16.10.2015 Views

HV4

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Spelvisie deel 4: de AANVAL<br />

h.v. E.M.M. & v.s.v. Olympus<br />

Handbal spelvisie<br />

Deel 4 de AANVAL<br />

1


Spelvisie deel 4: de AANVAL<br />

INHOUD<br />

DE 3 – 3 AANVAL MET POSITIEWISSELINGEN EN OVERGANG NAAR 4 – 2 AANVAL .................................................... 3<br />

POSITIES ................................................................................................................................................................... 3<br />

ZONES IN HANDBALSPEL. ........................................................................................................................................ 4<br />

UITGANGSPUNTEN .................................................................................................................................................. 4<br />

AANVALLEN MET DREIGING ................................................................................................................................ 5<br />

POSITIONERING T.O.V. DE BAL ............................................................................................................................ 5<br />

INITIATIEF NEMEN ............................................................................................................................................... 5<br />

DREIGING/INITIATIEF NEMEN EN BALVOERING .................................................................................................. 6<br />

AANSPEELBAAR ZIJN – AANVALLEND EN VERDEDIGEND .................................................................................... 6<br />

[VANG/WERP]TECHNIEKEN EN PREVENTIE BLESSURES ...................................................................................... 6<br />

CONCLUSIE ............................................................................................................................................................... 7<br />

TAKEN VAN DE AANVALLERS ....................................................................................................................................... 8<br />

DE HOEKSPELER ................................................................................................................................................ 8<br />

DE CIRKELSPELER ................................................................................................................................................... 11<br />

DE BUITEN OPBOUWER ......................................................................................................................................... 13<br />

DE MIDDEN OPBOUWER ....................................................................................................................................... 15<br />

2


Spelvisie deel 4: de AANVAL<br />

DE 3 – 3 AANVAL MET POSITIEWISSELINGEN EN OVERGANG NAAR 4 – 2 AANVAL<br />

Onze visie is dat elke speler op elke positie dreiging moet kunnen geven. Daarnaast is het middels<br />

vaste looplijnen variëren in de opstelling een vaardigheid die elke speler moet kunnen uitvoeren<br />

maar zeker ook herkennen. Alleen op deze manier worden belangrijke principes van het spel zowel<br />

het aanvallen als het verdedigen optimaal ontwikkeld.<br />

Het handbalspel kent naast de 3 – 3 positionele aanval, de 4 – 2 variant. Deze aanvallende posities<br />

kunnen vanaf begin van de aanval ingenomen worden maar vaak wordt tijdens het positiespel<br />

aangepast om de verdediging tot aanpassingen te dwingen. Daarom willen we in onze visie ook<br />

aandacht besteden aan de aanpassingen welke de aanval kan maken om deze variatie van positie te<br />

kunnen uitvoeren en de mogelijkheden daarvan te benutten. Een goed uitgevoerde aanval bestaat uit<br />

sterke individuele dreiging en positiewisselingen en positieovernames.<br />

Voordelen van actief, dreigend en doelgericht aanvallen:<br />

o spelvaardigheid wordt vanuit breedte en diepte ontwikkeld;<br />

o het spelen van 1-1 wordt gestimuleerd;<br />

o het doel is het creëren van ruimtes van doelpogingen;<br />

o het uiteen spelen van de verdediging met meerdere mogelijkheden ter afronding;<br />

o Individuele acties uitbreiden naar kansen - bevordert de creativiteit;<br />

o de speler leert initiatief te nemen in plaats van (passief) te reageren!<br />

POSITIES<br />

De hoekspeler bestrijkt de zijkanten van aanval van diep in de hoek tot buiten de 9 meter.<br />

