13.07.2015 Views

Jaarverslag 2009 - Interreg IV A Deutschland-Nederland

Jaarverslag 2009 - Interreg IV A Deutschland-Nederland

Jaarverslag 2009 - Interreg IV A Deutschland-Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Jaarverslag</strong>INTERREG <strong>IV</strong> A<strong>Deutschland</strong>-<strong>Nederland</strong>2007-2013OperationeelprogrammaJaarlijksuitvoeringsverslagDoelstelling 3Subsidiabel gebied ProgrammagebiedProgrammeringsperiode 2007-2013Programmanummer (CCI 2007CB163PO023nr)Titel van het programma <strong>Deutschland</strong>-<strong>Nederland</strong>Verslagjaar <strong>2009</strong>Datum van goedkeuring 18-06-2010van het jaarverslag doorhet Comité van ToezichtOvereenkomstig EG-Verordening Nr. 1828/2006van 8 december 2006


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 2InhoudsopgaveInleiding ................................................................................................................................... 41. Identificatie van het programma ....................................................................................... 51.1 Historie........................................................................................................................................... 51.2 Subsidiabel gebied ........................................................................................................................ 51.3 Doelstellingen ................................................................................................................................ 61.4 Subsidiemiddelen .......................................................................................................................... 71.5 Overeenkomst ............................................................................................................................... 82. Overzicht van de uitvoering van het operationeel programma ..................................... 92.1 Resultaten en voortgangsanalyse ................................................................................................. 92.1.1 Informatie over de fysieke voortgang van het programma ..................................................... 92.1.2 Financiële informatie ............................................................................................................ 102.1.3 Informatie over de uitsplitsing van het gebruik van de fondsen ........................................... 102.1.4 Bijstand per doelgroep.......................................................................................................... 112.1.5 Terugbetaalde of opnieuw gebruikte bijstand ...................................................................... 132.1.6 Kwalitatieve analyse ............................................................................................................. 132.2 Informatie over de inachtneming van de communautaire wetgeving .......................................... 132.3 Belangrijke problemen en maatregelen om die te verhelpen ...................................................... 142.4 Wijzigingen in verband met de uitvoering van het operationeel programma .............................. 142.5 Belangrijke wijziging als bedoeld in artikel 57 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 ................. 142.6 Complementariteit met andere instrumenten .............................................................................. 142.7 Toezicht en evaluatie ................................................................................................................... 143 Uitvoering per prioriteit .................................................................................................... 163.1 Prioriteit 1: Economie, technologie en innovatie ......................................................................... 163.1.1 Verwezenlijking van de doelstellingen en voortgangsanalyse ............................................. 163.1.2 Belangrijke problemen en maatregelen om die te verhelpen ............................................... 173.2 Prioriteit 2: Duurzame regionale ontwikkeling ............................................................................. 173.2.1 Verwezenlijking van de doelstellingen en voortgangsanalyse ............................................. 173.2.2 Belangrijke problemen en maatregelen om die te verhelpen ............................................... 183.3 Prioriteit 3: Integratie en maatschappij ........................................................................................ 183.3.1 Verwezenlijking van de doelstellingen en voortgangsanalyse ............................................. 193.3.2 Belangrijke problemen en maatregelen om die te verhelpen ............................................... 194 Technische bijstand .......................................................................................................... 205 Voorlichting en publiciteit ................................................................................................ 22


The planned development aimed the spending of 150.000 RON from theEnvironmental Fund (AFM, 2007) on a power line extension, fencing, indigenous speciesplantations, pavements, park infrastructure and furniture (fig. 3).The time space allowed for field studies and project drawing up was not enough toconsider also a social investigation, this being a frequent romanian landscaping lack, butunexpected in the context of a european supported development programme. Yet, theproject theme was designed following a village hall personnel inquiery.Fig. 3. The park proposal relies on the personnality of Liviu VasilicaThe work’s beneficiary required the setup of a leisure site, neat, well organized,close to the former “pond” (the river lagoon) which they intended to restore for fishing andleisure.RESULTS AND DISCUSSIONSThe setup plan relied on a simple landscape concept: the memory of a son of the (b.1959 – d.2005) – physician, ethnologist and folk singer. Therewas argued that the image of a local personality could support park’s social success andshould form a good basis for the adequate cultural integration of the new landscape.Luckily, the personality of Liviu Vasilicbecause the short time meant for the landscape concept did not allow the option of aprofessional local culture analysis.The park development strategy aimed the setup of a socialization friendlyenvironment. A Sunday hora and village feast territory was proposed – with perimeterseats, garbage cans, general lighting system, a wide versatile lawn and public toilets. Someof the elements were dimensioned following the minimum requirements to meet the budgetrestrictions, hoping that the local authority would invest in the further development of thepark.The environmental strategy required woody species adapted to occasionalfloodings, that would make a habitat for the singing birds. An irrigation system wasnecessary especially for the perrenials water requirements during the dry summer months,when wind exposure encreases the heat impact on plants. The lawn maintenance alsorequires irrigation nomatter the planting solution in order to compensate traffic exposurevulnerability. A wind-proof planted curtain included most woody plants. Livestockproofing, with fencing and acces gates, was an essential condition for the park biotopeprotection.242


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 4InleidingDit uitvoeringsverslag biedt een overzicht van de activiteiten binnen het INTERREG <strong>IV</strong> A programma„<strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong>“ in het jaar <strong>2009</strong>. Met de ontwikkeling van dit programma werd reeds in2006 begonnen. Tijdens een speciale vergadering op 29 maart 2006 van de Comités van Toezichtvan zowel het INTERREG IIIA programma Eems Dollard Regio als het INTERREG IIIA programmaEUREGIO, Euregio Rijn-Waal en euregio rijn-maas-noord werd een project goedgekeurd, waarmeede ontwikkeling van INTERREG <strong>IV</strong> A kon worden georganiseerd. Tevens werd een zogenaamde„begeleidingsgroep“ in het leven geroepen. Deze is opgericht om een optimale afstemming tussen deverschillende betrokkenen te waarborgen.Het operationeel programma (CCI: 2007CB163PO023) is op 3 december 2007 door de EuropeseCommissie goedgekeurd. Op 13 december 2007 is met de ondertekening van de INTERREG <strong>IV</strong> Aovereenkomst het INTERREG <strong>IV</strong> A programma <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> officieel van start gegaan.Op deze dag ondertekenden alle veertien INTERREG partners, in het bijzijn van 250 genodigden, hetdocument dat de basis biedt voor de uitvoering van het nieuwe programma.Dit verslag over het jaar <strong>2009</strong> werd opgesteld in overeenstemming met EG-verordening Nr. 1828/2006van de Commissie van 8 december 2006 en de wijzigingsverordening Nr. 846/<strong>2009</strong> van deCommissie van 1 september <strong>2009</strong> en met inachtneming van de EG-verordeningen Nr. 1080/2006 vanhet Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 en Nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006.


