03.05.2013 Views

De woontorens langs de Langbroekerwetering zijn ... - Guus Pauwels

De woontorens langs de Langbroekerwetering zijn ... - Guus Pauwels

De woontorens langs de Langbroekerwetering zijn ... - Guus Pauwels

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>De</strong> <strong>woontorens</strong> <strong>langs</strong> <strong>de</strong> <strong>Langbroekerwetering</strong> <strong>zijn</strong> vrijwel allemaal volgens hetzelf<strong>de</strong> stramien<br />

gebouwd. <strong>De</strong> leenheren waren on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> bisschoppen van Utrecht en <strong>de</strong> graven van Holland<br />

en Gelre. Verschei<strong>de</strong>ne families werkten zich omhoog door zich tot <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rstand te laten verheffen<br />

of door een belangrijke rol te spelen binnen <strong>de</strong> geestelijke stand. Een familie die vanaf <strong>de</strong> 13e tot <strong>de</strong><br />

15e eeuw een behoorlijke machtspositie bereikte, was <strong>de</strong> familie Van Zijl (Van <strong>de</strong>n Zile). In een<br />

oorkon<strong>de</strong> van 1279 wordt Pontiaan van Zijl genoemd als bezitter van gron<strong>de</strong>n in Langbroek.<br />

Aangezien Pontiaan als eerste van <strong>zijn</strong> geslacht staat vermeld, wordt hij maar al te vaak -ten<br />

onrechte- als stichter van Lunenburg aangewezen. In 1339 nam een zekere Arent (Arnold) van<br />

Lunenburg Senior drie hoeven land in pacht op Merewijk on<strong>de</strong>r Langbroek, een gebied dat grenst<br />

aan land van Gijsbrecht van Zijl en Loef van Zijl. Nu wil <strong>zijn</strong> naam geenszins impliceren dat Arnold <strong>de</strong><br />

bouwer van Lunenburg is geweest. Opmerkelijk is wel het feit dat <strong>de</strong>ze Arnold zich on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong><br />

van <strong>zijn</strong> familie: hij heette Arnold van Lunenburg terwijl <strong>zijn</strong> broers zich Van Zijl noem<strong>de</strong>n. Er is echter<br />

geen an<strong>de</strong>re oorkon<strong>de</strong> die <strong>de</strong> naam Lunenburg vermeldt dan die uit 1339. Niettemin kan hij <strong>de</strong> toren<br />

hebben gekocht of in erfpacht hebben gehou<strong>de</strong>n van een familielid zoals bijvoorbeeld Gerrit van Zijl,<br />

die tussen 1313 en 1340 in verschei<strong>de</strong>ne oorkon<strong>de</strong>n werd genoemd. In één van <strong>de</strong>ze oorkon<strong>de</strong>n<br />

(1330) komt Gerrit van Zijl voor als 'fi<strong>de</strong>jussores', een persoon die borg staat voor iemand. Gerrit<br />

stond borg voor een som van 325 pond die <strong>de</strong> bisschop aan eiser verschuldigd was. Hij was schout en<br />

zou in hoedanigheid van gerechtelijk functionaris een gevangenis bij <strong>zijn</strong> huis gehad kunnen hebben.<br />

Indien hij niet <strong>de</strong> 'kooien' gebruikte voor <strong>de</strong> gevangenen, zou hij dan een kerker hebben laten<br />

bouwen in een stenen huis? Maar dan zou hij zich naar <strong>de</strong> toren hebben vernoemd en hij zegel<strong>de</strong><br />

alleen maar als 'Gherart Van <strong>de</strong>n Zile'. Wellicht bestond <strong>de</strong> toren al en had Arnold sr. er <strong>zijn</strong> naam<br />

aan gegeven. In 1341 werd Arnold als 'miles' vermeld. Hij was <strong>de</strong> eerste van <strong>zijn</strong> familie die rid<strong>de</strong>r<br />

werd en over <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len kon beschikken om een stenen toren te bouwen. Ondanks het feit dat <strong>de</strong><br />

familie een niet onbelangrijke rol speel<strong>de</strong>, verviel zij aan het begin van <strong>de</strong> 15e eeuw tot poorters en<br />

boeren.<br />

<strong>De</strong> eerste leenman die geen Van Zijl heette, was Ghijsbrecht van Lockhorst. Hij werd in 1402 beleend.<br />

