25.02.2013 Views

Profeet: een charismatische buitenstaander - Protestantse ...

Profeet: een charismatische buitenstaander - Protestantse ...

Profeet: een charismatische buitenstaander - Protestantse ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Geroepene<br />

<strong>Profeet</strong>: <strong>een</strong> <strong>charismatische</strong> <strong>buitenstaander</strong><br />

Veel godsdiensten kenden profeten: mensen die gezien<br />

werden als dragers van goddelijke openbaring en die<br />

namens de god(en) of macht(en) optraden bij mensen.<br />

Meestal – zo wordt verteld in de verhalen over en van<br />

profeten - werd <strong>een</strong> profeet geroepen voor <strong>een</strong> bepaalde<br />

gelegenheid: het woord van God (of de goden) kwam<br />

in<strong>een</strong>s over hem: hij was slechts <strong>een</strong> (<strong>charismatische</strong>)<br />

spreekbuis van God (de goden). 1 Soms sprak hij in <strong>een</strong><br />

zekere trance (geestvervoering) of extase. 2 <strong>Profeet</strong>-zijn<br />

was g<strong>een</strong> eigen keuze. ‘Het was alsof er in zijn geest <strong>een</strong><br />

knop was omgedraaid en hij g<strong>een</strong> zeggenschap meer over<br />

zichzelf had. Hij moest gewoon profeteren, of hij wilde<br />

of niet’ 3 Het geroepen zijn was bepalend voor het profeet-zijn<br />

- het woord nabi, dat in het Hebreeuws gebruikt<br />

wordt om <strong>een</strong> profeet aan te duiden, betekent waarschijnlijk<br />

geroepene. 4 Het is dus g<strong>een</strong> wonder, dat de<br />

meeste profeten vertellen van hun roeping, dat wil zeggen<br />

van hun ervaring van de ontmoeting met de Eeuwige<br />

die hun leven veranderde. Niet in die zin dat ze nu gingen<br />

geloven, wat ze voorh<strong>een</strong> niet geloofd hadden, maar<br />

in die zin dat ze werden afgezonderd tot de dienst aan de<br />

Eeuwige als zijn getuige. Ze werden daardoor weggerukt<br />

uit hun leven als bijvoorbeeld boer of priester en zo uit<br />

hun eigen levensontwerp. 5<br />

Het kenmerkende van <strong>een</strong> profeet was niet dat<br />

hij zich kon beroepen op <strong>een</strong> mystieke verlichting, maar<br />

dat hij gehoorzaam was aan de roepstem die hij vernomen<br />

had. Handelde en sprak hij niet vanuit gehoorzaamheid,<br />

dan was hij <strong>een</strong> broodetende profeet en dan heette<br />

het in de volksmond dat men aan zijn woorden g<strong>een</strong><br />

waarde hoefde te hechten omdat zijn waarschuwingen en<br />

troostwoorden niet legitiem waren.<br />

Eenling<br />

1<br />

Gian Lorenzo Bernini (1598-1680), Habakkuk en<br />

de engel, 1655, terracotta, hoogte 52 cm:<br />

Vaticaan: Museo Sacro<br />

Een profeet stond er over het algem<strong>een</strong> all<strong>een</strong> voor en bleef all<strong>een</strong>. Slechts <strong>een</strong> enkele profeet had<br />

<strong>een</strong> metgezel of <strong>een</strong> kleine groep leerlingen. Een profeet was nooit populair bij zijn tijdgenoten.<br />

Hij vond g<strong>een</strong> reeksen aanhangers die zijn werk ondersteunden. Hij werd niet gezien als <strong>een</strong> ‘toren<br />

in de tijd’, als richtingwijzer of als boodschapper van God. Zijn waarschuwingen klonken als <strong>een</strong><br />

dissonant in het oor. Velen zagen hem als <strong>een</strong> lastpak die tegen hun belangen inging of als <strong>een</strong> onruststoker<br />

die hen voor de keuze stelde: op de oude voet doorgaan of bekeren, veranderen. Vele<br />

1 Het bijzondere van het bestaan van <strong>een</strong> profeet werd uitgedrukt in <strong>een</strong> roepingsverhaal (Jesaja 6; Jeremia 1;<br />

