jaarverslag 2004 - WTCB
jaarverslag 2004 - WTCB
jaarverslag 2004 - WTCB
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Jaarverslag <strong>2004</strong><br />
WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH CENTRUM VOOR HET BOUWBEDRIJF<br />
INHOUD<br />
De toekomst is al begonnen ... 3<br />
Evenementen 4<br />
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie 5<br />
Inleiding 5<br />
Geotechniek & Structuren 6<br />
Beton & Betonconstructies 10<br />
Metselwerk 14<br />
Daken 18<br />
Schrijnwerk & Glaswerk 22<br />
Muur- en vloerbekledingen 26<br />
Duurzame ontwikkeling & Renovatie 30<br />
Energie & Binnenklimaat 34<br />
Akoestisch comfort 38<br />
Technische uitrustingen 42<br />
Informatie- en communicatietechnologieën 46<br />
Europa en de bouw 48<br />
Samenwerking met derden 50<br />
Technische Comités 52<br />
Financiën 54<br />
Personeel 56<br />
Statutaire organen 57<br />
Directie & Staff 60
3 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong><br />
De toekomst is al<br />
begonnen …<br />
De toekomst wordt vaak overroepen, maar ook altijd onderschat. Bij de<br />
opkomst van de kunststoffen enkele decennia geleden stelden de meest<br />
enthousiaste voorstanders zich bijvoorbeeld reeds woningen voor die<br />
volledig uit kunststof opgebouwd waren, zodat ze zowel vanbinnen als<br />
vanbuiten zouden kunnen gereinigd worden met de tuinslang. Vandaag<br />
de dag stellen we echter vast dat niet alles uit kunststof bestaat, maar<br />
dat wel overal kunststof in zit. Het materiaal is aanwezig, maar niet in<br />
de vorm die werd voorspeld.<br />
Zowat elke tien jaar duikt het begrip ‘stad van de toekomst’ op. Dat die<br />
toekomst altijd overroepen en onderschat wordt, blijkt duidelijk als we<br />
terugkijken naar de plannen van de wetenschappers en stedenbouwkundigen<br />
uit het begin van de 20 e eeuw en de jaren daarna : hoewel deze<br />
plannen zeer ernstig bedoeld waren, werken ze nu op de lachspieren.<br />
Maar zo werkt innovatie : er is geen vooruitgang mogelijk zonder visionaire<br />
durf.<br />
Nu zijn we op weg naar de nanotechnologie, de ruimte en de ontmoeting<br />
tussen bit en atoom. De rol van de communicatie- en informatietechnologie<br />
wordt hierbij steeds belangrijker. Zo vindt de virtuele realiteit meer<br />
en meer ingang en laat ons de gebouwen bezoeken nog vóór ze opgericht<br />
zijn. Van de mogelijkheden die daar liggen te wachten, zien we nog maar<br />
het begin.<br />
Wij weten vandaag niet hoe de realisering van onze plannen voor de<br />
constructies van de toekomst er over 50 of 100 jaar in werkelijkheid zal<br />
uitzien. Deze zullen zeker overroepen zijn, maar tegelijk ook onderschat.<br />
Carlo DE PAUW, ir.<br />
Directeur-Generaal<br />
We staan er niet altijd bij<br />
stil, maar morgen is de<br />
eerste dag van de toekomst.<br />
Wat deze toekomst de<br />
bouwsector brengen zal op<br />
het vlak van innovatie,<br />
weten we niet. Naar de<br />
ontwikkelingen op zeer<br />
korte termijn kunnen we<br />
echter wel gissen of er<br />
voorspellingen over lanceren<br />
met aan zekerheid<br />
grenzende waarschijnlijkheid.<br />
Verder kijken naar<br />
2010, 2020 en 2030 wordt<br />
daarentegen al moeilijker.<br />
Toch wordt er op Europees<br />
niveau volop gewerkt aan<br />
de ontwikkeling van dergelijke<br />
toekomstvisies op de<br />
bouw, via het initiatief<br />
‘Vision 2030’.
Evenementen<br />
Februari <strong>2004</strong> : een nieuwe informatiestrategie<br />
ziet het licht<br />
Het <strong>WTCB</strong> ontwikkelde een nieuwe strategie<br />
voor de informatieverspreiding, die<br />
steunt op een volledig vernieuwde website.<br />
Deze heeft tot doel :<br />
de permanente (en voor aannemers<br />
kosteloze) beschikbaarheid van technische<br />
informatie te waarborgen<br />
een werkinstrument voor te stellen dat<br />
aangepast is aan de gediversifieerde<br />
noden van de bouwprofessionelen<br />
een hulpmiddel te vormen bij het zoeken<br />
naar technische informatie, of deze<br />
nu beschikbaar is op de website, in de<br />
<strong>WTCB</strong>-bibliotheek of elders.<br />
<strong>WTCB</strong>-Contact, dat gratis opgestuurd<br />
wordt naar alle bouwbedrijven, bevat bondige<br />
en praktische artikels, samenvattingen<br />
of uittreksels uit langere artikels, die<br />
in elektronisch formaat kunnen geconsulteerd<br />
worden via de <strong>WTCB</strong>-website.<br />
Maart <strong>2004</strong> : studiedag ‘Innovatie en<br />
inclusieve huisvesting’<br />
De Technische Comités en werkgroepen<br />
van het <strong>WTCB</strong> sturen het bouwonderzoek.<br />
Ze bestaan uit bouwprofessionelen die als<br />
het ware de spreekbuis van de aannemers<br />
vormen bij onze onderzoekers. <strong>WTCB</strong>voorzitter<br />
Rob Lenaers nam het initiatief<br />
deze organen regelmatig samen te brengen<br />
via een interdisciplinair forum, gewijd<br />
aan innovatie in de bouw, om zo de noden<br />
van de gebruikers op te sporen en<br />
mogelijke antwoorden te definiëren.<br />
Tijdens de studiedag ‘Innovatie en inclusieve<br />
huisvesting’, die op 16 maart <strong>2004</strong><br />
door het <strong>WTCB</strong> georganiseerd werd te<br />
Gits, in samenwerking met de vzw In-HAM<br />
(Innovatiecentrum voor Huisvesting met<br />
Aangepaste Middelen), werd duidelijk dat<br />
de bouwsector een belangrijke rol kan<br />
spelen bij de ontwikkeling van een bebouwde<br />
omgeving die ook voor ouderen<br />
en/of personen met beperkingen toegankelijk<br />
is.<br />
Juni <strong>2004</strong> : positieve rol van Centra<br />
De Groote herbevestigd<br />
Op 21 juni <strong>2004</strong> kreeg het proefstation te<br />
Limelette het bezoek van Fientje Moerman,<br />
op dat ogenblik Federaal Minister<br />
van Economie. Zij verklaarde een erg positieve<br />
indruk te hebben overgehouden<br />
aan de voorstelling van de laboratoria en<br />
de andere <strong>WTCB</strong>-activiteiten, en over-<br />
Minister F. Moerman bezoekt het proefstation<br />
in het gezelschap van C. De Pauw,<br />
directeur-generaal van het <strong>WTCB</strong>.<br />
Om nog beter te kunnen voldoen<br />
aan een van zijn voornaamste<br />
taken, met name het ten dienste<br />
stellen van de vruchten van zijn<br />
werkzaamheden van de volledige<br />
bouwsector, werd het jaar <strong>2004</strong><br />
binnen het <strong>WTCB</strong> in het teken<br />
van de Communicatie geplaatst.<br />
R. Lenaers benadrukt het belang van<br />
vorming in de sector.<br />
tuigd te zijn van de belangrijke rol die de<br />
Centra De Groote te vervullen hebben ten<br />
overstaan van de sectoren die zij vertegenwoordigen.<br />
September <strong>2004</strong> : ICT, een meerwaarde<br />
voor de bouwsector<br />
In aansluiting op de eerste interdisciplinaire<br />
studiedag over innovatie, gewijd aan<br />
de toegankelijkheid van woningen, ontvingen<br />
de Moulins de Beez op 17 september<br />
<strong>2004</strong> de leden van de Technische<br />
Comités en werkgroepen van het <strong>WTCB</strong><br />
voor een forum omtrent de evolutie van<br />
de informatie- en communicatietechnologieën<br />
(ICT) in de bouwsector. Tijdens dit<br />
evenement benadrukte Rob Lenaers de<br />
noodzaak van vorming in de sector en<br />
wees hij op het belang van de studies en<br />
adviseerdiensten van het <strong>WTCB</strong> (gesubsidieerd<br />
door de federale en gewestelijke<br />
overheden) bij het aanreiken van praktische<br />
oplossingen voor de almaar complexere<br />
informatiestroom. n<br />
4 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Evenementen
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />
Inleiding<br />
Gelet op het succes van <strong>WTCB</strong>-Contact<br />
werd ook het Jaarverslag in een nieuw<br />
kleedje gestoken. Het herneemt de basisprincipes<br />
van voornoemd magazine en<br />
wordt inhoudelijk verrijkt door een projectendatabank<br />
die consulteerbaar is via<br />
de <strong>WTCB</strong>-website (www.wtcb.be). De<br />
gedrukte versie van het Jaarverslag biedt<br />
een beknopt overzicht van de voornaamste<br />
activiteiten van het Centrum.<br />
Om nauwer aan te sluiten bij het specifieke<br />
karakter van elk bouwvak werd het<br />
Jaarverslag opgesplitst in verschillende<br />
thema’s met telkens een samenvatting<br />
van de gevoerde acties.<br />
COLLECTIEF ONDERZOEK EN ONT-<br />
WIKKELING<br />
Het leidt geen twijfel dat de invoering van<br />
innovatieve technieken in een bedrijf van<br />
vitaal belang is. Deze taak wordt echter<br />
bemoeilijkt door het grote aantal betrokkenen<br />
en de fragmentering van het bouwproces.<br />
Het is precies in deze complexiteit<br />
dat de bestaansreden van het <strong>WTCB</strong><br />
schuilt. Om wetenschappelijk en technisch<br />
onderzoek voor zijn leden te voeren,<br />
beschikt het Centrum over een ruime<br />
infrastructuur en gekwalificeerde laboratoria.<br />
Deze zijn immers voor een honderdtal<br />
proeven geaccrediteerd door het bureau<br />
BELTEST van de FOD ‘Economie’.<br />
NORMALISERING, CERTIFICERING EN<br />
GOEDKEURING<br />
Omwille van de Europese eenmaking en<br />
de evolutie van de techniek wordt de Bel-<br />
gische bouwsector overspoeld door een<br />
groeiend aantal normen. In dit kader kunnen<br />
de bedrijven, en dan vooral de KMO,<br />
rekenen op de steun van de Normen-Antennes,<br />
die door de eerder vermelde FOD<br />
opgericht werden binnen de collectieve<br />
onderzoekscentra. Het <strong>WTCB</strong> verleent<br />
zijn medewerking aan instanties zoals de<br />
Belgische Unie voor de technische goedkeuring<br />
in de bouw (BUtgb) alsook aan<br />
pan-Europese goedkeuringsactiviteiten.<br />
Zo kan het bijdragen tot de ontwikkeling<br />
van de sector, door het definiëren van<br />
prestaties voor materialen en systemen.<br />
INFORMATIE, TECHNISCHE BIJSTAND<br />
EN INNOVATIESTEUN<br />
De opleiding van bouwprofessionelen en<br />
de technische bijstand vormen een aanvulling<br />
op de informatie, verspreid via de<br />
Tussenkomsten van de afdeling Technisch Advies in <strong>2004</strong>.<br />
12 %<br />
11 %<br />
30 %<br />
14 %<br />
Het Jaarverslag <strong>2004</strong> werd dit<br />
jaar opgevat volgens een nieuw<br />
concept dat in de lijn ligt van het<br />
magazine ‘<strong>WTCB</strong>-Contact’. De<br />
inhoud ervan wordt namelijk<br />
uitgediept op de <strong>WTCB</strong>-website<br />
(www.wtcb.be) die voor de gelegenheid<br />
werd aangevuld met een<br />
projectendatabank, waardoor het<br />
document nog beter aansluit bij<br />
de verschillende bouwvakken.<br />
publicaties en de website. Naast de Technologische<br />
Adviseerdiensten en de TIS,<br />
die gesubsidieerd worden door de Gewesten<br />
om de bedrijven op de hoogte te<br />
houden van de evolutie van de technieken<br />
en de materialen, hadden ook de ingenieurs<br />
van de afdeling Technisch Advies<br />
(ATA) de handen vol in <strong>2004</strong>. Onderstaand<br />
diagram is gebaseerd op de duizenden<br />
schriftelijke adviezen die in <strong>2004</strong><br />
werden verstrekt en geeft een goed beeld<br />
van de tussenkomsten van de ATA. Deze<br />
informatie wordt hierna aangevuld met<br />
een statistische verdeling van de vragen<br />
die gesteld werden in de voornaamste<br />
domeinen en geïllustreerd met voorbeelden<br />
van antwoorden.<br />
Lezers die meer informatie zouden wensen,<br />
kunnen terecht bij de projectendatabank<br />
op de website. n<br />
Muur- en vloerbekledingen<br />
Energie & Binnenklimaat<br />
Akoestisch comfort<br />
Technische uitrustingen<br />
Funderingen<br />
Beton<br />
Metselwerk<br />
Daken<br />
Schrijnwerk & Glaswerk<br />
5 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Inleiding<br />
13 %<br />
10 %<br />
5 %<br />
2 %<br />
3 %
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />
Geotechniek & Structuren<br />
De afdeling ‘Geotechniek & Structuren’<br />
van het <strong>WTCB</strong> is betrokken bij tal van<br />
projecten die verband houden met infrastructuurwerken<br />
en structuurwerken.<br />
Specifiek voor de activiteiten betreffende<br />
geotechniek wordt de sector de laatste<br />
jaren gekenmerkt door de snelle ontwikkeling<br />
van innoverende technieken en<br />
procédés. Dit is een gevolg van de opening<br />
van de grenzen van de Europese<br />
Unie, de toenemende concurrentie tussen<br />
de Belgische en buitenlandse bedrijven,<br />
de modernisering van de uitrustingen,<br />
de strengere eisen inzake kwaliteitscontrole,<br />
evenals de evolutie van de Europese<br />
normalisatie (en dan vooral van<br />
de Eurocode 7 ‘Geotechnisch ontwerp’,<br />
die eind <strong>2004</strong> van kracht werd).<br />
PRENORMATIEF ONDERZOEK<br />
Het <strong>WTCB</strong> speelt een belangrijke rol bij<br />
de versteviging en de uitbreiding van deze<br />
beweging en voerde vorig jaar in dit kader<br />
verschillende prenormatieve onderzoeksprojecten<br />
uit.<br />
VALORISATIE VAN STATISCHE PAALBELASTINGS-<br />
PROEVEN EN ONTWIKKELING VAN EEN GEHAR-<br />
MONISEERDE REKENMETHODE<br />
Dit onderzoek [A1] sluit aan bij twee eerder<br />
uitgevoerde prenormatieve projecten<br />
omtrent grondverdringende schroefpalen.<br />
De informatie die voortkwam uit de diverse<br />
proefcampagnes werd hierbij aangevuld<br />
met de resultaten van enkele we-<br />
tenschappelijke proefcampagnes uit het<br />
verleden, die op een uniforme manier geherinterpreteerd<br />
werden.<br />
Ter ondersteuning van voornoemde analyses<br />
voerden onze medewerkers een<br />
aantal statische belastingsproeven op<br />
modelpalen uit en werden er pogingen<br />
ondernomen om samen met Nederland<br />
en Frankrijk te komen tot een geharmoniseerde<br />
rekenmethode ter bepaling van het<br />
paaldraagvermogen (uitgaande van diepsonderingen).<br />
Het belangrijkste resultaat<br />
is de opstelling van de Belgische Nationale<br />
Bijlage van de Eurocode 7; de laatste<br />
draft ervan dateert van december <strong>2004</strong>.<br />
STABILITEIT VAN BOUWPUTTEN EN SLEUVEN<br />
De traditionele dimensioneringsmethoden<br />
voor tijdelijke bouwputten en sleuven houden<br />
geen rekening met de invloed van het<br />
water voor bodems die zich boven het<br />
grondwaterniveau bevinden en baseren<br />
Door de opening van de grenzen<br />
van de Europese Unie, de<br />
groeiende concurrentie tussen de<br />
bedrijven en de snelle evolutie<br />
van de uitrustingen, gebruikt bij<br />
de uitvoering van funderingswerken,<br />
is het geotechnische<br />
landschap in ons land erg veranderd.<br />
De sector wordt immers<br />
gekenmerkt door de snelle ontwikkeling<br />
van innoverende<br />
technieken en procédés.<br />
zich aldus op hypothesen die de grootste<br />
veiligheidsmarge waarborgen. Hierdoor<br />
zien aannemers zich genoodzaakt maatregelen<br />
te treffen die economisch moeilijk<br />
haalbaar zijn, of geen rekening te houden<br />
met de rekenresultaten, wat dan weer kan<br />
leiden tot een zekere instabiliteit met bewegingen<br />
van de bodem of verzakkingen<br />
tot gevolg. Het <strong>WTCB</strong> voert een onderzoek<br />
hieromtrent [A2] dat tot doel heeft praktische<br />
aanbevelingen op te stellen voor een<br />
voorafgaande evaluatie van de stabiliteit<br />
van tijdelijke bouwputten, die dichter aanleunt<br />
bij de realiteit.<br />
GRONDANKERS<br />
De laatste decennia werden verschillende<br />
nieuwe technieken ontwikkeld voor het<br />
verankeren van constructies (grondkeringen,<br />
methoden ter verhindering van het<br />
opdrijven van ondergrondse constructies,<br />
…). Dit onderzoek, verricht in samenwerking<br />
met de sector, streeft naar de<br />
Het <strong>WTCB</strong> voerde in <strong>2004</strong> verschillende statische paalbelastingsproeven uit.<br />
6 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek & Structuren
opstelling van een inventaris van de in<br />
België gangbare uitvoeringsmethoden<br />
voor grondankers [A3]. In dit kader zullen<br />
enkele omvangrijke proefcampagnes uitgevoerd<br />
worden, teneinde een rekenmethode<br />
uit te werken die de uitvoeringsparameters<br />
in aanmerking neemt.<br />
De resultaten van deze drie prenormatieve<br />
onderzoeksprojecten vormen een<br />
belangrijke input voor de opstelling van<br />
de Belgische Nationale Bijlage van de<br />
Eurocode 7. Deze werkzaamheden worden<br />
gecoördineerd door de afdeling ‘Geotechniek<br />
& Structuren’. De informatie die<br />
in voornoemde Nationale Bijlage kan opgenomen<br />
worden, is echter beperkt.<br />
Daarom werken onze ingenieurs momenteel<br />
aan de voorbereiding van een Technische<br />
Voorlichting die dienst zal doen<br />
als handleiding voor de toepassing van<br />
de Eurocode 7 in België.<br />
INFRASTRUCTUURWERKEN EN BEDRIJFSVLOEREN<br />
Binnen de verschillende activiteiten op het<br />
vlak van geotechniek en structuren, vormt<br />
het prenormatieve <strong>WTCB</strong>-onderzoek met<br />
betrekking tot de dimensionering van bedrijfsvloeren<br />
[A4] een perfect voorbeeld<br />
van een globale analyse van twee bijzondere<br />
domeinen, die gekenmerkt worden<br />
door hun sterke interactie. De stabiliteit van<br />
bedrijfsvloeren is immers niet enkel afhankelijk<br />
van een geschikte geotechnische<br />
studie, maar tevens van het optimale ontwerp<br />
(organische berekening) ervan.<br />
Naast de stabiliteitsaspecten moeten ook<br />
de afschuifkarakteristieken, de duurzaamheid<br />
van het materiaal, … gecontroleerd<br />
worden om de gebruiksveiligheid van dit<br />
type constructies te waarborgen.<br />
Dankzij dit onderzoek kon de invloed van<br />
het type ondergrond (gestabiliseerd zand,<br />
steenslag of PE-film), van de wapening<br />
(staalvezels of netwapening) en van de<br />
dikte van de vloerplaat op het ontstaan<br />
van verhinderde krimpscheuren en curling<br />
bepaald worden.<br />
De aldus verzamelde informatie zal gebruikt<br />
worden bij de opstelling van een<br />
nieuwe Technische Voorlichting, gewijd<br />
aan de dimensionering van bedrijfsvloeren<br />
op de volle grond, ter aanvulling van<br />
TV 204.<br />
HOUT-BETONVLOEREN<br />
In <strong>2004</strong> werkte het <strong>WTCB</strong> volop verder aan<br />
het onderzoek van hout-betonvloeren [A5].<br />
In dit kader spitste de afdeling ‘Geotechniek<br />
& Structuren’, samen met andere<br />
afdelingen van het Centrum, haar aandacht<br />
toe op de mechanische buigsterkte<br />
van dit vloertype, dat vooral in de renovatiesector<br />
een groeiend succes kent.<br />
Het <strong>WTCB</strong> onderzocht de invloed van<br />
verschillende parameters op het ontstaan<br />
van verhinderde krimpscheuren.<br />
Daarnaast werden ook het akoestische<br />
comfort en het trillingsgedrag ervan geanalyseerd.<br />
Dit heeft geleid tot een multidisciplinaire<br />
prenormatieve studie (die<br />
trouwens volgend jaar zal voortgezet worden),<br />
waarmee het mogelijk was de invloed<br />
van verschillende aspecten op de<br />
vloerprestaties aan te tonen : het type<br />
verbindingsstuk, de geometrie van de<br />
constructie, het gebruikte beton- en dekvloertype,<br />
…<br />
LABORATORIUM ‘STRUCTUREN’<br />
De activiteiten van het laboratorium ‘Structuren’<br />
zijn vooral gericht op de ontwikkeling<br />
van producten en de certificering op<br />
het vlak van geotechniek en structuren.<br />
Dit laboratorium beschikt sinds <strong>2004</strong> over<br />
een BELTEST-accreditatie voor de uitvoering<br />
van buigproeven op staalvezelversterkt<br />
beton en verricht sterkteproeven op<br />
materialen en constructies. Dit gebeurt<br />
zowel in het kader van onderzoek als in<br />
het kader van ontwikkelingsactiviteiten,<br />
ten bate van aannemers en fabrikanten<br />
(bv. in het domein van dekvloeren, glas,<br />
beton, hout of metselwerk).<br />
In het laboratorium is eveneens de nodige<br />
uitrusting voorhanden voor de uitvoering<br />
van tamelijk grootschalige proeven :<br />
verschillende servo-hydraulische vijzels<br />
van 250 kN, een pers van 4000 kN, uiterst<br />
nauwkeurige sensoren en een doeltreffend<br />
systeem om gegevens te verzamelen.<br />
LABORATORIA ‘GEOTECHNIEK’ EN<br />
‘MONITORING’<br />
Het laboratorium ‘Geotechniek’ voert<br />
proeven uit ter karakterisering van gronden<br />
en granulaten en is reeds verschillende<br />
jaren door BELTEST geaccrediteerd.<br />
Deze tests worden zowel verricht<br />
in opdracht van derden als in het kader<br />
van eigen onderzoeken. Het laboratorium<br />
voert eveneens specifieke geotechnische<br />
metingen uit, zoals het opvolgen van<br />
spanningen en vervormingen in ophogingen,<br />
taluds, keermuren, ankers, geokunststoffen,<br />
… Dit gebeurt doorgaans in<br />
samenwerking met het laboratorium ‘Monitoring’.<br />
Deze metingen kunnen toegepast<br />
worden ter controle, maar ook ter optimalisering<br />
van het ontwerp.<br />
Het laboratorium ‘Monitoring’ beschikt<br />
over gesofisticeerde meetapparatuur,<br />
waarmee het mogelijk is geïnstrumenteerde<br />
paalbelastingsproeven uit te voeren.<br />
Het heeft in de loop der jaren een uitgebreid<br />
gamma meetapparaten en meetmethoden<br />
verzameld voor de opvolging van<br />
de installatie van funderingsprofielen<br />
(door trillen of heien), alsook voor de controle<br />
van de omgevingsinvloed van infrastructuurwerken<br />
of andere bouwactiviteiten<br />
(vooral trillingen).<br />
NETWERKEN<br />
Het <strong>WTCB</strong> is lid van de stuurgroep van<br />
het Europese thematische netwerk GEO-<br />
TECHNET [A6], dat een veertigtal partners<br />
uit 17 Europese landen groepeert.<br />
Dit netwerk tracht voornamelijk bij te dragen<br />
tot de verspreiding van actuele kennis<br />
inzake onderzoek, innovatieve constructietechnieken,<br />
… op het gebied van<br />
de geotechniek.<br />
NORMALISERING, BENOR- EN<br />
ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />
Op het vlak van de normalisering in het<br />
domein van geotechniek en structuren zijn<br />
onze medewerkers actief in tal van Europese<br />
Technische Comités (CEN TC 104,<br />
CEN TC 189, CEN TC 250, CEN TC 288<br />
en CEN TC 341).<br />
Het laboratorium ‘Geotechniek’ voert – in samenwerking met het laboratorium ‘Monitoring’<br />
– metingen uit tijdens civieltechnische werken.<br />
7 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek & Structuren
Zo coördineert het <strong>WTCB</strong>, samen met de<br />
Belgische spiegelcommissie, de voorbereiding<br />
van de Belgische Nationale Bijlage<br />
van de Eurocode 7 ‘Geotechnisch ontwerp’.<br />
In dit kader wordt de Normen-Antenne<br />
‘Eurocodes’, die de evolutie van de<br />
normen op de voet opvolgt, zeer frequent<br />
geconsulteerd.<br />
Het Centrum is eveneens vertegenwoordigd<br />
in het Europese Technische Comité<br />
CEN TC 288 ‘Execution of special geotechnical<br />
works’ dat bevoegd is voor de opstelling<br />
van de uitvoeringsnormen. Daarnaast<br />
verleent het zijn medewerking aan<br />
het CEN TC 341 ‘Geotechnical investigation<br />
and testing’ dat verantwoordelijk is<br />
voor het uitwerken van de proefnormen.<br />
Naar aanleiding van de implementatie van<br />
de Europese Bouwproductrichtlijn verscheen<br />
in deze sector ook een aantal CEgemarkeerde<br />
producten in de handel.<br />
Overeenkomstig de productnorm moeten<br />
geotextielen immers de conformiteitsmarkering<br />
dragen.<br />
Het <strong>WTCB</strong> volgt deze activiteiten op via<br />
de Belgian Geosynthetics Society, waarvan<br />
het het voorzitterschap verzekert. Het<br />
is tevens lid van de Belgische normcommissie<br />
die de activiteiten van het Technische<br />
Comité CEN TC 189 coördineert.<br />
Verder participeren onze medewerkers in<br />
de BUtgb-activiteiten op het vlak van ‘Gebouwen’<br />
en ‘Burgerlijke Bouwkunde’ met<br />
het oog de aflevering van ATG voor ondergrondse<br />
bouwsystemen en -afdichtingen.<br />
NUTTIGE INFORMATIE<br />
Projectendatabank<br />
www.wtcb.be : projecten [A1] tot [A9]<br />
Nuttige links<br />
Laboratoria ‘Structuren’,<br />
‘Geotechniek’ en ‘Monitoring’ :<br />
www.wtcb.be (rubriek ‘Laboratoria’)<br />
Technologische Adviseerdiensten<br />
‘Ontwerp en uitvoering van bedrijfsvloeren’<br />
en ‘Travaux d’infrastructure’<br />
(Infrastructuurwerken) :<br />
www.wtcb.be (rubriek ‘Diensten’,<br />
‘Innovatieondersteuning’)<br />
Normen-Antennes ‘Eurocodes’ en<br />
‘Brandpreventie’ : www.normen.be<br />
Website van GEOTECHNET :<br />
www.geotechnet.be<br />
Website van de BUtgb :<br />
www.butgb.be<br />
Website van het Infopoint :<br />
www.infopoint.be<br />
Website van de Belgian Geosynthetics<br />
Society :<br />
www.belgian-geosynthetics.be<br />
TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENSTEN<br />
‘ONTWERP EN UITVOERING VAN BEDRIJFSVLOEREN’ EN<br />
‘TRAVAUX D’INFRASTRUCTURE’ (INFRASTRUCTUURWERKEN)<br />
Het <strong>WTCB</strong> heeft verschillende kanalen ontwikkeld ter ondersteuning van de<br />
innovatie in de bouwbedrijven. Zo spitst de door het Vlaamse Gewest gesubsidieerde<br />
Technologische Adviseerdienst ‘Ontwerp en uitvoering van bedrijfsvloeren’<br />
[A7] zijn aandacht toe op :<br />
de monitoring van infrastructuurwerken<br />
het ontwerp en de uitvoering van bedrijfsvloeren<br />
nieuwe geotechnische onderzoekstechnieken.<br />
De TAD ‘Travaux d’infrastructure’ [A7], die voornamelijk gericht is op bedrijfsvloeren<br />
en andere vloercomplexen (vezelversterkt beton, anhydriet- of cementgebonden<br />
dekvloeren, gietvloeren, nieuwe uitvoerings- en dimensioneringstechnieken,<br />
chloorvrije vloerbedekkingen van PVC, harsgebonden vloerbekledingen,<br />
…), geniet op zijn beurt de financiële steun van het Waalse Gewest.<br />
Beide TAD hebben tot doel de fabrikanten, aannemers, architecten en bouwheren<br />
te sensibiliseren voor de innovaties in hun vakgebied, door het verstrekken<br />
van een gepersonaliseerde technische bijstand bij de ontwikkeling van<br />
nieuwe producten of uitvoeringstechnieken. Daarnaast vervullen de <strong>WTCB</strong>medewerkers<br />
soms de rol van intermediair tussen de subsidiërende organismen<br />
en KMO met innoverende projecten.<br />
NORMEN-ANTENNES<br />
‘EUROCODES’ EN ‘BRANDPREVENTIE’<br />
Normen-Antennes (NA) zijn speciale organen die de KMO moeten voorzien<br />
van informatie en technische bijstand in een aantal specifieke domeinen.<br />
Aangezien de thema’s mechanische sterkte, stabiliteit, brandveiligheid en<br />
gebruiksveiligheid deel uitmaken van de fundamentele voorschriften voor<br />
bouwproducten, besteedt het <strong>WTCB</strong> hieraan de nodige aandacht via zijn<br />
Normen-Antennes ‘Eurocodes’ en ‘Brandpreventie’.<br />
De Normen-Antenne ‘Eurocodes’ [A8] bereidt de pragmatische toepassing van<br />
de Structurele Eurocodes in België voor. Deze normen, opgesteld door het<br />
CEN TC 250, zullen immers geleidelijk aan de Belgische normen inzake de<br />
dimensionering vervangen. Het betreft hier zowel rekennormen die een aantal<br />
bijzondere materialen behandelen (beton, staal, hout, metselwerk) als normen<br />
die dieper ingaan op het belastingstype dat moet worden beschouwd, op de<br />
belastingscombinaties en op het geotechnische ontwerp.<br />
Dankzij deze Normen-Antenne kunnen de KMO een maximum aan informatie<br />
verkrijgen inzake de evolutie van de normalisering en de technische inhoud<br />
van de nieuwe referentiedocumenten. Dit gebeurt door middel van gepersonaliseerde<br />
hulp, opleidingen en de publicatie van artikels in diverse tijdschriften.<br />
Verder is er een door het <strong>WTCB</strong> gecoördineerde Belgisch-Nederlandse<br />
commissie belast met de vertaling van de Eurocodes naar het Nederlands.<br />
Hoewel een groot deel van de werkzaamheden van de Normen-Antenne<br />
‘Brandpreventie’ [A9] gewijd is aan de dimensionering volgens de Structurele<br />
Eurocodes (deel 1-2 van elke Eurocode ‘Materialen’), concentreert deze zich in<br />
de eerste plaats op de reglementering op het gebied van brandpreventie in<br />
België zelf.<br />
Naast de afstemming op de eisen die opgenomen zijn in de Europese Bouwproductenrichtlijn,<br />
vergen de nieuwe technieken inzake brandpreventie en de<br />
nieuwe ontwerpsystemen immers een onophoudelijke aanpassing van de<br />
referentieteksten. De huidige Belgische regelgeving zal dus een aantal grondige<br />
wijzigingen ondergaan. Het is daarom erg belangrijk de KMO hierover op<br />
proactieve wijze in te lichten, zodanig dat zij zich kunnen aanpassen aan de<br />
recentste eisen.<br />
8 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek & Structuren
TECHNISCH ADVIES<br />
STATISTIEKEN<br />
Uit de statistieken van <strong>2004</strong> blijkt dat het<br />
aantal schriftelijke en mondelinge vragen<br />
met betrekking tot geotechnische constructies<br />
3 % beslaat van de door de afdeling<br />
Technisch Advies (ATA) verstrekte<br />
adviezen. Hoewel dit aantal op zich niet<br />
zo groot lijkt, betreft het vaak problemen<br />
die belangrijke herstellingswerken vereisen<br />
en die bijgevolg geenszins mogen<br />
verwaarloosd worden. De statistieken tonen<br />
eveneens aan dat vochtproblemen<br />
de overgrote meerderheid uitmaken van<br />
de interventies die de afdeling ATA dient<br />
uit te voeren op het vlak van geotechnische<br />
constructies (zie afbeelding 1).<br />
BESCHERMING VAN INGEGRAVEN CONSTRUCTIES<br />
Alvorens men start met het optrekken van<br />
een gebouw, dient men zich goed te informeren<br />
over de eigenschappen van de<br />
grond. Dit is niet enkel noodzakelijk om<br />
de stabiliteit van de constructie te waarborgen,<br />
maar ook omdat deze een belangrijke<br />
invloed kunnen hebben op de<br />
vochtbelasting van de ingegraven bouwdelen.<br />
Bij het uitvoeren van constructies in contact<br />
met de grond moet men voldoende<br />
aandacht besteden aan hun vochtwerende<br />
bescherming. Tegenwoordig wordt<br />
Afb. 1 Door de afdeling Technisch Advies<br />
uitgevoerde interventies op het vlak van<br />
geotechnische constructies.<br />
66 %<br />
6 %<br />
4 %<br />
6 %<br />
5 %<br />
5 %<br />
4 % 4 %<br />
n vocht<br />
n mechanische karakteristieken<br />
n chemische/biologische<br />
aantasting<br />
er immers almaar meer naar gestreefd<br />
alle beschikbare ruimten in een gebouw<br />
te benutten. Dit kan afgeleid worden uit<br />
het feit dat niet enkel zolders, maar ook<br />
kelders vandaag de dag steeds vaker ingericht<br />
worden als leefruimten, en bijgevolg<br />
voorzien van vochtgevoelige afwerkingen.<br />
De bestemming en de afwerking van dergelijke<br />
ruimten moeten dan ook duidelijk<br />
vastgelegd worden, zodat men zowel bij<br />
het ontwerp als bij de uitvoering ervan<br />
<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />
‘GEOTECHNIEK & STRUCTUREN’<br />
Staal-betonconstructies. Deel 2 :<br />
controle van de gebruiksgrenstoestanden<br />
volgens Eurocode 4.<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 7.<br />
Vloeistofdichte betonvloeren :<br />
ontwerp en uitvoering. <strong>WTCB</strong>-<br />
Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 11.<br />
Innovatieve uitvoeringsmethoden<br />
voor performante monolithische<br />
bedrijfsvloeren. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />
<strong>2004</strong>/2, Katern 3.<br />
een geschikte bescherming kan voorzien.<br />
Ook bij een bestemmingswijziging van<br />
een bestaande kelder dient de aanwezige<br />
bescherming te worden geëvalueerd<br />
en waar nodig verbeterd.<br />
In deze optiek organiseerde het <strong>WTCB</strong> in<br />
<strong>2004</strong> een wintercursus, waarbij onze medewerkers<br />
dieper ingingen op de verschillende<br />
technieken die tegenwoordig voorhanden<br />
zijn om ingegraven constructies<br />
te beschermen tegen waterinfiltraties en<br />
andere vochtproblemen. Tabel 1 geeft een<br />
overzicht van een aantal mogelijke beschermingsmaatregelen<br />
voor nieuwe constructies.<br />
n<br />
Tabel 1 Mogelijke systemen ter bescherming van ingegraven constructies tegen waterinfiltraties en andere vochtproblemen.<br />
BODEMONDERZOEK PERMEABILITEIT VAN<br />
DE BODEM<br />
Het niveau van het<br />
grondwater is permanent<br />
lager dan de<br />
keldervloer<br />
TE CONTROLEREN PARAMETERS<br />
Goed (zanderig over de<br />
volledige hoogte van de<br />
kelder)<br />
Gering (kleiachtig over<br />
de volledige of gedeeltelijke<br />
hoogte van de<br />
kelder)<br />
HELLING VAN HET<br />
TERREIN RONDOM<br />
HET GEBOUW<br />
Van het gebouw weg<br />
Naar het gebouw toe<br />
Van het gebouw weg<br />
Naar het gebouw toe<br />
Het niveau van het grondwater is (tijdelijk) hoger dan de keldervloer<br />
n vervormingen<br />
scheurvorming<br />
n dimensionering<br />
n reglementering<br />
n diversen<br />
VOCHTGEVOELIGE<br />
BINNENAFWERKING<br />
( 1 )<br />
Neen (zie a)<br />
Ja (zie d)<br />
Neen (zie b)<br />
Ja (zie d)<br />
Neen (zie b)<br />
Ja (zie d)<br />
Neen (zie b)<br />
Ja (zie d)<br />
Neen (zie c)<br />
Ja (zie d)<br />
MOGELIJK BESCHERMINGS-<br />
SYSTEEM<br />
Cementering aan de buitenzijde<br />
+ bitumenemulsie (a)<br />
Cementering aan de buitenzijde<br />
+ horizontaal en verticaal<br />
draineersysteem (b)<br />
Waterdichte bekuiping :<br />
– ter plaatse gestorte betonconstructie,<br />
eventueel<br />
aangevuld met injecties (c)<br />
– stijve bekuiping ( 2 ) aan de<br />
binnenzijde (c)<br />
Soepele bekuiping ( 3 ) (d)<br />
( 1 ) De letters tussen haakjes verwijzen naar de minimale bescherming die men dient te voorzien. Het spreekt voor zich dat gunstigere<br />
beschermingsklassen voor de betreffende belasting ook toegestaan zijn. Van a naar d gaan de prestaties van het systeem in stijgende lijn.<br />
( 2 ) Het gaat om een minimum tweelaagse bepleistering die blijvend zichtbaar is om herstellingen (tengevolge van de onvermijdelijke krimp,<br />
zettingen, …) toe te laten. Het bindmiddel kan zowel cement- als harsgebonden zijn. De ondergrond moet zuiver zijn en een voldoende<br />
mechanische sterkte hebben.<br />
( 3 ) In dit geval dient men water- en dampdichte membranen te gebruiken (bv. met gelaste naden). Deze kunnen langs buiten aangebracht<br />
worden tegen de waterdicht te maken constructie en vervolgens beschermd tegen beschadigingen tengevolge van het aanaarden. Ze<br />
kunnen eveneens langs binnen aangebracht worden, waarna de waterdicht te maken constructie wordt uitgevoerd. In sommige gevallen,<br />
waarbij de kelder permanent hoger ligt dan het niveau van het grondwater en er geen waterdruk is, kan het volstaan een membraan te<br />
voorzien dat het vochttransport (door capillariteit of diffusie) tegengaat.<br />
9 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Geotechniek & Structuren
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />
Beton & Betonconstructies<br />
EEN TECHNIEK DIE STEEDS COM-<br />
PLEXER WORDT …<br />
Beton moet tegenwoordig voldoen aan almaar<br />
strengere eisen op het vlak van mechanische<br />
prestaties, duurzaamheid, verwerkbaarheid,<br />
milieu, uitzicht, … De betontechnologie<br />
wordt bijgevolg steeds<br />
complexer. Zo maakt men vandaag de dag<br />
vrij regelmatig gebruik van hogesterktebeton,<br />
zelfverdichtend beton en gerecycleerd<br />
beton. Verder worden er nieuwe<br />
materialen aan het beton toegevoegd<br />
waarmee het mogelijk is de prestaties gevoelig<br />
te verbeteren.<br />
Deze nieuwe betonsoorten vereisen dikwijls<br />
een aanpassing van de traditionele<br />
fabricage- en uitvoeringsmethoden. Om<br />
rekening te houden met deze evolutie verschijnen<br />
eveneens een heleboel nieuwe<br />
normen op Europees niveau. De <strong>WTCB</strong>activiteiten<br />
op het gebied van betontechnologie<br />
bestrijken daarom zoveel mogelijk<br />
al deze thema’s.<br />
SPECIALE BETONSOORTEN<br />
Zelfverdichtend beton is een techniek die<br />
