muurbekledingen van het type<br />

‘bepleistering’<br />

n muurbekledingen van het type ‘verf’<br />

harde muurbekledingen<br />

29 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Muur- en vloerbekledingen<br />

27 %<br />

gelen te treffen om de vlakheid van de<br />

ondergrond en van de tegels zelf te waarborgen.<br />

De goede hechting kan namelijk<br />

enkel verzekerd worden indien er een voldoende<br />

groot contactoppervlak tussen de<br />

lijm en de tegel bestaat. Wij willen er wel<br />

op wijzen dat de lijmlaag, gezien zijn geringe<br />

dikte, weinig of geen oneffenheden<br />

van de ondergrond kan opnemen. Eventuele<br />

onvlakheden van deze laatste of van<br />

de tegels kunnen daarom aanleiding geven<br />

tot het ontstaan van niveauverschillen<br />

tussen aangrenzende tegels (a fortiori bij<br />

tegels van groot formaat).<br />

VLAKHEIDSTOLERANTIES<br />

Als men ervoor kiest de tegels te verlijmen,<br />

moeten de dekvloer en de binnenbepleistering<br />

bij voorkeur voldoen aan<br />

de strenge vlakheidstoleranties. Deze<br />

bedragen in beide gevallen maximum<br />

3 mm/2 m (zie TV 189 en 199). Indien de<br />

vloerbetegeling daarentegen moet beantwoorden<br />

aan een vlakheidstolerantie van<br />

2 mm/2 m (vermeerderd met de tolerantie<br />

op de vlakheid van de tegels zelf), zou<br />

men deze eis ook best opleggen aan de<br />

dekvloer. In dergelijke gevallen kan men<br />

42 %<br />

opteren voor het gebruik van dikbedlijmen<br />

en/of kan men het principe van de dubbele<br />

verlijming toepassen, waarbij zowel<br />

lijm wordt aangebracht op de rugzijde van<br />

de tegels als op de ondergrond.<br />

TEGELKARAKTERISTIEKEN<br />

Ook de tegelkarakteristieken zelf spelen<br />

een belangrijke rol bij het bekomen van<br />

een goede hechting met de ondergrond.<br />

Zo dient men bij de verlijming van tegels<br />

uit natuursteen en cement in de dikte<br />

gekalibreerde tegels te gebruiken.<br />

Verder is het aangewezen om de afmetingen<br />

ervan te beperken (bv. tot maximaal<br />

40 cm x 40 cm). Grootformaattegels<br />

zijn immers zeer moeilijk perfect vlak te<br />

plaatsen, aangezien kleine oneffenheden<br />

in de ondergrond onvermijdelijk aanleiding<br />

geven tot het ontstaan van niveauverschillen<br />

met aangrenzende tegels. Voor<br />

tegels met afmetingen tot 50 cm x 50 cm<br />

moet dit niveauverschil idealiter beperkt<br />

blijven tot maximaal 1 mm. Voor tegels<br />

van groter formaat is het niet altijd mogelijk<br />

grotere afwijkingen te vermijden. n


Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />

Duurzame ontwikkeling & Renovatie<br />

De thema’s duurzaam bouwen en renovatie<br />

stonden in <strong>2004</strong> weer volop in de belangstelling.<br />

Het <strong>WTCB</strong> volgt al geruime tijd de diverse<br />

initiatieven dienaangaande op en speelt<br />

een belangrijke rol op het vlak van sensibilisering,<br />

onder meer door zijn medewerking<br />

aan de activiteiten van het Centrum<br />

Duurzaam Bouwen (CeDuBo).<br />

Binnen de afdeling Technologie en Milieu,<br />

meer bepaald binnen de laboratoria<br />

‘Duurzame ontwikkeling’ en ‘Renovatie’,<br />

lopen er ook heel wat onderzoeks- en<br />

ontwikkelingsprojecten hieromtrent.<br />

MILIEU-IMPACT VAN GEBOUWEN EN<br />

BOUWMATERIALEN<br />

De milieu-impact van gebouwen en bouwmaterialen<br />

kwam de laatste jaren geregeld<br />

in de aandacht. In februari <strong>2004</strong> vertrouwde<br />

de Europese Commissie bijvoorbeeld<br />

een mandaat toe aan het Europees<br />

Comité voor Normalisatie.<br />

Dit mandaat verplicht het CEN ertoe een<br />

reeks technische rapporten en normen<br />

uit te werken die het op termijn mogelijk<br />

moeten maken de milieu-impact van<br />

bouwmaterialen, gebouwen, bouwactiviteiten,<br />

onderhoudswerken en gebouwbeheer<br />

te kwantificeren.<br />

Het feit dat er ook een technisch rapport<br />

betreffende de milieuprestaties van het<br />

bouwproces dient opgesteld te worden,<br />

impliceert dat de aandacht niet langer be-<br />

perkt blijft tot de prestaties van gebouwen<br />

en producten, wat op termijn belangrijke<br />

gevolgen zou kunnen hebben voor<br />

de aannemerswereld. Het CEN richtte<br />

daarom onmiddellijk de werkgroep CEN<br />

BT WG 174 op die een concreet actieplan<br />

aan het uitdenken is. Het <strong>WTCB</strong><br />

verleent hieraan zijn medewerking en zal<br />

ook in de toekomst deze normalisatieactiviteiten<br />

blijven opvolgen.<br />

Voor de analyse van de milieu-impact van<br />

bouwmaterialen en bouwproducten kan<br />

De nieuwe Europese normgeving moet het<br />

op termijn mogelijk maken de milieuprestaties<br />

van bouwmaterialen, gebouwen<br />

en bouwactiviteiten te beoordelen.<br />

Het <strong>WTCB</strong> tracht reeds lang de<br />

milieu-impact van bouwmaterialen,<br />

gebouwen en bouwactiviteiten<br />

te minimaliseren. Thema’s<br />

zoals sloop, afvalbeheer, renovatie<br />

en recyclage behoren daarom<br />

tot onze dagelijkse aandachtspunten.<br />

Duurzame ontwikkeling<br />

is echter niet beperkt tot milieu<br />

alleen, vandaar ook de groeiende<br />

interesse voor toegankelijkheid<br />

en aanpasbaarheid van de bebouwde<br />

omgeving.<br />

het CEN een beroep doen op de kennis<br />

die door diverse Europese landen werd<br />

verzameld tijdens tal van acties. Daarnaast<br />

is ook het werk van het Technische<br />

Comité ISO TC 59 SC 17 niet zonder belang.<br />

Dit comité, waarvan de werkzaamheden<br />

begin 2003 van start gingen, bestaat<br />

uit vier werkgroepen, meer bepaald :<br />

WG1 : algemene principes en terminologie<br />

WG2 : duurzaamheidsindicatoren<br />

WG3 : milieuverklaringen voor bouwproducten<br />

WG4 : kader voor de evaluatie van de<br />

milieuperformantie van gebouwen en infrastructuur.<br />

Het <strong>WTCB</strong> volgt de activiteiten van deze<br />

werkgroepen en van het overkoepelende<br />

comité reeds vanaf hun oprichting op en<br />

kan hierbij gebruik maken van eigen onderzoeksresultaten<br />

en -ervaringen.<br />

ONDERZOEK EN NETWERKING<br />

Op het vlak van prenormatief onderzoek<br />

werd in <strong>2004</strong> gewerkt aan een project<br />

omtrent de milieu-impact van gebouwen<br />

en bouwactiviteiten [G1], met de financiële<br />

steun van de FOD Economie, KMO,<br />

Middenstand en Energie. Dit prenormatieve<br />

project heeft tot doel de internationale<br />

en Europese ontwikkelingen rond de<br />

milieuevaluatie van gebouwen en bouwactiviteiten<br />

in een voor België aanvaardbare<br />

en haalbare richting te sturen.<br />

Deze internationale en Europese principes<br />

moeten bovendien vertaald worden<br />

30 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Duurzame ontwikkeling & Renovatie


naar de Belgische praktijk. Ook op dit gebied<br />

wil het onderzoek een bijdrage leveren.<br />

Het uitgangspunt hierbij is dat de milieuevaluatie<br />

past binnen een breder kader,<br />

waarin er ook aandacht moet zijn voor<br />

de andere prestatie-eisen van het gebouw<br />

(bv. binnenklimaat, comfort, energieprestaties,<br />

…).<br />

Eind <strong>2004</strong> werd het Europese thematische<br />

netwerk PRESCO [G2], dat in 2000<br />

opgestart en door het <strong>WTCB</strong> gecoördineerd<br />

werd, afgesloten. Dit netwerk bestond<br />

uit 28 partners uit 16 Europese landen.<br />

Een van de hoofdactiviteiten van<br />

PRESCO was gericht op de vergelijking<br />

van een tiental evaluatie- en ontwerpmiddelen<br />

ter beoordeling en ter verbetering<br />

van de milieuprestaties van gebouwen,<br />

aan de hand van een aantal casestudies<br />

(onder meer een fictieve betonstructuur,<br />

een bestaande energiezuinige demonstratiewoning<br />

en diverse alternatieve ontwerpen<br />

van diezelfde woning).<br />

Deze vergelijkingen (benchmarking) hebben<br />

geleid tot de formulering van een<br />

reeks voorstellen tot harmonisatie, evenals<br />

tot de identificatie van een aantal<br />

probleempunten. Het door PRESCO gepubliceerde<br />

rapport zou een interessante<br />

bron van informatie kunnen vormen voor<br />

de verschillende werkgroepen en comités<br />

van CEN en ISO.<br />

TOEGANKELIJKHEID EN AANPAS-<br />

BAARHEID<br />

Het jaar 2003 werd op Europees niveau<br />

uitgeroepen tot het jaar van de personen<br />

met beperkingen. 2003 werd daarom gekenmerkt<br />

door tal van activiteiten in dit<br />

kader.<br />

Toegankelijkheid en aanpasbaarheid namen<br />

in <strong>2004</strong> dan ook een belangrijke<br />

plaats in op de agenda van het <strong>WTCB</strong>.<br />

Tijdens het afgelopen jaar gingen er hieromtrent<br />

maar liefst drie nieuwe projecten<br />

van start, waaronder het TIS-project ‘Toegankelijkheid,<br />

aanpasbaarheid en innovatie<br />

in de woningbouw’ (zie kader, p. 32).<br />

Daarnaast is het Centrum een van de geprivilegieerde<br />

partners in het Europese beleidsondersteunende<br />

project POLIS [G3],<br />

dat begin <strong>2004</strong> van start ging en gesubsidieerd<br />

wordt door de EU-DG ‘Onderzoek’.<br />

Binnen dit project wordt gewerkt aan de<br />

ontwikkeling van een innovatief model ter<br />

bepaling en verbetering van het toegankelijkheidsniveau<br />

van een gebouw. Dit model<br />

zal aangevuld worden met een computerprogramma<br />

en zal in eerste instantie<br />

van nut zijn voor ontwerpers. Bepaalde<br />

randactiviteiten zorgen er echter voor dat<br />

ook de andere bouwpartners (opdrachtgevers,<br />

bouwpromotoren en aannemers)<br />

er voordeel uit kunnen halen.<br />

De thema’s toegankelijkheid en aanpasbaarheid<br />

namen in <strong>2004</strong> een belangrijke<br />

plaats in op de agenda van het <strong>WTCB</strong>.<br />

Men mag immers niet vergeten dat elk van<br />

hen zich op een bepaald ogenblik verplicht<br />

zal zien beslissingen te nemen die de uiteindelijke<br />

toegankelijkheid van het gebouw<br />

kunnen beïnvloeden. Ook zij moeten daarom<br />

goed geïnformeerd en betrokken worden.<br />

Deze werkzaamheden moeten leiden<br />

tot de publicatie van een naslagwerk met<br />

heel wat praktische voorbeelden.<br />

Eind <strong>2004</strong> werd ook het door de EU-DG<br />

‘Sociaal beleid en Werkgelegenheid’ gesubsidieerde<br />

onderzoek BAS – Building<br />

Accessible Services [G4] ingeluid. Het<br />

<strong>WTCB</strong> behoort tot de medewerkers van<br />

dit project, waarin de nadruk in de eerste<br />

plaats ligt op sensibilisering, informatieverstrekking<br />

en opleiding omtrent toegankelijkheid.<br />

RENOVATIE, SLOOP EN AFVAL-<br />

BEHEER<br />

Het belang van de renovatiemarkt in het<br />

bouwgebeuren neemt almaar toe. De<br />

stedelijke vernieuwing, de schaarste aan<br />

bouwgronden en de groeiende aandacht<br />

voor duurzame ontwikkeling zijn hier zeker<br />

niet vreemd aan. Via de Technologische<br />

Adviseerdienst ‘Renovatie van Gebouwen’<br />

(zie kader, p. 32) en het laboratorium<br />

‘Renovatie’ speelt het <strong>WTCB</strong> reeds<br />

geruime tijd in op deze problematiek.<br />

Wanneer renovatie niet langer tot de<br />

mogelijkheden behoort, rest er niets anders<br />

dan sloop en recyclage. Ook deze<br />

thema’s stonden in <strong>2004</strong> op de <strong>WTCB</strong>agenda,<br />

vooral via de deelname aan tal<br />

van Europese projecten. In de door het<br />

LIFE-programma van de Europese Unie<br />

ondersteunde studie APPRICOD [G5]<br />

wordt nagegaan hoe men de plastiekfractie<br />

van het bouw- en sloopafval (beter)<br />

kan inzamelen en recycleren.<br />

Het door de EU-DG ‘Onderzoek’ gesubsidieerde<br />

IRMA-project [G6] spitst zich op<br />

zijn beurt toe op potentieel verontreinigde<br />

gebouwen en industriële of stedelijke gebieden.<br />

Gebouwen die men niet meer kan<br />

reinigen of saneren, dienen immers (bij<br />

voorkeur selectief) afgebroken te worden.<br />

Voor de verontreinigde fracties moeten<br />

echter in vele gevallen nog innovatieve<br />

reinigings- en recyclagetechnieken ontwikkeld<br />

worden.<br />

NORMALISERING, BENOR- EN<br />

ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />

Zoals reeds vermeld, verleent het <strong>WTCB</strong><br />

zijn actieve medewerking aan de werkgroepen<br />

CEN BT WG 174 (in het kader van<br />

Renovatie van gebouwen is een quasi permanent onderzoeksthema binnen het <strong>WTCB</strong>.<br />

31 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Duurzame ontwikkeling & Renovatie


de uitvoering van het EC-mandaat M350)<br />

en ISO TC 59 SC 17, die tot doel hebben<br />

normatieve documenten uit te werken betreffende<br />

de evaluatie en declaratie van de<br />

milieuprestaties van bouwproducten, gebouwen<br />

en bouwactiviteiten. Het Centrum<br />

is ook betrokken bij een aantal Europese<br />

werkgroepen inzake technische goedkeuringen<br />

(EOTA en UEAtc) waarin nagegaan<br />

wordt hoe men milieugerelateerde informatie<br />

kan beoordelen en declareren voor<br />

niet-gereglementeerde producten, bouwsystemen<br />

en kits. De specifieke acties van<br />

ISO, CEN, EOTA en UEAtc bevinden zich<br />

momenteel nog steeds in de ‘vrijwillige’<br />

sfeer. Dit betekent dat bedrijven in principe<br />

vrij zijn om te beslissen of ze deze milieuinformatie<br />

al dan niet declareren.<br />

Binnen de Europese Commissie zijn er<br />

eveneens acties in voorbereiding om geharmoniseerde<br />

eisen op te stellen voor<br />

de ‘gereglementeerde bouwstoffen’, wat<br />

vandaag nog steeds door elke lidstaat afzonderlijk<br />

gebeurt. De bedoeling is om<br />

gemeenschappelijke proef- en evaluatiemethoden<br />

in het kader van de fundamentele<br />

voorschriften ‘Hygiëne, gezondheid<br />

en milieu’ en ‘Gebruiksveiligheid’ van de<br />

Bouwproductenrichtlijn op te stellen.<br />

Dankzij de betrokkenheid van <strong>WTCB</strong>medewerkers<br />

bij het Construction Sector<br />

Network Environment Project (CSNEP),<br />

de UEAtc en de EOTA kan men een goed<br />

overzicht behouden op de diverse vrijwillige<br />

en reglementaire initiatieven.<br />

In <strong>2004</strong> werkte de Europese Commissie<br />

aan een mandaat voor het CEN met betrekking<br />

tot de opstelling van meet- en<br />

evaluatiemethoden voor de emissie van<br />

gevaarlijke stoffen door bouwmaterialen.<br />

Ook op het vlak van renovatie voert het<br />

Centrum normaliserende acties. De kennis<br />

en ervaring op dit gebied wordt gevaloriseerd<br />

via het onlangs opgerichte CEN TC<br />

346 ‘Conservation of Cultural Property’.<br />

NUTTIGE INFORMATIE<br />

Projectendatabank<br />

www.wtcb.be : projecten [G1] tot [G9]<br />

Nuttige links<br />

Laboratoria ‘Duurzame ontwikkeling’<br />

en ‘Renovatie’ : www.wtcb.be<br />

(rubriek ‘Laboratoria’)<br />

Technologische Adviseerdienst<br />

‘Renovatie van gebouwen’ :<br />

www.wtcb.be (rubriek ‘Diensten’,<br />

‘Innovatieondersteuning’)<br />

Website van de BUtgb :<br />

www.butgb.be<br />

TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENST<br />

‘RENOVATIE VAN GEBOUWEN’<br />

De Technologische Adviseerdienst ‘Renovatie van gebouwen’ [G7] (in het<br />

Vlaamse Gewest gesubsidieerd door het IWT en in het Waalse Gewest door<br />

de DGTRE) verstrekt in eerste instantie informatie over innovatieve renovatie-<br />

technieken en tracht de KMO uit de<br />

renovatiesector via publicaties en<br />

evenementen op de hoogte te houden<br />

van de renovatieaspecten met<br />

betrekking tot materialen en gevels.<br />

In <strong>2004</strong> werkte deze TAD eveneens<br />

rond de thema’s binnenklimaat, binnencomfort<br />

en de buitenschil van<br />

bestaande gebouwen. Zo organiseerde<br />

het <strong>WTCB</strong>, in samenwerking<br />

met het Technologisch Instituut<br />

(TI) en CoboMedia, de vierdaagse<br />

cursus ‘Bestaande woningen en<br />

gebouwen aanpassen aan hedendaagse<br />

eisen en behoeften’, waaraan<br />

in totaal ongeveer 80 personen<br />

deelnamen.<br />

Het uitzicht van materialen is altijd<br />

al een aandachtspunt van deze TAD<br />

geweest. In <strong>2004</strong> ging de interesse<br />

vooral uit naar het onderzoek van<br />

zelfreinigende bouwmaterialen [G8], met name in het door het IWT gesubsidieerde<br />

project ‘Fotokatalyse’. Deze innoverende technologie zou het mogelijk<br />

moeten maken de vervuiling van gevels te beperken en bepaalde poluerende<br />

stoffen uit de lucht te verwijderen, wat interessante toekomstperspectieven<br />

opent. Het is een voorbeeld van nanotechnologie, toegepast in bouwmaterialen.<br />

