GE Interlogix doc - CMS Ware*Ever
GE Interlogix doc - CMS Ware*Ever
GE Interlogix doc - CMS Ware*Ever
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
<strong>GE</strong><br />
Security<br />
g imagination<br />
at work<br />
KILSEN NK700 reeks<br />
Conventionele brandmeldcentrale<br />
Installatiehandleiding
Kilsen is a brand name of <strong>GE</strong> Security.<br />
www.gesecurity.net<br />
COPYRIGHT ©2005<br />
© <strong>GE</strong> Security EMEA bvba. All rights reserved. <strong>GE</strong> Security EMEA bvba grants the right to reprint this manual<br />
for internal use only. <strong>GE</strong> Security EMEA bvba reserves the right to change information without notice.<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 2
INHOUDSOPGAVE<br />
1 Inleiding................................................................................................................................................... 4<br />
1.1 Inhoud van de verpakking............................................................................................................... 4<br />
1.2 Voorschriften.................................................................................................................................. 4<br />
1.3 Compatibiliteit ................................................................................................................................ 4<br />
1.4 Overzicht van de reeks.................................................................................................................... 5<br />
2 Installatiehandleiding.............................................................................................................................. 7<br />
2.1 Installatie........................................................................................................................................ 7<br />
2.2 Elektrische aansluitingen................................................................................................................. 8<br />
2.3 Configuratie.................................................................................................................................. 16<br />
2.4 Mastermodules............................................................................................................................. 18<br />
3 Systeem opstarten................................................................................................................................. 19<br />
3.1 Systeemcontrole........................................................................................................................... 19<br />
3.2 Systeem inschakelen .................................................................................................................... 19<br />
3.3 Werkingstest ................................................................................................................................19<br />
4 Onderhoud............................................................................................................................................. 21<br />
5 Fouten opsporen en verhelpen .............................................................................................................. 22<br />
6 Technische specificaties ........................................................................................................................ 23<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 3
1 INLEIDING<br />
De reeks NK700 brandmeld- en -detectiecentrales omvat vijf modellen: NK702 met twee<br />
zones, NK704 met vier zones, NK708 met acht zones, NK712 met twaalf zones en NK716 met<br />
zestien zones.<br />
De reeks is ontwikkeld voor de noden van kleine tot middelgrote installaties, zoals in scholen,<br />
woningen, winkels, kleine en middelgrote ondernemingen, enz.<br />
1.1 Inhoud van de verpakking<br />
1.2 Voorschriften<br />
1 brandmeldcentrale<br />
Eindelusweerstanden van 4k7 Ohm (één per zone plus één voor elke alarmuitgang)<br />
1 zekering van 2A, 5x20 mm<br />
1 zekering van 1A, 5x20 mm<br />
2 sleutels<br />
1.3 Compatibiliteit<br />
1 installatiehandleiding<br />
1 gebruikershandleiding<br />
1 blad met meertalige inlegstroken voor de taalkeuze<br />
1 brug om de accu’s te verbinden<br />
Controleer of de inhoud van de verpakking klopt en in goede staat is voordat u de installatie<br />
start. Als er iets ontbreekt of stuk is, moet u het product opnieuw inpakken<br />
en contact opnemen met uw verkoper.<br />
Dit product dient te worden geïnstalleerd door deskundige technici volgens de<br />
norm EN-54 14 (UNE 23007-14) en alle andere toepasselijke lokale wetgeving.<br />
Dit product is ontworpen volgens de normen EN54-2 en EN54-4 van 1997.<br />
De norm EN54-2 bevat een aantal basisvereisten en een aantal optionele vereisten.<br />
De optionele vereisten waaraan dit product voldoet, zijn:<br />
Onderwerp Hoofdstuk Beschrijving<br />
Aanduidingen 8.4 Melding van verlies van elke externe voeding<br />
Bedieningselementen 7.11 Uitgangsvertragingen<br />
10 Aanduiding teststatus<br />
Uitgangen 7.8 Uitgang voor Brandalarminrichtingen<br />
Deze brandmeldcentrale is compatibel met alle branddetectoren en manuele branddrukknoppen<br />
van Kilsen. De compatibiliteit met producten van een derde partij kan niet<br />
worden gegarandeerd.<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 4
1.4 Overzicht van de reeks<br />
1<br />
Deze reeks van conventionele brandmeldcentrales omvat twee verschillende kastmaten:<br />
Kleine kast: voor 2 of 4 zones (NK702 of NK704)<br />
Grote kast: voor 8, 12 of 16 zones (NK708, NK712 en NK716)<br />
Afbeelding 1: Lay-out NK716<br />
Afbeelding 2: Lay-out NK704<br />
1<br />
4<br />
5<br />
6<br />
10 9<br />
13<br />
