24.06.2013 Views

F 74 C / FK 74 C FN 74 C / FKN 74 C - enrdd.com

F 74 C / FK 74 C FN 74 C / FKN 74 C - enrdd.com

F 74 C / FK 74 C FN 74 C / FKN 74 C - enrdd.com

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Voorwoord<br />

In het installatievoorschrift wordt voor de<br />

afbeeldingen steeds het type <strong>FK</strong> <strong>74</strong> C gebruikt. De<br />

aanduidingen gelden niettemin voor alle typen.<br />

Daar, waar dit niet het geval mocht zijn, zal dit<br />

duidelijk worden aangegeven.<br />

Installatie<br />

Tijdens de montage dient men de plaatselijke voorschriften<br />

alsmede de algemene richtlijnen en het<br />

installatievoorschrift in acht te nemen.De installatieruimte<br />

moet vorstvrij en goed toegankelijk zijn.<br />

Voor en achter het filter of de filter<strong>com</strong>binatie<br />

moeten afsluiters worden aangebracht.<br />

1.1 Montage<br />

1. De netleidingen goed uitspoelen.<br />

2. De flensverbinding in de netleiding aanbrengen<br />

(alléén bij F <strong>74</strong> C en <strong>FK</strong> <strong>74</strong> C)<br />

● De doorstroomrichting (pijlrichting) in acht<br />

nemen<br />

● Installatie alleen in een horizontale of<br />

verticale leiding.<br />

● Tijdens het monteren mag geen spanning<br />

noch verbuiging optreden.<br />

Bij bevestiging aan een reeds gemonteerde<br />

flensverbinding van een andere fabrikant<br />

(Cillit bijv.) erop letten, dat de watertoevoer<br />

ook hier via de buitenste kring plaats vindt.<br />

Mocht dat niet het geval zijn, dan moet de<br />

flensverbinding omgekeerd ingebouwd<br />

worden, zelfs indien de pijl dan niet de<br />

werkelijke doorstroomrichting aangeeft.<br />

Bezit de flensverbinding schroefdraadaansluitingen,<br />

dan moeten deze uitgeboord<br />

worden (ø 6,3 mm).<br />

3. Filter resp. filter<strong>com</strong>binatie met bijgevoegde<br />

pakkingsring waterdicht bevestigen.<br />

● Bevestiging met naar beneden gerichte<br />

zeefhouder.<br />

4. Aftap aansluiting 3 met de hand vastdraaien.<br />

1.2 Afvoer van het terugspoelwater<br />

De hoeveelheid terugspoelwater bedraagt bij een<br />

bedrijfsdruk van 4 bar en een terugspoeltijd van<br />

15 sec. ongeveer 25 l. Het terugspoelwater moet<br />

zo naar de riolering worden afgevoerd, dat het<br />

niet teruggestuwd kan worden.<br />

Daartoe bestaan er 3 mogelijkheden :<br />

1. Rechtstreekse aansluiting.<br />

☞ Op grond van de doorsnede van de afvoerbuis<br />

(ø 70 mm), moet onmiddellijk achter de<br />

afvoeraansluiting een pijpstuk gemonteerd<br />

worden, deze van waar mee ø 50 mm tot op<br />

ø 70 mm vergroot wordt.<br />

2. Vrije afvoer in een ter plaatse aanwezige sterfput.<br />

3. Afvoer in een open vat.<br />

NL<br />

2. Instellen van de uitlaatdruk<br />

(alléén bij <strong>FK</strong> <strong>74</strong> C en <strong>FK</strong>N <strong>74</strong> C)<br />

