19.06.2017 Views

De Reformatie in jouw dorp

De eerste eeuw van Hervormd Bergambacht. Een vertelling over de tijd waarin de gemeente ontstond, de eerste acht predikanten en het tot stand komen van de StatenVertaling. Geschreven voor de jongeren van de gemeente, enigszins laagdrempelig en hopelijk goed leesbaar.

De eerste eeuw van Hervormd Bergambacht. Een vertelling over de tijd waarin de gemeente ontstond, de eerste acht predikanten en het tot stand komen van de StatenVertaling. Geschreven voor de jongeren van de gemeente, enigszins laagdrempelig en hopelijk goed leesbaar.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong><br />

<strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong><br />

<strong>De</strong> eerste eeuw van Hervormd Bergambacht<br />

Leendert H. de Kluijver


Opgedragen aan de jonge generaties van de Hervormde Gemeente te Bergambacht,<br />

mijn geboorte<strong>dorp</strong>, waar<strong>in</strong> ik ooit ook behoorde tot de jonge generaties.<br />

Om het te Zijner tijd weer door te geven aan de jongeren ná jullie!<br />

Uitgegeven: 2017, Bergambacht/Schoonhoven<br />

Ter gelegenheid van:<br />

17 september 2017, 380 jaar Statenbijbel<br />

30 oktober 2017, 500 jaar <strong>Reformatie</strong><br />

<strong>De</strong>ze bundel<strong>in</strong>g verhalen is gemaakt uit allerlei geschreven bronnen <strong>in</strong> boekvorm of digitaal via <strong>in</strong>ternet. Het is geen complete levensbeschrijv<strong>in</strong>g<br />

van de predikanten, maar een korte vertell<strong>in</strong>g over hun leven <strong>in</strong> en rond Bergambacht. Enerzijds bedoeld om ook jongeren iets door te geven van<br />

het beg<strong>in</strong> van hun eigen gemeente; anderzijds om ouderen en allerlei geïnteresseerden tot verder onderzoek aan te zetten. Dus neem en lees,<br />

onderzoek, verdiep (klik op de diverse l<strong>in</strong>kjes <strong>in</strong> de tekst die meer <strong>in</strong>formatie geven; klik ook op de afbeeld<strong>in</strong>gen om te zien waar ze vandaan komen)<br />

en zie dat <strong>jouw</strong> gemeente <strong>in</strong> Bergambacht een lange traditie kent, waaraan jij – zo God het geeft – verder mag bouwen.<br />

2 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


Inhoudsopgave<br />

Voorwoord Geschiedenis… wat heb je daar nou aan?........................................................................................... 5<br />

Inleid<strong>in</strong>g Waarom dit boekje?...................................................................................................................................... 7<br />

Hoofdstuk 1 Preken tegen de beelden............................................................................................................................ 11<br />

Hoofdstuk 2 Dom<strong>in</strong>ee Clemens Rosaeus (1578-1579)............................................................................................... 15<br />

Hoofdstuk 3 Dom<strong>in</strong>ee Arnoldus Georgii Dorgen (1579-1587)............................................................................... 21<br />

Hoofdstuk 4 Dom<strong>in</strong>ee Paschasius Aquensis Limburgensis (1590-1606)............................................................. 25<br />

Hoofdstuk 5 Dom<strong>in</strong>ee Arnoldus Gerhardi Neomagus (Rapenborch) (1610-1619)......................................... 29<br />

Hoofdstuk 6 Dom<strong>in</strong>ee Antipas van den Borre (1619-1622)..................................................................................... 39<br />

Hoofdstuk 7 Dom<strong>in</strong>ee Nicolaes (de) Balbiaen (1622-1643)..................................................................................... 47<br />

Hoofdstuk 8 Dom<strong>in</strong>ee Johannes van Heymenberg (1644-1653)........................................................................... 55<br />

Hoofdstuk 9 Dom<strong>in</strong>ee Arnoldus Brantius (1654-1685).............................................................................................. 63<br />

Hoofdstuk 10 <strong>De</strong> Statenvertal<strong>in</strong>g en de Statenbijbel................................................................................................... 71<br />

Nawoord Terugblik en bronnen................................................................................................................................... 79<br />

Inhoudsopgave | 3


Voorwoord<br />

Geschiedenis… wat heb je<br />

daar nou aan?<br />

Toen ik de lijst van predikanten van Bergambacht op<br />

<strong>in</strong>ternet vond, werd mijn aandacht getrokken door<br />

een vreemde naam: ds. Balbiaan. Door wat te zoeken<br />

op <strong>in</strong>ternet vond ik al snel wat <strong>in</strong>formatie over hem.<br />

Met dom<strong>in</strong>ee Bouter sprak ik af om een kort stukje te<br />

schrijven over deze voor iedereen – denk ik –<br />

onbekende naam op het predikantenbord. Maar…<br />

wat moet je met zo’n losse flard. Het is dit jaar 500 jaar<br />

geleden dat de <strong>Reformatie</strong> begon. Kon ik niet beter<br />

iets vertellen over hoe de <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> Bergambacht<br />

begon? En wat de verhalen zijn van de eerste reeks<br />

predikanten? Die namen hangen <strong>in</strong> de zuiderkapel,<br />

misschien wel elke zondag boven <strong>jouw</strong> hoofd. Maar<br />

wat zeggen de namen van oud-predikanten, als je<br />

niet weet wie ze waren en wat ze deden? Ik denk dat<br />

er m<strong>in</strong>stens drie namen op staan van de laatste<br />

oud-predikanten die jij wél kent; bij die namen heb jij<br />

wél een verhaal. Misschien v<strong>in</strong>d je geschiedenis<br />

enorm saai. Maar mag ik je de verhalen vertellen<br />

achter die heel oude namen? Dan krijgt hopelijk de<br />

<strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong> een ‘gezicht’.<br />

<br />

<strong>De</strong> schrijver<br />

In de zuiderkapel van de<br />

Laurentiuskerk hangen twee<br />

borden met oud-predikanten.<br />

Boven het eerste bord staan<br />

twee Bijbelteksten geschreven<br />

(Hebr. 13 vers 7 en 17):<br />

“<strong>De</strong>nk aan je voorgangers,<br />

die het Woord van God<br />

tot je hebben gesproken.<br />

Let op de uitkomst van<br />

hun levenswandel,<br />

en volg hun geloof na.”<br />

“Gehoorzaam je voorgangers<br />

en wees hen onderdanig,<br />

want zij waken over jullie<br />

zielen omdat zij rekenschap<br />

moeten afleggen, opdat zij<br />

dat mogen doen met vreugde<br />

en niet al zuchtend. Dat heeft<br />

immers geen nut voor je.”<br />

Bijbelteksten die dus juist<br />

oproepen om die oude namen<br />

<strong>in</strong> her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g te roepen en<br />

God te danken dat Hij <strong>jouw</strong><br />

gemeente wilde opbouwen,<br />

ook door (en soms ondanks)<br />

deze dienstknechten.<br />

Voorwoord | 5


INLEIDING<br />

Waarom dit boekje?<br />

<strong>De</strong> oostelijke Parallelweg, waar ik ben<br />

geboren, heette vroeger Kerkweg. Dat vond<br />

ik als kle<strong>in</strong> jochie al <strong>in</strong>teressant: mijn<br />

geboortestraat heette vroeger ánders!<br />

Later ontdekte ik dat die naam verwees naar de reden<br />

waarom die weg was aangelegd: het was een weg die<br />

de mensen van buiten Bergambacht (tot aan <strong>De</strong>n Hem,<br />

vlakbij Schoonhoven!) naar de parochiekerk van het<br />

<strong>dorp</strong> Bergambacht bracht. Mensen die vijf kilometer<br />

buiten het <strong>dorp</strong>, vlakbij Schoonhoven, woonden,<br />

hoorden wel naar de kerk <strong>in</strong> het <strong>dorp</strong> te gaan. Dat<br />

was al zo <strong>in</strong> de dertiende eeuw, toen Schoonhoven<br />

nog een kle<strong>in</strong> stadje was met een fl<strong>in</strong>k kasteel. Bij<br />

<strong>De</strong>n Hem werd een klooster gebouwd, zonder kapel!<br />

Formeel behoorde dat klooster dus bij Bergambacht,<br />

maar was gesticht door voornamelijk mensen uit<br />

Schoonhoven. <strong>De</strong> pastoor van Bergambacht wilde<br />

geen concurrentie <strong>in</strong> zijn gebied, dus iedereen moest<br />

voor de mis naar het <strong>dorp</strong> komen. Om die reden werd<br />

op de grens tussen ’s-Heeraartsberg (en Ammerstol)<br />

en Bergambacht de Kerkweg aangelegd, die alleen bij<br />

Schoonhoven nog zo heet en daar net zo doodlopend<br />

is als <strong>in</strong> Bergambacht de Parallelweg. Het overgrote<br />

deel van die oude weg zit nu dus verborgen onder<br />

noordelijke kant van de Prov<strong>in</strong>ciale- of C.G. Roosweg.<br />

<strong>De</strong> Kerkweg bracht mensen<br />

niet van de kerk weg, maar<br />

juist naar de kerk toe.<br />

Op de foto helemaal l<strong>in</strong>ks<br />

kijken we de Kerkweg <strong>in</strong><br />

richt<strong>in</strong>g Schoonhoven,<br />

ongeveer vanaf de plek waar<br />

nu de Schoolstraat beg<strong>in</strong>t.<br />

Waarom dit boekje? | 7


Een teken<strong>in</strong>g van het<br />

S<strong>in</strong>t Michaelsklooster<br />

bij <strong>De</strong>n Hem uit 1571,<br />

één jaar voordat de Geuzen<br />

het complete gebouw<br />

verwoestten.<br />

500 jaar <strong>Reformatie</strong><br />

Naast de <strong>in</strong>teresse – die ik al heel jong had – voor de<br />

geschiedenis van mijn geboorte<strong>dorp</strong> en de <strong>dorp</strong>skerk,<br />

ben ik ook gefasc<strong>in</strong>eerd door wat er <strong>in</strong> de kle<strong>in</strong>e<br />

plaatselijke geschiedenis is terug te v<strong>in</strong>den van de<br />

grote vaderlandse (kerk)geschiedenis die je kent van<br />

de geschiedenislessen op school. Dit jaar is het<br />

500 jaar geleden dat Luther zijn 95 stell<strong>in</strong>gen<br />

8 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


poneerde over de misstanden <strong>in</strong> de kerk. <strong>De</strong> golfbeweg<strong>in</strong>g<br />

die daardoor op politiek en godsdienstig<br />

gebied ontstond <strong>in</strong> de wereld, noemen we de<br />

<strong>Reformatie</strong> of de Hervorm<strong>in</strong>g. En laten we bij die<br />

herdenk<strong>in</strong>g ook figuren als Johannes Calvijn, Guido<br />

de Brès, Theodorus Beza, Huldrych Zw<strong>in</strong>gli en<br />

Philippus Melanchthon niet vergeten. Of wat dacht je<br />

van mensen als Jan Arentsz., Willem van Oranje en<br />

Petrus Datheen, die <strong>in</strong> ons land veel hebben<br />

betekend voor de <strong>Reformatie</strong>.<br />

Verhalen over <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong><br />

Maar wát was het effect van die pennenstreken <strong>in</strong><br />

Wittenberg op het godsdienstig klimaat <strong>in</strong> een <strong>dorp</strong><br />

als Bergambacht? Wat kun je ervan terugv<strong>in</strong>den? En<br />

hoeveel tijd zat er tussen 1517 en de <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong><br />

Bergambacht? Als ik kijk op het grote predikantenbord<br />

<strong>in</strong> de zijbeuk van de kerk, zie ik namen uit een<br />

heel ver verleden staan. Dom<strong>in</strong>ees die leefden <strong>in</strong> juist<br />

díe tijd. Is er iets bekend over hun werk <strong>in</strong> ons <strong>dorp</strong>?<br />

Ik denk dat, als je al eens op dat bord hebt gekeken,<br />

die namen je niets zeggen. Als kle<strong>in</strong> jochie keek ik er<br />

ook vaak op, maar ik kende alleen de predikanten die<br />

ik zelf had meegemaakt. Misschien dus een mooi<br />

gedenk moment, Refo500, om die eerste predikanten<br />

‘hun verhaal’ eens te laten ‘vertellen’. Want zij waren<br />

de predikanten van jongeren zoals jij, maar dan <strong>in</strong> de<br />

zestiende en zeventiende eeuw.<br />

Ik hoop de eerste acht dom<strong>in</strong>ees zoveel mogelijk<br />

laagdrempelig en beknopt te beschrijven. Dat is tot<br />

aan het moment dat Ammerstol een eigen predikant<br />

kreeg. In de beg<strong>in</strong>tijd was ‘onze’ predikant ook de<br />

predikant van het <strong>dorp</strong> Ammerstol; zoals ook de<br />

ambachtsheer regeerde over zowel het <strong>dorp</strong><br />

Bergambacht, het ambacht ’s-Heeraertsberge én<br />

Ammerstol. Luister je mee naar de verhalen van deze<br />

oud-predikanten van <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>?<br />

Waarom dit boekje? | 9


HOOFDSTUK 1<br />

Preken tegen de beelden<br />

Het olieverfschilderij van slot<br />

’s-Heeraartsberg op pag<strong>in</strong>a 10<br />

is <strong>in</strong> 1866 geschilderd door<br />

Jan Willem van Borselen<br />

(1825-1892). Je ziet l<strong>in</strong>ks<br />

tussen de bomen het<br />

toegangshek.<br />

Voordat we luisteren naar de verhalen van<br />

de eerste predikant, moeten we een stukje<br />

terug <strong>in</strong> de tijd. Tussen de Kerkweg en de<br />

Lekdijk, van de Dijklaan tot voorbij <strong>De</strong>n Hem,<br />

lag het gebied dat ‘s-Heeraertsberg heette.<br />

Het gebied hoorde bij het gelijknamige jachtslot. Op<br />

het slot woonde de ambachtsheer, een adelijke man<br />

die ook mocht bepalen welke pastoor (en later<br />

predikant) <strong>in</strong> de kerk van Bergambacht de diensten<br />

mocht leiden. <strong>De</strong> ambachtsheer was dus eigenlijk de<br />

belangrijkste man van de twee bij elkaar horende<br />

<strong>dorp</strong>en. <strong>De</strong> pastoor en later de dom<strong>in</strong>ee dienden dus<br />

een dubbelgemeente; hoewel we ook regelmatig<br />

lezen over twee pastoors: één voor Bergambacht en<br />

één voor ’s-Heeraartsberg. En ook Ammerstol hoorde<br />

bij het werkterre<strong>in</strong> van deze dienaar(s), omdat dat<br />

ook het eigendom van de ambachtsheer was.<br />

<strong>De</strong> heer van Bergambacht, ’s-Heeraartsberg en<br />

Ammerstol woonde niet altijd op het Slot; de meeste<br />

tijd woonde hij <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g van Utrecht, de stad<br />

waar de bisschop de scepter zwaaide.<br />

<strong>De</strong> eerste psalmberijm<strong>in</strong>g<br />

<strong>De</strong> bekendste heer van Bergambacht was Willem van<br />

Zuijlen van Nijevelt. Hij was ook dichter en maakte <strong>in</strong><br />

<strong>De</strong> Souterliedekens van<br />

Willem van Zuijlen van Nijevelt.<br />

Hoofdstuk 1 • Preken tegen de beelden | 11


1540 de eerste nederlandse psalmberijm<strong>in</strong>g: de<br />

Souterliedekens (een verbaster<strong>in</strong>g van Psalter- of<br />

Psalmliederen). <strong>De</strong>ze heer van Zuijlen van Nijevelt<br />

had al aardig wat ideeën die hoorden bij de nieuwe<br />

leer van Luther en Calvijn. Dus hij zal die ‘verlichte’<br />

ideeën ook wel hebben meegebracht naar het <strong>dorp</strong>;<br />

immers, de pastoor die hij mocht aanstellen zal er een<br />

zijn geweest die naar zijn smaak was.<br />

‘opstandel<strong>in</strong>gen’ zich aan de ideeën van Calvijn. Pr<strong>in</strong>s<br />

Willem wilde die twee groepen bijelkaar houden,<br />

zodat er geen verdeeldheid onder zijn achterban zou<br />

komen. Dat bleek moeilijker dan hij had gedacht,<br />

maar niettem<strong>in</strong> zorgde een gemeenschappelijke<br />

vijand (zowel politiek, Spanje, als godsdienstig, de<br />

Roomse Kerk) <strong>in</strong> de persoon van Filips II voor een<br />

schouder-aan-schouder-strijd.<br />

Prent van de Beeldenstorm <strong>in</strong><br />

1566, door Jan Luyken.<br />

Oorlog en <strong>Reformatie</strong><br />

We maken een sprongetje <strong>in</strong> de tijd: 1567. Er dreigde<br />

oorlog met Spanje. Later zullen we die oorlog de<br />

Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) noemen. Het was een<br />

vrijheidsoorlog, waarbij de vrijheid van godsdienst<br />

een van de grootste speerpunten was. Aanvoerder<br />

van die vrijheidsoorlog was Pr<strong>in</strong>s Willem van Oranje.<br />

Zelf was hij luthers opgevoed <strong>in</strong> Dillenburg, Duitsland.<br />

Maar <strong>in</strong> de Nederlanden (Nederland en België<br />

waren toen nog één geheel) hielden de meeste<br />

Kerkvisitatie<br />

In het <strong>dorp</strong> stond de pastoor onder druk. Want de<br />

ambachtsheer had wel makkelijk praten, maar hij was<br />

maar af en toe op het Slot. Voor de pastoor vormden<br />

de roomsgez<strong>in</strong>de collega’s uit de r<strong>in</strong>g, de omgev<strong>in</strong>g,<br />

een groter gevaar. Zij konden hem zo verl<strong>in</strong>ken aan<br />

de leiders van de Bloedraad, de kerkelijke rechtbank<br />

die levensgevaarlijk was. En ja hoor, zie je nu wel, <strong>in</strong><br />

juli 1567 komt er kerkvisitatie <strong>in</strong> de Krimpenerwaard<br />

door proost Herman van Rennenborgh uit Utrecht.<br />

12 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


Een soort huisbezoek namens de bisschop van Utrecht,<br />

die wil onderzoeken hoe ver de dwaalleer van Luther<br />

en Calvijn <strong>in</strong> de regio is <strong>in</strong>gevreten. Daarnaast checkt<br />

hij ook of er andere misstanden zijn, zoals pastoors<br />

die niet meer ongetrouwd leven en een of zelfs meer<br />

vrouwen hebben; misschien zelfs k<strong>in</strong>deren!<br />

Een gevaarlijke pastoor<br />

Eén van de oorzaken waarom de bisschop pols hoogte<br />

wilde nemen was het werk van de Schoonhovense<br />

pastoor Peter Jansz Uytenbogaert, die openlijk ‘tégen<br />

de beelden’ preekte. En daarmee gaf hij dus openlijk<br />

aan dat hij tegen de leer van Rome was. <strong>De</strong>ze pastoor<br />

preekte voor zijn eigen veiligheid buiten de stad<br />

Schoonhoven, <strong>in</strong> een boomgaard op het grondgebied<br />

van Bergambacht. Vanuit de omgev<strong>in</strong>g<br />

kwamen allerlei mensen naar hem luisteren en zo<br />

verspreidde hij denkbeelden die haaks op de roomse<br />

traditie stonden. Ook hij was zijn leven niet meer<br />

zeker, net als Luther en Calvijn. Daarom vluchtte hij,<br />

toen hij hoorde van de kerkvisitatie. Misschien dat hij<br />

nog ergens heeft afgewacht hoe het afliep (denk aan<br />

de geschiedenis van Jonathan die David een teken<br />

zou geven of zijn vader Saul nog boos was op David),<br />

maar nog datzelfde jaar is hij met een gezelschap<br />

vluchtel<strong>in</strong>gen naar Danzig (Gdansk) <strong>in</strong> Pruisen<br />

gevlucht, waar een Nederlandse vluchtel<strong>in</strong>gengemeente<br />

was ontstaan, waar<strong>in</strong> hij predikant werd.<br />

Geen beeldenstorm<br />

Hoewel <strong>in</strong> 1566 door heel de Nederlanden een<br />

Beeldenstorm had gewoed, was er <strong>in</strong> de Krimpenerwaard<br />

niet veel gebeurd. Alleen <strong>in</strong> Lekkerkerk hadden<br />

wat boeren de beelden uit de kerk gesmeten. En men<br />

beweerde dat dat kwam door de Schoonhovense<br />

pastoor en zijn preken tegen de beeldendienst. Maar<br />

<strong>in</strong> Bergambacht bleef het stil; hoewel… de pastoor<br />

verscheen niet bij de kerkvisitatie!<br />

<strong>De</strong> Beeldenstorm had ook te<br />

maken met het feit dat de<br />

protestanten een kerkgebouw<br />

wilden voor de kerkdiensten <strong>in</strong><br />

de w<strong>in</strong>ter. Met dit eigengekozen<br />

geweld probeerden<br />

ze dat af te dw<strong>in</strong>gen bij het<br />

stads- en gemeentebestuur.<br />

In de Krimpenerwaard is geen<br />

Beeldenstorm geweest.<br />

Niettem<strong>in</strong> is de nieuwe leer wél<br />

b<strong>in</strong>nengedrongen.<br />

Hoofdstuk 1 • Preken tegen de beelden | 13


HOOFDSTUK 2<br />

Ds. Clemens Rosaeus<br />

Op 1 april verloor Alva zijn bril. Het was<br />

<strong>in</strong>middels 1572; de Geuzen voerden met (en<br />

soms zonder) Willem van Oranje een<br />

vrijheidsoorlog. Ze streden tégen Spanje en<br />

vóór vrijheid van godsdienst.<br />

<strong>De</strong> Geuzen trokken <strong>in</strong> juni 1572 langs Bergambacht,<br />

met een leger over de Kerkweg en met schepen over<br />

het water van de Lek, richt<strong>in</strong>g Schoonhoven om de<br />

stad voor de Pr<strong>in</strong>s te veroveren. Dat mislukte en –<br />

misschien wel door die tegenvaller – ze staken het<br />

klooster bij <strong>De</strong>n Hem <strong>in</strong> brand en legden het hele<br />

complex <strong>in</strong> de as. Dit klooster behoorde tot de<br />

Moderne <strong>De</strong>votie, een voorloper van de <strong>Reformatie</strong>!<br />

