12.07.2015 Views

Stedelijke dynamiek bij stagnerende woningmarkt - Onderzoek en ...

Stedelijke dynamiek bij stagnerende woningmarkt - Onderzoek en ...

Stedelijke dynamiek bij stagnerende woningmarkt - Onderzoek en ...

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

c<strong>en</strong>trumc<strong>en</strong>trumrandwelgesteld stedelijk<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong><strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>aansluitingtransitie overgang stadsvernieuwing e.astadsrand inbreiding dorpAmsterdamse woonmilieus 2003


ColofonUitgave Di<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Datum oktober 2004Auteur Kees DignumMet medewerking van Willem Teune <strong>en</strong> Laura Uitt<strong>en</strong>bogaardGrafische vormgeving Jan de Wringer <strong>en</strong> Sandy Bakmeijer (Artvark Design)Foto’s woonmilieus Katri<strong>en</strong> Mulder, Kees Dignum <strong>en</strong> Arian BoersmaAmsterdamse statistiek Di<strong>en</strong>st <strong>Onderzoek</strong> <strong>en</strong> StatistiekKaart nationale woonmilieus ABF - ResearchKaart <strong>bij</strong>lage 4 Projectbureau Vernieuwing Bijlmermeer


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong><strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>Amsterdamse woonmilieus 2003K. DignumDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>juli 20041


InhoudsopgaveSam<strong>en</strong>vatting 5hoofdstuk 1 Inleiding: woonmilieus als actuele marktcombinaties 111.1 Verschuiv<strong>en</strong>d ev<strong>en</strong>wicht 111.2 Milieus als sociaal-fysieke marktcombinaties 131.3 Woonmilieus als meetlat 141.4 Indeling van het rapport 15hoofdstuk 2 Amsterdamse woonmilieus in 2003 172.1 Inleiding 172.2 C<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumrand 172.3 Welgesteld stedelijk <strong>en</strong> aansluiting 202.4 Transitie, overgang <strong>en</strong> stadsvernieuwing 252.5 Inbreiding <strong>en</strong> stadsrand 322.6 Dorp 362.7 Totaalbeeld stedelijk mozaïek 38hoofdstuk 3 <strong>Stedelijke</strong> materie in beweging 433.1 Inleiding 433.2 Sociaal-demografische tr<strong>en</strong>ds 433.3 Dynamiek 493.4 Sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> gebruik van de voorraad 513.5 Verschuiv<strong>en</strong>de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>, scherpere profiel<strong>en</strong> 533.6 Verschuiving<strong>en</strong> op microniveau 593.7 Ruimtelijke macroverschuiving overheerst 60hoofdstuk 4 Woonmilieus als meetlat 614.1 Inleiding 614.2 Sociaal-economische differ<strong>en</strong>tiatie in de Amsterdamse milieus 614.3 Woningmarktsector<strong>en</strong> <strong>en</strong> woonmilieus 644.4 Woonwaardering <strong>en</strong> verhuisint<strong>en</strong>tie 674.5 Waardering omgevingsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de woonmilieus 704.6 Welzijn <strong>en</strong> woonmilieus 744.7 Resumé 752


hoofdstuk 5 Woonmilieus in ruimer perspectief 795.1 Inleiding 795.2 Amsterdamse woonmilieus in 2015 795.3 Amsterdam in de noordvleugel van de Randstad 86Bronn<strong>en</strong> 91Bijlag<strong>en</strong><strong>bij</strong>lage 1 Totstandkoming woonmilieu-indeling 931.1 Constructie <strong>en</strong> selectie van variabel<strong>en</strong> 931.2 Selectie van buurt<strong>en</strong> 941.3 Resultat<strong>en</strong> van de principale compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>analyse 961.4 Resultat<strong>en</strong> van de clusteranalyse 981.5 Plaatsing buit<strong>en</strong> de indeling 991.6 Relatie tuss<strong>en</strong> de milieus <strong>en</strong> de compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 100<strong>bij</strong>lage 2 Fotoverantwoording 103<strong>bij</strong>lage 3 Situatie <strong>en</strong> fasering <strong>Stedelijke</strong> vernieuwing Bijlmermeer per 1-1-2003 105<strong>bij</strong>lage 4 Omschrijving <strong>en</strong> kaart van de stadsdel<strong>en</strong> <strong>en</strong> buurtcombinaties 1063


4<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>


Amsterdamse Woonmilieus 2003Sam<strong>en</strong>vattingWoningmarktcombinatiesDe Amsterdamse woonmilieutypologie in dit rapport toont zuiver <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> opbasis van statistiek e<strong>en</strong> beeld van de posities <strong>en</strong> functies van de verschill<strong>en</strong>deonderdel<strong>en</strong> van Amsterdam in de <strong>woningmarkt</strong>. Veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> deze verschill<strong>en</strong>vanuit hun dagelijkse k<strong>en</strong>nis van de stad. Gegev<strong>en</strong>s over de stad verhull<strong>en</strong> dewerkelijkheid vaak <strong>en</strong>igszins omdat deze op e<strong>en</strong> te hoog schaalniveau zoals stadsdel<strong>en</strong>gepres<strong>en</strong>teerd word<strong>en</strong>. Met de buurt<strong>en</strong>statistiek is het mogelijk om e<strong>en</strong>echte <strong>woningmarkt</strong>kaart te ton<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s over de woning<strong>en</strong>,de bewoners, de omgeving <strong>en</strong> de verhuizing<strong>en</strong> in één sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de beschrijvinggecombineerd. Het is dan ook e<strong>en</strong> typologie van sociaal-fysieke marktcombinaties.De woonmilieus word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> computerprogramma gemaakt, vervolg<strong>en</strong>s wachthet resultaat op interpretatie <strong>en</strong> beschrijving.Ti<strong>en</strong> woonmilieusc<strong>en</strong>trumc<strong>en</strong>trumrandwelgesteld stedelijkaansluitingtransitieovergangstadsvernieuwing e.a.stadsrandinbreidingdorpDe kleine snippers dorpsmilieu die Amsterdam rijk is, kunn<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> alsequival<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van wat op het platteland van de regio aan suburbaan won<strong>en</strong> zeerruim aanwezig is. Sinds de jar<strong>en</strong> zestig is de stad niet langer welvar<strong>en</strong>d t<strong>en</strong>opzichte van het omring<strong>en</strong>de platteland. De roll<strong>en</strong> zijn al dec<strong>en</strong>nialang omge-5


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>draaid. Amsterdamse milieus die serieuzer teg<strong>en</strong>wicht bied<strong>en</strong> aan deze situatiezijn het c<strong>en</strong>trummilieu <strong>en</strong> welgesteld stedelijk. Deze milieus vall<strong>en</strong> globaal sam<strong>en</strong>met wat elders wel ‘de witte wig’ g<strong>en</strong>oemd werd. Er won<strong>en</strong> dan ook niet alle<strong>en</strong>veel Nederlanders maar ook veel buit<strong>en</strong>landers uit andere rijke westerse land<strong>en</strong>,zoals Engeland <strong>en</strong> de V.S. Het milieu omvat grote del<strong>en</strong> van historisch Amsterdam<strong>en</strong> de Gracht<strong>en</strong>gordel <strong>en</strong> e<strong>en</strong> omvangrijk gebied t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van het Vondelpark.De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in het welgesteld stedelijk milieu zijn duidelijk welvar<strong>en</strong>der, niet alle<strong>en</strong>in term<strong>en</strong> van geld maar ook in woonoppervlak per capita. In het c<strong>en</strong>trummilieumoet m<strong>en</strong> met minder woonmeters g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Dat is wellicht ook de red<strong>en</strong>waarom de beweeglijkheid groter is. Hoge prijz<strong>en</strong> voor weinig woonoppervlakmak<strong>en</strong> dit milieu tot e<strong>en</strong> gebied van kortwon<strong>en</strong>de huishoud<strong>en</strong>s.De milieus c<strong>en</strong>trumrand <strong>en</strong> aansluiting vull<strong>en</strong> het overgrote deel van wat m<strong>en</strong> deuitstralingszone kan noem<strong>en</strong> van c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> welgesteld stedelijk: grote del<strong>en</strong> vande neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuwse gordel, de ’20-’40 bebouwing <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele naoorlogsebuurt<strong>en</strong>. De milieus mak<strong>en</strong> op veel plaats<strong>en</strong> e<strong>en</strong> proces door van e<strong>en</strong> gematigdnaar e<strong>en</strong> hoger sociaal-economisch niveau. De <strong>bij</strong>drage aan de <strong>woningmarkt</strong><strong>dynamiek</strong>ligt op het normale Amsterdamse niveau. Vooral in het aansluitingmilieugaat dit gepaard met e<strong>en</strong> hoge graad van vergrijzing.De drie milieus stadsvernieuwing e.a., transitie <strong>en</strong> overgang ligg<strong>en</strong> sociaal-economischgezi<strong>en</strong> onder het stedelijk gemiddelde. In het transitiemilieu gaat ditgepaard met e<strong>en</strong> <strong>bij</strong>zonder snelle doorstroming. Het overgangsmilieu heeft opveel plaats<strong>en</strong> e<strong>en</strong> duale bevolkingsstructuur. De vergrijsde autochtone bevolking isnog sterk aanwezig <strong>en</strong> tegelijkertijd groeit het aandeel allochtone gezinshuishoud<strong>en</strong>s.Veel van de betreff<strong>en</strong>de buurt<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> sinds hun bouw na de TweedeWereldoorlog hun eerste radicale bevolkingsverjonging mee. In het transitiemilieuis deze beweging al langer aan de gang. Daar is ge<strong>en</strong> gewortelde pioniersg<strong>en</strong>eratiegekom<strong>en</strong> of deze is inmiddels grot<strong>en</strong>deels vertrokk<strong>en</strong>. De demografischerem die van zo’n eerdere bewonersg<strong>en</strong>eratie uitgaat is weggevall<strong>en</strong>, <strong>en</strong> sommigebuurt<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> vrij langdurig op e<strong>en</strong> punt van lage sociaal-economische status <strong>en</strong>hoge bevolkings<strong>dynamiek</strong> stek<strong>en</strong>. In het stadsvernieuwingsmilieu is, door debouw van overweg<strong>en</strong>d sociale woningbouw in de jar<strong>en</strong> tachtig, het sociaal-economisch<strong>en</strong>iveau ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s laag. Ook hier is de <strong>woningmarkt</strong><strong>dynamiek</strong> gematigd.De wat kleinere, veelal minder welgestelde huishoud<strong>en</strong>s in dit milieu houd<strong>en</strong> hunhuurwoning voor lange tijd aan. Meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> will<strong>en</strong> verhuiz<strong>en</strong> dan er inwerkelijkheid do<strong>en</strong>, vermoedelijk door e<strong>en</strong> gebrek aan mogelijkhed<strong>en</strong>.Nieuwbouw is beslist functioneel voor de doorstroming maar de beweeglijkepionierfase duurt maar kort. Dat blijkt ook uit het voorkom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> milieu dat d<strong>en</strong>ieuwbouw van vandaag <strong>en</strong> e<strong>en</strong> milieu dat de nieuwbouw van gister<strong>en</strong>repres<strong>en</strong>teert. Inbreiding is het nieuwste milieu met nog volop bewegelijkheid,maar afgaande op de m<strong>en</strong>ing van de pas gearriveerd bewoners wil m<strong>en</strong> nietopnieuw verhuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> is het na het afrond<strong>en</strong> van de bouwstroom snel gedaan metde <strong>dynamiek</strong>. In het stadsrandmilieu, met veel woning<strong>en</strong> uit de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig, isde <strong>woningmarkt</strong><strong>dynamiek</strong> al tot de laagste van de stad gaan behor<strong>en</strong>. Sociaaleconomischzijn de beide nieuwbouwmilieus versterking<strong>en</strong> van de stad, vooralomdat het mer<strong>en</strong>deel van de woning<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> woningbezit is. Beide milieus kunn<strong>en</strong>als stedelijke equival<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor won<strong>en</strong> in de regio. De woning<strong>en</strong>zijn modern, groot voor Amsterdamse begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed geoutilleerd. Veel vande woning<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in de vorm van e<strong>en</strong> balkon, terras of tuintje e<strong>en</strong> privé-buit<strong>en</strong>ruimte.Vergelek<strong>en</strong> met woning<strong>en</strong> in de groeikern is die buit<strong>en</strong>ruimte vaak bescheid<strong>en</strong>,maar wie daar op gesteld is krijgt <strong>en</strong>ig wisselgeld: e<strong>en</strong> woning in Amsterdam.6


Amsterdamse Woonmilieus 2003Zeker in het inbreidingsmilieu is de na<strong>bij</strong>heid van het historische deel van dehoofdstad e<strong>en</strong> factor van belang. M<strong>en</strong> kan milieus KNSM/Java-eil<strong>en</strong>ad,Borneo/Spor<strong>en</strong>burg, Omval <strong>en</strong> Park de Meer zi<strong>en</strong> als functionele versterking<strong>en</strong> vanof aanvulling<strong>en</strong> op de c<strong>en</strong>trale milieus als c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> welgesteld stedelijk. Uitverhuisbeweging<strong>en</strong> blijkt deze relatie ook duidelijk. Het stadsrandmilieu is voorhet mer<strong>en</strong>deel van de buurt<strong>en</strong> die hier onder vall<strong>en</strong> meer vergelijkbaar met degroeikern. In Geuz<strong>en</strong>veld-west, De Aker, De Twiskes <strong>en</strong> Jeugdland is het c<strong>en</strong>trumvan Amsterdam gemet<strong>en</strong> in reistijd <strong>bij</strong>na net zo ver als vanuit Purmer<strong>en</strong>d, Almereof Hoofddorp. Het laagbouwkarakter van deze milieus stemt ook meer overe<strong>en</strong>met dat in de voorstad.Overig<strong>en</strong>s zijn de beide nieuwbouwmilieus niet de <strong>en</strong>ige milieus waar nieuwewoning<strong>en</strong> staan, maar in de andere milieus wordt het karakter overheerst dooroudere bebouwing. Zo is in het c<strong>en</strong>trummilieu <strong>en</strong> het c<strong>en</strong>trumrandmilieu hetaandeel woning<strong>en</strong> gebouwd na 1980 respectievelijk 11% <strong>en</strong> 18%. In deze c<strong>en</strong>tralewoonmilieus heeft nieuwbouw in veel gevall<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong> op losse percel<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> de bestaande bebouwing <strong>en</strong> in sommige gevall<strong>en</strong> omvat de nieuwbouwgehele bouwblokk<strong>en</strong>.Verandering<strong>en</strong> in de posities van de milieusDe milieus zijn tot stand gekom<strong>en</strong> met de statistiek van 2003, maar door gegev<strong>en</strong>suit verschill<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> over de milieu-indeling te analyser<strong>en</strong> krijgt m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beeldvan de verandering<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijke verandering is dat de sociaal-economischeverschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de milieus to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Dat blijkt uit twee jaargang<strong>en</strong> van hetonderzoek Won<strong>en</strong> in Amsterdam. Welgesteld stedelijk vestigt zich duidelijkeraan de top van de hiërarchie terwijl de inkom<strong>en</strong>ssituatie in het transitiemilieuverslechtert. De inkom<strong>en</strong>sverdeling over de milieus vertoont grote overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>met de verdeling naar eig<strong>en</strong>domscategorieën. Juist in het welgesteld stedelijkmilieu is er groei van het eig<strong>en</strong>woningbezit door omzetting<strong>en</strong> vanuit de huursector,met name de particuliere huursector. In de beide nieuwbouwmilieus is hetinkom<strong>en</strong>sniveau, gerelateerd aan het grote eig<strong>en</strong>woningbezit, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s hoog.In het stadsrandmilieu zijn er mom<strong>en</strong>teel reeds <strong>en</strong>kele signal<strong>en</strong> die wijz<strong>en</strong> opdaling van de waardering voor het won<strong>en</strong> in dit milieu, maar nog niet in ambitiesom te verhuiz<strong>en</strong>. De waardering voor de woning<strong>en</strong> zelf is overig<strong>en</strong>s uitgesprok<strong>en</strong>positief maar die voor de woonomgeving is matig <strong>en</strong> neemt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> af.Er is <strong>bij</strong>voorbeeld meer waardering voor de parkeermogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> bereikbaarheiddan voor de esthetische kwaliteit van de omgeving. Het lijkt ook iets metverminderde veiligheid te mak<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>. Iets soortgelijks geldt voor de doorbewoners geschatte verkoopprijz<strong>en</strong> van koopwoning<strong>en</strong> in dit milieu. Deze ligg<strong>en</strong>inmiddels onder het Amsterdams gemiddelde terwijl die in het inbreidingsmilieudaar ruim bov<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>.Deze beweging<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan dat de posities van milieus op de <strong>woningmarkt</strong> aanverandering onderhevig zijn <strong>en</strong> dat deze verandering<strong>en</strong> soms betrekkelijk snelgaan. Elk nieuwbouwmilieu heeft ooit, in de tijd dat ze gebouwd werd<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> vande hoogste kwaliteitsniveaus gerepres<strong>en</strong>teerd, simpelweg omdat nieuwe woning<strong>en</strong>meestal groter <strong>en</strong> beter zijn dan oude. Na verloop van <strong>en</strong>ige tijd treedtabsoluut <strong>en</strong> relatief kwaliteitsverlies op. De kwaliteitsstandaard<strong>en</strong> rekk<strong>en</strong> in deloop der tijd verder op <strong>en</strong> de top van de hiërarchie wordt weer ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong> doorandere, nieuwere woonwijk<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die het zich kunn<strong>en</strong> veroorlov<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>mogelijkhed<strong>en</strong> om hun woonsituatie te verbeter<strong>en</strong> <strong>en</strong> er treedt e<strong>en</strong> proces vanverhuizing<strong>en</strong> <strong>en</strong> geleidelijke sociaal-economische daling op. De huidige situatie7


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>van de naoorlogse tuinsted<strong>en</strong> <strong>en</strong> de nog later gebouwde Bijlmermeer <strong>en</strong> V<strong>en</strong>serpolderton<strong>en</strong> aan hoe snel dit dalingsproces kan gaan. Overig<strong>en</strong>s zijn er ook voorbeeld<strong>en</strong>van snelle stijging. Op het mom<strong>en</strong>t dat in de Bijlmer, in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig,de nieuwste modernste woning<strong>en</strong> gebouwd werd<strong>en</strong>, heerste er in de Binn<strong>en</strong>stadleegstand <strong>en</strong> verval. Er war<strong>en</strong> nog totaal ge<strong>en</strong> voortek<strong>en</strong><strong>en</strong> van de revitalisatie vanhet historische c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuwse gordel, die mom<strong>en</strong>teelpromin<strong>en</strong>t in de milieukaart aanwezig zijn.Ook de vergelijking van de huidige woonmilieukaart met die van 2001 levertindicaties voor versterking van de milieuprofiel<strong>en</strong>. Eig<strong>en</strong>woningbezit of huur,hogere versus lagere inkom<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>stelling naar etnische groep<strong>en</strong> zijn debelangrijkste factor<strong>en</strong> waarlangs de woonmilieus langzaam maar zeker van sam<strong>en</strong>stellinggaan verander<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook ruimtelijk gezi<strong>en</strong> verschuiv<strong>en</strong>. Los van dezegrotere verschuiving<strong>en</strong> die over het hele stedelijke woongebied plaatsvind<strong>en</strong>, zijner aanwijzing<strong>en</strong> voor snellere positieverschuiving<strong>en</strong> op het niveau van buurt<strong>en</strong>afzonderlijk, al is het moeilijk om te zegg<strong>en</strong> of deze beweging<strong>en</strong> structureel zijn.De Czaar Peterbuurt is e<strong>en</strong> voorbeeld van opschuiving naar e<strong>en</strong> rustiger milieutype.In de Bijlmermeer komt e<strong>en</strong> aantal buurt<strong>en</strong> voor, aan de rand<strong>en</strong> van hethuidige vernieuwingsgebied, waar het profiel van het transitiemilieu zich verstevigt.Andere buurt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van probleemindicator<strong>en</strong> zijn hetnoordoostelijke deel van de Indische buurt, Landlust in Bos <strong>en</strong> Lommer, Osdorp-Noord <strong>en</strong> het noordelijke deel van Overtoomse Veld.Sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> van fysieke kwaliteit <strong>en</strong> maatschappelijke particpatieDe ruimtelijke differ<strong>en</strong>tiatie naar woonkwaliteit is bepal<strong>en</strong>d voor de sam<strong>en</strong>stellingvan de bevolking ter plaatse <strong>en</strong> in de omgekeerde bewering schuilt ook veel waarheid.In ieder geval ontstaat door de herhaalde pres<strong>en</strong>tatie van de ti<strong>en</strong> woonmilieusop e<strong>en</strong> veelheid van thema’s het beeld van e<strong>en</strong> hiërarchie. Er komt steedsongeveer hetzelfde rijtje tevoorschijn met hogere <strong>en</strong> lagere inkom<strong>en</strong>s, meer ofminder huurwoning<strong>en</strong>. Maar ook met e<strong>en</strong> hogere of e<strong>en</strong> lagere waardering voor dekwaliteit van de woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> de kwaliteit van de woonomgeving, met grotere ofkleinere w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> om de veiligheid of de woonomgeving aan te pakk<strong>en</strong>. En ook mete<strong>en</strong> hogere graad van welzijn of participatie in de sam<strong>en</strong>leving of juist e<strong>en</strong> lagere.In het algeme<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> sterkere positie in de sam<strong>en</strong>levingzich conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> in woonmilieus die hoger in het bedoelde rijtje staan <strong>en</strong>m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met zwakkere posities in de milieus lager in de rij. Daarmee is overig<strong>en</strong>sniet gezegd dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voordeel of nadeel hebb<strong>en</strong> van het won<strong>en</strong> temidd<strong>en</strong> vanm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> sterke of zwakke positie. Voor deze beïnvloeding door na<strong>bij</strong>heidbestaan zowel bewijz<strong>en</strong> als teg<strong>en</strong>bewijz<strong>en</strong>. Er is ook niet mee gezegd dat Amsterdame<strong>en</strong> gesegregeerde stad is. Want hoeveel verschil mag er zijn om van segregatiete sprek<strong>en</strong>?Het selectieve <strong>woningmarkt</strong>proces, uitmond<strong>en</strong>d in bevolkingsverschill<strong>en</strong> voor demilieus van onderscheid<strong>en</strong>de kwaliteit, is op zichzelf e<strong>en</strong> resultaat van de markt.De verschill<strong>en</strong> zijn niet bezwaarlijk zolang in de milieus lager in de rij het passer<strong>en</strong>van bepaalde kwalitatieve ondergr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> bewaakt wordt.Het stedelijke vernieuwingsbeleid is er voor bedoeld om op aangewez<strong>en</strong> plekk<strong>en</strong>in de stad het kwaliteitsniveau weer bov<strong>en</strong> de kritische drempelwaarde uit te till<strong>en</strong>.Die kwaliteitsverbetering is mom<strong>en</strong>teel in uitvoering of in voorbereiding in e<strong>en</strong>groot aantal buurt<strong>en</strong> die tot het transitie- <strong>en</strong> het overgangsmilieu behor<strong>en</strong>.Omdat het in betreff<strong>en</strong>de milieus op veel plaats<strong>en</strong> ook niet goed gesteld is met8


Amsterdamse Woonmilieus 2003het participati<strong>en</strong>iveau van de bevolking, wordt niet volstaan met fysieke verbeteringsmaatregel<strong>en</strong>.Scholing, bevordering van de arbeidsparticipatie <strong>en</strong> armoedebestrijdingzijn noodzakelijke maatregel<strong>en</strong> om het sociale kapitaal van debevolking van deze milieus te versterk<strong>en</strong>. Het zal h<strong>en</strong> ook help<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterkerepositie op de <strong>woningmarkt</strong> te verwerv<strong>en</strong>, uitmond<strong>en</strong>d in grotere mogelijkhed<strong>en</strong>om de woonsituatie in overe<strong>en</strong>stemming te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>.Toekomstige amsterdamse woonmilieusDe stedelijke vernieuwing, die overweg<strong>en</strong>d plaatsvindt in de naoorlogse woongebied<strong>en</strong>,zal grote invloed hebb<strong>en</strong> op de stedelijke woningvoorraad. Er word<strong>en</strong>de kom<strong>en</strong>de dec<strong>en</strong>nia duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> woning<strong>en</strong> gesloopt <strong>en</strong> nog meer nieuwewoning<strong>en</strong> teruggebouwd. Dat zal e<strong>en</strong> flinke kwaliteitsimpuls oplever<strong>en</strong> in de del<strong>en</strong>van de stad die mom<strong>en</strong>teel door het transitie- <strong>en</strong> het overgangsmilieu gekleurdword<strong>en</strong>. Als bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de sociale activering zijn vrucht<strong>en</strong> afwerpt zal ook hetsociaal-economische niveau van deze milieus stijg<strong>en</strong>. Daarnaast vindt op uitbreidingslocatieszoals IJburg, IJ-oevers <strong>en</strong> Zuidas e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke nieuwbouwplaats. Nieuwbouw <strong>en</strong> vernieuwing leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> sterke verandering van de voorraad.Zeker de eig<strong>en</strong>domsverdeling wordt geheel anders dan nu, daar<strong>bij</strong> ook noge<strong>en</strong>s geholp<strong>en</strong> door omzetting van huurwoning<strong>en</strong> naar koopwoning<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong> 2015zal de koopsector ongeveer verdubbel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van nu. Zeker omdat deverdeling naar eig<strong>en</strong>dom <strong>en</strong> de ontwikkeling hierin bepal<strong>en</strong>d geblek<strong>en</strong> is voor demilieustructuur, mog<strong>en</strong> we verwacht<strong>en</strong> dat de milieudiffer<strong>en</strong>tiatie nog weer aanzi<strong>en</strong>lijkgaat verschuiv<strong>en</strong> in de kom<strong>en</strong>de dec<strong>en</strong>nia. Precies zijn deze ontwikkeling<strong>en</strong>niet te bepal<strong>en</strong>. Wel kan m<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> dat er rond 2015 nog steeds gebied<strong>en</strong>zijn die gek<strong>en</strong>merkt word<strong>en</strong> door fysieke kwaliteitsarmoede <strong>en</strong> welzijnsachterstand<strong>en</strong>.Het zull<strong>en</strong> vermoedelijk de gebied<strong>en</strong> zijn waar nu al <strong>en</strong>ige t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> tebespeur<strong>en</strong> zijn in deze richting, terwijl de situatie mom<strong>en</strong>teel nog te goed is om inaanmerking te kom<strong>en</strong> voor stedelijke vernieuwing. Veel van de buurt<strong>en</strong> uit de jar<strong>en</strong>tachtig stadsvernieuwing zull<strong>en</strong> waarschijnlijk tot deze categorie behor<strong>en</strong>, maarook bepaalde onderdel<strong>en</strong> van de naoorlogse woningvoorraad zoals Reigersbos <strong>en</strong>Hol<strong>en</strong>drecht.Ook rec<strong>en</strong>tere toevoeging<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> die tijd vermoedelijk al e<strong>en</strong> zodanigedaling op de ladder dat de norm<strong>en</strong> van kwaliteit <strong>en</strong> welzijn gecontroleerd moet<strong>en</strong>word<strong>en</strong>. Het oudere deel van het huidige stadsrandmilieu, met als voorbeeld Geinin Zuidoost, kan zich in deze richting ontwikkel<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s zal rond 2015 ook d<strong>en</strong>ieuwbouw van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> rond de eeuwwisseling al weer te mak<strong>en</strong>krijg<strong>en</strong> met de marktwerking van de hoog in de hiërarchie geplaatste nieuwst<strong>en</strong>ieuwbouw op IJburg, de IJ-oever <strong>en</strong> in Parkstad. Er do<strong>en</strong> zich in deze ‘nieuwbouwvan vroeger’ dan nog ge<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> voor, maar de huidige glans is er af.Vermoedelijk zal er in de c<strong>en</strong>trale gebied<strong>en</strong>, de zuidsector <strong>en</strong> de gebied<strong>en</strong> diehierop aansluit<strong>en</strong> weinig positieverschuiving zijn.Door de k<strong>en</strong>nisint<strong>en</strong>sivering van de Amsterdamse economie zal het legio<strong>en</strong> vancultuurgerichte k<strong>en</strong>niswerkers woongeleg<strong>en</strong>heid blijv<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> in de na<strong>bij</strong>heidvan het c<strong>en</strong>traal-stedelijke cultuur- <strong>en</strong> recreatieaanbod. De zone met aantrekkingskrachtop hoogopgeleide m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met kleine huishoud<strong>en</strong>s zal mogelijk nog <strong>en</strong>igszinsgroei<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van nu.Regionale plaatsingOverig<strong>en</strong>s zal de Amsterdamse nieuwbouw niet de <strong>en</strong>ige nieuwbouw zijn in deregio. De plaatsing van de Amsterdamse milieus in e<strong>en</strong> proces van stijging, daling<strong>en</strong> consolidatie van posities, speelt zich af in e<strong>en</strong> regio die steeds complexer wordt.9


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>De onderlinge sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> versterk<strong>en</strong> zich in e<strong>en</strong> gebied dat de noordvleugelvan de Randstad wordt g<strong>en</strong>oemd.Amsterdam wordt omringd door sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> plaats<strong>en</strong> die zelf al meer dan 100.000inwoners tell<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de periode 2010-2030 word<strong>en</strong> er in het gehele gebied150.000 woning<strong>en</strong> <strong>bij</strong>gebouwd. Dat is net zo veel als er nu in Haarlem, Haarlemmermeer<strong>en</strong> Amstelve<strong>en</strong> <strong>bij</strong> elkaar staan. Het c<strong>en</strong>trale gebied van Amsterdam zalwel apart in zijn soort blijv<strong>en</strong>. Hier staat e<strong>en</strong> <strong>bij</strong>zondere combinatie van historiciteit<strong>en</strong> stedelijke functiem<strong>en</strong>ging garant voor de eerder g<strong>en</strong>oemde cultureel-recreatieveaantrekkingskracht. De overige del<strong>en</strong> van Amsterdam, ook de nieuwbouw inde uitbreidingsgebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> de stedelijke vernieuwingsgebied<strong>en</strong>, staan meer <strong>en</strong>meer bloot aan regionale concurr<strong>en</strong>tie. Is de kwaliteit van het won<strong>en</strong> daar beter ofslechter dan op andere plaats<strong>en</strong> in de vertakk<strong>en</strong>de metropool?De concurr<strong>en</strong>tie is niet nieuw, in de periode 1965-1985 verloor Amsterdam persaldo 200.000 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> omdat vel<strong>en</strong> naar de regio verhuisd<strong>en</strong> om de in Amsterdamgestarte wooncarrière voort te zett<strong>en</strong>. De concurr<strong>en</strong>tie begint zich echter op e<strong>en</strong>hoger schaalniveau af te spel<strong>en</strong>. Haarlem is voor e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>d aantal Amsterdammersdie niet gecharmeerd zijn van nieuwbouw e<strong>en</strong> alternatief geword<strong>en</strong>.Almere is inmiddels ook voor Surinamers e<strong>en</strong> aantrekkelijke plaats om naartoe teverhuiz<strong>en</strong> terwijl deze groep zo sterk op Amsterdam <strong>en</strong> met name Zuidoostgericht was.10


Amsterdamse Woonmilieus 2003hoofdstuk 1 Inleiding: woonmilieus alsactuele marktcombinaties1.1 Verschuiv<strong>en</strong>d ev<strong>en</strong>wichtAmsterdam heeft de laatste jar<strong>en</strong> te kamp<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verstopte <strong>woningmarkt</strong>.Het is e<strong>en</strong> uiting van het succes dat de hoofdstad het voor<strong>bij</strong>e dec<strong>en</strong>nium meemaakt.De vraag naar koopwoning<strong>en</strong> is zo hoog dat de prijz<strong>en</strong> tot onstedelijkehoogt<strong>en</strong> zijn opgestuwd. M<strong>en</strong> kan ook zegg<strong>en</strong>, stedelijk won<strong>en</strong> is inmiddels ge<strong>en</strong>ondergewaardeerde vorm van won<strong>en</strong> meer in Nederland. Dat uit zich in prestige,in hoge prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de g<strong>en</strong>eigdheid, als m<strong>en</strong> e<strong>en</strong>maal e<strong>en</strong> hoogbegeerde woningverworv<strong>en</strong> heeft, om die woning te koester<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet meer weg te gaan. Het uitzich ev<strong>en</strong>zeer in de huurmarkt. Het aantal reacties op vrijgekom<strong>en</strong> huurwoning<strong>en</strong>beloopt in de hooggewaardeerde stukk<strong>en</strong> van de stad gemiddeld meer dan 150per woning. Deze aantall<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins gerelativeerd word<strong>en</strong> met dat eronder deze reacties veel marktverk<strong>en</strong>ners zijn die hun opgebouwde woonduurjar<strong>en</strong>alle<strong>en</strong> na e<strong>en</strong> kritische kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analyse omzett<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> verhuizing.Ook uit het nationale Woningbehoefteonderzoek (WBO) kom<strong>en</strong> cijfers naar vor<strong>en</strong>die het succes van Amsterdam onderstrep<strong>en</strong>: op basis van urg<strong>en</strong>t woningzoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong>is er in de regio Amsterdam (ROA) e<strong>en</strong> tekort van 23.000 woning<strong>en</strong> [1].Amsterdam heeft de laatste tijd te weinig gebouwd. De stad is er onvoldo<strong>en</strong>de ingeslaagd de woningvraag onder eig<strong>en</strong> bewoners <strong>en</strong> aspirant-Amsterdammers tematerialiser<strong>en</strong>. Het is Amsterdam eind jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig niet gelukt het compactestad-elan van de jar<strong>en</strong> tachtig <strong>en</strong> begin neg<strong>en</strong>tig vast te houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> woningproductiesvan 5.000 per jaar te hal<strong>en</strong>. En, er is inmiddels zo veel aan de marktbouwersovergelat<strong>en</strong> dat het bouwproces gevoelig geword<strong>en</strong> is voor de grill<strong>en</strong> van demarkt. Bouwers gaan met hun planning schuiv<strong>en</strong> zodra kopers, na e<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>niumvan koopprijsinflatie, iets kritischer naar het geld kijk<strong>en</strong>. De voorspelling dat IJburg– omdat het op deze opgespot<strong>en</strong> zandplaat veel makkelijker bouw<strong>en</strong> is dan op degecompliceerde herstructureringslocaties – tot mooie productiecijfers zou leid<strong>en</strong>,is tot op hed<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> waarheid geword<strong>en</strong>. Kopers wijk<strong>en</strong> daarom uit naar woning<strong>en</strong>in de voorraad of naar buit<strong>en</strong> Amsterdam.M<strong>en</strong> kan dus zegg<strong>en</strong> dat de huidige verstopping zowel het gevolg is van hetAmsterdamse succes als van het Amsterdamse fal<strong>en</strong>. De populariteit van hetwon<strong>en</strong> in de hoofdstad houdt, sam<strong>en</strong> met het gebrek aan voldo<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong>om wooncarrière te mak<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> die geliefde woonstad, de <strong>woningmarkt</strong>op kruipsnelheid.Toch gaat ook in deze periode van verstopping de bevolkings<strong>dynamiek</strong> door, al ishet in e<strong>en</strong> wat lager tempo. In de vier jar<strong>en</strong> van het nieuwe mill<strong>en</strong>nium vertrekk<strong>en</strong>er jaarlijks globaal 42.000 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit Amsterdam waarvoor er 40.000 retourkom<strong>en</strong>. Met e<strong>en</strong> veel hoger aantal geboort<strong>en</strong> dan sterfgevall<strong>en</strong> (ruim 10.000versus ruim 6.500) boek<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> bescheid<strong>en</strong> bevolkingsgroei. Ondertuss<strong>en</strong> verhuiz<strong>en</strong>er jaarlijks omstreeks 67.000 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> Amsterdam. Ondanks dat deze[1] Vermaz<strong>en</strong> (2003)11


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>verhuiscijfers historisch laag ligg<strong>en</strong> (vergelijk: in de jar<strong>en</strong> 1981-1995 elk jaar bov<strong>en</strong>de 80.000) gaat het jaarlijks toch om 8 à 9 proc<strong>en</strong>t van de bevolking. Ondertuss<strong>en</strong>verandert ook de woningvoorraad. Weliswaar is mom<strong>en</strong>teel ook het saldo vantoegevoegde woning<strong>en</strong> historisch laag, maar toch groeit de woningvoorraad jaarlijksmet circa 2.000 woning<strong>en</strong>. Omdat de globaal 4.000 woning<strong>en</strong> die word<strong>en</strong>toegevoegd e<strong>en</strong> veel hogere woonkwaliteit hebb<strong>en</strong> dan de 2.000 die verdwijn<strong>en</strong>,verandert de kwaliteit van de voorraad. Ondertuss<strong>en</strong> gaat overal in de voorraadhet proces van slijtage door <strong>en</strong> word<strong>en</strong> er continu verbeteringsingrep<strong>en</strong> <strong>en</strong> r<strong>en</strong>ovatiesuitgevoerd. Er word<strong>en</strong> daarnaast duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> omzetting<strong>en</strong> in de bezitsvormuitgevoerd, huurverhoging<strong>en</strong> in rek<strong>en</strong>ing gebracht <strong>en</strong> op de markt van koophuiz<strong>en</strong>treedt pas rec<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> lichte k<strong>en</strong>tering op in de prijsstijging die juist in Amsterdamjar<strong>en</strong>lang extreem geweest is.De beweging<strong>en</strong> in bevolking <strong>en</strong> woningvoorraad leid<strong>en</strong> ertoe dat de combinatievan beide groothed<strong>en</strong> nooit hetzelfde blijft, ook niet in e<strong>en</strong> periode dat de <strong>woningmarkt</strong>minimaal beweegt. Die verandering<strong>en</strong> manifester<strong>en</strong> zich in het <strong>bij</strong>zonder inde onderdel<strong>en</strong> van het stedelijk weefsel: buurt<strong>en</strong>, wijk<strong>en</strong>, stadsdel<strong>en</strong> met hun<strong>bij</strong>zonderhed<strong>en</strong> op het gebied van bevolkingsopbouw, woningk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, op<strong>en</strong>bareruimte <strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Buurt<strong>en</strong> <strong>en</strong> woongebied<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbeeldigeplaats in e<strong>en</strong> rangorde van hoge kwaliteit naar lage kwaliteit, van hoogaanzi<strong>en</strong> naar laag aanzi<strong>en</strong>, bewoond door deze bevolkingsgroep<strong>en</strong> of met juistweer e<strong>en</strong> heel andere sociale sam<strong>en</strong>stelling. De plaats op die d<strong>en</strong>kbeeldige schaalverschuift, langzaam of snel, naar bov<strong>en</strong> of naar onder <strong>en</strong> vice versa. Kwaliteitsverandering<strong>en</strong><strong>en</strong> sociaal-demografische verandering<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> soms aan hetEngels ontle<strong>en</strong>de term<strong>en</strong> mee als downgrading <strong>en</strong> upgrading, filtering, gettovorming,revitalisering, g<strong>en</strong>trification [2].In 2002 werd in het rapport Doorstroming of Verstopping? e<strong>en</strong> indeling vanAmsterdamse woonmilieus gepres<strong>en</strong>teerd [3]. Deze woonmilieutypologie geefte<strong>en</strong> beeld van de plaats van de Amsterdamse buurt<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbeeldigeschaal, waar de verschill<strong>en</strong>de groothed<strong>en</strong> als woonkwaliteit, omgevingskwaliteit,bevolkingskarakteristiek <strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>bij</strong> elkaar kom<strong>en</strong>. Zijn er in Amsterdam zoveelverandering<strong>en</strong> dat er nu al weer e<strong>en</strong> nieuwe indeling naar woonmilieus nodig is?Die vraag was het uitgangspunt voor het huidige rapport. Het antwoord is bevestig<strong>en</strong>d<strong>en</strong> het resultaat is e<strong>en</strong> nieuwe indeling op basis van e<strong>en</strong> dataset van1 januari 2003. De woonmilieu-indeling is, net zoals die van 2001, per definitie e<strong>en</strong>mom<strong>en</strong>topname. Juist door niet alle<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s van het woning<strong>en</strong>bestand <strong>en</strong> dewoonomgeving in de analyse te betrekk<strong>en</strong>, maar ook gegev<strong>en</strong>s over de bevolking,is de indeling e<strong>en</strong> tijdgebond<strong>en</strong> opname van de <strong>woningmarkt</strong>situatie. Buurt<strong>en</strong>gaan meer op andere buurt<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong>, of beweg<strong>en</strong> zich juist in e<strong>en</strong> andere richting.Interpretatie van de nieuwe t<strong>en</strong> opzichte van de oude indeling weerspiegelt deverschuiving<strong>en</strong> in het kracht<strong>en</strong>spel, de <strong>dynamiek</strong> van het stedelijk weefsel.De indeling van 2003 moet daarom gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ‘update’ met opnieuwe<strong>en</strong> korte houdbaarheid. Juist in het periodiek herhal<strong>en</strong> van de analyse schuilt demogelijkheid om de beweging<strong>en</strong> in de stad te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>.[2] Dignum (2003)[3] Idem12


Amsterdamse Woonmilieus 20031.2 Milieus als sociaal-fysieke marktcombinatiesWoonmilieub<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> zijn mom<strong>en</strong>teel populair. Dat heeft te mak<strong>en</strong> met detoeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is van de markt <strong>bij</strong> vestigingsplaatsoverweging<strong>en</strong> van bevolking,bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Overhed<strong>en</strong>, zoals geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, voel<strong>en</strong> zichgedwong<strong>en</strong> om actief te zijn op die markt <strong>en</strong> zijn erop gericht om sterke actor<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> hun gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> of te krijg<strong>en</strong>. Er is daarom behoefte om de uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>deprofiel<strong>en</strong> van woongebied<strong>en</strong> te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, om vervolg<strong>en</strong>s de sterke del<strong>en</strong> inde etalage te plaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> de zwakke del<strong>en</strong> te herprofiler<strong>en</strong>.Woonmilieu-indeling<strong>en</strong> zijn ervoor bedoeld om de onderscheiding<strong>en</strong> in deze profiel<strong>en</strong>te lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te, stad, regio of land. Met het toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>gebruik van woonmilieu-indeling<strong>en</strong> <strong>bij</strong> beleid is ook geblek<strong>en</strong> dat er verschill<strong>en</strong>deb<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> zijn. De verschill<strong>en</strong>de b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> ieder hun eig<strong>en</strong> specifiekebruikbaarheid op.Woonmilieu-indeling<strong>en</strong> zijn er in globaal vijf soort<strong>en</strong>. De eerste soort kan dested<strong>en</strong>bouwkundig-morfologische typologie g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> indelingvan e<strong>en</strong> stad, regio, of land in milieus die zich van elkaar onderscheid<strong>en</strong> op dek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> de woonomgeving. Het Amsterdamse voorbeeldis de indeling naar ruimtelijke system<strong>en</strong>, gemaakt voor welstandsbeleid. De stadwordt ingedeeld in 15 onderdel<strong>en</strong> die de historische periodes in de woningbouwtraditierepres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>: de c<strong>en</strong>trale del<strong>en</strong> met geslot<strong>en</strong> bouwblokk<strong>en</strong>, de naoorlogsestrok<strong>en</strong>bouw van het Amsterdams Uitbreidingsplan (AUP), et cetera [4].E<strong>en</strong> Nederlands voorbeeld is de indeling die gebruikt wordt in het woningbehoefteonderzoek(WBO). Hier zijn het vooral fysieke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> als woningdichtheid <strong>en</strong>het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>bereik die de morfologische hiërarchie kleur gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tottypes als ‘landelijk bereikbaar’ <strong>en</strong> ‘stedelijk naoorlogs compact’. E<strong>en</strong> belangrijkvoordeel van deze indeling is de nationale reikwijdte.E<strong>en</strong> tweede type woonmilieu-indeling ontle<strong>en</strong>t zijn inhoud met name aan hetontwerp van de woning<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> begr<strong>en</strong>sde ruimte <strong>bij</strong> elkaar staan. M<strong>en</strong> zoudit de planologisch-ontwerp typologie kunn<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>. Er word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>destukk<strong>en</strong> stad of dorp beschrev<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> min of meer herk<strong>en</strong>baar <strong>en</strong>semble vanwoningsoort<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong>: e<strong>en</strong>gezinswoning<strong>en</strong>, maisonnettes, her<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>.Vaak word<strong>en</strong> aan deze indeling<strong>en</strong> ook noties over de uitstraling of het imago vandeze woning<strong>en</strong>verzameling <strong>en</strong> zijn <strong>bij</strong>behor<strong>en</strong>de op<strong>en</strong>bare ruimte meegegev<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> voorbeeld van deze b<strong>en</strong>adering is de woonmilieuprofiel<strong>en</strong>-atlas van degeme<strong>en</strong>te Rotterdam, met e<strong>en</strong> sterk cijfermatige gerichtheid op grondexploitatievooral bedoeld als planologisch instrum<strong>en</strong>t [5]. In sommige voorbeeld<strong>en</strong> word<strong>en</strong>dergelijke <strong>en</strong>sembles in visueel aantrekkelijke salontafelboek<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> waar<strong>bij</strong>verwijzing<strong>en</strong> gemaakt word<strong>en</strong> naar de pass<strong>en</strong>dheid van woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> omgevingvoor huishoud<strong>en</strong>s met bepaalde leefstijl<strong>en</strong>.Bij de derde soort, de leefstijltypologie, staat het uite<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> van de bevolking ingroep<strong>en</strong> met onderscheid<strong>en</strong>de interessesfer<strong>en</strong> voorop. Gebaseerd op k<strong>en</strong>nis uitomvangrijke <strong>en</strong>quêtes word<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> specifieke m<strong>en</strong>taliteit<strong>en</strong> consumptieve oriëntatie die ook uitstraalt naar de woonwereld. Zodra die[4] Geme<strong>en</strong>te Amsterdam (2004a)[5] Geme<strong>en</strong>te Rotterdam (2003)13


