Rechtbank te Amsterdam Meervoudige strafkamer Zittingen ... - Nrc
Rechtbank te Amsterdam Meervoudige strafkamer Zittingen ... - Nrc
Rechtbank te Amsterdam Meervoudige strafkamer Zittingen ... - Nrc
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Rechtbank</strong> <strong>te</strong> Ams<strong>te</strong>rdam<br />
<strong>Meervoudige</strong> <strong>strafkamer</strong><br />
<strong>Zittingen</strong> van 10-13 april 2005<br />
inzake:<br />
Drs. Cornelis Harry van der Hoeven<br />
Parketnummer 13/993222-04<br />
Pleitnotities van mrs. M. Wladimiroff, A. Verbruggen en J.T.C. Leliveld
Inleiding<br />
1. De maatschappelijke dynamiek van sommige gebeur<strong>te</strong>nissen is opmerkelijk.<br />
Waarom ontwikkelen sommige dingen zich snel tot kwesties met het karak<strong>te</strong>r<br />
van een hype. Een hype van glorie of een hype van verguizing. Wat<br />
stuurt deze dynamiek, is het de media als aanjager, of is publici<strong>te</strong>it niet<br />
meer is dan de reflectie van hetgeen in de samenleving speelt. Het is moeilijk<br />
<strong>te</strong> doorgronden, zeker als men erbij betrokken raakt.<br />
2. De kwestie Ahold is zo'n hype. De bewierook<strong>te</strong> 'president' van ooit, Cees<br />
van der Hoeven, wordt nu verguisd. Ineens wil niemand meer we<strong>te</strong>n welke<br />
bijdrage mensen, zoals cliënt, hebben geleverd voor de opbouw van een<br />
wereldconcern. Na de schok in februari 2003, heeft het openbaar minis<strong>te</strong>rie<br />
het stokje overgenomen en afgelopen dinsdag hebben we kunnen vernemen<br />
hoe slecht het allemaal was.<br />
3. Het openbaar minis<strong>te</strong>rie bekritiseert de kern van het ondernemersklimaat in<br />
Nederland, groei van een onderneming is niet goed, maar slecht, evenals<br />
sturing op 'shareholders value'. De focus op groeicijfers en in mindere ma<strong>te</strong><br />
op organisatorische, juridische of accounting<strong>te</strong>chnische gevolgen van de<br />
groei, wordt door het openbaar minis<strong>te</strong>rie (OM) gepresen<strong>te</strong>erd als dè reden<br />
waarom er een cultuur zou zijn ontstaan waarin - volgens het OM - de groei<br />
de maatstaf was, en alles wat groeitargets in de weg zat, niet werd gezien<br />
of weggeredeneerd 1 .<br />
4. Deze typering door het OM past eerder in de con<strong>te</strong>xt van een hype, dan dat<br />
deze voors<strong>te</strong>lling van zaken recht doet aan de werkelijkheid van destijds. 2<br />
Maar hoe het ook zij, deze zienswijze doet mij s<strong>te</strong>rk denken aan de successen<br />
bij de opsporing van drugsdelic<strong>te</strong>n en de ontsporingen die bij de<br />
parlementaire enquê<strong>te</strong> boven wa<strong>te</strong>r kwamen. Ook toen ontstond een hype<br />
over de cultuur, waarin opsporing tot elke prijs opgeld deed. Ofwel - mag ik<br />
oneerbiedig de officier van justitie parafraseren - een cultuur, waarin de opsporing<br />
de maatstaf was, en alles wat opsporingtargets in de weg zat, niet<br />
werd gezien of weggeredeneerd.<br />
1<br />
De opmerking bij requisitoir (p. 6) dat cliënt <strong>te</strong>r zitting gezegd zou hebben “Het in<strong>te</strong>resseerde mij<br />
niet wat de control let<strong>te</strong>r in juridische zin be<strong>te</strong>kende. Ik heb het altijd vanuit de fei<strong>te</strong>lijke werkelijkheid<br />
gezien. Het ging mij niet om de juridische werkelijkheid” is verkeerd geci<strong>te</strong>erd en bovendien<br />
uit verband gelicht. Hetzelfde geldt voor de suggestie (p. 121) dat cliënt de control let<strong>te</strong>r of<br />
de side let<strong>te</strong>r als van nul en generlei waarde zou hebben gekenschetst.<br />
2<br />
Het OM heeft zich kennelijk la<strong>te</strong>n leiden door het PwC rapport, zonder acht <strong>te</strong> slaan op hetgeen<br />
bij de klacht <strong>te</strong>gen PwC is vermeld.<br />
2
5. De in<strong>te</strong>ressan<strong>te</strong> vraag is intussen hoe op dit soort kwesties wordt gereageerd<br />
en met name de vraag hoe justitie reageert op dit soort kwesties.<br />
Destijds was het antwoord geen strafvervolging, of zelfs maar ontslag, men<br />
volstond met een functie carrousel. Maar eigenlijk hoeven we helemaal niet<br />
zover in de tijd <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> gaan, want de affaire met de Schiedammer parkmoord<br />
leert dat justitie sancties in eigen huis nog s<strong>te</strong>eds ongepast vindt.<br />
Maar laat ik, in plaats van justitie de spiegel voor <strong>te</strong> houden, weer <strong>te</strong>rugkeren<br />
naar de kwestie Ahold en consta<strong>te</strong>ren dat zich bij Ahold wel gro<strong>te</strong> veranderingen<br />
in de personele sfeer hebben voor gedaan, dat er wel sancties<br />
zijn gevolgd, ook in de financiële sfeer, zoals inleveren over 2000 en 2001<br />
van bonussen en verlies van opties.<br />
6. De val van de top van Ahold is een combinatie van een aantal factoren, die<br />
in de kern er op neer komt dat na de <strong>te</strong>genvallende winst in 2002 (2 winstwaarschuwingen),<br />
de enorme fraude bij US Foodservice ($ 800 miljoen), de<br />
ontdekking van de side let<strong>te</strong>rs de genadeslag was. Maar ja, Amerika is ver<br />
weg en het hoofdkantoor van Ahold is dichtbij. In Nederland wordt de consolidatiekwestie<br />
het gezicht van de kwestie Ahold.<br />
7. De stichting Sobi, U weet wel van de heer Lakeman, toch bepaald niet een<br />
proponent van het bedrijfsleven, ziet dat anders en schrijft la<strong>te</strong>r op haar<br />
websi<strong>te</strong>:<br />
In april 2003 meldde Ahold aan justitie dat zij haar omzet <strong>te</strong> hoog<br />
had weergegeven door een Zweedse joint venture (ICA) geheel <strong>te</strong><br />
consolideren. Dit vergrijp had overigens geen invloed op de winst en<br />
het eigen vermogen van Ahold. Ahold is er met deze eigen aangif<strong>te</strong><br />
in geslaagd het Openbaar Minis<strong>te</strong>rie op het verkeerde been <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n<br />
en de aandacht van haar veel kwalijker praktijken inzake Disco en<br />
US Foodservice af <strong>te</strong> leiden. Er loopt <strong>te</strong>gen Cees van der Hoeven<br />
slechts een strafzaak wegens het relatief onbelangrijke consolidatievraagstuk.<br />
8. Wat doet het OM? Inderdaad het slaat aan op de aangif<strong>te</strong> en zet een groot<br />
strafrech<strong>te</strong>lijk onderzoek op. We hebben bij requisitoir kunnen vernemen<br />
hoe breed werd ingezet en welke toe<strong>te</strong>rs en bellen werden opgetuigd: eigen<br />
accountants van de Fiod, een begeleidingscommissie, eigen adviseurs zoals<br />
Prof Langendijk van Nijenrode (inmiddels ook bekend als het veredelingsinstituut<br />
van de Fiod), en - hoe modieus - "<strong>te</strong>genspraak" van het kantoor van<br />
3
de landsadvocaat (dat ook de huisadvocaat is van de Vereniging van Effec<strong>te</strong>nbezit<strong>te</strong>rs<br />
(VEB). Inderdaad, de hype heeft ook bij justitie toegeslagen.<br />
9. Uitgangspunt voor het onderzoek is de rapportage van mrs. Eisma en Van<br />
Dijk. Deze advoca<strong>te</strong>n van het kantoor De Brauw Blackstone Westboek (DB-<br />
BW), de huisadvocaat van Ahold, waren aanvankelijk ingeschakeld om <strong>te</strong>n<br />
behoeve van Deloit<strong>te</strong> & Touche (D&T) <strong>te</strong> onderzoeken hoe het zat met de<br />
side let<strong>te</strong>rs inzake ICA. Cliënt had liever onafhankelijke onderzoekers 3 ingeschakeld,<br />
maar Van Tielraden adviseerde de Raad van Commissarissen<br />
(RvC) s<strong>te</strong>rk het kantoor van huisadvocaat DBBW (waar Van Tielraden ook<br />
zelf vandaan kwam) in <strong>te</strong> schakelen. La<strong>te</strong>r veranderde de rol van Eisma en<br />
Van Dijk en ging het meer om Ahold <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> van de SEC <strong>te</strong> positioneren.<br />
10. De Fiod krijgt van Ahold stukken <strong>te</strong>r beschikking 4 , bestudeert deze, hoort de<br />
vier verdach<strong>te</strong>n en anderen, maar het OM besluit de accountants van D&T<br />
niet <strong>te</strong> horen, omdat dit niet zou kunnen. Een opmerkelijk standpunt, want<br />
waarom opent men dan geen gerech<strong>te</strong>lijk vooronderzoek (GVO)? Ik heb<br />
daar ook om gevraagd maar dat vond het OM niet opportuun. De accountants<br />
werden niet gehoord, net zo min als alle functionarissen van Ahold,<br />
die bij de consolidatie betrokken waren geweest.<br />
11. In plaats daarvan wordt gekozen tot snelle dagvaarding op basis van een<br />
beperkt onderzoek dat bewust bui<strong>te</strong>n de verdediging om werd gevoerd. Uw<br />
rechtbank heeft dit gelukkig niet geaccep<strong>te</strong>erd, waarna een omvangrijk onderzoek<br />
onder leiding van de rech<strong>te</strong>r-commissaris volgde waarbij de verdediging<br />
wel betrokken was. Daarom kunnen we naast het "oude <strong>te</strong>stament"<br />
nu gelukkig ook beschikken over het "nieuwe <strong>te</strong>stament" 5 .<br />
12. Vanwaar deze werkwijze, deze haast? De hype, of was het de wens het<br />
nieuwe onderdeel van justitie, het Functioneel Parket, na de <strong>te</strong>leurs<strong>te</strong>llende<br />
3 Kantoor Freshfields <strong>te</strong> Ams<strong>te</strong>rdam.<br />
4 Daarbij bevindt zich onder meer ‘het oordeel’ van de door Eisma ingeschakelde Prof. Klaassen, op<br />
wiens oordeel, en overigens ook op dat van Prof Langendijk, bij requisitoir zo zwaar wordt geleund.<br />
Bedacht moet worden dat Prof. Klaassen niet meer van de fei<strong>te</strong>n wist dan wat hem door<br />
Eisma was meegedeeld en dat Prof. Langendijk alleen weet wat de Fiod hem had meegedeeld.<br />
Beiden waren volslagen onbekend met het comple<strong>te</strong> dossier dat Prof. Van de Poel wel heeft kunnen<br />
bestuderen. Prof. Klaassen en Langendijk waren bovendien partijdeskundigen. Prof. Van den<br />
Poel is als onafhankelijke deskundige door de RC benoemd.<br />
5 De <strong>te</strong>rm "oude <strong>te</strong>stament" is op de zitting ontstaan en duidt op het resultaat van onderzoek vóór<br />
de eers<strong>te</strong> regiezitting, <strong>te</strong>rwijl de <strong>te</strong>rm het "nieuwe <strong>te</strong>stament" de resulta<strong>te</strong>n van al het nadien verricht<strong>te</strong><br />
onderzoek aanduidt.<br />
4
Clickfondsaffaire, neer <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n als een daadkrachtig onderdeel van het<br />
OM, of heeft de profilering van mr. Biemond als financial crime figh<strong>te</strong>r 6 een<br />
rol gespeeld? We we<strong>te</strong>n het niet 7 en eigenlijk doet het ook niet toe, want<br />
waar het wel om gaat is dat dagvaarden zonder verdenkingen eerst grondig<br />
en evenwichtig <strong>te</strong> onderzoeken, riskant is en dat is na het nieuwe <strong>te</strong>stament<br />
wel gebleken. 8<br />
13. De snelheid waarmee het OM heeft gekozen voor vervolging wegens consolidatie<br />
heeft ongetwijfeld <strong>te</strong> maken gehad met de deconsolidatie van de<br />
deelnemingen en de resta<strong>te</strong>ment <strong>te</strong> dier zake voor het verleden door Ahold<br />
na februari 2003. Het OM moet vanwege deze beslissing van Ahold gedacht<br />
hebben dat de onjuistheid van de consolidatie een gelopen race was, <strong>te</strong><br />
meer omdat de Fiod ook beweerde dat consolidatie van de deelnemingen<br />
fout was. Wat het OM niet wist was dat de deconsolidatie een overhaas<strong>te</strong><br />
(onjuis<strong>te</strong>) beleidsbeslissing van Ahold was geweest en niet het resultaat van<br />
inhoudelijke toetsing 9 .<br />
14. U hebt ongetwijfeld gelezen welk pandemonium zich in de nacht van 23 op<br />
24 februari 2003 heeft afgespeeld. Dat de advoca<strong>te</strong>n, vooral de Amerikanen,<br />
die nacht tot deconsolidatie en resta<strong>te</strong>ment hebben beslo<strong>te</strong>n, niet op<br />
basis van een grondige analyse van de relevan<strong>te</strong> fei<strong>te</strong>n en omstandigheden,<br />
maar op basis van de maatschappelijke perceptie van het probleem. Bij die<br />
beslissing was niemand van de Raad van Bestuur (RvB) van Ahold aanwezig.<br />
De advoca<strong>te</strong>n schreven het persbericht en de RvC heeft dat bericht vervolgens<br />
voor haar rekening genomen.<br />
15. Er is dus, zoals ik al zei, haastig gedagvaard en dat komt ook naar voren<br />
<strong>te</strong>n aanzien van cliënt. Tijdens zijn verhoor door de Fiod, bereik<strong>te</strong> mij het<br />
bericht dat het OM zelfs dat niet had afgewacht, maar alvast had beslo<strong>te</strong>n<br />
tot dagvaarding. Ik heb nog getracht het OM ervan <strong>te</strong> overtuigen dat dagvaarding<br />
van cliënt voorbarig was. Het heeft niets geholpen want het OM<br />
had haar mening al klaar. Cliënt moest en zou voor alles gedagvaard worden.<br />
6 In<strong>te</strong>rview in NRC-Handelsblad van 4 december 2004.<br />
7 Of misschien wel, zie RC-verklaring Van Dijk van 22 november 2005 en 31 januari 2006.<br />
8 Opmerkelijk is dat de vervolgingsbeslissing ook volgens het OM is genomen (in overleg met de<br />
begeleidingscommissie) vóórdat het Fiod onderzoek was afgerond en vóórdat de verhoren bij de<br />
RC hadden plaatsgevonden. Met andere woorden op basis van het “oude <strong>te</strong>stament”.<br />
9 RC-verklaring Wakkie van 11 november 2005.<br />
5
16. Alvorens op elk van de aan cliënt gemaak<strong>te</strong> verwij<strong>te</strong>n gedetailleerd in <strong>te</strong><br />
gaan, geef ik eerst een samenvatting van de kern van de zaak en vervolgens<br />
gaan mijn medeplei<strong>te</strong>rs en ik in op een aantal algemene aspec<strong>te</strong>n<br />
daarvan. Daarbij wordt eerst aandacht bes<strong>te</strong>ed aan de organen van Ahold<br />
en personen die bij de consolidatie betrokken waren en vervolgens aan de<br />
loop der gebeur<strong>te</strong>nissen met betrekking tot de consolidatie, ingedeeld per<br />
jaar en daar waar nodig naar deelneming.<br />
17. Daarna komt de weerbarstige ma<strong>te</strong>rie van Dutch GAAP en US GAAP in normatieve<br />
zin aan de orde en worden als inleiding op de aan cliënt <strong>te</strong>n las<strong>te</strong><br />
gelegde fei<strong>te</strong>n de cri<strong>te</strong>ria van strafrech<strong>te</strong>lijke aansprakelijkheid van fei<strong>te</strong>lijke<br />
leidinggevers besproken. Tegen deze ach<strong>te</strong>rgrond worden <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> elk van<br />
de <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde fei<strong>te</strong>n aan de orde ges<strong>te</strong>ld.<br />
De zaak Van der Hoeven<br />
18. De mees<strong>te</strong> aan cliënt gemaak<strong>te</strong> verwij<strong>te</strong>n komen er op neer dat hij betrokken<br />
is bij het vals opmaken en gebruiken van stukken. Volgens het OM<br />
werd de werkelijkheid niet juist weergegeven en werd <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> geconsolideerd<br />
en daarom zouden allerlei stukken vals zijn en de accountants zijn<br />
misleid. Het OM heeft er voor gekozen dit verwijt maximaal uit smeren over<br />
8 <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>leggingen. De jager op wild weet dat de kans op treffen bij één<br />
gericht schot klein is en prefereert daarom het schot hagel.<br />
19. Als men iemand verwijt dat een document vals is opgemaakt, bedoelt men<br />
niet dat er vergissingen zijn begaan of dat een en ander op basis van verkeerde<br />
beoordelingen aan het papier is toevertrouwd. Nee, men bedoelt dat<br />
er welbewust aper<strong>te</strong> onwaarheden zijn opge<strong>te</strong>kend. Dat maakt het verschil<br />
uit tussen een civielrech<strong>te</strong>lijke beoordeling van verwijtbare missers en het<br />
verwijt dat de strafwet is overtreden. De delic<strong>te</strong>n waar het hier om gaat,<br />
zouden daarom pas in het geding komen wanneer er in het kader van het<br />
consolidatievraagstuk sprake zou zijn geweest van een bui<strong>te</strong>n twijfel staande<br />
onjuistheid, waarvan men zich bewust was. Dat is natuurlijk wel wat anders<br />
dan wat er blijkens het nadere onderzoek in werkelijk is voorgevallen.<br />
20. De kennelijk bestaande verschillen van inzicht tussen professoren Klaassen,<br />
Langendijk en Van den Poel maken duidelijk dat consolidatie niet een leerstuk<br />
is van digitale waarheden. Dat maakt voldoening aan het opzetcri<strong>te</strong>rium<br />
vrijwel onmogelijk. Als de geleerden het nu niet we<strong>te</strong>n hoe konden de<br />
6
leden van de RvB destijds dan opzet<strong>te</strong>lijk fou<strong>te</strong>n hebben gemaakt met betrekking<br />
tot het consolidatieleerstuk. Dat moet het OM toch eens uitleggen.<br />
21. Er is kort gezegd geconsolideerd als uitkomst van discussies, beoordelingen,<br />
en ex<strong>te</strong>rn overleg, vooral met D&T en met ins<strong>te</strong>mming van alle betrokkenen.<br />
Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen de gevolgen<br />
daarvan in de respectieve door het OM aan de orde ges<strong>te</strong>lde documen<strong>te</strong>n<br />
en de 2 e side let<strong>te</strong>rs. Dat onderscheid is cruciaal in de zaak Van der Hoeven.<br />
Cliënt stáát voor de consolidatie op basis van hetgeen hij daarvan wist en<br />
na lezing van het dossier inmiddels weet. Hij wist niet van de 2 e side let<strong>te</strong>rs<br />
in relatie tot de control let<strong>te</strong>rs en het feit dat de 2 e side let<strong>te</strong>rs niet aan D&T<br />
waren gegeven. Op een gegeven moment wist hij dat wel en dát en niets<br />
anders is de zaak Van der Hoeven.<br />
22. Waar het in de zaak Van der Hoeven om draait is niets anders dan een analyse<br />
en beoordeling van zijn we<strong>te</strong>nschap <strong>te</strong>n aanzien van de kwestie van de<br />
2 e side let<strong>te</strong>rs. Het OM heeft bij requisitoir door het bijeen schrapen van vele<br />
details pogen aannemelijk <strong>te</strong> maken dat cliënt wel berispelijke we<strong>te</strong>nschap<br />
gehad moet hebben. In dit pleidooi wordt uitgelegd waarom dit niet<br />
aangetoond is en waarom de aan cliënt <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde fei<strong>te</strong>n in dit opzicht<br />
niet tot een veroordeling kunnen leiden.<br />
23. De zaak Van der Hoeven gaat niet over persoonlijk gewin. Dat moet ook het<br />
OM toegeven. Bovendien hingen de bonussen en optieverlening tot 2002 af<br />
van de winst per aandeel groei en daarna van een Economic Value Added<br />
berekening, die niet beïnvloed wordt door consolidatie. Zoals gezegd heeft<br />
cliënt zijn bonussen ingeleverd.<br />
24. Waar de zaak Van der Hoeven niet om gaat is een "verkeerde groeicultuur"<br />
waadoor er <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> geconsolideerd zou zijn. Misschien is het het OM<br />
niet kwalijk <strong>te</strong> nemen dat het niet begrijpt dat consolidatie in casu geen effect<br />
had op de ranking van de groots<strong>te</strong> supermarktbedrijf <strong>te</strong>r wereld. Ahold<br />
stond daarin als nr. 3, na de bedrijven Walmart en Carrefour. Zonder consolidatie<br />
van de deelnemingen zou dat nog s<strong>te</strong>eds nr. 3 zijn geweest.<br />
25. Consolidatie heeft niets <strong>te</strong> maken met inkoopkracht. Overigens, gezamenlijke<br />
inkoopkracht is een bewijs van fei<strong>te</strong>ljike zeggenschap. Die kracht wordt<br />
allereerst ontleend aan marktpositie in een bepaald land/regio. Voorzover<br />
inkoopkracht een land/regio overstijgt (bijvoorbeeld met global brands, zo-<br />
7
als Nestlé, Unilever, Proc<strong>te</strong>r and Gamble etc.) hangt dit voornamelijk af van<br />
de aanpak. Met andere woorden gemeenschappelijk inkoop op het niveau<br />
van continen<strong>te</strong>n en/of wereldwijd. Als dit goed is georganiseerd en dat was<br />
het, dan levert dit geld op. Het zal de leveranciers worst zijn of dat nu bij<br />
een geconsolideerd ICA of een gedeconsolideerd ICA gebeurt. Ik dacht dat<br />
cliënt dat op de zitting goed had uitgelegd, maar het OM luis<strong>te</strong>rt niet of begrijpt<br />
het niet.<br />
26. Wat de groeidoels<strong>te</strong>llingen betreft is het het OM kennelijk ontgaan dat in<br />
alle jaarverslagen autonome groeidoels<strong>te</strong>llingen, die dus onafhankelijk zijn<br />
van acquisities en het consolidatievraagstuk, zijn <strong>te</strong> vinden. Dat er in de<br />
doels<strong>te</strong>llingen altijd van nieuwe acquisities is geabstraheerd. Daarbij werd<br />
gezegd dat acquisities weliswaar werden nagestreefd, maar nooit met een<br />
target erbij. Voorts dat voor het geval de acquisities van deelnemingen<br />
en/of 100% doch<strong>te</strong>rs al waren gerealiseerd, zij in de groei-indicaties werden<br />
meegenomen.<br />
27. En in alle gevallen rappor<strong>te</strong>erde Ahold autonome groei, daar is geen discussie<br />
over, <strong>te</strong> meer omdat dit was waar de analis<strong>te</strong>n naar keken. Mede omdat<br />
ook daar de targets lagen. In alle gevallen dat er een deelneming werd genomen,<br />
werd het percentage daarbij uitdrukkelijk vermeld, zoals bijvoorbeeld:<br />
"Ahold neemt een belang van 50% in ICA". In alle jaarverslagen<br />
werd dit deelnemingspercentage in de <strong>te</strong>kst en ook nog op een apar<strong>te</strong> pagina<br />
expliciet vermeld.<br />
28. Met andere woorden de gedach<strong>te</strong> dat Ahold zich gro<strong>te</strong>r wilde voor doen, dat<br />
er een "groeimegalomanie" zou hebben bestaat alleen in de brein van het<br />
OM en getuigt van weinig inzicht van de ma<strong>te</strong>rie. Het is maar goed dat Prof.<br />
Van de Poel dit deel van het requisitoir niet heeft gehoord.<br />
Belangrijks<strong>te</strong> data<br />
29. Voor de bespreking van de aan cliënt <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde fei<strong>te</strong>n is het nuttig<br />
nog even een samenvatting <strong>te</strong> geven van de belangrijks<strong>te</strong> data met betrekking<br />
tot de we<strong>te</strong>nschap van cliënt. Uitgangspunt daarbij is dat hij wel in het<br />
algemeen van het bestaan van de "control let<strong>te</strong>rs " wist, ofschoon hij de<br />
<strong>te</strong>kst niet kende. Men gebruik<strong>te</strong> slechts zelden de <strong>te</strong>rm "control let<strong>te</strong>r "<br />
maar sprak over side let<strong>te</strong>rs. Dat heeft voor veel verwarring gezorgd.<br />
8
30. De we<strong>te</strong>nschap van cliënt <strong>te</strong>n aanzien van de 2 e side let<strong>te</strong>rs is ontstaan op<br />
de hierna volgende data:<br />
1999:<br />
Ergens in november: cliënt onder<strong>te</strong>kent routinematig op verzoek van Meurs<br />
een reeds door Meurs ge<strong>te</strong>kende side let<strong>te</strong>r inzake Bompreço.<br />
2002<br />
Eind augustus/begin sep<strong>te</strong>mber: cliënt hoort voor het eerst dat met betrekking<br />
tot ICA een kwestie met side let<strong>te</strong>rs speelt.<br />
Maandag 7 oktober: Cliënt hoort van Smit iets in het algemeen over een issue<br />
met side let<strong>te</strong>rs bij ICA.<br />
Maandag 21 oktober: Smit en Van Tielraden ver<strong>te</strong>llen cliënt dat de kwestie<br />
met betrekking tot de side let<strong>te</strong>r bij ICA ernstig is en dringen aan op actie.<br />
Woensdag 23 oktober: cliënt belegt een bijeenkomst met Meurs, Andreae,<br />
Van Tielraden, Smit en Verhelst, waar Meurs ver<strong>te</strong>lt over het bestaan van<br />
een 2 e side let<strong>te</strong>r naast een control let<strong>te</strong>r inzake ICA en óók het niet inlich<strong>te</strong>n<br />
van D&T over de 2 e side let<strong>te</strong>r.<br />
Donderdag 24 oktober: cliënt licht De Rui<strong>te</strong>r, de voorzit<strong>te</strong>r van de RvC in en<br />
besluit dat Meurs D&T moet inlich<strong>te</strong>n.<br />
Za<strong>te</strong>rdag 26 oktober: <strong>te</strong>lefoongesprek cliënt en Van der Driest over de 2 e side<br />
let<strong>te</strong>r ICA.<br />
Za<strong>te</strong>rdag 16 november: Meurs belt cliënt en informeert hem dat er naast<br />
ICA ook 2 e side let<strong>te</strong>rs zijn inzake Disco, Paiz en Bompreço én dat deze 2 e<br />
side let<strong>te</strong>r niet aan de accountants zijn gegeven.<br />
Zondag 17 november: Meurs belt cliënt weer en het besluit wordt genomen<br />
de informatie niet bekend <strong>te</strong> maken, omdat het ach<strong>te</strong>rhaald is.<br />
Woensdag 30 november: Meurs herinnert cliënt aan de drie jaar geleden<br />
ge<strong>te</strong>kende 2 e side let<strong>te</strong>r Bompreço.<br />
9
2003<br />
Za<strong>te</strong>rdag 22 februari: cliënt informeert RvC, Whi<strong>te</strong> & Case (W&C) en D&T<br />
omrent het bestaan van de 2 e side let<strong>te</strong>rs inzake Disco, Paiz en Bompreço.<br />
Zondag 23 februari: cliënt neemt ontslag.<br />
31. De zaak Van der Hoeven gaat dus om het tijdvak 16 november 2002 - 22<br />
februari 2003, of<strong>te</strong>wel om zijn beslissing het bestaan van de andere 2 e side<br />
let<strong>te</strong>rs niet bekend <strong>te</strong> maken, omdat het naar zijn oordeel voor de consolidatie<br />
niet meer relevant was. Het "hoe en waarom" van dit oordeel komt<br />
verderop in dit pleidooi aan de orde.<br />
32. Eerst is het nuttig de algemene aspec<strong>te</strong>n van consolidatie en de betrokken<br />
organen en functionarissen bij Ahold <strong>te</strong> bespreken.<br />
Consolidatie<br />
33. Uitgangspunt is dat de rapportage van Ahold dient <strong>te</strong> voldoen aan de algemeen<br />
aanvaarde grondslagen voor waardering en presentatie naar Nederlands<br />
(jaarrekeningen) recht, en waar nodig, naar het recht van de Verenigde<br />
Sta<strong>te</strong>n.<br />
34. Het jaarverslag werd vanzelfsprekend overeenkomstig Dutch GAAP opgemaakt.<br />
Dat geldt ook voor de Form 20-F, waarin slechts voor de berekening<br />
van bepaalde onderdelen (het resultaat na belastingen/netto winst, het eigen<br />
vermogen en de netto winst per gewoon aandeel) de cijfers naar Dutch<br />
GAAP werden "gereconcilieerd " naar US GAAP; door uw rechtbank <strong>te</strong>recht<br />
een "aansluiting " genoemd. Ahold was niet verplicht de totale omzet onder<br />
US GAAP weer <strong>te</strong> geven, maar <strong>te</strong>r wille van de transparantie koos Ahold<br />
daar wel voor.<br />
35. Elk jaarverslag van Ahold bevat<strong>te</strong> een overzicht van deelnemingen. Ten<br />
aanzien van de deelnemingen JMR, Bompreço, Disco Ahold (Disco), Paiz<br />
Ahold (Paiz) en ICA Ahold (ICA) werd <strong>te</strong>lkenmale in de toepasselijke jaren<br />
expliciet – volstrekt in overeens<strong>te</strong>mming met de fei<strong>te</strong>n - vermeld dat voor<br />
respectievelijk 49 en 50% in het kapitaal werd deelgenomen. Daarenboven<br />
werd in de jaarverslagen – <strong>te</strong>r wille van de transparantie - <strong>te</strong>lkenmale expli-<br />
10
ciet verwezen naar de consolidatiegrondslagen en de toepasselijke bestuurlijke<br />
verantwoordelijkheden.<br />
36. De RvB merk<strong>te</strong> in de rapportages <strong>te</strong>lkenmale voornoemde deelnemingen in<br />
overleg met de RvC en met goedkeuring van D&T aan als "groepsmaatschappijen<br />
". Dit bracht een wet<strong>te</strong>lijke consolidatieplicht mee, of<strong>te</strong>wel: alle<br />
activa en passiva van de groepsmaatschappijen werden voor 100% in de<br />
geconsolideerde jaarrekening van de holding opgenomen, ook al was de<br />
groepsmaatschappij geen 100% participatie. De werkelijke gerechtigdheid<br />
tot het vermogen van de deelneming werd ui<strong>te</strong>raard vermeld.<br />
37. De deskundigen zijn het er over eens dat de in<strong>te</strong>grale consolidatiemethode<br />
het mees<strong>te</strong> inzicht biedt in de toepasselijke cijfers. Immers, in<strong>te</strong>grale consolidatie<br />
laat de consoliderende vennootschap zowel alle ba<strong>te</strong>n als alle las<strong>te</strong>n<br />
zien. Tevens worden dan alle activa en passiva getoond. Bij de vermogensmutatiemethode<br />
is wat dat betreft slechts één post in de balans en de<br />
winst- en verliesrekening zichtbaar en bij proportionele consolidatie is hoogs<strong>te</strong>ns<br />
naar evenredigheid het belang in een deelneming zichtbaar. Mede<br />
dankzij de rapportage en uitleg van professor Van de Poel is duidelijk geworden<br />
waarom voor proportionele consolidatie weinig ruim<strong>te</strong> bestaat.<br />
38. Hoewel bij consolidatie (naast meer kos<strong>te</strong>n ook) een meer omzet wordt<br />
gepresen<strong>te</strong>erd, heeft de deskundige Van de Poel er <strong>te</strong>recht op gewezen dat<br />
de (zeker professionele) belegger zich niet van de wijs laat brengen door de<br />
geconsolideerde presentatie van de omzet. Voor het presen<strong>te</strong>ren van de<br />
winst maakt het al dan niet consolideren niets uit.<br />
39. Het mag na de rapportage van Prof. Van de Poel en zijn toelichting <strong>te</strong>r zitting<br />
duidelijk zijn dat naar Dutch GAAP aan de hand van fei<strong>te</strong>n en omstandigheden<br />
("substance ") met het oog op het inzichtvereis<strong>te</strong> beoordeeld<br />
diende <strong>te</strong> worden of een deelneming aangemerkt moest worden als<br />
"groepsmaatschappij ". Het economische begrip "groep " was daarbij van<br />
doorslaggevende be<strong>te</strong>kenis.<br />
40. Ahold kende als geen ander de fei<strong>te</strong>lijke gang van zaken hecht<strong>te</strong> voor de<br />
beoordeling van het consolidatievraagstuk het mees<strong>te</strong> belang aan die fei<strong>te</strong>lijke<br />
verhoudingen. Ahold oordeelde bovendien dat consolidatie vanwege de<br />
transparantie het bes<strong>te</strong> inzicht bood in de gang van zaken. Met beide as-<br />
11
pec<strong>te</strong>n waren de accountants van D&T het blijkens hun verklaringen eens,<br />
bovendien <strong>te</strong>kenden zij daarvoor. De deskundige onderschrijft dit.<br />
41. Voor US GAAP leek het formele bewijs ("form") van belang, maar de deskundige<br />
heeft ook duidelijk gemaakt dat het per saldo toch gaat om een<br />
boekhoudkundige vraag, namelijk de vraag of "substance over form" gaat,<br />
dan wel "form over substance". Prof. Van de Poel neigt er toe substance<br />
ook naar US GAAP belangrijker <strong>te</strong> vinden. De nader overgelegde gegevens<br />
van de Amerikaanse deskundige maken duidelijk dat inderdaad ook naar US<br />
GAAP de fei<strong>te</strong>n ui<strong>te</strong>indelijk doorslaggevend zijn.<br />
42. Er is geen discussie over het feit dat US GAAP – op zich – in<strong>te</strong>grale consolidatie<br />
accep<strong>te</strong>erde ingeval de ene maatschappij over de andere maatschappij<br />
een bepaalde ma<strong>te</strong> van "control " had. Hierover vond van begin af aan<br />
sinds 1992 overleg plaats tussen Ahold en D&T. Daarnaast vond overleg<br />
plaats met de Amerikaanse huisadvoca<strong>te</strong>n W&C, meer in het bijzonder met<br />
Maureen Brundage. De beoordeling en toepassing van US GAAP in dit verband<br />
zijn dus niet pas van de laats<strong>te</strong> jaren.<br />
43. Net zoals bij Dutch GAAP, hecht<strong>te</strong> Ahold ook bij US GAAP aantoonbaar het<br />
mees<strong>te</strong> belang aan de fei<strong>te</strong>lijke verhoudingen, de "substance". Omdat Ahold<br />
op een groot aantal <strong>te</strong>rreinen de gang van zaken binnen de deelneming bepaalde<br />
of in overwegende ma<strong>te</strong> beïnvloedde, werd er ook naar US GAAP<br />
geconsolideerd. Naar het oordeel van de deskundige Van de Poel was deze<br />
consolidatie niet verkeerd, maar een "close call ".<br />
44. Niet blijkt dat het bewijs van "control " al vanaf de jaarrekening 1992 een<br />
obstakel voor Ahold zou hebben gevormd voor de Form 20-F. Evenmin blijkt<br />
dat D&T destijds - toen alleen nog JMR speelde - (nader) bewijs nodig had<br />
van de fei<strong>te</strong>n en omstandigheden die redengevend waren om JMR naar<br />
Dutch GAAP als "groepsmaatschappij " <strong>te</strong> kwalificeren en naar US GAAP de<br />
vereis<strong>te</strong> "control " 10 aan <strong>te</strong> nemen. Niet voor niets volgde een goedkeurende<br />
verklaring.<br />
10 De kwestie van "ma<strong>te</strong>riali<strong>te</strong>it ” in verband met de consolidatie van JMR zou pas een rol kunnen<br />
spelen ingeval D&T gebreken vastges<strong>te</strong>ld zou hebben en vervolgens geoordeeld zou hebben dat<br />
deze gebreken "ma<strong>te</strong>rieel ” geweest zouden zijn voor een oordeel over het vermogen en het resultaat<br />
van Ahold alsmede de getrouwheid van de jaarrekening. Uit niets blijkt dat D&T gebreken<br />
vast s<strong>te</strong>lde dan wel een ma<strong>te</strong>rieel beletsel zag. Dat speelt wel veel la<strong>te</strong>r.<br />
12
45. Zoals hierna nog aan de orde zal komen begonnen de Amerikaanse accountants<br />
van D&T, na het aanvankelijk akkoord, op een gegeven moment <strong>te</strong><br />
twijfelden en dat mondde uit in eisen, die naar het inzicht van Prof. Van de<br />
Poel als <strong>te</strong> streng moe<strong>te</strong>n worden beoordeeld. In de opvatting van D&T US<br />
over de boekhoudkundige be<strong>te</strong>kenis van het begrip "form" naar US GAAP<br />
moest er een control let<strong>te</strong>r komen. Of deze opvatting juist was, kan inmiddels,<br />
met Prof. Van de Poel en mede in het licht van de nader Amerikaanse<br />
gegevens, s<strong>te</strong>rk betwijfeld worden.<br />
46. Nu al wordt opgemerkt dat control let<strong>te</strong>rs dus slechts betrekking hadden op<br />
de vervulling van de boekhoudkundige vereis<strong>te</strong>n van US GAAP, zoals de<br />
Amerikaanse accountants van D&T dat beoordeelden. Het was evident dat<br />
de control let<strong>te</strong>r niets beoogde <strong>te</strong> veranderen in de juridische verhoudingen<br />
tussen de aandeelhouders in de deelnemingen. Zoals hierna nog aan de orde<br />
al komen stond de strekking van de 2 e side let<strong>te</strong>r waarschijnlijk bui<strong>te</strong>n<br />
deze boekhoudkundige con<strong>te</strong>xt en beoogde deze brief slechts de onveranderde<br />
juridische verhoudingen <strong>te</strong> bevestigen.<br />
47. De Nederlandse accountants van D&T gingen niet in discussie met hun<br />
Amerikaanse collega’s over de noodzaak van een control let<strong>te</strong>r, maar vertaalden<br />
de Amerikaanse visie eenvoudigweg naar Nederlandse maatstaven.<br />
Van de Poel bekritiseerde deze gang van zaken in s<strong>te</strong>rke bewoordingen,<br />
maar hoe het ook zij, destijds Ahold ging hierin mee, omdat zij niet be<strong>te</strong>r<br />
wist.<br />
48. Bij een en ander ware in aanmerking <strong>te</strong> nemen dat de problematiek van<br />
"control let<strong>te</strong>rs" in geen enkel jaar ooit enige relevantie had voor Dutch<br />
GAAP. Prof. Van de Poel zegt over Dutch GAAP:<br />
"De beoordeling berust in alle gevallen op een de facto toets (…) De<br />
diverse eers<strong>te</strong> side let<strong>te</strong>rs (liever aan <strong>te</strong> duiden als control let<strong>te</strong>rs om<br />
verwarring <strong>te</strong> voorkomen) zijn formeel niet van invloed op de toepassing<br />
van Nederlandse voorschrif<strong>te</strong>n (…). " 11<br />
49. Uit de beoordeling van Prof. Van de Poel volgt dat het <strong>te</strong> beoordelen belang<br />
zich beperkt tot een "close call" <strong>te</strong>n aanzien van US GAAP. Niet blijkt wat de<br />
bevoegde autori<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n in de USA, waaronder de SEC, destijds van deze "clo-<br />
11 Antwoord op vraag 22.<br />
13
se call" vonden. Slechts de toenmalige visie van D&T USA is bekend. Niet<br />
staat vast of voortzetting van in<strong>te</strong>grale consolidatie zonder "control let<strong>te</strong>rs"<br />
naar US GAAP niet mogelijk zou zijn geweest.<br />
50. Voorts kan het geen kwaad er - wellicht <strong>te</strong>n overvloede - op de wijzen dat<br />
voor de reconciliatie van het netto resultaat en het eigen vermogen naar US<br />
GAAP de "control let<strong>te</strong>rs" geen be<strong>te</strong>kenis hadden. Het belang beperk<strong>te</strong> zich<br />
dus tot de vrijwillige consolidatie van de omzetcijfers in de form 20-F. Voor<br />
geen enkel boekjaar tot en met 1998 was in dat kader het bestaan van een<br />
"control let<strong>te</strong>r" vereist om tot een goedkeurende accountantsverklaring <strong>te</strong><br />
kunnen komen.<br />
51. Voorts roep ik graag in herinnering dat volgens Prof. Van de Poel het belang<br />
van de beleggers niet in het geding was, want<br />
"Zelfs indien de consolidatie in de onderhavige zaak niet zou voldoen<br />
aan de geldende voorschrif<strong>te</strong>n, kan geen enkele belegger volhouden<br />
misleid <strong>te</strong> zijn geweest. Je moet als belegger wel erg dom<br />
zijn om <strong>te</strong> beweren dat je door Ahold's consolidatie misleid bent." 12<br />
en<br />
"Wat de financiële resulta<strong>te</strong>n betreft, kan men niet volhouden dat<br />
hetgeen <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> is gelegd van doorslaggevende invloed is geweest<br />
op de beurswaarde van Ahold. Er is geen aantasting van financiële<br />
resulta<strong>te</strong>n ontstaan door het consolidatiebeleid, noch kan er sprake<br />
van zijn dat de vooruitzich<strong>te</strong>n voor de stra<strong>te</strong>gie van acquisitie en in<strong>te</strong>gratie<br />
slech<strong>te</strong>r zijn geworden. Alle relevan<strong>te</strong> informatie maak<strong>te</strong><br />
deel uit van de jaarrekening (met inbegrip van de toelichting) en iedere<br />
at<strong>te</strong>n<strong>te</strong> belegger kon deze informatie tot zich nemen en er het<br />
zijne van vinden." 13<br />
52. Bij gebreke van invloed op de netto winst ontbrak elk persoonlijk belang<br />
voor cliënt om de jaarrekening en het jaarverslag <strong>te</strong>lkenmale anders voor <strong>te</strong><br />
s<strong>te</strong>llen dan conform de werkelijkheid. Dat erkent ook het OM.<br />
53. De werkelijkheid bestond slechts uit een boekhoudkundige in<strong>te</strong>rpretatie<br />
van, zakelijk weergegeven, "control " naar US GAAP, maar ingeval "control "<br />
naar US GAAP niet zou zijn aangenomen dan zou een onbegrijpelijke situa-<br />
12 Hoofdstuk 3.<br />
13 Antwoord op vraag 37.<br />
14
tie zijn ontstaan. Deze is door Van den Dries namens de controlerend accountants<br />
als volgt verwoord 14 :<br />
"Ik denk dat wij ook zonder control let<strong>te</strong>rs naar Dutch GAAP akkoord<br />
zouden zijn gegaan met consolidatie, maar dan ontstaat wel de<br />
merkwaardige situatie dat je naar Dutch GAAP en naar US GAAP verschillende<br />
cijfers zou krijgen, in de orde groot<strong>te</strong> van HFL 70 miljard<br />
omzet naar Dutch GAAP, en HFL 60 miljard naar US GAAP."<br />
54. Gelet op het inzichtvereis<strong>te</strong> mag worden aangenomen dat een dergelijke<br />
situatie niet in het belang van het beleggend publiek was. Bovendien is niet<br />
gebleken, gelijk al is gezegd, dat een belegger zich bij het nemen van zijn<br />
inves<strong>te</strong>ringsbeslissing in Ahold zich ooit heeft la<strong>te</strong>n leiden door de boekhoudkundige<br />
in<strong>te</strong>rpretatie van Ahold.<br />
55. Tot slot wil ik in verband met de consolidatie nog opmerken dat de voorkeur<br />
van het OM voor de heren Klaassen en Langendijk natuurlijk hun goed recht<br />
is, maar dat dit niet wegneemt dat beiden niet, zoals Prof. Van de Poel als<br />
deskundige in onderhavige zaak zijn benoemd, ook niet via artikel 151 Sv.<br />
Bovendien moet bedacht worden dat beiden een beperk<strong>te</strong> kennis van het<br />
dossier hadden. Prof. Klaassen zelf een zeer beperk<strong>te</strong> kennis. 15 Hoe het ook<br />
zij, de RvB en cliënt kenden hun mening vanzelfsprekend in de tijd van de<br />
gebeur<strong>te</strong>nissen natuurlijk niet en D&T heeft zich nooit op vergelijkbare zin<br />
uitgela<strong>te</strong>n.<br />
56. La<strong>te</strong>n we <strong>te</strong>gen deze ach<strong>te</strong>rgrond eens kijken hoe het bij de eers<strong>te</strong> consolidatie,<br />
JMR, is gegaan en daarna meer in het bijzonder de bij consolidatie<br />
betrokken organen en functionarissen van Ahold bespreken.<br />
Consolidatie van JMR<br />
57. Ahold heeft in overleg met D&T vanaf 1992 de deelneming JMR volledig<br />
geconsolideerd in haar jaarrekeningen. Bui<strong>te</strong>n twijfel staat dat Ahold in deze<br />
deelneming een belang had van 49%. De zeggenschap was volgens de op<br />
29 juli 1992 geda<strong>te</strong>erde deelneming overeenkomst formeel gelijkelijk verdeeld.<br />
58. Toenmalig Senior Vice President (SVP) Administratie Cor S<strong>te</strong>rk rappor<strong>te</strong>erde<br />
destijds (naar Dutch GAAP) dat JMR kon en mocht worden gekwalificeerd<br />
14 RC-verklaring Van den Dries van 23 augustus 2005.<br />
15 Zie noot 4.<br />
15
als "groepsmaatschappij ". 16 Op grond van de hem bekende fei<strong>te</strong>lijke situatie<br />
in die tijd oordeelde cliënt, destijds CFO, dat JMR inderdaad geconsolideerd<br />
moest worden.<br />
59. Dat was in overeens<strong>te</strong>mming met de wet<strong>te</strong>lijke maatstaf. Immers van een<br />
groepsmaatschappij was (en is) naar de wet<strong>te</strong>lijke omschrijving sprake ingeval<br />
van "een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen<br />
organisatorisch zijn verbonden ". Dit is dus in overwegende ma<strong>te</strong><br />
een economisch cri<strong>te</strong>rium binnen een juridisch kader. De beoordeling van<br />
de fei<strong>te</strong>lijke situatie was en is daarvoor doorslaggevend. Maar let wel, net<br />
zoals rechtsgeleerdheid is boekhouden geen exac<strong>te</strong> we<strong>te</strong>nschap: "cash is a<br />
fact, profit is an opinion ".<br />
60. De vereis<strong>te</strong> organisatorische verbondenheid zou volgens S<strong>te</strong>rk in ieder geval<br />
ontstaan ingeval Ahold meer wilde zijn dan "financier ". Zijn juridische collega<br />
Jeanet<strong>te</strong> Bos onders<strong>te</strong>unde deze visie:<br />
"Ook al had Ahold een belang van 49%, zij voegde wel know how en<br />
financiële middelen toe aan JMR. Daardoor kon toch gezegd worden<br />
dat het vergelijkbaar was met een meerderheidsbelang. Op basis<br />
daarvan werd volledig geconsolideerd. Dat werd door vele mensen<br />
binnen Ahold gezegd, zeker bij administratie in de persoon van Cor<br />
S<strong>te</strong>rk, en ook bij juridische zaken." 17<br />
61. De kwalificatie "groepsmaatschappij " leverde en levert, zoals Prof. Van de<br />
Poel in zijn rapport samenvat<strong>te</strong>, een consolidatieplicht op:<br />
"De vraag waar alles om draait is economische macht. Wie die<br />
macht heeft, dient verslag <strong>te</strong> doen over alle doch<strong>te</strong>rs, deelnemingen<br />
en activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n waarover die macht kan worden uitgeoefend, als ware<br />
het allemaal van hem, ook al is dat juridisch niet zo." 18<br />
62. In dit kader wil ik er alvast op wijzen dat Prof. Van de Poel in zijn rapportage<br />
heeft aangetoond dat de in<strong>te</strong>grale methode het meest geëigend was<br />
voor het ops<strong>te</strong>llen van geconsolideerde overzich<strong>te</strong>n. Deze methode biedt<br />
immers het mees<strong>te</strong> inzicht in de boekhoudkundige cijfers voor het vormen<br />
van een verantwoord oordeel omtrent het vermogen en het resultaat van<br />
16 S<strong>te</strong>rk maakt wel een opmerking over US GAAP.<br />
17 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />
18 In dit opzicht maak<strong>te</strong> hij wel een uitzondering voor JMR.<br />
16
de rechtspersoon. Ik zou zeggen, wat wil men als belegger nog meer om<br />
een dergelijk oordeel <strong>te</strong> vormen?<br />
63. Het is daarom begrijpelijk dat Ahold een voorkeur had voor in<strong>te</strong>grale consolidatie:<br />
het bood de mees<strong>te</strong> transparantie, hoewel de keuze "groepsmaatschappij<br />
" een digitale besluitvorming vereist: óf je merkt een rechtspersoon<br />
c.q. vennootschap aan als "groepsmaatschappij " óf niet. Een beetje zwanger<br />
bestaat niet.<br />
64. Dit laat onverlet dat ook ingeval van eventuele twijfel Ahold in ieder geval<br />
diende <strong>te</strong> handelen volgens het door Van de Poel benadruk<strong>te</strong> "inzichtvereis<strong>te</strong><br />
". Hij concludeerde <strong>te</strong>recht:<br />
"Het inzichtvereis<strong>te</strong> leidt in het geval van Ahold tot in<strong>te</strong>grale consolidatie<br />
als de bes<strong>te</strong> manier om informatie <strong>te</strong> verstrekken aan gebruikers<br />
van de verslaggeving. In<strong>te</strong>grale consolidatie – mits goed toegelicht<br />
– geeft alle informatie die een belegger nodig heeft om de<br />
groepsrelaties <strong>te</strong> doorgronden. Andere consolidatiemethoden zouden<br />
in dit geval minder goed informeren."<br />
65. Op grond van overeenkomstige vasts<strong>te</strong>llingen en conclusies op<strong>te</strong>erde S<strong>te</strong>rk<br />
dan ook voor in<strong>te</strong>graal consolideren. De specifieke redengeving om JMR als<br />
"groepsmaatschappij" <strong>te</strong> beschouwen was naar zijn overtuiging:<br />
"De werkelijkheid was dat Ahold veel meer was dan de houder van<br />
een pakket aandelen. JMR was geen belegging voor Ahold, Ahold<br />
was operationeel bezig in Portugal. Ahold liep daarnaast gro<strong>te</strong> financiële<br />
risico’s. Ahold wilde dan ook weergeven in de jaarrekening dat<br />
Ahold operationeel bezig was. Hierbij sluit consolidatie be<strong>te</strong>r aan. De<br />
vermogensmutatiemethode zou geen juis<strong>te</strong> weergave zijn van deze<br />
situatie onder Dutch GAAP. " 19<br />
66. Dit is, ook ach<strong>te</strong>raf, een verstandige en verantwoorde visie geweest. De<br />
fei<strong>te</strong>n, kwalificatie, conclusie en aanbeveling van S<strong>te</strong>rk werden kennelijk<br />
gedeeld door zijn staf en door cliënt als CFO. Cliënt heeft daarover het volgende<br />
verklaard:<br />
19 G25/1.<br />
"Het memo van S<strong>te</strong>rk, dat hebben wij toen in mijn herinnering besproken<br />
in een stafvergadering. We, als groep, hebben toen gezegd<br />
dat volledige consolidatie van JMR de bes<strong>te</strong> transparantie en weergave<br />
van de fei<strong>te</strong>n geeft zoals we die op dat moment kenden. Daar<br />
17
is in mijn herinnering S<strong>te</strong>rk mee op pad gegaan en die heeft het met<br />
de accountant besproken." 20<br />
67. Uitgangspunt is dat de gehele RvB de balans alsmede de winst- en verliesrekening<br />
met de daarbij behorende toelichting en derhalve de jaarrekening<br />
ops<strong>te</strong>lt en het jaarverslag produceert. Deswege heeft de RvB een gemeenschappelijke<br />
verantwoordelijkheid voor de inhoud van de jaarstukken,<br />
waaronder de daarin tot uitdrukking komende consolidatie. S<strong>te</strong>rk bevestigt<br />
dat de inhoud van zijn rapportage de grondslag van de besluitvorming binnen<br />
de RvB vormde. 21 Feit is dat de gehele RvB met de consolidatie van<br />
JMR heeft inges<strong>te</strong>md.<br />
68. Het Reglement/Taakverdeling RvB voorzag in een deugdelijke informatieverstrekking<br />
aan de RvC. Niet blijkt dat het Reglement niet deugdelijk is nageleefd.<br />
Vast staat dat de Audit Commit<strong>te</strong>e (AC) namens de RvC specifiek<br />
toezicht hield op alle zogehe<strong>te</strong>n "Audit zaken ", waaronder de wijze waarop<br />
financiële rapportage plaats vond. Consolidatie vormde daar onmiskenbaar<br />
een onderdeel van. S<strong>te</strong>rk bevestigt ook dat de inhoud van zijn rapportage<br />
de grondslag vormde van de besluitvorming binnen het AC.<br />
69. Aangezien Ahold tot 2001 een structuurvennootschap was, s<strong>te</strong>lde de RvC de<br />
jaarrekening vast, zodat kan worden vastges<strong>te</strong>ld dat de RvC <strong>te</strong>n aanzien<br />
van JMR ondubbelzinnig ins<strong>te</strong>mde met de kwalificatie "groepsmaatschappij<br />
" en dus met de in<strong>te</strong>grale consolidatie.<br />
70. Kortom, de beslissing tot in<strong>te</strong>grale consolidatie van JMR is bewust en weloverwogen<br />
genomen door alle relevan<strong>te</strong> organen van Ahold.<br />
71. S<strong>te</strong>rk merkt op dat zijn rapportage <strong>te</strong>vens dienstbaar was voor de controle<br />
door D&T. Niet blijkt dat de controlerend accountants van D&T beletselen<br />
zagen. In<strong>te</strong>gendeel D&T had de wet<strong>te</strong>lijke plicht om <strong>te</strong> onderzoeken of de<br />
jaarrekening een zodanig inzicht bood dat een verantwoord oordeel gevormd<br />
kon worden over het vermogen en het resultaat van Ahold. Daarnaast<br />
had D&T de wet<strong>te</strong>lijke plicht om de uitslag van zijn onderzoek weer <strong>te</strong><br />
geven in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. Vast<br />
staat dat D&T tot een goedkeurende verklaring kwam.<br />
20 V2/6.<br />
21 G25/1.<br />
18
72. De jaarstukken over 1992 zijn in 1993 tijdig openbaar gemaakt en niet is<br />
gebleken dat een aandeelhouder vragen over de in<strong>te</strong>grale consolidatie van<br />
JMR had.<br />
73. Deze gang van zaken <strong>te</strong>n aanzien van JMR is gecontinueerd in de daaropvolgende<br />
jaren. Alvorens de jaren, die voor de <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde periode<br />
van belang zijn, <strong>te</strong> bespreken, bes<strong>te</strong>ed ik eerst aandacht aan de vraag wie<br />
allemaal bij de consolidatiekwestie betrokken waren. Ik doe dat omdat het<br />
OM bij requisitoir het beeld heeft opgeroepen dat het in wezen een aberratie<br />
van de top van Ahold was, die voort zou zijn gekomen uit een - volgens<br />
het OM - fou<strong>te</strong> aandacht voor groei en shareholders value.<br />
Structuur en functionarissen<br />
74. Na het vertrek van S<strong>te</strong>rk volgde Bert Verhelst hem op. Daarmee nam hij als<br />
SVP de leiding over van de stafdienst Administratie. Deze stafdienst was hierarchisch<br />
georganiseerd en bestond uit vier afdelingen. Twee daarvan waren<br />
respectievelijk de afdeling Corpora<strong>te</strong> Controlling en de afdeling Consolidation<br />
and Reporting 22 .<br />
75. Annelies Bouma rappor<strong>te</strong>erde als VP Corpora<strong>te</strong> Controlling aan respectievelijk<br />
S<strong>te</strong>rk en Verhelst. 23 Regionale controllers rappor<strong>te</strong>erden op hun beurt<br />
aan Bouma. Deze controllers werden onders<strong>te</strong>und door bedrijfsanalis<strong>te</strong>n.<br />
Het hoofd van de afdeling Consolidation and Reporting rappor<strong>te</strong>erde aanvankelijk<br />
rechtstreeks aan de SVP, maar dit wijzigde in 1997. Leon Mulder<br />
van deze afdeling rappor<strong>te</strong>erde vanaf begin 1997 eveneens rechtstreeks<br />
aan Bouma.<br />
76. Niet blijkt dat iemand binnen Administratie zich niet kon verenigen met in<strong>te</strong>grale<br />
consolidatie van de deelnemingen. Van hoog tot laag werd in<strong>te</strong>grale<br />
consolidatie dus kennelijk als passend en geboden gezien. 24<br />
77. Alle groepsmaatschappijen van Ahold rappor<strong>te</strong>erden op dezelfde wijze aan<br />
Corpora<strong>te</strong> Controlling, en wel conform in<strong>te</strong>rne richtlijnen die la<strong>te</strong>r zijn vastgelegd<br />
in de accounting manual. Daarin stonden modellen en timetables<br />
voor het indienen van de begroting, forecasts en dergelijke. Het is komen<br />
22 V5/1.<br />
23 RC-verklaring Verhelst van 17 november 2005.<br />
24 RC-verklaring Bouma van 17 nvoember 2005.<br />
19
vast <strong>te</strong> staan dat D&T met de inhoud en werkwijze bekend was. Uit de inhoudsopgave<br />
blijkt dat het een "levend document " was. 25<br />
78. Niet is gebleken dat de deelnemingen bezwaar hadden <strong>te</strong>gen de consolidatie<br />
door Ahold. Overigens merkt Prof. Van de Poel <strong>te</strong>recht op dat de mening<br />
van de deelnemingen in dit opzicht irrelevant zijn.<br />
79. Corpora<strong>te</strong> Controlling rappor<strong>te</strong>erde per vier weken aan de RvB en destijds<br />
zoveel vaker als nodig aan cliënt als CEO en Meurs als CFO. Wekelijks was<br />
er, zoals bekend, een werkoverleg met de CFO; het zogenaamde "maandagoch<strong>te</strong>ndgebed<br />
". Daarnaast was er regelmatig stafoverleg.<br />
80. Het was Corpora<strong>te</strong> Controlling dat op basis van de beschikbare cijfers <strong>te</strong>lkenmale<br />
het Nederlandse jaarverslag en de Form 20-F concipieerde. Na het<br />
ops<strong>te</strong>llen ervan door de RvB woonde Verhelst als SVP Administratie jaarlijks<br />
samen met Meurs als CFO de vergadering van de AC bij, alvorens het jaarverslag<br />
door de RvC werd vastges<strong>te</strong>ld. 26<br />
81. De missie van Ahold was de "bes<strong>te</strong> food retailer " (la<strong>te</strong>r "provider ") <strong>te</strong>r wereld<br />
<strong>te</strong> worden. Die missie vertaalde zich in een lange <strong>te</strong>rmijn stra<strong>te</strong>gie<br />
waarbij het ging om gewens<strong>te</strong> c.q. haalbare groei, marktaandeel, winst en<br />
dergelijke. De stra<strong>te</strong>gie werd met iedere groepsmaatschappij, de voltallige<br />
RvB en Verhelst besproken. 27 De conclusies vertaalden zich in begrotingen,<br />
die in het najaar door de groepsmaatschappijen werden ingediend.<br />
82. Bij het ops<strong>te</strong>llen van de begroting werd overleg gevoerd tussen de Liaison<br />
Officer (LO) en de betreffende groepsmaatschappij. Ter zitting heeft cliënt<br />
de posities in dit opzicht verduidelijkt: de LO stond in beginsel gelijk aan de<br />
aandeelhouder c.q. chairman van de deelnemingpartner. Cliënt stond erboven<br />
en gaf leiding, al dan niet bij wege van een "Salomon’s oordeel ".<br />
83. Er was ook een getrapt verband naar de CFO, die primair verantwoordelijk<br />
voor de stafdienst Administratie. Deze stafdienst beoordeelde onder leiding<br />
van Verhelst de begroting voordat deze aan de RvB werd gestuurd. Dat was<br />
geen cijfermatige beoordeling doch een beoordeling op inhoudelijke consis-<br />
25 De voor Uw <strong>Rechtbank</strong> beschikbare versie betreffende “definitions” da<strong>te</strong>ert van 5 juli 2001 en<br />
verwijst naar de In<strong>te</strong>rnational Accounting Standards (IAS)25, hetgeen in 1997 nog niet aan de<br />
orde was.<br />
26 V3/1.<br />
27 RC-verklaring Verhelst van 1 februari 2006.<br />
20
<strong>te</strong>ntie: is de begroting compleet, zijn pos<strong>te</strong>n op de juis<strong>te</strong> wijze verwerkt<br />
etc. 28<br />
84. In het najaar werd <strong>te</strong>lkenmale de begroting aan de hand van een presentatie<br />
door de groepsmaatschappijen met de RvB besproken. Verhelst was<br />
daarbij ook aanwezig. Nadien gingen kopieën van de presentaties naar Corpora<strong>te</strong><br />
Controlling. Tevens werden ze in de RvB besproken. Het bestuur<br />
hak<strong>te</strong> vervolgens knopen door of schoof onderwerpen door naar de zogehe<strong>te</strong>n<br />
Dichtraming 1. Daar werd dan gesproken over de stand van zaken van<br />
het lopende jaar.<br />
85. Eind mei/begin juni van ieder jaar vond de bespreking van Dichtraming 1<br />
plaats. De groepsmaatschappijen presen<strong>te</strong>erden dan de stand van zaken op<br />
basis van de eers<strong>te</strong> maanden van het jaar aan de voltallige RvB. Een Dichtraming<br />
2 vond <strong>te</strong>lkenmale plaats in oktober van ieder jaar, zodat iedere<br />
groepsmaatschappij gedwongen werd elk halfjaar naar haar prestaties <strong>te</strong><br />
kijken. De tweede dichtraming werd <strong>te</strong>gelijkertijd met de begroting voor het<br />
nieuwe jaar ingediend.<br />
86. Daarnaast bekeek de RvB iedere week de omzet<strong>te</strong>n van de groepsmaatschappijen.<br />
Een ander blijk van control was dat de RvB de inves<strong>te</strong>ringen<br />
van alle groepsmaatschappijen, dus inclusief de 50% deelnemingen, beoordeelde,<br />
die een bepaald drempelbedrag overschreden.<br />
87. Ongeveer twee keer per jaar kwam de zogenoemde Sounding Board bij<br />
elkaar, bestaande uit: alle CEO's van de gro<strong>te</strong> groepsmaatschappijen, de<br />
RvB, de SVP's en de deelneming partners. In de Sounding Board werden de<br />
gro<strong>te</strong> corpora<strong>te</strong> stra<strong>te</strong>gy issues besproken (de individuele groepsmaatschappij<br />
overstijgend): stra<strong>te</strong>gie, groei, positionering, overnames, etc.<br />
Verhelst zegt daarover:<br />
"In het kader van deze bijeenkoms<strong>te</strong>n, die werden gehouden in het<br />
voorjaar (bij Dichtraming 1) en het najaar (bij Dichtraming 2 en<br />
budget) werd door de RvB, met name Van der Hoeven, gepresen<strong>te</strong>erd<br />
wat naar zijn mening de ontwikkelingen waren in de retailwereld,<br />
met betrekking tot mark<strong>te</strong>n, marges, verschuivingen in productcombinaties<br />
etc. Het was de bedoeling dat de representan<strong>te</strong>n<br />
van de werkmaatschappijen in een open discussie daarop rea-<br />
28 RC-verklaring Bouma van 17 november 2005.<br />
21
geerden. Dat waren dus de CEO’s van de gro<strong>te</strong> groepsmaatschappijen."<br />
29<br />
88. Voor de realisatie van de missie was een strakke en gestructureerde bedrijfsvoering<br />
nodig waaraan alle groepsmaatschappijen zich dienden <strong>te</strong> onderwerpen.<br />
Al de besproken "checks and balances " in de bedrijfsvoering<br />
verzekerden Ahold ervan dat zij daadwerkelijk in "control " kon zijn. Tevens<br />
maken deze "checks and balances " volstrekt begrijpelijk waarom Ahold de<br />
betreffende werkmaatschappijen en deelnemingen beschouwde als<br />
"groepsmaatschappijen ".<br />
89. Iedere groepsmaatschappij had daarenboven een eigen audit commit<strong>te</strong>e<br />
alsmede een eigen in<strong>te</strong>rne en ex<strong>te</strong>rne accountant. Dit om <strong>te</strong> verzekeren dat<br />
aan de RvB gepresen<strong>te</strong>erde cijfers juist en gecontroleerd waren. De hele<br />
rapportage cyclus was voor alle deelnemingen en doch<strong>te</strong>rs hetzelfde.<br />
90. Vast staat dat de deelnemingen zich als groepsmaatschappijen aan dit alles<br />
onderwierpen. Reeds dit doet "economische macht " en "control " op z’n<br />
minst vermoeden.<br />
91. Naast de stafdienst Administratie functioneerde, zoals bekend, de relatief<br />
onafhankelijke stafdienst In<strong>te</strong>rne Accountants Dienst (IAD), waarvan respectievelijk<br />
Paul Ekelschot en Thijs Smit SVP waren. Gelijk de SVP Administratie<br />
rappor<strong>te</strong>erde de SVP IAD aan de CFO in de RVB. Een ver<strong>te</strong>genwoordiging<br />
van de IAD nam <strong>te</strong>lkenmale deel aan het "maandagoch<strong>te</strong>ndgebed ".<br />
92. Vast staat dat de IAD de verschillende groepsmaatschappijen vanuit zijn<br />
eigen verantwoordelijkheid volgens een eigen structuur controleerde. Zo<br />
bezocht Ekelschot naar zijn zeggen tweemaal per jaar Bompreço. Op basis<br />
van deze bezoeken s<strong>te</strong>lde hij zelf vast dat Mendonça weliswaar de dagelijkse<br />
operatie leidde, maar dat hij op bestuursniveau in de deelneming erg afhankelijk<br />
was van adviezen en opinies van Ahold.<br />
93. Over de taak van de IAD verklaarde Meurs:<br />
"Het taakgebied van de IAD zag ook op het controleren of de (bui<strong>te</strong>nlandse)<br />
werkmaatschappijen volgens de Ahold accounting principes<br />
(ook wel Ahold GAAP genoemd) hun boekhouding voerden. Met<br />
29 RC-verklaring Verhelst van 1 februari 2006.<br />
22
de Ahold accountant principes wordt bedoeld de manier van rappor<strong>te</strong>ren,<br />
wijze van boeken van pos<strong>te</strong>n e.d..." 30<br />
94. Voorts verscheen er twee keer per jaar een gezamenlijke rapportage van de<br />
in<strong>te</strong>rne en ex<strong>te</strong>rne accountants.<br />
95. Niet blijkt dat iemand binnen de IAD zich niet kon verenigen met de in<strong>te</strong>grale<br />
consolidatie. Ware dat anders geweest dan had dat rechtstreeks aan<br />
Meurs gecommuniceerd kunnen worden. De verslagen van de maandagoch<strong>te</strong>ndgebeden<br />
la<strong>te</strong>n ech<strong>te</strong>r geen enkel afwijkend standpunt van de IAD <strong>te</strong>n<br />
opzich<strong>te</strong> van Administratie zien <strong>te</strong>n aanzien van de consolidatieproblematiek.<br />
96. Het is duidelijk geworden dat Administratie en de IAD, daar waar nodig,<br />
samenwerk<strong>te</strong>n met de stafdienst Juridische Zaken. Tot 1999 fungeerde Paul<br />
Butzelaar als SVP. Hij werd opgevolgd door Ton van Tielraden. De SVP Juridische<br />
Zaken rappor<strong>te</strong>erde aan de CEO. Elke woensdag was er stafoverleg<br />
en elke vrijdag staflunch. Een ver<strong>te</strong>genwoordiging van Juridische Zaken<br />
nam daarnaast deel aan het "maandagoch<strong>te</strong>ndgebed ". Vast staat dat Juridische<br />
Zaken structureel gebruik maak<strong>te</strong> van ex<strong>te</strong>rne advoca<strong>te</strong>n, waaronder<br />
van De Brauw Blackstone Westbroek (DBBW) en Whi<strong>te</strong> & Case (W&C).<br />
97. Ook voor Juridische Zaken geldt dat niet blijkt van een afwijkend oordeel<br />
<strong>te</strong>n aanzien van de consolidatieproblematiek. 31<br />
98. De gedach<strong>te</strong> - zoals het OM betoogt bij requisitoir - dat door de cultuur aan<br />
de top er meerdere werkelijkheden zouden zijn ontstaan, brengt met zich<br />
mee dat alle zo-even besproken betrokkenen in die schizofrenie moe<strong>te</strong>n zijn<br />
<strong>te</strong>rechtgekomen, namelijk een van de juridische en accounting<strong>te</strong>chnische<br />
werkelijkheid afwijkende economische werkelijkheid. Ik vrees dat het OM<br />
met deze beeldspraak de werkelijkheid voorbij is gerend.<br />
99. La<strong>te</strong>n we de werkelijkheid, zoals die uit het onderzoek naar voren is gekomen,<br />
eens nader bekijken.<br />
30 V3/1.<br />
31 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />
23
Gebeur<strong>te</strong>nissen in 1996<br />
100. In de eers<strong>te</strong> helft van 1996 moest Ahold naast de Form F-20 daarenboven<br />
de nodige boekhoudkundige documentatie in een zogehe<strong>te</strong>n Form F-3 bij<br />
de SEC la<strong>te</strong>n registreren in het kader van een emissie <strong>te</strong>n behoeve van de<br />
acquisitie van Stop & Shop. Betrokken waren niet alleen Ahold, D&T Nederland,<br />
maar ook D&T USA en W&C en vermoedelijk ook de banken.<br />
JMR<br />
101. Vast staat dat de SEC vragen s<strong>te</strong>lde over de jaarrekening van Ahold en de<br />
bedrijfsvoering van groepsmaatschappijen, waaronder JMR vanaf 1992. Expliciet<br />
bevestigde D&T jegens de SEC de "consolida<strong>te</strong>d balance sheets " van<br />
Ahold en de "rela<strong>te</strong>d consolida<strong>te</strong>d sta<strong>te</strong>ment of earnings, stockholders equity<br />
and cash flows " naar Dutch GAAP en US GAAP gecontroleerd en akkoord<br />
bevonden <strong>te</strong> hebben. Niet blijkt van een afwijkend oordeel door de SEC. De<br />
in<strong>te</strong>grale consolidatie kon dus kennelijk de kritische toets van de SEC doorstaan.<br />
102. Behandelend audit partner Pe<strong>te</strong>r Wennink van D&T zegt:<br />
"JMR was een deelneming die reeds geconsolideerd werd toen ik<br />
mijn werkzaamheden voor het Ahold dossier begon. Die consolidatie<br />
had plaats gevonden onder meer op basis van managementovereenkoms<strong>te</strong>n<br />
en financieringsovereenkoms<strong>te</strong>n en was in principe<br />
een voldongen feit." 32<br />
103. Zo ook zijn collega Karel Bakkes:<br />
"Het management van Ahold gaf aan dat zij in control waren over de<br />
enti<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n die zij overnamen. Op het moment dat het belang werd<br />
gekocht werd er veelal management van Ahold in de deelneming<br />
geplaatst om de manier van werken van Ahold <strong>te</strong> implemen<strong>te</strong>ren.<br />
Ahold werd dus zeer nauw betrokken bij de gang van zaken in de<br />
joint ventures. Dat gold volgens mij ook voor JMR (…) Voor zover ik<br />
mij kan herinneren zijn er geen belangrijke wijzigingen geweest in<br />
de periode dat ik op het Ahold account werkzaam was, in elk geval<br />
onvoldoende om ons standpunt met betrekking tot de consolidatie<br />
van JMR <strong>te</strong> herzien." 33<br />
32 RC-verklaring Wennink van 21 maart 2005.<br />
33 RC-verklaring Bakkes van 10 februari, 6 en 12 april 2005.<br />
24
104. Lead client service partner Van den Dries die in 1996 bij D&T begon en vervolgens<br />
de verantwoordelijk accountant Cos<strong>te</strong>r opvolgde verklaart:<br />
"Consolidatie moet naar Nederlandse grondslagen plaatsvinden als<br />
er sprake van operational of de facto control. Ahold had voor ons<br />
aantoonbaar invloed op zaken als het winkelconcept, op het ITsys<strong>te</strong>em,<br />
keuze van auditgrondslagen, keuze van in<strong>te</strong>rnal auditor<br />
binnen deze deelneming (…) We zijn (…) in Portugal geweest voor<br />
een review (…) Zelf ben ik er geweest samen met Aholds hoofd In<strong>te</strong>rnal<br />
Audit, de heer Smit. Bij dit soort bezoeken hadden wij gesprekken<br />
met het management, in elk geval met de financiële man.<br />
Wij bespraken dan de algemene stand van zaken, toekomstige ontwikkelingen,<br />
status van automatisering, dat soort onderwerpen. In<strong>te</strong>rnal<br />
audit bezocht op rotatiebasis <strong>te</strong>lkens de verschillende deelnemingen<br />
en deed daar dan een eigen audit. De uitkoms<strong>te</strong>n daarvan<br />
werden dan in het betreffende audit commit<strong>te</strong>e besproken. Ik zat<br />
daar dan bij als toehoorder.Uit dit soort gesprekken bleek mij dat<br />
Ahold een enorme operationele betrokkenheid had bij de deelnemings<br />
(…) " 34<br />
105. Een en ander is in gro<strong>te</strong> lijnen bevestigd door Bouma. 35<br />
BOMPREÇO<br />
106. Voorts veranderde in 1996 het aantal deelmeningen. Na onderhandelingen<br />
met Joao Carlos Paes Mendonça, werd ook de 50% deelneming met Bompreço<br />
aangegaan. Ten behoeve van zijn mandaat verzocht de RvB expliciet<br />
toes<strong>te</strong>mming aan de RvC om 50% van de aandelen van Bompreço <strong>te</strong> verwerven.<br />
Deze toes<strong>te</strong>mming werd verleend en op 4 november 1996 volgde<br />
een let<strong>te</strong>r of in<strong>te</strong>nt. De onderhandelingen resul<strong>te</strong>erden in het shareholders<br />
agreement.<br />
107. Deze deelneming pas<strong>te</strong> in de zo-even besproken groeistra<strong>te</strong>gie van Ahold,<br />
om daar waar in ontwikkelende mark<strong>te</strong>n groei bereikt kon worden door<br />
middel van een deelneming een gezamenlijk "format " tot stand <strong>te</strong> brengen.<br />
Aldus werd door middel van het leveren van significan<strong>te</strong> financiële onders<strong>te</strong>uning<br />
en gespecialiseerde kennis en kunde van "retail ", een groepsmaatschappij<br />
gevormd.<br />
108. Consis<strong>te</strong>nt <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> van JMR werd Bompreço door de functionarissen<br />
van de Administratie eveneens aangemerkt als een "groepsmaatschappij ".<br />
34 RC-verklaring Van den Dries van.22 en 23 augustus 2005.<br />
35 RC-verklaring Bouma van 17 november 2005.<br />
25
De RvB kwalificeerde Bompreço inderdaad dienovereenkomstig, hetgeen resul<strong>te</strong>erde<br />
in volledige consolidatie. De RvC was het daarmee eens bij de<br />
vasts<strong>te</strong>lling van de jaarrekening 1996. Het jaarverslag bericht daarover:<br />
"In de consolidatie zijn begrepen Koninklijke Ahold nv en alle tot de<br />
groep behorende maatschappijen. (…) De op 23 december 1996<br />
verworven participatie (50% van de s<strong>te</strong>mgerechtigde aandelen in<br />
Bompreço SA Supermercados do Nordes<strong>te</strong> (Bompreço) in Brazilië is<br />
per balansdatum in de consolidatie opgenomen."<br />
109. Cliënt was het eens met deze consis<strong>te</strong>n<strong>te</strong> besluitvorming:<br />
"De consis<strong>te</strong>ntie zag erin dat de accountant JMR had goedgekeurd<br />
en volledig op de hoog<strong>te</strong> was van de situatie bij JMR en dat Bompreço<br />
in wezen nog een be<strong>te</strong>r perspectief bood dan JMR. Meer economisch<br />
belang en nog be<strong>te</strong>re in<strong>te</strong>ntie om tot de groep <strong>te</strong> behoren. U<br />
vraagt mij waar zich dat in uit<strong>te</strong>. Dat uit<strong>te</strong> zich in allerlei details van<br />
samenwerking. Daar was een hele lijst van, van gedetailleerde samenwerking<br />
(…)." 36<br />
110. Accountant Wennink merkt op dat de toetsing <strong>te</strong>n aanzien van JMR marginaal<br />
zou zijn geweest, omdat hij de consolidatie <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> als een gegeven<br />
beschouwde. Daarom zou slechts ingeval zou zijn gebleken van veranderde<br />
fei<strong>te</strong>n of omstandigheden een heroverweging op zijn plaats zijn geweest<br />
(daarvan bleek overigens niet). 37 Maar <strong>te</strong>n aanzien van Bompreço moest uit<br />
de aard van de omstandigheden een nieuwe afweging zijn gemaakt.<br />
111. Uit niets blijkt dat D&T aanvullende documentatie nodig had van de fei<strong>te</strong>n<br />
en omstandigheden die redengevend waren om ook Bompreço naar Dutch<br />
GAAP als "groepsmaatschappij " <strong>te</strong> kwalificeren en volgens US GAAP de<br />
vereis<strong>te</strong> "control " aan <strong>te</strong> nemen. Behandelend accountant Bakkes zegt<br />
daarover dat "Ahold meende in control <strong>te</strong> zijn over Bompreço." 38<br />
112. Van den Dries zegt over Bompreço:<br />
"U vraagt mij of ik ook in Brazilië ben geweest. Ja, weer samen het<br />
de heer Smit (…) U vraagt mij hoe de gesprekken tijdens dit soort<br />
reizen doorgaans verliepen. Vaak hadden we een introductiegesprek<br />
met de lokale CEO, waar meestal de lokale CFO bijzat. Dan volgde<br />
meestal een gesprek met die CFO, al dan niet in aanwezigheid van<br />
36 V2/6.<br />
37 RC-verklaring Wennink van 21 maart 2005.<br />
38 RC-verklaring Bakkes van 10 februari, 6 en 12 april 2005.<br />
26
de lokale controller of lokale in<strong>te</strong>rne accountantsdienst. Daarna volgde<br />
de vergadering van het lokale audit commit<strong>te</strong>e die wij bijwoonden.<br />
Na afloop bezoch<strong>te</strong>n wij dan nog een of twee winkels. Per<br />
company bes<strong>te</strong>edden wij op deze wijze een dag (…) Tijdens dit soort<br />
gesprekken ging het niet over de control zelf, wel over aspec<strong>te</strong>n van<br />
betrokkenheid van Ahold (…) De conclusie omtrent control trokken<br />
wij ech<strong>te</strong>r ook op basis van wat ons op corpora<strong>te</strong> niveau bekend<br />
werd (…) " 39<br />
113. Ook dit is bevestigd door Bouma. 40 De controle van D&T resul<strong>te</strong>erde erin<br />
dat een goedkeurende verklaring werd afgegeven.<br />
114. Aldus zijn de jaarstukken over 1996 openbaar gemaakt en werd op grond<br />
van de hiervoor besproken maatstaven een Form 20-F gedeponeerd.<br />
De gebeur<strong>te</strong>nissen in 1997<br />
115. De gebeur<strong>te</strong>nissen die zich in de nu <strong>te</strong> bespreken jaren met betrekking tot<br />
consolidatieaangelegenheden aan de orde komen, worden besproken op<br />
basis van het dossier en met een retrospect voorbehoud, omdat cliënt na<br />
zijn <strong>te</strong>rugtreden als CFO niet meer met de dagelijkse gang van zaken met<br />
betrekking tot consolidatie aangelegenheden betrokken was. Hij bleef<br />
slechts op beleidsniveau op de hoog<strong>te</strong>.<br />
116. Begin 1997 acht<strong>te</strong> Ahold het opportuun om nader overleg <strong>te</strong> voeren met<br />
D&T over de consolidatie van deelnemingen, hoewel bij reconstructie niet<br />
van een concre<strong>te</strong>, direc<strong>te</strong> aanleiding bleek. Wellicht was de aanleiding gelegen<br />
in de door uw rechtbank gesignaleerde ontwikkelingen in de USA op<br />
het gebied van handhaving van beursregels, maar dat zou dan alleen zien<br />
op US GAAP en niet op gewijzigde regelgeving als zodanig.<br />
117. Bakkes meende zich <strong>te</strong> herinneren dat het S<strong>te</strong>rk was die D&T verzocht <strong>te</strong>rzake<br />
<strong>te</strong> adviseren. S<strong>te</strong>rk zou meer in het bijzonder aan Sander van Dam gevraagd<br />
hebben wat volgens D&T de "ground rules " waren om deelnemingen<br />
in de jaarrekening <strong>te</strong> (blijven) verwerken. Van Dam zou deze vraag<br />
vervolgens doorgeleid hebben aan zijn opvolger Bakkes die samen met zijn<br />
collega’s Marco van der Veg<strong>te</strong> en Wennink een memo ops<strong>te</strong>lde. Dit memo is<br />
gevoegd bij een aan Verhelst gerich<strong>te</strong> brief, geda<strong>te</strong>erd 5 sep<strong>te</strong>mber 1997,<br />
waarin D&T let<strong>te</strong>rlijk als volgt adviseerde omtrent Dutch GAAP:<br />
39 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />
40 RC-verklaring Bouma van 17 november 2005.<br />
27
In<strong>te</strong>grale consolidatie<br />
"In<strong>te</strong>grale consolidatie is (…) aan de orde in het geval de deelneming<br />
door een partner wordt aangemerkt als een groepsmaatschappij.<br />