tegenwoordig erg in de belangstelling<br />
staat.<br />
Deze betonsoort kan verdicht worden zonder<br />
toevoeging van energie (trilling) van<br />
buitenaf, waardoor het mogelijk is de<br />
meest complexe vormen uit te voeren en<br />
de wapeningshoeveelheid sterk op te drijven,<br />
terwijl het betonoppervlak doorgaans<br />
van betere kwaliteit is.<br />
Deze technologie werd in de jaren ’90<br />
ontwikkeld in Japan en kent een groeiend<br />
succes in onze streken. In België werd<br />
het onderzoek op dit gebied opgestart<br />
door het <strong>WTCB</strong>. De huidige studies hebben<br />
voornamelijk betrekking op de opstelling<br />
van een geschikt normatief kader,<br />
via het prenormatieve onderzoek<br />
‘Zelfverdichtend beton : specificaties’ [B1].<br />
Door zijn verschillende onderzoeken inzake<br />
zelfverdichtend beton beschikt het<br />
Centrum over een ruime ervaring en uiterst<br />
geperfectioneerde uitrustingen voor<br />
de reologische karakterisering van beton.<br />
Deze ervaring komt goed van pas bij de<br />
studie ‘Thixotroop en robuust zelfverdichtend<br />
beton’ [B2], die tot doel heeft verschillende<br />
meetsystemen met elkaar te<br />
vergelijken met het oog op de ontwikkeling<br />
van een niet-destructieve methode ter bepaling<br />
van de druk die door het beton op<br />
de bekisting uitgeoefend wordt.<br />
Zelfverdichtend beton verdicht zonder<br />
toevoeging van trilling van buitenaf.<br />
In België werd het onderzoek op<br />
het gebied van zelfverdichtend<br />
beton, een innoverende Japanse<br />
techniek die tegenwoordig ook in<br />
onze streken een groeiend succes<br />
kent, opgestart door het <strong>WTCB</strong>.<br />
Het ontwerp van constructies uit<br />
gewapend beton wordt vandaag<br />
de dag ook steeds vaker geëvalueerd<br />
op het vlak van de duurzaamheid,<br />
om het risico op<br />
vroegtijdige instorting en/of<br />
andere ernstige schade te vermijden.<br />
Jong hogesterktebeton en jong zelfverdichtend<br />
beton zouden gevoeliger zijn<br />
voor scheurvorming, doordat hun watercementfactor<br />
lager is en de hoeveelheid<br />
fijne stoffen die ze bevatten hoger.<br />
Er zijn eveneens verschillende krimpreducerende<br />
middelen in de handel verschenen,<br />
zoals nieuwe hulpstoffen (krimpreducerende<br />
hulpstoffen) en vezels. In dit<br />
kader dient men tevens een aantal nieuwe<br />
interne nabehandelingstechnieken te vermelden,<br />
die tot stand komen door de toevoeging<br />
van lichte met water verzadigde<br />
granulaten of van superabsorberende polymeren.<br />
Deze thema’s werden bestudeerd in het<br />
onderzoek ‘Beheersing van krimp bij jong<br />
beton’ [B3], waarbij bovendien een meettoestel<br />
ontwikkeld werd ter bepaling van<br />
de endogene en de totale krimp van jong<br />
beton. Aan de hand van een uitgebreide<br />
proefcampagne kon men de invloed van<br />
Gebruik van hogesterktebeton bij prefabricage.<br />
10 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Beton & Betonconstructies
verschillende betonsamenstellingen nagaan,<br />
evenals het effect van bepaalde<br />
krimpbeheersende en krimpreducerende<br />
maatregelen.<br />
Het <strong>WTCB</strong>-onderzoek streeft naar een<br />
betere beheersing van de betonkrimp.<br />
FILLERS<br />
Om een makkelijk verpompbaar of zelfverdichtend<br />
beton te verkrijgen, worden<br />
grote hoeveelheden fijne stoffen gebruikt<br />
om het risico op segregatie te beperken.<br />
Vaak worden ook fillers toegevoegd aan<br />
het beton om bepaalde eigenschappen<br />
te verbeteren :<br />
verpompbaarheid<br />
segregatieweerstand<br />
druksterkte<br />
duurzaamheid<br />
kwaliteit van het oppervlak.<br />
In dit kader wordt in ons land meestal<br />
vliegas aangewend. Dit product wordt<br />
echter steeds minder geproduceerd en<br />
wordt tegenwoordig vervangen door kalkhoudende<br />
fillers.<br />
De invloed van deze fillers (hun fragmentatieproces,<br />
hun fysisch-chemische eigenschappen,<br />
…) op de verharding en de<br />
kwaliteit van zichtbeton vormt een belangrijk<br />
aspect van het onderzoeksproject<br />
‘FILLTECH’ [B4].<br />
NAAR EEN DUURZAMER ONTWERP<br />
De duurzaamheid van beton is steeds een<br />
van de grote bekommernissen van het<br />
<strong>WTCB</strong> geweest.<br />
Tot voor kort besteedden de ingenieurs bij<br />
het ontwerp van constructies doorgaans<br />
meer aandacht aan de berekening van de<br />
belastingen en de sterkte dan aan de duurzaamheid.<br />
De ervaring heeft ondertussen<br />
echter aangetoond dat instortingen en<br />
andere zware schade dikwijls te wijten zijn<br />
aan duurzaamheidsproblemen (bijvoorbeeld<br />
de bruggen van Melle, Strombeek-<br />
Bever, Blégny-Barchon en Achênes; de<br />
drie laatstgenoemde waren op het ogenblik<br />
van hun afbraak nog geen 25 jaar oud).<br />
Het prenormatieve onderzoek naar het<br />
ontwerp van constructies in gewapend beton,<br />
rekening houdend met de duurzaamheid<br />
[B5], beoogt de opstelling van eisen<br />
waarbij de betonprestaties op het vlak van<br />
duurzaamheid centraal staan. De in dit<br />
kader beschouwde beschadigingsfactoren<br />
zijn : aantasting door chloor, carbonatatie<br />
en chemische agentia (zuren en<br />
ammoniak).<br />
Links : boorkern van beton, blootgesteld aan aantastingscycli met azijnzuur (pH 4-4,5).<br />
Ter vergelijking rechts een identieke boorkern die niet aan de proeven onderworpen werd.<br />
NETWERKEN<br />
Op Europees niveau tracht het uit 8 partners<br />
bestaande thematische netwerk<br />
CONREPNET [B6] informatie te verzamelen<br />
over reeds uitgevoerde betonherstellingen<br />
om uiteindelijk te komen tot een<br />
verbetering van de herstellingstechnieken.<br />
Het netwerk CONREPNET heeft de verbetering<br />
van de herstellingstechnieken<br />
voor ogen.<br />
Het netwerk ECO-SERVE [B7] tracht een<br />
Europese stand van zaken op te stellen<br />
met betrekking tot het gebruik van alternatieve<br />
brandstoffen, samengestelde cementsoorten<br />
en gerecycleerde granulaten.<br />
Door het verspreiden van informatie<br />
hieromtrent wil het netwerk de toepassing<br />
van deze materialen stimuleren, met<br />
het oog op de bescherming van het milieu.<br />
NORMALISERING, BENOR- EN<br />
ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />
Op het vlak van normalisering verleent<br />
het <strong>WTCB</strong> zijn medewerking aan verschillende<br />
Europese technische comités, Belgische<br />
spiegelcommissies, CRIC-bestuurcomités<br />
(voor de certificering van granulaten,<br />
beton, vliegas, hulpstoffen en cement),<br />
evenals aan sectorale technische<br />
comités voor betonproducten (PROBE-<br />
TON).<br />
In het kader van de werkzaamheden van<br />
het Technische Comité CEN TC 250<br />
(Eurocodes) – meer bepaald voor de ENnormen<br />
‘Beton’ en ‘Staal-betonconstructies’<br />
– dragen de <strong>WTCB</strong>-experten, in samenwerking<br />
met de Belgische spiegelcommissies,<br />
bij tot de opstelling van de nationale<br />
aanwendingsdocumenten. In deze<br />
context kan de Normen-Antenne ‘Eurocodes’,<br />
die specifiek opgericht werd om de<br />
KMO uit de bouwsector op de hoogte te<br />
houden van de evolutie van de normalisering,<br />
rekenen op een groeiend succes.<br />
Wat de opvolging van de BIN-spiegelcommissies<br />
CEN TC 104 (Beton en betonproducten),<br />
CEN TC 51 (Cement) en CEN<br />
11 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Beton & Betonconstructies
NORMEN-ANTENNE<br />
‘MORTEL-BETON-GRANULAAT’<br />
De normen met betrekking tot<br />
granulaten, mortel en beton worden<br />
op Europees niveau volledig<br />
herzien. Dit heeft een belangrijke<br />
weerslag op studiebureaus, architecten,<br />
bouwheren en aannemers<br />
die deze normen dagdagelijks<br />
moeten gebruiken bij de opstelling<br />
van hun bestekken, de bestelling<br />
van hun producten en de uitvoering<br />
van hun bouwactiviteiten.<br />
De Normen-Antenne ‘Mortel-Beton-<br />
Granulaat’ [B8] zorgt voor technische<br />
bijstand in dit kader. Ze neemt<br />
immers de informatieoverdracht<br />
naar de KMO uit de sector voor<br />
haar rekening door middel van<br />
publicaties, cursussen en een<br />
website. Ze tracht de technische<br />
normteksten te verduidelijken en de<br />
normatieve wijzigingen te verklaren.<br />
TC 154 (Granulaten) betreft, heeft het<br />
Centrum zijn steun verleend bij de opstelling<br />
van de norm NBN B 15-001, die de<br />
Belgische aanvulling vormt op de Europese<br />
norm NBN EN 206-1.<br />
Ook in de komende jaren zullen de ingenieurs<br />
van het <strong>WTCB</strong> de Belgische bouwsector<br />
zo goed mogelijk trachten te informeren<br />
over de nieuwe voorschriften en<br />
de toepassing ervan.<br />
NUTTIGE INFORMATIE<br />
Projectendatabank<br />
www.wtcb.be : projecten [B1] tot [B11]<br />
Nuttige links<br />
Laboratorium ‘Betontechnologie’ :<br />
www.wtcb.be (rubriek ‘Laboratoria’)<br />
Technologische Adviseerdiensten<br />
‘Toepassing van speciale betonsoorten’<br />
en ‘Herstellen van beton’<br />
:<br />
www.wtcb.be (rubriek ‘Diensten’,<br />
‘Innovatieondersteuning’)<br />
Thematische Innovatiestimulering<br />
‘Industrieel, flexibel en demontabel<br />
bouwen’ :<br />
www.IFDbouwen.be<br />
Website van de BUtgb :<br />
www.butgb.be<br />
Website van het Infopoint :<br />
www.infopoint.be<br />
TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENSTEN<br />
‘TOEPASSING VAN SPECIALE BETONSOORTEN’ EN ‘HERSTELLEN VAN BETON’<br />
Deze Technologische Adviseerdiensten spitsen hun aandacht toe op de<br />
diverse betontechnologische thema’s die behandeld worden binnen het <strong>WTCB</strong>.<br />
Hiervoor werd reeds vermeld dat de toepassing van een speciale betonsoort<br />
bepaalde aanpassingen impliceert op het gebied van de betonsamenstelling,<br />
de fabricage en de uitvoering. De technologische adviseurs trachten de<br />
aannemers, ontwerpers en toeleveranciers te informeren hieromtrent. Door<br />
middel van aangepaste adviezen en collectieve acties (in de vorm van studiedagen,<br />
publicaties of presentaties) wil de TAD ‘Toepassing van speciale<br />
betonsoorten’ [B9] het doordachte gebruik van speciale en innovatieve betonsoorten<br />
stimuleren.<br />
Tegenwoordig wordt ongeveer 60 % van het jaarlijkse budget van de Europese<br />
bouwsector besteed aan de herstelling van bestaande constructies. Om een<br />
geschikte herstelling uit te voeren, is het raadzaam vooraf de precieze schadeoorzaak<br />
vast te stellen. De TAD ‘Herstellen van beton’ [B10] kan hieraan zijn<br />
medewerking verlenen. Daarnaast is deze TAD erg actief op het vlak van informatieverspreiding.<br />
Deze informatie heeft zowel betrekking op nieuwe herstellingstechnieken<br />
(zoals de kathodische bescherming) als op de normalisatie en<br />
de technische goedkeuringsleidraden van de BUtgb. Tenslotte streeft deze TAD<br />
de stimulering van diverse innovatieprojecten na, waarbij niet enkel aandacht<br />
geschonken wordt aan de ontwikkeling van nieuwe producten, maar ook aan<br />
innovatieve procédés.<br />
Naar aanleiding van de implementatie van<br />
de Europese Bouwproductenrichtlijn zijn<br />
in de betonsector eveneens een aantal<br />
CE-gemarkeerde producten op de markt<br />
gebracht. Als gevolg van de invoering van<br />
de CE-markering voor cement (EN 197-1)<br />
werden in <strong>2004</strong> diverse geharmoniseerde<br />
normen voor betonproducten gepubliceerd.<br />
THEMATISCHE INNOVATIESTIMULERING<br />
‘INDUSTRIEEL, FLEXIBEL EN DEMONTABEL BOUWEN’<br />
Ook wat de uitvoering van beton en betonconstructies betreft, zijn er tal van<br />
evoluties aan de gang. Zo wordt de laatste jaren almaar meer aandacht<br />
besteed aan industrialisatie en/of prefabricage, wat vooral tot uiting komt door<br />
het toenemende gebruik van architectonisch beton, breedplaten en holle<br />
vloerelementen.<br />
Deze trend vertaalt zich eveneens<br />
in het concept ‘industrieel, flexibel<br />
en demontabel bouwen’ (kortweg<br />
IFD-bouwen genoemd).<br />
Verder nemen de <strong>WTCB</strong>-medewerkers<br />
actief deel aan de BUtgb-activiteiten met<br />
betrekking tot de thema’s ‘Gebouwen’ en<br />
‘Burgerlijke Bouwkunde’ in het kader van<br />
de aflevering van ATG voor staalvezelbeton,<br />
betonherstelling, gelijmde wapeningssystemen,<br />
dakplaten van cellenbeton,<br />
… Het Centrum zorgt eveneens voor<br />
de opvolging van de werkzaamheden van<br />
de uitvoerende bureaus ‘Bindmiddelen’ en<br />
‘Betonherstelling’.<br />
Binnen het <strong>WTCB</strong><br />
werd daarom het<br />
project van ThematischeInnovatiestimulering<br />
‘Industrieel, flexibel<br />
en demontabel<br />
bouwen’ [B11] (ook aangeduid als TIS IFD) opgestart om de sector te<br />
ondersteunen bij de ontwikkeling en implementatie van innovatieve concepten<br />
en werkwijzen.<br />
12 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Beton & Betonconstructies
TECHNISCH ADVIES<br />
STATISTIEKEN<br />
De adviezen die in de loop van <strong>2004</strong> door<br />
de afdeling Technisch Advies (ATA) verstrekt<br />
werden inzake beton en de uitvoering<br />
ervan, vertegenwoordigen iets meer<br />
dan 13 % van het totaal. Zo’n 70 % van<br />
deze adviezen hebben te maken met ter<br />
plaatse gestort beton, terwijl slechts 13 %<br />
ervan betrekking hebben op geprefabriceerd<br />
beton. Afbeelding 1 toont aan dat<br />
deze adviezen voornamelijk gaan over<br />
vochtproblemen (21 %), scheurvorming<br />
(18 %) en het uitzicht (13 %).<br />
DROGINGSTERMIJNEN<br />
Naast infiltratieproblemen bij metselwerk<br />
uit betonblokken of geprefabriceerde elementen<br />
uit uitgewassen beton hebben de<br />
adviezen die verstrekt worden op het vlak<br />
van vochtproblemen vaak te maken met<br />
de drogingstermijnen van ter plaatse gestort<br />
beton, die erg lang kunnen zijn. De<br />
compactheid van een beton van goede<br />
kwaliteit dat op correcte wijze verdicht<br />
werd, is immers zodanig dat deze soms<br />
een extreem lange drogingstermijn vereist.<br />
De plaatsing van de vloerafwerking,<br />
en dan vooral van vloerbedekkingen die<br />
gevoelig zijn voor vocht, moet in bepaalde<br />
gevallen dus gedurende een langere periode<br />
uitgesteld worden indien er geen<br />
vochtmembraan geplaatst werd tussen de<br />
betonconstructie en de dekvloer van de<br />
betreffende vloerafwerking.<br />
KRIMPSCHEUREN<br />
De aanwezigheid van microscheurtjes<br />
aan het oppervlak van betonelementen<br />
(vloerplaten, gordijngevels, balken, …)<br />
kan dikwijls toegeschreven worden aan<br />
de krimpspanningen die optreden tijdens<br />
de droging van het beton. Wanneer het<br />
niet mogelijk is het beton onmiddellijk na<br />
zijn uitvoering te beschermen met een<br />
geschikt nabehandelingsproduct (zoals<br />
doorgaans wel gebeurt bij beton voor wegenwerken),<br />
kunnen de hygrothermische<br />
omstandigheden waarin het beton gedurende<br />
deze periode bewaard wordt krimpscheuren<br />
veroorzaken, die moeilijk te<br />
vermijden zijn.<br />
KLEURVERSCHILLEN<br />
De uitzichtsproblemen waarmee men het<br />
vaakst geconfronteerd wordt bij constructies<br />
uit ter plaatste gestort beton of geprefabriceerde<br />
elementen uit decoratief<br />
beton betreffen voornamelijk de kleurverschillen.<br />
In dergelijke gevallen worden<br />
vergelijkende metingen uitgevoerd met<br />
een colorimeter om op een objectieve<br />
Afb. 1 Tussenkomsten van de afdeling Technisch Advies in het kader van beton en<br />
betonconstructies.<br />
4 %<br />
17 %<br />
2 %<br />
18 % 13 %<br />
9 %<br />
n scheurvorming<br />
n uitzicht<br />
n vocht<br />
n mechanische karakteristieken<br />
n chemische aantasting<br />
n vervorming<br />
vorstbestendigheid<br />
n diversen<br />
n dimensionering<br />
<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />
‘BETON & BETONCONSTRUCTIES’<br />
IFD-bouwen : beschrijving, voordelen<br />
en voorbeelden. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />
<strong>2004</strong>/4, Katern 2.<br />
Toleranties op ter plaatse gestort beton<br />
: evolutie van de specificaties.<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 4.<br />
Staal-betonconstructies. Deel 2 :<br />
controle van de gebruiksgrenstoestanden<br />
volgens Eurocode 4.<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 7.<br />
De chemische aantasting van beton.<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier. <strong>2004</strong>/4, Katern 9.<br />
Vloeistofdichte betonvloeren :<br />
ontwerp en uitvoering. <strong>WTCB</strong>-<br />
Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 11.<br />
Nieuwe normen voor beton. Deel 1 :<br />
nieuwe versie van de norm NBN B<br />
15-001. <strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/3,<br />
Katern 4.<br />
De krimp van jong speciaal beton.<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/2, Katern 2.<br />
Innovatieve uitvoeringsmethoden<br />
voor performante monolithische<br />
bedrijfsvloeren. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />
<strong>2004</strong>/2, Katern 3.<br />
Herstellen van beton met hydraulische<br />
mortels. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />
<strong>2004</strong>/2, Katern 6.<br />
Beton nabehandelen. <strong>WTCB</strong>-<br />
Dossier, <strong>2004</strong>/1, Katern 1.<br />
13 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Beton & Betonconstructies<br />
9 %<br />
manier te bepalen of deze kleurverschillen<br />
al dan niet aanvaardbaar zijn.<br />
GRINDNESTEN<br />
De aanwezigheid van grindnesten (zie<br />
afbeelding 2) aan het oppervlak van elementen<br />
uit ter plaatste gestort gewapend<br />
beton is ook een verschijnsel dat regelmatig<br />
behandeld wordt door de afdeling<br />
Technisch Advies. Hierbij moeten vooral<br />
de volgende parameters in aanmerking<br />
genomen worden :<br />
de betonsamenstelling (granulometrie,<br />
vloeibaarheid, …)<br />
de hoogte van waarop gestort wordt<br />
(wapeningsdichtheid, diameter van het<br />
pompkanaal, …)<br />
termijn tussen de uitvoering van de<br />
opeenvolgende lagen<br />
kwaliteit van de verdichting (is het volledige<br />
betonoppervlak bereikbaar voor<br />
de trilnaalden ?)<br />
Afb. 2 Grindnest aan het oppervlak van<br />
een element uit ter plaatse gestort<br />
gewapend beton.<br />
7 %<br />
21 %<br />
homogeniteit van het beton in de betonmixer<br />
(respecteren van de transporttermijnen,<br />
voldoende omwenteling vóór<br />
het storten, …). n
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />
Metselwerk<br />
ONTWIKKELING VAN NIEUWE TECH-<br />
NIEKEN<br />
De metselwerksector wordt tegenwoordig<br />
gekenmerkt door de ontwikkeling en de<br />
commercialisering van nieuwe technieken<br />
die de traditionele uitvoeringswijzen beginnen<br />
te verdringen. In deze context willen<br />
we erop wijzen dat de nationale referentiedocumenten<br />
hieromtrent langzaam<br />
maar zeker moeten vervangen worden<br />
door :<br />
Europese productnormen (verplichte<br />
CE-markering)<br />
ontwerpnormen met genormaliseerde<br />
rekenmethoden (Eurocodes).<br />
Verlijming met dunne voegen is een van<br />
de nieuwe technieken die de traditionele<br />
uitvoeringswijzen beginnen te verdringen.<br />
Deze aspecten hebben een belangrijke<br />
invloed op de huidige procedures voor<br />
de (vrijwillige) kwaliteitsverklaringen in<br />
België, met name op het BENOR-merk,<br />
dat de conformiteit van de karakteristieken<br />
van de toegepaste producten waar-<br />
borgt. De gebruikers zitten ook met tal<br />
van vragen omtrent de technische aspecten,<br />
de uitvoering, het gedrag en de duurzaamheid<br />
van deze nieuwe technieken.<br />
Het <strong>WTCB</strong> is erg actief in de metselwerksector<br />
en verleent zijn medewerking aan<br />
verschillende commissies waarin de voornaamste<br />
bouwpartners vertegenwoordigd<br />
zijn. Verder verdeelt het Centrum tal van<br />
publicaties en voert het experimenteel onderzoek,<br />
dat kan uitmonden in de opstelling<br />
van nieuwe Technische Voorlichtingen.<br />
Deze activiteiten vinden plaats in het laboratorium<br />
‘Ruwbouw- en afwerkingsmaterialen’,<br />
dat voor bepaalde experimentele<br />
aspecten kan rekenen op de steun van<br />
diverse andere <strong>WTCB</strong>-laboratoria (‘Structuren,<br />
Schrijnwerk en Gevelelementen’ en<br />
‘Energetische Aspecten Gebouwen’).<br />
In <strong>2004</strong> was het, dankzij de drie hierna<br />
besproken prenormatieve onderzoeksprojecten,<br />
mogelijk deze aspecten te bestuderen<br />
binnen een begeleidingsgroep<br />
(werkgroep).<br />
GELIJMD METSELWERK<br />
In het kader van het project ‘Gevelmetselwerk<br />
van gelijmde baksteen’ [C1] werd<br />
verder gewerkt aan de studie van de verenigbaarheid<br />
van gevelmaterialen (hechting/duurzaamheid)<br />
en het hygrische gedrag<br />
van het gevelmetselwerk.<br />
Dit onderzoek heeft geleid tot de voorstelling<br />
van een eerste reeks praktische aan-<br />
De <strong>WTCB</strong>-medewerkers worden<br />
niet enkel geconfronteerd met<br />
vragen over de toepassing van de<br />
Europese normen of het gebruik<br />
van nieuwe technologieën, waaronder<br />
gelijmd metselwerk. Ze<br />
krijgen ook nog vaak te maken<br />
met traditionele problemen, zoals<br />
uitbloeiingen op metselwerk.<br />
bevelingen (<strong>WTCB</strong>-Dossier <strong>2004</strong>/4). Daarnaast<br />
werd gestart met de experimentele<br />
studie van de mechanische sterkte, de<br />
thermische eigenschappen en de brandweerstand<br />
van dragende wanden.<br />
Het <strong>WTCB</strong> werkt volop verder aan het<br />
onderzoek van gelijmd metselwerk.<br />
BELGISCHE BIJLAGE VAN EURO-<br />
CODE 6<br />
Het prenormatieve onderzoek met betrekking<br />
tot de Nationale Bijlagen bij Eurocode<br />
6 [C2], dat een aanvulling vormt op<br />
bepaalde aspecten van voornoemde studie,<br />
werd eind <strong>2004</strong> opgestart en heeft<br />
tot doel de huidige normaliserende activiteiten<br />
met het oog op de implementering<br />
van deze Bijlagen te ondersteunen. Deze<br />
14 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Metselwerk
werkzaamheden moeten leiden tot de<br />
publicatie van een Technische Voorlichting<br />
die zal kunnen gebruikt worden als<br />
referentiedocument voor bouwprofessionelen<br />
en ontwerpers en die de grondslag<br />
zou kunnen vormen voor de homologatieprocedures.<br />
UITBLOEIINGEN<br />
Het ontstaan van schade, soms tengevolge<br />
van een gebrek aan voldoende betrouwbare<br />
proefmethoden, kan ook aan<br />
de basis liggen van onderzoeksprojecten.<br />
Het project ‘Analyse en preventie van uitbloeiingen<br />
op baksteenmetselwerk : een<br />
stap naar normalisatie’ [C3] is voornamelijk<br />
gericht op de problematiek van het<br />
verschijnen van uitbloeiingen na de bevochtiging<br />
en droging van bepaalde baksteen-mortelverbindingen.<br />
Dankzij deze studie, uitgevoerd in samenwerking<br />
met het onderzoekscentrum voor<br />
de Belgische keramische nijverheid<br />
(CWOBKN), was het mogelijk een proefmethode<br />
uit te werken die beter aangepast<br />
is aan de bouwplaatsomstandigheden<br />
en aan de waarnemingen, gedaan in<br />
de praktijk.<br />
Het probleem van uitbloeiingen blijft een<br />
groot gedeelte van onze onderzoeksactiviteiten<br />
uitmaken.<br />
INWENDIGE ISOLATIE<br />
Naast deze prenormatieve onderzoeken<br />
werd ook de studie ‘ISOLIN’ [C4], in samenwerking<br />
met verschillende Belgische<br />
universiteiten (UCL, ULB, K.U.Leuven) en<br />
met de steun van het Waalse Gewest,<br />
opgestart.<br />
Deze studie betreft de beoordeling van<br />
de risico’s die verbonden zijn met binnen-<br />
Het <strong>WTCB</strong> toonde aan dat de open stootvoegen, die kenmerkend zijn voor een van de<br />
bestudeerde types gelijmd metselwerk, de geluidsverzwakkingsindex niet beïnvloeden.<br />
isolatie (vanuit een hygrothermisch en een<br />
mechanisch oogpunt) en heeft tot doel<br />
de potentiële verbeteringen van de energieprestaties<br />
van bepaalde bestaande gebouwen<br />
beter in te schatten.<br />
Door de beëindiging van de eerste fase<br />
van dit onderzoek kon een werkprogramma<br />
opgesteld worden voor nieuwe computergestuurde<br />
simulaties en voor toekomstig<br />
experimenteel onderzoek.<br />
LABORATORIUM ‘RUWBOUW- EN<br />
AFWERKINGSMATERIALEN’<br />
Het <strong>WTCB</strong>-laboratorium ‘Ruwbouw- en Afwerkingsmaterialen’<br />
moedigt op zijn beurt<br />
de ontwikkeling van innovatieve procédés<br />
aan en biedt hulp bij het streven naar<br />
een kwaliteitssysteem.<br />
Tests op een nieuw systeem van gelijmde betonblokken.<br />
Bij gebrek aan BUtgb-richtlijnen voor de<br />
homologatie en certificering van gelijmde<br />
metselwerksystemen kunnen producenten<br />
van gelijmde betonmetselstenen die<br />
een attest wensen te verkrijgen van een<br />
controleorganisme een beroep doen op<br />
de steun van onze medewerkers.<br />
Deze steun bestaat in de opvolging van<br />
de activiteiten op de bouwplaats en in de<br />
voorstelling van geschikte proefmethoden.<br />
Het laboratorium ‘Akoestiek’ voert eveneens<br />
een groot aantal onderzoeken uit<br />
met betrekking tot metselwerk. Zo heeft<br />
het onder andere kunnen aantonen dat<br />
de open stootvoegen, die kenmerkend zijn<br />
voor een van de bestudeerde types gelijmd<br />
metselwerk, geen negatieve invloed<br />
hebben op de geluidsverzwakkingsindex.<br />
15 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Metselwerk
NORMALISERING, BENOR- EN<br />
ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />
Naast de uitvoering van experimenteel onderzoek<br />
en studiewerk nemen onze medewerkers<br />
deel aan de normaliserende werkzaamheden<br />
van de BIN-spiegelcommissies<br />
CEN TC 125 ‘Metselwerk’ en CEN TC<br />
250 ‘Eurocodes’, waarin de nationale aanwendingsdocumenten<br />
voor de nieuwe normen<br />
over metselwerk opgesteld worden.<br />
Zo werden in <strong>2004</strong> een aantal specifieke<br />
aanbevelingen voor gelijmd metselwerk<br />
gepubliceerd. In afwachting van de definitieve<br />
teksten blijft de huidige norm NBN<br />
B 24-401 echter onverminderd van kracht.<br />
Dankzij zijn deelname aan deze commissies,<br />
waarin zowel federaties van producenten,<br />
controleorganismen, studiebureaus<br />
als onderzoekscentra vertegenwoordigd<br />
zijn, kan het <strong>WTCB</strong> de informatie<br />
die voortvloeit uit het prenormatieve<br />
onderzoek beter verspreiden onder zijn<br />
leden en naar de sector.<br />
Voornoemde normaliserende activiteiten<br />
zullen bovendien nog aan belang winnen<br />
door de geleidelijke invoering van de<br />
Europese normen, die een niet te onderschatten<br />
weerslag hebben op de huidige<br />
procedure voor de kwaliteitsverklaring van<br />
producten in België (BENOR-merk).<br />
Wegens de implementatie en de toepassing<br />
van de Europese Bouwproductenrichtlijn<br />
werden voor de metselwerksector<br />
namelijk diverse geharmoniseerde specificaties<br />
gepubliceerd, aan de hand waarvan<br />
de CE-markering op de producten<br />
aangebracht zal moeten worden.<br />
Zo is de normenreeks NBN EN 771-1 tot<br />
771-5 (voor metselstenen en -blokken uit<br />
diverse materialen) sedert <strong>2004</strong> beschikbaar.<br />
Onze ingenieurs volgen deze acti-<br />
NUTTIGE INFORMATIE<br />
Projectendatabank<br />
www.wtcb.be : projecten [C1] tot [C6]<br />
Nuttige links<br />
Laboratorium ‘Ruwbouw- en<br />
afwerkingsmaterialen’ :<br />
www.wtcb.be (rubriek ‘Laboratoria’)<br />
Normen-Antenne ‘Eurocodes’ :<br />
www.normen.be<br />
Website van de BUtgb :<br />
www.butgb.be<br />
Website van het Infopoint :<br />
www.infopoint.be<br />
‘Gelijmd’ baksteenmetselwerk. <strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 3.<br />
<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />
‘METSELWERK’<br />
De restauratie van het Martelarenmonument te Leuven. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />
<strong>2004</strong>/2, Katern 1.<br />
Akoestische invloed van de afwerking van muren uit metselwerk. <strong>WTCB</strong>-<br />
Dossier, <strong>2004</strong>/2, Katern 7.<br />
Infiltraties aan de voet van spouwmuren. Infofiche, nr. 7, <strong>2004</strong>.<br />
Gids voor de restauratie van metselwerk. Deel 3 : Gevelreiniging. <strong>WTCB</strong>-<br />
Monografie, <strong>2004</strong>.<br />
viteiten op de voet op, zowel binnen de<br />
spiegelcommissies van het BIN (CEN<br />
TC 125), binnen het Comité van het Merk<br />
van BENOR, als binnen de BENOR-adviesraden<br />
van BCCA en PROBETON.<br />
NORMEN-ANTENNES<br />
‘EUROCODES’ EN ‘MORTEL-<br />
BETON-GRANULAAT’<br />
De informatieoverdracht die voortvloeit<br />
uit de opvolging van de<br />
evolutie van de Europese normen<br />
met betrekking tot metselwerk<br />
wordt verzekerd door de Normen-<br />
Antennes ‘Eurocodes’ [C5] en<br />
‘Mortel-Beton-Granulaat’ [C6].<br />
Deze kunnen voor de coördinatie<br />
van hun talrijke werkzaamheden<br />
respectievelijk een beroep doen op<br />
de laboratoria ‘Structuren, Schrijnwerk<br />
en Gevelelementen’ en<br />
‘Betontechnologie’.<br />
Speciefiek voor het domein ‘metselwerk’<br />
wordt een beroep gedaan op<br />
het laboratorium ‘Ruwbouw- en<br />
afwerkingsmaterialen’.<br />
16 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Metselwerk
TECHNISCH ADVIES<br />
STATISTIEKEN<br />
De ingenieurs van de afdeling Technisch<br />
Advies (ATA) worden vaak geconfronteerd<br />
met vragen omtrent metselwerkconstructies<br />
(zie afbeelding 1). Daarnaast trachten<br />
ze de bouwprofessionelen op de hoogte<br />
te houden van de kennis die in deze verschillende<br />
domeinen werd opgedaan.<br />
In <strong>2004</strong> had zo’n 14 % van de verstrekte<br />
adviezen betrekking op metselwerkconstructies,<br />
waarbij heel wat aandacht uitging<br />
naar het probleem van waterinfiltraties<br />
aan de voet van spouwmuren, veroorzaakt<br />
door de minder geslaagde drainering<br />
van de spouw en/of door stijgvocht<br />
vanuit de bodem.<br />
Deze problemen komen eveneens uitgebreid<br />
aan bod in een Infofiche die kan<br />
geraadpleegd worden via de <strong>WTCB</strong>website<br />
en die gepubliceerd werd in<br />
<strong>WTCB</strong>-Contact 2/<strong>2004</strong>.<br />
VERVORMINGEN<br />
Aangezien metselwerkconstructies onderhevig<br />
zijn aan tal van bewegingen, hernemen<br />
we hierna enkele bestaande aanbevelingen<br />
inzake de bewegingsvoegen<br />
en de maatregelen die men dient te treffen<br />
bij de afdichting ervan. Overeenkomstig<br />
de voorschriften uit de STS 56.1<br />
‘Dichtingskitten voor gevels’ wordt een onderscheid<br />
gemaakt tussen vier kitklassen,<br />
afhankelijk van hun bewegingsvermogen.<br />
Deze klassen kunnen ook in twee groepen<br />
ingedeeld worden, al naargelang het<br />
gaat om kitten voor beglazingen (groep G)<br />
of kitten voor het opvoegen van gebouwen<br />
(groep F).<br />
De nominale breedte (l n ) van de bewegingsvoegen<br />
moet bepaald worden, rekening<br />
houdend met de dimensionale eisen<br />
die voortvloeien uit de gekozen kitklasse<br />
(l min en l max ), de uitvoeringstoleranties van<br />
Tabel 1 Minimale en maximale breedte<br />
van de bewegingsvoegen, afhankelijk van<br />
de kitklassen.<br />
KITKLASSE<br />
7,5<br />
12,5<br />
20<br />
25<br />
BREEDTE (l) TIJDENS DE<br />
PLAATSING (mm)<br />
l min<br />
10<br />
6<br />
6<br />
6<br />
l max<br />
20<br />
20<br />
30 (*)<br />
30 (*)<br />
(*) Voor kitten van de klasse 20 en 25<br />
mag de voegbreedte (l max ) groter zijn<br />
(zie voorschriften van de fabrikant).<br />
Afb. 1 Tussenkomsten van de afdeling Technisch Advies met betrekking tot metselwerk.<br />
21 %<br />
4 %<br />
9 %<br />
2 %<br />
5 %<br />
20 %<br />
de opgevoegde elementen en de vervormingen<br />
die deze elementen ondergaan<br />
alvorens de kit aangebracht wordt. Dit<br />
wordt uitgedrukt door de formule :<br />
l min + (tc + ma) ≤ l n ≤ l max – (tc + ma),<br />
waarbij :<br />
– tc = de combinatie van de fabricageen<br />
de uitvoeringstoleranties<br />
– ma = de som van de bewegingen van<br />
de voegranden vóór de uitvoering van<br />
de kit.<br />
De kitklasse en de nominale voegbreedte<br />
moeten vervolgens gelijktijdig gecontroleerd<br />
worden aan de hand van de omkeerbare<br />
en de onomkeerbare bewegingen<br />
die de voegranden ondergaan na de<br />
uitvoering van de kit.<br />
Hoewel het hier kan gaan om bewegingen<br />
van verschillende aard (hydraulische<br />
krimp, hygrische vervormingen, kruip, differentiële<br />
zettingen, …), dient men in het<br />
geval van gevelmetselwerk doorgaans<br />
eerst de krimp en de thermische uitzettingen<br />
te beschouwen. Zo is het bijvoorbeeld<br />
mogelijk de potentiële thermische<br />
beweging ∆l te berekenen, die het gevelmetselwerk<br />
bij een temperatuursverschil<br />
van 30 °C (verschil tussen de minimale<br />
buitentemperatuur en de temperatuur bij<br />
de uitvoering van de voeg) zou kunnen<br />
ondergaan, rekening houdend met de afstand<br />
tussen de voegen die aanbevolen<br />
wordt in de norm NBN ENV 1996-2<br />
‘Eurocode 6. Berekening van metselwerk.<br />
Deel 2 : ontwerp, keuze van bouwstoffen<br />
en uitvoering van metselwerk’. Dit kan gebeuren<br />
aan de hand van de volgende for-<br />
n vocht<br />
n scheurvorming – vervorming<br />
n diversen<br />
n dimensionale toleranties –<br />
uitzicht<br />
n vorstbestendigheid<br />
mechanische karakteristieken<br />
n biochemische aantasting –<br />
onderhoud<br />
17 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Metselwerk<br />
39 %<br />
mule :<br />
∆l = α . l . ∆t,<br />
waarbij :<br />
– α = de thermische uitzettingscoëfficiënt<br />
van het materiaal (6.10-6 m/m.°C voor<br />
baksteen)<br />
– l = de vrije lengte van het beschouwde<br />
element<br />
– ∆t = het verwachte temperatuursverschil.<br />
Tabel 2 geeft de minimale voegbreedte<br />
die voortkomt uit de keuze van de materialen,<br />
de afstand tussen de bewegingsvoegen,<br />
de amplitude van de beschouwde<br />
beweging en de kitklasse.<br />
Dankzij deze benadering is het mogelijk<br />
aan te tonen dat de tussenafstand van<br />
30 m, zoals voorzien in de Belgische norm<br />
NBN B 24-401, lettend op de huidige<br />
aanbevelingen met betrekking tot de dimensionering<br />
van de voegen voor de verschillende<br />
beschouwde kitklassen, overdreven<br />
is. Deze geeft immers aanleiding<br />
tot redelijk brede, en bijgevolg weinig esthetische<br />
bewegingsvoegen, met bovendien<br />
een groter risico op scheurvorming<br />
van het metselwerk tussen deze voegen<br />
tot gevolg.<br />
De ingenieurs van de afdeling Technisch<br />
Advies werken nauw samen met het departement<br />
‘Materialen, Technologie en<br />
Milieu’ om de bouwprofessionelen in te<br />
lichten over de nieuwe technologieën die<br />
ontwikkeld worden op het vlak van metselwerk,<br />
zoals de uitvoering van gelijmd<br />
baksteenmetselwerk. n<br />
Tabel 2 Minimale voegbreedte, afhankelijk van de keuze van de materialen, de afstand<br />
tussen de bewegingsvoegen, de amplitude van de beweging en de kitklasse.<br />
METSELWERK-<br />
TYPE<br />
Baksteen<br />
Kalkzandsteen<br />
Beton<br />
Cellenbeton<br />
α (10 -6 m/m.°C)<br />
6<br />
12<br />
12<br />
8<br />
l (m)<br />
12<br />
8<br />
6<br />
6<br />
∆l (mm)<br />
2,16<br />
2,9<br />
2,16<br />
1,44<br />
LM 20 (*)<br />
10,8<br />
14,5<br />
10,8<br />
7,2<br />
LM 25 (*)<br />
8,6<br />
11,6<br />
8,6<br />
6<br />
(*) De voegbreedte die vermeld wordt in deze tabel stemt overeen met de minimale waarde<br />
die nodig is voor het opnemen van de amplitude van de potentiële bewegingen, zonder<br />
rekening te houden met de uitvoeringstoleranties op het metselwerk.
