02.05.2013 Views

Rechtbank te Amsterdam Meervoudige strafkamer Zittingen ... - Nrc

Rechtbank te Amsterdam Meervoudige strafkamer Zittingen ... - Nrc

Rechtbank te Amsterdam Meervoudige strafkamer Zittingen ... - Nrc

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Rechtbank</strong> <strong>te</strong> Ams<strong>te</strong>rdam<br />

<strong>Meervoudige</strong> <strong>strafkamer</strong><br />

<strong>Zittingen</strong> van 10-13 april 2005<br />

inzake:<br />

Drs. Cornelis Harry van der Hoeven<br />

Parketnummer 13/993222-04<br />

Pleitnotities van mrs. M. Wladimiroff, A. Verbruggen en J.T.C. Leliveld


Inleiding<br />

1. De maatschappelijke dynamiek van sommige gebeur<strong>te</strong>nissen is opmerkelijk.<br />

Waarom ontwikkelen sommige dingen zich snel tot kwesties met het karak<strong>te</strong>r<br />

van een hype. Een hype van glorie of een hype van verguizing. Wat<br />

stuurt deze dynamiek, is het de media als aanjager, of is publici<strong>te</strong>it niet<br />

meer is dan de reflectie van hetgeen in de samenleving speelt. Het is moeilijk<br />

<strong>te</strong> doorgronden, zeker als men erbij betrokken raakt.<br />

2. De kwestie Ahold is zo'n hype. De bewierook<strong>te</strong> 'president' van ooit, Cees<br />

van der Hoeven, wordt nu verguisd. Ineens wil niemand meer we<strong>te</strong>n welke<br />

bijdrage mensen, zoals cliënt, hebben geleverd voor de opbouw van een<br />

wereldconcern. Na de schok in februari 2003, heeft het openbaar minis<strong>te</strong>rie<br />

het stokje overgenomen en afgelopen dinsdag hebben we kunnen vernemen<br />

hoe slecht het allemaal was.<br />

3. Het openbaar minis<strong>te</strong>rie bekritiseert de kern van het ondernemersklimaat in<br />

Nederland, groei van een onderneming is niet goed, maar slecht, evenals<br />

sturing op 'shareholders value'. De focus op groeicijfers en in mindere ma<strong>te</strong><br />

op organisatorische, juridische of accounting<strong>te</strong>chnische gevolgen van de<br />

groei, wordt door het openbaar minis<strong>te</strong>rie (OM) gepresen<strong>te</strong>erd als dè reden<br />

waarom er een cultuur zou zijn ontstaan waarin - volgens het OM - de groei<br />

de maatstaf was, en alles wat groeitargets in de weg zat, niet werd gezien<br />

of weggeredeneerd 1 .<br />

4. Deze typering door het OM past eerder in de con<strong>te</strong>xt van een hype, dan dat<br />

deze voors<strong>te</strong>lling van zaken recht doet aan de werkelijkheid van destijds. 2<br />

Maar hoe het ook zij, deze zienswijze doet mij s<strong>te</strong>rk denken aan de successen<br />

bij de opsporing van drugsdelic<strong>te</strong>n en de ontsporingen die bij de<br />

parlementaire enquê<strong>te</strong> boven wa<strong>te</strong>r kwamen. Ook toen ontstond een hype<br />

over de cultuur, waarin opsporing tot elke prijs opgeld deed. Ofwel - mag ik<br />

oneerbiedig de officier van justitie parafraseren - een cultuur, waarin de opsporing<br />

de maatstaf was, en alles wat opsporingtargets in de weg zat, niet<br />

werd gezien of weggeredeneerd.<br />

1<br />

De opmerking bij requisitoir (p. 6) dat cliënt <strong>te</strong>r zitting gezegd zou hebben “Het in<strong>te</strong>resseerde mij<br />

niet wat de control let<strong>te</strong>r in juridische zin be<strong>te</strong>kende. Ik heb het altijd vanuit de fei<strong>te</strong>lijke werkelijkheid<br />

gezien. Het ging mij niet om de juridische werkelijkheid” is verkeerd geci<strong>te</strong>erd en bovendien<br />

uit verband gelicht. Hetzelfde geldt voor de suggestie (p. 121) dat cliënt de control let<strong>te</strong>r of<br />

de side let<strong>te</strong>r als van nul en generlei waarde zou hebben gekenschetst.<br />

2<br />

Het OM heeft zich kennelijk la<strong>te</strong>n leiden door het PwC rapport, zonder acht <strong>te</strong> slaan op hetgeen<br />

bij de klacht <strong>te</strong>gen PwC is vermeld.<br />

2


5. De in<strong>te</strong>ressan<strong>te</strong> vraag is intussen hoe op dit soort kwesties wordt gereageerd<br />

en met name de vraag hoe justitie reageert op dit soort kwesties.<br />

Destijds was het antwoord geen strafvervolging, of zelfs maar ontslag, men<br />

volstond met een functie carrousel. Maar eigenlijk hoeven we helemaal niet<br />

zover in de tijd <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> gaan, want de affaire met de Schiedammer parkmoord<br />

leert dat justitie sancties in eigen huis nog s<strong>te</strong>eds ongepast vindt.<br />

Maar laat ik, in plaats van justitie de spiegel voor <strong>te</strong> houden, weer <strong>te</strong>rugkeren<br />

naar de kwestie Ahold en consta<strong>te</strong>ren dat zich bij Ahold wel gro<strong>te</strong> veranderingen<br />

in de personele sfeer hebben voor gedaan, dat er wel sancties<br />

zijn gevolgd, ook in de financiële sfeer, zoals inleveren over 2000 en 2001<br />

van bonussen en verlies van opties.<br />

6. De val van de top van Ahold is een combinatie van een aantal factoren, die<br />

in de kern er op neer komt dat na de <strong>te</strong>genvallende winst in 2002 (2 winstwaarschuwingen),<br />

de enorme fraude bij US Foodservice ($ 800 miljoen), de<br />

ontdekking van de side let<strong>te</strong>rs de genadeslag was. Maar ja, Amerika is ver<br />

weg en het hoofdkantoor van Ahold is dichtbij. In Nederland wordt de consolidatiekwestie<br />

het gezicht van de kwestie Ahold.<br />

7. De stichting Sobi, U weet wel van de heer Lakeman, toch bepaald niet een<br />

proponent van het bedrijfsleven, ziet dat anders en schrijft la<strong>te</strong>r op haar<br />

websi<strong>te</strong>:<br />

In april 2003 meldde Ahold aan justitie dat zij haar omzet <strong>te</strong> hoog<br />

had weergegeven door een Zweedse joint venture (ICA) geheel <strong>te</strong><br />

consolideren. Dit vergrijp had overigens geen invloed op de winst en<br />

het eigen vermogen van Ahold. Ahold is er met deze eigen aangif<strong>te</strong><br />

in geslaagd het Openbaar Minis<strong>te</strong>rie op het verkeerde been <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n<br />

en de aandacht van haar veel kwalijker praktijken inzake Disco en<br />

US Foodservice af <strong>te</strong> leiden. Er loopt <strong>te</strong>gen Cees van der Hoeven<br />

slechts een strafzaak wegens het relatief onbelangrijke consolidatievraagstuk.<br />

8. Wat doet het OM? Inderdaad het slaat aan op de aangif<strong>te</strong> en zet een groot<br />

strafrech<strong>te</strong>lijk onderzoek op. We hebben bij requisitoir kunnen vernemen<br />

hoe breed werd ingezet en welke toe<strong>te</strong>rs en bellen werden opgetuigd: eigen<br />

accountants van de Fiod, een begeleidingscommissie, eigen adviseurs zoals<br />

Prof Langendijk van Nijenrode (inmiddels ook bekend als het veredelingsinstituut<br />

van de Fiod), en - hoe modieus - "<strong>te</strong>genspraak" van het kantoor van<br />

3


de landsadvocaat (dat ook de huisadvocaat is van de Vereniging van Effec<strong>te</strong>nbezit<strong>te</strong>rs<br />

(VEB). Inderdaad, de hype heeft ook bij justitie toegeslagen.<br />

9. Uitgangspunt voor het onderzoek is de rapportage van mrs. Eisma en Van<br />

Dijk. Deze advoca<strong>te</strong>n van het kantoor De Brauw Blackstone Westboek (DB-<br />

BW), de huisadvocaat van Ahold, waren aanvankelijk ingeschakeld om <strong>te</strong>n<br />

behoeve van Deloit<strong>te</strong> & Touche (D&T) <strong>te</strong> onderzoeken hoe het zat met de<br />

side let<strong>te</strong>rs inzake ICA. Cliënt had liever onafhankelijke onderzoekers 3 ingeschakeld,<br />

maar Van Tielraden adviseerde de Raad van Commissarissen<br />

(RvC) s<strong>te</strong>rk het kantoor van huisadvocaat DBBW (waar Van Tielraden ook<br />

zelf vandaan kwam) in <strong>te</strong> schakelen. La<strong>te</strong>r veranderde de rol van Eisma en<br />

Van Dijk en ging het meer om Ahold <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> van de SEC <strong>te</strong> positioneren.<br />

10. De Fiod krijgt van Ahold stukken <strong>te</strong>r beschikking 4 , bestudeert deze, hoort de<br />

vier verdach<strong>te</strong>n en anderen, maar het OM besluit de accountants van D&T<br />

niet <strong>te</strong> horen, omdat dit niet zou kunnen. Een opmerkelijk standpunt, want<br />

waarom opent men dan geen gerech<strong>te</strong>lijk vooronderzoek (GVO)? Ik heb<br />

daar ook om gevraagd maar dat vond het OM niet opportuun. De accountants<br />

werden niet gehoord, net zo min als alle functionarissen van Ahold,<br />

die bij de consolidatie betrokken waren geweest.<br />

11. In plaats daarvan wordt gekozen tot snelle dagvaarding op basis van een<br />

beperkt onderzoek dat bewust bui<strong>te</strong>n de verdediging om werd gevoerd. Uw<br />

rechtbank heeft dit gelukkig niet geaccep<strong>te</strong>erd, waarna een omvangrijk onderzoek<br />

onder leiding van de rech<strong>te</strong>r-commissaris volgde waarbij de verdediging<br />

wel betrokken was. Daarom kunnen we naast het "oude <strong>te</strong>stament"<br />

nu gelukkig ook beschikken over het "nieuwe <strong>te</strong>stament" 5 .<br />

12. Vanwaar deze werkwijze, deze haast? De hype, of was het de wens het<br />

nieuwe onderdeel van justitie, het Functioneel Parket, na de <strong>te</strong>leurs<strong>te</strong>llende<br />

3 Kantoor Freshfields <strong>te</strong> Ams<strong>te</strong>rdam.<br />

4 Daarbij bevindt zich onder meer ‘het oordeel’ van de door Eisma ingeschakelde Prof. Klaassen, op<br />

wiens oordeel, en overigens ook op dat van Prof Langendijk, bij requisitoir zo zwaar wordt geleund.<br />

Bedacht moet worden dat Prof. Klaassen niet meer van de fei<strong>te</strong>n wist dan wat hem door<br />

Eisma was meegedeeld en dat Prof. Langendijk alleen weet wat de Fiod hem had meegedeeld.<br />

Beiden waren volslagen onbekend met het comple<strong>te</strong> dossier dat Prof. Van de Poel wel heeft kunnen<br />

bestuderen. Prof. Klaassen en Langendijk waren bovendien partijdeskundigen. Prof. Van den<br />

Poel is als onafhankelijke deskundige door de RC benoemd.<br />

5 De <strong>te</strong>rm "oude <strong>te</strong>stament" is op de zitting ontstaan en duidt op het resultaat van onderzoek vóór<br />

de eers<strong>te</strong> regiezitting, <strong>te</strong>rwijl de <strong>te</strong>rm het "nieuwe <strong>te</strong>stament" de resulta<strong>te</strong>n van al het nadien verricht<strong>te</strong><br />

onderzoek aanduidt.<br />

4


Clickfondsaffaire, neer <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n als een daadkrachtig onderdeel van het<br />

OM, of heeft de profilering van mr. Biemond als financial crime figh<strong>te</strong>r 6 een<br />

rol gespeeld? We we<strong>te</strong>n het niet 7 en eigenlijk doet het ook niet toe, want<br />

waar het wel om gaat is dat dagvaarden zonder verdenkingen eerst grondig<br />

en evenwichtig <strong>te</strong> onderzoeken, riskant is en dat is na het nieuwe <strong>te</strong>stament<br />

wel gebleken. 8<br />

13. De snelheid waarmee het OM heeft gekozen voor vervolging wegens consolidatie<br />

heeft ongetwijfeld <strong>te</strong> maken gehad met de deconsolidatie van de<br />

deelnemingen en de resta<strong>te</strong>ment <strong>te</strong> dier zake voor het verleden door Ahold<br />

na februari 2003. Het OM moet vanwege deze beslissing van Ahold gedacht<br />

hebben dat de onjuistheid van de consolidatie een gelopen race was, <strong>te</strong><br />

meer omdat de Fiod ook beweerde dat consolidatie van de deelnemingen<br />

fout was. Wat het OM niet wist was dat de deconsolidatie een overhaas<strong>te</strong><br />

(onjuis<strong>te</strong>) beleidsbeslissing van Ahold was geweest en niet het resultaat van<br />

inhoudelijke toetsing 9 .<br />

14. U hebt ongetwijfeld gelezen welk pandemonium zich in de nacht van 23 op<br />

24 februari 2003 heeft afgespeeld. Dat de advoca<strong>te</strong>n, vooral de Amerikanen,<br />

die nacht tot deconsolidatie en resta<strong>te</strong>ment hebben beslo<strong>te</strong>n, niet op<br />

basis van een grondige analyse van de relevan<strong>te</strong> fei<strong>te</strong>n en omstandigheden,<br />

maar op basis van de maatschappelijke perceptie van het probleem. Bij die<br />

beslissing was niemand van de Raad van Bestuur (RvB) van Ahold aanwezig.<br />

De advoca<strong>te</strong>n schreven het persbericht en de RvC heeft dat bericht vervolgens<br />

voor haar rekening genomen.<br />

15. Er is dus, zoals ik al zei, haastig gedagvaard en dat komt ook naar voren<br />

<strong>te</strong>n aanzien van cliënt. Tijdens zijn verhoor door de Fiod, bereik<strong>te</strong> mij het<br />

bericht dat het OM zelfs dat niet had afgewacht, maar alvast had beslo<strong>te</strong>n<br />

tot dagvaarding. Ik heb nog getracht het OM ervan <strong>te</strong> overtuigen dat dagvaarding<br />

van cliënt voorbarig was. Het heeft niets geholpen want het OM<br />

had haar mening al klaar. Cliënt moest en zou voor alles gedagvaard worden.<br />

6 In<strong>te</strong>rview in NRC-Handelsblad van 4 december 2004.<br />

7 Of misschien wel, zie RC-verklaring Van Dijk van 22 november 2005 en 31 januari 2006.<br />

8 Opmerkelijk is dat de vervolgingsbeslissing ook volgens het OM is genomen (in overleg met de<br />

begeleidingscommissie) vóórdat het Fiod onderzoek was afgerond en vóórdat de verhoren bij de<br />

RC hadden plaatsgevonden. Met andere woorden op basis van het “oude <strong>te</strong>stament”.<br />

9 RC-verklaring Wakkie van 11 november 2005.<br />

5


16. Alvorens op elk van de aan cliënt gemaak<strong>te</strong> verwij<strong>te</strong>n gedetailleerd in <strong>te</strong><br />

gaan, geef ik eerst een samenvatting van de kern van de zaak en vervolgens<br />

gaan mijn medeplei<strong>te</strong>rs en ik in op een aantal algemene aspec<strong>te</strong>n<br />

daarvan. Daarbij wordt eerst aandacht bes<strong>te</strong>ed aan de organen van Ahold<br />

en personen die bij de consolidatie betrokken waren en vervolgens aan de<br />

loop der gebeur<strong>te</strong>nissen met betrekking tot de consolidatie, ingedeeld per<br />

jaar en daar waar nodig naar deelneming.<br />

17. Daarna komt de weerbarstige ma<strong>te</strong>rie van Dutch GAAP en US GAAP in normatieve<br />

zin aan de orde en worden als inleiding op de aan cliënt <strong>te</strong>n las<strong>te</strong><br />

gelegde fei<strong>te</strong>n de cri<strong>te</strong>ria van strafrech<strong>te</strong>lijke aansprakelijkheid van fei<strong>te</strong>lijke<br />

leidinggevers besproken. Tegen deze ach<strong>te</strong>rgrond worden <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> elk van<br />

de <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde fei<strong>te</strong>n aan de orde ges<strong>te</strong>ld.<br />

De zaak Van der Hoeven<br />

18. De mees<strong>te</strong> aan cliënt gemaak<strong>te</strong> verwij<strong>te</strong>n komen er op neer dat hij betrokken<br />

is bij het vals opmaken en gebruiken van stukken. Volgens het OM<br />

werd de werkelijkheid niet juist weergegeven en werd <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> geconsolideerd<br />

en daarom zouden allerlei stukken vals zijn en de accountants zijn<br />

misleid. Het OM heeft er voor gekozen dit verwijt maximaal uit smeren over<br />

8 <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>leggingen. De jager op wild weet dat de kans op treffen bij één<br />

gericht schot klein is en prefereert daarom het schot hagel.<br />

19. Als men iemand verwijt dat een document vals is opgemaakt, bedoelt men<br />

niet dat er vergissingen zijn begaan of dat een en ander op basis van verkeerde<br />

beoordelingen aan het papier is toevertrouwd. Nee, men bedoelt dat<br />

er welbewust aper<strong>te</strong> onwaarheden zijn opge<strong>te</strong>kend. Dat maakt het verschil<br />

uit tussen een civielrech<strong>te</strong>lijke beoordeling van verwijtbare missers en het<br />

verwijt dat de strafwet is overtreden. De delic<strong>te</strong>n waar het hier om gaat,<br />

zouden daarom pas in het geding komen wanneer er in het kader van het<br />

consolidatievraagstuk sprake zou zijn geweest van een bui<strong>te</strong>n twijfel staande<br />

onjuistheid, waarvan men zich bewust was. Dat is natuurlijk wel wat anders<br />

dan wat er blijkens het nadere onderzoek in werkelijk is voorgevallen.<br />

20. De kennelijk bestaande verschillen van inzicht tussen professoren Klaassen,<br />

Langendijk en Van den Poel maken duidelijk dat consolidatie niet een leerstuk<br />

is van digitale waarheden. Dat maakt voldoening aan het opzetcri<strong>te</strong>rium<br />

vrijwel onmogelijk. Als de geleerden het nu niet we<strong>te</strong>n hoe konden de<br />

6


leden van de RvB destijds dan opzet<strong>te</strong>lijk fou<strong>te</strong>n hebben gemaakt met betrekking<br />

tot het consolidatieleerstuk. Dat moet het OM toch eens uitleggen.<br />

21. Er is kort gezegd geconsolideerd als uitkomst van discussies, beoordelingen,<br />

en ex<strong>te</strong>rn overleg, vooral met D&T en met ins<strong>te</strong>mming van alle betrokkenen.<br />

Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen de gevolgen<br />

daarvan in de respectieve door het OM aan de orde ges<strong>te</strong>lde documen<strong>te</strong>n<br />

en de 2 e side let<strong>te</strong>rs. Dat onderscheid is cruciaal in de zaak Van der Hoeven.<br />

Cliënt stáát voor de consolidatie op basis van hetgeen hij daarvan wist en<br />

na lezing van het dossier inmiddels weet. Hij wist niet van de 2 e side let<strong>te</strong>rs<br />

in relatie tot de control let<strong>te</strong>rs en het feit dat de 2 e side let<strong>te</strong>rs niet aan D&T<br />

waren gegeven. Op een gegeven moment wist hij dat wel en dát en niets<br />

anders is de zaak Van der Hoeven.<br />

22. Waar het in de zaak Van der Hoeven om draait is niets anders dan een analyse<br />

en beoordeling van zijn we<strong>te</strong>nschap <strong>te</strong>n aanzien van de kwestie van de<br />

2 e side let<strong>te</strong>rs. Het OM heeft bij requisitoir door het bijeen schrapen van vele<br />

details pogen aannemelijk <strong>te</strong> maken dat cliënt wel berispelijke we<strong>te</strong>nschap<br />

gehad moet hebben. In dit pleidooi wordt uitgelegd waarom dit niet<br />

aangetoond is en waarom de aan cliënt <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde fei<strong>te</strong>n in dit opzicht<br />

niet tot een veroordeling kunnen leiden.<br />

23. De zaak Van der Hoeven gaat niet over persoonlijk gewin. Dat moet ook het<br />

OM toegeven. Bovendien hingen de bonussen en optieverlening tot 2002 af<br />

van de winst per aandeel groei en daarna van een Economic Value Added<br />

berekening, die niet beïnvloed wordt door consolidatie. Zoals gezegd heeft<br />

cliënt zijn bonussen ingeleverd.<br />

24. Waar de zaak Van der Hoeven niet om gaat is een "verkeerde groeicultuur"<br />

waadoor er <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> geconsolideerd zou zijn. Misschien is het het OM<br />

niet kwalijk <strong>te</strong> nemen dat het niet begrijpt dat consolidatie in casu geen effect<br />

had op de ranking van de groots<strong>te</strong> supermarktbedrijf <strong>te</strong>r wereld. Ahold<br />

stond daarin als nr. 3, na de bedrijven Walmart en Carrefour. Zonder consolidatie<br />

van de deelnemingen zou dat nog s<strong>te</strong>eds nr. 3 zijn geweest.<br />

25. Consolidatie heeft niets <strong>te</strong> maken met inkoopkracht. Overigens, gezamenlijke<br />

inkoopkracht is een bewijs van fei<strong>te</strong>ljike zeggenschap. Die kracht wordt<br />

allereerst ontleend aan marktpositie in een bepaald land/regio. Voorzover<br />

inkoopkracht een land/regio overstijgt (bijvoorbeeld met global brands, zo-<br />

7


als Nestlé, Unilever, Proc<strong>te</strong>r and Gamble etc.) hangt dit voornamelijk af van<br />

de aanpak. Met andere woorden gemeenschappelijk inkoop op het niveau<br />

van continen<strong>te</strong>n en/of wereldwijd. Als dit goed is georganiseerd en dat was<br />

het, dan levert dit geld op. Het zal de leveranciers worst zijn of dat nu bij<br />

een geconsolideerd ICA of een gedeconsolideerd ICA gebeurt. Ik dacht dat<br />

cliënt dat op de zitting goed had uitgelegd, maar het OM luis<strong>te</strong>rt niet of begrijpt<br />

het niet.<br />

26. Wat de groeidoels<strong>te</strong>llingen betreft is het het OM kennelijk ontgaan dat in<br />

alle jaarverslagen autonome groeidoels<strong>te</strong>llingen, die dus onafhankelijk zijn<br />

van acquisities en het consolidatievraagstuk, zijn <strong>te</strong> vinden. Dat er in de<br />

doels<strong>te</strong>llingen altijd van nieuwe acquisities is geabstraheerd. Daarbij werd<br />

gezegd dat acquisities weliswaar werden nagestreefd, maar nooit met een<br />

target erbij. Voorts dat voor het geval de acquisities van deelnemingen<br />

en/of 100% doch<strong>te</strong>rs al waren gerealiseerd, zij in de groei-indicaties werden<br />

meegenomen.<br />

27. En in alle gevallen rappor<strong>te</strong>erde Ahold autonome groei, daar is geen discussie<br />

over, <strong>te</strong> meer omdat dit was waar de analis<strong>te</strong>n naar keken. Mede omdat<br />

ook daar de targets lagen. In alle gevallen dat er een deelneming werd genomen,<br />

werd het percentage daarbij uitdrukkelijk vermeld, zoals bijvoorbeeld:<br />

"Ahold neemt een belang van 50% in ICA". In alle jaarverslagen<br />

werd dit deelnemingspercentage in de <strong>te</strong>kst en ook nog op een apar<strong>te</strong> pagina<br />

expliciet vermeld.<br />

28. Met andere woorden de gedach<strong>te</strong> dat Ahold zich gro<strong>te</strong>r wilde voor doen, dat<br />

er een "groeimegalomanie" zou hebben bestaat alleen in de brein van het<br />

OM en getuigt van weinig inzicht van de ma<strong>te</strong>rie. Het is maar goed dat Prof.<br />

Van de Poel dit deel van het requisitoir niet heeft gehoord.<br />

Belangrijks<strong>te</strong> data<br />

29. Voor de bespreking van de aan cliënt <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde fei<strong>te</strong>n is het nuttig<br />

nog even een samenvatting <strong>te</strong> geven van de belangrijks<strong>te</strong> data met betrekking<br />

tot de we<strong>te</strong>nschap van cliënt. Uitgangspunt daarbij is dat hij wel in het<br />

algemeen van het bestaan van de "control let<strong>te</strong>rs " wist, ofschoon hij de<br />

<strong>te</strong>kst niet kende. Men gebruik<strong>te</strong> slechts zelden de <strong>te</strong>rm "control let<strong>te</strong>r "<br />

maar sprak over side let<strong>te</strong>rs. Dat heeft voor veel verwarring gezorgd.<br />

8


30. De we<strong>te</strong>nschap van cliënt <strong>te</strong>n aanzien van de 2 e side let<strong>te</strong>rs is ontstaan op<br />

de hierna volgende data:<br />

1999:<br />

Ergens in november: cliënt onder<strong>te</strong>kent routinematig op verzoek van Meurs<br />

een reeds door Meurs ge<strong>te</strong>kende side let<strong>te</strong>r inzake Bompreço.<br />

2002<br />

Eind augustus/begin sep<strong>te</strong>mber: cliënt hoort voor het eerst dat met betrekking<br />

tot ICA een kwestie met side let<strong>te</strong>rs speelt.<br />

Maandag 7 oktober: Cliënt hoort van Smit iets in het algemeen over een issue<br />

met side let<strong>te</strong>rs bij ICA.<br />

Maandag 21 oktober: Smit en Van Tielraden ver<strong>te</strong>llen cliënt dat de kwestie<br />

met betrekking tot de side let<strong>te</strong>r bij ICA ernstig is en dringen aan op actie.<br />

Woensdag 23 oktober: cliënt belegt een bijeenkomst met Meurs, Andreae,<br />

Van Tielraden, Smit en Verhelst, waar Meurs ver<strong>te</strong>lt over het bestaan van<br />

een 2 e side let<strong>te</strong>r naast een control let<strong>te</strong>r inzake ICA en óók het niet inlich<strong>te</strong>n<br />

van D&T over de 2 e side let<strong>te</strong>r.<br />

Donderdag 24 oktober: cliënt licht De Rui<strong>te</strong>r, de voorzit<strong>te</strong>r van de RvC in en<br />

besluit dat Meurs D&T moet inlich<strong>te</strong>n.<br />

Za<strong>te</strong>rdag 26 oktober: <strong>te</strong>lefoongesprek cliënt en Van der Driest over de 2 e side<br />

let<strong>te</strong>r ICA.<br />

Za<strong>te</strong>rdag 16 november: Meurs belt cliënt en informeert hem dat er naast<br />

ICA ook 2 e side let<strong>te</strong>rs zijn inzake Disco, Paiz en Bompreço én dat deze 2 e<br />

side let<strong>te</strong>r niet aan de accountants zijn gegeven.<br />

Zondag 17 november: Meurs belt cliënt weer en het besluit wordt genomen<br />

de informatie niet bekend <strong>te</strong> maken, omdat het ach<strong>te</strong>rhaald is.<br />

Woensdag 30 november: Meurs herinnert cliënt aan de drie jaar geleden<br />

ge<strong>te</strong>kende 2 e side let<strong>te</strong>r Bompreço.<br />

9


2003<br />

Za<strong>te</strong>rdag 22 februari: cliënt informeert RvC, Whi<strong>te</strong> & Case (W&C) en D&T<br />

omrent het bestaan van de 2 e side let<strong>te</strong>rs inzake Disco, Paiz en Bompreço.<br />

Zondag 23 februari: cliënt neemt ontslag.<br />

31. De zaak Van der Hoeven gaat dus om het tijdvak 16 november 2002 - 22<br />

februari 2003, of<strong>te</strong>wel om zijn beslissing het bestaan van de andere 2 e side<br />

let<strong>te</strong>rs niet bekend <strong>te</strong> maken, omdat het naar zijn oordeel voor de consolidatie<br />

niet meer relevant was. Het "hoe en waarom" van dit oordeel komt<br />

verderop in dit pleidooi aan de orde.<br />

32. Eerst is het nuttig de algemene aspec<strong>te</strong>n van consolidatie en de betrokken<br />

organen en functionarissen bij Ahold <strong>te</strong> bespreken.<br />

Consolidatie<br />

33. Uitgangspunt is dat de rapportage van Ahold dient <strong>te</strong> voldoen aan de algemeen<br />

aanvaarde grondslagen voor waardering en presentatie naar Nederlands<br />

(jaarrekeningen) recht, en waar nodig, naar het recht van de Verenigde<br />

Sta<strong>te</strong>n.<br />

34. Het jaarverslag werd vanzelfsprekend overeenkomstig Dutch GAAP opgemaakt.<br />

Dat geldt ook voor de Form 20-F, waarin slechts voor de berekening<br />

van bepaalde onderdelen (het resultaat na belastingen/netto winst, het eigen<br />

vermogen en de netto winst per gewoon aandeel) de cijfers naar Dutch<br />

GAAP werden "gereconcilieerd " naar US GAAP; door uw rechtbank <strong>te</strong>recht<br />

een "aansluiting " genoemd. Ahold was niet verplicht de totale omzet onder<br />

US GAAP weer <strong>te</strong> geven, maar <strong>te</strong>r wille van de transparantie koos Ahold<br />

daar wel voor.<br />

35. Elk jaarverslag van Ahold bevat<strong>te</strong> een overzicht van deelnemingen. Ten<br />

aanzien van de deelnemingen JMR, Bompreço, Disco Ahold (Disco), Paiz<br />

Ahold (Paiz) en ICA Ahold (ICA) werd <strong>te</strong>lkenmale in de toepasselijke jaren<br />

expliciet – volstrekt in overeens<strong>te</strong>mming met de fei<strong>te</strong>n - vermeld dat voor<br />

respectievelijk 49 en 50% in het kapitaal werd deelgenomen. Daarenboven<br />

werd in de jaarverslagen – <strong>te</strong>r wille van de transparantie - <strong>te</strong>lkenmale expli-<br />

10


ciet verwezen naar de consolidatiegrondslagen en de toepasselijke bestuurlijke<br />

verantwoordelijkheden.<br />

36. De RvB merk<strong>te</strong> in de rapportages <strong>te</strong>lkenmale voornoemde deelnemingen in<br />

overleg met de RvC en met goedkeuring van D&T aan als "groepsmaatschappijen<br />

". Dit bracht een wet<strong>te</strong>lijke consolidatieplicht mee, of<strong>te</strong>wel: alle<br />

activa en passiva van de groepsmaatschappijen werden voor 100% in de<br />

geconsolideerde jaarrekening van de holding opgenomen, ook al was de<br />

groepsmaatschappij geen 100% participatie. De werkelijke gerechtigdheid<br />

tot het vermogen van de deelneming werd ui<strong>te</strong>raard vermeld.<br />

37. De deskundigen zijn het er over eens dat de in<strong>te</strong>grale consolidatiemethode<br />

het mees<strong>te</strong> inzicht biedt in de toepasselijke cijfers. Immers, in<strong>te</strong>grale consolidatie<br />

laat de consoliderende vennootschap zowel alle ba<strong>te</strong>n als alle las<strong>te</strong>n<br />

zien. Tevens worden dan alle activa en passiva getoond. Bij de vermogensmutatiemethode<br />

is wat dat betreft slechts één post in de balans en de<br />

winst- en verliesrekening zichtbaar en bij proportionele consolidatie is hoogs<strong>te</strong>ns<br />

naar evenredigheid het belang in een deelneming zichtbaar. Mede<br />

dankzij de rapportage en uitleg van professor Van de Poel is duidelijk geworden<br />

waarom voor proportionele consolidatie weinig ruim<strong>te</strong> bestaat.<br />

38. Hoewel bij consolidatie (naast meer kos<strong>te</strong>n ook) een meer omzet wordt<br />

gepresen<strong>te</strong>erd, heeft de deskundige Van de Poel er <strong>te</strong>recht op gewezen dat<br />

de (zeker professionele) belegger zich niet van de wijs laat brengen door de<br />

geconsolideerde presentatie van de omzet. Voor het presen<strong>te</strong>ren van de<br />

winst maakt het al dan niet consolideren niets uit.<br />

39. Het mag na de rapportage van Prof. Van de Poel en zijn toelichting <strong>te</strong>r zitting<br />

duidelijk zijn dat naar Dutch GAAP aan de hand van fei<strong>te</strong>n en omstandigheden<br />

("substance ") met het oog op het inzichtvereis<strong>te</strong> beoordeeld<br />

diende <strong>te</strong> worden of een deelneming aangemerkt moest worden als<br />

"groepsmaatschappij ". Het economische begrip "groep " was daarbij van<br />

doorslaggevende be<strong>te</strong>kenis.<br />

40. Ahold kende als geen ander de fei<strong>te</strong>lijke gang van zaken hecht<strong>te</strong> voor de<br />

beoordeling van het consolidatievraagstuk het mees<strong>te</strong> belang aan die fei<strong>te</strong>lijke<br />

verhoudingen. Ahold oordeelde bovendien dat consolidatie vanwege de<br />

transparantie het bes<strong>te</strong> inzicht bood in de gang van zaken. Met beide as-<br />

11


pec<strong>te</strong>n waren de accountants van D&T het blijkens hun verklaringen eens,<br />

bovendien <strong>te</strong>kenden zij daarvoor. De deskundige onderschrijft dit.<br />

41. Voor US GAAP leek het formele bewijs ("form") van belang, maar de deskundige<br />

heeft ook duidelijk gemaakt dat het per saldo toch gaat om een<br />

boekhoudkundige vraag, namelijk de vraag of "substance over form" gaat,<br />

dan wel "form over substance". Prof. Van de Poel neigt er toe substance<br />

ook naar US GAAP belangrijker <strong>te</strong> vinden. De nader overgelegde gegevens<br />

van de Amerikaanse deskundige maken duidelijk dat inderdaad ook naar US<br />

GAAP de fei<strong>te</strong>n ui<strong>te</strong>indelijk doorslaggevend zijn.<br />

42. Er is geen discussie over het feit dat US GAAP – op zich – in<strong>te</strong>grale consolidatie<br />

accep<strong>te</strong>erde ingeval de ene maatschappij over de andere maatschappij<br />

een bepaalde ma<strong>te</strong> van "control " had. Hierover vond van begin af aan<br />

sinds 1992 overleg plaats tussen Ahold en D&T. Daarnaast vond overleg<br />

plaats met de Amerikaanse huisadvoca<strong>te</strong>n W&C, meer in het bijzonder met<br />

Maureen Brundage. De beoordeling en toepassing van US GAAP in dit verband<br />

zijn dus niet pas van de laats<strong>te</strong> jaren.<br />

43. Net zoals bij Dutch GAAP, hecht<strong>te</strong> Ahold ook bij US GAAP aantoonbaar het<br />

mees<strong>te</strong> belang aan de fei<strong>te</strong>lijke verhoudingen, de "substance". Omdat Ahold<br />

op een groot aantal <strong>te</strong>rreinen de gang van zaken binnen de deelneming bepaalde<br />

of in overwegende ma<strong>te</strong> beïnvloedde, werd er ook naar US GAAP<br />

geconsolideerd. Naar het oordeel van de deskundige Van de Poel was deze<br />

consolidatie niet verkeerd, maar een "close call ".<br />

44. Niet blijkt dat het bewijs van "control " al vanaf de jaarrekening 1992 een<br />

obstakel voor Ahold zou hebben gevormd voor de Form 20-F. Evenmin blijkt<br />

dat D&T destijds - toen alleen nog JMR speelde - (nader) bewijs nodig had<br />

van de fei<strong>te</strong>n en omstandigheden die redengevend waren om JMR naar<br />

Dutch GAAP als "groepsmaatschappij " <strong>te</strong> kwalificeren en naar US GAAP de<br />

vereis<strong>te</strong> "control " 10 aan <strong>te</strong> nemen. Niet voor niets volgde een goedkeurende<br />

verklaring.<br />

10 De kwestie van "ma<strong>te</strong>riali<strong>te</strong>it ” in verband met de consolidatie van JMR zou pas een rol kunnen<br />

spelen ingeval D&T gebreken vastges<strong>te</strong>ld zou hebben en vervolgens geoordeeld zou hebben dat<br />

deze gebreken "ma<strong>te</strong>rieel ” geweest zouden zijn voor een oordeel over het vermogen en het resultaat<br />

van Ahold alsmede de getrouwheid van de jaarrekening. Uit niets blijkt dat D&T gebreken<br />

vast s<strong>te</strong>lde dan wel een ma<strong>te</strong>rieel beletsel zag. Dat speelt wel veel la<strong>te</strong>r.<br />

12


45. Zoals hierna nog aan de orde zal komen begonnen de Amerikaanse accountants<br />

van D&T, na het aanvankelijk akkoord, op een gegeven moment <strong>te</strong><br />

twijfelden en dat mondde uit in eisen, die naar het inzicht van Prof. Van de<br />

Poel als <strong>te</strong> streng moe<strong>te</strong>n worden beoordeeld. In de opvatting van D&T US<br />

over de boekhoudkundige be<strong>te</strong>kenis van het begrip "form" naar US GAAP<br />

moest er een control let<strong>te</strong>r komen. Of deze opvatting juist was, kan inmiddels,<br />

met Prof. Van de Poel en mede in het licht van de nader Amerikaanse<br />

gegevens, s<strong>te</strong>rk betwijfeld worden.<br />

46. Nu al wordt opgemerkt dat control let<strong>te</strong>rs dus slechts betrekking hadden op<br />

de vervulling van de boekhoudkundige vereis<strong>te</strong>n van US GAAP, zoals de<br />

Amerikaanse accountants van D&T dat beoordeelden. Het was evident dat<br />

de control let<strong>te</strong>r niets beoogde <strong>te</strong> veranderen in de juridische verhoudingen<br />

tussen de aandeelhouders in de deelnemingen. Zoals hierna nog aan de orde<br />

al komen stond de strekking van de 2 e side let<strong>te</strong>r waarschijnlijk bui<strong>te</strong>n<br />

deze boekhoudkundige con<strong>te</strong>xt en beoogde deze brief slechts de onveranderde<br />

juridische verhoudingen <strong>te</strong> bevestigen.<br />

47. De Nederlandse accountants van D&T gingen niet in discussie met hun<br />

Amerikaanse collega’s over de noodzaak van een control let<strong>te</strong>r, maar vertaalden<br />

de Amerikaanse visie eenvoudigweg naar Nederlandse maatstaven.<br />

Van de Poel bekritiseerde deze gang van zaken in s<strong>te</strong>rke bewoordingen,<br />

maar hoe het ook zij, destijds Ahold ging hierin mee, omdat zij niet be<strong>te</strong>r<br />

wist.<br />

48. Bij een en ander ware in aanmerking <strong>te</strong> nemen dat de problematiek van<br />

"control let<strong>te</strong>rs" in geen enkel jaar ooit enige relevantie had voor Dutch<br />

GAAP. Prof. Van de Poel zegt over Dutch GAAP:<br />

"De beoordeling berust in alle gevallen op een de facto toets (…) De<br />

diverse eers<strong>te</strong> side let<strong>te</strong>rs (liever aan <strong>te</strong> duiden als control let<strong>te</strong>rs om<br />

verwarring <strong>te</strong> voorkomen) zijn formeel niet van invloed op de toepassing<br />

van Nederlandse voorschrif<strong>te</strong>n (…). " 11<br />

49. Uit de beoordeling van Prof. Van de Poel volgt dat het <strong>te</strong> beoordelen belang<br />

zich beperkt tot een "close call" <strong>te</strong>n aanzien van US GAAP. Niet blijkt wat de<br />

bevoegde autori<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n in de USA, waaronder de SEC, destijds van deze "clo-<br />

11 Antwoord op vraag 22.<br />

13


se call" vonden. Slechts de toenmalige visie van D&T USA is bekend. Niet<br />

staat vast of voortzetting van in<strong>te</strong>grale consolidatie zonder "control let<strong>te</strong>rs"<br />

naar US GAAP niet mogelijk zou zijn geweest.<br />

50. Voorts kan het geen kwaad er - wellicht <strong>te</strong>n overvloede - op de wijzen dat<br />

voor de reconciliatie van het netto resultaat en het eigen vermogen naar US<br />

GAAP de "control let<strong>te</strong>rs" geen be<strong>te</strong>kenis hadden. Het belang beperk<strong>te</strong> zich<br />

dus tot de vrijwillige consolidatie van de omzetcijfers in de form 20-F. Voor<br />

geen enkel boekjaar tot en met 1998 was in dat kader het bestaan van een<br />

"control let<strong>te</strong>r" vereist om tot een goedkeurende accountantsverklaring <strong>te</strong><br />

kunnen komen.<br />

51. Voorts roep ik graag in herinnering dat volgens Prof. Van de Poel het belang<br />

van de beleggers niet in het geding was, want<br />

"Zelfs indien de consolidatie in de onderhavige zaak niet zou voldoen<br />

aan de geldende voorschrif<strong>te</strong>n, kan geen enkele belegger volhouden<br />

misleid <strong>te</strong> zijn geweest. Je moet als belegger wel erg dom<br />

zijn om <strong>te</strong> beweren dat je door Ahold's consolidatie misleid bent." 12<br />

en<br />

"Wat de financiële resulta<strong>te</strong>n betreft, kan men niet volhouden dat<br />

hetgeen <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> is gelegd van doorslaggevende invloed is geweest<br />

op de beurswaarde van Ahold. Er is geen aantasting van financiële<br />

resulta<strong>te</strong>n ontstaan door het consolidatiebeleid, noch kan er sprake<br />

van zijn dat de vooruitzich<strong>te</strong>n voor de stra<strong>te</strong>gie van acquisitie en in<strong>te</strong>gratie<br />

slech<strong>te</strong>r zijn geworden. Alle relevan<strong>te</strong> informatie maak<strong>te</strong><br />

deel uit van de jaarrekening (met inbegrip van de toelichting) en iedere<br />

at<strong>te</strong>n<strong>te</strong> belegger kon deze informatie tot zich nemen en er het<br />

zijne van vinden." 13<br />

52. Bij gebreke van invloed op de netto winst ontbrak elk persoonlijk belang<br />

voor cliënt om de jaarrekening en het jaarverslag <strong>te</strong>lkenmale anders voor <strong>te</strong><br />

s<strong>te</strong>llen dan conform de werkelijkheid. Dat erkent ook het OM.<br />

53. De werkelijkheid bestond slechts uit een boekhoudkundige in<strong>te</strong>rpretatie<br />

van, zakelijk weergegeven, "control " naar US GAAP, maar ingeval "control "<br />

naar US GAAP niet zou zijn aangenomen dan zou een onbegrijpelijke situa-<br />

12 Hoofdstuk 3.<br />

13 Antwoord op vraag 37.<br />

14


tie zijn ontstaan. Deze is door Van den Dries namens de controlerend accountants<br />

als volgt verwoord 14 :<br />

"Ik denk dat wij ook zonder control let<strong>te</strong>rs naar Dutch GAAP akkoord<br />

zouden zijn gegaan met consolidatie, maar dan ontstaat wel de<br />

merkwaardige situatie dat je naar Dutch GAAP en naar US GAAP verschillende<br />

cijfers zou krijgen, in de orde groot<strong>te</strong> van HFL 70 miljard<br />

omzet naar Dutch GAAP, en HFL 60 miljard naar US GAAP."<br />

54. Gelet op het inzichtvereis<strong>te</strong> mag worden aangenomen dat een dergelijke<br />

situatie niet in het belang van het beleggend publiek was. Bovendien is niet<br />

gebleken, gelijk al is gezegd, dat een belegger zich bij het nemen van zijn<br />

inves<strong>te</strong>ringsbeslissing in Ahold zich ooit heeft la<strong>te</strong>n leiden door de boekhoudkundige<br />

in<strong>te</strong>rpretatie van Ahold.<br />

55. Tot slot wil ik in verband met de consolidatie nog opmerken dat de voorkeur<br />

van het OM voor de heren Klaassen en Langendijk natuurlijk hun goed recht<br />

is, maar dat dit niet wegneemt dat beiden niet, zoals Prof. Van de Poel als<br />

deskundige in onderhavige zaak zijn benoemd, ook niet via artikel 151 Sv.<br />

Bovendien moet bedacht worden dat beiden een beperk<strong>te</strong> kennis van het<br />

dossier hadden. Prof. Klaassen zelf een zeer beperk<strong>te</strong> kennis. 15 Hoe het ook<br />

zij, de RvB en cliënt kenden hun mening vanzelfsprekend in de tijd van de<br />

gebeur<strong>te</strong>nissen natuurlijk niet en D&T heeft zich nooit op vergelijkbare zin<br />

uitgela<strong>te</strong>n.<br />

56. La<strong>te</strong>n we <strong>te</strong>gen deze ach<strong>te</strong>rgrond eens kijken hoe het bij de eers<strong>te</strong> consolidatie,<br />

JMR, is gegaan en daarna meer in het bijzonder de bij consolidatie<br />

betrokken organen en functionarissen van Ahold bespreken.<br />

Consolidatie van JMR<br />

57. Ahold heeft in overleg met D&T vanaf 1992 de deelneming JMR volledig<br />

geconsolideerd in haar jaarrekeningen. Bui<strong>te</strong>n twijfel staat dat Ahold in deze<br />

deelneming een belang had van 49%. De zeggenschap was volgens de op<br />

29 juli 1992 geda<strong>te</strong>erde deelneming overeenkomst formeel gelijkelijk verdeeld.<br />

58. Toenmalig Senior Vice President (SVP) Administratie Cor S<strong>te</strong>rk rappor<strong>te</strong>erde<br />

destijds (naar Dutch GAAP) dat JMR kon en mocht worden gekwalificeerd<br />

14 RC-verklaring Van den Dries van 23 augustus 2005.<br />

15 Zie noot 4.<br />

15


als "groepsmaatschappij ". 16 Op grond van de hem bekende fei<strong>te</strong>lijke situatie<br />

in die tijd oordeelde cliënt, destijds CFO, dat JMR inderdaad geconsolideerd<br />

moest worden.<br />

59. Dat was in overeens<strong>te</strong>mming met de wet<strong>te</strong>lijke maatstaf. Immers van een<br />

groepsmaatschappij was (en is) naar de wet<strong>te</strong>lijke omschrijving sprake ingeval<br />

van "een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen<br />

organisatorisch zijn verbonden ". Dit is dus in overwegende ma<strong>te</strong><br />

een economisch cri<strong>te</strong>rium binnen een juridisch kader. De beoordeling van<br />

de fei<strong>te</strong>lijke situatie was en is daarvoor doorslaggevend. Maar let wel, net<br />

zoals rechtsgeleerdheid is boekhouden geen exac<strong>te</strong> we<strong>te</strong>nschap: "cash is a<br />

fact, profit is an opinion ".<br />

60. De vereis<strong>te</strong> organisatorische verbondenheid zou volgens S<strong>te</strong>rk in ieder geval<br />

ontstaan ingeval Ahold meer wilde zijn dan "financier ". Zijn juridische collega<br />

Jeanet<strong>te</strong> Bos onders<strong>te</strong>unde deze visie:<br />

"Ook al had Ahold een belang van 49%, zij voegde wel know how en<br />

financiële middelen toe aan JMR. Daardoor kon toch gezegd worden<br />

dat het vergelijkbaar was met een meerderheidsbelang. Op basis<br />

daarvan werd volledig geconsolideerd. Dat werd door vele mensen<br />

binnen Ahold gezegd, zeker bij administratie in de persoon van Cor<br />

S<strong>te</strong>rk, en ook bij juridische zaken." 17<br />

61. De kwalificatie "groepsmaatschappij " leverde en levert, zoals Prof. Van de<br />

Poel in zijn rapport samenvat<strong>te</strong>, een consolidatieplicht op:<br />

"De vraag waar alles om draait is economische macht. Wie die<br />

macht heeft, dient verslag <strong>te</strong> doen over alle doch<strong>te</strong>rs, deelnemingen<br />

en activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n waarover die macht kan worden uitgeoefend, als ware<br />

het allemaal van hem, ook al is dat juridisch niet zo." 18<br />

62. In dit kader wil ik er alvast op wijzen dat Prof. Van de Poel in zijn rapportage<br />

heeft aangetoond dat de in<strong>te</strong>grale methode het meest geëigend was<br />

voor het ops<strong>te</strong>llen van geconsolideerde overzich<strong>te</strong>n. Deze methode biedt<br />

immers het mees<strong>te</strong> inzicht in de boekhoudkundige cijfers voor het vormen<br />

van een verantwoord oordeel omtrent het vermogen en het resultaat van<br />

16 S<strong>te</strong>rk maakt wel een opmerking over US GAAP.<br />

17 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />

18 In dit opzicht maak<strong>te</strong> hij wel een uitzondering voor JMR.<br />

16


de rechtspersoon. Ik zou zeggen, wat wil men als belegger nog meer om<br />

een dergelijk oordeel <strong>te</strong> vormen?<br />

63. Het is daarom begrijpelijk dat Ahold een voorkeur had voor in<strong>te</strong>grale consolidatie:<br />

het bood de mees<strong>te</strong> transparantie, hoewel de keuze "groepsmaatschappij<br />

" een digitale besluitvorming vereist: óf je merkt een rechtspersoon<br />

c.q. vennootschap aan als "groepsmaatschappij " óf niet. Een beetje zwanger<br />

bestaat niet.<br />

64. Dit laat onverlet dat ook ingeval van eventuele twijfel Ahold in ieder geval<br />

diende <strong>te</strong> handelen volgens het door Van de Poel benadruk<strong>te</strong> "inzichtvereis<strong>te</strong><br />

". Hij concludeerde <strong>te</strong>recht:<br />

"Het inzichtvereis<strong>te</strong> leidt in het geval van Ahold tot in<strong>te</strong>grale consolidatie<br />

als de bes<strong>te</strong> manier om informatie <strong>te</strong> verstrekken aan gebruikers<br />

van de verslaggeving. In<strong>te</strong>grale consolidatie – mits goed toegelicht<br />

– geeft alle informatie die een belegger nodig heeft om de<br />

groepsrelaties <strong>te</strong> doorgronden. Andere consolidatiemethoden zouden<br />

in dit geval minder goed informeren."<br />

65. Op grond van overeenkomstige vasts<strong>te</strong>llingen en conclusies op<strong>te</strong>erde S<strong>te</strong>rk<br />

dan ook voor in<strong>te</strong>graal consolideren. De specifieke redengeving om JMR als<br />

"groepsmaatschappij" <strong>te</strong> beschouwen was naar zijn overtuiging:<br />

"De werkelijkheid was dat Ahold veel meer was dan de houder van<br />

een pakket aandelen. JMR was geen belegging voor Ahold, Ahold<br />

was operationeel bezig in Portugal. Ahold liep daarnaast gro<strong>te</strong> financiële<br />

risico’s. Ahold wilde dan ook weergeven in de jaarrekening dat<br />

Ahold operationeel bezig was. Hierbij sluit consolidatie be<strong>te</strong>r aan. De<br />

vermogensmutatiemethode zou geen juis<strong>te</strong> weergave zijn van deze<br />

situatie onder Dutch GAAP. " 19<br />

66. Dit is, ook ach<strong>te</strong>raf, een verstandige en verantwoorde visie geweest. De<br />

fei<strong>te</strong>n, kwalificatie, conclusie en aanbeveling van S<strong>te</strong>rk werden kennelijk<br />

gedeeld door zijn staf en door cliënt als CFO. Cliënt heeft daarover het volgende<br />

verklaard:<br />

19 G25/1.<br />

"Het memo van S<strong>te</strong>rk, dat hebben wij toen in mijn herinnering besproken<br />

in een stafvergadering. We, als groep, hebben toen gezegd<br />

dat volledige consolidatie van JMR de bes<strong>te</strong> transparantie en weergave<br />

van de fei<strong>te</strong>n geeft zoals we die op dat moment kenden. Daar<br />

17


is in mijn herinnering S<strong>te</strong>rk mee op pad gegaan en die heeft het met<br />

de accountant besproken." 20<br />

67. Uitgangspunt is dat de gehele RvB de balans alsmede de winst- en verliesrekening<br />

met de daarbij behorende toelichting en derhalve de jaarrekening<br />

ops<strong>te</strong>lt en het jaarverslag produceert. Deswege heeft de RvB een gemeenschappelijke<br />

verantwoordelijkheid voor de inhoud van de jaarstukken,<br />

waaronder de daarin tot uitdrukking komende consolidatie. S<strong>te</strong>rk bevestigt<br />

dat de inhoud van zijn rapportage de grondslag van de besluitvorming binnen<br />

de RvB vormde. 21 Feit is dat de gehele RvB met de consolidatie van<br />

JMR heeft inges<strong>te</strong>md.<br />

68. Het Reglement/Taakverdeling RvB voorzag in een deugdelijke informatieverstrekking<br />

aan de RvC. Niet blijkt dat het Reglement niet deugdelijk is nageleefd.<br />

Vast staat dat de Audit Commit<strong>te</strong>e (AC) namens de RvC specifiek<br />

toezicht hield op alle zogehe<strong>te</strong>n "Audit zaken ", waaronder de wijze waarop<br />

financiële rapportage plaats vond. Consolidatie vormde daar onmiskenbaar<br />

een onderdeel van. S<strong>te</strong>rk bevestigt ook dat de inhoud van zijn rapportage<br />

de grondslag vormde van de besluitvorming binnen het AC.<br />

69. Aangezien Ahold tot 2001 een structuurvennootschap was, s<strong>te</strong>lde de RvC de<br />

jaarrekening vast, zodat kan worden vastges<strong>te</strong>ld dat de RvC <strong>te</strong>n aanzien<br />

van JMR ondubbelzinnig ins<strong>te</strong>mde met de kwalificatie "groepsmaatschappij<br />

" en dus met de in<strong>te</strong>grale consolidatie.<br />

70. Kortom, de beslissing tot in<strong>te</strong>grale consolidatie van JMR is bewust en weloverwogen<br />

genomen door alle relevan<strong>te</strong> organen van Ahold.<br />

71. S<strong>te</strong>rk merkt op dat zijn rapportage <strong>te</strong>vens dienstbaar was voor de controle<br />

door D&T. Niet blijkt dat de controlerend accountants van D&T beletselen<br />

zagen. In<strong>te</strong>gendeel D&T had de wet<strong>te</strong>lijke plicht om <strong>te</strong> onderzoeken of de<br />

jaarrekening een zodanig inzicht bood dat een verantwoord oordeel gevormd<br />

kon worden over het vermogen en het resultaat van Ahold. Daarnaast<br />

had D&T de wet<strong>te</strong>lijke plicht om de uitslag van zijn onderzoek weer <strong>te</strong><br />

geven in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. Vast<br />

staat dat D&T tot een goedkeurende verklaring kwam.<br />

20 V2/6.<br />

21 G25/1.<br />

18


72. De jaarstukken over 1992 zijn in 1993 tijdig openbaar gemaakt en niet is<br />

gebleken dat een aandeelhouder vragen over de in<strong>te</strong>grale consolidatie van<br />

JMR had.<br />

73. Deze gang van zaken <strong>te</strong>n aanzien van JMR is gecontinueerd in de daaropvolgende<br />

jaren. Alvorens de jaren, die voor de <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde periode<br />

van belang zijn, <strong>te</strong> bespreken, bes<strong>te</strong>ed ik eerst aandacht aan de vraag wie<br />

allemaal bij de consolidatiekwestie betrokken waren. Ik doe dat omdat het<br />

OM bij requisitoir het beeld heeft opgeroepen dat het in wezen een aberratie<br />

van de top van Ahold was, die voort zou zijn gekomen uit een - volgens<br />

het OM - fou<strong>te</strong> aandacht voor groei en shareholders value.<br />

Structuur en functionarissen<br />

74. Na het vertrek van S<strong>te</strong>rk volgde Bert Verhelst hem op. Daarmee nam hij als<br />

SVP de leiding over van de stafdienst Administratie. Deze stafdienst was hierarchisch<br />

georganiseerd en bestond uit vier afdelingen. Twee daarvan waren<br />

respectievelijk de afdeling Corpora<strong>te</strong> Controlling en de afdeling Consolidation<br />

and Reporting 22 .<br />

75. Annelies Bouma rappor<strong>te</strong>erde als VP Corpora<strong>te</strong> Controlling aan respectievelijk<br />

S<strong>te</strong>rk en Verhelst. 23 Regionale controllers rappor<strong>te</strong>erden op hun beurt<br />

aan Bouma. Deze controllers werden onders<strong>te</strong>und door bedrijfsanalis<strong>te</strong>n.<br />

Het hoofd van de afdeling Consolidation and Reporting rappor<strong>te</strong>erde aanvankelijk<br />

rechtstreeks aan de SVP, maar dit wijzigde in 1997. Leon Mulder<br />

van deze afdeling rappor<strong>te</strong>erde vanaf begin 1997 eveneens rechtstreeks<br />

aan Bouma.<br />

76. Niet blijkt dat iemand binnen Administratie zich niet kon verenigen met in<strong>te</strong>grale<br />

consolidatie van de deelnemingen. Van hoog tot laag werd in<strong>te</strong>grale<br />

consolidatie dus kennelijk als passend en geboden gezien. 24<br />

77. Alle groepsmaatschappijen van Ahold rappor<strong>te</strong>erden op dezelfde wijze aan<br />

Corpora<strong>te</strong> Controlling, en wel conform in<strong>te</strong>rne richtlijnen die la<strong>te</strong>r zijn vastgelegd<br />

in de accounting manual. Daarin stonden modellen en timetables<br />

voor het indienen van de begroting, forecasts en dergelijke. Het is komen<br />

22 V5/1.<br />

23 RC-verklaring Verhelst van 17 november 2005.<br />

24 RC-verklaring Bouma van 17 nvoember 2005.<br />

19


vast <strong>te</strong> staan dat D&T met de inhoud en werkwijze bekend was. Uit de inhoudsopgave<br />

blijkt dat het een "levend document " was. 25<br />

78. Niet is gebleken dat de deelnemingen bezwaar hadden <strong>te</strong>gen de consolidatie<br />

door Ahold. Overigens merkt Prof. Van de Poel <strong>te</strong>recht op dat de mening<br />

van de deelnemingen in dit opzicht irrelevant zijn.<br />

79. Corpora<strong>te</strong> Controlling rappor<strong>te</strong>erde per vier weken aan de RvB en destijds<br />

zoveel vaker als nodig aan cliënt als CEO en Meurs als CFO. Wekelijks was<br />

er, zoals bekend, een werkoverleg met de CFO; het zogenaamde "maandagoch<strong>te</strong>ndgebed<br />

". Daarnaast was er regelmatig stafoverleg.<br />

80. Het was Corpora<strong>te</strong> Controlling dat op basis van de beschikbare cijfers <strong>te</strong>lkenmale<br />

het Nederlandse jaarverslag en de Form 20-F concipieerde. Na het<br />

ops<strong>te</strong>llen ervan door de RvB woonde Verhelst als SVP Administratie jaarlijks<br />

samen met Meurs als CFO de vergadering van de AC bij, alvorens het jaarverslag<br />

door de RvC werd vastges<strong>te</strong>ld. 26<br />

81. De missie van Ahold was de "bes<strong>te</strong> food retailer " (la<strong>te</strong>r "provider ") <strong>te</strong>r wereld<br />

<strong>te</strong> worden. Die missie vertaalde zich in een lange <strong>te</strong>rmijn stra<strong>te</strong>gie<br />

waarbij het ging om gewens<strong>te</strong> c.q. haalbare groei, marktaandeel, winst en<br />

dergelijke. De stra<strong>te</strong>gie werd met iedere groepsmaatschappij, de voltallige<br />

RvB en Verhelst besproken. 27 De conclusies vertaalden zich in begrotingen,<br />

die in het najaar door de groepsmaatschappijen werden ingediend.<br />

82. Bij het ops<strong>te</strong>llen van de begroting werd overleg gevoerd tussen de Liaison<br />

Officer (LO) en de betreffende groepsmaatschappij. Ter zitting heeft cliënt<br />

de posities in dit opzicht verduidelijkt: de LO stond in beginsel gelijk aan de<br />

aandeelhouder c.q. chairman van de deelnemingpartner. Cliënt stond erboven<br />

en gaf leiding, al dan niet bij wege van een "Salomon’s oordeel ".<br />

83. Er was ook een getrapt verband naar de CFO, die primair verantwoordelijk<br />

voor de stafdienst Administratie. Deze stafdienst beoordeelde onder leiding<br />

van Verhelst de begroting voordat deze aan de RvB werd gestuurd. Dat was<br />

geen cijfermatige beoordeling doch een beoordeling op inhoudelijke consis-<br />

25 De voor Uw <strong>Rechtbank</strong> beschikbare versie betreffende “definitions” da<strong>te</strong>ert van 5 juli 2001 en<br />

verwijst naar de In<strong>te</strong>rnational Accounting Standards (IAS)25, hetgeen in 1997 nog niet aan de<br />

orde was.<br />

26 V3/1.<br />

27 RC-verklaring Verhelst van 1 februari 2006.<br />

20


<strong>te</strong>ntie: is de begroting compleet, zijn pos<strong>te</strong>n op de juis<strong>te</strong> wijze verwerkt<br />

etc. 28<br />

84. In het najaar werd <strong>te</strong>lkenmale de begroting aan de hand van een presentatie<br />

door de groepsmaatschappijen met de RvB besproken. Verhelst was<br />

daarbij ook aanwezig. Nadien gingen kopieën van de presentaties naar Corpora<strong>te</strong><br />

Controlling. Tevens werden ze in de RvB besproken. Het bestuur<br />

hak<strong>te</strong> vervolgens knopen door of schoof onderwerpen door naar de zogehe<strong>te</strong>n<br />

Dichtraming 1. Daar werd dan gesproken over de stand van zaken van<br />

het lopende jaar.<br />

85. Eind mei/begin juni van ieder jaar vond de bespreking van Dichtraming 1<br />

plaats. De groepsmaatschappijen presen<strong>te</strong>erden dan de stand van zaken op<br />

basis van de eers<strong>te</strong> maanden van het jaar aan de voltallige RvB. Een Dichtraming<br />

2 vond <strong>te</strong>lkenmale plaats in oktober van ieder jaar, zodat iedere<br />

groepsmaatschappij gedwongen werd elk halfjaar naar haar prestaties <strong>te</strong><br />

kijken. De tweede dichtraming werd <strong>te</strong>gelijkertijd met de begroting voor het<br />

nieuwe jaar ingediend.<br />

86. Daarnaast bekeek de RvB iedere week de omzet<strong>te</strong>n van de groepsmaatschappijen.<br />

Een ander blijk van control was dat de RvB de inves<strong>te</strong>ringen<br />

van alle groepsmaatschappijen, dus inclusief de 50% deelnemingen, beoordeelde,<br />

die een bepaald drempelbedrag overschreden.<br />

87. Ongeveer twee keer per jaar kwam de zogenoemde Sounding Board bij<br />

elkaar, bestaande uit: alle CEO's van de gro<strong>te</strong> groepsmaatschappijen, de<br />

RvB, de SVP's en de deelneming partners. In de Sounding Board werden de<br />

gro<strong>te</strong> corpora<strong>te</strong> stra<strong>te</strong>gy issues besproken (de individuele groepsmaatschappij<br />

overstijgend): stra<strong>te</strong>gie, groei, positionering, overnames, etc.<br />

Verhelst zegt daarover:<br />

"In het kader van deze bijeenkoms<strong>te</strong>n, die werden gehouden in het<br />

voorjaar (bij Dichtraming 1) en het najaar (bij Dichtraming 2 en<br />

budget) werd door de RvB, met name Van der Hoeven, gepresen<strong>te</strong>erd<br />

wat naar zijn mening de ontwikkelingen waren in de retailwereld,<br />

met betrekking tot mark<strong>te</strong>n, marges, verschuivingen in productcombinaties<br />

etc. Het was de bedoeling dat de representan<strong>te</strong>n<br />

van de werkmaatschappijen in een open discussie daarop rea-<br />

28 RC-verklaring Bouma van 17 november 2005.<br />

21


geerden. Dat waren dus de CEO’s van de gro<strong>te</strong> groepsmaatschappijen."<br />

29<br />

88. Voor de realisatie van de missie was een strakke en gestructureerde bedrijfsvoering<br />

nodig waaraan alle groepsmaatschappijen zich dienden <strong>te</strong> onderwerpen.<br />

Al de besproken "checks and balances " in de bedrijfsvoering<br />

verzekerden Ahold ervan dat zij daadwerkelijk in "control " kon zijn. Tevens<br />

maken deze "checks and balances " volstrekt begrijpelijk waarom Ahold de<br />

betreffende werkmaatschappijen en deelnemingen beschouwde als<br />

"groepsmaatschappijen ".<br />

89. Iedere groepsmaatschappij had daarenboven een eigen audit commit<strong>te</strong>e<br />

alsmede een eigen in<strong>te</strong>rne en ex<strong>te</strong>rne accountant. Dit om <strong>te</strong> verzekeren dat<br />

aan de RvB gepresen<strong>te</strong>erde cijfers juist en gecontroleerd waren. De hele<br />

rapportage cyclus was voor alle deelnemingen en doch<strong>te</strong>rs hetzelfde.<br />

90. Vast staat dat de deelnemingen zich als groepsmaatschappijen aan dit alles<br />

onderwierpen. Reeds dit doet "economische macht " en "control " op z’n<br />

minst vermoeden.<br />

91. Naast de stafdienst Administratie functioneerde, zoals bekend, de relatief<br />

onafhankelijke stafdienst In<strong>te</strong>rne Accountants Dienst (IAD), waarvan respectievelijk<br />

Paul Ekelschot en Thijs Smit SVP waren. Gelijk de SVP Administratie<br />

rappor<strong>te</strong>erde de SVP IAD aan de CFO in de RVB. Een ver<strong>te</strong>genwoordiging<br />

van de IAD nam <strong>te</strong>lkenmale deel aan het "maandagoch<strong>te</strong>ndgebed ".<br />

92. Vast staat dat de IAD de verschillende groepsmaatschappijen vanuit zijn<br />

eigen verantwoordelijkheid volgens een eigen structuur controleerde. Zo<br />

bezocht Ekelschot naar zijn zeggen tweemaal per jaar Bompreço. Op basis<br />

van deze bezoeken s<strong>te</strong>lde hij zelf vast dat Mendonça weliswaar de dagelijkse<br />

operatie leidde, maar dat hij op bestuursniveau in de deelneming erg afhankelijk<br />

was van adviezen en opinies van Ahold.<br />

93. Over de taak van de IAD verklaarde Meurs:<br />

"Het taakgebied van de IAD zag ook op het controleren of de (bui<strong>te</strong>nlandse)<br />

werkmaatschappijen volgens de Ahold accounting principes<br />

(ook wel Ahold GAAP genoemd) hun boekhouding voerden. Met<br />

29 RC-verklaring Verhelst van 1 februari 2006.<br />

22


de Ahold accountant principes wordt bedoeld de manier van rappor<strong>te</strong>ren,<br />

wijze van boeken van pos<strong>te</strong>n e.d..." 30<br />

94. Voorts verscheen er twee keer per jaar een gezamenlijke rapportage van de<br />

in<strong>te</strong>rne en ex<strong>te</strong>rne accountants.<br />

95. Niet blijkt dat iemand binnen de IAD zich niet kon verenigen met de in<strong>te</strong>grale<br />

consolidatie. Ware dat anders geweest dan had dat rechtstreeks aan<br />

Meurs gecommuniceerd kunnen worden. De verslagen van de maandagoch<strong>te</strong>ndgebeden<br />

la<strong>te</strong>n ech<strong>te</strong>r geen enkel afwijkend standpunt van de IAD <strong>te</strong>n<br />

opzich<strong>te</strong> van Administratie zien <strong>te</strong>n aanzien van de consolidatieproblematiek.<br />

96. Het is duidelijk geworden dat Administratie en de IAD, daar waar nodig,<br />

samenwerk<strong>te</strong>n met de stafdienst Juridische Zaken. Tot 1999 fungeerde Paul<br />

Butzelaar als SVP. Hij werd opgevolgd door Ton van Tielraden. De SVP Juridische<br />

Zaken rappor<strong>te</strong>erde aan de CEO. Elke woensdag was er stafoverleg<br />

en elke vrijdag staflunch. Een ver<strong>te</strong>genwoordiging van Juridische Zaken<br />

nam daarnaast deel aan het "maandagoch<strong>te</strong>ndgebed ". Vast staat dat Juridische<br />

Zaken structureel gebruik maak<strong>te</strong> van ex<strong>te</strong>rne advoca<strong>te</strong>n, waaronder<br />

van De Brauw Blackstone Westbroek (DBBW) en Whi<strong>te</strong> & Case (W&C).<br />

97. Ook voor Juridische Zaken geldt dat niet blijkt van een afwijkend oordeel<br />

<strong>te</strong>n aanzien van de consolidatieproblematiek. 31<br />

98. De gedach<strong>te</strong> - zoals het OM betoogt bij requisitoir - dat door de cultuur aan<br />

de top er meerdere werkelijkheden zouden zijn ontstaan, brengt met zich<br />

mee dat alle zo-even besproken betrokkenen in die schizofrenie moe<strong>te</strong>n zijn<br />

<strong>te</strong>rechtgekomen, namelijk een van de juridische en accounting<strong>te</strong>chnische<br />

werkelijkheid afwijkende economische werkelijkheid. Ik vrees dat het OM<br />

met deze beeldspraak de werkelijkheid voorbij is gerend.<br />

99. La<strong>te</strong>n we de werkelijkheid, zoals die uit het onderzoek naar voren is gekomen,<br />

eens nader bekijken.<br />

30 V3/1.<br />

31 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />

23


Gebeur<strong>te</strong>nissen in 1996<br />

100. In de eers<strong>te</strong> helft van 1996 moest Ahold naast de Form F-20 daarenboven<br />

de nodige boekhoudkundige documentatie in een zogehe<strong>te</strong>n Form F-3 bij<br />

de SEC la<strong>te</strong>n registreren in het kader van een emissie <strong>te</strong>n behoeve van de<br />

acquisitie van Stop & Shop. Betrokken waren niet alleen Ahold, D&T Nederland,<br />

maar ook D&T USA en W&C en vermoedelijk ook de banken.<br />

JMR<br />

101. Vast staat dat de SEC vragen s<strong>te</strong>lde over de jaarrekening van Ahold en de<br />

bedrijfsvoering van groepsmaatschappijen, waaronder JMR vanaf 1992. Expliciet<br />

bevestigde D&T jegens de SEC de "consolida<strong>te</strong>d balance sheets " van<br />

Ahold en de "rela<strong>te</strong>d consolida<strong>te</strong>d sta<strong>te</strong>ment of earnings, stockholders equity<br />

and cash flows " naar Dutch GAAP en US GAAP gecontroleerd en akkoord<br />

bevonden <strong>te</strong> hebben. Niet blijkt van een afwijkend oordeel door de SEC. De<br />

in<strong>te</strong>grale consolidatie kon dus kennelijk de kritische toets van de SEC doorstaan.<br />

102. Behandelend audit partner Pe<strong>te</strong>r Wennink van D&T zegt:<br />

"JMR was een deelneming die reeds geconsolideerd werd toen ik<br />

mijn werkzaamheden voor het Ahold dossier begon. Die consolidatie<br />

had plaats gevonden onder meer op basis van managementovereenkoms<strong>te</strong>n<br />

en financieringsovereenkoms<strong>te</strong>n en was in principe<br />

een voldongen feit." 32<br />

103. Zo ook zijn collega Karel Bakkes:<br />

"Het management van Ahold gaf aan dat zij in control waren over de<br />

enti<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n die zij overnamen. Op het moment dat het belang werd<br />

gekocht werd er veelal management van Ahold in de deelneming<br />

geplaatst om de manier van werken van Ahold <strong>te</strong> implemen<strong>te</strong>ren.<br />

Ahold werd dus zeer nauw betrokken bij de gang van zaken in de<br />

joint ventures. Dat gold volgens mij ook voor JMR (…) Voor zover ik<br />

mij kan herinneren zijn er geen belangrijke wijzigingen geweest in<br />

de periode dat ik op het Ahold account werkzaam was, in elk geval<br />

onvoldoende om ons standpunt met betrekking tot de consolidatie<br />

van JMR <strong>te</strong> herzien." 33<br />

32 RC-verklaring Wennink van 21 maart 2005.<br />

33 RC-verklaring Bakkes van 10 februari, 6 en 12 april 2005.<br />

24


104. Lead client service partner Van den Dries die in 1996 bij D&T begon en vervolgens<br />

de verantwoordelijk accountant Cos<strong>te</strong>r opvolgde verklaart:<br />

"Consolidatie moet naar Nederlandse grondslagen plaatsvinden als<br />

er sprake van operational of de facto control. Ahold had voor ons<br />

aantoonbaar invloed op zaken als het winkelconcept, op het ITsys<strong>te</strong>em,<br />

keuze van auditgrondslagen, keuze van in<strong>te</strong>rnal auditor<br />

binnen deze deelneming (…) We zijn (…) in Portugal geweest voor<br />

een review (…) Zelf ben ik er geweest samen met Aholds hoofd In<strong>te</strong>rnal<br />

Audit, de heer Smit. Bij dit soort bezoeken hadden wij gesprekken<br />

met het management, in elk geval met de financiële man.<br />

Wij bespraken dan de algemene stand van zaken, toekomstige ontwikkelingen,<br />

status van automatisering, dat soort onderwerpen. In<strong>te</strong>rnal<br />

audit bezocht op rotatiebasis <strong>te</strong>lkens de verschillende deelnemingen<br />

en deed daar dan een eigen audit. De uitkoms<strong>te</strong>n daarvan<br />

werden dan in het betreffende audit commit<strong>te</strong>e besproken. Ik zat<br />

daar dan bij als toehoorder.Uit dit soort gesprekken bleek mij dat<br />

Ahold een enorme operationele betrokkenheid had bij de deelnemings<br />

(…) " 34<br />

105. Een en ander is in gro<strong>te</strong> lijnen bevestigd door Bouma. 35<br />

BOMPREÇO<br />

106. Voorts veranderde in 1996 het aantal deelmeningen. Na onderhandelingen<br />

met Joao Carlos Paes Mendonça, werd ook de 50% deelneming met Bompreço<br />

aangegaan. Ten behoeve van zijn mandaat verzocht de RvB expliciet<br />

toes<strong>te</strong>mming aan de RvC om 50% van de aandelen van Bompreço <strong>te</strong> verwerven.<br />

Deze toes<strong>te</strong>mming werd verleend en op 4 november 1996 volgde<br />

een let<strong>te</strong>r of in<strong>te</strong>nt. De onderhandelingen resul<strong>te</strong>erden in het shareholders<br />

agreement.<br />

107. Deze deelneming pas<strong>te</strong> in de zo-even besproken groeistra<strong>te</strong>gie van Ahold,<br />

om daar waar in ontwikkelende mark<strong>te</strong>n groei bereikt kon worden door<br />

middel van een deelneming een gezamenlijk "format " tot stand <strong>te</strong> brengen.<br />

Aldus werd door middel van het leveren van significan<strong>te</strong> financiële onders<strong>te</strong>uning<br />

en gespecialiseerde kennis en kunde van "retail ", een groepsmaatschappij<br />

gevormd.<br />

108. Consis<strong>te</strong>nt <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> van JMR werd Bompreço door de functionarissen<br />

van de Administratie eveneens aangemerkt als een "groepsmaatschappij ".<br />

34 RC-verklaring Van den Dries van.22 en 23 augustus 2005.<br />

35 RC-verklaring Bouma van 17 november 2005.<br />

25


De RvB kwalificeerde Bompreço inderdaad dienovereenkomstig, hetgeen resul<strong>te</strong>erde<br />

in volledige consolidatie. De RvC was het daarmee eens bij de<br />

vasts<strong>te</strong>lling van de jaarrekening 1996. Het jaarverslag bericht daarover:<br />

"In de consolidatie zijn begrepen Koninklijke Ahold nv en alle tot de<br />

groep behorende maatschappijen. (…) De op 23 december 1996<br />

verworven participatie (50% van de s<strong>te</strong>mgerechtigde aandelen in<br />

Bompreço SA Supermercados do Nordes<strong>te</strong> (Bompreço) in Brazilië is<br />

per balansdatum in de consolidatie opgenomen."<br />

109. Cliënt was het eens met deze consis<strong>te</strong>n<strong>te</strong> besluitvorming:<br />

"De consis<strong>te</strong>ntie zag erin dat de accountant JMR had goedgekeurd<br />

en volledig op de hoog<strong>te</strong> was van de situatie bij JMR en dat Bompreço<br />

in wezen nog een be<strong>te</strong>r perspectief bood dan JMR. Meer economisch<br />

belang en nog be<strong>te</strong>re in<strong>te</strong>ntie om tot de groep <strong>te</strong> behoren. U<br />

vraagt mij waar zich dat in uit<strong>te</strong>. Dat uit<strong>te</strong> zich in allerlei details van<br />

samenwerking. Daar was een hele lijst van, van gedetailleerde samenwerking<br />

(…)." 36<br />

110. Accountant Wennink merkt op dat de toetsing <strong>te</strong>n aanzien van JMR marginaal<br />

zou zijn geweest, omdat hij de consolidatie <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> als een gegeven<br />

beschouwde. Daarom zou slechts ingeval zou zijn gebleken van veranderde<br />

fei<strong>te</strong>n of omstandigheden een heroverweging op zijn plaats zijn geweest<br />

(daarvan bleek overigens niet). 37 Maar <strong>te</strong>n aanzien van Bompreço moest uit<br />

de aard van de omstandigheden een nieuwe afweging zijn gemaakt.<br />

111. Uit niets blijkt dat D&T aanvullende documentatie nodig had van de fei<strong>te</strong>n<br />

en omstandigheden die redengevend waren om ook Bompreço naar Dutch<br />

GAAP als "groepsmaatschappij " <strong>te</strong> kwalificeren en volgens US GAAP de<br />

vereis<strong>te</strong> "control " aan <strong>te</strong> nemen. Behandelend accountant Bakkes zegt<br />

daarover dat "Ahold meende in control <strong>te</strong> zijn over Bompreço." 38<br />

112. Van den Dries zegt over Bompreço:<br />

"U vraagt mij of ik ook in Brazilië ben geweest. Ja, weer samen het<br />

de heer Smit (…) U vraagt mij hoe de gesprekken tijdens dit soort<br />

reizen doorgaans verliepen. Vaak hadden we een introductiegesprek<br />

met de lokale CEO, waar meestal de lokale CFO bijzat. Dan volgde<br />

meestal een gesprek met die CFO, al dan niet in aanwezigheid van<br />

36 V2/6.<br />

37 RC-verklaring Wennink van 21 maart 2005.<br />

38 RC-verklaring Bakkes van 10 februari, 6 en 12 april 2005.<br />

26


de lokale controller of lokale in<strong>te</strong>rne accountantsdienst. Daarna volgde<br />

de vergadering van het lokale audit commit<strong>te</strong>e die wij bijwoonden.<br />

Na afloop bezoch<strong>te</strong>n wij dan nog een of twee winkels. Per<br />

company bes<strong>te</strong>edden wij op deze wijze een dag (…) Tijdens dit soort<br />

gesprekken ging het niet over de control zelf, wel over aspec<strong>te</strong>n van<br />

betrokkenheid van Ahold (…) De conclusie omtrent control trokken<br />

wij ech<strong>te</strong>r ook op basis van wat ons op corpora<strong>te</strong> niveau bekend<br />

werd (…) " 39<br />

113. Ook dit is bevestigd door Bouma. 40 De controle van D&T resul<strong>te</strong>erde erin<br />

dat een goedkeurende verklaring werd afgegeven.<br />

114. Aldus zijn de jaarstukken over 1996 openbaar gemaakt en werd op grond<br />

van de hiervoor besproken maatstaven een Form 20-F gedeponeerd.<br />

De gebeur<strong>te</strong>nissen in 1997<br />

115. De gebeur<strong>te</strong>nissen die zich in de nu <strong>te</strong> bespreken jaren met betrekking tot<br />

consolidatieaangelegenheden aan de orde komen, worden besproken op<br />

basis van het dossier en met een retrospect voorbehoud, omdat cliënt na<br />

zijn <strong>te</strong>rugtreden als CFO niet meer met de dagelijkse gang van zaken met<br />

betrekking tot consolidatie aangelegenheden betrokken was. Hij bleef<br />

slechts op beleidsniveau op de hoog<strong>te</strong>.<br />

116. Begin 1997 acht<strong>te</strong> Ahold het opportuun om nader overleg <strong>te</strong> voeren met<br />

D&T over de consolidatie van deelnemingen, hoewel bij reconstructie niet<br />

van een concre<strong>te</strong>, direc<strong>te</strong> aanleiding bleek. Wellicht was de aanleiding gelegen<br />

in de door uw rechtbank gesignaleerde ontwikkelingen in de USA op<br />

het gebied van handhaving van beursregels, maar dat zou dan alleen zien<br />

op US GAAP en niet op gewijzigde regelgeving als zodanig.<br />

117. Bakkes meende zich <strong>te</strong> herinneren dat het S<strong>te</strong>rk was die D&T verzocht <strong>te</strong>rzake<br />

