07.12.2012 Views

Schepenbank 5121 47.pdf - HCC

Schepenbank 5121 47.pdf - HCC

Schepenbank 5121 47.pdf - HCC

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Schepenbank</strong> St. Michielsgestel, inv. nummer 047, periode juli<br />

1637 tot januari 1641 (oud nummer 138)<br />

=================los1===================<br />

Aktennr : los1<br />

Folio : ongenummerd<br />

Soort akte : dienstaantekening<br />

Datum : ongedateerd<br />

Latere aantekeningen door een archivaris :<br />

Protocol van allerhande akten, van 1637-1642, gemerkt 138, bevattend<br />

149 gefolieerde bladen.<br />

folio 1 en 2 blanko<br />

folio 3 en 4 losliggend, beide verso blanko<br />

folio 5 blanco<br />

folio 10, losliggend, verso blanko<br />

Tussen folio 24 en 25, een perkamenten strookje<br />

Tussen folio 78 en 79, een strookje papier.<br />

folio 143 verso- 149 blanco<br />

Ingenaaid met perkamenten overslag.<br />

=================los2===================<br />

Aktennr : los2<br />

Folio : ongenummerd<br />

Soort akte : dienstaantekening<br />

Datum : ongedateerd<br />

Latere aantekeningen door een archivaris :<br />

Protocol van allerhande aktes, voor 1637 - 1641, thans gefolieerd van 1<br />

t/m 149.<br />

folio 1 en 2 blanko<br />

folio 3 en 4 losliggend, beide verso blanko<br />

folio 5 blanco<br />

folio 10, losliggend, verso blanko<br />

Tussen folio 24 en 25, een perkamenten strookje<br />

Tussen folio 78 en 79, een strookje papier.<br />

folio 143 verso- 149 blanco<br />

Ingenaaid in perkament met overslag, gemerkt 138<br />

=================los3===================<br />

Aktennr : los3<br />

Folio : ongenummerd<br />

Soort akte : schuldbekentenis<br />

Datum : 29-11-1639


.... bevestigd volgens akte daarvan gepasseerd d.d. 27 augustus 1639.<br />

Zo is hier voor schepenen Jan Henrick van Venroij verschenen,<br />

gemachtigde en eerste brenger van die machtigingsbrief vanwege de<br />

genadige Prinses en belooft op onderpand van alle bezit van haar, dat<br />

hij de 200 gulden per jaar als lijfrente zal betalen en garanderen ten<br />

behoeve van de heer Jacobus Conti zonder tegenspreken daarin.<br />

Opgemaakt in Sint Michielsgestel in juni. (is slechts een gedeelte, zie<br />

akte hierna en verderop folio 93-r en volgende, JT)<br />

=================004===================<br />

Aktennr : 004<br />

Folio : 4-r<br />

Soort akte : schuldbekentenis<br />

Datum : 29-11-1639<br />

... bevestigd zoals in een bepaalde akte gepasseerd d.d. 27 augustus<br />

1639. Zo is hier voor schepenen verschenen Jan Henricks van Venroij,<br />

als gemachtigde en eerste brenger van deze brief en belooft op<br />

onderpand van alle bezit van genoemde genadige Prinses, dat hij de<br />

beloofde jaarlijkse lijfrente van 200 gulden ten behoeve van genoemde<br />

heer Jacobus Condi, op onderpand van het bezit van de Prinses zal<br />

relaliseren en goedkeuren zonder verweer hierin door iemand.<br />

Gepasseerd in de heerlijkheid van St. Michielsgestel op 29 november<br />

1639 in aanwezigheid van Gerart Jan Rijckaerts en Corstiaen Jan Aerts<br />

als schepenen. (Ook dit is slechts een gedeelte van hetzelfde gebeuren,<br />

er is veel in doorgestreept, lijkt op een concept, zie verderop folio 93-r<br />

en volgende, JT)<br />

=================005===================<br />

Aktennr : 005<br />

Folio : 6-r<br />

Soort akte : verklaring over eigendomsrecht<br />

Datum : 13-06-1637<br />

Wij Adriaen Jan Spierincks en Willem Daemen, schepenen van Sint<br />

Michielsgestel, verklaren dat voor ons zijn verschenen Mathijs Janssen<br />

van Beeck, oud ca. 62 jaar, Aert Peter Claessen oud ca. 54 jaar, beiden<br />

inwoners van Gestel en van beroep ´teulmannen ´(boeren, JT), nadat<br />

ze door onze vorster Peter Dircks van Taertwijck waren opgeroepen en<br />

de eed hadden afgelegd in handen van Bernaert van de Waerden bij<br />

afwezigheid van de officier, (schout, JT ) hebben ze op verzoek van<br />

Marieke weduwe van Jan Huijbrechts van den Steen, een verklaring en<br />

getuigenis afgelegd. Ze zijn ermee bekend dat de weduwe binnen St.


Michielsgestel een stuk akkerland land heeft ter plaatse genoemd het<br />

Moerschot, dat altijd overpad heeft gehad over het erf van Leonaert<br />

Adriaens dat nu eigendom is van de erfgenamen van wijlen Rogier van<br />

Berckel en ze hebben nooit anders geweten dan dat er geen andere<br />

toegang is geweest of overpad, dan alleen door dat zelfde eindgat<br />

(=hek, JT) dat nu is ´opgegraven´op last van die van Berckel. Mathijs<br />

verklaart nog dat hij nabij die plek is geboren en opgevoed en daar<br />

steeds heeft gewoond en heeft dus goede kennis van e.e.a. Genoemde<br />

Aert Peter Claessen verklaart dat hij daar sinds het jaar 1598 heeft<br />

gewoond en er dus ook goede kennis van heeft. Ter meerdere zekerheid<br />

hebben wij hier ons gemeenschappelijk schependomszegel aan<br />

bevestigd naast de handtekening van de secretaris. Datum 13 juni<br />

1637.<br />

=================006===================<br />

Aktennr : 006<br />

Folio : 6-v<br />

Soort akte : tienden<br />

Datum : 08-07-1637<br />

Wij Adriaen Jacob Diercks en Jan Janssen Michiels, schepenen van Sint<br />

Michielsgestel, verklaren onder ede, die wij bij het aanvaarden van ons<br />

ambt hebben afgelegd, op verzoek van Lenaert Adriaen Jacobs, Gerard<br />

Janssen van de Loo en Willem Janssen van de Merendonck, als pachters<br />

van de Clamptienden zijnde Boven de Loop en Beneden de Loop van<br />

Gemonde onder Boxtel, dat wij ons hebben begeven op de percelen van<br />

de tienden om de grote schade in ogenschouw te nemen aan het koren<br />

door de grote wind en onweer. Wij als schepenen samen met die<br />

pachters hebben aldaar op die percelen tot ons leedwezen<br />

geconstateerd dat niet alleen de tienden van de kanunikken maar ook<br />

de tienden van de heer pastoor van Sint Michielsgestel door de hagel en<br />

hevig onweer zijn getroffen. Als zekerheid is deze akte gezegeld. Datum<br />

8 juli 1637.<br />

=================007===================<br />

Aktennr : 007<br />

Folio : 7-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 18-07-1637<br />

Wij Rutger Corstiaen Spierincks en Jan Jan Michiels, schepenen,<br />

verklaren dat voor ons is verschenen jonker Adolf van der Voort, kolonel<br />

van het regiment te paard ten dienste van de hertog van Lorijnen, als<br />

man van joffrouw Maria dochter van wijlen jonker Jan van Raveschot en


van joffrouw Anna van Gent in hun leven verwekt, en verkopen het 1/4e<br />

part in de Palssche Heide, groot ca. 12 en een half lopenzaad akkerland,<br />

b.p. Antonis Janssen van de Berghe, jonker Arnt van Raveschot heer<br />

van Capell en Groot Waspijck waarvan is afgedeeld, Jan Goijaert Jacob<br />

Spierincks en meer anderen. Jonker Adolf van der Voort had dat deel<br />

verkregen van de ouders van zijn vrouw en verkoopt het nu aan zijn<br />

zwager jonker Jan van Raveschot en de verkoper belooft alle lasten van<br />

zijn kant af te handelen. Datum 18 juli 1637.<br />

=================008===================<br />

Aktennr : 008<br />

Folio : 7-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 18-07-1637<br />

Wij Adriaen Jacob Diercks en Jan Jan Michiels, schepenen van Sint<br />

Michielsgestel, verklaren dat voor ons is verschenen Corstiaen Jansen<br />

van Heesch en verkoopt een stuk akkerland groot ca. 6 lopenzaad<br />

gelegen in de heerlijkheid Gestel in de parochie van Gemonde ter<br />

plaatse genoemd het Willig Stuck, b.p. jonker Elbert le Lijon, de<br />

erfgenamen van Jan Franssen, Adriaen Rijckaerts van Oetelaer, de<br />

gemeenschappelijke straat. Dat stuk had Corstiaen eerder gekocht van<br />

Lambert Michiels zoals hij zei en verkoopt het nu aan Lambert Michiels<br />

ten behoeve van diens kinderen die hij al heeft of nog zal verwekken bij<br />

zijn wettige vrouw Marie Willems Lamberts van Asten, welke kinderen<br />

dat erf na dood van hun ouders zullen erven en bezitten. Als de<br />

kinderen overlijden voor de dood van hun ouders, zal het erfrecht<br />

gelden en versterft het op de naaste bloedverwanten vanwaar het bezit<br />

is gekomen. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle<br />

lasten van zijn kant af te handelen. Datum 18 juli 1637.<br />

=================009===================<br />

Aktennr : 009<br />

Folio : 7-v<br />

Soort akte : vrijwaring<br />

Datum : 29-09-1637<br />

Wij Andries Jacob Diercks, Rutger Corstiaen Spierincks, Gerard Jan<br />

Rijckaerts en Jan Jan Michiels, schepenen van Sint Michielsgestel, verder<br />

Rijckaert Janssen als borgemeester verklaren onder ede dat wij er<br />

goede kennis van hebben dat Geraert Janssen van de Loo, voor 2<br />

´weiluijden´(boeren, JT) op 11 september 1637 toen wij als schepenen<br />

in vergadering waren ten huize van onze secretaris om daar zaken te<br />

verrichten, ze ons hebben gevraagd dat wij hen twee paarden ter


eschikking zouden stellen om naar het naaste dorp te gaan zoals wij<br />

dagelijks over en weer moeten doen en dat wij toen aan Geraert<br />

Janssen van de Loo toestemming hebben gegeven voor deze 2 weilieden<br />

2 paarden te laten bezorgen. Akte is voorzien van het<br />

schependomszegel naast de handtekening van onze secretaris. Actum te<br />

Gestel op 29 september 1637.<br />

=================010===================<br />

Aktennr : 010<br />

Folio : 8-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 12-10-1637<br />

Wij Adriaen Jacob Diercks en Corstiaen Andriessen, schepenen verklaren<br />

dat voor ons zijn verschenen Willem Peter Diercks en verkoopt zijn<br />

broer Dierck Peter Diercks het 1/6e deel van een huis, tuin, hop- en<br />

akkerland met alle houtopstand samen groot ca. 3 lopenzaad gelegen in<br />

de heerlijkheid nabij de Faessenbrug in een driehoek, b.p. Jan Michiel<br />

Laureijs, de rivier de Dommel, de vestgracht, de Faessenbrug, zoals<br />

Willem dat na de dood van zijn zuster Barbara heeft geerfd. De verkoper<br />

belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten van zijn kant af te<br />

handelen. Datum 12 oktober 1637.<br />

=================011===================<br />

Aktennr : 011<br />

Folio : 8-v<br />

Soort akte : verklaring niet nakoming overeenkomst<br />

Datum : 24-10-1637<br />

Wij Adriaen Jacob Diercks en Corstiaen Andriessen, schepenen van Sint<br />

Michielsgestel, verklaren dat voor ons zijn verschenen Willem Adams<br />

oud 34 jaar en Gerard Janssen van de Loo, nadat ze hiertoe zijn<br />

opgeroepen en daarna hen de eed werd afgenomen door onze secretaris<br />

Bernaert van der Waerden in afwezigheid van de officier, hebben op<br />

verzoek van meester Mathijs Geerhovels van Boeckhaelt, die daarin<br />

gemachtigd was door de gemeente Gestel, verklaard dat zij weten dat in<br />

het jaar 1635, zonder nog de exacte dag ervan te weten, te hebben<br />

horen verklaren door meester Jan Melis advocaat, dat die een voorstel<br />

had gedaan dat hij zijn landerijen in deze heerlijkheid vanwege de<br />

contributies leeg zou laten liggen (ongebruikt, JT) en de borgemeester<br />

daarvoor dat bezit zou laten verpachten zodat zijn land niet of minimaal<br />

in de contributies zou worden aangeslagen en dat daarvoor die<br />

landerijen werden verpacht in een openbare veiling en dat hij er daarna<br />

zijn eigen profijt van zou hebben bij het verbouwen. De eerste getuige


verklaart dat hij deze woorden door meester Jan Melis heeft horen<br />

zeggen ten huize van Peter Diercks van Taertwijck, vorster alhier, in de<br />

grote kamer daar. De tweede getuige verklaart eveneens dat hij deze<br />

Melis die woorden in hetzelfde huis te Gestel heeft horen zeggen.<br />

Hiermee eindigen ze hun verklaring. Datum 24 oktober 1637.<br />

=================012===================<br />

Aktennr : 012<br />

Folio : 9-r<br />

Soort akte : aanstelling leden dorpsbestuur<br />

Datum : 16-011-1637<br />

Wij Jan Jan Roelofs presidentschepen, Adriaen Jacob Diercks, Rutger<br />

Corstiaen Spierincks, Gerard Jan Rijckaerts, Christiaen Andriessen,<br />

Corstiaen Jan Aerts en Jan Jan Michiels, schepenen van Gestel verklaren<br />

onder ede, welke eed ze bij het aanvaarden van hun ambt hadden<br />

afgelegd, dat monsieur Ingenraij vandaag volgens de door Vrouwe<br />

Prinses van Zolleren ondertekende akte zoals ons is gebleken, is<br />

aangesteld als drossaard, kastelein en stadhouder van het leenhof van<br />

Oud-Herlaer en de heerlijkheid van Sint Michielsgestel en heeft daarvoor<br />

de eed afgelegd volgens de aangehechte brief hier. Als zekerheid<br />

hebben wij ons schependomszegel aan de akte doen bevestigen naast<br />

de handtekening van onze secretaris. Datum 16 november 1637.<br />

=================013===================<br />

Aktennr : 013<br />

Folio : 9-r<br />

Soort akte : benoeming voogden<br />

Datum : 19-11-1637<br />

Wij Adriaen Jacob Diercks en Jan Jan Michiels, schepenen, verklaren dat<br />

voor ons zijn verschenen Jacob Diercks woonachtig te Sint Oedenrode,<br />

daarvoor door Antonis Peters van Tartwijck en door Aert Jan Rijckaerts<br />

aangehouden, zijnde naaste vrienden van de minderjarige kinderen van<br />

wijlen Roelof Goijaerts van der Stappen en van Anneken dochter wijlen<br />

Mathijs Geraert Wouters die als voogden de gebruikelijke eed hebben<br />

afgelegd in handen van onze secretaris Bernaert van der Waerden, bij<br />

afwezigheid van de offcier om deze minderjarige kinderen te helpen in<br />

hun bezit voor zover mogelijk. De voogden moeten later op verzoek van<br />

de kinderen een goede afrekening overleggen van hun ontvangsten en<br />

uitgaves. Datum 19 november 1637.<br />

=================014===================<br />

Aktennr : 014


Folio : 9-v<br />

Soort akte : belening/verkoop<br />

Datum : 19-11-1637<br />

Wij Adriaen Jacob Diercks en Jan Janssen Michiels, schepenen verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Jan Jacob Diercks woonachtig in Sint<br />

Oedenrode en Aert Jan Rijckaerts woonachtig te Sint Michielsgestel als<br />

beedigde voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Roelof<br />

Goijaerts van der Stappen en van Anneken dochter van Mathijs Gerardt<br />

Wouters toen ze leefden, geassisteerd door Dierck zoon van wijlen<br />

genoemde Roelof Goijaerts, oud 20 jaar zoals hij verklaarde, die ook<br />

voor zijn andere broers en zusters optreedt, daarvoor gemachtigd door<br />

schepenen van Sint Michielsgestel, verkopen in de vorm van een<br />

belening aan Ariaen Rijckaert van de Pettelaer een stuk akkerland<br />

genoemd de Hoensakker, groot ca. 2 lopenzaad gelegen in de<br />

heerlijkheid van Sint Michielsgestel, groot ca. 2 lopenzaad gelegen in<br />

Sint Michielsgestel in de parochie van Gemonde, op het land van de<br />

Woester hoeve, b.p. Jan Jacob Diercks, Jan Jan Spierincks, de<br />

gemeenschappelijke straat, voor een som geld van 50 karolusguldens,<br />

elk van 20 stuivers, voor een periode van 6 achtereenvolgende jaren,<br />

ingaande per a.s. Katarinadag anno 1637 en zo ook weer achter te<br />

laten. Na die 6 jaar mogen de kinderen het perceel weer aflossen,<br />

behalve dat die aflossing een half jaar vooraf moet worden opgezegd.<br />

Als de aflossing zal plaatsvinden moeten de kinderen of hun voogden<br />

voor 4 jaar de achterstand betalen over een kapitaal van 100 gulden,<br />

die genoemde Aert Rijckaerts uit dit stuk land heeft te vorderen. De<br />

voogden met genoemde Dierck beloven deze belening gestand te doen<br />

en alle lasten af te handelen, behalve de hierboven vermelde lasten,<br />

daarvoor verbinden ze het bezit van deze kinderen nu en in de<br />

toekomst. Datum 19 november 1637.<br />

=================015===================<br />

Aktennr : 015<br />

Folio : 11-r<br />

Soort akte : machtiging<br />

Datum : 24-11-1637<br />

Al degenen die deze brief zullen zien of horen lezen, saluut ! Wij Jan<br />

Janssen Roelofs en Andries Jacob Diercks, schepenen van Sint<br />

Michielsgestel, verklaren plechtig dat voor ons zijn verschenen Rutger<br />

Corstiaen Spierincks, Corstiaen Jan Aerts, Gerard Jan Rijckaerts,<br />

Corstiaen Andriessen en Jan Jan Michiels, onze medeschepenen, verder<br />

Jan Henricks van Venroij en Mathijs Henricks als kerkmeesters, verder<br />

genoemde Geraerd Jan Rijckaerts ook als H. Geestmeester en


orgemeester, nog Willem Bartholomeus als H. Geestmeester en<br />

borgemeester, verder Rijckaert Jan Rijckaerts en Jan Arien Rijckaerts<br />

ook borgemeesters, nog Arien Everaerts en Corstiaen Laureijs Lenaerts<br />

als gezworenen, die samen het gehele dorpsbestuur vertegenwoordigen,<br />

machtigen hierbij de geachte heer en meester Joachim de Busschere,<br />

advokaat bij de Raad van Brabant te Brussel en geven hem machtiging<br />

om namens het dorpsbestuur schriftelijk de overeenkomst op te maken<br />

en te sluiten zoals werd opgemaakt door de raadsheer Malineus te<br />

Brussel in de zaak tussen de gemeente van Sint Michielsgestel ter ener<br />

zijde en Jan Michiel Laureijssen ter andere zijden. Verder moet de<br />

gemachtigde alles daarin te doen ten behoeve van de gemeente, zoals<br />

zij dat voor ogen zouden hebben gehad ook als er daarvoor verdere<br />

volmacht of bevel nodig is. De opdrachtgevers beloven alles na te<br />

komen wat door hun gemachtigde hierin zal worden gedaan en zullen de<br />

gemachtigde daarvoor vrijwaren, daar voor verbinden ze hun personen<br />

en bezit. Wij, Jan Jan Roelofs en Adriaen Jan Dircks, naast de<br />

constituanten beloven alles daarin te volbrengen. Akte is als oorkonde<br />

opgemaakt en voorzien van het schependomszegel naast de<br />

handtekening van onze secretaris. Gegeven te Gestel op 24 november<br />

1637.<br />

=================016===================<br />

Aktennr : 016<br />

Folio : 11-v<br />

Soort akte : machtiging<br />

Datum : 24-11-1637<br />

Al diegene die deze brief zullen zien of horen lezen, saluut! Wij,<br />

Corstiaen Andriessen en Jan Jan Michiels, schepenen van de heerlijkheid<br />

Sint Michielsgestel verklaren dat voor ons is verschenen joffrouw<br />

Heijlwig van Gerwen en machtigt hierbij de geachte jonker Herman van<br />

Middegael en geeft hem machtiging en bevel haar grond, rentes,<br />

chijnsen en pachten te beheren, waar die zich ook bevinden zonder<br />

enige uitzondering, in naam van haar zoals ze dat bezit na dood van<br />

jonker Johan Pels heeft geerfd, dat bezit te aanvaarden, aan te manen,<br />

te eisen, voor de ontvangst kwijting te doen ook namens de<br />

opdrachtgeefster en namens de andere erfgenamen van genoemde<br />

jonker Johan Pels, tot een boedeldeling te komen van het bezit dat na<br />

de dood van hem werd achtergelaten, verder in het algemeen het<br />

onverdeelde bezit en het erfdeel dat ze krijgt te beheren, hetzij<br />

openbaar of uit de hand te aanvaarden zoals dat het beste kan<br />

gebeuren, dat erfdeel te aanvaarden of te verkopen op de plaats waar<br />

dat dient te gebeuren, het geld dat haar daarin toekomt te ontvangen<br />

en daarvoor kwitantie te geven ten behoeve van de opdrachtgeefster en


het geld weer op goede onderpanden te beleggen of uit te betalen. Als<br />

er geschillen of kwesties zijn over het genoemde bezit van jonker Johan<br />

Pels, moet de gemachtigde haar belangen daarin behartigen voor alle<br />

gerechtshoven of schepenbanken etc. zowel als eisende of als<br />

verdedigende partij daarin en alle procedures daarbij te volgen en de<br />

eed af te leggen. Verder moet de gemachtigde in het algemeen alles<br />

doen dat zijzelf als ze aanwezig was geweest ook gedaan zou hebben,<br />

ook al zouden er verdere volmachten nodig zijn. Genoemde joffrouwe<br />

Heijlwig van Gerwen belooft op onderpand van al haar bezit deze<br />

machtiging gestand te doen zonder tegenspraak en zal alles nakomen<br />

dat door haar gemachtigde hierin wordt gedaan en die daarvoor<br />

vrijwaren. De gemachtigde dient later wel rekening en verantwoording<br />

af te leggen en bewijs te leveren. Als zekerheid hebben wij de akte van<br />

ons schependomszegel voorzien, naast de handtekening van de<br />

secretaris. Datum 24 november 1637.<br />

=================017===================<br />

Aktennr : 017<br />

Folio : 12-v<br />

Soort akte : verklaring over gegoedheid<br />

Datum : 28-11-1637<br />

Verschenen is hier in eigen persoon Mathijs Geerhoevels van Boeckhalt,<br />

als gemachtigde voor Jacob van Delft en andere ingebieders van de stad<br />

Den Bosch, en legt hierbij zijn dokumenten over en een originele<br />

certificatie van de heer schepenen d.d. 17 november 1637, behoorlijk<br />

ondertekend en gezegeld, en ook de machtiging van genoemde heren<br />

schepenen van Den Bosch om voor de genoemde ingebieders om een<br />

´productie van thoon’ (getuigenverklaring, JT) te verkrijgen in de zaak<br />

tegen Joost Govaerts als man van Luijtgen eerder weduwe van Adriaen<br />

Scellens, tijdens zijn leven secretaris van de heerlijkheid Gestel en in die<br />

kwaliteit suppliant (indiener van verzoek, JT) ter ener zijde en<br />

genoemde ingebieder als gedaagde en rescribent ter andere zijde. Hij<br />

verklaart die getuigenverklaring te willen laten houden op a.s. 28<br />

november 1637 nadat de dienaar van de groene roede Vermandel,<br />

daarover behoorlijk van in kennis is gesteld en verzoekt daarom de<br />

personen die in de marge op zijn biljet staan vermeld te worden<br />

ondervraagd, zodat na dat verhoor die verklaring aan de schepenen ter<br />

hand kan worden gesteld.<br />

Getuigenverhoor (thoon en produktie) :<br />

Jacob van Delft als ingebieder van de stad Den Bosch ‘geinthimeerde’<br />

(ontbodene) en rescribent (beantwoorder) contra Joost Goovaerts als<br />

man van Luijtgen en daarin suplliant (indiener van verzoek, JT).


Rijckaert Jan Rijckaerts oud 50 jaar, inwoner van de heerlijkheid Gestel<br />

daarvoor opgeroepen door Antonis Peters substituut-vorster die de eed<br />

heeft afgelegd in handen van Bernaert van der Waerden, secretaris te<br />

Gestel vanwege de afwezigheid van de officier, verklaart ten behoeve<br />

van de ingebieder dat Adriaen Jacob Diericks tegenwoordig schepen<br />

zijnde gewezen presidentschepen, dat die 3 verschillende erven heeft of<br />

hoeven in diverse dorpen heeft, zowel in de heerlijkheid van Gestel, het<br />

dorp Schijndel, alsook te St. Oedenrode, waarvan alleen op twee ervan<br />

een huis is gebouwd en dat die 3 erven wel duizenden (guldens) waard<br />

zijn. Verder dat deze Adriaen Jacob Diericks als schepen is voorzien van<br />

goed bezit, zowel roerend als onroerend binnen deze heerlijkheid Gestel<br />

en dat hij zeer kredietwaardig is, een goede naam en faam geniet zodat<br />

de getuige voor hem wel borg zou staan voor enkele duizenden. Hij<br />

voert verder aan dat hij deze Adriaen als buurman goed kent en deze<br />

Adriaen gedurende lange tijd presidentschepen van Gestel was, verder<br />

kerkmeester en H. Geestmeester en nu tegenwoordig schepen alhier en<br />

in zijn leven ook de vader van Adriaen vele jaren heeft gekend die ook<br />

kredietwaardig was en een goede reputatie had. De getuige volhard in<br />

zijn verklaring . Datum 28 november 1637, getuigen als schepenen Jan<br />

Jan Roelofs, Corstiaen Jan Aerts en Jan Jan Michiels.<br />

Nicolaes Jan Claessen oud ca. 34 jaar die als gedaagde is opgeroepen en<br />

ook de eed heeft afgelegd, heeft na voorgaande lezing verklaart dat<br />

Adriaen Jacob Dircks, tegenwoordig schepen alhier en gewezen<br />

presidentschepen, 3 verschillende erven heeft, n.l. in deze heerlijkheid<br />

van Gestel, verder in Schijndel en de vrijheid van St. Oedenrode,<br />

waarvan er alleen op twee ervan huizen zijn gebouwd en dat die 3 erven<br />

wel enkele duizenden waard zijn. Verder heeft deze Adriaen nog andere<br />

goede bezittingen zowel roerend als onroerend en is daarom<br />

kredietwaardig en heeft een goede reputatie en de getuigen zou voor<br />

hem wel voor enkele duizenden borg willen staan. Hij verklaart verder<br />

dat hij jarenlang een buurman van Jacob is geweest en dat Adriaen vele<br />

jaren presidentschpen was en ook kerkmeester, heilige geestmeester en<br />

nu schepen en ook diens vader goed heeft gekend met de zelfde<br />

kredietwaardigheid en reputatie. Na voorlezing volhardt de getuige in<br />

zijn verklaring. Peter Diercks van Tartwijck, vorster en meier alhier, oud<br />

circa 55 jaar, nadat hij de eed heeft afgelegd en nadat hem de<br />

certificatie was voorgehouden, verklaart dat Adriaen Jacob Diercks<br />

tegenwoordig schepen hier en gewezen presidentschepen, 3<br />

verschillende erven of hoeves in eigendom heeft in diverse dorpen<br />

heeft, zowel in deze heerlijkheid Gestel, het dorp Schijndel als in de<br />

vrijheid van Sint Oedenrode, waarop slechts op twee ervan huizen staan<br />

en dat deze 3 erven of hoeves wel enkele duizenden waard zijn. Ook dat


daarenboven deze Adriaen Jacob Diercks verder is voorzien van andere<br />

goede bezittingen, zodat hij in deze heerlijkheid goed bekend staat en<br />

kredietwaardig is en wel zodanig dat hij als deponent wel bereid zou zijn<br />

met enkele duizenden borg voor hem te staan. De deponent voert nog<br />

aan dat genoemde Adriaen zolang hij leeft hij jarenlang naaste buur was<br />

van deze presidentschepen, die ook kerkmeester en H. Geestmeester is<br />

geweest en thans gewoon schepen en dat ook diens vader voldoende<br />

kredietwaardig is geweest en een goede naam had. De deponent<br />

volhardt in zijn verklaring dat de inhoud van de certificatie volgens de<br />

waarheid is. Datum en getuigen als boven.<br />

=================018===================<br />

Aktennr : 018<br />

Folio : 14-r<br />

Soort akte : poorterschap Den Bosch<br />

Datum : 28-11-1637<br />

Jan Janssen Roelofs presidentschepen van de heerlijkheid Gestel, oud<br />

circa 59 jaar, Gerart Janssen Molder oud circa 55 jaar, en de eerste drie<br />

deponenten uit de vorige akte, te weten Rijckaert Jan Rijckaerts,<br />

Nicolaes Jan Claessen en Peter Diercks van Taertwijk, hebben na het<br />

dagement (oproep, dagvaarding, JT) en nadat hen de eed was<br />

afgenomen, op de inhoud van het 14e artikel in het verweerschrift en<br />

terzake van de inhoud van de produktie (getuigenverklaring, JT) zoals<br />

die aan hen deponenten hier is voorgelezen in de vorm van een ´turbe´<br />

(soort inwonersraadpleging van meerdere personen, JT) verklaard dat er<br />

geen poorters van de stad Den Bosch die buiten de stad wonen,<br />

gearresteerd kunnen worden en daar op de poort gevangen gezet,<br />

zonder dat er daarvoor eerst een vonnis is afgegeven, maar wel dat<br />

dergelijke poorters voor de eerwaarde heren wethouders of schepenen<br />

aldaar in rechte kunnen worden aangesproken, hetzij met een request<br />

of na voorgaande dagvaarding op de rol. Ze voeren verder aan dat<br />

enkele van de deponenten daar poorters zijn en ondanks dat, toch op de<br />

poort gevangen zijn gezet, terwijl ze het biljet of de akte van<br />

poorterschap hadden getoond, waarin de wethouders verklaren die voor<br />

kosten etc. te vrijwaren en vrij te laten, zoals onlangs is gebeurd met de<br />

persoon van Peter Diercks van Tartwijck, mededeponent en meer<br />

anderen en omdat het volgens hun weten ook altijd zo heeft<br />

plaatsgevonden. Verder verklaren de deponenten te hebben horen<br />

zeggen dat Leonaert Adriaen Jacobs poorter van de stad is. Datum als<br />

boven, getuigen als schepenen Corstiaen Jan Aerts, Jan Jan Michiels. De<br />

akte is als oorkonde opgemaakt en voorzien van het schependomszegel<br />

naast de handtekening van de secretaris.


=================019===================<br />

Aktennr : 019<br />

Folio : 14-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 28-11-1637<br />

Wij, Adriaen Jacob Diercks en Jan Jan Michiels, schepenen alhier,<br />

verklaren dat voor ons is verschenen Antonis Peter Arien Meussen en<br />

verkoopt aan Lambert Aert Eijmberts het 1/3e deel van een stuk<br />

akkerland, groot ca. 3 lopenzaad en 8 roedes, gelegen in de heerlijkheid<br />

van Sint Michielsgestel, b.p. Jacob Mathijs Spierincks, Adriaen Everaerts,<br />

de gemeenschappelijke straat, zoals hij dit 1/3e deel van zijn ouders<br />

heeft geerfd zoals hij zei. De verkoper belooft de verkoop gestand te<br />

doen zonder tegenspraak en alle lasten van zijn kant af te handelen,<br />

behalve 1 stuiver chijns per jaar aan de heer van Herlaer op St.<br />

Michielsdag. Datum 28 november 1637.<br />

=================020===================<br />

Aktennr : 020<br />

Folio : 15-r<br />

Soort akte : aanstelling leden van het dorpsbestuur<br />

Datum : 15-12-1637<br />

Wij, schepenen van de heerlijkheid St. Michielsgestel verklaren onder de<br />

eed die wij bij het aanvaarden van ons ambt hebben afgelegd, op<br />

verzoek van de drossaard Ingenraij, dat toen hij zijn ambt aanvaardde<br />

op het moment dat er op de gebruikelijke plaats en tijd een ´genecht´of<br />

geding was geweest te Gestel, dat er toen brieven van ´maintenue´<br />

(handhaving, JT) werden getoond door jonker Henrick le Lijon, die deze<br />

in de Raad van Brabant in ´s-Gravenhage had verkregen en hier op de<br />

kerkdeur had laten aanbrengen en daardoor was aangewezen, maar die<br />

brief is daarna door de inkwartiering van ca. 300 paarden onder het<br />

commando van de heer luitenant-generaal van de cavallerie van<br />

mijnheer Staeckenborg, ´desert’ gebleven (verdwenen, JT). Verder dat<br />

genoemde le Lijon nooit echt de funktie van drossaard heeft<br />

uitgeoefend, noch daarvoor de eed heeft afgelegd, noch een geding had<br />

laten houden, maar alleen voor zover men begrijpt een eed aan een<br />

particulier persoon had afgelegd, die zelf ook al niet beedigd was. Maar<br />

al mocht hij van de laatstoverledene drossaard opdracht hebben gehad<br />

diens ambt over te nemen of diens plaats als stadhouder in te nemen,<br />

dan komt desondanks bij overlijden van genoemde le Lijon, die<br />

machtiging te vervallen. Ter meerdere zekerheid hebben wij de akte van<br />

ons schependomszegel voorzien, naast de handtekening van de<br />

secretaris. Datum 15 december 1637.


=================021===================<br />

Aktennr : 021<br />

Folio : 15-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 08-01-1638<br />

Wij, Adriaen Jacob Diercks en Corstiaen Andriessen, schepenen van de<br />

heerlijkheid St. Michielsgestel verklaren dat voor ons is verschenen<br />

Lambert Aert Eijmberts en verkoopt aan Joost Janssen van Gerwen het<br />

1/3e deel van een stuk akkerland, groot ca. 3 lopenzaad en 8 roedes,<br />

gelegen in deze heerlijkheid ter plaatse genoemd Thede, b.p. Jacop<br />

Mathijs Spierincks, Adriaen Everaerts, de gemeenschappelijke straat,<br />

zoals Lambert had gekocht met schepenbrief van de heerlijkheid Gestel<br />

d.d. 28 november 1637. De verkoper belooft de verkoop gestand te<br />

doen en alle lasten van zijn kant af te handelen behalve een stuiver<br />

chijns aan de heer van Herlaer op St. Michielsdag. Als zekerheid hebben<br />

wij ons schependomszegel aan de akte bevestigd naast de handtekening<br />

van de secretaris. Datum 8 januari 1638.<br />

=================022===================<br />

Aktennr : 022<br />

Folio : 16-r<br />

Soort akte : benoeming van voogden<br />

Datum : 18-01-1638<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Christiaen Andriessen, schepenen<br />

verklaren dat voor ons is verschenen de geachte Dierck Delissen<br />

wonend op de Dungen in het vrijdom van de stad Den Bosch,<br />

gearresteerd door Antonis Peters van Taertwijck, onze vorster, als zijnde<br />

die van de naaste aangetrouwde familie van de 2 minderjarige kinderen<br />

van Peter Goijaert Jacobs verwekt bij wijlen zijn wettige vrouw Catalijn<br />

dochter van wijlen Peter Eijmbert Peters, die als voogd over die 2<br />

kinderen de eed heeft afgelegd om als zodanig op te treden voor het<br />

verkopen van een zeker huis, schuur en brouwhuis, staande in de<br />

heerlijkheid Gestel tegenover de Dungense kerk, hetgeen niet kan<br />

gebeuren zonder een of meer wettige voogden. Men belooft de<br />

voogdijschap te laten eindigen zodra het bezit is verkocht en er daarna<br />

deling heeft plaatsgehad zonder dat hij enig bewijs of rekenschap aan<br />

deze kinderen hoeft af te leggen. Datum 18 januari 1638.<br />

=================023===================<br />

Aktennr : 023<br />

Folio : 16-r


Soort akte : machtiging<br />

Datum : 27-01-1638<br />

Al degenen die deze brief zullen zien of horen lezen, saluut! Wij, Jan<br />

Janssen Roelofs en Rutgher Corstiaen Spierincks, schepenen verklaren<br />

dat voor ons is verschenen de edele jonker Geraert van Boecop onze<br />

mede-inwoner en machtigt hierbij zijn zoon jonker Christoffel van<br />

Boecop en geeft hem machtiging en opdracht om namens hem 2<br />

stukken hooiland te verkopen aan elkaar gelegen te Vlijmen, meestal<br />

genoemd de Zangershorst, groot circa 10 morgens. De gemachtigde<br />

moet de koper de verkoop ervan garanderen voor schepenen van de<br />

stad Den Bosch of waar zulks gewoonte is te doen en verder alles daarin<br />

handelen zoals hij zelf als opdrachtgever ook voor ogen gehad zou<br />

hebben, ook al zou er daarbij meer machtiging of bevel nodig zijn. De<br />

opdrachtgever belooft alles na te komen wat door zijn gemachtigde<br />

hierin gedaan zal worden en zal hem vrijwaren voor kosten etc. De<br />

gemachtigde moet later wel rekenschap doen en bewijs overleggen van<br />

zijn ontvangsten en administratie. Datum 27 januari 1638.<br />

=================024===================<br />

Aktennr : 024<br />

Folio : 16-v<br />

Soort akte : afstand van vruchtgebruik<br />

Datum : 01-02-1638<br />

Wij, Corstiaen Andriessen en Jan Jan Michiels, schepenen in de<br />

heerlijkheid van St. Michielsgestel, verklaren dat voor ons is verschenen<br />

Mariken dochter van wijlen Stans Adriaens weduwe van Laureijs<br />

Corstens en doet afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake een<br />

hoeve groot ca. 4 lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gestel, ter<br />

plaatse genoemd Theede aan de Lege Heijkant daar, b.p. Willem<br />

Bartholomeus, Willem Philips, Jacob Mattijs Spierincks, jonker Engelbert<br />

´t Broeck, schout te Etten. Nog haar vruchtgebruik in een stuk<br />

akkerland groot ca. 4 lopenzaad, gelegen in deze heerlijkheid Gestel, ter<br />

plaatse genoemd de Blessenakker, b.p. Jan Wouters van Gemert, Willem<br />

Bartholomeussen, meester Dirck van de Velde, de gemeenschappelijke<br />

Vaerweg daar. Nog inzake een stuk akkerland groot ca. anderhalf<br />

lopenzaad gelegen in Gestel ter plaatse genoemd de Sandtberch, b.p.<br />

Willem Bartholomeussen, Cornelis Andriessen, de gemeenschappelijke<br />

Varenwech. Nog haar recht in een stuk akkerland genoemd het Hopveld<br />

groot circa 3 lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gestel, ter plaatse<br />

genoemd de Volmeer, b.p. Willem Bartholomeussen, de erfgenamen van<br />

Heijman Wouters, de gemeenschappelijke straat. Nog inzake een stuk<br />

akkerland groot ca. 2 lopenzaad, gelegen in deze heerlijkheid ter plaatse


genoemd de Willigenakker, b.p. jonker Herman van Middegael, jonker<br />

Engelbert van de Broeck, Stan Stans Moelenmaecker, de<br />

gemeenschappelijke Varenwech. Ze draagt haar vruchtgebruik nu over<br />

aan haar kinderen Corstiaen Laureijssen, aan Stans Laureijssen, Jan<br />

Laureijssen, Henrick Laureijssen, Marieke Laureijssen en aan Cathelijn<br />

Laureijssen, verwekt bij wijlen Laureijs Corstens haar man toen hij<br />

leefde en aan Jan zoon Joost Janssen de Visser als man van Petronella<br />

dochter van genoemde Laureijs Corstens en van Marike, en aan Peter<br />

Peters als man van Jenneken, ook dochter van genoemde Laureijs en<br />

Marieke, die daarvan het vruchtgebruik en erfrecht zullen hebben. Ze<br />

belooft deze overdracht altijd gestand te doen zonder tegenspraak en<br />

zal alle lasten daarin van haar kant afhandelen, behalve de pachten en<br />

chijnsen etc. waarmee het bezit is bezwaard en behalve de schulden die<br />

hun moeder daarop tot vandaag de dag toe heeft gemaakt. Datum 1<br />

februari.<br />

=================025===================<br />

Aktennr : 025<br />

Folio : 17-v<br />

Soort akte : belening<br />

Datum : 05-02-1638<br />

Wij, Adriaen Jacob Diercx en Jan Jan Michiels, schepenen, verklaren dat<br />

voor ons is verschenen Dierick Peter Diericks als inwoner van St.<br />

Michielsgestel en verkoopt in de vorm van een belening aan Jan Dierick<br />

Adriaens een stuk akkerland groot ca. 2 lopenzaad gelegen in St.<br />

Michielsgestel ter plaatse genoemd Dochel, b.p. Jan Rutten,<br />

Peter Franssen, de Dochelsche Beemden, de Hoevelstraat daar en wel<br />

voor 100 karolusguldens, elke gulden van 20 stuivers, voor 4<br />

achtereenvolgende jaren. De belening zal ingaan per St. Maartensdag<br />

anno 1638 en zo ook weer na te laten. Dierck zal de belening mogen<br />

aflossen als hij aan Jan Diercks die 100 gulden betaalt, maar hij moet<br />

bij aflossing wel een half jaar vooraf opzeggen. Dierck Peters belooft<br />

deze verkoop gestand te doen en de koper zal alle lasten etc. in die<br />

periode afhandelen, behalve een jaarlijkse rente van 35 stuivers aan de<br />

H. Geest van Gemonde of aan diegenen die er recht op hebben. Datum<br />

5 februari 1638.<br />

In marge :<br />

OP 12 maart 1642 is voor mij secretaris verschenen Jan Dierck Adriaens<br />

en heeft bekend voor deze belening van 100 guldens door Jacop<br />

Adriaens volledig te zijn betaald en doet daarom afstand van deze<br />

belening ten behoeve van Jacob Adriaens. Quod attestor : Bernaert van<br />

der Waerden, secretaris.


=================026===================<br />

Aktennr : 026<br />

Folio : 18-r<br />

Soort akte : afstand van vruchtgebruik<br />

Datum : 05-02-1638<br />

Wij, Corstiaen Andriessen en Jan Jan Michiels, schepenen verklaren dat<br />

voor ons is verschenen Jenneken dochter van wijlen Dierck Mathijssen<br />

weduwe van Peter Diericks van Tartwijck in zijn leven vorster van St.<br />

Michielsgestel en doet afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake<br />

alle roerend en onroerend bezit, behalve het vruchtgebruik in een akker<br />

en houtopstand gelegen in St. Michielsgestel groot ca. 6 lopenzaad, ter<br />

plaatse genoemd de Sleecbeecken, b.p. Daem Peters, joffrouw Johanna<br />

de Coenen, Jan Diericks van de Ven, Adriaen Gijsberts van<br />

Croenenburg. Ze draagt haar rechten nu over aan Antonis Peters van<br />

Taertwijck, aan Eijmbert Diericks als man van Dierick en aan Jan<br />

Boudewijns als man van Mechteld, zijnde de voorkinderen van wijlen<br />

Peter Diericks verwekt bij wijlen Mechteld dochter van Merten<br />

Coenraets, zijn eerste vrouw. Die kinderen krijgen daarvan het<br />

vruchtgebruik en erfrecht en Jenneken belooft dit afstanddoen zonder<br />

enige tegenspraak na te komen. Datum 5 februari 1638.<br />

=================027===================<br />

Aktennr : 027<br />

Folio : 18-v<br />

Soort akte : minnelijke overeenkomst<br />

Datum : 05-02-1638<br />

Indertijd had Peter Diericks van Taertwijck toen hij leefde als vorster<br />

van St. Michielsgestel op 8 december van het jaar 1637 met zijn tweede<br />

vrouw Jenneken Dierick Mathijsen zijn testament opgemaakt waarin o.a.<br />

was vastgelegd dat Jenneken haar leven lang het vruchtgebruik zou<br />

houden van al het door hen verworven bezit, nog een rente van 12<br />

gulden per jaar te Heesch. Daarom is hier deze Jenneken verschenen als<br />

partij ter ener zijde en de kinderen van Peter Diercks uit zijn eerste<br />

huwelijk, n.l. Antonis, Jan Pauwels als man van Mechteld, Eijmbert<br />

Diericks als man van Diericxken, alle kinderen van Peter ter andere zijde<br />

en verklaren over hetgeen in het testament is bepaald het volgende te<br />

zijn overeengekomen. De genoemde kinderen zullen aan Jenneken haar<br />

eenmalig 300 gulden betalen, elk van 20 stuivers, de helft ervan nu<br />

meteen en de andere helft per a.s. St. Bavo dit jaar 1638, met een<br />

behoorlijke rente van 6 % en verder deze Jenneken zolang ze leeft het<br />

vruchtgebruik laten houden van een akker met de houtopstand groot ca.<br />

6 lopenzaad ter plaatse genoemd de Sleebeecken, en verder beloven ze


Jenneken nu meteen een goed bed te geven met toebehoren, nog een<br />

pot, ketel etc. en verdere uitzet al naar gelang, waarmee Jenneken dan<br />

is uitgekocht uit alle samen ingebracht en verkregen bezit, zonder dat<br />

ze van de erfgenamen van Peter verder nog iets zal opeisen. Verder<br />

beloven de kinderen alle schulden in het sterfhuis (nalatenschap, JT)<br />

van Peter te zullen betalen en Jenneken daarvoor te vrijwaren en<br />

daarvoor niet zal worden aangemaand. Voor deze belofte verbinden<br />

genoemde Antonis, Jan en Embert hun bezit en personen, samen en<br />

hoofdelijk en beloven zich te onderwerpen aan de vrijwillige rechtspraak<br />

door schepenen en zich daarin te laten veroordelen indien nodig. Als<br />

zekerheid hebben wij als schepenen ten behoeve van de verzoekers hen<br />

daarin bij vonnis veroordeeld zodat ze als schuldenaars e.e.a. zullen<br />

nakomen. Daarom doet Jenneken afstand van haar rechten van<br />

vruchtgebruik waarop ze middels het testament rechten had en partijen<br />

verklaren over en weer deze minnelijke overeenkomst te hebben<br />

gesloten en men wil goede vrienden blijven. Men doet verder afstand<br />

van uitzonderingsposities en privileges etc. Datum en getuigen als<br />

boven.<br />

=================028===================<br />

Aktennr : 028<br />

Folio : 19-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 19-02-1638<br />

Wij, Jan Janssen Roeloffs en Rutger Corstiaen Spierincks schepenen van<br />

St. Michielsgestel verklaren dat voor ons zijn verschenen Henrick<br />

Eijmberts en Andries Antonisen van de Merendonck als beedigde<br />

voogden over de 4 minderjarige kinderen van wijlen Peter Eijmbert<br />

Peters en diens vrouw Jenneke dochter van Antonis van de Merendoncq<br />

toen ze leefde, met toevoeging van Peter Gijsbert Jacobs als vader van<br />

de 2 minderjarige kinderen verwekt bij wijlen diens vrouw Katarina ook<br />

dochter van genoemde Peter Peter Eijmberts en Jenneken en nog Dierck<br />

Delisse als voogd over de twee genoemde kinderen van Peter Goijaert<br />

Jacobs en Katarina en verkopen nu aan Jan Janssen de Witte een huis,<br />

schuur, brouwhuis en brouwinstallatie met de tuin, boomgaard en<br />

hopland, samen groot ca. 3 lopenzaad gelegen in St. Michielsgestel ter<br />

plaatse genoemd de Engel, tegenover de Dungense kerk, b.p. de<br />

erfgenamen van Henrick Janssen van Iersel, de kinderen van Willem<br />

Janssen, Claes Jan Delissen, de minderjarige kinderen van genoemde<br />

Peter Eijmberts, de gemeenschappelijke straat. Dat bezit hadden deze<br />

kinderen na de dood van hun ouders geerfd en wordt nu met<br />

toestemming van de heren schepenen d.d. 18 januari 1638 verkocht. De<br />

verkopers mede op onderpand van het bezit van de kinderen beloven de


verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen, behalve een<br />

jaarlijkse rente van 4 gulden aan het klooster te Heusden, nog een<br />

rente van 3 gulden aan Iken van Dungen in de stad Den Bosch zijnde<br />

aflosbaar. Verder moet de koper ´vrede´ onderhouden voor dit huis en<br />

de afpaling met de Zwaan. (de omheining of erfafscheiding<br />

onderhouden, JT). Datum 19 februari 1638.<br />

=================029===================<br />

Aktennr : 029<br />

Folio : 20-r<br />

Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 25-02-1638<br />

Wij, Corstiaen Andriessen en Corstiaen Jan Aerts, schepenen verklaren<br />

dat voor ons zijn verschenen Corst, Stans, Jan, Handrick en Catalijn,<br />

kinderen van wijlen Laurens Corstens in zijn leven verwekt bij zijn<br />

wettige vrouw Marieken dochter van wijle Stans Adriaens, verder Jan<br />

Joosten de Visser als man van Petronella, Peter Peters als man van<br />

Jenneken en nog Willem Meus en Stans Stans Moelenmaeckers als<br />

voogden over hun zuster Marieken die nog minderjarig is, ook dochter<br />

van genoemde Laureijs en Marieken en verklaren een deling te hebben<br />

gemaakt inzake alle bezit gelegen in deze heerlijkheid Gestel, waarvoor<br />

Marieken afstand van haar recht van vruchtgebruik heeft gedaan op 1<br />

februari 1638 voor schepenen van Gestel ten behoeve van haar 8<br />

kinderen. Bij deze deling is het lot voor de minderjarige kinderen<br />

getrokken door Bernaert van der Waerden onze secretaris als daarvoor<br />

gemachtigd bij afwezigheid van de officier.<br />

Genoemde Corsten krijgt de helft van een stuk akker genoemd het<br />

Heijvelt groot in totaal 4 lopenzaad, ter plaatse genoemd de Leege<br />

Heijcant, b.p. Willem Bartholomeussen, Peter Peters als mededeler,<br />

Jacob Mathijs Spierincks, jonker Engelbert van de Broeck. Uit dit erfdeel<br />

moet Corsten jaarlijks 8 gulden betalen in een rente van 12 gulden aan<br />

Willem Loenissen in de Wan in Den Bosch en hij moet het hek<br />

onderhouden volgens de oude brieven ervan.<br />

Genoemde Peter Peters krijgt de andere helft van het genoemde<br />

heijveld, b.p. Willem Philipsen, Corst Laureijs, Jacob Mathijs Spierincks,<br />

jonker Engelbert van den Broeck schout te Etten. Dit erfdeel moet<br />

jaarlijks 4 gulden betalen uit een rente van 12 gulden aan Willem Loenis<br />

in de Wan in Den Bosch.<br />

Genoemde Stans krijgt de helft van een stuk akkerland genoemd het<br />

Hopveld, groot ca. anderhalf lopenzaad in de heerlijkheid Gestel, ter


plaatse genoemd de Volmeer, b.p. Heijmen Wouters, Jan Joosten als<br />

mededeler, het erf van de Weijerserfgenamen, de gemeenschappelijke<br />

straat. Uit deze portie jaarlijks de helft te betalen van een rente van 3<br />

gulden en 5 stuivers aan Dirck Adriaens, schaliedekker in de stad Den<br />

Bosch, nog de helft van een rente van 5 oortstuivers aan de heer van<br />

Herlaer. Verder moet dit erfdeel 7 gulden betalen ter afhandeling van de<br />

gezamelijke schulden.<br />

Genoemde Jan Joosten krijgt de helft in het hiervoor genoemde stuk<br />

land genoemd het Hopveld, voor de helft groot ca. anderhalf lopenzaad<br />

ter plaatse genoemd de Volmeer, b.p. Willem Bartholomeussen, Stans<br />

Laureijs als mededeler, de Weijerserfgenamen, de gemeenschappelijke<br />

straat. Uit dit erfdeel moet Jan jaarlijks de helft betalen van een rente<br />

van 3 gulden 5 stuivers aan Dierck Adriaens, schaliedekker in Den<br />

Bosch, nog de helft van 5 oorstuivers als gewinchijns aan de heer van<br />

Herlaer, nog 7 gulden eens te betalen vanwege de gezamelijke<br />

schulden.<br />

Genoemde Jan Laureijssen krijgt het 1/3e deel in de Blessenakker zijnde<br />

het eerste stuk zoals daar is afgepaald, b.p. Jan Wouters van Gemert,<br />

Henrick Laureijs als mededeler, jonker Engelbert van de Broeck, de<br />

gemeenschappelijke vaarweg. Uit dit erfdeel moet Jan jaarlijks in 3<br />

verschillende pachtbrieven in totaal 24 en een halve gulden en 1 stuiver<br />

betalen, de ene aan Leemputten zijnde 12 gulden, de andere van 6<br />

gulden en 5 stuivers aan de blokmeesters in de Vuchterstraat en de<br />

andere aan Daem Peters 6 gulden en 6 stuivers, (de 2 laatste rentes<br />

qua bedrag om te draaien, zie de andere twee erfdelen, JT), verder nog<br />

jaarlijks het 1/3e part van de gewinchijns waarvoor de Blessenakker<br />

wordt aangeslagen door de heer van Herlaer.<br />

Genoemde Henrick Laureijs krijgt het middelste deel in de Blessenakker<br />

zoals afgepaald zal worden, b.p. Jan Laureijs als mededeler, zijn zuster<br />

Catharina, meester Dirck van de Velde en meer anderen, de<br />

gemeenschappelijke Vaarweg. Uit dit erfdeel moet Henrick het 1/3e deel<br />

betalen van 3 diverse rentes, totaal 24 en een halve gulden en 1<br />

stuiver, de ene aan van de Leemputten van 12 gulden, de andere van 6<br />

gulden en 6 stuivers aan de blokmeesters in de stad Den Bosch en aan<br />

Daem Peters 6 gulden 5 stuivers, verder het 1/3 deel van de<br />

gewinchijns uit dit stuk akkerland.<br />

Genoemde Catarijn krijgt het 1/3e part van de Blessenakker, zijnde het<br />

derde stuk zoals wordt afgepaald, b.p. Willem Bartholomeus, haar broer<br />

Henrick Laureijs, meester Dirck van de Velde, de gemeenschappelijke<br />

Vaarweg. Uit dit erfdeel moet ze jaarlijks het 1/3e deel betalen in 3


verschillende rentes, in totaal 24 en een halve gulden en 1 stuiver,<br />

waarvan 12 gulden aan van de Leemputte, aan de blokmeesters in Den<br />

Bosch 6 gulden en 6 stuivers en aan Daem Peters 6 gulden 5 stuivers en<br />

daarnaast nog het 1/3e deel van de gewinchijns waarmee het stuk<br />

akkerland is belast.<br />

De genoemde voogden ten behoeve van Marike als minderjarige dochter<br />

krijgen een stuk akkerland groot ca. anderhalve lopenzaad, gelegen<br />

binnen St. Michielsgestel ter plaatse genoemd de Sandtberch, b.p.<br />

Willem Bartholomeus, Cornelis Andriessen, de gemeenschappelijke<br />

Vaarweg. Uit dit deel jaarlijks een rente te betalen van 5 gulden en 5<br />

stuivers aan de weduwe van Guiliam Appotheker in Den Bosch.<br />

De delers beloven over en weer afstand te doen van aanspraken op<br />

elkaar erfdeel. Ze beloven de deling gestand te doen zonder<br />

tegenspraak daarin. Als een erfdeel minder waard wordt of als er meer<br />

lasten op blijken te drukken dan nu bekend is, zullen ze dat samen<br />

vergoeden. Ieder zal de lasten op het eigen erfdeel zodanig betalen dat<br />

de andere erfdelen daarvoor zijn gevrijwaard. Verder zal men elkaar<br />

overpad verlenen en aan anderen die daar van oudsher recht op hebben<br />

met de minste schade. Alle achterstallige pachten en rentes en de<br />

kosten van de uitwinning van de heer van Herlaer, zullen ze samen<br />

betalen. Datum 25 februari 1638. (de uitwinning hier te lezen dat bij<br />

erfopvolging er een extra heffing van de chijns wordt betaald, JT)<br />

=================030===================<br />

Aktennr : 030<br />

Folio : 22-v<br />

Soort akte : vrijwaring<br />

Datum : 25-02-1638<br />

Voor schepenen zijn verschenen Stans en Jan, broers en zoons van<br />

wijlen Laureijs Corsten en beloven samen en hoofdelijk op onderpand<br />

van hun bezit dat ze de personen van Willem Bartholomeus Haegelaer<br />

en Stans Stans Moelenmaeckers altijd zullen vrijwaren voor het feit dat<br />

Willem en Stans gisteren het lot hebben ontvangen voor Marieke hun<br />

minderjarige zuster, dochter van wijlen Laureijs Corsten, in de<br />

boedeldeling uit de vorige akte voor schepenen van St. Michielsgestel,<br />

zodat ze daarover niet worden lastiggevallen, noch hun erfgenamen of<br />

familie op geen enkele wijze omdat ze daaruit verder geen ontvangsten<br />

van hebben gehad. Actum als boven.<br />

=================031===================<br />

Aktennr : 031


Folio : 22-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 25-02-1638<br />

