04.05.2013 Views

Secundaire traumatisering PDF - Weliswaar

Secundaire traumatisering PDF - Weliswaar

Secundaire traumatisering PDF - Weliswaar

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Sinds enkele jaren leeft er een<br />

nieuw buzzword in de zorgsector:<br />

secundaire <strong>traumatisering</strong>.<br />

Het betekent dat hulpverleners die<br />

met getraumatiseerde cliënten<br />

werken, zich hun verhalen zo<br />

aantrekken dat ze er emotioneel<br />

onder lijden. Of het net<br />

integendeel beu worden om altijd<br />

opnieuw die ellende te aanhoren.<br />

Ze voelen zich machteloos, gaan<br />

twijfelen aan hun eigen kunnen,<br />

raken uitgeput en gedemoraliseerd.<br />

In sommige gevallen beginnen ze<br />

dezelfde symptomen te vertonen<br />

als de cliënt. “Twintig procent van<br />

die mensen stapt uiteindelijk uit<br />

de sector”, zegt therapeut<br />

Mark Luyten.<br />

Een cliënt vertelde dat zijn partner als jong<br />

meisje in een netwerk werd geëxploiteerd.<br />

Ik werd er erg door aangegrepen. Dit verwarde<br />

mij. Ik stond al zoveel jaren in het<br />

vak, had alles al drie keer gehoord en toch<br />

bracht dit verhaal mij aan het wankelen.<br />

Ook in gesprekken met andere cliënten merk<br />

ik dat ik minder draagkracht heb, ik word<br />

vlug emotioneel en moet vaak tegen mijn<br />

tranen vechten. Ik vraag me af of ik er nog<br />

wel tegen kan. Thuis loop ik prikkelbaar<br />

rond. Dat gaf al aanleiding tot conflicten.<br />

Het lijkt normaal. Hulpverleners, zeker als<br />

ze met cliënten werken die ernstige feiten<br />

hebben meegemaakt, horen zo vaak pakkende<br />

verhalen, dat ze het daar vroeg of<br />

laat emotioneel moeilijk mee krijgen. Als<br />

dat ‘emotioneel moeilijk’ gepaard gaat met<br />

chronische vermoeidheid, stress, nachtmerries,<br />

wantrouwen, een stijgende twijfel<br />

over het eigen kunnen en een groeiende<br />

overtuiging dat de wereld slecht is, dan<br />

spreken we van secundaire <strong>traumatisering</strong>.<br />

Verschillende hulpverleners noemen het<br />

een beroepsrisico. Psychiater Peter<br />

Adriaenssen, kliniekhoofd ambulante psychiatrie<br />

in Gasthuisberg en directeur van<br />

het Vertrouwenscentrum, is het daarmee<br />

niet eens. “Het is al te gemakkelijk om te<br />

zeggen dat de hulpverlener zelf een trau-<br />

Wie te dicht<br />

komt, brandt<br />

zijn vingers<br />

ma ontwikkelt door voortdurend te luisteren<br />

naar schokkende verhalen. Zin voor<br />

proportie is hier op zijn plaats. Als Sabine<br />

Dardenne vertelt dat ze tachtig dagen lang<br />

misbruikt is geweest in het gruwelhuis van<br />

Dutroux, dan is het normaal dat iedereen<br />

daardoor geraakt is. Het is zelfs normaal<br />

dat je daarvan nachtmerries krijgt. Een<br />

ziektebeeld is dit niet, wel een normale<br />

reactie van de menselijke geest. Trauma,<br />

zelfs secundair trauma, is een zwaar woord<br />

daarvoor. Misschien moeten we dat bewaren<br />

voor wat het betekent: een neurobio-<br />

logische beschadiging, opgelopen door het<br />

beleven van verschrikkelijke toestanden.<br />

Ik werk met minderjarigen in het opvangcentrum<br />

van het Rode Kruis. Zij hebben<br />

gezien hoe familieleden zijn vermoord, zij<br />

hebben folteringen gezien of meegemaakt.<br />

Mag ik mijn emotionele reactie op hun verhaal<br />

gelijkstellen met hun trauma? Natuurlijk<br />

neem ik dat verhaal mee naar<br />

huis, natuurlijk word ik daar droevig of opstandig<br />

van, maar waarom zouden we die<br />

reactie niet aanvaarden als iets normaals?<br />

Ik vind het schadelijk om de job zelf als<br />

schadelijk voor te stellen. Dat past voor<br />

mij te veel in de trend om alles en iedereen<br />