<strong>te</strong> adviseren. S<strong>te</strong>rk zou meer in het bijzonder aan Sander van Dam gevraagd<br />

hebben wat volgens D&T de "ground rules " waren om deelnemingen<br />

in de jaarrekening <strong>te</strong> (blijven) verwerken. Van Dam zou deze vraag<br />

vervolgens doorgeleid hebben aan zijn opvolger Bakkes die samen met zijn<br />

collega’s Marco van der Veg<strong>te</strong> en Wennink een memo ops<strong>te</strong>lde. Dit memo is<br />

gevoegd bij een aan Verhelst gerich<strong>te</strong> brief, geda<strong>te</strong>erd 5 sep<strong>te</strong>mber 1997,<br />

waarin D&T let<strong>te</strong>rlijk als volgt adviseerde omtrent Dutch GAAP:<br />

39 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />

40 RC-verklaring Bouma van 17 november 2005.<br />

27


In<strong>te</strong>grale consolidatie<br />

"In<strong>te</strong>grale consolidatie is (…) aan de orde in het geval de deelneming<br />

door een partner wordt aangemerkt als een groepsmaatschappij.<br />

Hierbij zijn de volgende factoren van belang:<br />

- begrip economische eenheid en<br />

- organisatorische verbondenheid.<br />

In de li<strong>te</strong>ratuur worden een aantal aanwijzingen gegeven voor het<br />

bestaan van een economische eenheid zoals onder meer complementari<strong>te</strong>it<br />

van economische activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n, gemeenschappelijkheid van<br />

financieel en economisch beleid en beheer, fiscale verbondenheid en<br />

aansprakelijks<strong>te</strong>llingen over en weer.<br />

(…)<br />

Indien uit de joint-venture niet blijkt dat één van de partners de<br />

doorslaggevende invloed heeft op het beleid, maar deze invloed uit<br />

de fei<strong>te</strong>lijke situatie blijkt, be<strong>te</strong>kent dit dat de ‘joint-venture’ door de<br />

partner geïn<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>erd kan worden als groepsmaatschappij.<br />

De in<strong>te</strong>rpretatie of er sprake is van een groepsmaatschappij op<br />

grond van de fei<strong>te</strong>lijke omstandigheden, dient gemaakt <strong>te</strong> worden<br />

door iedere partner afzonderlijk. De mening van de andere partner is<br />

in dit verband niet relevant. Het kan zelfs zo zijn dat beide partners<br />

van mening zijn dat de joint-venture als groepsmaatschappij wordt<br />

aangemerkt en daarom door beide zal worden geconsolideerd."<br />

118. Deze inhoud kan, ach<strong>te</strong>raf bezien, niet anders opgevat worden dan een<br />

bevestiging van de deugdelijkheid van de eerdere besluitvorming en het<br />

gemotiveerde standpunt van de controlerend accountants, gebaseerd op<br />

wet- en regelgeving. Dutch GAAP stond dan ook verder niet <strong>te</strong>r discussie.<br />

Immers, aannemelijk is dat er <strong>te</strong>n aanzien van JMR en Bompreço om de<br />

aangegeven reden nog s<strong>te</strong>eds sprake was van op z’n minst complementari<strong>te</strong>it<br />

van economische activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n, gemeenschappelijkheid van financieel<br />

en economisch beleid alsmede gemeenschappelijkheid van beheer in de bedrijfsvoering.<br />

In de <strong>te</strong>rmen van Van de Poel: "economische macht ". Evenals<br />

Van den Dries 41 , bevestigde Van der Veg<strong>te</strong>:<br />

"Het memo is een weergave van ontwikkelingen omtrent verslaggeving<br />

voor deelnemingen, zowel onder Amerikaanse als Nederlandse<br />

41 RC-verklaring Van den Dries van 23 augustus 2005.<br />

28


egels. Het (…) heeft betrekking op voorwaarden waaraan voldaan<br />

moet worden om <strong>te</strong> kunnen consolideren." 42<br />

119. De advisering sloot naadloos aan bij de wetsgeschiedenis van artikel 2:24b<br />

BW. Immers deze beperk<strong>te</strong> zich tot de ruime en open definitie van "economische<br />

eenheid " en "organisatorische verbondenheid ", maar gaf aan dat<br />

ook het element "centrale leiding " van belang was om het economische<br />

begrip "groep " en "groepsmaatschappij " aan <strong>te</strong> nemen.<br />

120. Prof. Van de Poel bevestigt op zijn beurt dat de inhoud van de brief de<br />

gangbare gedach<strong>te</strong>n in de accountancy weergaven. Hij vat<strong>te</strong> samen:<br />

"Het cri<strong>te</strong>rium is fei<strong>te</strong>lijke zeggenschap (de facto control). Het is (…)<br />

niet een kwestie van mogen, maar van moe<strong>te</strong>n. De voorschrif<strong>te</strong>n<br />

spreken van consolidatieplicht. In<strong>te</strong>graal consolideren is verplicht<br />

voor degene die het voor het zeggen heeft, er is geen keuze toegestaan<br />

van een andere wijze van boekhouden." 43<br />

121. Verhelst concludeerde dan ook naar aanleiding van de brief van D&T:<br />

"Uit deze brief blijkt dat onder Dutch GAAP je zelf kunt vasts<strong>te</strong>llen of<br />

je voldoende control hebt om <strong>te</strong> kunnen consolideren. Als er sprake<br />

is van een groepsmaatschappij moet je consolideren onder de Nederlandse<br />

regels. (…) De in<strong>te</strong>rpretatie of er sprake is van een<br />

groepsmaatschappij op grond van de fei<strong>te</strong>lijke omstandigheden dient<br />

gemaakt <strong>te</strong> worden door iedere partner afzonderlijk.<br />

Het feit dat er sprake is van een groepsmaatschappij blijkt uit de<br />

operationele invloed. Door Ahold werden de joint ventures behandeld<br />

als een groepsmaatschappij. Dit be<strong>te</strong>kende dat ze aangeslo<strong>te</strong>n<br />

waren op het Ahold netwerk en ze participeerden in de stra<strong>te</strong>gie<br />

meetings die een hoogst vertrouwelijk karak<strong>te</strong>r hadden. Het Ahold<br />

netwerk bevat ook hoogst vertrouwelijke informatie op het gebied<br />

van marketing, inkoop-, financiële zaken en logistiek. De personen<br />

die bevoegd waren het netwerk <strong>te</strong> raadplegen zijn hiervoor speciaal<br />

geselec<strong>te</strong>erd. Dit soort informatie is derma<strong>te</strong> vertrouwelijk dat je dit<br />

niet zomaar met iedereen deelt. Dit wordt alleen gedeeld indien het<br />

een groepsmaatschappij betreft. Verder was het zo dat een lid van<br />

de Raad van Bestuur verantwoordelijk was voor de deelneming. Er<br />

was een direc<strong>te</strong> rapportagelijn tussen de deelneming en Ahold. Alle<br />

joint ventures werden niet anders behandeld als Albert Heijn en elke<br />

andere doch<strong>te</strong>rmaatschappij. Op alle gebieden moes<strong>te</strong>n de joint ventures<br />

zich houden aan de Ahold regels en procedures. Als voorbeeld<br />

42<br />

RC-verklaring Van der Veg<strong>te</strong> van 11 en 18 februari 2005.<br />

43<br />

Antwoord op vraag 1.<br />

29


noem ik de accounting manual, inves<strong>te</strong>rings- en budge<strong>te</strong>ringsprocedures.<br />

Op het operationele gebied waren de Europese joint ventures aangeslo<strong>te</strong>n<br />

bij het European Compe<strong>te</strong>nce Cen<strong>te</strong>r en maak<strong>te</strong>n zij gebruik<br />

van (…) European Sourcing. Dit is de centrale inkoop.<br />

Met Deloit<strong>te</strong> en Touche werd met betrekking tot Dutch GAAP (…)<br />

aan de hand van vorenstaande voorbeelden aangetoond dat er sprake<br />

was van een groepsmaatschappij. Daarnaast beoordeelden zij dat<br />

ook zelf. Deloit<strong>te</strong> en Touche had inmiddels een jarenlange ervaring<br />

met Ahold dus konden dat ook zelf beoordelen." 44<br />

122. Ten aanzien van de Amerikaanse verslaggevingvoorschrif<strong>te</strong>n (US GAAP) gaf<br />

D&T in het memo aan dat consolidatie in hoofdzaak afhankelijk was van het<br />

bestaan van "substantive control ". De beoordeling van de vraag of dergelijke<br />

"control " bestond, diende volgens D&T ook gemaakt <strong>te</strong> worden aan de<br />

hand van relevan<strong>te</strong> fei<strong>te</strong>n en omstandigheden. Het bestaan van deze "control<br />

" was in beginsel gegeven bij eigendom van meer dan de helft van de<br />

aandelen, aldus D&T. Tenzij er anderszins geen sprake was van fei<strong>te</strong>lijke<br />

"control ".<br />

123. Daaren<strong>te</strong>gen kon bij eigendom van minder dan de helft van de aandelen<br />

eveneens sprake zijn van fei<strong>te</strong>lijke "control ". Vergelijk JMR, <strong>te</strong>nzij voldoende<br />

zeggenschap ontbrak. Vetorech<strong>te</strong>n ("pro<strong>te</strong>ctive" en "participating<br />

rights ") konden, maar behoefden volgens D&T niet aan fei<strong>te</strong>lijke "control "<br />

in de weg <strong>te</strong> staan. Prof. Van de Poel vertaalde "pro<strong>te</strong>ctive rights " naar kapitaalbescherming<br />

en "participating rights " naar rech<strong>te</strong>n omtrent de beraadslagingen<br />

en besluitvorming. 45<br />

124. Ook deze observaties slo<strong>te</strong>n aan bij het onderlinge overleg en de goedkeurende<br />

verklaringen van de controlerend accountants. Van der Veg<strong>te</strong> sprak<br />

zelfs van "veelvuldig overleg " tussen zijn collega’s en Ahold "over deelneming<br />

accounting ". 46 Dat wekt ook geen verbazing, want D&T had haar eigen<br />

ruim<strong>te</strong> in het hoofdkantoor van Ahold en medewerkers van D&T waren<br />

zelfs gedetacheerd bij Corpora<strong>te</strong> Controlling van Ahold. Bos zegt daarover:<br />

"Deloit<strong>te</strong> & Touche had iemand bij Ahold gedetacheerd (…) bij de<br />

afdeling controlling, om die afdeling <strong>te</strong> vers<strong>te</strong>rken. Hij werk<strong>te</strong> los van<br />

44 V5/4.<br />

45 Antwoord op vraag 8.<br />

46 RC-verklaring Van der Veg<strong>te</strong> van 14 juli 2005.<br />

30


het <strong>te</strong>am van Deloit<strong>te</strong> & Touche dat een eigen ruim<strong>te</strong> had in de kelder<br />

van het hoofdkantoor in Zaandam. Hij had rechtstreeks toegang<br />

tot de dossiers van Ahold (…) Bakkes was de belangrijks<strong>te</strong> man van<br />

de medewerkers van Deloit<strong>te</strong> & Touche die in<strong>te</strong>rn bij Ahold in het<br />

sou<strong>te</strong>rrain van het hoofdkantoor in Zaandam gehuisvest waren. Hij<br />

stuurde de anderen aan en hij hield zich bezig met de jaarverslaggeving<br />

en met de Form 20-F. " 47<br />

125. Met ander woorden, D&T wist uit eigen we<strong>te</strong>nschap en waarneming hoe de<br />

fei<strong>te</strong>lijke verhoudingen van Ahold met haar deelnemingpartners lagen.<br />

126. Hoogs<strong>te</strong>ns res<strong>te</strong>erde naar US GAAP de vraag naar voldoende "indicaties "<br />

van bepaalde zeggenschapsrech<strong>te</strong>n, indien men meer waarde hecht aan de<br />

"form ", het formele bewijs van "control ". Maar ook <strong>te</strong>n aanzien van US<br />

GAAP kon de conclusie niet anders luiden dan dat het besluit om al dan niet<br />

<strong>te</strong> consolideren in belangrijke ma<strong>te</strong> afhankelijk was van een beoordeling<br />

c.q. inschatting van relevan<strong>te</strong> fei<strong>te</strong>n en omstandigheden. Daarmee was<br />

eveneens een zekere marge gegeven. Van de Poel zegt op vragen van uw<br />

rechtbank:<br />

"In<strong>te</strong>grale consolidatie wordt in de Amerikaanse praktijk niet anders<br />

geïndiceerd dan in het Nederlandse regime, maar de bewijsvoering is<br />

gebaseerd op de jure control, zoals in hoofdstuk 5 is aangegeven.<br />

Principes die de facto control relevant ach<strong>te</strong>n worden genoemd in de<br />

voorschrif<strong>te</strong>n, maar de praktijk is behept met de onuitroeibare behoef<strong>te</strong><br />

aan de jure maatstaven." 48<br />

127. In ieder geval sloot een afweging <strong>te</strong>n faveure van (voortzetting van) consolidatie<br />

naar de overtuiging van Verhelst en de onder zijn leiding werkzame<br />

medewerkers, waaronder Bouma en Mulder kennelijk aan bij de reali<strong>te</strong>it zoals<br />

die destijds binnen Ahold en D&T werd beleefd, <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n dat de deelnemingen<br />

JMR en Bompreço fei<strong>te</strong>lijk opereerden als "groepsmaatschappijen<br />

" van Ahold en dat Ahold in de praktijk "control " had over de<br />

deelnemingen.<br />

128. Er is ook geen enkele aanleiding om <strong>te</strong> veronders<strong>te</strong>llen dat D&T van andere<br />

fei<strong>te</strong>n dan Ahold uitging. Van de Poel zegt daarover:<br />

"De accountant dient af <strong>te</strong> gaan op fei<strong>te</strong>lijkheid: (de facto) omstandigheden<br />

en praktijken. Hij dient mededelingen en op schrift ges<strong>te</strong>l-<br />

47 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />

48 Antwoord op vraag 3.<br />

31


de beschrijvingen van de facto control die de onderneming verschaft,<br />

<strong>te</strong> controleren op juistheid, zoals hij iedere andere relevan<strong>te</strong><br />

bewering van de onderneming moet controleren. (….)." 49<br />

129. Ten aanzien van de controle is D&T niets in de weg gelegd. Wennink bevestigde<br />

bij de RC 50 hetgeen hij bij de SEC had verklaard:<br />

"(…) at that time we wro<strong>te</strong> a let<strong>te</strong>r to Ahold explaining the ground<br />

rules, af<strong>te</strong>r consultation with the Dutch national office and also consultation<br />

with our US audit partner what the rules were. And we put<br />

it into a let<strong>te</strong>r and explained to Ahold under what conditions the<br />

consolidation could occur."<br />

130. Verder bevestigde zijn collega Bakkes bij de SEC dat het overleg niet alleen<br />

met Verhelst, maar ook met Bouma gevoerd werd:<br />

"They said by knowing what is necessary to consolida<strong>te</strong>, they felt<br />

that they had enough evidence to prove that they could consolida<strong>te</strong><br />

the joint ventures.(…)." 51<br />

131. Naast de stafdienst Administratie werd ook de stafdienst Juridische Zaken in<br />

het overleg betrokken. Verder kwamen ook andere deelnemingen dan JMR<br />

en Bompreço aan de orde, waaronder Disco. Zo blijkt uit een op 27 oktober<br />

1997 geda<strong>te</strong>erd memo van onder andere Bos:<br />

"We have to make clear, af<strong>te</strong>r our discussions with D&T, whether we<br />

are able to consolida<strong>te</strong> Newco, Disco and Santa Isabelle under both<br />

Dutch and US GAAP (…)."<br />

132. Op gelijke datum werd een en ander in de RvB besproken, zij het dat Meurs<br />

toen kennelijk rekening hield met de mogelijkheid om de in<strong>te</strong>grale consolidatie<br />

<strong>te</strong> wijzigen in partiële consolidatie. Dat wilde de RvB ech<strong>te</strong>r niet. Het<br />

idee was Disco in navolging van JMR en Bompreço "volledig <strong>te</strong> consolideren<br />

". Cliënt zegt daarover:<br />

"In zijn algemeenheid hielden wij bes<strong>te</strong>ndige gedragslijnen aan. Die<br />

vloeiden voort uit de consolidatie van eerdere joint ventures. Wij<br />

hadden een voorkeur voor een bes<strong>te</strong>ndige gedragslijn en gro<strong>te</strong>re<br />

transparantie, ui<strong>te</strong>raard binnen de mogelijkheden die er waren. Als<br />

er een mogelijkheid tot in<strong>te</strong>grale consolidatie was, kozen wij daar-<br />

49 Antwoord op vraag 2.<br />

50 RC-verklaring Wennink van 21 maart 2005.<br />

51 D/5039.<br />

32


voor. U vraagt mij wat ik bedoel met gro<strong>te</strong>re transparantie? Dat lijkt<br />

mij helder. In het geval van in<strong>te</strong>grale consolidatie worden alle lijnen<br />

van de verlies- en winstrekening en van de balans meegenomen. Dat<br />

geeft een veel gro<strong>te</strong>re transparantie dan toepassing van de equity<br />

methode. Dan is er maar één lijn. De transparantie is dan dus veel<br />

geringer." 52<br />

133. Conclusie: hoewel niet blijkt van een concre<strong>te</strong> en direc<strong>te</strong> aanleiding adviseerde<br />

D&T expliciet over consolidatie naar niet alleen Dutch GAAP, maar<br />

ook naar US GAAP. Het nettoresultaat was dat er kennelijk alle aanleiding<br />

was in<strong>te</strong>grale consolidatie voort <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n. Van een "dissenting opinion "<br />

door wie dan ook, blijkt niet.<br />

134. Ges<strong>te</strong>und door de visie van D&T zet<strong>te</strong> Ahold de bes<strong>te</strong>ndige, transparan<strong>te</strong><br />

lijn dan ook voort. S<strong>te</strong>rker nog, het was verplicht naar Dutch GAAP omdat<br />

de deelnemingen als "groepsmaatschappijen " kwalificeerden.<br />

135. De contractuele verantwoordelijkheid van D&T lag vast in een op 15 sep<strong>te</strong>mber<br />

1997 geda<strong>te</strong>erde "Engagement let<strong>te</strong>r ". Als lead client service partner<br />

diende Van den Dries ervoor <strong>te</strong> zorgen dat Ahold van de Nederlandse<br />

"partnership Deloit<strong>te</strong> & Touche Regis<strong>te</strong>raccountants " (D&T NL) "quality<br />

service " ontving, meer in het bijzonder <strong>te</strong>n aanzien van de "auditing " en<br />

"reporting " van "financial sta<strong>te</strong>ments ", waaronder die betreffende het<br />

boekjaar 1997.<br />

136. Daartoe werd Van den Dries geassis<strong>te</strong>erd door niet alleen Wennink, Bakkes<br />

en hun Nederlandse collega’s, maar ook door coordinating partner David<br />

Herskovits en zijn Amerikaanse collega’s. Het was ech<strong>te</strong>r D&T NL met wie<br />

de contractuele relatie bestond, zodat Ahold per saldo alleen met D&T NL <strong>te</strong><br />

maken had.<br />

137. Bij deze stand van zaken lijkt het mij toe dat de CFO geen reden had tot<br />

een ander oordeel <strong>te</strong> komen dan Verhelst, Bouma, Mulder of wie dan ook<br />

bij Administratie, mede <strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond dat de IAD en Juridische Zaken<br />

geen afwijkende visies hadden. Daarom waren er ook geen redenen af<br />

<strong>te</strong> wijken van de eerdere besluitvorming van RvB en RvC, <strong>te</strong> minder nu D&T<br />

NL (ook na de kritische toets van de SEC) zich met dat oordeel op basis van<br />

haar eigen advisering en controle verenigde. Er waren geen fei<strong>te</strong>n en omstandigheden<br />

die tot een ander oordeel noop<strong>te</strong>n.<br />

52 RC-verklaring Van der Hoeven van 9 februari 2006.<br />

33


138. Het was dan ook volstrekt redelijk dat de RvB tot het besluit kwam de jaarrekening<br />

over 1997 wederom geconsolideerd op <strong>te</strong> (doen) s<strong>te</strong>llen, waarna<br />

deze conform de eerdere jaarrekeningen is vastges<strong>te</strong>ld door de RvC.<br />

139. Niet onbelangrijk: in de op 3 maart 1998 geda<strong>te</strong>erde managementlet<strong>te</strong>r van<br />

D&T aan de RvB en RvC van Ahold over 1997 is niets afwijkends opgenomen<br />

over de consolidatie van JMR en Bompreço. 53 Wel staat in de brief expliciet<br />

dat zich gedurende het jaar 1997 geen belangrijke wijzigingen voordeden<br />

in de grondslagen of de toepassing daarvan op het gebied van "accounting<br />

". Het is aannemelijk dat deze managementlet<strong>te</strong>r besproken is in<br />

de RvB en de AC alvorens de jaarrekening en de Form 20-F over 1997 op<br />

10 maart 1998 werden vastges<strong>te</strong>ld.<br />

140. De goedkeurende verklaring van D&T is van gelijke datum. Blijkens de inhoud<br />

was D&T zonder voorbehoud expliciet van oordeel dat de jaarrekening<br />

voldeed aan de wet<strong>te</strong>lijke bepalingen zoals opgenomen in Ti<strong>te</strong>l 9 van Boek<br />

2 BW.<br />

141. Onder de gegeven omstandigheden kon en mocht cliënt zonder voorbehoud<br />

de op de jaarstukken betrekking hebbende LOR, die reeds de reeds door<br />

Verhelst en de CFO was onder<strong>te</strong>kend, vervolgens ook onder<strong>te</strong>kenen. Naar<br />

zijn overtuiging was er immers sprake van een "fair presentation " van de<br />

relevan<strong>te</strong> financiële gegevens en aanwijzingen voor het <strong>te</strong>gendeel ontbraken.<br />

142. Misschien kan het geen kwaad in dit stadium van het pleidooi al <strong>te</strong> wijzen<br />

op het oordeel van de deskundige Van de Poel. De be<strong>te</strong>kenis van de LOR is<br />

vooral de behoef<strong>te</strong> bij de accountant zich in <strong>te</strong> dekken deze mogelijke aansprakelijkheid.<br />

Prof. Van de Poel zegt daarover:<br />

"Een LOR zorgt ervoor dat de accountant ach<strong>te</strong>raf kan zeggen dat hij<br />

niet alle en/of slechts misleidende informatie heeft gekregen van de<br />

cliënt en daarom niet aansprakelijk ges<strong>te</strong>ld kan worden als het management<br />

zich niet houdt aan de afspraak." 54<br />

143. Enfin, nu ik het toch over Prof. Van de Poel heb. Zijn kritiek op het functioneren<br />

van de RvB ziet dan ook niet op 1997, maar op de periode daarna<br />

53 D/292.<br />

54 Antwoord op vraag 21.<br />

34


wanneer het volgens hem voor een ieder "duidelijk " moest zijn dat D&T<br />

USA niet meer bereid en in staat zou zijn om de SEC <strong>te</strong> bewegen akkoord <strong>te</strong><br />

gaan met in<strong>te</strong>grale consolidatie onder US GAAP zonder aanvullende "control<br />

let<strong>te</strong>rs ". 55<br />

De gebeur<strong>te</strong>nissen in 1998<br />

144. Nadat de jaarstukken over 1997 waren opges<strong>te</strong>ld, vastges<strong>te</strong>ld en goedgekeurd,<br />

vond opnieuw overleg plaats tussen Ahold en D&T. Aannemelijk is<br />

dat dit geschiedde in het kader van nieuwe aandelenemissies <strong>te</strong>r financiering<br />

van de nieuwe acquisities Zuid-Amerika en de Verenigde Sta<strong>te</strong>n.<br />

145. De inmiddels uitgeleverde tijdregistratie 56 leerde dat Wennink in 1998 eenentwintig<br />

maal overleg c.q. besprekingen voerde inzake Ahold. Voor Van<br />

den Dries was dat 52 maal. Van den Dries registreerde in 1998 in totaal 466<br />

uur. Hij was kennelijk wekelijks, zo niet dagelijks met Ahold bezig. Tegenover<br />

de enquê<strong>te</strong>urs verklaarde hij als "lead partner " destijds circa 40% van<br />

zijn tijd aan Ahold <strong>te</strong> bes<strong>te</strong>den 57 . Zijn verklaring in de strafzaak zou overigens<br />

anders kunnen doen vermoeden. 58<br />

146. Een probleem in het onderzoek vormde de omstandigheid dat de accountants<br />

van D&T nauwelijks meer beschik<strong>te</strong>n over hun aan<strong>te</strong>keningen, omdat<br />

deze niet werden bewaard. Er zijn dus maar een beperkt aantal vastleggingen<br />

van D&T beschikbaar. Prof. Van de Poel zegt daarover:<br />

"Accountants dienen hun bevindingen vast <strong>te</strong> leggen in een dossier.<br />

Over de wijze van vastlegging in <strong>te</strong>chnische zin heb ik geen informatie,<br />

maar het is evident dat zoiets schrif<strong>te</strong>lijk gebeurt. Het kan ook<br />

digitaal, ingesproken op tapes, met kleitablet<strong>te</strong>n en – mijn persoonlijke<br />

voorkeur – gehouwen in s<strong>te</strong>nen tafelen." 59<br />

147. Ahold legde wel het nodige vast. Zo bevestigden Bouma en Bos in het memo<br />

van 13 maart 1998 aan Verhelst de redengeving van de consolidatie:<br />

"Ahold’s stra<strong>te</strong>gy is to ultima<strong>te</strong>ly achieve a majority shareholding in<br />

all of its current joint ventures. (…) The joint venture agreements<br />

55<br />

Samenvatting van de conclusies onder sub 2.<br />

56<br />

D/658.<br />

57<br />

Rapportage randnummer 101.<br />

58<br />

RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />

59 Antwoord op vraag 14.<br />

35


that Ahold has concluded in a formal sense attribu<strong>te</strong> 50% of the decision<br />

power to each of the joint venture partners. This is of<strong>te</strong>n unavoidable<br />

due to local legislation, that prohibit[s] foreign majority<br />

ownership. In practice, however, given the limi<strong>te</strong>d resources of the<br />

joint venture partner, Ahold is the dominant partner." 60<br />

148. Per deelneming werk<strong>te</strong> Bouma in samenwerking met Bos de daaraan <strong>te</strong>n<br />

grondslag liggende fei<strong>te</strong>n en omstandigheden gemotiveerd uit. 61<br />

JMR<br />

149. Ten aanzien van JMR werd benadrukt<br />

BOMPREÇO<br />

๐ dat JMR geen specifieke kennis van de "food retailing business " had.<br />

๐ dat JMR volledig afhankelijk van Ahold voor "operational and stra<strong>te</strong>gic<br />

decisions ".<br />

๐ voor JMR was een acquisitie geïnitieerd en mogelijk gemaakt door<br />

Ahold: "having the knowledge and funds available ".<br />

150. Ten aanzien van Bompreço somden Bouma en Bos (zakelijk weergegeven)<br />

het volgende op: 62<br />

o Ahold initieerde en financierde de in de stukken genoemde Supermar<br />

acquisitie, hetgeen zonder inbreng van Ahold niet mogelijk geweest<br />

zou zijn;<br />

o Ahold was zeer actief betrokken bij de distributie- en logistieke sys<strong>te</strong>men<br />

van Bompreço alsmede de verbe<strong>te</strong>ring ervan;<br />

o Anders dan de familie Mendonça verwierf Ahold aanvullende preferen<strong>te</strong><br />

aandelen in Bompreço;<br />

o Ahold introduceerde het mentorschap van genoemde doch<strong>te</strong>ronderneming<br />

Stop & Shop;<br />

o Ahold voorzag Bompreço van additionele "in<strong>te</strong>rcompany " financiering.<br />

o (Last but certainly not least:) Het Braziliaanse onroerend goed was<br />

aan Ahold overgedragen.<br />

151. Het is aannemelijk geworden dat dit alles een juis<strong>te</strong> weergave van de werkelijkheid<br />

was. Kortom, Ahold had <strong>te</strong>lkenmale aantoonbaar het initiatief, de<br />

kennis en de (financiële) inbreng: wie betaalt, bepaalt! Niet blijkt dat D&T<br />

aan de vasts<strong>te</strong>llingen twijfelde. Prof. Van de Poel zegt er over:<br />

60 D/277.<br />

61 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />

62 D/277.<br />

36


"Het memo (…) van 16 maart 1998 (D/277) vind ik acceptabel als<br />

onderbouwing van consolidatie volgens Nederlandse voorschrif<strong>te</strong>n,<br />

zij het dat ik het persoonlijk wat uitgebreider en meer gedetailleerd<br />

had willen hebben." 63<br />

152. Afschrif<strong>te</strong>n van het memo werden blijkens het voorblad aan enerzijds Ekelschot<br />

van de IAD en anderzijds aan Wennink van D&T gestuurd. Verhelst<br />

zegt daarover:<br />

"[Ik] heb (…) mijn medewerks<strong>te</strong>r Annelies Bouma opdracht gegeven<br />

om nog eens op een rijtje <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n waarom Ahold consolideerde. In<br />

Amerika waren er nieuwe regels voor consolidatie gekomen waaruit<br />

bleek dat alles wat stric<strong>te</strong>r zou worden onder US GAAP vanaf 1998.<br />

Ik denk dat de opdracht aan Annelies Bouma een gevolg is geweest<br />

van gesprekken met Deloit<strong>te</strong> & Touche." 64<br />

153. Wennink leidde de gegevens dan ook door naar zijn collega’s in de VS,<br />

maar deze keken nogal kritisch naar US GAAP en wel <strong>te</strong>n aanzien van de eis<br />

dat Ahold "exclusive decision-making authority " over "ongoing, major or<br />

central operations " <strong>te</strong>n aanzien van de deelnemings moest hebben c.q.<br />

aantonen. Dat aantonen zou volgens deze collega’s dan kunnen door middel<br />

van "contracts or other writ<strong>te</strong>n agreements that provide control elements ".<br />

Niet is duidelijk geworden dat dit ook zo aan Ahold is doorgegeven.<br />

154. De Nederlandse accountant namen het wel zonder meer over en Wennink<br />

s<strong>te</strong>lde voor het overleg met Ahold <strong>te</strong> continueren, meer in het bijzonder <strong>te</strong>n<br />

aanzien van de verdere toepassing van US GAAP, hetgeen inmiddels bevestigd<br />

is door Bouma 65 , Bos 66 en Verhelst 67 . Of<strong>te</strong>wel, hoe zou Ahold naar US<br />

GAAP "control " kunnen aantonen door middel van "other writ<strong>te</strong>n<br />

agreements that provide control elements ".<br />

155. Prof. Van de Poel acht<strong>te</strong> het genoemde memo ech<strong>te</strong>r voor US GAAP onvoldoende:<br />

"Het is al met al een <strong>te</strong> slordig stuk waar je niet mee kan scoren bij<br />

Deloit<strong>te</strong> US, laat staan de SEC. (…) Het memo kan gezien worden als<br />

een eers<strong>te</strong> concept dat <strong>te</strong>r discussie en verdere verrijking aan anderen<br />

wordt gegeven om daarna met<strong>te</strong>rdaad grondiger op po<strong>te</strong>n <strong>te</strong><br />

worden gezet.(…) Het is mij niet bekend of er vanwege Deloit<strong>te</strong> NL<br />

een reactie op gekomen is waarin een soortgelijk oordeel als het<br />

63<br />

Antwoord op vraag 18.<br />

64<br />

V5/4.<br />

65<br />

RC-verklaring Bouma van 17 november 2005.<br />

66<br />

RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />

67<br />

RC-verklaring Verhelst van 1 februari 2006.<br />

37


mijne wordt gegeven. Dat had wel gemoe<strong>te</strong>n. (…) Deloit<strong>te</strong> US zal<br />

zich wel op het standpunt ges<strong>te</strong>ld hebben dat het in eers<strong>te</strong> instantie<br />

de taak van de cliënt was om met een nadere onderbouwing <strong>te</strong> komen<br />

en in tweede instantie de Nederlandse collega die daarbij had<br />

kunnen helpen.(…)." 68<br />

156. Deze opvatting van Prof. Van de Poel zal mede gebaseerd zijn op de verslaglegging<br />

van het "maandagoch<strong>te</strong>ndgebed" van 29 juni 1998 waarin specifiek<br />

aandacht werd gevraagd voor de verdere consolidatie van Bompreço<br />

naar US GAAP:<br />

"4. Latin America<br />

(…) Brazil: 2 issues will be discussed with M. Silva. Consolidation of<br />

Bompreço (D&T says under US GAAP we can not consolida<strong>te</strong> because<br />

we do not have control) and recapitalization of Bompreço. On<br />

July 13, AB, JJB, PHF, LAPAV and AAM will have a discussion with<br />

D&T. PHF will investiga<strong>te</strong> also."<br />

157. De secretaresse van Verhelst vervaardigde de notulen 69 . Na goedkeuring<br />

van het concept door of namens Verhelst werden ze verstuurd aan de deelnemers<br />

van de betreffende stafdiens<strong>te</strong>n. Derhalve moet worden aangenomen<br />

dat alle direct betrokkenen binnen Ahold vanaf medio 1998 in ieder<br />

geval op de hoog<strong>te</strong> waren van de zich ontwikkelende problematiek <strong>te</strong>n aanzien<br />

van US GAAP. Niet bleek ech<strong>te</strong>r dat de problematiek onoverkomelijk<br />

was en inderdaad concludeert Prof. Van de Poel ach<strong>te</strong>raf dat de situatie<br />

naar US GAAP bepaald niet hopeloos was. Hoewel niet blijkt dat Ahold de<br />

in<strong>te</strong>rne consultatie binnen D&T ooit <strong>te</strong>r kennis is gebracht, consta<strong>te</strong>erde<br />

Prof. Van de Poel, dat de National Office "wel heel streng" was:<br />

"(…) op vrijwel alle pun<strong>te</strong>n voldoet Ahold en er is maar één punt<br />

waarover men zou kunnen twis<strong>te</strong>n hoewel ook die score een ech<strong>te</strong><br />

close call is (…)." 70<br />

158. Dat ene punt betreft dus het hebben van "exclusive decision-making authority<br />

on ongoing major and central operations" naar US GAAP daar waar de<br />

"economische macht" naar Dutch GAAP niet <strong>te</strong>r discussie stond. Deze boekhoudkundige<br />

"close call" naar US GAAP blijkt, ach<strong>te</strong>raf bezien, de kern van<br />

de onderhavige zaak <strong>te</strong> zijn geworden.<br />

68 Antwoord op vraag 18.<br />

69 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />

70 Antwoord op vraag 18.<br />

38


159. De follow up kwam aantoonbaar wederom van Bouma in samenwerking<br />

met Bos volgens het memo van 10 juli 1998 met als onderwerp "Consolidation<br />

of JV’s under US GAAP". Geadresseerden waren enerzijds Meurs, Paul<br />

Freischlag, Andre Bui<strong>te</strong>nhuis, Verhelst en anderzijds Wennink en senior manager<br />

Bakkes van D&T. Bos zegt hierover:<br />

"Freischlag was (…) werkzaam bij Ahold Treasury. Het zou goed<br />

kunnen dat hij bij het overleg betrokken werd vanwege zijn kennis<br />

over US GAAP. Er waren ech<strong>te</strong>r nog wel meer mensen bij Ahold die<br />

daarover kennis beza<strong>te</strong>n, zoals S<strong>te</strong>wart Brown van investor relations.<br />

Hij was Amerikaan en was vroeger in dienst bij Deloit<strong>te</strong> & Touche<br />

geweest. Hij is er bij betrokken geweest." 71<br />

160. Het memo besprak expliciet de vraag "whether an entity can establish a<br />

controlling financial in<strong>te</strong>rest in another entity through a contractual management<br />

agreement without having ownership of a majority of the outstanding<br />

voting equity instruments ". Het voorblad bevestigde dat het memo<br />

diende <strong>te</strong>r bespreking met D&T op 13 juli 1998.<br />

161. Vast staat dat deze bespreking doorgang vond, hoewel niemand van de<br />

gehoorde accountants zegt zich het overleg <strong>te</strong> kunnen herinneren. Uit de<br />

tijdregistratie blijkt ech<strong>te</strong>r dat Wennink in de bewus<strong>te</strong> week aan overleg/besprekingen<br />

inzake Ahold 5,5 uren no<strong>te</strong>erde. In dezelfde week no<strong>te</strong>erde<br />

Van den Dries 6 uur voor overleg/besprekingen. In de agenda van Meurs<br />

stond op woensdag 13 juli: "4.00 PF + JB D&T inz. cons. j.v. (…) ".<br />

162. Nadere reconstructie blijkt mogelijk met behulp van de handgeschreven<br />

aan<strong>te</strong>keningen van Bos 72 en de op schrift ges<strong>te</strong>lde ma<strong>te</strong>riali<strong>te</strong>its<strong>te</strong>st van 13<br />

juli 1998. Aan de hand van een en ander is aannemelijk geworden dat toen<br />

met name tussen D&T en Ahold gesproken is over Bompreço en JMR, maar<br />

dat ook wederom aandacht is bes<strong>te</strong>ed aan de inmiddels gevormde deelneming<br />

Disco. Bos zegt daarover:<br />

"Ik kan me vaag iets herinneren over een bijeenkomst op de kamer<br />

van Bert Verhelst, zoals alle besprekingen met Wennink en Van den<br />

Dries. Het ging over de consolidatie van de joint ventures. Van Deloit<strong>te</strong>-zijde<br />

werd er gezegd dat er een probleem was. Ik kan me hier<br />

verder geen details van herinneren. U vraagt mij hoe er van Aholdzijde<br />

werd gereageerd, welke oplossingen denkbaar waren? Er werd<br />

met name naar de fei<strong>te</strong>n gekeken (…). Dat deden alle aanwezigen in<br />

71 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />

72 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />

39


die vergadering, zowel van Ahold- als van Deloit<strong>te</strong>-zijde. De memo’s<br />

die we zojuist bespraken waren daar ook voor bedoeld." 73<br />

163. Hoewel de bij de RC gehoorde accountants dus zeggen zich een specifieke<br />

bespreking in juli 1998 niet <strong>te</strong> kunnen herinneren was de mening van D&T<br />

kennelijk dat er <strong>te</strong> weinig gedocumen<strong>te</strong>erd aanvullend bewijs zou zijn om<br />

het bestaan van "exclusive decision-making authority ", of<strong>te</strong>wel "control "<br />

op operationeel vlak naar US GAAP <strong>te</strong> blijven onderbouwen.<br />

164. Aangenomen moet worden dat toen mogelijke oplossingen werden besproken,<br />

waaronder het eventueel schrif<strong>te</strong>lijk onderbouwen van de fei<strong>te</strong>lijke<br />

zeggenschap van Ahold in een "file ". Tevens is duidelijk geworden dat<br />

Brundage van W&C werd ingeschakeld voor nadere advisering 74 in samenhang<br />

met de Form 20-F. Ach<strong>te</strong>raf bezien moet in ieder geval tussen medio<br />

juli en 24 augustus 1998 eveneens het eventueel bezigen van een "side let<strong>te</strong>r<br />

" aan de orde zijn gekomen, gelet op de nadere advisering van D&T bij<br />

de bewus<strong>te</strong> brief van 24 augustus 1998. 75<br />

165. Over het ontstaan van de control let<strong>te</strong>r verklaarde Bouma bij de SEC:<br />

"(…) I can conclude that ultima<strong>te</strong>ly the conclusion of Deloit<strong>te</strong>, together<br />

with Ahold management, was that for US GAAP purposes, in<br />

order to continue full consolidation, either the joint venture agreement<br />

needed to be adjus<strong>te</strong>d or a let<strong>te</strong>r of control, I call it, needed to<br />

be prepared, to have the joint venture partner confirm that indeed<br />

Ahold was in control. (…) " 76<br />

166. De herinnering van Bos komt hiermee overeen. 77 Zo ook die van Verhelst 78 .<br />

Aannemelijk is in ieder geval dat D&T voor US GAAP aandrong op formeel<br />

aanvullend "bewijs " en dat Ahold gevraagd zal hebben wat daar dan precies<br />

voor nodig was. Reeds hierin ligt beslo<strong>te</strong>n dat het D&T geweest zal zijn<br />

die op enig moment de mogelijkheid van "control let<strong>te</strong>rs " in de vorm van<br />

"side let<strong>te</strong>rs " voor goed hield. Dat werd ook expliciet bevestigd in de betreffende<br />

brief van Van den Dries van 24 augustus 1998 79 en zijn hierover<br />

afgelegde verklaringen:<br />

73 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />

74 RC-verklaring van Bouma 17 november 2005 en de mail van Verhelst aan Meurs (D/240).<br />

75 D/143.<br />

76 D/5038.<br />

77 RC-verklaring van 11 januari 2006.<br />

78 RC-verklaring van 1 februari 2006.<br />

79 D/143.<br />

40


"[I]n die periode, 1998, hebben we vaak besproken dat we control<br />

let<strong>te</strong>rs wilden hebben. (…) In de Amerikaanse regels is control (…)<br />

belangrijk (…) De Amerikanen vragen dan een bevestiging van control,<br />

in de vorm van een control let<strong>te</strong>r " 80<br />

167. Het is eveneens aannemelijk geworden dat de schrif<strong>te</strong>lijke vastlegging van<br />

het advies geconcipieerd is door genoemde Bakkes met het kenmerk "BA "<br />

<strong>te</strong>n vervolge op een eerder concept uit naam van Wennink, maar eveneens<br />

met het kenmerk "BA ". In de woorden van de accountant Van den Dries:<br />

Bakkes en Wennink waren zijn "<strong>te</strong>chnische mensen " en hijzelf was "eindverantwoordelijk<br />

". Het waren in ieder geval de controlerend accountants<br />

die ondubbelzinnig akkoord gingen met het bezigen van een "control let<strong>te</strong>r "<br />

in de vorm van een "side let<strong>te</strong>r " om de in<strong>te</strong>grale consolidatie van de deelnemingen<br />

naar US GAAP <strong>te</strong> continueren.<br />

168. In<strong>te</strong>rmezzo: Wat Van den Dries zegt over zijn <strong>te</strong>chnische mensen is op zich<br />

in<strong>te</strong>ressant wanneer dat wordt gezet naast het verwijt van het OM aan client<br />

dat hij als fei<strong>te</strong>lijk leiding gever strafrech<strong>te</strong>lijk verantwoordelijk is en dat<br />

het OM geen reden ziet D&T <strong>te</strong> vervolgen. Van den Dries zegt:<br />

"U vraagt mij of […] ik in belangrijke ma<strong>te</strong> heb gevaren op hert oordeel<br />

van mijn <strong>te</strong>chnische mensen. […] Dat ga ik niet weer opnieuw<br />

controleren. Zeker bij een cliënt in de omvang van Ahold zorg je er<br />

voor dat er mensen in dat <strong>te</strong>am zit<strong>te</strong>n die weet hebben van en ervaring<br />

hebben met bijvoorbeeld US GAAP en beursgeno<strong>te</strong>erde ondernemingen.<br />

Als lead client service partner zorg je ervoor dat het <strong>te</strong>am<br />

goed gemanaged wordt.[…] ui<strong>te</strong>raard ga je dan af op hetgeen de<br />

<strong>te</strong>chnische mensen aanleverden." 81<br />

169. Weer <strong>te</strong>rug naar 1998. Uit niets was gebleken dat de "accounting " onder<br />

Dutch GAAP (alsnog) een probleem vormde. Hoogs<strong>te</strong>ns kon een "control<br />

let<strong>te</strong>r " ook dienst doen als "sluitstuk " voor de controle naar Dutch GAAP 82 ,<br />

maar, zoals de enquê<strong>te</strong>urs <strong>te</strong>recht menen zijn de "control let<strong>te</strong>rs " pas "ach<strong>te</strong>raf<br />

" in de analyse naar Dutch GAAP een rol gaan spelen. Dat wil dus zeggen:<br />

pas in 2002 toen de problematiek rond ICA Ahold was gaan spelen 83 .<br />

170. Wennink was één van degenen die bij de RC bevestigde dat destijds alleen<br />

de consolidatie naar US GAAP <strong>te</strong>r discussie stond. 84 Ingeval er gedeconsolideerd<br />

zou moe<strong>te</strong>n worden, zou dat dan ook alleen behoeven <strong>te</strong> ge-<br />

80 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />

81 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />

82 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />

83 Rapportage randnummer 370.<br />

84 RC-verklaring Bouma van 21 maart 2005.<br />

41


schieden naar US GAAP. Dit is eveneens bevestigd door Van den Dries. 85<br />

Bouma zegt hierover:<br />

"the issue was, I think -- well, a distinction was being made between<br />

consolidation under the US GAAP and under the Dutch GAAP, and<br />

the issue being raised was whether under US GAAP consolidation of<br />

joint ventures was appropria<strong>te</strong>.<br />

(…) Under Dutch GAAP you could actually apply the substance over<br />

form approach, qui<strong>te</strong> clearly, so looking at it from another angle you<br />

could actually still prove that in this case Ahold was in control and<br />

hence consolidation was appropria<strong>te</strong>. What I learned is that under<br />

US GAAP, that substance over form approach is not so easily accep<strong>te</strong>d<br />

and that the <strong>te</strong>st was much more difficult and stric<strong>te</strong>r to<br />

pass." 86<br />

171. De in<strong>te</strong>rpretatie van Bos was dezelfde 87 Zo ook Verhelst waar hij opmerkt<br />

dat het er in het kort op neerkomt dat "dat onder US GAAP de control op<br />

papier moet staan en voor de Nederlandse richtlijnen het voldoende [is] dat<br />

het uit de fei<strong>te</strong>n blijkt". 88 Wennink heeft dat la<strong>te</strong>r uitgelegd:<br />

"Voor de Nederlandse situatie zijn wij afgegaan op fei<strong>te</strong>n en omstandigheden,<br />

zoals die bleken uit bijvoorbeeld de verklaringen van<br />

het management. (…) In (…) evidence files zouden de meer concre<strong>te</strong><br />

bewijsstukken komen omtrent control en zeggenschap. Het betrof<br />

aanvullende stukken, die wij nog niet hadden. Deze waren nodig <strong>te</strong>n<br />

behoeve van US GAAP. (…) Ahold heeft nooit gezegd dat zij het bewijs<br />

niet konden leveren, dus heb ik ook nooit hard hoeven zeggen<br />

dat er gedeconsolideerd moest worden. Wij beschouwden Ahold als<br />

een bereidwillige cliënt, die alleen wat ach<strong>te</strong>rstallig bleek met het<br />

aanleveren van bewijs dat zij in control was. Dit alles had alleen betrekking<br />

op US GAAP. Eventuele deconsolidatie zou alleen onder US<br />

GAAP zijn gebeurd." 89<br />

172. Zo ook zijn collega Bakkes, die bij de SEC benadruk<strong>te</strong>:<br />

"We were, as a Dutch practice, convinced that it was the right thing<br />

to do, consolidation, because we have received all the information<br />

that we needed to satisfy ourselves that they were in control of the<br />

joint ventures."<br />

85<br />

RC-verklaring Van den Dries van 22 augustus 2005.<br />

86<br />

D/5038.<br />

87<br />

RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />

88<br />

V5/1<br />

89<br />

RC-verklaring Wennink van 21 oktober 2005.<br />

42


173. Daarmee is <strong>te</strong>vens gezegd hoe D&T de situatie in de kern beoordeelde en<br />

bleef beoordelen: volgens Dutch GAAP moest de volledige consolidatie gecontinueerd<br />

worden, maar voor US GAAP zou aanvullende documentatie<br />

voor de fei<strong>te</strong>lijke "control " nodig zijn, desnoods met behulp van een "side<br />

let<strong>te</strong>r ". Dit is ook let<strong>te</strong>rlijk door Wennink gezegd bij de SEC en la<strong>te</strong>r bevestigd<br />

bij de RC. 90 :<br />

"During the discussions, they said, "How are we going to do it? What<br />

do you need?" We said, "We need an addition or an amended<br />

agreement or a let<strong>te</strong>r proving this." Those were the kind of discussions<br />

that came up basically in 1998 when we star<strong>te</strong>d discussing this<br />

for the 1997 accounts, but also in the course of 1998." 91<br />

174. Ahold is begrijpelijk afgegaan op de advisering van D&T afgaan. Prof. Van<br />

de Poel vindt ach<strong>te</strong>raf dat D&T in dit opzicht <strong>te</strong> veel in de rol van adviseur<br />

ac<strong>te</strong>erde en <strong>te</strong> weinig in de rol van controlerend accountant:<br />

"Het blijkt dat Deloit<strong>te</strong> Ahold krediet gegeven heeft, maar we kennen<br />

de looptijd van deze lening niet. Zoveel ruim<strong>te</strong> moet je een cliënt<br />

niet geven onder deze omstandigheden of je moet akkoord gaan<br />

met de bestaande praktijk, maar ja, dan heb je een conflict met je<br />

Amerikaanse collega’s. De in<strong>te</strong>nties van Ahold zullen niet veranderen,<br />

want iedereen in die situatie wil op den duur 100% eigenaar<br />

zijn en dat zal ook wel ooit eens gebeuren, maar wanneer? Het aanpassen<br />

van de contrac<strong>te</strong>n is een delica<strong>te</strong> kwestie die als boemerang<br />

kan werken als je er op het verkeerde moment mee komt. Het Ahold<br />

bestuur hield vol dat er substantive control was en dat verbaast ons<br />

niet, want de accountant had er ook geen moei<strong>te</strong> mee voordat de<br />

Amerikaanse collega’s bedenkingen gingen koes<strong>te</strong>ren. (…) Dit is allemaal<br />

<strong>te</strong> volgen en het is correct dat Deloit<strong>te</strong> waarschuwt, maar<br />

(…), men pakt niet door en dat vers<strong>te</strong>rkt wellicht het gevoel bij<br />

Ahold dat het zo’n vaart niet zal lopen." 92<br />

175. Op een gegeven moment nam Meurs het kennelijk op zich om op basis van<br />

de advisering door D&T voor de gesuggereerde "control let<strong>te</strong>rs " zorg <strong>te</strong><br />

dragen. Verhelst hierover:<br />

"De brief van Deloit<strong>te</strong> &Touche hebben Meurs en ik met de accountants<br />

besproken. De uitkomst van deze bespreking was dat Meurs<br />

heeft gezegd dat hij de partners om deze brieven zou vragen." 93<br />

90<br />

RC-verklaring Wennink van 21 en 22 maart 2005.<br />

91<br />

D/5037.<br />

92<br />

Antwoord op vraag 18.<br />

93 V5/2.<br />

43


176. Het onderwerp wordt vervolgens op de agenda voor de vergadering van de<br />

RvB van 7 sep<strong>te</strong>mber 1998. 94 Ter vergadering licht Meurs de brief van D&T<br />

van 24 augustus 1998 toe. Hij s<strong>te</strong>lde voor de suggestie van een side let<strong>te</strong>r<br />

(die we nu "control let<strong>te</strong>r " noemen) voor de US GAAP accounting <strong>te</strong> volgen.<br />

Dat vond men best, omdat men er blijkbaar nog s<strong>te</strong>eds van overtuigd was<br />

dat Ahold <strong>te</strong>recht consolideerde, zowel naar Dutch GAAP als naar US GAAP.<br />

Van de Poel heeft kritiek op deze gang van zaken, maar met s<strong>te</strong>lligheid<br />

weerspreekt hij <strong>te</strong>recht dat zich vervolgens een "fraude met jaarrekeningen<br />

" voordeed. 95<br />

177. Vast staat vast dat zo spoedig daarna in overleg met D&T een concept voor<br />

een "control let<strong>te</strong>r " is opges<strong>te</strong>ld. Het contact daartoe werd kennelijk reeds<br />

op 8 sep<strong>te</strong>mber 1998 door Bakkes gelegd met de US National Office van<br />

D&T, meer in het bijzonder met Zeyher, hoewel Bakkes bij de RC verklaarde<br />

zich dat ook niet <strong>te</strong> kunnen herinneren. Zeyher bevestigde ech<strong>te</strong>r dat haar<br />

eers<strong>te</strong> contact met Bakkes blijkens de onderhavige consolidatiedocumentatie<br />

op 8 sep<strong>te</strong>mber 1998 geweest moet zijn. 96<br />

178. Van den Dries herinnert zich dat de US National Office in ieder geval de<br />

noodzakelijke componen<strong>te</strong>n voor een dergelijke "control let<strong>te</strong>r " aanleverde.<br />

97 De herinnering van Bos was niet anders. 98 Verhelst kon zich zelfs herinneren<br />

dat Meurs om een eventueel "model " van D&T vroeg 99 . Van den<br />

Dries 100 zegt:<br />

"U vraagt mij of Deloit<strong>te</strong> & Touche heeft aangegeven wat er in de<br />

control let<strong>te</strong>r zou moe<strong>te</strong>n staan, of dat Ahold zelf met een <strong>te</strong>kstvoors<strong>te</strong>l<br />

kwam? Ahold vroeg ons wat er dan in de door ons gewens<strong>te</strong><br />

control let<strong>te</strong>r zou moe<strong>te</strong>n staan. Wij hebben toen in overleg met ons<br />

National Office afges<strong>te</strong>md wat er in zou moe<strong>te</strong>n staan. National Office<br />

is daarover dus geraadpleegd. Dat heeft geleid tot een concept. U<br />

vraagt mij van wie de <strong>te</strong>kst van de control let<strong>te</strong>r nu precies afkomstig<br />

is. Ik denk dat deze in samenspraak tussen het National Office<br />

en onze <strong>te</strong>chnische mensen in Zaandam tot stand is gekomen. Mogelijk<br />

hebben wij een raamwerk opges<strong>te</strong>ld en aan ons National Office<br />

<strong>te</strong>r goedkeuring voorgelegd. (…) Of wij de let<strong>te</strong>rlijke <strong>te</strong>kst hebben<br />

aangeleverd of alleen elemen<strong>te</strong>n hebben aangedragen, moet ik in<br />

het midden la<strong>te</strong>n. Dat weet ik niet meer. Het staat mij bij dat er<br />

94 D/249.<br />

95 Antwoord op vraag 18.<br />

96 RC-verklaring Zeyher van 21 december 2005.<br />

97 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />

98 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />

99 RC-verklaring Verhelst van 1 februari 2006.<br />

100 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />

44


vanuit het National Office een voorbeeld<strong>te</strong>kst is gekomen. Daar zijn<br />

side let<strong>te</strong>rs redelijk gebruikelijk. (…) Er staat mij bij dat ons vak<strong>te</strong>chnische<br />

<strong>te</strong>am toen aan National Office om een voorbeeld heeft gevraagd,<br />

dan wel om componen<strong>te</strong>n waarin werd aangegeven wat er<br />

dan in moest staan. Dat heb ik van mijn <strong>te</strong>chnische mensen gehoord.<br />

Voor zover ik herinner is dat ook gebeurd. Er is een <strong>te</strong>kst of<br />

componen<strong>te</strong>n daarvan aangeleverd. Waarschijnlijk is die voorgelegd<br />

aan het management, al dan niet geamendeerd door ons <strong>te</strong>am in<br />

Zaandam."<br />

179. Het staat dus in ieder geval vast dat het D&T was die de relevan<strong>te</strong> bouws<strong>te</strong>nen<br />

van de "control let<strong>te</strong>r " concipieerde. Het nadere schrif<strong>te</strong>lijke concept<br />

van Ahold op basis van de aangeleverde "componen<strong>te</strong>n " is blijkens de da<strong>te</strong>ring<br />

van 9 sep<strong>te</strong>mber 1998.<br />

180. Vervolgens werd dit schrif<strong>te</strong>lijke concept <strong>te</strong>r verdere beoordeling aan D&T<br />

voorgelegd. Immers, het schrif<strong>te</strong>lijke concept is volgens een in<strong>te</strong>rn memo<br />

van D&T van 10 sep<strong>te</strong>mber 1998 101 via Verhelst opnieuw aan D&T voorgehouden<br />

met het verzoek commentaar en/of akkoord aan Meurs door <strong>te</strong> geven.<br />

Voor inhoudelijk overleg was Bouma beschikbaar.<br />

181. Het schrif<strong>te</strong>lijke concept werd door D&T NL vervolgens aantoonbaar afges<strong>te</strong>md<br />

met D&T’s National Office in de Verenigde Sta<strong>te</strong>n, hetgeen Zeyher<br />

eveneens bevestigde. 102 Bij brief van 15 oktober 1998 103 deelde D&T NL<br />

(Wennink namens Van den Dries) aan Ahold mee dat de onderhavige concept<br />

"control let<strong>te</strong>r " voor Bompreço door D&T USA was goedgekeurd met<br />

het oog op consolidatie van Bompreço onder US GAAP:<br />

"We have reviewed your draft side let<strong>te</strong>r to the joint venture agreement<br />

with Bompreço (see attachment). We were advised by our national<br />

office that this let<strong>te</strong>r would be sufficient evidence to consolida<strong>te</strong><br />

the joint venture under US Generally Accep<strong>te</strong>d Accounting Principles<br />

("US GAAP"), assuming that there would be no other way that<br />

the other partner would obtain control (e.g. through Board seats,<br />

Board vo<strong>te</strong>s, etc.)<br />

Based on our earlier discussions, we assume that you are also gathering<br />

evidence that warrants consolidation of the other Ahold joint<br />

ventures. Please let us know if we can be of any further assistance<br />

in this process."<br />

101 D/239 1/2.<br />

102 RC-verklaring Zeyher van 21 december 2005.<br />

103 D/131.<br />

45


182. Niet alleen een "control let<strong>te</strong>r " voor Bompreço vormde derhalve voorwerp<br />

van (nader) overleg, maar ook soortgelijk aanvullend bewijsma<strong>te</strong>riaal voor<br />

één of meer andere deelnemingen, hetgeen bevestigd is door Bakkes 104 en<br />

Verhelst. Laatstgenoemde zegt:<br />

"In november 1998 heeft Deloit<strong>te</strong> & Touche mij gevraagd of ik<br />

Meurs ook om een side let<strong>te</strong>r kon verzoeken voor Disco." 105<br />

183. In een dossiernotitie d.d. 23 november 1998 inzake "Bespreking mogelijke<br />

issues: Bert Verhelst, Annelies Bouma, Leon Mulder, Karel Bakkes, Marco de<br />

Veg<strong>te</strong> " 106 werd vastgelegd dat in het overleg tussen D&T en stafleden van<br />

Ahold werd gesproken over een met Bompreço vergelijkbare "control let<strong>te</strong>r<br />

" <strong>te</strong>n aanzien van Disco. In die notitie staat:<br />

"Side let<strong>te</strong>r voor Bompreço (deelneming accounting) is door National<br />

Office geaccordeerd en dient door partner Ahold in Brazilië <strong>te</strong> worden<br />

ge<strong>te</strong>kend. Voor Disco zal <strong>te</strong>vens zo’n side let<strong>te</strong>r dienen <strong>te</strong> worden<br />

opges<strong>te</strong>ld. Karel heeft met Bert een afspraak gemaakt hierover."<br />

184. Niet blijkt dat ook JMR alsnog aan de orde kwam. Wel werd door D&T in<br />

een faxbericht van een dag la<strong>te</strong>r bevestigd:<br />

"A draft side let<strong>te</strong>r was drawn up by management and reviewed by<br />

our National Office in the USA."<br />

185. Vast staat dat het concept, na de accordering door D&T, bij fax van 26 oktober<br />

1998 door Meurs aan de CFO van Bompreço is gestuurd. Kortom, in<br />

alle openheid werd het concept aan de ver<strong>te</strong>genwoordiger van de deelnemingpartner<br />

gepresen<strong>te</strong>erd. Het was niet meer of minder dan een "draft"<br />

van een "side let<strong>te</strong> r" die de accountants verlangden om consolidatie naar<br />

US GAAP <strong>te</strong> continueren.<br />

186. Een kritische beoordeling en een oprech<strong>te</strong> reactie werden op prijs ges<strong>te</strong>ld.<br />

De "wording " zou slechts met wederzijdse acceptatie tot stand behoeven <strong>te</strong><br />

komen. Met andere woorden: reeds bij aarzeling over de inhoud kon de<br />

deelnemingpartner zonder problemen zijn bedenkingen kenbaar maken.<br />

Van dwang of druk blijkt op geen enkele wijze.<br />

104 D/5039.<br />

105 V5/4.<br />

106 D/251.<br />

46


187. De verzending werd vervolgens in alle openheid tijdens het "maandagoch<strong>te</strong>ndgebed<br />

" van 30 november 1998 besproken. Aanwezig: Verhelst,<br />

Bouma en Bos.<br />

188. Het blijkt dat het concept van de "control let<strong>te</strong>r " in november vervolgens<br />

door Meurs met Mendonça is besproken worden in de marge van een reguliere<br />

Bompreço Board Meeting in Brazilië. 107 Uit dezelfde periode da<strong>te</strong>ert de<br />

brief van 22 december van Noddle aan Mendonça. De inhoud bevestigde<br />

let<strong>te</strong>rlijk de in<strong>te</strong>gratie van Ahold’s "control and information sys<strong>te</strong>ms " in de<br />

"partnership " en de "frequent involvement " van Ahold’s LO. Daarenboven<br />

bevestigde de brief Ahold’s financiële inbreng.<br />

189. Meurs heeft daaromtrent het volgende verklaard:<br />

"Mendonça wist precies hoe de hazen liepen. Binnen zijn familie was<br />

geen geschik<strong>te</strong> opvolger beschikbaar. Ahold was in Brazilië in de bedrijfsvoering<br />

allerlei zaken aan het invoeren. Mendonça zat in een<br />

positie dat hij afstand moest gaan nemen. Toen ik hem de vraag<br />

over het onder<strong>te</strong>kenen van een control let<strong>te</strong>r s<strong>te</strong>lde, heb ik hem gezegd<br />

dat wij die voor onze accountant nodig hadden <strong>te</strong>n behoeve<br />

van de consolidatie. Wij hebben toen absoluut geen discussie over<br />

de fei<strong>te</strong>lijke control gehad. Het was me<strong>te</strong>en evident dat hij de brief<br />

wilde <strong>te</strong>kenen, maar hij wilde er nog wel over nadenken omdat hij<br />

bang was dat een control let<strong>te</strong>r hem zou kunnen <strong>te</strong>genwerken in zijn<br />

rol als aandeelhouder. Hij twijfelde er dus niet aan dat Ahold fei<strong>te</strong>lijk<br />

in control was." 108<br />

190. Dat laats<strong>te</strong> werd <strong>te</strong>r zitting bevestigd door Mendonça’s beleving van de "suprematie<br />

" van Ahold. Verder bevestigde Mendonça let<strong>te</strong>rlijk <strong>te</strong>r zitting dat<br />

hij vertrouwen had in het Ahold zoals hij dat kende, ver<strong>te</strong>genwoordigd door<br />

Van der Hoeven, Meurs en Noddle. Tevens bevestigde Mendonça dat hij<br />

niet zondermeer de "control " op schrift wilde bevestigen omdat bij een<br />

eventuele overname van Ahold hij met geheel andere spelers <strong>te</strong> maken kon<br />

krijgen. In die zin is het volstrekt begrijpelijk dat de door Ahold verwoorde<br />

"in<strong>te</strong>rpretation " van de onderlinge verhoudingen slechts kon gelden voor<br />

de "forseeable future ".<br />

191. De bevestiging van Mendonça als ver<strong>te</strong>genwoordiger van de joint venturepartner<br />

op dat moment – en voor de "forseeable future " – Ahold’s control<br />

wel degelijk erkende, sloot naadloos aan bij de bestaande perceptie van de<br />

fei<strong>te</strong>lijke situatie door Ahold en D&T.<br />

107 V3/18.<br />

108 RC-verklaring Meurs van 2 februari 2006.<br />

47


192. De nuancering van de "forseeable future " had betrekking op de onderlinge<br />

verhoudingen tijdens de bestaande situatie en dat bij een eventuele overname<br />

van Ahold (bijvoorbeeld door Carrefour) de situatie zou kunnen veranderen,<br />

waardoor het management van Ahold zou kunnen wijzigen. Meurs<br />

zegt daarover:<br />

"Mendonça wilde niet gebonden zijn aan de control let<strong>te</strong>r op het<br />

moment dat hij niet meer <strong>te</strong> maken had met het Ahold dat hij kende.<br />

Hij wilde niet dat de control let<strong>te</strong>r <strong>te</strong>gen hem gebruikt kon worden<br />

door iemand anders, bijvoorbeeld als Ahold zou worden overgenomen.<br />

In dit licht moet u ook de woorden "for the foreseeable future,"<br />

zien. Mendonça wilde dat de control let<strong>te</strong>r alleen betrekking<br />

hebben in relatie tussen Ahold en Mendonça." 109<br />

193. Dit bevestigde Mendonça dus onder ede en er is geen enkele reden aan zijn<br />

woorden <strong>te</strong> twijfelen. Ook Bos herinnert zich dat Mendonça "zorgen" had<br />

over een eventuele waardedaling van zijn aandelen en niet zonder bemerkingen<br />

de geconcipieerde "control let<strong>te</strong>r " wilde <strong>te</strong>kenen. 110<br />

194. De voorges<strong>te</strong>lde aanpassing van de <strong>te</strong>kst is vervolgens aantoonbaar voorgehouden<br />

aan D&T, hetgeen blijkt uit een faxbericht van Bakkes aan Cappalonga<br />

van 22 december 1998. Daarin informeerde Bakkes zijn Amerikaanse<br />

collega als volgt:<br />

"A couple of months ago we discussed a side let<strong>te</strong>r for the joint venture<br />

agreements of Royal Ahold. You indica<strong>te</strong>d that the draft side let<strong>te</strong>r<br />

they prepared was sufficient to warrant consolidation of the JV<br />

(…). They have discussed this let<strong>te</strong>r with their joint venture partner<br />

Bompreço. Bompreço wants to add a sen<strong>te</strong>nce to the let<strong>te</strong>r indicating<br />

that this side let<strong>te</strong>r is valid for the foreseeable future (see attachment).<br />

Could you please let me know if this impacts your earlier<br />

conclusion? " 111<br />

195. Naar aanleiding van Bakkes’ verzoek vond op 22 en 23 december 1998 een<br />

verdere e-mail uitwisseling plaats tussen Bakkes en Zeyher. D&T USA vroeg<br />

naar de ach<strong>te</strong>rgrond/in<strong>te</strong>rpretatie van de door Bompreço verlangde toevoeging<br />

"for the forseeable future ". D&T NL reageerde als volgt:<br />

"Bompreço does not in<strong>te</strong>rpret the sen<strong>te</strong>nce as "any time they wish",<br />

but they are OK with the side let<strong>te</strong>r as long as it is Ahold they are<br />

dealing with. They want to make sure that if Ahold merges with for<br />

109 RC-verklaring Meurs van 2 februari 2006.<br />

110 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />

111 D/256.<br />

48


instance Carrefour (which is not likely to happen, but you never<br />

know), and management changes, they are not stuck to this let<strong>te</strong>r.<br />

They feel fine with it as long as they are dealing with Ahold management.<br />

Do you propose changes to the wording to make this more<br />

explicit or is documenting this in our work papers OK? " 112<br />

196. D&T USA antwoordde daarop: "We do not propose any changes to the<br />

wording of the let<strong>te</strong>r […] work paper documentation should be sufficient."<br />

113 Daarmee werd dus niet alleen bevestigd dat ook D&T USA nog<br />

s<strong>te</strong>eds akkoord bleef gaan met de totstandkoming van een "control let<strong>te</strong>r "<br />

<strong>te</strong>n behoeve van de voorzetting van de consolidatie, maar daarenboven<br />

bleek D&T <strong>te</strong> accep<strong>te</strong>ren dat er bui<strong>te</strong>n de inhoud van de geconcipieerde en<br />

besproken "control let<strong>te</strong>r " door Mendonça nuanceringen werden aangebracht<br />

die niet tot uitdrukking behoefden <strong>te</strong> komen in de <strong>te</strong>kst van de "control<br />

let<strong>te</strong>r ". De bestaande vastlegging van de nuancering in "work paper ",<br />

of<strong>te</strong>wel in aan<strong>te</strong>keningen van D&T, was voldoende ("sufficient ").<br />

197. Conclusie van Meurs was kennelijk: de enkele vlag van de deelnemingpartner<br />

was voldoende om de lading van de toenmalige "control " <strong>te</strong> dekken. Er<br />

stond wat er stond. D&T behoefde van de nuancering (lees: "zorgen ") van<br />

Mendonça als aandeelhouder dus niets naders op papier <strong>te</strong> hebben, hetgeen<br />

bevestigd is door Zeyher. 114 De eigen aan<strong>te</strong>keningen van D&T volstonden.<br />

198. Bakkes zegt daarover:<br />

"(…) het klopt dat in de discussie tussen Ahold en Deloit<strong>te</strong> & Touche<br />

aan de orde is gekomen dat van de zijde van Bompreço nuanceringen<br />

zijn aangebracht in die zin dat men zeker wilde we<strong>te</strong>n dat de<br />

control let<strong>te</strong>r zou gelden in relatie tot het toenmalige Ahold, en dus<br />

niet in geval van s<strong>te</strong>rk veranderde omstandigheden zoals een situatie<br />

dat Ahold zou worden overgenomen.(…) Uit de <strong>te</strong>kst leid ik af dat<br />

de zinsnede "for the foreseeable future" is voorges<strong>te</strong>ld door Bompreço.<br />

National Office vraagt zich af wat daarmee wordt bedoeld. Ik<br />

antwoord wat de bedoeling van Bompreço met deze zinsnede is. (…)<br />

U vraagt mij of deze toevoeging "for the foreseeable future" de <strong>te</strong>kst<br />

van de side let<strong>te</strong>r verstrekt of juist afzwakt? De brief wordt op deze<br />

manier tot een kor<strong>te</strong>re tijdsperiode dan wel tot bepaalde omstandigheden<br />

beperkt. De conclusie was overigens dat de uitleg van het begrip<br />

"for the foreseeable future" (<strong>te</strong> we<strong>te</strong>n: los van gewijzigde omstandigheden)<br />

niet in de side let<strong>te</strong>r behoefde <strong>te</strong> worden opgenomen,<br />

112 D/257.<br />

113 D/257.<br />

114 RC-verklaring Zeyher van 21 december 2005.<br />

49


zolang deze uitleg maar wel in een working paper in het controledossier<br />

werd vastgelegd. Daarmee kon volstaan worden." 115<br />

199. Dit liet blijkbaar onverlet dat Mendonça als aandeelhouder wellicht nog wel<br />

iets naders op papier wilde hebben. Dat Mendonça als aandeelhouder bij<br />

veranderde omstandigheden de inhoud van de "control let<strong>te</strong>r " niet <strong>te</strong>gengeworpen<br />

wilde krijgen liet zich, volgens Meurs, eenvoudig verklaren door<br />

het feit dat hij op <strong>te</strong>rmijn zijn aandelenpakket <strong>te</strong>r verkoop wilde aanbieden.<br />

Om vanzelfsprekende redenen zou de let<strong>te</strong>rlijke inhoud van de "control let<strong>te</strong>r<br />

" dan een waardedrukkend effect kunnen hebben. Meurs zegt daarover:<br />

"[Hij] wilde (…) niet gebonden zijn aan de control let<strong>te</strong>r op het moment<br />

dat er een nieuwe situatie zou ontstaan met een andere partner<br />

of dat Ahold niet meer de Ahold was zoals hij die kende, bijvoorbeeld<br />

zoals beschreven in de in<strong>te</strong>rne e-mails van 22 en 23 december<br />

1998 van Deloit<strong>te</strong> & Touche waar als mogelijkheid genoemd wordt<br />

een fusie tussen Ahold en Carrefour." 116<br />

200. In fei<strong>te</strong> zegt Mendonça dat (zakelijk samengevat) ook bij zijn verhoor <strong>te</strong>r<br />

zitting. Daarom is de conclusie van Meurs niet onbegrijpelijk:<br />

"Gezien de logica kan het niet anders dan dat ik met Verhelst en / of<br />

Bouma heb gesproken over deze zorgen van Mendonça <strong>te</strong>n aanzien<br />

van de <strong>te</strong>kst van de control let<strong>te</strong>r. Kennelijk heeft Verhelst dan wel<br />

Bouma deze zorgen door gegeven aan Deloit<strong>te</strong> & Touche gezien het<br />

feit dat ze hier in een in<strong>te</strong>rn Deloit<strong>te</strong> & Touche e-mail d.d. 23 december<br />

1998 naar voren komen. Zoals ik al zei slui<strong>te</strong>n de in deze email<br />

beschreven zorgen aan bij de zorgen zoals Mendonça mij die<br />

had aangegeven en die ik u zojuist noemde." 117<br />

201. Verhelst bevestigde dat:<br />

"Ik wist (…) rond die tijd, eind 1998 begin 1999, dat Mendonça heeft<br />

gezegd dat hij geen probleem had de control let<strong>te</strong>r <strong>te</strong> <strong>te</strong>kenen maar<br />

dat hij wel een soort garantie wilde hebben dat door het <strong>te</strong>kenen<br />

van deze control let<strong>te</strong>r zijn financieel belang in Bompreço niet zou<br />

worden geschaad. Dat be<strong>te</strong>kende dat de waarde van zijn aandelen<br />

niet moest verminderen als gevolg van het onder<strong>te</strong>kenen van de<br />

brief. Ach<strong>te</strong>raf concludeer ik dat deze overwogen wijzigingen van de<br />

brief bedoeld was om de belangen van Mendonça <strong>te</strong> beschermen. Ik<br />

doel hiermee op de passage for the foreseeable future." 118<br />

115 RC-verklaring Bakkes van 6 april 2005.<br />

116 V3/19.<br />

117 V3/20.<br />

118 V5/4.<br />

50


202. Evenmin blijkt dat D&T een nadere redengeving van de nuanceringen op<br />

prijs s<strong>te</strong>lde, laat staan dat dit aan de voorzetting van de consolidatie in de<br />

weg stond. Vast staat dat D&T NL (Bakkes) het aangepas<strong>te</strong> concept bij fax<br />

van 7 januari 1999naar Ahold (Verhelst) <strong>te</strong>rugzond met de mededeling:<br />

"Bijgaand de aanpassing op de joint-venture side let<strong>te</strong>r." 119<br />

203. Uit een en ander volgt dat D&T vanaf 1998 betrokken is geweest bij de<br />

totstandkoming en inhoud van de beoogde "control let<strong>te</strong>rs " in de vorm van<br />

side let<strong>te</strong>rs alsmede de nuanceringen ("zorgen ") die Mendonça als aandeelhouder<br />

in zijn contac<strong>te</strong>n met Meurs kenbaar maak<strong>te</strong>. Dit laats<strong>te</strong> stond<br />

op geen enkele wijze aan goedkeuring van de voortgezet<strong>te</strong> consolidatie in<br />

de weg en behoefde in ieder geval niet nader jegens D&T schrif<strong>te</strong>lijk vastgelegd<br />

<strong>te</strong> worden.<br />

204. Op een gegeven moment werd de problematiek ook tijdens de vergadering<br />

van de AC in aanwezigheid van Van den Dries besproken, zoals blijkt uit de<br />

notulen van 7 december 1998:<br />

Onder het kopje "Announcements": "Deloit<strong>te</strong> & Touche raised the<br />

question of the justification, in the first place for US-GAAP purposes,<br />

of the consolidation of Bompreço. This issue is still open."<br />

Onder het kopje "Deloit<strong>te</strong> & Touche Reporting": "Deloit<strong>te</strong> & Touche<br />

is discussing with Ahold management how to bring the consolidation<br />

of the Brazilian joint-venture in conformity with US-GAAP." 120<br />

205. Resumerend: vast staat dat de eers<strong>te</strong> side let<strong>te</strong>r (die we nu "control let<strong>te</strong>r "<br />

noemen) tot stand kwam op advies en in nauw overleg met D&T en dat de<br />

verantwoordelijke staf van Ahold, met medewe<strong>te</strong>n van de RvB en de AC,<br />

evenals D&T op de hoog<strong>te</strong> waren van de hierop betrekking hebbende ontwikkelingen.<br />

206. Dezelfde personen waren direct betrokken bij het op- en vasts<strong>te</strong>llen van de<br />

jaarrekening over 1998 alsmede de controle ervan. Nog s<strong>te</strong>eds bleek niet<br />

dat iemand een beletsel zag om de consolidatie <strong>te</strong> continueren, zowel naar<br />

Dutch GAAP als naar US GAAP.<br />

207. Het jaarverslag en de jaarrekening over 1998 zijn op 9 maart 1999 vastges<strong>te</strong>ld.<br />

De goedkeurende verklaring van D&T da<strong>te</strong>ert eveneens van 9 maart<br />

1999. Voor de Form 20F over 1998 bestond evenmin een beletsel.<br />

119 D/258.<br />

120 D/254.<br />

51


208. Bakkes vat<strong>te</strong> het bij de SEC als volgt samen, welke verklaring hij ook bij de<br />

RC handhaafde:<br />

DISCO<br />

"we still felt comfortable with the fact that, based on circumstances<br />

and the control issues, they were in control of the joint ventures" 121<br />

209. Ten aanzien van Disco staat vast dat Ahold in 1998, na oriën<strong>te</strong>rende gesprekken<br />

in de len<strong>te</strong> van 1997 en serieuze onderhandelingen vanaf de nazomer<br />

van 1997, op 13 januari 1998 een deelneming aanging met Grupo<br />

Velox met het oog op Velox’ Argentijnse winkelke<strong>te</strong>n Disco en de Chileense<br />

c.q. Peruaanse ke<strong>te</strong>n Santa Isabel, waarin Velox kort daarvoor een controlerend<br />

belang had verworven.<br />

210. Blijkens de notulen van de RvB uit 1997 was Ahold bereid een "control premium<br />

" <strong>te</strong> betalen. Het is een feit van algemene bekendheid dat een "control<br />

premium " de prijsopslag betreft die de koper betaalt bij de koop van<br />

een onderneming en de verkoper overeenkomstig ontvangt omdat de "control<br />

" geheel of gedeel<strong>te</strong>lijk overgaat van de verkoper naar de koper. De koper<br />

pleegt bereid <strong>te</strong> zijn deze premie <strong>te</strong> betalen omdat hij met de koop<br />

waarde kan creëren die individuele aandeelhouders niet kunnen creëren. Hij<br />

moet dan wel zekerheid hebben dat hij het beleid zodanig kan beïnvloeden<br />

dat hij de gelegenheid krijgt die meerwaarde <strong>te</strong> creëren. Prof. Van de Poel<br />

heeft dat nog eens toegelicht.<br />

211. De waarde van een bedrijf wordt bepaald door de vrije kasstroom die het<br />

over <strong>te</strong> nemen bedrijf in de toekomst zal genereren. De contant gemaak<strong>te</strong><br />

"cash flow " is de waarde van het bedrijf. De "cash flow " is een functie van<br />

alle operationele handelingen die een bedrijf uitvoert. Dat be<strong>te</strong>kent dat als<br />

een koper in staat is door zijn invloed de omzet sneller <strong>te</strong> doen stijgen, kos<strong>te</strong>nbesparingen<br />