Voor schepenen is gekomen Stans Laureijs en verkoopt zijn zwager Jan<br />

Joost de Visscher, de helft van een stuk akkerland groot ca. 3 lopenzaad<br />

gelegen te Gestel, ter plaatse genoemd de Volmeer, b.p. Heijman<br />

Wouters, Willem Bartholomeussen, de erfgenamen van Weijers, de<br />

gemeenschappelijke heide, zoals hij die helft vandaag toebedeeld heeft<br />

gekregen in de boedeldeling. De verkoper belooft de verkoop gestand te<br />

doen en alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve de jaarlijkse<br />

rentes, chijnsen en pachten waarmee het stuk grond is belast, maar alle<br />

andere schulden blijven voor rekening van de verkoper zowel de<br />

achterstand als de schulden zelf. Actum als boven.<br />

=================032===================<br />

Aktennr : 032<br />

Folio : 23-r<br />

Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 26-02-1638<br />

Wij, Jan Jan Roelofs en Jan Jan Michiels, schepenen van St.<br />

Michielsgestel verklaren dat voor ons is verschenen Adriaen zoon Jan<br />

Adriaens van de Ven, door wijlen deze Jan verwekt bij diens wettige<br />

vrouw Catharina dochter van wijlen Jan Michiels, en verder Catharina<br />

ook dochter van wijlen genoemde Jan met haar voogd en verklaren een<br />

wettige deling te hebben gemaakt van het bezit binnen St.<br />

Michielsgestel dat door hun ouders is nagelaten.<br />

Genoemde Adriaen krijgt een esthuijs (drooghuis, JT) met tuin,<br />

boomgaard, hopland en teulland, alles bij elkaar gelegen groot ca. 3<br />

lopenzaad in St. Michielsgestel ter plaatse genoemd het Stockeind, b.p.<br />

Adriaen Janssen Spierincks, zijn zuster Catharina, Peter Jan Peter<br />

Dickmelck, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij een stukje<br />

akkerland of hopland groot ca. 3 lopenzaad binnen St. Michielsgestel<br />

genoemd het Moerschot, b.p. Anthonis Handricx, Jan Michiel Laureijs,<br />

wijlen jonker Johan Coenen. Nog een akkerland groot 1 lopenzaad in St.<br />

Michielsgestel, ter plaatse genoemd de Hoochstraat, b.p. Anthonis<br />

Handricks, genoemde Cathatrina mede-erfgename, Peter Jan Peters, de<br />

gemeenschappelijke straat. Uit dit erfdeel een rente van 10 gulden te<br />

betalen aan Joost de Gelaesemeker in de stad Den Bosch af te lossen<br />

met 150 gulden, nog een jaarlijkse rente van 6 gulden en 5 stuivers aan<br />

Maijken Aerts, begijn op het Grote Begijnhof in Den Bosch ook aflosbaar<br />

met 100 gulden, nog de helft van een rente van 3 gulden en 10 stuivers


aan de weduwe van Willebroers van der Bracht, nog het hek aan het<br />

Moerschot te moeten onderhouden.<br />

Genoemde Catharina krijgt een huis, tuin, boomgaard met teulland,<br />

alles aan elkaar gelegen, samen groot ca. 3 lopenzaad te St.<br />

Michielsgestel ter plaatse genoemd het Stockeijnd, b.p. Geraert Aerts<br />

met meer anderen, haar broer Ariaen, Peter Jan Peters, de<br />

gemeenschappelijke straat. Nog krijgt ze een stuk akkerland deels<br />

hopland en deels houtwas, groot ca. 3 lopenzaad te St. Michielsgestel,<br />

ter plaatse genoemd het Moerschot, b.p. jonker Johan de Koenen, Jan<br />

Michiel Laureijs. Nog krijgt ze een stuk akkerland groot ca. 1 lopenzaad,<br />

gelegen te Michielsgestel ter plaatse genoemd de Hoogstraat, b.p. Jan<br />

Adriaen Janssen Spierincks, haar broer Adriaen, Peter Jan Peters, de<br />

gemeenschappelijke straat. Uit deze portie moet Catharina jaarlijks aan<br />

de heer van Herlaer een cijnshoen op St. Michielsdag betalen, nog<br />

jaarlijks een rente van 12 gulden aan Peter Daemen, aflosbaar met 200<br />

gulden eens, nog een jaarlijkse rente van 9 gulden aan Jan Roelofs de<br />

Gelaesemeker aflosbaar met 150 karolusguldens, nog een jaarlijkse<br />

rente van 6 gulden aan de erfgenamen van wijlen Rogier van Berckel<br />

aflosbaar met 100 karolusguldens, nog de helft van een jaarlijkse rente<br />

van 3 gulden en 10 stuivers te betalen aan de weduwe van Wilbroort<br />

van de Bracht.<br />

De delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel<br />

en beloven de deling zonder tegenspraak gestand te doen. Als iemands<br />

bezit minder waard wordt of als er meer lasten op blijken te drukken<br />

zullen ze dat samen betalen, ieder voor diens deel. Verder zal ieder de<br />

lasten op het eigen erfdeel zodanig betalen dat de erfdelen van de<br />

anderen ervoor zijn gevrijwaard. Alle achterstand ten tijde van de deling<br />

en het uitwinnen van de genoemde chijns aan de heer zullen ze ook<br />

samen betalen, ieder voor diens deel. Datum 26 februari 1638.<br />

=================033===================<br />

Aktennr : 033<br />

Folio : 24-v<br />

Soort akte : verklaring over reputatie<br />

Datum : 01-03-1638<br />

Al diegenen die deze brief zullen zien of horen lezen, gegroet!. Wij,<br />

Adriaen Jacob Diercx, Rutger Corstiaen Spierincx, Corstiaen Andriessen,<br />

Corstiaen Jan Aerts en Gerard Jan Rijckaerts, schepenen te St.<br />

Michielsgestel verklaren plechtig dat voor ons zijn verschenen Jan Dierck<br />

Schuermans oud ca. 76 jaar, Peter Franssen oud ca. 72 jaar, Willem<br />

Willem van Griensven oud ca. 70 jaar, Goossen Henrick Martens oud ca.


65 jaar, Henrick Everaerts oud ca. 63 jaar, Willem Janssen van<br />

Merendoncq oud circa 50 (?) jaar, alle inwoners te St. Michielsgestel en<br />

teulmannen (landbouwers, JT) van beroep, ter instantie van jonker<br />

Chaerles van Vlierden ook inwoner alhier, die nadat ze erover waren<br />

ondervraagd en hen de eed was afgenomen, m.b.t. Rijckaert Jan<br />

Rijckaerts onze tegenwoordige borgemeester en Gerart Janssen van de<br />

Loo, beiden inwoners alhier, verklaren dat deze laatsten mannen zijn<br />

met een goede reputatie en bovendien zijn gegoed en bezit hebben<br />

zonder dat ze ooit iets over het tegendeel hebben gehoord of bevonden<br />

hebben. Ze voeren daarbij aan dat ze voor de meeste tijd geburen zijn<br />

geweest van genoemde Rijckaert Jan Rijckaerts en van Goijaert Janssen<br />

van de Loo en dat die hier van jongsaf aan zijn opgevoed en diverse<br />

handel en koopmanschap met hen hebben gedaan en dat ze zich altijd<br />

deugdzaam hebben gedragen. Als extra zekerheid hebben wij ons<br />

schependomszegel aan de akte bevestigd naast de handtekening van de<br />

secretaris. Datum 1 maart 1638.<br />

=================034===================<br />

Aktennr : 034<br />

Folio : 25-r<br />

Soort akte : verklaring over verblijf<br />

Datum : 03-03-1638<br />

Al diegenen die deze brief zullen zien of horen lezen, gegroet!. Wij,<br />

Corstiaen Andriessen en Corstiaen Jan Aerts verklaren dat voor ons zijn<br />

verschenen Rutger Corstiaen Spierincks oud ca. 54 jaar, Adriaen Jacob<br />

Diercx oud ca. 70 jaar, Gerart Jan Rijckaerts oud ca. 60 jaar, Joost Jan<br />

Antonissen oud ca. 56 jaar, Goosen Henrick Martens oud ca. 65 jaar en<br />

Jan Peter Broeren oud ca. 37 jaar, na behoorlijk te zijn ondervraagd en<br />

nadat hen de eed was afgenomen hebben inzake een bepaalde<br />

schriftelijke ondervraging vanwege jonker Chaerles van Vlierden, die<br />

aan hen deponenten is voorgelegd, eensgezind verklaard dat ze in de<br />

maand oktober 1636 zonder de precieze datum nog te weten, zijn<br />

verzocht geweest door de inwoners van Gestel dat ze zich zouden<br />

begeven naar de stad Antwerpen om daar voor de commissarissen van<br />

de Raad van Brabant in Brussel, die daarvoor waren afgevaardigd door<br />

raadsheer Malineus en secretaris Cools, om getuigenis af te leggen in de<br />

zaak tussen de gemeente tegen Jan Michiel Laureijnsen, voor welke<br />

*productie* (het op schrift stellen van gegevens of getuigenverklaringen<br />

, JT) jonker van Vlierden was gevraagd dat te regelen, die mogelijke<br />

*debevoiren* (moeite, JT) heeft gedaan om die gevraagde produktie zo<br />

spoedig mogelijk te overleggen. Dat is dan ook zo gebeurd zonder dat<br />

wij deze van Vlierden in enige stad hetzij Breda, Antwerpen of elders<br />

hebben gezien, noch op grachten, kastelen of forten, maar hij is


voortdurend met ons mee bezig geweest om die ´toon´ (bewijs, JT) te<br />

verkrijgen en hij is daar ook steeds bij aanwezig geweest. De<br />

deponenten verklaren allen daar zelf ook bij aanwezig te zijn geweest<br />

zonder hem ooit gemist te hebben en zij er daarom goede kennis van<br />

hebben. Datum 3 maart 1638.<br />

=================035===================<br />

Aktennr : 035<br />

Folio : 25-r<br />

Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 25-03-1638<br />

Wij, Adriaen Jacob Diercks en Corstiaen Andriessen, schepenen<br />

verklaren dat voor ons zijn verschenen Leonaert en Willem, broers,<br />

verder hun zusters Elisabeth en Margriet met hun voogden, alle wettige<br />

kinderen en erfgenamen van wijlen Jan Lenaert Gerlings in zijn leven<br />

verwekt bij wijlen zijn wettige vrouw Geraertgen, hebben verklaard een<br />

boedeldeling te hebben gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd na<br />

dood van hun ouders. De loten zijn gelegd door Bernaert van Waerden<br />

onze secretaris, bij afwezigheid van de officier.<br />

Genoemde Lenaert krijgt een huis, tuin, boomgaard, hop- en akkerland,<br />

groot ca. anderhalf lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gestel, ter<br />

plaatse genoemd het Hezelaer, b.p. Goossen Henrick Martens, de<br />

gemeenschappelijke straat, zijn zuster Margriet als mededeelster. Nog<br />

krijgt hij de helft van een stuk akkerland welke helft 1 lopenzaad groot<br />

is, gelegen in deze heerlijkheid ter plaatse genoemd de Molenakkers,<br />

b.p. de erfgenamen van Arien Leonaerts, zijn zuster Margriet, de<br />

weduwe van Jacop Driessen, de gemeenschappelijke mesweg<br />

(=mestweg, JT) daar. Uit dit erfdeel jaarlijks een stuiver grondchijns<br />

aan de heer van Herlaer of St. Michielsgestel te betalen, verder de rente<br />

van een kapitaal van 200 gulden aan de erfgenamen van Jan Henrick<br />

Spierinck, zijnde een aflosbare rente, nog de helft van 7 of 8 stuivers<br />

per jaar aan de kerk, de pastoor of koster of aan diegene die er recht op<br />

hebben, verder moet het hek worden onderhouden voor 1/8ste deel aan<br />

de Brouwersakker.<br />

Genoemde Margriet krijgt een stuk hopland en akkerland groot ca. 2<br />

lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gestel, zoals lijnrecht is afgepaald,<br />

b.p. Goossen Henrick Martens, de gemeenschappelijke straat, de H.<br />

Geest van Den Bosch, haar broer Leonaert. Nog krijgt ze het 1/3e deel<br />

in 2 dagmaten hooiland genoemd de Woordel, nog een stuk akkerland<br />

groot ca. 1 lopenzaad gelegen in deze heerlijkheid ter plaatse genoemd<br />

de Moelenackers, b.p. Joest Jacobs van den Broeck, haar broer Leonaert


Janssen, de weduwe van Jacob Driessen, de gemeenschappelijke<br />

mesweg (=mestweg, JT). Uit dit erfdeel een rente van 6 gulden te<br />

betalen uit een grotere rente van 10 gulden aan de blokmeesters van<br />

Den Bosch, waarvan de resterende 4 gulden staan te betalen door de<br />

erfgenamen van Adriaen Leonaerts. Nog haar deel van 7 of 8 stuivers<br />

per jaar aan de kerk, de pastoor of de koster of aan diegene die er recht<br />

op heeft. Nog moet ze het 1/8ste deel van het hek aan de<br />

Brouwersakker onderhouden, verder krijgt dit erfdeel van het eerste lot<br />

een haag opgaande berken aan het einde naast de gemeijnte. Nog krijgt<br />

dit lot van het eerste lot 12 jonge appelbomen zoals die daar zijn<br />

gemerkt en die direkt na de deling op te ruimen.<br />

Genoemde Willem krijgt een stuk akkerland groot ca. 7 lopenzaad,<br />

gelegen in de heerlijkheid Gestel ter plaatse genoemd de Stempels, b.p.<br />

Jenneken weduwe van Peter Broeren, de weduwe van Gijsbert Peter<br />

Denissen, de weduwe van Christoffel Henricks, de Braeckstraat daar,<br />

zoals dat wordt afgepaald met zijn zuster Elisabeth.<br />

Genoemde Elisabeth krijgt de helft van een stuk akkerland, totaal groot<br />

ca. 7 lopenzaad gelegen in deze heerlijkheid Gestel ter plaatse genoemd<br />

de Stempels, b.p. Jenneken weduwe van Peter Broeren, de weduwe van<br />

Gijsbert Peter Denissen, Anneken weduwe van Stoffel Henricks, de<br />

Braeckstraat, zoals met haar broer Willem wordt afgedeeld.<br />

Genoemde delers beloven over en weer afstand van aanspraken op<br />

elkaars erfdeel te doen en beloven op onderpand van hun persoon en<br />

bezit de deling gestand te doen zonder tegenspraak. Als een van de<br />

erfdelen minder waard wordt of als er meer lasten op drukken, zullen ze<br />

die samen betalen elk voor diens deel ervan. Ieder zal de lasten op het<br />

eigen erfdeel zodanig betalen dat de erfdelen van de anderen ervoor zijn<br />

gevrijwaard. Verder zal men elkaar overpad verlenen en aan anderen<br />

die er van oudsher recht op hebben. Alle achterstallige pachten en<br />

chijnsen op het moment van de deling en ook de uitwinning van de<br />

gespecificeerde cijns aan de heer van Herlaer zullen ze samen betalen<br />

en ook de rente van de 200 gulden kapitaal aan de erfgenamen van Jan<br />

Henricx tot aan een vervallen en een lopende termijn toe, te weten tot<br />

Maria Boodschapsdag. Datum 25 maart 1638.<br />

=================036===================<br />

Aktennr : 036<br />

Folio : 26-v<br />

Soort akte :verhuur<br />

Datum : 05-03-1638


Wij, Rutger Corstiaen Spierincx en Christiaen Andriessen, schepenen<br />

verklaren dat voor ons is verschenen Willem zoon van Jan Leonaerts en<br />

verkoopt in de vorm van een belening aan Willem Peter van Griensven<br />

de helft van een stuk akkerland, voor het totaal groot ca. 7 lopenzaad,<br />

gelegen in deze heerlijkheid, ter plaatse genoemd in de Stempels, b.p.<br />

Jenneken weduwe van Peter Broeren, de erfgenamen van Gijsbert Peter<br />

Denis, Anneken weduwe van Christoffel Henricks, de Braeckstraat daar,<br />

zoals afgepaald zal worden en hem in de boedeldeling van zijn ouders is<br />

toebedeeld. De koper zal het 5 jaar in de vorm van een belening houden<br />

en daarna als zijn eigendom beschouwen en de koopsom is 125<br />

karolusguldens eens. Die termijn gaat in per 25 juli 1638. Van dat<br />

bedrag van 125 gulden zal Willem van Griensven de huur ontvangen per<br />

a.s. St. Maartensdag voor de eerste keer in 1639 en die te ontvangen<br />

van Leonaert Jan Leonaerts volgens het ceduul ervan en daarna zal<br />

Willem van Griensven aan het einde van die huur, de akker zelf<br />

gebruiken voor 4 jaar lang. Verder zal Willem Peters van Griensven uit<br />

de helft van het stuk akkerland aan Willem Jan Leonaerts jaarlijks een<br />

bedrag van 6 gulden betalen, elke gulden van 20 stuivers. Genoemde<br />

Willem Jan Leonaerts zal zolang deze huur van zijn broer Lenaert<br />

Janssen loopt, deze belening mogen aflossen tegen betaling van 125<br />

gulden (dus alleen tijdens het eerste jaar, JT) en als Willem Jan<br />

Leonaerts in dat eerste jaar aflost, zal Willem van Griensven de huur<br />

van deze Leonaert Janssen genieten en als er het eerste jaar niet wordt<br />

afgelost zal Willem van Griensven het perceel daarna steeds gebruiken.<br />

Als er na die 4 jaar niet wordt afgelost, zal van Griensven het stuk land<br />

mogen blijven gebruiken todat er wordt afgelost, mits er een half jaar<br />

vooraf wordt opgezegd. Datum 5 maart 1638.<br />

In marge :<br />

Vandaag 12 juli 1639 heeft Willem Peters (van Griensven, JT) verklaard<br />

voor deze belening te zijn voldaan zodat hij terzake hiervan niets meer<br />

heeft te vorderen. Als oorkonde opgemaakt en getekend door : B. van<br />

der Waerden, secretaris.<br />

=================037===================<br />

Aktennr : 037<br />

Folio : 27-v<br />

Soort akte : benoeming van voogd<br />

Datum : 06-03-1638<br />

Wij, Adriaen Jacob Diercx en Rutger Corstiaen Spierincx, verklaren<br />

hierbij plechtig dat voor ons is verschenen de geachte Jan Corsten<br />

Vercuijlen woonachtig in de baronnie van Boxtel, behoorlijk<br />

aangehouden als zijnde een van de naaste vrienden van de minderjarige<br />

kinderen van wijlen zijn broer Arien Corsten Vercuijlen in diens leven


verwekt bij zijn wettige vrouw Jenneken dochter van wijlen Thomas<br />

Ambrosius en daarom dus voogd over de 3 minderjarige kinderen van<br />

deze Arien. Hij heeft de eed hiervoor afgelegd bij Bernaert van de<br />

Waerden, secretaris bij afwezigheid van de officier om daarna tot een<br />

boedeldeling te komen en verder alles te doen wat daarbij nodig is.<br />

Datum 6 maart 1638.<br />

In marge :<br />

Met toevoeging van Jan Janssen Spierincks voor de tijd dat de<br />

boedeldeling plaatsvindt en is gepasseerd, maar langer niet.<br />

=================038===================<br />

Aktennr : 038<br />

Folio : 27-v<br />

Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 06-03-1638<br />

Wij, Adriaen Jacop Diercks en Rutger Corstiaen Spierincks, schepenen<br />

verklaren dat voor ons is verschenen Jan zoon Thomas Ambrosius, door<br />

deze Thomas verwekt bij diens wettige vrouw Walberch als ze leefde,<br />

verder Jan Corsten Vercuijlen en Jan Janssen Spierincks als voogden<br />

over de 3 minderjarige kinderen van wijlen Arien Corsten Vercuijlen in<br />

zijn leven verwekt bij zijn wettige vrouw Jenneken, ook dochter van<br />

Thomas Ambrosius en genoemde Walburch, hebben verklaard met<br />

elkaar een boedeldeling te hebben gemaakt van het bezit dat ze na de<br />

dood van hun ouders hebben geerfd en voor het grootste deel in de<br />

heerlijkheid Gestel ligt en voor een deel onder Schijndel. Het lot voor de<br />

minderjarige kinderen is getrokken door Bernaert van de Waerden onze<br />

secretaris bij afwezigheid van de officier.<br />

Genoemde Jan Corsten Vercuijlen en Jan Jan Spierincks ten behoeve<br />

van de minderjarige kinderen krijgen een huis, tuin, boomgaard, groot<br />

ca. 3 en een halve lopenzaad gelegen in de heerlijkheid Gestel in de<br />

parochie Gemonde zoals is afgepaald, b.p. Corst Janssen van Heesch,<br />

Jan Thomassen als deler, Geraert Janssen van de Loo, de<br />

gemeenschappelijke straat. Uit dit lot een jaarlijkse chijns van 6 gulden<br />

te betalen aan Jacob Janssen van Empel in de stad Den Bosch af te<br />

lossen met 100 gulden, nog 7 chijnshoenderen per jaar aan de heer van<br />

Herlaer op St. Michielsdag, nog iets aan de H. Geest die er wat uit<br />

ontvangt. Nog krijgt hij een stuk akkerland groot ca. anderhalf<br />

lopenzaad gelegen in deze heerlijkheid ter plaatse genoemd de<br />

Wielacker, b.p. de erfgenamen van Jacob van den Leemput, Jan Thomas<br />

als deler, de gemeenschappelijke mestweg daar. Nog de helft van een<br />

weiland onder Schijndel ter plaatse genoemd de Broeckstraat, b.p. de<br />

erfgenamen van Roelof Goijaerts van der Stappen, Arien Rijckaert van


de Oetelaer, de H. Geest van Den Bosch, Jan Thomas als deler.<br />

Genoemde Jan Thomas krijgt een esthuis (drooghuis, JT), met tuin en<br />

boomgaard, groot ca. 3 en een halve lopenzaad gelegen in de<br />

heerlijkheid Gestel parochie Gemonde, zoals is afgepaald, b.p. de<br />

erfgenamen van Jan Franssen, de minderjarige kinderen, Geraert<br />

Janssen van der Loo, de gemeenschappelijke straat. Dit lot krijgt van<br />

het eerste lot 2 gebonden van een varkenskooi die afgebroken moet<br />

worden en wel binnen 1 jaar. Nog krijgt dit lot uit het eerste lot 4<br />

eikenbomen die ook binnen een jaar opgeruimd moeten worden maar<br />

het eerste lot mag ze houden voor 7 gulden. Hieruit jaarlijks aan de<br />

pastorie van Gemonde 1 lopen rog te betalen, nog een jaarlijkse<br />

grondchijns van 8 stuivers 3 oort aan de heer van Herlaer en Gestel op<br />

St. Maartensdag. Daarvoor krijgt dit lot een maaltijd. Uit het nieuwe erf<br />

een gebuurchijns te betalen van 1 oortstuiver aan de genoemde heer.<br />

Nog krijgt hij een stuk akkerland groot ca. anderhalf lopenzaad gelegen<br />

in de heerlijkheid Gestel, ter plaatse genoemd de Wielakker, b.p. de<br />

heer van Herlaer, de minderjarige kinderen als erfgenamen, Jacob van<br />

de Leemput, de gemeenschappelijke mesweg (=mestweg, JT). Dit lot<br />

moet het hek onderhouden bij de weduwe van Corst Jan Willem Coelen<br />

voor zover het deel ervan. Nog krijgt hij de helft van een weiland onder<br />

Schijndel genoemd de Broeckstraat, b.p. Jan Delis Weijgergancx, Arien<br />

Rijckaert van de Oetelaer, de erfgenamen van Fijcken Handrick<br />

Timmerman, de minderjarige kinderen.<br />

De delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel<br />

en beloven de deling gestand te doen zonder tegenspraak. Als een van<br />

de erfdelen minder waard wordt of als er meer lasten op blijken te<br />

drukken dan zullen ze die samen betalen, ieder naar gelang het erfdeel.<br />

Ieder zal de lasten op het eigen erfdeel zo betalen dat de andere<br />

erfdelen ervoor zijn gevrijwaard. Verder moet men elkaar overpad<br />

verlenen en aan anderen die er van oudsher recht op hebben. Alle<br />

achterstallige pachten en de kosten van de uitwinning van de chijnsen<br />

aan de heer van Herlaer zullen ze ook samen betalen. De heesters die<br />

op het eerste lot staan zullen samen worden uitgestoken en verdeeld,<br />

behalve 3 stuks die voor het eerste lot blijven en de willigen op het<br />

eerste lot zoals die zijn afgetekend, zullen ze ook samen delen en voor<br />

half maart anno 1639 opruimen. Ze beloven e.e.a. na te zullen komen.<br />

Actum als boven.<br />

=================039===================<br />

Aktennr : 039<br />

Folio : 29-r<br />

Soort akte : inspectie/bezichtiging


Datum : 10-03-1638<br />

Wij, Jan Janssen Roelofs en Rutger Corstiaen Spierincks, schepenen in<br />

de heerlijkheid St. Michielsgestel, verklaren dat voor ons is verschenen<br />

Jan Janssen de Wit die ons heeft verzocht om zijn huis te komen<br />

bekijken tegenover de Dungense kerk dat hij onlangs heeft gekocht van<br />

de erfgenamen van Peter Eijmberts die het tijdens zijn leven in gebruik<br />

had en het huis dus vele reparaties nodig heeft en het zo niet bruikbaar<br />

was. Op zijn verzoek hebben we ons naar het huis begeven om een<br />

overzicht te maken van de noodzakelijke reparaties. In de eerste plaats<br />

hebben we in de kelder verschillende vensterramen gezien die niet<br />

deugden. De zoldering van de kelderkamer moet op sommige plaatsen<br />

worden dichtgemaakt, de vensters in de zelfde kamer te repareren<br />

omdat die volledig zijn vervallen en gebroken. Nog moet de middelste<br />

wand tussen de opkamer en de kleine kelderkamer worden afgemaakt,<br />

behalve de leuningen en de breedte van een beddekoets die tussenin<br />

wel is afgemaakt. De glazen boven het venster in de keuken die nu zijn<br />

dichtgespijkerd met planken, moeten worden vervangen. Het beschot<br />

van de keuken moet rondom worden dichtgemaakt. Nog een glas in te<br />

zetten boven de zijdeur naast de Swaen (=het huis van de buurman,<br />

JT). De wanden boven de muur naast de Swaen moeten worden<br />

dichtgemaakt, hetzij met planken of op andere wijze. De zoldering moet<br />

ook op sommige plaatsen worden dichtgemaakt en er moet ook enige<br />

nieuwe zoldering komen. Het voorste kamertje aan de straat ook voor<br />

een deel dicht te maken. De trap of de kelderdeur te vernieuwen. Het<br />

huis boven rondom wat betreft het dak dicht te maken omdat het<br />

´ontdakt´ is (zonder dak, JT). Het brouwhuis boven is volledig<br />

´ontdakt´en beneden zijn rondom de vensters gebroken. De reep aan<br />

de brouwketel te vernieuwen, de brouwkuip eveneens vernieuwen die<br />

niet deugt. Insgelijks het´kuelvat´(koelvat, JT), nog een nieuwe deur te<br />

maken aan het genoemde brouwhuis omdat die ontbreekt. Idem de<br />

paarden- en koeienstal op te maken of te repareren en de schuurdeur<br />

op te hangen. De putstijger en de goot aan het brouwhuis volledig te<br />

vernieuwen. Al deze zaken hebben wij als schepenen ondeugdelijk<br />

bevonden. Datum 10 maart 1638.<br />

=================040===================<br />

Aktennr : 040<br />

Folio : 29-v<br />

Soort akte : machtiging<br />

Datum : 13-03-1638<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Geraert Jan Rijckaerts, schepenen<br />

verklaren dat voor ons is verschenen de edele jonker Geraert van


Boecop, weduwnaar van zijn wettige vrouw joffrouw Mechteld Spierincks<br />

en machtigt hierbij de geachte Johan Weijtmans en Thomas van<br />

Turnhout, samen en hoofdelijk, aanwezig of absent, en geeft hen<br />

volledige machtiging en opdracht om namens hem te verschijnen voor<br />

schepenen van Den Bosch en daar zijn recht van vruchtgebruik over te<br />

dragen inzake 2 aan elkaar gelegen hooivelden voor Vlijmen gelegen,<br />

genoemd de Zangershorst, samen groot 10 morgens, b.p. jonker Dierck<br />

van de Water, de gemeenschappelijke pad, Vlijmen. Hij doet afstand<br />

van zijn recht van vruchtgebruik ten behoeve van de jonkers Christoffel<br />

van Boecop en Ernest als broers, en de joffrouwen Margareta en Helena,<br />

gezusters, allen kinderen van genoemde jonker Geraert van Boecop en<br />

van joffrouw Mechteld Spierincks. Verder moeten de gemachtigden<br />

afstand doen van dat bezit volgens de stijl van de schrijfkamer daar en<br />

op onderpand van zijn persoon en bezit e.e.a. beloven. De<br />

opdrachtgever belooft te goeder trouw alles na te komen wat zijn<br />

gemachtigden hierin zullen doen en zal hen daarvoor vrijwaren.<br />

Daarna zijn hier verschenen genoemde joffrouwen Margareta en Helena,<br />

gezusters en dochters van jonker Geraert van Boecop en van joffrouw<br />

Mechteld en ten overvloede hierbij nog genoemde jonker Geraert van<br />

Boecop die voor hemzelf handelt en waarbij ze samen nog handelen<br />

voor jonker Ernest van Boecop die afwezig is, en machtigen hierbij<br />

jonker Christoffel van Boecop zoon van genoemde jonker Geraert van<br />

Boecop en joffrouw Mechteld, hierin samen voor 3/4e deel waarop zij en<br />

jonker Ernest recht hebben in de 2 hooivelden van 10 morgens waarvan<br />

jonker Christoffel het andere 1/4e deel heeft, om dat bezit voor<br />

schepenen van de stad Den Bosch te verkopen aan jonker Dierck van de<br />

Water en daarbij alle noodzakelijke beloftes te doen, het geld ervan te<br />

ontvangen etc. met bewijs achteraf. Datum 13 maart 1638.<br />

=================041===================<br />

Aktennr : 041<br />

Folio : 30-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 20-03-1638<br />

Wij, Adriaen Jacob Diercks en Corstiaen Andriessen, schepenen<br />

verklaren dat voor ons is verschenen Rombout Niclaessen als man van<br />

Mechteld Lamberts en verkoopt aan Jan Lambert Udemans van<br />

Brouheze een stuk akkerland groot ca. 1 lopenzaad, gelegen in deze<br />

heerlijkheid Gestel ter plaatse genoemd Theede, b.p. Henrick Lamberts,<br />

de houtwal daar, Marieke dochter van (Henrick =doorgestreept, JT)<br />

Lambert Udemans van Brauheze, de gemeenschappelijke straat. Nog<br />

het 1/8ste deel van het bezit zoals hij dat van Cornelis Lamberts, zijnde


de broer van zijn vrouw heeft geerfd en nog het 1/4e deel in genoemde<br />

houtwal of zoveel meer of minder van het gehele erfdeel dat hij na dood<br />

van zijn ouders en eerder van zijn zwagers heeft geerfd. De koper krijgt<br />

het bezit in erfrecht en de verkoper belooft op onderpand van zijn<br />

persoon en bezit de verkoop gestand te doen en alle lasten af te<br />

handelen, behalve het 1/8ste deel van een jaarlijkse rente van 10<br />

gulden en 10 stuivers aan Marieke Beckers in Den Bosch welk rente<br />

aflosbaar is, verder de andere lasten waarvoor het bezit is gehouden.<br />

Ter meerdere zekerheid hebben wij ons schependomszegel aan de akte<br />

bevestigd, naast de handtekening van de secretaris. Datum 20 maart<br />

1638.<br />

=================042===================<br />

Aktennr : 042<br />

Folio : 31-r<br />

Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 26-03-1638<br />

Wij, Adriaen Jacob Diercx en Rutger Corstiaen Spierincx schepenen in de<br />

heerlijkheid St. Michielsgestel verklaren dat voor ons zijn gekomen<br />

Antonis zoon van Henrick Delissen van Osch, door deze Henrick verwekt<br />

bij zijn wettige vrouw Henricxken dochter van wijlen Jan Antonisen van<br />

Gemert toen hij leefde, verder Peter Adriaens als man van Marieken<br />

dochter van Henrick Delissen van Osch en Joost Jan Anthonissen van<br />

Gemert en Jan Herman Schuermans als voogden over Adriaen en<br />

Willemken, minderjarige kinderen van wijlen Henrick Delissen van Osch<br />

en genoemde Henriecxken, en hebben verklaard een deling te hebben<br />

gemaakt van het bezit dat ze van hun ouders hebben geerfd, het<br />

meeste ervan in de heerlijkheid Gestel en nog wat op de Dungen in het<br />

vrijdom van Den Bosch. Voor de minderjarige kinderen is het lot<br />

getrokken door Bernaert van de Waerden onze secretaris die daarvoor<br />

was gemachtigd door de officier.<br />

Genoemde Anthonis krijgt een stuk akkerland groot ca. 4 lopenzaad<br />

gelegen in deze heerlijkheid op Midakker, ter plaatse genoemd de<br />

Swaluwaert, b.p. Ruth Corstiaen Spierincx, Marike weduwe van<br />

Huijbrecht Peter Anthonissen, de erfgenamen van kapitein Pijnappel, de<br />

Varrenwech daar. Nog krijgt hij de helft van 3 dagmaten min 1/8ste<br />

deel hooiland ook in de heerlijkheid Gestel, ter plaatse genoemd de<br />

Ruijmelsche beemden, b.p. de Kerckenbeemd van Gestel, Neesken<br />

weduwe van Henrick Adriaens van der Aa, de rivier de Dommel, het<br />

klooster van de zusters van Orthen, welk perceel om het andere jaar<br />

wordt gewisseld met de Langewert. Nog krijgt een stuk land groot 4<br />

lopenzaad, op de Dungen in het vrijdom van Den Bosch, genoemd de


Hopveldekens, b.p. de kinderen van Adriaen Delissen, de<br />

gemeenschappelijke loopgraaf, de kinderen van Henrick Eijckemans, zijn<br />

eigen erf zijnde een pad met een driesje eraan, de kinderen en<br />

erfgenamen van Jan Aerts, de gemeenschappelijke straat, Jacob Jan<br />

Dancken, de kinderen van Arien Delissen. Dit erfdeel moet het schoor<br />

(stut, JT) worden onderhouden op de genoemde pad en het hek aan het<br />

einde van de pad naast de straat. Verder moet hij overpad verlenen aan<br />

anderen die er van oudsher recht op hebben.<br />

Genoemde Peter Adriaens krijgt een stuk akkerland groot ca. 2<br />

lopenzaad in deze heerlijkheid Gestel ter plaatse genoemd de Loocaert,<br />

b.p. de erfgenamen van Reijnder Jacobs, de erfgenamen van Willem<br />

Robbrechts van Kessel, genoemde Adriaen Henricks als deler zelf, de<br />

gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij het 2/3e deel van een stuk<br />

akkerland genoemd de Weghacker, voor die 3 delen samen groot ca. 4<br />

lopenzaad, gelegen in deze heerlijkheid ter plaatse genoemd de<br />

Midackers, b.p. de Varrenwech, zijn zwager Adriaen Henricx, de<br />

Ruijmelsche beemden. Nog krijgt het 1/4e deel van 5 morgens hooiland<br />

te Orthen, meestal genoemd de Spelmaecker, b.p. de Perdtscamp, de<br />

Tochgraef, de dijk daar. Nog een stuk akkerland groot ca. 2 en ene<br />

halve lopenzaad gelegen in de heerlijkheid Berlicum ter plaatse<br />

genoemd de Cruijsstraet, b.p. Hendricxken weduwe van Mathijs van<br />

Osch, zijn zwager Adriaen, de Gewatsche Hoeve daar, de<br />

gemeenschappelijke straat. Dit stuk akkerland moet gedeeld worden<br />

zodat beide delen even groot zijn.<br />

Genoemde voogden ten behoeve van Adriaen Henricx die nog<br />

minderjarig is, krijgen een stuk akkerland groot ca. 2 lopenzaad,<br />

gelegen in de heerlijkheid Gestel ter plaatse genoemd de Hooge<br />

Loocaert, b.p. de weduwe van Willem Robbrechts van Kessel, Gertruijdt<br />

weduwe van Jan Jan Aert Voeghs, Geraert Wouters van Sandtbeeck,<br />

Peter Adriaens als mededeler. Nog een weiland groot ca. 3 morgens<br />

gelegen in de heerlijkheid Berlicum, ter plaatse genoemd het Wout, b.p.<br />

Jan Henrick Lamberts, de weduwe van Huijbrecht Huiberts, de<br />

gemeenschappelijke pad daar. Nog krijgt hij een stuk akkerland groot<br />

ca. 2 en een halve lopenzaad gelegen in de heerlijkheid Berlicum, ter<br />

plaatse genoemd de Cruijsstraet, b.p. zijn zwager Peter Adriaens,<br />

Marike Gielis en meer anderen, de Gewatssche Hoeve, de<br />

gemeenschappelijke straat. Nog het 1/3e deel van de Wegacker voor<br />

dat 1/3e deel groot ca. 2 lopenzaad in de heerlijkheid Gestel, in de<br />

Midackers met de 2 andere 1/3 delen die even groot te maken, b.p.<br />

Antonis Janssen van Gemert, Peter Ariens mededeler, de Ruijmelsche<br />

beemden, de Varenwech. Uit dit deel jaarlijks 3 stuivers aan de heer van<br />

Herlaer te betalen of voor zoveel als men zal bevinden.


Genoemde voogden ten behoeve van Willemken als minderjarige<br />

dochter krijgen een esthuis met aanliggend erf, groot samen 7<br />

lopenzaad gelegen binnen de Dungen in het vrijdom van Den Bosch, ter<br />

plaatse genoemd de Spuercht, b.p. Jan Herman Schuermans, de<br />

gemeenschappelijke straat. Nog de helft in 3 morgens min 1/8ste<br />

hooiland in de heerlijkheid Gestel ter plaatse genoemd de Ruijmelsche<br />

beemden, b.p. de Kerckenbeemd van Gestel, Neesken weduwe van<br />

Henrick Adriaens van der Aa, de rivier de Dommel, het klooster van de<br />

zusters van Orthen in de stad Den Bosch, om het andere jaar te<br />

wisselen met de Langenwert. Dit lot moet 100 karolusguldens geven ten<br />

behoeve van het 2e, 3e en 4e lot omdat het zoveel beter is dan de<br />

andere drie.<br />

De delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel.<br />

Genoemde Antonis en Peter op onderpand van hun bezit en Joost<br />

Janssen van Gemert en Jan Herman Schuermans op onderpand van het<br />

bezit van de minderjarige kinderen beloven deze deling gestand te doen<br />

zonder tegenspraak. Als een van de erfdelen minder waard wordt of als<br />

er meer lasten op blijken te drukken dan hier vermeld, zullen ze dat<br />

samen betalen, ieder naar gelang diens erfdeel. Verder zal ieder de<br />

lasten op het eigen erfdeel zo betalen dat de erfdelen van de anderen<br />

ervoor zijn gevrijwaard. Verder zal men elkaar overpad verlenen met de<br />

minste overlast en schade. Datum 26 maart 1638.<br />

=================043===================<br />

Aktennr : 043<br />

Folio : 33-r<br />

Soort akte : defloratie en schadeloosstelling<br />

Datum : 07-04-1638<br />

Vandaag op 7 april 1638 is er door bemiddeling van goede mannen een<br />

overeenkomst afgesloten tussen Geraert Wouters en diens zuster<br />

Engeltgen ter ener zijde en Marike dochter van Jan Gijsberts, thans<br />

vrouw van Dierck Peter Diercx daarin geassisteerd door haar man Dierck<br />

als partij ter andere zijde, terzake van een zeker kind genaamd<br />

Gertruijcken oud ca. 2 en een half jaar dat door Geraert Wouters was<br />

verwekt bij Marike Gijsberts toen ze nog een jonge vrouw was en beiden<br />

zoals ze bekenden een natuurlijk kind bij elkaar hadden verwekt. In de<br />

eerste plaats heeft genoemde Geraert Wouters volmondig bekend dat<br />

hij de vader van het kind is dat hij bij Marike heeft verwekt. Ter<br />

ontlasting van dat kind heeft hij aan Dierck Peters als wettige man van<br />

Marike een bedrag van 30 karolusguldens gegeven, elke gulden van 20<br />

stuivers. Daarvoor beloven deze Dierck en Marike, thans man en vrouw,


daarvoor dat kind groot te brengen totdat het 15 of 16 jaar oud is,<br />

danwel eerder tot het moment dat het kind zelf de kost kan verdienen<br />

en verder is Geraert daarin voor niets anders verplicht behalve als hij<br />

zelf wil, zodanig dat Geraert Wouters en zijn familie en nakomelingen<br />

daarvoor verder zijn gevrijwaard voor de opvoeding en onderhoud van<br />

het kind. Maar Geraert moet nog wel 15 gulden betalen aan Peter<br />

Gijsberts als achterstand in het onderhoud van het kind. Partijen<br />

beloven over en weer deze overeenkomst na te komen op onderpand<br />

van hun persoon en bezit en doen afstand van uitzonderingsposities,<br />

privileges en andere listigheden die in tegenspraak zijn met deze<br />

overeenkomst. Getuigen hierbij waren Rutger Corstiaen Spierincks en<br />

Geraert Jan Rijckaerts, schepenen in de heerlijkheid Gestel. De akte is<br />

voorzien van het schependomszegel.<br />

=================044===================<br />

Aktennr : 044<br />

Folio : 34-r<br />

Soort akte : afstand van vruchtgebruik<br />

Datum : 20-04-1638<br />

Wij, Adriaen Jacob Diericks en Corstiaen Andriessen, schepenen<br />

verklaren dat voor ons is verschenen Anneken weduwe van Roelof<br />

Goijaerts van der Stappen en doet afstand van haar recht van<br />

vruchtgebruik inzake een stuk akkerland dat Adriaen Rijckaerts (van de<br />

Oetelaer, JT) op 19 november 1637 had beleend ten behoeve van deze<br />

Anneken toen ze gevangen zat op de gevangenpoort in Den Bosch, met<br />

de belofte toen dat ze afstand zou doen van dat onderpand zodanig dat<br />

ze met het geld daarvan uit de gevangenpoort verlost kon worden.<br />

Daarom doet ze vandaag afstand van haar recht van vruchtgebruik voor<br />

dat stuk grond groot ca. 2 lopenzaad, gelegen in deze heerlijkheid<br />

Gestel, parochie van Gemonde, ter plaatse genoemd de Hoensacker,<br />

b.p. het land van de Woesterhoeve, Jan Jacob Dircxs, Jan Janssen<br />

Spierincks, de gemeenschappelijke straat. Ze draagt haar rechten nu<br />

over aan Aert Henssen van de Oetelaer als voogd over de minderjarige<br />

kinderen van Roelof Goijaerts van der Stappen en van genoemde<br />

Anneken en belooft dit afstanddoen altijd na te zullen komen. Datum 20<br />

april 1638.<br />

=================045===================<br />

Aktennr : 045<br />

Folio : 34-v<br />

Soort akte : overdracht bezit<br />

Datum : 28-04-1638


Wij, Corstiaen Andriessen en Rutger Corstiaen Spierincks, schepenen,<br />

verklaren dat voor ons is verschenen Willem Peters van Griensven en<br />

draagt aan zijn vader Peter Willems van Griensven de helft van een stuk<br />

akkerland over dat Willem in de vorm van een belening had verkregen<br />

van Willem Jan Leonaerts voor schepenen van deze heerlijkheid, voor<br />

een termijn van 5 jaar en zoals hem is overgedragen op 5 maart 1638,<br />

met de verplichtingen zoals in die belening zijn afgesproken, waarnaar<br />

partijen zich hebben te voegen. Als de belening zal worden beeindigd,<br />

zal het geld ervan door Peter en Willem gelijkelijk worden verdeeld.<br />

Willem belooft op onderpand van zijn persoon en bezit deze overdracht<br />

na te komen zonder tegenspraak. Datum 28 april 1638.<br />

=================046===================<br />

Aktennr : 046<br />

Folio : 34-v<br />

Soort akte : corruptie<br />

Datum : 10-05-1638<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Adriaen Jacob Diercx, schepenen,<br />

verklaren dat vandaag voor ons zijn verschenen Adriaen Janssen<br />

Spierincks, Willem Adams, Stans Stanssen Moelenmaeckers, als<br />

gewezen schepenen van deze heerlijkheid Gestel toen Willem Willem<br />

Moelenbroecks presidentschepen was met toen Corstiaen Andriessen<br />

en Corstiaen Aerts die thans nog schepen zijn en destijds<br />

medeschepenen van genoemde Willem, na ondervraging en het<br />

afnemen van de eed door onze secretaris Bernaert van der Waerden,<br />

daarin gemachtigd bij afwezigheid van de officier, hebben een verklaring<br />

afgelegd ten behoeve van Jan Jan Roelofs onze huidige<br />

presidentschepen op verzoek van de inwoners van deze heerlijkheid.<br />

Nadat hun e.e.a. was voorgelezen, verklaren ze over het verzoek dat<br />

genoemde Moelenbroeck onlangs aan de huidige schepenen had gedaan<br />

en hen was overhandigd, de inhoud daarvan wel te hebben begrepen<br />

met de bijgevoegde stukken die bij dat verzoek waren toegevoegd die<br />

eveneens aan hen zijn voorgelezen zijnde een certificatie d.d. 6 juni<br />

1636 afgegeven door Rutger Corstiaen Spierincks en Aert Jacobs, na<br />

ernstig verzoek van genoemde presidentschepen. De twee deponenten<br />

van toen hebben verklaard dat genoemde Moelenbroeck onder de linde<br />

te Gestel, de persoon van Jacob Wijnants Doolvoet, broer van de<br />

overleden heer pastoor, Willem toen als gewezen borgemeester deze<br />

Jacob heeft aangemaand dat Jacob ten behoeve van het kantoor van de<br />

ontvanger van de contributies, een maand contributie diende te betalen,<br />

waarop Jacob had gevraagd waarop hij dat geld zou ´jurueren´ (op zou<br />

baseren, JT). Daarop had president Meulenbroeck geantwoord dat Jacob<br />

hem dat geld op 2 manieren schuldig was zeggend dat die achterstallig


was voor de omslag van het gebruik van de tienden voor een maand of<br />

dat hij bij ´assignatie’ (toewijzing, JT) anders de zaak aan de ontvanger<br />

zou overdragen. Genoemde 2 deponenten van toen verklaarden dat ze<br />

niet in het minst deze presidentschepen Moelenbroeck destijds als hun<br />

collegaschepen opdracht hadden gegeven voor het aanmanen voor het<br />

gebruik en de omslag van de tienden. Datum 10 mei 1638.<br />

=================047===================<br />

Aktennr : 047<br />

Folio : 35-v<br />

Soort akte : corruptie<br />

Datum : 10-05-1638<br />

Wij, Adriaen Jacob Diercx en Rutger Corstiaen Spierincx, schepenen,<br />

verklaren dat voor ons is verschenen Laureijs Henrick Vrancken<br />

gewezen borgemeester van deze heerlijkheid voor de periode 1 juni<br />

1627 en eindigend mei 1628 en nadat hij is opgeroepen, ondervraagd<br />

en hem de eed was afgenomen, op verzoek van Jan Janssen Roelofs als<br />

presidentschepen namens de inwoners van Gestel, heeft verklaard dat<br />

hij in die tijd als borgemeester, niet meer dan 9 of maximaal 10 keer<br />

volgens zijn beste herinnering ten huize van Adriaen Schellens is<br />

geweest toen die leefde als gewezen secretaris te Gestel, en heeft zowel<br />

tamboers, gevangenen als andere partijen te voet of te paard,<br />

´gebracht´ (gedeclareerd, JT) waar nochtans in de specificatie van de<br />

secretaris door de weduwe aan het bestuur van deze heerlijkheid wordt<br />

vermeldt dat hij wel 20 keer of andersinds zou hebben aangebracht<br />

(gedeclareerd, JT) in diens huis, tot wel 21 of 22 keer toe. Actum als<br />

boven.<br />

=================048===================<br />

Aktennr : 048<br />

Folio : 36-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 14-05-1638<br />