10<br />
6<br />
7<br />
4<br />
9<br />
2<br />
7 5<br />
13<br />
8<br />
2<br />
8<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 5<br />
11<br />
3<br />
11<br />
3<br />
12<br />
12
1. Netaansluiting (110 VAC / 230 VAC)<br />
2. Zoneconnectoren (van 2 tot 4, of 8, 12 of 16,<br />
afhankelijk van het model)<br />
3. Uitgangsconnectoren: Reserve 24 VDC, Brand-<br />
en Storingsrelais en -alarmrelais<br />
4. 24V-uitgang met reset – zekering van 0,1 A<br />
5. Alarmuitgang #1 – zekering van 0,3 A<br />
6. Reserve 24 VDC-uitgang – zekering<br />
van 0,3 A<br />
7. Alarmuitgang #2 – zekering van 0,3 A<br />
8. DIP-schakelaar configuratie<br />
9. Accuzekering van 5 A<br />
10. Transformator-connector<br />
11. Connector frontpaneel<br />
12. Uitgangconnector mastermodule<br />
13. Connector 24V-accu<br />
Ongeacht het aantal zones, bieden alle NK700-centrales de volgende functies:<br />
In dienst / Uit dienst per zone<br />
Test per zone<br />
1.4.1 Ingangen/Uitgangen<br />
RFL<br />
Manueel alarm Start / Stop<br />
Programmering van vertragingen alarmuitgangen (sirenes)<br />
Supervisie van netvoeding, accu’s en uitgangen<br />
Differentiatie tussen alarmsignaal van manuele branddrukknop en/of detector binnen<br />
dezelfde zone<br />
Reset op afstand van optionele bedrijfsmodus<br />
Optionele bedrijfsmodus met actieve eindelusweerstand<br />
Mastermodules relais (optioneel)<br />
Mastermodules alarmuitgangen (optioneel)<br />
+ + +<br />
Z1 Z2 Z3<br />
Afbeelding 3: Ingangen/uitgangen van NK700 brandmeldcentrales<br />
1. Zone-ingang<br />
2. Ingang klasseverandering<br />
3. Reserve 24 VDC-uitgang<br />
1<br />
4. Algemeen alarm- en storingsrelais<br />
(potentiaalvrij)<br />
2<br />
+<br />
Z1<br />
3<br />
4<br />
+ + C NO NC + + +<br />
5. 24 VDC-uitgang met reset<br />
5<br />
RFL<br />
6<br />
RFL<br />
6. Twee gecontroleerde 24 VDC<br />
alarmuitgangen met programmeerbare<br />
vertraging<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 6
2.1 Installatie<br />
2 INSTALLATIEHANDLEIDING<br />
Dit product is ontwikkeld volgens de normen EN54-2 en EN54-4 (UNE 23007) en er zijn<br />
technische goedkeuringen voor aangevraagd. Het systeem moet worden geïnstalleerd door<br />
deskundige technici, met inachtneming van de norm EN54-14 (UNE 23007-14) en de<br />
betreffende lokale wetgeving.<br />
Verwijder het frontdeksel van het paneel vóór de installatie.<br />
Het paneel moet worden geïnstalleerd op een schone en droge plaats die vrij is van trillingen<br />
en waar een temperatuur heerst tussen 5º en 40º C. De luchtvochtigheid<br />
mag niet hoger zijn dan 95%. Er mag geen condensatie optreden. Het paneel moet<br />
geïnstalleerd worden op een plaats waar het brandgevaar minimaal is en de locatie<br />
moet beveiligd zijn door het branddetectiesysteem. Elk risico van mechanische beschadiging<br />
moet worden vermeden.<br />
2.1.1 Het paneel tegen de muur bevestigen<br />
2.1.2 Een taal kiezen<br />
Bevestig het paneel tegen de muur op een hoogte van ongeveer 1,5 meter van de grond en op<br />
een plaats die makkelijk bereikbaar is. De LED-indicatoren van het paneel dienen zich op<br />
ooghoogte te bevinden.<br />
Breng de nodige kabelgaten aan alvorens u het paneel tegen de muur bevestigt.<br />
Maak geen gaten in het paneel op andere dan de aangeduide plaatsen. Zorg<br />
ervoor dat er geen spaanders of stukjes verwijderd materiaal in het paneel vallen<br />
aangezien deze de elektronische schakelingen kunnen beschadigen. U kunt ook<br />
gebruikmaken van PG11 kabelaansluitstukken.<br />
Het paneel is ontworpen met het oog op een eenvoudige taalkeuze en configuratie.<br />
Neem de meegeleverde taalbladen, kies de gewenste taal en knip de inlegstroken uit langs de<br />
stippellijnen. Schuif elke inlegstrook in de betreffende gleuf op de voorkant<br />
van het paneel. Zie Afbeelding 4: Taalinlegstroken plaatsen.<br />
De taalbladen bevatten ook blanco inlegstroken voor extra talen.<br />
Afbeelding 4: Taalinlegstroken plaatsen<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 7
2.2 Elektrische aansluitingen<br />
WAARSCHUWING!<br />
De 110 VAC of 230 VAC stroom moet met de voeding verbonden zijn via een externe<br />
magnetothermische schakelaar.<br />
Het netsnoer moet een doorsnede hebben van minstens 1,5 mm².<br />
Om mogelijke kortsluitingen en interferentie te vermijden, moet het netsnoer<br />
uit de buurt worden gehouden van de zone-aansluitkabels en van de<br />
communicatiepoorten.<br />
Afbeelding 5: Stroomaansluiting<br />
1. In-/uitvoeropening voor netvoeding<br />
Voor ‘schone’ aansluitingen wordt het gebruik van PG11 kabelaansluit-stukken of -<br />
afdichtingen aanbevolen. Op die manier zit de kabel stevig bevestigd op het<br />
paneel. Het gebruik van drukgevoelige flenzen om<br />
de kabels op de behuizing van de centrale te bevestigen, wordt eveneens<br />
aanbevolen.<br />
Als het systeem blootgesteld is aan veel elektrische interferentie, is het gebruik van ferriet<br />
aangewezen, zo dicht mogelijk bij de aansluiting (zie Afbeelding 6: Voorbeeld van een<br />
aansluiting met kabelafdichting en ferriet).<br />
Zodra het brandmeldpaneel tegen de muur is bevestigd, kan de aansluiting van de<br />
apparatuur van start gaan. De lussen, de netvoeding en de overige elementen worden<br />
aangesloten op de basisplaat via de gaten aan de bovenkant. Het gat dat op enige afstand zit<br />
van de rest, is voor de netvoeding.<br />
Afbeelding 6: Voorbeeld van een aansluiting met kabelafdichting en ferriet<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 8
2.2.1 Netaansluiting<br />
1. Kabelaansluitstuk of -afdichting<br />
2. Schermverbinding naar<br />
de aarde<br />
3. Ferriet<br />
4. Aansluitingen<br />
5. Insteekconnector<br />