(efficiency of inkoop) <strong>te</strong> realiseren, goedkoper <strong>te</strong> financieren,<br />

aantrekkelijker fiscale inrichting <strong>te</strong> bereiken, dan wordt er meer "cash<br />

flow " gegenereerd. Meer "cash flow " be<strong>te</strong>kent een hogere waarde; dus<br />

meerwaarde. Een hogere waarde be<strong>te</strong>kent dat de koper zich een hogere<br />

premie kan veroorloven.<br />

212. De deelneming werd ech<strong>te</strong>r gebaseerd op een gelijk aandelenbelang van<br />

Ahold en Velox. Ahold bracht vervolgens – net als bij JMR en Bompreço-<br />

121 D/5039.<br />

52


aantoonbaar haar gro<strong>te</strong> (in<strong>te</strong>rnationale) ervaring en kennis in op het gebied<br />

van retail. Aannemelijk is dat Ahold - zoals in redelijkheid <strong>te</strong> voorzien - vanaf<br />

de start fei<strong>te</strong>lijk een doorslaggevende invloed had op het beleid.<br />

213. Niet blijkt dat Velox meer was dan een financiële inves<strong>te</strong>erder. In ieder<br />

geval blijkt niet dat het een operationele inves<strong>te</strong>erder was, laat staan een<br />

retailer zoals de onderneming van Mendonça was. Bovendien was de in<strong>te</strong>resse<br />

van Velox (ver<strong>te</strong>genwoordigd door de genoemde bankier Juan Peirano)<br />

in de operationele activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n zeer beperkt. Ahold’s invloed op alle beslui<strong>te</strong>n<br />

in de deelneming was daarom groot.<br />

214. De invloed van Ahold was enorm. Dat bleek onder meer uit het feit dat<br />

Ahold de dekking van de schulden van Velox bankiers garandeerde, waardoor<br />

Ahold la<strong>te</strong>r de overgebleven aandelen van Disco <strong>te</strong>gen de oorspronkelijk<br />

prijs kocht. Bovendien was de e hele winkelinrichting van met name<br />

Santa Isabel en in minder ma<strong>te</strong> van Disco voornamelijk bij Ahold vandaan<br />

gekomen.<br />

215. Ten aanzien van Velox kan gezegd worden dat zij de lokale politieke contac<strong>te</strong>n<br />

inbrach<strong>te</strong>n, maar geen branche know how, omdat Peirano een bankier<br />

was en geen retailer. De rapportage lijn van Or<strong>te</strong>u naar Noddle was heel in<strong>te</strong>nsief<br />

en naar Velox magertjes. Or<strong>te</strong>u initieerde nieuwe acquisities.<br />

216. De CEO van Disco, Eduardo Or<strong>te</strong>u, bevestigde dat op hoofdpun<strong>te</strong>n. Zo<br />

noemde hij de s<strong>te</strong>m van de Ahold-ver<strong>te</strong>genwoordiging in het bestuur van<br />

Disco "extremely important ", hetgeen hij illustreerde met voorbeelden van<br />

acquisitiefinancieringen en de direc<strong>te</strong> rapportagelijnen naar Ahold op operationeel<br />

niveau. Meer in het bijzonder verklaarde Or<strong>te</strong>u:<br />

"no decisions were taken at the supervisory board level against, you<br />

know, the position of the Ahold board members." 122<br />

217. Het is aannemelijk geworden dat Or<strong>te</strong>u in de praktijk volledig de adviezen<br />

en aanwijzingen van Ahold’s ver<strong>te</strong>genwoordigers volgde, met name die van<br />

Ahlqvist en – la<strong>te</strong>r – Noddle. Laatstgenoemde verklaarde dat Ahold een<br />

"substantial influance " uitoefende, onder andere <strong>te</strong>n aanzien van de be-<br />

122 D/5054.<br />

53


drijfsstra<strong>te</strong>gie en het "format " van de winkels. 123 Zijn opvolger Th. de Raad<br />

liet zich op vergelijkbare wijze uit. 124<br />

218. In de praktijk van alle dag werd de Board van Disco fei<strong>te</strong>lijk gecontroleerd<br />

door de ver<strong>te</strong>genwoordigers van Ahold. Kortom, het is meer dan aannemelijk<br />

dat Ahold op z’n minst overwegende zeggenschap had en dat Disco dus<br />

eveneens kwalificeerde als "groepsmaatschappij ".<br />

219. Het leidde er toe dat Ahold Disco met ingang van het derde kwartaal van<br />

1998 in<strong>te</strong>graal consolideerde in haar naar Dutch GAAP opges<strong>te</strong>lde financiële<br />

verslaggeving. Voor US GAAP was dat toen niet anders. Er was voor de<br />

RvB, met ins<strong>te</strong>mming van de RvC, geen reden om hierover anders <strong>te</strong> denken<br />

dan de CFO.<br />

220. Vast staat dat D&T eveneens zonder nadere bewijsvoering met in<strong>te</strong>grale<br />

consolidatie van Disco akkoord ging. Van den Dries zegt daarover:<br />

"Ahold had control. Bovendien bezat Ahold in dit geval 50% en via<br />

via zelfs nog meer. U vraagt mij waaruit de control bleek? Uit dezelfde<br />

soort omstandigheden die ik al noemde voor JMR en Bompreço.<br />

Ook bij Disco ben ik samen met Smit op bezoek geweest." 125<br />

221. D&T volstond met de volgende passage in de toepasselijke management<br />

let<strong>te</strong>r aan alle bevoegde organen van Ahold:<br />

"Joint Venture accounting – During the year, we have had several<br />

discussions with management regarding joint venture accounting. It<br />

was concluded that it is only possible to consolida<strong>te</strong> a joint venture if<br />

Ahold has substantive control. Based on representations from management,<br />

the company is amongst others investigating whether an<br />

explicit adjustment of certain joint venture agreements is possible<br />

which will continue to enable Ahold to consolida<strong>te</strong> the joint ventures<br />

under both Dutch and US GAAP. A draft side let<strong>te</strong>r was drawn up by<br />

management and reviewed by our National Office in the USA. Management<br />

is aware of the importance and is in the process of solving<br />

this issue as soon as possible. The side let<strong>te</strong>r for the Brazilian joint<br />

venture is currently being negotia<strong>te</strong>d. Other joint ventures are still<br />

being discussed with management."<br />

en met de veelzeggende toevoeging:<br />

123 G36/1.<br />

124 G3/1.<br />

125 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />

54


"We have not had any disagreements with management rela<strong>te</strong>d to<br />

mat<strong>te</strong>rs that are ma<strong>te</strong>rial to the Company’s 1998 financial sta<strong>te</strong>ments."<br />

126<br />

De gebeur<strong>te</strong>nissen in 1999<br />

BOMPREÇO<br />

222. Het staat vast dat Meurs op 5 februari 1999 met Mendonça opnieuw overleg<br />

voerde omtrent het genuanceerde concept van de beoogde "control let-<br />

<strong>te</strong>r ". 127 Blijkens de la<strong>te</strong>re verslaglegging van het "maandagoch<strong>te</strong>ndgebed "<br />

van 19 april 1999 volgde nader overleg waarin Mendonça nogmaals zijn positie<br />

aangaf als enerzijds "CEO " van Bompreço en anderzijds als "shareholder<br />

".<br />

223. Het overleg resul<strong>te</strong>erde in de definitieve versie van 12 mei 1999, die op 17<br />

mei 1999 door Mendonça werd ge<strong>te</strong>kend. Blijkens zijn verklaring <strong>te</strong>r zitting<br />

heeft Mendonça na overleg met zijn advocaat deze side let<strong>te</strong>r (de "control<br />

let<strong>te</strong>r " dus) in mei 1999 voor kennisneming onder<strong>te</strong>kend. Hij bevestigt dat<br />

hij zich daarbij liet leiden door de behoef<strong>te</strong> aan bescherming van zijn familie<br />

op het punt van de waarde van de aandelen.<br />

224. Cliënt heeft inmiddels kennis genomen van hetgeen Meurs en Mendonça<br />

over de inhoud van de brief hebben verklaard. Hij begrijpt dat de brief refererende<br />

aan het gevoerde overleg in de tweede alinea benadrukt wat de<br />

aard en de strekking is van de onderlinge verhoudingen, <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n een besluitvormingsmodel<br />

in consensus. Ingeval van consensus kwam geen van<br />

de partijen toe aan een veto of een "dead lock ". Dit past ook bij een deelneming<br />

als "partnership ". Een veto of een "dead lock " zou het einde van<br />

de "partnership " zijn. Maar zo lang dat laats<strong>te</strong> punt niet bereikt was zou<br />

Ahold's opinie aan het eind van de dag wel "decisive " zijn.<br />

225. Uit de verklaring van Meurs blijkt dat als er iets was wat Ahold wilde dan<br />

dat altijd doorgevoerd is en als er iets was wat Ahold niet wilde dan ook<br />

nooit gebeurd is, met andere woorden dat er nooit iets <strong>te</strong>gen de zin van<br />

Ahold is gebeurd. 128 Als concre<strong>te</strong> voorbeelden <strong>te</strong>n aanzien van Bompreço<br />

noemde hij desgevraagd:<br />

126 D/324.<br />

127 V3/18.<br />

128 V3/1.<br />

55


"Een voorbeeld […] is: Ik kan mij herinneren dat er bij Bompreço<br />

zich een situatie voordeed waarbij wij voor het financieren van de<br />

groei van Bompreço panden verkocht hebben uit de supermarktonderneming<br />

aan een Special Purpose Company (ook wel: SPC). Ahold<br />

was in eers<strong>te</strong> instantie eigenaar van die SPC, de partner wilde deze<br />

verkoop van panden in eers<strong>te</strong> instantie niet maar Ahold heeft de<br />

partner kunnen overtuigen en de verkoop is doorgegaan.<br />

Een ander voorbeeld […] kan ik mij voor Bompreço als volgt herinneren.<br />

De partner in Bompreço deed een voors<strong>te</strong>l om een bedrijf in de<br />

staat Sao Luis over <strong>te</strong> nemen, deze overname is conform Ahold’s<br />

wens niet door gegaan." 129<br />

226. Verder somde Meurs als aantoonbare fei<strong>te</strong>n en omstandigheden op:<br />

"De plannen die Ahold had met de deelneming, zijnde groei door inves<strong>te</strong>ren,<br />

acquisitie van SuperMar, vernieuwing van de logistiek en<br />

goederenstroom. Het feit dat Ahold meer financiële middelen had<br />

om de inves<strong>te</strong>ringen <strong>te</strong> bewerks<strong>te</strong>lligen. In<strong>te</strong>nsieve betrokkenheid<br />

van de liason officer, zijnde Ahlqvist. Uitwisseling van personeel. Invoer<br />

van een op Ahold geschoold beloningsys<strong>te</strong>em. Kennisoverdracht<br />

inzake retail. Ik kan dit samenvat<strong>te</strong>n als hoe ga je met elkaar<br />

om. Mendonça werd uitgenodigd bij de sounding board van Ahold,<br />

dit is een board waar het Ahold denken werd besproken. Bij Bompreço<br />

hadden wij het principe ingevoerd van "mentorschap ". Dit be<strong>te</strong>kent<br />

dat Bompreço direct werd gekoppeld aan Stop en Shop. Je<br />

kunt dit zien dat er een 1 op 1 relatie werd gelegd tussen alle onderdelen<br />

van de beide bedrijven, waarbij Stop en Shop de mentor<br />

was van Bompreço." 130<br />

En in z’n algemeenheid:<br />

"Het streven was ernaar om alles in consensus <strong>te</strong> beslissen. Op het<br />

moment dat een partner het niet eens was met een voors<strong>te</strong>l van<br />

Ahold werd de partner overtuigd dat het voors<strong>te</strong>l het bes<strong>te</strong> was voor<br />

de deelneming. Ahold maak<strong>te</strong> hierbij gebruik van haar positie in de<br />

deelneming, zijnde de kapitaalkrachtigs<strong>te</strong> en de algehele ‘retail’-<br />

kennis." 131<br />

227. Cliënt acht dit niet een onjuis<strong>te</strong> weergave van de werkelijkheid Hij onders<strong>te</strong>unt<br />

dit ook, waar hij heeft verklaard:<br />

129 V3/2.<br />

130 V3/14.<br />

131 V3/24.<br />

"De Ahold doels<strong>te</strong>lling is zoveel mogelijk gebruik <strong>te</strong> maken van de<br />

voordelen die Ahold biedt om het maximale rendement uit de deelneming<br />

<strong>te</strong> halen. Dat houdt in dat alleen kan worden gerealiseerd als<br />

zo’n deelneming volledig deel uitmaakt van het Ahold sys<strong>te</strong>em. Met<br />

56


het Ahold sys<strong>te</strong>em bedoel ik mee, de gezamenlijk inkoop. Het gebruik<br />

van alle kennis, aansluiting op Ahold intranet. Zo maximaal<br />

mogelijk synergievoordelen <strong>te</strong> realiseren.<br />

Ik benader de uitleg van de <strong>te</strong>rm deelneming vanuit de filosofie die<br />

Ahold han<strong>te</strong>ert. Een deelneming werd opgenomen in de familie en<br />

was daardoor volledig gestuurd op dezelfde wijze als ondernemingen<br />

die 100% in eigendom waren. De opzet van de deelneming is ook altijd<br />

geweest van de deelneming partners, omdat daarmee meerwaarde<br />

werd gecreëerd. Daarom gingen ze met Ahold samen en niet<br />

met iemand anders of naar de Beurs." 132<br />

228. Cliënt heeft uitgelegd – ook <strong>te</strong>r zitting - dat de deelnemingspartners, waaronder<br />

Bompreço zich ook bewust waren van deze in<strong>te</strong>rpretatie. 133 Ook<br />

Mendonça zegt op vragen van de SEC:<br />

"(…) Would it be fair to say that you were acknowledging that you<br />

were aware of what they said and what their in<strong>te</strong>rpretation was?<br />

THE WITNESS: Yes. Of their in<strong>te</strong>rpretation.(…) " 134<br />

En over de leidende rol van Ahold:<br />

"(…) but, of course, in the practical side, they were – they had the<br />

supremacy. (…) In practice they had the priority of the decisions.<br />

The priority of the decisions was theirs. (…) Financial area expertise,<br />

managerial maturity, all these aspects led to this priority. (…) " 135<br />

229. Dit alles strookt met het beeld dat Prof. Van de Poel schets<strong>te</strong> van gro<strong>te</strong><br />

mondiale onderneming als Ahold in verhouding tot een locale retailer. Zoals<br />

uit het voorgaande blijkt was D&T <strong>te</strong>n aanzien van de "control let<strong>te</strong>r " op de<br />

hoog<strong>te</strong> van de nuanceringen die Mendonça fei<strong>te</strong>lijk aanbracht bij de beantwoording<br />

van de vraag of en zo ja, in welke ma<strong>te</strong> hij de in<strong>te</strong>rpretatie van<br />

Ahold deelde. Daarenboven behoefden de nuanceringen van Mendonça volgens<br />

D&T dus niet in de <strong>te</strong>kst tot uitdrukking gebracht <strong>te</strong> worden.<br />

230. Cliënt heeft inmiddels kennisgenomen van de verklaring van Meurs, waarin<br />

hij het uitlegt:<br />

132 V2/1.<br />

133 V2/7.<br />

134 V9/1.<br />

135 D/5026.<br />

"Mendonça is blijven zit<strong>te</strong>n met zijn zorgen zoals ik u al eerder<br />

aangaf. Op basis van deze zorgen van Mendonça en met het doel<br />

om deze zorgen weg <strong>te</strong> nemen is hij met het voors<strong>te</strong>l van een 2e si-<br />

57


de let<strong>te</strong>r gekomen. Ik denk dat Mendonça is gekomen met een<br />

mondeling voors<strong>te</strong>l of een schrif<strong>te</strong>lijk concept van de 2e side let<strong>te</strong>r.<br />

(…) Ik denk dat dit ergens april of mei 1999 is geweest. Zoals ik<br />

eerder heb verklaard waren wij het eens over de control let<strong>te</strong>r, maar<br />

bleef Mendonça met zijn zorgen zit<strong>te</strong>n. Mendonça had geen moei<strong>te</strong><br />

met het <strong>te</strong>kenen van de control let<strong>te</strong>r, maar hij moest ook rekening<br />

houden met zijn belangen.<br />

(…) Zoals ik eerder heb verklaard was het doel dat Mendonça niet<br />

gebonden wilde zijn aan de control let<strong>te</strong>r als er weer een liason officer<br />

zou komen waar hij niet mee overweg kon (zoals met Moerk).<br />

Verder was Mendonça aan het nadenken wat <strong>te</strong> doen met zijn aandelen<br />

in de deelneming Bompreço aangezien hij geen goede opvolger<br />

had. Het was duidelijk dat Ahold de meest voor de hand liggende<br />

koper zou zijn. Het <strong>te</strong>kenen van de control let<strong>te</strong>r zou de waarde<br />

van zijn aandelenpakket naar beneden kunnen brengen. Om bij de<br />

onderhandeling die gevoerd zouden moe<strong>te</strong>n worden over de prijs<br />

van de aandelen die Mendonça hield in Bompreço, moest Mendonça<br />

een goede positie in die onderhandeling met Ahold kunnen innemen.<br />

Met het <strong>te</strong>kenen van de control let<strong>te</strong>r zou het voor Mendonça heel<br />

moeilijk worden om zijn pakket aandelen aan een derde partij <strong>te</strong><br />

kunnen verkopen. Dit was dan ook de reden voor het <strong>te</strong>kenen van<br />

de 2e side let<strong>te</strong>r. Door de 2e side let<strong>te</strong>r had Ahold in wezen dezelfde<br />

positie die een derde zou innemen met betrekking tot het overnemen<br />

van de aandelen van Mendonça in de deelneming Bompreço."<br />

136<br />

231. Cliënt heeft het la<strong>te</strong>r aldus begrepen dat namens Mendonça als "shareholder<br />

" van BompreçoPar werd voorges<strong>te</strong>ld zich bewust ("aware ") <strong>te</strong> zijn "of<br />

the con<strong>te</strong>nts of your let<strong>te</strong>r of May 12" en dat de 2 e side let<strong>te</strong>r bedoeld was<br />

"to inform you that we do not agree with the in<strong>te</strong>rpretation given by you of<br />

our Shareholders’ Agreement." en dat Meurs door onder<strong>te</strong>kening <strong>te</strong> kennen<br />

heeft gegeven zich bewust ("aware ") <strong>te</strong> zijn van de nuances die Mendonça<br />

als aandeelhouder van BompreçoPar reeds eerder kenbaar maak<strong>te</strong>. Het is<br />

cliënt opgevallen dat Mendonça zich op de zitting, onder ede, i dezelfde zin<br />

heeft uitgela<strong>te</strong>n. "Aware " is wat anders dan "agree ".<br />

232. Hier is nu al van belang op <strong>te</strong> merken dat door Meurs en la<strong>te</strong>r door cliënt de<br />

side let<strong>te</strong>r (die la<strong>te</strong>r de 2 e side let<strong>te</strong>r wordt genoemd) niet wordt ge<strong>te</strong>kend<br />

met "Agree " maar met "Aware ". Dit aspect komt hierna nog verder aan de<br />

orde.<br />

136 V3/15, V3/18 en V3/12.<br />

58


233. Dit is goed <strong>te</strong> verenigen met hetgeen Mendonça bij de SEC en onlangs op<br />

de zitting heeft verklaard. Zoals hij heeft uitgelegd verzet<strong>te</strong> – op zich – niets<br />

zich <strong>te</strong>gen onder<strong>te</strong>kening. Het doel van de tweede "side let<strong>te</strong>r" strek<strong>te</strong><br />

slechts tot de positionering van het aandeelhouderschap: wat voor Mendonça<br />

als aandeelhouder acceptabel was, was voor Meurs namens Ahold als<br />

aandeelhouder acceptabel.<br />

234. Daarom was de brief volgens Meurs niet van belang voor D&T, die – op zich<br />

- bekend was met de zorgen van Mendonça. De inhoud voegde niets toe<br />

aan de oordeelsvorming van D&T. S<strong>te</strong>rker nog, de nuanceringen behoefden<br />

volgens D&T jegens de accountants, zoals gezegd, niet nader schrif<strong>te</strong>lijk<br />

vastgelegd <strong>te</strong> worden. De bestaande vastlegging in working paper volstond.<br />

Hoe het ook zij Meurs heeft de afweging gemaakt de "2 e side let<strong>te</strong>r" niet <strong>te</strong><br />

overhandigen aan D&T, omdat naar zijn mening deze brief "in het kader<br />

van control vraagstuk niet relevant was." 137<br />

235. Na voortschrijdend inzicht erkende Meurs ech<strong>te</strong>r:<br />

"Ik ben hiermee misschien <strong>te</strong> veel op de stoel van de accountant<br />

gaan zit<strong>te</strong>n. Dit zeg ik gezien de situatie zoals deze zich nu voordoet.<br />

U vraagt mij of ik toen ik de afweging maak<strong>te</strong> om de 2e side let<strong>te</strong>r<br />

niet <strong>te</strong> overhandigen aan Deloit<strong>te</strong> & Touche alleen rekening heb gehouden<br />

met het control vraagstuk of ook heb gekeken of Deloit<strong>te</strong> &<br />

Touche dit bescheid nodig had voor haar totale oordeelsvorming.<br />

Hierop kan ik verklaren dat ik alleen de afweging heb gemaakt <strong>te</strong>n<br />

aanzien van het control vraagstuk en dan het control vraagstuk in<br />

relatie tot US GAAP." 138<br />

236. Cliënt is het daarmee, zoals hij herhaaldelijk in retrospectief heeft verklaard<br />

(en ook op de zitting heeft herhaald), ach<strong>te</strong>raf eens, ook al is hij er niet bij<br />

betrokken geweest.<br />

237. Uit niets blijkt overigens van een "package deal", <strong>te</strong> meer omdat niet is gebleken<br />

dat de eerdere onder<strong>te</strong>kening van de "control let<strong>te</strong>r " door Mendonça<br />

als deelnemingpartner van de 2 e side let<strong>te</strong>r afhankelijk was.<br />

238. In een la<strong>te</strong>r stadium heeft cliënt de 2 e side let<strong>te</strong>r ook onder<strong>te</strong>kend. Dat<br />

moet volgens Meurs en diens secretaresse Mc Kay omstreeks november<br />

1999 zijn geweest. Ter zitting zegt Mendonça eerst dat hij dat dit eerder<br />

moet zijn geweest, maar la<strong>te</strong>r blijkt dat hij het eigenlijk niet meer precies<br />

137 V3/19.<br />

138 V3/19.<br />

59


weet. Vaststaat dat eerst door Meurs is ge<strong>te</strong>kend en dat cliënt pas la<strong>te</strong>r<br />

heeft bijge<strong>te</strong>kend.<br />

239. Cliënt heeft de brief routinematige mede onder<strong>te</strong>kend. In de tijd geplaatst<br />

had een side let<strong>te</strong>r nog niet de klank die het nu heeft. Bovendien werd<br />

toen, zoals al eerder gezegd, nog niet de <strong>te</strong>rm "control let<strong>te</strong>r " gebruikt. Ofschoon<br />

hij zich niet kan herinneren dat Meurs hem iets in het bijzonder<br />

heeft meegedeeld <strong>te</strong>r gelegenheid van het verzoek bij <strong>te</strong> <strong>te</strong>kenen, is hem<br />

la<strong>te</strong>r duidelijk geworden:<br />

"Volgens Meurs was Mendonça bang dat door de eers<strong>te</strong> brief zijn<br />

aandelen moeilijker verhandelbaar zouden zijn. Dat lijkt op zich een<br />

redelijke verklaring. Daarom wilde Mendonça zeker s<strong>te</strong>llen dat ik op<br />

de tweede zou <strong>te</strong>kenen om zeker <strong>te</strong> zijn dat de strekking van de eers<strong>te</strong><br />

brief niet <strong>te</strong>n nadele zou zijn van de waarde van zijn aandelen."<br />

139<br />

240. De la<strong>te</strong>re onder<strong>te</strong>kening kan daarom in redelijkheid niet anders worden<br />

geïn<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>erd als een bevestiging dat hij zich bewust is van de zorgen van<br />

Mendonça, ook al kan hij zich niet meer herinneren wat Meurs op dat moment<br />

heeft gezegd, ofschoon cliënt zeker weet dat Meurs absoluut niet<br />

heeft gezegd dat hij de side let<strong>te</strong>r niet aan D&T zou geven. Dat zou een<br />

opmerkelijke mededeling zijn geweest, die cliënt zéker zou zijn opgevallen.<br />

241. Op het moment van mede-onder<strong>te</strong>kening was de side let<strong>te</strong>r niet meer dan<br />

een side let<strong>te</strong>r, <strong>te</strong>rwijl hij de brief, die la<strong>te</strong>r pas de "control let<strong>te</strong>r " zou gaan<br />

he<strong>te</strong>n, nog niet had gezien. Hij is zich, zoals hij al heeft verklaard, bij het<br />

onder<strong>te</strong>kenen niet bewust geweest dat er iets anders aan de hand was. De<br />

<strong>te</strong>kst is niet tot hem doorgedrongen, Meurs had al ge<strong>te</strong>kend en het leek<br />

volkomen onschuldig en irrelevant.<br />

242. Dit brengt mij bij de sneer van het OM dat ongeloofwaardig zou zijn dat<br />

cliënt de <strong>te</strong>kst niet gelezen zou hebben. Even afgezien dat dit simpel minded<br />

commentaar negeert dat er een verschil kan zijn tussen iets "zien" en<br />

iets "opnemen", kan het geen kwaad eens naar de <strong>te</strong>kst van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />

van feit 6 <strong>te</strong> kijken.<br />

243. Het <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde citaat: "all companies in which Royal Ahold can exercise<br />

control or where Royal Ahold has a direct or indirect or more than 50%<br />

are included in the consolidation" is ontleend uit de respectieve forms<br />

139 V2/2<br />

60


20-F. 140 Hoewel we mogen aannemen dat het OM de zelf opgemaak<strong>te</strong> <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />

meer malen gezien heeft, en waarschijnlijk zelfs meermalen gelezen<br />

heeft, is blijkbaar niet doorgedrongen wat er in werkelijkheid staat.<br />

244. Dat Ahold op dat moment in control was, staat wel vast, zoals blijkt uit de<br />

brief 141 die Noddle rond dezelfde tijd zond aan Mendonça. In ieder geval zag<br />

cliënt destijds in hetgeen hij er van wist (had gezien) geen beletsel voor de<br />

voortzetting van de consolidatie in het boekjaar 1999.<br />

245. Dit was voor Marjanne van It<strong>te</strong>rsum van Corpora<strong>te</strong> Controplling niet anders.<br />

Blijkens de managementrapportage volstond D&T met de enkele kennisneming<br />

van de "control let<strong>te</strong>r " betreffende Bompreço en de "representations "<br />

die het "management " van Ahold omtrent de deelnemingen kenbaar maak<strong>te</strong>.<br />

Noch in het eers<strong>te</strong> kwartaal, noch in de daaropvolgende rapportage over<br />

het boekjaar 1999 kwam veel meer of anders aan de orde. Cliënt had geen<br />

reden er anders over <strong>te</strong> denken.<br />

PAIZ<br />

246. Vaststaat dat op 13 december 1999 Paiz Ahold werd opgericht. De Daaraan<br />

<strong>te</strong>n grondslag liggende juridische structuur tussen onder andere Ahold en<br />

Coban Holdings Inc (de holding van de familie Paiz) is verder uitgewerkt in<br />

de zogehe<strong>te</strong>n stock Purchase and Subscription Agreement van 20 december<br />

1999 en de daarop volgende Shareholders Agreement van een dag la<strong>te</strong>r.<br />

247. De familie werd ver<strong>te</strong>genwoordigd door Carlos Paiz die samen met Noddle<br />

zitting nam in het bestuur van de deelneming. Het initiatief tot het vormen<br />

van de deelneming kwam van Paiz, zo is aannemelijk geworden. Meurs<br />

zegt daarover:<br />

"Ik wil hierbij opmerken dat de partner met betrekking tot deze deelneming<br />

het hardst heeft aangedrongen om tot een deelneming <strong>te</strong><br />

komen met Ahold. Hiermee bedoel ik dat Paiz alleen met Ahold een<br />

deelneming wilde aangegaan. Ahold heeft in eers<strong>te</strong> instantie het verzoek<br />

afgewezen, maar la<strong>te</strong>r is er toch een akkoord gekomen." 142<br />

248. Aannemelijk is dat Ahold na de vorming van de deelneming om een veelheid<br />

van redenen haar wil kon doordrukken, ook ingeval de familie Paiz aarzelingen<br />

had. Meurs noemde het volgende voorbeeld:<br />

140 D/118, p.52, D/119, p. 50, D/120, p.55 en D/121, p. 71.<br />

141 D/521<br />

142 V3/22.<br />

61


"De lay out van een aantal van hun hypermark<strong>te</strong>n was gemaakt volgens<br />

het ‘Amerikaanse model’, Ahold wilde dat zij het ‘Franse model’<br />

zouden gaan volgen. Ahold heeft doorgevoerd dat zowel in de nieuwe<br />

als in de bestaande hypermark<strong>te</strong>n van La Fragua het ‘Franse<br />

model’ de standaard is geworden. In het geval van Paiz Ahold heeft<br />

Ahold ook een heel belangrijke rol gespeeld in het voor elkaar krijgen<br />

van de deelneming met CSU in Costa Rica in 2001. De ui<strong>te</strong>indelijke<br />

deelneming tussen La Fragua, Ahold en CSU is CARCHO geworden,<br />

waarin Ahold 1/3 van de aandelen heeft verkregen. Gelijk aan<br />

het voors<strong>te</strong>l van Ahold is er dus een samenwerking gekomen met<br />

CSU in Costa Rica, de rol van Ahold in dat proces is van doorslaggevende<br />

be<strong>te</strong>kenis geweest." 143<br />

249. Maar ook ingeval de familie Paiz wensen had kon Ahold dat <strong>te</strong>genhouden,<br />

zo verklaarde Meurs <strong>te</strong>r zitting. Reeds eerder gaf hij het voorbeeld:<br />

"Ik kan mij herinneren dat La Fragua wilde inves<strong>te</strong>ren in een ke<strong>te</strong>n<br />

in het zuiden van Mexico. Die inves<strong>te</strong>ring is niet door gegaan omdat<br />

Ahold dat niet wilde." 144<br />

250. De fei<strong>te</strong>n en omstandigheden waren naar de overtuiging van Ahold in ieder<br />

geval voldoende om Paiz Ahold als "groepsmaatschappij " <strong>te</strong> beschouwen.<br />

De onderneming werd dan ook in de balans per ultimo 1999 geconsolideerd.<br />

251. D&T had geen afwijkend oordeel. In<strong>te</strong>gendeel. Van den Dries bevestigde<br />

ook zelf in Gua<strong>te</strong>mala <strong>te</strong> zijn geweest en overigens baseerde D&T zich op<br />

de vele andere bronnen over de fei<strong>te</strong>lijke zeggenschap van Ahold 145 .<br />

252. Conform de voorgaande jaren s<strong>te</strong>lde de RvB het jaarverslag en de jaarrekening<br />

over 1999 op, waarna op 7 maart 2000 de vasts<strong>te</strong>lling volgde door de<br />

RvC. De bes<strong>te</strong>ndige gedragslijn van consolidatie werd hiermee voortgezet.<br />

253. Kennelijk was de enkele ontvangst van een "control let<strong>te</strong>r " inzake Bompreço<br />

voor D&T voldoende om de jaarrekening over 1999 op gelijke datum<br />

zonder voorbehoud goed <strong>te</strong> keuren, want voor JMR en Disco veranderde er<br />

niets. De op 1 maart 2000 geda<strong>te</strong>erde managementlet<strong>te</strong>r 146 aan RvB, AC en<br />

RvC vermeldde slechts:<br />

"We have had several discussions during the past two years with<br />

management regarding joint venture accounting. It was concluded<br />

143 V3/2.<br />

144 V3/2.<br />

145 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />

146 D/326.<br />

62


that it is only possible to consolida<strong>te</strong> a joint venture if Ahold has<br />

substantive control. (…). A conclusion on the substantive control<br />

should be based on the actual facts and circumstances.<br />

Recommendation:<br />

We strongly advise to further investiga<strong>te</strong> the above for other existing<br />

joint ventures and participations (such as with respect to JMR, Disco,<br />

Santa Isabel and the new joint venture with ICA), and also given the<br />

recent discussions relating to "imma<strong>te</strong>rial " misapplications of GAAP<br />

and ma<strong>te</strong>riality."<br />

254. Kortom, D&T kwam met niet meer dan een aanbeveling om nader onderzoek<br />

<strong>te</strong> doen naar de "deelneming accounting " betreffende andere deelnemingen<br />

dan Bompreço. Met wederom als explicie<strong>te</strong> toevoeging dat D&T<br />

geen onenigheid met het management had gehad over zaken die ma<strong>te</strong>rieel<br />

waren voor de financiële verantwoording over 1999.<br />

255. Dezelfde boodschap kwam tot uitdrukking in de advisering van D&T van 13<br />

april 2000 waarin Paiz Ahold onbesproken bleef. De onder<strong>te</strong>kening van de<br />

ICA<br />

Form 20-F over 1999 was van een dag eerder. Van den Dries zegt:<br />

"Our National Office in the USA has permit<strong>te</strong>d us to issue our opinion<br />

on the 20-F for the year ended January 2, 2000 based on your representations<br />

that side let<strong>te</strong>rs would be obtained from your joint venture<br />

partners " 147<br />

256. Eind 1999 werd er eveneens uitgebreid overleg gevoerd omtrent de nieuwe<br />

Scandinavische deelneming ICA Ahold <strong>te</strong>n vervolge op de eerdere onderhandelingen<br />

in dat jaar. Andreae verklaarde hierover:<br />

147 D/282.<br />

"Uit mijn tijd dat ik nog bij Albert Heijn werk<strong>te</strong> kende ik personen<br />

van ICA Handlarnas en Canica. Ik had eerder met hun samengewerkt.<br />

Ergens voor de zomer van 1999 heb ik een gesprek gehad<br />

met iemand van ICA die mij ver<strong>te</strong>lde dat zij van plan waren een deel<br />

van haar aandelen naar de beurs <strong>te</strong> brengen. Ik heb toen gevraagd<br />

of zij niet meer geïn<strong>te</strong>resseerd waren in een partij die verstand had<br />

van retail. De persoon die ik sprak was een ver<strong>te</strong>genwoordiger van<br />

Förbundet en daarom meer geïn<strong>te</strong>resseerd in de waarde van zijn<br />

aandeel. Hij is wel met het idee <strong>te</strong>ruggegaan naar het management<br />

63


van ICA. Dit management was zeer enthousiast en om deze reden<br />

ben ik in contact gekomen met R. Fahlin en S. Hagen." 148<br />

257. Na verdere oriën<strong>te</strong>rende gesprekken in de zomer van 1999, voerden Ahold,<br />

ICA Förbündet Invest AB, ICA Förbudent (hierna samen: ICA) en Canica SA<br />

(Canica) in de tweede helft van 1999 besprekingen over het aangaan van<br />

een concre<strong>te</strong> deelneming. Het oogmerk van Ahold was blijkens een op 1<br />

november 1999 gehouden vergadering van de RvB:<br />

"We want immedia<strong>te</strong>ly to get 50% of the company in order to be<br />

able to consolida<strong>te</strong> that business." 149<br />

258. ICA wilde ech<strong>te</strong>r het zogehe<strong>te</strong>n "ICA idea" behouden. ICA-jurist Anders<br />

Hedman zegt daarover dat het ICA idea onder andere inhoudt dat de retailers<br />

eigenaar blijven van hun eigen winkels. 150 Dit laats<strong>te</strong> liet onverlet dat<br />

het onderwerp van consolidatie aantoonbaar besproken werd en kon worden<br />

met ICA. Zo vermeldde een handgeschreven samenvatting van een vergadering<br />

op 24 november 2000 van Ahold-juris<strong>te</strong> Marieke de Boer:<br />

"(…) structure of transaction<br />

consolidation is nescec nec. for Ahold.(…). " 151<br />

259. Tevens is aannemelijk dat Ahold overwoog de wens tot consolidatie niet<br />

alleen tot uitdrukking <strong>te</strong> brengen in een overeen <strong>te</strong> komen Heads of<br />

Agreement (HoA), maar zo nodig ook in een "side let<strong>te</strong>r " conform de situatie<br />

bij Bompreço en de beoogde situatie bij Disco. De op 25 november 1999<br />

geda<strong>te</strong>erde aan<strong>te</strong>keningen van De Boer 152 leren althans:<br />

"in sharehold. agr. -> control<br />

opname deadlock -> be<strong>te</strong>kent al : geen control.<br />

side let<strong>te</strong>r? -> zo bij Velox. -> l."<br />

260. Vast staat dat de RvB op 6 december 1999 formeel toes<strong>te</strong>mming aan de<br />

RvC verzocht om de deelneming aan <strong>te</strong> gaan. Binnen enkele dagen ging de<br />

RvC akkoord. Tevens ging de RvC akkoord met een aandelenemissie <strong>te</strong>r financiering<br />

van de nieuwe deelneming alsmede de afzonderlijke overname<br />

van US Foodservice.<br />

148 V4/1.<br />

149 D/243<br />

150 G7/1.<br />

151 D/156.<br />

152 D/157.<br />

64


261. In afwachting van de goedkeuring vond de in de stukken beschreven bijeenkomst<br />

tussen Ahold en ICA in restaurant "De Walvis " plaats. Het is duidelijk<br />

geworden dat tijdens deze bijeenkomst de inhoud van de beoogde<br />

HoA uitonderhandeld is. Meurs zegt daarover:<br />

"Het resultaat van deze bespreking was dat wij de bouws<strong>te</strong>nen hadden<br />

voor de HoA. De HoA is op basis van dit gesprek gemaakt." 153<br />

262. Dit is bevestigd door Fahlin:<br />

263. Cliënt zegt er over:<br />

"Je zou kunnen zeggen dat de HoA het resultaat is van de besprekingen,<br />

waaronder de bespreking in ‘De Walvis’ die tot dan toe hadden<br />

plaats gevonden tussen IFAB, Ahold en Canica." 154<br />

"De gevolgen van de bespreking zijn verwoord in de Heads of<br />

Agreement." 155<br />

264. Een en ander is van belang omdat de ui<strong>te</strong>indelijk op 9 december 1999 geda<strong>te</strong>erde<br />

HoA expliciet de voorwaarde bevat:<br />

"6.3.3 Ahold shall be able to consolida<strong>te</strong> its share in the JVC and the<br />

ICA Group in its account under Dutch GAAP and IAS."<br />

265. Over "it’s share " is reeds het nodige gezegd; het is evident een "slip of the<br />

pen ".<br />

266. De HoA bevat<strong>te</strong> daarenboven de volgende passage over de tot stand <strong>te</strong><br />

brengen "shareholders agreement ":<br />

"4.6 The final agreement shall be agreed in light of the con<strong>te</strong>nts of<br />

this HoA, the press sta<strong>te</strong>ments and other information provided to the<br />

other shareholders of the Company, the subsequent discussions and<br />

negotiations, Ahold’s requirement that it will be able to consolida<strong>te</strong><br />

its participation in the JVC and the ICA Group in its accounts under<br />

Dutch GAAP and IAS and the outcome of the final negotiations between<br />

the parties." 156<br />

267. In het eers<strong>te</strong> persbericht dat op gelijke datum werd uitgebracht sprak Ahold<br />

dan ook de verwachting uit dat de omzetcijfers van Ahold door de deelne-<br />

153 V3/3.<br />

154 V6/1.<br />

155 V2/2.<br />

156 D/73.<br />

65


ming aanzienlijk verhoogd werden, hetgeen de beoogde consolidatie bevestigde.<br />

Zo ook cliënt:<br />

"U vraagt mij wat nu precies <strong>te</strong>r sprake is gekomen (…). Er is <strong>te</strong>r<br />

sprake gebracht dat Ahold volledig wilde consolideren volgens Dutch<br />

GAAP, wat tot gevolg had dat Ahold op belangrijke beslissingen een<br />

doorslaggevende s<strong>te</strong>m had.<br />

U vraagt mij of het feit dat Ahold in belangrijke beslissingen een<br />

doorslaggevende s<strong>te</strong>m had overeenkomt met dat Ahold dan fei<strong>te</strong>lijke<br />

zeggenschap heeft. Fei<strong>te</strong>lijke zeggenschap is breder dan alleen<br />

doorslaggevende s<strong>te</strong>m bij belangrijke beslissingen. Ik wil hiermee<br />

aangeven dat als je het hebt over operationele beslissingen over de<br />

dagelijkse bedrijfsvoering van de winkels, Ahold zich daar niet mee<br />

wil bemoeien." 157<br />

268. Deze nuance maakt het aannemelijk dat enerzijds Ahold kon vasthouden<br />

aan haar voorwaarde de deelneming volledig <strong>te</strong> kunnen consolideren en dat<br />

anderzijds het "ICA idea " behouden kon blijven. De ach<strong>te</strong>rliggende gedach<strong>te</strong><br />

was volgens cliënt:<br />

"U vraagt mij wat de reden is dat er tijdens de bespreking in de<br />

Walvis besproken is dat Ahold volledig wil consolideren en niet dat<br />

Ahold zeggenschap wil hebben. Wij hadden al heel wat ervaring met<br />

andere joint ventures en we wis<strong>te</strong>n uit deze ervaring dat Ahold toch<br />

op belangrijke beslissingen een doorslaggevende s<strong>te</strong>m had. Dat in<br />

de praktijk zich zou vertalen. Als zodanig hadden we ook geen twijfel<br />

dat dit bij ICA ook zo in de praktijk zou vertalen, maar we wilden<br />

geen ruim<strong>te</strong> la<strong>te</strong>n voor in<strong>te</strong>rpretatieverschillen <strong>te</strong>n aanzien van het<br />

consolidatievraagstuk.<br />

De zeggenschap mocht geen issue worden omdat dan problemen<br />

met betrekking tot consolidatie zouden kunnen ontstaan (…)." 158<br />

269. Uit het memo van cliënt van januari 2003 159 worden de redenen om Ahold<br />

ICA <strong>te</strong>recht consolideerde keurig op een rij gezet. Uw rechtbank heeft er<br />

kennis van genomen, omdat het OM eerst - volstrekt <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> - beweerde<br />

dat dit memo met la<strong>te</strong>re annotaties uit de compu<strong>te</strong>r van cliënt vandaan<br />

zou zijn gekomen 160 . Bovendien was er de put optie en dat was - ook<br />

in de ogen van Prof. Van de Poel - een wel erg s<strong>te</strong>rke aanwijzing dat Ahold<br />

in control was.<br />

157 V2/2.<br />

158 V2/2.<br />

159 D/244 (244A).<br />

160 Inmiddels is duidelijk geworden dat de Fiod dit alles wel erg slordig heeft geadministreerd.<br />

66


270. Tot slot in dit verband: de HoA bevat<strong>te</strong> reeds een voorziening van de <strong>te</strong>r<br />

zitting besproken put optie in samenhang met een overeengekomen waardering<br />

van de aandelen waarin ook een substantiële "control premium " was<br />

begrepen.<br />

271. Kort en goed: de optie voorzag in een la<strong>te</strong>re verkoop (vier jaar na "closing<br />

") van het belang van ICA en/of Canica aan Ahold <strong>te</strong>gen een verkoopprijs<br />

die gebaseerd was op de gecalculeerde waarde van ICA ingeval ICA<br />

een beursgang had gemaakt op 9 december 1999. Hierop werd de "control<br />

premium " gebaseerd conform het mechanisme zoals hiervoor <strong>te</strong>n aanzien<br />

van Disco aan de orde kwam.<br />

272. Twee nuances: bij Disco was sprake van een vaststaande aankoopprijs. Bij<br />

ICA moest een waardering toegepast worden. Bij Disco speelde geen derde.<br />

Bij ICA speelde ook de verhouding met Canica.<br />

De gebeur<strong>te</strong>nissen in 2000<br />

ICA<br />

273. Vast staat dat D&T betrokken werd in de uitwerking van de HoA opdat<br />

daadwerkelijk een aandeelhoudersovereenkomst tot stand kon komen. Van<br />

It<strong>te</strong>rsum hield Van der Veg<strong>te</strong> op 11 januari 2000 twee varian<strong>te</strong>n voor:<br />

"The issue is that for tax reasons Canica needs to posses 10% of the<br />

shares in ICA AB or 25% in the Joint Venture at the end of 2000 but<br />

that Ahold still wants to consolida<strong>te</strong> ICA. Both new structures assume<br />

no changes in other control issues (we still will have the power<br />

to govern the financial and operating policies of the en<strong>te</strong>rprise)<br />

When necessary we will ask for a side let<strong>te</strong>r." 161<br />

274. Niet alleen bevestigde dit dat Ahold nog s<strong>te</strong>eds beoogde de op <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n<br />

deelneming <strong>te</strong> consolideren, maar ook dat Ahold dit, zo nodig, tot uitdrukking<br />

wilde brengen in een "side let<strong>te</strong>r " en daartoe expliciet advies vroeg<br />

aan D&T conform de beoogde situatie bij Disco en de bestaande situatie bij<br />

Bompreço. Van It<strong>te</strong>rsum:<br />

161 D/188.<br />

"Ik kan mij niet expliciet herinneren dat ik deze e-mail aan de heer<br />

Van der Veg<strong>te</strong> heb gestuurd, maar wel dat ik overleg heb gevoerd<br />

met en advies heb gevraagd aan Deloit<strong>te</strong> & Touche over mogelijke<br />

structuren, in relatie tot de consolidatievraag. U vraagt mij of in elk<br />

geval de boodschap was " We still will have the power to govern the<br />

67


financial and operating policies of the en<strong>te</strong>rprise ". Dat was in elk<br />

geval wat mij door mijn meerdere, de heer Verhelst, ver<strong>te</strong>ld was omtrent<br />

het idee." 162<br />

275. D&T Nederland schakelde op haar beurt wederom D&T USA in, zo staat<br />

vast. Een op 12 januari 2000 geda<strong>te</strong>erde mail van Van der Veg<strong>te</strong> aan Herkovits<br />

vermeldt:<br />

"We have send the following question to NO. I assume that their answer<br />

will be qui<strong>te</strong> similar to an earlier advice by NO (in 1998 with respect<br />

to the joint venture discussions) which concluded that even if<br />

Ahold may not own all shares they are able to consolida<strong>te</strong> if they<br />

have substantive control (indications: control board of directors, contract<br />

of writ<strong>te</strong>n agreements that provide control elements etc). A<br />

side let<strong>te</strong>r may be required in order to consolida<strong>te</strong> which the above<br />

elements should be included. No<strong>te</strong> that the draft share purchase<br />

agreements includes a paragraph that Ahold should be able to consolida<strong>te</strong><br />

ICA." 163<br />

276. Kortom, D&T Nederland deelde wederom de observaties van Ahold om de<br />

deelneming <strong>te</strong> kunnen consolideren. 164 En wederom werd D&T USA dus het<br />

eventuele gebruik van een "side let<strong>te</strong>r " voorgehouden. Van der Veg<strong>te</strong> mailde<br />

aan zijn Amerikaanse collega’s:<br />

"No<strong>te</strong> that Ahold and ICA are willing to provide side let<strong>te</strong>rs to the<br />

formal purchase contracts which will further give direction to control<br />

elements by Ahold (and therefore will assist Ahold in consolidating<br />

ICA in 2000)." 165<br />

277. Vervolgens is een en ander aantoonbaar nader besproken en ook gecommuniceerd<br />

met onder meer D&T Zweden. Ahold bleef bij het voornemen<br />

ICA in<strong>te</strong>graal <strong>te</strong> consolideren. Desgevraagd bevestigde Van It<strong>te</strong>rsum op 17<br />

januari 2000 aan de Zweedse vestiging van D&T:<br />

"We indeed in<strong>te</strong>nd to fully consolida<strong>te</strong> ICA based on the fact that we<br />

are in control." 166<br />

278. D&T pleegde overleg met SET Auktoriserade Revisorer, een accountantskantoor<br />

waaraan Eriksson verbonden was 167 . Naar hij verklaarde werd hij<br />

162<br />

RC-verklaring Van It<strong>te</strong>rsum van 3 februari 2005.<br />

163<br />

D/5019.<br />

164<br />

RC-verklaring Van der Veg<strong>te</strong> van 14 juli 2005.<br />

165 D/5020.<br />

166 I/24.<br />

167 G/14<br />

68


mede verantwoordelijk voor de controle van de cijfers van ICA Ahold voor<br />

het boekjaar eindigend op 30 april 2000 168 . Volgens de Zweedse wet zouden<br />

SET en D&T Zweden gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor deze controle<br />

van ICA Ahold. Egenäs van D&T Zweden verduidelijk<strong>te</strong> de positie van<br />

de accountants in dit verband:<br />

"Onze verantwoordelijkheid als accountant van ICA Ahold in Zweden<br />

is om <strong>te</strong> controleren of ICA Ahold mocht nala<strong>te</strong>n om een geconsolideerde<br />

jaarrekening volgens Zweeds recht op <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen. Je moet ook<br />

controleren of de moeder inderdaad een geconsolideerde jaarrekening<br />

heeft opges<strong>te</strong>ld. Stap 2 zou zijn dat ik zou moe<strong>te</strong>n controleren<br />

of Royal Ahold <strong>te</strong>recht ICA Ahold AB mocht consolideren. Dit is niet<br />

mijn verantwoording. Ik ben uitslui<strong>te</strong>nd afgegaan op de mededeling<br />

van Marco van der Veg<strong>te</strong>. Dit is voldoende." 169<br />

279. Aannemelijk is dat Ahold niet alleen in het overleg met D&T NL c.q. D&T<br />

USA, maar ook tijdens het nodige in<strong>te</strong>rne overleg de mogelijkheid tot het<br />

bezigen van een "side let<strong>te</strong>r " handhaafde ingeval de op <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen aandeelhoudersovereenkomst<br />

slechts zou voorzien in een fifty-fifty verhouding. Van<br />

It<strong>te</strong>rsum vat<strong>te</strong> op 26 januari 2000 samen:<br />

"Bij 50% van de s<strong>te</strong>mrech<strong>te</strong>n zullen we via aanvullende middelen<br />

(bijvoorbeeld een side let<strong>te</strong>r) moe<strong>te</strong>n aantonen dat wij "in control "<br />

zijn." 170<br />

280. Het is duidelijk geworden dat Ahold in<strong>te</strong>rn de mogelijkheden van consolidatie<br />

nader evalueerde en daarbij ook de andere deelnemingen betrok. Het<br />

resultaat is vastgelegd in een 17 februari 2000 geda<strong>te</strong>erde memo (in concept)<br />

van S<strong>te</strong>rk en een nagenoeg gelijke versie van Meurs, geda<strong>te</strong>erd 29<br />

februari 2000. Het springende punt:<br />

"During the year 2000 we will, in consultation with our auditors, review<br />

our joint venture agreements and arrangements whether or not<br />

they qualify for consolidation under U.S. GAAP. If a particular joint<br />

venture does not meet the <strong>te</strong>st, it will be accoun<strong>te</strong>d for under the<br />

equity method, as of fiscal 2001." 171<br />

281. Ten vervolge op de HoA is de wens tot consolidatie in de op 24 februari<br />

2000 geda<strong>te</strong>erde aandeelhoudersovereenkomst betreffende ICA Ahold nader<br />

tot uitdrukking gebracht, meer in het bijzonder onder 7.3.3:<br />

168 G/14.<br />

169 G/15.<br />

170 D/160.<br />

171 D/325.<br />

69


"In order to enable Ahold to consolida<strong>te</strong> its share in ICA Ahold and<br />

the ICA Group in its accounts under Dutch GAAP and IAS, the<br />

Shareholders shall cause ICA Ahold and the ICA Group to comply<br />

with Ahold’s reporting and information requirements as applied<br />

throughout the Ahold Group, as applicable from time to time, the<br />

main points of which are described in Schedule 7.3.3 and laid down<br />

in more detail in Ahold’s reporting manual. The Board shall decide on<br />

reasonable transition periods to enable the ICA Group to adjust to<br />

Ahold reporting requirements." 172<br />

282. Weliswaar luidt de let<strong>te</strong>rlijke <strong>te</strong>kst wederom dat Ahold "its’ share " wilde<br />

consolideren, hetgeen een partiële consolidatie zou kunnen doen vermoeden,<br />

maar het is duidelijk dat dit nooit de bedoeling is geweest. Zo verklaarde<br />

S<strong>te</strong>rk:<br />

"Dit heb ik destijds niet zo gelezen. Ik heb de Shareholders<br />

Agreement altijd beoordeeld vanuit de mogelijkheid van volledige<br />

consolidatie door Ahold. Ik heb nooit de beoordeling gemaakt of partieel<br />

geconsolideerd kon worden dat was niet de wens van Ahold,<br />

Ahold wilde volledig consolideren." 173<br />

283. Meurs heeft daarover verklaard:<br />

"De bes<strong>te</strong> uitleg van de werkelijkheid is door het woord "its’ share"<br />

in 7.3.3. van de Shareholders Agreement weg <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n. Op het moment<br />

dat dit woord weg wordt gela<strong>te</strong>n staat er dat Ahold de cijfers<br />

van ICA Ahold wil ontvangen zodat de cijfers volledig kunnen worden<br />

geconsolideerd door Ahold en daarmee impliciet dat Ahold volledig<br />

wil consolideren." 174<br />

284. Van Tielraden, één van de medeops<strong>te</strong>llers van de <strong>te</strong>kst bevestigd dat:<br />

"De HoA is geschreven door Hedman en de Shareholders Agreement<br />

door de advocaat van Ahold. In de Shareholders Agreement had niet<br />

"Its share" moe<strong>te</strong>n staan. Er kan gezegd worden dat het een doorlopende<br />

fout is. (…) Zoals ik eerder heb verklaard hebben meer personen<br />

aan deze Shareholders Agreement gewerkt en naar de overeenkomst<br />

gekeken. Al deze personen hebben hier geen opmerking over<br />

gemaakt. (…) partijen [waren] het er over eens, (…) dat in de HoA<br />

en Shareholders Agreement volledige consolidatie had moe<strong>te</strong>n<br />

staan." 175<br />

285. Hij voegde daaraan toe dat de mogelijkheid tot consolidatie ook nader tot<br />

uitdrukking is gebracht onder 7.7.6 van de aandeelhoudersovereenkomst,<br />

172 D/116.<br />

173 G25/1.<br />

174 V3/4.<br />

175 G16/2.<br />

70


omdat met betrekking tot het consolidatievraagstuk het artikel inzake de<br />

European Compe<strong>te</strong>nce Cen<strong>te</strong>r in de Shareholders Agreement is opgenomen.<br />

Hij ging er vanuit dat dit voldoende was. 176<br />

286. Dit artikel kwam <strong>te</strong> luiden:<br />

"Ahold shall make available to the ICA Group, and the Shareholders<br />

shall procure that ICA and other Group Companies will accept, guidance<br />

from Ahold’s European Compe<strong>te</strong>nce Cen<strong>te</strong>rs in the areas of logistics,<br />

retail development, procurement, IT, finance, human resources<br />

and real esta<strong>te</strong> with the objective to develop the professional<br />

qualities of the ICA Group to the benefit of the ICA Group and<br />

all its stakeholders." 177<br />

287. Hagen bevestigde de redengeving van dit artikel:<br />

"Ik dacht dat ICA Ahold guidance zou accep<strong>te</strong>ren van Aholds European<br />

Compe<strong>te</strong>nce Centre. Dat was opgenomen in de shareholdersagreement<br />

zodat Ahold kon consolideren (…). Ik had daar geen<br />

probleem mee omdat het Ahold was. Ik had daar niets mee <strong>te</strong> maken.<br />

Dat is iets voor Ahold en haar auditors. (…) De invloed van<br />

Ahold heeft zich in de aandeelhoudersovereenkomst eigenlijk vertaald<br />

in de guidance van de Ahold European Compe<strong>te</strong>nce Cen<strong>te</strong>r." 178<br />

288. Ook Sylvén was destijds expliciet bekend met de consolidatiewens van<br />

Ahold. Hij fungeerde als afgevaardigd ‘retailer’ in de Board van ICA AB. Zijn<br />

functie als lid van de Board van ICA AB zet<strong>te</strong> Sylvén voort in de Board van<br />

ICA Ahold vanaf het moment dat ICA Ahold was opgericht. 179 Om consolidatie<br />

voor Ahold mogelijk <strong>te</strong> maken werd volgens hem in de daaraan <strong>te</strong>n<br />

grondslag liggende aandeelhoudersovereenkomst voor ICA de voorwaarde<br />

opgenomen om de accounting standards aan <strong>te</strong> passen aan die van Ahold.<br />

Daarbij doelde hij kennelijk met name op het genoemde schedule 7.3.3.<br />

289. In de aandeelhoudersovereenkomst is onder 12.5 <strong>te</strong>vens de eerder overeengekomen<br />

put optie opgenomen. Gelet op de onzekere elemen<strong>te</strong>n in de<br />

hierop betrekking hebbende bepalingen bleek het niet zonder meer mogelijk<br />

de optie op voorhand eenduidig op geld <strong>te</strong> waarderen.<br />

290. Meurs verklaarde hierover:<br />

176 G16/2.<br />

177 D/116.<br />

178 0/AH/34.<br />

179 0/AH/34.<br />

71


"Eén onbekende was de marktwaarde van de dag op het moment<br />

dat de aandelen worden aangeboden. De tweede onbekende is de<br />

zogenaamde control premium. Deze control premium houdt in het<br />

verschil tussen de prijs die Ahold heeft betaald voor het overnemen<br />

van de aandelen <strong>te</strong>n aanzien van ICA (…) en de prijs die ICA Förbundet<br />

en Canica zouden hebben ontvangen op het moment dat zij<br />

naar de beurs zouden zijn gegaan. Aangezien ICA niet naar de beurs<br />

is gegaan staat deze prijs niet vast. Er is afgesproken tussen de<br />

partners dat deze prijs door een derde zou worden vast ges<strong>te</strong>ld." 180<br />

291. Aanvankelijk gaf Prof. Van de Poel niet aan dat Ahold de verplichting gehad<br />

zou hebben de ICA put optie als een verplichting in de jaarstukken <strong>te</strong> verantwoorden:<br />

"Liever wel, omdat het relevant kan zijn voor de gebruikers. (…) Het<br />

is ech<strong>te</strong>r geen doodzonde om het niet <strong>te</strong> doen." 181<br />

La<strong>te</strong>r werd hij s<strong>te</strong>lliger 182 , maar uit zijn motivering blijkt niet dat Ahold de<br />

vermelding opzet<strong>te</strong>lijk verzweeg. Dat erkent het OM inmiddels ook.<br />

292. De consolidatiekwestie is op 6 maart 2000 nader besproken <strong>te</strong> zijn tussen<br />

enerzijds de RvB en AC alsmede anderzijds D&T naar aanleiding van de genoemde<br />

managementlet<strong>te</strong>r over 1999. Het hierop betrekking hebbende verslag<br />

vermeldde:<br />

"Mr. Van den Dries took the meeting briefly through the Deloit<strong>te</strong> &<br />

Touche reports to the Supervisory Board. The different treatment of<br />

joint ventures under Dutch GAAP and US GAAP was discussed. US<br />

GAAP is very strict; consolidation of joint ventures only if there is a<br />

majority of vo<strong>te</strong>s, Dutch GAAP allows consolidations if there is a decisive<br />

influence (substance over form). Mr Meurs explained that<br />

Ahold for the time being will continue have two reportings; both US<br />

GAAP and Dutch GAAP."<br />

293. Een dag la<strong>te</strong>r werd hetzelfde met de RvC besproken. Het zij herhaald: op<br />

dat moment was voor US GAAP slechts een "control let<strong>te</strong>r " in de vorm van<br />

een "side let<strong>te</strong>r " in relatie tot Bompreço voor handen.<br />

294. Het jaarverslag volstond overigens met de vermelding dat in december<br />

1999 de deelneming ICA Ahold was aangekondigd. Ten behoeve van de in<br />

<strong>te</strong> dienen Form 20-F en het prospectus voor de benodigde nieuwe aandelenemissie<br />

vond wel nader overleg plaats tussen Ahold en D&T, zo blijkt bij<br />

reconstructie.<br />

180 V3/24.<br />

181 Antwoord op vraag 20.<br />

182 Aanvullende rapportage paragraaf 2.4 en <strong>te</strong>r zitting.<br />

72


JMR<br />

295. Het is aannemelijk geworden dat de nieuwe D&T accountant Osnoss de<br />

eers<strong>te</strong> was die toen pas meer dan vraag<strong>te</strong>kens plaats<strong>te</strong> bij de toegepas<strong>te</strong><br />

consolidatie zonder "side let<strong>te</strong>rs " in de vorm van "control let<strong>te</strong>rs ", zij het<br />

met name <strong>te</strong>n aanzien van JMR. Deze "red flag " werd ech<strong>te</strong>r in de US gehezen.<br />

Het staat geenszins vast dat de "red flag " ook voor Meurs duidelijk<br />

zichtbaar was en wat deze "red flag " precies be<strong>te</strong>kende bij de verdere gang<br />

van zaken. Immers, ook volgens Prof. Van de Poel was er hoogs<strong>te</strong>ns sprake<br />

van een "close call " of nu wel of niet aan US GAAP werd voldaan.<br />

296. D&T NL hecht<strong>te</strong> in ieder geval aan verder overleg met Ahold. En Ahold had<br />

<strong>te</strong> maken met het Nederlandse D&T Regis<strong>te</strong>raccountants als opdrachtnemer.<br />

Het waren de Nederlandse accountants van D&T die vervolgens in<br />

nauwe samenwerking met Ahold tot een gezamenlijk vastlegging van gegevens<br />

kwamen, geconcipieerd door Van der Veg<strong>te</strong> en Van It<strong>te</strong>rsum 183 .<br />

297. De conclusie van D&T <strong>te</strong>n aanzien van JMR was:<br />

DISCO<br />

"(…) Ahold is of the opinion that is has a controlling in<strong>te</strong>rest in the<br />

activities in Portugal and therefor full consolidation is considered to<br />

be appropria<strong>te</strong>."<br />

298. En de conclusie van D&T <strong>te</strong>n aanzien van Disco was:<br />

"Based on the facts as summarized (…), particularly as Velox is defined<br />

as a passive investor, operations are considered an in<strong>te</strong>gral<br />

part of the parent’s business and Ahold has guaran<strong>te</strong>ed that it will<br />

buy Velox shares at a defined share price, Ahold is of the opinion<br />

that is has a controlling in<strong>te</strong>rest in the activities of the partnership<br />

and therefore full consolidation is considered to be appropria<strong>te</strong>."<br />

299. D&T verwees naar het eerdere overleg met de National Office van D&T. Dat<br />

was het toevallige <strong>te</strong>lefoongesprek in april tussen cliënt en de toenmalige<br />

CEO van D&T Kangas, omdat Meurs afwezig was. Zoals we inmiddels we<strong>te</strong>n<br />

ging het om een kort <strong>te</strong>lefoontje richting Kangas met zakelijk samengevat<br />

als strekking ‘moet er een side let<strong>te</strong>r komen’ want het was kort vóór het in-<br />

183 RC-verklaring Van It<strong>te</strong>rsum van 14 juli 2005.<br />

73


dienen van de form 20-F en daarop een kort <strong>te</strong>lefoontje <strong>te</strong>rug met zakelijk<br />

samengevat als strekking 'ja, dat moet'. 184<br />

300. Naar de overtuiging van Van der Veg<strong>te</strong> zouden apar<strong>te</strong> "control let<strong>te</strong>rs " voor<br />

de andere deelnemingen overigens niet veel toevoegen aan de bestaande<br />

en bekende situatie. 185 S<strong>te</strong>rker nog, ze zouden hoogs<strong>te</strong>ns aanvullend bewijs<br />

kunnen zijn waarin de fei<strong>te</strong>lijke situatie werd bevestigd.<br />

JMR en DISCO<br />

301. Osnoss drong er desalniet<strong>te</strong>min op aan dat voor Disco en JMR alsnog een<br />

soortgelijke "control let<strong>te</strong>r " in de vorm van een "side let<strong>te</strong>r " tot stand<br />

kwam. De let<strong>te</strong>rlijke bevestiging van de Osnoss was:<br />

"We agreed that the wording in the draft let<strong>te</strong>r to the co-investor in<br />

Bompreço da<strong>te</strong>d 9 Sep<strong>te</strong>mber 1998 is sufficient for this purpose." 186<br />

302. Dit is nader door D&T vastgelegd in de brief van Van den Dries d.d. 13 april<br />

2000 aan de RvB van Ahold <strong>te</strong>r at<strong>te</strong>ntie van Meurs:<br />

"(…) we would like to receive a side let<strong>te</strong>r for the joint-ventures in<br />

Portugal and Chili/Argentina. Giving the upcoming filing of a Prospectus<br />

Supplement, wherein the 20-F will be incorpora<strong>te</strong>d, we hope<br />

that you will be able to obtain such side let<strong>te</strong>r within the coming<br />

weeks. We also understand that you are currently working on the<br />

preparation of a fact file in order to be prepared for any po<strong>te</strong>ntial<br />

questions of the SEC regarding consolidation. We have forwarded<br />

the memo's that we prepared for our National Office in the USA discussion<br />

purposes on these joint ventures to Controlling, including a<br />

summary of the indications of control. As discussed our National Office<br />

in the USA concluded that Ahold still requires a unanimous vo<strong>te</strong><br />

for major decisions/actions and that therefore a side let<strong>te</strong>r is required.<br />

(…) As agreed earlier, the wording of the side let<strong>te</strong>r that was<br />

signed regarding Bompreço is sufficient for this purpose."<br />

303. Deze vastlegging sloot ook aan bij hetgeen Ahold en D&T bila<strong>te</strong>raal op het<br />

hoogs<strong>te</strong> bestuursniveau bespraken. Tijdens het al eerder genoemde <strong>te</strong>lefoongesprek<br />

in april 2000 tussen cliënt en Kangas, drong laatst genoemde<br />

184 Volstrekt <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> wordt bij requisitoir ges<strong>te</strong>ld (p. 119) dat het zou gaan om Disco, ICA en<br />

Paiz. Waar het OM dit vandaan haalt is een raadsel, want het ging allen om Disco in verband met<br />

US GAAP.<br />

185 G/45.<br />

186 D/279.<br />

74


aan op "control let<strong>te</strong>rs " in de vorm van side let<strong>te</strong>rs voor de andere toepasselijke<br />

deelnemingen, en wel conform de sys<strong>te</strong>matiek van Bompreço. 187 .<br />

304. Maar het ontbreken van andere "control let<strong>te</strong>rs " dan <strong>te</strong>n aanzien van Bompreço<br />

stond niet aan het registreren van de Form 20-F over 1999 in de weg.<br />

Kennelijk was er dus nog s<strong>te</strong>eds niet het door Prof. Van de Poel aangeduide<br />

omslagpunt bereikt waarbij "duidelijk " was dat D&T USA "niet bereid of in<br />

staat is om de Amerikaanse autori<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n (SEC) <strong>te</strong> bewegen akkoord <strong>te</strong> gaan<br />

met in<strong>te</strong>grale consolidatie ". 188 Uit niets bleek voor cliënt dan ook dat deze<br />

Form 20-F onjuist zou zijn.<br />

DISCO<br />

305. Intussen waren wel de nodige voorbereidingen voor een "control let<strong>te</strong>r "<br />

inzake Disco conform de eerdere variant voor Bompreço getroffen. Naar<br />

Meurs zich herinnerde verzocht hij Peirano voor het eerst in februari 2000<br />

een "control let<strong>te</strong>r " <strong>te</strong> <strong>te</strong>kenen. 189 Meurs zegt daarover:<br />

"Peirano had een andere rol dan Mendonça. Hij was wel chairman of<br />

the board, maar in het dagelijks leven was hij bankier. Dat Ahold in<br />

fei<strong>te</strong> aan de touwtjes trok binnen deze deelneming was ook voor<br />

hem duidelijk. Hij had geen probleem met het <strong>te</strong>kenen van een control<br />

let<strong>te</strong>r. Op dat moment wist hij ook wel dat hij het bedrijf ui<strong>te</strong>indelijk<br />

aan ons zou verkopen. Via een putoptieconstructie hadden wij<br />

al bijna al zijn aandelen in onderpand. Hij vond het geen probleem<br />

om <strong>te</strong> <strong>te</strong>kenen. De control let<strong>te</strong>r bevat<strong>te</strong> immers ook niets wat bezijden<br />

de waarheid was." 190<br />

En:<br />

"Ik heb (…) Peirano ver<strong>te</strong>ld dat wij een soortgelijke control brief<br />

hadden gemaakt en ge<strong>te</strong>kend <strong>te</strong>n aanzien van Bompreço. Verder<br />

heb ik hem ver<strong>te</strong>ld dat er <strong>te</strong>n aanzien van Bompreço ook een 2e<br />

brief was gemaakt en ge<strong>te</strong>kend. Ik heb hem toen aangegeven wat<br />

de reden voor deze 2e brief was. Ik heb ver<strong>te</strong>ld (…), dat de reden<br />

voor de 2e brief <strong>te</strong>n aanzien van Bompreço was om de waarde van<br />

zijn aandelen <strong>te</strong> beschermen. (…) Peirano heeft toen gezegd dat hij<br />

ook een 2e brief wilde hebben. (…)" 191<br />

187<br />

G34/2.<br />

188<br />

De samenvatting van de conclusies onder sub 2.<br />

189<br />

V3/21.<br />

190<br />

RC-verklaring Meurs van 2 februari 2006.<br />

191 V3/8.<br />

75


306. Klemmende haast was er kennelijk niet, want vast staat dat de "control<br />

let<strong>te</strong>r " geda<strong>te</strong>erd is op 14 april 2000, naar mag worden aangenomen de<br />

datum van onder<strong>te</strong>kening door Meurs; de dag na de betreffende brief van<br />

Van den Dries. De door Peirano mede ge<strong>te</strong>kende variant is door Velox per<br />

fax geretourneerd op 24 april 2000, zo blijkt uit de in<strong>te</strong>rne faxcorrespondentie<br />

van D&T.<br />

307. De 2 e side let<strong>te</strong>r is geda<strong>te</strong>erd 19 april 2000 de datum van onder<strong>te</strong>kening<br />

door Peirano. Meurs onder<strong>te</strong>kende deze 2r side let<strong>te</strong>r op zijn beurt op 25<br />

april 2000, dus ook nadat hij de "control let<strong>te</strong>r " al tot zijn beschikking had.<br />

Retrospectief gezien maakt deze volgordelijkheid aannemelijk dat Peirano<br />

kennelijk bereid was de "control let<strong>te</strong>r " <strong>te</strong> onder<strong>te</strong>kenen voordat hij een ge<strong>te</strong>kende<br />

versie van de 2 e side let<strong>te</strong>r had.<br />

308. Ten aanzien van JMR was de situatie in 2000 complexer. De relatie met JMR<br />

was er een met ups en downs 192 . Er was ech<strong>te</strong>r wel sprake van control,<br />

waarbij geldt dat altijd is gehandeld <strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond van een consis<strong>te</strong>ntie<br />

gedragslijn. In het voorjaar van 2000 was de discussie gaande over<br />

(de wijze van) voortzetting van de samenwerking. Ahold overwoog ofwel<br />

een 100% belang <strong>te</strong> nemen danwel met de deelneming <strong>te</strong> stoppen. Onder<br />

deze omstandigheden was het niet gepast om om een control let<strong>te</strong>r <strong>te</strong> vragen.<br />

De accountant kon zich - bekend met de gevoeligheden - vinden in deze<br />

gang van zaken 193 .<br />

PROSPECTUS<br />

309. In dezelfde periode werd de emissie van nieuwe aandelen door Ahold en de<br />

begeleidende banken voorbereid, mede <strong>te</strong>r financiering van de overname<br />

van US Foodservice. Daartoe werd het in de stukken genoemde voorlopige<br />

prospectus opges<strong>te</strong>ld. Vast staat dat deze "red herring " la<strong>te</strong>r gevolgd werd<br />

door een definitieve prospectus; de "black herring " en een afzonderlijke<br />

prospectus voor de Amerikaanse markt. Deze zijn het formele sluitstuk van<br />

de emissie. Meurs verklaarde hierover:<br />

"De prospecti worden gemaakt door juris<strong>te</strong>n van Ahold en personen<br />

van de afdeling van Verhelst <strong>te</strong>zamen met de personen van de bank.<br />

(…) Ik weet niet onder wiens verantwoordelijkheid de prospecti precies<br />

zijn gemaakt. De banken hadden de verschillende taken <strong>te</strong>n<br />

192 RC-verklaring Meurs van 2 februari 2006 (antwoord op vragen 13 en 14).<br />

193 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005 (antwoord op vraag 102) en RCverklaring<br />

Van der Veg<strong>te</strong> van 18 februari en 14 juli 2005 (antwoord op vraag 69).<br />

76


aanzien van de emissie verdeeld. (…) De ene bank schreef de prospecti<br />

en de andere bereidde de road shows voor." 194<br />

310. Het definitieve prospectus diende in ieder geval <strong>te</strong> voldoen aan het bepaalde<br />

in de artikelen 8 en 9 van het toepasselijke Fondsenreglement en de<br />

daarbij behorende bijlagen, waaronder de eis dat het prospectus een getrouw<br />

beeld diende <strong>te</strong> geven omtrent de toestand van de uitgevende ins<strong>te</strong>lling<br />

op de balansdatum van het laats<strong>te</strong> boekjaar waarover een jaarrekening<br />

was gepubliceerd. Dat was dus 1999.<br />

311. De inhoud van het prospectus diende derhalve onverbrekelijk samen <strong>te</strong><br />

hangen met de inhoud van de jaarrekening over 1999, hetgeen verklaarde<br />

waarom een en ander fei<strong>te</strong>lijk gecombineerd moest worden in het (verdere)<br />

overleg tussen enerzijds Ahold en anderzijds D&T, zoals dat ook in 1998 het<br />

geval zal zijn geweest.<br />

312. D&T diende niet alleen <strong>te</strong> bevestigen dat de eerdere jaarrekening was<br />

goedgekeurd, maar D&T diende ook <strong>te</strong> bevestigen dat de inhoud van het<br />

prospectus juist en volledig was, waaronder de weergegeven in<strong>te</strong>grale consolidatie.<br />

313. Ten overstaan van de RC relativeerde de verantwoordelijk bankmedewerks<strong>te</strong>r<br />

Van der Sar overigens het belang van het consolidatievraagstuk bij de<br />

beslissing van de po<strong>te</strong>ntiële belegger om in <strong>te</strong> schrijven op de emissie:<br />

"(…) in onze visie is het voor beleggers, en daarmee voor ons, niet<br />

ma<strong>te</strong>rieel of een deelneming wel of niet geconsolideerd wordt. Voor<br />

de netto financiële uitkoms<strong>te</strong>n maakt het immers geen verschil (…) "<br />

en over de inhoud van het prospectus:e zij:<br />

"Ten aanzien van het prospectus gold dat de advocaat van de onderneming,<br />

Whi<strong>te</strong> & Case, penvoerder was. Zowel Whi<strong>te</strong> & Case als<br />

onze advocaat hebben due dilligence onderzoek gedaan. Er zijn<br />

meetings geweest naar aanleiding van die due dilligence en er hebben<br />

drafting sessies plaatsgehad. Wij zorgden ervoor dat de uitkoms<strong>te</strong>n<br />

van de due dilligence meetings in het prospectus werden verwerkt."<br />

195<br />

194 V3/17.<br />

195 RC-verklaring Van der Sar van 8 november 2005.<br />

77


ICA<br />

314. Ahold kon en mocht op de deskundigheid van zo-even genoemde experts<br />

afgaan en had geen reden daaraan <strong>te</strong> twijfelen. Van It<strong>te</strong>rum herinnerde<br />

zich:<br />

"D[i]e volledige consolidatie van ICA bleef een discussie punt tot de<br />

tweede week van april. Toen heeft er een conference call plaatsgevonden<br />

met de banken, de advoca<strong>te</strong>n van de banken (…), onze advoca<strong>te</strong>n<br />

(…), Deloit<strong>te</strong> & Touche Van der Veg<strong>te</strong> en Van Dam volgens<br />

mij, en Verhelst. Verhelst zat de conference call voor. Ikzelf belde<br />

ook in, vanuit het vliegveld onderweg naar Zweden.(…) De eindconclusie<br />

was dat als Deloit<strong>te</strong> & Touche accoord gaat met de consolidatie<br />

van ICA dan was het voor de banken ook accoord. Er is toen afgesproken<br />

dat ik een memo zou ops<strong>te</strong>llen namens Ahold over de<br />

consolidatie en dat op basis van dat memo verder met Deloit<strong>te</strong> &<br />

Touche gesproken zou worden." 196<br />

315. Ten vervolge daarop kwam een notitie tot stand waarin Van It<strong>te</strong>rsum de<br />

situatie <strong>te</strong>n aanzien van ICA Ahold als volgt samenvat<strong>te</strong>:<br />

196 G17/1.<br />

"We believe that we are in control of the newly formed joint venture<br />

company and as a result are able to fully consolida<strong>te</strong> the ICA figures<br />

within the Ahold figures. We in<strong>te</strong>nd to use full consolidation for ICA<br />

under both Dutch GAAP and US GAAP.(…)<br />

Based upon the facts (…) Ahold currently beliefs that the ICA Group<br />

Is part of the economic entity and that there is an organizational<br />

connections between Ahold and the ICA Group and as a result the<br />

ICA financial sta<strong>te</strong>ments can be fully consolida<strong>te</strong>d under Dutch<br />

GAAP. Based upon the same facts above, Ahold also beliefs that full<br />

consolidation is possible under US GAAP.<br />

Arguments that support these two sta<strong>te</strong>ments are especially:<br />

Ahold’s reporting requirements and Capex procedures will be followed<br />

by the ICA Group,<br />

The Ahold European Support Cen<strong>te</strong>r will be heavily involved in the<br />

normal operations of the ICA Group,<br />

Ahold will deliver knowledge to professionalize the operations of the<br />

ICA Group,<br />

Various Ahold sys<strong>te</strong>ms will be implemen<strong>te</strong>d within the ICA Group,<br />

The ICA Group will be financed via the Ahold financing structure,<br />

78


Ahold has, under specific conditions, gran<strong>te</strong>d to each of the other<br />

two partners (Canica and ICA Förbundet) an option right to sell and<br />

transfer to Ahold its shares. The partners did not grant such option<br />

to Ahold,<br />

It may be possible that Ahold will own within the course of 2000 or<br />

shortly thereaf<strong>te</strong>r more than 50% of the shares of ICA Ahold AB."<br />

316. Dit alles is niet alleen met D&T nader gecommuniceerd, maar op 17 en 18<br />

april 2000 ook met de betrokken banken. Het blijkt dat Meurs vervolgens<br />

kenbaar maak<strong>te</strong> dat hij verwacht<strong>te</strong> bij deze stand van zaken van ICA zo nodig<br />

voor US GAAP een "control let<strong>te</strong>r " <strong>te</strong> kunnen krijgen, conform de situatie<br />

<strong>te</strong>n aanzien van Disco in navolging van Bompreço.<br />

317. In verband hiermee nam Meurs dan ook stappen om ook voor ICA de betreffende<br />

"control let<strong>te</strong>r " <strong>te</strong> verkrijgen. Het is aannemelijk geworden dat hij<br />

daartoe in de laats<strong>te</strong> week van april aan Andreae een concept aanleverde<br />

en dat Andreae op dinsdag 2 mei de "control let<strong>te</strong>r " <strong>te</strong>r onder<strong>te</strong>kening aan<br />

Fahlin en Hagen aanbood. Andreae verklaarde daarover:<br />

"Wat ik mij kan herinneren is dat de sfeer goed was, maar ik weet<br />

niet of over de inhoud is gesproken. Bij het <strong>te</strong>kenen was er geen college,<br />

debat of weerstand." 197<br />

318. De heren zagen blijkbaar geen beletsel in onder<strong>te</strong>kening, ofschoon Fahlin<br />

la<strong>te</strong>r "second thoughts " kreeg:<br />

"La<strong>te</strong>r kwam ik er ach<strong>te</strong>r dat deze brief opgevat zou kunnen worden<br />

als zou zij de Shareholders Agreement overrulen en dat was niet<br />

mijn bedoeling van deze 1e side let<strong>te</strong>r. Ik kwam er toen ik er nog<br />

eens over nadacht ach<strong>te</strong>r dat ik met het <strong>te</strong>kenen van de 1e side let<strong>te</strong>r<br />

wellicht onder andere het ‘ICA Idea’ op het spel had gezet.<br />

(…) " 198<br />

319. Op woensdag 3 mei kwamen Andreae, Hagen en Fahlin wederom bijeen. 199<br />

Naar zijn zeggen maak<strong>te</strong> Fahlin toen zijn zorgen kenbaar. 200 Dit resul<strong>te</strong>erde<br />

volgens hem in de suggestie van Andreae om met behulp van een tweede<br />

brief de zorgen weg <strong>te</strong> nemen. Zo is de 2 e side let<strong>te</strong>r blijkbaar ontstaan. Client<br />

was daarbij in geen enkel opzicht betrokken.<br />

197 V4/2.<br />

198 V6/3.<br />

199 V6/3.<br />

200 V6/3.<br />

79


320. Vervolgens staat vast dat D&T op 15 mei 2000 expliciet akkoord ging met<br />

de in<strong>te</strong>grale consolidatie zoals opgenomen in het prospectus. Ik merk <strong>te</strong>rzijde<br />

op dat er intussen kennelijk ook niet meer op een "control let<strong>te</strong>r " inzake<br />