Wij, Adriaen Jacob Diercx en Rutger Corstiaen Spierincx verklaren dat<br />

voor ons is verschenen Adriaen de Pauw zoon van Augustijn de Pauw als<br />

wettige man van Elisabeth dochter van Willem ´N´ van Boxtel, in diens<br />

leven verwekt bij Ariken dochter van Willem Marcelis van Merendoncq<br />

en verkoopt nu aan Henrick Willem Spierincks een stuk akkerland groot<br />

ca. anderhalf lopenzaad, gelegen in deze heerlijkheid Gestel ter plaatse<br />

genoemd de Waerbraecken in de parochie Gemonde, b.p. Willem<br />

Janssen van der Merendoncq, Leonaert Adriaen Jacobs, de weduwe van<br />

Corst Jan Willems Marcelissen, Daem Peters. De verkoper heeft dat stuk


geerfd van wijlen de tante van zijn vrouw zoals hij zei. De verkoper op<br />

onderpand van zijn persoon en bezit belooft de verkoop gestand te doen<br />

en alle lasten af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 6 pond<br />

paijment te betalen met 2 gulden en 2 stuivers aan de blokmeesters in<br />

de Vuchterstraat van Den Bosch. Datum 14 mei 1638.<br />

=================049===================<br />

Aktennr : 049<br />

Folio : 36-v<br />

Soort akte : kwestie over voorhoofd<br />

Datum : 14-05-1638<br />

Wij, Jan Janssen Roelofs en Rutger Corstiaen Spierincx schepenen van<br />

St. Michielsgestel verklaren dat voor ons zijn verschenen Leonaert<br />

Adriaen Leonaerts oud ca. 39 jaar en Leonaert Adriaen Jacobs oud ca.<br />

43 jaar, beiden inwoners van de heerlijkheid Gestel en personen met<br />

een goede reputatie, nadat ze door de vorster Antonis Peters zijn<br />

opgeroepen, ondervraagd en nadat hen de eed was afgenomen door<br />

Bernaert van der Waerden onze secretaris in absentie van de officier,<br />

hebben op verzoek van Adriaen Jacob Diercx, ook inwoner van de<br />

heerlijkheid, eensgezind verklaard dat de kwestieuze jonge eikenboom<br />

die 3 weken terug is gekapt, die stond tegen het erf van Adriaen Jacob<br />

Diercx, eigenlijk aan deze Adriaen toebehoort met nog een andere boom<br />

die daar staat. Ze voegen daaraan toe dat toen de boedeldeling was<br />

gemaakt tussen deze genoemde Adriaen Jacobs en diens erfgenamen,<br />

inzake het erf waarlangs die bomen stonden, gelegen in de<br />

Broeckstraat, dat toen ook het ´voorhooft´ (gedeelte van de gemeijnte<br />

direkt grenzend aan het eigen erf, JT) tussen die 2 eikenbomen aan<br />

genoemde Adriaen toebehoorde en hem was toebedeeld, welk<br />

´voorhooft´ loopt tussen een jonge eikenboom staande tegen het<br />

´voorhooft´van Jan Roeffen en daar eindigend, zoals ook in de<br />

boedeldeling is vastgelegd en gepasseerd voor schepenen in de<br />

jurisdictie van Schijndel waaraan de getuigen refereren. Datum 14 mei<br />

1638.<br />

=================050===================<br />

Aktennr : 050<br />

Folio : 37-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 15-05-1638<br />

Wij, Corstiaen Andriessen en Jan Jan Michiels, schepenen, verklaren dat<br />

voor ons zijn verschenen Jan, Hendrick en Catharina hun zuster met<br />

haar voogd, alle kinderen van wijlen Laureijs Corstens in diens leven


verwekt bij Mariken dochter van wijlen Stans Adriaens zijnde zijn<br />

wettige vrouw en verkopen aan Jan van de Ven een stuk akkerland<br />

groot ca. 4 en een halve lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gestel,<br />

ter plaatse genoemd de Blessenacker, b.p. Jan Wouters van Gemert,<br />

Willem Bartholomeussen, meester Dirck van de Velde met meer<br />

anderen, de gemeenschappelijke straat, zoals ze van hun moeder<br />

hebben verkregen die afstand van haar vruchtgebruik heeft gedaan<br />

volgens de schepenbrief d.d. 1 februari 1638. De verkopers beloven op<br />

onderpand van hun persoon en bezit de verkoop gestand te doen en alle<br />

lasten af te handelen, behalve de grondchijns van 4 en een halve stuiver<br />

aan de heer van Herlaer en Gestel te betalen, nog een rente van 11<br />

gulden en 15 stuivers aan mijnheer Leemput, tegenwoordig<br />

licentmeester van Zijne Koninklijke Majesteit die in Vucht woont<br />

(Leemput dus en niet de koning, JT) aflosbaar met 200 gulden, nog 6<br />

gulden en 6 stuivers per jaar aan de blokmeesters op de Vuchterdijk<br />

aflosbaar met 100 gulden, nog 6 gulden 6 stuivers per jaar aan Daem<br />

Peters ook aflosbaar met 100 guldens. Datum 15 mei 1638.<br />

=================051===================<br />

Aktennr : 051<br />

Folio : 37-v<br />

Soort akte : corruptie<br />

Datum : 17-05-1638<br />

Wij, Adriaen Jacob Diercx en Corstiaen Jan Aerts, schepenen verklaren<br />

dat vandaag voor ons is verschenen jonker Herman van Middegael, oud<br />

ca. 71 jaar, inwoner van Gestel en Rutger Corstiaen Spierincx onze<br />

medeschepen en ook gewezen schepen in 1626, nadat ze hiervoor zijn<br />

opgeroepen door onze vorster Antonis Peters en hen daarna de eed was<br />

afgenomen door Bernaert van der Waerden onze secretaris, bij absentie<br />

van de officier en daarin gemachtigd, hebben op verzoek van Jan<br />

Janssen Roelofs presidentschepen namens de gemeente Gestel,<br />

eendrachtig en elk van hen ook afzonderlijk als volgt verklaard :<br />

Rutger Corstiaen Spierincx verklaart nadat hem de ordonnantie (bevel,<br />

JT) was voorgelezen die destijds was afgegeven aan Adriaen Schellens<br />

in zijn leven secretaris van de heerlijkheid Gestel, dat destijds door<br />

Peter Everaert Adriaens, Rutger Corstiaen Spierinck die hier nu ook als<br />

getuige is en door Peter Eijmberts, die ordonnantie toen was afgegeven<br />

wanneer op dat moment jonker Elbert le Lijon officier van deze<br />

heerlijkheid was, welke ordonnantie dateert van 24 juli 1626, waarvan<br />

deze deponent (Rutger, JT) verklaart dat die specificatie te goeder trouw<br />

was gegeven op voorwaarde dat die specificatie zou lopen voor de<br />

periode beginnend in 1618 tot aan ca. 1626 toe, waarop de ordonnantie


etrekking had, welke ordonnantie toen was afgegeven door jonker<br />

Herman van Middegael die toen meestal de plaats van de officier innam<br />

omdat Henrick van de Leemputten, ook eerder officier voortvluchtig was<br />

vanwege een zeker proces tegen de inwoners van deze heerlijkheid voor<br />

het hof van Brussel dat in diens nadeel was en tot vele honderden<br />

guldens was veroordeeld en waarbij ook jonker Elbert le Lijon was<br />

bevonnist. Maar genoemde Leemputten had brieven van reductie<br />

(vermindering, JT) gekregen en was gratie verleend en daarom bleef de<br />

funktie van officier vacant en werd door geen van beiden uitgeoefend of<br />

durfden ze niet uit te oefenen en dat die funktie nadien waargenomen<br />

werd door Jan Antonissen van Gemert die vele jaren schepen was en<br />

ook president zou worden, zoals korte tijd nadien is gebeurd. Als de<br />

genoemde specificatie goedgekeurd zou worden dan zou daarna die<br />

ordonnantie door alle medeschepenen worden ondertekend en anders<br />

weer worden ingetrokken.<br />

Genoemde van Middegael, nadat hem de verklaring van genoemde<br />

Rutger Corstiaen Spierincx was voorgelezen, zegt dat hij nog goed weet<br />

inzake hetgeen door Spierincx is opgemerkt, dat de ordonnantie niet<br />

eerder van kracht zou worden dan nadat jonker Herman van Middegael<br />

en Jan Antonissen (van Gemert, JT) de genoemde specificatie zouden<br />

hebben ingezien en beoordeeld, voortvloeiend uit die ordonnantie.<br />

Verder zegt van Middegael nog door de secretaris Schellens zelf te zijn<br />

gevraagd bij hem te komen naast Jan Antonissen en naast Rutger<br />

Corstiaen Spierincks toen uit de kerk komend onder de linde te Gestel,<br />

zonder nog precies de dag te weten, en hen toen heeft meegenomen<br />

naar zijn huis en daar aangekomen heeft hij hen de genoemde<br />

specificatie ter hand gesteld, die was opgeschreven in een groot boek en<br />

in het midden daar ingebonden waaraan Middegael ook refereert met<br />

ook de ordonnantie. Maar nadat ze de specificatie goed hadden bekeken<br />

hadden ze geconstateerd dat er diverse teksten van importantie waren<br />

opgenomen die niet in het minst de gemeente betroffen en is die<br />

specificatie door de controleurs toen afgewezen. Daarna hebben<br />

genoemde Middegael en Jan Antonissen verslag gedaan aan de<br />

schepenen over hun opdrachten en die over alles geinformeerd en<br />

hebben de ordonnatie die was gegeven aan de erfgenamen van Marcelis<br />

Willems van de Merendoncq, namelijk aan Marten Peters en aan Lenaert<br />

Adriaens, weer ingetrokken en gegeven aan Gijsbert Baexen met een<br />

verbod en bevel voor de vorster, op verzoek van genoemde Schellens<br />

dat die geen sommering of tenuitvoerlegging zou doen op de<br />

erfgenamen van genoemde Marcelis Willems. Genoemde deponenten<br />

verklaren zulks te weten omdat ze er zelf bij waren. Datum 17 mei<br />

1638.


=================052===================<br />

Aktennr : 052<br />

Folio : 39-r<br />

Soort akte : corruptie<br />

Datum : 17-05-1659<br />

Wij, Adriaen Jacob Diercx en Corstiaen Jan Aerts, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons zijn verschenen jonker Herman van Middegael, oud ca. 71<br />

jaar en Rutger Corstiaen Spierincx onze medeschepen en ook hiervoor al<br />

vele jaren gewezen schepen nadat ze hiervoor door onze vorster<br />

Anthonis Peters waren opgeroepen en hen daarna de eed was<br />

afgenomen door Bernaert van der Waerden onze secretaris bij<br />

afwezigheid van de officier en daarvoor gemachtigd, na ondervraging<br />

ten behoeve van Jan Jan Roelofs presidentschepen namens de<br />

gemeente van Gestel, hebben de volgende verklaringen afgelegd :<br />

Genoemde Rutger Corstiaen Spierincx verklaart dat voor het overgaan<br />

van Den Bosch (val Den Bosch, sept. 1629, JT), zonder dat hij de<br />

precieze datum nog weet, als schepen ten huize van Adriaen Schellens<br />

is geweest in zijn leven secretaris te Gestel om dorpszaken te<br />

bespreken, waar toen ook aanwezig was Joost van Heedickhuijsen<br />

(jonker van Heedickhuijsen is drossaard van Heesch, Dinther en<br />

Berlicum, JT) die hem had gevraagd daar te komen en hem toen<br />

waarschuwde en zei ¨Rutger Corstiaen Spierincks ik hoor dat de<br />

secretaris Schellens U en Uw medeschepenen zal voorstellen om zijn<br />

specificatie afgehandeld te worden maar ziet wel toe, want een goede<br />

vriend heeft mij gewaarschuwd en aan mij verklaard dat genoemde<br />

Schellens daarvoor een bedrag van 150 gulden had beloofd, om hem te<br />

helpen die specificatie af te handelen en als die afgehandeld zou zijn dat<br />

daarmee de schepenen zich ´infame¨ (oneerlijk, JT) zouden hebben<br />

gemaakt. Daarom vermaan ik Ulieden vanwege de goede vriendschap<br />

die ik altijd met U en uw broer heb gehad dat gij schepenen daar goed<br />

op toeziet om niet bedrogen te worden¨. Genoemde Middegael verklaart<br />

nog dat dat Schellens tijdens zijn ziekte waaraan hij ook is overleden,<br />

zich naar Den Bosch had laten vervoeren om daar met de drossaard le<br />

Lijon te spreken over zijn specificatie, waarover kwestie is, om die te<br />

mogen laten goedkeuren, waarvoor genoemde Schellens deze Middegael<br />

had gevraagd met hem mee te gaan om voor hem te spreken (goed<br />

woordje te doen, JT), zodat zijn specificatie goedgekeurd zou worden en<br />

dat deze drossaard le Lijon gevraagd zou worden of hij hem wilde<br />

helpen zijn specificatie door heren schepenen van St. Michielsgestel<br />

goedgekeurd te krijgen, hetgeen door grote ´interesse´ en bemiddeling<br />

door van Middegael ook zo is gebeurd, waarbij door genoemde Schellens<br />

aan deze drossaard le Lijon in aanwezigheid van de deponent (van


Middegael, JT) werd beloofd die tussen de 200 en 300 gulden te geven<br />

of datgene te geven aan de zelfde le Lijon zodra zijn specificatie<br />

afgehandeld zou zijn en als hij het geld van zijn specificatie zou hebben<br />

ontvangen of in ieder geval een deel ervan en dat hij le Lijon daarna zou<br />

betalen, maar niet eerder. Hiermee eindigt de deponent zijn verklaring.<br />

Actum als boven.<br />

=================053===================<br />

Aktennr : 053<br />

Folio : 40-r<br />

Soort akte : minnelijke overeenkomst<br />

Datum : 20-05-1638<br />

Onlangs waren er vele kwesties ontstaan tussen de kinderen en<br />

erfgenamen van wijlen Lambert Udemans van Brouheze ter ener zijde<br />

en Lambert Henricx Rademaekers ter andere zijde over de grenspalen<br />

tussen hun beider erven te Theede. Door bemiddeling van goede<br />

mannen zijn de palen door Bernaert van de Weijer namens de heer en<br />

in aanwezigheid van Adriaen Jacob Diercks en Jan Jan Michiels als<br />

schepenen van de heerlijkheid St. Michielsgestel daar in de grond<br />

gestoken, beginnend aan de straat waar een hekpaal zal staan, waaraan<br />

het hek wordt gehangen verder loopt de grens lijnrecht tot de paal aan<br />

de pad daar zoals neergestoken, welke hekpaal door de erfgenamen van<br />

Lambert Udemans zal worden gezet, met 2 haken aan die post en die<br />

moeten ook dat hek onderhouden. De andere hekpost met het hek komt<br />

9 voet verderop naast het erf van Lambert Raeijmakers en die moeten<br />

de erfgenamen van Lambert daar neerzetten en ook onderhouden.<br />

Afspraak is dat die van Udemans weg door het hek zullen houden om bij<br />

hun huis en erven te kunnen komen te weten tot de 2e paal toe in het<br />

´bescheedt´ (merkteken, JT) dat daar is neergestoken, naast de straat,<br />

maar verder niet de weg nemen over het erf van de erfgenamen van<br />

Lambert. Datum 20 mei 1638.<br />

=================054===================<br />

Aktennr : 054<br />

Folio : 40-v<br />

Soort akte : gedwongen verkoop<br />

Datum : 26-05-1638<br />

In de naam van de heer Jesus, Amen. Middels dit openbare dokument<br />

maken we bekend dat Jacob Wijnant Doolvoet en zijn zuster Geraertgen<br />

als erfgenamen van hun broer heer en meester Henrick Doolvoet,<br />

pastoor van de heerlijkheid St. Michielsgestel toen hij leefde, in die<br />

kwaliteit met een vonnis van de schepenbank gerechtigd zijn geworden


door de vorster over twee schepenbrieven van St. Michielsgestel, inzake<br />

een stuk land van ca. 11 lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid van St.<br />

Michielsgestel ter plaatse genoemd Nieuw Herlaer, b.p. de erfgenamen<br />

van wijlen Stans Adriaens, de gemeenschappelijke weg. Nog inzake een<br />

stuk akkerland van ca. 7 lopenzaad en ook in de zelfde heerlijkheid<br />

gelegen, ter plaatse genoemd de Santberch, b.p. jonker Geraert<br />

Proninck, Jacob Jan Dancken, eerder eigendom van jonker Jacob<br />

Proninck van Deventer en diens erfgenamen, vanwege een bedrag van<br />

1312 gulden en 17 stuivers, welk bedrag heer en meester Henrick<br />

Doelvoet van genoemde jonker Jacob Proninck van Deventer had te<br />

vorderen en ter voldoening van dat bedrag met de rente ervan tegen de<br />

penning zestien, waren die 2 stukken land bevonnnist, welke vonnissen<br />

ten uitvoer mochten worden gelegd. Daarna hebben genoemde Jacob<br />

Wijnants Doolvoet en zijn zuster Geraert als erfgenamen door Willem<br />

Willems (Moelenbroecks, JT) als presidentschepen van St. Michielsgestel<br />

in naam van de drossaard, de koop van de 2 stukken land verkregen op<br />

17 oktober 1634 in aanwezigheid van 3 schepenen en daarvoor hadden<br />

ze 1312 gulden en 17 stuivers geboden met de rente, waarop in<br />

mindering de bedragen kwamen die eerder volgens het schepenprotocol<br />

zijn betaald dat berust onder de secretaris van St. Michielsgestel. Omdat<br />

die verkoop inmiddels verjaard is, heeft men de 2 stukken land opnieuw<br />

in het openbaar laten veilen (bekendmaken, JT), in de stad Den Bosch<br />

en ook de heerlijkheid St. Michielsgestel en de parochie van Esch, op 3<br />

verschillende zondagen zoals blijkt uit het relaas van de dienaar van de<br />

groene roede in Den Bosch en door de twee vorsters van Gestel en van<br />

Esch ondertekend zoals blijkt uit de biljetten om de percelen in het<br />

openbaar te verkopen. Daarna zijn op 26 mei 1638 voor Rutger<br />

Corstiaen Spierincks, Geraerd Jan Rijckaerts en Jan Jan Michiels als<br />

schepenen en voor mij als secretaris ten mijne woonhuize de genoemde<br />

Jacob Wijnants Doolvoet en zijn zuster Geraertgen als erfgenamen van<br />

genoemde heer en meester Henrick Doolvoet zijnde hun broer<br />

verschenen en hebben volgens de opdracht het bezit ten behoeve van<br />

de meest biedende te koop aangeboden voor de achterstand van 1312<br />

gulden en 17 stuivers met de vermelde rente en de kosten van de<br />

procedure, met de lasten die er al van eerdere datum op drukten zoals<br />

in het vonnis is vastgelegd en openbaar verkocht met de brandende<br />

kaars om te zien of er meer voor zou worden geboden. Als het minder<br />

opbrengt zal men dat verhalen op het andere bezit van jonker Jacob<br />

Proninck van Deventer en als het meer opbrengt komt dat ten goede<br />

van Jacob Wijnants en zijn zuster Geraertgen. Betaling moet<br />

plaatsvinden binnen de eerstkomende 14 dagen met alle genoemde<br />

achterstand en indien de koper daarbij in gebreke blijft zal men het land<br />

weer aanvaarden en weer opnieuw laten veilen. Het bezit is belast met<br />

een jaarlijkse rente van 18 gulden en 15 stuivers aan de erfgenamen


van heer Henrick Doelvoet zoals blijkt uit een schepenbrief van Den<br />

Bosch d.d. 16 januari 1620 en nog met een jaarrente van 25 gulden aan<br />

joffrouw Barbara Proninck van Deventer en 9 gulden per jaar aan een<br />

onbekend persoon. Omdat er niemand is verschenen die er meer voor<br />

heeft willen bieden is het bezit na het uitgaan van de brandende kaars<br />

in eigendom overgegaan naar Jacop Wijnants en zijn zuster Geraertgen<br />

en er is aan mij als secretaris gevraagd hiervan een dokument te<br />

krijgen. Akte is opgemaakt in aanwezigheid van Geraert Jan Rijckaerts<br />

(tekent als Rijckaert Jan Rijckaerts, JT) en Jan Jan Michiels als<br />

schepenen, verder Rijckaert Janssen, Jan Henricks van Venroij en<br />

Antonis Peters van Tartwijck als inwoners te St. Michielsgestel.<br />

Getekend : Jan Jan Michiels, Rutger Corstiaen Spierincks, Rijckaert Jan<br />

Rijckaerts, bij mij : Ricart Janssen, Bernaert van de Weijer, Anthonis<br />

Peters en Jan Henricks van Venroij.<br />

===============055===================<br />

Aktennr : 055<br />

Folio : 42-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 08-05-1638<br />

Wij, Corstiaen Andriessen en Geraert Janssen Rijckaerts, schepenen<br />

verklaren dat voor ons is gekomen Jan Geraerts en zijn zuster Mariken<br />

met haar voogd en verkopen elk voor een derde deel aan hun broer<br />

Adriaen die het andere derde deel heeft, een huis, tuin, boomgaard in<br />

totaal ca. anderhalf lopenzaad gelegen te St. Michielsgestel ter plaatse<br />

genoemd de Hoorick, b.p. Jan Peter Adriaens, de gemeijnte. Nog<br />

verkopen ze ieder het 1/3e deel van een stuk akkerland groot ca. 7<br />

lopenzaad in Michielsgestel ter plaatse genoemd de Donck, b.p. Jan<br />

Peter Adriaens, de gemeenschappelijke pad, Claes Jan Dielissen, Jacob<br />

Mathijs Spierincks zoals ze dat bezit na de dood van hun ouders hadden<br />

geerfd. De verkopers beloven de verkoop gestand te doen en alle lasten<br />

van hun kant af te handelen, behalve 6 gulden per jaar aan het Arm<br />

Weeshuis in Den Bosch, nog 5 gulden en 5 stuivers per jaar aan zuster<br />

Mariken, begijn op het Groot Begijnhof in Den Bosch, nog 2 gulden en<br />

10 stuivers per jaar aan Jacob Laureijssen in de Rijder in Den Bosch,<br />

nog 1 gulden en 10 stuivers aan de kinderen van Geraert van Asten,<br />

nog een halve stuiver chijns aan de koning of aan diegene die er recht<br />

op hebben, nog 6 penningen per jaar aan de heer van Herlaer en Gestel<br />

op St. Michielsdag. Datum 8 mei 1638.<br />

=================056===================<br />

Aktennr : 056<br />

Folio : 43-r


Soort akte : schuldbekentenis<br />

Datum : 08-06-1638<br />

Adriaen Gerards die in St. Michielsgestel woont ter plaatse genoemd de<br />

Horrick verkoopt (=belooft, JT) aan Marike dochter van Gerart Diercx<br />

een jaarlijkse chijns van 6 karolusguldens, elk van 20 stuivers, steeds te<br />

betalen op St. Jan Baptistdag en voor de eerste keer per a.s. St.<br />

Jansdag 1638, vrij van lasten of heffingen, tiendes, twintigsten,<br />

honderdsten etc. of welke heffingen dan ook, al ingesteld of nog in te<br />

stellen, op onderpand van een huis, tuin, boomgaard, groot ca.<br />

anderhalf lopenzaad, gelegen in St. Michielsgestel ter plaatse genoemd<br />

de Horrick, b.p. Jan Peter Adriaens, de gemeijnte. Nog op onderpand<br />

van een stuk akkerland groot ca. 7 lopenzaad te St. Michielsgestel ter<br />

plaatse de Donck, b.p. Jan Peter Adriaens, de gemeenschappelijke pad,<br />

Claes Jan Dielissen, Jacob Mathijs Spierinck. De schuldenaar belooft de<br />

onderpanden in goede staat te houden en alle lasten af te handelen. Het<br />

onderpand is verder belast met een jaarlijkse chijns van 6 gulden aan<br />

het weeshuis in Den Bosch, nog 5 gulden en 5 stuivers per jaar aan<br />

zuster Marike, begijn op het grote begijnhof in Den Bosch, nog 2 gulden<br />

10 stuivers aan Jacob Laureijs in de Rijder in Den Bosch, nog een<br />

jaarlijkse chijns van 1 gulden 10 stuivers aan de kinderen van Goijaert<br />

van Asten, nog een halve stuiver chijns aan de koning, nog 6 penningen<br />

aan de heer van Herlaer en Gestel. De verkoper (=schuldenaar, JT)<br />

moet de rente ineens of in delen naar keuze aflossen met 125 gulden,<br />

elke gulden van 20 stuivers, mits er een half jaar vooraf wordt<br />

opgezegd. Getuigen hierbij waren Corstiaen Andriessen en Geraert Jan<br />

Rijckaerts. Datum 8 juni 1638.<br />

=================057===================<br />

Aktennr : 057<br />

Folio : 43-v<br />

Soort akte : schuldbekentenis<br />

Datum : 08-06-1638<br />

Voor schepenen is verschenen Adriaen Geraerts en belooft aan zijn<br />

broer Jan Geraerts die een bedrag van 125 karolusguldens te betalen,<br />

elke gulden van 20 stuiver, vrij van alle belastingen, welk bedrag hij<br />

belooft voor de koop van het 1/3e part van een huis, tuin, boomgaard<br />

en akkerland zoals Jan Geraerts dat 1/3 e deel vandaag voor schepenen<br />

heeft overgedragen. Adriaen belooft op onderpand van zijn persoon en<br />

bezit deze belofte na te komen. Datum en getuigen als boven.<br />

In marge :<br />

Vandaag op 14 februari 1642 is voor mij ondergetekende gekomen Jan<br />

Geraerts en heeft bekend voor dit bedrag volledig te zijn betaald zodat


ik (zal wel bedoeld zijn Jan, JT) terzake hiervan niets meer te vorderen<br />

heb. Als oorkonde opgemaakt en getekend : B. van der Waerden.<br />

=================058===================<br />

Aktennr : 058<br />

Folio : 44-r<br />

Soort akte : machtiging<br />

Datum : 23-06-1638<br />

Al diegenen die deze brief zullen zien of horen lezen, gegroet!. Wij,<br />

Willem Adams en Jan Claes Michiels, schepenen, verklaren plechtig dat<br />

voor ons is verschenen Roelof Adriaens als man van Thunisken dochter<br />

wijlen Adriaen Delissen van Osch, soldaat (Roelof is de soldaat) in de<br />

compagnie van kapitein Sander, garnizoen houdend in de stad Lier, in<br />

dienst van Zijne koninklijke majesteit van Hispaignien, zoals hij<br />

verklaarde en machtigt hierbij de geachte Jan Herman Schuermans<br />

inwoner van de heerlijkheid Gestel om namens hem te komen tot een<br />

boedeldeling van het bezit dat hij namens zijn vrouw heeft geerfd van<br />

Delis Janssen van Osch, wijlen de grootvader van zijn vrouw. De<br />

gemachtigde moet daarvan het lot ontvangen en het bezit verpachten of<br />

beheren alsof of de opdrachtgever daar zelf bij aanwezig zou zijn<br />

geweest en voor ogen zou hebben gehad. Verder mag de gemachtigde<br />

op dat bezit een bedrag van 60 gulden eens opnemen onder de<br />

noodzakelijke belofte daarvoor. De gemachtigde moet later bewijs<br />

overleggen en rekenschap doen. Datum 23 juni 1638.<br />

=================059===================<br />

Aktennr : 059<br />

Folio : 44-v<br />

Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 26-07-1638<br />

Wij, Jan Jan Michiels, Adriaen Jan Spierincx en Willem Adams,<br />

schepenen verklaren dat voor ons zijn verschenen Everaert en Joost,<br />

broers en kinderen van wijlen Peter Everaert Adriaens in diens leven<br />

verwekt bij Marieken dochter van Joost Claessen zijnde zijn wettige<br />

vrouw, verder Geertruijd dochter van Peter Everaerts met haar voogd<br />

en Jan Henricks van Venroij als vroegere man van Jenneke toen ze<br />

leefde ook dochter van genoemde Peter Everaerts en van Mariken die 2<br />

minderjarige kinderen heeft nagelaten met name Henrick en Perijntgen<br />

waarbij verder genoemde Everaert met Bartholomeus van Venroeij als<br />

voogden over deze twee minderjarige kinderen optreden, hebben<br />

verklaard met elkaar een boedeldeling te hebben gemaakt van het bezit<br />

dat ze na de dood van hun ouders hebben geerfd, gelegen in deze


heerlijkheid, behalve het bezit te Haren en elders dat nog onverdeeld zal<br />

blijven. Voor de minderjarige kinderen heeft Willem Adams als<br />

stadhouder van de officier het lot van deze kinderen getrokken.<br />

Genoemde Everaert krijgt een huis, esthuis, tuin, boomgaard en<br />

hopland samen groot ca. 1 lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gestel<br />

ter plaatse genoemd Nieuw Herlaer, b.p. Geraert Ambrosius, Stans<br />

Stans Moelenmaeckers, de pad naast de Herlaersche Akkers, de<br />

gemeenschappelijke straat daar tegenover de korenmolens. Nog het<br />

1/4e deel in een stuk akkerland, in totaal groot ca. 9 lopenzaad en 14<br />

roedes gelegen in de heerlijkheid Gestel ter plaatse genoemd de Flaes,<br />

b.p. monsieur Meegens, de genoemde minderjarige kinderen, de<br />

erfgenamen van Adriaen Jan Adriaens, de pad daar. Uit dit erfdeel moet<br />

Everaert jaarlijks aan Dirck Janssen van Ravesteijn een rente van 10<br />

gulden betalen, aflosbaar met 200 guldens en nog een rente van 5<br />

gulden per jaar, welke rente het 4e lot en dit eerste lot samen moeten<br />

betalen tot het moment van aflossing en men ook samen zal moeten<br />

aflossen.<br />

Genoemde voogden ten behoeve van de minderjarige kinderen krijgen<br />

een stuk hopland of akkerland genoemd de Hof, groot ca. 1 lopenzaad,<br />

gelegen in deze heerlijkheid, ter plaatse genoemd Nieuw Herlaer, b.p.<br />

Stans Stans Moelenmaeckers, de minderjarige kinderen van Anthonis<br />

Henricks Hasselmans, de pad naast de Herlaersche Akkers,<br />

Bartholomeus Pauwels. Nog krijgen ze een halve dagmaat hooiland<br />

gelegen te Gestel ter plaatse genoemd de Theeder beemden, b.p. de<br />

erfgenamen van Willem Jan Adriaens, jonker Henrick van Middegael,<br />

nog het 1/4e deel van een stuk akkerland in totaal groot 9 lopenzaad en<br />

14 roedes, gelegen in de heerlijkheid Gestel ter plaatse genoemd de<br />

Flaes, b.p. Everaert Peters als mededeler, Joest Peters ook mededeler,<br />

de erfgenamen van Adriaen Jan Adriaens, de gemeenschappelijke pad.<br />

Uit dit erfdeel moeten ze jaarlijks een halve Wilhelmustuin betalen aan<br />

de H. Geest te Gestel.<br />

Genoemde Joost krijgt een stuk akkerland groot ca. 2 lopenzaad,<br />

gelegen in deze heerlijkheid Gestel ter plaatse genoemd Lemkensland,<br />

gelegen in de Herlaersche Akkers, b.p. joffrouw Anna Proeninck<br />

genoemd van Deventer, weduwe van jonker Wernaer van Honseller, de<br />

Varenwech daar, jonker Herman van Middegael, het Loo daar. Nog het<br />

1/4e deel van een stuk akkerland groot in totaal ca. 9 lopenzaad en 14<br />

roedes, b.p. de genoemde minderjarige kinderen, zijn zuster Geertruijd,<br />

Ariaen Jan Adriaens, de gemeenschappelijke pad daar.<br />

Genoemde Geertruijdt krijgt een stuk akkerland groot ca. 3 lopenzaad


en ... roedes, gelegen in deze heerlijkheid ter plaatse genoemd het<br />

Donderswijck, b.p. de weduwe Marieken Goovaerts, de weduwe van Aert<br />

Govaerts, Stans Stans Moelenmaeckers, de ´meswech´ (=mestweg,<br />

JT). Nog het 1/4e deel van een stuk akkerland genoemd de Flaes, in<br />

totaal groot ca. 9 lopenzaad en 14 roedes, gelegen in de heerlijkheid<br />

Gestel ter plaatse als voor, b.p. haar broer Joost Peters, joffrouw Anna<br />

Proenincks genoemd van Deventer weduwe van jonker Wernaert van<br />

Honsellaer, Jacob Mathijs Spierincks, de gemeenschappelijke pad. Uit dit<br />

erfdeel jaarlijks aan Steven Aelbrechts een rente van 5 gulden te<br />

betalen uit een rente van 10 gulden die samen met het eerste lot ook<br />

betaald en samen afgelost moet worden, aflosbaar met 200 gulden voor<br />

zoveel als partijen willen aflossen omdat er maar een enkele rentebrief<br />

van bestaat en kan dus alleen samen worden afgelost. Dit lot moet aan<br />

het eerste lot 25 gulden betalen.<br />

Genoemde delers beloven over en weer afstand van aanspraken op<br />

elkaars erfdeel te doen en beloven de deling zonder tegenspraak<br />

gestand te doen. Als een erfdeel minder waard wordt of als er meer<br />

lasten op zouden drukken dan nu bekend is, dan zullen ze die samen<br />

betalen ieder volgens zijn erfdeel. Verder zal ieder de lasten op het<br />

eigen erfdeel zodanig betalen dat de erfdelen van de anderen ervoor zijn<br />

gevrijwaard. Verder moet men elkaar overpad verlenen en aan anderen<br />

die er van oudsher recht op hebben, met de minste overlast en schade.<br />

Alle achterstallige rentes en pachten op het moment van de deling<br />

zullen ze samen betalen tot aan de lopende termijn toe. Datum 26 juli<br />

1638.<br />

=================060===================<br />

Aktennr : 060<br />

Folio : 47-r<br />

Soort akte : benoeming van voogden<br />

Datum : 22-02-1659<br />

Voor schepenen uit de vorige akte zijn verschenen Everaert Peters en<br />

Bartholomeus Henricx van Venroeij en hebben de eed afgelegd als<br />

voogden over de minderjarige kinderen van Jan Hendricx van Venroeij,<br />

zoals in de voorgaande deling staan vermeld. Actum als boven.<br />

=================061===================<br />

Aktennr : 061<br />

Folio : 47-r<br />

Soort akte : verklaring over oorlogsperikelen<br />

Datum : 03-09-1638


Wij, Jan Janssen Roelofs, Willem Adams, Geraert Rijckaerts en Goossen<br />

Henrick Martens, schepenen, verklaren dat voor ons zijn verschenen<br />

Wouter Claessen de jonge, oud circa 68 jaar, en Adriaen Janssen van<br />

Merendoncq oud ca. 66 jaar, beiden inwoners van de Dungen in het<br />

vrijdom van de stad Den Bosch, verder Rutger Eijmberts oud ca. 55 jaar<br />

en Willem Peters van Griensven oud ca. 38 jaar, beiden inwoners van<br />

Schijndel, Adriaen Adriaens van Roeij en Luijcas Roelofs Haegelaers<br />

beide inwoners van de baronie van Boxtel, Geraert Jan Herberts oud ca.<br />

56 jaar en Marten Adriaens oud ca. 53 jaar, beide inwoners van St.<br />

Oedenrode, alle naaste nageburen (uit omliggende dorpen, JT) van<br />

Gestel, nadat ze zijn ondervraagd en hen de eed is afgenomen, hebben<br />

verklaard dat het zo is dat in de maand november 1637 er in de<br />

heerlijkheid Gestel de heer luitenant-generaal Staeckenbroeck (hij is<br />

aanhanger van de Prins van Oranje, staatsgezind, JT) gelogeerd was<br />

met compagniepaarden, opmarcherend naar het kwartier Antwerpen of<br />

elders voor de tenuitvoerlegging van exploiten (beslagleggingen, JT) en<br />

hebben daar een hele nacht in Gestel verbleven en dat heeft de<br />

inwoners wel 400 gulden gekost. En dat ook in de maand januari 1638 3<br />

compagnieen ruiters die van de stad Den Bosch kwamen afkomstig van<br />

mijnheer Staeckenbroeck in opdracht van hem een hele nacht of halve<br />

dag in Gestel hebben gelogeerd dat de gemeente wel 350 gulden heeft<br />

gekost en dat daarenboven nog in de maand augustus 1638 de heer<br />

commandeur Golsteijn met de hele ruiterij van Maastricht zich naar Den<br />

Bosch heeft begeven die de koningin van Frankrijk vergezelden en 4<br />

dagen en 5 nachten in deze heerlijkheid hebben gelogeerd hetgeen de<br />

inwoners van Gestel wel meer dan 3000 gulden heeft gekost behalve<br />

nog het vele verteer van andere dagelijkse partijen zowel te voet als te<br />

paard. Men voert nog aan dat ze alle naaste ´nageburen´ zijn van de<br />

heerlijkheid Gestel en er dus goede wetenschap van hebben. Datum 3<br />

september 1638.<br />

=================062===================<br />

Aktennr : 062<br />

Folio : 48-r<br />

Soort akte : verklaring over beledigingen<br />

Datum : 04-09-1638<br />

Wij, Adriaen Jan Spierincx, Corstiaen Jan Aerts en Geraert Janssen<br />

Rijckaerts, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen Goijaert<br />

Jacob Smits wonend in de Dungen in het vrijdom van Den Bosch en<br />

Gerard Janssen Molder, inwoner van Gestel en hebben verklaard dat de<br />

beledigende woorden die ze onlangs tegen Jan Jan Roelofs hebben geuit<br />

inzake een bepaalde diefstal die deze Jan zou hebben gepleegd bij<br />

Goijaert Jacob Smits, waar Jan Roelofs van deze Goijaert een


eikenboom zou hebben gestolen, gedaan was door drank en door<br />

kwaadspreken door de vijand, en dat alles was gelogen en verzonnen en<br />

ze daarom deze beledigingen herroepen en dat ze van Jan Roelofs niets<br />

anders weten te zeggen dan dat hij een eerlijk en vroom persoon is.<br />

Datum 4 september 1638.<br />

=================063===================<br />

Aktennr : 063<br />

Folio : 48-r<br />

Soort akte : niet nakoming van overeenkomst<br />

Datum : 04-09-1638<br />

Voor schepenen en regeerders van deze heerlijkheid St. Michielsgestel<br />

en met ons Jan Leonaerts als gewezen borgemeester van Gestel,<br />

verklaren onder ede die we bij het aanvaarden van ons ambt hebben<br />

afgelegd, dat wij namens ons nooit aan jonker Herman van Middegael<br />

opdracht hebben gegeven dat hij met meester Jan Melis als<br />

arresterende partij ter ener zijde de genoemde Jan Leonaerts zou doen<br />

arresteren maar dat daarentegen de zelfde jonker Middegael in Den<br />

Bosch was ontboden dat de eisende partij of diens procureur niet verder<br />

met deze zaak zou doorgaan zoals Middegael hier nu aan enkelen van<br />

ons heeft verklaard dat hij die nooit heeft ontboden, maar daarentegen<br />

hem alleen had gedaagd om hem later te ontbieden en dat hetgene dat<br />

nu is aangevoerd of verklaard op de rol van 13 maart jongstleden in<br />

Den Bosch zoals deze meester Jan Melis als arresterende partij heeft<br />

gedaan, onwaar is. Genoemde Jan Leonaerts als gearresteerde verklaart<br />

verder onder ede die hij opnieuw voor de officier heeft afgelegd, dat hij<br />

deze meester Jan Melis in het jaar 1635 of op andere tijden hem nooit<br />

tijd heeft gegeven (is dus nooit gebeurd, JT) om diens pachtsommen<br />

van zijn land (van Jan Leonaerts?) te Gestel destijds tot aan St.<br />

Bavodag te borgen (zich garant te stellen, JT). De deponent voert nog<br />

aan dat hij genoemde meester Jan Melis sedert die verpachting nooit<br />

heeft kunnen spreken niet eerder dan toen die hem in Den Bosch liet<br />

arresteren omdat deze Melis genoemde Jan die slecht ter been was,<br />

steeds heeft ontweken om niet te hoeven betalen. Datum 4 september<br />

1638.<br />

=================064===================<br />

Aktennr : 064<br />

Folio : 48-v<br />

Soort akte : verklaring over oorlogsperikelen<br />

Datum : 14-09-1638<br />

Al degenen die deze brief zullen zien of horen lezen, gegroet!. Hierbij


verklaren wij plechtig dat voor ons zijn verschenen de geachte Luijcas<br />

Roelofs en Adriaen Adriaens van Roeij, beide inwoners van de baronie<br />

Boxtel, verder Rutger Eijmberts en Willem Peters van Griensven, beiden<br />

inwoners van Schijndel, op verzoek van de gemeente en inwoners van<br />

Gestel, nadat ze waren ondervraagd en hen de eed was afgenomen,<br />

hebben verklaard dat zij weten dat op 8 september 1638 de heer<br />

ritmeester Hanscomekers (?), die garnizoen houdt in Maastricht komend<br />

uit het leger van zijne prinselijke majesteit met 7 troepen paarden de<br />

hele nacht en dag in de heerlijkheid St. Michielsgestel hebben<br />

gelogeerd, waardoor de inwoners wel 400 gulden schade hebben<br />

geleden. Zij verklaren verder door de dagelijkse grote en zware<br />

belegeringen door de ruiters en het verteer van de soldaten, de<br />

inwoners van Gestel en Gemonde geruineerd zijn en er zijn veel<br />

percelen land onbewerkt gebleven, veel huizen zijn afgebroken, zowel<br />

door de belegeringen van de stad Den Bosch als ook door grote sterfte.<br />

Die huizen zijn niet opgebouwd en de inwoners zijn naar andere<br />

plaatsen vertrokken en er vertrekken er dagelijks nog meer, omdat de<br />

inwoners op het kantoor zoveel in de maandelijke lasten achterstallig<br />

dat het onmogelijk is om die lasten nog op te brengen. Ze voeren verder<br />

nog aan dat ze naaste ´nageburen´(buren uit omliggende dorpen, JT)<br />

zijn en zij er dus goede kennis van hebben. Datum 14 september 1638.<br />

=================065===================<br />

Aktennr : 065<br />

Folio : 49-v<br />

Soort akte : corruptie<br />

Datum : 19-10-1638<br />

49-v)<br />

Wij, Jan Jan Roelofs en Jan Jan Michiels, schepenen, verklaren dat voor<br />

ons zijn verschenen de geachte Adriaen Jan Spierincks, oud ca. 55 jaar<br />

en Willem Adams oud ca. 34 jaar, Corstiaen Jan Aerts oud ca. 60 jaar,<br />

en Corstiaen Andriessen als gewezen schepenen en hebben onde ede<br />

die ze bij het aanvaarden van hun ambt eerder hebben afgelegd,<br />

verklaard dat ze als schepenen van Gestel voor het jaar 1636 tot 13 juni<br />

1637 hebben gediend en dat ze nooit opdracht of bevel hebben gegeven<br />

aan Willem Moelenbroeck alias de Man die toen voorschepen was, om<br />

uit het dorp Gestel te vertrekken of hem voortvluchtig te doen maken of<br />

zich te ´latiteren´(schuilhouden, JT) in Den Bosch, vanwege de<br />

kwellingen die hem werden aangedaan door Adriaen van Meerwijck als<br />

plaatsvervanger van de heer fiscaal over het zetten van de tienden en<br />

voor hetgeen hem dienaangaande ten laste is gelegd. Er is daarover<br />

nooit in de schepenvergaderingen gesproken of enig voorstel over<br />

gedaan of een dergelijk opdracht gegeven of enig besluit over genomen.


En als er ergens een eigenhandig geschreven akte zou bestaan die het<br />

tegendeel beweert en is ondertekend, dan zullen wij ons daaraan<br />

houden. De deponenten voeren nog aan dat ze toen schepenen waren<br />

en er dus goede kennis van hebben. Datum 19 oktober 1638.<br />

=================066===================<br />

Aktennr : 066<br />

Folio : 50-r<br />

Soort akte : corruptie<br />

Datum : 19-10-1638<br />

Wij, Adriaen Janssen en Jan Jan Michiels, schepenen verklaren dat voor<br />

ons in eigen persoon zijn verschenen de edele jonker Herman van<br />

Middegael oud ca. 71 jaar, jonker Dierck van Gerwen oud ca. 33 jaar en<br />

Jan Janssen Roelofs, president of voorschepen, allen inwoners van de<br />

heerlijkheid Gestel en verklaren op verzoek van de inwoners van Gestel<br />

nadat ze behoorlijk waren ondervraagd en hen de eed was afgenomen,<br />

dat Willem Willem Moelebroecx in de tijd dat hij werd lastiggevallen door<br />

de heer fiscaal van Brabant of diens plaatsvervanger, inzake de kwestie<br />

van het zetten van de tienden, of voor hetgeen hem daarin betrof en ten<br />

laste was gelegd, zij deze Moelenbroeck hebben horen verklaren dat zijn<br />

kwellingen niet ten laste van het dorp Gestel zouden komen, omdat hij<br />

zijn ´garande´ wist (die borg voor hem stonden, JT) en dat deze<br />

Moelenbroecx hem daarna´fugitief´ (voortvluchtig, JT) had gemaakt en<br />

ook daarna diverse keren in discours (onvindbaar, JT) was hoe de zaak<br />

zou aflopen. Verder verklaren jonker Dierck van Gerwen en Jan Jan<br />

Roelofs president dat zij deze Moelenbroecx hebben horen verklaren dat<br />

men hem daarna zoude laten ´gewerden´(zijn gang laten gaan, JT) en<br />

nog zei ´niets anders te willen dan (hem) de ´helfter´(wrsch. halster,<br />

halsband JT) op het hoofd zou leggen (om zijn hals zou doen, JT) en dat<br />

hij de man die hem dit had aangedaan wel zou vinden´. Genoemde<br />

jonker Herman verklaart nog dat hij in Nieuw Herlaer bij Jan van der<br />

Borch (?) in de achterkamer was en hem hetgeen hier voor staat heeft<br />

horen zeggen. Jan Jan Roelofs verklaart in zijn huis hetzelfde te hebben<br />

gehoord toen hij hem zijn ordonnantie als gewezen borgemeester had<br />

betaald en ook genoemde jonker Gerwen heeft het ook gehoord in Den<br />

Bosch op het einde van de straat. Actum als boven.<br />

=================067===================<br />

Aktennr : 067<br />

Folio : 50-v<br />

Soort akte : voogdijrekening<br />

Datum : 19-10-1638


Wij, Willem Adams en Jan Jan Michiels schepenen, verklaren hierbij<br />

plechtig dat vandaag voor ons is verschenen in eigen persoon Adriaen<br />

Pauwels, oud ca. 32 jaar en Marcelis Henricx oud ca. 50 jaar en hebben<br />

op verzoek van Henrick Laureijs nadat ze behoorlijk waren ondervraagd<br />

en hen de eed was afgenomen, verklaard dat ze weten en erbij waren<br />

dat in het jaar 1634 toen Henrick Laureijns als producent in deze, ten<br />

huize was van de secretaris van deze heerlijkheid en toen op Nieuw<br />

Herlaer woonde, toen aan de schepenen zijn afrekening had gegeven<br />

over zijn beheer en toezicht van de minderjarige kinderen van wijlen<br />

Michiel Henricx om door deze schepenen te worden onderzocht en<br />

afgehoord. Dat toen deze Henrick Laureijns als rendant in het openbaar<br />

tegen de schepenen zei, dat als zij in de zaak van de rekeningen niet<br />

´vroet´ (verstandig, JT) zouden handelen, op kosten van zijn ongelijk<br />

daarin te halen, hij wel zijn advies zou halen omdat hij als grootvader de<br />

kinderen niet in het minst wilde benadelen. Na deze woorden had Ruth<br />

Janssen die een van de minderjarige kinderen had getrouwd, met name<br />

Bertgen, deze Henrick Michiels met fors geweld over de bank gestoten<br />

zodat hij ter aarde viel, ja zelfs tot de dood toe die erop zou hebben<br />

gevolgd, ware het niet dat zulks door anderen werd belet. Daardoor<br />

werd het afhoren en sluiten van de rekening uitgesteld tot groot geklaag<br />

en verdriet van de rendant die thans 80 jaar oud zijnde, deze kinderen<br />

op zijn kosten had grootgebracht. De deponenten verklaren nog dat ze<br />

er persoonlijk bij aanwezig waren en er dus mee bekend zijn. Als<br />

oorkonde opgemaakt. Actum als boven.<br />

=================068===================<br />

Aktennr : 068<br />

Folio : 51-r<br />

Soort akte : machtiging<br />

Datum : 04-11-1638<br />

Wij, Jan Janssen Roelofs en Willem Adams, schepenen, verklaren<br />

hiermee plechtig dat vandaag voor ons is verschenen jonker Geraert van<br />

Boecop wonend op de Ruwenberch in de heerlijkheid van Gestel en<br />

machtigt hierbij de persoon van jonker Christoffel van Boecop om<br />

namens hem als opdrachtgever voor hem en diens erfgenamen cessie<br />

(=overdracht, JT)) te doen voor de edele magistraat van Kampen ten<br />

behoeve van de edele Joris (?) Sluiter cum suis, diens vrouw en hun<br />

erfgenamen inzake een tuin met alle grond in de stad Kampen,<br />

genoemd de Quinckelerberch, met de grenzen volgens de koopcedullen.<br />

De gemachtigde moet voor hem en voor zijn erfgenamen belofte doen,<br />

de genoemde tuin aan de kopers en hun erfgenamen overdragen,<br />

verder de koopvoorwaardes nakomen zodanig dat de opdrachtgever en<br />

zijn erfgenamen daarvoor zijn gevrijwaard. De opdrachtgever belooft


alles na te komen wat door zijn gemachtigde hierin zal worden gedaan,<br />

hetzij in het ontvangen van de restantkoopsom hetzij anders waarbij de<br />

gemachtigde later wel rekening en verantwoording van zijn handelen<br />

moet afleggen. Datum 4 november 1638.<br />

=================069===================<br />

Aktennr : 069<br />

Folio : 51-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 17-11-1638<br />

Wij, Willem Adams en Jan Jan Michiels, schepenen, verklaren dat voor<br />

ons is verschenen jonker Robbert de Beever, heer van Milheeze als<br />

wettige man van joffrouw Maria van Erp van Lancvelt en verkoopt aan<br />

jonker Johan de Koenen van Zeegewerp een stuk akkerland groot ca. 4<br />

lopenzaad gelegen in de heerlijkheid Gestel, rondom het erf van de<br />

hoeve van Zeegewerp met aan het einde nog een heiveldje. De koper<br />

krijgt hiervan het erfrecht en de verkoper belooft de verkoop gestand te<br />

doen en alle lasten af te handelen. Datum 17 november 1638.<br />

=================070===================<br />

Aktennr : 070<br />

Folio : 52-r<br />

Soort akte : machtiging<br />

Datum : 29-11-1638<br />

Wij, Jan Jan Roelofs en Corstiaen Jan Aerts, schepenen, verklaren dat<br />

voor ons is verschenen de edele jonker Geraert van Boecop weduwnaar<br />

van joffrouw Mechteld Spierincx en machtigt hierbij de geachte Thomaes<br />

van Turnhout, zowel aanwezig als afwezig, om namens hem als<br />

opdrachtgever te verschijnen voor schepenen van de stad Den Bosch en<br />

daar ten behoeve van joffrouw Margareta en Helena, gezusters en<br />

kinderen van de opdrachtgever, het 1/4e part van de St. Huibertstiende<br />

alhier gelegen te St. Michielsgestel en Gemonde over te dragen. Die<br />

tiende levert jaarlijks ongeveer 20 mud koren op of zoveel als de<br />

opdrachtgever daarin toekomt, zowel verkregen door erfenis als door<br />

aankoop. De gemachtigde moet daarin alles doen dat hij zelf als<br />

opdrachtgever ook gedaan zou hebben, ook al zou de zaak meer<br />

machtiging of bevel nodig hebben, zoals daar in de secretarie zal<br />

worden gevraagd. De opdrachtgever belooft alles na te komen wat door<br />

zijn gemachtigde zal worden gedaan zonder tegenspraak en zal hem<br />

vrijwaren voor alle kosten. Datum 29 november 1638.<br />

=================071===================


Aktennr : 071<br />

Folio : 52-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 03-12-1638<br />

Wij, Corstiaen Jan Aerts en Geraert Jan Rijckaerts, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons is gekomen Jan Willems van Griensven en verkoopt aan<br />

