04.05.2013 Views

“DE TIJD TIKT IN HET LAND VAN THORN” - Torenuurwerken Sot

“DE TIJD TIKT IN HET LAND VAN THORN” - Torenuurwerken Sot

“DE TIJD TIKT IN HET LAND VAN THORN” - Torenuurwerken Sot

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DE <strong>TIJD</strong> <strong>TIKT</strong> <strong>IN</strong> <strong>HET</strong> <strong>LAND</strong> <strong>VAN</strong><br />

THORN<br />

Expositie van Midden-Limburgse uurwerken uit Nederland en België<br />

in<br />

Gemeentemuseum “Het land van Thorn”<br />

1. Staande klok van “Jacobus Schoufs fecit 1762 Thorna”.<br />

Walther Brouns, Beesel<br />

Henri Smeets, Swalmen


<strong>IN</strong>HOUDSOPGAVE<br />

1. Voorwoord 3<br />

2. Inleiding 5<br />

3. Uurwerkmakers in het Land van Thorn en uit de regio 8<br />

4. Beschrijving van de tentoongestelde uurwerken 11<br />

<strong>Torenuurwerken</strong> 12<br />

Staande horloges 18<br />

Wandklokken 28<br />

Tafelklok 36<br />

5. Slot 37<br />

2


1. Voorwoord<br />

Tegenwoordig vinden wij het vanzelfsprekend op elk moment van de dag op de klok<br />

te kunnen kijken hoe laat het is. Zonder veel problemen kennen wij “de tijd”.<br />

Tijdmeting of chronometrie is het door mensen afgesproken meten van een periode,<br />

verdeeld in seconden, minuten, uren, maanden en jaren, afhankelijk van de omwenteling<br />

van de zon.<br />

Voor onze voorouders was dit niet vanzelfsprekend. De seizoenen bepaalden het<br />

leefritme van de mens en het luiden van de kerkklokken gaf in het dagelijkse leven<br />

bijzondere tijdsmomenten aan, waarmee rekening werd gehouden.<br />

Het zou tot ver na de middeleeuwen duren voordat men in West-Europa de tijd niet<br />

alleen kon horen, maar ook met eigen ogen kon aflezen van een instrument anders<br />

dan een zonnewijzer.<br />

Op diverse plaatsen, meestal centraal gelegen in een stad of dorp en voor iedereen<br />

goed zichtbaar, kwamen opvallende wijzerplaten die verbonden waren met een uurwerk.<br />

Vooral kerktorens en torens van openbare gebouwen, zoals gemeentehuizen,<br />

leenden zich uitstekend hiervoor.<br />

Veel ambachtslieden die de “tijdmachines” maakten en in stand hielden, hebben bijgedragen<br />

aan de verder gaande ontwikkeling van het torenuurwerk en vandaar naar<br />

een kleiner uurwerk dat binnenshuis kon worden gebruikt.<br />

Het doel van de tentoonstelling De Tijd tikt in Het land van Thorn is de bezoeker<br />

kennis te laten nemen van een oud ambacht, waarvan velen zich niet bewust zijn bij<br />

het kijken naar de tijd op een torenklok, op een wandklok of een staande klok.<br />

Het ambacht van de uurwerkmaker werd in de achterliggende eeuwen vaak door<br />

gespecialiseerde smeden uitgeoefend. Veelal waren dit slotenmakers die naast hun<br />

reguliere werk ook uurwerken maakten. Er waren echter ook vaklieden die uitsluitend<br />

uurwerken bouwden. Er werd dan gesproken van uurwerkmakers die ook worden<br />

aangeduid als klokkenmakers. De bezoeker zal verbaasd zijn over deze ambachtslieden<br />

die met bescheiden middelen dikwijls technisch hoogstaande prestaties wisten<br />

te realiseren.<br />

In deze tentoonstelling willen we u dan ook kennis laten maken met de ambachtslieden<br />

uit de regio en in het bijzonder met hun producten.<br />

Onder regio verstaan we Midden-Limburg, waarbij het oude Land van Thorn een belangrijke<br />

plaats inneemt. Dit verklaart tegelijkertijd waarom deze tentoonstelling<br />

plaats vindt in het museum Het land van Thorn.<br />

De expositie wordt opgedragen aan mr. Paul Nouwen, de onlangs overleden voorzitter<br />

van het bestuur van het gemeentemuseum Het land van Thorn. In zijn jeugd<br />

logeerde Paul Nouwen dikwijls bij zijn grootouders in het witte stadje. Als directeur<br />

van de ANWB heeft hij de schijnwerpers op Thorn gericht en daardoor een impuls<br />

gegeven aan de naamsbekendheid van deze cultuurhistorisch interessante plaats.<br />

Het is dan ook niet vreemd dat hij nauw betrokken was bij de totstandkoming van het<br />

gemeentemuseum Het Land van Thorn.<br />

Paul Nouwen had affiniteit met oude Limburgse uurwerken, begrijpelijk als men bedenkt<br />

dat in het verleden ook binnen zijn familie dit ambacht werd uitgeoefend.<br />

We hopen dat uw bezoek aan deze tentoonstelling bijdraagt tot bewustwording en<br />

respect voor het werk van een kleine, niet uit het leven van alle dag weg te denken<br />

groep bijna vergeten ambachtslieden. Wij wensen u bovenal veel plezier.<br />

De auteurs<br />

3


2. Hiernaast het naamplaatje van Jacobus Schoufs<br />

uit Thorn met de opmerkelijk gearceerde rechte letters<br />

en de volle gebogen letters, circa 1770.<br />

Het graveerwerk is niet erg professioneel. Opvallend<br />

is verder de omgekeerde “И”.<br />

3. Hierboven het naamplaatje van Joẽs (Johannes)<br />

Schoufs uit Thorn, zoon van Jacobus, circa 1800.<br />

Het toegepaste lettertype is identiek aan dat van<br />

zijn vader (zie foto 2).<br />

4 en 5. Dit uurwerk in een hoekkast is eigendom van Harmonie<br />

Sint-Michaël uit Thorn en staat in hun verenigingslokaal. Op het<br />

naamplaatje de tekst “D et M Schoüfs à Thorn”. Helaas is de<br />

glazen wijzerplaat ooit vernieuwd, omdat de originele wijzerplaat<br />

gebroken was. Of de kop van deze combinatie oorspronkelijk<br />

door de klokkenmakers hierop gedacht is wordt betwijfeld.<br />

De verbinding van de kop naar de hoekkast doet vermoeden,<br />

dat deze uit veiligheidsoverweging door een van de vorige<br />

eigenaren erop gezet is.<br />

Het uurwerk dateert uit 1810 en heeft binnen de Thornse harmonie<br />

een rijke historie. Verschillende eigenaren heetten ook<br />

Dominicus en hadden een familieband met de klokkenmakers,<br />

de gebroeders Dominicus en Mathias Schoufs uit Thorn.<br />

Jammer genoeg vindt de harmonie het te riskant om het uurwerk<br />

te verplaatsen en voor deze expositie in bruikleen ter beschikking<br />

te stellen.<br />

4


2. Inleiding<br />

Met deze tentoonstelling beogen de initiatiefnemers bij de bezoekers interesse en<br />

waardering op te wekken voor een handwerk dat vanaf de middeleeuwen tot in de<br />

twintigste eeuw heeft bestaan.<br />

Het oudste uurwerk gemaakt in het Land van Thorn is ongetwijfeld het torenuurwerk<br />

van de abdijkerk. Dit uurwerk uit 1570 zal in zijn tijd beslist de aandacht hebben<br />

getrokken, omdat het was voorzien van een slagwerk op de hele en halve uren én<br />

bovendien een kwartierslag had. Op drie verschillende bronzen klokken werd de tijd<br />

geslagen en op twee wijzerplaten buiten de toren werd de tijd aangeduid. Het<br />

uurwerk dat deze klokken aandreef,<br />

deed dienst tot na de Tweede Wereldoorlog.<br />

In 1950 werd het buiten gebruik<br />

gesteld.<br />

Voordat Christiaan Huygens in 1656 de<br />

toepassing van de slinger had uitgevonden,<br />

werden uurwerken uitgerust met<br />

een waag of foliot. Een foliot is een<br />

balansbalk, die horizontaal draaibaar<br />

werd gemaakt boven het uurwerk; op de<br />

balans waren twee gewichten aangebracht.<br />

Twee spindels of lepels lieten bij het<br />

heen en weer draaien van de waag<br />

telkens een tand passeren in een tijdspanne,<br />

die afhankelijk was van de gewichten<br />

en de afstand van deze gewichten<br />

ten opzichte van het draaipunt (zie<br />

tekening 1).<br />

Hoe verder weg de gewichten van dit<br />

draaipunt waren opgehangen, hoe langzamer<br />

het wiel heen en weer draaide.<br />

De nauwkeurigheid van dit systeem liet<br />

echter veel te wensen over (zie foto 17). 6. Torenuurwerk van de oude abdijkerk.<br />