Veel boeken werden er gedrukt. Wat jammer dat de<br />

Geuzen dat goede werk waren vergeten en deze<br />

monniken vervolgden en zelfs vermoordden!<br />

Pastoor op de vlucht<br />

<strong>De</strong> pastoor van Bergambacht, Willem Fransz van der<br />

Goude, vluchtte <strong>in</strong> 1572 voor de Geuzen naar Utrecht<br />

en een jaar later vertrok hij naar Keulen. En weet je<br />

wat zo jammer was? Doordat hij het hele kerkelijk<br />

archief meenam naar Gouda en daar verstopte, weten<br />

we nu bijna niets over die tijd! Want dat hele verstopte<br />

archief is kwijtgeraakt!<br />

Willem van der Mark, graaf<br />

van Lumey, de aanvoerder van<br />

de Geuzen, die op 1 april 1572<br />

<strong>De</strong>n Briel veroverden. Hij<br />

probeerde <strong>in</strong> juni van dat jaar<br />

samen met Jelle Eelsma, de<br />

aanvoerder van de Watergeuzen,<br />

Schoonhoven voor de<br />

Pr<strong>in</strong>s te veroveren, maar dat<br />

lukte niet.<br />

Op bladzijde 14 staat een oude<br />

prent van de kerk van<br />

Klaaswaal uit 1612; zo zal de<br />

kerk er hebben uitgezien toen<br />

dom<strong>in</strong>ee Rosaeus er stond.<br />

Hoofdstuk 2 - Ds. Clemens Rosaeus | 15


Jacobus Trigland stond van<br />

1607-1610 <strong>in</strong> Stolwijk en<br />

beschreef zijn collega<br />

Clemens Rosaeus als vroom,<br />

welbedaagd en bem<strong>in</strong>d.<br />

Wie g<strong>in</strong>g er nu voor <strong>in</strong> de zondagse diensten? En hoe<br />

zagen die diensten er uit? Eerlijk gezegd weten we<br />

dat niet. Er zit een ‘zwart gat’ tussen 1572 en de<br />

bevestig<strong>in</strong>g van de eerste predikant, dom<strong>in</strong>ee<br />

Clemens Rosaeus. Zijn achternaam betekent eigenlijk<br />

‘van der Rose’; zo werd hij ook weleens genoemd <strong>in</strong><br />

oude classisnotulen.<br />

Een lieve dom<strong>in</strong>ee<br />

Als ik nu zou zeggen dat dom<strong>in</strong>ee Rosaeus (spreek<br />

uit: Rosejus; dan hoor je het woord ‘roos’ er al <strong>in</strong> terug)<br />

een remonstrant was, dan zouden heel veel mensen<br />

al een verkeerd beeld van hem hebben. Ze zouden<br />

hem zien als een slechte dom<strong>in</strong>ee die mensen op een<br />

dwaalspoor probeerde te brengen. Maar als we goed<br />

lezen <strong>in</strong> de archiefstukken dan horen we iets anders,<br />

ondanks dat hij <strong>in</strong>derdaad remonstrants gez<strong>in</strong>d was.<br />

<strong>De</strong> latere contra-remonstrantse predikant van<br />

Stolwijk, Jacobus Trigland noemde zijn collega<br />

Rosaeus “een vroom en out man” en ook “by zijne<br />

Ghemeynte wel bem<strong>in</strong>t”. Een geliefd predikant die<br />

hield van zijn gemeente en de gemeente van hem.<br />

Kort maar hevig<br />

Die lovende woorden zullen hebben gegolden voor<br />

de korte periode <strong>in</strong> Bergambacht en een jaar later<br />

voor die <strong>in</strong> Lekkerkerk en Zuidbroek, waar hij tot zijn<br />

dood <strong>in</strong> 1616 stond. Uit die periode stammen de<br />

woorden van dom<strong>in</strong>ee Trigland, die van 1607 tot 1610<br />

<strong>in</strong> Stolwijk stond.<br />

Al eerder zagen we dat <strong>De</strong>n Hem bij Bergambacht<br />

hoorde en die mensen tot ver <strong>in</strong> de tw<strong>in</strong>tigste eeuw<br />

onder de kerkelijke gemeente van Bergambacht<br />

vielen, hoewel ze dichterbij Schoonhoven woonden.<br />

Maar aan de andere kant van het <strong>dorp</strong> lag het<br />

buurtschap Zuidbroek, dat ook onder Bergambacht<br />

hoorde. Echter, die mensen hoorden toen kerkelijk bij<br />

Lekkerkerk. Dus deze bergambachtenaren kregen<br />

16 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


een jaar later dezelfde predikant als de andere<br />

<strong>dorp</strong>sbewoners het jaar daarvoor.<br />

Dom<strong>in</strong>ee Rosaeus werd op 8 juli 1578 bevestigd <strong>in</strong><br />

Bergambacht (hoewel andere bronnen weer melden<br />

dat het 12 oktober 1578 was) en vertrok <strong>in</strong> 1579 naar<br />

Lekkerkerk. Nog een jaar later werd naast Zuidbroek<br />

ook Krimpen aan de Lek kerkelijk bij Lekkerkerk<br />

<strong>De</strong> kerk van Lekkerkerk waar ds. Rosaeus van 1579-1616 stond.<br />

gevoegd, terwijl ook Nieuw-Lekkerland, aan de<br />

overkant van de Lek, tot 1616 bij Lekkerkerk hoorde.<br />

Daar had hij dus best veel werk aan!<br />

Vriend van Wtenbogaert<br />

Dom<strong>in</strong>ee Rosaeus was een goede vriend van de<br />

remonstrantse voorman, ds. Johannes Wtenbogaert<br />

(spreek uit ‘Uutenbogaard’; Die ‘w’ is, net als bij de<br />

engelsen, een dubbele ‘u’). Wtenbogaert was een<br />

neef van de Schoonhovense predikant Uytenbogaert;<br />

die was op geestelijk en kerkelijk gebied een van de<br />

meest belangrijke identificatiefiguren voor zijn neef<br />

Johannes geweest! Maar dom<strong>in</strong>ee Rosaeus was dus<br />

ook een goede geestelijke vriend. Ds. Wtenbogaert<br />

– die na de dood van Arm<strong>in</strong>ius voorman van de<br />

remonstranten werd, maar wel een stuk gematigder<br />

was! – kwam regelmatig op bezoek bij de familie<br />

Rosaeus. In Lekkerkerk, maar misschien ook wel <strong>in</strong><br />

Bergambacht!<br />

Dom<strong>in</strong>ee Rosaeus schreef<br />

een boek met de titel<br />

‘Voorlooperken, zijnde een<br />

Tractaetgen van ‘t <strong>in</strong>houden<br />

der schriften van David Joris’.<br />

David Joris (1501-1556 ) was<br />

een wederdoper die zich fel<br />

keerde tegen de mis; hij<br />

ontkende dat het brood en de<br />

wijn écht veranderden <strong>in</strong> vlees<br />

en bloed van Jezus Christus.<br />

Hij werd de aanvoerder van de<br />

zogenaamde Davidjoristen die<br />

fel werden vervolgd door de<br />

Roomse Kerk. David schreef<br />

een berucht boek dat<br />

‘Wonderboeck’ heette. Daar<br />

gaat het boekje van ds. Rosaeus<br />

waarschijnlijk op <strong>in</strong>.<br />

Hoofdstuk 2 - Ds. Clemens Rosaeus | 17


Rembrandt van Rijn maakte<br />

een prachtig schilderij van<br />

ds. Johannes Wtenbogaert,<br />

de vriend van ds. Rosaeus en<br />

de collega van diens zoon<br />

Henricus Rosaeus.<br />

In het spoor<br />

Ds. Rosaeus en zijn vrouw kregen – waarschijnlijk pas<br />

<strong>in</strong> de Lekkerkerkse tijd – één dochter, Cathar<strong>in</strong>a, en<br />

twee zoons, Henricus en Johannes, die beiden ook<br />

predikant werden.<br />

Johannes volgde zijn vader <strong>in</strong> 1617, een jaar na diens<br />

overlijden, op <strong>in</strong> Lekkerkerk (en Zuidbroek). Maar hij<br />

studeerde eerst <strong>in</strong> Leiden (1607), <strong>in</strong> Heidelberg (1611)<br />

en <strong>in</strong> Geneve (1612). Vervolgens keerde hij <strong>in</strong> 1615<br />

terug naar Leiden en studeerde er medicijnen (!);<br />

maar werd uite<strong>in</strong>delijk twee jaar later toch predikant.<br />

Henricus – de oudste – werd eerst predikant <strong>in</strong><br />

Berkenwoude (1598), daarna <strong>in</strong> Overschie (1600),<br />

<strong>in</strong> Friemersheim (Duitsland) (1602) en <strong>in</strong> <strong>De</strong>n Haag<br />

(1607). In 1627 werd hij legerpredikant van de<br />

Pruisische troepen en tien jaar later predikant <strong>in</strong><br />

Zijderveld (1637) waar hij <strong>in</strong> 1658 overleed.<br />

Beide jongens hadden een goede band met de vriend<br />

van hun vader, ds. Johannes Wtenbogaert. Henricus<br />

18 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


werd zelfs zijn collega, maar heeft zich <strong>in</strong> <strong>De</strong>n Haag<br />

niet eerlijk gedragen jegens Wtenbogaert. Hij<br />

probeerde zelfs zijn pastorie te bemachtigen, toen<br />

Wtenbogaert als remonstrant <strong>in</strong> ball<strong>in</strong>gschap moest.<br />

Henricus werd toen gauw contra-remonstrant om<br />

predikant te kunnen blijven. Dat was niet fair!<br />

Weet je waarom pr<strong>in</strong>s Maurits<br />

partij koos voor de contraremonstranten?<br />

Omdat zijn hofpredikant<br />

ds. Johannes Wtenbogaert<br />

hem wees op zijn zondige<br />

leven met allerlei vrouwen,<br />

bij wie de pr<strong>in</strong>s tal van<br />

bastaardk<strong>in</strong>deren had;<br />

dat lijkt wel een beetje op de<br />

geschiedenis van Johannes (!)<br />

de Doper en Herodes.<br />

<strong>De</strong> Jacobuskerk <strong>in</strong> <strong>De</strong>n Haag<br />

waar Henricus Rosaeus<br />

predikant was, dankzij de hulp<br />

van ds. Johannes Wtenbogaert.<br />

Hoofdstuk 2 - Ds. Clemens Rosaeus | 19


Hoofdstuk 3<br />

Ds. Arnoldus Georgii Dorgen<br />

Als je <strong>in</strong> de kerk rondkijkt zie je strakke,<br />

witte muren; een sober en vooral eenvoudig<br />

<strong>in</strong>terieur. Maar dat is niet altijd zo geweest.<br />

Hoe zag de kerk er <strong>in</strong> die eerste eeuw van<br />

Hervormd Bergambacht eigenlijk uit?<br />

Met deze vraag camoufleer ik een beetje dat er over<br />

dom<strong>in</strong>ee Dorgen we<strong>in</strong>ig tot niets bekend is. Sterker<br />

nog: hij staat niet eens op het predikantenbord! Dat<br />

komt vermoedelijk door een leesfoutje. <strong>De</strong> namen<br />

van hem en dom<strong>in</strong>ee Neomagus lijken wat op elkaar.<br />

Er zijn bronnen die beweren dat <strong>in</strong> 1579 dom<strong>in</strong>ee<br />

Neomagus voor het eerst werd beroepen en dat hij<br />

later weer terugkeerde (misschien door een conflict<br />

met ambachtsheer Willem van Zuijlen van Nijevelt jr.,<br />

zoon van de maker van de Souterliedekens. Maar dat<br />

is niet waar. Dom<strong>in</strong>ee Arnold, zoon van George,<br />

Dorgen heeft écht bestaan, krijgt dus een hoofdstuk<br />

en hoort eigenlijk óók op het predikantenbord!<br />

Het kerk<strong>in</strong>terieur rond 1580<br />

Stonden er nog beelden of zijn die toch een keer<br />

kapotgegooid? Vermoedelijk hebben de Geuzen <strong>in</strong><br />

dit proces ‘geholpen’ , maar op een niet zo fraaie<br />

manier. In 1575 verwoestten de Spanjaarden<br />

Oudewater en moordden de stad uit als vergeld<strong>in</strong>g<br />

Het eerste predikantenbord <strong>in</strong><br />

de zuiderkapel; grote afwezige<br />

naam is die van ds. Dorgen.<br />

Hoofdstuk 3 - Ds. Arnoldus Georgii Dorgen | 21


de kerk herbouwd, ondanks de armoede van de<br />

gedupeerde <strong>dorp</strong>el<strong>in</strong>gen. Het zal geen kerk met veel<br />

TOREN<br />

KERKSCHIP<br />

KOOR<br />

verfraai<strong>in</strong>gen zijn geweest. En al helemaal geen<br />

beelden meer! Maar er h<strong>in</strong>gen wel wapenschilden <strong>in</strong><br />

de kerk en er stond m<strong>in</strong>imaal één mooie herenbank<br />

SACRISTIE<br />

<strong>in</strong> voor de ambachtsheer (als hij aanwezig was).<br />

Plattegrond van de kerk rond<br />

1580; l<strong>in</strong>ks de toren die tussen<br />

1450 en 1500 werd gebouwd;<br />

de kerk <strong>in</strong> deze vorm is een<br />

halve eeuw ouder, maar… <strong>in</strong><br />

1576 grotendeels <strong>in</strong> de as<br />

gelegd door de Geuzen; rechts<br />

zie je het koor met daaronder<br />

aan de zuidkant de sacristie;<br />

dat is de plaats waar de<br />

kerkelijke gewaden en andere<br />

attributen bewaard werden.<br />

Dit plattegrondje komt uit het<br />

boek ‘<strong>De</strong> Laurentiuskerk van<br />

Bergambacht’, geschreven<br />

door D. Blanken.<br />

voor het feit dat ze zich niet zomaar overgaven.<br />

Daarna trokken ze naar het strategische stadje<br />

Schoonhoven – op de grens van Utrecht en Holland<br />

– en stond de <strong>in</strong>woners datzelfde lot te wachten.<br />

Daarom besloot het stadsbestuur zich direct over te<br />

geven. In no-time was de omgev<strong>in</strong>g weer <strong>in</strong> handen<br />

van de kon<strong>in</strong>g van Spanje. In 1576 probeerden de<br />

Geuzen de regio weer te heroveren en met succes.<br />

Maar… erg fraai hebben ze zich niet gedragen. Het is<br />

niet bekend waarom, maar ze hebben het grootste<br />

deel van Bergambacht <strong>in</strong> brand gestoken. Ook de<br />

kerk werd grotendeels verwoest. Korte tijd later werd<br />

Het uiterlijk van de Laurentiuskerk rond 1580<br />

<strong>De</strong> kerk had een toren, maar geen zijbeuken; alleen<br />

was tegen de zuidkant de sacristie – een kamer waar<br />

de priester gewaden, kleden en andere rituele<br />

gereedschappen werden bewaard – aangebouwd.<br />

Op de scheid<strong>in</strong>g van het koor en het kerkschip – waar<br />

nu de preekstoel staat – stond het hoofdaltaar, maar<br />

dat was er rond 1580 niet meer. Als je buiten goed<br />

naar de straat kijkt, zie je nog waar de muren van het<br />

koor stonden; het was halfrond. En als je kijkt naar de<br />

buitenmuur waartegen de consistorie is gebouwd, zie<br />

je waar de doorgang tussen koor en kerkschip was.<br />

22 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


<strong>De</strong> dom<strong>in</strong>ee<br />

Na een jaar was de gemeente vacant. Ze was juist wat<br />

tot rust gekomen. Het <strong>dorp</strong> viel <strong>in</strong> het grotere<br />

verband (classis) aanvankelijk onder Dordrecht, maar<br />

op 8 juli 1578 werd een nieuwe classis opgericht, de<br />

classis Gouda, waartoe de gemeente nog steeds<br />

behoort. <strong>De</strong> notulen van die classis hadden iets<br />

kunnen vertellen over het beroep<strong>in</strong>gswerk <strong>in</strong> deze<br />

tijd. Helaas is het eerste notulenboek zoekgeraakt,<br />

doordat de scriba’s wisselden en het boek telkens<br />

meenamen naar huis. Daardoor weten we bijna niets<br />

over dom<strong>in</strong>ee Dorgen. Hij kwam ergens <strong>in</strong> de tweede<br />

helft van 1579 en g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> oktober 1587 met emeritaat.<br />

Verzorg<strong>in</strong>g van predikantsweduwen<br />

Enkele jaren later overleed hij. <strong>De</strong> naam van zijn<br />

vrouw weten we ook: Grietje Willemsdochter. En ook<br />

dat zes van hun nog niet volwassen k<strong>in</strong>deren nog <strong>in</strong><br />

leven waren. Vanuit de classis werd er al heel vroeg<br />

gezorgd dat predikantsweduwen <strong>in</strong> hun onderhoud<br />

konden voorzien. Het Hof van Holland regelde deze<br />

zaken. Dit was al vanaf 1580 tamelijk goed geregeld.<br />

Daarom zien we Grietje op 4 mei 1594 voor het Hof<br />

verschijnen en we lezen <strong>in</strong> de akten dat zij nog zes<br />

k<strong>in</strong>deren heeft te onderhouden. Daarom kreeg ze<br />

voor de komende vier maanden 100 ponden en<br />

verder werd vastgesteld dat ze elk jaar vijftig ponden<br />

kreeg, “net als de andere weduwen”.<br />

Begraven<br />

Waar werd de dom<strong>in</strong>ee begraven, als hij nog <strong>in</strong> het<br />

