13.07.2015 Views

Inkomensontwikkeling in Amsterdam

Inkomensontwikkeling in Amsterdam

Inkomensontwikkeling in Amsterdam

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Fact sheetnummer 5 | juli 2006<strong>Inkomensontwikkel<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>Amsterdam</strong>Het koopkracht<strong>in</strong>komen ligt <strong>in</strong> <strong>Amsterdam</strong> onder het landelijk gemiddelde, maar hetverschil met heel Nederland wordt wel steeds kle<strong>in</strong>er. In deze fact sheet wordt <strong>in</strong>gegaanop de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de <strong>in</strong>komenspositie van <strong>Amsterdam</strong>mers.Hoe heeft hun besteedbaar <strong>in</strong>komen zich <strong>in</strong> de afgelopen jaren ontwikkeld?<strong>Inkomensontwikkel<strong>in</strong>g</strong>s<strong>in</strong>ds 1950Absoluut gezien is het besteedbaar <strong>in</strong>komen per<strong>in</strong>komenstrekker de afgelopen decennia gestegenvan 1.178 euro <strong>in</strong> 1950 naar 20.875 euro <strong>in</strong> 2000.De relatieve ontwikkel<strong>in</strong>g van het besteedbaar<strong>in</strong>komen is weergegeven <strong>in</strong> de figuur, waar<strong>in</strong> hetbesteedbaar <strong>in</strong>komen <strong>in</strong> de vier grote stedenOntwikkel<strong>in</strong>g besteedbaar <strong>in</strong>komen van <strong>in</strong>komenstrekkers <strong>in</strong> de vier grote steden,1950-2000 (<strong>in</strong>dexcijfers; Nederland = 100) Bron: CBS/Statl<strong>in</strong>ewordt afgezet tegen de ontwikkel<strong>in</strong>g van hetbesteedbaar <strong>in</strong>komen <strong>in</strong> heel Nederland <strong>in</strong> deperiode 1950-2000.In de periode 1950-2000 zijn drie fasen te ontdekken.In de eerste fase (de jaren vijftig) lag hetgemiddeld besteedbaar <strong>in</strong>komen <strong>in</strong> <strong>Amsterdam</strong>,Rotterdam en Den Haag nog boven het landelijkgemiddelde. Alleen <strong>in</strong> Utrecht lag het besteedbaar<strong>in</strong>komen onder het landelijk gemiddelde.In de jaren zestig en zeventig daalde het besteedbaar<strong>in</strong>komen <strong>in</strong> <strong>Amsterdam</strong>, Rotterdam en DenHaag tot onder het landelijk gemiddelde. Dedal<strong>in</strong>g zette door tot ongeveer 1994 en werd metname veroorzaakt door de suburbanisatiegolfe<strong>in</strong>d jaren zeventig. Vooral gez<strong>in</strong>nen met k<strong>in</strong>deren(en relatief hoge <strong>in</strong>komens) verlieten de steden,waardoor de samenstell<strong>in</strong>g van de bevolk<strong>in</strong>gveranderde: het aandeel alleenstaanden en allochtonensteeg. Omdat deze bevolk<strong>in</strong>gsgroepen eenrelatief laag <strong>in</strong>komen hebben, bleef de <strong>in</strong>komensontwikkel<strong>in</strong>g<strong>in</strong> de grote steden achter.De derde fase begon rond 1994. De achterstandvan <strong>Amsterdam</strong> en Utrecht ten opzichte van derest van Nederland is s<strong>in</strong>dsdien kle<strong>in</strong>er geworden.Het besteedbaar <strong>in</strong>komen van Rotterdammersnam eveneens toe, maar m<strong>in</strong>der. Het verschiltussen Den Haag en Nederland bleef gelijk.