Een aantal jaren later omschreef Steven van Everdingen Lunenburg als een huis 'metter hofstat'.<br />

Waarschijnlijk zal het kasteel vooral als woongelegenheid gediend hebben. In 1422 kreeg Ghijsbrecht<br />

<strong>de</strong> Rid<strong>de</strong>r Lunenburg in leen van <strong>de</strong> domproost Swe<strong>de</strong>r van Culemborch. Cornelis <strong>de</strong> Rid<strong>de</strong>r, een<br />

nazaat van Ghijsbrecht, was leenman van Lunenburg in 1538, het jaar waarin <strong>de</strong> woontoren werd<br />

ingeschreven als rid<strong>de</strong>rhofstad. Lunenburg bleef echter niet lang in han<strong>de</strong>n van <strong>De</strong> Rid<strong>de</strong>r, want in<br />

1563 moest Willem <strong>de</strong> Rid<strong>de</strong>r <strong>de</strong> toren verkopen aan Maarten Schipperius, die hem in 1580<br />

doorverkocht aan Godard Boll, burgemeester van Utrecht. <strong>De</strong>ze zal op het voorterrein een<br />

woongebouw opgetrokken hebben.<br />

Zijn kleindochter Henrica Boll trouw<strong>de</strong> Daniël van <strong>de</strong>n Berch die er in 1619 mee werd beleend. Toen<br />

Daniël van <strong>de</strong>n Berch, nazaat van eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong>, in 1693 kin<strong>de</strong>rloos overleed, verkocht <strong>zijn</strong><br />

weduwe <strong>de</strong> toren aan Joseph Hoeufft, schepen en raad in <strong>de</strong> vroedschap van Utrecht. Dan is er<br />

sprake van '<strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rmatige hofste<strong>de</strong> van Lunenborgh met synen toorn, huysinge, singels, graften<br />

enz.'<br />

Diens dochter huw<strong>de</strong> met Hendrick Ruysch, die het bezit in 1737 aan <strong>zijn</strong> zoon Balthasar Constantijn<br />

afstond. Voor 6.615 gul<strong>de</strong>n verkocht Balthasar het goed in 1750 aan Frans Godard, baron van Lyn<strong>de</strong>n<br />

van Hemmen en Blitterswijk. <strong>De</strong>ze Gel<strong>de</strong>rse e<strong>de</strong>lman, die in 1726 gehuwd was met rijke Utrechtse


patriciërsdochter Constantia Isabella van <strong>de</strong>r Muelen, kocht het ongetwijfeld ten behoeve van <strong>zijn</strong><br />

twee<strong>de</strong> zoon Bathazar Constantyn, die er in 1755 mee werd beleend. <strong>De</strong> oudste zoon kreeg Hemmen<br />

en <strong>de</strong> oudste dochter Blitterswijk in Noord-Limburg.<br />

Lunenburg bestond in 1750 uit 18 morgen land en 20 morgen bos, het Lunenburgse Bos genoemd, en<br />

werd bij <strong>de</strong> belening omschreven als <strong>de</strong> 'toren, huisinge en getimmerte, singels, graften, vijvers,<br />

duivevlugten, visscherijen, mitsga<strong>de</strong>rs boerewoning, brouwerij, ketels, schuren, bergen,<br />

boomgaar<strong>de</strong>n, bouw- en weilan<strong>de</strong>n'.<br />

Balthazar Constantijn maakte een snelle carrière in het Sticht, waarbij <strong>zijn</strong> huwelijk met een dochter<br />

uit het geslacht Strick van Linschoten wel geholpen zal hebben. Hij overleed in 1822 op hoge leeftijd.<br />

