9 Waskemeer 2001 - 2004 - Gemeente Ooststellingwerf
9 Waskemeer 2001 - 2004 - Gemeente Ooststellingwerf
9 Waskemeer 2001 - 2004 - Gemeente Ooststellingwerf
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ijn vader heeft hij nooit<br />
gekehd, zijn moeder overleed<br />
toeh hij veertien jaar<br />
i was. Toen begon hij te<br />
vechten. Hij sloeg een boer, tot<br />
die op de knieen in het land zat.<br />
Hij sloeg een cafebezoeker, tot<br />
de dokter erbij werd geroepen.<br />
Hij vocht, overal waar hij werd<br />
uitgedaagd. Mededogen kende<br />
hij niet, eerder een gevoel van<br />
triomf. Het gevecht was zijn<br />
verzet tegen de onrechtvaardigheid<br />
van het leven, tegen het<br />
verlies van zijn moeder. „De<br />
kus die zij me heeft gegeven, is<br />
de enige kus die ik me kan herinneren."<br />
Koene de Vegt is nu een man<br />
die wankelt op een stok. 85 jaar.<br />
Rossen kan hij niet meer, maar<br />
de blik is nog onverschrokken.<br />
Hij stoorde zich nooit ergens<br />
aan. In Bakkeveen joeg hij met<br />
honden op bunzings, en schoot<br />
hij met zijn broers op wild. „De<br />
hazen en konijnen waren het zo<br />
goed van ons als van de Lieve<br />
Heer."<br />
De politie kreeg hem eens te<br />
pakken voor wapenhandel. Het<br />
werd brommen in het gevang in<br />
NTERVIEW<br />
Leeuwarden. De rechter zei:<br />
„Koene de Vegt, je staat als zeer<br />
slecht bekend. Je bent een ventje<br />
dat afgeknepen moet worden."<br />
Hij zat zes weken in een eel,e'en<br />
duiventil, waar het een komen<br />
en gaan was van gevangenen.<br />
Op een dag liep er een vierde<br />
man binnen. Een straatvechter,<br />
bedreven in jiu-jitsu. Koene was<br />
bang. „Een gevecht kon niet uitblijven.<br />
Hij ging in de fout. Toen<br />
ze me van hem, afhaalden, besefte<br />
ik pas wat voor eeri hul ik<br />
te pakken had. Hij huilde als<br />
een kind. Daarna was hij ge-.<br />
dwee." ' .•• .<br />
Hij praat erover met mannelijke<br />
trots, alsof hij yan binnen lacht,<br />
maar geen enkel gevecht heeft<br />
ooit een beter mens van hem<br />
gemaakt. „Ik was een slechte,<br />
hoor. Mensen zeiden dat ik<br />
voor galg en rad zou opgroeien.<br />
Er zou niets van me terechtkomen."<br />
In de huiskamer in Bakkeveen<br />
gaan Duitse stemmen rond. De<br />
ARD, een televisieprogramma.<br />
Hij zwierf veel rond in Duitsland.<br />
In de eigen streek was hij<br />
na de gevangenis ongewenst.<br />
Een boer had gezegd: vanwege<br />
je werk zou ik je graag willen<br />
hebben, maar je staat zo slecht<br />
bekend. Nee, dat kan niks worden.<br />
Jammer, zei Koene, ik heb<br />
van jou ook nog geen goeds gehoord.<br />
Hij moest de grens over voor<br />
z'n brood. Zijn grootvader was<br />
eens met een schop naar Duitsland<br />
gewandeld, nu kocht Koene<br />
een treinkaartje van vier gulden.<br />
Hij stapte uit op het station<br />
in Diiren en voelde zich<br />
voor het eerst in zijn leven „een<br />
heel klein ventje".<br />
Hij vond werk op een boerderij,<br />
kwam in een bruisend bestaan<br />
terecht van voeren, melken, en<br />
veel vrije tijd. Hij danste met zigeunermeisjes<br />
in een cafe. Ze<br />
zongen: „Die Zigeuner haben<br />
keine Heimat mehr."<br />
Toen de Duitse troepen Nederland<br />
binnenvielen, was Koene<br />
terug in Bakkeveen. „Door de<br />
mobilisatie konden ze me ineens<br />
goed gebruiken. Iemand<br />
zei: juist in deze tijd moeten wij<br />
naast elkaar staan. Maar ik<br />
deed net of ik het niet hoorde.<br />
Wie storid er naast Koene, toen<br />
hij een klein jongetje was in<br />
' Bakkeveen? Niemand." Hij wees<br />
de Duitsers de weg, naar een cafe,<br />
naar de bakker. Alleen de<br />
weg naar Leeuwarden wees hij<br />
ze niet. Daarvoor; vpelde hij<br />
zich te veel Hollander.<br />
In de oorlogsjaren werkte hij in<br />
het land van de vijand. Als boerenknecht<br />
in Gross Vernich, als<br />
, sjouwer in een wijnkelder in<br />
Trier, als bbuwvakker in Dusseldorf.<br />
Hij sloot yriehdschappen,<br />
verzori smoezeh; om aan<br />
werk te komen; en zdcht het<br />
conflict als hij hierkte dat thensen<br />
hefri' niet respecteerden.<br />
„Ik werkte in de wijnkelders<br />
van Trier onder een Kellermeister.<br />
Grim heette ,die man. - Ik<br />
mocht hem niet. Die sufferd<br />
meende dat bij de Duitse grens<br />
alles ophield. Ik zei: je hebt zeker<br />
nog nooit van de Nederlandse<br />
schilderkunst gehoord?<br />
Nooit van de Nederlandse waterbouwkuhdigen?<br />
Maar, zei ik,<br />
dat is jouw schuld niet. Als je al<br />
tijd als een rat in de kelders<br />
leeft, kun je ook niks weten."<br />
De eerste jaren in Duitsland<br />
verliepen rustig, maar daarna<br />
liepen de cafes en danslokalen<br />
leeg. Je hoorde steeds meer<br />
huilende bommen, aangescho-<br />
1 ten jachtvliegtuigen die brui-~<br />
den als gewonde dieren. De \<br />
, Duitsers prevelden het 'Vater'.<br />
Unser' in hun bunkers, en Kbe- '<br />
ne zat er tussenin. Een keer<br />
moest hij zelfs dekking zoeken i<br />
in een bomkrater, tijdens een i<br />
regen van granaten. Het laatste/<br />
geluid van de ooriog was een<br />
donder in de verte: de Amerikanen<br />
trokken, Leverkusen binnen.<br />
„Toen werd het stil. Onbehaaglijk.<br />
Ik kon er niet tegen. Ik<br />
miste de spanning van het kanongebulder,<br />
Ik begreep mezelf<br />
niet.^ . ' _ _<br />
Hij dacht na, over wat hem als '<br />
kind was overkomen. Over het '<br />
bestaan. Al denkende werd<br />
Koene de : Vegt ; een gelovig<br />
mens. Niet in God en de duivel,<br />
niet in een hemel en een hel, •<br />
maar in iets wat zijn begrip te<br />
boven ging: rei'ncarnatie. „Toen ']<br />
i0zm l -<br />
*''•$?*