Er ontstond behoefte aan een meer nauw-<br />

keurigere tijdaanduiding, waardoor twisten over stadstijd en kerktijd konden worden<br />

vermeden (Stadstijd was de tijd, die officieel door de gemeente of de stad werd<br />

aangegeven op een daarvoor bestemde toren. Kerktijd was de tijd, die verschillende<br />

kerken en kloosters hanteerden en middels een zonnewijzer werd geijkt. Het gevolg<br />

kon zijn, dat voor verschillende doeleinden ook verschillende tijden werden gehanteerd).<br />

De toepassing van de slinger in een uurwerk betekende dat de nauwkeurigheid van<br />

de tijdmeting met factor honderd toenam. Voor Thorn betekende dit, dat dertig jaar<br />

na de uitvinding, het torenuurwerk werd voorzien van een slinger met spillegang (zie<br />

tekening 2).<br />

In de zeventiende eeuw deed het “huisuurwerk” zijn intrede. Sommige mensen in<br />

dorpen en steden konden zich een uurwerk veroorloven; vele staande klokken en<br />

wandklokken werden vanaf die tijd gemaakt. Het zogenoemde meidenklokje werd<br />

voor veel bedienden onontbeerlijk. Onvermijdelijk moesten deze uurwerken onderhouden<br />

worden en werd het beroep van uurwerkmaker eerst in de stad en later ook<br />

op het platteland interessant. De behoefte aan een juiste tijdaanduiding werd even-<br />

5


eens in de loop der eeuwen groter, al was het maar dat de dienstbodes op tijd bij de<br />

patronne arriveerden.<br />

Het vorstendom Thorn was redelijk welvarend. Veel adellijke dames stamden uit<br />

welgestelde families, zij hoefden in het wereldlijke stift de gelofte van armoede niet af<br />

te leggen. Daarbij was de achttiende eeuw voor Thorn “de gouden eeuw”. Er was<br />

een grote bedrijvigheid en het paleis werd gemoderniseerd. Veel handwerklieden<br />

vestigden zich in de nabijheid van de abdij. In het midden van de achttiende eeuw<br />

waren er zelfs zeven à acht smeden werkzaam die beurtelings bijna allemaal hun<br />

bijdrage leverden aan het onderhoud van het torenuurwerk in de abdijkerk. Pas in het<br />

eerste kwart van de achttiende eeuw vestigde zich een uurwerkmaker in Thorn. De<br />

welgestelde dames brachten van heinde en verre uurwerken mee en wilden deze in<br />

voorkomende gevallen laten herstellen. De uurwerkmaker, die zich in Thorn vestigde,<br />

was Jacobus Schoufs. Aan de uurwerkmakers van de familie Schoufs wordt in het<br />

verdere verloop aandacht geschonken.<br />

Ontwikkeling van de gangsystemen door de eeuwen<br />

tekening 1. Foliot of waag 1250. tekening 2. Spillegang 1658. tekening 3. Ankergang.<br />

We kunnen het Zuid-Nederlandse uurwerk verdelen in een aantal types:<br />

De lantaarnklok: een vroeg type uurwerk uit metaal, waarbij de vier hoekstijlen door de bovenplaat en<br />

door de onderplaat doorlopen, en voorzien van een tinnen, keramische of messing wijzerplaat.<br />

De tafelklok en consoleklok: gelijkend op een lantaarnklok, maar met de korte slinger in de kast<br />

gebouwd. Dit type is zeldzaam voor de zuidelijke Nederlanden.<br />

De wandklok: komt in diverse varianten voor en wordt aan een wand opgehangen door middel van<br />

een haak. Voorbeelden hiervan zijn de Hoodklok en de meidenklok. De Hoodklok is een wandklok in<br />

een kast, waarin alleen het uurwerk past, terwijl de slinger en de gewichten onder de kast uit komen.<br />

De meiden- of knechtenklok is een eenvoudig wandklokje met wekker zonder slagwerk en voorzien<br />

van deurtjes. De voorzijde van het uurwerk van deze klokken is in de betreffende periode gelijk aan<br />

het front van de staande klok.<br />

De staande klok of staand horloge: welke weer kan worden onderverdeeld in weeklopers of ééndags<br />

uurwerken maar in een staande kast ingebouwd. Deze uurwerken zijn altijd in een grotere kast<br />

geplaatst, die op de vloer staat met een hoogte van twee à drie meter.<br />

Vroege uurwerken, eerste kwart zeventiende eeuw, hebben een vierkante messing frontplaat en vaak<br />

een tinnen cijferring, waarbij de signering onder op de cijferring werd aangebracht, links en rechts van<br />

het cijfer VI. Vroeg achttiende eeuwse Limburgse uurwerken hebben geen toog.<br />

Vóór circa 1800 werden boven de lijn Weert-Roermond meestal een ijzeren frontplaat en een tinnen<br />

cijferring toegepast. In de negentiende eeuw werd de staande klok voorzien van een ronde glasplaat,<br />

6


waarachter de zwarte, Arabische cijfers op een witte achtergrond werden geschilderd. Er komen in de<br />

overgangstijd echter ook getoogde glazen wijzerplaten voor (zie foto 25 en 63).<br />

De glasplaat werd niet alleen toegepast om het aflezen van de tijd gemakkelijker te maken, maar ook<br />

om kosten te besparen, omdat vanuit het Schwarzwald de concurrentie heviger werd. De neergang<br />

van de uurwerkindustrie in het Limburgse en Luikse gebied was in gang gezet.<br />

7. Lantaarnklokje, 1680.<br />

9. Meidenklokje, 1780.<br />

8. Tafelklok / consoleklok, 1780. 10. Hoodklok, 1821.<br />

7<br />

11. Staand horloge, 1780.<br />

In de meeste gevallen is in het<br />

uurwerk zelf ijzer voor de stelling<br />

toegepast, voor de cijferring en<br />

hoekversieringen tin en voor de<br />

raderen messing. Voor de wijzers<br />

ook ijzer en een enkele maal messing.


3. Uurwerkmakers in het Land van Thorn en uit de regio<br />

Torenuurwerkmakers werkzaam in Thorn<br />

Henric van Thoren (alias: Thorn), werkzaam 1389-1414 in Maastricht. Henric van<br />

Thoren wordt in de Raadsverslagen van Maastricht in allerlei functies vermeld van 1382<br />

tot 1400. In 1382 moest hij als “koeremeister” met twee anderen “die roede steken op<br />

de Kersenmarct”. In 1389 werd hij met dezelfde taak belast. Deze functies beletten niet<br />

dat Van Thoren in 1389 en 1390 naar Venlo ging voor de levering van een tweetal<br />

torenuurwerken.<br />

In 1395 waren Henric van Thoren en meister Otte “der stat werkluide van den donre”,<br />

dat wil zeggen opzichters van het geschut. Op 27 november 1396 kreeg hij opdracht<br />

om een nieuw stadsuurwerk te maken voor het toenmalige stadhuis van Maastricht, genaamd<br />

“De Lanscroon”. In september 1400 was dit blijkbaar voltooid en werd hij benoemd<br />

tot stadsuurwerkmeester. Mogelijk bleef hij dit tot 1414, toen Godart, een zoon<br />

van Godart van Stockem, in die functie werd benoemd. Mogelijk, dat hij afkomstig was<br />

uit Thorn, omdat vaak namen werden gegeven door middel van de plaatsnaam van de<br />

stad of het dorp, waar men vandaan kwam.<br />

Henderick de Jong (alias Hendrik de Jongh(e)) uit Gemert ( ca. 1670, 1723)<br />

heeft in opdracht van het Kapittel op 23 juni 1703 het torenuurwerk van de abdijkerk<br />

van Thorn omgebouwd van foliot naar slinger: “…Kanunnik Beeren (heeft) op zich<br />

genomen een “horlogie”-maker uit Gemert te bestellen en om daar de horlogiemaker<br />

te visiteren van wegen reparaties met hem tot overeenkomst te komen…”. De aanbetaling<br />

voor dit uurwerk bedroeg vijftig rijksdaalders (zie foto 12), hetgeen een<br />

behoorlijk kapitaal was in die tijd. Zo werd het uurwerk in de herfst van 1703 van een<br />

slinger voorzien, met andere woorden: omgebouwd van foliot naar spillegang (zie<br />

tekening 1 en 2). De familie De Jong was in Gemert en omstreken een gerenommeerde<br />

klokkenmakersfamilie.<br />

12. “Anno 1703 den 7 oktober.<br />

Aan den heer Kanunnik Weissenburgh<br />

ordeneert den uurwerkmaker<br />

Hendrick de Jong<br />

overeenkomstig de met hem gemaakte<br />

afspraak met de heren<br />

Gilkens en Beeren (…) vijftig<br />

Rijkstalers aan te betalen en<br />

voor het eten en gemaakte<br />

kosten en door rentmeester<br />

Montforts te voldoen, daarentegen<br />

moet echter de uurwerkmaker<br />

een schriftelijke verklaring<br />

geven het uurwerk voor tien<br />

jaar lang te onderhouden, als<br />

ook indien iets mocht breken (of<br />

kapot gaat) op zijn kosten te<br />

repareren…” (Transcriptie)<br />

Jan van Call uit Nijmegen, een goede bekende van Christiaan Huijgens, was op de<br />

hoogte van het ombouwen van een waag naar slinger. De vader van Henderick de<br />