<strong>dorp</strong> woonde? Vrijwel zeker buiten de kerk, op het<br />

kerkhof naast de kerk. Heel misschien ín de kerk, maar<br />

dat is niet zeker. Er was alleen een graftombe voor de<br />

adelijke ambachtsheren naast de zuidelijke kapel (op<br />

de plek waar de sacristie ooit was!). Later zou er ook<br />

een grafkelder komen onder wat nu de noordelijke<br />

zijbeuk is, die daar bovenop werd gebouwd.<br />

Op de donk (de ‘berg’ waar<br />

Bergambacht haar naam aan<br />

heeft te danken) stond <strong>in</strong> 1580<br />

dus een kle<strong>in</strong>e, rechthoekige<br />

kerk met een wat lagere toren<br />

dan nu en aan de oostkant het<br />

halfronde koor.<br />

In de ‘tu<strong>in</strong>’ aan de zuid- en de<br />

noordkant van de kerk was<br />

een begraafplaats; terecht een<br />

‘kerk-hof’.<br />

Hoofdstuk 3 - Ds. Arnoldus Georgii Dorgen | 23


Hoofdstuk 4<br />

Ds. Paschasius Aquensis<br />

( Limburgensis)<br />

Dat is een mond vol Latijn. Het stond deftig<br />

om je naam latijns te laten kl<strong>in</strong>ken. Als je<br />

het weer terugzet <strong>in</strong> het Nederlands leer je<br />

direct iets over deze dom<strong>in</strong>ee: Paschasius<br />

(geboren op Pasen) Aquensis (van het<br />

water) Limburgensis (uit Limburg).<br />

Voordat deze predikant <strong>in</strong> 1590 <strong>in</strong> Bergambacht<br />

kwam, was hij vanaf 1586 verbonden aan de<br />

gemeente van Polsbroek. Daarvóór was hij van 1581<br />

tot 1582 hulpprediker <strong>in</strong> Zevenaar (bij Arnhem).<br />

En hij bleef er <strong>in</strong> de buurt werkzaam tot 1584. Maar<br />

voor die tijd was hij pastoor ergens <strong>in</strong> Limburg. Toen<br />

de Spanjaarden kwamen moest hij vluchten (dat zal<br />

waarschijnlijk zijn omdat hij de nieuwe leer aanh<strong>in</strong>g).<br />

Een vluchtel<strong>in</strong>g<br />

Hij kwam dus <strong>in</strong> het gebied achter Arnhem terecht en<br />

werkte er van 1581 tot 1584 voor de nog geheime<br />

protestantse gemeenten die <strong>in</strong> Gennep, Kleef,<br />

Emmerich, Rees en Zevenaar waren ontstaan. Maar <strong>in</strong><br />

1584 werd hij door de Kleefse reger<strong>in</strong>g om<br />

Op pag<strong>in</strong>a 24 zie je een<br />

penteken<strong>in</strong>g – die rond 1647 is<br />

gemaakt door Roelant<br />

Roghman (1627-1692) – van<br />

het slot ’s-Heeraartsberg en<br />

achter de bomen de kerk; als<br />

je goed kijkt zie je rechts het<br />

koor nog aan de kerk zitten (zie<br />

ook <strong>in</strong> het detail hierboven).<br />

Hoofdstuk 4 - Ds. Paschasius Aquensis (Limburgensis) | 25


Rechts een teken<strong>in</strong>g van<br />

Zevenaar uit 1577, vlak voor<br />

de tijd dat ds. Paschasius er<br />

werkte.<br />

Willem van Oranje werd<br />

vermoord door Balthasar<br />

Gerards, <strong>in</strong> 1584, het jaar<br />

waar<strong>in</strong> ds. Paschasius werd<br />

weggestuurd uit het gebied<br />

van Kleef.<br />

onduidelijke redenen tot ‘ongewenst persoon’<br />

verklaard en weggestuurd.<br />

In 1586 v<strong>in</strong>den we de dom<strong>in</strong>ee dan hier <strong>in</strong> de buurt<br />

terug: <strong>in</strong> Polsbroek. Een gevluchte predikant die door<br />

de oorlog hier <strong>in</strong> het <strong>dorp</strong> is terecht gekomen! Als je<br />

die moeilijke naam op het bord ziet staan, denk je<br />

maar aan de vluchtel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de Tachtigjarige Oorlog.<br />

Willem van Oranje vermoord<br />

Toen ds. Paschasius dus werd verbannen uit het<br />

gebied van Kleef, gebeurde er <strong>in</strong> <strong>De</strong>lft iets ergs.<br />

Willem van Oranje werd op 10 juli 1584 <strong>in</strong> de Pr<strong>in</strong>senhof<br />

<strong>in</strong> <strong>De</strong>lft vermoord door de fanatiek katholieke<br />

Balthasar Gerards. Het verzet <strong>in</strong> ons land was diep<br />

geschokt; Spanje leek te overw<strong>in</strong>nen. Dit raakte ook<br />

de ambachtsheer van Bergambacht, Willem van<br />

Zuijlen van Nijevelt jr. diep, omdat hij een goede<br />

vriend van de pr<strong>in</strong>s was. Hij zat <strong>in</strong> het Verbond der<br />

Edelen en voerde allerlei opdrachten uit voor hem.<br />

Werk voor de classis<br />

Dom<strong>in</strong>ee Paschasius werd <strong>in</strong> 1590 <strong>in</strong> Bergambacht<br />

beroepen. Dat beroep werd eerst goedgekeurd door<br />

ambachtsheer Willem van Zuijlen van Nijevelt jr.<br />

Daarna moest het goedgekeurd worden door de<br />

classis. <strong>De</strong> classicale vergader<strong>in</strong>g had tamelijk goed<br />

overzicht over de nood die er <strong>in</strong> de gemeenten was<br />

en probeerde <strong>in</strong> de vergader<strong>in</strong>g structureel d<strong>in</strong>gen<br />

op orde te stellen. Je ziet vragen langskomen over<br />

huwelijken en relaties, over hoe het Avondmaal moest<br />

26 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


worden gevierd. Er werden predikanten aangewezen<br />

die <strong>in</strong> buurgemeenten moesten helpen of andere<br />

zaken regelen. Zo kreeg ds. Paschasius <strong>in</strong> mei 1606 de<br />

opdracht om – met nog een paar predikanten – het<br />

werk <strong>in</strong> Haastrecht te doen, omdat de predikant daar<br />

te oud werd (doof, bl<strong>in</strong>d en geheugenverlies).<br />

Ingrijpen door de classis<br />

Maar er werden ook predikanten op hun gedrag<br />

aangesproken door de classis. Het was best wel eens<br />

een rommeltje, maar er werd hard gewerkt om het<br />

kerkelijk leven op orde te krijgen! In november 1605<br />

lezen we <strong>in</strong> de classisnotulen over problemen tussen<br />

de heer van Bergambacht, Willem van Zuijlen van<br />

Nijevelt jr. en ds. Paschasius. <strong>De</strong> preken van de<br />

dom<strong>in</strong>ee deugden niet, volgens heer Willem. <strong>De</strong><br />

dom<strong>in</strong>ee zou vreemde verman<strong>in</strong>gen geven vanaf de<br />

kansel en hij zou veel te veel teksten opsommen <strong>in</strong><br />

zijn preken zonder de d<strong>in</strong>gen goed uit te leggen en <strong>in</strong><br />

zijn preken echt onderwijzend, vertroostend en<br />

vermanend te zijn. Enkele predikanten uit de classis<br />

moesten nu <strong>in</strong> Bergambacht komen luisteren naar<br />

zijn preken om hem advies te geven <strong>in</strong> het preken.<br />

Emeritaat<br />

Vermoedelijk heeft het allemaal niet veel meer<br />

uitgehaald, want <strong>in</strong> de loop van 1606 g<strong>in</strong>g de<br />

dom<strong>in</strong>ee met emeritaat. E<strong>in</strong>d 1609 – het Twaalfjarig<br />

Bestand (1609-1621) was net begonnen – overleed hij<br />

en werd <strong>in</strong> Bergambacht begraven. Een jaar na heer<br />

Willem van Zuijlen van Nijevelt, die <strong>in</strong> <strong>De</strong>n Haag<br />

overleed en <strong>in</strong> het familiegraf naast de zuiderkapel<br />

van de Bergambachtse Laurentiuskerk werd bijgezet.<br />

Tien jaar later zien we dat de classis zich ontfermde<br />

over de weduwe Paschasius “ten aensiene van haren<br />

grooten noot” en “aen de Gecommitteerden Raden van<br />

de Staten versoecken sal eenich subsidium ende<br />

onderstant.”<br />

Pr<strong>in</strong>s Maurits, zoon van<br />

Willem van Oranje en Anna<br />

van Saksen, zette de vrijheidsstrijd<br />

van zijn vader voort.<br />

Eigenlijk mocht hij pas ‘pr<strong>in</strong>s’<br />

genoemd worden na de dood<br />

van zijn oudere broer Philips<br />

Willem, die <strong>in</strong> Spanje werd<br />

gegijzeld. Toen die <strong>in</strong> 1618<br />

overleed, erfde Maurits de titel<br />

‘pr<strong>in</strong>s’. Tot die tijd moeten we<br />

eigenlijk spreken over ‘graaf<br />

Maurits van Nassau’, maar<br />

gemakshalve houden we het<br />

<strong>in</strong> dit boekje bij ‘Pr<strong>in</strong>s Maurits’.<br />

Hoofdstuk 4 - Ds. Paschasius Aquensis (Limburgensis) | 27


Hoofdstuk 5<br />

Ds. Arnoldus Gerhardi<br />

Neomagus ( Rapenborch)<br />

Na een vacaturetijd van ongeveer vier jaar<br />

kwam er een nieuwe predikant <strong>in</strong> het <strong>dorp</strong>:<br />

dom<strong>in</strong>ee Neomagus. Zijn naam betekent<br />

waarschijnlijk ‘uit Nijmegen’. Onbekend is of<br />

hij daar ook vandaan kwam toen hij hier<br />

beroepen werd. <strong>De</strong> andere toevoeg<strong>in</strong>g,<br />

Rapenborch, doet denken aan Leiden.<br />

E<strong>in</strong>delijk een nieuwe dom<strong>in</strong>ee<br />

<strong>De</strong> nieuwe predikant was een fel en schrijflustig man.<br />

Hij stond nog maar twee jaar <strong>in</strong> Bergambacht toen hij<br />

een dik boek van David Pareus vertaalde en uitgaf,<br />

‘<strong>De</strong> verclar<strong>in</strong>ge over den goddelijcken brief des apostels<br />

Pauli tot den Romeynen.’ <strong>De</strong>ze dom<strong>in</strong>ee David Pareus<br />

was een leerl<strong>in</strong>g van Urs<strong>in</strong>us (die je kent van de<br />

Catechismus) en een trouw volgel<strong>in</strong>g van Calvijn.<br />

Dom<strong>in</strong>ee Neomagus liet echter <strong>in</strong> zijn preken juist<br />

duidelijk horen dat hij moeite had met die theologie<br />

van Calvijn. En dat bracht al vrij snel onrust. Hij was<br />

niet de enige <strong>in</strong> de regio. Predikanten van de steden<br />

Gouda en Schoonhoven droegen die visie ook uit en<br />

dat moet ook op de classis merkbaar zijn geweest.<br />

In 1612 vertaalde Neomagus<br />

dit boek van David Pareus<br />

(uit Heidelberg) uit het latijn en<br />

kreeg daar 120 gulden voor.<br />

L<strong>in</strong>ks: prent van de Nationale<br />

Synode te Dordrecht die<br />

van 13 november 1618 tot<br />

9 mei 1619 werd gehouden<br />

en bestond uit maar liefst<br />

154 vergader<strong>in</strong>gen; op één van<br />

die vergader<strong>in</strong>gen moest ook<br />

ds. Neomagus verschijnen.<br />

Hoofdstuk 5 - Ds. Arnoldus Gerhardi Neomagus (Rapenborch) | 29


Rechts: de ambachtsheer van<br />

‘s-Heeraartsbergen,<br />

Bergambacht en Ammerstol,<br />

Frederik van Zuijlen van<br />

Nijevelt (1572-1646).<br />

<strong>De</strong> reformator van Genève,<br />

Johannes Calvijn (1509-1564).<br />

Merkwaardig is dat de goedkeur<strong>in</strong>g<br />

voor dit beroep ook door<br />

de ambachtsheer – Frederik van<br />

Zuijlen van Nijevelt – was gegeven.<br />

Hij was namelijk juist voorstander<br />

van de theologie van Calvijn die<br />

algemeen <strong>in</strong> de kerk van de<br />

<strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> ons land was<br />

geaccepteerd. Uit de notulen van<br />

de classis wordt ons duidelijk dat<br />

zijn <strong>in</strong> 1608 overleden vader <strong>in</strong><br />

1605 ook al onenigheid had met<br />

de vorige predikant over diens<br />

vrijz<strong>in</strong>nige predik<strong>in</strong>g! Waarom dit<br />

beroep tóch zijn goedkeur<strong>in</strong>g kreeg is dus een raadsel.<br />

Problemen met Calvijn<br />

Het is een <strong>in</strong>gewikkelde theologische kwestie, maar<br />

<strong>in</strong> het kort komt het bezwaar tegen Calvijn hierop<br />

neer: men vond dat zijn theologie<br />

over de predest<strong>in</strong>atie – dat God<br />

van te voren weet (en dus bepaalt<br />

<strong>in</strong> Zijn almacht) wie gaan geloven<br />

en wie niet – de mens totaal<br />

passief maakt. Calvijn leerde dat<br />

de mens zich nooit uit zichzelf<br />

kan bekeren en dat al vóór je<br />

geboorte vaststaat of je bent<br />

uitverkoren of niet; beker<strong>in</strong>g en<br />

geloof zijn voluit Gods werk. Maar,<br />

zo vonden deze bezwaarmakers,<br />

dán ontneem je de mens zijn<br />

verantwoordelijkheid! Dirk<br />

Volckertsz. Coornhert – een volgel<strong>in</strong>g van <strong>De</strong>siderius<br />

Erasmus – die <strong>in</strong> 1588 uit <strong>De</strong>lft naar Gouda vluchtte,<br />

zei: “<strong>De</strong> calv<strong>in</strong>isten maken van God een wrede tiran,<br />

Die niet het heil van iedereen wenst.” Er was nu tijdelijk<br />

vrede met Spanje, maar er dreigde oorlog <strong>in</strong> de kerk!<br />

30 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


Problemen met de belijdenisgeschriften<br />

<strong>De</strong> predikanten die zich tegen deze calv<strong>in</strong>istische<br />

theologie keerden hadden ook grote moeite met de<br />

belijdenisgeschriften (de Heidelbergse Catechismus<br />

en de Nederlandse Geloofsbelijdenis) die eveneens<br />

sterk beïnvloed waren door Calvijns theologie. Zij<br />

vonden dat de Bijbel hét uitgangspunt moest zijn en<br />

dat menselijke geschriften niet een soort leesbril voor<br />

de Bijbel moesten zijn. Maar… de Catechismus en de<br />

Nederlandse Geloofsbelijdenis waren op het Convent<br />

van Wezel (1568) (de eerste vergader<strong>in</strong>g van de latere<br />

Gereformeerde of Hervormde Kerk) en op de Synode<br />

van Emden (1571) juist verplicht gesteld om gebruikt<br />

te worden <strong>in</strong> de kerk en op school. Met die twee<br />

belijdenisgeschriften kon de kerk juist stevig worden<br />

opgebouwd. Daar wilden de bezwaarmakers nu dus<br />

weer vanaf. In Gouda weigerden de predikanten om<br />

te preken uit de Catechismus; ook al werden ze<br />

daarvoor door de classis op hun v<strong>in</strong>gers getikt.<br />

<strong>De</strong> Goudsche Catechismus<br />

In 1607 – drie jaar voordat ds. Neomagus naar<br />

Bergambacht kwam – stelden een paar predikanten<br />

<strong>in</strong> Gouda een ‘eigen Catechismus’ op. En ze wilden<br />

dat k<strong>in</strong>deren dááruit les kregen op school. Mijnheer<br />

Glismeijer van de Driestar heeft daarover een scriptie<br />

gemaakt. Het boekje werd <strong>in</strong> de volksmond de<br />

‘Goudsche Catechismus’ genoemd, maar de eigenlijke<br />

titel luidde ‘Korte Onderwijs<strong>in</strong>ghe der k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> de<br />

Christelijcke Religie’ en was met name het product van<br />

dom<strong>in</strong>ee Herman Herbertsz., die juist <strong>in</strong> februari 1607<br />

overleed. Als je deze Catechismus doorbladert zie je<br />

niet direct veel onbijbelse d<strong>in</strong>gen. Het probleem zit<br />

vooral <strong>in</strong> de d<strong>in</strong>gen die eruit zijn weggelaten. We<br />

komen niets meer tegen over bijvoorbeeld erfzonde.<br />

En op zowel het punt van de ellende, de verloss<strong>in</strong>g als<br />

de dankbaarheid, liggen andere accenten. Het<br />

uitbrengen van deze ‘andere Catechismus’ was een<br />

daad van protest; velen vonden het zelfs verraad!<br />

<strong>De</strong> <strong>in</strong> 1607 te Gouda<br />

uitgegeven en gebruikte<br />

‘Korte Onderwijs<strong>in</strong>ghe der<br />

k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> de Christelijcke<br />

Religie’. Het boekje werd later<br />

‘de Goudsche Catechismus’<br />

genoemd, doordat een<br />

tegenschrift van de <strong>De</strong>lftse<br />

predikant Reynier Donteclock<br />

het die naam gaf.<br />

Hoofdstuk 5 - Ds. Arnoldus Gerhardi Neomagus (Rapenborch) | 31


In 1615 gaf Neomagus een<br />

boek uit over de veldtocht van<br />

Pr<strong>in</strong>s Maurits, <strong>in</strong> 1600: de slag<br />

bij Nieuwpoort.<br />

Het is niet duidelijk waarom hij<br />

over zo’n politiek onderwerp<br />

een boek wilde schrijven <strong>in</strong> de<br />

pastorie van Bergambacht.<br />

Wilde hij de Pr<strong>in</strong>s paaien?<br />

Het boek werd twee jaar later<br />

opnieuw uitgegeven!<br />

Arm<strong>in</strong>ius contra Gomarus<br />

Die Goudsche Catechismus was een van de vele<br />

boeken met een ándere theologische visie, die <strong>in</strong> die<br />

tijd van de persen rolden. Het bleef niet bij gedrukte<br />

woorden; de tegenover elkaar staande visies kwamen<br />

meerdere keren met elkaar <strong>in</strong> conflict op bijvoorbeeld<br />

de Universiteit van Leiden; de <strong>in</strong> 1575 door Willem<br />

van Oranje aan de bevrijde stad geschonken<br />

academie. Twee professoren stonden hier tegenover<br />

elkaar: de <strong>in</strong> Oudewater<br />

geboren Jacob<br />

Hermansz (l<strong>in</strong>ks) –<br />

verlatijnst tot<br />

Jacobus Arm<strong>in</strong>ius<br />

(1559-1609) – en de<br />

<strong>in</strong> Brugge geboren<br />

François Gomaer<br />

(rechts) – verlatijnst<br />

tot Franciscus Gomarus<br />

(1563-1641). Arm<strong>in</strong>ius had <strong>in</strong> Genève gestudeerd bij<br />