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>woondim<strong>en</strong>sie wordt toegevoegd, kan m<strong>en</strong> ook deze b<strong>en</strong>adering e<strong>en</strong> woonmilieutypologi<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>.Het vierde type is e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gvorm van de voorgaande twee. M<strong>en</strong> kan dat de woonmarketingtypologi<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>. Vanuit het planologische d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> word<strong>en</strong> klant<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>gedefinieerd of vanuit de klant<strong>en</strong>profiel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> fysieke settings als demeest geschikte getypeerd. Rec<strong>en</strong>t wordt deze b<strong>en</strong>adering ook in de sociale huurwereldgebruikt. De Rotterdamse corporatie Woonbron Maasoevers biedt woning<strong>en</strong>’te woon’ aan <strong>en</strong> geeft suggesties wie de pot<strong>en</strong>tiële klant<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn: voorwie deze woonsfeer geschikt is.De vijfde b<strong>en</strong>adering is de typologie van sociaal-fysieke marktcombinaties.Dat is de b<strong>en</strong>adering die in dit rapport gebruikt wordt. Bij deze manier van werk<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s van statistische gebied<strong>en</strong> verzameld uit zowel het sociale als hetfysieke domein. De analyse is gericht op het vind<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> groep<strong>en</strong>van ruimtelijke e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> (hier buurt<strong>en</strong>) op k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de woningvoorraad <strong>en</strong>de omgeving <strong>en</strong> op k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die de ‘sociale inhoud’ van die gebied<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>.De methode stamt uit de eerste helft van de vorige eeuw waarin Amerikaansesociolog<strong>en</strong> de basis legd<strong>en</strong> voor de ‘social area analysis’. Na de Tweede Wereldoorlogwordt de computer ingezet voor dergelijk onderzoekswerk.Dat is ook wat hier gebeurd is. Er wordt e<strong>en</strong> verzameling van gegev<strong>en</strong>s aangelegddie repres<strong>en</strong>tatief is voor de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de bevolking, de woningvoorraad <strong>en</strong>de omgeving. Vervolg<strong>en</strong>s wordt met e<strong>en</strong> computerprogramma e<strong>en</strong> analyse uitgevoerdom de grote hoeveelheid k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> terug te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> klein aantalgeme<strong>en</strong>schappelijke factor<strong>en</strong> waarna de buurt<strong>en</strong> op deze factor<strong>en</strong> word<strong>en</strong>verdeeld in groep<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zo groot mogelijke interne homog<strong>en</strong>iteit [6].In de analyse heeft de onderzoeker e<strong>en</strong> groot aantal beslismom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Welke variabel<strong>en</strong>word<strong>en</strong> verzameld? Welke variabel<strong>en</strong> do<strong>en</strong> uiteindelijk mee in de analyse?Welke buurt<strong>en</strong> do<strong>en</strong> mee in de analyse <strong>en</strong> welke vall<strong>en</strong> af omdat ze voor hetwon<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> relevante inhoud hebb<strong>en</strong>? Hoeveel buurtgroep<strong>en</strong> zou m<strong>en</strong> uiteindelijkwill<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om van e<strong>en</strong> goed interpreteerbare woonmilieutypologie tewill<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>? Niet te weinig omdat er dan nog te veel differ<strong>en</strong>tiatie binn<strong>en</strong> degroep blijft bestaan. Niet te veel omwille van de overzichtelijkheid. Wat doe je metgroep<strong>en</strong> die slechts uit <strong>en</strong>kele buurt<strong>en</strong> bestaan? De beslismom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> de technische<strong>bij</strong>zonderhed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> in de <strong>bij</strong>lage.1.3 Woonmilieus als meetlatWelke b<strong>en</strong>adering m<strong>en</strong> gebruikt hangt af van het doel dat m<strong>en</strong> voor og<strong>en</strong> heeft.Het is duidelijk dat de b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> vanuit marketing, leefstijl<strong>en</strong> <strong>en</strong> planologischontwerp meer gericht zijn op de actieve afstemming van aanbod op vraag.De sted<strong>en</strong>bouwkundig-morfologische <strong>en</strong> de sociaal-fysieke marktb<strong>en</strong>adering zijnmeer geschikt voor meting van de bestaande vraag-aanbodverhouding<strong>en</strong> in deruimtelijk gedefinieerde <strong>woningmarkt</strong>. De woonmilieu-b<strong>en</strong>adering van sociaalfysiekemarktcombinaties heeft daar<strong>bij</strong> als voordeel gebaseerd te zijn op de statistiekvan fysieke <strong>en</strong> sociale k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, om daarmee de gehele bevolking, woningvoorraad<strong>en</strong> woonomgeving te verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>. Dat maakt de b<strong>en</strong>adering zeergeschikt om als meetlat te gebruik<strong>en</strong> voor andere empirie op het sociale terrein,[6] Deze stapp<strong>en</strong> het<strong>en</strong> respectievelijk e<strong>en</strong> principale compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>analyse <strong>en</strong> e<strong>en</strong> clusteranalyse.14


Amsterdamse Woonmilieus 2003die niet gebaseerd is op statistiek maar op <strong>bij</strong>voorbeeld <strong>en</strong>quêtes. M<strong>en</strong> kan met<strong>en</strong>quêtemateriaal vaak slechts uitsprak<strong>en</strong> do<strong>en</strong> over grootschalige e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> zoalsstadsdel<strong>en</strong>, terwijl de soms aanzi<strong>en</strong>lijke karakterverschill<strong>en</strong> daarbinn<strong>en</strong> niet tot uitdrukkingkom<strong>en</strong>. De indeling naar woonmilieus lost dit probleem op omdat juistverschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> van de stad <strong>bij</strong> elkaar g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, die wat betrefthun inhoud sterk op elkaar lijk<strong>en</strong>. Dat vergroot de mogelijkhed<strong>en</strong> om de ruimtelijkeverschill<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>quêtegegev<strong>en</strong>s te besprek<strong>en</strong>. Deze b<strong>en</strong>adering werd toegepastin het rapport Staat van de Stad II [7] om aan te ton<strong>en</strong> hoezeer de verschill<strong>en</strong>in het participati<strong>en</strong>iveau van Amsterdammers e<strong>en</strong> ruimtelijke compon<strong>en</strong>t heeft.De b<strong>en</strong>adering le<strong>en</strong>t zich ook goed voor monitoring. M<strong>en</strong> kan resultat<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong>herhalingsonderzoek nogmaals teg<strong>en</strong> het licht houd<strong>en</strong> van de woonmilieu-meetlatom te zi<strong>en</strong> of er in de ruimtelijke verschill<strong>en</strong> iets veranderd is. Dat leidt er echterwel toe dat m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>maal gemaakte milieu-indeling wil behoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> beduchtis om de indeling aan te pass<strong>en</strong>. Het actualiser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> milieu-indeling houdtnamelijk het gevaar in dat de meetlat-analyses van e<strong>en</strong> aantal jaar geled<strong>en</strong> op losseschroev<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> te staan. Het kan namelijk zo zijn dat de conclusies die destijdsmet de oude meetlat getrokk<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> niet meer in dezelfde mate opgaan metde nieuwe milieu-indeling. Toch is dat maar e<strong>en</strong> schijnbezwaar omdat m<strong>en</strong> omgekeerdzou kunn<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat het niet verantwoord is rec<strong>en</strong>t empirisch materiaallangs e<strong>en</strong> oude meetlat te legg<strong>en</strong>. Het kan namelijk goed zijn dat de huidigeruimtelijke realiteit veranderd is sinds het mak<strong>en</strong> van die oude meetlat. Het staatde onderzoeker dus vrij om met e<strong>en</strong> oude meetlat vooruit te kijk<strong>en</strong> of met e<strong>en</strong>rec<strong>en</strong>te meetlat terug te kijk<strong>en</strong>.De belangrijkste red<strong>en</strong> om slechts na twee jaar met e<strong>en</strong> nieuwe indeling te kom<strong>en</strong>is echter niet om met de meest rec<strong>en</strong>te meetlat naar de ruimtelijke dim<strong>en</strong>sie inander onderzoeksmateriaal te kunn<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>. De belangrijkste red<strong>en</strong> isom te kunn<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> naar de ruimtelijke structuurverandering<strong>en</strong> op zich zelf.De woonmilieu-indeling volg<strong>en</strong>s de hier gehanteerde methode geeft e<strong>en</strong> actuelestand te zi<strong>en</strong> van de ruimtelijke combinatie van vastgoed <strong>en</strong> bevolking. Het woordactueel is hier cruciaal omdat, zoals hiervoor al aangegev<strong>en</strong>, woningvoorraad,omgeving <strong>en</strong> bevolking met al hun inhoudelijke <strong>en</strong> ruimtelijke <strong>bij</strong>zonderhed<strong>en</strong>steeds verander<strong>en</strong> <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> andere verhouding t<strong>en</strong> opzichte van elkaar staan.Het kijk<strong>en</strong> naar twee woonmilieu-indeling<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d jaar biedt daaromde mogelijkheid om naar de <strong>dynamiek</strong> in het stedelijk weefsel te kijk<strong>en</strong>. Die <strong>dynamiek</strong>kan m<strong>en</strong> interpreter<strong>en</strong> als <strong>woningmarkt</strong>verandering<strong>en</strong>, als verandering<strong>en</strong> inde functie van de verschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> van de stad.1.4 Indeling van het rapportHet rapport begint, in het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk, met de pres<strong>en</strong>tatie van de woonmilieusvan 2003, alsof de indeling van 2001 er niet was. De milieus word<strong>en</strong> op deeerste plaats beschrev<strong>en</strong> aan de hand van de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> uit het basismateriaalwaarmee de indeling tot stand gekom<strong>en</strong> is, maar om te voorkom<strong>en</strong> dat debeschrijving te veel het karakter krijgt van e<strong>en</strong> cijferopsomming word<strong>en</strong> ook watmeer kwalitatieve k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> meegegev<strong>en</strong>. In hoofdstuk 3 wordt de oude situatiemet de nieuwe indeling vergelek<strong>en</strong>. Dat gebeurt op e<strong>en</strong> aantal manier<strong>en</strong>. Doorsimpelweg de achterligg<strong>en</strong>de sociale, fysieke <strong>en</strong> ruimtelijke inhoud van beide indeling<strong>en</strong>te vergelijk<strong>en</strong>, maar ook door op e<strong>en</strong> aantal belangrijke variabel<strong>en</strong> op het[7] Lindeman, et al (2003)15


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>gebied van bevolkingsdiffer<strong>en</strong>tiatie, woningvoorraad <strong>en</strong> verhuis<strong>dynamiek</strong> tr<strong>en</strong>dste lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> voor de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> <strong>en</strong> speciaal gelet op de verandering<strong>en</strong> in dejar<strong>en</strong> 2001-2003. In hoofdstuk 4 wordt de bruikbaarheid getoond van de indelingdoor er inhoud uit ander onderzoek aan te koppel<strong>en</strong>, met name de woontevred<strong>en</strong>heiduit het onderzoek Won<strong>en</strong> in Amsterdam is illustratief voor de validiteit vande indeling. Ook het welzijnsonderzoek van Staat van de Stad laat herk<strong>en</strong>baremilieuverschill<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Hoofdstuk 5 werpt vanuit het woonmilieuperspectief e<strong>en</strong>blik op de toekomst van Amsterdam. Er wordt rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met nieuwbouw,vernieuwing, omzetting<strong>en</strong> van huur- naar koopsector <strong>en</strong> met de verander<strong>en</strong>depositie van Amsterdam in de regio.Het rapport bevat e<strong>en</strong> uitgebreide <strong>bij</strong>lage. Daarin wordt de combinatie van factoranalyse<strong>en</strong> clusteranalyse beschrev<strong>en</strong> als methode om de empirie van de buurt<strong>en</strong>statistiekte vang<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> beknopte <strong>en</strong> goed interpreteerbare indeling. Bij dezeanalyse is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> serie van onderzoekersbeslissing<strong>en</strong> zwaarweg<strong>en</strong>d voorhet uiteindelijke resultaat. De beslissing<strong>en</strong> over uit<strong>bij</strong>ters, slechte celvulling<strong>en</strong> <strong>en</strong>atypische clusters word<strong>en</strong> verantwoord.De <strong>bij</strong>lage bevat ook e<strong>en</strong> kaart van Amsterdam met de stadsdel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de buurtcombinaties(<strong>bij</strong>lage 4). De buurt<strong>en</strong> zijn op deze kaart niet terug te vind<strong>en</strong> omdatde grootte van de kaart dat niet toelaat. Maar de werkwijze van de indeling is nietmoeilijk te begrijp<strong>en</strong>. Wordt er in de tekst verwez<strong>en</strong> naar buurt Buurt G320 dan isstaat de Letter G voor Zeeburg <strong>en</strong> 32 voor buurtcombinatie Indische Buurt Oost.Daarbinn<strong>en</strong> is buurt G320 te vind<strong>en</strong>.Hoofdstuk 2 laat <strong>bij</strong> de ti<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> woonmilieus e<strong>en</strong> aantal foto’s zi<strong>en</strong> vanbuurt<strong>en</strong> die tot het milieu behor<strong>en</strong>. Niet van alle buurt<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> foto g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, datzou wat te veel word<strong>en</strong>. In <strong>bij</strong>lage 2 is e<strong>en</strong> lijst opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verantwoording.Op welke locatie de foto is g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot welk milieu de locatie behoort ishier terug te vind<strong>en</strong>.16


Amsterdamse Woonmilieus 2003hoofdstuk 2 Amsterdamse woonmilieus in 20032.1 InleidingIn dit hoofdstuk wordt de indeling van Amsterdamse woonmilieus gepres<strong>en</strong>teerdop basis van cijfers per 1 januari 2003. De basise<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> zijn de administratieve,statistische buurt<strong>en</strong> van de geme<strong>en</strong>te Amsterdam, waarvan er 355 zijn. De buurt<strong>en</strong>statistiek,met gegev<strong>en</strong>s over bevolking, woningvoorraad <strong>en</strong> woonomgeving,wordt aan e<strong>en</strong> analyse onderworp<strong>en</strong> die gericht is op het vind<strong>en</strong> van overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong><strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>. De werkwijze wordt beschrev<strong>en</strong> in de <strong>bij</strong>lage. Hier volgthet resultaat: de indeling in ti<strong>en</strong> milieus. Ze word<strong>en</strong> stapsgewijs geïntroduceerdom vervolg<strong>en</strong>s het gehele mozaïek van milieutypes te ton<strong>en</strong>. De nam<strong>en</strong> van demilieus zijn natuurlijk zelf gekoz<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwijz<strong>en</strong> soms heel neutraal naar locatie <strong>en</strong>in andere gevall<strong>en</strong> wat meer naar functie of naar het proces waarin ze zich bevind<strong>en</strong>.Dat hangt af van wat er het meest opvalt in het profiel van de milieus.De tabell<strong>en</strong> in dit hoofdstuk bevatt<strong>en</strong> de kerngegev<strong>en</strong>s waarop de indelinggebaseerd is. De beschrijving van de milieus is primair gebaseerd op de verschill<strong>en</strong>die in deze cijfers te zi<strong>en</strong> zijn tuss<strong>en</strong> de milieus onderling of tuss<strong>en</strong> de milieus <strong>en</strong> destad als geheel. Soms wordt achtergrondinformatie toegevoegd om de milieus hunherk<strong>en</strong>baarheid mee te gev<strong>en</strong>. De locaties van de foto’s in dit hoofdstuk zijn terugte vind<strong>en</strong> in de <strong>bij</strong>lage.2.2 C<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumrandFiguur 2.1: Woonmilieus c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumrand, 2003c<strong>en</strong>trumc<strong>en</strong>trumrand17


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>12345678C<strong>en</strong>trum is e<strong>en</strong>voudig de naam voor het milieu dat als het meest historische deelvan de stad geldt. Het beslaat e<strong>en</strong> groot deel van de Gracht<strong>en</strong>gordel, de nieuwe<strong>en</strong>oude zijdsburgwall<strong>en</strong>, de Plantage, maar ook <strong>en</strong>kele del<strong>en</strong> van Oud-West <strong>en</strong>Westerpark. Typer<strong>en</strong>d is dat er veel woning<strong>en</strong> staan van hoge ouderdom <strong>en</strong> dathet eig<strong>en</strong>woningbezit <strong>en</strong> met name de particuliere huursector (<strong>bij</strong>na 60%) in ditmilieu sterk verteg<strong>en</strong>woordigd zijn. Daar<strong>bij</strong> is ook het aandeel woning<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>hoge waarde voor de onroer<strong>en</strong>de zaakbelasting (ozb-waarde) hoog t<strong>en</strong> opzichtevan de stad gemiddeld. De sociaal-economische situatie van de bevolking is danook beduid<strong>en</strong>d positiever dan in Amsterdam gemiddeld. Er kom<strong>en</strong> veel kleinewoning<strong>en</strong> voor, maar de bevolkingssam<strong>en</strong>stelling is hier op afgemet<strong>en</strong>.Ruimschoots de helft van de woning<strong>en</strong> wordt door slechts één persoon bewoond<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> zijn met 11% e<strong>en</strong> minderheidscategorie. Ondanks dat op de <strong>woningmarkt</strong>aldus de best pass<strong>en</strong>de huishoud<strong>en</strong>s zich selecter<strong>en</strong> voor dit milieu metkleine woning<strong>en</strong>, is de hoeveelheid woonruimte die de huishoud<strong>en</strong>s ter beschikkingstaat vaak niet riant. In vier van de ti<strong>en</strong> woning<strong>en</strong> is het aantal kamers gelijkaan of kleiner dan het aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dat er woont. In tabel 2.1 wordt dit ‘krapwon<strong>en</strong>’ g<strong>en</strong>oemd. Dat dit woonmilieu op veel plaats<strong>en</strong> de uitstraling heeft vanruim bemet<strong>en</strong> wooncomfort, is schijn. Zo zijn <strong>bij</strong>voorbeeld veel van de beeldbepal<strong>en</strong>degracht<strong>en</strong>pand<strong>en</strong> in gebruik als kantoor, hotel of andersoortige bedrijv<strong>en</strong>.Het c<strong>en</strong>trummilieu heeft dan ook e<strong>en</strong> hoge graad van functiem<strong>en</strong>ging.Opvall<strong>en</strong>d is de beduid<strong>en</strong>d hoge mutatiegraad. Het aandeel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>woonduur van e<strong>en</strong> jaar of minder ligt <strong>bij</strong>na nerg<strong>en</strong>s zo hoog als in dit milieu.Het is duidelijk dat het hier om e<strong>en</strong> milieu gaat dat, ondanks de verstopping vande <strong>woningmarkt</strong>, nog e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke <strong>bij</strong>drage levert aan de verhuisbehoefte vanhuishoud<strong>en</strong>s. Die sterke <strong>dynamiek</strong> heeft er vermoedelijk ook mee te mak<strong>en</strong> dat erveel buit<strong>en</strong>landers uit westerse land<strong>en</strong> won<strong>en</strong>: <strong>bij</strong>na e<strong>en</strong> kwart van de bevolkingkomt uit land<strong>en</strong> zoals de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>, Engeland <strong>en</strong> Duitsland. Uit de relatiefhoge sociaal-economische status van de bevolking, terwijl het aantal vierkantemeters woonoppervlak dat de huishoud<strong>en</strong>s ter beschikking staat toch vrij geringis, mag m<strong>en</strong> afleid<strong>en</strong> dat andere overweging<strong>en</strong> dan woonkwaliteit van invloed zijnom in dit milieu te will<strong>en</strong> won<strong>en</strong>. Waarschijnlijk speelt mee dat het voor veel van dehuishoud<strong>en</strong>s maar om e<strong>en</strong> kort verblijf in dit milieu gaat <strong>en</strong> dat het culturele aanbodvan het c<strong>en</strong>trum ‘aantrekt’.C<strong>en</strong>trumrand. Het milieu met de naam c<strong>en</strong>trumrand omvat 55 buurt<strong>en</strong> <strong>en</strong> ligt inhet overige deel van de binn<strong>en</strong>stad <strong>en</strong> in de aanpal<strong>en</strong>de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuwsegordel, zoals Oud-West <strong>en</strong> de Oude Pijp. Het aandeel woning<strong>en</strong> van voor 1919 isslechts iets geringer dan in het c<strong>en</strong>trummilieu, maar het aandeel woning<strong>en</strong> van na1980 is met 18% veel groter. Dat komt door de vervang<strong>en</strong>de nieuwbouw die er inde loop van de afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia gerealiseerd is. In ge<strong>en</strong> ander milieu is de hoeveelheidkleine woning<strong>en</strong> zo groot. Meer dan 60% heeft minder dan 60 m 2 binn<strong>en</strong>werksekernoppervlakte. Maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>bij</strong>na 60% van de huishoud<strong>en</strong>s bestaat uitéén persoon. Ook het c<strong>en</strong>trumrandmilieu is dus typisch ge<strong>en</strong> gezinswijk, al ligt hetaandeel gezinn<strong>en</strong> met 15% toch bov<strong>en</strong> dat in het c<strong>en</strong>trummilieu. E<strong>en</strong> belangrijkverschil met het c<strong>en</strong>trummilieu is de aanzi<strong>en</strong>lijk geringere welstand. Werkloosheid<strong>en</strong> <strong>bij</strong>standsafhankelijkheid ligg<strong>en</strong> ongeveer op het stedelijk gemiddelde.E<strong>en</strong> ander belangrijk verschil is de eig<strong>en</strong>domsverdeling in de woningvoorraad.In het c<strong>en</strong>trumrandmilieu ligt het eig<strong>en</strong>woningbezit (15%) lager dan in de stad alsgeheel <strong>en</strong> bestaat er naast e<strong>en</strong> grote particuliere huursector (45%) e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>sgroot corporatiebezit (41%). Het aandeel etnische minderhed<strong>en</strong> is geringer dan in18


Amsterdamse Woonmilieus 2003Amsterdam omdat deze groep<strong>en</strong> vaak grote gezinn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, die in de kleinewoning<strong>en</strong> slecht pass<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de norm<strong>en</strong> van deze tijd. Het aandeel allochton<strong>en</strong>uit westerse land<strong>en</strong> ligt met 17% ruim bov<strong>en</strong> het stedelijk gemiddelde. Anders danin het c<strong>en</strong>trummilieu is in het c<strong>en</strong>trumrandmilieu de <strong>bij</strong>drage aan de Amsterdamse<strong>woningmarkt</strong><strong>dynamiek</strong> veel gematigder. Mutatiegraad <strong>en</strong> het aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> korte woonduur ligg<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> niveau dat amper afsteekt <strong>bij</strong> het stadsgemiddelde.12Tabel 2.1: K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>profiel van c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumrand, 2003 (perc<strong>en</strong>tages)1c<strong>en</strong>trum c<strong>en</strong>trumrand Amsterdameig<strong>en</strong> woningbezit 30 15 21corporatiewoning<strong>en</strong> 11 41 55particuliere huur 59 44 24oppervlakte < 60 m 2 49 62 42oppervlakte 60-80 m 2 2123 29oppervlakte > 80 m 2 29 15 26bouw voor 1919 82 68 24bouw 1920-1945 4 25bouw 1946-1980 3 3 27bouw na 1980 11 18 24werkloosheid 4 6 6<strong>bij</strong>stand 9 1 0 12gezinn<strong>en</strong> 11 15 24stell<strong>en</strong> 24 20 23alle<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d<strong>en</strong> 56 59 47leeftijd 0-9 jaar 6 8 11leeftijd 55+ jaar 1 7 1 7 21krap won<strong>en</strong> 413126ruim won<strong>en</strong> 25 29 39etnische minderhed<strong>en</strong> 1 6 22 36westerse buit<strong>en</strong>landers 24 17 12woonduur < 1 jr 32 25 24woonduur > 20 jr 8 9 10mutatiegraad 22 16 15gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> blauw 22 17 24ozb-waarde > € 150.000 60 31 25ozb-waarde < € 75.000 5 9 14aantal buurt<strong>en</strong> 29 55 296bevolkingsomvang 31.783 124.821 736.04534Toelichting (geldt ook voor de andere tabell<strong>en</strong> in dit hoofdstuk):De statistische procedure om de groep<strong>en</strong> van buurt<strong>en</strong> (woonmilieus) te bepal<strong>en</strong> wordt met minder variabel<strong>en</strong>uitgevoerd, zie <strong>bij</strong>lage. De extra gegev<strong>en</strong>s in deze tabel zijn er om de herk<strong>en</strong>baarheid te vergrot<strong>en</strong>. Metwerkloosheid word<strong>en</strong> de niet-werk<strong>en</strong>de werkzoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (nww) bedoeld. Werkloosheid <strong>en</strong> <strong>bij</strong>standscliënt<strong>en</strong>word<strong>en</strong> uit praktische overweging<strong>en</strong> als perc<strong>en</strong>tage van de gehele bevolking berek<strong>en</strong>d in plaats van als perc<strong>en</strong>tagevan de bevolking van 15-65 jaar. Hierdoor is het Amsterdamse perc<strong>en</strong>tage anders dan in anderebronn<strong>en</strong>. Voor de vergelijkbaarheid van de milieus heeft dit weinig effect. De definities van ‘krap won<strong>en</strong>’ (alsde woning ev<strong>en</strong>veel of minder kamers telt dan er person<strong>en</strong> won<strong>en</strong>) <strong>en</strong> ‘ruim won<strong>en</strong>’ (als de woning twee ofmeer kamers meer heeft dan er person<strong>en</strong> won<strong>en</strong>) zijn niet gebaseerd op bevinding<strong>en</strong> van Amsterdamse huishoud<strong>en</strong>sover hun wooncomfort. Etnische minderhed<strong>en</strong>: de optelling van Surinamers, Antillian<strong>en</strong>, Turk<strong>en</strong>,Marokkan<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verzamelgroep uit overige niet-geïndustrialiseerde land<strong>en</strong>. Het betreft de zog<strong>en</strong>aamdeeerste <strong>en</strong> tweede g<strong>en</strong>eratie. Westerse buit<strong>en</strong>landers kom<strong>en</strong> uit de zog<strong>en</strong>aamde geïndustrialiseerde land<strong>en</strong>.Mutatiegraad is e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>som van verhuizing<strong>en</strong> naar <strong>en</strong> uit andere del<strong>en</strong> van de buurt zelf <strong>en</strong> de rest vanAmsterdam <strong>en</strong> migratie naar <strong>en</strong> uit de wereld buit<strong>en</strong> Amsterdam, gedeeld door de bevolking van de buurt.Met gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> blauw wordt bedoeld het aandeel hectares in de buurt dat in gebruik is voor water <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baargro<strong>en</strong>. Ozb: (waarde voor de) onroer<strong>en</strong>de-zaakbelasting.19


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>56789Het c<strong>en</strong>trumrandmilieu omvat e<strong>en</strong> groot woongebied. De 55 buurt<strong>en</strong> zijn <strong>bij</strong> elkaargebracht op geme<strong>en</strong>schappelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van bewoners, woningvoorraad <strong>en</strong><strong>woningmarkt</strong>, maar de bewoners van dit milieu zull<strong>en</strong> elkaar zeker niet allemaalelke dag teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> stadsdeel Amsterdam-C<strong>en</strong>trum behor<strong>en</strong> zowel <strong>bij</strong>nade hele Jordaan <strong>en</strong> de Haarlemmerbuurt als de Weesperstraatsector tot aan deNieuwmarkt tot het c<strong>en</strong>trumrandmilieu. Aan de zijde van de Jordaan zet het milieuzich verder westwaarts voort in de Spaarndammerbuurt, Frederik H<strong>en</strong>drikbuurt,Da Costabuurt, Van L<strong>en</strong>nepbuurt, Helmersbuurt, Overtoomsesluis <strong>en</strong> Schinkelbuurt.In deze buurt is m<strong>en</strong> inmiddels al weer ruim e<strong>en</strong> Overtoom (2 km) verwijderdvan het Leidseplein als het zuidelijkste punt van de Jordaan <strong>en</strong> wel 4,5 kilometervan het Haarlemmerplein als de noordelijkste markering van de Jordaan. En datalle<strong>en</strong> als m<strong>en</strong> var<strong>en</strong>d over de Schinkel, Kostverlor<strong>en</strong>vaart <strong>en</strong> Katt<strong>en</strong>sloot gaat,want over de weg is de route langer. Ook de Overtoom lijkt e<strong>en</strong> waterscheiding.C<strong>en</strong>trumrand houdt voor<strong>bij</strong> deze voormalige verbinding naar Leid<strong>en</strong> op, want rondhet Vondelpark <strong>en</strong> de grote musea is de woonsfeer toch duidelijk te mondain omnog c<strong>en</strong>trumrand te het<strong>en</strong>.Oostwaarts van de Boer<strong>en</strong>wetering gaat het c<strong>en</strong>trumrandmilieu weer verder.E<strong>en</strong> uitzondering: het Duivelseiland. Wordt de Oude Pijp begr<strong>en</strong>sd door Boer<strong>en</strong>wetering(Hobbemakade <strong>en</strong> Ruysdaelkade), Singelgracht, Amstel <strong>en</strong> Ceintuurbaan,al sinds m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>heug<strong>en</strong>is lijkt het Duivelseiland (na<strong>bij</strong> het Roelof Hartplein) daar, metdrie brugg<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> over de Boer<strong>en</strong>wetering, ook <strong>bij</strong> te hor<strong>en</strong>. Ook de NieuwePijp behoort voor e<strong>en</strong> groot deel tot het c<strong>en</strong>trumrandmilieu, tot aan de Lutmastraatwaarvanaf zuidwaarts e<strong>en</strong> ander woonmilieu begint. Over de Amstel zet hetc<strong>en</strong>trumrandmilieu zich voort in de Weesperstrook, maar in het westelijke deel vande Oosterparkbuurt <strong>en</strong> de Transvaalbuurt overheerst de stadsvernieuwing.De oostelijke del<strong>en</strong> van deze beide buurt<strong>en</strong>, met daarbinn<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s het Oosterparkzelf, behor<strong>en</strong> weer tot c<strong>en</strong>trumrand. We hebb<strong>en</strong> nu <strong>bij</strong>na de halve cirkel rond hetc<strong>en</strong>trum afgelegd <strong>en</strong> treff<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> verre hoek van de oostelijke binn<strong>en</strong>stad nog deCzaar Peterbuurt, temidd<strong>en</strong> van buurt<strong>en</strong> met overweg<strong>en</strong>d e<strong>en</strong> stadsvernieuwingsprofiel.Ook hiervandaan is het nog e<strong>en</strong> aardig stukje var<strong>en</strong> naar de Jordaan.De bevolking van het c<strong>en</strong>trumrandmilieu telt maar liefst 125.000 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, dat is17% van alle Amsterdammers <strong>en</strong> vergelijkbaar met sted<strong>en</strong> als Amersfoort of Maastricht.Ook de buurgeme<strong>en</strong>te Haarlemmermeer, ontvanger van veel migrer<strong>en</strong>deAmsterdammers, heeft e<strong>en</strong> inwonertal rond dit aantal. De bewoners van c<strong>en</strong>trumrandzull<strong>en</strong> zich door de grote uitgestrektheid van het woongebied dus niet dagelijksin elkaars buurt begev<strong>en</strong>, eerder zull<strong>en</strong> zij vanuit de verschill<strong>en</strong>de buurt<strong>en</strong>waar zij woonachtig zijn de na<strong>bij</strong>heid van het echte c<strong>en</strong>trummilieu belev<strong>en</strong>.2.3 Welgesteld stedelijk <strong>en</strong> aansluitingWelgesteld stedelijk. De naam welgesteld stedelijk is gereserveerd voor hetmilieu met e<strong>en</strong> zeer hoge sociaal-economische status <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stedelijk karakter.De welvaart is af te lez<strong>en</strong> aan het zeer hoge aandeel woning<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hogewaarde. Van elke woning wordt voor bepaling van de Onroer<strong>en</strong>de Zaakbelastinge<strong>en</strong> waarde vast gesteld. Bijna driekwart van de woning<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> waarde bov<strong>en</strong>de € 150.000,-- teg<strong>en</strong> slechts 25% stedelijk. Ook het eig<strong>en</strong>woningbezit is sterkaanwezig (46%), maar er zijn milieus die hier nog meer in uitblink<strong>en</strong>. De huishoud<strong>en</strong>sstaat e<strong>en</strong> grote hoeveelheid woonruimte ter beschikking. Weliswaar ligt hetaandeel gezinn<strong>en</strong> op <strong>en</strong> het aandeel kinderloze par<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het stedelijkgemiddelde, maar de maatvoering van de woning<strong>en</strong> maakt dat er toch vaak ruim20


Amsterdamse Woonmilieus 2003gewoond wordt. Ook het areaal water <strong>en</strong> gro<strong>en</strong> in de omgeving is groot voorstedelijke begripp<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> heeft het dus zowel binn<strong>en</strong>shuis als buit<strong>en</strong>shuis riant.Het aandeel werkloz<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>bij</strong>standsafhankelijk<strong>en</strong> is in dit milieu gering. Het aandeeletnische minderhed<strong>en</strong> ligt op vrijwel het laagste niveau van de stad. Dat komt niet,zoals elders, omdat er te weinig grote woning<strong>en</strong> zijn waar de doorgaans grotegezinn<strong>en</strong> van niet-westerse allochton<strong>en</strong> zich op richt<strong>en</strong>, maar door de hoge woonprijz<strong>en</strong>die betaald moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Hierteg<strong>en</strong>over is het aandeel allochton<strong>en</strong> uitwesterse land<strong>en</strong> op het c<strong>en</strong>trummilieu na het hoogst. E<strong>en</strong> vijfde van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> isafkomstig uit overig West-Europa, Noord-Amerika, Japan <strong>en</strong> andere westerse land<strong>en</strong>.Figuur 2.2: Woonmilieus welgesteld stedelijk <strong>en</strong> aansluiting, 2003welgesteld stedelijkaansluitingDe <strong>bij</strong>drage aan de doorstroming van de <strong>woningmarkt</strong> is overig<strong>en</strong>s gematigd. Er ise<strong>en</strong> vrij hoog aandeel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zeer lange woonduur <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is dithet milieu met de sterkste vergrijzing: 32% van de bewoners is ouder dan 55 jaarteg<strong>en</strong> 21% stedelijk.Tot het milieu behor<strong>en</strong> grote del<strong>en</strong> van de zog<strong>en</strong>oemde ‘Zuidsector’. Dat wil zegg<strong>en</strong>,Vondelparkbuurt, Museumkwartier, Willemspark, <strong>en</strong> Apollobuurt. Dit gebiedis al sinds jaar <strong>en</strong> dag de plek met de hoogste status van Amsterdam. Eig<strong>en</strong>lijk isdit één van de weinige woongebied<strong>en</strong> die niet onderhevig lijkt te zijn aan de langjarigedaal- <strong>en</strong> stijgbeweging<strong>en</strong> in inkom<strong>en</strong>, status <strong>en</strong> bewonersprofiel, waar demeeste woongebied<strong>en</strong> wel mee te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Voor Vondelpark/Museumkwartiergeldt dit al vanaf de aanleg in de laatste kwart van de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw.21


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>123De Apollo/Beethov<strong>en</strong>buurt gold al van meet af aan als het paradepaardje vanBerlage’s ‘Plan Zuid’, <strong>en</strong> heeft sinds de aanleg tuss<strong>en</strong> de beide wereldoorlog<strong>en</strong> zijnhoge status behoud<strong>en</strong>. Ook de bebouwing t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van het Zuider Amstelkanaalbehoort nog tot het welgesteld stedelijk milieu, maar het gebied bevat veelandere functies dan won<strong>en</strong>. De drie buurt<strong>en</strong> die de buurtcombinatie StationZuid/WTC e.o. (W59) sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> tell<strong>en</strong> maar 690 woning<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>. Omvangrijkeris de voortzetting van het welgesteld stedelijk milieu t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van de Zuidas.Veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die ‘Amsterdam Zuid’ zegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> doel<strong>en</strong> op Amsterdam ‘op stand’,plakk<strong>en</strong> daar in hun gedacht<strong>en</strong> vaak het naoorlogse Buit<strong>en</strong>veldert <strong>bij</strong>. Maar tochheeft met name het gebied rond de Van Boshuiz<strong>en</strong>straat in Buit<strong>en</strong>veldert e<strong>en</strong>geringere uitstraling dan het welgesteld stedelijk t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van het Vondelpark.Wel ligt het eig<strong>en</strong> woningbezit in dit stuk Buit<strong>en</strong>veldert aanzi<strong>en</strong>lijk bov<strong>en</strong> dat in deoude ‘zuidsector’, waar de particuliere huursector domineert. Ook voor Buit<strong>en</strong>veldertsebegripp<strong>en</strong> is dit het gedeelte, sam<strong>en</strong> met het villawijkje tuss<strong>en</strong> de VrijeUniversiteit <strong>en</strong> het Gijsbrecht van Aemstelpark, waar de koopsector het sterkstverteg<strong>en</strong>woordigd is.45678Tabel 2.2: K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>profiel van welgesteld stedelijk <strong>en</strong> aansluiting, 2003(perc<strong>en</strong>tages)welgesteld aansluiting Amsterdamstedelijkeig<strong>en</strong> woningbezit 46 12 21corporatiewoning<strong>en</strong> 11 38 55particuliere huur 44 50 24oppervlakte < 60 m 2 12 38 42oppervlakte 60-80 m 2 19 39 29oppervlakte > 80 m 2 69 24 26bouw voor 1919 17 0 24bouw 1920-1945 38 56 25bouw 1946-1980 40 37 27bouw na 1980 5 7 24werkloosheid 2 4 6<strong>bij</strong>stand 2 6 12gezinn<strong>en</strong> 23 17 24stell<strong>en</strong> 28 27 23alle<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d<strong>en</strong> 42 51 47leeftijd 0-9 jaar 10 7 11leeftijd 55+ jaar 32 31 21krap won<strong>en</strong> 13 14 26ruim won<strong>en</strong> 70 56 39etnische minderhed<strong>en</strong> 12 18 36westerse buit<strong>en</strong>landers 20 15 12woonduur < 1 jr 22 24 24woonduur > 20 jr 17 17 10mutatiegraad 13 14 15gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> blauw 30 25 24ozb-waarde > € 150.000 73 31 25ozb-waarde < € 75.000 5 4 14aantal buurt<strong>en</strong> 23 31 296bevolkingsomvang 47.494 84.771 736.04522


Amsterdamse Woonmilieus 2003Eig<strong>en</strong>lijk geldt hetzelfde voor de overige stukk<strong>en</strong> welgesteld stedelijk die verspreidover de stad ligg<strong>en</strong>. Of de particuliere huursector, of het eig<strong>en</strong> woningbezitdomineert zodanig dat het welstandsniveau van deze buurt<strong>en</strong> al snel bov<strong>en</strong> hetgemiddelde van Amsterdam uitstijgt. Zo telt de noordoostelijke hoek van de in dejar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig gebouwde Bijlmermeer, met Geerdinkhof als grootstegedeelte <strong>en</strong> Goud<strong>en</strong> Leeuw, Gro<strong>en</strong>hov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Garstkamp als aanvulling, meer dandriekwart koopwoning<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan nog zo’n 20% corporatiehuur. Voor e<strong>en</strong> woongebieduit deze bouwperiode is dat ongeveer de omgekeerde wereld. In heternaast geleg<strong>en</strong> hoogbouwgebied van de Bijlmermeer stond<strong>en</strong> oorspronkelijk31 grote flats met gemiddeld meer dan 400 appartem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> per stuk <strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong>dbestaand uit corporatiebezit.Baanakkerspark in Amsterdam-Noord is vergelijkbaar met het dure gedeelte vande G-wijk in de Bijlmer. Deze gro<strong>en</strong>strook met 11 hoogbouwflats tuss<strong>en</strong> Nieuw<strong>en</strong>dam-Noord<strong>en</strong> Buikslotermeer is zelfs binn<strong>en</strong> het welgesteld stedelijk milieu debuurt met het hoogste eig<strong>en</strong> woningbezit: 87%. In Amsterdam is dat e<strong>en</strong> extreemcijfer, <strong>en</strong> zeker voor Amsterdam-Noord, waar zowel voor als na de Tweede Wereldoorlogveel corporatiebezit werd gerealiseerd, is dit <strong>bij</strong>zonder.E<strong>en</strong> buurt die wat betreft uitstraling meer in het verl<strong>en</strong>gde van Amsterdam Zuidligt, vind<strong>en</strong> we in stadsdeel Oost/Watergraafsmeer. Midd<strong>en</strong>meer is het rijksteonderdeel van de Watergraafmeer. In dit mer<strong>en</strong>deels uit de jar<strong>en</strong> twintig <strong>en</strong> dertigstamm<strong>en</strong>de woongebied rondom Gallileïplantso<strong>en</strong> <strong>en</strong> Linnaeusparkweg ligt heteig<strong>en</strong> woningbezit bov<strong>en</strong> het stedelijke cijfer maar de particuliere huursectordomineert. De bebouwingsdichtheid is er duidelijk geringer dan in ‘Zuid’.De woonsfeer lijkt hier al wat meer op de geliefde jar<strong>en</strong>-dertig buurt<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>stad als Haarlem.1234Aansluiting. Het milieu met de naam aansluiting is e<strong>en</strong> verzameling van buurt<strong>en</strong>die in de verte trekk<strong>en</strong> vertoont van het welgesteld stedelijk, maar wel met e<strong>en</strong>aantal duidelijke randgevall<strong>en</strong>. Het eig<strong>en</strong> woningbezit ligt in dit milieu lager danhet Amsterdams gemiddelde. Het is de particuliere huursector die gemiddeld dehelft van de woningvoorraad omvat. Lage werkloosheid <strong>en</strong> <strong>bij</strong>standsafhankelijkheidduid<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> positieve sociaal-economische positie. Er is wel sprake vanaanzi<strong>en</strong>lijke vergrijzing. De voorspell<strong>en</strong>de waarde van e<strong>en</strong> hoog aandeel ouder<strong>en</strong>is dat de buurt<strong>en</strong> aan de vooravond staan van verandering. Op dit mom<strong>en</strong>t is de<strong>dynamiek</strong> gematigd, afgaande op het aantal verhuizing<strong>en</strong> <strong>en</strong> het aandeel kortwon<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Het aandeel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zeer lange woonduur is hoog: inhet welgesteld stedelijk milieu nog net iets hoger. Het relatief hoge comfort vande m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in dit milieu is af te lez<strong>en</strong> aan het feit dat er weinig gezinn<strong>en</strong> won<strong>en</strong> <strong>en</strong>veel alle<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> stell<strong>en</strong>, terwijl veel van deze huishoud<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> ruimewoning bewon<strong>en</strong>. Het aandeel etnische minderhed<strong>en</strong> ligt in dit milieu lager dan inde stad gemiddeld.Sommige van de buurt<strong>en</strong> in dit milieu zijn duidelijk de verteg<strong>en</strong>woordigers van e<strong>en</strong>milieu dat qua welstand teg<strong>en</strong> het welgesteld stedelijk milieu aanligt. Uit deperiode ’20-’40 stamm<strong>en</strong> de Hoofddorppleinbuurt <strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong>d het zuidelijkedeel van De Baarsjes. De <strong>en</strong>kele kilometers oostwaarts geleg<strong>en</strong> Rivier<strong>en</strong>buurtstamt ook uit de periode tuss<strong>en</strong> de oorlog<strong>en</strong>. Vooral nu veel van de woning<strong>en</strong> e<strong>en</strong>flinke opknapbeurt hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, stral<strong>en</strong> deze ’20-’40-buurt<strong>en</strong> weer de mooiecombinatie van frisheid <strong>en</strong> stoerheid uit die de bouwkundig<strong>en</strong> van de Amsterdamseschool bedoeld hebb<strong>en</strong>.Net zoals het welgesteld stedelijk bevat ook aansluiting buurt<strong>en</strong> van na de Tweede23