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 51. Identificatie van het programma1.1 HistorieAl sinds de jaren vijftig is er sprake van grensoverschrijdende samenwerking in de Duits-<strong>Nederland</strong>segrensregio. Vanwege de successen die geboekt werden, besloten Duitse en <strong>Nederland</strong>se partners desamenwerking te institutionaliseren.Vanaf 1991 stelde de Europese Unie vanuit het Communautair Initiatief INTERREG subsidiegeldenter beschikking voor de grensregio´s in Europa. Dit bood voor een groot aantal grensoverschrijdendemaatregelen een financiële basis. In de eerste fase (1991-1993) richtte het programma zich met nameop het samenbrengen van mensen, bedrijven en organisaties aan beide zijden van de grens en op hetverbeteren van de grensoverschrijdende infrastructuur. Langs de Duits-<strong>Nederland</strong>se grens bestondenvier aparte programmagebieden. INTERREG II, van 1994 tot 1999, was erop gericht desamenwerking verder te verankeren en de kwaliteit van de projecten te verbeteren.Voor INTERREG IIIA (2000-2006) werden de vier afzonderlijke programmagebieden samengevoegdtot twee programmagebieden, de Eems Dollard Regio in het noorden en het gezamenlijke programmavan de EUREGIO, de Euregio Rijn-Waal en de euregio rijn-maas-noord in het zuiden. Tijdens ditprogramma ging extra aandacht uit naar „gezamenlijke euregio-overstijgende vuurtorenprojecten“. Ditwaren grotere projecten waarmee door positieve synergie-effecten een grotere effectiviteit in hetgehele gezamenlijke grensgebied bereikt kon worden.Het huidige programma, INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong>-<strong>Nederland</strong> 2007-2013, zet dit voort. Het ideevan de vuurtorenprojecten is omgezet in structurele zogenaamde majeure projecten (zie paragraaf2.1.4). De twee programmagebieden van INTERREG IIIA zijn in het nieuwe INTERREG <strong>IV</strong> Aprogramma samengevoegd. De bestaande grensoverschrijdende structuren en netwerken zullenverder worden uitgebouwd en belangrijke innovatieve projecten zullen worden gerealiseerd.1.2 Subsidiabel gebiedVoor het eerst sinds het bestaan van het INTERREG programma omvat het programmagebied vrijwelde gehele Duits-<strong>Nederland</strong>se grens binnen één programma en strekt zich uit van de Waddenzee totde Niederrhein. Het programmagebied is te verdelen in gebieden met directe grensligging enzogenaamde aangrenzende gebieden. Deze aangrenzende gebieden waren eerder al actief in degrensoverschrijdende samenwerking, omdat zij nauwe verbindingen hebben en grote overeenkomstenvertonen met de gebieden met directe grensligging. Vanwege de positieve effecten hiervan is beslotendeze gebieden in het INTERREG <strong>IV</strong> A programma op te nemen. Zij kunnen nu in gegronde gevallengebruik maken van maximaal 20% van het budget (20%-regeling). Tabel 1 laat een overzicht van desubsidiegebieden in het INTERREG <strong>IV</strong> A programma zien.


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 6Tabel 1: Overzicht subsidiegebieden in het INTERREG <strong>IV</strong> A programmaSubsidiegebieden met directe grensligging Aangrenzende gebiedenNoord COROP Noord-Friesland Landkreis WittmundCOROP Overig GroningenLandkreis FrieslandCOROP Delfzijl en omgevingCOROP Zuidoost-FrieslandKreisfreie Stadt EmdenCOROP Zuidwest-FrieslandLandkreis AurichCOROP Noord-DrentheCOROP Oost-GroningenLandkreis AmmerlandLandkreis LeerCOROP Zuidwest-DrentheCOROP Zuidoost-DrentheLandkreis CloppenburgLandkreis EmslandCOROP FlevolandCOROP Noord OverijsselLandkreis OsnabrückLandkreis Grafschaft BentheimCOROP VeluweCOROP TwenteCOROP Zuidwest OverijsselKreis SteinfurtKreisfreie Stadt OsnabrückCOROP AchterhoekKreis CoesfeldKreis BorkenKreisfreie Stadt MünsterCOROP Arnhem/NijmegenKreis WarendorfCOROP Noordoost-Noord-BrabantCOROP Zuidwest GelderlandKreis KleveKreisfreie Stadt DuisburgKreis WeselRhein-Kreis NeussCOROP Noord-LimburgCOROP Midden-LimburgKreis ViersenKreisfreie Stadt KrefeldZuid Kreisfreie Stadt MönchengladbachBron: Operationeel programma1.3 DoelstellingenBij het opstellen van de doelstelling voor het operationele programma van INTERREG <strong>IV</strong> A isuitgegaan van de strategische doelstellingen van de Europese Unie, het Koninkrijk der <strong>Nederland</strong>en,de Bondsrepubliek Duitsland, resp. de deelstaten Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen, en deregionale doelstellingen. Uit de verschillende strategieën en kaders zijn drie prioritaire doelstellingenopgesteld:1. Ontwikkeling en versterking van een grensoverschrijdende, innovatieve economischeruimte en daarmee samenhangend het behoud en de verdere ontwikkeling van dewerkgelegenheid in de regio;2. Versterking van een duurzame regionale ontwikkeling ter verbetering van delevenskwaliteit in het grensgebied, ook als één van de voorwaarden voor economischegroei;3. Ontwikkeling en verbetering van de maatschappelijke integratie in het grensgebied, niet inde laatste plaats ter versterking van een grensoverschrijdende identiteit van de burgers.Ter realisering van deze doelstellingen zijn drie prioriteiten vastgelegd, die elk weer een aantalactiegebieden omvatten. Bovendien is er een vierde prioriteit gevormd, voor technische bijstand.Tabel 2 geeft dit schematisch weer.


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 7Tabel 2: Prioriteiten en actiegebieden van het programma1) Economie, technologie eninnovatiea) Bevordering vantechnologie- en kennisoverdrachttussen onderzoeksinstellingenen hetbedrijfslevenb) Bevordering van economischenetwerken en vande grensoverschrijdendesamenwerking vanondernemingenc) Bevordering van dekwalificatie ter verbeteringvan het innovatievepotentieel van hetbedrijfsleven4) Technische bijstand2) Duurzame regionaleontwikkelinga) Bevordering vanhernieuwbare energieënen van de ontwikkelingvan energiebesparendetechnologieënb) Bevordering van degrensoverschrijdendeontwikkeling vaninfrastructureel aanbodc) Bevordering van de grensoverschrijdendenatuurenlandschapsbeschermingen van demilieubescherming3) Integratie en maatschappija) Bevordering vangrensoverschrijdendegezondheidszorg en consumentenbeschermingb) Bevordering van degrensoverschrijdendearbeidsmarkt /grenspendelaarsc) Bevordering van deintegratie, met name dooronderwijs en cultuurd) Bevordering van degrensoverschrijdendesamenwerking op hetgebied van de ’interneveiligheid’Bron: Operationeel programma1.4 SubsidiemiddelenIn totaal is voor het INTERREG <strong>IV</strong> A programma € 138.653.853,- aan EU-middelen ter beschikkinggesteld. Deze middelen worden door de Europese Commissie in jaartranches toegewezen. Tabel 3laat de financiële indeling in jaartranches zien.Tabel 3: Financiële indeling jaartranchesJaar Communautaire bijdrage2007 18.057.450 Euro2008 18.514.226 Euro<strong>2009</strong> 19.079.589 Euro2010 19.759.652 Euro2011 20.459.286 Euro2012 21.075.490 Euro2013 21.708.160 EuroTotaal 138.653.853 EuroBron: Operationeel programmaIn het operationeel programma is ook een verdeling opgenomen van de middelen over de prioriteiten.Daarbij is rekening gehouden met het gewicht van de prioriteiten. Aangezien de focus de komende


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 8jaren op de Lissabon-doelstellingen ligt, heeft prioriteit 1 het meeste gewicht in de verdeling vanmiddelen gekregen. Hierdoor is de volgende concrete verdeling ontstaan:Prioriteit 1 – Economie, technologie en innovatie 58%Prioriteit 2 – Duurzame regionale ontwikkeling 18%Prioriteit 3 – Integratie en maatschappij 18%Prioriteit 4 – Technische bijstand 6%Op basis van de ervaringen in het verleden is vervolgens een financiële indeling van de middelengemaakt, waarin ook de middelen uit nationale bijdragen is opgenomen. De volgende tabel laat dezefinanciële indeling zien.Tabel 4: Financiële indeling van het programma in prioriteitenIndicatieve uitsplitsing van denationale bijdrageTer informatieCommunautairefinanciering(a)Nationalebijdrage(b) (= (c) + (d))NationaleOverheidsfinancieringc)Nationaleparticulierefinanciering(d)Totalefinanciering (e)= (a)+(b)Mede-financieringspercentage(f)= (a)/(e)Bijdragenvan de EIBOverigeFinancieringPrioriteit 1:Economie, technologieen innovatie(EFRO/totale kosten) 80.419.235 96.059.389 79.420.927 16.638.462 176.478.624 45,57% 0 0Prioriteit 2:Duurzame regionaleontwikkeling(EFRO/totale kosten) 24.957.694 24.957.694 24.957.694 0 49.915.388 50,00% 0 0Prioriteit 3:Integratie enmaatschappij(EFRO/totale kosten) 24.957.694 24.957.694 23.959.386 998.308 49.915.388 50,00% 0 0Prioriteit 4:Technische bijstand(EFRO/totale kosten) 8.319.230 9.317.538 9.317.538 0 17.636.768 47,17% 0 0Totaal 138.653.853 155.292.315 137.655.545 17.636.770 293.946.168 47,17% 0 0Bron: Operationeel programma1.5 OvereenkomstOm voor de uitvoering van het programma een goede samenwerking te waarborgen, is eenovereenkomst opgesteld, die door alle veertien INTERREG partners ondertekend is. Deondertekening van deze overeenkomst was onderdeel van de officiële start van het INTERREG <strong>IV</strong> Aprogramma op 13 december 2007 in Bad Bentheim. De overeenkomst is als bijlage 1 bijgevoegd.