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />
Daken<br />
In <strong>2004</strong> waren de <strong>WTCB</strong>-acties voor de<br />
daksector voornamelijk toegespitst op :<br />
prenormatief onderzoek<br />
de activiteiten binnen de Technische<br />
Comités ‘Dichtingswerken’ en ‘Dakbedekkingen’<br />
onderzoek naar innoverende procédés<br />
de opvolging en ondersteuning van<br />
normalisatieactiviteiten<br />
de kwaliteit van producten en uitvoeringsprocédés<br />
informatieverspreiding.<br />
PRENORMATIEF ONDERZOEK<br />
In <strong>2004</strong> verleende het <strong>WTCB</strong> zijn medewerking<br />
aan het prenormatieve onderzoek<br />
naar de thema’s groendaken en vochthuishouding<br />
in daken.<br />
GROENDAKEN<br />
De resultaten van dit onderzoek, dat afgesloten<br />
werd in het voorjaar van <strong>2004</strong>,<br />
werden opgenomen in een ontwerp van<br />
Technische Voorlichting. Tijdens deze studie<br />
voerde het <strong>WTCB</strong> tal van metingen<br />
uit van :<br />
het thermische gedrag<br />
de akoestische isolatie<br />
de waterkwaliteit<br />
de afvoerdebieten op verschillende types<br />
groendaken, ...<br />
Daarnaast werd ook de wortelweerstand<br />
van een aantal afdichtingsmaterialen beoordeeld.<br />
Deze werkzaamheden vonden<br />
plaats in de schoot van het Technische<br />
Comité ‘Dichtingswerken’, rekening houdend<br />
met de BUtgb-, BIN- en CEN-activiteiten.<br />
Groendaken, een van de thema’s waaraan<br />
het <strong>WTCB</strong> in <strong>2004</strong> bijzonder veel aandacht<br />
besteedde.<br />
VOCHTHUISHOUDING IN DAKEN<br />
Tijdens dit onderzoek [D1], dat gebeurde<br />
in samenwerking met de Universiteit Gent,<br />
de K.U.Leuven en WenK, werd nagegaan<br />
hoe men de voorschriften en rekenmethoden<br />
beter kan afstemmen op de huidige<br />
randvoorwaarden en bouwtechnieken.<br />
Hiertoe werd een vrij omvangrijke data-<br />
Naast de studie, gewijd aan de<br />
integratie van zonneënergietechnieken<br />
in daken en gevels,<br />
maakten de thema’s groendaken<br />
en vochtproblemen in daken een<br />
belangrijk deel uit van de activiteiten<br />
die in <strong>2004</strong> uitgevoerd<br />
werden door het <strong>WTCB</strong>.<br />
bank opgesteld met nuttige informatie<br />
omtrent vochtproblemen enerzijds en actuele<br />
binnenklimaatmetingen anderzijds.<br />
De tussentijdse resultaten van deze studie<br />
werden reeds besproken in het kader<br />
van de herziening van TV 175 ‘Daken met<br />
pannen in gebakken aarde’ en TV 186<br />
‘Daken met tegelpannen’, evenals bij de<br />
opstelling van een nieuwe TV met betrekking<br />
tot de thermische isolatie van hellende<br />
daken.<br />
De uiteindelijke resultaten zouden in de<br />
eerste plaats moeten leiden tot de hygrisch<br />
correcte uitvoering van daken met<br />
een beperkt risico op inwendige condensatie<br />
en in de tweede plaats tot de update<br />
van bepaalde normen, zoals de NBN EN<br />
ISO 13788 of de NBN EN 12114, die een<br />
beoordelingsmethode (in het laboratorium)<br />
voor de luchtdichtheid van bouwmaterialen<br />
beschrijft.<br />
De hygrisch correcte uitvoering van<br />
daken zou uiteindelijk het risico op<br />
inwendige condensatie moeten beperken.<br />
18 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Daken
De studie van de mechanische bevestiging van de dakisolatie en de dakafdichting bij<br />
platte daken zou moeten uitmonden in de publicatie van een Technische Voorlichting.<br />
ACTIVITEITEN BINNEN DIVERSE<br />
TECHNISCHE COMITÉS<br />
TC DICHTINGSWERKEN<br />
Het TC ‘Dichtingswerken’ werkte in <strong>2004</strong><br />
volop verder aan de voorbereiding en opstelling<br />
van de volgende publicaties :<br />
de herziening van TV 191 ‘Het platte<br />
dak. Deel 2 : aansluitingen en afwerking’<br />
een TV met betrekking tot groendaken<br />
een TV omtrent de mechanische bevestiging<br />
van de dakisolatie en de dakafdichting<br />
bij platte daken<br />
een TV over parkeerdaken.<br />
Daarnaast voerde dit TC besprekingen in<br />
verband met de nieuwe brandeisen voor<br />
dakgehelen, de windspecificaties en het<br />
hygrothermische gedrag van de dakopbouw<br />
en verscheen een <strong>WTCB</strong>-Dossier<br />
(<strong>2004</strong>/1, Katern nr. 7) over de mechani-<br />
Het <strong>WTCB</strong> is van plan een Technische<br />
Voorlichting op te stellen over timmerwerk.<br />
sche bevestiging van de dakisolatie en<br />
de dakafdichting op stalen plooiplaten.<br />
TC DAKBEDEKKINGEN<br />
Binnen het TC ‘Dakbedekkingen’ waren<br />
de werkzaamheden toegespitst op :<br />
de herziening van TV 175 ‘Daken met<br />
pannen in gebakken aarde’ en TV 186<br />
‘Daken met tegelpannen’<br />
een TV met betrekking tot de thermische<br />
isolatie van hellende daken<br />
een TV inzake de integratie van zonneenergietechnieken<br />
in daken en gevels.<br />
Het overweegt ook de herziening van de<br />
TV 202, evenals de opstelling van twee<br />
nieuwe TV over aansluitingsdetails voor<br />
daken met pannen en over timmerwerk<br />
(deze laatste in samenwerking met het<br />
TC ‘Schrijnwerken’).<br />
Het TC ‘Dakbedekkingen’ was ook nauw<br />
betrokken bij de publicatie van Infofiche<br />
nr. 12, met betrekking tot condensatie in<br />
thermisch geïsoleerde hellende daken.<br />
FOTOKATALYSE<br />
Op het gebied van dak- en gevelbekledingen<br />
werd in <strong>2004</strong> onderzoek gevoerd<br />
naar de mogelijkheden van het gebruik<br />
van fotokatalyse bij de productie van zelfreinigende<br />
en milieuvriendelijke materialen,<br />
zoals dakpannen [D2]. Het <strong>WTCB</strong><br />
werkt in dit kader rond het toepassingspotentieel<br />
van anataas, en dan vooral voor<br />
dakpannen en betonnen dakbedekkingsmaterialen.<br />
Onder invloed van ultraviolet-<br />
straling speelt deze kristallijne vorm van<br />
titaandioxide een fotokatalytische rol bij<br />
de afbraak van organische stoffen en diverse<br />
schadelijke gassen die aanwezig<br />
zijn in de lucht.<br />
Met anataas behandelde bouwmaterialen<br />
zouden zelfreinigende eigenschappen<br />
ontwikkelen en een zuiverende invloed<br />
kunnen hebben op de lucht. Hoewel deze<br />
technologie in Japan al geruime tijd toegepast<br />
wordt, staat het gebruik van anataas<br />
in bouwmaterialen in Europa nog<br />
maar in zijn kinderschoenen. Dit onderzoek<br />
heeft dus tot doel de werkelijke voordelen<br />
van deze methode te achterhalen.<br />
Proeven op dakpannen, behandeld met<br />
anataas, ter ontwikkeling van zelfreinigende<br />
en milieuvriendelijke materialen.<br />
ASBESTANALYSE<br />
Het nieuwe ontwerp van Koninklijk Besluit<br />
met betrekking tot de bescherming<br />
van werknemers tegen de gevolgen van<br />
een blootstelling aan asbest, voorziet de<br />
toepassing van verschillende beschermingsmaatregelen,<br />
zoals het dragen van<br />
een individuele ademhalingsuitrusting.<br />
Het dragen ervan kan echter achterwege<br />
gelaten worden indien een risicoanalyse<br />
onomstotelijk heeft aangetoond dat de<br />
blootstellingsgrenswaarde voor asbest<br />
(0,1 vezel per cm 3 ) niet overschreden<br />
wordt in de werkzone.<br />
De Confederatie Bouw Dak heeft daarom<br />
een studie laten uitvoeren ter bepaling<br />
van de hoeveelheid vrijgekomen asbestvezels<br />
op verschillende bouwplaatsen<br />
waar de asbestcementgebonden dakbedekking<br />
verwijderd werd. De in dit kader<br />
genomen luchtstalen werden onderzocht<br />
door het ISSeP. Deze door het <strong>WTCB</strong> gecoördineerde<br />
studie heeft tot doel een<br />
dossier op te stellen waaruit blijkt dat de<br />
19 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Daken
TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENST<br />
‘DUURZAME UITVOERINGSTECHNIEKEN VOOR DAKEN<br />
EN LICHTE BUITENWANDEN’<br />
In <strong>2004</strong> werd de door het IWT gesubsidieerde Technologische Adviseerdienst<br />
‘Duurzame uitvoeringstechnieken voor daken en lichte buitenwanden’ opgericht<br />
[D3]. Deze heeft tot doel de kennis en de expertise die gegenereerd wordt<br />
door de talrijke <strong>WTCB</strong>-activiteiten op het gebied van daken en lichte buitenwanden<br />
over te brengen naar de sector. Onze medewerkers zorgen tevens<br />
voor ondersteuning bij de ontwikkeling van diverse innoverende daksystemen,<br />
vaak met de financiële hulp van het IWT.<br />
hoeveelheid vrijgekomen asbestvezels<br />
sterk beperkt kan worden door het respecteren<br />
van een precieze werkwijze,<br />
zodat de blootstellingsgrenswaarde niet<br />
langer overschreden wordt.<br />
Crocidolietvezels (ook blauw asbest<br />
genoemd) onder de optische microscoop.<br />
NORMALISERING, BENOR- EN<br />
ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />
Het <strong>WTCB</strong> verleent al geruime tijd zijn<br />
medewerking aan de werkzaamheden<br />
van de BUtgb, het CEN en de EOTA, en<br />
dan vooral in het kader van de kwaliteitsborging<br />
van producten en systemen.<br />
Zo werden in <strong>2004</strong> een vijftigtal ATG voor<br />
dakisolatiesystemen, dakbedekkingen en<br />
dakafdichtingen onderzocht en afgeleverd.<br />
Bij dit onderzoek werd niet enkel rekening<br />
gehouden met de recent gepubliceerde<br />
Europese specificaties, maar ook<br />
met de specificaties die op dit moment<br />
NUTTIGE INFORMATIE<br />
Projectendatabank<br />
www.wtcb.be : projecten [D1] tot [D3]<br />
Nuttige link<br />
Technologische Adviseerdienst<br />
‘Duurzame uitvoeringstechnieken<br />
voor daken en lichte buitenwanden’<br />
: www.wtcb.be (rubriek ‘Diensten’,<br />
‘Innovatieondersteuning’)<br />
voorbereid worden binnen de Technische<br />
Comités CEN TC 88, CEN TC 128, CEN<br />
TC 254 en de diverse EOTA-werkgroepen.<br />
Wat de BENOR-activiteiten betreft, hebben<br />
verschillende <strong>WTCB</strong>-experten deelgenomen<br />
aan de adviesraden voor pannen<br />
van gebakken aarde, leien, geprofileerde<br />
platen in vezelcement, bitumineuze<br />
onderlagen (BCCA) en betondakpannen<br />
(PROBETON). Doordat het Centrum zowel<br />
het voorzitterschap als het secretariaat<br />
van het Technische Comité CEN TC<br />
128 voor zijn rekening neemt, kan het<br />
deze BENOR-activiteiten ondersteunen.<br />
Op het gebied van afdichtingssystemen<br />
zijn onze medewerkers eveneens zeer<br />
actief binnen de BIN-spiegelcommissie<br />
CEN TC 254. Aangezien de daksector in<br />
2005 zal geconfronteerd worden met de<br />
verplichte CE-markering van dakbedekkingen<br />
en afdichtingsproducten, zal het<br />
Centrum zijn werkzaamheden nog meer<br />
toespitsen op het informeren en begeleiden<br />
van de sector en op de beoordeling<br />
van bovenvermelde producten.<br />
<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />
‘DAKEN’<br />
Mechanische bevestiging van de<br />
dakisolatie en de dakafdichting op<br />
stalen plooiplaten. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />
<strong>2004</strong>/1, Katern 7.<br />
Condensatie in thermisch geïsoleerde<br />
hellende daken. Infofiche,<br />
nr. 12, <strong>2004</strong>.<br />
In het kader van de BUtgb-activiteiten<br />
verleende het <strong>WTCB</strong> zijn medewerking<br />
aan de aflevering van ATG voor natuurleien,<br />
metaal- en betonpannen, metaalplaten,<br />
isolatie voor warme daken en omkeerdaken<br />
en dakafdichtingen. Onze laboratoria<br />
zorgen in deze context niet enkel<br />
voor de opstelling van proefverslagen,<br />
maar ook voor de verificatie van de gedeclareerde<br />
waarden en de beoordeling van<br />
de gebruiksgeschiktheid door de uitvoering<br />
van wind- en regenproeven op de<br />
volledige dakopbouw. Om de werkzaamheden<br />
ook op Europees vlak te coördineren,<br />
is het Centrum nauw betrokken bij<br />
de sectorale groepen (met name de SG<br />
01, SG 11 en SG 19) van de zogenaamde<br />
‘notified bodies’ van de Europese Unie.<br />
Binnen EOTA zijn de activiteiten van onze<br />
medewerkers toegespitst op de aflevering<br />
van toekomstige ETA. Dit gebeurt in<br />
een aantal werkgroepen die thema’s onderzoeken<br />
zoals mechanisch bevestigde<br />
waterdichtingssystemen, omkeerdaken,<br />
zelfdragende lichtgewicht panelen, ...<br />
In <strong>2004</strong> werden een vijftigtal ATG voor dakisolatiesystemen, dakbedekkingen en<br />
dakafdichtingen onderzocht en afgeleverd.<br />
20 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Daken
TECHNISCH ADVIES<br />
STATISTIEKEN<br />
Vragen met betrekking tot hellende en<br />
platte daken vertegenwoordigen bij benadering<br />
zo’n 10 tot 12 % van de problemen<br />
die behandeld worden binnen de afdeling<br />
Technisch Advies (ATA). Afbeelding<br />
1 geeft een overzicht van de meest<br />
voorkomende vochtproblemen in elk van<br />
beide daktypes.<br />
HYGROTHERMISCH GEDRAG VAN DAKEN<br />
Omdat zolders steeds vaker tot woonruimten<br />
omgevormd worden en het noodzakelijk<br />
is hellende daken thermisch te isoleren,<br />
merkt men tegenwoordig dat deze<br />
laatste niet zelden aangevuld worden met<br />
een aanzienlijke laag thermische isolatie.<br />
Hoewel de vermindering van de warmteverliezen<br />
doorheen dergelijke hellende<br />
daken zonder twijfel een ecologische en<br />
economische noodzaak is, kunnen deze<br />
wijzigingen soms leiden tot het ontstaan<br />
van schade, en dan vooral van condensatie<br />
aan de onderkant van het onderdak.<br />
Men moet bovendien vaststellen dat<br />
dit type condensatie in hellende daken<br />
(zie afbeelding 2) veel frequenter voorkomt<br />
dan in platte warme daken en omkeerdaken,<br />
die niettemin blootstaan aan<br />
gelijkaardige vochtigheidsvoorwaarden.<br />
Bij laatstgenoemde daktypes is het immers<br />
makkelijker een bevredigende luchtdichtheid<br />
van de dakopbouw te bereiken,<br />
waardoor het risico op convectie beperkt<br />
wordt. De kans op vochtsporen tengevolge<br />
van inwendige condensatie in hel-<br />
Afb. 1 Overzicht van de frequentste vochtproblemen in platte en hellende daken.<br />
61 %<br />
67 % adviezen<br />
na uitvoering<br />
33 % adviezen<br />
vóór uitvoering<br />
7 %<br />
51 % adviezen<br />
na uitvoering<br />
49 % adviezen<br />
vóór uitvoering<br />
21 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Daken<br />
4 %<br />
42 % adviezen<br />
na uitvoering<br />
58 % adviezen<br />
vóór uitvoering<br />
28 %<br />
n inwendige condensatie<br />
n omgekeerde condensatie<br />
36 %<br />
7 %<br />
60 % adviezen<br />
na uitvoering<br />
40 % adviezen<br />
vóór uitvoering<br />
Tabel 1 Theoretische minimale dikte (cm) van de aan het dak toe te voegen thermische isolatie om de U-waarde te bekomen, opgelegd<br />
in de gewestelijke thermische reglementeringen.<br />
AARD VAN HET<br />
ISOLATIEMATERIAAL<br />
PF (fenol)<br />
PUR/PIR (polyurethaan/polyisocyanuraat)<br />
XPS (geëxtrudeerd polystyreen)<br />
EPS (geëxpandeerd polystyreen)<br />
MW (minerale wol)<br />
CG (cellenglas)<br />
ICB (impregnated cork board)<br />
EPB (geëxpandeerd perliet)<br />
A<br />
4,8<br />
5,4<br />
/<br />
7,8<br />
8,0<br />
9,5<br />
/<br />
11,7<br />
lende daken is nog groter wanneer het<br />
onderdak weinig dampdoorlatend en/of<br />
niet-capillair is. De aanbevolen maatregelen<br />
voor de keuze en de uitvoering van<br />
het lucht- en dampdichtingssysteem van<br />
de dakopbouw zijn dus onlosmakelijk verbonden<br />
met de aard van het onderdak.<br />
PLAT DAK<br />
B<br />
7,6<br />
7,6<br />
/<br />
9,7<br />
9,7<br />
11,9<br />
10,8<br />
13,0<br />
A. Platte daken B. Hellende daken<br />
Afb. 2 Inwendige condensatie komt vaker<br />
voor in hellende daken dan in platte<br />
warme daken en omkeerdaken.<br />
(*) De nieuwe thermische reglementering die in 2006 van kracht zal worden in het Vlaamse Gewest zal strenger zijn en zal een U-waarde van<br />
0,4 W/m 2 K opleggen.<br />
A : gecertificeerd materiaal; B : niet-gecertificeerd materiaal.<br />
1 %<br />
TE BEKOMEN U-WAARDE VAN DE DAKOPBOUW (W/m².K)<br />
Nieuwbouw (Wallonië + Brussel) en renovatie<br />
(Vlaanderen + Wallonië + Brussel) :<br />
0,4 W/m 2 .K<br />
A<br />
7,4<br />
8,3<br />
10,1<br />
11,9<br />
12,2<br />
14,3<br />
/<br />
16,4<br />
HELLEND DAK<br />
B<br />
10,4<br />
10,4<br />
11,9<br />
13,4<br />
13,4<br />
16,4<br />
14,9<br />
17,8<br />
n oppervlaktecondensatie<br />
n infiltratie<br />
THERMISCHE ISOLATIE VAN DAKEN<br />
A<br />
2,9<br />
3,3<br />
/<br />
4,8<br />
4,9<br />
5,9<br />
6,0<br />
7,2<br />
Nieuwbouw (Vlaanderen) (*) :<br />
0,6 W/m 2 .K<br />
PLAT DAK<br />
B<br />
4,7<br />
4,7<br />
/<br />
6,0<br />
6,0<br />
7,3<br />
6,7<br />
8,0<br />
A<br />
4,5<br />
5,0<br />
6,1<br />
7,1<br />
7,3<br />
8,6<br />
/<br />
9,8<br />
HELLEND DAK<br />
B<br />
6,3<br />
6,3<br />
7,1<br />
8,0<br />
8,0<br />
9,8<br />
8,9<br />
10,7<br />
56 %<br />
De medewerkers van de ATA worden vaak<br />
geconfronteerd met vragen omtrent de<br />
theoretische minimale dikte van de laag<br />
thermische isolatie die men dient te voorzien<br />
om de U-waarde te bekomen die opgelegd<br />
wordt in de gewestelijke thermische<br />
reglementeringen.<br />
Tabel 1 geeft een overzicht van deze<br />
waarden, rekening houdend met de aard<br />
van het materiaal en met het feit of het al<br />
dan niet gecertificeerde materialen betreft.<br />
De berekening van deze dikte gebeurt<br />
aan de hand van de aanbevelingen uit de<br />
norm NBN B 62-002 (en zijn addendum)<br />
en de STS 08.82, waarbij ervan uitgegaan<br />
wordt dat de beschouwde dakopbouwen<br />
een traditionele samenstelling<br />
hebben. n
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />
Schrijnwerk & Glaswerk<br />
Mechanische sterkte, inbraakbeveiliging,<br />
brandveiligheid, thermische en akoestische<br />
isolatie, visueel comfort, uitzicht,<br />
toegankelijkheid voor mindervaliden, …<br />
vormen slechts een greep uit de eisen<br />
waaraan het schrijnwerk, de beglazing en<br />
de andere glazen structuurelementen<br />
vandaag de dag moeten voldoen.<br />
Het <strong>WTCB</strong> is erg actief op het gebied van<br />
schrijnwerk en glaswerk. Zo verleent het<br />
zijn medewerking aan :<br />
prenormatief onderzoek<br />
Technologische Adviseerdiensten<br />
thematische netwerken<br />
activiteiten op het vlak van normalisering<br />
en ontwikkeling.<br />
In de context van de zes fundamentele<br />
voorschriften van de Bouwproductenrichtlijn<br />
winnen de aspecten mechanische<br />
sterkte, brandweerstand en vooral veiligheid<br />
van schrijnwerk en glaswerk almaar<br />
aan belang.<br />
INBRAAKVEILIGHEID<br />
Het Centrum spitst zijn aandacht de laatste<br />
tijd dikwijls toe op activiteiten met betrekking<br />
tot inbraakbeveiliging. De statistieken<br />
van de Federale Politie voor het<br />
jaar <strong>2004</strong> hebben immers aangetoond dat<br />
het aantal inbraken in stijgende lijn gaat<br />
(gemiddeld gebeurt er in ons land een<br />
inbraak om de zes minuten). Uit de statistieken<br />
kan men eveneens afleiden dat<br />
het doorgaans de beperkte mechanische<br />
sterkte van de deuren en de vensters is<br />
die het de inbrekers mogelijk maakt de<br />
woning binnen te dringen. De mechanische<br />
inbraakbeveiliging wordt nog te vaak<br />
verwaarloosd, vooral indien men weet dat<br />
de meeste inbraakpogingen nooit langer<br />
duren dan vijf minuten en dat de inbreker<br />
zijn plan na deze termijn gewoonlijk laat<br />
varen.<br />
Onze medewerkers voeren daarom twee<br />
acties in dit kader : een prenormatief onderzoek,<br />
dat steunt op een groot aantal<br />
proeven, en een TIS-project (zie kader<br />
p. 24) dat de innovatiestimulering op het<br />
gebied van inbraakveiligheid beoogt.<br />
Het prenormatieve onderzoek ‘Evaluatie<br />
van inbraakvertragend schrijnwerk, al dan<br />
niet uitgerust met een ventilatiesysteem’<br />
[E1] is een perfect voorbeeld van een globale<br />
analyse en interactie tussen verschillende<br />
elementen : profielen, vulelementen,<br />
omlijstingen, hang- en sluitwerk, ventilatiesysteem,<br />
bevestiging aan de ruwbouw,<br />
… Het is immers de zwakste component<br />
die de inbraakweerstand van het<br />
schrijnwerk bepaalt.<br />
De mechanische inbraakbeveiliging wordt<br />
nog te vaak verwaarloosd.<br />
Het schrijnwerk, de beglazing<br />
en de andere glazen structuurelementen<br />
moeten tegenwoordig<br />
voldoen aan steeds strenger<br />
wordende eisen die vaak moelijk<br />
met elkaar te verzoenen zijn.<br />
Dit onderzoek heeft verschillende doelen<br />
voor ogen, met name :<br />
het voorstellen van aanpassingen aan<br />
de Europese ontwerpnormen prEN<br />
1627 tot en met 1630<br />
de ontwikkeling van een unieke en pertinente<br />
evaluatiestrategie voor de inbraakwerendheid<br />
van gevelschrijnwerkelementen<br />
de opstelling van een eenduidig classificatiesysteem<br />
voor schrijnwerk<br />
het voorstellen, voor elke weerstandsklasse,<br />
van bepaalde standaardoplossingen<br />
in inbraakwerend schrijnwerk.<br />
Deze standaardoplossingen zouden moeten<br />
uitgroeien tot een eerste referentie<br />
voor de sector met het oog op een toekomstige<br />
certificering of eventuele CEmarkering.<br />
Dit project zou uiteindelijk ook<br />
de grondslag kunnen vormen voor de<br />
opstelling van een nieuwe Technische<br />
Voorlichting, ter vervollediging van TV 206<br />
‘Mechanische inbraakbeveiliging van<br />
schrijnwerk en beglazing’.<br />
TRANSPARANTIE EN LICHT<br />
Het <strong>WTCB</strong> spitst ook een groot deel van<br />
zijn werkzaamheden toe op het gebruik<br />
van glas in structurele toepassingen of<br />
voor de uitvoering van bijzondere bouwwerken<br />
in glas. Dit materiaal wordt in dergelijke<br />
gevallen immers steeds vaker aangewend<br />
om te kunnen voldoen aan de<br />
eisen van transparantie en lichttoetreding.<br />
Voor de meeste structurele toepassingen<br />
dient men, om veiligheidsredenen bij glas-<br />
22 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Schrijnwerk & Glaswerk
Vierpuntsbuigproef op een vloerplaat van<br />
gelaagd glas.<br />
breuk, gelaagd glas te gebruiken. Daarom<br />
heeft het Centrum onlangs het prenormatieve<br />
onderzoek ‘Gebruik van gelaagd<br />
glas in structurele toepassingen’ [E3] opgestart,<br />
dat tot doel heeft een beter inzicht<br />
te krijgen in de verschillen in mechanisch<br />
gedrag tussen diverse types gelaagd<br />
glas, die nog niet behandeld worden<br />
in de huidige referentiedocumenten.<br />
Het onderzoek omvat een eerste – veeleer<br />
experimenteel – luik, waarbij de nadruk<br />
ligt op de bepaling van de belangrijkste<br />
factoren voor de dimensionering<br />
van structuurelementen uit gelaagd glas,<br />
en een tweede luik, dat gewijd is aan de<br />
modelvorming van dit composietmateriaal.<br />
Het <strong>WTCB</strong> wil enerzijds de onderzoeksresultaten<br />
valoriseren die bekomen werden<br />
in de verschillende normaliserende werkgroepen<br />
met betrekking tot gelaagd glas.<br />
Anderzijds wil het deze resultaten ook verspreiden<br />
naar de bouwaannemers, onder<br />
de vorm van pragmatische tabellen,<br />
die bijvoorbeeld zouden kunnen opgenomen<br />
worden in een Technische Voorlichting<br />
over dit thema.<br />
Glazen borstwering en glazen trap.<br />
Schokproef op gelaagd glas.<br />
Wat de <strong>WTCB</strong>-publicaties omtrent glas<br />
betreft, werd in <strong>2004</strong> op het initiatief van<br />
het Technisch Comité ‘Glaswerken’ volop<br />
verder gewerkt aan de opstelling van de<br />
TV ‘Bijzondere bouwwerken in glas’. In<br />
dit document komen zowel de dimensionerings-<br />
als uitvoeringsregels voor bijzondere<br />
bouwwerken in glas (zoals vloerplaten,<br />
traptreden, uitstalramen, wanden<br />
uit geprofileerd glas of glazen bouwstenen,<br />
wanden van aquariums, patrijspoorten,<br />
deuren en constructies uit gehard<br />
glas, wanden uit gebogen glas, borstweringen<br />
en scheidingswanden, ...) aan bod.<br />
Het zal een aanvulling vormen op de<br />
TV 214 ‘Glas en glasproducten. Functies<br />
van beglazing’, evenals op de TV 221<br />
‘Plaatsing van glas in sponningen’.<br />
LABORATORIUM ‘SCHRIJNWERK EN<br />
GEVELELEMENTEN’<br />
In <strong>2004</strong> waren de activiteiten van het laboratorium<br />
‘Schrijnwerk en Gevelelementen’<br />
vooral toegespitst op de ontwikkeling<br />
van nieuwe schrijnwerkelementen en<br />
glasproducten. Het voert in dit kader bijvoorbeeld<br />
proeven op de luchtdoorlatendheid,<br />
waterdichtheid, windsterkte, schokweerstand,<br />
vermoeiing en andere mechanische<br />
eigenschappen van de gebouwschil<br />
uit (manipulatieproeven, weerstandsproeven<br />
bij verkeerd gebruik, dynamische<br />
belastingsproeven, mechanische proeven<br />
op profielen, …).<br />
Het laboratorium bepaalt eveneens de<br />
karakteristieken van vensters, private en<br />
industriële deuren, gevelbekledingen, plafonds<br />
(en hun onderdelen), platte en hellende<br />
daken, … Het beschikt tevens over<br />
de nodige uitrustingen voor de uitvoering<br />
van simulaties van de belasting door wind,<br />
regen, lucht, ... overeenkomstig de Europese<br />
normen en de andere nationale en<br />
internationale leidraden.<br />
NORMALISERING, BENOR- EN<br />
ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />
Het <strong>WTCB</strong> verleent al geruime tijd zijn<br />
medewerking aan de werkzaamheden<br />
Lucht-, water- en winddichtheidsproeven<br />
op een raam.<br />
van de BUtgb, het CEN en de EOTA, en<br />
dan vooral in het kader van de kwaliteitsborging<br />
van producten en systemen.<br />
Zo werden in <strong>2004</strong> een vijftigtal ATG voor<br />
beglazingen, schrijnwerkprofielen, kitten<br />
en gevelbekledingssystemen onderzocht<br />
en afgeleverd. Bij dit onderzoek werd niet<br />
enkel rekening gehouden met de recent<br />
gepubliceerde Europese specificaties,<br />
maar ook met de specificaties die op dit<br />
moment voorbereid worden binnen de<br />
Technische Comités CEN TC 33 (waarvan<br />
het Centrum het voorzitterschap verzekert),<br />
CEN TC 129 en de diverse EOTAwerkgroepen.<br />
Omdat de technische voorschriften voor<br />
buitenschrijnwerk dringend aan een up-<br />
Een vijftigtal ATG voor beglazingen,<br />
profielen, kitten en gevelbekledingen<br />
werden afgeleverd.<br />
23 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Schrijnwerk & Glaswerk
date toe waren, hebben de ingenieurs van<br />
het <strong>WTCB</strong> in <strong>2004</strong> de herziening van de<br />
norm NBN S 21-203 (STS 38) en van de<br />
Technische Specificaties STS 52.0 afgewerkt.<br />
Ook de ETA-Goedkeuringsleidraad<br />
002 met betrekking tot structureel<br />
gelijmd glaswerk (SGG) werd bijgewerkt,<br />
rekening houdend met de nieuwe Europese<br />
certificeringsproefprocedures.<br />
Op het gebied van houten ramen werkt<br />
het <strong>WTCB</strong> aan het document ‘Kwaliteitseisen<br />
voor de fabricage van houten vensters’.<br />
Hiertoe werd in de verschillende<br />
CEN-werkgroepen met betrekking tot hout<br />
en profielen nuttige informatie ingewonnen<br />
waarmee het mogelijk was de beoordeling<br />
en de fabricagecontrole van houten<br />
ramen beter te organiseren.<br />
Het Centrum heeft eveneens voorbereidend<br />
werk uitgevoerd om een beter inzicht<br />
te krijgen in en begeleiding te kunnen<br />
bieden bij de CE-markering van beglaasde<br />
vliesgevels, structureel gelijmd<br />
glaswerk (SGG), ramen en deuren, industriële<br />
poorten en hekken en beglazing.<br />
Daarnaast verleende het <strong>WTCB</strong> zijn medewerking<br />
aan de organisatie van een<br />
aantal studiedagen over de verschillende<br />
producten voor gevels en de CE-markering,<br />
op het initiatief van diverse bedrijven<br />
en beroepsverenigingen.<br />
Naast zijn actieve deelname aan diverse<br />
werkgroepen voert het Centrum tevens<br />
tal van laboratoriumproeven uit. Om de<br />
werkzaamheden ook op Europees vlak<br />
te coördineren, is het nauw betrokken bij<br />
de sectorale groepen (SG 05 en SG 09)<br />
van de zogenaamde ‘notified bodies’ van<br />
de Europese Unie.<br />
Wat de dimensionering van gevels betreft,<br />
zijn onze medewerkers gestart met<br />
de opstelling van een wetenschappelijk<br />
rapport betreffende de belastingen, grens-<br />
NUTTIGE INFORMATIE<br />
Projectendatabank<br />
www.wtcb.be : projecten [E1] tot [E5]<br />
Nuttige links<br />
Laboratorium ‘Schrijnwerk en<br />
Gevelelementen’ : www.wtcb.be<br />
(rubriek ‘Laboratoria’)<br />
Technologische Adviseerdiensten<br />
‘Nieuwe uitvoeringstechnieken in<br />
de schrijnwerkerij’ en ‘Le verre<br />
dans le bâtiment’ : www.wtcb.be<br />
(rubriek ‘Diensten’, ‘Innovatieondersteuning’)<br />
Thematische Innovatiestimulering<br />
‘Inbraakbeveiliging van gebouwen’<br />
: www.tis-inbraak.be<br />
TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENSTEN<br />
‘NIEUWE UITVOERINGSTECHNIEKEN IN DE SCHRIJNWERKERIJ’<br />
EN ‘LE VERRE DANS LE BÂTIMENT’ (GLAS IN GEBOUWEN)<br />
De Technologische Adviseerdienst ‘Nieuwe uitvoeringstechnieken in de schrijnwerkerij’<br />
[E5], die zowel gesubsidieerd wordt door het Vlaamse als door het<br />
Waalse Gewest, geeft technologische innovatiesteun aan aannemers van<br />
schrijnwerk en timmerwerk. Aangezien de prestatie-eisen voor buitenschrijnwerk<br />
onder andere op het gebied van akoestiek, thermisch comfort, lichttransmissie,<br />
inbraakveiligheid, ventilatie en brandweerstand almaar strenger worden,<br />
ziet deze sector zich er immers toe verplicht nieuwe producten te ontwikkelen<br />
en toe te passen.<br />
De Technologische Adviseerdienst ‘Le verre dans le bâtiment’ [E4], gesubsidieerd<br />
door het Waalse Gewest, behandelt voornamelijk de volgende twee<br />