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>Wereldoorlog met e<strong>en</strong> veel ‘onbek<strong>en</strong>der’ profiel. De flats tuss<strong>en</strong> de westelijkeringweg <strong>en</strong> het Rembrandtpark (Nachtwachtlaan <strong>en</strong> Staalmeesterslaan), Nellesteinin Zuidoost, grote del<strong>en</strong> van Buit<strong>en</strong>veldert <strong>en</strong> de noordwestelijke zoom van deBuikslotermeer. Deze woongebied<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> niet de lijstjes aan van topmilieusbinn<strong>en</strong> Amsterdam. Toch moet m<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig aardig bemiddeld zijn om er tekom<strong>en</strong> won<strong>en</strong>.M<strong>en</strong> kan deze buurt<strong>en</strong> ook van de andere kant bekijk<strong>en</strong>. In de naoorlogse periodewerd op de blauwdruk van het Amsterdams Uitbreidingsplan (AUP) uit 1935 hardgewerkt aan het oploss<strong>en</strong> van de woningnood. Die was sterk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> alsgevolg van de verwaarlozing van de woningvoorraad tijd<strong>en</strong>s de oorlog <strong>en</strong> de<strong>en</strong>orme stijging van het aantal start<strong>en</strong>de <strong>en</strong> uitbreid<strong>en</strong>de huishoud<strong>en</strong>s nadi<strong>en</strong>.Temidd<strong>en</strong> van de zee van sociale woningbouw die to<strong>en</strong> gerealiseerd werd, zijn debov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde buurt<strong>en</strong> de uitzondering<strong>en</strong>, met meestal e<strong>en</strong> iets grotere koopsector<strong>en</strong> e<strong>en</strong> duidelijk grotere particuliere huursector. In deze del<strong>en</strong> van de<strong>woningmarkt</strong> is, in de rec<strong>en</strong>te periode van economische voorspoed, meer ruimtegekom<strong>en</strong> voor huishoud<strong>en</strong>s met middelbare <strong>en</strong> hogere inkom<strong>en</strong>s.Zoals gezegd, aansluiting is e<strong>en</strong> milieu waarin e<strong>en</strong> vrij brede verzameling vanverschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> buurt<strong>en</strong> <strong>bij</strong> elkaar komt. Buurt<strong>en</strong> als Betondorp, Jeruzalem,Dier<strong>en</strong>riembuurt <strong>en</strong> andere del<strong>en</strong> van de Rivier<strong>en</strong>buurt hebb<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> vrijlage status. Zij kom<strong>en</strong> vooral in dit aansluitingsmilieu terecht door e<strong>en</strong> combinatievan lage werkloosheid <strong>en</strong> hoge gemiddelde leeftijd. Als voor de woonmilieuindelingook inkom<strong>en</strong>sgegev<strong>en</strong>s gebruikt kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> deze buurt<strong>en</strong>waarschijnlijk aan e<strong>en</strong> ander milieu word<strong>en</strong> toegedeeld.5 6 724


Amsterdamse Woonmilieus 20032.4 Transitie, overgang <strong>en</strong> stadsvernieuwingFiguur 2.3: Woonmilieus transitie, overgang <strong>en</strong> stadsvernieuwing, 2003transitieovergangstadsvernieuwing e.a.Het transitiemilieu is e<strong>en</strong> verzameling van 30 buurt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> sterke mate vandoorstroming: 29% van de bewoners heeft e<strong>en</strong> woonduur korter dan één jaar ophet adres <strong>en</strong> slechts <strong>bij</strong>na 6% langer dan 20 jaar. En het betreft hier ge<strong>en</strong> nieuwbouwbuurt<strong>en</strong>,waar het normaal is dat er veel verhuisd wordt. Dit is het milieu waare<strong>en</strong> zeer hoog aandeel sociale huurwoning<strong>en</strong> combineert met hoge werkloosheid,<strong>bij</strong>standsafhankelijkheid <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aandeel etnische minderhed<strong>en</strong> dat op het dubbeleligt van Amsterdam als geheel. Hier komt het verschil met het c<strong>en</strong>trummilieu <strong>en</strong>welgesteld stedelijk milieu scherp naar vor<strong>en</strong>. In die milieus zijn etnische minderhed<strong>en</strong>zeer kleine groep<strong>en</strong>, terwijl de allochton<strong>en</strong> uit West-Europa <strong>en</strong> Noord-Amerika juist sterk aanwezig zijn. In het transitiemilieu is het precies andersom.Het aandeel allochton<strong>en</strong> uit westerse land<strong>en</strong> is hier het laagst van heel de stad.Het aandeel gezinn<strong>en</strong> ligt hoog voor Amsterdamse begripp<strong>en</strong> (34%). In de woning<strong>en</strong>van gemiddelde grootte heeft m<strong>en</strong> dan vaak weinig ruimte.Het grootste aane<strong>en</strong>geslot<strong>en</strong> gebied dat tot het transitiemilieu behoort, is d<strong>en</strong>oordelijke Bijlmermeer inclusief V<strong>en</strong>serpolder. Dat zijn 11 buurt<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s deindeling van de geme<strong>en</strong>te, met in totaal 45.000 inwoners. De Bijlmer staat aldec<strong>en</strong>nia bek<strong>en</strong>d als e<strong>en</strong> woonwijk die zich aan de onderkant van de <strong>woningmarkt</strong>bevindt. Wie niets anders te kiez<strong>en</strong> had, nam g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> woning in één vande e<strong>en</strong><strong>en</strong>dertig Bijlmerflats. Sinds <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> is er echter e<strong>en</strong> grootscheepsevernieuwing gaande in noordelijk Zuidoost. Het mer<strong>en</strong>deel van de flats is of wordtgesloopt <strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> door voornamelijk middelhoogbouw. Woningcorporatie25


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>12345678Rochdale, die het bezit van ‘Bijlmercorporatie’ Nieuw Amsterdam beheert, wil de‘overvloed van hetzelfde’ doorbrek<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voor het gebied aantrekk<strong>en</strong> dieer echt voor kiez<strong>en</strong> om er te gaan won<strong>en</strong>. Deze herstructurering is inmiddels volopin gang <strong>en</strong> heeft ook reeds geresulteerd in nieuwe laagbouwwijk<strong>en</strong> temidd<strong>en</strong> vande oude flats: Guld<strong>en</strong> Kruis uit 1997, Nieuw Geinwijk uit 1998, Vogeltjeswei <strong>en</strong>Nieuw Ger<strong>en</strong>stein uit 1999. De herstructurering laat zich echter nog niet in d<strong>en</strong>ieuwe milieu-indeling aflez<strong>en</strong>. Dat komt vooral doordat de buurt<strong>en</strong> die de nieuwbouwbevatt<strong>en</strong> toch zo groot zijn dat er ook steeds e<strong>en</strong> flink stuk van de oudehoogbouwflats binn<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> ligt. In de gemixte buurt<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>van de ‘oude materie’ sterk doorweg<strong>en</strong>. Er ontstaan wel scherpere contrast<strong>en</strong>op het gebied van bevolkingssam<strong>en</strong>stelling tuss<strong>en</strong> de oude flats <strong>en</strong> de nieuwelaag- <strong>en</strong> middelhoogbouw, maar op het gemiddelde van de (statistische) buurt ishet effect vooralsnog gering.De naoorlogse woningbouw droeg niet alle<strong>en</strong> de ambitie om de woningnood op teloss<strong>en</strong>, maar ook om de omvangrijke groep<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kleine portemonnee vanaanzi<strong>en</strong>lijk meer wooncomfort te voorzi<strong>en</strong> dan m<strong>en</strong> voor de oorlog gew<strong>en</strong>d was.Voor talrijke gezinn<strong>en</strong> uit de krappe woning<strong>en</strong> van de binn<strong>en</strong>stad <strong>en</strong> de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>deeeuwse gordel hield de nieuwbouw dan ook e<strong>en</strong> kans in voor e<strong>en</strong> geweldigewoonverbetering. Vanuit het perspectief van hed<strong>en</strong> is die glans er al dec<strong>en</strong>niaaf. De naoorlogse stad kreeg in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig concurr<strong>en</strong>tie. In de periode1965-1985 verloor Amsterdam per saldo 200.000 inwoners, gemiddeld 10.000m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> per jaar. Vele Amsterdammers koz<strong>en</strong> voor voortzetting van de wooncarrièrebuit<strong>en</strong> de stad in het groei<strong>en</strong>de plattelandsdorp of de groeikern.De gestapelde gezinswoning<strong>en</strong> in de tuinsted<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Bijlmermeer werd<strong>en</strong>vervolg<strong>en</strong>s bereikbaar voor de huishoud<strong>en</strong>s van Surinamers, Turk<strong>en</strong>, Marokkan<strong>en</strong><strong>en</strong> andere groep<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>landers die naar Nederland war<strong>en</strong> gemigreerd.De gastarbeiders begonn<strong>en</strong> mer<strong>en</strong>deels hun Amsterdamse wooncarrière in d<strong>en</strong>eg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuwse gordel <strong>en</strong> de ’20-’40-buurt<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook voor h<strong>en</strong> was e<strong>en</strong>verhuizing naar e<strong>en</strong> woning in de naoorlogse stad e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke vooruitgang inhet wooncomfort. Maar de opwaartse sprong naar de tuinsted<strong>en</strong> is voor dezegroep<strong>en</strong> veel kleiner dan de sprong die de naoorlogse autochton<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> to<strong>en</strong>zij de frisse flats met zeeën van ruimte eromhe<strong>en</strong> in gebruiknam<strong>en</strong>. Dat werkt vantwee kant<strong>en</strong>. Enerzijds daalt de naoorlogse bouw tijd<strong>en</strong>s de huidige bewonerswisselingsnel in aanzi<strong>en</strong>, anderzijds mak<strong>en</strong> de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuwse <strong>en</strong> ’20-’40-wijk<strong>en</strong> die deze groep<strong>en</strong> achter zich liet<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong> snelle opwaardering mee.Deze ontwikkeling bepaalt de positie van het transitiemilieu. Andere del<strong>en</strong> van hettransitiemilieu bevind<strong>en</strong> zich daarom aan de westkant van de stad, ofwel in ‘Parkstad’zoals het sam<strong>en</strong>werkingsverband van vier stadsdel<strong>en</strong> heet om de naoorlogseWestelijke Tuinsted<strong>en</strong> te transformer<strong>en</strong>. Het gebied tuss<strong>en</strong> ringweg <strong>en</strong> ringspoorlijnis e<strong>en</strong> omvangrijk stuk transitiemilieu. Het betreft de Kol<strong>en</strong>kitbuurt <strong>en</strong> omligg<strong>en</strong>debuurt<strong>en</strong>: aan de noordkant begr<strong>en</strong>sd door de Haarlemmerweg <strong>en</strong> over deringweg het naoorlogse stuk Bos <strong>en</strong> Lommer me<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d. De zuidkant van hetgebied is de Postjesweg. Ook het Slotermeergedeelte t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van de BurgemeesterDe Vlugtlaan <strong>en</strong> rondom de Lodewijk van Deysselstraat behoort tot hettransitiemilieu <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s het oostelijke deel van Geuz<strong>en</strong>veld. Alle vier de stadsdel<strong>en</strong>van de Westelijke Tuinsted<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> hun portie transitiemilieu. Zo behoortook het grootste deel van Osdorp Midd<strong>en</strong> – met het zog<strong>en</strong>aamde Zuidwestkwadrantwaar mom<strong>en</strong>teel omvangrijke vernieuwing plaatsvindt – tot dit milieumet e<strong>en</strong> lage sociaal-economisch status <strong>en</strong> veel beweging op de <strong>woningmarkt</strong>.26


Amsterdamse Woonmilieus 2003Ook de tuinsted<strong>en</strong> van Amsterdam-Noord bevatt<strong>en</strong> transitiemilieu: namelijkNieuw<strong>en</strong>dam-Noord, ofwel het gebied t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van de IJdoornlaan.Het transitiemilieu is sterk aanwezig in de naoorlogse woongebied<strong>en</strong> maarmondjesmaat ook in de oudere del<strong>en</strong> van de stad. De jar<strong>en</strong>-twintig-uitbreiding<strong>en</strong>van Amsterdam-Noord werd<strong>en</strong> als tuindorp<strong>en</strong> ontworp<strong>en</strong>. Deze aangelegde stadsdorp<strong>en</strong>werd<strong>en</strong> door de geme<strong>en</strong>te <strong>en</strong> de corporaties gebouwd voor arbeiders inde hav<strong>en</strong>s <strong>en</strong> scheepswerv<strong>en</strong>. De meeste van de tuindorp<strong>en</strong> zijn overweg<strong>en</strong>darbeidersbuurt<strong>en</strong> geblev<strong>en</strong> sinds de zev<strong>en</strong>tig of tachtig jaar dat ze bestaan. Insommige van de tuindorp<strong>en</strong> vindt mom<strong>en</strong>teel zodanig veel doorstroming plaatsdat ze word<strong>en</strong> ingedeeld in het beweeglijke transitiemilieu. In Amsterdam-Noordvall<strong>en</strong> de Van der Pekbuurt <strong>en</strong> de buurt die Vogeldorp <strong>en</strong> het noordelijke deel vande Vogelbuurt bevat onder het transitiemilieu. Zeeburgs aandeel in het transitiemilieuis te vind<strong>en</strong> in de Indische Buurt. Het noordwestelijke kwadrant is het oudstegedeelte van de Indische Buurt. Dit deel dateert weliswaar uit de twintigste eeuw,maar hoort wat betreft de sted<strong>en</strong>bouwkundige opzet tot de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuwsegordel. Ook e<strong>en</strong> deel van het noordoostelijke kwadrant, t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van de Molukk<strong>en</strong>straat,is transitiemilieu. Meer naar het zuid<strong>en</strong> in de Indische Buurt <strong>en</strong> nogverder naar het oost<strong>en</strong> overheerst de stadsvernieuwing, e<strong>en</strong> ander milieu.Het transitiemilieu passeert <strong>bij</strong> Station Muiderpoort de stadsdeelgr<strong>en</strong>s. Het totstadsdeel Oost/Watergraafsmeer behor<strong>en</strong>de Polderweggebied wordt door hetstadsdeel omschrev<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> rafelrandgebied, ondanks dat het midd<strong>en</strong> in de stadligt [8]. Het woongebied is dan ook veel kleiner dan het op de kaart lijkt. Hetbestaat onder meer uit bedrijfsterrein<strong>en</strong>, rangeerterrein<strong>en</strong> <strong>en</strong> sportvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><strong>en</strong> dan ook nog e<strong>en</strong> paar honderd duplexwoning<strong>en</strong> uit de naoorlogse periode.Het transitiemilieu beslaat, alles tezam<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> omvangrijk deel vanAmsterdam. Zou m<strong>en</strong> het als aparte stad zi<strong>en</strong> dan doet het transitiemilieu mee <strong>bij</strong>de vijf<strong>en</strong>twintig sted<strong>en</strong> van Nederland met meer dan 100.000 inwoners. Maar hetis e<strong>en</strong> verbrokkelde stad. Wie van de Bijlmermeer, naar de Indische Buurt,Nieuw<strong>en</strong>dam-Noord <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s naar de Westelijke Tuinsted<strong>en</strong> gaat, krijgt nogveel meer het besef dat Amsterdam e<strong>en</strong> grote stad is dan <strong>bij</strong> de eerdere rondganglangs de buurt<strong>en</strong> van het c<strong>en</strong>trumrandmilieu.9 10 11[8] Douwes <strong>en</strong> Düker (2001)27


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>Tabel 2.3: K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>profiel van transitie, overgang <strong>en</strong> stadsvernieuwing,2003 (perc<strong>en</strong>tages)transitie overgang stadsver- Amsterdamnieuwingeig<strong>en</strong> woningbezit 6 8 12 21corporatiewoning<strong>en</strong> 87 76 77 55particuliere huur 7 14 11 24oppervlakte < 60 m 2 40 50 42 42oppervlakte 60-80 m 2 33 34 35 29oppervlakte > 80 m 2 26 16 23 26bouw voor 1919 6 2 17 24bouw 1920-1945 10 41 7 25bouw 1946-1980 64 49 7 27bouw na 1980 20 7 68 24werkloosheid 9 7 8 6<strong>bij</strong>stand 23 14 16 12gezinn<strong>en</strong> 34 28 24 24stell<strong>en</strong> 17 23 19 23alle<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d<strong>en</strong> 38 44 51 47leeftijd 0-9 jaar 16 12 11 11leeftijd 55+ jaar 13 25 19 21krap won<strong>en</strong> 34 26 28 26ruim won<strong>en</strong> 33 40 30 39etnische minderhed<strong>en</strong> 70 42 43 36westerse buit<strong>en</strong>landers 6 9 11 12woonduur < 1 jr 29 22 22 24woonduur > 20 jr 6 13 4 10mutatiegraad 21 13 13 15gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> blauw 21 17 21 24ozb-waarde > € 150.000 3 8 9 25ozb-waarde < € 75.000 50 11 20 14aantal buurt<strong>en</strong> 30 61 31 296bevolkingsomvang 105.700 184.565 70.212 736.045Stadsvernieuwing e.a. is de naam voor e<strong>en</strong> verzameling van 31 buurt<strong>en</strong>, waar desociaal-economische positie van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ook laag is, maar net e<strong>en</strong> beetje beterdan in het transitiemilieu. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor deze verzameling is dat tweederdevan de woning<strong>en</strong> van na 1980 is, terwijl het vaak om woning<strong>en</strong> gaat met e<strong>en</strong>gemiddelde grootte <strong>en</strong> om overweg<strong>en</strong>d corporatiebezit. Aan de ligging op dekaart kan m<strong>en</strong> concluder<strong>en</strong> dat het inderdaad vaak om buurt<strong>en</strong> gaat waar stadsvernieuwingheeft plaatsgevond<strong>en</strong>. Maar er zijn ook uitzondering<strong>en</strong>. Het profiel wordtverder bepaald door e<strong>en</strong> hoog aandeel alle<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gemiddeld aandeelgezinn<strong>en</strong>. Etnische minderhed<strong>en</strong> zijn in dit milieu sterk aanwezig. In het stadsvernieuwingsmilieuwordt door vooral de kleine huishoud<strong>en</strong>s onder de etnischeminderhed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘pass<strong>en</strong>d’ woonmilieu gevond<strong>en</strong> terwijl het transitiemilieu veelmeer de woonbuurt<strong>en</strong> van allochtone gezinn<strong>en</strong> geword<strong>en</strong> zijn.Van de puurste verteg<strong>en</strong>woordigers van dit milieu kan m<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat de oorspronkelijk<strong>en</strong>eg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuwse of ’20-’40-bebouwing zo rond twintig jaar geled<strong>en</strong>vrijwel integraal gesloopt werd. De nieuwbouw volgde meestal het28


Amsterdamse Woonmilieus 200312345strat<strong>en</strong>patroon <strong>en</strong> ook de maatvoering van de oude bebouwing. De kwaliteit vande oorspronkelijke bebouwing was niet overal hetzelfde. Sommige stukk<strong>en</strong> van d<strong>en</strong>eg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuwse gordel stond<strong>en</strong> al tijd<strong>en</strong>s hun bouw, rond 1900, bek<strong>en</strong>d als‘revolutie- of speculatiebouw’. Er werd uitgebreid de hand gelicht met bouwvoorschrift<strong>en</strong>,zodat het e<strong>en</strong> wonder mag het<strong>en</strong> dat sommige van deze woning<strong>en</strong> noge<strong>en</strong> eeuw gestaan hebb<strong>en</strong>. Andere stukk<strong>en</strong> stadsvernieuwing zijn ontstaan doorgering ontzag voor de historische bebouwing in e<strong>en</strong> periode dat r<strong>en</strong>over<strong>en</strong> nogniet op grote schaal gebeurde [9].E<strong>en</strong> omvangrijk gebied dat tot het stadsvernieuwingsmilieu behoort, is het oostelijkedeel van de binn<strong>en</strong>stad (Nieuwmarkt, Witt<strong>en</strong>burg, Oost<strong>en</strong>burg Kadijk<strong>en</strong>),overlop<strong>en</strong>d in del<strong>en</strong> van ‘Oud-Oost’, zoals dat vroeger heette <strong>en</strong> Zeeburg. Hetoostelijke <strong>en</strong> zuidelijke gedeelte van de Indische Buurt zijn stadsvernieuwingsmilieu.Binn<strong>en</strong> ’Oud-Oost’ zijn het de westelijke del<strong>en</strong> van de Oosterparkbuurt <strong>en</strong>de Transvaalbuurt <strong>en</strong> de Dapperbuurt die tot het stadsvernieuwingsmilieubehor<strong>en</strong>. In het westelijke deel van de stad zijn het de Kinkerbuurt, de westelijkeeiland<strong>en</strong> <strong>en</strong> Nova Zemblastraat e.o, <strong>en</strong> stukk<strong>en</strong> van de Staatslied<strong>en</strong>buurt.Overig<strong>en</strong>s bestaat het stadsvernieuwingsmilieu uit meer dan alle<strong>en</strong> buurt<strong>en</strong> die inde jar<strong>en</strong> tachtig gesloopt zijn <strong>en</strong> opnieuw opgebouwd. Daarom is het milieu ookstadsvernieuwing <strong>en</strong> andere (e.a.) g<strong>en</strong>oemd. Naast de echte stadsvernieuwingsbuurt<strong>en</strong>(vervang<strong>en</strong>de nieuwbouw) behor<strong>en</strong> ook buurt<strong>en</strong> tot de verzameling die indeze tijd als nieuwbouw tot stand kwam<strong>en</strong> op plaats<strong>en</strong> waar vroeger ge<strong>en</strong> woning<strong>en</strong>stond<strong>en</strong>. Er zijn ook buurt<strong>en</strong> <strong>bij</strong> die e<strong>en</strong> soort m<strong>en</strong>gvorm zijn van verschill<strong>en</strong>destukk<strong>en</strong> stedelijke materie. De nieuwbouwbuurt<strong>en</strong> uit de jar<strong>en</strong> tachtig zijn zotyper<strong>en</strong>d omdat de nadruk nog zo sterk op corporatiewoning<strong>en</strong> lag. Niet veel laterwas het toevoeg<strong>en</strong> van meer koopwoning<strong>en</strong> in de nieuwbouw normaal.Nieuwbouw had, net zoals de vervang<strong>en</strong>de nieuwbouw, vooral als doel om dewoonsituatie van lagere inkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong> te verbeter<strong>en</strong>. Met de kans<strong>en</strong> voorhogere inkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> met de ruimte die vrijkomt in de huursector als dezegroep<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> koopwoning verhuiz<strong>en</strong>, hield het beleid zich nog amper bezig.Voorbeeld<strong>en</strong> van jar<strong>en</strong>-tachtig-nieuwbouwbuurt<strong>en</strong> zijn Marcantilaan/Kop van Jut <strong>bij</strong>de Jan van Gal<strong>en</strong>straat, de noordzijde van de Sloterplas (hoewel daar ook rec<strong>en</strong>t nogweer woning<strong>en</strong> aan toegevoegd zijn), IJplein <strong>en</strong> omgeving in Amsterdam-Noord<strong>en</strong> del<strong>en</strong> van Reigersbos <strong>en</strong> Gein in Zuidoost [10].In sommige buurt<strong>en</strong> van dit milieu ligt het acc<strong>en</strong>t van de onderligg<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>gecompliceerder, omdat er verschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> van de stedelijke materiein de buurt tezam<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. In de VaRa-strook (Valk<strong>en</strong>burger- <strong>en</strong> Rap<strong>en</strong>burgerstraat)<strong>bij</strong>voorbeeld dater<strong>en</strong> de woning<strong>en</strong> uit alle bouwperiod<strong>en</strong> van na 1930, maarer is e<strong>en</strong> sterk acc<strong>en</strong>t op woning<strong>en</strong> uit de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> uit de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig.De voor het stadsvernieuwingsmilieu typer<strong>en</strong>de grote mate van corporatiebezithoort hier echter vooral <strong>bij</strong> de woning<strong>en</strong> van voor 1980, terwijl er onder de nieuwerewoning<strong>en</strong> veel koopwoning<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. De VaRa-strook is van de buurt<strong>en</strong> in ditmilieu dan ook het exemplaar met het hoogste aandeel eig<strong>en</strong>woningbezit (51%).Ook het buurtje van de Oranje Nassau kazerne <strong>en</strong> de aanpal<strong>en</strong>de nieuwbouw uit dejar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig is zo’n leuke m<strong>en</strong>gvorm van oud <strong>en</strong> nieuw, waar<strong>bij</strong> de heringerichtekazerne corporatiewoning<strong>en</strong> bevat <strong>en</strong> de nieuwbouw zowel koop- als huurblokk<strong>en</strong>[9] Pruijs (2004)[10] Reigersbos 1, 2 <strong>en</strong> 3 <strong>en</strong> Gein 1 <strong>en</strong> 229


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>12345678telt. Aan de Cruquiusweg <strong>en</strong> omgeving zit de koopsector in de pakhuiz<strong>en</strong> ‘Maandag- Vrijdag’ <strong>en</strong> de huurwoning<strong>en</strong> zijn overweg<strong>en</strong>d te vind<strong>en</strong> in de nieuwbouw rondomde J.M. v.d. Meijlaan <strong>en</strong> de verbouwde bedrijfspand<strong>en</strong> van de Veemarkt. Ook deomgeving van het Fritjof Nans<strong>en</strong>hof na<strong>bij</strong> het Bos <strong>en</strong> Lommerplein is e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gvormvan naoorlogse bouw <strong>en</strong> jar<strong>en</strong>-neg<strong>en</strong>tig-toevoeging<strong>en</strong>.Overgang is e<strong>en</strong> milieu dat met 61 buurt<strong>en</strong> grote del<strong>en</strong> van de naoorlogse tuinsted<strong>en</strong><strong>en</strong> de vooroorlogse tuindorp<strong>en</strong> omvat. Totaal beslaat het met 185.000bewoners maar liefst e<strong>en</strong> kwart van de stad <strong>en</strong> het is daarmee het omvangrijkstemilieu in deze indeling. Is dit dan het milieu waar de ‘gemiddelde Amsterdammer’woont? De werkelijkheid ligt wat g<strong>en</strong>uanceerder. Het is typisch e<strong>en</strong> milieu met e<strong>en</strong>duale bevolkingsstructuur: Autochtone ouder<strong>en</strong> <strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong>s van etnischeminderhed<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in dit milieu sam<strong>en</strong>. Het aandeel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dat er langer dan20 jaar woont ligt relatief hoog, maar ook het aandeel kortwon<strong>en</strong>de bewoners isaanzi<strong>en</strong>lijk. Deze dualiteit wijst op het plaatsmak<strong>en</strong> van de <strong>en</strong>e groep voor deandere. Dat gebeurt overig<strong>en</strong>s in dit milieu in e<strong>en</strong> vrij gematigd tempo.Overig<strong>en</strong>s is de ruimte voor (allochtone) gezinshuishoud<strong>en</strong>s er niet onbeperkt,gezi<strong>en</strong> het hoge aandeel kleine woning<strong>en</strong>. De helft heeft slechts e<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>werkskernoppervlak van minder dan 60 m 2 . Het betreft hier vooral de vooroorlogse tuindorp<strong>en</strong>,maar ook in del<strong>en</strong> van de naoorlogse Slotermeer dominer<strong>en</strong> de kleinewoning<strong>en</strong>. Dit milieu komt met transitie <strong>en</strong> stadsvernieuwing overe<strong>en</strong> wat betreftde dominantie van de sociale huursector. Het kwam hiervoor ook al aan de orde.Met de maatstav<strong>en</strong> van nu is de woonkwaliteit van de voor- <strong>en</strong> naoorlogse socialehuursector gering. In de tijd dat deze woning<strong>en</strong> hun eerste bewoners kreg<strong>en</strong>, werdechter op twee front<strong>en</strong> succes bereikt. Het wegwerk<strong>en</strong> van de woningnood voorm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met lage tot gematigde inkom<strong>en</strong>s was één doel, daarnaast werd er e<strong>en</strong>zodanige woonkwaliteit geleverd dat vel<strong>en</strong> er destijds behoorlijk op vooruitging<strong>en</strong>. Het sociaal-economische niveau wijkt mom<strong>en</strong>teel iets t<strong>en</strong> positieve af vanhet stadsvernieuwingsmilieu, maar t<strong>en</strong> opzichte van het stedelijk gemiddeldehoudt dat e<strong>en</strong> hoge werkloosheid <strong>en</strong> <strong>bij</strong>standsafhankelijkheid in. Ge<strong>en</strong> modaalmilieu dus, maar duidelijk eronder.Naast de tuindorp<strong>en</strong>, die overweg<strong>en</strong>d in Amsterdam-Noord ligg<strong>en</strong>, vall<strong>en</strong> ookandere del<strong>en</strong> van dat stadsdeel in dit milieu. Grote del<strong>en</strong> van Nieuw<strong>en</strong>dam-Noord<strong>en</strong> de Buikslotermeer <strong>en</strong> geheel Banne Buiksloot <strong>en</strong> Mol<strong>en</strong>wijk vall<strong>en</strong> onder hetovergangsmilieu. Amsterdam-Noord is met 17 buurt<strong>en</strong> het sterkst verteg<strong>en</strong>woordigdin het overgangsmilieu, maar dat is nog niet de helft van alle buurt<strong>en</strong> indit stadsdeel. In de Baarsjes is wel meer dan de helft van de buurt<strong>en</strong> overgangsmilieu.Grote stukk<strong>en</strong> van de Westelijke Tuinsted<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> tot het overgangsmilieu,met e<strong>en</strong> relatief zwaartepunt in Geuz<strong>en</strong>veld/Slotermeer.Transitiemilieu <strong>en</strong> overgangsmilieu behor<strong>en</strong> voor het overgrote deel tot dezelfdested<strong>en</strong>bouwkundige materie <strong>en</strong> er zijn voor e<strong>en</strong> groot deel dezelfde process<strong>en</strong> aande gang. Aan de structuur van de gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> ook aan wat ons aan extra informatieover de betreff<strong>en</strong>de buurt<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d is, kunn<strong>en</strong> we zi<strong>en</strong> dat het veranderingsprocesin het transitiemilieu door de bank g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> e<strong>en</strong> fase verder is dan in hetovergangsmilieu. De meeste woonbuurt<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s hun lev<strong>en</strong> één ofmeer cycli van e<strong>en</strong> hoge positie in de waarderingsrangorde naar e<strong>en</strong> lage positie.De woonbuurt<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> in het stadium dat ze nog pas geled<strong>en</strong> gebouwd zijnaantrekkingskracht uit op huishoud<strong>en</strong>s met de betere kans<strong>en</strong> op de <strong>woningmarkt</strong>.30


Amsterdamse Woonmilieus 200391011121314Later, als de woonkwaliteit van de buurt wordt ingehaald door andere buurt<strong>en</strong>,daalt ook de status <strong>en</strong> marktpositie van het publiek dat zich op dat mom<strong>en</strong>t aanmeldtals nieuwe bewoner. Dat het transitiemilieu e<strong>en</strong> fase voorloopt in hetveranderingsproces t<strong>en</strong> op zichte van het overgangsmilieu kan m<strong>en</strong> merk<strong>en</strong> aane<strong>en</strong> aantal k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> tegelijk: sam<strong>en</strong>stelling naar leeftijd <strong>en</strong> etniciteit, <strong>dynamiek</strong>op de <strong>woningmarkt</strong> <strong>en</strong> sociaal-economische indicator<strong>en</strong>.Het aandeel (autochtone) ouder<strong>en</strong> is in het transitiemilieu veel kleiner dan in hetovergangsmilieu <strong>en</strong> het aandeel etnische minderhed<strong>en</strong> veel groter. Daarnaast is demutatiegraad veel sterker in het transitiemilieu. In gebied<strong>en</strong> zoals de WestelijkeTuinsted<strong>en</strong> moet dit verschil inderdaad word<strong>en</strong> uitgelegd als e<strong>en</strong> faseverschil.Sommige van de buurt<strong>en</strong> zijn verder in het verliez<strong>en</strong> van de naoorlogse pionierg<strong>en</strong>eratie<strong>en</strong> het plaatsmak<strong>en</strong> voor de instrom<strong>en</strong>de groep die inderdaad voor e<strong>en</strong>groot deel uit etnische minderhed<strong>en</strong> bestaat. Het is e<strong>en</strong> zichzelf versterk<strong>en</strong>dproces. De gewortelde pioniersg<strong>en</strong>eratie heeft door haar gehechtheid lange tijde<strong>en</strong> remm<strong>en</strong>d effect op <strong>woningmarkt</strong><strong>dynamiek</strong>. Toch komt onherroepelijk de tijddat die rem wegvalt. De gehechtheid van de oude g<strong>en</strong>eratie neemt af, er kom<strong>en</strong>meer woning<strong>en</strong> vrij voor nieuwkomers, <strong>en</strong> het tempo van het proces van‘invasie/successie’ versnelt. Voor de Bijlmer geldt het verhaal van fasering nietomdat het gebied al zeer snel na de bouw door de markt zakte <strong>en</strong> toevluchtsoordwerd voor kansarm<strong>en</strong>. De Bijlmer heeft nooit e<strong>en</strong> gewortelde pioniersg<strong>en</strong>eratievan <strong>en</strong>ige omvang gehad die remm<strong>en</strong>d werkte op het mutatieproces. Van deBijlmer is bek<strong>en</strong>d dat het jar<strong>en</strong>lang met e<strong>en</strong> flinke leegstand kampte terwijl er inhet bewoonde gedeelte steeds <strong>en</strong>orm veel bewonerswisseling<strong>en</strong> plaatsvond<strong>en</strong>.Die remm<strong>en</strong>de factor van e<strong>en</strong> gehechte pioniersg<strong>en</strong>eratie is er in de WestelijkeTuinsted<strong>en</strong> wel, maar op sommige plaats<strong>en</strong> is die factor inmiddels geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong>op andere plaats<strong>en</strong> nog in tact. E<strong>en</strong> hoge teg<strong>en</strong>over e<strong>en</strong> lage mutatiegraad is danook e<strong>en</strong> belangrijk verschil tuss<strong>en</strong> het transitiemilieu <strong>en</strong> het overgangsmilieu <strong>en</strong>dat geldt ook voor de verhouding van kort- <strong>en</strong> langwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Dat het faseverschilvan overgang naar transitie ook geassocieerd mag word<strong>en</strong> met daling op desociaal-economische ladder is af te lez<strong>en</strong> aan het aandeel <strong>bij</strong>standscliënt<strong>en</strong>.Dat ligt in het transitiemilieu op het dubbele van de stad als geheel <strong>en</strong> in het overgangsmilieuer net bov<strong>en</strong>. Dezelfde constatering geldt voor het aandeel etnischeminderhed<strong>en</strong>. De verzamelgroep van Surinamers, Antillian<strong>en</strong>, Turk<strong>en</strong>, Marokkan<strong>en</strong><strong>en</strong> alle andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit niet-geïndustrialiseerde land<strong>en</strong> haalt in het transitiemilieue<strong>en</strong> gemiddelde van 70% teg<strong>en</strong> 42% in het overgangsmilieu.Dat het verschil tuss<strong>en</strong> transitie <strong>en</strong> overgang vooral e<strong>en</strong> faseverschil is, kan m<strong>en</strong>ook afleid<strong>en</strong> uit de kaart. Het noordelijke deel van Zuidoost, dat zo langdurig deminst gewaardeerde woonplek van de stad was, bestaat vrijwel geheel uittransitiemilieu. In de Westelijke Tuinsted<strong>en</strong>, waar de gewortelde pioniersg<strong>en</strong>erati<strong>en</strong>og als rem heeft kunn<strong>en</strong> funger<strong>en</strong> voor degradatie, is het beeld gem<strong>en</strong>gd.Om <strong>en</strong> om zi<strong>en</strong> we buurt<strong>en</strong> die verder (transitie) <strong>en</strong> minder ver (overgang) zijn inhet verlies van de remm<strong>en</strong>de pionierg<strong>en</strong>eratie. Buurt<strong>en</strong> die sterk doorstrom<strong>en</strong> <strong>en</strong>buurt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> e<strong>en</strong> matig aantal verhuizing<strong>en</strong>. In het altijd <strong>en</strong>igszins van deAmsterdamse <strong>woningmarkt</strong> afzijdig geblev<strong>en</strong> Amsterdam-Noord werkt de rem vande gewortelde g<strong>en</strong>eraties nog langer door, daar bepal<strong>en</strong> de buurt<strong>en</strong> uit het overgangsmilieuhet beeld <strong>en</strong> zijn de buurt<strong>en</strong> uit het transitiemilieu (nog) in deminderheid.Het verhaal over de ontwikkelingsgang van buurt<strong>en</strong> van ‘hoog’ naar ‘laag’ <strong>en</strong> weerterug, leidt tot de vraag hoe <strong>en</strong> wanneer de gang opwaarts weer gevond<strong>en</strong> wordt.31


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>Het antwoord is: meestal niet vanzelf. De Bijlmer is wederom het voorbeeld van hoelang de periode kan dur<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> woonbuurt zich aan de onderkant van de marktbevindt: ruim dertig jaar. Met gewoon woningonderhoud <strong>en</strong> hier <strong>en</strong> daar wat kleinschaligeherprofilering werd het tij niet gekeerd. Het werd jar<strong>en</strong>lang beschouwd alste vroege kapitaalvernietiging om flats te gaan slop<strong>en</strong>. Nu de vernieuwing e<strong>en</strong>maalop gang is <strong>en</strong> als succesvol wordt gezi<strong>en</strong>, lijkt het eerder kapitaalvernietiging ommeer te lat<strong>en</strong> staan dan het ‘Bijlmermuseum’ (slechts <strong>en</strong>kele van de voorhe<strong>en</strong>31 flats). Inmiddels staan er op veel plaats<strong>en</strong> in de stad ingrijp<strong>en</strong>de stedelijkevernieuwingsingrep<strong>en</strong> op stapel. Op welke manier deze ingrep<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> metde hier besprok<strong>en</strong> milieus komt later aan de orde.2.5 Inbreiding <strong>en</strong> stadsrandEr zijn twee milieus aangetroff<strong>en</strong> waar nieuwe woning<strong>en</strong> het beeld bepal<strong>en</strong>. Ookhier is het e<strong>en</strong> faseverschil dat het onderscheid bepaalt. Inbreiding is het milieug<strong>en</strong>oemd dat de nieuwste nieuwbouw verteg<strong>en</strong>woordigt. Stadsrand bevat meerde nieuwbouw van ‘gister<strong>en</strong>’.Figuur 2.4: Woonmilieus stadsrand <strong>en</strong> inbreiding, 2003stadsrandinbreidingStadsrand is dan ook e<strong>en</strong> milieu dat voor e<strong>en</strong> deel uit woning<strong>en</strong> bestaat uit dejar<strong>en</strong> tachtig <strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ander deel uit het eerste deel van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig.Dat hiermee de oudere nieuwbouw <strong>bij</strong> elkaar gebracht is kan m<strong>en</strong> ook merk<strong>en</strong> aande mutatiegraad. Die is in de buurt<strong>en</strong> inmiddels tot de laagste van de stad gaan32


Amsterdamse Woonmilieus 20031234567behor<strong>en</strong>. Na e<strong>en</strong> pioniersfase met veel beweging zijn de huishoud<strong>en</strong>s gesetteld <strong>en</strong>bestaat er nog maar geringe behoefte om te verhuiz<strong>en</strong>. Het milieu bestaat voormeer dan de helft uit koopwoning<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor ruim e<strong>en</strong> derde uit corporatiebezit.Voor Amsterdamse begripp<strong>en</strong> zijn dit omgekeerde verhouding<strong>en</strong>. Amsterdam had<strong>en</strong>kele dec<strong>en</strong>nia lang het bouw<strong>en</strong> aan de regio overgelat<strong>en</strong>, maar besloot in dejar<strong>en</strong> tachtig om nieuwe woongebied<strong>en</strong> neer te zett<strong>en</strong> die concurrer<strong>en</strong>d moest<strong>en</strong>zijn met de groeikern. E<strong>en</strong> hoog aandeel eig<strong>en</strong>woningbezit hoort daar<strong>bij</strong> <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>se<strong>en</strong> grote hoeveelheid recreatieve buit<strong>en</strong>ruimte. Het woonmilieu heeft met e<strong>en</strong>hoog aandeel gezinn<strong>en</strong> dan ook inderdaad suburbane trekk<strong>en</strong>. Vanzelfsprek<strong>en</strong>dduid<strong>en</strong> de sociaal-economische variabel<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> relatief hoge status voor ditgebied.In Zuidoost behor<strong>en</strong> Hol<strong>en</strong>drecht Oost (Mijehof, Mijnd<strong>en</strong>hof) <strong>en</strong> de buit<strong>en</strong>stedel<strong>en</strong> van Gein <strong>en</strong> Reigersbos [11] tot het jar<strong>en</strong>-tachtig-deel van het stadsrandmilieu.Als m<strong>en</strong> erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> echte stadsrandbeleving heeft is het daar. De gro<strong>en</strong>zonerond de woonwijk<strong>en</strong> loopt over naar de polder die aan het auth<strong>en</strong>tiekeriviertje de Gein gr<strong>en</strong>st. Er zijn overig<strong>en</strong>s nog aanzi<strong>en</strong>lijke verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> dezeonderdel<strong>en</strong> van Zuidoost. Gein 3 (met verzetstrijders in de straatnam<strong>en</strong>) bestaatvrijwel geheel uit koopwoning<strong>en</strong> terwijl in Gein 4 (wethoudersnam<strong>en</strong>) het corporatiebezitde bov<strong>en</strong>toon voert. Beide wijk<strong>en</strong> zijn dan ook binn<strong>en</strong> het stadsrandmilieuongeveer de uiterst<strong>en</strong> in het aandeel werkloosheid <strong>en</strong> <strong>bij</strong>standscliënt<strong>en</strong>.De jar<strong>en</strong>-neg<strong>en</strong>tig-buurt<strong>en</strong> die tot het stadsrandmilieu behor<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> overweg<strong>en</strong>daan de west- <strong>en</strong> de noordkant van de stad. De Aker, Nieuw Slot<strong>en</strong>, <strong>en</strong> Parkhaagsewegzijn e<strong>en</strong> vrijwel aane<strong>en</strong>geslot<strong>en</strong> nieuwbouwgebied aan de rand van Osdorp <strong>en</strong>Slotervaart, met sam<strong>en</strong> zo’n 25.000 inwoners. Het oude dorpje Slot<strong>en</strong>, de hoofdplaatsvan de in 1921 geannexeerde geme<strong>en</strong>te met dezelfde naam, is de meestmarkante onderbreking van dit stadsrandmilieu. Het Amsterdamse Bos is na<strong>bij</strong> <strong>en</strong>het over de ringvaart van de Haarlemmermeer geleg<strong>en</strong> Badhoevedorp komt doordeze Amsterdamse nieuwbouwwijk<strong>en</strong> steeds meer aan Amsterdam vast te zitt<strong>en</strong>.Ook Geuz<strong>en</strong>veld-west na<strong>bij</strong> de Haarlemmerweg <strong>en</strong> sportcomplex de E<strong>en</strong>drachtbehoort tot dit milieu <strong>en</strong> ook de bebouwing aan de Oostoever van de Sloterplas.Het meest na<strong>bij</strong> het c<strong>en</strong>trum geleg<strong>en</strong> onderdeel van het stadsrandmilieu is hetGWL-terrein. Dit nieuwbouwwijkje op het voormalige Waterleidingterrein inWesterpark is e<strong>en</strong> geslaagd voorbeeld van hoe e<strong>en</strong> omzetting van werkgebiednaar woongebied als trekker heeft kunn<strong>en</strong> funger<strong>en</strong> voor opwaardering van deoude woonbebouwing in de Van Hallstraat <strong>en</strong> omgeving.Ook Amsterdam-Noord heeft <strong>en</strong>kele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong>-neg<strong>en</strong>tig-toevoeging<strong>en</strong>aan de rand van de stad. Het zijn de Twiskes <strong>en</strong> Jeugdland. Twiske-West <strong>en</strong> deWalviss<strong>en</strong>buurt vorm<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> buurt, maar bevatt<strong>en</strong> ook nog wat oude dorpsbebouwingvan wat tot 1966 aan de geme<strong>en</strong>te Landsmeer behoorde. Twiske-Westzet zich overig<strong>en</strong>s, gescheid<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> oude waterloop, voort in de tweelingwijkTwiske-Oost. Dit gedeelte valt echter in e<strong>en</strong> buurt die in onze indeling niet onderstadsrand valt maar onder dorp omdat hier de dorpsbebouwing van Kadoel<strong>en</strong>domineert. Jeugdland is ook zo’n nieuwbouwbuurtje teg<strong>en</strong> de noordelijke Ringwegaan, vlak<strong>bij</strong> het Noord-Hollandsch Kanaal. Amsterdam-Noord valt altijd op door zijnaane<strong>en</strong>schakeling van woongebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zeer verschill<strong>en</strong>de signatuur: e<strong>en</strong>beetje e<strong>en</strong> eiland<strong>en</strong>sfeer. Jeugdland blinkt hierin uit, je moet het zelfs echt wet<strong>en</strong> te[11] Reigersbos 4 <strong>en</strong> Gein 3 <strong>en</strong> 433