Jan Janssen Roelofs een stuk akkerland groot ca. 8 lopenzaad gelegen in<br />

de heerlijkheid Gestel, ter plaatse genoemd de Bellenbroeck, b.p.<br />

Laureijs Handrick Vrancken, de weduwe van Gerart Janssen Stockhorst,<br />

Dirck Delissen en meer anderen, de gemeenschappelijke straat, zoals<br />

hij dat stuk land had geerfd na de dood van zijn ouders. De verkoper<br />

krijgt er het erfrecht van en de verkoper belooft op onderpand van zijn<br />

persoon en bezit de verkoop gestand te doen en alle lasten af te<br />

handelen, behalve een jaarlijkse grondchijns van ... groten als<br />

grondchijns aan de heer van Herlaer en Gestel, zoals vermeld in het<br />

chijnsboek van de heer. Verder moet de koper de ´dijkasie´ (=dijk, JT)<br />

onderhouden waarin het stuk land is gehouden welke ´dijckasie´eerder<br />

toebehoorde aan het erf van Peter Willem Driessen die daarvan de helft<br />

moest onderhouden zoals hij zei. Datum 3 december 1638.<br />

=================072===================<br />

Aktennr : 072<br />

Folio : 53-r<br />

Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 06-01-1639<br />

Wij, Adriaen Janssen Spierincx en Jan Janssen Michiels, schepenen,<br />

verklaren dat voor ons zijn verschenen Henrick Eijmbert Peters en<br />

Anthonis Thonis van der Merendoncq als beedigde voogden over<br />

Eijmbert, Anneken, Elisabeth en Margariet, minderjarige kinderen van<br />

wijlen Peter Eijmbert Peters in zijn leven verwekt bij Jenneken van den<br />

Merendoncq, zijnde zijn wettige vrouw, verder hierbij Peter Goijaert<br />

Jacobs die is getrouwd met Catharina ook dochter van wijlen Peter<br />

Eijmbrechts en Jenneken en met hen nog Dierck Delissen als voogd over<br />

de 2 minderjarige kinderen van genoemde Peter en Catharina, en<br />

hebben verklaard een wettige deling te hebben gemaakt van zowel<br />

grond als huisraad die ze hebben geerfd na de dood van hun ouders, het<br />

meeste hiervan gelegen in deze heerlijkheid. Voor de minderjarige<br />

kinderen is het lot getrokken door Antonis Peters (van Tartwijck, JT) als<br />

vorster in afwezigheid van de officier.<br />

Genoemde Peter Goijaerts en Dierck Delissen ten behoeve van de 2<br />

minderjarige kinderen krijgen de helft van een huis, tuin en boomgaard,


met de aangelegen akkers samen groot ca. 8 lopenzaad binnen deze<br />

heerlijkheid Gestel, ter plaatse genoemd het Heeselaer, b.p. Anthonis<br />

Thonissen van der Merendoncq, de gemeenschappelijke straat, de<br />

Broeckstraat daar. Nog de helft van een veld gelegen tegenover de<br />

Dennenboomsche Hoeve, b.p. Anthonis Thonissen van der Merencdoncq,<br />

Marij Diercx van de Venne, Ruth Henrick Janssen, de<br />

gemeenschappelijke straat. Nog de helft van 1/4e part van 3 dagmaten<br />

hooiland gelegen in de Ruijmelsche beemden, voor 2/3e deel.<br />

Genoemde Henrick Eijmberts en Anthonis Thonissen ten behoeve van<br />

Margrietgen minderjarige dochter van Peter Eijkberts krijgen de andere<br />

helft van het genoemde huis, tuin en boomgaard met het akkerland en<br />

de helft van het hei-eeuwsel, het veld en hooiland zoals hiervoor<br />

vermeld en nog onverdeeld is. Hieruit moeten de 2 genoemde erfdelen<br />

ieder voor de helft, jaarlijks 4 zesters rogge betalen aan de H. Geest van<br />

Den Bosch, nog 1 zester rogge per jaar aan het altaar van O.L. Vrouw in<br />

deze heerlijkheid en nog 12 gulden 10 stuivers aan de zusters in Den<br />

Bosch. Nog 50 gulden eens in een groter kapitaal van 300 gulden met<br />

de jaarlijkse rente aan de weduwe van Herman van Iersel, nog jaarlijks<br />

een chijnshoen aan de heer van Herlaer en dat voor het recht op de<br />

Bleecken.<br />

Genoemde Eijmbert krijgt een stuk akkerland genoemd de Speijt groot<br />

ca. 4 en een halve lopenzaad gelegen in deze heerlijkheid, ter zelfder<br />

plaatse, b.p. Willem Geraert Spierincx, de gemeenschappelijke straat,<br />

de Speijtgraef daar. Nog krijgt hij een hopveldje gelegen in de<br />

Molenstraat, b.p. de kinderen van Claes Jacobs, Goijaert Jacob Smith en<br />

Heesken Willem Henricx van Broeck, Geraert Jacobs, Cornelis Rijen<br />

(Reinier, JT) de Becker. Uit dit lot jaarlijks 2 chijnshoenderen aan de<br />

heer van Herlaer te betalen, nog een jaarlijkse rente (bedoeld is hier<br />

kapitaal, JT) van 50 gulden in een rente (=kapitaal, JT) van 300 gulden.<br />

Genoemde voogden ten behoeve van genoemde Anneken krijgen een<br />

stuk akkerland gelegen in deze heerlijkheid ter plaatse genoemd de<br />

Swaen tegenover de Dungense kerk, b.p. Dirck Delissen, Jan Janssen de<br />

With, de kinderen en erfgenamen van Willem Janssen Weijgergancx, de<br />

gemeenschappelijke straat. Nog krijgen ze een stuk land op Mughovel,<br />

b.p. Henrick Henrick Willems, Jacob Thijs Spierincx, de dijk daar, de<br />

kinderen van Anthonis Thonissen van Merendoncq, met nog een veldje<br />

er achteraan tussen het erf van Anthonis Thonisen en het minderjarige<br />

kind van Jan Claessen, verder b.p. Dierck Delissen, Henrick Henrick<br />

Willems. Hieruit jaarlijks een oortje en eenmalig 3 penningen te betalen<br />

in diverse teksten (=chijnsdelen, JT) ) chijns aan de heer van Herlaer,<br />

nog de rente (=kapitaal, JT) over 100 gulden uit een grotere rente van


300 gulden, waarvan de hele rente van die 300 gulden als die prompt<br />

wordt betaald 15 gulden bedraagt en anders 15 stuivers meer, nog<br />

jaarlijks aan het Groot Gasthuis in Den Bosch het 1/3e part in<br />

de´dijckasie´waarin de onderpanden zijn gehouden en nog een roede<br />

dijk aan de zelfde´dijckasie´.<br />

Genoemde voogden ten behoeve van Elisabeth krijgen een stuk land<br />

gelegen op de Keer, gelegen in deze heerlijkheid, b.p. Victor van<br />

Wamel, Anthonis van de Merendoncq, de gemeenschappelijke straat.<br />

Nog krijgen ze een morgen hooiland gelegen op´t Broeck, b.p. Henrick<br />

Henrick Vreijssen, het erf van het St. Claraklooster, Vranck Jan Jacobs,<br />

de gemeenschappelijke straat. Hieruit aan het St. Janskapittel in Den<br />

Bosch 8 pond paijment te betalen, nog de jaarlijkse interest van 100<br />

gulden in een grotere rente van 300 gulden (bedoeld is kapitaal, JT).<br />

Nog moet dit lot het 1/3e part van de dijk onderhouden waarin ze zijn<br />

gehouden samen met Anthonis Thonissen en diens mede-erfgenamen.<br />

De boedeldelers beloven over en weer afstand te doen van aanspraken<br />

op elkaars erfdeel en beloven de deling gestand te doen zonder<br />

tegenspraak. Als er op iemands erfdeel meer lasten drukken dan nu<br />

bekend is, zullen ze die samen betalen, ieder voor diens deel. Verder zal<br />

ieder de lasten op het eigen erfdeel zo betalen dat de erfdelen van de<br />

anderen ervoor zijn gevrijwaard. Verder moet men elkaar overpad<br />

verlenen en aan anderen met de minste overlast. Alle achterstallige<br />

pachten zullen ze samen betalen tot aan een vervallen en de lopende<br />

termijn. Datum 6 januari 1639.<br />

=================073===================<br />

Aktennr : 073<br />

Folio : 55-v<br />

Soort akte : afstand van vruchtgebruik<br />

Datum : 18-01-1639<br />

Wij, Willem Adams en Jan Janssen Michiels, schepenen van de<br />

heerlijkheid St. Michielsgestel, verklaren dat voor ons is verschenen<br />

Hendricxken dochter van wijlen Peter Janssen van de Ven, weduwe van<br />

Marcelis Henricx van de Dootleggen met haar voogd en doet afstand van<br />

haar rechten inzake alle goederen en erven waar dan ook gelegen en<br />

zonder uitzondering, die ze heeft geerfd na de dood van haar man en<br />

draagt dat bezit nu over aan Laureijs, Jan, Cornelis en Anthonis zijnde<br />

haar meerderjarige kinderen die daarvan het erfrecht krijgen.<br />

Hendriecxken met haar voogd belooft deze overdracht gestand te doen<br />

en alle lasten van haar kant af te handelen, behalve dat de kinderen de<br />

gebuurlijke plichten hebben te vervullen en andere servituten waarin het


ezit is gehouden. Datum 18 januari 1639.<br />

In marge :<br />

Een kopie voor Hendricxken en kopie voor Berckenbos.<br />

=================074===================<br />

Aktennr : 074<br />

Folio : 56-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 27-01-1639<br />

Wij, Geraert Jan Rijckaerts en Willem Adams, schepenen van de<br />

heerlijkheid St. Michielsgestel verklaren dat voor ons zijn verschenen<br />

Geraert zoon wijlen Wouter Jan Marcelissen van de Merendoncq, verder<br />

zijn zusters Engelken en Jenneken met hun voogden en verkopen een<br />

stuk akkerland groot ca. 3 lopenzaad, gelegen in deze heerlijkheid op<br />

Haenwijck, ter plaatse genoemd de Beecxakker, b.p. de weduwe van<br />

kapitein Pijnappel, Marcelis Jan Marcelissen, Arien Ariens, de weduwe<br />

van Henrick Adriaens van der Aa. Dat stuk akkerland hadden ze geerfd<br />

na de dood van hun ouders en verkopen het nu aan Heijlken weduwe<br />

van Matheus Matheussen die daarvan het erfrecht krijgt. De verkopers<br />

beloven de verkoop gestand te doen en alle lasten van hun kant af te<br />

handelen, behalve een jaarlijkse rente van 3 gulden aan de kerk van<br />

Gemonde zoals ze zeiden. Datum 27 januari 1639.<br />

=================075===================<br />

Aktennr : 075<br />

Folio : 56-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 27-01-1639<br />

Voor genoemde schepenen is verschenen Jenneken dochter van Jan<br />

Marcelis van de Merendoncq met haar voogd en verkoopt haar 1/3e deel<br />

van een hofstad groot in totaal ca. 5 en een halve lopenzaad, gelegen in<br />

de heerlijkheid Gestel, ter plaatse genoemd de Pleijn, b.p. de weduwe<br />

van Hendrick Adriaens van der Aa, de weduwe van Jan Henrick Goijaerts<br />

van der Doncq, de weduwe van Matheus Matheussen, de<br />

gemeenschappelijke straat, zoals ze dat 1/3e deel had geerfd van haar<br />

ouders. Ze verkoopt het perceel aan haar broer Geraerd en haar zus<br />

Engeltgen die daarvan het erfrecht krijgen. De verkoopster op<br />

onderpand van haar persoon en bezit belooft de verkoop gestand te<br />

doen en alle lasten van haar kant af te handelen voor dat 1/3e deel,<br />

behalve het 1/3e deel van 2 penningen grondchijns aan de heer van<br />

Herlaer, nog behalve het 1/3e deel van 6 gulden aan de erfgenamen<br />

van Jan Jacobs, nog behalve het 1/3e part van jaarlijks 6 gulden aan


Anthonij van den Bergh, nog behalve het 1/3e part van 3 gulden per<br />

jaar aan de H. Geest in deze heerlijkheid. Actum als boven.<br />

=================076===================<br />

Aktennr : 076<br />

Folio : 57-r<br />

Soort akte : kwitering<br />

Datum : 27-01-1639<br />

Voor genoemde schepenen is verschenen genoemde Jenneken dochter<br />

van wijlen Wouter Jan Mercelissen (van de Merendoncq, JT) en heeft<br />

verklaard voor dat 1/3e deel van haar broer Geraert Wouters en haar<br />

zuster Engeltgen een bedrag van 100 karolusguldens te hebben<br />

ontvangen elk van 20 stuivers, waarmee ze verklaart voldaan te zijn en<br />

verder is uitgesloten van alle bezit van haar ouders zaliger, met inbegrip<br />

van alle schulden en vorderingen zodat ze hierin niets meer zal<br />

pretenderen, zonder tegenspraak daarin. Actum als boven.<br />

=================077===================<br />

Aktennr : 077<br />

Folio : 57-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 27-01-1639<br />

Wij, Jan Jan Roelofs en Corstiaen Jan Aerts, schepenen, verklaren dat<br />

voor ons is verschenen Wouter Wouter van Groesbeeck als wettige man<br />

van zijn vrouw Augneesken dochter van Henrick Goijaert<br />

Hoppenbrouwers en verkoopt aan Geraert Jansen Mulder een stuk<br />

akkerland groot ca. 3 lopenzaad gelegen in de heerlijkheid Gestel ter<br />

plaatse genoemd de Verckensakker, b.p. Conraet Goossens, de weduwe<br />

van Henrick Dierck Seeben en meer anderen, Peter Jeronimus, de<br />

gemeenschappelijke straat, zoals zijn vrouw had geerfd en was<br />

toebedeeld met haar mede-erfgenamen voor schepenen alhier. De koper<br />

krijgt er het erfrecht van en de verkoper belooft de verkoop gestand te<br />

doen zonder tegenspraak en alle lasten van zijn kant af te handelen,<br />

behalve een jaarlijkse chijns van 15 gulden aan Goijaert Goijaerts.<br />

Actum als boven.<br />

=================078===================<br />

Aktennr : 078<br />

Folio : 58-r<br />

Soort akte : gift<br />

Datum : 28-01-1639


Wij, Willem Adams en Jan Jan Michiels, schepenen van de heerlijkheid<br />

St. Michielsgestel, verklaren hierbij plechtig dat voor ons is verschenen<br />

de edele joffrouw Margareta van Etten weduwe van jonker Johan<br />

Coenen, inwoonster van deze heerlijkheid, die gezond van lijf en leden is<br />

en in het bezit van haar verstand en verklaart dat ze uit liefde en<br />

affectie en vanwege ander haar daartoe moverende redenen, als<br />

onherrroepelijke gift aan jonker Willem van Vlierden ten behoeve van<br />

zijn kinderen verwekt bij joffrouw Adriana Coenen, zijnde haar dochter<br />

in wettig huwelijk verwekt, hem 2 obligaties vermaakt. De ene van 1600<br />

rijnsguldens van 40 groten vlaams per gulden die werden beloofd door<br />

schepenen en gezworenen van de vrijheid Oisterhout zowel in hun naam<br />

als in naam van de inwoners op 23 juni 1617 aan jonker Johan Coenen.<br />

De andere obligatie betreft 799 rijnsguldens beloofd door Huibert Jaspar<br />

Heijs ten overstaan van schepenen en heren wethouders te Oisterhout<br />

op 7 december 1618 ook ten behoeve van jonker Johan Coenen. De<br />

comparante draagt beide obligaties over aan genoemde jonker Willem<br />

van Vlierden die hierbij ook aanwezig is en deze obligaties accepteert<br />

ten behoeve van zijn kinderen. Als een van de obligaties tijdens haar<br />

leven of na haar dood zal worden afgelost zal het geld aan genoemde<br />

kinderen ten goede komen. De comparante belooft op onderpand van<br />

haar persoon en bezit deze gift en overdracht altijd gestand te doen<br />

zonder tegenspraak en wil dat er voor de kinderen een of meer<br />

dokumenten van worden gemaakt. Actum in St. Michielsgestel op 28<br />

januari 1639.<br />

In marge :<br />

Verschenen is in de secretarie van de heerlijkheid Gestel de weledele<br />

jonker Maximiliaan van Vlierden zoon van wijlen jonker Willem van<br />

Vlierden en verklaart voor zijn 1/3e deel van deze 2 obligaties door de<br />

weledele jonker Aert de Coenen te zijn voldaan met de rente tot aan<br />

vandaag toe en doet afstand van verdere aanspraken in deze 2<br />

obligaties en verklaart er volledig voor te zijn betaald. Verder wil jonker<br />

Maximiliaan dat zijn 1/3e part in deze 2 rentes ten goede komt aan<br />

genoemde jonker Aerdt de Coenen en verder aan diens broer en zuster<br />

(vervolg op folio 58-v) en dat die voor heren wethouders te Oisterhout<br />

wordt overgedragen volgens de stijl van de secretarie daar. Actum op<br />

28 maart 1659, in aanwezigheid van Willem Daniels en van Aert Jacobs<br />

van Gruenendael als schepenen van St. Michielsgestel. Akte is als<br />

oorkonde opgemaakt en door de comparant ondertekend. Getekend :<br />

Maximiliaen van Vlierden en J. Elsevier, secretaris 1659.<br />

=================079===================<br />

Aktennr : 079<br />

Folio : 58-v<br />

Soort akte : kwijting/vrijwaring


Datum : 28-01-1639<br />

Wij, Willem Adams en Jan Janssen Michiels, schepenen van de<br />

heerlijkheid St. Michielsgestel verklaren dat vandaag hier is verschenen<br />

de edele joffrouw Margareta van Etten weduwe van jonker Johan<br />

Coenen inwoonster van deze heerlijkheid, gezond van lijf en leden en in<br />

het bezit van haar verstand en heeft verklaard dat haar schoonzoon<br />

jonker Willem van Vlierden diverse jaren voor haar het bewind over haar<br />

bezit heeft gevoerd of geadministreerd en hij heeft haar daarvan<br />

rekenschap en verantwoording gedaan van dat beheer en goed bewijs<br />

overlegd tot haar tevredenheid en zij heeft hem hiervoor behoorlijk<br />

kwijting gegeven en ontslaat hem van verdere aansprakelijkheid en wil<br />

niet dat haar toekomstige erfgenamen hem daarover lastig zullen vallen,<br />

noch dat hij verder verantwoording of rekenschap zal hoeven af te<br />

leggen omdat ze hiervoor volledig voldaan is geweest. Ze wil niet dat<br />

jonker Willem of iemand van diens erfgenamen zal worden<br />

aangemaand of lastig gevallen over het verteer en ander onderhoud dat<br />

hij en zijn vrouw en familie en paarden etc. tot nu toe bij haar heeft<br />

genoten. Ze verklaart dit aan hem, zijn vrouw en kinderen als<br />

tegemoetkoming te hebben gegeven voor zijn trouwe diensten in het<br />

beheer van haar bezit en verder ook uit liefde en affectie, welke<br />

diensten door hem nog zullen worden verleend en ze geeft hem<br />

daarvoor kwijting. Ze wil niet dat hij daarover in de toekomst door wie<br />

dan ook op deze wereld zal worden lastig gevallen of dat hij er enige<br />

kwestie of moeilijkheid van ondervindt. Actum in de heerlijkheid van St.<br />

Michielsgestel op de 28ste dezer maand 1639 (= januari, JT).<br />

=================080===================<br />

Aktennr : 080<br />

Folio : 59-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 14-02-1639<br />

Wij, Willem Adams en Goossen Henrick Martens, schepenen verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Cornelis Goossens, woonachtig op de Made<br />

in de jurisdictie van Geertruidenberg, voor hemzelf handelend en voor<br />

Aert Jaspers Molenaers als man van Martijntgen dochter van Embrecht<br />

Cornelissen in diens leven verwekt bij zijn wettige vrouw Marieke<br />

dochter van Henrick Janssen Duijs en verkopen nu aan Heijlken Duijs<br />

weduwe van Wouter Matheussen het 1/4e deel van een stuk hooiland in<br />

totaal groot ca. 2 en een halve morgen, gelegen in de heerlijkheid<br />

Gestel ter plaatse genoemd de Endekoeij gelegen in de Doijbroecken,<br />

b.p. de zusters van Orthen, Rutger Corstiaen Spierincx en meer<br />

anderen, Margariet weduwe van Henrick Geraerts van de Loo, de


weduwe van Thomas Willems. Nog verkopen ze het 1/4e deel van een<br />

heiveld met de dries eraan gelegen in de heerlijkheid Gestel ter plaatse<br />

genoemd het Varrenbroeck, b.p. Jan Peter Henricks, de erfgenamen van<br />

Arien Janssen, de weduwe van Jan Huiberts en meer anderen, de<br />

gemeenschappelijke straat. Nog het 1/4e deel van een morgen hooiland<br />

gelegen nabij de Pettelaersche Schans, b.p. jonker Geraert van Boecop.<br />

Nog de helft van een stuk akkerland groot ca. 2 lopenzaad gelegen in de<br />

heerlijkheid Gestel op de Haenwijcxe akkers, b.p. Arien Adriaens, de<br />

weduwe van Henrick Adriaens van der Aa, Marcelis Jan Mercelissen. Nog<br />

het 1/4e part van een ´vergraven´ akkerland groot ca. 2 lopenzaad<br />

gelegen in de heerlijkheid Gestel ter plaatse genoemd de Pleijn aan de<br />

Breden Eijck, b.p. Peter Gijsberts, Jan Thijs Spierincks, Henrick Janssen<br />

Vercuijlen, de gemeenschappelijke straat daar. Nog de helft van een<br />

rente van 5 gulden per jaar op onderpand van een huis, tuin,<br />

boomgaard, thans eigendom van Henrick Janssen Vercuijlen, aflosbaar<br />

volgens de brieven. Dat vierde part hadden ze geerfd van de ouders van<br />

hun echtgenoten zoals ze zeiden. De koopster krijgt er het erfrecht van.<br />

De verkopers op onderpand van hun persoon en bezit beloven de<br />

verkoop gestand te doen zonder tegenspraak en zullen alle lasten van<br />

hun kant afhandelen, behalve de lasten waarmee het bezit is belast.<br />

Datum 14 februari 1639.<br />

=================081===================<br />

Aktennr : 081<br />

Folio : 60-v<br />

Soort akte : minnelijke overeenkomst<br />

Datum : 14-02-1639<br />

Omdat Huibert Huiberts thans in het buitenland is, is het niet zeker dat<br />

hij nog leeft zoals men veronderstelt en daarom is er in de voorgaande<br />

akte geen melding gemaakt over het 1/3e deel van het bezit. Als hij<br />

onderwijl is komen te overlijden zal genoemde Heijlken Henricks<br />

(=Duijs, JT) van het geld dat hem daaruit toekomt daarover geen rente<br />

hoeven te betalen, maar wel zijn deel van de koopsom aan de wettige<br />

erfgenamen. Als hij wel terugkeert zal Heijlken hem een behoorlijke<br />

rente moeten betalen, daarvoor stelt zich Cornelis Goossen garant met<br />

zijn persoon en bezit. Opgemaakt voor genoemde schepenen, datum als<br />

boven.<br />

=================082===================<br />

Aktennr : 082<br />

Folio : 61-r<br />

Soort akte : schuldbekentenis<br />

Datum : 08-02-1639


61-r)<br />

Jonker Johan van Raveschot woonachtig in de heerlijkheid St.<br />

Michielsgestel, ter plaatse genoemd de Ruwenberch, verkoopt (=belooft,<br />

JT) aan zijn broer jonker Adolf van Raveschot, als ´alpherus´ onder<br />

kapitein Croon in het garnizoen in de stad Herenthals in dienst van de<br />

koninklijke majesteit van Hispaignien, een jaarlijkse chijns van 135<br />

gulden, elke gulden van 20 stuivers in goed gangbaar geld, steeds te<br />

betalen op St. Jan Baptistdag anno 1640 in deze heerlijkheid, vrij van<br />

alle belastingen of heffingen, tiendes, twintigsten, honderdsten etc.,<br />

gewone of buitengewone lasten die al zijn opgelegd of nog opgelegd<br />

zullen worden, op onderpand van al zijn bezit, zowel hier te St.<br />

Michielsgestel of in de heerlijkheid van Capell, Wasbeeck (=Waspik, JT)<br />

of in het land van Breda in het dorp genoemd Bael (=Bavel, JT) zonder<br />

enige uitzondering waar dat bezit zich ook bevindt. De verkoper<br />

(=schuldenaar) belooft op onderpand van zijn persoon en bezit de rente<br />

te garanderen en de onderpanden in goede staat te houden voor de<br />

betaling van de rente. De verkoper (schuldenaar, JT) mag de rente altijd<br />

aflossen in 4 termijnen of voor zoveel hij wil, met een totaal bedrag van<br />

2700 gulden, elk van 20 stuivers, samen met de lopende termijn en de<br />

achterstand, maar als hij wil aflossen moet hij een half jaar vooraf<br />

opzeggen. Getuigen waren hierbij Jan Janssen Michiels en Goossen<br />

Henrick Martens als schepenen van de heerlijkheid St. Michielsgestel.<br />

Datum 8 februari 1639.<br />

In marge :<br />

Vandaag op 1 maart 1647 is voor genoemde schepenen verschenen<br />

monsieur Hugo de Roeij wettige man van joffrouw Maria dochter van<br />

jonker Adolf van Raveschot en heeft bekend door jonker Johan van<br />

Raveschot zijnde zijn oom, voor deze schepenrentebrief ter waarde van<br />

2700 gulden d.d. 18 februari 1639 te zijn betaald, welke rente Adolf van<br />

Raveschot aan zijn broer jonker Johan had verkocht, en welke rente<br />

later aan Hugo de Roeij die gehuwd is met joffrouw Marie zijnde de<br />

dochter van jonker Adolf als huwelijksgift was gegeven zoals blijkt uiit<br />

een bepaald kontrakt of huwelijkse voorwaardes opgemaakt voor notaris<br />

Ervaert van Beemd (?) en getuigen in de stad Lier. Hugo de Roeij<br />

verklaart dat de rente is afgelost samen met alle achterstallige<br />

termijnen en is hiervoor ten volle voldaan en belooft op onderpand van<br />

zijn persoon en bezit niets meer te vorderen te hebben. Ter meerdere<br />

zekerheid heeft hij deze aantekening ondertekend in aanwezigheid van<br />

Adriaen Jan Spierincx en Willem Roelof Haegelaer als schepenen van de<br />

heerlijkheid St. Michielsgestel als getuigen. Datum 1 maart 1647.<br />

Ondertekend : Arien Jan Spierincx, Willem Roelofs, Hugo de Roij.<br />

Oorkonde : B. van der Waerden, secretaris.<br />

In marge 1 :


Vandaag op 1 maart 1647 is voor genoemde schepenen verschenen<br />

monsieur Hugo de Roeij wettige man van joffrouw Maria dochter van<br />

jonker Adolf van Raveschot en heeft bekend door jonker Johan van<br />

Raveschot zijnde zijn oom, voor deze schepenrentebrief ter waarde van<br />

2700 gulden d.d. 18 februari 1639 te zijn betaald, welke rente Adolf van<br />

Raveschot aan zijn broer jonker Johan had verkocht, en welke rente<br />

later aan Hugo de Roeij die gehuwd is met joffrouw Marie zijnde de<br />

dochter van jonker Adolf als huwelijksgift was gegeven zoals blijkt uiit<br />

een bepaald kontrakt of huwelijkse voorwaardes opgemaakt voor notaris<br />

Ervaert van Beemd (?) en getuigen in de stad Lier. Hugo de Roeij<br />

verklaart dat de rente is afgelost samen met alle achterstallige<br />

termijnen en is hiervoor ten volle voldaan en belooft op onderpand van<br />

zijn persoon en bezit niets meer te vorderen te hebben. Ter meerdere<br />

zekerheid heeft hij deze aantekening ondertekend in aanwezigheid van<br />

Adriaen Jan Spierincx en Willem Roelof Haegelaer als schepenen van de<br />

heerlijkheid St. Michielsgestel als getuigen. Datum 1 maart 1647.<br />

Ondertekend : Arien Jan Spierincx, Willem Roelofs, Hugo de Roij.<br />

Oorkonde : B. van der Waerden, secretaris.<br />

In marge 2 :<br />

Opdat deze schepenbrief doorgehaald kan worden, verklaar ik,<br />

ondergetekende stadhouder dat jonker Adolf de Raveschot naar mijn<br />

huis is gekomen ten tijde dat Hugo de Roij zijnde diens schoonzoon in<br />

Den Bosch samen met zijn voerman gevangen was gezet, die mij<br />

nadrukkelijk toen heeft gevraagd dat zodra hij (vrij) gekomen zou zijn<br />

en als deze Johan van Raveschot hem betaald zou hebben, ik de brief<br />

dan zou laten doorhalen. Als oorkonde door mij ondertekend :<br />

W. Adams de Gestel, datum 1 maart 1647.<br />

=================083===================<br />

Aktennr : 083<br />

Folio : 61-v<br />

Soort akte : schuldbekentenis<br />

Datum : 23-02-1639<br />

Wij, Willem Damen en Corst Jan Aerts, schepenen verklaren dat voor<br />

ons is verschenen Leonaert zoon van Joost Peters en belooft een<br />

jaarlijkse rente van 3 carolusguldens van elk 20 stuivers, steeds te<br />

betalen op St. Mathijsdag en voor de eerste keer per a.s. St. Mathijsdag<br />

anno 1640 en binnen deze heerlijkheid te betalen, vrij van alle<br />

heffingen, tiendes, twintigstes, honderdstes, gewone of buitengewone<br />

lasten van welke aard dan ook, zowel van de ene als de andere kant (de<br />

kant van de republiek of de koning van Spanje, JT), op onderpand van<br />

een stuk land groot ca. 6 lopenzaad gelegen in de heerlijkheid Gestel<br />

ter plaatse Theede aan de Heikant daar, b.p. Leonaert Joosten, de


gemeenschappelijke straat, Willem Meus, de erfgenamen van Peter<br />

Everaert Adriaens. Hij verkoopt (=belooft, JT) deze rente aan Marten<br />

Peters van de Ven en aan Geraert Jan Rijckaerts als rentmeesters van<br />

de tafel van de H. Geest en Leonaert belooft het onderpand in goede<br />

staat te houden voor de betaling van de rente en alle lasten hierin af te<br />

handelen. Het onderpand is belast met een jaarlijkse grondchijns van 6<br />

stuivers aan de heer van Herlaer en van Gestel. Datum 23 februari<br />

1639.<br />

In marge :<br />

Vandaag 1 februari 1643 is verschenen Marten Peters van de Ven als H.<br />

Geestmeester en heeft verklaard dat deze rente door Hendrick Peters is<br />

afgelost ten behoeve van de tafel van de H. Geest zodat de H. Geest<br />

niets meer te vorderen heeft inzake deze rentebrief en is daarom<br />

doorgehaald. Als oorkonde opgemaakt, ondertekend : B. van der<br />

Waerden.<br />

=================084===================<br />

Aktennr : 084<br />

Folio : 62-r<br />

Soort akte : schuldbekentenis<br />

Datum : 23-02-1639<br />

Genoemde Leonaert of zijn nakomelingen zullen de rente mogen<br />

aflossen tegen betaling van 50 gulden samen met de achterstallige<br />

termijnen op het moment van de aflossing. Als hij wil aflossen moet hij<br />

een half jaar vooraf opzeggen.<br />

=================085===================<br />

Aktennr : 085<br />

Folio : 62-v<br />

Soort akte : verklaring goed gedrag/reputatie<br />

Datum : 25-02-1639<br />

Wij, schout en schepenen van de heerlijkheid St. Michielsgestel<br />

verklaren dat de toonder van deze brief zijnde Jan Adriaen Goijaerts een<br />

inwoner is alhier die als zodanig de dorpslasten betaalt ter ener en ter<br />

andere zijde, zonder enige uitzondering hierin volgens zijn staat (bezit,<br />

JT) en labeur (inkomsten, JT) en hij volgens onze contributieboeken<br />

daarin is aangeslagen. En dat hij daarnaast in de tijd als inwoner met<br />

zijn vrouw en kinderen en familie zich hier behoorlijk heeft gedragen en<br />

te goeder naam en faam bekend staat, zodat wij hem deze certificatie<br />

niet hebben kunnen weigeren. Als oorkonde opgemaakt en voorzien van<br />

ons schepensdomszegel naast de handtekening van de secretaris.<br />

Datum 25 februari 1639.


=================086===================<br />

Aktennr : 086<br />

Folio : 62-v<br />

Soort akte : niet nakoming overeenkomst<br />

Datum : 18-03-1639<br />

Op 7 november 1637 zijn destijds voor schepenen van deze heerlijkheid<br />

St. Michielsgestel verschenen Jan Jan Roelofs, presidentschepen als<br />

gemachtigde voor het dorp volgens zijn opdracht hiertoe d.d. 19 juni<br />

1637 vanwege de gemeente ter ener zijde en Michiel zoon Jan Michiels<br />

vanwege diens vader ter andere zijde, en hebben verklaard over het<br />

vonnis dat deze Jan Michiels heeft verkregen ten laste van het dorp<br />

Gestel, welk vonnis is afgegeven door de Raad van Brabant in Brussel<br />

d.d. 27 september 1633, daarover een overeenkomst te hebben<br />

gesloten. Daarbij was gezegd dat de gemeente in uitvoering van dat<br />

vonnis hem een bedrag van 2000 guldens eens zou betalen en wel in de<br />

stad Brussel, de eerste 1000 gulden op St. Bavodag anno 1637 en de<br />

andere 1000 gulden met St. Jansdag erna en dat ook de gemeente zou<br />

instaan voor de aanspraken die de ontvanger Fockenster ten laste van<br />

de genoemde Jan Michiels zou kunnen hebben. Nochtans is het zo dat<br />

deze Jan Michiels de processtukken waarover kwestie was in Den Bosch<br />

met het vonnis en het nadeel (de vordering) van genoemde Fockenster<br />

zoals is het vonnis is vermeld op 27 november 1635 (vonnis Den<br />

Bosch?, moet waarschijnlijk 1637 zijn, zie hierna, JT) eerstdaags aan<br />

het bestuur van de gemeente zou dienen over te leveren. Daarna is de<br />

gemeente door deze Jan Roelofs als hun president gehoord en door de<br />

afgevaardigden is toen gesteld dat men dat voorstel zou accepteren,<br />

zoals Michiel namens zijn vader heeft verklaard voor schepenen alhier<br />

om dat akkoord ook te accepteren, zodat op de zelfde dag 27 november<br />

1637 (1635 zie hiervoor, JT) die verklaarde van die 2000 gulden een<br />

bedrag van 1000 gulden te hebben ontvangen. Hij beloofde toen de<br />

overeenkomst namens zijn vader na te komen zonder dat de gemeente<br />

Gestel verder over het eerstgenoemde vonnis van de Raad van Brabant<br />

of hetgeen ermee samenhangt zou worden lastig gevallen, behalve de<br />

aanspraken van genoemde Fockenstaers voor schepenen van de stad<br />

Den Bosch die deze opeist in dat proces. Hij beloofde toen de gemeente<br />

en haar bestuur daarvoor te vrijwaren en de kwijting voor de 1000<br />

gulden altijd te garanderen. Daarna heeft genoemde Michiel op de<br />

tweede en laatste termijn 726 gulden ontvangen volgens zijn eigen<br />

handschrift en kwitantie. Daarom zijn vandaag opnieuw voor schepenen<br />

alhier deze Jan Roelofs presidentschepen verschenen als afgevaardigde<br />

en ook Michiel Jan Michiels die is gemachtigd met een procuratiebrief<br />

d.d. 6 oktober 1638 en hebben ter voldoening van het kontrakt d.d. 27


november 1637, het volgende verklaard. Jan Michiels verklaart aan Jan<br />

Roelofs de stukken van het proces tegen Fockenstaer, hem door<br />

genoemde Michiel in kopie te zijn aangeleverd, waarvan het origineel op<br />

de griffie van de stad Den Bosch is en dat hij van Michiel ook de<br />

autentieke kopie van de originele kwitanties heeft ontvangen vanwege<br />

deze Fockenstaer, te weten een van 1200 gulden d.d. 2 mei 1623 en<br />

een van 800 gulden d.d. 26 mei 1623, nog 800 gulden van 28 juni<br />

direkt daarna en nog een van 509 gulden ook van 28 juni, zijnde de<br />

achterstalligheid waarover Fockenstaer vonnis had verkregen in de<br />

kwestie. De president op grond van zijn machtiging belooft de verdere<br />

pretenties van Fockenstaer alsnog te accepteren, en daarvoor<br />

genoemde Jan Michiels te vrijwaren en hem de principale kwitantie ter<br />

hand te stellen. Genoemde Michiel bekent het andere geld van de<br />

vermelde 2000 gulden van de gemeente te hebben ontvangen en zal<br />

hen daarin verder vrijwaren op onderpand van zijn persoon en bezit,<br />

nogmaals herhalend dat de gemeente Gestel terzake van het vonnis van<br />

de Raad van Brabant en wat ermee samenhangt zonder uitzondering<br />

anders dan de vordering van Fockenstaer daarin niet verder lastig<br />

gevallen zal worden en hij belooft hen daarvoor te vrijwaren. Zowel Jan<br />

Jan Roelofs als Michiel Jan Michiels namens zijn vader zijn bereid zich<br />

hierover later vrijwillig te laten veroordelen als zulks niet wordt<br />

nagekomen, hetgeen wij als schepenen ook zullen doen, met name<br />

Willem Adams, Adriaen Jan Spierincx, Jan Jan Michiels, Corst Jan Aerts<br />

en Goossen Henrick Martens. Datum 18 maart 1639, getekend : B. van<br />

der Waerden.<br />

=================087===================<br />

Aktennr : 087<br />

Folio : 65-r<br />

Soort akte : verklaring over voorhoofd<br />

Datum : 23-04-1639<br />

Al degenen die deze brief zullen zien of horen lezen, gegroet!. Wij,<br />

Willem Adams en Jan Jan Michiels, schepenen van de heerlijkheid St.<br />

Michielsgestel verklaren hierbij plechtig dat voor ons is verschenen<br />

Jacob Henricx van Venroeij en Eijmbert Henrick Leonaerts, beiden<br />

raaimakers van beroep en inwoners van de heerlijkheid Gestel en nadat<br />

ze behoorlijk waren ondervraagd en onder ede gesteld, op verzoek van<br />

Marten Peters Servaessen cum suis, hebben verklaard dat inzake het<br />

kwestieuze omgehakte hout staande naast de hoeve van de H. Geest<br />

van Den Bosch binnen deze heerlijkheid aan het Heezelaer, dat hout<br />

gekocht te hebben en hetzelfde bewerkt, gezaagd en gebruikt. Ze<br />

hebben geconstateerd aan de hand van de wassen (=boomringen, JT)<br />

dat de bomen niet ouder waren ten hoogste 26 of 27 jaar. De


deponenten verklaren dat ze zulks zeer goed weten omdat ze dagelijks<br />

veel hout gebruiken en bewerken. Ter meerdere zekerheid hebben wij<br />

ons schependomszegel aan deze akte bevestigd, naast de handtekening<br />

van de secretaris. Datum 23 april 1639.<br />

=================088===================<br />

Aktennr : 088<br />

Folio : 65-v<br />

Soort akte : kwestie over voorhoofd<br />

Datum : 23-04-1639<br />

Wij, Willem Adams en Jan Jan Michiels schepenen verklaren hierbij dat<br />

voor ons is verschenen Geraert Aert Geraerts oud ca. 60 jaar, Leonaert<br />

Adriaens Jacobs oud ca. 42 jaar en Jan Herman Schuermans, oud ca. 44<br />

jaar, alle inwoners van deze heerlijkheid en hebben nadat ze waren<br />

ondervraagd en onder ede gesteld, op verzoek van Marten Peters<br />

Servaessen cum suis, het volgende verklaard. Genoemde Geraert en<br />

Leonaert verklaren goede kennis ervan te hebben dat de varkenskooi<br />

die tegenwoordig op de hoeve van de H. Geest van Den Bosch staat<br />

binnen deze heerlijkheid aan het Heezelaer, waarin nu Adriaen Jacobs<br />

woont, bij het hermaken en repareren, buitenwaards op de gemeijnte is<br />

gezet en ze vaak door verschillende omwonenden hebben horen zeggen<br />

dat deze kooi er buitenwaards stond. Genoemde Leonaert verklaart nog<br />

dat hij zijn vader Adriaen Jacobs als hoevenaar van genoemde hoeve,<br />

deze timmerlieden heeft ´bekijfd´ en tegen hen had gezegd waarom zij<br />

die varkenskooi buiten op de gemeijnte hadden gezet. Genoemde Jan<br />

Hermans verklaart nog zeer goede herinnering te hebben dat hij Willem<br />

Celen (= van de Merendonck, JT) vele jaren terug heeft horen zeggen<br />

dat de bomen die tegenwoordig aan het einde van het huis van de H.<br />

Geest staan hem eigenlijk toebehoorden. Insgelijks verklaart genoemde<br />

Geraert Aert Geraerts dat hij deze Willem Ceelen dat dikwijls heeft<br />

horen zeggen dat die bomen eigenlijk zijn eigendom waren. De<br />

deponenten verklaren nog dat ze van jongsaf aan daar nabij die hoeve<br />

hebben gewoond en er daarom goed mee bekend zijn. Datum 23 april<br />

1639. (zie folio 86-v, ondanks deze verklaringen, trekt de tegenpartij<br />

toch aan het langste eindje, JT)<br />

=================089===================<br />

Aktennr : 089<br />

Folio : 66-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 03-05-1639<br />

Wij, Willem Adams en Jan Jan Michiels schepenen in de heerlijkheid van


St. Michielsgestel verklaren dat voor ons is verschenen Ariken dochter<br />

van Stans Adriaens weduwe van Dierck Eijmberts met haar voogd en<br />

verkoopt nu aan haar zwager Geraert Ambrosius de helft van een huis,<br />

tuin, en boomgaard met het aanliggend hopland, voor die helft ongeveer<br />

anderhalf lopenzaad groot, gelegen in de heerlijkheid Gestel ter plaatse<br />

genoemd Nieuw Herlaer, b.p. Evert Peter Everts, Goijaert Geraerts van<br />

Hall, de gemeenschappelijke pad daar naast de Herlaersche akkers,<br />

verder belendend de gemeenschappelijke akkers tegenover de rivier de<br />

Dommel, zoals Ariken als weduwe van haar ouders zaliger had geerfd.<br />

Haar zwager Geraert heeft van het verkochte bezit daarvan de andere<br />

helft die nu ook het erfrecht van haar helft krijgt. De verkoopster en<br />

haar voogd beloven op onderpand van haar persoon en bezit deze<br />

verkoop gestand te doen en alle lasten van haar kant af te handelen,<br />

behalve de helft van een gewinchijns van 7 oortkens aan de heer van<br />

Herlaer, nog een rente van 20 stuivers aan de zoon van Cornelis de Gast<br />

in Den Bosch, nog een chijns van 25 stuivers aan de H. Geest in Den<br />

Bosch en nog een chijns van 14 stuivers per jaar aan meester Dierck<br />

van de Velde in Den Bosch. Datum 3 mei 1639.<br />

=================090===================<br />

Aktennr : 090<br />

Folio : 66-v<br />

Soort akte : corruptie<br />

Datum : 03-05-1639<br />

Wij, Willem Adams, en Jan Janssen Michiels, schepenen verklaren dat<br />

vandaag voor ons zijn verschenen de edele jonker Christoffel van<br />

Boecop en Jan Herman Schuermans, beiden inwoners van deze<br />

heerlijkheid Gestel en nadat ze daarover behoorlijk waren ondervraagd<br />

en hen de eed was afgenomen, op verzoek van het bestuur en inwoners<br />

van Gestel, hebben verklaard dat zij als deponenten in het jaar 1637 in<br />

gezelschap van meester Adriaen van Merweijck als substituut van het<br />

Hoog Officie Fiscaal voor Brabant daarbij met hem overleg hebben<br />

gehad over de kwestie van Willem Willem Moelenbroecx over de<br />

dagvaarding die aan Willem is gedaan door het Hoog Officie en dat ze<br />

toen van Merwijck hebben horen zeggen nadat die de zaak van deze<br />

Molenbroecx had bezien en bestudeerd, dat hij niet de minste bezwaren<br />

zag, maar dat hij die persoonlijk wilde spreken in Breda om de zaak te<br />

onderzoeken. Daarop had Boecop geantwoord dat deze Moelenbroecx<br />

zeer bevreesd was dat als hij daar zou komen gevangen gezet zou<br />

worden. Daarop zei van Merwijck tegen jonker Christoffel van Boecop<br />

hem met schone beloftes verzekerend dat als hij deze Moelenbroecx<br />

ondervraagd zou hebben, hij hem daarna binnen 2 of 3 dagen vrij zou<br />

laten en naar huis zou laten gaan en ter meerdere zekerheid sloeg hij


toen daarop met zijn hand op zijn borst en zei ´moste ook wel een<br />

rabant (rabouw, JT) zijn, soude ick anders of boven mijn gelofte doen´.<br />

Maar als deze Meulenbroecx daar wilde blijven om zijn zaak voort te<br />

zetten of iemand anders daarvoor in zijn plaats te stellen, zou die daarin<br />

de vrije hand hebben, menend dat in 5 of 6 weken de zaak zou worden<br />

afgehandeld. Verder verklaarde de deponenten nog dat ze met advokaat<br />

Wermont een discussie over de zaak Moelenbroecks hebben gehad die<br />

tegen hen zei nadat hij de stukken had overzien, daarin ook geen enkel<br />

bezwaar of probleem kon zien en dat hij waarschijnlijk door het Hoog<br />

Officie Fiscaal daarvoor zou worden gemachtigd binnen Breda om over<br />

deze Moelenbroecx te beslissen. De deponenten hadden dit alles aan<br />

genoemde Moelenbroecx meegedeeld in het bijzijn van de drossaard le<br />

Lijon, jonker Chaerl van Vlierden en Adriaen Janssen Spierincks die<br />

daarop had geantwoord : ´ik weet dat, ik salder nijet comen´. Hiermee<br />

eindigen zij hun verklaring. Datum 3 mei 1639.<br />

=================091===================<br />

Aktennr : 091<br />

Folio : 67-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 12-05-1639<br />

Wij, Adriaen Janssen Spierincx en Jan Jan Michiels, schepenen van de<br />

heerlijkheid St. Michielsgestel, verklaren dat voor ons zijn verschenen<br />

Peter Willems van Griensven en zijn zoon Willem Peters en verder<br />

Geraert Aert Geraerts van de Ven als voormalige man van wijlen zijn<br />

vrouw Mariken dochter van Peter Willems van Griensven, voor een helft<br />

hierin, verder Leonaert Adriaen Jacobs en Marten Peter Servaessen die<br />

ook handelt voor Aert Jacobs die afwezig is voor de andere helft en<br />

verkopen nu een houtveld genoemd het Gagelveld groot ca. 2<br />

lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gestel ter plaatse genoemd de<br />

Pleijn, b.p. meester Johan Melis licentiaat in het recht, de erfgenamen<br />

van Lambert Goijaerts met meer anderen, Goossen Henrick Martens,<br />

zoals dat perceel door Peter Willems, zijn zoon Willem Peters en diens<br />

zwager Geraert Aerts was geerfd en genoemde Leonaert Adriaen Jacobs<br />

en Marten Peters namens Aert Jacobs voor hun helft daarin hebben<br />

gekocht gehad. Ze verkopen het perceel nu aan Willem Adams die er<br />

het erfrecht van krijgt en beloven alle lasten van hun kant af te<br />

handelen, behalve de chijns die op het perceel drukt. Datum 12 mei<br />

1639.<br />

=================092===================<br />

Aktennr : 092<br />

Folio : 68-r


Soort akte : corruptie<br />

Datum : 13-05-1639<br />

Wij, Willem Adams en Jan Jan Michiels, schepenen in de heerlijkheid van<br />

St. Michielsgestel verklaren dat vandaag in eigen persoon zijn<br />

verschenen de geachte Jan Adriaen Loeckaert en Jan Aert Hendricx als<br />

gewezen borgemeesters ten tijde dat Willem Willem Moelenbroecx<br />

presidentschepen was, en nadat ze behoorlijk waren ondervraagd en<br />

hen de eed was afgenomen, op verzoek van de inwoners van de<br />

heerlijkheid Gestel hebben verklaard dat ze in het jaar 1636 toen Willem<br />

Willem Moelenbroecx president was ze diverse sommen geld aan deze<br />

Moelenbroecx hebben uitgereikt om het ´dagement´(eis, vordering, JT)<br />

van meester Adriaen van Merweijck als substituut van het Hoog Officie<br />

Fiscaal te betalen welk ´dagement´ aan deze Moelenbroecks in Breda<br />

was opgelegd, zonder dat iemand van de schepenen of het<br />

gemeentebestuur daartoe opdracht had gegeven of hem daarvoor<br />

machtiging hadden gegeven, maar dat zulks alleen was gebeurd in<br />

opdracht van genoemde Molenbroecx. De deponenten verklaren nog dat<br />

ze deze president diverse sommen geld hadden gegeven en dat ze<br />

daarom goed bekend zijn met e.e.a. en dat zulks alleen in opdracht van<br />

de presidentschepen is gebeurd. Datum 13 mei 1639. (dus de<br />

borgemeesters betaalden aan Moelenbroeks buiten medeweten van de<br />

schepenen, JT)<br />

=================093===================<br />

Aktennr : 093<br />

Folio : 68-r<br />

Soort akte : corruptie<br />

Datum : 14-05-1639<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincx en Corsten Jan Aerts, schepenen,<br />

verklaren dat vandaag voor ons zijn verschenen Willem Adams en Jan<br />

Herman Schuermans, beiden inwoners van de heerlijkheid Gestel, na<br />

gedane ondervraging en nadat hen de eed was afgenomen, hebben op<br />

verzoek van het bestuur en de inwoners van Gestel, verklaard dat zij<br />

deponenten in het jaar 1637 in Breda zijn geweest op het Sijnde daar,<br />

bij meester Adriaen van Merwijck en hem o.a. hebben gesproken over<br />

het zetten van de tienden, welke middelen men daarvoor zou gebruiken<br />

om zichzelf niet te ´verlopen´ (?). Daarop had van Merwijck geantwoord<br />

dat de zetting (belasting?, JT) op de tiendes was bedoeld ter betaling<br />

van de contributies (dorps- oorlogsbijdrages, JT) en die niet mogen<br />

worden overgedragen aan rentmeester Hamel en alleen bij de<br />

gebruikers zelf opgehaald mag worden door de borgemeesters zonder<br />

daarin achterhaald te kunnen worden. (zonder dat die borgemeesters


daarin belemmerd konden worden?, JT). Daarna wilden de deponenten<br />

op de zelfde dag weer naar zijn huis gaan en hebben toen ten huize van<br />

Jenneken weduwe van meester Cornelis van Breda daar een pot of twee<br />

bier zitten drinken en daar kwamen toen heer en meester Antonij de<br />

Roeij en heer Willem van Beurden kanunniken van het kapittel van<br />

Boxtel die hen als deponenten hadden verzocht om hun clampen<br />

(gedeeltes, JT) van de tiendes gelegen onder Gestel in de contributie te<br />

willen zetten, om die voortaan te mogen hebben om door de<br />

borgemeesters te worden opgehaald zodat die door de rentmeester<br />

vanwege de heren van de Staten-Generaal niet langer daarover lastig<br />

gevallen zouden worden zonder het zelf te hebben aangenomen. De<br />

deponenten verklaren nog dat ze met van Merwijck in diens gezelschap<br />

waren en aldus e.e.a. hebben horen zeggen. Datum 14 mei 1639.<br />

=================094===================<br />

Aktennr : 094<br />

Folio : 69-r<br />

Soort akte : corruptie<br />

Datum : 14-05-1639<br />

Voor genoemde schepenen zijn verschenen Jan Jan Peters Broeren,<br />

borgemeester en Geraert Janssen van der Loo, beiden inwoners van de<br />

heerlijkheid daartoe ondervraagd en de eed afgenomen en hebben<br />

verklaard dat zij deponenten met Willem Willem Meulenbroecx<br />

presidentschepen op 12 mei 1637 volgens hun beste herinnering,<br />

waarbij deze borgemeester afgevaardigde was voor de dorp, naar Breda<br />

zijn gegaan om te vragen aan meester Adriaen van Merwijck over de<br />

dagvaarding die door het Hoog Officie Fiscaal van Brabant was gedaan<br />

aan genoemde Moelenbroecx of dat die dagvaarding de gemeente betrof<br />

of zijn particulier persoon, waarbij de deponenten zeiden als zulks zou<br />

zijn gebeurd ten laste van het dorp ze daarover verwonderd zouden zijn<br />

als van Merweijck onnodige kosten op de gemeente zou verhalen zonder<br />

vooraf daar waarschuwing voor te hebben gekregen. Daarop had van<br />

Merweijck geantwoord ´het dorp hoeft zich daarover niet te beklagen<br />

want er zijn tot nu toe weinig of geen kosten gemaakt ten laste van het<br />

dorp´, maar dat hij deze Moelenbroecks had gedagvaard voor diens<br />

particuliere zaken die deze in Breda had verricht. Genoemde Geraert<br />

verklaart nog dat hij enige tijd ervoor, hetgeen hierboven is vermeld<br />

door deze van Merweijck heeft horen zeggen en dat hij er de gemeente<br />

ook voor had gewaarschuwd en het is daarom dat hij (van Merwijck?,<br />

JT) door genoemde Moelenbroecx was uitgescholden voor leugenaar.<br />

Om dit in deze zaak te verantwoorden is hij toen met de borgemeester<br />

en met Willem Willem Moelenbroecks naar Breda gegaan en toen heeft<br />

van Merwijck hetzelfde verklaard. Als zekerheid hebben wij ons


schependomszegel aan de akte bevestigd, naast de handtekening van<br />

de secretaris. Datum 14 mei 1639.<br />

=================095===================<br />

Aktennr : 095<br />

Folio : 69-v<br />

Soort akte : corruptie<br />

Datum : 28-05-1639<br />

Al degenen die deze brief zullen zien of horen lezen, gegroet! Wij señor<br />

Ingenraij drossaard en Adriaen Janssen Spierincx, Geraert Jan<br />

Rijckaerts, Corst Jan Aerts, Goossen Hendrick Martens en Jan Wouters<br />

van Gemert, schepenen van de heerlijkheid St. Michielsgestel, Jan<br />

Handricx van Venroeij en Mathijs Henricks als kerkmeesters, Marten<br />

Peters van de Ven en genoemde Gerardt Jan Rijckaerts als H.<br />

Geestmeesters, Willem Ruelens, Michiel Corsten van Heesch en<br />

genoemde Mathijs Henricks als borgemeesters, Adriaen Everts, Corst<br />

Vreijns Leonaerts en Ruth Willems als gezworenen, verder enkele<br />

gequalificeerde grondbezitters, zoals in een volle vergadering is<br />

voorgesteld en derhalve het gehele corpus (gemeentebestuur, JT)<br />

vertegenwoordigend, machtigen hierbij de edele jonker Herman van<br />

Middegael, Rutger Corstiaen Spierincx, Willem Adams en Jan Janssen<br />

Roelofs, en geven hen machtiging om namens het corpus van de<br />

gemeente Gestel te verschijnen voor de heren commissarissen in Den<br />

Bosch volgens de bemiddeling in de kwestie tussen Willem Willem<br />

Moelenbroecx ter ener zijde en de gemeente Gestel ter andere zijde. De<br />

gemachtigden moeten hierin alles doen ten profijte van de gemeente,<br />

ook met toestemming om zaken goed te keuren, te ratificeren en verder<br />

daarin alles te doen hetgeen door de heren commissarissen in deze<br />

affaire zal worden uitgesproken. De gemachtigden moeten verder alles<br />

doen wat zij als opdrachtgevers ook zouden hebben gedaan als ze er<br />

zelf bij aanwezig waren geweest. De opdrachtgevers beloven alles na te<br />

komen wat door de gemachtigden wordt afgesproken en ze zullen hen<br />

daarvoor vrijwaren, daarvoor verbinden ze hun persoon en bezit.<br />

Opgemaakt als oorkonde en voorzien van het schependomszegel naast<br />

de handtekening van de secretaris. Datum 28 mei 1639.<br />

=================096===================<br />

Aktennr : 096<br />

Folio : 70-r<br />

Soort akte : corruptie<br />

Datum : 29-05-1639<br />

70-r)