Besteedbaar <strong>in</strong>komen <strong>Amsterdam</strong>, 1994-2002 (x 1.000 euro)verschil1994-1994 1996 1998 2000 2002 2002gemiddeld besteedbaar <strong>in</strong>komenper persoon met 52 weken <strong>in</strong>komen<strong>Amsterdam</strong> 12,8 13,8 14,8 16,6 19,4 6,6Nederland 13,4 14,0 15,1 16,3 18,6 5,2gestandaardiseerd besteedbaarhuishoudens<strong>in</strong>komen (koopkracht<strong>in</strong>komen)<strong>Amsterdam</strong> 13,3 14,2 15,5 17,4 20,5 7,2Nederland 14,3 15,2 16,5 18,0 21,1 6,8Bron: CBS/Statl<strong>in</strong>eOpvallend is dat het verschil tussen Den Haag enUtrecht (<strong>in</strong> 1950 nog het grootste verschil tussentwee steden) geheel is verdwenen.De stijg<strong>in</strong>g van <strong>Amsterdam</strong>, Utrecht en Rotterdamis deels te verklaren door een toename van hetaantal koopwon<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> deze steden. Hierdoorlijken steden vooral jonge, hoog opgeleideautochtonen langer vast te houden.Nieuwe matenEr zijn verschillende maten voor het bepalenvan de <strong>in</strong>komenspositie van huishoudens en personen.De gangbare maat was tot voor kort hetgemiddeld besteedbaar <strong>in</strong>komen per <strong>in</strong>komenstrekker,waarbij echtparen met hun gezamenlijke<strong>in</strong>komen één <strong>in</strong>komenstrekker vormen. Hetbesteedbaar <strong>in</strong>komen geeft de vrije bested<strong>in</strong>gsruimtevan een persoon of huishouden weer.Maar deze oude def<strong>in</strong>itie van besteedbaar <strong>in</strong>komenis m<strong>in</strong>der geschikt geworden. In de def<strong>in</strong>itiewerd namelijk wel uitgegaan van echtparen enniet van ongehuwd samenwonenden.Daarom wordt <strong>in</strong> het vervolg van deze fact sheetOntwikkel<strong>in</strong>g koopkracht<strong>in</strong>komen per huishouden <strong>in</strong> <strong>Amsterdam</strong>,1994-2002 (<strong>in</strong>dexcijfers; Nederland = 100)gebruik gemaakt van het besteedbaar <strong>in</strong>komenper persoon met 52 weken <strong>in</strong>komen en hetgestandaardiseerd besteedbaar huishoudens<strong>in</strong>komen.Dit laatste <strong>in</strong>komensbegrip wordt ookwel het koopkracht<strong>in</strong>komen van een huishoudengenoemd. Het koopkracht<strong>in</strong>komen geeft niet hetgeldbedrag aan dat een huishouden bestedenkan, maar geeft aan op welk welvaartsniveau dehuishoudensleden zich bev<strong>in</strong>den (zie voor def<strong>in</strong>itiesblz. 7). 1 De focus ligt <strong>in</strong> deze fact sheet opde ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de <strong>in</strong>komenspositie tussen1994 en 2002 alsmede – waar beschikbaar – die<strong>in</strong> 2003 en 2004.<strong>Inkomensontwikkel<strong>in</strong>g</strong><strong>in</strong> <strong>Amsterdam</strong>Het gemiddeld besteedbaar <strong>in</strong>komen per persoonmet 52 weken <strong>in</strong>komen is over deze periodegestegen van 12.800 naar 19.400 euro.Het koopkracht<strong>in</strong>komen per huishouden steegeveneens: van 13.300 euro <strong>in</strong> 1994 tot 20.500euro <strong>in</strong> 2002. In 1994 lag dit koopkracht<strong>in</strong>komenper huishouden <strong>in</strong> <strong>Amsterdam</strong> nog 8,7% onderhet landelijk gemiddelde, <strong>in</strong> 2002 nog maar 2,8%.De stijg<strong>in</strong>g was met name tussen 2000 en 2002sterk. Deze stijg<strong>in</strong>g is hoofdzakelijk toe te schrijvenaan de belast<strong>in</strong>gherzien<strong>in</strong>g van 2001 die zorgdevoor een fl<strong>in</strong>ke stijg<strong>in</strong>g van de koopkracht.<strong>Inkomensontwikkel<strong>in</strong>g</strong><strong>in</strong> de stadsdelenEr bestaan grote verschillen tussen de stadsdelenBron: CBS/Statl<strong>in</strong>ewat betreft het gemiddeld besteedbaar <strong>in</strong>komenper persoon met 52 weken <strong>in</strong>komen.In de centrale stadsdelen (b<strong>in</strong>nen de r<strong>in</strong>g A10) zijndeze hoger dan <strong>in</strong> de andere stadsdelen. B<strong>in</strong>nende r<strong>in</strong>g liggen ze <strong>in</strong> de meeste stadsdelenzelfs boven het landelijke gemiddelde. De hoogste<strong>in</strong>komens zijn te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de stadsdelenCentrum (vooral <strong>in</strong> de grachtengordel), Oud-Zuid