Ezechiël 1-3; Amos 7:15; Jesaja 40:6-8), waarin het gezag van het woord van de profeet werd gebaseerd op de<br />

opdracht van God.<br />

2 In 1 Samuël wordt verteld dat koning Saul op zijn terugreis van <strong>een</strong> bezoek aan Samuël <strong>een</strong> stoet profeten<br />

tegenkwam die in vervoering van de offerhoogte afdaalden, voorafgegaan door muzikanten met harpen, tamboerijnen,<br />

fluiten en lieren (10:5). Saul werd gegrepen door deze extase en de mensen vroegen: ‘Hoort Saul nu<br />

ook al bij de profeten?’ (10:11). In het verhaal over de vervolging van David door Saul kwam nogmaals zo’n<br />

groep profeten ter sprake, waarbij opnieuw de aanstekelijke kracht van deze extase en enkele van de gevolgen<br />

ervan worden beschreven (1 Samuël 19:18-24). Extase zou vooral voorkomen bij de profeten van de god Baäl (1<br />

Koningen 18:19-40). Wie door extase overvallen wordt, wordt <strong>een</strong> ander mens (1 Samuël 10:6). Bij zo’n extase<br />

behoren dans en instrumentale muziek.<br />

3 Armstrong 1996, 63.<br />

4 Het Hebreeuwse woord nabi wordt afgeleid van het Akkadische werkwoord nabu = roepen, verkondigen en<br />

betekent actief: de roepende, of passief: de geroepene.<br />

5 Heering 1961, 109.


anderen wisten niet wat ze met hem aan moesten en voelden zich machteloos onder zijn (dikwijls<br />

striemende) woorden. Ten gevolge van zijn optreden kwam hij steeds meer tegenover de officiële<br />

instituties en officiële meerderheden te staan. Voortdurend moest hij de spanning verdragen die<br />

door zijn woord tussen hem en zijn volksgenoten ontstond.<br />

Een profeet stond als <strong>een</strong> <strong>een</strong>ling<br />

niet all<strong>een</strong> tegenover tijdgenoten maar<br />

ook tegenover de staat, de grote politiek.<br />

Hij stelde de bestaande politieke, sociale<br />

en / of religieuze situatie aan de kaak en<br />

ontmaskerde het onrecht en de verloedering<br />

erin. 6 Hij protesteerde tegen de<br />

gantie van de macht in autoritaire regiems,<br />

verzette zich tegen geestelijke<br />

traagheid en verstarring, of waarschuwde<br />

tegen eigenwettelijke tendensen. En hij<br />

richtte zich tegen alle vormen van totaliteit,<br />

die g<strong>een</strong> oog meer had voor enkelingen<br />

en minderheden, en daardoor recht<br />

en gerechtigheid met de voeten trad. Hij<br />

sprak daarbij g<strong>een</strong> parlementaire taal.<br />

Dikwijls uitte hij zich in zeer scherpe bewoordingen<br />

en schuwde hij sarcasme niet.<br />

Zijn eerste zorg was niet te horen of zijn<br />

boodschap prettig in het gehoor lag of<br />

niet, maar gerechtigheid. Zijn spreken<br />

Jacobus van Looy (1855-1930), Elia op de berg Karmel, 1884., Den<br />

Haag, Rijksdienst beeldende Kunst.<br />

Elia is in gedachten verzonken neergeknield en heeft zijn handen<br />

bezwerend op de kale berg gelegd. Hij bidt om regen die <strong>een</strong> eind<br />

moet maken aan <strong>een</strong> lange droogteperiode in het grensgebied van<br />

het Noordrijk in de negende eeuw voor Christus. In het hele landschap<br />

is g<strong>een</strong> sprietje groen te zien. De droogte was, zo was Elia’s<br />

overtuiging, <strong>een</strong> straf voor het wangedrag van koning Achab en<br />

koningin Iezebel. Tijdens de daaropvolgende hongersnood liet Elia<br />

zich verzorgen door <strong>een</strong> weduwe wier zoontje hij uit de dood<br />

