12.07.2015 Views

DOSSIER De verarmde middenklasse - Weliswaar

DOSSIER De verarmde middenklasse - Weliswaar

DOSSIER De verarmde middenklasse - Weliswaar

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Weliswaar</strong>.be<strong>DOSSIER</strong>© Elisabeth NoelsLEVEN AAN DE RANDVAN DE ARMOEDE600.000 Vlamingen dreigen elk jaar de rangen aan te vullen van mensendie in armoede leven. Ze hebben ogenschijnlijk alles waarmee je hetleven aangenaam maakt. Een auto, een huis en zelfs werk. En toch flirtenze met de armoedegrens. Ze kunnen hun huisgezin ternauwernoodonderhouden. Het taboe is groot. En dus verschijnt de verarmende<strong>middenklasse</strong> niet op de radar van wetenschap, beleid en hulpverlening.<strong>DOSSIER</strong> DE VERARMDE MIDDENKLASSE| 13


ACTIVERINGSBELEID ZONDER OMKADERING VOLSTAAT NIETWERKEN OM ARMTE BLIJVENWERKEND ARM Het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen, richt zich vooral opgeneratiearmen. Toch is het de stafmedewerkers Peter Heirman en Samira Castermans niet ontgaan dat ook degroep ‘nieuwe armen’ gestaag groeit. Vooral alleenstaande ouders en jongeren zonder een aangepaste scholinglopen het risico de rangen van de arme <strong>middenklasse</strong> aan te vullen. Maar door de activeringspolitiek belandenook heel wat generatiearmen bij de working poor. TEKST ERIC BRACKE | FOTO JAN LOCUS | ILLUSTRATIE ELISABETH NOELSH“ et beleid slaagt er niet in het fenomeen vanwerkende armen in te dijken, al staat Vlaanderener met 4 % wel beter voor dan de rest van Europa”,zegt Peter Heirman. “In Europa ligt het gemiddeldetwee keer hoger dan in Vlaanderen. Vooral Duitslandkent door zijn activeringsbeleid een hoge toenamevan werkende armen.”“Maar als je mij vraagt waar de inkomensgrens ligtom buiten schot te blijven, moet ik het antwoordschuldig blijven”, vervolgt Heirman. “<strong>De</strong> Europesearmoedegrens is vastgelegd op 1.013 euro voor eenSamira Castermans en Peter Heirman, Vlaams Netwerk vanverenigingen waar armen het woord nemen: “Het is naïef tedenken dat alle problemen opgelost zijn als je iemand aan het werkzet. Zeker bij generatiearmen is het een complexer verhaal.”alleenstaande. Ik vind het moeilijk om er een cijferop te plakken, omdat meestal nog andere factorenmeespelen, zoals oude schulden, alimentatie,energiekosten, kinderopvang. En mensen die eenbuffer hebben opgebouwd, zijn uiteraard minderkwetsbaar dan de anderen.”“Onze ervaring met generatiearmen leert dat menseneerst besparen op cultuur- en vrijetijdsbesteding enop gezondheidszorg. Ze stellen doktersbezoek uit,nemen geen medicatie of wachten met een medischeingreep. Maar als je je gezondheid verwaarloost, kunje natuurlijk ook niet goed presteren op het werk.”“Armoede is vooral een stedelijk probleem, metAntwerpen en Gent op kop. Maar een deel van denieuwe armen gaat op het platteland wonen, omdatde woningen daar minder duur zijn, zo blijkt uit eenrecente studie van Cera. Een nadeel is dat ze daardoorook minder mobiel worden, want het aanbod vanopenbaar vervoer is er kleiner. Op het platteland blijftde nieuwe armoede ook meer verborgen en is hetsociale isolement groter.”BANEN ZONDER TOEKOMST<strong>De</strong> groep van werkende armen groeit niet alleen aanmet mensen die vroeger geen financiële zorgenhadden. Ook generatiearmen belanden in dezecategorie door de activeringspolitiek van de overheid.“Het beleid focust volop op activering, zonder zichvragen te stellen bij het soort banen dat men demensen aanbiedt”, zegt Samira Castermans. “Het zijnoverwegend precaire jobs, vooral knelpuntberoepenen uitzendarbeid met dagcontracten. Het is begrijpelijkdat eerst de knelpuntberoepen aan de beurtkomen, maar we zouden tegelijk iets moeten doenaan de kwaliteit van die banen.”