Zijn zoon Jan Hendrik was in 1794 gehuwd met een van <strong>de</strong> dochters van Alexan<strong>de</strong>r Di<strong>de</strong>rik van Spaen<br />

tot Biljoen. Zij zullen waarschijnlijk spoedig daarna het nieuwe landhuis hebben laten bouwen en het<br />

nieuwe park hebben laten aanleggen. Het echtpaar had drie dochters, die allen ongehuwd op<br />

Lunenburg bleven wonen.<br />

<strong>De</strong> jongste, die in 1860 overleed, liet Lunenburg na aan haar neef jhr. mr. J. van Swin<strong>de</strong>ren van Rijs.<br />

<strong>De</strong>ze woon<strong>de</strong> echter in Friesland en stel<strong>de</strong> Lunenburg <strong>zijn</strong> va<strong>de</strong>r ter beschikking. <strong>De</strong>ze heeft het huis<br />

laten verbouwen en liet het nieuwe koetshuis optrekken.<br />

Na <strong>de</strong> dood van <strong>zijn</strong> va<strong>de</strong>r verhuur<strong>de</strong> Van Swin<strong>de</strong>ren het aan particulieren. Door koop kwam het aan<br />

mr. Joan Gerard Kruimel die het vanaf 1888 verhuur<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> schrijver Jan van <strong>de</strong>r Poorten<br />

Schwartz, beter bekend on<strong>de</strong>r <strong>zijn</strong> pseudoniem Maarten Maartensz. Kruimel liet <strong>de</strong> prachtige<br />

oprijlaan in <strong>zijn</strong> geheel rooien. In 1925 vond Lunenburg een nieuwe eigenaar in <strong>de</strong> persoon van mr. E.<br />

van Eibergen Santhagens. Hij was <strong>de</strong> laatste bewoner tot 1931, waarna het leeg kwam te staan. Door<br />

een bombar<strong>de</strong>ment in 1944 werd Lunenburg zwaar beschadigd. In 1967 werd <strong>de</strong> ruïne door het K.F.<br />

Heinfonds gekocht. Na <strong>de</strong> restauratie van 1968-1970 is Lunenburg verkocht aan P. Fentener van<br />

Vlissingen, <strong>de</strong> huidige eigenaar.<br />

Hoewel <strong>de</strong> naam Lunenburg voor het eerst in 1339 voorkomt en pas in 1402 in een belening sprake is<br />

van een 'toerne te Lunenborch', kan <strong>de</strong> toren toch in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> 13e eeuw gebouwd <strong>zijn</strong>.<br />

Het steenformaat (30 x 15 x 7,5 cm) en het Vlaams verband in het metselwerk dui<strong>de</strong>n daarop. <strong>De</strong><br />

toren is buitenwerks 8,4 x 9,3 m groot; <strong>de</strong> muurdikte is op <strong>de</strong> begane grond 1,2 m, die van <strong>de</strong><br />

noordwestmuur waarin <strong>de</strong> trap is uitgespaard 1,6 m. <strong>De</strong> totale hoogte tot aan <strong>de</strong> weergang bedraagt<br />

15,5 m.<br />

<strong>De</strong> fun<strong>de</strong>ring bestaat uit doorgaan<strong>de</strong> muren zon<strong>de</strong>r snijlagen of spaarbogen; <strong>de</strong> grondslag bestaat uit<br />

klei vermengd met veenlagen. <strong>De</strong> kel<strong>de</strong>rruimte, die een tongewelf heeft met <strong>de</strong> kruin in noordwestzuidoostrichting,<br />

was niet vanuit <strong>de</strong> begane grond te bereiken. Thans geeft een na<strong>de</strong>rhand<br />

uitgebroken <strong>de</strong>ur toegang tot <strong>de</strong>ze kel<strong>de</strong>r; wanneer <strong>de</strong> ruimte in gebruik werd genomen, kon tij<strong>de</strong>ns<br />