THEMATISCHE INNOVATIESTIMULERING<br />

‘TOEGANKELIJKHEID, AANPASBAARHEID EN INNOVATIE IN DE WONINGBOUW’<br />

Het project van Thematische Innovatiestimulering ‘Toegankelijkheid, aanpasbaarheid<br />

en innovatie in de woningbouw’ [G9] (gesubsidieerd door het IWT)<br />

heeft tot doel innovaties tot stand te brengen via informatieverstrekking, sensibilisering<br />

en platformwerking en richt zich voornamelijk tot algemene aannemers,<br />

ontwerpers en toeleveranciers.<br />

De activiteiten van dit TIS-project<br />

gebeuren in nauwe samenwerking<br />

met de NAV (de<br />

Vlaamse Architectenorganisatie)<br />

en In-HAM (Innovatiecentrum<br />

voor Huisvesting<br />

met Aangepaste<br />

Middelen).<br />

De diverse acties worden in goede banen<br />

geleid door een stuurgroep waarin ook<br />

vertegenwoordigers van de industrie<br />

zetelen. Op deze wijze kan het project<br />

beter afgestemd worden op de noden<br />

van de bedrijven en ontwerpers.<br />

Het meest tastbare resultaat in<br />

<strong>2004</strong> was wellicht de opstelling<br />

van een artikel betreffende<br />

de toegankelijkheid van<br />

trappen, dat verscheen in<br />

<strong>WTCB</strong>-Contact 4/<strong>2004</strong>.<br />

32 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Duurzame ontwikkeling & Renovatie


TECHNISCH ADVIES<br />

STATISTIEKEN<br />

De ingenieurs van de afdeling Technisch<br />

Advies (ATA) en van de Technologische<br />

Adviseerdienst ‘Renovatie van gebouwen’<br />

moeten regelmatig technische adviezen<br />

verstrekken met betrekking tot de renovatie<br />

van gebouwen (zie afbeelding 1).<br />

De vragen die het meest gesteld worden<br />

in dit kader betreffen het thema gevelrestauratiewerken,<br />

dat zo’n 42 % van de<br />

tussenkomsten vertegenwoordigt.<br />

RENOVATIEWERKEN<br />

Deze werken, die zo duurzaam mogelijk<br />

moeten zijn, kunnen uitgevoerd worden<br />

om verschillende redenen :<br />

esthetische overwegingen<br />

verbetering van de thermische isolatie<br />

van het gebouw<br />

verhelpen van infiltraties<br />

oplossing van problemen van opstijgend<br />

grondvocht.<br />

In deze context kan het soms nuttig zijn<br />

(bv. in het geval van een gebouw zonder<br />

of met een ontoereikende thermische isolatie,<br />

waarvan de gevels beschadigd zijn)<br />

te kiezen voor een ‘polyvalente’ oplossing,<br />

zoals het voorzien van een bepleistering<br />

op een laag thermische isolatie, wat zowel<br />

het uitzicht, de regendichtheid als de<br />

thermische-isolatieprestaties van de gevels<br />

ten goede komt.<br />

Afb. 1 Tussenkomsten van de afdeling<br />

Technisch Advies op het vlak van renovatie.<br />

42 %<br />

n wanden en muren<br />

n vloeren<br />

n schrijnwerk<br />

n daken<br />

n andere (verwarmingsinstallaties, sanitair, …)<br />

Tabel 1 Keuze van de reinigingstechniek (uittreksel uit tabel 2 van TV 197).<br />

Baksteen<br />

(gebakken klei)<br />

GEVELMATERIAAL<br />

AARD KARAKTERISTIEK<br />

Witte kalksteen<br />

Architectonisch<br />

beton<br />

Ruw<br />

Glad<br />

Verglaasd<br />

Poreus, zacht,<br />

verweerd<br />

Vast, hard<br />

Glad<br />

Glad, gepolijst<br />

Fijne zichtbare<br />

granulaten<br />

Grove zichtbare<br />

granulaten<br />

Verzadigde<br />

stoom<br />

r/+<br />

+<br />

r<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

-<br />

5 %<br />

12 %<br />

20 %<br />

GEVELREINIGING<br />

GEBRUIKELIJKE TECHNIEK VOOR REINIGING/ONDERHOUD ( 1 )<br />

MET WATER<br />

Water onder<br />

hoge druk<br />

-<br />

r<br />

r<br />

-<br />

-<br />

-<br />

r/+<br />

r/+<br />

-<br />

Herhaalde<br />

waterverstuiving<br />

+ : aanbevolen; - : afgeraden; r : eventueel bruikbaar<br />

( 1 ) Als er twee tekens vermeld worden in eenzelfde vak, dan betreft het eerste de reiniging (sterk vervuilde materialen) en het tweede het<br />

onderhoud (weinig vervuilde materialen).<br />

33 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Duurzame ontwikkeling & Renovatie<br />

-<br />

-<br />

-<br />

r<br />

+<br />

r<br />

r<br />

r<br />

-<br />

21 %<br />

De afdeling Technisch Advies wordt ook<br />

vaak geraadpleegd in het kader van gevelreinigingswerken,<br />

waarbij het uiterst belangrijk<br />

is een techniek te kiezen die aangepast<br />

is aan de gevelmaterialen. Deel 3<br />

van de ‘Gids voor de restauratie van metselwerk’<br />

en Technische Voorlichting nr. 197<br />

‘Gevelreiniging’ kunnen beschouwd worden<br />

als referentiedocumenten in dit domein.<br />

Tabel 1 stelt verschillende reinigingstechnieken<br />

voor, afhankelijk van de<br />

aard en de karakteristieken van de gevelmaterialen.<br />

n<br />

Oppervlakteactieve<br />

producten<br />

-<br />

-<br />

r<br />

-<br />

-<br />

-<br />

r<br />

r<br />

r<br />

CHEMISCH<br />

<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />

‘DUURZAME ONTWIKKELING &<br />

RENOVATIE’<br />

IFD-bouwen : beschrijving, voordelen<br />

en voorbeelden. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />

<strong>2004</strong>/4, Katern 2.<br />

Milieu-impact van industriële<br />

bouwplaatsen. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />

<strong>2004</strong>/3, Katern 1.<br />

De restauratie van het Martelarenmonument<br />

te Leuven. <strong>WTCB</strong>-<br />

Dossier, <strong>2004</strong>/2, Katern 1.<br />

Toegankelijkheid van trappen :<br />

randbemerkingen bij § 2.4.2 van<br />

TV 198. <strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4,<br />

Katern 6.<br />

Gids voor de restauratie van<br />

metselwerk. Deel 3 : gevelreiniging.<br />

<strong>WTCB</strong>-Monografie, <strong>2004</strong>.<br />

Waterstoffluoride,waterstofoxalaat,waterstoffosfaat<br />

r/r/r/-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

r<br />

r<br />

r<br />

MECHANISCH (STRALEN)<br />

Klassieke<br />

granulaten<br />

r/-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

r/-<br />

-<br />

-<br />

r/-<br />

r<br />

Fijne<br />

granulaten<br />

+/r<br />

r/-<br />

+/-<br />

+/r<br />

r<br />

-<br />

r/-<br />

+


Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />

Energie & Binnenklimaat<br />

ENERGIEPRESTATIES<br />

In <strong>2004</strong> werden de activiteiten op het vlak<br />

van hygrothermie vooral beïnvloed door<br />

aspecten in verband met de energieprestaties<br />

van gebouwen. De op 16 december<br />

2002 goedgekeurde Europese Energieprestatierichtlijn<br />

voor gebouwen moet<br />

immers ten laatste tegen het begin van<br />

2006 omgezet worden in nationale wetgeving.<br />

Hiertoe moeten de Gewesten, die in ons<br />

land bevoegd zijn inzake energie, een rekenmethode<br />

voor de energieprestaties<br />

van gebouwen opstellen en minimale<br />

eisenniveaus bepalen waaraan de energieprestaties<br />

van nieuwe gebouwen en<br />

grote bestaande gebouwen die grondig<br />

gerenoveerd worden, moeten voldoen.<br />

Tegen januari 2009 dienen ze eveneens<br />

de energiecertificering voor alle gebouwen<br />

door te voeren en regels op te leggen<br />

voor de inspectie van stookketels en<br />

klimaatregelingssystemen.<br />

In het Vlaamse Gewest is de reglementaire<br />

context op dit gebied grondig geëvolueerd<br />

door de ratificatie van het decreet<br />

van 7 mei <strong>2004</strong>, houdende eisen<br />

op het vlak van de energieprestaties en<br />

het binnenklimaat. Het uitvoeringsbesluit<br />

met in zijn bijlage de nieuwe rekenmethode<br />

voor de energieprestaties van nieuwe<br />

gebouwen, die opgesteld werd door het<br />

<strong>WTCB</strong> en een aantal andere partners (in<br />

samenspraak met de industrie), werd definitief<br />

goedgekeurd [H1].<br />

In dit kader boden onze medewerkers we-<br />

tenschappelijke begeleiding bij de ontwikkeling<br />

van een computerprogramma dat<br />

de voornoemde rekenmethode integreert<br />

[H2]. Zo werden in <strong>2004</strong> talrijke besprekingen<br />

gevoerd met de diverse betrokken<br />

sectoren en werden bijkomende stappen<br />

ondernomen om de verschillende elementen<br />

op punt te stellen die de geslaagde<br />

invoering van deze nieuwe reglementering<br />

moeten waarborgen.<br />

Voor bestaande gebouwen werd de Energieadviesprocedure<br />

(EAP), die de uitvoering<br />

van een energetische audit voor bestaande<br />

gebouwen (op voluntaristische<br />

basis) beoogt, geïmplementeerd in een<br />

computerprogramma [H3], met de financiële<br />

steun van de drie Gewesten en de<br />

federale overheid. Deze procedure vormt<br />

de eerste stap op weg naar de verplichte<br />

certificering van gebouwen, zoals opgelegd<br />

door de Europese Energieprestatierichtlijn<br />

voor gebouwen.<br />

In het Waalse Gewest wordt de invoering<br />

van de energieprestatie voor gebouwen<br />

voorbereid via de voortzetting van de actie<br />

‘Energiebewust bouwen … natuurlijk’<br />

(Construire avec l’énergie … naturellement<br />

[H4]). Deze actie spoort de deelnemers<br />

ertoe aan om bij het optrekken van<br />

nieuwe woningen verder te gaan dan de<br />

huidige regelgeving door het respecteren<br />

van een lijst van technische criteria.<br />

De participerende bouwprofessionelen<br />

kunnen zich op vrijwillige basis engageren<br />

in de actie, waarna ze een beroep<br />

mogen doen op de technische steun van<br />

het <strong>WTCB</strong> en universitaire teams.<br />

De werkzaamheden op het vlak<br />

van hygrothermie waren vooral<br />

gekenmerkt door aspecten met<br />

betrekking tot de energieprestaties<br />

van gebouwen. Het <strong>WTCB</strong><br />

zette echter ook zijn activiteiten<br />

op het gebied van daglicht en<br />

kunstlicht in gebouwen voort,<br />

met de inhuldiging van het<br />

nieuwe laboratorium ‘Licht en<br />

Gebouw’.<br />

DUBBELE GEVENTILEERDE GEVELS<br />

Op het vlak van prenormatief onderzoek<br />

werd het project omtrent de betere integratie<br />

van dubbele geventileerde gevels<br />

in de normen en reglementen verdergezet<br />

en afgewerkt [H5]. Tijdens dit onderzoek<br />

hanteerde men een globale benadering,<br />

waarbij diverse disciplines werden beschouwd,<br />

zoals thermische en energetische<br />

aspecten, akoestiek, stabiliteit,<br />

brandveiligheid, … Hierdoor was het mogelijk<br />

duidelijkheid te scheppen omtrent<br />

verschillende aspecten die specifiek zijn<br />

voor dit geveltype. Vanaf 2005 zal er ook<br />

op Europees niveau rond dubbele geventileerde<br />

gevels gewerkt worden in het project<br />

BESTFACADE.<br />

VOCHTHUISHOUDING IN DAKEN<br />

Het prenormatieve onderzoek, gewijd aan<br />

de analyse van de vochthuishouding in<br />

daken [H6], heeft op zijn beurt geleid tot<br />

de opstelling van een databank met gegevens<br />

over het binnenklimaat, verzameld<br />

over een periode van twee jaar in een<br />

groot aantal woningen. Dankzij dit onderzoek<br />

kan men de minimale prestaties van<br />

de gebouwschil beter inschatten en aldus<br />

condensatieproblemen en schimmelvorming<br />

vermijden.<br />

HET WINDAT-NETWERK<br />

In <strong>2004</strong> werkte het thematische netwerk<br />

WINDAT aan de ontwikkeling en de kosteloze<br />

verspreiding van een gesofisticeerd<br />

34 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Energie & Binnenklimaat


Europees computerprogramma (WIS 3.0)<br />

dat de gebruikers moet helpen bij de bepaling<br />

van de thermische en zonnekarakteristieken<br />

van vensters en hun verschillende<br />

onderdelen (beglazing, raam,<br />

zonnewering, …) [H7].<br />

VISUEEL COMFORT<br />

Onze medewerkers spitsen reeds enkele<br />

jaren hun aandacht toe op de studie van<br />

daglicht en kunstlicht in gebouwen.<br />

Zo ontwikkelde het nieuwe laboratorium<br />

‘Licht en Gebouw’ een hele reeks instrumenten<br />

(bv. kunsthemels en kunstzonnen<br />

waarmee men de prestaties vooraf kan<br />

bepalen op schaalmodellen, meetapparatuur<br />

voor gebruik op de bouwplaats, …),<br />

die worden aangewend bij verschillende<br />

onderzoeken en studies :<br />

karakterisering van geavanceerde systemen<br />

voor het beheer van het daglicht<br />

(weerkaatsende lamellen, automatische<br />

zonneblinden, …)<br />

bepaling van de daglichttoevoer op<br />

voorhand.<br />

De activiteiten van het <strong>WTCB</strong> met betrekking<br />

tot verlichting hebben eveneens te<br />

maken met de studie van kunstlichtsystemen<br />

en geavanceerde systemen voor<br />

het beheer van hun lichtflux (aanwezigheidsdetectoren,<br />

vermindering van de<br />

lichtflux afhankelijk van de beschikbaarheid<br />

van daglicht, …) [H8].<br />

LABORATORIUM ‘ENERGETISCHE<br />

ASPECTEN GEBOUWEN’<br />

De energieprestaties en het thermische<br />

comfort in gebouwen worden eveneens<br />

De nieuwe Vlaamse regelgeving legt een<br />

aantal minimale eisen op aan de ventilatiesystemen<br />

in niet-residentiële gebouwen.<br />

Proefpost ‘spectrofotometrie’.<br />

bestudeerd door het laboratorium ‘Energetische<br />

Aspecten Gebouwen’. De evaluatie<br />

gebeurt op diverse niveaus :<br />

het materiaal : uitvoering van een groot<br />

aantal metingen van de warmtegeleiding<br />

van bouwmaterialen. Het laboratorium<br />

is hiervoor geaccrediteerd door<br />

BELTEST en erkend als Europees expertlaboratorium.<br />

De proefpost ‘spectrofotometrie’<br />

wordt op zijn beurt ingezet<br />

voor de bepaling van de spectrale<br />

(energetische en lichttechnische) eigenschappen<br />

van de materialen. Ook voor<br />

deze metingen beschikt het laboratorium<br />

over een BELTEST-accreditatie<br />

het bouwelement : beproeving van de<br />

warmtetransmissie van gevelelementen.<br />

Zo werden in de loop van <strong>2004</strong> de<br />

thermische prestaties van verschillende<br />

dunne weerkaatsende producten [H9]<br />

onderzocht in een PASLINK-cel<br />

het gebouw : opvolging van het binnenklimaat,<br />

infraroodthermografie voor het<br />

opsporen van gebreken in de thermische<br />

isolatie, dynamische simulatie van<br />

het energetische gedrag van gebouwen.<br />

LABORATORIUM ‘VERWARMINGS- EN<br />

KLIMATISATIETECHNIEKEN’<br />

Het laboratorium ‘Verwarmings- en klimatisatietechnieken’<br />

voert proeven uit ten<br />

behoeve van de fabrikanten van stookketels<br />

ter bepaling van het rendement van<br />

‘ketel-brander’-combinaties (volgens het<br />

KB van 18 maart 1997) en is hiervoor<br />

sinds 1996 geaccrediteerd.<br />

Deze worden gecombineerd met rookgasanalyses,<br />

waarbij men de uitstoot van<br />

schadelijke stoffen uit de rookgassen (NO x<br />

en CO) toetst aan de milieueisen van het<br />

KB van 8 januari <strong>2004</strong>.<br />

Op het vlak van ventilatie werkten onze<br />

experten mee aan de ontwikkeling van<br />

hybride ventilatiestrategieën met ingewerkte<br />

controlesystemen voor residentiële<br />

gebouwen in het kader van het project<br />

RESHYVENT [H10]. Hybride ventilatie is<br />

in feite een combinatie van een natuurlijke<br />

en een mechanische ventilatiewijze waar-<br />

bij de overgang automatisch geregeld<br />

wordt.<br />

In het kader van de nieuwe energieprestatieregelgeving<br />

werden ook minimale eisen<br />

voor ventilatiesystemen in niet-residentiële<br />

gebouwen geformuleerd. In deze<br />

context werden verduidelijkingen aangebracht<br />

aan de norm NBN D 50-001 inzake<br />

ventilatie van woningen.<br />

Het <strong>WTCB</strong> participeerde tevens in de activiteiten<br />

van het Air Infiltration and Ventilation<br />

Centre (AIVC) [H11]. Dit organisme<br />

werd opgericht door het Internationaal<br />

Energie Agentschap (IEA) en heeft tot doel<br />

nuttige informatie te verspreiden over de<br />

ventilatie van gebouwen, luchtlekken, de<br />

kwaliteit van de binnenlucht, thermisch<br />

comfort en rationeel energiegebruik. Doordat<br />

onze medewerkers deelnemen aan<br />

deze werkzaamheden, heeft België gratis<br />

toegang tot alle technische voorlichtingen<br />

van het AIVC, evenals tot zijn bibliografische<br />

en normatieve databanken.<br />

LABORATORIUM ‘LUCHTKWALITEIT<br />

EN VENTILATIE’<br />

Het laboratorium ‘Luchtkwaliteit en Ventilatie’<br />

voert regelmatig metingen uit in het<br />

laboratorium en op de bouwplaats. Meestal<br />

betreft het de beoordeling van de luchtdichtheid<br />

van gebouwen en ventilatienetwerken,<br />

metingen van het ventilatiedebiet,<br />

de karakterisering van ventilatieroosters,<br />

...<br />

DAME-BC EN PASLINK<br />

Het <strong>WTCB</strong> coördineerde in <strong>2004</strong> het onderzoek<br />