“Federaal minister van Werk Monica <strong>De</strong> Coninck heefthet over de stok en de wortel,” vult Heirman aan,“maar de stok weegt zwaarder dan de wortel. Nu lijkthet er alleen om te doen zo veel mogelijk mensen uitde statistieken te halen. Maar het is naïef te denkendat alle problemen opgelost zijn als je iemand aanhet werk zet. Zeker bij generatiearmen is het eencomplexer verhaal.”Castermans: “Natuurlijk zijn we niet tegen eenactiveringspolitiek, maar het moet een inclusiefverhaal zijn. Dat wil zeggen dat je mensen niet alleenlaat werken voor hun inkomen, maar tegelijk dekwaliteit van de banen en de randvoorwaardenverbetert. Anders is een baan een vergiftigd geschenkdat armen nog dieper in de armoede duwt. Zeker bijdeeltijds werk is dat het geval. Werken brengt immersextra kosten mee voor verplaatsing en kinderopvang,terwijl je een aantal voordelen verliest. Vooral voorgeneratiearmen zijn voldoende inkomensgerelateerdekinderopvang en huisvesting belangrijk. Er moetenook nog andere hindernissen worden weggenomen.Als iemand een overlevingsschuld heeft opgebouwden hij begint te werken, dan krijgt hij te maken metloonbeslag en deurwaardersbezoeken. Schuldbemiddelingzou moeten voorkomen dat de deurwaarderzich aandient zodra je werk hebt. Ook betaalbaaropenbaar vervoer buiten de piekuren is belangrijk,want lageropgeleiden komen vaak in een ploegenstelselterecht. Terwijl het aanbod van het openbaarvervoer buiten de normale werkuren en in hetweekend wordt teruggeschroefd. Mensen diebeginnen te werken zouden ook nog een tijdlangbepaalde voordelen moeten kunnen genieten,zoals de voordelige tarieven van openbaar vervoer,de sociale kruidenier, het sociale restaurant.”BETERE RANDVOORWAARDEN“Een activeringsbeleid moet volgens ons gepaardgaan met een integrale begeleiding, ook op het vlakvan welzijn. Niet de snelle weg naar werk, maar eengoed begeleid traject waarbij er tijd is om randvoorwaardenzoals kinderopvang en vervoer te bekijken.Dat gebeurt nu al op kleine schaal in de Wep+-projectenvan de VDAB. Momenteel zijn er 500 van diewerk- en welzijnstrajecten op maat. In 2014 zullendat er 1.200 zijn. Het is een begin.”Heirman: “Ook de minimumlonen moeten omhoogom te voorkomen dat de groep werkende armen toeneemt.Een op de tien mensen loopt vandaag het risicoin de armoede terecht te komen in Vlaanderen. <strong>De</strong>Vlaamse Regering heeft van de armoedebestrijdingeen topprioriteit gemaakt, maar van het VlaamsActieplan Armoedebestrijding (Vapa) is nog niet veeluitgevoerd. Tegenover de meeste actiepunten staatnog geen budget en geen timing. We kijken daarbijvanzelfsprekend naar Vlaams minister van ArmoedebestrijdingIngrid Lieten. Maar armoedebestrijding iseigenlijk de verantwoordelijkheid van de voltalligeVlaamse Regering. Daar merken we voorlopigweinig van.”▼Volg ons op facebook.com/weliswaar“MIJN GROOTSTE FRUSTRATIE IS DE MACHTELOOSHEID.”GETUIGENIS “Ik hou niet van de term kansarm”, zegt Saïda* strijdvaardig.“Ik ben rijk in mijn hoofd, maar spijtig genoeg arm in mijn portemonnee.”Saïda is een alleenstaande Belgische vrouw met vier kinderen tussen tienen vijftien. <strong>De</strong> vader van de kinderen betaalt 75 euro per kind alimentatie.