1. Klep 1 sluiten.<br />

2. Druk tussen buisleiding 1 en 2 aflaten<br />

(bijv. door water af te tappen).<br />

3. Schroef met gleuf 4 losdraaien<br />

● Niet geheel verwijderen !<br />

4. Veer voor de instelwaarde ontspannen door de<br />

instelknop naar links te draaien (-).<br />

5. Klep 2 sluiten.<br />

6. Klep 1 langzaam openen.<br />

7. Gewenste instelwaarde (uitlaatdruk) door<br />

draaien van de instelknop regelen.<br />

Draaien naar rechts (+) verhoogt de instelwaarde,<br />

draaien naar links (-) vermindert de<br />

instelwaarde. (Instelwaarde op de manometer<br />

aflezen).<br />

☞ Wordt de uitlaatdruk op een lagere waarde<br />

ingesteld, dan dient de druk aan de uitlaatzijde<br />

te worden afgelaten om de gewenste<br />

uitlaatdruk te kunnen instellen.<br />

8. Schroef 4 met gleuf weer vastdraaien.<br />

9. Klep 2 langzaam openen.<br />

3. Terugspoelen<br />

Voor het terugspoelen wordt een inlaatdruk van<br />

minstens 1,5 bar vereist. Het terugspoel interval<br />

hangt af van de mate, waarin het water vervuild is.<br />

Tenminste om de 2 maanden moet er volgens<br />

DIN 1988, deel 8, een terugspoeling worden<br />

verricht.<br />

Teneinde het terugspoel interval gemakkelijk en<br />

regelmatig in acht te kunnen nemen, raden wij aan<br />

een terugspoelautomaat Z <strong>74</strong> A aan te brengen.<br />

3.1 Manueel terugspoelen<br />

Geschiedt de afvoer van het terugspoelwater<br />

niet via een rechtstreekse aansluiting, dan<br />

dient men voor het terugspoelen een bak<br />

onder de afvoerbuis te plaatsen.<br />

1. Kogelkraan openen door draaien van de<br />

terugspoelknop tot aan de aanslag<br />

● Merkstreep moet loodrecht staan<br />

● Het gepatenteerde terugspoelsysteem treedt<br />

in werking<br />

● Ook tijdens het terugspoelen kan er<br />

gefiltreerd water worden afgetapt.<br />

2. Kogelkraan na ongeveer 15 sec. weer sluiten.<br />

● In geval van een erg vervuild filter, kan een<br />

langere terugspoeltijd noodzakelijk blijken.<br />

Met behulp van de z.g.geheugenring kan de<br />

eerstvolgende termijn voor manueel<br />

terugspoelen vast gelegd worden.<br />

8<br />

3.2. Automatisch terugspoelen met de Z <strong>74</strong> A<br />

De terugspoelautomaat Z <strong>74</strong> A is als optie<br />

leverbaar. De automaat zorgt op betrouw-bare<br />

wijze voor terugspoelen van het filter met<br />

instelbare tussenpozen van 4 minuten tot 3<br />

maanden.<br />

4. Onderhoud<br />

☞ Wij raden de gebruiker aan een onderhoudscontract<br />

met een installatiebedrijf af te sluiten.<br />

Volgens DIN 1988, deel 8, dienen de volgende<br />

maatregelen te worden getroffen :<br />

4.1 Inspectie van de reduceerklep<br />

(alléén bij <strong>FK</strong> <strong>74</strong> C en <strong>FK</strong>N <strong>74</strong> C)<br />

Een keer per jaar door de gebruiker of een<br />

installatiebedrijf te verrichten.<br />

1. Klep 2 sluiten.<br />

2. Controle van de ingestelde uitlaatdruk op de<br />

manometer, wanneer er geen water stroomt.<br />

De druk mag niet oplopen. Is de druk niet<br />

stabiel en loopt deze langzaam op, dan<br />

moet, zoals onder de rubriek "Onderhoud van<br />

de reduceerklep (4.2)" beschreven, het binnenwerk<br />

van de klep gecontroleerd en zonodig<br />

vervangen worden.<br />

3. Klep 2 langzaam openen.<br />

4.2 Onderhoud van de reduceerklep<br />

(uitsluitend voor <strong>FK</strong> <strong>74</strong> C en <strong>FK</strong>N <strong>74</strong> C)<br />

