13.07.2015 Views

PARVEST - BNP Paribas Investment Partners

PARVEST - BNP Paribas Investment Partners

PARVEST - BNP Paribas Investment Partners

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

P A R V E S T (b e l e g g i n g s v e n n o o t s c h a p m e t v e r a n d e r li j k k a p i t a a l)Monetair beleidDe grote centrale banken hielden hun rente ongewijzigd. In de loop van 2010 stelde de Fed zich minder agressief op wat groei en inflatie betreft. Inaugustus besloot de Fed om de betalingen uit haar enorme portefeuille van door hypotheek gedekte effecten te herbeleggen. Jaarlijks wordt voor circaUSD 200 miljard aan schatkistpapier aangekocht. Dit moet voorkomen dat de balans van de Fed krimpt, dat zou immers neerkomen op eenverstrakking van het monetaire beleid. In een toespraak op een conferentie van centrale bankiers in augustus stelde Fed-voorzitter Bernanke dat de Fedklaarstond om nog meer staatsobligaties te kopen als de vooruitzichten verder zouden achteruitgaan. Uit de persverklaring van september van hetcomité voor monetair beleid van de Fed bleek dat de inflatie gevaarlijk laag was, wat steun bood aan de bereidheid van de Fed om nieuwestimuleringsmaatregelen te nemen. Op 3 november, net na het afsluiten van de verslagperiode, deed de Fed ook wat ze had aangekondigd. Zij zoutegen het einde van het tweede kwartaal van 2011 voor USD 600 miljard aan staatsobligaties kopen. De stijgende aardolieprijzen, de toenemendeinflatie en de aansterkende economie hebben de Fed echter van mening doen veranderen. Hoewel er geen duidelijke consensus is binnen de Fed zijnde meeste leden het er blijkbaar over eens dat de hogere aardolieprijzen een grotere bedreiging voor de groei vormen dan de inflatie.De ECB heeft de uitgang voor haar exitstrategie gevonden. Aan het begin van 2010 zette de ECB een verstrakking in van de normen voor leningenaan handelsbanken. De looptijden werden verkort, waarbij de leningen op 6 maanden en 1 jaar geleidelijk vervangen werden door leningen op 3maanden. De banken konden nog steeds onbeperkte bedragen lenen, maar de rente die de ECB daarvoor aanrekende, ging van vast naar variabel. DeECB moest echter gas terugnemen toen de banksector getroffen werd door de staatsobligatiecrisis. Door de onzekerheid over de blootstelling van deindividuele banken aan de schulden van de perifere landen liep de interbancaire markt vast, en de banken moesten bij de ECB aankloppen voorliquiditeit. De interbancaire rente steeg (zij het lang niet zo sterk als tijdens het hoogtepunt van de financiële crisis) en de banken bewaardenrecordbedragen in contanten bij de ECB. Bovendien begon de ECB staatsobligaties op te kopen van landen waarvan de obligatiemarkten het lietenafweten. Deze aankopen stegen tot zo'n EUR 70 miljard in mei en juni, toen de ECB ingreep om de schuldenmarkten te stabiliseren. Bij circa 5% vande uitstaande schuld van Portugal, Griekenland, Ierland en Spanje was dit een significante ingreep. Van juni tot oktober vielen de aankopen terug totbijna nul. Toen de schuldenproblemen echter de Ierse kust bereikten en de staatsobligatiecrisis ook Portugal en Spanje dreigde te besmetten, voerde deECB haar aankoopprogramma op, hoewel niet tot de niveaus van mei en juni. De ECB blijft zich op dit vlak zeer terughoudend opstellen. Zij richtzich op het vlot krijgen van vastgelopen markten, in tegenstelling tot de programma's van de Fed en de BoE, die bedoeld zijn als economischestimulansen via een grootschalige liquiditeitsverstrekking. Ondanks de staatsschuldencrisis kondigde ECB-voorzitter Trichet in maart 2011 nauwelijksverholen aan dat de rente binnenkort zou worden opgetrokken. Hoewel de kerninflatie nog steeds bescheiden is, is de algemene inflatie gestegen tothet streefcijfer van 2% van de ECB.ValutamarktenDe euro werd sterker ten opzichte van de Amerikaanse dollar en de Japanse yen, maar verzwakte tegenover het Britse pond. De euro zette deverslagperiode in op 1,36 Amerikaanse dollar voor 1 euro. Aan het einde was dat 1,38 dollar. Het afgelopen jaar is de evolutie van de euro tenopzichte van de dollar grotendeels bepaald door de staatsschuldencrisis in de eurozone en door de verwachtingen inzake het monetair beleid. Tot beginjuni 2010 steeg de dollar toen de staatsschuldencrisis een eerste piek bereikte. Toen het stof wat ging liggen in de zomer en de Amerikaanse economietekenen van vertraging vertoonde, haalde de euro de bovenhand. De Ierse redding vormde opnieuw een tegenvaller voor de euro, maar door de soepeleFed, die een nieuwe ronde van kwantitatieve versoepeling inzette, en de strakkere ECB won de euro weer aan waarde.Een jaar geleden werd de Japanse yen verhandeld bij 88,9 voor een Amerikaanse dollar. Daarna daalde hij eerst toen de VS-economie tekenen vanverzwakking vertoonde. Het keerpunt kwam op hetzelfde