Beza, de opvolger van Calvijn; en daar ontstond zijn<br />

afkeer van Calvijns theologie. Gomarus daarentegen<br />

hield vast aan wat Calvijn had geleerd over (het<br />

ontbreken van) de vrije wil van de mens, de erfzonde<br />

en Gods voorbeschikk<strong>in</strong>g (de predest<strong>in</strong>atie). En je<br />

snapt dat beide professoren hun leerl<strong>in</strong>gen achter<br />

zich probeerden te verzamelen.<br />

Kerk en Staat<br />

<strong>De</strong>ze kwestie bleef niet<br />

alleen beperkt tot de<br />

hoger opgeleiden op<br />

de universiteiten. Ook<br />

de stads- en <strong>dorp</strong>sdom<strong>in</strong>ees<br />

spraken zich<br />

openlijk uit over deze<br />

kwestie op de classisvergader<strong>in</strong>gen<br />

en dat werd<br />

32 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


ook merkbaar tijdens de preken <strong>in</strong> de kerken. Maar<br />

ook daar bleef het niet bij. Het werd ook een zaak<br />

waar de reger<strong>in</strong>g – de Staten van Holland en later ook<br />

de Staten-Generaal – zich mee g<strong>in</strong>g bemoeien. Je moet<br />

weten dat Kerk en Staat toen nog niet gescheiden<br />

waren, maar met elkaar verweven. <strong>De</strong> twee kampen<br />

g<strong>in</strong>gen zich ook uitspreken over of de Kerk boven de<br />

Staat moest staan of juist andersom. Wie had er gelijk?<br />

Eenheid of scheid<strong>in</strong>g?<br />

Om het conflict te stoppen werden Arm<strong>in</strong>ius en<br />

Gomarus <strong>in</strong> 1607 opgeroepen voor de Staten van<br />

Holland. Ze mochten beiden hun standpunten<br />

uiteenzetten. Men hoopte een scheur<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de kerk te<br />

voorkomen. Maar het gesprek loste helaas niets op.<br />

Op 13 augustus 1609 belegden de Staten opnieuw<br />

een dispuut, een pittig gesprek, <strong>in</strong> <strong>De</strong>n Haag, om de<br />

theologen bij elkaar te brengen. Beiden mochten vier<br />

geestverwanten meenemen naar de vergader<strong>in</strong>g.<br />

Raads pensionaris Johan<br />

van Oldebarnevelt (de<br />

belangrijkste reger<strong>in</strong>gs -<br />

functionaris onder de<br />

stadhouder) – was vóór<br />

de Arm<strong>in</strong>ianen. Pr<strong>in</strong>s<br />

Maurits koos echter voor<br />

de kant van Gomarus. Hij<br />

zag de Arm<strong>in</strong>ianen als<br />

een bedreig<strong>in</strong>g. Dat had<br />

ook te maken met het<br />

verschil van <strong>in</strong>zicht<br />

tussen Maurits en Oldebarnevelt op def<strong>in</strong>itieve vrede<br />

met Spanje (waardoor Maurits’ macht en <strong>in</strong>vloed<br />

afnam) en het feit dat Oldebarnevelt een soort<br />

staatsgreep probeerde te plegen. In oktober –<br />

midden<strong>in</strong> dat dispuut, dat een aantal zitt<strong>in</strong>gen<br />

duurde – overleed Arm<strong>in</strong>ius, terwijl hij schreef aan<br />

zijn verweer. Was deze twist nu ten e<strong>in</strong>de?<br />

Dispuut tussen Arm<strong>in</strong>us<br />

(staand) en Gomarus (zittend)<br />

te <strong>De</strong>n Haag <strong>in</strong> 1607,<br />

georganiseerd door de Staten<br />

van Holland, die nu wel eens<br />

precies wilden weten wat het<br />

probleem was, omdat de<br />

staatsveiligheid <strong>in</strong> gevaar<br />

kwam door deze ruzie.<br />

Hoofdstuk 5 - Ds. Arnoldus Gerhardi Neomagus (Rapenborch) | 33


Johan van Oldebarnevelt<br />

vormde met de veel jongere<br />

Pr<strong>in</strong>s Maurits aanvankelijk een<br />

goed span; echter, hij g<strong>in</strong>g zich<br />

als een soort nieuwe Vader des<br />

Vaderlands gedragen en toen<br />

hij met een soort staatsgreep<br />

de macht probeerde te krijgen<br />

is dat hem uite<strong>in</strong>delijk op<br />

onthoofd<strong>in</strong>g komen te staan;<br />

hij werd juridisch bijgestaan<br />

door Hugo de Groot, die later<br />

op Slot Loeveste<strong>in</strong> werd<br />

gevangen gezet, maar <strong>in</strong> een<br />

boekenkist wist te ontsnappen!<br />

Remonstrantie en Contra-remonstrantie<br />

Helaas. Opnieuw vormde Gouda een middelpunt van<br />

protest. <strong>De</strong> hang naar vrijheid van godsdienst en<br />

men<strong>in</strong>gsuit<strong>in</strong>g zocht de grenzen op. Het verzet tegen<br />

het calv<strong>in</strong>isme begon hardere vormen aan te nemen.<br />

Op 14 januari 1610 kwamen <strong>in</strong> Gouda 44 predikanten<br />

– volgel<strong>in</strong>gen van de overleden Arm<strong>in</strong>ius – samen en<br />

stelden een Remonstrantie (verzoekschrift) <strong>in</strong> vijf<br />

artikelen op om niet meer gebonden te zijn aan de<br />

door de synode opgelegde belijdenisgeschriften. Zij<br />

eisten meer leervrijheid. Het stuk werd opgesteld<br />

door Johannes Wtenbogaert, de opvolger van<br />

Arm<strong>in</strong>ius. <strong>De</strong>ze groep werd voortaan aangeduid als<br />

de ‘Remonstranten’.<br />

Tegenstanders van deze groep maakte direct protest<br />

en klommen <strong>in</strong> de pen. Zij werden daarom ‘Contraremonstranten’<br />

genoemd. Door deze polarisatie<br />

dreigde de kerk van de <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> de Nederlanden<br />

al na bijna een halve eeuw te scheuren! Wat nu?<br />

<strong>De</strong> Nationale Synode van Dordrecht<br />

<strong>De</strong> zaak werd nu fors aangepakt. <strong>De</strong> Staten-Generaal<br />

belegden een grootse synodevergader<strong>in</strong>g, waarbij ook<br />

buitenlandse gereformeerden werden uitgenodigd.<br />

En… we zien er ook onze ambachtsheer zitten:<br />

Frederik van Zuijlen van Nijevelt!<br />

Eigenlijk werd dit niet een debat met elkaar, maar<br />

eerder een rechtzitt<strong>in</strong>g! <strong>De</strong> Remonstranten werden<br />

eerlijk gezegd <strong>in</strong> de beklaagdenbank gezet. Tijdens<br />

deze synode <strong>in</strong> Dordrecht werden de bekende<br />

‘Dordtsche Leerregels’ geschreven, tegen ‘<strong>De</strong> vijf<br />

artikelen’ die de Remonstranten eerder hadden<br />

opgesteld. <strong>De</strong> afloop van die 154 vergader<strong>in</strong>gen –<br />

van 13 november 1618 tot 9 mei 1619 – werd voor de<br />

Remonstranten dramatisch. Ze moesten de ‘Acte van<br />

Stilstand’ (preekverbod) ondertekenen. Weigerden zij,<br />

dan werden ze verbannen uit Holland en Zeeland. Met<br />

als gevolg dat veel Remonstranten en hun volgel<strong>in</strong>gen<br />

naar Frankrijk uitweken. Een bekende bannel<strong>in</strong>g was<br />

34 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


de rechtsgeleerde en schrijver Hugo de Groot, die op<br />

Slot Loevesteijn gevangen werd gezet, omdat hij had<br />

meegeholpen met de staatsgreep tegen Maurits die<br />

Oldebarnevelt wilde plegen. Maar hij wist <strong>in</strong> een<br />

boekenkist te ont snappen naar Frankrijk.<br />

Neomagus gedagvaard<br />

Al <strong>in</strong> december 1618 werd ‘onze’ dom<strong>in</strong>ee Neomagus<br />

gedagvaard. Men vond dat zijn preken niet deugden<br />

en ook hem werd een preekverbod opgelegd tot <strong>in</strong><br />

ieder geval het e<strong>in</strong>de van de synode. Wat was er fout<br />

aan zijn preken? Hij was “onzuiver bevonden <strong>in</strong> de leer<br />

van de volmaakte onderhoud<strong>in</strong>g der geboden Gods en<br />

‘heel onrustich bevonden <strong>in</strong> sijn predicatien, <strong>in</strong> welcke hij<br />

Calv<strong>in</strong>um menichmael nom<strong>in</strong>atim doorstreeck’.” Hij had<br />

de remonstrantse visie dat de mens met goede wil de<br />

geboden van God best kon houden. Hij was er van<br />

overtuigd dat de mens nog steeds een ‘vrije’ wil (een<br />

niet door de zondeval verdorven hart) had, dat zélf<br />

kon kiezen voor het geloof. Hij vond de visie van<br />

Calvijn veel te bekrompen en g<strong>in</strong>g daar <strong>in</strong> zijn preken<br />

tegen<strong>in</strong>. Je merkt dat de verhoud<strong>in</strong>g tussen onze<br />

‘verantwoordelijkheid’ en onze ‘verdorvenheid’ uit<br />

balans werd getrokken. Neomagus zou hebben<br />

beweerd dat Calvijn met die uit verkiez<strong>in</strong>g leerde “dat<br />

God onnoosle k<strong>in</strong>derkens van de moeders afrukt en <strong>in</strong><br />

de helle werpt”. Daar<strong>in</strong> sloeg hij door en dat was dus<br />

ook te merken op de Bergambachtse preekstoel;<br />

maar blijkbaar ook elders <strong>in</strong> het land!<br />

Verbannen<br />

Na het tijdelijke preekverbod werd hij nogmaals<br />

opgeroepen om beg<strong>in</strong> 1619 op de Dordtse Synode te<br />

verschijnen. Hij en zijn vriend ds. Lucas Molanus – en<br />

tweehonderd remonstrantse predikanten – moesten<br />

de ‘Acte van Stilstand’ tekenen. Net als de meesten<br />

weigerde hij; hij schreef nog wel netjes een brief en<br />

meldde dat hij dit onmogelijk kon doen. Op een<br />

<strong>De</strong> Leeuwarder predikant<br />

Johannes Bogerman was de<br />

voorzitter van de Nationale<br />

Synode <strong>in</strong> Dordrecht;<br />

van hem zijn de bekende<br />

woorden aan het adres van<br />

de Remonstranten:<br />

“Dimittim<strong>in</strong>i ... exit ... ite!”<br />

(wat zoveel betekent als:<br />

“u wordt weggezonden<br />

(verbannen); gaat heen ...<br />

gaat!”).<br />

Hoofdstuk 5 - Ds. Arnoldus Gerhardi Neomagus (Rapenborch) | 35


Het pamflet over het oneerlijke<br />

proces op de Dordtse Synode,<br />

dat Neomagus <strong>in</strong> 1620 schreef,<br />

maar waar hij zijn handen op<br />

het laatst van aftrok. <strong>De</strong><br />

uitgever (ex-predikant Slatius)<br />

had de tekst te zeer aangepast.<br />

Slatius werd <strong>in</strong> 1623 terechtgesteld<br />

omdat hij een aanslag<br />

op Maurits had beraamd.<br />

website over hem staat: “<strong>De</strong> prov<strong>in</strong>ciale synode zet<br />

Neomagus, met <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van de ambachtsheer, uit<br />

zijn ambt. Een deputatie van de classis Gouda komt hem<br />

dat meedelen en de uitspraak wordt voorgelezen <strong>in</strong> de<br />

kerk van Bergambacht.” Hield hij zich daaraan? Het<br />

verhaal vertelt verder: “Uit de (classis)notulen van<br />

7 oktober 1619 blijkt dat Neomagus als schoolmeester is<br />

opgetreden en de slotheer wordt verzocht daar tegen op<br />

te treden.” Neomagus werd toen met een een groot<br />

aantal collega’s naar Waalwijk gedeporteerd, na eerst<br />

nog te zijn onderzocht op het bezit van verboden<br />

brieven. Ook hun gez<strong>in</strong>nen werden weggestuurd! Je<br />

kunt je voorstellen dat dat veel kwaad bloed zette!<br />

Velen trokken verder, buiten het machtsgebied van<br />

de stadhouder en de Staten-Generaal; naar Frankrijk<br />

en Duitsland. Fel als hij was kon Neomagus het niet<br />

nalaten om zijn visies over deze ‘dwal<strong>in</strong>g’ van de kerk<br />

<strong>in</strong> een pamflet neer te zetten; het droeg de titel:<br />

‘ ’t Hemelsch synodvs ende recht matigh oordeel<br />

gehovden tot Zion. Teghen ’t aerdsche Synodus<br />

Nationael ende onrechtveerdich oordeel, ghehouden<br />

b<strong>in</strong>nen Dordrecht <strong>in</strong> de dool-cappelle 1618 ende 1619’.<br />

Het werd <strong>in</strong> 1620 gedrukt en uitgegeven. Neomagus<br />

wilde de <strong>in</strong>houd na uitgave echter niet meer voor zijn<br />

reken<strong>in</strong>g nemen, omdat hij zei dat de fanatieke<br />

Antwerpse uitgever (en ex-predikant van Bleiswijk)<br />

Henricus Slatius de tekst vlak voor het drukken nog zó<br />

erg had aangepast, dat daardoor de toon van het<br />

boek onnodig scherp en bitter was geworden.<br />

Toch weer aan het werk<br />

In het buitenland zette men nieuw kerkelijk leven op<br />

<strong>in</strong> de vorm van de Remonstrantse Broederschap.<br />

Door deze Broederschap werd Neomagus aangesteld<br />

tot predikant van Heusden, maar op een vergader<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> Keulen (1621) bleek dat hij nog steeds niet <strong>in</strong><br />

Heusden aan het werk was. “Het convooi waarmee ik<br />

moest reizen kon de stad niet bereiken,” was zijn<br />

36 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


antwoord. Een paar maanden later bleek hij er nóg<br />

niet te zijn, maar hij had wél zonder permissie <strong>in</strong><br />

Amsterdam gepreekt! Hij mocht vanwege zijn<br />

verbann<strong>in</strong>g immers niet meer <strong>in</strong> Holland komen!<br />

Ten slotte<br />

Dom<strong>in</strong>ee Neomagus vervreemdde langzaam maar<br />

zeker van de Broederschap. Toen Pr<strong>in</strong>s Maurits <strong>in</strong><br />

1625 overleed en zijn broer Pr<strong>in</strong>s Frederik Hendrik<br />

zijn plaats <strong>in</strong>nam, brak er een milder klimaat voor de<br />

Remonstranten aan. Neomagus tekende ten slotte<br />

toch die ‘Acte van Stilstand’, “waarna de Staten van<br />

Holland hem op 21 september 1626 voor een jaar de<br />

som van 300 pond toekenden. Nadien is over hem<br />

niets meer bekend.” Dat laatste klopt niet helemaal. <strong>De</strong><br />

classis van Dokkum (Friesland) kreeg <strong>in</strong> 1625 opeens<br />

de handen vol aan “het seer ergelijck ende onstichtelyck<br />

lewen en schoolhouden van een Arm<strong>in</strong>iaenschen<br />

affgesetten praedicant Rapenborch”. Het bleek ‘onze’<br />

Neomagus te zijn, die er woonde en werkte als<br />

schoolmeester. Omdat de magistraat van Dokkum<br />

niet <strong>in</strong>greep, bleef deze zorg voor de classis bestaan.<br />

Ook daar dus problemen, net als <strong>in</strong> Bergambacht.<br />

In 1621 schreef<br />

ds. Neomagus een<br />

boek <strong>in</strong> twee delen<br />

met de titel:<br />

‘Open<strong>in</strong>ghe der<br />

Synodale Canones … waer <strong>in</strong><br />

claerlijck bewesen wort hoe<br />

onghefondeert de selve zijn,<br />

ende strijdich met de<br />

schriftuere, nature Godts,<br />

ende de gesonde reden.’<br />

Zou hij zijn naam er zelf<br />

op geschreven hebben?<br />

Hoofdstuk 5 - Ds. Arnoldus Gerhardi Neomagus (Rapenborch) | 37


Hoofdstuk 6<br />

Ds. Antipas van den Borre<br />

Misschien vond je het vorige hoofdstuk erg zeker ook tot de contra-remonstranten. Maar broer<br />

lang en moeilijk. Toch maken we nog even Adrianus, die nog kort samen met zijn vader <strong>in</strong><br />

een kle<strong>in</strong> sprongetje terug <strong>in</strong> de tijd. Want Schoonhoven had gewerkt, dwaalde af. In Leiden<br />

dom<strong>in</strong>ee Van den Borre was een echte<br />

raakte hij betrokken bij de strijd tussen Arm<strong>in</strong>ius en<br />

contra-remonstrant en dat wist men hier.<br />

Gomarus en koos voor de eerste partij. Dit e<strong>in</strong>digde <strong>in</strong><br />

1619 <strong>in</strong> zijn afzett<strong>in</strong>g als remonstrants predikant.<br />

Dom<strong>in</strong>eesgez<strong>in</strong><br />

Vóórdat het gez<strong>in</strong> naar Schoonhoven kwam, was<br />

Zijn vader, Lev<strong>in</strong>us – zoon van een chirurgijn uit vader predikant <strong>in</strong> Geertruidenberg (van 1575-1589),<br />

Kwaadieper (Frankrijk) – werd geboren <strong>in</strong> Vlaanderen. waar Antipas werd geboren. Hoewel… vader werd <strong>in</strong><br />

Hij was van 1589 tot zijn dood <strong>in</strong> 1610 predikant <strong>in</strong> 1577 uitgeleend aan de gemeente van Dordrecht en<br />

Schoonhoven. Jacobus Trigland noemde hem ‘suyver van 1578 tot 1582 aan de gemeente van Brugge. Dus<br />

Gereformeerd predicant’. Broer Samuël was eveneens misschien is hij dáár wel geboren. Niettem<strong>in</strong> groeiden<br />

een rechtz<strong>in</strong>nig predikant. Antipas zelf behoorde hij en zijn broers op <strong>in</strong> Schoonhoven.<br />

Lev<strong>in</strong>us van den Borre:<br />

Geertruidenberg (1575);<br />

Schoonhoven (1589);<br />

overleden 1610.<br />

Adrianus van den Borre:<br />

Sommelsdijk (1589);<br />

Strijen (1590);<br />

Schoonhoven (1591);<br />

Leiden (1603);<br />

Utrecht (uitleen) (1605);<br />

Leiden (1608);<br />

afgezet 1619.<br />

Samuël van den Borre:<br />

Groot-Ammers (1598);<br />

Haastrecht (1621);<br />

emeritaat 1623.<br />

Antipas van den Borre:<br />

Ottoland (1610);<br />

Bergambacht (1619);<br />

Gouda (1622);<br />

overleden 1634.<br />

L<strong>in</strong>ks een prent van het <strong>dorp</strong><br />

Bergambacht uit de achttiende<br />

eeuw, getekend door Anna<br />

Cathar<strong>in</strong>a Brouwer.<br />

Hoofdstuk 6 - Ds. Antipas van den Borre | 39


<strong>De</strong> bovenste helft van de<br />

grafsteen van vader Lev<strong>in</strong>us <strong>in</strong><br />

de Grote of Bartholomeüskerk<br />

van Schoonhoven; de tekst<br />

op de steen vertelt dat hij al<br />

jaren eerder als een soort<br />

hagepreker <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g<br />

van Schoonhoven rondtrok.<br />

Schoonhoven<br />

In zijn laatste levensjaar stond vader<br />

Lev<strong>in</strong>us naast de jonge, felle arm<strong>in</strong>iaan<br />

Daniël Wittius (zie rechts). Vader had <strong>in</strong><br />

de stad wel veel gezag, maar toen hij<br />

op 14 januari 1610 overleed,<br />

werd hij opgevolgd door de<br />

remonstrantse Johannes van<br />

Galen. Ook het stads bestuur<br />

was arm<strong>in</strong>iaans gez<strong>in</strong>d. Het werd<br />

er voor het gez<strong>in</strong> van weduwe Lijntje<br />

van den Borre niet bepaald makkelijk op.<br />

S<strong>in</strong>ds 1598 was broer Samuël al predikant <strong>in</strong><br />

Groot-Ammers en ‘s zondags trokken<br />

verschillende stads genoten naar die kerk om<br />

geestelijk gevoed te worden. Terugkomend<br />

over de modderige wegen, werden ze<br />

uit gescholden voor Slijkgeuzen. Ook onze<br />

Antipas hielp zijn stadsgenoten (ook nadat<br />

hij op 3 juli 1610 predikant werd <strong>in</strong> Ottoland).<br />

Contactpersoon <strong>in</strong> de stad was zijn zwager<br />

Anthonis Sybrantsz. Antipas was op<br />

19 september 1610 <strong>in</strong> Schoonhoven<br />

getrouwd met de daar geboren<br />

Janneken Sybrantsdr. Hij kwam op<br />

12 februari 1617 stiekem preken <strong>in</strong> een<br />

loods van Joris Knoop, een brandewijnverkoper.<br />

Dat kun je ook lezen <strong>in</strong> het<br />

bekende jeugdboek ‘<strong>De</strong> Slijkgeuzen van<br />

Schoonhoven’ (zie volgende pag<strong>in</strong>a). Antipas en<br />

Joris werden opgepakt en uit de stad verbannen. <strong>De</strong><br />

volgende zondag wilden de ‘Slijkgeuzen’ toch een<br />

dienst beleggen <strong>in</strong> de buurt, zodat ze niet altijd zo ver<br />

hoefden te reizen voor een kerkdienst. Daarom werd<br />

de dienst stiekem twee uur vervroegd. Dat wist de<br />

schout natuurlijk niet en die kwam nu dus twee uur te<br />

laat; de dienst was al afgelopen. Uit nijd liet hij de<br />

loods tot op de grond toe afbreken.<br />

40 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


Nu werd een schuur <strong>in</strong> een boomgaard buiten de<br />

stad (dus op het grond gebied van Bergambacht)<br />

gebruikt voor kerkdiensten. Het stadsbestuur kon nu<br />

niets meer doen; de ambachtsheer van Bergambacht<br />

beschermde de contra-remonstranten. Waarschijnlijk<br />

zullen contra-remonstranten uit ‘ons’ <strong>dorp</strong> dus ook<br />

daarheen zijn gegaan, omdat de preken <strong>in</strong> de<br />

<strong>dorp</strong>skerk lang niet meer zuiver waren.<br />

<strong>De</strong> ommekeer<br />

<strong>De</strong> onrust <strong>in</strong> Schoonhoven liep zó ver op – ook door<br />

het gewapend <strong>in</strong>grijpen van de schutters – dat Pr<strong>in</strong>s<br />