Wij, Geraert Jan Rijckaerts, Goossen Hendrick Martens en Corstiaen Jan<br />

Aerts verklaren dat heden voor ons is verschenen de geachte Stan Stan<br />

Moelenmaeckers, na oproep hiertoe, ondervraagd en de eed afgenomen<br />

zijnde, heeft verklaard ten behoeve van het gemeentebestuurt en de<br />

inwoners van de heerlijkheid Gestel dat ten tijde dat de<br />

presidentschepen Moelenbroecx was gedagvaard door meester Adriaen<br />

van Merwijck als substituut van het Hoog Officie Fiscaal, hij<br />

afgevaardigde is geweest met Jan Janssen Broeren als borgemeester om<br />

naar Breda te gaan en te vragen aan meester van Merweijck wie de<br />

dagvaarding betrof, of het Meulenbroecx persoonlijk betrof of de<br />

gemeente Gestel. Daarop had van Merwijck geantwoord dat hij hem<br />

alleen had gedagvaard over het aanmanen van de tienden en het<br />

daarbij hield en als hij Moelenbroecx hier had gehad om zich daarover te<br />

laten verantwoorden, dan waren er weinig of geen kosten geweest.<br />

Genoemde deponent ondervraagd zijnde over het 10e artikel in het<br />

´nadere interdit´ (klacht, JT) door genoemde Moelenbroecx overlegd,<br />

waarin hij voorstelt in de naam van de gemeente aan genoemde<br />

Merwijck te vragen om hem uit de gevangenis te verlossen, heeft men<br />

bevonden dat de genoemde Moelenbroecks in Breda niet in de<br />

gevangenis zat en dat het dus niet aan de gemeente was om hem te<br />

verlossen en daar ook geen opdracht toe hadden en daarna is hij met<br />

hem weer thuis gekomen. Inzake de kosten van verteer van genoemde<br />

Moelenbroecks destijds bij Jan Eeten in Breda gemaakt, verklaart hij<br />

deponent niet in het minst daarvoor opdracht aan de borgemeesters te<br />

hebben gegeven om die te betalen. Als zekerheid hebben wij hieraan<br />

ons schependomszegel bevestigd naast de handtekening van de<br />

secretaris. Datum 29 mei 1639.<br />

=================097===================<br />

Aktennr : 097<br />

Folio : 70-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 31-05-1639<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Jan Wouters van Gemert, schepenen<br />

van de heerlijkheid St. Michielsgestel verklaren dat voor ons is<br />

verschenen heer Henrick Berckenbosch, pater van het grote Begijnhof<br />

en verkoopt aan Mathijs Henrick Willems een stuk akkerland groot ca. 5<br />

lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gestel, ter plaatse genoemd op te<br />

Beeckgraef, b.p. Jan Diercx van de Ven, Mathijs Henrick Willems, de<br />

weduwe van Gielis Dircks, de Beeckgraef. Dat stuk land had hij van zijn<br />

overleden ouders geerfd en was hem met zijn mede-erfgenamen<br />

toebedeeld voor schepenen van Den Bosch d.d. 28 februari 1620 zoals<br />

ons is gebleken. De koper krijgt er het erfrecht van en de verkoper


elooft de verkoop gestand te doen zonder tegenspraak en alle lasten af<br />

te handelen. Datum 31 mei 1639.<br />

=================098===================<br />

Aktennr : 098<br />

Folio : 71-r<br />

Soort akte : schuldbekentenis<br />

Datum : 31-05-1639<br />

Mathijs zoon Henrick Willems, woonachtig in deze heerlijkheid St.<br />

Michielsgestel belooft terzake van de voorgaande koop aan Robbrecht<br />

Berckenbosch die per a.s. Allerheiligendag zijnde 1 november 1639 hem<br />

een bedrag van 375 gulden te betalen, elke gulden van 20 stuivers,<br />

zonder verder uitstel daarin en het bedrag zonder rente te voldoen.<br />

Actum als boven.<br />

In marge :<br />

Vandaag 3 januari 1640 is verschenen Robbrecht van Berckenbosch en<br />

heeft verklaard voor deze schuldbrief van 375 gulden door Mathijs<br />

Henricks te zijn voldaan en heeft daarover niets meer te vorderen. Ter<br />

oorkonde, getekend : B. van der Waerden, secretaris.<br />

=================099===================<br />

Aktennr : 099<br />

Folio : 71-r<br />

Soort akte : verklaring over schuldenlast<br />

Datum : 03-06-1639<br />

Het is zo dat Goijaert Geraerts van Hall die in St. Michielsgestel woont<br />

als weduwnaar van Jenneken dochter van Vreijs Janssen, nu is gehuwd<br />

met Grietgen dochter van wijlen Handrick Janssen en hij Goijaert in zijn<br />

eerste huwelijk een huis, tuin en toebehoren had gekocht op Nieuw<br />

Herlaer nabij de molens daar, en daarna na de dood van zijn eerste<br />

vrouw die was overleden zonder testament, volgens het recht alleen het<br />

vruchtgebruik van het bezit had verkregen en zijn 2 voorkinderen het<br />

erfrecht, en daardoor is hij in de problemen gekomen, omdat de totale<br />

koopsom 850 guldens was en dat bedrag nog schuldig is en om dat te<br />

kunnen betalen wil hij het bezit verkopen, maar is daarin na het<br />

overlijden van zijn eerste vrouw belet. Nadat de voogden daarover zijn<br />

geraadpleegd denkt men dat het zeer onredelijk zou zijn dat de<br />

verzoeker volgens lokaal gebruik alleen maar het vruchtgebruik zou<br />

houden en hij daarentegen wel met de schulden wordt belast tot groot<br />

nadeel van hem. Ook nog in aanmerking genomen dat zijn eerste vrouw<br />

aan de pest is overleden, die geen roerend goed heeft nagelaten om<br />

daarmee de schulden te kunnen betalen, hebben vandaag door


tussenspreken van goede mannen, deze genoemde voogden ter ener<br />

zijde en Goijaert Geraerts als vader van de minderjarigen ter andere<br />

zijde, de volgende overeenkomst gesloten. Daarbij zal genoemde<br />

Goijaert na het afstaan van het recht van vruchtgebruik aan de<br />

voogden, aan hem het huis met toebehoren en landerijen door de<br />

voogden worden overgedragen gelegen te Boxtel en ook alle inventaris<br />

in dat huis zoals aanwezig op het moment van overlijden van zijn eerste<br />

vrouw, waarvan hij en de kinderen van zijn tweede vrouw het erfrecht<br />

verkrijgen, zonder dat daar iemand bezwaar tegen kan maken, met de<br />

verplichting dat Goijaert uit dat huis met grond een kapitaal van 100<br />

gulden zal beloven ten behoeve van de 2 minderjarige voorkinderen,<br />

elke gulden van 20 stuivers, te betalen na de dood van Goijaert als<br />

vader over de 2 minderjarige voorkinderen, te betalen door zijn tweede<br />

vrouw ofwel door zijn nakinderen. Indien die 100 gulden niet direkt na<br />

de dood van Goijaert worden betaald aan de voorkinderen, zullen die<br />

voorkinderen een jaarlijkse rente gaan genieten van 5 gulden totdat die<br />

100 gulden zijn voldaan. Verder is afspraak dat Goijaert gehouden is alle<br />

schulden te moeten betalen zonder dat daarbij in acht wordt genomen<br />

door wie ze zijn gemaakt. Verder moet hij zijn schoonvader Laureijns<br />

Janssen en Wouter Eelkens vrijwaren voor de borgstelling die deze<br />

eerder voor Goijaert hebben gedaan bij een obligatie voor Goijaert bij de<br />

aankoop van het huis ten bedrage van 600 gulden zodat deze Laureijns<br />

en Wouter nu of in de toekomst daarmee niet worden lastiggevallen. Elk<br />

van de partijen beloven op onderpand van hun personen en bezit de<br />

overeenkomst na te komen. Datum 3 juni 1639, aanwezig hierbij waren<br />

Rutger Corstiaen Spierincx en Willem Adams, schepenen in de<br />

heerlijkheid St. Michielsgestel.<br />

=================100===================<br />

Aktennr : 100<br />

Folio : 72-r<br />

Soort akte : benoeming van voogden<br />

Datum : 03-06-1639<br />

Voor de zelfde schepenen zijn verschenen op die dag Laureijns Janssen<br />

en Goijaert Geraerts en hebben de eed afgelegd als voogden over de 2<br />

minderjarige kinderen van Goijaert Geraerts van Hall verwekt bij<br />

Jenneken dochter van Laureijs Janssen, zijnde zijn eerste vrouw.<br />

=================101===================<br />

Aktennr : 101<br />

Folio : 72-r<br />

Soort akte : afstand recht van vruchtgebruik<br />

Datum : 14-06-1639


Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Willem Adams, schepenen,<br />

verklaren dat voor ons is verschenen Hendricxken van Vechel, weduwe<br />

van Jan Janssen van Merendoncq met haar voogd en doet afstand van<br />

haar recht van vruchtgebruik waarop ze recht heeft inzake een stuk<br />

akkerland groot ca. 1 lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gestel, ter<br />

plaatse genoemd de Waubraecken, b.p. Corst Jan Willems, de<br />

erfgenamen van Daem Peters, Willem Janssen van de Merendoncq,<br />

Corstiaen Janssen van de Merendoncq. Dat vruchtgebruik had ze geerfd<br />

na de dood van haar man Jan Janssen van de Merendoncq en draagt het<br />

nu over aan haar zoons Willem, Pauwel en Joosten en haar dochters<br />

Anneken en Jenneken zijnde de 5 kinderen van genoemde Jan bij haar<br />

verwekt, die daarvan het erfrecht krijgen. Hendricxken met haar voogd<br />

belooft deze overdracht altijd gestand te doen zonder tegenspraak en<br />

belooft alle lasten van haar kant af te handelen, behalve een jaarlijkse<br />

chijns van 6 gulden aan Tieleman Handricx in Den Bosch, nog 3 gulden<br />

per jaar vanwege een obligatie aan Peter Damen. Datum 14 juni 1639.<br />

=================102===================<br />

Aktennr : 102<br />

Folio : 73-r<br />

Soort akte : belening<br />

Datum : 14-06-1639<br />

Voor schepenen zijn verschenen Willem, Pauwel en Joost, verder<br />

Anneken en Jenneken hun zusters, voor welke laatste 2 kinderen de<br />

eerste 3 kinderen optreden, alle kinderen van Jan Janssen van<br />

Merendoncq in diens leven verwekt bij Hendricxken dochter van wijlen<br />

Aert Handricx van Vechel en verkopen in de vorm van een belening<br />

ieder daarin voor 1/5e part, een stuk akkerland groot ca. 1 lopenzaad,<br />

gelegen in de heerlijkheid Gestel, ter plaatse genoemd Waubraecken,<br />

b.p. Corst Jan Willems, de erfgenamen van Daem Peters, Willem Jan<br />

Willems. Ze verkopen het perceel aan Peter zoon van Daem Peters zoals<br />

ze dat bezit vandaag voor schepenen hier hadden verkregen nadat er<br />

door hun moeder afstand van haar recht van vruchtgebruik was gedaan.<br />

Peter mag het stuk land gebruiken totdat er een bedrag van 53 gulden<br />

in ´paducons´(=pattacons, JT) is terugbetaald. Het perceel zal los en<br />

vrij worden opgeleverd zonder rentes, chijnsen van welke aard dan ook.<br />

Voorwaarde is dat men deze belening altijd mag lossen in een keer of in<br />

meerdere keren, mits er een half jaar vooraf is opgezegd. Actum als<br />

boven.<br />

In marge :<br />

Op 15 april 1650 is verschenen Peter Daems en heeft bekend voor de<br />

belening door Willem Janssen van Merendoncq te zijn voldaan en heeft


geen verdere aanspraken. Quod attestor : B. van der Waerden.<br />

=================103===================<br />

Aktennr : 103<br />

Folio : 73-v<br />

Soort akte : machtiging<br />

Datum : 25-06-1639<br />

Wij Adriaen Janssen Spierincx en Jan Wouters van Gemert, schepenen<br />

van de heerlijkheid St. Michielsgestel, verklaren dat voor ons is<br />

verschenen de eerwaarde heer Jacob van Meuter, persoon en pastoor<br />

van deze heerlijkheid en machtigt hierbij de edele jonker Herman van<br />

Middegael, inwoner van deze heerlijkheid St. Michielsgestel die hierbij<br />

aanwezig is en de machtiging aanneemt, en geeft hem opdracht om<br />

namens hem met recht of in der minne voor alle gerechtshoven etc. te<br />

verschijnen en zich in verbinding te stellen met joffrouw Haestrecht<br />

weduwe van jonker Arnout van Raveschot, heer van Capell en<br />

inwoonster alhier ter voldoening van de tiende van een stuk akkerland<br />

genoemd de Rouwenberch die ze nu ongeveer 2 of 3 jaar niet heeft<br />

willen laten tienden. De opdrachtgever keurt alles goed wat zijn<br />

gemachtigde daarin zal doen en verleent hem volmacht om andere<br />

gemachtigden daarin te benoemen, hetzij een of meer en daarin alles te<br />

doen hetgeen hem als opdrachtgever ook voor ogen gestaan zou<br />

hebben, ook al zouden er verdere opdrachten nodig zijn. De<br />

opdrachtgever belooft op onderpand van zijn persoon en bezit alles na<br />

te komen wat door zijn gemachtigde hierin wordt gedaan en zal hem<br />

daarvoor vrijwaren. Datum 25 juni 1639.<br />

=================104===================<br />

Aktennr : 104<br />

Folio : 74-r<br />

Soort akte : tienden<br />

Datum : 25-06-1639<br />

Wij, Adriaen Janssen Spierincx en Jan Wouters van Gemert, schepenen<br />

verklaren dat voor ons zijn verschenen Joost Janssen van Gemert, oud<br />

ca. 59 jaar en Marten Peters van de Ven, tegenwoordig H. Geestmeester<br />

oud ca.56 jaar, beiden inwoners van de heerlijkheid Gestel die na<br />

ondervraging en nadat hen de eed was afgenomen, op verzoek van de<br />

eerwaarde heer Jacob Meuter pastoor van deze heerlijkheid verklaren<br />

dat zij als pachters van de Midackersche Tiende ten tijde van hun pacht<br />

en ook als jongeling door hun ouders meer dan 40 jaar geleden daar<br />

altijd de Tiende van een stuk akkerland genoemd de Rouwenberch<br />

hebben gehaald naast het erf van jonker Geraert van Boecop, behorend


onder de Midackersche Tienden, zonder enig beletsel daarin. Die tiende<br />

is altijd vredig betaald geweest behalve voor de jaren 1637 en 1638,<br />

waarbij de tiendenaars door de heer van Capell of door iemand anders<br />

in diens plaats, daarin belet zijn zonder enige tienden daarvan gehad te<br />

hebben. Genoemde Joost van Gemert verklaart nog dat de oude jonker<br />

Johan van Raveschot tegen hem zei dat als hij van het stuk akkerland<br />

het koren zou tienden dat men dan zijn heg of schaarhout niet zou<br />

beschadigen. Insgelijks verklaart Mariken weduwe van Willem Jan<br />

Adriaens oud ca. 53 jaar, inwoonster van de heerlijkheid daartoe<br />

ondervraagd en de eed afgenomen zijnde, dat zij wel weet dat ze meer<br />

dan 32 jaar geleden deze zelfde tiende van de Rouwenberch met wijlen<br />

haar man zonder beletsel daarin van iemand, heeft getiend en<br />

opgehaald. Actum als boven.<br />

=================105===================<br />

Aktennr : 105<br />

Folio : 74-v<br />

Soort akte : afstand recht van vruchtgebruik<br />

Datum : 27-06-1639<br />

De heer Arnout van Campen, ridder etc., zoon van jonker Johan van<br />

Campen in zijn leven raadsheer van de stad Den Bosch, verwekt door<br />

deze Johan van Campen bij diens vrouw joffrouw Willelma Snoeck,<br />

hierin voor 1/4e deel in de helft van de grote Tiende gelegen te Theede<br />

genaamd de Vrouwe van Erpstiende danwel de rechten voor zover hij<br />

die daarin heeft in een clamp van een tiende in de parochie van St.<br />

Michielsgestel en Gemonde waarvan de andere 3/4e delen van die helft<br />

eigendom zijn van jonker Geraert van Boecop en zijn kinderen, en welke<br />

clamp om het andere jaar wordt gewisseld met een tiende te Gemonde<br />

genoemd N.N. (niet met name genoemd, JT) en welk 1/4e deel of het<br />

deel waarop genoemde heer recht heeft, hij had verkregen vanwege het<br />

testament van genoemde jonker Johan van Campen zijnde zijn vader,<br />

na de dood van zijn moeder joffrouw Willelma Snoeck die de tiende<br />

verkreeg voor wat betreft het vruchtgebruik, doet hierbij afstand van<br />

zijn rechten en brieven en dokumenten ten behoeve van zijn zoon<br />

jonker Christiaen van Campen, verwekt bij vrouwe Marie Sol....selicxi<br />

(?). De comparant op onderpand van zijn persoon en bezit belooft deze<br />

overdracht gestand te doen. Aldus gedaan en gepasseerd voor Adriaen<br />

Janssen Spierincx en Jan Wouters van Gemert, schepenen van de<br />

heerlijkheid St. Michielsgestel. Datum 27 juni 1639.<br />

=================106===================<br />

Aktennr : 106<br />

Folio : 75-r


Soort akte : corruptie<br />

Datum : 14-07-1639<br />

Al degene die deze brief zullen zien of horen lezen, gegroet!. Wij, Willem<br />

Adams en Geraert Jan Rijckaerts verklaren dat voor ons is verschenen in<br />

eigen persoon Jacop Wijnant Doolvoet oud ca. 68 jaar en Adriaen<br />

Pauwels oud ca. 33 jaar, beiden inwoners van de heerlijkheid Gestel, na<br />

behoorlijk te zijn ondergevraagd en hen de eed is afgenomen, verklaren<br />

op verzoek van het dorpsbestuiur en inwoners van St. Michielsgestel,<br />

dat hij Doolvoet als een van de erfgenamen van wijlen de heer pastoor<br />

in het jaar 1636 diverse keren is aangemaand door Willem Willem<br />

Moelenbroecx alias de Man, ter betaling van de bijdrage voor de<br />

pastoorstiende te St. Michielsgestel volgens de nieuwe ´inzettingen’<br />

(bepalingen, JT) en dat niet alleen in Den Bosch op de markt en andere<br />

plaatsen, maar ook binnen deze heerlijkheid onder de linde toen de<br />

´geboden´ (dagvaardingen, JT) daar werden gedaan, dat toen deze<br />

Moelenbroecx aan hem als deponent nu, in grote woede en heftigheid<br />

deze aanmaningen aan het doen was met de openbare dreiging dat als<br />

de getuige in gebreken zou blijven hij de zaak zou overdragen aan de<br />

overleden ontvanger Hamel. Daarop had de deponent geantwoord<br />

´waarom valt gij mij daarmee meer lastig dan anderen, als een ander<br />

geeft zal ik ook geven´. Daarop zei deze Moelenbroecx o.a. deze of<br />

dergelijke woorden : ´gij condt het haelen van het Papengelt dat gij<br />

gemaeckt hebt´. Daarop ontstond er onder de omstanders die deze<br />

´kijfelijke´woorden aanhoorden een duidelijke onrust en gemor. Verder<br />

verklaren deze Doolvoet en Adriaen Pauwels dat korte tijd na deze<br />

dreigende aanmaningen ook onder de linde daar, het is gebeurd dat<br />

beide getuigen vanwege de niet-betaling van de bijdragen aan die<br />

tienden, in opdracht van de erfgenamen van Hamel of vanwege de<br />

kontroleur van diens kantoor, toen soldaten naar hun huizen zijn<br />

gekomen om hen te zoeken en daarna hebben genoemde deponenten<br />

borgen gesteld zodat ze de andere dag naar Den Bosch konden gaan om<br />

zich te melden. Toen ze de volgende dag naar Den Bosch kwamen zijn<br />

ze daar toen gegijzeld en door soldaten gevangen gezet en toen 14<br />

dagen vastgehouden ten huize van een zekere Ariaen, tambour in de St.<br />

Jorisstraet totdat ze de vereiste contributie hadden betaald volgends de<br />

nieuwe bepalingen die ze met een vermindering hebben moeten<br />

voldoen. Hij voegt er nog aan toe dat toen ze in gevangenschap zaten<br />

de controleur toen tegen Jacob Wijnants zei of hij zich niet schaamde<br />

dat een eerlijk man naar Breda was gegaan om Merwijck te<br />

´bedraegen¨(bedreigen of bedriegen?, JT). Daarop had Doolvoet<br />

geantwoord dat hij nooit in Breda was geweest en zulks ontkende en dat<br />

de controleur dat zou moeten kunnen bewijzen. Daarop repliceerde de<br />

controleur dat hij Doolvoet dadelijk op de gevangenpoort zou vastzetten


en hem vandaar uit naar ´s-Gravenhage zou vervoeren. De deponenten<br />

verklaren nog dat zij zelf in die gevangenis hebben gezeten en er dus<br />

goede wetenschap van hebben. Wij als schepenen hebben hieraan ons<br />

schependomszegel bevestigd naast de handtekening van de secretaris.<br />

Datum 14 juli 1639.<br />

=================107===================<br />

Aktennr : 107<br />

Folio : 76-r<br />

Soort akte : afstand van vruchtgebruik<br />

Datum : 21-07-1639<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Willem Adams, schepenen verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Goijaert Geraerts van Hall weduwnaar van<br />

Jenneken dochter van Laureijs Janssen zijnde zijn wettige vrouw toen ze<br />

leefde, en doet afstand van zijn recht van vruchtgebruik, inzake een<br />

huis, tuin, boomgaard en hopland aan elkaar gelegen groot ca. 2<br />

lopenzaad gelegen in deze heerlijkheid Gestel, ter plaatse genoemd<br />

Nieuw Herlaer, b.p. Geraert Ambrosius, Robbrecht van Berckenbosch, de<br />

gemeenschappelijke straat, de pad naast de Herlaersche akkers daar.<br />

Dat recht had hij verkregen na de dood van genoemde Jenneken en<br />

draagt zijn recht met alle brieven nu over aan Laureijs Janssen en aan<br />

Goijaert Geraert Janssen als voogden over de minderjarige kinderen van<br />

Goijaert Geraerts van Halle verwekt bij zijn eerste vrouw Jenneken ten<br />

behoeve van deze minderjarige kinderen met name Marieken en<br />

Anneken die daarvan het erfrecht krijgen. Goijaert belooft deze<br />

overdracht gestand te doen op onderpand van zijn persoon en bezit en<br />

alle lasten af te handelen, bejahalve de jaarlijkse rente van 500 gulden<br />

in 2 verschillende brieven aan Dierck Janssen van Ravesteijn en nog 14<br />

stuivers per jaar aan de H. Geest in deze heerlijkheid en nog 4<br />

penningen grondchijns aan de heer van Herlaer en Gestel. Datum 21 juli<br />

1639.<br />

=================108===================<br />

Aktennr : 108<br />

Folio : 76-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 21-07-1639<br />

Voor schepenen zijn verschenen Laureijs Janssen en Goijaert Geraert<br />

Janssen als beedigde voogden over de minderjarige kinderen van<br />

Goijaert Geraerts van Hall in diens leven verwekt bij zijn eerste vrouw<br />

Jenneken resp. grootvader en voogd over de genoemde minderjarige<br />

kinderen en verkopen een huis, tuin, boomgaard en hopland alles aan


elkaar gelegen in deze heerlijkheid ter plaatse genoemd Nieuw Herlaer,<br />

b.p. Geraert Ambrosius, Robbrecht van den Berckenbosch, de<br />

gemeenschappelijke straat, de pad naast de Herlaersche akkers, zoals<br />

deze voogden dat bezit hadden verkregen nadat Goijaert als vader<br />

afstand van zijn recht van vruchtgebruik had gedaan ten behoeve van<br />

die kinderen. Ze dragen dat bezit nu over, na hiervoor authorisatie te<br />

hebben verkregen van schepenen van deze heerlijkheid d.d. 21 juli<br />

1637 aan genoemde Goijaert Geraerts van Halle die daarvan het<br />

erfrecht krijgt. De voogden op onderpand van het bezit van de kinderen<br />

beloven de overdracht gestand te doen zonder tegenspraak, behalve dat<br />

de koper daaruit jaarlijks de rente zal betalen van een kapitaal van 500<br />

gulden in 2 brieven aan Dierck Janssen van Ravesteijn, nog 14 stuivers<br />

aan de H. Geest van St. Michielsgestel, nog 4 penningen grondchijns<br />

aan de heer van Herlaer en Gestel. Verder nog na de dood van Goijaert<br />

als koper door diens tweede vrouw of nakinderen aan de genoemde<br />

voorkinderen eenmalig 100 carolusguldens te betalen en als dat geld<br />

niet door zijn tweede vrouw of nakinderen wordt betaald, moeten ze<br />

daarvoor jaarlijks aan de voorkinderen 5 gulden betalen als rente totdat<br />

de 100 gulden worden afgelost, e.e.a. volgens het kontrakt tussen de<br />

voogden en de vader van de minderjarige kinderen voor schepenen van<br />

deze heerlijkheid d.d. 3 april 1639, waarnaar hier wordt verwezen.<br />

Datum 21 juli 1639.<br />

=================109===================<br />

Aktennr : 109<br />

Folio : 77-v<br />

Soort akte : verklaring over eigendom<br />

Datum : 22-08-1639<br />

Al degenen die deze brief zullen zien of horen lezen, gegroet!. Wij,<br />

Rutger Corstiaen Spierincx en Willem Adams, schepenen, verklaren<br />

hierbij plechtig dat vandaag voor ons is verschenen Jan Dielis Geraerts<br />

en Willem Goijaerts inwoners van Gestel die nadat ze waren<br />

ondervraagd en hen de eed was afgenomen, hebben verklaard ten<br />

behoeve van Claes Janssen Lombaerts, ook inwoner van Gestel dat het<br />

zo is dat de 12 zakken hop die de producent (Claes, JT) op 6<br />

verschillende karren heeft geladen om naar Antwerpen te vervoeren, dat<br />

zulks zijn eigen gewassen zijn zonder dat er daarvan enige hop van<br />

andere plaatsen tussen zit. De deponenten verklaren dat ze de buurlui<br />

zijn van de producent en hem de hop zelf hebben zien en helpen zakken<br />

en er daarom goed mee bekend zijn dat zulks zo het geval is. Wij<br />

hebben daarom ook ons schependomszegel aan de akte bevestigd naast<br />

de handtekening van de secretaris. Datum 22 augustus 1639.


=================110===================<br />

Aktennr : 110<br />

Folio : 77-v<br />

Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 22-08-1639<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Adriaen Janssen Spierincks,<br />

schepenen, verklaren dat voor ons zijn verschenen Peter, Willem,<br />

Geraert en Jan, broers en kinderen van wijlen Daem Peters in zijn leven<br />

verwekt bij wijlen Peterken dochter van Geraert Driessen zijnde diens<br />

eerste vrouw als partij ter ener zijde en Jan Janssen Broeren en Jan<br />

Handrick Schallicx met Jan Daemen van hiervoor als bij testament<br />

aangestelde voogden over de minderjarige nakinderen van Daem Peters<br />

in zijn leven verwekt bij Jenneken dochter van Handrick Schallicx zijnde<br />

zijn tweede vrouw ter andere zijde en hebben een deling gemaakt van<br />

het bezit, het meeste deel gelegen in deze heerlijkheid en sommig bezit<br />

in de jurisdictie van Schijndel en elders, dat ze na de dood van hun<br />

ouders hebben geerfd. Voor de minderjarige kinderen is het lot<br />

getrokken door de officier of diens gemachtigde.<br />

Genoemde voogden ten behoeve van de minderjarige kinderen krijgen<br />

een huis, esthuis (drooghuis, JT), tuin, boomgaard en akkerland groot<br />

ca. 4 lopenzaad, gelegen in de parochie van Gemonde in de jurisdictie<br />

van Schijndel in de Broeckstraat, b.p. Leonaert Adriaen Leonaerts, de<br />

kerk van Gemonde, Wouter Janssen en meer anderen, de<br />

gemeenschappelijke straat. Hieruit jaarlijks een malder rogge te betalen<br />

aan het Groot Gasthuis in Den Bosch, aflosbaar en betaalbaar tegen 2<br />

gulden 10 stuivers per jaar, nog 3 stuivers gebuurchijns te Schijndel.<br />

Nog krijgen ze een weiland genoemd de Cleijnen Camp, groot ca. 3 en<br />

een halve morgen gelegen in de jurisdictie van Schijndel ter plaatse<br />

genoemd de Broeckstraat, b.p. het erf dat ervan is afgedeeld, de<br />

gemeijnte daar, Jan Roeten. Hieruit aan de H. Geest in Den Bosch een<br />

malder rogge te betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en<br />

voor de eerste keer anno 1640. Nog krijgen ze een stukje akkerland<br />

genoemd de Larde met de dries en de kanten gelegen op het einde van<br />

de Luijsakker groot ca. 12 lopenzaad, gelegen in de parochie van<br />

Gemonde jurisdictie van St. Michielsgestel, b.p. de kinderen van<br />

Bastiaen Lamberts en meer anderen, het erf van het Grote Gasthuis van<br />

Den Bosch genoemd de Luijsakker. Nog een stuk akkerland groot ca. 6<br />

lopenzaad, in de parochie van Gemonde jurisdictie van Gestel, ter<br />

plaatse genoemd de Waubraecken, b.p. het grote gasthuis van Den<br />

Bosch genoemd de Luijsakker, Willem Janssen van den Merendoncq en<br />

meer anderen, de erfgenamen van Daem Peters. De grote en de oude<br />

schuur wordt aan dit lot toegevoegd en moet binnen een jaar worden


afgebroken na datum van deze deling. Nog krijgen ze een halve morgen<br />

hooiland genoemd de Woordel, gelegen in de beemden achter<br />

Zeegenworp, b.p. de jonker van Eijck met meer anderen, de<br />

erfgenamen van Handrick Jan Schellekens, Willem Janssen van de<br />

Merendonck, de rivier de Dommel. Nog een stuk akkerland groot ca. 3<br />

lopenzaad gelegen in de parochie van Gemonde, jurisdictie van Gestel,<br />

ter plaatse genoemd de Pijper, b.p. de gemeenschappelijke straat, de<br />

medelers met de halve sloot tussen beide afgepaald, b.p. de H. Geest<br />

van Den Bosch, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgen ze een stuk<br />

akkerland groot ca. 2 lopenzaad, gelegen op de Ochellen genoemd de<br />

Hoolstraat, het Slijcksesterzaad, b.p. Willem Daemen, Jan Rutten, Peter<br />

Fransen, de kinderen en erfgenamen van Daem Peters. Nog krijgen ze<br />

ca. 3 en een half lopenzaad genoemd de Corstenacker in de zelfde<br />

parochie en heerlijkheid gelegen, aldaar genoemd de Ochellen, b.p. de<br />

kerk van Gemonde, Leonaert Geraerts en meer anderen, genoemde<br />

erfgenamen, Peter Franssen. Nog de helft van een heiveld in totaal<br />

groot 1 morgen gelegen in de jurisdictie van Schijndel ter plaatse<br />

genoemd het Coeijsput, b.p. Lenaert Adriaens, Jacob Roelofs, de<br />

weduwe van Joost Handricx van Delft, de weduwe van Jan Peter<br />

Broeren. Nog de helft van een zeker moerven, gelegen aan de<br />

Langenberch bij Gijsbert de Mulder en Jenneken weduwe van Peter<br />

Broeren dat nog onverdeeld is.<br />

Genoemde voorkinderen krijgen een huis, kleine schuur met esthuis,<br />

tuin, boomgard, hopland en akkerland alles aan elkaar gelegen groot ca.<br />

12 lopenzaad gelegen in de parochie van Gemonde, jurisdictie van St.<br />

Michielsgestel aan de Leusige Heijde, b.p. de gemeenschappelijke<br />

straat, Jan in Belaemen in Den Bosch, het erf van het grote gasthuis van<br />

Den Bosch genoemd de Luijsacker. Nog een stuk weiland groot ca. 6<br />

morgens in de parochie van Gemonde jurisdictie van Schijndel, ter<br />

plaatse genoemd de Broeckstraat, meestal genoemd de Grooten Camp,<br />

b.p. Adriaen Rijckaert van Oetelaer, de erfgenamen van Bastiaen<br />

Janssen en meer anderen, Geraert Janssen van den Loo, de mededelers<br />

zelf. Nog een hooiveldje groot ca. een halve dagmaat gelegen in de<br />

parochie van Gemonde jurisdictie van Gestel ter plaatse genoemd den<br />

Genenberch het Beecxken, b.p. de gemeenschappelijke loop daar, Jan<br />

Antonissen Cloot, de kosterij van Gemonde, Anthonis van Eijck. Nog een<br />

stuk akkerland groot ca. 5 lopenzaad zelfde parochie en jurisdictie, ter<br />

plaatse genoemd de Pijper aan het einde van de sloot daar afgepaald<br />

b.p. Goossen Handricx, de mededelers, de H. Geest van Den Bosch, de<br />

gemeenschappelijke straat aldaar. Nog een stuk akkerland groot ca. 6<br />

lopenzaad, zelfde parochie en heerlijkheid als voor, ter plaatse genoemd<br />

Sleebeeck, b.p. Jan Michiels van de Venne, het erf van de parochiekerk<br />

van Gemonde, Jan Janssen van Belaemen, Jenneke weduwe van Peter


Direcx van Tartwijck. Nog de helft van een zeker moerven aan de<br />

Langenberch in de parochie van Gemonde, baronnie van Boxtel, b.p.<br />

Gijsbert de Mulder en Jenneke weduwe van Peter Broeren, nog te<br />

verdelen. Uit dit erfdeel moeten de voorkinderen jaarlijks de gewinchijns<br />

betalen van 7 stuivers min 2 penningen aan de heer van Herlaer en<br />

Gestel. Nog in het hoenderboek van de zelfde heer 5 hoenderen per<br />

jaar, nog jaarlijks een gewinchijns aan de hertog van Brabant of diens<br />

afgevaardigden in het St. Michielsboek zijnde 3 stuivers en 12<br />

penningen. Verder nog de helft van een halve roede dijk te moeten<br />

onderhouden op de Herlaersche dijk.<br />

De delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel.<br />

Genoemde Peter, Willem, Geraert en Jan op onderpand van hun persoon<br />

en bezit en de voogden op onderpand van het bezit van de kinderen<br />

beloven de deling gestand te doen. Als een van de erfdelen minder<br />

waard wordt of dat er meer lasten op blijken te drukken dan nu bekend<br />

zijn, dan zullen ze die samen betalen elk naar gelang het erfdeel. Ieder<br />

zal verder de lasten voor het eigen erfdeel zo betalen dat de erfdelen<br />

van de anderen ervoor worden gevrijwaard. Verder zal men elkaar<br />

overpad verlenen en aan anderen die er van oudsher recht op hebben,<br />

met de minste overlast. Alle achterstallige pachten en chijnsen tot het<br />

moment van de deling zullen ze samen betalen te weten tot a.s St.<br />

Maartensdag anno 1639. Verder zullen alle gemerkte bomen zowel<br />

eiken, berken, populieren en essen worden gereserveerd voor de<br />

gezamelijke erfgenamen, om gelijk te worden gekapt en gedeeld zonder<br />

bedrog daarin. Datum 22 augustus 1639.<br />

=================111===================<br />

Aktennr : 111<br />

Folio : 80-v<br />

Soort akte : vernadering<br />

Datum : 02-09-1639<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Willem Adams schepenen, verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Laureijs van Santvoirt vorster op de Dungen<br />

in het vrijdom van de stad Den Bosch en heeft vanwege een machtiging<br />

eigenhandig geschreven door Guilliam Donckers en daarna gepasseerd<br />

voor meester Handrick van Eijndhoven als geadmitteerde notaris in Den<br />

Bosch en getuigen, zijn blinkende en klinkende geld aangeboden dat zijn<br />

eigendom is zoals hij verklaarde om beroep te doen op het recht van<br />

vernadering als naaste bloedverwant om daarmee 8 lopenzaad<br />

akkerland af te lossen gelegen in de heerlijkheid Gestel ter plaatse<br />

genoemd het Bellenbroeck, dat zijn oom Jan Willems van Griensven had<br />

verkocht aan Jan Jan Roelofs volgens de verkoopvoorwaardes ervan. Hij


elooft dat hij het geld direckt zal restitueren dat Jan Jan Roelofs er<br />

voor heeft betaald. Datum 2 september 1639.<br />

=================112===================<br />

Aktennr : 112<br />

Folio : 81-r<br />

Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 05-09-1639<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincx en Willem Adams, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons zijn verschenen jonker Herman van Middegael als<br />

gemachtigde voor Jan zoon Peter Janssen van de Ven, meestal genoemd<br />

de Cleijnen (ex-secretaris van Vucht, JT), verder Anneke zuster van<br />

genoemde Cleijnen met haar voogd ook dochter van genoemde Peter<br />

Janssen in diens leven verwekt bij wijlen Jenneken dochter van Handrick<br />

Janssen van de Sande zijnde zijn wettige vrouw en verklaren een<br />

boedeldeling te hebben gemaakt van het bezit, voor het meeste gelegen<br />

in deze heerlijkheid Gestel en sommig in de heerlijkheid Liempde en<br />

elders, welk bezit ze na de dood van hun ouders hebben geerfd en zoals<br />

met hun andere zusters en broers is afgedeeld voor schepenen in het<br />

dorp Vucht.<br />

Bij deze deling krijgt jonker Herman van Middegael ten behoeve van Jan<br />

Peters van den Ven den Cleijnen een stuk akkerland groot ca. 1<br />

lopenzaad en 8 roedes gelegen in de heerlijkheid Liempde ter plaatse<br />

genoemd de Tijsacker aan het Heezelaer, b.p. de erfgenamen van<br />

Henrick Everts, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij een stuk<br />

heide en weiland in de heerlijkheid Liempde nabij Velders Wal aldaar. Uit<br />

dit erfdeel moet hij jaarlijks de grondchijns betalen van 5 stuivers aan<br />

de heer van Boxtel of aan diens rentmeester. Nog krijgt hij de helft van<br />

1 morgen land gelegen onder Vucht ter plaatse genoemd de Langhe<br />

Campen, over de Diese in een grotere camp van 3 morgens, b.p. Jan<br />

Dries Cuijpers, de gemeenschappelijke pad daar.<br />

Genoemde Anneken met haar voogd krijgt een huis, tuin, boomgaard en<br />

hopveld, samen groot een lopenzaad gelegen in de heerlijkheid Gestel<br />

ter plaatse genoemd het Heezelaer, b.p. de tafel van de H. Geest in Den<br />

Bosch met meer anderen, de gemeenschappelijke straat, Herman<br />

Jacobs, Gijsbert Peter Denissen. Hieruit moet Anneken jaarlijks een<br />

chijns betalen van ca. 15 stuivers 2 oort aan het klooster van Baesselaer<br />

(=Bazeldonck, JT) in Den Bosch. Nog krijgt ze de helft van een morgen<br />

hooiland gelegen onder Vucht ter plaatse genoemd de Lange Camp over<br />

de Diese uit een grotere camp van 3 morgens. Dit lot moet het andere<br />

lot van de Cleijnen 27 guldens betalen van elk 20 stuivers in goed geld


omdat dit lot meer waard is.<br />

De delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel.<br />

Jonker Herman van Middegael op onderpand van het onderpand van de<br />

Cleijne en Anneken op onderpand van haar persoon en bezit beloven de<br />

deling gestand te doen zonder tegenspraak. Als enig bezit hierin minder<br />

waard wordt of als er meer lasten op blijken te drukken dan nu bekend<br />

is, zullen ze dat samen betalen, al naar gelang ieders deel volgens de<br />

deling te Vucht in januari 1636. Ieder zal de lasten op het eigen bezit<br />

zodanig betalen dat het erfdeel van de anderen ervoor is gevrijwaard.<br />

Datum 5 september 1639.<br />

=================113===================<br />

Aktennr : 113<br />

Folio : 82-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 05-09-1639<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincx en Willem Adams, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Jenneke dochter van Peter Janssen van de<br />

Ven, thans de vrouw van Goijaert Janssen van Gestel, als gemachtigde<br />

door haar man, welke machtiging is gepasseerd voor schepenen van<br />

Esch d.d.12 mei 1635 zoals ons is gebleken, verder Rutger Dielissen als<br />

wettige man van Marieken dochter van genoemde Peter, Hendriecxken<br />

weduwe van Marcelis Hendricks, ook dochter van genoemde Peter<br />

Janssen, Margrietgen wettige vrouw van Willem Thomassen ook dochter<br />

van genoemde Peter als gemachtigde door haar man hierin voor<br />

wethouders van de stad Den Bosch, waarbij genoemde Rutger Dielissen<br />

ook mede voor haar optreedt, nog Cornelis Aerts als wettige man van<br />

Corstiaentgen ook dochter van genoemde Peter Janssen, verder Barbara<br />

en Jenneken die handelen voor hun zuster Beatricx die hier afwezig is,<br />

ook kinderen van genoemde Peter Janssen, in diens leven verwekt bij<br />

wijlen Jenneken dochter van Hendrick Janssen van de Sande zijnde<br />

diens wettige vrouw, welke erfgenamen samen ook nog handelen voor<br />

Jenneken minderjarige dochter van Jan zoon Peter Janssen van de Ven,<br />

in diens leven ex-secretaris van Vucht, verwekt bij wijlen Diercxken<br />

dochter van Ruth Robben diens wettige vrouw, verkopen een stuk<br />

akkerland groot ca. 3 lopenzaad gelegen in de heerlijkheid Gestel ter<br />

plaatse genoemd de Stempels, b.p. Jan Dierck Schuermans, Rutger<br />

Dielissen, Jan Diercx van de Ven, de Broeckstraat daar, zoals ze dat bij<br />

dood van hun vader Peter hebben geerfd. Ze verkopen het perceel nu<br />

aan hun zuster Anneken ook dochter van Peter Janssen die daarvan het<br />

erfrecht krijgt. De verkopers beloven deze verkoop gestand te doen en<br />

alle lasten van hun kant af te handelen, behalve dat de koopster


jaarlijks aan het Arm Weeshuis in de stad Den Bosch de helft van een<br />

pacht van 2 mud rogge en 3 zesters moet betalen, over te nemen met<br />

een lopende en een vervallen termijn en de rest door ieder van hen voor<br />

hun aandeel daarin af te handelen. Verder heeft dit perceel overpad<br />

over het erf van Jan Dircks van de Ven. Ter ondersteuning van de helft<br />

van die pacht van 2 mud en 3 zesters rogge stelt ze in onderpand een<br />

esthuis met het hopland eraan, gelegen in deze heerlijkheid bij het<br />

Heezelaer zoals haar dat bij de boedeldeling met de erfgenamen van<br />

haar moeder was toebedeeld, b.p. de H. Geest van Den Bosch, Jan<br />

Leonart Gerlings, Handrick de Wit, de gemeenschappelijke straat en<br />

verder al haar andere bezit, zodat de verkopers en hun erfgenamen<br />

daarvoor zijn gevrijwaard. Datum 5 september 1639.<br />

=================114===================<br />

Aktennr : 114<br />

Folio : 83-r<br />

Soort akte : kwitering<br />

Datum : 05-09-1639<br />

Voor genoemde schepenen is verschenen Anneken dochter van Peter<br />

Janssen van de Ven als weduwe van Christoffel Hendricks en verklaart<br />

van de groep erfgenamen uit de vorige akte een bedrag van 60<br />

karolusguldens te hebben ontvangen van elk 20 stuivers, vanwege de<br />

excessieve rogpacht op het perceel. Ze verklaart dit bedrag extra te<br />

hebben ontvangen omdat ze haar andere bezit voor die rogge in<br />

onderpand had gegeven als waarborg ervoor. Ze dankt hen voor de<br />

goede betaling ervan en zal verder niets meer pretenderen. Actum als<br />

boven.<br />

=================115===================<br />

Aktennr : 115<br />

Folio : 83-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 05-09-1639<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Adriaen Janssen Spierincks,<br />

schepenen, verklaren dat voor ons is verschenen jonker Herman van<br />

Middegael en verkoopt vanwege een machtiging gepasseerd voor<br />

Caspaer van Beeck (later Becx genoemd, JT) notarius publicus<br />

geadmitteerd te Heusden door het Hof van Holland d.d. 10 augustus<br />

1639, zoals ons schepenen is gebleken, handelend namens joffrouw<br />

Barbara en joffrouw Jozine Proninck genoemd van Deventer, beiden in<br />

die stad wonend, aan jonker Cornelis Proeninck genoemd van Deventer<br />

zijnde de neef van genoemde opdrachtgeefsters, hun rechten in een


jaarlijkse rente van 25 carolusguldens, elk van 20 stuivers, in goed<br />

gangbaar geld, die ze te vorderen hebben van Jacob Wijnant Doolvoet<br />

op onderpand van 18 lopenzaad land gelegen in de heerlijkheid Gestel<br />

te Herlaer in de Voirakkers en aan de Sandtberch daar. Ze hebben die<br />

rente van wijlen hun vader geerfd middels diens testament. Genoemde<br />

jonker Herman van Middegael belooft deze overdracht van de rente<br />

altijd gestand te doen zonder tegenspraak. Datum 5 september 1639.<br />

=================116===================<br />

Aktennr : 116<br />

Folio : 84-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 29-10-1639<br />

Jacop Wijnant Doelvoet en zijn zuster Geraertgen met haar voogd,<br />

samen als erfgenamen van heer en meester Henrick Doelvoet hun<br />

broer, pastoor destijds te St. Michielsgestel, verkopen een stuk<br />

akkerland, groot ca. 11 lopenzaad, gelegen in St. Michielsgestel ter<br />

plaatse genoemd Nieuw Herlaer, b.p. de erfgenamen van Stans<br />

Adriaens, de gemeenschappelijke weg. Nog verkopen ze een stuk<br />

akkerland groot ca. 7 lopenzaad ook in St. Michielsgestel gelegen ter<br />

plaatse genoemd de Zandberch, b.p. Jacob Dancken, jonker Proninck.<br />

Die 2 stukken land hadden ze als erfgenamen verkregen met<br />

medewerking van Willem Willems als presidentschepen<br />

(=Moelenbroecks, JT) en de drossaard (met een vonnisbrief, JT) op 17<br />

oktober 1634 en ze hebben de percelen daarna voor schepenen en<br />

inwoners in het openbaar laten veilen voor de meestbiedende. Nadat<br />

toen de kaars was uitgegaan zijn de 2 stukken land finaal in hun bezit<br />

gekomen op 26 mei 1638 ook voor schepenen en inwoners van St.<br />

Michielsgestel. Het bezit van 11 lopenzaad met alle houtwas, bomen is<br />

gelegen tussen b.p. de gemeenschappelijke waterweg, Gerard Diercks<br />

van Roeij, Stan Stanssen, de gemeenschappelijke pad, jonker Herman<br />

van Middegael. Het bezit van de 7 lopenzaad is b.p. de Berchsaens,<br />

joffrouw Anna van Deventer weduwe van jonker Bernaert van de<br />

Honselaer, Jacob Jan Dancken, joffrouw Gerwen, welke percelen beide<br />

eerder van jonker Jacob Proeninck van Deventer en zijn kinderen waren.<br />

Daarop is vervolgens door Nicolaes de Moeij voor deze 2 stukken<br />

akkerland op 23 juni 1638 in het openbaar gemijnd en bij de finale<br />

verkoop op 7 juli 1638 door Sebastiaen die Vriese weer<br />

´ontslagen´(hogere bieding, JT) en deze laatste had het bezit dan in<br />

koop verkregen. De verkopers dragen het bezit nu samen met alle<br />

brieven ervan en de verkoopvoorwaardes etc. over aan genoemde<br />

Sebastiaen de Vries. Jacob en zijn zuster beloven de verkoop gestand te<br />

doen en alle lasten van hun kant af te handelen ook namens hun broer


de heer pastoor. De koper zal hieruit wel een aflosbare rente van 25<br />

gulden per jaar dienen te betalen aan joffrouw Barbara Proninck van<br />

Deventer, nog een aflosbare rente van 18 gulden en 15 stuivers aan de<br />

erfgenamen van genoemde heer en meester Henrick Doelvoet en nog<br />

een rente van 9 gulden aan Maijken dochter van Wouter Goijaerts<br />

weduwe van Jan Janssen de Cock. Verder moet de koper 1 roede dijk<br />

onderhouden over de Hooibrugge en 2 roedes dijk aan de Groote brugge<br />

bij de schuur van de oude vorster, alles in St. Michielsgestel en moet de<br />

gebuurlijke verplichtingen nakomen en de dorpslasten betalen. Als er<br />

meer of minder lasten op het bezit drukken zullen de verkopers en de<br />

koper dat met elkaar verrekenen tegen de penning 20. Getuigen als<br />

schepenen waren Rutger Corstiaen Spierincks, Jan Wouters van Gemert,<br />

Gerard Jan Rijckaerts, Adriaen Jan Spierincks en Goossen Henrick<br />

Martens. Akte is voorzien van het schependomszegel. Datum 29 oktober<br />

1639. (Vreemd dat de openbare verkoop en toewijzing van de koop ruim<br />

1 jaar en 3 maanden eerder plaatsvond dan de verkoopakte van<br />

hierboven, zie ook weer hierna in dit protocol waar het bezit van<br />

Bastiaen weer terug wordt verkocht aan de Doolvoets, JT).<br />

=================117===================<br />

Aktennr : 117<br />

Folio : 85-r<br />

Soort akte : ruiling<br />

Datum : 29-10-1639<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Willem Adams, schepenen,<br />

verklaren dat voor ons is verschenen Peter Aerts van Overbeeck inwoner<br />

van de baronie van Boxtel en verkoopt een stuk akkerland groot ca. 40<br />

roedes binnen deze heerlijkheid van St. Michielsgestel, parochie van<br />

Gemonde, ter plaatse genoemd de Rijacker, b.p. Seger Aerts, driehoekig<br />

aan de gemeenschappelijke mestweg daar, verder Lucas Roelofs,<br />

Antonis Jaspers de Bresser. Dat perceel had Peter als verkoper na de<br />

dood van zijn ouders van zijn vrouw geerfd en was hem toebedeeld met<br />

zijn mede-erfgenamen en wordt te leen gehouden van de koning of van<br />

de Staten van Brabant. Hij verkoopt het nu in de vorm van een ruil aan<br />

Antonis Jaspers de Bresser en de verkoper belooft de verkoop altijd<br />

gestand te doen en alle lasten af te handelen. De koper moet overpad<br />

aan anderen verlenen die er van oudsher recht op hebben. Datum 29<br />

oktober 1639. (de tegengestelde transactie van deze ruil heeft niet te<br />

St. Michielsgestel plaatsgevonden, JT)<br />

=================118===================<br />

Aktennr : 118<br />

Folio : 85-v


Soort akte : verkoop<br />

Datum : 29-10-1639<br />

Voor ons schepenen is verschenen Peter Aerts van Overbeeck en<br />

verkoopt aan zijn broer Seger zoon Aert Peters van Overbeeck de helft<br />

van een stuk akkerland groot ca. 2 en een halve lopenzaad gelegen te<br />

St. Michielsgestel ter plaatse genoemd de Rij-ackers, b.p. Antonis<br />

Jaspers de Bresser, Willem Jan Handrick Spierincx, Luijcas Roelofs, de<br />

erfgenamen van Goijaert Roelofs. Dat stuk leengoed had hij van zijn<br />

ouders zaliger geerfd en is leenroerig aan de koning of aan de staten<br />

van Brabant. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle<br />

lasten van zijn kant af te handelen. De koper moet wel overpad aan<br />

anderen verlenen die daar van oudsher recht op hebben. Actum als<br />

boven.<br />

=================119===================<br />

Aktennr : 119<br />

Folio : 86-r<br />

Soort akte : kwestie over voorhoofd<br />

Datum : 29-10-1639<br />

Wij. Adriaen Jan Spierincx en Gerard Jan Rijckaerts schepenen te St.<br />

Michielsgestel, verklaren dat vandaag in eigen persoon is verschenen de<br />

edele jonker Herman van Middegael oud ca. 70 jaar, Rutger Corstiaen<br />

Spierincx oud ca. 56 jaar en Willem Adams oud ca. 36 jaar, allen<br />

inwoners van St. Michielsgestel die nadat ze waren verzocht ter instantie<br />

van Herman de Bittere, rentmeester van het H. Geesthuis in Den Bosch,<br />

hebben verklaard dat ze ermee bekend zijn dat op een bepaalde dag op<br />

verzoek van deze rentmeester ze zich hebben begeven op de hoeve de<br />

Heezelaer gelegen in deze heerlijkheid en eigendom van dat godshuis,<br />

om daar de situatie in ogenschouw te nemen over de 3 eikenbomen<br />

waarover kwestie is met Marten Peter Servaessen cum suis, die deze<br />

bomen heeft omgekapt en ze zijn in de sloot gaan staan op de scheiding<br />

van hun resp. oude erven om aldus ieder zijn rechten te geven inzake<br />

de aanplant op de gemeijnte, waarbij ieder recht heeft op het<br />

´voorhoofd´ volgens oude gewoontes in deze heerlijkheid. Er is na rijp<br />

beraad bevonden dat de omgekapte bomen niet tegen het oude erf van<br />

genoemde Peter hebben gestaan maar wel nabij het oude erf van het<br />

genoemde godshuis van de stad Den Bosch. Ze voegen er nog aan toe<br />

dat ze dit persoonlijk hebben geconstateerd. Datum 29 oktober 1639.<br />

=================120===================<br />

Aktennr : 120<br />

Folio : 86-v


Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 31-10-1639<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Willem Adams, schepenen,<br />

verklaren dat voor ons is verschenen Lenaert Adriaen Jacobs als man<br />

van zijn wettige vrouw Catharina dochter van Willem Marcelis van de<br />

Merendonck, verder Jan Arien Rijckaerts van Oetelaer als man van zijn<br />

wettige vrouw Jenneken, dochter van Willem Marcelis, verder Elisabeth<br />

vrouw van Adriaen de Pauwe als door hem gemachtigd zijnde in een<br />

persoonlijk machtiging door hem ondertekend en zoals ons is gebleken,<br />

wettige dochter van Ariaentgen Willem Marcelis, verder Marten Peter<br />

Servaessen als man van zijn wettige vrouw Lijsken dochter van Willem<br />

Marcelis van de Merendonk, en verder nog jonker Willem van Vlierden<br />

die daarvan eerder een 1/5e deel had gekocht zoals hij verklaarde,<br />

hebben een deling gemaakt van hun bezit.<br />

Bij deze deling krijgt Elisabeth namens genoemde Adriaen de Pauwe een<br />

perceel heide en hooiland met de houtwas, zoals daar met putten is<br />

afgetekend, gelegen in de baronnie van Boxtel, b.p. het groot gasthuis<br />

van Den Bosch, de andere mededelers, Henrick Everts de Bever,<br />

Bartholomeus Janssen en de moeder van de erfgenamen met de sloot<br />

daar tot aan de Dommel zoals is afgetekend.<br />

Genoemde Jan Arien Rijckaerts krijgt de houtopstand met het groesland<br />

zoals met putten is afgetekend, ter zelfder plaatse bij de rivier de<br />

Dommel.<br />

Genoemde jonker van Vlierden krijgt een stuk hooiland en heiveld ook<br />

ter zelfder plaatse gelegen, b.p. de mededelers, Bartholomeus Janssen<br />

en meer anderen, de rivier de Dommel, zoals is afgetekend.<br />

Genoemde Marten Peter Servaessen krijgt de helft in het groot<br />

busselken genoemd de Haren, gelegen in de baronnie van Boxtel, zoals<br />

met putten is gemerkt, b.p. de rivier de Dommel, de erfgenamen van<br />

Peter Peters van Roeijen en meer anderen.<br />

Genoemde Lenaert krijgt de andere helft van het groot busselken zoals<br />

met Marten is afgepaald of afgetekend, Genoemde Marten of Lenaert of<br />

voor wie hij handelt, moeten op wederzijds verzoek daarvan een deling<br />

maken en in geval van weigering zal de verdeling ervan plaatsvinden<br />

door de officier ten laste van degene die onwillig is.<br />

De delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars<br />

gedeelte zoals gebruikelijk is en ze beloven deze deling gestand te doen.


