28.10.2016 Views

H12_Middelpuntshoeken_en_omtrekshoeken

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

11<br />

7 OMTREKSHOEK OP EEN HALVE CIRKEL<br />

Stelling<br />

E<strong>en</strong> omtrekshoek van e<strong>en</strong> cirkel waarvan de b<strong>en</strong><strong>en</strong> door de gr<strong>en</strong>spunt<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> middellijn gaan, is recht.<br />

We zegg<strong>en</strong> ook:<br />

– e<strong>en</strong> omtrekshoek die op e<strong>en</strong> halve cirkel staat, is recht.<br />

– vanuit e<strong>en</strong> punt op de cirkel wordt e<strong>en</strong> middellijn onder e<strong>en</strong> rechte hoek<br />

gezi<strong>en</strong>.<br />

Te bewijz<strong>en</strong><br />

cirkel met middellijn [AB]<br />

omtrekshoek Pˆ staat op halve cirkel [AB]<br />

Bewijs<br />

ëAPˆ Bë = 1 ⋅ ëAÔBë (stelling van nr. 3)<br />

2<br />

= 1 ⋅ 180°<br />

2<br />

= 90°<br />

} ê ëAPˆ Bë = 90°<br />

A<br />

P<br />

•<br />

?<br />

•<br />

O<br />

B<br />

8 OMGEKEERDE STELLING<br />

E<strong>en</strong> punt van waaruit e<strong>en</strong> lijnstuk onder e<strong>en</strong> rechte hoek gezi<strong>en</strong> wordt, ligt<br />

op de cirkel met dat lijnstuk als middellijn.<br />

Te bewijz<strong>en</strong><br />

ëAPˆ Bë = 90° ê P ligt op de cirkel met middellijn [AB]<br />

Bewijs<br />

We gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bewijs uit het ongerijmde: we veronderstell<strong>en</strong><br />

dat het punt P niet op de cirkel c met<br />

C<br />

P<br />

middellijn [AB] ligt.<br />

T<strong>en</strong> minste e<strong>en</strong> van de recht<strong>en</strong> PA <strong>en</strong> PB snijdt dan<br />

de cirkel e<strong>en</strong> tweede maal. We onderstell<strong>en</strong> bv. dat<br />

PA de cirkel e<strong>en</strong> tweede maal snijdt in e<strong>en</strong> punt C<br />

dat verschilt van P.<br />

Verbind<strong>en</strong> we C met B, dan is Ĉ recht volg<strong>en</strong>s de<br />

rechtstreekse stelling.<br />

In ∆BPC zijn de hoek<strong>en</strong> Pˆ <strong>en</strong> Ĉ dus beide recht.<br />

Dat is in strijd met het feit dat de som van de hoekgroott<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> driehoek precies<br />

180° is. Bijgevolg ligt P wel op de cirkel c.<br />

Sam<strong>en</strong>vatting<br />

We kunn<strong>en</strong> de rechtstreekse stelling van nr. 7 <strong>en</strong> de omgekeerde stelling van nr. 8<br />

als volgt sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>:<br />

De verzameling van de punt<strong>en</strong> van waaruit e<strong>en</strong> lijnstuk onder e<strong>en</strong> rechte<br />

hoek wordt gezi<strong>en</strong>, is de cirkel met dat lijnstuk als middellijn.<br />

A<br />

•<br />

O<br />

B<br />

224

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!