opwekte (1 Koningen 17:7-24). De biddende profeet lijkt onaangedaan<br />

door het roepende kind, de zoon van de weduwe, dat wijst<br />

naar <strong>een</strong> eerste regenwolk in de verte.<br />

getuigde meermalen van diep inzicht en <strong>een</strong> nuchtere,<br />

goede analyse van de situatie. Tijdens zijn leven<br />

had hij g<strong>een</strong> succes. Hij kwam en riep – en zijn stem<br />

stierf weg.<br />

Aankondiger<br />

Een profeet was niet all<strong>een</strong> tegenspeler maar ook<br />

2<br />

Emil Nolde (1867-1956), De profeet, houtsnede,<br />

1912, New York: Museum of Modern Art.<br />

6 De sociale aanklacht overheerste bij Amos en Micha. Jesaja sprak deze waarschijnlijk slechts tijdelijk uit. Bij<br />

Jeremia raakte deze op de achtergrond. Bij Hosea ontbrak ze. Bij Ezechiël kwam ze all<strong>een</strong> in hoofdstuk 22 naar<br />

voren. Een politieke aanklacht ontbrak geheel bij Amos en Micha. Hosea klaagde vooral de koningen en de<br />

leiders aan. Bij Jesaja was de politieke aanklacht sterk uitgewerkt (Jesaja 2:5-22; 31:1vv.). Bij Ezechiël kwam<br />

de politieke aanklacht meermalen voor. Bij alle profeten was de politieke aanklacht ook <strong>een</strong> theologische: het<br />

volk en zijn leiders werd afgoderij verweten. De aanklacht van afgoderij was overheersend bij Elia, Hosea en<br />

Ezechiël. De aanklacht tegen <strong>een</strong> verkeerde of vervallen eredienst kwam voor bij Amos, Hosea, Jesaja, Micha,<br />

Jeremia, Sefanja en Ezechiël.


voorzegger, aankondiger. De ondertoon van zijn toespraken<br />

was dikwijls: wie wind zaait, zal storm oogsten;<br />

wie anderen onrecht aandoet, krijgt vroeg of<br />

laat de rekening gepresenteerd. Hij was als <strong>een</strong><br />

stormvogel die alarm slaat bij de nadering van <strong>een</strong><br />

onweer. Wat hij zei was g<strong>een</strong> prognose, g<strong>een</strong> toekomstvoorspelling:<br />

zo zal het gaan, maar <strong>een</strong> programma:<br />

zo moeten jullie handelen en zo niet. Het<br />

ging er niet om of zijn woorden uitkwamen maar of ze<br />

iets uithaalden en er wat mee werd gedaan. Een profeet<br />

dacht de dingen en de gebeurtenissen door tot<br />

op God. Door eerlijk te zijn ten opzichte van zichzelf,<br />

wist hij dat er wonden waren vanuit het verleden,<br />

maar dat er ook beginpunten lagen van latere ontwikkelingen.<br />

7 Steeds sprak hij tot bepaalde mensen in<br />

<strong>een</strong> bepaalde, historisch gegeven en als zodanig duidbare<br />

situatie. Wat hij over de toekomst te zeggen<br />

had, was gebonden aan het alternatief van die situatie.<br />

Hij onthulde niet <strong>een</strong> komend tijdperk, maar<br />

kondigde <strong>een</strong> latent, maar op handen zijnd gebeuren<br />

aan 8 , zowel vanuit als met het oog op de dynamiek<br />

van het op dat moment geldige alternatief. 9 Als hij<br />

met de uiterste nauwkeurigheid <strong>een</strong> in de tijd vaststaand<br />

en onafwendbaar noodlot sch<strong>een</strong> aan te kondigen,<br />

bleef er toch ondanks alles ruimte voor het hopende<br />

‘wie weet’ van bevrijding. Als hij <strong>een</strong> toekomstig<br />

heil verkondigde, ging hij uit van de vooronderstelling<br />

van de omkeer van de gem<strong>een</strong>schap en van de<br />

trouw van God.<br />

Lied van de straat<br />

3<br />

Rafaël (1483-1520), De profeet Jesaja, 1511-1512,<br />

fresco, 250 x 155 cm, Rome: Sant’Agostino.<br />

Een profeet schreef g<strong>een</strong> theologische of liturgische verhandeling, maar sprak naar aanleiding van<br />

concrete ontwikkelingen. Heel specifiek soms. Meermalen werd hij vervolgens door anderen geciteerd.<br />

