Common Safety Method (CSM) on risk evaluation ... - ERA - Europa
Common Safety Method (CSM) on risk evaluation ... - ERA - Europa
Common Safety Method (CSM) on risk evaluation ... - ERA - Europa
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bladzijde 1 van 5<br />
Eenheid Veiligheid<br />
Gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en -beoordeling<br />
Thierry BREYNE, Dragan JOVICIC<br />
Europees Spoorwegbureau – Eenheid Veiligheid – Dienst Veiligheidsbeoordeling<br />
Adres: 120 Rue Marc LEFRANCQ - BP 20392 - FR 59307 Valenciennes Cedex – Frankrijk<br />
E-mail: Thierry.BREYNE@era.europa.eu, Dragan.JOVICIC@era.europa.eu<br />
Samenvatting: ter bevordering van een harm<strong>on</strong>isatie van de veiligheidsprestaties op het spoor en de spoorwegregelgeving<br />
in heel <strong>Europa</strong> hebben de Europese wetgevers in april 2004 de Spoorwegveiligheidsrichtlijn 2004/49/EG vastgesteld. Uit<br />
hoofde van deze richtlijn krijgt het Spoorwegbureau <strong>on</strong>der meer tot taak een gemeenschappelijke veiligheidsmethode<br />
(<str<strong>on</strong>g>Comm<strong>on</strong></str<strong>on</strong>g> <str<strong>on</strong>g>Safety</str<strong>on</strong>g> <str<strong>on</strong>g>Method</str<strong>on</strong>g>, <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g>) voor risico-evaluatie en –beoordeling te formuleren. Met dit document wordt beoogd een<br />
samenvatting te geven van en de nadruk te leggen op de belangrijkste kenmerken van de bijbehorende Verordening<br />
(EG) nr.°352/2009 van de Commissie betreffende de vaststelling van een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor<br />
risico-evaluatie en -beoordeling, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie van 29 april 2009.<br />
Trefwoorden: gemeenschappelijke veiligheidsmethode, risico-evaluatie en -beoordeling, wederzijdse erkenning, <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g><br />
Voorwoord<br />
Tot begin 2000 hebben de lidstaten van de Europese Gemeenschap hun eigen spoorwegveiligheidsvoorschriften en<br />
spoorwegnormen vastgesteld, vaak gebaseerd op nati<strong>on</strong>ale technische en operati<strong>on</strong>ele c<strong>on</strong>cepten. Hierdoor zijn er<br />
geleidelijk verschillen in beginselen, aanpak en veiligheidscultuur <strong>on</strong>tstaan waardoor het moeilijk is technische<br />
obstakels te overwinnen en internati<strong>on</strong>ale spoorwegvervoersactiviteiten te verrichten. Tegelijkertijd hebben de<br />
ec<strong>on</strong>omische integratie en de snelle groei van de handel de behoeften van de Europese Unie op het gebied van<br />
spoorwegvervoer in toenemende mate getransformeerd. De <strong>on</strong>twikkeling van een veilig en geïntegreerd<br />
spoorwegnetwerk, z<strong>on</strong>der nati<strong>on</strong>ale grenzen, werd een van de hoofdprioriteiten van de EU. Zij vereist een krachtige<br />
Europese regelgeving op de terreinen technische voorschriften en veiligheidsvoorschriften: beide zijn <strong>on</strong>losmakelijk<br />
verb<strong>on</strong>den.<br />
Het Europese Spoorwegbureau is opgericht met het doel deze geïntegreerde spoorwegruimte te creëren door een<br />
Europese benadering van de spoorwegveiligheid (1) en interoperabiliteit (2) vast te stellen. Het heeft als voornaamste<br />
taak ec<strong>on</strong>omisch haalbare gemeenschappelijke technische specificaties (technische specificaties voor<br />
interoperabiliteit – TSI’s), met het unieke signaleringssysteem ERTMS (Europees spoorverkeerleidingsysteem), en<br />
geharm<strong>on</strong>iseerde benaderingswijzen voor veiligheid vast te stellen, in nauwe samenwerking met belanghebbenden in<br />
de spoorwegsector, nati<strong>on</strong>ale autoriteiten, andere betrokken partijen en de Europese instellingen. Alle<br />