Als een van de delen minder waard wordt of dat er meer lasten op<br />

blijken te drukken dan zullen ze dat samen betalen, ieder volgens diens<br />

deel. Ieder zal de lasten op het eigen gedeelte zo betalen dat de andere<br />

delen ervoor zijn gevrijwaard. Verder moet men elkaar overpad<br />

verlenen ´ten naaste velde´. Datum 31 oktober 1639.<br />

=================121===================<br />

Aktennr : 121<br />

Folio : 88-r<br />

Soort akte : machtiging<br />

Datum : 04-11-1639<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Willem Damen, schepenen van St.<br />

Michielsgestel, verklaren dat voor ons is verschenen de edele heer Aernt<br />

van Campen, ridder, en deze machtigt de geachte Thomas Janssen van<br />

Turnhout, notaris en klerk in de secretarie van de stad Den Bosch,<br />

absent als present, en geeft hem machtiging om namens hem te<br />

compareren voor schepenen van Den Bosch of elders waar dat nodig is<br />

en daar bepaalde percelen te verkopen, die de heer van Campen nog zal<br />

specificeren en wel aan señor Joris Verheijden, koopman in de stad Den<br />

Bosch, ter voldoening van de vorderingen die deze señor van genoemde<br />

opdrachtgever heeft te vorden vanwege aan hem geleend geld. De<br />

gemachtigde moet hem dat bezit overdragen en verder alles doen op<br />

onderpand van het bezit van de opdrachtgever en zoals die dat zelf ook<br />

gedaan zou hebben als hij zelf daarbij aanwezig was geweest ook al is<br />

het misschien zo dat er meer bevelen nodig zijn. De opdrachtgever<br />

belooft alles na te komen wat door zijn gemachtigde hierin gedaan zal<br />

worden en zal hem vrijwaren voor alle kosten en schades etc. Datum 4<br />

november 1639.<br />

=================122===================<br />

Aktennr : 122<br />

Folio : 88-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 04-11-1639<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Willem Adams, schepenen van St.<br />

Michielsgestel, verklaren dat voor ons is verschenen de edele heer<br />

Arnout van Campen, ridder, en verkoopt een weiland groot ca. 2<br />

morgens gelegen in deze heerlijkheid nabij de kerk achter het huis van<br />

de pastoor, b.p. Rutger Corstiaen Spierincks, het Schildersgasthuis, de<br />

rivier de Dommel, de erfgenamen van heer Henrick Doelvoet, de heer<br />

van Campen zelf. Nog verkoopt hij een hooiveldje gelegen achter het<br />

huis van de pastoor, groot ca. 2 dagmaten, b.p. het erf van de


Woesterhoeve en meer anderen, Rutger Corstiaen Spierincks, het erf<br />

van het Schildersgasthuis in de stad Den Bosch, de rivier de Dommel,<br />

zoals hij deze 2 stukken wei- en hooiland na de dood van zijn ouders<br />

heeft geerfd. Hij verkoopt de percelen nu aan Joris Verheijden die er het<br />

erfrecht van krijgt. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en<br />

alle lasten af te handelen, behalve dat de koper wel jaarlijks de lasten<br />

moet betalen die erop drukken volgens de oude brieven. Datum 4<br />

november 1639.<br />

=================123===================<br />

Aktennr : 123<br />

Folio : 89-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 09-11-1639<br />

Wij, Willem Adams en Rutger Corstiaen Spierincks verklaren dat voor<br />

ons zijn verschenen Jan Evert Schellekens en Jan Peter Jan Maessen als<br />

man van Elisabeth zijn wettige vrouw, dochter van wijlen Henrick<br />

Roelofs en verkopen aan Hendrick Hendricks de helft van een stuk<br />

akkerland in totaal groot anderhalf lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid<br />

St. Michielsgestel, ter plaatse genoemd de Heezelaer, b.p. Bartholomeus<br />

Goijaerts, Huibert Aert Huijberts, Jan Gijsberts, de gemeenschappelijke<br />

straat, zoals ze die helft na de dood van hun ouders hebben geerfd,<br />

alsmede het recht dat Jan Peters heeft geerfd van zijn schoonzuster<br />

wijlen Aleijt. Nog het recht dat genoemde Jan Peters en Jan Evert<br />

Schellekens eerder hadden gekocht van hun zwager Peter als<br />

echtgenoot van hun zuster Marieke. Ze verkopen dat bezit nu en<br />

beloven de verkoop gestand te doen en alle lasten van hun kant af te<br />

handelen, behalve pro rate het deel van 4 pond paijment voor zover dit<br />

stuk land of andere percelen daarvoor worden belast. Datum 9<br />

november 1639.<br />

=================124===================<br />

Aktennr : 124<br />

Folio : 89-v<br />

Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 14-11-1639<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Adriaen Jan Spierincks, schepenen<br />

van St. Michielsgestel, verklaren dat voor ons zijn verschenen Peter,<br />

Willem, Geraert en Jan, voorkinderen van wijlen Daem Peters toen hij<br />

leefde verwekt bij wijlen zijn eerste vrouw Peterken dochter van Geraert<br />

Driessen en verklaren dat ze een boedeldeling hebben gemaakt van het<br />

bezit dat voor het grootste deel in St. Michielsgestel ligt en sommig


ezit in de jurisdictie van Schijndel of elders, zoals ze dat bij de dood<br />

van hun ouders hebben geerfd.<br />

Genoemde Jan krijgt het grote huis met de varkenskooi en de tuin,<br />

boomgaard, hopland en de helft van 12 lopenzaad akkerland met de<br />

roede te delen, gelegen in de parochie van Gemonde in de jurisdictie<br />

van Gestel, b.p. de gemeenschappelijke straat, Jan in Melanen<br />

(=Milaan, JT) in de stad Den Bosch, de Luijsacker eigendom van het<br />

groot gasthuis in Den Bosch, met de halve aanplant op het voorhoofd<br />

daar, scheidend op de sloot aan het einde van de schans recht<br />

tegenover de waterkuil. Nog krijgt hij de helft van een stuk weiland<br />

groot ca. 6 morgens gelegen in de parochie van Gemonde in de<br />

jurisdictie van Schijndel, ter plaatse genoemd in de Broeckstraat, b.p.<br />

Adriaen Rijckaerts van Oetelaer, Bastiaen Janssen en meer anderen,<br />

Geraert Janssen van de Loo, Jenneken weduwe van Daem Peters. Nog<br />

krijgt hij de helft van een stuk akkerland groot in totaal 5 lopenzaad,<br />

gelegen in de parochie van Gemonde jurisdictie van Gestel, ter plaatse<br />

genoemd de Pijper, b.p. Goossen Henricks, Jenneken weduwe van Daem<br />

Peters, de H. Geest van Den Bosch, de straat. Nog de helft van een heien<br />

houtbusseltje genoemd de Vrolissen, groot een morgen gelegen in de<br />

parochie van Gemonde in de jurisdictie van St. Oedenrode, b.p. Aert<br />

Wouters van Tuijl, Lambert Jan Diercx, de erfgenamen van Jan Franssen<br />

en meer anderen. Nog de helft van een beekje gelegen aan het einde<br />

van de Wabraecken, b.p. Jenneken weduwe van Daem Peters, de loop<br />

daar, de weduwe van Corst Jan Willems, Marieke dochter van Corst<br />

Goijaerts. Nog de helft van een stukje akkerland genoemd het Hoorich<br />

ackerken, b.p. Jan Rutten, Willem Janssen van der Merendoncq,<br />

Jenneken weduwe van Daem Peters, de kerk van Gemonde. Nog de helft<br />

van een erf zijnde een huis, tuin, boomgaard, genoemd het Nieuwland<br />

groot ca. 1 lopenzaad gelegen in de parochie van Gemonde in de<br />

heerlijkheid van Gestel, b.p. Jenneken weduwe van Daem Peters, de<br />

gemeenschappelijke straat, jonker Chaerl van Vlierden, Jenneken<br />

weduwe van Jan Peter Broeren. Nog de helft van een morgen hooiland<br />

gelegen op de Pettelaer, b.p. Jacop Wijnants, Sebert Lambrechts met<br />

meer anderen, Sijmon Betmeer, het klooster van de fraters. Nog de<br />

helft in twee rentebrieven elk van 100 gulden kapitaal, de ene op de<br />

erfgenamen van Jacop Peters van de Broeck, de andere op de weduwe<br />

van Mathijs Dircks te Roode.<br />

Genoemde Peter krijgt een esthuis, de kleine schuur en verder wat<br />

volgens schatting van goede mannen het ene lot beter is dan het andere<br />

dat zullen ze elkaar vergoeden. Nog krijgt Peter de helft van een perceel<br />

zoals in voorgaand erfdeel vermeld, zowel akker- wei- hooiland en heide<br />

zoals die percelen naderhand gedeeld zullen worden.


Genoemde Gerard krijgt een huis en esthuis en varkenskooi, tuin,<br />

boomgaard hop- en akkerland, alles aan elkaar gelegen in de<br />

heerlijkheid van Gestel, ter plaatse genoemd aan het Heezelaer, b.p.<br />

Huijbert Adriaens van der Heijen, de gemeenschappelijke straat. Nog<br />

krijgt hij een morgen hooiland op de Pettelaer zoals in het 1e en 2e lot<br />

is vermeld. Nog krijgt hij een rentebrief van 100 gulden te vorderen van<br />

het bezit van Jan van Esch.<br />

Genoemde Willem krijgt een stuk akkerland, groot ca. 6 lopenzaad,<br />

gelegen in de heerlijkheid van St. Michielsgestel, ter plaatse genoemd<br />

de Sterdt, b.p. Wauter Janssen te Hall, Cathelijn Lambert Hooren, de<br />

gemeenschappelijke straat, Willem Willems. Nog een stuk akkerland<br />

groot ca. 6 lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gestel, ter plaatse<br />

genoemd op de Sleeckbeecken, b.p. Jan Michiels van de Ven, de kerk<br />

van Gemonde, Jan Jan Melanen, Jenneke weduwe van Peter Diercx van<br />

Taertwijck. Nog een stuk akkerland groot ca. 3 en een halve lopenzaad,<br />

gelegen in de heerlijkheid Gestel, ter plaatse genoemd de Sleebeecken,<br />

b.p. Jenneken weduwe van Peter Diercks van Taertwijck, het land van<br />

de kerk van Gemonde, de kinderen en erfgenamen van Adriaen<br />

Gijsberts van Croenenborch, zijn eigen erf. Nog krijgt hij een stuk<br />

akkerland groot ca. 3 lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gestel, ter<br />

plaatse genoemd de Genenberch, b.p. Jan Anthonis Cloot, het land van<br />

de Wuesterhoeve, Jan Jan Melanen. Nog een beekje of hooibeemdje<br />

groot ca. een halve dagmaat hooiland, gelegen in de parochie van<br />

Gemonde in de jurisdictie van Gestel ter plaatse genoemd de<br />

Ghenenberch, b.p. de gemeenschappelijke loop daar, Jan Anthonis<br />

Cloot, de kosterij te Gemonde, Anthonis Aerts van Eijck.<br />

Het moer aan de Langenberch blijft nog onverdeeld en is voor de 4<br />

erfgenamen om samen te gebruiken. Alle gemerkt hout zowel eiken,<br />

essen, berken e.a. soorten zullen ook samen worden gedeeld. De<br />

chijnsen zoals van oudsher zowel aan de koning als aan de heer van<br />

Herlaer en Gestel, zullen door de 4 erfgenamen samen worden betaald,<br />

ieder evenveel. Ook moeten ze samen de helft onderhouden in een<br />

halve roede dijk op de Herlaersche dijk en er moet overpad aan anderen<br />

worden verleend die daar van oudsher recht op hebben, met de minste<br />

schade. De delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars<br />

erfdeel en beloven op onderpand van hun persoon en bezit deze deling<br />

gestand te doen. Indien iemands bezit minder waard wordt of als er<br />

meer lasten op iemands erfdeel drukken, meer dan vermeld, zullen ze<br />

dat samen betalen, ieder voor zijn deel. Ieder zal de lasten op het eigen<br />

erfdeel zo betalen dat de erfdelen van de anderen ervoor zijn<br />

gevrijwaard. Datum 14 november 1639.


=================125===================<br />

Aktennr : 125<br />

Folio : 92-v<br />

Soort akte : kwestie over visserijrecht<br />

Datum : 29-11-1639<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincx en Adriaen Janssen Spierincx,<br />

schepenen, verklaren onder de eed die wij bij het aanvaarden van ons<br />

schepenambt hebben afgelegd dat wij vandaag op verzoek van de edele<br />

heer Arnout van Campen, ridder, ons naar zijn erf hebben begeven,<br />

genoemd het Campen Hoefken bij de rivier de Dommel, waar wij hebben<br />

gezien dat de netten en visgerei van de heer van Campen, die in zijn<br />

eigen ´geweijre´en visserij waren opgesteld en zoals hij die van zijn<br />

ouders heeft geerfd, door enkele particulieren in bezit waren genomen<br />

en wel sinds een jaar of drie geleden, zonder de toestemming echter<br />

van genoemde heer, die hen niet heeft toegestaan zijn ´geweijre´en<br />

visserij te bezitten, waartegen hij nadrukkelijk bezwaar maakt en zal<br />

eventueel zijn aanspraken alsnog op deze personen verhalen als hem<br />

dat goeddunkt. Datum 29 november 1639.<br />

=================126===================<br />

Aktennr : 126<br />

Folio : 93-r<br />

Soort akte : schuldbekentenis<br />

Datum : 29-09-1639<br />

Elisabeth van Godts (Götz?) genoemd Princes zu Zolleren, gravinne zu<br />

den Bergh, markgravinne van Bergen op ten Zoom, vrijbaandervrouw<br />

van Kerp, Biland en Boutersum, van Heedel, Vrentz, van Oudt Herlaer,<br />

St. Michielsgestel, Milingen en Spalbach, vrijvrouwe van het vorstendom<br />

Gelre en Zutphen etc., vanwege de veelvuldige, langdurige, trouwe en<br />

aangename diensten die aan haar genade persoon voor vele jaren zijn<br />

gedaan en nog dagelijks aan haar worden gedaan, haar verleend door<br />

de heer Jacobus Condi, priester, zowel in zijn funktie als priester al ook<br />

als haar genade ´elemosinarius´ (=aalmoezenier, mededeling van Dhr.<br />

August de Man, JT) zoals hij en zijn gevolg (groep?, JT) als onderdanige<br />

dienaar voor haar werkzaam is geweest, zowel in zaken buiten haar huis<br />

alsmede ook dat hij zorgt voor zaken binnenshuis met het beheer ervoor<br />

etc. en dat alles tot haar volle tevredenheid, wil hem daarom daarvoor<br />

vergoeden, zonder dat ze daartoe is gevraagd dat te doen en uit vrije<br />

wil van haar. Ze verklaart onherroepelijk hem een pensioen toe te<br />

kennen van 200 rijnsguldens per jaar, elk van 20 Brabantse stuivers, op<br />

onderpand van haar bezit, ingaande toen afgelopen Kermis (=Kerstmis,


is Kerstmis anno 1638 toen ze het blijkbaar al beloofde, JT) zodat het<br />

eerste jaar zal zijn a.s. Kerstmis van dit lopende jaar 1639 en zo steeds<br />

verder, zolang heer Jacob leeft. Daarvoor stelt ze al haar huidig en<br />

toekomstig bezit in onderpand en in het bizonder het patrimonale bezit<br />

van de heerlijkheden Oudherlaer en St. Michielsgestel gelegen in de<br />

Meierij van Den Bosch. Ze geeft opdracht aan haar ´admodiateur´,<br />

ontvanger of rentmeester van haar inkomen, deze lijfrente uit haar bezit<br />

te betalen en wel uit haar meest courante inkomen zodat hij geen<br />

redenen heeft zich daarover te beklagen. Ze belooft daarin alles na te<br />

komen op haar woord als prinses. Tot zekerheid van de akte heeft zij de<br />

akte doen ´depecheren´(uitvaardigen, JT) en notarieel laten erkennen<br />

en verder laten voorzien van haar prinselijk ´pitzier´volgens een<br />

bepaalde gepasseerde akte zoals volkomen duidelijk is d.d. 27 augustus<br />

1639. Voor ons schepenen is daarom hier verschenen Jan Henricks van<br />

Venroeij, gebruiker van de aan hem gegeven volmacht als eerste<br />

brenger van deze akte, en belooft op onderpand van het bezit van<br />

genoemde genade Prinses de genoemde lijfrente van 200 gulden per<br />

jaar ten behoeve van heer Jacob Condi te zullen betalen zoals hiervoor<br />

is omschreven en daarvoor verbindt hij haar bezit en zal deze belofte<br />

nakomen. Aldus gepasseerd in de heerlijkheid St. Michielsgestel op 29<br />

september 1639 in aanwezigheid van Gerard Jan Rijckaerts en Corstiaen<br />

Jan Aerts, schepenen.<br />

=================127===================<br />

Aktennr : 127<br />

Folio : 94-r<br />

Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 16-12-1639<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincx en Willem Adams, schepenen van de<br />

heerlijkheid St. Michielsgestel verklaren dat voor ons zijn verschenen<br />

Henrick Cornelissen als man van Mariken dochter van Geraert Jan<br />

Herberts en Aert Handricx als man van Willemke dochter van genoemde<br />

Geraert Jan Herberts voor 1/3e deel, verder Aert Jan Rijckaerts als<br />

voogd over de minderjarige kinderen van wijlen Roelof Goijaerts van der<br />

Stappen verwekt bij Anneken dochter van Mathijs Geraerts, nog Aleijt<br />

vrouw van Jan Jacob Dircks die nu ziek te bed ligt (haar man dus die<br />

ziek is, JT), en verklaren een boedeldeling te hebben gemaakt van het<br />

bezit dat ze hebben geerfd na de dood van Cathelijn Roelofs gelegen in<br />

de parochie van Gemonde, jurisdictie van Gestel.<br />

Bij deze deling krijgt Willem Damen als stadhouder, m.b.t. de<br />

minderjarige kinderen het 1/3e part in een stuk akkerland groot in<br />

totaal ca. 3 lopenzaad, b.p. de mededelers, Seger Aerts van Overbeeck,


de gemeenschappelijke mestweg daar.<br />

Genoemde Henrick Cornelissen en Aert Hendricx krijgen het 1/3e part in<br />

het genoemde stuk akkerland, b.p. Anthoni Jasper de Bresser, de<br />

mededelers zelf, genoemde Seger Aerts, de gemeenschappelijke<br />

mestweg.<br />

Genoemde Aleijt namens haar man krijgt het 1/3e part in het genoemde<br />

stuk land van 3 lopenzaad, zoals is afgepaald van haar mededelers, b.p.<br />

de kerk van Gemonde, Seger Aerts, de mestweg. Het middelste lot zal<br />

hieruit jaarlijks 3 gulden moeten blijven betalen aan het altaar van O.L.<br />

Vrouw te Gemonde.<br />

Verder moet men elkaar overpad verlenen met de minste overlast. De<br />

delers beloven over en weer afstand te doen van aanspraken op elkaars<br />

erfdeel en beloven de deling gestand te doen. Als iemands bezit minder<br />

waard wordt of als er meer lasten op drukken dan zullen ze die samen<br />

betalen, ieder naar gelang het erfdeel. Ieder zal de lasten op het eigen<br />

erfdeel zo betalen dat het erfdeel van de andere ervoor blijft<br />

gevrijwaard. Datum 16 december 1639.<br />

=================128===================<br />

Aktennr : 128<br />

Folio : 95-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 31-12-1639<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincx en Goossen Henrick Martens schepenen,<br />

verklaren dat voor ons is verschenen Michiel Franssen van de Beeckant<br />

en verkoopt aan Willem Daemen het 1/5e deel van een bepaald stenen<br />

huis, schuur, stalling, tuin en boomgaard alles aan elkaar gelegen in<br />

Gestel nabij de kerk daar, b.p. het huis en erf van de kinderen en<br />

erfgenamen van wijlen meester Adriaen Schellens, de<br />

gemeenschappelijke straat, de waterloop daar genoemd de Vestgraff.<br />

Nog het 1/5e deel in ene weiland genoemd de Verlooren Cost met de<br />

´plantasie´, daarop, gelegen in de heerlijkheid Gestel nabij het<br />

Gestelsche Bosch, b.p. het Schildersgasthuis en meer anderen, de rivier<br />

de Dommel, Willem Meursen, het klooster van de zusters van Orthen,<br />

zoals Michiel die 1/5e delen voor schepenen van deze heerlijkheid zijn<br />

opgedragen op 22 januari 1635, waarnaar wordt verwezen. De koper<br />

krijgt daarvan nu het erfrecht en Michiel belooft de verkoop gestand te<br />

doen en alle lasten af te handelen. Datum 31 december 1639.<br />

=================129===================


Aktennr : 129<br />

Folio : 96-r<br />

Soort akte : verklaring over leeftijd<br />

Datum : 04-01-1640<br />

Wij Willem Adams en Rutger Corstiaen Spierincx, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons zijn verschenen Delis Handricx Laureijssen oud ca. 78 jaar<br />

en zijn broer Willem Hendrick Laureijssen oud ca. 76 jaar, beiden<br />

inwoners van het dorp Schijndel en na gedane ondervraging en nadat<br />

hen de eed was afgenomen, hebben ze vanwege Pauwels Jan Pauwels<br />

ook inwoner van Schijndel verklaard dat deze Pauwels Janssens wel<br />

minstens tussen 76, 76 of 77 jaar oud is. Ze voeren aan dat ze van<br />

jongsaf aan met elkaar zijn opgevoed en altijd met elkaar omgang<br />

hebben gehad zodat ze hiervan goede kennis hebben. Hiermee eindigen<br />

ze hun verklaring. Wij als schepenen hebben ons schependomszegel aan<br />

deze akte bevestigd naast de handtekening van onze secretaris. Datum<br />

4 januari 1640.<br />

=================130===================<br />

Aktennr : 130<br />

Folio : 96-v<br />

Soort akte : aanstelling leden dorpsbestuur<br />

Datum : 04-01-1640<br />

Wij, Goossen Handrick Martens en Geraert Jan Rijckaerts, schepenen,<br />

verklaren dat vandaag voor ons is verschenen Rutger Corstiaen<br />

Spierincks onze presidentschepen oud ca. 56 jaar en verklaart onder<br />

ede, welke eed hij heeft afgelegd bij het aanvaarden van zijn ambt, dat<br />

Anthonis Mathijssen van Beeck oud ca. 70 jaar, gedaagd is geweest om<br />

het borgemeesterschap van Gestel uit te oefenen, maar omdat hij zeer<br />

oud is, is hij door schout en schepenen, na advies hierover van<br />

rechtsgeleerden, daarvoor gevrijwaard en van die plicht ontslagen, welk<br />

advies de deponent (=Rutger, JT) nog onder zich heeft. De deponent<br />

voegt er nog aan toe dat hij (Rutger, JT) door de ouderdom van<br />

Anthonis dat borgemeestersambt zelf heeft moeten doen uitoefenen<br />

omdat een dergelijk persoon met zo´n hoge ouderdom die funktie niet<br />

meer hoeft te bedienen en ook volgens menselijk verstand daarvoor<br />

onbekwaam zou zijn. Datum 4 januari 1640.<br />

=================131===================<br />

Aktennr : 131<br />

Folio : 97-r<br />

Soort akte : niet nakoming overeenkomst<br />

Datum : 13-01-1640


Wij, Corstiaen Jan Aerts, Geraert Jan Rijckaerts en Goossen Hendrick<br />

Martens, schepenen van de heerlijkheid van St. Michielsgestel, verklaren<br />

dat voor ons zijn verschenen Jan Jan Roelofs gewezen presidentschepen<br />

oud ca. 61 jaar en Jan Janssen Michiels oud ca. 34 jaar, ook destijds<br />

schepen met deze president, nadat ze zijn ondervraagd en hen de eed is<br />

afgenomen, hebben verklaard ten behoeve van de inwoners van Gestel,<br />

dat de overeenkomst met jonker Herman van Middegael met het<br />

bestuur en de inwoners van Gestel op 22 juni 1638, die was gemaakt<br />

over diens pretenties waarvoor van Middegael in de Raad van Brabant te<br />

Brussel vonnis had verkregen ten laste van de genoemde inwoners, en<br />

nadat die overeenkomst was voorgelezen, dat die toen had beloofd die<br />

overeenkomst na te komen zonder enig voorbehoud en was daarmee<br />

ook tevreden en beloofde die te zullen ondertekenen zodra het akkoord<br />

aan de gemeente zou zijn medegedeeld. Daarna hadden de<br />

presidentschepen en zijn medeschepen elk in het bizonder<br />

´handtastinge´(overleg of moeite?, JT) gepleegd om het genoemde<br />

akkoord te laten ondertekenen, behoudens dat de gemeente, bovenop<br />

het akkoord nog ca. 30 of 40 karolusguldens voor haar rekening zou<br />

nemen vanwege de onkosten gemaakt voor de bemoeienis van<br />

procureur Lanckriet in de kwestie van van Middegael te Brussel. De<br />

getuigen verklaren dat zij zulks destijds zelf hebben gehoord en gezien.<br />

Datum 13 januari 1640.<br />

=================132===================<br />

Aktennr : 132<br />

Folio : 97-v<br />

Soort akte : niet nakoming overeenkomst<br />

Datum : 13-01-1640<br />

Wij, Adriaen Janssen Spierincx en Jan Wouters van Gemert, schepenen<br />

in de heerlijkheid St. Michielsgestel verklaren hierbij plechtig, dat voor<br />

ons is verschenen Rutger Corstiaen Spierincks oud ca. 56 jaar inwoner<br />

van Gestel, nadat hij behoorlijk was ondervraagd en hem de eed was<br />

afgenomen, heeft op verzoek van de inwoners van deze heerlijkheid<br />

verklaard dat de overeenkomst tussen jonker Herman van Middegael op<br />

22 juni 1638 met het bestuur en de inwoners van de heerlijkheid Gestel,<br />

over de pretenties die hij had vanwege het vonnis van de Raad van<br />

Brabant te Brussel, ten laste van de inwoners d.d. 7 april 1637, het<br />

zelfde akkoord van hiervoor op alle punten in aanwezigheid van de<br />

genoemde getuigen toen heeft beloofd na te komen en te zullen<br />

ondertekenen zodra het akkoord aan de gemeente zou zijn voorgelegd<br />

en goedgekeurd, welke goedkeuring toen direkt is gegeven, behalve dat<br />

de gemeente bovenop het akkoord een bedrag van 30 of ten hoogste 40


karolusguldens zou betalen voor de onkosten die procureur Lankriet in<br />

zijn zaak had verdiend zoals van Middegael verklaarde. De getuige<br />

verklaart nog dat hij dit akkoord van begin tot einde heeft aanhoord en<br />

dus weet dat het zo is gebeurd. Datum als boven.<br />

=================133===================<br />

Aktennr : 133<br />

Folio : 98-v<br />

Soort akte : niet nakoming overeenkomst<br />

Datum : 13-01-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Adriaen Janssen Spierincx,<br />

schepenen, verklaren hierbij plechtig dat voor ons zijn verschenen<br />

Corstiaen Jan Aerts, Geraert Jan Rijckaerts en Goossen Handrick<br />

Martens, onze collegaschepenen en verklaren onder de eed die eerder<br />

door hen is afgelegd bij het aanvaarden van hun ambt, dat hetgeen<br />

hiervoor staat vermeld, de waarheid is. Ze verklaren nog toen het<br />

akkoord werd gesloten zij daarbij zelf aanwezig waren. Als extra teken<br />

van waarheid hebben wij schepenen hieraan ons schependomszegel<br />

bevestigd naast de handtekening van de secretaris. Datum 13 januari<br />

1640.<br />

=================134===================<br />

Aktennr : 134<br />

Folio : 98-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 18-01-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Geraert Jan Rijckaerts, schepenen,<br />

verklaren dat voor ons is verschenen jonker Dirck Millinck van Gerwen<br />

en verkoopt een stuk akker- en heiland aan elkaar gelegen in deze<br />

heerlijkheid ter plaatse genoemd Theede zoals daar is afgepaald en<br />

daar scheidt bij een ´gehoede´ (afgeknotte, JT) eik die daar als<br />

herinnering staat en altijd zal blijven staan, b.p. de weduwe van Henrick<br />

Geraerts van der Loo, de pad daar, zoals is afgetekend, verder grenzend<br />

aan het erf van de erfgenamen van jonker Jacob van der Cammen en de<br />

gemeenschappelijke Heistraat. Dat perceel had hij na de dood van zijn<br />

ouders geerfd en was hem in de boedeldeiing van hun bezit toebedeeld.<br />

Hij verkoopt het nu aan Adriaen Peter Pelsch die het in erfpacht zal<br />

bezitten en de verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle<br />

lasten van zijn kant af te handelen, behalve dat van Gerwen het hek aan<br />

het einde van de pad aan de Heijstraat met de posten behoorlijk moet<br />

repareren en daarna zal Adriaen Pelsch en zijn nakomelingen het<br />

voortaan onderhouden. Wel is het zo dat de grond van het pad


eigendom is vanvan Gerwen, maar Adriaen mag wel gebruik maken van<br />

die pad met ´varen, stouwen en drijven´zonder bedrog hierin. Datum<br />

18 januari 1640.<br />

=================135===================<br />

Aktennr : 135<br />

Folio : 99-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 21-01-1640<br />

Sebastiaen de Vriese verkoopt een stuk akkerland groot ca. 11<br />

lopenzaad met toebehoren, gelegen in de heerlijkheid St. Michielsgestel<br />

ter plaatse genoemd Nieuw Herlaer, b.p. de gemeenschappelijke<br />

vaarweg, Geraert Diercx van Roeij, Stan Stanssen. Nog een stuk land<br />

groot ca. 7 lopenzaad ook in de zelfde heerlijkheid ter plaatse genoemd<br />

de Sandtberch of ook wel Berchsaens genoemd, b.p. joffrouw Anna van<br />

Deventer, weduwe van jonker Wernaert van Honselaer, Jacob Jan<br />

Dancken en nu zijn erfgenamen. Die twee stukken akkerland had<br />

Sebastiaen eerder gekocht van Jacob Wijnant Doelvoet en diens zuster<br />

Geraertgen als erfgenamen van hun broer heer en meester Henrick<br />

Doelvoet toe hij leefde pastoor van de heerlijkheid St. Michielsgestel op<br />

20 oktober 1639, met alle toebehoren en houtopstand. Hij verkoopt de<br />

percelen nu aan Jacop Wijnant Doelvoet en aan diens zuster Geraertgen<br />

met alle brieven en belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten<br />

van zijn kant af te handelen zodat Jacop en zijn zuster daarvoor zijn<br />

gevrijwaard. Getuigen als schepenen in Michielsgestel Rutger Corstiaen<br />

Spierincx en Willem Adams. Als zekerheid is de akte door ons gezegeld.<br />

Datum 21 januari 1640.<br />

=================136===================<br />

Aktennr : 136<br />

Folio : 100-r<br />

Soort akte : benoeming voogden<br />

Datum : 27-01-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaens Spierincks en Willem Adams, schepenen van St.<br />

Michielsgestel verklaren dat voor ons zijn verschenen Goijaert Janssen<br />

Strick en Jan Huijberts, beiden inwoners van Den Dungen in het vrijdom<br />

van Den Bosch, nadat ze waren aangehouden en hen de eed was<br />

afgenomen, zijn ze benoemd als voogden voor de kinderen van Isaack<br />

Daniel Henricx (van Osch, JT) een boedeldeling te maken en voor hen<br />

het lot in ontvangst te nemen en verder alles te doen wat daarbij nodig<br />

is. Datum 27 januari 1640.


=================137===================<br />

Aktennr : 137<br />

Folio : 100-v<br />

Soort akte : benoeming voogden<br />

Datum : 27-01-1640<br />

Voor de zelfde schepenen zijn verschenen Antonis Goijaerts en Peter<br />

Ariaens die waren aangehouden en hebben de eed afgelegd als voogden<br />

over de 2 minderjarige kinderen van Abraham Handrick Daniels (van<br />

Osch, JT). Actum als boven. (Isaack en Abraham uit beide voorgaande<br />

aktes zijn broers, zie volgende akte, JT)<br />

=================138===================<br />

Aktennr : 138<br />

Folio : 100-v<br />

Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 27-01-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks, Willem Adams en Adriaen Janssen<br />

Spierincks, schepenen, verklaren dat voor ons is verschenen Claes zoon<br />

wijlen Handrick Daniels van Osch in diens leven verwekt bij wijlen diens<br />

wettige vrouw Elken dochter van Dierck Gerlings van Orthen (voor 1/6e<br />

deel is weggelaten, omdat hij het leengoed krijgt, JT), verder Michael<br />

Wouterssen als man van zijn wettige vrouw Gertruijdt ook dochter van<br />

Henrick Daniels van Osch en genoemde Elken, ook medevoogd van de 2<br />

minderjarige voorkinderen van zijn vrouw, nog Claes Hendrik Daniels<br />

met zijn collegavoogd samen voor het 1/6e deel hiervan, verder Geraert<br />

Adriaens als man van Jenneken dochter van Daniel Hendrick Daniels van<br />

Osch en genoemde Elken, door deze Daniel verwekt bij zijn wettige<br />

vrouw Barbara dochter van Jan Martens, verder Laureijs Willems als<br />

man van Heijlken ook dochter van Daniel Henricks en genoemde Elken<br />

(deze Elken hier moet zijn Barbara, JT), verder Peter Janssen als man<br />

van Marijken dochter van Daniel Henricks en genoemde Barbara en nog<br />

Gertruijdt minderjarige dochter van genoemde Daniel Hendricks en<br />

Barbara samen ook voor 1/6e deel, verder Goijaert zoon van Simon<br />

Goijaert Berniers verwekt bij Cathelijn dochter van Henrick Daniels en<br />

Elken ook voor 1/6e deel, nog Abraham Handrick Daniels verwekt bij<br />

diens vrouw Hilleken dochter van Dielis Adriaen Cornelis, nog Adriaen<br />

Willem Jacops als man van Marieken dochter van Abraham Henrick<br />

Daniels en genoemde Hilleken, nog Anthonis Goijaerts en Peter Ariaen<br />

Peters, beiden als voogden over Hilleken en Peter ook kinderen van<br />

Abraham Hendricx en Hilleken, samen ook voor 1/6e part, nog Goijaert<br />

Janssen Strick en Jan Huiberts als voogden over de 5 minderjarige<br />

kinderen van wijlen Isaack zoon van Handrick Daniels van Osch en


genoemde Elken verwekt bij Jenneken dochter Huibert Jan Huijberts,<br />

samen ook voor 1/6e deel, nog Marieken dochter van Dries Huiberts<br />

verwekt bij diens wettige vrouw Marieke dochter van Hendrick Daniels<br />

en nog Claes Handrick Daniels en Handrick Huijberts van Vlijmen als<br />

voogden over het minderjarige kind van wijlen Handrick Peter Becker<br />

verwekt bij Merieken dochter van wijlen Dries Huijberts en diens wettige<br />

vrouw Marieken dochter van Hendrick Daniels van Osch en genoemde<br />

Elken, ook samen voor 1/6e deel, verklaren een boedeldeling te hebben<br />

gemaakt van het bezit, het meeste gelegen in St. Michielsgestel en<br />

sommig te Schijndel en elders, dat ze na de dood en testament hebben<br />

geerfd van Handrick Daniels van Osch en diens vrouw Elken zaliger<br />

gedachtenis. Het lot voor de minderjarige kinderen is getrokken door<br />

Willem Damen als stadhouder namens de officier.(ik tel 7 kinderen,<br />

maar Claes krijgt dus het leengoed en de andere 6 kinderen krijgen<br />

ieder een zesde van de rest, JT)<br />

Bij deze deling krijgt Claes zoon Hendrick Daniels als leenman voor zijn<br />

portie een stuk akkerland en heide en riet met houtopstand samen<br />

leengoed zijnde, als is gelegen binnen St. Michielsgestel, b.p. Handrick<br />

Adriaens van der Aa, Willem Jan Willems van der Donck met meer<br />

anderen, de pad van de heer, de gemeenschappelijke straat, waarmee<br />

Claes tevreden is en doet daarmee afstand van het overige bezit en<br />

Claes zal tussen nu en a.s. Vastenavond aan het vierde lot 175 gulden<br />

betalen.<br />

Genoemde Goijaert Simon Beniers en Claes Henrick Daniels met<br />

Handrick Huijberts van Vlijmen als voogden over het minderjarige kind<br />

van Hendrick Peter de Becker en van Marieke Dries Huijberts ( dit is een<br />

dubbele portie voor twee keer 1/6e, JT) krijgen samen een huis, schuur,<br />

brouwhuis met de brouwinstallatie en het esthuis met aanliggend land<br />

en houtopstand groot ca. 6 lopenzaad gelegen in Michielsgestel ter<br />

plaatse genoemd aan de Lijnde, b.p. Aert Faessen, Arien Pauwels,<br />

Adriaen Willem Jacobs, de gemeenschappelijke pad daar, Marieke<br />

weduwe van Michiel Jan Rutten, de gemeenschappelijke straat bij de<br />

lindeboom, welke lindeboom wordt gerekend tot het bezit te horen.<br />

Hieruit moet jaarlijks aan een zeker persoon 10 gulden worden betaald<br />

die aflosbaar is, over te nemen met 1 lopende en 1 vervallen termijn,<br />

nog de rente van 5 pond per jaar aan diverse personen of zoveel meer<br />

of minder. Als er meer lasten zijn die hier niet zijn genoemd dan komen<br />

die ten laste van de eerste 2 loten.<br />

De erfgenamen van Daniel Hendrick Daniels te weten Laureijs, Gerard,<br />

Peter en Gertruijd krijgen samen een huis genoemd ´t Patershuis, groot<br />

ca. 6 lopenzaad, gelegen in St. Michielsgestel, b.p. Hendrick op ´t


Hooghe met meer anderen, de gemeijnte, Bastiaen Jan Bastiaens, Aert<br />

Faessen. Dit lot moet tussen nu en a.s. Vastenavond anno 1640 aan een<br />

van de voogden over de kinderen van Isaack Handrick Daniels de som<br />

van 100 karolusguldens geven, elk van 20 stuivers, zoals dat bedrag<br />

door Handrick Daniels van Osch en zijn vrouw Elken in hun testament<br />

was vermaakt om vooraf te ontvangen of er een jaarlijkse rente van 5<br />

gulden en 10 stuivers voor te betalen en als dit legaat niet wordt<br />

voldaan, moet men daarvoor die rente vestigen en die een half jaar<br />

vooraf opzeggen. Verder moet dit lot de chijnsen betalen die op het<br />

bezit drukken, zonder overlast voor de andere erfgenamen.<br />

In marge :<br />

De voogden van de minderjarige kinderen van Isaack Handricks Daniels<br />

zijn op 22 februari 1640 voor mij als secretaris van St. Michielsgestel<br />

samengekomen en hebben bekend voor deze 100 karolusguldens<br />

volledig te zijn betaald en pretenderen verder niets meer. Getekend : B.<br />

van der Waerden, secretaris.<br />

Genoemde Michiel Wouters en Claes Handrick Daniels ten behoeve van<br />

de minderjarige voorkinderen van Michiel Wouters krijgen een stuk<br />

akkerland genoemd de Fellenoort (?) gelegen binnen St. Michielsgestel<br />

tegenover de windmolen, b.p. Cornelis Anthonis Strick, Marieke weduwe<br />

van Handrick Diercx en meer anderen, de erfgenamen van Herman van<br />

Iersel, de gemeenschappelijke Molenheide. Dit perceel moet de chijns<br />

betalen die er op drukt. Nog krijgen ze een stuk akkerland groot ca. 6<br />

lopenzaad, gelegen in St. Michielsgestel, ter plaatse genoemd de Locht,<br />

b.p. Mathijs Janssen Weijgergancs, Servaes Andriessen, de erfgenamen<br />

van Wouter Driessen, de erfgenamen van Willem Thijssen van Beeck.<br />

Het perceel moet overpad aan anderen verlenen zoals van oudsher<br />

gebruikelijk is. Dit lot krijgt verder tussen nu en a.s. Vastenavond van<br />

Claes Handrick Daniels 175 guldens in goed gangbaar geld.<br />

In marge :<br />

Vandaag 11 april 1640 is verschenen Michiel Wouters als man van<br />

Geertruijt dochter van wijlen Handrick Daniels van Osch en heeft bekend<br />

van Claes Handrick Daniels deze 175 gulden te hebben ontvangen en<br />

pretendeert verder niets meer. Als oorkonde opgemaakt, B. van de<br />

Waerden, secretaris.<br />

Genoemde Goijaert Janssen Strick en Jan Huiberts als voogden over de<br />

5 kinderen van Isaack Handrick Daniels van Osch krijgen 6 stukken<br />

akkerland gelegen in de jurisdictie van Schijndel volgens de brieven<br />

ervan, met de houtopstand aan de pad tegen dit erf en men moet het<br />

achterste lot overpad over dit pad geven en aan diegenen die er van<br />

oudsher recht op hebben, b.p. Aert Jan Handrick Spierincx, Jan Handrick<br />

Eijkemans, de erfgenamen van Adriaen Willem Goijaerts, de andere


medelers. Uit dit land jaarlijks aan zekere geinteresseerde 2 gulden en<br />

10 stuivers te betalen zijnde de helft van een rente van 5 gulden per<br />

jaar. Nog krijgen ze een morgen hooiland gelegen in de parochie van<br />

Rosmalen nabij de Teijtelaer, b.p. de tafel van de H. Geest in Den<br />

Bosch, de gemeenscappelijke straat, de gemeenschappelijke wetering,<br />

de erfgenamen van Geraert Thijssen te Orthen.<br />

Genoemde Abraham Arien Peters en Cornelis Ariens met nog Antonis<br />

Goijaerts en Peter Ariens als voogden van de minderjarige kinderen van<br />

Abraham Handrick Daniels krijgen een stuk akkerland en het<br />

Werschstuk eraan, scheidende op de halve sloot in de jurisdictie van<br />

Schijndel onder de Booden (=Bodem, JT) van Elde, b.p. Aert Jan<br />

Handrick Spierincks, de pad daar, Jacob Mathijs Spierincks, Jan Rutger<br />

meester Peters, de andere delers. Hieruit jaarlijks 2 gulden 10 stuivers<br />

te betalen uit een rente van 5 gulden aan zekere personen. Verder<br />

moeten ze zelf wegen over de genoemde pad. Nog krijgen ze 1 morgen<br />

hooiland in de jurisdictie van Rosmalen, nabij de Tuijtelaer, b.p. de tafel<br />

van de H. Geest in Den Bosch, de gemeenschappelijke straat, de<br />

erfgenamen van Geraert Thijssen.<br />

De delers beloven over en weer afstand te doen van aanspraken op<br />

elkaars erfdeel op onderpand van hun bezit en de voogden op<br />

onderpand van het bezit van de kinderen. Ze beloven de deling gestand<br />

te doen zonder tegenspraak hierin. Indien een van de erfdelen minder<br />

waard wordt of als er meer lasten op blijken te drukken zullen ze dat<br />

samen betalen. Elk zal de lasten op het eigen erfdeel zo betalen dat de<br />

erfdelen van de anderen ervoor zijn gevrijwaard. Verder dient men de<br />

bestaande rechten van overpad te respecteren zoals van oudsher.<br />

Datum 27 januari 1640.<br />

=================139===================<br />

Aktennr : 139<br />

Folio : 104-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 04-02-1640<br />

Wij, Willem Adams en Goossen Hendrick Martens, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons zijn verschenen Aerdt Handrick Michiels als man van<br />

Willemken en verder Handrick Cornelis van den Oordt als wettige man<br />

van Maijken, beiden kinderen van Geraert Jan Herberts verwekt bij<br />

diens wettige vrouw Mariken dochter van Goijaert Roelofs van der<br />

Stappen en als zodanig erfgenamen van deze Goijaert en Katarina voor<br />

1/3e deel, verder Aert Jan Rijckaerts als voogd over de minderjarige<br />

kinderen van wijlen Roelof Goijaert Goijaerts van der Stappen verwekt


ij Anneken dochter van Mathijs Geraerts en met hem Adriaen Jcobs als<br />

medevoogd van deze minderjarige kinderen op grond van de autorisatie<br />

van schepenen van St. Michielsgestel d.d. 7 december 1632, samen ook<br />

voor 1/3e deel, verkopen aan Jan Jacob Diercks hun gedeeltes in een<br />

stuk akkerland groot ca. 3 lopenzaad en 3 roedes, gelegen in St.<br />

Michielsgestel parochie van Gemonde nabij de kerk daar, b.p. Antonis<br />

Jasper Bresser, de kerk van Gemonde, Jan Gerlings, Zeger Aerts van<br />

Overbeeck. De verkopers op onderpand van al hun bezit en van de<br />

minderjarige kinderen beloven de verkoop gestand te doen en alle<br />

lasten van hun kant af te handelen voor de 2/3e delen. Datum 4<br />

februari 1640.<br />

=================140===================<br />

Aktennr : 140<br />

Folio : 105-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 07-02-1640<br />

Wij, Rutgher Corstiaen Spierincks en Jan Wouters, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Bartholomeus Pauwels en verkoopt aan zijn<br />

zoon Pauwels Bartholomeussen een huis, tuin, boomgaard etc. groot ca.<br />

18 roedes, gelegen in St. Michielsgestel ter plaatse genoemd Nieuw<br />

Herlaer, b.p. de erfgenamen van Peter Evert Adriaens en meer anderen,<br />

de gemeenschappelijke weg daar, Stan Stanssen Moelenmaeckers, de<br />

erfgenamen van Antonis Handricx Hasselmans. Dat huis etc. had<br />

genoemde Bartholomeus Pauwels met 18 roedes land eerder gekocht<br />

voor schepenen van St. Michielsgestel volgens de brieven ervan en zijn<br />

zoon krijgt daar nu het erfrecht van. Bartholomeus als verkoper belooft<br />

de verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen behalve een<br />

jaarlijkse rente van 6 gulden aan Thomas Janssen in de Visbank van<br />

Den Bosch, nog een jaarlijkse rente over 100 gulden kapitaal aan<br />

Maijken Janssen Speckmesch en nog 100 gulden kapitaal aan zijn zoon<br />

Pauwels. Datum 7 februari 1640.<br />

In marge :<br />

Op 28 oktober 1653 is verschenen Frans Cornelis Roscamp en bekent de<br />

100 gulden kapitaal namens Maijke Jan Speckmesch te hebben<br />

ontvangen, die verklaart de rente van Maijken te hebben gekocht. Mij<br />

present : J. Elsevier, 1653.<br />

=================141===================<br />

Aktennr : 141<br />

Folio : 105-v<br />

Soort akte : schuldbekentenis<br />

Datum : 07-02-1640


Compareerde voor genoemde schepenen Pauwels zoon van<br />

Bartholomeus Pauwels en belooft als schuldenaar boven de genoemde<br />

lasten ten behoeve van zijn vader Bartholomeus die 200 karolusguldens<br />

te betalen, elke gulden van 20 stuivers waarmee de verkoop ten volle is<br />

betaald, daarvoor verbindt Pauwels al zijn bezit. Actum als boven.<br />

=================142===================<br />

Aktennr : 142<br />

Folio : 106-r<br />

Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 11-02-1640<br />

Wij, Adriaen Janssen Spierincks en Willem Adams, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons zijn verschenen Geraert Ariens van Sgrevenmoer als man<br />

van Jenneken dochter van Daniel Handrick Daniels (=van Osch, JT) in<br />

diens leven verwekt bij zijn wettige vrouw Barbara dochter van Jan<br />

Martens, verder Laureijs Willems als man van Heijlken dochter van<br />

genoemde Daniel en van Barbara, nog Peter Janssen als man van<br />

Marieken ook dochter van Daniel en Barbara, nog Delis Peters en<br />

Cornelis Ariens als voogden over Geertruidt minderjarige dochter van<br />

Daniel Handrick Daniels en Barbara, hebben verklaard een deling te<br />

hebben gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd na dood van<br />

Handrick Daniels (van Osch, JT) en diens vrouw Elken, zijnde hun<br />

voorouders (=grootouders, JT), welke bezit is gelegen in St.<br />

Michielsgestel. Het lot voor het minderjarige kind is getrokken door<br />

Willem Adams als stadhouder van de officier.<br />

Genoemde Laureijs Willems met Delis Peters en Cornelis Adriaens als<br />

voogd over Gertruijdt krijgen een esthuis, tuin en boomgaard met<br />

akkerland zoals is afgetekend, groot ca. 4 lopenzaad gelegen bij het<br />

Patershuis, b.p. Handrick opt Hooghe, de gemeenschappelijke straat, de<br />

weduwe van Ruth Aerts, de mededelers, Dit lot moet aan het lot van de<br />

kinderen van Isaack Handricks Daniels een bedrag van 25<br />

karolusguldens betalen volgens de deling van 27 januari 1640.<br />

Genoemde Geraert Ariens en Peter Janssen krijgen samen een huis,<br />

tuin, en boomgaard met het akkerland, groot ca. 2 lopenzaad gelegen in<br />

St. Michielsgestel ter plaatse genoemd het Paterhuis, b.p. de<br />

erfgenamen van Aert Faessen, de mededelers, Reijnder Hermans, de<br />

gemeenschappelijke straat. Dit lot moet 75 gulden betalen aan de<br />

kinderen en erfgenamen van Isaack Handrick Daniels, nog de chijnsen<br />

en andere lasten.


