De Buurtgenoot 14

8
FRED
PETERS
PATER
JOHAN
Ik ben wat langer opgehouden dan verwacht
en haast me naar mijn afspraak
met Fred Peters. Fred heeft aangegeven
een voorkeur te hebben voor een ontmoeting
’s avonds, omdat zijn agenda
overdag vrij snel vol loopt met allerlei
leukere dingen. Ik ben inderdaad
te laat en terwijl ik nabij
het huis van Fred en zijn vrouw
Annemarie de auto parkeer,
zwaait de deur al open. Op een
holletje loop ik door de miezer
naar het huis, waar Fred
me in vol ornaat begroet.
Voor mij staat een scout van
top tot teen.
OUD & WIJS
Een heftig begin
Fred wordt als oudste kind in een Rotterdams gezin geboren
in het eerste oorlogsjaar. Het bombardement op de stad in
mei 1940 maakte hij dus mee in de buik van zijn moeder. Het
ouderlijk huis in Rotterdam-West staat dan wel overeind, de
stad en zijn bevolking, waaronder Freds ouders en grootouders
zijn zeer aangeslagen door de gaten die er letterlijk en figuurlijk
door de Duitse vijand geslagen zijn. De vader van Fred wordt,
ondanks zijn werk voor het ziekenhuis, in 1943 opgepakt en
mag anti-tankgrachten gaan graven. Freds opa besluit een huis
te kopen in Oosterbeek nabij Arnhem. Hier zal de oorlog zich
wat minder nadrukkelijk laten gelden, is het vermoeden.
Dan wordt het september 1944: Market Garden. Moeder met
inmiddels Fred en een jonger broertje moeten halsoverkop Oosterbeek
verlaten, omdat de hele zuidelijke Veluwezoom (150.000
mensen) op last van de Duitsers geëvacueerd wordt. Ze vinden
in de buurt van Apeldoorn onderdak. Vader zwerft wat rond om
verder aan de arbeidsinzet te ontkomen. Na de oorlog kan het
gezin gelukkig wel terug in de Rotterdamse woning.
Soms
monnik,
maar
áltijd
scout
Een virus?
In de eerste naoorlogse jaren leert de kleine Fred al wandelend
met vader het verwoeste centrum van Rotterdam goed kennen.
De zwaar getroffen Laurenskerk en het eveneens gehavende
Witte Huis zijn twee karakteristieke gebouwen die gelukkig weer
uit de as herrijzen. Veel is onherstelbaar beschadigd, maar er
worden ook beeldbepalende bouwwerken gewoon gesloopt.
Vlak na de oorlog stijgt de populariteit van de padvinderij
razendsnel. Freds ouders enthousiasmeren hun oudste om welp
te worden bij de Roelandgroep. Hij beleeft er een paar geweldige
jaren. Het padvindersvirus heeft zich toen diep in hem
genesteld!
Een nieuwe fase
Vlak nadat hij verkenner is geworden, verhuist het gezin naar
Kralingen, start Fred met de Mulo en komt er voor jaren een
einde aan de padvinderij. Fred vindt zijn draai in de techniek
en verricht heel wat reparatiewerkzaamheden aan schepen in
de verschillende havens en werven. In de avonduren behaalt hij