thema’s :<br />
glas en de veiligheid van personen<br />
vlak glas als constructiemateriaal.<br />
Deze TAD streeft ernaar de invoering van innovaties bij glaswerkers – die de<br />
voornaamste doelgroep uitmaken – te stimuleren en te bevorderen. Men mag<br />
echter niet vergeten dat ook algemene aannemers en schrijnwerkers vaak te<br />
maken krijgen met glasproducten. Daarom wil ze uiteindelijk komen tot een<br />
verbetering van de deskundigheid van de volledige sector om het concurrentievermogen<br />
van de bedrijven op te krikken. In <strong>2004</strong> hadden de werkzaamheden<br />
van voornoemde TAD vooral betrekking op gelaagd glas, geprofileerd glas en<br />
veiligheid, glas als constructiemateriaal, gordijngevels, de bescherming en het<br />
onderhoud van beglazingen en dichtingsmaterialen.<br />
toestanden en karakteristieken van de<br />
materialen die in rekening gebracht moeten<br />
worden bij het ontwerp van buitenschrijnwerk.<br />
Dit rapport herneemt en combineert<br />
de belangrijkste elementen uit de<br />
Eurocodes met betrekking tot gevels en<br />
geeft aangepaste coëfficiënten op waarmee<br />
men de betrouwbaarheid van de<br />
constructies kan verzekeren. Hierbij wordt<br />
bovendien zoveel mogelijk getracht de<br />
verstoring van de markt te beperken die<br />
zou kunnen teweeggebracht worden door<br />
de implementatie van de Eurocodes in<br />
de nationale regelgeving. Het <strong>WTCB</strong><br />
draagt tevens zijn steentje bij in het domein<br />
van de berekening van de windwerking<br />
op gevels (Eurocode 1, Deel 1-4),<br />
voornamelijk in het kader van industriële<br />
ontwikkelingen.<br />
Op het vlak van branddeuren zorgen de<br />
<strong>WTCB</strong>-experten voor de opvolging van<br />
de activiteiten van de adviesraad van<br />
BOSEC/TCC1 (zowel voor de aflevering<br />
van het BENOR/ATG-merk als voor de<br />
aflevering van de ISIB-certificatiesystemen<br />
voor plaatsers). Hierbij zijn de Technische<br />
Voorlichting 226 en de Technische<br />
Specificaties STS 53 belangrijke referentiedocumenten.<br />
Binnen EOTA zijn de activiteiten van de<br />
<strong>WTCB</strong>-ingenieurs voornamelijk toegespitst<br />
op werkgroepen met betrekking tot<br />
vliesgevels en glazen structuren :<br />
verlaagde plafonds<br />
kits voor binnenwanden<br />
brandwerende beplating<br />
houtskeletbouwwoningen (STS 23).<br />
THEMATISCHE INNOVATIESTIMULERING<br />
‘INBRAAKBEVEILIGING VAN GEBOUWEN’<br />
Het door het <strong>WTCB</strong> gecoördineerde TIS-programma ‘Inbraakbeveiliging van<br />
gebouwen’ [E2], in samenwerking met de Confederatie Bouw en NACEBO<br />
(Bouwunie), is een innovatiesteunmaatregel op het vlak van inbraakwerendheid,<br />
met de financiële steun van het Vlaamse Gewest.<br />
Deze TIS heeft tot doel de innovatie en/of modernisering bij de aannemers uit<br />
de schrijnwerk- en glaswerksector met betrekking tot mechanische en elektronische<br />
inbraakbeveiliging te stimuleren. Een tweede doel is de opstelling van<br />
een bestek voor inbraakbestendige beglazing en schrijnwerkelementen voor<br />
nieuwbouw en renovatie.<br />
24 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Schrijnwerk & Glaswerk
TECHNISCH ADVIES<br />
STATISTIEKEN<br />
De laatste jaren stelt de afdeling Technisch<br />
Advies (ATA) een belangrijke stijging<br />
van het aantal vragen inzake de<br />
plaatsing van onafgewerkt houten buitenschrijnwerk<br />
vast (vaak met betrekking tot<br />
de esthetische aspecten ervan).<br />
Uit de opgedane ervaringen en uit onderzoeken,<br />
uitgevoerd in het <strong>WTCB</strong>-laboratorium<br />
‘Schrijnwerk en gevelelementen’,<br />
is reeds meermaals gebleken dat een<br />
houtafwerking niet alleen het uitzicht verfraait,<br />
maar nog een groot aantal andere<br />
functies vervult : bescherming van het<br />
hout tegen de rechtstreekse blootstelling<br />
aan klimaatinvloeden, vermindering van<br />
de werking van en de belastingen op de<br />
profielen en de verbindingen, verlenging<br />
van de levensduur van het schrijnwerk,<br />
vereenvoudiging van het onderhoud, …<br />
Bij onafgewerkt houten buitenschrijnwerk<br />
komen daarentegen regelmatig waterinfiltraties<br />
voor. Deze worden veroorzaakt<br />
door een onvoldoende lucht- en waterdichtheid<br />
van het schrijnwerk, tengevolge<br />
van de overmatige vervormingen van de<br />
profielen.<br />
Dit blijkt eveneens uit afbeelding 1, die<br />
een overzicht geeft van het aantal tussenkomsten<br />
van de ATA inzake waterinfiltraties<br />
bij ramen in <strong>2004</strong>.<br />
Zelfs indien zeer stabiele, weinig werkende<br />
en duurzame houtsoorten worden<br />
gehanteerd bij de vervaardiging van het<br />
buitenschrijnwerk en men deze combineert<br />
met hang- en sluitwerk van zeer<br />
goede kwaliteit (meerpuntsluitingen), is<br />
het voorzien van een afwerking absoluut<br />
noodzakelijk om de lucht- en waterdichtheid<br />
van het buitenschrijnwerk te verzekeren.<br />
Afb. 1 Overzicht van het aantal interventies<br />
van de afdeling Technisch Advies<br />
inzake waterinfiltraties bij ramen.<br />
37 %<br />
22 %<br />
19 %<br />
n onafgewerkte houten ramen<br />
n afgewerkte houten ramen<br />
n PVC-ramen<br />
n aluminium ramen<br />
DICHTHEID VAN BUITENDEUREN<br />
In <strong>2004</strong> werden door de ingenieurs van<br />
de ATA ook dubbel zoveel adviezen verstrekt<br />
omtrent de prestaties van buitendeuren<br />
dan vorig jaar.<br />
Dit kan verklaard worden door de publicatie<br />
van de Infofiche ‘Dichtheid van buitendeuren’<br />
op de <strong>WTCB</strong>-website, waarin<br />
de voornaamste redenen voor de soms<br />
gebrekkige lucht- en waterdichtheid van<br />
deze elementen worden belicht.<br />
THERMISCHE ISOLATIE VAN BEGLAZINGEN<br />
Rekening houdend met de huidige<br />
thermische reglementeringen in Wallonië<br />
en Brussel, evenals met de Energieprestatieregelgeving<br />
die begin 2006 in Vlaanderen<br />
van kracht zal worden, willen we<br />
eveneens wijzen op de noodzaak om bij<br />
(her)nieuwbouw te opteren voor beglazingen<br />
met goede thermische-isolatieprestaties.<br />
25 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Schrijnwerk & Glaswerk<br />
22 %<br />
<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />
‘SCHRIJNWERK EN GLASWERK’<br />
Toegankelijkheid van trappen :<br />
Randbemerkingen bij § 2.4.2 van<br />
TV 198. <strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4,<br />
Katern 6.<br />
Akoestische prestaties van dubbele<br />
geventileerde gevels (DGG).<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 1.<br />
Vlak glas en veiligheid - Commentaren<br />
op de norm NBN EN 12600.<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 5.<br />
Verjongingskuur voor de STS 38<br />
‘Glaswerk’ en 52 ‘Buitenschrijnwerk’.<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4,<br />
Katern 8.<br />
De gecombineerde CE-markering<br />
voor industriële, commerciële en<br />
residentiële poorten. <strong>WTCB</strong>-<br />
Dossier, <strong>2004</strong>/3, Katern 3.<br />
Dubbele geventileerde gevels.<br />
Deel 1 : voorstelling van de gevelopbouw.<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/1,<br />
Katern 1.<br />
Dichtheid van buitendeuren.<br />
Infofiche, nr. 1, <strong>2004</strong>.<br />
In dit kader kunnen we nu reeds vermelden<br />
dat de EPR, voor beglazingen, hoogstwaarschijnlijk<br />
een maximale warmtedoorgangscoëfficiënt<br />
(U g,max ) van 1,6 W/m²K<br />
(in het midden ervan) zal opleggen.<br />
Aan de hand van tabel 1 kan men zich<br />
een goed idee vormen van de invloed van<br />
de thermische-isolatieprestaties van verschillende<br />
types beglazing op het ontstaan<br />
van oppervlaktecondensatie in een<br />
stationair regime. n<br />
Tabel 1 Verband tussen de binnen- en buitentemperatuur, de dauwpunttemperatuur, de U-waarde van de beglazing, de relatieve<br />
vochtigheid van de binnenlucht en het ontstaan van oppervlaktecondensatie.<br />
INVLOEDS-<br />
FACTOREN<br />
TYPE BEGLAZING<br />
Dubbel<br />
en HR<br />
Dubbel<br />
en HR<br />
Dubbel<br />
Enkel<br />
RELATIEVE VOCHTIG-<br />
HEID VAN DE BINNEN-<br />
LUCHT (%)<br />
BINNENLUCHT-<br />
TEMPERATUUR (°C)<br />
DAUWPUNT-<br />
TEMPERATUUR (°C)<br />
U-WAARDE VAN DE<br />
BEGLAZING (W/m 2 .K)<br />
1,2<br />
1,6<br />
2,9<br />
5,8<br />
15<br />
4,7<br />
-53,7<br />
-36,5<br />
-13,4<br />
0,8<br />
18<br />
7,3<br />
50<br />
BUITENTEMPERATUUR (°C) DIE MOET ONDERSCHREDEN WORDEN OM GECONFRONTEERD TE WORDEN<br />
MET HET VERSCHIJNEN VAN OPPERVLAKTECONDENSATIE<br />
-53,3<br />
-35,5<br />
-11,5<br />
3,2<br />
20<br />
9,2<br />
-52,0<br />
-34,0<br />
-9,8<br />
5,1<br />
22<br />
11,1<br />
-50,7<br />
-32,5<br />
-8,1<br />
7,0<br />
15<br />
7,1<br />
-37,7<br />
-24,5<br />
-6,8<br />
4,1<br />
18<br />
10,1<br />
-34,7<br />
-21,5<br />
-3,8<br />
7,1<br />
60<br />
20<br />
12<br />
-33,3<br />
-20,0<br />
-2,1<br />
9,0<br />
22<br />
13,9<br />
-32,0<br />
-18,5<br />
-0,3<br />
10,8<br />
15<br />
9,6<br />
-21,0<br />
-12,0<br />
0,1<br />
7,6<br />
18<br />
12,4<br />
-19,3<br />
-10,0<br />
2,6<br />
10,3<br />
70<br />
20<br />
14,36<br />
-17,6<br />
-8,2<br />
4,4<br />
12,2<br />
22<br />
16,3<br />
-16,0<br />
-6,5<br />
6,3<br />
14,1
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />
Muur- en vloerbekledingen<br />
De <strong>WTCB</strong>-activiteiten op het vlak van<br />
muur- en vloerbekledingen zijn erg gediversifieerd<br />
en worden gestuurd door niet<br />
minder dan vier Technische Comités :<br />
‘Plafonneer- en voegwerken’, ‘Harde<br />
muur- en vloerbekledingen’, ‘Schilderwerk,<br />
soepele muur- en vloerbekledingen’<br />
en ‘Steen en marmer’.<br />
BETEGELINGEN<br />
Tijdens het afgelopen jaar hadden de<br />
activiteiten in het domein van harde muuren<br />
vloerbekledingen vooral te maken met<br />
de opstelling van nieuwe publicaties. Zo<br />
verscheen de Technische Voorlichting 227<br />
‘Muurbetegelingen’, die werd aangevuld<br />
door twee Infofiches met betrekking tot<br />
twee belangrijke onderwerpen :<br />
de hechtsterkte van muurbetegelingen<br />
de beschadiging ervan tengevolge van<br />
de rechtstreekse besproeiing van het<br />
oppervlak met water.<br />
In <strong>2004</strong> verscheen Technische Voorlichting<br />
227 ‘Muurbetegelingen’.<br />
De werkgroep ‘Harde muur- en vloerbekledingen’<br />
werkte ook verder aan de herziening<br />
van TV 137 over de afwerking van<br />
binnenvloeren met keramische tegels. Dit<br />
in 1981 gepubliceerde document is namelijk<br />
toe aan een update, rekening houdend<br />
met de laatste evoluties op het vlak<br />
van de tegels en hun uitvoering, evenals<br />
met de nieuwe normen over dit onderwerp.<br />
In afwachting van het verschijnen van<br />
deze herziening publiceerde het <strong>WTCB</strong><br />
een Infofiche over een van de belangrijkste<br />
kenmerken van keramische tegels,<br />
met name hun slijtsterkte. Hierin werd een<br />
stand van zaken opgesteld met betrekking<br />
tot de huidige proefmethoden en<br />
keuzecriteria.<br />
NATUURSTEEN<br />
In <strong>2004</strong> waren ook tal van activiteiten gewijd<br />
aan natuursteen, een ander hard<br />
muur- en vloerbedekkingsmateriaal bij uitstek.<br />
Zo werd volop verder gewerkt aan de<br />
herziening van TV 205 ‘Natuursteen’, lettend<br />
op de recente evoluties op dit gebied.<br />
In de loop van de vorige jaren hebben de<br />
normen en gebruikscriteria hieromtrent<br />
immers een aantal grondige wijzigingen<br />
ondergaan en werd de markt overspoeld<br />
met verschillende nieuwe types natuursteen.<br />
Daarom stelde het Technische Comité<br />
‘Steen en marmer’ een aantal nieuwe<br />
technische fiches [F1] op, die binnenkort<br />
In het domein van harde afwerkingsmaterialen<br />
stond <strong>2004</strong><br />
vooral in het teken van de verschijning<br />
van TV 227 ‘Muurbetegelingen’<br />
evenals van de organisatie<br />
van wintercursussen. Soepele<br />
vloerbekledingen zullen op<br />
hun beurt aan bod komen in twee<br />
nieuwe Technische Voorlichtingen<br />
ter vervanging van TV 165.<br />
De eerste is gewijd aan elastische<br />
vloerbekledingen, terwijl de<br />
tweede zich toespitst op vloerbekledingen<br />
van textiel.<br />
beschikbaar zullen worden op de <strong>WTCB</strong>website<br />
(www.wtcb.be), in een speciale<br />
rubriek over natuursteen.<br />
In <strong>2004</strong> eindigde ook het proefprogramma<br />
ter karakterisering van decoratieve<br />
Waalse steensoorten [F2], dat door de<br />
vzw ‘Pierres et marbres de Wallonie’ aan<br />
onze medewerkers toevertrouwd werd.<br />
Dankzij de bekomen resultaten was het<br />
mogelijk de bestaande informatie over<br />
een twintigtal steengroeven aan te vullen<br />
en technische fiches op te stellen die<br />
weldra zullen kunnen geraadpleegd worden<br />
via de website.<br />
Vloer uit Belgische blauwe hardsteen<br />
(VTM-Vilvoorde).<br />
26 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Muur- en vloerbekledingen
Vlekvorming op Carraramarmer.<br />
VLEKVORMING OP STENEN<br />
In het domein van de harde muur- en<br />
vloerbekledingen werden in <strong>2004</strong> nog<br />
diverse andere onderzoeksprojecten opgestart<br />
en beëindigd. Het eerste onderzoek<br />
dat afgerond werd door het laboratorium<br />
‘Mineralogie en Microstructuur’<br />
betreft de problematiek van vlekvorming<br />
op stenen [F3], en dan vooral deze die<br />
optreedt als gevolg van de oxidatie van<br />
bepaalde mineralen.<br />
In dit kader werd een aantal preventieve<br />
behandelingstechnieken ontwikkeld, die<br />
tegenwoordig kunnen toegepast worden<br />
om het risico op het verschijnen van geelbruine<br />
vlekken, wat kenmerkend is voor<br />
bepaalde marmersoorten zoals Carraramarmer,<br />
te beperken.<br />
Het probleem van de beoordeling van de<br />
gevoeligheid van natuursteen tegen vlekvorming<br />
‘van buitenaf’ wordt onderzocht<br />
in een nieuw prenormatief onderzoeksproject<br />
dat streeft naar de ontwikkeling<br />
van specificaties voor natuursteen, onafhankelijk<br />
van hun toepassingsgebied [F4].<br />
VORSTGEVOELIGHEID<br />
Een ander prenormatief onderzoek dat vorig<br />
jaar afgesloten werd, ging dieper in<br />
op de vorstbestendigheid van keramische<br />
tegels voor buitenterrassen [F5]. Dit is een<br />
erg actueel probleem waarover het <strong>WTCB</strong><br />
veel adviesaanvragen te verwerken krijgt.<br />
Dankzij dit onderzoek kon een betrouwbaardere<br />
proefmethode ontwikkeld wor-<br />
Vorstschade op keramische tegels.<br />
Microscopisch zicht van pyriet.<br />
den dan deze, voorgesteld in de huidige<br />
Europese norm. Hierin worden immers<br />
verschillende tegels als ‘vorstbestendig’<br />
beschouwd die in de praktijk belangrijke<br />
duurzaamheidsproblemen vertonen.<br />
STELPRODUCTEN<br />
Ook op het vlak van stelproducten werden<br />
diverse onderzoeksactiviteiten ondernomen.<br />
Als gevolg van de Europese harmonisatie<br />
van de productnorm met betrekking<br />
tot tegellijm heeft het <strong>WTCB</strong>-laboratorium<br />
‘Ruwbouw- en afwerkingsmaterialen’<br />
– op vraag van verschillende<br />
producenten – de nodige proeven uitgevoerd<br />
voor de classificatie van deze producten<br />
en hun CE-markering.<br />
Daarnaast verricht dit laboratorium nog<br />
tal van andere proeven in het kader van<br />
de Belgische technische goedkeuringen<br />
(ATG). We willen er trouwens op wijzen<br />
dat het door BELTEST geaccrediteerd is<br />
voor de uitvoering van hechtsterkteproeven<br />
op lijmen en mortellijmen voor betegelingen.<br />
BINNENWANDEN, VERLAAGDE PLA-<br />
FONDS EN VERHOOGDE VLOEREN<br />
In <strong>2004</strong> kwamen de thema’s binnenwanden,<br />
verlaagde plafonds en verhoogde<br />
vloeren, waarover er totnogtoe geen gedetailleerde<br />
naslagwerken bestonden, uitgebreid<br />
aan bod. De werkgroep die in dit<br />
kader opgericht werd, werkte namelijk een<br />
aantal lopende projecten af.<br />
Gipskartonplaten, opgebouwd door de<br />
toevoeging van zeolieten.<br />
Het doel ervan is de bouwsector (en dan<br />
vooral de schrijnwerkers) te voorzien van<br />
nauwkeurige informatie, door de opstelling<br />
van twee Technische Voorlichtingen :<br />
de eerste zal eerder gericht zijn op de<br />
definiëring en de beschrijving van de<br />
systemen volgens hun karakteristieken<br />
de tweede zal dieper ingaan op de<br />
brandweerstand van deze bouwelementen,<br />
rekening houdend met de recentste<br />
wijzigingen van de reglementering<br />
op het vlak van brandveiligheid.<br />
Er werd eveneens een onderzoek uitgevoerd<br />
op Europees niveau met betrekking<br />
tot gipskartonplaten, opgebouwd uit<br />
gerecycleerde materialen en de toevoeging<br />
van zeolieten [F6], waardoor de<br />
nieuwe platen verbeterde karakteristieken<br />
krijgen.<br />
SOEPELE VLOERBEKLEDINGEN<br />
Op het gebied van soepele vloerbekledingen<br />
is de Technische Voorlichting 165<br />
‘Leidraad voor de goede uitvoering van<br />
soepele vloerbedekkingen’ dringend aan<br />
een herziening toe. Dit is voornamelijk te<br />
wijten aan de evoluties op het vlak van<br />
de normalisering en de samenstellende<br />
materialen.<br />
In dit kader zijn twee nieuwe Technische<br />
Voorlichtingen in voorbereiding :<br />
een eerste over elastische vloerbekledingen<br />
een tweede over vloerbekledingen van<br />
textiel.<br />
Een van de belangrijkste wijzigingen ten<br />
opzichte van de vorige TV ligt in de classificatie<br />
van elastische vloerbekledingen.<br />
Deze werd namelijk aangepast aan de<br />
indeling uit de onlangs gepubliceerde Europese<br />
normering hieromtrent, die op termijn<br />
alle nationale classificatiesystemen,<br />
zoals het Franse UPEC-systeem, zal vervangen.<br />
TV 165 over soepele vloerbekledingen zal<br />
op termijn vervangen worden door twee<br />
nieuwe Technische Voorlichtingen.<br />
27 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Muur- en vloerbekledingen<br />
FORBO Flooring
NORMALISERING, BENOR- EN<br />
ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />
Het <strong>WTCB</strong> verleent al geruime tijd zijn<br />
medewerking aan de werkzaamheden<br />
van de BUtgb, het CEN en de EOTA, en<br />
dan vooral in het kader van de kwaliteitsborging<br />
van producten en systemen.<br />
Zo werden in <strong>2004</strong> een aantal ATG voor<br />
buitengevelisolatie, waterwerende producten<br />
en binnenwandafwerkingen onderzocht<br />
en afgeleverd. Bij dit onderzoek<br />
werd niet enkel rekening gehouden met<br />
de recent gepubliceerde Europese specificaties,<br />
maar ook met de specificaties<br />
die op dit moment voorbereid worden<br />
binnen een aantal werkgroepen van<br />
het CEN en de EOTA.<br />
Het Technische Comité ‘Plafonneer- en<br />
voegwerken’ neemt eveneens deel aan<br />
de BUtgb-activiteiten met betrekking tot<br />
de opstelling van procedures voor de toepassing<br />
van de ETA-Goedkeuringsleidraad<br />
ETAG 004 ‘ETICS’ (Buitengevelisolatiesystemen<br />
met pleisterwerk). Naast<br />
de aflevering van ETA worden binnen de<br />
BUtgb (op verzoek van de Belgische gebruikers)<br />
ook nationale toepassingsdocumenten<br />
voorbereid en acties ondernomen<br />
met het oog op procescertificatie.<br />
Samen met zijn partners BUtgb, BCCA<br />
en COPRO verleent het Centrum tevens<br />
zijn medewerking aan het tot stand brengen<br />
van richtlijnen voor de homologatie<br />
van steengroeven voor decoratieve steensoorten<br />
en de certificering van eindproducten.<br />
Hierbij wordt uitgegaan van de<br />
normen die voorbereid worden binnen het<br />
Technische Comité CEN TC 246 en van<br />
de adviezen, gegeven door het Technische<br />
Comité ‘Steen en marmer’.<br />
NUTTIGE INFORMATIE<br />
Projectendatabank<br />
www.wtcb.be : projecten [F1] tot [F7]<br />
Nuttige links<br />
Pierres et marbres de Wallonie :<br />
www.pierresetmarbres.be<br />
Technologische Adviseerdienst<br />
‘Ontwerp en uitvoering van<br />
bedrijfsvloeren’ : www.wtcb.be<br />
(rubriek ‘Diensten’, ‘Innovatieondersteuning’)<br />
Laboratoria ‘Mineralogie en Microstructuur’<br />
en ‘Ruwbouw- en Afwerkingsmaterialen’<br />
: www.wtcb.be<br />
(rubriek ‘Laboratoria’)<br />
Website van de BUtgb :<br />
www.butgb.be<br />
Website van het Infopoint :<br />
www.infopoint.be<br />
Hechtingsproeven op een bepleisteringssysteem aangebracht op isolatiemateriaal in het<br />
kader van de CE-markering en van het nationale toepassingsdocument.<br />
Op het gebied van niet-dragende binnenwandconstructies<br />
zorgen onze medewerkers<br />
voor de opvolging van de Europese<br />
specificaties inzake gipskartonplaten,<br />
gipstegels, … Het Technische Comité<br />
‘Schrijnwerken’ bereidt bovendien de ETA-<br />
Goedkeuringsleidraden ETAG 003 (Kits<br />
voor de opbouw van niet-dragende inwendige<br />
scheidingswanden) en ETAG 018<br />
(Brandbeschermende producten) voor.<br />
In het domein van verlaagde plafonds en<br />
verhoogde vloeren werken onze experten<br />
voornamelijk aan de omzetting van de<br />
NBN EN-normen in uitvoeringsrichtlijnen.<br />
Hiertoe werd onder meer een werkgroep<br />
in samenwerking met BEWAP opgericht.<br />
In het kader van de beoordeling van de<br />
hiervoor vermelde producten en systemen<br />
zijn de verschillende <strong>WTCB</strong>-laboratoria<br />
uitgerust voor de uitvoering van :<br />
mechanische weerstandsproeven<br />
hechtingsproeven op mortels en pleisters<br />
proeven ter bepaling van de weerstand<br />
tegen hygrothermische cycli<br />
proeven ter bepaling van de verouderingsweerstand<br />
(UV-straling, vocht, …)<br />
proeven ter bepaling van de weerstand<br />
tegen vorst-dooicycli<br />
proeven ter bepaling van de impactweerstand<br />
proeven ter bepaling van de akoestische<br />
karakteristieken.<br />
TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENST<br />
‘ONTWERP EN UITVOERING VAN BEDRIJFSVLOEREN’<br />
Deze Technologische Adviseerdienst [F7] staat ter beschikking van bouwondernemingen<br />
die meer informatie wensen te verkrijgen over vloeren, en meer<br />
bepaald over bedrijfsvloeren.<br />
Ze heeft immers tot taak de sector<br />
in te lichten over de nieuwe producten<br />
en systemen die op de<br />
markt verschijnen :<br />
vezelversterkt beton<br />
cementgebonden gietvloeren<br />
anhydrietgebonden gietvloeren<br />
vloerbedekkingen met een laag<br />
chloorgehalte<br />
kunstharsgebonden vloerafwerkingen,<br />
...<br />
Gietvloer.<br />
28 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Muur- en vloerbekledingen
TECHNISCH ADVIES<br />
STATISTIEKEN<br />
Uit de statistieken van <strong>2004</strong> blijkt dat 30 %<br />
van de door de afdeling Technisch Advies<br />
(ATA) verstrekte adviezen te maken<br />
hadden met muur- en vloerbekledingen.<br />
Afbeelding 1 toont aan dat harde muuren<br />
vloerbekledingen respectievelijk 7 en<br />
42 % van dit cijfer vertegenwoordigen.<br />
EEN NIEUWE TECHNISCHE VOORLICHTING<br />
Om tegemoet te komen aan de talrijke<br />
vragen omtrent de uitvoering van muurbetegelingen<br />
verscheen in <strong>2004</strong> de Technische<br />
Voorlichting 227 met richtlijnen<br />
voor de correcte plaatsing van muurtegels<br />
in gebouwen. Ook tijdens de wintercursussen<br />
ten behoeve van de bouwprofessionelen<br />
werd hierop dieper ingegaan. De<br />
uitvoering van balkonafwerkingen kwam<br />
hierbij eveneens uitgebreid aan bod.<br />
LOSKOMEN VAN MUUR- EN VLOERTEGELS<br />
Meer dan een kwart van de vragen (26 %)<br />
omtrent vloer- en muurbetegelingen heeft<br />
betrekking op het hol klinken en loskomen<br />
ervan (al dan niet in vochtige ruimten).<br />
Op de <strong>WTCB</strong>-website verschenen<br />
dan ook een aantal Infofiches met nuttige<br />
wenken ter beperking van de kans op het<br />
optreden van deze verschijnselen voor<br />
muurbetegelingen.<br />
Om de goede hechting tussen de betegeling<br />
en zijn ondergrond te waarborgen,<br />
moet men de spanningen in het vloercomplex<br />
zoveel mogelijk beperken. Het<br />
is daarom aanbevolen voldoende lang te<br />
wachten met de uitvoering van de betegeling,<br />
zodanig dat de ondergrond het<br />
grootste gedeelte van zijn krimp achter<br />
de rug heeft. Daarnaast dient men ervoor<br />
te zorgen dat de ondergrond een toereikende<br />
cohesie vertoont (bv. door het voorzien<br />
van een dekvloer voor vloerbetegelingen<br />
of van een cementbepleistering<br />
of droogblijvende gipsgebonden ondergrond<br />
voor muurbetegelingen, …). Het<br />
verzekeren van een goede initiële hechting<br />
is echter dé belangrijkste parameter.<br />
VERLIJMEN VAN DE TEGELS<br />
Uit onderzoek is gebleken dat de hechtsterkte<br />
die men kan verkrijgen met de<br />
huidige lijmen (mortellijmen, dispersielijmen<br />
en reactielijmen) doorgaans veel hoger<br />
is dan deze van de traditionele cementmortels.<br />
Vanuit een technisch oogpunt<br />
is het dus aangewezen de tegels te<br />
verlijmen op de ondergrond. Hierbij dient<br />
men de richtlijnen van de lijmfabrikant<br />
strikt op te volgen en bijzondere maatre-<br />
Afb. 1 Tussenkomsten van de afdeling Technisch Advies met betrekking tot muur- en<br />
vloerbekledingen.<br />
6 %<br />
10 %<br />
7 %<br />
5 %<br />
3 %<br />
Muurbetegelingen. Technische Voorlichting, nr. 227, <strong>2004</strong>.<br />
<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />
‘MUUR- EN VLOERBEKLEDINGEN’<br />
Slijtage van harde vloerbedekkingen. <strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/3, Katern 5.<br />
Innovatieve uitvoeringsmethoden voor performante monolithische bedrijfsvloeren.<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/2, Katern 3.<br />
Slijtage van harde vloerbedekkingen : aanbevelingen voor een verantwoorde<br />
keuze van vloertegels. Infofiche, nr. 8, <strong>2004</strong>.<br />
Loskomen van en/of scheurvorming in binnenbetegelingen, blootgesteld aan<br />
rechtstreekse besproeiing met water. Infofiche, nr. 9, <strong>2004</strong>.<br />
Hechtsterkte van muurbetegelingen. Infofiche, nr. 10, <strong>2004</strong>.<br />
n harde vloerbekledingen<br />
n houten vloerbekledingen<br />
n harsgebonden vloerbekledingen<br />
n soepele vloerbekledingen<br />
n muurbekledingen van het type<br />
‘bepleistering’<br />
n muurbekledingen van het type ‘verf’<br />
harde muurbekledingen<br />
29 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Muur- en vloerbekledingen<br />
27 %<br />
gelen te treffen om de vlakheid van de<br />
ondergrond en van de tegels zelf te waarborgen.<br />
De goede hechting kan namelijk<br />
enkel verzekerd worden indien er een voldoende<br />
groot contactoppervlak tussen de<br />
lijm en de tegel bestaat. Wij willen er wel<br />
op wijzen dat de lijmlaag, gezien zijn geringe<br />
dikte, weinig of geen oneffenheden<br />
van de ondergrond kan opnemen. Eventuele<br />
onvlakheden van deze laatste of van<br />
de tegels kunnen daarom aanleiding geven<br />
tot het ontstaan van niveauverschillen<br />
tussen aangrenzende tegels (a fortiori bij<br />
tegels van groot formaat).<br />
VLAKHEIDSTOLERANTIES<br />
Als men ervoor kiest de tegels te verlijmen,<br />
moeten de dekvloer en de binnenbepleistering<br />
bij voorkeur voldoen aan<br />
de strenge vlakheidstoleranties. Deze<br />
bedragen in beide gevallen maximum<br />
3 mm/2 m (zie TV 189 en 199). Indien de<br />
vloerbetegeling daarentegen moet beantwoorden<br />
aan een vlakheidstolerantie van<br />
2 mm/2 m (vermeerderd met de tolerantie<br />
op de vlakheid van de tegels zelf), zou<br />
men deze eis ook best opleggen aan de<br />
dekvloer. In dergelijke gevallen kan men<br />
42 %<br />
opteren voor het gebruik van dikbedlijmen<br />
en/of kan men het principe van de dubbele<br />
verlijming toepassen, waarbij zowel<br />
lijm wordt aangebracht op de rugzijde van<br />
de tegels als op de ondergrond.<br />
TEGELKARAKTERISTIEKEN<br />
Ook de tegelkarakteristieken zelf spelen<br />
een belangrijke rol bij het bekomen van<br />
een goede hechting met de ondergrond.<br />
Zo dient men bij de verlijming van tegels<br />
uit natuursteen en cement in de dikte<br />
gekalibreerde tegels te gebruiken.<br />
Verder is het aangewezen om de afmetingen<br />
ervan te beperken (bv. tot maximaal<br />
40 cm x 40 cm). Grootformaattegels<br />
zijn immers zeer moeilijk perfect vlak te<br />
plaatsen, aangezien kleine oneffenheden<br />
in de ondergrond onvermijdelijk aanleiding<br />
geven tot het ontstaan van niveauverschillen<br />
met aangrenzende tegels. Voor<br />
tegels met afmetingen tot 50 cm x 50 cm<br />
moet dit niveauverschil idealiter beperkt<br />
blijven tot maximaal 1 mm. Voor tegels<br />
van groter formaat is het niet altijd mogelijk<br />
grotere afwijkingen te vermijden. n
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />
Duurzame ontwikkeling & Renovatie<br />
De thema’s duurzaam bouwen en renovatie<br />
stonden in <strong>2004</strong> weer volop in de belangstelling.<br />
Het <strong>WTCB</strong> volgt al geruime tijd de diverse<br />
initiatieven dienaangaande op en speelt<br />
een belangrijke rol op het vlak van sensibilisering,<br />
onder meer door zijn medewerking<br />
aan de activiteiten van het Centrum<br />
Duurzaam Bouwen (CeDuBo).<br />
Binnen de afdeling Technologie en Milieu,<br />
meer bepaald binnen de laboratoria<br />
‘Duurzame ontwikkeling’ en ‘Renovatie’,<br />
lopen er ook heel wat onderzoeks- en<br />
ontwikkelingsprojecten hieromtrent.<br />
MILIEU-IMPACT VAN GEBOUWEN EN<br />
BOUWMATERIALEN<br />
De milieu-impact van gebouwen en bouwmaterialen<br />
kwam de laatste jaren geregeld<br />
in de aandacht. In februari <strong>2004</strong> vertrouwde<br />