werkzaamheden van het Spoorwegbureau zijn erop gericht de groei en <strong>on</strong>twikkeling van vracht- en pers<strong>on</strong>enverkeer<br />
te vergemakkelijken door veiligheids- en technische procedures te harm<strong>on</strong>iseren en vertragingen als gevolg van<br />
incompatibele nati<strong>on</strong>ale systemen te beperken.<br />
Geharm<strong>on</strong>iseerde benadering van risicobeoordeling – <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> voor risicobeoordeling<br />
Doel: doel van de gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risicobeoordeling is een bijdrage te leveren aan de<br />
algemene doelstelling van de EU. De <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> vergemakkelijkt de toegang tot de markt voor spoorvervoersdiensten en<br />
maakt de wederzijdse erkenning van de resultaten van de risicobeoordeling mogelijk door harm<strong>on</strong>isering van:<br />
(a) de risicobeheerprocessen die worden toegepast om de veiligheidsniveaus en de naleving van de<br />
veiligheidsvereisten te beoordelen;<br />
(a) de uitwisseling van veiligheidsinformatie tussen verschillende partijen in de spoorwegsector met het oog op een<br />
overkoepelend veiligheidsbeheer met betrekking tot de verschillende interfaces in de sector;<br />
(b) de door toepassing van een risicobeheerproces bereikte resultaten.<br />
Vereiste van een geharm<strong>on</strong>iseerde benadering: in artikel 6, lid 3, <strong>on</strong>der a), van Spoorwegveiligheidsrichtlijn<br />
2004/49/EG wordt expliciet de vaststelling van een geharm<strong>on</strong>iseerde benadering van risicobeoordeling verlangd. De<br />
toepassing van de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> voor risicobeoordeling wordt ook impliciet verlangd door:<br />
( 1 ) Zie bepalingen in de Spoorwegveiligheidsrichtlijn 2004/49/EG.<br />
(2) Zie bepalingen in de Spoorweginteroperabiliteitsrichtlijn 2008/57/EG.
Bladzijde 2 van 5<br />
Eenheid Veiligheid<br />
(a) artikel 9 en bijlage III van Spoorwegveiligheidsrichtlijn 2004/49/EG waarin wordt bepaald dat<br />
spoorweg<strong>on</strong>dernemers en infrastructuurbeheerders procedures en methoden in hun veiligheidsbeheersysteem<br />
tot stand moeten brengen voor het beheren van de veiligheid van het spoorwegsysteem tijdens de exploitatie.<br />
In verband met een van de procedures van het veiligheidsbeheersysteem [zie bijlage III, punt 2, <strong>on</strong>der d)] wordt<br />
expliciet verlangd dat het veiligheidsbeheersysteem van een spoorweg<strong>on</strong>derneming/infrastructuurbeheerder<br />
procedures en methoden omvat om wijzigingen te beheren. De toepassing van de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> voor risicobeoordeling<br />
zal de spoorweg<strong>on</strong>dernemingen en infrastructuurbeheerders in staat stellen de risico's te beheersen die<br />
<strong>on</strong>tstaan als gevolg van wijzigingen in het spoorwegsysteem;<br />
en<br />
(b) artikel 15 van Interoperabiliteitsrichtlijn 2008/57/EG waarin <strong>on</strong>der andere de noodzaak wordt vastgesteld tot<br />
een veilige integratie van subsystemen van structurele aard voordat er toestemming voor hun indienststelling<br />
wordt verleend. De toepassing van de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> voor risicobeoordeling zal het ook mogelijk maken de risico’s te<br />
beheersen die voortvloeien uit de integratie van een subsysteem in het spoorwegsysteem.<br />
Strategie voor de vaststelling van de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g>: in de Spoorwegveiligheidsrichtlijn 2004/49/EG wordt erkend dat het<br />
veiligheidsniveau van het communautaire spoorwegsysteem doorgaans hoog is, vooral vergeleken met het<br />
wegvervoer. Teneinde ervoor te zorgen dat dit veiligheidsniveau wordt gehandhaafd en, indien nodig en<br />