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>12ligg<strong>en</strong>. Vermoedelijk wordt Jeugdland <strong>bij</strong> de totstandkoming van de C<strong>en</strong>trumgebiedAmsterdam-Noord (CAN) van zijn al te nadrukkelijke afzondering bevrijd.Inbreiding is het nieuwbouwmilieu van gemiddeld rec<strong>en</strong>tere datum, waardoor ernog veel meer <strong>dynamiek</strong> te vind<strong>en</strong> is. Simpelweg omdat in het rec<strong>en</strong>te verled<strong>en</strong>voor nieuwbouwlocaties meer gezocht is naar hergebruik van plekk<strong>en</strong> in de stad inplaats van het toevoeg<strong>en</strong> van nieuwe stadsrandwijk<strong>en</strong>, ligt dit milieu vaak watdichter <strong>bij</strong> de c<strong>en</strong>trale stad. Inbreiding levert mom<strong>en</strong>teel de sterkste <strong>bij</strong>drage aande <strong>woningmarkt</strong><strong>dynamiek</strong> in de stad maar dat hoort <strong>bij</strong> de pioniersfase die voor ditmilieu nog niet is afgeslot<strong>en</strong>. Minder dan het stadsrandmilieu is het inbreidingsmilieue<strong>en</strong> gezinsmilieu. Overig<strong>en</strong>s hoeft de hoeveelheid park <strong>en</strong> water in deomgeving ge<strong>en</strong> belemmering te zijn voor e<strong>en</strong> gezinscultuur, want die wijkt niet afvan wat het stadsrandmilieu biedt. Waarschijnlijk is het verder toegroei<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong>gezinsmilieu e<strong>en</strong> kwestie van tijd. Het milieu telt, afgelez<strong>en</strong> aan het hoge aandeelstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> de geringe vergrijzing, veel huishoud<strong>en</strong>s aan de vooravond van gezinsvorming.Het is <strong>bij</strong> deze buurt<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s de vraag of de jonge gezinn<strong>en</strong> lang inhun buurt blijv<strong>en</strong> won<strong>en</strong> of na verloop van <strong>en</strong>ige tijd toch verhuiz<strong>en</strong> naar milieusmet nog meer nadruk op ruimte.Tabel 2.4: K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>profiel van stadsrand <strong>en</strong> inbreiding, 2003 (pec<strong>en</strong>tages)stadsrand inbreiding Amsterdameig<strong>en</strong> woningbezit 54 47 21corporatiewoning<strong>en</strong> 35 30 55particuliere huur 11 22 24oppervlakte < 60 m 2 2 8 42oppervlakte 60-80 m 2 27 17 29oppervlakte > 80 m 2 71 75 26bouw voor 1919 1 1 24bouw 1920-1945 1 3 25bouw 1946-1980 1 5 27bouw na 1980 97 92 24werkloosheid 3 5 6<strong>bij</strong>stand 5 4 12gezinn<strong>en</strong> 44 22 24stell<strong>en</strong> 28 31 23alle<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d<strong>en</strong> 23 44 47leeftijd 0-9 jaar 14 11 11leeftijd 55+ jaar 17 18 21krap won<strong>en</strong> 27 19 26ruim won<strong>en</strong> 44 48 39etnische minderhed<strong>en</strong> 28 21 36westerse buit<strong>en</strong>landers 10 15 12woonduur < 1 jr 14 47 24woonduur > 20 jr 3 1 10mutatiegraad 9 25 15gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> blauw 46 49 24ozb-waarde > € 150.000 46 71 25ozb-waarde < € 75.000 2 8 14aantal buurt<strong>en</strong> 12 10 296bevolkingsomvang 50.328 20.966 737.04534


Amsterdamse Woonmilieus 2003Typer<strong>en</strong>de voorbeeld<strong>en</strong> van dit milieu zijn het Java-KNSM eiland <strong>en</strong> Borneo-Spor<strong>en</strong>burgin het tot stadsdeel Zeeburg behor<strong>en</strong>de Oostelijk Hav<strong>en</strong>gebied.Deze gevarieerd stedelijke nieuwbouw op de voormalige hav<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>, waarvroeger schep<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gelost <strong>en</strong> trein<strong>en</strong> rangeerd<strong>en</strong>, is nieuwbouw waar Amsterdamzich graag mee etaleert. De eiland<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> dan zelf al af zijn, de aansluiting<strong>bij</strong> de stad moet nog meer vorm krijg<strong>en</strong> door de ontwikkeling van de IJ-boulevard.Nog e<strong>en</strong> paar voormalige hav<strong>en</strong>arm<strong>en</strong> zuidelijker hoort ook e<strong>en</strong> klein stukje nieuwbouwaan het einde van de Zeeburgerdijk <strong>en</strong> de Floraparkweg tot het inbreidingsmilieu.Hier heeft het Amsterdam-Rijnkanaal de oorspronkelijke aansluiting van deZeeburgerdijk op de Diemerzeedijk doorbrok<strong>en</strong> waardoor het nu niet mogelijk isom direct door te lop<strong>en</strong> naar de allernieuwste nieuwbouw van Amsterdam, IJburg.De nieuwbouw op IJburg is echter nog te rec<strong>en</strong>t om in deze analyse e<strong>en</strong> rol tespel<strong>en</strong>.34567Ook stadsdeel Oost/Watergraafsmeer heeft e<strong>en</strong> aantal interessante nieuwe toevoeging<strong>en</strong>die zich in de buurt<strong>en</strong>statistiek lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> als inbreidingsmilieu.Julianapark is e<strong>en</strong> opvulbuurtje van begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig op e<strong>en</strong> voormalig volkstuin<strong>en</strong>complextuss<strong>en</strong> Gooiseweg, Amstelstation <strong>en</strong> Hugo de Vrieslaan. De Omvalheeft met zijn ca. 400 huur- <strong>en</strong> koopappartem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit 1997 <strong>en</strong> ligging aan deAmstel de meeste allure <strong>en</strong> is wat betreft de watersfeer <strong>en</strong>igszins vergelijkbaarmet het Oostelijk Hav<strong>en</strong>gebied. In Park de Meer, op de plek van het vroegereAjax-stadion ‘de Meer’, dater<strong>en</strong> de eerste woning<strong>en</strong> uit 1994 maar de grootstebouwstroom kwam pas <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong>. De wijk telt in 2003 <strong>bij</strong>na 2.000inwoners, in 2001 nog maar e<strong>en</strong> paar honderd. Park de Meer is daarmee inmiddelsde grootste van de drie inbreidingsbuurt<strong>en</strong> in dit stadsdeel. De buurt heeft ondankse<strong>en</strong> aantal sterk aanwezige hoogbouwcomplex<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gro<strong>en</strong> karakter <strong>en</strong> houdtdaarmee zijn aansluiting <strong>bij</strong> de sfeer van de oudere del<strong>en</strong> van de Watergraafsmeer.Na<strong>bij</strong> de westelijke ringweg in Slotervaart is het de nieuwbouw aan het KoninginWilhelminaplein/park die tot inbreiding behoort. In Buit<strong>en</strong>veldert vind<strong>en</strong> we tweeexemplar<strong>en</strong>. Het eerste wijkje is te vind<strong>en</strong> aan de Amstelve<strong>en</strong>seweg t<strong>en</strong> west<strong>en</strong>van de Vrije Universiteit. In de hoek van de Van Leij<strong>en</strong>borghlaan <strong>en</strong> de Boelelaanligt het ’Rotterdamse buurtje’.Inbreiding is met 20.000 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> maar e<strong>en</strong> klein milieu. Dat heeft in hoge mate methet specifieke karakter van dit gebied te mak<strong>en</strong>. De groep van buurt<strong>en</strong> komtnatuurlijk tot stand op basis van veel k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> tegelijk: veel nieuwe woning<strong>en</strong>,positieve sociaal-economische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, specifieke leeftijdsopbouw, etc.Doorslaggev<strong>en</strong>d is echter de combinatie van deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hogebewegelijkheid <strong>en</strong> het hoog aantal pas gearriveerde bewoners. Kortom, het betrefthier de echte nieuwbouw waar nog veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voor het eerst kom<strong>en</strong> won<strong>en</strong>.Het kwam al aan de orde. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor nieuwbouw is dat die <strong>dynamiek</strong> ersnel uitgaat <strong>en</strong> dat het e<strong>en</strong> tijdje duurt voor de gesettelde bewoners weer aan ietsanders toe zijn. De hoeveelheid stedelijke materie die tot de nieuwste nieuwbouwgerek<strong>en</strong>d wordt, is dus afhankelijk van de rec<strong>en</strong>te bouwcijfers. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voorde laatste periode is dat de productie niet het hoge peil behield van midd<strong>en</strong>neg<strong>en</strong>tig. Inbreiding is daarmee ook duidelijk e<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong>heidsmilieu. Als m<strong>en</strong>deze analyse over <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> herhaalt, behor<strong>en</strong> de hier beschrev<strong>en</strong> buurt<strong>en</strong> totde oudere <strong>en</strong> tot rust gekom<strong>en</strong> nieuwbouw. De nieuwste nieuwbouw is dan tevind<strong>en</strong> op IJburg <strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> wel <strong>bij</strong>na nerg<strong>en</strong>s anders in de stad, zodat dit milieudan gewoon zonder omhaal ‘IJburg’ g<strong>en</strong>oemd kan word<strong>en</strong>.35


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>2.6 DorpDorp is ook e<strong>en</strong> klein milieu, maar dat heeft in dit geval niet met het bouwtempote mak<strong>en</strong>. De naam ligt voor de hand omdat deze buurt<strong>en</strong>, met hun hoge welstand<strong>en</strong> veel gro<strong>en</strong>e buit<strong>en</strong>ruimte, op de dorp<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> Amsterdam lijk<strong>en</strong>.De karakteristieke historische woonbebouwing is e<strong>en</strong> geliefd vestigingsplaatsgeword<strong>en</strong> van gegoede huishoud<strong>en</strong>s, maar is gemet<strong>en</strong> naar de woningvoorraad <strong>en</strong>bevolking (1,3%) maar e<strong>en</strong> klein onderdeel van de Amsterdamse woonmaterie <strong>en</strong>in term<strong>en</strong> van doorstroming vervult dit milieu maar amper e<strong>en</strong> rol van betek<strong>en</strong>is.Figuur 2.5: Woonmilieu dorp, 2003dorpHet dorpsmilieu heeft e<strong>en</strong> duale bevolkingsstructuur, waarin vergrijzing naast gezinslev<strong>en</strong>bestaat. De gezinshuishoud<strong>en</strong>s zijn hier echter vaak autochtoon. Alle<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d<strong>en</strong>zijn in dit milieu e<strong>en</strong> minderheid. Het mer<strong>en</strong>deel (meer dan 70%) van dewoning<strong>en</strong> is van eig<strong>en</strong>aar-bewoners <strong>en</strong> het aandeel woning<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge waardeis ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s hoog. Bij dit profiel hoort ook e<strong>en</strong> laag cijfer voor werkloosheid <strong>en</strong><strong>bij</strong>standsafhankelijkheid.De meeste buurt<strong>en</strong> die tot het dorpsmilieu behor<strong>en</strong>, ligg<strong>en</strong> in Amsterdam-Noord.In het Amsterdamse deel van Waterland zijn Durgerdam, Holysloot, Ransdorp <strong>en</strong>Zunderdorp bek<strong>en</strong>de voorbeeld<strong>en</strong>. Dwars door de twintigste eeuwse bebouwingvan Amsterdam-Noord vind<strong>en</strong> we de oude Waterlandse Zeedijk, die onder nam<strong>en</strong>als Nieuw<strong>en</strong>dammerdijk, Buiksloterdijk <strong>en</strong> Oostzanerdijk is aan te treff<strong>en</strong>.36


Amsterdamse Woonmilieus 2003123Hier bestaat e<strong>en</strong> grote variëteit aan soort<strong>en</strong> woonhuiz<strong>en</strong>. Boerderij<strong>en</strong>,her<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>, arbeiderswoning<strong>en</strong>, blokjes duplex-woning<strong>en</strong>, veel van dezewoning<strong>en</strong> zijn op het oog in gebruik g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door stedeling<strong>en</strong>. De auth<strong>en</strong>tiekdorpse sfeer, meer Waterlands dan Amsterdam, is er al af, maar het woongebiedziet er goed uit. Er is de laatste jar<strong>en</strong> veel geïnvesteerd in de woning<strong>en</strong>.Hoe mooi de dorp<strong>en</strong> in de milieu-indeling terug te vind<strong>en</strong> zijn, hangt af van hoe debuurtindeling ter plaatse is. Bestaat het gebied overweg<strong>en</strong>d uit oude dorpsmaterieof staat er ook e<strong>en</strong> Amsterdamse nieuwbouwwijk op het grondgebied.Kadoel<strong>en</strong> valt <strong>bij</strong>voorbeeld wel in het dorpsmilieu, ondanks de nieuwbouw vanTwiske-Oost binn<strong>en</strong> het gebied van de buurt. De Oostzanerdijk vanaf Zijkanaal I,doet echter niet mee omdat de rec<strong>en</strong>te komst van e<strong>en</strong> asielzoekersc<strong>en</strong>trum te veelvertek<strong>en</strong>ing teweegbr<strong>en</strong>gt in de cijfers (zie <strong>bij</strong>lage).Het dorpsmilieu vindt m<strong>en</strong> ook in de westelijke <strong>en</strong> oostelijke windstrek<strong>en</strong> vanAmsterdam. Slot<strong>en</strong>, werd al eerder g<strong>en</strong>oemd als het oude dorp aan de rand vanhet naoorlogse Osdorp <strong>en</strong> de jar<strong>en</strong>-neg<strong>en</strong>tig-nieuwbouw van de Aker <strong>en</strong> NieuwSlot<strong>en</strong>. De Osdorperweg richting Halfweg bevat nog wat oorspronkelijke lintbebouwing.Driemond is ook nog zo’n aardige dorps<strong>en</strong>clave op Amsterdamsgrondgebied. Op de kaart van de geme<strong>en</strong>te Amsterdam lijkt het soms alsof ertuss<strong>en</strong> de Watergraafsmeer <strong>en</strong> het in 1966 geannexeerde Zuidoost alle<strong>en</strong> maarrust <strong>en</strong> ruimte heerst, maar in werkelijkheid zet de Amsterdamse drukte zich voortop het grondgebied van Diem<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ouder-Amstel (Duiv<strong>en</strong>drecht). Driemond ligtdaar net voor<strong>bij</strong>, aan de oude weg naar Hilversum teg<strong>en</strong>over Weesp aan hetAmsterdam-Rijnkanaal. Er is niet veel auth<strong>en</strong>tieke dorpsbebouwing, behalve aande Gaasp. Het mer<strong>en</strong>deel van de woning<strong>en</strong> is van na de Tweede Wereldoorlog, <strong>en</strong>zelfs voor e<strong>en</strong> derde van na 1980. Het gaat wel om overweg<strong>en</strong>d rijtjeswoning<strong>en</strong> <strong>en</strong>voor Amsterdamse begripp<strong>en</strong> is dat al <strong>bij</strong>zonder dorps. Veel van de naoorlogsee<strong>en</strong>gezinswoning<strong>en</strong> zijn corporatiebezit.4 5637


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>Tabel 2.5: Profiel van het Amsterdamse dorpsmilieu, 2003 (perc<strong>en</strong>tages)dorp Amsterdameig<strong>en</strong> woningbezit 71 21corporatiewoning<strong>en</strong> 11 55particuliere huur 18 24oppervlakte < 60 m 2 14 42oppervlakte 60-80 m 2 27 29oppervlakte > 80 m 2 59 26bouw voor 1919 7 24bouw 1920-1945 50 25bouw 1946-1980 20 27bouw na 1980 23 24werkloosheid 2 6<strong>bij</strong>stand 3 12gezinn<strong>en</strong> 41 24stell<strong>en</strong> 32 23alle<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d<strong>en</strong> 20 47leeftijd 0-9 jaar 13 11leeftijd 55+ jaar 26 21krap won<strong>en</strong> 35 26ruim won<strong>en</strong> 37 39etnische minderhed<strong>en</strong> 7 36westerse buit<strong>en</strong>landers 9 12woonduur < 1 jr 13 24woonduur > 20 jr 25 10mutatiegraad 7 15gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> blauw 35 24ozb-waarde > € 150.000 77 25ozb-waarde < € 75.000 4 14aantal buurt<strong>en</strong> 14 296bevolkingsomvang 9.623 736.0452.7 Totaalbeeld stedelijk mozaïekDe ti<strong>en</strong> milieus gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>bare, ruimtelijk-functionele differ<strong>en</strong>tiatie van destad. Ze corresponder<strong>en</strong> met de noties die we hebb<strong>en</strong> over hoe de oudere <strong>en</strong>nieuwere del<strong>en</strong> van de woningvoorraad, <strong>en</strong> hoe de meer c<strong>en</strong>traal geleg<strong>en</strong> gebied<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>over de meer perifere del<strong>en</strong> van de stad het woondomein geword<strong>en</strong> zijnvan bevolkingsgroep<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d profiel. Verschill<strong>en</strong> in leeftijds- <strong>en</strong>huishoud<strong>en</strong>sstructuur, herkomst, sociaal-economische status <strong>en</strong> beweeglijkheid opde <strong>woningmarkt</strong> relater<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> <strong>bij</strong>zondere manier aan bepaalde eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>in de eig<strong>en</strong>domsverdeling, de woninggrootte <strong>en</strong> de fase waarin e<strong>en</strong> milieu zichbevindt. Die relaties zijn de actuele fysiek-sociale combinaties waarover in hetvorige hoofdstuk gesprok<strong>en</strong> werd.38


Amsterdamse Woonmilieus 2003Figuur 2.6: Amsterdam in ti<strong>en</strong> woonmilieus, 2003c<strong>en</strong>trumc<strong>en</strong>trumrandwelgesteld stedelijkaansluitingtransitieovergangstadsvernieuwing e.a.stadsrandinbreidingdorpDe woonmilieu-indeling geeft e<strong>en</strong> notie mee van e<strong>en</strong> rangorde op de <strong>woningmarkt</strong>naar ‘gewildheid’, ondanks dat de onderligg<strong>en</strong>de statistiek deze noties niet explicietbevat. In sommige milieus won<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> – door er te blijv<strong>en</strong> won<strong>en</strong> of doorzich er te vestig<strong>en</strong> – die het zich kunn<strong>en</strong> veroorlov<strong>en</strong> om er te won<strong>en</strong>. In anderemilieus won<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> met wat voor h<strong>en</strong> beschikbaar is.Aanbod bepaalt vraag <strong>en</strong> vraag bepaalt aanbod. Maar die wisselwerking heeft opverschill<strong>en</strong>de plekk<strong>en</strong> van de stad wel e<strong>en</strong> andere verhouding. In milieus als welgesteldstedelijk <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trum is de aanwezigheid van sterke groep<strong>en</strong> zodanig dat hettweede echelon belangstell<strong>en</strong>d<strong>en</strong> al weinig kans<strong>en</strong> meer heeft om er binn<strong>en</strong> tekom<strong>en</strong>. De milieus die bewoond word<strong>en</strong> door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met geringe kans<strong>en</strong>, zoalshet transitiemilieu, zijn omgekeerd in afnem<strong>en</strong>de mate aantrekkelijk voor h<strong>en</strong> diemeer te kiez<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.Enigszins losgekom<strong>en</strong> van de feit<strong>en</strong> die voor de indeling gebruikt zijn, kan m<strong>en</strong> demilieus als volgt op e<strong>en</strong> rij zett<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> het welgesteld stedelijk milieu is detraditionele zuidsector, het woongebied t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van het Vondelpark, hetonbetwiste topmilieu van Amsterdam. Daar won<strong>en</strong> veel rijke m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze hebb<strong>en</strong>zich ook nog e<strong>en</strong>s riante woonruimte voor hun geld aangemet<strong>en</strong>.Wat status betreft krijgt dit milieu op <strong>en</strong>ige afstand aansluiting van het c<strong>en</strong>trummilieu,maar hier moet<strong>en</strong> de rijk<strong>en</strong> met veel minder woonvierkantemeters g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong>nem<strong>en</strong>. Mede hierdoor zal de woonduur maar kort zijn.Het c<strong>en</strong>trummilieu heeft nog iets van het doorstromingsmilieu dat het dec<strong>en</strong>nialang was, maar het is al lang niet meer bedoeld voor stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere starters,maar voor huishoud<strong>en</strong>s met e<strong>en</strong> hoog opleidingsniveau, goed salaris <strong>en</strong> e<strong>en</strong>39


<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>Figuur 2.7: Amsterdamse milieus naar bevolkingsomvang4,4%c<strong>en</strong>trum17,1%overgang1,3%2,9%6,9%9,6%c<strong>en</strong>trumrand6,5%stadsvernieuwing e.a.welgesteld stedelijk11,6%25,3%stadsrandaansluiting14,5%inbreidingtransitiedorpgerichtheid op stedelijke cultuur [12]. Westerse buit<strong>en</strong>landers met deze kwalificatiesvind<strong>en</strong> in dit woonmilieu ook goed hun weg. Er ligt in stadsdeel Amsterdam-C<strong>en</strong>trum, waar het c<strong>en</strong>trummilieu overweg<strong>en</strong>d ligt, e<strong>en</strong> bevolkingsontwikkeling inhet verschiet die niet geheel correspondeert met het dynamische imago dat hetmom<strong>en</strong>teel heeft [13]. Volg<strong>en</strong>s de prognose heeft dit stadsdeel over <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong>het hoogste aandeel s<strong>en</strong>ior<strong>en</strong> (55+). Amsterdam mag verheugd zijn met de aanwezigheidvan deze gewilde stedelijke milieus binn<strong>en</strong> haar gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>. Het biedtmogelijkhed<strong>en</strong> voor h<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> hoger inkom<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om voor de stad tekiez<strong>en</strong>. Hieraan is wel de voorwaarde verbond<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> van de stad houdt, wantc<strong>en</strong>trummilieu <strong>en</strong> welgesteld stedelijk zijn niet zomaar in te ruil<strong>en</strong> voor de suburb.Suburbane milieus biedt Amsterdam maar mondjesmaat. Het dorpsmilieu vanAmsterdam lijkt weliswaar op wat er verderop in de regio in veelvoud wordt aangebod<strong>en</strong>,maar heeft in term<strong>en</strong> van <strong>woningmarkt</strong> amper betek<strong>en</strong>is. Voor het stadsrandmilieuis dat wel het geval. De woning<strong>en</strong> voor ongeveer vijftigduiz<strong>en</strong>d m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>in dit milieu kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> klein alternatief voor Almere g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong>.Maar Almere is inmiddels al drie keer groter dan de Amsterdamse stadsrand <strong>en</strong> inde algehele verhouding stad-regio is dit ‘peri-urbane’ aanbod e<strong>en</strong> druppel.Maar het is wel e<strong>en</strong> belangrijk milieu om binn<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>, als mogelijkheidvoor Amsterdamse huishoud<strong>en</strong>s om zich op Amsterdams grondgebied teverbeter<strong>en</strong> richting e<strong>en</strong> comfortabel nieuwbouwmilieu. De nieuwbouwwijk<strong>en</strong> dieinbreiding g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> soortgelijke functie <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>, gezi<strong>en</strong>hun ligging ook help<strong>en</strong> e<strong>en</strong> alternatief te bied<strong>en</strong> voor h<strong>en</strong> die in c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> welgesteldstedelijk niet terecht kunn<strong>en</strong>. C<strong>en</strong>trumrand <strong>en</strong> aansluiting, drag<strong>en</strong> hier ookaan <strong>bij</strong>. Er is e<strong>en</strong> wat lager statusniveau maar e<strong>en</strong> wat grotere toegankelijkheid.Gezi<strong>en</strong> vanuit de pure c<strong>en</strong>trumzoekers zijn deze milieus wellicht ‘second best’,waar<strong>bij</strong> het c<strong>en</strong>trumrandmilieu meer lijkt toegesned<strong>en</strong> op de liefhebbers vanreuring <strong>en</strong> het aansluitingsmilieu meer de liefhebbers van rust kan bedi<strong>en</strong><strong>en</strong>.Stadsvernieuwing heeft vooral pot<strong>en</strong>tie om <strong>bij</strong> het c<strong>en</strong>trumrandmilieu aan tesluit<strong>en</strong>, maar mist op veel plaats<strong>en</strong> uitstraling. De echte stadsvernieuwingsbuurt<strong>en</strong>bod<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> tachtig e<strong>en</strong> woonkwaliteit waar de omring<strong>en</strong>de oudbouw <strong>bij</strong> inhet niet viel. Inmiddels is die oude voorraad zodanig opgekalefaterd dat de oude[12] Sterckx, De Feijter <strong>en</strong> Rouk<strong>en</strong>s (2003)[13] Dignum (2004)40


Amsterdamse Woonmilieus 2003voordel<strong>en</strong> weer gaan opvall<strong>en</strong>. Die voordel<strong>en</strong> bestaan uit veel plekk<strong>en</strong> voor winkels<strong>en</strong> andere functiem<strong>en</strong>ging <strong>en</strong> uit de aanwezigheid van k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de ornam<strong>en</strong>t<strong>en</strong>in de architectuur die statusbepal<strong>en</strong>d zijn zodra ze onderhoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.De stadsvernieuwing mist deze voordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze zijn maar zeer beperkt alsnog aante br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Daarnaast bevat de stadsvernieuwing op veel plaats<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijkearmoede die niet aantrekkelijk aandoet voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met c<strong>en</strong>trumambities.Overgang <strong>en</strong> transitie zijn mom<strong>en</strong>teel de gebied<strong>en</strong> met de geringste aantrekkingskracht,waar<strong>bij</strong> gelet op de sociaal-economische indicator<strong>en</strong> het transitiemilieuecht het milieu is waar armoede gepaard gaat met de nadelige kant<strong>en</strong> van snelle<strong>woningmarkt</strong><strong>dynamiek</strong>. Er wordt zoveel verhuisd dat <strong>en</strong>ige sfeer van ‘er thuishor<strong>en</strong>’ verdampt. Tegelijkertijd zijn overgang <strong>en</strong> transitie de milieus waar groteherstructureringsingrep<strong>en</strong> op stapel staan of reeds word<strong>en</strong> uitgevoerd.Het behor<strong>en</strong> van buurt<strong>en</strong> tot deze milieus is dan ook ge<strong>en</strong> signaal dat door hetbeleid moet word<strong>en</strong> opgepakt want dat is al lang geled<strong>en</strong> gebeurd. Over hetsam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> van de milieus met de plaats<strong>en</strong> waar de stedelijke vernieuwing wordtuitgevoerd wordt verwez<strong>en</strong> naar hoofdstuk 5.41


42<strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003hoofdstuk 3 <strong>Stedelijke</strong> materie in beweging3.1 InleidingDe cursivering<strong>en</strong> om de nam<strong>en</strong> van de milieus aan te duid<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vanaf dit puntweggelat<strong>en</strong>. De woonmilieus zijn voldo<strong>en</strong>de geïntroduceerd. Bij e<strong>en</strong> herhalingsanalyseis het zinvol om kort eerst aandacht te bested<strong>en</strong> aan de verandering<strong>en</strong> inhet algem<strong>en</strong>e kracht<strong>en</strong>spel. Hoe is de ontwikkeling op e<strong>en</strong> aantal belangrijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>?Dat komt aan de orde in de volg<strong>en</strong>de drie paragraf<strong>en</strong>. Het is van belangde ontwikkeling<strong>en</strong> op het gebied van economische situatie, etniciteit, verhuismobiliteit<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>domsverdeling te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Dit zijn immers de meest belangrijkedeterminant<strong>en</strong> van de woonmilieu-indeling. In de vijfde <strong>en</strong> zesde paragraaf wordtde indeling naar woonmilieus gerelateerd aan de algem<strong>en</strong>e verandering<strong>en</strong> inAmsterdam op het gebied won<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevolking. De indeling van 2003 wordt vergelek<strong>en</strong>met de indeling van 2001. Voor sommige buurt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong>waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die <strong>en</strong>igszins los staan van de algem<strong>en</strong>e tr<strong>en</strong>ds in de milieus. Dieontwikkeling<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> op verbetering<strong>en</strong> <strong>en</strong> verslechtering<strong>en</strong> van hun specifiekepositie.3.2 Sociaal-demografische tr<strong>en</strong>dsEtniciteitDe sam<strong>en</strong>stelling van Amsterdam naar etnische groep<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> belangrijke determinantin het won<strong>en</strong>. Het verschil naar herkomstland <strong>en</strong> culturele achtergrond isbepal<strong>en</strong>d voor e<strong>en</strong> aantal demografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Onder Nederlanders is hetgewoon geword<strong>en</strong> om tijd<strong>en</strong>s de fase van jong-volwass<strong>en</strong>heid e<strong>en</strong> periode alle<strong>en</strong>of met e<strong>en</strong> partner te won<strong>en</strong>. Onder buit<strong>en</strong>landers uit de traditionelere niet-westerseland<strong>en</strong> trouwt m<strong>en</strong> vaak vanuit het ouderlijk huis, slaat m<strong>en</strong> de voorloopfaseover <strong>en</strong> begint m<strong>en</strong> vroeger aan e<strong>en</strong> gezin. De omvang van de gezinn<strong>en</strong> is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>vaak groter onder de niet-westerse buit<strong>en</strong>landers. Dergelijke verschill<strong>en</strong> zijnvan belang op de <strong>woningmarkt</strong>. Op welk soort woning<strong>en</strong> is m<strong>en</strong> gericht <strong>en</strong> op welksoort woonmilieu? Wat m<strong>en</strong> kan bested<strong>en</strong> is daar<strong>bij</strong> natuurlijk ook van grootbelang. En ook hier speelt etniciteit e<strong>en</strong> belangrijke rol. Van veel migrant<strong>en</strong> uitniet-westerse land<strong>en</strong> is het opleidingsniveau laag <strong>en</strong> zijn de mogelijkhed<strong>en</strong> op dearbeidsmarkt beperkt. Hierdoor bereik<strong>en</strong> niet-westerse allochton<strong>en</strong> vaak ge<strong>en</strong>hoog inkom<strong>en</strong>.43


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>Figuur 3.1: Amsterdamse bevolking naar etniciteit op 1 januari 200351,9%1,7%2,4%5%8,3%Nederlanders9,7%Marokkan<strong>en</strong>Overigniet-geïndustrialiseerd9,8%Turk<strong>en</strong>SurinamersOveriggeïndustrialiseerd11,3%Zuid-European<strong>en</strong>Antillian<strong>en</strong>Bron: O+SHet is gebruikelijk om ook de kinder<strong>en</strong> van de immigrant<strong>en</strong> tot de etnische groepvan hun ouders te rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dat meetell<strong>en</strong> van de tweede g<strong>en</strong>eratie heeft te mak<strong>en</strong>met het minderhed<strong>en</strong>beleid. M<strong>en</strong> gaat er vanuit dat ook <strong>bij</strong> de tweede g<strong>en</strong>eratieallochton<strong>en</strong> nog <strong>en</strong>ige achterstand aanwezig is t<strong>en</strong> opzichte van Nederlanders,ondanks dat deze kinder<strong>en</strong> in Nederland opgroei<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar school gaan.Het woord etnische minderheid slaat dan ook op de geringere participatiekans<strong>en</strong>van bepaalde groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet op hun getalsmatige omvang. Onder etnische minderhed<strong>en</strong>valt officieel iedere<strong>en</strong> die niet tot de Nederlanders of tot de verzamelgroepvan westerse of geïndustrialiseerde land<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d wordt. Het is gebruikelijkom e<strong>en</strong> achtdeling te gebruik<strong>en</strong>. Daarin word<strong>en</strong> Antillian<strong>en</strong>, Marokkan<strong>en</strong>,Nederlanders, Surinamers <strong>en</strong> Turk<strong>en</strong> apart getoond <strong>en</strong> word<strong>en</strong> de overige etniciteit<strong>en</strong>in verzamelgroep<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s is de verzameling ‘overig<strong>en</strong>iet-geïndustrialiseerde land<strong>en</strong>’ sinds 2000 de grootste groep geword<strong>en</strong>. Hieronderbevind<strong>en</strong> zich <strong>bij</strong>voorbeeld Ghanez<strong>en</strong>, voormalig-Joegoslav<strong>en</strong>, Pakistani <strong>en</strong> Egypt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>als belangrijke subgroep<strong>en</strong>.Figuur 3.2: Etnische hoofdgroep<strong>en</strong> in Amsterdam 1992-2004 (perc<strong>en</strong>tages)100%7561,151,951,3Nederlanders50westerseallochton<strong>en</strong>(incl Z. Eur.)minderhed<strong>en</strong>25011,927,11992199319941995199619971998199920002001200212,036,0200312,136,52004Bron: O+S44


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003Niet tot de minderhed<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>d is de verzamelgroep van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit ‘overigegeïndustrialiseerde land<strong>en</strong>’, ofwel westerse buit<strong>en</strong>landers. Hierbinn<strong>en</strong> zijn Duitsers,Britt<strong>en</strong> <strong>en</strong> Amerikan<strong>en</strong> de grootste in de verzameling. Overig<strong>en</strong>s is dezeverzamelgroep al sinds 1992 net ge<strong>en</strong> 10% van de bevolking. Ook in de laatstejar<strong>en</strong>, waarin economische groei in Amsterdam gepaard ging met sterke internationaliseringvan de economie, is deze groep niet gegroeid. Er is voor hetgebruik in de woonmilieu-analyse licht afgewek<strong>en</strong> van de standaard voor etnischeminderhed<strong>en</strong>. De vrij kleine groep ‘Zuid-European<strong>en</strong>’ is buit<strong>en</strong> de etnische minderhed<strong>en</strong>gelat<strong>en</strong>, omdat bek<strong>en</strong>d is dat deze Spanjaard<strong>en</strong>, Italian<strong>en</strong>, Portugez<strong>en</strong> <strong>en</strong>Griek<strong>en</strong> inmiddels ge<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>swaardige achterstand<strong>en</strong> meer hebb<strong>en</strong> in deNederlandse sam<strong>en</strong>leving. Ook in figuur 3.2, met de tr<strong>en</strong>d voor de periode 1992-2004, is hiermee rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong>. Het aandeel etnische minderhed<strong>en</strong> exclusiefZuid-European<strong>en</strong> bedroeg 36% in 2003 <strong>en</strong> lag in 1992, het verst terug ligg<strong>en</strong>dejaar volg<strong>en</strong>s deze manier om etniciteit te bepal<strong>en</strong>, nog op 27%. Ondertuss<strong>en</strong> is hetaandeel Nederlanders afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> tot net iets meer dan de helft van de bevolking.Sociaal-economische tr<strong>en</strong>dsIn de periode vanaf midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig heeft Amsterdam e<strong>en</strong> goede economischeontwikkeling doorgemaakt. De inkom<strong>en</strong>s zijn gesteg<strong>en</strong>, de werkloosheiddaalde <strong>en</strong> het aantal uitkering<strong>en</strong> liep terug. Het meetjaar voor de milieu-indeling,2003, valt ongeveer sam<strong>en</strong> met het omslagpunt in de economie. Jaarcijfers overwerkloosheid <strong>en</strong> <strong>bij</strong>standsafhankelijkheid lat<strong>en</strong> voor 2004 al e<strong>en</strong> minder rooskleurigbeeld zi<strong>en</strong>. De inkom<strong>en</strong>sgegev<strong>en</strong>s uit het onderzoek Won<strong>en</strong> in Amsterdam(WiA), met als laatste meetmom<strong>en</strong>t het voorjaar van 2003, lat<strong>en</strong> die tr<strong>en</strong>dbreuknog niet zi<strong>en</strong>. Vooral door afname van de werkloosheid <strong>en</strong> uitkeringsafhankelijkheidsinds midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig is de primaire doelgroep voor het <strong>woningmarkt</strong>beleidaanzi<strong>en</strong>lijk geslonk<strong>en</strong>. Groei is er daarnaast niet zozeer geweest van deinkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de primaire doelgroep maar juist <strong>bij</strong> de hogere inkom<strong>en</strong>s.De e<strong>en</strong>zijdige nadruk op lage inkom<strong>en</strong>s is in de bloeiperiode van de Amsterdamseeconomie ontwikkeld naar e<strong>en</strong> meer gespreide inkom<strong>en</strong>sverdeling.Figuur 3.3: Bijstandscliënt<strong>en</strong> (abw) <strong>en</strong> niet-werk<strong>en</strong>de werkzoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (nww)in Amsterdam 1996-2004 (aantall<strong>en</strong>)90x 1.0008070niet-werk<strong>en</strong>dewerkzoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong>(nww)60uitkeringalgem<strong>en</strong>e<strong>bij</strong>standswet(abw)5040199619971998199920002001200220032004Bron: O+S45


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>1995199719992001200350%454035302520151050Figuur 3.4: Woningmarktgerelateerde inkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong> in Amsterdam1995-2003primairedoelgroepsecundairedoelgroep tot zfg.zfg. tot hogereinkom<strong>en</strong>shogereinkom<strong>en</strong>sBron: Di<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>, onderzoek Won<strong>en</strong> in Amsterdam, vijf jaargang<strong>en</strong>Figuur 3.5: Gemiddeld besteedbaar inkom<strong>en</strong> per inkom<strong>en</strong>strekker inAmsterdam t<strong>en</strong> opzichte van Nederland, 1950-2000 (perc<strong>en</strong>tages)110%10510095AmsterdamNederland908519501955195819601963196519691974197619781984198919942000Bron: CBS, StatlineToelichting. Bij inkom<strong>en</strong>strekkers geldt dat het inkom<strong>en</strong> van gehuwd<strong>en</strong> wordt sam<strong>en</strong>geteld. Dit drukt decijfers voor Amsterdam omdat er minder gehuwd<strong>en</strong> won<strong>en</strong> (<strong>en</strong> woond<strong>en</strong>) dan in Nederland gemiddeld.Het is van belang te wijz<strong>en</strong> op de <strong>bij</strong>zondere huishoud<strong>en</strong>sstructuur van Amsterdamin verband met inkom<strong>en</strong>. Person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte vanNederland vaak tot de midd<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> onder de inkom<strong>en</strong>s. Kijkt m<strong>en</strong> naar huishoud<strong>en</strong>sdan is de situatie anders. Omdat er in Amsterdam verhoudingsgewijs veelhuishoud<strong>en</strong>s zijn met één inkom<strong>en</strong>, is de inkom<strong>en</strong>ssituatie per huishoud<strong>en</strong> minderflorissant. Hier<strong>bij</strong> moet natuurlijk aangetek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> dat veel van deze huishoud<strong>en</strong>smet één inkom<strong>en</strong> ook éénpersoonshuishoud<strong>en</strong>s zijn, waardoor van het inkom<strong>en</strong>maar één persoon hoeft te lev<strong>en</strong>. In de inkom<strong>en</strong>sverdeling naar huishoud<strong>en</strong>s46


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003ligt aldus in Amsterdam e<strong>en</strong> sterke nadruk op de laagste inkom<strong>en</strong>sgroep <strong>en</strong> debov<strong>en</strong>ste helft van het inkom<strong>en</strong>sbouwwerk is in vergelijking met Nederlandbehoorlijk smal. Wel wordt de laatste jar<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige winst geboekt <strong>bij</strong> de hogereinkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong> in Amsterdam.Figuur 3.6: Inkom<strong>en</strong>sverdeling in Amsterdam t<strong>en</strong> opzichte van Nederlandin 1998 <strong>en</strong> 2000 voor huishoud<strong>en</strong>s <strong>en</strong> in 2000 voor person<strong>en</strong> (perc<strong>en</strong>tages)hoogste9e8e7e6e5e4e3e2elaagsteperson<strong>en</strong> 2000huishoud<strong>en</strong>s 2000huishoud<strong>en</strong>s 1998Bron: CBS, Statline4 6 8 10 12 14 16 18%Toelichting. Alle Nederlandse besteedbare inkom<strong>en</strong>s van person<strong>en</strong> <strong>en</strong> van huishoud<strong>en</strong>s in 2000 zijn van laagnaar hoog gerangschikt <strong>en</strong> in ti<strong>en</strong> del<strong>en</strong> van 10 proc<strong>en</strong>t verdeeld. Dat levert bepaalde inkom<strong>en</strong>sgr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> opwaarmee het mogelijk is om te zi<strong>en</strong> hoeveel person<strong>en</strong> <strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong>s er in Amsterdam binn<strong>en</strong> deze nationale10%-gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>. Amsterdamse person<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> zich, vergelek<strong>en</strong> met Nederland, vaker in demidd<strong>en</strong>inkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong>: de tweede tot <strong>en</strong> met de achtste 10%-groep zijn in Amsterdam oververteg<strong>en</strong>woordigd(>10%). De allerlaagste inkom<strong>en</strong>sgroep <strong>en</strong> de hoogste inkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in Amsterdamminder voor. Op huishoud<strong>en</strong>sniveau ziet het beeld er heel anders uit. Dat komt omdat er in Amsterdam veelmeer kleine huishoud<strong>en</strong>s met slechts één inkom<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. De onderste vijf inkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong> zijnsterker verteg<strong>en</strong>woordigd in Amsterdam, met e<strong>en</strong> zeer sterke nadruk op de allerlaagste inkom<strong>en</strong>sgroep(inkom<strong>en</strong>s tot € 9.700): 17,5%. De gehele bov<strong>en</strong>ste helft van de inkom<strong>en</strong>sverdeling, zesde tot <strong>en</strong> met deti<strong>en</strong>de inkom<strong>en</strong>sgroep, is in Amsterdam onderverteg<strong>en</strong>woordigd. De oververteg<strong>en</strong>woordiging van de lage<strong>en</strong> de onderverteg<strong>en</strong>woordiging van de hoge huishoud<strong>en</strong>sinkom<strong>en</strong>s is in de periode 1998-2000 minderscherp geword<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s zijn de inkom<strong>en</strong>s van person<strong>en</strong> in deze figuur niet vergelijkbaar met inkom<strong>en</strong>sper inkom<strong>en</strong>strekker in de vorige figuur omdat <strong>bij</strong> gehuwd<strong>en</strong> twee inkom<strong>en</strong>s het inkom<strong>en</strong> van de inkom<strong>en</strong>strekkerbepal<strong>en</strong>.Overig<strong>en</strong>s heeft de Amsterdamse inkom<strong>en</strong>sverdeling e<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>d patroon t<strong>en</strong>opzichte van Nederland. Tot 1965 hadd<strong>en</strong> Amsterdammers e<strong>en</strong> hoger inkom<strong>en</strong>dan Nederlanders gemiddeld. Daarna begon de lange periode van suburbanisatie.47


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>Het kwam in hoofdstuk 2 al ter sprake, in de periode 1965-1985 verloor Amsterdamper saldo 200.000 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> omdat vel<strong>en</strong> naar de regio verhuisd<strong>en</strong> om de inAmsterdam gestarte wooncarrière voort te zett<strong>en</strong>. In Amsterdam kwam hierdoorna 1965 steeds meer nadruk te ligg<strong>en</strong> op de lagere inkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong>, doorwerk<strong>en</strong>din e<strong>en</strong> gemiddeld inkom<strong>en</strong> dat steeds lager kwam te ligg<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte vanNederland. Vanaf de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig verandert deze situatie t<strong>en</strong> goede [14].HuisvestingssituatieOverig<strong>en</strong>s is het kleiner word<strong>en</strong> van de huishoud<strong>en</strong>s, ook wel gezinsverdunningg<strong>en</strong>oemd, in Amsterdam nog altijd niet gestopt. In de eerste helft van de jar<strong>en</strong>zev<strong>en</strong>tig ging dit proces het snelst. Huishoud<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> in die periode overal inNederland kleiner, maar in Amsterdam ontstond door sterke migratie vangezinshuishoud<strong>en</strong>s naar de regio e<strong>en</strong> dubbeleffect. Vanaf midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> tachtigvertraagde het proces. Amsterdam ging meer bouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> hield per saldo meergezinn<strong>en</strong> vast, bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ging de gezinsvorming <strong>bij</strong> etnische minderhed<strong>en</strong> meetell<strong>en</strong>.Toch is er nog steeds e<strong>en</strong> lichte afname van de gemiddelde woningbezetting.Achter deze tr<strong>en</strong>d gaat e<strong>en</strong> mix van beweging<strong>en</strong> schuil <strong>bij</strong> huishoud<strong>en</strong>s van verschill<strong>en</strong>deomvang. Bij alle<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d<strong>en</strong> is vanaf 1997 de groei eruit, het aandeel huishoud<strong>en</strong>smet slechts één persoon stabiliseert op 47%. Het aandeel gezinn<strong>en</strong> (metkinder<strong>en</strong>) is langzamerhand groter geword<strong>en</strong> dan het aandeel par<strong>en</strong> (zonder kinder<strong>en</strong>).Groei van de gezinn<strong>en</strong> leidt echter niet tot e<strong>en</strong> echte tr<strong>en</strong>dombuiging in dewoningbezetting. Die groei komt namelijk voor rek<strong>en</strong>ing van de e<strong>en</strong>oudergezinn<strong>en</strong>.En dit zijn door het ontbrek<strong>en</strong> van één volwass<strong>en</strong>e de kleinere onder de gezinn<strong>en</strong>.Figuur 3.7: Gemiddelde woningbezetting in Amsterdam 1960-2004(aantal person<strong>en</strong>)3,43,23,02,82,62,42,22,01,81,61960x1961x1962x1963x19641965x1966x1967x1968x19691970x1971x1972x1973x19741975x1976x1977x1978x19791980x1981x1982x1983x19841985x1986x1987x1988x19891990x1991x1992x1993x19941995x1996x1997x1998x19992000x2001x2002x2003x2004Bron: O+S[14] Wallet (2003)48