6. Kabels<br />
7. Moer<br />
8. Metalen frame van<br />
brandmeldpaneel<br />
9. Kabelinvoer-mof<br />
Voor installaties met mogelijke HF-storingen, wordt het gebruik van een gedraaide,<br />
afgeschermde kabel aanbevolen. Verbind de kabelafscherming met het kabelaansluitstuk en<br />
zorg ervoor dat de installatie correct met de aarde wordt verbonden.<br />
Afbeelding 7: Locatie van de tweepolige magnetothermische schakelaar<br />
1. Tweepolige magnetothermische schakelaar<br />
Breng geen verbindingen tot stand met de voeding ingeschakeld. Koppel<br />
de externe magnetothermische schakelaar af.<br />
Voor de veiligheid moet de volgorde van aansluiting als volgt zijn:<br />
1. Netvoeding<br />
2. Accu’s<br />
Het brandmeldpaneel heeft twee voedingssystemen: de netvoeding en de accu’s.<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 9
2.2.2 Hoofdzekering<br />
Aansluiting aan de netvoeding<br />
Het brandmeldpaneel moet worden aangesloten op de netvoeding via een<br />
tweepolige magnetothermische schakelaar. Een degelijke aardaansluiting is<br />
noodzakelijk. De aardingskabel moet langer zijn dan de rest, zodat in geval van een<br />
bruuske trekbeweging, dit de laatste kabel is die wordt losgetrokken.<br />
Voor een optimale bevestiging van het netsnoer gebruikt u drukgevoelige klemmen op de<br />
behuizing.<br />
Het brandmeldpaneel kan worden gevoed met 230 VAC of 110 VAC. Plaats de hoofdzekering<br />
in de aangewezen houder zoals aangeduid in Afbeelding 8: Netaansluiting<br />
Voor een 110 VAC-voeding plaatst u de zekering in de linker zekeringhouder.<br />
Voor een 230 VAC-voeding plaatst u de zekering in de rechter zekeringhouder.<br />
Zie sectie 6: Technische specificaties voor de kenmerken van de zekeringen.<br />
Gebruik de hoofdzekering niet om de netverbinding van het brandmeldpaneel te sluiten<br />
of te verbreken; gebruik hiervoor de magnetothermische schakelaar.<br />
Afbeelding 8: Netaansluiting<br />
1. Hoofdzekering<br />
2. Hoofdzekering<br />
3. Nulleider<br />
4. Klem<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 10
2.2.3 Accu’s aansluiten<br />
2.2.4 Zones aansluiten<br />
Z1<br />
Z2<br />
De NK700-panelen werken met 2 x 12 V-accu’s van 2,6 Ah voor de NK702 en NK704<br />
en respectievelijk 2 x 12 V 7 Ah voor de NK708, NK712 en NK716. Deze worden in serie<br />
geschakeld om 24 VDC te verkrijgen. Een brugconnector voor accu’s is bijgeleverd bij het<br />
brandmeldpaneel. Verbind het positieve contact (+) van de ene accu met het negatieve<br />
contact (-) van de andere.<br />
+<br />
+<br />
+<br />
1. Plaats de accu’s in de voorziene ruimte onder in de kast van het brandmeldpaneel.<br />
2. Sluit de kabels aan, rekening houdend met de kleurcodes (rood is positief, zwart is<br />
negatief). Sluit de brugkabel aan tussen de twee accu’s en verbind de twee kabels die<br />
uit het brandmeldpaneel komen met elk van de accu’s.<br />
Afbeelding 9: Batterijaansluiting<br />
Een zone-uitgang kan maximaal 20 detectoren of 32 manuele branddrukknoppen<br />
controleren. Elke brandzone heeft maar één begin en één einde. De laatste detector<br />
of de laatste drukknop moet daarom voorzien zijn van een eindelusweerstand van<br />
4k7 Ohm. Het is niet toegelaten de lijn af te takken of de eindelusweerstand in de<br />
zone-uitgang op de hoofdprintplaat te plaatsen. Alleen als de zone niet zal worden<br />
gebruikt, is het nodig een eindelusweerstand in de zone-uitgang te installeren.<br />
Afbeelding 10: Een zone aansluiten<br />
PK<br />
sirena<br />
Z<br />
4K7<br />
4K7<br />
Eind- Eindelusweerstand<br />
weerstand<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 11
2.2.5 Detectoren aansluiten<br />
Dit brandmeldpaneel is compatibel met alle branddetectoren van Kilsen. De compatibiliteit<br />
met producten van een derde partij kan niet worden gegarandeerd. Raadpleeg uw<br />
producthandleiding voor meer informatie.<br />
Afbeelding 11: Detectoren aansluiten<br />
1. Juiste aansluiting U 2. Onjuiste aansluiting Y<br />
3. Onjuiste aansluiting Y<br />
2.2.6 Manuele branddrukknoppen aansluiten<br />
Dit brandmeldpaneel is compatibel met alle manuele branddrukknoppen van Kilsen. De<br />
compatibiliteit met producten van een derde partij kan niet worden gegarandeerd. Raadpleeg<br />
de handleiding van uw manuele branddrukknop voor meer informatie.<br />
Sommige manuele branddrukknoppen vereisen een weerstand van 100 Ohm<br />
2W in serie met het alarmcontact (NO). De weerstand voorkomt dat er een<br />
kortsluiting ontstaat wanneer de drukknop wordt geactiveerd, en stelt het<br />
brandmeldpaneel in staat de herkomst van het alarm te bepalen door het<br />
onderscheid met het signaal van de detector. Raadpleeg de installatiegids van uw<br />
manuele branddrukknop voor meer informatie.<br />
Wanneer een droog contact verbonden wordt met een zone, moet dit een NO contact zijn en<br />
zal een weerstand van 100 Ohm 2 W in serie worden geschakeld. Zo<br />
kan het brandmeldpaneel een detectoralarm onderscheiden van een alarm komende van een<br />
manuele branddrukknop.<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 12
2.2.7 Aansluiting ingang klas-verandering<br />
Deze ingang maakt het mogelijk dat de sirenes worden geactiveerd door een externe<br />
drukknop. Wanneer een kortsluiting tot stand wordt gebracht tussen deze contacten, zullen<br />
de alarmsirenes en/of de alarmbellen worden geactiveerd tot de kortsluiting wordt<br />
opgeheven. De drukknop moet worden aangesloten als NO contact .<br />
(Deze functie wordt enkel gebruikt in UK waar men bij activatie de leerlingen op de hoogte<br />
brengt dat er een nieuw les-uur is en eventueel van klaslokaal dienen te veranderen).<br />
Afbeelding 12: Klas-verandering<br />