Jong kwam oorspronkelijk uit Meegen bij Nijmegen. Klokkenmakers hadden onder-<br />

8


ling intensieve contacten over technische vernieuwingen. Via deze weg was Henderick<br />

de Jong ongetwijfeld op de hoogte van deze zeer belangrijke technische<br />

vernieuwing, de toepassing van de slinger. Henderick heeft deze opdracht mogelijk<br />

ook in ontvangst kunnen nemen, omdat er goede contacten waren tussen de Duitse<br />

Orde (Gemert was bezit van de Duitse Orde) en het Kapittel te Thorn.<br />

Verder zijn in Thorn als torenuurwerkmaker actief geweest Hermanus Beltjens uit<br />

Roermond en Joannes Joosten uit Maaseik (B).<br />

Uurwerkmakers in het Land van Thorn<br />

Franciscus Nijs uit Roermond ( ca. 1775, 1856 te Roermond), was jaren knecht<br />

bij Joẽs Schoufs. Hij was getuige bij de geboorte van Jacobus Antonius Schoufs en<br />

later wethouder in Roermond en controleur van goud en zilver.<br />

Hendrik van Pol getrouwd en gewoond in Thorn (1826 te Ell, 1874 te Ell).<br />

Joannes van Pol uit Ittervoort, Ell en Kelpen (1766 te Stramproy, 1851 te Ell).<br />

Jacobus Schoufs uit Thorn (1730, 1792). De familie Schoufs werkte generaties<br />

lang in Thorn van 1736 tot 1855.<br />

Dominicus Schoufs uit Thorn (1772, 1839), zoon van Jacobus.<br />

Mathias Schoufs uit Thorn (1777, 1853), zoon van Jacobus.<br />

Joannes Balthasar Schoufs uit Thorn (1765, 1815), zoon van Jacobus.<br />

Jacobus Antonius Schoufs uit Thorn (1794, in 1810 verhuisd naar Sint-Truiden<br />

(B) en ca. 1860), zoon van Joannes Balthasar.<br />

Clement Schoufs uit Thorn (1797, 1854 te Brussel (B)), zoon van Joannes.<br />

Dominique Lambert Tonnaer uit Thorn (1816, 1870 te Sint Truiden).<br />

Renerus Hubertus Voorter uit Molenbeersel (B) (1839, 1917), ongehuwd. Hij<br />

was een bekend dorpsfiguur in Molenbeersel en omgeving, over wie vele verhalen in<br />

omloop zijn.<br />

Uurwerkmakers uit de regio van het Land van Thorn<br />

Hermanus Beltjens uit Roermond (1693, 1778).<br />

Hermanus Petrus Beltjens uit Roermond (1763, 1839), zoon van Johannes<br />

Reinerus.<br />

Jean Michel Beltjens uit Roermond (1781, 1870).<br />

Michel Antonius Hubertus Beltjens uit Roermond (1799, 1870), zoon van<br />

Hermanus Petrus.<br />

Henri Bins uit Hamont (B) (1775, ?).<br />

Peter Andreas de Coster uit Weert. Vanaf 1792 werkzaam aan het torenuurwerk.<br />

Fransiscus Dionisy uit Roermond (1764-1855)<br />

J.M. Dirix en zoon uit Weert, werkzaam rond 1800.<br />

Francois le Doux uit Roermond, werkzaam rond 1730.<br />

L. Frehmell uit Echt, werkzaam rond 1850.<br />

J. Geelen uit Neeritter, was werkzaam in Neeritter rond 1810.<br />

Geneygen uit Weert, werkzaam rond 1800.<br />

J. Gerits uit Maaseik (B), werkzaam rond 1820.<br />

L. Gielissen uit Neeritter, werkzaam rond 1800.<br />

Hagen uit Maasbree, werkzaam rond 1800.<br />

Weiman Herleine uit Weert, werkzaam rond 1594.<br />

Kerst Jansens uit Hasselt (B), werkzaam rond 1585.<br />

Fidel Ketterer uit Maasbree (afk. uit Voralbach Scwarzwald) werkz.rond 1870<br />

Georg Ketterer uit Maasbree (afk. uit Voralbach Scwarzwald) werkz.rond 1860<br />

9


Gerardus Janssens uit Sint-Odiliënberg, werkzaam rond 1758.<br />

Lambertus Joosten uit Maaseik (B) ( ca. 1688, ca. 1720).<br />

Joannes Joosten uit Maaseik (B) (1711, 1797).<br />

Michel Joosten uit Maaseik (B) ( ca. 1720, ca. 1760).<br />

Michel Joosten (soms Joannes Michel) uit Maaseik (B) (1726, ?).<br />

Joannes Jacobus Joosten uit Maaseik (B) (1740, 1807), zoon van Joannes. Hij<br />

was zeer gefortuneerd.<br />

Severinus Joosten uit Maaseik (B) (1685, 1736). Hiervan is weinig bekend. Wel<br />

dat hij een knecht had.<br />

Severinus Joosten (Lambertus Severinus) uit Maaseik (B) (1760, 1811), zoon<br />

van Michel.<br />

Leonard Joosten en Zn. (Michel of Arnold?) uit Hasselt (B) (ca. 1845).<br />

Nicolas Joosten uit Maaseik (B). Geen verdere gegevens, wel uurwerk van bekend.<br />

Leonard Guillaume Joosten uit Hasselt (B) (1762 te Maaseik (B), 1849 te<br />

Hasselt (B)), zoon van Michel.<br />

Lambert Joosten uit Maaseik (B) / ’s Hertogenbosch tot 1830 (1780, 1851),<br />

zoon van Jacobus.<br />

Hendrik Joosten uit Maaseik (B) / Sittard ( ca. 1801, ?).<br />

Jacob Willem Joosten uit Rekem (B) (1801 ’s Hertogenbosch, 1867 te Rekem<br />

(B)), zoon van Lambert.<br />

Theodorus Kuijpers uit Stevensweert, werkzaam rond 1800.<br />

M. Laenen uit Overpelt (B), werkzaam rond 1780.<br />

M. Lampen uit Lommel (B), werkzaam rond 1850.<br />

M. Louppen uit Broekhuizen, werkzaam rond 1790.<br />

Theodoor Mertens uit Hamont (B) (1753, 1812).<br />

Jan Joseph Mertens uit Hamont (B) (1779, 1804).<br />

P.J. Peeters uit Opglabbeek (B), werkzaam rond 1780.<br />

M. Peeters uit Opglabbeek (B), werkzaam rond 1780.<br />

N.L. Peeters uit Opglabbeek (B), werkzaam rond 1780.<br />

J. Peeters uit Zutendaal (B), werkzaam rond 1789.<br />

F. Peeters uit Zutendaal (B), werkzaam rond 1790.<br />

M. Peeters uit Zutendaal B), werkzaam rond 1790.<br />

Thomas Raetsen uit Heythuysen (1724, 1784).<br />

Mathias Raetsen sr. uit Heythuysen (1745, 1816).<br />

Mathias Raetsen jr. uit Heythuysen (1785, 1844).<br />

Johannes Raetsen uit Heythuysen (1774, 1848).<br />

O.C. Regter uit Roermond, werkzaam rond 1800.<br />

Joannes Reinerus uit Roermond (1730, 1803).<br />

Jan Remmen sr. uit Well (1660, 1716), zoon van Rembout Lenssen.<br />

Rembout Remmen (alias Remigius) uit Well / Boxmeer ( ca. 1700, 1758).<br />

Cornelis Remmen uit Well ( ca. 1700, 1775), zoon van Jan Lenssen alias<br />

Remmen.<br />

Alexius Cornelius Remmen uit Well (1740, 1822).<br />

Jan Peter Remmen (1738, 1795), zoon van Cornelis.<br />

Petrus Remmen uit Well (1770, 1841), zoon van Jan Remmen.<br />

J.J. Simons uit Hamont (B) (1757, 1816).<br />

Jan Smeets uit Hamont (B) (1696, 1766), zoon van Antonius Smits.<br />

Jacob Smeets uit Hasselt (B) ( ca. 1729, ca. 1753).<br />

Antonius Smeets uit Hamont (B) (1730, 1802).<br />

Jan Smeets jr. uit Hamont (B) (1738, 1804), broer van Antonius.<br />

M. (Mathias?) Smeets uit Nederweert (ca. 1720).<br />

10


M.(Mathias?) Smeets uit Weert (ca. 1770). Mogelijk familie van Smeets uit Nederweert.<br />