JMR werd aangedrongen. Evenmin blijkt dat nog langer een "control let<strong>te</strong>r "<br />

inzake Paiz Ahold verlangd werd.<br />

321. In ieder geval blijkt niet dat aan het prospectus gebreken kleven, zoals<br />

onder sub 4 <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegd. Evenmin blijkt dat iets zich verzet<strong>te</strong> <strong>te</strong>gen de<br />

onder<strong>te</strong>kening van de daarmee samenhangende LOR d.d. 16 mei 2000. Van<br />

gelijke datum is de zogehe<strong>te</strong>n "Comfort let<strong>te</strong> r" van D&T.<br />

PAIZ<br />

322. Hoewel niet blijkt dat D&T nog langer aandrong op aanvullende documentatie<br />

bewerks<strong>te</strong>lligde Meurs nog wel dat er een "control let<strong>te</strong>r " inzake Paiz<br />

Ahold tot stand kwam.<br />

323. Via Paiz Ahold wilde Ahold in Costa Rica de hiervoor genoemde deelneming<br />

met CSU opzet<strong>te</strong>n. Meurs verklaarde hierover:<br />

"De familie Paiz had gro<strong>te</strong> aarzeling bij het vormen van een nieuwe<br />

deelneming met CSU. Ik kon dat begrijpen omdat het gro<strong>te</strong> impact<br />

zou hebben op La Fragua. Ik weet dat Paiz zijn veto wilde behouden<br />

voor het aangaan van een deelneming met CSU. De veto zoals Paiz<br />

die al had op basis van de Shareholders Agreement van Paiz Ahold<br />

wilde hij behouden met betrekking tot het aangaan van de deelneming<br />

met CSU." 201<br />

324. Het was, zoals aangegeven, in ieder geval aannemelijk dat Ahold haar wil<br />

<strong>te</strong>n aanzien van het vormen van de nieuwe deelneming kon doordrukken.<br />

Vandaar dat Paiz, op zich, bereid zal zijn geweest in navolging van Mendonça<br />

en Peirano een "control let<strong>te</strong>r " in de vorm van een side let<strong>te</strong>r <strong>te</strong> accorderen.<br />

De "control let<strong>te</strong>r " inzake Paiz Ahold is geda<strong>te</strong>erd 10 juli 2000. Hij is<br />

door Paiz mede onder<strong>te</strong>kend, zij het dat hij kennelijk nog wel overleg met<br />

zijn familie op prijs s<strong>te</strong>lde. 202 Dit was ech<strong>te</strong>r geen beletsel om tot onder<strong>te</strong>kening<br />

over <strong>te</strong> gaan.<br />

325. Gelijk Mendonça en Peirano s<strong>te</strong>lde de familie Paiz wel een tweede brief op<br />

prijs. Volgens Meurs wilde de familie Paiz haar belang in de nieuw <strong>te</strong> vor-<br />

201 V3/10.<br />

202 V3/22.<br />

80


men deelneming "veilig " s<strong>te</strong>llen 203 , zoals Mendonça de waarde van zijn<br />

aandelen in Bompreço wilde veiligs<strong>te</strong>llen. Om daaraan <strong>te</strong>gemoet <strong>te</strong> komen<br />

s<strong>te</strong>lde Meurs een aanvullende brief op, geda<strong>te</strong>erd 4 sep<strong>te</strong>mber 2000. Hij<br />

had toen dus al de beschikking over de ge<strong>te</strong>kende "control let<strong>te</strong>r ". Deze<br />

aanvullende brief resul<strong>te</strong>erde in een op 18 sep<strong>te</strong>mber 2000 geda<strong>te</strong>erde reactie,<br />

waarmee Meurs op zijn beurt op 23 oktober 2000 akkoord ging.<br />

326. Het fei<strong>te</strong>lijk belang van een en ander is ui<strong>te</strong>raard gering, want uit niets blijkt<br />

dat D&T ooit de beschikking kreeg over de aanvullende documentatie in het<br />

kader van US GAAP, dan wel daar nader op aandrong.<br />

BOMPREÇO<br />

327. Na de geslaagde emissie werd het belang in Bompreço uitgebreid. Ahold<br />

verwierf de res<strong>te</strong>rende s<strong>te</strong>mgerechtigde aandelen in BompreçoPar. 204 Vanaf<br />

dat moment hield Ahold alle s<strong>te</strong>mgerechtigde aandelen zodat de deelneming<br />

als zodanig ophield <strong>te</strong> bestaan. Daarmee was <strong>te</strong>vens de kwestie rond<br />

consolidatie inzake Bompreço definitief beslecht.<br />

328. Bij het opmaken van de balans over 2000 kon en mocht Ahold het volgende<br />

vasts<strong>te</strong>llen<br />

° dat zij in Brazilië volledig eigenaresse van Bompreço was geworden,<br />

° dat zij in Argentinië mede-eigenaresse was van Disco Ahold onder<br />

de hiervoor besproken omstandigheden, zoals de Ahold garanties<br />

e.d.<br />

° dat zij in Centraal-Amerika mede-eigenaresse was van Paiz Ahold<br />

° dat in Europa de beoogde samenwerking met ICA tot stand was gekomen<br />

met een onderliggende put optie.<br />

329. Er was voor allen die zich met de consolidatie bezig hielden nooit een reden<br />

geweest aan <strong>te</strong> nemen dat de situaties bij Disco, Paiz en ICA zodanig verschillend<br />

waren dan bij JMR en Bompreço dat deze drie deelnemingen niet<br />

of niet meer als groepsmaatschappij gezien konden worden. De consolidatie<br />

van al deze ondernemingen werd zonder besluit voortgezet. 205<br />

330. In dezelfde lijn lag de op 28 februari 2001 geda<strong>te</strong>erde rapportage van D&T<br />

aan de AC:<br />

203 V3/10.<br />

204 V3/18.<br />

205 V3/11.<br />

81


"We have had several discussions with management during previous<br />

years concerning the accounting for joint ventures under US GAAP.<br />

Ahold believes that they may consolida<strong>te</strong> based on the fact that they<br />

control the partnerships. This conclusion is further substantia<strong>te</strong>d by<br />

actions since the moment Ahold en<strong>te</strong>red into the different partnerships."<br />

206<br />

331. Zonder verdere problemen werd de jaarrekening over 2000 op 6 maart<br />

2001 dan ook goedgekeurd. Cliënt was niets bekend wat een beletsel zou<br />

kunnen vormen.<br />

De gebeur<strong>te</strong>nissen in 2001<br />

332. Het consis<strong>te</strong>n<strong>te</strong> beleid is voortgezet over 2001. Ten aanzien van JMR, Disco,<br />

Paiz Ahold en ICA Ahold verklaarde Meurs:<br />

"De consolidatie is op dezelfde manier gegaan als in voorgaande jaren<br />

en aangezien er geen veranderingen waren is er voor gekozen<br />

om de bes<strong>te</strong>ndige gedragslijn voort <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n." 207<br />

333. Ten aanzien van Zuid-Amerika zij opgemerkt dat Ahold al een meerderheid<br />

van 56% had verkregen in Disco, hetgeen vervolgens ook zó tot uitdrukking<br />

kwam in de jaarstukken. Daarmee verviel het belang van aanvullende documentatie<br />

in het kader van US GAAP.<br />

334. Verder werd de beoogde deelneming tussen Ahold, La Fragua en CSU gerealiseerd<br />

in de Central American Retail Holding Company (CARHCO), hetgeen<br />

na de balansdatum verder werd geëffectueerd. In 2002 volgde dan ook deconsolidatie.<br />

335. D&T signaleerde geen nieuwe problemen en rappor<strong>te</strong>erde <strong>te</strong>n aanzien van<br />

2001 op 28 februari 2002 aan de AC op gelijke wijze als voorgaande jaren.<br />

336. De jaarstukken 2001 zijn dan ook op 7 maart 2002 vastges<strong>te</strong>ld met een<br />

goedkeurende verklaring van D&T, gevolgd door de Form 20-F.<br />

337. In 2001 doen zich verder geen gebeur<strong>te</strong>nissen voor die voor de beoordeling<br />

van de zaak besproken moe<strong>te</strong>n worden, <strong>te</strong> meer omdat cliënt geen bemoeienis<br />

met de executieve aspec<strong>te</strong>n van de consolidatiekwestie. Het beleid in<br />

dit jaar was niet anders dan voorheen en de management let<strong>te</strong>rs gaven<br />

evenmin aanleiding tot extra aandacht.<br />

206 D/307.<br />

207 V3/15.<br />

82


338. Ik merk op dat, zoals uit hetgeen ik al besproken heb blijkt, dat in deze<br />

periode Bompreço, Disco Ahold en Paiz Ahold uit oogpunt van consolidatie<br />

een afgeslo<strong>te</strong>n kwestie was.<br />

Gebeur<strong>te</strong>nissen in het jaar 2002<br />

339. In dit jaar blijkt alleen nog maar de consolidatie van ICA en JMR in<strong>te</strong>ressant<br />

<strong>te</strong> zijn.<br />

340. Mogelijk eind augustus, mogelijk begin sep<strong>te</strong>mber hoort cliënt voor het<br />

eerst over het bestaan van een side let<strong>te</strong>r inzake ICA. Het zei hem niet zoveel,<br />

omdat de <strong>te</strong>rm side let<strong>te</strong>r in zijn algemeenheid geen beladen <strong>te</strong>rm<br />

was, omdat er zoveel side let<strong>te</strong>rs worden gebruikt. Net zo als andere bedrijven<br />

werk<strong>te</strong> ook Ahold met side let<strong>te</strong>rs. Cliënt zegt het volgende over hetgeen<br />

hij hoorde:<br />

"Deze brief kwam <strong>te</strong>r sprake in het kader van de problemen met Hagen.<br />

In dat verband werd er gezegd dat er mogelijk een issue zou<br />

liggen met de exchange van side let<strong>te</strong>rs en de consolidatie. Er was<br />

sprake van een moeizame relatie met Hagen als gevolg van de put<br />

optie agreement, als gevolg van een in<strong>te</strong>rn accountantsonderzoek<br />

wat plaats had in naar ik meen de Baltics, en als gevolg van de<br />

nogal moeizame relatie tussen Hagen en de Zweden. In dat verband<br />

werd er gezegd dat S<strong>te</strong>in Eric betrokken is geweest bij side let<strong>te</strong>rs<br />

en ik zag daar op dat moment helemaal niet de be<strong>te</strong>kenis en de relatie<br />

van in. Ik weet niet meer door wie dit werd gezegd, door Meurs<br />

of Andreae. U vraagt mij wat mij over de inhoud van de side let<strong>te</strong>rs<br />

is gemeld. Ik had niet door waar het over ging. Ik wist niet wat bedoeld<br />

werd met de side let<strong>te</strong>r. Er waren belangrijkere issues en ik<br />

heb ook niet doorgevraagd naar deze side let<strong>te</strong>r. Dat is, ach<strong>te</strong>raf gezien,<br />

misschien niet goed." 208<br />

341. Cliënt wijs er ook nog op dat hij op dat moment de "control let<strong>te</strong>r " ICA nog<br />

niet had gezien en dat hij er daarom ook geen beeld bij had. De side let<strong>te</strong>r<br />

leek hem in eers<strong>te</strong> instantie volstrekt onschuldig, omdat hij dacht dat Meurs<br />

de kool en de geit had gespaard. 209<br />

342. We we<strong>te</strong>n inmiddels dat cliënt het inderdaad van Meurs had gehoord. Deze<br />

zegt:<br />

208 V2/2.<br />

209 V2/7.<br />

83


"Hoewel C. van der Hoeven de ICA Ahold control let<strong>te</strong>r en 2 e side<br />

let<strong>te</strong>r naar mijn we<strong>te</strong>n nooit gezien had, wist hij eind augustus 2002<br />

wel van een issue van de control let<strong>te</strong>r en 2 e side let<strong>te</strong>r en wist hij<br />

ook van de dreigemen<strong>te</strong>n van Hagen, waaronder het bekend maken<br />

van de 2 e side let<strong>te</strong>r." 210<br />

343. De reactie van cliënt hierop is:<br />

"Eind augustus of de eers<strong>te</strong> helft van sep<strong>te</strong>mber 2002 heb ik iets<br />

gehoord over een issue met een 2 e side let<strong>te</strong>r betreffende ICA Ahold.<br />

Dat iets hield in dat er mogelijkerwijs iets was met een 2 e side let<strong>te</strong>r.<br />

Ik heb deze informatie toe geïn<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>erd als zijnde er is een control<br />

let<strong>te</strong>r en er is een 2 e brief die aangeeft dat Ahold niet onnodig<br />

misbruik zal maken van de doorslaggevende zeggenschap die zij had<br />

verwoord middels de 1 e brief. Het enige dat tot mij kwam is er iets<br />

met een 2 e side let<strong>te</strong>r, hoe dit tot mij kwam weet ik niet meer. De informatie<br />

kwam niet tot mij als een belangrijke kwestie. Dat is helemaal<br />

zo gebleven voor mij tot mijn herinnering maandag 21 oktober<br />

2002." 211<br />

344. De informatie die cliënt toen bereik<strong>te</strong> was dus kennelijk niet alarmerend<br />

voor hem geweest. Hij was er niet van op de hoog<strong>te</strong> dat de accountant de<br />

2 e side let<strong>te</strong>r niet had ontvangen en plaats<strong>te</strong> daarom hetgeen hij hoorde in<br />

de con<strong>te</strong>xt van gehannes over het misbruikaspect in de moeizame relatie<br />

tussen Hagen en de Zweden en tussen Hagen en Andreae. Bij deze stand<br />

van zaken had cliënt geen reden in <strong>te</strong> grijpen.<br />

345. Vervolgens kreeg Smit op 19 sep<strong>te</strong>mber ook een signaal dat er met betrekking<br />

tot ICA iets aan de hand zou zijn, en met name dat er een 2 e side let<strong>te</strong>r<br />

zou zijn. Hij hoorde dat van Andreae in het kader van een bespreking<br />

over een onderzoek naar de handel en wandel van Hagen naar aanleiding<br />

van moeilijkheden met hem. Hij ver<strong>te</strong>lt dat waarschijnlijk omstreeks 9 oktober<br />

aan Anbeek, de CFO van ICA. Hij ver<strong>te</strong>lt het ook aan Van Tielraden ergens<br />

in de periode 19 sep<strong>te</strong>mber – 7 oktober. 212<br />

346. Op 7 oktober vindt een gesprek plaats tussen Smit en cliënt. Cliënt herinnert<br />

de con<strong>te</strong>xt van dat gesprek als een voorgesprek voor zijn ontmoeting<br />

met Hagen in verband met de zo-even genoemde moeilijkheden. Als Smit<br />

de kwestie van de side let<strong>te</strong>rs aansnijdt, plaatst cliënt dat in de con<strong>te</strong>xt die<br />

hij al van Meurs kende. Smit daaren<strong>te</strong>gen denkt dat de ongeïn<strong>te</strong>resseerd-<br />

210 V3/24.<br />

211 V2/7.<br />

212 RC-verklaring Smit van 18 november en 8 december 2002.<br />

84


heid van cliënt voortvloeit uit de opvatting dat consolidatie niets uitmaakt.<br />

Smit herinnert zich het gesprek als volgt voor zover het over de side let<strong>te</strong>rs<br />

gaat:<br />

"[..] Van der Hoeven gaf aan dat hij geen eindeloze discussie met de<br />

ex<strong>te</strong>rne accountant wilde over een onderwerp dat ui<strong>te</strong>indelijk in zijn<br />

visie over een non-issue ging. Immers deconsolidatie zou qua bottom<br />

line niets veranderen: de winst en de earnings per share blijven<br />

hetzelfde. Dat waren grootheden waarop wij stuurden." 213<br />

347. Ach<strong>te</strong>raf kunnen we vasts<strong>te</strong>len dat dit de eers<strong>te</strong> keer was dat cliënt iets<br />

meer vernam over perikelen met side let<strong>te</strong>rs bij ICA, maar kennelijk is niet<br />

tot hem doorgedrongen dat het om meer ging dan hij al eerder van Meurs<br />

had gehoord. Voor hem was het een herhaling van zet<strong>te</strong>n en hij zag kennelijk<br />

het belang er niet van in. Bij analyse van de verklaringen ontstaat de indruk<br />

dat hier percepties een gro<strong>te</strong> rol hebben gespeeld. Voor Smit was de<br />

perceptie dat cliënt het wist en voor cliënt was dat juist niet het geval. Ach<strong>te</strong>raf<br />

is dit misverstand <strong>te</strong> betreuren, maar het heeft slecht tot een oponthoud<br />

van twee weken geleid.<br />

348. In dit verband kan ook nog gewezen worden op de verklaring van cliënt:<br />

"Hij heeft mij in wat algemene bewoordingen over side let<strong>te</strong>rs aangesproken.<br />

Kennelijk denkend dat ik het gehele verhaal al kende. Ik<br />

zag daarin geen aanleiding actie <strong>te</strong> ondernemen. Omdat Smit mij 1.<br />

niet ver<strong>te</strong>lde dat er een side let<strong>te</strong>r was die de eers<strong>te</strong> weersprak en 2.<br />

zei Smit niet dat de 2 e side let<strong>te</strong>r niet aan de accountant was verstrekt.<br />

Plus ik had geen enkele aanleiding om <strong>te</strong> denken dat er iets<br />

vreemds aan de hand was."<br />

en<br />

"Smit heeft toen niet <strong>te</strong>gen mij gezegd dat hij vond dat de accountant<br />

ingelicht moest worden, dat is pas veel la<strong>te</strong>r gebeurd." 214<br />

349. Zoals eerder aangegeven liep het overleg met de deelnemingspartners in<br />

eers<strong>te</strong> instantie over de LO, als gelijken. Cliënt stond er boven en gaf leiding<br />

al dan niet bij wege van een "Salomon’s oordeel ". In deze hoedanigheid<br />

werd cliënt <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> van Hagen geactiveerd. Cliënt zegt daarover:<br />

213 RC-verklaring Smit van 18 november en 7 december 2005.<br />

214 V2/7.<br />

85


"De relatie met Hagen verslech<strong>te</strong>rde en kwam op een gegeven moment<br />

op een soort moeilijk punt, toe Ahold uitleg moest geven over<br />

de put optie. […] Dat was aanleiding voor mij Hagen uit <strong>te</strong> nodigen<br />

om de problemen <strong>te</strong> bespreken. En in de voorbereiding van deze bespreking<br />

werden de side let<strong>te</strong>rs weer een keer genoemd. Mijn in<strong>te</strong>rpretatie<br />

was toen dat de eers<strong>te</strong> brief ongeveer luidde zoals die bleek<br />

la<strong>te</strong>r <strong>te</strong> luiden. Maar dat de tweede brief iets in de zin van dat Ahold<br />

niet onnodig gebruik zal maken van de zeggenschap die haar in de<br />

eers<strong>te</strong> brief is toebedacht. Dus op dat moment zag ik nog s<strong>te</strong>eds niet<br />

echt een probleem, want ik wist toen nog niet dat de accountant de<br />

tweede brief niet gezien had en ik wist ook niet hoe de tweede brief<br />

luidde." 215<br />

350. Het staat vast dat de meeting met Hagen op vrijdag 18 oktober was. Het is<br />

daarom aannemelijk dat de voorbespreking waarover cliënt spreekt, de bespreking<br />

met Smit moet zijn geweest, welke bespreking op 9 oktober had<br />

plaatsgevonden.<br />

351. Hoe het ook zij, de bespreking met Hagen op 18 oktober verliep goed. Tijdens<br />

die bespreking kwam de kwestie met de side let<strong>te</strong>rs, op zich, aan de<br />

orde, maar dan alleen in de con<strong>te</strong>xt van de stroeve verhouding tussen<br />

Andreae en Hagen. De brieven werden niet aan Van der Hoeven getoond,<br />

noch inhoudelijk besproken. Hagen zegt over de side let<strong>te</strong>rs het volgende:<br />

"[..] herinner me weer dat ook de side let<strong>te</strong>rs toen aan de orde zijn<br />

geweest." [Hij ver<strong>te</strong>lt vervolgens over al dan niet vermeende hetzes<br />

van Andreae en vervolgt:] "In die periode heb ik ook [de] archieven<br />

doorgespit. Mijn oog viel toen weer op de side let<strong>te</strong>rs.In het gesprek<br />

op 18.10.02 heb ik aan Van der Hoeven gevraagd of de side let<strong>te</strong>rs<br />

een aanleiding hiervan vormden. [..] Ik vroeg Van der Hoeven tijdens<br />

dit gesprek of de side let<strong>te</strong>rs een van de redenen vormden<br />

waarom men van ons af wilde. Van der Hoeven zei dat hij wilde dat<br />

wij verder gingen als actieve aandeelhouders [enz]. U vraagt mij of<br />

Van der Hoeven op dat moment al wist van de side let<strong>te</strong>rs? Dat vind<br />

ik moeilijk <strong>te</strong> beoordelen. Hij toonde zich wel een beetje verbaasd. U<br />

vraagt mij waaruit ik dat afleidde? Dat weet ik niet meer. Toen ik dat<br />

gesprek voerde met Van der Hoeven had ik de side let<strong>te</strong>rs niet bij<br />

mij. Ik weet niet meer wat Van der Hoeven concreet antwoordde op<br />

mijn vraag omtrent de side let<strong>te</strong>rs. Er is toe niet zoveel over gepraat.<br />

Het was slechts een van de onderdelen van het gesprek." […] Het<br />

was een prettig gesprek en de verstandhouding werd be<strong>te</strong>r." 216<br />

215 V2/2.<br />

216 RC-verklaring Hagen van 27 juli 2005.<br />

86


352. Cliënt sprak op maandag 21 oktober, weer met Smit en ditmaal was ook<br />

Van Tielraden er bij. Cliënt had hen de daaraan voorafgaande vrijdag al geinformeerd<br />

dat het gesprek met Hagen prettig was verlopen en dat de kou<br />

de lucht uit was. Smit en Van Tielraden komen daar na het weekend - op<br />

maandag 21 oktober dus - op <strong>te</strong>rug en zeggen dat de kwestie met betrekking<br />

tot de side let<strong>te</strong>rs ernstig is en dringen aan op actie. Cliënt zegt erover:<br />

"Smit en Van Tielraden [zijn] bij mij geweest en hebben <strong>te</strong>gen mij<br />

gezegd het probleem van de side let<strong>te</strong>rs is veel gro<strong>te</strong>r dan je denkt<br />

en dat moet gerappor<strong>te</strong>erd worden aan de Audit Commit<strong>te</strong>e. Mijn<br />

reactie daarop was dat ik daar woensdag op <strong>te</strong>rug zou komen omdat<br />

ik dinsdag weg zou zijn. Smit en Van Tielraden gebruik<strong>te</strong> woorden<br />

dat wellicht de accountant niet goed was ingelicht." 217<br />

353. Smit zegt nadrukkelijk dat hij in het gesprek niet heeft gezegd dat hij verontrust<br />

was:<br />

"Wij gingen naar Van der Hoeven nadat wij ruggespraak hadden gehad<br />

met Whi<strong>te</strong> & Case, onze Amerikaanse adviseur. Whi<strong>te</strong> & Case<br />

deelde ons mee dat het er niet zozeer om ging dat de ex<strong>te</strong>rne accountant<br />

op de hoog<strong>te</strong> zou worden ges<strong>te</strong>ld, maar dat het Audit<br />

Commit<strong>te</strong>e zou worden geïnformeerd.Van Tielraden en ik hebben op<br />

basis daarvan beslo<strong>te</strong>n dat de informatie absoluut met de Audit<br />

Commit<strong>te</strong>e moest worden gedeeld. Dat hebben we vervolgens met<br />

Van der Hoeven besproken." 218<br />

354. Van Tielraden denkt (maar weet niet zeker) dat cliënt bij het gesprek al wist<br />

van de side let<strong>te</strong>rs. Of deze herinnering juist is kan niet meer worden beoordeeld.<br />

Mogelijk doelt hij op een <strong>te</strong>rugvlucht uit New York samen met client<br />

en zou de kwestie dan in algemene of vage <strong>te</strong>rmen aan de orde geweest<br />

kunnen zijn. Hoe het ook zij, zijn herinnering van het gesprek op 21<br />

oktober strookt 219 met de weergave daarvan door cliënt.<br />

355. Op dinsdag 22 oktober is cliënt in het bui<strong>te</strong>nland en voor de volgende dag,<br />

woensdag 23 oktober, heeft hij – inmiddels wel gealarmeerd - een bijeenkomst<br />

belegd met Meurs, Andreae, Van Tielraden en Smit <strong>te</strong>r bespreking<br />

van hetgeen hij inmiddels heeft gehoord. Bij die gelegenheid ver<strong>te</strong>lt Meurs<br />

dat er naast de control let<strong>te</strong>r een 2 e side let<strong>te</strong>r is en legt uit hoe deze zich<br />

tot elkaar verhouden. Hij ver<strong>te</strong>lt dat de accountants niet van de 2 e side let-<br />

217 V2/2.<br />

218 RC-verklaring Smit van 18 november en 7 december 2002.<br />

219 G16/6.<br />

87


<strong>te</strong>r op de hoog<strong>te</strong> zijn. Dit is de eers<strong>te</strong> keer dat cliënt hoort hoe een en ander<br />

precies zit.<br />

356. Cliënt beslist onmiddellijk De Rui<strong>te</strong>r, de voorzit<strong>te</strong>r van de RvC en de AC in <strong>te</strong><br />

lich<strong>te</strong>n en geeft Meurs opdracht D&T in <strong>te</strong> lich<strong>te</strong>n. Meurs had de desbetreffende<br />

brieven (de control let<strong>te</strong>r en de 2e side let<strong>te</strong>r) niet bij zich. Inmiddels<br />

is cliënt volledig doordrongen van de ernst van de situatie.<br />

357. De accountants van D&T zijn niet "blij" als ze op 25 oktober door Meurs en<br />

Verhelst worden geïnformeerd. De aanvankelijke warrige aan<strong>te</strong>keningen die<br />

Van den Dries maakt van hetgeen hij ach<strong>te</strong>reenvolgens vernam bieden een<br />

misleidend beeld dat gelukkig bij de RC-verhoren is rechtgezet. De kern ervan<br />

is dat ook Van de Dries en Dassen begrijpen dat cliënt eerst op 23 oktober<br />

zodanig is geïnformeerd dat hij weet wat er aan de hand is. Van der<br />

Veg<strong>te</strong> blijkt ui<strong>te</strong>indelijk dienaangaande niet over enige eigen we<strong>te</strong>nschap <strong>te</strong><br />

bezit<strong>te</strong>n. 220<br />

358. Van de Dries realiseert zich dat zijn aan<strong>te</strong>keningen waarschijnlijk niet nauwkeurig<br />

waren, want nadat hem naar aanleiding van de aan Meurs toegeschreven<br />

opmerking: "C. vanaf begin op de hoog<strong>te</strong>, zonder details " wordt<br />

voorgehouden: 'Kan het niet zijn dat waar Meurs u op 25 oktober informeert<br />

over de 2 e side let<strong>te</strong>r ICA dat zijn mededeling dat Van der Hoeven op<br />

de hoog<strong>te</strong> is, slaat op hetgeen hij net daardoor aan Van der Hoeven had<br />

meegedeeld?' antwoordt Van de Dries daarop:<br />

"Ik weet het niet. Waarschijnlijk is mijn vraag aan Meurs geweest:<br />

"wist Cees hiervan?" Toen is blijkbaar dit antwoord gekomen. Ik herinner<br />

mij dit ech<strong>te</strong>r niet meer. Uw in<strong>te</strong>rpretatie zou juist kunnen zijn.<br />

Ik weet niet mee of ik gevraagd heb of Van der Hoeven al vanaf het<br />

ontstaan van de 2 e side let<strong>te</strong>r daarvan op de hoog<strong>te</strong> was." 221<br />

359. Dassen zegt desgevraagd naar aanleiding van de zo-even geci<strong>te</strong>erde aan<strong>te</strong>kening<br />

van zijn collega::<br />

"Ik ben overigens niet bij de gesprekken geweest. [..] Wel heb ik<br />

een andere indruk overgehouden aan het gesprek dat Van den Dries<br />

en ikzelf met Van der Hoeven hebben gehad, einde oktober 2002.<br />

[..] Daaraan heb ik de indruk overgehouden dat de heer Van der<br />

Hoeven dit wellicht anders bedoeld had. Hij zei in dat gesprek, toen<br />

220 RC-verklaring Van der Veg<strong>te</strong> van 11 februari, 18 februari en 14 juli 2005.<br />

221 RC-verklaring Van den Dries 22 en 23 augustus 2005.<br />

88


wij hem de vraag s<strong>te</strong>lden wat hij nu precies ervan wist, dat hij wist<br />

dat in mei 2000 de consolidatiekwestie rond ICA was opgelost naar<br />

<strong>te</strong>vredenheid van de accountants met gebruikmaking van een side<br />

let<strong>te</strong>r, maar daarmee bedoelde hij, zo begreep ik tijdens dit gesprek,<br />

de control let<strong>te</strong>r. Ik weet niet meer precies welke <strong>te</strong>rm hij gebruik<strong>te</strong>.<br />

Ik kreeg toen de indruk dat de heer Van der Hoeven er pas in het<br />

najaar van 2002 van op de hoog<strong>te</strong> kwam dat er naast de control let<strong>te</strong>r<br />

ook een side let<strong>te</strong>r was voor ICA en voorts dat hij inderdaad niet<br />

en detail, maar slechts in gro<strong>te</strong> lijnen op de hoog<strong>te</strong> was van de door<br />

hem gerefereerde oplossing van het consolidatievraagstuk rond<br />

ICA."<br />

en<br />

"Ik meen mij nu inderdaad <strong>te</strong> herinneren dat Van er Hoeven daarop<br />

een toespeling maak<strong>te</strong> toen hij mij zondag 23 februari om 12.00 uur<br />

belde. Ik kon daarnet zijn exac<strong>te</strong> woorden mij niet meer voor de<br />

geest halen. Ik meen dat hij toen inderdaad gerefereerd heeft aan<br />

het najaar van 2002 als het moment waarop hij we<strong>te</strong>nschap kreeg<br />

van de side let<strong>te</strong>rs." 222<br />

360. In het kader van de contac<strong>te</strong>n met de accountants naar aanleiding van de<br />

ICA side let<strong>te</strong>r affaire was cliënt zich niet bewust dat hij in oktober/november<br />

1999 een side let<strong>te</strong>r inzake Bompreço had mee ge<strong>te</strong>kend.<br />

Dat blijkt ook wel want op 30 oktober zegt cliënt aan de accountants dat bij<br />

zijn we<strong>te</strong>n geen andere side let<strong>te</strong>rs bestonden. De vergeetachtigheid van<br />

cliënt is mogelijk <strong>te</strong> verklaren door het feit dat Bompreço geen onderwerp<br />

van discussie meer was, omdat Ahold deze doch<strong>te</strong>rmaatschappij, zoals ik<br />

hiervoor al zei, al voor 100% had verworven.<br />

361. D&T wilde op 31 oktober een nader onderzoek en omdat Meurs op dat<br />

moment al opzij was geschoven, leidde het verzoek van de accountants direct<br />

tot een onderzoeksopdracht van cliënt aan Smit 223 om na <strong>te</strong> gaan of er<br />

nog andere 2e side let<strong>te</strong>rs waren geweest. Cliënt gaf, na overleg met Van<br />

Tielraden, me<strong>te</strong>en op 31 oktober de opdracht aan Smit. Op dat moment<br />

wist cliënt niet meer dan dat er de kwestie ICA was. De suggestie van het<br />

OM dat cliënt <strong>te</strong>gen be<strong>te</strong>r we<strong>te</strong>n in de opdracht had gegeven klopt dus van<br />

geen kan<strong>te</strong>n.<br />

362. De kennis omtrent de andere 2 e side let<strong>te</strong>rs kreeg cliënt pas op za<strong>te</strong>rdag 16<br />

november toen hij thuis werd gebeld door Meurs, die meedeelde dat er ook<br />

222 RC-verklaring Dassen van 8 februari, 29 augustus en 1 sep<strong>te</strong>mber 2005.<br />

223 Zie ook het requisitoir pagina 106, derde alinea.<br />

89


2 e side let<strong>te</strong>rs bestonden met betrekking Bompreço, Paiz en Disco. Cliënt<br />

ontplof<strong>te</strong> van woede en gooide de hoorn op de haak. Meurs zegt met een<br />

understa<strong>te</strong>ment: "Hij gaf geen blijk van blijdschap." 224<br />

363. Een half uur la<strong>te</strong>r belde cliënt Meurs <strong>te</strong>rug een zei dat hij vond dat de 2 e<br />

side let<strong>te</strong>rs inzake Bompreço, Disco en Paiz niet bekend moe<strong>te</strong>n worden<br />

gemaakt. Zijn overwegingen waren, zoals we we<strong>te</strong>n dat om <strong>te</strong> beginnen<br />

(afgezien van zijn beroerde privé omstandigheden die dag) de omstandigheden<br />

van Ahold op dat moment zeer slecht waren, want naast de ICA affaire<br />

zou er op 19 november een 2 e winstwaarschuwing worden uitgegeven.<br />

364. Daarnaast was Ahold, zoals gezegd, inmiddels 100% eigenaresse was van<br />

Bompreço, en ook 100% eigenaresse was van Disco. De deelneming van<br />

Ahold in Paiz was inmiddels veranderd met als gevolg dat Paiz al niet werd<br />

geconsolideerd. Ten aanzien van ICA ging Ahold er nog s<strong>te</strong>eds van uit dat<br />

de consolidatie gewaarborgd zou blijven, hetgeen – ach<strong>te</strong>raf bezien - ook<br />

blijkt uit de 3 e side let<strong>te</strong>r, die ui<strong>te</strong>indelijk tot voortdurende consolidatie zou<br />

hebben geleid.<br />

365. Bovendien, en dat is misschien nog wel belangrijker, een historisch resta<strong>te</strong>ment<br />

uitslui<strong>te</strong>nd onder US GAAP van Bompreço, Disco en Paiz in het licht<br />

van de huidige consolidatie c.q. deconsolidatie zou het vereis<strong>te</strong> van inzicht<br />

volledig ontkrach<strong>te</strong>n. Bovendien hoe zou dat er uit moe<strong>te</strong>n zien, als Dutch<br />

GAAP gehandhaafd zou blijven, want in geval van resta<strong>te</strong>ment moet bedacht<br />

worden dat Dutch GAAP 1 jaar <strong>te</strong>rug gaat in de jaarrekening en US<br />

GAAP 2 jaar <strong>te</strong>rug.<br />

366. Bompreço zou dan geconsolideerd opgenomen moe<strong>te</strong>n worden voor de<br />

jaren 1996, 1997, 1998 en vervolgens gedeconsolideerd in 1999, om daarna<br />

weer <strong>te</strong> worden geconsolideerd. In 2002 merkt men daar niets van, immers<br />

1999 is meer dan 2 jaar <strong>te</strong>rug.<br />

367. Disco zou dan geconsolideerd opgenomen moe<strong>te</strong>n worden in 1998, 1999,<br />

om vervolgens gedeconsolideerd <strong>te</strong> worden in 2000 om weer geconsolideerd<br />

<strong>te</strong> worden in 2001. Dit komt in 2002 alleen in de verkor<strong>te</strong> US Gaap<br />

verslaglegging tot uitdrukking voor wat betreft de gedeconsolideerde toestand<br />

in 2000.<br />

224 V3/17 en V2/7.<br />

90


368. Paiz zou dan geconsolideerd op genomen worden in 1999 en vervolgens<br />

vanaf 2000 gedeconsolideerd.<br />

369. Maar het wordt erger. Op het moment van het <strong>te</strong>lefoontje was er nog geen<br />

aanleiding om <strong>te</strong> denken dat D&T met consolidatie van Bompreço, Disco of<br />

Paiz onder Dutch Gaap niet akkoord zou gaan. Met andere woorden zo-even<br />

beschreven resta<strong>te</strong>ment zou alleen voor de verkor<strong>te</strong> cijferops<strong>te</strong>lling in de<br />

form 20-F voor US Gaap gelden. Bovendien geldt er nog zoiets als vergelijkbaarheid<br />

van de cijfers en dus zou er ook nog een pro forma moe<strong>te</strong>n komen<br />

met Bompreço en Disco in geconsolideerde toestand en Paiz gedeconsolideerd.<br />

370. Ik neem aan dat het de rechtbank duidelijk is, gelijk cliënt toen besef<strong>te</strong>, dat<br />

van het vereis<strong>te</strong> van inzicht niets <strong>te</strong>recht zou komen. Cliënt meende daarom<br />

dat een resta<strong>te</strong>ment strijdig met de gedach<strong>te</strong> ach<strong>te</strong>r consolidatie zou zijn en<br />

oordeelde dat het zinloos zou zijn bekend <strong>te</strong> maken dat er in het verleden<br />

voor Bompreço, Disco en Paiz ook 2 e side let<strong>te</strong>rs hadden bestaan.<br />

371. Over dit oordeel kan men discussiëren, ofschoon ik niet denk dat het OM<br />

deze consequenties overzag toen het bij requisitoir de beslissing van cliënt<br />

volstrekt misplaatst (en misschien moet ik wel zeggen: weinig in<strong>te</strong>ger) in<br />

een malafide con<strong>te</strong>xt becommentarieerde. Een ding is duidelijk met persoonlijk<br />

belang, zoals het OM suggereert 225 , had dit alles niets <strong>te</strong> maken.<br />

372. Op 17 november spreken Meurs en cliënt elkaar weer <strong>te</strong>lefonisch en ver<strong>te</strong>lt<br />

cliënt Meurs dat het be<strong>te</strong>r is het nieuws niet bekend <strong>te</strong> maken en legt ook<br />

uit waarom hij dat vindt 226 .<br />

373. Vervolgens spreekt Meurs, zoals gezegd, op 30 november cliënt weer en<br />

herinnert hem aan de drie jaar geleden mee ge<strong>te</strong>kende 2 e side let<strong>te</strong>r Bompreço.<br />

227 Cliënt is verbijs<strong>te</strong>rd. Voor hetgeen ik hiervoor uit een heb gezet,<br />

maak<strong>te</strong> dit nieuws niets uit.<br />

225<br />

Requisitoir p. 138.<br />

226 e<br />

Het is niet waar dat cliënt ooit van plan zou zijn geweest (requisitoir p. 128) de 2 side let<strong>te</strong>rs<br />

inzake Bompreço, Disco en Paiz <strong>te</strong> vernietigen.<br />

227<br />

V2/6.<br />

91


374. In het najaar ontstaat bij cliënt de overtuiging dat ui<strong>te</strong>indelijk de conclusie<br />

moest worden getrokken dat JMR niet geconsolideerd zou moe<strong>te</strong>n worden.<br />

Dit hing ook samen met de veranderende opvattingen bij D&T. Maar dat<br />

geldt niet voor het verleden.<br />

Gebeur<strong>te</strong>nissen in het jaar 2003<br />

375. Smit heeft zijn opdracht, mede in verband met het onderzoek van Eisma en<br />

Van Dijk niet uitgevoerd en maak<strong>te</strong> pas in januari 2003 daarmee een aanvang.<br />

Op dat moment waren de ontwikkelingen bij Ahold al in stroomversnelling<br />

geraakt en was cliënt op meerdere fron<strong>te</strong>n <strong>te</strong>gelijkertijd allerlei<br />

brandjes aan het blussen. Hij dacht niet meer aan de destijds gegeven opdracht<br />

aan Smit. Hoe dan ook dat onderzoek is nooit van de grond gekomen,<br />

niet in het minst omdat de reden daartoe verviel toen het bestaan van<br />

de 2 e side let<strong>te</strong>rs Disco, Pais en Bompreço bekend werd.<br />

376. Sinds de ontdekking in oktober 2002 van de 2 e side let<strong>te</strong>r ICA is er gewerkt<br />

aan een oplossing voor het continueren van de consolidatie van ICA en zijn<br />

er besprekingen gevoerd en concep<strong>te</strong>n en eindproduc<strong>te</strong>n geproduceerd om<br />

tot een voor D&T bevredigende control let<strong>te</strong>r <strong>te</strong> komen. Telkens weer bleek<br />

dat het resultaat niet tot <strong>te</strong>vredenheid van de accountants was. Bij een en<br />

ander waren zeer velen betrokken, <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n de voltallige RvC, zeven partners<br />

van D&T, twee partners van De Brauw Blackstone Westbroek, een<br />

partner van Freshfields, partners van Whi<strong>te</strong> & Case, vijf senior vicepresidents<br />

van Ahold, de voltallige RvB, Zweedse en Noorse advoca<strong>te</strong>n, een<br />

Zweedse accountant, Prof. Klaassen, accountants van KPMG en acht mensen<br />

van het mangement van ICA Ahold. 228<br />

377. Als resultaat van dit in<strong>te</strong>nse overleg werd de nieuwe control let<strong>te</strong>r ICA, na<br />

een behoorlijk aantal eerdere, ge<strong>te</strong>kende en weer <strong>te</strong>ruggetrokken, exemplaren,<br />

de brief geda<strong>te</strong>erd 21 februari geproduceerd. Telkens weer bleek dat<br />

de brieven niet het beoogde doel bereik<strong>te</strong>n, namelijk ins<strong>te</strong>mming van de<br />

s<strong>te</strong>eds lastiger wordende accountants van D&T. Het patroon was voor alle<br />

betrokkenen, inclusief D&T, volmaakt duidelijk: als een <strong>te</strong>kst niet voor D&T<br />

zou werken, zou de brief vervallen.<br />

228 V2/7.<br />

92


378. Het gehele proces heeft zich in alle openheid voltrokken en D&T was volledig<br />

op de hoog<strong>te</strong>. Ui<strong>te</strong>indelijk kon ook deze brief geen genade vinden in de<br />

ogen van de accountants en werd de brief nadat cliënt ontslag had genomen,<br />

net zoals met de eerdere brieven was gebeurd door het management,<br />

na het ontslag van cliënt, weer ingetrokken. Overigens <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> meent<br />

cliënt, want het beoogde doel werd wel bereikt: accountants waren er mee<br />

eens, maar die ins<strong>te</strong>mming veranderde na het bekend worden van de andere<br />

2 e side let<strong>te</strong>rs.<br />

379. Dat hing samen met het volgende. Op 19 februari was het besluit gevallen<br />

de directie van Disco <strong>te</strong> ontslaan, waarna er op donderdag 20 en vrijdag 21<br />

februari besprekingen plaatsvonden tussen Ahold en de ontslagen Argentijnen.<br />

Bij die gelegenheid ver<strong>te</strong>lde Or<strong>te</strong>u dat er in het verleden bij Disco<br />

sprake was geweest van een 2 e side let<strong>te</strong>r. 229<br />

380. Dit was voor cliënt aanleiding om op za<strong>te</strong>rdag 22 februari zijn op 16 november<br />

2002 opgedane kennis omtrent de andere 2 e side let<strong>te</strong>rs Paiz en<br />

Bompreço bekend <strong>te</strong> maken. De volgende dag neemt hij ontslag.<br />

229 V16/5.<br />

93


Consolidatie en we<strong>te</strong>nschap<br />

381. Alvorens de aan cliënt <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde fei<strong>te</strong>n <strong>te</strong> behandelen, worden nog<br />

twee algemene onderwerpen besproken. Eerst de consolidatie zoals die in<br />

de respectieve <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>leggingen is opgenomen en de cri<strong>te</strong>ria voor fei<strong>te</strong>lijk<br />

leiding geven, nu het OM meent dat cliënt aan alle fei<strong>te</strong>n fei<strong>te</strong>lijk leiding zou<br />

hebben gegeven.<br />

Consolidatie naar Nederlands recht<br />

Inleiding<br />

382. Een aantal <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde fei<strong>te</strong>n s<strong>te</strong>lt de vraag naar de volledige consolidatie<br />

van een aantal joint ventures van Ahold naar Nederlandse maatstaven<br />

aan de orde. Het betreft in het bijzonder de fei<strong>te</strong>n <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegd onder de<br />

nummers 3,4, 5 en 7. De consolidatiekwestie is, zo schrijft de Fiod <strong>te</strong>recht<br />

in haar aanvangsproces-verbaal, het hart van de zaak.<br />

383. De verdediging heeft er dan ook voor gekozen deze kwestie, zowel naar<br />

Nederlands als naar Amerikaans recht thematisch <strong>te</strong> behandelen zodat bij<br />

de behandeling van de fei<strong>te</strong>n volstaan kan worden met een kor<strong>te</strong> verwijzing<br />

naar dit onderdeel en een enkele specifieke op het feit toegesneden opmerking.<br />

Hieronder zal ik de navolgende opbouw volgen. Eerst zal ik ingaan op<br />

het toetsingskader, het toepasselijk recht om <strong>te</strong> vervolgen met een bespreking<br />

van het voorhanden fei<strong>te</strong>nma<strong>te</strong>riaal en afronden met een conclusie.<br />

Nederlandse consolidatievoorschrif<strong>te</strong>n<br />

384. Ik open met de consta<strong>te</strong>ring dat de Nederlandse voorschrif<strong>te</strong>n waaraan de<br />

volledige consolidatie van de betreffende joint ventures getoetst moet worden<br />

duidelijk en helder uit de verf gekomen zijn. Dit lijkt een open deur<br />

maar ik maak dit sta<strong>te</strong>ment toch omdat het, zoals uw rechtbank al opmerk<strong>te</strong>,<br />

complexe ma<strong>te</strong>rie betreft en mijn oordeel <strong>te</strong>n aanzien van de Amerikaanse<br />

voorschrif<strong>te</strong>n andersluidend is.<br />

385. Het Burgerlijk Wetboek geeft de normen waaraan ui<strong>te</strong>indelijk voldaan moet<br />

worden. Indien een onderneming, waarin men participeert aangemerkt kan<br />

worden als een groepsmaatschappij dienen haar resulta<strong>te</strong>n volledig geconsolideerd<br />

<strong>te</strong> worden opgenomen in de jaarrekening van "moeder".<br />

94


386. Onderliggende regelgeving, waaronder de richtlijnen van de Raad voor de<br />

Jaarverslaggeving en de door Ahold ex<strong>te</strong>rn gehan<strong>te</strong>erde standaard Dutch<br />

GAAP, geven guidance wanneer sprake is van zo’n verhouding. Kort weergegeven<br />

komt het er op neer dat sprake is van een groepsmaatschappij<br />

wanneer moeder de facto overwegende zeggenschap heeft over doch<strong>te</strong>r.<br />

387. Voor de bepaling van het antwoord op de vraag of er fei<strong>te</strong>lijk overwegende<br />

zeggenschap is dient een aantal fei<strong>te</strong>n en omstandigheden in de beoordeling<br />

<strong>te</strong> worden betrokken.<br />

388. Gewicht komt daarbij toe aan:<br />

o de contractuele verhouding tussen partijen;<br />

o de financieringsverhouding;<br />

o wie loopt het risico en wie draait aan de knop van de geldkraan;<br />

o middelen management, waaronder ECT en logistiek;<br />

o processen, waaronder accountancy standaard en logistiek;<br />

o visie en beleidsbepaling waaronder concept en winkelformule;<br />

o primaat van inves<strong>te</strong>ringsbeslissingen.<br />

389. De weging van deze factoren moet dan leiden tot beantwoording van de<br />

vraag wie fei<strong>te</strong>lijk in de gelegenheid is beleidsbepalend <strong>te</strong> zijn.<br />

390. In<strong>te</strong>grale consolidatie is niet vrijblijvend; bij overwegende zeggenschap is<br />

moeder gehouden de resulta<strong>te</strong>n van doch<strong>te</strong>r volledig in haar jaarrekening <strong>te</strong><br />

verwerken. In<strong>te</strong>grale consolidatie geniet daarbij zelfs de voorkeur, omdat<br />

het het mees<strong>te</strong> inzicht biedt in het reilen en zeilen van de gehele onderneming<br />

en <strong>te</strong>vens een zekere waarborg biedt <strong>te</strong>gen versluierende cijfers die<br />

zijn beïnvloed door geknoei met in<strong>te</strong>rcompany resulta<strong>te</strong>n.<br />

391. Gro<strong>te</strong> dogmatische verschillen tussen de diverse deskundigen ben ik niet<br />

<strong>te</strong>gengekomen. De accen<strong>te</strong>n worden <strong>te</strong>lkens wat anders gelegd. Voor de<br />

één legt de financial control wat meer gewicht in de schaal; de ander is<br />

s<strong>te</strong>llig in zijn uitspraak dat operational control veel belangrijker is. Een derde<br />

kijkt wat meer naar de contractuele s<strong>te</strong>mverhouding. Het is klaarblijkelijk<br />

een kwestie van appreciatie en voorkeur.<br />

95


392. Mins<strong>te</strong>ns zo belangrijk is dat de uitgangspun<strong>te</strong>n van de <strong>te</strong>chnici (Bouma en<br />

Bos) die zich bij Ahold bezig hielden met de ma<strong>te</strong>rie en de visie van de ex<strong>te</strong>rn<br />

accountants in lijn lijkt met wat de deskundigen hierover rappor<strong>te</strong>ren.<br />

Ik verwijs hier kortheidshalve naar de aan<strong>te</strong>keningen van Bouma en Bos die<br />

al aangehaald werden.<br />

Consolidatie joint ventures:<br />

De fei<strong>te</strong>n:<br />

393. Waar ik tot het oordeel kom dat het recht helder en duidelijk gestal<strong>te</strong> heeft<br />

gekregen in deze strafzaak, kom ik tot een andersluidend oordeel over de<br />

fei<strong>te</strong>n die uw rechtbank dient vast <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen om ze <strong>te</strong> kunnen toetsen aan<br />

het recht. Het dossier vertoont gro<strong>te</strong> hia<strong>te</strong>n waarop ik hieronder zal ingaan.<br />

De navolgende stukken zijn zonder meer van belang voor de vasts<strong>te</strong>lling<br />

van de fei<strong>te</strong>n en omstandigheden die ik hierboven beschreef en die uw<br />

rechtbank in staat zouden moe<strong>te</strong>n s<strong>te</strong>llen de cruciale beweging rond de<br />

"zeggenschap" <strong>te</strong> maken. Hieronder op een opsomming van ma<strong>te</strong>riaal dat<br />

zijn weg naar het procesdossier niet heeft gevonden:<br />

o De consolidatiesets - het dossier behelzende het fei<strong>te</strong>nma<strong>te</strong>riaal dat<br />

werd afge<strong>te</strong>kend door de (lokale) accountant en op basis waarvan<br />

eers<strong>te</strong> consolidatie plaatsvond. Vgl. op dit punt de door Dassen afgelegde<br />

verklaring bij de RC, pagina 4 en pagina 6.<br />

o De controleverslagen en audit reports van zowel de in<strong>te</strong>rne als de ex<strong>te</strong>rne<br />

accountants. Toelichting: al diegenen die verbonden waren aan<br />

D&T en deel uitmaak<strong>te</strong>n van het Ahold-<strong>te</strong>am verklaren dat zij, conform<br />

de engagement let<strong>te</strong>r, controlewerkzaamheden verricht<strong>te</strong>n en<br />

audits hielden in binnen- en bui<strong>te</strong>nland. Op basis van deze audits kwamen<br />

zij tot het oordeel dat Ahold de facto in control was. De verslagen<br />

bevinden zich niet in het dossier. Voorts blijkt zowel uit de verklaring<br />

van Smit, als uit de verklaringen van D&T, dat ook de IAD zelfstandig<br />

audits uitvoerde op de consolidatie en daarvoor de relevan<strong>te</strong> partners<br />

in het bui<strong>te</strong>nland bezocht. Verslagen van deze audits trof ik evenmin<br />

aan.<br />

o Fact- of evidence files. Toelichting: een ieder, in<strong>te</strong>rn bij de consolidatie<br />

betrokken, verklaart dat Ahold fact files of evidence files aanlegde en<br />

onderhield waarin ma<strong>te</strong>riaal werd opgeborgen dat relevant was voor<br />

de beoordeling van de consolidatie. Ik verwijs naar de verklaringen<br />

96


van Bouma, Bos, Smit, S<strong>te</strong>rk en Verhelst. Ook de leden van de Raad<br />

van Bestuur geven aan dat dergelijke files bestonden. Deze verklaring<br />

wordt onders<strong>te</strong>und door de verklaring van de employees van D&T die<br />

bemoeienis hadden met het Ahold-dossier: Van den Dries, Wennink,<br />

Van der Veg<strong>te</strong>, Bakkes. Op aandringen van de verdediging zocht en<br />

vond het OM de compilatie van gegevens die mevrouw Bouma onderhield<br />

en die in de wandelgangen haar "whi<strong>te</strong> binder" heet<strong>te</strong>. De inhoud<br />

van de ordner is als bijlage D/626 ui<strong>te</strong>indelijk aan het procesdossier<br />

toegevoegd. In de ambtshandeling waarin deze voeging wordt<br />

beschreven, AH/101, wordt op pagina 3 beschreven dat deze wit<strong>te</strong><br />

ordner volgens Ahold een evidence file/fact file is. Ter zitting borduurde<br />

het OM voort op deze s<strong>te</strong>lling en hield Meurs bij ondervraging zelfs<br />

voor dat dit toch zonder twijfel en naar de mening van een ieder de<br />

ordner met de langgezoch<strong>te</strong> fact of evidence files is. Dat is evenwel<br />

veel minder zeker dan het OM aangaf.<br />

394. Eerst maar eens naar de bron, mevrouw Bouma. Zij verklaarde, <strong>te</strong>rzake<br />

gehoord bij de RC:<br />

97


395. In haar verklaring bij de SEC is ze beslist niet s<strong>te</strong>lliger op dit punt. Ik verwijs<br />

naar de pagina's 38 en 39 van dat verhoor.<br />

396. Ook haar direct leidinggevende, de heer Verhelst, is gehoord bij de RC. Ik<br />

was er bij en hij was s<strong>te</strong>llig. Hij moest zelfs lachen toen ik hem vroeg of de<br />

zogehe<strong>te</strong>n whi<strong>te</strong> binder van Bouma de fact of evidence files behelsde. De<br />

inhoud van zijn antwoorden <strong>te</strong>rzake neem ik hieronder op. Het betreft de<br />

vragen en de antwoorden, weergegeven op de laats<strong>te</strong> pagina (38) van zijn<br />

verhoor:<br />

397. En tot besluit is bijlage D/626 ook nog voorgehouden aan Van der Veg<strong>te</strong>, lid<br />

van het Ahold-<strong>te</strong>am en inhoudelijk betrokken. Ook zijn antwoord op de<br />

vraag of dit nu de evidence files of fact files zijn die hij eerder had gezien is<br />

meer dan aarzelend. Ik geef zijn antwoord, dat zich bevindt op pagina 92<br />

van het proces-verbaal van zijn verhoor hieronder weer.<br />

98


398. Gezien de inhoud van de verklaringen van Bouma, Verhelst en Van der Veg<strong>te</strong><br />

is eerder onwaarschijnlijk dan waarschijnlijk dat de whi<strong>te</strong> binder de veelgenoemde<br />

evidence files behelst. Deze files waren immers aangelegd om op<br />

ieder van de hierboven genoemde pun<strong>te</strong>n documentatie <strong>te</strong> verschaffen <strong>te</strong>n<br />

aanzien van Ahold control. Bouma verklaart dat het ma<strong>te</strong>riaal dat zich in<br />

haar wit<strong>te</strong> ordner bevond, daar nu juist níet op gericht was. Verhelst is s<strong>te</strong>llig:<br />

"Nee, dat zijn zeker niet de evidence files". Van der Veg<strong>te</strong> heeft de originele<br />

evidence files indertijd in handen gehad en consta<strong>te</strong>ert dat daar diverse<br />

stukken bijza<strong>te</strong>n die hij thans niet aantreft in de hem getoonde bijlagen.<br />

Hij mist met name representations, minu<strong>te</strong>s (bedoeld zal zijn: van<br />

board meetings en andere besluitvormende organen) en in<strong>te</strong>rviews gehouden<br />

door Verhelst, S<strong>te</strong>rk en Van It<strong>te</strong>rsum. Ook dat ma<strong>te</strong>riaal waaraan Van<br />

der Veg<strong>te</strong> refereert ontbreekt derhalve.<br />

399. Dat be<strong>te</strong>kent dat uw rechtbank verstoken blijft van het vitale bronma<strong>te</strong>riaal<br />

om <strong>te</strong>n aanzien van alle relevan<strong>te</strong> factoren per joint venture en per jaar een<br />

zelfstandige weging <strong>te</strong> maken van Aholds besluit tot volledige consolidatie.<br />

De weegschaal van Vrouwe Justitia is leeg en een jurimetrische beoordeling<br />

is niet mogelijk.<br />

400. Op basis van welk ma<strong>te</strong>riaal wordt uw rechtbank de door het OM gepresen<strong>te</strong>erde<br />

vraag dan wel geacht deze beoordeling <strong>te</strong> maken? Op de keper beschouwd<br />

gaat het om verklaringen van derden, die <strong>te</strong>rugblikkend voor één<br />

of meer joint ventures op deelaspec<strong>te</strong>n verklaren hoe de situatie naar hun<br />

99


mening was. Soms onderbouwd met voorbeelden en documentatie - soms<br />

gewoon als opinie van hun beleving van de fei<strong>te</strong>lijke situatie indertijd.<br />

401. Het dossier is in wezen een soort van grabbelton met verklaringen als lo<strong>te</strong>n.<br />

Wie zijn hand in die ton s<strong>te</strong>ekt en een verklaring naar boven trekt komt tot<br />

de ontdekking dat er veel meer winnende lo<strong>te</strong>n in de bak zit<strong>te</strong>n dat nie<strong>te</strong>n.<br />

Vrijwel zonder uitzondering verklaart een ieder vanuit zíjn discipline en zíjn<br />

perspectief dat Ahold de <strong>te</strong>ugels voerde en de facto beslissende zeggenschap<br />

had - zonder evenwel sporen of zweep <strong>te</strong> gebruiken.<br />

402. En in dit laats<strong>te</strong> zit mogelijkerwijs het beslissend verschil van inzicht tussen<br />

Fiod en OM aan de ene kant en de gehele wereld aan de andere kant: Fiod<br />

en OM zijn er s<strong>te</strong>eds vanuit gegaan dat overwegende zeggenschap een autoritaire<br />

en dominan<strong>te</strong> stijl van leiding geven vergde, waarbij Ahold aantoonbaar<br />

zijn joint venture-partner <strong>te</strong>gen de muur zet<strong>te</strong>n en overrulede op<br />

basis van macht.<br />

403. De s<strong>te</strong>llingname van het OM verbaast. Naar ik meen worden toch ook de<br />

leiders van het OM geschoold in "coachend leiderschap", een stijl waarbij<br />

men de ondergeschik<strong>te</strong> zelf de oplossing laat ontdekken en als het ware<br />

met fluwelen hand brengt in de richting die de baas voor ogen heeft. En<br />

waarbij men het personeel zoveel als mogelijk juist de ruim<strong>te</strong> laat goede eigen<br />

ideeën gestal<strong>te</strong> <strong>te</strong> geven opdat dit spontaan het bes<strong>te</strong> van zichzelf<br />

geeft en optimaal bijdraagt aan de verwezenlijking van de resulta<strong>te</strong>n die het<br />

OM zich tot doel ges<strong>te</strong>ld heeft. Het ligt vast en is beschreven. Ik denk niet<br />

dat de <strong>te</strong>r zitting aanwezige officieren zullen gaan betogen dat hun leiders<br />

vanwege de door hen gehan<strong>te</strong>erde stijl niet langer in charge of in control<br />

zijn. Maar waarom dit dan wel betoogd als Ahold op macroniveau dezelfde<br />

stijl van leidinggeven han<strong>te</strong>ert <strong>te</strong>n aanzien van zijn partnerships?<br />

404. Prof. Van de Poel moet nagegeven worden dat hij in staat is de details <strong>te</strong><br />

overstijgen en de zaak vanuit een helikop<strong>te</strong>r view in perspectief <strong>te</strong> plaatsen.<br />

Zijn beschrijving valt vrijwel naadloos samen met hetgeen cliënt en andere<br />

leden van de Raad van Bestuur <strong>te</strong>rzake verklaard hebben. Ik verwijs naar<br />

zijn beschrijving in § 2.2 van zijn aanvullende hoofdstuk 9. Ahold hoefde<br />

zijn spierballen niet <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n zien om in charge <strong>te</strong> zijn. In<strong>te</strong>gendeel: gezien<br />

de verhoudingen was dat alleen maar contraproductief geweest. Door respect<br />

<strong>te</strong> tonen voor zijn joint venture partner en deze op natuurlijke wijze<br />

gidsend <strong>te</strong> voeren naar het doel dat Ahold voor ogen had was Ahold (en<br />

100


ook de partner) bui<strong>te</strong>ngewoon effectief. Prof. Van de Poel is ook de enige<br />

die de relatie tussen Ahold en deelnemingspartners in het gro<strong>te</strong>re perspectief<br />

weet <strong>te</strong> plaatsen: besef wel dat het om een multinationale onderneming<br />

gaat met oneindig veel meer financiële slagkracht en, in de mees<strong>te</strong> gevallen,<br />

een aanzienlijke voorsprong op het gebied van ICT, logistiek, processen<br />

en accountancy standards. Terecht vraagt hij ook aandacht voor het feit dat<br />

het ui<strong>te</strong>indelijk Aholds stra<strong>te</strong>gie was in zijn geheel eigenaar <strong>te</strong> worden van<br />

zijn partner. Die partner wist dat en realiseerde zich dat. Ahold was de dominan<strong>te</strong><br />

partner - daar kon geen twijfel over bestaan. Het is een s<strong>te</strong>ekhoudende<br />

en heldere beschrijving van iemand die duidelijk ver boven de ma<strong>te</strong>rie<br />

staat en die aansluit bij de inhoud van het dossier en mins<strong>te</strong>ns zo belangrijk:<br />

de beleving van de voormalige Ahold-top waaronder Van der Hoeven.<br />

405. De tournure die Prof. Van de Poel in zijn rapport maakt kan ik evenwel niet<br />

volgen. Zakelijk weergegeven betoogt hij dat met het aan de orde s<strong>te</strong>llen<br />

van de gezagsverhoudingen door een control let<strong>te</strong>r aan de partners <strong>te</strong> presen<strong>te</strong>ren<br />

en zeker door daaraan een side let<strong>te</strong>r <strong>te</strong> verbinden, alle fei<strong>te</strong>lijke<br />

dominantie van Ahold plotsklaps <strong>te</strong>loor gaat. Hij beroept zich op de onderwijzer,<br />

de voetbaltrainer en de politieagent en s<strong>te</strong>lt zowel in zijn rapport als<br />

<strong>te</strong>r <strong>te</strong>rechtzitting "dat het nu eenmaal zo gaat". Wie de gezagskwestie aan<br />

de orde s<strong>te</strong>lt is zijn voorheen bestaande dominantie onherroepelijk kwijt.<br />

Waar Prof. Van de Poel in zijn rapport de grenzen van zijn vakgebied en<br />

deskundigheid al wel heel nadrukkelijk opzoekt, gaat hij hier nadrukkelijk<br />

over de rand. Dit betreft, ik zeg het maar duidelijk: psychologie van de koude<br />

grond.<br />

406. Ik zal, zoals Prof. Van de Poel het graag heeft, de inhoudelijke juistheid van<br />

zijn bewering met kracht van argumen<strong>te</strong>n bestrijden.<br />

407. Cultuur-omslag: slechts de mede-onder<strong>te</strong>kenaar van de control let<strong>te</strong>r was<br />

op de hoog<strong>te</strong>. Hoe zou een totale organisatie zich anders kunnen gaan gedragen<br />

vanwege geïsoleerde we<strong>te</strong>nschap bij één persoon? Cultuuromslagen,<br />

en daar hebben we het hier over, zijn een langdurig proces waarbij de<br />

gehele leiding van de onderneming open en transparant en in in<strong>te</strong>nsieve<br />

communicatie met al diegenen die onder hen werken, aangeven en belijden<br />

dat zij andere normen en waarden zijn gaan huldigen. Deze nieuwe normen<br />

en waarden dienen dan vervolgens door de organisatie geïn<strong>te</strong>rnaliseerd <strong>te</strong><br />

worden en gedragen. Het is ondenkbaar dat zulks in dit geval is gebeurd.<br />

101


408. Mendonça <strong>te</strong>r <strong>te</strong>rechtzitting gehoord als getuige verklaarde het eenduidig:<br />

"Veranderde de samenwerking na onder<strong>te</strong>kening van control en side let<strong>te</strong>rs?<br />

" Antwoord: "Nee, die bleef precies hetzelfde ". Vervolgens wordt hem<br />

gevraagd: "Speelde de side let<strong>te</strong>rs in de ogen van de ex<strong>te</strong>rn accountant een<br />

rol in hun beoordeling of Ahold voldoende overwegende zeggenschap had<br />

om naar Dutch GAAP over <strong>te</strong> kunnen gaan tot consolidatie? " Antwoord:<br />

"Nee ".<br />

409. Uit één mond geven zij op vragen van het OM aan dat de zogenoemde control-<br />

en side let<strong>te</strong>rs geen enkele rol speelden in de beoordeling naar Nederlands<br />

recht. Eensluidend verklaart men op basis van eigen onderzoek en representaties<br />

van het management tot het oordeel <strong>te</strong> zijn gekomen dat<br />

Ahold voldoende de facto control had om <strong>te</strong> kunnen consolideren naar<br />

Dutch GAAP. Gevraagd naar de rol van de control en side let<strong>te</strong>rs in dit proces<br />

geven zij aan dat deze slechts benodigd waren voor het Amerikaanse<br />

recht en, zo men deze al zou willen betrekken in de beoordeling naar Nederlandse<br />

standaarden, deze niet meer waren dan een sluitstuk van de controle,<br />

een punt ach<strong>te</strong>r deze controle. Zelfs de accountant die het deconsolidatieproces<br />

begeleidde, Dassen, neemt hier in zijn antwoord op vraag 141<br />

van zijn verhoor bij de RC duidelijk afstand van zijn collega hoogleraar.<br />

410. En uit de verklaring van Van den Dries neem ik een tweetal gecomprimeerde<br />

cita<strong>te</strong>n op, <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n zijn antwoord op vraag 63, zijn antwoord op vraag<br />

82 en zijn antwoord op vraag 87:<br />

102


411. Prof. Van de Poels common sense redenering snijdt geen hout. Vak<strong>te</strong>chnisch<br />

onderschrijven zijn collega's de redenering niet. Als het al zo is dat de<br />

2 e side let<strong>te</strong>r de control let<strong>te</strong>r zou ontkrach<strong>te</strong>n, ben je gewoon weer <strong>te</strong>rug<br />

bij de shareholders agreement en de oude verhoudingen. De fei<strong>te</strong>lijke gang<br />

van zaken heeft bewezen dat zijn de facto analyse niet klopt. De top van de<br />

joint venture partner wist dat het ging om een briefje voor de accountant,<br />

103


Analyse<br />

er werd ge<strong>te</strong>kend en de stukken werden gearchiveerd. Business as usual -<br />

er veranderde niets - Ahold bleef de dominan<strong>te</strong> partner en verwierf in het<br />

gros van de gevallen ui<strong>te</strong>indelijk ook een meerderheidsbelang of 100% van<br />

de aandelen in haar joint venture partner. De situatie die Prof. Van de Poel<br />

derhalve goed analyseert en beschrijft bleef onverminderd reali<strong>te</strong>it na <strong>te</strong>kening<br />

van de side let<strong>te</strong>rs. En Ahold consolideerde ook in het post-side let<strong>te</strong>r<br />

tijdperk haar joint ventures naar Nederlands recht volkomen <strong>te</strong>recht.<br />

412. Thans het moment om de bewijsredenering van het OM onder de loep <strong>te</strong><br />

nemen. Wie het requisitoir ontleed, ontwaart daarin de navolgende s<strong>te</strong>llingname<br />

en daaruit volgende redenering:<br />

o Vraag: consolideerde Ahold zijn joint ventures naar Dutch GAAP <strong>te</strong>recht?<br />

o Het dossier is incompleet; met name is onvoors<strong>te</strong>lbaar dat er zo weinig<br />

vastleggingen van D&T zijn verkregen naar aanleiding van het bevel<br />

uitlevering.<br />

o Op basis van dit dossier, vindt het OM dat er onvoldoende fei<strong>te</strong>n en<br />

omstandigheden zijn die bewijzen dat Ahold overwegende zeggenschap<br />

had over zijn joint ventures en derhalve werden deze <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong><br />

volledig geconsolideerd in de Nederlandse jaarrekening opgenomen.<br />

o Daarmee staat, aldus het OM, vast dat deze jaarrekening onjuist is - in<br />

strafrech<strong>te</strong>lijke <strong>te</strong>rmen: valselijk opgemaakt. Het oordeel dat Klaassen<br />

en Langendijk hebben geformuleerd is volgens hjet OM juist. Verdach<strong>te</strong><br />

zijn als leden van de Raad van Bestuur verantwoordelijk en hebben<br />

de jaarrekening onder<strong>te</strong>kend; zij hebben zich schuldig gemaakt aan<br />

overtreding van artikel 336 Sr.<br />

413. Men hoede zich voor de gedach<strong>te</strong>gang die het OM hier voor zijn rekening<br />

neemt. De crux zit in de wijze waarop men de vraags<strong>te</strong>lling presen<strong>te</strong>ert en<br />

die op het eers<strong>te</strong> gezicht best plausibel over komt. De vraags<strong>te</strong>lling behoort<br />

evenwel, gezien het Nederlands strafrech<strong>te</strong>lijk bewijsrecht, anders <strong>te</strong> worden<br />

geformuleerd en dit is cruciaal voor de opbouw en de uitkomst van de<br />

redenering.<br />

414. De vraags<strong>te</strong>lling behoort namelijk <strong>te</strong> zijn:<br />

104


o "Kan op basis van het voorliggende dossier bewezen worden verklaard<br />

dat Ahold zijn joint ventures <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> volledig consolideerde?<br />

"<br />

o Het dossier is incompleet; vitaal bronma<strong>te</strong>riaal dat aanwezig geweest<br />

moet zijn (zie hierboven) is in het strafrech<strong>te</strong>lijk onderzoek niet boven<br />

wa<strong>te</strong>r gekomen en maakt daarmee geen deel uit van het ma<strong>te</strong>riaal<br />

dat uw rechtbank benodigd zou hebben voor een behoorlijke ex<br />

tunc beoordeling van Aholds consolidatiebeleid.<br />

o Nu dit essentiële ma<strong>te</strong>riaal aan het dossier ontbreekt, kan van de<br />

strafrech<strong>te</strong>r, retrospectief en toch iets marginaler toetsend dan een<br />

ondernemingskamer dat zou doen, bezwaarlijk uitspreken dat Ahold<br />

<strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> zijn joint ventures consolideerde en daarmee zijn jaarrekeningen<br />

valselijk opmaak<strong>te</strong>.<br />

415. U ziet: bij onvolledige informatie is de formulering van de vraags<strong>te</strong>lling bepalend<br />

voor het antwoord.<br />

In deze casus klemt die onvolledigehid <strong>te</strong>meer, nu het OM zelf primair verantwoordelijk<br />

is voor de samens<strong>te</strong>lling van dit dossier. De verdediging wijst<br />

er nog maar eens op, dat de whi<strong>te</strong> binder van Bouma, die door het OM veel<br />

<strong>te</strong> s<strong>te</strong>llig wordt aangeduid met de "evidence files" eerst in het allerlaats<strong>te</strong><br />

stadium en na herhaald aandringen van de verdediging, door OM en Fiod in<br />

de dataroom van de Fiod is opgesnord en aan het procesdossier zijn toegevoegd.<br />

416. Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor de “<strong>te</strong>rms of reference” waarvan Smit<br />

al in zijn verklaring bij de Fiod melding maak<strong>te</strong>. Zou er nog méér relevant<br />

ma<strong>te</strong>riaal in de dataroom kunnen liggen?<br />

417. Met het OM verwondert de verdediging zich over de geringe hoeveelheid<br />

ma<strong>te</strong>riaal die D&T heeft uitgeleverd naar aanleiding van een daartoe strekkend<br />

bevel. Op basis van de door de werknemers van D&T afgelegde verklaringen<br />

kan gevoeglijk worden aangenomen dat de ex<strong>te</strong>rn accountant de<br />

werkzaamheden verricht<strong>te</strong> die worden beschreven in de engagement let<strong>te</strong>r<br />

die als bijlage bij het dossier is gevoegd. Onderdeel van de controle werkzaamheden<br />

van D&T was het houden van audits in binnen- en bui<strong>te</strong>nland.<br />

Als iedere auditor, maar zeker als accountant, was D&T gehouden van deze<br />

audit reports of verslagen uit <strong>te</strong> brengen. Alle werknemers van D&T verklaren<br />

dat zij op basis van hun eigen controle, waaronder de audits in binnen-<br />

105


land en bui<strong>te</strong>nland overtuigd waren van het feit dat Ahold de facto control<br />

uitoefende over zijn joint venture partners. Het OM heeft er evenwel in berust<br />

dat de volledige controle dossiers, waaronder die audit reports, niet<br />

door D&T zijn uitgeleverd. Herhaaldelijk heeft de verdediging erop aangedrongen<br />

dat het OM over zou gaan tot doorzoeking bij D&T. Het OM heeft<br />

dat evenwel niet willen doen.<br />

418. Evenmin heeft het OM met krachtiger middelen gepoogd het rapport van<br />

het door D&T naar aanleiding van deze kwestie verrich<strong>te</strong> in<strong>te</strong>rn onderzoek<br />

boven wa<strong>te</strong>r <strong>te</strong> krijgen.<br />

419. Maar, daarmee komt de onverklaarbare onvolledigheid van het dossier voor<br />

rekening van het OM. En vanzelfsprekend gaat het niet aan om <strong>te</strong> berus<strong>te</strong>n<br />

in de onvolledigheid van het dossier om vervolgens cliënt <strong>te</strong>gen <strong>te</strong> werpen<br />

dat het dossier <strong>te</strong> weinig fei<strong>te</strong>n en omstandigheden bevat om <strong>te</strong> spreken<br />

van overwegende zeggenschap van Ahold over haar joint venture partners.<br />

420. Door de manier waarop het OM de vraag formuleert keert het en passant<br />

en bijna onmerkbaar, maar toch, de bewijslast om. Wie de vraags<strong>te</strong>lling in<br />

overeens<strong>te</strong>mming brengt met de regels van ons (strafvorderlijk) bewijsrecht,<br />

zal een andere redenering opbouwen en komt vanzelfsprekend tot<br />

een andere, maar de enig juis<strong>te</strong> conclusie.<br />

421. Nog een enkel woord wijd ik aan de selectivi<strong>te</strong>it, waarmee het OM <strong>te</strong> werk<br />

gaat bij bespreking van de consolidatiekwestie. Het is, en dan formuleer ik<br />

het nog maar vriendelijk, toch wel opmerkelijk dat het OM dat s<strong>te</strong>eds heeft<br />

betoogd voor objectieve waarheidsvinding <strong>te</strong> staan en dat gehouden is een<br />

evenwichtig beeld <strong>te</strong> schetsen, zo eenzijdig gaat zit<strong>te</strong>n op de verklaringen<br />

die passen binnen het veroordelend beeld dat het zelf heeft over Aholds<br />

consolidatiepraktijk en volledig voorbij gaat, maar dan ook volledig, aan al<br />

het ma<strong>te</strong>riaal dat twijfel zou kunnen doen rijzen aan de juistheid van dit<br />

standpunt.<br />

422. Klaassen en Langendijk zijn autori<strong>te</strong>it; Prof. Van de Poel, die toch als enige<br />

in opdracht van uw rechtbank onafhankelijk deskundigenbericht heeft uitgebracht<br />

en bovendien een deskundig verslag als bedoeld in artikel 343 Sv.<br />

<strong>te</strong>r zitting heeft afgelegd, wordt gemakkelijk <strong>te</strong>rzijde geschoven. Wie de<br />

zaak op de keper beschouwt, kan niet anders dan tot de conclusie komen<br />

dat de rappor<strong>te</strong>n van Klaassen en Langendijk van zeer betrekkelijke waarde<br />

106


zijn. Zij hadden immers nog helemaal geen toegang tot al het fei<strong>te</strong>nma<strong>te</strong>riaal<br />

dat in het strafrech<strong>te</strong>lijk onderzoek ui<strong>te</strong>indelijk is verzameld. De verdediging<br />

hecht er aan nogmaals <strong>te</strong> benadrukken dat al diegenen die namens<br />

D&T betrokken waren bij Ahold, eerst <strong>te</strong>n kabinet<strong>te</strong> van de RC zijn gehoord.<br />

Hetzelfde geldt voor Aholds <strong>te</strong>chnici: Bouma als accountant en Bos als legal.<br />

Daarmee zou ik toch menen dat rapport en standpunt van Prof. Van de Poel<br />

in ieder geval méér gewicht in de schaal dient <strong>te</strong> leggen dan de rappor<strong>te</strong>n<br />

van Klaassen en Langendijk. De onevenwichtige houding van het OM gaat<br />

verder. Indien een hoogleraar rappor<strong>te</strong>ert op verzoek van het OM is zijn<br />

schrif<strong>te</strong>lijk verslag een deskundigenrapport; indien een hoogleraar rappor<strong>te</strong>ert<br />

op verzoek van uw rechtbank en al eerder, vluchtig, contact heeft gehad<br />

met de verdediging van één van de verdach<strong>te</strong>n, dienen gro<strong>te</strong> vraag<strong>te</strong>kens<br />

bij zijn onafhankelijkheid en daarmee bij zijn rapportage <strong>te</strong> worden<br />

geplaatst.<br />

423. Het OM liet snelheid prevaleren boven zorgvuldigheid en koos ervoor geen<br />

GVO <strong>te</strong> openen en daarmee een dagvaarding uit <strong>te</strong> brengen voordat de vitale<br />

getuigen verbonden aan de ex<strong>te</strong>rn accountant waren gehoord. Worden<br />

die vervolgens gehoord, en verklaren zij uit één mond dat zij de jaarrekening<br />

voorzagen van een goedkeurende verklaring omdat zíj, de ex<strong>te</strong>rn accountants<br />

op basis van hun zelfstandige onderzoek s<strong>te</strong>llig overtuigd waren<br />

van Aholds overwegende zeggenschap over haar joint venture partners, ga<br />

je gewoon in je requisitoir volledig voorbij aan deze verklaringen en pluk je<br />

slechts drie welgevallige cita<strong>te</strong>n uit de verklaring van de accountant die er<br />

niet bij was, maar wel iets gunstiger gezind lijkt omdat hij de deconsolidatie<br />

begeleidde. Het is onverantwoord selectief en onjuist in het licht van de<br />

procespositie van het OM.<br />

424. Vanuit deze benadering legt het standpunt van het OM waarin het uw<br />

rechtbank adviseert de fei<strong>te</strong>n die zien op de Nederlandse consolidatie bewezen<br />

<strong>te</strong> verklaren weinig gewicht in de schaal. Want, wie meent er goed aan<br />

<strong>te</strong> doen Aholds consolidatiebeleid <strong>te</strong> beoordelen op basis van een volstrekt<br />

lapidair strafdossier, treft daarin veel meer aan dat de juistheid van de volledige<br />

consolidatie onderstreept dan ma<strong>te</strong>riaal dat <strong>te</strong>n detrimen<strong>te</strong> van<br />

Aholds consolidatiepolicy pleit. En de stap naar “opzet<strong>te</strong>lijk in strijd met de<br />

waarheid” kan op basis van dit dossier al helemaal niet gemaakt worden.<br />

107


Consolidatie naar Amerikaans recht.<br />

Inleiding<br />

425. In een aantal fei<strong>te</strong>n, in het bijzonder feit III, feit IV, feit V, en feit VI en<br />

zijdelings, maar toch, in feit VII van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging dwingt het OM onderzoek<br />