Gemiddeld besteedbaar <strong>in</strong>komen per persoon met 52 weken <strong>in</strong>komen, 2002<strong>Amsterdam</strong>: 19.400 euro21.200 – < 35.800 euro19.500 – < 21.200 euro18.300 – < 19.500 euro17.500 – < 18.300 euro15.400 – < 17.500 eurobuiten beschouw<strong>in</strong>gBron: CBS/Statl<strong>in</strong>e/O+S11511010510095908580en ZuiderAmstel. Geuzenveld-Slotermeer enBos en Lommer kennen het laagste gemiddeldbesteedbaar <strong>in</strong>komen per persoon.Het koopkracht<strong>in</strong>komen per huishouden verschilteveneens per stadsdeel. In de centrale stadsdelenen de zuidelijke as (Centrum, Oud-Zuid enZuiderAmstel) ligt het koopkracht<strong>in</strong>komen perhuishouden ruim boven het Nederlandse gemiddeldeen is het verschil met het landelijk gemiddeldes<strong>in</strong>ds 1996 groter geworden.In Slotervaart wijkt de koopkracht het m<strong>in</strong>st af vanhet landelijke gemiddelde, de koopkracht is hiertussen 1996 en 2002 wel iets achteruit gegaan.Koopkracht<strong>in</strong>komen, 1996-2002 (<strong>in</strong>dexcijfers; Nederland = 100)1996199820002002Nederland <strong>Amsterdam</strong> Centrum Geuzenveld-SlotermeerWestelijke Tu<strong>in</strong>steden, <strong>Amsterdam</strong>-Noord en ZuidoostBron: CBS/Statl<strong>in</strong>eDe koopkracht was <strong>in</strong> 2002 het laagste <strong>in</strong> destadsdelen Bos en Lommer (19,0% onder hetlandelijke gemiddelde) en Geuzenveld-Slotermeer(15,6% lager).Geuzenveld-Slotermeer kende de grootste dal<strong>in</strong>g<strong>in</strong> koopkracht, met 2,4% tussen 1996 en 2002.De stadsdelen Zeeburg en Centrum kenden dehoogste procentuele stijg<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> koopkracht met15,0 resp. 8,3%. In Zeeburg was de stijg<strong>in</strong>g metname te danken aan de bouw van nieuwe duurderewon<strong>in</strong>gen op de Oostelijke eilanden.Inkomensverdel<strong>in</strong>gHet aandeel huishoudens <strong>in</strong> <strong>Amsterdam</strong> met lage<strong>in</strong>komens (de laagste 40% van de landelijke verdel<strong>in</strong>g2 ) is <strong>in</strong> de periode 1998-2002 gedaald van57% naar 54%.Daarb<strong>in</strong>nen is het aandeel huishoudens met deallerlaagste <strong>in</strong>komens (de laagste 10%) – metname tussen 2000 en 2002 – juist toegenomenonder <strong>in</strong>vloed van de economische neergangna 2000, die <strong>in</strong> <strong>Amsterdam</strong> blijkbaar sterker doorwerktedan <strong>in</strong> de rest van Nederland.Het aandeel midden- en hoge <strong>in</strong>komens <strong>in</strong><strong>Amsterdam</strong> is licht gestegen, met 1,4 resp. 1,2%.Deze stijg<strong>in</strong>g wordt mede veroorzaakt door eenstijg<strong>in</strong>g van het aandeel hoog opgeleide jongeautochtonen en westerse allochtonen <strong>in</strong> de stad.Los van de schommel<strong>in</strong>gen veroorzaakt doorde conjunctuur lijkt de belangrijkste trend een