Charles Streel uit Hamont (B) (1787, 1861).<br />

Jaques Streel uit Hamont (B) (1823, 1863).<br />

Hendrik Symkens uit Kinrooi (B) / Neeritter / Manestraat (1764, 1801), herbergier<br />

en uurwerkmaker, woonde bij de kerk.<br />

Mathias van de(n) Weyngaert uit Weert ( ca. 1710, 1792 te Weert).<br />

Petronella van den Wijngaert uit Weert (1741, ca. 1830), dochter van Mathias.<br />

Lambert van de Winckel uit Neeritter (1742 in Kessenich (B), 1804 in Neeritter).<br />

De familie De Beefe, waarvan leden achtereenvolgens woonden in Thimister (B),<br />

Luik (B), Maastricht en Mechelen (B), was ook in onze regio werkzaam. Vandaar dat<br />

enkele uurwerken niet in deze expositie mochten ontbreken. Ook om te laten zien,<br />

dat vanuit Luik en via Maastricht een grote invloed uitging naar de rest van het<br />

Prinsbisdom en niet te vergeten, vanwege hun groot vakmanschap! Zowel Gilles de<br />

Beefe als zijn kleinzoon Nicolas de Beefe zijn op deze expositie vertegenwoordigd.<br />

Tenslotte noemen we nog Nicolas Rensonet uit Herve (B), omdat de uurwerken binnen<br />

de Limburgs-Luikse klokken een apart type vormen.<br />

4. Beschrijving van tentoongestelde uurwerken<br />

<strong>Torenuurwerken</strong><br />

1. Torenuurwerk uit de abdijkerk van Thorn, circa 1570.<br />

2. Smeedijzeren uurwerk met foliot, circa 1600.<br />

3. Toegeschreven aan Gilles de Beefe uit Luik (B), circa 1750.<br />

4. Adriaan Vos & Zonen uit Nuenen, 1874.<br />

5. Bonaventura Eijsbouts uit Asten (in navolging), 1957.<br />

Staande horloges<br />

1. Jacobus Schoufs uit Thorn, 1762.<br />

2. Johannes (Joẽs) Schoufs uit Thorn, circa 1790.<br />

3. Mathias Raetsen sr. uit Heythuysen, circa 1760.<br />

4. Jan Remmen uit Well, 1773.<br />

5. Jan Remmen uit Well, 1786.<br />

6. Nicolas de Beefe uit Mechelen (B), circa 1775.<br />

7. Severin Joosten uit Maaseik (B), circa 1780.<br />

8. Hermanus Beltjens uit Roermond, circa 1780.<br />

9. Hendericus Sijmkens uit Kinrooi (B), 1795.<br />

10. Dominicus Tonnaer uit Thorn, circa 1840.<br />

Wandklokken<br />

1. Vlaams lantaarnklokje met spillegang, circa 1680.<br />

2. Nicolas Rensonet uit Herve (B), 1725.<br />

3. Vlaams-Limburgse lantaarnklok met kwartierslag, circa 1740.<br />

4. Giles de Beefe uit Luik (B), meidenklokje, circa 1755.<br />

5. Antonius Smeets uit Hamont (B), meidenklokje, circa 1755.<br />

6. Joẽs Schoufs uit Thorn, meidenklokje, circa 1780.<br />

7. Thomas Peters sr. uit Zutendaal (B), meidenklokje, circa 1780.<br />

8. Johannes Trommar jr. uit Horst, Hoodklokje, 1827.<br />

Tafelklok / Console<br />

1. Jacobus Joosten uit Maaseik (B), circa 1780.<br />

11


<strong>Torenuurwerken</strong><br />

1. Torenuurwerk uit de abdijkerk van Thorn.<br />

Algemeen: een smeedijzeren uurwerk.<br />

Afmetingen HBD: 780 x 1285 x 700 mm.<br />

Signatuur: geen.<br />

Datering: circa 1570.<br />

Bijzondere kenmerken: oorspronkelijk<br />

uitgevoerd met waag of foliot. In 1703<br />

omgebouwd op spillegang. De slingerophanging<br />

is gebouwd door middel van<br />

gebruikmaking van een van de lagerstijlen,<br />

die door deze laatste ombouw<br />

overbodig werden.<br />

In 1789 bouwt Jacobus Schoufs dit uurwerk<br />

om naar een pennengang. Rond<br />

1870 wordt ook de kwartierslag verwijderd.<br />

In 1952 wordt het uurwerk buiten<br />

gebruik gesteld en vervangen door een<br />

elektrisch uurwerk. Sinds 2003 staat het<br />

weer als museumstuk in de abdijkerk.<br />

Hieronder de gedeeltelijke opdracht, die<br />

Jacobus Schoufs ondertekende, waarin<br />

wordt vermeld, dat hij de slinger zal aanpassen<br />

en o.a. het uurwerk op drie luidklokken<br />

zal laten slaan: de hele en de<br />

halve uren op twee grote klokken en de<br />

kwartieren op een kleine klok. Ook moest 13. Parochie Museum Thorn.<br />

hij de nodige garantie aan het Kapittel geven.<br />

14. “(…) Het horologie werck moet<br />

loopen 30 uuren.<br />

Op de plaatse waar de koorde langs<br />

de balken loopt moeten nieuwe rollen<br />

tot conservatie der koorden gemaakt<br />

worden.<br />

Verders alles daar aan soo te maaken,<br />

dat het een duursaam en welgereguleert<br />

werk worde.<br />

Den aannemer zal thien jaaren voor<br />

alle reparatien, de koorden uytgenomen,<br />

goed spreken en soo daar iets<br />

aan mogte feelen hetselve repareeren<br />

op sijne kosten.<br />

Vier jaaren lang de horologie suyver<br />

houden, waarvoor niets zal betaalt<br />

worden als het nodig smeer,<br />

waar tegens hij zal hebben het oud<br />

werck ende ses hondert guldens in<br />

loopenden cours.<br />

Op dese conditie heeft den ondergeschrevene dit werck aangenomen binnen Thorn den 3 september<br />

1789.<br />

(w.g.) Jacobus Schoufs”.<br />

12


Hieronder een globale chronologische opsomming van de historie van het<br />

torenuurwerk van de abdijkerk van Thorn door de eeuwen heen:<br />

1495 De oudste luidklok heeft een ingegoten jaartal 1495 en is de banklok van de<br />

parochiekerk.<br />

1531-1577 Onder regering van Abdis Margaretha van Brederode wordt een torenuurwerk in de<br />

Abdijkerk aangeschaft. Tijdens haar regeerperiode heeft zij ook het muntrecht circa<br />

1560-1580.<br />

1656 Christaan Huijgens vindt de toepassing van de slinger in het uurwerk uit.<br />

1703 Uurwerkmaker Hendrick de Jong uit Gemert geeft tien jaar garantie na reparatie van<br />

het uurwerk. De slinger wordt ingebouwd volgens de “Scheveningen-methode”.<br />

1736 Hermanus Beltjens uit Roermond maakt het uurwerk schoon en repareert dit samen<br />

met zijn knecht.<br />

1740 Het stadsgezicht op Thorn wordt getekend door Jan de Beyer, waarop duidelijk de<br />

wijzerplaat met wijzers te zien is op de toren aan de westzijde van de Abdijkerk.<br />

1740 Het jaartal, wat onder de “Calcantenbel” is aangebracht, geeft een nauwkeurige datering.<br />

1741-1760 Louis Amant vindt de pennengang uit.<br />

Rutgerus van der Linden, smid en uurwerkmaker, repareert de “vleugel”, een nieuw<br />

touw voor een van de gewichten en een nieuwe katrol. In 1743 wordt het uurwerk<br />

gesmeerd door Jan Mathijs Brouns en vele anderen. In deze periode blijkt uit<br />

meerdere jaarrekeningen, dat reparaties worden uitgevoerd door onder andere: Mattijs<br />