Ontvangt de bal in deze zone om acties te kunnen maken.<br />

De cirkelspeler bestrijkt het centrum van de aanval. Zoekt daarin posities om<br />

voortdurende aangespeeld te kunnen worden. Ontvangt de bal in deze zone om deel te<br />

nemen aan het spel en/of acties te kunnen maken.<br />

3


Spelvisie deel 4: de AANVAL<br />

De buiten-opbouw bestrijkt de flanken van de aanval. Geeft druk op de dekking op de rand<br />

van de 9 meter als doel de verdediging (uitstap) breed en/of offensief te krijgen. Ontvangt<br />

de bal in deze zone om acties te kunnen maken.<br />

De midden-opbouw bestrijkt met middenveld van de aanval. Geeft druk op de dekking met<br />

de bal mee en verdeelt het spel. Ontvangt de bal in deze zone om de snelheid van de aanval<br />

te controleren.<br />

ZONES IN HANDBALSPEL.<br />

afronding / kansen benutten<br />

max. dreiging / kansen zoeken<br />

opbouw aanval met balcontrole<br />

Binnen aanvalsspel zijn drie zones aan te geven.<br />

Hoe dichter bij de cirkel, des te minder<br />

mogelijkheden tot keuzes maken.<br />

UITGANGSPUNTEN<br />

De basis van elk team is respect hebben voor de kwaliteiten van de tegenspelers en deze met faire en<br />

binnen de spelregels toegestane mogelijkheden te bestrijden.<br />

Een goed functionerende aanval betekent dat er voor elke veranderende positie van de bal een<br />

aanpassing van de positie van de aanvaller vereist wordt. De aanvaller moet er zich bewust van zijn dat<br />

acties van medespelers mogelijkheden zullen opleveren. Een aanvaller die niet actief is doet dus afbreuk<br />

aan het aanvallen.<br />

Er zijn zes (6) hoofdtaken in de aanval:<br />

1. Aanvallen met dreiging;<br />

2. Positionering ten opzichte van de bal;<br />

3. Initiatief nemen;<br />

4. Dreiging/initiatief nemen en balvoering;<br />

5. Aanspeelbaar zijn –aanvallend en verdedigend;<br />

6. [Vang/werp] technieken en preventie van blessures<br />

4


Spelvisie deel 4: de AANVAL<br />

AANVALLEN MET DREIGING<br />

In de aanval heeft elke individuele speler de taak om ‘dreigend’ te zijn. Dreigend zijn bepaal je door<br />

vanuit de juiste positie in het veld de directe tegenspeler te binden. Een goede dreiging heeft impact op<br />

de gehele verdediging van de tegenpartij. De dreiging is niet naar de tegenstander gericht maar op een<br />

mogelijke doelkans. Het doel van de dreiging is dus dat in de 1 1 situatie de tegenspeler gedwongen<br />

wordt zijn positie aan te passen.<br />

Doet zich geen doelkans voor dan is binden van de tegenstander afdoende en balvoering heeft dan 1 e<br />

prioriteit.<br />

POSITIONERING T.O.V. DE BAL<br />

Positiespel is de basis tot het creëren van kansen voor elkaar. Goed positiespel dwingt de verdediging<br />

tot maximale bewegelijkheid in hun dekking. Positiespel is derhalve gebaseerd op de formatie van de<br />

verdediging van de tegenpartij.<br />

Basis uitgangspunt is het speeloppervlakte zo breed en diep als mogelijk te houden. Positie bepalen<br />

gebeurt veelal zonder de bal in bezit te hebben.<br />

Positie bepaling is afhankelijk van:<br />

Technische vaardigheden spelers:<br />

• Opstelling verdediging tegenstander;<br />

• Tactische vaardigheden spelers.<br />

Door in de juiste positie te staan bij ontvangst van de bal (de speler reageert actief op de verdediging<br />

tegenstander) , dreiging te houden, is het vrijspelen van een medespeler het meest kansrijk.<br />