de Europese Commissie bijvoorbeeld<br />
een mandaat toe aan het Europees<br />
Comité voor Normalisatie.<br />
Dit mandaat verplicht het CEN ertoe een<br />
reeks technische rapporten en normen<br />
uit te werken die het op termijn mogelijk<br />
moeten maken de milieu-impact van<br />
bouwmaterialen, gebouwen, bouwactiviteiten,<br />
onderhoudswerken en gebouwbeheer<br />
te kwantificeren.<br />
Het feit dat er ook een technisch rapport<br />
betreffende de milieuprestaties van het<br />
bouwproces dient opgesteld te worden,<br />
impliceert dat de aandacht niet langer be-<br />
perkt blijft tot de prestaties van gebouwen<br />
en producten, wat op termijn belangrijke<br />
gevolgen zou kunnen hebben voor<br />
de aannemerswereld. Het CEN richtte<br />
daarom onmiddellijk de werkgroep CEN<br />
BT WG 174 op die een concreet actieplan<br />
aan het uitdenken is. Het <strong>WTCB</strong><br />
verleent hieraan zijn medewerking en zal<br />
ook in de toekomst deze normalisatieactiviteiten<br />
blijven opvolgen.<br />
Voor de analyse van de milieu-impact van<br />
bouwmaterialen en bouwproducten kan<br />
De nieuwe Europese normgeving moet het<br />
op termijn mogelijk maken de milieuprestaties<br />
van bouwmaterialen, gebouwen<br />
en bouwactiviteiten te beoordelen.<br />
Het <strong>WTCB</strong> tracht reeds lang de<br />
milieu-impact van bouwmaterialen,<br />
gebouwen en bouwactiviteiten<br />
te minimaliseren. Thema’s<br />
zoals sloop, afvalbeheer, renovatie<br />
en recyclage behoren daarom<br />
tot onze dagelijkse aandachtspunten.<br />
Duurzame ontwikkeling<br />
is echter niet beperkt tot milieu<br />
alleen, vandaar ook de groeiende<br />
interesse voor toegankelijkheid<br />
en aanpasbaarheid van de bebouwde<br />
omgeving.<br />
het CEN een beroep doen op de kennis<br />
die door diverse Europese landen werd<br />
verzameld tijdens tal van acties. Daarnaast<br />
is ook het werk van het Technische<br />
Comité ISO TC 59 SC 17 niet zonder belang.<br />
Dit comité, waarvan de werkzaamheden<br />
begin 2003 van start gingen, bestaat<br />
uit vier werkgroepen, meer bepaald :<br />
WG1 : algemene principes en terminologie<br />
WG2 : duurzaamheidsindicatoren<br />
WG3 : milieuverklaringen voor bouwproducten<br />
WG4 : kader voor de evaluatie van de<br />
milieuperformantie van gebouwen en infrastructuur.<br />
Het <strong>WTCB</strong> volgt de activiteiten van deze<br />
werkgroepen en van het overkoepelende<br />
comité reeds vanaf hun oprichting op en<br />
kan hierbij gebruik maken van eigen onderzoeksresultaten<br />
en -ervaringen.<br />
ONDERZOEK EN NETWERKING<br />
Op het vlak van prenormatief onderzoek<br />
werd in <strong>2004</strong> gewerkt aan een project<br />
omtrent de milieu-impact van gebouwen<br />
en bouwactiviteiten [G1], met de financiële<br />
steun van de FOD Economie, KMO,<br />
Middenstand en Energie. Dit prenormatieve<br />
project heeft tot doel de internationale<br />
en Europese ontwikkelingen rond de<br />
milieuevaluatie van gebouwen en bouwactiviteiten<br />
in een voor België aanvaardbare<br />
en haalbare richting te sturen.<br />
Deze internationale en Europese principes<br />
moeten bovendien vertaald worden<br />
30 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Duurzame ontwikkeling & Renovatie
naar de Belgische praktijk. Ook op dit gebied<br />
wil het onderzoek een bijdrage leveren.<br />
Het uitgangspunt hierbij is dat de milieuevaluatie<br />
past binnen een breder kader,<br />
waarin er ook aandacht moet zijn voor<br />
de andere prestatie-eisen van het gebouw<br />
(bv. binnenklimaat, comfort, energieprestaties,<br />
…).<br />
Eind <strong>2004</strong> werd het Europese thematische<br />
netwerk PRESCO [G2], dat in 2000<br />
opgestart en door het <strong>WTCB</strong> gecoördineerd<br />
werd, afgesloten. Dit netwerk bestond<br />
uit 28 partners uit 16 Europese landen.<br />
Een van de hoofdactiviteiten van<br />
PRESCO was gericht op de vergelijking<br />
van een tiental evaluatie- en ontwerpmiddelen<br />
ter beoordeling en ter verbetering<br />
van de milieuprestaties van gebouwen,<br />
aan de hand van een aantal casestudies<br />
(onder meer een fictieve betonstructuur,<br />
een bestaande energiezuinige demonstratiewoning<br />
en diverse alternatieve ontwerpen<br />
van diezelfde woning).<br />
Deze vergelijkingen (benchmarking) hebben<br />
geleid tot de formulering van een<br />
reeks voorstellen tot harmonisatie, evenals<br />
tot de identificatie van een aantal<br />
probleempunten. Het door PRESCO gepubliceerde<br />
rapport zou een interessante<br />
bron van informatie kunnen vormen voor<br />
de verschillende werkgroepen en comités<br />
van CEN en ISO.<br />
TOEGANKELIJKHEID EN AANPAS-<br />
BAARHEID<br />
Het jaar 2003 werd op Europees niveau<br />
uitgeroepen tot het jaar van de personen<br />
met beperkingen. 2003 werd daarom gekenmerkt<br />
door tal van activiteiten in dit<br />
kader.<br />
Toegankelijkheid en aanpasbaarheid namen<br />
in <strong>2004</strong> dan ook een belangrijke<br />
plaats in op de agenda van het <strong>WTCB</strong>.<br />
Tijdens het afgelopen jaar gingen er hieromtrent<br />
maar liefst drie nieuwe projecten<br />
van start, waaronder het TIS-project ‘Toegankelijkheid,<br />
aanpasbaarheid en innovatie<br />
in de woningbouw’ (zie kader, p. 32).<br />
Daarnaast is het Centrum een van de geprivilegieerde<br />
partners in het Europese beleidsondersteunende<br />
project POLIS [G3],<br />
dat begin <strong>2004</strong> van start ging en gesubsidieerd<br />
wordt door de EU-DG ‘Onderzoek’.<br />
Binnen dit project wordt gewerkt aan de<br />
ontwikkeling van een innovatief model ter<br />
bepaling en verbetering van het toegankelijkheidsniveau<br />
van een gebouw. Dit model<br />
zal aangevuld worden met een computerprogramma<br />
en zal in eerste instantie<br />
van nut zijn voor ontwerpers. Bepaalde<br />
randactiviteiten zorgen er echter voor dat<br />
ook de andere bouwpartners (opdrachtgevers,<br />
bouwpromotoren en aannemers)<br />
er voordeel uit kunnen halen.<br />
De thema’s toegankelijkheid en aanpasbaarheid<br />
namen in <strong>2004</strong> een belangrijke<br />
plaats in op de agenda van het <strong>WTCB</strong>.<br />
Men mag immers niet vergeten dat elk van<br />
hen zich op een bepaald ogenblik verplicht<br />
zal zien beslissingen te nemen die de uiteindelijke<br />
toegankelijkheid van het gebouw<br />
kunnen beïnvloeden. Ook zij moeten daarom<br />
goed geïnformeerd en betrokken worden.<br />
Deze werkzaamheden moeten leiden<br />
tot de publicatie van een naslagwerk met<br />
heel wat praktische voorbeelden.<br />
Eind <strong>2004</strong> werd ook het door de EU-DG<br />
‘Sociaal beleid en Werkgelegenheid’ gesubsidieerde<br />
onderzoek BAS – Building<br />
Accessible Services [G4] ingeluid. Het<br />
<strong>WTCB</strong> behoort tot de medewerkers van<br />
dit project, waarin de nadruk in de eerste<br />
plaats ligt op sensibilisering, informatieverstrekking<br />
en opleiding omtrent toegankelijkheid.<br />
RENOVATIE, SLOOP EN AFVAL-<br />
BEHEER<br />
Het belang van de renovatiemarkt in het<br />
bouwgebeuren neemt almaar toe. De<br />
stedelijke vernieuwing, de schaarste aan<br />
bouwgronden en de groeiende aandacht<br />
voor duurzame ontwikkeling zijn hier zeker<br />
niet vreemd aan. Via de Technologische<br />
Adviseerdienst ‘Renovatie van Gebouwen’<br />
(zie kader, p. 32) en het laboratorium<br />
‘Renovatie’ speelt het <strong>WTCB</strong> reeds<br />
geruime tijd in op deze problematiek.<br />
Wanneer renovatie niet langer tot de<br />
mogelijkheden behoort, rest er niets anders<br />
dan sloop en recyclage. Ook deze<br />
thema’s stonden in <strong>2004</strong> op de <strong>WTCB</strong>agenda,<br />
vooral via de deelname aan tal<br />
van Europese projecten. In de door het<br />
LIFE-programma van de Europese Unie<br />
ondersteunde studie APPRICOD [G5]<br />
wordt nagegaan hoe men de plastiekfractie<br />
van het bouw- en sloopafval (beter)<br />
kan inzamelen en recycleren.<br />
Het door de EU-DG ‘Onderzoek’ gesubsidieerde<br />
IRMA-project [G6] spitst zich op<br />
zijn beurt toe op potentieel verontreinigde<br />
gebouwen en industriële of stedelijke gebieden.<br />
Gebouwen die men niet meer kan<br />
reinigen of saneren, dienen immers (bij<br />
voorkeur selectief) afgebroken te worden.<br />
Voor de verontreinigde fracties moeten<br />
echter in vele gevallen nog innovatieve<br />
reinigings- en recyclagetechnieken ontwikkeld<br />
worden.<br />
NORMALISERING, BENOR- EN<br />
ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />
Zoals reeds vermeld, verleent het <strong>WTCB</strong><br />
zijn actieve medewerking aan de werkgroepen<br />
CEN BT WG 174 (in het kader van<br />
Renovatie van gebouwen is een quasi permanent onderzoeksthema binnen het <strong>WTCB</strong>.<br />
31 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Duurzame ontwikkeling & Renovatie
de uitvoering van het EC-mandaat M350)<br />
en ISO TC 59 SC 17, die tot doel hebben<br />
normatieve documenten uit te werken betreffende<br />
de evaluatie en declaratie van de<br />
milieuprestaties van bouwproducten, gebouwen<br />
en bouwactiviteiten. Het Centrum<br />
is ook betrokken bij een aantal Europese<br />
werkgroepen inzake technische goedkeuringen<br />
(EOTA en UEAtc) waarin nagegaan<br />
wordt hoe men milieugerelateerde informatie<br />
kan beoordelen en declareren voor<br />
niet-gereglementeerde producten, bouwsystemen<br />
en kits. De specifieke acties van<br />
ISO, CEN, EOTA en UEAtc bevinden zich<br />
momenteel nog steeds in de ‘vrijwillige’<br />
sfeer. Dit betekent dat bedrijven in principe<br />
vrij zijn om te beslissen of ze deze milieuinformatie<br />
al dan niet declareren.<br />
Binnen de Europese Commissie zijn er<br />
eveneens acties in voorbereiding om geharmoniseerde<br />
eisen op te stellen voor<br />
de ‘gereglementeerde bouwstoffen’, wat<br />
vandaag nog steeds door elke lidstaat afzonderlijk<br />
gebeurt. De bedoeling is om<br />
gemeenschappelijke proef- en evaluatiemethoden<br />
in het kader van de fundamentele<br />
voorschriften ‘Hygiëne, gezondheid<br />
en milieu’ en ‘Gebruiksveiligheid’ van de<br />
Bouwproductenrichtlijn op te stellen.<br />
Dankzij de betrokkenheid van <strong>WTCB</strong>medewerkers<br />
bij het Construction Sector<br />
Network Environment Project (CSNEP),<br />
de UEAtc en de EOTA kan men een goed<br />
overzicht behouden op de diverse vrijwillige<br />
en reglementaire initiatieven.<br />
In <strong>2004</strong> werkte de Europese Commissie<br />
aan een mandaat voor het CEN met betrekking<br />
tot de opstelling van meet- en<br />
evaluatiemethoden voor de emissie van<br />
gevaarlijke stoffen door bouwmaterialen.<br />
Ook op het vlak van renovatie voert het<br />
Centrum normaliserende acties. De kennis<br />
en ervaring op dit gebied wordt gevaloriseerd<br />
via het onlangs opgerichte CEN TC<br />
346 ‘Conservation of Cultural Property’.<br />
NUTTIGE INFORMATIE<br />
Projectendatabank<br />
www.wtcb.be : projecten [G1] tot [G9]<br />
Nuttige links<br />
Laboratoria ‘Duurzame ontwikkeling’<br />
en ‘Renovatie’ : www.wtcb.be<br />
(rubriek ‘Laboratoria’)<br />
Technologische Adviseerdienst<br />
‘Renovatie van gebouwen’ :<br />
www.wtcb.be (rubriek ‘Diensten’,<br />
‘Innovatieondersteuning’)<br />
Website van de BUtgb :<br />
www.butgb.be<br />
TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENST<br />
‘RENOVATIE VAN GEBOUWEN’<br />
De Technologische Adviseerdienst ‘Renovatie van gebouwen’ [G7] (in het<br />
Vlaamse Gewest gesubsidieerd door het IWT en in het Waalse Gewest door<br />
de DGTRE) verstrekt in eerste instantie informatie over innovatieve renovatie-<br />
technieken en tracht de KMO uit de<br />
renovatiesector via publicaties en<br />
evenementen op de hoogte te houden<br />
van de renovatieaspecten met<br />
betrekking tot materialen en gevels.<br />
In <strong>2004</strong> werkte deze TAD eveneens<br />
rond de thema’s binnenklimaat, binnencomfort<br />
en de buitenschil van<br />
bestaande gebouwen. Zo organiseerde<br />
het <strong>WTCB</strong>, in samenwerking<br />
met het Technologisch Instituut<br />
(TI) en CoboMedia, de vierdaagse<br />
cursus ‘Bestaande woningen en<br />
gebouwen aanpassen aan hedendaagse<br />
eisen en behoeften’, waaraan<br />
in totaal ongeveer 80 personen<br />
deelnamen.<br />
Het uitzicht van materialen is altijd<br />
al een aandachtspunt van deze TAD<br />
geweest. In <strong>2004</strong> ging de interesse<br />
vooral uit naar het onderzoek van<br />
zelfreinigende bouwmaterialen [G8], met name in het door het IWT gesubsidieerde<br />
project ‘Fotokatalyse’. Deze innoverende technologie zou het mogelijk<br />
moeten maken de vervuiling van gevels te beperken en bepaalde poluerende<br />
stoffen uit de lucht te verwijderen, wat interessante toekomstperspectieven<br />
opent. Het is een voorbeeld van nanotechnologie, toegepast in bouwmaterialen.<br />
THEMATISCHE INNOVATIESTIMULERING<br />
‘TOEGANKELIJKHEID, AANPASBAARHEID EN INNOVATIE IN DE WONINGBOUW’<br />
Het project van Thematische Innovatiestimulering ‘Toegankelijkheid, aanpasbaarheid<br />
en innovatie in de woningbouw’ [G9] (gesubsidieerd door het IWT)<br />
heeft tot doel innovaties tot stand te brengen via informatieverstrekking, sensibilisering<br />
en platformwerking en richt zich voornamelijk tot algemene aannemers,<br />
ontwerpers en toeleveranciers.<br />
De activiteiten van dit TIS-project<br />
gebeuren in nauwe samenwerking<br />
met de NAV (de<br />
Vlaamse Architectenorganisatie)<br />
en In-HAM (Innovatiecentrum<br />
voor Huisvesting<br />
met Aangepaste<br />
Middelen).<br />
De diverse acties worden in goede banen<br />
geleid door een stuurgroep waarin ook<br />
vertegenwoordigers van de industrie<br />
zetelen. Op deze wijze kan het project<br />
beter afgestemd worden op de noden<br />
van de bedrijven en ontwerpers.<br />
Het meest tastbare resultaat in<br />
<strong>2004</strong> was wellicht de opstelling<br />
van een artikel betreffende<br />
de toegankelijkheid van<br />
trappen, dat verscheen in<br />
<strong>WTCB</strong>-Contact 4/<strong>2004</strong>.<br />
32 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Duurzame ontwikkeling & Renovatie
TECHNISCH ADVIES<br />
STATISTIEKEN<br />
De ingenieurs van de afdeling Technisch<br />
Advies (ATA) en van de Technologische<br />
Adviseerdienst ‘Renovatie van gebouwen’<br />
moeten regelmatig technische adviezen<br />
verstrekken met betrekking tot de renovatie<br />
van gebouwen (zie afbeelding 1).<br />
De vragen die het meest gesteld worden<br />
in dit kader betreffen het thema gevelrestauratiewerken,<br />
dat zo’n 42 % van de<br />
tussenkomsten vertegenwoordigt.<br />
RENOVATIEWERKEN<br />
Deze werken, die zo duurzaam mogelijk<br />
moeten zijn, kunnen uitgevoerd worden<br />
om verschillende redenen :<br />
esthetische overwegingen<br />
verbetering van de thermische isolatie<br />
van het gebouw<br />
verhelpen van infiltraties<br />
oplossing van problemen van opstijgend<br />
grondvocht.<br />
In deze context kan het soms nuttig zijn<br />
(bv. in het geval van een gebouw zonder<br />
of met een ontoereikende thermische isolatie,<br />
waarvan de gevels beschadigd zijn)<br />
te kiezen voor een ‘polyvalente’ oplossing,<br />
zoals het voorzien van een bepleistering<br />
op een laag thermische isolatie, wat zowel<br />
het uitzicht, de regendichtheid als de<br />
thermische-isolatieprestaties van de gevels<br />
ten goede komt.<br />
Afb. 1 Tussenkomsten van de afdeling<br />
Technisch Advies op het vlak van renovatie.<br />
42 %<br />
n wanden en muren<br />
n vloeren<br />
n schrijnwerk<br />
n daken<br />
n andere (verwarmingsinstallaties, sanitair, …)<br />
Tabel 1 Keuze van de reinigingstechniek (uittreksel uit tabel 2 van TV 197).<br />
Baksteen<br />
(gebakken klei)<br />
GEVELMATERIAAL<br />
AARD KARAKTERISTIEK<br />
Witte kalksteen<br />
Architectonisch<br />
beton<br />
Ruw<br />
Glad<br />
Verglaasd<br />
Poreus, zacht,<br />
verweerd<br />
Vast, hard<br />
Glad<br />
Glad, gepolijst<br />
Fijne zichtbare<br />
granulaten<br />
Grove zichtbare<br />
granulaten<br />
Verzadigde<br />
stoom<br />
r/+<br />
+<br />
r<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
+<br />
-<br />
5 %<br />
12 %<br />
20 %<br />
GEVELREINIGING<br />
GEBRUIKELIJKE TECHNIEK VOOR REINIGING/ONDERHOUD ( 1 )<br />
MET WATER<br />
Water onder<br />
hoge druk<br />
-<br />
r<br />
r<br />
-<br />
-<br />
-<br />
r/+<br />
r/+<br />
-<br />
Herhaalde<br />
waterverstuiving<br />
+ : aanbevolen; - : afgeraden; r : eventueel bruikbaar<br />
( 1 ) Als er twee tekens vermeld worden in eenzelfde vak, dan betreft het eerste de reiniging (sterk vervuilde materialen) en het tweede het<br />
onderhoud (weinig vervuilde materialen).<br />
33 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Duurzame ontwikkeling & Renovatie<br />
-<br />
-<br />
-<br />
r<br />
+<br />
r<br />
r<br />
r<br />
-<br />
21 %<br />
De afdeling Technisch Advies wordt ook<br />
vaak geraadpleegd in het kader van gevelreinigingswerken,<br />
waarbij het uiterst belangrijk<br />
is een techniek te kiezen die aangepast<br />
is aan de gevelmaterialen. Deel 3<br />
van de ‘Gids voor de restauratie van metselwerk’<br />
en Technische Voorlichting nr. 197<br />
‘Gevelreiniging’ kunnen beschouwd worden<br />
als referentiedocumenten in dit domein.<br />
Tabel 1 stelt verschillende reinigingstechnieken<br />
voor, afhankelijk van de<br />
aard en de karakteristieken van de gevelmaterialen.<br />
n<br />
Oppervlakteactieve<br />
producten<br />
-<br />
-<br />
r<br />
-<br />
-<br />
-<br />
r<br />
r<br />
r<br />
CHEMISCH<br />
<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />
‘DUURZAME ONTWIKKELING &<br />
RENOVATIE’<br />
IFD-bouwen : beschrijving, voordelen<br />
en voorbeelden. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />
<strong>2004</strong>/4, Katern 2.<br />
Milieu-impact van industriële<br />
bouwplaatsen. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />
<strong>2004</strong>/3, Katern 1.<br />
De restauratie van het Martelarenmonument<br />
te Leuven. <strong>WTCB</strong>-<br />
Dossier, <strong>2004</strong>/2, Katern 1.<br />
Toegankelijkheid van trappen :<br />
randbemerkingen bij § 2.4.2 van<br />
TV 198. <strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4,<br />
Katern 6.<br />
Gids voor de restauratie van<br />
metselwerk. Deel 3 : gevelreiniging.<br />
<strong>WTCB</strong>-Monografie, <strong>2004</strong>.<br />
Waterstoffluoride,waterstofoxalaat,waterstoffosfaat<br />
r/r/r/-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
r<br />
r<br />
r<br />
MECHANISCH (STRALEN)<br />
Klassieke<br />
granulaten<br />
r/-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
r/-<br />
-<br />
-<br />
r/-<br />
r<br />
Fijne<br />
granulaten<br />
+/r<br />
r/-<br />
+/-<br />
+/r<br />
r<br />
-<br />
r/-<br />
+
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />
Energie & Binnenklimaat<br />
ENERGIEPRESTATIES<br />
In <strong>2004</strong> werden de activiteiten op het vlak<br />
van hygrothermie vooral beïnvloed door<br />
aspecten in verband met de energieprestaties<br />
van gebouwen. De op 16 december<br />
2002 goedgekeurde Europese Energieprestatierichtlijn<br />
voor gebouwen moet<br />
immers ten laatste tegen het begin van<br />
2006 omgezet worden in nationale wetgeving.<br />
Hiertoe moeten de Gewesten, die in ons<br />
land bevoegd zijn inzake energie, een rekenmethode<br />
voor de energieprestaties<br />
van gebouwen opstellen en minimale<br />
eisenniveaus bepalen waaraan de energieprestaties<br />
van nieuwe gebouwen en<br />
grote bestaande gebouwen die grondig<br />
gerenoveerd worden, moeten voldoen.<br />
Tegen januari 2009 dienen ze eveneens<br />
de energiecertificering voor alle gebouwen<br />
door te voeren en regels op te leggen<br />
voor de inspectie van stookketels en<br />
klimaatregelingssystemen.<br />
In het Vlaamse Gewest is de reglementaire<br />
context op dit gebied grondig geëvolueerd<br />
door de ratificatie van het decreet<br />
van 7 mei <strong>2004</strong>, houdende eisen<br />
op het vlak van de energieprestaties en<br />
het binnenklimaat. Het uitvoeringsbesluit<br />
met in zijn bijlage de nieuwe rekenmethode<br />
voor de energieprestaties van nieuwe<br />
gebouwen, die opgesteld werd door het<br />
<strong>WTCB</strong> en een aantal andere partners (in<br />
samenspraak met de industrie), werd definitief<br />
goedgekeurd [H1].<br />
In dit kader boden onze medewerkers we-<br />
tenschappelijke begeleiding bij de ontwikkeling<br />
van een computerprogramma dat<br />
de voornoemde rekenmethode integreert<br />
[H2]. Zo werden in <strong>2004</strong> talrijke besprekingen<br />
gevoerd met de diverse betrokken<br />
sectoren en werden bijkomende stappen<br />
ondernomen om de verschillende elementen<br />
op punt te stellen die de geslaagde<br />
invoering van deze nieuwe reglementering<br />
moeten waarborgen.<br />
Voor bestaande gebouwen werd de Energieadviesprocedure<br />
(EAP), die de uitvoering<br />
van een energetische audit voor bestaande<br />
gebouwen (op voluntaristische<br />
basis) beoogt, geïmplementeerd in een<br />
computerprogramma [H3], met de financiële<br />
steun van de drie Gewesten en de<br />
federale overheid. Deze procedure vormt<br />
de eerste stap op weg naar de verplichte<br />
certificering van gebouwen, zoals opgelegd<br />
door de Europese Energieprestatierichtlijn<br />
voor gebouwen.<br />
In het Waalse Gewest wordt de invoering<br />
van de energieprestatie voor gebouwen<br />
voorbereid via de voortzetting van de actie<br />
‘Energiebewust bouwen … natuurlijk’<br />
(Construire avec l’énergie … naturellement<br />
[H4]). Deze actie spoort de deelnemers<br />
ertoe aan om bij het optrekken van<br />
nieuwe woningen verder te gaan dan de<br />
huidige regelgeving door het respecteren<br />
van een lijst van technische criteria.<br />
De participerende bouwprofessionelen<br />
kunnen zich op vrijwillige basis engageren<br />
in de actie, waarna ze een beroep<br />
mogen doen op de technische steun van<br />
het <strong>WTCB</strong> en universitaire teams.<br />
De werkzaamheden op het vlak<br />
van hygrothermie waren vooral<br />
gekenmerkt door aspecten met<br />
betrekking tot de energieprestaties<br />
van gebouwen. Het <strong>WTCB</strong><br />
zette echter ook zijn activiteiten<br />
op het gebied van daglicht en<br />
kunstlicht in gebouwen voort,<br />
met de inhuldiging van het<br />
nieuwe laboratorium ‘Licht en<br />
Gebouw’.<br />
DUBBELE GEVENTILEERDE GEVELS<br />
Op het vlak van prenormatief onderzoek<br />
werd het project omtrent de betere integratie<br />
van dubbele geventileerde gevels<br />
in de normen en reglementen verdergezet<br />
en afgewerkt [H5]. Tijdens dit onderzoek<br />
hanteerde men een globale benadering,<br />
waarbij diverse disciplines werden beschouwd,<br />
zoals thermische en energetische<br />
aspecten, akoestiek, stabiliteit,<br />
brandveiligheid, … Hierdoor was het mogelijk<br />
duidelijkheid te scheppen omtrent<br />
verschillende aspecten die specifiek zijn<br />
voor dit geveltype. Vanaf 2005 zal er ook<br />
op Europees niveau rond dubbele geventileerde<br />
gevels gewerkt worden in het project<br />
BESTFACADE.<br />
VOCHTHUISHOUDING IN DAKEN<br />
Het prenormatieve onderzoek, gewijd aan<br />
de analyse van de vochthuishouding in<br />
daken [H6], heeft op zijn beurt geleid tot<br />
de opstelling van een databank met gegevens<br />
over het binnenklimaat, verzameld<br />
over een periode van twee jaar in een<br />
groot aantal woningen. Dankzij dit onderzoek<br />
kan men de minimale prestaties van<br />
de gebouwschil beter inschatten en aldus<br />
condensatieproblemen en schimmelvorming<br />
vermijden.<br />
HET WINDAT-NETWERK<br />
In <strong>2004</strong> werkte het thematische netwerk<br />
WINDAT aan de ontwikkeling en de kosteloze<br />
verspreiding van een gesofisticeerd<br />
34 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Energie & Binnenklimaat
Europees computerprogramma (WIS 3.0)<br />
dat de gebruikers moet helpen bij de bepaling<br />
van de thermische en zonnekarakteristieken<br />
van vensters en hun verschillende<br />
onderdelen (beglazing, raam,<br />
zonnewering, …) [H7].<br />
VISUEEL COMFORT<br />
Onze medewerkers spitsen reeds enkele<br />
jaren hun aandacht toe op de studie van<br />
daglicht en kunstlicht in gebouwen.<br />
Zo ontwikkelde het nieuwe laboratorium<br />
‘Licht en Gebouw’ een hele reeks instrumenten<br />
(bv. kunsthemels en kunstzonnen<br />
waarmee men de prestaties vooraf kan<br />
bepalen op schaalmodellen, meetapparatuur<br />
voor gebruik op de bouwplaats, …),<br />
die worden aangewend bij verschillende<br />
onderzoeken en studies :<br />
karakterisering van geavanceerde systemen<br />
voor het beheer van het daglicht<br />
(weerkaatsende lamellen, automatische<br />
zonneblinden, …)<br />
bepaling van de daglichttoevoer op<br />
voorhand.<br />
De activiteiten van het <strong>WTCB</strong> met betrekking<br />
tot verlichting hebben eveneens te<br />
maken met de studie van kunstlichtsystemen<br />
en geavanceerde systemen voor<br />
het beheer van hun lichtflux (aanwezigheidsdetectoren,<br />
vermindering van de<br />
lichtflux afhankelijk van de beschikbaarheid<br />
van daglicht, …) [H8].<br />
LABORATORIUM ‘ENERGETISCHE<br />
ASPECTEN GEBOUWEN’<br />
De energieprestaties en het thermische<br />
comfort in gebouwen worden eveneens<br />
De nieuwe Vlaamse regelgeving legt een<br />
aantal minimale eisen op aan de ventilatiesystemen<br />
in niet-residentiële gebouwen.<br />
Proefpost ‘spectrofotometrie’.<br />
bestudeerd door het laboratorium ‘Energetische<br />
Aspecten Gebouwen’. De evaluatie<br />
gebeurt op diverse niveaus :<br />
het materiaal : uitvoering van een groot<br />
aantal metingen van de warmtegeleiding<br />
van bouwmaterialen. Het laboratorium<br />
is hiervoor geaccrediteerd door<br />
BELTEST en erkend als Europees expertlaboratorium.<br />
De proefpost ‘spectrofotometrie’<br />
wordt op zijn beurt ingezet<br />
voor de bepaling van de spectrale<br />
(energetische en lichttechnische) eigenschappen<br />
van de materialen. Ook voor<br />
deze metingen beschikt het laboratorium<br />
over een BELTEST-accreditatie<br />
het bouwelement : beproeving van de<br />
warmtetransmissie van gevelelementen.<br />
Zo werden in de loop van <strong>2004</strong> de<br />
thermische prestaties van verschillende<br />
dunne weerkaatsende producten [H9]<br />
onderzocht in een PASLINK-cel<br />
het gebouw : opvolging van het binnenklimaat,<br />
infraroodthermografie voor het<br />
opsporen van gebreken in de thermische<br />
isolatie, dynamische simulatie van<br />
het energetische gedrag van gebouwen.<br />
LABORATORIUM ‘VERWARMINGS- EN<br />
KLIMATISATIETECHNIEKEN’<br />
Het laboratorium ‘Verwarmings- en klimatisatietechnieken’<br />
voert proeven uit ten<br />
behoeve van de fabrikanten van stookketels<br />
ter bepaling van het rendement van<br />
‘ketel-brander’-combinaties (volgens het<br />
KB van 18 maart 1997) en is hiervoor<br />
sinds 1996 geaccrediteerd.<br />
Deze worden gecombineerd met rookgasanalyses,<br />
waarbij men de uitstoot van<br />
schadelijke stoffen uit de rookgassen (NO x<br />
en CO) toetst aan de milieueisen van het<br />
KB van 8 januari <strong>2004</strong>.<br />
Op het vlak van ventilatie werkten onze<br />
experten mee aan de ontwikkeling van<br />
hybride ventilatiestrategieën met ingewerkte<br />
controlesystemen voor residentiële<br />
gebouwen in het kader van het project<br />
RESHYVENT [H10]. Hybride ventilatie is<br />
in feite een combinatie van een natuurlijke<br />
en een mechanische ventilatiewijze waar-<br />
bij de overgang automatisch geregeld<br />
wordt.<br />
In het kader van de nieuwe energieprestatieregelgeving<br />
werden ook minimale eisen<br />
voor ventilatiesystemen in niet-residentiële<br />
gebouwen geformuleerd. In deze<br />
context werden verduidelijkingen aangebracht<br />
aan de norm NBN D 50-001 inzake<br />
ventilatie van woningen.<br />
Het <strong>WTCB</strong> participeerde tevens in de activiteiten<br />
van het Air Infiltration and Ventilation<br />
Centre (AIVC) [H11]. Dit organisme<br />
werd opgericht door het Internationaal<br />
Energie Agentschap (IEA) en heeft tot doel<br />
nuttige informatie te verspreiden over de<br />
ventilatie van gebouwen, luchtlekken, de<br />
kwaliteit van de binnenlucht, thermisch<br />
comfort en rationeel energiegebruik. Doordat<br />
onze medewerkers deelnemen aan<br />
deze werkzaamheden, heeft België gratis<br />
toegang tot alle technische voorlichtingen<br />
van het AIVC, evenals tot zijn bibliografische<br />
en normatieve databanken.<br />
LABORATORIUM ‘LUCHTKWALITEIT<br />
EN VENTILATIE’<br />
Het laboratorium ‘Luchtkwaliteit en Ventilatie’<br />
voert regelmatig metingen uit in het<br />
laboratorium en op de bouwplaats. Meestal<br />
betreft het de beoordeling van de luchtdichtheid<br />
van gebouwen en ventilatienetwerken,<br />
metingen van het ventilatiedebiet,<br />
de karakterisering van ventilatieroosters,<br />
...<br />
DAME-BC EN PASLINK<br />
Het <strong>WTCB</strong> coördineerde in <strong>2004</strong> het onderzoek<br />
DAME-BC dat kadert binnen de<br />
Het laboratorium ‘Luchtkwaliteit en<br />
Ventilatie’ voert regelmatig metingen uit<br />
van de luchtdichtheid van gebouwen.<br />
35 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Energie & Binnenklimaat
werkzaamheden van het Europese project<br />
PASLINK. DAME-BC heeft tot doel<br />
hulpmiddelen te ontwikkelen voor de dynamische<br />
analyse en simulatie van de<br />
energieprestaties van gevels en dakcomponenten<br />