De delers beloven over en weer afstand te doen van aanspraken op<br />

elkaars erfdeel en Geraert, Laureijs, Peter beloven onder verband van<br />

hun persoon en bezit en Delis en Cornelis als voogden op onderpand van<br />

het bezit van het minderjarige kind, deze deling gestand te doen. Als er<br />

op iemands erfdeel meer lasten zouden drukken dan hier vermeld zullen<br />

ze die samen betalen ieder naar gelang diens deel. Ieder zal de lasten<br />

op het eigen erfdeel zo betalen dat de andere erfdelen ervoor zijn<br />

gevrijwaard. Datum 11 februari 1640.<br />

=================143===================<br />

Aktennr : 143<br />

Folio : 107-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 14-02-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Adriaen Janssen Spierincks,<br />

schepenen in St. Michielsgestel, verklaren dat voor ons is verschenen<br />

Jan Goijaerts en verkoopt aan Jenneken weduwe van Huijbert Huijberts<br />

van de Merendoncq de helft van een stuk akkerland, groot in totaal ca.<br />

1 lopenzaad en 3 roedes, gelegen in St. Michielsgestel aan de<br />

Dungensche kant daar, b.p. Huibert Huijberts, Aelbert Janssen Hertoch,<br />

Peter Herman Ooms, de gemeenschappelijke straat, zoals hij die helft<br />

na dood van zijn ouders zaliger heeft geerfd. De verkoper op onderpand<br />

van zijn persoon en bezit belooft de verkoop gestand te doen en alle<br />

lasten af te handelen, behalve de helft van een jaarlijkse grondchijns<br />

van 1 stuiver en 2 penningen Brabants aan de heer van Herlaer en<br />

Gestel op St. Michielsdag. Datum 14 februari 1640.<br />

=================144===================<br />

Aktennr : 144<br />

Folio : 107-v<br />

Soort akte : schuldbekentenis<br />

Datum : 16-02-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Willem Damen, schepenen van St.<br />

Michielsgestel, verklaren dat voor ons is verschenen Anneken dochter<br />

van Mathijs Geraerts, weduwe van Roelof Goijaerts van der Stappen en<br />

verkoopt (=belooft, JT) een jaarlijkse chijns van 25 stuivers, steeds te<br />

betalen op 1 maart en voor de eerste keer per a.s. anno 1641 binnen<br />

deze heerlijkheid, vrij van alle belastingen en heffingen, tiendes,<br />

twintigstes, honderdsten etc. op onderpand van een huis, tuin,<br />

boomgaard, hopland en akkerland, samen groot ca. 6 lopenzaad,<br />

gelegen in de parochie van Gemonde, jurisdictie van St. Michielsgestel,<br />

b.p. de weduwe van Eijmbert Jan Franssen, Jan Claes Spierincks, Peter


Franssen, de gemeenschappelijke straat. Ze verkoopt de rente<br />

(=belooft, JT) aan Jan Jacob Dircx en Aert Jan Rijckaerts als voogden<br />

over de minderjarige kinderen van haar en van wijlen Roelof Goijaerts<br />

van der Stappen, ten behoeve ook van die kinderen. Anneke belooft het<br />

verkopen gestand te doen en alle lasten af te handelen, behalve dat het<br />

onderpand is belast met een jaarlijkse chijns van 20 gulden aan Marieke<br />

weduwe van Anthonij in´t Hoochuijs, en nog 5 gulden aan het grote<br />

begijnhof in de stad Den Bosch, nog 3 gulden per jaar aan Anthonij<br />

Donckers in Den Bosch en nog 4 gulden per jaar aan Geraert in ´t<br />

Spaijken. Ze belooft het onderpand in goede staat te houden voor de<br />

betaling van de chijns. Datum 16 februari 1640.<br />

=================145===================<br />

Aktennr : 145<br />

Folio : 108-v<br />

Soort akte : schuldbekentenis<br />

Datum : 16-02-1640<br />

Anneke of haar nakomelingen mogen de rente in een keer of in<br />

meerdere keren aflossen tegen betaling van 24 gulden met de<br />

achterstallige termijnen op het moment van aflossing. Bij aflossing moet<br />

er een half jaar vooraf worden opgezegd.<br />

=================146===================<br />

Aktennr : 146<br />

Folio : 108-v<br />

Soort akte : vrijwaring<br />

Datum : 16-02-1640<br />

Voor schepenen uit de vorige akte is verschenen Geraert zoon van<br />

Roelof Goijaerts (=van der Stappen, JT) in zijn leven verwekt bij Anneke<br />

van hiervoor en belooft voor zichzelf en voor zijn minderjarige broers en<br />

zusters, dat hij de voogden inzake de genoemde chijns in de toekomst<br />

geen nadeel zal berokkenen. Daarvoor verbindt hij zijn bezit, nu en in<br />

de toekomst. Actum als boven.<br />

=================147===================<br />

Aktennr : 147<br />

Folio : 109-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 21-02-1640<br />

Wij, Willem Adams en Adriaen Janssen Spierincks, schepenen verklaren<br />

dat voor ons zijn verschenen Geraert Adriaens als man van zijn wettige


vrouw Jenneken dochter van wijlen Daniel Handricx van Osch in diens<br />

leven verwekt bij Barbara, verder Peter Janssen als man van Marieken<br />

ook dochter van genoemde Daniel en Barbara en verkopen een huis,<br />

tuin, boomgaard met toebehoren, groot ca. 2 lopenzaad gelegen te St.<br />

Michielsgestel ter plaatse genoemd op de Dungensche Kant, b.p. den<br />

Pater, Reijnder Hermans van Orthen, de gemeenschappelijke straat,<br />

Aert Servaessen, de medelers zelf, zoals dat bezit hen was toebedeeld<br />

in de deling te St. Michielsgestel op 1 februari 1640. Ze verkopen het nu<br />

aan Diercken zoon Jorden Diercx, samen met alle brieven, die daarvan<br />

het erfrecht krijgt. De verkopers beloven de verkoop gestand te doen en<br />

alle lasten van hun kant af te handelen behalve de jaarlijkse gewinchijns<br />

van 3 oortstuivers op St. Michielsdag aan de heer van Herlaer en Gestel.<br />

Datum 21 februari 1640.<br />

=================148===================<br />

Aktennr : 148<br />

Folio : 109-v<br />

Soort akte : ruiling<br />

Datum : 22-02-1640<br />

Wij, Willem Adams en Adriaen Janssen Spierincks, schepenen verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Handrick Joordens en draagt in de vorm van<br />

een ruil een stuk akkerland over, genoemd de Nieuwen Hof met de<br />

boomgaard samen groot ca. 20 roedes, gelegen in St. Michielsgestel aan<br />

de Dungensche Kant, rondom in de gemeijnte daar met het recht te<br />

mogen poten tegenover de straat. Nog de helft van een stuk akkerland<br />

met houtopstand groot in totaal ca. 10 lopen gelegen in St.<br />

Michielsgestel ter plaatse genoemd op de Hooghstraat, af te delen van<br />

de andere helft, b.p. Dierck Joordens, Jan Delissen Weijgergangs, de<br />

erfgenamen van Gerard Peters, de gemeenschappelijke straat. Die 2<br />

stukken waren Handrick Joordens in een boedeldeling toebedeeld in de<br />

deling voor schepenen van St. Michielsgestel d.d. 9 februari 1622. Het<br />

bezit wordt nu overgedragen aan Adriaen Pauwels van Oirschot, smid<br />

van beroep die daarvan het erfrecht krijgt.<br />

Genoemde Hendrick Joordens krijgt van Adriaen Pauwels van Oirschot<br />

het 1/4e deel van een huis, tuin, akkerland, met weiland zoals Adriaen<br />

dat nu bezit en hem voor schepenen van Uden in een boedeldeling was<br />

toebedeeld. Hanrick Joordens verklaart verder voor deze ruil te zijn<br />

voldaan. Zowel Hendrick als Adriaen beloven onder verband van hun<br />

persoon en bezit, deze ruil altijd gestand te zullen doen, behalve dat<br />

Adriaen jaarlijks uit de 2 stukken akkerland alle lasten en chijnsen moet<br />

betalen zoals die aan Hendrick in de boedeldeling werden vermeld.<br />

Datum 22 februari 1640.


=================149===================<br />

Aktennr : 149<br />

Folio : 110-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 27-02-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Willem Adams, schepenen verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Leonaert Adriaen Jacobs en verkoopt aan<br />

Huijberden Adriaens van der Heijden een stuk land groot ca. 4<br />

lopenzaad, samen met de driessen, beekjes en de beide grachten<br />

(=sloten, JT) en houtopstand, gelegen in de parochie van Gemonde in<br />

de heerlijkheid van St. Michielsgestel aan het Heezelaer, ter plaatse<br />

genaamd de Handrick Martensakker, b.p. Marten Peter Servaessen, Aert<br />

Jacobs, Wouter Bastiaens, de gemeenschappelijke straat, zoals Leonaert<br />

dat had gekocht van Marcelis Willems voor schepenen van St.<br />

Michielsgestel. De koper krijgt daarvan het erfrecht en Leonaert belooft<br />

de verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen, behalve een<br />

jaarlijkse aflosbare rente van 6 gulden in een rente van 12 gulden aan<br />

de heer van Griensven in de stad Den Bosch en nog 2 gulden per jaar<br />

uit een grotere rente aan Peter Willems van Griensven. Er is recht van<br />

overpad over het erf van Wouter Bastiaens en dat van Aert Jacobs.<br />

Datum 27 februari 1640.<br />

=================150===================<br />

Aktennr : 150<br />

Folio : 111-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 27-02-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincx en Willem Adams, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Huijbert Adriaens van der Heijden en<br />

verkoopt aan Geraerd zoon van Daem Peters een stuk akkerland, groot<br />

ca. 5 lopenzaad, gelegen in St. Michielsgestel, ter plaatse genoemd het<br />

Hezelaer, b.p. de weduwe van Jan Handrick Everts, Geraert Daemen, de<br />

gemeenschappelijke straat, zoals hij dit perceel in een overeenkomst<br />

had verkregen vanwege het onderhoud van zijn simpele en onnozele<br />

broer Handrick. Hij verkoopt het nu aan Gerard Daem Peters samen met<br />

alle brieven en dokumenten die er het erfrecht van krijgt. De verkoper<br />

belooft op onderpand van al zijn bezit de verkoop gestand te doen en<br />

alle lasten af te handelen. Datum 27 februari 1640.<br />

=================151===================<br />

Aktennr : 151


Folio : 111-v<br />

Soort akte : machtiging<br />

Datum : 28-02-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaens en Willem Adams, schepenen, verklaren dat voor<br />

ons is verschenen Handrick Anthonis Meussen en machtigt hierbij<br />

Marieken dochter van Geraert Henricks zijnde zijn wettige vrouw en<br />

geeft haar volmacht om namens hem de helft van een bepaald<br />

hooiveldje te verkopen, gelegen te Lennishovel in de baronie van Boxtel,<br />

genoemd de Coevaert, b.p. Adriaen in Velder, de gemeenschappelijke<br />

straat, Coen Daemen en meer anderen. De gemachtigde moet het bezit<br />

voor wethouders overdragen en hij als opdrachtgever belooft alles na te<br />

komen wat daarin door de gemachtigde zal worden gedaan zoals<br />

gebruikelijk, zonder bedrog daarin. Datum 28 februari 1640.<br />

=================152===================<br />

Aktennr : 152<br />

Folio : 111-v<br />

Soort akte : verklaring over dorpscontributies<br />

Datum : 06-03-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincx en Willem Adams, schepenen verklaren<br />

dat voor ons is verschenen de geachte Delis Joost Janssen die nadat hij<br />

was ondervraagd en hem de eed afgenomen, ten behoeve van Jan Roefs<br />

als gewezen presidentschepen heeft verklaard dat hij als assistent op<br />

verzoek van genoemde Jan Roefs destijds met jonker Johan van<br />

Raveschot zowel toen zijn moeder leefde als nadien, diverse keren heeft<br />

meegeholpen de staten en rekening op te maken m.b.t. de hele<br />

contributie van zijn moeder (waarschijnlijk de moeder van Jan Roefs,<br />

JT) die tijdens diens (van Jan Roefs waarschijnlijk, JT)<br />

borgemeesterschap opeisbaar waren en hij als deponent altijd heeft<br />

geloofd dat die de contributie eerlijk aan genoemde verzoeker (Jan<br />

Roefs, JT) heeft willen voldoen zonder daarin ooit ´insolvent´ te zijn<br />

gebleven (schuldig te blijven, JT) of dat die de hele contributie niet zou<br />

hebben willen voldoen, maar altijd heeft gezegd dat zij de rekeningen<br />

inzake de contributie behoorlijk aan hem zou voldoen. De deponent is<br />

hiermee bekend omdat hij altijd de toegevoegde hulp was met<br />

genoemde Jan Roelofs toen hij borgemeester was zowel voor als na de<br />

dood van zijn moeder en met jonker Johan van Raveschot heeft<br />

afgerekend en altijd heeft beloofd Jan Roelofs te voldoen. Datum 6<br />

maart 1640. (Jan Roefs was inderdaad ooit borgemeester vóór 1638, JT)<br />

=================153===================<br />

Aktennr : 153


Folio : 112-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 14-03-1640<br />

Wij, Willem Adams en Adriaen Janssen Spierincx, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Leonaert Adriaen Jacobs als man van zijn<br />

wettige vrouw Cathalijn dochter van wijlen Willem Marcelis, en verkoopt<br />

aan Hendrick Willems Spierincx een stuk akkerland groot ca. anderhalf<br />

lopenzaad, gelegen in deze heerlijkheid ter plaatse genoemd de<br />

Waebraecken, b.p. de weduwe van Corst Jan Willem Marcelissen,<br />

Handrick Willems, Peter Jan Daemen. Nog verkoopt hij anderhalf<br />

zevenste part in een hooiveld gelegen in de heerlijkheid Gestel, ter<br />

plaatse genoemd de Wielbeemd in de Dickebos, nog onverdeeld zijnde.<br />

Hieruit jaarlijks anderhalf zevende part te betalen van 5 stuivers als<br />

grondchijns. Nog verkoopt hij een stuk akkerland groot ca. 1 lopenzaad<br />

gelegen in de parochie van Gemonde in de jurisdictie van Gestel, b.p.<br />

Jan Adriaen Rijckaerts van Oetelaer, de weduwe van Adriaen Geraerts<br />

van de Lo, Huibert Aerts, Jan Antonissen Cloot, zoals Leonaert dat heeft<br />

verkregen in de deling met de broers en zusters van zijn vrouw en ook<br />

deels door koop voor schepenen van deze heerlijkheid. De verkoper<br />

belooft de verkoop gestand te doen zonder tegenspraak hierin. Datum<br />

14 maart 1640.<br />

=================154===================<br />

Aktennr : 154<br />

Folio : 113-r<br />

Soort akte : verklaring over eigendomsrecht<br />

Datum : 28-02-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Willem Adams, schepenen van de<br />

heerlijkheid St. Michielsgestel, verklaren dat voor ons zijn verschenen<br />

de geachte Jan Driessen woonachtig te Vucht, oud ca. 67 jaar die<br />

daarvoor is aangehouden en Handrik Peters, jongeman (!), oud ca. 63<br />

jaar, inwoner van St. Michielsgestel, nadat ze zijn ondervraagd en hen<br />

de eed is afgenomen, hebben een verklaring afgelegd op verzoek van<br />

Peter van Innenraij, drossaard en kastelein van de heerlijkheid Gestel<br />

en Oud Herlaer. Jan Driessen verklaart dat hij geboren is op de hoeve<br />

van Oud Herlaer en bij zijn vader en schoonvader daar wel meer dan 58<br />

jaar geleefd en gewoond heeft en dat hij verschillende officieren heeft<br />

gekend die altijd naast andere ´casteleijns´ goederen de<br />

Emkensbeemd, de Casteleijnsweide en de beemdjes aan het einde van<br />

het bos langs de hoeve hebben gebruikt die tot die goederen behoorden.<br />

Genoemde Handrick Peters verklaart diverse jaren te hebben gewoond<br />

bij Hendrick van de Leempudt, kastelein aldaar die ook altijd die


¨Casteleijnsgoederen´ heeft gebruikt en er zijn voordeel van heeft<br />

gehad, waaronder de Emkensbeemd, de Casteleijnsweide en de<br />

beemdjes aan einde van het bos aan de ´wertgens´langs de hoeve. Jan<br />

Driessen verklaart nog dat hij van jongsaf aan op die hoeve is opgevoed<br />

en er gewoond heeft en dat hij weet dat tot die Casteleijngoederen ook<br />

de beemdjes horen bij het einde van het bos, gelegen bij het erf van<br />

zijn moeder en dat die de beemdjes diverse keren van kastelein Clusius<br />

heeft gehuurd en gebruikt. Genoemde Henrick Peters verklaart nog dat<br />

hij diverse jaren bij kastelein Leemput als dienstknecht daar heeft<br />

gewoond en de genoemde beemden daar altijd heeft gemaaid en<br />

gezaaid voor die kastelein en daarom ook weet dat die beemden tot de<br />

Casteleijnsgoederen behoren. Datum 28 februari 1640.<br />

=================155===================<br />

Aktennr : 155<br />

Folio : 114-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 16-03-1640<br />

Wij, Adriaen Janssen Spierincks en Goossen Handrick Martens,<br />

schepenen, verklaren dat voor ons is verschenen Willem Janssen<br />

Spierincks als man van zijn wettige vrouw Hester dochter van Dierick<br />

Lenaerts en verkoopt aan zijn oom Jan Lenaert Handricks de Decker,<br />

een huis, tuin, boomgaard en akkerland, alles aan elkaar gelegen groot<br />

samen 4 en een half lopenzaad alhier in deze heerlijkheid Gestel ter<br />

plaatse genaamd Theede aan de Hoge Heikant, b.p. Lambert Handricks<br />

Rademaekers, Adriaen Janssen Spierincx, Lambert Willems, Heijman<br />

Wouters, de gemeenschappelijke straat. Hij had dat bezit geerfd na de<br />

dood van de ouders van zijn vrouw. De verkoper belooft alle lasten van<br />

zijn kant af te handelen, behalve dat de koper jaarlijks een halve roede<br />

dijk aan de grote brug moet onderhouden naast Theede. Datum 16<br />

maart 1640.<br />

=================156===================<br />

Aktennr : 156<br />

Folio : 114-v<br />

Soort akte : machtiging<br />

Datum : 19-03-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaens en Goossen Handrick Martens, schepenen,<br />

verklaren dat voor ons is verschenen Lenaert zoon Adriaen Jacobs als<br />

man van zijn wettige vrouw Catharina dochter van Willem Mercelissen<br />

van de Merendoncq en machtigt hierbij de geachte Willem Adams,<br />

stadhouder van de heerlijkheid Gestel en geeft hem machtiging om


namens hem te verschijnen voor schepenen van de stad Den Bosch of<br />

elders waar dat nodig is en daar aan Henrick Willem Spierincx een stuk<br />

akkerland over te dragen groot ca. 4 lopenzaad gelegen in de parochie<br />

Gemonde, jurisdictie van Schijndel, b.p. de weduwe van Jan Peter<br />

Broeren, Joost Handricks van Delft, de opdrachtgever zelf, de gemeijnte.<br />

Nog de helft van een hooiveld in totaal groot ca. 4 morgens, gelegen in<br />

de parochie van Gemonde, jurisdictie van Schijndel, ter plaatse<br />

genoemd de Vogelsanck, b.p. het Schildersgasthuis en meer anderen,<br />

de weduwe van Daem Peters, de tafel van de H. Geest in Den Bosch,<br />

Handrick Wouter Spierincks. Nog een stuk akkerland groot ca. 2 en een<br />

half lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gestel ter plaatse genoemd de<br />

Moelenackers, b.p. Lenaert Jaspers, Adriaen de Pauw, de weduwe<br />

Gertruidt Rutten, Aert Jacobs. Nog een stuk akkerland groot ca. 4 en<br />

een halve lopenzaad gelegen in de parochie en jurisdictie van Schijndel<br />

genoemd de Vorste Heijde, b.p. Jan Adriaen Rijckaerts, Adriaen de<br />

Pauw, Marten Peters, Jan Michiels van de Ven. Nog de helft van een<br />

houtbusseltje genoemd de Haeren, gelegen in de parochie van Gemonde<br />

in de baronnie van Boxtel, b.p. jonker Willem van Vlierden, de Dommel,<br />

de erfgenamen van Peter Peters, Henrick Willem Spierincks, Adriaen de<br />

Pauw. Genoemde Henrick Willem Spierincx moet daaruit de rente<br />

betalen van een kapitaal van 260 gulden aan Jaspar de Bruijn, nog 75<br />

gulden kapitaal in een groter kapitaal aan Baetgen Beckers, 150 gulden<br />

aan Steven Aelberts, 150 gulden aan Adriaentgen Baexen en 50 gulden<br />

in een groter kapitaal van 150 gulden op de achterste heide, samen met<br />

alle achterstand ervan. Voor het voldoen ervan moet deze Hendrik<br />

Willems verder al zijn ander bezit veronderpanden zodat de<br />

opdrachtgever daarvoor is gevrijwaard. De gemachtigde moet het bezit<br />

overdragen aan Henrick Willems (Spierincks, JT) en aan Adriaen de<br />

Pauw, en moet daarvoor de noodzakelijke beloftes doen volgens de<br />

schrijfstijl daar en zoals de opdrachtgever zelf ook voor ogen gehad zou<br />

hebben. De opdrachtgever belooft de machtiging gestand te doen<br />

zonder tegenspraak hierin en alles na te komen wat door zijn<br />

gemachtigde hierin gedaan zal worden en zal hem vrijwaren voor alle<br />

kosten. Datum 19 maart 1640.(op een enkele plaats wordt als koper<br />

slechts Henrick Willems genoemd, maar iets verderop blijkt dat zowel<br />

Henrick Willems als Adriaen de Pauw de kopers zijn, dus 2 kopers, JT.<br />

=================157===================<br />

Aktennr : 157<br />

Folio : 115-v<br />

Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 28-03-1640<br />

Wij, Willem Adams en Geraert Jan Rijckaerts, schepenen, verklaren dat


voor ons zijn verschenen Geraert zoon Wouter Jan Marcelissen door<br />

deze Wouter verwekt bij zijn wettige vrouw Geertruidt dochter van<br />

wijlen Jan Rijckaerts, verder Heijliger Gijsberts als wettge man van<br />

Engelken dochter van genoemde Wouter en Geertruijdt, verklaren een<br />

deling te hebben gemaakt van het bezit in de heerlijkheid Gestel dat ze<br />

na de dood van hun ouders hebben geerfd.<br />

Genoemde Geraert krijgt een stuk akkerland groot ca. 2 lopenzaad,<br />

gelegen in deze heerlijkheid ter plaatse genoemd de Pleijn, b.p. Jan<br />

Handrick Goijaerts, de medelers zelf, de weduwe van Matheeus<br />

Matheus, de gemeenschappelijke straat. Hieruit moet Geraert jaarlijks<br />

aan de weduwe van Anthonij van Berge een rente van 6 gulden betalen<br />

met alle achterstand.<br />

Genoemde Heijliger Gijsberts krijgt een stuk akkerland groot ca. 2<br />

lopenzaad gelegen in deze heerlijkheid Gestel, ter plaatse genoemd de<br />

Pleijn, b.p. de weduwe van Handrick Adriaens van der Aa, het erf dat<br />

ervan is afgedeeld, Heijlken weduwe van Mathues Matheussen, de<br />

gemeenschappelijke straat. Hieruit moet Heijliger jaarlijks een rente van<br />

6 gulden betalen aan Jan Jacobs in Den Bosch met alle achterstand, nog<br />

2 penningen grondchijns aan de heer van Herlaer op St. Maartensdag.<br />

De delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars<br />

erfdeeel en beloven deze deling altijd gestand te doen. Als er op<br />

iemands erfdeel meer lasten drukken dan zullen ze die samen betalen,<br />

elk naar gelang diens erfdeel. Ieder zal de lasten uit het eigen erfdeel zo<br />

betalen dat het erfdeel van de andere ervoor is gevrijwaard. Datum 28<br />

maart 1640.<br />

=================158===================<br />

Aktennr : 158<br />

Folio : 117-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 11-04-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincx en Adriaen Jan Spierincx, schepenen<br />

verklaren dat voor ons is verschenen Heijlken dochter van Handrick<br />

Janssen Duijs, weduwe van Wouter Matheussen met haar voogd en<br />

verkoopt aan Corst Rijckaerts een stuk akkerland groot ca. 6 lopenzaad,<br />

gelegen in deze heerlijkheid ter plaatse genoemd de Midackers, b.p.<br />

Handrick Jansen Vercuijlen, Handrick Peters van der Aa, Corst<br />

Rijckaerts, de erfgenamen van kapitein Pijnappel, met de pad aan het<br />

einde en land van die pad voor zover men recht heeft op dat pad, verder<br />

b.p. Marten Peters, Handrick Jansen Vercuijlen, Willem Willem


Moelenbroecx, de gemeenschappelijke straat. Nog verkoopt ze een stuk<br />

akker- en hopland groot ca. anderhalve lopenzaad, gelegen in deze<br />

heerlijkheid ter plaatse genoemd de Pleijn, b.p. de erfgenamen van<br />

kapitein Pijnappel, Handrick Janssen Vercuijlen, Willem Willem<br />

Moelenbroecx, driehoekig uitkomend op de ´missie´(mesthoop, JT) van<br />

Handrick Vercuijlen. Er is recht van overpad daar tot aan de<br />

gemeenschappelijke straat. Nog verkoopt ze de 2/3e delen van een stuk<br />

akkerland, groot ca. 2 lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gestel ter<br />

plaatse genoemd de Haenwijcxe Akkers, b.p. Adriaen Adriaens Straffen,<br />

Agnes weduwe van Handrick Adriaens van der Aa, de Varenwech daar.<br />

Nog verkoopt ze de 2/3e delen in de helft van een stuk akkerland groot<br />

ca. 2 lopenzaad, gelegen in deze heerlijkheid ter plaatse genoemd het<br />

Mettenveldeken aan de Pleijn daar, b.p. Handrick Janssen Vercuijlen,<br />

Jan Mathijs Spierincks, Peter Gijsberts, de gemeenschappelijke straat.<br />

Nog de 2/3e delen van een stuk akkerland, heide en weiland in totaal<br />

groot ca. 2 morgens, gelegen in deze heerlijkheid ter plaatse genoemd<br />

de Pleijn, b.p. de erfgenamen van Jan Peter Handricx, de erfgenamen<br />

van Adriaen Jan Hermans, Jan Huiberts van den Steen, de<br />

gemeenschappelijke straat. Nog verkoopt ze de 2/3e delen van een<br />

morgen hooiland gelegen in deze heerlijkheid ter plaatse genoemd<br />

d´Endekoij, het Drijbroeck daar, b.p. de zusters van Orthen, Rutger<br />

Corstiaen Spierincks en meer anderen, Handrick Janssen Vercuijlen, de<br />

erfgenamen van Rogier van Berckell. Er is recht van overpad over het<br />

veld van Rutger Corstiaen Spierincx tot aan de gemeenschappelijke<br />

straat toe. Die erven had Heijlken als weduwe eerder geerfd bij de dood<br />

van haar vader Handrick Jan Duijs en deels verkregen voor schepenen<br />

van deze heerlijkheid d.d. 14 februari 1639. De verkoopster belooft de<br />

verkoop gestand te doen en alle lasten van haar kant af te handelen,<br />

behalve een jaarlijkse rente van 12 gulden aflosbaar met 200 gulden<br />

eens en de koper moet een halve roede dijk onderhouden aan het<br />

Faessenbrugske naast de Heesakkers. Datum 11 april 1640.<br />

=================159===================<br />

Aktennr : 159<br />

Folio : 118-v<br />

Soort akte : vrijwaring<br />

Datum : 11-04-1640<br />

Voor genoemde schepenen is verschenen Corstiaen Rijckaerts uit de<br />

vorige akte en belooft dat hij de pacht die genoemde Heijlken Duijs aan<br />

de Infermerie (=ziekenhuis, JT) van het Grote Begijnhof in Den Bosch<br />

moet betalen of als die daarover in de toekomst daarin nog iets zouden<br />

opeisen inzake het verkochte bezit, dat hij haar daarvoor altijd zal<br />

vrijwaren. Actum als boven


=================160===================<br />

Aktennr : 160<br />

Folio : 118-v<br />

Soort akte : minnelijke overeenkomst<br />

Datum : 11-04-1640<br />

Voor de zelfde schepenen is verschenen Heijlke dochter van Handrick<br />

Jan Duijs en belooft dat Christiaen Rijckaerts voor het 1/3e deel van alle<br />

voorgaande bezit waarop Huibert Huiberts van der Dussen recht heeft<br />

die nu in het buitenland verblijft, in geen enkele pacht of huur is<br />

gehouden, indien men bevindt dat Huibrecht weer terugkeert of is<br />

overleden, maar dat Heijlken dan enkel en alleen haar derde deel van de<br />

principale koopsom zal krijgen zoals Corstiaen en Heijlken dan die koop<br />

ervan zullen goedkeuren. Als het gebeurt dat Huijbrecht weer terug zou<br />

komen, dan is Corstiaen verplicht deze Huibrecht uit het jaarlijkse<br />

inkomen van diens 1/3e deel, een vergoeding te betalen volgens het<br />

huurkontrakt ervan zoals eerder is opgemaakt, welke huur 19 gulden en<br />

10 stuivers bedraagt en derhalve voor het 1/3e part 6 gulden en 10<br />

stuivers, die aan Huibert zodra hij terugkomt door Cort Rijckaerts<br />

moeten worden vergoed. Dat betreft het land op de Hespacker dat in<br />

totaal wordt verhuurd voor 6 gulden, voor de eendenkooi met de<br />

morgen land een huur van 11 gulden en 10 stuivers en de heide met het<br />

driesland in totaal 2 gulden en 10 stuivers. Op die 6 gulden en 10<br />

stuivers moet jaarlijks het 1/3e part van een halve malder rogge in<br />

mindering worden gebracht. Actum als boven.<br />

=================161===================<br />

Aktennr : 161<br />

Folio : 119-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 13-04-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincx en Willem Adams, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Delis Janssen van den Steen en verkoopt<br />

aan Handrick Peters van der Aa een morgen hooiland gelegen in deze<br />

heerlijkheid, ter plaatse genoemd in het Belssenbroeck, b.p. Jan<br />

Cornelis Jacobs, Pauwels Wijnants, Jan Dierck Lenaerts, zoals hij die<br />

morgen land heeft gekocht voor schepenen van de stad Den Bosch, d.d.<br />

11 april 1639. De verkoper draagt het bezit nu met alle schepenbrieven,<br />

instrumenten etc. over en belooft de verkoop gestand te doen en alle<br />

lasten van zijn kant hierin af te handelen, behalve de dorpslasten die<br />

erop drukken. Datum 13 april 1640.


=================162===================<br />

Aktennr : 162<br />

Folio : 120-r<br />

Soort akte : niet nakoming overeenkomst<br />

Datum : 20-04-1640<br />

Wij, Adriaen Jan Spierincx en Jan Wouters van Gemert, schepenen,<br />

verklaren dat voor ons zijn verschenen Willem Adams onze<br />

medeschepen en Bernaert van der Waerden onze secretaris, ter<br />

instantie van de inwoners van de heerlijkheid Gestel, hebben nadat ze<br />

zijn ondervraagd, onder ede verklaard, welke eed ze hebben afgelegd<br />

bij het aanvaarden van hun ambt, dat op 22 juni 1638, jonker Herman<br />

van Middegael met het bestuur en enkele inwoners bijeen zijn gekomen<br />

over het vonnis van 7 april 1637, door deze van Middegael verkregen<br />

ten laste van de schepenen en het bestuur van deze heerlijkheid als<br />

verdedigende partij, uitgesproken in de Raad van Brabant te Brussel,<br />

waarmee ook alle andere geschilpunten en kredieten zijn komen te<br />

vervallen, die door deze van Middegael tot nu toe van de gemeente<br />

werden opgeeist, zoals is vastgelegd en zoals de overeenkomst destijds<br />

nadrukkelijk aan van Middegael is voorgelezen en waarbij die beloofde<br />

de overeenkomst ook in alles na te zullen komen, zodra de<br />

overeenkomst door de gemeente zou zijn goedgekeurd, behalve wat<br />

betreft een bedrag van 30 of maximaal 40 gulden aan procureur<br />

Langriet, die deze van Middegael in de zaak heeft gediend. De<br />

deponenten verklaren nog dat ze bij het oplezen van de overeenkomst<br />

zelf in de secretarie aanwezig zijn geweest en er dus mee bekend zijn.<br />

Datum 20 april 1640.<br />

=================163===================<br />

Aktennr : 163<br />

Folio : 120-v<br />

Soort akte : niet nakoming overeenkomst<br />

Datum : 20-04-1640<br />

Voor schepenen zijn verschenen Rutger Corstiaen Spierincx, Corstiaen<br />

Jan Aerts, Geraert Jan Rijckaerts, Goossen Hendrick Martens en Jan Jan<br />

Michiels, zijnde zowel huidige als gewezen schepenen van de<br />

heerlijkheid Gestel, nadat ze zijn ondervraagd over de inhoud van de<br />

getuigenverklaring d.d. 3 januari 1640, door hen aan de inwoners van<br />

Gestel tegen jonker Herman van Middegael afgelegd, verklaren hierbij<br />

onder ede, welke eed zij eerder bij het aanvaarden van hun ambt<br />

hebben afgelegd, dat de voorgaande certificatie in de vorige akte, die<br />

aan hen is voorgelezen, op waarheid berust en waaraan ze woordelijk<br />

refereren. Actum als boven.


=================164===================<br />

Aktennr : 164<br />

Folio : 120-v<br />

Soort akte : verklaring over eigendomsrecht<br />

Datum : 25-04-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincx en Willem Adams, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons zijn gekomen Corstiaen Jan Aerts en Geraert Jan Rijckaerts<br />

onze medeschepenen en hebben ter instantie van de huidige drossaard<br />

(officier c.q. schout, JT) Ingenraij, onder ede, welke eed ze eerder bij<br />

het aanvaarden van hun schepenambt hebben afgelegd, het volgende<br />

verklaard. Genoemde Corstiaen verklaart dat hij wel meer dan 50 jaar<br />

geleden heeft gewoond bij Andries Cuijpers, toendertijd hoevenaar op<br />

de hoeve van Oud-Herlaer die toen vanwege de troebele tijden op het<br />

kastel van Oudherlaer was gevlucht en altijd heeft gezien dat de<br />

kastelijn daar en de eerdere officieren steeds de inkomsten en<br />

opbrengst hebben gehad van de Casteleijnsgoederen, waaronder de<br />

Casteleijnsweijde en de Emkensbeemd die behoren bij de ´casteleijnie´.<br />

Genoemde Geraert verklaart tot nu toe altijd op Haenweijck te hebben<br />

gewoond nabij Oud Herlaer en daarom zeer wel weet dat de<br />

Casteleijnsweijde en de Emkensbeemd met meer ´casteleijnengoederen’<br />

door de voorgaande officieren gehooid en geweid zijn geweest. De<br />

getuigen verklaren dat ze ermee bekend zijn omdat ze er jarenlang<br />

hebben gewoond. Als extra bevestiging verklaart genoemde Geraert<br />

Jansen nog dat de Castelijnsweijde door Corstiaen Peters en door Jan<br />

Peters, zijnde zijn zwagers en inwoners van Gestel, die percelen voor de<br />

helft met haver hadden ingezaaid en daarom die helft voor hun profijt<br />

en gebruik hebben gehad van die officieren. Datum 25 april 1640.<br />

=================165===================<br />

Aktennr : 165<br />

Folio : 121-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 26-04-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincx en Willem Adams, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons zijn verschenen Aert zoon meester Luijcas van de Loo en<br />

Mathijs Handricx als man van zijn wettige vrouw Catharina dochter van<br />

genoemde meester Luijcas van de Loo in diens leven verwekt bij zijn<br />

wettige vrouw joffrouw Agnes van Raveschot, verder Steven Henrick<br />

Ruijssen en Aert meester Luijcas als voogden over Jan, Ida en Elisabeth,<br />

als minderjarige kinderen van Jan Henrick Ruijssen in zijn leven verwekt<br />

bij diens wettige vrouw Anneken dochter van genoemde meester Luijcas


van de Loo en van genoemde joffrouw Agnes, en na toestemming van<br />

de schepenen van St. Michielsgestel d.d. 26 april 1640, verkopen ze<br />

samen met alle brieven en dokumenten aan Jan zoon meester Luijcas<br />

(van de Loo, JT) een hooiveld van ca. anderhalve morgen gelegen in<br />

deze heerlijkheid ter plaatse genoemd de Endenpoel, b.p. Geraert<br />

Wouters en meer anderen, Handrick de Backer in Den Bosch, de<br />

gemeenschappelijke straat, zoals ze dat hooiveld na de dood van hun<br />

ouders hebben geerfd. De koper krijgt er het erfrecht van en Aert en<br />

Mathijs, op onderpand van hun persoon en bezit en Steven en Aert als<br />

voogden op onderpand van het bezit van de kinderen, beloven deze<br />

verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen, behalve een<br />

jaarlijkse rente van 1 pond paijment aan Jan Blommers in Den Bosch.<br />

Datum 26 april 1640.<br />

=================166===================<br />

Aktennr : 166<br />

Folio : 122-r<br />

Soort akte : verkoop/belening<br />

Datum : 26-04-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincx en Willem Adams, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons zijn verschenen Aert zoon meester Luijcas van de Loo en<br />

Mathijs Handricx als wettige man van Cathelijn dochter van genoemde<br />

meester Luijcas in diens leven verwekt bij joffrouw Agnes van<br />

Raveschot, verder Steven Handricx Ruijssen en Aert zoon meester<br />

Luijcas van de Loo als voogden over Jan, Ida en Elisabeth, minderjarige<br />

kinderen van Jan Handrick Ruijssen, in zijn leven verwekt bij zijn<br />

wettige vrouw Anneken dochter van meester Luijcas van de Loo en van<br />

Agnes van Raveschot, op grond van een behoorlijke autorisatie door<br />

schepenen van deze heerlijkheid d.d. 6 april 1640, verkopen samen met<br />

alle brieven etc. aan Bartholomeus Handricx van Venroij een stuk<br />

akkerland groot ca. 4 lopenzaad gelegen in deze heerlijkheid Gestel ter<br />

plaatse genoemd de Palssche Heide, b.p. jonker Jan van Raveschot,<br />

zoals ze hebben geerfd van hun ouders. De koper krijgt er het erfrecht<br />

van en de verkopers beloven de verkoop gestand te doen zonder<br />

tegenspraak daarin en alle lasten van hun kant af te handelen. Datum<br />

26 april 1640. (is een belening, zie volgende akte, JT)<br />

=================167===================<br />

Aktennr : 167<br />

Folio : 123-r<br />

Soort akte : schuldbekentenis<br />

Datum : 26-04-1640


Voor schepenen is verschenen meester Jan Luijcas van de Loo en<br />

belooft aan Steven Ruijssen en aan Aert zoon meester Aert Luijcas van<br />

de Loo als voogden over de minderjarige kinderen van Jan Handrick<br />

Ruijssen in diens leven verwekt bij zijn wettige vrouw Anneken dochter<br />

van Luijcas van de Loo, die per heden datum over een jaar een bedrag<br />

van 100 karolusguldens te betalen met nog 6 gulden als rente en dat<br />

geld binnen Osch te voldoen. Meester Jan bekent dat bedrag aan die<br />

voogden schuldig te zijn en ook ten behoeve van die minderjarige<br />

kinderen vanwege de aankoop door hem van een hooiveld genoemd de<br />

Endenpoel gelegen in de heerlijkheid Gestel. Afspraak is dat de aflossing<br />

(=belening, JT) een half jaar vooraf moet worden opgezegd. Actum als<br />

boven.<br />

In marge 1 :<br />

Vandaag op 6 oktober 1642 is voor schepenen verschenen jonker Jan<br />

van Raveschot en belooft op onderpand van zijn persoon en bezit, aan<br />

meester Jan Luijcas van de Loo deze obligatie van 100 gulden met nog 6<br />

gulden als rente als verplichting over te nemen, zodat genoemde<br />

meester Jan daarvoor is gevrijwaard. Actum als boven in aanwezigheid<br />

van Willem Damen en Jan Herman Schuermans, schepenen van St.<br />

Michielsgestel.<br />

In marge 2 :<br />

Vandaag op 12 februari 1644 heeft jonker Johan van Raveschot deze<br />

100 karolusguldens die hij van meester Jan Luijcas als verplichting had<br />

overgenomen aan de voogden over de minderjarige kinderen van Jan<br />

Handrick Ruijssen ten volle voldaan zoals blijkt uit de kwitantie van deze<br />

voogden en door hen ondertekend. Als oorkonde opgemaakt, getekend :<br />

B. van der Waerden, secretaris.<br />

=================168===================<br />

Aktennr : 168<br />

Folio : 123-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 26-04-1640<br />

Wij, Adriaen Janssen Spierincx en Geraert Jan Rijckaerts als schepenen<br />

verklaren dat voor ons zijn verschenen Mathijs en Goossen broers en<br />

kinderen van wijlen Jan Marcelissen van de Merendoncq, waarbij Mathijs<br />

is gemachtigd door zijn broer Dierick als soldaat in de compagnie van<br />

kapitein Munster dat garnizoen houdt binnen de stad Ravestein welke<br />

machtiging is gepasseerd voor de auditeur Vol... Elen (?) en getuigen<br />

d.d. 24 april 1640 zoals ons is gebleken, verkopen aan Heijlken weduwe<br />

van Matheus Matheeussen een stuk akkerland groot ca. anderhalf<br />

lopenzaad gelegen in de deze heerlijkheid, ter plaatse genoemd in de<br />

Venstraat, b.p. Marcelis Janssen, de gemeenschappelijke straat,


meester Jan Melis, Heijlken weduwe van Matheus Matheeussen, zoals ze<br />

bij de dood van hun ouders zaliger hebben geerfd. De verkopers beloven<br />

de verkoop gestand te doen op onderpand van hun persoon en bezit en<br />

beloven alle lasten van hun klant af te handelen, behalve een jaarlijkse<br />

rente van 1 gulden en 10 stuiver aan Jan Willem Blommers en nog 3<br />

pond paijment aan de geestelijke ontvanger in Den Bosch of aan<br />

diegene die er recht op heeft. Datum 26 april 1640.<br />

=================169===================<br />

Aktennr : 169<br />

Folio : 124-r<br />

Soort akte : verklaring over dorpscontributies<br />

Datum : 27-04-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks, Willem Adams en Jan Wouters van<br />

Gemert, schepenen, verklaren onder ede op verzoek van het bestuur en<br />

de inwoners van Vucht, welke eed wij eerder hebben afgelegd bij het<br />

aanvaarden van ons schepenambt, waarachtig te zijn dat de landerijen<br />

binnen deze heerlijkheid Gestel, zowel akker- groesland, heide en<br />

weiland, houtbosjes en andere percelen met geriefhout zonder enige<br />

uitzondering een contributie betalen waarover ze al naar gelang de<br />

waarde worden aangeslagen zoals in onze ´kommerboeken´is<br />

aangetekend. Wij verklaren verder dat wij hierbij vaak aanwezig zijn<br />

geweest en het ons dus bekend is dat elk bezit moet betalen. Datum 27<br />

april 1640.<br />

=================170===================<br />

Aktennr : 170<br />

Folio : 124-v<br />

Soort akte : verklaring over oorlogsperikelen<br />

Datum : 27-04-1640<br />

Wij, Willem Adams en Jan Wouters van Gemert, schepenen verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Rutger Corstiaens en Adriaen Janssen<br />

Spierincks, beiden onze collegaschepenen en verder Bernaert van der<br />

Waerden onze secretaris en hebben op verzoek van Rijckaert Janssen,<br />

hoevenaar op de hoeve van de zusters van Orthen in deze heerlijkheid<br />

nabij de Pettelaersche Schans onder de eed die ze eerder bij het<br />

aanvaarden van hun ambt hebben afgelegd, verklaard dat zij op 18 april<br />

1640 daarvoor ontboden zijnde, naar de stad Den Bosch zijn gegaan ten<br />

huize van mijnheer Thienen, commandeur van die stad die de majoor<br />

van de Pettelaersche Schans bij zich had, die o.a. tegen de deponenten<br />

zei dat men geen schuld had aan het feit dat de koninklijke soldaten<br />

zowel uit Gennip als afkomstig van Lier, genoemde hoevenaar op de


Pettelaersche Hoeve hadden gedwongen te moeten komen als zij dat<br />

wilden omdat hij slechts een busketschot ver van het fort van de<br />

Pettelaersche Schans woonde en dat die ook enkele andere buurlieden<br />

van de heerlijkheid Gestel wilden dwingen die te laten komen en dat die<br />

het ook niet zouden wagen om het niet te doen. De deponenten<br />

verklaren nog dat zij de heer commandeur Thienen en de majoor van de<br />

Pettelaersche Schans dat in eigen persoon hebben horen zeggen dat ze<br />

de genoemde hoevenaar van de Pettelaersche Schans hadden<br />

gedwongen dat hij daar moest komen. Datum 27 april 1640. (de majoor<br />

als vertegenwoordiger van de staatse troepen wist het dus wel maar<br />

geeft de schuld aan de soldaten van de spaanse koning, JT)<br />

=================171===================<br />

Aktennr : 171<br />

Folio : 124-v<br />

Soort akte : verklaring over schuldenlast<br />

Datum : 27-04-1640<br />

Wij, Rutger Corstiaen Spierincks en Adriaen Janssen Spierincks,<br />

schepenen verklaren dat voor ons zijn verschenen Nicolaes Jan<br />

Lombaerts oud ca. 27 jaar en Jan Willem Mathijssen oud ca. 38 jaar,<br />

Nicolaes als inwoner van de heerlijkheid Gestel en Jan als inwoner van<br />

Den Dungen in het vrijdom van Den Bosch en hebben nadat ze daarover<br />

zijn ondervraagd en hen de eed was afgenomen op verzoek van Mathijs<br />

Jan Robben, als ongehuwde jongeman, verklaard dat ze ermee bekend<br />

zijn dat het huis van wijlen Jan Robben waarin nu Mathijs Jan Robben en<br />

zijn mede-erfgenamen wonen, zozeer is belast met jaarlijkse rentes en<br />

achterstallige schulden, dat de waarde van dat huis met toebehoren en<br />

het jaarlijks inkomen ervan niet meer is dan de schulden die erop<br />

drukken en waarvoor men het bezit tegenwoordig laat uitwinnen.<br />

Niclaes Lombaerts verklaart nog dat hij thans in dat huis woont en dus<br />

goed op de hoogte is van de schulden die erop drukken omdat hij de<br />

crediteuren (schuldeisers, JT) meestal moest betalen. Jan Willems<br />

verklaart nog dat hij buurman is van genoemde Mathijs en er daarom<br />

ook kennis van draagt. Datum 27 april 1640.<br />

=================172===================<br />

Aktennr : 172<br />

Folio : 125-r<br />

Soort akte : vernadering<br />

Datum : 07-05-1640<br />

Wij, Willem Adams en Jan Herman Schuermans, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Bastiaen zoon Wouter Bastiaens en heeft


linkende en klinkende munten (geld) geboden die zijn eigendom zijn<br />

zoals hij zei, om beroep te doen op het recht van vernadering als zijnde<br />

meer bloedverwant, inzake bepaald eikenhout staande op het<br />

´voorhooft´ van het huis en de grond van Goossen Handrick Martens,<br />

zijnde zijn oom aan de Heeselaer daar, die deze Goossen zoals men<br />

heeft begrepen op 5 mei 1640 had verkocht aan Geraert Janssen de<br />

Molder. Datum 7 mei.<br />

=================173===================<br />

Aktennr : 173<br />

Folio : 125-v<br />

Soort akte : verklaring toedracht ongeval<br />

Datum : 07-05-1640<br />

Wij, Willem Adams en Jan Herman Schuerman, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons zijn verschenen Antonis Peters van Taertwijck onze<br />

vorster, verder Handrick Handrick Spierincx onze substituut-vorster en<br />

Jan Jansen Spierincks borgemeester en inwoner van deze heerlijkheid,<br />

nadat hen de eed was afgenomen en waren ondervraagd, hebben<br />

verklaard ten behoeve van de heer officier van deze heerlijkheid, dat ze<br />

op 5 mei in volle schepenbankvergadering bijeen zijn geweest ten huize<br />

van de secretaris met ook Adriaen Everts tegenwoorig borgemeester en<br />

Geraert Janssen van de Loo, ook mede inwoner hier, waarbij deze<br />

Adriaen Everts en Geraert van de Loo met elkaar ´krakeelden´en elkaar<br />

met blote messen aanvielen en hebben gezien dat Gerard van de Loo<br />

met diens mes genoemde Adriaen Everts zwaar letsel toebracht in zijn<br />

arm of hand en toen ernstig bloedde. Datum 7 mei 1640.<br />

=================174===================<br />

Aktennr : 174<br />

Folio : 126-r<br />

Soort akte : niet nakoming overeenkomst<br />

Datum : 15-05-1640<br />

Wij, Adriaen Jansen Spierincx en Jan Wouters van Gemert, schepenen,<br />

verklaren dat vandaag jonker Chaerl van Vlierden inwoner van de<br />

heerlijkheid heel ziek te bed ligt en zijn eerdere verklaring van 13<br />

januari jongstleden nogmaals bevestigt, zoals hem door onze secretaris<br />

in onze aanwezigheid is voorgelezen en nadat die de eed had afgelegd,<br />

heeft die op verzoek van het bestuur en de inwoners van deze<br />

heerlijkheid in zijn verklaring volhard en heeft gezegd dat hij zelfs in zijn<br />

zware en gevaarlijke ziekte daarvoor bereid was de dood te sterven en<br />

zijn ziel aan de almachtige God aan te bieden. Verder verklaart hij nog<br />

dat de destijdse belofte over het vermelde akkoord door genoemde


jonker Herman van Middegael niet alleen aan hem was gedaan maar<br />

ook aan de schepenen en alle anderen van het gemeentebestuur van<br />

Gestel die toen ten huize van de secretaris waren om die overeenkomst<br />

op te stellen en dat daarna deze van Middegael door de schepenen op<br />

diens verzoek was ontlast en ermee akkoord ging. Verder werd er toen<br />

met een opdracht in de marge (=apostille, JT) opdracht gegeven over<br />

de kosten van een ´sauvegarde´ (persoonlijke bewaker, JT) die in zijn<br />

huis had gelogeerd in het jaar 1633 toen de Prins van Oranigen met zijn<br />

leger in Boxtel was gelegerd, en dat deze jonker Herman van Middegael<br />

eerst en vooral volledig zeker wilde zijn van zijn ´ontlasting en<br />

indemniteijt´ vooraleer hij die transaktie wilde goedkeuren, maar het er<br />

eigenlijk niet mee eens was. Van Middegael had er nog duidelijk in het<br />

openbaar aan toegevoegd : ´Gijlieden´, bedoelend de secretaris en de<br />

aanwezigen, ´ hebt mij wel voor 100 gulden of daalders bij de neus<br />

genomen, maar ik heb het van mijn kant alleen gedaan om rust en<br />

vrede met de gemeente te hebben´. Datum 15 mei 1640.<br />

=================175===================<br />

Aktennr : 175<br />

Folio : 127-r<br />

Soort akte : niet nakoming overeenkomst<br />

Datum : 15-05-1640<br />

Wij, Adriaen Janssen Spierincks en Jan Wouter van de Loo, schepenen<br />

van de heerlijkheid St. Michielsgestel, verklaren dat voor ons zijn<br />

verschenen Willem Adams onze medeschepen en Bernaert vander<br />

Waerden onze secretaris, ter instantie van de inwoners van de<br />

heerlijkheid Gestel, nadat ze waren ondervraagd en onder ede, welke<br />

eed ze eerder hadden afgelegd bij het aanvaarden van hun ambt,<br />

hebben verklaard dat ze zeer wel weten dat op 22 juni 1638 jonker<br />

Herman van Middegael met het bestuur en enkele inwoners van de<br />

gemeente bijeen waren over deze overeenkomst waarbij alle andere<br />

akties en pretenties waren komen te vervallen en alle punten voor deze<br />

Middegael op schrift waren gesteld die beloofde die in alles na te komen<br />

en zoals aan hem was voorgelezen onder voorwaarde dat deze<br />

overeenkomst direkt van kracht zou worden en door hem ondertekend<br />

zodra het door de hele gemeente was goedgekeurd, zonder dan verdere<br />

pretenties te hebben behoudens een bedrag van 30 of hooguit 40<br />

guldens te betalen aan de procureur Langriet die voor Middegal was<br />

opgetreden. Verder is aan genoemde comparenten ook de verklaring<br />

voorgelezen van jonker Chaerl van Vlierden en verklaarden ook de<br />

inhoud ervan te onderschrijven. De deponenten verklaren verder dat ze<br />

bij het opstellen van de overeenkomst aanwezig waren in de secretarie<br />

en er derhalve mee bekend zijn. Wij als schepenen hebben ons


schependomszegel aan de akte bevestigd naast de handtekening van de<br />

secretaris op datum als voor.<br />

=================176===================<br />

Aktennr : 176<br />

Folio : 127-v<br />

Soort akte : niet nakoming overeenkomst<br />

Datum : 15-05-1640<br />

Voor de zelfde schepenen zijn nog verschenen Rutger Corstiaen<br />

Spierincx, Corstiaen Jan Aerts, Geraert Jan Rijckaerts, Goossen Hendrick<br />

Martens en Jan Michiels zowel huidige als voormalige schepenen te St.<br />

Michielsgestel, na ondervraagd te zijn over de inhoud en de getuigenis<br />

d.d. 13 januari 1640, zoals hier aan de inwoners is gedaan tegen jonker<br />

Herman van Middegael, nadat hen ook de verklaring uit de voorgaande<br />

akte is voorgehouden, hebben onder ede, welke eed ze bij het<br />

aanvaarden van hun ambt eerder hebben afgelegd, verklaard dat deze<br />

weergave juist is. De akte is voorzien van ons schependomszegel naast<br />

de handtekening van onze secretaris. Getekend : B. van der Waerden.<br />

=================177===================<br />

Aktennr : 177<br />

Folio : 128-r<br />

Soort akte : machtiging<br />

Datum : 15-05-1640<br />

Wij, Geraert Jan Rijckaerts en Adriaen Janssen Spierincx, schepenen,<br />

verklaren dat voor ons is verschenen de edele jonker Geraert van<br />

Boecop en die machtigt hierbij de geachte Geraert Wouter Haesberch,<br />

zowel absent als present en geeft hem machtiging om namens de<br />

opdrachtgever voor schepenen van de stad Elburg te verschijnen of<br />

elders waar nodig, om daar aan Jacob Hannissen zijn rechten over te<br />

dragen inzake het Bloeme Huijsje, staande in genoemde stad en aan de<br />

tuin van de weduwe van Jan Coopsen, gelegen buiten de stadsvesten<br />

van Elburg. De gemachtigde moet hem dat bezit overdragen volgens de<br />

schrijfstijl en daar garantie voor stellen en daarvoor in onderpand zijn<br />

huis te geven, staande in de Zusterstraat in de stad Elburg. De<br />

gemachtigde moet verder alles doen hetgeen hij zelf als opdrachtgever<br />

indien hij aanwezig zou zijn geweest ook gedaan zou hebben. De<br />

opdrachtgever belooft alles na te komen wat door zijn gemachtigde<br />

hierin gedaan zal worden en zal hem voor alle kosten en schades daarin<br />

vrijwaren. Datum 15 mei 1640.<br />

=================178===================


Aktennr : 178<br />

Folio : 128-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 15-05-1640<br />