Hierbij zijn de volgende factoren van belang:<br />
- begrip economische eenheid en<br />
- organisatorische verbondenheid.<br />
In de li<strong>te</strong>ratuur worden een aantal aanwijzingen gegeven voor het<br />
bestaan van een economische eenheid zoals onder meer complementari<strong>te</strong>it<br />
van economische activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n, gemeenschappelijkheid van<br />
financieel en economisch beleid en beheer, fiscale verbondenheid en<br />
aansprakelijks<strong>te</strong>llingen over en weer.<br />
(…)<br />
Indien uit de joint-venture niet blijkt dat één van de partners de<br />
doorslaggevende invloed heeft op het beleid, maar deze invloed uit<br />
de fei<strong>te</strong>lijke situatie blijkt, be<strong>te</strong>kent dit dat de ‘joint-venture’ door de<br />
partner geïn<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>erd kan worden als groepsmaatschappij.<br />
De in<strong>te</strong>rpretatie of er sprake is van een groepsmaatschappij op<br />
grond van de fei<strong>te</strong>lijke omstandigheden, dient gemaakt <strong>te</strong> worden<br />
door iedere partner afzonderlijk. De mening van de andere partner is<br />
in dit verband niet relevant. Het kan zelfs zo zijn dat beide partners<br />
van mening zijn dat de joint-venture als groepsmaatschappij wordt<br />
aangemerkt en daarom door beide zal worden geconsolideerd."<br />
118. Deze inhoud kan, ach<strong>te</strong>raf bezien, niet anders opgevat worden dan een<br />
bevestiging van de deugdelijkheid van de eerdere besluitvorming en het<br />
gemotiveerde standpunt van de controlerend accountants, gebaseerd op<br />
wet- en regelgeving. Dutch GAAP stond dan ook verder niet <strong>te</strong>r discussie.<br />
Immers, aannemelijk is dat er <strong>te</strong>n aanzien van JMR en Bompreço om de<br />
aangegeven reden nog s<strong>te</strong>eds sprake was van op z’n minst complementari<strong>te</strong>it<br />
van economische activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n, gemeenschappelijkheid van financieel<br />
en economisch beleid alsmede gemeenschappelijkheid van beheer in de bedrijfsvoering.<br />
In de <strong>te</strong>rmen van Van de Poel: "economische macht ". Evenals<br />
Van den Dries 41 , bevestigde Van der Veg<strong>te</strong>:<br />
"Het memo is een weergave van ontwikkelingen omtrent verslaggeving<br />
voor deelnemingen, zowel onder Amerikaanse als Nederlandse<br />
41 RC-verklaring Van den Dries van 23 augustus 2005.<br />
28
egels. Het (…) heeft betrekking op voorwaarden waaraan voldaan<br />
moet worden om <strong>te</strong> kunnen consolideren." 42<br />
119. De advisering sloot naadloos aan bij de wetsgeschiedenis van artikel 2:24b<br />
BW. Immers deze beperk<strong>te</strong> zich tot de ruime en open definitie van "economische<br />
eenheid " en "organisatorische verbondenheid ", maar gaf aan dat<br />
ook het element "centrale leiding " van belang was om het economische<br />
begrip "groep " en "groepsmaatschappij " aan <strong>te</strong> nemen.<br />
120. Prof. Van de Poel bevestigt op zijn beurt dat de inhoud van de brief de<br />
gangbare gedach<strong>te</strong>n in de accountancy weergaven. Hij vat<strong>te</strong> samen:<br />
"Het cri<strong>te</strong>rium is fei<strong>te</strong>lijke zeggenschap (de facto control). Het is (…)<br />
niet een kwestie van mogen, maar van moe<strong>te</strong>n. De voorschrif<strong>te</strong>n<br />
spreken van consolidatieplicht. In<strong>te</strong>graal consolideren is verplicht<br />
voor degene die het voor het zeggen heeft, er is geen keuze toegestaan<br />
van een andere wijze van boekhouden." 43<br />
121. Verhelst concludeerde dan ook naar aanleiding van de brief van D&T:<br />
"Uit deze brief blijkt dat onder Dutch GAAP je zelf kunt vasts<strong>te</strong>llen of<br />
je voldoende control hebt om <strong>te</strong> kunnen consolideren. Als er sprake<br />
is van een groepsmaatschappij moet je consolideren onder de Nederlandse<br />
regels. (…) De in<strong>te</strong>rpretatie of er sprake is van een<br />
groepsmaatschappij op grond van de fei<strong>te</strong>lijke omstandigheden dient<br />
gemaakt <strong>te</strong> worden door iedere partner afzonderlijk.<br />
Het feit dat er sprake is van een groepsmaatschappij blijkt uit de<br />
operationele invloed. Door Ahold werden de joint ventures behandeld<br />
als een groepsmaatschappij. Dit be<strong>te</strong>kende dat ze aangeslo<strong>te</strong>n<br />
waren op het Ahold netwerk en ze participeerden in de stra<strong>te</strong>gie<br />
meetings die een hoogst vertrouwelijk karak<strong>te</strong>r hadden. Het Ahold<br />
netwerk bevat ook hoogst vertrouwelijke informatie op het gebied<br />
van marketing, inkoop-, financiële zaken en logistiek. De personen<br />
die bevoegd waren het netwerk <strong>te</strong> raadplegen zijn hiervoor speciaal<br />
geselec<strong>te</strong>erd. Dit soort informatie is derma<strong>te</strong> vertrouwelijk dat je dit<br />
niet zomaar met iedereen deelt. Dit wordt alleen gedeeld indien het<br />
een groepsmaatschappij betreft. Verder was het zo dat een lid van<br />
de Raad van Bestuur verantwoordelijk was voor de deelneming. Er<br />
was een direc<strong>te</strong> rapportagelijn tussen de deelneming en Ahold. Alle<br />
joint ventures werden niet anders behandeld als Albert Heijn en elke<br />
andere doch<strong>te</strong>rmaatschappij. Op alle gebieden moes<strong>te</strong>n de joint ventures<br />
zich houden aan de Ahold regels en procedures. Als voorbeeld<br />
42<br />
RC-verklaring Van der Veg<strong>te</strong> van 11 en 18 februari 2005.<br />
43<br />
Antwoord op vraag 1.<br />
29
noem ik de accounting manual, inves<strong>te</strong>rings- en budge<strong>te</strong>ringsprocedures.<br />
Op het operationele gebied waren de Europese joint ventures aangeslo<strong>te</strong>n<br />
bij het European Compe<strong>te</strong>nce Cen<strong>te</strong>r en maak<strong>te</strong>n zij gebruik<br />
van (…) European Sourcing. Dit is de centrale inkoop.<br />
Met Deloit<strong>te</strong> en Touche werd met betrekking tot Dutch GAAP (…)<br />
aan de hand van vorenstaande voorbeelden aangetoond dat er sprake<br />
was van een groepsmaatschappij. Daarnaast beoordeelden zij dat<br />
ook zelf. Deloit<strong>te</strong> en Touche had inmiddels een jarenlange ervaring<br />
met Ahold dus konden dat ook zelf beoordelen." 44<br />
122. Ten aanzien van de Amerikaanse verslaggevingvoorschrif<strong>te</strong>n (US GAAP) gaf<br />
D&T in het memo aan dat consolidatie in hoofdzaak afhankelijk was van het<br />
bestaan van "substantive control ". De beoordeling van de vraag of dergelijke<br />
"control " bestond, diende volgens D&T ook gemaakt <strong>te</strong> worden aan de<br />
hand van relevan<strong>te</strong> fei<strong>te</strong>n en omstandigheden. Het bestaan van deze "control<br />
" was in beginsel gegeven bij eigendom van meer dan de helft van de<br />
aandelen, aldus D&T. Tenzij er anderszins geen sprake was van fei<strong>te</strong>lijke<br />
"control ".<br />
123. Daaren<strong>te</strong>gen kon bij eigendom van minder dan de helft van de aandelen<br />
eveneens sprake zijn van fei<strong>te</strong>lijke "control ". Vergelijk JMR, <strong>te</strong>nzij voldoende<br />
zeggenschap ontbrak. Vetorech<strong>te</strong>n ("pro<strong>te</strong>ctive" en "participating<br />
rights ") konden, maar behoefden volgens D&T niet aan fei<strong>te</strong>lijke "control "<br />
in de weg <strong>te</strong> staan. Prof. Van de Poel vertaalde "pro<strong>te</strong>ctive rights " naar kapitaalbescherming<br />
en "participating rights " naar rech<strong>te</strong>n omtrent de beraadslagingen<br />
en besluitvorming. 45<br />
124. Ook deze observaties slo<strong>te</strong>n aan bij het onderlinge overleg en de goedkeurende<br />
verklaringen van de controlerend accountants. Van der Veg<strong>te</strong> sprak<br />
zelfs van "veelvuldig overleg " tussen zijn collega’s en Ahold "over deelneming<br />
accounting ". 46 Dat wekt ook geen verbazing, want D&T had haar eigen<br />
ruim<strong>te</strong> in het hoofdkantoor van Ahold en medewerkers van D&T waren<br />
zelfs gedetacheerd bij Corpora<strong>te</strong> Controlling van Ahold. Bos zegt daarover:<br />
"Deloit<strong>te</strong> & Touche had iemand bij Ahold gedetacheerd (…) bij de<br />
afdeling controlling, om die afdeling <strong>te</strong> vers<strong>te</strong>rken. Hij werk<strong>te</strong> los van<br />
44 V5/4.<br />
45 Antwoord op vraag 8.<br />
46 RC-verklaring Van der Veg<strong>te</strong> van 14 juli 2005.<br />
30
het <strong>te</strong>am van Deloit<strong>te</strong> & Touche dat een eigen ruim<strong>te</strong> had in de kelder<br />
van het hoofdkantoor in Zaandam. Hij had rechtstreeks toegang<br />
tot de dossiers van Ahold (…) Bakkes was de belangrijks<strong>te</strong> man van<br />
de medewerkers van Deloit<strong>te</strong> & Touche die in<strong>te</strong>rn bij Ahold in het<br />
sou<strong>te</strong>rrain van het hoofdkantoor in Zaandam gehuisvest waren. Hij<br />
stuurde de anderen aan en hij hield zich bezig met de jaarverslaggeving<br />
en met de Form 20-F. " 47<br />
125. Met ander woorden, D&T wist uit eigen we<strong>te</strong>nschap en waarneming hoe de<br />
fei<strong>te</strong>lijke verhoudingen van Ahold met haar deelnemingpartners lagen.<br />
126. Hoogs<strong>te</strong>ns res<strong>te</strong>erde naar US GAAP de vraag naar voldoende "indicaties "<br />
van bepaalde zeggenschapsrech<strong>te</strong>n, indien men meer waarde hecht aan de<br />
"form ", het formele bewijs van "control ". Maar ook <strong>te</strong>n aanzien van US<br />
GAAP kon de conclusie niet anders luiden dan dat het besluit om al dan niet<br />
<strong>te</strong> consolideren in belangrijke ma<strong>te</strong> afhankelijk was van een beoordeling<br />
c.q. inschatting van relevan<strong>te</strong> fei<strong>te</strong>n en omstandigheden. Daarmee was<br />
eveneens een zekere marge gegeven. Van de Poel zegt op vragen van uw<br />
rechtbank:<br />
"In<strong>te</strong>grale consolidatie wordt in de Amerikaanse praktijk niet anders<br />
geïndiceerd dan in het Nederlandse regime, maar de bewijsvoering is<br />
gebaseerd op de jure control, zoals in hoofdstuk 5 is aangegeven.<br />
Principes die de facto control relevant ach<strong>te</strong>n worden genoemd in de<br />
voorschrif<strong>te</strong>n, maar de praktijk is behept met de onuitroeibare behoef<strong>te</strong><br />
aan de jure maatstaven." 48<br />
127. In ieder geval sloot een afweging <strong>te</strong>n faveure van (voortzetting van) consolidatie<br />
naar de overtuiging van Verhelst en de onder zijn leiding werkzame<br />
medewerkers, waaronder Bouma en Mulder kennelijk aan bij de reali<strong>te</strong>it zoals<br />
die destijds binnen Ahold en D&T werd beleefd, <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n dat de deelnemingen<br />
JMR en Bompreço fei<strong>te</strong>lijk opereerden als "groepsmaatschappijen<br />
" van Ahold en dat Ahold in de praktijk "control " had over de<br />
deelnemingen.<br />
128. Er is ook geen enkele aanleiding om <strong>te</strong> veronders<strong>te</strong>llen dat D&T van andere<br />
fei<strong>te</strong>n dan Ahold uitging. Van de Poel zegt daarover:<br />
"De accountant dient af <strong>te</strong> gaan op fei<strong>te</strong>lijkheid: (de facto) omstandigheden<br />
en praktijken. Hij dient mededelingen en op schrift ges<strong>te</strong>l-<br />
47 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />
48 Antwoord op vraag 3.<br />
31
de beschrijvingen van de facto control die de onderneming verschaft,<br />
<strong>te</strong> controleren op juistheid, zoals hij iedere andere relevan<strong>te</strong><br />
bewering van de onderneming moet controleren. (….)." 49<br />
129. Ten aanzien van de controle is D&T niets in de weg gelegd. Wennink bevestigde<br />
bij de RC 50 hetgeen hij bij de SEC had verklaard:<br />
"(…) at that time we wro<strong>te</strong> a let<strong>te</strong>r to Ahold explaining the ground<br />
rules, af<strong>te</strong>r consultation with the Dutch national office and also consultation<br />
with our US audit partner what the rules were. And we put<br />
it into a let<strong>te</strong>r and explained to Ahold under what conditions the<br />
consolidation could occur."<br />
130. Verder bevestigde zijn collega Bakkes bij de SEC dat het overleg niet alleen<br />
met Verhelst, maar ook met Bouma gevoerd werd:<br />
"They said by knowing what is necessary to consolida<strong>te</strong>, they felt<br />
that they had enough evidence to prove that they could consolida<strong>te</strong><br />
the joint ventures.(…)." 51<br />
131. Naast de stafdienst Administratie werd ook de stafdienst Juridische Zaken in<br />
het overleg betrokken. Verder kwamen ook andere deelnemingen dan JMR<br />
en Bompreço aan de orde, waaronder Disco. Zo blijkt uit een op 27 oktober<br />
1997 geda<strong>te</strong>erd memo van onder andere Bos:<br />
"We have to make clear, af<strong>te</strong>r our discussions with D&T, whether we<br />
are able to consolida<strong>te</strong> Newco, Disco and Santa Isabelle under both<br />
Dutch and US GAAP (…)."<br />
132. Op gelijke datum werd een en ander in de RvB besproken, zij het dat Meurs<br />
toen kennelijk rekening hield met de mogelijkheid om de in<strong>te</strong>grale consolidatie<br />
<strong>te</strong> wijzigen in partiële consolidatie. Dat wilde de RvB ech<strong>te</strong>r niet. Het<br />
idee was Disco in navolging van JMR en Bompreço "volledig <strong>te</strong> consolideren<br />
". Cliënt zegt daarover:<br />
"In zijn algemeenheid hielden wij bes<strong>te</strong>ndige gedragslijnen aan. Die<br />
vloeiden voort uit de consolidatie van eerdere joint ventures. Wij<br />
hadden een voorkeur voor een bes<strong>te</strong>ndige gedragslijn en gro<strong>te</strong>re<br />
transparantie, ui<strong>te</strong>raard binnen de mogelijkheden die er waren. Als<br />
er een mogelijkheid tot in<strong>te</strong>grale consolidatie was, kozen wij daar-<br />
49 Antwoord op vraag 2.<br />
50 RC-verklaring Wennink van 21 maart 2005.<br />
51 D/5039.<br />
32
voor. U vraagt mij wat ik bedoel met gro<strong>te</strong>re transparantie? Dat lijkt<br />
mij helder. In het geval van in<strong>te</strong>grale consolidatie worden alle lijnen<br />
van de verlies- en winstrekening en van de balans meegenomen. Dat<br />
geeft een veel gro<strong>te</strong>re transparantie dan toepassing van de equity<br />
methode. Dan is er maar één lijn. De transparantie is dan dus veel<br />
geringer." 52<br />
133. Conclusie: hoewel niet blijkt van een concre<strong>te</strong> en direc<strong>te</strong> aanleiding adviseerde<br />
D&T expliciet over consolidatie naar niet alleen Dutch GAAP, maar<br />
ook naar US GAAP. Het nettoresultaat was dat er kennelijk alle aanleiding<br />
was in<strong>te</strong>grale consolidatie voort <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n. Van een "dissenting opinion "<br />
door wie dan ook, blijkt niet.<br />
134. Ges<strong>te</strong>und door de visie van D&T zet<strong>te</strong> Ahold de bes<strong>te</strong>ndige, transparan<strong>te</strong><br />
lijn dan ook voort. S<strong>te</strong>rker nog, het was verplicht naar Dutch GAAP omdat<br />
de deelnemingen als "groepsmaatschappijen " kwalificeerden.<br />
135. De contractuele verantwoordelijkheid van D&T lag vast in een op 15 sep<strong>te</strong>mber<br />
1997 geda<strong>te</strong>erde "Engagement let<strong>te</strong>r ". Als lead client service partner<br />
diende Van den Dries ervoor <strong>te</strong> zorgen dat Ahold van de Nederlandse<br />
"partnership Deloit<strong>te</strong> & Touche Regis<strong>te</strong>raccountants " (D&T NL) "quality<br />
service " ontving, meer in het bijzonder <strong>te</strong>n aanzien van de "auditing " en<br />
"reporting " van "financial sta<strong>te</strong>ments ", waaronder die betreffende het<br />
boekjaar 1997.<br />
136. Daartoe werd Van den Dries geassis<strong>te</strong>erd door niet alleen Wennink, Bakkes<br />
en hun Nederlandse collega’s, maar ook door coordinating partner David<br />
Herskovits en zijn Amerikaanse collega’s. Het was ech<strong>te</strong>r D&T NL met wie<br />
de contractuele relatie bestond, zodat Ahold per saldo alleen met D&T NL <strong>te</strong><br />
maken had.<br />
137. Bij deze stand van zaken lijkt het mij toe dat de CFO geen reden had tot<br />
een ander oordeel <strong>te</strong> komen dan Verhelst, Bouma, Mulder of wie dan ook<br />
bij Administratie, mede <strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond dat de IAD en Juridische Zaken<br />
geen afwijkende visies hadden. Daarom waren er ook geen redenen af<br />
<strong>te</strong> wijken van de eerdere besluitvorming van RvB en RvC, <strong>te</strong> minder nu D&T<br />
NL (ook na de kritische toets van de SEC) zich met dat oordeel op basis van<br />
haar eigen advisering en controle verenigde. Er waren geen fei<strong>te</strong>n en omstandigheden<br />
die tot een ander oordeel noop<strong>te</strong>n.<br />
52 RC-verklaring Van der Hoeven van 9 februari 2006.<br />
33
138. Het was dan ook volstrekt redelijk dat de RvB tot het besluit kwam de jaarrekening<br />
over 1997 wederom geconsolideerd op <strong>te</strong> (doen) s<strong>te</strong>llen, waarna<br />
deze conform de eerdere jaarrekeningen is vastges<strong>te</strong>ld door de RvC.<br />
139. Niet onbelangrijk: in de op 3 maart 1998 geda<strong>te</strong>erde managementlet<strong>te</strong>r van<br />
D&T aan de RvB en RvC van Ahold over 1997 is niets afwijkends opgenomen<br />
over de consolidatie van JMR en Bompreço. 53 Wel staat in de brief expliciet<br />
dat zich gedurende het jaar 1997 geen belangrijke wijzigingen voordeden<br />
in de grondslagen of de toepassing daarvan op het gebied van "accounting<br />
". Het is aannemelijk dat deze managementlet<strong>te</strong>r besproken is in<br />
de RvB en de AC alvorens de jaarrekening en de Form 20-F over 1997 op<br />
10 maart 1998 werden vastges<strong>te</strong>ld.<br />
140. De goedkeurende verklaring van D&T is van gelijke datum. Blijkens de inhoud<br />
was D&T zonder voorbehoud expliciet van oordeel dat de jaarrekening<br />
voldeed aan de wet<strong>te</strong>lijke bepalingen zoals opgenomen in Ti<strong>te</strong>l 9 van Boek<br />
2 BW.<br />
141. Onder de gegeven omstandigheden kon en mocht cliënt zonder voorbehoud<br />
de op de jaarstukken betrekking hebbende LOR, die reeds de reeds door<br />
Verhelst en de CFO was onder<strong>te</strong>kend, vervolgens ook onder<strong>te</strong>kenen. Naar<br />
zijn overtuiging was er immers sprake van een "fair presentation " van de<br />
relevan<strong>te</strong> financiële gegevens en aanwijzingen voor het <strong>te</strong>gendeel ontbraken.<br />
142. Misschien kan het geen kwaad in dit stadium van het pleidooi al <strong>te</strong> wijzen<br />
op het oordeel van de deskundige Van de Poel. De be<strong>te</strong>kenis van de LOR is<br />
vooral de behoef<strong>te</strong> bij de accountant zich in <strong>te</strong> dekken deze mogelijke aansprakelijkheid.<br />
Prof. Van de Poel zegt daarover:<br />
"Een LOR zorgt ervoor dat de accountant ach<strong>te</strong>raf kan zeggen dat hij<br />
niet alle en/of slechts misleidende informatie heeft gekregen van de<br />
cliënt en daarom niet aansprakelijk ges<strong>te</strong>ld kan worden als het management<br />
zich niet houdt aan de afspraak." 54<br />
143. Enfin, nu ik het toch over Prof. Van de Poel heb. Zijn kritiek op het functioneren<br />
van de RvB ziet dan ook niet op 1997, maar op de periode daarna<br />
53 D/292.<br />
54 Antwoord op vraag 21.<br />
34
wanneer het volgens hem voor een ieder "duidelijk " moest zijn dat D&T<br />
USA niet meer bereid en in staat zou zijn om de SEC <strong>te</strong> bewegen akkoord <strong>te</strong><br />
gaan met in<strong>te</strong>grale consolidatie onder US GAAP zonder aanvullende "control<br />
let<strong>te</strong>rs ". 55<br />
De gebeur<strong>te</strong>nissen in 1998<br />
144. Nadat de jaarstukken over 1997 waren opges<strong>te</strong>ld, vastges<strong>te</strong>ld en goedgekeurd,<br />
vond opnieuw overleg plaats tussen Ahold en D&T. Aannemelijk is<br />
dat dit geschiedde in het kader van nieuwe aandelenemissies <strong>te</strong>r financiering<br />
van de nieuwe acquisities Zuid-Amerika en de Verenigde Sta<strong>te</strong>n.<br />
145. De inmiddels uitgeleverde tijdregistratie 56 leerde dat Wennink in 1998 eenentwintig<br />
maal overleg c.q. besprekingen voerde inzake Ahold. Voor Van<br />
den Dries was dat 52 maal. Van den Dries registreerde in 1998 in totaal 466<br />
uur. Hij was kennelijk wekelijks, zo niet dagelijks met Ahold bezig. Tegenover<br />
de enquê<strong>te</strong>urs verklaarde hij als "lead partner " destijds circa 40% van<br />
zijn tijd aan Ahold <strong>te</strong> bes<strong>te</strong>den 57 . Zijn verklaring in de strafzaak zou overigens<br />
anders kunnen doen vermoeden. 58<br />
146. Een probleem in het onderzoek vormde de omstandigheid dat de accountants<br />
van D&T nauwelijks meer beschik<strong>te</strong>n over hun aan<strong>te</strong>keningen, omdat<br />
deze niet werden bewaard. Er zijn dus maar een beperkt aantal vastleggingen<br />
van D&T beschikbaar. Prof. Van de Poel zegt daarover:<br />
"Accountants dienen hun bevindingen vast <strong>te</strong> leggen in een dossier.<br />
Over de wijze van vastlegging in <strong>te</strong>chnische zin heb ik geen informatie,<br />
maar het is evident dat zoiets schrif<strong>te</strong>lijk gebeurt. Het kan ook<br />
digitaal, ingesproken op tapes, met kleitablet<strong>te</strong>n en – mijn persoonlijke<br />
voorkeur – gehouwen in s<strong>te</strong>nen tafelen." 59<br />
147. Ahold legde wel het nodige vast. Zo bevestigden Bouma en Bos in het memo<br />
van 13 maart 1998 aan Verhelst de redengeving van de consolidatie:<br />
"Ahold’s stra<strong>te</strong>gy is to ultima<strong>te</strong>ly achieve a majority shareholding in<br />
all of its current joint ventures. (…) The joint venture agreements<br />
55<br />
Samenvatting van de conclusies onder sub 2.<br />
56<br />
D/658.<br />
57<br />
Rapportage randnummer 101.<br />
58<br />
RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />
59 Antwoord op vraag 14.<br />
35
that Ahold has concluded in a formal sense attribu<strong>te</strong> 50% of the decision<br />
power to each of the joint venture partners. This is of<strong>te</strong>n unavoidable<br />
due to local legislation, that prohibit[s] foreign majority<br />
ownership. In practice, however, given the limi<strong>te</strong>d resources of the<br />
joint venture partner, Ahold is the dominant partner." 60<br />
148. Per deelneming werk<strong>te</strong> Bouma in samenwerking met Bos de daaraan <strong>te</strong>n<br />
grondslag liggende fei<strong>te</strong>n en omstandigheden gemotiveerd uit. 61<br />
JMR<br />
149. Ten aanzien van JMR werd benadrukt<br />
BOMPREÇO<br />
๐ dat JMR geen specifieke kennis van de "food retailing business " had.<br />
๐ dat JMR volledig afhankelijk van Ahold voor "operational and stra<strong>te</strong>gic<br />
decisions ".<br />
๐ voor JMR was een acquisitie geïnitieerd en mogelijk gemaakt door<br />
Ahold: "having the knowledge and funds available ".<br />
150. Ten aanzien van Bompreço somden Bouma en Bos (zakelijk weergegeven)<br />
het volgende op: 62<br />
o Ahold initieerde en financierde de in de stukken genoemde Supermar<br />
acquisitie, hetgeen zonder inbreng van Ahold niet mogelijk geweest<br />
zou zijn;<br />
o Ahold was zeer actief betrokken bij de distributie- en logistieke sys<strong>te</strong>men<br />
van Bompreço alsmede de verbe<strong>te</strong>ring ervan;<br />
o Anders dan de familie Mendonça verwierf Ahold aanvullende preferen<strong>te</strong><br />
aandelen in Bompreço;<br />
o Ahold introduceerde het mentorschap van genoemde doch<strong>te</strong>ronderneming<br />
Stop & Shop;<br />
o Ahold voorzag Bompreço van additionele "in<strong>te</strong>rcompany " financiering.<br />
o (Last but certainly not least:) Het Braziliaanse onroerend goed was<br />
aan Ahold overgedragen.<br />
151. Het is aannemelijk geworden dat dit alles een juis<strong>te</strong> weergave van de werkelijkheid<br />
was. Kortom, Ahold had <strong>te</strong>lkenmale aantoonbaar het initiatief, de<br />
kennis en de (financiële) inbreng: wie betaalt, bepaalt! Niet blijkt dat D&T<br />
aan de vasts<strong>te</strong>llingen twijfelde. Prof. Van de Poel zegt er over:<br />
60 D/277.<br />
61 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />
62 D/277.<br />
36
"Het memo (…) van 16 maart 1998 (D/277) vind ik acceptabel als<br />
onderbouwing van consolidatie volgens Nederlandse voorschrif<strong>te</strong>n,<br />
zij het dat ik het persoonlijk wat uitgebreider en meer gedetailleerd<br />
had willen hebben." 63<br />
152. Afschrif<strong>te</strong>n van het memo werden blijkens het voorblad aan enerzijds Ekelschot<br />
van de IAD en anderzijds aan Wennink van D&T gestuurd. Verhelst<br />
zegt daarover:<br />
"[Ik] heb (…) mijn medewerks<strong>te</strong>r Annelies Bouma opdracht gegeven<br />
om nog eens op een rijtje <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n waarom Ahold consolideerde. In<br />
Amerika waren er nieuwe regels voor consolidatie gekomen waaruit<br />
bleek dat alles wat stric<strong>te</strong>r zou worden onder US GAAP vanaf 1998.<br />
Ik denk dat de opdracht aan Annelies Bouma een gevolg is geweest<br />
van gesprekken met Deloit<strong>te</strong> & Touche." 64<br />
153. Wennink leidde de gegevens dan ook door naar zijn collega’s in de VS,<br />
maar deze keken nogal kritisch naar US GAAP en wel <strong>te</strong>n aanzien van de eis<br />
dat Ahold "exclusive decision-making authority " over "ongoing, major or<br />
central operations " <strong>te</strong>n aanzien van de deelnemings moest hebben c.q.<br />
aantonen. Dat aantonen zou volgens deze collega’s dan kunnen door middel<br />
van "contracts or other writ<strong>te</strong>n agreements that provide control elements ".<br />
Niet is duidelijk geworden dat dit ook zo aan Ahold is doorgegeven.<br />
154. De Nederlandse accountant namen het wel zonder meer over en Wennink<br />
s<strong>te</strong>lde voor het overleg met Ahold <strong>te</strong> continueren, meer in het bijzonder <strong>te</strong>n<br />
aanzien van de verdere toepassing van US GAAP, hetgeen inmiddels bevestigd<br />
is door Bouma 65 , Bos 66 en Verhelst 67 . Of<strong>te</strong>wel, hoe zou Ahold naar US<br />
GAAP "control " kunnen aantonen door middel van "other writ<strong>te</strong>n<br />
agreements that provide control elements ".<br />
155. Prof. Van de Poel acht<strong>te</strong> het genoemde memo ech<strong>te</strong>r voor US GAAP onvoldoende:<br />
"Het is al met al een <strong>te</strong> slordig stuk waar je niet mee kan scoren bij<br />
Deloit<strong>te</strong> US, laat staan de SEC. (…) Het memo kan gezien worden als<br />
een eers<strong>te</strong> concept dat <strong>te</strong>r discussie en verdere verrijking aan anderen<br />
wordt gegeven om daarna met<strong>te</strong>rdaad grondiger op po<strong>te</strong>n <strong>te</strong><br />
worden gezet.(…) Het is mij niet bekend of er vanwege Deloit<strong>te</strong> NL<br />
een reactie op gekomen is waarin een soortgelijk oordeel als het<br />
63<br />
Antwoord op vraag 18.<br />
64<br />
V5/4.<br />
65<br />
RC-verklaring Bouma van 17 november 2005.<br />
66<br />
RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />
67<br />
RC-verklaring Verhelst van 1 februari 2006.<br />
37
mijne wordt gegeven. Dat had wel gemoe<strong>te</strong>n. (…) Deloit<strong>te</strong> US zal<br />
zich wel op het standpunt ges<strong>te</strong>ld hebben dat het in eers<strong>te</strong> instantie<br />
de taak van de cliënt was om met een nadere onderbouwing <strong>te</strong> komen<br />
en in tweede instantie de Nederlandse collega die daarbij had<br />
kunnen helpen.(…)." 68<br />
156. Deze opvatting van Prof. Van de Poel zal mede gebaseerd zijn op de verslaglegging<br />
van het "maandagoch<strong>te</strong>ndgebed" van 29 juni 1998 waarin specifiek<br />
aandacht werd gevraagd voor de verdere consolidatie van Bompreço<br />
naar US GAAP:<br />
"4. Latin America<br />
(…) Brazil: 2 issues will be discussed with M. Silva. Consolidation of<br />
Bompreço (D&T says under US GAAP we can not consolida<strong>te</strong> because<br />
we do not have control) and recapitalization of Bompreço. On<br />
July 13, AB, JJB, PHF, LAPAV and AAM will have a discussion with<br />
D&T. PHF will investiga<strong>te</strong> also."<br />
157. De secretaresse van Verhelst vervaardigde de notulen 69 . Na goedkeuring<br />
van het concept door of namens Verhelst werden ze verstuurd aan de deelnemers<br />
van de betreffende stafdiens<strong>te</strong>n. Derhalve moet worden aangenomen<br />
dat alle direct betrokkenen binnen Ahold vanaf medio 1998 in ieder<br />
geval op de hoog<strong>te</strong> waren van de zich ontwikkelende problematiek <strong>te</strong>n aanzien<br />
van US GAAP. Niet bleek ech<strong>te</strong>r dat de problematiek onoverkomelijk<br />
was en inderdaad concludeert Prof. Van de Poel ach<strong>te</strong>raf dat de situatie<br />
naar US GAAP bepaald niet hopeloos was. Hoewel niet blijkt dat Ahold de<br />
in<strong>te</strong>rne consultatie binnen D&T ooit <strong>te</strong>r kennis is gebracht, consta<strong>te</strong>erde<br />
Prof. Van de Poel, dat de National Office "wel heel streng" was:<br />
"(…) op vrijwel alle pun<strong>te</strong>n voldoet Ahold en er is maar één punt<br />
waarover men zou kunnen twis<strong>te</strong>n hoewel ook die score een ech<strong>te</strong><br />
close call is (…)." 70<br />
158. Dat ene punt betreft dus het hebben van "exclusive decision-making authority<br />
on ongoing major and central operations" naar US GAAP daar waar de<br />
"economische macht" naar Dutch GAAP niet <strong>te</strong>r discussie stond. Deze boekhoudkundige<br />
"close call" naar US GAAP blijkt, ach<strong>te</strong>raf bezien, de kern van<br />
de onderhavige zaak <strong>te</strong> zijn geworden.<br />
68 Antwoord op vraag 18.<br />
69 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />
70 Antwoord op vraag 18.<br />
38
159. De follow up kwam aantoonbaar wederom van Bouma in samenwerking<br />
met Bos volgens het memo van 10 juli 1998 met als onderwerp "Consolidation<br />
of JV’s under US GAAP". Geadresseerden waren enerzijds Meurs, Paul<br />
Freischlag, Andre Bui<strong>te</strong>nhuis, Verhelst en anderzijds Wennink en senior manager<br />
Bakkes van D&T. Bos zegt hierover:<br />
"Freischlag was (…) werkzaam bij Ahold Treasury. Het zou goed<br />
kunnen dat hij bij het overleg betrokken werd vanwege zijn kennis<br />
over US GAAP. Er waren ech<strong>te</strong>r nog wel meer mensen bij Ahold die<br />
daarover kennis beza<strong>te</strong>n, zoals S<strong>te</strong>wart Brown van investor relations.<br />
Hij was Amerikaan en was vroeger in dienst bij Deloit<strong>te</strong> & Touche<br />
geweest. Hij is er bij betrokken geweest." 71<br />
160. Het memo besprak expliciet de vraag "whether an entity can establish a<br />
controlling financial in<strong>te</strong>rest in another entity through a contractual management<br />
agreement without having ownership of a majority of the outstanding<br />
voting equity instruments ". Het voorblad bevestigde dat het memo<br />
diende <strong>te</strong>r bespreking met D&T op 13 juli 1998.<br />
161. Vast staat dat deze bespreking doorgang vond, hoewel niemand van de<br />
gehoorde accountants zegt zich het overleg <strong>te</strong> kunnen herinneren. Uit de<br />
tijdregistratie blijkt ech<strong>te</strong>r dat Wennink in de bewus<strong>te</strong> week aan overleg/besprekingen<br />
inzake Ahold 5,5 uren no<strong>te</strong>erde. In dezelfde week no<strong>te</strong>erde<br />
Van den Dries 6 uur voor overleg/besprekingen. In de agenda van Meurs<br />
stond op woensdag 13 juli: "4.00 PF + JB D&T inz. cons. j.v. (…) ".<br />
162. Nadere reconstructie blijkt mogelijk met behulp van de handgeschreven<br />
aan<strong>te</strong>keningen van Bos 72 en de op schrift ges<strong>te</strong>lde ma<strong>te</strong>riali<strong>te</strong>its<strong>te</strong>st van 13<br />
juli 1998. Aan de hand van een en ander is aannemelijk geworden dat toen<br />
met name tussen D&T en Ahold gesproken is over Bompreço en JMR, maar<br />
dat ook wederom aandacht is bes<strong>te</strong>ed aan de inmiddels gevormde deelneming<br />
Disco. Bos zegt daarover:<br />
"Ik kan me vaag iets herinneren over een bijeenkomst op de kamer<br />
van Bert Verhelst, zoals alle besprekingen met Wennink en Van den<br />
Dries. Het ging over de consolidatie van de joint ventures. Van Deloit<strong>te</strong>-zijde<br />
werd er gezegd dat er een probleem was. Ik kan me hier<br />
verder geen details van herinneren. U vraagt mij hoe er van Aholdzijde<br />
werd gereageerd, welke oplossingen denkbaar waren? Er werd<br />
met name naar de fei<strong>te</strong>n gekeken (…). Dat deden alle aanwezigen in<br />
71 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />
72 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />
39
die vergadering, zowel van Ahold- als van Deloit<strong>te</strong>-zijde. De memo’s<br />
die we zojuist bespraken waren daar ook voor bedoeld." 73<br />
163. Hoewel de bij de RC gehoorde accountants dus zeggen zich een specifieke<br />
bespreking in juli 1998 niet <strong>te</strong> kunnen herinneren was de mening van D&T<br />
kennelijk dat er <strong>te</strong> weinig gedocumen<strong>te</strong>erd aanvullend bewijs zou zijn om<br />
het bestaan van "exclusive decision-making authority ", of<strong>te</strong>wel "control "<br />
op operationeel vlak naar US GAAP <strong>te</strong> blijven onderbouwen.<br />
164. Aangenomen moet worden dat toen mogelijke oplossingen werden besproken,<br />
waaronder het eventueel schrif<strong>te</strong>lijk onderbouwen van de fei<strong>te</strong>lijke<br />
zeggenschap van Ahold in een "file ". Tevens is duidelijk geworden dat<br />
Brundage van W&C werd ingeschakeld voor nadere advisering 74 in samenhang<br />
met de Form 20-F. Ach<strong>te</strong>raf bezien moet in ieder geval tussen medio<br />
juli en 24 augustus 1998 eveneens het eventueel bezigen van een "side let<strong>te</strong>r<br />
" aan de orde zijn gekomen, gelet op de nadere advisering van D&T bij<br />
de bewus<strong>te</strong> brief van 24 augustus 1998. 75<br />
165. Over het ontstaan van de control let<strong>te</strong>r verklaarde Bouma bij de SEC:<br />
"(…) I can conclude that ultima<strong>te</strong>ly the conclusion of Deloit<strong>te</strong>, together<br />
with Ahold management, was that for US GAAP purposes, in<br />
order to continue full consolidation, either the joint venture agreement<br />
needed to be adjus<strong>te</strong>d or a let<strong>te</strong>r of control, I call it, needed to<br />
be prepared, to have the joint venture partner confirm that indeed<br />
Ahold was in control. (…) " 76<br />
166. De herinnering van Bos komt hiermee overeen. 77 Zo ook die van Verhelst 78 .<br />
Aannemelijk is in ieder geval dat D&T voor US GAAP aandrong op formeel<br />
aanvullend "bewijs " en dat Ahold gevraagd zal hebben wat daar dan precies<br />
voor nodig was. Reeds hierin ligt beslo<strong>te</strong>n dat het D&T geweest zal zijn<br />
die op enig moment de mogelijkheid van "control let<strong>te</strong>rs " in de vorm van<br />
"side let<strong>te</strong>rs " voor goed hield. Dat werd ook expliciet bevestigd in de betreffende<br />
brief van Van den Dries van 24 augustus 1998 79 en zijn hierover<br />
afgelegde verklaringen:<br />
73 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />
74 RC-verklaring van Bouma 17 november 2005 en de mail van Verhelst aan Meurs (D/240).<br />
75 D/143.<br />
76 D/5038.<br />
77 RC-verklaring van 11 januari 2006.<br />
78 RC-verklaring van 1 februari 2006.<br />
79 D/143.<br />
40
"[I]n die periode, 1998, hebben we vaak besproken dat we control<br />
let<strong>te</strong>rs wilden hebben. (…) In de Amerikaanse regels is control (…)<br />
belangrijk (…) De Amerikanen vragen dan een bevestiging van control,<br />
in de vorm van een control let<strong>te</strong>r " 80<br />
167. Het is eveneens aannemelijk geworden dat de schrif<strong>te</strong>lijke vastlegging van<br />
het advies geconcipieerd is door genoemde Bakkes met het kenmerk "BA "<br />
<strong>te</strong>n vervolge op een eerder concept uit naam van Wennink, maar eveneens<br />
met het kenmerk "BA ". In de woorden van de accountant Van den Dries:<br />
Bakkes en Wennink waren zijn "<strong>te</strong>chnische mensen " en hijzelf was "eindverantwoordelijk<br />
". Het waren in ieder geval de controlerend accountants<br />
die ondubbelzinnig akkoord gingen met het bezigen van een "control let<strong>te</strong>r "<br />
in de vorm van een "side let<strong>te</strong>r " om de in<strong>te</strong>grale consolidatie van de deelnemingen<br />
naar US GAAP <strong>te</strong> continueren.<br />
168. In<strong>te</strong>rmezzo: Wat Van den Dries zegt over zijn <strong>te</strong>chnische mensen is op zich<br />
in<strong>te</strong>ressant wanneer dat wordt gezet naast het verwijt van het OM aan client<br />
dat hij als fei<strong>te</strong>lijk leiding gever strafrech<strong>te</strong>lijk verantwoordelijk is en dat<br />
het OM geen reden ziet D&T <strong>te</strong> vervolgen. Van den Dries zegt:<br />
"U vraagt mij of […] ik in belangrijke ma<strong>te</strong> heb gevaren op hert oordeel<br />
van mijn <strong>te</strong>chnische mensen. […] Dat ga ik niet weer opnieuw<br />
controleren. Zeker bij een cliënt in de omvang van Ahold zorg je er<br />
voor dat er mensen in dat <strong>te</strong>am zit<strong>te</strong>n die weet hebben van en ervaring<br />
hebben met bijvoorbeeld US GAAP en beursgeno<strong>te</strong>erde ondernemingen.<br />
Als lead client service partner zorg je ervoor dat het <strong>te</strong>am<br />
goed gemanaged wordt.[…] ui<strong>te</strong>raard ga je dan af op hetgeen de<br />
<strong>te</strong>chnische mensen aanleverden." 81<br />
169. Weer <strong>te</strong>rug naar 1998. Uit niets was gebleken dat de "accounting " onder<br />
Dutch GAAP (alsnog) een probleem vormde. Hoogs<strong>te</strong>ns kon een "control<br />
let<strong>te</strong>r " ook dienst doen als "sluitstuk " voor de controle naar Dutch GAAP 82 ,<br />
maar, zoals de enquê<strong>te</strong>urs <strong>te</strong>recht menen zijn de "control let<strong>te</strong>rs " pas "ach<strong>te</strong>raf<br />
" in de analyse naar Dutch GAAP een rol gaan spelen. Dat wil dus zeggen:<br />
pas in 2002 toen de problematiek rond ICA Ahold was gaan spelen 83 .<br />
170. Wennink was één van degenen die bij de RC bevestigde dat destijds alleen<br />
de consolidatie naar US GAAP <strong>te</strong>r discussie stond. 84 Ingeval er gedeconsolideerd<br />
zou moe<strong>te</strong>n worden, zou dat dan ook alleen behoeven <strong>te</strong> ge-<br />
80 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />
81 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />
82 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />
83 Rapportage randnummer 370.<br />
84 RC-verklaring Bouma van 21 maart 2005.<br />
41
schieden naar US GAAP. Dit is eveneens bevestigd door Van den Dries. 85<br />
Bouma zegt hierover:<br />
"the issue was, I think -- well, a distinction was being made between<br />
consolidation under the US GAAP and under the Dutch GAAP, and<br />
the issue being raised was whether under US GAAP consolidation of<br />
joint ventures was appropria<strong>te</strong>.<br />
(…) Under Dutch GAAP you could actually apply the substance over<br />
form approach, qui<strong>te</strong> clearly, so looking at it from another angle you<br />
could actually still prove that in this case Ahold was in control and<br />
hence consolidation was appropria<strong>te</strong>. What I learned is that under<br />
US GAAP, that substance over form approach is not so easily accep<strong>te</strong>d<br />
and that the <strong>te</strong>st was much more difficult and stric<strong>te</strong>r to<br />
pass." 86<br />
171. De in<strong>te</strong>rpretatie van Bos was dezelfde 87 Zo ook Verhelst waar hij opmerkt<br />
dat het er in het kort op neerkomt dat "dat onder US GAAP de control op<br />
papier moet staan en voor de Nederlandse richtlijnen het voldoende [is] dat<br />
het uit de fei<strong>te</strong>n blijkt". 88 Wennink heeft dat la<strong>te</strong>r uitgelegd:<br />
"Voor de Nederlandse situatie zijn wij afgegaan op fei<strong>te</strong>n en omstandigheden,<br />
zoals die bleken uit bijvoorbeeld de verklaringen van<br />
het management. (…) In (…) evidence files zouden de meer concre<strong>te</strong><br />
bewijsstukken komen omtrent control en zeggenschap. Het betrof<br />
aanvullende stukken, die wij nog niet hadden. Deze waren nodig <strong>te</strong>n<br />
behoeve van US GAAP. (…) Ahold heeft nooit gezegd dat zij het bewijs<br />
niet konden leveren, dus heb ik ook nooit hard hoeven zeggen<br />
dat er gedeconsolideerd moest worden. Wij beschouwden Ahold als<br />
een bereidwillige cliënt, die alleen wat ach<strong>te</strong>rstallig bleek met het<br />
aanleveren van bewijs dat zij in control was. Dit alles had alleen betrekking<br />
op US GAAP. Eventuele deconsolidatie zou alleen onder US<br />
GAAP zijn gebeurd." 89<br />
172. Zo ook zijn collega Bakkes, die bij de SEC benadruk<strong>te</strong>:<br />
"We were, as a Dutch practice, convinced that it was the right thing<br />
to do, consolidation, because we have received all the information<br />
that we needed to satisfy ourselves that they were in control of the<br />
joint ventures."<br />
85<br />
RC-verklaring Van den Dries van 22 augustus 2005.<br />
86<br />
D/5038.<br />
87<br />
RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />
88<br />
V5/1<br />
89<br />
RC-verklaring Wennink van 21 oktober 2005.<br />
42
173. Daarmee is <strong>te</strong>vens gezegd hoe D&T de situatie in de kern beoordeelde en<br />
bleef beoordelen: volgens Dutch GAAP moest de volledige consolidatie gecontinueerd<br />
worden, maar voor US GAAP zou aanvullende documentatie<br />
voor de fei<strong>te</strong>lijke "control " nodig zijn, desnoods met behulp van een "side<br />
let<strong>te</strong>r ". Dit is ook let<strong>te</strong>rlijk door Wennink gezegd bij de SEC en la<strong>te</strong>r bevestigd<br />
bij de RC. 90 :<br />
"During the discussions, they said, "How are we going to do it? What<br />
do you need?" We said, "We need an addition or an amended<br />
agreement or a let<strong>te</strong>r proving this." Those were the kind of discussions<br />
that came up basically in 1998 when we star<strong>te</strong>d discussing this<br />
for the 1997 accounts, but also in the course of 1998." 91<br />
174. Ahold is begrijpelijk afgegaan op de advisering van D&T afgaan. Prof. Van<br />
de Poel vindt ach<strong>te</strong>raf dat D&T in dit opzicht <strong>te</strong> veel in de rol van adviseur<br />
ac<strong>te</strong>erde en <strong>te</strong> weinig in de rol van controlerend accountant:<br />
"Het blijkt dat Deloit<strong>te</strong> Ahold krediet gegeven heeft, maar we kennen<br />
de looptijd van deze lening niet. Zoveel ruim<strong>te</strong> moet je een cliënt<br />
niet geven onder deze omstandigheden of je moet akkoord gaan<br />
met de bestaande praktijk, maar ja, dan heb je een conflict met je<br />
Amerikaanse collega’s. De in<strong>te</strong>nties van Ahold zullen niet veranderen,<br />
want iedereen in die situatie wil op den duur 100% eigenaar<br />
zijn en dat zal ook wel ooit eens gebeuren, maar wanneer? Het aanpassen<br />
van de contrac<strong>te</strong>n is een delica<strong>te</strong> kwestie die als boemerang<br />
kan werken als je er op het verkeerde moment mee komt. Het Ahold<br />
bestuur hield vol dat er substantive control was en dat verbaast ons<br />
niet, want de accountant had er ook geen moei<strong>te</strong> mee voordat de<br />
Amerikaanse collega’s bedenkingen gingen koes<strong>te</strong>ren. (…) Dit is allemaal<br />
<strong>te</strong> volgen en het is correct dat Deloit<strong>te</strong> waarschuwt, maar<br />
(…), men pakt niet door en dat vers<strong>te</strong>rkt wellicht het gevoel bij<br />
Ahold dat het zo’n vaart niet zal lopen." 92<br />
175. Op een gegeven moment nam Meurs het kennelijk op zich om op basis van<br />
de advisering door D&T voor de gesuggereerde "control let<strong>te</strong>rs " zorg <strong>te</strong><br />
dragen. Verhelst hierover:<br />
"De brief van Deloit<strong>te</strong> &Touche hebben Meurs en ik met de accountants<br />
besproken. De uitkomst van deze bespreking was dat Meurs<br />
heeft gezegd dat hij de partners om deze brieven zou vragen." 93<br />
90<br />
RC-verklaring Wennink van 21 en 22 maart 2005.<br />
91<br />
D/5037.<br />
92<br />
Antwoord op vraag 18.<br />
93 V5/2.<br />
43
176. Het onderwerp wordt vervolgens op de agenda voor de vergadering van de<br />
RvB van 7 sep<strong>te</strong>mber 1998. 94 Ter vergadering licht Meurs de brief van D&T<br />
van 24 augustus 1998 toe. Hij s<strong>te</strong>lde voor de suggestie van een side let<strong>te</strong>r<br />
(die we nu "control let<strong>te</strong>r " noemen) voor de US GAAP accounting <strong>te</strong> volgen.<br />
Dat vond men best, omdat men er blijkbaar nog s<strong>te</strong>eds van overtuigd was<br />
dat Ahold <strong>te</strong>recht consolideerde, zowel naar Dutch GAAP als naar US GAAP.<br />
Van de Poel heeft kritiek op deze gang van zaken, maar met s<strong>te</strong>lligheid<br />
weerspreekt hij <strong>te</strong>recht dat zich vervolgens een "fraude met jaarrekeningen<br />
" voordeed. 95<br />
177. Vast staat vast dat zo spoedig daarna in overleg met D&T een concept voor<br />
een "control let<strong>te</strong>r " is opges<strong>te</strong>ld. Het contact daartoe werd kennelijk reeds<br />
op 8 sep<strong>te</strong>mber 1998 door Bakkes gelegd met de US National Office van<br />
D&T, meer in het bijzonder met Zeyher, hoewel Bakkes bij de RC verklaarde<br />
zich dat ook niet <strong>te</strong> kunnen herinneren. Zeyher bevestigde ech<strong>te</strong>r dat haar<br />
eers<strong>te</strong> contact met Bakkes blijkens de onderhavige consolidatiedocumentatie<br />
op 8 sep<strong>te</strong>mber 1998 geweest moet zijn. 96<br />
178. Van den Dries herinnert zich dat de US National Office in ieder geval de<br />
noodzakelijke componen<strong>te</strong>n voor een dergelijke "control let<strong>te</strong>r " aanleverde.<br />
97 De herinnering van Bos was niet anders. 98 Verhelst kon zich zelfs herinneren<br />
dat Meurs om een eventueel "model " van D&T vroeg 99 . Van den<br />
Dries 100 zegt:<br />
"U vraagt mij of Deloit<strong>te</strong> & Touche heeft aangegeven wat er in de<br />
control let<strong>te</strong>r zou moe<strong>te</strong>n staan, of dat Ahold zelf met een <strong>te</strong>kstvoors<strong>te</strong>l<br />
kwam? Ahold vroeg ons wat er dan in de door ons gewens<strong>te</strong><br />
control let<strong>te</strong>r zou moe<strong>te</strong>n staan. Wij hebben toen in overleg met ons<br />
National Office afges<strong>te</strong>md wat er in zou moe<strong>te</strong>n staan. National Office<br />
is daarover dus geraadpleegd. Dat heeft geleid tot een concept. U<br />
vraagt mij van wie de <strong>te</strong>kst van de control let<strong>te</strong>r nu precies afkomstig<br />
is. Ik denk dat deze in samenspraak tussen het National Office<br />
en onze <strong>te</strong>chnische mensen in Zaandam tot stand is gekomen. Mogelijk<br />
hebben wij een raamwerk opges<strong>te</strong>ld en aan ons National Office<br />
<strong>te</strong>r goedkeuring voorgelegd. (…) Of wij de let<strong>te</strong>rlijke <strong>te</strong>kst hebben<br />
aangeleverd of alleen elemen<strong>te</strong>n hebben aangedragen, moet ik in<br />
het midden la<strong>te</strong>n. Dat weet ik niet meer. Het staat mij bij dat er<br />
94 D/249.<br />
95 Antwoord op vraag 18.<br />
96 RC-verklaring Zeyher van 21 december 2005.<br />
97 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />
98 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />
99 RC-verklaring Verhelst van 1 februari 2006.<br />
100 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />
44
vanuit het National Office een voorbeeld<strong>te</strong>kst is gekomen. Daar zijn<br />
side let<strong>te</strong>rs redelijk gebruikelijk. (…) Er staat mij bij dat ons vak<strong>te</strong>chnische<br />
<strong>te</strong>am toen aan National Office om een voorbeeld heeft gevraagd,<br />
dan wel om componen<strong>te</strong>n waarin werd aangegeven wat er<br />
dan in moest staan. Dat heb ik van mijn <strong>te</strong>chnische mensen gehoord.<br />
Voor zover ik herinner is dat ook gebeurd. Er is een <strong>te</strong>kst of<br />
componen<strong>te</strong>n daarvan aangeleverd. Waarschijnlijk is die voorgelegd<br />
aan het management, al dan niet geamendeerd door ons <strong>te</strong>am in<br />
Zaandam."<br />
179. Het staat dus in ieder geval vast dat het D&T was die de relevan<strong>te</strong> bouws<strong>te</strong>nen<br />
van de "control let<strong>te</strong>r " concipieerde. Het nadere schrif<strong>te</strong>lijke concept<br />
van Ahold op basis van de aangeleverde "componen<strong>te</strong>n " is blijkens de da<strong>te</strong>ring<br />
van 9 sep<strong>te</strong>mber 1998.<br />
180. Vervolgens werd dit schrif<strong>te</strong>lijke concept <strong>te</strong>r verdere beoordeling aan D&T<br />
voorgelegd. Immers, het schrif<strong>te</strong>lijke concept is volgens een in<strong>te</strong>rn memo<br />
van D&T van 10 sep<strong>te</strong>mber 1998 101 via Verhelst opnieuw aan D&T voorgehouden<br />
met het verzoek commentaar en/of akkoord aan Meurs door <strong>te</strong> geven.<br />
Voor inhoudelijk overleg was Bouma beschikbaar.<br />
181. Het schrif<strong>te</strong>lijke concept werd door D&T NL vervolgens aantoonbaar afges<strong>te</strong>md<br />
met D&T’s National Office in de Verenigde Sta<strong>te</strong>n, hetgeen Zeyher<br />
eveneens bevestigde. 102 Bij brief van 15 oktober 1998 103 deelde D&T NL<br />
(Wennink namens Van den Dries) aan Ahold mee dat de onderhavige concept<br />
"control let<strong>te</strong>r " voor Bompreço door D&T USA was goedgekeurd met<br />
het oog op consolidatie van Bompreço onder US GAAP:<br />
"We have reviewed your draft side let<strong>te</strong>r to the joint venture agreement<br />
with Bompreço (see attachment). We were advised by our national<br />
office that this let<strong>te</strong>r would be sufficient evidence to consolida<strong>te</strong><br />
the joint venture under US Generally Accep<strong>te</strong>d Accounting Principles<br />
("US GAAP"), assuming that there would be no other way that<br />
the other partner would obtain control (e.g. through Board seats,<br />
Board vo<strong>te</strong>s, etc.)<br />
Based on our earlier discussions, we assume that you are also gathering<br />
evidence that warrants consolidation of the other Ahold joint<br />
ventures. Please let us know if we can be of any further assistance<br />
in this process."<br />
101 D/239 1/2.<br />
102 RC-verklaring Zeyher van 21 december 2005.<br />
103 D/131.<br />
45
182. Niet alleen een "control let<strong>te</strong>r " voor Bompreço vormde derhalve voorwerp<br />
van (nader) overleg, maar ook soortgelijk aanvullend bewijsma<strong>te</strong>riaal voor<br />
één of meer andere deelnemingen, hetgeen bevestigd is door Bakkes 104 en<br />
Verhelst. Laatstgenoemde zegt:<br />
"In november 1998 heeft Deloit<strong>te</strong> & Touche mij gevraagd of ik<br />
Meurs ook om een side let<strong>te</strong>r kon verzoeken voor Disco." 105<br />
183. In een dossiernotitie d.d. 23 november 1998 inzake "Bespreking mogelijke<br />
issues: Bert Verhelst, Annelies Bouma, Leon Mulder, Karel Bakkes, Marco de<br />
Veg<strong>te</strong> " 106 werd vastgelegd dat in het overleg tussen D&T en stafleden van<br />
Ahold werd gesproken over een met Bompreço vergelijkbare "control let<strong>te</strong>r<br />
" <strong>te</strong>n aanzien van Disco. In die notitie staat:<br />
"Side let<strong>te</strong>r voor Bompreço (deelneming accounting) is door National<br />
Office geaccordeerd en dient door partner Ahold in Brazilië <strong>te</strong> worden<br />
ge<strong>te</strong>kend. Voor Disco zal <strong>te</strong>vens zo’n side let<strong>te</strong>r dienen <strong>te</strong> worden<br />
opges<strong>te</strong>ld. Karel heeft met Bert een afspraak gemaakt hierover."<br />
184. Niet blijkt dat ook JMR alsnog aan de orde kwam. Wel werd door D&T in<br />
een faxbericht van een dag la<strong>te</strong>r bevestigd:<br />
"A draft side let<strong>te</strong>r was drawn up by management and reviewed by<br />
our National Office in the USA."<br />
185. Vast staat dat het concept, na de accordering door D&T, bij fax van 26 oktober<br />
1998 door Meurs aan de CFO van Bompreço is gestuurd. Kortom, in<br />
alle openheid werd het concept aan de ver<strong>te</strong>genwoordiger van de deelnemingpartner<br />
gepresen<strong>te</strong>erd. Het was niet meer of minder dan een "draft"<br />
van een "side let<strong>te</strong> r" die de accountants verlangden om consolidatie naar<br />
US GAAP <strong>te</strong> continueren.<br />
186. Een kritische beoordeling en een oprech<strong>te</strong> reactie werden op prijs ges<strong>te</strong>ld.<br />
De "wording " zou slechts met wederzijdse acceptatie tot stand behoeven <strong>te</strong><br />
komen. Met andere woorden: reeds bij aarzeling over de inhoud kon de<br />
deelnemingpartner zonder problemen zijn bedenkingen kenbaar maken.<br />
Van dwang of druk blijkt op geen enkele wijze.<br />
104 D/5039.<br />
105 V5/4.<br />
106 D/251.<br />
46
187. De verzending werd vervolgens in alle openheid tijdens het "maandagoch<strong>te</strong>ndgebed<br />
" van 30 november 1998 besproken. Aanwezig: Verhelst,<br />
Bouma en Bos.<br />
188. Het blijkt dat het concept van de "control let<strong>te</strong>r " in november vervolgens<br />
door Meurs met Mendonça is besproken worden in de marge van een reguliere<br />
Bompreço Board Meeting in Brazilië. 107 Uit dezelfde periode da<strong>te</strong>ert de<br />
brief van 22 december van Noddle aan Mendonça. De inhoud bevestigde<br />
let<strong>te</strong>rlijk de in<strong>te</strong>gratie van Ahold’s "control and information sys<strong>te</strong>ms " in de<br />
"partnership " en de "frequent involvement " van Ahold’s LO. Daarenboven<br />
bevestigde de brief Ahold’s financiële inbreng.<br />
189. Meurs heeft daaromtrent het volgende verklaard:<br />
"Mendonça wist precies hoe de hazen liepen. Binnen zijn familie was<br />
geen geschik<strong>te</strong> opvolger beschikbaar. Ahold was in Brazilië in de bedrijfsvoering<br />
allerlei zaken aan het invoeren. Mendonça zat in een<br />
positie dat hij afstand moest gaan nemen. Toen ik hem de vraag<br />
over het onder<strong>te</strong>kenen van een control let<strong>te</strong>r s<strong>te</strong>lde, heb ik hem gezegd<br />
dat wij die voor onze accountant nodig hadden <strong>te</strong>n behoeve<br />
van de consolidatie. Wij hebben toen absoluut geen discussie over<br />
de fei<strong>te</strong>lijke control gehad. Het was me<strong>te</strong>en evident dat hij de brief<br />
wilde <strong>te</strong>kenen, maar hij wilde er nog wel over nadenken omdat hij<br />
bang was dat een control let<strong>te</strong>r hem zou kunnen <strong>te</strong>genwerken in zijn<br />
rol als aandeelhouder. Hij twijfelde er dus niet aan dat Ahold fei<strong>te</strong>lijk<br />
in control was." 108<br />
190. Dat laats<strong>te</strong> werd <strong>te</strong>r zitting bevestigd door Mendonça’s beleving van de "suprematie<br />
" van Ahold. Verder bevestigde Mendonça let<strong>te</strong>rlijk <strong>te</strong>r zitting dat<br />
hij vertrouwen had in het Ahold zoals hij dat kende, ver<strong>te</strong>genwoordigd door<br />
Van der Hoeven, Meurs en Noddle. Tevens bevestigde Mendonça dat hij<br />
niet zondermeer de "control " op schrift wilde bevestigen omdat bij een<br />
eventuele overname van Ahold hij met geheel andere spelers <strong>te</strong> maken kon<br />
krijgen. In die zin is het volstrekt begrijpelijk dat de door Ahold verwoorde<br />
"in<strong>te</strong>rpretation " van de onderlinge verhoudingen slechts kon gelden voor<br />
de "forseeable future ".<br />
191. De bevestiging van Mendonça als ver<strong>te</strong>genwoordiger van de joint venturepartner<br />
op dat moment – en voor de "forseeable future " – Ahold’s control<br />
wel degelijk erkende, sloot naadloos aan bij de bestaande perceptie van de<br />
fei<strong>te</strong>lijke situatie door Ahold en D&T.<br />
107 V3/18.<br />
108 RC-verklaring Meurs van 2 februari 2006.<br />
47
192. De nuancering van de "forseeable future " had betrekking op de onderlinge<br />
verhoudingen tijdens de bestaande situatie en dat bij een eventuele overname<br />
van Ahold (bijvoorbeeld door Carrefour) de situatie zou kunnen veranderen,<br />
waardoor het management van Ahold zou kunnen wijzigen. Meurs<br />
zegt daarover:<br />
"Mendonça wilde niet gebonden zijn aan de control let<strong>te</strong>r op het<br />
moment dat hij niet meer <strong>te</strong> maken had met het Ahold dat hij kende.<br />
Hij wilde niet dat de control let<strong>te</strong>r <strong>te</strong>gen hem gebruikt kon worden<br />
door iemand anders, bijvoorbeeld als Ahold zou worden overgenomen.<br />
In dit licht moet u ook de woorden "for the foreseeable future,"<br />
zien. Mendonça wilde dat de control let<strong>te</strong>r alleen betrekking<br />
hebben in relatie tussen Ahold en Mendonça." 109<br />
193. Dit bevestigde Mendonça dus onder ede en er is geen enkele reden aan zijn<br />
woorden <strong>te</strong> twijfelen. Ook Bos herinnert zich dat Mendonça "zorgen" had<br />
over een eventuele waardedaling van zijn aandelen en niet zonder bemerkingen<br />
de geconcipieerde "control let<strong>te</strong>r " wilde <strong>te</strong>kenen. 110<br />
194. De voorges<strong>te</strong>lde aanpassing van de <strong>te</strong>kst is vervolgens aantoonbaar voorgehouden<br />
aan D&T, hetgeen blijkt uit een faxbericht van Bakkes aan Cappalonga<br />
van 22 december 1998. Daarin informeerde Bakkes zijn Amerikaanse<br />
collega als volgt:<br />
"A couple of months ago we discussed a side let<strong>te</strong>r for the joint venture<br />
agreements of Royal Ahold. You indica<strong>te</strong>d that the draft side let<strong>te</strong>r<br />
they prepared was sufficient to warrant consolidation of the JV<br />
(…). They have discussed this let<strong>te</strong>r with their joint venture partner<br />
Bompreço. Bompreço wants to add a sen<strong>te</strong>nce to the let<strong>te</strong>r indicating<br />
that this side let<strong>te</strong>r is valid for the foreseeable future (see attachment).<br />
Could you please let me know if this impacts your earlier<br />
conclusion? " 111<br />
195. Naar aanleiding van Bakkes’ verzoek vond op 22 en 23 december 1998 een<br />
verdere e-mail uitwisseling plaats tussen Bakkes en Zeyher. D&T USA vroeg<br />
naar de ach<strong>te</strong>rgrond/in<strong>te</strong>rpretatie van de door Bompreço verlangde toevoeging<br />
"for the forseeable future ". D&T NL reageerde als volgt:<br />
"Bompreço does not in<strong>te</strong>rpret the sen<strong>te</strong>nce as "any time they wish",<br />
but they are OK with the side let<strong>te</strong>r as long as it is Ahold they are<br />
dealing with. They want to make sure that if Ahold merges with for<br />
109 RC-verklaring Meurs van 2 februari 2006.<br />
110 RC-verklaring Bos van 11 januari 2006.<br />
111 D/256.<br />
48
instance Carrefour (which is not likely to happen, but you never<br />
know), and management changes, they are not stuck to this let<strong>te</strong>r.<br />
They feel fine with it as long as they are dealing with Ahold management.<br />
Do you propose changes to the wording to make this more<br />
explicit or is documenting this in our work papers OK? " 112<br />
196. D&T USA antwoordde daarop: "We do not propose any changes to the<br />
wording of the let<strong>te</strong>r […] work paper documentation should be sufficient."<br />
113 Daarmee werd dus niet alleen bevestigd dat ook D&T USA nog<br />
s<strong>te</strong>eds akkoord bleef gaan met de totstandkoming van een "control let<strong>te</strong>r "<br />
<strong>te</strong>n behoeve van de voorzetting van de consolidatie, maar daarenboven<br />
bleek D&T <strong>te</strong> accep<strong>te</strong>ren dat er bui<strong>te</strong>n de inhoud van de geconcipieerde en<br />
besproken "control let<strong>te</strong>r " door Mendonça nuanceringen werden aangebracht<br />
die niet tot uitdrukking behoefden <strong>te</strong> komen in de <strong>te</strong>kst van de "control<br />
let<strong>te</strong>r ". De bestaande vastlegging van de nuancering in "work paper ",<br />
of<strong>te</strong>wel in aan<strong>te</strong>keningen van D&T, was voldoende ("sufficient ").<br />
197. Conclusie van Meurs was kennelijk: de enkele vlag van de deelnemingpartner<br />
was voldoende om de lading van de toenmalige "control " <strong>te</strong> dekken. Er<br />
stond wat er stond. D&T behoefde van de nuancering (lees: "zorgen ") van<br />
Mendonça als aandeelhouder dus niets naders op papier <strong>te</strong> hebben, hetgeen<br />
bevestigd is door Zeyher. 114 De eigen aan<strong>te</strong>keningen van D&T volstonden.<br />
198. Bakkes zegt daarover:<br />
"(…) het klopt dat in de discussie tussen Ahold en Deloit<strong>te</strong> & Touche<br />
aan de orde is gekomen dat van de zijde van Bompreço nuanceringen<br />
zijn aangebracht in die zin dat men zeker wilde we<strong>te</strong>n dat de<br />
control let<strong>te</strong>r zou gelden in relatie tot het toenmalige Ahold, en dus<br />
niet in geval van s<strong>te</strong>rk veranderde omstandigheden zoals een situatie<br />
dat Ahold zou worden overgenomen.(…) Uit de <strong>te</strong>kst leid ik af dat<br />
de zinsnede "for the foreseeable future" is voorges<strong>te</strong>ld door Bompreço.<br />
National Office vraagt zich af wat daarmee wordt bedoeld. Ik<br />
antwoord wat de bedoeling van Bompreço met deze zinsnede is. (…)<br />
U vraagt mij of deze toevoeging "for the foreseeable future" de <strong>te</strong>kst<br />
van de side let<strong>te</strong>r verstrekt of juist afzwakt? De brief wordt op deze<br />
manier tot een kor<strong>te</strong>re tijdsperiode dan wel tot bepaalde omstandigheden<br />
beperkt. De conclusie was overigens dat de uitleg van het begrip<br />
"for the foreseeable future" (<strong>te</strong> we<strong>te</strong>n: los van gewijzigde omstandigheden)<br />
niet in de side let<strong>te</strong>r behoefde <strong>te</strong> worden opgenomen,<br />
112 D/257.<br />
113 D/257.<br />
114 RC-verklaring Zeyher van 21 december 2005.<br />
49
zolang deze uitleg maar wel in een working paper in het controledossier<br />
werd vastgelegd. Daarmee kon volstaan worden." 115<br />
199. Dit liet blijkbaar onverlet dat Mendonça als aandeelhouder wellicht nog wel<br />
iets naders op papier wilde hebben. Dat Mendonça als aandeelhouder bij<br />
veranderde omstandigheden de inhoud van de "control let<strong>te</strong>r " niet <strong>te</strong>gengeworpen<br />
wilde krijgen liet zich, volgens Meurs, eenvoudig verklaren door<br />
het feit dat hij op <strong>te</strong>rmijn zijn aandelenpakket <strong>te</strong>r verkoop wilde aanbieden.<br />
Om vanzelfsprekende redenen zou de let<strong>te</strong>rlijke inhoud van de "control let<strong>te</strong>r<br />
" dan een waardedrukkend effect kunnen hebben. Meurs zegt daarover:<br />
"[Hij] wilde (…) niet gebonden zijn aan de control let<strong>te</strong>r op het moment<br />
dat er een nieuwe situatie zou ontstaan met een andere partner<br />
of dat Ahold niet meer de Ahold was zoals hij die kende, bijvoorbeeld<br />
zoals beschreven in de in<strong>te</strong>rne e-mails van 22 en 23 december<br />
1998 van Deloit<strong>te</strong> & Touche waar als mogelijkheid genoemd wordt<br />
een fusie tussen Ahold en Carrefour." 116<br />
200. In fei<strong>te</strong> zegt Mendonça dat (zakelijk samengevat) ook bij zijn verhoor <strong>te</strong>r<br />
zitting. Daarom is de conclusie van Meurs niet onbegrijpelijk:<br />
"Gezien de logica kan het niet anders dan dat ik met Verhelst en / of<br />
Bouma heb gesproken over deze zorgen van Mendonça <strong>te</strong>n aanzien<br />
van de <strong>te</strong>kst van de control let<strong>te</strong>r. Kennelijk heeft Verhelst dan wel<br />
Bouma deze zorgen door gegeven aan Deloit<strong>te</strong> & Touche gezien het<br />
feit dat ze hier in een in<strong>te</strong>rn Deloit<strong>te</strong> & Touche e-mail d.d. 23 december<br />
1998 naar voren komen. Zoals ik al zei slui<strong>te</strong>n de in deze email<br />
beschreven zorgen aan bij de zorgen zoals Mendonça mij die<br />
had aangegeven en die ik u zojuist noemde." 117<br />
201. Verhelst bevestigde dat:<br />
"Ik wist (…) rond die tijd, eind 1998 begin 1999, dat Mendonça heeft<br />
gezegd dat hij geen probleem had de control let<strong>te</strong>r <strong>te</strong> <strong>te</strong>kenen maar<br />
dat hij wel een soort garantie wilde hebben dat door het <strong>te</strong>kenen<br />
van deze control let<strong>te</strong>r zijn financieel belang in Bompreço niet zou<br />
worden geschaad. Dat be<strong>te</strong>kende dat de waarde van zijn aandelen<br />
niet moest verminderen als gevolg van het onder<strong>te</strong>kenen van de<br />
brief. Ach<strong>te</strong>raf concludeer ik dat deze overwogen wijzigingen van de<br />
brief bedoeld was om de belangen van Mendonça <strong>te</strong> beschermen. Ik<br />
doel hiermee op de passage for the foreseeable future." 118<br />
115 RC-verklaring Bakkes van 6 april 2005.<br />
116 V3/19.<br />
117 V3/20.<br />
118 V5/4.<br />
50
202. Evenmin blijkt dat D&T een nadere redengeving van de nuanceringen op<br />
prijs s<strong>te</strong>lde, laat staan dat dit aan de voorzetting van de consolidatie in de<br />
weg stond. Vast staat dat D&T NL (Bakkes) het aangepas<strong>te</strong> concept bij fax<br />
van 7 januari 1999naar Ahold (Verhelst) <strong>te</strong>rugzond met de mededeling:<br />
"Bijgaand de aanpassing op de joint-venture side let<strong>te</strong>r." 119<br />
203. Uit een en ander volgt dat D&T vanaf 1998 betrokken is geweest bij de<br />
totstandkoming en inhoud van de beoogde "control let<strong>te</strong>rs " in de vorm van<br />
side let<strong>te</strong>rs alsmede de nuanceringen ("zorgen ") die Mendonça als aandeelhouder<br />
in zijn contac<strong>te</strong>n met Meurs kenbaar maak<strong>te</strong>. Dit laats<strong>te</strong> stond<br />
op geen enkele wijze aan goedkeuring van de voortgezet<strong>te</strong> consolidatie in<br />
de weg en behoefde in ieder geval niet nader jegens D&T schrif<strong>te</strong>lijk vastgelegd<br />
<strong>te</strong> worden.<br />
204. Op een gegeven moment werd de problematiek ook tijdens de vergadering<br />
van de AC in aanwezigheid van Van den Dries besproken, zoals blijkt uit de<br />
notulen van 7 december 1998:<br />
Onder het kopje "Announcements": "Deloit<strong>te</strong> & Touche raised the<br />
question of the justification, in the first place for US-GAAP purposes,<br />
of the consolidation of Bompreço. This issue is still open."<br />
Onder het kopje "Deloit<strong>te</strong> & Touche Reporting": "Deloit<strong>te</strong> & Touche<br />
is discussing with Ahold management how to bring the consolidation<br />
of the Brazilian joint-venture in conformity with US-GAAP." 120<br />
205. Resumerend: vast staat dat de eers<strong>te</strong> side let<strong>te</strong>r (die we nu "control let<strong>te</strong>r "<br />
noemen) tot stand kwam op advies en in nauw overleg met D&T en dat de<br />
verantwoordelijke staf van Ahold, met medewe<strong>te</strong>n van de RvB en de AC,<br />
evenals D&T op de hoog<strong>te</strong> waren van de hierop betrekking hebbende ontwikkelingen.<br />
206. Dezelfde personen waren direct betrokken bij het op- en vasts<strong>te</strong>llen van de<br />
jaarrekening over 1998 alsmede de controle ervan. Nog s<strong>te</strong>eds bleek niet<br />
dat iemand een beletsel zag om de consolidatie <strong>te</strong> continueren, zowel naar<br />
Dutch GAAP als naar US GAAP.<br />
207. Het jaarverslag en de jaarrekening over 1998 zijn op 9 maart 1999 vastges<strong>te</strong>ld.<br />
De goedkeurende verklaring van D&T da<strong>te</strong>ert eveneens van 9 maart<br />
1999. Voor de Form 20F over 1998 bestond evenmin een beletsel.<br />
119 D/258.<br />
120 D/254.<br />
51
208. Bakkes vat<strong>te</strong> het bij de SEC als volgt samen, welke verklaring hij ook bij de<br />
RC handhaafde:<br />
DISCO<br />
"we still felt comfortable with the fact that, based on circumstances<br />
and the control issues, they were in control of the joint ventures" 121<br />
209. Ten aanzien van Disco staat vast dat Ahold in 1998, na oriën<strong>te</strong>rende gesprekken<br />
in de len<strong>te</strong> van 1997 en serieuze onderhandelingen vanaf de nazomer<br />
van 1997, op 13 januari 1998 een deelneming aanging met Grupo<br />
Velox met het oog op Velox’ Argentijnse winkelke<strong>te</strong>n Disco en de Chileense<br />
c.q. Peruaanse ke<strong>te</strong>n Santa Isabel, waarin Velox kort daarvoor een controlerend<br />
belang had verworven.<br />
210. Blijkens de notulen van de RvB uit 1997 was Ahold bereid een "control premium<br />
" <strong>te</strong> betalen. Het is een feit van algemene bekendheid dat een "control<br />
premium " de prijsopslag betreft die de koper betaalt bij de koop van<br />
een onderneming en de verkoper overeenkomstig ontvangt omdat de "control<br />
" geheel of gedeel<strong>te</strong>lijk overgaat van de verkoper naar de koper. De koper<br />
pleegt bereid <strong>te</strong> zijn deze premie <strong>te</strong> betalen omdat hij met de koop<br />
waarde kan creëren die individuele aandeelhouders niet kunnen creëren. Hij<br />
moet dan wel zekerheid hebben dat hij het beleid zodanig kan beïnvloeden<br />
dat hij de gelegenheid krijgt die meerwaarde <strong>te</strong> creëren. Prof. Van de Poel<br />
heeft dat nog eens toegelicht.<br />
211. De waarde van een bedrijf wordt bepaald door de vrije kasstroom die het<br />
over <strong>te</strong> nemen bedrijf in de toekomst zal genereren. De contant gemaak<strong>te</strong><br />
"cash flow " is de waarde van het bedrijf. De "cash flow " is een functie van<br />
alle operationele handelingen die een bedrijf uitvoert. Dat be<strong>te</strong>kent dat als<br />
een koper in staat is door zijn invloed de omzet sneller <strong>te</strong> doen stijgen, kos<strong>te</strong>nbesparingen<br />
(efficiency of inkoop) <strong>te</strong> realiseren, goedkoper <strong>te</strong> financieren,<br />
aantrekkelijker fiscale inrichting <strong>te</strong> bereiken, dan wordt er meer "cash<br />
flow " gegenereerd. Meer "cash flow " be<strong>te</strong>kent een hogere waarde; dus<br />
meerwaarde. Een hogere waarde be<strong>te</strong>kent dat de koper zich een hogere<br />
premie kan veroorloven.<br />
212. De deelneming werd ech<strong>te</strong>r gebaseerd op een gelijk aandelenbelang van<br />
Ahold en Velox. Ahold bracht vervolgens – net als bij JMR en Bompreço-<br />
121 D/5039.<br />
52
aantoonbaar haar gro<strong>te</strong> (in<strong>te</strong>rnationale) ervaring en kennis in op het gebied<br />
van retail. Aannemelijk is dat Ahold - zoals in redelijkheid <strong>te</strong> voorzien - vanaf<br />
de start fei<strong>te</strong>lijk een doorslaggevende invloed had op het beleid.<br />
213. Niet blijkt dat Velox meer was dan een financiële inves<strong>te</strong>erder. In ieder<br />
geval blijkt niet dat het een operationele inves<strong>te</strong>erder was, laat staan een<br />
retailer zoals de onderneming van Mendonça was. Bovendien was de in<strong>te</strong>resse<br />
van Velox (ver<strong>te</strong>genwoordigd door de genoemde bankier Juan Peirano)<br />
in de operationele activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n zeer beperkt. Ahold’s invloed op alle beslui<strong>te</strong>n<br />
in de deelneming was daarom groot.<br />
214. De invloed van Ahold was enorm. Dat bleek onder meer uit het feit dat<br />
Ahold de dekking van de schulden van Velox bankiers garandeerde, waardoor<br />
Ahold la<strong>te</strong>r de overgebleven aandelen van Disco <strong>te</strong>gen de oorspronkelijk<br />
prijs kocht. Bovendien was de e hele winkelinrichting van met name<br />
Santa Isabel en in minder ma<strong>te</strong> van Disco voornamelijk bij Ahold vandaan<br />
gekomen.<br />
215. Ten aanzien van Velox kan gezegd worden dat zij de lokale politieke contac<strong>te</strong>n<br />
inbrach<strong>te</strong>n, maar geen branche know how, omdat Peirano een bankier<br />
was en geen retailer. De rapportage lijn van Or<strong>te</strong>u naar Noddle was heel in<strong>te</strong>nsief<br />
en naar Velox magertjes. Or<strong>te</strong>u initieerde nieuwe acquisities.<br />
216. De CEO van Disco, Eduardo Or<strong>te</strong>u, bevestigde dat op hoofdpun<strong>te</strong>n. Zo<br />
noemde hij de s<strong>te</strong>m van de Ahold-ver<strong>te</strong>genwoordiging in het bestuur van<br />
Disco "extremely important ", hetgeen hij illustreerde met voorbeelden van<br />
acquisitiefinancieringen en de direc<strong>te</strong> rapportagelijnen naar Ahold op operationeel<br />