INITIATIEF NEMEN<br />

Door goed samenspel worden er kansen gecreëerd.<br />

Kansen kunnen zich voor doen doordat de verdediging van de tegenstander niet meer tijdig kan<br />

uitstappen/aansluiten en/of dat er een 1 1 situatie ontstaat waarbij onvoldoende rugdekking<br />

gegeven kan worden. Vanuit de verschillende aanvalsposities in het veld is het aan de individuele speler<br />

dan initiatief te nemen.<br />

Deze initiatieven kunnen bestaan uit:<br />

• Afstandsschoten;<br />

• Doorbraken;<br />

• 1 1 situatie<br />

De speler die het initiatief neemt ziet deze mogelijkheden en kent zijn eigen vaardigheden in dezen om<br />

de ontstane mogelijkheid tot een goed kans om te zetten [= bal op het doel kunnen gooien].<br />

5


Spelvisie deel 4: de AANVAL<br />

DREIGING/INITIATIEF NEMEN EN BALVOERING<br />

Goede dreiging en initiatief nemen vraagt veel keuze momenten van de individuele speler. Keuzes<br />

kunnen verkeerd uitvallen waardoor er een andere keuze gemaakt dient te worden.<br />

Bij alle keuzes die gemaakt worden dienen 2 punten centraal te staan:<br />

1. Geen balverlies veroorzaken;<br />

2. De ingezette aanval een goed vervolg geven.<br />

Voor beide opties zijn technische zowel als tactische vaardigheden op niveau noodzakelijk.<br />

Oplossingen dienen gevonden te worden door te beseffen dat er een plan B is, welk enkel op visuele<br />

waarneming is gebaseerd.<br />

• de medespeler aanspelen in de vrije ruimte;<br />

• ‘allerlaatste moment’ medespeler aanspelen die vrij komt;<br />

• overtredingen van de tegenstander uitbuitten;<br />

• balbescherming opteren;<br />

• besef van de spelregels dat balcontact langer mogelijk is;<br />

• kansen.<br />

AANSPEELBAAR ZIJN – AANVALLEND EN VERDEDIGEND<br />

Balvoering en aanspeelbaar zijn is onlosmakelijk met elkaar verbonden. De basis van goede balvoering is<br />

contact met de medespeler naar wie de pass gegeven wordt. Om dreigend te kunnen zijn dient de<br />

ontvangende speler in beweging te zijn, de bal te ontvangen en zijn beweging voort te zetten. Hierbij is<br />

onderscheidt te maken tussen ‘aanvallend’ en ‘verdedigend’ aanspeelbaar zijn.<br />

Belangrijk in deze is altijd het contact met de aanspelende medespeler.<br />

Indien door goed samenspel een mogelijkheid gecreëerd wordt, dient dit kansen op te leveren. De<br />

speler die hiervoor in positie komt werkt immers doelgericht en in relatie tot de mogelijkheden die de<br />

verdediging van de tegenpartij geeft.<br />

Toch bestaat de mogelijkheid dat een kans teniet wordt gedaan door een zich herstellende verdediging<br />

of vertraging in de balvoering. Jouw medespelers dienen dan de mogelijkheid tot een vervolg geven. Dit<br />

kan door:<br />

• te reageren op deze situatie;<br />

• afspeelmogelijkheden creëren;<br />

• wissel in de ruimte maken;<br />

• spel verdiepen en/of verbreden.<br />

[VANG/WERP]TECHNIEKEN EN PREVENTIE BLESSURES<br />

Technische vaardigheden staan altijd centraal bij de uitvoering van te ondernemen acties.<br />

Coaching van de juiste technieken hoort centraal te staan in elke training. Hierbij een aantal criteria<br />

waaraan vaardigheden moeten voldoen.<br />

• ergonomische verantwoordelijke uitvoering van [werp, loop en val]techniek;<br />