2.2.8 Aansluiting reserve 24 VDC-uitgang<br />
+<br />
Deze uitgang maakt het mogelijk hulptoestellen te voeden die niet tot een zone behoren. Hij is<br />
beveiligd met een zekering en de maximaal toegelaten stroomsterkte bedraagt<br />
250 mA. Het is niet aangewezen deze uitgang te gebruiken om elementen te voeden<br />
die een zeker stroomverbruik hebben in hun stand-by modus.<br />
Afbeelding 13: Hulpvoeding Uitgang<br />
+<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 13
2.2.9 Aansluiting potentiaalvrije relaisuitgang<br />
Deze zijn uitgangen van potentiaalvrije relais die kunnen worden geactiveerd tijdens een<br />
alarm of storing.<br />
De storingsuitgang staat over het algemeen onder stroom.<br />
Afbeelding 14: Potentiaalvrije relaisuitgang<br />
2.2.10 24 VDC-uitgang met reset<br />
C NO NC C NO NC<br />
Deze uitgang maakt het mogelijk apparaten aan te sluiten die moeten kunnen worden gereset<br />
vanuit hun voedingsaansluiting (bijvoorbeeld infraroodstralen). Deze uitgang wordt in standby<br />
gevoed met 24 VDC en wanneer een reset wordt gedaan vanuit het paneel, wordt de 24<br />
VDC-voeding gedurende 3 seconden verbroken.<br />
Afbeelding 15: 24 VDC-uitgang met reset<br />
+<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 14
2.2.11 Brandsirenes en -bellen aansluiten<br />
De twee alarmuitgangen op de printplaat zijn aangeduid als SND1 en SND2. Elk van deze<br />
uitgangen biedt de mogelijkheid van een gecontroleerde alarmkring met een maximaal<br />
verbruik van 250 mA per kring.<br />
Het is noodzakelijk polariteitsgevoelige brandsirenes te gebruiken of een diode te<br />
installeren die voorkomt dat de alarmgevers worden geactiveerd in een stand-by<br />
situatie.<br />
Afbeelding 16: Alarmuitgangen<br />
+ + SND2<br />
SND1<br />
Alarmuitgangen<br />
De alarmuitgang wordt geactiveerd en levert 24 VDC wanneer een zonealarm wordt<br />
geactiveerd door een detector of een branddrukkknop. Wanneer een gemotoriseerde<br />
alarmbel wordt gebruikt, is het mogelijk nodig een diode parallel te schakelen om het effect<br />
van een omgekeerde stroom te vermijden.<br />
Afbeelding 17: Alarmaansluitingen<br />
1. Diode 2. EOL weerstand<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 15
2.3 Configuratie<br />
2.3.1 Configuratie van alarmvertragingen<br />
Er bevindt zich een DIP-schakelaar naast het bediendeel op de printplaat voor het<br />
programmeren van alarmvertragingen (zie Afbeelding 18: Locatie van de DIP-schakelaar<br />
configuratie). Er kan een alarmvertraging voor een duur van maximum 10 minuten worden<br />
geprogrammeerd met behulp van DIP-schakelaars 1 tot 4.<br />
Wanneer een vertraging geprogrammeerd is, begint de LED van de alarmvertraging te<br />
branden op het controlepaneel.<br />
Afbeelding 18: Locatie van de DIP-schakelaar configuratie<br />
1. DIP-schakelaar voor configuratie van alarmvertragingen<br />
Een geprogrammeerde vertraging wordt enkel geactiveerd als het alarm wordt<br />
geactiveerd door een detector. Een alarm geactiveerd door een manuele<br />
branddrukknop zal nooit worden vertraagd.<br />
Afbeelding 19: DIP-schakelaar alarmvertragingsinstellingen<br />
1 minuut vertraging 2 minuten vertraging 3 minuten vertraging 4 minuten vertraging<br />
5 minuten vertraging 6 minuten vertraging 7 minuten vertraging 8 minuten vertraging<br />
9 minuten vertraging 10 minuten vertraging<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 16
Bevestiging van de configuratie van de alarmvertraging<br />
Gebruik DIP-schakelaar 6 om het gebruik van de vertragingsmodus voor de alarmuitgangen<br />
te bevestigen.<br />
Afbeelding 20: Bevestiging van de configuratie van de vertraging<br />
Vertragingsmodus actief Vertragingsmodus<br />
niet actief<br />
2.3.2 Configuratie voor actieve eindelusweerstanden<br />
Zon<br />
<br />
U kunt de actieve eindelusweerstanden of de afstandsresetmodus activeren. U kunt<br />
deze evenwel niet gelijktijdig activeren.<br />
Een actieve eindelusweerstand stelt het paneel in staat een storing te detecteren die wordt<br />
veroorzaakt wanneer een detector uit de installatie wordt verwijderd. Deze storing wordt<br />
aangeduid als een nullaststoring, maar de rest van de detectoren in de installatie blijven<br />
werken.<br />
Deze bedrijfsmodus is niet verenigbaar met de normale bedrijfsmodus van een klassieke<br />
zone met “passieve” eindelusdetectie.<br />
Behalve het configureren van het brandmeldpaneel, is het noodzakelijk een Schottky-diode<br />
(BAT43) in te bouwen in elke detectorsokkel. De diode moet worden aangesloten aan het<br />
negatieve contact, terwijl een actieve eindelusweerstand wordt geïnstalleerd als laatste<br />
detector van de zonelijn.<br />
Gebruik DIP-schakelaar 7 om deze modus te activeren (zie Afbeelding 21: Actieve<br />
eindelusconfiguratie).<br />
Afbeelding 21: Actieve eindelusconfiguratie<br />
Actieve eindelus actief Actieve eindelus niet<br />
actief<br />
Afbeelding 22: Aansluiting van een diode in een actieve eindelusinstallatie<br />
Schottky<br />
diode<br />
De actieve eindelusmodule is optioneel.<br />
Eindelus<br />
actief<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 17
2.3.3 Configuratie voor afstandsreset<br />
<br />
2.4 Mastermodules<br />
U kunt de actieve eindelusweerstanden of de afstandsresetmodus activeren.<br />
U kunt deze evenwel niet gelijktijdig activeren.<br />
De Afstandsresetmodus verandert de normale werking van de ingang voor de klasverandering.<br />
Als de ingang voor de klas-verandering wordt geactiveerd, wordt de reset<br />
geactiveerd. Als de klas-veranderingsingang geactiveerd blijft, wordt een storing<br />
weergegeven die het storingsrelais activeert.<br />
Gebruik DIP-schakelaar 8 om deze modus te activeren (zie Afbeelding 23:<br />