Brouns, Matthijs Segers “orlossie-maker” en Ruthgeris van der linden ook<br />

“orlosie-maecker” genoemd.<br />

1745 In dit jaar repareert Joannis Joosten, een zeer bekende uurwerkbouwer uit Maaseik,<br />

het werk volgens de gemeenterekeningen van Theodorus Conings.<br />

1776 In de nieuwe versie van “het Landrecht Thorn” wordt wederom beschreven in welke<br />

gevallen (o.a. brand, gevaar en misdrijven) de klok geluid moet worden. Het interieur<br />

van de Abdijkerk wordt rigoreus aangepast en er worden vele Barokke elementen<br />

aangebracht o.a. het hoofdaltaar van het Roermondse Karthuizerklooster.<br />

1789 Habets beschrijft in een van zijn publicaties de kosten van de vernieuwing van het<br />

uurwerk in de Abdijkerk in 1789. Port. 12: opdracht voor ombouw naar pennengang<br />

door Jacob Schoufs.<br />

1794 Het stift / abdij wordt geconfisceerd, daarna verkocht en afgebroken. De abdisse<br />

en de overige stiftdames zijn dan inmiddels vertrokken naar Essen met een groot aantal<br />

wagens met belangrijke goederen.<br />

1814 Vanaf dit jaar betaalt de Gemeente Thorn een bepaald bedrag voor het onderhoud<br />

van het torenuurwerk en voor het luiden van de klokken. Volgens de notulen van de<br />

raadsvergadering van 22 september 1947 betaalt de gemeente reeds jaren veertig<br />

gulden per jaar als bijdrage, maar is het R. K. Kerkbestuur, als eigenaar, verantwoordelijk<br />

voor dit uurwerk en het luiden van de klokken.<br />

1817 Abdijkerk wordt parochiekerk Sint Michaël en de klokken worden in de oude toren<br />

gehangen, terwijl de oude parochiekerk wordt afgebroken.<br />

1850-1855 Klokken mogen vanwege de conditie van de oude toren niet meer geluid worden. De<br />

oude klokken van de abdijkerk worden door Petit en Fritsen in 1854 (onder pastoor Van<br />

Geleuken) omgegoten tot een grote nieuwe klok (1600 kilo).<br />

1863 Schets van dr. Cuipers van de oude situatie met wijzerplaat op noordzijde van de<br />

toren van de abdijkerk.<br />

1874 Neo-gotieke toren wordt ingewijd en wijzerplaat aangesloten op het oude uurwerk.<br />

Kosten van vier hardstenen wijzerplaten 250 gulden.<br />

1877 De kwartierslag is reeds verwijderd, vermoedelijk in 1870, want in 1877 wordt in de<br />

inventarislijst van de parochie gesproken over “Een uurwerk met dubbel gangwerk”,<br />

dus geen drie!<br />

1952 Het oude torenuurwerk wordt buiten gebruik gesteld en vervangen door een<br />

elektrisch uurwerk. In 1970 gedemonteerd en bij particulieren in een kelder ondergebracht.<br />

2003 Gerestaureerd en geconserveerd door Walther Brouns en in de parochiekerk op<br />

een nieuwe bok op het dameskoor geplaatst ten behoeve van een museale opstelling.<br />

13


2. Smeedijzeren uurwerk met foliot.<br />

Algemeen: drie maal omgebouwd van foliot, spillegang en terug gerestaureerd naar<br />

foliot.<br />

Afmetingen HBD: 650 x 600 x 500 mm.<br />

Signatuur: geen.<br />

Datering: circa 1600.<br />

Gangsysteem: nu weer foliot, geheel uit smeedijzer vervaardigd.<br />

Bijzondere kenmerken: zeer eenvoudig uurwerk van Zuid-Nederlandse herkomst<br />

met slagwerk voor hele en halve uurslagen. Duidelijk is te zien hoe de waag (of<br />

balans) aan een touwtje hangt. Gangwerk rechts en slagwerk links. Bij dit uurwerk<br />

zijn de opwindtrommels in elkaars verlengde gebouwd.<br />

Deze opstelling komt in het algemeen alleen voor bij torenuurwerken van vóór 1700.<br />

Door ombouw van de waag naar slinger, op het einde van de zeventiende eeuw en<br />

begin achttiende eeuw, zijn van de oorspronkelijke waagtoepassing praktisch geen<br />

uurwerken meer aanwezig.<br />

windvleugel touwtje waag of foliot<br />

slagwerk gangwerk<br />

spil met<br />

kroonrad uuras<br />

naar de<br />

wijzers<br />

15. Smeedijzeren uurwerk met foliot (particulier bezit).<br />

14


3. Gilles de Beefe uit Luik (B).<br />

Algemeen: de opbouw en ook de prachtige afgewerkte hoekstijlen wijzen op een<br />

vakkundig uurwerkmaker. De grondraderen van gang- en slagwerk zijn naast elkaar<br />

gemonteerd.<br />

Afmetingen HBD: 480 x 560 x 230 mm.<br />

Signatuur: geen.<br />

Datering: circa 1750.<br />

Gangsysteem: ankergang ijzer en messing.<br />

Bijzondere kenmerken: tot in detail zeer mooi uitgevoerd, zelfs de lichters zijn van<br />

krullen voorzien en mooi uitgewerkt. Met gang- en slagwerk voor de hele en halve<br />

uurslagen. Tandwielen voor een groot gedeelte reeds in messing uitgevoerd. Geschroefde<br />

verbindingen.<br />

Gilles de Beefe maakt meerdere torenuurwerken, kasteel De Cannenburgh in<br />

Vaassen en kasteel Arcen te Arcen.Dit torenuurwerkje wordt aan hem<br />

toegeschreven. Het is een<br />

ankergang met een verfijnde afwerking<br />

van de lichters en assen.<br />

Zijn zoon François de Beefe uit<br />

Maastricht maakte onder andere<br />

ook de speeltrommel voor de<br />

Sint-Servaaskerk te Maastricht.<br />

Van de meeste torenuurwerken,<br />

die door Gilles de Beefe worden<br />

gebouwd, zijn de vier hoekstijlen<br />

prachtig afgewerkt. Dit zijn pilaren<br />

met een versierde voet en<br />

bekroning.<br />

De gewichten zijn helaas niet origineel.<br />

Er bevindt zich geen signatuur<br />

op dit uurwerk.<br />

16 en 17. Torenuurwerk van Gilles de Beefe uit Luik (B), circa 1750 (particulier bezit).<br />

15


4. Adriaan Vos & Zonen uit Nuenen.<br />

Algemeen: platijzer verbonden door boutverbindingen met de voor Vos herkenbare<br />

eikels of dennenappels op de vier hoekstijlen.<br />

Afmetingen HBD: 860 x 960 x 520 mm.<br />

Signatuur: A. Vos & Zonen Nuenen 1874.<br />

Datering: 1874.<br />

Gangsysteem: pennengang, smeedijzer en messing lagers en pennenwiel.<br />

Bijzondere kenmerken: dit torenuurwerk uit 1874 heeft een pennengang en is duidelijk<br />

gesigneerd. Een pennengang en naast elkaar liggende opwindtrommels, evenals<br />

een duidelijke signering, zijn kenmerkend voor Adriaan Vos. Verder naast elkaar<br />

liggende grondraderen, met de opwindmechanismes aan de onderzijde van de stelling<br />

gemonteerd. De hoekversieringen met eikels of dennenappels zijn kenmerkend<br />

voor de “Vos-uurwerken”.<br />

De tandwielen werden nog door een smid gesmeed. Duidelijk kan men zien, dat het<br />

vak van smid of slotenmaker op het platteland in die tijd nog gecombineerd werd met<br />

het maken / smeden van klokken.<br />

18 en 19. Torenuurwerk van Adriaan Vos & Zonen uit Nuenen, 1874 (particulier bezit).<br />

Adriaan levert in Limburg verschillende torenuurwerken van zijn hand, onder andere<br />

te Montfort, Horn en Haeler-Uffelse. In Horn wordt, na de brand van 1890, in 1891<br />

door de gebroeders Vos een uurwerk geleverd. Opmerkelijk is verder, dat het honderdste<br />

torenuurwerk door Adriaan Vos onder een aantal parochies wordt verloot. Bij<br />

deze loterij wint de parochie Montfort het uurwerk. Helaas is dit uurwerk nadien<br />

verloren gegaan. Ook dat van Horn is niet bewaard gebleven.<br />

Twee ongetrouwde zonen van Vos zetten het bedrijf voort. Na 1900 worden<br />

door hen<br />

twee weeskinderen aangenomen met de bedoeling later het bedrijf voort te zetten.<br />