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003Figuur 3.8: Bewoningstyp<strong>en</strong> van hoofdbewoners in Amsterdam, 1992-2003(perc<strong>en</strong>tages)50%454035alle<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d30Bron: O+Spar<strong>en</strong>gezinn<strong>en</strong>(met kinder<strong>en</strong>)2520Bron: O+S1992199319941995199619971998199920002001200220033.3 DynamiekFiguur 3.9: Mutatiegraad in Amsterdam 1992-2003 (perc<strong>en</strong>tages)200320022001200019991998199719961995199419931992binn<strong>en</strong>landse migratiebuit<strong>en</strong>landse migratieverhuizing<strong>en</strong>Bron: O+S0 5 10 15 20%49


1970Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>In het rapport Doorstroming of Verstopping? werd aan de hand van mutatiegraadgetoond hoe weinig beweging er aan het begin van de nieuwe eeuw op deAmsterdamse <strong>woningmarkt</strong> is. Die situatie duurt onverminderd voort. Reeds vierjar<strong>en</strong> op rij is de mutatiegraad niet bov<strong>en</strong> de 15% gekom<strong>en</strong>. Figuur 3.10 toont, alshet belangrijkste bestanddeel van mutatiegraad, voor de langjarige tr<strong>en</strong>d alle<strong>en</strong>de verhuizing<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> Amsterdam. Vier jaar achtere<strong>en</strong> komt het aantal verhuizing<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> Amsterdam niet meer bov<strong>en</strong> de 70.000 uit, terwijl aantall<strong>en</strong> rond de80.000 of 90.000 normaal zijn. Inmiddels duurt deze terugval in de <strong>dynamiek</strong> allanger dan tijd<strong>en</strong>s de <strong>woningmarkt</strong>crisis van rond 1979, de jar<strong>en</strong> dat de prijz<strong>en</strong> opde koopmarkt crasht<strong>en</strong>.Figuur 3.10: Verhuizing<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> Amsterdam 1979-2003 (aantall<strong>en</strong>)110.000100.00090.00080.00070.00060.00050.0001975198019851990199520002003Bron: O+SDe <strong>dynamiek</strong> in de <strong>woningmarkt</strong> is sterk afhankelijk van het aantal toegevoegdewoning<strong>en</strong>. Over de jar<strong>en</strong> 1970-2003 vall<strong>en</strong> beide groothed<strong>en</strong> in hoge matesam<strong>en</strong> [15]. Daarom verton<strong>en</strong> de figur<strong>en</strong> 3.10 <strong>en</strong> 3.11 gelijk<strong>en</strong>is wat betreft hungolfbeweging<strong>en</strong>. Rond 1980 was het aantal toegevoegde woning<strong>en</strong> nog geringerdan mom<strong>en</strong>teel. Er war<strong>en</strong> to<strong>en</strong> zelfs jar<strong>en</strong> dat de Amsterdamse woningvoorraadniet groeide maar kromp. Dat is in de jar<strong>en</strong> van de nieuwe eeuw gelukkig niet hetgeval, maar het is duidelijk dat 1998 het laatste jaar was dat de woningvoorraade<strong>en</strong> serieuze groei doormaakte.[15] Pearson correlatie: 0,6250


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003Figuur 3.11: To<strong>en</strong>ame Amsterdamse woningvoorraad(per saldo toegevoegde woning<strong>en</strong>) 1970-2003 (aantall<strong>en</strong>)9.0008.0007.0006.0005.0004.0003.0002.0001.0000Bron: O+S–1.000197019751980198519901995200020033.4 Sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> gebruik van de voorraadAmsterdam heeft traditioneel e<strong>en</strong> woningvoorraad met e<strong>en</strong> sterke nadruk op dehuursector. Het eig<strong>en</strong>woningbezit was het grootste deel van de twintigste eeuwerg klein <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot deel van de particuliere huursector stond t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste van de‘sociale’ distributie. Pas rec<strong>en</strong>t treedt hier <strong>en</strong>ige verandering in op. Bij nieuwbouwwordt nu overweg<strong>en</strong>d in de koopsector gebouwd <strong>en</strong> er wordt actief gewerkt aanhet omzett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> deel van de woning<strong>en</strong> uit de beide huursector<strong>en</strong> naar dekoopsector. Daardoor groeit het eig<strong>en</strong>woningbezit teg<strong>en</strong>woordig jaarlijks gemiddeldmet één proc<strong>en</strong>tpunt <strong>en</strong> inmiddels is 21% in Amsterdam koopsector.Nieuwbouw <strong>en</strong> vervanging van oude woning<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> <strong>bij</strong> aan e<strong>en</strong> geleidelijkeverandering van de sam<strong>en</strong>stelling naar bouwperiodes. Toch is nog altijd meer dande helft van de Amsterdamse woning<strong>en</strong> van voor de Tweede Wereldoorlog.Bijna e<strong>en</strong> kwart is van na 1980, de periode dat nieuwbouw ging <strong>bij</strong>drag<strong>en</strong> aan groeivan de koopsector.51


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>Figuur 3.12: Woningvoorraad naar bouwperiode, Amsterdam 2003(perc<strong>en</strong>tages)11,3%23,7%12,7%voor 19197,2%1961-19709,3%1919-19309,1%1971-198015,8%1931-19451946-196010,9%1981-19901991-2002Bron: O+SMet name door de grote hoeveelheid oude woning<strong>en</strong> in Amsterdam kom<strong>en</strong> er inde voorraad ook veel kleine woning<strong>en</strong> voor. Bijna e<strong>en</strong>derde van de woning<strong>en</strong> heeftéén of twee kamers, waar<strong>bij</strong> driekamerwoning<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> klein aantal vierkantemeters als e<strong>en</strong> tweekamerwoning gerek<strong>en</strong>d zijn. Iets meer dan e<strong>en</strong>derde van hetAmsterdamse woning<strong>en</strong>bestand is op deze manier gerek<strong>en</strong>d e<strong>en</strong> driekamerwoning<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s ruim e<strong>en</strong> derde heeft vier kamers of meer. Er treedt in dezeverhouding slechts heel langzaam e<strong>en</strong> verschuiving op richting grotere woning<strong>en</strong>.In de regio word<strong>en</strong> echter ook de driekamerwoning<strong>en</strong> als klein gezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoorblijft de Amsterdamse voorraad verhoudingsgewijs zeer extreem sam<strong>en</strong>gesteld uitoverweg<strong>en</strong>d kleine etages. In de Amsterdamse nieuwbouw dominer<strong>en</strong> namelijknet zoals in de voorraad de driekamerwoning<strong>en</strong>, al zijn dit doorgaans wel groteredriekamerwoning<strong>en</strong> dan in de oudere voorraad.Figuur 3.13: Sam<strong>en</strong>stelling van de Amsterdamse woningvoorraad in 2003<strong>en</strong> de nieuwbouw 1998-2002 naar kamertal (perc<strong>en</strong>tages)50%4540351 <strong>en</strong> 230253201545+1050voorraadnieuwbouwBron: O+S52


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003Iets specifieker dan de gemiddelde woningbezetting is de relatie tuss<strong>en</strong> het aantalkamers van e<strong>en</strong> woning <strong>en</strong> het aantal person<strong>en</strong> dat er woont. Het relater<strong>en</strong> vanbeide groothed<strong>en</strong> leidt tot noties over huishoud<strong>en</strong>s met krappe of ruime huisvesting,of wat daar tuss<strong>en</strong>in zit: neutraal is de situatie g<strong>en</strong>oemd als e<strong>en</strong> adres éénkamer meer heeft dan het aantal person<strong>en</strong> dat er woont. Overig<strong>en</strong>s betreft hethier ge<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Amsterdammers over hun wooncomfort. De term<strong>en</strong>neutraal, krap <strong>en</strong> ruim won<strong>en</strong> zijn alle<strong>en</strong> maar bedoeld om de woonsituatie van<strong>bij</strong>voorbeeld e<strong>en</strong> gezin met drie kinder<strong>en</strong> vergelijkbaar te mak<strong>en</strong> met die van e<strong>en</strong>stel zonder kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> om daar<strong>bij</strong> relatieve onderscheiding<strong>en</strong> aan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Inhet voor<strong>bij</strong>e dec<strong>en</strong>nium zi<strong>en</strong> we het aandeel huishoud<strong>en</strong>s met krappe huisvestingstabiliser<strong>en</strong> op ongeveer 26%. Het aandeel huishoud<strong>en</strong>s met ruime huisvestingwint vooral terrein t<strong>en</strong> koste van neutrale huisvesting. Ruim won<strong>en</strong> heeft sterk metleeftijd <strong>en</strong> met geld te mak<strong>en</strong>. De meeste Amsterdammers realiser<strong>en</strong> het ruimwon<strong>en</strong> pas op hogere leeftijd, als de kinder<strong>en</strong> het huis uit zijn. Daarnaast komtruim won<strong>en</strong> veel meer voor in de koopsector dan in de beide huursector<strong>en</strong> [16].Figuur 3.14: Relatie tuss<strong>en</strong> aantal person<strong>en</strong> <strong>en</strong> aantal kamers per adres,Amsterdam 1992-2003 (perc<strong>en</strong>tages)40%38363432ruim3028neutraalkrap2624Bron: O+S199219931994199519961997199819992000200120022003Toelichting. Krap won<strong>en</strong>: als de woning ev<strong>en</strong>veel of minder kamers telt dan er person<strong>en</strong> won<strong>en</strong>; neutraalwon<strong>en</strong>: als de woning één kamer meer heeft dan er person<strong>en</strong> won<strong>en</strong>; ruim won<strong>en</strong>: als de woning twee ofmeer kamers meer heeft dan er person<strong>en</strong> won<strong>en</strong>.3.5 Verschuiv<strong>en</strong>de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>, scherpere profiel<strong>en</strong>De woonmilieukaart van Amsterdam 2003 is op dezelfde manier gemaakt als dievan twee jaar daarvoor. Tabel 3.1 geeft voor de jar<strong>en</strong> 2001 <strong>en</strong> 2003 de belangrijksteverschuiving<strong>en</strong> in de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die <strong>bij</strong> de milieu-indeling e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>.De belangrijkste verandering<strong>en</strong> do<strong>en</strong> zich voor op het sociaal-economische terrein<strong>en</strong> in de etnische sam<strong>en</strong>stelling. Het eig<strong>en</strong>woningbezit is e<strong>en</strong> paar proc<strong>en</strong>tpunt<strong>en</strong>[16] Dignum <strong>en</strong> Van der Meer (2001)53


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>gegroeid <strong>en</strong> de verdeling naar lage <strong>en</strong> hoge woningwaarde is omhoog geschov<strong>en</strong>.Voor de milieu-indeling kan helaas ge<strong>en</strong> gebruik gemaakt word<strong>en</strong> van inkom<strong>en</strong>sgegev<strong>en</strong>somdat die niet per buurt beschikbaar zijn, maar uit paragraaf 3.2 werdduidelijk dat de inkom<strong>en</strong>sverdeling ook in de jar<strong>en</strong> 2001-2003 e<strong>en</strong> gunstige tr<strong>en</strong>dvertoonde. Gegev<strong>en</strong>s over <strong>bij</strong>stand <strong>en</strong> werkloosheid, die wel gebruikt zijn voor demilieu-analyse, lat<strong>en</strong> tot 2003 overig<strong>en</strong>s ook deze gunstige tr<strong>en</strong>d zi<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijkeandere tr<strong>en</strong>d in de materie is de to<strong>en</strong>ame van het aandeel etnische minderhed<strong>en</strong>.Het ligt voor de hand dat de verandering in de woonmilieu-indeling metdeze algem<strong>en</strong>e verschuiving<strong>en</strong> in de stad verband houdt.Tabel 3.1: Woonmilieu-variabel<strong>en</strong> voor Amsterdam 2001 <strong>en</strong> 20032001 2003 verschileig<strong>en</strong> woningbezit 19,4 21,3 1,9corporatiewoning<strong>en</strong> 55,6 54,9 – 0,7particuliere huur 25,0 23,7 – 1,3oppervlakte < 60 m 2 42,8 41,9 – 0,9oppervlakte 60-80 m 2 29,0 29,0 0,0oppervlakte > 80 m 2 24,7 25,6 0,9bouw voor 1919 24,0 23,7 – 0,3bouw 1920-45 25,2 25,0 – 0,2bouw 1946-80 27,7 27,3 – 0,4bouw na 1980 23,0 24,0 1,0werkloosheid 7,2 6,0 – 1,2<strong>bij</strong>stand 13,6 11,8 – 1,8gezinn<strong>en</strong> 23,5 23,8 0,3stell<strong>en</strong> 23,3 22,6 – 0,7alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> 46,9 47,1 0,2leeftijd 0-9 jaar 11,2 11,3 0,1leeftijd 55+ jaar 20,1 20,7 0,6krap won<strong>en</strong> 26,3 26,2 -0,1ruim won<strong>en</strong> 38,4 39,1 0,7etnische minderhed<strong>en</strong> 34,4 36,0 1,6westerse buit<strong>en</strong>landers 12,0 12,0 0,0woonduur < 1 jr 25,5 24,4 – 1,1woonduur > 20 jr 9,8 10,0 0,2mutatiegraad 14,3 15,0 0,7gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> blauw 19,8 24,0 4,2ozb-waarde > ¤ 150.000 20,0 25,2 5,2ozb-waarde < ¤ 75.000 18,0 13,8 – 4,2aantal buurt<strong>en</strong> 299 296 – 3,0bevolkingsomvang 734.540 736.045 1.505E<strong>en</strong> belangrijke constatering is dat de milieus wat betreft hun inhoudelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><strong>en</strong> hun ligging in de stad e<strong>en</strong> halve stap verschov<strong>en</strong> zijn. De nieuwe milieusligg<strong>en</strong> wat betreft hun typering<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook ruimtelijk vaak over de rand<strong>en</strong> van tweeoude milieus. In andere gevall<strong>en</strong> zijn het vrijwel integrale afsplitsing<strong>en</strong> van milieusuit 2001. Figuur 3.15 geeft in getalvorm weer hoe de nieuwe sam<strong>en</strong>stelling zichverhoudt tot de oude. De optelsom 26 + 4 = 30 geeft aan dat 26 van de 30 buurt<strong>en</strong>van het transitiemilieu uit één van de milieus van 2001 afkomstig zijn <strong>en</strong> vier buur-54


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003t<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> ander milieu van 2001. C<strong>en</strong>trum is e<strong>en</strong> integrale afsplitsing van één vande milieus uit 2001.Inhoudelijk hebb<strong>en</strong> de verandering<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is. Er zijn drie milieusontstaan die t<strong>en</strong> opzichte van hun voorgangers uit 2001 meer pur sang types zijn.Deze typ<strong>en</strong>, c<strong>en</strong>trum, welgesteld stedelijk <strong>en</strong> stadsvernieuwing e.a., drag<strong>en</strong> dezelfd<strong>en</strong>am<strong>en</strong> als hun voorgangers uit 2001 maar zijn intern homog<strong>en</strong>er geword<strong>en</strong>.De del<strong>en</strong> die zijn afgestot<strong>en</strong> zijn soms e<strong>en</strong> nieuw milieutype geword<strong>en</strong>, zoalsc<strong>en</strong>trumrand, <strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ander deel sam<strong>en</strong>gegaan met andere afsplitsing<strong>en</strong>. Juistdie sam<strong>en</strong>voeging<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> in hun karakteristiek vaak tuss<strong>en</strong> twee oude milieus in<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> ruimtelijk vaak over de gr<strong>en</strong>svlakk<strong>en</strong> van die twee. Het stadsrandmilieu ise<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong> milieu dat gem<strong>en</strong>gder is dan de vroegere milieus. De jar<strong>en</strong>neg<strong>en</strong>tig buurt<strong>en</strong> aan de rand van de stad hebb<strong>en</strong> inmiddels hun nieuwbouwstatusruimschoots achter zich gelat<strong>en</strong> <strong>en</strong> langzamerhand is het onderscheid met de jar<strong>en</strong>tachtig-uitbreiding<strong>en</strong>vervaagd. In het vorige hoofdstuk werd dit interne onderscheidbeschrev<strong>en</strong>, maar k<strong>en</strong>nelijk is met de gevolgde methode het onderscheidniet meer groot g<strong>en</strong>oeg om de beide subtypes uit elkaar te hal<strong>en</strong>. Ook het dorpsmilieuis, doordat het de integrale sam<strong>en</strong>voeging is van de twee vroegere dorpsmilieus,meer e<strong>en</strong> gem<strong>en</strong>gd type geword<strong>en</strong>.Figuur 3.15: Aantal buurt<strong>en</strong> in de woonmilieus van 2003afkomstig uit de woonmilieus van 2001woonmilieus 2003c<strong>en</strong>trum 29c<strong>en</strong>trumc<strong>en</strong>trumrand 50 + 4 + 1 = 55welgesteld stedelijk 21 + 1 + 1 = 23aansluiting 18 + 13 = 31transitie 26 +4 = 30overgang 40 + 19 + 2 = 61stadsvernieuwing e.a. 17 + 12 + 1+ 1 = 31stadsrand 7 + 5 = 12inbreiding 7 + 2 + 1 = 10dorp 8 + 6 = 14Figuur 3.16 laat de positie van de milieus van 2003 zi<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de indelinguit 2001. De positie is weergegev<strong>en</strong> op de schaal van de eerste compon<strong>en</strong>t inde principale compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>analyse. In de <strong>bij</strong>lage wordt beschrev<strong>en</strong> hoe de set van17 buurtk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> met deze computerbewerking wordt ingedikt tot 5 compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.De eerste, belangrijkste compon<strong>en</strong>t laat zich typer<strong>en</strong> als de sociaaleconomischedim<strong>en</strong>sie in het onderzoeksmateriaal. De compon<strong>en</strong>t hangt ondermeer sterk negatief sam<strong>en</strong> met werkloosheid <strong>en</strong> etnische minderhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> sterkpositief met koopwoning<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinderloze par<strong>en</strong>. De milieus met sterk positieve ofnegatieve gemiddelde scores op deze factor hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoge, respectievelijklage sociaal-economische positie. Het dorpsmilieu <strong>en</strong> het welgesteld stedelijkmilieu staan hoog in de rangorde <strong>en</strong> het transitiemilieu het laagst. C<strong>en</strong>trum,c<strong>en</strong>trumrand <strong>en</strong> overgang bevind<strong>en</strong> zich het dichtst <strong>bij</strong> de Amsterdamse midd<strong>en</strong>positie.De figuur laat ook de plaatsing zi<strong>en</strong> van de milieus uit 2001 op de sociaaleconomischecompon<strong>en</strong>t van 2003. Wat opvalt is dat er in de milieus van 2003meer sociaal-economische differ<strong>en</strong>tiatie is dan in de milieus van 2001. Dorp, welgesteldstedelijk <strong>en</strong> transitie zijn in de indeling van 2003 extremere milieutypes55


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>dan in 2001. Dat laat zich <strong>en</strong>erzijds zi<strong>en</strong> door hogere <strong>en</strong> lagere waard<strong>en</strong> op deschaal <strong>en</strong> anderzijds door grotere afstand tuss<strong>en</strong> deze milieus <strong>en</strong> de overigemilieus. Overig<strong>en</strong>s krijg<strong>en</strong> de milieus hun onderlinge profilering niet alle<strong>en</strong> doorhun plaats op de schaal van de sociaal-economische compon<strong>en</strong>t, maar op hunplaats op nog vier van dergelijke schal<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>de <strong>bij</strong> de overige compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.De <strong>bij</strong>lage laat de gemiddelde factorscores van de milieus op alle vijf de compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zi<strong>en</strong>.De notie dat de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de milieus groter word<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> goede geleg<strong>en</strong>heidom aan twee kleine subgroep<strong>en</strong> nader aandacht te bested<strong>en</strong>. De huidigeti<strong>en</strong>deling is in werkelijkheid e<strong>en</strong> groep van derti<strong>en</strong> clusters waarvan er één is weggelat<strong>en</strong><strong>en</strong> twee zijn sam<strong>en</strong>gevoegd (zie <strong>bij</strong>lage voor de details). De twee sam<strong>en</strong>voeging<strong>en</strong>zijn het besprek<strong>en</strong> waard omdat ze ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s op verscherping van decontrast<strong>en</strong> duid<strong>en</strong>.In de analyse heeft zich e<strong>en</strong> type van drie buurt<strong>en</strong> gevormd die als e<strong>en</strong> subgroepvan het transitiemilieu gezi<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> (zie figuur 3.17). Op k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> dievoor het transitiemilieu k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d zijn, zoals e<strong>en</strong> hoog aandeel werkloz<strong>en</strong> <strong>en</strong><strong>bij</strong>standsafhankelijk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> hoog aandeel etnische minderhed<strong>en</strong> (omstreeks 90%)<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoge mutatiegraad, zijn betreff<strong>en</strong>de buurt<strong>en</strong> topscorers. Overig<strong>en</strong>sbevond<strong>en</strong> deze buurt<strong>en</strong> zich in 2001, <strong>bij</strong> de vorige woonmilieu-indeling, ook alonder de lijstaanvoerders op deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, maar k<strong>en</strong>nelijk was de verdeling inAmsterdam als geheel over de veelheid van variabel<strong>en</strong> zodanig, dat to<strong>en</strong> ge<strong>en</strong>apart type ontstond. De drie buurt<strong>en</strong>, T931, T943 <strong>en</strong> T944 mak<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s alledriedeel uit van de randzone van het vernieuwingsgebied Bijlmermeer (zie <strong>bij</strong>lage3). Voor e<strong>en</strong> deel staan er nog de oude honingraatflats <strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ander deel is erreeds vervang<strong>en</strong>de nieuwbouw aanwezig.Het mag overig<strong>en</strong>s betwijfeld word<strong>en</strong> hoeveel er reeds van deze vernieuwingsoperatiein de statistiek is doorgedrong<strong>en</strong>. In buurt T941, met Gooioord <strong>en</strong>Gro<strong>en</strong>eve<strong>en</strong> als flats die zijn geblev<strong>en</strong> <strong>en</strong> Guld<strong>en</strong> Kruis als nieuwbouwbuurt metoverweg<strong>en</strong>d koop, is het vernieuwingsproces al afgerond, maar is het eig<strong>en</strong>woningbezit volg<strong>en</strong>s de statistiek tuss<strong>en</strong> 2001 <strong>en</strong> 2003 marginaal toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van12% naar 14%. In de zog<strong>en</strong>aamde H-buurt die te boek staat als buurt T944, was devernieuwingsoperatie anno 1-1-2003 voor het noordelijke deel (Hoogoord <strong>en</strong>Hofgeest) al afgerond <strong>en</strong> in het zuidelijke deel (Haag <strong>en</strong> Veld <strong>en</strong> Hogevecht) nog inuitvoering. Het eig<strong>en</strong> woningbezit is per 1-1-2003 niet hoger dan 6%. In T940, metNieuw Geinwijk <strong>en</strong> Ger<strong>en</strong>stein als nieuwbouwwijk<strong>en</strong> op de plaats van de gesloopteflats met deze nam<strong>en</strong>, is het eig<strong>en</strong> woningbezit volg<strong>en</strong>s de statistiek tuss<strong>en</strong> 2001<strong>en</strong> 2003 gesteg<strong>en</strong> van 6,7% naar 9,5%. Ook de andere parameters, zoals etnischesam<strong>en</strong>stelling, werkloosheid <strong>en</strong> <strong>bij</strong>standsafhankelijkheid word<strong>en</strong> in betreff<strong>en</strong>debuurt<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> andere beweging<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dan elders in de Bijlmer.56


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003Figuur 3.16: Vergelijk<strong>en</strong>de kerngegev<strong>en</strong>s woonmilieus 2003<strong>en</strong> woonmilieus 2001woonmilieus 2001woonmilieus 2003dorp + 1,54dorp welgesteld + 1,548621+ 1,65 dorp (14)+ 1,58 welgesteld stedelijk (23)welgesteld stedelijk + 1,34Toelichting.18In deze figuur zijn aan derechterkant, voor dewoonmilieus van 2003, degemiddelde factorscoresop de sociaal-economischecompon<strong>en</strong>t weergegev<strong>en</strong>.Dorp <strong>en</strong> welgesteld stedelijkmilieu hal<strong>en</strong> op dezeschaal de hoogste scores<strong>en</strong> het transitiemilieu delaagste score.moderne stadsrand + 0,93moderne inbreiding + 0,467713+ 0,79 aansluiting (31)+ 0,68 stadsrand (12)+ 0,52 inbreiding (10)Links in de figuur zijn degemiddelde factorscoresop dezelfde compon<strong>en</strong>tweergegev<strong>en</strong> voor demilieus uit de indeling van2001. De figuur laat zi<strong>en</strong>dat op deze belangrijkstecompon<strong>en</strong>t in de analysede milieus van 2003 e<strong>en</strong>grotere differ<strong>en</strong>tiatie lat<strong>en</strong>zi<strong>en</strong> dan de milieus van2001.Met de pijl<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> demilieus van 2001 <strong>en</strong> dievan 2003 <strong>en</strong> de eringeplaatste cijfers, zijn debelangrijkste verandering<strong>en</strong>weergegev<strong>en</strong>.Zo is <strong>bij</strong>voorbeeld af telez<strong>en</strong> dat het huidige overgangsmilieu40 buurt<strong>en</strong>overneemt uit het modaalvoor- <strong>en</strong> naoorlogs milieuuit 2001 <strong>en</strong> 19 buurt<strong>en</strong> uithet stadsvernieuwingsmilieuvan 2001. Het overgangsmilieutelt 61 buurt<strong>en</strong>,er zijn er dus nog 2 uitandere milieus van 2001afkomstig.modaal voor- <strong>en</strong> naoorlogs + 0,06c<strong>en</strong>trum – 0,02sociale nieuwbouw – 0,41stadsvernieuwing e.a. – 0,85transitie – 1,48125172629504019+ 0,17 c<strong>en</strong>trum (29)– 0,23 c<strong>en</strong>trumrand (55)– 0,32 overgang (61)– 0,71 stadsvernieuwing e.a. (31)– 1,57 transitie (30)057


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>Figuur 3.17: Transitiemilieu in twee subtypestransitietransitie plusToelichting. Het transitiemilieu bestaat in de analyse in werkelijkheid uit twee subgroep<strong>en</strong> van respectievelijk27 <strong>en</strong> 3 buurt<strong>en</strong>. Deze zijn voor de overzichtelijkheid sam<strong>en</strong>gevoegd.E<strong>en</strong> andere sam<strong>en</strong>voeging duidt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s op e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d contrast in destedelijke materie. Het inbreidingsmilieu bestaat uit e<strong>en</strong> combinatie van e<strong>en</strong> groepvan acht <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groep van twee buurt<strong>en</strong>. De groep<strong>en</strong> zijn op e<strong>en</strong> groot aantalk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> vergelijkbaar, maar duidelijk is dat de groep van twee de echt rec<strong>en</strong>t<strong>en</strong>ieuwbouwwijk<strong>en</strong> zijn. Het gaat om Park de Meer, dat in de periode 2001-2003groeide van 278 naar 1.820 inwoners <strong>en</strong> om de nieuwbouw aan de Zeeburgerdijk<strong>en</strong> Floraparkweg die de buurt deed groei<strong>en</strong> van 80 naar 305 inwoners.In de meeste andere buurt<strong>en</strong> is de groei gematigder, maar is de <strong>dynamiek</strong> nogsteeds aanzi<strong>en</strong>lijk.58


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003Figuur 3.18: Inbreidingsmilieu in twee subtypesinbreiding 1inbreiding 2Toelichting. Het inbreidingsmilieu bestaat in de analyse in werkelijkheid uit twee subgroep<strong>en</strong> vanrespectievelijk 8 <strong>en</strong> 2 buurt<strong>en</strong>. Deze zijn voor de overzichtelijkheid sam<strong>en</strong>gevoegd.3.6 Verschuiving<strong>en</strong> op microniveauEr werd geconstateerd dat de milieus van 2003 vaak over de rand<strong>en</strong> van de oudemilieus he<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Voor veel van de buurt<strong>en</strong> heeft dat tot gevolg dat ze nu tote<strong>en</strong> ander milieutype behor<strong>en</strong> dan in 2001, maar de meeste buurt<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> in degrote groep<strong>en</strong> die in het pijl<strong>en</strong>schema van figuur 3.16 zijn weergegev<strong>en</strong>.Deze verschuiving in het geheel van de stedelijke materie wijst op verscherpingvan de profiel<strong>en</strong> in de grote groep<strong>en</strong>. Het is daarnaast belangrijk om te kijk<strong>en</strong> naarde buurt<strong>en</strong> die de kleine verandering<strong>en</strong> voor hun rek<strong>en</strong>ing nem<strong>en</strong>.StabiliseringEr zijn <strong>en</strong>kele buurt<strong>en</strong> die in de milieu-indeling van 2001 tot het bewegelijketransitiemilieu hoord<strong>en</strong>, maar inmiddels niet meer. Voorbeeld<strong>en</strong> zijn het zuidwestelijkedeel van Banne Buiksloot (N700) in Amsterdam-Noord, <strong>en</strong> de buurt t<strong>en</strong>noord<strong>en</strong> van het Mercatorplein in De Baarsjes (J411). In deze buurt<strong>en</strong> is de hogebevolkings<strong>dynamiek</strong> van 2001 aanzi<strong>en</strong>lijk verminderd, zodat de buurt<strong>en</strong> kond<strong>en</strong>overstek<strong>en</strong> naar het overgangsmilieu, waar veel minder beweging in de <strong>woningmarkt</strong>heerst <strong>en</strong> waar de sociaal-economische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beetje positieverzijn. De Czaar Peterbuurt verschuift van transitiemilieu naar c<strong>en</strong>trumrand.Minder <strong>dynamiek</strong> kan in deze buurt<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> positieve ontwikkelingomdat veel verhuizing<strong>en</strong> slecht zijn voor de leefbaarheid. Maar leefbaarheidhangt van nog veel meer zak<strong>en</strong> af. De leefbaarheidsrapportage van het onderzoekWon<strong>en</strong> in Amsterdam 2003 laat zi<strong>en</strong> dat in Banne Buiksloot de waardering van de59


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>buurt zich niet goed ontwikkelt <strong>en</strong> in de Baarsjes juist wel [17]. In het algeme<strong>en</strong>dur<strong>en</strong> deze individuele verschuiving<strong>en</strong> van het <strong>en</strong>e milieu naar het andere nog tekort om te wet<strong>en</strong> of het e<strong>en</strong> structurele verschuiving betek<strong>en</strong>t.De beweging van de Czaar Peterbuurt naar c<strong>en</strong>trumrand lijkt wat positievergeïnterpreteerd te mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Hier gaat daling van de <strong>dynamiek</strong> gepaard mete<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke vermindering van het werkloosheidscijfer. Weliswaar ligg<strong>en</strong> zowelwerkloosheid als <strong>bij</strong>standsafhankelijkheid nog iets bov<strong>en</strong> het gemiddelde niveau inhet c<strong>en</strong>trumrandmilieu, maar de daling van dit niveau gaat in de Czaar Peterbuurtsneller.Verscherping van de moeilijke situatieOmgekeerde beweging<strong>en</strong> zijn er ook. Weliswaar bestaat het overgrote deel vanhet huidige transitiemilieu uit buurt<strong>en</strong> die ook in 2001 in het transitiemilieu zat<strong>en</strong>,maar er zijn er e<strong>en</strong> paar <strong>bij</strong>gekom<strong>en</strong>. De vier buurt<strong>en</strong> zijn alle afkomstig uit hetstadsvernieuwingsmilieu van 2001, e<strong>en</strong> milieu met e<strong>en</strong> lage sociaal-economischestatus maar e<strong>en</strong> relatief geringe <strong>dynamiek</strong>. De ontwikkeling van verhuis<strong>dynamiek</strong>,werkloosheid, etnische minderhed<strong>en</strong> is in de vier buurt<strong>en</strong> zodanig geweest dat zeinmiddels beter pass<strong>en</strong> in het transitiemilieu. De buurt<strong>en</strong> zijn het noordoostelijkedeel van de Indische Buurt (G320), Landlust (H372) in Bos <strong>en</strong> Lommer, Osdorp-Noord (Q820) tuss<strong>en</strong> Hoek<strong>en</strong>esgracht, Osdorperban, Bad<strong>en</strong> Powelweg <strong>en</strong> Ookmeerweg,<strong>en</strong> het noordelijke deel van Overtoomse Veld tuss<strong>en</strong> Postjesweg <strong>en</strong> JanEverts<strong>en</strong>straat (R860). In de twee laatstg<strong>en</strong>oemde buurt<strong>en</strong> valt met name de snellestijging van het aandeel etnische minderhed<strong>en</strong> op.3.7 ruimtelijke macroverschuiving overheerstDe in dit hoofdstuk gepres<strong>en</strong>teerde tr<strong>en</strong>ds zijn sam<strong>en</strong> te vatt<strong>en</strong> in de volg<strong>en</strong>dehoofdlijn<strong>en</strong>.• Op de <strong>woningmarkt</strong> duurt de periode van extreem lage <strong>dynamiek</strong> voort, deze lagebewegelijkheid is gerelateerd aan de geringe groei van de woningvoorraad.• Op sociaal-economisch terrein is er e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> van het groei<strong>en</strong>de eig<strong>en</strong>woningbezit<strong>en</strong> het bereik<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> meer gelijkmatige inkom<strong>en</strong>sverdeling.De categorie van lage inkom<strong>en</strong>s slinkt <strong>en</strong> de groep van hoge inkom<strong>en</strong>s groeit.• Het aandeel etnische minderhed<strong>en</strong> groeit <strong>en</strong> het aandeel Nederlanders neemt af.• De milieu-indeling van 2003 heeft op sociaal-economische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> etniciteite<strong>en</strong> grotere differ<strong>en</strong>tiatie dan de indeling van 2001.• De ruimtelijke verschuiving tuss<strong>en</strong> de milieus van 2001 <strong>en</strong> 2003 is overweg<strong>en</strong>dgerelateerd aan de algem<strong>en</strong>e verschuiving in de Amsterdamse bevolking <strong>en</strong> dewoningvoorraad. Er ontstaan nieuwe scheidslijn<strong>en</strong> langs de algeme<strong>en</strong>verschuiv<strong>en</strong>de kracht<strong>en</strong> op het gebied van etniciteit, woningbezit <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>.• Er zijn voorzichtige aanwijzing<strong>en</strong> dat individuele buurt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde positieve ofnegatieve ontwikkeling doormak<strong>en</strong> die los staat van de ruimtelijke verschuiving ophet hogere niveau. Zo’n positieve tr<strong>en</strong>d is zichtbaar in de Czaar Peterbuurt, metherk<strong>en</strong>baar verbeter<strong>en</strong>de cijfers op het gebied van werkloosheid,<strong>bij</strong>standsafhankelijkheid <strong>en</strong> <strong>dynamiek</strong>. E<strong>en</strong> negatieve tr<strong>en</strong>d is zichtbaar in de del<strong>en</strong>van de Bijlmermeer die aan de rand ligg<strong>en</strong> van het gebied dat reeds door hetstedelijke vernieuwingsbeleid is verbeterd. Andere buurt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame vanprobleemindicator<strong>en</strong> zijn het noordoostelijk deel van de Indische buurt, Landlust inBos <strong>en</strong> Lommer, Osdorp-Noord <strong>en</strong> het noordelijke deel van Overtoomse Veld.[17] Van der Veer (2004), pagina 7160


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003hoofdstuk 4 Woonmilieus als meetlat4.1 InleidingDe indeling naar woonmilieus is e<strong>en</strong> uitdrukking van de ruimtelijke verschill<strong>en</strong> opde Amsterdamse <strong>woningmarkt</strong>. Maar niet alle k<strong>en</strong>nis over de <strong>woningmarkt</strong> is in dewoonmilieu-indeling verwerkt, omdat ze niet in de statistiek over buurt<strong>en</strong> voorhand<strong>en</strong> was. De belangrijkste <strong>woningmarkt</strong>informatie over Amsterdam wordt verzameldin de tweejaarlijkse <strong>en</strong>quête Won<strong>en</strong> in Amsterdam [18]. De uitkomst<strong>en</strong> uitdit onderzoek zijn in dit hoofdstuk geanalyseerd op de indeling naar woonmilieus.Vaak wordt informatie uit twee meetjar<strong>en</strong>, 2003 <strong>en</strong> 2001 g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, om te zi<strong>en</strong> ofde ruimtelijke verschill<strong>en</strong> groter of kleiner word<strong>en</strong>. Daarnaast wordt in dit hoofdstukgebruik gemaakt van de participatiemonitor van het onderzoek De Staat vande Stad [19]. In die monitor wordt het welzijn van de Amsterdamse bevolkingonderzocht op acht terrein<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat in één totaalscore die bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>landelijk vergelijkbaar is.4.2 Sociaal-economische differ<strong>en</strong>tiatie in de Amsterdamse milieusHet sociaal-economische niveau van de woonmilieus is afgeleid van de statistiekover werkloosheid, eig<strong>en</strong>domsituatie <strong>en</strong> waarde van de woning. Inkom<strong>en</strong>sgegev<strong>en</strong>sword<strong>en</strong> echter <strong>bij</strong> het toedel<strong>en</strong> van buurt<strong>en</strong> aan woonmilieus niet gebruikt. Dat isjammer want inkom<strong>en</strong> is de beste variabele over de economische situatie van debevolking die er is. Werkloosheid gaat maar over e<strong>en</strong> deel van de bevolking.Het spectrum van arm naar rijk wordt er niet mee bereikt. Daarom wordt inkom<strong>en</strong>toegevoegd aan de inmiddels gecreëerde milieu-indeling. De inkom<strong>en</strong>sgegev<strong>en</strong>szijn afkomstig uit het onderzoek Won<strong>en</strong> in Amsterdam uit 2003 <strong>en</strong> uit 2001.Dit onderzoek laat het vanwege te geringe celvulling niet toe om uitsprak<strong>en</strong> tedo<strong>en</strong> over het inkom<strong>en</strong>sniveau van de buurt<strong>en</strong>, maar wel over het inkom<strong>en</strong>sniveauvan de verzameling<strong>en</strong> van buurt<strong>en</strong>, de woonmilieus.De sociaal-economische gegev<strong>en</strong>s uit het onderzoek Won<strong>en</strong> in Amsterdam voeg<strong>en</strong>dus informatie toe aan de woonmilieu-indeling. De woonmilieu-indeling is andersome<strong>en</strong> ‘meetlat’ om de ruimtelijke discrepanties in het welstandsniveau van deAmsterdammers, op e<strong>en</strong> goede manier in beeld te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Figuur 4.1 laat degemiddelde inkom<strong>en</strong>s per woonmilieu zi<strong>en</strong> voor de jar<strong>en</strong> 2001 <strong>en</strong> 2003.De gemiddelde inkom<strong>en</strong>s zijn van 2001 naar 2003 gesteg<strong>en</strong> met € 195,--, van€ 1.736,-- naar € 1.931,--. In het diagram word<strong>en</strong> beide gemiddelde inkom<strong>en</strong>s op100 gezet <strong>en</strong> per milieu de afwijking<strong>en</strong> in beide jar<strong>en</strong> getoond. In de milieustransitie, stadsvernieuwing <strong>en</strong> overgang ligg<strong>en</strong> de inkom<strong>en</strong>s gemiddeld 15 of 20%lager dan in Amsterdam als geheel, terwijl de inkom<strong>en</strong>s in de milieus welgesteldstedelijk, inbreiding <strong>en</strong> dorp ca. 40 of 50% hoger ligg<strong>en</strong>. In de milieus die veronder het gemiddelde ligg<strong>en</strong>, verslechtert de situatie in de jar<strong>en</strong> 2001-2003.[18] E<strong>en</strong> groot deel van de informatie in dit hoofdstuk is verspreid ook te vind<strong>en</strong> in drie deelrapport<strong>en</strong> uit hetonderzoek Won<strong>en</strong> in Amsterdam: 1. Stand van Zak<strong>en</strong>, 3. Woonw<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, 4. Leefbaarheid.[19] Lindeman e.a. (2003)61


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>Figuur 4.1: Gestandaardiseerd gemiddeld netto huishoudinkom<strong>en</strong>per woonmilieu, 2003 <strong>en</strong> 2001 (Amsterdam=100)welgesteld stedelijkinbreidingdorpstadsrandc<strong>en</strong>trumaansluitingc<strong>en</strong>trumrandstadsvernieuwing e.a.overgangtransitie20012003Bron: Di<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>, Won<strong>en</strong> in Amsterdam 2001 <strong>en</strong> 200370 80 90 100 110 120 130 140 150 160Met name in het transitiemilieu, met toch al e<strong>en</strong> laag gemiddeld inkom<strong>en</strong>, is dathet geval. Omgekeerd is er sterke groei <strong>bij</strong> de aanvoerder van de lijst, het welgesteldstedelijk <strong>en</strong> verder is er nog relatieve groei in het c<strong>en</strong>trummilieu <strong>en</strong> hetinbreidingsmilieu. E<strong>en</strong> ander markant verschijnsel is de sterke terugval van hetinkom<strong>en</strong> in het stadsrandmilieu.Figuur 4.2: Primaire doelgroep in 2003 <strong>en</strong> 2001 per woonmilieu (perc<strong>en</strong>tage)Amsterdamwelgesteld stedelijkinbreidingdorpstadsrandc<strong>en</strong>trumaansluitingc<strong>en</strong>trumrandstadsvernieuwing e.a.overgangtransitie20012003Di<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>, Won<strong>en</strong> in Amsterdam 2001 <strong>en</strong> 20030 10 20 30 40 50 60%62


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003Figuur 4.3: Verdeling naar inkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong> per woonmilieu, 2003Amsterdamprimaire doelgroepsecundaire doelgroeptot ziek<strong>en</strong>fondsgr<strong>en</strong>sziek<strong>en</strong>fondsgr<strong>en</strong>stot ¤ 2430,--hogere inkom<strong>en</strong>swelgesteld stedelijkinbreidingdorpstadsrandc<strong>en</strong>trumaansluitingc<strong>en</strong>trumrandstadsvernieuwing e.a.overgangtransitie0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100%Di<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>, Won<strong>en</strong> in Amsterdam 2003Deze situatie heeft ook betek<strong>en</strong>is voor de verdeling van de inkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong> overde milieus (fig. 4.2 <strong>en</strong> 4.3). Het aandeel primaire doelgroep is in de stad gedaald van37% naar 35%. Het c<strong>en</strong>trumrandmilieu bevindt zich ongeveer in dezelfde situatie alsAmsterdam gemiddeld. De milieus met de laagste gemiddelde inkom<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong>de hoogste aandel<strong>en</strong> primaire doelgroep, tot bov<strong>en</strong> de 50% in het transitiemilieu,waar bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de afname geringer is dan gemiddeld. Uit de gegev<strong>en</strong>s overinkom<strong>en</strong>sverdeling <strong>en</strong> gemiddeld inkom<strong>en</strong> valt op dat er in twee jaar tijd tuss<strong>en</strong> demilieus die het welgestelde deel van de stad verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> grotere verschill<strong>en</strong>ontstaan.In de beide nieuwbouwmilieus, stadsrand <strong>en</strong> inbreiding, <strong>en</strong> in het dorpsmilieu <strong>en</strong>welgesteld stedelijk milieu ligt het aandeel huishoud<strong>en</strong>s met e<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>de ziek<strong>en</strong>fondsgr<strong>en</strong>s rond de 70% (Amsterdam 41%). In deze milieus heeft ruim dehelft van de huishoud<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> hoog inkom<strong>en</strong> (Amsterdam 27%). In de milieus stadsvernieuwing,overgang <strong>en</strong> transitie ligt dit aandeel beduid<strong>en</strong>d onder de 20%.63