Afstandsresetconfiguratie).<br />
Afbeelding 23: Afstandsresetconfiguratie<br />
Afstandsreset actief Afstandsreset niet actief<br />
Er zijn twee versies van de mastermodule beschikbaar: een mastermodule met 24 VDC<br />
uitgangen (SB404) en een mastermodule met potentiaalvrije relaisuitgangen (RB404).<br />
<br />
Zie de betreffende installatiehandleidingen voor alle informatie over<br />
productkenmerken en installatie van de modules.<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 18
3.1 Systeemcontrole<br />
3.2 Systeem inschakelen<br />
3 SYSTEEM OPSTARTEN<br />
Voordat u het brandmeldpaneel aansluit op de netvoeding, moet u de volgende<br />
punten controleren.<br />
Het brandmeldpaneel is correct geïnstalleerd.<br />
Er is geen kortsluiting of onderbreking in een van de zonelijnen.<br />
Alle eindelusweerstanden zijn geïnstalleerd (zie paragraaf 2.2.4)<br />
Als er manuele branddrukknoppen geïnstalleerd zijn, moet er een weerstand van 100<br />
Ohm 2W in serie zijn geschakeld met hun contacten (zie paragraaf 0)<br />
Alle vereiste optionele configuraties (klas-verandering, potentiaalvrije relaisuitgangen,<br />
reserve 24 VDC-uitgang) zijn correct aangesloten.<br />
Alarmuitgangen zijn correct aangesloten wat polariteit betreft en met bijbehorende<br />
eindelusweerstanden van 4k7 Ohm. Programmeer alarmvertraging zoals bepaald (zie<br />
paragraaf 2.3)<br />
De correcte configuratie van elke speciale bedrijfsmodus die geprogrammeerd is. Als er<br />
geen speciale modus gewenst is, plaatst u alle DIP-schakelaars in de UIT-stand (OFF).<br />
Controleer met behulp van een tester of de netspanning 230 VAC of 110 VAC bedraagt.<br />
Plaats de hoofdzekering op basis van deze waarde. Controleer of de accuspanning hoger<br />
is dan 24 VDC.<br />
Zodra alle aansluitingen en de installatie gecontroleerd zijn, kan het brandmeldpaneel<br />
als volgt worden ingeschakeld:<br />
1. Netvoeding<br />
2. Accu’s<br />
3.3 Werkingstest<br />
Op dit moment dienen enkel de groene bedrijfs-LED en (indien geprogrammeerd) de<br />
LED voor de alarmvertraging te branden. Alle andere LED-indicatoren dienen uit te staan. Als<br />
er andere LED-indicatoren branden, controleer dan grondig uw installatie voor u verdergaat.<br />
Voor een zonetest moeten de storingssimulaties worden uitgevoerd door kortsluitingen<br />
te veroorzaken en de zonelijnen te onderbreken (respectievelijk om de kortsluit- en<br />
nullaststoringen te controleren).<br />
De alarmsimulatie in de zone kan worden uitgevoerd door een weerstand van<br />
100 Ohm 2 W parallel te schakelen met de zone, of door een manuele branddrukknop<br />
of detector te activeren.<br />
Controleer of het storingsrelais wordt geactiveerd wanneer een storing wordt opgewekt.<br />
Controleer of het alarmrelais onmiddellijk wordt geactiveerd wanneer een alarm wordt<br />
opgewekt. Na de geprogrammeerde vertraging moeten ook de sirenes worden<br />
geactiveerd.<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 19
Wanneer een klas-veranderingsingang wordt gebruikt, zal de activering hiervan<br />
eveneens de sirenes activeren.<br />
EEN STORING VAN DE VOEDING ZAL WORDEN VERTRAAGD VOOR ZE WORDT AAN<strong>GE</strong>DUID.<br />
Zodra het brandmeldpaneel is gecontroleerd, is het raadzaam een controle te doen van de<br />
goede werking van de aangesloten detectoren in de installatie.<br />
De installateur moet alle detectoren in alarmtoestand activeren en nagaan of het systeem alle<br />
handelingen en aanduidingen verricht die worden verwacht.<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 20
4 ONDERHOUD<br />
Het is noodzakelijk de onderhoudsinstructies te volgen die worden vermeld<br />
in EN54-14.<br />
Onderhoudstaken uitgevoerd door de installateur of het onderhoudsbedrijf<br />
Driemaandelijks<br />
De notities in het register dat ter plaatse wordt bijgehouden en de records van<br />
het controlepaneel controleren. De aangewezen corrigerende ingrepen uitvoeren.<br />
Alle accuaansluitingen en de accuspanningen controleren.<br />
In elke zone de alarm-, storings- en alle andere functies van de stuur- en meldapparatuur<br />
controleren.<br />
Visuele inspectie van de stuur- en meldapparatuur om een eventuele stijging<br />
van de vochtigheid en/of enige andere schade op te sporen.<br />
Controleer of er structurele veranderingen zijn gebeurd op de locatie die de<br />
goede werking van de detectoren, manuele branddrukknoppen of sirenes kunnen<br />
beïnvloeden. Zo ja, moet u de nodige maatregelen treffen.<br />
Elke storing moet worden opgetekend in het register dat ter plaatse wordt bijgehouden,<br />
en er moeten zo snel mogelijk corrigerende maatregelen worden getroffen.<br />
Jaarlijks<br />
Schakel het controlepaneel in “Test” en controleer de configuratie van het systeem.<br />
Controleer of alle detectoren en manuele branddrukknoppen werken volgens de<br />
specificaties van de fabrikant en de geprogrammeerde instellingen.<br />
Doe een visuele inspectie van alle apparatuuraansluitingen en controleer of deze goed<br />
bevestigd zijn, of ze niet beschadigd en goed beschermd zijn.<br />
Controleer en test alle accu’s.<br />
Elk defect moet worden opgetekend in het register dat ter plaatse wordt bijgehouden, en<br />
er moeten zo snel mogelijk corrigerende maatregelen worden getroffen.<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 21
5 FOUTEN OPSPOREN EN VERHELPEN<br />
Aanduiding Oorzaak Maatregelen<br />
De bedrijf-LED is UIT. Het paneel wordt niet gevoed. Controleer de voeding<br />
(110 of 230 VAC).<br />
Controleer de zekering<br />
van de voeding.<br />
Controleer de accu.<br />
Controleer de accuzekering.<br />
De LED-indicatoren storing en<br />
storing voeding branden en de<br />