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 92. Overzicht van de uitvoering van het operationeel programma2.1 Resultaten en voortgangsanalyse2.1.1 Informatie over de fysieke voortgang van het programmaIn 2007 is het INTERREG <strong>IV</strong> A programma officieel van start gegaan. Voordat de overeenkomst doorde verschillende partners op 13 december 2007 ondertekend kon worden, zijn er 16 vergaderingenvan de ‘Begeleidingsgroep Voorbereiding INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong>-<strong>Nederland</strong>’ geweest en is hetoperationele programma ontwikkeld. In 2008 en <strong>2009</strong> heeft de begeleidingsgroep zes aanvullendevergaderingen gehouden. Het ging hierbij voornamelijk om de bespreking en finetuning van deverschillende formulieren, die bij de praktische uitvoering noodzakelijk zijn (2008). In de tweevergaderingen van <strong>2009</strong> stonden onder andere de afwikkeling van nationale cofinanciering, debeschikkingsperiode, afschrijvingen en het evaluatieplan centraal. Een aparte vergadering is gewijdaan de procedures en processen rond majeure projecten. Een schema van deze vergaderingen is inbijlage 2 opgenomen.Het Comité van Toezicht heeft overigens op 26 november <strong>2009</strong> besloten de naam van debegeleidingsgroep om te dopen in ‘Begeleidingsgroep INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong>-<strong>Nederland</strong>’,omdat ‘voorbereiding’ van het programma niet meer van toepassing is.Gezien de duur van het voorbereidingsproces en aangezien het operationeel programma pas op 3december 2007 werd goedgekeurd, was het in 2007 nog niet mogelijk nieuwe projecten in het kadervan INTERREG <strong>IV</strong> A te starten. In 2008 (37) en <strong>2009</strong> (33) zijn in totaal 70 projecten goedgekeurd. In<strong>2009</strong> hebben 44 projecten uitbetalingsaanvragen ingediend.Met de start van het programma op 13 december 2007 is door de EU het eerste voorschotvrijgegeven. Dit voorschot bedroeg € 2.773.077,06. Het tweede voorschot werd op 2 juli 2008ontvangen en bedroeg € 4.159.615,59. Op 21 april <strong>2009</strong> is een derde voorschot van € 3.466.346,33ontvangen. Het totaal aan EU voorschotten komt daarmee op € 10.399.038,98.De certificeringsautoriteit heeft in <strong>2009</strong> vier uitbetalingsaanvragen bij de Europese Commissieingediend. Deze uitbetalingsaanvragen worden steeds cumulatief ingediend. Het totaal bedroeg €6.087.918,59. De Europese Commissie heeft de eerste twee uitbetalingsaanvragen reeds uitbetaald.Samen met de voorschotten bedraagt het totaal aan middelen van de Europese Commissieontvangen € 11.491.455,05 (zie tabel 5).Tabel 5: Aangevraagde en ontvangen EFRO middelenSoort Datum CA* Aangevraagd CA (in €) Datum EC** Betaald door EC (in €)Voorschot 13-12-2007 2.773.077,06Voorschot 02-07-2008 4.159.615,59Voorschot 21-04-<strong>2009</strong> 3.466.346,33Aanvraag 11-08-<strong>2009</strong> 741.346,90 21-10-<strong>2009</strong> 741.346,90Aanvraag 29-10-<strong>2009</strong> 2.170.060,51 20-11-<strong>2009</strong> 351.069,17Aanvraag 23-12-<strong>2009</strong> 5.905.389,72Aanvraag 30-12-<strong>2009</strong> 6.087.918,59Totaal 11.491.455,05* CA = certificeringsautoriteit** EC = Europese Commissie


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 102.1.2 Financiële informatieIn onderstaande tabel zijn de financiële gegevens (cumulatief) genoteerd. Hierin wordt per prioriteitaangegeven welke uitgaven hebben plaatsgevonden. In <strong>2009</strong> zijn in totaal 180 uitbetalingsaanvrageningediend.Tabel 6: Prioritaire assen per financieringsbron (in EUR)Uitgaven die doorde begunstigdenzijn betaald en zijnopgenomen in aanOvereenkomstigeoverheidsbijdrageParticuliereuitgaven 1Uitgaven door deinstantie dieverantwoordelijkis voor betalingenTotaal aan vande Commissieontvangenbetalingendebeheersautoriteittoegezondenbetalingsaanvragenaan debegunstigdenPrioritaire as 1 5.117.258,98 4.305.167,21 812.091,77 1.356.240,31(EFRO)Prioritaire as 2 3.507.245,48 3.380.734,32 126.511,16 524.493,56(EFRO)Prioritaire as 3 2.634.480,96 2.538.927,58 95.553,38 740.928,31(EFRO)Prioritaire as 4 2.295.226,09 2.295.226,09 0,00 1.050.026,25(EFRO)Totaal generaal 13.554.211,51 12.520.055,20 1.034.156,31 3.671.688,43 11.491.455,05Totaal in0,00 0,00 0,00 0,00overgangsregio’s inhet totaal-generaalTotaal in0,00 0,00 0,00 0,00nietovergangsregio’sin het totaalgeneraalUitgaven van het 0,00 0,00 0,00 0,00door het EFRO 2ESFtype in hettotaal-generaal alshet operationeelprogramma wordtmedegefinancierdUitgaven van hetEFRO-type in hettotaal-generaal alshet operationeelprogramma wordtmedegefinancierddoor het ESF0,00 0,00 0,00 0,002.1.3 Informatie over de uitsplitsing van het gebruik van de fondsenIn het operationeel programma is als bijlage een indicatieve verdeling van het gebruik van de EUmiddelenopgenomen. De tabel laat het geplande gebruik van de EU-middelen zien, volgens artikel 11van VO (EG) 1828/2006. Voor <strong>2009</strong> is de gerealiseerde verdeling van de gelden in vergelijking methet operationeel programma in bijlage 5 ingevuld. Deze tabel laat zien dat voor de activiteit1Geldt alleen voor operationele programma's uitgedrukt in totale kosten.2Dit veld moet worden ingevuld als het operationeel programma wordt medegefinancierd door het EFRO of door het ESF indiengebruik wordt gemaakt van de keuzemogelijkheid in artikel 34, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006.