6


Spelvisie deel 4: de AANVAL<br />

• handbal specifieke eisen aan uitvoering technieken (bv. worp uit de schouder,<br />

balbescherming);<br />

• vergroten van de snelheid van handelen;<br />

• core stability.<br />

CONCLUSIE<br />

Goed aanvalsspel is gebaseerd op een tweetal principes:<br />

- technische vaardigheden individuele speler<br />

- tactische vaardigheden individuele speler<br />

Het doel van de jeugdtrainingen kan en mag echter nooit zijn dat het plezier van de spelers vermindert<br />

door eisen aan de individuele speler te vragen waar hij/zij nog niet aan toe is. Opereren vanuit een visie<br />

op het handbalspel is een hulpmiddel bij de trainingen dient er allen maar toe om onze jeugdopleiding<br />

een richting te geven met het uiteindelijk doel dat elke individuele speler uitzicht krijgt op het spelen in<br />

een senioren team welke bij zijn vaardigheden past.<br />

7


Spelvisie deel 4: de AANVAL<br />

TAKEN VAN DE AANVALLERS<br />

Binnen het moderne handbal onderscheiden we een aantal aanvalsposities:<br />

Eerste lijn spelers<br />

o<br />

o<br />

Hoekspeler links/rechts<br />

Cirkelspeler (ook wel pivot)<br />

Tweede lijn spelers<br />

o<br />

o<br />

Buiten opbouwer (links/rechts)<br />

Midden opbouwer<br />

Hierna wordt voor elke positie uitgelegd wat er van de speler spelend op die positie verwacht wordt.<br />

DE HOEKSPELER<br />

De hoekspeler moet het aanvalsspel van zijn eigen team goed kunnen lezen. Om dit te bewerkstelligen<br />

moet de hoekspeler:<br />

o<br />

o<br />

o<br />

bewegen in zijn zone en anticipeert om de aanval door zijn positie te bepalen;<br />

het speelveld zo breed mogelijk;<br />

drukgeven op zijn directe verdediger.<br />

De hoekspeler moet het vermogen hebben om goed samen te spelen met de spelers op de andere<br />

posities (opbouw en cirkel) Hieronder een viertal voorbeelden.<br />

1 met de (buiten opbouwer)<br />

Hij speelt directe opbouwer aan in<br />

beweging:<br />

Passing vanuit druk op de verdediging;<br />

Passing uit de schouder;<br />

Passing naar opbouwer in zijn dreiging;<br />

Passing naar cirkelspeler blijvend<br />

beoordelen;<br />

Positie bepaling aan zijkant speelveld<br />

(contrapass).<br />

8


Spelvisie deel 4: de AANVAL<br />

2 met (buiten) opbouwer bij dreiging tusen 2 en 1 Hij reageert als buiten opbouw binnen 9<br />