Ook werden zijn heftige polemieken met de gevestigde orde van zijn tijd en met de autoriteiten<br />

die de voornaamste plaats in de maatschappij innamen, druk besproken. Hij werd zo ‘het lied<br />

van de straat’. 10 Zijn geest was daar waar mensen, enkelingen en bewegingen, het heilloze en het<br />

heilvolle helder wisten te onderscheiden en aan te wijzen. Soms maakte <strong>een</strong> profeet aantekeningen<br />

van zijn toespraken of deed <strong>een</strong> kleine kring rondom hem dat. Vaak kregen zijn woorden pas later<br />

<strong>een</strong> bredere erkenning. Veel woorden van veel profeten gingen verloren. Ze werden niet bevestigd<br />

door de feiten en ze boden g<strong>een</strong> heldere visie te midden van die harde feiten.<br />

7 De Liefde 1986, 33.<br />

8 ‘De betrekking op de toekomst is gegeven met de oervorm van het profetische woord: de aankondiging. Deze<br />

moet men streng onderscheiden van de voorspelling. Waar deze laatste vanuit het heden <strong>een</strong> punt in de toekomst<br />

in het oog vat en voorspelt wat op dat punt zal gebeuren, verbindt de aankondiging in de toespraak van<br />

nu <strong>een</strong> toekomstig gebeuren met de in het heden toegesprokene. Zij kondigt niet zomaar iets aan, maar all<strong>een</strong><br />

de alternatieven van heil of gericht zijn aanwezig. Hierbij zijn heil en onheil in de aankondiging niet gelijkwaardig;<br />

de aankondiging van onheil is <strong>een</strong> aankondiging van het gericht (meestal tenminste; er zijn echter ook<br />

onheilsaankondigingen zonder meer), d.w.z. zij vindt haar reden in <strong>een</strong> gedrag van Israël waartegen God als<br />

richter optreedt. De aankondiging van het heil echter wordt bij de profeten nooit gebaseerd op het handelen<br />

der personen die toegesproken worden. Wanneer men <strong>een</strong> reden noemt, wordt deze all<strong>een</strong> in God gezocht<br />

(aldus Jesaja 40:18). Door dit verschil wordt het verschil in vorm van aankondiging van gericht of heil bepaald.<br />

Wanneer de profetische aankondiging op deze wijze wezenlijk bestaat door de verbinding van toekomst<br />

en heden, dan betekent dat niet dat de toekomst door zo’n aankondiging vaststaat. Ook wanneer met<br />

het uitspreken van de aankondiging de toekomst in beweging is gezet in de richting van het heden (dit dynamische<br />

aspect vertonen vele profetische woorden), toch kan men daar absoluut niet over beschikken, omdat zij<br />

het werk van God blijft (Jona en Klaagliederen van Jeremia). Omdat de profeten niet beschikken over hetg<strong>een</strong><br />

zij aankondigen is onmogelijk de uitkomst van de aankondiging van heil of gericht vast te stellen; zij blijven<br />

naast elkaar staan, zonder berekenbaar resultaat’ (Westermann 1969, IV: 188-189).<br />

9 Buber 1972, 5.<br />

10 Soetendorp 1971, 1700.


Waarheidszegger<br />

Een profeet had g<strong>een</strong> wijding, g<strong>een</strong> aanstelling door wie of<br />

wat ook. En toch verhinderde dat hem niet om met de<br />

grootste stelligheid het woord te voeren. Als hij dat deed,<br />

sprak hij concreet en actueel, met het oog op de omstandigheden<br />

en gebeurtenissen van zijn tijd. Waar hij het<br />

over had, was voor ieder<strong>een</strong> duidelijk. Hij wees haarscherp<br />

de ontsporingen aan in het godsdienstige, politieke en<br />

sociale leven. Als hij het over de toekomst had, had hij het<br />

over de naaste toekomst. Een profeet was g<strong>een</strong> helderziende,<br />

als zag hij wel scherp. Hij was g<strong>een</strong> ziener, maar<br />

<strong>een</strong> doorziener. Hij was g<strong>een</strong> waarzegger, maar waarheidszegger.<br />