De een wordt smid en de ander uurwerkmaker. Rond 1912 wordt het uurwerkmakersbedrijf<br />

beëindigd.<br />

Vanuit de smederij ontstaat later in Nuenen een landbouwwerktuigenfabriek.<br />

16


5. Bonaventura Eijsbouts uit Asten.<br />

Algemeen: electromechanisch uurwerk.<br />

Afmetingen HBD: 1200 x 450 x 480 mm.<br />

Signatuur: Ned. Fabriek van <strong>Torenuurwerken</strong>, Klokken en Carillons. B. Eijsbouts<br />

c.v. Asten Holland. 1036 - 1956.<br />

Datering: 1956.<br />

Gangsysteem: ankergang met constante kracht, waarbij de slinger door een apart<br />

gewicht wordt aangedreven, terwijl het grote gewicht door een electromotor wordt<br />

aangedreven. Platijzer van messing.<br />

Bijzondere kenmerken: het opwinden is reeds geëlectrificeerd door middel van een<br />

motor in de opwindtrommel.<br />

20 en 21. Torenuurwerk van Bonaventura<br />

Eijsbouts uit Asten, 1956 (particulier bezit).<br />

Na deze periode worden veel mecha-nische<br />

torenuurwerken buiten gebruik ge-steld en<br />

geëlektrificeerd. Dit omdat het met de hand<br />

opwinden te zwaar is. Bo-vendien moet men<br />

een goede conditie hebben, want de meeste<br />

torenuurwerken staan hoog in de toren.<br />

Er ontstaan ook vaak storingen omdat men<br />

niet meer dagelijks het gewicht omhoog<br />

hoeft te halen en dus ook niet meer<br />

controleert. Dit is mede de oorzaak van het<br />

buiten gebruik stellen van dit soort mechanische uurwerken. In Midden-Limburg<br />

staan nog veel torenuurwerken van de firma Eijsbouts. Dit uurwerk is een van de<br />

laatste industrieel vervaardigde mechanische torenuurwerken. Bovendien worden er<br />

na de oorlog betere en goedkopere alternatieven geboden.<br />

Er komt een einde aan de mechanische torenuurwerkindustrie als gevolg van de<br />

elektrificatie van de openbare tijdaanduiding en radiografische besturing.<br />

Na de oorlog legt Eijsbouts zich toe op het gieten van luidklokken en heeft op dit<br />

gebied internationale bekendheid verworven. Wel restaureert Eijsbouts nog steeds<br />

oude uurwerken en levert geavanceerde tijdaanduidingen.<br />

Toch zijn er ontwikkelingen om de oude uurwerken te restaureren en in oude luister<br />

te herstellen. Hierbij controleert de electronica de functie van de mechanische uurwerken<br />

en wordt de tijd middels een slingervanger gelijk gezet. Hierbij zorgt men<br />

ervoor dat het uurwerk maximaal één minuut per dag voorloopt en éénmaal per dag<br />

houdt de slingervanger de slinger tegen en laat deze precies op tijd weer los middels<br />

een radiografisch signaal.<br />

Op deze wijze worden de oude uurwerken, die vaak eeuwen hun dienst hebben<br />

bewezen, weer voor hun oude functie en als monument bewaard.<br />

17


Staande horloges<br />

1. Jacobus Schoufs uit Thorn.<br />

Algemeen: mooie strakke uitvoering van uurwerk<br />

alsook kast met Louis XVI-kenmerken.<br />

Afmetingen HBD: 2700 x 430 x 300 mm.<br />

Signatuur: Jacobus Schoufs fecit- 1762 Thorna.<br />

Datering: 1762.<br />

Gangsysteem: ankergang met ketting aandrijving.<br />

Eikenhouten kast, uurwerk ijzer en messing.<br />

Bijzondere kenmerken: uurwerk met slagwerk en<br />

wekker aan de zijkant gemonteerd, hetgeen meestal<br />

bij Limburgs-Luikse uurwerken het geval is. Het<br />

naamplaatje is mogelijk door hem zelf gegraveerd.<br />

Zijn signatuur is vrijwel identiek aan de ondertekening<br />

op de opdrachtbevestiging uit 1789.<br />

Latere uurwerken hebben een meer algemeen karakter,<br />

waarbij opmerkelijk is, dat de rechte letters<br />

gearceerd zijn en de gebogen letters vol zijn met<br />

dikkere en dunnere lijnen (zie foto 2 en 3).<br />

De hoekstijlen zijn niet vierkant maar van platijzer.<br />

Dit is ook het geval bij het staand horloge van zijn<br />

zoon Johannes (Joẽs) Schoufs (zie volgende bladzijde).<br />

Opmerkelijk voor Jacobus Schoufs is verder<br />

de brede veer, die hij vaak toepast voor de slaghamer.<br />

18<br />

22 en 23. Staande horloge van Jacobus<br />

Schoufs uit Thorn, 1762 (particulier bezit).


2. Johannes (Joẽs) Schoufs uit Thorn.<br />

Algemeen: ook hier ziet men de eikenhouten kast in de Louis XVI-stijl met verhoogde<br />

kop en daarop een vaas, die doet denken aan de Empire.<br />

Afmetingen HBD: 2680 x 430 x 310 mm.<br />

Signatuur: Joẽs Schoufs à Thorn.<br />

Datering: circa 1790.<br />

Gangsysteem: ankergang met ketting aandrijving.<br />

Uurwerk van ijzer en messing.<br />

Bijzondere kenmerken: de achter glas geschilderde<br />

wijzerplaat is een zogenaamd overgangstype naar de<br />

latere ronde wijzerplaten, waarbij ook de naam tussen<br />

de cijferring achter glas wordt geschilderd. Al met al<br />

een zeer rijk uurwerk en voorname uitstraling, mede<br />

door de Romeinse cijfers en met gouden versieringen.<br />

Traditioneel zijn de dagen van de week en de signatuur<br />

in de Franse taal weergegeven.<br />

Uurwerk met wekker boven op de bovenplaat, waardoor<br />

de bel hoger moest worden geplaatst. Met datum<br />

en dag van de week in de toog, met minutenwijzer in<br />

de cijferring en dubbele kap.<br />

24 en 25. Staande horloge van Johannes Schoufs uit Thorn,<br />

circa 1790 (particulier bezit).<br />

Maria<br />

Dorothea, de dochter van Joannes Schoufs uit<br />

de Bogenstraat (of “Boajestraot”,) trouwt met Jan<br />

Antoon Tonnaer, een schrijnwerker en zoon van Sjang<br />

Tonnaer, timmerman. Sjang Tonnaer woont aan de<br />

Hoogstraat tegenover de Zonnewijzer, waar hij ook<br />

zijn werkplaats heeft. De Zonnewijzer is het pand,<br />

waar Jacobus Schoufs woont. Zeer waarschijnlijk<br />

heeft Sjang Tonnaer voor Jacobus (Küeb) Schoufs de<br />

klokkenkasten gemaakt. De ooms Dominicus en Mathias Schoufs hebben de traditie,<br />

om bij Tonnaer de klokkenkasten te bestellen, voortgezet. Een zoon van Francois<br />

Tonnaer wordt zelfs klokkenmaker en leert het vak bij de gebroeders Dominicus en<br />

Mathias Schoufs.<br />

19


3. Mathias Raetsen sr. uit Heythuysen.<br />

Algemeen: klokkenkast van eikenhout, redelijk uit de tijd.<br />

Afmetingen HBD: 2580 x 420 x 210 mm.<br />

Signatuur: H:H: M:R: N:99.<br />

Datering: circa 1790.<br />

Gangsysteem: ankergang met ketting aandrijving, materiaal ijzer en messing.<br />

Bijzondere kenmerken: de signatuur is typisch voor Mathias Raetsen sr. De<br />

initialen H: H: voor Heythuysen, met telkens een dikke dubbele punt daartussen, en<br />

M: R: voor zijn naam. Ook hier weer met slagwerk. De wekker is echter verwijderd.<br />