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 11‘Bevordering van biodiversiteit en natuurbescherming (waaronder Natura 2000)’ (code 51) reedsoverschreden is (136,39%; € 924.359,00 gepland, € 1.260.730,15 gerealiseerd).2.1.4 Bijstand per doelgroepIn het INTERREG <strong>IV</strong> A programma wordt extra aandacht geschonken aan bepaalde sectoren, zoalshet midden- en kleinbedrijf. Tevens kunnen in de nieuwe projectperiode zogenaamde majeureprojecten gestart worden. Bovendien is er nu gerichte aandacht voor de gebieden niet direct aan degrens, maar met wel een belangrijke invloed op de grensgebieden. In deze paragraaf volgt over dezedoelgroepen, -sectoren en –gebieden extra informatie.Effecten op de gelijkheid van kansenBijzondere aandacht wordt in het programma geschonken aan de horizontale doelstelling ‘gelijkheidvan kansen’ voor mannen en vrouwen. In het aanvraagformulier en in de voortgangsrapportage is delead partner verplicht informatie te geven over de verwachte, respectievelijk bereikte effecten metbetrekking tot de gelijkheid van kansen.Van de tot nog toe goedgekeurde projecten hebben 27 projecten in de aanvraag aangegeven eenpositief effect te verwachten op de gelijkheid van kansen voor mannen en vrouwen. De overige 43projecten verwachten een neutraal effect. In geen enkele goedgekeurde projectaanvraag worden totnog toe negatieve uitwerkingen op de gelijkheid van kansen ingeschat.Effecten op het milieuOok aan deze horizontale doelstelling wordt in het kader van het INTERREG programma extraaandacht besteed. In het aanvraagformulier en de voortgangsrapportage is de lead partner verplichtinformatie te geven over de verwachte, respectievelijk bereikte effecten met betrekking tot het milieu.Van de tot nog toe goedgekeurde projecten hebben 36 lead partners in de aanvraag aangegeven doorhun project een positief effect te verwachten op het milieu. Bij 34 projecten werd op een neutraaleffect gerekend. In geen enkele goedgekeurde projectaanvraag worden negatieve effecten op hetmilieu verwacht.Majeure projectenMajeure projecten zijn gezamenlijke projecten van kennisinstellingen en vertegenwoordigers van hetbedrijfsleven uit beide landen, die op basis van toegepast onderzoek marktgeoriënteerde resultatendoen verwachten. Volgens het operationeel programma moeten deze majeure projecten aan devolgende eisen voldoen:• Majeure projecten strekken zich in beginsel uit over een groot deel van het programmagebied.• Een naar de aard van het majeure project passende financiële betrokkenheid door hetbedrijfsleven is geboden, met name ook van de aanvrager en de partners.• Er wordt vanuit gegaan dat de ruimtelijke omvang en de hoge kwaliteit van de majeureprojecten doorgaans ook in het kostenvolume tot uiting komen.• Majeure projecten zijn langlopend; dit houdt in dat deze in meerdere begrotingsjaren wordengerealiseerd; ze zijn onderverdeeld in duidelijke fases en zijn bewezen duurzaam.• Majeure projecten hebben een duidelijke inbreng en commitment van beide zijden.In november 2008 zijn twee majeure projecten goedgekeurd, te weten het project Safe Guard inprioriteit 3 en het project Mechatronica voor MKB in prioriteit 1. In <strong>2009</strong> zijn ook twee majeure


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 12projecten goedgekeurd, te weten het project EURSafety Health-net en Food Future, de eerste inprioriteit 3 en de tweede in prioriteit 1. De vier majeure projecten hebben samen een omvang van ca.46 miljoen euro en een EU bijdrage van ca. 21 miljoen euro.Prioriteit 1: economie, technologie en innovatieUit de verdeling van subsidiemiddelen blijkt een groot belang gehecht te worden aan prioriteit 1:economie, technologie en innovatie. Dit is een direct gevolg van de extra aandacht voor de Lissabonstrategie.Deze strategie werd in 2000 door de Europese Raad in Lissabon bepaald. Doel ervan wasom de Europese Unie in 2010 “de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van dewereld te maken die in staat is tot economische groei met meer en betere banen en een hechteresociale samenhang“. Hieraan zijn verschillende maatregelen gekoppeld, waarbij de nadruk ligt op hetmidden- en kleinbedrijf (MKB). In 2001 werd de Lissabon-strategie uitgebreid met de Gothenburgdoelstelling, die zich vooral richt op duurzame ontwikkeling.In 2005 bleek na evaluatie van de vorderingen dat de nagestreefde doelstellingen voor groei,productiviteit en werkgelegenheid niet waren bereikt. Dit was een reden voor de Europese Unie omzich te gaan richten op twee centrale taken: het realiseren van een sterkere, duurzame groei en vanmeer en betere arbeidsplaatsen. Dit komt tot uiting in de strategische richtsnoeren voor cohesie uit2006. Deze richtsnoeren vormen het indicatief kader voor de lidstaten ter voorbereiding van deoperationele programma´s voor de subsidieperiode 2007-2013.Prioriteit 1 bevat drie actiegebieden:- Bevordering van de technologie- en kennisoverdracht tussen onderzoeksinstellingenen het bedrijfsleven;- Bevordering van economische netwerken en bevordering van degrensoverschrijdende samenwerking van ondernemingen;- Bevordering van de kwalificatie ter verbetering van het innovatieve potentieel van hetbedrijfsleven.Aan elk van deze actiegebieden zijn doelstellingen gekoppeld, gericht op een bepaalde doelgroep.Tevens zijn mogelijke activiteiten voorgesteld. Dit is uitgebreid terug te vinden in hoofdstuk 6 van hetOperationeel Programma.In prioriteit 1 zijn tot nog toe 23 projecten goedgekeurd met een totale committering van €31.150.334,52 aan EFRO middelen. Hiermee is 38,73% van het budget voor prioriteit 1gecommitteerd.20%-regelingDe 20%-regeling richt zich op gebieden die niet direct aan de grens gelegen zijn. In eerdereprogramma´s waren deze gebieden ook al actief in de grensoverschrijdende samenwerking, omdat zenauw verbonden zijn met de aan de grens gelegen gebieden en ze tevens grote overeenkomstenvertonen. Destijds werden ze vooral bij de samenwerking betrokken omdat een eenduidige afbakeningmoeilijk te maken was of omdat door gebruik te maken van deze gebieden extra, positieve, effectenbereikt zouden worden binnen bijvoorbeeld de technologische of toeristische ontwikkeling.Omdat bleek dat deelname van deze gebieden eenduidige (economische) meerwaarde meebrachtvoor de gebieden direct aan de grens, is besloten dat samenwerking in de subsidieperiode 2007-2013


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 13ook wenselijk is. Bovendien is de participatie in overeenstemming met de regionale en nationaledoelstellingen, gerelateerd aan het programmagebied. Bij verwachte positieve effecten vansamenwerking kunnen de niet direct aan de grens gelegen gebieden aanspraak maken op maximaal20% van de subsidiegelden.2.1.5 Terugbetaalde of opnieuw gebruikte bijstandTot op heden is het nog niet voorgekomen dat bijstand is terugbetaald en opnieuw is gebruikt, zoalsbedoeld in artikel 57 en artikel 98, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006.2.1.6 Kwalitatieve analyseIn het operationeel programma is in hoofdstuk 10 een tabel met alle te hanteren indicatorenopgenomen. Tevens staat in deze tabel vermeld wat het uiteindelijke doel is in deze subsidieperiode.Deze tabel is de basis voor de tabel in bijlage 4, waar per jaar de gerealiseerde waarden kunnenworden opgegeven. In 2007 en 2008 waren er nog geen gerealiseerde indicatoren bekend. Deoorzaak hiervan moet gezocht worden in de late start van het programma en daarmee samenhangendde late goedkeuring van projecten. In <strong>2009</strong> hebben in totaal 44 projecten tussentijdse rapportagesingediend en waarden voor indicatoren opgegeven. Deze waarden zijn in bijlage 4 opgenomen. Deindicatoren worden in hoofdstuk 3 per prioriteit besproken.Uit tabel 7 blijkt dat wat betreft de committering (volgens de planning van de goedgekeurde projecten)het programma goed op schema loopt. Wanneer gekeken wordt naar wat reeds door lead partners isaangevraagd en door de certificeringsautoriteit is uitbetaald, dan blijft deze op de planningen van deprojecten achter. De n+2 regel (de jaartranche van 2007 moet in <strong>2009</strong> volledig uitbetaald zijn) is met €1.276.434,00 niet behaald (zie ook tabel 3).Dit is te verklaren door de late start van het programma. Projecten zijn binnen het programma in 2007niet gestart en in 2008 slechts in beperkte mate. De meeste uitbetalingsaanvragen zijn dan ook pas inde tweede helft van <strong>2009</strong> ingediend, waardoor de uitbetalingen van de EFRO middelen door decertificeringsautoriteit nog achter blijven.Tabel 7: Financiële voortgang – EFRO gepland, gecommitteerd en uitbetaaldBudgetRealisatie % Realisatie %gecommitteerduitbetaaldPrioriteit 1 80.419.235,00 36.088.793,52 44,88% 2.293.252,46 2,85%Prioriteit 2 24.957.694,00 11.510.718,54 46,12% 1.735.048,43 6,95%Prioriteit 3 24.957.694,00 22.654.903,71 90,77% 1.312.653,71 5,26%Prioriteit 4 8.319.230,00 8.319.230,24 100,00% 1.045.347,20 12,57%Totaal 138.653.853,00 78.573.646,01 56,67% 6.386.301,80 4,61%2.2 Informatie over de inachtneming van de communautaire wetgevingVoor het INTERREG <strong>IV</strong> A programma zijn subsidiegrondslagen vastgesteld. Hierbij was het belangrijkde procedures overzichtelijk te houden voor alle betrokkenen. Om dat te bevorderen dient de volledigeaanvraag door de lead partner ingevuld te worden. De lead partner dient de aanvraag vervolgens bijslechts één instantie in (het regionale programmamanagement). Het regionaleprogrammamanagement verzamelt en beoordeelt vervolgens de verschillende documenten die nodigzijn bij een nieuwe aanvraag en draagt zorg voor de voorbereiding van de verdere besluitvorming. De