zoemer geeft een loeiend geluid.<br />
De LED-indicator systeemstoring<br />
brandt en de zoemer geeft een<br />
constant geluid.<br />
De LED-indicatoren storing en<br />
afkoppeling branden en de<br />
zoemer geeft een loeiend geluid.<br />
De LED-indicatoren storing en<br />
zonestoring branden (knipperen)<br />
en de zoemer geeft een loeiend<br />
geluid.<br />
De LED-indicatoren uit dienst en<br />
zone uit dienst branden en de<br />
zoemer geeft een loeiend geluid.<br />
Het paneel reageert niet op het<br />
bediendeel.<br />
Het paneel wordt niet gevoed door<br />
het net en werkt op de accu’s.<br />
Controleer de voeding<br />
(110 of 230 VAC).<br />
Controleer de zekering<br />
van de voeding.<br />
Controleer de transformator.<br />
Controleer de accuaansluiting.<br />
Controleer de accuzekering.<br />
Controleer of de accuspanning<br />
hoger is dan 24 VDC.<br />
Controleer of de spanning<br />
van de acculader 27,6 VDC<br />
bedraagt.<br />
Storing van het controlepaneel. Herstart het systeem door de<br />
accu’s en de netvoeding af te<br />
koppelen. Na enkele seconden<br />
sluit u de voeding weer aan. Neem<br />
contact op met uw leverancier<br />
indien de<br />
problemen aanhouden.<br />
Het paneel wordt niet gevoed door<br />
het net en de accuspanning is<br />
lager dan 22 VDC (minimale<br />
bedrijfsspanning)<br />
Koppel de accu’s en de netvoeding<br />
af tot de netspanning hersteld is of<br />
geladen accu’s beschikbaar zijn.<br />
Storing in de aangeduide zone. Controleer de eindweerstand (4k7)<br />
van de zone.<br />
Controleer of er geen<br />
kortsluitingen of onderbrekingen<br />
zijn in de lijnen.<br />
Controleer of er geen<br />
detectoraansluitingen zijn<br />
met omgekeerde polariteit.<br />
Controleer of er geen manuele<br />
meldpunten geactiveerd zijn<br />
zonder een serieweerstand.<br />
De aangeduide zone is uit dienst. Om de zone in dienst te schakelen,<br />
draait u de sleutel in de AAN-stand<br />
en drukt u op de knop van de<br />
uitgeschakelde zone.<br />
Het bediendeel is uit dienst. Om het bediendeel in dienst te<br />
schakelen, moet u de sleutel in de<br />
AAN-stand draaien.<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 22
Mechanisch<br />
6 TECHNISCHE SPECIFICATIES<br />
Afmetingen kast NK702 & NK704................................................................................................................................. 297 x 307 x 105 mm<br />
Gewicht zonder accu’s......................................................................................................................................................................................3,6 kg<br />
Afmetingen kast NK708, NK712 & NK716................................................................................................................. 420 x 335 x 110 mm<br />
Gewicht zonder accu’s......................................................................................................................................................................................6,2 kg<br />
Kabelinvoeropeningen..................................................................................................4 x 20 mm op de bovenkant van de behuizing<br />
Omgeving<br />
Bedrijfstemperatuur........................................................................................................................................................................ -5°C tot +40°C.<br />
Relatieve vochtigheid ......................................................................................................................... maximaal 95% zonder condensatie<br />
Beschermingsklasse.............................................................................................................................................................................................. IP30<br />
Typecategorie ..............................................................................................................................................................3K5 van CEI 721-3-31978<br />
Zone-uitgang<br />
NK702.................................................................................................................................................................................................................... 2 zones<br />
NK704.................................................................................................................................................................................................................... 4 zones<br />
NK708.................................................................................................................................................................................................................... 8 zones<br />
NK712..................................................................................................................................................................................................................12 zones<br />
NK716..................................................................................................................................................................................................................16 zones<br />
Maximum aantal detectoren per zone............................................................................................................................................................. 20<br />
Zone-uitgangsspanning (nominaal).........................................................................................................................................................24 VDC<br />
Zone-uitgangsspanning (maximum) .......................................................................................................................................................28 VDC<br />