<strong>te</strong> doen naar de verslaggeving van Ahold en het gedrag van cliënt<br />

naar Amerikaans recht. Hieronder, bij mijn uitleiding, zal ik de s<strong>te</strong>lling verdedigen<br />

dat het OM geen accountant of zelfs boekhouder is. Dat juich ik<br />

veelal toe maar in deze zaak heeft het ook zijn keerzijde en repercussies.<br />

Een kwali<strong>te</strong>it waarover boekhouders immers behoren <strong>te</strong> beschikken is zorgvuldigheid<br />

en nauwgezetheid. En daaraan ontbreekt het in deze zaak nog al<br />

eens. De onzorgvuldige en soms zelfs lichtzinnige wijze waarop het OM <strong>te</strong><br />

werk is gegaan bij de samens<strong>te</strong>lling van het procesdossier frappeert.<br />

426. Hierover werd al het één en ander besproken en bij de bespreking van de<br />

separa<strong>te</strong> fei<strong>te</strong>n zal de verdediging deze s<strong>te</strong>lling inhoud geven.<br />

427. En ook <strong>te</strong>n aanzien van het onderwerp waar dit deel van het pleidooi zich<br />

op richt geven inhoud van <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging en samens<strong>te</strong>lling van dossier niet<br />

direct blijk van een goed zicht op de ma<strong>te</strong>rie. Volledig onbekommerd worden<br />

jaarverslag en jaarrekening door elkaar gehaspeld en neven geschikt<br />

gemaakt, <strong>te</strong>rwijl het OM klaarblijkelijk ook in de veronders<strong>te</strong>lling leeft dat<br />

dat het Nederlandse jaarrekeningenrecht gelijk staat aan Dutch GAAP en<br />

het Amerikaanse jaarrekeningen recht synoniem is met US GAAP. Uit de behandeling<br />

<strong>te</strong>r <strong>te</strong>rechtzitting maak ik op dat ik uw rechtbank niet hoef <strong>te</strong><br />

overtuigen van het feit dat er een verschil is tussen het normens<strong>te</strong>lsel en<br />

het instrument dat de waarderingsgrondslagen behelst en de dat de wegen<br />

wijst om de onderliggende norm zo goed mogelijk gestal<strong>te</strong> <strong>te</strong> geven.<br />

428. De wijze waarop het OM de dossiervorming op het <strong>te</strong>rrein van het Amerikaanse<br />

jaarrekeningenrecht <strong>te</strong>r hand nam isminst genomen “verbazingwekkend”.<br />

Indien men dan toch meent dat het juist en verstandig is de Nederlandse<br />

rech<strong>te</strong>r <strong>te</strong> vragen naar Amerikaans recht <strong>te</strong> oordelen over fei<strong>te</strong>n<br />

die relevantie hebben in Amerika, niet<strong>te</strong>genstaande het feit dat de SEC de<br />

zaak met Ahold heeft geschikt, komt mij voor dat het OM gehouden is uw<br />

rechtbank <strong>te</strong> voorzien van het beoordelingskader.<br />

108


429. Dit impliceert dat het OM <strong>te</strong>n behoeve van de gewens<strong>te</strong> beoordeling, gehouden<br />

was geautoriseerde vertaalde bronnen aan het procesdossier toe <strong>te</strong><br />

voegen die uw rechtbank in staat s<strong>te</strong>llen de na een proces van waardering<br />

en selectie als vaststaand aangenomen fei<strong>te</strong>n <strong>te</strong>gen dit recht af <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n<br />

om zo tot een afgewogen oordeel <strong>te</strong> kunnen komen.<br />

430. En ook nu, bij pleidooi, ontbreekt de scope van dit recht goeddeels. De Fiod<br />

waagt zich er <strong>te</strong>recht niet aan: men kent zijn beperkingen en volstaat met<br />

oppervlakkige consta<strong>te</strong>ringen van aard en strekking dat de jure control in<br />

Amerika belangrijker lijkt <strong>te</strong> zijn dan in Nederland.<br />

431. Verwacht<strong>te</strong> het OM dan dat Prof. Van de Poel dit Amerikaanse jaarrekeningenrecht<br />

volledig voor de rechtbank zou openleggen? Zo dit het geval was,<br />

wist het OM in ieder geval na kennisname van het eers<strong>te</strong> concept rapport<br />

van Prof. Van de Poel dat dit niet zou geschieden.<br />

432. Prof. Van de Poel merkt <strong>te</strong>r zake immers op:<br />

[..] "Dit maakt mij op zich geen deskundige op het gebied van Amerikaanse<br />

voorschrif<strong>te</strong>n, maar als niet-Amerikaan kan ik goed meekomen,<br />

zeker in Nederland."<br />

433. In zijn aanvullende rapport hoofdstuk 9, merkt hij in een met ergernis doorspek<strong>te</strong><br />

zin vervolgens op dat hij “natuurlijk deskundig is” om vervolgens <strong>te</strong>r<br />

zitting toe <strong>te</strong> lich<strong>te</strong>n dat hij inderdaad behoorlijk mee kan maar niet als expert<br />

gezien kan worden. De inhoud van zijn verklaring voor het overige onders<strong>te</strong>unde<br />

deze bescheidenheid: gevraagd naar structuur en verhouding<br />

van rechtsbronnen in Amerika behoefde hij een notitie die voorgelezen werd<br />

om de vraag <strong>te</strong> beantwoorden. Gevraagd naar bekendheid met SEC regelgeving<br />

en uitspraken gaf de deskundige aan dat deze inderdaad relevant<br />

zijn, nu ui<strong>te</strong>indelijk bij de SEC gefiled moet worden maar hij, Prof. Van de<br />

Poel niet bekend is met dit onderdeel van het Amerikaanse recht.<br />

434. Het mees<strong>te</strong> zicht - maar dat mag niet verrassen gelet op de specialisatie<br />

van het kantoor – biedt het Kroll report nog dat door de verdediging is ingebracht.<br />

Op pagina 2 onder kop ”relevant accounting guidance” treft uw<br />

rechtbank een overzicht aan van datgene waarmee rekening gehouden<br />

moet worden. Op pagina 5, (onder 15) wordt vervolgens beschreven wat<br />

Prof. Van de Poel niet kon aangeven: status en verhouding van de “sour-<br />

109


ces”. De verdediging heeft een aantal van deze stukken aan uw rechtbank<br />

overgelegd. Ik heb evenwel niet de illusie daarmee het volledig Amerikaanse<br />

recht ontslo<strong>te</strong>n en in kaart <strong>te</strong> hebben gebracht. Deze gedach<strong>te</strong>gang geef<br />

ik autori<strong>te</strong>it door naar pagina 6, punt 20) van het rapport van Shapiro <strong>te</strong><br />

verwijzen. Na een ui<strong>te</strong>enzetting waaruit blijkt dat Prof. Van de Poel in ieder<br />

geval geen goed beeld heeft van het Amerikaanse jaarrekeningenrecht,<br />

waaronder US GAAP, volgt de de navolgende passage:<br />

435. Uit die overvloed aan “redengeving” heeft de verdediging een door Shapiro<br />

aangeleverde uitspraak van de SEC aan uw rechtbank gegeven. Ik kom hier<br />

la<strong>te</strong>r op <strong>te</strong>rug. Ook uit die uitspraak blijkt dat er aanzienlijk veel méér is dan<br />

thans aan uw rechtbank en overige procesdeelnemers <strong>te</strong>r beschikking is ges<strong>te</strong>ld.<br />

436. In de hieronder aan <strong>te</strong> halen uitspraak wordt immers diverse malen verwezen<br />

naar ander bronma<strong>te</strong>riaal dan het ma<strong>te</strong>riaal dat thans deel uitmaakt<br />

van het procesdossier. En zoals ik al in mijn e-mail, waarbij ik enig ma<strong>te</strong>riaal<br />

aan uw rechtbank deed toekomen, vermeldde: zelfs de primary and secondary<br />

sources als het Accounting Research Bulletin, the Sta<strong>te</strong>ment of Financial<br />

Accounting Standards number 94 de diverse IYTF’s en de FASb’s missen<br />

we nog s<strong>te</strong>eds - laat staan dat uw rechtbank en andere procesdeelnemers<br />

beschikken over- en inzicht hebben in- alle relevan<strong>te</strong> SEC regulations en de<br />

case law van de SEC.<br />

437. Ter zitting werd het bestaande beeld bevestigd. In onderdeel 6.2.2. van het<br />

requisitoir wordt de waarderingsgrondslag US GAAP – besproken.<br />

438. Vage connotaties, fragmen<strong>te</strong>n van verklaringen waarin iemand iets zegt<br />

over een stukje Amerikaans recht en hier en daar een glimp van een paar<br />

begrippen. Zelfs de contouren van dat recht <strong>te</strong>kenen zich nog niet af aan de<br />

110


einder. Zowel recht als waarderingsgrondslagen (GAAP) blijven in nevelen<br />

gehuld. En geen woord over het door de verdediging ingebrach<strong>te</strong> rapport<br />

van Shapiro, dat on<strong>te</strong>genzeggelijk veel dieper en be<strong>te</strong>r gedocumen<strong>te</strong>erd op<br />

de kern van de ma<strong>te</strong>rie ingaat.<br />

439. Zie ik het goed, dan voelde uw rechtbank zich ook op dit onderdeel <strong>te</strong>n ene<br />

male onvoldoende geïnformeerd: op de aanvangszitting maak<strong>te</strong> uw rechtbank<br />

melding van het feit dat het uw rechtbank duidelijk was dat een tweetal<br />

stukken wetgeving (Exchange Act en Sarbanes Oxley Act) waarschijnlijk<br />

een rol spelen in deze en uw ouds<strong>te</strong> rech<strong>te</strong>r vroeg de deskundige, toen deze<br />

een visie gaf op een onderdeel het Amerikaanse recht, duidelijk zoekend<br />

naar houvast: "maar meneer Van de Poel: waar staat dat dan ".<br />

440. Een OM dat de Nederlandse rech<strong>te</strong>r in de positie brengt <strong>te</strong> oordelen naar<br />

een vreemd rechtssys<strong>te</strong>em met een hoog complex en <strong>te</strong>chnisch gehal<strong>te</strong> is<br />

toch minimaal gehouden er tijdig voor <strong>te</strong> zorgen dat dit rech<strong>te</strong>rlijk college<br />

tijdig voorzien wordt van het daarvoor benodigde bronma<strong>te</strong>riaal.<br />

441. Ik zou dan ook primair willen betogen dat het eenvoudigweg niet aangaat<br />

en onverantwoord is van uw rechtbank <strong>te</strong> vragen op basis van een toevallige<br />

bloemlezing recht <strong>te</strong> doen naar Amerikaans recht.<br />

442. Het OM is in deze zaak in gebreke gebleven. Recht weigeren kan en mag<br />

uw rechtbank niet; de repercussie zal plaats hebben <strong>te</strong> vinden in de beoordeling<br />

van het bewijs. Maar als de kaders en de inhoud van het recht onzichtbaar<br />

blijven zal uw rechtbank ui<strong>te</strong>rst <strong>te</strong>rughoudend <strong>te</strong> werk moe<strong>te</strong>n<br />

gaan in haar beoordeling, maar in deze zaak nimmer tot het door het OM<br />

voorgestane oordeel kunnen komen: evident in strijd met het Amerikaanse<br />

jaarrekeningenrecht en daarmee vals. Laat staan dat dit dossier ma<strong>te</strong>riaal<br />

bevat dat de conclusie opzet<strong>te</strong>lijk vals zou kunnen dragen.<br />

443. Tegen de ach<strong>te</strong>rgrond van recht en fei<strong>te</strong>n in de zaak die ik hieronder zal<br />

schetsen geldt dit eens <strong>te</strong> meer.<br />

Amerika in vogelvlucht<br />

444. Gelet op het bovenstaande <strong>te</strong>rughoudend en voorzichtig en met passende<br />

bescheidenheid maar toch: hieronder aan de hand van het Expert report<br />

111


van Shapiro, partner bij Kroll, enige notities <strong>te</strong>n aanzien van het Amerikaanse<br />

jaarrekeningenrecht - evenwel zonder de pre<strong>te</strong>ntie van volledigheid.<br />

De bouws<strong>te</strong>nen: bronnen, hoofdregel en uitzondering<br />

445. ARB en FAS 94 geven de hoofdregels.<br />

112


Definities, verfijning en een marge van appreciatie<br />

113


De rol van GAAP<br />

446. In zijn algemeenheid komt men tot de most meaningful sta<strong>te</strong>ment die in<br />

ieder geval “not misleading” is door de guidance van US GAAP <strong>te</strong> volgen.<br />

Erkend wordt evenwel anderzijds dat de praktijk <strong>te</strong> rijk geschakeerd is om<br />

in alle gevallen via deze guidance tot het optimale resultaat <strong>te</strong> komen. De<br />

beroepsregels van de AICPA maar ook de andere rechtsbronnen erkennen<br />

dit met zoveel woorden – ik verwijs naar AICPA rule 203-1. Zo open en<br />

flexibel is het Amerikaanse s<strong>te</strong>lsel.<br />

447. Shapiro:<br />

Tegen de ach<strong>te</strong>rgrond van een vóóronders<strong>te</strong>lling<br />

448. Presumptie is dat geconsolideerde verslaggeving be<strong>te</strong>kenisvoller en transparan<strong>te</strong>r<br />

zijn; deze wijze van verslaggeving geniet de voorkeur. SEC SX 3a-02:<br />

114


449. De jure control is niet vereist. Vergt het Amerikaanse recht schrif<strong>te</strong>lijk bewijs<br />

van die “control”?<br />

450. Shapiro:<br />

451. Met als goed gedocumen<strong>te</strong>erde conclusie:<br />

115


Naar de fei<strong>te</strong>n en omstandigheden<br />

452. Ook het Amerikaanse sys<strong>te</strong>em staat het, met gebruikmaking van US GAAP<br />

maar als nodig zelfs op onderdelen afwijkend van US GAAP, toe dat partnerships<br />

waarin men niet een meerderheidsbelang heeft volledig worden<br />

geconsolideerd indien men control uitoefent en volledige consolidatie leidt<br />

tot een “more meaningful sta<strong>te</strong>ment”. De weging is fei<strong>te</strong>lijk van aard.<br />

453. Op pagina 7, punt 22 beschrijft Shapiro vervolgens welke fei<strong>te</strong>n en omstandigheden<br />

hierbij betrokken dienen <strong>te</strong> worden.<br />

US – flexibel, open en met een marge van appreciatie<br />

454. Ook komt in het rapport van Shapiro duidelijk tot uitdrukking dat dat het<br />

beeld dat Prof. Van de Poel van US GAAP schetst niet juist is. David M.<br />

Shapiro <strong>te</strong>n aanzien van de wel erg aanmatigende conclusies over het Amerikaanse<br />

rechtssys<strong>te</strong>em op dit punt:<br />

116


De toepassing<br />

455. Nu naar de toepassing van die regelgeving. Ik haalde hierboven al een uitspraak<br />

van de SEC aan waarvan ik uw rechtbank eerder voorzag. De uitspraak<br />

illustreert treffend hoe de SEC met de ma<strong>te</strong>rie omgaat. Het betreft<br />

“Opinion and order In the Mat<strong>te</strong>r of Coopers & Lybrand M. Bruce Cohen, C.<br />

P. A.”<br />

456. De voor deze zaak in mijn ogen belangrijks<strong>te</strong> overwegingen zijn <strong>te</strong> vinden<br />

op pagina 5, alinea 3 tot en met 8. Ik voeg ze hieronder in.<br />

Ownership [*17] of a majority voting in<strong>te</strong>rest usually evidences "a controlling financial<br />

in<strong>te</strong>rest" within the meaning of ARB No. 51. Thus, "ownership by one<br />

company, directly or indirectly, of over fifty percent of the outstanding voting<br />

shares of another company" must be considered "a condition pointing toward consolidation."<br />

ARB No. 51, P2.<br />

The general rule favoring consolidation when majority ownership is present is reflec<strong>te</strong>d<br />

in Rule 3A-02(a) of Regulation S-X [17 C.F.R. 201.3A-02(a)] which provides<br />

in part "that the registrant shall not consolida<strong>te</strong>: (1) Any subsidiary<br />

which is not majority owned ***" Rule 3A-02(a) was in<strong>te</strong>nded as an antimanipulation<br />

provision designed to prevent a company from utilizing consolidation<br />

to artificially enhance repor<strong>te</strong>d operating results by consolidating the results of<br />

other entities when, as is normally the case in the absence of majority ownership,<br />

the requisi<strong>te</strong> control relationship is lacking.<br />

There do, however, arise situations in which control, apart from actual majority<br />

ownership, strongly suggests the need for consolidation in order to accura<strong>te</strong>ly depict<br />

the economic realities of the relationship between two entities. In deciding on<br />

consolidation policy [*18] "the aim should be to make the financial presentation<br />

which is most meaningful in the circumstances." ARB No. 51, P3 (emphasis supplied).<br />

Substance must govern form in the application of accounting principles.<br />

APB Sta<strong>te</strong>ment No. 4. In view of these overriding aims, consolidation may be required<br />

in the absence of majority ownership in form where one entity in substance<br />

117


achieves the same effect as majority ownership through control by contract or otherwise.<br />

See, e.g., In re Laventhol & Horwath, [1977] Fed. Sec. L. Rep., CCH,<br />

P72,249 (Sept. 21, 1977); In re Atlantic Research Corporation, [1963] Fed. Sec. L.<br />

Rep. CCH, P76,940 (Dec. 6, 1963).<br />

457. De SEC is hier aan het woord – de instantie die ui<strong>te</strong>indelijk het laats<strong>te</strong><br />

woord over Aholds’ filing had <strong>te</strong> spreken.<br />

458. Hoewel ik niet de in<strong>te</strong>ntie heb mij zelf <strong>te</strong> presen<strong>te</strong>ren als een expert op het<br />

gebied van Amerikaanse rechtspraak of jaarrekeningenrecht, durf ik als jurist<br />

wel voor mijn rekening <strong>te</strong> nemen dat de betreffende overwegingen<br />

rechtsoverwegingen zijn en geen fei<strong>te</strong>lijke overwegingen en derhalve ook<br />

be<strong>te</strong>kenisvol voor deze zaak.<br />

459. Tot daar mijn beschouwingen over het Amerikaanse recht. Over het belangrijks<strong>te</strong><br />

deel, op welke manier weegt SEC fei<strong>te</strong>n en omstandigheden bij de<br />

beoordeling of een deelneming volledig geconsolideerd mag of moet worden<br />

en hoe betrekt ze de hierboven verwoorde uitgangspun<strong>te</strong>n in deze weging,<br />

welke dieper liggende bronnen - regulations en richtsnoeren uit US<br />

GAAP - worden hier verder nog bij betrokken - beschik ik niet en ik kan uw<br />

rechtbank <strong>te</strong>r zake dan ook niet nader voorlich<strong>te</strong>n.<br />

Conclusie – de resultan<strong>te</strong> van een verkenning in vogelvlucht<br />

460. Hoogs<strong>te</strong> doel is het presen<strong>te</strong>ren van de most meaningfull sta<strong>te</strong>ment - keerzijde:<br />

op geen enkel manier misleidend.<br />

461. Onderdeel van het recht is een in een SEC-regulation neergelegd rechtsvermoeden<br />

dat geconsolideerde sta<strong>te</strong>ment more meaningfull zijn dan andere<br />

methoden.<br />

462. Ook zonder majority ownership of contractual majority of vo<strong>te</strong>s moet geconsolideerd<br />

worden indien de bes<strong>te</strong> weergave van de economische reali<strong>te</strong>it<br />

dit vergt.<br />

463. Dat is zeker het geval als verslaggevende partij op andere wijze dan door<br />

een meerderheidsbelang of krach<strong>te</strong>ns overeenkomst waarbij de s<strong>te</strong>mverhouding<br />

is geregeld, control heeft over haar deelneming. “Substance must<br />

govern form in the application of accounting priciples”.<br />

118


464. Of dit laats<strong>te</strong> het geval is, vergt een weging en beoordeling van fei<strong>te</strong>n en<br />

omstandigheden van de concre<strong>te</strong> zaak. Schrif<strong>te</strong>lijk bewijs van control is<br />

vanzelfsprekend niet vereist.<br />

465. In<strong>te</strong>rpretatie en waardering zijn daarbij onvermijdelijk - er is een marge van<br />

appreciatie.<br />

466. Dát is een ander beeld van het Amerikaanse recht dan het fragmentarische<br />

plaatje dan het tot nu toe voorgescho<strong>te</strong>lde beeld, waarbij het US recht in<br />

een paar pennenstreken werd neergezet als een rigide, formeel sys<strong>te</strong>em.<br />

467. En hoewel de RvB onder leiding van CH niet zo en detail op de hoog<strong>te</strong> was<br />

van de finesses van dit recht, was Aholds’ consolidatiebeleid precies in lijn<br />

met dit recht. Voeg hier de op fraaie wijze door Prof. Van de Poel geanalyseerde<br />

reali<strong>te</strong>it van de verhoudingen tussen Ahold en deelneming aan toe<br />

en het beeld is compleet.<br />

468. Ahold maak<strong>te</strong> de most meaningfull sta<strong>te</strong>ment - in no way misleading, door<br />

die economische reali<strong>te</strong>it in haar verhouding tot de deelnemingen zo transparant<br />

en volledig mogelijk tot uitdrukking <strong>te</strong> brengen.<br />

469. En in het licht van dat bijges<strong>te</strong>lde beeld van het US recht, biedt het dossier<br />

geen enkel aanknopingspunt, laat staan bewijs, dat Ahold de fei<strong>te</strong>n en omstandigheden<br />

niet zó kon wegen dat zij tot volledig geconsolideerde weergave<br />

van haar groepsmaatschappijen mocht overgaan.<br />

470. En naar maatstaven van Nederlands bewijsrecht behelst het dossier in ieder<br />

geval volstrekt onvoldoende ma<strong>te</strong>riaal om bewezen <strong>te</strong> kunnen verklaren dat<br />

Ahold naar Amerikaans recht met US GAAP als standaard, deze deelnemingen<br />

<strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideerde en de op deze policy geën<strong>te</strong> stukken valselijk<br />

opmaak<strong>te</strong>.<br />

471. Gezien de marge van appreciatie die ook het recht aan gene zijde van de<br />

gro<strong>te</strong> zee kent, is de s<strong>te</strong>lling dat dit ook nog opzet<strong>te</strong>lijk geschiedde, volstrekt<br />

onhoudbaar.<br />

119


Fei<strong>te</strong>n en omstandigheden<br />

472. Voor het beantwoorden van de vraag of uw rechtbank voldoende is geïnformeerd<br />

over de “particular facts and circumstances” that may require<br />

combined financial sta<strong>te</strong>ments verwijs ik naar hetgeen ik hierboven onder<br />

Nederlands jaarverslaggevingsrecht al heb opgemerkt. Uw rechtbank heeft<br />

het hoofdzakelijk <strong>te</strong> doen op basis van verklaringen van derden die ex nunc<br />

aangeven hoe men er toen over dacht en <strong>te</strong>genover stond.<br />

473. Ik verwijs naar hetgeen ik op dit punt bij mijn bespreking van de fei<strong>te</strong>n onder<br />

Nederlands recht opmerkt. Uit de inhoud van de in het dossier opgenomen<br />

verklaringen blijkt dat het overgro<strong>te</strong> deel van gehoorde betrokkenen<br />

van oordeel is dat Ahold “in control” was en dat Ahold bovendien veel meer<br />

inzicht bood door de resulta<strong>te</strong>n van haar partnerships volledig geconsolideerd<br />

op <strong>te</strong> nemen.<br />

474. Het zij herhaald: uw rechtbank zou de toets niet <strong>te</strong>n volle moe<strong>te</strong>n maken en<br />

het moe<strong>te</strong>n houden bij de vasts<strong>te</strong>lling dat het <strong>te</strong>n ene male over onvoldoende<br />

ma<strong>te</strong>riaal beschikt om een oordeel <strong>te</strong>n gronde naar Amerikaans<br />

recht uit <strong>te</strong> spreken, maar als u zich er dan toch in verdiept is duidelijk dat<br />

veel meer vóór in<strong>te</strong>grale consolidatie spreekt dan er <strong>te</strong>gen.<br />

S<strong>te</strong>llingname en bewijspositie OM<br />

475. Ik besluit met een analyse van de wijze waarop in eers<strong>te</strong> instantie de verdenking<br />

werd geconstrueerd en vervolgens het OM van oordeel blijkt <strong>te</strong> zijn<br />

dat bewezen verklaring zou moe<strong>te</strong>n volgen.<br />

476. Wie het dossier analyseert kan niet anders dan tot de conclusie komen dan<br />

dat het OM aansluit bij de onverklaard onwillige en strenge houding van<br />

Osnoss, National Office D&T. Nergens in het dossier is een glimp op <strong>te</strong> vangen<br />

van een onwillige houding van de SEC; nergens een begin van bewijs<br />

dat consolidatie naar Amerikaans jaarrekeningenrecht, of zelfs in de woorden<br />

van het OM US GAAP, onmogelijk of onverdedigbaar zou zijn. Het OM<br />

lijkt 3 begrippen op één hoop <strong>te</strong> gooien:<br />

° dat inhoud jaarrekeningenrech<strong>te</strong>n US GAAP;<br />

° dat beoordelende instantie, SEC;<br />

° dat bepalende partner ex<strong>te</strong>rn accountant.<br />

120


477. Maar dat de national office van D&T onder aanvoering van Osnoss plotsklaps<br />

veel rigider werd en schrif<strong>te</strong>lijk bewijs verlangde van de control die<br />

Ahold wel degelijk had be<strong>te</strong>kent nog niet dat volledige consolidatie naar<br />

Amerikaans jaarrekeningenrecht en in de ogen van de SEC onjuist zou zijn.<br />

478. En de s<strong>te</strong>llingname in het voetspoor van Osnoss wordt nog zwakker wanneer<br />

men bedenke dat, zonder dat sprake was van enige wijziging in de betrekkelijke<br />

regelgeving, D&T, na jaren akkoord <strong>te</strong> zijn gegaan met volledige<br />

consolidatie plotsklaps en onverklaarbaar begon <strong>te</strong> sput<strong>te</strong>ren en zich strenger<br />

ops<strong>te</strong>lde.<br />

479. Ook Prof. Van de Poel ziet dit punt scherp waar hij, ik geef het nu zakelijk<br />

weer, op papier s<strong>te</strong>lt dat de Amerikaanse tak van D&T zich onnodig streng<br />

ops<strong>te</strong>lt <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> van een dual lis<strong>te</strong>d company als Ahold en de Nederlandse<br />

tak toch eigenlijk doodgewoon zijn Amerikaans broer hadden moe<strong>te</strong>n<br />

overtuigen van het feit dat volledige consolidatie het bes<strong>te</strong> beeld gaf. Inmiddels<br />

is het standpunt van Prof. Van de Poel door het Kroll report en onderliggende<br />

regelgeving en uitspraak van de SEC voorzien van een deugdelijke<br />

inhoudelijke basis.<br />

480. Het zal wel niet nodig zijn maar toch: uw rechtbank heeft ui<strong>te</strong>raard niet <strong>te</strong><br />

toetsen of Ahold in de ogen van de ex<strong>te</strong>rne accountant, Amerikaanse afdeling,<br />

<strong>te</strong>recht consolideerde maar heeft <strong>te</strong> beoordelen of Ahold naar de<br />

maatstaven van het Amerikaanse recht dat ziet op ex<strong>te</strong>rne financiële verslaglegging<br />

onjuist en in strijd met de waarheid de resulta<strong>te</strong>n van haar partnerships<br />

volledig heeft geconsolideerd. En die vraag zal uw rechtbank op<br />

basis van het voorliggende procesdossier nimmer met een volmondig wettig<br />

en overtuigend ”ja” kunnen beantwoorden.<br />

481. Tot besluit: het volkomen bewijs, wa<strong>te</strong>rproof, schokvast en krasvrij dat<br />

schrif<strong>te</strong>lijke bevestiging van Ahold’s dominantie niet nodig was voor de SEC<br />

of voor het Amerikaanse jaarrekeningenrecht of de accountants principles,<br />

maar lou<strong>te</strong>r voor de accountants zelve bevindt zich in het dossier.<br />

482. Het is 1998. D&T begint aan <strong>te</strong> dringen op schrif<strong>te</strong>lijke onderbouwing van<br />

Ahold’s fei<strong>te</strong>lijke dominantie over haar partnerships. Medio 1999 wordt één<br />

“control let<strong>te</strong>r” ontvangen. Krijgt D&T het volgens haar benodigde bewijs?<br />

Nee. Geeft D&T naast een goedkeurende verklaring over de Nederlandse<br />

121


jaarrekening een fiat<strong>te</strong>rend ”independant auditor’s report”? Ja. Ontstaan er<br />

problemen met de SEC? Nee. De accountant <strong>te</strong>r zake aan het woord:<br />

483. Van den Dries in zijn verklaring bij de RC:<br />

484. En Wennink in, zijn bij de RC afgelegde verklaring, antwoord op vraag 59:<br />

"[..]Ahold heeft nooit gezegd dat zij het bewijs niet konden leveren,<br />

dus heb ik nooit hard hoeven zeggen dat er gedeconsolideerd moest<br />

worden. Wij beschouwden Ahold als een bereidwillige cliënt, die alleen<br />

wat ach<strong>te</strong>rstallig bleek met het aanleveren van bewijs dat zij in<br />

control was.<br />

Dit alles had alleen betrekking op US GAAP. Eventuele deconsolidatie<br />

zou alleen onder US GAAP zijn gebeurd. [..] "<br />

485. Een dergelijke ops<strong>te</strong>lling is even ondenkbaar als onhoudbaar indien schrif<strong>te</strong>lijk<br />

bewijs van de "control" daadwerkelijk noodzakelijk zou zijn voor de SEC<br />

of voor US GAAP. Dan heb je immers niet de mogelijkheid coulant <strong>te</strong> zijn<br />

voor een op zich bereidwillige cliënt. Een positief auditor’s report verstrekken<br />

<strong>te</strong>rwijl je cliënt niet voldoet aan de eisen van het Amerikaanse jaarrekeningsys<strong>te</strong>em<br />

over de beginselen die voor de accountancy gelden, levert<br />

alsdan valsheid in geschrift op. En dit onoirbare gedrag zal als een boemerang<br />

<strong>te</strong>rugslaan: de SEC zal geen genoegen nemen met filing en reputatie<br />

van D&T Amerika en Osnoss komt alsnog op het spel <strong>te</strong> staan. De handelwijze<br />

van D&T is enkel verklaarbaar en kan D&T zich enkel veroorloven in-<br />

122


dien D&T zelf meer "comfort" wilde hebben maar men de cliënt lankmoedig<br />

nog een wijle gunt.<br />

486. Er is nog een ander in het oog springend detail. Indien het OM daadwerkelijk<br />

gelooft dat schrif<strong>te</strong>lijke bevestiging van Ahold’s control voorwaarde was<br />

naar Amerikaans recht en US GAAP, zou een andere ops<strong>te</strong>lling bij het verhoor<br />

van Van den Dries gepast hebben. Geheel in lijn met wat het OM wil<br />

horen verklaart Van den Dries immers dat deze schrif<strong>te</strong>lijke bevestiging<br />

noodzaak was voor consolidatie naar Amerikaanse standaarden. Om <strong>te</strong> vervolgen<br />

met de mededeling: ondanks het ach<strong>te</strong>rwege blijven van dit bewijs<br />

<strong>te</strong>kenden wij gewoon af. Een officier die zijn eigen s<strong>te</strong>lling serieus neemt,<br />

behoort <strong>te</strong>r plekke in <strong>te</strong> grijpen en de getuige <strong>te</strong> waarschuwen dat zowel<br />

zijn positie als de positie van firma waaraan hij verbonden was, verschuift<br />

van getuige naar verdach<strong>te</strong>.<br />

487. Maar het OM blijft zit<strong>te</strong>n. Klaarblijkelijk voelt het OM ook wel aan dat het<br />

lou<strong>te</strong>r ging om een stuk dat de accountant nog wat meer zekerheid verschaf<strong>te</strong>.<br />

488. En ook <strong>te</strong>r zitting huldigt het OM nog immer het standpunt dat er geen<br />

sprake is van gebleken strafbaar handelen van D&T. Klaarblijkelijk kon D&T<br />

de Auditors Report on the Form 20-F dus afgeven zonder daarmee op gespannen<br />

voet <strong>te</strong> komen met de inhoud van de norm van artikel 225 WvSr.<br />

Ik onderschrijf dat, maar het ondergraaft de s<strong>te</strong>lling van het OM.<br />

489. En in die con<strong>te</strong>xt is ook verklaarbaar dat D&T de bouws<strong>te</strong>nen voor de brieven<br />

aandroeg genoegen nam met het papier zonder verder geïn<strong>te</strong>resseerd<br />

<strong>te</strong> zijn in de werkelijkheid daarach<strong>te</strong>r. D&T national office wist zeker dat het<br />

nu ingedekt was door zijn probleem naar de cliënt <strong>te</strong> verplaatsen. Prof. Van<br />

de Poel’s analyse <strong>te</strong>r zake is trefzeker maar ontluis<strong>te</strong>rend voor de ex<strong>te</strong>rn accountant.<br />

490. De onvoldoende geautoriseerde en onderbouwde s<strong>te</strong>lling dat Ahold zonder<br />

de control let<strong>te</strong>rs niet kon en mocht consolideren is geëvaporeerd. Prof. Van<br />

de Poel’s vermoeden dat het ging om een onnodige strenge accountant is<br />

meer dan waarschijnlijk geworden. Bewijs van on<strong>te</strong>rech<strong>te</strong> consolidatie naar<br />

Amerikaans recht ontbreekt geheel.<br />

123


491. Tot hier mijn thematische inleiding over de consolidatie. Bij de bespreking<br />

van de fei<strong>te</strong>n 3 t/m 7 zal op de relevan<strong>te</strong> onderdelen s<strong>te</strong>eds naar deze<br />

hoofdstukken van de pleitnota worden verwezen.<br />

124


We<strong>te</strong>nschap<br />

492. Indien uw rechtbank bij de beoordeling van de <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde fei<strong>te</strong>n op<br />

één of meer onderdelen tot het oordeel mocht komen dat er voldoende bewijs<br />

zou zijn om één of meer gronddelic<strong>te</strong>n bewezen <strong>te</strong> verklaren, komt de<br />

vraag aan de orde of cliënt hierin een strafrech<strong>te</strong>lijk relevant aandeel heeft<br />

gehad, waaronder de vraag of cliënt voldoende we<strong>te</strong>nschap had om hem<br />

toe <strong>te</strong> rekenen dat hij strafrech<strong>te</strong>lijk berispelijk heeft gehandeld.<br />

493. Bij die beoordeling zal moe<strong>te</strong>n worden uitgegaan van de eerder in dit pleidooi<br />

in de tijd geplaats<strong>te</strong> fei<strong>te</strong>n en omstandigheden. In het onderstaande<br />

deel worden die fei<strong>te</strong>n en omstandigheden afgezet <strong>te</strong>gen de strafrech<strong>te</strong>lijk<br />

relevan<strong>te</strong> kaders. Ik volg hierbij de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging, waar cliënt <strong>te</strong>lkenmale<br />

primair wordt verwe<strong>te</strong>n de strafbare fei<strong>te</strong>n <strong>te</strong> hebben medegepleegd en<br />

subsidiair dat hij fei<strong>te</strong>lijk leiding zou hebben gegeven aan de verboden gedragingen<br />

van Ahold. Deze opzet maakt het mogelijk bij de bespreking van<br />

de individuele fei<strong>te</strong>n <strong>te</strong> verwijzen naar dit onderdeel van de pleitnota en<br />

slechts nog een enkele op het feit toegesneden kant<strong>te</strong>kening <strong>te</strong> plaatsen.<br />

Ten behoeve van deze beoordeling komt het mij dienstig voor eerst kort de<br />

kaders ui<strong>te</strong>en <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n.<br />

Medeplegen<br />

494. Ten aanzien van het medeplegen zal ik betrekkelijk kort zijn: alle procesdeelnemers<br />

zijn <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> bekend met het leerstuk. Vereist is dat hetzij<br />

cliënt alle bestanddelen van het delict zelf heeft verwezenlijkt, hetzij zelf<br />

enkele bestanddelen heeft verwezenlijkt waarbij één of meer anderen de<br />

overige bestanddelen voor hun rekening hebben genomen. In de modernere<br />

benadering is ook mogelijk dat medeplegen wordt bewezen verklaard<br />

<strong>te</strong>rwijl cliënt geen enkel bestanddeel zou hebben verwezenlijkt, doch vereist<br />

is dan dat sprake was van een bewus<strong>te</strong>, nauwe en volledige samenwerking<br />

waarbij het min of meer toevallig is dat één of meer medeplegers ui<strong>te</strong>indelijk<br />

de delictsinhoud gestal<strong>te</strong> geven. Betrokkenheid in de voorfase en attitude<br />

tijdens en na het delict zijn de factoren die in de jurisprudentie een rol<br />

bij de beoordeling spelen. Nog een stap verder gaat de rechtspraak waarin<br />

die bewus<strong>te</strong> samenwerking wordt ingevuld door het zich “niet-distantiëren”<br />

door verdach<strong>te</strong>n van handelingen die primair door mededader(s) wordt gepleegd<br />

– zij het dat deze variant zich tot nu toe voornamelijk manifes<strong>te</strong>erde<br />

bij geweldsdelic<strong>te</strong>n.<br />

125


495. Voor alle <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde delic<strong>te</strong>n geldt dat het gaat om misdrijven die enkel<br />

bewezenverklaard zullen kunnen worden indien bewezen kan worden<br />

dat cliënt de vereis<strong>te</strong> opzet op bestanddeel en waarvan toepassing, gevolgen<br />

had. Zoals ook de raadsman van Meurs aanvoert is derhalve minimaal<br />

vereist dat cliënt "willens en we<strong>te</strong>ns" de aanmerkelijke kans heeft genomen<br />

dat het (primair niet door hem gewilde gevolgen) zich door zijn handelen<br />

zou manifes<strong>te</strong>ren. Als ik juist observeer s<strong>te</strong>lt de rechtspraak de laats<strong>te</strong> tijd<br />

weer wat hogere eisen aan de daadwerkelijke mogelijkheid dat deze kwade<br />

kans zich manifes<strong>te</strong>ert en aan het bewustzijn van de dader.<br />

Fei<strong>te</strong>lijk leiding geven<br />

496. Iets meer woorden bes<strong>te</strong>ed ik aan het fei<strong>te</strong>lijk leiding geven. Wil uw rechtbank<br />

hier tot bewezenverklaring komen zal eerst vastges<strong>te</strong>ld moe<strong>te</strong>n worden<br />

dat er voldoende bewus<strong>te</strong> verwijtbaarheid was bij Ahold werkzame natuurlijke<br />

personen. Gezien de aard van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde gedragingen zal<br />

uw rechtbank, indien u tot het oordeel komt dat er sprake is van strafbare<br />

fei<strong>te</strong>n en deze laats<strong>te</strong> eis voldaan is, niet snel wors<strong>te</strong>len met ijzerdraad en<br />

kabeljauwachtige ma<strong>te</strong>rie. Het betreft immers alle gedragingen die plaatsvonden<br />

in het kader van de bedrijfsuitoefening van Ahold waarover Ahold<br />

vermocht <strong>te</strong> beschikken, en, indien onoirbaar, gedragingen van deze aard<br />

pleegde <strong>te</strong> aanvaarden.<br />

497. De toverformule is na de reeks Slavenburg arres<strong>te</strong>n inmiddels wel ongewijzigd<br />

bekend:<br />

[..]”Van fei<strong>te</strong>lijk leiding geven aan verboden gedragingen kan onder<br />

omstandigheden sprake zijn indien de desbetreffende functionaris -<br />

hoewel daartoe bevoegd en redelijkerwijs gehouden - maatregelen<br />

<strong>te</strong>r voorkoming van deze gedragingen ach<strong>te</strong>rwege laat en bewust de<br />

aanmerkelijke kans aanvaard dat de verboden gedragingen zich zullen<br />

voordoen. In deze situatie wordt de zo juist bedoelde functionaris<br />

immers geacht opzet<strong>te</strong>lijk de verboden gedragingen <strong>te</strong> bevorderen.<br />

[..] "<br />

498. Om de stap vervolgens weer van rechtspersoon naar natuurlijke persoon <strong>te</strong><br />

maken zal uw rechtbank, als ik de jurisprudentie die ik hieronder nader zal<br />

noemen juist analyseer, een tweetal vragen hebben <strong>te</strong> beantwoorden: liet<br />

cliënt na maatregelen <strong>te</strong>r voorkoming van de verboden gedragingen ach<strong>te</strong>rwege,<br />

hoewel daartoe bevoegd en redelijkerwijs gehouden. Dit zogehe-<br />

126


<strong>te</strong>n "zeggenschapscri<strong>te</strong>rium" (of "machtscri<strong>te</strong>rium) zal in deze zaak, gelet<br />

op de positie van cliënt niet direct een relevan<strong>te</strong> rol spelen. Cliënt is de eers<strong>te</strong><br />

om aan <strong>te</strong> geven dat, indien hij relevan<strong>te</strong> we<strong>te</strong>nschap had gedragen, hij<br />

ingegrepen zou hebben en indien hij onder die omstandigheden dit zou<br />

hebben nagela<strong>te</strong>n zou hij geen enkele moei<strong>te</strong> hebben strafrech<strong>te</strong>lijke aansprakelijkheid<br />

<strong>te</strong> aanvaarden. Wil evenwel sprake kunnen zijn van fei<strong>te</strong>lijk<br />

leiding geven is <strong>te</strong>vens vereist dat cliënt bewust de aanmerkelijke kans<br />

heeft aanvaard dat de verboden gedraging zich zal voordoen en aldus deze<br />

verboden gedraging opzet<strong>te</strong>lijk bevordert. Het zal daarbij moe<strong>te</strong>n gaan om<br />

persoonlijke we<strong>te</strong>nschap; we<strong>te</strong>nschap van andere bestuursleden maken niet<br />

dat het gehele bestuur geacht is op de hoog<strong>te</strong> <strong>te</strong> zijn van de verboden gedragingen<br />

230 . Het opzet moet voorts gericht zijn op de verboden gedraging,<br />

hetgeen wil zeggen dat de opzet gericht moet zijn op de gedraging en op<br />

de omstandigheden die de gedraging strafbaar maken. 231<br />

499. Ruimer, of minder streng is de rechtspraak van de Hoge Raad <strong>te</strong>n aanzien<br />

van de bepaaldheid van de concre<strong>te</strong> verboden gedragingen. Voldoende is<br />

immers dat een verdach<strong>te</strong> bekend is met soortgelijke fei<strong>te</strong>n die vergelijkbaar<br />

zijn met de concre<strong>te</strong> <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde fei<strong>te</strong>n.<br />

500. Nadrukkelijk onder de grens was de (kwali<strong>te</strong>itsoverweging) die het hof had<br />

gebezigd in HR 19 november 1985. 232 Het hof overweegt dat<br />

[..] ”de verdach<strong>te</strong> als hoger geplaatst in de vennootschap/rechtspersoon<br />

van het plaatsvinden van verboden gedraging als bedoeld in<br />

de kennisgeving van verdere vervolging op de hoog<strong>te</strong> was of had<br />

kunnen en behoren <strong>te</strong> zijn [..]"<br />

De Hoge Raad maakt kor<strong>te</strong> met<strong>te</strong>n met deze overweging:<br />

[..] 5.2 "Die opvatting verdraagt zich evenwel niet met een juis<strong>te</strong> uitleg<br />

van art. 51 tweede lid Wetboek van Strafrecht, aangezien slechts<br />

dan kan worden aangenomen dat iemand fei<strong>te</strong>lijk leiding aan een<br />

verboden gedraging heeft gegeven, indien hij van die gedraging op<br />

de hoog<strong>te</strong> was. [..] "<br />

230 Hof Den Haag 2 december 1987 NJ 1988 433.<br />

231 De Hullu, 2003, VII 6.4.2). Relevan<strong>te</strong> arres<strong>te</strong>n op dit punt: HR 22 maart 1983, NJ 1983, 502, HR<br />

23 juni 1987, NJ 1988, 44, en HR 5 januari 1988, Delict en Delinquent 88 176.<br />

232 NJ 1986, 125.<br />

127


Toetsing van fei<strong>te</strong>n aan recht: De bewijsconstructie van Fiod en OM.<br />

501. Hieronder zal ik eerst ingaan op de ingrediën<strong>te</strong>n die Fiod, en blijkens requisitoir<br />

in zijn voetspoor het OM aandraagt om tot de slotsom <strong>te</strong> komen dat<br />

de we<strong>te</strong>nschap van cliënt voldoende was om tot een bewezenverklaring <strong>te</strong><br />

komen.<br />

502. In het oog springt dat, op de keper beschouwt, <strong>te</strong>lkenmale dezelfde ingrediën<strong>te</strong>n<br />

worden aangedragen om uw rechtbank <strong>te</strong> overtuigen van het feit<br />

dat cliënt berispelijke we<strong>te</strong>nschap had van de (beweerdelijke) strafbare fei<strong>te</strong>n.<br />

Men leze er overzichtsproces-verbaal Van der Hoeven en relevan<strong>te</strong><br />

zaaksverbalen op na. Ik neem hieronder 2 exemplarische stukje op.<br />

128


503. Wat voert het OM nu eigenlijk aan:<br />

a. Van der Hoeven was op de hoog<strong>te</strong> van het feit dat de in feit 1 genoemde<br />

zogehe<strong>te</strong>n "control let<strong>te</strong>rs" er waren;<br />

b. Van der Hoeven heeft de 2 e side let<strong>te</strong>r Bompreço medeonder<strong>te</strong>kend;<br />

c. Meurs verklaart dat Van der Hoeven wist, dan wel impliciet wist van<br />

doel en werking control en side let<strong>te</strong>rs;<br />

d. de inhoud van de door Van den Dries verstuurde mails die als bijlage<br />

D/264 en D/267 in het dossier zijn opgenomen;<br />

e. het feit dat Van der Hoeven in de periode oktober 2002 tot februari<br />

2003, eenmaal op de hoog<strong>te</strong> van de side let<strong>te</strong>rs, deze niet openbaar<br />

gemaakt heeft of verzwegen.<br />

504. Hieronder zal ik in de eers<strong>te</strong> plaats onderscheiden ingrediën<strong>te</strong>n die naar het<br />

oordeel van Fiod en OM klaarblijkelijk in onderling verband en samenhang<br />

bezien tot bewijs van de relevan<strong>te</strong> we<strong>te</strong>nschapstrekken, ingaan.<br />

E-mail memo’s (D/264 en D267)<br />

505. Het is in de eers<strong>te</strong> plaats goed om onze juridische status van bedoelde<br />

stukken <strong>te</strong> realiseren. Beide stukken zijn een "overig geschrift" in de zin<br />

van art. 344 lid 5 Wetboek van Strafvordering. Daarmee zijn we er evenwel<br />

nog niet; ook de intrinsieke waarde moet nog worden beoordeeld worden.<br />

Ma<strong>te</strong>rieel gezien gaat het om de auditu weergave van een getuigenverklaring.<br />

Van den Dries <strong>te</strong>kent immers op wat Meurs zou hebben gezegd bij gelegenheid<br />

van de betreffende besprekingen. In een dergelijk geval gelden<br />

krach<strong>te</strong>ns vas<strong>te</strong> jurisprudentie van de Hoge Raad dezelfde eisen die aan<br />

een getuigenverklaring worden ges<strong>te</strong>ld: Er komt pas bewijswaarde aan toe<br />

indien de redenen van we<strong>te</strong>nschap van de getuige deel uitmaken van de<br />

opge<strong>te</strong>kende verklaring. Vanuit dat vertrekpunt naar de memo’s eerst<br />

D/264. punt 3.<br />

"2.c. Vanaf begin op de hoog<strong>te</strong>, zonder details. LOR dus probleem."<br />

129


506. Nog afgezien van de cryptische inhoud van de beweerdelijk uit Meurs mond<br />

opge<strong>te</strong>kende verklaring ontbreekt iedere reden van we<strong>te</strong>nschap. Uit <strong>te</strong>chnisch<br />

oogpunt is dit stuk derhalve onbruikbaar voor bewijsvoering.<br />

D/267<br />

"2. Volgens M. zouden alle betrokkenen op de hoog<strong>te</strong> zijn, dat ze iets<br />

niet goed deden. Ook Cees.<br />

4. LJD: Cees heeft dus, samen met de LOR reeds 3 jaar <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong><br />

ge<strong>te</strong>kend. Valsheid in geschrif<strong>te</strong>.<br />

Bladzijde 2: "Cees 26-10-02 van 17 tot 18 uur <strong>te</strong>lefonisch thuis gebeld<br />

door hem."<br />

[..]<br />

"Hij was vanaf het begin op de hoog<strong>te</strong> zonder kennen van details."<br />

Bladzijde 3:<br />

[..]"Thijs <strong>te</strong>lefonisch op 04-11-02 van 15.45 tot 16.10 uur.[..]<br />

[..] 2. M en B liegen alles aan elkaar. Hij twijfelt nu zelfs aan C.[..]"<br />

507. Mutatis mutandis geldt hier hetzelfde als ik opmerk<strong>te</strong> <strong>te</strong>n aanzien van de<br />

eers<strong>te</strong> memo. Geen redenen van we<strong>te</strong>nschap en overigens slechts kwalificatieve<br />

conclusies van diegenen die de getuigenverklaring aanhoorden.<br />

508. Conclusies: beide stukken kunnen reeds op <strong>te</strong>chnische gronden niet bijdragen<br />

tot bewijs van het feit dat cliënt berispelijke we<strong>te</strong>nschap van één der<br />

verboden gedragingen zou hebben gehad.<br />

509. Dat ook intrinsiek geen enkele overtuigingswaarde kan worden gehecht aan<br />

de e-mail vastlegging van de emotionele gesprekken die plaatsvonden rond<br />

26 en 27 oktober 2002 blijkt uit de eerder besproken verklaringen die betrokkenen<br />

hebben afgelegd bij de RC.<br />

510. Ik pik er een uit: Meurs ging er impliciet van uit dat cliënt wel op de hoog<strong>te</strong><br />

zou zijn geweest van de side let<strong>te</strong>r kwestie. Het zal geen betoog behoeven<br />

dat volgens vas<strong>te</strong> jurisprudentie van de Hoge Raad een dergelijke veronders<strong>te</strong>lling<br />

of gissing van een getuige (ook als die is vervat in een procesverbaal)<br />

niet mag worden gebezigd. Opmerkelijk is dat de Fiod <strong>te</strong>lkenmale<br />

nalaat Meurs <strong>te</strong> vragen waarom hij daar dan impliciet van uit gaat. Maar<br />

zonder een s<strong>te</strong>ekhoudende verduidelijking van deze veronders<strong>te</strong>lling is ook<br />

zijn verklaring niet bruikbaar voor het bewijs.<br />

130


511. Hoe onjuist deze implicie<strong>te</strong> veronders<strong>te</strong>lling van Meurs op dit punt is blijkt<br />

wel uit de verklaring die beide heren hebben afgelegd over het <strong>te</strong>lefoongesprek<br />

dat plaatsvond op 16 november 2002. Bij die gelegenheid belde<br />

Meurs om cliënt <strong>te</strong> informeren over het feit dat er, naast de ICA side let<strong>te</strong>r,<br />

nog meer 2 e side let<strong>te</strong>rs aanwezig waren. De relevan<strong>te</strong> passages uit de verklaringen<br />

over dit <strong>te</strong>lefoongesprek zijn al weergegeven.<br />

512. Zowel de inhoud als de toonzetting en emotie maken in één klap duidelijk<br />

dat cliënt op geen enkele manier bekend was met het bestaan van de 2 e side<br />

let<strong>te</strong>rs. Waarom immers cliënt bellen om hem iets mede <strong>te</strong> delen waarmee<br />

hij reeds lang bekend is? En als cliënt dan uit minder duidelijke of duidelijker<br />

fei<strong>te</strong>n en omstandigheden zou moe<strong>te</strong>n hebben afgeleid dat er<br />

s<strong>te</strong>eds een side let<strong>te</strong>r is geplaatst naast de control let<strong>te</strong>r en dit zijn implicie<strong>te</strong><br />

ins<strong>te</strong>mming had: wat kan dan zijn enorme boosheid over het bestaan van<br />

deze side let<strong>te</strong>rs en zijn onkundigheid hiermee verklaren? Men diene zich bij<br />

deze <strong>te</strong> realiseren dat zowel de inhoud als de emotie authentiek zijn. Er was<br />

immers nog geen begin van een zicht op een strafrech<strong>te</strong>lijk onderzoek. En<br />

derhalve is er geen enkele reden <strong>te</strong> twijfelen aan de getrouwheid van de<br />

verklaringen van Meurs en cliënt op dit punt.<br />

Onder<strong>te</strong>kenings-side let<strong>te</strong>r Bompreço<br />

513. Ter zitting heeft cliënt geheel in lijn met zijn eerder afgelegde verklaringen<br />

en in lijn met de verklaring van Meurs op dit punt, verklaart hoe het komt<br />

dat zijn paraaf <strong>te</strong> vinden is onder de 2 e side let<strong>te</strong>r Bompreço. Ik vat hieronder<br />

kort en bondig samen.<br />

514. Nadat de eers<strong>te</strong> side let<strong>te</strong>r, genaamd control let<strong>te</strong>r, in mei 1999 door Mendonça<br />

en Meurs is ge<strong>te</strong>kend, krijgt eerstgenoemde om hem moverende redenen<br />

behoeft aan een stuk dat hij ach<strong>te</strong>r de hand kan houden. Meurs is<br />

wel genegen <strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond van de con<strong>te</strong>xt van Mendonça <strong>te</strong>gemoet<br />

<strong>te</strong> komen aan diens zorgen. Enige tijd la<strong>te</strong>r wordt de zogehe<strong>te</strong>n 2 e side let<strong>te</strong>r<br />

Bompreço door de onderschrijvers van de eers<strong>te</strong> side let<strong>te</strong>r gesigneerd.<br />

515. Enige tijd la<strong>te</strong>r ontstaat bij Mendonça de behoef<strong>te</strong> aan nog een Ahold signatuur:<br />

wat nu immers als Meurs plotsklaps niet meer daar zou zijn? Meurs<br />

benadert in november 1999 tussen de bedrijven door en staande in de<br />

deurpost cliënt met het verzoek zijn hand<strong>te</strong>kening voor ”aware” naast de<br />

zijne <strong>te</strong> plaatsen. Cliënt voldoet zonder verder veel <strong>te</strong>kst en uitleg aan dit<br />

131


verzoek: waarom zou hij aarzelen <strong>te</strong> <strong>te</strong>kenen nu zijn CFO ge<strong>te</strong>kend heeft.<br />

Het OM acht het onbegrijpelijk dat cliënt bij medeonder<strong>te</strong>kening geen kennis<br />

heeft genomen van de inhoud van de 2 e side let<strong>te</strong>r, doch gelet op de<br />

wijze waarop medeonder<strong>te</strong>kening plaatsvond en het feit dat cliënt nimmer<br />

kennis had genomen van de inhoud van de control let<strong>te</strong>r, doch slechts op<br />

procesniveau had kennis genomen van een feit dat er control let<strong>te</strong>rs werden<br />

gevraagd aan de joint venture partners.<br />

516. De lezing van cliënt is wel degelijk authentiek en het door hem beschreven<br />

scenario is mogelijk. Het komt in de bes<strong>te</strong> kringen voor – ik kom hier nog<br />

op <strong>te</strong>rug.<br />

517. Res<strong>te</strong>ert het handelen en houding van cliënt in de periode vanaf herfst<br />

2002. In de fei<strong>te</strong>lijke inleiding gaven wij reeds aan hoe dit handelen dient <strong>te</strong><br />

worden bezien. Cliënt heeft <strong>te</strong>r zitting uw <strong>Rechtbank</strong> inzicht gegeven in zijn<br />

gedach<strong>te</strong>gang en motieven. Hij had het bij ander inzien graag anders gedaan<br />

– trots is hij niet. Maar, het verwijt dat cliënt zichzelf hierover maakt,<br />

staat bui<strong>te</strong>n de strafrech<strong>te</strong>lijke con<strong>te</strong>xt. Zo er al sprake zou zijn van delictueus<br />

gedrag binnen Ahold, waren deze fei<strong>te</strong>n voltooid. En door deze niet<br />

direct aan de volledige openheid prijs <strong>te</strong> geven, kon cliënt niet, alsnog, pos<strong>te</strong>rieur<br />

de kwali<strong>te</strong>it van deelnemer krijger of retrospectief fei<strong>te</strong>lijk leiding<br />

aan deze voltooid verleden tijd geven. Evenmin mag zijn we<strong>te</strong>nschap van<br />

toen overgeheveld worden naar die momen<strong>te</strong>n waarop het wél <strong>te</strong>r zake zou<br />

hebben gedaan en ingrijpen tot plicht en mogelijkheid behoorde.<br />

518. Voor het overige behelst het dossier niets dat in dit kader een aanwijzing<br />

vormt van eerdere we<strong>te</strong>nschap van cliënt. Negativa non sunt probanda: het<br />

is voor cliënt niet mogelijk <strong>te</strong> bewijzen dat hij net wist. Die last rust uit oogpunt<br />

van strafvorderlijk bewjisrecht ook niet bij hem. Ik <strong>te</strong>ken evenwel aan<br />

dat het dossier talloze verklaringen behelst, die onders<strong>te</strong>unen dat cliënt niet<br />

eerder dan eind oktober 2002 op de hoog<strong>te</strong> geraak<strong>te</strong> van de 2 e side let<strong>te</strong>r<br />

ICA en eerst op 16 november 2002 van de overige side let<strong>te</strong>rs.<br />

132


FEITEN 1 + 2 + 8<br />

519. Ik kom nu toe aan de bespreking van de side let<strong>te</strong>rs. Net zoals het OM behandel<br />

ik de fei<strong>te</strong>n 1, 2 en 8 <strong>te</strong>zamen. De fei<strong>te</strong>n 1 en 2 vormen, zoals ik al<br />

eerder ui<strong>te</strong>en heb gezet, de kern van de verwij<strong>te</strong>n van het OM aan cliënt.<br />

Kort gezegd: cliënt zou als fei<strong>te</strong>lijk leidinggever betrokken zijn geweest bij<br />

het vals op maken van de control let<strong>te</strong>r en het gebruik daarvan.<br />

520. Laat ik me<strong>te</strong>en duidelijk maken wat wij van dit verwijt vinden. Cliënt is nooit<br />

betrokken geweest bij het opmaken van de control let<strong>te</strong>rs, hij heeft ze pas<br />

ach<strong>te</strong>raf gezien. Cliënt wist dat er side let<strong>te</strong>rs, die we nu control let<strong>te</strong>rs<br />

noemen, moes<strong>te</strong>n komen voor D&T, omdat de accountants die nodig hadden<br />

voor hun US GAAP documentatie. Omdat hij niet kon vermoeden dat er<br />

met deze brieven iets fout zou zijn, heeft hij geen aanleiding gehad in <strong>te</strong><br />

grijpen. Bij het ontbreken van het we<strong>te</strong>nschapscri<strong>te</strong>rium, heb je niets aan<br />

het machts- en aanvaardingscri<strong>te</strong>rium.<br />

521. Zoals ik al heb uitgelegd was cliënt zich niet bewust van andere side let<strong>te</strong>rs<br />

in relatie tot de control let<strong>te</strong>rs. Ook niet in november 1999, omdat hij het<br />

verband niet onderkende. Hij zag dat verband pas toen hij, met uitzondering<br />

van ICA op 23 oktober 2002, op 16 november 2002 op de hoog<strong>te</strong> geraak<strong>te</strong>.<br />

Dat is anders <strong>te</strong>n aanzien van de zogenaamde 3 e side let<strong>te</strong>r inzake<br />

ICA van 21 februari 2003. Bij het ontstaan daarvan was cliënt wel betrokken,<br />

maar met die brief is, zoals hierna nog aan de orde zal komen, niets<br />

mis.<br />

522. Alvorens elk van de drie <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>leggingen <strong>te</strong> bespreken, wijs ik de rechtbank<br />

op de toelichting van het bezwaarschrift uit oktober 2004. Uw rechtbank<br />

vond het toen <strong>te</strong> vroeg om de zaak <strong>te</strong> beoordelen. Bij herlezing komt<br />

het mij voor dat het betoog niets aan actuali<strong>te</strong>it heeft verloren. Men mag<br />

niet slordig argumen<strong>te</strong>ren, de chronologie moet in de ga<strong>te</strong>n worden gehouden<br />

en voorts speelt de causali<strong>te</strong>itske<strong>te</strong>n een belangrijke rol. Kortom,<br />

men mag niet zomaar iets aannemen, elke stap in de ke<strong>te</strong>n moet verantwoord<br />

zijn. Het OM ziet dat allemaal anders.<br />

133


Feit 1<br />

523. Laat ik voorop s<strong>te</strong>llen dat de control let<strong>te</strong>r alleen ziet op US GAAP. De brief<br />

blijkt immers uitslui<strong>te</strong>nd om die reden na aandringen van D&T opgemaakt<br />

<strong>te</strong> zijn.<br />

524. La<strong>te</strong>n we daarom eens kijken wat de structuur van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging van<br />

feit 1 is met betrekking tot het verwijt dat de control let<strong>te</strong>r vals is. Opvallend<br />

is dat de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging niet inhoudt dat de 2 e side let<strong>te</strong>r vals zou zijn.<br />

Dat gegeven wordt alleen vermeld als een redengevende omstandigheid<br />

voor de beweerde valsheid van de control let<strong>te</strong>r. Dit raakt me<strong>te</strong>en al een<br />

principieel punt. Hangt de juistheid van de control let<strong>te</strong>r af van de fei<strong>te</strong>n en<br />

omstandigheden die control rechtvaardigen of van hetgeen in de 2 e side let<strong>te</strong>r<br />

staat?<br />

525. Het OM lijkt het laats<strong>te</strong> <strong>te</strong> betogen en zegt daarmee eigenlijk niets anders<br />

dan dat het de werkelijkheid (de fei<strong>te</strong>n en omstandigheden die control<br />

rechtvaardigen) in dit opzicht niet belangrijk vindt. Dat is een raar standpunt.<br />

Te meer wanneer we beseffen dat niet is aangetoond dat er <strong>te</strong>lkens<br />

<strong>te</strong>n aanzien van Bompreço, Disco, Paiz of ICA sprake zou zijn geweest van<br />

een package deal. Maar zelfs, al zou dat in de visie van het OM zo zijn, niet<br />

is aangetoond dat cliënt dat <strong>te</strong>lkens wist. Cliënt was er niet mee bekend.<br />

526. Het OM vindt dus de control let<strong>te</strong>r vals. Wij hebben betoogd dat dit niet<br />

bewezen is en met name dat de bekend geworden fei<strong>te</strong>n en omstandigheden<br />

in redelijkheid met zich meebrach<strong>te</strong>n dat er wel control was naar US<br />

GAAP en dus de control let<strong>te</strong>r niet vals was. Ik ga hetgeen <strong>te</strong> dezer zake al<br />

is bepleit niet herhalen maar volsta er mee op <strong>te</strong> merken dat D&T dat ook<br />

vond. Immers <strong>te</strong>lkens is een goedkeurende verklaring afgegeven. Vallen nu<br />

die fei<strong>te</strong>n en omstandigheden, valt nu de goedkeurende verklaring weg lou<strong>te</strong>r<br />

door de inhoud van side let<strong>te</strong>r?<br />

527. Het dunkt mij van niet indien de inhoud van de side let<strong>te</strong>r al tot uitdrukking<br />

zou brengen dat de inhoud van de control let<strong>te</strong>r in fei<strong>te</strong> niet waar is. Het is<br />

toch de werkelijkheid die <strong>te</strong>lt en niet de juridische fictie? Dit brengt ons<br />

weer bij de fei<strong>te</strong>n en omstandigheden die control rechtvaardigen. Daarbij is<br />

niet de vraag of die fei<strong>te</strong>n en omstandigheden ach<strong>te</strong>raf beoordeeld al dan<br />

niet <strong>te</strong>recht hebben geleid tot consolidatie. De vraag is of bij het ops<strong>te</strong>llen<br />

134


van de control let<strong>te</strong>r, de ops<strong>te</strong>llers daarvan in redelijkheid konden menen<br />

dat er control was, daargela<strong>te</strong>n wat men er nu van vindt.<br />

528. Op dit punt is van belang dat D&T bij de ops<strong>te</strong>lling van de control let<strong>te</strong>r<br />

betrokken was en aldus eveneens een waardering heeft gemaakt van de<br />

haar bekende fei<strong>te</strong>n en omstandigheden. Kennelijk vond ook D&T de inhoud<br />

van de control let<strong>te</strong>r gerechtvaardigd. Ik roep opnieuw in herinnering dat<br />

ach<strong>te</strong>raf de deskundigen van mening verschillen over de maatstaven voor<br />

control. Ik meen dat een opzet tot valsheid in de <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde zin niet<br />

is aangetoond. Dat brengt ons bij de vraag of cliënt het destijds be<strong>te</strong>r had<br />

moe<strong>te</strong>n we<strong>te</strong>n? Ik meen van niet.<br />

529. Weer <strong>te</strong>rug naar het verwijt dat de control let<strong>te</strong>r vals zou zijn. La<strong>te</strong>n we<br />

eens for the sake of argument even net doen of de control let<strong>te</strong>r inderdaad<br />

vals is. In dat geval wordt van belang wat cliënt daarvan wist. Daarbij kunnen<br />

we een tweedeling maken: de verwe<strong>te</strong>n rol van cliënt als medepleger<br />

en die van fei<strong>te</strong>lijk leiding gever. Het OM meent dat het fei<strong>te</strong>lijk leiding geven<br />

was en niet medeplegen. Dat is reëel en daarom laat ik mededaderschap<br />

verder rus<strong>te</strong>n.<br />

530. Het cri<strong>te</strong>rium waar het bij fei<strong>te</strong>lijk leiding geven om draait, is kort samengevat:<br />

we<strong>te</strong>nschap, macht en aanvaarding. De belangrijks<strong>te</strong> is het we<strong>te</strong>nschapscri<strong>te</strong>rium,<br />

want zonder we<strong>te</strong>nschap zijn 'macht' en 'aanvaarding' be<strong>te</strong>kenisloos.<br />

Het gaat dus om we<strong>te</strong>nschap in de be<strong>te</strong>kenis van bewus<strong>te</strong> verwijtbaarheid.<br />

Zoals al besproken kan niet gezegd worden dat cliënt in de zin<br />

van de jurisprudentiële cri<strong>te</strong>ria "op de hoog<strong>te</strong>" was en aldus bewust de<br />

aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de control let<strong>te</strong>r vals zou zijn. Cliënt<br />

mocht er op vertrouwen dat Meurs en zijn mannen in overleg met D&T het<br />

door D&T verlangde stuk correct zouden opmaken. Cliënt's betrokkenheid<br />

bij consolidatie was beleidsmatig, niet inhoudelijk, en op afstand.<br />

531. Wat het requisitoir daar<strong>te</strong>gen inbrengt, is niet s<strong>te</strong>ekhoudend, met name niet<br />

als we met de vereis<strong>te</strong> precisie kijken naar kwesties als 'op welk moment<br />

weet Van der Hoeven wat'. In dit opzicht wordt er door het OM nog al slordig<br />

geredeneerd, kijkt u maar eens naar hoofdstuk 16 van het requisitoir 233 .<br />

Ik loop de beschuldigingen van het OM stuk voor stuk na.<br />

233 Requisitoir p. 125-128.<br />

135


532. Om <strong>te</strong> beginnen wordt aangevoerd dat cliënt in november 1999 de side<br />

let<strong>te</strong>r inzake Bompreço heeft ge<strong>te</strong>kend. Dat is waar, maar waar het om gaat<br />

is, dat, om de redenen die ik al eerder ui<strong>te</strong>en heb gezet, de ech<strong>te</strong> vraag is<br />

of er in november 1999 een berispelijk aanmerkelijk kansbewustzijn is ontstaan.<br />

Daarop geeft het OM geen echt antwoord, het neemt dat eenvoudig<br />

weg aan. Lou<strong>te</strong>r op grond van de redenering dat het cliënt niet geloofd. Dat<br />

is natuurlijk niet voldoende, want het ongeloof dient alleen het weerspreken<br />

van hetgeen cliënt <strong>te</strong> dezer zake heeft gezegd, maar toont intussen niets<br />

aan. De bewijslast is dus niet vervuld. Ik ga niet herhalen wat ik er allemaal<br />

al over heb gezegd, maar het lijkt mij duidelijk dat cliënt voorafgaande aan<br />

23 oktober 2002 resp. 16 november 2002 zich niet in de vereis<strong>te</strong> ma<strong>te</strong> bewust<br />

was van een probleem met de control let<strong>te</strong>rs.<br />

533. Het OM verwijst voorts naar de notulen van de 'maandagoch<strong>te</strong>ndgebeden'.<br />

Wanneer de rechtbank die leest zal het opvallen dat daarin geen aanwijzing<br />

is <strong>te</strong> vinden dat er iets met de inhoud van de control let<strong>te</strong>r niet pluis is. Het<br />

OM leest daarin met de kennis die het nu heeft kennelijk iets wat zou belas<strong>te</strong>n,<br />

maar wanneer deze stukken goed in de tijd worden geplaatst is daaraan<br />

geen belas<strong>te</strong>nd bewijs voor cliënt <strong>te</strong> ontlenen. Dat geldt ook voor de<br />

management let<strong>te</strong>r uit die periode. Duidelijk is slechts dat D&T voor US<br />

GAAP een aanvullend document wil, een side let<strong>te</strong>r. Dat is de issue en daar<br />

gaat ook het contact tussen cliënt en Kangas over. Daar was niets berispelijks<br />

bij. Bovendien zou men zelfs a contrario kunnen redeneren: waarom<br />

moeilijk doen richting Kangas, als er een oplossing in de vorm van een 2 e<br />

side let<strong>te</strong>r zou zijn. Ook dit inzicht maakt duidelijk dat cliënt zich van niets<br />

bewust was.<br />

534. De verwijzing naar de aan<strong>te</strong>keningen van Van den Dries op basis van stukjes<br />

van Van der Veg<strong>te</strong> heb ik hiervoor ook al gedetailleerd besproken. De<br />

opmerking dat cliënt "van begin af aan op de hoog<strong>te</strong>" zou zijn geweest, is<br />

door de heren Van den Dries, Dassen en Van der Veg<strong>te</strong> recht gezet. Dat<br />

weet het OM ook. Het ging om ICA in oktober 2002. Waarom deze kwestie<br />

uit het oude <strong>te</strong>stament toch weer van stal wordt gehaald, is niet duidelijk.<br />

Voorts verwijst het OM naar de rol van cliënt bij de 3 e ICA brief in 2003. Zoals<br />

ik hierna nog zal ui<strong>te</strong>en zet<strong>te</strong>n, kan dit argument wegens het ontbreken<br />

van eenheid van tijd in dit verband (we pra<strong>te</strong>n over 1999-2001) niet serieus<br />

door het OM bedoeld zijn. Nogmaals kwesties als we<strong>te</strong>nschap moet men<br />

wel chronologisch in de tijd plaatsen.<br />

136


535. Dan is er <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> nog het argument van het verzwijgen ná 16 november<br />

2002, toen cliënt door Meurs op de hoog<strong>te</strong> werd ges<strong>te</strong>ld. Ook dit punt is<br />

uitvoerig door mij besproken. Het heeft weinig zin dat allemaal weer <strong>te</strong> herhalen.<br />

Ook op dit punt gaat het OM wel erg slordig om met causale verbanden<br />

in verband met de we<strong>te</strong>nschapvraag. Kort gezegd, wat men jaren na<br />

het opmaken <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n komt, is niet redengevend voor het fei<strong>te</strong>lijk leiding<br />

geven aan het opmaken. Bovendien heeft het OM zich waarschijnlijk niet<br />

gerealiseerd hoe absurd een resa<strong>te</strong>ment zou hebben uitgepakt. Ik heb dat<br />

bij de bespreking vande gebeur<strong>te</strong>nissen op 16 en 17 november 2002 ui<strong>te</strong>engezet.<br />

536. Ik keer weer <strong>te</strong>rug naar de inhoud van de control let<strong>te</strong>r. Die zou dus vals<br />

zijn. In dit verband is de theorie van het OM over de verschillende werkelijkheden<br />

in<strong>te</strong>ressant. Het OM s<strong>te</strong>lt dat control (US GAAP) naar de juridische<br />

werkelijkheid moet worden beoordeeld. Hetgeen al eerder in dit pleidooi is<br />

aangevoerd, strekt er toe, in overeens<strong>te</strong>mming met hetgeen Prof. Van de<br />

Poel heeft aangevoerd, dat een juridische werkelijkheid eigenlijk niets anders<br />

is dan de reflectie van de economische werkelijkheid. Het lijkt het op<br />

dat het OM een nogal digitale opvatting op dit punt koes<strong>te</strong>rt en negeert dat<br />

juist de gehele US GAAP discussie juist gaat over substance over form of<br />

niet.<br />

537. Als Ahold nu de werkelijkheid zoals zij die zag, en voor mijn part is dat een<br />

economische werkelijkheid, heeft neergelegd in de control let<strong>te</strong>r, kan dan<br />

gezegd worden dat de control let<strong>te</strong>r opzet<strong>te</strong>lijk vals is opgemaakt? Als het<br />

verwijt is dat Ahold het verkeerd zag, wil dat nog niet zeggen dat Ahold het<br />

opzet<strong>te</strong>lijk verkeerd zag. Het onderzoek heeft naar mijn oordeel duidelijk<br />

gemaakt dat Ahold ervan overtuigd was dat er wel control was. Wanneer<br />

men een dergelijke overtuiging opschrijft, kan toch bezwaarlijk worden<br />

aangenomen dat men expres iets opschrijft waarvan ze weet dat het niet<br />

waar zou zijn. Is gebleken dat Ahold het be<strong>te</strong>r had moe<strong>te</strong>n we<strong>te</strong>n dan de<br />

deskundige, die het onderling ook niet eens zijn? Ik meen van niet.<br />

538. Kortom, het verwijt van opzet<strong>te</strong>lijk valsheid is ongegrond en als het gronddelict<br />

niet is bewezen is, wordt het verwijt van fei<strong>te</strong>lijk leiding geven eigenlijk<br />

al irrelevant.<br />

539. Het tweede onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging van feit 1 ziet op de onder<strong>te</strong>kening<br />

van de control let<strong>te</strong>r. Vast staat dat cliënt geen enkele control let<strong>te</strong>r<br />

137


heeft onder<strong>te</strong>kend. Met dit onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging zijn we dus<br />

snel klaar. Blijft over het verwijt van fei<strong>te</strong>lijk leiding geven. Hier geldt hetzelfde<br />

betoog als hiervoor: van strafbaar fei<strong>te</strong>lijk leiding geven kan pas<br />

sprake zijn als men weet waaraan men fei<strong>te</strong>lijk leiding geeft, waarbij het<br />

ook hier weer gaat om de vraag van berispelijk aanmerkelijk kansbewustzijn<br />

van de valsheid. Zoals ui<strong>te</strong>engezet die we<strong>te</strong>nschap had cliënt niet.<br />

540. Het derde onderdeel, namelijk de verzwijging van de 2 e side let<strong>te</strong>r besprak<br />

ik al voor de periode voorafgaande aan 23 oktober 2002 resp. 16 november<br />

2002. Voor de periode daarna moet ik wat <strong>te</strong>chnischer worden door in <strong>te</strong><br />

gaan op de juridische aspec<strong>te</strong>n van artikel 225 Sr.<br />

541. De <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging plaatst het vals opmaken <strong>te</strong>lkens in de kor<strong>te</strong> periode van<br />

het daadwerkelijk vervaardigen van de control let<strong>te</strong>r, zoals bijvoorbeeld "in<br />

de periode van 12 mei tot en met 17 mei 1999." Het vals opmaken van een<br />

geschrift is een aflopend delict. Wat na het voltooide delict bekend wordt is<br />

niet redengevend voor hetgeen men wist tijdens het opmaken. Voor de<br />

door het OM bewezen geach<strong>te</strong> subsidiaire <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging is bovendien een<br />

probleem dat we<strong>te</strong>nschap bij de fei<strong>te</strong>lijk leidinggever niet noodzakelijkerwijs<br />

redengevend is voor de we<strong>te</strong>nschap van degene die opmaak<strong>te</strong>. In casu is<br />

die causale relatie er ook niet.<br />

542. Hetgeen het OM heeft opgemerkt over de jurisprudentie over het wegla<strong>te</strong>n<br />

van informatie in formulieren, is in<strong>te</strong>ressant, maar volstrekt irrelevant, omdat<br />

het in die gevallen <strong>te</strong>lkens ging om gelijktijdigheid van we<strong>te</strong>nschap. In<br />

gewoon Nederlands: wat cliënt na 16 november 2002 <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n is gekomen,<br />

is irrelevant voor het opmaken in 1999, resp. 2000, zoals <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegd.<br />

De redenering van het OM klopt dus van geen kant, want verzwijging la<strong>te</strong>r<br />

is bij een aflopend delict irrelevant.<br />

543. Nu ik toch op <strong>te</strong>chnisch niveau argumen<strong>te</strong>er. Het delict van het eers<strong>te</strong> lid<br />

van artikel 225 Sr bestaat uit twee stappen: vals opmaken én het misleidend<br />

gebruiksoogmerk. Wat dit laats<strong>te</strong> betreft is er ook een probleem, want<br />

dan zou het OM moe<strong>te</strong>n bewijzen dat cliënt fei<strong>te</strong>lijk leiding heeft willen geven<br />

aan het misleiden van D&T. Hier speelt dus weer dezelfde vraag die ik<br />

al eerder beantwoordde: niet is gebleken van een berispelijk aanmerkelijk<br />

kansbewustzijn bij cliënt. Domweg omdat hij <strong>te</strong>lkens <strong>te</strong>n tijde van het opmaken<br />

(door anderen) niet wist dat de control let<strong>te</strong>r vals zou zijn en omdat<br />

hij niet wist van de 2 e side let<strong>te</strong>r en de samenhang. Als men niet weet dat<br />

138


de accountant misleid zou kunnen worden, vallen de cri<strong>te</strong>ria ‘macht’ en<br />

'aanvaarding' ook weg.<br />

544. Voorts is er nog het probleem dat niet vaststaat dat de control let<strong>te</strong>rs <strong>te</strong>lkens<br />

in Zaandam of in Nederland zijn opgemaakt. Voor de beoordeling<br />

daarvan moet bedacht worden dat in de visie van het OM de control let<strong>te</strong>r<br />

wordt gezien als een nadere overeenkomst. De consequentie van dat<br />

standpunt is dat de overeenkomst pas voltooid wordt opgemaakt met de<br />

laats<strong>te</strong> onder<strong>te</strong>kening als bevestiging van de wilsovereens<strong>te</strong>mming. Dat<br />

brengt met zich mee dat de control let<strong>te</strong>r niet in Nederland zijn opgemaakt.<br />

Het OM heeft niet bewezen dat op deze gedragingen in Brazilië, resp. Argentinië<br />

of Gua<strong>te</strong>mala straf is ges<strong>te</strong>ld, in zoverre is het OM <strong>te</strong>r zake van de<br />

control let<strong>te</strong>rs Bompreço, Disco en Paiz niet ontvankelijk.<br />

545. Mijn conclusie is dat feit 1 in geen enkel opzicht bewezen is, <strong>te</strong>rwijl het nog<br />

maar de vraag is of het OM in alle opzich<strong>te</strong>n ontvankelijk is. Cliënt stond<br />

geheel bui<strong>te</strong>n het opmaken van de control let<strong>te</strong>rs.<br />

139


Feit 2<br />

546. Bij dit verwijt gaat het om het gebruik, voorhanden hebben of afleveren van<br />

de control let<strong>te</strong>rs. Laat ik ook bij feit 2 direct zeggen dat cliënt alleen beleidsmatig<br />

met consolidatie betrokken was en in wezen niet betrokken was<br />

bij de uitvoeringsaspec<strong>te</strong>n.<br />

547. Voorts kan het geen kwaad op <strong>te</strong> merken dat niet bewezen is dat de control<br />

let<strong>te</strong>r Paiz is gebruikt of zou zijn overhandigd (afgeleverd) aan D&T. Bij de<br />