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>4.3 Woningmarktsector<strong>en</strong> <strong>en</strong> woonmilieusFiguur 4.4: Eig<strong>en</strong>domsverdeling per woonmilieu, 2003Amsterdamkoopwoningparticulierehuurwoningcorporatiewoningdorpstadsrandinbreidingwelgesteld stedelijkc<strong>en</strong>trumc<strong>en</strong>trumrandaansluitingstadsvernieuwing e.a.overgangtransitie0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100%Di<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>, Won<strong>en</strong> in Amsterdam 2003De eig<strong>en</strong>domsverdeling van de woningvoorraad (fig. 4.4) vertoont sterke gelijk<strong>en</strong>ismet de inkom<strong>en</strong>sdiffer<strong>en</strong>tiatie in de milieus. In de vier milieus waar het aandeelhoge inkom<strong>en</strong>s bov<strong>en</strong> de 50% ligt, ligt het eig<strong>en</strong>-woningbezit bov<strong>en</strong> de 40%.Dat is gemiddeld het dubbele van wat voor Amsterdam als geheel geldt. Alle<strong>en</strong> inhet voor Amsterdam atypische dorpsmilieu haalt het eig<strong>en</strong>woningbezit e<strong>en</strong> cijferdat zelfs bov<strong>en</strong> het Nederlandse gemiddelde van 53% ligt. In welgesteld stedelijk<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trum komt naast e<strong>en</strong> hoog eig<strong>en</strong> woningbezit e<strong>en</strong> grote particuliere huursectorvoor. In c<strong>en</strong>trumrand <strong>en</strong> aansluiting is de combinatie van e<strong>en</strong> grote particulieremet e<strong>en</strong> grote sociale huursector beeldbepal<strong>en</strong>d. In stadsvernieuwing,overgang <strong>en</strong> transitie overheerst het corporatiebezit [20]. In het algeme<strong>en</strong> geldt,hoe kleiner de collectieve huursector, des te hoger de huurprijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> des te kleinerde kernvoorraad+. Dat resulteert tot meer dan 80% kernvoorraad+ in de milieusmet het grootste corporatiebezit (fig. 4.5) [21]. E<strong>en</strong> uitzondering op de regel is hetc<strong>en</strong>trumrandmilieu met e<strong>en</strong> relatief grote kernvoorraad+ t<strong>en</strong> opzichte van hetaandeel corporatiebezit. Dat komt vooral omdat er veel kleine sociale huurwoning<strong>en</strong>voorkom<strong>en</strong>.[20] Overig<strong>en</strong>s wijk<strong>en</strong> de perc<strong>en</strong>tages <strong>bij</strong> de drie bezitsvorm<strong>en</strong> licht af van de cijfers die in hoofdstuk 2 g<strong>en</strong>oemdwerd<strong>en</strong>. De cijfers in hoofdstuk 2 zijn gebaseerd op de statistiek <strong>en</strong> die in dit hoofdstuk op de <strong>en</strong>quêteWon<strong>en</strong> in Amsterdam. Daarnaast zijn de cijfers per milieu in hoofdstuk 2 gemiddeld<strong>en</strong> van buurt<strong>en</strong> <strong>en</strong> die indit hoofdstuk gemiddeld<strong>en</strong> van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Het aantal e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> waarover e<strong>en</strong> gemiddelde wordtberek<strong>en</strong>d verschilt derhalve.[21] Kernvoorraad+ is opgebouwd uit de kernvoorraad <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamd plusdeel. Kernvoorraad bestaat uitalle huurwoning<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> huur tot € 346,-- (prijspeil juli 2003), het plusdeel uit woning<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> huurtuss<strong>en</strong> € 346,-- <strong>en</strong> € 440,-- met minimaal 60 vierkante meter woonoppervlak.64


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003Figuur 4.5: Verdeling naar huurprijsklass<strong>en</strong> per woonmilieu, 2003 (in euro’s)kernvoorraaddeel< ¤ 346plusdeelvan ¤ 346 - 440overig deelvan ¤ 346 - 440¤ 440 - 550> ¤ 550Amsterdamstadsrandwelgesteld stedelijkinbreidingdorpaansluitingaansluitingstadsvernieuwing e.a.overgangc<strong>en</strong>trumrandtransitie0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100%ß Figuur 4.5 ‡ Bron: Di<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>, Won<strong>en</strong> in Amsterdam 2003De volgorde van woonmilieus keert ook terug <strong>bij</strong> de huurhoogte in de particulierehuursector. De huurprijz<strong>en</strong> in figuur 4.6 zijn gestandaardiseerd voor de hoeveelheidwoonruimte van de woning<strong>en</strong>. Gemiddeld moet voor e<strong>en</strong> huurwoning inAmsterdam € 6,42 per m 2 betaald word<strong>en</strong>, voor particuliere huurwoning<strong>en</strong> <strong>bij</strong>nae<strong>en</strong> euro meer dan voor corporatiewoning<strong>en</strong>. Typer<strong>en</strong>d voor het verschil in marktgerichtheidis dat het verschil tuss<strong>en</strong> de hur<strong>en</strong> in de beide sector<strong>en</strong> groter wordtnaarmate het welstandsniveau van de milieus hoger is. In stadsrand, inbreiding <strong>en</strong>c<strong>en</strong>trum is het verschil rond of meer dan anderhalve euro per vierkante meter.Contraster<strong>en</strong>d met dit beeld is de situatie in het c<strong>en</strong>trumrandmilieu. Hier is hetverschil in huurprijs tuss<strong>en</strong> beide sector<strong>en</strong> kleiner dan gemiddeld <strong>en</strong> hier word<strong>en</strong>de laagste huurprijz<strong>en</strong> per vierkante meter betaald. Dit zal te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> metde geringe kwaliteit van de veelal kleine woning<strong>en</strong> in dit milieu, waardoor nietalle<strong>en</strong> de sociale verhuurders maar ook de particuliere verhuurders zich gematigdmoet<strong>en</strong> opstell<strong>en</strong> in hun prijsbeleid.65


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>Figuur 4.6: Gemiddelde huurprijz<strong>en</strong> per vierkante meter voor corporatiewoning<strong>en</strong><strong>en</strong> particuliere huurwoning<strong>en</strong> per woonmilieu, 2003 (in euro’s)Amsterdaminbreidingstadsrandc<strong>en</strong>trumwelgesteld stedelijkaansluitingdorptransitiestadsvernieuwing e.a.overgangc<strong>en</strong>trumrandcorporatieparticuliere huurDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>, Won<strong>en</strong> in Amsterdam 20035 6 7 8 ¤ 9Figuur 4.7: Geschatte marktwaarde van woning<strong>en</strong> per woonmilieu, 2003(x € 1.000,-)Amsterdamtransitieovergangstadsrandaansluitingstadsvernieuwing e.a.c<strong>en</strong>trumrandinbreidingdorpc<strong>en</strong>trumwelgesteld stedelijkDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>, Won<strong>en</strong> in Amsterdam 2003100 150 200 250 300 350 400 ¤ 450x 1.000Figuur 4.7 gaat alle<strong>en</strong> over de koopsector. De door eig<strong>en</strong>aar-bewoners geschattemarktwaarde verschilt sterk per woonmilieu. Ook in de milieus met e<strong>en</strong> geringaandeel koopwoning<strong>en</strong> zijn er voldo<strong>en</strong>de eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> die deze vraag beantwoordhebb<strong>en</strong> om de gegev<strong>en</strong>s te kunn<strong>en</strong> interpreter<strong>en</strong>. C<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> welgesteld stedelijkzijn onbetwiste leiders in de prijsschatting. Of de gemiddelde prijz<strong>en</strong>, ruim bov<strong>en</strong>de € 400.000,-- realistisch zijn, mag betwijfeld word<strong>en</strong>, maar het feit dat beidemilieus als hoogst geprijsde naar vor<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> is niet verrass<strong>en</strong>d. Dat stemt overe<strong>en</strong>met de werkelijk hoge verkoopprijz<strong>en</strong> in deze del<strong>en</strong> van de stad. De geschatte66


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003prijz<strong>en</strong> in de milieus transitie <strong>en</strong> overgang ligg<strong>en</strong> € 100.000,-- b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het stedelijkgemiddelde. Ook dit resultaat is niet verrass<strong>en</strong>d, gezi<strong>en</strong> de lage status van dezemilieus die ook uit andere k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> blijkt. Wel verrass<strong>en</strong>d zijn de scores vanstadsvernieuwing <strong>en</strong> stadsrand. Stadsrand <strong>en</strong> aansluiting hal<strong>en</strong> beduid<strong>en</strong>d lagereschatting<strong>en</strong> dan verwacht <strong>en</strong> stadsvernieuwing duidelijk hogere. Voor de hogescores van stadsvernieuwing is waarschijnlijk de ligging na<strong>bij</strong> de geliefde c<strong>en</strong>tralestad e<strong>en</strong> verklaring, opgeteld <strong>bij</strong> het feit dat de stadsvernieuwingsbuurt<strong>en</strong> sterkgem<strong>en</strong>gd zijn. Temidd<strong>en</strong> van de vervang<strong>en</strong>de nieuwbouw zijn blokk<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> diede vernieuwingsoperatie van de jar<strong>en</strong> tachtig hebb<strong>en</strong> overleefd, om daarna e<strong>en</strong>flinke opwaardering in kwaliteit <strong>en</strong> prijs mee te krijg<strong>en</strong>. Voor het milieu ‘aansluiting’zal vermoedelijk geld<strong>en</strong> dat de kwaliteit van de woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de woonomgevingniet veel te w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> overlaat, maar dat het woonmilieu zelf, met name de naoorlogseonderdel<strong>en</strong> van dit milieu, ge<strong>en</strong> sterke uitstraling heeft. Uit de geringe prijz<strong>en</strong>die in het stadsrandmilieu gemeld word<strong>en</strong> door de eig<strong>en</strong>aar-bewoners mag word<strong>en</strong>opgetek<strong>en</strong>d dat dit koopmilieu in relatieve term<strong>en</strong> achterstand begint op te lop<strong>en</strong>t<strong>en</strong> opzichte van de nieuwere nieuwbouw zoals in het inbreidingsmilieu. Maar hetheeft ook te mak<strong>en</strong> met het gegev<strong>en</strong> dat in het stadsrandmilieu ook de al weer watoudere – jar<strong>en</strong> tachtig – toevoeging<strong>en</strong> van Gein e<strong>en</strong> plaats hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>.4.4 Woonwaardering <strong>en</strong> verhuisint<strong>en</strong>tieDe hoogte van koop- <strong>en</strong> huurprijz<strong>en</strong>, met name in de particuliere huursector, isgerelateerd aan de woonkwaliteit <strong>en</strong> ook aan de ligging. De rapportcijfers voor dekwaliteit van de woning <strong>en</strong> de woonomgeving over de woonmilieus lever<strong>en</strong> danook weer de bek<strong>en</strong>de hiërarchie op.Figuur 4.8: Gemiddeld waarderingscijfer voor de woning per woonmilieu,2003 <strong>en</strong> 2001Amsterdamtransitieovergangc<strong>en</strong>trumrandstadsvernieuwing e.a.aansluitingc<strong>en</strong>trumwelgesteld stedelijkdorpinbreidingstadsrand20012003Di<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>, Won<strong>en</strong> in Amsterdam 2001 <strong>en</strong> 20035 6 7 8 9De beide nieuwbouwmilieus, aangevuld met dorp <strong>en</strong> welgesteld stedelijk, boek<strong>en</strong>de hoogste waardering voor de woning<strong>en</strong>, met gemiddelde cijfers van om <strong>en</strong> na<strong>bij</strong> 8.Algeme<strong>en</strong> in Amsterdam is dat m<strong>en</strong> in 2003 e<strong>en</strong> iets hogere woonkwaliteit ervaartdan in 2001. In het dorpsmilieu gaat dit echter niet op. Transitie is duidelijk het67


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>milieu met de geringste waardering, maar wel met e<strong>en</strong> sterke stijging van hetwaarderingscijfer. Dat heeft vermoedelijk te mak<strong>en</strong> met de vernieuwingsoperatiesdie mom<strong>en</strong>teel plaatsvind<strong>en</strong> in de Bijlmermeer <strong>en</strong> in de Westelijke Tuinsted<strong>en</strong> [22].In sommige van de buurt<strong>en</strong> waar herstructurering plaatsvindt is de verandering(nog) niet zodanig grootschalig dat de buurt tot e<strong>en</strong> ander milieu gaat behor<strong>en</strong>,maar in de onderdel<strong>en</strong> waar die nieuwe hoogwaardige woning<strong>en</strong> staan leidt dit weltot e<strong>en</strong> hogere woonwaardering. De woning<strong>en</strong> in het c<strong>en</strong>trumrandmilieu krijg<strong>en</strong>e<strong>en</strong> relatief lage waardering. De geringere kwaliteit kwam al als conclusie naarvor<strong>en</strong> <strong>bij</strong> de analyse van de huurprijz<strong>en</strong> in de vorige paragraaf.De waarderingscijfers voor de woonomgeving ligg<strong>en</strong> verder uite<strong>en</strong>. Met e<strong>en</strong>gemiddeld rapportcijfer van 5,5 is het transitiemilieu de onmisk<strong>en</strong>bare achterblijver.De lichte vooruitgang in het cijfer blijft achter <strong>bij</strong> de algem<strong>en</strong>e, lichte stijgingvan de omgevingswaardering in Amsterdam. Ook overgang <strong>en</strong> stadsvernieuwington<strong>en</strong> zich op deze schaal duidelijk als categorieën met e<strong>en</strong> geringere subjectieveomgevingskwaliteit. Relatief laag zijn de waardering<strong>en</strong> voor de woonomgeving inde beide nieuwbouwmilieus. M<strong>en</strong> zou in deze moderne buurt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hogerekwaliteit <strong>en</strong> wellicht e<strong>en</strong> hogere waardering verwacht<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> is in deze milieusduidelijk veel tevred<strong>en</strong>er over de woning<strong>en</strong> dan over de omgeving. De daling vande omgevingswaardering in het stadsrandmilieu mag waarschijnlijk in verbandgebracht word<strong>en</strong> met de gematigd geschatte koopprijz<strong>en</strong> van woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> metde inkom<strong>en</strong>sdaling in de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> aantal k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> tegelijk kom<strong>en</strong>negatieve tr<strong>en</strong>ds aan het licht voor dit milieu, ook al steekt het milieu nog altijdruim bov<strong>en</strong> de middelmaat uit. Het dorpsmilieu beleeft e<strong>en</strong> lichte waarderingsdaling,al hoeft dit milieu slechts het welgesteld stedelijk milieu als lijstaanvoerderop de waarderingsschaal voor zich te duld<strong>en</strong>. Stijging van de woonwaardering is erhet meest in c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumrand. Bij deze milieus is de relatief lage waarderingvan de woning<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van die voor de omgeving k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d.Figuur 4.9: Gemiddeld waarderingscijfer voor de woonomgevingper woonmilieu, 2003 <strong>en</strong> 2001Amsterdamtransitieovergangstadsvernieuwing e.a.stadsrandinbreidingc<strong>en</strong>trumrandaansluitingc<strong>en</strong>trumdorpwelgesteld stedelijk20012003Bron: Di<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>, Won<strong>en</strong> in Amsterdam 2001 <strong>en</strong> 20035 6 7 8 9[22] Van der Veer (2004) pag. 6968


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003In het algeme<strong>en</strong> will<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die tevred<strong>en</strong> zijn niet verhuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat vertaalt zichin e<strong>en</strong> geringe verhuisg<strong>en</strong>eigdheid in het dorpsmilieu <strong>en</strong> welgesteld stedelijk.Ondanks dat de waardering voor het stadsrandmillieu afneemt is er in dit milieu nietste bespeur<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de interesse voor vertrekk<strong>en</strong>. In milieus met e<strong>en</strong>geringere waardering, zoals transitie, stadsvernieuwing e.a. <strong>en</strong> overgang, is deverhuisg<strong>en</strong>eigdheid in het algeme<strong>en</strong> groter. Bij het c<strong>en</strong>trummilieu <strong>en</strong> <strong>bij</strong> het c<strong>en</strong>trumrandmilieuis de g<strong>en</strong>eigdheid om te verhuiz<strong>en</strong> wat groter dan op basis van dewoonwaardering verwacht mag word<strong>en</strong>. Vermoedelijk speelt hier de soms geringekwaliteit van de woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> de hoeveelheid woonruimte e<strong>en</strong> belangrijkere roldan de hoge waardering van de woonomgeving.Figuur 4.10 Vergelijking verhuisg<strong>en</strong>eigdheid <strong>en</strong> <strong>dynamiek</strong> per woonmilieu 2003woonduur < 1jr mutatiegraad verhuisg<strong>en</strong>eigd actief zoek<strong>en</strong>ddorp 13 7 36 8stadsrand 14 9 43 12stadsvernieuwing e.a. 22 13 62 20overgang 22 13 58 20welgesteld stedelijk 22 13 48 13aansluiting 24 14 55 14c<strong>en</strong>trumrand 25 16 64 20transitie 29 21 66 27c<strong>en</strong>trum 32 22 57 18inbreiding 47 25 49 1224 15 58 19Di<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>, Won<strong>en</strong> in Amsterdam 2003Toelichting: De cijfers over korte woonduur <strong>en</strong> mutatiegraad gaan over de <strong>dynamiek</strong> van 2003 <strong>en</strong> zijn medebepal<strong>en</strong>dvoor de milieu-indeling, zie ook de tabell<strong>en</strong> in hoofdstuk 2. De cijfers over verhuisg<strong>en</strong>eigdheid <strong>en</strong>actief zoekgedrag op de <strong>woningmarkt</strong> zijn afkomstig uit het onderzoek Won<strong>en</strong> in Amsterdam 2003.Zie hiervoor de rapportage van Dignum, Teune <strong>en</strong> Uitt<strong>en</strong>bogaard (2004).Illustratief voor de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de milieus is ook de vergelijking tuss<strong>en</strong> dehuidige <strong>dynamiek</strong> <strong>en</strong> de verhuisw<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. In het inbreidingsmilieu is duidelijk dat dehoge <strong>dynamiek</strong> die bepal<strong>en</strong>d was voor het groeper<strong>en</strong> van de ti<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>debuurt<strong>en</strong> tot het inbreidingsmilieu verled<strong>en</strong> tijd is zodra er in deze buurt<strong>en</strong> nietmeer gebouwd wordt <strong>en</strong> de <strong>dynamiek</strong> afhankelijk wordt van de dad<strong>en</strong> van dehuidige bevolking. De verhuisg<strong>en</strong>eigdheid onder de bewoners van het inbreidingsmilieuis immers gering. Nog niet zo laag als <strong>bij</strong> de bewoners van het stadsrandmilieu,maar waarschijnlijk is dat e<strong>en</strong> kwestie van nog meer gesetteld zijn.Bij welgesteld stedelijk <strong>en</strong> aansluiting past de relatief geringe w<strong>en</strong>s tot verhuiz<strong>en</strong><strong>bij</strong> wat er in het verled<strong>en</strong> normaal was. De hoge mutatiegraad in het transitiemilieu<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumrandmilieu zull<strong>en</strong>, als het aan de huidige bewoners ligt, ook in de toekomstgecontinueerd word<strong>en</strong>. Bij overgang <strong>en</strong> <strong>bij</strong> het stadsvernieuwingsmilieumag dynamisering verwacht word<strong>en</strong> zodra m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de kans krijg<strong>en</strong> om zich te verbeter<strong>en</strong>.De verhuisg<strong>en</strong>eigdheid is immers hoger dan de <strong>dynamiek</strong> van het rec<strong>en</strong>teverdel<strong>en</strong>. Het is echter de vraag of <strong>bij</strong> toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> ruimte op de <strong>woningmarkt</strong> debewoners van deze milieus voldo<strong>en</strong>de in staat zijn om te profiter<strong>en</strong>. Vermoedelijkdraagt hun lage inkom<strong>en</strong>spositie <strong>bij</strong> aan het moeilijk kunn<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong> van w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>omtr<strong>en</strong>t verbetering van de woonomstandighed<strong>en</strong>. Dat wil overig<strong>en</strong>s niet zegg<strong>en</strong>dat de bewoners van het transitiemilieu op dit punt beter af zijn. Hier vall<strong>en</strong> hoge69


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>verhuisw<strong>en</strong>s <strong>en</strong> hoge mutatiegraad wel sam<strong>en</strong>, maar die hoge <strong>dynamiek</strong> zal maarvoor e<strong>en</strong> deel van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> verbetering van de woonsituatie inhoud<strong>en</strong>.Illustratief voor de urg<strong>en</strong>tie van de bewoners van het transitiemilieu is het extrahoge aandeel huishoud<strong>en</strong>s dat actief op zoek is naar e<strong>en</strong> woning. Dat betek<strong>en</strong>t datm<strong>en</strong> geabonneerd is op de woonkrant of Woningnet, e<strong>en</strong> makelaar heeft ingeschakeldof zelf actief aan het zoek<strong>en</strong> is.4.5 Waardering omgevingsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de woonmilieusHet onderzoeksmateriaal van Won<strong>en</strong> in Amsterdam maakt het mogelijk om nogverder profiel te gev<strong>en</strong> aan de hoge <strong>en</strong> lage waarderingscijfers over de woonomgevingdie zojuist gepres<strong>en</strong>teerd werd<strong>en</strong>. Woningcorporatie Het Oost<strong>en</strong> voegdeaan de <strong>en</strong>quête Won<strong>en</strong> in Amsterdam van 2003 e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> vraag toe. Deze luidt:Geef in maximaal drie trefwoord<strong>en</strong> aan wat u het aantrekkelijkste vindt van uwbuurt. De vraag werd door ruim 16.000 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> beantwoord. Sommig<strong>en</strong> noemd<strong>en</strong>één punt, ander<strong>en</strong> wel zes. In totaal werd<strong>en</strong> ruim 43.000 antwoord<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>,waarvan <strong>bij</strong>na 10.000 verschill<strong>en</strong>d. Het Oost<strong>en</strong> heeft de berg aan antwoord<strong>en</strong>gesorteerd <strong>en</strong> het mer<strong>en</strong>deel kunn<strong>en</strong> onderbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in 115 categorieën.Er is vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> rangorde aangebracht in de categorieën. Noyon <strong>en</strong> Van Trijphebb<strong>en</strong> hun analyse beschrev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> hoofdstuk van de WiA-leefbaarheidsrapportage[23].Het meest g<strong>en</strong>oemd als aantrekkelijkste ‘ding’ van de buurt in Amsterdam isrust/stilte. Op zich is dat opmerkelijk voor de stad die voor m<strong>en</strong>ige Nederlanderbuit<strong>en</strong> de hoofdstad bek<strong>en</strong>d staat als toonbeeld van ofwel plezierige lev<strong>en</strong>digheidof juist van nooit aflat<strong>en</strong>de onrust <strong>en</strong> herrie. Het geeft aan dat het mer<strong>en</strong>deel vande Amsterdammers de stad leefbaar vindt. Na rust <strong>en</strong> stilte volg<strong>en</strong> in de rangorde,winkels, gro<strong>en</strong>, op<strong>en</strong>baar vervoer, c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale ligging, ruimte, bereikbaarheid<strong>en</strong> gezelligheid. Verderop in de lijst kom<strong>en</strong> vaak onderwerp<strong>en</strong> voor die min ofmeer gelijk zijn aan onderwerp<strong>en</strong> die hoger in de rangorde staan, soms met nete<strong>en</strong> ander acc<strong>en</strong>t.De vulling van de categorieën is vervolg<strong>en</strong>s verdeeld over de ti<strong>en</strong> woonmilieus.Die bewerking geeft herk<strong>en</strong>bare interpretatiemogelijkhed<strong>en</strong>. Het dorpsmilieublijft e<strong>en</strong> apart f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> in Amsterdam. Dat het echte dorp<strong>en</strong> zijn blijkt wel uit hetfeit dat antwoord<strong>en</strong> in de trant van dorp/dorps/dorp in de stad hier als vijfde in derangorde naar vor<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, teg<strong>en</strong>over positie 27 voor de stad als geheel.Typer<strong>en</strong>d voor het dorp is ook dat bur<strong>en</strong> veel vaker als buurtkwaliteit g<strong>en</strong>oemdword<strong>en</strong> dan op andere plekk<strong>en</strong> in Amsterdam.[23] Noyon <strong>en</strong> Van Trijp (2004)70


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003Tabel 4.11: Top 30 rangordes van meest g<strong>en</strong>oemde aantrekkelijke punt<strong>en</strong> per woonmilieuAmsterdam totaalc<strong>en</strong>trumBron: Noyon <strong>en</strong> Van Trijp, Won<strong>en</strong> in Amsterdam 2003c<strong>en</strong>trumrandwelgesteld stedelijkaansluitingtransitieovergangstadsvernieuwing e.a.stadsrandinbreidingdorprustig/rustig/stil/stilte 1 2 3 1 1 4 1 1 1 1 1winkels 2 6 1 5 3 1 2 2 9 16 44gro<strong>en</strong>/gro<strong>en</strong>voorzi<strong>en</strong>ing 3 15 14 2 2 3 3 5 2 5 2op<strong>en</strong>baar vervoer 4 13 7 13 4 2 4 3 6 6 32c<strong>en</strong>traal/c<strong>en</strong>traal geleg<strong>en</strong> 5 1 2 6 13 19 12 6 18 12 35c<strong>en</strong>trum/c<strong>en</strong>trum na<strong>bij</strong> 6 3 4 14 9 8 8 4 15 4 7ruim/ruimte 7 25 24 3 5 7 5 12 3 3 4bereikbaar/bereikbaarheid 8 18 10 7 6 6 6 8 4 7 20gezellig/gezelligheid/gemoedelijk 9 4 5 16 15 10 10 11 21 36 8park/park<strong>en</strong> 10 38 6 11 11 11 9 7 28 34 70ligging/locatie 11 8 8 8 8 15 13 13 14 10 17voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 12 11 9 12 14 13 11 15 17 22 27veilig/veiligheid 13 16 15 4 7 21 15 20 11 14 17parker<strong>en</strong>/parkeergeleg<strong>en</strong>heid 14 49 50 21 12 5 7 16 8 18 11sfeer/sfeervol 15 7 11 14 18 35 37 21 38 24 22uitzicht 16 19 21 37 21 18 13 17 18 8 6water/aan water 17 21 19 47 22 32 30 10 25 2 8netjes/netheid/schoon 18 29 34 10 10 27 19 28 12 13 44woning/woong<strong>en</strong>ot 19 34 33 27 23 9 16 21 6 15 24mooi/mooie buurt 20 5 23 9 26 38 31 26 32 20 15bur<strong>en</strong> 21 31 26 24 20 14 18 23 15 25 13A10 /ringweg na<strong>bij</strong> 22 72 35 23 16 22 17 25 28 17 70lev<strong>en</strong>d/lev<strong>en</strong>dig 23 9 13 47 50 29 36 18 53 44 57architectuur 24 26 30 17 17 56 21 38 45 9 40horeca/uitgaan/cultuur 25 10 12 30 47 68 50 40 69 40 70multi-culti 26 38 18 71 52 12 31 14 53 65 70dorp/dorps/dorp in stad 27 22 29 24 29 49 23 32 27 25 5markt/markt<strong>en</strong> 28 38 16 87 78 19 37 9 86 90 70woning<strong>en</strong> 29 37 51 19 19 32 19 46 10 29 27omgeving/woonomgeving 30 24 36 20 27 28 24 36 24 20 16C<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumrand kom<strong>en</strong> uiteraard voor het voetlicht als de echt stedelijkec<strong>en</strong>trummilieus. Het eerste waaruit dit blijkt is het noem<strong>en</strong> van ‘c<strong>en</strong>trum’ <strong>en</strong>‘c<strong>en</strong>trale ligging’ als kwaliteit van de buurt waar m<strong>en</strong> woont, maar het is logischdat andere milieus nooit de topscorer op deze kwaliteit kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Echt duidelijk stek<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumrand bov<strong>en</strong> de andere milieus uit op hetgebied van sfeer, gezelligheid/gemoedelijkheid, lev<strong>en</strong>digheid, horeca/uitgaan/-cultuur, met voor c<strong>en</strong>trumrand nog twee pluspunt<strong>en</strong> extra, de aanwezigheid vanpark<strong>en</strong> <strong>en</strong> markt<strong>en</strong>. Inderdaad kan m<strong>en</strong> Westerpark, Vondelpark, Sarphatipark <strong>en</strong>Oosterpark tot de gro<strong>en</strong>e verworv<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> van het c<strong>en</strong>trumrandmilieu rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong>71


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>k<strong>en</strong>nelijk word<strong>en</strong> ze hoog gewaardeerd. Dat geldt ook voor dagmarkt<strong>en</strong> als deAlbert Cuyp-, de T<strong>en</strong> Kate- <strong>en</strong> de Dappermarkt als markering<strong>en</strong> van dagelijksestedelijke lev<strong>en</strong>digheid. Het <strong>en</strong>ige milieu dat gezi<strong>en</strong> het patroon van g<strong>en</strong>oemdepluspunt<strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins <strong>bij</strong> deze kwaliteit aansluit is het stadsvernieuwingsmilieu.Op één punt is dit milieu zelfs nog wat stedelijker, namelijk op de waardering vande aanwezigheid van verschill<strong>en</strong>de culturele groep<strong>en</strong>: door Noyon <strong>en</strong> Van Trijpaangeduid met het trefwoord ‘multi-culti’. Het is duidelijk dat het waarder<strong>en</strong> van‘multi-culti’ met name daar kan bestaan waar ook werkelijke m<strong>en</strong>ging van groep<strong>en</strong>bestaat. Dat verklaart ook dat ‘multi-culti’ wel als aantrekkelijke factor g<strong>en</strong>oemdwordt in c<strong>en</strong>trumrand, maar in c<strong>en</strong>trum maar nauwelijks. Overig<strong>en</strong>s is er één milieumet e<strong>en</strong> ongeveer ev<strong>en</strong> sterke waardering voor ‘multi-culti’, namelijk het transitiemilieu.Ook dat is verklaarbaar uit de bevolkingssam<strong>en</strong>stelling van dit milieu, maartev<strong>en</strong>s bemoedig<strong>en</strong>d gezi<strong>en</strong> het feit dat de leefbaarheid hier volg<strong>en</strong>s andere k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>onder druk staat. Voor vel<strong>en</strong> in dit milieu biedt het gem<strong>en</strong>gde karakter vande buurt daar teg<strong>en</strong>wicht aan.In het welgesteld stedelijk milieu tell<strong>en</strong> andere stedelijke kwaliteit<strong>en</strong> dan in c<strong>en</strong>trum<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumrand. Hier zijn in de beleving van de bewoners niet de lev<strong>en</strong>digheidof m<strong>en</strong>ging de kernkwaliteit<strong>en</strong> maar netheid, veiligheid, rust, ruimte, <strong>en</strong> e<strong>en</strong>aang<strong>en</strong>aam woonklimaat. Van de milieus in het oude deel van de stad heeft hetaansluitingsmilieu globaal e<strong>en</strong> vergelijkbaar profiel, maar met e<strong>en</strong> veel zwakkeracc<strong>en</strong>t op de esthetische kwaliteit<strong>en</strong>. Van de moderne milieus sluit het inbreidingsmilieuhier<strong>bij</strong> aan. Hier bestaat e<strong>en</strong> sterke waardering voor ruimte, uitzicht, woonomgeving,architectuur <strong>en</strong> de aansluiting van de bebouwing <strong>bij</strong> het water.Bewoners van het stadsrandmilieu zijn in vergelijking hiermee veel meer gericht ophet interne woong<strong>en</strong>ot. E<strong>en</strong> hoge waardering voor ‘bereikbaarheid’ verraadt e<strong>en</strong>geringe waardering voor de eig<strong>en</strong> kwaliteit van de locatie. Ook het feit dat architectuurof ‘mooie buurt’ zo weinig g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong> geeft aan dat m<strong>en</strong> het in hetstadsrandmilieu wat betreft de woonomgeving niet moet hebb<strong>en</strong> van de schoonheidervan maar van de ruime aanwezigheid van woonomgeving.De aansluiting van het stadsvernieuwingsmilieu <strong>bij</strong> de c<strong>en</strong>trale milieus voor watbetreft e<strong>en</strong> aantal stedelijkheidsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals lev<strong>en</strong>digheid, wil niet zegg<strong>en</strong> datde kwestie van de leefbaarheid verget<strong>en</strong> mag word<strong>en</strong>. Juist op de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> dieop e<strong>en</strong> ‘aang<strong>en</strong>aam woonklimaat’ duid<strong>en</strong>, die de bewoners van onder meer hetwelgesteld stedelijk milieu zo veelvuldig naar vor<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, blijft het <strong>bij</strong> debewoners van stadsvernieuwing opmerkelijk vaak stil. Maar heel weinig m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>vind<strong>en</strong> veiligheid of netheid e<strong>en</strong> kernkwaliteit van hun buurt, of de woning<strong>en</strong> of dearchitectuur. Deze opmerking<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> ook voor het transitiemilieu. Opmerkelijkin dit milieu is wel dat relatief veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ‘woning/woong<strong>en</strong>ot’ g<strong>en</strong>oemd hebb<strong>en</strong>als e<strong>en</strong> buurtkwaliteit. Uit de algem<strong>en</strong>e waarderingsvraag over de woning inWon<strong>en</strong> in Amsterdam word<strong>en</strong> in dit milieu namelijk de laagste rapportcijfers g<strong>en</strong>oteerd.Wel is er e<strong>en</strong> duidelijke verbetering in deze waardering tuss<strong>en</strong> 2001 <strong>en</strong>2003, vermoedelijk door de vervanging van oude woning<strong>en</strong> door nieuwe. Mogelijkwerkt dit door in het noem<strong>en</strong> van het woong<strong>en</strong>ot als aantrekkelijke kwaliteit.De vraag over de aantrekkelijkste punt<strong>en</strong> van de buurt levert natuurlijk heel anderepatron<strong>en</strong> op dan e<strong>en</strong> vraag naar de onaantrekkelijkste punt<strong>en</strong>. In dat verbandmoet m<strong>en</strong> verdacht zijn op ‘uitvluchtantwoord<strong>en</strong>’. ‘Bereikbaarheid’, ‘op<strong>en</strong>baar vervoer’<strong>en</strong> ‘parker<strong>en</strong>’ zijn van dergelijke antwoord<strong>en</strong>. Daar waar deze antwoord<strong>en</strong>vaak g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong> terwijl echte ‘eig<strong>en</strong> kwaliteit<strong>en</strong>’ niet uit de verf kom<strong>en</strong>, magm<strong>en</strong> concluder<strong>en</strong> dat veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit deze milieus meer gefocust zijn op de72


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003vervoermiddel<strong>en</strong> om hun buurt dagelijks mee te verlat<strong>en</strong> dan op de interne kwaliteit<strong>en</strong>van de buurt. Deze twijfelachtige pluspunt<strong>en</strong> ziet m<strong>en</strong> ook in het overgangsmilieu,maar wat daar opvalt is dat toch veel meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dan in het transitiemilieuof het stadsvernieuwingsmilieu schoonheid, veiligheid, architectuur <strong>en</strong>woning<strong>en</strong> als pluspunt noem<strong>en</strong> van hun buurt.Won<strong>en</strong> in Amsterdam bevat overig<strong>en</strong>s ook e<strong>en</strong> indicatie van waar het volg<strong>en</strong>s debewoners in de omgeving aan schort. De belangrijkste fysieke knelpunt<strong>en</strong>, die ophet gebied van de woning<strong>en</strong>, de woonomgeving <strong>en</strong> de veiligheid, zijn per milieuweergegev<strong>en</strong> in figuur 4.12. In het transitiemilieu <strong>en</strong> het overgangsmilieu word<strong>en</strong>op alledrie de front<strong>en</strong> tekortkoming<strong>en</strong> gevoeld. In stadsvernieuwing noemt m<strong>en</strong>de woning<strong>en</strong> minder vaak als verbeterpunt dan in transitie <strong>en</strong> overgang. Voor hetoverige valt op dat m<strong>en</strong> overal in Amsterdam vaker verbeterpunt<strong>en</strong> noemt op hetgebied van de woonomgeving dan op het gebied van de woning<strong>en</strong> in de buurt <strong>en</strong>dat die w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de omgeving vrij gelijkmatig over de milieus gespreid zijn.De belangrijkste verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de milieus kom<strong>en</strong> door meer of minder w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de woning<strong>en</strong> in de buurt <strong>en</strong> de veiligheid.De kwaliteit van de woning<strong>en</strong> wordt zeld<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd in het dorpsmilieu, welgesteldstedelijk <strong>en</strong> inbreiding. Ook met de veiligheid lijkt het in deze milieus goed tegaan. De veiligheid blijkt wel e<strong>en</strong> probleem in het stadsrandmilieu.Figuur 4.12: Verbeterpunt<strong>en</strong> aangaande de woning<strong>en</strong>, de woonomgeving<strong>en</strong> de veiligheid naar woonmilieu (pec<strong>en</strong>tages)Amsterdam 2,4transitie2,9overgang2,5stadsvernieuwing e.a.2,5c<strong>en</strong>trumrand2,4aansluiting2,1c<strong>en</strong>trum2,2stadsrand2,2welgesteld stedelijk1,8dorp2.1inbreiding2,20 10 20 30 40 50 60 70%gemiddeld aantal verbeterpunt<strong>en</strong>omgevingwoning<strong>en</strong>veiligheidBron: Di<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>, Won<strong>en</strong> in Amsterdam 2003Toelichting. In de vrag<strong>en</strong>lijst is gevraagd: Op welke aspect<strong>en</strong> zou de woonomgeving volg<strong>en</strong>s u verbeterdkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>? Er zijn acht vaste categorieën gegev<strong>en</strong>. De eerste twee zijn in de figuur sam<strong>en</strong>gebrachtonder ‘woning<strong>en</strong>’. Het zijn de antwoord<strong>en</strong> 1. onderhoud/verbeter<strong>en</strong> bestaande woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> 2. meer nieuwbouw(sloop oude woning<strong>en</strong>). De volg<strong>en</strong>de twee zijn in de figuur sam<strong>en</strong>gebracht onder ‘omgeving’. Het zijnde antwoord<strong>en</strong> 3. onderhoud <strong>en</strong> schoon houd<strong>en</strong> strat<strong>en</strong>, plein<strong>en</strong>, gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> 4. andere inrichting strat<strong>en</strong>,plein<strong>en</strong> <strong>en</strong> gro<strong>en</strong>. Veiligheid is e<strong>en</strong> ander apart vraagitem in de <strong>en</strong>quête <strong>en</strong> is in de figuur als één rubriekweergegev<strong>en</strong>. De overige drie vaste categorieën blijv<strong>en</strong> in deze figuur buit<strong>en</strong> beschouwing. De cijfers in degrafiek staan voor het gemiddeld aantal verbeterpunt<strong>en</strong> dat door de bewoners van de verschill<strong>en</strong>de milieusg<strong>en</strong>oemd wordt (maximaal 9), variër<strong>en</strong>d van 2,9 in het transitiemilieu tot 1,8 in het welgesteld stedelijk.73


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>4.6 Welzijn <strong>en</strong> woonmilieusDe afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is t<strong>en</strong> behoeve van het welzijnsbeleid onderzoek verricht omhet participati<strong>en</strong>iveau van de Amsterdammers in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. In Staat van deStad II, de tweede rapportage over dit onderwerp, werd geconcludeerd dat dewoonmilieu-indeling e<strong>en</strong> zinvolle manier was om de ruimtelijke verschill<strong>en</strong> in hetwelzijnsniveau van Amsterdammers te ton<strong>en</strong>. Het welzijnsniveau, ook wel de leefsituatie-indexg<strong>en</strong>oemd, wordt gemet<strong>en</strong> door middel van e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête waarinm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ondervraagd over hun situatie <strong>en</strong> participatie op acht verschill<strong>en</strong>dethema’s (zie toelichting figuur 4.13).Deze meting wordt al sinds 1997 door het Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau op landelijkniveau uitgevoerd <strong>en</strong> sinds 2000 ook in Amsterdam. De leefsituatie of hetwelzijn van Amsterdammers, wordt sterk beïnvloed door het al of niet hebb<strong>en</strong> vanbetaald werk <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s door de variabele etniciteit, ofwel het behor<strong>en</strong> tot degroep van Nederlanders <strong>en</strong> westerse buit<strong>en</strong>landers of tot de etnische minderhed<strong>en</strong>.Vervolg<strong>en</strong>s spel<strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong>stype, inkom<strong>en</strong>, opleiding, leeftijd <strong>en</strong>geslacht e<strong>en</strong> rol van betek<strong>en</strong>is [24]. Gezi<strong>en</strong> het belang van deze variabel<strong>en</strong> voor hetwelzijn, waarvan het mer<strong>en</strong>deel ook <strong>bij</strong> de milieu-indeling e<strong>en</strong> rol speelt, ligt hetvoor de hand dat het welzijnsniveau van de Amsterdammers ongelijk over demilieus verdeeld is.Figuur 4.13: Leefsituatie-index per woonmilieuinbreidingdorpc<strong>en</strong>trumwelgesteld stedelijkc<strong>en</strong>trumrandstadsrandaansluitingstadsvernieuwingovergangtransitie80 85 90 95 100 105Bron O+S, Staat van de Stad II, bewerking voor woonmilieus van 2003 door E. LindemanToelichting. De acht thema’s die in de leefsituatie-index sam<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> zijn: won<strong>en</strong>, gezondheid, bezit vanduurzame consumptiegoeder<strong>en</strong>, mobiliteit, vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong>, sociale participatie, sportbeoef<strong>en</strong>ing <strong>en</strong>vakantiegedrag. Voor de vergelijking is de leefsituatie van alle Amsterdammers op 100 gesteld.[24] Lindeman e.a. (2003) pag. 2574


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003Inbreiding, dorp, c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> welgesteld stedelijk zijn wat betreft hun gemiddeldecijfer op de welzijnsindex moeilijk van elkaar te onderscheid<strong>en</strong>. Hier ligt het welzijnsniveaugemiddeld ruim bov<strong>en</strong> Amsterdam als geheel (=100). Onder de midd<strong>en</strong>mootvan stadsrand, aansluiting <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumrand neemt het participati<strong>en</strong>iveau snelaf <strong>bij</strong> de milieus stadsvernieuwing, overgang <strong>en</strong> transitie. Overig<strong>en</strong>s keert dezehiërarchie systematisch terug over de onderdel<strong>en</strong> van de leefsituatie-index. Opvrijwel alle thema’s die onderdeel zijn van het welzijn bevind<strong>en</strong> de bek<strong>en</strong>de milieuszich bov<strong>en</strong> het Amsterdams gemiddelde <strong>en</strong> de andere milieus bekled<strong>en</strong> op dezeonderdel<strong>en</strong> de lage posities [25].Interessant zijn tekortkoming<strong>en</strong> in het sociale netwerk. De mate waarin zichisolem<strong>en</strong>t voordoet verschilt aanzi<strong>en</strong>lijk tuss<strong>en</strong> de milieus. In het dorpsmilieu treftm<strong>en</strong> het geringste aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aan dat zich geïsoleerd voelt. Het dorp staat watdat betreft op e<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>bare plaats t<strong>en</strong> opzichte van de stad, waar de verhouding<strong>en</strong>zakelijker zijn <strong>en</strong> de hogere graad van verhuizing<strong>en</strong> verstor<strong>en</strong>d werkt opsociale integratie. Interessant is dat er in de c<strong>en</strong>trummilieus <strong>en</strong> in het welgesteldstedelijk ook zo weinig isolem<strong>en</strong>t voorkomt. De verklaring moet gezocht word<strong>en</strong> inhet gemiddeld hoge opleidings- <strong>en</strong> welstandsniveau van de bewoners van dezezeer stedelijke milieus. Beide factor<strong>en</strong> help<strong>en</strong> <strong>bij</strong> de opbouw van <strong>en</strong> instandhoudingvan sociale netwerk<strong>en</strong>. In het transitiemilieu werkt de negatieve kant vande stedelijkheid door. Hier cumuler<strong>en</strong> de verzakeling van de contact<strong>en</strong> die <strong>bij</strong> hetstadslev<strong>en</strong> hoort, de lage welstand die vaak weinig contact<strong>en</strong> oplevert <strong>en</strong> de hogebevolkings<strong>dynamiek</strong> in het hoogste aandeel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in sociaal isolem<strong>en</strong>t [26].4.7 ResuméBelangrijke determinant<strong>en</strong> van de indeling naar woonmilieus zijn, naast ondermeer ligging, bewoningswijze <strong>en</strong> bevolkings<strong>dynamiek</strong>, de sociaal-economischesituatie van de bevolking <strong>en</strong> de segm<strong>en</strong>tatie van de woningvoorraad. De hogerdan gemiddelde sociaal-economische status van de beide nieuwbouwmilieus,inbreiding <strong>en</strong> stadsrand, <strong>en</strong> van het dorpsmilieu <strong>en</strong> van welgesteld stedelijk is inhet WiA-materiaal terug te vind<strong>en</strong> in gegev<strong>en</strong>s over het inkom<strong>en</strong>. Ook de tuss<strong>en</strong>positievan c<strong>en</strong>trum, c<strong>en</strong>trumrand <strong>en</strong> aansluiting <strong>en</strong> de lagere sociaal-economischepositie van transitie, overgang <strong>en</strong> stadsvernieuwing kom<strong>en</strong> scherp in beeld methet inkom<strong>en</strong>smateriaal. Uit de gegev<strong>en</strong>s van twee edities van Won<strong>en</strong> in Amsterdamis e<strong>en</strong> zekere verscherping van de inkom<strong>en</strong>sverdeling op te tek<strong>en</strong><strong>en</strong>.In welgesteld stedelijk <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trum wordt verhoudingsgewijs grote inkom<strong>en</strong>swinstgeboekt. Het transitiemilieu blijft verder achter <strong>bij</strong> het stedelijk gemiddelde. In hetoog spring<strong>en</strong>d is ook de minder goede ontwikkeling in het stadsrandmilieu.Op e<strong>en</strong> aantal k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> blijft dit milieu, ondanks de hoge woonkwaliteit omdathet om relatief nieuwe woning<strong>en</strong> gaat, achter <strong>bij</strong> opwaartse t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die in demeer c<strong>en</strong>traal geleg<strong>en</strong> milieus word<strong>en</strong> geobserveerd.De inkom<strong>en</strong>sverdeling lijkt sterk op de verdeling naar eig<strong>en</strong>domsector<strong>en</strong>.Waar het eig<strong>en</strong>woningbezit hoog ligt, is het inkom<strong>en</strong> gemiddeld hoog <strong>en</strong> andersom.In c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumrand is, ondanks de kleinere omvang van de socialehuursector, het aandeel kernvoorraad+ groot. Dat komt door de relatief kleinehuurwoning<strong>en</strong> in deze milieus. Voor c<strong>en</strong>trumrand geldt dat ook de kwaliteit van de[25] Lindeman e.a. (2003) hoofdstuk 11[26] Lindeman e.a. (2003) pag. 93-9475