<strong>de</strong> restauratie niet wor<strong>de</strong>n vastgesteld.<br />

Wellicht moet hier in analogie met <strong>de</strong> Walenburg gedacht wor<strong>de</strong>n aan een aanaarding van <strong>de</strong> toren,<br />

zodat hier sprake is van een verloren gewelf; dit is een gewelf over een loze ruimte, dat om<br />

constructieve re<strong>de</strong>nen is aangebracht. In dit geval gaat het mogelijk om afsluiting van <strong>de</strong> (vochtige?)<br />

loze ruimte. Wel werd in <strong>de</strong> zuidhoek van <strong>de</strong>ze kel<strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> restauratie een waterput<br />

aangetroffen en gereconstrueerd. Er kon tij<strong>de</strong>ns die werkzaamhe<strong>de</strong>n niet wor<strong>de</strong>n vastgesteld of <strong>de</strong>


put oorspronkelijk was. Gezien <strong>de</strong> ligging van <strong>de</strong> put (tegen <strong>de</strong> fun<strong>de</strong>ring aan, in plaats van<br />

opgenomen in het metselwerk) lijkt een latere aanleg waarschijnlijk.<br />

Ook een nog resterend venstertje in <strong>de</strong> noordoostmuur zal later uitgebroken <strong>zijn</strong>. Opvallend is dat<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> restauratie van 1968-1970 twee schietspleten in <strong>de</strong> zuidwestmuur <strong>zijn</strong> dichtgemetseld.<br />

In 1772 werd Lunenburg in <strong>de</strong> Tegenwoordige Staat omschreven als: 'bestaan<strong>de</strong> insgelijks in een<br />

zwaaren Tooren, met twee windijzers voorzien. Daar is egter, ook een bekwaam Heerenhuis, waar<br />

van men, met een houten brug, naar <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n Tooren gaat, die rondom met eene ruime graft<br />

omvangen is. Ook is er, aan <strong>de</strong>n weg, een Heerenbuitenpoort of voorburg'. <strong>De</strong>ze situatie heeft<br />

daarna waarschijnlijk nog slechts een kwart eeuw bestaan. Waarschijnlijk nog aan het eind van <strong>de</strong><br />

18e eeuw heeft <strong>de</strong> familie Van Lyn<strong>de</strong>n <strong>de</strong> grachten rond <strong>de</strong> woontoren laten <strong>de</strong>mpen en <strong>de</strong><br />

woontoren laten uitbrei<strong>de</strong>n met een gepleisterd neoclassicistisch landhuis.<br />

Opmerkelijk is dat men veel moeite heeft gedaan om <strong>de</strong> woontoren te handhaven. Het nieuwe huis<br />

had boven het souterrain twee verdiepingen en sloot met <strong>de</strong> vloeren vrijwel exact aan op <strong>de</strong><br />

vloerniveaus van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> toren. <strong>De</strong> plattegrond was zeer traditioneel inge<strong>de</strong>eld. <strong>De</strong> twee<br />

muurtrappen, die van <strong>de</strong> begane grond naar <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> verdieping voer<strong>de</strong>n, wer<strong>de</strong>n benut als<br />

hoofdtrappehuis. Van Swin<strong>de</strong>ren sr. heeft <strong>de</strong> achterzij<strong>de</strong> waarschijnlijk laten verbouwen door Samuel<br />

Adrianus van Lunteren (1813-1877), die veel kastelen mo<strong>de</strong>rniseer<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> achtergevel liet hij een<br />

balkon en grote vensters aanbrengen.<br />

In <strong>de</strong> laatste fase van <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog werd Lunenburg gebombar<strong>de</strong>erd, omdat enige tijd<br />

daarvoor Duitse legervoertuigen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bomen geparkeerd had<strong>de</strong>n gestaan. Door het<br />

bombar<strong>de</strong>ment werd het kasteel ernstig beschadigd: <strong>de</strong> gehele zuidhoek van het 19e-eeuwse<br />

gebouw werd weggeslagen. In <strong>de</strong> zuidhoek van <strong>de</strong> woontoren ontstond een bre<strong>de</strong> scheur in het<br />

metselwerk.<br />

Al spoedig wer<strong>de</strong>n plannen gemaakt voor <strong>de</strong> herbouw van het kasteel. Een door architect W.<br />