Paiz brief kan het dus alleen om het voorhanden hebben gaan.<br />

548. Vast staat dat cliënt geen van de brieven heeft overhandigd aan D&T en dat<br />

hij de brieven ook niet bewaarde. Maar zegt het OM hij heeft fei<strong>te</strong>lijk leiding<br />

gegeven aan dergelijke gedragingen van anderen. Ook hier geldt dus de eis<br />

van we<strong>te</strong>nschap of <strong>te</strong>n mins<strong>te</strong> berispelijk aanmerkelijk kansbewustzijn daarvan.<br />

Om niet in herhaling <strong>te</strong> vallen verwijs ik naar hetgeen ik hiervoor daarover<br />

heb gezegd. Het draait immers om dezelfde kwestie: bezwaarlijk kan<br />

worden bewezen geacht dat cliënt strafbaar fei<strong>te</strong>lijk leiding heeft willen geven<br />

aan het <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde gebruik of afleveren zolang hij niet weet dat<br />

de control let<strong>te</strong>r vals zou zijn.<br />

549. Ik ga ook niet herhalen hetgeen ik heb gezegd over de vraag of de control<br />

let<strong>te</strong>r wel in de <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde zin vals was. U weet wel de discussie over<br />

de be<strong>te</strong>kenis van "Ahold begrijpt", de kwestie van de economische werkelijkheid<br />

en het gegeven dat de deskundigen het onderling ook niet eens<br />

zijn. Het zijn allemaal beletselen voor een veroordeling waaraan het OM<br />

gemakshalve voorbij gaat.<br />

550. Ook bij dit feit gaat het dus om de periode 16 november 2002 - 23 februari<br />

2003. Het gaat er om of cliënt binnen de <strong>te</strong>kst van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging verwe<strong>te</strong>n<br />

kan worden dat hij in die periode zijn mond heeft gehouden, nadat<br />

hij op de hoog<strong>te</strong> kwam van de 2 e side let<strong>te</strong>rs in relatie tot de control let<strong>te</strong>rs.<br />

Deze vraag ziet niet meer op het <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde gebruik of afleveren,<br />

want vaststaat dat de <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde control let<strong>te</strong>rs in deze periode niet<br />

zijn gebruikt of afgeleverd. Maar hoe zit het dan met de leer van het voortdurende<br />

delict, zoals het OM betoogt.<br />

551. Op het moment dat cliënt door Meurs wordt geïnformeerd in november<br />

2002 was de aflevering van de control let<strong>te</strong>rs evident al beëindigd. Door<br />

140


overhandiging eindigt dat delict. Blijft over het gebruik, duurde dat dan<br />

voort? Ik meen van niet, omdat de control let<strong>te</strong>rs volgens de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />

werden gebruikt voor het verkrijgen van de accountantsverklaring. Op<br />

het moment dat deze verklaring werd verkregen, eindigde ook het gebruik<br />

van de control let<strong>te</strong>r. Het dossier over het desbetreffende jaar met daarin<br />

de control let<strong>te</strong>r werd opgeborgen. De rechtspraak is duidelijk, het moet<br />

gaan om daadwerkelijk gebruik want anders is er geen verschil meer met<br />

voorhanden hebben. Dit verklaart ook de uitbreiding van het 2 e lid van artikel<br />

225 Sr in 1995.<br />

552. Het kan dus alleen maar gaan om het fei<strong>te</strong>lijk leiding geven aan het voorhanden<br />

hebben door Ahold van de control let<strong>te</strong>rs na 16 november 2002 tot<br />

23 februari 2003. Dat is volgens het OM een voortdurend delict en daarom<br />

is Van der Hoeven strafbaar zo concludeert het OM. Ik vrees dat deze conclusie<br />

<strong>te</strong> haastig is getrokken.<br />

553. Voorhanden hebben be<strong>te</strong>kent, zoals het OM <strong>te</strong>recht heeft aangevoerd, blijkens<br />

de Memorie van Toelichting 'het tot zijn beschikking hebben in die zin<br />

dat gebruik kan worden gemaakt van de bewijsbes<strong>te</strong>mming van het geschrift,<br />

indien dat wordt gewenst '. Het gaat dus niet om het bloot voorhanden<br />

hebben, want dan zou er geen verschil meer zijn tussen het eers<strong>te</strong><br />

en het 2 e lid van artikel 225 Sr. Immers als dat verschil er niet meer zou<br />

zijn, zou degene die een geschrift vals opmaakt of vervalst s<strong>te</strong>eds dat geschrift<br />

ook voorhanden hebben. Hij zou in dat geval altijd lid 1 en lid 2 van<br />

artikel 225 Sr <strong>te</strong>gelijkertijd plegen. Dat is evident niet de bedoeling van de<br />

wetgever in 1994 geweest.<br />

554. Het moet in het 2 e lid van artikel 225 Sr daarom gaan om het voorhanden<br />

hebben in de con<strong>te</strong>xt van het gebruik van het geschrift. Wanneer we de zoeven<br />

geci<strong>te</strong>erde zinsnede uit de Memorie van Toelichting opnieuw lezen,<br />

valt dit causale verband nog meer op. Inderdaad het gaat niet om het bloot<br />

voorhanden hebben maar om het voorhanden hebben met een misleidend<br />

gebruiksoogmerk. Dat kan ook worden afgeleid uit hetgeen in de delictsomschrijving<br />

verder is omschreven.<br />

"[…] opzet<strong>te</strong>lijk zodanig geschrift (het valse geschrift dus) [..] voorhanden<br />

heeft, <strong>te</strong>rwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat<br />

dit geschrift bes<strong>te</strong>md is voor zodanig gebruik (n.l. als ware het echt<br />

en onvervalst)."<br />

141


555. Kortom, het voorhanden hebben is alleen dan strafbaar wanneer het gaat<br />

om het voorhanden hebben <strong>te</strong>rwijl men weet dat het bes<strong>te</strong>md is voor het<br />

gebruik als ware het echt en onvervalst. Deze in<strong>te</strong>rpretatie brengt het 2 e lid<br />

in overeens<strong>te</strong>mming met het 1 e lid, waarin niet het vals opmaken strafbaar<br />

is ges<strong>te</strong>ld, maar alleen het vals opmaken met het misleidende gebruiksoogmerk.<br />

556. Met dat cri<strong>te</strong>rium kijken we nog eens naar de fei<strong>te</strong>n. Was het bewaren van<br />

de oude control let<strong>te</strong>rs bes<strong>te</strong>md om gebruikt <strong>te</strong> worden al ware deze echt<br />

en onvervalst? Het antwoord is ondubbelzinnig neen, want de desbetreffende<br />

jaren waren al afgeslo<strong>te</strong>n, de desbetreffende dossiers opgeborgen en er<br />

was geen enkele reden de control let<strong>te</strong>rs weer voor enige bewijsbes<strong>te</strong>mming<br />

<strong>te</strong> gebruiken. Deze opvatting stoelt, zoals u begrijpt op de overtuiging<br />

van cliënt dat er geen reden was voor een resta<strong>te</strong>ment. Ik heb dat ui<strong>te</strong>engezet.<br />

557. Maar zelfs als u daarover anders mocht denken, dan blijft nog s<strong>te</strong>eds het<br />

probleem over dat dan niet gezegd kan worden dat de vereis<strong>te</strong> opzet tot<br />

misleiding aanwezig was. Immers we hebben dan <strong>te</strong> maken met een misjudgement,<br />

maar niet met een opzet<strong>te</strong>lijk, of zo u wilt welbewus<strong>te</strong>, gedraging<br />

tot het instandhouden van een in het verleden door een ander gepleegde<br />

mogelijke misleiding. Ik zeg mogelijk, want uit de verweren van<br />

Meurs volgt dat het nog maar de vraag is of dat het geval is.<br />

558. Volledigheidshalve wijs ik er nog op dat het OM bij dit feit weer de chronologie<br />

door elkaar haalt door in dit verband <strong>te</strong> verwijzen naar het onderzoek<br />

van Smit. Ik zeg het nog een keer: de opdracht werd gegeven vóór 16 november<br />

2002 en wel op 31 oktober 2002. Dat de opdracht eind oktober<br />

2002 is gegeven staat nota bene ook in het requisitoir. Het feit dat cliënt,<br />

nadat hij werd geïnformeerd, de opdracht niet heeft ingetrokken, is vermeldenswaardig<br />

en ik heb daarover al het een ander heb gezegd, maar in de<br />

con<strong>te</strong>xt van feit 2 is het irrelevant, want het maakt de zo-even aangegeven<br />

juridische positie niet anders. Het is een kwestie van logica.<br />

559. Ik concludeer ook tot vrijspraak van feit 2.<br />

142


Feit 8<br />

560. Tenslot<strong>te</strong> is er nog de 3 e side let<strong>te</strong>r ICA. Het OM verontschuldigt zich bijna<br />

voor deze <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging en inderdaad deze beschuldiging is er met de haren<br />

bijgesleept. Uw rechtbank heeft er bij de behandeling nauwelijks aandacht<br />

aan bes<strong>te</strong>ed.<br />

561. Destijds heb ik in het kader van de bezwaarschriftprocedure aangevoerd dat<br />

het OM <strong>te</strong> bewijzen zal hebben dat de afspraak over intrekken van de brief<br />

al bestond vóór of bij het tot stand komen van de overeenkomst. Daarbij<br />

moet in aanmerking worden genomen dat een overeenkomst reeds tot<br />

stand komt zodra er tussen partijen mondelinge wilsovereens<strong>te</strong>mming bestaat<br />

(art. 6:217 BW). Uit de fei<strong>te</strong>n leid ik af dat die wilsovereens<strong>te</strong>mming<br />

op 20 februari 2003 tot stand kwam. De <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde overeenkomst is<br />

dus op 20 februari 2003 geslo<strong>te</strong>n. Die overeenkomst is op 21 februari 2003<br />

door onder<strong>te</strong>kening vastgelegd.<br />

562. De vraag is daarom of op 20 februari 2003 bij partijen al een explicie<strong>te</strong> afspraak<br />

tot stand was gekomen dat de in de overeenkomst neergelegde afspraken<br />

la<strong>te</strong>r zonodig ingetrokken zouden worden. Het blijkt dat de door<br />

het OM gewraak<strong>te</strong> afspraak bij de onder<strong>te</strong>kening op 21 februari 2003 is<br />

gemaakt. Immers toen kwam, gelet op het verleden, de kwestie van het intrekken<br />

van het supplement weer aan de orde als het doel wat er mee<br />

wordt nagestreefd niet wordt bereikt. Die vraag was niet aan cliënt gericht<br />

doch aan Andreae, de onder<strong>te</strong>kenaar van het supplement. Andreae heeft op<br />

25 februari 2003 bericht dat dit akkoord was. Met andere woorden de door<br />

de officier gewraak<strong>te</strong> “nadere afspraak” kwam pas tot stand op een moment<br />

dat het supplement al overeengekomen was.<br />

563. Bovendien geldt nog het volgende. Evenmin is bewezen dat er bui<strong>te</strong>n het<br />

supplement tussen partijen andere afspraken zijn gemaakt met betrekking<br />

tot het onderwerp van de nadere overeenkomst, namelijk een regeling<br />

“with respect to the influence of Ahold” in het samenwerkingsverband met<br />

ICA Ahold met het oog op de consolidatie van de omzet door Ahold. Immers<br />

de clausule waartoe de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging zich tot beperkt, brengt met zich<br />

mee dat er geen andere overeenkoms<strong>te</strong>n of afspraken bestaan "with regard<br />

to this mat<strong>te</strong>r " […] "which " […] may affect" de geldigheid of uitvoerbaarheid<br />

van dit supplement. Deze bepaling slaat dus evident <strong>te</strong>rug op de "the<br />

influence of Ahold " in het samenwerkingsverband met ICA Ahold met het<br />

143


oog op de consolidatie van de omzet door Ahold. Ook zo geïn<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>erd,<br />

en Dassen doet dat ook 234 , is er niets mis met de overeenkomst.<br />

564. Daarbij komt dat, zoals reeds ui<strong>te</strong>engezet, sinds oktober 2002 gewerkt is<br />

aan een oplossing voor het continueren van de consolidatie van ICA met<br />

talloze besprekingen, concep<strong>te</strong>n en ge<strong>te</strong>kende eindproduc<strong>te</strong>n om tot een<br />

voor D&T bevredigende control let<strong>te</strong>r <strong>te</strong> komen. Telkens weer bleek dat het<br />

resultaat niet tot <strong>te</strong>vredenheid van de accountants was en werd de reeds<br />

ge<strong>te</strong>kende brief weer ingetrokken. Aldus ontstond een patroon die voor alle<br />

betrokkenen, inclusief D&T, volmaakt duidelijk was: als een <strong>te</strong>kst niet voor<br />

D&T zou werken, zou de brief vervallen. Er was geen enkele reden om <strong>te</strong><br />

veronders<strong>te</strong>llen dat dit bij de laats<strong>te</strong> brief anders zou zijn. In die zin, vergelijkbaar<br />

met aanmerkelijk kansbewustzijn wist D&T van de <strong>te</strong> verwach<strong>te</strong>n<br />

intrekking die inderdaad na het aangaan van de overeenkomst werd geëffectueerd.<br />

Zoals gezegd, heeft het gehele proces zich in alle openheid heeft<br />

voltrokken en waarbij D&T volledig op de hoog<strong>te</strong> was.<br />

565. Ik concludeer ook tot vrijspraak van feit 8.<br />

234 RC-verklaring Dassen van 1 sep<strong>te</strong>mber 2005.<br />

144


FEIT 3<br />

Inleiding<br />

566. De <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging bevat veel variaties op eenzelfde thema. De variaties feit<br />

3 (primair) en feit 4 zijn opmerkelijk. Er zijn overtredingen <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong> gelegd<br />

van de artikelen 336 Sr en 47 W<strong>te</strong> 1995 (oud) (het oude artikel 335 Sr). Het<br />

betreffen artikelen uit een ver verleden. Artikelen die - voor zover zij ooit<br />

meer zijn geweest dan een dode let<strong>te</strong>r - geruime tijd op het kerkhof der<br />

verge<strong>te</strong>n strafrechtsbepalingen begraven lagen.<br />

567. Over (variatie feit 3) artikel 336 Sr schreef Bakker in 1985 dat het artikel<br />

zijn be<strong>te</strong>kenis goeddeels had verloren, nu vervolging ook op grond van artikel<br />

225 Sr plaats kon vinden. In de praktijk kon hij zich eigenlijk alleen vervolging<br />

<strong>te</strong>rzake art. 336 Sr voors<strong>te</strong>llen, indien de mogelijkheid van nadeel<br />

niet bewezen kan worden. 235 Sinds 1992 is zelfs dit nadeelvereis<strong>te</strong> komen <strong>te</strong><br />

vervallen. Op diverse momen<strong>te</strong>n in de geschiedenis is vastges<strong>te</strong>ld, dat het<br />

artikel er in de praktijk niet toe deed 236 . In deze week voor Pasen is het de<br />

vraag of sprake is van de wederopstanding van artikel 336 Sr.<br />

568. Voor (variatie feit 4) het verwijt van overtreding van het inmiddels vervallen<br />

artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) komt het historisch besef; de hernieuwde belangs<strong>te</strong>lling<br />

van het OM simpelweg <strong>te</strong> laat, zodat voor dat artikel niets meer rest<br />

dan een requiem.<br />

Eerst artikel 336 Sr.<br />

569. Verwe<strong>te</strong>n wordt samengevat dat cliënt in of omstreeks april/mei 1999 en/of<br />

mei 2000 en/of mei 2001 en/of mei 2002 opzet<strong>te</strong>lijk een onware staat of<br />

een onware balans, winst- en verliesrekening, staat van ba<strong>te</strong>n en las<strong>te</strong>n of<br />

toelichting daarop openbaar gemaakt, danwel de openbaarmaking hiervan<br />

opzet<strong>te</strong>lijk heeft toegela<strong>te</strong>n.<br />

570. De vraag of sprake is van een het openbaar maken van een onware jaarrekening<br />

is enkel relevant als sprake zou zijn van <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren.<br />

Zowel uit het fei<strong>te</strong>noverzicht als uit de algemene inleiding over consolidatie<br />

235<br />

F.C. Bakker, Valsheid in geschrift, diss. Groningen, Arnhem 1985, p. 143-145.<br />

236<br />

Bijvoorbeeld, Th. S. Ysselmuiden, Het balansdelict in de openbaar gemaak<strong>te</strong> jaarrekening, NJB<br />

1961, p. 761-771.<br />

145


volgt dat <strong>te</strong>recht is geconsolideerd, althans dat minstgenomen niet geconcludeerd<br />

kan worden dat <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> is geconsolideerd. Reeds om die reden<br />

dient vrijspraak <strong>te</strong>n aanzien van artikel 336 Sr <strong>te</strong> volgen. Maar wat nu<br />

als uw rechtbank onerhoopt tot een ander oordeel zou komen?<br />

571. Prof. Langendijk s<strong>te</strong>lde zich de vraag of strafvervolging op grond van artikel<br />

336 Sr kan plaatsvinden indien het gaat om een onwaarheid in de geconsolideerde<br />

jaarrekening 237 . Toegespitst op deze zaak moet dan eerst worden<br />

stilgestaan bij de vraag of het beweerdelijk <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren van<br />

deelnemingen kan leiden tot een onware jaarrekening in de zin van artikel<br />

336 Sr. Het antwoord op die vraag is nee. Ik wil in dat kader in aanvulling<br />

op de reeds reeds door de andere raadslieden aangehaalde cita<strong>te</strong>n star<strong>te</strong>n<br />

met een aantal fraai opgeschreven stukjes uit het rapport van Prof. Van de<br />

Poel.<br />

572. Eerst over het risico van ofwel <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren, danwel <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong><br />

niet consolideren:<br />

"Anderzijds moet ook het risico dat de onderneming verwe<strong>te</strong>n wordt<br />

<strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> niet tot consolidatie over <strong>te</strong> gaan in de beschouwing<br />

worden betrokken. Er is naast de type 1 fout, ook een type 2 fout<br />

(type 1 = <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren; type 2 = <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> niet<br />

consolideren).Welnu, het is niet alleen redelijk om rekening <strong>te</strong> houden<br />

met de kans dat beleggers zouden kunnen gaan klagen over<br />

het feit dat er niet geconsolideerd zou worden door Ahold, maar<br />

s<strong>te</strong>rker nog, het is geraden." 238<br />

573. Vervolgens over het belang van consolidatie:<br />

"Het moet toch niet zo zijn dat consolideren als zodanig (onderstreept<br />

door mij/JL) als misdrijf wordt aangemerkt? Zo belangrijk is<br />

consolidatie nu ook weer niet om goede sier <strong>te</strong> maken bij de beleggers.<br />

Er zijn tal van in<strong>te</strong>rnationale ondernemingen die hun activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n<br />

gesplitst hebben in de ex<strong>te</strong>rne verslagen, <strong>te</strong>rwijl er in werkelijkheid<br />

een gro<strong>te</strong> samenhang is. Voorbeelden zijn The Coca Cola Company<br />

en Pepsico die hun bot<strong>te</strong>laars in een apar<strong>te</strong> vennootschap<br />

hebben ondergebracht die zij niet consolideren omdat ze slechts<br />

zo’n 45% van de aandelen in die bedrijven hebben en de Amerikaanse<br />

voorschrif<strong>te</strong>n consolidatie dan verbieden. Ui<strong>te</strong>raard zijn er<br />

volledig dichtgetimmerde contrac<strong>te</strong>n tussen de "bazen " en de<br />

"knech<strong>te</strong>n " maar dankzij de (Amerikaanse) boekhoudregels wordt<br />

237<br />

M. Pheijffer, H.P.A.J. Langendijk, De onware jaarrekening in het strafrecht, onbekend maakt<br />

onbemind, acounting november 2003.<br />

238<br />

Nader rapport Prof. Van de Poel, p. 3.<br />

146


er niet geconsolideerd. Komt dat even mooi uit. Wekt het verbazing<br />

dat de bot<strong>te</strong>laars, die overigens ook beursgeno<strong>te</strong>erd zijn, er minder<br />

fraai uitzien en een lagere waardering krijgen van de beleggers dan<br />

hun "bazen "? Ook verschijnen er weleens kritische stukjes in de<br />

krant over het oppoetsen van de jaarrekening van de "moeders " –<br />

die afstand van hun kinderen hebben gedaan – door het kroost <strong>te</strong><br />

gebruiken om vuiltjes weg <strong>te</strong> werken, bijvoorbeeld door "channel<br />

stuffing ". Is zo’n regime be<strong>te</strong>r? " 239<br />

574. En <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> over de Nederlandse voorliefde voor consolidatie:<br />

"De Nederlandse boekhoudtraditie is – althans gedeel<strong>te</strong>lijk – door<br />

mij voorzien van kant<strong>te</strong>keningen die mede gebaseerd zijn op persoonlijke<br />

ervaringen in de praktijk. Daar zijn vele voorbeelden van,<br />

bijvoorbeeld de voorliefde bij accountants om ingeval van twijfel aan<br />

<strong>te</strong> dringen op consolidatie. (…) Bovendien is de traditie om voor<br />

consolidatie <strong>te</strong> gaan, behalve als de onderneming officieel besluit tot<br />

afsto<strong>te</strong>n, helemaal zo gek niet, want het bui<strong>te</strong>n de consolidatie houden<br />

biedt altijd in<strong>te</strong>ressan<strong>te</strong> mogelijkheden om de boel op <strong>te</strong> schonen<br />

of op <strong>te</strong> poetsen. Moet ik nog uitleggen dat de fraude bij Enron<br />

juist daardoor is ontstaan en dat de Amerikaanse regelgevers dit<br />

mede mogelijk hebben gemaakt? In deze aanvullende rapportage<br />

heb ik deze door praktijkervaring verkregen inzich<strong>te</strong>n gebruikt bij<br />

het aanvoeren van twee typen fou<strong>te</strong>n waar het ging om de in<strong>te</strong>rpretatie<br />

van het consolidatievraagstuk en waarom de balans volgens<br />

mij door moest slaan naar consolidatie (paragrafen 2.1 en 2.2). " 240<br />

575. Ik herhaal nog maar eens dat uit het dossier geen negatieve gevolgen zijn<br />

gebleken van "<strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong>" consolideren, <strong>te</strong>rwijl die voor het <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong><br />

niet consolideren – in navolging van Prof. Van de Poel, wel degelijk aan de<br />

orde zijn geweest. Consolidatie biedt over het algemeen een be<strong>te</strong>r inzicht.<br />

576. Wat is dan wel het gevolg van in<strong>te</strong>graal consolideren op de jaarrekening. In<br />

AH/84 wordt dit samengevat weergegeven. Onder paragraaf 3.3 (recapitulatie<br />

gevolgen op bladzijde 15) staat:<br />

"Uit het onderzoek komt naar voren dat in<strong>te</strong>grale consolidatie voor<br />

Koninklijk Ahold N.V. tot gevolg heeft dat de concernomzet gro<strong>te</strong>r is<br />

dan wanneer proportioneel geconsolideerd zou worden of de nettovermogenswaarde<br />

zou worden toegepast. Er zij beperk<strong>te</strong> gevolgen<br />

voor het concernresultaat of het eigen vermogen van de totale onderneming."<br />

239 Prof. Van de Poel, a.w., p. 17.<br />

240 Prof. Van de Poel, a.w., p. 21.<br />

147


577. Dat gerappor<strong>te</strong>erde geconsolideerde omzet hoger is dan gerappor<strong>te</strong>erde<br />

niet geconsolideerde omzet, dat wil ik wel geloven, maar zoals cliënt <strong>te</strong>r zitting<br />

zei: "de kassa heeft wel degelijk gerinkeld " en de omzet was er dus<br />

wel. In elk jaarverslag is bovendien duidelijk aangegeven wat de verschillende<br />

deelnemingspercentages waren in de joint ventures.<br />

578. Wat met "beperk<strong>te</strong> gevolgen op het concernresultaat of het eigen vermogen"<br />

wordt bedoeld is niet duidelijk. Uit de ambtshandeling blijkt hiervan<br />

niet. S<strong>te</strong>rker nog op bladzijde 13 verklaarde in de genoemde AH/84 aangehaalde<br />

Klaassen nog dat het hier (vandaag dus) alleen gaat om het toepassen<br />

van boekhoudregels en dat heeft geen invloed op de winst en het eigen<br />

vermogen.<br />

579. Ysselmuiden schreef:<br />

"De wijze van voors<strong>te</strong>llen schept tweeërlei mogelijkheid tot misleidend<br />

samentrekken: bezittingen kunnen onder andere bezittingen,<br />

schulden onder andere schulden gevoegd en bezittingen met schulden<br />

gesaldeerd zijn. Ook kunnen in de resulta<strong>te</strong>nrekening ba<strong>te</strong>n en<br />

las<strong>te</strong>n worden samengetrokken. Of de strafrech<strong>te</strong>r met zo’n handelwijze<br />

in aanraking komt hangt daarvan af, of de pos<strong>te</strong>n die men aan<br />

het oog onttrekt het inzicht in de samens<strong>te</strong>lling van vermogen of resultaat<br />

ernstig verstoren." 241<br />

580. Onder aanhaling van de diverse deskundigen is reeds over het voetlicht<br />

gebracht dat in<strong>te</strong>graal consolideren een goed beeld geeft van de samens<strong>te</strong>lling<br />

van vermogen of resultaat, zodat het vermeende <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren<br />

het inzicht in de samens<strong>te</strong>lling van vermogen of resultaat juist niet<br />

verstoord. Noodzakelijke voorwaarde voor eventuele strafrech<strong>te</strong>lijke aansprakelijkheid<br />

is, dat het inzicht in de samens<strong>te</strong>lling van vermogen of resultaat<br />

in ernstige ma<strong>te</strong> is verstoord en hiervan is geen sprake, zodat vrijspraak<br />

dient <strong>te</strong> volgen.<br />

581. De officier van justitie concludeerde aan het eind van hoofdstuk 6.7 (juridisch<br />

kader van 336 Sr):<br />

"gezien bovenstaand meent het OM dat in casu aan de vereis<strong>te</strong>n van<br />

336 Sr is voldaan nu in<strong>te</strong>grale consolidatie geen getrouw beeld van<br />

de jaarrekeningen van Ahold geeft."<br />

241 Ysselmuiden a.w., p. 768-769.<br />

148


582. Het is geen toeval dat het OM concludeert, dat in<strong>te</strong>grale consolidatie "geen<br />

getrouw beeld" geeft van de jaarrekening. Het OM is op de civiele toer. De<br />

jaarrekening geeft een getrouw beeld, maar dat is niet het cri<strong>te</strong>rium waar<br />

het in deze zaak om gaat. Het gaat er om of sprake is van een "onware"<br />

jaarrekening. Dat is de strafrech<strong>te</strong>lijk relevan<strong>te</strong> vraag en hiervan is, zo conludeerde<br />

ik al geen sprake.<br />

583. Als ik de lijn van redeneren van de officier van justitie toch even volg, concludeer<br />

ik - Doorenbos volgend 242 - allereerst dat deze zaak het bewijs is<br />

voor zijn s<strong>te</strong>lling dat de vraag of een jaarrekening waar of onwaar is niet<br />

eenvoudig is <strong>te</strong> beantwoorden.<br />

584. De jaarrekening zal dan ook in ieder geval slechts marginaal worden getoetst.<br />

Dit geldt ook voor de daaraan <strong>te</strong>n grondslag liggende consolidatie<br />

vraag. De algemene normen waaraan de jaarrekening blijkens art. 2:362<br />

BW behoort <strong>te</strong> voldoen, zouden bij die marginale toets wellicht - in beginsel<br />

kunnen fungeren als globaal referentiekader voor de strafrech<strong>te</strong>r bij diens<br />

beoordeling van het waarheidsgehal<strong>te</strong> van (onderdelen) van genoemd stuk,<br />

maar slechts voor zover ernstige veronachtzaming van die algemene normen<br />

strafrech<strong>te</strong>lijk relevant zijn.<br />

585. Het dossier biedt voor het maken van die marginale toets onvoldoende input.<br />

Daarbij komt dat voor het beantwoorden van de vraag aan de hand<br />

van 2:362 BW, anders dan marginaal, mij met alle respect voor deze rechtbank<br />

de ondernemingskamer als meest geëigende forum voorkomt.<br />

586. Hoe de officier van justitie tot haar conclusie van een niet getrouw beeld<br />

komt, zou moe<strong>te</strong>n volgen uit "bovenstaand (etc.)". In hoofdstuk 6.7 van het<br />

requisitoir staat ech<strong>te</strong>r niets dat relevant zou kunnen zijn voor de conclusie.<br />

Als ik verder <strong>te</strong>rugblader, dan zie ik op bladzijde 61 iets over de gevolgen<br />

van consolidatie. Zijn dit de gevolgen die voor het OM redengevend zijn om<br />

<strong>te</strong> kunnen concluderen dat geen sprake is van een getrouw beeld? Ik weet<br />

het niet, maar laat mij verleiden tot een kor<strong>te</strong> (ui<strong>te</strong>raard marginale) reactie.<br />

587. Betoogd wordt - zonder nadere toelichting - dat de operationele marge door<br />

in<strong>te</strong>grale consolidatie <strong>te</strong> hoog wordt voorges<strong>te</strong>ld. Dit is onjuist. Consolidatie<br />

op zichzelf heeft geen invloed op de operationele marge. Marge is resultaat<br />

242 Doorenbos, p. 340.<br />

149


: omzet en het haalt ui<strong>te</strong>raard niet uit of je het geconsolideerde resultaat<br />

deelt door de geconsolideerde omzet, of dat het gedeconsolideerde resultaat<br />

wordt gedeeld door de gedeconsolideerde omzet. Of<strong>te</strong>wel 4 gedeeld<br />

door 4 is net als 2 : 2 gewoon 1.<br />

588. Vervolgens is aangegeven dat deconsolidatie geleid heeft tot aanpassingen,<br />

omdat samengevat bij de geconsolideerde joint ventures reorganisatievoorzieningen<br />

waren getroffen. Het opnemen van reorganisatievoorzieningen -<br />

en dat lijkt het OM ook niet <strong>te</strong> weerspreken - is op zichzelf (bij in<strong>te</strong>grale<br />

consolidatie) toegestaan. De accountant was van de voorzieningen op de<br />

hoog<strong>te</strong>. De accountant is <strong>te</strong>n aanzien van de voorzieningen niet voor niets<br />

accoord gegaan. De voorzieningen werden juist geoordeeld gelet op voorziene<br />

kos<strong>te</strong>n van in<strong>te</strong>gratie. Met de voorzieningen was niks mis: het opnemen<br />

ervan was eenvoudigweg een kwestie van goed ondernemerschap en<br />

goede accounting. Bij het maken van de kos<strong>te</strong>n, valt de voorziening vrij.<br />

Ook hier geen enkele invloed op de winst. Hoe valt dit standpunt van het<br />

OM voorts <strong>te</strong> rijmen met het beweerdelijke motief dat er toch op neerkomt<br />

dat Ahold de zaken mooier wilde voors<strong>te</strong>llen dan zij in werkelijkheid zijn?<br />

Een voorziening gaat immers niet <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> van de winst maar wordt bij de<br />

goodwill opge<strong>te</strong>ld.<br />

589. Tenslot<strong>te</strong> wijst de officier van justitie op de dividend daling. Opmerkelijk en<br />

het valt uit de lucht. Bij de deskundigen heb ik nu juist gelezen, dat er geen<br />

relatie is tussen dividend en consolideren. De dividenddaling heeft heel andere<br />

oorzaken (nl. US Foodservice).<br />

590. Het zal duidelijk zijn. Niet duidelijk is waarom het <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> in<strong>te</strong>graal<br />

consolideren onwaar zou zijn in de zin van art. 336 Sr. Dit geldt over het algemeen,<br />

maar zeker voor deze casus. Er is geen bewijs dat tot een andere<br />

conclusie noopt en vrijspraak dient dan ook <strong>te</strong> volgen.<br />

591. Een aantal specifieke onderwerpen <strong>te</strong>n aanzien van dit feit 3 zal ik nog kort<br />

over het voetlicht brengen.<br />

Openbaar maken<br />

592. Openbaarmaking van de jaarrekening geschiedt door nederlegging van een<br />

exemplaar <strong>te</strong>n kantore van het handelsregis<strong>te</strong>r dat wordt gehouden door de<br />

150


Kamer van Koophandel en Fabrieken (2:394 BW) 243 . In Ambtshandeling<br />

AH/85 wordt nader ingegaan op de openbaarmaking. Uit deze ambtshandeling<br />

noch uit de rest van het procesdossier blijkt van bewijsmiddelen <strong>te</strong>n<br />

aanzien van openbaarmaking in 1999 van de jaarrekening over 1998.<br />

593. Het proces verbaal richt zich ook overigens slechts op de jaren 2000, 2001<br />

en 2002, zodat onduidelijk is waarom de officier van justitie ook 1999 <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong><br />

heeft gelegd. Het <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde kan voor 1999 (het betreft dan de<br />

jaarrekening over 1998) in ieder geval niet bewezen worden en vrijspraak<br />

dient <strong>te</strong> volgen.<br />

594. In AH/85 wordt voor de jaren 1999/2000 en 2001 verwezen naar onderliggende<br />

documen<strong>te</strong>n. Hieruit blijkt dat:<br />

o het jaarverslag 1999 openbaar is gemaakt op 31 mei 2000 244 ;<br />

o het jaarverslag 2000 openbaar is gemaakt op 21 mei 2001 245 ;<br />

o het jaarverslag 2001 openbaar is gemaakt op 16 mei 2002 246 .<br />

595. In de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging wordt verwezen naar vier jaarverslagen:<br />

o D/99 jaarverslag Ahold over 1998;<br />

o D/100 jaarverslag Ahold over 1999;<br />

o D/101 jaarverslag Ahold over 2000;<br />

o D/102 jaarverslag Ahold over 2001.<br />

596. Uit AH/7 blijkt dat de verbalisan<strong>te</strong>n deze jaarverslagen van in<strong>te</strong>rnet hebben<br />

gedownload. Bij het inzien van het procesdossier is gebleken, dat op verzoek<br />

van de rechtbank de gedruk<strong>te</strong> jaarverslagen inmiddels aan het procesdossier<br />

zijn toegevoegd.<br />

Jaarrekening 1998<br />

597. Met betrekking tot 1998 is al opgemerkt dat er geen bewijsmiddelen zijn<br />

<strong>te</strong>n aanzien van openbaarmaking, zodat om die reden vrijspraak dient <strong>te</strong><br />

volgen. Het gaat voor het jaarverslag van 1998 over het beweerdelijk <strong>te</strong>n<br />

onrech<strong>te</strong> consolideren van Bompreço, Disco en JMR.<br />

243<br />

Vgl. Doorenbos, a.w. p. 342.<br />

244<br />

D/438.<br />

245<br />

D/439.<br />

246<br />

D/440.<br />

151


598. Uit het dossier is niet gebleken dat er op een moment dat de jaarrekening<br />

openbaar zou kunnen zijn gemaakt al control let<strong>te</strong>rs waren met betrekking<br />

tot de joint ventures Disco en Bompreço. Prof. Van de Poel concludeert met<br />

anderen dat in 1998 geconsolideerd kon worden. Consolidatie was verplicht<br />

en het verwijt dat in het jaarverslag van Ahold over 1998 de rechtsperson(o)n(en)<br />

Bompreço en/of Disco (vanaf het derde kwartaal) <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong><br />

zouden zijn geconsolideerd treft dan ook geen doel. Vrijspraak op dit onderdeel<br />

dient <strong>te</strong> volgen.<br />

Jaarrekening 1999<br />

599. Het gaat voor het jaarverslag van 1999 over het beweerdelijk <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong><br />

consolideren van Bompreço, Disco, Paiz en JMR. Bij de openbaarmaking van<br />

het jaarverslag (1999) in 2000 was er een control let<strong>te</strong>rs beschikbaar voor<br />

Bompreço. De exac<strong>te</strong> status bij Disco is onduidelijk. Er waren geen control<br />

let<strong>te</strong>rs voor Paiz en JMR.<br />

600. De verdediging wijst er op dat de uit de in het jaarverslag opgenomen accountantsverklaring<br />

volgt dat de accountant al op 7 maart 2000 accoord<br />

was met de jaarrekening op dat moment waren er nog geen control let<strong>te</strong>r<br />

en side lide let<strong>te</strong>r voor Disco. De control let<strong>te</strong>r en de side let<strong>te</strong>r voor Disco<br />

zijn van ruimschoots na die datum.<br />

601. Van Liere gaf onder punt 46.13 van zijn pleitaan<strong>te</strong>keningen aan dat voor de<br />

verhouding met D&T voor de beoordeling van Bompreço alleen 1999 van<br />

belang was. Niet voorbij gegaan kan worden aan het feit, dat Ahold juist in<br />

de periode mei/juni 2000 - en dat is juist de periode dat het jaarverslag<br />

over 1999 openbaar werd gemaakt - de volledige eigendom van Bompreço<br />

verkreeg. Precies in lijn met de bedoeling bij het aangaan van de deelneming<br />

in 1996. Er is geen bewijs voorhanden waaruit blijkt, dat Ahold in<br />

1999 de suprematie tijdelijk uit handen zou hebben gegeven, om vervolgens<br />

in 2000 Bompreço volledig <strong>te</strong> verwerven. Het zou ook in het licht van<br />

een consis<strong>te</strong>nt beleid zottigheid zijn geweest om Bompreço voor 1999 <strong>te</strong><br />

deconsolideren en in 2000 weer <strong>te</strong> consolideren.<br />

152


Jaarrekening 2000/2001<br />

602. Onder 46.13 gaf Van Liere ook aan dat voor Disco alleen 2000 van belang<br />

zou zijn voor de verhouding met D&T.<br />

603. Ten aanzien van Disco geldt, dat Ahold in 2001 een meerderheid verkreeg<br />

van 56%. In het jaarverslag wordt voorts melding gemaakt van de zeer<br />

zware economische omstandigheden in Argentinië. Ook uit de door Ahold<br />

bij dit financiële zware weer gespeelde rol richting Disco moet worden afgeleid,<br />

dat consolidatie voor 2001 <strong>te</strong>recht was. De vergelijking met Bompreço<br />

kan worden gemaakt dat het voorts inconsis<strong>te</strong>nt zou zijn (en de aandeelhouders<br />

op het verkeerde been zou zet<strong>te</strong>n) als voor 2000 zou worden gedeconsolideerd<br />

<strong>te</strong>rwijl <strong>te</strong>n tijde van openbaarmaking en in de lijn der gebeur<strong>te</strong>nissen<br />

duidelijk was, dat over consolidatie in 2001 geen enkele discussie<br />

bestond.<br />

604. In het Jaarverslag 2001 wordt melding gemaakt van de nieuwe Joint Venture<br />

CARHCO 247 . Op het moment van openbaarmaking van het jaarverslag<br />

was de deelneming met Paiz derhalve gedeconsolideerd (namelijk vanaf het<br />

eers<strong>te</strong> kwartaal in 2002). Ook uit dit feit blijkt weer, dat de bewegende beweerdelijke<br />

motieven aardig zijn voor het doel waartoe zij het OM kennelijk<br />

moe<strong>te</strong>n dienen, maar dat zij geen s<strong>te</strong>un vinden in de fei<strong>te</strong>n. Ahold deconsolideerde<br />

op het moment, dat zij ervan overtuigd was dat zulks de juis<strong>te</strong><br />

handelwijze was.<br />

Consolidatie gebaseerd op valse side let<strong>te</strong>r<br />

605. In de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging is opgenomen, dat de jaarrekening onwaar is, omdat:<br />

"de consolidatie van voornoemde rechtsperso(o)n(en) in de balans(en)<br />

en winst en verliesrekening(en) en/of toelichting over de<br />

jaren 1998 en/of 1999 en/of 2000 en/of 2001 (<strong>te</strong>lkens) gebaseerd<br />

is 248 op een valse side let<strong>te</strong>r."<br />

606. Niet duidelijk is wat hier wordt bedoeld met "side let<strong>te</strong>r". Voorts is evident<br />

dat de side let<strong>te</strong>r discussie niet over het algemeen gevoerd kan worden,<br />

maar per deelneming en per jaar. Om die reden is de dagvaarding op dit<br />

punt nietig.<br />

247 P.. 21 (kopje Midden Amerika).<br />

248 Het woord "is" is herplaatst om de zin leesbaar <strong>te</strong> houden.<br />

153


607. Ook als er sprake zou zijn van een geldige dagvaarding is dit verwijt gedoemd<br />

<strong>te</strong> mislukken, omdat voor feit 336 Sr ui<strong>te</strong>raard niet relevant is van<br />

welke al dan niet "valse" documen<strong>te</strong>n gebruik is gemaakt. Dit verwijt is al<br />

gemaakt in de onderdelen 1 en 2 van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging. De vraag is of de<br />

jaarrekening zelf onwaar is. Ook indien sprake is van valse documen<strong>te</strong>n kan<br />

de jaarrekening waar zijn.<br />

ICA Put Optie<br />

608. Ten aanzien van de ICA Put Optie requireerde het OM tot vrijspraak, omdat<br />

opzet niet bewezen zou kunnen worden. De verdediging meent dat vrijspraak<br />

in de rede ligt omdat niet bewezen is dat de ICA Put optie uberhaupt<br />

in de jaarrekening zou moe<strong>te</strong>n worden opgenomen. Ik verwijs in dat kader<br />

nog maar eens naar de verklaringen van Dassen en Van der Veg<strong>te</strong> bij de<br />

rech<strong>te</strong>r commissaris. Deze verklaringen zijn ook aan Prof. Van de Poel voorgehouden.<br />

Prof. Van de Poel reageerde dat je er inderdaad over van mening<br />

kunt verschillen of de put optie moet worden opgenomen in de jaarrekening.<br />

Prof. Van de Poel zelf is overigens minder duidelijk op dit punt dan<br />

mogelijkerwijs uit sommige opmerkingen in zijn rapport lijkt. In zijn eers<strong>te</strong><br />

rapport schreef hij op de vraag of de ICA put optie in de jaarrekening moest<br />

worden opgenomen:<br />

"Liever wel, omdat het relevant kan zijn voor de gebruikers. Zoiets<br />

hoort in de toelichting. Het is ech<strong>te</strong>r geen doodzonde om het niet <strong>te</strong><br />

doen."<br />

609. Het OM was ui<strong>te</strong>raard niet <strong>te</strong>vreden met dit antwoord en kennelijk luidde de<br />

aanvullende vraag of Ahold in de Nederlandse verslagen over het bestaan<br />

van de optie had moe<strong>te</strong>n rappor<strong>te</strong>ren. Prof. Van der Poel wekt in zijn nieuwe<br />

antwoord eerst de indruk, dat het inderdaad moet worden opgenomen,<br />

maar gaat hier vervolgens op een zodanige wijze aan nuanceren, dat de<br />

verdediging toch op hetzelfde antwoord uitkomt als bij het eers<strong>te</strong> verslag,<br />

namelijk be<strong>te</strong>r van wel, maar of het ook verplicht is, blijft de vraag. Prof.<br />

Van der Poel schrijft immers eerst op dezelfde bladzijde 9 (waar hij concludeerde<br />

tot opname in het jaarverslag van de put optie) van aanvullende<br />

rapport:<br />

"Ahold had er be<strong>te</strong>r aan gedaan over de optie <strong>te</strong> berich<strong>te</strong>n." (onderstreept<br />

door mij/JL)<br />

154


610. "Er be<strong>te</strong>r aan doen" staat volgens mij gelijk aan "liever wel" een strafrech<strong>te</strong>lijke<br />

(dood)zonde is dit niet: vrijspraak dus. Nog voordat tot de vraag of er<br />

opzet was aan de orde is.<br />

611. Overigens kan niet worden voorbijgegaan aan de in<strong>te</strong>ressan<strong>te</strong> en fraaie<br />

opmerking van Prof. Van der Poel aan het slot van zijn ICA antwoord. Hij<br />

schrijft:<br />

JMR en Ma<strong>te</strong>riali<strong>te</strong>it<br />

"Ten overvloede <strong>te</strong>ken ik aan dat de verdach<strong>te</strong>n niet twee keer fout<br />

kunnen zit<strong>te</strong>n, enerzijds door de putoptie niet op <strong>te</strong> nemen in het<br />

verslag en anderzijds door het verwijt <strong>te</strong> krijgen <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> overwegende<br />

zeggenschap over ICA <strong>te</strong> claimen."<br />

612. Over de mogelijkheid van het al dan niet consolideren van JMR hebben ook<br />

in het verleden discussies plaatsgevonden. Tijdens de discussies <strong>te</strong>vens<br />

vraag onder ogen gezien, wat <strong>te</strong> doen als JMR onverhoopt consolidatie beslissing<br />

onverhoopt anders mocht uitvallen. Het antwoord was: niets. Zowel<br />

de Nederlandse als de Amerikaanse accountant(s) die zich zelfstandig met<br />

deze vraag hebben bezig gehouden, concludeerden dat JMR binnen het<br />

concern niet ma<strong>te</strong>rieel was. Naarma<strong>te</strong> de tijd vorderde en Ahold gro<strong>te</strong>r<br />

werd, werd het belang van JMR ui<strong>te</strong>raard s<strong>te</strong>eds beperk<strong>te</strong>r. Het al dan niet<br />

consolideren was "niet ma<strong>te</strong>rieel" voor de vraag of de jaarrekening een getrouw<br />

beeld gaf. Het zal duidelijk zijn dat de vraag of de jaarrekening waar<br />

of onwaar is, met de marginale toets dus ook niet aan de orde komt. Om<br />

maar <strong>te</strong> zwijgen van de vraag over de vereis<strong>te</strong> opzet kan worden bewezen.<br />

Ten aanzien van JMR, dus ook als <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> zou zijn geconsolideerd, kan<br />

niet tot bewezenverklaring worden gekomen <strong>te</strong>n aanzien van de beweerdelijke<br />

onware jaarrekening en vrijspraak dient <strong>te</strong> volgen.<br />

Fei<strong>te</strong>lijk leidinggeven<br />

613. Ten aanzien van dit feit is niet gebleken van een aanmerkelijk kansbewustzijn<br />

bij cliënt.<br />

614. Ik concludeer tot vrijspraak van feit 3.<br />

155


FEIT 3 en/of<br />

615. Het is niet duidelijk wat het OM met dit feit bedoelt. Dit geldt <strong>te</strong>meer na het<br />

horen (en nalezen) van het requisitoir.<br />

616. De en/of variant wordt gepresen<strong>te</strong>erd als vangnet voor het niet kwalificeren<br />

voor 336 voor zover het de aansluiting betreft. Uitvoerig wordt in het requisitoir<br />

betoogd dat "de aansluiting" onderdeel zou uitmaken van de jaarrekening<br />

en dus getoetst zou kunnen worden aan artikel 336 Sr.<br />

617. Los van het feit dat de aansluiting eenvoudigweg geen onderdeel uitmaakt<br />

van de jaarrekening en zoals het OM eigenlijk zelf ook wel lijkt in <strong>te</strong> zien<br />

niet "onwaar" is in de zin van artikel 336 Sr is dit niet <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegd. De<br />

<strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging sluit niet aan bij hetgeen in het requisitoir is betoogd. De<br />

<strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging <strong>te</strong>n aanzien van de en/of variant is toch echt toegespitst op<br />

artikel 225 Sr en hierover wordt in het requisitoir nu juist niet gesproken.<br />

De verdediging verzoekt het OM in repliek aan dit punt nader aandacht <strong>te</strong><br />

bes<strong>te</strong>den.<br />

618. Ik houd het er voorlopig maar voor dat het een zelfstandig feit betreft (en<br />

dus een nieuwe variant).<br />

619. Tegen de geschets<strong>te</strong> ach<strong>te</strong>rgrond is zelfstandige beoordeling van dit <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde<br />

feit lastig. De wijze van <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging brengt voorts met zich<br />

mee dat de verschillende joint ventures, jaren en jaarrekeningen op de gro<strong>te</strong><br />

hoop worden gegooid. Uit hetgeen tot dusver in dit pleidooi aan de orde<br />

is gekomen, bijvoorbeeld bij het fei<strong>te</strong>noverzicht, de consolidatie en ook bij<br />

hetgeen ik zojuist <strong>te</strong>n aanzien van feit 3 het betoogd heb volgt dat de omstandigheden<br />

van het geval, c.q. de relevan<strong>te</strong> fei<strong>te</strong>n het noodzakelijk maken<br />

dat de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging ook duidelijk is omtrent de vermeende valsheid. De<br />

ma<strong>te</strong>rie is <strong>te</strong> complex om met algemeenheden af <strong>te</strong> doen. De dagvaarding<br />

is dan ook nietig.<br />

620. In de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging is aangegeven, dat de valsheid - ik vat samen - zou<br />

zijn gelegen in het nala<strong>te</strong>n <strong>te</strong> vermelden dat volledige consolidatie niet mogelijk<br />

is volgens Amerikaans en/of Nederlands jaarrekeningenrecht. Bij de<br />

behandeling van feit 6, zal in het bijzonder worden ingegaan op het "nala<strong>te</strong>n<br />

<strong>te</strong> vermelden". Ik volsta – onder verwijzing naar het zodadelijk <strong>te</strong> be-<br />

156


plei<strong>te</strong>n onderdeel – met de opmerking dat het enkele nala<strong>te</strong>n <strong>te</strong> vermelden<br />

ui<strong>te</strong>raard geen valsheid oplevert.<br />

621. Uitvoerig betoogd is al dat <strong>te</strong>recht is geconsolideerd, althans dat niet kan<br />

worden bewezen dat <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> is geconsolideerd. Daarbij komt dat het<br />

hier lou<strong>te</strong>r een niet verplich<strong>te</strong> vergelijking is van een aantal verschillen die<br />

het gevolg zijn van de gehan<strong>te</strong>erde grondslagen in de jaarrekening in Nederland<br />

en in de Verenigde Sta<strong>te</strong>n. De uitleg beperkt zich tot een beschrijving<br />

van de belangrijks<strong>te</strong> verschillen. De vraag of al dan niet sprake dient <strong>te</strong><br />

zijn van consolidatie is hier niet aan de orde.<br />

622. Ook <strong>te</strong>n aanzien van dit feit is niet gebleken van een aanmerkelijk kansbewustzijn<br />

bij cliënt.<br />

623. Ik concludeer dan ook tot vrijspraak.<br />

157


FEIT 4<br />

Inleiding<br />

624. Samengevat is het OM van oordeel dat cliënt fei<strong>te</strong>lijk leiding heeft gegeven<br />

aan het opzet<strong>te</strong>lijk verzwijgen of verminken van ware en/of het voorspiegelen<br />

van valse fei<strong>te</strong>n of omstandigheden door het uitgeven van prospectussen<br />

waarin:<br />

o <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> op grond van Dutch Gaap en US Gaap de volledige geconsolideerde<br />

cijfers zijn opgenomen van joint ventures met JMR,<br />

Bompreço, Disco, Paiz en ICA in een zogenaamde ‘pro forma combined<br />

sta<strong>te</strong>ment’;<br />

o <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> niet de partner put optie was opgenomen;<br />

o beleggers tijdens roadshows en via het uitbrengen van persberich<strong>te</strong>n<br />

zijn voorgelicht, waarbij verdach<strong>te</strong> <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> zou hebben ges<strong>te</strong>ld<br />

dat Ahold (overwegende) zeggenschap had in die rechtspersonen<br />

en/of het bestaan van het naast elkaar bestaan van de elkaar <strong>te</strong>gensprekende<br />

control en side let<strong>te</strong>r is verzwegen.<br />

625. Het OM heeft <strong>te</strong>n aanzien van de put optie gerequireerd tot vrijspraak vanwege<br />

het ontbreken van opzet. Bij de behandeling van feit III heb ik reeds<br />

aangegeven, dat vrijspraak dient <strong>te</strong> volgen omdat de put optie niet het<br />

prospectus opgenomen behoefde <strong>te</strong> worden, althans dat niet duidelijk is dat<br />

de put optie moet worden opgenomen. Vrijspraak dient op dit punt hoe dan<br />

ook <strong>te</strong> volgen.<br />

626. Tot 1992 gold artikel 335 Sr dat kort gezegd bedrog bij emissie van aandelen<br />

strafbaar s<strong>te</strong>lde. Het artikel stond tussen de artikelen 334 (koersmanipulatie)<br />

en 336 Sr (publikatie van onware financiële stukken). De artikelen 334<br />

en 336 Sr zijn gehandhaafd.<br />

627. Artikel 335 Sr is als artikel 47 in de W<strong>te</strong> (oud) opgenomen. Dit artikel gold<br />

<strong>te</strong>n tijde van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde periode.<br />

628. Na de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde periode is de Europese richtlijn 2003/6/EG ("de<br />

Richtlijn") in werking getreden. De richtlijn heeft ondermeer betrekking op<br />

voorwe<strong>te</strong>nschap en marktmanipulatie. De Richtlijn is in de Nederlandse<br />

wetgeving geïmplemen<strong>te</strong>erd door de Wet Marktmisbruik waarbij de W<strong>te</strong><br />

158


1995 per 1 oktober 2005 is gewijzigd. Artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) is daarbij komen<br />

<strong>te</strong> vervallen.<br />

629. Niemand zou artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) gemist hebben, ware het niet dat het nog<br />

in de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging stond.<br />

630. Het nieuwe artikel 47 Wet Marktmisbruik heeft betrekking op heel andere<br />

zaken (openbaarmakings- en meldingsplicht). Reeds om die reden zou, bij<br />

een eventuele bewezenverklaring, ontslag van alle rechtsvervolging dienen<br />

<strong>te</strong> volgen. 249<br />

631. Het OM meent dat artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) een plek heeft gevonden in artikel<br />

46b, eers<strong>te</strong> lid, dat ziet op marktmanipulatie. Voor een beoordeling van dit<br />

standpunt moet <strong>te</strong>n eers<strong>te</strong> kennis worden genomen van het gehele eers<strong>te</strong><br />

lid.<br />

632. Artikel 46 b, eers<strong>te</strong> lid bepaalt, dat het verboden is om:<br />

a. een transactie of een handelsorder in effec<strong>te</strong>n <strong>te</strong> verrich<strong>te</strong>n of <strong>te</strong> bewerks<strong>te</strong>lligen<br />

waarvan een onjuist of misleidend signaal uitgaat of <strong>te</strong><br />

duch<strong>te</strong>n is met betrekking tot het aanbod van, de vraag naar of de<br />

koers van die effec<strong>te</strong>n;<br />

b. een transactie of een handelsorder in effec<strong>te</strong>n <strong>te</strong> verrich<strong>te</strong>n of <strong>te</strong> bewerks<strong>te</strong>lligen<br />

<strong>te</strong>neinde de koers op een kunstmatig niveau <strong>te</strong> houden;<br />

c. een transactie of een handelsorder in effec<strong>te</strong>n <strong>te</strong> verrich<strong>te</strong>n of <strong>te</strong> bewerks<strong>te</strong>lligen<br />

waarbij gebruik wordt gemaakt van bedrog of misleiding;<br />

d. informatie <strong>te</strong> verspreiden waarvan een onjuist of misleidend signaal uitgaat<br />

of <strong>te</strong> duch<strong>te</strong>n is met betrekking tot het aanbod van, de vraag naar<br />

of de koers van de effec<strong>te</strong>n, <strong>te</strong>rwijl de verspreider weet of redelijkerwijs<br />

moet vermoeden dat de informatie onjuist of misleidend is.<br />

633. Het OM meent dat artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) is vervangen door sub d. Dit standpunt<br />

is onjuist. 250<br />

634. Artikel 46 b (sub d) is een direct vervolg op het nog s<strong>te</strong>eds vigerende artikel<br />

334 Sr. Artikel 334 Sr bepaalt:<br />

249<br />

G.J.M. Cors<strong>te</strong>ns, Het Nederlands strafprocesrecht, Deven<strong>te</strong>r 2005, in het bijzonder noot 34 op p.<br />

616.<br />

250<br />

Zie ook de diverse voorbeelden in de Richtlijn en de toelichting op artikel 46b.<br />

159


"Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrech<strong>te</strong>lijk <strong>te</strong><br />

bevoordelen, door het verspreiden van een leugenachtig bericht, de<br />

prijs van koopwaren, fondsen of geldswaardig papier doet stijgen of<br />

dalen (etc.)."<br />

635. Grundmann-van de Krol vat de totstandkoming van artikel 46 b bondig samen.<br />

251 Ook zij plaatst het artikel in het licht van artikel 334 Sr en zij consta<strong>te</strong>ert<br />

dat met artikel 46b het bestaande artikel 334 Sr in het kader van<br />

de implementatie van artikel 5 van de Richtlijn gelijk is getrokken met<br />

marktmanipulatie bepalingen in andere landen. Artikel 46b is dus een aanvulling<br />

op artikel 334 Sr (koersmanipulatie/leugenachtig bericht 252 ) en geen<br />

vervanging van artikel 47 W<strong>te</strong> (oud). Artikel 334 Sr is niet vervallen, omdat<br />

het ook ziet op koopwaren. Het is overigens aardig, dat artikel 47 W<strong>te</strong> (oud)<br />

al in de vorige druk van het handboek van Grundmann-van de Kroll, lou<strong>te</strong>r<br />

in het historisch overzicht was opgenomen. 253<br />

636. Italianer schreef in 2000 vooruitlopend op het huidige artikel 46b, eers<strong>te</strong> lid<br />

sub d, dat het hier de tweede hoofdca<strong>te</strong>gorie betreft namelijk het bewust<br />

verspreiden van valse of misleidende informatie die aanzienlijke invloed zou<br />

kunnen hebben op de koers, <strong>te</strong>rwijl de verspreiders of zij die van de manipulatie<br />

op de hoog<strong>te</strong> zijn daardoor een voordeel of winst behalen. Hoewel<br />

deze passage alweer een klein beetje geda<strong>te</strong>erd is, is zij toch van belang<br />

om inzicht <strong>te</strong> krijgen in het ontstaan van het huidige artikel. Hij concludeert<br />

vervolgens (onder het hoofdstuk "Enkele bestaande Nederlandse bepalingen")<br />

dat het duidelijk is dat de bestaande Nederlandse bepaling met betrekking<br />

tot koersmanipulatie (art 334 Sr) op de helling moet. Geen woord<br />

over artikel 47 W<strong>te</strong> (oud). 254<br />

637. Het OM zelf, plaatst de vermeende overtreding van artikel 47 W<strong>te</strong> (oud)<br />

niet in het licht van het verspreiden van een leugenachtig bericht <strong>te</strong>n behoeve<br />

van koersvorming. Ges<strong>te</strong>ld wordt immers, dat het prospectus zich<br />

richt op nieuwe beleggers, althans het publiek dat overweegt zich in <strong>te</strong><br />

251<br />

C.M. Grundmann-van de Krol, Koersen door het effec<strong>te</strong>nrecht, Beschouwingen omtrent het Nederlandse<br />

effec<strong>te</strong>nrecht, Boom Juridische uitgevers Den Haag, zesde druk, 2006, m.n. p. 276-<br />

277.<br />

252<br />

De <strong>te</strong>kst van sub d vertoont veel gelijkenis met artikel 334 Sr: "Hij die, met het oogmerk om zich<br />

of een ander wederrech<strong>te</strong>lijk <strong>te</strong> bevoordelen, door het verspreiden van een leugenachtig bericht<br />

de prijs van koopwaren, fondsen of geldswaardig papier doet stijgen of dalen (…)"<br />

253<br />

C. Grundmann-van de Krol, vijfde druk, p. 5.<br />

254<br />

J. Italianer, Enkele opmerkingen over de Richtlijn Marktgebruik, Iets bijzonders, Sdu 2002, p.<br />

141.<br />

160


schrijven op nieuw <strong>te</strong> plaatsen aandelen. Het trach<strong>te</strong>n <strong>te</strong> bewegen tot inschrijven<br />

staat centraal.<br />

638. Met het oude artikel 335 Sr of artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) heeft artikel 46b kortom<br />

niets van doen. Geconcludeerd moet dan ook worden, dat de gedraging van<br />

cliënt niet valt onder artikel 46 b, eers<strong>te</strong> lid sub d. 255<br />

639. De verdwijning van artikel 47 W<strong>te</strong> 1995 (oud) staat niet op zichzelf.<br />

Doorenbos schreef in 1992 al:<br />

"Bestrijding van vermeend emissiebedrog als bedoeld in artikel 335 Sr<br />

kan volledig plaatsvinden in de privaatrech<strong>te</strong>lijke sfeer." 256<br />

640. Discussies over beweerdelijke onjuistheden in het prospectus vinden in de<br />

civielrech<strong>te</strong>lijke arena plaats. Bijvoorbeeld discussie in het kader van prospectussen<br />

bij: DAF NV, Coop, Air Holland, De Vries Robbé en het in het requisitoir<br />

genoemde Worldonline prospectus. 257<br />

641. Een strafrech<strong>te</strong>lijke uitspraak <strong>te</strong>n principale over artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) (of<br />

artikel 335 Sr) is niet <strong>te</strong> vinden. De officier van justitie haalt één beschikking<br />

aan van het hof Ams<strong>te</strong>rdam. Laat dit nu net een beschikking zijn waarin het<br />

beklag <strong>te</strong>gen de beslissing van het OM om in de Worldonline zaak niet <strong>te</strong><br />

vervolgen <strong>te</strong>rzake (ondermeer) overtreding van artikel 47 W<strong>te</strong>(oud) 258 werd<br />

afgewezen.<br />

642. Het zal ook om deze reden zijn, dat artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) niet nader gemotiveerd<br />

uit het wetboek is verdwenen. Het artikel deed en doet er niet toe.<br />

643. De conclusie van het vorengaande is, dat cliënt <strong>te</strong>n aanzien van het als feit<br />

vier <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde ontslagen dient <strong>te</strong> worden van alle rechtsvervolging.<br />

644. Ook als de oude wetgeving zou worden toegepast, moet de nieuwe regelgeving<br />

in ogenschouw moet worden genomen. Terecht wordt in de li<strong>te</strong>ra-<br />

255<br />

Mr Van Liere, zal dit onderwerp nader bezien, de verdediging van Van der Hoeven zal zich hierbij<br />

<strong>te</strong>r gelegenheid van dupliek bij aanslui<strong>te</strong>n.<br />

256<br />

D.R. Doorenbos, Financieel Strafrecht, diss. 9 sept. 1992 Nijmegen, Deven<strong>te</strong>r 1992, p. 464.<br />

257<br />

Zie voor een overzicht,C.J.H. Jansen, E.R. Schreuder, H.L.E. Verhagen, Prospectusaansprakelijkheid,<br />

bankjuridische reeks nr. 48, NIBESVV, 2003, p. 111-117.<br />

258<br />

Gerechtshof Ams<strong>te</strong>rdam 16 januari 2004, LJN: AO1815.<br />

161


tuur betoogd, dat artikel 46, b niet duidelijk en voorspelbaar is. 259 Dit heeft<br />

zijn weerslag op het <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde artikel 47 W<strong>te</strong> (oud). Hoe valt immers<br />

artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) met inachtneming van het nieuwe artikel 46 b uit <strong>te</strong><br />

leggen. Uit het zogenoemde legali<strong>te</strong>its- of lex certa beginsel, verwoord in<br />

onder meer art. 1 Sr, volgt dat een strafrech<strong>te</strong>lijke bepaling duidelijk en<br />

voorspelbaar moet zijn in zijn toepassing, daarvan is geen sprake.<br />

Toetsing aan de hand van artikel 47 W<strong>te</strong> 1995 (oud)<br />

645. De juis<strong>te</strong> volgorde der dingen, althans het strafvorderlijk beslissingsmodel,<br />

brengt met zich mee dat het vorengaande niet aan de orde is, omdat het<br />

feit niet bewezen verklaard zal worden en vrijspraak volgt.<br />

646. In de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging staat samengevat dat getracht is het publiek tot inschrijving<br />

<strong>te</strong> bewegen, immers: op of omstreekstreeks 28 april en/of 15 mei<br />

2000 zijn prospectussen volgens het OM uitgegeven. Dit onderdeel van de<br />

<strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging is strikt genomen niet juist. Het betreffen geen prospectussen,<br />

maar supplemen<strong>te</strong>n bij het prospectus van 8 juni 1999. 260<br />

647. Als ik voor dit pleidooi toch de <strong>te</strong>rminologie van het OM volg dan komt<br />

daarbij komt dat het supplement van 15 mei 2000 – de zogenoemde black<br />

herring – voor het <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde niet van belang is. Verwe<strong>te</strong>n wordt dat<br />

getracht is het publiek <strong>te</strong> bewegen tot inschrijving of deelneming. In de<br />

black herring is het eindresultaat van de emissie opgenomen en het publiek<br />

kan door de inhoud van de black herring niet meer worden bewogen tot inschrijving<br />

of deelname. Meurs verklaarde hierover:<br />

" Het voorlopig prospectus (D/190) is het prospectus op basis waarvan<br />

personen en beleggers de beslissing dienen <strong>te</strong> nemen om al dan<br />

niet deel <strong>te</strong> nemen aan de emissie. De beslissing om al dan niet deel<br />

<strong>te</strong> nemen kan niet gebeuren op het definitieve prospectus (D/191),<br />

aangezien deze pas wordt uitgebracht nadat de emissie is geslo<strong>te</strong>n,<br />

zodat op basis van deze definitieve prospectus geen beslissing meer<br />

kan worden genomen."<br />

648. De prospectussen D107 en D191 zijn niet relevant voor de beoordeling of<br />

getracht is het publiek <strong>te</strong> bewegen tot inschrijving of deelname. Ik beperk<br />

259 Vgl. J. Italianer en A.J.P. Tillema, Het concept-wetsvoors<strong>te</strong>l Implementatie Richtlijn Marktmisbruik,<br />

Startschot voor nieuw regime in Nederland, Ondernemingsrecht 2003, p. 430-439, in het<br />

bijzonder p. 435.<br />

260 D/106.<br />

162


mij tot de - overigens inhoudelijk gelijkluidende - red herring van 28 april<br />

1999 (D190).<br />

649. Het publiek zou, voor zover het dit prospectus betreft, zijn bewogen tot<br />

deelname door het (volgens het OM) <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> opnemen van geconsolideerde<br />

cijfers naar Dutch en/of US GAAP. Deze geconsolideerde cijfers zouden<br />

zijn opgenomen<br />

"in een zogenaamde "pro forma combined sta<strong>te</strong>ment"."<br />

650. Met "pro forma combined sta<strong>te</strong>ment" wordt (zo leid ik ook af uit AH/47)<br />

kennelijk gedoeld op "the Summary Unaudi<strong>te</strong>d Pro Forma Combined Financial<br />

Data" op de bladzijden S-12 en S-13.<br />

651. De bladzijden S-25 tot en met S-35 bevat<strong>te</strong>n het hele verhaal <strong>te</strong>rzake de<br />

pro forma combined financial data.<br />

652. Deze data hebben betrekking op de acquisitie van US Foodservice en het<br />

partnership met de ICA Group. Het hoofdstuk (en ook de samenvatting)<br />

start met:<br />

"The unaudi<strong>te</strong>d pro forma combined financial data, prepared in accordance<br />

with Dutch Gaap, including the no<strong>te</strong>s thereto, set forth below,<br />

give effect to:"<br />

o the acquisition of U.S. Foodservice<br />

o the partnership with respect to the ICA Group; and<br />

o the global offering, assuming no convertible no<strong>te</strong>s are issued<br />

and no exercise of the overallotment options."<br />

653. De joint ventures met JMR, Bompreço, Disco en Paiz spelen in dit hoofdstuk<br />

geen rol.<br />

654. Onderdeel van D-190 maakt uit het Independent Auditor’s report. Via dit<br />

report geeft D&T samengevat <strong>te</strong> kennen, dat zij de financiële data over drie<br />

fiscale jaren opgenomen onder F-3 tot en met F-40 hebben beoordeeld tot<br />

2 januari 2000 en accoord bevonden.<br />

163


655. Deze data zijn ui<strong>te</strong>raard ook al eerder (bijvoorbeeld bij de beoordeling van<br />

de jaarrekeningen over 1998 en 1997) beoordeeld. Het zijn deze stukken<br />

die de financiële basis vormen van het prospectus.<br />

656. Bij de pro forma data worden <strong>te</strong>n aanzien van 1999 lou<strong>te</strong>r de nieuwe omstandigheden<br />

ICA en US Food in het kader van deze correc<strong>te</strong> informatie geplaatst.<br />

Ten aanzien van JMR, Bompreço, Disco en Paiz is gewerkt met de<br />

cijfers over 1997, 1998 en 1999 die reeds waren geaccordeerd door de accountant.<br />

657. Voor de jaren 1997, 1998 en 1999 geldt voorts dat JMR, Bompreço, Disco<br />

en Paiz <strong>te</strong>recht zijn geconsolideerd.<br />

658. In zin één van bladzijden S-12 (samenvatting) en S-25 staat, dat de pro<br />

forma financial data zijn opgemaakt in overeens<strong>te</strong>mming met Dutch GAAP.<br />

659. Hierover is al genoeg gezegd: voor Dutch GAAP was consolideren verplicht.<br />

Dit geldt ui<strong>te</strong>raard ook voor ICA Ahold. Volledigheidshalve wijst de verdediging<br />

er nog op, dat er <strong>te</strong>n tijde van de uitgif<strong>te</strong> van het relevan<strong>te</strong> supplement<br />

(28 april 2000) geen control let<strong>te</strong>r of side let<strong>te</strong>r was voor ICA Ahold.<br />

660. Op bladzijde S-34 is een verwijzing naar US GAAP opgenomen:<br />

"In connection with the ICA transaction, we recently signed a<br />

shareholders agreement with ICA Forbundet Invest AB and Canica<br />

AS, the former principal shareholders of ICA AB, the parent company<br />

of the ICA Group. We believe that the <strong>te</strong>rms of this agreement<br />

and the further execution and in<strong>te</strong>rpretation of the agreement will<br />

convey to us the control necessary to consolida<strong>te</strong> our in<strong>te</strong>rest in the<br />

ICA Group under US GAAP." (onderstreept door mij/JL)<br />

661. Met deze <strong>te</strong>kst is helemaal niets mis. Ahold is van oordeel dat de overeenkomst<br />

en de verdere uitvoering en uitleg van de overeenkomst "will convey"<br />

oftwel "tot uitdrukking zal brengen" aan ons (Ahold/JL) de benodigde controlle.<br />

662. Daarbij komt dat prominent op verschillende plekken in het prospectus<br />

staat, wat de omvang van de belangen van Ahold is in de JV’s. Op bladzijde<br />

S-6 en blz. S-14(de eers<strong>te</strong> zin bij recent developments):<br />

164


663. En op bladzijde S-15<br />

"In April 2000, we acquired a 50% partnership in<strong>te</strong>rest in the ICA<br />

Group"<br />

"Together with the former principal shareholders of the ICA Group,<br />

ICA Forbundet Invest AB and Canica AS, we have formed a new<br />

50/50 holding company, ICA Ahold Holding AB"<br />

664. Het was en is voor iedereen inzich<strong>te</strong>lijk wat de belangen van Ahold waren in<br />

de verschillende joint-ventures.<br />

Niet getracht het publiek <strong>te</strong> misleiden<br />

665. Hiervoor zei ik al dat <strong>te</strong>recht is geconsolideerd. De vraag is, mocht u onverhoopt<br />

tot een andere conclusie komen, of het <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren<br />

van de joint ventures misleiding oplevert. Immers, ook bij <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren<br />

blijft overeind dat het prospectus helder is <strong>te</strong>n aanzien van de belangen<br />

van 50% in de jont ventures. Doorenbos schreef in dit kader:<br />

"In de onderhavige strafrech<strong>te</strong>lijke con<strong>te</strong>xt behoort (…) aansprakelijkheid<br />

niet reeds in <strong>te</strong> treden wanneer sprake is van verzwijging,<br />

verminking of onwaarheid van gegevens (fei<strong>te</strong>n en omstandigheden)<br />

op zichzelf, doch pas wanneer de verzwijging, verminking of onwaarheid<br />

van zodanige aard is dat zij een onjuis<strong>te</strong> voors<strong>te</strong>lling moet<br />

wekken. (…) " 261<br />

666. De verdediging wijst in dit kader op de verklaring van de niet geci<strong>te</strong>erde<br />

financieel analist Siebrand. 262 Siebrand verklaarde ondermeer:<br />

"Ik denk evenwel dat andere analis<strong>te</strong>n een 50% belang op dezelfde<br />

wijze analyseren en waarderen als ik. Het al dan niet consolideren<br />

betreft een puur boekhoudkundig iets, en voor de waarde zou het<br />

dus niet mogen uitmaken."<br />

667. Deze opmerking doet mij deugd: ik kon mij ook niets anders voors<strong>te</strong>llen. In<br />

de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong> gelegde periode was Ahold hot. Vele analis<strong>te</strong>n hielden zich bezig<br />

met het aandeel Ahold. Natuurlijk zagen deze analis<strong>te</strong>n dat Ahold geen<br />

100% belangen had in de joint ventures maar belangen van 50%. Hiermee<br />

werd bij de analyses rekening gehouden.<br />

261 Doorenbos, a.w.,. 314.<br />

262 G/33/1, p. 4.<br />

165


668. Uit de wetsgeschiedenis bij artikel 335 Sr volgt bovendien dat misleiding<br />

betrekking moet hebben op fei<strong>te</strong>n "waarvan de waarde der onderneming<br />

afhangt". De waarde van een onderneming is niet afhankelijk van het al dan<br />

niet consolideren.<br />

669. Voor het bepalen van de norm, wijst het OM op de eerder genoemde beschikking<br />

van het Hof. Deze beschikking heeft ech<strong>te</strong>r betrekking op een<br />

veelvoud van verwij<strong>te</strong>n en niet aangegeven is waarop de definitie specifiek<br />

betrekking heeft.<br />

670. Vervolgens wordt in voetnoot 30 nog een suggestie meegegeven: kijkt u<br />

voor de normatiek van artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) naar de <strong>te</strong>rm koersgevoelige informatie.<br />

Als ik het goed begrijp wil het OM over de band van voorkennis<br />

misleiding van beleggers aantonen. Dat is in ieder geval een creatieve gedach<strong>te</strong>.<br />

Voor zover de rechtbank hierin mee zou willen gaan, wijs ik in het<br />

bijzonder op het woord "significant" in de door het OM aangehaalde definitie<br />

voor koersgevoelige informatie. Over de uitleg van dit begrip is veel geschreven.<br />

Kris<strong>te</strong>n 263 komt in zijn dissertatie tot de volgende conclusie:<br />

"Het komt mij derhalve voor dat het begrip aanwijsbaar in de Nederlandse<br />

versie van art. 1, lid 1 richtlijn 89/592/EEG moet worden uitgelegd<br />

in de zin van een zekere omvang. Die omvang is kwantitatief<br />

bepaald en moet van zodanige aard zijn dat de invloed kan worden<br />

aangemerkt als belangrijk of aanmerkelijk."<br />

671. Het moet volgens Kris<strong>te</strong>n dus gaan om informatie die een belangrijke of<br />

aanmerkelijke invloed op de koers van het aandeel heeft.<br />

672. Het is onbegrijpelijk dat het OM de belangrijke getuige Van der Sar – zij<br />

was dealcaptain bij de emissie - niet aanhaalt. Zij verklaarde tot driemaal<br />

toe bij de RC dat het voor de waarde van een onderneming niets uitmaakt<br />

of er al dan niet wordt geconsolideerd.<br />

Het maak<strong>te</strong> ons niet uit of er wel of niet geconsolideerd werd. In principe<br />

verandert de waarde van de onderneming daardoor niet. De nettowinst<br />

verandert daardoor niet<br />

Zoals ik net al aangaf maak<strong>te</strong> het voor ons niet uit of Ahold ICA nu wel<br />

of niet zou consolideren, maar het was wel van belang dat er een oplossing<br />

voor dit discussiepunt zou komen.<br />

263<br />

F.G.H. Kris<strong>te</strong>n, Misbruik van voorwe<strong>te</strong>nschap naar Europees recht, diss. Universi<strong>te</strong>it Tilburg, Nijmegen<br />

2004, p. 359.<br />

166


Als gezegd, in onze visie (de visie van ABN/AMRO JL) is het voor beleggers,<br />

en daarmee voor ons, niet ma<strong>te</strong>rieel of een joint venture wel of<br />

niet geconsolideerd wordt. Voor de netto-financiële uitkoms<strong>te</strong>n maakt<br />

het immers geen verschil.<br />

673. De officier van justitie gooit het dan maar over een andere boeg en vangt<br />

alweer bot, als mevrouw Van der Sar kriegelig reageert:<br />

"U vraagt mij of het voor beleggers niet relevant is <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n of<br />

Ahold contol heeft over de joint venture? Dat vind ik lastig <strong>te</strong> zeggen,<br />

dan moet ik in de huid van beleggers kruipen. Dat moet u<br />

maar aan hen vragen."<br />

674. Ook wordt niet verwezen naar Van der Zee. Van der Zee was namens ABN<br />

AMRO verantwoordelijk voor de marketing. Ik kan mij zomaar voors<strong>te</strong>llen,<br />

dat zijn rol relevant is bij het aan de man brengen van de aandelen. Eveneens<br />

kan ik mij indenken dat het nuttig is <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n wat zijn standpunt was<br />

<strong>te</strong>n aanzien van de onderwerpen die bij deze emissie voor beleggers van<br />

belang waren.<br />

675. Van der Zee verklaarde ondermeer, dat beleggers vooral geïn<strong>te</strong>resseerd<br />

waren in US Foodservice en in iets mindere ma<strong>te</strong> in de Amerikaanse online<br />

grocer Peapod. Er zullen als sluitpost ook wel vragen zijn geweest over ICA,<br />

maar Van der Zee kan zich in het geheel niet meer herinneren dat daar vragen<br />

over zijn ges<strong>te</strong>ld. 264 Hij kan zich ook niet herinneren dat de consolidatie<br />

van ICA of andere joint ventures ooit in zijn bijzijn aan de orde is ges<strong>te</strong>ld.<br />

676. Tenslot<strong>te</strong> nogmaals Prof. Van de Poel. Hij verklaarde <strong>te</strong>r zitting dat beleggers<br />

niet misleid kunnen worden door het mee<strong>te</strong>llen van omzet. Kortom:<br />

consolidatie was bij de emissie simpelweg geen issue!<br />

677. In het requisitoir wordt getracht toch nog wat van dit feit <strong>te</strong> maken.<br />

678. Als de verklaringen van de getuigen - een overigens curieus samenges<strong>te</strong>lde<br />

groep - er daadwerkelijk op na worden geslagen blijkt dat de verklaringen<br />

genuanceerder zijn dan het OM ons via de cita<strong>te</strong>n wil doen geloven en belangrijker<br />

de verklaringen onders<strong>te</strong>unen niet het standpunt van het OM <strong>te</strong>n<br />

aanzien van de relevantie voor beleggers van het al dan niet consolideren.<br />

264 RC-verklaring Van der Zee van 7 november 2005 (m.n. antwoorden bij vragen 11 en 18).<br />

167


De verklaringen van twee specifieke getuigen die zijn genoemd in het requisitoir<br />

verdienen (of be<strong>te</strong>r krijgen) nog wat extra aandacht:<br />

679. Ten aanzien van getuige Kraan zou de verdediging eigenlijk het hele verhoor<br />

nog eens voor willen lezen. Dan blijkt de <strong>te</strong>ndentieuze overname van<br />

cita<strong>te</strong>n in het requisitoir. De twee cita<strong>te</strong>n in het requisitoir maken onderdeel<br />

uit van een lijn van vragen en antwoorden, waaruit volgt dat Kraan "omzet"<br />

eerst niet bij de voor beleggers belangrijke informatie opnoemt, pas na<br />

doorvragen noemt hij omzet als factor. Hij combineert omzet dan direct met<br />

marge en zegt dat omzet minder belangrijk is als de marge (zoals bij Ahold,<br />

volgens Kraan) voor de branche erg goed is. Een combinatie met consolideren<br />

wordt niet gemaakt. Het beeld van Ahold was dat Ahold "het vak bijzonder<br />

goed in de vingers had". Je zou zeggen wat maakt haar zo geliefd.<br />

Het is vandaag al een paar keer aan de orde gekomen. Ahold had een outstanding<br />

performance, was een voorbeeld voor haar concurren<strong>te</strong>n: zo was<br />

het. Bovendien zelfs de bankiers vonden consolidatie een administratieve<br />

kwestie en voor de prijsvorming was dat niet van belang.<br />

680. Omzet was, zo vervolgt Kraan van belang in relatie tot het verleden en de<br />

toekomst. Omzet op zichzelf is minder relevant. Bovendien zegt hij dat voor<br />

beleggers winst toch belangrijker was. Consolideren was volgens Kraan van<br />

belang, maar dan vooral het voeren van een consis<strong>te</strong>n<strong>te</strong> lijn.<br />

