Reflection of another mind
Deze publicatie werd gerealiseerd naar aanleiding van de tentoonstelling Reflections of another mind, Peter Weidenbaum in cultuurcentrum de Bogaard, Sint Truiden. Van 11 december 2015 tot 1 maart 2016. Gedrukt in oplage van 500 exemplaren. Teksten; Frans Boenders, Tom de Mette, Geert Verswijvel, Willem Elias, Sven Vanderstichelen, Peter Weidenbaum, Flor Bex. Translation Peter Lissack Lay-out Peter Weidenbaum, Skin, Joyce de Cock Fotografie Peter Weidenbaum Uitgever cultuurcentrum de Bogaard, Sint Truiden. ©2015 Peter Weidenbaum, de auteurs. Alle rechten voorbehouden.
Deze publicatie werd gerealiseerd naar aanleiding van de tentoonstelling Reflections of another mind, Peter Weidenbaum in cultuurcentrum de Bogaard, Sint Truiden. Van 11 december 2015 tot 1 maart 2016. Gedrukt in oplage van 500 exemplaren. Teksten; Frans Boenders, Tom de Mette, Geert Verswijvel, Willem Elias, Sven Vanderstichelen, Peter Weidenbaum, Flor Bex. Translation Peter Lissack
Lay-out Peter Weidenbaum, Skin, Joyce de Cock
Fotografie Peter Weidenbaum
Uitgever cultuurcentrum de Bogaard, Sint Truiden.
©2015 Peter Weidenbaum, de auteurs. Alle rechten voorbehouden.
Erfolgreiche ePaper selbst erstellen
Machen Sie aus Ihren PDF Publikationen ein blätterbares Flipbook mit unserer einzigartigen Google optimierten e-Paper Software.
Zo een dag dat het zonlicht in zijn volle kracht door
het raam valt. Is het je dan ook al eens opgevallen
dat je duizenden stofdeeltjes kan ontwarren? Ik
stel me dan voor dat al die lichtgevende deeltjes
mensen zijn die ik ooit ontmoette.
Robert, dat was de naam van mijn vader, hij was
een verteller net zoals ik. Maar toch anders want
als zijn luidruchtige stem door de ruimte klonk
ging het over alles, geen taboes. Behalve over
hem. Nee over zichzelf heb ik hem eigenlijk zelden
iets horen zeggen. Toen hij stierf en ik over hem
nadacht kwam er een woord in mij op Stranger.
The stranger.
Zoals anderen stel ik me ook al eens de vraag
waar ik vandaan kom, mijn roots. In 2004 deed ik
een eerste poging en onderzocht ik de levensloop
van Jozef Egon Weidenbaum mijn grootvader.
Hij kwam langs zijn vaders kant uit een familie
van handelaars en slagers die leefden in Villich
Rheindorf in de omgeving van Bonn. Zijn moeder
Margarete Baron is de eerste link met België.
Haar vader Samuel Baron kwam in 1904 voor
de eerste maal naar België en vestigde zich hier
permanent als handelaar, net voor de eerste grote
oorlog. Vanaf de jaren dertig komen ook de
Weidenbaum’s stelselmatig naar hier omdat ze
in Duitsland moeten vluchten voor de nazi terreur.
Jozef Egon Weidenbaum werd vanaf 13 mei 1941
opgesloten in de gevangenis van Antwerpen en op
10 juni 1941 door de Oberfeldkommandantur veroordeeld
voor Brits-gezindheid en verdenking van
spionage. Op 20 augustus 1941 werd hij in het
fort van Breendonk opgesloten, van waaruit hij op
5 september 1942 overgebracht werd naar de
Dossinkazerne in Mechelen. Hier werd zijn naam
als nummer 651 toegevoegd aan de deportatielijst
van transport IX. Deze trein verliet Mechelen op
12 september 1942 en kwam op 14 september
1942 in Auschwitz-Birkenau aan. Hij werd bij
aankomst als dwangarbeider geselecteerd. Het
nummer 63575 werd op zijn arm getatoeëerd.
Hij overleefde een dodenmars naar Mauthausen
in januari 1945 en belandde vervolgens in het
kamp Gusen, waar hij op 5 mei 1945 door het
Amerikaanse leger werd bevrijd.
In 2009 overleed mijn vader. Een tweetal jaar voor
zijn dood had hij mij twee fotoalbums gegeven.
Nadat ik het schilderij van mijn grootvader had
gemaakt The survivor dienden de albums als
inspiratie voor het volgende werk Pourim. Het
werk The survivor vertrekt vanuit een foto van
mijn grootvader net na de oorlog. Omdat de foto
in het zwart wit is begon ik na te denken over de
kleur en de tonaliteit die het werk moest krijgen.
Ik schilderde de foto van mijn grootvader in een
laag en een kleurfoto van mezelf schilderde ik
erover. Het is dus een dubbelbeeld en raakt
hier de essentie van mijn onderzoek. Het ik en
de andere.
In mijn zoektocht nam ik regelmatig de trein naar
Brussel om in het Rijksarchief de dossiers van
mijn familie in te kijken. Op die ritten stelde ik dan
voor dat ik in een tijdscapsule zat. Een afspraak
met mensen in het verleden. De geur van een
dossier dat in twee decennia niet meer ingekeken
is ruikt naar weemoed. Zeker in de context van
mensen die op de vlucht zijn. Het is alsof je een
doos met naamkaartjes vult en die in een kamer
rondstrooit. Zo een reis naar het verleden geeft
je na de aankomst in het station van het heden
een andere kijk op de dingen. Alsof je warmer
wordt vanbinnen, een tegenreactie van het koude
verleden. Na zo een reizen in de tijd weet je het.
Licht en materie dat is wat wij zijn.
Een gelaat of een gezicht wordt nadat het is nageschilderd
een portret. De geest of de geestigheid
van de afgebeelde is op doek vastgelegd in de
tijd. Wat je schildert is licht of de weerkaatsing
van licht op iemand zijn wezen. Vorm, in de
vorm van het portret zie je de inwerking van de
tijd op de materie. Er zijn twee ruimtes, één in
het schilderij en één rond het schilderij. In die
tweede ruimte sta jij, de stranger.
Peter Weidenbaum
Oorbeek, 29 oktober 2015
Peter_Weidenbaum_A5_3.indd 11 25/11/15 07:54