DAME-BC dat kadert binnen de<br />

Het laboratorium ‘Luchtkwaliteit en<br />

Ventilatie’ voert regelmatig metingen uit<br />

van de luchtdichtheid van gebouwen.<br />

35 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Energie & Binnenklimaat


werkzaamheden van het Europese project<br />

PASLINK. DAME-BC heeft tot doel<br />

hulpmiddelen te ontwikkelen voor de dynamische<br />

analyse en simulatie van de<br />

energieprestaties van gevels en dakcomponenten<br />

en maakte het voorwerp uit<br />

van twee Europese conferenties.<br />

BOUWEN, WONEN EN ENERGIE<br />

In de viWTA-studie ‘Bouwen, wonen en<br />

energie’, uitgevoerd op vraag van het<br />

Vlaamse Parlement, worden beleidsaanbevelingen<br />

geformuleerd met betrekking<br />

tot een meer energiebewuste ruimtelijke<br />

planning, de energie-infrastructuur en de<br />

energieprestaties van gebouwen.<br />

NORMALISERING, BENOR- EN<br />

ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />

Het <strong>WTCB</strong> verleent al geruime tijd zijn<br />

medewerking aan de activiteiten van de<br />

BUtgb, het CEN en de EOTA, en dan<br />

vooral in het kader van de kwaliteitsborging<br />

van producten en systemen.<br />

In <strong>2004</strong> werden ongeveer veertig ATG afgeleverd<br />

voor verschillende soorten isolatiesystemen<br />

(bv. voor beglaasde en onbeglaasde<br />

oppervlakken in daken, gevels<br />

NUTTIGE INFORMATIE<br />

Projectendatabank<br />

www.wtcb.be : projecten [H1] tot [H14]<br />

Nuttige links<br />

Reglementaire context inzake<br />

energieprestaties in het Vlaamse<br />

Gewest : www.energiesparen.be<br />

Website van het WINDAT-netwerk<br />

: www.windat.org<br />

Laboratorium ‘Licht en Gebouw’ :<br />

www.wtcb-licht.be<br />

Laboratoria ‘Energetische Aspecten<br />

Gebouwen’, ‘Verwarmings- en<br />

klimatisatietechnieken’ en ‘Luchtkwaliteit<br />

en Ventilatie’ :<br />

www.wtcb.be (rubriek ‘Laboratoria’)<br />

Normen-Antenne ‘Energie en<br />

Binnenklimaat’ : www.normen.be<br />

Technologische Adviseerdienst<br />

‘Klimaatinstallaties en Binnencomfort’<br />

: www.wtcb.be (rubriek ‘Diensten’,<br />

‘Innovatieondersteuning’)<br />

Website van AIVC : www.aivc.org<br />

Website inzake dubbele geventileerde<br />

gevels :<br />

www.wtcb.be/activefacades<br />

Website van het Infopoint :<br />

www.infopoint.be<br />

TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENST<br />

‘KLIMAATINSTALLATIES EN BINNENCOMFORT’<br />

De Technologische Adviseerdienst ‘Klimaatinstallaties en Binnencomfort’ [H13]<br />

richt zich in de eerste plaats tot installateurs van HVAC-systemen (verwarming,<br />

ventilatie en luchtbehandeling), aannemers van isolatiewerken, architecten en<br />

studiebureaus die zich bezighouden met het ontwerp van gebouwen en/of de<br />

ontwikkeling en dimensionering van technische installaties.<br />

Hierbij komen vooral aspecten met betrekking tot de luchtdichtheid van gebouwen<br />

aan bod, zoals de uitvoering en de prestaties van ventilatiesystemen voor<br />

woningen en niet-residentiële gebouwen, evenals de energieprestaties van<br />

gebouwen.<br />

De informatieoverdracht gebeurt rechtstreeks via antwoorden op precieze<br />

vragen en onrechtstreeks door de opstelling van artikels of deelname aan<br />

conferenties en studiedagen. De Technologische Adviseerdienst volgt eveneens<br />

verschillende grootschalige technologische innovatieprojecten op ten bate<br />

van bouwbedrijven.<br />

of vloeren). Bij het onderzoek van deze<br />

systemen wordt niet enkel rekening gehouden<br />

met de thermische eigenschappen<br />

ervan, maar ook met hun gebruiksgeschiktheid<br />

en duurzaamheid. Gezien zijn<br />

jarenlange ervaring op dit gebied behoort<br />

het <strong>WTCB</strong> tot de ‘European Expert<br />

Lambda Group’ (www.butgb.be) en neemt<br />

het het secretariaat van het CEN-Keymark<br />

(www.key-mark.org) voor isolatiematerialen<br />

voor zijn rekening.<br />

Binnen de BUtgb (ATG), de EOTA (ETA)<br />

en het CEN (hEN) spitsen de ingenieurs<br />

hun aandacht toe op isolerende beglazingen,<br />

aluminium raamprofielen met een<br />

thermische onderbreking, de isolatie van<br />

spouwen, daken, vloeren en buitengevels,<br />

sandwichpanelen met metaal en andere<br />

bekledingsplaten, evenals op de isolatie<br />

van leidingen.<br />

Wat de normaliseringsactiviteiten van het<br />

BIN betreft, zorgen verschillende <strong>WTCB</strong>experten<br />

voor de opvolging van de energetische<br />

aspecten in een aantal werkgroepen<br />

:<br />

CEN BT WG 173 : deze verzekert de<br />

begeleiding bij en de implementatie van<br />

het CEN-Mandaat M/343, in uitvoering<br />

van de Europese Energieprestatierichtlijn<br />

voor gebouwen (EPRG)<br />

CEN TC 33, CEN TC 88, CEN TC 128<br />

en CEN TC 129 : deze werken voornamelijk<br />

rond bouwproducten<br />

CEN TC 156 en CEN TC 228 : hun<br />

activiteiten hebben vooral betrekking op<br />

technische installaties<br />

CEN TC 89 : deze spitst zijn aandacht<br />

toe op reken- en proefnormen.<br />

Het Centrum speelt ook een leidende rol<br />

bij de omzetting van de CEN-rekenregels<br />

in NBN-begeleidingsdocumenten. Zo nam<br />

de herziening van de norm NBN B 62-<br />

002 tijdens het afgelopen jaar een belangrijke<br />

plaats in op de agenda.<br />

NORMEN-ANTENNE<br />

‘ENERGIE EN BINNENKLIMAAT’<br />

Op het gebied van technische<br />

bijstand werkt de Normen-Antenne<br />

‘Energie en Binnenklimaat’ [H12]<br />

voornamelijk rond de normatieve<br />

aspecten van thermische isolatie,<br />

verwarming en afkoeling, ventilatie<br />

en luchtkwaliteit, verlichting en<br />

visueel comfort en energieprestaties.<br />

Door hun deelname aan verschillende<br />

Technische Comités en<br />

werkgroepen kunnen de medewerkers<br />

van deze Normen-Antenne de<br />

normalisering op de voet volgen en<br />

de doelgroep (aannemers, architecten,<br />

studiebureaus en fabrikanten<br />

van materialen of systemen)<br />

voorzien van correcte informatie.<br />

THEMATISCHE INNOVATIE-<br />

STIMULERING<br />

‘INTEGRATIE VAN DUURZAME ENER-<br />

GIETOEPASSINGEN IN GEBOUWEN’<br />

Het TIS-project ‘Integratie van<br />

duurzame energietoepassingen in<br />

gebouwen’ [H14] streeft naar het<br />

uitbouwen van een ondersteunend<br />

netwerk van bedrijven die ijveren<br />

voor de integratie van duurzame<br />

energietechnieken (warmtepompen,<br />

zonneboilers, fotovoltaïsche zonnepanelen,<br />

…).<br />

36 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Energie & Binnenklimaat


TECHNISCH ADVIES<br />

STATISTIEKEN<br />

Tijdens de winterperiode worden de ingenieurs<br />

van de afdeling Technisch Advies<br />

(ATA) frequent geconfronteerd met<br />

vragen omtrent het ontstaan van oppervlaktecondensatie<br />

op bouwelementen<br />

(schrijnwerk, beglazing, …).<br />

Zo houden ongeveer 70 % van de vochtproblemen<br />

bij beglazingen (zie afbeelding<br />

1) en 22 % van de adviezen inzake<br />

vochtverschijnselen op buitenschrijnwerk<br />

verband met dit fenomeen.<br />

OPPERVLAKTECONDENSATIE<br />

Dit probleem treedt op wanneer de oppervlaktetemperatuur<br />

van een bouwelement<br />

daalt tot onder het dauwpunt van<br />

de binnenlucht. Het gaat hier om de<br />

(grens)temperatuur waarbij lucht met een<br />

bepaalde relatieve vochtigheid en temperatuur<br />

verzadigd raakt en oppervlaktecondensatie<br />

optreedt.<br />

Wanneer warme, vochtige binnenlucht<br />

afkoelt door bijvoorbeeld langs een koud<br />

oppervlak te strijken, kan deze verzadigd<br />

worden en hierdoor een deel van zijn<br />

vochtgehalte verliezen : zo ontstaan er<br />

druppels en/of een rechtstreekse bevochtiging<br />

van de ondergrond (zie afbeelding<br />

2). Voor meer informatie hieromtrent<br />

verwijzen we naar de Infofiche ‘Oppervlaktecondensatie’<br />

die kan geconsulteerd<br />

worden via de <strong>WTCB</strong>-website.<br />

De vorming van oppervlaktecondensatie<br />

op schrijnwerkprofielen en beglazing kan<br />

aldus toegeschreven worden aan een te<br />

lage oppervlaktetemperatuur en/of een<br />

onaangepast binnenklimaat.<br />

TE LAGE OPPERVLAKTETEMPERATUUR<br />

De oppervlaktetemperatuur van het bouwelement<br />

is niet enkel afhankelijk van de<br />

buiten- en binnenluchttemperatuur, maar<br />

Afb. 2 Oppervlaktecondensatie op het<br />

schrijnwerk en de beglazing.<br />

Afb. 1 Overzicht van de vochtproblemen<br />

bij beglazingen.<br />

16 %<br />

14 %<br />

n oppervlaktecondensatie<br />

n inwendige condensatie<br />

n diversen<br />

37 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Energie & Binnenklimaat<br />

70 %<br />

ook van zijn warmte-isolatiepeil. De thermische<br />

reglementeringen in de verschillende<br />

Gewesten leggen daarom maximale<br />

U-waarden op voor het geheel schrijnwerk-beglazing<br />

(zie tabel 1).<br />

TE VOCHTIG BINNENKLIMAAT<br />

Het respecteren van de in tabel 1 vermelde<br />

U-waarden is niet altijd voldoende<br />

om het ontstaan van condensatie te vermijden.<br />

Indien het buiten zeer koud is<br />

en/of indien er in de beschouwde ruimte<br />

een zeer vochtig binnenklimaat heerst, is<br />

het verschijnen van waterdruppels op de<br />

schrijnwerkprofielen en/of de beglazing<br />

niet uitgesloten.<br />

Meestal is het binnenklimaat de doorslaggevende<br />

parameter bij de vorming van<br />

oppervlaktecondensatie. Tijdens de wintermaanden<br />

voeren de ingenieurs van de<br />

afdeling Technisch Advies dan ook vaak<br />

metingen van de oppervlaktetemperatuur<br />

en registraties van het binnenklimaat<br />

(d.w.z. van het relatieve vochtgehalte en<br />

de binnenluchttemperatuur) met thermohygrografen<br />

uit.<br />

Hierbij komt dikwijls aan het licht dat de<br />

relatieve luchtvochtigheid in de woning<br />

gedurende langere perioden hoger is dan<br />

60 %. Normaliter dient deze waarde begrensd<br />

te zijn tussen 30 en 60 %. Lang-<br />

Tabel 1 Maximale U-waarden voor het geheel schrijnwerk-beglazing.<br />

BOUWDEEL WAARLANGS DE<br />

WARMTEVERLIEZEN OPTREDEN<br />

Doorschijnende wanden<br />

OPGELEGDE U max -WAARDE [W/m²K]<br />

Brussel<br />

(*) De nieuwe thermische reglementering die in 2006 van kracht zal worden in het Vlaamse<br />

Gewest zal strenger zijn dan de huidige en zal een U max -waarde van 2,5 W/m 2 K<br />

voorschrijven voor het geheel schrijnwerk-beglazing en van 1,6 W/m 2 K voor het<br />

midden van de beglazing.<br />

2,5<br />

<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />

‘ENERGIE & BINNENKLIMAAT’<br />

De invloed van wanddoorvoeringen<br />

op de brandweerstand. <strong>WTCB</strong>-<br />

Dossier, <strong>2004</strong>/3, Katern 2.<br />

Dubbele geventileerde gevels.<br />

Deel 1 : voorstelling van de gevelopbouw.<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/1,<br />

Katern 1.<br />

Mechanische bevestiging van de<br />

dakisolatie en de dakafdichting op<br />

stalen plooiplaten. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />

<strong>2004</strong>/1, Katern 7.<br />

Schimmelvorming in woningen.<br />

Infofiche, nr. 3, <strong>2004</strong>.<br />

Hygroscopisch vochtgehalte van<br />

materialen. Infofiche, nr. 4, <strong>2004</strong>.<br />

Oppervlaktecondensatie. Infofiche,<br />

nr. 5, <strong>2004</strong>.<br />

Infiltraties aan de voet van spouwmuren.<br />

Infofiche, nr. 7, <strong>2004</strong>.<br />

Binnenklimaatklassen. Infofiche,<br />

nr. 11, <strong>2004</strong>.<br />

Condensatie in thermisch geïsoleerde<br />

hellende daken. Infofiche,<br />

nr. 12, <strong>2004</strong>.<br />

Warmteoverdracht door wanden<br />

van gebouwen in contact met de<br />

grond. Toepassing van de rekenmethode<br />

uit de norm EN ISO<br />

13370. <strong>WTCB</strong>-Rapport, nr. 7, <strong>2004</strong>.<br />

durige hoge relatieve luchtvochtigheden<br />

kunnen – voor zover er geen externe<br />

vochttoevoer optreedt – duiden op een<br />

gebrekkige ventilatie. Om het binnenklimaat<br />

binnen voornoemde grenzen te houden,<br />

is een goede ventilatiestrategie, zoals<br />

trouwens ook aanbevolen wordt in de<br />

norm NBN D 50-001 en in onze publicaties.<br />

n<br />

Vlaanderen (*)<br />

3,5<br />

Wallonië<br />

3,5


Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />

Akoestisch comfort<br />

OMVORMING VAN DE BOUWAKOES-<br />

TISCHE NORMALISATIE<br />

De omvorming van de bouwakoestische<br />

normalisatie was ook in <strong>2004</strong> weer een<br />

van de belangrijkste aandachtspunten<br />

van de afdeling ‘Akoestiek’. Het <strong>WTCB</strong><br />

leverde in dit kader enorme inspanningen<br />

bij het begeleiden van de normcommissie<br />

door middel van onderzoek.<br />

Deze onderzoeksactiviteiten beogen de<br />

opstelling van een realistische en wetenschappelijk<br />

correcte ontwerpnorm en de<br />

ontwikkeling van bouwrichtlijnen waarmee<br />

men kan voldoen aan de huidige verwachtingen.<br />

De eisen uit de toekomstige norm zullen<br />

strenger zijn dan deze die vooropgesteld<br />

worden in de huidige documenten. Deze<br />

verstrenging heeft tot doel beter tegemoet<br />

te komen aan de verwachtingen van de<br />

bewoners en nauwer aan te sluiten bij de<br />

eisen die gangbaar zijn in de meeste<br />

West-Europese landen. In de toekomstige<br />

norm worden twee eisenniveaus onderscheiden<br />

:<br />

eisen ter verzekering van een ‘akoestisch<br />

basiscomfort’<br />

eisen ter verzekering van een ‘hoogwaardig<br />

akoestisch comfort’.<br />

De eisen uit de eerste categorie vormen<br />

een compromis tussen de bouwkost en<br />

het akoestische comfort en zijn gericht<br />

op een tevredenheid bij 70 % van de<br />

bewoners. De eisen uit de tweede categorie<br />

houden daarentegen enkel rekening<br />

met het akoestische comfort en beogen<br />

een tevredenheid bij 90 % van de bewoners.<br />

Beide eisenniveaus vergen echter<br />

een wijziging van de huidige bouwmethoden.<br />

De bouwtechnische aanpassingen die<br />

dienen te gebeuren om het akoestische<br />

basiscomfort te waarborgen, zijn doorgaans<br />

aanvaardbaar. De aanpassingen<br />

die nodig zijn om te voldoen aan de eisen<br />

voor een hoogwaardig akoestisch<br />

comfort, zijn daarentegen vaak erg verregaand.<br />

Voornoemde eisen hebben zowel betrekking<br />

op de lucht-, gevel- en contactgeluidsisolatie<br />

als op de geluidsniveaus,<br />

teweeggebracht door de technische installaties<br />

en leidingen. Ze leggen tevens<br />

verplichtingen op inzake de minimale<br />

akoestische absorptie in de gemeenschappelijke<br />

gangen en hallen van multifamiliale<br />

woningen.<br />

Het nieuwe normenarsenaal dat<br />

weldra van kracht zal worden in<br />

het domein van de bouwakoestiek,<br />

zal de huidige Belgische<br />

bouwrichtlijnen, evenals deze uit<br />

de volledige Europese Unie,<br />

grondig wijzigen.<br />

ONTWIKKELING VAN NIEUWE BOUW-<br />

RICHTLIJNEN<br />

De ontwikkeling van bouwrichtlijnen om<br />

te beantwoorden aan voornoemde eisen<br />

is een van de geprivilegieerde onderzoeksthema’s<br />

van het <strong>WTCB</strong>, maar is uiterst<br />

delicaat en ingewikkeld.<br />

VERBETERING VAN DE REKENMODELLEN VOOR<br />

DE FLANKERENDE GELUIDSOVERDRACHT<br />

In de bouwsector wordt er te vaak nog –<br />

en ten onrechte – vanuit gegaan dat de<br />

luchtgeluidsisolatie tussen twee woningen<br />

enkel afhankelijk is van de gemene muur.<br />

Deze foutieve opvatting leidde reeds met<br />

de oude normen tot veel problemen.<br />

Om te voldoen aan de eisenniveaus uit<br />

de toekomstige norm dient men echter<br />

ook de flankerende geluidsoverdracht via<br />

Meetopstelling ter bepaling van de verbindingsdemping bij de voorspelling van de<br />