Van deze klokkenmaker zijn diverse staande klokken<br />

bewaard gebleven.<br />

Mathias Raetsen sr., die tevens bekend staat als<br />

slotenmaker, onderhoudt daarnaast in Midden-Limburg<br />

veel torenuurwerken en heeft er wellicht ook<br />

vervaardigd.<br />

Verder was zijn zoon Mathias jr. brouwer en<br />

geruime tijd burgemeester van Heythuysen.<br />

26 en 27. Staande horloge van Mathias Raetsen sr. uit<br />

Heythuysen, circa 1790 (particulier bezit).<br />

20


4. Jan Remmen uit Well.<br />

Algemeen: vrij strakke, eenvoudige eiken kast.<br />

Afmetingen HBD: 2560 x 380 x 250 mm.<br />

Signatuur: 1773 Jan Remmen a Well n 26.<br />

Datering: 1773.<br />

Gangsysteem: ankergang met gevlochten touw<br />

aandrijving, materiaal ijzer en messing.<br />

Bijzondere kenmerken: Mooie evenwichtige kast,<br />

waarbij de paneelomlijstingen donker gekleurd zijn.<br />

Technisch goed uitgevoerd met veel gevoel voor<br />

detail in het uurwerk.<br />

Waarschijnlijk heeft hij het naamplaatje zelf gegraveerd.<br />

De tinnen hoekversieringen zijn gebronsd.<br />

Het slingervenstertje zit hoger dan de slingerlens.<br />

Jan Remmen bouwt vele uurwerken en bouwde en<br />

restaureerde vele torenuurwerken in de Noord-<br />

Limburgse regio.<br />

In het klokkenmuseum in Schoonhoven staat een<br />

torenuurwerk van Cornelis Remmen.<br />

28 en 29. Staande horloge van Jan Remmen uit Well,<br />

1773 (particulier bezit).<br />

21


5. Jan Remmen uit Well.<br />

Algemeen: eikenhouten klokkenkast met rechthoekige<br />

deur. Opmerkelijk is de houten toog vóór<br />

de ijzeren wijzerplaat.<br />

Afmetingen HBD: 2580 x 420 x 220 mm.<br />

Signatuur: 1786 Jan Remmen a Well n.88.<br />

Datering: 1786.<br />

Gangsysteem: ankergang, uurwerk materiaal<br />

ijzer en messing.<br />

Bijzondere kenmerken: compact en technisch<br />

zwaar uitgevoerd uurwerk. Opmerkelijk zijn de<br />

beide engeltjes aan weerszijde van het naamplaatje.<br />

Engeltjes van dit type worden ook gebruikt door<br />

Hermanus Beltjens uit Roermond.<br />

De gewichten hangen aan gevlochten touwen.<br />

30 en 31. Staande horloge van Jan Remmen uit Well,<br />

1786 (particulier bezit).<br />

22


6. Nicolas de Beefe uit Mechelen (B).<br />

Algemeen: uurwerk en eikenhouten klokkenkast in Louis XV-stijl met in de kap ajour<br />

gestoken krullen. De leeuwenklauwen als voet zijn kenmerkend voor deze Louis XV-<br />

stijl.<br />

Afmetingen HBD: 2650 x 520 x 230 mm.<br />

Signatuur: Nicolas De Beefe A Malines.<br />

Datering: circa 1775.<br />

Gangsysteem: ankergang en messing binnenwerk.<br />

Uurwerk uit messing.<br />

Bijzondere kenmerken: zogenaamd achtdaags uurwerk<br />

(ook wel weekloper genoemd) met hele slagen<br />

voor de hele alsook voor de halve uren, echter op<br />

twee verschillende bellen met een kantelmechanisme.<br />

Het uurwerk is zeer rijk uitgevoerd met prachtig graveerwerk,<br />

zowel het naamplaatje als de messing wijzerplaat.<br />

Alle assen en afstandshouders zijn mooi gedraaid.<br />

Zelfs de opwindsleutel is perfect afgewerkt.<br />

Het werk is tussen twee messing platines geplaatst.<br />

De vakbekwame klokkenmakers van de familie De<br />

Beefe zijn in het Limburgse, maar ook buiten onze<br />

provinciegrenzen, heel bekend.<br />

De wijzerplaten van zowel Gilles, Francois als Nicolas<br />

zijn op de signatuur na bijna identiek. De gewichten<br />

hangen niet aan een touw of ketting maar aan staalkabels<br />

met een katrol. De staalkabels zijn aangebracht<br />

ter vervanging van - van kattendarm gemaakte -<br />

snaren.<br />

32 en 33. Staande horloge van Nicolas de Beefe uit Mechelen<br />

(B), circa 1775 (particulier bezit).<br />

23


7. Severin Joosten uit Maaseik (B).<br />

Algemeen: eikenhouten klokkenkast in Louis XVI-stijl in drie gedeeltes.<br />

Afmetingen HBD: 2690 x 540 x 230 mm.<br />

Signatuur: Severin Joosten à Maeseyck.<br />

Datering: circa 1780.<br />

Gangsysteem: ankergang, uurwerk uit ijzer en<br />

messing.<br />

Bijzondere kenmerken: de eikenkast is vrij zwaar<br />

uitgevoerd met zeer mooie panelen, zowel aan de<br />

voorkant alsook aan de zijkanten. De voet is<br />

vervangen als gevolg van watergebruik bij het<br />

schrobben van de tegels. Het wekker-kroonwiel is<br />

eveneens vervangen en de wekker is rechts tegen<br />

de zijkant van het uurwerk gemonteerd. Een vrij<br />

zware veer voor de slaghamer is 180 graden ten<br />

opzichte van de gangbare montage aangebracht.<br />

Het aange-brachte graveerwerk binnen de cijferring<br />

is zeer goed uitgevoerd en getuigt van<br />

vakmanschap, maar heeft niet de kwaliteit van het<br />

De Beefe uurwerk. Aan-drijving middels een ketting.<br />

Van Severin Joosten zijn vele uurwerken en<br />

staande horloges bekend, waarvan de meeste<br />

gemaakt zijn eind achttiende eeuw, met tinnen<br />

wijzerplaat gemonteerd op een messing plaat. Hij<br />

signeert onder andere als “Sevrin Joosten à<br />

Maeseyck” en “Severin Joosten à Maeseyck” en “S.<br />

Joosten à Maeseyck”.<br />

Severinus Joosten trouwt op 1 oktober 1786 in<br />

Neer-itter met Maria Sybilla Severijns, dochter van<br />

Martinus Severijns en Anna Catherina Thijssens.<br />

Het echtpaar woont in het ouderlijk huis aan de<br />

Bosstraat in Maas-eik en krijgt negen kinderen.<br />

34 en 35. Staande horloge van Severin Joosten uit Maaseik<br />

(B), circa 1780 (particulier bezit).<br />

24


8. Hermanus Beltjens uit Roermond.<br />

Algemeen: eenvoudige eikenhouten uurwerkkast met “God de Vader” in het fronton<br />