11 Hij zei niet wat er gebeuren zou, maar kon<br />

gebeuren. Hij sprak niet over <strong>een</strong> onafwendbaar lot, maar<br />

riep mensen op om het schijnbaar onafwendbare te keren.<br />

Steeds was hij <strong>een</strong> getuige van tegenspraak, zowel met<br />

zijn heilswoorden als met zijn onheilswoorden. Als hij<br />

sprak van onheil, protesteerde hij in de naam van de levende<br />

God tegen alle verminking van recht en gerechtigheid,<br />

die dat onheil zelf opriep. Sprak hij van heil en <strong>een</strong><br />

nieuwe, andere toekomst, dan protesteerde hij in de naam<br />

van dezelfde levende God tegen <strong>een</strong> houding van doemdenken.<br />

12<br />

Religiecriticus<br />

Een profeet in Israël onderscheidde zich van <strong>een</strong> priester.<br />

Een priester droeg zorg voor de cultus op gewijde plaatsen<br />

en in de tempel, <strong>een</strong> profeet uitte vaak kritiek op de cultus,<br />

met name die cultus die <strong>een</strong> onwaarachtige geruststelling<br />

bood of die <strong>een</strong> regelrechte belemmering was van<br />

<strong>een</strong> goede verhouding tussen God en zijn volk en tussen de<br />

mensen onderling. Een priester had <strong>een</strong> ambtelijkheid en<br />

<strong>een</strong> waardigheid die overging van vader op zoon, <strong>een</strong> profeet<br />

was <strong>een</strong> geroepene. Een priester stond voor de bewaring<br />

en het overdragen van de heilige traditie, <strong>een</strong> profeet<br />

pleitte voor het nieuwe. Een priester hechtte aan de stilering<br />

van het leven, <strong>een</strong> profeet aan de Geest, de levensadem,<br />

de storm die mensen onrustig maakt en in beweging<br />

zet.<br />

Het onderscheid tussen <strong>een</strong> priester en <strong>een</strong> profeet<br />

moeten we niet verabsoluteren. Wat ik zojuist noemde,<br />

bedoelt g<strong>een</strong> afbakening te zijn, maar <strong>een</strong> aangeven van<br />

tendensen. Sommige profeten waren zeer nauw bij de<br />

cultus betrokken. Ezechiël was mogelijk zelf <strong>een</strong> priester.<br />

En de profeten Nahum en Habakuk waren vermoedelijk als<br />

zogenaamde cultusprofeten aan de tempel verbonden.<br />

Evenals priesters stonden profeten in <strong>een</strong> bepaalde<br />

godsdienstige, sociale en politieke traditie. Deze traditie<br />

was in negatieve of in positieve zin medebepalend voor de<br />

wijze waarop ze ingingen op de situatie van hun dagen. Ze<br />

moesten optreden in de spanning van de wisselwerking<br />

tussen de traditie waarin ze stonden en de ervaring van<br />

hun persoonlijke roeping. Overweldigd als ze waren door<br />

hun roepingservaring, konden ze in grote vrijmoedigheid<br />

11 Van der Zee 1984, 16.<br />

12 Schuman 1981, 62.<br />

4<br />

Pablo Gargallo (1881-1934), De profeet, 1933,<br />

Antwerpen: Middelheimpark.


teruggrijpen op de kernelementen van hun traditie en tegelijk geheel nieuwe, soms zeer schokkende,<br />

dingen zeggen.<br />

Tegenspreker<br />

In de tijd voor de schrijvende profeten had het optreden van profeten in Israël vooral betrekking op<br />

de koning. Sommigen (onder wie Nathan en Gad) ondersteunden en bevestigden het koningschap,<br />

anderen dienden <strong>een</strong> aanklacht tegen <strong>een</strong> koning in als hij afgoden toeliet of begunstigde of het<br />

oude goddelijke recht overtrad (Nathan, Elia, Jeremia). In de tijd van de schrijvende profeten,<br />

werd de wrijving tussen profeet en koning steeds heviger. Als wat <strong>een</strong> profeet zei de koning niet<br />

beviel, liet hij de betreffende profeet soms vervolgen, gevangen zetten of zelfs doden. Tegenover<br />

de koning had de profeet g<strong>een</strong> ander wapen dan zijn woord en zo nodig zijn lijden.<br />

De profeten probeerden de oorspronkelijke betekenis van het dienen van God steeds weer<br />

duidelijk te maken: ‘Gehoorzamen is beter dan slachtoffers.’ 13 Ze verzetten zich tegen de in hun<br />

ogen verstarde eredienst, die uitsluitend gebaseerd was op de voltrekking van cultische handelingen.<br />