meter dreiging legt.<br />

Beoordeelt mogelijkheden bij balvoering<br />

naar zijn hoek (+ positie directe<br />

tegenstander);<br />

Maakt keuze voor doelpoging / balbezit;<br />

Gaat naar diep breed in de hoek (kans);<br />

Maakt wissel met BO voor spelvervolg<br />

(balbezit);<br />

Maakt keuze voor overgang 4-2 /<br />

positiespel.<br />

3 met Midden Opbouwer Hij kent samenspel bij dreiging middenopbouw<br />

1. Speelt omkomende mid-opbouw<br />

aan.<br />

2. Reageert op mid-opbouw en maakt<br />

wissel.<br />

Maakt keuze voor doelpoging / contrapass /<br />

balbezit.<br />

Maakt keuze voor overgang 4-2 / positiespel.<br />

4 met Cirkelspeler<br />

Hij kent samenspel vanwege overgang naar 4<br />

-2 aanval vanuit de hoek.<br />

Beoordeelt of verdediging tegenpartij<br />

offensief is.<br />

Gaat naar 4-2 positie bij passing mid-opbouw<br />

Passeert cirkel om 2 e positie in te nemen<br />

Positie cirkel (kans) / 9 meter give and go<br />

(balbezit)<br />

Kiest voor positie bepaling aan zijkant<br />

speelveld.<br />

9


Spelvisie deel 4: de AANVAL<br />

Sterke, dynamische individuele actie (passeertechnieken):<br />

o hij onderneemt doelpogingen 1 1<br />

o hij forceert rugdekking van uitstapper<br />

o hij reageert op contrapass van naar binnen in startende opbouwer<br />

Veelvoud van werp - en afrondtechnieken.<br />

Vaardigheden:<br />

o hij onderneemt doelpogingen buitenom gebruikmakend van hoekvergroting<br />

o hij passeert directe tegenstander en kan alsnog kans creëren door stabiel te blijven.<br />

10


Spelvisie deel 4: de AANVAL<br />

DE CIRKELSPELER<br />

De cirkelspeler (pivot) moet het aanvalsspel van het eigen team goed kunnen lezen. Om dit te<br />

bewerkstelligen moet de cirkelspeler:<br />

o<br />

o<br />

o<br />

bewegen in zijn zone en anticiperen op de aanval door zijn positie te bepalen;<br />

zich bewegen tussen de verdedigers van de tegenpartij binnen de 9 meter;<br />

de actie van zijn medespelers ondersteunen door te sperren of te bewegen.<br />

De cirkelspeler (pivot) moet het vermogen hebben om goed samen te spelen met de spelers op de<br />

andere posities (opbouw en hoek). Hieronder een viertal voorbeelden.<br />

1 Samenspel met buiten opbouwers<br />

Hij speelt dubbel passes met directe<br />

opbouwer aan in beweging.<br />

Passing vanuit druk op de verdediging<br />

Passing uit de schouder<br />

Passing naar opbouwer in zijn dreiging<br />

Passing naar hoekspeler blijvend<br />

beoordelen<br />

Positie bepaling in het centrum van de<br />

verdediging<br />

2 Positie bepalen i.s.m. opbouwers<br />

Positie bepalen afhankelijk van opbouwer<br />

speler<br />

3 Samenspel met de Mid-opbouwer<br />

1. Bij mogelijke doorbraak van<br />

medespeler bindt hij mid-achter<br />

door uit die zone te lopen.<br />

2. Bij dreiging rond 9 meter van de<br />

opbouwers kiest hij vanuit die zone<br />

positie: contra op de loop weg of weg<br />

van zijn verdediger naar buiten of bij<br />

keuze voor doelpoging komt hij naar<br />

de bal toe.<br />

3. Hij spert uitstappers om tot afrollende<br />

sper te komen beoordeelt positie<br />

uitstap om te sperren.<br />

11


Spelvisie deel 4: de AANVAL<br />

Hij kent samenspel bij dreiging midopbouwer<br />

en overgang naar 4-2.<br />

Maakt contact met mid-opbouwer voor<br />

passing<br />

Komt om van de cirkel voor give-and-go<br />

met mid-opbouw.<br />

Komt in 4-2 opstelling bij overgang midopbouw.<br />

Kiest in zijn zone voor dreiging (kans) of<br />

passing (balbezit)<br />

Kan met tweede cirkel van positie<br />

wisselen.<br />

4 Samen spel met hoekspeler (naar 4-2)<br />

Hij kent het samenspel met de hoekspeler<br />

bij overgang van deze speler naar een 4-2<br />

aanval.<br />

Maakt contact met de hoekspeler.<br />

Hoek gaat naar 4-2 positie bij passing midopbouwer.<br />

Cirkel neemt zone in van 4-2 positie<br />

contra aan de hoekspeler.<br />

Maakt keuze kans (positie aan cirkel) /<br />

balbezit (give-and-go).<br />

Spel medebepalend als ‘eerste lijn-speler’ (spel ondersteunende acties)<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

