13.07.2015 Views

Richtlijn 2008/98/EG - EUR-Lex

Richtlijn 2008/98/EG - EUR-Lex

Richtlijn 2008/98/EG - EUR-Lex

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

NL22.11.<strong>2008</strong> Publicatieblad van de Europese Unie L 312/154. De beginselen van nabijheid en zelfvoorziening betekenenniet dat iedere lidstaat zelf over alle faciliteiten voor definitievenuttige toepassing moet beschikken.Artikel 17Toezicht op gevaarlijke afvalstoffenDe lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgendat de productie, de inzameling en het vervoer van gevaarlijkafval, alsmede de opslag en verwerking ervan, plaatsvinden onderomstandigheden waarbij bescherming van het milieu en demenselijke gezondheid wordt geboden ter voldoening aan debepalingen van artikel 13, met inbegrip van maatregelen terwaarborging van traceerbaarheid vanaf de productie tot aande eindbestemming en toezicht op gevaarlijke afvalstoffen tervoldoening aan de vereisten van de artikelen 35 en 36.Artikel 18Verbod op het mengen van gevaarlijke afvalstoffen1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor tezorgen dat gevaarlijke afvalstoffen niet worden gemengd metandere categorieën gevaarlijke afvalstoffen, noch met andereafvalstoffen, stoffen of materialen. Onder mengen wordt ookhet verdunnen van gevaarlijke stoffen verstaan.2. Telkens wanneer gevaarlijke afvalstoffen binnen een lidstaatworden vervoerd, dienen zij vergezeld te gaan van eenidentificatiedocument, al dan niet in elektronische vorm, metde toepasselijke gegevens, voorgeschreven in bijlage I B vanVerordening (<strong>EG</strong>) nr. 1013/2006.Artikel 20Gevaarlijke afvalstoffen uit huishoudensDe artikelen 17, 18, 19 en 35 gelden niet voor door huishoudensgeproduceerd gemengd afval.De artikelen 19 en 35 gelden niet voor afzonderlijke fractiesvan gevaarlijke afvalstoffen afkomstig uit huishoudens totdatdeze stoffen worden aanvaard voor inzameling, verwijderingof nuttige toepassing door een inrichting of een ondernemingdie een vergunning heeft gekregen of is geregistreerd overeenkomstigartikelen 23 of 26.Artikel 21Afgewerkte olie1. Onverminderd de voorschriften inzake het beheer van gevaarlijkeafvalstoffen van de artikelen 18 en 19, nemen de lidstatende nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat:2. In afwijking van lid 1 mogen de lidstaten toestaan dat erwordt gemengd, op voorwaarde dat:a) afgewerkte olie gescheiden wordt ingezameld, indien technischhaalbaar;a) er wordt gemengd door een inrichting of onderneming dieover een vergunning overeenkomstig artikel 23 beschikt;b) afgewerkte olie overeenkomstig de artikelen 4 en 13 wordtverwerkt;b) de bepalingen van artikel 13 worden nageleefd en de negatievegevolgen van het afvalbeheer op de menselijke gezondheiden het milieu niet worden vergroot; en tevensc) de handeling in kwestie in overeenstemming is met de bestebeschikbare technieken.3. Indien gevaarlijke afvalstoffen in strijd met lid 1 gemengdzijn zal, afhankelijk van technische en economische haalbaarheidscriteria,een scheiding moeten worden uitgevoerd waar datmogelijk is en voor de naleving van artikel 13 nodig is.c) indien technisch haalbaar en economisch leefbaar, afgewerkteoliën met uiteenlopende eigenschappen niet wordengemengd en dat afgewerkte olie niet wordt gemengd metandere soorten afvalstoffen of stoffen, indien dit de verwerkingervan belemmert.2. Ten behoeve van de gescheiden inzameling van afgewerkteolie en de goede verwerking ervan, mogen de lidstaten, overeenkomstighun nationale voorwaarden, aanvullende maatregelenhanteren zoals technische eisen, producentenverantwoordelijkheid,economische instrumenten of vrijwillige overeenkomsten.Artikel 19Etikettering van gevaarlijke afvalstoffen1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor tezorgen dat gevaarlijke afvalstoffen bij inzameling, vervoer entijdelijke opslag overeenkomstig de geldende internationale encommunautaire normen worden verpakt en voorzien van eenetiket.3. Indien voor afgewerkte olie volgens de nationale wetgevingregeneratie-eisen gelden, mogen de lidstaten voorschrijvendat dergelijke olie moet worden geregenereerd indien dit technischhaalbaar is, en mogen zij, indien artikel 11 of artikel 12van Verordening (<strong>EG</strong>) nr. 1013/2006 van toepassing is, degrensoverschrijdende overbrenging van afgewerkte olie vanafhun grondgebied naar verbrandings- of meeverbrandingsinstallatiesbeperken, teneinde voorrang te geven aan de regeneratievan afgewerkte olie.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!