Herstel als maat voor werkvermogen? - NIP

More documents

Recommendations

Info

egeleid worden door zowel de direct leidinggevende, de preventiemedewerker, als debedrijfsarts of psycholoog.Er zijn ook andere goede instrumenten die (vormen van) vermoeidheid meten, zoalsbijvoorbeeld de Checklist Individuele Spankracht (CIS) en de Utrechtse Burnout Schaal(UBOS). De CIS meet echter algemene vermoeidheid terwijl de Herstelbehoefteschaal de directaan werk gerelateerde vermoeidheidseffecten na uitvoering van werk in kaart brengt.Wanneer alleen gegevens van de CIS aanwezig zijn kan de professional geen relatie met hetwerk leggen. De UBOS brengt ook op directe wijze de relatie met werk in kaart en meeternstige vermoeidheid/emotionele uitputting. Burn-out wordt gezien als eenlangetermijngevolg van (vooral emotioneel belastend) werk. De herstelbehoefte na het werkwordt gezien als een reactie op het werk op korte tot middellange termijn; dit geeft meerinzicht in het concept ‘werkvermogen en herstel’ en lijkt ons voor preventieve doeleinden eengoede keuze voor de dagelijkse praktijk van de professional.Samenvattend bevelen we voor de klinische praktijk aan om de herstelbehoefteschaalals screenings- en/of evaluatieinstrument te gebruiken op individueel niveau, waardoor deadviezen desgewenst kunnen worden aangepast. In de arbeidsgezondheidkundige omgevingkunnen professionals (uit arbodienst of HRM afdeling) de herstelbehoefteschaal inzetten omvroege signalen op individueel- en groepsniveau te registreren. De lijst ‘herstelmogelijkhedenin het werk’ biedt goede perspectieven voor analyses van de werkomgeving maar ook voorhet plannen van interventies.Mw dr. J. K. Sluiter is als UHD en Principal Investigator verbonden aan het Coronel Instituutvoor Arbeid en Gezondheid, Academisch Medisch Centrum, Meibergdreef 9, 1105 AZAmsterdam. E-mailadres: .Mw prof.dr. Monique H.W. Frings-Dresen is als hoogleraar en Principal Investigatorverbonden aan hetzelfde instituut. E-mailadres: .Noot1. ‘Dat wat niet regelmatig rust, houdt het niet vol.’ (P. Ovidius Naso, Epistularum HeroidumLiber).Literatuur
Amelsfoort, L.G.P.M. van, Kant, IJ., Bültmann, U. & Swaen, G.M.H. (2003). Need forrecovery after work and the subsequent risk of cardiovascular disease in a workingpopulation. Journal of Occupational and Environmental Medicine, 60, i83-i87.Beek, A.J. van der, Meijman, T.F., Frings-Dresen, M.H.W., Kuiper, J.I. & Kuiper, S. (1995).Lorry drivers’ work stress evaluated by catecholamines excreted in urine. Journal ofOccupational and Environmental Medicine, 52, 464-469.Broersen, J.P.J., Fortuin, R.J., Dijkstra, M., Veldhoven, M. van & Prins, J. (2004). Monitorarboconvenanten: kengetallen en grenswaarden. Tijdschrift voor Bedrijfs- enVerzekeringsgeneeskunde, 12, 100-104.Burger, G.C.E. (1959). De betekenis van kwantitatieve meting en functionele beoordeling vanarbeidsbelasting en belastbaarheid voor de praktische bedrijfsarts. Tijdschrift SocialeGeneeskunde, 9, 85.Croon, E.M. de, Sluiter, J.K. & Frings-Dresen, M.H.W. (2002). Werkdruk bij chauffeurs inhet openbaar busvervoer. Rapport Fase II. Amsterdam: Coronel Instituut voor Arbeid enGezondheid/AMC/UvA, Rapportnr. 02-03:1-39.Croon, E.M. de, Sluiter, J.K. & Frings-Dresen, M.H.W. (2003). Need for recovery after workpredicts sickness absence. A 2-years prospective cohort study in truck drivers. Journal ofPsychosomatic Research, 55, 331-339.Croon, E.M. de, Sluiter, J.K. & Frings-Dresen, M.H.W. (2006). Psychometric properties ofthe need for recovery after work scale: test-retest reliability and sensitivity to detect change.Journal of Occupational and Environmental Medicine, 63, 202-206.Croon, E.M. de, Sluiter, J.K., Blonk, R.W.B., Broersen, J.P.J. & Frings-Dresen,M.H.W.(2004). Stressful work, psychological job strain, and turnover: a 2-year prospectivecohort study of truck drivers. Journal of Applied Psychology, 89, 442-454.Dijk, F.J.H. van, Dormolen, M. van, Kompier, M.A.J. & Meijman, T.F. (1990).Herwaardering model belasting-belastbaarheid. Tijdschrift Sociale Gezondheidszorg, 68, 3-10.Ettema, J.H. (1973). Het model belasting en belastbaarheid. Tijdschrift Sociale Geneeskunde,51, 44-54.Geurts, S., Rutte, C. & Peeters, M. (1999). Antecedents and consequences of work-homeinterference among medical residents. Social Science & Medicine, 48, 1135-1148.Hulst, M. van der, Veldhoven, M.J.P.M. van & Beckers, D. (2008). Overtime and need forrecovery in relation to job demands and job control. Journal of Occupational andEnvironmental Medicine, 48, 11-19.
Page 1 and 2: ‘Quod caret alterna requie, durab
Page 3 and 4: werkwijze om aan de taakeisen tegem
Page 5 and 6: In het algemeen wordt gesteld dat t
Page 7 and 8: werkzaamheden, de adrenalineactivat
Page 9 and 10: handelingsmogelijkheden in de thuis
Page 11: Hiermee kon het effect van een ‘n
Page 15 and 16: Sluiter, J.K. & Frings-Dresen, M.H.
Page 17 and 18: self-report instruments to assess t
Page 19 and 20: Proportie van studies metonvoldoend
Page 21 and 22: Herstelbehoefte%score80706050403020
Page 23: Soms is herstel alleen mogelijk doo

Herstel als maat voor werkvermogen? - NIP

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?