geluidsisolatie tussen woningen.<br />

38 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Akoestisch comfort


Het uitwerken van bouwrichtlijnen is een<br />

hoofddoelstelling van het onderzoek.<br />

de kopse wanden en vloerplaten in aanmerking<br />

te nemen. De bouw van woningen<br />

of appartementen met een goede<br />

akoestische isolatie vergt dus een totaalconcept.<br />

Hoewel er al een paar pilootprojecten opgestart<br />

werden met het oog op de uitvoering<br />

van akoestische metingen in situ, zullen<br />

de bouwrichtlijnen grotendeels moeten<br />

afgeleid worden uit berekeningen.<br />

Hiertoe werden rekenmodellen voorgesteld<br />

in de Europese normenreeks EN<br />

12354 die echter tal van probleempunten<br />

vertonen, zoals de precisie van de berekeningen<br />

en de uitvoeringsgevoeligheid<br />

van bepaalde constructies.<br />

Tijdens dit onderzoek ging de aandacht<br />

voornamelijk naar een drietal gerelateerde<br />

onderwerpen :<br />

het eerste is gericht op de studie van<br />

de structurele geluidstransmissie, veroorzaakt<br />

door de technische uitrustingen<br />

van alle constructietypes<br />

het tweede is toegespitst op de studie<br />

van de flankerende geluidstransmissie<br />

bij lichte constructies<br />

het derde behelst het onderzoek naar<br />

de mogelijke akoestische verbeteringen<br />

die kunnen aangebracht worden aan<br />

halfzware constructies voor gebruik in<br />

de woningbouw.<br />

BOUWAANSLUITINGEN EN BOUWDETAILS<br />

Deze problematiek staat centraal in het<br />

onderzoeksproject ‘Bouwdetails’ [I1].<br />

Naast het onderzoek van de flankerende<br />

geluidstransmissie bij halfzware en lichte<br />

constructies, dat hiervoor reeds aan bod<br />

kwam, ligt de nadruk op :<br />

de bouwaansluitingen (bv. invloed van<br />

betonkolommen en elastische tussenlagen)<br />

de specifieke detailleringen bij bouwelementen<br />

(bv. lichte gevels, raamconstructies,<br />

…)<br />

de beheersing en voorspelling van het<br />

lawaai dat voortgebracht wordt door de<br />

technische installaties.<br />

Ook laatstgenoemde aspecten zijn immers<br />

aan beperkingen onderhevig in de<br />

toekomstige norm.<br />

Tijdens de eerste fase van dit project werd<br />

onderzoek verricht naar een vereenvoudigde<br />

methode ter bepaling van het in het<br />

gebouw geïnjecteerde trillingsvermogen<br />

van de technische installatie (de zogenaamde<br />

drievlakkenmethode).<br />

Deze problematiek komt eveneens aan<br />

bod binnen diverse CEN-werkgroepen<br />

waarin het <strong>WTCB</strong> vertegenwoordigd is.<br />

INNOVATIEVE BOUWSYSTEMEN EN<br />

BOUWPRODUCTEN MET VERBETERDE<br />

AKOESTISCHE PRESTATIES<br />

Ook voor de toeleveranciers van de bouwindustrie<br />

houdt de nieuwe bouwakoestische<br />

normalisatie bepaalde uitdagingen<br />

in.<br />

Zo werd in <strong>2004</strong> onderzoek gevoerd (onderzoeksproject<br />

‘Total Appartment Concept’<br />

[I2]) naar de ontwikkeling van een<br />

innovatief bouwsysteem met een uiterst<br />

doeltreffende geluidsisolatie (D nT,w ><br />

58 dB, L’ nT,w < 50 dB), waarmee het mogelijk<br />

is te voldoen aan de eisen ter verzekering<br />

van een ‘hoogwaardig akoestisch<br />

comfort’ uit de nieuwe ontwerpnorm, en<br />

dat bovendien relatief ongevoelig is voor<br />

kleine uitvoeringsvariaties.<br />

Dit project wordt gesubsidieerd door het<br />

IWT en gevoerd in samenwerking met de<br />

K.U.Leuven.<br />

Vorig jaar werd tevens gewerkt aan het<br />

project ‘Integraal onderzoek naar mechanische<br />

en akoestische eigenschappen<br />

van geweven tapijten met diverse rugafwerkingen’.<br />

Dit tweede onderzoek, dat gefinancierd<br />

wordt door het IWT en verloopt in samenwerking<br />

met CENTEXBEL, beoogt de<br />

ontwikkeling van een speciaal type tapijten<br />

met verbeterde akoestische eigenschappen<br />

en is gericht op de vereisten<br />

van de Aziatische markt.<br />

BOILERNOISE : KARAKTERISERING<br />

VAN HET GELUIDSVERMOGEN VAN<br />

OLIE- EN GASBOILERS<br />

Het Europese project ‘Boilernoise’ [I3]<br />

werd in <strong>2004</strong> beëindigd. De doelstelling<br />

ervan was het ontwikkelen van een Europese<br />

meetmethode ter karakterisering<br />

van het geluidsvermogen van olie- en<br />

gasboilers voor gebruik in woningen.<br />

Dit jaar werd de tweede fase van het project<br />

voltooid, waarbij de invloed van diverse<br />

parameters op de eindprestaties<br />

‘Boilernoise’ : karakterisering van het<br />

geluidsvermogen van olie- en gasboilers in<br />

woningen.<br />

werd geëvalueerd. Dit is belangrijk voor<br />

de opstelling van een herhaalbare en<br />

reproduceerbare meetmethode voor de<br />

productkarakterisering.<br />

LABORATORIUM AKOESTIEK<br />

Binnen het laboratorium ‘Akoestiek’ kenden<br />

de ontwikkelingsactiviteiten in <strong>2004</strong><br />

een gestage groei.<br />

Dit laboratorium is geaccrediteerd door<br />

BELTEST en beschikt over de nodige uitrusting<br />

voor de uitvoering van metingen<br />

van :<br />

de geluidsverzwakkingsindex van<br />

bouwelementen<br />

de contactgeluidsisolatie<br />

de absorptiecoëfficiënten, …<br />

Het heeft tevens een jarenlange ervaring<br />

opgebouwd met betrekking tot enkele<br />

specifieke testen :<br />

intensiteitsmetingen<br />

bepaling van de dynamische stijfheid<br />

metingen van het geluidsvermogen<br />

bepaling van de prestaties van geluidsschermen<br />

beoordeling van de lekdichtheid, …<br />

Uitvoering van akoestische proeven op<br />

een venster in het laboratorium.<br />

39 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Akoestisch comfort


<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />

‘AKOESTIEK’<br />

Akoestische prestaties van dubbele<br />

geventileerde gevels (DGG).<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 1.<br />

Nieuwe Europese richtlijnen voor<br />

de bescherming van werknemers.<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/2, Katern 5.<br />

Akoestische invloed van de afwerking<br />

van muren uit metselwerk.<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/2, Katern 7.<br />

Akoestische isolatie in houtskeletwoningen.<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/1,<br />

Katern 6.<br />

Definities en principes uit de bouwakoestiek.<br />

Infofiche, nr. 2, <strong>2004</strong>.<br />

NUTTIGE INFORMATIE<br />

Projectendatabank<br />

www.wtcb.be : projecten [I1] tot [I5]<br />

Nuttige links<br />

Laboratorium ‘Akoestiek’ :<br />

www.wtcb.be (rubriek ‘Laboratoria’)<br />

Normen-Antenne ‘Akoestiek’ :<br />

www.normen.be<br />

Technologische Adviseerdienst<br />

‘Bouwakoestiek’ : www.wtcb.be<br />

(rubriek ‘Diensten’, ‘Innovatieondersteuning’)<br />

TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENSTEN<br />

‘BOUWAKOESTIEK’ EN ‘ACOUSTIQUE DU BÂTIMENT’<br />

De werkzaamheden van de Technologische Adviseerdienst ‘Bouwakoestiek’<br />

[I4], die in het Vlaamse Gewest gesubsidieerd wordt door het IWT, waren<br />

in <strong>2004</strong> vooral gericht op de verspreiding van de kennis (die tijdens tal van<br />

onderzoeken verworven werd) naar de KMO uit de bouwsector. Zo werden<br />

afgelopen jaar niet minder dan 25 lezingen gegeven en een zestal publicaties<br />

opgesteld. Verder vonden er meer dan 800 korte contacten (d.w.z. beantwoorden<br />

van telefonische vragen) en 220 uitgebreide contacten (m.a.w. bezoeken<br />

op de bouwplaats) met diverse firma’s plaats en werd een groot aantal opleidingen<br />

verstrekt in het kader van de wintercursussen.<br />

De stimulering van innovatie binnen de bouwsector kan eveneens gebeuren<br />

via de zogenaamde GTA-projecten. Deze ‘Grondige Technologische Adviezen’<br />

zijn kleinschalige projecten die de ontwikkeling van een innovatief product met<br />

een akoestische meerwaarde beogen. Ze worden zonder veel administratieve<br />

vereisten opgestart met de hulp van de medewerkers van de Technologische<br />

Adviseerdienst ‘Bouwakoestiek’, die hierbij kunnen rekenen op de financiële<br />

steun van het IWT.<br />

In het Waalse Gewest lagen de<br />

accenten van de door de DGTRE<br />

gesubsidieerde Technologische<br />

Adviseerdienst ‘Acoustique du<br />

bâtiment’ (Bouwakoestiek) [I4]<br />

enigszins anders. De acties van<br />

deze TAD werden in <strong>2004</strong> volledig<br />

geheroriënteerd naar de ontwikkeling<br />

van innovatieve producten in de<br />

Waalse KMO. Deze succesvolle<br />

ontwikkelingen werden tot stand<br />

gebracht dankzij de technologische<br />

hulp en de kennisoverdracht, verleend<br />

door de medewerkers van de<br />

TAD. De gewone technische bijstand<br />

bleef op de achtergrond als<br />

Het onderzoek betreft de positieve invloed<br />

van elastische ontkoppelingen op de<br />

geluidstransmissiereductie.<br />

niet-prioritaire actie bestaan en werd vooral gebruikt om de contacten met de<br />

industrie te onderhouden en/of verder te ontwikkelen. De TAD was eveneens<br />

erg actief in het domein van ‘Technology Watch’ en verzorgde de informatieverspreiding<br />

naar de bedrijven uit de sector via publicaties en lezingen.<br />

NORMEN-ANTENNE<br />

‘AKOESTIEK’<br />

De door de FOD Economie gesubsidieerde Normen-Antenne ‘Akoestiek’ [I5] is een vraagbaak voor de akoestische normalisatie<br />

en bredere akoestische kennis (via telefoon, langs de website, via publicaties en door lezingen) en zorgt voor de<br />

opvolging van de evolutie van de akoestische normalisatie op Europees niveau.<br />

De akoestische meetmethoden uit de Europese normen EN ISO 140-x, die de nationale meetmethoden vervangen, de<br />

akoestische eengetalsaanduidingen uit de norm EN ISO 717 (1996) en de akoestische ‘Eurocodes’ EN 12354-x, gebruikt<br />

ter voorspelling van een aantal akoestische prestaties van gebouwen, raken steeds beter ingeburgerd. Dankzij deze<br />

genormaliseerde, internationaal vereiste criteria kan men de akoestische prestaties van producten in heel Europa op<br />

uniforme wijze karakteriseren, onderling vergelijken en eventueel aanvullen met bepaalde nationale criteria (zoals de<br />

Belgische akoestische categorieën). De Normen-Antenne Akoestiek heeft tot doel de KMO te begeleiden doorheen het<br />

complexe net van normen en hen bij te staan bij de interpretatie van allerhande akoestische gegevens (lastenboeken,<br />

akoestische productresultaten, …). Deze kennisoverdracht kan verbeterd worden door het gebruik van moderne communicatiemiddelen<br />

(ICT), zoals websites, elektronische publicaties, ...<br />

De vier voornaamste taken van de Normen-Antenne zijn :<br />

de opstelling van algemene nota’s en leidraden over normen en reglementen ten behoeve van KMO<br />

de verspreiding van informatie (op traditionele en elektronische wijze)<br />

het beantwoorden van vragen van KMO met betrekking tot de normalisatie<br />

de vertegenwoordiging van de KMO in de technische comités van CEN/CENELEC en de deelname aan de normalisatiecomités.<br />

40 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Akoestisch comfort


TECHNISCH ADVIES<br />

STATISTIEKEN<br />

In vergelijking tot 2003 werden er door<br />

de medewerkers van de afdeling Technisch<br />

Advies (ATA) in <strong>2004</strong> meer dan dubbel<br />

zoveel schriftelijke adviezen verstrekt<br />

omtrent bouwakoestiek. Een groot deel<br />

ervan handelt over de akoestische prestaties<br />

van wanden en schrijnwerk (zie afbeelding<br />

1). Aangezien de reglementering<br />

op het vlak van de geluidsisolatie van gebouwen<br />

weldra gevoelig zal verstrengen,<br />

zal dit aantal de komende jaren nog in<br />

stijgende lijn gaan.<br />

AKOESTISCH ISOLERENDE VENTILATIEROOSTERS<br />

De geluidsisolatie van ventilatiesystemen<br />

is een probleem dat regelmatig ter sprake<br />

komt binnen de ATA.<br />

Om een optimale akoestische isolatie te<br />

behalen, moet de gebouwschil zo luchtdicht<br />

mogelijk zijn. Rekening houdend met<br />

de huidige thermische reglementering in<br />

Wallonië en Brussel en met de Energieprestatieregelgeving<br />

die aanvang 2006<br />

van kracht zal worden in Vlaanderen,<br />

moet men er niet enkel voor zorgen dat<br />

de gebouwschil een zekere isolatiewaarde<br />

vertoont, maar ook dat de ventilatie<br />

ervan verzekerd is.<br />

Wanneer de luchttoevoer of -afvoer in het<br />

gebouw tot stand gebracht wordt door<br />

middel van regelbare ventilatieroosters in<br />

de ramen of de wanden, mag men niet<br />

vergeten dat dit kan leiden tot een verhoogde<br />

geluidshinder. De ventilatieroosters<br />

onderbreken immers – weliswaar<br />

Afb. 1 Overzicht van de door de afdeling Technisch Advies verstrekte adviezen met<br />

betrekking tot bouwakoestiek (per bouwdeel).<br />

n wanden<br />

n vloeren en plafonds<br />

41 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Akoestisch comfort<br />

17 %<br />

12 %<br />

28 %<br />

gecontroleerd – de luchtdichtheid van de<br />

wanden, zodat het buitenlawaai hierlangs<br />

moeiteloos de woning kan binnendringen.<br />

Er moet bijgevolg een compromis gezocht<br />

worden tussen de doeltreffende ventilatie<br />

van de woning en het akoestische<br />

comfort ervan. Hiertoe werden akoestisch<br />

absorberende ventilatieroosters ontwikkeld,<br />

waarbij de lucht – en dus ook het<br />

geluid – via een smalle spleet naar een<br />

akoestisch absorberend materiaal geleid<br />

wordt. Dit akoestisch absorberende materiaal<br />

zet de energie van de invallende<br />

geluidsgolven door wrijving om in warmte<br />

(zie afbeelding 2).<br />

De akoestische demping van dergelijke<br />

roosters is voornamelijk afhankelijk van<br />

Afb. 2 Meting van de prestaties van een akoestisch absorberend ventilatierooster.<br />

15 %<br />

n technische installaties<br />

n daken<br />

28 %<br />

n schrijnwerk<br />

de spleetopening, de afgelegde weg langs<br />

het absorptiemateriaal (hoe meer de geluidsgolven<br />

botsen met dit materiaal, hoe<br />

groter de demping) en de dikte van het<br />

absorptiemateriaal.<br />

Lettend op de gevoelige verstrenging van<br />

de toekomstige akoestische regelgeving<br />

zal het met bepaalde niet-akoestisch absorberende<br />

ventilatieroosters niet meer<br />

mogelijk zijn te voldoen aan de opgelegde<br />

geluidsnormen voor gevels. Met een mechanisch<br />

ventilatiesysteem (toe- en afvoer)<br />

zijn evenwel hogere geluidsniveaureducties<br />

mogelijk (aangezien de openingen<br />

smaller zijn). Bij dergelijke ventilatievoorzieningen<br />

mag het ventilator- en het<br />

stromingsgeluid (overeenkomstig de eerder<br />

vermelde akoestische regelgeving)<br />

echter niet hoger zijn dan een zeker<br />

geluidsniveau (zie afbeelding 3). n<br />

Afb. 3 Bepaling van het ventilator- en<br />

stromingsgeluid in het laboratorium.


Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />

Technische uitrustingen<br />

GEZONDHEID EN LEEFMILIEU<br />

De groeiende aandacht voor het leefmilieu<br />

lag in <strong>2004</strong> aan de basis van verschillende<br />

projecten binnen het <strong>WTCB</strong>.<br />

GROENDAKEN<br />

Zowel het laboratorium ‘Sanitaire Technologie’<br />

als het laboratorium ‘Microbiologie’<br />

voerden tijdens het afgelopen<br />

jaar onderzoek uit naar groendaken.<br />

Het laboratorium ‘Sanitaire Technologie’<br />

evalueerde het hydraulische gedrag van<br />

dit daktype en kwam tot de vaststelling<br />

dat het bij hevige regenbuien het waterdebiet<br />

sterk beperkt. Deze vermindering is<br />

niet bij alle groendaken even uitgesproken,<br />

maar wordt in belangrijke mate beïnvloed<br />

door de dikte van het substraat.<br />

Het afgevoerde water is soms zo verontreinigd<br />

dat het niet zonder meer kan<br />

hergebruikt worden binnen het gebouw.<br />

Het laboratorium ‘Microbiologie’ werkte op<br />

zijn beurt aan de beoordeling van de<br />

kwaliteit van het afgevoerde water, aan<br />

de hand van biochemische en microbiologische<br />

analyses. Hierdoor kon worden<br />

aangetoond dat de kwaliteit ervan in<br />

bepaalde gevallen vrij slecht is. Dikwijls<br />

vertoont het ook een bruinachtige kleur,<br />

zodat het niet zonder meer kan hergebruikt<br />

worden binnen het gebouw.<br />

De bevindingen van beide onderzoeken<br />

werden uit de doeken gedaan op het jaarlijkse<br />

symposium van het wetenschappelijke<br />

programma CIB W062 ‘Water Supply<br />

and Drainage for Buildings’ en zullen<br />

eveneens opgenomen worden in een<br />

Technische Voorlichting.<br />

INDIVIDUELE BEHANDELING VAN HUISAFVAL-<br />

WATER<br />

In <strong>2004</strong> werd het onderzoek naar individuele<br />

afvalwaterzuiveringssystemen (IBA),<br />

waarbij voornamelijk de uitgebouwde<br />

proefpost verder werd opgevolgd, afgerond.<br />

Uit de gedane vaststellingen is gebleken<br />

dat het absoluut noodzakelijk is<br />

dergelijke systemen zeer regelmatig te<br />

onderhouden : in bepaalde gevallen is dit<br />

zelfs een jaarlijkse vereiste.<br />

De onderzoeksresultaten werden doorgespeeld<br />

naar de Europese werkgroep CEN<br />

TC 165 WG 41, die belast is met het opstellen<br />

van normen voor IBA, en lagen<br />

tevens aan de basis van een aantal vormingssessies<br />

voor aannemers en leraars<br />

(georganiseerd door VIZO en IFAPME).<br />

Wat de activiteiten op het vlak<br />

van sanitaire hygiëne betreft,<br />

neemt de legionellaproblematiek<br />

een belangrijke plaats in op de<br />

<strong>WTCB</strong>-agenda. Daarnaast ligt de<br />

nadruk op de technologie van<br />

groendaken en hun hydraulische<br />

gedrag, de preventie van schimmelgroei<br />

en de problemen met<br />

betrekking tot de behandeling<br />

van huisafvalwater.<br />

FOTOKATALYSE<br />

Het laboratorium ‘Microbiologie’ droeg in<br />

<strong>2004</strong> tevens zijn steentje bij tot het onderzoek<br />

‘Fotokatalyse’ [J1], dat voornamelijk<br />

gericht is op de beoordeling van de zelfreinigende<br />

prestaties van anataas en op de<br />

bepaling van de rol ervan bij de beperking<br />

van biologische groei op bouwmaterialen.<br />

Zo kweekte het laboratorium algen,<br />

die vervolgens als inoculum gebruikt<br />

werden bij versnelde vergroeningsproeven<br />

op bouwmaterialen. Deze laatste werden<br />

eveneens blootgesteld aan natuurlijke<br />

vergroening.<br />

BESTRIJDING VAN SCHIMMELVORMING BIJ<br />

BOUWCOMPONENTEN<br />

Een ander onderwerp dat afgelopen jaar<br />

in de kijker stond, was het thema gezond-<br />

De natuurlijke vergroening van bouwmaterialen<br />

zou kunnen beperkt worden door<br />

toepassing van anataas.<br />

42 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Technische uitrustingen


In <strong>2004</strong> startte het <strong>WTCB</strong> een onderzoek naar het gebruik van speciale warmtetechnieken<br />

voor het saneren van beschimmelde bouwcomponenten.<br />

heid. Het laboratorium ‘Microbiologie’<br />

startte namelijk een onderzoek naar het<br />

gebruik van speciale warmtetechnieken<br />

voor het saneren van beschimmelde<br />

bouwcomponenten [J2]. Dit onderzoek<br />

heeft tot doel zowel de bruikbaarheid van<br />

deze technieken als hun doeltreffendheid<br />

te evalueren. De drie principes die hierbij<br />

toegepast worden, zijn microgolven, infraroodstraling<br />

en hete lucht. Deze hebben<br />

reeds hun doeltreffendheid bewezen<br />

in het kader van de insectenbestrijding in<br />

houtconstructies.<br />

LEGIONELLA<br />

Ook de legionellaproblematiek kwam aan<br />

bod in <strong>2004</strong>. In dit kader werden immers<br />

De legionellaproblematiek is erg actueel.<br />

Het grote aantal vragen naar legionellaanalyses<br />

op waterstalen getuigt hiervan.<br />

verschillende vormingssessies ingericht<br />

voor bouwprofessionelen en verscheen<br />

een artikel in <strong>WTCB</strong>-Contact <strong>2004</strong>/4 over<br />

de doeltreffendheid van antilegionellabehandelingen.<br />

Het laboratorium ‘Microbiologie’ voerde<br />

bovendien een groot aantal legionellaanalyses<br />

uit op waterstalen :<br />

sanitair water<br />

water van koeltorens<br />

water van luchtbevochtigers, …<br />

Het laboratorium is hiervoor geaccrediteerd<br />

door BELTEST en werd tevens erkend<br />

door het Vlaamse Gewest voor de<br />

analyse van dergelijke kiemen in water.<br />

Deze onderzoeken kaderen trouwens dikwijls<br />

in een algemene risicoanalyse, uitgevoerd<br />

in samenwerking met de andere<br />

<strong>WTCB</strong>-laboratoria.<br />

Dankzij zijn verschillende uitrustingen kan<br />

dit laboratorium de afdeling Technisch<br />

Advies bijstaan bij het onderzoeken van<br />

de oorzaak van bepaalde problemen :<br />

aard van een microbiële aantasting van<br />

een bouwmateriaal<br />

stinkend drinkwater, …<br />

TECHNOLOGISCHE INNOVATIE<br />

Naast gezondheid en milieu was ook technologische<br />

innovatie een belangrijke drijfveer<br />

achter de acties van de laboratoria<br />

‘Sanitaire Technologie’ en ‘Microbiologie’.<br />

BUIZEN VOOR DE VERDELING VAN BRANDBAAR<br />

GAS IN GEBOUWEN<br />

In <strong>2004</strong> liep een internationaal onderzoek<br />

met betrekking tot de gebruiksgeschikt-<br />

heid van buizen in kunststof en soepel<br />

roestvrij staal voor de verdeling van brandbaar<br />

gas in gebouwen [J3] af, waaraan<br />

het laboratorium ‘Sanitaire Technologie’<br />

zijn medewerking verleende.<br />

Uit dit onderzoek blijkt dat systemen in<br />

kunststof (volledig of composiet) moeten<br />

voorzien worden van bijkomende maatregelen<br />

om eenzelfde veiligheidsniveau<br />

te behalen.<br />

Anderzijds hebben een aantal proefprojecten<br />

aangetoond dat het gebruik van<br />

dergelijke systemen de installatietijd met<br />

meer dan 20 % kan reduceren. De toepassing<br />

van deze nieuwe leidingsystemen<br />

is in België momenteel nog niet toegelaten.<br />

ZEOGYP<br />

Technologische innovatie was eveneens<br />

het onderwerp van een Europees onderzoeksproject<br />

naar nieuwe gipskartonplaten<br />

met een verhoogde weerstand tegen<br />

schimmels. In dit kader werden verschillende<br />

proeven uitgevoerd door het laboratorium<br />

‘Microbiologie’.<br />

Het <strong>WTCB</strong> voerde onderzoek naar<br />

nieuwe gipskartonplaten met een verhoogde<br />

weerstand tegen schimmels.<br />

NORMATIEVE ACTIVITEITEN IN DE<br />

LABORATORIA<br />

Het laboratorium ‘Sanitaire Technologie’<br />

test verluchtingskleppen voor afvalwaterafvoerinstallaties,<br />

overeenkomstig de Europese<br />

norm EN 12380. Het is bovendien<br />

door ‘DINcerto’ erkend voor de uitvoering<br />

van deze proeven in de context van de<br />

KEYMARK-certificering voor dergelijke<br />

kleppen.<br />

43 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Technische uitrustingen


Het onderzoek met betrekking tot schouwen,<br />

dat aan het eind van de jaren ’90<br />

door dit laboratorium uitgevoerd werd, ligt<br />

aan de basis van een normvoorstel betreffende<br />

het ontwerp van schouwen voor<br />

ketels met een vermogen, lager dan<br />

70 kW (prNBN B 61-002).<br />

De commentaren en opmerkingen op de<br />

kritiekversie van dit normvoorstel werden<br />

in <strong>2004</strong> verder verwerkt, waarbij de aandacht<br />

vooral uitging naar de uitmonding<br />

van de schouw buiten het gebouw.<br />

Het onderzoek met betrekking tot<br />

schouwen ligt aan de basis van een<br />

Belgisch normvoorstel.<br />

NORMALISERING, BENOR- EN<br />

ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />

Wat de evoluties op het gebied van regelgeving<br />

en kwaliteitsborging betreft,<br />

heeft het <strong>WTCB</strong> – via zijn Technische<br />

Comités ‘Sanitaire en industriële loodgieterij,<br />

Gasinstallaties, Metalen dakbedekkingen’<br />

en ‘Verwarming en Klimatisatie’<br />

evenals via de laboratoria ‘Sanitaire Technologie’<br />

en ‘Microbiologie’ – de CEN- en<br />

BUtgb-activiteiten opgevolgd.<br />

Op het vlak van normalisering verleenden<br />

de ingenieurs hun medewerking aan<br />

de Europese Technische Comités CEN<br />

TC 155, CEN TC 163, CEN TC 164, CEN<br />

TC 165 en CEN TC 166.<br />

De nadruk lag hierbij vooral op de ontwikkeling<br />

van productnormen voor kunststof-<br />

NUTTIGE INFORMATIE<br />

Projectendatabank<br />

www.wtcb.be : projecten [J1] tot [J4]<br />

Nuttige links<br />

Laboratoria ‘Sanitaire Technologie’<br />

en ‘Microbiologie’ :<br />

www.wtcb.be (rubriek ‘Laboratoria’)<br />

Afvalwater mag niet langer zo maar in<br />

rivieren geloosd worden.<br />

NORMEN-ANTENNE<br />

‘WATERTOEVOER- EN AFVOER VAN GEBOUWEN’<br />

De Europese normalisatie met betrekking tot de watertoevoer en -afvoer in en<br />

rond gebouwen (bv. verwarmingsinstallaties, hemelwaterafvoerinstallaties,<br />

installaties voor de individuele behandeling van water, …) genereert een groot<br />

aantal nieuwe voorschriften (zowel productnormen als praktijkregels) met een<br />

rechtstreekse impact op de werkzaamheden van architecten, studiebureaus en<br />

aannemers, maar ook met een niet te onderschatten belang voor de fabrikanten<br />

van dergelijke bouwproducten.<br />

Door het van kracht worden van een<br />

aantal recente wetgevingen (inzake de<br />

kwaliteit van het drinkwater of het afvalwater<br />

dat in de rivieren of de bodem<br />

zal worden geloosd, de noodzaak om<br />

regenwater op te vangen, te bufferen<br />

en te gebruiken, …) is het kennen en<br />

naleven van de normatieve voorschriften<br />

een absolute vereiste geworden om<br />

kwalitatieve gebouwen te kunnen realiseren.<br />

Deze Normen-Antenne [J4], die opgestart<br />

werd in de tweede helft van<br />

<strong>2004</strong>, werkt nauw samen met het<br />

laboratorium ‘Sanitaire Technologie’ en<br />

stelt zich tot doel voornoemde voorschriften<br />

gemakkelijker en sneller tot bij<br />

de gebruikers te laten doordringen.<br />

leidingen, schoorstenen en individuele<br />

afvalwaterzuiveringsinstallaties.<br />

Als gevolg van de implementatie van de<br />

nieuwe normen hieromtrent moeten de<br />

bestaande referentienormen en de documenten<br />

met de ‘regels der kunst’ immers<br />

geactualiseerd en aangepast worden.<br />

Binnen de BUtgb werden in <strong>2004</strong> een<br />

dertigtal nieuwe ATG-aanvragen geregistreerd.<br />

Op dit ogenblik zijn er bovendien<br />

reeds een negentigtal ATG-dossiers geldig,<br />

die het voorwerp uitmaken van productcertificatie.<br />

In dit kader nam het <strong>WTCB</strong> zowel het secretariaat<br />

van het ‘Uitvoerende Bureau’<br />

als van de ‘Gespecialiseerde Groep’ waar.<br />

De ATG- en BENOR-activiteiten van onze<br />

medewerkers waren toegespitst op de volgende<br />

producten en systemen :<br />

buizen en leidingen uit PVC en PE<br />

dubbelwandige metalen schoorstenen<br />

(deze moeten sinds kort voorzien worden<br />

van een CE-markering).<br />

De laatste tijd merkt men ook een versnelling<br />

van de industriële concentraties<br />

bij de Europese fabrikanten van technische<br />

uitrustingen (bv. extrusiemachines<br />

voor kunststofbuizen).<br />

Op het gebied van waterdistributie tenslotte<br />

worden multifunctionele oplossingen<br />

ontwikkeld, waarmee het niet enkel<br />

mogelijk is te voldoen aan de eisen inzake<br />

de verdeling van sanitair water, maar<br />

ook aan de regels die opgelegd worden<br />

aan verwarmings- en afkoelingssystemen.<br />

<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />

‘TECHNISCHE UITRUSTINGEN’<br />

Doeltreffendheid van antilegionellabehandelingen.<br />

<strong>WTCB</strong>-Contact,<br />

<strong>2004</strong>/4.<br />

De invloed van wanddoorvoeringen<br />

op de brandweerstand.<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/3, nr. 2.<br />

Verlichting van buitenwerkplekken.<br />

<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/2, nr. 4.<br />

Dubbele geventileerde gevels.<br />

Deel 1 : voorstelling van de<br />

gevelopbouw. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />

<strong>2004</strong>/1, nr. 1.<br />

Theoretische begrippen inzake<br />

verlichting. Infofiche, nr. 6, <strong>2004</strong>.<br />

44 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Technische uitrustingen


TECHNISCH ADVIES<br />

STATISTIEKEN<br />

In <strong>2004</strong> vertegenwoordigden de vragen<br />

met betrekking tot technische uitrustingen<br />

zo’n 10 % van alle adviezen die verstrekt<br />

werden door de afdeling Technisch<br />

Advies (ATA). Ongeveer een derde van<br />

deze vragen had te maken met verwarmings-<br />

en/of rookgasafvoerinstallaties<br />

(zie afbeelding 1).<br />

VOORSCHRIFTEN VOOR ROOKGASAFVOER-<br />

KANALEN MET NATUURLIJKE TREK<br />

Het normvoorstel prNBN B 61-002 bundelt<br />

een aantal voorschriften inzake de<br />

opstellingsruimte, de luchttoevoer en de<br />

rookgasafvoer van centrale-verwarmingsketels<br />

met een nominaal vermogen, kleiner<br />

dan 70 kW. Hierin wordt gesteld dat<br />

de rookgasafvoerkanalen met natuurlijke<br />

trek bij voorkeur verticaal moeten zijn (zo<br />

weinig mogelijk richtingsveranderingen<br />

en/of horizontale stukken).<br />

De plaats waar deze rookgasafvoerkanalen<br />

uitkomen, moet bovendien bepaald<br />

worden aan de hand van de invloedszones<br />

van de wind op het dak. De<br />

uitmonding bevindt zich idealiter buiten<br />

de zone van statische overdruk, veroorzaakt<br />

door de windwerking (zone III uit<br />

afbeelding 2).<br />

Afb. 1 Tussenkomsten van de afdeling<br />

Technisch Advies inzake technische<br />

uitrustingen.<br />

59 %<br />

verdeling : 64 %<br />

afvoer : 36 %<br />

n sanitaire installaties<br />

n ventilatiesystemen<br />

n verwarmingsinstallaties<br />

Afb. 3 Minimumafstand tussen de muurdoorvoer en de eventuele openingen in de nabijgelegen wanden.<br />

1<br />

0,6 m<br />

3<br />

0,5 m<br />

0,6 m<br />

≥ 2,5 m<br />

9<br />

0,6 m<br />

1<br />

2,5 m<br />

0,6 m<br />

7<br />

0,6 m<br />

21<br />

D<br />

6<br />

≥ 2,2 m<br />

C<br />

0,6 m<br />

1<br />

≥ 0,5 m<br />

19<br />

10<br />

27 %<br />

0,6 m<br />

L<br />

≥ 0,5 m<br />

5<br />

6<br />

∆H<br />

14 %<br />

Afb. 2 De uitmonding bevindt zich bij<br />

voorkeur buiten de zone van statische<br />

overdruk.<br />

0,5 m 1 m<br />

1 m<br />

0,5 m<br />

20°<br />

45°<br />

0,5 m<br />

A = zone I, B = zone II, C = zone III<br />

8<br />

0,3 m<br />

1 m 1 m<br />

≥ 1 m<br />

12<br />

0,6 m 1,2 m<br />

4<br />

≥ 2,5 m<br />

ROOKGASAFVOER DOOR MIDDEL VAN EEN<br />

MUURDOORVOER<br />

Bij gesloten gastoestellen (van het type<br />

C1, C3 of C5 met een nominaal vermogen<br />

van maximum 30 kW) kan de rookgasafvoer<br />

eveneens gebeuren door middel<br />

van een muurdoorvoer. In dergelijke<br />

gevallen dient men een bepaalde minimumafstand<br />

tussen de muurdoorvoer en<br />

de eventuele openingen in de nabijgelegen<br />

wanden te respecteren (zie afbeelding<br />

3). Op dit overzicht kan men merken<br />

dat de uitmonding van de rookgasafvoerkanalen<br />

van deze gesloten gastoestellen<br />

zich idealiter op een minimale horizontale<br />

afstand van 1 m ten opzichte van de<br />

perceelgrens (d.w.z. de grijze zone) bevindt.<br />

De bijkomende informatie die in de<br />

norm NBN D 51-003 te vinden is over elk<br />

van de nummers op deze afbeelding<br />

maakt het mogelijk de gegevens met betrekking<br />

tot de andere potentiële posities<br />

van de uitmondingen (die overigens in<br />

groten getale aanwezig zijn) beter te interpreteren.<br />

Ondanks deze bepalingen worden de medewerkers<br />

van de afdeling ATA steeds vaker<br />

geconfronteerd met klachten (geurhinder,<br />

visuele hinder, …) die voortvloeien<br />

uit de plaats van deze rookgasafvoermonden.<br />

Hieruit kan men afleiden dat de<br />

huidige richtlijnen niet altijd voldoening<br />

bieden en dat bijkomende criteria zich vermoedelijk<br />

zullen opdringen. n<br />

45 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Technische uitrustingen<br />