te voorzien van een diagnose. Er zijn<br />

hulpverleners die hun job soms moeilijk<br />

aankunnen, maar dat kan andere oorzaken<br />

hebben. Het is mogelijk dat de verhalen<br />

van de cliënt bij de hulpverlener een<br />

onverwerkt trauma blootleggen. Of misschien<br />

ligt de werkdruk te hoog.”<br />

20% haakt af<br />

“Ga er toch maar niet te licht overheen,”<br />

waarschuwt therapeut Mark Luyten, die<br />

secundair getraumatiseerde cliënten begeleidt.<br />

“In mijn praktijk zie ik dat 20% van<br />

mijn cliënten zelfs na therapie ervoor kiest<br />

om niet meer in de hulpverlening te werken.<br />

Zo verdwijnt er veel kennis, opleiding<br />

en ervaring uit de sector. Ik zie ook veel<br />

leed bij die mensen, onder meer omdat ze<br />

het onderschatten, en te laat steun hebben<br />

gezocht. Ik vind dat je dan beter wat<br />

te snel hulp zoekt.”<br />

Burnout en secundaire<br />

<strong>traumatisering</strong> in de<br />

hulpverlening<br />

Of een hulpverlener hinder zal ondervinden<br />

van het verhaal van zijn cliënten, is<br />

afhankelijk van een aantal variabelen.<br />

Zoals de cliënten met wie je werkt. Hoe<br />

erger hun verhaal, hoe groter de invloed<br />

ervan op de hulpverlener. Ook de leeftijd,<br />

het geslacht, de etnie en de rol in het<br />

trauma van de cliënt hebben invloed. Hoe<br />

meer de therapeut zich kan identificeren<br />

met het slachtoffer, of hoe meer de cliënt<br />

hem aan zijn eigen kinderen doet denken,<br />

hoe groter het risico. Zeer jonge blanke<br />

meisjes die weerloos misbruikt zijn, roepen<br />

meer empathie op dan oudere niet-<br />

Europese jongens die zich verweerd hebben.<br />

Ook wie je zelf bent, als hulpverlener,<br />

heeft invloed. Vrouwelijke hulpverleners<br />

lopen meer risico dan mannen, omdat ze<br />

een groter identificatievermogen hebben.<br />

Veel hangt af van je relativeringsvermogen,<br />

en je ‘copingstijl’: hoe goed slaag je<br />

weliswaar 33


erin om de schok te neutraliseren, hoe ver<br />

ga je in de identificatie? Hulpverlenen is<br />

een voortdurend balanceren tussen empathie<br />

en afstandelijkheid.<br />

Ten slotte heeft de organisatie waar je<br />

werkt een grote invloed. Hulpverleners in<br />

een goed functionerend team, niet overladen<br />

met werk, die een normale relatie<br />

hebben met hun oversten, lopen minder<br />

risico. Hulpverleners in een pioniersrol,<br />

die weinig kunnen terugvallen op de ervaring<br />

of de steun van anderen, lopen een<br />

groter risico.<br />

De risicogroep bij uitstek zijn jonge vrouwelijke<br />

hulpverleners met een te betrokken<br />

copingstijl, die met ernstig getraumatiseerde<br />

jonge kinderen werken en in een<br />

nieuw project zitten, zonder dat ze gesteund<br />

worden door een deskundig team.<br />

Burnout<br />

Ik was maatschappelijk werkster. Omdat ik<br />

de enige was die een opleiding gezinstherapie<br />

had gevolgd, kreeg ik alle moeilijke<br />

gevallen. Steeds meer multiproblem-gezinnen<br />

zorgden voor een zware caseload.<br />

34 weliswaar<br />

reportage<br />

Problemen met mijn directeur zorgden voor<br />

een gespannen sfeer. Als ik thuiskwam,<br />

voelde ik me angstig en gespannen. Ik kon<br />

het werk niet van me afzetten. Ik ging niet<br />

meer naar vergaderingen. Mijn angst esca-<br />

leerde in hyperventilatieaanvallen. Ik trok<br />

me terug op mijn flat en sloot de buitenwereld<br />

uit.<br />

Dit verhaal is geen geval van secundaire<br />

<strong>traumatisering</strong>. De cliënte heeft een zware<br />

burnout. De twee worden vaak onterecht<br />

met elkaar verward. <strong>Secundaire</strong> <strong>traumatisering</strong><br />