niveau. Meer in het bijzonder verklaarde Or<strong>te</strong>u:<br />
"no decisions were taken at the supervisory board level against, you<br />
know, the position of the Ahold board members." 122<br />
217. Het is aannemelijk geworden dat Or<strong>te</strong>u in de praktijk volledig de adviezen<br />
en aanwijzingen van Ahold’s ver<strong>te</strong>genwoordigers volgde, met name die van<br />
Ahlqvist en – la<strong>te</strong>r – Noddle. Laatstgenoemde verklaarde dat Ahold een<br />
"substantial influance " uitoefende, onder andere <strong>te</strong>n aanzien van de be-<br />
122 D/5054.<br />
53
drijfsstra<strong>te</strong>gie en het "format " van de winkels. 123 Zijn opvolger Th. de Raad<br />
liet zich op vergelijkbare wijze uit. 124<br />
218. In de praktijk van alle dag werd de Board van Disco fei<strong>te</strong>lijk gecontroleerd<br />
door de ver<strong>te</strong>genwoordigers van Ahold. Kortom, het is meer dan aannemelijk<br />
dat Ahold op z’n minst overwegende zeggenschap had en dat Disco dus<br />
eveneens kwalificeerde als "groepsmaatschappij ".<br />
219. Het leidde er toe dat Ahold Disco met ingang van het derde kwartaal van<br />
1998 in<strong>te</strong>graal consolideerde in haar naar Dutch GAAP opges<strong>te</strong>lde financiële<br />
verslaggeving. Voor US GAAP was dat toen niet anders. Er was voor de<br />
RvB, met ins<strong>te</strong>mming van de RvC, geen reden om hierover anders <strong>te</strong> denken<br />
dan de CFO.<br />
220. Vast staat dat D&T eveneens zonder nadere bewijsvoering met in<strong>te</strong>grale<br />
consolidatie van Disco akkoord ging. Van den Dries zegt daarover:<br />
"Ahold had control. Bovendien bezat Ahold in dit geval 50% en via<br />
via zelfs nog meer. U vraagt mij waaruit de control bleek? Uit dezelfde<br />
soort omstandigheden die ik al noemde voor JMR en Bompreço.<br />
Ook bij Disco ben ik samen met Smit op bezoek geweest." 125<br />
221. D&T volstond met de volgende passage in de toepasselijke management<br />
let<strong>te</strong>r aan alle bevoegde organen van Ahold:<br />
"Joint Venture accounting – During the year, we have had several<br />
discussions with management regarding joint venture accounting. It<br />
was concluded that it is only possible to consolida<strong>te</strong> a joint venture if<br />
Ahold has substantive control. Based on representations from management,<br />
the company is amongst others investigating whether an<br />
explicit adjustment of certain joint venture agreements is possible<br />
which will continue to enable Ahold to consolida<strong>te</strong> the joint ventures<br />
under both Dutch and US GAAP. A draft side let<strong>te</strong>r was drawn up by<br />
management and reviewed by our National Office in the USA. Management<br />
is aware of the importance and is in the process of solving<br />
this issue as soon as possible. The side let<strong>te</strong>r for the Brazilian joint<br />
venture is currently being negotia<strong>te</strong>d. Other joint ventures are still<br />
being discussed with management."<br />
en met de veelzeggende toevoeging:<br />
123 G36/1.<br />
124 G3/1.<br />
125 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />
54
"We have not had any disagreements with management rela<strong>te</strong>d to<br />
mat<strong>te</strong>rs that are ma<strong>te</strong>rial to the Company’s 1998 financial sta<strong>te</strong>ments."<br />
126<br />
De gebeur<strong>te</strong>nissen in 1999<br />
BOMPREÇO<br />
222. Het staat vast dat Meurs op 5 februari 1999 met Mendonça opnieuw overleg<br />
voerde omtrent het genuanceerde concept van de beoogde "control let-<br />
<strong>te</strong>r ". 127 Blijkens de la<strong>te</strong>re verslaglegging van het "maandagoch<strong>te</strong>ndgebed "<br />
van 19 april 1999 volgde nader overleg waarin Mendonça nogmaals zijn positie<br />
aangaf als enerzijds "CEO " van Bompreço en anderzijds als "shareholder<br />
".<br />
223. Het overleg resul<strong>te</strong>erde in de definitieve versie van 12 mei 1999, die op 17<br />
mei 1999 door Mendonça werd ge<strong>te</strong>kend. Blijkens zijn verklaring <strong>te</strong>r zitting<br />
heeft Mendonça na overleg met zijn advocaat deze side let<strong>te</strong>r (de "control<br />
let<strong>te</strong>r " dus) in mei 1999 voor kennisneming onder<strong>te</strong>kend. Hij bevestigt dat<br />
hij zich daarbij liet leiden door de behoef<strong>te</strong> aan bescherming van zijn familie<br />
op het punt van de waarde van de aandelen.<br />
224. Cliënt heeft inmiddels kennis genomen van hetgeen Meurs en Mendonça<br />
over de inhoud van de brief hebben verklaard. Hij begrijpt dat de brief refererende<br />
aan het gevoerde overleg in de tweede alinea benadrukt wat de<br />
aard en de strekking is van de onderlinge verhoudingen, <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n een besluitvormingsmodel<br />
in consensus. Ingeval van consensus kwam geen van<br />
de partijen toe aan een veto of een "dead lock ". Dit past ook bij een deelneming<br />
als "partnership ". Een veto of een "dead lock " zou het einde van<br />
de "partnership " zijn. Maar zo lang dat laats<strong>te</strong> punt niet bereikt was zou<br />
Ahold's opinie aan het eind van de dag wel "decisive " zijn.<br />
225. Uit de verklaring van Meurs blijkt dat als er iets was wat Ahold wilde dan<br />
dat altijd doorgevoerd is en als er iets was wat Ahold niet wilde dan ook<br />
nooit gebeurd is, met andere woorden dat er nooit iets <strong>te</strong>gen de zin van<br />
Ahold is gebeurd. 128 Als concre<strong>te</strong> voorbeelden <strong>te</strong>n aanzien van Bompreço<br />
noemde hij desgevraagd:<br />
126 D/324.<br />
127 V3/18.<br />
128 V3/1.<br />
55
"Een voorbeeld […] is: Ik kan mij herinneren dat er bij Bompreço<br />
zich een situatie voordeed waarbij wij voor het financieren van de<br />
groei van Bompreço panden verkocht hebben uit de supermarktonderneming<br />
aan een Special Purpose Company (ook wel: SPC). Ahold<br />
was in eers<strong>te</strong> instantie eigenaar van die SPC, de partner wilde deze<br />
verkoop van panden in eers<strong>te</strong> instantie niet maar Ahold heeft de<br />
partner kunnen overtuigen en de verkoop is doorgegaan.<br />
Een ander voorbeeld […] kan ik mij voor Bompreço als volgt herinneren.<br />
De partner in Bompreço deed een voors<strong>te</strong>l om een bedrijf in de<br />
staat Sao Luis over <strong>te</strong> nemen, deze overname is conform Ahold’s<br />
wens niet door gegaan." 129<br />
226. Verder somde Meurs als aantoonbare fei<strong>te</strong>n en omstandigheden op:<br />
"De plannen die Ahold had met de deelneming, zijnde groei door inves<strong>te</strong>ren,<br />
acquisitie van SuperMar, vernieuwing van de logistiek en<br />
goederenstroom. Het feit dat Ahold meer financiële middelen had<br />
om de inves<strong>te</strong>ringen <strong>te</strong> bewerks<strong>te</strong>lligen. In<strong>te</strong>nsieve betrokkenheid<br />
van de liason officer, zijnde Ahlqvist. Uitwisseling van personeel. Invoer<br />
van een op Ahold geschoold beloningsys<strong>te</strong>em. Kennisoverdracht<br />
inzake retail. Ik kan dit samenvat<strong>te</strong>n als hoe ga je met elkaar<br />
om. Mendonça werd uitgenodigd bij de sounding board van Ahold,<br />
dit is een board waar het Ahold denken werd besproken. Bij Bompreço<br />
hadden wij het principe ingevoerd van "mentorschap ". Dit be<strong>te</strong>kent<br />
dat Bompreço direct werd gekoppeld aan Stop en Shop. Je<br />
kunt dit zien dat er een 1 op 1 relatie werd gelegd tussen alle onderdelen<br />
van de beide bedrijven, waarbij Stop en Shop de mentor<br />
was van Bompreço." 130<br />
En in z’n algemeenheid:<br />
"Het streven was ernaar om alles in consensus <strong>te</strong> beslissen. Op het<br />
moment dat een partner het niet eens was met een voors<strong>te</strong>l van<br />
Ahold werd de partner overtuigd dat het voors<strong>te</strong>l het bes<strong>te</strong> was voor<br />
de deelneming. Ahold maak<strong>te</strong> hierbij gebruik van haar positie in de<br />
deelneming, zijnde de kapitaalkrachtigs<strong>te</strong> en de algehele ‘retail’-<br />
kennis." 131<br />
227. Cliënt acht dit niet een onjuis<strong>te</strong> weergave van de werkelijkheid Hij onders<strong>te</strong>unt<br />
dit ook, waar hij heeft verklaard:<br />
129 V3/2.<br />
130 V3/14.<br />
131 V3/24.<br />
"De Ahold doels<strong>te</strong>lling is zoveel mogelijk gebruik <strong>te</strong> maken van de<br />
voordelen die Ahold biedt om het maximale rendement uit de deelneming<br />
<strong>te</strong> halen. Dat houdt in dat alleen kan worden gerealiseerd als<br />
zo’n deelneming volledig deel uitmaakt van het Ahold sys<strong>te</strong>em. Met<br />
56
het Ahold sys<strong>te</strong>em bedoel ik mee, de gezamenlijk inkoop. Het gebruik<br />
van alle kennis, aansluiting op Ahold intranet. Zo maximaal<br />
mogelijk synergievoordelen <strong>te</strong> realiseren.<br />
Ik benader de uitleg van de <strong>te</strong>rm deelneming vanuit de filosofie die<br />
Ahold han<strong>te</strong>ert. Een deelneming werd opgenomen in de familie en<br />
was daardoor volledig gestuurd op dezelfde wijze als ondernemingen<br />
die 100% in eigendom waren. De opzet van de deelneming is ook altijd<br />
geweest van de deelneming partners, omdat daarmee meerwaarde<br />
werd gecreëerd. Daarom gingen ze met Ahold samen en niet<br />
met iemand anders of naar de Beurs." 132<br />
228. Cliënt heeft uitgelegd – ook <strong>te</strong>r zitting - dat de deelnemingspartners, waaronder<br />
Bompreço zich ook bewust waren van deze in<strong>te</strong>rpretatie. 133 Ook<br />
Mendonça zegt op vragen van de SEC:<br />
"(…) Would it be fair to say that you were acknowledging that you<br />
were aware of what they said and what their in<strong>te</strong>rpretation was?<br />
THE WITNESS: Yes. Of their in<strong>te</strong>rpretation.(…) " 134<br />
En over de leidende rol van Ahold:<br />
"(…) but, of course, in the practical side, they were – they had the<br />
supremacy. (…) In practice they had the priority of the decisions.<br />
The priority of the decisions was theirs. (…) Financial area expertise,<br />
managerial maturity, all these aspects led to this priority. (…) " 135<br />
229. Dit alles strookt met het beeld dat Prof. Van de Poel schets<strong>te</strong> van gro<strong>te</strong><br />
mondiale onderneming als Ahold in verhouding tot een locale retailer. Zoals<br />
uit het voorgaande blijkt was D&T <strong>te</strong>n aanzien van de "control let<strong>te</strong>r " op de<br />
hoog<strong>te</strong> van de nuanceringen die Mendonça fei<strong>te</strong>lijk aanbracht bij de beantwoording<br />
van de vraag of en zo ja, in welke ma<strong>te</strong> hij de in<strong>te</strong>rpretatie van<br />
Ahold deelde. Daarenboven behoefden de nuanceringen van Mendonça volgens<br />
D&T dus niet in de <strong>te</strong>kst tot uitdrukking gebracht <strong>te</strong> worden.<br />
230. Cliënt heeft inmiddels kennisgenomen van de verklaring van Meurs, waarin<br />
hij het uitlegt:<br />
132 V2/1.<br />
133 V2/7.<br />
134 V9/1.<br />
135 D/5026.<br />
"Mendonça is blijven zit<strong>te</strong>n met zijn zorgen zoals ik u al eerder<br />
aangaf. Op basis van deze zorgen van Mendonça en met het doel<br />
om deze zorgen weg <strong>te</strong> nemen is hij met het voors<strong>te</strong>l van een 2e si-<br />
57
de let<strong>te</strong>r gekomen. Ik denk dat Mendonça is gekomen met een<br />
mondeling voors<strong>te</strong>l of een schrif<strong>te</strong>lijk concept van de 2e side let<strong>te</strong>r.<br />
(…) Ik denk dat dit ergens april of mei 1999 is geweest. Zoals ik<br />
eerder heb verklaard waren wij het eens over de control let<strong>te</strong>r, maar<br />
bleef Mendonça met zijn zorgen zit<strong>te</strong>n. Mendonça had geen moei<strong>te</strong><br />
met het <strong>te</strong>kenen van de control let<strong>te</strong>r, maar hij moest ook rekening<br />
houden met zijn belangen.<br />
(…) Zoals ik eerder heb verklaard was het doel dat Mendonça niet<br />
gebonden wilde zijn aan de control let<strong>te</strong>r als er weer een liason officer<br />
zou komen waar hij niet mee overweg kon (zoals met Moerk).<br />
Verder was Mendonça aan het nadenken wat <strong>te</strong> doen met zijn aandelen<br />
in de deelneming Bompreço aangezien hij geen goede opvolger<br />
had. Het was duidelijk dat Ahold de meest voor de hand liggende<br />
koper zou zijn. Het <strong>te</strong>kenen van de control let<strong>te</strong>r zou de waarde<br />
van zijn aandelenpakket naar beneden kunnen brengen. Om bij de<br />
onderhandeling die gevoerd zouden moe<strong>te</strong>n worden over de prijs<br />
van de aandelen die Mendonça hield in Bompreço, moest Mendonça<br />
een goede positie in die onderhandeling met Ahold kunnen innemen.<br />
Met het <strong>te</strong>kenen van de control let<strong>te</strong>r zou het voor Mendonça heel<br />
moeilijk worden om zijn pakket aandelen aan een derde partij <strong>te</strong><br />
kunnen verkopen. Dit was dan ook de reden voor het <strong>te</strong>kenen van<br />
de 2e side let<strong>te</strong>r. Door de 2e side let<strong>te</strong>r had Ahold in wezen dezelfde<br />
positie die een derde zou innemen met betrekking tot het overnemen<br />
van de aandelen van Mendonça in de deelneming Bompreço."<br />
136<br />
231. Cliënt heeft het la<strong>te</strong>r aldus begrepen dat namens Mendonça als "shareholder<br />
" van BompreçoPar werd voorges<strong>te</strong>ld zich bewust ("aware ") <strong>te</strong> zijn "of<br />
the con<strong>te</strong>nts of your let<strong>te</strong>r of May 12" en dat de 2 e side let<strong>te</strong>r bedoeld was<br />
"to inform you that we do not agree with the in<strong>te</strong>rpretation given by you of<br />
our Shareholders’ Agreement." en dat Meurs door onder<strong>te</strong>kening <strong>te</strong> kennen<br />
heeft gegeven zich bewust ("aware ") <strong>te</strong> zijn van de nuances die Mendonça<br />
als aandeelhouder van BompreçoPar reeds eerder kenbaar maak<strong>te</strong>. Het is<br />
cliënt opgevallen dat Mendonça zich op de zitting, onder ede, i dezelfde zin<br />
heeft uitgela<strong>te</strong>n. "Aware " is wat anders dan "agree ".<br />
232. Hier is nu al van belang op <strong>te</strong> merken dat door Meurs en la<strong>te</strong>r door cliënt de<br />
side let<strong>te</strong>r (die la<strong>te</strong>r de 2 e side let<strong>te</strong>r wordt genoemd) niet wordt ge<strong>te</strong>kend<br />
met "Agree " maar met "Aware ". Dit aspect komt hierna nog verder aan de<br />
orde.<br />
136 V3/15, V3/18 en V3/12.<br />
58
233. Dit is goed <strong>te</strong> verenigen met hetgeen Mendonça bij de SEC en onlangs op<br />
de zitting heeft verklaard. Zoals hij heeft uitgelegd verzet<strong>te</strong> – op zich – niets<br />
zich <strong>te</strong>gen onder<strong>te</strong>kening. Het doel van de tweede "side let<strong>te</strong>r" strek<strong>te</strong><br />
slechts tot de positionering van het aandeelhouderschap: wat voor Mendonça<br />
als aandeelhouder acceptabel was, was voor Meurs namens Ahold als<br />
aandeelhouder acceptabel.<br />
234. Daarom was de brief volgens Meurs niet van belang voor D&T, die – op zich<br />
- bekend was met de zorgen van Mendonça. De inhoud voegde niets toe<br />
aan de oordeelsvorming van D&T. S<strong>te</strong>rker nog, de nuanceringen behoefden<br />
volgens D&T jegens de accountants, zoals gezegd, niet nader schrif<strong>te</strong>lijk<br />
vastgelegd <strong>te</strong> worden. De bestaande vastlegging in working paper volstond.<br />
Hoe het ook zij Meurs heeft de afweging gemaakt de "2 e side let<strong>te</strong>r" niet <strong>te</strong><br />
overhandigen aan D&T, omdat naar zijn mening deze brief "in het kader<br />
van control vraagstuk niet relevant was." 137<br />
235. Na voortschrijdend inzicht erkende Meurs ech<strong>te</strong>r:<br />
"Ik ben hiermee misschien <strong>te</strong> veel op de stoel van de accountant<br />
gaan zit<strong>te</strong>n. Dit zeg ik gezien de situatie zoals deze zich nu voordoet.<br />
U vraagt mij of ik toen ik de afweging maak<strong>te</strong> om de 2e side let<strong>te</strong>r<br />
niet <strong>te</strong> overhandigen aan Deloit<strong>te</strong> & Touche alleen rekening heb gehouden<br />
met het control vraagstuk of ook heb gekeken of Deloit<strong>te</strong> &<br />
Touche dit bescheid nodig had voor haar totale oordeelsvorming.<br />
Hierop kan ik verklaren dat ik alleen de afweging heb gemaakt <strong>te</strong>n<br />
aanzien van het control vraagstuk en dan het control vraagstuk in<br />
relatie tot US GAAP." 138<br />
236. Cliënt is het daarmee, zoals hij herhaaldelijk in retrospectief heeft verklaard<br />
(en ook op de zitting heeft herhaald), ach<strong>te</strong>raf eens, ook al is hij er niet bij<br />
betrokken geweest.<br />
237. Uit niets blijkt overigens van een "package deal", <strong>te</strong> meer omdat niet is gebleken<br />
dat de eerdere onder<strong>te</strong>kening van de "control let<strong>te</strong>r " door Mendonça<br />
als deelnemingpartner van de 2 e side let<strong>te</strong>r afhankelijk was.<br />
238. In een la<strong>te</strong>r stadium heeft cliënt de 2 e side let<strong>te</strong>r ook onder<strong>te</strong>kend. Dat<br />
moet volgens Meurs en diens secretaresse Mc Kay omstreeks november<br />
1999 zijn geweest. Ter zitting zegt Mendonça eerst dat hij dat dit eerder<br />
moet zijn geweest, maar la<strong>te</strong>r blijkt dat hij het eigenlijk niet meer precies<br />
137 V3/19.<br />
138 V3/19.<br />
59
weet. Vaststaat dat eerst door Meurs is ge<strong>te</strong>kend en dat cliënt pas la<strong>te</strong>r<br />
heeft bijge<strong>te</strong>kend.<br />
239. Cliënt heeft de brief routinematige mede onder<strong>te</strong>kend. In de tijd geplaatst<br />
had een side let<strong>te</strong>r nog niet de klank die het nu heeft. Bovendien werd<br />
toen, zoals al eerder gezegd, nog niet de <strong>te</strong>rm "control let<strong>te</strong>r " gebruikt. Ofschoon<br />
hij zich niet kan herinneren dat Meurs hem iets in het bijzonder<br />
heeft meegedeeld <strong>te</strong>r gelegenheid van het verzoek bij <strong>te</strong> <strong>te</strong>kenen, is hem<br />
la<strong>te</strong>r duidelijk geworden:<br />
"Volgens Meurs was Mendonça bang dat door de eers<strong>te</strong> brief zijn<br />
aandelen moeilijker verhandelbaar zouden zijn. Dat lijkt op zich een<br />
redelijke verklaring. Daarom wilde Mendonça zeker s<strong>te</strong>llen dat ik op<br />
de tweede zou <strong>te</strong>kenen om zeker <strong>te</strong> zijn dat de strekking van de eers<strong>te</strong><br />
brief niet <strong>te</strong>n nadele zou zijn van de waarde van zijn aandelen."<br />
139<br />
240. De la<strong>te</strong>re onder<strong>te</strong>kening kan daarom in redelijkheid niet anders worden<br />
geïn<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>erd als een bevestiging dat hij zich bewust is van de zorgen van<br />
Mendonça, ook al kan hij zich niet meer herinneren wat Meurs op dat moment<br />
heeft gezegd, ofschoon cliënt zeker weet dat Meurs absoluut niet<br />
heeft gezegd dat hij de side let<strong>te</strong>r niet aan D&T zou geven. Dat zou een<br />
opmerkelijke mededeling zijn geweest, die cliënt zéker zou zijn opgevallen.<br />
241. Op het moment van mede-onder<strong>te</strong>kening was de side let<strong>te</strong>r niet meer dan<br />
een side let<strong>te</strong>r, <strong>te</strong>rwijl hij de brief, die la<strong>te</strong>r pas de "control let<strong>te</strong>r " zou gaan<br />
he<strong>te</strong>n, nog niet had gezien. Hij is zich, zoals hij al heeft verklaard, bij het<br />
onder<strong>te</strong>kenen niet bewust geweest dat er iets anders aan de hand was. De<br />
<strong>te</strong>kst is niet tot hem doorgedrongen, Meurs had al ge<strong>te</strong>kend en het leek<br />
volkomen onschuldig en irrelevant.<br />
242. Dit brengt mij bij de sneer van het OM dat ongeloofwaardig zou zijn dat<br />
cliënt de <strong>te</strong>kst niet gelezen zou hebben. Even afgezien dat dit simpel minded<br />
commentaar negeert dat er een verschil kan zijn tussen iets "zien" en<br />
iets "opnemen", kan het geen kwaad eens naar de <strong>te</strong>kst van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />
van feit 6 <strong>te</strong> kijken.<br />
243. Het <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde citaat: "all companies in which Royal Ahold can exercise<br />
control or where Royal Ahold has a direct or indirect or more than 50%<br />
are included in the consolidation" is ontleend uit de respectieve forms<br />
139 V2/2<br />
60
20-F. 140 Hoewel we mogen aannemen dat het OM de zelf opgemaak<strong>te</strong> <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />
meer malen gezien heeft, en waarschijnlijk zelfs meermalen gelezen<br />
heeft, is blijkbaar niet doorgedrongen wat er in werkelijkheid staat.<br />
244. Dat Ahold op dat moment in control was, staat wel vast, zoals blijkt uit de<br />
brief 141 die Noddle rond dezelfde tijd zond aan Mendonça. In ieder geval zag<br />
cliënt destijds in hetgeen hij er van wist (had gezien) geen beletsel voor de<br />
voortzetting van de consolidatie in het boekjaar 1999.<br />
245. Dit was voor Marjanne van It<strong>te</strong>rsum van Corpora<strong>te</strong> Controplling niet anders.<br />
Blijkens de managementrapportage volstond D&T met de enkele kennisneming<br />
van de "control let<strong>te</strong>r " betreffende Bompreço en de "representations "<br />
die het "management " van Ahold omtrent de deelnemingen kenbaar maak<strong>te</strong>.<br />
Noch in het eers<strong>te</strong> kwartaal, noch in de daaropvolgende rapportage over<br />
het boekjaar 1999 kwam veel meer of anders aan de orde. Cliënt had geen<br />
reden er anders over <strong>te</strong> denken.<br />
PAIZ<br />
246. Vaststaat dat op 13 december 1999 Paiz Ahold werd opgericht. De Daaraan<br />
<strong>te</strong>n grondslag liggende juridische structuur tussen onder andere Ahold en<br />
Coban Holdings Inc (de holding van de familie Paiz) is verder uitgewerkt in<br />
de zogehe<strong>te</strong>n stock Purchase and Subscription Agreement van 20 december<br />
1999 en de daarop volgende Shareholders Agreement van een dag la<strong>te</strong>r.<br />
247. De familie werd ver<strong>te</strong>genwoordigd door Carlos Paiz die samen met Noddle<br />
zitting nam in het bestuur van de deelneming. Het initiatief tot het vormen<br />
van de deelneming kwam van Paiz, zo is aannemelijk geworden. Meurs<br />
zegt daarover:<br />
"Ik wil hierbij opmerken dat de partner met betrekking tot deze deelneming<br />
het hardst heeft aangedrongen om tot een deelneming <strong>te</strong><br />
komen met Ahold. Hiermee bedoel ik dat Paiz alleen met Ahold een<br />
deelneming wilde aangegaan. Ahold heeft in eers<strong>te</strong> instantie het verzoek<br />
afgewezen, maar la<strong>te</strong>r is er toch een akkoord gekomen." 142<br />
248. Aannemelijk is dat Ahold na de vorming van de deelneming om een veelheid<br />
van redenen haar wil kon doordrukken, ook ingeval de familie Paiz aarzelingen<br />
had. Meurs noemde het volgende voorbeeld:<br />
140 D/118, p.52, D/119, p. 50, D/120, p.55 en D/121, p. 71.<br />
141 D/521<br />
142 V3/22.<br />
61
"De lay out van een aantal van hun hypermark<strong>te</strong>n was gemaakt volgens<br />
het ‘Amerikaanse model’, Ahold wilde dat zij het ‘Franse model’<br />
zouden gaan volgen. Ahold heeft doorgevoerd dat zowel in de nieuwe<br />
als in de bestaande hypermark<strong>te</strong>n van La Fragua het ‘Franse<br />
model’ de standaard is geworden. In het geval van Paiz Ahold heeft<br />
Ahold ook een heel belangrijke rol gespeeld in het voor elkaar krijgen<br />
van de deelneming met CSU in Costa Rica in 2001. De ui<strong>te</strong>indelijke<br />
deelneming tussen La Fragua, Ahold en CSU is CARCHO geworden,<br />
waarin Ahold 1/3 van de aandelen heeft verkregen. Gelijk aan<br />
het voors<strong>te</strong>l van Ahold is er dus een samenwerking gekomen met<br />
CSU in Costa Rica, de rol van Ahold in dat proces is van doorslaggevende<br />
be<strong>te</strong>kenis geweest." 143<br />
249. Maar ook ingeval de familie Paiz wensen had kon Ahold dat <strong>te</strong>genhouden,<br />
zo verklaarde Meurs <strong>te</strong>r zitting. Reeds eerder gaf hij het voorbeeld:<br />
"Ik kan mij herinneren dat La Fragua wilde inves<strong>te</strong>ren in een ke<strong>te</strong>n<br />
in het zuiden van Mexico. Die inves<strong>te</strong>ring is niet door gegaan omdat<br />
Ahold dat niet wilde." 144<br />
250. De fei<strong>te</strong>n en omstandigheden waren naar de overtuiging van Ahold in ieder<br />
geval voldoende om Paiz Ahold als "groepsmaatschappij " <strong>te</strong> beschouwen.<br />
De onderneming werd dan ook in de balans per ultimo 1999 geconsolideerd.<br />
251. D&T had geen afwijkend oordeel. In<strong>te</strong>gendeel. Van den Dries bevestigde<br />
ook zelf in Gua<strong>te</strong>mala <strong>te</strong> zijn geweest en overigens baseerde D&T zich op<br />
de vele andere bronnen over de fei<strong>te</strong>lijke zeggenschap van Ahold 145 .<br />
252. Conform de voorgaande jaren s<strong>te</strong>lde de RvB het jaarverslag en de jaarrekening<br />
over 1999 op, waarna op 7 maart 2000 de vasts<strong>te</strong>lling volgde door de<br />
RvC. De bes<strong>te</strong>ndige gedragslijn van consolidatie werd hiermee voortgezet.<br />
253. Kennelijk was de enkele ontvangst van een "control let<strong>te</strong>r " inzake Bompreço<br />
voor D&T voldoende om de jaarrekening over 1999 op gelijke datum<br />
zonder voorbehoud goed <strong>te</strong> keuren, want voor JMR en Disco veranderde er<br />
niets. De op 1 maart 2000 geda<strong>te</strong>erde managementlet<strong>te</strong>r 146 aan RvB, AC en<br />
RvC vermeldde slechts:<br />
"We have had several discussions during the past two years with<br />
management regarding joint venture accounting. It was concluded<br />
143 V3/2.<br />
144 V3/2.<br />
145 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />
146 D/326.<br />
62
that it is only possible to consolida<strong>te</strong> a joint venture if Ahold has<br />
substantive control. (…). A conclusion on the substantive control<br />
should be based on the actual facts and circumstances.<br />
Recommendation:<br />
We strongly advise to further investiga<strong>te</strong> the above for other existing<br />
joint ventures and participations (such as with respect to JMR, Disco,<br />
Santa Isabel and the new joint venture with ICA), and also given the<br />
recent discussions relating to "imma<strong>te</strong>rial " misapplications of GAAP<br />
and ma<strong>te</strong>riality."<br />
254. Kortom, D&T kwam met niet meer dan een aanbeveling om nader onderzoek<br />
<strong>te</strong> doen naar de "deelneming accounting " betreffende andere deelnemingen<br />
dan Bompreço. Met wederom als explicie<strong>te</strong> toevoeging dat D&T<br />
geen onenigheid met het management had gehad over zaken die ma<strong>te</strong>rieel<br />
waren voor de financiële verantwoording over 1999.<br />
255. Dezelfde boodschap kwam tot uitdrukking in de advisering van D&T van 13<br />
april 2000 waarin Paiz Ahold onbesproken bleef. De onder<strong>te</strong>kening van de<br />
ICA<br />
Form 20-F over 1999 was van een dag eerder. Van den Dries zegt:<br />
"Our National Office in the USA has permit<strong>te</strong>d us to issue our opinion<br />
on the 20-F for the year ended January 2, 2000 based on your representations<br />
that side let<strong>te</strong>rs would be obtained from your joint venture<br />
partners " 147<br />
256. Eind 1999 werd er eveneens uitgebreid overleg gevoerd omtrent de nieuwe<br />
Scandinavische deelneming ICA Ahold <strong>te</strong>n vervolge op de eerdere onderhandelingen<br />
in dat jaar. Andreae verklaarde hierover:<br />
147 D/282.<br />
"Uit mijn tijd dat ik nog bij Albert Heijn werk<strong>te</strong> kende ik personen<br />
van ICA Handlarnas en Canica. Ik had eerder met hun samengewerkt.<br />
Ergens voor de zomer van 1999 heb ik een gesprek gehad<br />
met iemand van ICA die mij ver<strong>te</strong>lde dat zij van plan waren een deel<br />
van haar aandelen naar de beurs <strong>te</strong> brengen. Ik heb toen gevraagd<br />
of zij niet meer geïn<strong>te</strong>resseerd waren in een partij die verstand had<br />
van retail. De persoon die ik sprak was een ver<strong>te</strong>genwoordiger van<br />
Förbundet en daarom meer geïn<strong>te</strong>resseerd in de waarde van zijn<br />
aandeel. Hij is wel met het idee <strong>te</strong>ruggegaan naar het management<br />
63
van ICA. Dit management was zeer enthousiast en om deze reden<br />
ben ik in contact gekomen met R. Fahlin en S. Hagen." 148<br />
257. Na verdere oriën<strong>te</strong>rende gesprekken in de zomer van 1999, voerden Ahold,<br />
ICA Förbündet Invest AB, ICA Förbudent (hierna samen: ICA) en Canica SA<br />
(Canica) in de tweede helft van 1999 besprekingen over het aangaan van<br />
een concre<strong>te</strong> deelneming. Het oogmerk van Ahold was blijkens een op 1<br />
november 1999 gehouden vergadering van de RvB:<br />
"We want immedia<strong>te</strong>ly to get 50% of the company in order to be<br />
able to consolida<strong>te</strong> that business." 149<br />
258. ICA wilde ech<strong>te</strong>r het zogehe<strong>te</strong>n "ICA idea" behouden. ICA-jurist Anders<br />
Hedman zegt daarover dat het ICA idea onder andere inhoudt dat de retailers<br />
eigenaar blijven van hun eigen winkels. 150 Dit laats<strong>te</strong> liet onverlet dat<br />
het onderwerp van consolidatie aantoonbaar besproken werd en kon worden<br />
met ICA. Zo vermeldde een handgeschreven samenvatting van een vergadering<br />
op 24 november 2000 van Ahold-juris<strong>te</strong> Marieke de Boer:<br />
"(…) structure of transaction<br />
consolidation is nescec nec. for Ahold.(…). " 151<br />
259. Tevens is aannemelijk dat Ahold overwoog de wens tot consolidatie niet<br />
alleen tot uitdrukking <strong>te</strong> brengen in een overeen <strong>te</strong> komen Heads of<br />
Agreement (HoA), maar zo nodig ook in een "side let<strong>te</strong>r " conform de situatie<br />
bij Bompreço en de beoogde situatie bij Disco. De op 25 november 1999<br />
geda<strong>te</strong>erde aan<strong>te</strong>keningen van De Boer 152 leren althans:<br />
"in sharehold. agr. -> control<br />
opname deadlock -> be<strong>te</strong>kent al : geen control.<br />
side let<strong>te</strong>r? -> zo bij Velox. -> l."<br />
260. Vast staat dat de RvB op 6 december 1999 formeel toes<strong>te</strong>mming aan de<br />
RvC verzocht om de deelneming aan <strong>te</strong> gaan. Binnen enkele dagen ging de<br />
RvC akkoord. Tevens ging de RvC akkoord met een aandelenemissie <strong>te</strong>r financiering<br />
van de nieuwe deelneming alsmede de afzonderlijke overname<br />
van US Foodservice.<br />
148 V4/1.<br />
149 D/243<br />
150 G7/1.<br />
151 D/156.<br />
152 D/157.<br />
64
261. In afwachting van de goedkeuring vond de in de stukken beschreven bijeenkomst<br />
tussen Ahold en ICA in restaurant "De Walvis " plaats. Het is duidelijk<br />
geworden dat tijdens deze bijeenkomst de inhoud van de beoogde<br />
HoA uitonderhandeld is. Meurs zegt daarover:<br />
"Het resultaat van deze bespreking was dat wij de bouws<strong>te</strong>nen hadden<br />
voor de HoA. De HoA is op basis van dit gesprek gemaakt." 153<br />
262. Dit is bevestigd door Fahlin:<br />
263. Cliënt zegt er over:<br />
"Je zou kunnen zeggen dat de HoA het resultaat is van de besprekingen,<br />
waaronder de bespreking in ‘De Walvis’ die tot dan toe hadden<br />
plaats gevonden tussen IFAB, Ahold en Canica." 154<br />
"De gevolgen van de bespreking zijn verwoord in de Heads of<br />
Agreement." 155<br />
264. Een en ander is van belang omdat de ui<strong>te</strong>indelijk op 9 december 1999 geda<strong>te</strong>erde<br />
HoA expliciet de voorwaarde bevat:<br />
"6.3.3 Ahold shall be able to consolida<strong>te</strong> its share in the JVC and the<br />
ICA Group in its account under Dutch GAAP and IAS."<br />
265. Over "it’s share " is reeds het nodige gezegd; het is evident een "slip of the<br />
pen ".<br />
266. De HoA bevat<strong>te</strong> daarenboven de volgende passage over de tot stand <strong>te</strong><br />
brengen "shareholders agreement ":<br />
"4.6 The final agreement shall be agreed in light of the con<strong>te</strong>nts of<br />
this HoA, the press sta<strong>te</strong>ments and other information provided to the<br />
other shareholders of the Company, the subsequent discussions and<br />
negotiations, Ahold’s requirement that it will be able to consolida<strong>te</strong><br />
its participation in the JVC and the ICA Group in its accounts under<br />
Dutch GAAP and IAS and the outcome of the final negotiations between<br />
the parties." 156<br />
267. In het eers<strong>te</strong> persbericht dat op gelijke datum werd uitgebracht sprak Ahold<br />
dan ook de verwachting uit dat de omzetcijfers van Ahold door de deelne-<br />
153 V3/3.<br />
154 V6/1.<br />
155 V2/2.<br />
156 D/73.<br />
65
ming aanzienlijk verhoogd werden, hetgeen de beoogde consolidatie bevestigde.<br />
Zo ook cliënt:<br />
"U vraagt mij wat nu precies <strong>te</strong>r sprake is gekomen (…). Er is <strong>te</strong>r<br />
sprake gebracht dat Ahold volledig wilde consolideren volgens Dutch<br />
GAAP, wat tot gevolg had dat Ahold op belangrijke beslissingen een<br />
doorslaggevende s<strong>te</strong>m had.<br />
U vraagt mij of het feit dat Ahold in belangrijke beslissingen een<br />
doorslaggevende s<strong>te</strong>m had overeenkomt met dat Ahold dan fei<strong>te</strong>lijke<br />
zeggenschap heeft. Fei<strong>te</strong>lijke zeggenschap is breder dan alleen<br />
doorslaggevende s<strong>te</strong>m bij belangrijke beslissingen. Ik wil hiermee<br />
aangeven dat als je het hebt over operationele beslissingen over de<br />
dagelijkse bedrijfsvoering van de winkels, Ahold zich daar niet mee<br />
wil bemoeien." 157<br />
268. Deze nuance maakt het aannemelijk dat enerzijds Ahold kon vasthouden<br />
aan haar voorwaarde de deelneming volledig <strong>te</strong> kunnen consolideren en dat<br />
anderzijds het "ICA idea " behouden kon blijven. De ach<strong>te</strong>rliggende gedach<strong>te</strong><br />
was volgens cliënt:<br />
"U vraagt mij wat de reden is dat er tijdens de bespreking in de<br />
Walvis besproken is dat Ahold volledig wil consolideren en niet dat<br />
Ahold zeggenschap wil hebben. Wij hadden al heel wat ervaring met<br />
andere joint ventures en we wis<strong>te</strong>n uit deze ervaring dat Ahold toch<br />
op belangrijke beslissingen een doorslaggevende s<strong>te</strong>m had. Dat in<br />
de praktijk zich zou vertalen. Als zodanig hadden we ook geen twijfel<br />
dat dit bij ICA ook zo in de praktijk zou vertalen, maar we wilden<br />
geen ruim<strong>te</strong> la<strong>te</strong>n voor in<strong>te</strong>rpretatieverschillen <strong>te</strong>n aanzien van het<br />
consolidatievraagstuk.<br />
De zeggenschap mocht geen issue worden omdat dan problemen<br />
met betrekking tot consolidatie zouden kunnen ontstaan (…)." 158<br />
269. Uit het memo van cliënt van januari 2003 159 worden de redenen om Ahold<br />
ICA <strong>te</strong>recht consolideerde keurig op een rij gezet. Uw rechtbank heeft er<br />
kennis van genomen, omdat het OM eerst - volstrekt <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> - beweerde<br />
dat dit memo met la<strong>te</strong>re annotaties uit de compu<strong>te</strong>r van cliënt vandaan<br />
zou zijn gekomen 160 . Bovendien was er de put optie en dat was - ook<br />
in de ogen van Prof. Van de Poel - een wel erg s<strong>te</strong>rke aanwijzing dat Ahold<br />
in control was.<br />
157 V2/2.<br />
158 V2/2.<br />
159 D/244 (244A).<br />
160 Inmiddels is duidelijk geworden dat de Fiod dit alles wel erg slordig heeft geadministreerd.<br />
66
270. Tot slot in dit verband: de HoA bevat<strong>te</strong> reeds een voorziening van de <strong>te</strong>r<br />
zitting besproken put optie in samenhang met een overeengekomen waardering<br />
van de aandelen waarin ook een substantiële "control premium " was<br />
begrepen.<br />
271. Kort en goed: de optie voorzag in een la<strong>te</strong>re verkoop (vier jaar na "closing<br />
") van het belang van ICA en/of Canica aan Ahold <strong>te</strong>gen een verkoopprijs<br />
die gebaseerd was op de gecalculeerde waarde van ICA ingeval ICA<br />
een beursgang had gemaakt op 9 december 1999. Hierop werd de "control<br />
premium " gebaseerd conform het mechanisme zoals hiervoor <strong>te</strong>n aanzien<br />
van Disco aan de orde kwam.<br />
272. Twee nuances: bij Disco was sprake van een vaststaande aankoopprijs. Bij<br />
ICA moest een waardering toegepast worden. Bij Disco speelde geen derde.<br />
Bij ICA speelde ook de verhouding met Canica.<br />
De gebeur<strong>te</strong>nissen in 2000<br />
ICA<br />
273. Vast staat dat D&T betrokken werd in de uitwerking van de HoA opdat<br />
daadwerkelijk een aandeelhoudersovereenkomst tot stand kon komen. Van<br />
It<strong>te</strong>rsum hield Van der Veg<strong>te</strong> op 11 januari 2000 twee varian<strong>te</strong>n voor:<br />
"The issue is that for tax reasons Canica needs to posses 10% of the<br />
shares in ICA AB or 25% in the Joint Venture at the end of 2000 but<br />
that Ahold still wants to consolida<strong>te</strong> ICA. Both new structures assume<br />
no changes in other control issues (we still will have the power<br />
to govern the financial and operating policies of the en<strong>te</strong>rprise)<br />
When necessary we will ask for a side let<strong>te</strong>r." 161<br />
274. Niet alleen bevestigde dit dat Ahold nog s<strong>te</strong>eds beoogde de op <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n<br />
deelneming <strong>te</strong> consolideren, maar ook dat Ahold dit, zo nodig, tot uitdrukking<br />
wilde brengen in een "side let<strong>te</strong>r " en daartoe expliciet advies vroeg<br />
aan D&T conform de beoogde situatie bij Disco en de bestaande situatie bij<br />
Bompreço. Van It<strong>te</strong>rsum:<br />
161 D/188.<br />
"Ik kan mij niet expliciet herinneren dat ik deze e-mail aan de heer<br />
Van der Veg<strong>te</strong> heb gestuurd, maar wel dat ik overleg heb gevoerd<br />
met en advies heb gevraagd aan Deloit<strong>te</strong> & Touche over mogelijke<br />
structuren, in relatie tot de consolidatievraag. U vraagt mij of in elk<br />
geval de boodschap was " We still will have the power to govern the<br />
67
financial and operating policies of the en<strong>te</strong>rprise ". Dat was in elk<br />
geval wat mij door mijn meerdere, de heer Verhelst, ver<strong>te</strong>ld was omtrent<br />
het idee." 162<br />
275. D&T Nederland schakelde op haar beurt wederom D&T USA in, zo staat<br />
vast. Een op 12 januari 2000 geda<strong>te</strong>erde mail van Van der Veg<strong>te</strong> aan Herkovits<br />
vermeldt:<br />
"We have send the following question to NO. I assume that their answer<br />
will be qui<strong>te</strong> similar to an earlier advice by NO (in 1998 with respect<br />
to the joint venture discussions) which concluded that even if<br />
Ahold may not own all shares they are able to consolida<strong>te</strong> if they<br />
have substantive control (indications: control board of directors, contract<br />
of writ<strong>te</strong>n agreements that provide control elements etc). A<br />
side let<strong>te</strong>r may be required in order to consolida<strong>te</strong> which the above<br />
elements should be included. No<strong>te</strong> that the draft share purchase<br />
agreements includes a paragraph that Ahold should be able to consolida<strong>te</strong><br />
ICA." 163<br />
276. Kortom, D&T Nederland deelde wederom de observaties van Ahold om de<br />
deelneming <strong>te</strong> kunnen consolideren. 164 En wederom werd D&T USA dus het<br />
eventuele gebruik van een "side let<strong>te</strong>r " voorgehouden. Van der Veg<strong>te</strong> mailde<br />
aan zijn Amerikaanse collega’s:<br />
"No<strong>te</strong> that Ahold and ICA are willing to provide side let<strong>te</strong>rs to the<br />
formal purchase contracts which will further give direction to control<br />
elements by Ahold (and therefore will assist Ahold in consolidating<br />
ICA in 2000)." 165<br />
277. Vervolgens is een en ander aantoonbaar nader besproken en ook gecommuniceerd<br />
met onder meer D&T Zweden. Ahold bleef bij het voornemen<br />
ICA in<strong>te</strong>graal <strong>te</strong> consolideren. Desgevraagd bevestigde Van It<strong>te</strong>rsum op 17<br />
januari 2000 aan de Zweedse vestiging van D&T:<br />
"We indeed in<strong>te</strong>nd to fully consolida<strong>te</strong> ICA based on the fact that we<br />
are in control." 166<br />
278. D&T pleegde overleg met SET Auktoriserade Revisorer, een accountantskantoor<br />
waaraan Eriksson verbonden was 167 . Naar hij verklaarde werd hij<br />
162<br />
RC-verklaring Van It<strong>te</strong>rsum van 3 februari 2005.<br />
163<br />
D/5019.<br />
164<br />
RC-verklaring Van der Veg<strong>te</strong> van 14 juli 2005.<br />
165 D/5020.<br />
166 I/24.<br />
167 G/14<br />
68
mede verantwoordelijk voor de controle van de cijfers van ICA Ahold voor<br />
het boekjaar eindigend op 30 april 2000 168 . Volgens de Zweedse wet zouden<br />
SET en D&T Zweden gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor deze controle<br />
van ICA Ahold. Egenäs van D&T Zweden verduidelijk<strong>te</strong> de positie van<br />
de accountants in dit verband:<br />
"Onze verantwoordelijkheid als accountant van ICA Ahold in Zweden<br />
is om <strong>te</strong> controleren of ICA Ahold mocht nala<strong>te</strong>n om een geconsolideerde<br />
jaarrekening volgens Zweeds recht op <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen. Je moet ook<br />
controleren of de moeder inderdaad een geconsolideerde jaarrekening<br />
heeft opges<strong>te</strong>ld. Stap 2 zou zijn dat ik zou moe<strong>te</strong>n controleren<br />
of Royal Ahold <strong>te</strong>recht ICA Ahold AB mocht consolideren. Dit is niet<br />
mijn verantwoording. Ik ben uitslui<strong>te</strong>nd afgegaan op de mededeling<br />
van Marco van der Veg<strong>te</strong>. Dit is voldoende." 169<br />
279. Aannemelijk is dat Ahold niet alleen in het overleg met D&T NL c.q. D&T<br />
USA, maar ook tijdens het nodige in<strong>te</strong>rne overleg de mogelijkheid tot het<br />
bezigen van een "side let<strong>te</strong>r " handhaafde ingeval de op <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen aandeelhoudersovereenkomst<br />
slechts zou voorzien in een fifty-fifty verhouding. Van<br />
It<strong>te</strong>rsum vat<strong>te</strong> op 26 januari 2000 samen:<br />
"Bij 50% van de s<strong>te</strong>mrech<strong>te</strong>n zullen we via aanvullende middelen<br />
(bijvoorbeeld een side let<strong>te</strong>r) moe<strong>te</strong>n aantonen dat wij "in control "<br />
zijn." 170<br />
280. Het is duidelijk geworden dat Ahold in<strong>te</strong>rn de mogelijkheden van consolidatie<br />
nader evalueerde en daarbij ook de andere deelnemingen betrok. Het<br />
resultaat is vastgelegd in een 17 februari 2000 geda<strong>te</strong>erde memo (in concept)<br />
van S<strong>te</strong>rk en een nagenoeg gelijke versie van Meurs, geda<strong>te</strong>erd 29<br />
februari 2000. Het springende punt:<br />
"During the year 2000 we will, in consultation with our auditors, review<br />
our joint venture agreements and arrangements whether or not<br />
they qualify for consolidation under U.S. GAAP. If a particular joint<br />
venture does not meet the <strong>te</strong>st, it will be accoun<strong>te</strong>d for under the<br />
equity method, as of fiscal 2001." 171<br />
281. Ten vervolge op de HoA is de wens tot consolidatie in de op 24 februari<br />
2000 geda<strong>te</strong>erde aandeelhoudersovereenkomst betreffende ICA Ahold nader<br />
tot uitdrukking gebracht, meer in het bijzonder onder 7.3.3:<br />
168 G/14.<br />
169 G/15.<br />
170 D/160.<br />
171 D/325.<br />
69
"In order to enable Ahold to consolida<strong>te</strong> its share in ICA Ahold and<br />
the ICA Group in its accounts under Dutch GAAP and IAS, the<br />
Shareholders shall cause ICA Ahold and the ICA Group to comply<br />
with Ahold’s reporting and information requirements as applied<br />
throughout the Ahold Group, as applicable from time to time, the<br />
main points of which are described in Schedule 7.3.3 and laid down<br />
in more detail in Ahold’s reporting manual. The Board shall decide on<br />
reasonable transition periods to enable the ICA Group to adjust to<br />
Ahold reporting requirements." 172<br />
282. Weliswaar luidt de let<strong>te</strong>rlijke <strong>te</strong>kst wederom dat Ahold "its’ share " wilde<br />
consolideren, hetgeen een partiële consolidatie zou kunnen doen vermoeden,<br />
maar het is duidelijk dat dit nooit de bedoeling is geweest. Zo verklaarde<br />
S<strong>te</strong>rk:<br />
"Dit heb ik destijds niet zo gelezen. Ik heb de Shareholders<br />
Agreement altijd beoordeeld vanuit de mogelijkheid van volledige<br />
consolidatie door Ahold. Ik heb nooit de beoordeling gemaakt of partieel<br />
geconsolideerd kon worden dat was niet de wens van Ahold,<br />
Ahold wilde volledig consolideren." 173<br />
283. Meurs heeft daarover verklaard:<br />
"De bes<strong>te</strong> uitleg van de werkelijkheid is door het woord "its’ share"<br />
in 7.3.3. van de Shareholders Agreement weg <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n. Op het moment<br />
dat dit woord weg wordt gela<strong>te</strong>n staat er dat Ahold de cijfers<br />
van ICA Ahold wil ontvangen zodat de cijfers volledig kunnen worden<br />
geconsolideerd door Ahold en daarmee impliciet dat Ahold volledig<br />
wil consolideren." 174<br />
284. Van Tielraden, één van de medeops<strong>te</strong>llers van de <strong>te</strong>kst bevestigd dat:<br />
"De HoA is geschreven door Hedman en de Shareholders Agreement<br />
door de advocaat van Ahold. In de Shareholders Agreement had niet<br />
"Its share" moe<strong>te</strong>n staan. Er kan gezegd worden dat het een doorlopende<br />
fout is. (…) Zoals ik eerder heb verklaard hebben meer personen<br />
aan deze Shareholders Agreement gewerkt en naar de overeenkomst<br />
gekeken. Al deze personen hebben hier geen opmerking over<br />
gemaakt. (…) partijen [waren] het er over eens, (…) dat in de HoA<br />
en Shareholders Agreement volledige consolidatie had moe<strong>te</strong>n<br />
staan." 175<br />
285. Hij voegde daaraan toe dat de mogelijkheid tot consolidatie ook nader tot<br />
uitdrukking is gebracht onder 7.7.6 van de aandeelhoudersovereenkomst,<br />
172 D/116.<br />
173 G25/1.<br />
174 V3/4.<br />
175 G16/2.<br />
70
omdat met betrekking tot het consolidatievraagstuk het artikel inzake de<br />
European Compe<strong>te</strong>nce Cen<strong>te</strong>r in de Shareholders Agreement is opgenomen.<br />
Hij ging er vanuit dat dit voldoende was. 176<br />
286. Dit artikel kwam <strong>te</strong> luiden:<br />
"Ahold shall make available to the ICA Group, and the Shareholders<br />
shall procure that ICA and other Group Companies will accept, guidance<br />
from Ahold’s European Compe<strong>te</strong>nce Cen<strong>te</strong>rs in the areas of logistics,<br />
retail development, procurement, IT, finance, human resources<br />
and real esta<strong>te</strong> with the objective to develop the professional<br />
qualities of the ICA Group to the benefit of the ICA Group and<br />
all its stakeholders." 177<br />
287. Hagen bevestigde de redengeving van dit artikel:<br />
"Ik dacht dat ICA Ahold guidance zou accep<strong>te</strong>ren van Aholds European<br />
Compe<strong>te</strong>nce Centre. Dat was opgenomen in de shareholdersagreement<br />
zodat Ahold kon consolideren (…). Ik had daar geen<br />
probleem mee omdat het Ahold was. Ik had daar niets mee <strong>te</strong> maken.<br />
Dat is iets voor Ahold en haar auditors. (…) De invloed van<br />
Ahold heeft zich in de aandeelhoudersovereenkomst eigenlijk vertaald<br />
in de guidance van de Ahold European Compe<strong>te</strong>nce Cen<strong>te</strong>r." 178<br />
288. Ook Sylvén was destijds expliciet bekend met de consolidatiewens van<br />
Ahold. Hij fungeerde als afgevaardigd ‘retailer’ in de Board van ICA AB. Zijn<br />
functie als lid van de Board van ICA AB zet<strong>te</strong> Sylvén voort in de Board van<br />
ICA Ahold vanaf het moment dat ICA Ahold was opgericht. 179 Om consolidatie<br />
voor Ahold mogelijk <strong>te</strong> maken werd volgens hem in de daaraan <strong>te</strong>n<br />
grondslag liggende aandeelhoudersovereenkomst voor ICA de voorwaarde<br />
opgenomen om de accounting standards aan <strong>te</strong> passen aan die van Ahold.<br />
Daarbij doelde hij kennelijk met name op het genoemde schedule 7.3.3.<br />
289. In de aandeelhoudersovereenkomst is onder 12.5 <strong>te</strong>vens de eerder overeengekomen<br />
put optie opgenomen. Gelet op de onzekere elemen<strong>te</strong>n in de<br />
hierop betrekking hebbende bepalingen bleek het niet zonder meer mogelijk<br />
de optie op voorhand eenduidig op geld <strong>te</strong> waarderen.<br />
290. Meurs verklaarde hierover:<br />
176 G16/2.<br />
177 D/116.<br />
178 0/AH/34.<br />
179 0/AH/34.<br />
71
"Eén onbekende was de marktwaarde van de dag op het moment<br />
dat de aandelen worden aangeboden. De tweede onbekende is de<br />
zogenaamde control premium. Deze control premium houdt in het<br />
verschil tussen de prijs die Ahold heeft betaald voor het overnemen<br />
van de aandelen <strong>te</strong>n aanzien van ICA (…) en de prijs die ICA Förbundet<br />
en Canica zouden hebben ontvangen op het moment dat zij<br />
naar de beurs zouden zijn gegaan. Aangezien ICA niet naar de beurs<br />
is gegaan staat deze prijs niet vast. Er is afgesproken tussen de<br />
partners dat deze prijs door een derde zou worden vast ges<strong>te</strong>ld." 180<br />
291. Aanvankelijk gaf Prof. Van de Poel niet aan dat Ahold de verplichting gehad<br />
zou hebben de ICA put optie als een verplichting in de jaarstukken <strong>te</strong> verantwoorden:<br />
"Liever wel, omdat het relevant kan zijn voor de gebruikers. (…) Het<br />
is ech<strong>te</strong>r geen doodzonde om het niet <strong>te</strong> doen." 181<br />
La<strong>te</strong>r werd hij s<strong>te</strong>lliger 182 , maar uit zijn motivering blijkt niet dat Ahold de<br />
vermelding opzet<strong>te</strong>lijk verzweeg. Dat erkent het OM inmiddels ook.<br />
292. De consolidatiekwestie is op 6 maart 2000 nader besproken <strong>te</strong> zijn tussen<br />
enerzijds de RvB en AC alsmede anderzijds D&T naar aanleiding van de genoemde<br />
managementlet<strong>te</strong>r over 1999. Het hierop betrekking hebbende verslag<br />
vermeldde:<br />
"Mr. Van den Dries took the meeting briefly through the Deloit<strong>te</strong> &<br />
Touche reports to the Supervisory Board. The different treatment of<br />
joint ventures under Dutch GAAP and US GAAP was discussed. US<br />
GAAP is very strict; consolidation of joint ventures only if there is a<br />
majority of vo<strong>te</strong>s, Dutch GAAP allows consolidations if there is a decisive<br />
influence (substance over form). Mr Meurs explained that<br />
Ahold for the time being will continue have two reportings; both US<br />
GAAP and Dutch GAAP."<br />
293. Een dag la<strong>te</strong>r werd hetzelfde met de RvC besproken. Het zij herhaald: op<br />
dat moment was voor US GAAP slechts een "control let<strong>te</strong>r " in de vorm van<br />
een "side let<strong>te</strong>r " in relatie tot Bompreço voor handen.<br />
294. Het jaarverslag volstond overigens met de vermelding dat in december<br />
1999 de deelneming ICA Ahold was aangekondigd. Ten behoeve van de in<br />
<strong>te</strong> dienen Form 20-F en het prospectus voor de benodigde nieuwe aandelenemissie<br />
vond wel nader overleg plaats tussen Ahold en D&T, zo blijkt bij<br />
reconstructie.<br />
180 V3/24.<br />
181 Antwoord op vraag 20.<br />
182 Aanvullende rapportage paragraaf 2.4 en <strong>te</strong>r zitting.<br />
72
JMR<br />
295. Het is aannemelijk geworden dat de nieuwe D&T accountant Osnoss de<br />
eers<strong>te</strong> was die toen pas meer dan vraag<strong>te</strong>kens plaats<strong>te</strong> bij de toegepas<strong>te</strong><br />
consolidatie zonder "side let<strong>te</strong>rs " in de vorm van "control let<strong>te</strong>rs ", zij het<br />
met name <strong>te</strong>n aanzien van JMR. Deze "red flag " werd ech<strong>te</strong>r in de US gehezen.<br />
Het staat geenszins vast dat de "red flag " ook voor Meurs duidelijk<br />
zichtbaar was en wat deze "red flag " precies be<strong>te</strong>kende bij de verdere gang<br />
van zaken. Immers, ook volgens Prof. Van de Poel was er hoogs<strong>te</strong>ns sprake<br />
van een "close call " of nu wel of niet aan US GAAP werd voldaan.<br />
296. D&T NL hecht<strong>te</strong> in ieder geval aan verder overleg met Ahold. En Ahold had<br />
<strong>te</strong> maken met het Nederlandse D&T Regis<strong>te</strong>raccountants als opdrachtnemer.<br />
Het waren de Nederlandse accountants van D&T die vervolgens in<br />
nauwe samenwerking met Ahold tot een gezamenlijk vastlegging van gegevens<br />
kwamen, geconcipieerd door Van der Veg<strong>te</strong> en Van It<strong>te</strong>rsum 183 .<br />
297. De conclusie van D&T <strong>te</strong>n aanzien van JMR was:<br />
DISCO<br />
"(…) Ahold is of the opinion that is has a controlling in<strong>te</strong>rest in the<br />
activities in Portugal and therefor full consolidation is considered to<br />
be appropria<strong>te</strong>."<br />
298. En de conclusie van D&T <strong>te</strong>n aanzien van Disco was:<br />
"Based on the facts as summarized (…), particularly as Velox is defined<br />
as a passive investor, operations are considered an in<strong>te</strong>gral<br />
part of the parent’s business and Ahold has guaran<strong>te</strong>ed that it will<br />
buy Velox shares at a defined share price, Ahold is of the opinion<br />
that is has a controlling in<strong>te</strong>rest in the activities of the partnership<br />
and therefore full consolidation is considered to be appropria<strong>te</strong>."<br />
299. D&T verwees naar het eerdere overleg met de National Office van D&T. Dat<br />
was het toevallige <strong>te</strong>lefoongesprek in april tussen cliënt en de toenmalige<br />
CEO van D&T Kangas, omdat Meurs afwezig was. Zoals we inmiddels we<strong>te</strong>n<br />
ging het om een kort <strong>te</strong>lefoontje richting Kangas met zakelijk samengevat<br />
als strekking ‘moet er een side let<strong>te</strong>r komen’ want het was kort vóór het in-<br />
183 RC-verklaring Van It<strong>te</strong>rsum van 14 juli 2005.<br />
73
dienen van de form 20-F en daarop een kort <strong>te</strong>lefoontje <strong>te</strong>rug met zakelijk<br />
samengevat als strekking 'ja, dat moet'. 184<br />
300. Naar de overtuiging van Van der Veg<strong>te</strong> zouden apar<strong>te</strong> "control let<strong>te</strong>rs " voor<br />
de andere deelnemingen overigens niet veel toevoegen aan de bestaande<br />
en bekende situatie. 185 S<strong>te</strong>rker nog, ze zouden hoogs<strong>te</strong>ns aanvullend bewijs<br />
kunnen zijn waarin de fei<strong>te</strong>lijke situatie werd bevestigd.<br />
JMR en DISCO<br />
301. Osnoss drong er desalniet<strong>te</strong>min op aan dat voor Disco en JMR alsnog een<br />
soortgelijke "control let<strong>te</strong>r " in de vorm van een "side let<strong>te</strong>r " tot stand<br />
kwam. De let<strong>te</strong>rlijke bevestiging van de Osnoss was:<br />
"We agreed that the wording in the draft let<strong>te</strong>r to the co-investor in<br />
Bompreço da<strong>te</strong>d 9 Sep<strong>te</strong>mber 1998 is sufficient for this purpose." 186<br />
302. Dit is nader door D&T vastgelegd in de brief van Van den Dries d.d. 13 april<br />
2000 aan de RvB van Ahold <strong>te</strong>r at<strong>te</strong>ntie van Meurs:<br />
"(…) we would like to receive a side let<strong>te</strong>r for the joint-ventures in<br />
Portugal and Chili/Argentina. Giving the upcoming filing of a Prospectus<br />
Supplement, wherein the 20-F will be incorpora<strong>te</strong>d, we hope<br />
that you will be able to obtain such side let<strong>te</strong>r within the coming<br />
weeks. We also understand that you are currently working on the<br />
preparation of a fact file in order to be prepared for any po<strong>te</strong>ntial<br />
questions of the SEC regarding consolidation. We have forwarded<br />
the memo's that we prepared for our National Office in the USA discussion<br />
purposes on these joint ventures to Controlling, including a<br />
summary of the indications of control. As discussed our National Office<br />
in the USA concluded that Ahold still requires a unanimous vo<strong>te</strong><br />
for major decisions/actions and that therefore a side let<strong>te</strong>r is required.<br />
(…) As agreed earlier, the wording of the side let<strong>te</strong>r that was<br />
signed regarding Bompreço is sufficient for this purpose."<br />
303. Deze vastlegging sloot ook aan bij hetgeen Ahold en D&T bila<strong>te</strong>raal op het<br />
hoogs<strong>te</strong> bestuursniveau bespraken. Tijdens het al eerder genoemde <strong>te</strong>lefoongesprek<br />
in april 2000 tussen cliënt en Kangas, drong laatst genoemde<br />
184 Volstrekt <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> wordt bij requisitoir ges<strong>te</strong>ld (p. 119) dat het zou gaan om Disco, ICA en<br />
Paiz. Waar het OM dit vandaan haalt is een raadsel, want het ging allen om Disco in verband met<br />
US GAAP.<br />
185 G/45.<br />
186 D/279.<br />
74
aan op "control let<strong>te</strong>rs " in de vorm van side let<strong>te</strong>rs voor de andere toepasselijke<br />
deelnemingen, en wel conform de sys<strong>te</strong>matiek van Bompreço. 187 .<br />
304. Maar het ontbreken van andere "control let<strong>te</strong>rs " dan <strong>te</strong>n aanzien van Bompreço<br />
stond niet aan het registreren van de Form 20-F over 1999 in de weg.<br />
Kennelijk was er dus nog s<strong>te</strong>eds niet het door Prof. Van de Poel aangeduide<br />
omslagpunt bereikt waarbij "duidelijk " was dat D&T USA "niet bereid of in<br />
staat is om de Amerikaanse autori<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n (SEC) <strong>te</strong> bewegen akkoord <strong>te</strong> gaan<br />
met in<strong>te</strong>grale consolidatie ". 188 Uit niets bleek voor cliënt dan ook dat deze<br />
Form 20-F onjuist zou zijn.<br />
DISCO<br />
305. Intussen waren wel de nodige voorbereidingen voor een "control let<strong>te</strong>r "<br />
inzake Disco conform de eerdere variant voor Bompreço getroffen. Naar<br />
Meurs zich herinnerde verzocht hij Peirano voor het eerst in februari 2000<br />
een "control let<strong>te</strong>r " <strong>te</strong> <strong>te</strong>kenen. 189 Meurs zegt daarover:<br />
"Peirano had een andere rol dan Mendonça. Hij was wel chairman of<br />
the board, maar in het dagelijks leven was hij bankier. Dat Ahold in<br />
fei<strong>te</strong> aan de touwtjes trok binnen deze deelneming was ook voor<br />
hem duidelijk. Hij had geen probleem met het <strong>te</strong>kenen van een control<br />
let<strong>te</strong>r. Op dat moment wist hij ook wel dat hij het bedrijf ui<strong>te</strong>indelijk<br />
aan ons zou verkopen. Via een putoptieconstructie hadden wij<br />
al bijna al zijn aandelen in onderpand. Hij vond het geen probleem<br />
om <strong>te</strong> <strong>te</strong>kenen. De control let<strong>te</strong>r bevat<strong>te</strong> immers ook niets wat bezijden<br />
de waarheid was." 190<br />
En:<br />
"Ik heb (…) Peirano ver<strong>te</strong>ld dat wij een soortgelijke control brief<br />
hadden gemaakt en ge<strong>te</strong>kend <strong>te</strong>n aanzien van Bompreço. Verder<br />
heb ik hem ver<strong>te</strong>ld dat er <strong>te</strong>n aanzien van Bompreço ook een 2e<br />
brief was gemaakt en ge<strong>te</strong>kend. Ik heb hem toen aangegeven wat<br />
de reden voor deze 2e brief was. Ik heb ver<strong>te</strong>ld (…), dat de reden<br />
voor de 2e brief <strong>te</strong>n aanzien van Bompreço was om de waarde van<br />
zijn aandelen <strong>te</strong> beschermen. (…) Peirano heeft toen gezegd dat hij<br />
ook een 2e brief wilde hebben. (…)" 191<br />
187<br />
G34/2.<br />
188<br />
De samenvatting van de conclusies onder sub 2.<br />
189<br />
V3/21.<br />
190<br />
RC-verklaring Meurs van 2 februari 2006.<br />
191 V3/8.<br />
75
306. Klemmende haast was er kennelijk niet, want vast staat dat de "control<br />
let<strong>te</strong>r " geda<strong>te</strong>erd is op 14 april 2000, naar mag worden aangenomen de<br />
datum van onder<strong>te</strong>kening door Meurs; de dag na de betreffende brief van<br />
Van den Dries. De door Peirano mede ge<strong>te</strong>kende variant is door Velox per<br />
fax geretourneerd op 24 april 2000, zo blijkt uit de in<strong>te</strong>rne faxcorrespondentie<br />
van D&T.<br />
307. De 2 e side let<strong>te</strong>r is geda<strong>te</strong>erd 19 april 2000 de datum van onder<strong>te</strong>kening<br />
door Peirano. Meurs onder<strong>te</strong>kende deze 2r side let<strong>te</strong>r op zijn beurt op 25<br />
april 2000, dus ook nadat hij de "control let<strong>te</strong>r " al tot zijn beschikking had.<br />
Retrospectief gezien maakt deze volgordelijkheid aannemelijk dat Peirano<br />
kennelijk bereid was de "control let<strong>te</strong>r " <strong>te</strong> onder<strong>te</strong>kenen voordat hij een ge<strong>te</strong>kende<br />
versie van de 2 e side let<strong>te</strong>r had.<br />
308. Ten aanzien van JMR was de situatie in 2000 complexer. De relatie met JMR<br />
was er een met ups en downs 192 . Er was ech<strong>te</strong>r wel sprake van control,<br />
waarbij geldt dat altijd is gehandeld <strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond van een consis<strong>te</strong>ntie<br />
gedragslijn. In het voorjaar van 2000 was de discussie gaande over<br />
(de wijze van) voortzetting van de samenwerking. Ahold overwoog ofwel<br />
een 100% belang <strong>te</strong> nemen danwel met de deelneming <strong>te</strong> stoppen. Onder<br />
deze omstandigheden was het niet gepast om om een control let<strong>te</strong>r <strong>te</strong> vragen.<br />
De accountant kon zich - bekend met de gevoeligheden - vinden in deze<br />
gang van zaken 193 .<br />
PROSPECTUS<br />
309. In dezelfde periode werd de emissie van nieuwe aandelen door Ahold en de<br />
begeleidende banken voorbereid, mede <strong>te</strong>r financiering van de overname<br />
van US Foodservice. Daartoe werd het in de stukken genoemde voorlopige<br />
prospectus opges<strong>te</strong>ld. Vast staat dat deze "red herring " la<strong>te</strong>r gevolgd werd<br />
door een definitieve prospectus; de "black herring " en een afzonderlijke<br />
prospectus voor de Amerikaanse markt. Deze zijn het formele sluitstuk van<br />
de emissie. Meurs verklaarde hierover:<br />
"De prospecti worden gemaakt door juris<strong>te</strong>n van Ahold en personen<br />
van de afdeling van Verhelst <strong>te</strong>zamen met de personen van de bank.<br />
(…) Ik weet niet onder wiens verantwoordelijkheid de prospecti precies<br />
zijn gemaakt. De banken hadden de verschillende taken <strong>te</strong>n<br />
192 RC-verklaring Meurs van 2 februari 2006 (antwoord op vragen 13 en 14).<br />
193 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005 (antwoord op vraag 102) en RCverklaring<br />
Van der Veg<strong>te</strong> van 18 februari en 14 juli 2005 (antwoord op vraag 69).<br />
76
aanzien van de emissie verdeeld. (…) De ene bank schreef de prospecti<br />
en de andere bereidde de road shows voor." 194<br />
310. Het definitieve prospectus diende in ieder geval <strong>te</strong> voldoen aan het bepaalde<br />
in de artikelen 8 en 9 van het toepasselijke Fondsenreglement en de<br />
daarbij behorende bijlagen, waaronder de eis dat het prospectus een getrouw<br />
beeld diende <strong>te</strong> geven omtrent de toestand van de uitgevende ins<strong>te</strong>lling<br />
op de balansdatum van het laats<strong>te</strong> boekjaar waarover een jaarrekening<br />
was gepubliceerd. Dat was dus 1999.<br />
311. De inhoud van het prospectus diende derhalve onverbrekelijk samen <strong>te</strong><br />
hangen met de inhoud van de jaarrekening over 1999, hetgeen verklaarde<br />
waarom een en ander fei<strong>te</strong>lijk gecombineerd moest worden in het (verdere)<br />
overleg tussen enerzijds Ahold en anderzijds D&T, zoals dat ook in 1998 het<br />
geval zal zijn geweest.<br />
312. D&T diende niet alleen <strong>te</strong> bevestigen dat de eerdere jaarrekening was<br />
goedgekeurd, maar D&T diende ook <strong>te</strong> bevestigen dat de inhoud van het<br />
prospectus juist en volledig was, waaronder de weergegeven in<strong>te</strong>grale consolidatie.<br />
313. Ten overstaan van de RC relativeerde de verantwoordelijk bankmedewerks<strong>te</strong>r<br />
Van der Sar overigens het belang van het consolidatievraagstuk bij de<br />
beslissing van de po<strong>te</strong>ntiële belegger om in <strong>te</strong> schrijven op de emissie:<br />
"(…) in onze visie is het voor beleggers, en daarmee voor ons, niet<br />
ma<strong>te</strong>rieel of een deelneming wel of niet geconsolideerd wordt. Voor<br />
de netto financiële uitkoms<strong>te</strong>n maakt het immers geen verschil (…) "<br />
en over de inhoud van het prospectus:e zij:<br />
"Ten aanzien van het prospectus gold dat de advocaat van de onderneming,<br />
Whi<strong>te</strong> & Case, penvoerder was. Zowel Whi<strong>te</strong> & Case als<br />
onze advocaat hebben due dilligence onderzoek gedaan. Er zijn<br />
meetings geweest naar aanleiding van die due dilligence en er hebben<br />
drafting sessies plaatsgehad. Wij zorgden ervoor dat de uitkoms<strong>te</strong>n<br />
van de due dilligence meetings in het prospectus werden verwerkt."<br />
195<br />
194 V3/17.<br />
195 RC-verklaring Van der Sar van 8 november 2005.<br />
77
ICA<br />
314. Ahold kon en mocht op de deskundigheid van zo-even genoemde experts<br />
afgaan en had geen reden daaraan <strong>te</strong> twijfelen. Van It<strong>te</strong>rum herinnerde<br />
zich:<br />
"D[i]e volledige consolidatie van ICA bleef een discussie punt tot de<br />
tweede week van april. Toen heeft er een conference call plaatsgevonden<br />
met de banken, de advoca<strong>te</strong>n van de banken (…), onze advoca<strong>te</strong>n<br />
(…), Deloit<strong>te</strong> & Touche Van der Veg<strong>te</strong> en Van Dam volgens<br />
mij, en Verhelst. Verhelst zat de conference call voor. Ikzelf belde<br />
ook in, vanuit het vliegveld onderweg naar Zweden.(…) De eindconclusie<br />
was dat als Deloit<strong>te</strong> & Touche accoord gaat met de consolidatie<br />
van ICA dan was het voor de banken ook accoord. Er is toen afgesproken<br />
dat ik een memo zou ops<strong>te</strong>llen namens Ahold over de<br />
consolidatie en dat op basis van dat memo verder met Deloit<strong>te</strong> &<br />
Touche gesproken zou worden." 196<br />
315. Ten vervolge daarop kwam een notitie tot stand waarin Van It<strong>te</strong>rsum de<br />
situatie <strong>te</strong>n aanzien van ICA Ahold als volgt samenvat<strong>te</strong>:<br />
196 G17/1.<br />
"We believe that we are in control of the newly formed joint venture<br />
company and as a result are able to fully consolida<strong>te</strong> the ICA figures<br />
within the Ahold figures. We in<strong>te</strong>nd to use full consolidation for ICA<br />
under both Dutch GAAP and US GAAP.(…)<br />
Based upon the facts (…) Ahold currently beliefs that the ICA Group<br />
Is part of the economic entity and that there is an organizational<br />
connections between Ahold and the ICA Group and as a result the<br />
ICA financial sta<strong>te</strong>ments can be fully consolida<strong>te</strong>d under Dutch<br />
GAAP. Based upon the same facts above, Ahold also beliefs that full<br />
consolidation is possible under US GAAP.<br />
Arguments that support these two sta<strong>te</strong>ments are especially:<br />
Ahold’s reporting requirements and Capex procedures will be followed<br />
by the ICA Group,<br />
The Ahold European Support Cen<strong>te</strong>r will be heavily involved in the<br />
normal operations of the ICA Group,<br />
Ahold will deliver knowledge to professionalize the operations of the<br />
ICA Group,<br />
Various Ahold sys<strong>te</strong>ms will be implemen<strong>te</strong>d within the ICA Group,<br />
The ICA Group will be financed via the Ahold financing structure,<br />
78
Ahold has, under specific conditions, gran<strong>te</strong>d to each of the other<br />
two partners (Canica and ICA Förbundet) an option right to sell and<br />
transfer to Ahold its shares. The partners did not grant such option<br />
to Ahold,<br />
It may be possible that Ahold will own within the course of 2000 or<br />
shortly thereaf<strong>te</strong>r more than 50% of the shares of ICA Ahold AB."<br />
316. Dit alles is niet alleen met D&T nader gecommuniceerd, maar op 17 en 18<br />
april 2000 ook met de betrokken banken. Het blijkt dat Meurs vervolgens<br />
kenbaar maak<strong>te</strong> dat hij verwacht<strong>te</strong> bij deze stand van zaken van ICA zo nodig<br />
voor US GAAP een "control let<strong>te</strong>r " <strong>te</strong> kunnen krijgen, conform de situatie<br />
<strong>te</strong>n aanzien van Disco in navolging van Bompreço.<br />
317. In verband hiermee nam Meurs dan ook stappen om ook voor ICA de betreffende<br />
"control let<strong>te</strong>r " <strong>te</strong> verkrijgen. Het is aannemelijk geworden dat hij<br />
daartoe in de laats<strong>te</strong> week van april aan Andreae een concept aanleverde<br />
en dat Andreae op dinsdag 2 mei de "control let<strong>te</strong>r " <strong>te</strong>r onder<strong>te</strong>kening aan<br />
Fahlin en Hagen aanbood. Andreae verklaarde daarover:<br />
"Wat ik mij kan herinneren is dat de sfeer goed was, maar ik weet<br />
niet of over de inhoud is gesproken. Bij het <strong>te</strong>kenen was er geen college,<br />
debat of weerstand." 197<br />
318. De heren zagen blijkbaar geen beletsel in onder<strong>te</strong>kening, ofschoon Fahlin<br />
la<strong>te</strong>r "second thoughts " kreeg:<br />
"La<strong>te</strong>r kwam ik er ach<strong>te</strong>r dat deze brief opgevat zou kunnen worden<br />
als zou zij de Shareholders Agreement overrulen en dat was niet<br />
mijn bedoeling van deze 1e side let<strong>te</strong>r. Ik kwam er toen ik er nog<br />
eens over nadacht ach<strong>te</strong>r dat ik met het <strong>te</strong>kenen van de 1e side let<strong>te</strong>r<br />
wellicht onder andere het ‘ICA Idea’ op het spel had gezet.<br />
(…) " 198<br />
319. Op woensdag 3 mei kwamen Andreae, Hagen en Fahlin wederom bijeen. 199<br />
Naar zijn zeggen maak<strong>te</strong> Fahlin toen zijn zorgen kenbaar. 200 Dit resul<strong>te</strong>erde<br />
volgens hem in de suggestie van Andreae om met behulp van een tweede<br />
brief de zorgen weg <strong>te</strong> nemen. Zo is de 2 e side let<strong>te</strong>r blijkbaar ontstaan. Client<br />
was daarbij in geen enkel opzicht betrokken.<br />
197 V4/2.<br />
198 V6/3.<br />
199 V6/3.<br />
200 V6/3.<br />
79
320. Vervolgens staat vast dat D&T op 15 mei 2000 expliciet akkoord ging met<br />
de in<strong>te</strong>grale consolidatie zoals opgenomen in het prospectus. Ik merk <strong>te</strong>rzijde<br />
op dat er intussen kennelijk ook niet meer op een "control let<strong>te</strong>r " inzake<br />
JMR werd aangedrongen. Evenmin blijkt dat nog langer een "control let<strong>te</strong>r "<br />
inzake Paiz Ahold verlangd werd.<br />
321. In ieder geval blijkt niet dat aan het prospectus gebreken kleven, zoals<br />
onder sub 4 <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegd. Evenmin blijkt dat iets zich verzet<strong>te</strong> <strong>te</strong>gen de<br />
onder<strong>te</strong>kening van de daarmee samenhangende LOR d.d. 16 mei 2000. Van<br />
gelijke datum is de zogehe<strong>te</strong>n "Comfort let<strong>te</strong> r" van D&T.<br />
PAIZ<br />
322. Hoewel niet blijkt dat D&T nog langer aandrong op aanvullende documentatie<br />
bewerks<strong>te</strong>lligde Meurs nog wel dat er een "control let<strong>te</strong>r " inzake Paiz<br />
Ahold tot stand kwam.<br />
323. Via Paiz Ahold wilde Ahold in Costa Rica de hiervoor genoemde deelneming<br />
met CSU opzet<strong>te</strong>n. Meurs verklaarde hierover:<br />
"De familie Paiz had gro<strong>te</strong> aarzeling bij het vormen van een nieuwe<br />
deelneming met CSU. Ik kon dat begrijpen omdat het gro<strong>te</strong> impact<br />
zou hebben op La Fragua. Ik weet dat Paiz zijn veto wilde behouden<br />
voor het aangaan van een deelneming met CSU. De veto zoals Paiz<br />
die al had op basis van de Shareholders Agreement van Paiz Ahold<br />
wilde hij behouden met betrekking tot het aangaan van de deelneming<br />
met CSU." 201<br />
324. Het was, zoals aangegeven, in ieder geval aannemelijk dat Ahold haar wil<br />
<strong>te</strong>n aanzien van het vormen van de nieuwe deelneming kon doordrukken.<br />
Vandaar dat Paiz, op zich, bereid zal zijn geweest in navolging van Mendonça<br />