hij beweegt zich tegengesteld aan de bal<br />

hij beweegt zich op laatste moment met de bal mee<br />

hij kan medespelers laat in beweging aanspelen.<br />

hij vraagt rugdekking van de verre uitstapper<br />

hij onderneemt doelpogingen vanuit korte draaimomenten links en rechts<br />

Veelvoud van werp - en afrondtechnieken<br />

o hij onderneemt doelpogingen door snelle sprong met de bal kort bij.<br />

o hij kan na een sper, positie kiezen voor een doelpoging.<br />

o hij passeert directe tegenstander na lichamelijk contact met kracht.<br />

12


Spelvisie deel 4: de AANVAL<br />

DE BUITEN OPBOUWER<br />

De buiten opbouwer moet het aanvalsspel van het eigen team goed kunnen lezen. Om dit te<br />

bewerkstelligen moet de buitenopbouwer:<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

bewegen in zijn zone en anticiperen op de aanval door zijn positie te bepalen;<br />

het speelveld zo breed mogelijk houden;<br />

acties pas maken nadat de mede aanvaller zijn taak heeft uitgevoerd;<br />

spelhandelingen/inzicht op basis van waarneming maken;<br />

initiatief op zijn directe verdediger nemen vanuit spelopbouw (waaier)<br />

De buiten opbouwer moet het vermogen hebben om goed samen te spelen met de spelers op de<br />

andere posities (cirkel, mid-opbouw en hoek). Hieronder een viertal voorbeelden.<br />

1 Algemeen<br />

Hij weet dat druk geven op de<br />

verdediging het begin is van het creëren<br />

van een kans.<br />

Uit rondspelen druk geven vanuit pass<br />

mid-opbouw.<br />

Passing uit de schouder.<br />

Passing naar medespelers in hun dreiging.<br />

Passing naar cirkelspeler blijvend<br />

beoordelen.<br />

Positie bepalen in de ruimte uit de<br />

dekking van de verdediging.<br />

2 Met de mid-opbouw voor langs in starten<br />

Hij kent positie wisseling bij voorlangs in<br />

starten.<br />

BO geeft druk naar binnen, passt en kiest<br />

voor doorzetten van de loop.<br />

MO anticipeert en maakt keuze pass<br />

(inlopende BO of andere BO) en neemt<br />

positie over.<br />

Andere BO maakt dreiging en neemt<br />

positie MO over.<br />

13


Spelvisie deel 4: de AANVAL<br />

3 Met de mid-opbouw positie wissel (Shuffle)<br />

Hij kent positiewissel: MO neemt BO<br />

positie in.<br />

Maakt contact met mid-opbouw voor<br />

inzet.<br />

BO passt naar hoek speler en loopt contra<br />

aan de bal naar positie MO.<br />

BO (was MO) past naar MO (was BO) en<br />

maakt keuze:<br />

- balbezit: pass naar andere BO<br />

- kans: gaat voor doelpoging (denk aan<br />

cirkel).<br />

4 Met de mid-opbouw positie wissel (Loos)<br />

Positie wissel met mid-opbouw zonder<br />

bal.<br />

MO passt naar BO en maakt plaats wissel<br />

met andere BO,<br />

Hoek en BO geven dreiging.<br />

BO speelt in startende BO aan in zijn<br />

beweging.<br />

BO > MO maakt keuze<br />

- balbezit: pass naar ander BO;<br />

- kans: gaat voor doelpoging (denk aan<br />

cirkel).<br />

Sterke, dynamische individuele actie (passeertechnieken):<br />

o hij onderneemt doelpogingen 1 1<br />

o hij forceert rugdekking van uitstapper<br />

o hij houdt positie om te kunnen reageren op passes van mede - spelers<br />

o hij speelt cirkelspeler aan op momenten dat deze niet in dekking staat<br />

Veelvoud van werp - en afrondtechnieken:<br />

o hij onderneemt doelpogingen vooral gericht op het afronden van afstand.<br />

o hij passeert directe tegenstander en kan alsnog kans creëren door stabiel te blijven.<br />