Door een installatiebedrijf te verrichten.<br />

Het tijdsinterval (1-3 jaar vlg. DIN 1988) is<br />

afhankelijk van de plaatselijke bedrijfscondities.<br />

1. Klep 1 sluiten.<br />

2. Druk in de buisleiding tussen klep 1 en 2<br />

aflaten (bijv. door water af te tappen).<br />

3. Schroef met gleuf 4 losdraaien<br />

● Niet verwijderen !<br />

4. De veer voor de instelwaarde ontspannen door<br />

de instelknop naar links (-) te draaien.<br />

5. Klep 2 sluiten.<br />

6. De veerkap eraf schroeven<br />

● met gebruik van de bijgesloten dubbele<br />

ringsleutel ZR 10-3 /4 .<br />

7. Slipring 5 verwijderen.<br />

8. Binnenwerk eruit lichten door de klepstang met<br />

een tang vast te grijpen.<br />

9. Nazien of pakking 6 en de rand van de<br />

sproeibuis 7 in goede staat verkeren en<br />

zonodig het filterbinnenwerk D 06 FA-1B in zijn<br />

geheel vervangen.<br />

10. Montage in omgekeerde volgorde<br />

● Membraan met de vinger indrukken en dan<br />

de slipring aanbrengen (erop letten, dat<br />

het juist ligt).<br />

11. Uitlaatdruk door draaien van de instelknop<br />

regelen (zie hoofdstuk 2).<br />

NL<br />

9<br />

4.3 Filter<br />

● Het filter moet regelmatig, tenminste om de 2<br />

maanden door terugspoelen worden gereinigd.<br />

- Deze taak mag door de gebruiker worden<br />

verricht.<br />

● Wordt hierop niet gelet, dan kan dat tot<br />

verstopping van het filter aanleiding geven<br />

met als gevolg drukverlaging en geringere<br />

doorstroomcapaciteit.<br />

● De filterzeven zijn uit roestvrij staal<br />

vervaardigd. Rodeaanslag afkomstig van<br />

roest in de leidingen heeft generlei<br />

invloed op de functie, noch op de werking<br />

van het filter.<br />

4.4 Manometer<br />

Voor het verwijderen van de manometer, de<br />

blauwe afschermkap tot aan de aanslag<br />

oplichten.<br />

5. Toepassingsgebied<br />

Water tot 30 °C<br />

Bedrijfsdruk min. 1,5 bar<br />

max. 16 bar<br />

Voor het reinigen van kunststofonderdelen<br />

geen schoonmaakproducten gebruiken, die<br />

oplosmiddelen bevatten.<br />

Filters mogen niet geinstalleerd worden op<br />

plaatsen, die aan UV-stralen (zonnelicht) of<br />

aan dampen van oplosmiddelen<br />

blootgesteld zijn.<br />

6. Veiligheidsopmerkingen<br />

1. De apparatuur gebruiken<br />

● in onberispelijke conditie<br />

● overeenkomstig zijnbestemming<br />

● met inachtneming van veiligheid en<br />

eventuele gevaren<br />

2. Het installatievoorschrift in acht nemen.<br />

3. Storingen, die aan de veiligheid afbreuk<br />

kunnen doen, onmiddellijk laten verhelpen.<br />

4. Filters F <strong>74</strong> C / <strong>FN</strong> <strong>74</strong> C en filter<strong>com</strong>binaties<br />

<strong>FK</strong> <strong>74</strong> C / <strong>FK</strong>N <strong>74</strong> C zijn uitsluitend bestemd<br />

voor de in dit installatievoorschrift vermelde<br />

toepassings gebieden. Elk ander, dit<br />

voorschrift te buiten gaand gebruik, wordt geacht<br />

in strijd te zijn met de doelstelling daarvan.<br />

5. Alle montage werkzaamheden dienen door<br />

daartoe gemachtigd vakkundig personeel te<br />

worden verricht.<br />

7. Reserveonderdelen en<br />

toebehoren<br />

Zie bladzijde 16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!