redelijkerwijs uitvoerbaar, wordt verbeterd, was het van belang:<br />
(a) de vaststelling van de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> te baseren op bestaande methoden in de lidstaten waarmee ze hoge<br />
veiligheidsniveaus kunnen blijven bereiken;<br />
(b) een geharm<strong>on</strong>iseerd risicobeoordelingsproces te omschrijven en overeen te komen op basis van deze bestaande<br />
methoden en EN-normen.<br />
Wie moet de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> toepassen? De <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> voor risicobeoordeling wordt toegepast door de perso<strong>on</strong> die verantwoordelijk<br />
is voor de tenuitvoerlegging van de te beoordelen wijziging. Deze perso<strong>on</strong>, de "initiatiefnemer" genoemd, kan een<br />
van de volgende actoren zijn:<br />
(a) de spoorweg<strong>on</strong>dernemingen en de infrastructuurbeheerders in het kader van de risicobeheersingsmaatregelen<br />
die zij moeten toepassen overeenkomstig artikel 4 van Spoorwegveiligheidsrichtlijn 2004/49/EG;<br />
(b) de aanbestedende diensten en de fabrikanten die een beroep doen op een aangemelde instantie voor de<br />
toepassing van een "EG"-keuringsprocedure overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Interoperabiliteitsrichtlijn<br />
2008/57/EG;<br />
(c) de aanvrager van een vergunning voor de indienststelling van voertuigen.<br />
Indien nodig, ziet de initiatiefnemer, via c<strong>on</strong>tractuele verbintenissen, erop toe dat leveranciers en dienstverleners,<br />
met inbegrip van hun <strong>on</strong>deraannemers, deelnemen aan het in de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> omschreven risicobeheerproces.<br />
Wanneer moet de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> worden toegepast? De <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> voor risicobeoordeling geldt voor elke wijziging van een<br />
(3)<br />
spoorwegsysteem in een lidstaat als bedoeld in punt 2, <strong>on</strong>der d) , van bijlage III bij<br />
Spoorwegveiligheidsrichtlijn 2004/49/EG die als belangrijk wordt beschouwd. Bij gebreke van aangemelde nati<strong>on</strong>ale<br />
voorschriften om te bepalen of in een lidstaat een wijziging al dan niet belangrijk is, neemt de initiatiefnemer, na<br />
deskundigenadvies te hebben ingew<strong>on</strong>nen, een beslissing over de mate van belangrijkheid van de wijziging op basis<br />
van de criteria als bepaald in artikel 4 van de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> voor risicobeoordeling: "gevolg bij faling, nieuwigheid die door de<br />
wijziging wordt geïntroduceerd, complexiteit, m<strong>on</strong>itoring en omkeerbaarheid van de wijziging". Wanneer de wijziging<br />
niet belangrijk is, behoeft de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> niet te worden toegepast. De beslissing hiertoe moet echter worden<br />
gedocumenteerd, zodat de nati<strong>on</strong>ale veiligheidsinstantie deze bij inspecties kan c<strong>on</strong>troleren. Bij niet belangrijke<br />
wijzigingen wordt er in het kader van het deskundigenadvies steeds geëvalueerd of alle niet belangrijke wijzigingen<br />
sinds de laatste toepassing van de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> samen een belangrijke wijziging vormen.<br />
(3) Bijlage III, punt 2, <strong>on</strong>der d): het veiligheidsbeheersysteem van een spoorweg<strong>on</strong>derneming/infrastructuurbeheerder<br />
bevat "procedures en methoden om risico's te beoordelen en te beheersen wanneer er voor de<br />
infrastructuur of de activiteiten nieuwe risico’s <strong>on</strong>tstaan door een verandering in de bedrijfsomstandigheden of<br />
door nieuw materiaal". De wijziging kan dus van zowel technische, operati<strong>on</strong>ele of organisatorische aard zijn.