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 14conformiteit met de communautaire wetgeving wordt door het regionale programmamanagementgetoetst.In september <strong>2009</strong> is de Verordening (EG) 1828/2006 gewijzigd. De wijzigingen betroffen vooral debehandeling van onregelmatigheden en enkele bijlagen. De betreffende programma instanties en alleandere programmapartners zijn van de wijzigingen op de hoogte gesteld. Het voorliggende jaarverslagis opgesteld aan de hand van de wijzigingen in Verordening (EG) 846/<strong>2009</strong>.2.3 Belangrijke problemen en maatregelen om die te verhelpenHet in 2006 binnen het INTERREG III A programma gestarte project voor de ontwikkeling vanINTERREG <strong>IV</strong> A heeft mede tot doel gehad problemen voortijdig te herkennen en – indien mogelijk –preventief te vermijden. De in het kader hiervan opgerichte begeleidingsgroep heeft veelvuldigvergaderd om tot een goede ontwikkeling van het nieuwe programma te komen.Zo is onder andere het formulier ‘projectconcept’ ontwikkeld. Het bleek dat bij de ontwikkeling van eenprojectidee de behoefte bestond bij de regionale programmamanagements, maar ook bij potentiëlelead partners, projectideeën te stroomlijnen, zodat ook later gemakkelijker en zonder te veel dubbelwerk het aanvraagformulier ingevuld kon worden.Verder zijn er onder andere leidraden voor de controle van projectaanvragen ontwikkeld en is er eenleidraad voor de melding van onregelmatigheden opgesteld (zie ook hoofdstuk 4).In <strong>2009</strong> is gebleken dat de processen rond de ontwikkeling van majeure projecten stroef verlopen.Hierover heeft de begeleidingsgroep uitgebreid gediscussieerd. Er zullen twee werkgroepen wordeningesteld om de processen rond majeure projecten nader te onderzoeken en voorstellen aan tedragen voor mogelijke verbeteringen.Het behalen van de n+2 regel (het in <strong>2009</strong> uitgeven van de geplande jaartranche van 2007) is in <strong>2009</strong>voor de beheersautoriteit een constant aandachtspunt geweest. Het Comité van Toezicht en debeheersautoriteit hebben maandelijks bij de programmamanagements geïnformeerd naar de actuelestand van zaken. Tot oktober <strong>2009</strong> waren de inschattingen nog positief. Wel is er nagedacht overmogelijke maatregelen, maar deze werden als te weinig effectief beoordeeld. Het Comité van Toezichtheeft besloten af te wachten of het voorstel van de Europese Commissie – namelijk het verdelen vande geplande jaartranche van 2007 over de overige jaren – doorgang vindt.2.4 Wijzigingen in verband met de uitvoering van het operationeel programmaEr zijn nog geen wijzigingen nodig geweest.2.5 Belangrijke wijziging als bedoeld in artikel 57 van Verordening (EG) nr. 1083/2006Gevallen waarin een belangrijke wijziging als bedoeld in artikel 57 van Verordening (EG) nr.1083/2006 is ontdekt, hebben zich nog niet voorgedaan.2.6 Complementariteit met andere instrumentenIn het kader van het INTERREG <strong>IV</strong> A programma wordt alleen gebruik gemaakt van bijstand uit hetEFRO. Over de afstemming met nationale financiering en de problemen die daarbij voorkomen, is inhoofdstuk 2.2 al dieper ingegaan.2.7 Toezicht en evaluatieIn de eerste vergadering van het Comité van Toezicht op 13 december 2007 zijn de eerstedocumenten ter ondersteuning van toezichtregelingen goedgekeurd. Het gaat om het huishoudelijk


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 15reglement van het Comité van Toezicht, de subsidiegrondslagen en de algemeen aanvullendebepalingen op het programma.Op 2 december 2008 is het document van de beschrijving van de beheers- en controlesystemen bij deEuropese Commissie ingediend. Op 9 januari <strong>2009</strong> heeft de Europese Commissie het documentgoedgekeurd. In dit document worden specifiek de verschillende taken van de verschillendeprogrammainstanties beschreven en de uitvoering van het programma uitvoerig beschreven.In dit document is ook opgenomen dat een elektronisch monitoringsysteem is ingesteld, waartoe alleINTERREG partners en met name de beheersautoriteit, de certificeringsautoriteit, de auditautoriteit,de beschikkende instantie en de bemiddelende instanties toegang hebben en dat alle programmainstantiesvoor hun werkzaamheden gebruiken. Alle wezenlijke informatie over de stand van zakenvan de projecten is via dit systeem beschikbaar.Met de ontwikkeling van het monitoringsysteem ‘InterDB-SQL’ is reeds in 2007 begonnen. Sindsseptember 2008 is het aanvraaggedeelte van het monitoringsysteem opgeleverd, sinds oktober 2008het voortganggedeelte. In overleg met de betrokken partijen is het systeem op deze twee onderdelengetest. Sinds november 2008 is het systeem bij de regionale programmamanagements en decertificeringsautoriteit in gebruik. Zij hebben de taak de noodzakelijke gegevens voor het programmaen de projecten tijdens de uitvoering in te voeren. Daarmee is een omvattend boekhoud- eninformatiesysteem operationeel geworden, waarin alle noodzakelijke gegevens voor het programmageregistreerd worden. Door middel van een ingerichte koppeling met het systeem SFC 2007 van deEuropese Commissie (vanaf november 2008) levert het monitoringsysteem ook de verplichtegegevens aan de Europese Commissie. Het systeem wordt sinds begin <strong>2009</strong> ook door lead partnersgebruikt. Zij voeren hun projectaanvraag, uitbetalingsaanvragen, de waarden van de indicatoren entussentijdse rapportages in het systeem in.De Auditautoriteit heeft de taak geregeld steekproefgewijze controles uit te voeren. De bevindingenvan deze controles worden ook gedocumenteerd in het monitoringsysteem. Over de eerstesteekproefperiode (1 juli 2008 – 30 juni <strong>2009</strong>) zijn geen controles gedaan, omdat er op de peildatumnog geen betalingsaanvraag was gedaan. De resultaten van de steekproefcontrole van de tweedehelft van <strong>2009</strong> zijn nog niet bekend en zullen de Europese Commissie op uiterlijk 31 december 2010worden toegestuurd.De partners binnen een individueel project moeten op initiatief van de lead partner eensamenwerkingsovereenkomst ondertekenen. Deze moet binnen drie maanden na deprojectstartdatum bij het regionaal programmamanagement worden ingediend. Het concept van desamenwerkingsovereenkomst en een toelichting hierop zijn via de website www.deutschlandnederland.eute downloaden en zijn als bijlage 3 bij dit verslag gevoegd.Het Comité van Toezicht heeft in de vergadering van 26 november <strong>2009</strong> het evaluatieplan voor hetprogramma goedgekeurd en een ‘kerngroep evaluatie’ ingericht. Deze kerngroep evaluatie zal naarverwachting in 2010 bijeenkomen om voorstellen voor een on-going evaluatie te formuleren. Hetevaluatieplan zal jaarlijks geupdate worden.