“<strong>De</strong> afspraak is dat hij ook de helft van de medische kosten op zich neemt,maar dat gebeurt niet”, zegt ze. “Gelukkig heb ik mijn broers en zussen.Zij springen bij om de kinderen af en toe een extraatje te gunnen, wat ik metmijn werkloosheidsuitkering niet kan.”Saïda is de dochter van een Marokkaanse gastarbeider die in Limburg eennieuw bestaan opbouwde. In de buurt van Houthalen heeft Saïda vroeger veelvrijwilligerswerk gedaan, onder andere bij het Rode Kruis en in de welzijnssector.Ze was aan een opleiding orthopedagogie bezig toen het haar plotsallemaal te veel werd. Haar veerkracht leek gebroken. <strong>De</strong> dokter stelde CVSin combinatie met fibromyalgie vast. Voor dat laatste syndroom, dat gepaardgaat met spierpijnen en zenuwblokkeringen, werd ze ook geopereerd.“Zoals je weet, erkent het ziekenfonds CVS niet. Het zit zogezegd allemaaltussen onze oren. Daarom beschouwden ze me als werkzoekende. Gelukkighad ik rechten voor een werkloosheidsuitkering opgebouwd. Maar ik wil geleidelijkproberen weer aan de slag te gaan. Ik heb nu afgesproken om een halvedag per week als PWA’er voor de vzw Warm Hart te werken. Financieel wordje van werken meestal niet beter, want je hebt extra verplaatsingskosten enmoet kinderopvang regelen. Maar het heeft met eigenwaarde te maken. Ik wilmijn bijdrage aan de maatschappij leveren.”“Mijn zwaarste maandelijkse kosten zijn de energiefactuur en de auto ensoms bijkomende medische kosten. Mijn grootste frustratie is niet dat ik detering naar de nering moet zetten. Dat is niet leuk voor de kinderen, maarals ik uitleg waarom we bijvoorbeeld niet op vakantie kunnen, begrijpen zedat wel. Mijn grootste frustratie is dat je je zo machteloos voelt tegenoveronrechtvaardige, kafkaiaanse toestanden. Zo moet ik de sociale woonmaatschappij10.000 euro betalen voor iets waar ik niets mee te maken heb.Ik heb dat betwist voor de rechter. Ik heb zelfs een mailtje gestuurd naar detoenmalige minister Freya Van <strong>De</strong>n Bossche, maar er was niets aan te doen:ik moet betalen. Als ik niet wist dat ik op mijn familie kan rekenen, zou ik erde moed bij verliezen.”*Saïda is een schuilnaam<strong>DOSSIER</strong> DE VERARMDE MIDDENKLASSE14 || 15


FLIRTEN MET DE ARMOEDEGRENSBIJNA ELKE MAAND INHET ROODGEZINSINKOMEN Patrick heeft een mooi inkomen als licentiaat geschiedenis. Maar sinds zijn scheiding moethij elke maand de eindjes aan elkaar knopen. “Ik loop geregeld tegen de lamp. Dan moeten de kinderen enik soms een week overleven. We eten dan geen steak-friet, maar croque-monsieurs.”TEKST STEFANIE VAN DEN BROECK | FOTO’S BOB VAN MOL | JAN LOCUSOngeveer tien jaar geleden eindigde het huwelijkvan Patrick <strong>De</strong> Wit (50). Sindsdien zorgen zijnvrouw en hij om de beurt voor de kinderen, in coouderschap.“Ineens moet je dan met één loon jezelfen je gezin overeind houden. Je vaste kosten verminderenamper. In mijn geval is dat loon niet eens zoslecht: als leerkracht in het hoger middelbaar heb ikeen maandloon van ongeveer 2.500 euro netto. Maarmet drie grote kinderen tussen 14 en 20 jaar heb jeveel vaste kosten. <strong>De</strong> afbetaling van mijn huis, degas- en elektriciteitsfactuur, internet, verzekeringen,schoolkosten... En de helft van de maand moet ikinkopen doen voor vier personen. Meestal heb ik nogzowat 300 euro over voor mezelf. Twee jaar geleden“ALS IK EEN KLEIN BEETJE MEER ZOU HEBBEN – EEN BEPERKTERESERVE – DAN ZOU HET VLOTTER GAAN. WIE GELD HEEFT,KAN MAKKELIJKER ZORGEN VOOR MEER GELD.”Patrick <strong>De</strong> Wit naast zijn zoons: “Ik ben al blij als er op heteinde van het geld nog maar een beetje maand overblijft.”leerde ik mijn nieuwe vriendin kennen. Heel fijnnatuurlijk, maar ze woont vrij ver. En de trein is helaasduur. Die 300 euro jaag ik er nu dus veel sneller door.Kortom, ik ben al blij als er op het einde van het geldnog maar een beetje maand overblijft. (glimlacht) Omgekeerdgebeurt dat maar zelden. <strong>De</strong> afgelopen tweejaar ben ik maar één maand niet in het