Meermalen richtte hun aanklacht zich tegen offer, 14 gebed, psalmzingen, processies, tegen de<br />

tempel of tegen de priesters. Zo bijvoorbeeld toen volgens de profeet de betekenis van het offer<br />

verdraaid werd of vervallen was in <strong>een</strong> institutioneel offerbedrijf waarin het brengen van offers <strong>een</strong><br />

dood werk was, 15 toen de tempel misbruikt werd als ‘rovershol’, 16 of toen de priesters verzuimden<br />

de goede weg te wijzen in tijden van verval. 17<br />

Peter Paul Rubens (1577-1640), Daniël in de leeuwenkuil, 1615, olieverf op doek, 330 x 220 cm, Washington: National<br />

Gallery of Art.<br />

Daniël was door de Babyloniërs in de leeuwenkuil gegooid omdat hij maar doorging met bidden tot zijn eigen god, wat<br />

verboden was door koning Darius. Toen de koning na <strong>een</strong> dag kwam kijken, zat Daniël levend te midden van de leeuwen. De<br />

koning liet hem toen met<strong>een</strong> uit de kuil halen (Daniël 6).<br />

13<br />

1 Samuël 15:22.<br />

14<br />

Amos 1:8; 4:4, 5; 521-25; Hosea 5:6v; 6:8; 8:11-13; Jesaja 1:10-17; 43:22-28; 66:3-4; Jeremia 14:12; Micha<br />

6:6-8.<br />

15<br />

Jesaja 43:22v.<br />

16<br />

Jeremia7:1-15.<br />

17<br />

Hosea 4:1-11; 6:9; Micha 3:11; Jeremia 2:8; 5:30; 6:13; 20:1-6; 23:11.<br />

5


Het recht stond bij de profeten hoog in het vaandel. Ze wezen op de oude geboden en juridische<br />

bepalingen op momenten dat deze naar hun overtuiging weggemoffeld of veracht werden, of<br />

de rechtspraak in verval was. 18 De meeste profeten van Israël waren pleitbezorgers van de armen:<br />

ze hielden niet op ‘het uit te schreeuwen’ dat <strong>een</strong> maatschappij die het recht van de sociaal zwakkeren<br />

met de voeten treedt, niet kan blijven bestaan. Zij die leiding gaven dienden zich in te zetten<br />

voor de handhaving van de uiterste rechtvaardigheid. Profeten zeiden dat wat hun tijdgenoten<br />

niet zagen. In tijden van voorspoed hadden zij het over ondergang, maar in tijden van absolute en<br />

uitzichtloze ondergang spraken ze over ‘verlaten steden die weer herbouwd zullen worden en waarin<br />

mensen weer zullen wonen’, over ‘de terugkeer van de verbannen kinderen naar hun gebied’ of<br />

over ‘het water dat stroomt door de woestijn.’ Hun protest tegen het onrecht in de wereld en hun<br />

bezwering dat dit de wereld ten gronde richt, lag op één lijn met hun verkondiging dat rechtvaardigheid<br />

en liefde zullen zegevieren. 19 Hun uitingsvormen liepen uit<strong>een</strong> van min of meer extatische<br />

profetie tot het korte, scherpe protest, van <strong>een</strong> soort politieke vlugschriften tot uitgewerkte preken,<br />