o hij kan medespelers laat in beweging aanspelen.<br />

14


Spelvisie deel 4: de AANVAL<br />

DE MIDDEN OPBOUWER<br />

De mid-opbouw moet het aanvalsspel van het eigen team goed kunnen lezen. Om dit te bewerkstelligen<br />

moet de mid-opbouwer:<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

bewegen in zijn zone en anticiperen op de aanval door zijn positie te bepalen;<br />

weten dat zijn primaire taak aanspeelpunt te zijn na druk van medespelers;<br />

initiatief nemen in de aanvalsloopbewegingen;<br />

acties pas maken nadat mede aanvaller zijn taak heeft uitgevoerd;<br />

ondernemen van spelhandelingen/inzicht op basis van waarneming;<br />

initiatief nemen op zijn directe verdediger om medespelers vrij te spelen;<br />

zijn acties pas maken nadat hij positie van mede aanvaller heeft overgenomen (waaier).<br />

De mid-opbouw moet het vermogen hebben om goed samen te spelen met de spelers op de andere<br />

posities (cirkel, buien opbouw en hoek). Hieronder een viertal voorbeelden.<br />

1 Vermogen om goed samen te spelen<br />

Hij is verantwoordelijk voor de snelheid<br />

van en voor het verdelen van het<br />

aanvalsspel.<br />

Aanspeelpunt voor medespelers die druk<br />

geven op de verdediging;<br />

Neemt positie BO over indien nodig;<br />

Passing uit de schouder;<br />

Passing naar cirkelspeler blijvend<br />

beoordelen<br />

Positie bepaling vanuit de ruimte uit de<br />

dekking van de verdediging<br />

2 Positiewisseling bij voorlangs instarten BO<br />

MO maakt keuze:<br />

- Passt naar instartende BO<br />

(bubbele wissel);<br />

- PAsst breed en neemt daarna<br />

plaast instartende BO over<br />

Tweede BO maakt dreiging naar binnen en<br />

neemt positie MO over.<br />

Opbouwers hebben elkaars positie<br />

overgenomen<br />

15


Spelvisie deel 4: de AANVAL<br />

3 Positie wissel met buiten opbouw (shuffle)<br />

Hij kent de positiewissel: neemt met druk<br />

de BO positie over (shuffle).<br />

Maakt contact met BO voor inzet.<br />

MO neemt BO positie over bal is bij<br />

hoekspeler.<br />

BO neemt (voorlangs) de MO positie en<br />

maakt keuze:<br />

-balbezit: naar verre BO<br />

-kans: zelf door breken/sprongschot<br />

(denk aan cirkel)<br />

4 Wissel van MO en BO zonder bal (loos)<br />

Hij kent de positie wissel MO – BO contra<br />

aan bal zijde.<br />

MO passt naast naar BO en maakt wissel<br />

weg van de bal.<br />

BO komt over MO heen naar MO positie.<br />

BO (balzijde) speelt in startende BO bal in<br />

zijn beweging.<br />

BO > MO maak BO > MO maakt keuze<br />

-balbezit: naar verre BO<br />

-kans: zelf door breken/sprongschot<br />

(denk aan cirkel)<br />

.<br />

Sterke, dynamische individuele actie (pass-technieken)<br />

o<br />

o<br />

o<br />

hij forceert rugdekking voor medespelers<br />

hij speelt cirkelspeler aan op momenten dat deze niet in dekking staat<br />

hij kent zijn mogelijkheden om tot een kans te komen.<br />

Veelvoud van werp - en afrondtechnieken<br />

o<br />

o<br />

o<br />

hij onderneemt doelpogingen vooral gericht op het afronden van afstand.<br />

hij passeert directe tegenstander en kan alsnog kans creëren door stabiel te blijven.<br />

hij kan medespelers laat in beweging aanspelen.<br />

16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!