en Peirano een "control let<strong>te</strong>r " in de vorm van een side let<strong>te</strong>r <strong>te</strong> accorderen.<br />
De "control let<strong>te</strong>r " inzake Paiz Ahold is geda<strong>te</strong>erd 10 juli 2000. Hij is<br />
door Paiz mede onder<strong>te</strong>kend, zij het dat hij kennelijk nog wel overleg met<br />
zijn familie op prijs s<strong>te</strong>lde. 202 Dit was ech<strong>te</strong>r geen beletsel om tot onder<strong>te</strong>kening<br />
over <strong>te</strong> gaan.<br />
325. Gelijk Mendonça en Peirano s<strong>te</strong>lde de familie Paiz wel een tweede brief op<br />
prijs. Volgens Meurs wilde de familie Paiz haar belang in de nieuw <strong>te</strong> vor-<br />
201 V3/10.<br />
202 V3/22.<br />
80
men deelneming "veilig " s<strong>te</strong>llen 203 , zoals Mendonça de waarde van zijn<br />
aandelen in Bompreço wilde veiligs<strong>te</strong>llen. Om daaraan <strong>te</strong>gemoet <strong>te</strong> komen<br />
s<strong>te</strong>lde Meurs een aanvullende brief op, geda<strong>te</strong>erd 4 sep<strong>te</strong>mber 2000. Hij<br />
had toen dus al de beschikking over de ge<strong>te</strong>kende "control let<strong>te</strong>r ". Deze<br />
aanvullende brief resul<strong>te</strong>erde in een op 18 sep<strong>te</strong>mber 2000 geda<strong>te</strong>erde reactie,<br />
waarmee Meurs op zijn beurt op 23 oktober 2000 akkoord ging.<br />
326. Het fei<strong>te</strong>lijk belang van een en ander is ui<strong>te</strong>raard gering, want uit niets blijkt<br />
dat D&T ooit de beschikking kreeg over de aanvullende documentatie in het<br />
kader van US GAAP, dan wel daar nader op aandrong.<br />
BOMPREÇO<br />
327. Na de geslaagde emissie werd het belang in Bompreço uitgebreid. Ahold<br />
verwierf de res<strong>te</strong>rende s<strong>te</strong>mgerechtigde aandelen in BompreçoPar. 204 Vanaf<br />
dat moment hield Ahold alle s<strong>te</strong>mgerechtigde aandelen zodat de deelneming<br />
als zodanig ophield <strong>te</strong> bestaan. Daarmee was <strong>te</strong>vens de kwestie rond<br />
consolidatie inzake Bompreço definitief beslecht.<br />
328. Bij het opmaken van de balans over 2000 kon en mocht Ahold het volgende<br />
vasts<strong>te</strong>llen<br />
° dat zij in Brazilië volledig eigenaresse van Bompreço was geworden,<br />
° dat zij in Argentinië mede-eigenaresse was van Disco Ahold onder<br />
de hiervoor besproken omstandigheden, zoals de Ahold garanties<br />
e.d.<br />
° dat zij in Centraal-Amerika mede-eigenaresse was van Paiz Ahold<br />
° dat in Europa de beoogde samenwerking met ICA tot stand was gekomen<br />
met een onderliggende put optie.<br />
329. Er was voor allen die zich met de consolidatie bezig hielden nooit een reden<br />
geweest aan <strong>te</strong> nemen dat de situaties bij Disco, Paiz en ICA zodanig verschillend<br />
waren dan bij JMR en Bompreço dat deze drie deelnemingen niet<br />
of niet meer als groepsmaatschappij gezien konden worden. De consolidatie<br />
van al deze ondernemingen werd zonder besluit voortgezet. 205<br />
330. In dezelfde lijn lag de op 28 februari 2001 geda<strong>te</strong>erde rapportage van D&T<br />
aan de AC:<br />
203 V3/10.<br />
204 V3/18.<br />
205 V3/11.<br />
81
"We have had several discussions with management during previous<br />
years concerning the accounting for joint ventures under US GAAP.<br />
Ahold believes that they may consolida<strong>te</strong> based on the fact that they<br />
control the partnerships. This conclusion is further substantia<strong>te</strong>d by<br />
actions since the moment Ahold en<strong>te</strong>red into the different partnerships."<br />
206<br />
331. Zonder verdere problemen werd de jaarrekening over 2000 op 6 maart<br />
2001 dan ook goedgekeurd. Cliënt was niets bekend wat een beletsel zou<br />
kunnen vormen.<br />
De gebeur<strong>te</strong>nissen in 2001<br />
332. Het consis<strong>te</strong>n<strong>te</strong> beleid is voortgezet over 2001. Ten aanzien van JMR, Disco,<br />
Paiz Ahold en ICA Ahold verklaarde Meurs:<br />
"De consolidatie is op dezelfde manier gegaan als in voorgaande jaren<br />
en aangezien er geen veranderingen waren is er voor gekozen<br />
om de bes<strong>te</strong>ndige gedragslijn voort <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n." 207<br />
333. Ten aanzien van Zuid-Amerika zij opgemerkt dat Ahold al een meerderheid<br />
van 56% had verkregen in Disco, hetgeen vervolgens ook zó tot uitdrukking<br />
kwam in de jaarstukken. Daarmee verviel het belang van aanvullende documentatie<br />
in het kader van US GAAP.<br />
334. Verder werd de beoogde deelneming tussen Ahold, La Fragua en CSU gerealiseerd<br />
in de Central American Retail Holding Company (CARHCO), hetgeen<br />
na de balansdatum verder werd geëffectueerd. In 2002 volgde dan ook deconsolidatie.<br />
335. D&T signaleerde geen nieuwe problemen en rappor<strong>te</strong>erde <strong>te</strong>n aanzien van<br />
2001 op 28 februari 2002 aan de AC op gelijke wijze als voorgaande jaren.<br />
336. De jaarstukken 2001 zijn dan ook op 7 maart 2002 vastges<strong>te</strong>ld met een<br />
goedkeurende verklaring van D&T, gevolgd door de Form 20-F.<br />
337. In 2001 doen zich verder geen gebeur<strong>te</strong>nissen voor die voor de beoordeling<br />
van de zaak besproken moe<strong>te</strong>n worden, <strong>te</strong> meer omdat cliënt geen bemoeienis<br />
met de executieve aspec<strong>te</strong>n van de consolidatiekwestie. Het beleid in<br />
dit jaar was niet anders dan voorheen en de management let<strong>te</strong>rs gaven<br />
evenmin aanleiding tot extra aandacht.<br />
206 D/307.<br />
207 V3/15.<br />
82
338. Ik merk op dat, zoals uit hetgeen ik al besproken heb blijkt, dat in deze<br />
periode Bompreço, Disco Ahold en Paiz Ahold uit oogpunt van consolidatie<br />
een afgeslo<strong>te</strong>n kwestie was.<br />
Gebeur<strong>te</strong>nissen in het jaar 2002<br />
339. In dit jaar blijkt alleen nog maar de consolidatie van ICA en JMR in<strong>te</strong>ressant<br />
<strong>te</strong> zijn.<br />
340. Mogelijk eind augustus, mogelijk begin sep<strong>te</strong>mber hoort cliënt voor het<br />
eerst over het bestaan van een side let<strong>te</strong>r inzake ICA. Het zei hem niet zoveel,<br />
omdat de <strong>te</strong>rm side let<strong>te</strong>r in zijn algemeenheid geen beladen <strong>te</strong>rm<br />
was, omdat er zoveel side let<strong>te</strong>rs worden gebruikt. Net zo als andere bedrijven<br />
werk<strong>te</strong> ook Ahold met side let<strong>te</strong>rs. Cliënt zegt het volgende over hetgeen<br />
hij hoorde:<br />
"Deze brief kwam <strong>te</strong>r sprake in het kader van de problemen met Hagen.<br />
In dat verband werd er gezegd dat er mogelijk een issue zou<br />
liggen met de exchange van side let<strong>te</strong>rs en de consolidatie. Er was<br />
sprake van een moeizame relatie met Hagen als gevolg van de put<br />
optie agreement, als gevolg van een in<strong>te</strong>rn accountantsonderzoek<br />
wat plaats had in naar ik meen de Baltics, en als gevolg van de<br />
nogal moeizame relatie tussen Hagen en de Zweden. In dat verband<br />
werd er gezegd dat S<strong>te</strong>in Eric betrokken is geweest bij side let<strong>te</strong>rs<br />
en ik zag daar op dat moment helemaal niet de be<strong>te</strong>kenis en de relatie<br />
van in. Ik weet niet meer door wie dit werd gezegd, door Meurs<br />
of Andreae. U vraagt mij wat mij over de inhoud van de side let<strong>te</strong>rs<br />
is gemeld. Ik had niet door waar het over ging. Ik wist niet wat bedoeld<br />
werd met de side let<strong>te</strong>r. Er waren belangrijkere issues en ik<br />
heb ook niet doorgevraagd naar deze side let<strong>te</strong>r. Dat is, ach<strong>te</strong>raf gezien,<br />
misschien niet goed." 208<br />
341. Cliënt wijs er ook nog op dat hij op dat moment de "control let<strong>te</strong>r " ICA nog<br />
niet had gezien en dat hij er daarom ook geen beeld bij had. De side let<strong>te</strong>r<br />
leek hem in eers<strong>te</strong> instantie volstrekt onschuldig, omdat hij dacht dat Meurs<br />
de kool en de geit had gespaard. 209<br />
342. We we<strong>te</strong>n inmiddels dat cliënt het inderdaad van Meurs had gehoord. Deze<br />
zegt:<br />
208 V2/2.<br />
209 V2/7.<br />
83
"Hoewel C. van der Hoeven de ICA Ahold control let<strong>te</strong>r en 2 e side<br />
let<strong>te</strong>r naar mijn we<strong>te</strong>n nooit gezien had, wist hij eind augustus 2002<br />
wel van een issue van de control let<strong>te</strong>r en 2 e side let<strong>te</strong>r en wist hij<br />
ook van de dreigemen<strong>te</strong>n van Hagen, waaronder het bekend maken<br />
van de 2 e side let<strong>te</strong>r." 210<br />
343. De reactie van cliënt hierop is:<br />
"Eind augustus of de eers<strong>te</strong> helft van sep<strong>te</strong>mber 2002 heb ik iets<br />
gehoord over een issue met een 2 e side let<strong>te</strong>r betreffende ICA Ahold.<br />
Dat iets hield in dat er mogelijkerwijs iets was met een 2 e side let<strong>te</strong>r.<br />
Ik heb deze informatie toe geïn<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>erd als zijnde er is een control<br />
let<strong>te</strong>r en er is een 2 e brief die aangeeft dat Ahold niet onnodig<br />
misbruik zal maken van de doorslaggevende zeggenschap die zij had<br />
verwoord middels de 1 e brief. Het enige dat tot mij kwam is er iets<br />
met een 2 e side let<strong>te</strong>r, hoe dit tot mij kwam weet ik niet meer. De informatie<br />
kwam niet tot mij als een belangrijke kwestie. Dat is helemaal<br />
zo gebleven voor mij tot mijn herinnering maandag 21 oktober<br />
2002." 211<br />
344. De informatie die cliënt toen bereik<strong>te</strong> was dus kennelijk niet alarmerend<br />
voor hem geweest. Hij was er niet van op de hoog<strong>te</strong> dat de accountant de<br />
2 e side let<strong>te</strong>r niet had ontvangen en plaats<strong>te</strong> daarom hetgeen hij hoorde in<br />
de con<strong>te</strong>xt van gehannes over het misbruikaspect in de moeizame relatie<br />
tussen Hagen en de Zweden en tussen Hagen en Andreae. Bij deze stand<br />
van zaken had cliënt geen reden in <strong>te</strong> grijpen.<br />
345. Vervolgens kreeg Smit op 19 sep<strong>te</strong>mber ook een signaal dat er met betrekking<br />
tot ICA iets aan de hand zou zijn, en met name dat er een 2 e side let<strong>te</strong>r<br />
zou zijn. Hij hoorde dat van Andreae in het kader van een bespreking<br />
over een onderzoek naar de handel en wandel van Hagen naar aanleiding<br />
van moeilijkheden met hem. Hij ver<strong>te</strong>lt dat waarschijnlijk omstreeks 9 oktober<br />
aan Anbeek, de CFO van ICA. Hij ver<strong>te</strong>lt het ook aan Van Tielraden ergens<br />
in de periode 19 sep<strong>te</strong>mber – 7 oktober. 212<br />
346. Op 7 oktober vindt een gesprek plaats tussen Smit en cliënt. Cliënt herinnert<br />
de con<strong>te</strong>xt van dat gesprek als een voorgesprek voor zijn ontmoeting<br />
met Hagen in verband met de zo-even genoemde moeilijkheden. Als Smit<br />
de kwestie van de side let<strong>te</strong>rs aansnijdt, plaatst cliënt dat in de con<strong>te</strong>xt die<br />
hij al van Meurs kende. Smit daaren<strong>te</strong>gen denkt dat de ongeïn<strong>te</strong>resseerd-<br />
210 V3/24.<br />
211 V2/7.<br />
212 RC-verklaring Smit van 18 november en 8 december 2002.<br />
84
heid van cliënt voortvloeit uit de opvatting dat consolidatie niets uitmaakt.<br />
Smit herinnert zich het gesprek als volgt voor zover het over de side let<strong>te</strong>rs<br />
gaat:<br />
"[..] Van der Hoeven gaf aan dat hij geen eindeloze discussie met de<br />
ex<strong>te</strong>rne accountant wilde over een onderwerp dat ui<strong>te</strong>indelijk in zijn<br />
visie over een non-issue ging. Immers deconsolidatie zou qua bottom<br />
line niets veranderen: de winst en de earnings per share blijven<br />
hetzelfde. Dat waren grootheden waarop wij stuurden." 213<br />
347. Ach<strong>te</strong>raf kunnen we vasts<strong>te</strong>len dat dit de eers<strong>te</strong> keer was dat cliënt iets<br />
meer vernam over perikelen met side let<strong>te</strong>rs bij ICA, maar kennelijk is niet<br />
tot hem doorgedrongen dat het om meer ging dan hij al eerder van Meurs<br />
had gehoord. Voor hem was het een herhaling van zet<strong>te</strong>n en hij zag kennelijk<br />
het belang er niet van in. Bij analyse van de verklaringen ontstaat de indruk<br />
dat hier percepties een gro<strong>te</strong> rol hebben gespeeld. Voor Smit was de<br />
perceptie dat cliënt het wist en voor cliënt was dat juist niet het geval. Ach<strong>te</strong>raf<br />
is dit misverstand <strong>te</strong> betreuren, maar het heeft slecht tot een oponthoud<br />
van twee weken geleid.<br />
348. In dit verband kan ook nog gewezen worden op de verklaring van cliënt:<br />
"Hij heeft mij in wat algemene bewoordingen over side let<strong>te</strong>rs aangesproken.<br />
Kennelijk denkend dat ik het gehele verhaal al kende. Ik<br />
zag daarin geen aanleiding actie <strong>te</strong> ondernemen. Omdat Smit mij 1.<br />
niet ver<strong>te</strong>lde dat er een side let<strong>te</strong>r was die de eers<strong>te</strong> weersprak en 2.<br />
zei Smit niet dat de 2 e side let<strong>te</strong>r niet aan de accountant was verstrekt.<br />
Plus ik had geen enkele aanleiding om <strong>te</strong> denken dat er iets<br />
vreemds aan de hand was."<br />
en<br />
"Smit heeft toen niet <strong>te</strong>gen mij gezegd dat hij vond dat de accountant<br />
ingelicht moest worden, dat is pas veel la<strong>te</strong>r gebeurd." 214<br />
349. Zoals eerder aangegeven liep het overleg met de deelnemingspartners in<br />
eers<strong>te</strong> instantie over de LO, als gelijken. Cliënt stond er boven en gaf leiding<br />
al dan niet bij wege van een "Salomon’s oordeel ". In deze hoedanigheid<br />
werd cliënt <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> van Hagen geactiveerd. Cliënt zegt daarover:<br />
213 RC-verklaring Smit van 18 november en 7 december 2005.<br />
214 V2/7.<br />
85
"De relatie met Hagen verslech<strong>te</strong>rde en kwam op een gegeven moment<br />
op een soort moeilijk punt, toe Ahold uitleg moest geven over<br />
de put optie. […] Dat was aanleiding voor mij Hagen uit <strong>te</strong> nodigen<br />
om de problemen <strong>te</strong> bespreken. En in de voorbereiding van deze bespreking<br />
werden de side let<strong>te</strong>rs weer een keer genoemd. Mijn in<strong>te</strong>rpretatie<br />
was toen dat de eers<strong>te</strong> brief ongeveer luidde zoals die bleek<br />
la<strong>te</strong>r <strong>te</strong> luiden. Maar dat de tweede brief iets in de zin van dat Ahold<br />
niet onnodig gebruik zal maken van de zeggenschap die haar in de<br />
eers<strong>te</strong> brief is toebedacht. Dus op dat moment zag ik nog s<strong>te</strong>eds niet<br />
echt een probleem, want ik wist toen nog niet dat de accountant de<br />
tweede brief niet gezien had en ik wist ook niet hoe de tweede brief<br />
luidde." 215<br />
350. Het staat vast dat de meeting met Hagen op vrijdag 18 oktober was. Het is<br />
daarom aannemelijk dat de voorbespreking waarover cliënt spreekt, de bespreking<br />
met Smit moet zijn geweest, welke bespreking op 9 oktober had<br />
plaatsgevonden.<br />
351. Hoe het ook zij, de bespreking met Hagen op 18 oktober verliep goed. Tijdens<br />
die bespreking kwam de kwestie met de side let<strong>te</strong>rs, op zich, aan de<br />
orde, maar dan alleen in de con<strong>te</strong>xt van de stroeve verhouding tussen<br />
Andreae en Hagen. De brieven werden niet aan Van der Hoeven getoond,<br />
noch inhoudelijk besproken. Hagen zegt over de side let<strong>te</strong>rs het volgende:<br />
"[..] herinner me weer dat ook de side let<strong>te</strong>rs toen aan de orde zijn<br />
geweest." [Hij ver<strong>te</strong>lt vervolgens over al dan niet vermeende hetzes<br />
van Andreae en vervolgt:] "In die periode heb ik ook [de] archieven<br />
doorgespit. Mijn oog viel toen weer op de side let<strong>te</strong>rs.In het gesprek<br />
op 18.10.02 heb ik aan Van der Hoeven gevraagd of de side let<strong>te</strong>rs<br />
een aanleiding hiervan vormden. [..] Ik vroeg Van der Hoeven tijdens<br />
dit gesprek of de side let<strong>te</strong>rs een van de redenen vormden<br />
waarom men van ons af wilde. Van der Hoeven zei dat hij wilde dat<br />
wij verder gingen als actieve aandeelhouders [enz]. U vraagt mij of<br />
Van der Hoeven op dat moment al wist van de side let<strong>te</strong>rs? Dat vind<br />
ik moeilijk <strong>te</strong> beoordelen. Hij toonde zich wel een beetje verbaasd. U<br />
vraagt mij waaruit ik dat afleidde? Dat weet ik niet meer. Toen ik dat<br />
gesprek voerde met Van der Hoeven had ik de side let<strong>te</strong>rs niet bij<br />
mij. Ik weet niet meer wat Van der Hoeven concreet antwoordde op<br />
mijn vraag omtrent de side let<strong>te</strong>rs. Er is toe niet zoveel over gepraat.<br />
Het was slechts een van de onderdelen van het gesprek." […] Het<br />
was een prettig gesprek en de verstandhouding werd be<strong>te</strong>r." 216<br />
215 V2/2.<br />
216 RC-verklaring Hagen van 27 juli 2005.<br />
86
352. Cliënt sprak op maandag 21 oktober, weer met Smit en ditmaal was ook<br />
Van Tielraden er bij. Cliënt had hen de daaraan voorafgaande vrijdag al geinformeerd<br />
dat het gesprek met Hagen prettig was verlopen en dat de kou<br />
de lucht uit was. Smit en Van Tielraden komen daar na het weekend - op<br />
maandag 21 oktober dus - op <strong>te</strong>rug en zeggen dat de kwestie met betrekking<br />
tot de side let<strong>te</strong>rs ernstig is en dringen aan op actie. Cliënt zegt erover:<br />
"Smit en Van Tielraden [zijn] bij mij geweest en hebben <strong>te</strong>gen mij<br />
gezegd het probleem van de side let<strong>te</strong>rs is veel gro<strong>te</strong>r dan je denkt<br />
en dat moet gerappor<strong>te</strong>erd worden aan de Audit Commit<strong>te</strong>e. Mijn<br />
reactie daarop was dat ik daar woensdag op <strong>te</strong>rug zou komen omdat<br />
ik dinsdag weg zou zijn. Smit en Van Tielraden gebruik<strong>te</strong> woorden<br />
dat wellicht de accountant niet goed was ingelicht." 217<br />
353. Smit zegt nadrukkelijk dat hij in het gesprek niet heeft gezegd dat hij verontrust<br />
was:<br />
"Wij gingen naar Van der Hoeven nadat wij ruggespraak hadden gehad<br />
met Whi<strong>te</strong> & Case, onze Amerikaanse adviseur. Whi<strong>te</strong> & Case<br />
deelde ons mee dat het er niet zozeer om ging dat de ex<strong>te</strong>rne accountant<br />
op de hoog<strong>te</strong> zou worden ges<strong>te</strong>ld, maar dat het Audit<br />
Commit<strong>te</strong>e zou worden geïnformeerd.Van Tielraden en ik hebben op<br />
basis daarvan beslo<strong>te</strong>n dat de informatie absoluut met de Audit<br />
Commit<strong>te</strong>e moest worden gedeeld. Dat hebben we vervolgens met<br />
Van der Hoeven besproken." 218<br />
354. Van Tielraden denkt (maar weet niet zeker) dat cliënt bij het gesprek al wist<br />
van de side let<strong>te</strong>rs. Of deze herinnering juist is kan niet meer worden beoordeeld.<br />
Mogelijk doelt hij op een <strong>te</strong>rugvlucht uit New York samen met client<br />
en zou de kwestie dan in algemene of vage <strong>te</strong>rmen aan de orde geweest<br />
kunnen zijn. Hoe het ook zij, zijn herinnering van het gesprek op 21<br />
oktober strookt 219 met de weergave daarvan door cliënt.<br />
355. Op dinsdag 22 oktober is cliënt in het bui<strong>te</strong>nland en voor de volgende dag,<br />
woensdag 23 oktober, heeft hij – inmiddels wel gealarmeerd - een bijeenkomst<br />
belegd met Meurs, Andreae, Van Tielraden en Smit <strong>te</strong>r bespreking<br />
van hetgeen hij inmiddels heeft gehoord. Bij die gelegenheid ver<strong>te</strong>lt Meurs<br />
dat er naast de control let<strong>te</strong>r een 2 e side let<strong>te</strong>r is en legt uit hoe deze zich<br />
tot elkaar verhouden. Hij ver<strong>te</strong>lt dat de accountants niet van de 2 e side let-<br />
217 V2/2.<br />
218 RC-verklaring Smit van 18 november en 7 december 2002.<br />
219 G16/6.<br />
87
<strong>te</strong>r op de hoog<strong>te</strong> zijn. Dit is de eers<strong>te</strong> keer dat cliënt hoort hoe een en ander<br />
precies zit.<br />
356. Cliënt beslist onmiddellijk De Rui<strong>te</strong>r, de voorzit<strong>te</strong>r van de RvC en de AC in <strong>te</strong><br />
lich<strong>te</strong>n en geeft Meurs opdracht D&T in <strong>te</strong> lich<strong>te</strong>n. Meurs had de desbetreffende<br />
brieven (de control let<strong>te</strong>r en de 2e side let<strong>te</strong>r) niet bij zich. Inmiddels<br />
is cliënt volledig doordrongen van de ernst van de situatie.<br />
357. De accountants van D&T zijn niet "blij" als ze op 25 oktober door Meurs en<br />
Verhelst worden geïnformeerd. De aanvankelijke warrige aan<strong>te</strong>keningen die<br />
Van den Dries maakt van hetgeen hij ach<strong>te</strong>reenvolgens vernam bieden een<br />
misleidend beeld dat gelukkig bij de RC-verhoren is rechtgezet. De kern ervan<br />
is dat ook Van de Dries en Dassen begrijpen dat cliënt eerst op 23 oktober<br />
zodanig is geïnformeerd dat hij weet wat er aan de hand is. Van der<br />
Veg<strong>te</strong> blijkt ui<strong>te</strong>indelijk dienaangaande niet over enige eigen we<strong>te</strong>nschap <strong>te</strong><br />
bezit<strong>te</strong>n. 220<br />
358. Van de Dries realiseert zich dat zijn aan<strong>te</strong>keningen waarschijnlijk niet nauwkeurig<br />
waren, want nadat hem naar aanleiding van de aan Meurs toegeschreven<br />
opmerking: "C. vanaf begin op de hoog<strong>te</strong>, zonder details " wordt<br />
voorgehouden: 'Kan het niet zijn dat waar Meurs u op 25 oktober informeert<br />
over de 2 e side let<strong>te</strong>r ICA dat zijn mededeling dat Van der Hoeven op<br />
de hoog<strong>te</strong> is, slaat op hetgeen hij net daardoor aan Van der Hoeven had<br />
meegedeeld?' antwoordt Van de Dries daarop:<br />
"Ik weet het niet. Waarschijnlijk is mijn vraag aan Meurs geweest:<br />
"wist Cees hiervan?" Toen is blijkbaar dit antwoord gekomen. Ik herinner<br />
mij dit ech<strong>te</strong>r niet meer. Uw in<strong>te</strong>rpretatie zou juist kunnen zijn.<br />
Ik weet niet mee of ik gevraagd heb of Van der Hoeven al vanaf het<br />
ontstaan van de 2 e side let<strong>te</strong>r daarvan op de hoog<strong>te</strong> was." 221<br />
359. Dassen zegt desgevraagd naar aanleiding van de zo-even geci<strong>te</strong>erde aan<strong>te</strong>kening<br />
van zijn collega::<br />
"Ik ben overigens niet bij de gesprekken geweest. [..] Wel heb ik<br />
een andere indruk overgehouden aan het gesprek dat Van den Dries<br />
en ikzelf met Van der Hoeven hebben gehad, einde oktober 2002.<br />
[..] Daaraan heb ik de indruk overgehouden dat de heer Van der<br />
Hoeven dit wellicht anders bedoeld had. Hij zei in dat gesprek, toen<br />
220 RC-verklaring Van der Veg<strong>te</strong> van 11 februari, 18 februari en 14 juli 2005.<br />
221 RC-verklaring Van den Dries 22 en 23 augustus 2005.<br />
88
wij hem de vraag s<strong>te</strong>lden wat hij nu precies ervan wist, dat hij wist<br />
dat in mei 2000 de consolidatiekwestie rond ICA was opgelost naar<br />
<strong>te</strong>vredenheid van de accountants met gebruikmaking van een side<br />
let<strong>te</strong>r, maar daarmee bedoelde hij, zo begreep ik tijdens dit gesprek,<br />
de control let<strong>te</strong>r. Ik weet niet meer precies welke <strong>te</strong>rm hij gebruik<strong>te</strong>.<br />
Ik kreeg toen de indruk dat de heer Van der Hoeven er pas in het<br />
najaar van 2002 van op de hoog<strong>te</strong> kwam dat er naast de control let<strong>te</strong>r<br />
ook een side let<strong>te</strong>r was voor ICA en voorts dat hij inderdaad niet<br />
en detail, maar slechts in gro<strong>te</strong> lijnen op de hoog<strong>te</strong> was van de door<br />
hem gerefereerde oplossing van het consolidatievraagstuk rond<br />
ICA."<br />
en<br />
"Ik meen mij nu inderdaad <strong>te</strong> herinneren dat Van er Hoeven daarop<br />
een toespeling maak<strong>te</strong> toen hij mij zondag 23 februari om 12.00 uur<br />
belde. Ik kon daarnet zijn exac<strong>te</strong> woorden mij niet meer voor de<br />
geest halen. Ik meen dat hij toen inderdaad gerefereerd heeft aan<br />
het najaar van 2002 als het moment waarop hij we<strong>te</strong>nschap kreeg<br />
van de side let<strong>te</strong>rs." 222<br />
360. In het kader van de contac<strong>te</strong>n met de accountants naar aanleiding van de<br />
ICA side let<strong>te</strong>r affaire was cliënt zich niet bewust dat hij in oktober/november<br />
1999 een side let<strong>te</strong>r inzake Bompreço had mee ge<strong>te</strong>kend.<br />
Dat blijkt ook wel want op 30 oktober zegt cliënt aan de accountants dat bij<br />
zijn we<strong>te</strong>n geen andere side let<strong>te</strong>rs bestonden. De vergeetachtigheid van<br />
cliënt is mogelijk <strong>te</strong> verklaren door het feit dat Bompreço geen onderwerp<br />
van discussie meer was, omdat Ahold deze doch<strong>te</strong>rmaatschappij, zoals ik<br />
hiervoor al zei, al voor 100% had verworven.<br />
361. D&T wilde op 31 oktober een nader onderzoek en omdat Meurs op dat<br />
moment al opzij was geschoven, leidde het verzoek van de accountants direct<br />
tot een onderzoeksopdracht van cliënt aan Smit 223 om na <strong>te</strong> gaan of er<br />
nog andere 2e side let<strong>te</strong>rs waren geweest. Cliënt gaf, na overleg met Van<br />
Tielraden, me<strong>te</strong>en op 31 oktober de opdracht aan Smit. Op dat moment<br />
wist cliënt niet meer dan dat er de kwestie ICA was. De suggestie van het<br />
OM dat cliënt <strong>te</strong>gen be<strong>te</strong>r we<strong>te</strong>n in de opdracht had gegeven klopt dus van<br />
geen kan<strong>te</strong>n.<br />
362. De kennis omtrent de andere 2 e side let<strong>te</strong>rs kreeg cliënt pas op za<strong>te</strong>rdag 16<br />
november toen hij thuis werd gebeld door Meurs, die meedeelde dat er ook<br />
222 RC-verklaring Dassen van 8 februari, 29 augustus en 1 sep<strong>te</strong>mber 2005.<br />
223 Zie ook het requisitoir pagina 106, derde alinea.<br />
89
2 e side let<strong>te</strong>rs bestonden met betrekking Bompreço, Paiz en Disco. Cliënt<br />
ontplof<strong>te</strong> van woede en gooide de hoorn op de haak. Meurs zegt met een<br />
understa<strong>te</strong>ment: "Hij gaf geen blijk van blijdschap." 224<br />
363. Een half uur la<strong>te</strong>r belde cliënt Meurs <strong>te</strong>rug een zei dat hij vond dat de 2 e<br />
side let<strong>te</strong>rs inzake Bompreço, Disco en Paiz niet bekend moe<strong>te</strong>n worden<br />
gemaakt. Zijn overwegingen waren, zoals we we<strong>te</strong>n dat om <strong>te</strong> beginnen<br />
(afgezien van zijn beroerde privé omstandigheden die dag) de omstandigheden<br />
van Ahold op dat moment zeer slecht waren, want naast de ICA affaire<br />
zou er op 19 november een 2 e winstwaarschuwing worden uitgegeven.<br />
364. Daarnaast was Ahold, zoals gezegd, inmiddels 100% eigenaresse was van<br />
Bompreço, en ook 100% eigenaresse was van Disco. De deelneming van<br />
Ahold in Paiz was inmiddels veranderd met als gevolg dat Paiz al niet werd<br />
geconsolideerd. Ten aanzien van ICA ging Ahold er nog s<strong>te</strong>eds van uit dat<br />
de consolidatie gewaarborgd zou blijven, hetgeen – ach<strong>te</strong>raf bezien - ook<br />
blijkt uit de 3 e side let<strong>te</strong>r, die ui<strong>te</strong>indelijk tot voortdurende consolidatie zou<br />
hebben geleid.<br />
365. Bovendien, en dat is misschien nog wel belangrijker, een historisch resta<strong>te</strong>ment<br />
uitslui<strong>te</strong>nd onder US GAAP van Bompreço, Disco en Paiz in het licht<br />
van de huidige consolidatie c.q. deconsolidatie zou het vereis<strong>te</strong> van inzicht<br />
volledig ontkrach<strong>te</strong>n. Bovendien hoe zou dat er uit moe<strong>te</strong>n zien, als Dutch<br />
GAAP gehandhaafd zou blijven, want in geval van resta<strong>te</strong>ment moet bedacht<br />
worden dat Dutch GAAP 1 jaar <strong>te</strong>rug gaat in de jaarrekening en US<br />
GAAP 2 jaar <strong>te</strong>rug.<br />
366. Bompreço zou dan geconsolideerd opgenomen moe<strong>te</strong>n worden voor de<br />
jaren 1996, 1997, 1998 en vervolgens gedeconsolideerd in 1999, om daarna<br />
weer <strong>te</strong> worden geconsolideerd. In 2002 merkt men daar niets van, immers<br />
1999 is meer dan 2 jaar <strong>te</strong>rug.<br />
367. Disco zou dan geconsolideerd opgenomen moe<strong>te</strong>n worden in 1998, 1999,<br />
om vervolgens gedeconsolideerd <strong>te</strong> worden in 2000 om weer geconsolideerd<br />
<strong>te</strong> worden in 2001. Dit komt in 2002 alleen in de verkor<strong>te</strong> US Gaap<br />
verslaglegging tot uitdrukking voor wat betreft de gedeconsolideerde toestand<br />
in 2000.<br />
224 V3/17 en V2/7.<br />
90
368. Paiz zou dan geconsolideerd op genomen worden in 1999 en vervolgens<br />
vanaf 2000 gedeconsolideerd.<br />
369. Maar het wordt erger. Op het moment van het <strong>te</strong>lefoontje was er nog geen<br />
aanleiding om <strong>te</strong> denken dat D&T met consolidatie van Bompreço, Disco of<br />
Paiz onder Dutch Gaap niet akkoord zou gaan. Met andere woorden zo-even<br />
beschreven resta<strong>te</strong>ment zou alleen voor de verkor<strong>te</strong> cijferops<strong>te</strong>lling in de<br />
form 20-F voor US Gaap gelden. Bovendien geldt er nog zoiets als vergelijkbaarheid<br />
van de cijfers en dus zou er ook nog een pro forma moe<strong>te</strong>n komen<br />
met Bompreço en Disco in geconsolideerde toestand en Paiz gedeconsolideerd.<br />
370. Ik neem aan dat het de rechtbank duidelijk is, gelijk cliënt toen besef<strong>te</strong>, dat<br />
van het vereis<strong>te</strong> van inzicht niets <strong>te</strong>recht zou komen. Cliënt meende daarom<br />
dat een resta<strong>te</strong>ment strijdig met de gedach<strong>te</strong> ach<strong>te</strong>r consolidatie zou zijn en<br />
oordeelde dat het zinloos zou zijn bekend <strong>te</strong> maken dat er in het verleden<br />
voor Bompreço, Disco en Paiz ook 2 e side let<strong>te</strong>rs hadden bestaan.<br />
371. Over dit oordeel kan men discussiëren, ofschoon ik niet denk dat het OM<br />
deze consequenties overzag toen het bij requisitoir de beslissing van cliënt<br />
volstrekt misplaatst (en misschien moet ik wel zeggen: weinig in<strong>te</strong>ger) in<br />
een malafide con<strong>te</strong>xt becommentarieerde. Een ding is duidelijk met persoonlijk<br />
belang, zoals het OM suggereert 225 , had dit alles niets <strong>te</strong> maken.<br />
372. Op 17 november spreken Meurs en cliënt elkaar weer <strong>te</strong>lefonisch en ver<strong>te</strong>lt<br />
cliënt Meurs dat het be<strong>te</strong>r is het nieuws niet bekend <strong>te</strong> maken en legt ook<br />
uit waarom hij dat vindt 226 .<br />
373. Vervolgens spreekt Meurs, zoals gezegd, op 30 november cliënt weer en<br />
herinnert hem aan de drie jaar geleden mee ge<strong>te</strong>kende 2 e side let<strong>te</strong>r Bompreço.<br />
227 Cliënt is verbijs<strong>te</strong>rd. Voor hetgeen ik hiervoor uit een heb gezet,<br />
maak<strong>te</strong> dit nieuws niets uit.<br />
225<br />
Requisitoir p. 138.<br />
226 e<br />
Het is niet waar dat cliënt ooit van plan zou zijn geweest (requisitoir p. 128) de 2 side let<strong>te</strong>rs<br />
inzake Bompreço, Disco en Paiz <strong>te</strong> vernietigen.<br />
227<br />
V2/6.<br />
91
374. In het najaar ontstaat bij cliënt de overtuiging dat ui<strong>te</strong>indelijk de conclusie<br />
moest worden getrokken dat JMR niet geconsolideerd zou moe<strong>te</strong>n worden.<br />
Dit hing ook samen met de veranderende opvattingen bij D&T. Maar dat<br />
geldt niet voor het verleden.<br />
Gebeur<strong>te</strong>nissen in het jaar 2003<br />
375. Smit heeft zijn opdracht, mede in verband met het onderzoek van Eisma en<br />
Van Dijk niet uitgevoerd en maak<strong>te</strong> pas in januari 2003 daarmee een aanvang.<br />
Op dat moment waren de ontwikkelingen bij Ahold al in stroomversnelling<br />
geraakt en was cliënt op meerdere fron<strong>te</strong>n <strong>te</strong>gelijkertijd allerlei<br />
brandjes aan het blussen. Hij dacht niet meer aan de destijds gegeven opdracht<br />
aan Smit. Hoe dan ook dat onderzoek is nooit van de grond gekomen,<br />
niet in het minst omdat de reden daartoe verviel toen het bestaan van<br />
de 2 e side let<strong>te</strong>rs Disco, Pais en Bompreço bekend werd.<br />
376. Sinds de ontdekking in oktober 2002 van de 2 e side let<strong>te</strong>r ICA is er gewerkt<br />
aan een oplossing voor het continueren van de consolidatie van ICA en zijn<br />
er besprekingen gevoerd en concep<strong>te</strong>n en eindproduc<strong>te</strong>n geproduceerd om<br />
tot een voor D&T bevredigende control let<strong>te</strong>r <strong>te</strong> komen. Telkens weer bleek<br />
dat het resultaat niet tot <strong>te</strong>vredenheid van de accountants was. Bij een en<br />
ander waren zeer velen betrokken, <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n de voltallige RvC, zeven partners<br />
van D&T, twee partners van De Brauw Blackstone Westbroek, een<br />
partner van Freshfields, partners van Whi<strong>te</strong> & Case, vijf senior vicepresidents<br />
van Ahold, de voltallige RvB, Zweedse en Noorse advoca<strong>te</strong>n, een<br />
Zweedse accountant, Prof. Klaassen, accountants van KPMG en acht mensen<br />
van het mangement van ICA Ahold. 228<br />
377. Als resultaat van dit in<strong>te</strong>nse overleg werd de nieuwe control let<strong>te</strong>r ICA, na<br />
een behoorlijk aantal eerdere, ge<strong>te</strong>kende en weer <strong>te</strong>ruggetrokken, exemplaren,<br />
de brief geda<strong>te</strong>erd 21 februari geproduceerd. Telkens weer bleek dat<br />
de brieven niet het beoogde doel bereik<strong>te</strong>n, namelijk ins<strong>te</strong>mming van de<br />
s<strong>te</strong>eds lastiger wordende accountants van D&T. Het patroon was voor alle<br />
betrokkenen, inclusief D&T, volmaakt duidelijk: als een <strong>te</strong>kst niet voor D&T<br />
zou werken, zou de brief vervallen.<br />
228 V2/7.<br />
92
378. Het gehele proces heeft zich in alle openheid voltrokken en D&T was volledig<br />
op de hoog<strong>te</strong>. Ui<strong>te</strong>indelijk kon ook deze brief geen genade vinden in de<br />
ogen van de accountants en werd de brief nadat cliënt ontslag had genomen,<br />
net zoals met de eerdere brieven was gebeurd door het management,<br />
na het ontslag van cliënt, weer ingetrokken. Overigens <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> meent<br />
cliënt, want het beoogde doel werd wel bereikt: accountants waren er mee<br />
eens, maar die ins<strong>te</strong>mming veranderde na het bekend worden van de andere<br />
2 e side let<strong>te</strong>rs.<br />
379. Dat hing samen met het volgende. Op 19 februari was het besluit gevallen<br />
de directie van Disco <strong>te</strong> ontslaan, waarna er op donderdag 20 en vrijdag 21<br />
februari besprekingen plaatsvonden tussen Ahold en de ontslagen Argentijnen.<br />
Bij die gelegenheid ver<strong>te</strong>lde Or<strong>te</strong>u dat er in het verleden bij Disco<br />
sprake was geweest van een 2 e side let<strong>te</strong>r. 229<br />
380. Dit was voor cliënt aanleiding om op za<strong>te</strong>rdag 22 februari zijn op 16 november<br />
2002 opgedane kennis omtrent de andere 2 e side let<strong>te</strong>rs Paiz en<br />
Bompreço bekend <strong>te</strong> maken. De volgende dag neemt hij ontslag.<br />
229 V16/5.<br />
93
Consolidatie en we<strong>te</strong>nschap<br />
381. Alvorens de aan cliënt <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde fei<strong>te</strong>n <strong>te</strong> behandelen, worden nog<br />
twee algemene onderwerpen besproken. Eerst de consolidatie zoals die in<br />
de respectieve <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>leggingen is opgenomen en de cri<strong>te</strong>ria voor fei<strong>te</strong>lijk<br />
leiding geven, nu het OM meent dat cliënt aan alle fei<strong>te</strong>n fei<strong>te</strong>lijk leiding zou<br />
hebben gegeven.<br />
Consolidatie naar Nederlands recht<br />
Inleiding<br />
382. Een aantal <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde fei<strong>te</strong>n s<strong>te</strong>lt de vraag naar de volledige consolidatie<br />
van een aantal joint ventures van Ahold naar Nederlandse maatstaven<br />
aan de orde. Het betreft in het bijzonder de fei<strong>te</strong>n <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegd onder de<br />
nummers 3,4, 5 en 7. De consolidatiekwestie is, zo schrijft de Fiod <strong>te</strong>recht<br />
in haar aanvangsproces-verbaal, het hart van de zaak.<br />
383. De verdediging heeft er dan ook voor gekozen deze kwestie, zowel naar<br />
Nederlands als naar Amerikaans recht thematisch <strong>te</strong> behandelen zodat bij<br />
de behandeling van de fei<strong>te</strong>n volstaan kan worden met een kor<strong>te</strong> verwijzing<br />
naar dit onderdeel en een enkele specifieke op het feit toegesneden opmerking.<br />
Hieronder zal ik de navolgende opbouw volgen. Eerst zal ik ingaan op<br />
het toetsingskader, het toepasselijk recht om <strong>te</strong> vervolgen met een bespreking<br />
van het voorhanden fei<strong>te</strong>nma<strong>te</strong>riaal en afronden met een conclusie.<br />
Nederlandse consolidatievoorschrif<strong>te</strong>n<br />
384. Ik open met de consta<strong>te</strong>ring dat de Nederlandse voorschrif<strong>te</strong>n waaraan de<br />
volledige consolidatie van de betreffende joint ventures getoetst moet worden<br />
duidelijk en helder uit de verf gekomen zijn. Dit lijkt een open deur<br />
maar ik maak dit sta<strong>te</strong>ment toch omdat het, zoals uw rechtbank al opmerk<strong>te</strong>,<br />
complexe ma<strong>te</strong>rie betreft en mijn oordeel <strong>te</strong>n aanzien van de Amerikaanse<br />
voorschrif<strong>te</strong>n andersluidend is.<br />
385. Het Burgerlijk Wetboek geeft de normen waaraan ui<strong>te</strong>indelijk voldaan moet<br />
worden. Indien een onderneming, waarin men participeert aangemerkt kan<br />
worden als een groepsmaatschappij dienen haar resulta<strong>te</strong>n volledig geconsolideerd<br />
<strong>te</strong> worden opgenomen in de jaarrekening van "moeder".<br />
94
386. Onderliggende regelgeving, waaronder de richtlijnen van de Raad voor de<br />
Jaarverslaggeving en de door Ahold ex<strong>te</strong>rn gehan<strong>te</strong>erde standaard Dutch<br />
GAAP, geven guidance wanneer sprake is van zo’n verhouding. Kort weergegeven<br />
komt het er op neer dat sprake is van een groepsmaatschappij<br />
wanneer moeder de facto overwegende zeggenschap heeft over doch<strong>te</strong>r.<br />
387. Voor de bepaling van het antwoord op de vraag of er fei<strong>te</strong>lijk overwegende<br />
zeggenschap is dient een aantal fei<strong>te</strong>n en omstandigheden in de beoordeling<br />
<strong>te</strong> worden betrokken.<br />
388. Gewicht komt daarbij toe aan:<br />
o de contractuele verhouding tussen partijen;<br />
o de financieringsverhouding;<br />
o wie loopt het risico en wie draait aan de knop van de geldkraan;<br />
o middelen management, waaronder ECT en logistiek;<br />
o processen, waaronder accountancy standaard en logistiek;<br />
o visie en beleidsbepaling waaronder concept en winkelformule;<br />
o primaat van inves<strong>te</strong>ringsbeslissingen.<br />
389. De weging van deze factoren moet dan leiden tot beantwoording van de<br />
vraag wie fei<strong>te</strong>lijk in de gelegenheid is beleidsbepalend <strong>te</strong> zijn.<br />
390. In<strong>te</strong>grale consolidatie is niet vrijblijvend; bij overwegende zeggenschap is<br />
moeder gehouden de resulta<strong>te</strong>n van doch<strong>te</strong>r volledig in haar jaarrekening <strong>te</strong><br />
verwerken. In<strong>te</strong>grale consolidatie geniet daarbij zelfs de voorkeur, omdat<br />
het het mees<strong>te</strong> inzicht biedt in het reilen en zeilen van de gehele onderneming<br />
en <strong>te</strong>vens een zekere waarborg biedt <strong>te</strong>gen versluierende cijfers die<br />
zijn beïnvloed door geknoei met in<strong>te</strong>rcompany resulta<strong>te</strong>n.<br />
391. Gro<strong>te</strong> dogmatische verschillen tussen de diverse deskundigen ben ik niet<br />
<strong>te</strong>gengekomen. De accen<strong>te</strong>n worden <strong>te</strong>lkens wat anders gelegd. Voor de<br />
één legt de financial control wat meer gewicht in de schaal; de ander is<br />
s<strong>te</strong>llig in zijn uitspraak dat operational control veel belangrijker is. Een derde<br />
kijkt wat meer naar de contractuele s<strong>te</strong>mverhouding. Het is klaarblijkelijk<br />
een kwestie van appreciatie en voorkeur.<br />
95
392. Mins<strong>te</strong>ns zo belangrijk is dat de uitgangspun<strong>te</strong>n van de <strong>te</strong>chnici (Bouma en<br />
Bos) die zich bij Ahold bezig hielden met de ma<strong>te</strong>rie en de visie van de ex<strong>te</strong>rn<br />
accountants in lijn lijkt met wat de deskundigen hierover rappor<strong>te</strong>ren.<br />
Ik verwijs hier kortheidshalve naar de aan<strong>te</strong>keningen van Bouma en Bos die<br />
al aangehaald werden.<br />
Consolidatie joint ventures:<br />
De fei<strong>te</strong>n:<br />
393. Waar ik tot het oordeel kom dat het recht helder en duidelijk gestal<strong>te</strong> heeft<br />
gekregen in deze strafzaak, kom ik tot een andersluidend oordeel over de<br />
fei<strong>te</strong>n die uw rechtbank dient vast <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen om ze <strong>te</strong> kunnen toetsen aan<br />
het recht. Het dossier vertoont gro<strong>te</strong> hia<strong>te</strong>n waarop ik hieronder zal ingaan.<br />
De navolgende stukken zijn zonder meer van belang voor de vasts<strong>te</strong>lling<br />
van de fei<strong>te</strong>n en omstandigheden die ik hierboven beschreef en die uw<br />
rechtbank in staat zouden moe<strong>te</strong>n s<strong>te</strong>llen de cruciale beweging rond de<br />
"zeggenschap" <strong>te</strong> maken. Hieronder op een opsomming van ma<strong>te</strong>riaal dat<br />
zijn weg naar het procesdossier niet heeft gevonden:<br />
o De consolidatiesets - het dossier behelzende het fei<strong>te</strong>nma<strong>te</strong>riaal dat<br />
werd afge<strong>te</strong>kend door de (lokale) accountant en op basis waarvan<br />
eers<strong>te</strong> consolidatie plaatsvond. Vgl. op dit punt de door Dassen afgelegde<br />
verklaring bij de RC, pagina 4 en pagina 6.<br />
o De controleverslagen en audit reports van zowel de in<strong>te</strong>rne als de ex<strong>te</strong>rne<br />
accountants. Toelichting: al diegenen die verbonden waren aan<br />
D&T en deel uitmaak<strong>te</strong>n van het Ahold-<strong>te</strong>am verklaren dat zij, conform<br />
de engagement let<strong>te</strong>r, controlewerkzaamheden verricht<strong>te</strong>n en<br />
audits hielden in binnen- en bui<strong>te</strong>nland. Op basis van deze audits kwamen<br />
zij tot het oordeel dat Ahold de facto in control was. De verslagen<br />
bevinden zich niet in het dossier. Voorts blijkt zowel uit de verklaring<br />
van Smit, als uit de verklaringen van D&T, dat ook de IAD zelfstandig<br />
audits uitvoerde op de consolidatie en daarvoor de relevan<strong>te</strong> partners<br />
in het bui<strong>te</strong>nland bezocht. Verslagen van deze audits trof ik evenmin<br />
aan.<br />
o Fact- of evidence files. Toelichting: een ieder, in<strong>te</strong>rn bij de consolidatie<br />
betrokken, verklaart dat Ahold fact files of evidence files aanlegde en<br />
onderhield waarin ma<strong>te</strong>riaal werd opgeborgen dat relevant was voor<br />
de beoordeling van de consolidatie. Ik verwijs naar de verklaringen<br />
96
van Bouma, Bos, Smit, S<strong>te</strong>rk en Verhelst. Ook de leden van de Raad<br />
van Bestuur geven aan dat dergelijke files bestonden. Deze verklaring<br />
wordt onders<strong>te</strong>und door de verklaring van de employees van D&T die<br />
bemoeienis hadden met het Ahold-dossier: Van den Dries, Wennink,<br />
Van der Veg<strong>te</strong>, Bakkes. Op aandringen van de verdediging zocht en<br />
vond het OM de compilatie van gegevens die mevrouw Bouma onderhield<br />
en die in de wandelgangen haar "whi<strong>te</strong> binder" heet<strong>te</strong>. De inhoud<br />
van de ordner is als bijlage D/626 ui<strong>te</strong>indelijk aan het procesdossier<br />
toegevoegd. In de ambtshandeling waarin deze voeging wordt<br />
beschreven, AH/101, wordt op pagina 3 beschreven dat deze wit<strong>te</strong><br />
ordner volgens Ahold een evidence file/fact file is. Ter zitting borduurde<br />
het OM voort op deze s<strong>te</strong>lling en hield Meurs bij ondervraging zelfs<br />
voor dat dit toch zonder twijfel en naar de mening van een ieder de<br />
ordner met de langgezoch<strong>te</strong> fact of evidence files is. Dat is evenwel<br />
veel minder zeker dan het OM aangaf.<br />
394. Eerst maar eens naar de bron, mevrouw Bouma. Zij verklaarde, <strong>te</strong>rzake<br />
gehoord bij de RC:<br />
97
395. In haar verklaring bij de SEC is ze beslist niet s<strong>te</strong>lliger op dit punt. Ik verwijs<br />
naar de pagina's 38 en 39 van dat verhoor.<br />
396. Ook haar direct leidinggevende, de heer Verhelst, is gehoord bij de RC. Ik<br />
was er bij en hij was s<strong>te</strong>llig. Hij moest zelfs lachen toen ik hem vroeg of de<br />
zogehe<strong>te</strong>n whi<strong>te</strong> binder van Bouma de fact of evidence files behelsde. De<br />
inhoud van zijn antwoorden <strong>te</strong>rzake neem ik hieronder op. Het betreft de<br />
vragen en de antwoorden, weergegeven op de laats<strong>te</strong> pagina (38) van zijn<br />
verhoor:<br />
397. En tot besluit is bijlage D/626 ook nog voorgehouden aan Van der Veg<strong>te</strong>, lid<br />
van het Ahold-<strong>te</strong>am en inhoudelijk betrokken. Ook zijn antwoord op de<br />
vraag of dit nu de evidence files of fact files zijn die hij eerder had gezien is<br />
meer dan aarzelend. Ik geef zijn antwoord, dat zich bevindt op pagina 92<br />
van het proces-verbaal van zijn verhoor hieronder weer.<br />
98
398. Gezien de inhoud van de verklaringen van Bouma, Verhelst en Van der Veg<strong>te</strong><br />
is eerder onwaarschijnlijk dan waarschijnlijk dat de whi<strong>te</strong> binder de veelgenoemde<br />
evidence files behelst. Deze files waren immers aangelegd om op<br />
ieder van de hierboven genoemde pun<strong>te</strong>n documentatie <strong>te</strong> verschaffen <strong>te</strong>n<br />
aanzien van Ahold control. Bouma verklaart dat het ma<strong>te</strong>riaal dat zich in<br />
haar wit<strong>te</strong> ordner bevond, daar nu juist níet op gericht was. Verhelst is s<strong>te</strong>llig:<br />
"Nee, dat zijn zeker niet de evidence files". Van der Veg<strong>te</strong> heeft de originele<br />
evidence files indertijd in handen gehad en consta<strong>te</strong>ert dat daar diverse<br />
stukken bijza<strong>te</strong>n die hij thans niet aantreft in de hem getoonde bijlagen.<br />
Hij mist met name representations, minu<strong>te</strong>s (bedoeld zal zijn: van<br />
board meetings en andere besluitvormende organen) en in<strong>te</strong>rviews gehouden<br />
door Verhelst, S<strong>te</strong>rk en Van It<strong>te</strong>rsum. Ook dat ma<strong>te</strong>riaal waaraan Van<br />
der Veg<strong>te</strong> refereert ontbreekt derhalve.<br />
399. Dat be<strong>te</strong>kent dat uw rechtbank verstoken blijft van het vitale bronma<strong>te</strong>riaal<br />
om <strong>te</strong>n aanzien van alle relevan<strong>te</strong> factoren per joint venture en per jaar een<br />
zelfstandige weging <strong>te</strong> maken van Aholds besluit tot volledige consolidatie.<br />
De weegschaal van Vrouwe Justitia is leeg en een jurimetrische beoordeling<br />
is niet mogelijk.<br />
400. Op basis van welk ma<strong>te</strong>riaal wordt uw rechtbank de door het OM gepresen<strong>te</strong>erde<br />
vraag dan wel geacht deze beoordeling <strong>te</strong> maken? Op de keper beschouwd<br />
gaat het om verklaringen van derden, die <strong>te</strong>rugblikkend voor één<br />
of meer joint ventures op deelaspec<strong>te</strong>n verklaren hoe de situatie naar hun<br />
99
mening was. Soms onderbouwd met voorbeelden en documentatie - soms<br />
gewoon als opinie van hun beleving van de fei<strong>te</strong>lijke situatie indertijd.<br />
401. Het dossier is in wezen een soort van grabbelton met verklaringen als lo<strong>te</strong>n.<br />
Wie zijn hand in die ton s<strong>te</strong>ekt en een verklaring naar boven trekt komt tot<br />
de ontdekking dat er veel meer winnende lo<strong>te</strong>n in de bak zit<strong>te</strong>n dat nie<strong>te</strong>n.<br />
Vrijwel zonder uitzondering verklaart een ieder vanuit zíjn discipline en zíjn<br />
perspectief dat Ahold de <strong>te</strong>ugels voerde en de facto beslissende zeggenschap<br />
had - zonder evenwel sporen of zweep <strong>te</strong> gebruiken.<br />
402. En in dit laats<strong>te</strong> zit mogelijkerwijs het beslissend verschil van inzicht tussen<br />
Fiod en OM aan de ene kant en de gehele wereld aan de andere kant: Fiod<br />
en OM zijn er s<strong>te</strong>eds vanuit gegaan dat overwegende zeggenschap een autoritaire<br />
en dominan<strong>te</strong> stijl van leiding geven vergde, waarbij Ahold aantoonbaar<br />
zijn joint venture-partner <strong>te</strong>gen de muur zet<strong>te</strong>n en overrulede op<br />
basis van macht.<br />
403. De s<strong>te</strong>llingname van het OM verbaast. Naar ik meen worden toch ook de<br />
leiders van het OM geschoold in "coachend leiderschap", een stijl waarbij<br />
men de ondergeschik<strong>te</strong> zelf de oplossing laat ontdekken en als het ware<br />
met fluwelen hand brengt in de richting die de baas voor ogen heeft. En<br />
waarbij men het personeel zoveel als mogelijk juist de ruim<strong>te</strong> laat goede eigen<br />
ideeën gestal<strong>te</strong> <strong>te</strong> geven opdat dit spontaan het bes<strong>te</strong> van zichzelf<br />
geeft en optimaal bijdraagt aan de verwezenlijking van de resulta<strong>te</strong>n die het<br />
OM zich tot doel ges<strong>te</strong>ld heeft. Het ligt vast en is beschreven. Ik denk niet<br />
dat de <strong>te</strong>r zitting aanwezige officieren zullen gaan betogen dat hun leiders<br />
vanwege de door hen gehan<strong>te</strong>erde stijl niet langer in charge of in control<br />
zijn. Maar waarom dit dan wel betoogd als Ahold op macroniveau dezelfde<br />
stijl van leidinggeven han<strong>te</strong>ert <strong>te</strong>n aanzien van zijn partnerships?<br />
404. Prof. Van de Poel moet nagegeven worden dat hij in staat is de details <strong>te</strong><br />
overstijgen en de zaak vanuit een helikop<strong>te</strong>r view in perspectief <strong>te</strong> plaatsen.<br />
Zijn beschrijving valt vrijwel naadloos samen met hetgeen cliënt en andere<br />
leden van de Raad van Bestuur <strong>te</strong>rzake verklaard hebben. Ik verwijs naar<br />
zijn beschrijving in § 2.2 van zijn aanvullende hoofdstuk 9. Ahold hoefde<br />
zijn spierballen niet <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n zien om in charge <strong>te</strong> zijn. In<strong>te</strong>gendeel: gezien<br />
de verhoudingen was dat alleen maar contraproductief geweest. Door respect<br />
<strong>te</strong> tonen voor zijn joint venture partner en deze op natuurlijke wijze<br />
gidsend <strong>te</strong> voeren naar het doel dat Ahold voor ogen had was Ahold (en<br />
100
ook de partner) bui<strong>te</strong>ngewoon effectief. Prof. Van de Poel is ook de enige<br />
die de relatie tussen Ahold en deelnemingspartners in het gro<strong>te</strong>re perspectief<br />
weet <strong>te</strong> plaatsen: besef wel dat het om een multinationale onderneming<br />
gaat met oneindig veel meer financiële slagkracht en, in de mees<strong>te</strong> gevallen,<br />
een aanzienlijke voorsprong op het gebied van ICT, logistiek, processen<br />
en accountancy standards. Terecht vraagt hij ook aandacht voor het feit dat<br />
het ui<strong>te</strong>indelijk Aholds stra<strong>te</strong>gie was in zijn geheel eigenaar <strong>te</strong> worden van<br />
zijn partner. Die partner wist dat en realiseerde zich dat. Ahold was de dominan<strong>te</strong><br />
partner - daar kon geen twijfel over bestaan. Het is een s<strong>te</strong>ekhoudende<br />
en heldere beschrijving van iemand die duidelijk ver boven de ma<strong>te</strong>rie<br />
staat en die aansluit bij de inhoud van het dossier en mins<strong>te</strong>ns zo belangrijk:<br />
de beleving van de voormalige Ahold-top waaronder Van der Hoeven.<br />
405. De tournure die Prof. Van de Poel in zijn rapport maakt kan ik evenwel niet<br />
volgen. Zakelijk weergegeven betoogt hij dat met het aan de orde s<strong>te</strong>llen<br />
van de gezagsverhoudingen door een control let<strong>te</strong>r aan de partners <strong>te</strong> presen<strong>te</strong>ren<br />
en zeker door daaraan een side let<strong>te</strong>r <strong>te</strong> verbinden, alle fei<strong>te</strong>lijke<br />
dominantie van Ahold plotsklaps <strong>te</strong>loor gaat. Hij beroept zich op de onderwijzer,<br />
de voetbaltrainer en de politieagent en s<strong>te</strong>lt zowel in zijn rapport als<br />
<strong>te</strong>r <strong>te</strong>rechtzitting "dat het nu eenmaal zo gaat". Wie de gezagskwestie aan<br />
de orde s<strong>te</strong>lt is zijn voorheen bestaande dominantie onherroepelijk kwijt.<br />
Waar Prof. Van de Poel in zijn rapport de grenzen van zijn vakgebied en<br />
deskundigheid al wel heel nadrukkelijk opzoekt, gaat hij hier nadrukkelijk<br />
over de rand. Dit betreft, ik zeg het maar duidelijk: psychologie van de koude<br />
grond.<br />
406. Ik zal, zoals Prof. Van de Poel het graag heeft, de inhoudelijke juistheid van<br />
zijn bewering met kracht van argumen<strong>te</strong>n bestrijden.<br />
407. Cultuur-omslag: slechts de mede-onder<strong>te</strong>kenaar van de control let<strong>te</strong>r was<br />
op de hoog<strong>te</strong>. Hoe zou een totale organisatie zich anders kunnen gaan gedragen<br />
vanwege geïsoleerde we<strong>te</strong>nschap bij één persoon? Cultuuromslagen,<br />
en daar hebben we het hier over, zijn een langdurig proces waarbij de<br />
gehele leiding van de onderneming open en transparant en in in<strong>te</strong>nsieve<br />
communicatie met al diegenen die onder hen werken, aangeven en belijden<br />
dat zij andere normen en waarden zijn gaan huldigen. Deze nieuwe normen<br />
en waarden dienen dan vervolgens door de organisatie geïn<strong>te</strong>rnaliseerd <strong>te</strong><br />
worden en gedragen. Het is ondenkbaar dat zulks in dit geval is gebeurd.<br />
101
408. Mendonça <strong>te</strong>r <strong>te</strong>rechtzitting gehoord als getuige verklaarde het eenduidig:<br />
"Veranderde de samenwerking na onder<strong>te</strong>kening van control en side let<strong>te</strong>rs?<br />
" Antwoord: "Nee, die bleef precies hetzelfde ". Vervolgens wordt hem<br />
gevraagd: "Speelde de side let<strong>te</strong>rs in de ogen van de ex<strong>te</strong>rn accountant een<br />
rol in hun beoordeling of Ahold voldoende overwegende zeggenschap had<br />
om naar Dutch GAAP over <strong>te</strong> kunnen gaan tot consolidatie? " Antwoord:<br />
"Nee ".<br />
409. Uit één mond geven zij op vragen van het OM aan dat de zogenoemde control-<br />
en side let<strong>te</strong>rs geen enkele rol speelden in de beoordeling naar Nederlands<br />
recht. Eensluidend verklaart men op basis van eigen onderzoek en representaties<br />
van het management tot het oordeel <strong>te</strong> zijn gekomen dat<br />
Ahold voldoende de facto control had om <strong>te</strong> kunnen consolideren naar<br />
Dutch GAAP. Gevraagd naar de rol van de control en side let<strong>te</strong>rs in dit proces<br />
geven zij aan dat deze slechts benodigd waren voor het Amerikaanse<br />
recht en, zo men deze al zou willen betrekken in de beoordeling naar Nederlandse<br />
standaarden, deze niet meer waren dan een sluitstuk van de controle,<br />
een punt ach<strong>te</strong>r deze controle. Zelfs de accountant die het deconsolidatieproces<br />
begeleidde, Dassen, neemt hier in zijn antwoord op vraag 141<br />
van zijn verhoor bij de RC duidelijk afstand van zijn collega hoogleraar.<br />
410. En uit de verklaring van Van den Dries neem ik een tweetal gecomprimeerde<br />
cita<strong>te</strong>n op, <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n zijn antwoord op vraag 63, zijn antwoord op vraag<br />
82 en zijn antwoord op vraag 87:<br />
102
411. Prof. Van de Poels common sense redenering snijdt geen hout. Vak<strong>te</strong>chnisch<br />
onderschrijven zijn collega's de redenering niet. Als het al zo is dat de<br />
2 e side let<strong>te</strong>r de control let<strong>te</strong>r zou ontkrach<strong>te</strong>n, ben je gewoon weer <strong>te</strong>rug<br />
bij de shareholders agreement en de oude verhoudingen. De fei<strong>te</strong>lijke gang<br />
van zaken heeft bewezen dat zijn de facto analyse niet klopt. De top van de<br />
joint venture partner wist dat het ging om een briefje voor de accountant,<br />
103
Analyse<br />
er werd ge<strong>te</strong>kend en de stukken werden gearchiveerd. Business as usual -<br />
er veranderde niets - Ahold bleef de dominan<strong>te</strong> partner en verwierf in het<br />
gros van de gevallen ui<strong>te</strong>indelijk ook een meerderheidsbelang of 100% van<br />
de aandelen in haar joint venture partner. De situatie die Prof. Van de Poel<br />
derhalve goed analyseert en beschrijft bleef onverminderd reali<strong>te</strong>it na <strong>te</strong>kening<br />
van de side let<strong>te</strong>rs. En Ahold consolideerde ook in het post-side let<strong>te</strong>r<br />
tijdperk haar joint ventures naar Nederlands recht volkomen <strong>te</strong>recht.<br />
412. Thans het moment om de bewijsredenering van het OM onder de loep <strong>te</strong><br />
nemen. Wie het requisitoir ontleed, ontwaart daarin de navolgende s<strong>te</strong>llingname<br />
en daaruit volgende redenering:<br />
o Vraag: consolideerde Ahold zijn joint ventures naar Dutch GAAP <strong>te</strong>recht?<br />
o Het dossier is incompleet; met name is onvoors<strong>te</strong>lbaar dat er zo weinig<br />
vastleggingen van D&T zijn verkregen naar aanleiding van het bevel<br />
uitlevering.<br />
o Op basis van dit dossier, vindt het OM dat er onvoldoende fei<strong>te</strong>n en<br />
omstandigheden zijn die bewijzen dat Ahold overwegende zeggenschap<br />
had over zijn joint ventures en derhalve werden deze <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong><br />
volledig geconsolideerd in de Nederlandse jaarrekening opgenomen.<br />
o Daarmee staat, aldus het OM, vast dat deze jaarrekening onjuist is - in<br />
strafrech<strong>te</strong>lijke <strong>te</strong>rmen: valselijk opgemaakt. Het oordeel dat Klaassen<br />
en Langendijk hebben geformuleerd is volgens hjet OM juist. Verdach<strong>te</strong><br />
zijn als leden van de Raad van Bestuur verantwoordelijk en hebben<br />
de jaarrekening onder<strong>te</strong>kend; zij hebben zich schuldig gemaakt aan<br />
overtreding van artikel 336 Sr.<br />
413. Men hoede zich voor de gedach<strong>te</strong>gang die het OM hier voor zijn rekening<br />
neemt. De crux zit in de wijze waarop men de vraags<strong>te</strong>lling presen<strong>te</strong>ert en<br />
die op het eers<strong>te</strong> gezicht best plausibel over komt. De vraags<strong>te</strong>lling behoort<br />
evenwel, gezien het Nederlands strafrech<strong>te</strong>lijk bewijsrecht, anders <strong>te</strong> worden<br />
geformuleerd en dit is cruciaal voor de opbouw en de uitkomst van de<br />
redenering.<br />
414. De vraags<strong>te</strong>lling behoort namelijk <strong>te</strong> zijn:<br />
104
o "Kan op basis van het voorliggende dossier bewezen worden verklaard<br />
dat Ahold zijn joint ventures <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> volledig consolideerde?<br />
"<br />
o Het dossier is incompleet; vitaal bronma<strong>te</strong>riaal dat aanwezig geweest<br />
moet zijn (zie hierboven) is in het strafrech<strong>te</strong>lijk onderzoek niet boven<br />
wa<strong>te</strong>r gekomen en maakt daarmee geen deel uit van het ma<strong>te</strong>riaal<br />
dat uw rechtbank benodigd zou hebben voor een behoorlijke ex<br />
tunc beoordeling van Aholds consolidatiebeleid.<br />
o Nu dit essentiële ma<strong>te</strong>riaal aan het dossier ontbreekt, kan van de<br />
strafrech<strong>te</strong>r, retrospectief en toch iets marginaler toetsend dan een<br />
ondernemingskamer dat zou doen, bezwaarlijk uitspreken dat Ahold<br />
<strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> zijn joint ventures consolideerde en daarmee zijn jaarrekeningen<br />
valselijk opmaak<strong>te</strong>.<br />
415. U ziet: bij onvolledige informatie is de formulering van de vraags<strong>te</strong>lling bepalend<br />
voor het antwoord.<br />
In deze casus klemt die onvolledigehid <strong>te</strong>meer, nu het OM zelf primair verantwoordelijk<br />
is voor de samens<strong>te</strong>lling van dit dossier. De verdediging wijst<br />
er nog maar eens op, dat de whi<strong>te</strong> binder van Bouma, die door het OM veel<br />
<strong>te</strong> s<strong>te</strong>llig wordt aangeduid met de "evidence files" eerst in het allerlaats<strong>te</strong><br />
stadium en na herhaald aandringen van de verdediging, door OM en Fiod in<br />
de dataroom van de Fiod is opgesnord en aan het procesdossier zijn toegevoegd.<br />
416. Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor de “<strong>te</strong>rms of reference” waarvan Smit<br />
al in zijn verklaring bij de Fiod melding maak<strong>te</strong>. Zou er nog méér relevant<br />
ma<strong>te</strong>riaal in de dataroom kunnen liggen?<br />
417. Met het OM verwondert de verdediging zich over de geringe hoeveelheid<br />
ma<strong>te</strong>riaal die D&T heeft uitgeleverd naar aanleiding van een daartoe strekkend<br />
bevel. Op basis van de door de werknemers van D&T afgelegde verklaringen<br />
kan gevoeglijk worden aangenomen dat de ex<strong>te</strong>rn accountant de<br />
werkzaamheden verricht<strong>te</strong> die worden beschreven in de engagement let<strong>te</strong>r<br />
die als bijlage bij het dossier is gevoegd. Onderdeel van de controle werkzaamheden<br />
van D&T was het houden van audits in binnen- en bui<strong>te</strong>nland.<br />
Als iedere auditor, maar zeker als accountant, was D&T gehouden van deze<br />
audit reports of verslagen uit <strong>te</strong> brengen. Alle werknemers van D&T verklaren<br />
dat zij op basis van hun eigen controle, waaronder de audits in binnen-<br />
105
land en bui<strong>te</strong>nland overtuigd waren van het feit dat Ahold de facto control<br />
uitoefende over zijn joint venture partners. Het OM heeft er evenwel in berust<br />
dat de volledige controle dossiers, waaronder die audit reports, niet<br />
door D&T zijn uitgeleverd. Herhaaldelijk heeft de verdediging erop aangedrongen<br />
dat het OM over zou gaan tot doorzoeking bij D&T. Het OM heeft<br />
dat evenwel niet willen doen.<br />
418. Evenmin heeft het OM met krachtiger middelen gepoogd het rapport van<br />
het door D&T naar aanleiding van deze kwestie verrich<strong>te</strong> in<strong>te</strong>rn onderzoek<br />
boven wa<strong>te</strong>r <strong>te</strong> krijgen.<br />
419. Maar, daarmee komt de onverklaarbare onvolledigheid van het dossier voor<br />
rekening van het OM. En vanzelfsprekend gaat het niet aan om <strong>te</strong> berus<strong>te</strong>n<br />
in de onvolledigheid van het dossier om vervolgens cliënt <strong>te</strong>gen <strong>te</strong> werpen<br />
dat het dossier <strong>te</strong> weinig fei<strong>te</strong>n en omstandigheden bevat om <strong>te</strong> spreken<br />
van overwegende zeggenschap van Ahold over haar joint venture partners.<br />
420. Door de manier waarop het OM de vraag formuleert keert het en passant<br />
en bijna onmerkbaar, maar toch, de bewijslast om. Wie de vraags<strong>te</strong>lling in<br />
overeens<strong>te</strong>mming brengt met de regels van ons (strafvorderlijk) bewijsrecht,<br />
zal een andere redenering opbouwen en komt vanzelfsprekend tot<br />
een andere, maar de enig juis<strong>te</strong> conclusie.<br />
421. Nog een enkel woord wijd ik aan de selectivi<strong>te</strong>it, waarmee het OM <strong>te</strong> werk<br />
gaat bij bespreking van de consolidatiekwestie. Het is, en dan formuleer ik<br />
het nog maar vriendelijk, toch wel opmerkelijk dat het OM dat s<strong>te</strong>eds heeft<br />
betoogd voor objectieve waarheidsvinding <strong>te</strong> staan en dat gehouden is een<br />
evenwichtig beeld <strong>te</strong> schetsen, zo eenzijdig gaat zit<strong>te</strong>n op de verklaringen<br />
die passen binnen het veroordelend beeld dat het zelf heeft over Aholds<br />
consolidatiepraktijk en volledig voorbij gaat, maar dan ook volledig, aan al<br />
het ma<strong>te</strong>riaal dat twijfel zou kunnen doen rijzen aan de juistheid van dit<br />
standpunt.<br />
422. Klaassen en Langendijk zijn autori<strong>te</strong>it; Prof. Van de Poel, die toch als enige<br />
in opdracht van uw rechtbank onafhankelijk deskundigenbericht heeft uitgebracht<br />
en bovendien een deskundig verslag als bedoeld in artikel 343 Sv.<br />
<strong>te</strong>r zitting heeft afgelegd, wordt gemakkelijk <strong>te</strong>rzijde geschoven. Wie de<br />
zaak op de keper beschouwt, kan niet anders dan tot de conclusie komen<br />
dat de rappor<strong>te</strong>n van Klaassen en Langendijk van zeer betrekkelijke waarde<br />
106
zijn. Zij hadden immers nog helemaal geen toegang tot al het fei<strong>te</strong>nma<strong>te</strong>riaal<br />
dat in het strafrech<strong>te</strong>lijk onderzoek ui<strong>te</strong>indelijk is verzameld. De verdediging<br />
hecht er aan nogmaals <strong>te</strong> benadrukken dat al diegenen die namens<br />
D&T betrokken waren bij Ahold, eerst <strong>te</strong>n kabinet<strong>te</strong> van de RC zijn gehoord.<br />
Hetzelfde geldt voor Aholds <strong>te</strong>chnici: Bouma als accountant en Bos als legal.<br />
Daarmee zou ik toch menen dat rapport en standpunt van Prof. Van de Poel<br />
in ieder geval méér gewicht in de schaal dient <strong>te</strong> leggen dan de rappor<strong>te</strong>n<br />
van Klaassen en Langendijk. De onevenwichtige houding van het OM gaat<br />
verder. Indien een hoogleraar rappor<strong>te</strong>ert op verzoek van het OM is zijn<br />
schrif<strong>te</strong>lijk verslag een deskundigenrapport; indien een hoogleraar rappor<strong>te</strong>ert<br />
op verzoek van uw rechtbank en al eerder, vluchtig, contact heeft gehad<br />
met de verdediging van één van de verdach<strong>te</strong>n, dienen gro<strong>te</strong> vraag<strong>te</strong>kens<br />
bij zijn onafhankelijkheid en daarmee bij zijn rapportage <strong>te</strong> worden<br />
geplaatst.<br />
423. Het OM liet snelheid prevaleren boven zorgvuldigheid en koos ervoor geen<br />
GVO <strong>te</strong> openen en daarmee een dagvaarding uit <strong>te</strong> brengen voordat de vitale<br />
getuigen verbonden aan de ex<strong>te</strong>rn accountant waren gehoord. Worden<br />
die vervolgens gehoord, en verklaren zij uit één mond dat zij de jaarrekening<br />
voorzagen van een goedkeurende verklaring omdat zíj, de ex<strong>te</strong>rn accountants<br />
op basis van hun zelfstandige onderzoek s<strong>te</strong>llig overtuigd waren<br />
van Aholds overwegende zeggenschap over haar joint venture partners, ga<br />
je gewoon in je requisitoir volledig voorbij aan deze verklaringen en pluk je<br />
slechts drie welgevallige cita<strong>te</strong>n uit de verklaring van de accountant die er<br />
niet bij was, maar wel iets gunstiger gezind lijkt omdat hij de deconsolidatie<br />
begeleidde. Het is onverantwoord selectief en onjuist in het licht van de<br />
procespositie van het OM.<br />
424. Vanuit deze benadering legt het standpunt van het OM waarin het uw<br />
rechtbank adviseert de fei<strong>te</strong>n die zien op de Nederlandse consolidatie bewezen<br />
<strong>te</strong> verklaren weinig gewicht in de schaal. Want, wie meent er goed aan<br />
<strong>te</strong> doen Aholds consolidatiebeleid <strong>te</strong> beoordelen op basis van een volstrekt<br />
lapidair strafdossier, treft daarin veel meer aan dat de juistheid van de volledige<br />
consolidatie onderstreept dan ma<strong>te</strong>riaal dat <strong>te</strong>n detrimen<strong>te</strong> van<br />
Aholds consolidatiepolicy pleit. En de stap naar “opzet<strong>te</strong>lijk in strijd met de<br />
waarheid” kan op basis van dit dossier al helemaal niet gemaakt worden.<br />
107
Consolidatie naar Amerikaans recht.<br />
Inleiding<br />
425. In een aantal fei<strong>te</strong>n, in het bijzonder feit III, feit IV, feit V, en feit VI en<br />
zijdelings, maar toch, in feit VII van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging dwingt het OM onderzoek<br />
<strong>te</strong> doen naar de verslaggeving van Ahold en het gedrag van cliënt<br />
naar Amerikaans recht. Hieronder, bij mijn uitleiding, zal ik de s<strong>te</strong>lling verdedigen<br />
dat het OM geen accountant of zelfs boekhouder is. Dat juich ik<br />
veelal toe maar in deze zaak heeft het ook zijn keerzijde en repercussies.<br />
Een kwali<strong>te</strong>it waarover boekhouders immers behoren <strong>te</strong> beschikken is zorgvuldigheid<br />
en nauwgezetheid. En daaraan ontbreekt het in deze zaak nog al<br />
eens. De onzorgvuldige en soms zelfs lichtzinnige wijze waarop het OM <strong>te</strong><br />
werk is gegaan bij de samens<strong>te</strong>lling van het procesdossier frappeert.<br />
426. Hierover werd al het één en ander besproken en bij de bespreking van de<br />
separa<strong>te</strong> fei<strong>te</strong>n zal de verdediging deze s<strong>te</strong>lling inhoud geven.<br />
427. En ook <strong>te</strong>n aanzien van het onderwerp waar dit deel van het pleidooi zich<br />
op richt geven inhoud van <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging en samens<strong>te</strong>lling van dossier niet<br />
direct blijk van een goed zicht op de ma<strong>te</strong>rie. Volledig onbekommerd worden<br />
jaarverslag en jaarrekening door elkaar gehaspeld en neven geschikt<br />
gemaakt, <strong>te</strong>rwijl het OM klaarblijkelijk ook in de veronders<strong>te</strong>lling leeft dat<br />
dat het Nederlandse jaarrekeningenrecht gelijk staat aan Dutch GAAP en<br />
het Amerikaanse jaarrekeningen recht synoniem is met US GAAP. Uit de behandeling<br />
<strong>te</strong>r <strong>te</strong>rechtzitting maak ik op dat ik uw rechtbank niet hoef <strong>te</strong><br />
overtuigen van het feit dat er een verschil is tussen het normens<strong>te</strong>lsel en<br />
het instrument dat de waarderingsgrondslagen behelst en de dat de wegen<br />
wijst om de onderliggende norm zo goed mogelijk gestal<strong>te</strong> <strong>te</strong> geven.<br />
428. De wijze waarop het OM de dossiervorming op het <strong>te</strong>rrein van het Amerikaanse<br />
jaarrekeningenrecht <strong>te</strong>r hand nam isminst genomen “verbazingwekkend”.<br />
Indien men dan toch meent dat het juist en verstandig is de Nederlandse<br />
rech<strong>te</strong>r <strong>te</strong> vragen naar Amerikaans recht <strong>te</strong> oordelen over fei<strong>te</strong>n<br />
die relevantie hebben in Amerika, niet<strong>te</strong>genstaande het feit dat de SEC de<br />
zaak met Ahold heeft geschikt, komt mij voor dat het OM gehouden is uw<br />
rechtbank <strong>te</strong> voorzien van het beoordelingskader.<br />
108
429. Dit impliceert dat het OM <strong>te</strong>n behoeve van de gewens<strong>te</strong> beoordeling, gehouden<br />
was geautoriseerde vertaalde bronnen aan het procesdossier toe <strong>te</strong><br />
voegen die uw rechtbank in staat s<strong>te</strong>llen de na een proces van waardering<br />
en selectie als vaststaand aangenomen fei<strong>te</strong>n <strong>te</strong>gen dit recht af <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n<br />
om zo tot een afgewogen oordeel <strong>te</strong> kunnen komen.<br />
430. En ook nu, bij pleidooi, ontbreekt de scope van dit recht goeddeels. De Fiod<br />
waagt zich er <strong>te</strong>recht niet aan: men kent zijn beperkingen en volstaat met<br />
oppervlakkige consta<strong>te</strong>ringen van aard en strekking dat de jure control in<br />
Amerika belangrijker lijkt <strong>te</strong> zijn dan in Nederland.<br />
431. Verwacht<strong>te</strong> het OM dan dat Prof. Van de Poel dit Amerikaanse jaarrekeningenrecht<br />
volledig voor de rechtbank zou openleggen? Zo dit het geval was,<br />
wist het OM in ieder geval na kennisname van het eers<strong>te</strong> concept rapport<br />
van Prof. Van de Poel dat dit niet zou geschieden.<br />
432. Prof. Van de Poel merkt <strong>te</strong>r zake immers op:<br />
[..] "Dit maakt mij op zich geen deskundige op het gebied van Amerikaanse<br />
voorschrif<strong>te</strong>n, maar als niet-Amerikaan kan ik goed meekomen,<br />