moment als voor de euro, en om dezelfde reden: de soepele Fed. De yen werd alsmaarsterker en tegen medio augustus was hij gestegen tot niveaus die geleden waren van het midden van de jaren negentig. Toen bleek dat de VS en deeurozone hun rente voorlopig niet zouden optrekken, daalden de obligatieopbrengsten en verminderde het renteverschil met Japan. Bovendienrepatrieerden risicoaverse beleggers hun kapitaal naar Japan. De autoriteiten besloten dat 82 yen per Amerikaanse dollar nu wel welletjes was, enverkochten in september voor USD 20 miljard aan yens. Dit zorgde slechts voor een tijdelijke verzwakking van de yen. De koers van de Japanse muntging al snel weer omhoog, om 2010 af te sluiten op net geen 82 yen voor 1 dollar. Na de aardbeving en de tsunami steeg de yen aanvankelijk sterk,vooral door de verwachting van een aanzienlijke repatriëring van kapitaal. Een gecoördineerde interventie van de centrale banken van de grotewereldeconomieën bracht echter soelaas.ObligatiemarktenTijdens de verslagperiode daalden de obligatieopbrengsten met 20 basispunten naar 3,4% in de US, maar stegen ze met 5 basispunten naar 3,2% inDuitsland. De opbrengsten lagen aan het begin van de verslagperiode sowieso reeds laag vanuit historisch perspectief. Ook de monetaire autoriteitenhielden hun rentevoeten zo laag mogelijk, wat een stevige verankering vormde om te voorkomen dat de obligatieopbrengsten zouden klimmen.Bovendien bleef ook de inflatie beperkt. Tijdens de eerste maanden van de verslagperiode daalden de opbrengsten in de VS en Duitsland in parallel.Diverse factoren droegen bij tot deze dalingen. De Fed maakte duidelijk dat zij klaarstond om het stimulerende beleid door te trekken. In augustusbesloot de Fed om de terugbetalingen uit haar portefeuille van door hypotheek gedekte effecten te herbeleggen, om een inkrimping van de balans tevoorkomen. In september stelde de Fed dat de inflatie gevaarlijk laag was, en dat zij klaarstond voor een nieuwe ronde van kwantitatieve versoepeling.Dit leidde tot de verwachting van een langere periode van ongewijzigd monetair beleid en lage obligatieopbrengsten. De Duitse obligatie-opbrengstenbereikten eind augustus een dieptepunt van iets meer dan 2%. In de VS werd het diepste punt met 2,4% bereikt in oktober. Daarna stegen deopbrengsten aanzienlijk door de betere vooruitzichten, de grote en aanhoudende begrotingstekorten in de VS en de aanzienlijke stijging van deaardolieprijzen en de inflatie.AandelenmarktenDe afgelopen twaalf maanden gingen de ontwikkelde aandelenkoersen er 19,3% op vooruit, hun opkomende tegenhangers zelfs 18,4%. DeAmerikaanse economie deed het beter dan de Europese, omdat de eurozone afgeremd werd door de staatsschuldencrisis. Tijdens het eerste deel van deverslagperiode, tot midden april 2010, klommen de aandelenmarkten weer op tot hun hoogtepunten van na de recessie, dankzij de solidewinstresultaten. De bedrijfswinsten namen toe, zowel in kwaliteit als in kwantiteit, omdat ze meer te danken waren aan een verbeterde verkoop danaan kostenbesparingen. De markten gingen in de uitverkoop in mei en juni door de bezorgdheid bij de beleggers over de vorm van het wereldwijdeherstel, de spanningen op de staatsobligatiemarkten en in de banksector in Europa en de vrees voor een mogelijke vertraging in China. In juli was ereen nieuwe opleving dankzij de gunstige bedrijfswinsten, maar deze boost was minder sterk dan die van het voorgaande kwartaal. In augustus gingende aandelen opnieuw in de uitverkoop toen door de ongunstige indicatoren in de VS de vrees ontstond dat het land op een dubbelediprecessieafstevende. Het keerpunt kwam er toen de Fed eind augustus de mogelijkheid van een nieuwe ronde monetaire stimulansen ter sprake bracht. Deaandelenmarkten boekten dan ook hun sterkste septemberrendement van de afgelopen decennia, en trokken die winst de rest van het jaar door. Devrees voor een aanzienlijke vertraging in de VS ebde weg en dat leidde tot een hogere risicobereidheid onder de beleggers. De Ierse redding innovember veroorzaakte uiteindelijk slechts een korte correctie in de solide haussetrend. De opleving op de ontwikkelde markten hield aan tot februari2011. De markten werden toen geconfronteerd met aanzienlijke tegenwind, zoals de politieke onrust in Noord-Afrika en het Midden-Oosten, hogereaardolieprijzen en een mogelijke renteverhoging door de ECB. De natuurramp in Japan maakte het allemaal nog erger. De markten corrigeerden danook scherp begin maart. Aan het einde van de verslagperiode hadden de aandelenmarkten een herstel ingezet na deze correctie. Het inflatierisico waseen groter risico voor de aandelen van de opkomende markten, die een piek bereikten rond de jaarwisseling en sindsdien zijn achtergebleven bij hunontwikkelde tegenhangers.10

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!