Maurits besloot <strong>in</strong> te grijpen. Op 8 september 1618<br />

viel hij met een compagnie soldaten de stad b<strong>in</strong>nen,<br />

zette het remonstrantse stadsbestuur af en verv<strong>in</strong>g<br />

het door contra-remonstranten. Voorlopig kerkten<br />

beide richt<strong>in</strong>gen nu om de week <strong>in</strong> de Grote Kerk.<br />

Maar toen <strong>in</strong> 1619 beide remonstrantse predikanten<br />

werden afgezet was dat over.<br />

<strong>De</strong> broers Van den Borre hadden een goede naam<br />

gekregen <strong>in</strong> de classis en ontv<strong>in</strong>gen voor hun ‘ijver<br />

voor de goede zaak’ <strong>in</strong> zowel Gouda als Schoonhoven<br />

samen driehonderd gulden! En zo is de keuze van de<br />

kerkenraad <strong>in</strong> Bergambacht <strong>in</strong> 1619 al snel gemaakt<br />

voor ds. Antipas van den Borre, omdat het hoog tijd<br />

werd voor stevige gemeenteopbouw <strong>in</strong> het <strong>dorp</strong>.<br />

M<strong>in</strong>puntje<br />

Na een synodevergader<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1619 <strong>in</strong> Dordrecht<br />

stond ds. Antipas van den Borre te wachten op de<br />

wagen die hem en andere gelijkgez<strong>in</strong>de predikanten<br />

richt<strong>in</strong>g Schoonhoven zou brengen. Toen de wagen<br />

aan kwam rijden, zat ds. Passchier de Fijne – de mild<br />

remonstrantse predikant van Jaarsveld, vlakbij Lopik<br />

– al op de wagen. Dom<strong>in</strong>ee Van den Borre werd<br />

kwaad en begon uit te varen tegen de koetsier, dat<br />

Passchier de Fijne “niet waerdig was met hun te rijden.”<br />

Antipas wilde pert<strong>in</strong>ent niet op de wagen gaan zitten,<br />

Het spannende jeugdboek ‘<strong>De</strong><br />

Slijkgeuzen van Schoonhoven’<br />

beschrijft heel goed hoe het<br />

eraan toe g<strong>in</strong>g tijdens de strijd<br />

tussen remonstranten en<br />

contra-remonstranten.<br />

Hoofdstuk 6 - Ds. Antipas van den Borre | 41


<strong>De</strong> remonstrantse predikant<br />

Passchier de Fijne (1588-1667)<br />

preekte – omdat het verboden<br />

was nog langer <strong>in</strong> de gewone<br />

kerk voor te gaan – eens op het<br />

ijs buiten Gouda en kreeg<br />

daarom de bijnaam<br />

‘het IJsvogelken’.<br />

als die remonstrant erop bleef zitten! Je snapt dat de<br />

koetsier zich niet prettig voelde bij deze ruzie en<br />

verontschuldigde zich tegenover Passchier de Fijne.<br />

Maar Passchier de Fijne nam de koetsier niets kwalijk.<br />

Hij klom rustig van de wagen en vervolgde zijn reis<br />

naar huis te voet. Wel was hij zeer verbaasd over het<br />

haatdragende gedrag van Van den Borre.<br />

Het kerkje van Ottoland zoals Cornelis Pronk het <strong>in</strong> 1734 tekende;<br />

hier was Antipas van den Borre eerst predikant.<br />

Aan het werk <strong>in</strong> Bergambacht<br />

Op de classisvergader<strong>in</strong>g van vrijdag 5 juli 1619 te<br />

Schoonhoven kwam het beroep ter sprake: “Is oock<br />

verthoont ende <strong>in</strong>gebracht een beroup<strong>in</strong>ghe van de<br />

kercke van Berchambacht op den persoon van Antipas<br />

van den Borre, tegenwoordich predicant <strong>in</strong> Ottenlandt.<br />

<strong>De</strong> broederen des classis het beroup ghesien ende<br />

gelesen hebbende, hebben hetselvighe gheapprobeert<br />

midts dat D. Antipas voorschreven tot sijner tijt aen de<br />

classe verthone wettelijcke ende behoorlijc ke attestatiën<br />

ende ontslag<strong>in</strong>gen so van sijn kercke ende gemeijnte, als<br />

oock mede sijne classe.” Men sprak over ‘zijn classis’<br />

omdat Ottoland bij de classis Dordrecht hoorde. Hij<br />

moest dus van classis wisselen en dat moest <strong>in</strong> goed<br />

overleg gaan, zodat bepaalde classes niet werden<br />

‘leeggevist’. Gelukkig werd het beroep goedgekeurd<br />

en dus lezen we op maandag 2 september 1619 dat<br />

dom<strong>in</strong>ee Van den Borre de dag ervoor was bevestigd<br />

te Bergambacht en werd opgenomen <strong>in</strong> onze classis.<br />

42 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


Voorganger contra voorganger<br />

Een maand later bleek dat de<br />

voorganger van Van den Borre,<br />

Neomagus, dus nog <strong>in</strong> het <strong>dorp</strong><br />

woonde. Antipas en zijn broer<br />

Samuël (Groot-Ammers hoorde<br />

blijkbaar wel bij de classis Gouda)<br />

deden namens de classis een<br />

dr<strong>in</strong>gend verzoek aan ambachtsheer<br />

Frederik om twee ‘schoolmeesters’<br />

In 1912 verhuisde ds. J. Boss van de Kerks<strong>in</strong>gel naar de Hoofdstraat;<br />

(Neomagus en ene Alendorff) te<br />

hier stond het huis van P.J. Smits (naar wie de huidige zijstraat is<br />

verbieden nog langer werkzaam te genoemd). In 1913 werd hier deze nieuwe pastorie gebouwd.<br />

zijn <strong>in</strong> Bergambacht. Dat werd<br />

geregeld, want Neomagus is kort daarop vertrokken maandag na ‘Beloken Paaschen’<br />

naar Dokkum.<br />

1620 werd de classis vergader<strong>in</strong>g<br />

gehouden <strong>in</strong> de pastorie van<br />

Classisvergader<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de pastorie<br />

ds. Antipas van den Borre. Dat blijkt dus op maandag<br />

Classisvergader<strong>in</strong>gen worden tegenwoordig <strong>in</strong> een 27 april 1620 te zijn. Broer Samuël is preses. Het is een<br />

(kerk)zaaltje gehouden (soms <strong>in</strong> ‘<strong>De</strong> Schakel’). <strong>De</strong> drukbezochte vergader<strong>in</strong>g. Wil je weten hoe de<br />

Op deze lege plek stond<br />

waarschijnlijk de pastorie van<br />

dom<strong>in</strong>ee Van den Borre; rechts<br />

zie je nog een stukje van de<br />

latere pastorie (tot 1912).<br />

Hoofdstuk 6 - Ds. Antipas van den Borre | 43


vergader<strong>in</strong>g eruit zag, kijk dan hieronder voor een<br />

samenvatt<strong>in</strong>g. <strong>De</strong> pastorie stond naast het huidige<br />

benz<strong>in</strong>estation van Botter (op de plek van nr. 27); op<br />

de plaats van het benz<strong>in</strong>estation werd <strong>in</strong> 1729 een<br />

nieuwe pastorie gebouwd die tot 1912 gebruikt werd.<br />

Visitator namens de classis<br />

Op de classisvergader<strong>in</strong>g van maandag 29 juni 1620<br />

werden twee nieuwe visitatoren aangewezen. Zij<br />

moesten de gemeenten b<strong>in</strong>nen de classis bezoeken<br />

om te horen of alles goed g<strong>in</strong>g. Broer Samuël draagt<br />

Classisvergader<strong>in</strong>g maandag 27 april 1620 te Bergambacht <strong>in</strong> de pastorie van ds. A. van den Borre<br />

Om je een <strong>in</strong>druk te geven van zo’n classisvergader<strong>in</strong>g<br />

volgen <strong>in</strong> verkorte versie de notulen van die vergader<strong>in</strong>g:<br />

1. <strong>De</strong> notulen van de vorige vergader<strong>in</strong>g worden<br />

voor gelezen;<br />

2. In Jaarsveld wil men een kandidaat beroepen:<br />

Arnoldus Hellius. Dat kan pas als hij examen heeft<br />

afgelegd en dat werd toen door de betreffende<br />

classis gedaan. <strong>De</strong> synode heeft het verzoek daartoe<br />

per brief aan de classis gedaan. Men besluit dat hij met<br />

een paar kerkenraadsleden uit zijn eigen woonplaats<br />

<strong>in</strong> Schoonhoven moet komen; daar zal de dom<strong>in</strong>ee van<br />

Oudewater het examen afnemen.<br />

3. <strong>De</strong> f<strong>in</strong>anciën worden nauwkeurig nagekeken. Ook<br />

draagt men zorg voor gemeenten die vacant zijn.<br />

4. <strong>De</strong> schoolmeester van Lekkerkerk wil dom<strong>in</strong>ee worden.<br />

Hij heeft enkele taken moeten verrichten voor<br />

predikanten uit de omgev<strong>in</strong>g; maar men is niet zo erg<br />

tevreden over hem. Daar komt bij dat zijn eigen vrouw er<br />

moeite mee heeft dat haar man dom<strong>in</strong>ee wil worden.<br />

Dat moet hij dan maar eerst op orde zien te krijgen!<br />

5. Men wil voorkomen dat er <strong>in</strong> de w<strong>in</strong>ter zomaar extra<br />

classis vergader<strong>in</strong>gen worden uitgeschreven; m<strong>in</strong>stens<br />

acht dagen van te voren moeten de predikanten<br />

worden uitgenodigd om zich ook op tijd te kunnen<br />

afmelden (want ja, telefoon, mail of whatsapp<br />

bestonden toen nog niet!).<br />

6. <strong>De</strong> predikant van Stolwijk is losgemaakt van zijn<br />

gemeente; onze predikant Van den Borre en twee<br />

collega’s zullen kijken hoe ze hem kunnen helpen aan<br />

goede referenties voor een nieuw beroep. Uite<strong>in</strong>delijk<br />

vertrekt hij kort daarop naar Fijnaart.<br />

7. Er wordt een brief voorgelezen die is gestuurd door de<br />

classis <strong>De</strong>lft met twee vragen: of de overheid wel<br />

aanwezig is op de classisvergader<strong>in</strong>gen en of er <strong>in</strong> alle<br />

plaatsen b<strong>in</strong>nen de classis wel structureel kerkdiensten<br />

worden gehouden. Een commissie van vier predikanten<br />

44 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


deze functie over aan zijn broer Antipas. Men kreeg<br />

zes gulden per jaar voor dit extra werk.<br />

Gouda<br />

Waarschijnlijk kregen Antipas van den Borre en zijn<br />

vrouw Janneken Sijbrandtsdr. een dochtertje Levijntje<br />

toen ze nog <strong>in</strong> Bergambacht woonden. Maar niet lang<br />

daarna (1622) nam hij een beroep naar Gouda aan.<br />

<strong>De</strong>ze stad diende hij tot zijn dood <strong>in</strong> 1633. Hij werd<br />

op 17 juli 1633 begraven, waarschijnlijk <strong>in</strong> de S<strong>in</strong>t Jan.<br />

neemt de taak op zich om dit netjes op een rijtje te<br />

gaan zetten.<br />

8. Er worden wat f<strong>in</strong>anciële zaken geregeld voor Stolwijk,<br />

voor een beroep dat de gemeente heeft uitgebracht.<br />

9. <strong>De</strong> schoolmeester van Polsbroek verzoekt om weer aan<br />

de slag te mogen. Hij is weg uit het <strong>dorp</strong> (misschien<br />

omdat hij enige tijd eerder als contra-remonstrant was<br />

afgezet). Dat wordt goed gevonden. Er wordt een brief<br />

opgesteld en aan de schout gestuurd met het verzoek<br />

om de schoolmeester een goed tractement te geven.<br />

10. <strong>De</strong> schoolmeester van Beierse vraagt om elders op een<br />

eventuele vacante plaats <strong>in</strong> de classis aan het werk te<br />

mogen gaan. Dat wordt goedgevonden.<br />

11. Ook de schoolmeester van L<strong>in</strong>schoten wil zo snel<br />

mogelijk naar een andere werkplek. Er is nood bij hem<br />

en de classis belooft aan hem te denken als er zich<br />

ergens een vacature voordoet. (Nou, misschien kon hij<br />

wel ruilen met de meester van Beierse!)<br />

12. Vervolgens een heikel punt. In Haastrecht had de<br />

kerkenraad ‘veranderd’ moeten worden (omgezet van<br />

remonstrants naar contra-remonstrants). <strong>De</strong> predikant<br />

heeft daar niet voldoende aan gedaan. Dit wekt<br />

onvrede en onrust <strong>in</strong> het stadje. Men probeert het met<br />

de predikant eens te worden over de ‘alimentatie’ die<br />

hij zal krijgen, als hij van zijn gemeente wordt<br />

losgemaakt, zodat de rust <strong>in</strong> het stadje weer kan<br />

worden hersteld. Men verzoekt hem zich aan de classis<br />

te onderwerpen en dat wil hij ook wel, als hij het hoofd<br />

maar boven water kan houden <strong>in</strong> de toekomst. Hij wil<br />

een en ander eerst nog overleggen met zijn vrouw. (Hij<br />

wordt uite<strong>in</strong>delijk afgezet en de vacature wordt vervuld<br />

door broer Samuël van den Borre).<br />

13. Vanwege tijdsgebrek wordt een extra classisvergader<strong>in</strong>g<br />

gepland op 11 mei 1620. Daar zullen dan<br />

de nog openstaande zaken worden afgehandeld,<br />

alsmede ‘de zaak van Jaarsveld’ (de d<strong>in</strong>gen die te<br />

regelen zijn om de kandidaat die men op het oog heeft<br />

te kunnen gaan beroepen).<br />

14. “Het gebet gedaen zynde, soo zyn de broederen <strong>in</strong> vreede<br />

ende lieffde gescheijden.” Een mooi geformuleerd e<strong>in</strong>de<br />

van deze Bergambachtse classisvergader<strong>in</strong>g!<br />

Hoofdstuk 6 - Ds. Antipas van den Borre | 45


Hoofdstuk 7<br />

Ds. Nicolaes (de) Balbiaen<br />

Met deze predikant begon mijn hele<br />

zoektocht naar de verhalen achter het<br />

predikantenbord. Balbiaen… waar komt die<br />

naam vandaan? Het blijkt <strong>in</strong> ieder geval een<br />

dom<strong>in</strong>ee van 2x21 jaar: eerst 21 jaar <strong>in</strong> ons<br />

<strong>dorp</strong> en daarna even lang <strong>in</strong> Leiden.<br />

Hoewel Nicolaas Balbiaan (toen schreef men Nicolaes<br />

(de) Balbiaen; de ‘ae’ sprak je uit als ‘aa’; wij kennen die<br />

verleng-’e’ alleen nog bij ‘ie’ ) <strong>in</strong> Gouda werd geboren<br />

(<strong>in</strong> 1598), kwam zijn vader uit Aalst <strong>in</strong> Vlaanderen<br />

(tussen Gent en Brussel). In de Tachtigjarige Oorlog<br />

vluchtte hij als protestant weg uit Vlaanderen.<br />

Opstandel<strong>in</strong>g en vluchtel<strong>in</strong>g<br />

Over vader Joos(t) of Justus (de) Balbiaen is best veel<br />

geschreven. Hij was later <strong>in</strong> Gouda een vermaard<br />

stads chirurgijn (zeg maar huisarts). Toen hij nog <strong>in</strong><br />

Vlaanderen woonde studeerde hij medicijnen <strong>in</strong><br />

Heidelberg en rechten <strong>in</strong> Orléans. Met name <strong>in</strong><br />

Heidelberg zal hij <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g zijn gekomen met het<br />

calv<strong>in</strong>isme (denk aan de Heidelbergse Catechismus).<br />

Terug <strong>in</strong> Aalst raakte vader Balbiaen <strong>in</strong> de vlakbij<br />

gelegen stad Gent betrokken bij de opricht<strong>in</strong>g van de<br />

Gentse Calv<strong>in</strong>istische Republiek (1576-1584). Hij werd<br />

één van de leiders en vervulde de militaire functie<br />

van kapite<strong>in</strong> van een compagnie <strong>in</strong>fanterie. <strong>De</strong>ze<br />

Het epitaaf of rouwbord<br />

ter nagedachtenis aan<br />

vader Joost Balbiaen (†1616)<br />

<strong>in</strong> de S<strong>in</strong>t Jan te Gouda.<br />

Op de pag<strong>in</strong>a hiernaast staat<br />

het schilderij ‘<strong>De</strong> alchemist’<br />

(ca. 1650) van David Teniers de<br />

Jonge (1610-1690), uit het<br />

Mauritshuis; het zou zo de<br />

vader van dom<strong>in</strong>ee Balbiaen<br />

kunnen zijn geweest!<br />

Hoofdstuk 7 - Ds. Nicolaes (de) Balbiaen | 47


Eén van de boeken die Joost de<br />

Balbiaen heeft uitgegeven.<br />

Let op het jaartal: C I I I C ;<br />

een grappige schrijfwijze van<br />

M D I C: 1599.<br />

‘Lapide Philosophico’ betekent<br />

letterlijk ‘Steen der Wijzen’!<br />

In de engelse titel van Harry<br />

Potter deel 1 (‘Philosophers<br />

stone’) zie je die term terug!<br />

opstand werd vooral geleid door de fanatieke<br />

calv<strong>in</strong>ist Jan Hembyze (met op de achtergrond ook<br />

Petrus Datheen). Bij deze strijd speelde de onderl<strong>in</strong>ge<br />

zucht naar macht helaas ook een grote rol.<br />

Toen de Spanjaarden <strong>in</strong> 1584 een e<strong>in</strong>de maakten aan<br />

dit verzet werd Joost de Balbiaen gevangen gezet en<br />

pas vrijgelaten na het betalen van een grote som<br />

losgeld (zijn vader, Jean Balbiaen, was bankier <strong>in</strong><br />

Aalst; zijn schoonvader, Michiel Fouasse, was bankier<br />

<strong>in</strong> Utrecht). Joost vluchtte met zijn vrouw en de nog<br />

levenden van zijn acht k<strong>in</strong>deren naar <strong>De</strong>lft, waar meer<br />

vluchtel<strong>in</strong>gen onderdak vonden. Daar overleed op<br />

19 mei 1588 zijn vrouw Jos<strong>in</strong>a Fouasse op 36-jarige<br />

leeftijd. Joost hertrouwde op 2 juli 1596 <strong>in</strong> Dordrecht<br />

met Janneke Claesdr. V<strong>in</strong>ck en uit dit huwelijk werden<br />

nog eens acht k<strong>in</strong>deren geboren, waarvan Nicolaes<br />

een van de oudsten was. Ze verhuisden nog datzelfde<br />

jaar naar Gouda, waar Joost stadschirurgijn werd.<br />

Nicolaes werd <strong>in</strong> 1598 geboren.<br />

Een soort Harry Potter?<br />

Waarom zoveel verteld over de vader van dom<strong>in</strong>ee<br />

Balbiaen? Wel, dat heeft te maken met iets vreemds.<br />

Naast zijn <strong>in</strong>teresse voor geneeskunde, net als zijn<br />

broer Cornelis, had Joost Balbiaen een rare hobby: hij<br />

was alchemist. Nu kun je alchemie misschien wel zien<br />

als de voorloper van de tegenwoordige scheikunde,<br />

maar bij Joost had het toch zeker ook te maken met<br />

de geheimz<strong>in</strong>nigheid van tovenaars. Alchemisten<br />

waren al eeuwenlang op<br />

zoek naar de ‘Steen der<br />

Wijzen’ (de titel van het<br />

eerste deel van Harry<br />

Potter). Een materiaal dat<br />

metalen zou kunnen<br />

omzetten <strong>in</strong> goud. Joost<br />

verzamelde en vertaalde<br />

jarenlang allerlei oosterse<br />

poëzie, formules, recepten<br />

48 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


en spreuken. Daaruit stelde hij twee boeken over<br />

alchemie samen, die vlak na de geboorte van Nicolaes<br />

<strong>in</strong> Leiden werden uitgegeven bij Christoffel van<br />

Ravel<strong>in</strong>gen (kle<strong>in</strong>zoon van de bekende Antwerpse<br />

drukker Christoffel Plantijn; hij en zijn vader Frans<br />

hadden een speciaaldrukkerij en uitgeverij voor<br />

wetenschappelijke boeken; alchemie werd toen<br />

blijkbaar toch nog gezien als wetenschap!)<br />

Aardje naar zijn vaârtje<br />

Het vreemde is dat we tegenwoordig deze occulte<br />

toverpraktijken afkeuren, maar – en zo leer je gelijk<br />

iets over die tijd – <strong>in</strong> die dagen bestond dat gewoon<br />

naast een protestantse levensstijl. Nu was <strong>in</strong> die tijd<br />

de kennis van geneeskunde nog niet zo groot; als<br />

iemand op dit gebied bijzondere kennis had, dan<br />

werd hij direct ook als een begaafd dokter gezien.<br />

Toch denk ik dat Joost over een bijbelse grens g<strong>in</strong>g en<br />

zich bewoog op occulte terre<strong>in</strong>. Zijn zoon Nicolaes<br />

heeft wel iets van de aff<strong>in</strong>iteit voor chemie van zijn<br />

vader meegekregen. Want op 8 april 1628 (hij was<br />

In 1555 opende Christoffel<br />

Plantijn de toentertijd grootste<br />

drukkerij van Europa <strong>in</strong><br />

Antwerpen.<br />

Hoofdstuk 7 - Ds. Nicolaes (de) Balbiaen | 49


<strong>De</strong> kerk van Cleyn Ammers of<br />

Ammerstol, getekend door<br />

Cornelis Pronk, 1733;<br />

het <strong>dorp</strong> dat recht tegenover<br />

Groot-Ammers ligt, aan de<br />

andere kant van de Lek.<br />

toen al predikant <strong>in</strong> Bergambacht) sprak hij de<br />

eveneens uit Vlaanderen afkomstige Isack Beeckman.<br />

Die studeerde eerst ook voor predikant, maar stapte<br />

later over op filosofie en letteren en werd <strong>in</strong> 1627<br />

rector van de Latijnse School <strong>in</strong> Dordrecht. <strong>De</strong>ze man<br />

verzamelde ook allerlei recepten op chemisch gebied<br />

en onze dom<strong>in</strong>ee Balbiaen gaf hem een goede tip<br />

over het maken van glaskit, zodat je vensterglas beter<br />

kon vastzetten <strong>in</strong> een houten raamkozijn.<br />

Dorpsdom<strong>in</strong>ee en scriba van de classis<br />

Daarmee zitten we midden<strong>in</strong> de periode waar<strong>in</strong><br />

dom<strong>in</strong>ee Balbiaen <strong>in</strong> ons <strong>dorp</strong> stond. Hij kwam <strong>in</strong><br />