zeker in Nederland."<br />
433. In zijn aanvullende rapport hoofdstuk 9, merkt hij in een met ergernis doorspek<strong>te</strong><br />
zin vervolgens op dat hij “natuurlijk deskundig is” om vervolgens <strong>te</strong>r<br />
zitting toe <strong>te</strong> lich<strong>te</strong>n dat hij inderdaad behoorlijk mee kan maar niet als expert<br />
gezien kan worden. De inhoud van zijn verklaring voor het overige onders<strong>te</strong>unde<br />
deze bescheidenheid: gevraagd naar structuur en verhouding<br />
van rechtsbronnen in Amerika behoefde hij een notitie die voorgelezen werd<br />
om de vraag <strong>te</strong> beantwoorden. Gevraagd naar bekendheid met SEC regelgeving<br />
en uitspraken gaf de deskundige aan dat deze inderdaad relevant<br />
zijn, nu ui<strong>te</strong>indelijk bij de SEC gefiled moet worden maar hij, Prof. Van de<br />
Poel niet bekend is met dit onderdeel van het Amerikaanse recht.<br />
434. Het mees<strong>te</strong> zicht - maar dat mag niet verrassen gelet op de specialisatie<br />
van het kantoor – biedt het Kroll report nog dat door de verdediging is ingebracht.<br />
Op pagina 2 onder kop ”relevant accounting guidance” treft uw<br />
rechtbank een overzicht aan van datgene waarmee rekening gehouden<br />
moet worden. Op pagina 5, (onder 15) wordt vervolgens beschreven wat<br />
Prof. Van de Poel niet kon aangeven: status en verhouding van de “sour-<br />
109
ces”. De verdediging heeft een aantal van deze stukken aan uw rechtbank<br />
overgelegd. Ik heb evenwel niet de illusie daarmee het volledig Amerikaanse<br />
recht ontslo<strong>te</strong>n en in kaart <strong>te</strong> hebben gebracht. Deze gedach<strong>te</strong>gang geef<br />
ik autori<strong>te</strong>it door naar pagina 6, punt 20) van het rapport van Shapiro <strong>te</strong><br />
verwijzen. Na een ui<strong>te</strong>enzetting waaruit blijkt dat Prof. Van de Poel in ieder<br />
geval geen goed beeld heeft van het Amerikaanse jaarrekeningenrecht,<br />
waaronder US GAAP, volgt de de navolgende passage:<br />
435. Uit die overvloed aan “redengeving” heeft de verdediging een door Shapiro<br />
aangeleverde uitspraak van de SEC aan uw rechtbank gegeven. Ik kom hier<br />
la<strong>te</strong>r op <strong>te</strong>rug. Ook uit die uitspraak blijkt dat er aanzienlijk veel méér is dan<br />
thans aan uw rechtbank en overige procesdeelnemers <strong>te</strong>r beschikking is ges<strong>te</strong>ld.<br />
436. In de hieronder aan <strong>te</strong> halen uitspraak wordt immers diverse malen verwezen<br />
naar ander bronma<strong>te</strong>riaal dan het ma<strong>te</strong>riaal dat thans deel uitmaakt<br />
van het procesdossier. En zoals ik al in mijn e-mail, waarbij ik enig ma<strong>te</strong>riaal<br />
aan uw rechtbank deed toekomen, vermeldde: zelfs de primary and secondary<br />
sources als het Accounting Research Bulletin, the Sta<strong>te</strong>ment of Financial<br />
Accounting Standards number 94 de diverse IYTF’s en de FASb’s missen<br />
we nog s<strong>te</strong>eds - laat staan dat uw rechtbank en andere procesdeelnemers<br />
beschikken over- en inzicht hebben in- alle relevan<strong>te</strong> SEC regulations en de<br />
case law van de SEC.<br />
437. Ter zitting werd het bestaande beeld bevestigd. In onderdeel 6.2.2. van het<br />
requisitoir wordt de waarderingsgrondslag US GAAP – besproken.<br />
438. Vage connotaties, fragmen<strong>te</strong>n van verklaringen waarin iemand iets zegt<br />
over een stukje Amerikaans recht en hier en daar een glimp van een paar<br />
begrippen. Zelfs de contouren van dat recht <strong>te</strong>kenen zich nog niet af aan de<br />
110
einder. Zowel recht als waarderingsgrondslagen (GAAP) blijven in nevelen<br />
gehuld. En geen woord over het door de verdediging ingebrach<strong>te</strong> rapport<br />
van Shapiro, dat on<strong>te</strong>genzeggelijk veel dieper en be<strong>te</strong>r gedocumen<strong>te</strong>erd op<br />
de kern van de ma<strong>te</strong>rie ingaat.<br />
439. Zie ik het goed, dan voelde uw rechtbank zich ook op dit onderdeel <strong>te</strong>n ene<br />
male onvoldoende geïnformeerd: op de aanvangszitting maak<strong>te</strong> uw rechtbank<br />
melding van het feit dat het uw rechtbank duidelijk was dat een tweetal<br />
stukken wetgeving (Exchange Act en Sarbanes Oxley Act) waarschijnlijk<br />
een rol spelen in deze en uw ouds<strong>te</strong> rech<strong>te</strong>r vroeg de deskundige, toen deze<br />
een visie gaf op een onderdeel het Amerikaanse recht, duidelijk zoekend<br />
naar houvast: "maar meneer Van de Poel: waar staat dat dan ".<br />
440. Een OM dat de Nederlandse rech<strong>te</strong>r in de positie brengt <strong>te</strong> oordelen naar<br />
een vreemd rechtssys<strong>te</strong>em met een hoog complex en <strong>te</strong>chnisch gehal<strong>te</strong> is<br />
toch minimaal gehouden er tijdig voor <strong>te</strong> zorgen dat dit rech<strong>te</strong>rlijk college<br />
tijdig voorzien wordt van het daarvoor benodigde bronma<strong>te</strong>riaal.<br />
441. Ik zou dan ook primair willen betogen dat het eenvoudigweg niet aangaat<br />
en onverantwoord is van uw rechtbank <strong>te</strong> vragen op basis van een toevallige<br />
bloemlezing recht <strong>te</strong> doen naar Amerikaans recht.<br />
442. Het OM is in deze zaak in gebreke gebleven. Recht weigeren kan en mag<br />
uw rechtbank niet; de repercussie zal plaats hebben <strong>te</strong> vinden in de beoordeling<br />
van het bewijs. Maar als de kaders en de inhoud van het recht onzichtbaar<br />
blijven zal uw rechtbank ui<strong>te</strong>rst <strong>te</strong>rughoudend <strong>te</strong> werk moe<strong>te</strong>n<br />
gaan in haar beoordeling, maar in deze zaak nimmer tot het door het OM<br />
voorgestane oordeel kunnen komen: evident in strijd met het Amerikaanse<br />
jaarrekeningenrecht en daarmee vals. Laat staan dat dit dossier ma<strong>te</strong>riaal<br />
bevat dat de conclusie opzet<strong>te</strong>lijk vals zou kunnen dragen.<br />
443. Tegen de ach<strong>te</strong>rgrond van recht en fei<strong>te</strong>n in de zaak die ik hieronder zal<br />
schetsen geldt dit eens <strong>te</strong> meer.<br />
Amerika in vogelvlucht<br />
444. Gelet op het bovenstaande <strong>te</strong>rughoudend en voorzichtig en met passende<br />
bescheidenheid maar toch: hieronder aan de hand van het Expert report<br />
111
van Shapiro, partner bij Kroll, enige notities <strong>te</strong>n aanzien van het Amerikaanse<br />
jaarrekeningenrecht - evenwel zonder de pre<strong>te</strong>ntie van volledigheid.<br />
De bouws<strong>te</strong>nen: bronnen, hoofdregel en uitzondering<br />
445. ARB en FAS 94 geven de hoofdregels.<br />
112
Definities, verfijning en een marge van appreciatie<br />
113
De rol van GAAP<br />
446. In zijn algemeenheid komt men tot de most meaningful sta<strong>te</strong>ment die in<br />
ieder geval “not misleading” is door de guidance van US GAAP <strong>te</strong> volgen.<br />
Erkend wordt evenwel anderzijds dat de praktijk <strong>te</strong> rijk geschakeerd is om<br />
in alle gevallen via deze guidance tot het optimale resultaat <strong>te</strong> komen. De<br />
beroepsregels van de AICPA maar ook de andere rechtsbronnen erkennen<br />
dit met zoveel woorden – ik verwijs naar AICPA rule 203-1. Zo open en<br />
flexibel is het Amerikaanse s<strong>te</strong>lsel.<br />
447. Shapiro:<br />
Tegen de ach<strong>te</strong>rgrond van een vóóronders<strong>te</strong>lling<br />
448. Presumptie is dat geconsolideerde verslaggeving be<strong>te</strong>kenisvoller en transparan<strong>te</strong>r<br />
zijn; deze wijze van verslaggeving geniet de voorkeur. SEC SX 3a-02:<br />
114
449. De jure control is niet vereist. Vergt het Amerikaanse recht schrif<strong>te</strong>lijk bewijs<br />
van die “control”?<br />
450. Shapiro:<br />
451. Met als goed gedocumen<strong>te</strong>erde conclusie:<br />
115
Naar de fei<strong>te</strong>n en omstandigheden<br />
452. Ook het Amerikaanse sys<strong>te</strong>em staat het, met gebruikmaking van US GAAP<br />
maar als nodig zelfs op onderdelen afwijkend van US GAAP, toe dat partnerships<br />
waarin men niet een meerderheidsbelang heeft volledig worden<br />
geconsolideerd indien men control uitoefent en volledige consolidatie leidt<br />
tot een “more meaningful sta<strong>te</strong>ment”. De weging is fei<strong>te</strong>lijk van aard.<br />
453. Op pagina 7, punt 22 beschrijft Shapiro vervolgens welke fei<strong>te</strong>n en omstandigheden<br />
hierbij betrokken dienen <strong>te</strong> worden.<br />
US – flexibel, open en met een marge van appreciatie<br />
454. Ook komt in het rapport van Shapiro duidelijk tot uitdrukking dat dat het<br />
beeld dat Prof. Van de Poel van US GAAP schetst niet juist is. David M.<br />
Shapiro <strong>te</strong>n aanzien van de wel erg aanmatigende conclusies over het Amerikaanse<br />
rechtssys<strong>te</strong>em op dit punt:<br />
116
De toepassing<br />
455. Nu naar de toepassing van die regelgeving. Ik haalde hierboven al een uitspraak<br />
van de SEC aan waarvan ik uw rechtbank eerder voorzag. De uitspraak<br />
illustreert treffend hoe de SEC met de ma<strong>te</strong>rie omgaat. Het betreft<br />
“Opinion and order In the Mat<strong>te</strong>r of Coopers & Lybrand M. Bruce Cohen, C.<br />
P. A.”<br />
456. De voor deze zaak in mijn ogen belangrijks<strong>te</strong> overwegingen zijn <strong>te</strong> vinden<br />
op pagina 5, alinea 3 tot en met 8. Ik voeg ze hieronder in.<br />
Ownership [*17] of a majority voting in<strong>te</strong>rest usually evidences "a controlling financial<br />
in<strong>te</strong>rest" within the meaning of ARB No. 51. Thus, "ownership by one<br />
company, directly or indirectly, of over fifty percent of the outstanding voting<br />
shares of another company" must be considered "a condition pointing toward consolidation."<br />
ARB No. 51, P2.<br />
The general rule favoring consolidation when majority ownership is present is reflec<strong>te</strong>d<br />
in Rule 3A-02(a) of Regulation S-X [17 C.F.R. 201.3A-02(a)] which provides<br />
in part "that the registrant shall not consolida<strong>te</strong>: (1) Any subsidiary<br />
which is not majority owned ***" Rule 3A-02(a) was in<strong>te</strong>nded as an antimanipulation<br />
provision designed to prevent a company from utilizing consolidation<br />
to artificially enhance repor<strong>te</strong>d operating results by consolidating the results of<br />
other entities when, as is normally the case in the absence of majority ownership,<br />
the requisi<strong>te</strong> control relationship is lacking.<br />
There do, however, arise situations in which control, apart from actual majority<br />
ownership, strongly suggests the need for consolidation in order to accura<strong>te</strong>ly depict<br />
the economic realities of the relationship between two entities. In deciding on<br />
consolidation policy [*18] "the aim should be to make the financial presentation<br />
which is most meaningful in the circumstances." ARB No. 51, P3 (emphasis supplied).<br />
Substance must govern form in the application of accounting principles.<br />
APB Sta<strong>te</strong>ment No. 4. In view of these overriding aims, consolidation may be required<br />
in the absence of majority ownership in form where one entity in substance<br />
117
achieves the same effect as majority ownership through control by contract or otherwise.<br />
See, e.g., In re Laventhol & Horwath, [1977] Fed. Sec. L. Rep., CCH,<br />
P72,249 (Sept. 21, 1977); In re Atlantic Research Corporation, [1963] Fed. Sec. L.<br />
Rep. CCH, P76,940 (Dec. 6, 1963).<br />
457. De SEC is hier aan het woord – de instantie die ui<strong>te</strong>indelijk het laats<strong>te</strong><br />
woord over Aholds’ filing had <strong>te</strong> spreken.<br />
458. Hoewel ik niet de in<strong>te</strong>ntie heb mij zelf <strong>te</strong> presen<strong>te</strong>ren als een expert op het<br />
gebied van Amerikaanse rechtspraak of jaarrekeningenrecht, durf ik als jurist<br />
wel voor mijn rekening <strong>te</strong> nemen dat de betreffende overwegingen<br />
rechtsoverwegingen zijn en geen fei<strong>te</strong>lijke overwegingen en derhalve ook<br />
be<strong>te</strong>kenisvol voor deze zaak.<br />
459. Tot daar mijn beschouwingen over het Amerikaanse recht. Over het belangrijks<strong>te</strong><br />
deel, op welke manier weegt SEC fei<strong>te</strong>n en omstandigheden bij de<br />
beoordeling of een deelneming volledig geconsolideerd mag of moet worden<br />
en hoe betrekt ze de hierboven verwoorde uitgangspun<strong>te</strong>n in deze weging,<br />
welke dieper liggende bronnen - regulations en richtsnoeren uit US<br />
GAAP - worden hier verder nog bij betrokken - beschik ik niet en ik kan uw<br />
rechtbank <strong>te</strong>r zake dan ook niet nader voorlich<strong>te</strong>n.<br />
Conclusie – de resultan<strong>te</strong> van een verkenning in vogelvlucht<br />
460. Hoogs<strong>te</strong> doel is het presen<strong>te</strong>ren van de most meaningfull sta<strong>te</strong>ment - keerzijde:<br />
op geen enkel manier misleidend.<br />
461. Onderdeel van het recht is een in een SEC-regulation neergelegd rechtsvermoeden<br />
dat geconsolideerde sta<strong>te</strong>ment more meaningfull zijn dan andere<br />
methoden.<br />
462. Ook zonder majority ownership of contractual majority of vo<strong>te</strong>s moet geconsolideerd<br />
worden indien de bes<strong>te</strong> weergave van de economische reali<strong>te</strong>it<br />
dit vergt.<br />
463. Dat is zeker het geval als verslaggevende partij op andere wijze dan door<br />
een meerderheidsbelang of krach<strong>te</strong>ns overeenkomst waarbij de s<strong>te</strong>mverhouding<br />
is geregeld, control heeft over haar deelneming. “Substance must<br />
govern form in the application of accounting priciples”.<br />
118
464. Of dit laats<strong>te</strong> het geval is, vergt een weging en beoordeling van fei<strong>te</strong>n en<br />
omstandigheden van de concre<strong>te</strong> zaak. Schrif<strong>te</strong>lijk bewijs van control is<br />
vanzelfsprekend niet vereist.<br />
465. In<strong>te</strong>rpretatie en waardering zijn daarbij onvermijdelijk - er is een marge van<br />
appreciatie.<br />
466. Dát is een ander beeld van het Amerikaanse recht dan het fragmentarische<br />
plaatje dan het tot nu toe voorgescho<strong>te</strong>lde beeld, waarbij het US recht in<br />
een paar pennenstreken werd neergezet als een rigide, formeel sys<strong>te</strong>em.<br />
467. En hoewel de RvB onder leiding van CH niet zo en detail op de hoog<strong>te</strong> was<br />
van de finesses van dit recht, was Aholds’ consolidatiebeleid precies in lijn<br />
met dit recht. Voeg hier de op fraaie wijze door Prof. Van de Poel geanalyseerde<br />
reali<strong>te</strong>it van de verhoudingen tussen Ahold en deelneming aan toe<br />
en het beeld is compleet.<br />
468. Ahold maak<strong>te</strong> de most meaningfull sta<strong>te</strong>ment - in no way misleading, door<br />
die economische reali<strong>te</strong>it in haar verhouding tot de deelnemingen zo transparant<br />
en volledig mogelijk tot uitdrukking <strong>te</strong> brengen.<br />
469. En in het licht van dat bijges<strong>te</strong>lde beeld van het US recht, biedt het dossier<br />
geen enkel aanknopingspunt, laat staan bewijs, dat Ahold de fei<strong>te</strong>n en omstandigheden<br />
niet zó kon wegen dat zij tot volledig geconsolideerde weergave<br />
van haar groepsmaatschappijen mocht overgaan.<br />
470. En naar maatstaven van Nederlands bewijsrecht behelst het dossier in ieder<br />
geval volstrekt onvoldoende ma<strong>te</strong>riaal om bewezen <strong>te</strong> kunnen verklaren dat<br />
Ahold naar Amerikaans recht met US GAAP als standaard, deze deelnemingen<br />
<strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideerde en de op deze policy geën<strong>te</strong> stukken valselijk<br />
opmaak<strong>te</strong>.<br />
471. Gezien de marge van appreciatie die ook het recht aan gene zijde van de<br />
gro<strong>te</strong> zee kent, is de s<strong>te</strong>lling dat dit ook nog opzet<strong>te</strong>lijk geschiedde, volstrekt<br />
onhoudbaar.<br />
119
Fei<strong>te</strong>n en omstandigheden<br />
472. Voor het beantwoorden van de vraag of uw rechtbank voldoende is geïnformeerd<br />
over de “particular facts and circumstances” that may require<br />
combined financial sta<strong>te</strong>ments verwijs ik naar hetgeen ik hierboven onder<br />
Nederlands jaarverslaggevingsrecht al heb opgemerkt. Uw rechtbank heeft<br />
het hoofdzakelijk <strong>te</strong> doen op basis van verklaringen van derden die ex nunc<br />
aangeven hoe men er toen over dacht en <strong>te</strong>genover stond.<br />
473. Ik verwijs naar hetgeen ik op dit punt bij mijn bespreking van de fei<strong>te</strong>n onder<br />
Nederlands recht opmerkt. Uit de inhoud van de in het dossier opgenomen<br />
verklaringen blijkt dat het overgro<strong>te</strong> deel van gehoorde betrokkenen<br />
van oordeel is dat Ahold “in control” was en dat Ahold bovendien veel meer<br />
inzicht bood door de resulta<strong>te</strong>n van haar partnerships volledig geconsolideerd<br />
op <strong>te</strong> nemen.<br />
474. Het zij herhaald: uw rechtbank zou de toets niet <strong>te</strong>n volle moe<strong>te</strong>n maken en<br />
het moe<strong>te</strong>n houden bij de vasts<strong>te</strong>lling dat het <strong>te</strong>n ene male over onvoldoende<br />
ma<strong>te</strong>riaal beschikt om een oordeel <strong>te</strong>n gronde naar Amerikaans<br />
recht uit <strong>te</strong> spreken, maar als u zich er dan toch in verdiept is duidelijk dat<br />
veel meer vóór in<strong>te</strong>grale consolidatie spreekt dan er <strong>te</strong>gen.<br />
S<strong>te</strong>llingname en bewijspositie OM<br />
475. Ik besluit met een analyse van de wijze waarop in eers<strong>te</strong> instantie de verdenking<br />
werd geconstrueerd en vervolgens het OM van oordeel blijkt <strong>te</strong> zijn<br />
dat bewezen verklaring zou moe<strong>te</strong>n volgen.<br />
476. Wie het dossier analyseert kan niet anders dan tot de conclusie komen dan<br />
dat het OM aansluit bij de onverklaard onwillige en strenge houding van<br />
Osnoss, National Office D&T. Nergens in het dossier is een glimp op <strong>te</strong> vangen<br />
van een onwillige houding van de SEC; nergens een begin van bewijs<br />
dat consolidatie naar Amerikaans jaarrekeningenrecht, of zelfs in de woorden<br />
van het OM US GAAP, onmogelijk of onverdedigbaar zou zijn. Het OM<br />
lijkt 3 begrippen op één hoop <strong>te</strong> gooien:<br />
° dat inhoud jaarrekeningenrech<strong>te</strong>n US GAAP;<br />
° dat beoordelende instantie, SEC;<br />
° dat bepalende partner ex<strong>te</strong>rn accountant.<br />
120
477. Maar dat de national office van D&T onder aanvoering van Osnoss plotsklaps<br />
veel rigider werd en schrif<strong>te</strong>lijk bewijs verlangde van de control die<br />
Ahold wel degelijk had be<strong>te</strong>kent nog niet dat volledige consolidatie naar<br />
Amerikaans jaarrekeningenrecht en in de ogen van de SEC onjuist zou zijn.<br />
478. En de s<strong>te</strong>llingname in het voetspoor van Osnoss wordt nog zwakker wanneer<br />
men bedenke dat, zonder dat sprake was van enige wijziging in de betrekkelijke<br />
regelgeving, D&T, na jaren akkoord <strong>te</strong> zijn gegaan met volledige<br />
consolidatie plotsklaps en onverklaarbaar begon <strong>te</strong> sput<strong>te</strong>ren en zich strenger<br />
ops<strong>te</strong>lde.<br />
479. Ook Prof. Van de Poel ziet dit punt scherp waar hij, ik geef het nu zakelijk<br />
weer, op papier s<strong>te</strong>lt dat de Amerikaanse tak van D&T zich onnodig streng<br />
ops<strong>te</strong>lt <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> van een dual lis<strong>te</strong>d company als Ahold en de Nederlandse<br />
tak toch eigenlijk doodgewoon zijn Amerikaans broer hadden moe<strong>te</strong>n<br />
overtuigen van het feit dat volledige consolidatie het bes<strong>te</strong> beeld gaf. Inmiddels<br />
is het standpunt van Prof. Van de Poel door het Kroll report en onderliggende<br />
regelgeving en uitspraak van de SEC voorzien van een deugdelijke<br />
inhoudelijke basis.<br />
480. Het zal wel niet nodig zijn maar toch: uw rechtbank heeft ui<strong>te</strong>raard niet <strong>te</strong><br />
toetsen of Ahold in de ogen van de ex<strong>te</strong>rne accountant, Amerikaanse afdeling,<br />
<strong>te</strong>recht consolideerde maar heeft <strong>te</strong> beoordelen of Ahold naar de<br />
maatstaven van het Amerikaanse recht dat ziet op ex<strong>te</strong>rne financiële verslaglegging<br />
onjuist en in strijd met de waarheid de resulta<strong>te</strong>n van haar partnerships<br />
volledig heeft geconsolideerd. En die vraag zal uw rechtbank op<br />
basis van het voorliggende procesdossier nimmer met een volmondig wettig<br />
en overtuigend ”ja” kunnen beantwoorden.<br />
481. Tot besluit: het volkomen bewijs, wa<strong>te</strong>rproof, schokvast en krasvrij dat<br />
schrif<strong>te</strong>lijke bevestiging van Ahold’s dominantie niet nodig was voor de SEC<br />
of voor het Amerikaanse jaarrekeningenrecht of de accountants principles,<br />
maar lou<strong>te</strong>r voor de accountants zelve bevindt zich in het dossier.<br />
482. Het is 1998. D&T begint aan <strong>te</strong> dringen op schrif<strong>te</strong>lijke onderbouwing van<br />
Ahold’s fei<strong>te</strong>lijke dominantie over haar partnerships. Medio 1999 wordt één<br />
“control let<strong>te</strong>r” ontvangen. Krijgt D&T het volgens haar benodigde bewijs?<br />
Nee. Geeft D&T naast een goedkeurende verklaring over de Nederlandse<br />
121
jaarrekening een fiat<strong>te</strong>rend ”independant auditor’s report”? Ja. Ontstaan er<br />
problemen met de SEC? Nee. De accountant <strong>te</strong>r zake aan het woord:<br />
483. Van den Dries in zijn verklaring bij de RC:<br />
484. En Wennink in, zijn bij de RC afgelegde verklaring, antwoord op vraag 59:<br />
"[..]Ahold heeft nooit gezegd dat zij het bewijs niet konden leveren,<br />
dus heb ik nooit hard hoeven zeggen dat er gedeconsolideerd moest<br />
worden. Wij beschouwden Ahold als een bereidwillige cliënt, die alleen<br />
wat ach<strong>te</strong>rstallig bleek met het aanleveren van bewijs dat zij in<br />
control was.<br />
Dit alles had alleen betrekking op US GAAP. Eventuele deconsolidatie<br />
zou alleen onder US GAAP zijn gebeurd. [..] "<br />
485. Een dergelijke ops<strong>te</strong>lling is even ondenkbaar als onhoudbaar indien schrif<strong>te</strong>lijk<br />
bewijs van de "control" daadwerkelijk noodzakelijk zou zijn voor de SEC<br />
of voor US GAAP. Dan heb je immers niet de mogelijkheid coulant <strong>te</strong> zijn<br />
voor een op zich bereidwillige cliënt. Een positief auditor’s report verstrekken<br />
<strong>te</strong>rwijl je cliënt niet voldoet aan de eisen van het Amerikaanse jaarrekeningsys<strong>te</strong>em<br />
over de beginselen die voor de accountancy gelden, levert<br />
alsdan valsheid in geschrift op. En dit onoirbare gedrag zal als een boemerang<br />
<strong>te</strong>rugslaan: de SEC zal geen genoegen nemen met filing en reputatie<br />
van D&T Amerika en Osnoss komt alsnog op het spel <strong>te</strong> staan. De handelwijze<br />
van D&T is enkel verklaarbaar en kan D&T zich enkel veroorloven in-<br />
122
dien D&T zelf meer "comfort" wilde hebben maar men de cliënt lankmoedig<br />
nog een wijle gunt.<br />
486. Er is nog een ander in het oog springend detail. Indien het OM daadwerkelijk<br />
gelooft dat schrif<strong>te</strong>lijke bevestiging van Ahold’s control voorwaarde was<br />
naar Amerikaans recht en US GAAP, zou een andere ops<strong>te</strong>lling bij het verhoor<br />
van Van den Dries gepast hebben. Geheel in lijn met wat het OM wil<br />
horen verklaart Van den Dries immers dat deze schrif<strong>te</strong>lijke bevestiging<br />
noodzaak was voor consolidatie naar Amerikaanse standaarden. Om <strong>te</strong> vervolgen<br />
met de mededeling: ondanks het ach<strong>te</strong>rwege blijven van dit bewijs<br />
<strong>te</strong>kenden wij gewoon af. Een officier die zijn eigen s<strong>te</strong>lling serieus neemt,<br />
behoort <strong>te</strong>r plekke in <strong>te</strong> grijpen en de getuige <strong>te</strong> waarschuwen dat zowel<br />
zijn positie als de positie van firma waaraan hij verbonden was, verschuift<br />
van getuige naar verdach<strong>te</strong>.<br />
487. Maar het OM blijft zit<strong>te</strong>n. Klaarblijkelijk voelt het OM ook wel aan dat het<br />
lou<strong>te</strong>r ging om een stuk dat de accountant nog wat meer zekerheid verschaf<strong>te</strong>.<br />
488. En ook <strong>te</strong>r zitting huldigt het OM nog immer het standpunt dat er geen<br />
sprake is van gebleken strafbaar handelen van D&T. Klaarblijkelijk kon D&T<br />
de Auditors Report on the Form 20-F dus afgeven zonder daarmee op gespannen<br />
voet <strong>te</strong> komen met de inhoud van de norm van artikel 225 WvSr.<br />
Ik onderschrijf dat, maar het ondergraaft de s<strong>te</strong>lling van het OM.<br />
489. En in die con<strong>te</strong>xt is ook verklaarbaar dat D&T de bouws<strong>te</strong>nen voor de brieven<br />
aandroeg genoegen nam met het papier zonder verder geïn<strong>te</strong>resseerd<br />
<strong>te</strong> zijn in de werkelijkheid daarach<strong>te</strong>r. D&T national office wist zeker dat het<br />
nu ingedekt was door zijn probleem naar de cliënt <strong>te</strong> verplaatsen. Prof. Van<br />
de Poel’s analyse <strong>te</strong>r zake is trefzeker maar ontluis<strong>te</strong>rend voor de ex<strong>te</strong>rn accountant.<br />
490. De onvoldoende geautoriseerde en onderbouwde s<strong>te</strong>lling dat Ahold zonder<br />
de control let<strong>te</strong>rs niet kon en mocht consolideren is geëvaporeerd. Prof. Van<br />
de Poel’s vermoeden dat het ging om een onnodige strenge accountant is<br />
meer dan waarschijnlijk geworden. Bewijs van on<strong>te</strong>rech<strong>te</strong> consolidatie naar<br />
Amerikaans recht ontbreekt geheel.<br />
123
491. Tot hier mijn thematische inleiding over de consolidatie. Bij de bespreking<br />
van de fei<strong>te</strong>n 3 t/m 7 zal op de relevan<strong>te</strong> onderdelen s<strong>te</strong>eds naar deze<br />
hoofdstukken van de pleitnota worden verwezen.<br />
124
We<strong>te</strong>nschap<br />
492. Indien uw rechtbank bij de beoordeling van de <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde fei<strong>te</strong>n op<br />
één of meer onderdelen tot het oordeel mocht komen dat er voldoende bewijs<br />
zou zijn om één of meer gronddelic<strong>te</strong>n bewezen <strong>te</strong> verklaren, komt de<br />
vraag aan de orde of cliënt hierin een strafrech<strong>te</strong>lijk relevant aandeel heeft<br />
gehad, waaronder de vraag of cliënt voldoende we<strong>te</strong>nschap had om hem<br />
toe <strong>te</strong> rekenen dat hij strafrech<strong>te</strong>lijk berispelijk heeft gehandeld.<br />
493. Bij die beoordeling zal moe<strong>te</strong>n worden uitgegaan van de eerder in dit pleidooi<br />
in de tijd geplaats<strong>te</strong> fei<strong>te</strong>n en omstandigheden. In het onderstaande<br />
deel worden die fei<strong>te</strong>n en omstandigheden afgezet <strong>te</strong>gen de strafrech<strong>te</strong>lijk<br />
relevan<strong>te</strong> kaders. Ik volg hierbij de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging, waar cliënt <strong>te</strong>lkenmale<br />
primair wordt verwe<strong>te</strong>n de strafbare fei<strong>te</strong>n <strong>te</strong> hebben medegepleegd en<br />
subsidiair dat hij fei<strong>te</strong>lijk leiding zou hebben gegeven aan de verboden gedragingen<br />
van Ahold. Deze opzet maakt het mogelijk bij de bespreking van<br />
de individuele fei<strong>te</strong>n <strong>te</strong> verwijzen naar dit onderdeel van de pleitnota en<br />
slechts nog een enkele op het feit toegesneden kant<strong>te</strong>kening <strong>te</strong> plaatsen.<br />
Ten behoeve van deze beoordeling komt het mij dienstig voor eerst kort de<br />
kaders ui<strong>te</strong>en <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n.<br />
Medeplegen<br />
494. Ten aanzien van het medeplegen zal ik betrekkelijk kort zijn: alle procesdeelnemers<br />
zijn <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> bekend met het leerstuk. Vereist is dat hetzij<br />
cliënt alle bestanddelen van het delict zelf heeft verwezenlijkt, hetzij zelf<br />
enkele bestanddelen heeft verwezenlijkt waarbij één of meer anderen de<br />
overige bestanddelen voor hun rekening hebben genomen. In de modernere<br />
benadering is ook mogelijk dat medeplegen wordt bewezen verklaard<br />
<strong>te</strong>rwijl cliënt geen enkel bestanddeel zou hebben verwezenlijkt, doch vereist<br />
is dan dat sprake was van een bewus<strong>te</strong>, nauwe en volledige samenwerking<br />
waarbij het min of meer toevallig is dat één of meer medeplegers ui<strong>te</strong>indelijk<br />
de delictsinhoud gestal<strong>te</strong> geven. Betrokkenheid in de voorfase en attitude<br />
tijdens en na het delict zijn de factoren die in de jurisprudentie een rol<br />
bij de beoordeling spelen. Nog een stap verder gaat de rechtspraak waarin<br />
die bewus<strong>te</strong> samenwerking wordt ingevuld door het zich “niet-distantiëren”<br />
door verdach<strong>te</strong>n van handelingen die primair door mededader(s) wordt gepleegd<br />
– zij het dat deze variant zich tot nu toe voornamelijk manifes<strong>te</strong>erde<br />
bij geweldsdelic<strong>te</strong>n.<br />
125
495. Voor alle <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde delic<strong>te</strong>n geldt dat het gaat om misdrijven die enkel<br />
bewezenverklaard zullen kunnen worden indien bewezen kan worden<br />
dat cliënt de vereis<strong>te</strong> opzet op bestanddeel en waarvan toepassing, gevolgen<br />
had. Zoals ook de raadsman van Meurs aanvoert is derhalve minimaal<br />
vereist dat cliënt "willens en we<strong>te</strong>ns" de aanmerkelijke kans heeft genomen<br />
dat het (primair niet door hem gewilde gevolgen) zich door zijn handelen<br />
zou manifes<strong>te</strong>ren. Als ik juist observeer s<strong>te</strong>lt de rechtspraak de laats<strong>te</strong> tijd<br />
weer wat hogere eisen aan de daadwerkelijke mogelijkheid dat deze kwade<br />
kans zich manifes<strong>te</strong>ert en aan het bewustzijn van de dader.<br />
Fei<strong>te</strong>lijk leiding geven<br />
496. Iets meer woorden bes<strong>te</strong>ed ik aan het fei<strong>te</strong>lijk leiding geven. Wil uw rechtbank<br />
hier tot bewezenverklaring komen zal eerst vastges<strong>te</strong>ld moe<strong>te</strong>n worden<br />
dat er voldoende bewus<strong>te</strong> verwijtbaarheid was bij Ahold werkzame natuurlijke<br />
personen. Gezien de aard van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde gedragingen zal<br />
uw rechtbank, indien u tot het oordeel komt dat er sprake is van strafbare<br />
fei<strong>te</strong>n en deze laats<strong>te</strong> eis voldaan is, niet snel wors<strong>te</strong>len met ijzerdraad en<br />
kabeljauwachtige ma<strong>te</strong>rie. Het betreft immers alle gedragingen die plaatsvonden<br />
in het kader van de bedrijfsuitoefening van Ahold waarover Ahold<br />
vermocht <strong>te</strong> beschikken, en, indien onoirbaar, gedragingen van deze aard<br />
pleegde <strong>te</strong> aanvaarden.<br />
497. De toverformule is na de reeks Slavenburg arres<strong>te</strong>n inmiddels wel ongewijzigd<br />
bekend:<br />
[..]”Van fei<strong>te</strong>lijk leiding geven aan verboden gedragingen kan onder<br />
omstandigheden sprake zijn indien de desbetreffende functionaris -<br />
hoewel daartoe bevoegd en redelijkerwijs gehouden - maatregelen<br />
<strong>te</strong>r voorkoming van deze gedragingen ach<strong>te</strong>rwege laat en bewust de<br />
aanmerkelijke kans aanvaard dat de verboden gedragingen zich zullen<br />
voordoen. In deze situatie wordt de zo juist bedoelde functionaris<br />
immers geacht opzet<strong>te</strong>lijk de verboden gedragingen <strong>te</strong> bevorderen.<br />
[..] "<br />
498. Om de stap vervolgens weer van rechtspersoon naar natuurlijke persoon <strong>te</strong><br />
maken zal uw rechtbank, als ik de jurisprudentie die ik hieronder nader zal<br />
noemen juist analyseer, een tweetal vragen hebben <strong>te</strong> beantwoorden: liet<br />
cliënt na maatregelen <strong>te</strong>r voorkoming van de verboden gedragingen ach<strong>te</strong>rwege,<br />
hoewel daartoe bevoegd en redelijkerwijs gehouden. Dit zogehe-<br />
126
<strong>te</strong>n "zeggenschapscri<strong>te</strong>rium" (of "machtscri<strong>te</strong>rium) zal in deze zaak, gelet<br />
op de positie van cliënt niet direct een relevan<strong>te</strong> rol spelen. Cliënt is de eers<strong>te</strong><br />
om aan <strong>te</strong> geven dat, indien hij relevan<strong>te</strong> we<strong>te</strong>nschap had gedragen, hij<br />
ingegrepen zou hebben en indien hij onder die omstandigheden dit zou<br />
hebben nagela<strong>te</strong>n zou hij geen enkele moei<strong>te</strong> hebben strafrech<strong>te</strong>lijke aansprakelijkheid<br />
<strong>te</strong> aanvaarden. Wil evenwel sprake kunnen zijn van fei<strong>te</strong>lijk<br />
leiding geven is <strong>te</strong>vens vereist dat cliënt bewust de aanmerkelijke kans<br />
heeft aanvaard dat de verboden gedraging zich zal voordoen en aldus deze<br />
verboden gedraging opzet<strong>te</strong>lijk bevordert. Het zal daarbij moe<strong>te</strong>n gaan om<br />
persoonlijke we<strong>te</strong>nschap; we<strong>te</strong>nschap van andere bestuursleden maken niet<br />
dat het gehele bestuur geacht is op de hoog<strong>te</strong> <strong>te</strong> zijn van de verboden gedragingen<br />
230 . Het opzet moet voorts gericht zijn op de verboden gedraging,<br />
hetgeen wil zeggen dat de opzet gericht moet zijn op de gedraging en op<br />
de omstandigheden die de gedraging strafbaar maken. 231<br />
499. Ruimer, of minder streng is de rechtspraak van de Hoge Raad <strong>te</strong>n aanzien<br />
van de bepaaldheid van de concre<strong>te</strong> verboden gedragingen. Voldoende is<br />
immers dat een verdach<strong>te</strong> bekend is met soortgelijke fei<strong>te</strong>n die vergelijkbaar<br />
zijn met de concre<strong>te</strong> <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde fei<strong>te</strong>n.<br />
500. Nadrukkelijk onder de grens was de (kwali<strong>te</strong>itsoverweging) die het hof had<br />
gebezigd in HR 19 november 1985. 232 Het hof overweegt dat<br />
[..] ”de verdach<strong>te</strong> als hoger geplaatst in de vennootschap/rechtspersoon<br />
van het plaatsvinden van verboden gedraging als bedoeld in<br />
de kennisgeving van verdere vervolging op de hoog<strong>te</strong> was of had<br />
kunnen en behoren <strong>te</strong> zijn [..]"<br />
De Hoge Raad maakt kor<strong>te</strong> met<strong>te</strong>n met deze overweging:<br />
[..] 5.2 "Die opvatting verdraagt zich evenwel niet met een juis<strong>te</strong> uitleg<br />
van art. 51 tweede lid Wetboek van Strafrecht, aangezien slechts<br />
dan kan worden aangenomen dat iemand fei<strong>te</strong>lijk leiding aan een<br />
verboden gedraging heeft gegeven, indien hij van die gedraging op<br />
de hoog<strong>te</strong> was. [..] "<br />
230 Hof Den Haag 2 december 1987 NJ 1988 433.<br />
231 De Hullu, 2003, VII 6.4.2). Relevan<strong>te</strong> arres<strong>te</strong>n op dit punt: HR 22 maart 1983, NJ 1983, 502, HR<br />
23 juni 1987, NJ 1988, 44, en HR 5 januari 1988, Delict en Delinquent 88 176.<br />
232 NJ 1986, 125.<br />
127
Toetsing van fei<strong>te</strong>n aan recht: De bewijsconstructie van Fiod en OM.<br />
501. Hieronder zal ik eerst ingaan op de ingrediën<strong>te</strong>n die Fiod, en blijkens requisitoir<br />
in zijn voetspoor het OM aandraagt om tot de slotsom <strong>te</strong> komen dat<br />
de we<strong>te</strong>nschap van cliënt voldoende was om tot een bewezenverklaring <strong>te</strong><br />
komen.<br />
502. In het oog springt dat, op de keper beschouwt, <strong>te</strong>lkenmale dezelfde ingrediën<strong>te</strong>n<br />
worden aangedragen om uw rechtbank <strong>te</strong> overtuigen van het feit<br />
dat cliënt berispelijke we<strong>te</strong>nschap had van de (beweerdelijke) strafbare fei<strong>te</strong>n.<br />
Men leze er overzichtsproces-verbaal Van der Hoeven en relevan<strong>te</strong><br />
zaaksverbalen op na. Ik neem hieronder 2 exemplarische stukje op.<br />
128
503. Wat voert het OM nu eigenlijk aan:<br />
a. Van der Hoeven was op de hoog<strong>te</strong> van het feit dat de in feit 1 genoemde<br />
zogehe<strong>te</strong>n "control let<strong>te</strong>rs" er waren;<br />
b. Van der Hoeven heeft de 2 e side let<strong>te</strong>r Bompreço medeonder<strong>te</strong>kend;<br />
c. Meurs verklaart dat Van der Hoeven wist, dan wel impliciet wist van<br />
doel en werking control en side let<strong>te</strong>rs;<br />
d. de inhoud van de door Van den Dries verstuurde mails die als bijlage<br />
D/264 en D/267 in het dossier zijn opgenomen;<br />
e. het feit dat Van der Hoeven in de periode oktober 2002 tot februari<br />
2003, eenmaal op de hoog<strong>te</strong> van de side let<strong>te</strong>rs, deze niet openbaar<br />
gemaakt heeft of verzwegen.<br />
504. Hieronder zal ik in de eers<strong>te</strong> plaats onderscheiden ingrediën<strong>te</strong>n die naar het<br />
oordeel van Fiod en OM klaarblijkelijk in onderling verband en samenhang<br />
bezien tot bewijs van de relevan<strong>te</strong> we<strong>te</strong>nschapstrekken, ingaan.<br />
E-mail memo’s (D/264 en D267)<br />
505. Het is in de eers<strong>te</strong> plaats goed om onze juridische status van bedoelde<br />
stukken <strong>te</strong> realiseren. Beide stukken zijn een "overig geschrift" in de zin<br />
van art. 344 lid 5 Wetboek van Strafvordering. Daarmee zijn we er evenwel<br />
nog niet; ook de intrinsieke waarde moet nog worden beoordeeld worden.<br />
Ma<strong>te</strong>rieel gezien gaat het om de auditu weergave van een getuigenverklaring.<br />
Van den Dries <strong>te</strong>kent immers op wat Meurs zou hebben gezegd bij gelegenheid<br />
van de betreffende besprekingen. In een dergelijk geval gelden<br />
krach<strong>te</strong>ns vas<strong>te</strong> jurisprudentie van de Hoge Raad dezelfde eisen die aan<br />
een getuigenverklaring worden ges<strong>te</strong>ld: Er komt pas bewijswaarde aan toe<br />
indien de redenen van we<strong>te</strong>nschap van de getuige deel uitmaken van de<br />
opge<strong>te</strong>kende verklaring. Vanuit dat vertrekpunt naar de memo’s eerst<br />
D/264. punt 3.<br />
"2.c. Vanaf begin op de hoog<strong>te</strong>, zonder details. LOR dus probleem."<br />
129
506. Nog afgezien van de cryptische inhoud van de beweerdelijk uit Meurs mond<br />
opge<strong>te</strong>kende verklaring ontbreekt iedere reden van we<strong>te</strong>nschap. Uit <strong>te</strong>chnisch<br />
oogpunt is dit stuk derhalve onbruikbaar voor bewijsvoering.<br />
D/267<br />
"2. Volgens M. zouden alle betrokkenen op de hoog<strong>te</strong> zijn, dat ze iets<br />
niet goed deden. Ook Cees.<br />
4. LJD: Cees heeft dus, samen met de LOR reeds 3 jaar <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong><br />
ge<strong>te</strong>kend. Valsheid in geschrif<strong>te</strong>.<br />
Bladzijde 2: "Cees 26-10-02 van 17 tot 18 uur <strong>te</strong>lefonisch thuis gebeld<br />
door hem."<br />
[..]<br />
"Hij was vanaf het begin op de hoog<strong>te</strong> zonder kennen van details."<br />
Bladzijde 3:<br />
[..]"Thijs <strong>te</strong>lefonisch op 04-11-02 van 15.45 tot 16.10 uur.[..]<br />
[..] 2. M en B liegen alles aan elkaar. Hij twijfelt nu zelfs aan C.[..]"<br />
507. Mutatis mutandis geldt hier hetzelfde als ik opmerk<strong>te</strong> <strong>te</strong>n aanzien van de<br />
eers<strong>te</strong> memo. Geen redenen van we<strong>te</strong>nschap en overigens slechts kwalificatieve<br />
conclusies van diegenen die de getuigenverklaring aanhoorden.<br />
508. Conclusies: beide stukken kunnen reeds op <strong>te</strong>chnische gronden niet bijdragen<br />
tot bewijs van het feit dat cliënt berispelijke we<strong>te</strong>nschap van één der<br />
verboden gedragingen zou hebben gehad.<br />
509. Dat ook intrinsiek geen enkele overtuigingswaarde kan worden gehecht aan<br />
de e-mail vastlegging van de emotionele gesprekken die plaatsvonden rond<br />
26 en 27 oktober 2002 blijkt uit de eerder besproken verklaringen die betrokkenen<br />
hebben afgelegd bij de RC.<br />
510. Ik pik er een uit: Meurs ging er impliciet van uit dat cliënt wel op de hoog<strong>te</strong><br />
zou zijn geweest van de side let<strong>te</strong>r kwestie. Het zal geen betoog behoeven<br />
dat volgens vas<strong>te</strong> jurisprudentie van de Hoge Raad een dergelijke veronders<strong>te</strong>lling<br />
of gissing van een getuige (ook als die is vervat in een procesverbaal)<br />
niet mag worden gebezigd. Opmerkelijk is dat de Fiod <strong>te</strong>lkenmale<br />
nalaat Meurs <strong>te</strong> vragen waarom hij daar dan impliciet van uit gaat. Maar<br />
zonder een s<strong>te</strong>ekhoudende verduidelijking van deze veronders<strong>te</strong>lling is ook<br />
zijn verklaring niet bruikbaar voor het bewijs.<br />
130
511. Hoe onjuist deze implicie<strong>te</strong> veronders<strong>te</strong>lling van Meurs op dit punt is blijkt<br />
wel uit de verklaring die beide heren hebben afgelegd over het <strong>te</strong>lefoongesprek<br />
dat plaatsvond op 16 november 2002. Bij die gelegenheid belde<br />
Meurs om cliënt <strong>te</strong> informeren over het feit dat er, naast de ICA side let<strong>te</strong>r,<br />
nog meer 2 e side let<strong>te</strong>rs aanwezig waren. De relevan<strong>te</strong> passages uit de verklaringen<br />
over dit <strong>te</strong>lefoongesprek zijn al weergegeven.<br />
512. Zowel de inhoud als de toonzetting en emotie maken in één klap duidelijk<br />
dat cliënt op geen enkele manier bekend was met het bestaan van de 2 e side<br />
let<strong>te</strong>rs. Waarom immers cliënt bellen om hem iets mede <strong>te</strong> delen waarmee<br />
hij reeds lang bekend is? En als cliënt dan uit minder duidelijke of duidelijker<br />
fei<strong>te</strong>n en omstandigheden zou moe<strong>te</strong>n hebben afgeleid dat er<br />
s<strong>te</strong>eds een side let<strong>te</strong>r is geplaatst naast de control let<strong>te</strong>r en dit zijn implicie<strong>te</strong><br />
ins<strong>te</strong>mming had: wat kan dan zijn enorme boosheid over het bestaan van<br />
deze side let<strong>te</strong>rs en zijn onkundigheid hiermee verklaren? Men diene zich bij<br />
deze <strong>te</strong> realiseren dat zowel de inhoud als de emotie authentiek zijn. Er was<br />
immers nog geen begin van een zicht op een strafrech<strong>te</strong>lijk onderzoek. En<br />
derhalve is er geen enkele reden <strong>te</strong> twijfelen aan de getrouwheid van de<br />
verklaringen van Meurs en cliënt op dit punt.<br />
Onder<strong>te</strong>kenings-side let<strong>te</strong>r Bompreço<br />
513. Ter zitting heeft cliënt geheel in lijn met zijn eerder afgelegde verklaringen<br />
en in lijn met de verklaring van Meurs op dit punt, verklaart hoe het komt<br />
dat zijn paraaf <strong>te</strong> vinden is onder de 2 e side let<strong>te</strong>r Bompreço. Ik vat hieronder<br />
kort en bondig samen.<br />
514. Nadat de eers<strong>te</strong> side let<strong>te</strong>r, genaamd control let<strong>te</strong>r, in mei 1999 door Mendonça<br />
en Meurs is ge<strong>te</strong>kend, krijgt eerstgenoemde om hem moverende redenen<br />
behoeft aan een stuk dat hij ach<strong>te</strong>r de hand kan houden. Meurs is<br />
wel genegen <strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond van de con<strong>te</strong>xt van Mendonça <strong>te</strong>gemoet<br />
<strong>te</strong> komen aan diens zorgen. Enige tijd la<strong>te</strong>r wordt de zogehe<strong>te</strong>n 2 e side let<strong>te</strong>r<br />
Bompreço door de onderschrijvers van de eers<strong>te</strong> side let<strong>te</strong>r gesigneerd.<br />
515. Enige tijd la<strong>te</strong>r ontstaat bij Mendonça de behoef<strong>te</strong> aan nog een Ahold signatuur:<br />
wat nu immers als Meurs plotsklaps niet meer daar zou zijn? Meurs<br />
benadert in november 1999 tussen de bedrijven door en staande in de<br />
deurpost cliënt met het verzoek zijn hand<strong>te</strong>kening voor ”aware” naast de<br />
zijne <strong>te</strong> plaatsen. Cliënt voldoet zonder verder veel <strong>te</strong>kst en uitleg aan dit<br />
131
verzoek: waarom zou hij aarzelen <strong>te</strong> <strong>te</strong>kenen nu zijn CFO ge<strong>te</strong>kend heeft.<br />
Het OM acht het onbegrijpelijk dat cliënt bij medeonder<strong>te</strong>kening geen kennis<br />
heeft genomen van de inhoud van de 2 e side let<strong>te</strong>r, doch gelet op de<br />
wijze waarop medeonder<strong>te</strong>kening plaatsvond en het feit dat cliënt nimmer<br />
kennis had genomen van de inhoud van de control let<strong>te</strong>r, doch slechts op<br />
procesniveau had kennis genomen van een feit dat er control let<strong>te</strong>rs werden<br />
gevraagd aan de joint venture partners.<br />
516. De lezing van cliënt is wel degelijk authentiek en het door hem beschreven<br />
scenario is mogelijk. Het komt in de bes<strong>te</strong> kringen voor – ik kom hier nog<br />
op <strong>te</strong>rug.<br />
517. Res<strong>te</strong>ert het handelen en houding van cliënt in de periode vanaf herfst<br />
2002. In de fei<strong>te</strong>lijke inleiding gaven wij reeds aan hoe dit handelen dient <strong>te</strong><br />
worden bezien. Cliënt heeft <strong>te</strong>r zitting uw <strong>Rechtbank</strong> inzicht gegeven in zijn<br />
gedach<strong>te</strong>gang en motieven. Hij had het bij ander inzien graag anders gedaan<br />
– trots is hij niet. Maar, het verwijt dat cliënt zichzelf hierover maakt,<br />
staat bui<strong>te</strong>n de strafrech<strong>te</strong>lijke con<strong>te</strong>xt. Zo er al sprake zou zijn van delictueus<br />
gedrag binnen Ahold, waren deze fei<strong>te</strong>n voltooid. En door deze niet<br />
direct aan de volledige openheid prijs <strong>te</strong> geven, kon cliënt niet, alsnog, pos<strong>te</strong>rieur<br />
de kwali<strong>te</strong>it van deelnemer krijger of retrospectief fei<strong>te</strong>lijk leiding<br />
aan deze voltooid verleden tijd geven. Evenmin mag zijn we<strong>te</strong>nschap van<br />
toen overgeheveld worden naar die momen<strong>te</strong>n waarop het wél <strong>te</strong>r zake zou<br />
hebben gedaan en ingrijpen tot plicht en mogelijkheid behoorde.<br />
518. Voor het overige behelst het dossier niets dat in dit kader een aanwijzing<br />
vormt van eerdere we<strong>te</strong>nschap van cliënt. Negativa non sunt probanda: het<br />
is voor cliënt niet mogelijk <strong>te</strong> bewijzen dat hij net wist. Die last rust uit oogpunt<br />
van strafvorderlijk bewjisrecht ook niet bij hem. Ik <strong>te</strong>ken evenwel aan<br />
dat het dossier talloze verklaringen behelst, die onders<strong>te</strong>unen dat cliënt niet<br />
eerder dan eind oktober 2002 op de hoog<strong>te</strong> geraak<strong>te</strong> van de 2 e side let<strong>te</strong>r<br />
ICA en eerst op 16 november 2002 van de overige side let<strong>te</strong>rs.<br />
132
FEITEN 1 + 2 + 8<br />
519. Ik kom nu toe aan de bespreking van de side let<strong>te</strong>rs. Net zoals het OM behandel<br />
ik de fei<strong>te</strong>n 1, 2 en 8 <strong>te</strong>zamen. De fei<strong>te</strong>n 1 en 2 vormen, zoals ik al<br />
eerder ui<strong>te</strong>en heb gezet, de kern van de verwij<strong>te</strong>n van het OM aan cliënt.<br />
Kort gezegd: cliënt zou als fei<strong>te</strong>lijk leidinggever betrokken zijn geweest bij<br />
het vals op maken van de control let<strong>te</strong>r en het gebruik daarvan.<br />
520. Laat ik me<strong>te</strong>en duidelijk maken wat wij van dit verwijt vinden. Cliënt is nooit<br />
betrokken geweest bij het opmaken van de control let<strong>te</strong>rs, hij heeft ze pas<br />
ach<strong>te</strong>raf gezien. Cliënt wist dat er side let<strong>te</strong>rs, die we nu control let<strong>te</strong>rs<br />
noemen, moes<strong>te</strong>n komen voor D&T, omdat de accountants die nodig hadden<br />
voor hun US GAAP documentatie. Omdat hij niet kon vermoeden dat er<br />
met deze brieven iets fout zou zijn, heeft hij geen aanleiding gehad in <strong>te</strong><br />
grijpen. Bij het ontbreken van het we<strong>te</strong>nschapscri<strong>te</strong>rium, heb je niets aan<br />
het machts- en aanvaardingscri<strong>te</strong>rium.<br />
521. Zoals ik al heb uitgelegd was cliënt zich niet bewust van andere side let<strong>te</strong>rs<br />
in relatie tot de control let<strong>te</strong>rs. Ook niet in november 1999, omdat hij het<br />
verband niet onderkende. Hij zag dat verband pas toen hij, met uitzondering<br />
van ICA op 23 oktober 2002, op 16 november 2002 op de hoog<strong>te</strong> geraak<strong>te</strong>.<br />
Dat is anders <strong>te</strong>n aanzien van de zogenaamde 3 e side let<strong>te</strong>r inzake<br />
ICA van 21 februari 2003. Bij het ontstaan daarvan was cliënt wel betrokken,<br />
maar met die brief is, zoals hierna nog aan de orde zal komen, niets<br />
mis.<br />
522. Alvorens elk van de drie <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>leggingen <strong>te</strong> bespreken, wijs ik de rechtbank<br />
op de toelichting van het bezwaarschrift uit oktober 2004. Uw rechtbank<br />
vond het toen <strong>te</strong> vroeg om de zaak <strong>te</strong> beoordelen. Bij herlezing komt<br />
het mij voor dat het betoog niets aan actuali<strong>te</strong>it heeft verloren. Men mag<br />
niet slordig argumen<strong>te</strong>ren, de chronologie moet in de ga<strong>te</strong>n worden gehouden<br />
en voorts speelt de causali<strong>te</strong>itske<strong>te</strong>n een belangrijke rol. Kortom,<br />
men mag niet zomaar iets aannemen, elke stap in de ke<strong>te</strong>n moet verantwoord<br />
zijn. Het OM ziet dat allemaal anders.<br />
133
Feit 1<br />
523. Laat ik voorop s<strong>te</strong>llen dat de control let<strong>te</strong>r alleen ziet op US GAAP. De brief<br />
blijkt immers uitslui<strong>te</strong>nd om die reden na aandringen van D&T opgemaakt<br />
<strong>te</strong> zijn.<br />
524. La<strong>te</strong>n we daarom eens kijken wat de structuur van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging van<br />
feit 1 is met betrekking tot het verwijt dat de control let<strong>te</strong>r vals is. Opvallend<br />
is dat de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging niet inhoudt dat de 2 e side let<strong>te</strong>r vals zou zijn.<br />
Dat gegeven wordt alleen vermeld als een redengevende omstandigheid<br />
voor de beweerde valsheid van de control let<strong>te</strong>r. Dit raakt me<strong>te</strong>en al een<br />
principieel punt. Hangt de juistheid van de control let<strong>te</strong>r af van de fei<strong>te</strong>n en<br />
omstandigheden die control rechtvaardigen of van hetgeen in de 2 e side let<strong>te</strong>r<br />
staat?<br />
525. Het OM lijkt het laats<strong>te</strong> <strong>te</strong> betogen en zegt daarmee eigenlijk niets anders<br />
dan dat het de werkelijkheid (de fei<strong>te</strong>n en omstandigheden die control<br />
rechtvaardigen) in dit opzicht niet belangrijk vindt. Dat is een raar standpunt.<br />
Te meer wanneer we beseffen dat niet is aangetoond dat er <strong>te</strong>lkens<br />
<strong>te</strong>n aanzien van Bompreço, Disco, Paiz of ICA sprake zou zijn geweest van<br />
een package deal. Maar zelfs, al zou dat in de visie van het OM zo zijn, niet<br />
is aangetoond dat cliënt dat <strong>te</strong>lkens wist. Cliënt was er niet mee bekend.<br />
526. Het OM vindt dus de control let<strong>te</strong>r vals. Wij hebben betoogd dat dit niet<br />
bewezen is en met name dat de bekend geworden fei<strong>te</strong>n en omstandigheden<br />
in redelijkheid met zich meebrach<strong>te</strong>n dat er wel control was naar US<br />
GAAP en dus de control let<strong>te</strong>r niet vals was. Ik ga hetgeen <strong>te</strong> dezer zake al<br />
is bepleit niet herhalen maar volsta er mee op <strong>te</strong> merken dat D&T dat ook<br />
vond. Immers <strong>te</strong>lkens is een goedkeurende verklaring afgegeven. Vallen nu<br />
die fei<strong>te</strong>n en omstandigheden, valt nu de goedkeurende verklaring weg lou<strong>te</strong>r<br />
door de inhoud van side let<strong>te</strong>r?<br />
527. Het dunkt mij van niet indien de inhoud van de side let<strong>te</strong>r al tot uitdrukking<br />
zou brengen dat de inhoud van de control let<strong>te</strong>r in fei<strong>te</strong> niet waar is. Het is<br />
toch de werkelijkheid die <strong>te</strong>lt en niet de juridische fictie? Dit brengt ons<br />
weer bij de fei<strong>te</strong>n en omstandigheden die control rechtvaardigen. Daarbij is<br />
niet de vraag of die fei<strong>te</strong>n en omstandigheden ach<strong>te</strong>raf beoordeeld al dan<br />
niet <strong>te</strong>recht hebben geleid tot consolidatie. De vraag is of bij het ops<strong>te</strong>llen<br />
134
van de control let<strong>te</strong>r, de ops<strong>te</strong>llers daarvan in redelijkheid konden menen<br />
dat er control was, daargela<strong>te</strong>n wat men er nu van vindt.<br />
528. Op dit punt is van belang dat D&T bij de ops<strong>te</strong>lling van de control let<strong>te</strong>r<br />
betrokken was en aldus eveneens een waardering heeft gemaakt van de<br />
haar bekende fei<strong>te</strong>n en omstandigheden. Kennelijk vond ook D&T de inhoud<br />
van de control let<strong>te</strong>r gerechtvaardigd. Ik roep opnieuw in herinnering dat<br />
ach<strong>te</strong>raf de deskundigen van mening verschillen over de maatstaven voor<br />
control. Ik meen dat een opzet tot valsheid in de <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde zin niet<br />
is aangetoond. Dat brengt ons bij de vraag of cliënt het destijds be<strong>te</strong>r had<br />
moe<strong>te</strong>n we<strong>te</strong>n? Ik meen van niet.<br />
529. Weer <strong>te</strong>rug naar het verwijt dat de control let<strong>te</strong>r vals zou zijn. La<strong>te</strong>n we<br />
eens for the sake of argument even net doen of de control let<strong>te</strong>r inderdaad<br />
vals is. In dat geval wordt van belang wat cliënt daarvan wist. Daarbij kunnen<br />
we een tweedeling maken: de verwe<strong>te</strong>n rol van cliënt als medepleger<br />
en die van fei<strong>te</strong>lijk leiding gever. Het OM meent dat het fei<strong>te</strong>lijk leiding geven<br />
was en niet medeplegen. Dat is reëel en daarom laat ik mededaderschap<br />
verder rus<strong>te</strong>n.<br />
530. Het cri<strong>te</strong>rium waar het bij fei<strong>te</strong>lijk leiding geven om draait, is kort samengevat:<br />
we<strong>te</strong>nschap, macht en aanvaarding. De belangrijks<strong>te</strong> is het we<strong>te</strong>nschapscri<strong>te</strong>rium,<br />
want zonder we<strong>te</strong>nschap zijn 'macht' en 'aanvaarding' be<strong>te</strong>kenisloos.<br />
Het gaat dus om we<strong>te</strong>nschap in de be<strong>te</strong>kenis van bewus<strong>te</strong> verwijtbaarheid.<br />
Zoals al besproken kan niet gezegd worden dat cliënt in de zin<br />
van de jurisprudentiële cri<strong>te</strong>ria "op de hoog<strong>te</strong>" was en aldus bewust de<br />
aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de control let<strong>te</strong>r vals zou zijn. Cliënt<br />
mocht er op vertrouwen dat Meurs en zijn mannen in overleg met D&T het<br />
door D&T verlangde stuk correct zouden opmaken. Cliënt's betrokkenheid<br />
bij consolidatie was beleidsmatig, niet inhoudelijk, en op afstand.<br />
531. Wat het requisitoir daar<strong>te</strong>gen inbrengt, is niet s<strong>te</strong>ekhoudend, met name niet<br />
als we met de vereis<strong>te</strong> precisie kijken naar kwesties als 'op welk moment<br />
weet Van der Hoeven wat'. In dit opzicht wordt er door het OM nog al slordig<br />
geredeneerd, kijkt u maar eens naar hoofdstuk 16 van het requisitoir 233 .<br />
Ik loop de beschuldigingen van het OM stuk voor stuk na.<br />
233 Requisitoir p. 125-128.<br />
135
532. Om <strong>te</strong> beginnen wordt aangevoerd dat cliënt in november 1999 de side<br />
let<strong>te</strong>r inzake Bompreço heeft ge<strong>te</strong>kend. Dat is waar, maar waar het om gaat<br />
is, dat, om de redenen die ik al eerder ui<strong>te</strong>en heb gezet, de ech<strong>te</strong> vraag is<br />
of er in november 1999 een berispelijk aanmerkelijk kansbewustzijn is ontstaan.<br />
Daarop geeft het OM geen echt antwoord, het neemt dat eenvoudig<br />
weg aan. Lou<strong>te</strong>r op grond van de redenering dat het cliënt niet geloofd. Dat<br />
is natuurlijk niet voldoende, want het ongeloof dient alleen het weerspreken<br />
van hetgeen cliënt <strong>te</strong> dezer zake heeft gezegd, maar toont intussen niets<br />
aan. De bewijslast is dus niet vervuld. Ik ga niet herhalen wat ik er allemaal<br />
al over heb gezegd, maar het lijkt mij duidelijk dat cliënt voorafgaande aan<br />
23 oktober 2002 resp. 16 november 2002 zich niet in de vereis<strong>te</strong> ma<strong>te</strong> bewust<br />
was van een probleem met de control let<strong>te</strong>rs.<br />
533. Het OM verwijst voorts naar de notulen van de 'maandagoch<strong>te</strong>ndgebeden'.<br />
Wanneer de rechtbank die leest zal het opvallen dat daarin geen aanwijzing<br />
is <strong>te</strong> vinden dat er iets met de inhoud van de control let<strong>te</strong>r niet pluis is. Het<br />
OM leest daarin met de kennis die het nu heeft kennelijk iets wat zou belas<strong>te</strong>n,<br />
maar wanneer deze stukken goed in de tijd worden geplaatst is daaraan<br />
geen belas<strong>te</strong>nd bewijs voor cliënt <strong>te</strong> ontlenen. Dat geldt ook voor de<br />
management let<strong>te</strong>r uit die periode. Duidelijk is slechts dat D&T voor US<br />
GAAP een aanvullend document wil, een side let<strong>te</strong>r. Dat is de issue en daar<br />
gaat ook het contact tussen cliënt en Kangas over. Daar was niets berispelijks<br />
bij. Bovendien zou men zelfs a contrario kunnen redeneren: waarom<br />
moeilijk doen richting Kangas, als er een oplossing in de vorm van een 2 e<br />
side let<strong>te</strong>r zou zijn. Ook dit inzicht maakt duidelijk dat cliënt zich van niets<br />
bewust was.<br />
534. De verwijzing naar de aan<strong>te</strong>keningen van Van den Dries op basis van stukjes<br />
van Van der Veg<strong>te</strong> heb ik hiervoor ook al gedetailleerd besproken. De<br />
opmerking dat cliënt "van begin af aan op de hoog<strong>te</strong>" zou zijn geweest, is<br />
door de heren Van den Dries, Dassen en Van der Veg<strong>te</strong> recht gezet. Dat<br />
weet het OM ook. Het ging om ICA in oktober 2002. Waarom deze kwestie<br />
uit het oude <strong>te</strong>stament toch weer van stal wordt gehaald, is niet duidelijk.<br />
Voorts verwijst het OM naar de rol van cliënt bij de 3 e ICA brief in 2003. Zoals<br />
ik hierna nog zal ui<strong>te</strong>en zet<strong>te</strong>n, kan dit argument wegens het ontbreken<br />
van eenheid van tijd in dit verband (we pra<strong>te</strong>n over 1999-2001) niet serieus<br />
door het OM bedoeld zijn. Nogmaals kwesties als we<strong>te</strong>nschap moet men<br />
wel chronologisch in de tijd plaatsen.<br />
136
535. Dan is er <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> nog het argument van het verzwijgen ná 16 november<br />
2002, toen cliënt door Meurs op de hoog<strong>te</strong> werd ges<strong>te</strong>ld. Ook dit punt is<br />
uitvoerig door mij besproken. Het heeft weinig zin dat allemaal weer <strong>te</strong> herhalen.<br />
Ook op dit punt gaat het OM wel erg slordig om met causale verbanden<br />
in verband met de we<strong>te</strong>nschapvraag. Kort gezegd, wat men jaren na<br />
het opmaken <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n komt, is niet redengevend voor het fei<strong>te</strong>lijk leiding<br />
geven aan het opmaken. Bovendien heeft het OM zich waarschijnlijk niet<br />
gerealiseerd hoe absurd een resa<strong>te</strong>ment zou hebben uitgepakt. Ik heb dat<br />
bij de bespreking vande gebeur<strong>te</strong>nissen op 16 en 17 november 2002 ui<strong>te</strong>engezet.<br />
536. Ik keer weer <strong>te</strong>rug naar de inhoud van de control let<strong>te</strong>r. Die zou dus vals<br />
zijn. In dit verband is de theorie van het OM over de verschillende werkelijkheden<br />
in<strong>te</strong>ressant. Het OM s<strong>te</strong>lt dat control (US GAAP) naar de juridische<br />
werkelijkheid moet worden beoordeeld. Hetgeen al eerder in dit pleidooi is<br />
aangevoerd, strekt er toe, in overeens<strong>te</strong>mming met hetgeen Prof. Van de<br />
Poel heeft aangevoerd, dat een juridische werkelijkheid eigenlijk niets anders<br />
is dan de reflectie van de economische werkelijkheid. Het lijkt het op<br />
dat het OM een nogal digitale opvatting op dit punt koes<strong>te</strong>rt en negeert dat<br />
juist de gehele US GAAP discussie juist gaat over substance over form of<br />
niet.<br />
537. Als Ahold nu de werkelijkheid zoals zij die zag, en voor mijn part is dat een<br />
economische werkelijkheid, heeft neergelegd in de control let<strong>te</strong>r, kan dan<br />
gezegd worden dat de control let<strong>te</strong>r opzet<strong>te</strong>lijk vals is opgemaakt? Als het<br />
verwijt is dat Ahold het verkeerd zag, wil dat nog niet zeggen dat Ahold het<br />
opzet<strong>te</strong>lijk verkeerd zag. Het onderzoek heeft naar mijn oordeel duidelijk<br />
gemaakt dat Ahold ervan overtuigd was dat er wel control was. Wanneer<br />
men een dergelijke overtuiging opschrijft, kan toch bezwaarlijk worden<br />
aangenomen dat men expres iets opschrijft waarvan ze weet dat het niet<br />
waar zou zijn. Is gebleken dat Ahold het be<strong>te</strong>r had moe<strong>te</strong>n we<strong>te</strong>n dan de<br />
deskundige, die het onderling ook niet eens zijn? Ik meen van niet.<br />
538. Kortom, het verwijt van opzet<strong>te</strong>lijk valsheid is ongegrond en als het gronddelict<br />
niet is bewezen is, wordt het verwijt van fei<strong>te</strong>lijk leiding geven eigenlijk<br />
al irrelevant.<br />
539. Het tweede onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging van feit 1 ziet op de onder<strong>te</strong>kening<br />
van de control let<strong>te</strong>r. Vast staat dat cliënt geen enkele control let<strong>te</strong>r<br />
137
heeft onder<strong>te</strong>kend. Met dit onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging zijn we dus<br />
snel klaar. Blijft over het verwijt van fei<strong>te</strong>lijk leiding geven. Hier geldt hetzelfde<br />
betoog als hiervoor: van strafbaar fei<strong>te</strong>lijk leiding geven kan pas<br />
sprake zijn als men weet waaraan men fei<strong>te</strong>lijk leiding geeft, waarbij het<br />
ook hier weer gaat om de vraag van berispelijk aanmerkelijk kansbewustzijn<br />
van de valsheid. Zoals ui<strong>te</strong>engezet die we<strong>te</strong>nschap had cliënt niet.<br />
540. Het derde onderdeel, namelijk de verzwijging van de 2 e side let<strong>te</strong>r besprak<br />
ik al voor de periode voorafgaande aan 23 oktober 2002 resp. 16 november<br />
2002. Voor de periode daarna moet ik wat <strong>te</strong>chnischer worden door in <strong>te</strong><br />
gaan op de juridische aspec<strong>te</strong>n van artikel 225 Sr.<br />
541. De <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging plaatst het vals opmaken <strong>te</strong>lkens in de kor<strong>te</strong> periode van<br />
het daadwerkelijk vervaardigen van de control let<strong>te</strong>r, zoals bijvoorbeeld "in<br />
de periode van 12 mei tot en met 17 mei 1999." Het vals opmaken van een<br />
geschrift is een aflopend delict. Wat na het voltooide delict bekend wordt is<br />
niet redengevend voor hetgeen men wist tijdens het opmaken. Voor de<br />
door het OM bewezen geach<strong>te</strong> subsidiaire <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging is bovendien een<br />
probleem dat we<strong>te</strong>nschap bij de fei<strong>te</strong>lijk leidinggever niet noodzakelijkerwijs<br />
redengevend is voor de we<strong>te</strong>nschap van degene die opmaak<strong>te</strong>. In casu is<br />
die causale relatie er ook niet.<br />
542. Hetgeen het OM heeft opgemerkt over de jurisprudentie over het wegla<strong>te</strong>n<br />
van informatie in formulieren, is in<strong>te</strong>ressant, maar volstrekt irrelevant, omdat<br />
het in die gevallen <strong>te</strong>lkens ging om gelijktijdigheid van we<strong>te</strong>nschap. In<br />
gewoon Nederlands: wat cliënt na 16 november 2002 <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n is gekomen,<br />
is irrelevant voor het opmaken in 1999, resp. 2000, zoals <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegd.<br />
De redenering van het OM klopt dus van geen kant, want verzwijging la<strong>te</strong>r<br />
is bij een aflopend delict irrelevant.<br />
543. Nu ik toch op <strong>te</strong>chnisch niveau argumen<strong>te</strong>er. Het delict van het eers<strong>te</strong> lid<br />
van artikel 225 Sr bestaat uit twee stappen: vals opmaken én het misleidend<br />
gebruiksoogmerk. Wat dit laats<strong>te</strong> betreft is er ook een probleem, want<br />
dan zou het OM moe<strong>te</strong>n bewijzen dat cliënt fei<strong>te</strong>lijk leiding heeft willen geven<br />
aan het misleiden van D&T. Hier speelt dus weer dezelfde vraag die ik<br />
al eerder beantwoordde: niet is gebleken van een berispelijk aanmerkelijk<br />
kansbewustzijn bij cliënt. Domweg omdat hij <strong>te</strong>lkens <strong>te</strong>n tijde van het opmaken<br />
(door anderen) niet wist dat de control let<strong>te</strong>r vals zou zijn en omdat<br />
hij niet wist van de 2 e side let<strong>te</strong>r en de samenhang. Als men niet weet dat<br />
138
de accountant misleid zou kunnen worden, vallen de cri<strong>te</strong>ria ‘macht’ en<br />
'aanvaarding' ook weg.<br />
544. Voorts is er nog het probleem dat niet vaststaat dat de control let<strong>te</strong>rs <strong>te</strong>lkens<br />
in Zaandam of in Nederland zijn opgemaakt. Voor de beoordeling<br />
daarvan moet bedacht worden dat in de visie van het OM de control let<strong>te</strong>r<br />
wordt gezien als een nadere overeenkomst. De consequentie van dat<br />
standpunt is dat de overeenkomst pas voltooid wordt opgemaakt met de<br />
laats<strong>te</strong> onder<strong>te</strong>kening als bevestiging van de wilsovereens<strong>te</strong>mming. Dat<br />
brengt met zich mee dat de control let<strong>te</strong>r niet in Nederland zijn opgemaakt.<br />
Het OM heeft niet bewezen dat op deze gedragingen in Brazilië, resp. Argentinië<br />
of Gua<strong>te</strong>mala straf is ges<strong>te</strong>ld, in zoverre is het OM <strong>te</strong>r zake van de<br />
control let<strong>te</strong>rs Bompreço, Disco en Paiz niet ontvankelijk.<br />
545. Mijn conclusie is dat feit 1 in geen enkel opzicht bewezen is, <strong>te</strong>rwijl het nog<br />
maar de vraag is of het OM in alle opzich<strong>te</strong>n ontvankelijk is. Cliënt stond<br />
geheel bui<strong>te</strong>n het opmaken van de control let<strong>te</strong>rs.<br />
139
Feit 2<br />
546. Bij dit verwijt gaat het om het gebruik, voorhanden hebben of afleveren van<br />
de control let<strong>te</strong>rs. Laat ik ook bij feit 2 direct zeggen dat cliënt alleen beleidsmatig<br />
met consolidatie betrokken was en in wezen niet betrokken was<br />
bij de uitvoeringsaspec<strong>te</strong>n.<br />
547. Voorts kan het geen kwaad op <strong>te</strong> merken dat niet bewezen is dat de control<br />
let<strong>te</strong>r Paiz is gebruikt of zou zijn overhandigd (afgeleverd) aan D&T. Bij de<br />
Paiz brief kan het dus alleen om het voorhanden hebben gaan.<br />
548. Vast staat dat cliënt geen van de brieven heeft overhandigd aan D&T en dat<br />
hij de brieven ook niet bewaarde. Maar zegt het OM hij heeft fei<strong>te</strong>lijk leiding<br />
gegeven aan dergelijke gedragingen van anderen. Ook hier geldt dus de eis<br />
van we<strong>te</strong>nschap of <strong>te</strong>n mins<strong>te</strong> berispelijk aanmerkelijk kansbewustzijn daarvan.<br />
Om niet in herhaling <strong>te</strong> vallen verwijs ik naar hetgeen ik hiervoor daarover<br />
heb gezegd. Het draait immers om dezelfde kwestie: bezwaarlijk kan<br />
worden bewezen geacht dat cliënt strafbaar fei<strong>te</strong>lijk leiding heeft willen geven<br />
aan het <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde gebruik of afleveren zolang hij niet weet dat<br />
de control let<strong>te</strong>r vals zou zijn.<br />
549. Ik ga ook niet herhalen hetgeen ik heb gezegd over de vraag of de control<br />
let<strong>te</strong>r wel in de <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde zin vals was. U weet wel de discussie over<br />
de be<strong>te</strong>kenis van "Ahold begrijpt", de kwestie van de economische werkelijkheid<br />
en het gegeven dat de deskundigen het onderling ook niet eens<br />
zijn. Het zijn allemaal beletselen voor een veroordeling waaraan het OM<br />
gemakshalve voorbij gaat.<br />
550. Ook bij dit feit gaat het dus om de periode 16 november 2002 - 23 februari<br />
2003. Het gaat er om of cliënt binnen de <strong>te</strong>kst van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging verwe<strong>te</strong>n<br />
kan worden dat hij in die periode zijn mond heeft gehouden, nadat<br />
hij op de hoog<strong>te</strong> kwam van de 2 e side let<strong>te</strong>rs in relatie tot de control let<strong>te</strong>rs.<br />
Deze vraag ziet niet meer op het <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde gebruik of afleveren,<br />
want vaststaat dat de <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde control let<strong>te</strong>rs in deze periode niet<br />
zijn gebruikt of afgeleverd. Maar hoe zit het dan met de leer van het voortdurende<br />
delict, zoals het OM betoogt.<br />
551. Op het moment dat cliënt door Meurs wordt geïnformeerd in november<br />
2002 was de aflevering van de control let<strong>te</strong>rs evident al beëindigd. Door<br />
140
overhandiging eindigt dat delict. Blijft over het gebruik, duurde dat dan<br />
voort? Ik meen van niet, omdat de control let<strong>te</strong>rs volgens de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />
werden gebruikt voor het verkrijgen van de accountantsverklaring. Op<br />
het moment dat deze verklaring werd verkregen, eindigde ook het gebruik<br />
van de control let<strong>te</strong>r. Het dossier over het desbetreffende jaar met daarin<br />
de control let<strong>te</strong>r werd opgeborgen. De rechtspraak is duidelijk, het moet<br />
gaan om daadwerkelijk gebruik want anders is er geen verschil meer met<br />
voorhanden hebben. Dit verklaart ook de uitbreiding van het 2 e lid van artikel<br />
225 Sr in 1995.<br />
552. Het kan dus alleen maar gaan om het fei<strong>te</strong>lijk leiding geven aan het voorhanden<br />
hebben door Ahold van de control let<strong>te</strong>rs na 16 november 2002 tot<br />
23 februari 2003. Dat is volgens het OM een voortdurend delict en daarom<br />
is Van der Hoeven strafbaar zo concludeert het OM. Ik vrees dat deze conclusie<br />
<strong>te</strong> haastig is getrokken.<br />
553. Voorhanden hebben be<strong>te</strong>kent, zoals het OM <strong>te</strong>recht heeft aangevoerd, blijkens<br />
de Memorie van Toelichting 'het tot zijn beschikking hebben in die zin<br />
dat gebruik kan worden gemaakt van de bewijsbes<strong>te</strong>mming van het geschrift,<br />
indien dat wordt gewenst '. Het gaat dus niet om het bloot voorhanden<br />
hebben, want dan zou er geen verschil meer zijn tussen het eers<strong>te</strong><br />
en het 2 e lid van artikel 225 Sr. Immers als dat verschil er niet meer zou<br />
zijn, zou degene die een geschrift vals opmaakt of vervalst s<strong>te</strong>eds dat geschrift<br />
ook voorhanden hebben. Hij zou in dat geval altijd lid 1 en lid 2 van<br />
artikel 225 Sr <strong>te</strong>gelijkertijd plegen. Dat is evident niet de bedoeling van de<br />
wetgever in 1994 geweest.<br />
554. Het moet in het 2 e lid van artikel 225 Sr daarom gaan om het voorhanden<br />
hebben in de con<strong>te</strong>xt van het gebruik van het geschrift. Wanneer we de zoeven<br />
geci<strong>te</strong>erde zinsnede uit de Memorie van Toelichting opnieuw lezen,<br />
valt dit causale verband nog meer op. Inderdaad het gaat niet om het bloot<br />
voorhanden hebben maar om het voorhanden hebben met een misleidend<br />
gebruiksoogmerk. Dat kan ook worden afgeleid uit hetgeen in de delictsomschrijving<br />
verder is omschreven.<br />
"[…] opzet<strong>te</strong>lijk zodanig geschrift (het valse geschrift dus) [..] voorhanden<br />
heeft, <strong>te</strong>rwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat<br />
dit geschrift bes<strong>te</strong>md is voor zodanig gebruik (n.l. als ware het echt<br />
en onvervalst)."<br />
141
555. Kortom, het voorhanden hebben is alleen dan strafbaar wanneer het gaat<br />