L<br />

∆H<br />

≥ 1 m<br />

0,5 m<br />

12<br />

14<br />

19<br />

A<br />

20°<br />

45°<br />

B<br />

0,5 m<br />

C<br />

0,5 m<br />

≥ 2 m<br />

2<br />

13<br />

0,3 m<br />

8<br />

0,5 m<br />

9<br />

19<br />

0,5 m<br />

0,5 m<br />

0,5 m<br />

2<br />

11<br />

2


Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />

Informatie- en communicatietechnologieën<br />

In de huidige context van toenemende automatisering<br />

kunnen de informatie- en<br />

communicatietechnologieën aangewend<br />

worden om enkele radicale veranderingen<br />

door te voeren in de bouwsector. Deze worden<br />

vooral verwacht op het vlak van :<br />

de constructiefasen<br />

de zogenaamde businessprocessen<br />

de levenscyclusprestaties van de gebouwen<br />

en constructies<br />

de snelheid, efficiëntie en kostprijs van<br />

de constructie<br />

‘supply chain management’<br />

de convergentie van woning, diensten<br />

en werkplaats.<br />

Het <strong>WTCB</strong> verleent daarom zijn medewerking<br />

aan een aantal regionale, federale<br />

en internationale projecten met betrekking<br />

tot het gebruik van ICT-toepassingen<br />

in en voor de bouwsector.<br />

De dienst ‘ICT-Projecten’ van het <strong>WTCB</strong><br />

zorgt in dit domein voor de ontwikkeling<br />

van multimediatoepassingen met het oog<br />

op de efficiënte en snelle verspreiding van<br />

informatie naar de bouwpartners. Dit gebeurt<br />

onder de vorm van websites,<br />

CD-roms, video- en DVD-producties, …<br />

Daarnaast wordt onderzoek gevoerd naar<br />

nieuwe vormen van informatieverspreiding<br />

zoals e-learning via het Internet.<br />

De medewerkers van de afdelingen ‘Toegepaste<br />

Informatica Bouw’, ‘Kwaliteit’ en<br />

‘Planningtechnieken’ werken op hun beurt<br />

samen in het kader van het project van<br />

Thematische Innovatiestimulering ‘Bouwprocesgericht<br />

Innoverend Elektronisch<br />

Samenwerken’ (TIS ‘BIES’) en de bege-<br />

leiding van bedrijven bij de implementatie<br />

van moderne beheerssoftwaretoepassingen<br />

via de Technologische Adviseerdienst<br />

‘Collaboration Electronique’ (Elektronische<br />

samenwerking) (zie kader). De overige<br />

activiteiten van deze afdelingen zijn<br />

toegespitst op :<br />

de studie ‘e-collaboration in de bouw’<br />

opleidingen en informatiesessies betreffende<br />

ICT.<br />

DE STUDIE ‘e-COLLABORATION IN<br />

DE BOUW’<br />

Deze studie [K2] wordt uitgevoerd in<br />

De mogelijkheden die geboden<br />

worden door de informatie- en<br />

communicatietechnologieën<br />

(ICT) zullen waarschijnlijk<br />

aanleiding geven tot tal van<br />

structurele verschuivingen in<br />

onze maatschappij. Zo merkt<br />

men dat er tegenwoordig steeds<br />

meer gewerkt wordt vanop<br />

afstand, gewinkeld wordt door<br />

middel van ‘e-commerce’ en gebruik<br />

gemaakt wordt van multimedia-<br />

en ‘wireless’-diensten.<br />

partnerschap met het IWT en behelst onder<br />

meer het beheer van projecten via<br />

projectportaalsites en het beheer van tijden<br />

kostengebonden risico’s via risicomanagement.<br />

PROJECTPORTAALSITES<br />

Het beheer van projecten via projectportaalsites<br />

wordt onderzocht in het kader<br />

van twee werkgroepen.<br />

De eerste legde zich toe op de opstelling<br />

van een rapport waarin omschreven wordt<br />

wat men precies moet verstaan onder de<br />

THEMATISCHE INNOVATIESTIMULERING<br />

‘BOUWPROCESGERICHT INNOVEREND ELEKTRONISCH SAMENWERKEN’<br />

TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENST<br />

‘COLLABORATION ELECTRONIQUE’ (ELEKTRONISCHE SAMENWERKING)<br />

In het Vlaamse en het Waalse Gewest wordt almaar meer aandacht geschonken<br />

aan de toepassing van moderne beheerssystemen in bedrijven. Deze<br />

tendens kan verklaard worden door het feit dat de toekomstkansen van de<br />

bouwbedrijven in belangrijke mate zullen worden beïnvloed door het gebruik<br />

van deze moderne technologieën.<br />

Via de voornoemde TIS [K1] en TAD [K3], die beide gesubsidieerd zijn voor<br />

een periode van twee jaar, wil het <strong>WTCB</strong> de bedrijven uit de bouwsector<br />

informeren over, stimuleren tot en begeleiden bij de implementatie van deze<br />

nieuwe beheerssoftwaretoepassingen. Het gaat hier in het bijzonder om<br />

software voor het beheer van bedrijven en projecten, het beheer van documenten,<br />

e-business, de opstelling van administratieve documenten en het correcte<br />

gebruik van Internet- en Intranettoepassingen.<br />

46 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Informatie- en communicatietechnologieën


term ‘projectportaalsite’. Dit document beschrijft<br />

de verschillende onderdelen van<br />

zulke gezamenlijke werkruimten en formuleert<br />

een aantal aanbevelingen voor<br />

het goede gebruik ervan. De tekst bestaat<br />

uit zeven hoofdstukken waarin uitvoerig<br />

aandacht besteed wordt aan de<br />

informatica en aan de organisatorische,<br />

economische en juridische aspecten<br />

waarop men dient te letten bij het werken<br />

met dergelijke toepassingen.<br />

De tweede onderzoekt de ervaringen van<br />

een aantal bedrijven met de toepassing<br />

van projectportaalsites. Daarnaast beoogt<br />

ze de ontwikkeling van een standaard ter<br />

berekening van de ‘return on investment’<br />

(ROI) voor deze technologie en tracht ze<br />

procedures op te stellen om de implementatie<br />

ervan te vergemakkelijken en het<br />

gebruik ervan te optimaliseren.<br />

RISICOMANAGEMENT<br />

Risicomanagement is een belangrijk on-<br />

ICT TEN DIENSTE VAN DE NIEUWE COMMUNICATIESTRATEGIE VAN HET <strong>WTCB</strong><br />

Om beter te beantwoorden aan een van zijn voornaamste taken, met name het ten dienste stellen van de vruchten van<br />

het collectieve en toegepaste onderzoek van de volledige bouwsector, heeft het <strong>WTCB</strong> zich resoluut naar de toekomst<br />

gericht en maakt het veelvuldig gebruik van ICT en andere elektronische hulpmiddelen bij het uitbouwen van zijn communicatiestrategie.<br />

Deze werd opgestart in <strong>2004</strong> en steunt op een volledig vernieuwde website die moet uitgroeien tot een<br />

werkinstrument, aangepast aan de gediversifieerde noden van de bouwprofessionelen. Daarnaast werden ook een aantal<br />

nieuwe communicatiemiddelen ontwikkeld zoals <strong>WTCB</strong>-Contact (een driemaandelijks tijdschrift) en <strong>WTCB</strong>-Mail (een<br />

elektronische nieuwsbrief). Hoewel elk ervan zijn specifieke kenmerken heeft, verwijzen ze de geïnteresseerde lezer die<br />

meer informatie wenst steeds door naar de website. Een andere nieuwe publicatiereeks, de ‘Infofiches’, is trouwens enkel<br />

beschikbaar in elektronisch formaat en maakt volop gebruik van de talrijke voordelen die geboden worden door dit nieuwe<br />

informatiehulpmiddel.<br />

Naast de catalogus van de <strong>WTCB</strong>-publicaties werden ook de andere on line-databanken aangevuld. Zo werden niet<br />

minder dan 5265 analyses (waarvan 1648 met een samenvatting) toegevoegd aan de bibliografische databank DIFFU-<br />

DOC, waardoor het aantal referenties dat kan geconsulteerd worden nu reeds opgelopen is tot meer dan 70.000. De<br />

TECHCOM-databank die ter beschikking staat van de bouwprofessionelen die op zoek zijn naar fabrikanten of invoerders<br />

van bouwproducten, bevat tegenwoordig bij benadering 20.000 merken, die ingedeeld zijn in ongeveer 5700 productfamilies.<br />

De consultatiestatistieken<br />

van de website tonen aan<br />

dat het aantal gedownloade<br />

documenten gestadig<br />

toeneemt en dat elke<br />

verschijning van een<br />

<strong>WTCB</strong>-Contact of <strong>WTCB</strong>-<br />

Mail gepaard gaat met een<br />

nieuwe golf van Internetsessies.<br />

Dit wijst erop dat<br />

deze nieuwe strategie goed<br />

aanvaard wordt door de<br />

bouwprofessionelen. In<br />

<strong>2004</strong> (vanaf de maand<br />

februari) werden meer dan<br />

105.000 documenten<br />

gedownload. De vraag naar<br />

informatie is nog nooit zo<br />

groot geweest.<br />

AANTAL GEDOWNLOADE DOCUMENTEN<br />

14000<br />

12000<br />

10000<br />

8000<br />

6000<br />

4000<br />

2000<br />

0<br />

<strong>WTCB</strong>-<br />

CONTACT<br />

12970<br />

3091<br />

14810<br />

8701<br />

12360<br />

8841<br />

<strong>WTCB</strong>-<br />

CONTACT 13609<br />

Feb. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec.<br />

derdeel van projectbeheer en heeft tot<br />

doel de mogelijke projectonzekerheden<br />

in kaart te brengen en te beheren. Deze<br />

projectonzekerheden worden risico’s genoemd<br />

en hebben twee bijzondere kenmerken<br />

: enerzijds kan men vóór de start<br />

van het project niet weten of deze risico’s<br />

zich zullen voordoen en anderzijds kan<br />

men niet voorspellen wat de gevolgen<br />

ervan zullen zijn indien ze zich effectief<br />

voordoen.<br />

In het kader van de studie ‘e-collaboration<br />

in de bouw’ werd ook de werkgroep ‘Projectmanagement<br />

en Risicomanagement’<br />

opgericht, die naast <strong>WTCB</strong>-medewerkers<br />

een tiental bouwbedrijven tot haar leden<br />

telt. Deze werkgroep heeft de volgende<br />

doelstellingen :<br />

in de eerste plaats wil ze de toepasbaarheid<br />

van risicoanalyse in de bouwsector<br />

nagaan<br />

in de tweede plaats test ze specifieke<br />

hulpmiddelen en technieken uit waarmee<br />

het mogelijk is om aan risicoanalyse<br />

te doen.<br />

OPLEIDINGEN<br />

In <strong>2004</strong> werden tal van cursussen, informatiesessies<br />

en vormingsdagen betreffende<br />

de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën<br />

georganiseerd ten<br />

behoeve van kleine, middelgrote en grote<br />

bouwondernemingen. Deze opleidingen<br />

hadden betrekking op alle bedrijfsaspecten<br />

(kostprijs, planning, beheer, informatica,<br />

kwaliteit) en werden ingericht in samenwerking<br />

met de beroepsverenigingen<br />

of op vraag van de bedrijven zelf. Een<br />

overzicht van de aangeboden opleidingsprogramma’s<br />

is beschikbaar op de <strong>WTCB</strong>website<br />

(www.wtcb.be).<br />

De leden van de Technische Comités en<br />

de Werkgroepen van het <strong>WTCB</strong> konden<br />

bovendien deelnemen aan een forum dat<br />

volledig gewijd was aan de evolutie van<br />

de informatie- en communicatietechnologieën<br />

(ICT) in de bouwsector. Dit evenement<br />

kaderde perfect binnen het thema<br />

‘communicatie’ dat in de loop van <strong>2004</strong><br />

centraal stond binnen het <strong>WTCB</strong>. n<br />

47 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Informatie- en communicatietechnologieën<br />

13146<br />

10406<br />

8481<br />

8704<br />

7541<br />

<strong>WTCB</strong>-<br />

CONTACT<br />

13072<br />

10606<br />

15283<br />

11195<br />

16006<br />

10670<br />

<strong>WTCB</strong>-<br />

CONTACT<br />

16186<br />

12308<br />

17071<br />

13296<br />

18000<br />

16000<br />

14000<br />

12000<br />

10000<br />

8000<br />

6000<br />

4000<br />

2000<br />

0<br />

AANTAL SESSIES PER MAAND


Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />

Europa en de bouw<br />

Om de bouwbedrijven op de hoogte te<br />

houden van de talrijke evoluties in de<br />

bouwsector op Europees niveau, verleent<br />

het <strong>WTCB</strong> zijn actieve medewerking aan<br />

diverse Europese initiatieven, die hierna<br />

kort besproken worden.<br />

TECHNISCHE SPECIFICATIES EN<br />

CONFORMITEITSVERKLARINGEN<br />

Hoewel de Europese Bouwproductenrichtlijn<br />

(89/106/EEG) in <strong>2004</strong> reeds haar vijftiende<br />

verjaardag vierde, geeft ze nog<br />

steeds aanleiding tot tal van activiteiten op<br />

Europees vlak betreffende de opstelling<br />

van normen en technische goedkeuringen<br />

(bv. in het kader van de CE-markering).<br />

Zo heeft het Europees Comité voor Normalisatie<br />

(CEN) reeds meer dan 250 productnormen<br />

afgewerkt, wat ongeveer de<br />

helft van het totaal voorziene aantal vertegenwoordigt.<br />

Het <strong>WTCB</strong> is nauw betrokken bij deze<br />

werkzaamheden en levert een belangrijke<br />

bijdrage tot de verspreiding van relevante<br />

informatie naar de sector toe.<br />

EUROPEES COMITÉ VOOR NORMALISATIE<br />

(CEN)<br />

De activiteiten van het CEN worden opgevolgd<br />

binnen diverse Spiegelcommissies<br />

van het Belgisch Instituut voor Normalisatie<br />

(BIN). In dit kader neemt het <strong>WTCB</strong><br />

zowel het voorzitterschap van de Commissies<br />

E128 (dak- en gevelproducten),<br />

E156 (ventilatie in gebouwen) als E33<br />

(schrijnwerk) voor zijn rekening.<br />

Deze Spiegelcommissies dragen onder<br />

meer bij tot de integratie van de Europese<br />

normen in het Belgische kwaliteitssysteem,<br />

dat gebaseerd is op verschillende<br />

naar Belgische normgeving omgezette<br />

Europese documenten en op een<br />

aantal specifiek Belgische normen, die<br />

beide tot BENOR-certificatie leiden.<br />

EUROPEAN ORGANISATION FOR TECHNICAL<br />

APPROVALS (EOTA)<br />

Voor producten die niet door productnormen<br />

behandeld worden, bestaat er in<br />

België een systeem van technische goedkeuringen<br />

(ATG). Deze laatste worden<br />

afgeleverd door de Belgische Unie voor<br />

de technische goedkeuring in de Bouw<br />

(BUtgb), in samenwerking met het <strong>WTCB</strong>.<br />

In het kader van de Bouwproductenrichtlijn<br />

werd op Europees vlak een gelijkaardig<br />

systeem opgezet. De EOTA (European<br />

Organisation for Technical Approvals) bereidt<br />

namelijk leidraden voor, aan de hand<br />

waarvan de nationale goedkeuringsinstituten<br />

(zoals de BUtgb) Europese Technische<br />

Goedkeuringen (ETA) afleveren. Ook<br />

in <strong>2004</strong> nam het aantal door EOTA afgeleverde<br />

ETA weer gestaag toe.<br />

Naast de vroeger reeds door het <strong>WTCB</strong><br />

opgestelde ETA-Leidraad voor structureel<br />

gelijmde beglazingen werkten onze medewerkers<br />

vorig jaar een gloednieuwe leidraad<br />

voor koelcellen en koelgebouwen<br />

Hoewel de bouw vaak nog een<br />

plaatselijk gebeuren is, waarbij<br />

kleine regionaal gebonden KMO<br />

en lokale tradities, arbeidskrachten<br />

en materialen een belangrijke<br />

plaats innemen, kan deze sector<br />

niet ontsnappen aan de algemene<br />

tendens naar globalisering, noch<br />

aan de evoluties, tengevolge van<br />

de eenmaking van de Europese<br />

markt.<br />

af. Het <strong>WTCB</strong> is aldus verantwoordelijk<br />

voor twee van de eenentwintig bestaande<br />

ETA-documenten.<br />

EUROPEAN UNION OF AGRÉMENT (UEATC)<br />

Terwijl de EOTA zich concentreert op activiteiten<br />

in het kader van de CE-markering<br />

werkt de European Union of Agrément<br />

(UEAtc) aan de opstelling van goedkeuringen<br />

voor systemen en eigenschappen<br />

die weliswaar belangrijk zijn voor de toepassing<br />

van bepaalde bouwproducten,<br />

maar die niet onder regelgeving vallen.<br />

48 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Europa en de bouw


KWALITEITSVERKLARINGEN<br />

De ontwikkeling van productspecificaties<br />

vormt de grondslag voor de toekenning<br />

van de Belgische kwaliteitsmerken ATG<br />

en BENOR, evenals voor het Europese<br />

Keymark.<br />

Het <strong>WTCB</strong> verzekerde in <strong>2004</strong> het Keymark-secretariaat<br />