en maakte het voorwerp uit<br />
van twee Europese conferenties.<br />
BOUWEN, WONEN EN ENERGIE<br />
In de viWTA-studie ‘Bouwen, wonen en<br />
energie’, uitgevoerd op vraag van het<br />
Vlaamse Parlement, worden beleidsaanbevelingen<br />
geformuleerd met betrekking<br />
tot een meer energiebewuste ruimtelijke<br />
planning, de energie-infrastructuur en de<br />
energieprestaties van gebouwen.<br />
NORMALISERING, BENOR- EN<br />
ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />
Het <strong>WTCB</strong> verleent al geruime tijd zijn<br />
medewerking aan de activiteiten van de<br />
BUtgb, het CEN en de EOTA, en dan<br />
vooral in het kader van de kwaliteitsborging<br />
van producten en systemen.<br />
In <strong>2004</strong> werden ongeveer veertig ATG afgeleverd<br />
voor verschillende soorten isolatiesystemen<br />
(bv. voor beglaasde en onbeglaasde<br />
oppervlakken in daken, gevels<br />
NUTTIGE INFORMATIE<br />
Projectendatabank<br />
www.wtcb.be : projecten [H1] tot [H14]<br />
Nuttige links<br />
Reglementaire context inzake<br />
energieprestaties in het Vlaamse<br />
Gewest : www.energiesparen.be<br />
Website van het WINDAT-netwerk<br />
: www.windat.org<br />
Laboratorium ‘Licht en Gebouw’ :<br />
www.wtcb-licht.be<br />
Laboratoria ‘Energetische Aspecten<br />
Gebouwen’, ‘Verwarmings- en<br />
klimatisatietechnieken’ en ‘Luchtkwaliteit<br />
en Ventilatie’ :<br />
www.wtcb.be (rubriek ‘Laboratoria’)<br />
Normen-Antenne ‘Energie en<br />
Binnenklimaat’ : www.normen.be<br />
Technologische Adviseerdienst<br />
‘Klimaatinstallaties en Binnencomfort’<br />
: www.wtcb.be (rubriek ‘Diensten’,<br />
‘Innovatieondersteuning’)<br />
Website van AIVC : www.aivc.org<br />
Website inzake dubbele geventileerde<br />
gevels :<br />
www.wtcb.be/activefacades<br />
Website van het Infopoint :<br />
www.infopoint.be<br />
TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENST<br />
‘KLIMAATINSTALLATIES EN BINNENCOMFORT’<br />
De Technologische Adviseerdienst ‘Klimaatinstallaties en Binnencomfort’ [H13]<br />
richt zich in de eerste plaats tot installateurs van HVAC-systemen (verwarming,<br />
ventilatie en luchtbehandeling), aannemers van isolatiewerken, architecten en<br />
studiebureaus die zich bezighouden met het ontwerp van gebouwen en/of de<br />
ontwikkeling en dimensionering van technische installaties.<br />
Hierbij komen vooral aspecten met betrekking tot de luchtdichtheid van gebouwen<br />
aan bod, zoals de uitvoering en de prestaties van ventilatiesystemen voor<br />
woningen en niet-residentiële gebouwen, evenals de energieprestaties van<br />
gebouwen.<br />
De informatieoverdracht gebeurt rechtstreeks via antwoorden op precieze<br />
vragen en onrechtstreeks door de opstelling van artikels of deelname aan<br />
conferenties en studiedagen. De Technologische Adviseerdienst volgt eveneens<br />
verschillende grootschalige technologische innovatieprojecten op ten bate<br />
van bouwbedrijven.<br />
of vloeren). Bij het onderzoek van deze<br />
systemen wordt niet enkel rekening gehouden<br />
met de thermische eigenschappen<br />
ervan, maar ook met hun gebruiksgeschiktheid<br />
en duurzaamheid. Gezien zijn<br />
jarenlange ervaring op dit gebied behoort<br />
het <strong>WTCB</strong> tot de ‘European Expert<br />
Lambda Group’ (www.butgb.be) en neemt<br />
het het secretariaat van het CEN-Keymark<br />
(www.key-mark.org) voor isolatiematerialen<br />
voor zijn rekening.<br />
Binnen de BUtgb (ATG), de EOTA (ETA)<br />
en het CEN (hEN) spitsen de ingenieurs<br />
hun aandacht toe op isolerende beglazingen,<br />
aluminium raamprofielen met een<br />
thermische onderbreking, de isolatie van<br />
spouwen, daken, vloeren en buitengevels,<br />
sandwichpanelen met metaal en andere<br />
bekledingsplaten, evenals op de isolatie<br />
van leidingen.<br />
Wat de normaliseringsactiviteiten van het<br />
BIN betreft, zorgen verschillende <strong>WTCB</strong>experten<br />
voor de opvolging van de energetische<br />
aspecten in een aantal werkgroepen<br />
:<br />
CEN BT WG 173 : deze verzekert de<br />
begeleiding bij en de implementatie van<br />
het CEN-Mandaat M/343, in uitvoering<br />
van de Europese Energieprestatierichtlijn<br />
voor gebouwen (EPRG)<br />
CEN TC 33, CEN TC 88, CEN TC 128<br />
en CEN TC 129 : deze werken voornamelijk<br />
rond bouwproducten<br />
CEN TC 156 en CEN TC 228 : hun<br />
activiteiten hebben vooral betrekking op<br />
technische installaties<br />
CEN TC 89 : deze spitst zijn aandacht<br />
toe op reken- en proefnormen.<br />
Het Centrum speelt ook een leidende rol<br />
bij de omzetting van de CEN-rekenregels<br />
in NBN-begeleidingsdocumenten. Zo nam<br />
de herziening van de norm NBN B 62-<br />
002 tijdens het afgelopen jaar een belangrijke<br />
plaats in op de agenda.<br />
NORMEN-ANTENNE<br />
‘ENERGIE EN BINNENKLIMAAT’<br />
Op het gebied van technische<br />
bijstand werkt de Normen-Antenne<br />
‘Energie en Binnenklimaat’ [H12]<br />
voornamelijk rond de normatieve<br />
aspecten van thermische isolatie,<br />
verwarming en afkoeling, ventilatie<br />
en luchtkwaliteit, verlichting en<br />
visueel comfort en energieprestaties.<br />
Door hun deelname aan verschillende<br />
Technische Comités en<br />
werkgroepen kunnen de medewerkers<br />
van deze Normen-Antenne de<br />
normalisering op de voet volgen en<br />
de doelgroep (aannemers, architecten,<br />
studiebureaus en fabrikanten<br />
van materialen of systemen)<br />
voorzien van correcte informatie.<br />
THEMATISCHE INNOVATIE-<br />
STIMULERING<br />
‘INTEGRATIE VAN DUURZAME ENER-<br />
GIETOEPASSINGEN IN GEBOUWEN’<br />
Het TIS-project ‘Integratie van<br />
duurzame energietoepassingen in<br />
gebouwen’ [H14] streeft naar het<br />
uitbouwen van een ondersteunend<br />
netwerk van bedrijven die ijveren<br />
voor de integratie van duurzame<br />
energietechnieken (warmtepompen,<br />
zonneboilers, fotovoltaïsche zonnepanelen,<br />
…).<br />
36 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Energie & Binnenklimaat
TECHNISCH ADVIES<br />
STATISTIEKEN<br />
Tijdens de winterperiode worden de ingenieurs<br />
van de afdeling Technisch Advies<br />
(ATA) frequent geconfronteerd met<br />
vragen omtrent het ontstaan van oppervlaktecondensatie<br />
op bouwelementen<br />
(schrijnwerk, beglazing, …).<br />
Zo houden ongeveer 70 % van de vochtproblemen<br />
bij beglazingen (zie afbeelding<br />
1) en 22 % van de adviezen inzake<br />
vochtverschijnselen op buitenschrijnwerk<br />
verband met dit fenomeen.<br />
OPPERVLAKTECONDENSATIE<br />
Dit probleem treedt op wanneer de oppervlaktetemperatuur<br />
van een bouwelement<br />
daalt tot onder het dauwpunt van<br />
de binnenlucht. Het gaat hier om de<br />
(grens)temperatuur waarbij lucht met een<br />
bepaalde relatieve vochtigheid en temperatuur<br />
verzadigd raakt en oppervlaktecondensatie<br />
optreedt.<br />
Wanneer warme, vochtige binnenlucht<br />
afkoelt door bijvoorbeeld langs een koud<br />
oppervlak te strijken, kan deze verzadigd<br />
worden en hierdoor een deel van zijn<br />
vochtgehalte verliezen : zo ontstaan er<br />
druppels en/of een rechtstreekse bevochtiging<br />
van de ondergrond (zie afbeelding<br />
2). Voor meer informatie hieromtrent<br />
verwijzen we naar de Infofiche ‘Oppervlaktecondensatie’<br />
die kan geconsulteerd<br />
worden via de <strong>WTCB</strong>-website.<br />
De vorming van oppervlaktecondensatie<br />
op schrijnwerkprofielen en beglazing kan<br />
aldus toegeschreven worden aan een te<br />
lage oppervlaktetemperatuur en/of een<br />
onaangepast binnenklimaat.<br />
TE LAGE OPPERVLAKTETEMPERATUUR<br />
De oppervlaktetemperatuur van het bouwelement<br />
is niet enkel afhankelijk van de<br />
buiten- en binnenluchttemperatuur, maar<br />
Afb. 2 Oppervlaktecondensatie op het<br />
schrijnwerk en de beglazing.<br />
Afb. 1 Overzicht van de vochtproblemen<br />
bij beglazingen.<br />
16 %<br />
14 %<br />
n oppervlaktecondensatie<br />
n inwendige condensatie<br />
n diversen<br />
37 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Energie & Binnenklimaat<br />
70 %<br />
ook van zijn warmte-isolatiepeil. De thermische<br />
reglementeringen in de verschillende<br />
Gewesten leggen daarom maximale<br />
U-waarden op voor het geheel schrijnwerk-beglazing<br />
(zie tabel 1).<br />
TE VOCHTIG BINNENKLIMAAT<br />
Het respecteren van de in tabel 1 vermelde<br />
U-waarden is niet altijd voldoende<br />
om het ontstaan van condensatie te vermijden.<br />
Indien het buiten zeer koud is<br />
en/of indien er in de beschouwde ruimte<br />
een zeer vochtig binnenklimaat heerst, is<br />
het verschijnen van waterdruppels op de<br />
schrijnwerkprofielen en/of de beglazing<br />
niet uitgesloten.<br />
Meestal is het binnenklimaat de doorslaggevende<br />
parameter bij de vorming van<br />
oppervlaktecondensatie. Tijdens de wintermaanden<br />
voeren de ingenieurs van de<br />
afdeling Technisch Advies dan ook vaak<br />
metingen van de oppervlaktetemperatuur<br />
en registraties van het binnenklimaat<br />
(d.w.z. van het relatieve vochtgehalte en<br />
de binnenluchttemperatuur) met thermohygrografen<br />
uit.<br />
Hierbij komt dikwijls aan het licht dat de<br />
relatieve luchtvochtigheid in de woning<br />
gedurende langere perioden hoger is dan<br />
60 %. Normaliter dient deze waarde begrensd<br />
te zijn tussen 30 en 60 %. Lang-<br />
Tabel 1 Maximale U-waarden voor het geheel schrijnwerk-beglazing.<br />
BOUWDEEL WAARLANGS DE<br />
WARMTEVERLIEZEN OPTREDEN<br />
Doorschijnende wanden<br />
OPGELEGDE U max -WAARDE [W/m²K]<br />
Brussel<br />
(*) De nieuwe thermische reglementering die in 2006 van kracht zal worden in het Vlaamse<br />
Gewest zal strenger zijn dan de huidige en zal een U max -waarde van 2,5 W/m 2 K<br />
voorschrijven voor het geheel schrijnwerk-beglazing en van 1,6 W/m 2 K voor het<br />
midden van de beglazing.<br />
2,5<br />
<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />
‘ENERGIE & BINNENKLIMAAT’<br />
De invloed van wanddoorvoeringen<br />
op de brandweerstand. <strong>WTCB</strong>-<br />
Dossier, <strong>2004</strong>/3, Katern 2.<br />
Dubbele geventileerde gevels.<br />
Deel 1 : voorstelling van de gevelopbouw.<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/1,<br />
Katern 1.<br />
Mechanische bevestiging van de<br />
dakisolatie en de dakafdichting op<br />
stalen plooiplaten. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />
<strong>2004</strong>/1, Katern 7.<br />
Schimmelvorming in woningen.<br />
Infofiche, nr. 3, <strong>2004</strong>.<br />
Hygroscopisch vochtgehalte van<br />
materialen. Infofiche, nr. 4, <strong>2004</strong>.<br />
Oppervlaktecondensatie. Infofiche,<br />
nr. 5, <strong>2004</strong>.<br />
Infiltraties aan de voet van spouwmuren.<br />
Infofiche, nr. 7, <strong>2004</strong>.<br />
Binnenklimaatklassen. Infofiche,<br />
nr. 11, <strong>2004</strong>.<br />
Condensatie in thermisch geïsoleerde<br />
hellende daken. Infofiche,<br />
nr. 12, <strong>2004</strong>.<br />
Warmteoverdracht door wanden<br />
van gebouwen in contact met de<br />
grond. Toepassing van de rekenmethode<br />
uit de norm EN ISO<br />
13370. <strong>WTCB</strong>-Rapport, nr. 7, <strong>2004</strong>.<br />
durige hoge relatieve luchtvochtigheden<br />
kunnen – voor zover er geen externe<br />
vochttoevoer optreedt – duiden op een<br />
gebrekkige ventilatie. Om het binnenklimaat<br />
binnen voornoemde grenzen te houden,<br />
is een goede ventilatiestrategie, zoals<br />
trouwens ook aanbevolen wordt in de<br />
norm NBN D 50-001 en in onze publicaties.<br />
n<br />
Vlaanderen (*)<br />
3,5<br />
Wallonië<br />
3,5
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />
Akoestisch comfort<br />
OMVORMING VAN DE BOUWAKOES-<br />
TISCHE NORMALISATIE<br />
De omvorming van de bouwakoestische<br />
normalisatie was ook in <strong>2004</strong> weer een<br />
van de belangrijkste aandachtspunten<br />
van de afdeling ‘Akoestiek’. Het <strong>WTCB</strong><br />
leverde in dit kader enorme inspanningen<br />
bij het begeleiden van de normcommissie<br />
door middel van onderzoek.<br />
Deze onderzoeksactiviteiten beogen de<br />
opstelling van een realistische en wetenschappelijk<br />
correcte ontwerpnorm en de<br />
ontwikkeling van bouwrichtlijnen waarmee<br />
men kan voldoen aan de huidige verwachtingen.<br />
De eisen uit de toekomstige norm zullen<br />
strenger zijn dan deze die vooropgesteld<br />
worden in de huidige documenten. Deze<br />
verstrenging heeft tot doel beter tegemoet<br />
te komen aan de verwachtingen van de<br />
bewoners en nauwer aan te sluiten bij de<br />
eisen die gangbaar zijn in de meeste<br />
West-Europese landen. In de toekomstige<br />
norm worden twee eisenniveaus onderscheiden<br />
:<br />
eisen ter verzekering van een ‘akoestisch<br />
basiscomfort’<br />
eisen ter verzekering van een ‘hoogwaardig<br />
akoestisch comfort’.<br />
De eisen uit de eerste categorie vormen<br />
een compromis tussen de bouwkost en<br />
het akoestische comfort en zijn gericht<br />
op een tevredenheid bij 70 % van de<br />
bewoners. De eisen uit de tweede categorie<br />
houden daarentegen enkel rekening<br />
met het akoestische comfort en beogen<br />
een tevredenheid bij 90 % van de bewoners.<br />
Beide eisenniveaus vergen echter<br />
een wijziging van de huidige bouwmethoden.<br />
De bouwtechnische aanpassingen die<br />
dienen te gebeuren om het akoestische<br />
basiscomfort te waarborgen, zijn doorgaans<br />
aanvaardbaar. De aanpassingen<br />
die nodig zijn om te voldoen aan de eisen<br />
voor een hoogwaardig akoestisch<br />
comfort, zijn daarentegen vaak erg verregaand.<br />
Voornoemde eisen hebben zowel betrekking<br />
op de lucht-, gevel- en contactgeluidsisolatie<br />
als op de geluidsniveaus,<br />
teweeggebracht door de technische installaties<br />
en leidingen. Ze leggen tevens<br />
verplichtingen op inzake de minimale<br />
akoestische absorptie in de gemeenschappelijke<br />
gangen en hallen van multifamiliale<br />
woningen.<br />
Het nieuwe normenarsenaal dat<br />
weldra van kracht zal worden in<br />
het domein van de bouwakoestiek,<br />
zal de huidige Belgische<br />
bouwrichtlijnen, evenals deze uit<br />
de volledige Europese Unie,<br />
grondig wijzigen.<br />
ONTWIKKELING VAN NIEUWE BOUW-<br />
RICHTLIJNEN<br />
De ontwikkeling van bouwrichtlijnen om<br />
te beantwoorden aan voornoemde eisen<br />
is een van de geprivilegieerde onderzoeksthema’s<br />
van het <strong>WTCB</strong>, maar is uiterst<br />
delicaat en ingewikkeld.<br />
VERBETERING VAN DE REKENMODELLEN VOOR<br />
DE FLANKERENDE GELUIDSOVERDRACHT<br />
In de bouwsector wordt er te vaak nog –<br />
en ten onrechte – vanuit gegaan dat de<br />
luchtgeluidsisolatie tussen twee woningen<br />
enkel afhankelijk is van de gemene muur.<br />
Deze foutieve opvatting leidde reeds met<br />
de oude normen tot veel problemen.<br />
Om te voldoen aan de eisenniveaus uit<br />
de toekomstige norm dient men echter<br />
ook de flankerende geluidsoverdracht via<br />
Meetopstelling ter bepaling van de verbindingsdemping bij de voorspelling van de<br />
geluidsisolatie tussen woningen.<br />
38 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Akoestisch comfort
Het uitwerken van bouwrichtlijnen is een<br />
hoofddoelstelling van het onderzoek.<br />
de kopse wanden en vloerplaten in aanmerking<br />
te nemen. De bouw van woningen<br />
of appartementen met een goede<br />
akoestische isolatie vergt dus een totaalconcept.<br />
Hoewel er al een paar pilootprojecten opgestart<br />
werden met het oog op de uitvoering<br />
van akoestische metingen in situ, zullen<br />
de bouwrichtlijnen grotendeels moeten<br />
afgeleid worden uit berekeningen.<br />
Hiertoe werden rekenmodellen voorgesteld<br />
in de Europese normenreeks EN<br />
12354 die echter tal van probleempunten<br />
vertonen, zoals de precisie van de berekeningen<br />
en de uitvoeringsgevoeligheid<br />
van bepaalde constructies.<br />
Tijdens dit onderzoek ging de aandacht<br />
voornamelijk naar een drietal gerelateerde<br />
onderwerpen :<br />
het eerste is gericht op de studie van<br />
de structurele geluidstransmissie, veroorzaakt<br />
door de technische uitrustingen<br />
van alle constructietypes<br />
het tweede is toegespitst op de studie<br />
van de flankerende geluidstransmissie<br />
bij lichte constructies<br />
het derde behelst het onderzoek naar<br />
de mogelijke akoestische verbeteringen<br />
die kunnen aangebracht worden aan<br />
halfzware constructies voor gebruik in<br />
de woningbouw.<br />
BOUWAANSLUITINGEN EN BOUWDETAILS<br />
Deze problematiek staat centraal in het<br />
onderzoeksproject ‘Bouwdetails’ [I1].<br />
Naast het onderzoek van de flankerende<br />
geluidstransmissie bij halfzware en lichte<br />
constructies, dat hiervoor reeds aan bod<br />
kwam, ligt de nadruk op :<br />
de bouwaansluitingen (bv. invloed van<br />
betonkolommen en elastische tussenlagen)<br />
de specifieke detailleringen bij bouwelementen<br />
(bv. lichte gevels, raamconstructies,<br />
…)<br />
de beheersing en voorspelling van het<br />
lawaai dat voortgebracht wordt door de<br />
technische installaties.<br />
Ook laatstgenoemde aspecten zijn immers<br />
aan beperkingen onderhevig in de<br />
toekomstige norm.<br />
Tijdens de eerste fase van dit project werd<br />
onderzoek verricht naar een vereenvoudigde<br />
methode ter bepaling van het in het<br />
gebouw geïnjecteerde trillingsvermogen<br />
van de technische installatie (de zogenaamde<br />
drievlakkenmethode).<br />
Deze problematiek komt eveneens aan<br />
bod binnen diverse CEN-werkgroepen<br />
waarin het <strong>WTCB</strong> vertegenwoordigd is.<br />
INNOVATIEVE BOUWSYSTEMEN EN<br />
BOUWPRODUCTEN MET VERBETERDE<br />
AKOESTISCHE PRESTATIES<br />
Ook voor de toeleveranciers van de bouwindustrie<br />
houdt de nieuwe bouwakoestische<br />
normalisatie bepaalde uitdagingen<br />
in.<br />
Zo werd in <strong>2004</strong> onderzoek gevoerd (onderzoeksproject<br />
‘Total Appartment Concept’<br />
[I2]) naar de ontwikkeling van een<br />
innovatief bouwsysteem met een uiterst<br />
doeltreffende geluidsisolatie (D nT,w ><br />
58 dB, L’ nT,w < 50 dB), waarmee het mogelijk<br />
is te voldoen aan de eisen ter verzekering<br />
van een ‘hoogwaardig akoestisch<br />
comfort’ uit de nieuwe ontwerpnorm, en<br />
dat bovendien relatief ongevoelig is voor<br />
kleine uitvoeringsvariaties.<br />
Dit project wordt gesubsidieerd door het<br />
IWT en gevoerd in samenwerking met de<br />
K.U.Leuven.<br />
Vorig jaar werd tevens gewerkt aan het<br />
project ‘Integraal onderzoek naar mechanische<br />
en akoestische eigenschappen<br />
van geweven tapijten met diverse rugafwerkingen’.<br />
Dit tweede onderzoek, dat gefinancierd<br />
wordt door het IWT en verloopt in samenwerking<br />
met CENTEXBEL, beoogt de<br />
ontwikkeling van een speciaal type tapijten<br />
met verbeterde akoestische eigenschappen<br />
en is gericht op de vereisten<br />
van de Aziatische markt.<br />
BOILERNOISE : KARAKTERISERING<br />
VAN HET GELUIDSVERMOGEN VAN<br />
OLIE- EN GASBOILERS<br />
Het Europese project ‘Boilernoise’ [I3]<br />
werd in <strong>2004</strong> beëindigd. De doelstelling<br />
ervan was het ontwikkelen van een Europese<br />
meetmethode ter karakterisering<br />
van het geluidsvermogen van olie- en<br />
gasboilers voor gebruik in woningen.<br />
Dit jaar werd de tweede fase van het project<br />
voltooid, waarbij de invloed van diverse<br />
parameters op de eindprestaties<br />
‘Boilernoise’ : karakterisering van het<br />
geluidsvermogen van olie- en gasboilers in<br />
woningen.<br />
werd geëvalueerd. Dit is belangrijk voor<br />
de opstelling van een herhaalbare en<br />
reproduceerbare meetmethode voor de<br />
productkarakterisering.<br />
LABORATORIUM AKOESTIEK<br />
Binnen het laboratorium ‘Akoestiek’ kenden<br />
de ontwikkelingsactiviteiten in <strong>2004</strong><br />
een gestage groei.<br />
Dit laboratorium is geaccrediteerd door<br />
BELTEST en beschikt over de nodige uitrusting<br />
voor de uitvoering van metingen<br />
van :<br />
de geluidsverzwakkingsindex van<br />
bouwelementen<br />
de contactgeluidsisolatie<br />
de absorptiecoëfficiënten, …<br />
Het heeft tevens een jarenlange ervaring<br />
opgebouwd met betrekking tot enkele<br />
specifieke testen :<br />
intensiteitsmetingen<br />
bepaling van de dynamische stijfheid<br />
metingen van het geluidsvermogen<br />
bepaling van de prestaties van geluidsschermen<br />
beoordeling van de lekdichtheid, …<br />
Uitvoering van akoestische proeven op<br />
een venster in het laboratorium.<br />
39 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Akoestisch comfort
<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />
‘AKOESTIEK’<br />
Akoestische prestaties van dubbele<br />
geventileerde gevels (DGG).<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/4, Katern 1.<br />
Nieuwe Europese richtlijnen voor<br />
de bescherming van werknemers.<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/2, Katern 5.<br />
Akoestische invloed van de afwerking<br />
van muren uit metselwerk.<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/2, Katern 7.<br />
Akoestische isolatie in houtskeletwoningen.<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/1,<br />
Katern 6.<br />
Definities en principes uit de bouwakoestiek.<br />
Infofiche, nr. 2, <strong>2004</strong>.<br />
NUTTIGE INFORMATIE<br />
Projectendatabank<br />
www.wtcb.be : projecten [I1] tot [I5]<br />
Nuttige links<br />
Laboratorium ‘Akoestiek’ :<br />
www.wtcb.be (rubriek ‘Laboratoria’)<br />
Normen-Antenne ‘Akoestiek’ :<br />
www.normen.be<br />
Technologische Adviseerdienst<br />
‘Bouwakoestiek’ : www.wtcb.be<br />
(rubriek ‘Diensten’, ‘Innovatieondersteuning’)<br />
TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENSTEN<br />
‘BOUWAKOESTIEK’ EN ‘ACOUSTIQUE DU BÂTIMENT’<br />
De werkzaamheden van de Technologische Adviseerdienst ‘Bouwakoestiek’<br />
[I4], die in het Vlaamse Gewest gesubsidieerd wordt door het IWT, waren<br />
in <strong>2004</strong> vooral gericht op de verspreiding van de kennis (die tijdens tal van<br />
onderzoeken verworven werd) naar de KMO uit de bouwsector. Zo werden<br />
afgelopen jaar niet minder dan 25 lezingen gegeven en een zestal publicaties<br />
opgesteld. Verder vonden er meer dan 800 korte contacten (d.w.z. beantwoorden<br />
van telefonische vragen) en 220 uitgebreide contacten (m.a.w. bezoeken<br />
op de bouwplaats) met diverse firma’s plaats en werd een groot aantal opleidingen<br />
verstrekt in het kader van de wintercursussen.<br />
De stimulering van innovatie binnen de bouwsector kan eveneens gebeuren<br />
via de zogenaamde GTA-projecten. Deze ‘Grondige Technologische Adviezen’<br />
zijn kleinschalige projecten die de ontwikkeling van een innovatief product met<br />
een akoestische meerwaarde beogen. Ze worden zonder veel administratieve<br />
vereisten opgestart met de hulp van de medewerkers van de Technologische<br />
Adviseerdienst ‘Bouwakoestiek’, die hierbij kunnen rekenen op de financiële<br />
steun van het IWT.<br />
In het Waalse Gewest lagen de<br />
accenten van de door de DGTRE<br />
gesubsidieerde Technologische<br />
Adviseerdienst ‘Acoustique du<br />
bâtiment’ (Bouwakoestiek) [I4]<br />
enigszins anders. De acties van<br />
deze TAD werden in <strong>2004</strong> volledig<br />
geheroriënteerd naar de ontwikkeling<br />
van innovatieve producten in de<br />
Waalse KMO. Deze succesvolle<br />
ontwikkelingen werden tot stand<br />
gebracht dankzij de technologische<br />
hulp en de kennisoverdracht, verleend<br />
door de medewerkers van de<br />
TAD. De gewone technische bijstand<br />
bleef op de achtergrond als<br />
Het onderzoek betreft de positieve invloed<br />
van elastische ontkoppelingen op de<br />
geluidstransmissiereductie.<br />
niet-prioritaire actie bestaan en werd vooral gebruikt om de contacten met de<br />
industrie te onderhouden en/of verder te ontwikkelen. De TAD was eveneens<br />
erg actief in het domein van ‘Technology Watch’ en verzorgde de informatieverspreiding<br />
naar de bedrijven uit de sector via publicaties en lezingen.<br />
NORMEN-ANTENNE<br />
‘AKOESTIEK’<br />
De door de FOD Economie gesubsidieerde Normen-Antenne ‘Akoestiek’ [I5] is een vraagbaak voor de akoestische normalisatie<br />
en bredere akoestische kennis (via telefoon, langs de website, via publicaties en door lezingen) en zorgt voor de<br />
opvolging van de evolutie van de akoestische normalisatie op Europees niveau.<br />
De akoestische meetmethoden uit de Europese normen EN ISO 140-x, die de nationale meetmethoden vervangen, de<br />
akoestische eengetalsaanduidingen uit de norm EN ISO 717 (1996) en de akoestische ‘Eurocodes’ EN 12354-x, gebruikt<br />
ter voorspelling van een aantal akoestische prestaties van gebouwen, raken steeds beter ingeburgerd. Dankzij deze<br />
genormaliseerde, internationaal vereiste criteria kan men de akoestische prestaties van producten in heel Europa op<br />
uniforme wijze karakteriseren, onderling vergelijken en eventueel aanvullen met bepaalde nationale criteria (zoals de<br />
Belgische akoestische categorieën). De Normen-Antenne Akoestiek heeft tot doel de KMO te begeleiden doorheen het<br />
complexe net van normen en hen bij te staan bij de interpretatie van allerhande akoestische gegevens (lastenboeken,<br />
akoestische productresultaten, …). Deze kennisoverdracht kan verbeterd worden door het gebruik van moderne communicatiemiddelen<br />
(ICT), zoals websites, elektronische publicaties, ...<br />
De vier voornaamste taken van de Normen-Antenne zijn :<br />
de opstelling van algemene nota’s en leidraden over normen en reglementen ten behoeve van KMO<br />
de verspreiding van informatie (op traditionele en elektronische wijze)<br />
het beantwoorden van vragen van KMO met betrekking tot de normalisatie<br />
de vertegenwoordiging van de KMO in de technische comités van CEN/CENELEC en de deelname aan de normalisatiecomités.<br />
40 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Akoestisch comfort
TECHNISCH ADVIES<br />
STATISTIEKEN<br />
In vergelijking tot 2003 werden er door<br />
de medewerkers van de afdeling Technisch<br />
Advies (ATA) in <strong>2004</strong> meer dan dubbel<br />
zoveel schriftelijke adviezen verstrekt<br />
omtrent bouwakoestiek. Een groot deel<br />
ervan handelt over de akoestische prestaties<br />
van wanden en schrijnwerk (zie afbeelding<br />
1). Aangezien de reglementering<br />
op het vlak van de geluidsisolatie van gebouwen<br />
weldra gevoelig zal verstrengen,<br />
zal dit aantal de komende jaren nog in<br />
stijgende lijn gaan.<br />
AKOESTISCH ISOLERENDE VENTILATIEROOSTERS<br />
De geluidsisolatie van ventilatiesystemen<br />
is een probleem dat regelmatig ter sprake<br />
komt binnen de ATA.<br />
Om een optimale akoestische isolatie te<br />
behalen, moet de gebouwschil zo luchtdicht<br />
mogelijk zijn. Rekening houdend met<br />
de huidige thermische reglementering in<br />
Wallonië en Brussel en met de Energieprestatieregelgeving<br />
die aanvang 2006<br />
van kracht zal worden in Vlaanderen,<br />
moet men er niet enkel voor zorgen dat<br />
de gebouwschil een zekere isolatiewaarde<br />
vertoont, maar ook dat de ventilatie<br />
ervan verzekerd is.<br />
Wanneer de luchttoevoer of -afvoer in het<br />
gebouw tot stand gebracht wordt door<br />
middel van regelbare ventilatieroosters in<br />
de ramen of de wanden, mag men niet<br />
vergeten dat dit kan leiden tot een verhoogde<br />
geluidshinder. De ventilatieroosters<br />
onderbreken immers – weliswaar<br />
Afb. 1 Overzicht van de door de afdeling Technisch Advies verstrekte adviezen met<br />
betrekking tot bouwakoestiek (per bouwdeel).<br />
n wanden<br />
n vloeren en plafonds<br />
41 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Akoestisch comfort<br />
17 %<br />
12 %<br />
28 %<br />
gecontroleerd – de luchtdichtheid van de<br />
wanden, zodat het buitenlawaai hierlangs<br />
moeiteloos de woning kan binnendringen.<br />
Er moet bijgevolg een compromis gezocht<br />
worden tussen de doeltreffende ventilatie<br />
van de woning en het akoestische<br />
comfort ervan. Hiertoe werden akoestisch<br />
absorberende ventilatieroosters ontwikkeld,<br />
waarbij de lucht – en dus ook het<br />
geluid – via een smalle spleet naar een<br />
akoestisch absorberend materiaal geleid<br />
wordt. Dit akoestisch absorberende materiaal<br />
zet de energie van de invallende<br />
geluidsgolven door wrijving om in warmte<br />
(zie afbeelding 2).<br />
De akoestische demping van dergelijke<br />
roosters is voornamelijk afhankelijk van<br />
Afb. 2 Meting van de prestaties van een akoestisch absorberend ventilatierooster.<br />
15 %<br />
n technische installaties<br />
n daken<br />
28 %<br />
n schrijnwerk<br />
de spleetopening, de afgelegde weg langs<br />
het absorptiemateriaal (hoe meer de geluidsgolven<br />
botsen met dit materiaal, hoe<br />
groter de demping) en de dikte van het<br />
absorptiemateriaal.<br />
Lettend op de gevoelige verstrenging van<br />
de toekomstige akoestische regelgeving<br />
zal het met bepaalde niet-akoestisch absorberende<br />
ventilatieroosters niet meer<br />
mogelijk zijn te voldoen aan de opgelegde<br />
geluidsnormen voor gevels. Met een mechanisch<br />
ventilatiesysteem (toe- en afvoer)<br />
zijn evenwel hogere geluidsniveaureducties<br />
mogelijk (aangezien de openingen<br />
smaller zijn). Bij dergelijke ventilatievoorzieningen<br />
mag het ventilator- en het<br />
stromingsgeluid (overeenkomstig de eerder<br />
vermelde akoestische regelgeving)<br />
echter niet hoger zijn dan een zeker<br />
geluidsniveau (zie afbeelding 3). n<br />
Afb. 3 Bepaling van het ventilator- en<br />
stromingsgeluid in het laboratorium.
