You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Meijer Wery<br />
Rotterdam, 24 januari 1892 - Rotterdam, 12 oktober 1978<br />
Meijer Wery (geboren Werij) stamt uit een<br />
zeer muzikale familie van artiesten en kermisreizigers.<br />
Hij begon als klarinettist in<br />
het orkest van zijn vader. Meijer trad op als<br />
violist in het Casino Variété, café Palatinat<br />
en café-concert De Matador. Later maakte<br />
Wery deel uit van het bekende salonorkest<br />
van Marcello Lanfredi, het Italiaanse<br />
Heeren Orkest van Gaetano di Vito en Mr.<br />
Masseltop. Hoewel hij voornamelijk klassieke<br />
muziek maakte, is Meijer Wery ook<br />
jazzdocent en pionier op de saxofoon.<br />
Hij was met onder andere Jules Zagwijn<br />
en dirigent Willem Feltzer medeoprichter<br />
van het Genootschap Tot Onderlinge<br />
Kunstbeoefening, het latere Rotterdams<br />
Philharmonisch Orkest. Meijer Wery was<br />
bovendien een zeer maatschappelijk geëngageerde<br />
musicus. Hij werd al in 1918 lid<br />
van de Rotterdamsche Toonkun stenaars<br />
Vereeniging, een van de voorlopers van<br />
de Nederlandse Toonkunstenaars Bond<br />
(NTB). In het begin van de jaren twintig gaf<br />
Wery vioollessen en doceerde hij saxofoon<br />
aan de Muziekscholen Maatschappij<br />
ter Bevordering der Toonkunst en het<br />
muzieklyceum van Willem Feltzer, dat in<br />
april 1929 als eerste in Nederland een<br />
jazzopleiding startte. Wery speelde<br />
saxofoon bij de harmonieorkesten onder<br />
leiding van Bart Verhallen, Ben Geijsel<br />
en Eduard Flipse. Bij het RPhO speelde<br />
hij viool, basklarinet en saxofoon.<br />
Volgens muziekrecensent Ton Verhiel<br />
was Meijer Wery de eerste solosaxofonist<br />
bij een Nederlands symfonieorkest. Zijn<br />
uitvoering van het razend moeilijke De<br />
Lachende Saxophoon van Rudy Wiedoeft<br />
maakte hem bekend bij het grote publiek.<br />
Met studiemateriaal en grammofoonplaten<br />
uit Amerika en een moderne saxofoon<br />
maakte hij zich het jazzspel eigen. Op 21<br />
november 1940 werd Wery door de NSB<br />
ontheven van zijn functie als voorzitter van<br />
de Rotterdamse afdeling van de NTB. De<br />
Nazi’s dwongen Wery te verhuizen naar<br />
Amsterdam. In 1941 werd hij gearresteerd<br />
wegens zijn betrokkenheid bij de<br />
Februaristaking. Hardnekkig ontkende<br />
hij tijdens het verhoor ook zijn joodse afkomst.<br />
Op 15 mei 1941 moesten op bevel<br />
van de bezetter alle joodse musici uit de<br />
orkesten worden ontslagen. In zijn laatste<br />
week bij het RPhO ontving Wery een, door<br />
hem zeer gewaardeerde, steunbetuiging<br />
van het Rotterdamse publiek die was<br />
ondertekend met Leve de muziek - Leve<br />
het Vaderland. Hij schnabbelde illegaal bij<br />
het Concertgebouw Orkest, het Operette<br />
Gezelschap van Boskamp, circus Mikini,<br />
het Goois Symphonie Orkest en het<br />
Joods Symphonie Orkest. Na de bevrijding<br />
keerde Wery terug naar het RPhO<br />
waar hij zich sterk maakte voor de oprichting<br />
van een bedrijfspensioenfonds voor<br />
de musici. Wery kwam eind 1950 met succes<br />
in het geweer tegen de voorgenomen<br />
fusie van het Residentie Orkest met het<br />
RPhO. Na zijn pensionering in 1957 hield<br />
hij tot op zeer hoge leeftijd zijn eigen lespraktijk<br />
aan. Op 18 mei 1966 was hij gast<br />
bij het galaconcert van het Rotterdams<br />
Philharmonisch Orkest ter gelegenheid<br />
van de opening van het concert- en congresgebouw<br />
de Doelen. In december<br />
1976 benoemde de NTB hem tot erelid.<br />
Meijer Wery overleed 12 oktober 1978 op<br />
86-jarige leeftijd in Rotterdam