van symbolische handelingen 20 tot kunstig gestructureerde poëzie. 21<br />

Tegengesprokene<br />

In de loop van de eeuwen zijn er heel wat profeten<br />

geweest die zeiden <strong>een</strong> boodschap te brengen<br />

van de andere wereld, de wereld van de<br />

goden en machten. De vraag is of het ware profeten<br />

waren. ‘Dat zal niet vastgesteld kunnen<br />

worden aan de hand van formele kenmerken,<br />

maar all<strong>een</strong> op grond van de boodschap die profeten<br />

hebben gebracht. De beoordeling van die<br />

boodschap is ook weer niet <strong>een</strong> zaak van neutraal<br />

onderzoek, maar van geloof, respectievelijk<br />

van ongeloof. In het Oude Testament vinden<br />

we de sporen ervan dat zelfs binnen het kader<br />

van één cultuur en één godsdienst <strong>een</strong> conflict<br />

kan ontstaan tussen ware en valse profetie.’ 22<br />

Valse profeten zeiden: ‘Zo spreekt de Eeuwige:<br />

…’. Dikwijls, maar niet altijd, kwamen ze vervolgens<br />

met iets dat aan de wensen van hun<br />

machthebber en hun volk tegemoet kwam en<br />

(wie zal het zeggen) ook aan hun eigen gedachten.<br />

Onder de valse profeten waren er die oprecht<br />

in hun bedoelingen waren, maar er waren<br />

ook charlatans onder die door het ‘beroep’ werden<br />

aangetrokken. Oprecht in bedoelingen of<br />

niet, ze brachten met hun uitspraken de machthebber<br />

of hun volk op <strong>een</strong> dwaalspoor.<br />

Evenals de valse profeten zeiden de<br />

ware profeten: ‘Zo spreekt de Eeuwige: …’ Ware<br />

profeten werden vaak niet als zodanig herkend.<br />

6<br />

Rembrandt Harmensz.van Rijn (1606-1669), Jeremia treurend<br />

over de verwoesting van Jeruzalem, 1630, olieverf op<br />

paneel, 58 x 46 cm, Amsterdam: Rijksmuseum.<br />

Vaak pas achteraf vonden ze geloof en werden ze gerespecteerd. Duidelijk was geworden dat zij<br />

diep doorgedrongen waren in de feiten van de werkelijkheid, die feiten hadden onthuld en het fundament<br />

waarop die feiten rustten hadden blootgelegd. Ook was duidelijk geworden dat hun onthullingen<br />

van zondige en hopeloze werkelijkheden bedoeld waren als oproep die werkelijkheden te<br />

veranderen en dat hun protest ten diepste <strong>een</strong> teken van hoop was. Ze zeiden: het moet niet all<strong>een</strong><br />

ander, het kan en mag ook anders. 23 Ze waren er zo van overtuigd dat de situatie waarin ze spraken<br />

18<br />

1 Samuël 12:9; 1 Koningen 21:19; Jeremia 7:9; Amos 2:6; 5:10-15, 24; 8:4-7.<br />

19<br />

Soetendorp 1971, 1700.<br />

20<br />

In <strong>een</strong> symbolische handeling werd op verschillende manieren de persoon van de profeet betrokken bij zijn<br />

verkondiging. Dat kon gebeuren in symbolische namen (Hosea 1:4, 6, 9; Jesaja 7:3; 8:3). Jesaja werd opgedragen<br />

naakt en barrevoets te lopen (Jesaja 20:2), Jeremia <strong>een</strong>zaam te blijven (Jeremia 16:2, 5, 8); Ezechiël<br />

verrichtte symbolische handelingen (Ezechiël 4:1-12; 5:1-4; 12:3-6).<br />

21<br />

Schuman 1981, 140.<br />

22 Mulder 1997, 1474.<br />

23 Schuman 1985, 20.


Jean Changenet, Drie Profeten, ca. 1490, Paris: Musée du<br />

Louvre.<br />

De middelste stelt Jesaja voor. Op de vaan die hij vasthoudt<br />

staat de beroemde messiaanse profetie Egredietur virga de<br />

radice Jesse. Et flos de radice eius ascendet. Jesaja 11:1 (Uit<br />

de stronk van Isaï schiet <strong>een</strong> telg op, <strong>een</strong> scheut van zijn<br />

wortels komt tot bloei).<br />

7<br />

niet onherroepelijk was, dat hun woorden<br />

daardoor <strong>een</strong> grote stelligheid en stimulerende<br />

werking kregen. Hun profetie was steeds<br />

pastoraal van aard, gericht op het terugbrengen<br />

van mensen op de weg van gerechtigheid.<br />

Hun kritisch oordeel was niet uit op vernietiging,<br />

maar op het behoud van mens en samenleving.<br />

Veel latere generaties konden wonen<br />

in de woorden van de profeten. Ze vonden er<br />

bemoediging in en impulsen tot inzicht en<br />

handelwijzen in hun eigen tijd en situatie. En<br />

ze vonden er <strong>een</strong> oriëntatie voor hun geloof<br />

en leven in. Soms herkenden ze <strong>een</strong> godsdienst-<br />

en maatschappijkritiek die toepasbaar<br />

leek te zijn voor actuele situaties. 24<br />

© L<strong>een</strong> den Besten<br />

Zevenaar, 20 februari 2012.<br />

Geraadpleegde literatuur<br />

Armstrong, Karen, Een geschiedenis van God. Vierduizend jaar jodendom, christendom en islam, Amsterdam:<br />