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>huurwoning<strong>en</strong> laag gewaardeerd wordt, wat overe<strong>en</strong>stemt met lage huurprijz<strong>en</strong> insociale <strong>en</strong> particuliere huursector.De volgorde in de milieus naar sociaal-economische status <strong>en</strong> <strong>woningmarkt</strong>sector<strong>en</strong>keert globaal terug <strong>bij</strong> de waardering voor de woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> de woonomgeving.Gemiddeld blijk<strong>en</strong> de milieus met de hogere inkom<strong>en</strong>s <strong>en</strong> meer koopwoning<strong>en</strong>ook e<strong>en</strong> hogere woonkwaliteit te hebb<strong>en</strong>, naar het oordeel van debewoners. Het transitiemilieu is hekk<strong>en</strong>sluiter wat betreft de waardering van dewoning, maar er wordt wel verbetering geboekt in de jar<strong>en</strong> 2001-2003. In de beid<strong>en</strong>ieuwbouwmilieus word<strong>en</strong> de hoogste rapportcijfers voor de woning gehaaldmaar er is e<strong>en</strong> duidelijk geringere waardering voor de woonomgeving. In hetstadsrandmilieu neemt de omgevingswaardering zelfs af. In c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumrandligt de omgevingswaardering duidelijk hoger dan de woningwaardering <strong>en</strong>wordt de omgevingskwaliteit mom<strong>en</strong>teel zelfs nog weer aanzi<strong>en</strong>lijk hoger gewaardeerddan in 2001. De lage waarderingscijfers voor de woning<strong>en</strong> in het c<strong>en</strong>trumrandmilieuvertaalt zich naar lage vierkantemeterprijz<strong>en</strong> in zowel de sociale als departiculiere huursector terwijl in de koopsector van dit milieu veel hogere (geschatte)marktprijz<strong>en</strong> gehaald word<strong>en</strong>.De mate van tevred<strong>en</strong>heid vertaalt zich in het algeme<strong>en</strong> ook naar will<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> ofwill<strong>en</strong> verhuiz<strong>en</strong>. De grootste g<strong>en</strong>eigdheid om te verhuiz<strong>en</strong> is er in het transitiemilieu<strong>en</strong> daar treft m<strong>en</strong> ook de meeste actief zoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Uit het dorpsmilieu lijktm<strong>en</strong> nooit meer weg te will<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat correspondeert met de werkelijke lagemutatiecijfers. Overig<strong>en</strong>s is er wat dat betreft e<strong>en</strong> interessante discrepantie in hetstadsvernieuwingsmilieu. M<strong>en</strong> wil daar relatief graag verhuiz<strong>en</strong>, maar in de praktijkis de <strong>dynamiek</strong> gering. K<strong>en</strong>nelijk zijn er voor de bewoners van dit milieu onvoldo<strong>en</strong>demogelijkhed<strong>en</strong> om te verbeter<strong>en</strong>, waarschijnlijk vanwege de sociaal-economischesituatie. De snelle omslag van <strong>dynamiek</strong> naar rust in de nieuwbouwmilieusis af te lez<strong>en</strong> <strong>bij</strong> het inbreidingsmilieu. Als het aan de huidige bewoners ligt is hetsnel gedaan met de bewegelijkheid die het milieu nu nog kleurt.Woningcorporatie het Oost<strong>en</strong> vroeg in e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> vraag in de <strong>en</strong>quête Won<strong>en</strong> inAmsterdam aan de Amsterdammers wat m<strong>en</strong> het aantrekkelijkst van de buurtvindt. Opmerkelijk is het meest gegev<strong>en</strong> antwoord ‘rust <strong>en</strong> stilte’, <strong>en</strong> dat in de staddie bek<strong>en</strong>d staat om zijn lev<strong>en</strong>digheid. K<strong>en</strong>nelijk is dat vooral de kernkwaliteit vanc<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumrand. Die lev<strong>en</strong>digheid heeft daar waarschijnlijk te mak<strong>en</strong> metde functiem<strong>en</strong>ging, horeca, etc. In stadsvernieuwing speelt e<strong>en</strong> ander pluspunte<strong>en</strong> rol: de aanwezigheid van verschill<strong>en</strong>de cultur<strong>en</strong> door elkaar. Bemoedig<strong>en</strong>d isdat deze factor ook g<strong>en</strong>oemd wordt in het door leefbaarheidsproblem<strong>en</strong> geplaagdetransitiemilieu. Er is e<strong>en</strong> belangrijk verschil tuss<strong>en</strong> de beide nieuwbouwmilieus.In het inbreidingsmilieu is er waardering voor de architectuur, het uitzicht op water<strong>en</strong> de woonomgeving. In het stadsrandmilieu is m<strong>en</strong> vaker gesteld op ‘bereikbaarheid’wat letterlijk <strong>en</strong> figuurlijk als e<strong>en</strong> uitvluchtantwoord gezi<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>.M<strong>en</strong> is meer bezig met het transport van <strong>en</strong> naar de eig<strong>en</strong> woonplek dan dat m<strong>en</strong>die eig<strong>en</strong> woonplek waardeert. Dat de geringe algem<strong>en</strong>e waarderingscijfers intransitie <strong>en</strong> overgang te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met leefbaarheidsproblem<strong>en</strong> blijkt uit hetfeit dat m<strong>en</strong> de woonomgeving op zowel de kwaliteit van de woning<strong>en</strong>, de op<strong>en</strong>bareruimte als de veiligheid tekort vindt schiet<strong>en</strong>.Ook het welzijnsonderzoek Staat van de Stad is aan de milieu-indeling gekoppeld.Op e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gestelde score waarin onder meer won<strong>en</strong>, gezondheid, sociale76


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003participatie <strong>en</strong> bezit van duurzame goeder<strong>en</strong> meetell<strong>en</strong>, komt de inmiddels bek<strong>en</strong>derangorde van woonmilieus systematisch terug. In het transitiemilieu blijk<strong>en</strong> d<strong>en</strong>egatieve aspect<strong>en</strong> van stedelijkheid te cumuler<strong>en</strong>. Verzakelijking van contact<strong>en</strong><strong>en</strong> geringe welstand zijn factor<strong>en</strong> die de opbouw <strong>en</strong> instandhouding van social<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong> negatief beïnvloed<strong>en</strong>. De hoge bevolkings<strong>dynamiek</strong> doet hier nogextra afbreuk aan.77


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>78


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003hoofdstuk 5 Woonmilieus in ruimer perspectief5.1 InleidingIn dit laatste hoofdstuk word<strong>en</strong> de ontwikkeling<strong>en</strong> in Amsterdam op het gebiedvan woonmilieus teg<strong>en</strong> het perspectief van de toekomst gehoud<strong>en</strong>. We zag<strong>en</strong> intwee jaar tijd verandering<strong>en</strong> in het woonmilieupalet <strong>en</strong> het is aannemelijk dat dieverandering<strong>en</strong> zich voortzett<strong>en</strong>. We tracht<strong>en</strong> de Amsterdamse woonmilieus van detoekomst te ontwar<strong>en</strong>, niet meer op basis van statistiek maar door de bestaandeindeling in gedachte e<strong>en</strong> fase op te schuiv<strong>en</strong> naar omstreeks het jaar 2015.Hier<strong>bij</strong> word<strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> op het gebied van nieuwbouw <strong>en</strong> stedelijke vernieuwingals impuls<strong>en</strong> voor verandering gezi<strong>en</strong>. In de laatste paragraaf wordtAmsterdam teuggezet in de realiteit van de regionale vervlechting. De exercitiemet de milieu-indeling is uitgevoerd met de Amsterdamse buurt<strong>en</strong>statistiek <strong>en</strong>met deze gegev<strong>en</strong>s houdt de wereld <strong>bij</strong> de stadsgr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> op. De Amsterdamsemilieudiffer<strong>en</strong>tiatie <strong>en</strong> de ontwikkeling hierin is echter meer dan ooit afhankelijkvan wat er buit<strong>en</strong> Amsterdam wordt klaargespeeld op het gebied van woningbouw,infrastructuur <strong>en</strong> economie. Amsterdam maakt deel uit van e<strong>en</strong> steedsingewikkelder stedelijk systeem dat voor het goede functioner<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>lokaleplanning vereist.5.2 Amsterdamse woonmilieus in 2015Nieuwbouw is e<strong>en</strong> belangrijke factor voor verandering van de stedelijke structuur.Het is al eerder aan de orde gekom<strong>en</strong>: de tijd dat volg<strong>en</strong>s het procédé van destadsvernieuwing vrijwel alle nieuwbouw gerealiseerd werd in het corporatiebezitligt achter ons. Teg<strong>en</strong>woordig is al gauw 60% van de nieuwbouw e<strong>en</strong> koopwoning<strong>en</strong> daarnaast wordt door zowel particuliere verhuurders als door corporaties e<strong>en</strong>aanzi<strong>en</strong>lijk deel van de nieuwe woning<strong>en</strong> in de duurdere huursector gebouwd.Nieuwbouw nestelt zich bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> van meet af aan hoog in de hiërarchie vanwoonkwaliteit <strong>en</strong> van woonambities <strong>en</strong> trekt, door de nadruk op koop <strong>en</strong> duurderehuur, e<strong>en</strong> bevolking met <strong>en</strong>ige armslag. Zeker in e<strong>en</strong> stad met e<strong>en</strong> groot aandeelcorporatiebezit behor<strong>en</strong> buurt<strong>en</strong> met nieuwbouw van het moderne soort al sneltot e<strong>en</strong> woonmilieu dat inhoudelijk gezi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>pool vormt met de milieus diegedomineerd word<strong>en</strong> door dat corporatiebezit. Die contrast<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> zichtbaarin de milieus van 2003 <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ook in de milieus van de toekomst e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>.Er is op dit front e<strong>en</strong> interessante ontwikkeling gaande die gevolg<strong>en</strong> gaat hebb<strong>en</strong>voor de stedelijke materie. Er is begonn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> omvangrijke stedelijkevernieuwingsoperatie die ook de kom<strong>en</strong>de dec<strong>en</strong>nia voortduurt. Het is niet toevalligdat die vernieuwingsproject<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgevoerd in de gebied<strong>en</strong> die volg<strong>en</strong>sde woonmilieu-indeling de lagere posities op de <strong>woningmarkt</strong> bekled<strong>en</strong>.In het stedelijke-vernieuwingsbeleid wordt de stad ingedeeld in drie zones.De eerste zone is e<strong>en</strong> basisgebied waar ge<strong>en</strong> beleid wordt uitgevoerd. Dit gebiedbestaat uit de stadsdel<strong>en</strong> Amsterdam-C<strong>en</strong>trum, Oud-West, Amsterdam Oud Zuid<strong>en</strong> Zuideramstel. De grootste opgave wordt gerealiseerd in de zog<strong>en</strong>oemdeontwikkelingsgebied<strong>en</strong>, bestaande uit heel Parkstad, Zuidoost <strong>en</strong> Amsterdam-79


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>Noord. In deze ontwikkelingsgebied<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> conc<strong>en</strong>tratie van problem<strong>en</strong>gesignaleerd die e<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve, integrale aanpak vereist met e<strong>en</strong> sterke rol van deoverheid. Daarnaast vind<strong>en</strong> er project<strong>en</strong> plaats in de zog<strong>en</strong>aamde aandachtsgebied<strong>en</strong>,e<strong>en</strong> zone die grot<strong>en</strong>deels bestaat uit neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuwse <strong>en</strong> ’20-’40buurt<strong>en</strong>. De vernieuwing bestaat uit het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van meer kwaliteit <strong>en</strong>differ<strong>en</strong>tiatie <strong>en</strong> het optimaliser<strong>en</strong> van leefbaarheid. In het Programma <strong>Stedelijke</strong>Vernieuwing 2005-2009 voor de derde fase van het Grootsted<strong>en</strong>beleid (GSB)word<strong>en</strong> 27 project<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd die in betreff<strong>en</strong>de periode word<strong>en</strong> gestart of diee<strong>en</strong> voortzetting zijn van de voorgaande beleidsperiode, zoals de Bijlmermeer [27].Vertaald naar de buurt<strong>en</strong> van de woonmilieus is het mer<strong>en</strong>deel van de gebied<strong>en</strong>waar stedelijke vernieuwing plaatsvindt te vind<strong>en</strong> in twee milieus. De 27 project<strong>en</strong>bevind<strong>en</strong> zich in 61 buurt<strong>en</strong> [28]. Van deze 61 buurt<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> er 23 tot hettransitiemilieu <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s 23 tot het overgangsmilieu. Zes buurt<strong>en</strong> met stedelijkevernieuwing vall<strong>en</strong> onder het stadsvernieuwingsmilieu <strong>en</strong> zes in het c<strong>en</strong>trumrandmilieu.Dat sommige van de vernieuwingsoperaties in het c<strong>en</strong>trummilieu <strong>en</strong> inaansluiting plaatsvind<strong>en</strong> heeft te mak<strong>en</strong> met het gegev<strong>en</strong> dat sommige buurt<strong>en</strong>e<strong>en</strong> gemixt karakter hebb<strong>en</strong>.Figuur 5.1: Verdeling van de buurt<strong>en</strong> met stedelijke vernieuwing overde woonmilieus2%1%6%6%23%transitieovergang23%c<strong>en</strong>trumrandc<strong>en</strong>trumstadsvernieuwing e.a.aansluitingFiguur 5.2 toont de vernieuwingsgebied<strong>en</strong> per milieu op de kaart. Het west<strong>en</strong> vande stad wordt gedomineerd door het rood <strong>en</strong> roze van transitie <strong>en</strong> overgang, inZuidoost kleurt het grote rode vlak van de vernieuwing van de Bijlmermeer op <strong>en</strong> inNoord zi<strong>en</strong> we de contour<strong>en</strong> van Nieuw<strong>en</strong>dam-Noord <strong>en</strong> de Banne. In de ouderedel<strong>en</strong> van de stad zi<strong>en</strong> we in ‘Oud-Oost’ e<strong>en</strong> stedelijke vernieuwingszone op de[27] Geme<strong>en</strong>te Amsterdam (2004b) <strong>en</strong> Projectbureau Vernieuwing Bijlmermeer (2003)[28] Sommige van deze buurt<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> niet in zijn geheel onder het sv-beleid maar zijn wel integraal in defigur<strong>en</strong> 5.2 <strong>en</strong> 5.3 gekarteerd. Buurt Q 810 (Osdorp): slechts één kwart van deze buurt is sv-gebied; Buurt812 (Osdorp): alle<strong>en</strong> het gedeelte t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van Pieter Calandlaan is sv-gebied: het zuidelijke deel isverantwoordelijk voor de status van deze buurt als aansluitingsmilieu; Buurt N700 (Banne) bevat ook nieuwbouwvan Buiksloterbreek: dit gedeelte valt buit<strong>en</strong> het sv-gebied; Buurt U282 (Oosterpark zuid) alle<strong>en</strong> dezuidelijke helft van deze buurt is sv-gebied; Buurt U290 (Dapperbuurt): Deze buurt omvat ook het onderdeelRoomtuintjes; dit is ge<strong>en</strong> onder deel van het sv-gebied.80


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003kaart ligg<strong>en</strong> die zich uitstrekt van Transvaalbuurt, Oosterparkbuurt <strong>en</strong> Dapperbuurttot aan de Indische Buurt aan de oostkant. Deze zone bestaat uit e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gsel vantransitiemilieu, stadsvernieuwingsmilieu <strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumrand. In de noordwestelijkezone van de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuwse gordel zijn het de Staatslied<strong>en</strong>buurt <strong>en</strong> deSpaarndammerbuurt die aangepakt word<strong>en</strong>. Ook in deze zone strekt de stedelijkevernieuwing zich uit over e<strong>en</strong> aantal woonmilieus.De vernieuwingsgebied<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>, afgemet<strong>en</strong> aan de positie van de milieus op destedelijke <strong>woningmarkt</strong>, op de juiste plekk<strong>en</strong>. Het mer<strong>en</strong>deel van de buurt<strong>en</strong> vanhet transitiemilieu (23 van de 30) wordt door het vernieuwingsbeleid onder hand<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In het overgangsmilieu, met e<strong>en</strong> iets betere positie dan het transitiemilieu,wordt maar e<strong>en</strong> derde (23 van de 61) van de buurt<strong>en</strong> vernieuwd. Bij deoverige milieus is het aantal buurt<strong>en</strong> dat door de stedelijke vernieuwing wordtaangepakt relatief nog geringer.Figuur 5.2: <strong>Stedelijke</strong> vernieuwingsgebied<strong>en</strong> voor de beleidsperiodet/m 2009 naar woonmilieu <strong>en</strong> hun ligging in de stad.c<strong>en</strong>trumc<strong>en</strong>trumrandaansluitingtransitieovergang81


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>Figuur 5.3: <strong>Stedelijke</strong> vernieuwingsgebied<strong>en</strong> voor de beleidsperiodet/m 2009 <strong>en</strong> hun fasering (aanvang)22-23161-2-3-4-511/12-12-136-9192125-26-271581820jaar van aanvang of status720072006200517in uitvoeringafgerond1 ZuidWest Kwadrant12 Geuz<strong>en</strong>veld Zuid23 Spaarndammerhout2 Osdorp Midd<strong>en</strong>-Noord13 Buurt 525 Transvaal Oost3 De Punt15 Nieuw<strong>en</strong>dam-Noord26 Oosterpark Zuid4 Osdorp C<strong>en</strong>trum16 De Banne27 Dapperbuurt5 Meer <strong>en</strong> Oever17 Bijlmermeer6 Overtoomse Veld18 ChassébuurtDe project<strong>en</strong> Jan van Gal<strong>en</strong>-7 Delflandplein / Staalmanplein19 Orteliusbuurtsportpark (nr. 10), Geuz<strong>en</strong>baan8 Lelylaan20 Indische Buurt(nr. 14) <strong>en</strong> Admiraal de9 Kol<strong>en</strong>kit21 Fannius Scholt<strong>en</strong>buurtRuyterweg (nr. 24) zijn niet11 Buurt 922 Zeeheld<strong>en</strong>buurtopg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in deze kaart.Figuur 5.3 geeft de fasering aan voor de stedelijke vernieuwing in de huidigebeleidsperiode. De geel gekleurde del<strong>en</strong> in de Bijlmermeer zijn reeds afgerond.Oranje is de kleur voor de project<strong>en</strong> die nu in uitvoering zijn <strong>en</strong> gro<strong>en</strong>, blauw <strong>en</strong>paars staan nog op stapel voor de kom<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong>. In het westelijkste stukje vanOsdorp <strong>en</strong> in Nieuw<strong>en</strong>dam-Noord <strong>en</strong> de Banne word<strong>en</strong> in 2006 de eerste activiteit<strong>en</strong>ondernom<strong>en</strong>. De vernieuwing loopt overig<strong>en</strong>s door tot na 2010.Ook in de Bijlmermeer, waar de ingrep<strong>en</strong> reeds in 1992 zijn gestart, wordt deeinddatum niet voor 2010 voorzi<strong>en</strong>. In Amsterdam-Noord zal de vernieuwing ooknog tot na dat jaar doorgaan <strong>en</strong> in de Westelijke Tuinsted<strong>en</strong> tot na 2015.Voor de periode 2003-2015 wordt voorlopig uitgegaan van jaarlijkse sloopcijfersvan omstreeks 1.500 tot 2.000 met e<strong>en</strong> zwaartepunt in de periode 2007-2010.Figuur 5.4 geeft e<strong>en</strong> indicatie van de opgave die voor het GSB-beleid gesteldwordt.82


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003Figuur 5.4: Verwachte sloopcijfers in stedelijke vernieuwingsgebied<strong>en</strong>per deelgebied 2004-20152.5002.0001.500restnoord1.000zuidoost500westelijketuinsted<strong>en</strong>0200420052006200720082009201020112012201320142015In de stedelijke vernieuwing wordt gestreefd naar ruimtelijke int<strong>en</strong>sivering. Er word<strong>en</strong>in de periode 2005-2009 volg<strong>en</strong>s de planning 11.000 woning<strong>en</strong> gesloopt <strong>en</strong>er word<strong>en</strong> 20.000 woning<strong>en</strong> teruggebouwd. Sam<strong>en</strong> met de bouw van IJburg <strong>en</strong>andere uitbreidingslocaties zull<strong>en</strong> er in de volg<strong>en</strong>de dec<strong>en</strong>nia zo’n 4.000 nieuwewoning<strong>en</strong> per jaar gerealiseerd word<strong>en</strong>. Hiermee wordt het ambiti<strong>en</strong>iveau van devroege jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig weer opgepakt <strong>en</strong> wordt afgerek<strong>en</strong>d met de bouwcrisis vande eerste jar<strong>en</strong> van de nieuwe eeuw.De inspanning<strong>en</strong> op het gebied van stedelijke vernieuwing <strong>en</strong> nieuwbouw opuitbreidingslocaties zull<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke verschuiving teweeg br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in deverdeling naar <strong>woningmarkt</strong>sector<strong>en</strong>. De huursector<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> slink<strong>en</strong> <strong>en</strong> het eig<strong>en</strong>woningbezitzal groei<strong>en</strong>. Daarnaast zal er ook in de bestaande voorraad e<strong>en</strong> verschuivinggaan optred<strong>en</strong> in dezelfde richting als gevolg van het splitsingsbeleid.E<strong>en</strong> doorrek<strong>en</strong>ing van al deze beweging<strong>en</strong> leert dat het eig<strong>en</strong>woningbezit in 2015<strong>bij</strong>na verdubbeld zal zijn t<strong>en</strong> opzichte van de huidige situatie. De analyse in devoorgaande hoofdstukk<strong>en</strong> geeft aan dat deze transformatie veelbetek<strong>en</strong><strong>en</strong>d isvoor de differ<strong>en</strong>tiatie binn<strong>en</strong> de stad. In de twee jar<strong>en</strong> dat het eig<strong>en</strong>woningbezitmet <strong>en</strong>kele proc<strong>en</strong>tpunt<strong>en</strong> to<strong>en</strong>am (2001-2003) moet deze beweging gezi<strong>en</strong>word<strong>en</strong> als de belangrijkste oorzaak van e<strong>en</strong> scherpere profilering van de milieus.We hebb<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> dat in de jar<strong>en</strong> dat de <strong>woningmarkt</strong> op kruipsnelheid draait, debeweging in de stedelijke materie aanzi<strong>en</strong>lijk is. We kunn<strong>en</strong> ons afvrag<strong>en</strong> wat deinvloed zal zijn op de milieudiffer<strong>en</strong>tiatie als niet alle<strong>en</strong> de invloed van nieuwbouw<strong>en</strong> verkoop van huurwoning<strong>en</strong> zijn beslag krijgt, maar als dit bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> gepaardgaat met e<strong>en</strong> <strong>woningmarkt</strong><strong>dynamiek</strong> die we gew<strong>en</strong>d war<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig.83


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>Figuur 5.5: Ontwikkeling huur- <strong>en</strong> koopsector in Amsterdam 2001-2015100%90807060504030huur2010koop0200120022003200420052006200720082009201020112012201320142015Figuur 5.6 geeft e<strong>en</strong> indicatie. De kaart is e<strong>en</strong> probeersel <strong>en</strong> niet gebaseerd opcijfermateriaal zoals de huidige indeling naar woonmilieus: e<strong>en</strong> discussiekaart alshet ware. Er kunn<strong>en</strong> veel onvoorzi<strong>en</strong>e w<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> zijn in de ontwikkeling <strong>en</strong> het ismakkelijk om ding<strong>en</strong> over het hoofd te zi<strong>en</strong> of iets te scherp door te red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> ope<strong>en</strong> bepaalde lijn <strong>en</strong> de andere lijn<strong>en</strong> onder te belicht<strong>en</strong>. De kaart vertoont overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>met de huidige milieukaart wat betreft het kleurgebruik <strong>en</strong> de naamgeving.C<strong>en</strong>trum, welgesteld stedelijk <strong>en</strong> aansluiting blijv<strong>en</strong> op de kaart ligg<strong>en</strong> alsde verteg<strong>en</strong>woordigers van het oudere Amsterdam met zijn historische functiem<strong>en</strong>ging<strong>en</strong> geschiktheid voor stedelijk georiënteerde leefstijlgroep<strong>en</strong>. We gaaner voorlopig niet vanuit dat hoogstedelijk won<strong>en</strong> veel aantrekkingskracht gaatverliez<strong>en</strong>. Wel zull<strong>en</strong> welgesteld stedelijk <strong>en</strong> aansluiting e<strong>en</strong> aantal naoorlogseverteg<strong>en</strong>woordigers in Zuidoost <strong>en</strong> Amsterdam-Noord verliez<strong>en</strong>: die zijn nu‘anoniem naoorlogs’ g<strong>en</strong>oemd. Dit milieu komt door de algem<strong>en</strong>e stijging van heteig<strong>en</strong>woningbezit niet langer in de groep van welgesteld stedelijk <strong>en</strong> aansluitingterecht omdat de kwaliteit van de betreff<strong>en</strong>de koop- <strong>en</strong> huurwoning<strong>en</strong> inmiddelsniet voldo<strong>en</strong>de hoog meer is om <strong>bij</strong> deze milieus aan te sluit<strong>en</strong>. De scheidslijn<strong>en</strong>voor de indeling verander<strong>en</strong> op dit punt de kom<strong>en</strong>de dec<strong>en</strong>nia voortdur<strong>en</strong>d.Het geel in de kaart is dominanter dan in de huidige milieukaart door de grotehoeveelheid toegevoegde nieuwbouw. Met IJburg, de IJ-oeverproject<strong>en</strong> <strong>en</strong> deZuidas word<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> woning<strong>en</strong> <strong>bij</strong>gebouwd <strong>en</strong> de stedelijke vernieuwingsgebied<strong>en</strong>zull<strong>en</strong> e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gvorm word<strong>en</strong> van nieuwbouw <strong>en</strong> aangepakte oudebebouwing. Ook sociaal-economisch zull<strong>en</strong> de stedelijke vernieuwinggebied<strong>en</strong>deze differ<strong>en</strong>tiatie gaan hebb<strong>en</strong>. Lage inkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> in de na<strong>bij</strong>heid vanhun woonbuurt de hogere inkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong> aantreff<strong>en</strong> <strong>en</strong> andersom. De stedelijkevernieuwingsgebied<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> integrale aanpak – waarin actiefgewerkt wordt aan economische integratie – er gemiddeld aanzi<strong>en</strong>lijk beter voorstaan dan het huidige transitie- <strong>en</strong> overgangsmilieu. Het blijft echter wel zinvol omop laag schaalniveau de ontwikkeling<strong>en</strong> te blijv<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het gebied van destedelijke vernieuwing.84


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003Figuur 5.6: Indicatieve indeling naar woonmilieus in 2015c<strong>en</strong>trumwelgesteld stedelijkaansluitinganoniem naoorogsovergangtransiti<strong>en</strong>ieuwbouw van vroegernieuwbouwstedelijke vernieuwingdorpHet huidige stadsrandmilieu <strong>en</strong> het inbreidingsmilieu zijn bezig hun status te verliez<strong>en</strong>.Ze zijn wat oneerbiedig de ‘nieuwbouw van vroeger’ g<strong>en</strong>oemd. De nieuwbouwaan de IJ-oevers is in 2015 weer stukk<strong>en</strong> moderner dan de nieuwbouw van2000 <strong>en</strong> oef<strong>en</strong>t forse aantrekkingskracht uit. De wijk<strong>en</strong> van rond 2000 verton<strong>en</strong>nog ge<strong>en</strong> grote leefbaarheidsproblem<strong>en</strong>, maar wel e<strong>en</strong> verhoogde bewegelijkheid.Huishoud<strong>en</strong>s die zich will<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong> gaan weg. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn er inmiddelsal meer huishoud<strong>en</strong>s met kinder<strong>en</strong> die het huis uit gaan. De ouders d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>erover om zelf ook maar weer e<strong>en</strong>s op de <strong>woningmarkt</strong> te kijk<strong>en</strong> voordat m<strong>en</strong> zichecht oud gaat voel<strong>en</strong>.In het zuidelijke deel van Zuidoost bestaat wel kans op e<strong>en</strong> ontwikkeling richtinglagere status <strong>en</strong> veel doorstroming. Met name de gestapelde bouw van Reigersbos<strong>en</strong> Hol<strong>en</strong>drecht is gevoelig voor selectieve migratie van huishoud<strong>en</strong>s die zichelders will<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong> <strong>en</strong> van instroom van huishoud<strong>en</strong>s met geringere kans<strong>en</strong>.In de rand van Zuidoost, de Geinwijk<strong>en</strong> is deze ontwikkeling inmiddels ook al danigvoelbaar, ook al staan hier veel koophuiz<strong>en</strong>. De verschuiving<strong>en</strong> in de stedelijkematerie hebb<strong>en</strong> iets weg van de communicer<strong>en</strong>de vat<strong>en</strong> of van de beweging<strong>en</strong> inhet waterbed. Als je op de <strong>en</strong>e plaats in de stad actief beleid voert om de kwaliteitte verbeter<strong>en</strong>, kom<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> op die plaats<strong>en</strong> versterkt tevoorschijn waar dekwaliteit langzaamaan bezig is te verminder<strong>en</strong>. Ook del<strong>en</strong> van Amsterdam-Noorddie binn<strong>en</strong>kort niet door het stedelijke-vernieuwingsbeleid word<strong>en</strong> aangedaan,zull<strong>en</strong> last gaan krijg<strong>en</strong> van dit waterbedeffect. Mol<strong>en</strong>wijk, de relatief rustigevoorloper van de Bijlmermeer, is e<strong>en</strong> gebied met minder goede papier<strong>en</strong> voor detoekomst <strong>en</strong> hetzelfde geldt voor del<strong>en</strong> van de Buikslotermeer die niet tot het85


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>CAN-gebied behor<strong>en</strong>. Ook IJ-plein is e<strong>en</strong> buurt met dergelijke vooruitzicht<strong>en</strong>,terwijl daar mom<strong>en</strong>teel al minder goede ontwikkeling<strong>en</strong> gaande zijn. Hetzelfdegeldt voor nog e<strong>en</strong> aantal andere stadsvernieuwingsbuurt<strong>en</strong> uit de jar<strong>en</strong> tachtig,die er mom<strong>en</strong>teel nog niet zo slecht voorstaan dat ze tot de aandachtsgebied<strong>en</strong>van het stedelijke-vernieuwingsbeleid gerek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>, maar die wel gevolgdmoet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> zijn de Kinkerbuurt, de oostelijke eiland<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hetzuidelijke deel van de Indische Buurt. De verzameling van oude stadsvernieuwingsbuurt<strong>en</strong><strong>en</strong> andere plaats<strong>en</strong> in de stad met e<strong>en</strong> status die net bov<strong>en</strong> het transitiemilieuligt, is voor de geleg<strong>en</strong>heid maar weer ‘overgang’ g<strong>en</strong>oemd. Transitie <strong>en</strong>overgang zull<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> in 2015 e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk kleiner deel van de stad omvatt<strong>en</strong>,maar het is wel nodig om tijdig de ontwikkeling<strong>en</strong> in betreff<strong>en</strong>de milieus te volg<strong>en</strong>.Ook de stedelijke vernieuwing di<strong>en</strong>t uitgebreid gemonitord te word<strong>en</strong> op zijnmicro-effect<strong>en</strong>. De vernieuwingsgebied<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gvorm<strong>en</strong> zijn van nieuwbouwmet e<strong>en</strong> wat hoger sociaal-economisch niveau <strong>en</strong> oude del<strong>en</strong> met wat meer lageinkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong>.Belangrijk is dat het welzijnsniveau van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de ouderedel<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eemt. In de analyse over het welzijn in de stad verdeeld over de milieus,bleek dat het wel of niet deelnem<strong>en</strong> aan arbeid van grote invloed is op anderevorm<strong>en</strong> van participatie <strong>en</strong> daarmee op het welzijnsniveau. Fysieke verbeteringkan dan ook niet zonder sociale activering. Het is van belang dat beide slag<strong>en</strong>.5.3 Amsterdam in de noordvleugel van de RandstadOndertuss<strong>en</strong> lijkt Amsterdam in dit relaas e<strong>en</strong> ontwikkeling te hebb<strong>en</strong> doorgemaaktalsof het e<strong>en</strong> eiland is. Dat is vanzelfsprek<strong>en</strong>d in de toekomst nog minderhet geval dan op dit mom<strong>en</strong>t. Het niet behandel<strong>en</strong> van de regio komt doordatvoor de gebied<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> Amsterdam niet op dezelfde manier e<strong>en</strong> woonmilieuanalysekan word<strong>en</strong> uitgevoerd omdat de gegev<strong>en</strong>s niet op het schaalniveau vanbuurt<strong>en</strong> verzameld word<strong>en</strong>. Om de regio in beeld te krijg<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> we gebruik vande woonmilieus van het bureau ABF-research (figuur 5.7) e<strong>en</strong> fysiek-morfologischeindeling met landelijke dekkingsgraad t<strong>en</strong> behoeve van het nationale <strong>woningmarkt</strong>onderzoek.We zi<strong>en</strong> dat het milieutype waar c<strong>en</strong>trum Amsterdam toebehoort alle<strong>en</strong> maar voorkomt in de andere grote sted<strong>en</strong> van de Randstad (op dekaart zijn alle<strong>en</strong> Utrecht <strong>en</strong> D<strong>en</strong> Haag te zi<strong>en</strong>). Voor het overige krijg<strong>en</strong> we e<strong>en</strong>beeld van de uitgestrektheid van de stedelijke materie. Naast e<strong>en</strong> omvangrijkehoeveelheid plattelands- <strong>en</strong> dorpsgebied<strong>en</strong> (de gro<strong>en</strong>e <strong>en</strong> bruine kleur<strong>en</strong> in kaart)ligt er in de omgeving van Amsterdam e<strong>en</strong> groot gebied met stedelijk gekleurdewoonmilieus in elkaars na<strong>bij</strong>heid. Rondom Amsterdam vind<strong>en</strong> we Almere, ‘t Gooi,Haarlem, Haarlemmermeer, IJmond <strong>en</strong> Zaanstad als gebied<strong>en</strong> met meer dan100.000 inwoners. Al met al e<strong>en</strong> omvangrijke stedelijke zone met globaal zo’n2 miljo<strong>en</strong> inwoners.Belangrijker dan de fysieke onderlinge na<strong>bij</strong>heid van deze stedelijke woon- <strong>en</strong>werkgebied<strong>en</strong> is dat de relaties tuss<strong>en</strong> deze onderdel<strong>en</strong> zich verstevig<strong>en</strong>.Brand (2002) toont aan dat er rond Amsterdam e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>d aantal subc<strong>en</strong>traontstaat <strong>en</strong> dat de dominantie van c<strong>en</strong>traal Amsterdam afneemt. Daarnaastconstateert hij op <strong>en</strong>ige afstand van Amsterdam op e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>d aantal plaats<strong>en</strong>overlapping van stedelijke invloedssfer<strong>en</strong>. Hij verbindt hieraan de conclusie datrond Amsterdam e<strong>en</strong> ontwikkeling in de richting van e<strong>en</strong> stedelijk veld bezig is.Er ontstaat tuss<strong>en</strong> stadsgewest<strong>en</strong> in elkaars na<strong>bij</strong>heid e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d aantalrelaties, zodat op het niveau van het geheel e<strong>en</strong> schaalsprong ontstaat in dezerelaties, zoals in het woon-werkverkeer of in de plaatsing van bevolkingsafhanke-86


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003lijke voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong>. Dat soort schaalsprong<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in buit<strong>en</strong>landsemetropolitane gebied<strong>en</strong> vaker voor, maar in Nederland tot nog toe niet.In de ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing wordt geanticipeerd op deze ontwikkeling want met e<strong>en</strong>dergelijke schaalsprong, aangevuld met de voorspelde <strong>en</strong> gew<strong>en</strong>ste groei van economie<strong>en</strong> woongeleg<strong>en</strong>heid ligt congestie in het verschiet. De geplande groei vanwon<strong>en</strong> <strong>en</strong> werk<strong>en</strong> wordt geconc<strong>en</strong>treerd in e<strong>en</strong> deel van het gebied dat hiervoorhet best geschikt is. De Amsterdamse economische groeipool voor de toekomst isde Zuidas: het gebied met m<strong>en</strong>ging van won<strong>en</strong> <strong>en</strong> kantoorwerkgeleg<strong>en</strong>heid aan dezuidelijk ringweg van Amsterdam. Deze Zuidas is aangeslot<strong>en</strong> op het hogesnelheidsspoorrichting zuidelijke Randstad, België <strong>en</strong> Frankrijk <strong>en</strong> is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> deAmsterdamse ontvangstkamer voor de verteg<strong>en</strong>woordigers van de internationalebedrijvigheid die via Schiphol op de regio Amsterdam gericht zijn.Figuur 5.7: Amsterdam in de regio naar woonmilieuc<strong>en</strong>trum-stedelijk-plusc<strong>en</strong>trum-stedelijkstedelijk vooroorlogsstedelijk naoorlogs compactstedelijk naoorlogs grondgebond<strong>en</strong>gro<strong>en</strong>-stedelijkc<strong>en</strong>trum-kleinstedelijkkleinstedelijkgro<strong>en</strong>-kleinstedelijkc<strong>en</strong>trum-dorpsdorpsBron: ABF-Researchlandelijk bereikbaarlandelijk perifeerwerkgebiedIn de noordvleugel van de Randstad zijn 150.000 woning<strong>en</strong> gepland in de periodetuss<strong>en</strong> 2010 <strong>en</strong> 2030. Dat is ev<strong>en</strong>veel als er nu in de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Haarlem, Amstelve<strong>en</strong><strong>en</strong> Haarlemmermeer <strong>bij</strong> elkaar staan. De grootste bouwinspanning wordtverricht op de lijn Haarlemmermeer, Amsterdam, Almere, waar<strong>bij</strong> volg<strong>en</strong>s de laatsteafsprak<strong>en</strong> het zwaartepunt in Amsterdam <strong>en</strong> Almere komt te ligg<strong>en</strong>. Almere wildeze groeitaak graag op zich nem<strong>en</strong>, maar alle<strong>en</strong> als de verkeersverbinding<strong>en</strong> metde andere onderdel<strong>en</strong> van deze corridor op e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de hoog niveau gebrachtword<strong>en</strong>. Almere <strong>en</strong> Amsterdam onderschrijv<strong>en</strong> daarnaast de realiteit van desymbiotische relatie tuss<strong>en</strong> beide. De snelst groei<strong>en</strong>de stad van Nederland kan87


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>alle<strong>en</strong> aan haar toekomst werk<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> slimme taakverdeling wordt afgesprok<strong>en</strong>met Amsterdam als regionale trekker op economisch <strong>en</strong> cultureel niveau. Amsterdamkan als ontvanger van duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> nieuwe woonklant<strong>en</strong> – zowel start<strong>en</strong>de werkers<strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als gearriveerde <strong>en</strong> voor de economie onmisbare k<strong>en</strong>niswerkers– alle<strong>en</strong> goed functioner<strong>en</strong> als de <strong>woningmarkt</strong> in de regio voldo<strong>en</strong>de capaciteit <strong>en</strong>toegankelijkheid biedt voor doorstromers.Amsterdamse nieuwbouw is functioneel voor huishoud<strong>en</strong>s die graag in Amsterdamwill<strong>en</strong> (blijv<strong>en</strong>) won<strong>en</strong>. Toch is Amsterdam te klein om iedere<strong>en</strong> die ooit binn<strong>en</strong>kwamblijv<strong>en</strong>d onderdak te bied<strong>en</strong>. Dat geldt <strong>bij</strong> uitstek <strong>bij</strong> e<strong>en</strong> ontwikkelingrichting stedelijk veld. Daarin zijn woonmilieus meer uitgesprok<strong>en</strong> geprofileerd <strong>en</strong>kiez<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voor deze of g<strong>en</strong>e woonplek voor e<strong>en</strong> specifieke fase van hunlev<strong>en</strong>. Steeds minder m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn van wieg tot graf Amsterdammer, Haarlemmer ofAlmeerder. In het doorstroommodel van de regionale <strong>woningmarkt</strong> hebb<strong>en</strong> allewoongebied<strong>en</strong> of woonmilieus hun eig<strong>en</strong> specifieke aantrekkingskracht op m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> bepaalde leeftijd, lev<strong>en</strong>sfase of leefstijl. Die aantrekkingskracht <strong>en</strong>kleur van het milieu verandert in de loop der tijd, waar<strong>bij</strong> de laatste dec<strong>en</strong>nia detroev<strong>en</strong> van het stedelijk c<strong>en</strong>trummilieu sterk zijn gegroeid. Dat heeft volg<strong>en</strong>swet<strong>en</strong>schappers als Richard Florida te mak<strong>en</strong> met de sterke mate van k<strong>en</strong>nisint<strong>en</strong>siveringvan de stedelijke economie zoals die van Amsterdam, waardoor e<strong>en</strong>groei<strong>en</strong>d legio<strong>en</strong> van cultuurgerichte k<strong>en</strong>niswerkers woongeleg<strong>en</strong>heid zoekt in d<strong>en</strong>a<strong>bij</strong>heid van het c<strong>en</strong>traal-stedelijke cultuuraanbod. De snelle revitalisatie vanc<strong>en</strong>traal Amsterdam na de periode van verkrotting <strong>en</strong> verpaupering in de jar<strong>en</strong>zestig <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig moet in dat licht word<strong>en</strong> bezi<strong>en</strong>.Amsterdamse nieuwbouw kan gegev<strong>en</strong> de voorgaande bespiegeling<strong>en</strong> in tweehoofdsoort<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingedeeld. De eerste soort is de nieuwbouw die als verl<strong>en</strong>gstukvan de c<strong>en</strong>trale woonmilieus gezi<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>. Nieuwbouw als die op hetOostelijk Hav<strong>en</strong>gebied, de Omval, GWL-terrein <strong>en</strong> voor de na<strong>bij</strong>e toekomst hetWesterdokseiland <strong>en</strong> het Oosterdokseiland zijn verl<strong>en</strong>gstukk<strong>en</strong> van het c<strong>en</strong>trummilieu<strong>en</strong> welgesteld stedelijk milieu. De oververhitte markt van deze milieus krijgt<strong>en</strong>ige verkoeling doordat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op deze nieuwbouwlocaties wooncarrièrekunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> het c<strong>en</strong>trum binn<strong>en</strong> handbereik houd<strong>en</strong>. Andere nieuwbouwgebied<strong>en</strong>,zoals de huidige Aker, Nieuw Slot<strong>en</strong> of de Twiskes zijn niet zozeergeschikt voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die elke dag het c<strong>en</strong>trum van Amsterdam will<strong>en</strong> proev<strong>en</strong>,maar voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die snel op hun werkplek elders in de drukke noordvleugel will<strong>en</strong>zijn of in het week<strong>en</strong>d de auto pakk<strong>en</strong> voor recreatie erg<strong>en</strong>s anders in Nederland.De nieuwbouw in de randzone van Amsterdam moet daarom vooral gezi<strong>en</strong>word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> alternatief voor Almere, Purmer<strong>en</strong>d of Haarlemmermeer. Om e<strong>en</strong>goed alternatief te zijn moet<strong>en</strong> de kwaliteit van woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> woonomgevingdaarom ook van e<strong>en</strong> vergelijkbaar kaliber zijn als in deze voormalige groeikern<strong>en</strong>.De Amsterdamse nieuwbouw is echter alle<strong>en</strong> voor de individuele woonconsum<strong>en</strong>tconcurrer<strong>en</strong>d met Almere <strong>en</strong> Haarlemmermeer, voor het functioner<strong>en</strong> van deregionale <strong>woningmarkt</strong> als geheel heeft dit getouwtrek ge<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is. De nieuwbouwbehoefteis zodanig groot dat van vraaguitval op deze of e<strong>en</strong> andere pleknog lang ge<strong>en</strong> sprake is. De beweging<strong>en</strong> in de Amsterdamse woonmilieus zijndaarom niet alle<strong>en</strong> afhankelijk van de nieuwbouw <strong>en</strong> vernieuwbouw op eig<strong>en</strong>Amsterdams grondgebied, maar ev<strong>en</strong>zeer van het slag<strong>en</strong> van de afsprak<strong>en</strong> <strong>en</strong>taakverdeling<strong>en</strong> die mom<strong>en</strong>teel op noordvleugelniveau gemaakt word<strong>en</strong>.Dat slag<strong>en</strong> is belangrijk, want zowel de Amsterdamse stedelijke vernieuwing als88