Bladzijde 3 van 5<br />
Eenheid Veiligheid<br />
Geharm<strong>on</strong>iseerd <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g>-proces: teneinde de wederzijdse erkenning van de resultaten mogelijk te maken en ervoor te<br />
zorgen dat het bestaande veiligheidsniveau van het communautaire spoorwegsysteem wordt gehandhaafd,<br />
harm<strong>on</strong>iseert de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> het risicobeoordelingsproces. Zij specificeert alleen aan welke vereisten moet worden voldaan<br />
en niet hoe aan de vereisten moet worden voldaan. Zoals wordt geïllustreerd in Figuur 1, is dit geharm<strong>on</strong>iseerde<br />
proces een typisch iteratief risicobeheerproces. Het is gestructureerd r<strong>on</strong>d de volgende drie belangrijke stappen:<br />
(a) de systematische identificatie van de gevaren, gebaseerd op de omschrijving van het te beoordelen systeem,<br />
van de bijbehorende veiligheidsmaatregelen en van de daaruit voortvloeiende veiligheidseisen;<br />
(b) de risicoanalyse en de risico-evaluatie;<br />
(c) het aant<strong>on</strong>en dat het systeem voldoet aan de vastgestelde veiligheidseisen.<br />
Naast deze klassieke stappen, worden de volgende stappen gespecificeerd in het <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g>-proces, hoofdzakelijk om de<br />
wederzijdse erkenning van de resultaten van dergelijke risicobeoordelingen mogelijk te maken:<br />
(a) de documentatie over het gevarenbeheer met "gevareninventarissen", zowel om de uitwisseling van<br />
veiligheidsvereisten tussen de verschillende partijen die bij de belangrijke wijziging betrokken zijn (interfaces) te<br />
c<strong>on</strong>troleren als om de status van de gevaren die <strong>on</strong>der de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer vallen te<br />
beheren;<br />
(b) een <strong>on</strong>afhankelijke beoordeling, door een beoordelingsinstantie, van de correcte toepassing van het volledige<br />
<str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g>-proces.<br />
Bestaande risicoaanvaardingsbeginselen: nogmaals, om ervoor te zorgen dat het bestaande veiligheidsniveau van<br />
het communautaire spoorwegsysteem gehandhaafd blijft, wordt de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> voor risicobeoordeling gebaseerd op<br />
bestaande methoden voor het beheersen van de vastgestelde gevaren en de daaraan verb<strong>on</strong>den risico’s. Hierdoor is<br />
het mogelijk de volgende drie risicoaanvaardingsbeginselen door elkaar te gebruiken (d.w.z. z<strong>on</strong>der gespecificeerde<br />
volgorde van prioriteit) bij de risicoanalyse en risico-evaluatie:<br />
(a) praktijkcodes (technische specificatie voor interoperabiliteit, aangemelde nati<strong>on</strong>ale voorschriften, Europese<br />
normen);<br />
(b) soortgelijke referentiesystemen;<br />
(c) expliciete risico-inschatting en geharm<strong>on</strong>iseerde risicoaanvaardingscriteria.<br />
De schakel tussen het gevaar en het risicoaanvaardingsbeginsel ter beheersing van dit gevaar moet in de<br />
gevareninventaris worden geregistreerd om het besluitvormingsproces te helpen motiveren. Dit is van belang voor de<br />
wederzijdse erkenning van de resultaten van de toepassing van de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> voor risicobeoordeling.<br />
Er zij op gewezen dat het detailniveau van het vaststellen van de gevaren afhangt van het risicoaanvaardingsbeginsel<br />
en van de risicoaanvaardingscriteria die door de initiatiefnemer worden gehanteerd voor de beheersing van de<br />
vastgestelde gevaren.<br />
Inwerkingtreding van de Verordening van de Commissie betreffende de vaststelling van een gemeenschappelijke<br />
veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en -beoordeling<br />
De bijbehorende Verordening (EG) nr. 352/2009 van de Commissie betreffende de vaststelling van een<br />
gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en –beoordeling werd gepubliceerd in het<br />
Publicatieblad van de Europese Unie van 29 april 2009. Wegens de relatieve nieuwheid van sommige aspecten van<br />
het formele <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g>-proces voor risicobeoordeling, heeft deze verordening een geleidelijke invoering. Om deze te<br />
<strong>on</strong>dersteunen, zal de toepassing pas op 19 juli 2010 van kracht worden. Vanaf die datum moet de verordening<br />
worden toegepast op:<br />
(a) alle belangrijke technische wijzigingen met betrekking tot de in artikel 2, <strong>on</strong>der c), van Richtlijn 2008/57/EG<br />
gedefinieerde voertuigen;<br />
(b) alle belangrijke wijzigingen met betrekking tot subsystemen van structurele aard, indien vereist krachtens<br />
artikel 15, lid 1, van Richtlijn 2008/57/EG of bij een technische specificatie voor interoperabiliteit.