Uitgeverij Anthos 1996.<br />

Buber, Martin, Het geloof der profeten, Wassenaar: Servire 1972.<br />

Burger, Hilde, ‘Profeten hebben meer te bieden dan <strong>een</strong> opgeheven vinger’, in: HN 22 februari 1986, 14-16.<br />

Heering, H.J., Kate, W.P. ten & Sperna Weiland, J, Bijbelse verkenningen, ’s-Gravenhage: Boekencentrum N.V.<br />

1961.<br />

Liefde, L. de, Seinpalen en wissels, ’s-Gravenhage: Uitgeverij Boekencentrum B.V. 1986.<br />

Mulder, D.C. ‘Het profetisme in andere godsdiensten’, in: : John Bakhoven e.a., red. De Bijbel, band IV, Amsterdam:<br />

De geïllustreerde Pers N.V., Haarlem: Uitgeverij Spaarnestad N.V.; Leiden: Nederlandse Rotogravure<br />

Maatschappij N.V., 1971, 1473-1474.<br />

Oosterhof, B.J., Israëls profeten, Baarn: Bosch & Keuning N.V.<br />

Schuman, Getuigen van tegenspraak. Profetie uit de mond van Amos en Jesaja, Baarn: Ten Have 1981.<br />

Schuman, Niek ‘Profetisch protest als teken van hoop’, in: HN 28 september 1985, 20-21.<br />

Soetendorp, J., ‘De Waarheid, het “lied van de straat”’, in: John Bakhoven e.a., red. De Bijbel, band IV, Amsterdam:<br />

De geïllustreerde Pers N.V., Haarlem: Uitgeverij Spaarnestad N.V.; Leiden: Nederlandse Rotogravure<br />

Maatschappij N.V., 1971, 1700.<br />

Westemann, Claus, ‘Profeten’, in: Reicke, Bo & Rost, Leonhard, Bijbels-historisch woordenboek, Utrecht, Antwerpen:<br />

Uitgeverij Het Spectrum N.V. IV, 1969, 180-199.<br />

Zee, W.R. van ‘Profeten zijn g<strong>een</strong> waarzeggers maar waarheidszeggers’, in: HN 7 januari 1984, 16-17.<br />

24 Schuman 1981, 136.<br />

Giuseppi Angeli (1712-1798), Elia door <strong>een</strong> stormwind meegevoerd naar de hemel (2<br />

Koningen 2:11), circa 1740-1755, olieverf op linnen, 174,6 x 264,8 cm, Washington: National<br />

Gallery of Art.


8<br />

De profeet Elia in de woestijn: ‘De HEER richtte zich tot<br />

Elia met de woorden: ‘Ga weg van hier. Ga naar het<br />

oosten en zoek <strong>een</strong> schuilplaats in de wadi Kerit, aan de<br />

overkant van de Jordaan. Drinken kun je uit de rivier,<br />

en ik heb de raven opgedragen je daar van voedsel te<br />

voorzien.’ Elia deed wat de HEER hem had gezegd, hij<br />

ging weg en trok zich terug in de wadi Kerit, ten oosten<br />

van de Jordaan. De raven brachten hem daar ’s ochtends<br />

en ’s avonds brood en vlees, en water dronk hij<br />

uit de rivier (1 Koningen 17:2-6).<br />

De profeet Nehemia, Icoon uit Orthodoxe kerk.<br />

Jan Breughel de Oudere (1568-1625), De vis zet Jona aan land, ca 1595, olieverf op eikenhouten paneel, 38 x 56 cm,<br />

München: Alte Pinakothek.<br />

Jona zat drie dagen en nachten in de maag van <strong>een</strong> vis. Het dier had Jona opgeslokt nadat de profeet overboord was gezet<br />

door de bemanning van het schip waarmee hij <strong>een</strong> opdracht van God probeerde te ontlopen. In de vis kwam Jona tot inkeer,<br />

waarop God de vis Jona uit liet spuwen. Jona moest zijn opdracht alsnog uitvoeren (Jona 2).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!