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />
Technische uitrustingen<br />
GEZONDHEID EN LEEFMILIEU<br />
De groeiende aandacht voor het leefmilieu<br />
lag in <strong>2004</strong> aan de basis van verschillende<br />
projecten binnen het <strong>WTCB</strong>.<br />
GROENDAKEN<br />
Zowel het laboratorium ‘Sanitaire Technologie’<br />
als het laboratorium ‘Microbiologie’<br />
voerden tijdens het afgelopen<br />
jaar onderzoek uit naar groendaken.<br />
Het laboratorium ‘Sanitaire Technologie’<br />
evalueerde het hydraulische gedrag van<br />
dit daktype en kwam tot de vaststelling<br />
dat het bij hevige regenbuien het waterdebiet<br />
sterk beperkt. Deze vermindering is<br />
niet bij alle groendaken even uitgesproken,<br />
maar wordt in belangrijke mate beïnvloed<br />
door de dikte van het substraat.<br />
Het afgevoerde water is soms zo verontreinigd<br />
dat het niet zonder meer kan<br />
hergebruikt worden binnen het gebouw.<br />
Het laboratorium ‘Microbiologie’ werkte op<br />
zijn beurt aan de beoordeling van de<br />
kwaliteit van het afgevoerde water, aan<br />
de hand van biochemische en microbiologische<br />
analyses. Hierdoor kon worden<br />
aangetoond dat de kwaliteit ervan in<br />
bepaalde gevallen vrij slecht is. Dikwijls<br />
vertoont het ook een bruinachtige kleur,<br />
zodat het niet zonder meer kan hergebruikt<br />
worden binnen het gebouw.<br />
De bevindingen van beide onderzoeken<br />
werden uit de doeken gedaan op het jaarlijkse<br />
symposium van het wetenschappelijke<br />
programma CIB W062 ‘Water Supply<br />
and Drainage for Buildings’ en zullen<br />
eveneens opgenomen worden in een<br />
Technische Voorlichting.<br />
INDIVIDUELE BEHANDELING VAN HUISAFVAL-<br />
WATER<br />
In <strong>2004</strong> werd het onderzoek naar individuele<br />
afvalwaterzuiveringssystemen (IBA),<br />
waarbij voornamelijk de uitgebouwde<br />
proefpost verder werd opgevolgd, afgerond.<br />
Uit de gedane vaststellingen is gebleken<br />
dat het absoluut noodzakelijk is<br />
dergelijke systemen zeer regelmatig te<br />
onderhouden : in bepaalde gevallen is dit<br />
zelfs een jaarlijkse vereiste.<br />
De onderzoeksresultaten werden doorgespeeld<br />
naar de Europese werkgroep CEN<br />
TC 165 WG 41, die belast is met het opstellen<br />
van normen voor IBA, en lagen<br />
tevens aan de basis van een aantal vormingssessies<br />
voor aannemers en leraars<br />
(georganiseerd door VIZO en IFAPME).<br />
Wat de activiteiten op het vlak<br />
van sanitaire hygiëne betreft,<br />
neemt de legionellaproblematiek<br />
een belangrijke plaats in op de<br />
<strong>WTCB</strong>-agenda. Daarnaast ligt de<br />
nadruk op de technologie van<br />
groendaken en hun hydraulische<br />
gedrag, de preventie van schimmelgroei<br />
en de problemen met<br />
betrekking tot de behandeling<br />
van huisafvalwater.<br />
FOTOKATALYSE<br />
Het laboratorium ‘Microbiologie’ droeg in<br />
<strong>2004</strong> tevens zijn steentje bij tot het onderzoek<br />
‘Fotokatalyse’ [J1], dat voornamelijk<br />
gericht is op de beoordeling van de zelfreinigende<br />
prestaties van anataas en op de<br />
bepaling van de rol ervan bij de beperking<br />
van biologische groei op bouwmaterialen.<br />
Zo kweekte het laboratorium algen,<br />
die vervolgens als inoculum gebruikt<br />
werden bij versnelde vergroeningsproeven<br />
op bouwmaterialen. Deze laatste werden<br />
eveneens blootgesteld aan natuurlijke<br />
vergroening.<br />
BESTRIJDING VAN SCHIMMELVORMING BIJ<br />
BOUWCOMPONENTEN<br />
Een ander onderwerp dat afgelopen jaar<br />
in de kijker stond, was het thema gezond-<br />
De natuurlijke vergroening van bouwmaterialen<br />
zou kunnen beperkt worden door<br />
toepassing van anataas.<br />
42 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Technische uitrustingen
In <strong>2004</strong> startte het <strong>WTCB</strong> een onderzoek naar het gebruik van speciale warmtetechnieken<br />
voor het saneren van beschimmelde bouwcomponenten.<br />
heid. Het laboratorium ‘Microbiologie’<br />
startte namelijk een onderzoek naar het<br />
gebruik van speciale warmtetechnieken<br />
voor het saneren van beschimmelde<br />
bouwcomponenten [J2]. Dit onderzoek<br />
heeft tot doel zowel de bruikbaarheid van<br />
deze technieken als hun doeltreffendheid<br />
te evalueren. De drie principes die hierbij<br />
toegepast worden, zijn microgolven, infraroodstraling<br />
en hete lucht. Deze hebben<br />
reeds hun doeltreffendheid bewezen<br />
in het kader van de insectenbestrijding in<br />
houtconstructies.<br />
LEGIONELLA<br />
Ook de legionellaproblematiek kwam aan<br />
bod in <strong>2004</strong>. In dit kader werden immers<br />
De legionellaproblematiek is erg actueel.<br />
Het grote aantal vragen naar legionellaanalyses<br />
op waterstalen getuigt hiervan.<br />
verschillende vormingssessies ingericht<br />
voor bouwprofessionelen en verscheen<br />
een artikel in <strong>WTCB</strong>-Contact <strong>2004</strong>/4 over<br />
de doeltreffendheid van antilegionellabehandelingen.<br />
Het laboratorium ‘Microbiologie’ voerde<br />
bovendien een groot aantal legionellaanalyses<br />
uit op waterstalen :<br />
sanitair water<br />
water van koeltorens<br />
water van luchtbevochtigers, …<br />
Het laboratorium is hiervoor geaccrediteerd<br />
door BELTEST en werd tevens erkend<br />
door het Vlaamse Gewest voor de<br />
analyse van dergelijke kiemen in water.<br />
Deze onderzoeken kaderen trouwens dikwijls<br />
in een algemene risicoanalyse, uitgevoerd<br />
in samenwerking met de andere<br />
<strong>WTCB</strong>-laboratoria.<br />
Dankzij zijn verschillende uitrustingen kan<br />
dit laboratorium de afdeling Technisch<br />
Advies bijstaan bij het onderzoeken van<br />
de oorzaak van bepaalde problemen :<br />
aard van een microbiële aantasting van<br />
een bouwmateriaal<br />
stinkend drinkwater, …<br />
TECHNOLOGISCHE INNOVATIE<br />
Naast gezondheid en milieu was ook technologische<br />
innovatie een belangrijke drijfveer<br />
achter de acties van de laboratoria<br />
‘Sanitaire Technologie’ en ‘Microbiologie’.<br />
BUIZEN VOOR DE VERDELING VAN BRANDBAAR<br />
GAS IN GEBOUWEN<br />
In <strong>2004</strong> liep een internationaal onderzoek<br />
met betrekking tot de gebruiksgeschikt-<br />
heid van buizen in kunststof en soepel<br />
roestvrij staal voor de verdeling van brandbaar<br />
gas in gebouwen [J3] af, waaraan<br />
het laboratorium ‘Sanitaire Technologie’<br />
zijn medewerking verleende.<br />
Uit dit onderzoek blijkt dat systemen in<br />
kunststof (volledig of composiet) moeten<br />
voorzien worden van bijkomende maatregelen<br />
om eenzelfde veiligheidsniveau<br />
te behalen.<br />
Anderzijds hebben een aantal proefprojecten<br />
aangetoond dat het gebruik van<br />
dergelijke systemen de installatietijd met<br />
meer dan 20 % kan reduceren. De toepassing<br />
van deze nieuwe leidingsystemen<br />
is in België momenteel nog niet toegelaten.<br />
ZEOGYP<br />
Technologische innovatie was eveneens<br />
het onderwerp van een Europees onderzoeksproject<br />
naar nieuwe gipskartonplaten<br />
met een verhoogde weerstand tegen<br />
schimmels. In dit kader werden verschillende<br />
proeven uitgevoerd door het laboratorium<br />
‘Microbiologie’.<br />
Het <strong>WTCB</strong> voerde onderzoek naar<br />
nieuwe gipskartonplaten met een verhoogde<br />
weerstand tegen schimmels.<br />
NORMATIEVE ACTIVITEITEN IN DE<br />
LABORATORIA<br />
Het laboratorium ‘Sanitaire Technologie’<br />
test verluchtingskleppen voor afvalwaterafvoerinstallaties,<br />
overeenkomstig de Europese<br />
norm EN 12380. Het is bovendien<br />
door ‘DINcerto’ erkend voor de uitvoering<br />
van deze proeven in de context van de<br />
KEYMARK-certificering voor dergelijke<br />
kleppen.<br />
43 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Technische uitrustingen
Het onderzoek met betrekking tot schouwen,<br />
dat aan het eind van de jaren ’90<br />
door dit laboratorium uitgevoerd werd, ligt<br />
aan de basis van een normvoorstel betreffende<br />
het ontwerp van schouwen voor<br />
ketels met een vermogen, lager dan<br />
70 kW (prNBN B 61-002).<br />
De commentaren en opmerkingen op de<br />
kritiekversie van dit normvoorstel werden<br />
in <strong>2004</strong> verder verwerkt, waarbij de aandacht<br />
vooral uitging naar de uitmonding<br />
van de schouw buiten het gebouw.<br />
Het onderzoek met betrekking tot<br />
schouwen ligt aan de basis van een<br />
Belgisch normvoorstel.<br />
NORMALISERING, BENOR- EN<br />
ATG-KWALITEITSVERKLARINGEN<br />
Wat de evoluties op het gebied van regelgeving<br />
en kwaliteitsborging betreft,<br />
heeft het <strong>WTCB</strong> – via zijn Technische<br />
Comités ‘Sanitaire en industriële loodgieterij,<br />
Gasinstallaties, Metalen dakbedekkingen’<br />
en ‘Verwarming en Klimatisatie’<br />
evenals via de laboratoria ‘Sanitaire Technologie’<br />
en ‘Microbiologie’ – de CEN- en<br />
BUtgb-activiteiten opgevolgd.<br />
Op het vlak van normalisering verleenden<br />
de ingenieurs hun medewerking aan<br />
de Europese Technische Comités CEN<br />
TC 155, CEN TC 163, CEN TC 164, CEN<br />
TC 165 en CEN TC 166.<br />
De nadruk lag hierbij vooral op de ontwikkeling<br />
van productnormen voor kunststof-<br />
NUTTIGE INFORMATIE<br />
Projectendatabank<br />
www.wtcb.be : projecten [J1] tot [J4]<br />
Nuttige links<br />
Laboratoria ‘Sanitaire Technologie’<br />
en ‘Microbiologie’ :<br />
www.wtcb.be (rubriek ‘Laboratoria’)<br />
Afvalwater mag niet langer zo maar in<br />
rivieren geloosd worden.<br />
NORMEN-ANTENNE<br />
‘WATERTOEVOER- EN AFVOER VAN GEBOUWEN’<br />
De Europese normalisatie met betrekking tot de watertoevoer en -afvoer in en<br />
rond gebouwen (bv. verwarmingsinstallaties, hemelwaterafvoerinstallaties,<br />
installaties voor de individuele behandeling van water, …) genereert een groot<br />
aantal nieuwe voorschriften (zowel productnormen als praktijkregels) met een<br />
rechtstreekse impact op de werkzaamheden van architecten, studiebureaus en<br />
aannemers, maar ook met een niet te onderschatten belang voor de fabrikanten<br />
van dergelijke bouwproducten.<br />
Door het van kracht worden van een<br />
aantal recente wetgevingen (inzake de<br />
kwaliteit van het drinkwater of het afvalwater<br />
dat in de rivieren of de bodem<br />
zal worden geloosd, de noodzaak om<br />
regenwater op te vangen, te bufferen<br />
en te gebruiken, …) is het kennen en<br />
naleven van de normatieve voorschriften<br />
een absolute vereiste geworden om<br />
kwalitatieve gebouwen te kunnen realiseren.<br />
Deze Normen-Antenne [J4], die opgestart<br />
werd in de tweede helft van<br />
<strong>2004</strong>, werkt nauw samen met het<br />
laboratorium ‘Sanitaire Technologie’ en<br />
stelt zich tot doel voornoemde voorschriften<br />
gemakkelijker en sneller tot bij<br />
de gebruikers te laten doordringen.<br />
leidingen, schoorstenen en individuele<br />
afvalwaterzuiveringsinstallaties.<br />
Als gevolg van de implementatie van de<br />
nieuwe normen hieromtrent moeten de<br />
bestaande referentienormen en de documenten<br />
met de ‘regels der kunst’ immers<br />
geactualiseerd en aangepast worden.<br />
Binnen de BUtgb werden in <strong>2004</strong> een<br />
dertigtal nieuwe ATG-aanvragen geregistreerd.<br />
Op dit ogenblik zijn er bovendien<br />
reeds een negentigtal ATG-dossiers geldig,<br />
die het voorwerp uitmaken van productcertificatie.<br />
In dit kader nam het <strong>WTCB</strong> zowel het secretariaat<br />
van het ‘Uitvoerende Bureau’<br />
als van de ‘Gespecialiseerde Groep’ waar.<br />
De ATG- en BENOR-activiteiten van onze<br />
medewerkers waren toegespitst op de volgende<br />
producten en systemen :<br />
buizen en leidingen uit PVC en PE<br />
dubbelwandige metalen schoorstenen<br />
(deze moeten sinds kort voorzien worden<br />
van een CE-markering).<br />
De laatste tijd merkt men ook een versnelling<br />
van de industriële concentraties<br />
bij de Europese fabrikanten van technische<br />
uitrustingen (bv. extrusiemachines<br />
voor kunststofbuizen).<br />
Op het gebied van waterdistributie tenslotte<br />
worden multifunctionele oplossingen<br />
ontwikkeld, waarmee het niet enkel<br />
mogelijk is te voldoen aan de eisen inzake<br />
de verdeling van sanitair water, maar<br />
ook aan de regels die opgelegd worden<br />
aan verwarmings- en afkoelingssystemen.<br />
<strong>WTCB</strong>-PUBLICATIES<br />
‘TECHNISCHE UITRUSTINGEN’<br />
Doeltreffendheid van antilegionellabehandelingen.<br />
<strong>WTCB</strong>-Contact,<br />
<strong>2004</strong>/4.<br />
De invloed van wanddoorvoeringen<br />
op de brandweerstand.<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/3, nr. 2.<br />
Verlichting van buitenwerkplekken.<br />
<strong>WTCB</strong>-Dossier, <strong>2004</strong>/2, nr. 4.<br />
Dubbele geventileerde gevels.<br />
Deel 1 : voorstelling van de<br />
gevelopbouw. <strong>WTCB</strong>-Dossier,<br />
<strong>2004</strong>/1, nr. 1.<br />
Theoretische begrippen inzake<br />
verlichting. Infofiche, nr. 6, <strong>2004</strong>.<br />
44 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Technische uitrustingen
TECHNISCH ADVIES<br />
STATISTIEKEN<br />
In <strong>2004</strong> vertegenwoordigden de vragen<br />
met betrekking tot technische uitrustingen<br />
zo’n 10 % van alle adviezen die verstrekt<br />
werden door de afdeling Technisch<br />
Advies (ATA). Ongeveer een derde van<br />
deze vragen had te maken met verwarmings-<br />
en/of rookgasafvoerinstallaties<br />
(zie afbeelding 1).<br />
VOORSCHRIFTEN VOOR ROOKGASAFVOER-<br />
KANALEN MET NATUURLIJKE TREK<br />
Het normvoorstel prNBN B 61-002 bundelt<br />
een aantal voorschriften inzake de<br />
opstellingsruimte, de luchttoevoer en de<br />
rookgasafvoer van centrale-verwarmingsketels<br />
met een nominaal vermogen, kleiner<br />
dan 70 kW. Hierin wordt gesteld dat<br />
de rookgasafvoerkanalen met natuurlijke<br />
trek bij voorkeur verticaal moeten zijn (zo<br />
weinig mogelijk richtingsveranderingen<br />
en/of horizontale stukken).<br />
De plaats waar deze rookgasafvoerkanalen<br />
uitkomen, moet bovendien bepaald<br />
worden aan de hand van de invloedszones<br />
van de wind op het dak. De<br />
uitmonding bevindt zich idealiter buiten<br />
de zone van statische overdruk, veroorzaakt<br />
door de windwerking (zone III uit<br />
afbeelding 2).<br />
Afb. 1 Tussenkomsten van de afdeling<br />
Technisch Advies inzake technische<br />
uitrustingen.<br />
59 %<br />
verdeling : 64 %<br />
afvoer : 36 %<br />
n sanitaire installaties<br />
n ventilatiesystemen<br />
n verwarmingsinstallaties<br />
Afb. 3 Minimumafstand tussen de muurdoorvoer en de eventuele openingen in de nabijgelegen wanden.<br />
1<br />
0,6 m<br />
3<br />
0,5 m<br />
0,6 m<br />
≥ 2,5 m<br />
9<br />
0,6 m<br />
1<br />
2,5 m<br />
0,6 m<br />
7<br />
0,6 m<br />
21<br />
D<br />
6<br />
≥ 2,2 m<br />
C<br />
0,6 m<br />
1<br />
≥ 0,5 m<br />
19<br />
10<br />
27 %<br />
0,6 m<br />
L<br />
≥ 0,5 m<br />
5<br />
6<br />
∆H<br />
14 %<br />
Afb. 2 De uitmonding bevindt zich bij<br />
voorkeur buiten de zone van statische<br />
overdruk.<br />
0,5 m 1 m<br />
1 m<br />
0,5 m<br />
20°<br />
45°<br />
0,5 m<br />
A = zone I, B = zone II, C = zone III<br />
8<br />
0,3 m<br />
1 m 1 m<br />
≥ 1 m<br />
12<br />
0,6 m 1,2 m<br />
4<br />
≥ 2,5 m<br />
ROOKGASAFVOER DOOR MIDDEL VAN EEN<br />
MUURDOORVOER<br />
Bij gesloten gastoestellen (van het type<br />
C1, C3 of C5 met een nominaal vermogen<br />
van maximum 30 kW) kan de rookgasafvoer<br />
eveneens gebeuren door middel<br />
van een muurdoorvoer. In dergelijke<br />
gevallen dient men een bepaalde minimumafstand<br />
tussen de muurdoorvoer en<br />
de eventuele openingen in de nabijgelegen<br />
wanden te respecteren (zie afbeelding<br />
3). Op dit overzicht kan men merken<br />
dat de uitmonding van de rookgasafvoerkanalen<br />
van deze gesloten gastoestellen<br />
zich idealiter op een minimale horizontale<br />
afstand van 1 m ten opzichte van de<br />
perceelgrens (d.w.z. de grijze zone) bevindt.<br />
De bijkomende informatie die in de<br />
norm NBN D 51-003 te vinden is over elk<br />
van de nummers op deze afbeelding<br />
maakt het mogelijk de gegevens met betrekking<br />
tot de andere potentiële posities<br />
van de uitmondingen (die overigens in<br />
groten getale aanwezig zijn) beter te interpreteren.<br />
Ondanks deze bepalingen worden de medewerkers<br />
van de afdeling ATA steeds vaker<br />
geconfronteerd met klachten (geurhinder,<br />
visuele hinder, …) die voortvloeien<br />
uit de plaats van deze rookgasafvoermonden.<br />
Hieruit kan men afleiden dat de<br />
huidige richtlijnen niet altijd voldoening<br />
bieden en dat bijkomende criteria zich vermoedelijk<br />
zullen opdringen. n<br />
45 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Technische uitrustingen<br />
L<br />
∆H<br />
≥ 1 m<br />
0,5 m<br />
12<br />
14<br />
19<br />
A<br />
20°<br />
45°<br />
B<br />
0,5 m<br />
C<br />
0,5 m<br />
≥ 2 m<br />
2<br />
13<br />
0,3 m<br />
8<br />
0,5 m<br />
9<br />
19<br />
0,5 m<br />
0,5 m<br />
0,5 m<br />
2<br />
11<br />
2
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />
Informatie- en communicatietechnologieën<br />
In de huidige context van toenemende automatisering<br />
kunnen de informatie- en<br />
communicatietechnologieën aangewend<br />
worden om enkele radicale veranderingen<br />
door te voeren in de bouwsector. Deze worden<br />
vooral verwacht op het vlak van :<br />
de constructiefasen<br />
de zogenaamde businessprocessen<br />
de levenscyclusprestaties van de gebouwen<br />
en constructies<br />
de snelheid, efficiëntie en kostprijs van<br />
de constructie<br />
‘supply chain management’<br />
de convergentie van woning, diensten<br />
en werkplaats.<br />
Het <strong>WTCB</strong> verleent daarom zijn medewerking<br />
aan een aantal regionale, federale<br />
en internationale projecten met betrekking<br />
tot het gebruik van ICT-toepassingen<br />
in en voor de bouwsector.<br />
De dienst ‘ICT-Projecten’ van het <strong>WTCB</strong><br />
zorgt in dit domein voor de ontwikkeling<br />
van multimediatoepassingen met het oog<br />
op de efficiënte en snelle verspreiding van<br />
informatie naar de bouwpartners. Dit gebeurt<br />
onder de vorm van websites,<br />
CD-roms, video- en DVD-producties, …<br />
Daarnaast wordt onderzoek gevoerd naar<br />
nieuwe vormen van informatieverspreiding<br />
zoals e-learning via het Internet.<br />
De medewerkers van de afdelingen ‘Toegepaste<br />
Informatica Bouw’, ‘Kwaliteit’ en<br />
‘Planningtechnieken’ werken op hun beurt<br />
samen in het kader van het project van<br />
Thematische Innovatiestimulering ‘Bouwprocesgericht<br />
Innoverend Elektronisch<br />
Samenwerken’ (TIS ‘BIES’) en de bege-<br />
leiding van bedrijven bij de implementatie<br />
van moderne beheerssoftwaretoepassingen<br />
via de Technologische Adviseerdienst<br />
‘Collaboration Electronique’ (Elektronische<br />
samenwerking) (zie kader). De overige<br />
activiteiten van deze afdelingen zijn<br />
toegespitst op :<br />
de studie ‘e-collaboration in de bouw’<br />
opleidingen en informatiesessies betreffende<br />
ICT.<br />
DE STUDIE ‘e-COLLABORATION IN<br />
DE BOUW’<br />
Deze studie [K2] wordt uitgevoerd in<br />
De mogelijkheden die geboden<br />
worden door de informatie- en<br />
communicatietechnologieën<br />
(ICT) zullen waarschijnlijk<br />
aanleiding geven tot tal van<br />
structurele verschuivingen in<br />
onze maatschappij. Zo merkt<br />
men dat er tegenwoordig steeds<br />
meer gewerkt wordt vanop<br />
afstand, gewinkeld wordt door<br />
middel van ‘e-commerce’ en gebruik<br />
gemaakt wordt van multimedia-<br />
en ‘wireless’-diensten.<br />
partnerschap met het IWT en behelst onder<br />
meer het beheer van projecten via<br />
projectportaalsites en het beheer van tijden<br />
kostengebonden risico’s via risicomanagement.<br />
PROJECTPORTAALSITES<br />
Het beheer van projecten via projectportaalsites<br />
wordt onderzocht in het kader<br />
van twee werkgroepen.<br />
De eerste legde zich toe op de opstelling<br />
van een rapport waarin omschreven wordt<br />
wat men precies moet verstaan onder de<br />
THEMATISCHE INNOVATIESTIMULERING<br />
‘BOUWPROCESGERICHT INNOVEREND ELEKTRONISCH SAMENWERKEN’<br />
TECHNOLOGISCHE ADVISEERDIENST<br />
‘COLLABORATION ELECTRONIQUE’ (ELEKTRONISCHE SAMENWERKING)<br />
In het Vlaamse en het Waalse Gewest wordt almaar meer aandacht geschonken<br />
aan de toepassing van moderne beheerssystemen in bedrijven. Deze<br />
tendens kan verklaard worden door het feit dat de toekomstkansen van de<br />
bouwbedrijven in belangrijke mate zullen worden beïnvloed door het gebruik<br />
van deze moderne technologieën.<br />
Via de voornoemde TIS [K1] en TAD [K3], die beide gesubsidieerd zijn voor<br />
een periode van twee jaar, wil het <strong>WTCB</strong> de bedrijven uit de bouwsector<br />
informeren over, stimuleren tot en begeleiden bij de implementatie van deze<br />
nieuwe beheerssoftwaretoepassingen. Het gaat hier in het bijzonder om<br />
software voor het beheer van bedrijven en projecten, het beheer van documenten,<br />
e-business, de opstelling van administratieve documenten en het correcte<br />
gebruik van Internet- en Intranettoepassingen.<br />
46 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Informatie- en communicatietechnologieën
term ‘projectportaalsite’. Dit document beschrijft<br />
de verschillende onderdelen van<br />
zulke gezamenlijke werkruimten en formuleert<br />
een aantal aanbevelingen voor<br />
het goede gebruik ervan. De tekst bestaat<br />
uit zeven hoofdstukken waarin uitvoerig<br />
aandacht besteed wordt aan de<br />
informatica en aan de organisatorische,<br />
economische en juridische aspecten<br />
waarop men dient te letten bij het werken<br />
met dergelijke toepassingen.<br />
De tweede onderzoekt de ervaringen van<br />
een aantal bedrijven met de toepassing<br />
van projectportaalsites. Daarnaast beoogt<br />
ze de ontwikkeling van een standaard ter<br />
berekening van de ‘return on investment’<br />
(ROI) voor deze technologie en tracht ze<br />
procedures op te stellen om de implementatie<br />
ervan te vergemakkelijken en het<br />
gebruik ervan te optimaliseren.<br />
RISICOMANAGEMENT<br />
Risicomanagement is een belangrijk on-<br />
ICT TEN DIENSTE VAN DE NIEUWE COMMUNICATIESTRATEGIE VAN HET <strong>WTCB</strong><br />
Om beter te beantwoorden aan een van zijn voornaamste taken, met name het ten dienste stellen van de vruchten van<br />
het collectieve en toegepaste onderzoek van de volledige bouwsector, heeft het <strong>WTCB</strong> zich resoluut naar de toekomst<br />
gericht en maakt het veelvuldig gebruik van ICT en andere elektronische hulpmiddelen bij het uitbouwen van zijn communicatiestrategie.<br />
Deze werd opgestart in <strong>2004</strong> en steunt op een volledig vernieuwde website die moet uitgroeien tot een<br />
werkinstrument, aangepast aan de gediversifieerde noden van de bouwprofessionelen. Daarnaast werden ook een aantal<br />
nieuwe communicatiemiddelen ontwikkeld zoals <strong>WTCB</strong>-Contact (een driemaandelijks tijdschrift) en <strong>WTCB</strong>-Mail (een<br />
elektronische nieuwsbrief). Hoewel elk ervan zijn specifieke kenmerken heeft, verwijzen ze de geïnteresseerde lezer die<br />
meer informatie wenst steeds door naar de website. Een andere nieuwe publicatiereeks, de ‘Infofiches’, is trouwens enkel<br />
beschikbaar in elektronisch formaat en maakt volop gebruik van de talrijke voordelen die geboden worden door dit nieuwe<br />
informatiehulpmiddel.<br />
Naast de catalogus van de <strong>WTCB</strong>-publicaties werden ook de andere on line-databanken aangevuld. Zo werden niet<br />
minder dan 5265 analyses (waarvan 1648 met een samenvatting) toegevoegd aan de bibliografische databank DIFFU-<br />
DOC, waardoor het aantal referenties dat kan geconsulteerd worden nu reeds opgelopen is tot meer dan 70.000. De<br />
TECHCOM-databank die ter beschikking staat van de bouwprofessionelen die op zoek zijn naar fabrikanten of invoerders<br />
van bouwproducten, bevat tegenwoordig bij benadering 20.000 merken, die ingedeeld zijn in ongeveer 5700 productfamilies.<br />
De consultatiestatistieken<br />
van de website tonen aan<br />
dat het aantal gedownloade<br />
documenten gestadig<br />
toeneemt en dat elke<br />
verschijning van een<br />
<strong>WTCB</strong>-Contact of <strong>WTCB</strong>-<br />
Mail gepaard gaat met een<br />
nieuwe golf van Internetsessies.<br />
Dit wijst erop dat<br />
deze nieuwe strategie goed<br />
aanvaard wordt door de<br />
bouwprofessionelen. In<br />
<strong>2004</strong> (vanaf de maand<br />
februari) werden meer dan<br />
105.000 documenten<br />
gedownload. De vraag naar<br />
informatie is nog nooit zo<br />
groot geweest.<br />
AANTAL GEDOWNLOADE DOCUMENTEN<br />
14000<br />
12000<br />
10000<br />
8000<br />
6000<br />
4000<br />
2000<br />
0<br />
<strong>WTCB</strong>-<br />
CONTACT<br />
12970<br />
3091<br />
14810<br />
8701<br />
12360<br />
8841<br />
<strong>WTCB</strong>-<br />
CONTACT 13609<br />
Feb. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec.<br />
derdeel van projectbeheer en heeft tot<br />
doel de mogelijke projectonzekerheden<br />
in kaart te brengen en te beheren. Deze<br />
projectonzekerheden worden risico’s genoemd<br />
en hebben twee bijzondere kenmerken<br />
: enerzijds kan men vóór de start<br />
van het project niet weten of deze risico’s<br />
zich zullen voordoen en anderzijds kan<br />
men niet voorspellen wat de gevolgen<br />
ervan zullen zijn indien ze zich effectief<br />
voordoen.<br />
In het kader van de studie ‘e-collaboration<br />
in de bouw’ werd ook de werkgroep ‘Projectmanagement<br />
en Risicomanagement’<br />
opgericht, die naast <strong>WTCB</strong>-medewerkers<br />
een tiental bouwbedrijven tot haar leden<br />
telt. Deze werkgroep heeft de volgende<br />
doelstellingen :<br />
in de eerste plaats wil ze de toepasbaarheid<br />
van risicoanalyse in de bouwsector<br />
nagaan<br />
in de tweede plaats test ze specifieke<br />
hulpmiddelen en technieken uit waarmee<br />
het mogelijk is om aan risicoanalyse<br />
te doen.<br />
OPLEIDINGEN<br />
In <strong>2004</strong> werden tal van cursussen, informatiesessies<br />
en vormingsdagen betreffende<br />
de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën<br />
georganiseerd ten<br />
behoeve van kleine, middelgrote en grote<br />
bouwondernemingen. Deze opleidingen<br />
hadden betrekking op alle bedrijfsaspecten<br />
(kostprijs, planning, beheer, informatica,<br />
kwaliteit) en werden ingericht in samenwerking<br />
met de beroepsverenigingen<br />
of op vraag van de bedrijven zelf. Een<br />
overzicht van de aangeboden opleidingsprogramma’s<br />
is beschikbaar op de <strong>WTCB</strong>website<br />
(www.wtcb.be).<br />
De leden van de Technische Comités en<br />
de Werkgroepen van het <strong>WTCB</strong> konden<br />
bovendien deelnemen aan een forum dat<br />
volledig gewijd was aan de evolutie van<br />
de informatie- en communicatietechnologieën<br />
(ICT) in de bouwsector. Dit evenement<br />
kaderde perfect binnen het thema<br />
‘communicatie’ dat in de loop van <strong>2004</strong><br />
centraal stond binnen het <strong>WTCB</strong>. n<br />
47 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Informatie- en communicatietechnologieën<br />
13146<br />
10406<br />
8481<br />
8704<br />
7541<br />
<strong>WTCB</strong>-<br />
CONTACT<br />
13072<br />
10606<br />
15283<br />
11195<br />
16006<br />
10670<br />
<strong>WTCB</strong>-<br />
CONTACT<br />
16186<br />
12308<br />
17071<br />
13296<br />
18000<br />
16000<br />
14000<br />
12000<br />
10000<br />
8000<br />
6000<br />
4000<br />
2000<br />
0<br />
AANTAL SESSIES PER MAAND
Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie<br />
Europa en de bouw<br />
Om de bouwbedrijven op de hoogte te<br />
houden van de talrijke evoluties in de<br />
bouwsector op Europees niveau, verleent<br />
het <strong>WTCB</strong> zijn actieve medewerking aan<br />
diverse Europese initiatieven, die hierna<br />
kort besproken worden.<br />
TECHNISCHE SPECIFICATIES EN<br />
CONFORMITEITSVERKLARINGEN<br />
Hoewel de Europese Bouwproductenrichtlijn<br />
(89/106/EEG) in <strong>2004</strong> reeds haar vijftiende<br />
verjaardag vierde, geeft ze nog<br />
steeds aanleiding tot tal van activiteiten op<br />
Europees vlak betreffende de opstelling<br />
van normen en technische goedkeuringen<br />
(bv. in het kader van de CE-markering).<br />
Zo heeft het Europees Comité voor Normalisatie<br />
(CEN) reeds meer dan 250 productnormen<br />
afgewerkt, wat ongeveer de<br />
helft van het totaal voorziene aantal vertegenwoordigt.<br />
Het <strong>WTCB</strong> is nauw betrokken bij deze<br />
werkzaamheden en levert een belangrijke<br />
bijdrage tot de verspreiding van relevante<br />
informatie naar de sector toe.<br />
EUROPEES COMITÉ VOOR NORMALISATIE<br />
(CEN)<br />
De activiteiten van het CEN worden opgevolgd<br />
binnen diverse Spiegelcommissies<br />
van het Belgisch Instituut voor Normalisatie<br />
(BIN). In dit kader neemt het <strong>WTCB</strong><br />
zowel het voorzitterschap van de Commissies<br />
E128 (dak- en gevelproducten),<br />
E156 (ventilatie in gebouwen) als E33<br />
(schrijnwerk) voor zijn rekening.<br />
Deze Spiegelcommissies dragen onder<br />
meer bij tot de integratie van de Europese<br />
normen in het Belgische kwaliteitssysteem,<br />
dat gebaseerd is op verschillende<br />
naar Belgische normgeving omgezette<br />
Europese documenten en op een<br />
aantal specifiek Belgische normen, die<br />
beide tot BENOR-certificatie leiden.<br />
EUROPEAN ORGANISATION FOR TECHNICAL<br />
APPROVALS (EOTA)<br />
Voor producten die niet door productnormen<br />
behandeld worden, bestaat er in<br />
België een systeem van technische goedkeuringen<br />
(ATG). Deze laatste worden<br />
afgeleverd door de Belgische Unie voor<br />
de technische goedkeuring in de Bouw<br />
(BUtgb), in samenwerking met het <strong>WTCB</strong>.<br />
In het kader van de Bouwproductenrichtlijn<br />
werd op Europees vlak een gelijkaardig<br />
systeem opgezet. De EOTA (European<br />
Organisation for Technical Approvals) bereidt<br />
namelijk leidraden voor, aan de hand<br />
waarvan de nationale goedkeuringsinstituten<br />
(zoals de BUtgb) Europese Technische<br />
Goedkeuringen (ETA) afleveren. Ook<br />
in <strong>2004</strong> nam het aantal door EOTA afgeleverde<br />
ETA weer gestaag toe.<br />
Naast de vroeger reeds door het <strong>WTCB</strong><br />
opgestelde ETA-Leidraad voor structureel<br />
gelijmde beglazingen werkten onze medewerkers<br />
vorig jaar een gloednieuwe leidraad<br />
voor koelcellen en koelgebouwen<br />
Hoewel de bouw vaak nog een<br />
plaatselijk gebeuren is, waarbij<br />
kleine regionaal gebonden KMO<br />
en lokale tradities, arbeidskrachten<br />
en materialen een belangrijke<br />
plaats innemen, kan deze sector<br />
niet ontsnappen aan de algemene<br />
tendens naar globalisering, noch<br />
aan de evoluties, tengevolge van<br />
de eenmaking van de Europese<br />
markt.<br />
af. Het <strong>WTCB</strong> is aldus verantwoordelijk<br />
voor twee van de eenentwintig bestaande<br />
ETA-documenten.<br />
EUROPEAN UNION OF AGRÉMENT (UEATC)<br />
Terwijl de EOTA zich concentreert op activiteiten<br />
in het kader van de CE-markering<br />
werkt de European Union of Agrément<br />
(UEAtc) aan de opstelling van goedkeuringen<br />