1622 niet van ver: uit Gouda. Bergambacht was zijn<br />

eerste plaats en hij zal zijn peremptoir examen ook <strong>in</strong><br />

deze classis hebben afgelegd (dat zagen we <strong>in</strong> het<br />

vorige hoofdstuk ook met de kandidaat <strong>in</strong> Jaarsveld).<br />

Tussen 1637 en 1643 komen we hem tegen als scriba<br />

en zelfs als preses van de classis. Eén van de d<strong>in</strong>gen<br />

waar hij zich hard voor wilde maken was om van<br />

Ammerstol een zelfstandige gemeente te maken. Dit<br />

werd op de vergader<strong>in</strong>g van 16 september 1641 te<br />

Schoonhoven besloten. Op 28 april 1642 deed hij op<br />

de classis vergader<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Polsbroek verslag. Het bleek<br />

50 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


dat de Staten van Holland wilden dat Ammerstol zélf<br />

een verzoekschrift <strong>in</strong>diende, maar dat wilde het <strong>dorp</strong><br />

niet. Op 30 juni 1642 – er werd <strong>in</strong> Krimpen vergaderd<br />

– werd besloten dat dom<strong>in</strong>ee Balbiaen deze taak toch<br />

moest uitvoeren. Blijkbaar was er gewacht tot de heer<br />

van Bergambacht en Ammerstol weer terug was op<br />

het Slot (hij was <strong>in</strong> het buitenland). Op 7 oktober 1642<br />

kreeg dom<strong>in</strong>ee Balbiaen <strong>in</strong> Gouda opnieuw de<br />

opdracht om de zelfstandigmak<strong>in</strong>g van een deel van<br />

zijn gemeente (Ammerstol) te bevorderen. Toch zou<br />

het nog tot 1658 duren voor het zover was; dat heeft<br />

hij niet meer meegemaakt. Het is overigens wel een<br />

<strong>in</strong>teressante vraag waarom Ammerstol zelf standig<br />

moest/wilde worden. Dat blijft wat onduidelijk.<br />

de toren naar Schoonhoven<br />

werden ‘gebracht’.<br />

Maar na de wederopbouw<br />

van kerk en <strong>dorp</strong> waren er<br />

toch weer klokken nodig.<br />

Echter de nieuwe klokken<br />

waren toch niet zo goed<br />

van kwaliteit. <strong>De</strong> kle<strong>in</strong>e<br />

klok werd al <strong>in</strong> 1618 vervangen. <strong>De</strong> andere was<br />

gebarsten en werd <strong>in</strong> 1630 vervangen door een<br />

nieuwe klok, die <strong>in</strong> Utrecht werd gegoten en per<br />

paard en wagen naar Bergambacht werd vervoerd.<br />

<strong>De</strong> klokken bleven er hangen tot aan de brand <strong>in</strong><br />

1891, toen kerk en toren werden verwoest.<br />

<strong>De</strong> luidklok Es1 van de<br />

Bergambachtse Laurentiuskerk;<br />

klik op de foto en je kunt<br />

hem horen luiden.<br />

Kerkklokken<br />

Schoonhovenaren - Klokkendieven. Die scheldnaam<br />

is waarschijnlijk ontleend aan het jaar 1576, toen de<br />

Geuzen Bergambacht platbrandden en de klokken uit<br />

Overval <strong>in</strong> de pastorie<br />

In Gouda wilde men <strong>in</strong> 1634 dom<strong>in</strong>ee Albertus<br />

Thomae uit Luttelgeest beroepen, maar daarover<br />

ontstond ruzie <strong>in</strong> de kerk. Dom<strong>in</strong>ee Bernardus Nicolai,<br />

Hoofdstuk 7 - Ds. Nicolaes (de) Balbiaen | 51


Pr<strong>in</strong>s Frederik Hendrik, zoon<br />

van Willem van Oranje en<br />

jongere broer van Pr<strong>in</strong>s<br />

Maurits, die de bijnaam<br />

‘Stedendw<strong>in</strong>ger’ kreeg, o.a.<br />

door zijn glorieuze <strong>in</strong>name van<br />

de stad <strong>De</strong>n Bosch.<br />

een fel contra -remonstrants predikant, zette de<br />

d<strong>in</strong>gen op scherp tussen kerkenraad en stadsbestuur.<br />

Maar plots stond hij aan de verkeerde kant, toen de<br />

classis besloot om hem en de hele kerkenraad te<br />

schorsen. Dit kwam, omdat hij zelfs ‘papisten’ en<br />

onkerkelijken <strong>in</strong> de arm nam om zijn gelijk maar te<br />

krijgen! <strong>De</strong> ruzie liep zo hoog op dat de Staten<br />

stadhouder Frederik Hendrik opdroegen zich ermee<br />

te gaan bemoeien. En dat lukte hem; hij stond erom<br />

bekend dat hij een succesvol mediator was; men gaf<br />

hem zelfs de bijnaam ‘stedendw<strong>in</strong>ger’. Men besliste<br />

om het beroep te cancelen en dom<strong>in</strong>ee Nicolai was<br />

bereid om zijn ongelijk toe te geven tegenover de<br />

classis. Hij deed dit schriftelijk en die brief kreeg<br />

dom<strong>in</strong>ee Balbiaen, omdat die op dat moment scriba<br />

van de classis was. Die schuldbekentenis zou <strong>in</strong> de<br />

S<strong>in</strong>t Jan van de kansel worden voorgelezen, zodat<br />

iedereen ervan op de hoogte was. Een collega van<br />

Nicolai zou dat ’s zondags doen na de preek. Echter,<br />

vlak voor de dienst stopte Nicolai een briefje <strong>in</strong> diens<br />

zak, waarop stond dat hij die schuldbekentenis toch<br />

herriep! Maar ja, zijn schuldbrief was al <strong>in</strong> bezit van de<br />

scriba! Wat nu? Hij vloog de kerk uit en rende naar<br />

Bergambacht. Bij de pastorie aangekomen trof hij<br />

alleen Balbiaens vrouw aan; de dom<strong>in</strong>ee was afwezig.<br />

V<strong>in</strong>d<strong>in</strong>grijk vroeg hij haar of hij zijn eigen brief mocht<br />

overschrijven; een smoes natuurlijk. Toen mevrouw<br />

Balbiaen met de brief kwam aanlopen, griste hij hem<br />

uit haar handen en wilde wegrennen. Zij probeerde<br />

hem nog aan zijn mantel vast te houden, maar hij<br />

gooide zijn mantel snel af (het lijkt het verhaal van<br />

Jozef en Potifars vrouw wel, maar dan andersom!).<br />

Een paar boeren van de Kerks<strong>in</strong>gel of de Voorstraat,<br />

geallarmeerd door het geroep van de vrouw, renden<br />

de dom<strong>in</strong>ee achterna. Maar toen ze vlakbij waren<br />

versnipperde dom<strong>in</strong>ee Nicolai de brief. Na een paar<br />

forse klappen van de boeren gaf hij de snippers af. Ze<br />

namen hem waarschijnlijk mee naar de pastorie. Aan<br />

52 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


dom<strong>in</strong>ee Balbiaen smeekte hij om het gebeuren te<br />

vergeten; een kat <strong>in</strong> het nauw! Hij beloofde de brief<br />

netjes over te schrijven van de snippers. Maar het was<br />

al te laat. Pr<strong>in</strong>s Frederik Hendrik nam de zaak hoog op<br />

en beg<strong>in</strong> 1635 werd Nicolai uit zijn ambt ontheven.<br />

Leenpredikant voor Gouda<br />

In Gouda laaiden <strong>in</strong> 1637 opnieuw spann<strong>in</strong>gen op<br />

tussen predikanten, kerkenraad en stadsbestuur. <strong>De</strong><br />

classis stuurde, <strong>in</strong> opdracht van de synode, Balbiaen<br />

naar de stad als leenpredikant. Maar Gouda wilde<br />

hem niet meer. Men kreeg het voor elkaar dat hij een<br />

preekverbod <strong>in</strong> Gouda kreeg. Het stads bestuur<br />

verbood zelfs dat er nog langer classisvergader<strong>in</strong>gen<br />

werden gehouden <strong>in</strong> de stad! Een machtstrijd die<br />

opnieuw door Pr<strong>in</strong>s Frederik Hendrik werd gesust.<br />

Wat een onrust en antireclame naar de wereld toe!<br />

Nota bene terwijl de pest vele slachtoffers maakte,<br />

waaronder twee andere Goudse predikanten!<br />

Leiden<br />

Wie was mevrouw Balbiaen? We komen haar naam te<br />

weten, toen zij en haar man verhuisden naar Leiden:<br />

Charlotte Logiers. Ze was waarschijnlijk ook afkomstig<br />

uit Vlaanderen (of Zeeland). Het contract van Balbiaen<br />

te Leiden g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> op 17 september 1643. Dus hij zal<br />

beg<strong>in</strong> september afscheid<br />

hebben genomen van<br />

Bergambacht, zijn eerste<br />

gemeente. Hij overleed <strong>in</strong><br />

Leiden 21 jaar later en<br />

werd op 19 mei 1664<br />

begraven <strong>in</strong> de Hooglandse<br />

Kerk. Vier jaar later, op<br />

29 november 1668,<br />

volgde Charlotte en werd<br />

ook <strong>in</strong> die kerk begraven.<br />

Het is niet bekend of ze<br />

k<strong>in</strong>deren hadden.<br />

<strong>De</strong> Hooglandse Kerk <strong>in</strong> Leiden<br />

waar dom<strong>in</strong>ee Balbiaen en zijn<br />

vrouw begraven werden.<br />

Hoofdstuk 7 - Ds. Nicolaes (de) Balbiaen | 53


Hoofdstuk 8<br />

Ds. Johannes van<br />

Heymenberg<br />

Toen ik met dit hoofdstuk begon dacht ik<br />

dat er bijna niets over deze dom<strong>in</strong>ee was te<br />

vertellen. Tot ik op een oud boekje stuitte:<br />

een jubileumboek uit 1731 over het leven<br />

van dom<strong>in</strong>ee Casparus van Heymenberg,<br />

een zoon van ‘onze’ predikant.<br />

Het boekje is geschreven door een zoon van deze<br />

Ds. Casparus van Heymenberg, Casparus Henricus<br />

van Heymenberg, eveneens een predikant (!), ter<br />

gelegenheid van het 50-jarig ambtsjubileum van zijn<br />

vader. Het boekje bevat een pachtige preek over het<br />

werk van de Levieten en daarachteraan een stukje<br />

familiegeschiedenis, dat hij boeiend vertelde aan de<br />

gemeente van Kampen (waar zijn vader werkte en<br />

woonde) en aan zijn familie. In dat verhaal g<strong>in</strong>g het<br />

ook over de jeugd en het ambtswerk van zijn opa!<br />

Opstapje<br />

Laten we eens gaan luisteren naar het verhaal dat<br />

kle<strong>in</strong>zoon Casparus Henricus van Heymenberg<br />

vertelde over zijn opa (de eigentijds vertaalde<br />

Gedachte bij de plaat op de<br />

vorige bladzijde: een jongere<br />

die her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen aan<br />

(groot)ouders op een rijtje zet<br />

en gaat opschrijven;<br />

op de achtergrond een deel<br />

van het schilderij ‘Gezicht op<br />

Utrecht’, van Joost Cornelisz.<br />

Droochsloot, omstreeks 1630<br />

(Centraal Museum, Utrecht),<br />

de stad waar dom<strong>in</strong>ee<br />

Van Heymenberg opgroeide.<br />

Wat zou het gaaf zijn als jij net<br />

zo iets zou doen als zijn<br />

kle<strong>in</strong>zoon Casper Henricus:<br />

schrijven over het leven van je<br />

ouders en/of grootouders, om<br />

zo het wonder van <strong>jouw</strong> eigen<br />

leven te ontdekken en Gods<br />

hand er<strong>in</strong> te zien.<br />

Hoofdstuk 8 - Ds. Johannes van Heymenberg | 55


Het jubileumboek dat<br />

Dom<strong>in</strong>ee Casparus Henricus<br />

van Heymenberg <strong>in</strong> 1731<br />

schreef ter ere van zijn vader<br />

Casparus van Heymenberg, die<br />

50 jaar predikant was en<br />

waar<strong>in</strong> hij ook over zijn opa<br />

Johannes van Heymenberg<br />

schreef: drie generaties<br />

predikanten!<br />

tekstgedeelten zijn cursief gedruk). Caspars vader was<br />

kort voor zijn jubileum 74 jaar geworden en hij bleek<br />

door een plotse ziekte even niet te kunnen preken.<br />

Daarom hield zoon Caspar die preek over het werk<br />

van de Levieten, die van hun 25 e tot hun 50 e jaar<br />

actief dienst deden (strijden noemde Mozes het) en<br />

waren daarna <strong>in</strong> de tempel bezig met lichter werk. Aan<br />

het e<strong>in</strong>d van de preek g<strong>in</strong>g ds. Casper Heymenberg<br />

voor de gemeente van Kampen en voor zijn twee<br />

broers Petrus en Jan Karel (eveneens predikant!) dus<br />

een stukje familie geschiedenis ophalen, zoals zijn<br />

vader ook zeker zou hebben gedaan. Geschiedenis<br />

aan de lof en dank aan God gekoppeld!<br />

<strong>De</strong> naam<br />

“Onze achternaam komt van een buurtschap dat tussen<br />

Rhenen en Wagen<strong>in</strong>gen ligt, op een heuvel die de<br />

Kon<strong>in</strong>gstafel wordt genoemd. Door de loop van de tijd<br />

zijn onze voorouders verhuisd richt<strong>in</strong>g Utrecht”<br />

Opa’s jeugd<br />

“Dit is ook de Bisschopsstad waar opa Johannes van<br />

Heymenberg <strong>in</strong> 1621 werd geboren, twee jaar na de<br />

beroemde Dordtse Synode. Op die kerkvergader<strong>in</strong>g werd<br />

het overgebleven farizeesche zuurdesem van het achter<br />

ons gelaten ‘Pausdom’ weggezuiverd. Opa kwam ook uit<br />

die oude roomse afgoderij! <strong>De</strong> vader van opa Johannes<br />

zat nog best vast aan het roomse geloof. Gelukkig was<br />

opa’s moeder een vrouw die stond achter de ‘Hervormde<br />

Geloofsbelijdenis’. Zij heeft haar zoon opgevoed, net<br />

zoals Eunice en Loïs dat met Timotheüs deden.”<br />

Snap je die l<strong>in</strong>k? Timotheüs’ moeder en zijn oma<br />

voedden hun (kle<strong>in</strong>)zoon godvrezend op, hoewel zijn<br />

vader onchristelijk was. Bedenk hoe vruchtbaar zo’n<br />

predikant kon zijn voor een gemeente <strong>in</strong> een tijd<br />

waar<strong>in</strong> het roomse bijgeloof echt nog niet helemaal<br />

was verdwenen. Hij kende uit eigen ervar<strong>in</strong>g de<br />

verleid<strong>in</strong>gen en de moeilijkheden. Een predikant die<br />

naast je stond en wist hoe moeilijk het kon zijn!<br />

56 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


Opa werd predikant<br />

“Opa werd wel godvrezend protestants opgevoed, maar<br />

zijn zussen en broers bleven vast zitten <strong>in</strong> het roomse<br />

bijgeloof! Ook veel familieleden bleven rooms. Toen hij<br />

jaren later <strong>in</strong> zijn geboortestad Utrecht predikant werd,<br />

woonde er naast hem een man met dezelfde naam (!)<br />

die priester was <strong>in</strong> de Roomse Kerk. Ja, zo werd opa’s<br />

leven al vroeg bestuurd door de HEERE: <strong>in</strong> 1644 werd hij<br />

predikant; hij was toen ongeveer 23 jaar.”<br />

Johannes studeerde aan de Universiteit van Utrecht.<br />

In 1634 werd eerst nog de ‘Illustere School’ opgericht,<br />

de voorloper van de universiteit, waar je Theologie,<br />

Wijsbegeerte of Rechten kon studeren. Op 26 maart<br />

1636 werd de school verheven tot universiteit. Bij die<br />

gelegenheid hield Gisbertus Voetius (al vanaf het<br />

beg<strong>in</strong> hoogleraar aan de school) een preek <strong>in</strong> de<br />

schu<strong>in</strong> er tegenover staande Domkerk. Op 12 maart<br />

1637 werd hij tevens bevestigd als stadspredikant van<br />

Utrecht.<br />

Aan de Universiteit kon je nu<br />

ook geneeskunde studeren.<br />

Er waren nog maar enkele<br />

tientallen studenten, die les kregen van een<br />

zevental hoogleraren. Johannes behoorde dus tot<br />

een van de eerste licht<strong>in</strong>gen studenten. Hij schijnt er<br />

bij Voetius (die later zijn collega zou worden)<br />

promotie te hebben gedaan over ‘Geen het orgel <strong>in</strong><br />

de eredienst’. Eigenlijk werd hij door Voetius gebruikt<br />

Een optocht van hoogleraren<br />

vanuit het oude akademiegebouw<br />

van de Universiteit<br />

van Utrecht op het Domple<strong>in</strong>.<br />

Bijzondere postzegel met de<br />

beeltenis van Voetius, die werd<br />

uitgegeven <strong>in</strong> 1936 ter ere van<br />

het derde eeuwfeest van de<br />

Universiteit.<br />

Hoofdstuk 8 - Ds. Johannes van Heymenberg | 57


Constantijn Huygens<br />

(1596-1687).<br />

<strong>De</strong> senaatszaal <strong>in</strong> de Universiteit met portretten van hoogleraren.<br />

als ‘wapen’ tegen Constantijn Huygens, die juist<br />

pleitte vóór het gebruik van het orgel <strong>in</strong> de eredienst.<br />

Bergambacht en Montfoort<br />

In 1643 was Johannes klaar met zijn studie; nu was<br />

het wachten op een plek <strong>in</strong> Gods wijngaard. Uit de<br />

classisarchieven blijkt dat hij samen met Hendrik de<br />

Goy (beroepen <strong>in</strong> Groot-Ammers) zijn laatste examen<br />

aflegde voor de classis. Petrus Magnus, die toen<br />

ambachtsheer was, had goedkeur<strong>in</strong>g gegeven voor<br />

het beroep naar Bergambacht. Tijdens de classisvergader<strong>in</strong>g<br />

van 12 oktober 1643 deden ze hun<br />

proponentsexamen; en met succes…!<br />

“Zijn eerste ‘dienst en wacht’ (plek waar hij predikant<br />

werd) was ‘Kle<strong>in</strong> Ammers en Bergambacht’. Twee <strong>dorp</strong>en<br />

die onder opa nog samen één predikant hadden, maar<br />

nu afzonderlijke gemeenten zijn. Het gebied staat<br />

bekend om de visrijke rivier de Lek. <strong>De</strong> tweede ‘post’<br />

waar hij ‘ten strijde, dienst en wacht’ werd gesteld (dat<br />

zijn termen die al <strong>in</strong> de vooraf gaande preek over de<br />

Levieten werden uitgelegd) was de stad Montfoort.”<br />

Helaas geen verdere details over Bergambacht. In<br />

Montfoort moet hij zijn vrouw hebben ontmoet, maar<br />

ze trouwden <strong>in</strong> Utrecht, waar ook de beide zoons<br />

Casparus en Henricus werden geboren.<br />

58 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


Terug <strong>in</strong> Utrecht<br />

“Tenslotte werd hij <strong>in</strong> 1656 geroepen om als een Leviet<br />

zijn broeders te helpen <strong>in</strong> zijn geboortestad Utrecht. <strong>De</strong><br />

zegenrijke her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g aan hem leeft daar nog steeds<br />