voor thermische isolatieproducten<br />

en nam eveneens het voorzitterschap<br />

op van de zogenaamde ‘Group<br />

of Notified Bodies’, m.a.w. de aangemelde<br />

organismen in het kader van de Bouwproductenrichtlijn.<br />

BELGIAN CONSTRUCTION CERTIFICATION<br />

ASSOCIATION (BCCA)<br />

De belangrijke investeringen van het<br />

<strong>WTCB</strong> op Europese schaal werpen ook<br />

voor de Belgian Construction Certification<br />

Association (BCCA) hun vruchten af. Het<br />

aantal multinationals dat een beroep doet<br />

op de diensten van deze organisatie met<br />

het oog op het verkrijgen van de CE-markering<br />

en het Europese Keymark blijft<br />

immers toenemen.<br />

NETWERKING<br />

Het <strong>WTCB</strong> verleende het afgelopen jaar<br />

naar goede gewoonte zijn actieve medewerking<br />

aan verschillende Europese netwerken.<br />

Hierna gaan we wat dieper in op<br />

een aantal activiteiten die in dit kader<br />

werden uitgevoerd.<br />

EUROPEAN CONSTRUCTION INDUSTRY FEDERA-<br />

TION (FIEC)<br />

De European Construction Industry Federation<br />

(FIEC) vormt een belangrijke<br />

schakel bij de overdracht van informatie<br />

over de hiervoor besproken activiteiten<br />

naar de aannemers en zet alles in het<br />

NUTTIGE INFORMATIE<br />

Nuttige links<br />

Websites van :<br />

het CEN : www.cenorm.be<br />

de EOTA : www.eota.be<br />

de UEAtc : www.ueatc.com<br />

het Keymark : www.key-mark.org<br />

de BCCA : www.bcca.be<br />

de FIEC : www.fiec.org<br />

het ENBRI : www.enbri.org<br />

het ECCREDI : www.eccredi.org<br />

het ‘Building for Europe’-congres :<br />

www.B4E.org<br />

het E-CORE : www.e-core.org<br />

het ECTP : www.ectp.org<br />

werk om de belangen van de bouwsector<br />

te verdedigen. Ons land wordt in dit netwerk<br />

vertegenwoordigd door de Confederatie<br />

Bouw. Binnen deze organisatie<br />

neemt het <strong>WTCB</strong> het voorzitterschap en<br />

het secretariaat van de ‘FIEC Technische<br />

Commissie 1’ (die de normalisatie en conformiteitsattestering<br />

behandelt) voor zijn<br />

rekening.<br />

EUROPEAN NETWORK OF BUILDING RESEARCH<br />

INSTITUTES (ENBRI)<br />

Het <strong>WTCB</strong> verzekert eveneens het secretariaat<br />

van het European Network of Building<br />

Research Institutes (ENBRI). Deze<br />

organisatie werd opgericht in 1988 en omvat<br />

momenteel eenentwintig leidinggevende<br />

onderzoekscentra, waaronder achttien<br />

uit de Europese Unie en drie uit de EFTA-<br />

Lidstaten. Het hoofddoel van dit instituut<br />

is de bevordering van de netwerking tussen<br />

zijn leden. Op deze manier kunnen<br />

de belangen van de bouwbedrijven immers<br />

met meer slagkracht verdedigd<br />

worden op Europees niveau dan wanneer<br />

dit enkel vanuit een nationaal standpunt<br />

zou gebeuren.<br />

EUROPEAN COUNCIL FOR CONSTRUCTION<br />

RESERACH, DEVELOPMENT AND INNOVATION<br />

(ECCREDI)<br />

FIEC en ENBRI zijn allebei aangesloten bij<br />

het in 1995 gestichte organisme ECCRE-<br />

DI, waarvan het <strong>WTCB</strong> het secretariaat<br />

waarneemt. Dit instituut is ondertussen uitgegroeid<br />

tot een netwerk van zeventien<br />

Europese partners, bestaande uit diverse<br />

federaties van aannemers, architecten,<br />

ontwerpers, controlebureaus, onderzoeksinstanties,<br />

… Het ECCREDI-netwerk wil de<br />

innovatie in de bouw op Europees vlak stimuleren<br />

en voert daarom tal van acties om<br />

Europese middelen vrij te maken ter ondersteuning<br />

van het onderzoek en de ontwikkeling<br />

in de bouwsector.<br />

VISION 2030<br />

Een van de belangrijkste activiteiten<br />

die in <strong>2004</strong> plaatsvond in de<br />

schoot van ECCREDI was de ontwikkeling<br />

van een langetermijnvisie<br />

voor toekomstig bouwonderzoek :<br />

VISION 2030.<br />

Deze Europese toekomstvisie op<br />

de bouw wordt uitgewerkt door het<br />

European Construction Technology<br />

Platform (ECTP), dat uitgaat van<br />

een binnen E-CORE (European<br />

Construction Research Network)<br />

ontwikkelde strategie.<br />

Ze werd voor het eerst voorgesteld<br />

in Maastricht tijdens het door het<br />

<strong>WTCB</strong> georganiseerde Europese<br />

congres ‘Building for Europe’.<br />

EUROPEAN CONSTRUCTION RESEARCH<br />

NETWORK (E-CORE)<br />

Het European Construction Research<br />

Network (E-CORE) [L1], dat momenteel<br />

gecoördineerd wordt door het <strong>WTCB</strong>, is<br />

een netwerk van Europese onderzoekspartners<br />

dat werd opgericht binnen<br />

ECCREDI.<br />

Het wordt gesubsidieerd door de Europese<br />

Commissie binnen het programma<br />

‘Competitive and Sustainable Growth’ van<br />

het Vijfde Kaderprogramma voor Europees<br />

Onderzoek.<br />

EUROPESE ICT-PROJECTEN<br />

In het kader van het programma ERA-<br />

NET neemt het <strong>WTCB</strong> deel aan het Europese<br />

ICT-project ‘eTranet : ICT in Traditional<br />

Industries’ [L2]. n<br />

EVOLUTIES MET BETREKKING TOT DE FUNDAMENTELE<br />

VOORSCHRIFTEN VAN DE BOUWPRODUCTENRICHTLIJN<br />

In het domein van de fundamentele voorschriften van de Europese Bouwproductenrichtlijn<br />

vonden de volgende belangrijke werkzaamheden plaats :<br />

FV 1 ‘Mechanische weerstand en stabiliteit’ : omzetting van de ENV-versie<br />

van bepaalde Eurocodes in hun EN-versie<br />

FV 2 ‘Brandveiligheid’ : ontwikkeling van een nieuw brandscenario voor gevelproducten<br />

en van een vierde methode voor externe blootstelling aan brand<br />

FV 3 ‘Hygiëne, gezondheid en milieu’ : afwerking van een CE-mandaat binnen<br />

het CEN voor substanties die onder regelgeving gebracht werden<br />

FV 4 ‘Gebruiksveiligheid’ : –<br />

FV 5 ‘Geluidsisolatie’ : opstelling van modelnormbepalingen voor productnormen<br />