rood gegaan.”Uiteraard zijn er de vaste kosten. Maar als er iets misloopt,dan komt Patrick in de problemen. “Anderhalfjaar geleden zat ik bij mijn vriendin, toen mijn zoonineens belde. Hij was in paniek. Het regende binnen.Toen heb ik meteen de trein naar huis genomen omde schade te herstellen. Een dure grap, want in totaalheeft het me 1.500 euro gekost. We waren toen nogmaar halverwege de maand en ik stond al zwaar ondernul. Op zulke momenten loop je tegen de lamp. Danmoet je overleven in plaats van leven. Elke euro wordttwee keer omgedraaid. En mijn kinderen en ik eteneen paar maanden minder feestelijk: geen steak metfriet, maar pannenkoeken of croque-monsieurs. En danstaat er meer kip en worst op het menu. Ik koop danook een tijdje geen wijn, hoewel ik dat graag drink.”Ook op dit moment staat Patrick weer in het rood:-800 euro. “Toen ik vanmiddag door de winkel liepmet serieuze honger, heb ik géén chocoladereepgekocht. Ik kan die twee euro niet missen.”OPERATIE UITSTELLENAf en toe lijdt Patricks levenskwaliteit zwaar onder definanciële zorgen. “Vroeger heb ik vrij fanatiek gesporten daardoor heb ik nu slechte knieën. Ik heb eigenlijkdringend een operatie nodig, maar tijdens de revalidatiezou ik lang niet kunnen werken en een pakminder verdienen. Dat kan echt niet, want daarvoorheb je financiële reserve nodig. Die operatie stel ik dusuit, tot het ooit beter gaat. Als mijn huis over tweejaar afbetaald is, bijvoorbeeld.”Ook vakanties zitten er nog amper in. “Voor mijnscheiding trokken we in de zomer twee weken naarFrankrijk en af en toe organiseerden we een extra trip.Nu logeren we elke zomer een week aan de kust, in decaravan van mijn ouders. Dankzij onze kortingkaart vande Gezinsbond reizen we gelukkig goedkoper met detrein. Mijn auto heb ik jaren geleden verkocht, waardoorwe wat meer ademruimte hebben. <strong>De</strong> kinderenvinden het trouwens leuk om de trein te nemen:je kan gezellig praten en kaarten, zonder filestress.En we kunnen gelukkig nog veel leuke dingen doen.Tijdens die week aan zee zoeken we volop gratis ofgoedkoop amusement. Een openluchtfestival, bijvoorbeeld.Hetzelfde geldt voor verjaardagen: de kinderenorganiseren geen dure feestjes, maar ze nodigenvrienden uit voor huisgemaakte spaghetti en taart.”Af en toe zijn er gelukkig ook meevallers, verteltPatrick. “Een paar maanden geleden kreeg ik flink watgeld terug van de elektriciteitsmaatschappij. Daarmeeheb ik een nieuwe diepvries gekocht. <strong>De</strong> oude deed hetnog, maar hij vrat energie. Door een nieuw, zuinigerexemplaar te kopen kan ik op lange termijn besparen.”En er zijn wel meer van dat soort ‘trucjes’ die Patrickintussen ontdekte. “Ik bel regelmatig naar mijn vasteleveranciers, zoals Telenet. Want ik krijg natuurlijk ookinteressante aanbiedingen van concurrenten, waardoorik kan onderhandelen. Zo stelde Telenet me voorom één jaar lang gratis te genieten van hun digibox.Dat leek me een goede geste, dus besloot ik te blijven.Uit dankbaarheid hebben ze me een gratis televisiegegeven. Dat was mooi meegenomen: ik heb al 15 jaargeen nieuwe televisie meer kunnen kopen.”AF EN TOE EEN FOLIETJEMaar soms heeft een mens toch een folietje nodig,vindt Patrick. “Zeker de kinderen wil ik af en toe eenextraatje geven, zodat het leefbaar blijft. Zij vragenme niet of ze met hun vrienden een week naar Spanjemogen, want dat kan nu eenmaal niet. Maar onlangszijn we wel samen gaan paintballen, voor de verjaardagvan mijn zoon. Ik had via Groupon een mooiekorting gekregen en een vriend bood aan om zijnauto te gebruiken. Zo hadden we een fantastischedag. We proberen alles positief te bekijken.”Gelukkig hoeft zijn sociale leven niet te lijden onderde situatie, zegt Patrick. “Ik schaam me niet voor mijnproblemen. Heel wat mensen luisteren trouwensaandachtig naar mijn besparingstips. (lacht) En gelukkigheb ik veel goede vrienden. Aan hen vraag ik somsom samen inkopen te doen – zodat ik kan meegenietenvan hun auto – in ruil voor een etentje bij me thuis.Dat hoeft niet veel te kosten, en de gezellige avondkrijgen we er gratis bij!”Patrick probeert het altijd te redden in zijn eentje, maarsoms lukt dat niet. Dan vraagt hij hulp aan zijn ouders.