(1731) voort! Hij was een echte schriftgeleerde en hij had<br />

een zachtmoedig en vreedzaam karakter. Hij besteedde<br />

ook tijd om jonge ‘Levieten’ <strong>in</strong> hun dienst te onderwijzen<br />

voor wat betreft het preken. Enkele van zijn leerl<strong>in</strong>gen<br />

waren Lucas van der Meer, Hero Sibersma en Adrianus<br />

Byl, die allen met respect over opa praatten.”<br />

Liefhebberijen<br />

“Opa was een groot liefhebber en kenner van zang,<br />

muziek en dichtkunst. Hij maakte bijvoorbeeld een<br />

gedicht op het overlijden van de bekende Gisbertus<br />

Voetius.” Kle<strong>in</strong>zoon Casparus Henricus hield ook van<br />

dichten en maakte een gedicht voor een boek van<br />

Franciscus Burmannus (volgel<strong>in</strong>g van Voetius’<br />

theologische tegenstander Johannes Coccejus).<br />

Oma<br />

“Oma heette Margaretha van Mansveld. Ze was dochter<br />

van Johan van Mansveld, maarschalk (een soort baljuw<br />

of drossaard) van Montfoort. Uit zulke ouders is mijn<br />

vader te Utrecht geboren en dat v<strong>in</strong>d ik een grote eer.”<br />

Utrecht<br />

“In Utrecht groeiden vader Casparus en Henricus, zijn<br />

broer, op. Vader g<strong>in</strong>g er al op zijn achtste naar de Latijnse<br />

School! Studeerde er Grieks en Latijn. Tot het rampjaar<br />

aanbrak: 1672 (<strong>in</strong> 1648 e<strong>in</strong>digde de Tachtigjarige<br />

Oorlog, maar nu brak er oorlog uit met Engeland en<br />

Frankrijk). Franse troepen hielden vreselijk huis <strong>in</strong> de<br />

prov<strong>in</strong>cie, maar ook <strong>in</strong> de stad Utrecht. <strong>De</strong> Roomse Kerk<br />

kreeg het hier nu weer voor het zeggen. Wat er allemaal<br />

gebeurd is heeft opa weleens verteld; hij maakte het<br />

allemaal persoonlijk mee. Maar wat er ook gebeurde,<br />

opa bleef op zijn post – zijn wachtpost – en droeg zorg<br />

voor de gemeente die aan zijn zorg was toevertrouwd.”<br />

Hero Sibersma (1644-1728).<br />

Franciscus Burmannus<br />

(1671-1719).<br />

Hoofdstuk 8 - Ds. Johannes van Heymenberg | 59


en… het koor van de kerk <strong>in</strong> Bergambacht vernielde;<br />

maar daarover <strong>in</strong> het volgende hoofdstuk.<br />

Voetianen en Coccejanen<br />

Zoals gezegd speelde Gisbertus Voetius (1589-1676)<br />

een bijzondere rol <strong>in</strong> het leven van Johannes. Voetius<br />

droeg het laatste van de drie delen van zijn beroemde<br />

werk ‘Politica Ecclesiastica’ aan hem op, als ook aan<br />

drie andere Utrechtse collega’s, waaronder Petrus van<br />

Breen, schoonvader van zoon Casparus!<br />

Hier zie je duidelijk het gat<br />

tussen de Domtoren en de<br />

kerk, dat <strong>in</strong> 1674 ontstond.<br />

Rechtsonder het kruisvormige<br />

akademiegebouw van de<br />

Universiteit van Utrecht.<br />

<strong>De</strong> periode ‘Utrecht’ werd nog door een ander<br />

rampjaar gekenmerkt: 1674, toen een grote tornado<br />

over ons land raasde en een deel van de Domkerk<br />

Maar wat was dat toch met Voetius en zijn tegenpool<br />

Johannes Coccejus? Een uiterst <strong>in</strong>gewikkeld dispuut<br />

op theologisch gebied, dat men ook wel de Tweede<br />

Tachtigjarige Oorlog noemde.<br />

<strong>De</strong> uit Bremen afkomstige Jacobus Koch (verlatijnst<br />

tot Coccejus) meende dat de rechtvaardigmak<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

het Oude Testament (dus vóór de komst van de Heere<br />

Jezus) op een andere manier g<strong>in</strong>g dan ná Zijn offer op<br />

60 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


Golgotha. Coccejus had veel geleerd van de rabijnen<br />

en had een enorme kennis van het hebreeuws en het<br />

grieks. Hij meende dat het Oude Testament van een<br />

andere orde was dan het Nieuwe en zodoende voor<br />

ons vandaag niet meer zo relevant. En die gedachte<br />

komen we vandaag ook nog steeds tegen!<br />

Over de wetten van Mozes had hij uitgesproken<br />

ideeën die knap verkeerd vielen bij degenen die <strong>in</strong> de<br />

lijn van Calvijn dachten. Het vierde gebod, over het<br />

onderhouden van de sabbath, schreef hij toe aan de<br />

situatie tijdens de woestijnreis. Hij meende dat wij de<br />

rustdag niet meer zo behoefden te onderhouden. Het<br />

was prima om op zondag naar de kerk te gaan, maar<br />

die dag was ook geschikt voor andere zaken.<br />

Als je bedenkt dat Voetius juist het accent probeerde<br />

te leggen op een nieuwe, Nadere <strong>Reformatie</strong> – omdat<br />

hij zag dat <strong>Reformatie</strong> een voordurend proces moest<br />

zijn – dan snap je zijn probleem met Coccejus wel.<br />

<strong>De</strong> theologische verschillen tussen Voetius en<br />

Coccejus werden steeds groter en hadden ook hun<br />

weerslag op het ‘gewone kerkvolk’. Bij het beroep<strong>in</strong>gswerk<br />

speelde dat bijvoorbeeld een grote rol. Als de<br />

ambachtsheer of het stadsbestuur anti-Voetius was,<br />

mochten er alleen coccejaanse predikanten worden<br />

beroepen!<br />

Het zou <strong>in</strong>teressant zijn om eens uit te zoeken hoe<br />

dat bij de familie Van Heymenberg zat: opa Johannes<br />

was een goede vriend en leerl<strong>in</strong>g van Voetius; vader<br />

Casparus liep nog mee <strong>in</strong> Voetius’ begrafenisstoet.<br />

Maar het lijkt erop dat kle<strong>in</strong>zoon Casparus Henricus<br />

juist goede vrienden had tussen de coccejanen.<br />

Maar, om je niet verder te vermoeien met deze oude<br />

theologische visies, laten we het hierbij. <strong>De</strong> twee<br />

kernpunten nemen we mee ter overweg<strong>in</strong>g:<br />

1. Hoe kijk jij aan tegen het Oude Testament?<br />

2. V<strong>in</strong>d jij ook dat <strong>Reformatie</strong> een voordurende proces<br />

<strong>in</strong> het kerkelijk leven moet zijn?<br />

Gisbertus Voetius (1589-1676).<br />

Jacobus Coccejus (1603-1660.<br />

Hoofdstuk 8 - Ds. Johannes van Heymenberg | 61


Hoofdstuk 9<br />

Ds. Arnoldus Brantius<br />

Op de vorige pag<strong>in</strong>a een detail<br />

uit de kaart (hieronder) van de<br />

heerlijkheid ’s-Heeraartsberg,<br />

Bergambacht en Ammerstol,<br />

uit 1683, twee jaar vóór het<br />

vertrek van dom<strong>in</strong>ee Brantius;<br />

het schilderij hangt <strong>in</strong> het<br />

Raadhuis van Bergambacht.<br />

We zijn al weer aangekomen bij de laatste<br />

predikant van dit boekje. Een dom<strong>in</strong>ee die<br />

een zeer lange periode <strong>in</strong> Bergambacht<br />

heeft gestaan: 31 jaar! Maar… daarna stond<br />

hij ook nog eens 27 jaar <strong>in</strong> Oudewater!<br />

Geslacht van langlevende predikanten<br />

Om maar met de deur <strong>in</strong> huis te vallen: die grote<br />

hoeveelheid dienstjaren is juist een kenmerk van de<br />

familie van deze predikant. Na wat zoekwerk bleek<br />

dat hij nauw verwant was aan de predikantenfamilie<br />

Swalmius. We zitten dan nog <strong>in</strong> de tijd dat niet<br />

iedereen een gewone achternaam had. Daar g<strong>in</strong>g<br />

men vrij slordig mee om;<br />

dat werd pas goed<br />

gestructureerd <strong>in</strong> de tijd<br />

van Napoleon.<br />

<strong>De</strong> broer, (oud)ooms,<br />

neefs, (over)grootvader(s)<br />

van Arnoldus Brantius<br />

stonden bijna allen 40 tot<br />

50 jaar <strong>in</strong> het ambt!<br />

Zijn vader, Pieter Claesz.<br />

Brand (of Brant), was<br />

schout <strong>in</strong> Pijnacker. Hij<br />

was <strong>in</strong> 1596 <strong>in</strong> <strong>De</strong>n Briel<br />

Hoofdstuk 9 - Ds. Arnoldus Brantius | 63


<strong>De</strong> kerktoren van Pijnacker<br />

stond zo enorm scheef dat hij<br />

na de restauratie los van de<br />

kerk is komen te staan (en <strong>in</strong><br />

april 1940 is <strong>in</strong>gestort).<br />

geboren. Hij trouwde rond 1625 te Pijnacker met de<br />

tien jaar jongere dom<strong>in</strong>eesdochter Cathar<strong>in</strong>a Swalmius.<br />

Het was haar eerste huwelijk maar zijn derde. Uit zijn<br />

eerste huwelijk werd een dochter Barbara geboren en<br />

uit zijn tweede huwelijk een dochter Cathar<strong>in</strong>a. Maar<br />

het derde huwelijk werd gezegend met maar liefst<br />

tien k<strong>in</strong>deren. En uit dat huwelijk stamt ook onze<br />

predikant. Maar let eens op hun achternamen:<br />

1. Hendrik Brants Swalmius<br />

2. Heiltje Brants<br />

3. Arnoldus Brants<br />

4. Jannetje Brants<br />

5. Isaac Brants Swalmius<br />

6. Cathar<strong>in</strong>a Brants<br />

7. Jacobus Brants Swalmius<br />

8. Cornelia Brants<br />

9. Elisabeth Brants<br />

10. Barbara Brants<br />

(<strong>De</strong> volgorde is helaas niet helemaal duidelijk)<br />

Broer Hendrik was ook predikant. Broer Jacobus<br />

volgde zijn vader op als schout van Pijnacker.<br />

Opmerkelijk is dat een paar k<strong>in</strong>deren de achternaam<br />

van moeder achter hun achternaam voegden!<br />

64 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


<strong>De</strong> familie Swalmius<br />

Moeder Cathar<strong>in</strong>a kwam uit een dom<strong>in</strong>eesgez<strong>in</strong>. Haar<br />

vader, Arnoldus Swalmius, waarnaar onze predikant is<br />

vernoemd, was predikant <strong>in</strong> Westmaas (1592-1603)<br />

en <strong>in</strong> ’s-Gravenzande (1603-1634). Hij werd geboren<br />

<strong>in</strong> 1568 <strong>in</strong> Vlaanderen (waarschijnlijk als enige, want<br />

zijn drie broers werden <strong>in</strong> Rhoon geboren); kort na de<br />

beeldenstorm vluchtten vader en moeder met hem<br />

naar de noordelijke Nederlanden. Hij trouwde rond<br />

1592 eerst met Cornelia Terschell<strong>in</strong>g (uit dit huwelijk<br />

één zoon: Hendrik) en hertrouwde <strong>in</strong> 1594 met<br />

Elisabeth van Leufken (wiens vader dom<strong>in</strong>ee<br />

Johannes Liv<strong>in</strong>i was). Zij kregen zes k<strong>in</strong>deren:<br />

1. Abraham Swalmius (dom<strong>in</strong>ee)<br />

2. Johannes Swalmius (dom<strong>in</strong>ee)<br />

3. Cathar<strong>in</strong>a Swalmius<br />

4. Jacobus Swalmius (dom<strong>in</strong>ee)<br />

5. Isaack Swalmius<br />

6. Heiltje Swalmius<br />

En dan nog kort over opa Henricus van der Zwalme.<br />

Hij werd rond 1545 te Zottigem (Vlaanderen)<br />

gedoopt en studeerde voor predikant. Echter <strong>in</strong> de<br />

roerige tijd van de Hervorm<strong>in</strong>g moest hij zijn stad<br />

ontvluchten; het is precies het jaar waar<strong>in</strong> de graven<br />

Egmond en Horne werden omgebracht <strong>in</strong> Brussel; de<br />

eerste werd gebalsemd en begraven (met zijn vrouw)<br />

<strong>De</strong> kerk van Zottigem waar<br />

Arnoldus Swalmius werd<br />

gedoopt waarschijnlijk: buiten<br />

staat het standbeeld van graaf<br />

Lamoraal van Egmond die <strong>in</strong><br />

Brussel werd onthoofd, samen<br />

met Filips II van Montmorency,<br />

graaf van Horne.<br />

Hoofdstuk 9 - Ds. Arnoldus Brantius | 65


Oudoom Henricus Swalmius (r)<br />

en zijn vrouw Judith van<br />

Breda (l), geschilderd door<br />

Frans Hals; over hem: “In het<br />

aangezigt van Henricus Swalmius werd<br />

eene deftigheid bespeurd, van zijne lippen<br />

vloeiden zoetigheid en vriendelijkheid,<br />

zijne welsprekendheid en vleijende reden<br />

staken boven anderen uit.”<br />

Oudoom Eliazar Swalmius<br />

(helemaal rechts) werd <strong>in</strong><br />

Amsterdam geschilderd door<br />

Rembrandt van Rijn; de broers<br />

van Arnoldus leken op elkaar.<br />

<strong>in</strong> de Roomse Kerk van<br />

Zottegem (de stad<br />

waarvan hij heer was).<br />

Henricus verbleef enkele<br />

jaren <strong>in</strong> Engeland (<strong>in</strong> de<br />

Hollandse vluchtel<strong>in</strong>gen -<br />

gemeente aldaar<br />

misschien) en werd <strong>in</strong><br />

1580 predikant te Rhoon,<br />

waar zijn drie andere<br />

zoons werden geboren. Daarna stond hij van 1602 tot<br />

1608 <strong>in</strong> Bleiswijk, waar hij <strong>in</strong> 1610 overleed. Hij en zijn<br />

vrouw kregen dus <strong>in</strong> ieder geval vier zoons, van wie<br />

alleen Carel géén predikant werd (diens oudste zoon<br />

Victor werd wel predikant):<br />

1. Arnoldus Swalmius (1568-1637)<br />

2. Henricus van der Swalme (1578-1649)<br />

3. Carel van der Swalme (1581-1640)<br />

4. Eleazar Swalmius (1582-1652)<br />

66 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


Overgrootvader Henricus schreef <strong>in</strong> die tijd een stukje<br />

familiehistorie waaruit bleek dat zijn ouders Gillis van<br />

der Zwalme en Willemijne Pamelaerts heetten.<br />

Anthonie van Leeuwenhoek<br />

Ken je de grondlegger van de microbiologie Anthonie<br />

van Leeuwenhoek (1632-1723)? Vast weleens van<br />

gehoord. Hij werd bekend door zijn zelfgemaakte<br />

microscoop. Op het gebied van celbiologie en de<br />

microbiologie deed hij veel ontdekk<strong>in</strong>gen. Zijn eerste<br />

vrouw, Barbara de Meij, overleed <strong>in</strong> 1666 en <strong>in</strong> 1671<br />

hertrouwde hij met Cornelia Swalmius, dochter van<br />

‘oom Johannes’, de broer van moeder Cathar<strong>in</strong>a. Dus<br />

deze beroemde man werd door zijn tweede huwelijk<br />

een neef van ‘onze’ dom<strong>in</strong>ee Brantius.<br />

Ammerstol los van Bergambacht<br />

Tijdens de periode dat dom<strong>in</strong>ee Brantius hier <strong>in</strong><br />

Bergambacht stond kwam het uite<strong>in</strong>delijk tot een<br />

In de Bergambachtse tijd<br />

overleden de beide ouders van<br />

dom<strong>in</strong>ee Brantius: moeder<br />

Cathar<strong>in</strong>a Brandt-Swalmius <strong>in</strong><br />

1661 en vader Pieter Claesz.<br />

Brandt <strong>in</strong> 1666; ze werden<br />

beiden begraven <strong>in</strong> het koor<br />

van de kerk van Pijnacker.<br />

Anthonie van Leeuwenhoek<br />

(l<strong>in</strong>ks), de uitv<strong>in</strong>der van de<br />

microscoop en de grondlegger<br />

van de microbiologie,<br />

geschilderd door Jan Verkolje.<br />

Hoofdstuk 9 - Ds. Arnoldus Brantius | 67


Herman(nus) van Halen<br />

(1633-1701), werd <strong>in</strong> 1664<br />

predikant <strong>in</strong> Utrecht,<br />

promoveerde <strong>in</strong> 1681 aan de<br />

Universiteit van Utrecht en<br />

werd er <strong>in</strong> 1683 hoogleraar<br />

Kerkgeschiedenis; men<br />

noemde hem een ‘voorbeeld<br />

van zacht moedigheid’ <strong>in</strong> de<br />

heftige strijd tussen Voetianen<br />

en Coccejanen; hij behoorde<br />

tot die eerste groeper<strong>in</strong>g.<br />

scheid<strong>in</strong>g tussen Ammerstol en Bergambacht. In 1658<br />

werd de eerste predikant beroepen: Hermannus van<br />

Halen, die <strong>in</strong> 1664 naar Utrecht vertrok. Hij werd nog<br />

datzelfde jaar opgevolgd door Wilhelmus a Baxcamp.<br />

Die kwam uit Rotterdam en promoveerde bij Voetius<br />

op 22 november 1656. Interessante vraag die ooit<br />

nog eens zou moeten worden uitgezocht blijft:<br />

waarom wilde Ammerstol zelfstandig worden? Voelde<br />

ze zich niet voldoende bearbeid door de dom<strong>in</strong>ee<br />

van Bergambacht (was de werkdruk voor hem dus te<br />

groot)? Of zaten er toch wrijv<strong>in</strong>g tussen de ambachtsheer<br />

en de slotheer? Of was ligg<strong>in</strong>gsverschil de reden<br />

(strijd tussen Voetianen en Coccejanen)? Als dat laatste<br />

het geval was, was Bergambacht toen waarschijnlijk<br />

Coccejaans en Ammerstol juist Voetiaans!<br />

<strong>De</strong> heer van Bergambacht en Ammerstol<br />

Nu we het daar toch over hebben: er is wat veranderd<br />

<strong>in</strong> de naam van de ambachtsheren. We hebben het <strong>in</strong><br />

deze tijd niet meer over de familie Van Zuylen van<br />

Nyevelt, maar over de familie Magnus. Hoe zit dat?<br />

Rond 1616 bezat de familie Van Zuylen van Nyevelt<br />

nog wel het kasteel; Frederik was er officieel slotheer.<br />

Maar ene Jacob Magnus was ambachtsheer. <strong>De</strong><br />

slotheer sprak recht; de ambachtsheer bepaalde<br />

welke predikant werd beroepen. Het is niet duidelijk<br />

of de familie Magnus ook <strong>in</strong> het <strong>dorp</strong> woonde. Wel<br />

stond er toen <strong>in</strong> de kerk een herenbank voor beide<br />

heren, wanneer ze zondags <strong>in</strong> het <strong>dorp</strong> waren;<br />

daarmee hield de kerk ze beiden te vriend. In 1616<br />

werd met f<strong>in</strong>anciële hulp van de ambachtsheer Jacob<br />

Magnus aan de noordkant van de kerk een ‘beuk’ of<br />

‘kapel’ gebouwd. Daar<strong>in</strong> werd later ook een grafkelder<br />

gemaakt. Toen Jacob Magnus <strong>in</strong> 1625 overleed werd<br />

hij waarschijnlijk <strong>in</strong> het koor begraven. <strong>De</strong> grote steen<br />