"Als deelnemingen geconsolideerd worden volgens een consis<strong>te</strong>n<strong>te</strong><br />

lijn en niet ergens in de tijdlijn een trendbreuk is voor wat betreft de<br />

wijze van consolideren. Dan kunnen vergelijkingen gemaakt worden<br />

van de cijfers van het hele bedrijf, de marge van het bedrijf. Het is<br />

erg belangrijk dat de wijze van presen<strong>te</strong>ren duidelijk is end at dit<br />

s<strong>te</strong>eds op dezelfde wijze gebeurt."<br />

681. Ook is in requisitoir aangehaald getuige Folpmers. In de fraaie zin: "Los van<br />

de vraag hoe het zit met niet professionele beleggers, waarvan Ahold er<br />

nogal wat had (ik wijs u op de verklaring van Folpmers".).<br />

682. Dat deze getuige het tot het requisitoir heeft gehaald, is een slech<strong>te</strong> grap<br />

en zegt veel over het armoedige bewijs (en dan wordt er in pleidooi ook<br />

nog op gereageerd). Folpmers is de enige particuliere getuige die is gehoord<br />

<strong>te</strong>rzake de emissie. De indruk ontstaat bij het lezen van het verhoor<br />

dat hij zomaar bij het onderzoeks<strong>te</strong>am kwam binnenlopen. Folpmers heeft<br />

geen aandelen gekocht bij deze emissie en in zijn verhoor sput<strong>te</strong>rt hij wat<br />

over door hem la<strong>te</strong>r geleden koersverlies. Het OM haalt uit zijn verklaring<br />

168


dat het structureel verzwijgen van de side let<strong>te</strong>rs een van de redenen is<br />

waarom hij geen vertrouwen meer heeft in Ahold. Wat heeft dit <strong>te</strong> maken<br />

met de emissie in 2000? Dit is niet <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegd. Bovendien waren er nog<br />

geen side let<strong>te</strong>rs. Zijn verklaring dient als niet relevant <strong>te</strong>rzijde worden gelegd.<br />

683. In het requisitoir is aangegeven, dat het ontbreken van overwegende zeggenschap<br />

de kern is van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde misleiding. Het OM heeft misschien<br />

een andere <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging dan de verdediging. Immers <strong>te</strong>n aanzien<br />

van het prospectus staat er helemaal niets over overwegende zeggenschap<br />

in de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging. Het gaat lou<strong>te</strong>r om het vermeend <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren.<br />

Dit is ook waarop AH/47 betrekking heeft.<br />

684. Slechts bij de roadshows en persberich<strong>te</strong>n wordt ges<strong>te</strong>ld, dat verdach<strong>te</strong> <strong>te</strong>n<br />

onrech<strong>te</strong> heeft aangegeven overwegende zeggenschap <strong>te</strong> hebben. De verdediging<br />

begrijpt wel waarom deze koerswending wordt gemaakt, het vermeende<br />

bewijs <strong>te</strong>n aanzien van het belang voor beleggers van consolidatie<br />

is door de diverse getuigen om zeep geholpen en een nieuwe uitleg is gewenst.<br />

Roadshow en Persberich<strong>te</strong>n<br />

685. In de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging staat <strong>te</strong>n eers<strong>te</strong>, dat de roadshows en de persberich<strong>te</strong>n<br />

onderdeel uitmaak<strong>te</strong>n van de prospectussen. Hiervan is ui<strong>te</strong>raard geen<br />

sprake en dit kan dan ook niet bewezen worden.<br />

686. Niet duidelijk is op welke roadshows wordt gedoeld ook is niet aangegeven<br />

op welke persberich<strong>te</strong>n het <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde ziet. De dagvaarding is op dit<br />

punt nietig.<br />

687. Dit geldt <strong>te</strong>meer nu niet duidelijk is bij welke roadshows cliënt betrokken<br />

was. Voorts is niet duidelijk waar deze roadshows plaatsvonden; ook is niet<br />

duidelijk voor wie de roadshows werden gehouden.<br />

688. Voor zover u niet tot nietigheid mocht beslui<strong>te</strong>n is het ontbreken van informatie<br />

over de roadshows van belang, want voor de beweerdelijke misleiding<br />

tijdens de roadshows, voor zover gepleegd in het bui<strong>te</strong>nland is vereist<br />

dat voldaan wordt aan artikel 5, lid 1 sub d (vereis<strong>te</strong> van dubbele strafbaarheid).<br />

De roadshow richt zich immers op beleggers in de diverse bui<strong>te</strong>nlan-<br />

169


den. Van deze dubbele strafbaarheid is geenszins gebleken, zodat het OM<br />

<strong>te</strong>n aanzien van de in het bui<strong>te</strong>nland gehouden road shows nietontvankelijk<br />

dient <strong>te</strong> worden verklaard. Overigens requireert het OM lou<strong>te</strong>r<br />

tot een bewezenverklaring voor Nederland. Hiervoor is geen bewijs voorhanden,<br />

zodat vrijspraak dient <strong>te</strong> volgen.<br />

689. De roadshow was – in ieder geval voorzover het cliënt betreft – beperkt tot<br />

een beslo<strong>te</strong>n kring. Van der Zee verklaarde bij de RC:<br />

"Het ene <strong>te</strong>am was met de heer Van der Hoeven, het andere met de<br />

heer Meurs. Het betrof hier <strong>te</strong>ams voor de institutionele roadshow."<br />

690. Cliënt was derhalve betrokken bij een beperkt aantal roadshows, dat zich<br />

richt<strong>te</strong> op een specifieke partij of groep institutionele beleggers - dit wordt<br />

niet duidelijk uit de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging of de bewijsmiddelen - en niet tot "het<br />

publiek". 265<br />

691. Het is evident, dat het hier om professionele beleggers gaat. Het argument<br />

dat geen sprake kan zijn van trach<strong>te</strong>n <strong>te</strong> misleiden geldt voor deze groep<br />

beleggers des <strong>te</strong> meer.<br />

692. Tenlas<strong>te</strong> is gelegd dat cliënt <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> zou hebben ges<strong>te</strong>ld, dat Ahold<br />

(overwegende) zeggenschap had in rechtspersonen. Er zijn geen bewijsmiddelen<br />

waaruit blijkt, dat Ahold dit heeft ges<strong>te</strong>ld.<br />

693. Voorts is <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong> gelegd, dat dient de elkaar <strong>te</strong>gensprekende side let<strong>te</strong>rs<br />

heeft verzwegen. In dat kader is het om <strong>te</strong> beginnen goed, nogmaals vast<br />

<strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen dat er op 28 april slechts een control en side let<strong>te</strong>r was voor Bompreço.<br />

Er waren geen control let<strong>te</strong>rs voor JMR, voor Paiz en ook niet voor<br />

Disco en ICA.<br />

694. De laats<strong>te</strong> informatie die cliënt over de control let<strong>te</strong>r had, kwam uit de <strong>te</strong>lefoongesprekken<br />

met Amerika, waaruit bleek dat er control let<strong>te</strong>rs zouden<br />

komen en dat dit accoord was voor de accountant. Geenszins blijkt uit de<br />

verklaringen uit deze periode, dat cliënt wist van side let<strong>te</strong>rs. In<strong>te</strong>gendeel:<br />

waarom alle druk<strong>te</strong> als de oplossing via control en side let<strong>te</strong>rs zo eenvoudig<br />

was. Voorts is er geen enkel bewijs dat cliënt in de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong> gelegde periode<br />

265 Vgl. Doorenbos, a.w. p. 312.<br />

170


van mening was, of redelijkerwijs moest zijn van het gebrek aan overheersende<br />

zeggenschap.<br />

695. De verdediging heeft het dossier doorgenomen op zoek naar documen<strong>te</strong>n,<br />

waarop het OM met de <strong>te</strong>rm "persberich<strong>te</strong>n" gedoeld kan hebben. In AH/47<br />

is een overzicht opgenomen van schrif<strong>te</strong>lijke bewijsmiddelen. In dat overzicht<br />

wordt verwezen naar de volgende persberich<strong>te</strong>n:<br />

D-136 betreft een persbericht van 9 december 1999. De verdediging is <strong>te</strong>n<br />

eers<strong>te</strong> van oordeel, dat er tussen dit persbericht en de ui<strong>te</strong>indelijke<br />

emissie onvoldoende causaal verband aanwezig is. De kop in het<br />

persbericht is "Ahold neemt 50% belang in ICA Group, groots<strong>te</strong> food<br />

retailer in Scandinavië".<br />

D-433 betreft een persbericht van 7 april 2000. Zoals <strong>te</strong>lkens het geval bij<br />

ICA is ook hier geen misverstand mogelijk. De kop luidt: "Ahold definitief<br />

50% eigenaar van ICA Groep in Scandinavië".<br />

D-373 betreft een persbericht van 10 april 1999 naar aanleiding van het<br />

verschijnen van het jaarverslag over 1999. Hier ontbreekt causaal<br />

verband.<br />

D-374 betreft een persbericht van 28 april 2000. Dit persbericht bevat lou<strong>te</strong>r<br />

<strong>te</strong>chnische informatie <strong>te</strong>rzake de emissie, en is dus voor het onderhavige<br />

feit niet relevant.<br />

D-432 betreft een persbericht van 7 maart 2000 betreffende de overname<br />

van U.S. Foodservice. De relevantie voor het onderhavige feit ontgaat<br />

de verdediging.<br />

D-434 betreft een persbericht van 28 april 2000. In dit persbericht wordt de<br />

emissie aangekondigd. Voor het onderhavige feit, is lou<strong>te</strong>r van belang<br />

dat in het persbericht is opgenomen, dat Ahold de emissie zal<br />

gebruiken voor de herfinanciering van genomen leningen in relatie<br />

tot haar 50% belang in de Scandinavische marktleider ICA Groep,<br />

met 3.100 winkels in Zeden en Noorwegen en een omzet van Euro<br />

6,6 miljard.<br />

696. Deze persberich<strong>te</strong>n zijn stuk voor stuk correct en verhelderend!<br />

Fei<strong>te</strong>lijk leidinggeven<br />

697. Ten aanzien van dit feit is niet gebleken van een aanmerkelijk kansbewustzijn<br />

bij cliënt <strong>te</strong>n aanzien van een mogelijke onjuistheid in het prospectus.<br />

698. Ik concludeer tot vrijspraak voor feit 4.<br />

171


FEIT 5<br />

699. Onder 5 wordt cliënt - zakelijk weergegeven - in de inmiddels bekende<br />

twee-trapsraket de valsheid van een vijftal "let<strong>te</strong>rs of representation" (LOR)<br />

<strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegd.<br />

700. Primair in de vorm van medeplegen; subsidiair als fei<strong>te</strong>lijk leidinggeven aan<br />

de verboden gedragingen die dan zijn gepleegd door Ahold. Het betreft de<br />

let<strong>te</strong>rs of representation (hierna: LOR’s) over 1998 tot en met 2002 die<br />

zouden zien - ik volg hier de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging – op de jaarrekeningen over<br />

1997 tot en met 2001. Het feit wordt in kringen van de verdediging populair<br />

aangeduid als "het LOR feit" en het doet zijn naam eer aan.<br />

701. De wijze waarop het OM dit feit heeft geredigeerd, voert de verdediging tot<br />

het oordeel dat dit onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging nietig dient <strong>te</strong> worden<br />

verklaard – in ieder geval op onderdelen. Dit verweer zal hieronder in de<br />

eers<strong>te</strong> plaats aan de orde komen.<br />

702. Aanslui<strong>te</strong>nd en enkel voor het geval uw rechtbank de verdediging niet<br />

mocht volgen in dit oordeel zal worden ingegaan op inhoud en het bewijs<br />

van dit <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde feit - althans voor zover de geformuleerde beschuldiging<br />

hiervoor duidelijk en specifiek genoeg is.<br />

Geldigheid dagvaarding feit 5<br />

703. Bij kennisname van het feit springt direct in het oog dat de s<strong>te</strong>ller van de<br />

<strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging hier de LOR’s over een vijftal jaren op één hoop veegt,<br />

evenals de inhoudelijke verwij<strong>te</strong>n die mijn cliënt zelfstandig of in het voetspoor<br />

van Ahold <strong>te</strong>r zake gemaakt kunnen worden. Bij het derde inhoudelijke<br />

verwijt worden bovendien alle door Ahold geconsolideerde deelnemingen<br />

over één kam geschoren. De vraag is of de aldus gecreëerde mêlee een<br />

"voldoende duidelijke opgave van het feit" behelst op basis waarvan een<br />

voldoende toegesneden onderzoek <strong>te</strong>r <strong>te</strong>rechtzitting kan plaatsvinden en de<br />

beschuldiging voldoende gespecificeerd is om een hierop toegesneden verweer<br />

<strong>te</strong> kunnen voeren. Om deze vraag <strong>te</strong> beantwoorden zal ik hieronder<br />

het feit laag voor laag afpellen om tot een (overwegend) negatieve beantwoording<br />

<strong>te</strong> komen.<br />

172


704. Als gezegd ziet het feit op een vijftal LOR’s die naar de mening van de s<strong>te</strong>ller<br />

van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging zien op de jaarrekeningen van 1997 tot en met<br />

2001 (de LOR’s die bij het proces-verbaal zijn gevoegd onder bijlage nummer<br />

D/125 tot en met D/129 en één LOR die betrekking heeft op de prospectus<br />

die onder bijlage nummer D/367 bij het proces-verbaal is gevoegd.<br />

Het inhoudelijke verwijt, kort gezegd: de valsheid in de onderliggende stukken,<br />

valt ui<strong>te</strong>en in 4 <strong>te</strong> onderscheiden verwij<strong>te</strong>n die, in het merendeel van<br />

de gevallen, volgens de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging betrekking hebben op alle stukken.<br />

Ik vat het inhoudelijke verwijt hieronder samen:<br />

705. In strijd met de waarheid behelzen de LOR’s de navolgende inhoudelijke<br />

mededelingen:<br />

a) de jaarrekeningen over 1997 tot en met 2001 en de prospectus geven<br />

een "getrouw beeld" conform Amerikaanse en Nederlandse grondslagen<br />

voor financiële jaarverslaggeving - door de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging<br />

gelijkgeschakeld met Dutch- en US GAAP;<br />

b) alle financiële administratie en daarmee verband houdende gegevens<br />

zouden zijn verstrekt aan de accountants;<br />

c) de deelnemingen zijn geconsolideerd omdat Ahold controle uitoefende<br />

over de betreffende joint ventures;<br />

d) na 2 januari 2000 hebben zich geen fei<strong>te</strong>n voorgedaan die nopen tot<br />

aanpassingen en/of openbaarmaking in de financiële verslaggeving.<br />

706. Hieronder zal ik deze verwij<strong>te</strong>n in deze beschreven volgorde behandelen.<br />

a) De jaarrekening of meer: een getrouw beeld?<br />

Aansluiting Nederlandse <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging – Engelse LOR<br />

707. Opmerkelijk is dat de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging van dit feit in het Nederlands is geredigeerd<br />

en slechts hier en daar een <strong>te</strong>rm is weergeven in de Engelse taal,<br />

173


<strong>te</strong>rwijl de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde documen<strong>te</strong>n in het geheel in het Engels zijn ges<strong>te</strong>ld.<br />

708. De dagvaarding is wat dat betreft niet in één stijl geredigeerd en de incongruentie<br />

met, bijvoorbeeld de fei<strong>te</strong>n 1, 4 en 6, waar s<strong>te</strong>eds de essentiële<br />

onderdelen mede in<strong>te</strong>graal in het engels zijn weergegeven springt in het<br />

oog. Ook bij de inhoudelijke bespreking van het feit (zie hieronder) zal ik<br />

hier nog op <strong>te</strong>rugkomen.<br />

709. Het OM veroorlooft zich deze Nederlandse weergave overigens zonder de<br />

kant<strong>te</strong>kening dát het een zakelijke en vertaalde weergave betreft. Bij een<br />

welwillende lezing naar "ma<strong>te</strong>riali<strong>te</strong>it" en met gebruikmaking van de laats<strong>te</strong><br />

strofe "althans woorden van gelijke aan en/of strekking" zal het wellicht<br />

voor een welwillend lezer oplosbaar zijn.<br />

710. Deze welwillende ops<strong>te</strong>lling slaat om in onbegrip en onmogelijkheid indien<br />

een Nederlandse <strong>te</strong>kst van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging in onderliggende Engelse<br />

<strong>te</strong>kst niet meer aanslui<strong>te</strong>n of onduidelijk wordt waarop gedoeld word.<br />

711. Een eers<strong>te</strong> incongruentie wordt aangetroffen bij het eers<strong>te</strong> inhoudelijke<br />

verwijt. In de LOR’s zou, strijdig met de waarheid, zijn ges<strong>te</strong>ld dat de jaarrekeningen<br />

over 1997 tot en met 2001 "een getrouw beeld gaven" Dit nu<br />

wordt, vanzelfsprekend, niet zo algemeen in de betreffende LOR’s verwoord.<br />

Ik geef hieronder voor de duidelijkheid de Engelse <strong>te</strong>kst van de LOR’s weer:<br />

"We are providing this let<strong>te</strong>r in connection with your audit of the financial<br />

sta<strong>te</strong>ments of Royal Ahold N.V. [volgt jaaraanduiding – AV]<br />

for the purpose of expressing an opinion as to whether the financial<br />

sta<strong>te</strong>ments present fairly, in all ma<strong>te</strong>rial as respects the financial<br />

position results of operations, and cash flows of the<br />

company (vet van mij – av) in conformity with generally accep<strong>te</strong>d<br />

accounting principles. We confirm that we are responsible for the<br />

fair presentation in the financial sta<strong>te</strong>ments of financial position,<br />

results of operations, and cash flows in conformity<br />

with generally accep<strong>te</strong>d accounting principals".<br />

712. Waar de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging zich derhalve bedient van "getrouw<br />

beeld" als vertaling van LOR <strong>te</strong>kst "fair presentation" is duidelijk dat de on-<br />

174


der<strong>te</strong>kenaar van de betreffende LOR <strong>te</strong>kenden voor een getrouw beeld van<br />

de financial sta<strong>te</strong>ments van bepaalde, gepreciseerde onderdelen.<br />

713. De LOR sluit hier aan op de betrekkelijke wet<strong>te</strong>kst: artikel 1:391 BW schrijft<br />

ook geen algemeen "getrouw beeld" voor, maar een toegesneden getrouw<br />

beeld.<br />

714. Bij een zorgvuldige doorname van het dossier had het OM kunnen we<strong>te</strong>n<br />

dat de gebruik<strong>te</strong> <strong>te</strong>rminologie geen juis<strong>te</strong> vertaling van de Engelse <strong>te</strong>kst<br />

geeft en ook de gebruikelijke Nederlandse <strong>te</strong>kst, die aansluit op de reactie<br />

van het BW anders luidt. Ik verwijs naar bijlage D-112, waar een bijlage uit<br />

de "Richtlijnen voor de accountants controle en mededelingen van de huishouding"<br />

is opgenomen. Deze voorbeeldbrief bevat de volgende adequa<strong>te</strong><br />

passage:<br />

"[..] Deze bevestiging bij de jaarrekening wordt afgegeven in samenhang<br />

met uw controle van de jaarrekening van [..] over het<br />

boekjaar eindigende op 31 december [..], die gericht is op het afgeven<br />

van een accountantsverklaring dat de jaarrekening een getrouw<br />

beeld geeft van de groot<strong>te</strong> en de samens<strong>te</strong>lling van het vermogen<br />

van [..] per 31 december [..] en van het resultaat over<br />

[..] in overeens<strong>te</strong>mming met in Nederland algemeen aanvaarde<br />

grondslagen van financiële verslaggeving en voldoet aan de wet<strong>te</strong>lijke<br />

bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in ti<strong>te</strong>l 9<br />

boek 2 BW.<br />

715. Door deze discrepantie tussen LOR en gebezigde <strong>te</strong>rminologie in de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />

hangt het verwijt<br />

"in strijd met de waarheid verklaart u dat de jaarrekening een getrouw<br />

beeld in zijn algemeenheid geeft"<br />

in de lucht en ontbreekt aansluiting tussen document en <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging.<br />

Dat klemt nog meer in het licht van het onderstaande.<br />

Innerlijk <strong>te</strong>genstrijdig: een jaarrekening naar US GAAP?<br />

716. Klaarblijkelijk is de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging van mening dat de Engelse<br />

<strong>te</strong>rminologie "the financial sta<strong>te</strong>ment" correct vertaald kan worden met "de<br />

jaarrekening". Het prospectus laat ik hier even bui<strong>te</strong>n beschouwing. Naar<br />

175


het de verdediging wil voorkomen is de <strong>te</strong>rm "financial sta<strong>te</strong>ment" aanzienlijk<br />

ruimer dan het begrip "jaarrekening". De beperking die de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />

zich hier oplegt, wordt evenwel direct weer onbegrijpelijk doordat even<br />

verder weer betoogd wordt dat die jaarrekeningen zowel naar Dutch als<br />

naar US GAAP klaarblijkelijk geen getrouw beeld (fairly presentation) bieden.<br />

717. Zolang Ahold immers een in Nederland ze<strong>te</strong>lende onderneming was en is,<br />

zal de jaarrekening opgemaakt worden naar Nederlands recht. En in het<br />

verleden in ieder geval gebruik makend van de standaard van Dutch GAAP.<br />

Men leze er de betreffende jaarrekeningen, die op zich weer deel uitmaken<br />

van de betreffende jaarverslagen, op na:<br />

"[..] In overeens<strong>te</strong>mming met algemeen aanvaarde grondslagen<br />

voor financiële verslaggeving in Nederland en voldoet aan de wet<strong>te</strong>lijke<br />

bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in ti<strong>te</strong>l 9<br />

boek 2 B.W.[..]"<br />

718. Jaarrekeningen van Ahold zijn derhalve nooit opgemaakt om een getrouw<br />

beeld <strong>te</strong> geven naar Amerikaans recht in overeens<strong>te</strong>mming met US GAAP.<br />

De verwijzing creëert daarmee een ongerijmde onduidelijkheid: beoogt het<br />

OM door de verwijzing naar Amerikaans recht (en daarmee klaarblijkelijk<br />

gelijk <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen: US GAAP) toch ook andere "financial sta<strong>te</strong>ments" en de<br />

juistheid van die stukken aan cliënt <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> <strong>te</strong> leggen?<br />

719. De gedach<strong>te</strong>n gaan hierbij in de eers<strong>te</strong> plaats uit naar de ook separaat onder<br />

6 <strong>te</strong>las<strong>te</strong>gelegde (valsheid in de) Form 20-F, die overwegend naar<br />

Dutch GAAP, maar <strong>te</strong>n dele (reconciliation no<strong>te</strong>) naar Amerikaanse maatstaven<br />

is opgemaakt. Maar die worden in de tussen haakjes geplaats<strong>te</strong> verwijzingen<br />

weer niet genoemd.<br />

720. Onduidelijk is daardoor waarop het verwijt precies ziet. Innerlijk <strong>te</strong>genstrijdig<br />

is enerzijds de verwijzing naar jaarrekening en anderzijds de mededeling<br />

dat deze ook naar US GAAP een niet nader gepreciseerd "getrouw<br />

beeld" zou geven.<br />

721. De gekozen redactie voert tot het oordeel dat dit onderdeel reeds daarom<br />

door nietigheid dient <strong>te</strong> worden getroffen.<br />

176


Open, vaag en onbepaald<br />

722. Terug weer naar het al dan niet "getrouwe beeld". In zijn algemeenheid<br />

heeft <strong>te</strong> gelden dat een <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging, toegesneden op art. 225 Sr, mag<br />

volstaan met een aanduiding van datgene, dat strijdig zou zijn met de<br />

waarheid of werkelijkheid, zonder dat de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging is<br />

gehouden deze ma<strong>te</strong>riële werkelijkheid of waarheid wel <strong>te</strong> beschrijven.<br />

723. De vraag óf een <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging in een bepaalde concre<strong>te</strong> zaak voldoende<br />

duidelijk is in de zin van art. 261 Sv dient nog s<strong>te</strong>eds <strong>te</strong> worden beantwoord<br />

naar de omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de verdediging<br />

had de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging in deze niet kunnen volstaan met<br />

de mededeling dat in de onderliggende LOR’s in strijd met de waarheid aan<br />

het papier werd toevertrouwd dat de jaarrekening van Ahold over een vijftal<br />

jaren "een getrouw beeld" gaf.<br />

724. De navolgende omstandigheden dienen hierin <strong>te</strong> worden betrokken.<br />

- Omvang en inhoud van de jaarrekening.<br />

de jaarrekening over 1997 beslaat de pagina’s 52 tot en met 74 van het<br />

jaarverslag.<br />

de jaarrekening over 1998 omvat de pagina’s 56 tot en met 87;<br />

de jaarrekening over 1999 beslaat de pagina’s 50 tot en met 76;<br />

de jaarrekening 2000 bestrijkt pagina 46 tot en met 73;<br />

in 2001 <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> treffe men de jaarrekening aan op de pagina’s 42 tot en<br />

met 71 van het jaarverslag van dat jaar.<br />

725. De prospectus <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> waarnaar verwezen wordt (D/367) is een document<br />

dat 195 pagina’s <strong>te</strong>lt (waarbij ik er maar van uitga dat gedoeld wordt op de<br />

prospectus die als D-191 is bijgevoegd).<br />

726. De inhoud van bedoelde stukken voert van geconsolideerde balans tot en<br />

met een toelichting op de enkelvoudige balans en winst- en verliesrekening.<br />

Is het <strong>te</strong>veel gevraagd meer precisering <strong>te</strong> verlangen van het onderdeel of<br />

de onderdelen die naar de mening van het OM niet conform de waarheid<br />

zouden zijn? De verdediging mist iedere noodzakelijk oriëntatie.<br />

727. Vanzelfsprekend is de verdediging bekend met de rechtspraak die indiceert<br />

dat de beoordeling van de duidelijkheid van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging mede plaats<br />

177


dient <strong>te</strong> vinden <strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond van de fei<strong>te</strong>n en <strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond<br />

van de inhoud van het procesdossier, waaronder het onderliggende<br />

proces-verbaal. In een welwillende poging de kern van de bedoelde beschuldiging<br />

<strong>te</strong> vinden is de verdediging dan ook hier <strong>te</strong> rade gegaan. De<br />

verdediging nam, mede aan de hand genomen door de leeswijzer die het<br />

<strong>te</strong>am verbalisan<strong>te</strong>n verstrek<strong>te</strong> in AH/00 (pagina 25) de relevan<strong>te</strong> delen van<br />

het verbaal in ogenschouw. In de eers<strong>te</strong> plaats AH/46 (het compilerende<br />

LOR-verbaal), pagina 38 van AH/00, pagina’s 17 tot en met 18 van AH/1 §<br />

5 van AH/63 § 9 van het OPV van cliënt § 24 en § 64 van AH/25 en bijlage<br />

D-112.<br />

728. Raadpleging van deze stukken leverde evenwel meer verwarring dan helderheid<br />

op. De betreffende verbalen maken zonder uitzondering melding<br />

van een verdenking van onjuistheden in de LOR’s van 1999 tot en met 2001<br />

betrekking hebbend op de financial sta<strong>te</strong>ments (als gezegd: een ruimer begrip<br />

dan jaarrekeningen) van de voorliggende jaren. (Ik laat op dit moment<br />

de prospectus even liggen om hier la<strong>te</strong>r weer op <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> komen).<br />

729. Ten aanzien van een tweetal let<strong>te</strong>rs of representation, <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n D/125 en<br />

D/126 behelzen de betrekkelijke verbalen in het geheel niets. Waar het gaat<br />

om D/127 D/128 den D/129 zijn de verbalen met elkaar in lijn: De betreffende<br />

LOR’s zouden een onjuis<strong>te</strong> representation behelzen omdat ges<strong>te</strong>ld<br />

wordt dat de financiële verantwoording een getrouw beeld behelst, <strong>te</strong>rwijl<br />

één of meerdere deelnemingen <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> geconsolideerd zouden zijn en<br />

aan de ene kant de 1 e side let<strong>te</strong>r, de control let<strong>te</strong>r, wel verstrekt zou zijn<br />

aan D&T <strong>te</strong>rwijl de zogehe<strong>te</strong>n 2 e side let<strong>te</strong>rs aan D&T zouden zijn onthouden.<br />

730. Hoewel men mag verwach<strong>te</strong>n dat ieder feit afzonderlijk voldoende duidelijk<br />

wordt <strong>te</strong>las<strong>te</strong>gelegd, heeft de verdediging bij haar quaes<strong>te</strong> naar meer helderheid<br />

ook het onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging die ziet op de openbaarmaking<br />

van (de naar de mening van het OM) onjuis<strong>te</strong> jaarrekeningen en de<br />

daaraan <strong>te</strong>n grondslag liggende processen-verbaal in ogenschouw genomen.<br />

731. Het feit is gerubriceerd als nummer 3 van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging. De omschrijving<br />

van de onjuistheid van de jaarrekening wijst in dezelfde richting als de<br />

verbalen: <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> zouden genoemde deelnemingen volledig zijn geconsolideerd,<br />

de consolidatie zou on<strong>te</strong>recht zijn want gebaseerd op een val-<br />

178


se side let<strong>te</strong>r en in de toelichting op de balans winst en verliesrekening over<br />

de jaren 2000 en 2001 zou de "partner put option" niet vermeld zijn.<br />

732. Ook hier springt de incongruentie weer direct in het oog. De LOR die ziet op<br />

de jaarrekening over 1997 zou vals zijn <strong>te</strong>rwijl de onderliggende jaarrekening<br />

(bij feit 3) niet <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> wordt gelegd. En het verbaal dat is opgemaakt<br />

<strong>te</strong>r zake van de openbaarmaking van beweerdelijk onware of valselijk opgemaak<strong>te</strong><br />

jaarverslagen (AH 85) begint, net als de LOR verbalen, bij het<br />

jaarverslag van 1999. Daarbij ligt het niet direct in de rede <strong>te</strong> veronders<strong>te</strong>llen<br />

dat bedoeld is dat de jaarrekening, in de woorden van de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legger,<br />

geen getrouw beeld geeft omdat er side let<strong>te</strong>rs zijn, maar lijken <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />

en onderliggend proces-verbaal doordrenkt van de hypothese dat<br />

één of meer joint ventures (per jaar wisselend!) volledig geconsolideerd zijn<br />

<strong>te</strong>rwijl dit plaatsvond op basis van een 1 e side let<strong>te</strong>r, aangeduid als control<br />

let<strong>te</strong>r, die, zo begrijp ik de bedoeling van verbalisan<strong>te</strong>n en OM, weer ontkracht<br />

werd door een 2 e side let<strong>te</strong>r die bovendien niet werd verstrekt aan<br />

de ex<strong>te</strong>rn accountant.<br />

733. De gedach<strong>te</strong> evenwel dat het niet getrouwe beeld dus zou worden veroorzaakt<br />

doordat joint ventures <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> geconsolideerd werden, wordt<br />

weer ontkracht door de separa<strong>te</strong> vermelding van deze on<strong>te</strong>rech<strong>te</strong> consolidatie<br />

onder het derde gedach<strong>te</strong>streepje (waarop ik hieronder nog in zal gaan).<br />

734. Bovendien s<strong>te</strong>unen de fei<strong>te</strong>n vervat in het proces-verbaal en aanslui<strong>te</strong>nde<br />

<strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging de s<strong>te</strong>lling niet dat over die eers<strong>te</strong> jaren ook al sprake was<br />

van een on<strong>te</strong>rech<strong>te</strong> consolidatie, <strong>te</strong>rwijl het verwijt <strong>te</strong>n aanzien van alle<br />

LOR’s en onderliggende jaarrekeningen gelijkluidend is geformuleerd.<br />

735. De s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging heeft een onbegrijpelijk zoekplaatje gecreeerd.<br />

Ook <strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond van de fei<strong>te</strong>n, waaronder de inhoud van<br />

het procesdossier, en de inhoud van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging voor het overige, is<br />

het verwijt onduidelijk en onvoldoende precies om onderzoek <strong>te</strong>r <strong>te</strong>rechtzitting<br />

op <strong>te</strong> baseren en verdach<strong>te</strong> duidelijk <strong>te</strong> maken waar<strong>te</strong>gen hij zich heeft<br />

<strong>te</strong> verweren. Ik voel mij ges<strong>te</strong>rkt door de behandeling <strong>te</strong>r zitting: uw rechtbank<br />

heeft geen op dit onderdeel toegesneden vragen aan cliënt ges<strong>te</strong>ld en<br />

hem op dit punt niets voorgehouden.<br />

736. Nietigheid is het aan de volkomen onduidelijke beschrijving <strong>te</strong> verbinden<br />

gevolg.<br />

179


737. Ik stap over naar het tweede inhoudelijke verwijt.<br />

b) Alle (financiële) administratie en andere gegevens verstrekt aan accountants?<br />

738. Hier zal geduid worden op punt onder A van de onderliggende LOR, in het<br />

Engels:<br />

" the company has made available to you all:"<br />

"[..] a: financial records and rela<strong>te</strong>d data [..]"<br />

739. Ook de ach<strong>te</strong>rgrond van deze beschuldiging dient weer <strong>te</strong> worden bezien in<br />

het licht van de fei<strong>te</strong>n, het onderliggend procesdossier en in samenhang<br />

met mogelijk gerela<strong>te</strong>erde fei<strong>te</strong>n op de dagvaarding. Men houde daarbij in<br />

het oog dat ook dit onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging betrekking heeft op de<br />

jaren 1997 tot en met 2001.<br />

Open, vaag en onduidelijk<br />

740. Ik pluk uit de publicatie-versie van de diverse jaarverslagen waarover uw<br />

rechtbank, nadat ze door uw voorzit<strong>te</strong>r zijn opgevraagd, beschikt, enige illustratieve<br />

fei<strong>te</strong>n.<br />

1997: Ahold heeft 3200 winkels in 17 landen in Europa de Verenigde Sta<strong>te</strong>n<br />

en Latijns Amerika en Azië met wekelijks 20 miljoen klan<strong>te</strong>n en<br />

een omzet van ƒ 50,6 miljard.<br />

1998: Ahold heeft ruim 3600 winkels in 17 landen op 4 continen<strong>te</strong>n<br />

280.000 medewerkers wekelijks 25 miljoen klan<strong>te</strong>n en in 1998 is een<br />

omzet van bijna 60 miljard.<br />

1999: De onderneming heeft bijna 4000 winkels in Europa, de Verenigde<br />

Sta<strong>te</strong>n, Latijns Amerika en Azië met in dat jaar een omzet van<br />

€ 33,6 miljard. Ahold heeft ruim 300.000 medewerkers die wekelijks<br />

circa 30 miljoen klan<strong>te</strong>n van dienst zijn.<br />

180


2000: Ahold heeft meer dan 8500 supermark<strong>te</strong>n in Europa, de Verenigde<br />

Sta<strong>te</strong>n, Latijns Amerika en Azië de onderneming biedt werkgelegenheid<br />

aan 420.000 medewerkers zie wekelijks circa 35 miljoen consumen<strong>te</strong>n<br />

en meer dan 200.000 foodservice cliën<strong>te</strong>n die in die landen<br />

van dienst zijn. De onderneming behaalde in 2000 een omzet<br />

van € 52,5 miljard.<br />

2001: Ahold heeft ruim 9000 winkels en foodservice activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n in 28 landen<br />

in de Verenigde Sta<strong>te</strong>n, Europa, Latijns Amerika en Azië. Daarnaast<br />

heeft Ahold belangrijke foodservice activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n. De onderneming<br />

heeft 450.000 medewerkers die wekelijks 40 miljoen consumen<strong>te</strong>n<br />

en foodservice cliën<strong>te</strong>n in 2800 landen van dienst zijn. De<br />

onderneming behaalde in 2001 een omzet van € 66,6 miljard.<br />

741. Ik beperk mij tot deze populaire kernachtige beschrijving van de omvang<br />

van de onderneming en duik bewust niet nog verder de financiële verslaglegging<br />

in om u beur<strong>te</strong>lings <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n duizelen en vervelen met meer specifieke<br />

cijfers over het concern onder leiding van cliënt.<br />

742. Want de poin<strong>te</strong> van mijn betoog is dat men zich op basis van de zo-even<br />

gepresen<strong>te</strong>erde fei<strong>te</strong>n door de oogharen een voors<strong>te</strong>lling kan maken van de<br />

onvoors<strong>te</strong>lbare omvang en groot<strong>te</strong> van de financiële administratie van het<br />

Ahold concern. Tegen de ach<strong>te</strong>rgrond van de duizelingwekkende omvang<br />

van deze administratie kan men eenvoudigweg niet volstaan met de simpele<br />

opgave dat de LOR vals is, omdat niet alle (financiële) administratie en<br />

daarmee verband houdende gegevens aan de accountant waren verstrekt.<br />

743. Meurs 266 over de omvang van die administratie:<br />

744. Tegen de ach<strong>te</strong>rgrond van de omvang van de onderneming en bijbehorende<br />

(financiële) administratie was het OM gehouden meer specifiek <strong>te</strong> zijn.<br />

266 V3/12 p.4<br />

181


<strong>Rechtbank</strong> en verdediging had in dit geval duidelijk gemaakt moe<strong>te</strong>n worden<br />

op welk stuk of stukken of mogelijk onderdelen van de administratie de<br />

beschuldiging exact ziet.<br />

745. Opnieuw heb ik geprobeerd de dagvaarding <strong>te</strong> begrijpen door <strong>te</strong> rade <strong>te</strong><br />

gaan in het onderliggend proces-verbaal en de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging voor het overige.<br />

2 e side let<strong>te</strong>rs object verwijt?<br />

746. De eers<strong>te</strong> gedach<strong>te</strong> die post vat<strong>te</strong> was dat het OM wellicht het oog heeft op<br />

de zogehe<strong>te</strong>n 2 e side let<strong>te</strong>rs die niet aan de ex<strong>te</strong>rne accountants zouden<br />

zijn verstrekt (cfr. feit 7 van de gewijzigde <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging en de hierboven<br />

reeds genoemde onderdelen van het proces-verbaal). In die gedach<strong>te</strong> werd<br />

ik ges<strong>te</strong>rkt nu uw rechtbank bij de behandeling <strong>te</strong>r zitting de side let<strong>te</strong>rs bij<br />

de behandeling van dit feit kort aan de orde s<strong>te</strong>lde. Maar die gedach<strong>te</strong> verdampt<br />

weer snel wanneer men zich realiseert dat zelfs het OM, in navolging<br />

van de Fiod, toch niet de s<strong>te</strong>lling zou willen betrekken dat de side let<strong>te</strong>r<br />

kwestie in de jaren vóór 1999 al een rol gespeeld zal kunnen hebben.<br />

747. Ik ci<strong>te</strong>er hier uit AH/25 pagina 351 derde alinea:<br />

"[..] De control let<strong>te</strong>rs/eers<strong>te</strong> side let<strong>te</strong>rs spelen voor het jaarverslag<br />

en Form 20-F 1997 en 1998 nog geen rol in de zin dat deze de basis<br />

hebben gevormd dan wel de basis zouden hebben kunnen vormden<br />

voor volledige consolidatie in 1997 en 1998. De eers<strong>te</strong> control let<strong>te</strong>r,<br />

voor Bompreço is pas in 1999 gekomen.[..]"<br />

748. In 1999 zou dit onderwerp enkel voor Bompreço een rol kunnen spelen en<br />

pas in 2000 voor Disco en ICA Ahold aan de orde zijn. Niet<strong>te</strong>min beslaat de<br />

<strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging ongeclausuleerd alle jaren in een uniform verwijt.<br />

749. Daarbíj suggereert het proces-verbaal dat er méér financial records en rela<strong>te</strong>d<br />

data niet available zijn gemaakt voor D&T. Ik ci<strong>te</strong>er uit AH/00, pagina<br />

31:<br />

182


750. Dat doet derhalve de vraag rijzen naar het meerdere dat naar inzicht van<br />

Fiod en OM <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> aan de accountants zou zijn onthouden.<br />

751. Ook op dit onderdeel is mijn oordeel derhalve dat de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging en obscuur<br />

libel is - hetgeen tot nietigheid moet leiden.<br />

c) Consolidatie joint ventures<br />

Welke onderliggende stukken?<br />

752. Onder het derde gedach<strong>te</strong>streepje wordt de redengeving in de LOR <strong>te</strong>n<br />

aanzien van de consolidatie van de deelnemingen aan de orde ges<strong>te</strong>ld. Door<br />

de manier waarop dit onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging is geredigeerd heeft<br />

het betrekking op alle in het begin van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging genoemde documen<strong>te</strong>n.<br />

Daarmee is ook dit stuk van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging onduidelijk, omdat<br />

deze documen<strong>te</strong>n, met uitzondering van D/129, geen mededeling behelzen<br />

over de consolidatie van de joint ventures. Slechts indien men de tussen<br />

haakjes geplaats<strong>te</strong> <strong>te</strong>kst (D/129, zie tiende punt) leest als een verwijzing<br />

die dient <strong>te</strong> bewerks<strong>te</strong>lligen dat duidelijk is dat dit onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />

beperkend moet worden uitgelegd en uitslui<strong>te</strong>nd betrekking heeft<br />

op de LOR van maart 2002, die ziet op de jaarrekening 2001, is deze begrijpelijk<br />

en behelst een voldoende duidelijke opgave van het feit. De verdediging<br />

heeft er geen bezwaar <strong>te</strong>gen indien uw rechtbank de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />

aldus verstaat. Daarmee lijkt één stukje <strong>te</strong>las<strong>te</strong>leging in ieder geval<br />

overeind <strong>te</strong> blijven. Maar schijn bedriegt.<br />

Welke joint ventures?<br />

753. Ik ci<strong>te</strong>er de navolgende passage uit D/129, punt 10, de LOR geda<strong>te</strong>erd op 7<br />

maart 2002 die ziet op het verslag uit 2001:<br />

183


"[..] We have consolida<strong>te</strong>d our joint ventures because we are exercising<br />

control over these partnerships, which is further substantia<strong>te</strong>d<br />

by specific action subsequent to the agreement of the different partnerships.<br />

[..]"<br />

754. Volg ik de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging juist - ik verwijs naar hetgeen ik<br />

hierboven s<strong>te</strong>lde omtrent de verwijzing - ziet de klacht op de jaarrekening<br />

over 2001. Ik volg het wijzende vingertje van de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging.<br />

755. Op pagina 47 van het Ahold jaarverslag 2001 wordt een overzicht gegeven<br />

van de deelnemingen die in de consolidatie zijn begrepen. Huldigt het OM<br />

daadwerkelijk de s<strong>te</strong>lling dat al deze partnerships <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> zijn geconsolideerd<br />

omdat Ahold (geen) overwegende zeggenschap over deze deelnemingen<br />

uitoefende? De <strong>te</strong>kst van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging heeft deze consequentie<br />

– onverbiddelijk. Gaat uw rechtbank werkelijk alle genoemde partnerships<br />

in haar beoordeling betrekken, of vergt het OM hier wederom <strong>te</strong>veel.<br />

Het had <strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond van de omvang van de inhoud van de<br />

jaarrekening behoren <strong>te</strong> preciseren welke deelnemingen naar zijn mening<br />

<strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> worden geconsolideerd. Nu dit is nagela<strong>te</strong>n is de opgave van<br />

het feit wederom <strong>te</strong> onduidelijk.<br />

756. Ook bij in<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>rende lezing komt men niet ver. Om de beschuldiging <strong>te</strong><br />

preciseren en daarmee voldoende toegespitst <strong>te</strong> maken voor onderzoek en<br />

verdediging zal het wederom noodzakelijk zijn de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging voor het<br />

overige en het onderliggende proces-verbaal in beschouwing <strong>te</strong> nemen. In<br />

zijn algemeenheid zijn proces-verbaal en <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging toegesneden op de<br />

consolidatie van een beperkt aantal joint ventures: JMR, Bompreço, Disco<br />

Ahold, Paiz Ahold en ICA Ahold.<br />

757. Het lijkt evenwel niet waarschijnlijk dat het OM <strong>te</strong>n aanzien van al deze<br />

joint ventures heeft willen betogen dat deze <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> volledig geconsolideerd<br />

zijn. Bompreço was immers in 2001 volledig in handen van Ahold,<br />

zodat mij voorkomt dat er ook geen discussie meer kan zijn over de "de jure"<br />

zeggenschap van Ahold over deze onderneming.<br />

758. Ter oriëntatie ging de verdediging <strong>te</strong> rade bij feit 3 dat immers ziet op het<br />

onjuist opmaken van de stukken waarop de representation betrekking<br />

184


heeft. Aldaar wordt ges<strong>te</strong>ld dat "in het jaarverslag 267 de rechtspersonen<br />

JMR en/of Disco Ahold en/of Paiz Ahold en/of ICA Ahold <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> volledig<br />

geconsolideerd op de balans en winst en verliesrekening en/of toelichting<br />

[..]".<br />

759. Wanneer men evenwel voortborduurt op deze veronders<strong>te</strong>lling en deze legt<br />

<strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond van het <strong>te</strong>n aanzien van de let<strong>te</strong>rs of representations<br />

opgemaak<strong>te</strong> proces-verbaal, AH/46 komt men weer bedrogen uit: Ik ci<strong>te</strong>er<br />

van pagina 14:<br />

"[..] Toegespitst op de verantwoording waarop de LOR’s toezien:<br />

LOR 2001: [..] alsmede het vermoedelijk <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren<br />

ICA en Disco <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> bevestigen van control [..]."<br />

760. Het blijft dus gissen: op de consolidatie van welke joint ventures doelt de<br />

<strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging? Alle in de jaarrekening genoemde (verbatim), alle in het onderzoek<br />

betrokken deelnemingen (vijf stuks), de drie deelnemingen genoemd<br />

in feit 3 van de dagvaarding of de twee die een plek in het betrekkelijke<br />

verbaal hebben gekregen? Einde van mijn welwillendheid. Het is ongepast<br />

dat een zo onduidelijk verwijt wordt gepresen<strong>te</strong>erd. Zoveel raadwerk<br />

hoort een dagvaarding niet op <strong>te</strong> roepen. Nietigheid behoort de consequentie<br />

<strong>te</strong> zijn.<br />

d) Geen fei<strong>te</strong>n na 2 januari 2000?<br />

Uitleg<br />

761. Ook het laats<strong>te</strong> inhoudelijke verwijt <strong>te</strong>n aanzien van de LOR is enkel begrijpelijk<br />

indien men het tussen haakjes geplaats<strong>te</strong> gedeel<strong>te</strong> van de <strong>te</strong>kst<br />

(D/127, punt 15) opvat als een beperking van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging tot dit document.<br />

762. De overige LOR’s behelzen immers wel een soortgelijke verklaring maar de<br />

specifieke datum, 2 januari 2000 treffe men enkel aan in D/127 punt 15.<br />

267 Bedoeld zal wel zijn de jaarrekening (noot van mij - AV).<br />

185


Gezien de da<strong>te</strong>ring van de LOR 7 maart 2000, is de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />

klaarblijkelijk van oordeel dat zich tussen 2 januari 2000 en 7 maart<br />

2000 wél één of meer fei<strong>te</strong>n hebben voorgedaan die aanpassing of openbaarmaking<br />

in de financiële jaarverslaggeving had of hadden gevergd.<br />

763. Gezien de functie die de LOR heeft zou dit dan een feit moe<strong>te</strong>n zijn dat relevant<br />

is voor de financiële jaarverslaggeving over het voorgaande jaar:<br />

1999. Het zal nauwelijks betoog behoeven dat de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging zelfstandig<br />

gelezen een volstrekt onvoldoende duidelijke opgave van het "feit"<br />

(maar nu in de zin van art. 261 Sv) behelst.<br />

764. Hiervoor schets<strong>te</strong> ik reeds de omvang van Ahold. Bij een bedrijf van een<br />

dergelijke omvang kan men toch bezwaarlijk van rechtbank en verdediging<br />

vergen dat zij aanstonds doorhebben op welk feit of fei<strong>te</strong>n de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />

ziet. Er doen zich in ruim 2 maanden tijd nogal wat fei<strong>te</strong>n voor. In een<br />

welwillende poging de vage vingerwijzingen van de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />

<strong>te</strong> doorgronden is de verdediging (wederom) <strong>te</strong> rade gegaan in de<br />

hierboven reeds aangeduide processen-verbaal om <strong>te</strong> bezien op welk feit of<br />

welke fei<strong>te</strong>n de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging het oog zou kunnen hebben.<br />

Houvast in verbaal?<br />

765. Ik verwijs hierbij in het bijzonder naar § 34 van ambtshandeling 46 dat<br />

handelt over de valsheid in de LOR, alsmede naar de hoofdstukken 6 en 7<br />

waar de inhoudelijke valsheid van de LOR’s en de hiervoor aanwezige bewijsmiddelen<br />

worden samengevat. Tevergeefs werd gepoogd houvast <strong>te</strong><br />

vinden; raadpleging van deze stukken levert geen ander beeld op dan hiervoor<br />

beschreven. Het verbaal concentreert zich primair op de side let<strong>te</strong>r<br />

kwestie (control let<strong>te</strong>r wel aan de accountant verstrekt doch 2 e side let<strong>te</strong>r<br />

niet <strong>te</strong>r beschikking van de accountant ges<strong>te</strong>ld) en daarmee op het (available)<br />

maken van (financial records en rela<strong>te</strong>d data), op de consolidatie van<br />

de joint ventures en <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> duikt hier en daar een redenering op die in<br />

zijn eigen staart lijkt <strong>te</strong> bij<strong>te</strong>n: in de LOR wordt immers bevestigd dat er "no<br />

fraud or possible irregularities" hebben plaatsgevonden, <strong>te</strong>rwijl deze naar<br />

het oordeel van de concipien<strong>te</strong>n van het proces-verbaal wél hebben plaatsgevonden<br />

- omdat zich de fei<strong>te</strong>n hebben voorgedaan waarvoor cliënt en<br />

anderen thans <strong>te</strong>rechtstaan.<br />

186


766. Geen woord wordt gewijd aan "events" die zich zouden hebben voorgedaan<br />

"subsequent to January 2, 2000 that require reconsideration as adjustments<br />

to, or disclosures in, the financial sta<strong>te</strong>ments".<br />

767. Moch<strong>te</strong>n de gedach<strong>te</strong>n van uw rechtbank ook hier uitgaan naar de side let<strong>te</strong>rs<br />

merk ik volledigheidshalve op dat uit het proces-verbaal en onderliggende<br />

stukken volgt dat de eers<strong>te</strong> zogehe<strong>te</strong>n "control let<strong>te</strong>r", die betrekking<br />

heeft op Bompreço van mei 1999 da<strong>te</strong>ert, evenals de brief die in deze zaak<br />

gebruikelijk wordt aangeduid als de 2 e side let<strong>te</strong>r Bompreço. De andere side<br />

let<strong>te</strong>rs vallen weer bui<strong>te</strong>n de hiervoor aangeduide periode van aanvang januari<br />

2000 tot en met 7 maart 2000. De eerstvolgende "control let<strong>te</strong>r" gericht<br />

aan Gruppo Velox (Disco) is immers geda<strong>te</strong>erd op 14 april 2000 <strong>te</strong>rwijl<br />

het bericht van Juan Perrano aan Meurs als dag<strong>te</strong>kening 19 april 2000<br />

draagt en Meurs dit document op 25 april 2000 (voor "agreed") heeft ge<strong>te</strong>kend.<br />

Blijkens de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging van feit 1 ziet de s<strong>te</strong>ller van de dagvaarding<br />

dit niet anders. Zekerheidshalve en <strong>te</strong>n overvloede: Meurs verklaart<br />

dat cliënt in zijn herinnering de 2 e side let<strong>te</strong>r Bompreço in november 1999<br />

heeft bijge<strong>te</strong>kend.<br />

768. Wij schrijven aanvang 2000 en er deed zich een relevant feit voor. Vast en<br />

zeker. Maar de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging laat de verdediging, maar ook<br />

uw rechtbank volstrekt in het ongewisse waarop het laats<strong>te</strong> inhoudelijke<br />

verwijt ziet. Behoorlijk onderzoek, noch behoorlijke verdediging <strong>te</strong>gen deze<br />

volstrekt ongespecificeerde beschuldiging is mogelijk. Ook dit onderdeel van<br />

de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging voldoet daarmee niet aan de eisen die art. 261 Sv hieraan<br />

s<strong>te</strong>lt omdat het geen voldoende duidelijke opgave van het feit behelst<br />

en ook dit onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging dient (partieel) nietig <strong>te</strong> worden<br />

verklaard.<br />

Resumerend:<br />

769. Een gebrekkige aansluiting tussen de Nederlandse <strong>te</strong>kst van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />

en de in het Engels ges<strong>te</strong>lde onderliggende documen<strong>te</strong>n, <strong>te</strong>rmen die in<br />

de lucht hangen (getrouw beeld), 5 boekjaren op één hoop gegooid <strong>te</strong>rwijl<br />

de fei<strong>te</strong>lijke situatie in die boekjaren totaal verschillend was, een verwisseling<br />

van documen<strong>te</strong>n en toepasselijk recht, gelijks<strong>te</strong>lling van recht en standaard<br />

en tot besluit: volstrekt algemene en open verwijzingen naar datgene<br />

dat naar de mening van de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging onjuist zou zijn in<br />

de betrekkelijke LOR’s <strong>te</strong>rwijl volstrekt niet duidelijk is waarop de betreffen-<br />

187


de beschuldiging ziet en dit evenmin duidelijk wordt <strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond<br />

van het onderliggende fei<strong>te</strong>ncomplex, de inhoud van het <strong>te</strong>r zake opgemaak<strong>te</strong><br />

proces-verbaal en de inhoud van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging voor het overige.<br />

770. Door de wijze waarop de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging is geredigeerd is behoorlijk onderzoek<br />

naar dit feit niet mogelijk, zo min als het voor cliënt mogelijk is zich<br />

<strong>te</strong>gen deze volstrekt vage verwij<strong>te</strong>n <strong>te</strong> verdedigen. De <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging behelst<br />

daarmee een onvoldoende duidelijke opgave van het feit in de zin van<br />

art. 261 Sv en dient naar het oordeel van de verdediging van cliënt nietig <strong>te</strong><br />

worden verklaard.<br />

Naar aanleiding van het requisitoir:<br />

771. Voorop staat dat de bij requisitoir uitgesproken bedoelingen van de s<strong>te</strong>ller<br />

niet leidend zijn bij de beoordeling van de geldigheid van de dagvaarding,<br />

doch de bewoordingen van het stuk zelve. Verhelderend was het requisitoir<br />

evenwel niet.<br />

772. Ik s<strong>te</strong>l vast dat het OM met geen woord heeft gerept over het schimmige<br />

"feit" en zijn manifestatie. Het OM tast hier klaarblijkelijk zelf ook in het<br />

duis<strong>te</strong>r.<br />

773. Uit het requisitoir blijkt dat het OM wel degelijk de in<strong>te</strong>ntie had die ik hierboven<br />

als onwaarschijnlijk verwierp: Zowel het eers<strong>te</strong> als het derde gedach<strong>te</strong>streepje<br />

moe<strong>te</strong>n uitdrukking geven aan de in<strong>te</strong>ntie de consolidatie van de<br />

joint ventures aan de orde <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen. Toe maar: nog een dubbel – er liggen<br />

al acht variaties op een thema met daarbinnen de nodige samenloop. Overdaad<br />

schaadt nooit en een mees<strong>te</strong>r beperkt zich niet. Deze door het OM<br />

uitgesproken in<strong>te</strong>ntie doet niet af aan de kern van mijn betoog. De bedoeling<br />

had zijn duidelijke weerslag in bewoordingen dienen <strong>te</strong> vinden. En zelfs<br />

bij <strong>te</strong> welwillend inlezing van de gedach<strong>te</strong>n van de officier blijft de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging<br />

een onontwarbare kluwen van jaren en een raadspel naar in de beoordeling<br />

<strong>te</strong> betrekken joint ventures.<br />

774. Het requisitoir <strong>te</strong>n aanzien van feit 3 bood inzicht in de lastig <strong>te</strong> volgen gedach<strong>te</strong>gang<br />

van het OM over de standaard van Ahold’s Jaarrekening, die ik<br />

<strong>te</strong>genkwam in het eers<strong>te</strong> gedach<strong>te</strong>streepje. Het OM volgt de Fiod en huldigt,<br />

in afwijking alle gehoorde <strong>te</strong>r zake deskundigen, het standpunt dat<br />

188


Aholds’ Nederlandse jaarrekening mede pro par<strong>te</strong> is opgemaakt naar US<br />

GAAP. Misschien goed om toch nog even het jaarverslag zelf erbij <strong>te</strong> nemen<br />

en het citaat dat ik op pagina 4 al opnam nog even na <strong>te</strong> lezen. Ook de accountantsverklaring<br />

sluit aan:<br />

775. Volstrekt helder. Niks Jaarrekening naar Amerikaans jaarrekeningenrecht of<br />

"US GAAP".<br />

776. Mijn vermoedens omtrent het tweede gedach<strong>te</strong>streepje bleken juist. Het<br />

OM beoogde de niet- verstrekking van de 2 e side let<strong>te</strong>rs aan de orde s<strong>te</strong>llen.<br />

Dat deel van mijn pleitnota behoeft dus geen bijs<strong>te</strong>lling.<br />

Inhoudelijke beoordeling – bewijs<br />

777. Hieronder zal ik aarzelend en soms radend ingaan op de inhoudelijke verwij<strong>te</strong>n<br />

die mijn cliënt mogelijk <strong>te</strong>n aanzien van de LOR bedoeld <strong>te</strong> zijn gemaakt.<br />

778. Waar mogelijk zal ik verwijzen naar die onderdelen van pleidooi en pleitnota<br />

waar relevan<strong>te</strong> kwesties reeds inhoudelijk werden besproken.<br />

779. Handelingen: de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging verwijt cliënt de onderwerpelijke LOR’s<br />

valselijk <strong>te</strong> hebben opgemaakt of doen opmaken door in deze LOR’s <strong>te</strong> hebben:<br />

"Geschreven en/of opgenomen en/of doen opnemen en/of ges<strong>te</strong>ld".<br />

189


780. Het is voor de beoordeling van dit onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging van<br />

belang kennis <strong>te</strong> nemen van de verklaringen van Verhelst en Meurs, alsmede<br />

van de verklaringen van de accountants van D&T, in welke verklaringen<br />

het proces van de totstandkoming van de LOR’s wordt beschreven. Ik begin<br />

met Verhelst:<br />

"[..] De accountants, Deloit<strong>te</strong> & Touche leverden de concept let<strong>te</strong>rs<br />

of representation af. Ik las dan de concep<strong>te</strong>n en indien ik vragen had<br />

s<strong>te</strong>lde ik die. Het is overigens nooit gebeurd dat Deloit<strong>te</strong> & Touche<br />

veranderingen aanbrach<strong>te</strong>n in de concep<strong>te</strong>n naar aanleiding van<br />

mijn vragen. De <strong>te</strong>kst in de brieven zoals deze er nu liggen is volledig<br />

door Deloit<strong>te</strong> & Touche geconcipieerd. Zodra mijn eventuele vragen<br />

afdoende waren beantwoord door Deloit<strong>te</strong> & Touche liet ik de<br />

concep<strong>te</strong>n overtypen op Ahold papier en onder<strong>te</strong>kende ik de brieven.<br />

Ik weet niet of de andere onder<strong>te</strong>kenaars van de brieven ook een<br />

dergelijke procedure hadden met betrekking tot het vragen s<strong>te</strong>llen<br />

aan Deloit<strong>te</strong> & Touche en onder<strong>te</strong>kenen. Ik kan mij niet herinneren<br />

of één van de andere onder<strong>te</strong>kenaars ooit bij mij is gekomen met<br />

vragen over de brieven. Ik denk het niet. In ieder geval was ik degene<br />

die de opdracht gaf om de concept let<strong>te</strong>r of representation<br />

over <strong>te</strong> typen op Ahold briefpapier. [..] Nadat ik de brieven had onder<strong>te</strong>kend<br />

werden ze door de secretaresse doorgeleid naar de medeonder<strong>te</strong>kenaars.<br />

Ik denk dat ik meestal als eers<strong>te</strong> onder<strong>te</strong>kende." 268<br />

781. In dezelfde zin Meurs:<br />

268 V5/8.<br />

"[..] Vraag: wanneer en door wie zijn deze brieven (D/125 tot en<br />

met D/129) opges<strong>te</strong>ld? Antwoord: de verschillende LOR’s die u mij<br />

toont zijn door Deloit<strong>te</strong> & Touche samen met Verhelst in concept opges<strong>te</strong>ld.<br />

Ik weet niet wie bij Deloit<strong>te</strong> & Touche de verschillende<br />

LOR’s in concept heeft opges<strong>te</strong>ld. Het is niet ongebruikelijk dat Deloit<strong>te</strong><br />

& Touche dit soort brieven, die aan hen zelf gericht zijn in concept<br />

ops<strong>te</strong>lt. Het concept van de betreffende LOR wordt aan mij<br />

voorgelegd en indien ik akkoord ben met de inhoud <strong>te</strong>ken ik deze.<br />

Het <strong>te</strong>kenen van de verschillende LOR’s gebeurt niet in gezamenlijkheid<br />

met Van der Hoeven en Verhelst. De betreffende LOR zit in mijn<br />

190


postboek al dan niet ge<strong>te</strong>kend door Verhelst en/of C. Van der Hoe-<br />

ven." 269<br />

782. Cliënt, met de betreffende LOR’s geconfron<strong>te</strong>erd, weet enkel dat hij deze<br />

niet heeft opges<strong>te</strong>ld of opgemaakt - doch slechts onder<strong>te</strong>kend:<br />

"[..] Wanneer is deze brief D/127 opges<strong>te</strong>ld en door wie? Wanneer is<br />

deze brief onder<strong>te</strong>kend door de onder<strong>te</strong>kenaars? Antwoord: Ik weet<br />

niet door wie deze LOR is opges<strong>te</strong>ld en wanneer. U vraagt mij onder<br />

wiens verantwoordelijkheid het ops<strong>te</strong>llen van de LOR valt? Dat weet<br />

ik niet. Ik weet niet specifiek of het de verantwoordelijkheid is van<br />

de onderneming of de accountant. U zegt mij dat de brief van Ahold<br />

is en gericht aan de accountant. Ik weet niet wie hem heeft opges<strong>te</strong>ld.<br />

[..] " 270<br />

783. En de ex<strong>te</strong>rn accountant Van den Dries 271 :<br />

784. Alsook Bakkes 272 :<br />

269 V3/12.<br />

270 V2/4.<br />

271 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />

272 RC-verklaring Bakkes van 10 janiar, 6 en 12 april 2005.<br />

191


785. En in gelijke zin de overige accountants in hun verhoor bij de RC: Van der<br />

Veg<strong>te</strong>, antwoord op vraag 254, Wennink in antwoord op vraag 26 en Dassen,<br />

antwoord op vragen 35 en 37.<br />

786. Uit het bovenstaande wordt volstrekt duidelijk dat cliënt geen enkele rol had<br />

bij het ops<strong>te</strong>llen van de <strong>te</strong>kst van de LOR’s die aan de orde zijn. D&T bepaalde<br />

de inhoud van de LOR’s, deed deze aan Verhelst toekomen, Verhelst<br />

bekreunde zich om de inhoud van de <strong>te</strong>kst en s<strong>te</strong>lde wat aanvullende vragen,<br />

liet de <strong>te</strong>kst vervolgens overnemen op het briefpapier van de president<br />

van Ahold. Hij onder<strong>te</strong>kende als eers<strong>te</strong> en zond het stuk het posttraject in<br />

voor onder<strong>te</strong>kening door Meurs en cliënt. Cliënt trof het betreffende stuk<br />

<strong>te</strong>lkens aan in zijn postboek, voorzag het van zijn hand<strong>te</strong>kening en liet het<br />

stuk via zijn secretaresse weer <strong>te</strong>ruggaan naar Verhelst. Verhelst droeg vervolgens<br />

weer zorg voor verzending aan D&T.<br />

787. Bovenstaande vaststaande fei<strong>te</strong>n impliceren dat de door het OM <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde<br />

handelingen in ieder geval niet bewezen verklaard kunnen worden.<br />

Cliënt heeft immers de <strong>te</strong>kst van de LOR’s noch in commissie geschreven,<br />

opges<strong>te</strong>ld, (doen) opnemen, of ges<strong>te</strong>ld - noch heeft hij hieraan fei<strong>te</strong>lijke leiding<br />

gegeven. Indien het OM een inhoudelijke beoordeling van het handelen<br />

van cliënt aan de orde zou willen s<strong>te</strong>llen, had het er verstandig aan gedaan<br />

het onderschrijven van de LOR’s en de met dit onderschrift voor rekening<br />

nemen van de inhoud van de LOR’s <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> <strong>te</strong> leggen. Nu dit evenwel<br />

is nagela<strong>te</strong>n, dient hij <strong>te</strong> worden vrijgesproken van een zo essentieel onderdeel<br />

van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging dat hiermee in<strong>te</strong>grale vrijspraak van het hele<br />

feit volgt.<br />

Valse LOR?<br />

788. Hieronder zal ik ingaan op de vraag of de aan uw oordeel onderworpen<br />

LOR’s inhoudelijk überhaupt onjuist zijn. Ik doe dat noodgedwongen gissend<br />

naar de bedoelingen die liggen ach<strong>te</strong>r een <strong>te</strong> onduidelijk geformuleerd<br />

verwijt.<br />

192


Consolidatie joint ventures - inhoudelijk<br />

789. Met heel veel welwillende beperkende en preciserende in<strong>te</strong>rpretatie van uw<br />

rechtbank komt u wellicht tot een inhoudelijke beoordeling van het derde<br />

inhoudelijke gedach<strong>te</strong>streepje van de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging.<br />

790. Wil een veroordeling <strong>te</strong>r zake van dit feit in beeld komen is derhalve noodzakelijk<br />

dat uw rechtbank vast s<strong>te</strong>lt dat de jaarrekening over 2001 op dit<br />

onderdeel onjuist is opgemaakt, respectievelijk het onderdeel van de Form<br />

20-F naar US GAAP geen getrouw beeld geeft van de verhouding tussen<br />

Ahold en haar partnerships.<br />

791. De verdediging van cliënt is van oordeel dat dit beslist niet het geval is. Ik<br />

volsta hier met verwijzing naar het pleidooi <strong>te</strong>r zake van feit 3 en feit 6,<br />

alsmede naar het onderdeel van mijn pleidooi dat specifiek betrekking heeft<br />

op de consolidatie. De inhoud van deze onderdelen van het pleidooi dient<br />

als hier ingelast en herhaald <strong>te</strong> worden beschouwd.<br />

792. Hoewel feit 5 derhalve in zekere zin voortbouwt op feit 3 en feit 6 valt de<br />

beoordeling niet geheel samen. Ik bedoel daarmee dat een bewezenverklaring<br />

van deze fei<strong>te</strong>n niet eo ipso be<strong>te</strong>kent dat daarmee een uitspraak is gedaan<br />

over de juistheid van de LOR’s. Om het licht tussen deze stukken <strong>te</strong><br />

zien is het nodig de functie van de LOR’s juist op het netvlies <strong>te</strong> hebben.<br />

793. De ex<strong>te</strong>rn accountant Van den Dries (RC):<br />

193


794. En Bakkes, eveneens bij de RC:<br />

795. En in gelijke zin: Van der Veg<strong>te</strong>, antwoord op vraag 252, Dassen, vraag 33<br />

en Wennink in reactie op vraag 25 – <strong>te</strong>lkenmale bij de RC.<br />

796. Dit komt ook tot uitdrukking in de <strong>te</strong>kst van de onderliggende LOR’s:<br />

"[..] For the purpose of expressing an opinion as to whether the<br />

financial sta<strong>te</strong>ments present fairly [..]"<br />

797. De betreffende <strong>te</strong>kst van de LOR brengt derhalve niet meer en niet minder<br />

tot uitdrukking dan dat de onder<strong>te</strong>kenaars ach<strong>te</strong>r de consolidatie staan omdat<br />

zij ervan overtuigd zijn dat Ahold "control" heeft over zijn partnerships.<br />

798. En zoals blijkt uit de verhoren van cliënt, Meurs en Verhelst bij Eisma, Fiod,<br />

RC en <strong>te</strong>r zitting: de onder<strong>te</strong>kenaars van de LOR waren naar eer en gewe<strong>te</strong>n<br />

de overtuiging toegedaan dat Ahold "control" uitoefende over haar volledig<br />

geconsolideerde partnerships. S<strong>te</strong>rker nog: ook thans, <strong>te</strong>rugblikkend,<br />

zijn zij nog s<strong>te</strong>eds van oordeel dat Ahold overwegende zeggenschap uitoefende<br />

over de volledig geconsolideerde joint ventures en zij zouden, ook nu<br />

194


nog, hetzelfde besluit nemen en de inhoud van de LOR voor hun rekening<br />

nemen. U heeft het cliënt <strong>te</strong>r zitting met verve horen betogen.<br />

799. En de onder<strong>te</strong>kenaar van de LOR’s staan hierin niet alleen. Ook diegenen<br />

die zich onder verantwoordelijkheid van Meurs, Verhelst en Van Tielraden<br />

fei<strong>te</strong>lijk bezighielden met de <strong>te</strong>chnicité’s van consolidatie naar Nederlands<br />

en Amerikaans recht, mevrouw Bouma vanuit de accountancy hoek en mevrouw<br />

Bos als legal, verklaren, <strong>te</strong>r zake gehoord bij de RC, toen en nu van<br />

oordeel <strong>te</strong> zijn dat Ahold haar joint ventures op goede gronden en <strong>te</strong>recht<br />

volledig consolideerde.<br />

800. Dat be<strong>te</strong>kent in de ogen van de verdediging dat bewezenverklaring en veroordeling<br />

voor dit feit slechts op zijn plaats zou kunnen zijn indien duidelijk<br />

is dat de in de LOR opgenomen mening of standpunt, naar kennis en we<strong>te</strong>nschap<br />

van de onder<strong>te</strong>kenaars naar het moment van toen, evident niet<br />

houdbaar was. Maar zelfs <strong>te</strong>rugblikkend met de kennis van nu moe<strong>te</strong>n wij<br />

consta<strong>te</strong>ren dat consolidatie zowel naar Nederlandse en Amerikaanse maatstaf<br />

waarschijnlijk juist was, maar toch in ieder geval verdedigbaar. Het is<br />

derhalve meer dan zeer voors<strong>te</strong>lbaar was dat de onder<strong>te</strong>kenaars van de<br />

LOR van oordeel waren dat Ahold in control was en dus de inhoud van dit<br />

onderdeel van de LOR voor hun rekening namen.<br />

801. Ik stip hier kort het deskundigen-rapport van Prof. Van de Poel aan, opgemaakt<br />

met de kennis van nu, waarin Prof. Van de Poel duidelijk maakt dat<br />

consolidatie naar nederlands recht de enige juis<strong>te</strong> beslissing was. Bij de beoordeling<br />

van de vraag of Ahold voldoende "control" had om over <strong>te</strong> gaan<br />

tot consolidatie naar Amerikaans recht komt hij tot de slotsom dat het een<br />

"close call" was. Het rapport van Shapiro gaat hierin nog een stap verder:<br />

ook de Amerikaanse accountants principles la<strong>te</strong>n ruim<strong>te</strong> voor de "substance<br />

over form"- benadering. Benadering naar ma<strong>te</strong>riali<strong>te</strong>it voert derhalve tot het<br />

oordeel dat consolideren naar US GAAP als niet de juis<strong>te</strong>, dan toch een zeer<br />

verdedigbaar besluit was.<br />

802. Onder die omstandigheden kan men toch bezwaarlijk volhouden dat de onder<strong>te</strong>kenaars<br />

van de LOR, met het kennis en inzicht dat zij op dat moment<br />

hadden, niet naar bes<strong>te</strong> we<strong>te</strong>nschap en overtuiging konden bevestigen dat<br />

naar hun mening Ahold voldoende zeggenschap had om <strong>te</strong> consolideren.<br />

195


803. Cliënt dient dan ook <strong>te</strong> worden vrijgesproken van het verwijt dat hij die mening<br />

ook op papier voor z’n rekening nam.<br />

De niet verstrek<strong>te</strong> side let<strong>te</strong>rs<br />

804. Hoewel uw rechtbank naar mijn oordeel niet aan een inhoudelijk oordeel zal<br />

toekomen, toch enige kor<strong>te</strong> kant<strong>te</strong>keningen.<br />

805. Laat er geen misverstand over bestaan: Indien cliënt op de hoog<strong>te</strong> was<br />

geweest en hem de vraag was voorgelegd of de 2 e side let<strong>te</strong>rs aan de accountant<br />

moes<strong>te</strong>n worden overhandigd of voorgelegd, had hij de vraag<br />

volmondig met "ja" beantwoord. Cliënt kan de verklaring van Meurs plaatsen,<br />

begrijpen en billijken. Maar juist dan is dat verhaal <strong>te</strong>r toelichting toch<br />

ook prima aan de accountant uit <strong>te</strong> leggen? Begrip was beslist niet onwaarschijnlijk;<br />

zelfs de "deconsolidatie-accountant" onderkent die con<strong>te</strong>xt:<br />

806. Dassen, bij de RC:<br />

807. Maar of de 2 e side let<strong>te</strong>rs, zoals <strong>te</strong>las<strong>te</strong>gelegd onder "financial records en<br />

rela<strong>te</strong>d data" vallen is de vraag. De accountant Van der Veg<strong>te</strong> 273 :<br />

273 RC-verklaring Van der Verg<strong>te</strong> van 11 en 18 februari en 14 juli 2005.<br />

196


808. Gezien de wijze van tot standkoming, doel en strekking van de 2 e side let<strong>te</strong>rs,<br />

s<strong>te</strong>lt de verdediging van cliënt zich op het standpunt dat de 2 e side let<strong>te</strong>rs<br />

onder de algemene representatie van Ahold viel - en niet onder de aan<br />

de financiële administratie gerela<strong>te</strong>erde stukken.<br />

We<strong>te</strong>nschap<br />

809. Zowel voor de beoordeling van het <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde medeplegen, als het<br />

subsidiair <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde fei<strong>te</strong>lijk leiding geven is relevant of en zo ja in<br />

hoeverre bij cliënt voldoende we<strong>te</strong>nschap aanwezig was om hem de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde<br />

gedraging aan <strong>te</strong> rekenen. Dat heet: voor het geval u tot het<br />

oordeel komt dat LOR en onderliggende stukken bewezen strijdigheden met<br />

de waarheid zouden behelzen. Ook <strong>te</strong>n aanzien van dit onderdeel van de<br />

<strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging verwijs ik naar het algemene deel van de pleitnota met betrekking<br />

tot we<strong>te</strong>nschap en de op we<strong>te</strong>nschap toegesneden onderdelen van<br />

het pleidooi dat betrekking heeft op de fei<strong>te</strong>n 3 en 4.<br />

810. Ik voeg daar <strong>te</strong>n aanzien van dit specifieke feit nog een ingrediënt aan toe.<br />

Als ik de ongelukkige <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging even loslaat en de hierboven aangehaalde<br />

ambtshandelingen in onderling verband en samenhang beschouw,<br />

heeft de Fiod in essentie in deze verbalen tot uitdrukking willen brengen dat<br />

de onder<strong>te</strong>kenaars van de LOR <strong>te</strong> verwij<strong>te</strong>n valt dat bij de audit van de ex<strong>te</strong>rn<br />

accountants de 2 e side let<strong>te</strong>rs (voor zover beschikbaar op de betreffende<br />

tijdstippen) niet <strong>te</strong>r hand zijn ges<strong>te</strong>ld. En, zo lees ik in ieder geval het<br />

verbaal, indien de accountant wel vertrouwd was geweest met de inhoud<br />

van de 2 e side let<strong>te</strong>rs had het oordeel over de consolidatie wel eens anders<br />

kunnen luiden. Men hoedde zich evenwel voor de redenering dat bekendheid<br />

van cliënt met de 2 e side let<strong>te</strong>r Bompreço impliceert dat cliënt dus ook<br />

wist dat deze side let<strong>te</strong>r niet <strong>te</strong>r hand zou worden ges<strong>te</strong>ld aan de accountant.<br />

Als blijkt uit de verklaringen van Meurs en Verhelst had cliënt geen en-<br />

197


kele bemoeienis met de uitvoering van de audit en Meurs is consis<strong>te</strong>nt en<br />

duidelijk in zijn verklaring: het was míjn beslissing om deze side let<strong>te</strong>rs niet<br />

aan de accountant <strong>te</strong> verstrekken. In die beslissing, zo blijkt ook uit zijn verklaring<br />

heeft hij noch <strong>te</strong>voor noch nadien cliënt gekend.<br />

811. Voor zover het onder 5 <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde feit derhalve voldoende <strong>te</strong> bepalen<br />

verwij<strong>te</strong>n behelst, bevat het dossier geen enkel bewijsmiddel van een begin<br />

van we<strong>te</strong>nschap van cliënt.<br />

812. Mijn betoog strekt er dan ook primair toe dat u dit obscuur libel in zijn totali<strong>te</strong>it<br />

nietig verklaart.<br />

813. Mocht uw rechtbank van oordeel zijn dat een enkel onderdeel van dit deel<br />

van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging voldoende specicifiek is geformuleerd dient <strong>te</strong>r zake<br />

vrijspraak <strong>te</strong> volgen.<br />

Naar aanleiding van het requisitoir<br />

814. In de oorspronkelijke opzet van mijn pleitnota voor dit feit was ik bondiger.<br />

Het gewicht dat het OM blijkens requisitoir aan dit feit hecht<strong>te</strong>, heeft mij<br />

uitgebreider doen zijn; met name in de weergave van de verklaringen van<br />

de accountants van D&T. Bedacht dient immers <strong>te</strong> worden dat een LOR niet<br />

een stuk is dat door publieke regelgeving vereist wordt en zelfs niet standaard<br />

gebruikt wordt in de accountancy praktijk. Daarmee heeft het stuk als<br />

niet uitslui<strong>te</strong>nd, dan toch primair een rol tussen de partijen die het betreft:<br />

D&T en Ahold. Ik heb die niet in ex<strong>te</strong>nso door mij opgelezen verklaringen<br />

wel zo uitgebreid in mijn pleitnota verwerkt omdat uit de aangehaalde passage<br />

overduidelijk blijkt dat die accountants veel minder waarde hecht<strong>te</strong>n<br />

aan de LOR’s dan het gewicht dat het OM er hier nu aan toekent. Een standaard-<strong>te</strong>mpla<strong>te</strong><br />

wordt door D&T aan Verhelst gestuurd; inhoudelijk wordt<br />

niet over de <strong>te</strong>kst gesproken en ge<strong>te</strong>kend op het postpapier van Ahold<br />

wordt een en ander weer <strong>te</strong>ruggezonden. De accountant bergt het op. Als<br />

controlestuk heeft de brief ech<strong>te</strong>r weinig waarde (Bakkes in zijn eerder<br />

aangehaalde R.C.-verklaring), maar de accountant heeft nog een beetje<br />

meer comfort. That's all.<br />

815. Het OM besloot zijn requisitoir <strong>te</strong>n aanzien van dit feit met een ronkende<br />

retoriek. Mag ik afslui<strong>te</strong>n door de officier weer <strong>te</strong> parafraseren?<br />

198


816. Moge dit de eers<strong>te</strong>, maar ook de laats<strong>te</strong> keer zijn dat het OM een rech<strong>te</strong>rlijk<br />

college in Nederland een zo ongelukkig geformuleerde <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging <strong>te</strong>rzake<br />

van een let<strong>te</strong>r of representation voorlegt.<br />

199


FEIT 6<br />

Inleiding<br />

817. Geen animaties, zelfs geen power point, maar: mag de verdediging uw<br />

rechtbank verzoeken pagina 52 van D/118, Aholds’ "Annual report on the<br />

form 20-F" over het fiscale jaar 1997 op het scherm <strong>te</strong> projec<strong>te</strong>ren? Op deze<br />

wijze zal de verdediging in staat zijn uw rechtbank visueel onders<strong>te</strong>und<br />

een aantal poin<strong>te</strong>s van het pleidooi op dit feit eenvoudiger <strong>te</strong> presen<strong>te</strong>ren.<br />