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van nieuwe woon-, werk, <strong>en</strong> infrastructurele zwaartepunt<strong>en</strong> op deg<strong>en</strong>oemde corridor Haarlemmermeer - Amsterdam - Almere zijn opgav<strong>en</strong> diestrakke planning vereis<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>slag kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>.89


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>90


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003Bronn<strong>en</strong>Bakker, M. (red.) (1999), Stadsatlas Amsterdam, stadskaart<strong>en</strong> <strong>en</strong> straatnam<strong>en</strong>verklaard. Amsterdam, Uitgeverij Amsterdam Publishers, <strong>Stedelijke</strong> Woningdi<strong>en</strong>stAmsterdam.Brand, A. (2002), Het stedelijk veld in opkomst. De transformatie van de stad inNederland gedur<strong>en</strong>de de tweede helft van de twintigste eeuw. Overve<strong>en</strong>.Dignum, K. <strong>en</strong> M.J. van der Meer (2001), Ruim won<strong>en</strong> in Amsterdam: w<strong>en</strong>s ofwerkelijkheid? Amsterdam, Geme<strong>en</strong>te Amsterdam, O+S, fact sheet nummer 6.Dignum, K. (2002), Doorstroming of Verstopping? Dynamiek in de Amsterdamsebevolking <strong>en</strong> <strong>woningmarkt</strong>. Amsterdam, Geme<strong>en</strong>te Amsterdam, O+S.Dignum, K. (2003), Kwaliteit van Amsterdamse woonmilieus. In: C. Cortie,J. Droogleever Fortuijn <strong>en</strong> M. Wag<strong>en</strong>aar (red.), Over bewoners <strong>en</strong> woonmilieus.Amsterdam, Aksant.Dignum, K. (2004), The future of young s<strong>en</strong>ior citiz<strong>en</strong>s in old Amsterdam.In: L. Deb<strong>en</strong>, W. Salet <strong>en</strong> M.-T. van Thoor (eds), Cultural heritage and the future ofthe historic inner city of Amsterdam. Amsterdam, Aksant.Dignum, K., W. Teune <strong>en</strong> L. Uitt<strong>en</strong>bogaard (2004), Won<strong>en</strong> in Amsterdam 2003,deel 3 Woonw<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Amsterdam, Geme<strong>en</strong>te Amsterdam, Amsterdamse Federatievan Woningcorporaties.Douwes, M. <strong>en</strong> J. Düker (2001), Het stadsdeel onder de loep: buurtfoto’s 2000.Amsterdam, Stadsdeel Oost/Watergraafsmeer.Geme<strong>en</strong>te Amsterdam (2004a), Kadernota voor de welstandsbeoordeling inAmsterdam. Amsterdam, Geme<strong>en</strong>te Amsterdam.Geme<strong>en</strong>te Amsterdam (2004b). Meerjar<strong>en</strong>ontwikkelingsprogramma, Amsterdam2005-2009. Resultat<strong>en</strong> om te behal<strong>en</strong>: de ambities in het kader van het Grotested<strong>en</strong>beleidIII. Amsterdam, Geme<strong>en</strong>te Amsterdam.Geme<strong>en</strong>te Rotterdam (2003), De Rotterdamse woonmilieuprofiel<strong>en</strong>atlas.Geme<strong>en</strong>te Rotterdam, dS+V, afdeling Won<strong>en</strong>.Lindeman, E., K. Dignum, P. Schyns, K. Klein Wolt, H. Smeets, S. Crok, J. Slot,(2003), De Staat van de Stad II, Ontwikkeling<strong>en</strong> in participatie <strong>en</strong> leefsituatie.Amsterdam: Geme<strong>en</strong>te Amsterdam, O+S.Noyon, R. <strong>en</strong> R. van Trijp (2004), Wat is de aantrekkelijkste buurt van Amsterdam?In: J. van der Veer, Won<strong>en</strong> in Amsterdam 2003, deel 4 Leefbaarheid. Geme<strong>en</strong>teAmsterdam, Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties.91


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>Projectbureau Vernieuwing Bijlmermeer (2003), Werkprogramma 2004, voor deruimtelijke vernieuwing van de Bijlmermeer. Amsterdam, PVB.Pruijs, M. (2004), E<strong>en</strong> eindeloos verlang<strong>en</strong> naar het oude. In: M. van Rossem <strong>en</strong> M.Bakker (red.), Amsterdam maakt geschied<strong>en</strong>is. Vijftig jaar op zoek naar de g<strong>en</strong>iusloci. Amsterdam, Uitgeverij Bas Lubberhuiz<strong>en</strong>, bureau Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong>Archeologie.Sterckx, L. M. de Feijter <strong>en</strong> K. Rouk<strong>en</strong>s (2003) Jong Amsterdam. Won<strong>en</strong>, werk<strong>en</strong>,lev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> multiculturele metropool. Amsterdamse Sociaal-cultureleverk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> II. Amsterdam, SISWO, AME.Teune, W., I. Jeuriss<strong>en</strong>, L. Uitt<strong>en</strong>bogaard <strong>en</strong> K. Dignum (2004), Won<strong>en</strong> inAmsterdam 2003, deel 1 Stand van Zak<strong>en</strong>. Amsterdam, Geme<strong>en</strong>te Amsterdam,Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties.Veer, J. v.d. (2004), Won<strong>en</strong> in Amsterdam 2003, deel 4 Leefbaarheid. Geme<strong>en</strong>teAmsterdam, Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties.Vermaz<strong>en</strong>, I. (2003), Kernpublicatie WBO 2002. De eerste resultat<strong>en</strong> van hetWoningbehoefteonderzoek 2002 <strong>en</strong> de ontwikkeling sinds 1994 in het ROA-gebied<strong>en</strong> Almere. Amsterdam, ROA <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong> Amsterdam.Wallet, C. (2003), Inkom<strong>en</strong>sverschill<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> Nederlandse stadsgewest<strong>en</strong>.1946-1994-2000, geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>iveau. D<strong>en</strong> Haag, Ministerie van VROM.92


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003<strong>bij</strong>lage 1 Totstandkoming woonmilieus-indelingDeze <strong>bij</strong>lage bevat e<strong>en</strong> toelichting op de methode, e<strong>en</strong> verantwoording van debeslissing<strong>en</strong> in de analyse <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal analysedetails die niet in de hoofdtekstbehandeld zijn. Uitgangspunt voor de analyse is deze zoveel mogelijk te lat<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong> op de manier waarop de woonmilieus van 2001 gemaakt zijn.1.1 Constructie <strong>en</strong> selectie van variabel<strong>en</strong>De combinatie van e<strong>en</strong> principale compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>analyse <strong>en</strong> e<strong>en</strong> clusteranalyse voorhet mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> woonmilieu-indeling is e<strong>en</strong> beproefde methode. Van belangvoor het resultaat zijn echter de constructie <strong>en</strong> de selectie van de variabel<strong>en</strong>.Bij geklasseerde variabel<strong>en</strong> is de keuze van de klass<strong>en</strong> van belang <strong>en</strong> de keuzewelke klass<strong>en</strong> m<strong>en</strong> als variabele opneemt. E<strong>en</strong> voorbeeld is de leeftijdsverdelingvan de bevolking. Uit de leeftijdsverdeling zijn twee variabel<strong>en</strong> geconstrueerd diemeedo<strong>en</strong> in de analyse: het perc<strong>en</strong>tage m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de leeftijd 0 – 9 jaar <strong>en</strong> hetperc<strong>en</strong>tage m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de leeftijd 55 jaar <strong>en</strong> ouder. De keuze voor deze tweevariabel<strong>en</strong> heeft te mak<strong>en</strong> met het will<strong>en</strong> ontdekk<strong>en</strong> van reliëf in de lev<strong>en</strong>sfase vande bevolking van de buurt<strong>en</strong>: heeft e<strong>en</strong> buurt e<strong>en</strong> gezinsprofiel of neigt de buurtnaar vergrijzing? De klassegr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> ook anders gekoz<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>(<strong>bij</strong>voorbeeld 0 – 17 jaar <strong>en</strong> 75+ jaar) <strong>en</strong> er hadd<strong>en</strong> ook meer dan twee leeftijdsvariabel<strong>en</strong>in de analyse betrokk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In de analyse van 2001 zijn veelvariant<strong>en</strong> uitgeprobeerd. Bij de keuzes spel<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de overweging<strong>en</strong> e<strong>en</strong>belangrijke rol.1 Er moet vermed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om met de gekoz<strong>en</strong> geklasseerde variabel<strong>en</strong> uit éénthema, zoals leeftijdsverdeling, het hele of e<strong>en</strong> groot deel van het leeftijdsspectrumin de analyse op te nem<strong>en</strong>. Dit is om te voorkom<strong>en</strong> dat de principalecompon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>analyse te veel sturing meekrijgt op het thema leeftijdsverdeling.In de praktijk word<strong>en</strong> daarom vaak hooguit twee geklasseerde variabel<strong>en</strong> uithetzelfde thema gekoz<strong>en</strong>. Vaak ligg<strong>en</strong> deze twee variabel<strong>en</strong> aan de uiterst<strong>en</strong> vanhet spectrum. Het midd<strong>en</strong>gebied wordt hiermee overig<strong>en</strong>s ook impliciet in deanalyse aangebod<strong>en</strong>, maar de sturing die hiervan uitgaat is geringer dan als m<strong>en</strong>dit midd<strong>en</strong>gebied ook werkelijk als variabele in de analyse aanbiedt.2 De klassegr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de te kiez<strong>en</strong> variabel<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> <strong>bij</strong> voorkeur niet te smal zijnom te voorkom<strong>en</strong> dat in veel e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> (buurt<strong>en</strong>) extreme waard<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>(0% of 100% b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong>d).3 De klassegr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de te kiez<strong>en</strong> variabel<strong>en</strong> moet<strong>en</strong>, als twee variabel<strong>en</strong> uit éénthema gekoz<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, niet te breed zijn om te voorkom<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> nauwelijksmidd<strong>en</strong>gebied overhoudt: m<strong>en</strong> biedt dan <strong>bij</strong>na e<strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire dichotomieaan <strong>en</strong> hier gaat sturing vanuit.4 De klassegr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> moet<strong>en</strong>, ondanks de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde beperking<strong>en</strong>, zo goedmogelijk het inhoudelijke reliëf in het thema (hier de lev<strong>en</strong>sfaseverschill<strong>en</strong> in deAmsterdamse bevolking) operationaliser<strong>en</strong>.5 Het totale pakket aan variabel<strong>en</strong> moet inhoudelijk zo goed mogelijk de thema’svan het te beschrijv<strong>en</strong> geheel, hier de variatie in het sociale <strong>en</strong> fysieke woonmilieu,afdekk<strong>en</strong>. In de praktijk zal m<strong>en</strong> sommige onderdel<strong>en</strong> beter <strong>en</strong> andere mindergoed kunn<strong>en</strong> operationaliser<strong>en</strong>.93


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>6 De uiteindelijke selectie van variabel<strong>en</strong> in de analyse is anders dan het oorspronkelijkepakket omdat m<strong>en</strong> ziet dat sommige variabel<strong>en</strong> inhoudelijk sterk met elkaarsam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>. De principale compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>analyse levert e<strong>en</strong> correlatiematrixwaaruit deze sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong>. Om de principale compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>analyse niet teveel sturing mee te gev<strong>en</strong> wordt één van beide sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong> weggelat<strong>en</strong><strong>en</strong> door de andere gerepres<strong>en</strong>teerd. Het is overig<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> bezwaar om deweggelat<strong>en</strong> variabel<strong>en</strong> <strong>bij</strong> de beschrijving van het resultaat weer e<strong>en</strong> rol te lat<strong>en</strong>spel<strong>en</strong>.1.2 Selectie van buurt<strong>en</strong>Voor het bepal<strong>en</strong> van het feit of buurt<strong>en</strong> wel of niet mog<strong>en</strong> meedo<strong>en</strong> in de analysewordt gewerkt met globale minimumaantall<strong>en</strong>. Bij bevolkingsaantall<strong>en</strong> van 130 ofminder word<strong>en</strong> buurt<strong>en</strong> kritisch bekek<strong>en</strong>. Bij lagere aantall<strong>en</strong> leidt de constructievan variabel<strong>en</strong> soms tot onwaarschijnlijke perc<strong>en</strong>tages. Bij de woningvoorraadmog<strong>en</strong> de getall<strong>en</strong> de helft lager ligg<strong>en</strong>. Ruim vijftig buurt<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> deanalyse door te lage aantall<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> of woning<strong>en</strong>. Van de buurt<strong>en</strong> die wel meedo<strong>en</strong>zijn er dertig met e<strong>en</strong> omvang kleiner dan 500 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Buurt<strong>en</strong> met <strong>en</strong>keleduiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> inwoners kom<strong>en</strong> het meest voor. Ruim 130 buurt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong>inwonertal tuss<strong>en</strong> de 1.000 <strong>en</strong> de 3.000. Figuur B1 geeft aan dat er twee buurt<strong>en</strong>zijn met e<strong>en</strong> bevolking groter dan 8.000 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. In werkelijkheid zijn dit echtuitzonderlijk grote buurt<strong>en</strong> met beide meer dan 12.000 inwoners: Q840, ofwel deAker met inmiddels 12.285 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> de echte koploper Nieuw Slot<strong>en</strong> (R882) met12.366 inwoners.Figuur B1: Frequ<strong>en</strong>tieverdeling van de bevolkingsomvang van buurt<strong>en</strong>in de analyse>8.0017.001 - 8.0006.001 - 7.0005.001 - 6.0004.001 - 5.0003.001 - 4.0002.001 - 3.0001.001 - 2.000501 - 1.000131 - 5000 10203040506070%Twee buurt<strong>en</strong> die in 2001 wel in de analyse zat<strong>en</strong>, zijn in 2003 buit<strong>en</strong> beschouwinggelat<strong>en</strong>. Er is in de analyse van 2003 kritischer naar het woning<strong>en</strong>aantal gekek<strong>en</strong>om tot betrouwbare woningvariabel<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>. Het betreft de buurt<strong>en</strong> N66494


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003(Noorder IJplas) <strong>en</strong> V485 (t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van de Schinkel). De buurt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wel voldo<strong>en</strong>debewoners (resp. 156 <strong>en</strong> 289) maar het aantal woning<strong>en</strong> is verwaarloosbaar.Beide buurt<strong>en</strong> bestaan vrijwel geheel uit woonbot<strong>en</strong>. Hierteg<strong>en</strong>over staan tweebuurt<strong>en</strong> die in 2001 niet meeded<strong>en</strong> maar in 2003 wel. In buurt W901 is in de jar<strong>en</strong>2001-2003 het inwonertal van 99 naar 252 gesteg<strong>en</strong>. Het betreft de nieuwbouwtuss<strong>en</strong> de Amstelve<strong>en</strong>seweg <strong>en</strong> de museumspoorlijn naar het voormalige Haarlemmermeerstation.In G324 is in de twee jar<strong>en</strong> het inwonertal gesteg<strong>en</strong> van 80 naar305. Het betreft de nieuwbouw aan het oostelijke uiteinde van de Zeeburgerdijk(Floraparkweg) na<strong>bij</strong> de monding van het Amsterdam-Rijnkanaal.Sommige buurt<strong>en</strong> war<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamd ‘bespreekgeval’, maar blev<strong>en</strong> net zoals in2001 buit<strong>en</strong> beschouwing.Het eerste geval is buurt G340, ofwel het Zeeburgereiland. Het inwonertal steeg inde periode ’01-03 van 126 naar 402 maar er staan maar 12 woning<strong>en</strong>. De vertek<strong>en</strong>ingkomt door het in 2001 geop<strong>en</strong>de asielzoekersc<strong>en</strong>trum (azc) met e<strong>en</strong> capaciteitvan 380 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>.Buurt G341, ofwel Diemerzeedijk is ook opnieuw buit<strong>en</strong> beschouwing gelat<strong>en</strong>.Het gaat om 131 bewoners in 2003, <strong>en</strong> om slechts 11 woning<strong>en</strong>. Hetzelfde geldtvoor Q800 ofwel Troelstralaan <strong>en</strong> omgeving. Het inwonertal steeg in de periodevan 310 naar 346, maar er staan volg<strong>en</strong>s de statistiek 4 woning<strong>en</strong>. De vertek<strong>en</strong>ingkomt ook hier door e<strong>en</strong> azc. In dit per 1-12-2003 opgehev<strong>en</strong> azc woond<strong>en</strong>280 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit niet-geïndustrialiseerde land<strong>en</strong> op peildatum 1-1-2003.Figuur B2: Asielzoekersc<strong>en</strong>tra per 1-12-2003AZC’s per 1-1-2003Bos <strong>en</strong> Lommer1-3-2002 – 1-3-2010Melkweg1-6-2002 – 30-5-2007Zeeburg6-2-2001 – 13-12-2005De Kl<strong>en</strong>cke7-7-2000 – 31-12- 2004Troelstralaantot 1-12-2003Figuur B2 toont de vijf azc’s op de buurt<strong>en</strong>kaart. Twee van de vijf buurt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>azc vall<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de selectie omdat ge<strong>en</strong> adequate woningvariabel<strong>en</strong> kond<strong>en</strong>95


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>word<strong>en</strong> gemaakt. Voor de drie andere buurt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> azc gold dat niet. BuurtN661 telt 128 woning<strong>en</strong>, deze staan vooral aan de dorpsachtige Oostzanerdijk.Vooral door de komst van nieuwe bewoners in azc De Melkweg aan de Meteor<strong>en</strong>wegin 2002 groeide bevolking van deze buurt van 315 naar 583 inwoners (totalecapaciteit van dit azc 450 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>). Buurt W910 bevat azc De Kl<strong>en</strong>cke met e<strong>en</strong>capaciteit van 250 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> buurt die totaal 751 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> telt in 2003 (693 in2001). AZC Bos & Lommer (capaciteit 360 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>) is gevestigd in buurt H392,ofwel Kol<strong>en</strong>kit. Het inwonertal van deze buurt bedroeg 3.822 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in 2003<strong>en</strong> 3.551 in 2001.1.3 Resultat<strong>en</strong> van de principale compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>analyseHet resultaat van de principale compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>analyse met 17 variabel<strong>en</strong> <strong>en</strong>299 buurt<strong>en</strong> is te lez<strong>en</strong> in tabel B1. De correlaties tuss<strong>en</strong> de variabel<strong>en</strong> <strong>en</strong> decompon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> de mogelijkheid om de compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te label<strong>en</strong>.Sociaal-economische dim<strong>en</strong>sieDe eerste compon<strong>en</strong>t verteg<strong>en</strong>woordigt onteg<strong>en</strong>zeglijk de sociaal-economischedim<strong>en</strong>sie in het onderzoeksmateriaal. De sterkste negatieve correlaties word<strong>en</strong>behaald door het werkloosheidscijfer <strong>en</strong> het aandeel etnische minderhed<strong>en</strong>.Het aandeel kinderloze par<strong>en</strong>, woning<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge waarde voor onroer<strong>en</strong>dezaakbelasting <strong>en</strong> koopwoning<strong>en</strong> scor<strong>en</strong> sterk positief op deze compon<strong>en</strong>t.Oude woning<strong>en</strong>, alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>dynamiek</strong>De tweede compon<strong>en</strong>t verbindt oude woning<strong>en</strong> met hoge bevolkings<strong>dynamiek</strong> <strong>en</strong>met (verborg<strong>en</strong> variabele) alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong>. Hier blijkt de stedelijke materie van dec<strong>en</strong>trale woongebied<strong>en</strong> tot zijn recht te kom<strong>en</strong>. Er is in deze compon<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> positieverelatie met krappe huisvesting. De compon<strong>en</strong>t associeert ook met gezinn<strong>en</strong><strong>en</strong> met corporatiehuurwoning<strong>en</strong>, maar dan als negatieve correlaties.Moderne woning<strong>en</strong>, gro<strong>en</strong>e ruimte <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong>De derde compon<strong>en</strong>t associeert zich met nieuwe woning<strong>en</strong> in de koopsector, metgezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ruime, gro<strong>en</strong>e of waterrijke woonomgeving. Hier is duidelijke<strong>en</strong> verwijzing naar moderne nieuwbouwwijk<strong>en</strong>, maar de hoge welstand van d<strong>en</strong>ieuwbouw komt niet in de compon<strong>en</strong>t tot uitdrukking. Die is al in de eerste factorverdisconteerd.Dynamiek <strong>en</strong> ruim won<strong>en</strong>De vierde compon<strong>en</strong>t verbindt zich, net zoals de tweede, met e<strong>en</strong> hoge bevolkings<strong>dynamiek</strong>,maar in dit geval positief met de ruime <strong>en</strong> negatief met de krappewoonsituatie. K<strong>en</strong>nelijk is in de tweede compon<strong>en</strong>t niet alles aan de relatie tuss<strong>en</strong><strong>dynamiek</strong> <strong>en</strong> bewoningssituatie verteg<strong>en</strong>woordigd.RestantDe vijfde compon<strong>en</strong>t kan m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> restant noem<strong>en</strong>. Er bestaan met de 17 variabel<strong>en</strong>alle<strong>en</strong> correlaties van 0.50 <strong>en</strong> lager. Er tek<strong>en</strong>t zich e<strong>en</strong> verbinding af tuss<strong>en</strong>gezinshuishoud<strong>en</strong>s, lange woonduur, krappe huisvesting, lage WOZ-waarde <strong>en</strong>niet-nieuwe woning<strong>en</strong>.96


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003Tabel B1: Correlaties tuss<strong>en</strong> de vijf compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> 17 variabel<strong>en</strong>compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>variabel<strong>en</strong> sociaal- oude moderne <strong>dynamiek</strong> <strong>en</strong> restanteconomisch woning<strong>en</strong> woning<strong>en</strong>, ruim won<strong>en</strong><strong>en</strong> alle<strong>en</strong> gro<strong>en</strong>estaand<strong>en</strong> ruimte <strong>en</strong>gezinn<strong>en</strong>werkloosheid – 0,85 – 0,08 – 0,15 0,08 – 0,11gezinn<strong>en</strong> – 0,09 – 0,57 0,55 – 0,22 0,38stell<strong>en</strong> 0,77 0,00 0,19 0,08 0,09koopwoning<strong>en</strong> 0,69 0,20 0,46 – 0,14 0,26sociale huurwoning<strong>en</strong> – 0,71 – 0,57 – 0,01 – 0,03 – 0,12bouwjaar voor 1919 – 0,05 0,78 – 0,39 – 0,25 – 0,02bouwjaar na 1980 – 0,06 0,04 0,76 – 0,22 – 0,50etnische minderhed<strong>en</strong> – 0,82 – 0,36 0,22 0,12 0,13woonduur 1 jaar of korter – 0,22 0,59 0,21 0,60 0,07woonduur 20 jaar of langer 0,61 – 0,39 – 0,47 – 0,03 0,3855 jaar of ouder 0,56 – 0,49 – 0,26 0,17 – 0,11mutatiegraad – 0,35 0,56 0,07 0,60 0,16gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> water 0,33 0,06 0,53 0,18 – 0,02krap won<strong>en</strong> – 0,45 0,48 0,08 – 0,50 0,39ruim won<strong>en</strong> 0,61 – 0,42 0,03 0,48 – 0,01hoge woz waarde 0,71 0,39 0,16 – 0,07 0,06lage woz waarde – 0,60 – 0,17 0,18 0,20 0,45De verklaarde variantie van het resultaat in vijf compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bedraagt 76,9%.T<strong>en</strong> opzichte van de analyse met gegev<strong>en</strong>s van 2001 is dat vrijwel hetzelfde (78,2%).Id<strong>en</strong>tiek is ook de relatieve zwaarte van de vijf compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Van de totalevariantie neemt de sociaal-economische compon<strong>en</strong>t 32 proc<strong>en</strong>tpunt<strong>en</strong> voor zijnrek<strong>en</strong>ing. De tweede compon<strong>en</strong>t is <strong>bij</strong>na de helft ‘lichter’ met 18 proc<strong>en</strong>tpunt<strong>en</strong>.De <strong>bij</strong>drage van de volg<strong>en</strong>de drie compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk is geringer dan deeerste compon<strong>en</strong>t op eig<strong>en</strong> kracht.Figuur B3: Perc<strong>en</strong>tage verklaarde variantie door de vijf factor<strong>en</strong>in de woonmilieu-analyse32%sociaal-economischoude woning<strong>en</strong><strong>en</strong> alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong>moderne woning<strong>en</strong>,gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong><strong>dynamiek</strong><strong>en</strong> ruim won<strong>en</strong>6%9%12%18%restant97


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>1.4 Resultat<strong>en</strong> van de clusteranalyseOp de vijf factor<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> clusteranalyse uitgevoerd om buurt<strong>en</strong> in te del<strong>en</strong> ingroep<strong>en</strong> met overe<strong>en</strong>komstige k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Bij clusteranalyse kan m<strong>en</strong> het aantalclusters (milieus) dat m<strong>en</strong> als uitkomst wil hebb<strong>en</strong> van te vor<strong>en</strong> opgev<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>probeert e<strong>en</strong> aantal van deze oplossing<strong>en</strong> uit <strong>en</strong> interpreteert de uitkomst<strong>en</strong> ophet gegev<strong>en</strong> of er tuss<strong>en</strong> de groep<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de differ<strong>en</strong>tiatie bestaat. Kiest m<strong>en</strong>voor e<strong>en</strong> uitkomst met veel groep<strong>en</strong> dan ontstaan er milieus die veel op elkaar <strong>en</strong>ook e<strong>en</strong>ling<strong>en</strong>, duo’s <strong>en</strong> trio’s die slecht inhoudelijk geïnterpreteerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Simpel aan het feit dat <strong>bij</strong> oplossing<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gering aantal clusters declusters nog groot van omvang zijn, mag m<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> dat er nog relevanteinhoudelijke differ<strong>en</strong>tiatie binn<strong>en</strong> deze clusters schuil gaat. Opschuiv<strong>en</strong> naar devolg<strong>en</strong>de clusteroplossing ligt dan voor de hand. Er ontstaan <strong>bij</strong> elke volg<strong>en</strong>devariant allerlei kruislingse sam<strong>en</strong>voeging<strong>en</strong> <strong>en</strong> afsplitsing<strong>en</strong>. Het is zeld<strong>en</strong> zo datde extra groep die in de volg<strong>en</strong>de clusteroplossing gemaakt wordt e<strong>en</strong> integraleopsplitsing is van e<strong>en</strong> cluster uit de vorige oplossing. Altijd zijn er ingewikkeldewijziging<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>stelling. Lop<strong>en</strong> er <strong>en</strong>kele buurt<strong>en</strong> uit cluster A over naar Bdan wordt de inhoud van cluster A soms zodanig anders dat de verschill<strong>en</strong> metcluster C afnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> er aanleiding ontstaat voor sam<strong>en</strong>smelting van A <strong>en</strong> C. Aande hand van de lading<strong>en</strong> van de clusters op de vijf factor<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> de inhoudelijkek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de clusters, of de milieus in dit geval, al interpreter<strong>en</strong>.M<strong>en</strong> ziet al tuss<strong>en</strong> de ooghar<strong>en</strong> dat in stap 11 het grote cluster dat het c<strong>en</strong>trumomvat gaat splijt<strong>en</strong> in twee typ<strong>en</strong> <strong>en</strong> het is ook al duidelijk dat het met e<strong>en</strong> verschilin verhuismobiliteit <strong>en</strong> welstand te mak<strong>en</strong> heeft. In de stapp<strong>en</strong> vanaf de oplossingmet 13 clusters wordt het moeilijker om de beweging<strong>en</strong> goed te interpreter<strong>en</strong>.Het is zelfs zo dat e<strong>en</strong> aantal van de kleine clusters op inhoudelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong>ook op basis van het patroon van groepsafsplitsing<strong>en</strong> in de bestudeerde stapp<strong>en</strong>toch wordt sam<strong>en</strong>gevoegd met e<strong>en</strong> groter cluster <strong>en</strong> één van de kleine clusterswordt, omdat er e<strong>en</strong> zeer atypische inhoud achter schuilgaat, buit<strong>en</strong> de verdereanalyse geplaatst.Tabel B2: Omvang van de groep<strong>en</strong> <strong>bij</strong> veerti<strong>en</strong> clusteroplossing<strong>en</strong>met nummer 13 als gekoz<strong>en</strong> woonmilieu-indelingaantalgroep<strong>en</strong>1 299aantal buurt<strong>en</strong> per groep2 257 423 161 104 344 115 88 76 205 10 8 89 63 26 136 89 83 58 41 17 117 8078 56 33 26 15 118 78 77 66 35 16 14 9 49 78 72 66 36 16 14 8 6 31077 68 52 34 24 15 14 7 6 211 66 64 59 34 28 14 12 6 6 5 512 77 64 43 28 25 14 12 12 9 7 5 313 61 55 31 31 29 27 23 14 12 8 3 3 214 58 54 31 27 27 23 21 18 14 12 8 3 2 198


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 20031.5 Plaatsing buit<strong>en</strong> de indelingFiguur B4: Buit<strong>en</strong> de analyse geplaatst clusterniet getoondEén van de derti<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> zeer atypische sam<strong>en</strong>stelling. Sam<strong>en</strong>voeg<strong>en</strong>met één van de grotere clusters was op inhoudelijke grond<strong>en</strong> niet mogelijk. Opnem<strong>en</strong>als één van de woonmilieus ligt <strong>bij</strong> deze groep ook niet voor de hand omdatde drie buurt<strong>en</strong> van deze groep onderling zeer verschill<strong>en</strong>d zijn: het betreft typische<strong>en</strong> restgroep. De belangrijkste overe<strong>en</strong>komst is de zeer hoge doorstroming.De eerste buurt in deze groep betreft de buurt N661. De buurt kwam hiervoor alter sprake vanwege het azc op het grondgebied . Op grond van de woning- <strong>en</strong>bevolkingsaantall<strong>en</strong> is deze buurt in de selectie geblev<strong>en</strong>. De bevolking van hetazc blijkt nu, op de zeer kleine totale bevolking e<strong>en</strong> zodanige invloed te hebb<strong>en</strong>dat de buurt in deze restgroep belandt. De volg<strong>en</strong>de buurt is C120. De belangrijkstebebouwing van dit gebied bestaat uit de verbouwde Graansilo <strong>en</strong> de nieuwbouwvan de Silodam. K<strong>en</strong>nelijk zijn de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van deze nieuwbouwbuurtmom<strong>en</strong>teel zo afwijk<strong>en</strong>d dat aansluiting <strong>bij</strong> het inbreidingsmilieu niet lukte.Mogelijk is er iets niet in orde met de gegev<strong>en</strong>s over de bouwperiode. De derdebuurt staat altijd voorin de buurt<strong>en</strong>lijst van Amsterdam met nummer A000: het isdan ook e<strong>en</strong> stukje oud Amsterdam: de kop van de oudezijds burgwall<strong>en</strong>.Hier wordt de sterke <strong>dynamiek</strong> niet met nieuwbouw in verband gebracht maar metde particuliere huursector. Wellicht heeft deze sector in dit deel van de stad hotelachtigetrekk<strong>en</strong>, waardoorhe<strong>en</strong> hoog aantal verhuisbeweging<strong>en</strong> bestaat.99


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>1.6 Relatie tuss<strong>en</strong> de milieus <strong>en</strong> de compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>In hoofdstuk 3 werd<strong>en</strong> in figuur 3.16 de gemiddelde factorscores weergegev<strong>en</strong> vande ti<strong>en</strong> milieus op de compon<strong>en</strong>t sociaal-economische status. Figuur b.5 bevat deonderlinge positie van de milieus op alle vijf de compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De positie van demilieus op de sociaal-economische compon<strong>en</strong>t werd al in hoofdstuk 3 besprok<strong>en</strong>.De tweede compon<strong>en</strong>t, met positieve waard<strong>en</strong> voor alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong>, krap won<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>en</strong> negatieve waard<strong>en</strong> voor sociale huursector <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong>, geeftafgetek<strong>en</strong>d positieve posities voor c<strong>en</strong>trum, c<strong>en</strong>trumrand <strong>en</strong> inbreiding <strong>en</strong> negatieveposities voor de overige milieus.Op de derde compon<strong>en</strong>t die de naam moderne woning<strong>en</strong>, gro<strong>en</strong>e ruimte <strong>en</strong>gezinn<strong>en</strong> kreeg, bevind<strong>en</strong> de beide nieuwbouwmilieus, inbreiding <strong>en</strong> stadsrand,zich op e<strong>en</strong>zame hoogte. C<strong>en</strong>trumrand <strong>en</strong> aansluiting bevind<strong>en</strong> zich aan d<strong>en</strong>egatieve kant van de schaal.In de vierde compon<strong>en</strong>t kwam <strong>dynamiek</strong> opnieuw aan de orde, maar in dit gevalmeer geassocieerd met ruim won<strong>en</strong>. Op deze compon<strong>en</strong>t zijn de beide nieuwbouwmilieuselkaars teg<strong>en</strong>pol<strong>en</strong>: de <strong>dynamiek</strong> hoort duidelijk <strong>bij</strong> het inbreidingsmilieu<strong>en</strong> duidelijk niet <strong>bij</strong> het stadsrandmilieu. Het minst dynamische milieu is hetdorpsmilieu.De vijfde compon<strong>en</strong>t heeft e<strong>en</strong> diffuus karakter, maar er zat<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> in vanoude woningvoorraad, lage woningwaarde, lange woonduur <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong>.Het dorpsmilieu <strong>en</strong> transitie vind<strong>en</strong> we aan de positieve kant van de schaal <strong>en</strong> debeide nieuwbouwmilieus <strong>en</strong> stadsvernieuwing e.a. aan de negatieve kant.100


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003Figuur B5: Gemiddelde factorscores van de ti<strong>en</strong> milieus op de vijf compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>sociaal-economischoude woning<strong>en</strong>,moderne woning<strong>en</strong>,<strong>dynamiek</strong>restantalle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> <strong>en</strong>gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong><strong>en</strong> ruim won<strong>en</strong><strong>dynamiek</strong>+ 2,45 stadsrand+ 2,37 inbreiding+ 2,00 dorp+ 1,84 c<strong>en</strong>trum+ 1,81 inbreiding+ 1,65 dorp+ 1,58 welgesteld stedelijk+ 1,20 transitie+ 1,07 inbreiding+ 1,02 aansluiting+ 0,79 aansluiting+ 0,68 stadsrand+ 0,77 c<strong>en</strong>trumrand+ 0,67 dorp+ 0,82 welgesteld stedelijk+ 0,62 transitie+ 0,52 inbreiding+ 0,56 stadsvernieuwing e.a.+ 0,54 transitie+ 0,42 c<strong>en</strong>trum+ 0,33 welgesteld stedelijk+ 0,17 c<strong>en</strong>trum+ 0,04 overgang+ 0,10 overgang0 0– 0,23 c<strong>en</strong>trumrand– 0,24 stadsvernieuwing e.a.– 0,16 welgesteld stedelijk– 0,32 overgang– 0,37 welgesteld stedelijk– 0,38 dorp– 0,42 stadsrand– 0,46 transitie– 0,41 c<strong>en</strong>trum– 0,43 overgang– 0,31 c<strong>en</strong>trum– 0,44 c<strong>en</strong>trumrand– 0,32 c<strong>en</strong>trumrand– 0,42 aansluiting– 0,71 stadsvernieuwing e.a.– 0,62 aansluiting– 0,71 aansluiting– 0,71 c<strong>en</strong>trumrand– 0,61 stadsvernieuwing e.a.– 0,65 stadsrand– 0,90 overgang– 1,12 inbreiding– 1,42 stadsrand– 1,41 stadsvernieuwing e.a.– 1,57 transitie– 1,75 dorp101


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>102


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003<strong>bij</strong>lage 2 FotoverantwoordingIn hoofdstuk 2 zijn voor elk woonmilieu e<strong>en</strong> aantal voorbeeldfoto’s afgedrukt.De nummers in de foto’s verwijz<strong>en</strong> naar onderstaande locaties.C<strong>en</strong>trum1 Her<strong>en</strong>gracht2 Her<strong>en</strong>gracht3 Nieuwe Hoogstraat*4 Her<strong>en</strong>gracht5 H<strong>en</strong>ri Polaklaan6 Plantage Muidergracht7 Plantagebuurt8 Zeedijk *C<strong>en</strong>trumrand1 Egelantiersgracht2 Egelantiersgracht3 1e Leliedwarsstraat4 Jordaan5 Da Costastraat6 Da Costastraat7 Bilderdijkgracht8 Quellijnstraat9 de PijpWelgesteld stedelijk1 Van Eegh<strong>en</strong>straat2 Herman Gorterstraat3 v/a ’t Kleine Loopveld4 Oud Ehr<strong>en</strong>stein **5 Linnaeusparkweg6 Archimedesweg7 v/a ’t Kleine Loopveld8 ArchimedeswegAansluiting1 Paramaribostraat2 Paramaribostraat3 Hoofddorppleinbuurt4 Hoofddorppleinbuurt5 Buit<strong>en</strong>veldert6 Vrijheidslaan *7 Vrijheidslaan *Transitie1 De Leeuw vanVlaander<strong>en</strong>straat2 Laagkoningshoef met opachtergrond Kleiburg3 Gro<strong>en</strong>eve<strong>en</strong>/Goud<strong>en</strong>Leeuw4 Indische buurt5 Javastraat6 Van der Pekstraat7 Zuid-West Kwadrant8 Jan Vethstraat9 Sara Burgerhartstraat **10Plein 40- 45 **11 K<strong>en</strong>au SimonsHasselaarstraatStadsvernieuwing e.a.1 Marcantilaan **2 Winkelc<strong>en</strong>trumReigersbos **3 P<strong>en</strong>tagon4 St. Antoniesbreestraat5 Katt<strong>en</strong>burgOvergang1 Meteor<strong>en</strong>weg2 Tuindorp Oostzaan3 Solebaystraat **4 Vespuccistraat **5 Cornelis Oudshoornstraat**6 Erasmusgracht7 Mark<strong>en</strong>gouw8 omgeving Burg.Roellstraat9 Admiraal de Ruyterweg **10omgeving Burg.Roellstraat11 Purmerweg12 Burg. V<strong>en</strong>ingMeineszlaan**13 Jeruzalemkerk,Jan Maij<strong>en</strong>straat **14 Nieuw<strong>en</strong>damStadsrand1 Diopter2 J.M. D<strong>en</strong> Uylstraat **3 Br<strong>en</strong>ner *4 Chet Bakerstraat **5 GWL-terrein6 GWL-terrein7 Eurokade *Inbreiding1 Cruquiusweg2 Panamalaan3 Amstelve<strong>en</strong>se weg/Kotterspad **4 Omval5 Park de Meer6 Konigin Wilhelminaplein7 Park de MeerDorp1 Buiksloterdijk2 Durgerdammerdijk3 Kadoel<strong>en</strong>weg4 Nieuw<strong>en</strong>dammerdijk5 Kerk Slot<strong>en</strong>, Sloterweg **6 BuiksloterdijkDe foto’s zijn gemaakt doorKatri<strong>en</strong> Mulder, behalve:* gemaakt door Arian Boersma** gemaakt door Kees Dignum103


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>104


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong>Amsterdamse Woonmilieus 2003ntrum<strong>bij</strong>lage 3 Situatie <strong>en</strong> fasering vernieuwingBijlmermeer per 1–1–2003In de hoofdstukk<strong>en</strong> 3 <strong>en</strong> 4 werd verwez<strong>en</strong> naar de vernieuwingsoperatie in deBijlmermeer. Onderstaande kaart laat de stand van zak<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> op 1–1–2003.Deze datum correspondeert met de gegev<strong>en</strong>s die gebruikt zijn in de woonmilieuanalyse.Bron: Projectbureau Vernieuwing Bijlmermeer105


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong><strong>bij</strong>lage 4 Omschrijving <strong>en</strong> kaart van de stadsdel<strong>en</strong><strong>en</strong> buurtcombinatiesStadsdel<strong>en</strong>ABCDGHJNPQRTUVWC<strong>en</strong>trumWestpoortWesterparkOud-WestZeeburgBos <strong>en</strong> LommerDe BaarsjesAmsterdam-NoordGeuz<strong>en</strong>veld/SlotermeerOsdorpSlotervaartZuidoostOost/WatergraafsmeerAmsterdam Oud-ZuidZuideramstelBuurtcombinatiesA00A01A02A03A04A05A06A07A08A09Burgwall<strong>en</strong>-Oude ZijdeBurgwall<strong>en</strong>-Nieuwe ZijdeGracht<strong>en</strong>gordel-WestGracht<strong>en</strong>gordel-ZuidNieuwmarkt/LastageHaarlemmerbuurtJordaanDe WeteringschansWeesperbuurt/PlantageOostelijke Eiland<strong>en</strong>/Kadijk<strong>en</strong>B10Westelijk Hav<strong>en</strong>gebiedB11 Bedrijv<strong>en</strong>terrein SloterdijkC12C13C14C15C16Houthav<strong>en</strong>sSpaarndammer- <strong>en</strong> Zeeheld<strong>en</strong>buurtStaatslied<strong>en</strong>buurtC<strong>en</strong>trale MarktFrederik H<strong>en</strong>drikbuurtD17 Da CostabuurtD18 KinkerbuurtD19 Van L<strong>en</strong>nepbuurtD20HelmersbuurtD21 Overtoomse SluisD22 VondelbuurtG31G32G33G34H36H37H38H39ndische Buurt WestIndische Buurt OostOostelijk Hav<strong>en</strong>gebiedJ-eiland e.o.SloterdijkLandlustErasmusparkDe Kol<strong>en</strong>kitJ40De KrommertJ41 Van Gal<strong>en</strong>buurtJ42 Hoofdweg e.o.J43 Westindische BuurtN60VolewijckN61 IJplein/VogelbuurtN62 Tuindorp Nieuw<strong>en</strong>damN63 Tuindorp BuikslootN64 Nieuw<strong>en</strong>dammerdijk/Buiksloterdijk (de sam<strong>en</strong>gevoegdebuurtcombinaties N64 <strong>en</strong> N73 word<strong>en</strong> inhet rapport aangeduid als ‘Landelijk Noord’)N65 Tuindorp OostzaanN66 OostzanerwerfN67 Kadoel<strong>en</strong>N68 Nieuw<strong>en</strong>dam-NoordN69 BuikslotermeerN70Banne BuikslootN71 BuiksloterhamN72N73P75P76P77P78P79Nieuw<strong>en</strong>dammerhamWaterland (de sam<strong>en</strong>gevoegdebuurtcombinaties N64 <strong>en</strong> N73 word<strong>en</strong> inhet rapport aangeduid als ‘Landelijk Noord’)SpieringhornSlotermeer-NoordoostSlotermeer-ZuidwestGeuz<strong>en</strong>veldE<strong>en</strong>drachtQ80Lutkemeer/OokmeerQ81 Osdorp-OostQ82 Osdorp-Midd<strong>en</strong>Q83 De PuntQ84 Middelveldsche Akerpolder/Slot<strong>en</strong>R85R86R87R88T92T93T94T95T96T97T98SlotervaartOvertoomse VeldWestlandgrachtSloter-/RiekerpolderAmstel III/BullewijkBijlmer C<strong>en</strong>trum (D,F,H)Bijlmer Oost (E,G,K)NellesteinHol<strong>en</strong>drecht/ReigersbosGeinDriemondU27 WeesperzijdeU28 OosterparkbuurtU29 DapperbuurtU30TransvaalbuurtU55 Frank<strong>en</strong>daelU56 Midd<strong>en</strong>meerU57 BetondorpU58 De OmvalV24 Oude PijpV25 Nieuwe PijpV26 DiamantbuurtV44 HoofddorppleinbuurtV45 SchinkelbuurtV46 WillemsparkV47 MuseumkwartierV48 StadionbuurtV49 ApollobuurtV50DuivelseilandW52 ScheldebuurtW53 JselbuurtW54 RijnbuurtW59 Station Zuid/WTC e.o.W90Buit<strong>en</strong>veldert-WestW91 Buit<strong>en</strong>veldert-Oost106


346463626172736030295452530006 0104161514415050492507224845443976 379893438679778112878466883332940305020809101113171819 20212426272831363840424647555657586567686970717578808283 8590 919559


Geme<strong>en</strong>te AmsterdamDi<strong>en</strong>st Won<strong>en</strong><strong>Stedelijke</strong> <strong>dynamiek</strong> <strong>bij</strong> <strong>stagner<strong>en</strong>de</strong> <strong>woningmarkt</strong>108


Bezoekadres:Jod<strong>en</strong>breestraat 251011 NH AmsterdamPostadres:Postbus 19001000 BX AmsterdamTelefoon 020 552 7511Fax 020 552 7199E-mail:communicatie@won<strong>en</strong>.amsterdam.nlInternet:www.won<strong>en</strong>.amsterdam.nlAuteur: Kees DignumMet medewerking van:Willem Teune <strong>en</strong> Laura Uitt<strong>en</strong>bogaard

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!