– die nu tegen de oostwand van de noordbeuk staat –<br />

heeft dus <strong>in</strong> het oude koor gelegen, maar werd later<br />

verplaatst naar de noordelijke zijbeuk!<br />

68 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


<strong>De</strong> tornade van 1674<br />

Dat brengt ons nog kort bij de al eerder genoemde<br />

tornade van 1674 die de Domkerk <strong>in</strong> Utrecht deels<br />

verwoestte (‘onze’ vorige dom<strong>in</strong>ee stond toen <strong>in</strong><br />

Utrecht!) en ook ons <strong>dorp</strong> teisterde. Het gotische koor<br />

van de kerk werd geruïneerd. Op het schilderij aan<br />

het beg<strong>in</strong> van dit hoofdstuk zie je de muren deels nog<br />

overe<strong>in</strong>d staan, maar het dak is er al af! Dorp en kerk<br />

werden moeizaam weer opgebouwd. Het herstel van<br />

de kerk heeft lang geduurd. <strong>De</strong> kerk kreeg toen m<strong>in</strong><br />

of meer de vorm die het vandaag nog heeft.<br />

Oudewater<br />

Beg<strong>in</strong> 1685 nam dom<strong>in</strong>ee Brantius een beroep aan<br />

naar Oudewater. In Oud-Beijerland had men hem <strong>in</strong><br />

september 1670 nog op een groslijst van predikanten<br />

gezet, maar het kwam nooit tot een beroep. Hij werd<br />

22 maart 1685 bevestigd te Oudewater en overleed er<br />

<strong>in</strong> 1712. Zijn boedel werd op 30 mei 1713 verdeeld.<br />

Het lijkt erop dat hij geen vrouw en k<strong>in</strong>deren had. Hij<br />

is er enkele jaren collega geweest van zijn oomzegger<br />

Otto Brand Swalmius die er op 29 januari 1689 kwam<br />

en <strong>in</strong> 1683 weer vertrok naar Enkhuizen.<br />

In 1701 schreef dom<strong>in</strong>ee<br />

Brantius deze latijnse wens <strong>in</strong><br />

het vriendenalbum van<br />

Arnoldus Kersseboom, een<br />

jurist die <strong>in</strong> Oudewater<br />

opgroeide; ook Pr<strong>in</strong>s Johan<br />

Willem Friso van Nassau heeft<br />

er<strong>in</strong> geschreven!<br />

Hoofdstuk 9 - Ds. Arnoldus Brantius | 69


Hoofdstuk 10<br />

<strong>De</strong> Statenvertal<strong>in</strong>g<br />

en de Statenbijbel<br />

Op de vorige pag<strong>in</strong>a de<br />

gekleurde titelpag<strong>in</strong>a van de<br />

Statenbijbel uit 1637 met<br />

enkele details van de<br />

illustraties.<br />

Eén belangrijk onderwerp hebben we nog<br />

niet besproken: de Statenbijbel van 1637.<br />

Wat is er allemaal gebeurd, voordat deze op<br />

de kansel van Bergambacht lag?<br />

Over het ontstaan van de Statenbijbel is enorm veel<br />

geschreven; we houden het daarom hier beperkt. Een<br />

leuk boek, voor jongeren en k<strong>in</strong>deren, dat hierover<br />

duidelijk vertelt is ‘<strong>De</strong> komst van de Statenbijbel’ van<br />

Jan van Reenen. In grote lijnen schetsen we hier wat<br />

eraan vooraf g<strong>in</strong>g.<br />

Een Bijbel <strong>in</strong> ‘gewone’ taal<br />

Het was niet zo dat er nog geen Bijbel was. Ook is het<br />

niet helemaal waar dat de gewone mensen geen<br />

Bijbel mochten lezen. <strong>De</strong> meeste mensen kónden<br />

gewoonweg niet lezen. S<strong>in</strong>ds Luther begon met het<br />

vertalen van de Bijbel <strong>in</strong> de eigen taal (duits), waren<br />

er <strong>in</strong> ons land verschillende Bijbelvertal<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />

omloop. <strong>De</strong> uitv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van de boekdrukkunst kan als<br />

een gave van God worden gezien, waardoor de Bijbel<br />

veel sneller kon worden geproduceerd, dan wanneer<br />

hij helemaal met een pen moest worden geschreven.<br />

Dit is een heel prettig leesbaar<br />

boek over het ontstaan van de<br />

Statenvertal<strong>in</strong>g en de<br />

Statenbijbel.<br />

Hoofdstuk 10 - <strong>De</strong> Statenvertal<strong>in</strong>g en de Statenbijbel | 71


Zes voorgangers van<br />

de Statenvertal<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

chronologische volgorde.<br />

Om meer te weten over de<br />

oudere Bijbelvertal<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong><br />

ons land werden gebruikt, is<br />

een bezoek aan het<br />

Statenbijbelmuseum <strong>in</strong><br />

Leerdam een aanrader!<br />

Voorgangers van de Statenvertal<strong>in</strong>g<br />

Welke Bijbels waren er <strong>in</strong> ons land <strong>in</strong> omloop? Als je<br />

ze op een rijtje zet, dan zijn dat het er best aardig wat;<br />

elk met zijn eigen bron waaruit werd vertaald:<br />

1. <strong>De</strong>lftse Bijbel (1477);<br />

2. Vorstermanbijbel (1528-1531);<br />

3. Liesveltbijbel (1542);<br />

4. Leuvense Bijbel (1548);<br />

5. Biestkensbijbel (1560);<br />

6. <strong>De</strong>ux-Aesbijbel (1562).<br />

Allemaal Bijbels met zowel het Oude als het Nieuwe<br />

Testament. Ze waren een doorn <strong>in</strong> het oog van de<br />

Roomse Kerk. En al die Bijbels brachten mensen op de<br />

brandstapel, omdat zij die niet wilden opgeven: God<br />

had daar<strong>in</strong> tot hen gesproken!<br />

Waarom een nieuwe Bijbelvertal<strong>in</strong>g?<br />

Een uitgebreider stuk voorgeschiedenis van de<br />

Statenvertal<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>d je op www.statenvertal<strong>in</strong>g.nl.<br />

Maar de vraag is: wat was er mis met die voorgaande<br />

72 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


vertal<strong>in</strong>gen, waardoor een nieuwe vertal<strong>in</strong>g noodzakelijk<br />

was? <strong>De</strong> voornaamste reden was dat al die<br />

voorgaande Bijbels gebrekkig waren vertaald, niet of<br />

niet geheel vanuit de grondtaal. Zo was bijvoorbeeld<br />

de duitse vertal<strong>in</strong>g van Luther gebruikt voor de<br />

Liesveltbijbel. Je voelt wel aan dat vertalen van een<br />

vertal<strong>in</strong>g een grote kans op fouten oplevert.<br />

Daarnaast waren er zoveel verschillende vertal<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> omloop dat dat <strong>in</strong>terpretatie verschillen en dus<br />

verwarr<strong>in</strong>g gaf; met alle problemen van dien. Hoog<br />

tijd voor een éénduidige en punctuele vertal<strong>in</strong>g<br />

van uit de grondtaal. Dat besluit werd genomen op de<br />

al eerder genoemde Synode van Dordt. Maar, er lagen<br />

nog veel onverkochte oude vertal<strong>in</strong>gen; een grote<br />

kostenpost voor de drukkers. Daarom sprak men een<br />

overgangsperiode af voordat men overg<strong>in</strong>g op de<br />

Statenvertal<strong>in</strong>g. En… het plan opvatten om te gáán<br />

vertalen, betekende nog niet dat je gelijk een hele<br />

gedrukte Bijbel had. Dat koste nogal wat tijd!<br />

<strong>De</strong> vertalers en de correctoren<br />

Na afspraken te hebben gemaakt over de manier van<br />

vertalen, werden bekwame vertalers gekozen. Voor<br />

de vertal<strong>in</strong>g van het Oude Testament:<br />

• Johannes Bogerman, predikant te Leeuwarden;<br />

• Guilhelmus Baudartius, predikant te Zutphen;<br />

• Gerson Bucerus, predikant te Veere.<br />

L<strong>in</strong>ks Johannes Bogerman, de<br />

vroegere voorzitter van de<br />

Dortse Synode;<br />

rechts: Guilhelmus of<br />

Wilhelmus Baudartius.<br />

Hoofdstuk 10 - <strong>De</strong> Statenvertal<strong>in</strong>g en de Statenbijbel | 73


Hun plaatsvervangers, bij eventuele ziekte, waren:<br />

• Antonius Thysius, hoogleraar <strong>in</strong> de godgeleerdheid<br />

aan de hogeschool te Harderwijk;<br />

• Jacobus Rolandus, predikant te Amsterdam;<br />

• Hermannus Faukelius, predikant te Middelburg.<br />

Voor de vertal<strong>in</strong>g van het Nieuwe Testament en van<br />

de Apocriefe boeken koos men:<br />

• Jacobus Rolandus;<br />

• Hermannus Faukelius;<br />

• Petrus Cornelii, predikant te Enkhuizen.<br />

Anthonius Thysius.<br />

Jacobus Rolandus.<br />

Herman Faukelius.<br />

74 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


Als hun plaatsvervangers werden aangesteld:<br />

• Festus Hommius, predikant te Leiden;<br />

• Antonius Walaeus, predikant te Middelburg;<br />

• Jodocus Ho<strong>in</strong>gius, rector van de Illustere School te<br />

Harderwijk.<br />

Ook werden correctoren aangesteld om alles goed na<br />

te lezen. Er is nog veel meer over het vertaalwerk te<br />

vertellen, maar dat kun je uitgebreid lezen op de site<br />

statenvertal<strong>in</strong>g.nl.<br />

<strong>De</strong> duur van het werk<br />

Al dat vertaalwerk begon <strong>in</strong> 1626 en vond plaats <strong>in</strong><br />

Leiden. Op 4 september 1632 was de handgeschreven<br />

vertal<strong>in</strong>g van het Oude Testament klaar, waarna men<br />

kon beg<strong>in</strong>nen met het drukken. <strong>De</strong> eerste proefdruk<br />

daarvan was beg<strong>in</strong> 1633 af. Het Nieuwe Testament en<br />

de Apocriefe boeken waren beg<strong>in</strong> 1634 <strong>in</strong> geschreven<br />

versie klaar om te worden gedrukt. E<strong>in</strong>d 1634 werden<br />

Festus Hommius.<br />

Antonius Walaeus.<br />

alle correcties <strong>in</strong> de drukproeven doorgevoerd; een<br />

gigantische klus <strong>in</strong> een tijd, waar<strong>in</strong> er nog geen<br />

computers en digitale zetprogramma’s bestonden.<br />

Maar het werk vorderde gestaag en we mogen diep<br />

respect hebben voor deze mannen die mega-veel<br />

uren <strong>in</strong> dit project hebben willen steken!<br />

Hoofdstuk 10 - <strong>De</strong> Statenvertal<strong>in</strong>g en de Statenbijbel | 75


<strong>De</strong> kist waar<strong>in</strong> de drukproeven,<br />

het eerste exemplaar van<br />

de Statenbijbel en alle<br />

handschriften van de vertalers<br />

werden bewaard.<br />

<strong>De</strong> stad Leiden besloot e<strong>in</strong>d 1634 om Machteld<br />

Aelbrechtsdr, weduwe van Hillebrand Jacobsz. van<br />

Wouw, de eerste Statenbijbel te laten drukken. Ze<br />

kreeg het privilege (recht) om voor 15 jaar dit werk te<br />

mogen blijven doen. In de zomer van 1637 was het<br />

werk eigenlijk klaar. Er was nog één hobbel te nemen:<br />

wiens naam mocht er op het titelblad van de Bijbel<br />

staan? Dus wie was de uitgever of bekostiger? En wie<br />

mocht dus het voorwoord schrijven?<br />

<strong>De</strong> Staten-Generaal hielden die taak voor zichzelf; zij<br />

hadden het hele project grotendeels bekostigd voor<br />

een bedrag van zo’n 75.000 gulden (voor die tijd een<br />

enorm kapitaal).<br />

Uite<strong>in</strong>delijk werd op 17 september 1637 het eerste<br />

exemplaar <strong>in</strong> <strong>De</strong>n Haag overhandigd aan de Staten-<br />

Generaal. Drie mannen voerden deze laatste actie uit.<br />

Helaas kon ds. Bogerman er niet meer bij zijn; hij was<br />

zes dagen eerder overleden! <strong>De</strong>ze drie waren Andreas<br />

Rivetus, Antonius Walaeus en Festus Hommius.<br />

Eerste herziene Statenvertal<strong>in</strong>g<br />

<strong>De</strong> stapel papierwerk van de vertalers werd keurig<br />

bewaard <strong>in</strong> Leiden, op het stadhuis. In een boekenkist<br />

– nu nog te zien <strong>in</strong> het Catherijnen Convent <strong>in</strong> Utrecht<br />

– werden de orig<strong>in</strong>ele papieren, de ‘autographa’,<br />

bewaard. Ook werd het eerste exemplaar van de<br />

Staten bijbel – een grootformaat (folio) <strong>in</strong> paars<br />

fluweel met goud op snee – <strong>in</strong> deze kist bewaard.<br />

Maar zoals met elk boek dat is gedrukt, worden er<br />

tijdens het lezen foutjes ontdekt: drukfouten, stijl- en<br />

spell<strong>in</strong>gsfouten, maar ook vertaalfouten. Paulus Aertsz<br />

van Ravensteyn mocht <strong>in</strong> 1657 de tweede versie, zeg<br />

76 | <strong>De</strong> <strong>Reformatie</strong> <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> <strong>dorp</strong>


maar de allereerste ‘herziene Staten vertal<strong>in</strong>g’ drukken.<br />

En deze uitgave wordt nog steeds als de meest<br />

nauwkeurige Statenbijbel gezien. Welke versie als<br />

eerste op de kansel van Bergambacht terecht kwam<br />

en wanneer is helaas niet bekend.<br />

En 380 jaar later…<br />

Het is dit jaar 380 jaar geleden dat de eerste versie<br />

van de Statenbijbel werd overhandigd. Nadien zijn er<br />

diverse verbeter<strong>in</strong>gen aan gepleegd. Maar er zijn ook<br />

andere vertal<strong>in</strong>gen gekomen en enige jaren geleden<br />

is het plan opgevat om de Statenvertal<strong>in</strong>g te hertalen<br />

met hedendaagsere woorden en grammatica. Je kunt<br />

er van v<strong>in</strong>den wat je v<strong>in</strong>dt, maar de voornaamste<br />

vraag blijft: heb jij <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> leven de waarde ontdekt<br />

van de Bijbel <strong>in</strong> <strong>jouw</strong> eigen taal? Lees jij de Bijbel en<br />

merk je dat God tot je spreekt door Zijn Woord en<br />

Geest? Dan is het werk van de Statenvertalers niet<br />

voor niets geweest!<br />

Wanneer de eerste Statenbijbel<br />

op de kansel <strong>in</strong> Bergambacht<br />

kwam te liggen is niet bekend.<br />

Al vrij snel werd de nieuwe<br />

Bijbelvertal<strong>in</strong>g <strong>in</strong>gevoerd als<br />

dé gangbare. Dankzij de<br />

medewerk<strong>in</strong>g van de<br />

plaatselijke reger<strong>in</strong>gen<br />

ontv<strong>in</strong>gen alle kerken <strong>in</strong><br />

Gron<strong>in</strong>gen al <strong>in</strong> 1638 twee<br />

exemplaren van de nieuwe<br />

Statenbijbel. Maar <strong>in</strong> andere<br />

prov<strong>in</strong>cies liep dat een stuk<br />

trager vanwege verzet tegen<br />

deze nieuw vertal<strong>in</strong>g.<br />

Het is ook niet bekend welke<br />

Bijbelvertal<strong>in</strong>g men vóór die<br />

tijd gebruikte hier <strong>in</strong> het <strong>dorp</strong>.<br />

Hoofdstuk 10 - <strong>De</strong> Statenvertal<strong>in</strong>g en de Statenbijbel | 77


Nawoord<br />

Terugblik en bronnen<br />

Wat hebben we veel ontdekt en geleerd<br />

over het ontstaan van de Hervormde<br />

Gemeente van Bergambacht. Vanuit allerlei<br />

bronnenmateriaal, meestal op <strong>in</strong>ternet<br />

terug te v<strong>in</strong>den, kwam de geschiedenis tot<br />

leven.<br />

Door heel dit boekje heen zitten l<strong>in</strong>kjes <strong>in</strong> de tekst,<br />

waarop je kunt klikken om te zien waar de <strong>in</strong>formatie<br />

vandaan kwam; en als je dat leuk v<strong>in</strong>dt kun je zo meer<br />

<strong>in</strong>formatie krijgen. Ook bijna alle afbeeld<strong>in</strong>gen zijn<br />

voorzien van een l<strong>in</strong>k naar de bronnen, zodat te zien<br />

is waar ze vandaan kwamen. Alles bij elkaar een<br />

lees- en kijkboek en met die digitale l<strong>in</strong>kjes <strong>in</strong> zeker<br />

z<strong>in</strong> ook een doe-boek.<br />

Als je nu naar het predikantenbord <strong>in</strong> de zuidelijke<br />

zijbeuk kijkt, komen die vreemde namen je opeens<br />

een stuk vertrouwelijker over.<br />

Ik hoop dat je er met plezier <strong>in</strong> hebt gelezen en wat<br />

meer bent gaan begrijpen van het ontstaan van de<br />

gemeente en wat jongeren <strong>in</strong> die eerste eeuw<br />

allemaal hebben meegemaakt. Bewaar het boek op je<br />

iPad of computer. Het is ook altijd nog terug te v<strong>in</strong>den<br />

op de site van de Kon<strong>in</strong>klijke Bibliotheek!<br />

Schoonhoven, 2017<br />

Op de vorige pag<strong>in</strong>a staat een<br />

aangepaste versie van het<br />

predikantenbord; de fouten<br />

zijn eruit gehaald, de namen<br />

van de acht predikanten uit dit<br />

boekje zijn compleet gemaakt<br />

met hun voornamen en de<br />

ontbrekende naam van<br />

dom<strong>in</strong>ee Dorgen is nu ook<br />

toegevoegd.<br />

Nawoord - Terugblik en bronnen | 79


Het <strong>in</strong>terieur van de Larentiuskerk van Bergambacht vóór en na de restauratie van 1972. Die oude herenbanken spreken wel tot de<br />

verbeeld<strong>in</strong>g, maar toch stammen ze van ná de grote brand van 1891. Het kerkgebouw heeft veel doorstaan en verander<strong>in</strong>gen meegemaakt.<br />

Predikanten kwamen en g<strong>in</strong>gen; jongeren groeiden hier op en trouwden; ouderen werden vanuit deze kerk begraven. Men zong er toen<br />

nog Datheen maar later de berijm<strong>in</strong>g van 1773. Bijbelvertal<strong>in</strong>gen zijn door de eeuwen veranderd. Eén is er Die niet is veranderd: de HEERE.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!