voor systemen en eigenschappen<br />
die weliswaar belangrijk zijn voor de toepassing<br />
van bepaalde bouwproducten,<br />
maar die niet onder regelgeving vallen.<br />
48 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Europa en de bouw
KWALITEITSVERKLARINGEN<br />
De ontwikkeling van productspecificaties<br />
vormt de grondslag voor de toekenning<br />
van de Belgische kwaliteitsmerken ATG<br />
en BENOR, evenals voor het Europese<br />
Keymark.<br />
Het <strong>WTCB</strong> verzekerde in <strong>2004</strong> het Keymark-secretariaat<br />
voor thermische isolatieproducten<br />
en nam eveneens het voorzitterschap<br />
op van de zogenaamde ‘Group<br />
of Notified Bodies’, m.a.w. de aangemelde<br />
organismen in het kader van de Bouwproductenrichtlijn.<br />
BELGIAN CONSTRUCTION CERTIFICATION<br />
ASSOCIATION (BCCA)<br />
De belangrijke investeringen van het<br />
<strong>WTCB</strong> op Europese schaal werpen ook<br />
voor de Belgian Construction Certification<br />
Association (BCCA) hun vruchten af. Het<br />
aantal multinationals dat een beroep doet<br />
op de diensten van deze organisatie met<br />
het oog op het verkrijgen van de CE-markering<br />
en het Europese Keymark blijft<br />
immers toenemen.<br />
NETWERKING<br />
Het <strong>WTCB</strong> verleende het afgelopen jaar<br />
naar goede gewoonte zijn actieve medewerking<br />
aan verschillende Europese netwerken.<br />
Hierna gaan we wat dieper in op<br />
een aantal activiteiten die in dit kader<br />
werden uitgevoerd.<br />
EUROPEAN CONSTRUCTION INDUSTRY FEDERA-<br />
TION (FIEC)<br />
De European Construction Industry Federation<br />
(FIEC) vormt een belangrijke<br />
schakel bij de overdracht van informatie<br />
over de hiervoor besproken activiteiten<br />
naar de aannemers en zet alles in het<br />
NUTTIGE INFORMATIE<br />
Nuttige links<br />
Websites van :<br />
het CEN : www.cenorm.be<br />
de EOTA : www.eota.be<br />
de UEAtc : www.ueatc.com<br />
het Keymark : www.key-mark.org<br />
de BCCA : www.bcca.be<br />
de FIEC : www.fiec.org<br />
het ENBRI : www.enbri.org<br />
het ECCREDI : www.eccredi.org<br />
het ‘Building for Europe’-congres :<br />
www.B4E.org<br />
het E-CORE : www.e-core.org<br />
het ECTP : www.ectp.org<br />
werk om de belangen van de bouwsector<br />
te verdedigen. Ons land wordt in dit netwerk<br />
vertegenwoordigd door de Confederatie<br />
Bouw. Binnen deze organisatie<br />
neemt het <strong>WTCB</strong> het voorzitterschap en<br />
het secretariaat van de ‘FIEC Technische<br />
Commissie 1’ (die de normalisatie en conformiteitsattestering<br />
behandelt) voor zijn<br />
rekening.<br />
EUROPEAN NETWORK OF BUILDING RESEARCH<br />
INSTITUTES (ENBRI)<br />
Het <strong>WTCB</strong> verzekert eveneens het secretariaat<br />
van het European Network of Building<br />
Research Institutes (ENBRI). Deze<br />
organisatie werd opgericht in 1988 en omvat<br />
momenteel eenentwintig leidinggevende<br />
onderzoekscentra, waaronder achttien<br />
uit de Europese Unie en drie uit de EFTA-<br />
Lidstaten. Het hoofddoel van dit instituut<br />
is de bevordering van de netwerking tussen<br />
zijn leden. Op deze manier kunnen<br />
de belangen van de bouwbedrijven immers<br />
met meer slagkracht verdedigd<br />
worden op Europees niveau dan wanneer<br />
dit enkel vanuit een nationaal standpunt<br />
zou gebeuren.<br />
EUROPEAN COUNCIL FOR CONSTRUCTION<br />
RESERACH, DEVELOPMENT AND INNOVATION<br />
(ECCREDI)<br />
FIEC en ENBRI zijn allebei aangesloten bij<br />
het in 1995 gestichte organisme ECCRE-<br />
DI, waarvan het <strong>WTCB</strong> het secretariaat<br />
waarneemt. Dit instituut is ondertussen uitgegroeid<br />
tot een netwerk van zeventien<br />
Europese partners, bestaande uit diverse<br />
federaties van aannemers, architecten,<br />
ontwerpers, controlebureaus, onderzoeksinstanties,<br />
… Het ECCREDI-netwerk wil de<br />
innovatie in de bouw op Europees vlak stimuleren<br />
en voert daarom tal van acties om<br />
Europese middelen vrij te maken ter ondersteuning<br />
van het onderzoek en de ontwikkeling<br />
in de bouwsector.<br />
VISION 2030<br />
Een van de belangrijkste activiteiten<br />
die in <strong>2004</strong> plaatsvond in de<br />
schoot van ECCREDI was de ontwikkeling<br />
van een langetermijnvisie<br />
voor toekomstig bouwonderzoek :<br />
VISION 2030.<br />
Deze Europese toekomstvisie op<br />
de bouw wordt uitgewerkt door het<br />
European Construction Technology<br />
Platform (ECTP), dat uitgaat van<br />
een binnen E-CORE (European<br />
Construction Research Network)<br />
ontwikkelde strategie.<br />
Ze werd voor het eerst voorgesteld<br />
in Maastricht tijdens het door het<br />
<strong>WTCB</strong> georganiseerde Europese<br />
congres ‘Building for Europe’.<br />
EUROPEAN CONSTRUCTION RESEARCH<br />
NETWORK (E-CORE)<br />
Het European Construction Research<br />
Network (E-CORE) [L1], dat momenteel<br />
gecoördineerd wordt door het <strong>WTCB</strong>, is<br />
een netwerk van Europese onderzoekspartners<br />
dat werd opgericht binnen<br />
ECCREDI.<br />
Het wordt gesubsidieerd door de Europese<br />
Commissie binnen het programma<br />
‘Competitive and Sustainable Growth’ van<br />
het Vijfde Kaderprogramma voor Europees<br />
Onderzoek.<br />
EUROPESE ICT-PROJECTEN<br />
In het kader van het programma ERA-<br />
NET neemt het <strong>WTCB</strong> deel aan het Europese<br />
ICT-project ‘eTranet : ICT in Traditional<br />
Industries’ [L2]. n<br />
EVOLUTIES MET BETREKKING TOT DE FUNDAMENTELE<br />
VOORSCHRIFTEN VAN DE BOUWPRODUCTENRICHTLIJN<br />
In het domein van de fundamentele voorschriften van de Europese Bouwproductenrichtlijn<br />
vonden de volgende belangrijke werkzaamheden plaats :<br />
FV 1 ‘Mechanische weerstand en stabiliteit’ : omzetting van de ENV-versie<br />
van bepaalde Eurocodes in hun EN-versie<br />
FV 2 ‘Brandveiligheid’ : ontwikkeling van een nieuw brandscenario voor gevelproducten<br />
en van een vierde methode voor externe blootstelling aan brand<br />
FV 3 ‘Hygiëne, gezondheid en milieu’ : afwerking van een CE-mandaat binnen<br />
het CEN voor substanties die onder regelgeving gebracht werden<br />
FV 4 ‘Gebruiksveiligheid’ : –<br />
FV 5 ‘Geluidsisolatie’ : opstelling van modelnormbepalingen voor productnormen<br />
met betrekking tot akoestische prestaties<br />
FV 6 ‘Energiezuinigheid en thermische isolatie’ : diverse CEN-activiteiten<br />
naar aanleiding van de Energieprestatieregelgeving voor gebouwen.<br />
49 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Onderzoek – Ontwikkeling – Informatie : Europa en de bouw
Samenwerking met derden<br />
CENTRUM DUURZAAM BOUWEN<br />
(CEDUBO)<br />
In <strong>2004</strong> verwierf het<br />
<strong>WTCB</strong> de gebouwen<br />
van de vzw Centrum<br />
Duurzaam Bouwen<br />
(www.cedubo.be), gelegen<br />
op de voormalige mijnsite te Heusden-Zolder.<br />
Van hieruit wordt getracht het<br />
thema ‘duurzaam bouwen’ op grote schaal<br />
te promoten en in de praktijk te brengen.<br />
Hiertoe organiseert het Centrum diverse<br />
activiteiten, zowel voor het grote publiek<br />
als voor bouwprofessionelen. Deze hebben<br />
voornamelijk betrekking op :<br />
de duurzaamheidsaspecten van gebouwen<br />
en bouwproducten<br />
de ondersteuning van de Kyoto-doelstellingen<br />
de ontwikkeling van bouwproducten<br />
de medewerking aan het nationale<br />
Bouwtechnologieplatform, …<br />
BELGIAN CONSTRUCTION QUALITY<br />
SOCIETY (BCQS)<br />
Het in 1994 door SECO en<br />
<strong>WTCB</strong> opgerichte BCQS<br />
heeft tot opdracht alle bij<br />
het bouwproces betrokken<br />
partners op te leiden en te<br />
begeleiden bij de invoering<br />
van een systeem voor het beheer van<br />
kwaliteit, veiligheid en milieu.<br />
Begin <strong>2004</strong> heeft BCQS (www.bcqs.be)<br />
zijn opleidingscyclus met betrekking tot<br />
kwaliteit herzien om beter te beantwoorden<br />
aan de verwachtingen van KMO,<br />
studiebureaus en architecten.<br />
Er vonden ook specifieke opleidingen voor<br />
kwaliteitsverantwoordelijken, werfleiders<br />
en interne auditoren plaats. Als gevolg<br />
van de begeleiding van ondernemingen<br />
bij de certificering van het veiligheidssysteem<br />
VCA hebben bepaalde bedrijven<br />
bij BCCA een audit kunnen aanvragen.<br />
We willen er tevens op wijzen dat de opleiding<br />
voor plaatsers van brandwerende<br />
deuren werd voortgezet in <strong>2004</strong>.<br />
VLAANDEREN BOUWT (VLABO)<br />
Vlaanderen Bouwt stimuleert<br />
de bouw van degelijke,<br />
karaktervolle en betaalbare<br />
woningen in<br />
heel Vlaanderen. Dit gebeurt<br />
in samenwerking met diverse aannemers,<br />
ontwerpers en gemeentebesturen<br />
en met de technische hulp van het<br />
<strong>WTCB</strong>.<br />
Zo coördineerde VLABO in <strong>2004</strong> weer tal<br />
van woningbouwprojecten (vooral modelwijken).<br />
Deze woningen zijn doorgaans<br />
bestemd als sociale woningen, waarbij de<br />
verkoopsvoorwaarden door de gemeentebesturen<br />
(grondeigenaars) worden bepaald.<br />
Verder verleent VLABO zijn medewerking<br />
aan diverse projecten voor serviceflats<br />
(www.vlaanderenbouwt.be).<br />
Het <strong>WTCB</strong> verleent zijn actieve<br />
medewerking aan een aantal<br />
organisaties die rechtstreeks met<br />
de bouw te maken hebben en<br />
heeft sommige ervan mee helpen<br />
oprichten. Deze organisaties<br />
bestrijken diverse aspecten van<br />
het bouwbedrijf en hebben tot<br />
doel dienstverlening en technologie<br />
sterker te ondersteunen.<br />
BELGIAN CENTRE FOR DOMOTICS<br />
AND IMMOTICS (BCDI)<br />
Dit centrum (www.bcdi.be)<br />
werd opgericht door drie instellingen<br />
die behoren tot<br />
de belangrijkste pijlers van<br />
onze economie : de bouw,<br />
de metaalnijverheid en de<br />
energiesector, en spitste in <strong>2004</strong> zijn aandacht<br />
toe op de volgende projecten :<br />
‘In-HAM’ (Innovatiecentrum voor Huisvesting<br />
met Aangepaste Middelen) : deze<br />
vzw streeft naar een betere samenwerking<br />
met de industrie met het oog op het<br />
bedenken van duurzame en innovatieve<br />
oplossingen voor de problemen waarmee<br />
bejaarden en personen met beperkingen<br />
in hun dagdagelijkse omgeving geconfronteerd<br />
worden (www.in-ham.be)<br />
‘MATS’ (Flexible Mechatronic Assistive<br />
Technology System to support persons<br />
with special needs in all their living and<br />
working environments) : het hoofddoel<br />
van dit Europese project is het uitdenken,<br />
ontwikkelen en produceren van<br />
een prototypeversie van een huisrobot<br />
die het werk en het leven thuis aanzienlijk<br />
vergemakkelijkt<br />
‘Technologische innovatie in de zorgsector.<br />
Noden van de zorgsector, aanbod<br />
en onderlinge samenwerking in de<br />
elektronica- en automatisatie-industrie’ :<br />
dit project beoogt de ontwikkeling van<br />
innovatieve oplossingen door de industriële<br />
partners in contact te brengen met<br />
de zorgsector.<br />
Daarnaast participeerde BCDI in de volgende<br />
evenementen :<br />
50 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Samenwerking met derden
organisatie van een workshop over ‘Intelligent<br />
and Responsive Buildings’ tijdens<br />
het CIB-wereldcongres te Toronto<br />
sponsoring van het ‘Net-Athome’-congres<br />
dat plaatsvond te Nice.<br />
COBOMEDIA<br />
CoboMedia heeft<br />
tot doel het contact<br />
met de bouwsector<br />
te verbeteren<br />
door het gebruik<br />
van alle mogelijke<br />
media. In <strong>2004</strong> werden in dit opzicht<br />
verschillende succesrijke initiatieven<br />
ondernomen, zoals studiedagen over<br />
houtskeletbouw, HVAC, de berekening<br />
van schoringen, projectbeheer, gietvloeren,<br />
inbraakbeveiliging, de Eurocodes en<br />
het werfleiderschap (www.cobomedia.be).<br />
Door de organisatie van overlegvergaderingen<br />
met alle bouwprofessionelen is<br />
het CoboMedia-programma perfect afgestemd<br />
op de noden van de sector. De<br />
meeste studiedagen of cursussen worden<br />
samen ingericht met de Confederatie<br />
Bouw, Nacebo (BouwUnie), BEVAD, TI-<br />
KVIV, Cevora, FABI, de FOD Mobiliteit en<br />
Vervoer, UBIC, …<br />
ORGANISATIE VOOR DUURZAME<br />
ENERGIE – VLAANDEREN (ODE-<br />
VLAANDEREN)<br />
Dit koepelverband<br />
tussen enkele Vlaamse wetenschappelijke<br />
instellingen, organisaties en bedrijven<br />
(www.ode.be) streeft naar de bevordering<br />
van de toepassing van hernieuwbare<br />
energie door informatieverspreiding<br />
en netwerking. De mogelijkheden die geboden<br />
worden door deze duurzame energiebronnen<br />
mogen immers – ook in de<br />
bouwsector – niet onderschat worden. Het<br />
<strong>WTCB</strong> neemt momenteel het voorzitterschap<br />
van deze vzw waar.<br />
BELGIAN CONSTRUCTION CERTI-<br />
FICATION ASSOCIATION (BCCA)<br />
Sedert 1992 profileert de<br />
door het <strong>WTCB</strong> en SECO<br />
opgerichte vzw BCCA zich<br />
als leider voor de certificatie<br />
in de Belgische bouwsector<br />
(www.bcca.be). BCCA<br />
De vzw werd door het BELCERT-bureau<br />
van de Federale Overheidsdienst Economie<br />
geaccrediteerd, en dit zowel voor<br />
producten als voor systemen voor het<br />
beheer van kwaliteit (ISO 9001), veiligheid<br />
(VCA) en milieu (ISO 14001).<br />
Inzake systemen voor kwaliteitszorg stellen<br />
meer dan 250 ondernemingen, waaronder<br />
studie- en architectenbureaus, hun<br />
vertrouwen in BCCA.<br />
Op het vlak van productcertificering legt de<br />
CE-markering, gekoppeld aan de nieuwe<br />
geharmoniseerde EN-normen, voor de<br />
meeste bouwproducten eisen op aan de<br />
producenten die verband houden met de<br />
beheersing van de productie (FPC = Factory<br />
Production Control), afgezien van de<br />
eisen voor het product zelf.<br />
De certificatie van personen werd ingesteld<br />
voor moeilijk te controleren activiteiten,<br />
waarbij een goede uitvoering grote<br />
vakbekwaamheid vereist.<br />
RECYWALL<br />
Recywall is<br />
een economischsamenwerkingsverband<br />
RECYWALL<br />
GROUPEMENT DE CENTRES D’EXPERTISE<br />
POUR LE RECYCLAGE DES DECHETS GIE<br />
dat tegenwoordig acht sectorale onderzoekscentra<br />
groepeert : CoRI (Coatings<br />
Research Institute), CWOBKN (Centrum<br />
voor Wetenschappelijk Onderzoek van de<br />
Belgische Keramische Nijverheid), WTCM<br />
(Wetenschappelijk en Technisch Centrum<br />
voor de Metaalnijverheid), OCW (Opzoekingscentrum<br />
voor de Wegenbouw),<br />
<strong>WTCB</strong>, Centexbel (Wetenschappelijk en<br />
Technisch Centrum voor de Belgische<br />
Textielindustrie), TCHN (Technisch Centrum<br />
der Houtnijverheid) en CTP (Centre<br />
Terre et Pierre).<br />
Binnen Recywall verzekert een ingenieur<br />
voltijds de Technologische Adviseerdienst<br />
inzake recyclage. Deze heeft tot taak industriëlen<br />
bij te staan die het afval of de<br />
secundaire producten die voortkomen uit<br />
het productieproces op een zo milieuvriendelijk<br />
mogelijke manier wensen te<br />
valoriseren. Het <strong>WTCB</strong> was in dit opzicht<br />
verantwoordelijk voor de verspreiding van<br />
een methodologische gids voor de evaluatie<br />
van de milieu-impact van industriële<br />
bouwplaatsen, die het resultaat was van<br />
een door de DGRNE aan Recywall toevertrouwde<br />
studie (www.recywall.be).<br />
TRAITEMENT DES DÉCHETS DE LA<br />
CONSTRUCTION EN WALLONIE<br />
(TRADECOWALL)<br />
Tradecowall<br />
(www.tradecowall.be) is een samenwerkende<br />
vennootschap die meer dan 15 jaar<br />
geleden werd opgericht in opdracht van<br />
de beroepsvereniging, naar aanleiding<br />
van een brancheakkoord met de Waalse<br />
regering.<br />
Aanvankelijk lag de nadruk op het betere<br />
beheer van grond en inert afval, en dan<br />
vooral via stortplaatsen voor bouwafval.<br />
Als gevolg van de evolutie van de milieupolitiek<br />
in het Waalse Gewest en van de<br />
hieruit voortvloeiende reglementering<br />
spitst de vennootschap zijn activiteiten<br />
momenteel toe op de verschillende centra<br />
voor de behandeling van inert afval in<br />
Wallonië (behalve in Luxemburg). Dit gebeurt<br />
via bedrijven waarin zowel medewerkers<br />
van de overheid, bouwbedrijven<br />
als industriëlen vertegenwoordigd zijn.<br />
Tradecowall neemt eveneens het beheer<br />
van een aantal stortplaatsen voor grond<br />
voor zijn rekening, met name in Gembloux,<br />
Gosselies, Spiennes en Aisemont<br />
en verzorgt de organisatie van het Technisch<br />
Comité van het Brancheakkoord,<br />
dat via verschillende werkgroepen streeft<br />
naar de toepassing ervan. Dit gebeurt<br />
onder meer door de aanpassing van de<br />
officiële Waalse documenten (wetten en<br />
bestekken) en door specifieke studies.<br />
Tenslotte bereidt de vennootschap de oprichting<br />
van een recyclagecentrum voor<br />
vervuilde grond voor, in samenwerking<br />
met een gespecialiseerd bedrijf.<br />
CENTRE D’INNOVATION WALLON POUR<br />
LA CONSTRUCTION (CIWACO)<br />
CIWACO werd op<br />
30 mei 2000 opgericht<br />
op initiatief<br />
van het <strong>WTCB</strong> en<br />
de CCW. Het doel<br />
van deze vzw is het bevorderen van de<br />
innovatie in het Waalse Gewest ten gunste<br />
van alle bouwpartners, voornamelijk<br />
door collectief onderzoek.<br />
Zo ondersteunde CIWACO in <strong>2004</strong> het<br />
door de DGTRE gelanceerde project<br />
‘Construire avec l’énergie … naturellement’<br />
(Energiebewust bouwen … natuurlijk)<br />
dat de verbetering van de energieprestaties<br />
van nieuwe gebouwen nastreeft.<br />
Sedert juni <strong>2004</strong> verleent CIWACO eveneens<br />
zijn medewerking aan het project<br />
ECO-Habitat, dat kadert binnen het programma<br />
‘INTERREG III France-Wallonie’.<br />
In de schoot van het Europees Sociaal<br />
Fonds werkte CIWACO tevens mee aan<br />
de projecten CODUFORM-KMO, TECO-<br />
SYS en INSERECO (Equal).<br />
Tenslotte werden drie werkgroepen opgericht<br />
binnen het <strong>WTCB</strong> die hun werkzaamheden<br />
respectievelijk toespitsen op digitale<br />
bouwdetails, de oplossing van problemen<br />
op de bouwplaats met behulp van<br />
on line-beelden en de ontwikkeling en beproeving<br />
van een e-learningmodule. n<br />
51 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Samenwerking met derden
Technische Comités<br />
Bouwen is een erg complexe activiteit waarbij diverse bouwvakken een specifieke taak voor<br />
hun rekening nemen, maar toch ook moeten samenwerken op dezelfde bouwplaats. Om te<br />
beantwoorden aan hun bijzondere noden, heeft het <strong>WTCB</strong> voor elk ervan een Technisch<br />
Comité (TC) opgericht. Typisch voor de werking van de Technische Comités van het Centrum<br />
is dat ze een echte schakel vormen tussen de onderzoekers en de bouwprofessionelen. De<br />
bouwondernemingen zijn rechtstreeks vertegenwoordigd in de Technische Comités, waarbij ze<br />
kunnen rekenen op de steun van door het <strong>WTCB</strong> aangeduide ingenieurs-animatoren. Deze<br />
benadering, die tot over onze landsgrenzen belangstelling opwekt, zorgt ervoor dat onze<br />
onderzoeksactiviteiten zo nauw mogelijk aansluiten bij de noden van de sector. Ook op het<br />
vlak van informatieverspreiding spelen deze Comités een belangrijke rol. De TV, die doorgaans<br />
opgevat zijn als leidraden voor de goede uitvoering, worden immers opgesteld door werkgroepen,<br />
die in het algemeen opgericht worden op het initiatief van een of meerdere Comités.<br />
Ruwbouw<br />
voorzitter M. Le Begge<br />
ingenieurs-animatoren J. Venstermans, N. Huybrechts<br />
Verwarming en klimaatregeling<br />
voorzitter G. Ledoyen<br />
ingenieurs-animatoren K. De Cuyper, J. Schietecat<br />
Schilderwerk, soepele muur- en vloerbekledingen<br />
voorzitter J. Meuleman<br />
ingenieurs-animatoren V. Pollet, C. Callandt<br />
Harde muur- en vloerbekledingen<br />
voorzitters H. Bonnet, W. Pardon a.i.<br />
ingenieur-animator F. de Barquin<br />
Glaswerken<br />
voorzitters J.P. Quarante (tot april), D. Adams<br />
ingenieurs-animatoren P. Steenhoudt, C. Decaesstecker (tot november),<br />
V. Detremmerie<br />
Dichtingswerken<br />
voorzitter F. Louwers<br />
ingenieurs-animatoren L. Van de Vel, P. Vitse<br />
52 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Technische Comités
Dakbedekkingen<br />
voorzitter G. Pierrard<br />
ingenieurs-animatoren F. Dobbels, D. Nicaise<br />
Sanitaire en industriële loodgieterij, gasinstallaties,<br />
metalen dakbedekkingen<br />
voorzitter A. Dooms<br />
ingenieur-animator K. De Cuyper<br />
Schrijnwerken<br />
voorzitters L. Pype, M. Collignon<br />
ingenieurs-animatoren C. Decaesstecker (tot november), B. Michaux,<br />
Y. Martin<br />
Plafonneer- en voegwerken<br />
voorzitters R. Rapaille (tot oktober), J. Van Den Putte<br />
ingenieur-animator Y. Grégoire<br />
Steen en marmer<br />
voorzitter H. Vanderlinden<br />
ingenieur-animator F. de Barquin<br />
Akoestiek<br />
voorzitter J.P. Berlaimont<br />
ingenieur-animator B. Ingelaere<br />
Hygrothermie<br />
voorzitter J.P. Berlaimont<br />
ingenieur-animator P. Wouters<br />
Bedrijfsbeheer<br />
voorzitter R. De Backer<br />
ingenieurs-animatoren J. De Wit, D. Pirlot<br />
FAB – <strong>WTCB</strong> (architecten)<br />
voorzitter C. Dupont<br />
ir.-arch.-animator P. Vitse<br />
<strong>WTCB</strong>-Kwaliteit<br />
voorzitter R. Declerck<br />
ingenieur-animator P. Gosselin<br />
53 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Technische Comités
Financiën<br />
Aangesloten leden<br />
De grafiek hieronder geeft de evolutie<br />
van het aantal sinds 1995 aangesloten<br />
leden weer, telkens per 31 december.<br />
Hun aantal groeide tijdens het jongste<br />
decennium aan met 12,83 %, tot meer<br />
dan 67.700.<br />
70.000<br />
60.000<br />
50.000<br />
40.000<br />
30.000<br />
20.000<br />
Evolutie van de opbrengsten en uitgaven<br />
De grafieken die op de volgende pagina<br />
staan afgedrukt, illustreren de evolutie<br />
van de verschillende opbrengsten en uitgaven<br />
in verhouding tot het totaal.<br />
Rekening houdend met de index bedraagt<br />
de verhoging van de geïnde bijdragen<br />
over deze periode 19,81 %.<br />
Evolutie van het aantal aangesloten leden<br />
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 <strong>2004</strong><br />
Hieruit blijkt dat de bijdragen van de<br />
leden om en bij de 60 % bedragen. De<br />
personeelskosten – de belangrijkste post<br />
der uitgaven – schommelden de jongste<br />
drie jaar tussen 61 % en 64 %.<br />
Een balans vormt als het ware<br />
een foto van een bedrijf. Deze<br />
geeft namelijk een getrouw beeld<br />
van zijn financiële gezondheid op<br />
een welbepaald ogenblik.<br />
In vergelijking met de totale opbrengsten<br />
evolueerde het deel der bijdragen over de<br />
voorbije tien jaar van 62,36 % tot 57,03 %.<br />
54 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Financiën<br />
Totaal<br />
Eenmanszaken<br />
Onderworpen aan RSZ<br />
Gedurende dezelfde periode steeg het<br />
totaal van de resultatenrekening met<br />
17 %. Lettend op de inflatie is deze<br />
verhoging te herleiden tot 11 %, hetzij<br />
ongeveer 3,6 % per jaar.
% van het totaal<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
bijdragen<br />
Evolutie van de opbrengsten Evolutie van de uitgaven<br />
onderzoek<br />
2002 2003 <strong>2004</strong><br />
ontwikkeling<br />
Bestemming van de uitgaven<br />
Onderstaande taartdiagrammen illustreren<br />
in grote lijnen waaraan de uitgaven<br />
van het <strong>WTCB</strong> worden besteed. Zo krijgt<br />
de lezer een beter inzicht in hun bestemming,<br />
respectievelijk vóór en na de verdeling<br />
der structuurkosten.<br />
De structuurkosten vertegenwoordigen<br />
22,96 % van de totale kosten en omvatten<br />
:<br />
de kosten die verband houden met de<br />
gebouwen<br />
de kosten voor de uitrustingen<br />
de installatiekosten<br />
de administratieve kosten.<br />
diensten<br />
andere<br />
55 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Financiën<br />
% van het totaal<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
goederen<br />
De post ‘Andere kosten’ stelt de uitgaven<br />
voor die geen betrekking hebben op de<br />
eigenlijke exploitatie van het Centrum.<br />
Het gaat hier bijvoorbeeld om :<br />
de financiële kosten<br />
de uitgaven die werden aangegaan<br />
voor aanverwante instellingen<br />
de kosten voor de inning van de bijdragen.<br />
Na verdeling van de structuurkosten aan<br />
de hand van de geregistreerde werkelijke<br />
prestaties van het personeel, stellen<br />
we vast dat 70,95 % van de uitgaven<br />
naar Onderzoek en Ontwikkeling gaan.<br />
2002 2003 <strong>2004</strong><br />
leveringen<br />
personeel<br />
andere<br />
Deze post omvat ook de werkingskosten<br />
van de Technische Comités en uitgaven<br />
voor de vertegenwoordiging bij nationale<br />
en internationale instellingen.<br />
De kosten voor directe hulp aan de bouwsector<br />
bedragen 17,49 % van het totaal.<br />
Het gaat hier meer bepaald om kosten<br />
voor :<br />
de permanente vorming<br />
de publicaties<br />
het verstrekken van technisch advies<br />
het beheer en gebruik van de databanken.<br />
n<br />
Vóór de verdeling der structuurkosten (in %) Na de verdeling der structuurkosten (in %)<br />
Onderzoek en<br />
Ontwikkeling :<br />
53,90<br />
Directe hulp<br />
aan de sector :<br />
12,71<br />
Andere<br />
kosten :<br />
10,42<br />
Structuurkosten :<br />
22,96<br />
Directe hulp<br />
aan de sector :<br />
17,49<br />
Andere<br />
kosten :<br />
11,56<br />
Onderzoek en<br />
Ontwikkeling :<br />
70,95
Personeel<br />
Om het onderzoeks- en ontwikkelingswerk<br />
tot een goed einde te brengen en<br />
de resultaten ervan efficiënt naar de<br />
bouwprofessionelen (en dan vooral naar<br />
de aannemers) te verspreiden, kan het<br />
<strong>WTCB</strong> rekenen op de professionele bekwaamheid<br />
en ruime inzetbaarheid van<br />
zijn personeel. Het personeelsbestand,<br />
dat de jongste jaren gestaag gestegen is<br />
(zie grafiek hiernaast), heeft zich aangepast<br />
aan de noden van de sector, die<br />
steeds specifieker worden. Het aantal<br />
werknemers van de afdelingen, diensten<br />
en laboratoria die instaan voor de uitvoering<br />
van de hoofdtaken van het <strong>WTCB</strong>,<br />
werd daarom aangevuld en bedroeg in<br />
<strong>2004</strong> zo’n 205 personen.<br />
De actuele thema’s ‘Energie & Binnenklimaat’<br />
en ‘Duurzame ontwikkeling’ maakten<br />
in <strong>2004</strong> resp. 14 % en 10 % van de<br />
activiteiten van het personeel uit. Beton<br />
is in constante evolutie en vormde het<br />
onderwerp van een groot aantal onderzoekingen,<br />
waarvoor een beroep gedaan<br />
werd op meer dan 10 % van de <strong>WTCB</strong>medewerkers.<br />
Ook voor de thema’s ‘Structuren’<br />
en ‘Muur- & vloerbekledingen’ kon<br />
gerekend worden op de inzet van meer<br />
dan 20 % van de ingenieurs en technici.<br />
Zonder een doel op zich te zijn, worden<br />
de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën<br />
almaar belangrijker voor de<br />
bouwprofessionelen, vooral met het oog<br />
op informatie. Daar informatieverspreiding<br />
een van de doelen van het <strong>WTCB</strong> is, is<br />
een groot deel van zijn werkzaamheden<br />
hierop toegespitst. n<br />
Aantal medewerkers<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
%<br />
16<br />
14<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
Zonder menselijk potentieel kan<br />
een instituut nooit op een correcte<br />
manier zijn opdracht vervullen.<br />
Dit geldt des te meer<br />
indien het ten dienste staat van<br />
een erg gevarieerde industriële<br />
sector, zoals de bouwsector. De<br />
professionele bekwaamheid en de<br />
ruime inzetbaarheid van het<br />
<strong>WTCB</strong>-personeel hebben ertoe<br />
geleid dat het Centrum uitgegroeid<br />
is tot een van de meest<br />
toonaangevende organismen van<br />
de bouwsector.<br />
Evolutie van het personeelsbestand over de periode 1994-<strong>2004</strong><br />
154 158 162 158<br />
1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 <strong>2004</strong><br />
Geotechniek & Structuren<br />
Interventiedomeinen in <strong>2004</strong><br />
Technici<br />
Onderzoekers en Ingenieurs Technisch Advies<br />
56 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Personeel<br />
Beton & Betonconstructies<br />
Metselwerk<br />
Daken<br />
170 178 184 183<br />
Schrijnwerk & Glaswerk<br />
Muur- en vloerbekledingen<br />
Akoestisch comfort<br />
Energie & Binnenklimaat<br />
191 199<br />
Technische uitrustingen<br />
Duurzame ontwikkeling & Renovatie<br />
205<br />
Informatie- en communicatietechnologieën
Statutaire organen<br />
Tijdens de vergadering van de Algemene Raad van het <strong>WTCB</strong> op 27 april <strong>2004</strong> werd de samenstelling van de Algemene Raad<br />
en van het Vast Comité als volgt goedgekeurd :<br />
Algemene Raad<br />
Voorzitter Rob Lenaers<br />
Vice-voorzitters Jean-Pierre Coirbay, André Dherte, Vincent Favier<br />
Honoraire voorzitters Paul Willemen, Edmond Goes<br />
Leden aangeduid door de Franz Armand, Robert Brams, Pierre Crabbe, Dario Dalla Valle, Roland Debruyne,<br />
Confederatie Bouw Jacques De Meester, Robert de Mûelenaere, Joseph Devilers, André Dherte,<br />
Pierre Driesen, Staf Drooghmans, Lionel Eeckhout, Etienne Fleurinck, Jean-<br />
Louis Henry, Maximilien Le Begge, Gaston Ledoyen, Marc Lefebvre, Joos Louage,<br />
Frank Louwers, Jacques Matagne, Jan Meuleman, Léopold Ninnin, Willem Pardon,<br />
Clément Pauwels, José Perard, Leo Pype, Fernand Rossey, Michel Schwanen,<br />
Thierry Toussaint, Gustaaf Van Den Borne, Henri Vanderlinden<br />
Gecoöpteerde leden Daniël Craet, Vincent Favier, Yves Pianet, Leon-Jozef Vancauwenberghe,<br />
Karel Van Eetvelt, Bruno Zanardini<br />
Lid aangeduid door het VBO Jean-Pierre Coirbay<br />
Leden aangeduid door de FOD Economie, Georges Allo, Gilbert De Neve<br />
KMO, Middenstand en Energie<br />
Leden aangeduid door Dirk Otte, Leo Van De Loock<br />
het Vlaamse Gewest<br />
Lid aangeduid door het Alain Broes<br />
Brussels Hoofdstedelijk Gewest<br />
Lid aangeduid door het Waalse Gewest Pierre Villers<br />
Leden aangeduid door de Luc De Groote (†), Patrick Franceus, Jean-Pierre Gheysen, Bart Henckaerts,<br />
werknemersorganisaties<br />
André Simon<br />
Verificateurs der rekeningen Staf Drooghmans, Georges Magis<br />
Vast Comité<br />
Commissaris Jules Roebben<br />
Voorzitter Rob Lenaers<br />
Vice-voorzitters Jean-Pierre Coirbay, André Dherte, Vincent Favier<br />
Leden Georges Allo, Gérard Apruzzese, Dirk Cordeel, Jacques De Meester,<br />
Robert de Mûelenaere, Bart Henckaerts, Joos Louage, Frank Louwers,<br />
Karel Van Eetvelt<br />
Waarnemers Dirk Otte, Pierre Villers<br />
57 <strong>WTCB</strong> – Jaarverslag <strong>2004</strong> Statutaire Comités organen techniques
Carlo De Pauw Directeur-Generaal<br />
Alain Billiet Secretaris-Generaal<br />
Jan Venstermans Directeur Onderzoek<br />
Frans Henderieckx (†) Directeur Ontwikkeling en Innovatie<br />
Michel Wagneur Directeur Informatie<br />
Paul Carion Hoofd van het Departement Financiën<br />
Philippe Gosselin Hoofd van het Departement Kwaliteit Onderzoek<br />
Johan Vyncke Hoofd van het Departement Geotechniek en Structuren,<br />
waarnemend Hoofd van het Departement Materialen,<br />
Technologie en Milieu<br />
Peter Wouters Hoofd van het Departement Bouwfysica en Uitrustingen<br />
Verantwoordelijk uitgever : Carlo De Pauw<br />
D/2005/0611/02