om het voorhanden hebben <strong>te</strong>rwijl men weet dat het bes<strong>te</strong>md is voor het<br />
gebruik als ware het echt en onvervalst. Deze in<strong>te</strong>rpretatie brengt het 2 e lid<br />
in overeens<strong>te</strong>mming met het 1 e lid, waarin niet het vals opmaken strafbaar<br />
is ges<strong>te</strong>ld, maar alleen het vals opmaken met het misleidende gebruiksoogmerk.<br />
556. Met dat cri<strong>te</strong>rium kijken we nog eens naar de fei<strong>te</strong>n. Was het bewaren van<br />
de oude control let<strong>te</strong>rs bes<strong>te</strong>md om gebruikt <strong>te</strong> worden al ware deze echt<br />
en onvervalst? Het antwoord is ondubbelzinnig neen, want de desbetreffende<br />
jaren waren al afgeslo<strong>te</strong>n, de desbetreffende dossiers opgeborgen en er<br />
was geen enkele reden de control let<strong>te</strong>rs weer voor enige bewijsbes<strong>te</strong>mming<br />
<strong>te</strong> gebruiken. Deze opvatting stoelt, zoals u begrijpt op de overtuiging<br />
van cliënt dat er geen reden was voor een resta<strong>te</strong>ment. Ik heb dat ui<strong>te</strong>engezet.<br />
557. Maar zelfs als u daarover anders mocht denken, dan blijft nog s<strong>te</strong>eds het<br />
probleem over dat dan niet gezegd kan worden dat de vereis<strong>te</strong> opzet tot<br />
misleiding aanwezig was. Immers we hebben dan <strong>te</strong> maken met een misjudgement,<br />
maar niet met een opzet<strong>te</strong>lijk, of zo u wilt welbewus<strong>te</strong>, gedraging<br />
tot het instandhouden van een in het verleden door een ander gepleegde<br />
mogelijke misleiding. Ik zeg mogelijk, want uit de verweren van<br />
Meurs volgt dat het nog maar de vraag is of dat het geval is.<br />
558. Volledigheidshalve wijs ik er nog op dat het OM bij dit feit weer de chronologie<br />
door elkaar haalt door in dit verband <strong>te</strong> verwijzen naar het onderzoek<br />
van Smit. Ik zeg het nog een keer: de opdracht werd gegeven vóór 16 november<br />
2002 en wel op 31 oktober 2002. Dat de opdracht eind oktober<br />
2002 is gegeven staat nota bene ook in het requisitoir. Het feit dat cliënt,<br />
nadat hij werd geïnformeerd, de opdracht niet heeft ingetrokken, is vermeldenswaardig<br />
en ik heb daarover al het een ander heb gezegd, maar in de<br />
con<strong>te</strong>xt van feit 2 is het irrelevant, want het maakt de zo-even aangegeven<br />
juridische positie niet anders. Het is een kwestie van logica.<br />
559. Ik concludeer ook tot vrijspraak van feit 2.<br />
142
Feit 8<br />
560. Tenslot<strong>te</strong> is er nog de 3 e side let<strong>te</strong>r ICA. Het OM verontschuldigt zich bijna<br />
voor deze <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging en inderdaad deze beschuldiging is er met de haren<br />
bijgesleept. Uw rechtbank heeft er bij de behandeling nauwelijks aandacht<br />
aan bes<strong>te</strong>ed.<br />
561. Destijds heb ik in het kader van de bezwaarschriftprocedure aangevoerd dat<br />
het OM <strong>te</strong> bewijzen zal hebben dat de afspraak over intrekken van de brief<br />
al bestond vóór of bij het tot stand komen van de overeenkomst. Daarbij<br />
moet in aanmerking worden genomen dat een overeenkomst reeds tot<br />
stand komt zodra er tussen partijen mondelinge wilsovereens<strong>te</strong>mming bestaat<br />
(art. 6:217 BW). Uit de fei<strong>te</strong>n leid ik af dat die wilsovereens<strong>te</strong>mming<br />
op 20 februari 2003 tot stand kwam. De <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde overeenkomst is<br />
dus op 20 februari 2003 geslo<strong>te</strong>n. Die overeenkomst is op 21 februari 2003<br />
door onder<strong>te</strong>kening vastgelegd.<br />
562. De vraag is daarom of op 20 februari 2003 bij partijen al een explicie<strong>te</strong> afspraak<br />
tot stand was gekomen dat de in de overeenkomst neergelegde afspraken<br />
la<strong>te</strong>r zonodig ingetrokken zouden worden. Het blijkt dat de door<br />
het OM gewraak<strong>te</strong> afspraak bij de onder<strong>te</strong>kening op 21 februari 2003 is<br />
gemaakt. Immers toen kwam, gelet op het verleden, de kwestie van het intrekken<br />
van het supplement weer aan de orde als het doel wat er mee<br />
wordt nagestreefd niet wordt bereikt. Die vraag was niet aan cliënt gericht<br />
doch aan Andreae, de onder<strong>te</strong>kenaar van het supplement. Andreae heeft op<br />
25 februari 2003 bericht dat dit akkoord was. Met andere woorden de door<br />
de officier gewraak<strong>te</strong> “nadere afspraak” kwam pas tot stand op een moment<br />
dat het supplement al overeengekomen was.<br />
563. Bovendien geldt nog het volgende. Evenmin is bewezen dat er bui<strong>te</strong>n het<br />
supplement tussen partijen andere afspraken zijn gemaakt met betrekking<br />
tot het onderwerp van de nadere overeenkomst, namelijk een regeling<br />
“with respect to the influence of Ahold” in het samenwerkingsverband met<br />
ICA Ahold met het oog op de consolidatie van de omzet door Ahold. Immers<br />
de clausule waartoe de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging zich tot beperkt, brengt met zich<br />
mee dat er geen andere overeenkoms<strong>te</strong>n of afspraken bestaan "with regard<br />
to this mat<strong>te</strong>r " […] "which " […] may affect" de geldigheid of uitvoerbaarheid<br />
van dit supplement. Deze bepaling slaat dus evident <strong>te</strong>rug op de "the<br />
influence of Ahold " in het samenwerkingsverband met ICA Ahold met het<br />
143
oog op de consolidatie van de omzet door Ahold. Ook zo geïn<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>erd,<br />
en Dassen doet dat ook 234 , is er niets mis met de overeenkomst.<br />
564. Daarbij komt dat, zoals reeds ui<strong>te</strong>engezet, sinds oktober 2002 gewerkt is<br />
aan een oplossing voor het continueren van de consolidatie van ICA met<br />
talloze besprekingen, concep<strong>te</strong>n en ge<strong>te</strong>kende eindproduc<strong>te</strong>n om tot een<br />
voor D&T bevredigende control let<strong>te</strong>r <strong>te</strong> komen. Telkens weer bleek dat het<br />
resultaat niet tot <strong>te</strong>vredenheid van de accountants was en werd de reeds<br />
ge<strong>te</strong>kende brief weer ingetrokken. Aldus ontstond een patroon die voor alle<br />
betrokkenen, inclusief D&T, volmaakt duidelijk was: als een <strong>te</strong>kst niet voor<br />
D&T zou werken, zou de brief vervallen. Er was geen enkele reden om <strong>te</strong><br />
veronders<strong>te</strong>llen dat dit bij de laats<strong>te</strong> brief anders zou zijn. In die zin, vergelijkbaar<br />
met aanmerkelijk kansbewustzijn wist D&T van de <strong>te</strong> verwach<strong>te</strong>n<br />
intrekking die inderdaad na het aangaan van de overeenkomst werd geëffectueerd.<br />
Zoals gezegd, heeft het gehele proces zich in alle openheid heeft<br />
voltrokken en waarbij D&T volledig op de hoog<strong>te</strong> was.<br />
565. Ik concludeer ook tot vrijspraak van feit 8.<br />
234 RC-verklaring Dassen van 1 sep<strong>te</strong>mber 2005.<br />
144
FEIT 3<br />
Inleiding<br />
566. De <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging bevat veel variaties op eenzelfde thema. De variaties feit<br />
3 (primair) en feit 4 zijn opmerkelijk. Er zijn overtredingen <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong> gelegd<br />
van de artikelen 336 Sr en 47 W<strong>te</strong> 1995 (oud) (het oude artikel 335 Sr). Het<br />
betreffen artikelen uit een ver verleden. Artikelen die - voor zover zij ooit<br />
meer zijn geweest dan een dode let<strong>te</strong>r - geruime tijd op het kerkhof der<br />
verge<strong>te</strong>n strafrechtsbepalingen begraven lagen.<br />
567. Over (variatie feit 3) artikel 336 Sr schreef Bakker in 1985 dat het artikel<br />
zijn be<strong>te</strong>kenis goeddeels had verloren, nu vervolging ook op grond van artikel<br />
225 Sr plaats kon vinden. In de praktijk kon hij zich eigenlijk alleen vervolging<br />
<strong>te</strong>rzake art. 336 Sr voors<strong>te</strong>llen, indien de mogelijkheid van nadeel<br />
niet bewezen kan worden. 235 Sinds 1992 is zelfs dit nadeelvereis<strong>te</strong> komen <strong>te</strong><br />
vervallen. Op diverse momen<strong>te</strong>n in de geschiedenis is vastges<strong>te</strong>ld, dat het<br />
artikel er in de praktijk niet toe deed 236 . In deze week voor Pasen is het de<br />
vraag of sprake is van de wederopstanding van artikel 336 Sr.<br />
568. Voor (variatie feit 4) het verwijt van overtreding van het inmiddels vervallen<br />
artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) komt het historisch besef; de hernieuwde belangs<strong>te</strong>lling<br />
van het OM simpelweg <strong>te</strong> laat, zodat voor dat artikel niets meer rest<br />
dan een requiem.<br />
Eerst artikel 336 Sr.<br />
569. Verwe<strong>te</strong>n wordt samengevat dat cliënt in of omstreeks april/mei 1999 en/of<br />
mei 2000 en/of mei 2001 en/of mei 2002 opzet<strong>te</strong>lijk een onware staat of<br />
een onware balans, winst- en verliesrekening, staat van ba<strong>te</strong>n en las<strong>te</strong>n of<br />
toelichting daarop openbaar gemaakt, danwel de openbaarmaking hiervan<br />
opzet<strong>te</strong>lijk heeft toegela<strong>te</strong>n.<br />
570. De vraag of sprake is van een het openbaar maken van een onware jaarrekening<br />
is enkel relevant als sprake zou zijn van <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren.<br />
Zowel uit het fei<strong>te</strong>noverzicht als uit de algemene inleiding over consolidatie<br />
235<br />
F.C. Bakker, Valsheid in geschrift, diss. Groningen, Arnhem 1985, p. 143-145.<br />
236<br />
Bijvoorbeeld, Th. S. Ysselmuiden, Het balansdelict in de openbaar gemaak<strong>te</strong> jaarrekening, NJB<br />
1961, p. 761-771.<br />
145
volgt dat <strong>te</strong>recht is geconsolideerd, althans dat minstgenomen niet geconcludeerd<br />
kan worden dat <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> is geconsolideerd. Reeds om die reden<br />
dient vrijspraak <strong>te</strong>n aanzien van artikel 336 Sr <strong>te</strong> volgen. Maar wat nu<br />
als uw rechtbank onerhoopt tot een ander oordeel zou komen?<br />
571. Prof. Langendijk s<strong>te</strong>lde zich de vraag of strafvervolging op grond van artikel<br />
336 Sr kan plaatsvinden indien het gaat om een onwaarheid in de geconsolideerde<br />
jaarrekening 237 . Toegespitst op deze zaak moet dan eerst worden<br />
stilgestaan bij de vraag of het beweerdelijk <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren van<br />
deelnemingen kan leiden tot een onware jaarrekening in de zin van artikel<br />
336 Sr. Het antwoord op die vraag is nee. Ik wil in dat kader in aanvulling<br />
op de reeds reeds door de andere raadslieden aangehaalde cita<strong>te</strong>n star<strong>te</strong>n<br />
met een aantal fraai opgeschreven stukjes uit het rapport van Prof. Van de<br />
Poel.<br />
572. Eerst over het risico van ofwel <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren, danwel <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong><br />
niet consolideren:<br />
"Anderzijds moet ook het risico dat de onderneming verwe<strong>te</strong>n wordt<br />
<strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> niet tot consolidatie over <strong>te</strong> gaan in de beschouwing<br />
worden betrokken. Er is naast de type 1 fout, ook een type 2 fout<br />
(type 1 = <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren; type 2 = <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> niet<br />
consolideren).Welnu, het is niet alleen redelijk om rekening <strong>te</strong> houden<br />
met de kans dat beleggers zouden kunnen gaan klagen over<br />
het feit dat er niet geconsolideerd zou worden door Ahold, maar<br />
s<strong>te</strong>rker nog, het is geraden." 238<br />
573. Vervolgens over het belang van consolidatie:<br />
"Het moet toch niet zo zijn dat consolideren als zodanig (onderstreept<br />
door mij/JL) als misdrijf wordt aangemerkt? Zo belangrijk is<br />
consolidatie nu ook weer niet om goede sier <strong>te</strong> maken bij de beleggers.<br />
Er zijn tal van in<strong>te</strong>rnationale ondernemingen die hun activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n<br />
gesplitst hebben in de ex<strong>te</strong>rne verslagen, <strong>te</strong>rwijl er in werkelijkheid<br />
een gro<strong>te</strong> samenhang is. Voorbeelden zijn The Coca Cola Company<br />
en Pepsico die hun bot<strong>te</strong>laars in een apar<strong>te</strong> vennootschap<br />
hebben ondergebracht die zij niet consolideren omdat ze slechts<br />
zo’n 45% van de aandelen in die bedrijven hebben en de Amerikaanse<br />
voorschrif<strong>te</strong>n consolidatie dan verbieden. Ui<strong>te</strong>raard zijn er<br />
volledig dichtgetimmerde contrac<strong>te</strong>n tussen de "bazen " en de<br />
"knech<strong>te</strong>n " maar dankzij de (Amerikaanse) boekhoudregels wordt<br />
237<br />
M. Pheijffer, H.P.A.J. Langendijk, De onware jaarrekening in het strafrecht, onbekend maakt<br />
onbemind, acounting november 2003.<br />
238<br />
Nader rapport Prof. Van de Poel, p. 3.<br />
146
er niet geconsolideerd. Komt dat even mooi uit. Wekt het verbazing<br />
dat de bot<strong>te</strong>laars, die overigens ook beursgeno<strong>te</strong>erd zijn, er minder<br />
fraai uitzien en een lagere waardering krijgen van de beleggers dan<br />
hun "bazen "? Ook verschijnen er weleens kritische stukjes in de<br />
krant over het oppoetsen van de jaarrekening van de "moeders " –<br />
die afstand van hun kinderen hebben gedaan – door het kroost <strong>te</strong><br />
gebruiken om vuiltjes weg <strong>te</strong> werken, bijvoorbeeld door "channel<br />
stuffing ". Is zo’n regime be<strong>te</strong>r? " 239<br />
574. En <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> over de Nederlandse voorliefde voor consolidatie:<br />
"De Nederlandse boekhoudtraditie is – althans gedeel<strong>te</strong>lijk – door<br />
mij voorzien van kant<strong>te</strong>keningen die mede gebaseerd zijn op persoonlijke<br />
ervaringen in de praktijk. Daar zijn vele voorbeelden van,<br />
bijvoorbeeld de voorliefde bij accountants om ingeval van twijfel aan<br />
<strong>te</strong> dringen op consolidatie. (…) Bovendien is de traditie om voor<br />
consolidatie <strong>te</strong> gaan, behalve als de onderneming officieel besluit tot<br />
afsto<strong>te</strong>n, helemaal zo gek niet, want het bui<strong>te</strong>n de consolidatie houden<br />
biedt altijd in<strong>te</strong>ressan<strong>te</strong> mogelijkheden om de boel op <strong>te</strong> schonen<br />
of op <strong>te</strong> poetsen. Moet ik nog uitleggen dat de fraude bij Enron<br />
juist daardoor is ontstaan en dat de Amerikaanse regelgevers dit<br />
mede mogelijk hebben gemaakt? In deze aanvullende rapportage<br />
heb ik deze door praktijkervaring verkregen inzich<strong>te</strong>n gebruikt bij<br />
het aanvoeren van twee typen fou<strong>te</strong>n waar het ging om de in<strong>te</strong>rpretatie<br />
van het consolidatievraagstuk en waarom de balans volgens<br />
mij door moest slaan naar consolidatie (paragrafen 2.1 en 2.2). " 240<br />
575. Ik herhaal nog maar eens dat uit het dossier geen negatieve gevolgen zijn<br />
gebleken van "<strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong>" consolideren, <strong>te</strong>rwijl die voor het <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong><br />
niet consolideren – in navolging van Prof. Van de Poel, wel degelijk aan de<br />
orde zijn geweest. Consolidatie biedt over het algemeen een be<strong>te</strong>r inzicht.<br />
576. Wat is dan wel het gevolg van in<strong>te</strong>graal consolideren op de jaarrekening. In<br />
AH/84 wordt dit samengevat weergegeven. Onder paragraaf 3.3 (recapitulatie<br />
gevolgen op bladzijde 15) staat:<br />
"Uit het onderzoek komt naar voren dat in<strong>te</strong>grale consolidatie voor<br />
Koninklijk Ahold N.V. tot gevolg heeft dat de concernomzet gro<strong>te</strong>r is<br />
dan wanneer proportioneel geconsolideerd zou worden of de nettovermogenswaarde<br />
zou worden toegepast. Er zij beperk<strong>te</strong> gevolgen<br />
voor het concernresultaat of het eigen vermogen van de totale onderneming."<br />
239 Prof. Van de Poel, a.w., p. 17.<br />
240 Prof. Van de Poel, a.w., p. 21.<br />
147
577. Dat gerappor<strong>te</strong>erde geconsolideerde omzet hoger is dan gerappor<strong>te</strong>erde<br />
niet geconsolideerde omzet, dat wil ik wel geloven, maar zoals cliënt <strong>te</strong>r zitting<br />
zei: "de kassa heeft wel degelijk gerinkeld " en de omzet was er dus<br />
wel. In elk jaarverslag is bovendien duidelijk aangegeven wat de verschillende<br />
deelnemingspercentages waren in de joint ventures.<br />
578. Wat met "beperk<strong>te</strong> gevolgen op het concernresultaat of het eigen vermogen"<br />
wordt bedoeld is niet duidelijk. Uit de ambtshandeling blijkt hiervan<br />
niet. S<strong>te</strong>rker nog op bladzijde 13 verklaarde in de genoemde AH/84 aangehaalde<br />
Klaassen nog dat het hier (vandaag dus) alleen gaat om het toepassen<br />
van boekhoudregels en dat heeft geen invloed op de winst en het eigen<br />
vermogen.<br />
579. Ysselmuiden schreef:<br />
"De wijze van voors<strong>te</strong>llen schept tweeërlei mogelijkheid tot misleidend<br />
samentrekken: bezittingen kunnen onder andere bezittingen,<br />
schulden onder andere schulden gevoegd en bezittingen met schulden<br />
gesaldeerd zijn. Ook kunnen in de resulta<strong>te</strong>nrekening ba<strong>te</strong>n en<br />
las<strong>te</strong>n worden samengetrokken. Of de strafrech<strong>te</strong>r met zo’n handelwijze<br />
in aanraking komt hangt daarvan af, of de pos<strong>te</strong>n die men aan<br />
het oog onttrekt het inzicht in de samens<strong>te</strong>lling van vermogen of resultaat<br />
ernstig verstoren." 241<br />
580. Onder aanhaling van de diverse deskundigen is reeds over het voetlicht<br />
gebracht dat in<strong>te</strong>graal consolideren een goed beeld geeft van de samens<strong>te</strong>lling<br />
van vermogen of resultaat, zodat het vermeende <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren<br />
het inzicht in de samens<strong>te</strong>lling van vermogen of resultaat juist niet<br />
verstoord. Noodzakelijke voorwaarde voor eventuele strafrech<strong>te</strong>lijke aansprakelijkheid<br />
is, dat het inzicht in de samens<strong>te</strong>lling van vermogen of resultaat<br />
in ernstige ma<strong>te</strong> is verstoord en hiervan is geen sprake, zodat vrijspraak<br />
dient <strong>te</strong> volgen.<br />
581. De officier van justitie concludeerde aan het eind van hoofdstuk 6.7 (juridisch<br />
kader van 336 Sr):<br />
"gezien bovenstaand meent het OM dat in casu aan de vereis<strong>te</strong>n van<br />
336 Sr is voldaan nu in<strong>te</strong>grale consolidatie geen getrouw beeld van<br />
de jaarrekeningen van Ahold geeft."<br />
241 Ysselmuiden a.w., p. 768-769.<br />
148
582. Het is geen toeval dat het OM concludeert, dat in<strong>te</strong>grale consolidatie "geen<br />
getrouw beeld" geeft van de jaarrekening. Het OM is op de civiele toer. De<br />
jaarrekening geeft een getrouw beeld, maar dat is niet het cri<strong>te</strong>rium waar<br />
het in deze zaak om gaat. Het gaat er om of sprake is van een "onware"<br />
jaarrekening. Dat is de strafrech<strong>te</strong>lijk relevan<strong>te</strong> vraag en hiervan is, zo conludeerde<br />
ik al geen sprake.<br />
583. Als ik de lijn van redeneren van de officier van justitie toch even volg, concludeer<br />
ik - Doorenbos volgend 242 - allereerst dat deze zaak het bewijs is<br />
voor zijn s<strong>te</strong>lling dat de vraag of een jaarrekening waar of onwaar is niet<br />
eenvoudig is <strong>te</strong> beantwoorden.<br />
584. De jaarrekening zal dan ook in ieder geval slechts marginaal worden getoetst.<br />
Dit geldt ook voor de daaraan <strong>te</strong>n grondslag liggende consolidatie<br />
vraag. De algemene normen waaraan de jaarrekening blijkens art. 2:362<br />
BW behoort <strong>te</strong> voldoen, zouden bij die marginale toets wellicht - in beginsel<br />
kunnen fungeren als globaal referentiekader voor de strafrech<strong>te</strong>r bij diens<br />
beoordeling van het waarheidsgehal<strong>te</strong> van (onderdelen) van genoemd stuk,<br />
maar slechts voor zover ernstige veronachtzaming van die algemene normen<br />
strafrech<strong>te</strong>lijk relevant zijn.<br />
585. Het dossier biedt voor het maken van die marginale toets onvoldoende input.<br />
Daarbij komt dat voor het beantwoorden van de vraag aan de hand<br />
van 2:362 BW, anders dan marginaal, mij met alle respect voor deze rechtbank<br />
de ondernemingskamer als meest geëigende forum voorkomt.<br />
586. Hoe de officier van justitie tot haar conclusie van een niet getrouw beeld<br />
komt, zou moe<strong>te</strong>n volgen uit "bovenstaand (etc.)". In hoofdstuk 6.7 van het<br />
requisitoir staat ech<strong>te</strong>r niets dat relevant zou kunnen zijn voor de conclusie.<br />
Als ik verder <strong>te</strong>rugblader, dan zie ik op bladzijde 61 iets over de gevolgen<br />
van consolidatie. Zijn dit de gevolgen die voor het OM redengevend zijn om<br />
<strong>te</strong> kunnen concluderen dat geen sprake is van een getrouw beeld? Ik weet<br />
het niet, maar laat mij verleiden tot een kor<strong>te</strong> (ui<strong>te</strong>raard marginale) reactie.<br />
587. Betoogd wordt - zonder nadere toelichting - dat de operationele marge door<br />
in<strong>te</strong>grale consolidatie <strong>te</strong> hoog wordt voorges<strong>te</strong>ld. Dit is onjuist. Consolidatie<br />
op zichzelf heeft geen invloed op de operationele marge. Marge is resultaat<br />
242 Doorenbos, p. 340.<br />
149
: omzet en het haalt ui<strong>te</strong>raard niet uit of je het geconsolideerde resultaat<br />
deelt door de geconsolideerde omzet, of dat het gedeconsolideerde resultaat<br />
wordt gedeeld door de gedeconsolideerde omzet. Of<strong>te</strong>wel 4 gedeeld<br />
door 4 is net als 2 : 2 gewoon 1.<br />
588. Vervolgens is aangegeven dat deconsolidatie geleid heeft tot aanpassingen,<br />
omdat samengevat bij de geconsolideerde joint ventures reorganisatievoorzieningen<br />
waren getroffen. Het opnemen van reorganisatievoorzieningen -<br />
en dat lijkt het OM ook niet <strong>te</strong> weerspreken - is op zichzelf (bij in<strong>te</strong>grale<br />
consolidatie) toegestaan. De accountant was van de voorzieningen op de<br />
hoog<strong>te</strong>. De accountant is <strong>te</strong>n aanzien van de voorzieningen niet voor niets<br />
accoord gegaan. De voorzieningen werden juist geoordeeld gelet op voorziene<br />
kos<strong>te</strong>n van in<strong>te</strong>gratie. Met de voorzieningen was niks mis: het opnemen<br />
ervan was eenvoudigweg een kwestie van goed ondernemerschap en<br />
goede accounting. Bij het maken van de kos<strong>te</strong>n, valt de voorziening vrij.<br />
Ook hier geen enkele invloed op de winst. Hoe valt dit standpunt van het<br />
OM voorts <strong>te</strong> rijmen met het beweerdelijke motief dat er toch op neerkomt<br />
dat Ahold de zaken mooier wilde voors<strong>te</strong>llen dan zij in werkelijkheid zijn?<br />
Een voorziening gaat immers niet <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> van de winst maar wordt bij de<br />
goodwill opge<strong>te</strong>ld.<br />
589. Tenslot<strong>te</strong> wijst de officier van justitie op de dividend daling. Opmerkelijk en<br />
het valt uit de lucht. Bij de deskundigen heb ik nu juist gelezen, dat er geen<br />
relatie is tussen dividend en consolideren. De dividenddaling heeft heel andere<br />
oorzaken (nl. US Foodservice).<br />
590. Het zal duidelijk zijn. Niet duidelijk is waarom het <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> in<strong>te</strong>graal<br />
consolideren onwaar zou zijn in de zin van art. 336 Sr. Dit geldt over het algemeen,<br />
maar zeker voor deze casus. Er is geen bewijs dat tot een andere<br />
conclusie noopt en vrijspraak dient dan ook <strong>te</strong> volgen.<br />
591. Een aantal specifieke onderwerpen <strong>te</strong>n aanzien van dit feit 3 zal ik nog kort<br />
over het voetlicht brengen.<br />
Openbaar maken<br />
592. Openbaarmaking van de jaarrekening geschiedt door nederlegging van een<br />
exemplaar <strong>te</strong>n kantore van het handelsregis<strong>te</strong>r dat wordt gehouden door de<br />
150
Kamer van Koophandel en Fabrieken (2:394 BW) 243 . In Ambtshandeling<br />
AH/85 wordt nader ingegaan op de openbaarmaking. Uit deze ambtshandeling<br />
noch uit de rest van het procesdossier blijkt van bewijsmiddelen <strong>te</strong>n<br />
aanzien van openbaarmaking in 1999 van de jaarrekening over 1998.<br />
593. Het proces verbaal richt zich ook overigens slechts op de jaren 2000, 2001<br />
en 2002, zodat onduidelijk is waarom de officier van justitie ook 1999 <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong><br />
heeft gelegd. Het <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde kan voor 1999 (het betreft dan de<br />
jaarrekening over 1998) in ieder geval niet bewezen worden en vrijspraak<br />
dient <strong>te</strong> volgen.<br />
594. In AH/85 wordt voor de jaren 1999/2000 en 2001 verwezen naar onderliggende<br />
documen<strong>te</strong>n. Hieruit blijkt dat:<br />
o het jaarverslag 1999 openbaar is gemaakt op 31 mei 2000 244 ;<br />
o het jaarverslag 2000 openbaar is gemaakt op 21 mei 2001 245 ;<br />
o het jaarverslag 2001 openbaar is gemaakt op 16 mei 2002 246 .<br />
595. In de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging wordt verwezen naar vier jaarverslagen:<br />
o D/99 jaarverslag Ahold over 1998;<br />
o D/100 jaarverslag Ahold over 1999;<br />
o D/101 jaarverslag Ahold over 2000;<br />
o D/102 jaarverslag Ahold over 2001.<br />
596. Uit AH/7 blijkt dat de verbalisan<strong>te</strong>n deze jaarverslagen van in<strong>te</strong>rnet hebben<br />
gedownload. Bij het inzien van het procesdossier is gebleken, dat op verzoek<br />
van de rechtbank de gedruk<strong>te</strong> jaarverslagen inmiddels aan het procesdossier<br />
zijn toegevoegd.<br />
Jaarrekening 1998<br />
597. Met betrekking tot 1998 is al opgemerkt dat er geen bewijsmiddelen zijn<br />
<strong>te</strong>n aanzien van openbaarmaking, zodat om die reden vrijspraak dient <strong>te</strong><br />
volgen. Het gaat voor het jaarverslag van 1998 over het beweerdelijk <strong>te</strong>n<br />
onrech<strong>te</strong> consolideren van Bompreço, Disco en JMR.<br />
243<br />
Vgl. Doorenbos, a.w. p. 342.<br />
244<br />
D/438.<br />
245<br />
D/439.<br />
246<br />
D/440.<br />
151
598. Uit het dossier is niet gebleken dat er op een moment dat de jaarrekening<br />
openbaar zou kunnen zijn gemaakt al control let<strong>te</strong>rs waren met betrekking<br />
tot de joint ventures Disco en Bompreço. Prof. Van de Poel concludeert met<br />
anderen dat in 1998 geconsolideerd kon worden. Consolidatie was verplicht<br />
en het verwijt dat in het jaarverslag van Ahold over 1998 de rechtsperson(o)n(en)<br />
Bompreço en/of Disco (vanaf het derde kwartaal) <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong><br />
zouden zijn geconsolideerd treft dan ook geen doel. Vrijspraak op dit onderdeel<br />
dient <strong>te</strong> volgen.<br />
Jaarrekening 1999<br />
599. Het gaat voor het jaarverslag van 1999 over het beweerdelijk <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong><br />
consolideren van Bompreço, Disco, Paiz en JMR. Bij de openbaarmaking van<br />
het jaarverslag (1999) in 2000 was er een control let<strong>te</strong>rs beschikbaar voor<br />
Bompreço. De exac<strong>te</strong> status bij Disco is onduidelijk. Er waren geen control<br />
let<strong>te</strong>rs voor Paiz en JMR.<br />
600. De verdediging wijst er op dat de uit de in het jaarverslag opgenomen accountantsverklaring<br />
volgt dat de accountant al op 7 maart 2000 accoord<br />
was met de jaarrekening op dat moment waren er nog geen control let<strong>te</strong>r<br />
en side lide let<strong>te</strong>r voor Disco. De control let<strong>te</strong>r en de side let<strong>te</strong>r voor Disco<br />
zijn van ruimschoots na die datum.<br />
601. Van Liere gaf onder punt 46.13 van zijn pleitaan<strong>te</strong>keningen aan dat voor de<br />
verhouding met D&T voor de beoordeling van Bompreço alleen 1999 van<br />
belang was. Niet voorbij gegaan kan worden aan het feit, dat Ahold juist in<br />
de periode mei/juni 2000 - en dat is juist de periode dat het jaarverslag<br />
over 1999 openbaar werd gemaakt - de volledige eigendom van Bompreço<br />
verkreeg. Precies in lijn met de bedoeling bij het aangaan van de deelneming<br />
in 1996. Er is geen bewijs voorhanden waaruit blijkt, dat Ahold in<br />
1999 de suprematie tijdelijk uit handen zou hebben gegeven, om vervolgens<br />
in 2000 Bompreço volledig <strong>te</strong> verwerven. Het zou ook in het licht van<br />
een consis<strong>te</strong>nt beleid zottigheid zijn geweest om Bompreço voor 1999 <strong>te</strong><br />
deconsolideren en in 2000 weer <strong>te</strong> consolideren.<br />
152
Jaarrekening 2000/2001<br />
602. Onder 46.13 gaf Van Liere ook aan dat voor Disco alleen 2000 van belang<br />
zou zijn voor de verhouding met D&T.<br />
603. Ten aanzien van Disco geldt, dat Ahold in 2001 een meerderheid verkreeg<br />
van 56%. In het jaarverslag wordt voorts melding gemaakt van de zeer<br />
zware economische omstandigheden in Argentinië. Ook uit de door Ahold<br />
bij dit financiële zware weer gespeelde rol richting Disco moet worden afgeleid,<br />
dat consolidatie voor 2001 <strong>te</strong>recht was. De vergelijking met Bompreço<br />
kan worden gemaakt dat het voorts inconsis<strong>te</strong>nt zou zijn (en de aandeelhouders<br />
op het verkeerde been zou zet<strong>te</strong>n) als voor 2000 zou worden gedeconsolideerd<br />
<strong>te</strong>rwijl <strong>te</strong>n tijde van openbaarmaking en in de lijn der gebeur<strong>te</strong>nissen<br />
duidelijk was, dat over consolidatie in 2001 geen enkele discussie<br />
bestond.<br />
604. In het Jaarverslag 2001 wordt melding gemaakt van de nieuwe Joint Venture<br />
CARHCO 247 . Op het moment van openbaarmaking van het jaarverslag<br />
was de deelneming met Paiz derhalve gedeconsolideerd (namelijk vanaf het<br />
eers<strong>te</strong> kwartaal in 2002). Ook uit dit feit blijkt weer, dat de bewegende beweerdelijke<br />
motieven aardig zijn voor het doel waartoe zij het OM kennelijk<br />
moe<strong>te</strong>n dienen, maar dat zij geen s<strong>te</strong>un vinden in de fei<strong>te</strong>n. Ahold deconsolideerde<br />
op het moment, dat zij ervan overtuigd was dat zulks de juis<strong>te</strong><br />
handelwijze was.<br />
Consolidatie gebaseerd op valse side let<strong>te</strong>r<br />
605. In de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging is opgenomen, dat de jaarrekening onwaar is, omdat:<br />
"de consolidatie van voornoemde rechtsperso(o)n(en) in de balans(en)<br />
en winst en verliesrekening(en) en/of toelichting over de<br />
jaren 1998 en/of 1999 en/of 2000 en/of 2001 (<strong>te</strong>lkens) gebaseerd<br />
is 248 op een valse side let<strong>te</strong>r."<br />
606. Niet duidelijk is wat hier wordt bedoeld met "side let<strong>te</strong>r". Voorts is evident<br />
dat de side let<strong>te</strong>r discussie niet over het algemeen gevoerd kan worden,<br />
maar per deelneming en per jaar. Om die reden is de dagvaarding op dit<br />
punt nietig.<br />
247 P.. 21 (kopje Midden Amerika).<br />
248 Het woord "is" is herplaatst om de zin leesbaar <strong>te</strong> houden.<br />
153
607. Ook als er sprake zou zijn van een geldige dagvaarding is dit verwijt gedoemd<br />
<strong>te</strong> mislukken, omdat voor feit 336 Sr ui<strong>te</strong>raard niet relevant is van<br />
welke al dan niet "valse" documen<strong>te</strong>n gebruik is gemaakt. Dit verwijt is al<br />
gemaakt in de onderdelen 1 en 2 van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging. De vraag is of de<br />
jaarrekening zelf onwaar is. Ook indien sprake is van valse documen<strong>te</strong>n kan<br />
de jaarrekening waar zijn.<br />
ICA Put Optie<br />
608. Ten aanzien van de ICA Put Optie requireerde het OM tot vrijspraak, omdat<br />
opzet niet bewezen zou kunnen worden. De verdediging meent dat vrijspraak<br />
in de rede ligt omdat niet bewezen is dat de ICA Put optie uberhaupt<br />
in de jaarrekening zou moe<strong>te</strong>n worden opgenomen. Ik verwijs in dat kader<br />
nog maar eens naar de verklaringen van Dassen en Van der Veg<strong>te</strong> bij de<br />
rech<strong>te</strong>r commissaris. Deze verklaringen zijn ook aan Prof. Van de Poel voorgehouden.<br />
Prof. Van de Poel reageerde dat je er inderdaad over van mening<br />
kunt verschillen of de put optie moet worden opgenomen in de jaarrekening.<br />
Prof. Van de Poel zelf is overigens minder duidelijk op dit punt dan<br />
mogelijkerwijs uit sommige opmerkingen in zijn rapport lijkt. In zijn eers<strong>te</strong><br />
rapport schreef hij op de vraag of de ICA put optie in de jaarrekening moest<br />
worden opgenomen:<br />
"Liever wel, omdat het relevant kan zijn voor de gebruikers. Zoiets<br />
hoort in de toelichting. Het is ech<strong>te</strong>r geen doodzonde om het niet <strong>te</strong><br />
doen."<br />
609. Het OM was ui<strong>te</strong>raard niet <strong>te</strong>vreden met dit antwoord en kennelijk luidde de<br />
aanvullende vraag of Ahold in de Nederlandse verslagen over het bestaan<br />
van de optie had moe<strong>te</strong>n rappor<strong>te</strong>ren. Prof. Van der Poel wekt in zijn nieuwe<br />
antwoord eerst de indruk, dat het inderdaad moet worden opgenomen,<br />
maar gaat hier vervolgens op een zodanige wijze aan nuanceren, dat de<br />
verdediging toch op hetzelfde antwoord uitkomt als bij het eers<strong>te</strong> verslag,<br />
namelijk be<strong>te</strong>r van wel, maar of het ook verplicht is, blijft de vraag. Prof.<br />
Van der Poel schrijft immers eerst op dezelfde bladzijde 9 (waar hij concludeerde<br />
tot opname in het jaarverslag van de put optie) van aanvullende<br />
rapport:<br />
"Ahold had er be<strong>te</strong>r aan gedaan over de optie <strong>te</strong> berich<strong>te</strong>n." (onderstreept<br />
door mij/JL)<br />
154
610. "Er be<strong>te</strong>r aan doen" staat volgens mij gelijk aan "liever wel" een strafrech<strong>te</strong>lijke<br />
(dood)zonde is dit niet: vrijspraak dus. Nog voordat tot de vraag of er<br />
opzet was aan de orde is.<br />
611. Overigens kan niet worden voorbijgegaan aan de in<strong>te</strong>ressan<strong>te</strong> en fraaie<br />
opmerking van Prof. Van der Poel aan het slot van zijn ICA antwoord. Hij<br />
schrijft:<br />
JMR en Ma<strong>te</strong>riali<strong>te</strong>it<br />
"Ten overvloede <strong>te</strong>ken ik aan dat de verdach<strong>te</strong>n niet twee keer fout<br />
kunnen zit<strong>te</strong>n, enerzijds door de putoptie niet op <strong>te</strong> nemen in het<br />
verslag en anderzijds door het verwijt <strong>te</strong> krijgen <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> overwegende<br />
zeggenschap over ICA <strong>te</strong> claimen."<br />
612. Over de mogelijkheid van het al dan niet consolideren van JMR hebben ook<br />
in het verleden discussies plaatsgevonden. Tijdens de discussies <strong>te</strong>vens<br />
vraag onder ogen gezien, wat <strong>te</strong> doen als JMR onverhoopt consolidatie beslissing<br />
onverhoopt anders mocht uitvallen. Het antwoord was: niets. Zowel<br />
de Nederlandse als de Amerikaanse accountant(s) die zich zelfstandig met<br />
deze vraag hebben bezig gehouden, concludeerden dat JMR binnen het<br />
concern niet ma<strong>te</strong>rieel was. Naarma<strong>te</strong> de tijd vorderde en Ahold gro<strong>te</strong>r<br />
werd, werd het belang van JMR ui<strong>te</strong>raard s<strong>te</strong>eds beperk<strong>te</strong>r. Het al dan niet<br />
consolideren was "niet ma<strong>te</strong>rieel" voor de vraag of de jaarrekening een getrouw<br />
beeld gaf. Het zal duidelijk zijn dat de vraag of de jaarrekening waar<br />
of onwaar is, met de marginale toets dus ook niet aan de orde komt. Om<br />
maar <strong>te</strong> zwijgen van de vraag over de vereis<strong>te</strong> opzet kan worden bewezen.<br />
Ten aanzien van JMR, dus ook als <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> zou zijn geconsolideerd, kan<br />
niet tot bewezenverklaring worden gekomen <strong>te</strong>n aanzien van de beweerdelijke<br />
onware jaarrekening en vrijspraak dient <strong>te</strong> volgen.<br />
Fei<strong>te</strong>lijk leidinggeven<br />
613. Ten aanzien van dit feit is niet gebleken van een aanmerkelijk kansbewustzijn<br />
bij cliënt.<br />
614. Ik concludeer tot vrijspraak van feit 3.<br />
155
FEIT 3 en/of<br />
615. Het is niet duidelijk wat het OM met dit feit bedoelt. Dit geldt <strong>te</strong>meer na het<br />
horen (en nalezen) van het requisitoir.<br />
616. De en/of variant wordt gepresen<strong>te</strong>erd als vangnet voor het niet kwalificeren<br />
voor 336 voor zover het de aansluiting betreft. Uitvoerig wordt in het requisitoir<br />
betoogd dat "de aansluiting" onderdeel zou uitmaken van de jaarrekening<br />
en dus getoetst zou kunnen worden aan artikel 336 Sr.<br />
617. Los van het feit dat de aansluiting eenvoudigweg geen onderdeel uitmaakt<br />
van de jaarrekening en zoals het OM eigenlijk zelf ook wel lijkt in <strong>te</strong> zien<br />
niet "onwaar" is in de zin van artikel 336 Sr is dit niet <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegd. De<br />
<strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging sluit niet aan bij hetgeen in het requisitoir is betoogd. De<br />
<strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging <strong>te</strong>n aanzien van de en/of variant is toch echt toegespitst op<br />
artikel 225 Sr en hierover wordt in het requisitoir nu juist niet gesproken.<br />
De verdediging verzoekt het OM in repliek aan dit punt nader aandacht <strong>te</strong><br />
bes<strong>te</strong>den.<br />
618. Ik houd het er voorlopig maar voor dat het een zelfstandig feit betreft (en<br />
dus een nieuwe variant).<br />
619. Tegen de geschets<strong>te</strong> ach<strong>te</strong>rgrond is zelfstandige beoordeling van dit <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde<br />
feit lastig. De wijze van <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging brengt voorts met zich<br />
mee dat de verschillende joint ventures, jaren en jaarrekeningen op de gro<strong>te</strong><br />
hoop worden gegooid. Uit hetgeen tot dusver in dit pleidooi aan de orde<br />
is gekomen, bijvoorbeeld bij het fei<strong>te</strong>noverzicht, de consolidatie en ook bij<br />
hetgeen ik zojuist <strong>te</strong>n aanzien van feit 3 het betoogd heb volgt dat de omstandigheden<br />
van het geval, c.q. de relevan<strong>te</strong> fei<strong>te</strong>n het noodzakelijk maken<br />
dat de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging ook duidelijk is omtrent de vermeende valsheid. De<br />
ma<strong>te</strong>rie is <strong>te</strong> complex om met algemeenheden af <strong>te</strong> doen. De dagvaarding<br />
is dan ook nietig.<br />
620. In de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging is aangegeven, dat de valsheid - ik vat samen - zou<br />
zijn gelegen in het nala<strong>te</strong>n <strong>te</strong> vermelden dat volledige consolidatie niet mogelijk<br />
is volgens Amerikaans en/of Nederlands jaarrekeningenrecht. Bij de<br />
behandeling van feit 6, zal in het bijzonder worden ingegaan op het "nala<strong>te</strong>n<br />
<strong>te</strong> vermelden". Ik volsta – onder verwijzing naar het zodadelijk <strong>te</strong> be-<br />
156
plei<strong>te</strong>n onderdeel – met de opmerking dat het enkele nala<strong>te</strong>n <strong>te</strong> vermelden<br />
ui<strong>te</strong>raard geen valsheid oplevert.<br />
621. Uitvoerig betoogd is al dat <strong>te</strong>recht is geconsolideerd, althans dat niet kan<br />
worden bewezen dat <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> is geconsolideerd. Daarbij komt dat het<br />
hier lou<strong>te</strong>r een niet verplich<strong>te</strong> vergelijking is van een aantal verschillen die<br />
het gevolg zijn van de gehan<strong>te</strong>erde grondslagen in de jaarrekening in Nederland<br />
en in de Verenigde Sta<strong>te</strong>n. De uitleg beperkt zich tot een beschrijving<br />
van de belangrijks<strong>te</strong> verschillen. De vraag of al dan niet sprake dient <strong>te</strong><br />
zijn van consolidatie is hier niet aan de orde.<br />
622. Ook <strong>te</strong>n aanzien van dit feit is niet gebleken van een aanmerkelijk kansbewustzijn<br />
bij cliënt.<br />
623. Ik concludeer dan ook tot vrijspraak.<br />
157
FEIT 4<br />
Inleiding<br />
624. Samengevat is het OM van oordeel dat cliënt fei<strong>te</strong>lijk leiding heeft gegeven<br />
aan het opzet<strong>te</strong>lijk verzwijgen of verminken van ware en/of het voorspiegelen<br />
van valse fei<strong>te</strong>n of omstandigheden door het uitgeven van prospectussen<br />
waarin:<br />
o <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> op grond van Dutch Gaap en US Gaap de volledige geconsolideerde<br />
cijfers zijn opgenomen van joint ventures met JMR,<br />
Bompreço, Disco, Paiz en ICA in een zogenaamde ‘pro forma combined<br />
sta<strong>te</strong>ment’;<br />
o <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> niet de partner put optie was opgenomen;<br />
o beleggers tijdens roadshows en via het uitbrengen van persberich<strong>te</strong>n<br />
zijn voorgelicht, waarbij verdach<strong>te</strong> <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> zou hebben ges<strong>te</strong>ld<br />
dat Ahold (overwegende) zeggenschap had in die rechtspersonen<br />
en/of het bestaan van het naast elkaar bestaan van de elkaar <strong>te</strong>gensprekende<br />
control en side let<strong>te</strong>r is verzwegen.<br />
625. Het OM heeft <strong>te</strong>n aanzien van de put optie gerequireerd tot vrijspraak vanwege<br />
het ontbreken van opzet. Bij de behandeling van feit III heb ik reeds<br />
aangegeven, dat vrijspraak dient <strong>te</strong> volgen omdat de put optie niet het<br />
prospectus opgenomen behoefde <strong>te</strong> worden, althans dat niet duidelijk is dat<br />
de put optie moet worden opgenomen. Vrijspraak dient op dit punt hoe dan<br />
ook <strong>te</strong> volgen.<br />
626. Tot 1992 gold artikel 335 Sr dat kort gezegd bedrog bij emissie van aandelen<br />
strafbaar s<strong>te</strong>lde. Het artikel stond tussen de artikelen 334 (koersmanipulatie)<br />
en 336 Sr (publikatie van onware financiële stukken). De artikelen 334<br />
en 336 Sr zijn gehandhaafd.<br />
627. Artikel 335 Sr is als artikel 47 in de W<strong>te</strong> (oud) opgenomen. Dit artikel gold<br />
<strong>te</strong>n tijde van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde periode.<br />
628. Na de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde periode is de Europese richtlijn 2003/6/EG ("de<br />
Richtlijn") in werking getreden. De richtlijn heeft ondermeer betrekking op<br />
voorwe<strong>te</strong>nschap en marktmanipulatie. De Richtlijn is in de Nederlandse<br />
wetgeving geïmplemen<strong>te</strong>erd door de Wet Marktmisbruik waarbij de W<strong>te</strong><br />
158
1995 per 1 oktober 2005 is gewijzigd. Artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) is daarbij komen<br />
<strong>te</strong> vervallen.<br />
629. Niemand zou artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) gemist hebben, ware het niet dat het nog<br />
in de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging stond.<br />
630. Het nieuwe artikel 47 Wet Marktmisbruik heeft betrekking op heel andere<br />
zaken (openbaarmakings- en meldingsplicht). Reeds om die reden zou, bij<br />
een eventuele bewezenverklaring, ontslag van alle rechtsvervolging dienen<br />
<strong>te</strong> volgen. 249<br />
631. Het OM meent dat artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) een plek heeft gevonden in artikel<br />
46b, eers<strong>te</strong> lid, dat ziet op marktmanipulatie. Voor een beoordeling van dit<br />
standpunt moet <strong>te</strong>n eers<strong>te</strong> kennis worden genomen van het gehele eers<strong>te</strong><br />
lid.<br />
632. Artikel 46 b, eers<strong>te</strong> lid bepaalt, dat het verboden is om:<br />
a. een transactie of een handelsorder in effec<strong>te</strong>n <strong>te</strong> verrich<strong>te</strong>n of <strong>te</strong> bewerks<strong>te</strong>lligen<br />
waarvan een onjuist of misleidend signaal uitgaat of <strong>te</strong><br />
duch<strong>te</strong>n is met betrekking tot het aanbod van, de vraag naar of de<br />
koers van die effec<strong>te</strong>n;<br />
b. een transactie of een handelsorder in effec<strong>te</strong>n <strong>te</strong> verrich<strong>te</strong>n of <strong>te</strong> bewerks<strong>te</strong>lligen<br />
<strong>te</strong>neinde de koers op een kunstmatig niveau <strong>te</strong> houden;<br />
c. een transactie of een handelsorder in effec<strong>te</strong>n <strong>te</strong> verrich<strong>te</strong>n of <strong>te</strong> bewerks<strong>te</strong>lligen<br />
waarbij gebruik wordt gemaakt van bedrog of misleiding;<br />
d. informatie <strong>te</strong> verspreiden waarvan een onjuist of misleidend signaal uitgaat<br />
of <strong>te</strong> duch<strong>te</strong>n is met betrekking tot het aanbod van, de vraag naar<br />
of de koers van de effec<strong>te</strong>n, <strong>te</strong>rwijl de verspreider weet of redelijkerwijs<br />
moet vermoeden dat de informatie onjuist of misleidend is.<br />
633. Het OM meent dat artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) is vervangen door sub d. Dit standpunt<br />
is onjuist. 250<br />
634. Artikel 46 b (sub d) is een direct vervolg op het nog s<strong>te</strong>eds vigerende artikel<br />
334 Sr. Artikel 334 Sr bepaalt:<br />
249<br />
G.J.M. Cors<strong>te</strong>ns, Het Nederlands strafprocesrecht, Deven<strong>te</strong>r 2005, in het bijzonder noot 34 op p.<br />
616.<br />
250<br />
Zie ook de diverse voorbeelden in de Richtlijn en de toelichting op artikel 46b.<br />
159
"Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrech<strong>te</strong>lijk <strong>te</strong><br />
bevoordelen, door het verspreiden van een leugenachtig bericht, de<br />
prijs van koopwaren, fondsen of geldswaardig papier doet stijgen of<br />
dalen (etc.)."<br />
635. Grundmann-van de Krol vat de totstandkoming van artikel 46 b bondig samen.<br />
251 Ook zij plaatst het artikel in het licht van artikel 334 Sr en zij consta<strong>te</strong>ert<br />
dat met artikel 46b het bestaande artikel 334 Sr in het kader van<br />
de implementatie van artikel 5 van de Richtlijn gelijk is getrokken met<br />
marktmanipulatie bepalingen in andere landen. Artikel 46b is dus een aanvulling<br />
op artikel 334 Sr (koersmanipulatie/leugenachtig bericht 252 ) en geen<br />
vervanging van artikel 47 W<strong>te</strong> (oud). Artikel 334 Sr is niet vervallen, omdat<br />
het ook ziet op koopwaren. Het is overigens aardig, dat artikel 47 W<strong>te</strong> (oud)<br />
al in de vorige druk van het handboek van Grundmann-van de Kroll, lou<strong>te</strong>r<br />
in het historisch overzicht was opgenomen. 253<br />
636. Italianer schreef in 2000 vooruitlopend op het huidige artikel 46b, eers<strong>te</strong> lid<br />
sub d, dat het hier de tweede hoofdca<strong>te</strong>gorie betreft namelijk het bewust<br />
verspreiden van valse of misleidende informatie die aanzienlijke invloed zou<br />
kunnen hebben op de koers, <strong>te</strong>rwijl de verspreiders of zij die van de manipulatie<br />
op de hoog<strong>te</strong> zijn daardoor een voordeel of winst behalen. Hoewel<br />
deze passage alweer een klein beetje geda<strong>te</strong>erd is, is zij toch van belang<br />
om inzicht <strong>te</strong> krijgen in het ontstaan van het huidige artikel. Hij concludeert<br />
vervolgens (onder het hoofdstuk "Enkele bestaande Nederlandse bepalingen")<br />
dat het duidelijk is dat de bestaande Nederlandse bepaling met betrekking<br />
tot koersmanipulatie (art 334 Sr) op de helling moet. Geen woord<br />
over artikel 47 W<strong>te</strong> (oud). 254<br />
637. Het OM zelf, plaatst de vermeende overtreding van artikel 47 W<strong>te</strong> (oud)<br />
niet in het licht van het verspreiden van een leugenachtig bericht <strong>te</strong>n behoeve<br />
van koersvorming. Ges<strong>te</strong>ld wordt immers, dat het prospectus zich<br />
richt op nieuwe beleggers, althans het publiek dat overweegt zich in <strong>te</strong><br />
251<br />
C.M. Grundmann-van de Krol, Koersen door het effec<strong>te</strong>nrecht, Beschouwingen omtrent het Nederlandse<br />
effec<strong>te</strong>nrecht, Boom Juridische uitgevers Den Haag, zesde druk, 2006, m.n. p. 276-<br />
277.<br />
252<br />
De <strong>te</strong>kst van sub d vertoont veel gelijkenis met artikel 334 Sr: "Hij die, met het oogmerk om zich<br />
of een ander wederrech<strong>te</strong>lijk <strong>te</strong> bevoordelen, door het verspreiden van een leugenachtig bericht<br />
de prijs van koopwaren, fondsen of geldswaardig papier doet stijgen of dalen (…)"<br />
253<br />
C. Grundmann-van de Krol, vijfde druk, p. 5.<br />
254<br />
J. Italianer, Enkele opmerkingen over de Richtlijn Marktgebruik, Iets bijzonders, Sdu 2002, p.<br />
141.<br />
160
schrijven op nieuw <strong>te</strong> plaatsen aandelen. Het trach<strong>te</strong>n <strong>te</strong> bewegen tot inschrijven<br />
staat centraal.<br />
638. Met het oude artikel 335 Sr of artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) heeft artikel 46b kortom<br />
niets van doen. Geconcludeerd moet dan ook worden, dat de gedraging van<br />
cliënt niet valt onder artikel 46 b, eers<strong>te</strong> lid sub d. 255<br />
639. De verdwijning van artikel 47 W<strong>te</strong> 1995 (oud) staat niet op zichzelf.<br />
Doorenbos schreef in 1992 al:<br />
"Bestrijding van vermeend emissiebedrog als bedoeld in artikel 335 Sr<br />
kan volledig plaatsvinden in de privaatrech<strong>te</strong>lijke sfeer." 256<br />
640. Discussies over beweerdelijke onjuistheden in het prospectus vinden in de<br />
civielrech<strong>te</strong>lijke arena plaats. Bijvoorbeeld discussie in het kader van prospectussen<br />
bij: DAF NV, Coop, Air Holland, De Vries Robbé en het in het requisitoir<br />
genoemde Worldonline prospectus. 257<br />
641. Een strafrech<strong>te</strong>lijke uitspraak <strong>te</strong>n principale over artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) (of<br />
artikel 335 Sr) is niet <strong>te</strong> vinden. De officier van justitie haalt één beschikking<br />
aan van het hof Ams<strong>te</strong>rdam. Laat dit nu net een beschikking zijn waarin het<br />
beklag <strong>te</strong>gen de beslissing van het OM om in de Worldonline zaak niet <strong>te</strong><br />
vervolgen <strong>te</strong>rzake (ondermeer) overtreding van artikel 47 W<strong>te</strong>(oud) 258 werd<br />
afgewezen.<br />
642. Het zal ook om deze reden zijn, dat artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) niet nader gemotiveerd<br />
uit het wetboek is verdwenen. Het artikel deed en doet er niet toe.<br />
643. De conclusie van het vorengaande is, dat cliënt <strong>te</strong>n aanzien van het als feit<br />
vier <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde ontslagen dient <strong>te</strong> worden van alle rechtsvervolging.<br />
644. Ook als de oude wetgeving zou worden toegepast, moet de nieuwe regelgeving<br />
in ogenschouw moet worden genomen. Terecht wordt in de li<strong>te</strong>ra-<br />
255<br />
Mr Van Liere, zal dit onderwerp nader bezien, de verdediging van Van der Hoeven zal zich hierbij<br />
<strong>te</strong>r gelegenheid van dupliek bij aanslui<strong>te</strong>n.<br />
256<br />
D.R. Doorenbos, Financieel Strafrecht, diss. 9 sept. 1992 Nijmegen, Deven<strong>te</strong>r 1992, p. 464.<br />
257<br />
Zie voor een overzicht,C.J.H. Jansen, E.R. Schreuder, H.L.E. Verhagen, Prospectusaansprakelijkheid,<br />
bankjuridische reeks nr. 48, NIBESVV, 2003, p. 111-117.<br />
258<br />
Gerechtshof Ams<strong>te</strong>rdam 16 januari 2004, LJN: AO1815.<br />
161
tuur betoogd, dat artikel 46, b niet duidelijk en voorspelbaar is. 259 Dit heeft<br />
zijn weerslag op het <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde artikel 47 W<strong>te</strong> (oud). Hoe valt immers<br />
artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) met inachtneming van het nieuwe artikel 46 b uit <strong>te</strong><br />
leggen. Uit het zogenoemde legali<strong>te</strong>its- of lex certa beginsel, verwoord in<br />
onder meer art. 1 Sr, volgt dat een strafrech<strong>te</strong>lijke bepaling duidelijk en<br />
voorspelbaar moet zijn in zijn toepassing, daarvan is geen sprake.<br />
Toetsing aan de hand van artikel 47 W<strong>te</strong> 1995 (oud)<br />
645. De juis<strong>te</strong> volgorde der dingen, althans het strafvorderlijk beslissingsmodel,<br />
brengt met zich mee dat het vorengaande niet aan de orde is, omdat het<br />
feit niet bewezen verklaard zal worden en vrijspraak volgt.<br />
646. In de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging staat samengevat dat getracht is het publiek tot inschrijving<br />
<strong>te</strong> bewegen, immers: op of omstreekstreeks 28 april en/of 15 mei<br />
2000 zijn prospectussen volgens het OM uitgegeven. Dit onderdeel van de<br />
<strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging is strikt genomen niet juist. Het betreffen geen prospectussen,<br />
maar supplemen<strong>te</strong>n bij het prospectus van 8 juni 1999. 260<br />
647. Als ik voor dit pleidooi toch de <strong>te</strong>rminologie van het OM volg dan komt<br />
daarbij komt dat het supplement van 15 mei 2000 – de zogenoemde black<br />
herring – voor het <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde niet van belang is. Verwe<strong>te</strong>n wordt dat<br />
getracht is het publiek <strong>te</strong> bewegen tot inschrijving of deelneming. In de<br />
black herring is het eindresultaat van de emissie opgenomen en het publiek<br />
kan door de inhoud van de black herring niet meer worden bewogen tot inschrijving<br />
of deelname. Meurs verklaarde hierover:<br />
" Het voorlopig prospectus (D/190) is het prospectus op basis waarvan<br />
personen en beleggers de beslissing dienen <strong>te</strong> nemen om al dan<br />
niet deel <strong>te</strong> nemen aan de emissie. De beslissing om al dan niet deel<br />
<strong>te</strong> nemen kan niet gebeuren op het definitieve prospectus (D/191),<br />
aangezien deze pas wordt uitgebracht nadat de emissie is geslo<strong>te</strong>n,<br />
zodat op basis van deze definitieve prospectus geen beslissing meer<br />
kan worden genomen."<br />
648. De prospectussen D107 en D191 zijn niet relevant voor de beoordeling of<br />
getracht is het publiek <strong>te</strong> bewegen tot inschrijving of deelname. Ik beperk<br />
259 Vgl. J. Italianer en A.J.P. Tillema, Het concept-wetsvoors<strong>te</strong>l Implementatie Richtlijn Marktmisbruik,<br />
Startschot voor nieuw regime in Nederland, Ondernemingsrecht 2003, p. 430-439, in het<br />
bijzonder p. 435.<br />
260 D/106.<br />
162
mij tot de - overigens inhoudelijk gelijkluidende - red herring van 28 april<br />
1999 (D190).<br />
649. Het publiek zou, voor zover het dit prospectus betreft, zijn bewogen tot<br />
deelname door het (volgens het OM) <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> opnemen van geconsolideerde<br />
cijfers naar Dutch en/of US GAAP. Deze geconsolideerde cijfers zouden<br />
zijn opgenomen<br />
"in een zogenaamde "pro forma combined sta<strong>te</strong>ment"."<br />
650. Met "pro forma combined sta<strong>te</strong>ment" wordt (zo leid ik ook af uit AH/47)<br />
kennelijk gedoeld op "the Summary Unaudi<strong>te</strong>d Pro Forma Combined Financial<br />
Data" op de bladzijden S-12 en S-13.<br />
651. De bladzijden S-25 tot en met S-35 bevat<strong>te</strong>n het hele verhaal <strong>te</strong>rzake de<br />
pro forma combined financial data.<br />
652. Deze data hebben betrekking op de acquisitie van US Foodservice en het<br />
partnership met de ICA Group. Het hoofdstuk (en ook de samenvatting)<br />
start met:<br />
"The unaudi<strong>te</strong>d pro forma combined financial data, prepared in accordance<br />
with Dutch Gaap, including the no<strong>te</strong>s thereto, set forth below,<br />
give effect to:"<br />
o the acquisition of U.S. Foodservice<br />
o the partnership with respect to the ICA Group; and<br />
o the global offering, assuming no convertible no<strong>te</strong>s are issued<br />
and no exercise of the overallotment options."<br />
653. De joint ventures met JMR, Bompreço, Disco en Paiz spelen in dit hoofdstuk<br />
geen rol.<br />
654. Onderdeel van D-190 maakt uit het Independent Auditor’s report. Via dit<br />
report geeft D&T samengevat <strong>te</strong> kennen, dat zij de financiële data over drie<br />
fiscale jaren opgenomen onder F-3 tot en met F-40 hebben beoordeeld tot<br />
2 januari 2000 en accoord bevonden.<br />
163
655. Deze data zijn ui<strong>te</strong>raard ook al eerder (bijvoorbeeld bij de beoordeling van<br />
de jaarrekeningen over 1998 en 1997) beoordeeld. Het zijn deze stukken<br />
die de financiële basis vormen van het prospectus.<br />
656. Bij de pro forma data worden <strong>te</strong>n aanzien van 1999 lou<strong>te</strong>r de nieuwe omstandigheden<br />
ICA en US Food in het kader van deze correc<strong>te</strong> informatie geplaatst.<br />
Ten aanzien van JMR, Bompreço, Disco en Paiz is gewerkt met de<br />
cijfers over 1997, 1998 en 1999 die reeds waren geaccordeerd door de accountant.<br />
657. Voor de jaren 1997, 1998 en 1999 geldt voorts dat JMR, Bompreço, Disco<br />
en Paiz <strong>te</strong>recht zijn geconsolideerd.<br />
658. In zin één van bladzijden S-12 (samenvatting) en S-25 staat, dat de pro<br />
forma financial data zijn opgemaakt in overeens<strong>te</strong>mming met Dutch GAAP.<br />
659. Hierover is al genoeg gezegd: voor Dutch GAAP was consolideren verplicht.<br />
Dit geldt ui<strong>te</strong>raard ook voor ICA Ahold. Volledigheidshalve wijst de verdediging<br />
er nog op, dat er <strong>te</strong>n tijde van de uitgif<strong>te</strong> van het relevan<strong>te</strong> supplement<br />
(28 april 2000) geen control let<strong>te</strong>r of side let<strong>te</strong>r was voor ICA Ahold.<br />
660. Op bladzijde S-34 is een verwijzing naar US GAAP opgenomen:<br />
"In connection with the ICA transaction, we recently signed a<br />
shareholders agreement with ICA Forbundet Invest AB and Canica<br />
AS, the former principal shareholders of ICA AB, the parent company<br />
of the ICA Group. We believe that the <strong>te</strong>rms of this agreement<br />
and the further execution and in<strong>te</strong>rpretation of the agreement will<br />
convey to us the control necessary to consolida<strong>te</strong> our in<strong>te</strong>rest in the<br />
ICA Group under US GAAP." (onderstreept door mij/JL)<br />
661. Met deze <strong>te</strong>kst is helemaal niets mis. Ahold is van oordeel dat de overeenkomst<br />
en de verdere uitvoering en uitleg van de overeenkomst "will convey"<br />
oftwel "tot uitdrukking zal brengen" aan ons (Ahold/JL) de benodigde controlle.<br />
662. Daarbij komt dat prominent op verschillende plekken in het prospectus<br />
staat, wat de omvang van de belangen van Ahold is in de JV’s. Op bladzijde<br />
S-6 en blz. S-14(de eers<strong>te</strong> zin bij recent developments):<br />
164
663. En op bladzijde S-15<br />
"In April 2000, we acquired a 50% partnership in<strong>te</strong>rest in the ICA<br />
Group"<br />
"Together with the former principal shareholders of the ICA Group,<br />
ICA Forbundet Invest AB and Canica AS, we have formed a new<br />
50/50 holding company, ICA Ahold Holding AB"<br />
664. Het was en is voor iedereen inzich<strong>te</strong>lijk wat de belangen van Ahold waren in<br />
de verschillende joint-ventures.<br />
Niet getracht het publiek <strong>te</strong> misleiden<br />
665. Hiervoor zei ik al dat <strong>te</strong>recht is geconsolideerd. De vraag is, mocht u onverhoopt<br />
tot een andere conclusie komen, of het <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren<br />
van de joint ventures misleiding oplevert. Immers, ook bij <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren<br />
blijft overeind dat het prospectus helder is <strong>te</strong>n aanzien van de belangen<br />
van 50% in de jont ventures. Doorenbos schreef in dit kader:<br />
"In de onderhavige strafrech<strong>te</strong>lijke con<strong>te</strong>xt behoort (…) aansprakelijkheid<br />
niet reeds in <strong>te</strong> treden wanneer sprake is van verzwijging,<br />
verminking of onwaarheid van gegevens (fei<strong>te</strong>n en omstandigheden)<br />
op zichzelf, doch pas wanneer de verzwijging, verminking of onwaarheid<br />
van zodanige aard is dat zij een onjuis<strong>te</strong> voors<strong>te</strong>lling moet<br />
wekken. (…) " 261<br />
666. De verdediging wijst in dit kader op de verklaring van de niet geci<strong>te</strong>erde<br />
financieel analist Siebrand. 262 Siebrand verklaarde ondermeer:<br />
"Ik denk evenwel dat andere analis<strong>te</strong>n een 50% belang op dezelfde<br />
wijze analyseren en waarderen als ik. Het al dan niet consolideren<br />
betreft een puur boekhoudkundig iets, en voor de waarde zou het<br />
dus niet mogen uitmaken."<br />
667. Deze opmerking doet mij deugd: ik kon mij ook niets anders voors<strong>te</strong>llen. In<br />
de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong> gelegde periode was Ahold hot. Vele analis<strong>te</strong>n hielden zich bezig<br />
met het aandeel Ahold. Natuurlijk zagen deze analis<strong>te</strong>n dat Ahold geen<br />
100% belangen had in de joint ventures maar belangen van 50%. Hiermee<br />
werd bij de analyses rekening gehouden.<br />
261 Doorenbos, a.w.,. 314.<br />
262 G/33/1, p. 4.<br />
165
668. Uit de wetsgeschiedenis bij artikel 335 Sr volgt bovendien dat misleiding<br />
betrekking moet hebben op fei<strong>te</strong>n "waarvan de waarde der onderneming<br />
afhangt". De waarde van een onderneming is niet afhankelijk van het al dan<br />
niet consolideren.<br />
669. Voor het bepalen van de norm, wijst het OM op de eerder genoemde beschikking<br />
van het Hof. Deze beschikking heeft ech<strong>te</strong>r betrekking op een<br />
veelvoud van verwij<strong>te</strong>n en niet aangegeven is waarop de definitie specifiek<br />
betrekking heeft.<br />
670. Vervolgens wordt in voetnoot 30 nog een suggestie meegegeven: kijkt u<br />
voor de normatiek van artikel 47 W<strong>te</strong> (oud) naar de <strong>te</strong>rm koersgevoelige informatie.<br />
Als ik het goed begrijp wil het OM over de band van voorkennis<br />
misleiding van beleggers aantonen. Dat is in ieder geval een creatieve gedach<strong>te</strong>.<br />
Voor zover de rechtbank hierin mee zou willen gaan, wijs ik in het<br />
bijzonder op het woord "significant" in de door het OM aangehaalde definitie<br />
voor koersgevoelige informatie. Over de uitleg van dit begrip is veel geschreven.<br />
Kris<strong>te</strong>n 263 komt in zijn dissertatie tot de volgende conclusie:<br />
"Het komt mij derhalve voor dat het begrip aanwijsbaar in de Nederlandse<br />
versie van art. 1, lid 1 richtlijn 89/592/EEG moet worden uitgelegd<br />
in de zin van een zekere omvang. Die omvang is kwantitatief<br />
bepaald en moet van zodanige aard zijn dat de invloed kan worden<br />
aangemerkt als belangrijk of aanmerkelijk."<br />
671. Het moet volgens Kris<strong>te</strong>n dus gaan om informatie die een belangrijke of<br />
aanmerkelijke invloed op de koers van het aandeel heeft.<br />
672. Het is onbegrijpelijk dat het OM de belangrijke getuige Van der Sar – zij<br />
was dealcaptain bij de emissie - niet aanhaalt. Zij verklaarde tot driemaal<br />
toe bij de RC dat het voor de waarde van een onderneming niets uitmaakt<br />
of er al dan niet wordt geconsolideerd.<br />
Het maak<strong>te</strong> ons niet uit of er wel of niet geconsolideerd werd. In principe<br />
verandert de waarde van de onderneming daardoor niet. De nettowinst<br />
verandert daardoor niet<br />
Zoals ik net al aangaf maak<strong>te</strong> het voor ons niet uit of Ahold ICA nu wel<br />
of niet zou consolideren, maar het was wel van belang dat er een oplossing<br />
voor dit discussiepunt zou komen.<br />
263<br />
F.G.H. Kris<strong>te</strong>n, Misbruik van voorwe<strong>te</strong>nschap naar Europees recht, diss. Universi<strong>te</strong>it Tilburg, Nijmegen<br />
2004, p. 359.<br />
166
Als gezegd, in onze visie (de visie van ABN/AMRO JL) is het voor beleggers,<br />
en daarmee voor ons, niet ma<strong>te</strong>rieel of een joint venture wel of<br />
niet geconsolideerd wordt. Voor de netto-financiële uitkoms<strong>te</strong>n maakt<br />
het immers geen verschil.<br />
673. De officier van justitie gooit het dan maar over een andere boeg en vangt<br />
alweer bot, als mevrouw Van der Sar kriegelig reageert:<br />
"U vraagt mij of het voor beleggers niet relevant is <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n of<br />
Ahold contol heeft over de joint venture? Dat vind ik lastig <strong>te</strong> zeggen,<br />
dan moet ik in de huid van beleggers kruipen. Dat moet u<br />
maar aan hen vragen."<br />
674. Ook wordt niet verwezen naar Van der Zee. Van der Zee was namens ABN<br />
AMRO verantwoordelijk voor de marketing. Ik kan mij zomaar voors<strong>te</strong>llen,<br />
dat zijn rol relevant is bij het aan de man brengen van de aandelen. Eveneens<br />
kan ik mij indenken dat het nuttig is <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n wat zijn standpunt was<br />
<strong>te</strong>n aanzien van de onderwerpen die bij deze emissie voor beleggers van<br />
belang waren.<br />
675. Van der Zee verklaarde ondermeer, dat beleggers vooral geïn<strong>te</strong>resseerd<br />
waren in US Foodservice en in iets mindere ma<strong>te</strong> in de Amerikaanse online<br />
grocer Peapod. Er zullen als sluitpost ook wel vragen zijn geweest over ICA,<br />
maar Van der Zee kan zich in het geheel niet meer herinneren dat daar vragen<br />
over zijn ges<strong>te</strong>ld. 264 Hij kan zich ook niet herinneren dat de consolidatie<br />
van ICA of andere joint ventures ooit in zijn bijzijn aan de orde is ges<strong>te</strong>ld.<br />
676. Tenslot<strong>te</strong> nogmaals Prof. Van de Poel. Hij verklaarde <strong>te</strong>r zitting dat beleggers<br />
niet misleid kunnen worden door het mee<strong>te</strong>llen van omzet. Kortom:<br />
consolidatie was bij de emissie simpelweg geen issue!<br />
677. In het requisitoir wordt getracht toch nog wat van dit feit <strong>te</strong> maken.<br />
678. Als de verklaringen van de getuigen - een overigens curieus samenges<strong>te</strong>lde<br />
groep - er daadwerkelijk op na worden geslagen blijkt dat de verklaringen<br />
genuanceerder zijn dan het OM ons via de cita<strong>te</strong>n wil doen geloven en belangrijker<br />
de verklaringen onders<strong>te</strong>unen niet het standpunt van het OM <strong>te</strong>n<br />
aanzien van de relevantie voor beleggers van het al dan niet consolideren.<br />
264 RC-verklaring Van der Zee van 7 november 2005 (m.n. antwoorden bij vragen 11 en 18).<br />
167
De verklaringen van twee specifieke getuigen die zijn genoemd in het requisitoir<br />
verdienen (of be<strong>te</strong>r krijgen) nog wat extra aandacht:<br />
679. Ten aanzien van getuige Kraan zou de verdediging eigenlijk het hele verhoor<br />
nog eens voor willen lezen. Dan blijkt de <strong>te</strong>ndentieuze overname van<br />
cita<strong>te</strong>n in het requisitoir. De twee cita<strong>te</strong>n in het requisitoir maken onderdeel<br />
uit van een lijn van vragen en antwoorden, waaruit volgt dat Kraan "omzet"<br />
eerst niet bij de voor beleggers belangrijke informatie opnoemt, pas na<br />
doorvragen noemt hij omzet als factor. Hij combineert omzet dan direct met<br />
marge en zegt dat omzet minder belangrijk is als de marge (zoals bij Ahold,<br />
volgens Kraan) voor de branche erg goed is. Een combinatie met consolideren<br />
wordt niet gemaakt. Het beeld van Ahold was dat Ahold "het vak bijzonder<br />
goed in de vingers had". Je zou zeggen wat maakt haar zo geliefd.<br />
Het is vandaag al een paar keer aan de orde gekomen. Ahold had een outstanding<br />
performance, was een voorbeeld voor haar concurren<strong>te</strong>n: zo was<br />
het. Bovendien zelfs de bankiers vonden consolidatie een administratieve<br />
kwestie en voor de prijsvorming was dat niet van belang.<br />
680. Omzet was, zo vervolgt Kraan van belang in relatie tot het verleden en de<br />
toekomst. Omzet op zichzelf is minder relevant. Bovendien zegt hij dat voor<br />
beleggers winst toch belangrijker was. Consolideren was volgens Kraan van<br />
belang, maar dan vooral het voeren van een consis<strong>te</strong>n<strong>te</strong> lijn.<br />
"Als deelnemingen geconsolideerd worden volgens een consis<strong>te</strong>n<strong>te</strong><br />
lijn en niet ergens in de tijdlijn een trendbreuk is voor wat betreft de<br />
wijze van consolideren. Dan kunnen vergelijkingen gemaakt worden<br />
van de cijfers van het hele bedrijf, de marge van het bedrijf. Het is<br />
erg belangrijk dat de wijze van presen<strong>te</strong>ren duidelijk is end at dit<br />
s<strong>te</strong>eds op dezelfde wijze gebeurt."<br />
681. Ook is in requisitoir aangehaald getuige Folpmers. In de fraaie zin: "Los van<br />
de vraag hoe het zit met niet professionele beleggers, waarvan Ahold er<br />
nogal wat had (ik wijs u op de verklaring van Folpmers".).<br />
682. Dat deze getuige het tot het requisitoir heeft gehaald, is een slech<strong>te</strong> grap<br />
en zegt veel over het armoedige bewijs (en dan wordt er in pleidooi ook<br />
nog op gereageerd). Folpmers is de enige particuliere getuige die is gehoord<br />
<strong>te</strong>rzake de emissie. De indruk ontstaat bij het lezen van het verhoor<br />
dat hij zomaar bij het onderzoeks<strong>te</strong>am kwam binnenlopen. Folpmers heeft<br />
geen aandelen gekocht bij deze emissie en in zijn verhoor sput<strong>te</strong>rt hij wat<br />
over door hem la<strong>te</strong>r geleden koersverlies. Het OM haalt uit zijn verklaring<br />
168
dat het structureel verzwijgen van de side let<strong>te</strong>rs een van de redenen is<br />
waarom hij geen vertrouwen meer heeft in Ahold. Wat heeft dit <strong>te</strong> maken<br />
met de emissie in 2000? Dit is niet <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegd. Bovendien waren er nog<br />
geen side let<strong>te</strong>rs. Zijn verklaring dient als niet relevant <strong>te</strong>rzijde worden gelegd.<br />
683. In het requisitoir is aangegeven, dat het ontbreken van overwegende zeggenschap<br />
de kern is van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde misleiding. Het OM heeft misschien<br />
een andere <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging dan de verdediging. Immers <strong>te</strong>n aanzien<br />
van het prospectus staat er helemaal niets over overwegende zeggenschap<br />
in de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging. Het gaat lou<strong>te</strong>r om het vermeend <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren.<br />
Dit is ook waarop AH/47 betrekking heeft.<br />
684. Slechts bij de roadshows en persberich<strong>te</strong>n wordt ges<strong>te</strong>ld, dat verdach<strong>te</strong> <strong>te</strong>n<br />
onrech<strong>te</strong> heeft aangegeven overwegende zeggenschap <strong>te</strong> hebben. De verdediging<br />
begrijpt wel waarom deze koerswending wordt gemaakt, het vermeende<br />
bewijs <strong>te</strong>n aanzien van het belang voor beleggers van consolidatie<br />
is door de diverse getuigen om zeep geholpen en een nieuwe uitleg is gewenst.<br />
Roadshow en Persberich<strong>te</strong>n<br />
685. In de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging staat <strong>te</strong>n eers<strong>te</strong>, dat de roadshows en de persberich<strong>te</strong>n<br />
onderdeel uitmaak<strong>te</strong>n van de prospectussen. Hiervan is ui<strong>te</strong>raard geen<br />
sprake en dit kan dan ook niet bewezen worden.<br />
686. Niet duidelijk is op welke roadshows wordt gedoeld ook is niet aangegeven<br />
op welke persberich<strong>te</strong>n het <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde ziet. De dagvaarding is op dit<br />
punt nietig.<br />
687. Dit geldt <strong>te</strong>meer nu niet duidelijk is bij welke roadshows cliënt betrokken<br />
was. Voorts is niet duidelijk waar deze roadshows plaatsvonden; ook is niet<br />
duidelijk voor wie de roadshows werden gehouden.<br />
688. Voor zover u niet tot nietigheid mocht beslui<strong>te</strong>n is het ontbreken van informatie<br />
over de roadshows van belang, want voor de beweerdelijke misleiding<br />
tijdens de roadshows, voor zover gepleegd in het bui<strong>te</strong>nland is vereist<br />
dat voldaan wordt aan artikel 5, lid 1 sub d (vereis<strong>te</strong> van dubbele strafbaarheid).<br />
De roadshow richt zich immers op beleggers in de diverse bui<strong>te</strong>nlan-<br />
169
den. Van deze dubbele strafbaarheid is geenszins gebleken, zodat het OM<br />