met betrekking tot akoestische prestaties<br />

FV 6 ‘Energiezuinigheid en thermische isolatie’ : diverse CEN-activiteiten<br />

naar aanleiding van de Energieprestatieregelgeving voor gebouwen.<br />

49 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Europa en de bouw


Samenwerking met derden<br />

CENTRUM DUURZAAM BOUWEN<br />

(CEDUBO)<br />

In <strong>2004</strong> verwierf het<br />

<strong>WTCB</strong> de gebouwen<br />

van de vzw Centrum<br />

Duurzaam Bouwen<br />

(www.cedubo.be), gelegen<br />

op de voormalige mijnsite te Heusden-Zolder.<br />

Van hieruit wordt getracht het<br />

thema ‘duurzaam bouwen’ op grote schaal<br />

te promoten en in de praktijk te brengen.<br />

Hiertoe organiseert het Centrum diverse<br />

activiteiten, zowel voor het grote publiek<br />

als voor bouwprofessionelen. Deze hebben<br />

voornamelijk betrekking op :<br />

de duurzaamheidsaspecten van gebouwen<br />

en bouwproducten<br />

de ondersteuning van de Kyoto-doelstellingen<br />

de ontwikkeling van bouwproducten<br />

de medewerking aan het nationale<br />

Bouwtechnologieplatform, …<br />

BELGIAN CONSTRUCTION QUALITY<br />

SOCIETY (BCQS)<br />

Het in 1994 door SECO en<br />

<strong>WTCB</strong> opgerichte BCQS<br />

heeft tot opdracht alle bij<br />

het bouwproces betrokken<br />

partners op te leiden en te<br />

begeleiden bij de invoering<br />

van een systeem voor het beheer van<br />

kwaliteit, veiligheid en milieu.<br />

Begin <strong>2004</strong> heeft BCQS (www.bcqs.be)<br />

zijn opleidingscyclus met betrekking tot<br />

kwaliteit herzien om beter te beantwoorden<br />

aan de verwachtingen van KMO,<br />

studiebureaus en architecten.<br />

Er vonden ook specifieke opleidingen voor<br />

kwaliteitsverantwoordelijken, werfleiders<br />

en interne auditoren plaats. Als gevolg<br />

van de begeleiding van ondernemingen<br />

bij de certificering van het veiligheidssysteem<br />

VCA hebben bepaalde bedrijven<br />

bij BCCA een audit kunnen aanvragen.<br />

We willen er tevens op wijzen dat de opleiding<br />

voor plaatsers van brandwerende<br />

deuren werd voortgezet in <strong>2004</strong>.<br />

VLAANDEREN BOUWT (VLABO)<br />

Vlaanderen Bouwt stimuleert<br />

de bouw van degelijke,<br />

karaktervolle en betaalbare<br />

woningen in<br />

heel Vlaanderen. Dit gebeurt<br />

in samenwerking met diverse aannemers,<br />

ontwerpers en gemeentebesturen<br />

en met de technische hulp van het<br />

<strong>WTCB</strong>.<br />

Zo coördineerde VLABO in <strong>2004</strong> weer tal<br />

van woningbouwprojecten (vooral modelwijken).<br />

Deze woningen zijn doorgaans<br />

bestemd als sociale woningen, waarbij de<br />

verkoopsvoorwaarden door de gemeentebesturen<br />

(grondeigenaars) worden bepaald.<br />

Verder verleent VLABO zijn medewerking<br />

aan diverse projecten voor serviceflats<br />

(www.vlaanderenbouwt.be).<br />

Het <strong>WTCB</strong> verleent zijn actieve<br />

medewerking aan een aantal<br />

organisaties die rechtstreeks met<br />

de bouw te maken hebben en<br />

heeft sommige ervan mee helpen<br />

oprichten. Deze organisaties<br />

bestrijken diverse aspecten van<br />

het bouwbedrijf en hebben tot<br />

doel dienstverlening en technologie<br />

sterker te ondersteunen.<br />

BELGIAN CENTRE FOR DOMOTICS<br />

AND IMMOTICS (BCDI)<br />

Dit centrum (www.bcdi.be)<br />

werd opgericht door drie instellingen<br />

die behoren tot<br />

de belangrijkste pijlers van<br />

onze economie : de bouw,<br />

de metaalnijverheid en de<br />

energiesector, en spitste in <strong>2004</strong> zijn aandacht<br />

toe op de volgende projecten :<br />

‘In-HAM’ (Innovatiecentrum voor Huisvesting<br />

met Aangepaste Middelen) : deze<br />

vzw streeft naar een betere samenwerking<br />

met de industrie met het oog op het<br />

bedenken van duurzame en innovatieve<br />

oplossingen voor de problemen waarmee<br />

bejaarden en personen met beperkingen<br />

in hun dagdagelijkse omgeving geconfronteerd<br />

worden (www.in-ham.be)<br />

‘MATS’ (Flexible Mechatronic Assistive<br />

Technology System to support persons<br />

with special needs in all their living and<br />

working environments) : het hoofddoel<br />

van dit Europese project is het uitdenken,<br />

ontwikkelen en produceren van<br />

een prototypeversie van een huisrobot<br />

die het werk en het leven thuis aanzienlijk<br />

vergemakkelijkt<br />

‘Technologische innovatie in de zorgsector.<br />

Noden van de zorgsector, aanbod<br />

en onderlinge samenwerking in de<br />

elektronica- en automatisatie-industrie’ :<br />

dit project beoogt de ontwikkeling van<br />

innovatieve oplossingen door de industriële<br />

partners in contact te brengen met<br />

de zorgsector.<br />

Daarnaast participeerde BCDI in de volgende<br />

evenementen :<br />

50 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Samenwerking met derden


organisatie van een workshop over ‘Intelligent<br />

and Responsive Buildings’ tijdens<br />

het CIB-wereldcongres te Toronto<br />

sponsoring van het ‘Net-Athome’-congres<br />

dat plaatsvond te Nice.<br />

COBOMEDIA<br />

CoboMedia heeft<br />

tot doel het contact<br />

met de bouwsector<br />

te verbeteren<br />

door het gebruik<br />

van alle mogelijke<br />

media. In <strong>2004</strong> werden in dit opzicht<br />

verschillende succesrijke initiatieven<br />

ondernomen, zoals studiedagen over<br />

houtskeletbouw, HVAC, de berekening<br />

van schoringen, projectbeheer, gietvloeren,<br />

inbraakbeveiliging, de Eurocodes en<br />

het werfleiderschap (www.cobomedia.be).<br />

Door de organisatie van overlegvergaderingen<br />

met alle bouwprofessionelen is<br />

het CoboMedia-programma perfect afgestemd<br />

op de noden van de sector. De<br />

meeste studiedagen of cursussen worden<br />

samen ingericht met de Confederatie<br />

Bouw, Nacebo (BouwUnie), BEVAD, TI-<br />

KVIV, Cevora, FABI, de FOD Mobiliteit en<br />

Vervoer, UBIC, …<br />

ORGANISATIE VOOR DUURZAME<br />

ENERGIE – VLAANDEREN (ODE-<br />

VLAANDEREN)<br />

Dit koepelverband<br />

tussen enkele Vlaamse wetenschappelijke<br />

instellingen, organisaties en bedrijven<br />

(www.ode.be) streeft naar de bevordering<br />

van de toepassing van hernieuwbare<br />

energie door informatieverspreiding<br />

en netwerking. De mogelijkheden die geboden<br />

worden door deze duurzame energiebronnen<br />

mogen immers – ook in de<br />

bouwsector – niet onderschat worden. Het<br />

<strong>WTCB</strong> neemt momenteel het voorzitterschap<br />

van deze vzw waar.<br />

BELGIAN CONSTRUCTION CERTI-<br />

FICATION ASSOCIATION (BCCA)<br />

Sedert 1992 profileert de<br />

door het <strong>WTCB</strong> en SECO<br />

opgerichte vzw BCCA zich<br />

als leider voor de certificatie<br />

in de Belgische bouwsector<br />

(www.bcca.be). BCCA<br />

De vzw werd door het BELCERT-bureau<br />

van de Federale Overheidsdienst Economie<br />

geaccrediteerd, en dit zowel voor<br />

producten als voor systemen voor het<br />

beheer van kwaliteit (ISO 9001), veiligheid<br />

(VCA) en milieu (ISO 14001).<br />

Inzake systemen voor kwaliteitszorg stellen<br />

meer dan 250 ondernemingen, waaronder<br />

studie- en architectenbureaus, hun<br />

vertrouwen in BCCA.<br />

Op het vlak van productcertificering legt de<br />

CE-markering, gekoppeld aan de nieuwe<br />

geharmoniseerde EN-normen, voor de<br />

meeste bouwproducten eisen op aan de<br />

producenten die verband houden met de<br />

beheersing van de productie (FPC = Factory<br />

Production Control), afgezien van de<br />

eisen voor het product zelf.<br />

De certificatie van personen werd ingesteld<br />

voor moeilijk te controleren activiteiten,<br />

waarbij een goede uitvoering grote<br />

vakbekwaamheid vereist.<br />

RECYWALL<br />

Recywall is<br />

een economischsamenwerkingsverband<br />

RECYWALL<br />

GROUPEMENT DE CENTRES D’EXPERTISE<br />

POUR LE RECYCLAGE DES DECHETS GIE<br />

dat tegenwoordig acht sectorale onderzoekscentra<br />

groepeert : CoRI (Coatings<br />

Research Institute), CWOBKN (Centrum<br />

voor Wetenschappelijk Onderzoek van de<br />

Belgische Keramische Nijverheid), WTCM<br />

(Wetenschappelijk en Technisch Centrum<br />

voor de Metaalnijverheid), OCW (Opzoekingscentrum<br />

voor de Wegenbouw),<br />

<strong>WTCB</strong>, Centexbel (Wetenschappelijk en<br />

Technisch Centrum voor de Belgische<br />

Textielindustrie), TCHN (Technisch Centrum<br />

der Houtnijverheid) en CTP (Centre<br />

Terre et Pierre).<br />

Binnen Recywall verzekert een ingenieur<br />

voltijds de Technologische Adviseerdienst<br />

inzake recyclage. Deze heeft tot taak industriëlen<br />

bij te staan die het afval of de<br />

secundaire producten die voortkomen uit<br />

het productieproces op een zo milieuvriendelijk<br />

mogelijke manier wensen te<br />

valoriseren. Het <strong>WTCB</strong> was in dit opzicht<br />

verantwoordelijk voor de verspreiding van<br />

een methodologische gids voor de evaluatie<br />

van de milieu-impact van industriële<br />

bouwplaatsen, die het resultaat was van<br />

een door de DGRNE aan Recywall toevertrouwde<br />

studie (www.recywall.be).<br />

TRAITEMENT DES DÉCHETS DE LA<br />

CONSTRUCTION EN WALLONIE<br />

(TRADECOWALL)<br />

Tradecowall<br />

(www.tradecowall.be) is een samenwerkende<br />

vennootschap die meer dan 15 jaar<br />

geleden werd opgericht in opdracht van<br />

de beroepsvereniging, naar aanleiding<br />

van een brancheakkoord met de Waalse<br />

regering.<br />

Aanvankelijk lag de nadruk op het betere<br />

beheer van grond en inert afval, en dan<br />

vooral via stortplaatsen voor bouwafval.<br />

Als gevolg van de evolutie van de milieupolitiek<br />

in het Waalse Gewest en van de<br />

hieruit voortvloeiende reglementering<br />

spitst de vennootschap zijn activiteiten<br />

momenteel toe op de verschillende centra<br />

voor de behandeling van inert afval in<br />

Wallonië (behalve in Luxemburg). Dit gebeurt<br />

via bedrijven waarin zowel medewerkers<br />

van de overheid, bouwbedrijven<br />

als industriëlen vertegenwoordigd zijn.<br />

Tradecowall neemt eveneens het beheer<br />

van een aantal stortplaatsen voor grond<br />

voor zijn rekening, met name in Gembloux,<br />

Gosselies, Spiennes en Aisemont<br />

en verzorgt de organisatie van het Technisch<br />

Comité van het Brancheakkoord,<br />

dat via verschillende werkgroepen streeft<br />

naar de toepassing ervan. Dit gebeurt<br />

onder meer door de aanpassing van de<br />

officiële Waalse documenten (wetten en<br />

bestekken) en door specifieke studies.<br />

Tenslotte bereidt de vennootschap de oprichting<br />

van een recyclagecentrum voor<br />

vervuilde grond voor, in samenwerking<br />

met een gespecialiseerd bedrijf.<br />

CENTRE D’INNOVATION WALLON POUR<br />

LA CONSTRUCTION (CIWACO)<br />

CIWACO werd op<br />

30 mei 2000 opgericht<br />

op initiatief<br />

van het <strong>WTCB</strong> en<br />

de CCW. Het doel<br />

van deze vzw is het bevorderen van de<br />

innovatie in het Waalse Gewest ten gunste<br />

van alle bouwpartners, voornamelijk<br />

door collectief onderzoek.<br />

Zo ondersteunde CIWACO in <strong>2004</strong> het<br />

door de DGTRE gelanceerde project<br />

‘Construire avec l’énergie … naturellement’<br />

(Energiebewust bouwen … natuurlijk)<br />

dat de verbetering van de energieprestaties<br />

van nieuwe gebouwen nastreeft.<br />

Sedert juni <strong>2004</strong> verleent CIWACO eveneens<br />

zijn medewerking aan het project<br />

ECO-Habitat, dat kadert binnen het programma<br />

‘INTERREG III France-Wallonie’.<br />

In de schoot van het Europees Sociaal<br />

Fonds werkte CIWACO tevens mee aan<br />

de projecten CODUFORM-KMO, TECO-<br />

SYS en INSERECO (Equal).<br />

Tenslotte werden drie werkgroepen opgericht<br />

binnen het <strong>WTCB</strong> die hun werkzaamheden<br />

respectievelijk toespitsen op digitale<br />

bouwdetails, de oplossing van problemen<br />

op de bouwplaats met behulp van<br />

on line-beelden en de ontwikkeling en beproeving<br />

van een e-learningmodule. n<br />

51 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Samenwerking met derden


Technische Comités<br />

Bouwen is een erg complexe activiteit waarbij diverse bouwvakken een specifieke taak voor<br />

hun rekening nemen, maar toch ook moeten samenwerken op dezelfde bouwplaats. Om te<br />

beantwoorden aan hun bijzondere noden, heeft het <strong>WTCB</strong> voor elk ervan een Technisch<br />

Comité (TC) opgericht. Typisch voor de werking van de Technische Comités van het Centrum<br />

is dat ze een echte schakel vormen tussen de onderzoekers en de bouwprofessionelen. De<br />

bouwondernemingen zijn rechtstreeks vertegenwoordigd in de Technische Comités, waarbij ze<br />

kunnen rekenen op de steun van door het <strong>WTCB</strong> aangeduide ingenieurs-animatoren. Deze<br />

benadering, die tot over onze landsgrenzen belangstelling opwekt, zorgt ervoor dat onze<br />

onderzoeksactiviteiten zo nauw mogelijk aansluiten bij de noden van de sector. Ook op het<br />

vlak van informatieverspreiding spelen deze Comités een belangrijke rol. De TV, die doorgaans<br />

opgevat zijn als leidraden voor de goede uitvoering, worden immers opgesteld door werkgroepen,<br />

die in het algemeen opgericht worden op het initiatief van een of meerdere Comités.<br />

Ruwbouw<br />

voorzitter M. Le Begge<br />

ingenieurs-animatoren J. Venstermans, N. Huybrechts<br />

Verwarming en klimaatregeling<br />

voorzitter G. Ledoyen<br />

ingenieurs-animatoren K. De Cuyper, J. Schietecat<br />

Schilderwerk, soepele muur- en vloerbekledingen<br />

voorzitter J. Meuleman<br />

ingenieurs-animatoren V. Pollet, C. Callandt<br />

Harde muur- en vloerbekledingen<br />

voorzitters H. Bonnet, W. Pardon a.i.<br />

ingenieur-animator F. de Barquin<br />

Glaswerken<br />

voorzitters J.P. Quarante (tot april), D. Adams<br />

ingenieurs-animatoren P. Steenhoudt, C. Decaesstecker (tot november),<br />

V. Detremmerie<br />

Dichtingswerken<br />

voorzitter F. Louwers<br />

ingenieurs-animatoren L. Van de Vel, P. Vitse<br />

52 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Technische Comités


Dakbedekkingen<br />

voorzitter G. Pierrard<br />

ingenieurs-animatoren F. Dobbels, D. Nicaise<br />

Sanitaire en industriële loodgieterij, gasinstallaties,<br />

metalen dakbedekkingen<br />

voorzitter A. Dooms<br />

ingenieur-animator K. De Cuyper<br />

Schrijnwerken<br />

voorzitters L. Pype, M. Collignon<br />

ingenieurs-animatoren C. Decaesstecker (tot november), B. Michaux,<br />

Y. Martin<br />

Plafonneer- en voegwerken<br />

voorzitters R. Rapaille (tot oktober), J. Van Den Putte<br />

ingenieur-animator Y. Grégoire<br />

Steen en marmer<br />

voorzitter H. Vanderlinden<br />

ingenieur-animator F. de Barquin<br />

Akoestiek<br />

voorzitter J.P. Berlaimont<br />

ingenieur-animator B. Ingelaere<br />

Hygrothermie<br />

voorzitter J.P. Berlaimont<br />

ingenieur-animator P. Wouters<br />

Bedrijfsbeheer<br />

voorzitter R. De Backer<br />

ingenieurs-animatoren J. De Wit, D. Pirlot<br />

FAB – <strong>WTCB</strong> (architecten)<br />

voorzitter C. Dupont<br />

ir.-arch.-animator P. Vitse<br />

<strong>WTCB</strong>-Kwaliteit<br />

voorzitter R. Declerck<br />

ingenieur-animator P. Gosselin<br />

53 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Technische Comités


Financiën<br />

Aangesloten leden<br />

De grafiek hieronder geeft de evolutie<br />

van het aantal sinds 1995 aangesloten<br />

leden weer, telkens per 31 december.<br />

Hun aantal groeide tijdens het jongste<br />

decennium aan met 12,83 %, tot meer<br />

dan 67.700.<br />

70.000<br />

60.000<br />

50.000<br />

40.000<br />

30.000<br />

20.000<br />

Evolutie van de opbrengsten en uitgaven<br />

De grafieken die op de volgende pagina<br />

staan afgedrukt, illustreren de evolutie<br />

van de verschillende opbrengsten en uitgaven<br />

in verhouding tot het totaal.<br />

Rekening houdend met de index bedraagt<br />

de verhoging van de geïnde bijdragen<br />

over deze periode 19,81 %.<br />

Evolutie van het aantal aangesloten leden<br />

1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 <strong>2004</strong><br />

Hieruit blijkt dat de bijdragen van de<br />

leden om en bij de 60 % bedragen. De<br />

personeelskosten – de belangrijkste post<br />

der uitgaven – schommelden de jongste<br />

drie jaar tussen 61 % en 64 %.<br />

Een balans vormt als het ware<br />

een foto van een bedrijf. Deze<br />

geeft namelijk een getrouw beeld<br />

van zijn financiële gezondheid op<br />

een welbepaald ogenblik.<br />

In vergelijking met de totale opbrengsten<br />

evolueerde het deel der bijdragen over de<br />

voorbije tien jaar van 62,36 % tot 57,03 %.<br />

54 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Financiën<br />

Totaal<br />

Eenmanszaken<br />

Onderworpen aan RSZ<br />

Gedurende dezelfde periode steeg het<br />

totaal van de resultatenrekening met<br />

17 %. Lettend op de inflatie is deze<br />

verhoging te herleiden tot 11 %, hetzij<br />

ongeveer 3,6 % per jaar.


% van het totaal<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

bijdragen<br />

Evolutie van de opbrengsten Evolutie van de uitgaven<br />

onderzoek<br />

2002 2003 <strong>2004</strong><br />

ontwikkeling<br />

Bestemming van de uitgaven<br />

Onderstaande taartdiagrammen illustreren<br />

in grote lijnen waaraan de uitgaven<br />

van het <strong>WTCB</strong> worden besteed. Zo krijgt<br />

de lezer een beter inzicht in hun bestemming,<br />

respectievelijk vóór en na de verdeling<br />

der structuurkosten.<br />

De structuurkosten vertegenwoordigen<br />

22,96 % van de totale kosten en omvatten<br />

:<br />

de kosten die verband houden met de<br />

gebouwen<br />

de kosten voor de uitrustingen<br />

de installatiekosten<br />

de administratieve kosten.<br />

diensten<br />

andere<br />

55 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Financiën<br />

% van het totaal<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

goederen<br />

De post ‘Andere kosten’ stelt de uitgaven<br />

voor die geen betrekking hebben op de<br />

eigenlijke exploitatie van het Centrum.<br />

Het gaat hier bijvoorbeeld om :<br />

de financiële kosten<br />

de uitgaven die werden aangegaan<br />

voor aanverwante instellingen<br />

de kosten voor de inning van de bijdragen.<br />

Na verdeling van de structuurkosten aan<br />

de hand van de geregistreerde werkelijke<br />

prestaties van het personeel, stellen<br />

we vast dat 70,95 % van de uitgaven<br />

naar Onderzoek en Ontwikkeling gaan.<br />

2002 2003 <strong>2004</strong><br />

leveringen<br />

personeel<br />

andere<br />

Deze post omvat ook de werkingskosten<br />

van de Technische Comités en uitgaven<br />

voor de vertegenwoordiging bij nationale<br />

en internationale instellingen.<br />

De kosten voor directe hulp aan de bouwsector<br />

bedragen 17,49 % van het totaal.<br />

Het gaat hier meer bepaald om kosten<br />

voor :<br />

de permanente vorming<br />

de publicaties<br />

het verstrekken van technisch advies<br />

het beheer en gebruik van de databanken.<br />

n<br />

Vóór de verdeling der structuurkosten (in %) Na de verdeling der structuurkosten (in %)<br />

Onderzoek en<br />

Ontwikkeling :<br />

53,90<br />

Directe hulp<br />

aan de sector :<br />

12,71<br />

Andere<br />

kosten :<br />

10,42<br />

Structuurkosten :<br />

22,96<br />

Directe hulp<br />

aan de sector :<br />

17,49<br />

Andere<br />

kosten :<br />

11,56<br />

Onderzoek en<br />

Ontwikkeling :<br />

70,95


Personeel<br />

Om het onderzoeks- en ontwikkelingswerk<br />

tot een goed einde te brengen en<br />

de resultaten ervan efficiënt naar de<br />

bouwprofessionelen (en dan vooral naar<br />

de aannemers) te verspreiden, kan het<br />

<strong>WTCB</strong> rekenen op de professionele bekwaamheid<br />

en ruime inzetbaarheid van<br />

zijn personeel. Het personeelsbestand,<br />

dat de jongste jaren gestaag gestegen is<br />

(zie grafiek hiernaast), heeft zich aangepast<br />

aan de noden van de sector, die<br />

steeds specifieker worden. Het aantal<br />

werknemers van de afdelingen, diensten<br />

en laboratoria die instaan voor de uitvoering<br />

van de hoofdtaken van het <strong>WTCB</strong>,<br />

werd daarom aangevuld en bedroeg in<br />

<strong>2004</strong> zo’n 205 personen.<br />

De actuele thema’s ‘Energie & Binnenklimaat’<br />

en ‘Duurzame ontwikkeling’ maakten<br />

in <strong>2004</strong> resp. 14 % en 10 % van de<br />

activiteiten van het personeel uit. Beton<br />

is in constante evolutie en vormde het<br />

onderwerp van een groot aantal onderzoekingen,<br />

waarvoor een beroep gedaan<br />

werd op meer dan 10 % van de <strong>WTCB</strong>medewerkers.<br />

Ook voor de thema’s ‘Structuren’<br />

en ‘Muur- & vloerbekledingen’ kon<br />

gerekend worden op de inzet van meer<br />

dan 20 % van de ingenieurs en technici.<br />

Zonder een doel op zich te zijn, worden<br />

de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën<br />

almaar belangrijker voor de<br />

bouwprofessionelen, vooral met het oog<br />

op informatie. Daar informatieverspreiding<br />

een van de doelen van het <strong>WTCB</strong> is, is<br />

een groot deel van zijn werkzaamheden<br />

hierop toegespitst. n<br />

Aantal medewerkers<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

%<br />

16<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

Zonder menselijk potentieel kan<br />

een instituut nooit op een correcte<br />

manier zijn opdracht vervullen.<br />

Dit geldt des te meer<br />

indien het ten dienste staat van<br />

een erg gevarieerde industriële<br />

sector, zoals de bouwsector. De<br />

professionele bekwaamheid en de<br />

ruime inzetbaarheid van het<br />

<strong>WTCB</strong>-personeel hebben ertoe<br />

geleid dat het Centrum uitgegroeid<br />

is tot een van de meest<br />

toonaangevende organismen van<br />

de bouwsector.<br />

Evolutie van het personeelsbestand over de periode 1994-<strong>2004</strong><br />

154 158 162 158<br />

1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 <strong>2004</strong><br />

Geotechniek & Structuren<br />

Interventiedomeinen in <strong>2004</strong><br />

Technici<br />

Onderzoekers en Ingenieurs Technisch Advies<br />

56 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Personeel<br />

Beton & Betonconstructies<br />

Metselwerk<br />

Daken<br />

170 178 184 183<br />

Schrijnwerk & Glaswerk<br />

Muur- en vloerbekledingen<br />

Akoestisch comfort<br />

Energie & Binnenklimaat<br />

191 199<br />

Technische uitrustingen<br />

Duurzame ontwikkeling & Renovatie<br />

205<br />

Informatie- en communicatietechnologieën


Statutaire organen<br />

Tijdens de vergadering van de Algemene Raad van het <strong>WTCB</strong> op 27 april <strong>2004</strong> werd de samenstelling van de Algemene Raad<br />

en van het Vast Comité als volgt goedgekeurd :<br />

Algemene Raad<br />

Voorzitter Rob Lenaers<br />

Vice-voorzitters Jean-Pierre Coirbay, André Dherte, Vincent Favier<br />

Honoraire voorzitters Paul Willemen, Edmond Goes<br />

Leden aangeduid door de Franz Armand, Robert Brams, Pierre Crabbe, Dario Dalla Valle, Roland Debruyne,<br />

Confederatie Bouw Jacques De Meester, Robert de Mûelenaere, Joseph Devilers, André Dherte,<br />

Pierre Driesen, Staf Drooghmans, Lionel Eeckhout, Etienne Fleurinck, Jean-<br />

Louis Henry, Maximilien Le Begge, Gaston Ledoyen, Marc Lefebvre, Joos Louage,<br />

Frank Louwers, Jacques Matagne, Jan Meuleman, Léopold Ninnin, Willem Pardon,<br />

Clément Pauwels, José Perard, Leo Pype, Fernand Rossey, Michel Schwanen,<br />

Thierry Toussaint, Gustaaf Van Den Borne, Henri Vanderlinden<br />

Gecoöpteerde leden Daniël Craet, Vincent Favier, Yves Pianet, Leon-Jozef Vancauwenberghe,<br />

Karel Van Eetvelt, Bruno Zanardini<br />

Lid aangeduid door het VBO Jean-Pierre Coirbay<br />

Leden aangeduid door de FOD Economie, Georges Allo, Gilbert De Neve<br />

KMO, Middenstand en Energie<br />

Leden aangeduid door Dirk Otte, Leo Van De Loock<br />

het Vlaamse Gewest<br />

Lid aangeduid door het Alain Broes<br />

Brussels Hoofdstedelijk Gewest<br />

Lid aangeduid door het Waalse Gewest Pierre Villers<br />

Leden aangeduid door de Luc De Groote (†), Patrick Franceus, Jean-Pierre Gheysen, Bart Henckaerts,<br />

werknemersorganisaties<br />

André Simon<br />

Verificateurs der rekeningen Staf Drooghmans, Georges Magis<br />

Vast Comité<br />

Commissaris Jules Roebben<br />

Voorzitter Rob Lenaers<br />

Vice-voorzitters Jean-Pierre Coirbay, André Dherte, Vincent Favier<br />

Leden Georges Allo, Gérard Apruzzese, Dirk Cordeel, Jacques De Meester,<br />

Robert de Mûelenaere, Bart Henckaerts, Joos Louage, Frank Louwers,<br />

Karel Van Eetvelt<br />

Waarnemers Dirk Otte, Pierre Villers<br />

57 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Statutaire Comités organen techniques


Carlo De Pauw Directeur-Generaal<br />

Alain Billiet Secretaris-Generaal<br />

Jan Venstermans Directeur Onderzoek<br />

Frans Henderieckx (†) Directeur Ontwikkeling en Innovatie<br />

Michel Wagneur Directeur Informatie<br />

Paul Carion Hoofd van het Departement Financiën<br />

Philippe Gosselin Hoofd van het Departement Kwaliteit Onderzoek<br />

Johan Vyncke Hoofd van het Departement Geotechniek en Structuren,<br />

waarnemend Hoofd van het Departement Materialen,<br />

Technologie en Milieu<br />

Peter Wouters Hoofd van het Departement Bouwfysica en Uitrustingen<br />

Verantwoordelijk uitgever : Carlo De Pauw<br />

D/2005/0611/02

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!