Zone-uitgangsspanning (minimum) ........................................................................................................................................................22 VDC<br />
Maximale stroomsterkte zone......................................................................................................................................................................94 mA<br />
Maximum lengte van zonelijn.......................................................................................................................................................................... 2 km<br />
Maximum weerstand van zonelijn ..........................................................................................................................................................44 Ohm<br />
Maximale capacitantie van zonelijn ......................................................................................................................................................... 500 nF<br />
Aanbevolen kabel.............................................................................................................................geslagen 2-draadskabel van 1,5 mm²<br />
Alarmuitgang<br />
Aantal uitgangen in hoofdpaneel ..........................................................................................................................................................................2<br />
Supervisie .........................................................................................................................................................Voor open en kortgesloten kring<br />
Eindelusweerstand......................................................................................................................................................................................4k7 1/4W<br />
Maximale uitgangsstroom ..................................................................................................................................................................250 mA elk<br />
Maximum spanning (stand-by)................................................................................................................................................5 VDC tot 9 VDC<br />
Maximum spanning (geactiveerd) ............................................................................................ 18 VDC tot 28 VDC (nominaal 24 VDC)<br />
Aanbevolen kabel.............................................................................................................................geslagen 2-draadskabel van 1,5 mm²<br />
Uitgang alarmrelais<br />
Potentiaalvrije relais............................................................................................................................................... 1 relais (C/NO/NC-contact)<br />
Maximaal schakelvermogen ............................................................................................................................................................. 1 A, 30 VDC<br />
Uitgang storingrelais<br />
Potentiaalvrije relais............................................................................................................................................... 1 relais (C/NO/NC-contact)<br />
Maximaal schakelvermogen ............................................................................................................................................................. 1 A, 30 VDC<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 23
Werkomstandigheden..........................................................................................................................Normaal bekrachtigd (veilig falend)<br />
Reserve 24 VDC-uitgang<br />
Uitgangsspanning.........................................................................................................................................18 V tot 28 V (nominaal 24 VDC)<br />
Maximum stroom ............................................................................................................................................................................................ 250 mA<br />
Aanbevolen kabel.............................................................................................................................geslagen 2-draadskabel van 1,5 mm²<br />
Voeding<br />
Netspanning (230) ......................................................................................................................................... 230 VAC 50 Hz / 110 VAC 60 Hz<br />
Spanningstolerantie ............................................................................................................................................................................+10% / -15%<br />
Voedingsingang ............................................................................................................................................................................................... 24 VAC<br />
24 VDC-uitgang met reset<br />
Maximaal schakelvermogen ..................................................................................................................................................................... 100 mA<br />
Resettijd ......................................................................................................................................................................................................3 seconden<br />
Zekeringen<br />
NK702, NK704 - hoofdzekering voor 230 VAC (F12)................................................................................................. 0,5 A (T) 250V (5ST)<br />
NK702, NK704 - hoofdzekering voor 110 VAC (F11)..................................................................................................... 1 A (T) 250V (5ST)<br />