“Dat doe ik alleen in noodgevallen. Toen mijn dak ineensbegon te lekken, bijvoorbeeld. Zulke zware kostenkan ik niet alleen dragen. Mijn ouders helpen me dan,maar ik ben niet hun enige kind. En ze willen niemandbevoordelen, wat ik zeker begrijp. Dus betaal ik het geldaltijd terug, verspreid over enkele maanden.”GELD ZORGT VOOR MEER GELDOngelukkig? Nee, zo zou Patrick zichzelf zeker nietnoemen. Maar soms wel lichtjes gefrustreerd, geefthij toe. “Als ik een klein beetje meer zou hebben – eenbeperkte reserve – dan zou het vlotter gaan. Wie geldheeft, kan makkelijker zorgen voor meer geld. Ik zoubijvoorbeeld graag zonnepanelen installeren, maarzonder startkapitaal lukt dat niet. Terwijl die panelenme op termijn veel zouden opbrengen. <strong>De</strong> zwakstenin onze samenleving hebben te weinig middelen omuit hun financiële put te geraken.”Al beseft Patrick wel dat hij niet tot de allerzwakstenbehoort. “Ik zit in een luxepositie. Als vast benoemdeambtenaar komt er elke maand een mooi loon op mijnrekening. Maar door mijn situatie besef ik beter hoemoeilijk het moet zijn als je echt weinig geld hebt.Er zijn heel wat mensen die maar de helft van mijnloon krijgen en het ook in hun eentje moeten redden.Hoe doen zij dat?”▼“DE BIJNA-ARMEN VALLEN VAKER UIT DE BOOT”Onze samenleving heeft prachtige systemen om de allerarmsten te beschermen,zegt Eric Nysmans van Welzijnszorg Kempen. “<strong>De</strong> OCMW’s bijvoorbeeld,en de diensten voor samenlevingsopbouw. Maar er is een groep van ‘bijnaarmen’die vaak uit de boot vallen. Mensen met een laag inkomen die tochnet te veel verdienen om (voldoende) steun te krijgen. Het klinkt cru, maarsoms is het beter als een OCMW zijn cliënten niet te goed helpt. Als dekansarmen ‘opklimmen’ tot die groep van ‘bijna-armen’, dan verliezen ze veelvoordelen. Sommige ouders verdienenbijvoorbeeld net te veel voor eenstudiebeurs, waardoor ze minder geldoverhouden.”Op zich scheelt er niets aan ons socialesysteem, benadrukt Nysmans. “Dat iszelfs heel waardevol, alleen is er eenserieuze kloof tussen wat mensen hebbenen wat ze nodig hebben om menswaardigte kunnen leven. Hoe kunnenwe dat verschil ‘bijpassen’, zonder hetrisico op de bekende werkloosheidsvalte vergroten? En wie moet daarvoorzorgen?”Het gaat niet alleen om financiële hulp.Er zijn ook structurele problemen. “Heelwat steden werken sinds de jaren ’80aan stadsvernieuwingsprojecten. Een goede zaak, want zo worden kansarmebuurten opgewaardeerd. Maar als die ‘stadskankers’ verdwijnen, komen ernieuwe, kapitaalkrachtige mensen in die buurten wonen. En zij jagen dearmen en de ‘bijna-armen’ weg uit het centrum. Die groep belandt steedsvaker in de goedkopere buitengebieden, de rand van de stad of het platteland.Op zich geen probleem, maar daardoor ontstaat er een andere vorm vanarmoede: vervoersarmoede. Op het platteland en in de stadsrand verdwijnende buurtwinkels, de bakkers, de huisartsen, de apothekers. Als een gezin danmaar één – of helemaal geen – auto heeft, komen ze sneller in de problemen.”Reacties welkom op facebook.com/weliswaar<strong>DOSSIER</strong> DE VERARMDE MIDDENKLASSE16 || 17


