De woontorens langs de Langbroekerwetering zijn ... - Guus Pauwels
De woontorens langs de Langbroekerwetering zijn ... - Guus Pauwels
De woontorens langs de Langbroekerwetering zijn ... - Guus Pauwels
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
patriciërsdochter Constantia Isabella van <strong>de</strong>r Muelen, kocht het ongetwijfeld ten behoeve van <strong>zijn</strong><br />
twee<strong>de</strong> zoon Bathazar Constantyn, die er in 1755 mee werd beleend. <strong>De</strong> oudste zoon kreeg Hemmen<br />
en <strong>de</strong> oudste dochter Blitterswijk in Noord-Limburg.<br />
Lunenburg bestond in 1750 uit 18 morgen land en 20 morgen bos, het Lunenburgse Bos genoemd, en<br />
werd bij <strong>de</strong> belening omschreven als <strong>de</strong> 'toren, huisinge en getimmerte, singels, graften, vijvers,<br />
duivevlugten, visscherijen, mitsga<strong>de</strong>rs boerewoning, brouwerij, ketels, schuren, bergen,<br />
boomgaar<strong>de</strong>n, bouw- en weilan<strong>de</strong>n'.<br />
Balthazar Constantijn maakte een snelle carrière in het Sticht, waarbij <strong>zijn</strong> huwelijk met een dochter<br />
uit het geslacht Strick van Linschoten wel geholpen zal hebben. Hij overleed in 1822 op hoge leeftijd.<br />
Zijn zoon Jan Hendrik was in 1794 gehuwd met een van <strong>de</strong> dochters van Alexan<strong>de</strong>r Di<strong>de</strong>rik van Spaen<br />
tot Biljoen. Zij zullen waarschijnlijk spoedig daarna het nieuwe landhuis hebben laten bouwen en het<br />
nieuwe park hebben laten aanleggen. Het echtpaar had drie dochters, die allen ongehuwd op<br />
Lunenburg bleven wonen.<br />
<strong>De</strong> jongste, die in 1860 overleed, liet Lunenburg na aan haar neef jhr. mr. J. van Swin<strong>de</strong>ren van Rijs.<br />
<strong>De</strong>ze woon<strong>de</strong> echter in Friesland en stel<strong>de</strong> Lunenburg <strong>zijn</strong> va<strong>de</strong>r ter beschikking. <strong>De</strong>ze heeft het huis<br />
laten verbouwen en liet het nieuwe koetshuis optrekken.<br />
Na <strong>de</strong> dood van <strong>zijn</strong> va<strong>de</strong>r verhuur<strong>de</strong> Van Swin<strong>de</strong>ren het aan particulieren. Door koop kwam het aan<br />
mr. Joan Gerard Kruimel die het vanaf 1888 verhuur<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> schrijver Jan van <strong>de</strong>r Poorten<br />
Schwartz, beter bekend on<strong>de</strong>r <strong>zijn</strong> pseudoniem Maarten Maartensz. Kruimel liet <strong>de</strong> prachtige<br />
oprijlaan in <strong>zijn</strong> geheel rooien. In 1925 vond Lunenburg een nieuwe eigenaar in <strong>de</strong> persoon van mr. E.<br />
van Eibergen Santhagens. Hij was <strong>de</strong> laatste bewoner tot 1931, waarna het leeg kwam te staan. Door<br />
een bombar<strong>de</strong>ment in 1944 werd Lunenburg zwaar beschadigd. In 1967 werd <strong>de</strong> ruïne door het K.F.<br />
Heinfonds gekocht. Na <strong>de</strong> restauratie van 1968-1970 is Lunenburg verkocht aan P. Fentener van<br />
Vlissingen, <strong>de</strong> huidige eigenaar.<br />
Hoewel <strong>de</strong> naam Lunenburg voor het eerst in 1339 voorkomt en pas in 1402 in een belening sprake is<br />
van een 'toerne te Lunenborch', kan <strong>de</strong> toren toch in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> 13e eeuw gebouwd <strong>zijn</strong>.<br />
Het steenformaat (30 x 15 x 7,5 cm) en het Vlaams verband in het metselwerk dui<strong>de</strong>n daarop. <strong>De</strong><br />
toren is buitenwerks 8,4 x 9,3 m groot; <strong>de</strong> muurdikte is op <strong>de</strong> begane grond 1,2 m, die van <strong>de</strong><br />
noordwestmuur waarin <strong>de</strong> trap is uitgespaard 1,6 m. <strong>De</strong> totale hoogte tot aan <strong>de</strong> weergang bedraagt<br />
15,5 m.<br />
<strong>De</strong> fun<strong>de</strong>ring bestaat uit doorgaan<strong>de</strong> muren zon<strong>de</strong>r snijlagen of spaarbogen; <strong>de</strong> grondslag bestaat uit<br />
klei vermengd met veenlagen. <strong>De</strong> kel<strong>de</strong>rruimte, die een tongewelf heeft met <strong>de</strong> kruin in noordwestzuidoostrichting,<br />
was niet vanuit <strong>de</strong> begane grond te bereiken. Thans geeft een na<strong>de</strong>rhand<br />
uitgebroken <strong>de</strong>ur toegang tot <strong>de</strong>ze kel<strong>de</strong>r; wanneer <strong>de</strong> ruimte in gebruik werd genomen, kon tij<strong>de</strong>ns<br />
<strong>de</strong> restauratie niet wor<strong>de</strong>n vastgesteld.<br />
Wellicht moet hier in analogie met <strong>de</strong> Walenburg gedacht wor<strong>de</strong>n aan een aanaarding van <strong>de</strong> toren,<br />
zodat hier sprake is van een verloren gewelf; dit is een gewelf over een loze ruimte, dat om<br />
constructieve re<strong>de</strong>nen is aangebracht. In dit geval gaat het mogelijk om afsluiting van <strong>de</strong> (vochtige?)<br />
loze ruimte. Wel werd in <strong>de</strong> zuidhoek van <strong>de</strong>ze kel<strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> restauratie een waterput<br />
aangetroffen en gereconstrueerd. Er kon tij<strong>de</strong>ns die werkzaamhe<strong>de</strong>n niet wor<strong>de</strong>n vastgesteld of <strong>de</strong>