Wij, Geraert Jan Rijckaerts en Jan Herman Schuermans, schepenen,<br />

verklaren dat voor ons is verschenen Dierick zoon Peter Diercx als man<br />

van Mariken dochter van Jan Gijsberts en verkoopt nu samen met alle<br />

brieven aan Gijsbert Pauwels een stuk akkerland, groot ca. 2 lopenzaad,<br />

gelegen in deze heerlijkheid in de parochie van Gemonde, ter plaatse<br />

genoemd Dechellen, b.p. Peter Franssen, Jan Ruth Wouters en meer<br />

anderen, Jan Delissen, de gemeenschappelijke straat, zoals hij heeft<br />

geerfd bij het overlijden van de ouders van zijn vrouw en hem was<br />

toebedeeld met zijn mede-erfgenamen voor schepenen en jurisdictie<br />

van Schijndel. De koper krijgt er het erfrecht van. De verkoper belooft<br />

op onderpand van zijn persoon en bezit de verkoop gestand te doen en<br />

alle lasten af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 35 stuivers<br />

aan de tafel van de H. Geest te Gemonde. Datum 15 mei 1640.<br />

=================179===================<br />

Aktennr : 179<br />

Folio : 129-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 29-05-1640<br />

Wij, Willem Adams en Jan Herman Schuerman, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons zijn verschenen Aert zoon meester Luijcas van de Loo en<br />

Mathijs Hendricx als wettige man van Catharina dochter van meester<br />

Luijcas van de Loo in diens leven verwekt bij joffrouw Agnes van<br />

Raveschot, zijnde diens wettige vrouw, verder Steven Henrick Ruijssen<br />

en Aert meester Luijcas van de Loo als voogden over Jan, Ida en<br />

Elisabeth minderjarige kinderen van Jan Handrick Ruijssen in diens<br />

leven verwekt bij zijn wettige vrouw Anneken dochter van meester<br />

Luijcas van de Loo en genoemde Agnes, nadat ze hier voor toestemming<br />

van schepenen van deze heerlijkheid hebben verkregen d.d. 26 april<br />

1640, verkopen nu een stuk akkerland, groot ca. 2 lopenzaad gelegen in<br />

de heerlijkheid Gestel, ter plaatse genoemd de Legestaepelacker, b.p.<br />

de Hogestaepelacker, mevrouw van Capelle, Willem Willem<br />

Moelenbroecx, zoals ze dat perceel hebben geerfd na de dood van hun<br />

grootouders. Ze verkopen het perceel nu aan Josina Agnes de Haestricht<br />

(wed. van jonker Aert van Raveschot, JT) vrouwe van Capell etc. die<br />

daarvan het erfrecht krijgt. De verkopers beloven de verkoop gestand te<br />

doen en alle lasten daarin af te handelen, behalve het 1/3e deel van een<br />

jaarlijkse pacht van 4 lopen rogge, zijnde per jaar 1 lopen en 4 kannen


(dus 1 lopen = 12 kannen, JT), aan diegene die er recht op heeft.<br />

Datum 29 mei 1640.<br />

=================180===================<br />

Aktennr : 180<br />

Folio : 130-r<br />

Soort akte : benoeming van voogd<br />

Datum : 29-05-1640<br />

Voor schepenen is verschenen meester Jan Luijcas van de Loo en heeft<br />

aangeboden om voogd te worden in plaats van zijn broer Aert meester<br />

Luijcas van de Loo over de 3 minderjarige kinderen van Jan Handrick<br />

Ruijssen verwekt bij wijlen zijn wettige vrouw Anneke dochter van<br />

genoemde meester Luijcas van de Loo en heeft beloofd zijn broer Aert<br />

vanaf nu te ontheffen voor deze voogdijschap en heeft daarom de eed<br />

afgelegd aan handen van onze stadhouder om voor deze minderjarige<br />

kinderen op te treden en hun bezit te beheren, met de verplichting daar<br />

later rekenschap voor af te leggen. Actum als boven.<br />

=================181===================<br />

Aktennr : 181<br />

Folio : 130-r<br />

Soort akte : machtiging<br />

Datum : 07-07-1640<br />

Wij, Adriaen Janssen Spierincx, Jan Herman Schuermans, Willem<br />

Adams, Jan Wouters van Gemert en Willem Roelof Haegelaers,<br />

schepenen van St. Michielsgestel, verder Andries Janssen Santegoets,<br />

Jan Theuwen en Peter Willems als borgemeesters, Jan Handricx van<br />

Venroij en Mathijs Handricx als kerkmeesters, Geraert Janssen en<br />

Marten Peters van de Ven als H. Geestmeesters, verder de gezworenen<br />

en andere redelijke personen en inwoners van St. Michielsgestel en<br />

daarom het gehele ´corpus´(bestuur, JT) vertegenwoordigend, geven<br />

samen machtiging aan de geachte heer Peter van Ingenraij, drossaard<br />

van Gestel, aan jonker Christoffel van Boecop, jonker Dirck van Gerwen,<br />

verder aan Geraert Jan Rijckaerts en aan Corstiaen Jan Aerts ook onze<br />

collegaschepenen en nog aan Jan Jan Roelofs, Rijckaert Janssen en Jan<br />

Jansen Spierincks machtiging om namens het gemeentebestuur zich<br />

naar Heedel te begeven (7 kilometer N.O. van Den Bosch, waar ze<br />

waarschijnlijk op het kasteel daar woonde, JT) om daar te spreken met<br />

hare vorstelijke mevrouw de Prinses van Hoogzollern, in der minne en in<br />

alle vriendschap over de contributie van haar bezit hier in St.<br />

Michielsgestel zoals dat het meest voordelig voor de gemeente uitkomt.<br />

De opdrachtgevers beloven alles na te komen wat door de


gemachtigden hierin zal worden gedaan en in geval er geen<br />

overeenstemming met haar is te bereiken of in geval van tegenspraak<br />

van haar kant, in dat geval te handelen in het belang van de gemeente.<br />

De akte is voorzien van het schependomszegel en als oorkonde<br />

opgemaakt. Datum 7 juli 1640.<br />

=================182===================<br />

Aktennr : 182<br />

Folio : 130-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 01-06-1640<br />

Rutger zoon Henrick Hasselmans en Stans zoon wijlen Stans Adriaens<br />

als beedigde voogden over de 5 minderjarige kinderen van Antonis zoon<br />

van Handrick Hasselmans door deze Antonis verwekt bij diens vrouw<br />

Anthonisken dochter van genoemde Stans Adriaens, als zodanig<br />

aangesteld door schepenen van St. Michielsgestel en daarin<br />

geautorizeerd d.d. 31 maart 1640, verkopen nu aan Frans Leonaert<br />

Franssen een huis, erf, tuin, met boomgaard groot ca. 1 lopenzaad<br />

gelegen te St. Michielsgestel ter plaatse genoemd Nijewe Herlaer, b.p.<br />

Peter Aerts, Peter Evert Adriaens, welke huis Antonis Henricks<br />

(Hasselmans, JT) had verkregen van Peter Evert Adriaens volgens<br />

schepenbrief van Den Bosch d.d. 8 februari 1625 en zoals dat huis etc.<br />

daar nu staat, b.p. de weduwe en kinderen van Peter Everts, de<br />

kinderen van Jan Handricx Raeijmakers verwekt bij Jenneke Peter<br />

Everts, Pauwels Bartholomeussen, de Herlaersche pad daar. De<br />

verkopers namen de 5 kinderen doen er nu afstand van en beloven de<br />

verkoop gestand te doen en alle lasten ook namens Anthoinis Henricks<br />

af te handelen. De voogden beloven dat als er meer lasten op het bezit<br />

drukken dan 9 gulden 7 stuivers en 2 oort aan de zoon van Steven<br />

Aelberts Snellen en meer dan een aflosbare rente van 6 gulden aan het<br />

klooster van de Wijntmolenbergh, dat zij dat aan Frans als koper zullen<br />

vergoeden. Frans als koper belooft de 2 rentes zo te betalen dat de<br />

kinderen van Anthonis Handricx daarvoor zijn gevrijwaard. Datum 1 juni<br />

1640, getuigen als schepenen Willem Adams en Jan Herman<br />

Schuermans.<br />

=================183===================<br />

Aktennr : 183<br />

Folio : 131-r<br />

Soort akte : overdracht van bezit<br />

Datum : 13-06-1640<br />

Voor schepenen is verschenen Huibert Adriaens van der Heijden en doet


afstand van een stuk akkerland groot ca. 4 lopenzaad dat hij op 27<br />

februari 1640 had gekocht van Lenaert Adriaen Jacobs. Datum 13 juni<br />

1640, getuigen Willem Adams en Adriaen Janssen Spierincx als<br />

schepenen. (zie volgende akte, daar wordt het doorverkocht door<br />

Lenaert Adriaen Jacobs, hij draagt het dus hier blijkbaar over aan<br />

Lenaert, alhoewel Lenaert niet als zodanig vermeld, JT)<br />

=================184===================<br />

Aktennr : 184<br />

Folio : 131-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 13-06-1640<br />

Wij, Willem Adams en Adriaen Janssen Spierincx, schepenen verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Leonaert zoon Adriaen Jacobs en verkoopt<br />

de helft van een stuk akkerland, in totaal ca. 4 lopenzaad met de dries,<br />

de beekjes en de beide grachten (sloten, JT) en de houtopstand gelegen<br />

in de parochie van Gemonde, in de heerlijkheid St. Michielsgestel aan<br />

het Heeselaer, ter plaatse genoemd de Handrik Martensacker, b.p.<br />

Marten Peter Servaessen, Aert Jacobs, Wouter Bastiaens, de<br />

gemeenschappelijke straat, zoals Lenaert eerder had gekocht van de<br />

erfgenamen van Marcelis Willems van de Merendoncq en daarna<br />

vanwege afstanddoen door Huibert Adriaens van der Heijden op 13 juni<br />

1640 opnieuw had verkregen. Hij verkoopt het perceel nu met alle<br />

brieven ervan aan Peter Willems van Griensven die voor die helft het<br />

erfrecht krijgt. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle<br />

lasten af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 2 gulden die hij<br />

als koper daar zelf uit ontvangt. Datum 13 juni 1640.<br />

=================185===================<br />

Aktennr : 185<br />

Folio : 131-v<br />

Soort akte : machtiging<br />

Datum : 15-06-1640<br />

Wij, Geraert Jan Rijckaerts en Willem Adams, schepenen van St.<br />

Michielsgestel verklaren dat vandaag voor ons zijn verschenen Jan de<br />

Moij en diens zoon Nicolaes de Moij en machtigen hierbij de heer<br />

Hendrick de Clerck, schepen van de stad Antwerpen, om namens hen<br />

daar een kapitaal te ontvangen met de rente van 200 gulden per jaar,<br />

elk gulden van 20 stuivers en elke stuiver tegen 3 groten Brabants,<br />

welke rente wijlen Jan Jan de Haze op 25 mei 1621 had verkocht (of<br />

beloofd?, JT) aan genoemde Jan de Moij, die daarvan het vruchtgebruik<br />

kreeg en diens kinderen of erfgenamen het erfrecht volgens het


testament van wijlen joffrouw Catharina de Moij, weduwe van wijlen Jan<br />

de Bocke op onderpand van alle rechten van Jan de Haze in een huis,<br />

met grond en toebehoren genoemd St. Joris, staande in de stad<br />

Antwerpen in de Leesstraat, met de helft van het achterhuis, naast het<br />

huis genoemd de Groet Gans daar achter in de Appelstraat. De<br />

gemachtigde moet daarvan het geld ontvangen, kwijting geven en<br />

brieven van ontlasting laten maken en daarna het geld opnieuw<br />

beleggen op ander goed onderpand en bescheiden laten maken van de<br />

aflossing van de 200 gulden per jaar en verder alles doen wat de<br />

opdrachtgevers zelf ook gedaan zouden hebben, ook al zouden er meer<br />

bevoegdheden nodig zijn. Verder verklaren de beide opdrachtgevers dat<br />

de tweede persoon de enige zoon is van de eerste en dat hij geen<br />

andere kinderen of kleinkinderen heeft. Datum 15 juni 1640.<br />

=================186===================<br />

Aktennr : 186<br />

Folio : 132-v<br />

Soort akte : kwestie over turfsteken<br />

Datum : 22-06-1640<br />

Wij, Geraert Jan Rijckaerts, Adriaen Jan Spierincks, Jan Herman<br />

Schuermans en Willem Adams, schepenen van St. Michielsgestel<br />

verklaren dat voor ons zijn verschenen in eigen persoon de geachte Jan<br />

Dirck Schuermans oud ca. 75 jaar, Lenaert Jaspers oud ca. 73 jaar,<br />

Willem Willems van Griensven oud ca. 75 jaar en Peter Willems van<br />

Griensven oud ca. 80 jaar, allen inwoners van St. Michielsgestel die een<br />

verklaring hebben afgelegd ten behoeve van de inwoners van St.<br />

Michielsgestel nadat ze hierover waren ondervraagd en hen de eed was<br />

afgenomen. Genoemde Jan Dircks verklaart dat 40 jaar of meer geleden<br />

toen hij gezworene was geworden van de Bodem van Elde, hem door<br />

Adriaen Geraerts van de Loo, die eerder ´gezworene´ was, hem de<br />

palen had aangewezen van de genoemde Bodem van Elde, welke van de<br />

Loo toen zei dat hij de Bodem met Handrick Martens had gedeeld, en<br />

daarom die palen had aangewezen, n.l. vanaf het hekkegat van het veld<br />

dat tijdens diens leven eigendom was van Daem Peters tot op het<br />

Cloosters eindgat en van daaruit naar de eiken en willigen aan het veld<br />

van Corst Jan Willem Marcelissen en zo verder tot de vonder van de<br />

Wielscamp rechtdoor naar het paadje tot bij de 5 of 6 klaterbomen<br />

(ratelpopulieren, JT) daar bij de Mildoornse Hoeve nu. De deponenten<br />

verklaren samen ook dat wel 40 of 50 jaar geleden rechts voor het<br />

vonderken langs het paadje komende vanaf de Wielencamp zoals<br />

aangeduid, daar Adriaen Geraerds van de Loo en genoemde Handrick<br />

Martens vaak hadden geturfd en die turf daar toen steeds vredig hadden<br />

´geschrankt´ (gestapeld, JT) en geregenereerd (gedroogd, JT) zonder


daarin door iemand lastig te zijn gevallen, daarna de turf hadden<br />

opgeladen en naar huis gebracht, verder vlaggen (plaggen, JT) tegen<br />

het geerken (spits toelopend stukje grond, JT) gelegd nabij de<br />

populierenbomen aan de Mijldooren en die turf hebben verkocht,<br />

gevlagd en weggevoerd zonder daarin gehinderd te worden. De<br />

inwoners van Schijndel hebben daar beneden het paadje nooit turf<br />

gestoken, na de tijd dat genoemde gezworene Adriaen Geraerts van de<br />

Loo nu is beginnen te incorporeren (beweren, JT). De getuigen zijn hier<br />

zeker van omdat ze altijd onder de Bodem van Elde hebben gewoond,<br />

zowel te Schijndel als in Gestel en dat de 2 eerste getuigen daar<br />

gezworenen zijn geweest en beheerders van de gemeijnte daar. Daarom<br />

weten ze ook dat in de hoek beneden het paadje vanaf het vonderke<br />

rechtdoor, de inwoners van St. Michielsgestel daar altijd hebben geturfd<br />

en die turf naar hun huis hebben gebracht zonder daarin ooit gehinderd<br />

te zijn geweest. Datum 22 juni 1640.<br />

=================187===================<br />

Aktennr : 187<br />

Folio : 133-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 16-08-1640<br />

Wij, Willem Adams en Jan Herman Schuermans, schepenen verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Peter zoon Adriaen Geraerts van de Loo en<br />

verkoopt aan Jan Adriaen van de Oetelaer een stuk akkerland, groot ca.<br />

1 lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gastel op de Sleebeecken, ter<br />

plaatse genoemd het Louck, b.p. de weduwe van Adriaen Geraerts van<br />

de Loo, Jan Adriaen Rijckaerts van de Oetelaer als koper, Jan<br />

Anthonissen Cloot, Wouter Peterssen, zoals Peter dat heeft verkregen<br />

voor schepenen van Den Bosch zoals hij zei. De verkoper belooft de<br />

verkoop altijd gestand te doen en alle lasten van zijn kant hierin af te<br />

handelen. Datum 16 augustus 1640.<br />

=================188===================<br />

Aktennr : 188<br />

Folio : 133-v<br />

Soort akte : vrijwaring<br />

Datum : 16-08-1640<br />

Wij, genoemde schepenen verklaren dat voor ons is verschenen Jan<br />

Adriaen Rijckaerts van de Oetelaer en belooft genoemde Peter Adriaen<br />

van de Loo die te vrijwaren voor het geld dat Peter Adriaens voor dit<br />

stuk akkerland eerder aan Handrick Willem Spierincx had beloofd te<br />

voldoen, zijnde 100 karolusguldens volgens de verkoopovereenkomst.


Hij belooft dit op onderpand van zijn persoon en bezit. Datum en<br />

getuigen als boven.<br />

=================189===================<br />

Aktennr : 189<br />

Folio : 133-v<br />

Soort akte : tienden<br />

Datum : 17-08-1640<br />

Wij, Willem Adams en Jan Herman Schuermans, schepenen, verklaren<br />

plechtig dat voor ons is verschenen in eigen persoon de geachte Dierck<br />

Jorissen oud ca. 40 jaar, nadat hij daarvoor was opgeroepen<br />

ondervraagd en beedigd, heeft hij op verzoek van de eerwaerde heer<br />

Jacob Meute, pastoor van de heerlijkheid St. Michielsgestel veklaard dat<br />

in het jaar 1618 hij knecht was geworden van Jan Peter Handricks toen<br />

wel voor 7 achtereenvolgende jaren vanaf 1618 tot en met 1626 en met<br />

zijn meester Jan Peter Handricks in die tijd voor de heer pastoor toen hij<br />

de Nieuwe Tienden had gepacht die meestal de Hausse (=Houwse?)<br />

Tiend wordt genoemd, waartoe ook het erf behoort van Peter Willems<br />

van de Ven, dat hij toen altijd de achterste 3 stukken van erf heeft<br />

getiend, naast de Gheer (de scheve kant, JT) en dat de 2 voorste<br />

stukken over het schoot naast het beemdje in die tijd zijn getiend door<br />

Jan Hans Jan Claessen, die toen pachter was van de Ruimelsche Tienden<br />

en ook nog had getiend op het erf van Ruth Jan Robben genoemd de<br />

Sleuwenhoeve en nog een zesterzaad land of meer had getiend naast<br />

het loopgraefken. Nog 2 stukken akkerland op de Hespackers die nu<br />

eigendom zijn van Willem Willem Moelebroecx, naar de genoemde<br />

loopgraaf. Verder nog het voorste perceel van Wouter Jan Marcelissen.<br />

Verder heeft hij met zijn meester Jan Peter Handricks de tiende gehaald<br />

uit de achterste ´houwe´van Jan Diercks dat nu eigendom is van Jan<br />

Wouter Cuijpers in Den Bosch, aan beide einden zowel voor als achter.<br />

Nog 2 stukken land in de Hoogbraeck, langs de heg daar en nog de<br />

beide einden van het erf van Ruth Jan Robben en verder langs de rivier<br />

de Dommel diverse nieuwe tienden. De getuige verklaart dat hij samen<br />

met zijn meester deze tiendes altijd mee heeft helpen ophalen zonder<br />

daarin door iemand te zijn gehinderd. Datum 17 augustus 1640.<br />

=================190===================<br />

Aktennr : 190<br />

Folio : 134-r<br />

Soort akte : tienden<br />

Datum : 22-08-1640<br />

Wij, Gerard Jan Rijckaerts en Willem Adams, schepenen van St.


Michielsgestel, verklaren dat voor ons zijn verschenen Gijsbert Pauwels,<br />

oud ca. 40 jaar, Peter Daemen oud ca. 38 jaar en Peter Adriaens van de<br />

Loo oud ca. 28 jaar, allen inwoners van Gestel, verder Handrick<br />

Handrick Claeesen oud ca. 50 jaar, inwoner van Schijndel, welke<br />

Gijsbert, Peter Ariens en Peter Damen door de vorster waren<br />

opgeroepen en genoemde Henrick was aangehouden, die nadat ze<br />

waren ondervraagd en hen de eed was afgenomen, op verzoek van de<br />

heer deken en de kanunikken van Boxtel, samen en afzonderlijk het<br />

volgende hebben verklaard. Peter Adriaens verklaart dat hij als<br />

tiendenaar van de klamptiende genoemd Gemonde boven de Loop naar<br />

een stuk akkerland is gegaan genoemd de Vogelsanck dat in gebruik is<br />

bij Handrick Geraert Martens en eigendom van de erfgenamen van<br />

Lambert Michiels, gelegen onder de genoemde Clamp genoemd<br />

Gemonde boven de Loop, en daar toen aangekomen het stuk akkerland<br />

daar leeg aantrof, zonder enige tiende daarop. Daarop vroeg hij toen<br />

aan de vrouw van genoemde Handrick Geraerts waar zij de tiende van<br />

het akkerland had gelaten en die zei toen dat ze de tiende samen met<br />

haar andere koren naar huis had gehaald, omdat de kanunikken het<br />

voorgaande jaar haar melk of de ´room´ al hadden gehad en ´nu<br />

schijnt het dat ze ook de brokken willen hebben´. Genoemde Gijsbert<br />

Pauwels, Peter Daems en Peter Adriaens verklaren dat ze op 10<br />

augustus 1640 zich hadden begeven ten huize van genoemde Handrick<br />

Geraerts om hem te vragen waar hij de tiende had gelaten van het<br />

genoemde akkerland de Vogelsanck waarop de vrouw van Handrick toen<br />

opnieuw had geantwoord dat ze de tienden samen met haar andere<br />

koren in huis had gehaald. Verder verklaren Gijsbert, Peter Daemen,<br />

Peter Ariens en Hendrick nog eensgezind dat zij daarna op 10 augustus<br />

met ander gezelschap hadden zitten drinken te huize van Jacob Jorissen<br />

herbergier aan het Heeselaer en dat toen ook genoemde Handrick<br />

Geraerts bij hen kwam die ze toen o.a. hebben gevraagd waar hij de<br />

tiende van de Vogelsanck had gelaten, welk perceel hij in gebruik had.<br />

Daarop had deze Handrik geantwoord dat zijn vrouw de tiende in huis<br />

had gehaald. Daarop vroegen de getuigen hem of hij zijn vrouw<br />

daarvoor niet uit zijn huis zou jagen en daarop had Henrick<br />

´neen´geantwoord. De getuigen verklaren dat zij er persoonlijk bij<br />

aanwezig waren en er daarom mee bekend zijn. Datum 22 augustus<br />

1640.<br />

=================191===================<br />

Aktennr : 191<br />

Folio : 135-r<br />

Soort akte : overdracht van bezit<br />

Datum : 04-09-1640


Wij, Jan Wouters van Gemert en Willem Adams, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Marcelis dochter van Goossen Goossens<br />

weduwe van Willem Goijaerts Lochte met haar voogd en draagt nu aan<br />

Pauwels Bartholomeussen al haar rechten over inzake een huis, tuin,<br />

boomgaard gelegen in St. Michielsgestel, ter plaatse genoemd Nieuw<br />

Herlaer, b.p. de kinderen en erfgenamen van Jan Handricx van Venrooij,<br />

de gemeenschappelijke straat, de Dommel, Stans Stanssens, de<br />

weduwe van Peter Aerts. Verder draagt ze ook alle roerend bezit over<br />

zonder enige uitzondering dat ze na de dood van haar zuster Elsken<br />

dochter van Goossen Goossens, laatstelijk echtgenote van Bartholomeus<br />

Pauwels had geerfd. Over die aanspraken was er eerder hier voor<br />

schepenen van St. Michielsgestel proces gevoerd en om de kwestie op<br />

te lossen is er bemiddeling geweest door goede mannen en arbiters en<br />

hebben hierover nu een minnelijke overeenklomst gesloten. Marieke<br />

verklaart de overdracht gestand te doen op onderpand van haar persoon<br />

en bezit en alle lasten daarin af te handelen, behalve alle pachten,<br />

chijnsen en rentes die op het bezit drukken. Datum 4 september 1640.<br />

=================192===================<br />

Aktennr : 192<br />

Folio : 135-v<br />

Soort akte : afstand van pacht<br />

Datum : 08-10-1640<br />

Wij, Adriaen Janssen Spierincks en Geraert Jan Rijckaerts, schepenen,<br />

verklaren dat voor ons zijn verschenen Luijcas en Willem, broers en<br />

kinderen van wijlen Roelof Aert Haegelaers, voor henzelf handelend en<br />

als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen hun broer Antonis<br />

Roelofs (Hagelaers, JT), verder nog optredend voor hun broer Jan<br />

Roelofs die nu afwezig is, ook voor Jan zoon Aert Roelof Aerts en voor<br />

Goijaert Bartholomeus als man van Jenneken dochter van genoemde<br />

Aert Roelofs Aerts en verklaren dat ze hun zuster Marieken Roelofs<br />

een malder rogge hebben toebedeeld, maat van Boxtel, uit diverse<br />

onderpanden daar ter plaatse genoemd Tongeren, volgens de<br />

schepenbrief van Boxtel d.d. 9 maart 1428. Deze pacht was verkregen<br />

door wijlen Lambert zoon van Aert Schoenmakers, zijnde de grootvader<br />

van moederskant van genoemde comparanten van hierboven volgens<br />

een schepenbrief van Den Bosch d.d. 21 februari 1539 ondertekend<br />

door Os, senior. Die onderpanden of een deel ervan worden nu gebruikt<br />

door Arien Leonaert Willems en meer anderen en de comparanten doen<br />

afstand van het malder rogge ten behoeve van genoemde Meriken<br />

Roelofs en ze beloven de overdracht gestand te doen op onderpand van<br />

hun persoon en bezit. Datum 8 oktober 1640.


=================193===================<br />

Aktennr : 193<br />

Folio : 136-r<br />

Soort akte : overdracht perceel door de gemeente<br />

Datum : 28-10-1640<br />

Hierbij verklaren Corstiaen Spierincx en Adriaen Jacobs als voormalige<br />

schepenen van St. Michielsgestel onder ede dat men een nieuw stuk erf<br />

in eigendom heeft, genoemd de Pranghe, gelegen in de heerlijkheid St.<br />

Michielsgestel dat in de tijd jonker Chaerl van Vlierden toen hij leefde<br />

had laten ´ingraven´(laten begrenzen, JT) uit de gemeijnte, hetgeen<br />

hem toen door de schepenen, kerkmeesters, H. Geestmeesters,<br />

borgemeesters en gezworenen, derhalve door het hele ´corpus´ was<br />

toegestaan en dat vanwege diens verdiensten voor de gemeente<br />

vanwege diens ´vacatien´(bezigheden, bemoeienissen, JT) ,<br />

geldschieten en dergelijke ten behoeve van de gemeente zoals blijkt uit<br />

de duidelijke specificatie van schepenen, alhoewel tot vandaag de dag<br />

toe men verzuimd en verontachtzaamd heeft om het stuk land officieel<br />

over te dragen volgens het octrooi daarvoor verleend door de<br />

welgeboren heer excellentie graaf Hendrick zu den Berghe, heer van<br />

Gestel en Herlaer en zoals destijds aan ons werd verleend d.d. 9 maart<br />

1623. Daarom zijn hier verschenen Geraert Jan Rijckaerts, Willem<br />

Adams, Arien Janssen Spierincks, Corst Jan Aerts en Willem Roelofs als<br />

huidige schepenen van St. Michielsgestel, verder Mathijs Handricx als<br />

kerkmeester, Marten Peters van de Ven en Gerard Jansssen als H.<br />

Geestmeesters, Arien Jan Rijckaerts en Ruth Willems als gezworenen,<br />

Andries Janssen en Jan Teuwens als borgemeesters en dragen nu<br />

volgens dat octrooi aan jonker Johan Coenen en aan jonker Johan<br />

Ratelant als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen jonker<br />

Chaerl van Vlierden tijdens zijn leven verwekt bij wijlen joffrouw Honoria<br />

van Coenen, ten behoeve van genoemde minderjarige kinderen een stuk<br />

akkerland over groot ca. 5 lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid van St.<br />

Michielsgestel te Gemonde, ter plaatse genoemd de Pranghe, b.p. de<br />

weduwe van jonker Johan Coenen, de gemeenschappelijke straat,<br />

Bastiaen van de Hoevel, de kinderen en erfgenamen van Daem<br />

Peters. Genoemde personen beloven deze overdracht gestand te doen.<br />

De kinderen moeten uit dit perceel wel de grondchijns aan de heer van<br />

Herlaer en Gestel betalen zijnde een gewinchijns van 5 stuivers<br />

Brabants op St. Michielsdag. Datum 28 oktober 1640.<br />

=================194===================<br />

Aktennr : 194<br />

Folio : 137-r<br />

Soort akte : verkoop


Datum : 28-10-1640<br />

Wij, Willem Adams en Geraert Jan Rijckaerts, schepenen, verklaren dat<br />

voor ons zijn verschenen jonker Johan Coenen en jonker Johan Ratelant<br />

als voogden bij testament benoemd over de minderjarige kinderen van<br />

wijlen jonker Chaerl van Vlierden in diens leven verwekt bij joffrouw<br />

Honoria Coenen zijnde zijn wettige vrouw, en verkopen aan Handrick<br />

Handricxen een stuk akkerland groot ca. 5 lopenzaad, gelegen in de<br />

heerlijkheid Gestel in de parochie van Gemonde, ter plaatse genoemd<br />

de Pranghe, b.p. de weduwe van jonker Johan Coenen, de<br />

gemeenschappelijke straat, Bastiaen van de Hoevel, de kinderen en<br />

erfgenamen van Daem Peters, zoals deze kinderen dat vandaag van het<br />

gemeentebestuur van St. Michielsgestel werd overgedragen. De verkoop<br />

geschiedt met goedkeuring van de heren schepenen zoals door hen is<br />

aangeven in de apostille.(kantlijnaantekening, JT). De genoemde<br />

voogden namens de kinderen beloven de verkoop gestand te doen en<br />

alle lasten af te handelen, behalve dat de koper daaruit jaarlijks een<br />

gewinchijns van 5 stuivers moet betalen aan de heer van Herlaer en van<br />

Gestel op St. Michielsdag. Datum 28 oktober 1640.<br />

=================195===================<br />

Aktennr : 195<br />

Folio : 137-v<br />

Soort akte : verklaring over een weg<br />

Datum : 06-11-1640<br />

Wij, Willem Adams, Jan Herman Schuermans, schepenen, verklaren dat<br />

voor ons zijn verschenen Andries Faessen oud ca. 80 jaar, en Jan Diercx<br />

Schuermans oud ca. 75 jaar, beiden inwoners van de heerlijkheid Gestel<br />

en hebben, nadat ze daarover zijn ondervraagd en hen de eed is<br />

afgenomen, ten behoeve van Margriet weduwe van Hendrick Geraerts<br />

van de Loo, verklaard dat ze ermee bekend zijn dat de weg tussen het<br />

erf van genoemde Margriet en dat van Wouter Anthonissen eerder veel<br />

breder was als die thans is, en wel zoveel breder dat deze weg met een<br />

´leijffve´(aanbouw, JT) was betimmerd boven de gang daar en dat<br />

diezelfde gang bijna even breed was, behalve voor aan de straat waar<br />

die wat breder was dan achteraan en dat zij uit de keuken vanaf het<br />

andere erf door deze ´leijffve´gingen tot in de kelder op het erf dat nu<br />

eigendom is van de weduwe van Handrick Geraerts van de Loo. De<br />

getuigen verklaren dat ze er meer dan 60 jaar geleden hebben gewoond<br />

en er daarom goed mee bekend zijn. Datum 6 november 1640.<br />

=================196===================<br />

Aktennr : 196


Folio : 138-r<br />

Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 17-11-1640<br />

Wij, Willem Adams en Adriaen Jansen Spierincks, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons zijn verschenen Antonis Jacobs als wettige man van<br />

Aleijtgen dochter van Jan Peter Handricx, in diens leven verwekt bij zijn<br />

wettige vrouw Thonisken dochter van Lenaert Janssen Glavimans,<br />

verder Peter Gijsberts als wettige man van wijlen Thoniske dochter van<br />

genoemde Jan Peter Handricx en van genoemde Thonisken, ook mede<br />

namens zijn minderjarige kinderen en met hem Marten Peters van de<br />

Ven als voogd die hierin alleen tijdelijk optreedt voor de boedeldeling<br />

maar voor niet langer, nog Willem Roelof Haegelaer als man van zijn<br />

wettige vrouw Elizabeth ook dochter van genoemde Jan Peter Handricks,<br />

als medevoogd over Cathelijn, Marieken en Peterken zijnde zijn<br />

minderjarige kinderen verwekt bij wijlen zijn wettige vrouw Elizabeth en<br />

met hem Geraert Jan Rijckaerts als medevoogd over die 3 minderjarige<br />

kinderen ten behoeve van deze deling en voor niet langer, nog Willem<br />

Roelofs als koper volgens de schepenbrieven van de stad Den Bosch d.d.<br />

..(=blanko gelaten, JT) en ons is gebleken, die handelt voor het erfdeel<br />

van Peter Joosten als wettige man van zijn vrouw Maijken en ook<br />

namens Jacob Gijsberts als wettige man van Catharina, beiden dochters<br />

van wijlen Peter Jan Peter Handricks en van genoemde Thonisken,<br />

hebben verklaard een deling te hebben gemaakt van het bezit dat ze na<br />

de dood van hun genoemde ouders hebben geerfd. Het lot voor de<br />

genoemde minderjarige kinderen is getrokken door de officier.<br />

Genoemde Peter Gijsberts en Marten Peters ten behoeve van de<br />

kinderen van Peter, te weten Gijsbert, Jan, Peter, Thonis, Aleijtgen en<br />

Henricxken, zowel meerderjarig als minderjarig, krijgen een stuk<br />

akkerland groot ca. 7 lopenzaad gelegen in deze heerlijkheid Gestel, ter<br />

plaatse genoemd de Hofstadt, gelegen aan het Hemelrijck, b.p. de<br />

gemeenschappelijke straat, Leonaert Rijckaerts. Hieruit jaarlijks een<br />

rente te betalen aan heer Ardij, priester in Den Bosch, nog een rente<br />

van 7 guldens per jaar aan heer Henrick Gevers van Eijndhoven<br />

kanunnik aldaar (In Eindhoven of in Den Bosch?, JT), nog een jaarlijkse<br />

gewinchijns van 2 stuivers in 2 onderscheiden teksten aan de heer van<br />

Herlaer en Gestel.<br />

Genoemde Willem Roelofs en Geraert Janssen als voogden over en ten<br />

behoeve van Cathelijn, Mariken en Peterken, zijnde kinderen van<br />

genoemde Willem, krijgen een stuk akkerland, groot ca. 5 lopenzaad,<br />

gelegen in de heerlijkheid St. Michielsgestel ter plaatse genoemd het<br />

Vijftalfhondert, b.p. de weduwe van Hendrick Geraerts van de Loo,


Willem Willem Moelenbroecx en meer anderen, Willem Lonis, Hendrick<br />

Peter Ariens. Hieruit een jaarlijkse rente van 5 gulden te betalen aan<br />

Joost Pauwelssen, glaesemaker in Den Bosch.<br />

Genoemde Willem namens Peter Joosten en Jacob Gijsberts als kopers<br />

krijgen in die hoedanigheid een stuk akker- en heiland met een busselke<br />

of weide gelegen in de heerlijkheid Gestel ter plaatse genoemd de<br />

Heijde bij de Pleijn, b.p. Jan Handricx Duijs, de heer van Griensven, de<br />

erfgenamen van Joost de Visscher, de Pettelaersche straat daar. Hieruit<br />

een jaarlijkse gewinchijns te betalen van 3 stuivers en 2 oort aan de<br />

koning of aan diens rentmeester.<br />

Genoemde Anthonis Jacobs krijgt een stuk akkerland, groot ca. 3<br />

lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gestel ter plaatse genoemd de<br />

Haenwijcxe akkers, b.p. Antonis Janssen van Gemert, Jan Wouters<br />

kuiper in Den Bosch, Arien Ariens, de Venstraat daar, los en vrij.<br />

Genoemde delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars<br />

erfdeel. Genoemde Antonis belooft op onderpand van zijn persoon en<br />

bezit en genoemde voogden op onderpand van het bezit van de<br />

kinderen, dat ze de deling altijd gestand zullen doen. Indien een van de<br />

erfdelen minder waard wordt of als er meer lasten op blijken te drukken,<br />

zullen ze dat samen betalen ieder voor diens deel ervan. Ieder zal de<br />

lasten op het eigen erfdeel zodanig betalen dat de andere erfdelen<br />

daardoor geen schade leiden. Verder moet men elkaar overpad verlenen<br />

zoals van oudsher met de minste overlast. Datum 17 november 1640.<br />

=================197===================<br />

Aktennr : 197<br />

Folio : 140-r<br />

Soort akte : genealogie<br />

Datum : 14-12-1640<br />

Wij, Willem Adams en Jan Herman Schuermans, schepenen te St.<br />

Michielsgestel, verklaren dat voor ons zijn verschenen Luijcas Henrick<br />

Aerts oud ca. 72 jaar, Willem Claessen oud ca. 63 jaar beide inwoners<br />

van het dorp Schijndel, nadat ze behoorlijk zijn ondervraagd en hen de<br />

eed is afgenomen, hebben ten behoeve van de heer officier van deze<br />

heerlijkheid verklaard dat Peter Janssen van Antwerpen, hier in deze<br />

heerlijkheid is getrouwd met zijn wettige vrouw Mechteld Henricx en<br />

waarvan men heeft begrepen dat deze Peter onlangs in Breda is<br />

gestorven, maar geboortig was van Schijndel, wiens vader Jan van<br />

Antwerpen was, maar welke Peter in bastaardij is verwekt bij Elisabeth<br />

Geraerts van Dinter zodat Peter Janssen van Antwerpen een natuurlijk


kind was. De getuigen verklaren nog dat ze van jongsaf aan altijd nabij<br />

genoemde Jan van Antwerpen en Elisabeth Geraerts van Dinter hebben<br />

gewoond, die nu onlangs in Schijndel zijn gestorven en dat ze daarom<br />

weten dat genoemde Peter Janssen van Antwerpen nooit een wettig kind<br />

is geweest uit een huwelijk. Datum 14 december 1640.<br />

=================198===================<br />

Aktennr : 198<br />

Folio : 140-v<br />

Soort akte : boedeldeling<br />

Datum : 15-12-1640<br />

Wij, Adriaen Jansen Spierincks en Jan Herman Schuermans, schepenen,<br />

verklaren dat voor ons is verschenen Marieken dochter van Jacob (in de<br />

kop staat vermeld Joost, JT) Peters van de Broeck weduwe van Jan<br />

Matheussen, door deze Jacob in diens huwelijk verwekt bij zijn wettige<br />

vrouw wijlen Gertruijdt dochter van Gerard Claessen, verder haar zuster<br />

Anneken ook dochter van genoemde Jacob van den Broeck en<br />

Geertruijdt en hebben verklaard een deling te hebben gemaakt van het<br />

bezit in de heerlijkheid Gestel en enig bezit onder Schijndel.<br />

Genoemde (is blanko gelaten, JT) krijgt een stuk akkerland, groot ca. 2<br />

lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gestel, ter plaatse genoemd het<br />

Moerschot, b.p. de erfgenamen van jonker Johan Coenen, de<br />

mededeelster, haar eigen erf, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt<br />

ze een nieuw stuk land ook gelegen in het Moerschot, groot ca. 2 en een<br />

halve lopenzaad, b.p. de andere deelster, Willem Daemen. Nog krijgt ze<br />

een stuk akkerland groot ca. anderhalve lopenzaad met de houtopstand,<br />

gelegen in de jurisdictie van Schijndel, ter plaatse genoemd de Cleijn<br />

Heijde, b.p. de mededeelster, haar eigen erf, de erfgenamen van jonker<br />

Johan Coenen, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt ze een stuk<br />

akkerland groot ca. anderhalve lopenzaad gelegen in deze heerlijkheid<br />

ter plaatse genoemd de Moelenackers, b.p. jonker Geraert van Boecop,<br />

de mededeelster, de erfgenamen van Jacop de Mulder in de stad Den<br />

Bosch, de gemeenschappelijke straat. Hieruit jaarlijks ca. 7 stuivers te<br />

betalen aan de heer van Herlaer en Gestel als grondchijns, nog jaarlijks<br />

6 gulden aan de H. Geest van Gestel, aflosbaar met 100 guldens, nog<br />

de helft van een rente van 7 gulden en 10 stuivers per jaar aan de<br />

erfgenamen van Aert Peters van Overbeeck, aflosbaar met 125 gulden.<br />

Verder moet ze het hek aan de straat onderhouden, nog het hek voor<br />

het genoemde nieuwe stuk land zodat men daar nimmer schade door<br />

lijdt.<br />

Genoemde ... (is blanko gelaten, JT) krijgt een stuk akkerland groot ca.


2 lopenzaad, gelegen in de heerlijkheid Gestel, ter plaatse genoemd het<br />

Moerschot, b.p. Willem Daemen, de mededeelster. Nog krijgt ze een<br />

nieuw stuk land en heide groot ca. 2 en een halve lopenzaad zoals is<br />

afgepaald, b.p. de mededeelster, Willem Daemen. Nog een stuk<br />

akkerland groot ca. anderhalve lopenzaad met de houtopstand, gelegen<br />

in de jurisdictie van Schijndel ter plaatse genoemd de Cleijn Heijde, b.p.<br />

de mededeelster, de erfgenamen van jonker Johan Coenen, de<br />

gemeenschappelijke straat. Nog krijgt ze een stuk akkerland groot ca.<br />

anderhalve lopenzaad, gelegen in deze heerlijkheid ter plaatse genoemd<br />

de Moelenackers, b.p. de mededeelster, Jan Leonaert Gerlings, de<br />

erfgenamen van Jacob de Mulder in Den Bosch, de gemeenschappelijke<br />

straat. Hieruit een jaarlijkse rente van 6 gulden te betalen aan Cornelis<br />

Jacobs van Vechel aflosbaar met 100 gulden, nog de helft van een rente<br />

van 7 gulden en 10 stuivers aan de erfgenamen van Aert Peters van<br />

Overbeeck, aflosbaar met 125 gulden, nog een jaarlijkse gewinchijns<br />

van 3 stuivers en 6 penningen aan de heer van Herlaer en Gestel.<br />

De deelsters beloven elkaar over weer afstand te doen van aanspraken<br />

op elkaars erfdeel. Mariken en Anneken met hun voogden op onderpand<br />

van hun persoon en bezit beloven de deling altijd gestand te doen.<br />

Indien een van de erfdelen minder waard wordt of er meer lasten op<br />

drukken dan nu bekend is, zullen ze die samen betalen, ieder naar<br />

gelang het erfdeel. Ieder zal verder de lasten uit het eigen erdeel zo<br />

betalen dat het andere erfdeel daar geen hinder van heeft. Verder moet<br />

men overpad verlenen aan anderen zoals van oudsher gebruikelijk is en<br />

men zal samen de chijnsen betalen tot aan een vervallen en de lopende<br />

termijn toe. Datum 15 december 1640.<br />

=================199===================<br />

Aktennr : 199<br />

Folio : 142-r<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 18-12-1640<br />

Wij, Willem Adams en Jan Herman Schuermans schepenen, verklaren<br />

dat voor ons is verschenen Wijnant Dircxen van Moeck (=Mook, JT) als<br />

man van Cathelijn Cornelissen van Oisterhout en verkoopt aan Willem<br />

Geraerdt Spierincks een stuk akkerland groot ca. een zesterzaad,<br />

gelegen in de heerlijkheid Gestel ter plaatse genoemd de Locht, b.p. de<br />

kinderen en erfgenamen van Adriaen Huijberts, de erfgenamen van<br />

Goijaert Willem Cuijpers en meer anderen, de kinderen van Henrick<br />

Daniels van Osch, de gemeenschappelijke straat. Nog verkoopt hij een<br />

stuk heide groot ca. 3 en een halve lopenzaad, gelegen in de<br />

heerlijkheid Gestel ter plaatse genoemd de Mijldooren, gelegen in de


Griet Spierincksheide, b.p. Adriaen Janssen Dooren, de erfgenamen van<br />

Peter Geraertssen, jonker Johan van Raveschot, de erfgenamen van<br />

Peter Jeronimus. Die 2 genoemde percelen heeft hij verkregen en geerfd<br />

van de ´eerste mans ouders van zijn vrouw´ (lees de ouders van de<br />

eerste man van Cathelijn, JT). Genoemde Wijnant Dircx van Moeck<br />

belooft op onderpand van zijn persoon en bezit deze verkoop gestand te<br />

doen en alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 18 december<br />

1640.<br />

=================200===================<br />

Aktennr : 200<br />

Folio : 142-v<br />

Soort akte : benoeming van voogden<br />

Datum : 08-01-1641<br />

Wij, Jan Henrick Schuermans en Willem Adams, schepenen van St.<br />

Michielsgestel, verklaren dat voor ons zijn verschenen Peter Adriaens en<br />

Andries Adriaens en hebben bij de officier de eed afgelegd als voogden<br />

over de minderjarige kinderen van wijlen Jan Henrick Timmermans en<br />

beloven de gebruikelijke verplichtingen hierin. Datum 8 januari 1641.<br />

=================201===================<br />

Aktennr : 201<br />

Folio : 142-v<br />

Soort akte : verkoop<br />

Datum : 08-01-1641<br />

Wij, Willem Adams en Jan Herman Schuermans, schepenen, verklaren<br />

dat voor ons zijn verschenen Peter Adriaens als wettige man van Metken<br />

dochter van wijlen Jan Henrick Timmermans in diens leven verwekt bij<br />

zijn vrouw Jenneken, verder Tuenisken en Lijsken, gezusters ook<br />

kinderen van genoemde Jan Henricks en Jenneken met hun voogden,<br />

waarbij genoemde Peter Adriaens en Andries Adriaens optreden als<br />

voogden over de 3 minderjarige kinderen van wijlen Jan Henricks en<br />

Jenneken, en verkopen nu Laureijs Willems een huis, tuin, boomgaard<br />

en akkerland samen groot ca. 2 lopenzaad gelegen in de heerlijkheid<br />

Gestel ter plaatse genoemd de Hooghstraat, rondom in de gemeijnte<br />

daar, zoals ze dat huis etc. hadden geerfd na de dood van hun vader<br />

zaliger en hun vader eerder had gekocht van Adriaen Pauwels, smid<br />

volgens schepenbrief van het jaar 1631. De verkoop geschiedt na<br />

verkregen autorisatie van schepenen van St. Michielsgestel van vandaag<br />

en de koper krijgt het erfrecht van dat bezit. De verkopers beloven de<br />

verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen, behalve een<br />

jaarlijkse gewinchijns van 3 stuivers aan de heer van Herlaer en Gestel


en nog een jaarlijkse chijns van 2 en een halve gulden aan de H.<br />

Geestmeesters van Dungen, nog een jaarlijkse chijns van 2 en een<br />

halve gulden aan Adriaen Peter Adriaenssen. Datum 8 januari 1641.<br />

======================================

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!