Verwijt<br />

818. Onder 6 wordt cliënt - zakelijk weergegeven - valsheid in geschrift in de<br />

zogehe<strong>te</strong>n annual report on the Form 20-F over de fiscale jaren van 1997<br />

tot en met 2001 <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegd. De betreffende annual reports bevinden<br />

zich als bijlage D/118 tot en met D/122 bij het dossier en bij inzage van het<br />

dossier zag de verdediging dat uw rechtbank beschikt over de grijs gebonden<br />

originele uitgave van de annual reports. Ook hier han<strong>te</strong>ert het OM de<br />

inmiddels vertrouwde gelaagde opbouw van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging: primair<br />

wordt cliënt het medeplegen van dit feit verwe<strong>te</strong>n <strong>te</strong>rwijl subsidiair aan client<br />

verwe<strong>te</strong>n wordt dat hij fei<strong>te</strong>lijk leiding heeft gegeven aan deze strafbare<br />

fei<strong>te</strong>n, gepleegd door Ahold.<br />

819. De inhoudelijke onjuistheid zou - en gelet op de rest van mijn verweer volg<br />

ik hier de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging even verbatim - voor de annual reports<br />

over 1997 tot en met 2000 (D/118 tot en met D/121) hierin bestaan<br />

dat in die reports het navolgende aan het papier is toevertrouwd:<br />

820. Waar het de consolidatie van de deelnemingen over het jaar 2001 betreft<br />

zou de Form 20-F in strijd met de waarheid de navolgende passage behelzen:<br />

200


821. Een tweede inhoudelijke onjuistheid in de Form 20-F zou hierin bestaan (ik<br />

vat zakelijk samen) dat de zogehe<strong>te</strong>n " ICA partner put option" <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong><br />

niet vermeld zou zijn in de Form 20-F over de laats<strong>te</strong> 2 jaren.<br />

822. Het laats<strong>te</strong> gedach<strong>te</strong>streepje van de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging bevat geen zelfstandig<br />

inhoudelijk verwijt; hierin wordt cliënt hetzij zelfstandig, hetzij in het voetspoor<br />

van Ahold, verwe<strong>te</strong>n de inhoud van de Form 20-F door middel van<br />

onder<strong>te</strong>kening voor rekening <strong>te</strong> nemen.<br />

Consolidatie naar US GAAP inzet?<br />

823. Kennisname van de inhoud van het requisitoir van het OM heeft mij tot het<br />

onmiskenbaar oordeel gevoerd dat het OM hier in de veronders<strong>te</strong>lling verkeert<br />

cliënt hier het verwijt <strong>te</strong> hebben gemaakt de relevan<strong>te</strong> partnerships<br />

naar US GAAP <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> (volledig?) <strong>te</strong> hebben geconsolideerd. Indien<br />

het OM daadwerkelijk dit voornemen had is, het in de uitvoering blijven s<strong>te</strong>ken<br />

op een poging. Ik zal dat hieronder ui<strong>te</strong>en zet<strong>te</strong>n.<br />

824. Zowel cliënt als Meurs hebben <strong>te</strong>r <strong>te</strong>rechtzitting nog eens duidelijk ui<strong>te</strong>engezet<br />

dat ook de Annual Reports on the Form 20-F Dutch GAAP als basis<br />

hebben. Hun verklaring <strong>te</strong>r zake sluit aan op datgene wat getuigen al eerder<br />

bij de Fiod hebben verklaard en de employees van D&T bij de RC. Ook<br />

de Fiod had hier het juis<strong>te</strong> beeld op het netvlies; ik verwijs naar de ambtshandelingen:<br />

AH/25, AH/51 en voor een kor<strong>te</strong> doch duidelijke beschrijving<br />

AH/59. Vanzelfsprekend dienen ook structuur, opbouw en inhoud van de<br />

betreffende Annual Reports in de beoordeling <strong>te</strong> worden betrokken. Concies<br />

en zakelijk weergegeven komt het er op neer dat Ahold in deze Annual Reports<br />

on the Form 20-F in het Engels, maar naar Dutch GAAP, algemene informatie<br />

verstrekt, een geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening<br />

opneemt alsmede een toelichting.<br />

825. Vervolgens worden de waarderingsgrondslagen en presentatie naar Dutch<br />

GAAP nog eens toegelicht. Eerst helemaal aan het eind van de betreffende<br />

Annual Reports on the Form 20-F bevindt zich de zogehe<strong>te</strong>n "reconciliation<br />

no<strong>te</strong>" waarin de aansluiting van Dutch GAAP naar US GAAP wordt gemaakt<br />

201


en waarin Ahold over de betreffende jaren een verkor<strong>te</strong> balans winst- en<br />

verliesrekening en kasstroom overzicht weergeeft volgens US GAAP,met een<br />

kor<strong>te</strong> toelichting over de verschillen die optreden en die veroorzaakt worden<br />

door de verschillende uitgangspun<strong>te</strong>n van de Nederlandse en de Amerikaanse<br />

accountants principes.<br />

826. De "reconciliation no<strong>te</strong>" en daarmee de verkor<strong>te</strong> weergaven naar US GAAP<br />

treffe men over het jaar 1997 aan op pagina 73 e.v. in "no<strong>te</strong> 23"; voor 1998<br />

bevindt de reconciliation zich eveneens in "no<strong>te</strong> 23" op pagina 71 e.v.; in de<br />

Form 20-F over 1999 begint de reconciliation no<strong>te</strong> 23 op pagina 79; in de<br />

reports over het jaar 2000 beschikt de verdediging enkel over een niet genummerd<br />

exemplaar maar betreft het opnieuw no<strong>te</strong> 23 ach<strong>te</strong>r in de Annual<br />

report; in de annual report over 2001 is de reconciliation weergegeven op<br />

pagina 115 e.v. in no<strong>te</strong> 27.<br />

827. De verdediging heeft in deze zaak nog wel eens wat kritiek gehad op de<br />

beschrijvende - of recapitulatie processen-verbaal - maar in deze merk ik<br />

toch op dat ambtshandeling 59 een accura<strong>te</strong> beschrijving geeft van opbouw<br />

en inhoud van de betreffende annual reports on the Form 20-F.<br />

828. Bovenstaande dwingt onvermijdelijk tot de conclusie dat <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging en<br />

requisitoir niet op elkaar aanslui<strong>te</strong>n. Het OM bespreekt de zaak immers als<br />

had zij <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegd dat Ahold <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> naar US GAAP consolideert,<br />

<strong>te</strong>rwijl de betreffende passage in de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging, zowel inhoudelijk als<br />

waar het gaat om de verwijzing naar de pagina’s waar inderdaad de betreffende<br />

passages zijn opgenomen in de Form 20-F, doodgewoon een beschrijvende<br />

en verklarende <strong>te</strong>kst naar Dutch GAAP geeft. Het is in dat opzicht<br />

verhelderend om iets ruimer kennis <strong>te</strong> nemen van de <strong>te</strong>kst waaruit de<br />

cita<strong>te</strong>n die in de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging zijn opgenomen zijn gelicht. Die <strong>te</strong>kst is<br />

voor de annual reports on the Form 20-F over 1997 tot en met 2000 identiek<br />

(D/118 tot en met D/121) luidt als volgt:<br />

202


829. Voor wat betreft de laats<strong>te</strong> report on Form 20-F over het fiscale jaar 2001<br />

geldt dat de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde passage afkomstig is uit de navolgende relevan<strong>te</strong><br />

(con)<strong>te</strong>kst:<br />

203


830. Voor het oordeel dat de rechtbank zal hebben <strong>te</strong> vellen zal evenwel niet de<br />

<strong>te</strong>kst van het requisitoir bepalend kunnen zijn, doch de wijze waarop het<br />

OM dit feit middels een gewijzigde <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging aan uw rechtbank heeft<br />

voorgelegd. Dat be<strong>te</strong>kent dat uw rechtbank heeft <strong>te</strong> beoordelen, of de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde<br />

passages een juis<strong>te</strong> weergave van Aholds consolidatie policy<br />

naar Dutch GAAP behelzen.<br />

Uitstapje<br />

831. Ik maak op dit onderdeel van mijn pleidooi even het uitstapje waarop de<br />

verdediging al preludeerde bij zijn inleiding.<br />

832. Hoe nu <strong>te</strong> denken over de handelwijze van het OM?<br />

833. Bij dagvaarding en gewijzigde <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging legt het OM een passage uit de<br />

form 20 F als "vals" <strong>te</strong> las<strong>te</strong>. Het is onmogelijk en ondenkbaar dat het OM<br />

daarbij niet heeft gezien dat de passage zich midden in het Dutch GAAP onderdeel<br />

van de Form 20 F bevindt. De passage, opgenomen in de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging<br />

en de woorden "Dutch GAAP" worden slechts gescheiden door het<br />

woord "generally". Mij lukt het niet eens deze woorden niet <strong>te</strong> zien bij lezing<br />

van de passage.<br />

834. Het OM legt uw rechtbank een schrif<strong>te</strong>lijk requisitoir voor, waarin het s<strong>te</strong>lt<br />

valsheid naar US GAAP <strong>te</strong>las<strong>te</strong> <strong>te</strong> hebben gelegd en s<strong>te</strong>lt uw rechtbank bewezenverklaring<br />

en veroordeling voor.<br />

835. Dit tweede stuk is derhalve in strijd met de waarheid opgemaakt en daarmee<br />

vals. Dit valse stuk is aan uw <strong>Rechtbank</strong> overgelegd. Ter misleiding en<br />

om uw <strong>Rechtbank</strong> <strong>te</strong> bewegen een veroordelend vonnis af <strong>te</strong> geven.<br />

836. Zowel <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging als schrif<strong>te</strong>lijk requisitoir zijn stukken van gewicht -<br />

hier mag men niet lichtvaardig mee omgaan. De onderhavige zaak wordt<br />

bovendien door het OM gezien en behandeld als een zaak van gro<strong>te</strong> importantie<br />

en gewicht.<br />

837. Gezien het vorenstaande kan het niet anders dan dat het OM dit heeft gezien<br />

en deze handelingen moe<strong>te</strong>n dan ook welbewust zijn verricht. Het betreft<br />

bovendien ervaren en <strong>te</strong>r zake deskundige officieren. Het opmaken van<br />

204


het requisitoir valt onder bereik van 225 lid 1 WvSr; het overleggen aan uw<br />

<strong>Rechtbank</strong> onder de werking van het tweede lid van dat artikel.<br />

838. Ik kan onder deze omstandigheden dan ook niet anders dan concluderen<br />

dat het OM zijn in<strong>te</strong>gri<strong>te</strong>it hier verspeeld heeft.<br />

839. Geloof ik mijn eigen woorden? Trek ik de in<strong>te</strong>gri<strong>te</strong>it van beide officieren<br />

daadwerkelijk in twijfel? Welnee. Het OM heeft eenvoudigweg de plank mis<br />

geslagen. Een uitglijder. Ik spiegelde de Bompreço – redenering van het<br />

OM.<br />

840. Wat ik evenwel hoop is dat het OM door confrontatie met eigen handelen<br />

een meer genuanceerd beeld krijgt op de werkelijkheid en beseft dat datgene<br />

dat zij voor onmogelijk houdt en waaraan het OM dwingende conclusies<br />

verbindt, toch niet zo ondenkbaar is en niet per sé noopt tot de conclusie<br />

die het OM trekt. Want wat het OM hier heeft gedaan is een veel s<strong>te</strong>rker<br />

staaltje van non-in<strong>te</strong>rpretatie van <strong>te</strong>kst, dan hetgeen cliënt, de heer Van der<br />

Hoeven heeft gedaan. Hij <strong>te</strong>kende immers een side let<strong>te</strong>r nadat hij maanden<br />

daarvoor slechts op procesniveau had kennis genomen van de control<br />

let<strong>te</strong>r waaraan die side let<strong>te</strong>r klaarblijkelijk refereert.<br />

Dutch GAAP revisi<strong>te</strong>d?<br />

841. Bij deze beoordeling is het van belang het navolgende voor ogen <strong>te</strong> houden.<br />

De in de betreffende reports on the Form 20-F <strong>te</strong>r plaatse opgenomen<br />

en <strong>te</strong>las<strong>te</strong>gelegde <strong>te</strong>kst heeft geen constitutief of scheppend karak<strong>te</strong>r, maar<br />

slechts een descriptief, beschrijvend karak<strong>te</strong>r. Met andere woorden: Ahold<br />

geeft hier <strong>te</strong>n behoeve van SEC en andere geïn<strong>te</strong>resseerde lezers weer hoe<br />

zij in haar jaarverslaggeving, de jaarrekeningen naar Dutch Gaap, rappor<strong>te</strong>ert,<br />

en geeft dus ook <strong>te</strong>n aanzien van de consolidatie van de partnerships<br />

beschrijvend weer op welke wijze deze deelnemingen in de jaarrekeningen<br />

zijn verwerkt. Het blijkt ook overduidelijk uit de omringende <strong>te</strong>kst:<br />

"the financial sta<strong>te</strong>ments of Royal Ahold presen<strong>te</strong>d here in, and the<br />

no<strong>te</strong>s thereto, are prepara<strong>te</strong>d on consolida<strong>te</strong>d bases in conformity<br />

with Dutch GAAP. Generally, all companies in which Ahold can exercise<br />

control – etc."<br />

of<strong>te</strong>wel, en nu waag ik mij net als andere procesdeelnemers eerder deden,<br />

maar eens aan een vertaling: " Op hoofdlijnen of globaal, komt het er op<br />

205


neer dat Ahold alle deelnemingen waarover zij "control" uitoefent of waarin<br />

zij een meerderheidsbelang heeft volledig consolideert in haar Nederlandse<br />

jaarrekening".<br />

842. En wie dan vervolgens de jaarverslagen over de corresponderende jaren<br />

waarin de betreffende jaarrekeningen zijn vervat er bijneemt, ziet dat dit<br />

een volledige waarheidsgetrouwe beschrijving is van de wijze waarop Ahold<br />

over de betreffende boekjaren omgaat met haar partnerships. Het zal zelfs<br />

door het OM wel niet betwist worden omdat zij dezelfde s<strong>te</strong>llingname huldigt<br />

blijkens de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging van feit 3. Maar zekerheidshalve geef ik<br />

hieronder <strong>te</strong>n behoeve van de controleerbaarheid en voor uw rechtbank een<br />

kor<strong>te</strong> "reconciliation": 274<br />

jaarrekening 1997: pagina’s 56 en 57<br />

jaarrekening 1998: pagina’s 60 en 61<br />

jaarrekening 1999: pagina 54 en 55<br />

jaarrekening 2000: pagina 50 en 51<br />

jaarrekening 2001: pagina 46 en 47.<br />

843. Niet is hier derhalve aan de orde een nieuwe beoordeling <strong>te</strong>n gronde of<br />

Ahold wel <strong>te</strong>recht naar Dutch GAAP de betreffende partnerships consolideerde,<br />

maar "slechts" de vraag of Ahold in de betreffende Annual Reports<br />

on the Form 20-F op correc<strong>te</strong> wijze verslag doet van de manier waarop zij<br />

in haar jaarverslaggeving naar Dutch GAAP omgaat met deze joint ventures.<br />

En het antwoord op die vraag kan derhalve niet anders dan bevestigend<br />

luiden.<br />

844. Dat be<strong>te</strong>kent dat uw rechtbank vrij zal hebben <strong>te</strong> spreken van dit onderdeel<br />

van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging, dat ziet op de consolidatie kwestie.<br />

Consolidatie – het verwijt pro resto<br />

845. Ten overvloede, maar toch, ga ik nog even in op een ander eigenaardig<br />

stukje in deze <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging. Onder het tweede gedach<strong>te</strong>streepje vermeldt<br />

de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />

"[..] althans woorden van gelijke aard of strekking, in ieder geval<br />

werd in strijd met de waarheid gesuggereerd dat Ahold (overwegen-<br />

274 Ik volgde hier overigens de nummering uit de originele jaarverslagen die uw rechtbank heeft<br />

gekregen naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek en niet de nummering die is weergegeven<br />

in de bij proces-verbaal gevoegde prints van documen<strong>te</strong>n waarvan wij moe<strong>te</strong>n aannemen<br />

dat het downloads zijn van de si<strong>te</strong> van Ahold.<br />

206


de) zeggenschap (control) had over alle in de annual report on Form<br />

20-F genoemde geconsolideerde rechtspersonen [..]".<br />

846. Bewezenverklaring van overtreding van artikel 225 lid 1 Sr vergt dat vaststaat<br />

dat in het onderliggende geschrift "opzet<strong>te</strong>lijk in strijd met de waarheid"<br />

aan het papier is toevertrouwd. "Suggesties" of vingerwijzingen, die<br />

bij een bepaalde in<strong>te</strong>rpretatie mogelijk op gespannen voet met de waarheid<br />

komen <strong>te</strong> staan, halen derhalve het vereis<strong>te</strong> niveau van leugenachtigheid<br />

niet om onder de reikwijd<strong>te</strong> van voornoemd artikellid <strong>te</strong> vallen. Indien uw<br />

rechtbank derhalve tot een inhoudelijke bevestigende beantwoording van<br />

deze vraag had kunnen komen zou de bewezenverklaarde suggestie niet<br />

gekwalificeerd kunnen worden als overtreding van artikel 225 lid 1 Sr.<br />

ICA Partner Put Optie<br />

847. Hoewel naar mijn s<strong>te</strong>llige overtuiging de consolidatie kwestie het hart van<br />

de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging betrof, toch nog enige kor<strong>te</strong> opmerkingen <strong>te</strong>n aanzien<br />

van het derde gedach<strong>te</strong>streepje waarin cliënt verwe<strong>te</strong>n wordt in strijd met<br />

de waarheid <strong>te</strong> hebben nagela<strong>te</strong>n <strong>te</strong> vermelden dat er een zogenaamde<br />

"partners put option" voor de ICA partners bestond.<br />

848. In de eers<strong>te</strong> plaats verwijs ik op dit onderdeel naar hetgeen door de verdediging<br />

van cliënt al naar voren is gebracht op dit onderdeel bij de bespreking<br />

van feit 3 en feit 4. Ik verzoek u de betreffende <strong>te</strong>ks<strong>te</strong>n als hier woordelijk<br />

herhaald en ingelast <strong>te</strong> beschouwen.<br />

849. Zakelijk weergegeven komt het er op neer, dat zowel de uitoefening van<br />

deze put optie alswel de omvang van de verplichting derma<strong>te</strong> onzeker zijn,<br />

dat naar algemeen aanvaarde grondslagen van accountancy, maar zeer de<br />

vraag is of deze put-optie inderdaad vermeld had moe<strong>te</strong>n worden.<br />

850. De verklaringen van de accountants van D&T zijn op dit punt veelzeggend.<br />

Men kan erover twis<strong>te</strong>n. Dassen verklaart zelfs dat de accountants er onderling<br />

maanden over gediscussieerd hebben en dat derhalve zowel het ene<br />

standpunt (opname in de vorm van een toelichting) als het andere standpunt<br />

(<strong>te</strong> onzeker - niet vermelden) verdedigbaar is. Onder die omstandigheden<br />

kan men bezwaarlijk verwach<strong>te</strong>n dat de strafrech<strong>te</strong>r, retrospectief<br />

oordelend over de fei<strong>te</strong>n, uitspreekt dat de jaarrekening of de Annual Reports<br />

op dit onderdeel een verkeerd beeld van de werkelijkheid geven - laat<br />

207


staan dat u tot het oordeel zou kunnen komen dat de ops<strong>te</strong>llers van de<br />

jaarrekening deze opzet<strong>te</strong>lijk in strijd met de waarheid zouden hebben opgemaakt.<br />

851. Voor cliënt geldt daarenboven nog eens dat het hier <strong>te</strong>chnische ma<strong>te</strong>rie<br />

betreft die ver onder zijn niveau werd doorgeakkerd en vervolgens beslo<strong>te</strong>n.<br />

Ex<strong>te</strong>rne accountants en juris<strong>te</strong>n bogen zich onder verantwoordelijkheid<br />

van Verhelst (en daarboven weer op enige afstand ook Meurs) over deze<br />

<strong>te</strong>chnische ma<strong>te</strong>rie zonder dat de qui<strong>te</strong>nsences van dit onderwerp ooit inhoudelijk<br />

met hem besproken zijn. Cliënt kon en mocht dan ook in de veronders<strong>te</strong>lling<br />

verkeren dat hij bij onder<strong>te</strong>kening van de annual reports <strong>te</strong>kende<br />

voor een "fair representation" op het relevan<strong>te</strong> onderdeel. Dat be<strong>te</strong>kent<br />

dat uw rechtbank hier naar mijn s<strong>te</strong>llige overtuiging tot een vrijspraak<br />

zal hebben <strong>te</strong> komen omdat de Annual Reports waarheidsgetrouw zijn,<br />

maar in ieder geval niet onwaarheidsgetrouw en beslist niet gezegd kan<br />

worden dat de ops<strong>te</strong>llers opzet<strong>te</strong>lijk in strijd met de waarheid hebben gehandeld<br />

bij het niet vermelden van de ICA put option.<br />

852. Laat staan dat cliënt bewijsbaar verwe<strong>te</strong>n zou kunnen worden dat hij door<br />

onder<strong>te</strong>kening van de Annual Reports relevan<strong>te</strong> we<strong>te</strong>nschap zou hebben<br />

gehand <strong>te</strong>n aanzien van een pre<strong>te</strong>nce onjuistheid daarin.<br />

Technisch juridische kant<strong>te</strong>keningen<br />

853. Ook op dit onderdeel ontkom ik niet aan een tweetal <strong>te</strong>chnische kant<strong>te</strong>keningen.<br />

854. Kant<strong>te</strong>kening 1: de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging bedient zich van de navolgende<br />

woorden: in ieder geval werd in strijd met de waarheid gesuggereerd.<br />

Een dergelijke passieve formulering in de verleden tijd is onjuist en<br />

ongepast in een <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging. Een <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging behoort <strong>te</strong> beschrijven<br />

welk actief handelen een verdach<strong>te</strong> nu exact verwe<strong>te</strong>n wordt.<br />

855. Kant<strong>te</strong>kening 2: het OM heeft hier een poging gedaan een "nala<strong>te</strong>n <strong>te</strong> vermelden"<br />

onder de werking van artikel 225 Sr <strong>te</strong> brengen. Dat getuigt niet<br />

direct van een juist zicht op de werkingssfeer van het betreffende artikel.<br />

856. De kwestie is door de Hoge Raad al meermalen beslist. De ondergrens is<br />

door de Hoge Raad aangegeven in zogehe<strong>te</strong>n "sociale zekerheids fraude<br />

208


zaken". Ik vat hier samen: het niet invullen van een voorgedrukt "ja" of<br />

"nee" antwoord bij een imprimé formulier dat is verstrekt door een uitvoerende<br />

instantie kan, als het antwoord ja of bevestigend had dienen <strong>te</strong> zijn,<br />

<strong>te</strong>rwijl de werkelijkheid anders is, valsheid in geschrift opleveren, omdat,<br />

aldus de Hoge Raad, het niet invullen van het betreffende antwoord als een<br />

ontkenning pleegt <strong>te</strong> worden verstaan door de uitvoerende dienst. 275<br />

857. Ook oordeelde de Hoge Raad reeds eerder over een zaak waar de fei<strong>te</strong>n, en<br />

in het voetspoor van die fei<strong>te</strong>n, de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging onder die<br />

grens was gebleven. "Het enkele nala<strong>te</strong>n op <strong>te</strong> nemen dat een verblijfsvergunning<br />

is afgegeven, levert nog geen valselijk opmaken op" – aldus de<br />

Hoge Raad. 276 Dat het hier een geautomatiseerd sys<strong>te</strong>em betreft, dat door<br />

zijn duurzaamheid van vastlegging door de Hoge Raad als "geschrift" werd<br />

gezien doet vanzelfsprekend niet <strong>te</strong>r zake.<br />

Uitleidende beschouwing<br />

858. Ik rond mijn bespreking van het zesde feit af. Nadat deze zaak door de fil<strong>te</strong>r<br />

van de nadere instructie na verwijzing bij de RC is gegaan, de <strong>te</strong>chnici van<br />

Ahold zich erover hebben uitgela<strong>te</strong>n, de accountants en ook de deskundigen<br />

en vervolgens door de zeef van het onderzoek <strong>te</strong>r <strong>te</strong>rechtzitting, lijkt mij dat<br />

een ieder toch wel duidelijk is geworden dat de consolidatie kwestie met<br />

annexen als de side let<strong>te</strong>r-ma<strong>te</strong>rie, zich toespits<strong>te</strong> op US GAAP. Het zal mij<br />

in ieder geval verbazen als iemand die kennis heeft van de inhoud van het<br />

dossier nog van oordeel is dat er naar Dutch GAAP iets vals was opgeschreven.<br />

859. Anderzijds is zonneklaar geworden dat de inmiddels alom als control let<strong>te</strong>r<br />

aangeduide side let<strong>te</strong>rs slechts het licht hebben gezien omdat de National<br />

Office van D&T kenbaar had gemaakt dat zij het nodig vond voor consolidatie<br />

naar US GAAP dat dergelijke stukken zouden worden opges<strong>te</strong>ld, ge<strong>te</strong>kend<br />

en onderdeel zouden gaan uitmaken van het Ahold dossier.<br />

860. Door de wijze waarop het OM er voor gekozen heeft de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging in<br />

<strong>te</strong> rich<strong>te</strong>n zal het hart van de zaak derhalve niet meer onderworpen zijn aan<br />

het oordeel van uw rechtbank. Dat heeft iets bevredigends, omdat het toch<br />

275<br />

HR 10 juni 1975, NJ 1975, 461; HR 1 oktober 1985 NJ 1986, 382; HR 22 februari 1977, NJ 1978,<br />

20; en HR 9 oktober 1979 NJ 1980, 47.<br />

276<br />

HR 24 sep<strong>te</strong>mber 2002, NJ 2002, 628 .<br />

209


eigenlijk ook wel mal is dat een strafrech<strong>te</strong>r, retrospectief, het finale oordeel<br />

zal hebben <strong>te</strong> geven over een boekhoudkundige kwestie, vervat in een<br />

vrijwillig appendix, die naar Amerikaanse maatstaven zal moe<strong>te</strong>n worden<br />

beoordeeld en als zij al repercussies had, dan toch ook enkel deze weerslag<br />

had op dat grondgebied.<br />

861. Het heeft natuurlijk ook iets onbevredigends: Nu de class action met een<br />

schikking is geëindigd zal de ondernemingskamer in Nederland nimmer<br />

meer oordelen over de juistheid van de jaarrekeningen en door de schikking<br />

met de SEC zal ook geen Amerikaanse rech<strong>te</strong>rlijke autori<strong>te</strong>it meer een inhoudelijk<br />

oordeel vellen over de consolidatie over de jaren naar US GAAP.<br />

862. Met mijn eerdere beschouwingen bij het thematische gedeel<strong>te</strong> over de consolidatie<br />

naar Amerikaanse maatstaven heeft de verdediging niet<strong>te</strong>min haar<br />

inhoudelijke standpunt gegeven.<br />

863. Ware de kwestie in volle omvang aan het oordeel van uw rechtbank onderworpen<br />

geweest zijn cliënt en verdediging ervan overtuigd dat U bij vonnis<br />

had uitgesproken dat geenszins is komen vast <strong>te</strong> staan dat volledige consolidatie<br />

van de werkmaatschappijen van Ahold naar Amerikaanse maatstaven<br />

een onjuist beeld gaf van de werkelijkheid. Een werkelijkheid, die nimmer<br />

door side let<strong>te</strong>rs is veranderd.<br />

210


FEIT 7<br />

Een prematuur verwijt<br />

864. Cliënt wordt hier - ik vat de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging op dit punt kernachtig samen -<br />

verwe<strong>te</strong>n hetzij zelfstandig hetzij in het voetspoor van Ahold de ex<strong>te</strong>rne accountant,<br />

D&T <strong>te</strong> hebben opgelicht. De misleiding zou bestaan aan het<br />

enerzijds verstrekken van de onder 1 van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegging genoemde<br />

control let<strong>te</strong>rs en het anderzijds onthouden van de zogehe<strong>te</strong>n 2 e side let<strong>te</strong>rs.<br />

Daardoor, ik volg nog s<strong>te</strong>eds de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging, zou D&T bewogen<br />

zijn tot de afgif<strong>te</strong> van goedkeurende accountantsverklaringen over de jaarrekeningen<br />

over de verslagjaren 1999 tot en met 2001 en auditor reports<br />

over de Amerikaanse pendant, de filings.<br />

865. Het getuigt on<strong>te</strong>genzeggelijk van durf om een <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging <strong>te</strong>r zake van<br />

oplichting uit <strong>te</strong> brengen <strong>te</strong>rwijl de beweerdelijk opgelich<strong>te</strong> nog in het geheel<br />

niet is gehoord. De vraag dringt zich evenwel <strong>te</strong>gelijkertijd op of een<br />

dergelijke handelwijze prudent is en of de zwaar<strong>te</strong> van een strafrech<strong>te</strong>lijke<br />

aantijging op deze wijze niet wordt miskend en mijn cliënt niet al <strong>te</strong> lichtvaardig<br />

in rech<strong>te</strong> wordt betrokken.<br />

In confesso<br />

866. Voor de wijze waarop en de omstandigheden waaronder de control- en side<br />

let<strong>te</strong>rs tot stand kwamen verwijs ik naar het pleidooi van de raadsman van<br />

Meurs. De verdediging van cliënt sluit zich aan bij de inhoud.<br />

867. Cliënt kan de bij <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging opgenomen s<strong>te</strong>lling dat de control let<strong>te</strong>rs<br />

wél en de side let<strong>te</strong>rs niet aan D&T zijn overhandigd onderschrijven. Een<br />

uitzondering vormt – vanzelfsprekend – control- en 2 e side let<strong>te</strong>r Paiz. Daarvan<br />

is immers na het onderzoek bij de RC wel duidelijk geworden dat deze<br />

beide nimmer bij D&T <strong>te</strong>recht zijn gekomen.<br />

868. Voorts verwijs ik naar het pleidooi van de raadsman van Meurs waar het<br />

gaat om de vraag óf het onjuist, of ongepast was de ex<strong>te</strong>rn accountant het<br />

bestaan en de inhoud van de 2 e side let<strong>te</strong>rs <strong>te</strong> onthouden.<br />

869. Het standpunt van Meurs is cliënt duidelijk.<br />

211


870. Het zij evenwel herhaald: Zélf had cliënt, ware hij in positie van zijn CFO<br />

geweest en de 2 e side let<strong>te</strong>rs een feit, had hij anders gehandeld en de beoordeling<br />

van die relevantie aan de accountant gela<strong>te</strong>n en dus die brieven<br />

ontslo<strong>te</strong>n.<br />

871. Van der Hoeven:<br />

[..]<br />

De instructie na verwijzing: de bedrogene aan het woord<br />

872. Wie er voor kiest deze policy van <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>leggen <strong>te</strong> volgen is, zo komt mij<br />

voor, toch in ieder geval gehouden bij eers<strong>te</strong> gelegenheid onderzoek <strong>te</strong><br />

doen naar het waarheidsgehal<strong>te</strong> van de reeds geui<strong>te</strong> beschuldiging. Nu het<br />

OM de keuze had gemaakt voortgang <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n prevaleren boven diepgang<br />

vergelijk RC-verklaring van Van Dijk:<br />

"Waarom heeft u niet eers<strong>te</strong> de in<strong>te</strong>rne en ex<strong>te</strong>rne personen gehoord<br />

die zich bezighielden met de consolidatie van de joint ventures?<br />

"<br />

De ex<strong>te</strong>rnen, met name de accountants van Deloit<strong>te</strong> & Touche, zijn<br />

niet gehoord omdat er geen GVO was. Zij weigerden door ons ge-<br />

212


hoord <strong>te</strong> worden. Als dat wel had gekund, zouden we ze begin oktober<br />

2003 hebben gehoord, na de eers<strong>te</strong> ronde verhoren van de verdach<strong>te</strong><br />

natuurlijke personen.<br />

"[..] Ik denk dat het rechercheplan er wel is besproken, maar dat<br />

weet ik niet. U vraagt mij of de keuze om al dan niet een Gerech<strong>te</strong>lijk<br />

Vooronderzoek <strong>te</strong> vorderen met de commissie besproken werd?<br />

Dat weet ik niet. Los van de commissie kan ik mij wat betreft deze<br />

keuze herinneren dat een van de belangrijks<strong>te</strong> doelen was om ons<br />

onderzoek relatief snel af <strong>te</strong> doen. De kwali<strong>te</strong>it stond voorop, maar<br />

we wilden vanwege het maatschappelijk belang van het onderzoek<br />

wel binnen een paar jaar ermee op de <strong>te</strong>rechtzitting staan. Dat was<br />

een belangrijke reden om geen GVO <strong>te</strong> vorderen, om <strong>te</strong> voorkomen<br />

dat je lang natraject zou krijgen. We hadden ech<strong>te</strong>r ook wel last van<br />

deze keuze, omdat we sommige getuigen niet konden horen, zoals<br />

die van Deloit<strong>te</strong> & Touche.[..] "<br />

had dit dienen <strong>te</strong> gebeuren toen lead client service partner Johannes Van<br />

den Dries op 22 en 23 augustus 2005 bij de RC werd gehoord. Op basis van<br />

de door hem en andere betrokkenen van D&T afgelegde verklaring staat<br />

inmiddels wel vast dat híj degene was die namens de ex<strong>te</strong>rn accountant <strong>te</strong>lkenmale<br />

de goedkeurende verklaring en de independent auditor reports fiat<strong>te</strong>erde.<br />

873. Vergelijk onder meer de verklaring van Dassen bij de RC:<br />

874. En Wennink, in antwoord op vraag 4 verhoor bij de RC:<br />

[..]"De Heer van den Dries heeft als Lead Cliënt Service Partner de<br />

accountantsverklaring onder<strong>te</strong>kend."[..]<br />

875. Vanuit die positie is hij immers de enige die daadwerkelijk kan verklaren<br />

wat hem bewoog deze verklaringen en reports af <strong>te</strong> geven. De voor de<br />

hand liggende vraag is: "heeft u deze verklaringen en reports afgegeven<br />

doordat de control let<strong>te</strong>rs enerzijds zijn verstrekt en de betreffende 2 e side<br />

let<strong>te</strong>rs aan D&T zijn onthouden?" Wie kennis neemt van de inhoud van zijn<br />

213


verklaring komt evenwel bedrogen uit: het OM voelt hem op dit punt niet<br />

aan de tand.<br />

876. Was het OM soms bevreesd voor het antwoord dat hij zou geven? Het lijkt<br />

er de schijn van <strong>te</strong> hebben – <strong>te</strong>meer omdat, zoals hieronder zal blijken, de<br />

deconsolidatie-accountant <strong>te</strong>r zake wel wordt bevraagd. Als hier geen sprake<br />

is van een misslag door onachtzaamheid, maar bewus<strong>te</strong> stra<strong>te</strong>gie, miskent<br />

het OM de positie die het heeft in een proces van objectieve waarheidsvinding.<br />

877. Niet<strong>te</strong>min is kennisname van de inhoud van de verklaring van de accountant<br />

die af<strong>te</strong>kende op diverse onderdelen van belang voor de beoordeling<br />

van het <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde feit. Hem wordt immers wel gevraagd op basis<br />

waarvan hij namens D&T de betreffende goedkeurende accounts verklaringen,<br />

respectievelijk auditor reports afgaf. Ik verwijs naar de vragen 16, 23,<br />

28, 31, 34, 35, 37, 41, en 47. Ik ci<strong>te</strong>er uit het eers<strong>te</strong> antwoord van Van den<br />

Dries op vraag 16, omdat hij in het vervolg <strong>te</strong>lkenmale aansluit bij het daar<br />

gegeven antwoord.<br />

878. Van den Dries:<br />

"[..] Op basis van de uitkoms<strong>te</strong>n van de controle. Wij toetsen de<br />

juistheid en de volledigheid van de informatie die wij voorgelegd<br />

krijgen, aan de hand van deelwaarnemingen van de verschillende<br />

processen die in de ondernemingen lopen.[..]"<br />

879. En <strong>te</strong>n aanzien van het eers<strong>te</strong> auditor report zijn antwoord op vraag 24:<br />

"[..] Op basis van dezelfde controle als die van de Nederlandse jaarrekening,<br />

met dien verstande dat hierin ook is opgenomen een samengevat<strong>te</strong><br />

balans en resultaat rekening, gebaseerd op US GAAP<br />

ook deze gegevens zijn opges<strong>te</strong>ld door Ahold. Deze verklaring geldt<br />

voor US GAAP, de Form 20-F wordt immers gefiled bij de SEC. [..]"<br />

880. Voor wie nog niet overtuigd is nog ’n passage uit de verklaring van Van den<br />

Dries, afgelegd <strong>te</strong>n overstaan van de RC:<br />

214


881. En in dezelfde zin zijn verklaring over de opvolgende jaren, zij het dat opmerkelijk<br />

is dat het OM de vraag niet meer s<strong>te</strong>lt over de laats<strong>te</strong> jaren, 2000<br />

en 2001. Gaf Van den Dries mogelijk niet het goede, immers gewens<strong>te</strong><br />

antwoord?<br />

882. Bij de behandeling van de zaak van cliënt nam het OM al vast een voorschot<br />

op het requisitoir. De officier van justitie betoogde dat goedkeurende<br />

verklaringen en reports slechts waren afgegeven op basis van Ahold’s representations.<br />

Die s<strong>te</strong>llingname geeft geen correct beeld van de werkzaamheden<br />

van een ex<strong>te</strong>rn accountant. Om dit beeld bij <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen geef ik hieronder<br />

de inhoud van de goedkeurende verklaring respectievelijk auditor reports<br />

weer, opdat duidelijk wordt dat de ex<strong>te</strong>rn accountant veel meer doet<br />

dan afgaan op de representations "het management" van Ahold.<br />

215


en de "Independent Auditors’ Report " :<br />

216


883. En wie écht wil we<strong>te</strong>n wat D&T zo al gehouden was <strong>te</strong> verrich<strong>te</strong>n alvorens<br />

over <strong>te</strong> gaan tot het geven van deze verklaringen, neme kennis van de "engagement<br />

let<strong>te</strong>r". 277<br />

884. De ex<strong>te</strong>rn accountant, zo volgt ook uit de inhoud van de andere, bij de RC,<br />

gehoorde accountants van D&T, geeft deze verklaringen niet af op basis<br />

van de blauwe ogen van het management. D&T had een eigen ruim<strong>te</strong> binnen<br />

Ahold, ongeclausuleerd toegang tot de brondocumen<strong>te</strong>n waarop Ahold<br />

zich baseerde, verricht<strong>te</strong> zelfstandig audits in zowel binnen- als bui<strong>te</strong>nland<br />

en onderzocht daarbij zowel de fei<strong>te</strong>n als de grondslagen van jaarrekening<br />

en Form 20-F. Dat de representations van het management, waaronder de<br />

onder 5 <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde LORS, onderdeel van deze controle vormde be<strong>te</strong>kent<br />

daarmee nog niet dat D&T zich daarop hoofdzakelijk of in de woorden<br />

van het OM "enkel en uitslui<strong>te</strong>nd" baseerde.<br />

885. In de inhoud van de verklaring van Van den Dries ontbreekt dan ook ieder<br />

s<strong>te</strong>un voor de s<strong>te</strong>lling die het OM bij dagvaarding heeft betrokken. Ter zitting<br />

tamboereerde het OM op een onderdeel van de verklaring van Dassen.<br />

Ik doel daarbij in het bijzonder op vraag 47 en het antwoord dat Dassen<br />

hier gaf. Ten behoeve van een juis<strong>te</strong> oordeelsvorming neem ik vraag en<br />

antwoord in<strong>te</strong>rgraal op in dit onderdeel van mijn pleitnota.<br />

886. Na het voorhouden van dit onderdeel van de verklaring van Dassen s<strong>te</strong>lde<br />

de officier van justitie dat dit antwoord volkomen duidelijk en genoegzaam<br />

277 die als bijlage D/333 bij het proces-verbaal is gevoegd.<br />

217


was – althans woorden van gelijke aard of strekking. En ook deze week, bij<br />

requisitoir, hoort de verklaring van Dassen op dit punt weer als bewijsmiddel<br />

opgevoerd. Dat standpunt is bevreemdend en onjuist.<br />

887. Dassen heeft in de relevan<strong>te</strong> <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legelegde periode immers geen relevan<strong>te</strong><br />

bemoeienis met het Ahold dossier op dit onderdeel gehad – laat staan<br />

dat hij de goedkeurende verklaring of auditor reports verstrek<strong>te</strong> of wist wat<br />

Van den Dries bewoog om die namens D&T <strong>te</strong> verstrekken. Nogmaals een<br />

citaat uit zijn verklaring:<br />

(vraag2 alinea 2 verhoor Dassen bij RC).<br />

[..] en verder:<br />

888. Dassen kan derhalve niets verklaren dat dragend kan zijn voor de bewijsvoering<br />

in deze zaak en de inhoud van zijn verklaring is ook in het geheel<br />

niet redengevend voor de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde oplichting.<br />

889. Via de ach<strong>te</strong>rdeur poogt het OM nog wat bewijs voor de causali<strong>te</strong>it tussen<br />

side let<strong>te</strong>rs enerzijds en afgif<strong>te</strong> verklaringen en reports anderzijds bijeen <strong>te</strong><br />

schrapen. Opnieuw aan het verkeerde adres, maar toch: vraag en antwoord<br />

van Dassen op dit punt.<br />

218


en:<br />

en:<br />

890. En tot besluit <strong>te</strong>n aanzien van dezelfde kwestie uit de verklaring van Van<br />

den Dries:<br />

"antwoord op vraag 32, p. 59:<br />

219


[..] Voor Dutch GAAP was de control let<strong>te</strong>r een sluitstuk ik denk dat<br />

wij ook zonder control let<strong>te</strong>rs naar Dutch GAAP akkoord zouden zijn<br />

gegaan met de consolidatie, [..]<br />

en in gelijke zin zijn antwoorden op vraag 62 en 63.<br />

[..] De control let<strong>te</strong>rs waren derhalve niet meer dan het sluitstuk van<br />

de eigen controle "een punt ach<strong>te</strong>r onze controle".[..]<br />

891. Ten aanzien van US GAAP is wel duidelijk geworden dat de National Office<br />

van D&T graag wat "de jure" bewijs had die de door fei<strong>te</strong>n onderbouwde<br />

overtuiging dat Ahold "in control" was zou staven, maar vormde het ontbreken<br />

hiervan klaarblijkelijk geen onoverkomelijk probleem bij de afgif<strong>te</strong> van<br />

de auditor reports on the Form 20-F. Niet<strong>te</strong>genstaande het feit dat men had<br />

aangedrongen op deze extra evidence blijft D&T immers de betreffende reports<br />

afgeven op basis van de toezegging van het management dat het de<br />

aandacht had en de betreffende side let<strong>te</strong>rs er wel zouden komen. Zo’n<br />

springend punt was het klaarblijkelijk toch ook weer niet.<br />

892. Resumerend: Het ontbreekt in dit dossier aan ieder bewijs dat de goedkeurende<br />

verklaringen en auditor reports <strong>te</strong>n gevolge van misleiding door Ahold<br />

of cliënt en anderen zouden zijn verstrekt. Zoals de raadsman van Meurs in<br />

zijn inleiding al opmerk<strong>te</strong>: een aangif<strong>te</strong> <strong>te</strong>r zake van D&T ontbreekt ook in<br />

het dossier. Ter zitting heeft uw rechtbank kennis kunnen nemen van het<br />

standpunt van het OM in reactie op vragen van de verdediging van cliënt.<br />

De ex<strong>te</strong>rn accountant is niet eens uitgenodigd tot het doen van een aangif<strong>te</strong>,<br />

<strong>te</strong>rwijl dit toch niet had misstaan in een objectief proces van waarheidsvinding.<br />

Dat oplichting geen klachtdelict is is ook de verdediging van cliënt<br />

bekend, maar dat neemt niet weg dat s<strong>te</strong>llingname van de pre<strong>te</strong>nçe opgelich<strong>te</strong><br />

van waarde is voor de oordeelsvorming rond dit feit.<br />

893. Reeds hierop heeft bewezenverklaring van dit feit <strong>te</strong> stranden.<br />

894. Ten aanzien van de vraag of het überhaupt misleidend was, gelet op de<br />

bedoeling en de wijze van totstandkoming van de 2 e side let<strong>te</strong>rs, om deze<br />

<strong>te</strong> onthouden aan de ex<strong>te</strong>rn accountant verwijs ik naar het pleidooi van de<br />

raadsman van Meurs <strong>te</strong>r zake, met het verzoek de inhoud alhier als woordelijk<br />

ingelast en herhaald <strong>te</strong> beschouwen.<br />

220


Wat werd daadwerkelijk afgegeven?<br />

895. Indien het onderzoek naar de bewezenverklaring <strong>te</strong>r zake van dit feit niet<br />

strandt op het voorgaande dient uw rechtbank een vraag op het snijvlak<br />

van bewezenverklaring en kwalificatie onder ogen <strong>te</strong> zien. Zijn de goedkeurende<br />

accountantsverklaringen en de auditor reports waarnaar de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />

verwijst afgegeven, en zo ja, een "goed" in de zin van artikel 326<br />

Sr?<br />

896. Voorop staat dat de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging hier verwijst naar de jaarverslagen van<br />

Ahold die in een print van een download onder de nummers D/100 tot en<br />

met D/102 aan het dossier zijn toegevoegd en waarvan uw rechtbank in het<br />

bezit is van de originele verslagen, alsmede naar de "annual reports on the<br />

Form 20-F" die in origineel aan het procesdossier zijn toegevoegd (D/120<br />

tot en met D/122).<br />

897. Ook lead client service partner Van den Dries is gehoord onder verwijzing<br />

naar deze pagina’s van het gedownloade exemplaar van de jaarrekening,<br />

onder verwijzing van de con<strong>te</strong>nt die daar is weergegeven.<br />

898. Opnieuw wreekt zich (het kwam al eerder aan de orde: prints van de download<br />

van de jaarverslagen, geen bui<strong>te</strong>nlandse strafbepalingen) de lichtvaardigheid<br />

waarmee Fiod en OM dit procesdossier hebben samenges<strong>te</strong>ld. Indien<br />

men van de rech<strong>te</strong>r verlangt een bewezenverklaring over een valsheid<br />

uit <strong>te</strong> spreken, is het er niet voor niets, goed gebruik het origineel aan die<br />

rech<strong>te</strong>r <strong>te</strong> presen<strong>te</strong>ren door dit toe <strong>te</strong> voegen aan het procesdossier.<br />

899. Uit de stukken die de Fiod onder D/330 en D/335 aan het proces-verbaal<br />

heeft toegevoegd blijkt overduidelijk dat er méér is dan de inhoud van de<br />

verklaring die is weergegeven in de jaarrekeningen en de annual reports on<br />

the Form 20-F. Van den Dries zendt met deze brieven namens D&T gewaarmerk<strong>te</strong><br />

exemplaren van de jaarrekeningen over 2000 respectievelijk 2001,<br />

voorzien van accountants verklaringen, alsmede de originele ge<strong>te</strong>kende accountants<br />

verklaringen.<br />

900. Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor de "Independent auditors’ reports".<br />

Ontbreken deze bijlage bij D/330; bladen 3 en 4 van bijlage D/335 bieden<br />

zicht op datgene dat daadwerkelijk door D&T wordt afgegeven. In de twee-<br />

221


de alinea van de aanbiedingsbrieven geeft de accountant vervolgens toes<strong>te</strong>mming<br />

de inhoud van de accountants verklaringen op <strong>te</strong> nemen in de <strong>te</strong><br />

drukken en openbaar <strong>te</strong> maken exemplaren. De brief behelst voorts een<br />

behartigenswaardige opmerking over de wijze waarop plaatsing op de Ahold<br />

si<strong>te</strong> dient <strong>te</strong> geschieden. Wie deze si<strong>te</strong> bezocht heeft zal ervaren dat Ahold<br />

deze aanbeveling niet heeft gevolgd: er is geen sprake van een beveiligd<br />

gedeel<strong>te</strong> waar de jaarrekening is gesepareerd van de rest van het jaarverslag<br />

en het geheel is gewoon <strong>te</strong> downloaden als een PDF. Gelet op deze<br />

niet mis <strong>te</strong> verstane aanbeveling had de Fiod er be<strong>te</strong>r aan gedaan niet <strong>te</strong><br />

volstaan met de voeging van een print van de download. Uw rechtbank is<br />

zo verstandig geweest de gedruk<strong>te</strong> exemplaren op <strong>te</strong> vragen en heeft deze<br />

ook ontvangen. Dat laat onverlet dat uw rechtbank nog immer verstoken is<br />

van de originele jaarrekeningen.<br />

901. Of het OM zich niet heeft gerealiseerd dat er meer is dan een met toes<strong>te</strong>mming<br />

van de accountant opgenomen inhoud van de goedkeurende verklaring<br />

respectievelijk independent auditor reports of men het eenvoudigweg<br />

niet <strong>te</strong> moei<strong>te</strong> waard vond de originele <strong>te</strong> ach<strong>te</strong>rhalen zullen wij niet<br />

we<strong>te</strong>n. Het is een handelwijze die evenwel zijn repercussies heeft voor dit<br />

feit: De <strong>te</strong>kst waarnaar de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging verwijst is niet datgene dat is afgegeven<br />

door D&T, maar slechts de inhoud van de verklaring die Ahold onder<br />

voorwaarden en in afschrift mag opnemen.<br />

902. Volledigheidshalve merk ik op dat het procesdossier bui<strong>te</strong>n de bijlage bij<br />

D/335 geen auditor reports en/of acccountansverklaringen behelst. Conclusie:<br />

De mogelijk door D&T afgegeven tastbare, schrif<strong>te</strong>lijk accountants verklaringen<br />

en auditor reports bevinden zich, met uitzondering van de bijlage<br />

D/335 niet in het procesdossier. De <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging verwijst naar inhoud <strong>te</strong>n<br />

aanzien waarvan D&T toes<strong>te</strong>mming geeft deze in afschrift openbaar <strong>te</strong> maken.<br />

Maar een afschrift van de inhoud is niet hetzelfde als het afgegeven<br />

origineel.<br />

903. Ook deze "slip of the file" staat bewezenverklaring in de weg. Het "goed"<br />

waarnaar de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging verwijst, is niet "afgegeven".<br />

Accountantsverklaring en Auditors’ Report: een goed?<br />

904. Ik pel nog een schil af en ga een laag dieper. Kan de inhoud van een accountantsverklaring<br />

of auditors report gezien worden als een goed in de zin<br />

222


van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht? Uit de lijn van de rechtspraak<br />

van de Hoge Raad valt af <strong>te</strong> leiden dat de Hoge Raad hier aansluit<br />

bij de vermogensdelic<strong>te</strong>n. 278 Als voorwaarden wordt in ieder geval ges<strong>te</strong>ld<br />

dat het goed uit de heerschappij van de opgelich<strong>te</strong> verdwijnt. Wij kunnen<br />

aanstonds consta<strong>te</strong>ren dat de inhoud van de goedkeurende verklaring niet<br />

uit de macht van D&T is geraakt.<br />

905. Daarnaast lijkt lou<strong>te</strong>re onstoffelijke "inhoud" bui<strong>te</strong>n de werkingssfeer van<br />

het artikel <strong>te</strong> vallen. Bonuspun<strong>te</strong>n op een spelautomaat 279 , een pincode 280 ,<br />

het genot van een ho<strong>te</strong>lkamer 281 worden s<strong>te</strong>eds niet gezien als goed in de<br />

zin van artikel 326 Sr. De jurisprudentie wijst in een andere richting. 282 De<br />

Hoge Raad nam hier aan dat een door verdichtsels door de rechtbank afgegeven<br />

beschikking wel een goed was in de zin van artikel 326 Sr. Zo een<br />

beschikking verschilt evenwel op een vitaal punt van inhoud van de onderwerpelijke<br />

verklaringen en zelfs van de originele schrif<strong>te</strong>lijke verklaringen<br />

van D&T. De Hoge Raad doet af met verkor<strong>te</strong> motivering maar ik onthoud u<br />

de overwegingen van de advocaat-generaal (mr. Meijers) niet.<br />

[..] 9. Een goed, in de zin van artikel 326 behoeft niet uitslui<strong>te</strong>nd als<br />

ware de objec<strong>te</strong>n ook economisch levend <strong>te</strong> worden opgevat [..].<br />

Wel kan naar mijn mening uit de rechtspraak worden afgeleid dat<br />

onder een "goed"- zowel in artikel 326 als, bijvoorbeeld, in artikel<br />

310 en 341 Strafrecht – zal moe<strong>te</strong>n worden verstaan een tastbaar<br />

iets door het han<strong>te</strong>ren waarvan iemand meent "be<strong>te</strong>r af" <strong>te</strong> worden<br />

[..]. Men zal – ik ci<strong>te</strong>er NLR, aan<strong>te</strong>kening 4 op artikel 310 – "altijd<br />

moe<strong>te</strong>n veronders<strong>te</strong>llen dat het goed vatbaar is om voor de bezit<strong>te</strong>r<br />

waarde <strong>te</strong> hebben". [..]<br />

10. Een beschikking van de rechtbank als bedoeld in artikel 552 a lid<br />

5 Strafvordering is zonder twijfel als een goed in de zin van art. 326<br />

Strafrecht aan <strong>te</strong> merken. Zo een beschikking is een op papier ges<strong>te</strong>lde<br />

(want aan klager be<strong>te</strong>kende en voor cassatie vatbare [..]<br />

rech<strong>te</strong>rlijke beslissing [..] die, indien zij de de beoogde last tot <strong>te</strong>ruggave<br />

[..] behelst, voor de bewaarder van het inbeslaggenomen<br />

278 Zie bijvoorbeeld HR 23 maart 1931, NJ 1932 1547.<br />

279 HR 24 sep<strong>te</strong>mber 1991, NJ 1992, 123.<br />

280 HR 13 juni 1995, NJ 1995, 635.<br />

281 HR 5 november 2002, NJ 2003, 232.<br />

282 HR 6 oktober 1992, NJ 1993, 101.<br />

223


voorwerp de ti<strong>te</strong>l oplevert tot het daadwerkelijk <strong>te</strong>ruggeven van het<br />

voorwerp [..]. 283<br />

Oogmerk van wederrech<strong>te</strong>lijk bevoordeling?<br />

906. Ik sluit het onderdeel van mijn pleidooi dat op het bewijs ziet, af met een<br />

bespreking van de vereis<strong>te</strong> intrinsieke persoonlijke omstandigheid. Dit feit<br />

zal slechts, zowel in primaire als subsidiaire variant, bewezen kunnen worden<br />

verklaard indien cliënt met het vereis<strong>te</strong> oogmerk van wederrech<strong>te</strong>lijke<br />

bevoordeling handelde. Hetgeen ik bij de bespreking van feit 5, de let<strong>te</strong>rs of<br />

representation, reeds heb vermeld zij hier mutatis mutandus herhaald, zij<br />

het dat de lat van het bewijs bij "oogmerk" nog een fractie hoger ligt.<br />

Samenloop<br />

907. Uw rechtbank gaf op de eers<strong>te</strong> inhoudelijke zitting aan door de verdediging<br />

geadviseerd <strong>te</strong> worden <strong>te</strong>r zake van een eventuele samenloop van dit feit<br />

met het aan cliënt onder twee <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde feit. Eerder <strong>te</strong>kende ik al<br />

aan dat het tweede feit zich krach<strong>te</strong>ns wetsduiding verhoudt als voortgezet<strong>te</strong><br />

handeling tot het eers<strong>te</strong> feit. Ten aanzien van de onderhavige verhouding<br />

kan ik eenduidig zijn: centraal in art. 225 lid 2 WvSr staat de zogehe<strong>te</strong>n<br />

"misleide derde". Het ma<strong>te</strong>rieel beschermd belang van beide artikelen komt<br />

goed deels overeen: ook de strafbare fei<strong>te</strong>n onder ti<strong>te</strong>l bedrog beschermen<br />

het vertrouwen in het handelsverkeer; dit vertrouwen, in het bijzonder in<br />

het geschrift wordt ook beschermd door art. 225. De aan cliënt verwe<strong>te</strong>n<br />

handelingen vallen geheel samen. Ook onder 2 wordt cliënt immers verwe<strong>te</strong>n<br />

de control let<strong>te</strong>rs <strong>te</strong> hebben overhandigd aan D&T en door de vordering<br />

wijziging <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging wordt hier in de laats<strong>te</strong> alinea, <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong>, maar<br />

toch, de onthouding van de 2 e side let<strong>te</strong>rs aan D&T <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegd. Daarmee<br />

is er volmaak<strong>te</strong> eenheid in handelen en gelijksoortigheid van verwijt.<br />

Eendaadse samenloop dient derhalve de slotsom <strong>te</strong> zijn.<br />

908. Ik houd de behandeling van dit onderwerp verder kort , omdat de samenloop-problematiek<br />

immers eerst aan de orde komt bij de kwalificatie, en<br />

derhalve ná een bewezenverklaring.<br />

909. Mijn pleidooi strekt ertoe dat u cliënt in<strong>te</strong>graal vrijspreekt van het hem onder<br />

feit 7 <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde.<br />

283 HR 6 oktober 1992, NJ 1993, 101.<br />

224


Uitleidende beschouwingen:<br />

910. Het OM heeft bij openingsrequisitoir de trom flink geroerd: Ik breng de<br />

eers<strong>te</strong> vier alinea’s van dat openingsrequisitoir door ze hieronder op <strong>te</strong> nemen<br />

nog maar eens in herinnering.<br />

911. Daar staat, in vogelvlucht niet minder dan: er was een boekhoudschandaal,<br />

bestaande uit de <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolidatie van een aantal joint ventures,<br />

dien<strong>te</strong>ngevolge raak<strong>te</strong> de koers van aandelen Ahold in vrije val; beleggers<br />

ernstig gedupeerd en de Nederlandse samenleving diep geschokt. Voortvarend<br />

en rigide strafrech<strong>te</strong>lijk optreden waren geboden.<br />

912. Wie het ech<strong>te</strong> Drama Ahold kent weet inmiddels wel be<strong>te</strong>r:<br />

Deze koersval werd, in ieder geval in hoofdzaak, veroorzaakt door (het bekend<br />

worden van) de fraude bij US Food Service. Zeer beknopt weergegeven:<br />

bekend werd dat US Food <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> kortingen op inkopen als vorderingen<br />

in haar boekhouding had verwerkt. De omvang van deze fraude<br />

beliep, naar het zich op dat moment liet aanzien ruim 400 milio euro - en<br />

ui<strong>te</strong>indelijk zo’n 880 milio euro. Dit dwong Ahold tot ingrijpende bijs<strong>te</strong>lling<br />

225


van de winstverwachtingen. Daarnaast kwam de credietfacili<strong>te</strong>it van Ahold<br />

bij de banken onder druk <strong>te</strong> staan. Te verwach<strong>te</strong>n gevolg hiervan was dat<br />

leveranciers niet meer of minder genegen zouden <strong>te</strong>gen hetzelfde leverancierskrediet<br />

aan Ahold <strong>te</strong> leveren. De geconsta<strong>te</strong>erde fraude bij US Food<br />

had derhalve gevolgen die het voortbestaan van Ahold daadwerkelijk in gevaar<br />

brach<strong>te</strong>n.<br />

913. Dát waren de gebeur<strong>te</strong>nissen die Ahold echt aan de rand van de afgrond<br />

brach<strong>te</strong>n en de vreselijke koersval veroorzaak<strong>te</strong>.<br />

914. Velen hebben sindsdien aangegeven dat deze zaak niet veel inhoud en lading<br />

heeft. Zelfs de Fiod moet in haar verbalen erkennen dat de volledige<br />

consolidatie per saldo eigenlijk niets uitmaakt, maar probeert er een punt<br />

aan <strong>te</strong> draaien door een "motief-verbaal <strong>te</strong> schrijven" waarin betoogd wordt<br />

dat Ahold belang had bij volledige consolidatie omdat het haar "purchasing<br />

power" <strong>te</strong>n goede zou komen. Die malle gedach<strong>te</strong> is inmiddels <strong>te</strong>r zitting<br />

wel voldoende weerlegd.<br />

915. Bij requisitoir wordt een nieuw motief <strong>te</strong>n tonele gevoerd: het omzet – motief.<br />

Maar ook dat betoog is niet s<strong>te</strong>ekhoudend. Ahold formuleerde onder<br />

leiding van cliënt weliswaar omzet-doels<strong>te</strong>llingen, doch deze doels<strong>te</strong>llingen<br />

betroffen slechts de autonome groei. Men leze er de jaarverslagen op na.<br />

Over deze groei vond monitoring en rapportage plaats. Omzet groei door<br />

acquisities speelde geen rol. Ook voor Aholds’ "ranking" was de omzet door<br />

consolidatie indifferent: Ahold prijk<strong>te</strong> met én zonder deze deelnemingen op<br />

plaats nummer drie van de wereldranglijst der gro<strong>te</strong> retailers. De beloningen<br />

van de leden van de RvB waren evenmin gekoppeld aan omzettargets:<br />

de bonussen en optieverlening tot 2002 afhingen van de winst per aandeel<br />

groei en daarna van een Economic Value Added berekening en werd dus<br />

niet beïnvloed door omzetstijging, verzoorzaakt <strong>te</strong>n gevolge van acquisitie<br />

en opvolgende consolidatie van de cijfers van de nieuwe loot aan de Ahold<br />

stam. Cliënt heeft één- en andermaal helder ui<strong>te</strong>engezet: voor hem <strong>te</strong>lde<br />

slechts inzich<strong>te</strong>lijkheid, transparantie en consis<strong>te</strong>ntie. Hij weet zich inmiddels<br />

ges<strong>te</strong>und door de deskundige: Prof. Van de Poel gaf aan dát en waarom<br />

in<strong>te</strong>grale consolidatie voorkeur geniet in de Nederlandse verslaggeving<br />

en in Amerika is deze "presumption" zelfs in een SEC-regeling vastgelegd.<br />

916. Ook de deskundige wrijft het nog eens fijntjes onder de neus van de aanklagende<br />

partij - eerst een veeg uit de pan:<br />

226


"[..] Het is mij gaandeweg s<strong>te</strong>eds minder duidelijk geworden wat het<br />

OM precies wil beweren en bewijzen. Mijn eigen opvattingen zijn<br />

dankzij de vragen van het OM evenwel s<strong>te</strong>rker geworden dan ze waren.[..]"<br />

en dan de afslui<strong>te</strong>nde "cri de coeur"<br />

[..] "Het zal toch ook strafrechtdeskundigen niet bevreemden dat de<br />

schade niet veroorzaakt is door vermeende boekhoudfraude zoals in<br />

deze zaak aangemerkt, maar veeleer verband houden met gebrekkige<br />

in<strong>te</strong>rne controle of andere aspec<strong>te</strong>n van corpora<strong>te</strong> governance?<br />

Wat wel of niet strafbaar is of reden voor verdenking is niet aan mij<br />

om <strong>te</strong> beoordelen, maar ik behoor wel mijn kennis en ervaring in <strong>te</strong><br />

zet<strong>te</strong>n om anderen in staat <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen tot een oordeel <strong>te</strong> komen.<br />

Ik ben in deze zaak niet gevraagd om als strafrechtdeskundige op <strong>te</strong><br />

treden. Als verstandige leek begrijp ik dat de rech<strong>te</strong>r beslist en dat<br />

de andere juris<strong>te</strong>n plei<strong>te</strong>n. Het is ook niet mijn taak om fei<strong>te</strong>nonderzoek<br />

<strong>te</strong> doen. Daar zijn anderen voor. Waar ik opdracht voor heb<br />

gekregen is een oordeel <strong>te</strong> geven over zaken die met verslaggeving<br />

door ondernemingen <strong>te</strong> maken hebben, maar zich niet beperken tot<br />

boekhoudregels. Het is niet op grond van juridische argumen<strong>te</strong>n dat<br />

ik van oordeel ben dat Ahold-bestuurders die claimen dat zij <strong>te</strong>recht<br />

hebben geconsolideerd en daarmee <strong>te</strong> kennen geven zichzelf in control<br />

<strong>te</strong> ach<strong>te</strong>n, zich bij de Nederlandse rech<strong>te</strong>r hebben <strong>te</strong> verantwoorden<br />

over de vermeende fraude bij US Foodservice. Ik heb daar<br />

niet over <strong>te</strong> oordelen, maar als staatsburger schaam ik mij voor de<br />

autori<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n die er wel over gaan" [..]<br />

917. Daar staat, in klare bewoordingen: consolidatie is niet de zaak waar het<br />

echt over gaat; de ech<strong>te</strong> zaak lag in Amerika. Waren het dan de beleggers<br />

die in enige ma<strong>te</strong> gedupeerd zijn door de volledige consolidatie van 5 joint<br />

ventures? Des neen.<br />

918. Ik ci<strong>te</strong>er, wederom, uit het rapport van Prof. Van de Poel:<br />

en<br />

"[..] Het inzichtvereis<strong>te</strong> leidt in het geval van Ahold tot in<strong>te</strong>grale consolidatie<br />

als de bes<strong>te</strong> manier om informatie <strong>te</strong> verstrekken aan gebruikers<br />

van de verslaggeving. In<strong>te</strong>grale consolidatie – mits goed<br />

toegelicht – geeft alle informatie die een belegger nodig heeft om de<br />

groepsrelaties <strong>te</strong> doorgronden. Andere consolidatiemethoden zouden<br />

in dit geval minder goed informeren. Een in Nederland gevestigde<br />

onderneming staat derhalve geen andere keus open dan in<strong>te</strong>grale<br />

consolidatie. [..] " (p.5)<br />

227


tot besluit:<br />

"[..] De moei<strong>te</strong> die een analist of belegger moet nemen om de details<br />

<strong>te</strong> doorgronden is verwaarloosbaar klein bij in<strong>te</strong>grale consolidatie.<br />

Zelfs indien de consolidatie in de onderhavige zaak niet zou voldoen<br />

aan de geldende voorschrif<strong>te</strong>n, kan geen enkele belegger volhouden<br />

misleid <strong>te</strong> zijn geweest. Je moet als belegger wel erg dom<br />

zijn om <strong>te</strong> beweren dat je door Aholds consolidatie misleid bent. [..]<br />

" (p. 14)<br />

"[..] Het sluitstuk van dit stra<strong>te</strong>gische hoogstandje is in<strong>te</strong>grale consolidatie<br />

waarmee je de <strong>te</strong>rugkoppeling met de bui<strong>te</strong>nwereld tot<br />

stand brengt en laat zien wat het allemaal <strong>te</strong>weeg gebracht heeft.<br />

Daar is niets mis mee, zeker niet als de belangen van andere aandeelhouders<br />

netjes verantwoord worden, hetgeen een voorschrift is<br />

waaraan Ahold altijd heeft voldaan. Beleggers kunnen bovendien alles<br />

wat er in concernverband gebeurt exact volgen. Vooral ook of de<br />

geaspireerde winstgroei gerealiseerd wordt, want groei van de winst<br />

per aandeel is een belangrijk cri<strong>te</strong>rium voor de beoordeling of een<br />

beursfonds aantrekkelijk genoeg is om in <strong>te</strong> inves<strong>te</strong>ren.<br />

Er is in bovenstaande beschouwing geen aanleiding tot verdenking<br />

van misleiding of on<strong>te</strong>rech<strong>te</strong> belangenbehartiging. In<strong>te</strong>gendeel, een<br />

onderneming die een dergelijke stra<strong>te</strong>gie uitvoert dient zich via de<br />

weg van de in<strong>te</strong>grale consolidatie bloot <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen aan de kritiek van<br />

de vermogensmarkt als het niet mocht lukken en zich niet <strong>te</strong> schamen<br />

als het wel lukt.[..]" (p.17)<br />

919. De beleggers zelf zien dat overigens niet anders: de Sobi, die toch geen<br />

kans onbenut laat het vuurtje <strong>te</strong>gen Ahold en de voormalige leden van de<br />

Raad van Bestuur nog eens op <strong>te</strong> stoken, meldt, zoals gezegd, op haar si<strong>te</strong><br />

bij een beschrijving van de zaak:<br />

"[..] In april 2003 meldde Ahold aan justitie dat zij haar omzet <strong>te</strong><br />

hoog had weergegeven door een Zweedse joint venture (ECA) geheel<br />

<strong>te</strong> consolideren. Dit vergrijp had overigens geen invloed op de<br />

winst en het eigen vermogen van Ahold. Ahold is er met deze eigen<br />

aangif<strong>te</strong> in geslaagd het openbaar minis<strong>te</strong>rie op het verkeerde been<br />

<strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n en de aandacht van haar veel kwalijker praktijken inzake<br />

Disco en US Food service af <strong>te</strong> leiden. Er loopt <strong>te</strong>gen Van der Hoeven<br />

slechts een strafzaak wegens het relatief onbelangrijke consolidatievraagstuk."<br />

[..]<br />

920. Het OM houdt zich evenwel doof en blind voor deze geluiden en houdt onverstoorbaar<br />

vast aan de lijn die het inzet<strong>te</strong> bij openingsrequisitoir. Dat was<br />

even lichtvaardig als prematuur: het onderzoek was nog niet afgerond, vele<br />

228


cruciale getuigen waren nog niet gehoord en de onafhankelijk deskundige<br />

had nog niet gerappor<strong>te</strong>erd. En zo kwam het dat de luchtballon van het OM<br />

eerst zichtbaar leegliep in het onderzoek dat na verwijzing van uw rechtbank<br />

plaatsvond <strong>te</strong>n overstaan van de RC. Want wat bleek?<br />

921. De kwestie lag wezenlijk anders dan men dacht. In<strong>te</strong>rne <strong>te</strong>chnici, ex<strong>te</strong>rne<br />

accountants en deskundigen zijn het erover eens dat volledige consolidatie<br />

van de joint ventures een juist besluit was en bovendien het mees<strong>te</strong> inzicht<br />

bood aan de gebruikers van de jaarrekening. Niemand misleid - niemand<br />

benadeeld. Ook naar Amerikaans recht bleken de zaken veel genuanceerder<br />

<strong>te</strong> liggen dan het OM zich had voorges<strong>te</strong>ld. Prof. Van de Poel consta<strong>te</strong>ert<br />

eerst dat Ahold eigenlijk aan vrijwel alle vereis<strong>te</strong>n voldoet, mogelijk op één<br />

punt nét <strong>te</strong> kort schiet zodat hij spreekt van een "close call". Hij <strong>te</strong>kent<br />

daarna aan dat de ex<strong>te</strong>rn accountant toch eigenlijk best wat meer moei<strong>te</strong><br />

had mogen doen om <strong>te</strong> zorgen dat cliënt Ahold, als "dual lis<strong>te</strong>d company",<br />

ook in haar reconsiliatie een eenduidige koers had kunnen varen. Ui<strong>te</strong>indelijk<br />

legt hij zich node neer bij het standpunt van Joell Osnoss, die nu eenmaal<br />

portal naar de SEC was en meer schrif<strong>te</strong>lijk bewijs van Aholds ‘control’<br />

verlangde. Uit het door de verdediging ingebrach<strong>te</strong> rapport van David Shapiro,<br />

partner bij Kroll, een kantoor dat nota bene is gespecialiseerd in SEC<br />

filings, blijkt dat zowel recht als SEC veel minder rigide zijn dan Prof. Van de<br />

Poel lijkt <strong>te</strong> veronders<strong>te</strong>llen. Ahold’s "substance over form" - benadering om<br />

<strong>te</strong> komen tot de most meaningful sta<strong>te</strong>ment blijkt, als niet juist, dan toch<br />

absoluut verdedigbaar.<br />

922. Wat res<strong>te</strong>ert is een in Amerika gevestigde accountant die onder geen omstandigheden<br />

nat<strong>te</strong> voe<strong>te</strong>n wilde krijgen en het voor zijn cliënt moeizame<br />

side let<strong>te</strong>rsspel op de wagen zet<strong>te</strong>.<br />

923. Is dát nu de opgelich<strong>te</strong> partij en ligt hier de ma<strong>te</strong>riële benadeling? Welnee.<br />

D&T noch haar ver<strong>te</strong>genwoordigers hebben ooit het woord opgelicht in de<br />

mond willen nemen, hebben <strong>te</strong>r zake geen aangif<strong>te</strong> gedaan en zijn nog<br />

s<strong>te</strong>eds Ahold’s huisaccountant.<br />

924. Res<strong>te</strong>ert de aan het consolidatie vraagstuk verwan<strong>te</strong> kwestie van de side<br />

let<strong>te</strong>rs. Bij eers<strong>te</strong> kennisname van deze geschrif<strong>te</strong>n lijkt een gedegen strafrech<strong>te</strong>lijk<br />

onderzoek op zijn plaats. De inhoud van de tweede brief lijkt de<br />

eers<strong>te</strong> immers <strong>te</strong> ontkrach<strong>te</strong>n. En ook wanneer er niet een direct op geld<br />

waardeerbaar tastbaar belang ach<strong>te</strong>r deze brieven ligt, is de maatschappe-<br />

229


lijke positie van Ahold en leden van de RvB dusdanig dat uit normatief oogpunt<br />

optreden op zijn plaats kan zijn, omdat het gerommel met valse stukken<br />

een normbedervend effect kan sor<strong>te</strong>ren. Na onderzoek blijkt ook deze<br />

kwestie ook evenwel vele nuances <strong>te</strong> kennen. Zelfs Dassen, die Van den<br />

Dries opvolgde als "Lead client service partner" en zich als schoonvegende<br />

nieuwe bezem onderscheidde door krachtige s<strong>te</strong>llingname <strong>te</strong>gen het verleden,<br />

onderkent deze nuance. Ik verwijs zijn antwoord op vraag 141 dat ik al<br />

eerder aanhaalde. De verklaringen van Meurs, Fahlin en Mendonça comple<strong>te</strong>ren<br />

het beeld. De tweede side let<strong>te</strong>r ontkracht de eers<strong>te</strong> niet, maar de leiding<br />

van de joint venture partners hadden belangen die zij beschermd wilden<br />

zien.<br />

925. Een wat eenzijdig (in)gericht en hier en daar gebrekkig onderzoek, gevolgd<br />

door een niet s<strong>te</strong>eds voldragen <strong>te</strong>chniek bij de vertaling van de onderzoeksresulta<strong>te</strong>n<br />

naar een dagvaarding zal naar mijn smaak veelal aan een inhoudelijk<br />

oordeel <strong>te</strong>n gronde in de weg staan. Het is verrassend dat het OM zo<br />

slordig en lichtzinnig omspringt met een zaak die het zelf als een historische<br />

mijlpaal ziet. Anders dan het OM evenwel wil doen geloven blijkt uit bovenstaande<br />

dat de maatschappelijke belangen niet substantieel zijn en het zelfs<br />

moeilijk is inhoudelijk valide belangen ach<strong>te</strong>r deze vervolging <strong>te</strong> ontdekken.<br />

926. De raadsman van Meurs gaf het al aan in zijn inleidende beschouwingen<br />

rond de fei<strong>te</strong>n: dit is een zaak van– en voor de boekhouders. En dat had<br />

het maar be<strong>te</strong>r kunnen blijven.<br />

Requisitoir<br />

927. Bij dat gedeel<strong>te</strong> van het requisitoir dat de inleiding vormde tot de geformuleerde<br />

eisen heeft de verdediging zich gestoord aan de bewering:<br />

[..] "In deze zaak is door het optreden van verdach<strong>te</strong>n het vertrouwen<br />

in het Nederlandse bedrijfsleven in het algemeen en in Koninklijke<br />

Ahold N.V. in het bijzonder ongekend ernstig geschonden.<br />

Na bekendmaking op 24 februari zakt de koers tot onder de € 3 per<br />

aandeel. Miljarden euro's gingen verloren. [..] "<br />

928. Hierboven heb ik al ui<strong>te</strong>engezet dat er geen verband is tussen de enorme<br />

koersval in februari 2003 en de consolidatiekwestie die in deze zaak aan het<br />

oordeel van uw rechtbank is onderworpen. Dat het OM bij openingsrequisitoir<br />

nog een onjuist beeld op het netvlies heeft, kan <strong>te</strong> wij<strong>te</strong>n zijn aan het<br />

230


feit dat het OM op dat moment nog onvoldoende ingevoerd is in de ma<strong>te</strong>rie<br />

en daarmee de scope van haar zaak en omringende fei<strong>te</strong>n nog niet geheel<br />

overziet.<br />

929. Dit OM presen<strong>te</strong>ert zich evenwel als een financieel economische ingevoerd<br />

publiek aanklager en heeft bovendien zonder twijfel woordelijk kennis genomen<br />

van het deskundigenrapport waarin de passage is vervat die ik zoeven<br />

in<strong>te</strong>graal ci<strong>te</strong>erde, maar ook van de publicaties rond deze zaak. Ik<br />

houd het dan ook voor ondenkbaar dat het OM nog s<strong>te</strong>eds in de onjuis<strong>te</strong><br />

veronders<strong>te</strong>lling verkeert dat vermogensschade, veroorzaakt door koersval,<br />

in causale relatie staat tot de fei<strong>te</strong>n en scope van de zaak die het bij dagvaarding<br />

heeft gepresen<strong>te</strong>erd.<br />

930. Niet<strong>te</strong>min pres<strong>te</strong>ert het OM het wederom om, zowel bij feit 4 als <strong>te</strong>r onderbouwing<br />

van haar eis, <strong>te</strong> verwijzen naar een miljardenschade met een<br />

enorme hoeveelheid gedupeerde beleggers. En deze enorme kapitaalvernietiging<br />

en vermogensschade voor een zo gro<strong>te</strong> groep personen wordt <strong>te</strong>n tonele<br />

gevoerd om als bouws<strong>te</strong>en <strong>te</strong> dienen voor de door het OM gepresen<strong>te</strong>erde<br />

eis. Het is weinig fraai dat het OM hier wederom lijkt <strong>te</strong> pogen uw<br />

rechtbank en toehoorders op het verkeerde been <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n. En gelet op de<br />

kennis die het OM wel móet hebben, kan ik niet anders concluderen dan dat<br />

dit willens en we<strong>te</strong>ns geschiedt.<br />

931. Het OM miskent daar zijn rol van objectieve voorlich<strong>te</strong>r van uw rechtbank.<br />

Deze representan<strong>te</strong>n van het OM zijn uit de stoel van onafhankelijk magistraat<br />

gestapt om een eis <strong>te</strong> formuleren, die meer op het publieke effect gericht<br />

lijkt <strong>te</strong> zijn dan op een passend voors<strong>te</strong>l aan uw rechtbank.<br />

932. Evenzo is op publici<strong>te</strong>it geörien<strong>te</strong>erd de verwijzing naar niet-verifiëerbare<br />

informatie, <strong>te</strong> elfder ure <strong>te</strong>lefonisch betrokken bij een DA aan gene zijde<br />

van de Oceaan. Ik acht deze wijze van voorlichting ongepast. Gelukkig is de<br />

officier nog zo billijk <strong>te</strong> vermelden dat hij die DA van dezelfde desinformatie<br />

heeft voorzien als uw rechtbank en het strafmaatadvies uit de<br />

USA hoofdzakelijk was gebaseerd op een zó gro<strong>te</strong> kring van benadeelden<br />

en een miljarden schade dat het Amerikaanse s<strong>te</strong>lsel van straftoemeting en<br />

<strong>te</strong>n uitvoerlegging wel zeer wezenlijk verschilt van zijn nederlandse evenknie.<br />

231


933. Klaarblijkelijk heeft het OM naast die des-informatie, ook dit opstapje nodig<br />

om <strong>te</strong> komen tot zijn bui<strong>te</strong>n de Nederlandse referentiekaders vallende eis.<br />

Een eis die op zulke onjuis<strong>te</strong> veronders<strong>te</strong>llingen is gebaseerd zal op geen<br />

enkele wijze richtsnoer of zelfs maar oriëntatiepunt zijn - indien uw rechtbank<br />

zou komen tot het punt dat u over strafsoort en – maat zou moe<strong>te</strong>n<br />

beraadslagen.<br />

934. Van der Hoeven en zijn verdediging hebben er evenwel het vols<strong>te</strong> vertrouwen<br />

in dat uw rechtbank eerder in het beslissingsschema zal stranden.<br />

935. Verzocht wordt deze pleitaan<strong>te</strong>keningen aan het proces-verbaal van de zitting<br />

<strong>te</strong> hech<strong>te</strong>n, zodat het daarvan deel uitmaakt.<br />

232

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!