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 163 Uitvoering per prioriteit3.1 Prioriteit 1: Economie, technologie en innovatieZoals in hoofdstuk 3.1.5 reeds beschreven ligt de nadruk van het INTERREG <strong>IV</strong> A programma opprioriteit 1. Meer dan de helft van de middelen, namelijk 58%, is voor deze prioriteit gereserveerd. Aande hand van drie actiegebieden wordt de prioriteit concreet gemaakt.Actiegebied 1: bevordering van de technologie- en kennisoverdracht tussen onderzoeksinstellingen enhet bedrijfslevenDit actiegebied richt zich vooral op het vergroten van het innovatiepotentieel van de grensregio. Ditkan bijvoorbeeld door het initiëren van grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden op het gebiedvan onderzoek, of door uitbreiding hiervan, en door grensoverschrijdende uitwisseling van technologietussen zowel onderzoeksinstellingen als het bedrijfsleven. De belangrijkste voorwaarden zijn deuitwisseling van informatie, intensivering van kennis en creatie van nieuwe, grensoverschrijdendenetwerken.Actiegebied 2: bevordering van economische netwerken en bevordering van de grensoverschrijdendesamenwerking van ondernemingenDe doelstelling van dit actiegebied is het bevorderen van de grensoverschrijdende samenwerking vaneconomische actoren, om zo de mogelijkheden van het buurland optimaal te kunnen benutten.Wederom staat hier de versterking van het innovatiepotentieel van de ondernemingen en tevens ookde grensoverschrijdende clustervorming centraal.Actiegebied 3: bevordering van de kwalificatie ter verbetering van het innovatieve potentieel van hetbedrijfslevenHet doel van dit actiegebied is met name de specifieke kennis van werknemers te versterken doorgoede bij- en nascholing. Dit vergroot wederom het innovatiepotentieel van de bedrijven, waardoorhun concurrentiepositie verbeterd. Om daarnaast te investeren in specifieke kennis over het buurland,wordt grensoverschrijdend samenwerken makkelijker. De capaciteiten van de werknemers worden zooptimaal benut en het economisch potentieel van de regio versterkt.3.1.1 Verwezenlijking van de doelstellingen en voortgangsanalyseTot en met <strong>2009</strong> zijn in totaal 23 projecten, inclusief twee majeur project in deze prioriteit goedgekeurd(9 projecten in 2008 en 14 projecten in <strong>2009</strong>). De tabel in bijlage 4 toont welke resultaten per indicatorbehaald moeten worden en de reeds behaalde resultaten.Kwalitatieve analyseBij de meeste indicatoren voor deze prioriteit is te zien dat de resultaten achterblijven bij de planning,met name het aantal grensoverschrijdende samenwerkingen tussen R&D instellingen enondernemingen, het aantal betrokken ondernemingen en het aantal adviezen en maatregelen aan ofin het MKB. Alleen de indicatoren op het gebied van bijscholingen behalen de planning of komen in debuurt van de planning.Interessant is om te zien dat de indicatoren op programmaniveau, waarbij dus ook projecten van deandere prioriteiten kunnen aangeven hoeveel banen gecreëerd worden en ondernemingen wordenbereikt, de indicatorenwaarden beter presteren en vaak de helft van de planning behalen (gecreëerdebanen 189 t.o.v. 475 gepland, gecreëerde banen voor vrouwen 80 t.o.v. 164 gepland, bereikteondernemingen 21.777 t.o.v. 7.038 gepland, aantal duurzame netwerken gecreëerd 90 t.o.v. 143


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 17gepland). Voor het aantal bereikte ondernemingen is de doelstelling op programmaniveau zelfs albehaald: 22.777 t.o.v. 3.827.Daar in 2008 nog geen resultaten bekend waren en veel projecten pas in <strong>2009</strong> begonnen zijn, is hetwaarschijnlijk nog te vroeg om te concluderen of het programma achter loopt of niet ten opzichte vande planning. Vooralsnog lijkt deze prioriteit bij de meeste indicatoren achter te lopen, maar er is noggeen reden tot zorg.3.1.2 Belangrijke problemen en maatregelen om die te verhelpenMet betrekking tot de uitvoering van deze prioriteit hebben zich geen problemen voorgedaan.3.2 Prioriteit 2: Duurzame regionale ontwikkelingVoor de tweede prioriteit van het nieuwe programma is 18% van de middelen gereserveerd. Deprioriteit, duurzame regionale ontwikkeling, is afgeleid uit de Gothenburg doelstellingen. De bedoelingis dat de verhouding tussen economische groei, verbruik van natuurlijke hulpbronnen enafvalproductie veranderen. Een sterke economische prestatie moet gepaard gaan met een duurzaamgebruik van natuurlijke hulpbronnen en een verantwoorde afvalproductie, zodat de biologischeverscheidenheid behouden blijft en de ecologische systemen worden beschermd (vgl. SN 200/1/01REV 1 7) (OP). Ook voor deze prioriteit zijn 3 actiegebieden vastgelegd, om de doelstelling teconcretiseren.Actiegebied 1: bevordering van hernieuwbare energieën en van de ontwikkeling vanenergiebesparende technologieënDit actiegebied heeft tot doel dat de sterke punten en de mogelijkheden binnen het programmagebiedmet betrekking tot hernieuwbare energieën en ontwikkeling van energiebesparende technologieënuitgebreid en beter benut worden. Bovendien moet geprobeerd worden in het kader van ditactiegebied de uitstoot van schadelijke stoffen te verminderen.Actiegebied 2: bevordering van de grensoverschrijdende ontwikkeling van het infrastructurele aanbodDit actiegebied is gericht op verbetering van de infrastructuur, zowel op het gebied van mobiliteit, alsop het gebied van communicatie, openbare voorzieningen en afvalverwerking. Hierbij moeten debestaande samenwerkingsverbanden versterkt en uitgebreid worden, wat bijdraagt aan de regionaaleconomischeontwikkeling van het programmagebied en waardoor de concurrentiekracht wordtvergroot.Actiegebied 3: bevordering van de grensoverschrijdende natuur- en landschapsbescherming en vande milieubeschermingDoor gebruik te maken van de sterke punten en de mogelijkheden van het programmagebied, richt ditactiegebied zich op het verbeteren van de kwaliteit van milieu, natuur en landschap. Dit uit zich ingrensoverschrijdende bescherming, uitbreiding van beschermde gebieden, verbeterdehoogwaterbescherming en vermindering van uitstoot van schadelijke stoffen in het milieu.3.2.1 Verwezenlijking van de doelstellingen en voortgangsanalyseTot en met <strong>2009</strong> zijn in totaal 18 projecten goedgekeurd (8 projecten in 2008 en 10 projecten in <strong>2009</strong>).De uitvoering van deze projecten is echter nog niet dusdanig gevorderd dat de resultaten vergelekenkunnen worden met de doelstellingen uit de projectaanvragen. De tabel in bijlage 4 toont per indicatorde planning en de behaalde resultaten.