Dijkman te Zeist in 1948 getekend plan, dat in het geheel geen rekening hield met <strong>de</strong><br />

bouwhistorische gegevens om <strong>de</strong> toren geheel solitair (met een kleine aanbouw) te herstellen, werd<br />

niet uitgevoerd.<br />

Eveneens kort na <strong>de</strong> oorlog werd <strong>de</strong> ruïne uitvoerig opgemeten en is er op basis van die opmeting<br />

een drietal restauratievarianten ontwikkeld. Als eerste werd een volledige reconstructie van <strong>de</strong><br />

vooroorlogse situatie voorgesteld. Een alternatief hiervoor was het herstellen van het bestaan<strong>de</strong><br />

gebouwen ter plaatse van het weggebombar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> ge<strong>de</strong>elte een terras aanleggen. Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

bouwplan voorzag in het vrijwel isoleren van <strong>de</strong> woontoren, met behoud van het voorste ge<strong>de</strong>elte<br />

van het 19e-eeuwse huis. Echter, geen van <strong>de</strong>ze restauratievoorstellen is uitgevoerd.<br />

<strong>De</strong> 19e-eeuwse in<strong>de</strong>ling van het huis maakte een bewoning naar 20e-eeuwse maatstaven vrijwel<br />

onmogelijk. Bovendien waren alle balklagen inmid<strong>de</strong>ls verrot of verdwenen en waren <strong>de</strong> muren<br />

stukgevroren. Ten slotte werd on<strong>de</strong>r leiding van <strong>de</strong> architect E.A. Canneman besloten <strong>de</strong> situatie van<br />

vóór ca. 1800 te reconstrueren: <strong>de</strong> woontoren kwam weer solitair op het eiland te liggen en werd via<br />

een houten brug toegankelijk gemaakt, precies zoals het op ou<strong>de</strong> topografische afbeeldingen<br />

zichtbaar is. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> restauratie kwamen diverse oorspronkelijke <strong>de</strong>tails aan het licht. Zo bleken in<br />

<strong>de</strong> omstreeks 1800 vernieuw<strong>de</strong> muurtrappen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> vormen nog herkenbaar. Van <strong>de</strong> balklagen van


twee verdiepingen waren <strong>de</strong> uitsparingen voor <strong>de</strong> moerbalken te traceren. Tevens kwamen drie<br />

dichtgezette vensters, twee stookplaatsen en een privaat te voorschijn.<br />

<strong>De</strong> huidige <strong>de</strong>ur geeft via een trapportaal toegang tot het hoofdvertrek van <strong>de</strong> toren. <strong>De</strong>ze ruimte<br />

bevat een stookplaats, een kaarsnis en een muurkastje. <strong>De</strong> ruimte op <strong>de</strong> eerste verdieping bevat<br />

geen stookplaats. Wel werd hier het restant van een privaat aangetroffen; dit privaat is<br />

gereconstrueerd.<br />

<strong>De</strong> twee<strong>de</strong> verdieping is door een koepelgewelf op rechthoekige grondslag -een zogenaamd<br />

Boheems gewelf- overwelfd. Voor <strong>de</strong> verwoesting was het gewelf weggewerkt achter overhoeks<br />

geplaatste wandjes. Dit gewelf was door het bombar<strong>de</strong>ment en <strong>de</strong> verwaarlozing ingestort, maar is<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> restauratie gereconstrueerd. Het gewelf was één steens dik; het steenformaat was<br />

hetzelf<strong>de</strong> als dat van <strong>de</strong> muren. Ter hoogte van <strong>de</strong> aanzet van het gewelf waren horizontaal gelegen<br />

balken in het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> muren opgenomen en bij <strong>de</strong> hoeken aan elkaar gekoppeld om <strong>de</strong><br />

spatkrachten van het gewelf op te nemen. Vermoe<strong>de</strong>lijk bevond zich oorspronkelijk boven dit gewelf<br />

een plat dak. Omdat hierover geen zekerheid verkregen kon wor<strong>de</strong>n, werd tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> restauratie<br />

besloten <strong>de</strong> uit <strong>de</strong> topografie beken<strong>de</strong> dakvorm te herstellen: een schilddak met twee windvaantjes.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!