Aandeel m<strong>in</strong>imahuishoudens per buurtcomb<strong>in</strong>atie, 2004<strong>Amsterdam</strong>: 18,5%25% en meer20% –


Conclusie<strong>Amsterdam</strong> heeft de afgelopen jaren een deelvan de <strong>in</strong>komensachterstand ten opzichte vanNederland <strong>in</strong>gelopen.Het besteedbaar <strong>in</strong>komen per persoon is gestegenvan 12.800 euro <strong>in</strong> 1994 naar 19.400 euro<strong>in</strong> 2002. Het koopkracht<strong>in</strong>komen per huishoudensteeg eveneens.Tussen de stadsdelen bestaan grote verschillen.In het centrale deel van de stad liggen de <strong>in</strong>komensen de koopkracht bovengemiddeld hoog,terwijl <strong>in</strong> Geuzenveld-Slotermeer, Bos en Lommeren Zuidoost bijna 25% van de huishoudens onderhet sociaal m<strong>in</strong>imum leeft.De <strong>in</strong>komens van de niet-westerse allochtonenliggen nog steeds ver achter bij de <strong>in</strong>komensvan westerse allochtonen en autochtone<strong>Amsterdam</strong>mers. Dit verschil is tussen 1998 en2002 alleen maar groter geworden.Al met al is de achterstand van <strong>Amsterdam</strong>ten opzichte van Nederland kle<strong>in</strong>er geworden.Het gemiddeld besteedbaar <strong>in</strong>komen per persoonligt zelfs al boven het landelijk gemiddelde.Maar het koopkracht<strong>in</strong>komen per huishouden ligter nog onder.Inkomensmatenmaat doel wie wel wie nietgemiddeld besteedbaar <strong>in</strong>komenper <strong>in</strong>woner gemiddeld <strong>in</strong>komen alle <strong>in</strong>wonersalle <strong>in</strong>wonersper <strong>in</strong>komenstrekker ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de tijd • alle personen met <strong>in</strong>komenvan werkzame personen <strong>in</strong> de loop van een jaar• echtparen vormen methun gezamenlijke <strong>in</strong>komenéén <strong>in</strong>komenstrekkerper persoon met <strong>in</strong>komenspositie van • alle personen met • studenten met bijbaan52 weken <strong>in</strong>komen personen met <strong>in</strong>komen 52 weken <strong>in</strong>komen en studief<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g• ondernemers• geen correctie voor• parttimersdeeltijdbanen• studenten met w<strong>in</strong>stuit ondernem<strong>in</strong>ggestandaardiseerd besteedbaar <strong>in</strong>komenper huishouden koopkracht van alle huishoudenseen huishouden<strong>in</strong>dex per huishouden koopkracht van alle huishoudenshuishoudens tenopzichte van hetNederlandse gemiddelde


