230 definitief
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
gereden” blufte ik. “Joh, van wie ben jij er dan één?”
vroeg hij. “Ik ben de oudste kleinzoon van Maarten
Troost”. Hij peinsde ‘zegt me iets maar nee, ken hem
toch niet’. Na uitleg over voetbal en een half uurtje gezellig
bijgepraat te hebben nam ik afscheid, jawel met een
hand, en wenste hij mij een goede reis terug. Met mijn
binnenpret ik weer naar Opa’s feest. Daar aangekomen:
“Opa ik heb wat meegemaakt, Opa mijn brommer is …..”
nee hoor ieder in de kamer is stil om te horen wat ik dan
wel te vertellen had. Ik vertelde mijn belevenis en voordat
de hele familie in schateren wilde uitbarsten zei Opa:
“ Stil, ik maak zijn verhaal nog iets komischer: 3 weken
terug reed ik met de fiets met daaraan de kar (was een
grote houten bak met 2 fietswielen, gebruikte men veel
op het platteland om van het land klein spul te vervoeren)
en daarop de ruiters die staken wel wat uit, maar ja.
En ja hoor daar had je hem: ‘Bromsnor’,
de dorpsagent, en wat gebeurde
er: ik kreeg vanwege de ruiters een bekeuring
en nu is mijn kleinzoon zijn
nieuwe dorpsvriend”. De familie schaterde
het uit, dat was nog eens een
agent in het ootje nemen en dan door
zo’n Haags jochie: prachtig!
Opa heeft op zijn verjaardagen dit nog lang van zijn familie
moeten aanhoren.
Jacques van Gent
11