<strong>te</strong>n aanzien van de in het bui<strong>te</strong>nland gehouden road shows nietontvankelijk<br />
dient <strong>te</strong> worden verklaard. Overigens requireert het OM lou<strong>te</strong>r<br />
tot een bewezenverklaring voor Nederland. Hiervoor is geen bewijs voorhanden,<br />
zodat vrijspraak dient <strong>te</strong> volgen.<br />
689. De roadshow was – in ieder geval voorzover het cliënt betreft – beperkt tot<br />
een beslo<strong>te</strong>n kring. Van der Zee verklaarde bij de RC:<br />
"Het ene <strong>te</strong>am was met de heer Van der Hoeven, het andere met de<br />
heer Meurs. Het betrof hier <strong>te</strong>ams voor de institutionele roadshow."<br />
690. Cliënt was derhalve betrokken bij een beperkt aantal roadshows, dat zich<br />
richt<strong>te</strong> op een specifieke partij of groep institutionele beleggers - dit wordt<br />
niet duidelijk uit de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging of de bewijsmiddelen - en niet tot "het<br />
publiek". 265<br />
691. Het is evident, dat het hier om professionele beleggers gaat. Het argument<br />
dat geen sprake kan zijn van trach<strong>te</strong>n <strong>te</strong> misleiden geldt voor deze groep<br />
beleggers des <strong>te</strong> meer.<br />
692. Tenlas<strong>te</strong> is gelegd dat cliënt <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> zou hebben ges<strong>te</strong>ld, dat Ahold<br />
(overwegende) zeggenschap had in rechtspersonen. Er zijn geen bewijsmiddelen<br />
waaruit blijkt, dat Ahold dit heeft ges<strong>te</strong>ld.<br />
693. Voorts is <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong> gelegd, dat dient de elkaar <strong>te</strong>gensprekende side let<strong>te</strong>rs<br />
heeft verzwegen. In dat kader is het om <strong>te</strong> beginnen goed, nogmaals vast<br />
<strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen dat er op 28 april slechts een control en side let<strong>te</strong>r was voor Bompreço.<br />
Er waren geen control let<strong>te</strong>rs voor JMR, voor Paiz en ook niet voor<br />
Disco en ICA.<br />
694. De laats<strong>te</strong> informatie die cliënt over de control let<strong>te</strong>r had, kwam uit de <strong>te</strong>lefoongesprekken<br />
met Amerika, waaruit bleek dat er control let<strong>te</strong>rs zouden<br />
komen en dat dit accoord was voor de accountant. Geenszins blijkt uit de<br />
verklaringen uit deze periode, dat cliënt wist van side let<strong>te</strong>rs. In<strong>te</strong>gendeel:<br />
waarom alle druk<strong>te</strong> als de oplossing via control en side let<strong>te</strong>rs zo eenvoudig<br />
was. Voorts is er geen enkel bewijs dat cliënt in de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong> gelegde periode<br />
265 Vgl. Doorenbos, a.w. p. 312.<br />
170
van mening was, of redelijkerwijs moest zijn van het gebrek aan overheersende<br />
zeggenschap.<br />
695. De verdediging heeft het dossier doorgenomen op zoek naar documen<strong>te</strong>n,<br />
waarop het OM met de <strong>te</strong>rm "persberich<strong>te</strong>n" gedoeld kan hebben. In AH/47<br />
is een overzicht opgenomen van schrif<strong>te</strong>lijke bewijsmiddelen. In dat overzicht<br />
wordt verwezen naar de volgende persberich<strong>te</strong>n:<br />
D-136 betreft een persbericht van 9 december 1999. De verdediging is <strong>te</strong>n<br />
eers<strong>te</strong> van oordeel, dat er tussen dit persbericht en de ui<strong>te</strong>indelijke<br />
emissie onvoldoende causaal verband aanwezig is. De kop in het<br />
persbericht is "Ahold neemt 50% belang in ICA Group, groots<strong>te</strong> food<br />
retailer in Scandinavië".<br />
D-433 betreft een persbericht van 7 april 2000. Zoals <strong>te</strong>lkens het geval bij<br />
ICA is ook hier geen misverstand mogelijk. De kop luidt: "Ahold definitief<br />
50% eigenaar van ICA Groep in Scandinavië".<br />
D-373 betreft een persbericht van 10 april 1999 naar aanleiding van het<br />
verschijnen van het jaarverslag over 1999. Hier ontbreekt causaal<br />
verband.<br />
D-374 betreft een persbericht van 28 april 2000. Dit persbericht bevat lou<strong>te</strong>r<br />
<strong>te</strong>chnische informatie <strong>te</strong>rzake de emissie, en is dus voor het onderhavige<br />
feit niet relevant.<br />
D-432 betreft een persbericht van 7 maart 2000 betreffende de overname<br />
van U.S. Foodservice. De relevantie voor het onderhavige feit ontgaat<br />
de verdediging.<br />
D-434 betreft een persbericht van 28 april 2000. In dit persbericht wordt de<br />
emissie aangekondigd. Voor het onderhavige feit, is lou<strong>te</strong>r van belang<br />
dat in het persbericht is opgenomen, dat Ahold de emissie zal<br />
gebruiken voor de herfinanciering van genomen leningen in relatie<br />
tot haar 50% belang in de Scandinavische marktleider ICA Groep,<br />
met 3.100 winkels in Zeden en Noorwegen en een omzet van Euro<br />
6,6 miljard.<br />
696. Deze persberich<strong>te</strong>n zijn stuk voor stuk correct en verhelderend!<br />
Fei<strong>te</strong>lijk leidinggeven<br />
697. Ten aanzien van dit feit is niet gebleken van een aanmerkelijk kansbewustzijn<br />
bij cliënt <strong>te</strong>n aanzien van een mogelijke onjuistheid in het prospectus.<br />
698. Ik concludeer tot vrijspraak voor feit 4.<br />
171
FEIT 5<br />
699. Onder 5 wordt cliënt - zakelijk weergegeven - in de inmiddels bekende<br />
twee-trapsraket de valsheid van een vijftal "let<strong>te</strong>rs of representation" (LOR)<br />
<strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegd.<br />
700. Primair in de vorm van medeplegen; subsidiair als fei<strong>te</strong>lijk leidinggeven aan<br />
de verboden gedragingen die dan zijn gepleegd door Ahold. Het betreft de<br />
let<strong>te</strong>rs of representation (hierna: LOR’s) over 1998 tot en met 2002 die<br />
zouden zien - ik volg hier de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging – op de jaarrekeningen over<br />
1997 tot en met 2001. Het feit wordt in kringen van de verdediging populair<br />
aangeduid als "het LOR feit" en het doet zijn naam eer aan.<br />
701. De wijze waarop het OM dit feit heeft geredigeerd, voert de verdediging tot<br />
het oordeel dat dit onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging nietig dient <strong>te</strong> worden<br />
verklaard – in ieder geval op onderdelen. Dit verweer zal hieronder in de<br />
eers<strong>te</strong> plaats aan de orde komen.<br />
702. Aanslui<strong>te</strong>nd en enkel voor het geval uw rechtbank de verdediging niet<br />
mocht volgen in dit oordeel zal worden ingegaan op inhoud en het bewijs<br />
van dit <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde feit - althans voor zover de geformuleerde beschuldiging<br />
hiervoor duidelijk en specifiek genoeg is.<br />
Geldigheid dagvaarding feit 5<br />
703. Bij kennisname van het feit springt direct in het oog dat de s<strong>te</strong>ller van de<br />
<strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging hier de LOR’s over een vijftal jaren op één hoop veegt,<br />
evenals de inhoudelijke verwij<strong>te</strong>n die mijn cliënt zelfstandig of in het voetspoor<br />
van Ahold <strong>te</strong>r zake gemaakt kunnen worden. Bij het derde inhoudelijke<br />
verwijt worden bovendien alle door Ahold geconsolideerde deelnemingen<br />
over één kam geschoren. De vraag is of de aldus gecreëerde mêlee een<br />
"voldoende duidelijke opgave van het feit" behelst op basis waarvan een<br />
voldoende toegesneden onderzoek <strong>te</strong>r <strong>te</strong>rechtzitting kan plaatsvinden en de<br />
beschuldiging voldoende gespecificeerd is om een hierop toegesneden verweer<br />
<strong>te</strong> kunnen voeren. Om deze vraag <strong>te</strong> beantwoorden zal ik hieronder<br />
het feit laag voor laag afpellen om tot een (overwegend) negatieve beantwoording<br />
<strong>te</strong> komen.<br />
172
704. Als gezegd ziet het feit op een vijftal LOR’s die naar de mening van de s<strong>te</strong>ller<br />
van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging zien op de jaarrekeningen van 1997 tot en met<br />
2001 (de LOR’s die bij het proces-verbaal zijn gevoegd onder bijlage nummer<br />
D/125 tot en met D/129 en één LOR die betrekking heeft op de prospectus<br />
die onder bijlage nummer D/367 bij het proces-verbaal is gevoegd.<br />
Het inhoudelijke verwijt, kort gezegd: de valsheid in de onderliggende stukken,<br />
valt ui<strong>te</strong>en in 4 <strong>te</strong> onderscheiden verwij<strong>te</strong>n die, in het merendeel van<br />
de gevallen, volgens de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging betrekking hebben op alle stukken.<br />
Ik vat het inhoudelijke verwijt hieronder samen:<br />
705. In strijd met de waarheid behelzen de LOR’s de navolgende inhoudelijke<br />
mededelingen:<br />
a) de jaarrekeningen over 1997 tot en met 2001 en de prospectus geven<br />
een "getrouw beeld" conform Amerikaanse en Nederlandse grondslagen<br />
voor financiële jaarverslaggeving - door de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging<br />
gelijkgeschakeld met Dutch- en US GAAP;<br />
b) alle financiële administratie en daarmee verband houdende gegevens<br />
zouden zijn verstrekt aan de accountants;<br />
c) de deelnemingen zijn geconsolideerd omdat Ahold controle uitoefende<br />
over de betreffende joint ventures;<br />
d) na 2 januari 2000 hebben zich geen fei<strong>te</strong>n voorgedaan die nopen tot<br />
aanpassingen en/of openbaarmaking in de financiële verslaggeving.<br />
706. Hieronder zal ik deze verwij<strong>te</strong>n in deze beschreven volgorde behandelen.<br />
a) De jaarrekening of meer: een getrouw beeld?<br />
Aansluiting Nederlandse <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging – Engelse LOR<br />
707. Opmerkelijk is dat de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging van dit feit in het Nederlands is geredigeerd<br />
en slechts hier en daar een <strong>te</strong>rm is weergeven in de Engelse taal,<br />
173
<strong>te</strong>rwijl de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde documen<strong>te</strong>n in het geheel in het Engels zijn ges<strong>te</strong>ld.<br />
708. De dagvaarding is wat dat betreft niet in één stijl geredigeerd en de incongruentie<br />
met, bijvoorbeeld de fei<strong>te</strong>n 1, 4 en 6, waar s<strong>te</strong>eds de essentiële<br />
onderdelen mede in<strong>te</strong>graal in het engels zijn weergegeven springt in het<br />
oog. Ook bij de inhoudelijke bespreking van het feit (zie hieronder) zal ik<br />
hier nog op <strong>te</strong>rugkomen.<br />
709. Het OM veroorlooft zich deze Nederlandse weergave overigens zonder de<br />
kant<strong>te</strong>kening dát het een zakelijke en vertaalde weergave betreft. Bij een<br />
welwillende lezing naar "ma<strong>te</strong>riali<strong>te</strong>it" en met gebruikmaking van de laats<strong>te</strong><br />
strofe "althans woorden van gelijke aan en/of strekking" zal het wellicht<br />
voor een welwillend lezer oplosbaar zijn.<br />
710. Deze welwillende ops<strong>te</strong>lling slaat om in onbegrip en onmogelijkheid indien<br />
een Nederlandse <strong>te</strong>kst van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging in onderliggende Engelse<br />
<strong>te</strong>kst niet meer aanslui<strong>te</strong>n of onduidelijk wordt waarop gedoeld word.<br />
711. Een eers<strong>te</strong> incongruentie wordt aangetroffen bij het eers<strong>te</strong> inhoudelijke<br />
verwijt. In de LOR’s zou, strijdig met de waarheid, zijn ges<strong>te</strong>ld dat de jaarrekeningen<br />
over 1997 tot en met 2001 "een getrouw beeld gaven" Dit nu<br />
wordt, vanzelfsprekend, niet zo algemeen in de betreffende LOR’s verwoord.<br />
Ik geef hieronder voor de duidelijkheid de Engelse <strong>te</strong>kst van de LOR’s weer:<br />
"We are providing this let<strong>te</strong>r in connection with your audit of the financial<br />
sta<strong>te</strong>ments of Royal Ahold N.V. [volgt jaaraanduiding – AV]<br />
for the purpose of expressing an opinion as to whether the financial<br />
sta<strong>te</strong>ments present fairly, in all ma<strong>te</strong>rial as respects the financial<br />
position results of operations, and cash flows of the<br />
company (vet van mij – av) in conformity with generally accep<strong>te</strong>d<br />
accounting principles. We confirm that we are responsible for the<br />
fair presentation in the financial sta<strong>te</strong>ments of financial position,<br />
results of operations, and cash flows in conformity<br />
with generally accep<strong>te</strong>d accounting principals".<br />
712. Waar de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging zich derhalve bedient van "getrouw<br />
beeld" als vertaling van LOR <strong>te</strong>kst "fair presentation" is duidelijk dat de on-<br />
174
der<strong>te</strong>kenaar van de betreffende LOR <strong>te</strong>kenden voor een getrouw beeld van<br />
de financial sta<strong>te</strong>ments van bepaalde, gepreciseerde onderdelen.<br />
713. De LOR sluit hier aan op de betrekkelijke wet<strong>te</strong>kst: artikel 1:391 BW schrijft<br />
ook geen algemeen "getrouw beeld" voor, maar een toegesneden getrouw<br />
beeld.<br />
714. Bij een zorgvuldige doorname van het dossier had het OM kunnen we<strong>te</strong>n<br />
dat de gebruik<strong>te</strong> <strong>te</strong>rminologie geen juis<strong>te</strong> vertaling van de Engelse <strong>te</strong>kst<br />
geeft en ook de gebruikelijke Nederlandse <strong>te</strong>kst, die aansluit op de reactie<br />
van het BW anders luidt. Ik verwijs naar bijlage D-112, waar een bijlage uit<br />
de "Richtlijnen voor de accountants controle en mededelingen van de huishouding"<br />
is opgenomen. Deze voorbeeldbrief bevat de volgende adequa<strong>te</strong><br />
passage:<br />
"[..] Deze bevestiging bij de jaarrekening wordt afgegeven in samenhang<br />
met uw controle van de jaarrekening van [..] over het<br />
boekjaar eindigende op 31 december [..], die gericht is op het afgeven<br />
van een accountantsverklaring dat de jaarrekening een getrouw<br />
beeld geeft van de groot<strong>te</strong> en de samens<strong>te</strong>lling van het vermogen<br />
van [..] per 31 december [..] en van het resultaat over<br />
[..] in overeens<strong>te</strong>mming met in Nederland algemeen aanvaarde<br />
grondslagen van financiële verslaggeving en voldoet aan de wet<strong>te</strong>lijke<br />
bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in ti<strong>te</strong>l 9<br />
boek 2 BW.<br />
715. Door deze discrepantie tussen LOR en gebezigde <strong>te</strong>rminologie in de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />
hangt het verwijt<br />
"in strijd met de waarheid verklaart u dat de jaarrekening een getrouw<br />
beeld in zijn algemeenheid geeft"<br />
in de lucht en ontbreekt aansluiting tussen document en <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging.<br />
Dat klemt nog meer in het licht van het onderstaande.<br />
Innerlijk <strong>te</strong>genstrijdig: een jaarrekening naar US GAAP?<br />
716. Klaarblijkelijk is de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging van mening dat de Engelse<br />
<strong>te</strong>rminologie "the financial sta<strong>te</strong>ment" correct vertaald kan worden met "de<br />
jaarrekening". Het prospectus laat ik hier even bui<strong>te</strong>n beschouwing. Naar<br />
175
het de verdediging wil voorkomen is de <strong>te</strong>rm "financial sta<strong>te</strong>ment" aanzienlijk<br />
ruimer dan het begrip "jaarrekening". De beperking die de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />
zich hier oplegt, wordt evenwel direct weer onbegrijpelijk doordat even<br />
verder weer betoogd wordt dat die jaarrekeningen zowel naar Dutch als<br />
naar US GAAP klaarblijkelijk geen getrouw beeld (fairly presentation) bieden.<br />
717. Zolang Ahold immers een in Nederland ze<strong>te</strong>lende onderneming was en is,<br />
zal de jaarrekening opgemaakt worden naar Nederlands recht. En in het<br />
verleden in ieder geval gebruik makend van de standaard van Dutch GAAP.<br />
Men leze er de betreffende jaarrekeningen, die op zich weer deel uitmaken<br />
van de betreffende jaarverslagen, op na:<br />
"[..] In overeens<strong>te</strong>mming met algemeen aanvaarde grondslagen<br />
voor financiële verslaggeving in Nederland en voldoet aan de wet<strong>te</strong>lijke<br />
bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in ti<strong>te</strong>l 9<br />
boek 2 B.W.[..]"<br />
718. Jaarrekeningen van Ahold zijn derhalve nooit opgemaakt om een getrouw<br />
beeld <strong>te</strong> geven naar Amerikaans recht in overeens<strong>te</strong>mming met US GAAP.<br />
De verwijzing creëert daarmee een ongerijmde onduidelijkheid: beoogt het<br />
OM door de verwijzing naar Amerikaans recht (en daarmee klaarblijkelijk<br />
gelijk <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen: US GAAP) toch ook andere "financial sta<strong>te</strong>ments" en de<br />
juistheid van die stukken aan cliënt <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> <strong>te</strong> leggen?<br />
719. De gedach<strong>te</strong>n gaan hierbij in de eers<strong>te</strong> plaats uit naar de ook separaat onder<br />
6 <strong>te</strong>las<strong>te</strong>gelegde (valsheid in de) Form 20-F, die overwegend naar<br />
Dutch GAAP, maar <strong>te</strong>n dele (reconciliation no<strong>te</strong>) naar Amerikaanse maatstaven<br />
is opgemaakt. Maar die worden in de tussen haakjes geplaats<strong>te</strong> verwijzingen<br />
weer niet genoemd.<br />
720. Onduidelijk is daardoor waarop het verwijt precies ziet. Innerlijk <strong>te</strong>genstrijdig<br />
is enerzijds de verwijzing naar jaarrekening en anderzijds de mededeling<br />
dat deze ook naar US GAAP een niet nader gepreciseerd "getrouw<br />
beeld" zou geven.<br />
721. De gekozen redactie voert tot het oordeel dat dit onderdeel reeds daarom<br />
door nietigheid dient <strong>te</strong> worden getroffen.<br />
176
Open, vaag en onbepaald<br />
722. Terug weer naar het al dan niet "getrouwe beeld". In zijn algemeenheid<br />
heeft <strong>te</strong> gelden dat een <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging, toegesneden op art. 225 Sr, mag<br />
volstaan met een aanduiding van datgene, dat strijdig zou zijn met de<br />
waarheid of werkelijkheid, zonder dat de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging is<br />
gehouden deze ma<strong>te</strong>riële werkelijkheid of waarheid wel <strong>te</strong> beschrijven.<br />
723. De vraag óf een <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging in een bepaalde concre<strong>te</strong> zaak voldoende<br />
duidelijk is in de zin van art. 261 Sv dient nog s<strong>te</strong>eds <strong>te</strong> worden beantwoord<br />
naar de omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de verdediging<br />
had de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging in deze niet kunnen volstaan met<br />
de mededeling dat in de onderliggende LOR’s in strijd met de waarheid aan<br />
het papier werd toevertrouwd dat de jaarrekening van Ahold over een vijftal<br />
jaren "een getrouw beeld" gaf.<br />
724. De navolgende omstandigheden dienen hierin <strong>te</strong> worden betrokken.<br />
- Omvang en inhoud van de jaarrekening.<br />
de jaarrekening over 1997 beslaat de pagina’s 52 tot en met 74 van het<br />
jaarverslag.<br />
de jaarrekening over 1998 omvat de pagina’s 56 tot en met 87;<br />
de jaarrekening over 1999 beslaat de pagina’s 50 tot en met 76;<br />
de jaarrekening 2000 bestrijkt pagina 46 tot en met 73;<br />
in 2001 <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> treffe men de jaarrekening aan op de pagina’s 42 tot en<br />
met 71 van het jaarverslag van dat jaar.<br />
725. De prospectus <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> waarnaar verwezen wordt (D/367) is een document<br />
dat 195 pagina’s <strong>te</strong>lt (waarbij ik er maar van uitga dat gedoeld wordt op de<br />
prospectus die als D-191 is bijgevoegd).<br />
726. De inhoud van bedoelde stukken voert van geconsolideerde balans tot en<br />
met een toelichting op de enkelvoudige balans en winst- en verliesrekening.<br />
Is het <strong>te</strong>veel gevraagd meer precisering <strong>te</strong> verlangen van het onderdeel of<br />
de onderdelen die naar de mening van het OM niet conform de waarheid<br />
zouden zijn? De verdediging mist iedere noodzakelijk oriëntatie.<br />
727. Vanzelfsprekend is de verdediging bekend met de rechtspraak die indiceert<br />
dat de beoordeling van de duidelijkheid van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging mede plaats<br />
177
dient <strong>te</strong> vinden <strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond van de fei<strong>te</strong>n en <strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond<br />
van de inhoud van het procesdossier, waaronder het onderliggende<br />
proces-verbaal. In een welwillende poging de kern van de bedoelde beschuldiging<br />
<strong>te</strong> vinden is de verdediging dan ook hier <strong>te</strong> rade gegaan. De<br />
verdediging nam, mede aan de hand genomen door de leeswijzer die het<br />
<strong>te</strong>am verbalisan<strong>te</strong>n verstrek<strong>te</strong> in AH/00 (pagina 25) de relevan<strong>te</strong> delen van<br />
het verbaal in ogenschouw. In de eers<strong>te</strong> plaats AH/46 (het compilerende<br />
LOR-verbaal), pagina 38 van AH/00, pagina’s 17 tot en met 18 van AH/1 §<br />
5 van AH/63 § 9 van het OPV van cliënt § 24 en § 64 van AH/25 en bijlage<br />
D-112.<br />
728. Raadpleging van deze stukken leverde evenwel meer verwarring dan helderheid<br />
op. De betreffende verbalen maken zonder uitzondering melding<br />
van een verdenking van onjuistheden in de LOR’s van 1999 tot en met 2001<br />
betrekking hebbend op de financial sta<strong>te</strong>ments (als gezegd: een ruimer begrip<br />
dan jaarrekeningen) van de voorliggende jaren. (Ik laat op dit moment<br />
de prospectus even liggen om hier la<strong>te</strong>r weer op <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> komen).<br />
729. Ten aanzien van een tweetal let<strong>te</strong>rs of representation, <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n D/125 en<br />
D/126 behelzen de betrekkelijke verbalen in het geheel niets. Waar het gaat<br />
om D/127 D/128 den D/129 zijn de verbalen met elkaar in lijn: De betreffende<br />
LOR’s zouden een onjuis<strong>te</strong> representation behelzen omdat ges<strong>te</strong>ld<br />
wordt dat de financiële verantwoording een getrouw beeld behelst, <strong>te</strong>rwijl<br />
één of meerdere deelnemingen <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> geconsolideerd zouden zijn en<br />
aan de ene kant de 1 e side let<strong>te</strong>r, de control let<strong>te</strong>r, wel verstrekt zou zijn<br />
aan D&T <strong>te</strong>rwijl de zogehe<strong>te</strong>n 2 e side let<strong>te</strong>rs aan D&T zouden zijn onthouden.<br />
730. Hoewel men mag verwach<strong>te</strong>n dat ieder feit afzonderlijk voldoende duidelijk<br />
wordt <strong>te</strong>las<strong>te</strong>gelegd, heeft de verdediging bij haar quaes<strong>te</strong> naar meer helderheid<br />
ook het onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging die ziet op de openbaarmaking<br />
van (de naar de mening van het OM) onjuis<strong>te</strong> jaarrekeningen en de<br />
daaraan <strong>te</strong>n grondslag liggende processen-verbaal in ogenschouw genomen.<br />
731. Het feit is gerubriceerd als nummer 3 van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging. De omschrijving<br />
van de onjuistheid van de jaarrekening wijst in dezelfde richting als de<br />
verbalen: <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> zouden genoemde deelnemingen volledig zijn geconsolideerd,<br />
de consolidatie zou on<strong>te</strong>recht zijn want gebaseerd op een val-<br />
178
se side let<strong>te</strong>r en in de toelichting op de balans winst en verliesrekening over<br />
de jaren 2000 en 2001 zou de "partner put option" niet vermeld zijn.<br />
732. Ook hier springt de incongruentie weer direct in het oog. De LOR die ziet op<br />
de jaarrekening over 1997 zou vals zijn <strong>te</strong>rwijl de onderliggende jaarrekening<br />
(bij feit 3) niet <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> wordt gelegd. En het verbaal dat is opgemaakt<br />
<strong>te</strong>r zake van de openbaarmaking van beweerdelijk onware of valselijk opgemaak<strong>te</strong><br />
jaarverslagen (AH 85) begint, net als de LOR verbalen, bij het<br />
jaarverslag van 1999. Daarbij ligt het niet direct in de rede <strong>te</strong> veronders<strong>te</strong>llen<br />
dat bedoeld is dat de jaarrekening, in de woorden van de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legger,<br />
geen getrouw beeld geeft omdat er side let<strong>te</strong>rs zijn, maar lijken <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />
en onderliggend proces-verbaal doordrenkt van de hypothese dat<br />
één of meer joint ventures (per jaar wisselend!) volledig geconsolideerd zijn<br />
<strong>te</strong>rwijl dit plaatsvond op basis van een 1 e side let<strong>te</strong>r, aangeduid als control<br />
let<strong>te</strong>r, die, zo begrijp ik de bedoeling van verbalisan<strong>te</strong>n en OM, weer ontkracht<br />
werd door een 2 e side let<strong>te</strong>r die bovendien niet werd verstrekt aan<br />
de ex<strong>te</strong>rn accountant.<br />
733. De gedach<strong>te</strong> evenwel dat het niet getrouwe beeld dus zou worden veroorzaakt<br />
doordat joint ventures <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> geconsolideerd werden, wordt<br />
weer ontkracht door de separa<strong>te</strong> vermelding van deze on<strong>te</strong>rech<strong>te</strong> consolidatie<br />
onder het derde gedach<strong>te</strong>streepje (waarop ik hieronder nog in zal gaan).<br />
734. Bovendien s<strong>te</strong>unen de fei<strong>te</strong>n vervat in het proces-verbaal en aanslui<strong>te</strong>nde<br />
<strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging de s<strong>te</strong>lling niet dat over die eers<strong>te</strong> jaren ook al sprake was<br />
van een on<strong>te</strong>rech<strong>te</strong> consolidatie, <strong>te</strong>rwijl het verwijt <strong>te</strong>n aanzien van alle<br />
LOR’s en onderliggende jaarrekeningen gelijkluidend is geformuleerd.<br />
735. De s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging heeft een onbegrijpelijk zoekplaatje gecreeerd.<br />
Ook <strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond van de fei<strong>te</strong>n, waaronder de inhoud van<br />
het procesdossier, en de inhoud van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging voor het overige, is<br />
het verwijt onduidelijk en onvoldoende precies om onderzoek <strong>te</strong>r <strong>te</strong>rechtzitting<br />
op <strong>te</strong> baseren en verdach<strong>te</strong> duidelijk <strong>te</strong> maken waar<strong>te</strong>gen hij zich heeft<br />
<strong>te</strong> verweren. Ik voel mij ges<strong>te</strong>rkt door de behandeling <strong>te</strong>r zitting: uw rechtbank<br />
heeft geen op dit onderdeel toegesneden vragen aan cliënt ges<strong>te</strong>ld en<br />
hem op dit punt niets voorgehouden.<br />
736. Nietigheid is het aan de volkomen onduidelijke beschrijving <strong>te</strong> verbinden<br />
gevolg.<br />
179
737. Ik stap over naar het tweede inhoudelijke verwijt.<br />
b) Alle (financiële) administratie en andere gegevens verstrekt aan accountants?<br />
738. Hier zal geduid worden op punt onder A van de onderliggende LOR, in het<br />
Engels:<br />
" the company has made available to you all:"<br />
"[..] a: financial records and rela<strong>te</strong>d data [..]"<br />
739. Ook de ach<strong>te</strong>rgrond van deze beschuldiging dient weer <strong>te</strong> worden bezien in<br />
het licht van de fei<strong>te</strong>n, het onderliggend procesdossier en in samenhang<br />
met mogelijk gerela<strong>te</strong>erde fei<strong>te</strong>n op de dagvaarding. Men houde daarbij in<br />
het oog dat ook dit onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging betrekking heeft op de<br />
jaren 1997 tot en met 2001.<br />
Open, vaag en onduidelijk<br />
740. Ik pluk uit de publicatie-versie van de diverse jaarverslagen waarover uw<br />
rechtbank, nadat ze door uw voorzit<strong>te</strong>r zijn opgevraagd, beschikt, enige illustratieve<br />
fei<strong>te</strong>n.<br />
1997: Ahold heeft 3200 winkels in 17 landen in Europa de Verenigde Sta<strong>te</strong>n<br />
en Latijns Amerika en Azië met wekelijks 20 miljoen klan<strong>te</strong>n en<br />
een omzet van ƒ 50,6 miljard.<br />
1998: Ahold heeft ruim 3600 winkels in 17 landen op 4 continen<strong>te</strong>n<br />
280.000 medewerkers wekelijks 25 miljoen klan<strong>te</strong>n en in 1998 is een<br />
omzet van bijna 60 miljard.<br />
1999: De onderneming heeft bijna 4000 winkels in Europa, de Verenigde<br />
Sta<strong>te</strong>n, Latijns Amerika en Azië met in dat jaar een omzet van<br />
€ 33,6 miljard. Ahold heeft ruim 300.000 medewerkers die wekelijks<br />
circa 30 miljoen klan<strong>te</strong>n van dienst zijn.<br />
180
2000: Ahold heeft meer dan 8500 supermark<strong>te</strong>n in Europa, de Verenigde<br />
Sta<strong>te</strong>n, Latijns Amerika en Azië de onderneming biedt werkgelegenheid<br />
aan 420.000 medewerkers zie wekelijks circa 35 miljoen consumen<strong>te</strong>n<br />
en meer dan 200.000 foodservice cliën<strong>te</strong>n die in die landen<br />
van dienst zijn. De onderneming behaalde in 2000 een omzet<br />
van € 52,5 miljard.<br />
2001: Ahold heeft ruim 9000 winkels en foodservice activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n in 28 landen<br />
in de Verenigde Sta<strong>te</strong>n, Europa, Latijns Amerika en Azië. Daarnaast<br />
heeft Ahold belangrijke foodservice activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n. De onderneming<br />
heeft 450.000 medewerkers die wekelijks 40 miljoen consumen<strong>te</strong>n<br />
en foodservice cliën<strong>te</strong>n in 2800 landen van dienst zijn. De<br />
onderneming behaalde in 2001 een omzet van € 66,6 miljard.<br />
741. Ik beperk mij tot deze populaire kernachtige beschrijving van de omvang<br />
van de onderneming en duik bewust niet nog verder de financiële verslaglegging<br />
in om u beur<strong>te</strong>lings <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n duizelen en vervelen met meer specifieke<br />
cijfers over het concern onder leiding van cliënt.<br />
742. Want de poin<strong>te</strong> van mijn betoog is dat men zich op basis van de zo-even<br />
gepresen<strong>te</strong>erde fei<strong>te</strong>n door de oogharen een voors<strong>te</strong>lling kan maken van de<br />
onvoors<strong>te</strong>lbare omvang en groot<strong>te</strong> van de financiële administratie van het<br />
Ahold concern. Tegen de ach<strong>te</strong>rgrond van de duizelingwekkende omvang<br />
van deze administratie kan men eenvoudigweg niet volstaan met de simpele<br />
opgave dat de LOR vals is, omdat niet alle (financiële) administratie en<br />
daarmee verband houdende gegevens aan de accountant waren verstrekt.<br />
743. Meurs 266 over de omvang van die administratie:<br />
744. Tegen de ach<strong>te</strong>rgrond van de omvang van de onderneming en bijbehorende<br />
(financiële) administratie was het OM gehouden meer specifiek <strong>te</strong> zijn.<br />
266 V3/12 p.4<br />
181
<strong>Rechtbank</strong> en verdediging had in dit geval duidelijk gemaakt moe<strong>te</strong>n worden<br />
op welk stuk of stukken of mogelijk onderdelen van de administratie de<br />
beschuldiging exact ziet.<br />
745. Opnieuw heb ik geprobeerd de dagvaarding <strong>te</strong> begrijpen door <strong>te</strong> rade <strong>te</strong><br />
gaan in het onderliggend proces-verbaal en de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging voor het overige.<br />
2 e side let<strong>te</strong>rs object verwijt?<br />
746. De eers<strong>te</strong> gedach<strong>te</strong> die post vat<strong>te</strong> was dat het OM wellicht het oog heeft op<br />
de zogehe<strong>te</strong>n 2 e side let<strong>te</strong>rs die niet aan de ex<strong>te</strong>rne accountants zouden<br />
zijn verstrekt (cfr. feit 7 van de gewijzigde <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging en de hierboven<br />
reeds genoemde onderdelen van het proces-verbaal). In die gedach<strong>te</strong> werd<br />
ik ges<strong>te</strong>rkt nu uw rechtbank bij de behandeling <strong>te</strong>r zitting de side let<strong>te</strong>rs bij<br />
de behandeling van dit feit kort aan de orde s<strong>te</strong>lde. Maar die gedach<strong>te</strong> verdampt<br />
weer snel wanneer men zich realiseert dat zelfs het OM, in navolging<br />
van de Fiod, toch niet de s<strong>te</strong>lling zou willen betrekken dat de side let<strong>te</strong>r<br />
kwestie in de jaren vóór 1999 al een rol gespeeld zal kunnen hebben.<br />
747. Ik ci<strong>te</strong>er hier uit AH/25 pagina 351 derde alinea:<br />
"[..] De control let<strong>te</strong>rs/eers<strong>te</strong> side let<strong>te</strong>rs spelen voor het jaarverslag<br />
en Form 20-F 1997 en 1998 nog geen rol in de zin dat deze de basis<br />
hebben gevormd dan wel de basis zouden hebben kunnen vormden<br />
voor volledige consolidatie in 1997 en 1998. De eers<strong>te</strong> control let<strong>te</strong>r,<br />
voor Bompreço is pas in 1999 gekomen.[..]"<br />
748. In 1999 zou dit onderwerp enkel voor Bompreço een rol kunnen spelen en<br />
pas in 2000 voor Disco en ICA Ahold aan de orde zijn. Niet<strong>te</strong>min beslaat de<br />
<strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging ongeclausuleerd alle jaren in een uniform verwijt.<br />
749. Daarbíj suggereert het proces-verbaal dat er méér financial records en rela<strong>te</strong>d<br />
data niet available zijn gemaakt voor D&T. Ik ci<strong>te</strong>er uit AH/00, pagina<br />
31:<br />
182
750. Dat doet derhalve de vraag rijzen naar het meerdere dat naar inzicht van<br />
Fiod en OM <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> aan de accountants zou zijn onthouden.<br />
751. Ook op dit onderdeel is mijn oordeel derhalve dat de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging en obscuur<br />
libel is - hetgeen tot nietigheid moet leiden.<br />
c) Consolidatie joint ventures<br />
Welke onderliggende stukken?<br />
752. Onder het derde gedach<strong>te</strong>streepje wordt de redengeving in de LOR <strong>te</strong>n<br />
aanzien van de consolidatie van de deelnemingen aan de orde ges<strong>te</strong>ld. Door<br />
de manier waarop dit onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging is geredigeerd heeft<br />
het betrekking op alle in het begin van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging genoemde documen<strong>te</strong>n.<br />
Daarmee is ook dit stuk van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging onduidelijk, omdat<br />
deze documen<strong>te</strong>n, met uitzondering van D/129, geen mededeling behelzen<br />
over de consolidatie van de joint ventures. Slechts indien men de tussen<br />
haakjes geplaats<strong>te</strong> <strong>te</strong>kst (D/129, zie tiende punt) leest als een verwijzing<br />
die dient <strong>te</strong> bewerks<strong>te</strong>lligen dat duidelijk is dat dit onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />
beperkend moet worden uitgelegd en uitslui<strong>te</strong>nd betrekking heeft<br />
op de LOR van maart 2002, die ziet op de jaarrekening 2001, is deze begrijpelijk<br />
en behelst een voldoende duidelijke opgave van het feit. De verdediging<br />
heeft er geen bezwaar <strong>te</strong>gen indien uw rechtbank de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />
aldus verstaat. Daarmee lijkt één stukje <strong>te</strong>las<strong>te</strong>leging in ieder geval<br />
overeind <strong>te</strong> blijven. Maar schijn bedriegt.<br />
Welke joint ventures?<br />
753. Ik ci<strong>te</strong>er de navolgende passage uit D/129, punt 10, de LOR geda<strong>te</strong>erd op 7<br />
maart 2002 die ziet op het verslag uit 2001:<br />
183
"[..] We have consolida<strong>te</strong>d our joint ventures because we are exercising<br />
control over these partnerships, which is further substantia<strong>te</strong>d<br />
by specific action subsequent to the agreement of the different partnerships.<br />
[..]"<br />
754. Volg ik de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging juist - ik verwijs naar hetgeen ik<br />
hierboven s<strong>te</strong>lde omtrent de verwijzing - ziet de klacht op de jaarrekening<br />
over 2001. Ik volg het wijzende vingertje van de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging.<br />
755. Op pagina 47 van het Ahold jaarverslag 2001 wordt een overzicht gegeven<br />
van de deelnemingen die in de consolidatie zijn begrepen. Huldigt het OM<br />
daadwerkelijk de s<strong>te</strong>lling dat al deze partnerships <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> zijn geconsolideerd<br />
omdat Ahold (geen) overwegende zeggenschap over deze deelnemingen<br />
uitoefende? De <strong>te</strong>kst van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging heeft deze consequentie<br />
– onverbiddelijk. Gaat uw rechtbank werkelijk alle genoemde partnerships<br />
in haar beoordeling betrekken, of vergt het OM hier wederom <strong>te</strong>veel.<br />
Het had <strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond van de omvang van de inhoud van de<br />
jaarrekening behoren <strong>te</strong> preciseren welke deelnemingen naar zijn mening<br />
<strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> worden geconsolideerd. Nu dit is nagela<strong>te</strong>n is de opgave van<br />
het feit wederom <strong>te</strong> onduidelijk.<br />
756. Ook bij in<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>rende lezing komt men niet ver. Om de beschuldiging <strong>te</strong><br />
preciseren en daarmee voldoende toegespitst <strong>te</strong> maken voor onderzoek en<br />
verdediging zal het wederom noodzakelijk zijn de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging voor het<br />
overige en het onderliggende proces-verbaal in beschouwing <strong>te</strong> nemen. In<br />
zijn algemeenheid zijn proces-verbaal en <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging toegesneden op de<br />
consolidatie van een beperkt aantal joint ventures: JMR, Bompreço, Disco<br />
Ahold, Paiz Ahold en ICA Ahold.<br />
757. Het lijkt evenwel niet waarschijnlijk dat het OM <strong>te</strong>n aanzien van al deze<br />
joint ventures heeft willen betogen dat deze <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> volledig geconsolideerd<br />
zijn. Bompreço was immers in 2001 volledig in handen van Ahold,<br />
zodat mij voorkomt dat er ook geen discussie meer kan zijn over de "de jure"<br />
zeggenschap van Ahold over deze onderneming.<br />
758. Ter oriëntatie ging de verdediging <strong>te</strong> rade bij feit 3 dat immers ziet op het<br />
onjuist opmaken van de stukken waarop de representation betrekking<br />
184
heeft. Aldaar wordt ges<strong>te</strong>ld dat "in het jaarverslag 267 de rechtspersonen<br />
JMR en/of Disco Ahold en/of Paiz Ahold en/of ICA Ahold <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> volledig<br />
geconsolideerd op de balans en winst en verliesrekening en/of toelichting<br />
[..]".<br />
759. Wanneer men evenwel voortborduurt op deze veronders<strong>te</strong>lling en deze legt<br />
<strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond van het <strong>te</strong>n aanzien van de let<strong>te</strong>rs of representations<br />
opgemaak<strong>te</strong> proces-verbaal, AH/46 komt men weer bedrogen uit: Ik ci<strong>te</strong>er<br />
van pagina 14:<br />
"[..] Toegespitst op de verantwoording waarop de LOR’s toezien:<br />
LOR 2001: [..] alsmede het vermoedelijk <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolideren<br />
ICA en Disco <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> bevestigen van control [..]."<br />
760. Het blijft dus gissen: op de consolidatie van welke joint ventures doelt de<br />
<strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging? Alle in de jaarrekening genoemde (verbatim), alle in het onderzoek<br />
betrokken deelnemingen (vijf stuks), de drie deelnemingen genoemd<br />
in feit 3 van de dagvaarding of de twee die een plek in het betrekkelijke<br />
verbaal hebben gekregen? Einde van mijn welwillendheid. Het is ongepast<br />
dat een zo onduidelijk verwijt wordt gepresen<strong>te</strong>erd. Zoveel raadwerk<br />
hoort een dagvaarding niet op <strong>te</strong> roepen. Nietigheid behoort de consequentie<br />
<strong>te</strong> zijn.<br />
d) Geen fei<strong>te</strong>n na 2 januari 2000?<br />
Uitleg<br />
761. Ook het laats<strong>te</strong> inhoudelijke verwijt <strong>te</strong>n aanzien van de LOR is enkel begrijpelijk<br />
indien men het tussen haakjes geplaats<strong>te</strong> gedeel<strong>te</strong> van de <strong>te</strong>kst<br />
(D/127, punt 15) opvat als een beperking van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging tot dit document.<br />
762. De overige LOR’s behelzen immers wel een soortgelijke verklaring maar de<br />
specifieke datum, 2 januari 2000 treffe men enkel aan in D/127 punt 15.<br />
267 Bedoeld zal wel zijn de jaarrekening (noot van mij - AV).<br />
185
Gezien de da<strong>te</strong>ring van de LOR 7 maart 2000, is de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />
klaarblijkelijk van oordeel dat zich tussen 2 januari 2000 en 7 maart<br />
2000 wél één of meer fei<strong>te</strong>n hebben voorgedaan die aanpassing of openbaarmaking<br />
in de financiële jaarverslaggeving had of hadden gevergd.<br />
763. Gezien de functie die de LOR heeft zou dit dan een feit moe<strong>te</strong>n zijn dat relevant<br />
is voor de financiële jaarverslaggeving over het voorgaande jaar:<br />
1999. Het zal nauwelijks betoog behoeven dat de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging zelfstandig<br />
gelezen een volstrekt onvoldoende duidelijke opgave van het "feit"<br />
(maar nu in de zin van art. 261 Sv) behelst.<br />
764. Hiervoor schets<strong>te</strong> ik reeds de omvang van Ahold. Bij een bedrijf van een<br />
dergelijke omvang kan men toch bezwaarlijk van rechtbank en verdediging<br />
vergen dat zij aanstonds doorhebben op welk feit of fei<strong>te</strong>n de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />
ziet. Er doen zich in ruim 2 maanden tijd nogal wat fei<strong>te</strong>n voor. In een<br />
welwillende poging de vage vingerwijzingen van de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />
<strong>te</strong> doorgronden is de verdediging (wederom) <strong>te</strong> rade gegaan in de<br />
hierboven reeds aangeduide processen-verbaal om <strong>te</strong> bezien op welk feit of<br />
welke fei<strong>te</strong>n de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging het oog zou kunnen hebben.<br />
Houvast in verbaal?<br />
765. Ik verwijs hierbij in het bijzonder naar § 34 van ambtshandeling 46 dat<br />
handelt over de valsheid in de LOR, alsmede naar de hoofdstukken 6 en 7<br />
waar de inhoudelijke valsheid van de LOR’s en de hiervoor aanwezige bewijsmiddelen<br />
worden samengevat. Tevergeefs werd gepoogd houvast <strong>te</strong><br />
vinden; raadpleging van deze stukken levert geen ander beeld op dan hiervoor<br />
beschreven. Het verbaal concentreert zich primair op de side let<strong>te</strong>r<br />
kwestie (control let<strong>te</strong>r wel aan de accountant verstrekt doch 2 e side let<strong>te</strong>r<br />
niet <strong>te</strong>r beschikking van de accountant ges<strong>te</strong>ld) en daarmee op het (available)<br />
maken van (financial records en rela<strong>te</strong>d data), op de consolidatie van<br />
de joint ventures en <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> duikt hier en daar een redenering op die in<br />
zijn eigen staart lijkt <strong>te</strong> bij<strong>te</strong>n: in de LOR wordt immers bevestigd dat er "no<br />
fraud or possible irregularities" hebben plaatsgevonden, <strong>te</strong>rwijl deze naar<br />
het oordeel van de concipien<strong>te</strong>n van het proces-verbaal wél hebben plaatsgevonden<br />
- omdat zich de fei<strong>te</strong>n hebben voorgedaan waarvoor cliënt en<br />
anderen thans <strong>te</strong>rechtstaan.<br />
186
766. Geen woord wordt gewijd aan "events" die zich zouden hebben voorgedaan<br />
"subsequent to January 2, 2000 that require reconsideration as adjustments<br />
to, or disclosures in, the financial sta<strong>te</strong>ments".<br />
767. Moch<strong>te</strong>n de gedach<strong>te</strong>n van uw rechtbank ook hier uitgaan naar de side let<strong>te</strong>rs<br />
merk ik volledigheidshalve op dat uit het proces-verbaal en onderliggende<br />
stukken volgt dat de eers<strong>te</strong> zogehe<strong>te</strong>n "control let<strong>te</strong>r", die betrekking<br />
heeft op Bompreço van mei 1999 da<strong>te</strong>ert, evenals de brief die in deze zaak<br />
gebruikelijk wordt aangeduid als de 2 e side let<strong>te</strong>r Bompreço. De andere side<br />
let<strong>te</strong>rs vallen weer bui<strong>te</strong>n de hiervoor aangeduide periode van aanvang januari<br />
2000 tot en met 7 maart 2000. De eerstvolgende "control let<strong>te</strong>r" gericht<br />
aan Gruppo Velox (Disco) is immers geda<strong>te</strong>erd op 14 april 2000 <strong>te</strong>rwijl<br />
het bericht van Juan Perrano aan Meurs als dag<strong>te</strong>kening 19 april 2000<br />
draagt en Meurs dit document op 25 april 2000 (voor "agreed") heeft ge<strong>te</strong>kend.<br />
Blijkens de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging van feit 1 ziet de s<strong>te</strong>ller van de dagvaarding<br />
dit niet anders. Zekerheidshalve en <strong>te</strong>n overvloede: Meurs verklaart<br />
dat cliënt in zijn herinnering de 2 e side let<strong>te</strong>r Bompreço in november 1999<br />
heeft bijge<strong>te</strong>kend.<br />
768. Wij schrijven aanvang 2000 en er deed zich een relevant feit voor. Vast en<br />
zeker. Maar de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging laat de verdediging, maar ook<br />
uw rechtbank volstrekt in het ongewisse waarop het laats<strong>te</strong> inhoudelijke<br />
verwijt ziet. Behoorlijk onderzoek, noch behoorlijke verdediging <strong>te</strong>gen deze<br />
volstrekt ongespecificeerde beschuldiging is mogelijk. Ook dit onderdeel van<br />
de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging voldoet daarmee niet aan de eisen die art. 261 Sv hieraan<br />
s<strong>te</strong>lt omdat het geen voldoende duidelijke opgave van het feit behelst<br />
en ook dit onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging dient (partieel) nietig <strong>te</strong> worden<br />
verklaard.<br />
Resumerend:<br />
769. Een gebrekkige aansluiting tussen de Nederlandse <strong>te</strong>kst van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />
en de in het Engels ges<strong>te</strong>lde onderliggende documen<strong>te</strong>n, <strong>te</strong>rmen die in<br />
de lucht hangen (getrouw beeld), 5 boekjaren op één hoop gegooid <strong>te</strong>rwijl<br />
de fei<strong>te</strong>lijke situatie in die boekjaren totaal verschillend was, een verwisseling<br />
van documen<strong>te</strong>n en toepasselijk recht, gelijks<strong>te</strong>lling van recht en standaard<br />
en tot besluit: volstrekt algemene en open verwijzingen naar datgene<br />
dat naar de mening van de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging onjuist zou zijn in<br />
de betrekkelijke LOR’s <strong>te</strong>rwijl volstrekt niet duidelijk is waarop de betreffen-<br />
187
de beschuldiging ziet en dit evenmin duidelijk wordt <strong>te</strong>gen de ach<strong>te</strong>rgrond<br />
van het onderliggende fei<strong>te</strong>ncomplex, de inhoud van het <strong>te</strong>r zake opgemaak<strong>te</strong><br />
proces-verbaal en de inhoud van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging voor het overige.<br />
770. Door de wijze waarop de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging is geredigeerd is behoorlijk onderzoek<br />
naar dit feit niet mogelijk, zo min als het voor cliënt mogelijk is zich<br />
<strong>te</strong>gen deze volstrekt vage verwij<strong>te</strong>n <strong>te</strong> verdedigen. De <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging behelst<br />
daarmee een onvoldoende duidelijke opgave van het feit in de zin van<br />
art. 261 Sv en dient naar het oordeel van de verdediging van cliënt nietig <strong>te</strong><br />
worden verklaard.<br />
Naar aanleiding van het requisitoir:<br />
771. Voorop staat dat de bij requisitoir uitgesproken bedoelingen van de s<strong>te</strong>ller<br />
niet leidend zijn bij de beoordeling van de geldigheid van de dagvaarding,<br />
doch de bewoordingen van het stuk zelve. Verhelderend was het requisitoir<br />
evenwel niet.<br />
772. Ik s<strong>te</strong>l vast dat het OM met geen woord heeft gerept over het schimmige<br />
"feit" en zijn manifestatie. Het OM tast hier klaarblijkelijk zelf ook in het<br />
duis<strong>te</strong>r.<br />
773. Uit het requisitoir blijkt dat het OM wel degelijk de in<strong>te</strong>ntie had die ik hierboven<br />
als onwaarschijnlijk verwierp: Zowel het eers<strong>te</strong> als het derde gedach<strong>te</strong>streepje<br />
moe<strong>te</strong>n uitdrukking geven aan de in<strong>te</strong>ntie de consolidatie van de<br />
joint ventures aan de orde <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen. Toe maar: nog een dubbel – er liggen<br />
al acht variaties op een thema met daarbinnen de nodige samenloop. Overdaad<br />
schaadt nooit en een mees<strong>te</strong>r beperkt zich niet. Deze door het OM<br />
uitgesproken in<strong>te</strong>ntie doet niet af aan de kern van mijn betoog. De bedoeling<br />
had zijn duidelijke weerslag in bewoordingen dienen <strong>te</strong> vinden. En zelfs<br />
bij <strong>te</strong> welwillend inlezing van de gedach<strong>te</strong>n van de officier blijft de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging<br />
een onontwarbare kluwen van jaren en een raadspel naar in de beoordeling<br />
<strong>te</strong> betrekken joint ventures.<br />
774. Het requisitoir <strong>te</strong>n aanzien van feit 3 bood inzicht in de lastig <strong>te</strong> volgen gedach<strong>te</strong>gang<br />
van het OM over de standaard van Ahold’s Jaarrekening, die ik<br />
<strong>te</strong>genkwam in het eers<strong>te</strong> gedach<strong>te</strong>streepje. Het OM volgt de Fiod en huldigt,<br />
in afwijking alle gehoorde <strong>te</strong>r zake deskundigen, het standpunt dat<br />
188
Aholds’ Nederlandse jaarrekening mede pro par<strong>te</strong> is opgemaakt naar US<br />
GAAP. Misschien goed om toch nog even het jaarverslag zelf erbij <strong>te</strong> nemen<br />
en het citaat dat ik op pagina 4 al opnam nog even na <strong>te</strong> lezen. Ook de accountantsverklaring<br />
sluit aan:<br />
775. Volstrekt helder. Niks Jaarrekening naar Amerikaans jaarrekeningenrecht of<br />
"US GAAP".<br />
776. Mijn vermoedens omtrent het tweede gedach<strong>te</strong>streepje bleken juist. Het<br />
OM beoogde de niet- verstrekking van de 2 e side let<strong>te</strong>rs aan de orde s<strong>te</strong>llen.<br />
Dat deel van mijn pleitnota behoeft dus geen bijs<strong>te</strong>lling.<br />
Inhoudelijke beoordeling – bewijs<br />
777. Hieronder zal ik aarzelend en soms radend ingaan op de inhoudelijke verwij<strong>te</strong>n<br />
die mijn cliënt mogelijk <strong>te</strong>n aanzien van de LOR bedoeld <strong>te</strong> zijn gemaakt.<br />
778. Waar mogelijk zal ik verwijzen naar die onderdelen van pleidooi en pleitnota<br />
waar relevan<strong>te</strong> kwesties reeds inhoudelijk werden besproken.<br />
779. Handelingen: de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging verwijt cliënt de onderwerpelijke LOR’s<br />
valselijk <strong>te</strong> hebben opgemaakt of doen opmaken door in deze LOR’s <strong>te</strong> hebben:<br />
"Geschreven en/of opgenomen en/of doen opnemen en/of ges<strong>te</strong>ld".<br />
189
780. Het is voor de beoordeling van dit onderdeel van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging van<br />
belang kennis <strong>te</strong> nemen van de verklaringen van Verhelst en Meurs, alsmede<br />
van de verklaringen van de accountants van D&T, in welke verklaringen<br />
het proces van de totstandkoming van de LOR’s wordt beschreven. Ik begin<br />
met Verhelst:<br />
"[..] De accountants, Deloit<strong>te</strong> & Touche leverden de concept let<strong>te</strong>rs<br />
of representation af. Ik las dan de concep<strong>te</strong>n en indien ik vragen had<br />
s<strong>te</strong>lde ik die. Het is overigens nooit gebeurd dat Deloit<strong>te</strong> & Touche<br />
veranderingen aanbrach<strong>te</strong>n in de concep<strong>te</strong>n naar aanleiding van<br />
mijn vragen. De <strong>te</strong>kst in de brieven zoals deze er nu liggen is volledig<br />
door Deloit<strong>te</strong> & Touche geconcipieerd. Zodra mijn eventuele vragen<br />
afdoende waren beantwoord door Deloit<strong>te</strong> & Touche liet ik de<br />
concep<strong>te</strong>n overtypen op Ahold papier en onder<strong>te</strong>kende ik de brieven.<br />
Ik weet niet of de andere onder<strong>te</strong>kenaars van de brieven ook een<br />
dergelijke procedure hadden met betrekking tot het vragen s<strong>te</strong>llen<br />
aan Deloit<strong>te</strong> & Touche en onder<strong>te</strong>kenen. Ik kan mij niet herinneren<br />
of één van de andere onder<strong>te</strong>kenaars ooit bij mij is gekomen met<br />
vragen over de brieven. Ik denk het niet. In ieder geval was ik degene<br />
die de opdracht gaf om de concept let<strong>te</strong>r of representation<br />
over <strong>te</strong> typen op Ahold briefpapier. [..] Nadat ik de brieven had onder<strong>te</strong>kend<br />
werden ze door de secretaresse doorgeleid naar de medeonder<strong>te</strong>kenaars.<br />
Ik denk dat ik meestal als eers<strong>te</strong> onder<strong>te</strong>kende." 268<br />
781. In dezelfde zin Meurs:<br />
268 V5/8.<br />
"[..] Vraag: wanneer en door wie zijn deze brieven (D/125 tot en<br />
met D/129) opges<strong>te</strong>ld? Antwoord: de verschillende LOR’s die u mij<br />
toont zijn door Deloit<strong>te</strong> & Touche samen met Verhelst in concept opges<strong>te</strong>ld.<br />
Ik weet niet wie bij Deloit<strong>te</strong> & Touche de verschillende<br />
LOR’s in concept heeft opges<strong>te</strong>ld. Het is niet ongebruikelijk dat Deloit<strong>te</strong><br />
& Touche dit soort brieven, die aan hen zelf gericht zijn in concept<br />
ops<strong>te</strong>lt. Het concept van de betreffende LOR wordt aan mij<br />
voorgelegd en indien ik akkoord ben met de inhoud <strong>te</strong>ken ik deze.<br />
Het <strong>te</strong>kenen van de verschillende LOR’s gebeurt niet in gezamenlijkheid<br />
met Van der Hoeven en Verhelst. De betreffende LOR zit in mijn<br />
190
postboek al dan niet ge<strong>te</strong>kend door Verhelst en/of C. Van der Hoe-<br />
ven." 269<br />
782. Cliënt, met de betreffende LOR’s geconfron<strong>te</strong>erd, weet enkel dat hij deze<br />
niet heeft opges<strong>te</strong>ld of opgemaakt - doch slechts onder<strong>te</strong>kend:<br />
"[..] Wanneer is deze brief D/127 opges<strong>te</strong>ld en door wie? Wanneer is<br />
deze brief onder<strong>te</strong>kend door de onder<strong>te</strong>kenaars? Antwoord: Ik weet<br />
niet door wie deze LOR is opges<strong>te</strong>ld en wanneer. U vraagt mij onder<br />
wiens verantwoordelijkheid het ops<strong>te</strong>llen van de LOR valt? Dat weet<br />
ik niet. Ik weet niet specifiek of het de verantwoordelijkheid is van<br />
de onderneming of de accountant. U zegt mij dat de brief van Ahold<br />
is en gericht aan de accountant. Ik weet niet wie hem heeft opges<strong>te</strong>ld.<br />
[..] " 270<br />
783. En de ex<strong>te</strong>rn accountant Van den Dries 271 :<br />
784. Alsook Bakkes 272 :<br />
269 V3/12.<br />
270 V2/4.<br />
271 RC-verklaring Van den Dries van 22 en 23 augustus 2005.<br />
272 RC-verklaring Bakkes van 10 janiar, 6 en 12 april 2005.<br />
191
785. En in gelijke zin de overige accountants in hun verhoor bij de RC: Van der<br />
Veg<strong>te</strong>, antwoord op vraag 254, Wennink in antwoord op vraag 26 en Dassen,<br />
antwoord op vragen 35 en 37.<br />
786. Uit het bovenstaande wordt volstrekt duidelijk dat cliënt geen enkele rol had<br />
bij het ops<strong>te</strong>llen van de <strong>te</strong>kst van de LOR’s die aan de orde zijn. D&T bepaalde<br />
de inhoud van de LOR’s, deed deze aan Verhelst toekomen, Verhelst<br />
bekreunde zich om de inhoud van de <strong>te</strong>kst en s<strong>te</strong>lde wat aanvullende vragen,<br />
liet de <strong>te</strong>kst vervolgens overnemen op het briefpapier van de president<br />
van Ahold. Hij onder<strong>te</strong>kende als eers<strong>te</strong> en zond het stuk het posttraject in<br />
voor onder<strong>te</strong>kening door Meurs en cliënt. Cliënt trof het betreffende stuk<br />
<strong>te</strong>lkens aan in zijn postboek, voorzag het van zijn hand<strong>te</strong>kening en liet het<br />
stuk via zijn secretaresse weer <strong>te</strong>ruggaan naar Verhelst. Verhelst droeg vervolgens<br />
weer zorg voor verzending aan D&T.<br />
787. Bovenstaande vaststaande fei<strong>te</strong>n impliceren dat de door het OM <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde<br />
handelingen in ieder geval niet bewezen verklaard kunnen worden.<br />
Cliënt heeft immers de <strong>te</strong>kst van de LOR’s noch in commissie geschreven,<br />
opges<strong>te</strong>ld, (doen) opnemen, of ges<strong>te</strong>ld - noch heeft hij hieraan fei<strong>te</strong>lijke leiding<br />
gegeven. Indien het OM een inhoudelijke beoordeling van het handelen<br />
van cliënt aan de orde zou willen s<strong>te</strong>llen, had het er verstandig aan gedaan<br />
het onderschrijven van de LOR’s en de met dit onderschrift voor rekening<br />
nemen van de inhoud van de LOR’s <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> <strong>te</strong> leggen. Nu dit evenwel<br />
is nagela<strong>te</strong>n, dient hij <strong>te</strong> worden vrijgesproken van een zo essentieel onderdeel<br />
van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging dat hiermee in<strong>te</strong>grale vrijspraak van het hele<br />
feit volgt.<br />
Valse LOR?<br />
788. Hieronder zal ik ingaan op de vraag of de aan uw oordeel onderworpen<br />
LOR’s inhoudelijk überhaupt onjuist zijn. Ik doe dat noodgedwongen gissend<br />
naar de bedoelingen die liggen ach<strong>te</strong>r een <strong>te</strong> onduidelijk geformuleerd<br />
verwijt.<br />
192
Consolidatie joint ventures - inhoudelijk<br />
789. Met heel veel welwillende beperkende en preciserende in<strong>te</strong>rpretatie van uw<br />
rechtbank komt u wellicht tot een inhoudelijke beoordeling van het derde<br />
inhoudelijke gedach<strong>te</strong>streepje van de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging.<br />
790. Wil een veroordeling <strong>te</strong>r zake van dit feit in beeld komen is derhalve noodzakelijk<br />
dat uw rechtbank vast s<strong>te</strong>lt dat de jaarrekening over 2001 op dit<br />
onderdeel onjuist is opgemaakt, respectievelijk het onderdeel van de Form<br />
20-F naar US GAAP geen getrouw beeld geeft van de verhouding tussen<br />
Ahold en haar partnerships.<br />
791. De verdediging van cliënt is van oordeel dat dit beslist niet het geval is. Ik<br />
volsta hier met verwijzing naar het pleidooi <strong>te</strong>r zake van feit 3 en feit 6,<br />
alsmede naar het onderdeel van mijn pleidooi dat specifiek betrekking heeft<br />
op de consolidatie. De inhoud van deze onderdelen van het pleidooi dient<br />
als hier ingelast en herhaald <strong>te</strong> worden beschouwd.<br />
792. Hoewel feit 5 derhalve in zekere zin voortbouwt op feit 3 en feit 6 valt de<br />
beoordeling niet geheel samen. Ik bedoel daarmee dat een bewezenverklaring<br />
van deze fei<strong>te</strong>n niet eo ipso be<strong>te</strong>kent dat daarmee een uitspraak is gedaan<br />
over de juistheid van de LOR’s. Om het licht tussen deze stukken <strong>te</strong><br />
zien is het nodig de functie van de LOR’s juist op het netvlies <strong>te</strong> hebben.<br />
793. De ex<strong>te</strong>rn accountant Van den Dries (RC):<br />
193
794. En Bakkes, eveneens bij de RC:<br />
795. En in gelijke zin: Van der Veg<strong>te</strong>, antwoord op vraag 252, Dassen, vraag 33<br />
en Wennink in reactie op vraag 25 – <strong>te</strong>lkenmale bij de RC.<br />
796. Dit komt ook tot uitdrukking in de <strong>te</strong>kst van de onderliggende LOR’s:<br />
"[..] For the purpose of expressing an opinion as to whether the<br />
financial sta<strong>te</strong>ments present fairly [..]"<br />
797. De betreffende <strong>te</strong>kst van de LOR brengt derhalve niet meer en niet minder<br />
tot uitdrukking dan dat de onder<strong>te</strong>kenaars ach<strong>te</strong>r de consolidatie staan omdat<br />
zij ervan overtuigd zijn dat Ahold "control" heeft over zijn partnerships.<br />
798. En zoals blijkt uit de verhoren van cliënt, Meurs en Verhelst bij Eisma, Fiod,<br />
RC en <strong>te</strong>r zitting: de onder<strong>te</strong>kenaars van de LOR waren naar eer en gewe<strong>te</strong>n<br />
de overtuiging toegedaan dat Ahold "control" uitoefende over haar volledig<br />
geconsolideerde partnerships. S<strong>te</strong>rker nog: ook thans, <strong>te</strong>rugblikkend,<br />
zijn zij nog s<strong>te</strong>eds van oordeel dat Ahold overwegende zeggenschap uitoefende<br />
over de volledig geconsolideerde joint ventures en zij zouden, ook nu<br />
194
nog, hetzelfde besluit nemen en de inhoud van de LOR voor hun rekening<br />
nemen. U heeft het cliënt <strong>te</strong>r zitting met verve horen betogen.<br />
799. En de onder<strong>te</strong>kenaar van de LOR’s staan hierin niet alleen. Ook diegenen<br />
die zich onder verantwoordelijkheid van Meurs, Verhelst en Van Tielraden<br />
fei<strong>te</strong>lijk bezighielden met de <strong>te</strong>chnicité’s van consolidatie naar Nederlands<br />
en Amerikaans recht, mevrouw Bouma vanuit de accountancy hoek en mevrouw<br />
Bos als legal, verklaren, <strong>te</strong>r zake gehoord bij de RC, toen en nu van<br />
oordeel <strong>te</strong> zijn dat Ahold haar joint ventures op goede gronden en <strong>te</strong>recht<br />
volledig consolideerde.<br />
800. Dat be<strong>te</strong>kent in de ogen van de verdediging dat bewezenverklaring en veroordeling<br />
voor dit feit slechts op zijn plaats zou kunnen zijn indien duidelijk<br />
is dat de in de LOR opgenomen mening of standpunt, naar kennis en we<strong>te</strong>nschap<br />
van de onder<strong>te</strong>kenaars naar het moment van toen, evident niet<br />
houdbaar was. Maar zelfs <strong>te</strong>rugblikkend met de kennis van nu moe<strong>te</strong>n wij<br />
consta<strong>te</strong>ren dat consolidatie zowel naar Nederlandse en Amerikaanse maatstaf<br />
waarschijnlijk juist was, maar toch in ieder geval verdedigbaar. Het is<br />
derhalve meer dan zeer voors<strong>te</strong>lbaar was dat de onder<strong>te</strong>kenaars van de<br />
LOR van oordeel waren dat Ahold in control was en dus de inhoud van dit<br />
onderdeel van de LOR voor hun rekening namen.<br />
801. Ik stip hier kort het deskundigen-rapport van Prof. Van de Poel aan, opgemaakt<br />
met de kennis van nu, waarin Prof. Van de Poel duidelijk maakt dat<br />
consolidatie naar nederlands recht de enige juis<strong>te</strong> beslissing was. Bij de beoordeling<br />
van de vraag of Ahold voldoende "control" had om over <strong>te</strong> gaan<br />
tot consolidatie naar Amerikaans recht komt hij tot de slotsom dat het een<br />
"close call" was. Het rapport van Shapiro gaat hierin nog een stap verder:<br />
ook de Amerikaanse accountants principles la<strong>te</strong>n ruim<strong>te</strong> voor de "substance<br />
over form"- benadering. Benadering naar ma<strong>te</strong>riali<strong>te</strong>it voert derhalve tot het<br />
oordeel dat consolideren naar US GAAP als niet de juis<strong>te</strong>, dan toch een zeer<br />
verdedigbaar besluit was.<br />
802. Onder die omstandigheden kan men toch bezwaarlijk volhouden dat de onder<strong>te</strong>kenaars<br />
van de LOR, met het kennis en inzicht dat zij op dat moment<br />
hadden, niet naar bes<strong>te</strong> we<strong>te</strong>nschap en overtuiging konden bevestigen dat<br />
naar hun mening Ahold voldoende zeggenschap had om <strong>te</strong> consolideren.<br />
195
803. Cliënt dient dan ook <strong>te</strong> worden vrijgesproken van het verwijt dat hij die mening<br />
ook op papier voor z’n rekening nam.<br />
De niet verstrek<strong>te</strong> side let<strong>te</strong>rs<br />
804. Hoewel uw rechtbank naar mijn oordeel niet aan een inhoudelijk oordeel zal<br />
toekomen, toch enige kor<strong>te</strong> kant<strong>te</strong>keningen.<br />
805. Laat er geen misverstand over bestaan: Indien cliënt op de hoog<strong>te</strong> was<br />
geweest en hem de vraag was voorgelegd of de 2 e side let<strong>te</strong>rs aan de accountant<br />
moes<strong>te</strong>n worden overhandigd of voorgelegd, had hij de vraag<br />
volmondig met "ja" beantwoord. Cliënt kan de verklaring van Meurs plaatsen,<br />
begrijpen en billijken. Maar juist dan is dat verhaal <strong>te</strong>r toelichting toch<br />
ook prima aan de accountant uit <strong>te</strong> leggen? Begrip was beslist niet onwaarschijnlijk;<br />
zelfs de "deconsolidatie-accountant" onderkent die con<strong>te</strong>xt:<br />
806. Dassen, bij de RC:<br />
807. Maar of de 2 e side let<strong>te</strong>rs, zoals <strong>te</strong>las<strong>te</strong>gelegd onder "financial records en<br />
rela<strong>te</strong>d data" vallen is de vraag. De accountant Van der Veg<strong>te</strong> 273 :<br />
273 RC-verklaring Van der Verg<strong>te</strong> van 11 en 18 februari en 14 juli 2005.<br />
196
808. Gezien de wijze van tot standkoming, doel en strekking van de 2 e side let<strong>te</strong>rs,<br />
s<strong>te</strong>lt de verdediging van cliënt zich op het standpunt dat de 2 e side let<strong>te</strong>rs<br />
onder de algemene representatie van Ahold viel - en niet onder de aan<br />
de financiële administratie gerela<strong>te</strong>erde stukken.<br />
We<strong>te</strong>nschap<br />
809. Zowel voor de beoordeling van het <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde medeplegen, als het<br />
subsidiair <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde fei<strong>te</strong>lijk leiding geven is relevant of en zo ja in<br />
hoeverre bij cliënt voldoende we<strong>te</strong>nschap aanwezig was om hem de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde<br />
gedraging aan <strong>te</strong> rekenen. Dat heet: voor het geval u tot het<br />
oordeel komt dat LOR en onderliggende stukken bewezen strijdigheden met<br />
de waarheid zouden behelzen. Ook <strong>te</strong>n aanzien van dit onderdeel van de<br />
<strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging verwijs ik naar het algemene deel van de pleitnota met betrekking<br />
tot we<strong>te</strong>nschap en de op we<strong>te</strong>nschap toegesneden onderdelen van<br />
het pleidooi dat betrekking heeft op de fei<strong>te</strong>n 3 en 4.<br />
810. Ik voeg daar <strong>te</strong>n aanzien van dit specifieke feit nog een ingrediënt aan toe.<br />
Als ik de ongelukkige <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging even loslaat en de hierboven aangehaalde<br />
ambtshandelingen in onderling verband en samenhang beschouw,<br />
heeft de Fiod in essentie in deze verbalen tot uitdrukking willen brengen dat<br />
de onder<strong>te</strong>kenaars van de LOR <strong>te</strong> verwij<strong>te</strong>n valt dat bij de audit van de ex<strong>te</strong>rn<br />
accountants de 2 e side let<strong>te</strong>rs (voor zover beschikbaar op de betreffende<br />
tijdstippen) niet <strong>te</strong>r hand zijn ges<strong>te</strong>ld. En, zo lees ik in ieder geval het<br />
verbaal, indien de accountant wel vertrouwd was geweest met de inhoud<br />
van de 2 e side let<strong>te</strong>rs had het oordeel over de consolidatie wel eens anders<br />
kunnen luiden. Men hoedde zich evenwel voor de redenering dat bekendheid<br />
van cliënt met de 2 e side let<strong>te</strong>r Bompreço impliceert dat cliënt dus ook<br />
wist dat deze side let<strong>te</strong>r niet <strong>te</strong>r hand zou worden ges<strong>te</strong>ld aan de accountant.<br />
Als blijkt uit de verklaringen van Meurs en Verhelst had cliënt geen en-<br />
197
kele bemoeienis met de uitvoering van de audit en Meurs is consis<strong>te</strong>nt en<br />
duidelijk in zijn verklaring: het was míjn beslissing om deze side let<strong>te</strong>rs niet<br />
aan de accountant <strong>te</strong> verstrekken. In die beslissing, zo blijkt ook uit zijn verklaring<br />
heeft hij noch <strong>te</strong>voor noch nadien cliënt gekend.<br />
811. Voor zover het onder 5 <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde feit derhalve voldoende <strong>te</strong> bepalen<br />
verwij<strong>te</strong>n behelst, bevat het dossier geen enkel bewijsmiddel van een begin<br />
van we<strong>te</strong>nschap van cliënt.<br />
812. Mijn betoog strekt er dan ook primair toe dat u dit obscuur libel in zijn totali<strong>te</strong>it<br />
nietig verklaart.<br />
813. Mocht uw rechtbank van oordeel zijn dat een enkel onderdeel van dit deel<br />
van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging voldoende specicifiek is geformuleerd dient <strong>te</strong>r zake<br />
vrijspraak <strong>te</strong> volgen.<br />
Naar aanleiding van het requisitoir<br />
814. In de oorspronkelijke opzet van mijn pleitnota voor dit feit was ik bondiger.<br />
Het gewicht dat het OM blijkens requisitoir aan dit feit hecht<strong>te</strong>, heeft mij<br />
uitgebreider doen zijn; met name in de weergave van de verklaringen van<br />
de accountants van D&T. Bedacht dient immers <strong>te</strong> worden dat een LOR niet<br />
een stuk is dat door publieke regelgeving vereist wordt en zelfs niet standaard<br />
gebruikt wordt in de accountancy praktijk. Daarmee heeft het stuk als<br />
niet uitslui<strong>te</strong>nd, dan toch primair een rol tussen de partijen die het betreft:<br />
D&T en Ahold. Ik heb die niet in ex<strong>te</strong>nso door mij opgelezen verklaringen<br />
wel zo uitgebreid in mijn pleitnota verwerkt omdat uit de aangehaalde passage<br />
overduidelijk blijkt dat die accountants veel minder waarde hecht<strong>te</strong>n<br />
aan de LOR’s dan het gewicht dat het OM er hier nu aan toekent. Een standaard-<strong>te</strong>mpla<strong>te</strong><br />
wordt door D&T aan Verhelst gestuurd; inhoudelijk wordt<br />
niet over de <strong>te</strong>kst gesproken en ge<strong>te</strong>kend op het postpapier van Ahold<br />
wordt een en ander weer <strong>te</strong>ruggezonden. De accountant bergt het op. Als<br />
controlestuk heeft de brief ech<strong>te</strong>r weinig waarde (Bakkes in zijn eerder<br />
aangehaalde R.C.-verklaring), maar de accountant heeft nog een beetje<br />
meer comfort. That's all.<br />
815. Het OM besloot zijn requisitoir <strong>te</strong>n aanzien van dit feit met een ronkende<br />
retoriek. Mag ik afslui<strong>te</strong>n door de officier weer <strong>te</strong> parafraseren?<br />
198
816. Moge dit de eers<strong>te</strong>, maar ook de laats<strong>te</strong> keer zijn dat het OM een rech<strong>te</strong>rlijk<br />
college in Nederland een zo ongelukkig geformuleerde <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging <strong>te</strong>rzake<br />
van een let<strong>te</strong>r of representation voorlegt.<br />
199
FEIT 6<br />
Inleiding<br />
817. Geen animaties, zelfs geen power point, maar: mag de verdediging uw<br />
rechtbank verzoeken pagina 52 van D/118, Aholds’ "Annual report on the<br />
form 20-F" over het fiscale jaar 1997 op het scherm <strong>te</strong> projec<strong>te</strong>ren? Op deze<br />
wijze zal de verdediging in staat zijn uw rechtbank visueel onders<strong>te</strong>und<br />
een aantal poin<strong>te</strong>s van het pleidooi op dit feit eenvoudiger <strong>te</strong> presen<strong>te</strong>ren.<br />
Verwijt<br />
818. Onder 6 wordt cliënt - zakelijk weergegeven - valsheid in geschrift in de<br />
zogehe<strong>te</strong>n annual report on the Form 20-F over de fiscale jaren van 1997<br />
tot en met 2001 <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegd. De betreffende annual reports bevinden<br />
zich als bijlage D/118 tot en met D/122 bij het dossier en bij inzage van het<br />
dossier zag de verdediging dat uw rechtbank beschikt over de grijs gebonden<br />
originele uitgave van de annual reports. Ook hier han<strong>te</strong>ert het OM de<br />
inmiddels vertrouwde gelaagde opbouw van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging: primair<br />
wordt cliënt het medeplegen van dit feit verwe<strong>te</strong>n <strong>te</strong>rwijl subsidiair aan client<br />