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 18Kwalitatieve analyseUit tabel in bijlage 4 kan afgelezen worden dat slechts bij een paar indicatoren resultaat is geboekt,zoals bij ‘aantal gesubsidieerde projecten op gebied van duurzame energie’ (11 t.o.v. 11 gepland) en‘aantal projecten ter verbetering van de algemene milieusituatie en ter bescherming van het milieu’ (6t.o.v. 4 gepland). Mogelijkerwijs hebben niet veel projecten de betreffende indicatoren gekozen, zodater ook geen resultaat zichtbaar voor wordt. De eerstgenoemde indicator heeft ook de doelstelling uithet operationeel programma reeds bereikt (11 t.o.v. 8).Op programmaniveau is te zien dat voor de twee indicatoren van deze prioriteit het programmavoorligt op de planning: het aantal projecten op het gebied van ruimtelijke infrastructuur enmilieubescherming (resultaat respectievelijk 14 en 18) ligt voor op de planning (respectievelijk 10 en7). Ook is de doelwaarde uit het operationeel programma reeds behaald (respectievelijk 14 en 11).3.2.2 Belangrijke problemen en maatregelen om die te verhelpenMet betrekking tot de uitvoering van deze prioriteit hebben zich geen problemen voorgedaan.3.3 Prioriteit 3: Integratie en maatschappijVoor prioriteit 3 is een gelijke hoeveelheid middelen gereserveerd als voor prioriteit 2, namelijk 18%.Deze prioriteit heeft als centraal doel een “Europa zonder grenzen“. De bedoeling is dat debelemmerende werking van de grens in grensgebieden in het dagelijks leven zoveel mogelijk wordtverminderd. Voor deze prioriteit zijn vier actiegebieden benoemt.Actiegebied 1: bevordering van grensoverschrijdende gezondheidszorg en consumentenbeschermingHet eerste doel binnen dit actiegebied is optimalisering van de gezondheidszorg. Dit houdtbijvoorbeeld in dat mensen in het buurland gebruik moeten kunnen maken van de gezondheidszorg,maar ook dat er grensoverschrijdende kennisnetwerken gevormd worden. Daarnaast richt ditactiegebied zich op de bescherming van burgers tegen bijvoorbeeld dierziekten enlevensmiddelenschandalen. Dit zijn beide thema´s die zich niet door een nationale grens latentegenhouden, wat grensoverschrijdende samenwerking noodzakelijk maakt.Actiegebied 2: bevordering van de grensoverschrijdende arbeidsmarkt/grenspendelaarsDit actiegebied vormt een doel op zich. Om dit doel te bereiken is het belangrijk dat degrensoverschrijdende arbeidmarkt transparanter wordt. Mensen moeten geïnformeerd worden over demogelijkheden in het buurland en bekend raken met de wet- en regelgeving op dit gebied. Op dezemanier kan een tekort op de arbeidmarkt aan de ene zijde van de grens, gecompenseerd worden methet overschot aan de andere zijde van de grens.Actiegebied 3: bevordering van de integratie, met name door onderwijs en cultuurOnder dit actiegebied valt het verbeteren van de verstandhouding tussen de buurlanden. Dit wordtgedaan door samenwerking binnen het onderwijs en op cultureel vlak. De achterliggende gedachte isdat door het wegnemen van taalbarrières en het organiseren van grensoverschrijdende cultureleactiviteiten wederzijds begrip ontstaat en betere integratie plaatsvindt.Actiegebied 4: bevordering van de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van de interneveiligheidNet als de bij prioriteit 1 genoemde dierziekten en levensmiddelenschandalen houden ooknatuurrampen en het handhaven van de openbare veiligheid niet op bij de grens. Goedesamenwerking op deze vlakken is dus geboden. Doel van deze vierde prioriteit is daarom uitbreiding


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 19en verbetering van de samenwerking bij grensoverschrijdende criminaliteitsbestrijding enrampenbeheersing.3.3.1 Verwezenlijking van de doelstellingen en voortgangsanalyseTot en met <strong>2009</strong> zijn in totaal 24 projecten goedgekeurd (15 projecten in 2008 en 9 projecten in <strong>2009</strong>),inclusief twee majeur projecten. De tabel in bijlage 4 toont per indicator de planning en de reedsbehaalde resultaten.Kwalitatieve analyseIn deze prioriteit is een interessante tweedeling te zien: actievelden één (gezondheidszorg enconsumentenbescherming) en vier (interne veiligheid) hebben nog geen resultaten geboekt, terwijl deandere twee actievelden (arbeidsmarkt en onderwijs) wel redelijke resultaten hebben geboekt. Enkeleindicatoren behalen ca. de helft van de planningen, zoals het ‘aantal personen dat een advies heeftontvangen’ (5.124 t.o.v. 8.383 gepland) en het aantal projecten op gebied van onderwijs,respectievelijk cultuur (31 t.o.v. 68 gepland, respectievelijk 17 t.o.v. 63 gepland) doen het redelijk. Hetaantal nieuwe grenspendelaars blijft erg achter (2 t.o.v. 82 gepland).Op programmaniveau blijft eveneens de indicator ‘grenspendelaars’ achter (175 t.o.v. 575 gepland).Omdat de projecten in deze prioriteit eerder van start lijken te zijn gegaan dan bij andere prioriteiten, ishet te verwachten dat bij deze indicatoren de meeste resultaten zijn behaald, zodat er ook een betereanalyse kan worden uitgevoerd. De twee actievelden die achter blijven in de resultaten(gezondheidszorg en interne veiligheid), zijn de twee actievelden waar de minste projecten in dezeprioriteit zijn goedgekeurd. De uitvoering van deze projecten zijn nog niet ver genoeg gevorderd ommee genomen te kunnen worden in de indicatorenoverzichten.3.3.2 Belangrijke problemen en maatregelen om die te verhelpenIn 2008 leek het erop dat er meer projectaanvragen werden goedgekeurd in prioriteit drie dan in deandere twee prioriteiten. Hierdoor werden de voor deze prioriteit gereserveerde middelen relatief snelingezet. Hoewel er steeds meer projectaanvragen volgden in de andere twee prioriteiten, is hetinderdaad zo dat de middelen in prioriteit drie bijna volledig gecommitteerd zijn (ca. 90%). Degetroffen maatregelen vinden plaats bij het regionaal programmamanagement: potentiële aanvragersworden meer gezocht en geadviseerd in prioriteit een en twee, terwijl er geen actieve publiciteit terstimulering van projectaanvragen in prioriteit drie meer wordt gegeven.


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 204 Technische bijstandBij de verdeling van de middelen is voor technische bijstand 6% van de middelen gereserveerd. Detechnische bijstand valt onder de verantwoordelijkheid van de beheersautoriteit. De gereserveerdemiddelen worden gebruikt voor:• Gezamenlijke projectontwikkeling en initiëring• Advisering van aanvragers en beoordeling van de projectaanvragen• Financieel en inhoudelijk beheer van het programma• Begeleiding van aanvragers en projectuitvoerders• Maatregelen voor het waarborgen van kwaliteit en efficiëntie• Evaluaties van het programma• Toetsing van de projecten• Monitoring van de projecten en het programma• Public relationsDe gereserveerde middelen voor de technische bijstand zijn met de goedkeuring van de projectenProgrammamanagement EUREGIO, Programmamanagement Euregio Rijn-Waal,Programmamanagement euregio rijn-maas-noord, Gemeenschappelijk INTERREG Secretariaat (allengoedgekeurd 1-10-2008) en het project Programmamanagement Eems Dollard Regio (goedgekeurdop 28-11-2008) volledig gecomitteerd.Om dit een goed verloop te geven zijn in 2007 verschillende programmadocumenten ontwikkeld. Debelangrijkste documenten voor de start van het programma zijn het Operationeel Programma, wat eenvolledige beschrijving van het nieuwe programma biedt, en de Overeenkomst inzake uitvoering vanhet INTERREG <strong>IV</strong> A programma, waarin afspraken staan met betrekking tot de uitvoering van hetprogramma (bijlage 1).Daarnaast behoort ook de ontwikkeling van het monitoringsysteem ‘InterDB-SQL’ tot de technischebijstand (zie ook 2.7).In afstemming met de begeleidingsgroep zijn de volgende documenten voor het regionaleprogrammamanagment ontwikkeld en afgestemd:- Checklist controle projectaanvragen- Checklist controles ter plaatse- Beschikking- Richtlijnen onregelmatigheden- Calculator personeelskostenIn afstemming met de begeleidingsgroep en de regionale programmamanagements zijn de volgendedocumenten en formulieren voor de lead partners ontwikkeld en op de website www.deutschlandnederland.euter beschikking gesteld:- Formulier projectconcept- Voorbeeld - Aanvraagformulier voor INTERREG <strong>IV</strong> A projecten- Toelichting bij de ontwikkeling van een aanvraag- Voorbeeld – Gespecificeerde begroting van kosten- Concept samenwerkingsovereenkomst tussen lead partner en projectpartners (bijlage 2)- Toelichting op de samenwerkingsovereenkomst (bijlage 2)- Leidraad communicatie


