1 - Erasmus Universiteit Rotterdam
1 - Erasmus Universiteit Rotterdam
1 - Erasmus Universiteit Rotterdam
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
150 DE GENEESMIDDELENSECTOR<br />
label 3.14 Apothekers in Nederland, indeling naar soort en percentage, 1992<br />
Soort<br />
Gevestigde apotheker<br />
Tweede apotheker<br />
Ziekenhuisapotheek<br />
Industrie-apothekers<br />
Elders werkzaam<br />
Zonder functie<br />
Aantal<br />
1278<br />
459<br />
298<br />
299<br />
299<br />
411<br />
Bron: Pharmaceutisch Weekblad, jg. 127, nr. 33/34, 1992.<br />
Percentage<br />
Verreweg de grootste groep apothekers is werkzaam als openbare apotheker en<br />
veel apothekers — die zelf geen gevestigd apotheker zijn — gaan vaak in loondienst<br />
werken bij gebrek aan de mogelijkheid om op dat moment zelf een apotheek te<br />
beginnen. De uittrede-barrieres voor een apotheker, zoals voor elke zeer specialistisch<br />
opgeleide academicus, om buiten de in de tabel genoemde banen te gaan<br />
werken, zijn zeer groot. Voor de gevestigde apotheker zijn de uittrede-barrieres<br />
vaak hoog vanwege verplichtingen die zijn aangegaan, zoals met betrekking tot<br />
de financiering van apothekersbedrijf, waarvoor bij banken of groothandelaren<br />
leningen zijn aangegaan. Daarnaast is het apothekersbedrijf bijvoorbeeld ook in<br />
termen van persoonlijk inkomen interessant, hetgeen in paragraaf 3.4.3 nog<br />
toegelicht zal worden. Als men eenmaal aan een bepaald (relatief hoog) inkomen<br />
gewend is, dan zal men niet snel naar een andere positie omzien, zeker als men<br />
daar minder zou verdienen. Daarnaast zullen er apothekers zijn die, zelfs als zij<br />
bijvoorbeeld in loondienst eenzelfde of zelfs hoger inkomen kunnen krijgen, de<br />
vrijheid om ondernemer en 'eigen baas' te zijn niet willen missen.<br />
Een aantal determinanten van de intensiteit van de rivaliteit zijn in deze paragraaf<br />
over apothekers nog niet aan de orde geweest. Eerder is al geconstateerd dat er<br />
sprake is van een redelijke groei in de bedrijfstak en een gebrek aan overstapkosten.<br />
De eerste determinant zorgt voor een verlaging van de intensiteit van<br />
de rivaliteit en de tweede voor een verhoging daarvan. De elementen vaste (of<br />
voorraad-)kosten, periodieke overcapaciteit, grote produktiehoeveelheden en<br />
produktdifferentiatie (in het kader van de voorziening van recept-geneesmiddelen)<br />
zijn vooral van belang voor producenten en minder interessant op het<br />
niveau van de apotheker.<br />
Geconcludeerd wordt hier dat voor wat betreft de concurrentiekracht van de<br />
intensiteit van de rivaliteit de determinanten concentratie en evenwicht, een<br />
redelijke groei in de bedrijfstak en het (tot nu toe) ontbreken van verscheidenheid<br />
aan concurrenten, alsmede grote strategische (ondernemings-) belangen bijdragen<br />
aan een verlaging van de rivaliteit in de geneesmiddelensector, en daarmee aan<br />
een verlaging van de intensiteit van de concurrentie. Tot slot kan ook het door de<br />
KNMP voorgestane terughoudende vestigingsbeleid ten aanzien van de vestiging<br />
van nieuwe openbare apotheken, hoewel niet in het model opgenomen en daarom<br />
42<br />
15<br />
10<br />
10<br />
10<br />
14