verwijst naar het effect van het verhaal<br />

van de cliënten op de hulpverlener,<br />

burnout naar de zwaarte van de werkomstandigheden.<br />

Een overladen agenda, een<br />

onderbezet team, een lage verloning, conflicten<br />

met collega’s of een onmenselijke<br />

uurrooster zijn factoren die kunnen leiden<br />

tot burnout. De effecten van<br />

burnout overlappen<br />

deels de secundaire<strong>traumatisering</strong>:<br />

vermoeidheid, spier- en hoofdpijn, slecht<br />

slapen, snel geïrriteerd zijn, een gevoel<br />

van machteloosheid, twijfel aan eigen<br />

kunnen, conflicten met de partner en<br />

moeite hebben met sociale contacten.<br />

“De sfeer in een team bepaalt of een<br />

hulpverlener er onderdoorgaat of niet.”<br />

Maar de remedie is anders: bij burnout<br />

moet er verandering gezocht worden in de<br />

werkomgeving, bij secundaire <strong>traumatisering</strong><br />

in je eigen omgang met de cliënten.<br />

De verwarring tussen de twee komt waarschijnlijk<br />

door het feit dat ze vaak samen<br />

voorkomen. Een aanslepende burnout kan<br />

zich vertalen in secundaire <strong>traumatisering</strong>.<br />

Door de problemen op het werk neemt je<br />

algemene weerbaarheid af, waardoor je ook<br />

kwetsbaarder bent voor de verhalen van je<br />

cliënten. Het volgende verhaal is daar een<br />

voorbeeld van.<br />

Een oudere collega vindt de traumaproblematiek<br />

overroepen en zegt dat ik beter met<br />

andere dingen bezig zou zijn. Op vergaderingen<br />

zegt hij dat ik mijn tijd verpruts. De<br />

andere collega’s laten dit gebeuren. Ik<br />

neem mijn verhalen dan maar mee naar<br />

huis. Omdat ik ze nergens kwijt kan, voel ik<br />

dat ze almaar zwaarder worden. Op de laatste<br />

teamvergadering ben ik razend weggelopen.<br />

Ik kon ’s nachts niet slapen en herkauwde<br />

voortdurend de verhalen van mijn<br />

cliënten.<br />

Koffiedrinken is belangrijk<br />

Een belangrijk element bij de preventie<br />

van zowel burnout als secundaire <strong>traumatisering</strong><br />

is het team. “De sfeer in een team<br />

bepaalt of een hulpverlener er onderdoorgaat<br />

of niet,” zegt Peter Adriaenssens.<br />

“Het is belangrijk dat een team geregeld<br />

samenkomt, niet alleen op vergaderingen,<br />

maar ook aan de koffieautomaat.<br />

Koffiedrinken heeft een belangrijke symbolische<br />

functie in een sector als de onze.<br />

Dat is iets wat de overheid, met haar<br />

nadruk op registratie, kwantificatie en<br />

efficiëntie, niet begrijpt. Als je hulpverleners<br />

toelaat om met elkaar te praten, te<br />

roddelen, stoom af te laten bij een koffie,<br />

dan heb je gezonde hulpverleners<br />

die hun werk aankunnen.<br />

Als je hulpverleners wil<br />

die elke seconde van hun tijd<br />

moeten opschrijven in een registratieboek,


Peter Adriaensens: “Ik vind het schadelijk om de job zelf als schadelijk voor te<br />

stellen. Dat past te veel in de trend om iedereen te voorzien van een diagnose.”<br />

dan zorg je voor een ideale voedingsbodem<br />

voor burnout en secundaire <strong>traumatisering</strong>.<br />

Het is normaal dat je hevig emotioneel<br />

reageert op pakkende verhalen. Als je<br />

een plaats hebt waar je dit kunt verwer-<br />

ken, waar je stoom kunt aflaten, hoeft dat<br />

geen enkel probleem te zijn. Het wordt pas<br />

een probleem als je die tijd en die plaats<br />

niet meer hebt.”<br />

“Zorg ervoor dat je niet steeds met hetzelfde<br />

type cliënten werkt,” geeft Luyten<br />

als preventietip mee. “Als je merkt dat het<br />

zwaar wordt, regel dan dat je wat minder<br />

cliënten ziet en bijvoorbeeld wat meer<br />

andere taken in het team opneemt.<br />

Jobrotatie is een mooi systeem: iemand<br />

die een jaar ernstig getraumatiseerde cliënten<br />

begeleidt, mag het volgende jaar<br />

met heel andere mensen werken. Zorg<br />

ervoor dat je genoeg tijd neemt voor<br />

jezelf, voor je partner, hobby’s. Maak niet<br />

systematisch overuren.”<br />

“En waarom laat je je niet begeleiden door<br />

een teamarts?” sluit Adriaenssens af. “In<br />

het Vertrouwenscentrum hebben wij er<br />

twee jaar geleden een genomen. Die verschilt<br />

van de bedrijfsarts, die ons werk<br />

niet kent en er is om te vaccineren en<br />

koorts en beroepsongevallen vast te stellen.<br />

Onze arts koppelt enkel terug naar<br />

het team, komt een paar keer per jaar naar<br />

de vergaderingen en controleert of we nog<br />

wel op een gezonde manier omgaan met de<br />

Risicogroep bij uitstek zijn<br />

jonge vrouwen met een<br />

te betrokken copingstijl<br />

verhalen waarmee we geconfronteerd worden.<br />

Zo kan een normale menselijke reactie<br />

op een normale menselijke manier verwerkt<br />

worden en ettert ze niet uit tot een<br />

crisis.”<br />

tekst | Tom Naegels<br />

tekening | Ief Claessen<br />

foto | Jan Locus<br />

Meer info:<br />

Vagga/MenSana CGG<br />

Lange Sint Annastraat 40<br />

2000 Antwerpen.<br />

Tel.: 03-203 52 54 |<br />

mensana@vagga.be<br />

reportage<br />

weliswaar 35

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!