NK708, NK712, NK716 - hoofdzekering voor 230 VAC (F12) .................................................................................... 1 A (T) 250V (5ST)<br />
NK708, NK712, NK716 - hoofdzekering voor 110 VAC (F11) .................................................................................... 2 A (T) 250V (5ST)<br />
Alarmzekering 1 (F1).............................................................................................................................................................0,3 A (T) 20 mm HCR<br />
Alarmzekering 2 (F2).............................................................................................................................................................0,3 A (T) 20 mm HRC<br />
Reserve 24 V-zekering (F3) ................................................................................................................................................0,3 A (T) 20 mm HCR<br />
24 V Resetzekering (F4) .......................................................................................................................................................0,1 A (T) 20 mm HRC<br />
Accuzekering NK702 & NK704 (F5)....................................................................................................................................2 A (T) 20 mm HCR<br />
Accuzekering NK708, NK712 & NK716 (F5) ...................................................................................................................5 A (T) 20 mm HCR<br />
Stroomsterkte in stand-by<br />
NK702/NK704 .....................................................................................................................................................................................................75 mA<br />
NK708/NK712/NK716 .................................................................................................................................................................................. 137 mA<br />
Stroomsterkte in alarmtoestand<br />
NK702/NK704 .................................................................................................................................................................................................. 162 mA<br />
NK708/NK712/NK716 .................................................................................................................................................................................. 247 mA<br />
Acculader<br />
Uitgangsspanning .......................................................................................................................................................27,6 V nominaal bij 20°C<br />
Compensatie................................................................................................................................................................................................... -3 mV/ºC<br />
Laadstroom<br />
NK702/NK704.................................................................................................................................................................................................... 125 mA<br />
NK708/NK712/NK716.................................................................................................................................................................................... 350 mA<br />
Accu’s<br />
NK702/NK704...................................................................................................................................2 eenheden van 12 V 2,6 Ah (loodaccu)<br />
NK708/NK712/NK716...................................................................................................................... 2 eenheden van 12 V 7 Ah (loodaccu)<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 24
Berekening van de accu-autonomie in stand-by<br />
ac = accu capaciteit (NK702, NK704) = 2,6 A/h x 80% = 2,08 Ah<br />
ac = accu capaciteit (NK708, NK712, NK716) = 7 A/h x 80% = 5,6 Ah<br />
pa = stroomverbruik van het paneel bij storing netvoeding (inclusief alle eindelusweerstanden) (mA)<br />
pc = stroomverbruik van het paneel bij alarm in 1 zone (inclusief alle eindelusweerstanden) (mA)<br />
yy = detectorstroom (raadpleeg de detectorhandleiding) (uA)<br />
zz = aantal detectoren in de installatie<br />
aux = hulpstroom (mA)<br />
Sirene = Stroomverbruik sirene (raadpleeg de alarmgeverhandleiding) (mA)<br />
Tabel 1: Stroomverbruik van het paneel bij storing netvoeding en alarmtoestand (1 zone)<br />
pa pc<br />
NK702 75 115<br />
NK704 80 130<br />
NK708 110 145<br />
NK712 115 160<br />
NK716 135 180<br />
Voorbeeldberekening (met FP408)<br />
Zone 1: 15 optische detectoren<br />
Zone 2: 10 manuele branddrukknoppen<br />
Zone 3: 5 warmtedetectoren<br />
Gebruik 50 mA voor hulpstroom<br />
Gebruik 300 mA voor stroomverbruik sirene(s)<br />
Totale stroom voor detectoren (de):<br />
(zz x yy)<br />
------------ = de<br />
1000<br />
de (zone 1) = 15 x 100/1000 = 1,5 mA<br />
de (zone 2) = 0 (geen stroom voor manuele branddrukknoppen in stand-by)<br />
de (zone 3) = 5 x 100/1000 = 0,5 mA<br />
de = 1,5 + 0 + 0,5 = 2 mA<br />
Stroom in stand-by (ss):<br />
pa + de + aux = ss<br />
pa (NK708) = 110<br />
110 + 2 + 50 = 162<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 25
Stroom bij alarm in 1 zone (zs):<br />
Aux + Sirene(s) + pc + de = zs<br />
pc (NK708) = 145<br />
50 + 300 + 145 + 2 = 497<br />
Accustroom (Ah) in alarmtoestand (bxa):<br />
zs x 0,5<br />
----------- = bxa<br />
1000<br />
497 x 0,5 /1000 = 0,2485<br />
Autonomie van de accu (uur):<br />
(ac - ba)<br />
------------ = uur<br />
(ss/1000)<br />
ac (NK708) = 5,6 Ah<br />
(5,6 - 0,2485)<br />
------------------ = 33 uur<br />
(162/1000)<br />
NK700 Installatiehandleiding (V2.3 April 2004) Page 26