Def<strong>in</strong>ities 10Besteedbaar <strong>in</strong>komenHet besteedbaar <strong>in</strong>komen is gelijk aan het bruto<strong>in</strong>komen verm<strong>in</strong>derd met de betaalde overdrachtenaan loon-, <strong>in</strong>komsten- en vermogensbelast<strong>in</strong>g.De betaalde overdrachten bestaan uit premiesvolksverzeker<strong>in</strong>gen (AOW, AWW, AAW en AWBZ),premies werknemersverzeker<strong>in</strong>gen (ZW, WW,WAO), premies ziektekostenverzeker<strong>in</strong>gen(ziekenfonds en particulier) en andere overdrachten,zoals premies voor lijfrente en fiscaalaftrekbare echtscheid<strong>in</strong>gsuitker<strong>in</strong>gen. Hetbesteedbaar <strong>in</strong>komen bepaalt de vrije bested<strong>in</strong>gsruimtevan een huishouden.Gemiddeld besteedbaar <strong>in</strong>komenper <strong>in</strong>komenstrekkerBruto <strong>in</strong>komen verm<strong>in</strong>derd met loon-, <strong>in</strong>komsten-en vermogensbelast<strong>in</strong>g en betaalde sociale premies.De <strong>in</strong>komens zijn berekend per <strong>in</strong>komenstrekker:elke persoon die <strong>in</strong> de loop van het jaar<strong>in</strong>komen heeft gehad. Echtparen vormen met hungezamenlijke <strong>in</strong>komen één <strong>in</strong>komenstrekker.Gemiddeld besteedbaar <strong>in</strong>komenper persoon met 52 weken <strong>in</strong>komenPersonen die het gehele jaar <strong>in</strong>komen hebbengenoten, worden <strong>in</strong> de categorie ‘met 52 weken<strong>in</strong>komen’ gerekend. De categorie zelfstandigenbehoort tot de groep die het gehele jaar <strong>in</strong>komenhebben genoten. Personen die <strong>in</strong> het onderzoeksjaargedurende een kortere tijd of overeen qua tijdsduur onbekende periode <strong>in</strong>komenhebben, worden samengenomen <strong>in</strong> de groep‘m<strong>in</strong>der dan 52 weken <strong>in</strong>komen’. Studenten meteen studiebeurs <strong>in</strong> het kader van de wet studief<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g,worden altijd tot deze laatste groepgerekend, ook al hebben zij het gehele jaar eenbaan. Uitzonder<strong>in</strong>g op deze regel vormen de studentendie naast hun studiebeurs ook nog w<strong>in</strong>stuit ondernem<strong>in</strong>g hebben. Deze groep wordt altijd<strong>in</strong>gedeeld bij de categorie ’52 weken <strong>in</strong>komen’.Het is niet mogelijk de groep parttime werkersvan de fulltimers te onderscheiden. Hierdoorzullen ook bij de personen met 52 weken<strong>in</strong>komen kle<strong>in</strong>e banen (m<strong>in</strong>der dan 12 uur)en dus relatief lage <strong>in</strong>komens voorkomen.Gestandaardiseerd besteedbaarhuishoudens<strong>in</strong>komen (koopkracht<strong>in</strong>komen)Om <strong>in</strong>komens van huishoudens van verschillendegrootte en samenstell<strong>in</strong>g vergelijkbaar te makenwordt het <strong>in</strong>komen gedeeld door een equivalentiefactor.In de equivalentiefactor komen deschaalvoordelen tot uitdrukk<strong>in</strong>g die het gevolgzijn van het voeren van een gemeenschappelijkehuishoud<strong>in</strong>g. Hierbij is de CBS-equivalentieschaalgebruikt, waarbij het eenpersoonshuishoudenals standaardhuishouden is gekozen. Voor dezehuishoudens is de factor gelijk aan 1. De CBSequivalentieschaalvoegt hieraan 0,38 toe voorde volgende meerderjarige. Per m<strong>in</strong>derjarig k<strong>in</strong>dwordt de factor afhankelijk van leeftijd en rangordevan het k<strong>in</strong>d opgehoogd met een waardetussen 0,15 en 0,30. Een alleenstaande met eenbesteedbaar <strong>in</strong>komen van 10.000 euro en eenechtpaar met een besteedbaar <strong>in</strong>komen van13.800 euro bev<strong>in</strong>den zich dus op een even hoogwelvaartsniveau: na standaardisatie bedraagthet <strong>in</strong>komen <strong>in</strong> beide situaties 10.000 euro.Fiscaal jaar<strong>in</strong>komenIndividueel fiscaal jaar<strong>in</strong>komen bestaat uit hettotaal aan <strong>in</strong>komenscomponenten waaroverloonbelast<strong>in</strong>g wordt betaald. Hiertoe behoren<strong>in</strong>komen uit arbeid, <strong>in</strong>komsten uit ondernem<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>komen uit uitker<strong>in</strong>gen. Het betreft niet het<strong>in</strong>komen uit vermogen.HuishoudensEen huishouden bestaat uit één of meer personendie alleen of samen een leefeenheid vormen;dit uit zich bijvoorbeeld <strong>in</strong> het gebruik van eengemeenschappelijke woonkamer of keuken.Huishoudens zijn dus gez<strong>in</strong>nen, samenwonenden,woongroepen en alleenstaanden die een zelfstandigehuishoud<strong>in</strong>g voeren.