verwe<strong>te</strong>n wordt dat hij fei<strong>te</strong>lijk leiding heeft gegeven aan deze strafbare<br />
fei<strong>te</strong>n, gepleegd door Ahold.<br />
819. De inhoudelijke onjuistheid zou - en gelet op de rest van mijn verweer volg<br />
ik hier de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging even verbatim - voor de annual reports<br />
over 1997 tot en met 2000 (D/118 tot en met D/121) hierin bestaan<br />
dat in die reports het navolgende aan het papier is toevertrouwd:<br />
820. Waar het de consolidatie van de deelnemingen over het jaar 2001 betreft<br />
zou de Form 20-F in strijd met de waarheid de navolgende passage behelzen:<br />
200
821. Een tweede inhoudelijke onjuistheid in de Form 20-F zou hierin bestaan (ik<br />
vat zakelijk samen) dat de zogehe<strong>te</strong>n " ICA partner put option" <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong><br />
niet vermeld zou zijn in de Form 20-F over de laats<strong>te</strong> 2 jaren.<br />
822. Het laats<strong>te</strong> gedach<strong>te</strong>streepje van de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging bevat geen zelfstandig<br />
inhoudelijk verwijt; hierin wordt cliënt hetzij zelfstandig, hetzij in het voetspoor<br />
van Ahold, verwe<strong>te</strong>n de inhoud van de Form 20-F door middel van<br />
onder<strong>te</strong>kening voor rekening <strong>te</strong> nemen.<br />
Consolidatie naar US GAAP inzet?<br />
823. Kennisname van de inhoud van het requisitoir van het OM heeft mij tot het<br />
onmiskenbaar oordeel gevoerd dat het OM hier in de veronders<strong>te</strong>lling verkeert<br />
cliënt hier het verwijt <strong>te</strong> hebben gemaakt de relevan<strong>te</strong> partnerships<br />
naar US GAAP <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> (volledig?) <strong>te</strong> hebben geconsolideerd. Indien<br />
het OM daadwerkelijk dit voornemen had is, het in de uitvoering blijven s<strong>te</strong>ken<br />
op een poging. Ik zal dat hieronder ui<strong>te</strong>en zet<strong>te</strong>n.<br />
824. Zowel cliënt als Meurs hebben <strong>te</strong>r <strong>te</strong>rechtzitting nog eens duidelijk ui<strong>te</strong>engezet<br />
dat ook de Annual Reports on the Form 20-F Dutch GAAP als basis<br />
hebben. Hun verklaring <strong>te</strong>r zake sluit aan op datgene wat getuigen al eerder<br />
bij de Fiod hebben verklaard en de employees van D&T bij de RC. Ook<br />
de Fiod had hier het juis<strong>te</strong> beeld op het netvlies; ik verwijs naar de ambtshandelingen:<br />
AH/25, AH/51 en voor een kor<strong>te</strong> doch duidelijke beschrijving<br />
AH/59. Vanzelfsprekend dienen ook structuur, opbouw en inhoud van de<br />
betreffende Annual Reports in de beoordeling <strong>te</strong> worden betrokken. Concies<br />
en zakelijk weergegeven komt het er op neer dat Ahold in deze Annual Reports<br />
on the Form 20-F in het Engels, maar naar Dutch GAAP, algemene informatie<br />
verstrekt, een geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening<br />
opneemt alsmede een toelichting.<br />
825. Vervolgens worden de waarderingsgrondslagen en presentatie naar Dutch<br />
GAAP nog eens toegelicht. Eerst helemaal aan het eind van de betreffende<br />
Annual Reports on the Form 20-F bevindt zich de zogehe<strong>te</strong>n "reconciliation<br />
no<strong>te</strong>" waarin de aansluiting van Dutch GAAP naar US GAAP wordt gemaakt<br />
201
en waarin Ahold over de betreffende jaren een verkor<strong>te</strong> balans winst- en<br />
verliesrekening en kasstroom overzicht weergeeft volgens US GAAP,met een<br />
kor<strong>te</strong> toelichting over de verschillen die optreden en die veroorzaakt worden<br />
door de verschillende uitgangspun<strong>te</strong>n van de Nederlandse en de Amerikaanse<br />
accountants principes.<br />
826. De "reconciliation no<strong>te</strong>" en daarmee de verkor<strong>te</strong> weergaven naar US GAAP<br />
treffe men over het jaar 1997 aan op pagina 73 e.v. in "no<strong>te</strong> 23"; voor 1998<br />
bevindt de reconciliation zich eveneens in "no<strong>te</strong> 23" op pagina 71 e.v.; in de<br />
Form 20-F over 1999 begint de reconciliation no<strong>te</strong> 23 op pagina 79; in de<br />
reports over het jaar 2000 beschikt de verdediging enkel over een niet genummerd<br />
exemplaar maar betreft het opnieuw no<strong>te</strong> 23 ach<strong>te</strong>r in de Annual<br />
report; in de annual report over 2001 is de reconciliation weergegeven op<br />
pagina 115 e.v. in no<strong>te</strong> 27.<br />
827. De verdediging heeft in deze zaak nog wel eens wat kritiek gehad op de<br />
beschrijvende - of recapitulatie processen-verbaal - maar in deze merk ik<br />
toch op dat ambtshandeling 59 een accura<strong>te</strong> beschrijving geeft van opbouw<br />
en inhoud van de betreffende annual reports on the Form 20-F.<br />
828. Bovenstaande dwingt onvermijdelijk tot de conclusie dat <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging en<br />
requisitoir niet op elkaar aanslui<strong>te</strong>n. Het OM bespreekt de zaak immers als<br />
had zij <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegd dat Ahold <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> naar US GAAP consolideert,<br />
<strong>te</strong>rwijl de betreffende passage in de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging, zowel inhoudelijk als<br />
waar het gaat om de verwijzing naar de pagina’s waar inderdaad de betreffende<br />
passages zijn opgenomen in de Form 20-F, doodgewoon een beschrijvende<br />
en verklarende <strong>te</strong>kst naar Dutch GAAP geeft. Het is in dat opzicht<br />
verhelderend om iets ruimer kennis <strong>te</strong> nemen van de <strong>te</strong>kst waaruit de<br />
cita<strong>te</strong>n die in de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging zijn opgenomen zijn gelicht. Die <strong>te</strong>kst is<br />
voor de annual reports on the Form 20-F over 1997 tot en met 2000 identiek<br />
(D/118 tot en met D/121) luidt als volgt:<br />
202
829. Voor wat betreft de laats<strong>te</strong> report on Form 20-F over het fiscale jaar 2001<br />
geldt dat de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde passage afkomstig is uit de navolgende relevan<strong>te</strong><br />
(con)<strong>te</strong>kst:<br />
203
830. Voor het oordeel dat de rechtbank zal hebben <strong>te</strong> vellen zal evenwel niet de<br />
<strong>te</strong>kst van het requisitoir bepalend kunnen zijn, doch de wijze waarop het<br />
OM dit feit middels een gewijzigde <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging aan uw rechtbank heeft<br />
voorgelegd. Dat be<strong>te</strong>kent dat uw rechtbank heeft <strong>te</strong> beoordelen, of de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde<br />
passages een juis<strong>te</strong> weergave van Aholds consolidatie policy<br />
naar Dutch GAAP behelzen.<br />
Uitstapje<br />
831. Ik maak op dit onderdeel van mijn pleidooi even het uitstapje waarop de<br />
verdediging al preludeerde bij zijn inleiding.<br />
832. Hoe nu <strong>te</strong> denken over de handelwijze van het OM?<br />
833. Bij dagvaarding en gewijzigde <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging legt het OM een passage uit de<br />
form 20 F als "vals" <strong>te</strong> las<strong>te</strong>. Het is onmogelijk en ondenkbaar dat het OM<br />
daarbij niet heeft gezien dat de passage zich midden in het Dutch GAAP onderdeel<br />
van de Form 20 F bevindt. De passage, opgenomen in de <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging<br />
en de woorden "Dutch GAAP" worden slechts gescheiden door het<br />
woord "generally". Mij lukt het niet eens deze woorden niet <strong>te</strong> zien bij lezing<br />
van de passage.<br />
834. Het OM legt uw rechtbank een schrif<strong>te</strong>lijk requisitoir voor, waarin het s<strong>te</strong>lt<br />
valsheid naar US GAAP <strong>te</strong>las<strong>te</strong> <strong>te</strong> hebben gelegd en s<strong>te</strong>lt uw rechtbank bewezenverklaring<br />
en veroordeling voor.<br />
835. Dit tweede stuk is derhalve in strijd met de waarheid opgemaakt en daarmee<br />
vals. Dit valse stuk is aan uw <strong>Rechtbank</strong> overgelegd. Ter misleiding en<br />
om uw <strong>Rechtbank</strong> <strong>te</strong> bewegen een veroordelend vonnis af <strong>te</strong> geven.<br />
836. Zowel <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging als schrif<strong>te</strong>lijk requisitoir zijn stukken van gewicht -<br />
hier mag men niet lichtvaardig mee omgaan. De onderhavige zaak wordt<br />
bovendien door het OM gezien en behandeld als een zaak van gro<strong>te</strong> importantie<br />
en gewicht.<br />
837. Gezien het vorenstaande kan het niet anders dan dat het OM dit heeft gezien<br />
en deze handelingen moe<strong>te</strong>n dan ook welbewust zijn verricht. Het betreft<br />
bovendien ervaren en <strong>te</strong>r zake deskundige officieren. Het opmaken van<br />
204
het requisitoir valt onder bereik van 225 lid 1 WvSr; het overleggen aan uw<br />
<strong>Rechtbank</strong> onder de werking van het tweede lid van dat artikel.<br />
838. Ik kan onder deze omstandigheden dan ook niet anders dan concluderen<br />
dat het OM zijn in<strong>te</strong>gri<strong>te</strong>it hier verspeeld heeft.<br />
839. Geloof ik mijn eigen woorden? Trek ik de in<strong>te</strong>gri<strong>te</strong>it van beide officieren<br />
daadwerkelijk in twijfel? Welnee. Het OM heeft eenvoudigweg de plank mis<br />
geslagen. Een uitglijder. Ik spiegelde de Bompreço – redenering van het<br />
OM.<br />
840. Wat ik evenwel hoop is dat het OM door confrontatie met eigen handelen<br />
een meer genuanceerd beeld krijgt op de werkelijkheid en beseft dat datgene<br />
dat zij voor onmogelijk houdt en waaraan het OM dwingende conclusies<br />
verbindt, toch niet zo ondenkbaar is en niet per sé noopt tot de conclusie<br />
die het OM trekt. Want wat het OM hier heeft gedaan is een veel s<strong>te</strong>rker<br />
staaltje van non-in<strong>te</strong>rpretatie van <strong>te</strong>kst, dan hetgeen cliënt, de heer Van der<br />
Hoeven heeft gedaan. Hij <strong>te</strong>kende immers een side let<strong>te</strong>r nadat hij maanden<br />
daarvoor slechts op procesniveau had kennis genomen van de control<br />
let<strong>te</strong>r waaraan die side let<strong>te</strong>r klaarblijkelijk refereert.<br />
Dutch GAAP revisi<strong>te</strong>d?<br />
841. Bij deze beoordeling is het van belang het navolgende voor ogen <strong>te</strong> houden.<br />
De in de betreffende reports on the Form 20-F <strong>te</strong>r plaatse opgenomen<br />
en <strong>te</strong>las<strong>te</strong>gelegde <strong>te</strong>kst heeft geen constitutief of scheppend karak<strong>te</strong>r, maar<br />
slechts een descriptief, beschrijvend karak<strong>te</strong>r. Met andere woorden: Ahold<br />
geeft hier <strong>te</strong>n behoeve van SEC en andere geïn<strong>te</strong>resseerde lezers weer hoe<br />
zij in haar jaarverslaggeving, de jaarrekeningen naar Dutch Gaap, rappor<strong>te</strong>ert,<br />
en geeft dus ook <strong>te</strong>n aanzien van de consolidatie van de partnerships<br />
beschrijvend weer op welke wijze deze deelnemingen in de jaarrekeningen<br />
zijn verwerkt. Het blijkt ook overduidelijk uit de omringende <strong>te</strong>kst:<br />
"the financial sta<strong>te</strong>ments of Royal Ahold presen<strong>te</strong>d here in, and the<br />
no<strong>te</strong>s thereto, are prepara<strong>te</strong>d on consolida<strong>te</strong>d bases in conformity<br />
with Dutch GAAP. Generally, all companies in which Ahold can exercise<br />
control – etc."<br />
of<strong>te</strong>wel, en nu waag ik mij net als andere procesdeelnemers eerder deden,<br />
maar eens aan een vertaling: " Op hoofdlijnen of globaal, komt het er op<br />
205
neer dat Ahold alle deelnemingen waarover zij "control" uitoefent of waarin<br />
zij een meerderheidsbelang heeft volledig consolideert in haar Nederlandse<br />
jaarrekening".<br />
842. En wie dan vervolgens de jaarverslagen over de corresponderende jaren<br />
waarin de betreffende jaarrekeningen zijn vervat er bijneemt, ziet dat dit<br />
een volledige waarheidsgetrouwe beschrijving is van de wijze waarop Ahold<br />
over de betreffende boekjaren omgaat met haar partnerships. Het zal zelfs<br />
door het OM wel niet betwist worden omdat zij dezelfde s<strong>te</strong>llingname huldigt<br />
blijkens de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging van feit 3. Maar zekerheidshalve geef ik<br />
hieronder <strong>te</strong>n behoeve van de controleerbaarheid en voor uw rechtbank een<br />
kor<strong>te</strong> "reconciliation": 274<br />
jaarrekening 1997: pagina’s 56 en 57<br />
jaarrekening 1998: pagina’s 60 en 61<br />
jaarrekening 1999: pagina 54 en 55<br />
jaarrekening 2000: pagina 50 en 51<br />
jaarrekening 2001: pagina 46 en 47.<br />
843. Niet is hier derhalve aan de orde een nieuwe beoordeling <strong>te</strong>n gronde of<br />
Ahold wel <strong>te</strong>recht naar Dutch GAAP de betreffende partnerships consolideerde,<br />
maar "slechts" de vraag of Ahold in de betreffende Annual Reports<br />
on the Form 20-F op correc<strong>te</strong> wijze verslag doet van de manier waarop zij<br />
in haar jaarverslaggeving naar Dutch GAAP omgaat met deze joint ventures.<br />
En het antwoord op die vraag kan derhalve niet anders dan bevestigend<br />
luiden.<br />
844. Dat be<strong>te</strong>kent dat uw rechtbank vrij zal hebben <strong>te</strong> spreken van dit onderdeel<br />
van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging, dat ziet op de consolidatie kwestie.<br />
Consolidatie – het verwijt pro resto<br />
845. Ten overvloede, maar toch, ga ik nog even in op een ander eigenaardig<br />
stukje in deze <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging. Onder het tweede gedach<strong>te</strong>streepje vermeldt<br />
de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />
"[..] althans woorden van gelijke aard of strekking, in ieder geval<br />
werd in strijd met de waarheid gesuggereerd dat Ahold (overwegen-<br />
274 Ik volgde hier overigens de nummering uit de originele jaarverslagen die uw rechtbank heeft<br />
gekregen naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek en niet de nummering die is weergegeven<br />
in de bij proces-verbaal gevoegde prints van documen<strong>te</strong>n waarvan wij moe<strong>te</strong>n aannemen<br />
dat het downloads zijn van de si<strong>te</strong> van Ahold.<br />
206
de) zeggenschap (control) had over alle in de annual report on Form<br />
20-F genoemde geconsolideerde rechtspersonen [..]".<br />
846. Bewezenverklaring van overtreding van artikel 225 lid 1 Sr vergt dat vaststaat<br />
dat in het onderliggende geschrift "opzet<strong>te</strong>lijk in strijd met de waarheid"<br />
aan het papier is toevertrouwd. "Suggesties" of vingerwijzingen, die<br />
bij een bepaalde in<strong>te</strong>rpretatie mogelijk op gespannen voet met de waarheid<br />
komen <strong>te</strong> staan, halen derhalve het vereis<strong>te</strong> niveau van leugenachtigheid<br />
niet om onder de reikwijd<strong>te</strong> van voornoemd artikellid <strong>te</strong> vallen. Indien uw<br />
rechtbank derhalve tot een inhoudelijke bevestigende beantwoording van<br />
deze vraag had kunnen komen zou de bewezenverklaarde suggestie niet<br />
gekwalificeerd kunnen worden als overtreding van artikel 225 lid 1 Sr.<br />
ICA Partner Put Optie<br />
847. Hoewel naar mijn s<strong>te</strong>llige overtuiging de consolidatie kwestie het hart van<br />
de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging betrof, toch nog enige kor<strong>te</strong> opmerkingen <strong>te</strong>n aanzien<br />
van het derde gedach<strong>te</strong>streepje waarin cliënt verwe<strong>te</strong>n wordt in strijd met<br />
de waarheid <strong>te</strong> hebben nagela<strong>te</strong>n <strong>te</strong> vermelden dat er een zogenaamde<br />
"partners put option" voor de ICA partners bestond.<br />
848. In de eers<strong>te</strong> plaats verwijs ik op dit onderdeel naar hetgeen door de verdediging<br />
van cliënt al naar voren is gebracht op dit onderdeel bij de bespreking<br />
van feit 3 en feit 4. Ik verzoek u de betreffende <strong>te</strong>ks<strong>te</strong>n als hier woordelijk<br />
herhaald en ingelast <strong>te</strong> beschouwen.<br />
849. Zakelijk weergegeven komt het er op neer, dat zowel de uitoefening van<br />
deze put optie alswel de omvang van de verplichting derma<strong>te</strong> onzeker zijn,<br />
dat naar algemeen aanvaarde grondslagen van accountancy, maar zeer de<br />
vraag is of deze put-optie inderdaad vermeld had moe<strong>te</strong>n worden.<br />
850. De verklaringen van de accountants van D&T zijn op dit punt veelzeggend.<br />
Men kan erover twis<strong>te</strong>n. Dassen verklaart zelfs dat de accountants er onderling<br />
maanden over gediscussieerd hebben en dat derhalve zowel het ene<br />
standpunt (opname in de vorm van een toelichting) als het andere standpunt<br />
(<strong>te</strong> onzeker - niet vermelden) verdedigbaar is. Onder die omstandigheden<br />
kan men bezwaarlijk verwach<strong>te</strong>n dat de strafrech<strong>te</strong>r, retrospectief<br />
oordelend over de fei<strong>te</strong>n, uitspreekt dat de jaarrekening of de Annual Reports<br />
op dit onderdeel een verkeerd beeld van de werkelijkheid geven - laat<br />
207
staan dat u tot het oordeel zou kunnen komen dat de ops<strong>te</strong>llers van de<br />
jaarrekening deze opzet<strong>te</strong>lijk in strijd met de waarheid zouden hebben opgemaakt.<br />
851. Voor cliënt geldt daarenboven nog eens dat het hier <strong>te</strong>chnische ma<strong>te</strong>rie<br />
betreft die ver onder zijn niveau werd doorgeakkerd en vervolgens beslo<strong>te</strong>n.<br />
Ex<strong>te</strong>rne accountants en juris<strong>te</strong>n bogen zich onder verantwoordelijkheid<br />
van Verhelst (en daarboven weer op enige afstand ook Meurs) over deze<br />
<strong>te</strong>chnische ma<strong>te</strong>rie zonder dat de qui<strong>te</strong>nsences van dit onderwerp ooit inhoudelijk<br />
met hem besproken zijn. Cliënt kon en mocht dan ook in de veronders<strong>te</strong>lling<br />
verkeren dat hij bij onder<strong>te</strong>kening van de annual reports <strong>te</strong>kende<br />
voor een "fair representation" op het relevan<strong>te</strong> onderdeel. Dat be<strong>te</strong>kent<br />
dat uw rechtbank hier naar mijn s<strong>te</strong>llige overtuiging tot een vrijspraak<br />
zal hebben <strong>te</strong> komen omdat de Annual Reports waarheidsgetrouw zijn,<br />
maar in ieder geval niet onwaarheidsgetrouw en beslist niet gezegd kan<br />
worden dat de ops<strong>te</strong>llers opzet<strong>te</strong>lijk in strijd met de waarheid hebben gehandeld<br />
bij het niet vermelden van de ICA put option.<br />
852. Laat staan dat cliënt bewijsbaar verwe<strong>te</strong>n zou kunnen worden dat hij door<br />
onder<strong>te</strong>kening van de Annual Reports relevan<strong>te</strong> we<strong>te</strong>nschap zou hebben<br />
gehand <strong>te</strong>n aanzien van een pre<strong>te</strong>nce onjuistheid daarin.<br />
Technisch juridische kant<strong>te</strong>keningen<br />
853. Ook op dit onderdeel ontkom ik niet aan een tweetal <strong>te</strong>chnische kant<strong>te</strong>keningen.<br />
854. Kant<strong>te</strong>kening 1: de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging bedient zich van de navolgende<br />
woorden: in ieder geval werd in strijd met de waarheid gesuggereerd.<br />
Een dergelijke passieve formulering in de verleden tijd is onjuist en<br />
ongepast in een <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging. Een <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging behoort <strong>te</strong> beschrijven<br />
welk actief handelen een verdach<strong>te</strong> nu exact verwe<strong>te</strong>n wordt.<br />
855. Kant<strong>te</strong>kening 2: het OM heeft hier een poging gedaan een "nala<strong>te</strong>n <strong>te</strong> vermelden"<br />
onder de werking van artikel 225 Sr <strong>te</strong> brengen. Dat getuigt niet<br />
direct van een juist zicht op de werkingssfeer van het betreffende artikel.<br />
856. De kwestie is door de Hoge Raad al meermalen beslist. De ondergrens is<br />
door de Hoge Raad aangegeven in zogehe<strong>te</strong>n "sociale zekerheids fraude<br />
208
zaken". Ik vat hier samen: het niet invullen van een voorgedrukt "ja" of<br />
"nee" antwoord bij een imprimé formulier dat is verstrekt door een uitvoerende<br />
instantie kan, als het antwoord ja of bevestigend had dienen <strong>te</strong> zijn,<br />
<strong>te</strong>rwijl de werkelijkheid anders is, valsheid in geschrift opleveren, omdat,<br />
aldus de Hoge Raad, het niet invullen van het betreffende antwoord als een<br />
ontkenning pleegt <strong>te</strong> worden verstaan door de uitvoerende dienst. 275<br />
857. Ook oordeelde de Hoge Raad reeds eerder over een zaak waar de fei<strong>te</strong>n, en<br />
in het voetspoor van die fei<strong>te</strong>n, de s<strong>te</strong>ller van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging onder die<br />
grens was gebleven. "Het enkele nala<strong>te</strong>n op <strong>te</strong> nemen dat een verblijfsvergunning<br />
is afgegeven, levert nog geen valselijk opmaken op" – aldus de<br />
Hoge Raad. 276 Dat het hier een geautomatiseerd sys<strong>te</strong>em betreft, dat door<br />
zijn duurzaamheid van vastlegging door de Hoge Raad als "geschrift" werd<br />
gezien doet vanzelfsprekend niet <strong>te</strong>r zake.<br />
Uitleidende beschouwing<br />
858. Ik rond mijn bespreking van het zesde feit af. Nadat deze zaak door de fil<strong>te</strong>r<br />
van de nadere instructie na verwijzing bij de RC is gegaan, de <strong>te</strong>chnici van<br />
Ahold zich erover hebben uitgela<strong>te</strong>n, de accountants en ook de deskundigen<br />
en vervolgens door de zeef van het onderzoek <strong>te</strong>r <strong>te</strong>rechtzitting, lijkt mij dat<br />
een ieder toch wel duidelijk is geworden dat de consolidatie kwestie met<br />
annexen als de side let<strong>te</strong>r-ma<strong>te</strong>rie, zich toespits<strong>te</strong> op US GAAP. Het zal mij<br />
in ieder geval verbazen als iemand die kennis heeft van de inhoud van het<br />
dossier nog van oordeel is dat er naar Dutch GAAP iets vals was opgeschreven.<br />
859. Anderzijds is zonneklaar geworden dat de inmiddels alom als control let<strong>te</strong>r<br />
aangeduide side let<strong>te</strong>rs slechts het licht hebben gezien omdat de National<br />
Office van D&T kenbaar had gemaakt dat zij het nodig vond voor consolidatie<br />
naar US GAAP dat dergelijke stukken zouden worden opges<strong>te</strong>ld, ge<strong>te</strong>kend<br />
en onderdeel zouden gaan uitmaken van het Ahold dossier.<br />
860. Door de wijze waarop het OM er voor gekozen heeft de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging in<br />
<strong>te</strong> rich<strong>te</strong>n zal het hart van de zaak derhalve niet meer onderworpen zijn aan<br />
het oordeel van uw rechtbank. Dat heeft iets bevredigends, omdat het toch<br />
275<br />
HR 10 juni 1975, NJ 1975, 461; HR 1 oktober 1985 NJ 1986, 382; HR 22 februari 1977, NJ 1978,<br />
20; en HR 9 oktober 1979 NJ 1980, 47.<br />
276<br />
HR 24 sep<strong>te</strong>mber 2002, NJ 2002, 628 .<br />
209
eigenlijk ook wel mal is dat een strafrech<strong>te</strong>r, retrospectief, het finale oordeel<br />
zal hebben <strong>te</strong> geven over een boekhoudkundige kwestie, vervat in een<br />
vrijwillig appendix, die naar Amerikaanse maatstaven zal moe<strong>te</strong>n worden<br />
beoordeeld en als zij al repercussies had, dan toch ook enkel deze weerslag<br />
had op dat grondgebied.<br />
861. Het heeft natuurlijk ook iets onbevredigends: Nu de class action met een<br />
schikking is geëindigd zal de ondernemingskamer in Nederland nimmer<br />
meer oordelen over de juistheid van de jaarrekeningen en door de schikking<br />
met de SEC zal ook geen Amerikaanse rech<strong>te</strong>rlijke autori<strong>te</strong>it meer een inhoudelijk<br />
oordeel vellen over de consolidatie over de jaren naar US GAAP.<br />
862. Met mijn eerdere beschouwingen bij het thematische gedeel<strong>te</strong> over de consolidatie<br />
naar Amerikaanse maatstaven heeft de verdediging niet<strong>te</strong>min haar<br />
inhoudelijke standpunt gegeven.<br />
863. Ware de kwestie in volle omvang aan het oordeel van uw rechtbank onderworpen<br />
geweest zijn cliënt en verdediging ervan overtuigd dat U bij vonnis<br />
had uitgesproken dat geenszins is komen vast <strong>te</strong> staan dat volledige consolidatie<br />
van de werkmaatschappijen van Ahold naar Amerikaanse maatstaven<br />
een onjuist beeld gaf van de werkelijkheid. Een werkelijkheid, die nimmer<br />
door side let<strong>te</strong>rs is veranderd.<br />
210
FEIT 7<br />
Een prematuur verwijt<br />
864. Cliënt wordt hier - ik vat de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging op dit punt kernachtig samen -<br />
verwe<strong>te</strong>n hetzij zelfstandig hetzij in het voetspoor van Ahold de ex<strong>te</strong>rne accountant,<br />
D&T <strong>te</strong> hebben opgelicht. De misleiding zou bestaan aan het<br />
enerzijds verstrekken van de onder 1 van de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegging genoemde<br />
control let<strong>te</strong>rs en het anderzijds onthouden van de zogehe<strong>te</strong>n 2 e side let<strong>te</strong>rs.<br />
Daardoor, ik volg nog s<strong>te</strong>eds de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging, zou D&T bewogen<br />
zijn tot de afgif<strong>te</strong> van goedkeurende accountantsverklaringen over de jaarrekeningen<br />
over de verslagjaren 1999 tot en met 2001 en auditor reports<br />
over de Amerikaanse pendant, de filings.<br />
865. Het getuigt on<strong>te</strong>genzeggelijk van durf om een <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging <strong>te</strong>r zake van<br />
oplichting uit <strong>te</strong> brengen <strong>te</strong>rwijl de beweerdelijk opgelich<strong>te</strong> nog in het geheel<br />
niet is gehoord. De vraag dringt zich evenwel <strong>te</strong>gelijkertijd op of een<br />
dergelijke handelwijze prudent is en of de zwaar<strong>te</strong> van een strafrech<strong>te</strong>lijke<br />
aantijging op deze wijze niet wordt miskend en mijn cliënt niet al <strong>te</strong> lichtvaardig<br />
in rech<strong>te</strong> wordt betrokken.<br />
In confesso<br />
866. Voor de wijze waarop en de omstandigheden waaronder de control- en side<br />
let<strong>te</strong>rs tot stand kwamen verwijs ik naar het pleidooi van de raadsman van<br />
Meurs. De verdediging van cliënt sluit zich aan bij de inhoud.<br />
867. Cliënt kan de bij <strong>te</strong>las<strong>te</strong>legging opgenomen s<strong>te</strong>lling dat de control let<strong>te</strong>rs<br />
wél en de side let<strong>te</strong>rs niet aan D&T zijn overhandigd onderschrijven. Een<br />
uitzondering vormt – vanzelfsprekend – control- en 2 e side let<strong>te</strong>r Paiz. Daarvan<br />
is immers na het onderzoek bij de RC wel duidelijk geworden dat deze<br />
beide nimmer bij D&T <strong>te</strong>recht zijn gekomen.<br />
868. Voorts verwijs ik naar het pleidooi van de raadsman van Meurs waar het<br />
gaat om de vraag óf het onjuist, of ongepast was de ex<strong>te</strong>rn accountant het<br />
bestaan en de inhoud van de 2 e side let<strong>te</strong>rs <strong>te</strong> onthouden.<br />
869. Het standpunt van Meurs is cliënt duidelijk.<br />
211
870. Het zij evenwel herhaald: Zélf had cliënt, ware hij in positie van zijn CFO<br />
geweest en de 2 e side let<strong>te</strong>rs een feit, had hij anders gehandeld en de beoordeling<br />
van die relevantie aan de accountant gela<strong>te</strong>n en dus die brieven<br />
ontslo<strong>te</strong>n.<br />
871. Van der Hoeven:<br />
[..]<br />
De instructie na verwijzing: de bedrogene aan het woord<br />
872. Wie er voor kiest deze policy van <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>leggen <strong>te</strong> volgen is, zo komt mij<br />
voor, toch in ieder geval gehouden bij eers<strong>te</strong> gelegenheid onderzoek <strong>te</strong><br />
doen naar het waarheidsgehal<strong>te</strong> van de reeds geui<strong>te</strong> beschuldiging. Nu het<br />
OM de keuze had gemaakt voortgang <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n prevaleren boven diepgang<br />
vergelijk RC-verklaring van Van Dijk:<br />
"Waarom heeft u niet eers<strong>te</strong> de in<strong>te</strong>rne en ex<strong>te</strong>rne personen gehoord<br />
die zich bezighielden met de consolidatie van de joint ventures?<br />
"<br />
De ex<strong>te</strong>rnen, met name de accountants van Deloit<strong>te</strong> & Touche, zijn<br />
niet gehoord omdat er geen GVO was. Zij weigerden door ons ge-<br />
212
hoord <strong>te</strong> worden. Als dat wel had gekund, zouden we ze begin oktober<br />
2003 hebben gehoord, na de eers<strong>te</strong> ronde verhoren van de verdach<strong>te</strong><br />
natuurlijke personen.<br />
"[..] Ik denk dat het rechercheplan er wel is besproken, maar dat<br />
weet ik niet. U vraagt mij of de keuze om al dan niet een Gerech<strong>te</strong>lijk<br />
Vooronderzoek <strong>te</strong> vorderen met de commissie besproken werd?<br />
Dat weet ik niet. Los van de commissie kan ik mij wat betreft deze<br />
keuze herinneren dat een van de belangrijks<strong>te</strong> doelen was om ons<br />
onderzoek relatief snel af <strong>te</strong> doen. De kwali<strong>te</strong>it stond voorop, maar<br />
we wilden vanwege het maatschappelijk belang van het onderzoek<br />
wel binnen een paar jaar ermee op de <strong>te</strong>rechtzitting staan. Dat was<br />
een belangrijke reden om geen GVO <strong>te</strong> vorderen, om <strong>te</strong> voorkomen<br />
dat je lang natraject zou krijgen. We hadden ech<strong>te</strong>r ook wel last van<br />
deze keuze, omdat we sommige getuigen niet konden horen, zoals<br />
die van Deloit<strong>te</strong> & Touche.[..] "<br />
had dit dienen <strong>te</strong> gebeuren toen lead client service partner Johannes Van<br />
den Dries op 22 en 23 augustus 2005 bij de RC werd gehoord. Op basis van<br />
de door hem en andere betrokkenen van D&T afgelegde verklaring staat<br />
inmiddels wel vast dat híj degene was die namens de ex<strong>te</strong>rn accountant <strong>te</strong>lkenmale<br />
de goedkeurende verklaring en de independent auditor reports fiat<strong>te</strong>erde.<br />
873. Vergelijk onder meer de verklaring van Dassen bij de RC:<br />
874. En Wennink, in antwoord op vraag 4 verhoor bij de RC:<br />
[..]"De Heer van den Dries heeft als Lead Cliënt Service Partner de<br />
accountantsverklaring onder<strong>te</strong>kend."[..]<br />
875. Vanuit die positie is hij immers de enige die daadwerkelijk kan verklaren<br />
wat hem bewoog deze verklaringen en reports af <strong>te</strong> geven. De voor de<br />
hand liggende vraag is: "heeft u deze verklaringen en reports afgegeven<br />
doordat de control let<strong>te</strong>rs enerzijds zijn verstrekt en de betreffende 2 e side<br />
let<strong>te</strong>rs aan D&T zijn onthouden?" Wie kennis neemt van de inhoud van zijn<br />
213
verklaring komt evenwel bedrogen uit: het OM voelt hem op dit punt niet<br />
aan de tand.<br />
876. Was het OM soms bevreesd voor het antwoord dat hij zou geven? Het lijkt<br />
er de schijn van <strong>te</strong> hebben – <strong>te</strong>meer omdat, zoals hieronder zal blijken, de<br />
deconsolidatie-accountant <strong>te</strong>r zake wel wordt bevraagd. Als hier geen sprake<br />
is van een misslag door onachtzaamheid, maar bewus<strong>te</strong> stra<strong>te</strong>gie, miskent<br />
het OM de positie die het heeft in een proces van objectieve waarheidsvinding.<br />
877. Niet<strong>te</strong>min is kennisname van de inhoud van de verklaring van de accountant<br />
die af<strong>te</strong>kende op diverse onderdelen van belang voor de beoordeling<br />
van het <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde feit. Hem wordt immers wel gevraagd op basis<br />
waarvan hij namens D&T de betreffende goedkeurende accounts verklaringen,<br />
respectievelijk auditor reports afgaf. Ik verwijs naar de vragen 16, 23,<br />
28, 31, 34, 35, 37, 41, en 47. Ik ci<strong>te</strong>er uit het eers<strong>te</strong> antwoord van Van den<br />
Dries op vraag 16, omdat hij in het vervolg <strong>te</strong>lkenmale aansluit bij het daar<br />
gegeven antwoord.<br />
878. Van den Dries:<br />
"[..] Op basis van de uitkoms<strong>te</strong>n van de controle. Wij toetsen de<br />
juistheid en de volledigheid van de informatie die wij voorgelegd<br />
krijgen, aan de hand van deelwaarnemingen van de verschillende<br />
processen die in de ondernemingen lopen.[..]"<br />
879. En <strong>te</strong>n aanzien van het eers<strong>te</strong> auditor report zijn antwoord op vraag 24:<br />
"[..] Op basis van dezelfde controle als die van de Nederlandse jaarrekening,<br />
met dien verstande dat hierin ook is opgenomen een samengevat<strong>te</strong><br />
balans en resultaat rekening, gebaseerd op US GAAP<br />
ook deze gegevens zijn opges<strong>te</strong>ld door Ahold. Deze verklaring geldt<br />
voor US GAAP, de Form 20-F wordt immers gefiled bij de SEC. [..]"<br />
880. Voor wie nog niet overtuigd is nog ’n passage uit de verklaring van Van den<br />
Dries, afgelegd <strong>te</strong>n overstaan van de RC:<br />
214
881. En in dezelfde zin zijn verklaring over de opvolgende jaren, zij het dat opmerkelijk<br />
is dat het OM de vraag niet meer s<strong>te</strong>lt over de laats<strong>te</strong> jaren, 2000<br />
en 2001. Gaf Van den Dries mogelijk niet het goede, immers gewens<strong>te</strong><br />
antwoord?<br />
882. Bij de behandeling van de zaak van cliënt nam het OM al vast een voorschot<br />
op het requisitoir. De officier van justitie betoogde dat goedkeurende<br />
verklaringen en reports slechts waren afgegeven op basis van Ahold’s representations.<br />
Die s<strong>te</strong>llingname geeft geen correct beeld van de werkzaamheden<br />
van een ex<strong>te</strong>rn accountant. Om dit beeld bij <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen geef ik hieronder<br />
de inhoud van de goedkeurende verklaring respectievelijk auditor reports<br />
weer, opdat duidelijk wordt dat de ex<strong>te</strong>rn accountant veel meer doet<br />
dan afgaan op de representations "het management" van Ahold.<br />
215
en de "Independent Auditors’ Report " :<br />
216
883. En wie écht wil we<strong>te</strong>n wat D&T zo al gehouden was <strong>te</strong> verrich<strong>te</strong>n alvorens<br />
over <strong>te</strong> gaan tot het geven van deze verklaringen, neme kennis van de "engagement<br />
let<strong>te</strong>r". 277<br />
884. De ex<strong>te</strong>rn accountant, zo volgt ook uit de inhoud van de andere, bij de RC,<br />
gehoorde accountants van D&T, geeft deze verklaringen niet af op basis<br />
van de blauwe ogen van het management. D&T had een eigen ruim<strong>te</strong> binnen<br />
Ahold, ongeclausuleerd toegang tot de brondocumen<strong>te</strong>n waarop Ahold<br />
zich baseerde, verricht<strong>te</strong> zelfstandig audits in zowel binnen- als bui<strong>te</strong>nland<br />
en onderzocht daarbij zowel de fei<strong>te</strong>n als de grondslagen van jaarrekening<br />
en Form 20-F. Dat de representations van het management, waaronder de<br />
onder 5 <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde LORS, onderdeel van deze controle vormde be<strong>te</strong>kent<br />
daarmee nog niet dat D&T zich daarop hoofdzakelijk of in de woorden<br />
van het OM "enkel en uitslui<strong>te</strong>nd" baseerde.<br />
885. In de inhoud van de verklaring van Van den Dries ontbreekt dan ook ieder<br />
s<strong>te</strong>un voor de s<strong>te</strong>lling die het OM bij dagvaarding heeft betrokken. Ter zitting<br />
tamboereerde het OM op een onderdeel van de verklaring van Dassen.<br />
Ik doel daarbij in het bijzonder op vraag 47 en het antwoord dat Dassen<br />
hier gaf. Ten behoeve van een juis<strong>te</strong> oordeelsvorming neem ik vraag en<br />
antwoord in<strong>te</strong>rgraal op in dit onderdeel van mijn pleitnota.<br />
886. Na het voorhouden van dit onderdeel van de verklaring van Dassen s<strong>te</strong>lde<br />
de officier van justitie dat dit antwoord volkomen duidelijk en genoegzaam<br />
277 die als bijlage D/333 bij het proces-verbaal is gevoegd.<br />
217
was – althans woorden van gelijke aard of strekking. En ook deze week, bij<br />
requisitoir, hoort de verklaring van Dassen op dit punt weer als bewijsmiddel<br />
opgevoerd. Dat standpunt is bevreemdend en onjuist.<br />
887. Dassen heeft in de relevan<strong>te</strong> <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legelegde periode immers geen relevan<strong>te</strong><br />
bemoeienis met het Ahold dossier op dit onderdeel gehad – laat staan<br />
dat hij de goedkeurende verklaring of auditor reports verstrek<strong>te</strong> of wist wat<br />
Van den Dries bewoog om die namens D&T <strong>te</strong> verstrekken. Nogmaals een<br />
citaat uit zijn verklaring:<br />
(vraag2 alinea 2 verhoor Dassen bij RC).<br />
[..] en verder:<br />
888. Dassen kan derhalve niets verklaren dat dragend kan zijn voor de bewijsvoering<br />
in deze zaak en de inhoud van zijn verklaring is ook in het geheel<br />
niet redengevend voor de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>gelegde oplichting.<br />
889. Via de ach<strong>te</strong>rdeur poogt het OM nog wat bewijs voor de causali<strong>te</strong>it tussen<br />
side let<strong>te</strong>rs enerzijds en afgif<strong>te</strong> verklaringen en reports anderzijds bijeen <strong>te</strong><br />
schrapen. Opnieuw aan het verkeerde adres, maar toch: vraag en antwoord<br />
van Dassen op dit punt.<br />
218
en:<br />
en:<br />
890. En tot besluit <strong>te</strong>n aanzien van dezelfde kwestie uit de verklaring van Van<br />
den Dries:<br />
"antwoord op vraag 32, p. 59:<br />
219
[..] Voor Dutch GAAP was de control let<strong>te</strong>r een sluitstuk ik denk dat<br />
wij ook zonder control let<strong>te</strong>rs naar Dutch GAAP akkoord zouden zijn<br />
gegaan met de consolidatie, [..]<br />
en in gelijke zin zijn antwoorden op vraag 62 en 63.<br />
[..] De control let<strong>te</strong>rs waren derhalve niet meer dan het sluitstuk van<br />
de eigen controle "een punt ach<strong>te</strong>r onze controle".[..]<br />
891. Ten aanzien van US GAAP is wel duidelijk geworden dat de National Office<br />
van D&T graag wat "de jure" bewijs had die de door fei<strong>te</strong>n onderbouwde<br />
overtuiging dat Ahold "in control" was zou staven, maar vormde het ontbreken<br />
hiervan klaarblijkelijk geen onoverkomelijk probleem bij de afgif<strong>te</strong> van<br />
de auditor reports on the Form 20-F. Niet<strong>te</strong>genstaande het feit dat men had<br />
aangedrongen op deze extra evidence blijft D&T immers de betreffende reports<br />
afgeven op basis van de toezegging van het management dat het de<br />
aandacht had en de betreffende side let<strong>te</strong>rs er wel zouden komen. Zo’n<br />
springend punt was het klaarblijkelijk toch ook weer niet.<br />
892. Resumerend: Het ontbreekt in dit dossier aan ieder bewijs dat de goedkeurende<br />
verklaringen en auditor reports <strong>te</strong>n gevolge van misleiding door Ahold<br />
of cliënt en anderen zouden zijn verstrekt. Zoals de raadsman van Meurs in<br />
zijn inleiding al opmerk<strong>te</strong>: een aangif<strong>te</strong> <strong>te</strong>r zake van D&T ontbreekt ook in<br />
het dossier. Ter zitting heeft uw rechtbank kennis kunnen nemen van het<br />
standpunt van het OM in reactie op vragen van de verdediging van cliënt.<br />
De ex<strong>te</strong>rn accountant is niet eens uitgenodigd tot het doen van een aangif<strong>te</strong>,<br />
<strong>te</strong>rwijl dit toch niet had misstaan in een objectief proces van waarheidsvinding.<br />
Dat oplichting geen klachtdelict is is ook de verdediging van cliënt<br />
bekend, maar dat neemt niet weg dat s<strong>te</strong>llingname van de pre<strong>te</strong>nçe opgelich<strong>te</strong><br />
van waarde is voor de oordeelsvorming rond dit feit.<br />
893. Reeds hierop heeft bewezenverklaring van dit feit <strong>te</strong> stranden.<br />
894. Ten aanzien van de vraag of het überhaupt misleidend was, gelet op de<br />
bedoeling en de wijze van totstandkoming van de 2 e side let<strong>te</strong>rs, om deze<br />
<strong>te</strong> onthouden aan de ex<strong>te</strong>rn accountant verwijs ik naar het pleidooi van de<br />
raadsman van Meurs <strong>te</strong>r zake, met het verzoek de inhoud alhier als woordelijk<br />
ingelast en herhaald <strong>te</strong> beschouwen.<br />
220
Wat werd daadwerkelijk afgegeven?<br />
895. Indien het onderzoek naar de bewezenverklaring <strong>te</strong>r zake van dit feit niet<br />
strandt op het voorgaande dient uw rechtbank een vraag op het snijvlak<br />
van bewezenverklaring en kwalificatie onder ogen <strong>te</strong> zien. Zijn de goedkeurende<br />
accountantsverklaringen en de auditor reports waarnaar de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging<br />
verwijst afgegeven, en zo ja, een "goed" in de zin van artikel 326<br />
Sr?<br />
896. Voorop staat dat de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging hier verwijst naar de jaarverslagen van<br />
Ahold die in een print van een download onder de nummers D/100 tot en<br />
met D/102 aan het dossier zijn toegevoegd en waarvan uw rechtbank in het<br />
bezit is van de originele verslagen, alsmede naar de "annual reports on the<br />
Form 20-F" die in origineel aan het procesdossier zijn toegevoegd (D/120<br />
tot en met D/122).<br />
897. Ook lead client service partner Van den Dries is gehoord onder verwijzing<br />
naar deze pagina’s van het gedownloade exemplaar van de jaarrekening,<br />
onder verwijzing van de con<strong>te</strong>nt die daar is weergegeven.<br />
898. Opnieuw wreekt zich (het kwam al eerder aan de orde: prints van de download<br />
van de jaarverslagen, geen bui<strong>te</strong>nlandse strafbepalingen) de lichtvaardigheid<br />
waarmee Fiod en OM dit procesdossier hebben samenges<strong>te</strong>ld. Indien<br />
men van de rech<strong>te</strong>r verlangt een bewezenverklaring over een valsheid<br />
uit <strong>te</strong> spreken, is het er niet voor niets, goed gebruik het origineel aan die<br />
rech<strong>te</strong>r <strong>te</strong> presen<strong>te</strong>ren door dit toe <strong>te</strong> voegen aan het procesdossier.<br />
899. Uit de stukken die de Fiod onder D/330 en D/335 aan het proces-verbaal<br />
heeft toegevoegd blijkt overduidelijk dat er méér is dan de inhoud van de<br />
verklaring die is weergegeven in de jaarrekeningen en de annual reports on<br />
the Form 20-F. Van den Dries zendt met deze brieven namens D&T gewaarmerk<strong>te</strong><br />
exemplaren van de jaarrekeningen over 2000 respectievelijk 2001,<br />
voorzien van accountants verklaringen, alsmede de originele ge<strong>te</strong>kende accountants<br />
verklaringen.<br />
900. Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor de "Independent auditors’ reports".<br />
Ontbreken deze bijlage bij D/330; bladen 3 en 4 van bijlage D/335 bieden<br />
zicht op datgene dat daadwerkelijk door D&T wordt afgegeven. In de twee-<br />
221
de alinea van de aanbiedingsbrieven geeft de accountant vervolgens toes<strong>te</strong>mming<br />
de inhoud van de accountants verklaringen op <strong>te</strong> nemen in de <strong>te</strong><br />
drukken en openbaar <strong>te</strong> maken exemplaren. De brief behelst voorts een<br />
behartigenswaardige opmerking over de wijze waarop plaatsing op de Ahold<br />
si<strong>te</strong> dient <strong>te</strong> geschieden. Wie deze si<strong>te</strong> bezocht heeft zal ervaren dat Ahold<br />
deze aanbeveling niet heeft gevolgd: er is geen sprake van een beveiligd<br />
gedeel<strong>te</strong> waar de jaarrekening is gesepareerd van de rest van het jaarverslag<br />
en het geheel is gewoon <strong>te</strong> downloaden als een PDF. Gelet op deze<br />
niet mis <strong>te</strong> verstane aanbeveling had de Fiod er be<strong>te</strong>r aan gedaan niet <strong>te</strong><br />
volstaan met de voeging van een print van de download. Uw rechtbank is<br />
zo verstandig geweest de gedruk<strong>te</strong> exemplaren op <strong>te</strong> vragen en heeft deze<br />
ook ontvangen. Dat laat onverlet dat uw rechtbank nog immer verstoken is<br />
van de originele jaarrekeningen.<br />
901. Of het OM zich niet heeft gerealiseerd dat er meer is dan een met toes<strong>te</strong>mming<br />
van de accountant opgenomen inhoud van de goedkeurende verklaring<br />
respectievelijk independent auditor reports of men het eenvoudigweg<br />
niet <strong>te</strong> moei<strong>te</strong> waard vond de originele <strong>te</strong> ach<strong>te</strong>rhalen zullen wij niet<br />
we<strong>te</strong>n. Het is een handelwijze die evenwel zijn repercussies heeft voor dit<br />
feit: De <strong>te</strong>kst waarnaar de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging verwijst is niet datgene dat is afgegeven<br />
door D&T, maar slechts de inhoud van de verklaring die Ahold onder<br />
voorwaarden en in afschrift mag opnemen.<br />
902. Volledigheidshalve merk ik op dat het procesdossier bui<strong>te</strong>n de bijlage bij<br />
D/335 geen auditor reports en/of acccountansverklaringen behelst. Conclusie:<br />
De mogelijk door D&T afgegeven tastbare, schrif<strong>te</strong>lijk accountants verklaringen<br />
en auditor reports bevinden zich, met uitzondering van de bijlage<br />
D/335 niet in het procesdossier. De <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging verwijst naar inhoud <strong>te</strong>n<br />
aanzien waarvan D&T toes<strong>te</strong>mming geeft deze in afschrift openbaar <strong>te</strong> maken.<br />
Maar een afschrift van de inhoud is niet hetzelfde als het afgegeven<br />
origineel.<br />
903. Ook deze "slip of the file" staat bewezenverklaring in de weg. Het "goed"<br />
waarnaar de <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging verwijst, is niet "afgegeven".<br />
Accountantsverklaring en Auditors’ Report: een goed?<br />
904. Ik pel nog een schil af en ga een laag dieper. Kan de inhoud van een accountantsverklaring<br />
of auditors report gezien worden als een goed in de zin<br />
222
van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht? Uit de lijn van de rechtspraak<br />
van de Hoge Raad valt af <strong>te</strong> leiden dat de Hoge Raad hier aansluit<br />
bij de vermogensdelic<strong>te</strong>n. 278 Als voorwaarden wordt in ieder geval ges<strong>te</strong>ld<br />
dat het goed uit de heerschappij van de opgelich<strong>te</strong> verdwijnt. Wij kunnen<br />
aanstonds consta<strong>te</strong>ren dat de inhoud van de goedkeurende verklaring niet<br />
uit de macht van D&T is geraakt.<br />
905. Daarnaast lijkt lou<strong>te</strong>re onstoffelijke "inhoud" bui<strong>te</strong>n de werkingssfeer van<br />
het artikel <strong>te</strong> vallen. Bonuspun<strong>te</strong>n op een spelautomaat 279 , een pincode 280 ,<br />
het genot van een ho<strong>te</strong>lkamer 281 worden s<strong>te</strong>eds niet gezien als goed in de<br />
zin van artikel 326 Sr. De jurisprudentie wijst in een andere richting. 282 De<br />
Hoge Raad nam hier aan dat een door verdichtsels door de rechtbank afgegeven<br />
beschikking wel een goed was in de zin van artikel 326 Sr. Zo een<br />
beschikking verschilt evenwel op een vitaal punt van inhoud van de onderwerpelijke<br />
verklaringen en zelfs van de originele schrif<strong>te</strong>lijke verklaringen<br />
van D&T. De Hoge Raad doet af met verkor<strong>te</strong> motivering maar ik onthoud u<br />
de overwegingen van de advocaat-generaal (mr. Meijers) niet.<br />
[..] 9. Een goed, in de zin van artikel 326 behoeft niet uitslui<strong>te</strong>nd als<br />
ware de objec<strong>te</strong>n ook economisch levend <strong>te</strong> worden opgevat [..].<br />
Wel kan naar mijn mening uit de rechtspraak worden afgeleid dat<br />
onder een "goed"- zowel in artikel 326 als, bijvoorbeeld, in artikel<br />
310 en 341 Strafrecht – zal moe<strong>te</strong>n worden verstaan een tastbaar<br />
iets door het han<strong>te</strong>ren waarvan iemand meent "be<strong>te</strong>r af" <strong>te</strong> worden<br />
[..]. Men zal – ik ci<strong>te</strong>er NLR, aan<strong>te</strong>kening 4 op artikel 310 – "altijd<br />
moe<strong>te</strong>n veronders<strong>te</strong>llen dat het goed vatbaar is om voor de bezit<strong>te</strong>r<br />
waarde <strong>te</strong> hebben". [..]<br />
10. Een beschikking van de rechtbank als bedoeld in artikel 552 a lid<br />
5 Strafvordering is zonder twijfel als een goed in de zin van art. 326<br />
Strafrecht aan <strong>te</strong> merken. Zo een beschikking is een op papier ges<strong>te</strong>lde<br />
(want aan klager be<strong>te</strong>kende en voor cassatie vatbare [..]<br />
rech<strong>te</strong>rlijke beslissing [..] die, indien zij de de beoogde last tot <strong>te</strong>ruggave<br />
[..] behelst, voor de bewaarder van het inbeslaggenomen<br />
278 Zie bijvoorbeeld HR 23 maart 1931, NJ 1932 1547.<br />
279 HR 24 sep<strong>te</strong>mber 1991, NJ 1992, 123.<br />
280 HR 13 juni 1995, NJ 1995, 635.<br />
281 HR 5 november 2002, NJ 2003, 232.<br />
282 HR 6 oktober 1992, NJ 1993, 101.<br />
223
voorwerp de ti<strong>te</strong>l oplevert tot het daadwerkelijk <strong>te</strong>ruggeven van het<br />
voorwerp [..]. 283<br />
Oogmerk van wederrech<strong>te</strong>lijk bevoordeling?<br />
906. Ik sluit het onderdeel van mijn pleidooi dat op het bewijs ziet, af met een<br />
bespreking van de vereis<strong>te</strong> intrinsieke persoonlijke omstandigheid. Dit feit<br />
zal slechts, zowel in primaire als subsidiaire variant, bewezen kunnen worden<br />
verklaard indien cliënt met het vereis<strong>te</strong> oogmerk van wederrech<strong>te</strong>lijke<br />
bevoordeling handelde. Hetgeen ik bij de bespreking van feit 5, de let<strong>te</strong>rs of<br />
representation, reeds heb vermeld zij hier mutatis mutandus herhaald, zij<br />
het dat de lat van het bewijs bij "oogmerk" nog een fractie hoger ligt.<br />
Samenloop<br />
907. Uw rechtbank gaf op de eers<strong>te</strong> inhoudelijke zitting aan door de verdediging<br />
geadviseerd <strong>te</strong> worden <strong>te</strong>r zake van een eventuele samenloop van dit feit<br />
met het aan cliënt onder twee <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde feit. Eerder <strong>te</strong>kende ik al<br />
aan dat het tweede feit zich krach<strong>te</strong>ns wetsduiding verhoudt als voortgezet<strong>te</strong><br />
handeling tot het eers<strong>te</strong> feit. Ten aanzien van de onderhavige verhouding<br />
kan ik eenduidig zijn: centraal in art. 225 lid 2 WvSr staat de zogehe<strong>te</strong>n<br />
"misleide derde". Het ma<strong>te</strong>rieel beschermd belang van beide artikelen komt<br />
goed deels overeen: ook de strafbare fei<strong>te</strong>n onder ti<strong>te</strong>l bedrog beschermen<br />
het vertrouwen in het handelsverkeer; dit vertrouwen, in het bijzonder in<br />
het geschrift wordt ook beschermd door art. 225. De aan cliënt verwe<strong>te</strong>n<br />
handelingen vallen geheel samen. Ook onder 2 wordt cliënt immers verwe<strong>te</strong>n<br />
de control let<strong>te</strong>rs <strong>te</strong> hebben overhandigd aan D&T en door de vordering<br />
wijziging <strong>te</strong>nlas<strong>te</strong>legging wordt hier in de laats<strong>te</strong> alinea, <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong>, maar<br />
toch, de onthouding van de 2 e side let<strong>te</strong>rs aan D&T <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegd. Daarmee<br />
is er volmaak<strong>te</strong> eenheid in handelen en gelijksoortigheid van verwijt.<br />
Eendaadse samenloop dient derhalve de slotsom <strong>te</strong> zijn.<br />
908. Ik houd de behandeling van dit onderwerp verder kort , omdat de samenloop-problematiek<br />
immers eerst aan de orde komt bij de kwalificatie, en<br />
derhalve ná een bewezenverklaring.<br />
909. Mijn pleidooi strekt ertoe dat u cliënt in<strong>te</strong>graal vrijspreekt van het hem onder<br />
feit 7 <strong>te</strong>n las<strong>te</strong> gelegde.<br />
283 HR 6 oktober 1992, NJ 1993, 101.<br />
224
Uitleidende beschouwingen:<br />
910. Het OM heeft bij openingsrequisitoir de trom flink geroerd: Ik breng de<br />
eers<strong>te</strong> vier alinea’s van dat openingsrequisitoir door ze hieronder op <strong>te</strong> nemen<br />
nog maar eens in herinnering.<br />
911. Daar staat, in vogelvlucht niet minder dan: er was een boekhoudschandaal,<br />
bestaande uit de <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> consolidatie van een aantal joint ventures,<br />
dien<strong>te</strong>ngevolge raak<strong>te</strong> de koers van aandelen Ahold in vrije val; beleggers<br />
ernstig gedupeerd en de Nederlandse samenleving diep geschokt. Voortvarend<br />
en rigide strafrech<strong>te</strong>lijk optreden waren geboden.<br />
912. Wie het ech<strong>te</strong> Drama Ahold kent weet inmiddels wel be<strong>te</strong>r:<br />
Deze koersval werd, in ieder geval in hoofdzaak, veroorzaakt door (het bekend<br />
worden van) de fraude bij US Food Service. Zeer beknopt weergegeven:<br />
bekend werd dat US Food <strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong> kortingen op inkopen als vorderingen<br />
in haar boekhouding had verwerkt. De omvang van deze fraude<br />
beliep, naar het zich op dat moment liet aanzien ruim 400 milio euro - en<br />
ui<strong>te</strong>indelijk zo’n 880 milio euro. Dit dwong Ahold tot ingrijpende bijs<strong>te</strong>lling<br />
225
van de winstverwachtingen. Daarnaast kwam de credietfacili<strong>te</strong>it van Ahold<br />
bij de banken onder druk <strong>te</strong> staan. Te verwach<strong>te</strong>n gevolg hiervan was dat<br />
leveranciers niet meer of minder genegen zouden <strong>te</strong>gen hetzelfde leverancierskrediet<br />
aan Ahold <strong>te</strong> leveren. De geconsta<strong>te</strong>erde fraude bij US Food<br />
had derhalve gevolgen die het voortbestaan van Ahold daadwerkelijk in gevaar<br />
brach<strong>te</strong>n.<br />
913. Dát waren de gebeur<strong>te</strong>nissen die Ahold echt aan de rand van de afgrond<br />
brach<strong>te</strong>n en de vreselijke koersval veroorzaak<strong>te</strong>.<br />
914. Velen hebben sindsdien aangegeven dat deze zaak niet veel inhoud en lading<br />
heeft. Zelfs de Fiod moet in haar verbalen erkennen dat de volledige<br />
consolidatie per saldo eigenlijk niets uitmaakt, maar probeert er een punt<br />
aan <strong>te</strong> draaien door een "motief-verbaal <strong>te</strong> schrijven" waarin betoogd wordt<br />
dat Ahold belang had bij volledige consolidatie omdat het haar "purchasing<br />
power" <strong>te</strong>n goede zou komen. Die malle gedach<strong>te</strong> is inmiddels <strong>te</strong>r zitting<br />
wel voldoende weerlegd.<br />
915. Bij requisitoir wordt een nieuw motief <strong>te</strong>n tonele gevoerd: het omzet – motief.<br />
Maar ook dat betoog is niet s<strong>te</strong>ekhoudend. Ahold formuleerde onder<br />
leiding van cliënt weliswaar omzet-doels<strong>te</strong>llingen, doch deze doels<strong>te</strong>llingen<br />
betroffen slechts de autonome groei. Men leze er de jaarverslagen op na.<br />
Over deze groei vond monitoring en rapportage plaats. Omzet groei door<br />
acquisities speelde geen rol. Ook voor Aholds’ "ranking" was de omzet door<br />
consolidatie indifferent: Ahold prijk<strong>te</strong> met én zonder deze deelnemingen op<br />
plaats nummer drie van de wereldranglijst der gro<strong>te</strong> retailers. De beloningen<br />
van de leden van de RvB waren evenmin gekoppeld aan omzettargets:<br />
de bonussen en optieverlening tot 2002 afhingen van de winst per aandeel<br />
groei en daarna van een Economic Value Added berekening en werd dus<br />
niet beïnvloed door omzetstijging, verzoorzaakt <strong>te</strong>n gevolge van acquisitie<br />
en opvolgende consolidatie van de cijfers van de nieuwe loot aan de Ahold<br />
stam. Cliënt heeft één- en andermaal helder ui<strong>te</strong>engezet: voor hem <strong>te</strong>lde<br />
slechts inzich<strong>te</strong>lijkheid, transparantie en consis<strong>te</strong>ntie. Hij weet zich inmiddels<br />
ges<strong>te</strong>und door de deskundige: Prof. Van de Poel gaf aan dát en waarom<br />
in<strong>te</strong>grale consolidatie voorkeur geniet in de Nederlandse verslaggeving<br />
en in Amerika is deze "presumption" zelfs in een SEC-regeling vastgelegd.<br />
916. Ook de deskundige wrijft het nog eens fijntjes onder de neus van de aanklagende<br />
partij - eerst een veeg uit de pan:<br />
226
"[..] Het is mij gaandeweg s<strong>te</strong>eds minder duidelijk geworden wat het<br />
OM precies wil beweren en bewijzen. Mijn eigen opvattingen zijn<br />
dankzij de vragen van het OM evenwel s<strong>te</strong>rker geworden dan ze waren.[..]"<br />
en dan de afslui<strong>te</strong>nde "cri de coeur"<br />
[..] "Het zal toch ook strafrechtdeskundigen niet bevreemden dat de<br />
schade niet veroorzaakt is door vermeende boekhoudfraude zoals in<br />
deze zaak aangemerkt, maar veeleer verband houden met gebrekkige<br />
in<strong>te</strong>rne controle of andere aspec<strong>te</strong>n van corpora<strong>te</strong> governance?<br />
Wat wel of niet strafbaar is of reden voor verdenking is niet aan mij<br />
om <strong>te</strong> beoordelen, maar ik behoor wel mijn kennis en ervaring in <strong>te</strong><br />
zet<strong>te</strong>n om anderen in staat <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen tot een oordeel <strong>te</strong> komen.<br />
Ik ben in deze zaak niet gevraagd om als strafrechtdeskundige op <strong>te</strong><br />
treden. Als verstandige leek begrijp ik dat de rech<strong>te</strong>r beslist en dat<br />
de andere juris<strong>te</strong>n plei<strong>te</strong>n. Het is ook niet mijn taak om fei<strong>te</strong>nonderzoek<br />
<strong>te</strong> doen. Daar zijn anderen voor. Waar ik opdracht voor heb<br />
gekregen is een oordeel <strong>te</strong> geven over zaken die met verslaggeving<br />
door ondernemingen <strong>te</strong> maken hebben, maar zich niet beperken tot<br />
boekhoudregels. Het is niet op grond van juridische argumen<strong>te</strong>n dat<br />
ik van oordeel ben dat Ahold-bestuurders die claimen dat zij <strong>te</strong>recht<br />
hebben geconsolideerd en daarmee <strong>te</strong> kennen geven zichzelf in control<br />
<strong>te</strong> ach<strong>te</strong>n, zich bij de Nederlandse rech<strong>te</strong>r hebben <strong>te</strong> verantwoorden<br />
over de vermeende fraude bij US Foodservice. Ik heb daar<br />
niet over <strong>te</strong> oordelen, maar als staatsburger schaam ik mij voor de<br />
autori<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n die er wel over gaan" [..]<br />
917. Daar staat, in klare bewoordingen: consolidatie is niet de zaak waar het<br />
echt over gaat; de ech<strong>te</strong> zaak lag in Amerika. Waren het dan de beleggers<br />
die in enige ma<strong>te</strong> gedupeerd zijn door de volledige consolidatie van 5 joint<br />
ventures? Des neen.<br />
918. Ik ci<strong>te</strong>er, wederom, uit het rapport van Prof. Van de Poel:<br />
en<br />
"[..] Het inzichtvereis<strong>te</strong> leidt in het geval van Ahold tot in<strong>te</strong>grale consolidatie<br />
als de bes<strong>te</strong> manier om informatie <strong>te</strong> verstrekken aan gebruikers<br />
van de verslaggeving. In<strong>te</strong>grale consolidatie – mits goed<br />
toegelicht – geeft alle informatie die een belegger nodig heeft om de<br />
groepsrelaties <strong>te</strong> doorgronden. Andere consolidatiemethoden zouden<br />
in dit geval minder goed informeren. Een in Nederland gevestigde<br />
onderneming staat derhalve geen andere keus open dan in<strong>te</strong>grale<br />
consolidatie. [..] " (p.5)<br />
227
tot besluit:<br />
"[..] De moei<strong>te</strong> die een analist of belegger moet nemen om de details<br />
<strong>te</strong> doorgronden is verwaarloosbaar klein bij in<strong>te</strong>grale consolidatie.<br />
Zelfs indien de consolidatie in de onderhavige zaak niet zou voldoen<br />
aan de geldende voorschrif<strong>te</strong>n, kan geen enkele belegger volhouden<br />
misleid <strong>te</strong> zijn geweest. Je moet als belegger wel erg dom<br />
zijn om <strong>te</strong> beweren dat je door Aholds consolidatie misleid bent. [..]<br />
" (p. 14)<br />
"[..] Het sluitstuk van dit stra<strong>te</strong>gische hoogstandje is in<strong>te</strong>grale consolidatie<br />
waarmee je de <strong>te</strong>rugkoppeling met de bui<strong>te</strong>nwereld tot<br />
stand brengt en laat zien wat het allemaal <strong>te</strong>weeg gebracht heeft.<br />
Daar is niets mis mee, zeker niet als de belangen van andere aandeelhouders<br />
netjes verantwoord worden, hetgeen een voorschrift is<br />
waaraan Ahold altijd heeft voldaan. Beleggers kunnen bovendien alles<br />
wat er in concernverband gebeurt exact volgen. Vooral ook of de<br />
geaspireerde winstgroei gerealiseerd wordt, want groei van de winst<br />
per aandeel is een belangrijk cri<strong>te</strong>rium voor de beoordeling of een<br />
beursfonds aantrekkelijk genoeg is om in <strong>te</strong> inves<strong>te</strong>ren.<br />
Er is in bovenstaande beschouwing geen aanleiding tot verdenking<br />
van misleiding of on<strong>te</strong>rech<strong>te</strong> belangenbehartiging. In<strong>te</strong>gendeel, een<br />
onderneming die een dergelijke stra<strong>te</strong>gie uitvoert dient zich via de<br />
weg van de in<strong>te</strong>grale consolidatie bloot <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen aan de kritiek van<br />
de vermogensmarkt als het niet mocht lukken en zich niet <strong>te</strong> schamen<br />
als het wel lukt.[..]" (p.17)<br />
919. De beleggers zelf zien dat overigens niet anders: de Sobi, die toch geen<br />
kans onbenut laat het vuurtje <strong>te</strong>gen Ahold en de voormalige leden van de<br />
Raad van Bestuur nog eens op <strong>te</strong> stoken, meldt, zoals gezegd, op haar si<strong>te</strong><br />
bij een beschrijving van de zaak:<br />
"[..] In april 2003 meldde Ahold aan justitie dat zij haar omzet <strong>te</strong><br />
hoog had weergegeven door een Zweedse joint venture (ECA) geheel<br />
<strong>te</strong> consolideren. Dit vergrijp had overigens geen invloed op de<br />
winst en het eigen vermogen van Ahold. Ahold is er met deze eigen<br />
aangif<strong>te</strong> in geslaagd het openbaar minis<strong>te</strong>rie op het verkeerde been<br />
<strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n en de aandacht van haar veel kwalijker praktijken inzake<br />
Disco en US Food service af <strong>te</strong> leiden. Er loopt <strong>te</strong>gen Van der Hoeven<br />
slechts een strafzaak wegens het relatief onbelangrijke consolidatievraagstuk."<br />
[..]<br />
920. Het OM houdt zich evenwel doof en blind voor deze geluiden en houdt onverstoorbaar<br />
vast aan de lijn die het inzet<strong>te</strong> bij openingsrequisitoir. Dat was<br />
even lichtvaardig als prematuur: het onderzoek was nog niet afgerond, vele<br />
228
cruciale getuigen waren nog niet gehoord en de onafhankelijk deskundige<br />
had nog niet gerappor<strong>te</strong>erd. En zo kwam het dat de luchtballon van het OM<br />
eerst zichtbaar leegliep in het onderzoek dat na verwijzing van uw rechtbank<br />
plaatsvond <strong>te</strong>n overstaan van de RC. Want wat bleek?<br />
921. De kwestie lag wezenlijk anders dan men dacht. In<strong>te</strong>rne <strong>te</strong>chnici, ex<strong>te</strong>rne<br />
accountants en deskundigen zijn het erover eens dat volledige consolidatie<br />
van de joint ventures een juist besluit was en bovendien het mees<strong>te</strong> inzicht<br />
bood aan de gebruikers van de jaarrekening. Niemand misleid - niemand<br />
benadeeld. Ook naar Amerikaans recht bleken de zaken veel genuanceerder<br />
<strong>te</strong> liggen dan het OM zich had voorges<strong>te</strong>ld. Prof. Van de Poel consta<strong>te</strong>ert<br />
eerst dat Ahold eigenlijk aan vrijwel alle vereis<strong>te</strong>n voldoet, mogelijk op één<br />
punt nét <strong>te</strong> kort schiet zodat hij spreekt van een "close call". Hij <strong>te</strong>kent<br />
daarna aan dat de ex<strong>te</strong>rn accountant toch eigenlijk best wat meer moei<strong>te</strong><br />
had mogen doen om <strong>te</strong> zorgen dat cliënt Ahold, als "dual lis<strong>te</strong>d company",<br />
ook in haar reconsiliatie een eenduidige koers had kunnen varen. Ui<strong>te</strong>indelijk<br />
legt hij zich node neer bij het standpunt van Joell Osnoss, die nu eenmaal<br />
portal naar de SEC was en meer schrif<strong>te</strong>lijk bewijs van Aholds ‘control’<br />
verlangde. Uit het door de verdediging ingebrach<strong>te</strong> rapport van David Shapiro,<br />
partner bij Kroll, een kantoor dat nota bene is gespecialiseerd in SEC<br />
filings, blijkt dat zowel recht als SEC veel minder rigide zijn dan Prof. Van de<br />
Poel lijkt <strong>te</strong> veronders<strong>te</strong>llen. Ahold’s "substance over form" - benadering om<br />
<strong>te</strong> komen tot de most meaningful sta<strong>te</strong>ment blijkt, als niet juist, dan toch<br />
absoluut verdedigbaar.<br />
922. Wat res<strong>te</strong>ert is een in Amerika gevestigde accountant die onder geen omstandigheden<br />
nat<strong>te</strong> voe<strong>te</strong>n wilde krijgen en het voor zijn cliënt moeizame<br />
side let<strong>te</strong>rsspel op de wagen zet<strong>te</strong>.<br />
923. Is dát nu de opgelich<strong>te</strong> partij en ligt hier de ma<strong>te</strong>riële benadeling? Welnee.<br />
D&T noch haar ver<strong>te</strong>genwoordigers hebben ooit het woord opgelicht in de<br />
mond willen nemen, hebben <strong>te</strong>r zake geen aangif<strong>te</strong> gedaan en zijn nog<br />
s<strong>te</strong>eds Ahold’s huisaccountant.<br />
924. Res<strong>te</strong>ert de aan het consolidatie vraagstuk verwan<strong>te</strong> kwestie van de side<br />
let<strong>te</strong>rs. Bij eers<strong>te</strong> kennisname van deze geschrif<strong>te</strong>n lijkt een gedegen strafrech<strong>te</strong>lijk<br />
onderzoek op zijn plaats. De inhoud van de tweede brief lijkt de<br />
eers<strong>te</strong> immers <strong>te</strong> ontkrach<strong>te</strong>n. En ook wanneer er niet een direct op geld<br />
waardeerbaar tastbaar belang ach<strong>te</strong>r deze brieven ligt, is de maatschappe-<br />
229
lijke positie van Ahold en leden van de RvB dusdanig dat uit normatief oogpunt<br />
optreden op zijn plaats kan zijn, omdat het gerommel met valse stukken<br />
een normbedervend effect kan sor<strong>te</strong>ren. Na onderzoek blijkt ook deze<br />
kwestie ook evenwel vele nuances <strong>te</strong> kennen. Zelfs Dassen, die Van den<br />
Dries opvolgde als "Lead client service partner" en zich als schoonvegende<br />
nieuwe bezem onderscheidde door krachtige s<strong>te</strong>llingname <strong>te</strong>gen het verleden,<br />
onderkent deze nuance. Ik verwijs zijn antwoord op vraag 141 dat ik al<br />
eerder aanhaalde. De verklaringen van Meurs, Fahlin en Mendonça comple<strong>te</strong>ren<br />
het beeld. De tweede side let<strong>te</strong>r ontkracht de eers<strong>te</strong> niet, maar de leiding<br />
van de joint venture partners hadden belangen die zij beschermd wilden<br />
zien.<br />
925. Een wat eenzijdig (in)gericht en hier en daar gebrekkig onderzoek, gevolgd<br />
door een niet s<strong>te</strong>eds voldragen <strong>te</strong>chniek bij de vertaling van de onderzoeksresulta<strong>te</strong>n<br />
naar een dagvaarding zal naar mijn smaak veelal aan een inhoudelijk<br />
oordeel <strong>te</strong>n gronde in de weg staan. Het is verrassend dat het OM zo<br />
slordig en lichtzinnig omspringt met een zaak die het zelf als een historische<br />
mijlpaal ziet. Anders dan het OM evenwel wil doen geloven blijkt uit bovenstaande<br />
dat de maatschappelijke belangen niet substantieel zijn en het zelfs<br />
moeilijk is inhoudelijk valide belangen ach<strong>te</strong>r deze vervolging <strong>te</strong> ontdekken.<br />
926. De raadsman van Meurs gaf het al aan in zijn inleidende beschouwingen<br />
rond de fei<strong>te</strong>n: dit is een zaak van– en voor de boekhouders. En dat had<br />
het maar be<strong>te</strong>r kunnen blijven.<br />
Requisitoir<br />
927. Bij dat gedeel<strong>te</strong> van het requisitoir dat de inleiding vormde tot de geformuleerde<br />
eisen heeft de verdediging zich gestoord aan de bewering:<br />
[..] "In deze zaak is door het optreden van verdach<strong>te</strong>n het vertrouwen<br />
in het Nederlandse bedrijfsleven in het algemeen en in Koninklijke<br />
Ahold N.V. in het bijzonder ongekend ernstig geschonden.<br />
Na bekendmaking op 24 februari zakt de koers tot onder de € 3 per<br />
aandeel. Miljarden euro's gingen verloren. [..] "<br />
928. Hierboven heb ik al ui<strong>te</strong>engezet dat er geen verband is tussen de enorme<br />
koersval in februari 2003 en de consolidatiekwestie die in deze zaak aan het<br />
oordeel van uw rechtbank is onderworpen. Dat het OM bij openingsrequisitoir<br />
nog een onjuist beeld op het netvlies heeft, kan <strong>te</strong> wij<strong>te</strong>n zijn aan het<br />
230
feit dat het OM op dat moment nog onvoldoende ingevoerd is in de ma<strong>te</strong>rie<br />
en daarmee de scope van haar zaak en omringende fei<strong>te</strong>n nog niet geheel<br />
overziet.<br />
929. Dit OM presen<strong>te</strong>ert zich evenwel als een financieel economische ingevoerd<br />
publiek aanklager en heeft bovendien zonder twijfel woordelijk kennis genomen<br />
van het deskundigenrapport waarin de passage is vervat die ik zoeven<br />
in<strong>te</strong>graal ci<strong>te</strong>erde, maar ook van de publicaties rond deze zaak. Ik<br />
houd het dan ook voor ondenkbaar dat het OM nog s<strong>te</strong>eds in de onjuis<strong>te</strong><br />
veronders<strong>te</strong>lling verkeert dat vermogensschade, veroorzaakt door koersval,<br />
in causale relatie staat tot de fei<strong>te</strong>n en scope van de zaak die het bij dagvaarding<br />
heeft gepresen<strong>te</strong>erd.<br />
930. Niet<strong>te</strong>min pres<strong>te</strong>ert het OM het wederom om, zowel bij feit 4 als <strong>te</strong>r onderbouwing<br />
van haar eis, <strong>te</strong> verwijzen naar een miljardenschade met een<br />
enorme hoeveelheid gedupeerde beleggers. En deze enorme kapitaalvernietiging<br />
en vermogensschade voor een zo gro<strong>te</strong> groep personen wordt <strong>te</strong>n tonele<br />
gevoerd om als bouws<strong>te</strong>en <strong>te</strong> dienen voor de door het OM gepresen<strong>te</strong>erde<br />
eis. Het is weinig fraai dat het OM hier wederom lijkt <strong>te</strong> pogen uw<br />
rechtbank en toehoorders op het verkeerde been <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n. En gelet op de<br />
kennis die het OM wel móet hebben, kan ik niet anders concluderen dan dat<br />
dit willens en we<strong>te</strong>ns geschiedt.<br />
931. Het OM miskent daar zijn rol van objectieve voorlich<strong>te</strong>r van uw rechtbank.<br />
Deze representan<strong>te</strong>n van het OM zijn uit de stoel van onafhankelijk magistraat<br />
gestapt om een eis <strong>te</strong> formuleren, die meer op het publieke effect gericht<br />
lijkt <strong>te</strong> zijn dan op een passend voors<strong>te</strong>l aan uw rechtbank.<br />
932. Evenzo is op publici<strong>te</strong>it geörien<strong>te</strong>erd de verwijzing naar niet-verifiëerbare<br />
informatie, <strong>te</strong> elfder ure <strong>te</strong>lefonisch betrokken bij een DA aan gene zijde<br />
van de Oceaan. Ik acht deze wijze van voorlichting ongepast. Gelukkig is de<br />
officier nog zo billijk <strong>te</strong> vermelden dat hij die DA van dezelfde desinformatie<br />
heeft voorzien als uw rechtbank en het strafmaatadvies uit de<br />
USA hoofdzakelijk was gebaseerd op een zó gro<strong>te</strong> kring van benadeelden<br />
en een miljarden schade dat het Amerikaanse s<strong>te</strong>lsel van straftoemeting en<br />
<strong>te</strong>n uitvoerlegging wel zeer wezenlijk verschilt van zijn nederlandse evenknie.<br />
231
933. Klaarblijkelijk heeft het OM naast die des-informatie, ook dit opstapje nodig<br />
om <strong>te</strong> komen tot zijn bui<strong>te</strong>n de Nederlandse referentiekaders vallende eis.<br />
Een eis die op zulke onjuis<strong>te</strong> veronders<strong>te</strong>llingen is gebaseerd zal op geen<br />
enkele wijze richtsnoer of zelfs maar oriëntatiepunt zijn - indien uw rechtbank<br />
zou komen tot het punt dat u over strafsoort en – maat zou moe<strong>te</strong>n<br />
beraadslagen.<br />
934. Van der Hoeven en zijn verdediging hebben er evenwel het vols<strong>te</strong> vertrouwen<br />
in dat uw rechtbank eerder in het beslissingsschema zal stranden.<br />
935. Verzocht wordt deze pleitaan<strong>te</strong>keningen aan het proces-verbaal van de zitting<br />
<strong>te</strong> hech<strong>te</strong>n, zodat het daarvan deel uitmaakt.<br />
232