EEN ALTERNATIEVE BEREKENING VAN HET LEEFLOONRECHTVAARDIGHEIDIS EEN CIJFERARMOEDEGRENS Wat moet een mens minimaal verdienen om relatief comfortabel te kunnen leven?Het antwoord is voor ieder van ons verschillend, want afhankelijk van het land waarin je leeft, van desociale context en van wat je zelf comfortabel vindt. Bérénice Storms (UA en K.H. Kempen) doctoreerdeeind april met een proefschrift over referentiebudgetten die het leefloon kunnen verfijnen.Is dit een rechtvaardiger methode om mensen uit de armoede te houden?TEKST NICO KROLS | FOTO BOB VAN MOLWanneer is iemand arm?Bérénice Storms: “<strong>De</strong> vraag is, wat is armoede, enwelke norm hanteer je om iemand arm te noemen?<strong>De</strong> huidige norm – 60% van het mediaan equivalentinkomen – ligt onder vuur. Hij is eenvoudig, maarvolkomen arbitrair. Hij houdt geen rekening metiemands sociale context en het bezit van kapitaal ofvastgoed. Het zou logischer zijn om een indicator tenemen die verschillende dimensies van armoede inkaart brengt. Armoede meten op basis van inkomenvolstaat nooit. Er bestaat een armoederisico-indicatorBérénice Storms (Universiteit Antwerpen, K.H. Kempen): “We hebben de prijs vanmenselijke waardigheid bepaald, zodat we konden zien wat mensen minimaalmoeten hebben om ten volle aan de maatschappij te kunnen deelnemen.”en er is gediscussieerd om die op Europees niveau tegebruiken. Maar uiteindelijk heeft men besloten nietéén, maar een set van drie indicatoren naar voren teschuiven waaruit landen vrij kunnen kiezen.”Hoe wordt armoede berekend?“Armoede is een relatief begrip, want je moet kijkennaar de levensomstandigheden per lidstaat. Om rondte komen, heb je in België nog altijd meer nodig dan inOost-Europa. Je bekijkt per lidstaat wat het inkomenvan de gezinnen is. Vervolgens neem je 60% van demediaan. Dus van het middelste inkomen in de rij vanalle inkomens wordt 60% genomen. Wie daaronderzit, is arm. Die 60%-grens is een politieke consensus.Vroeger lag hij op 50%, maar hij had evengoed op70 of 80% kunnen liggen.”“Pas na 2002, met de komst van Oost-Europeselanden in de Unie, merkte men dat die lukraakbepaalde grens niet voldeed. Het lijkt of die landenweinig armoede kennen. Tsjechië heeft bijvoorbeeldde laagste armoedecijfers van Europa. Maar dat komtREFERENTIEBUDGETTENVanuit een normatief kader over maatschappelijkeparticipatie maakt Storms de vertaalslag naar concretekorven van goederen en diensten, inclusieflevensduur en prijzen. <strong>De</strong>ze referentiebudgetten voormaatschappelijke participatie zijn niet alleen nuttigvoor organisaties die regelmatig leefsituaties moetenbeoordelen in functie van de menselijke waardigheid(OCMW’s, schuldbemiddelaars, arbeidsrechters, vrederechters,sociale diensten van zieken-huizen, mutualiteiten,universiteiten). Ze kunnen ook een belangrijkebijdrage leveren aan het wetenschappelijk onderzoeknaar armoede, armoedemaatstaven en armoedebeleid.omdat ook de inkomens er laag zijn en de inkomensongelijkheider relatief klein is. In het begin van dezeeeuw nam de welvaart toe, maar je zag de armoedeniet krimpen. Met de crisis neemt de armoede nietenorm toe. Dat heeft alles te maken met de manierwaarop armoede wordt berekend. In de helft van deEU-landen daalt de armoedegrens zelfs, uiteraard doorde daling van het algemeen mediaan inkomen waaropde 60% wordt berekend. Je hebt dan ogenschijnlijkminder nodig om rond te komen, wat niet zo is.”Hoe kwam u op het idee van de referentiebudgetten?