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 21- Formulier: bewijs van projectarbeidsuren- Toelichting op het formulier bewijs van projectarbeidsuren- Additionaliteitsverklaring voor medewerkers uitsluitend werkzaam voor het project- Additionaliteitsverklaring voor medewerkers niet uitsluitend werkzaam voor het project- Formulier inhoudelijk eindbericht (deel A van het eindbestedingsbewijs)De genoemde formulieren en programmadocumenten kunnen door eenieder op de websitewww.deutschland-nederland.eu worden gedownload.De volgende formulieren kunnen per project uit het monitoringsysteem InterDB-SQL gegenereerdworden:- Projectaanvraag- Uitbetalingsaanvraag- Tussentijdse rapportage- Eindbestedingsbewijs deel B- ‘LABA’ (model ter besluitvorming)


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 225 Voorlichting en publiciteitArtikel 5, 6 en 7 van EG-verordening Nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006berichten over de verantwoordelijkheden van de beheersautoriteit met betrekking tot de voorlichtingsenpubliciteitsmaatregelen voor respectievelijk de potentiële begunstigden, de begunstigden en hetpubliek. Verschillende maatregelen hiervan zijn in 2007 reeds genomen. De belangrijkste vormen deontwikkeling en goedkeuring van het Operationeel Programma en van de overeenkomst van deINTERREG partners. Het Operationeel Programma geeft een beschrijving van het nieuweprogramma, onderbouwd door informatie met betrekking tot het ontstaan van het programma,kenmerken van de regio en SWOT-analyses. De overeenkomst levert een houvast voor deINTERREG partners voor de verdeling van taken en bevoegdheden binnen het nieuwe programma.CommunicatieplanBegin 2008 is conform Art. 2 van Verordening (EG) 1828/2006 een communicatieplan voor hetprogramma opgesteld. Dit communicatieplan is op 19-03-2008 bij de Europese Commissie ingedienden op 23-04-2008 goedgekeurd. In dit communicatieplan zijn duidelijk de doelgroepen en de strategiebepaald. In vergelijking met het communicatieplan verlopen de publiciteitsmaatregelen van hetprogramma voorspoedig en volgens plan.2008 stond in het teken van een harmonisering en planning van de PR strategie. Uniforme logo’s enrichtlijnen voor het gebruik van deze subsidielogo’s zijn opgesteld en beschikbaar gesteld op deprogrammawebsite (leidraad communicatie). Verder zijn de verantwoordelijke contactpersonen voorde PR activiteiten benoemd.In <strong>2009</strong> was een zwaartepunt van de werkzaamheden de voorbereiding van de eersteprogrammabijeenkomst “Check INTERREG”, die op 8 december <strong>2009</strong> op luchthaven Weeze heeftplaatsgevonden. Deze bijeenkomst is door het Gemeenschappelijk INTERREG Secretariaat in nauwesamenwerking met de regionale programmamanagements georganiseerd. Vooral de huidigeprojectpartners, potentiële begunstigden, programma-actoren en andere geïnteresseerden uit hetprogrammagebied waren uitgenodigd. In het kader van verschillende workshops gaven vakmenseninformatie over succesvolle aanvragen en uitvoering van projecten. Bovendien kregen de deelnemersde mogelijkheid om vragen te stellen over het thema INTERREG. Daarnaast werden ook de eersteprojectresultaten in het kader van een projectmarkt gepresenteerd. Met meer dan 200 deelnemerswerd de bijeenkomst goed bezocht en uit het optionele evaluatieformulier dat de deelnemers kondeninvullen, bleek dat er een grote tevredenheid heerste.In <strong>2009</strong> is de website www.deutschland-nederland.eu verder ontwikkeld met de inrichting van eenapart gedeelte ‘Publicaties’, waar geïnteresseerden brochures en flyers kunnen bestellen. Hetgedeelte ‚Actueel’ wordt regelmatig geactualiseerd met nieuws en informatie rondom het INTERREGprogramma. Bovendien wordt het gedeelte ‘Downloads’ continu aangevuld met belangrijkeprogrammadocumenten en richtlijnen.Het aantal bezoekers van de website is in <strong>2009</strong> gestaag toegenomen. Zo steeg het aantal hits van134.880 in 2008 naar 197.640 hits in <strong>2009</strong> (+ 32%).In <strong>2009</strong> is ook de brochure ‘Eerst is er een idee – De weg naar een succesvolle INTERREG aanvraag’voor potentiële lead partners. In deze brochure worden de belangrijkste stappen van de ontwikkelingvan een projectaanvraag toegelicht.


Uitvoeringsverslag <strong>2009</strong> INTERREG <strong>IV</strong> A <strong>Deutschland</strong> – <strong>Nederland</strong> 23Daarnaast zijn in <strong>2009</strong> drie uitgaven van het <strong>Deutschland</strong>-<strong>Nederland</strong> magazine verschenen: in april,juli en december. Deze e-newsbrief bevat informatie over projecten en achtergrondinformatie over hetprogramma. Tot eind <strong>2009</strong> is het magazine aan 1377 abonnees verstuurd.PR indicatoren van de afzonderlijke projectenIeder project is verplicht de twee PR indicatoren ‘Link naar de programmawebsite www.deutschlandnederland.eu’(minstens 1) en ‘Persberichten’ (minstens 2) in te vullen. Daarnaast kunnen meerdereindicatoren opgegeven worden (zie tabel 8).In tabel 8 valt op dat – met uitzondering van de indicatoren ‘evenementen’ en ‘projectwebsite’ – dedoelwaarden voor <strong>2009</strong> nog niet bereikt zijn. Een mogelijke verklaring hiervoor zou kunnen zijn datprojecten de PR activiteiten pas verhogen als er ook concrete projectresultaten zijn, in de meestegevallen pas tegen het einde van de projectlooptijd.Vooral bij de indicator ‘link naar de programmawebsite’ dient in acht genomen te worden dat omtechnische redenen ieder project – ook de subprojecten en kaderprojecten – deze indicator moetenaanvinken, ook al beschikt niet ieder project daadwerkelijk over een eigen website met demogelijkheid van verlinking.Tabel 8: PR indicatoren totaal projectenIndicatoren 2007 2008 <strong>2009</strong> 2010 2011 2012 2013 2014 2015 TotaalLink naar de Resultaat 0 12 54 66programmawebsiteDoel 0,11 17,22 92,97 43,59 28,76 18,67 10,11 4,06 3,52 222(www.deutschlandnederland.eu)Brochure / Resultaat 0 4.714 2.181 6.895folderDoel 0,78 5.621,9 5.674,4 5.624,64 5.441,3 5.431,64 5.401,3 25,64 24,4 33.246Evenementen Resultaat 0 42 156 198(bijv.Doel 0,78 50,45 151,02 158,46 119,29 104,62 66,99 45,66 12,72 710symposium,tentoonstelling)InformatiebordResultaat 0 0 12 12/Doel 0 1,12 29,81 38,31 32,64 22,81 2,06 0,12 0,12 127gedenkplaat(bijbouwwerkzaamheden)Persberichten Resultaat 0 48 395 443Doel 1,67 258,56 564,88 485,64 356,98 278,98 190,96 134,06 113,29 2.385PersbijeenkomstenResultaat 0 1 42 43Doel 0 19,71 61,62 61,73 51,89 42,31 22,06 14,56 10,12 284ProjectwebsiteResultaat 0 11 38 49Doel 0,11 7,68 30,95 24,07 17,4 13,57 5 2,45 1,75 103Newsletter Resultaat 0 9 36 45(gedrukt of Doel 1,11 31,24 98,75 96,95 79,61 73,7 46,15 32,85 22,65 483digitaal)Advertenties Resultaat 0 5 17 22Doel 0 25,17 65,58 62,08 56,92 46,25 13 5 0 274Bron: eigen productie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!