Bladzijde 4 van 5<br />
Eenheid Veiligheid<br />
De <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g>-verordening blijft tot 1 juli 2012 vrijwillig met betrekking tot operati<strong>on</strong>ele of organisatorische wijzigingen, om<br />
de betrokken partijen voldoende tijd te geven om, voor zover nodig, de nieuwe gemeenschappelijke benadering te<br />
leren kennen en toe te passen en er ervaring mee op te doen.<br />
Meer informatie<br />
De volledige "Verordening van de Commissie betreffende de vaststelling van een gemeenschappelijke<br />
veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en -beoordeling" is in alle talen van de EU te vinden op de website EUR-Lex<br />
via de volgende link: http://eur-lex.europa.eu/JOHtml.do?uri=OJ:L:2009:108:SOM:NL:HTML<br />
Leidraad voor de toepassing van de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> voor risicobeoordeling: om de actoren in de spoorwegsector te helpen bij<br />
de toepassing van de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g> voor risicobeoordeling, heeft het Europees Spoorwegbureau ook de volgende twee<br />
informatieve en niet juridisch bindende documenten uitgebracht:<br />
(a) "Leidraad voor de toepassing van de Verordening van de Commissie betreffende de vaststelling van een<br />
gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en -beoordeling";<br />
(b) "Verzameling van voorbeelden van risicobeoordelingen en van mogelijke hulpmiddelen ter <strong>on</strong>derbouwing van<br />
de <str<strong>on</strong>g>CSM</str<strong>on</strong>g>-verordening".<br />
Deze twee documenten zijn vertaald in alle EU-talen van de lidstaten met spoorwegen. Zij zullen spoedig beschikbaar<br />
zijn op de website van het Spoorwegbureau, via de link naar spoorwegveiligheid: http://www.era.europa.eu.
ONAFHANKELIJKE BEOORDELING<br />
Beoordeling v. systeemomschrijving<br />
obv vastgestelde veiligheidsvereisten<br />
VOORLOPIGE<br />
SYSTEEMOMSCHRIJVING<br />
Gevareninventarisatie en -<br />
classificatie<br />
Praktijkcodes Soortgelijke<br />
referentiesystemen<br />
Toepassen van<br />
praktijkcodes<br />
Impliciete RAC (voorwaarden voor<br />
praktijkcodes en referentiesystemen)<br />
NEE<br />
Vergelijking<br />
met criteria<br />
Aanvaardbaar<br />
risico?<br />
JA<br />
Systeemomschrijving<br />
(Doel, functies, interfaces, enz.)<br />
Gevareninventarisatie<br />
(Wat kan er gebeuren?<br />
Wanneer? Waar? Hoe? enz.)<br />
Gevarenclassificatie<br />
(Hoe kritiek?)<br />
NEE<br />
Belangrijke<br />
wijziging?<br />
JA<br />
Algemeen<br />
aanvaardbaar<br />
risico?<br />
Selectie van<br />
Risicoaanvaardingsbeginsel<br />
Analyse v. overeenkomsten<br />
met<br />
referentiesystemen<br />
Aant<strong>on</strong>en van de<br />
overeenstemming met de<br />
veiligheidseisen<br />
Bladzijde 5 van 5<br />
NEE<br />
Vergelijking<br />
met criteria<br />
Aanvaardbaar<br />
risico?<br />
JA<br />
Veiligheidseisen<br />
(d.w.z. te nemen<br />
veiligheidsmaatregelen)<br />
JA<br />
Expliciete risico-inschatting<br />
Identificatie van scenario’s en<br />
bijbeh. veiligheidsmaatregelen<br />
Kwalitatief<br />
Geschatte<br />
frequentie<br />
Expliciete kwantitatieve of<br />
kwalitatieve RAC vereist<br />
Criteria required<br />
NEE<br />
Risicobeoordeling<br />
Veiligheids<br />
-criteria?<br />
Geschat<br />
risico<br />
Risicoanalyse<br />
Kwantitatief<br />
Geschatte<br />
ernst<br />
Risico-evaluatie<br />
Vergelijking<br />
met criteria<br />
Aanvaardbaar<br />
risico?<br />
Figuur 1: Risicobeheerproces en <strong>on</strong>afhankelijke beoordeling<br />
JA<br />
Eenheid Veiligheid<br />
GEVARENBEHEER