“Referentiebudgetten zijn vroeger al gebruikt, maarstierven een stille dood. We hebben ze weer opgevistomdat we vandaag meer weten en dus beter kunnenberekenen. Het waren de OCMW’s die ons enkelejaren geleden vroegen om referentiebudgetten teontwikkelen. OCMW’s willen bepalen wie op welkemateriële ondersteuning recht heeft. Ze moetenleefsituaties beoordelen in functie van menselijkewaardigheid. We hebben wel degelijk opnieuw eennorm gezocht: wat is een menswaardig inkomen?Waarover moet je beschikken om waardig te kunnenleven? Welke behoeften moeten vervuld zijn en welkeproducten en diensten heb je nodig? Daar hebben weeen prijs op gekleefd, zodat we konden zien watmensen minimaal moeten hebben om ten volle aande maatschappij te kunnen deelnemen.Vertrekken van de concrete kostprijs van productenen diensten, en van de reële noden van mensen biedtmeer houvast dan wanneer je louter berekent opbasis van het inkomen. We hebben met de OCMW’sook vastgelegd wat menselijke waardigheid inhoudt,want die definitie bleek niet voorhanden. Tweebehoeften moeten vervuld zijn om menselijkeHOEVEEL INKOMEN HEB JE MINIMAAL NODIG?Op dit moment is het mogelijk om voor bijna iederBelgisch gezin het minimaal noodzakelijke inkomente berekenen. Dit bedrag is relatief en afhankelijk vanindividuele en structurele factoren, waaronder demaatschappelijke context (land of regio), het tijdskader,bepaalde individuele (gezondheidstoestand,individuele competenties) en gezinskenmerken(omvang en samenstelling gezin, huisvestingssituatie).Zo bedraagt het noodzakelijke inkomen voor eenalleenstaande, niet-werkende man die anno 2012 eenwoning huurt in Vlaanderen en in goede gezondheidverkeert 1.044 euro per maand. Dit bedrag ligt 11% hogerals deze man naar Brussel verhuist en 22% lagerindien diezelfde man het geluk heeft om een woningte kunnen huren op de sociale huisvestingsmarkt.Het noodzakelijke inkomen ligt 38% hoger als de manwerkt en een auto nodig heeft om zich van en naarhet werk te kunnen verplaatsen.waardigheid vorm te geven: gezondheid en autonomie.Hoe hoger je op die twee scoort, hoe beterje menswaardigheid.”Op welke basis bereken je die referentiebudgetten?“We werken met tien korven met producten endiensten. Een korf met voeding om gezond te eten,een korf met prijzen voor adequate huisvesting, eenkorf met ontspanning, een korf voor gezondheidszorgenzovoort. We bekijken telkens wat je minimaal nodighebt. Bij huisvesting baseren we ons op de huidigeprijzen op de Vlaamse huisvestingsmarkt. We hebbende oefening ook gedaan voor Brussel en Wallonië.We hebben nu alle data voor zo goed als alle typesgezinnen in België om te kunnen zien wat ze minimaalnodig hebben.”“HOE BETER JE DE ARMOEDEGRENS KAN BEREKENEN,HOE RECHTVAARDIGER HET BELEID DAT JE KAN VOEREN.”Kom je met de referentiebudgetten niet altijd hogeruit dan het huidige leefloon?“Niet noodzakelijk. Maar de huidige minimuminkomensbeschermingis wel bijna altijd ontoereikend.Voor een koppel met twee opgroeiende kinderen kanhet tekort oplopen, volgens onze berekening, tot700 euro per maand indien gezinnen hun woninghuren in de private huisvestingssector. Voor gezinnendie het geluk hebben een sociale woning te kunnenhuren, zijn de verschillen uiteraard kleiner.”Kunnen referentiebudgetten op Europees niveauworden ingevoerd?“In mijn proefschrift doe ik inderdaad aanbevelingenom ook voor andere Europese landen referentiebudgettente ontwikkelen. Wil men valide, internationaalvergelijkbare, referentiebudgetten voor alle Europeselanden uitwerken, dan is het nodig een gemeenschappelijkemethodologie af te spreken. Voor elkelidstaat moeten dezelfde principes en kwaliteitscriteriagelden, maar we moeten ook vertrekkenvanuit een gemeenschappelijk normatief kader.Ons theoretische verhaal over maatschappelijkeparticipatie en de bijbehorende referentiebudgettenmaakt het mogelijk om in heel Europa financiëlevoorwaarden voor leeflonen vast te leggen.”▼Volg ons op facebook.com/weliswaar<strong>DOSSIER</strong> DE VERARMDE MIDDENKLASSE18 || 19