ColofonWeesperstraat 791018 VN <strong>Amsterdam</strong>Telefoon 020 527 9527Fax 020 527 9595algemeen@os.amsterdam.nlwww.os.amsterdam.nlNoten1 Deze maten zijn pas s<strong>in</strong>ds het beg<strong>in</strong> van de jaren negentigbeschikbaar. Daarom wordt bij langere tijdreeksen nog steedsgebruik gemaakt van het besteedbaar <strong>in</strong>komen per <strong>in</strong>komenstrekker.2 De laagste 40% van de gestandaardiseerde besteedbarehuishoudens<strong>in</strong>komens <strong>in</strong> Nederland waren <strong>in</strong> 2002 de huishoudens<strong>in</strong>komensvan m<strong>in</strong>der dan 22.600 euro. Dit betekent dat <strong>in</strong><strong>Amsterdam</strong> <strong>in</strong> 2002 54% van de huishoudens een <strong>in</strong>komen haddat lager was dan 22.600 euro. In 2000 was de grens 20.100euro en <strong>in</strong> 1998 18.800 euro. De midden<strong>in</strong>komens zijn de<strong>in</strong>komens op het niveau van 40 tot 80% van de Nederlandseverdel<strong>in</strong>g en de hoge <strong>in</strong>komens zijn de 20% hoogste <strong>in</strong>komensvan de Nederlandse verdel<strong>in</strong>g.3 Een m<strong>in</strong>imahuishouden is een huishouden met een <strong>in</strong>komentot 105% van het huidige wettelijk sociaal m<strong>in</strong>imum (WSM)dat voor hun huishoudenstype (alleenstaand, eenoudergez<strong>in</strong>,meerpersoonsgez<strong>in</strong> met of zonder k<strong>in</strong>deren) en leeftijd(huishoudoudste jonger of ouder dan 65 jaar) geldt.Veel voorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het kader van de armoedebestrijd<strong>in</strong>ggelden voor <strong>in</strong>komens tot 105% van het WSM.Auteur: drs. Idske de Jong4 <strong>Amsterdam</strong> <strong>in</strong> cijfers 2005, O+S.5 Primaire doelgroep: alleenstaanden met een netto maand<strong>in</strong>komentot en met 1.090 euro en meerpersoonshuishoudensmet een netto maand<strong>in</strong>komen tot en met 1.540 euro.6 Secundaire doelgroep: alleenstaanden met een netto maand<strong>in</strong>komenvan 1.090 euro tot 1.880 euro en meerpersoonshuishoudensmet een netto maand<strong>in</strong>komen tussen de 1.540 euroen 1.880 euro.7 Latten, J., Kiezen en dan delen. Hoe belangrijk de partnerkeuzeis. Tussen partners, signalement 2 NGR 2003.8 Graaf, A. de, Jonge Turken en Marokkanen willen een partnervan dezelfde afkomst. In: CBS Webmagaz<strong>in</strong>e, 7 maart 2005.9 Latten, J., H. Nicolaas en B. Hamers, De prijs van migratie,Selectieve verhuisstromen van de vier grote steden.Bevolk<strong>in</strong>gstrends 1e kwartaal 2006.10 Bron: CBS

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!