OCMW BALEN BESTRIJDT KINDERARMOEDESPELEN OP DE DREMPELOCMWUit een onderzoek van het OCMW Balen in samenwerking met de Katholieke HogeschoolKempen (KHK) blijkt dat een op acht Balenaars in armoede leeft. Slechts een op vier van deze groep klopt aanbij het OCMW. TEKST LIESBETH VAN BRAECKEL | ILLUSTRATIE ELISABETH NOELS<strong>DOSSIER</strong> DE VERARMDE MIDDENKLASSEHoe komt het dat er zo weinig mensen naar hetOCMW komen?Ann Maes, stafmedewerker OCMW Balen: “Het komtregelmatig voor dat mensen niet naar het OCMWdurven te komen, zeker op het platteland. Sommigenzijn te trots om de stap te zetten. Anderen wetenniet goed waarvoor ze bij ons terechtkunnen. Na hetonderzoek hebben we rond verschillende thema’swerkgroepen georganiseerd. Daarbij waren ookmensen in armoede vertegenwoordigd. We wildente weten komen hoe wij als OCMW de situatie vandie mensen kunnen verbeteren. Maar ook hoe wehen sneller en beter kunnen bereiken.”Een van de thema’s in het lokale armoedebeleid van OCMW Balen is ‘veiligekindertijd’: onderwijs, kinderen en vrije tijd, opvoedingsondersteuning.Een van de werkgroepen had als thema ‘veiligekindertijd’. Wat werd in deze werkgroep behandeld?“We kregen subsidies van de POD MaatschappelijkeIntegratie om kinderarmoede aan te pakken. Je kanmet dat geld helpen om schoolrekeningen tebetalen, maar je kan natuurlijk ook preventiefwerken. We hebben samengewerkt met Basiseducatieom een cursus opvoeden te geven. Ze hebben eenpakket ‘gezinsleren’ voor ouders die het wat moeilijkerhebben. In de cursus, die dertien weken duurt,leren ouders communiceren met de school, positiefopvoeden, kinderen begeleiden met huiswerk, enkinderen spelend laten leren. Verschillende cliëntenhadden aangegeven dat ze een cursus opvoedeninteressant zouden vinden, maar bij de eerste leswaren er slechts drie aanwezig.”Hoe hebben jullie hen dan toch kunnen stimulerenom te komen?“Er werd voorgesteld om hen 10 euro per les te geven.We hebben lang getwijfeld of een financiële stimulanswel het juiste signaal gaf, maar we vonden het themabelangrijk genoeg om het te proberen. Het aanpakkenvan kinderarmoede werkt op lange termijn preventieftegen de armoede zelf. <strong>De</strong> lesgeefster gaf aan datmensen uiteindelijk niet voor die 10 euro naar de leskwamen. Dat was misschien wel de prikkel die zenodig hadden om over de drempel heen te raken,maar ze hebben vooral inhoudelijk veel aan de cursusgehad. <strong>De</strong> deelnemers hebben samen besloten om hetgeld te sparen en in groep sinterklaascadeautjes tekopen met het bedrag.”Jullie kregen voor jullie aanpak de federale prijsArmoedebestrijding, die 10.000 euro waard is.Welke plannen hebben jullie met dat geld?“Sinds kort hebben we een peuterspeelpunt opvrijdagvoormiddag, waar kindjes samen kunnenspelen en ouders opvoedingstips en ervaringenkunnen uitwisselen. We luisteren ook wat daar leeften kunnen dan eventueel infosessies of cursussenrond bepaalde opvoedingsthema’s organiseren.Mogelijk gebruiken we de geldprijs om door tekunnen gaan met het peuterspeelpunt.Cliënten vertellen ons soms over de weerstand dieze moesten overwinnen toen ze de eerste keer bijons binnenstapten. We beseffen dat het niet altijdvanzelfsprekend is en proberen ons imago aan tepassen. Je komt niet alleen voor financiële problemennaar het OCMW, maar ook voor opvoedingsondersteuningof een cursus gezond koken.”▼▼www.ocmwbalen.beVolg ons op facebook.com/weliswaar20 |

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!