of toog.<br />

Afmetingen HBD: 2500 x 530 x 200 mm.<br />

Signatuur: H. Beltjens Ruremonde (beneden op de<br />

cijferring).<br />

Datering: circa 1800.<br />

Gangsysteem: ankergang, met ketting aandrijving en<br />

met wekker, uurwerk ijzer en messing.<br />

Bijzondere kenmerken: dit horloge met religieuze<br />

voorstelling komt waarschijnlijk uit een klooster. Messing<br />

wijzerplaat met tinnen hoekversieringen. Het<br />

kastdeurpaneel en de scharnieren verraden een Franse<br />

invloed.<br />

Hermanus Beltjens sr. restaureert en onderhoudt in<br />

de achttiende eeuw het uurwerk van de abdijkerk in<br />

Thorn.<br />

36 en 37. Staande horloge van Hermanus Beltjens uit<br />

Roermond, circa 1800 (particulier bezit).<br />

25


9. Hendericus Sijmkens uit Kinrooi (B).<br />

Algemeen: van Sijmkens is ons helaas maar één uurwerk bekend.<br />

Afmetingen HBD: 2450 x 400 x 250 mm.<br />

Signatuur: Hendericus Sijmkens A Kinroe 1795.<br />

Datering: 1795.<br />

Gangsysteem: ankergang, met wekker. Uurwerk uit ijzer en messing.<br />

Bijzondere kenmerken: de gravering in het centrum<br />

van de cijferring lijkt sterk op de graveringen die we<br />

aantreffen op wijzerplaten van Schoufs en Joosten.<br />

Mogelijk heb deze klokkenmakers dus dezelfde graveur<br />

gehad.<br />

De messing lens van de slinger hangt juist op de<br />

goede hoogte, dus mooi voor de opening in de deur<br />

van de kast. Het uurwerk is geplaatst tussen twee<br />

messing platines in plaats van de ijzeren stelling met<br />

boven- en onderplaat. De afstandspilaren zijn mooi<br />

gedraaid en verraden een Vlaamse invloed.<br />

Hendericus Sijmkens is<br />

herbergier en uurwerkmaker,<br />

en woont bij de<br />

kerk in Kinrooi.<br />

38, 39 en 40. Staande klok van Hendericus Sijmkens uit<br />

Kinrooi (B), 1795 (particulier bezit).<br />

26


10. Dominicus Tonnaer uit Thorn.<br />

Algemeen: van Tonnaer zijn meerdere staande klokken bekend.<br />

Afmetingen HBD: 2500 x 450 x 240 mm.<br />

Signatuur: D.L.Tonnaer Thorn.<br />

Datering: circa 1840.<br />

Gangsysteem: ankergang, met wekker. Uurwerk tussen<br />

messing platines en het is 8-dagen lopend.<br />

Bijzondere kenmerken: de gravering in het centrum<br />

is professioneel uitgevoerd, terwijl het naamplaatje dit<br />

minder uitstraalt. De kast is prachtig in balans en<br />

waarschijnlijk gemaakt door een van zijn familieleden,<br />

waarvan velen timmerman of schrijnwerker waren.<br />

Het houtsnijwerk heeft een rustieke uitstraling, maar is<br />

wel traditioneler van uitvoering. De taps naar boven<br />

toelopende kast komt minder voor. Het geheel geeft<br />

een voorname indruk hoewel de sleutelplaatjes waarschijnlijk<br />

van latere datum zijn.<br />

De engeltjes als hoekversiering, o.a. voorstellende de<br />

lente, zomer herfst en winter, komen eveneens minder<br />

vaak voor..<br />

Over het uurwerk zijn nog enkele vragen<br />

onbeantwoord o.a. met betrekking tot: versieringen,<br />

wijzeraandrijving etc. Door nadere bestudering zal<br />

e.e.a. nog verder onderzocht dienen te worden.<br />

De engeltjes zijn van een andere gieter dan die van de<br />

hoekversieringen.<br />

41, 42 en 43. Staande klok van Dominicus Tonnaer<br />

uit Thorn, circa 1800 (particulier bezit).<br />

27


Wandklokken<br />

1. Vlaams lantaarnklokje met spillegang.<br />

Algemeen: eenvoudig lantaarnklokje met wekker.<br />

Afmetingen HBD: 550 x 180 x 170 mm.<br />

Signatuur: geen.<br />

Datering: circa 1680.<br />

Gangsysteem: spillegang met direct aan de spilas<br />

vast gemonteerde korte slinger. De spilas is boven<br />

de bovenplaat gemonteerd, waaraan men nog kan<br />

zien, dat de opstelling nog is, zoals bij de foliot<br />

oorspronkelijk werd toegepast, een overblijfsel in dit<br />

uurwerk van vóór Huygens’ tijd. Uurwerk uit ijzer en<br />

messing.<br />

Bijzondere kenmerken: De hoekstijlen lopen door<br />

de boven- en onderplaat, hetgeen kenmerkend is<br />

voor de lantaarnklok. Ook hier weer de vierkante<br />

stijlen, waarbij, zoals gebruikelijk bij Limburgs-<br />

Luikse uurwerken, de platte lagerstijlen worden<br />

gespied. Het principe van de wekkerlichter is reeds<br />

zoals bij de latere uurwerken van Limburgs-Luikse<br />

oorsprong. Tinnen wijzerplaat met één wijzer. Het<br />

fretje of belhek kan een toevoeging zijn, hoewel dit<br />

uit die tijd is of nog iets vroeger.<br />

44, 45 en 46. Vlaams lantaarnklokje, circa 1680<br />

(particulier bezit).<br />

28


2. Nicolas Rensonet uit Herve (B).<br />

Algemeen: wandklok met slagwerk voor hele en halve uren en wekker.<br />

Afmetingen HBD: 400 x 260 x 150 mm.<br />

Signatuur: Nicolas: Rensonet: A: Herve: 1725.<br />

Datering: 1725.<br />

Gangsysteem: ankergang, front uit messing<br />

en uurwerk uit ijzer en messing wielen.<br />

Bijzondere kenmerken: het is een vroeg<br />

uurwerk voor Limburgs-Luikse begrippen.<br />

Vóór die tijd worden ook uurwerken geproduceerd,<br />

maar die hebben niet de typische<br />

kenmerken. Zwaardere hoekstijlen en ook<br />

raderen zijn hier nog toegepast. Vroegere<br />

uurwerken hebben vaak een vierkante wijzerplaat<br />

zonder toog of, zoals deze, een<br />

zogenaamde messing fret of belhek. Verder<br />

zijn deze uurwerken gesigneerd op de<br />

wijzerplaat of, zoals deze, op de messing<br />

lijst. Deze klok is voorzien van messing wijzers,<br />

terwijl in latere uurwerken ijzeren wijzers<br />

worden toegepast. De sluitschijf is een<br />

aparte schijf, gemonteerd op een messing<br />

tandwiel. Voor de hele uren een normaal<br />

slagwerk, maar voor de halve uren een<br />

dwangslag, waarbij ieder uur een pennetje<br />

de slaghamer meeneemt en een slag op de<br />

bel veroorzaakt.<br />

Door het front van de uurwerken met belhek<br />

vormen deze Hervense uurwerken een apart type in het gebied tussen Luik en<br />

Eupen. Typisch voor deze wanduurwerken zijn de messing omlijsting, de vrij zware<br />

en hogere bouw, de signering op de lijst, en het belhek dat voor de bel is geplaatst.<br />

Dit is voor de samenstellers de reden geweest om deze rijkere klok op te nemen in<br />

de tentoonstelling. Rensonet is een welbekende naam in de uurwerkerswereld.<br />

François Debeefe, uurwerkmaker uit Maastricht en broer van Nicolas de Beefe,<br />

trouwt op vrijdag 21 juni 1765, vijfentwintig jaar oud, in Luik (B), met Marie Ide<br />

Ransonnet, drieëntwintig jaar oud. Marie wordt op vrijdag 15 september 1741 in Luik<br />

geboren.<br />

Jean de Beefe overlijdt op maandag 11 november 1805 in Ulbeek, Belgisch Limburg,<br />

65 jaar oud en wordt begraven op dinsdag 12 november 1805 in Ulbeek.<br />

47 en 48. Wandklok van Nicolas Rensonet uit Herve (B), 1725 (particulier bezit).<br />

29


3. Vlaams-Limburgse Lantaarnklok met kwartierslag.<br />

Algemeen: overgangstype van Vlaams lantaarnklokje naar Limburgse stelling met<br />

vierkante stijlen.<br />

Afmetingen HBD: 440 x 180 x 230 mm.<br />

Signatuur: geen.<br />

Datering: circa 1730.<br />

Gangsysteem: ankergang zonder wekker, uurwerk uit ijzer en messing met bronzen<br />

bellen.<br />

Bijzondere kenmerken: mooi bewerkte wijzers en porseleinen wijzerplaat, gemonteerd<br />

op een ronde ijzeren plaat, die zeer waarschijnlijk van hergebruikt materiaal is<br />

gemaakt. Dit gezien het sleutelgat, dat op de achterzijde nog zichtbaar is. Het uurwerk<br />

bestaat uit drie achter elkaar geplaatste<br />

werken, het gangwerk, de kwartierslag en<br />

de halve en hele uurslag met slagen op drie<br />

verschillende bellen. Aangedreven door drie<br />

gewichten met drie contra-gewichtjes om het<br />

touw strak te houden.<br />

De stelling is gebout in plaats van geklonken,<br />

waarbij de onderste stijlen iets langer zijn<br />

doorgetrokken, zoals dit bij een lantaarnklok<br />

gebruikelijk was.<br />

Het is bekend, dat de invloed op de lantaarnklok<br />

op de productie in zowel Nederland alsook<br />

in Engeland groot is geweest.<br />

Het eiken stoeltje is van latere datum.<br />

30<br />

49 en 50. Vlaams-Limburgse lantaarnklok, circa<br />

1730 (particulier bezit).


4. Gilles de Beefe uit Luik (B).<br />

Algemeen: meidenklokje, zeer mooie afwerking in gesloten ijzeren kastje met<br />

tinnenwijzerplaat en gegraveerde ijzeren wijzers.<br />

Afmetingen HBD: 260 x 190 x 150 mm.<br />

Signatuur: Gilles De Beefe A Liège.<br />

Datering: circa 1755.<br />

Gangsysteem: ankergang met wekker buiten de achterste lagerstijl in het midden.<br />

Uurwerk uit ijzer en messing.<br />

Bijzondere kenmerken: mooi gegraveerd,<br />

zowel tussen de cijferring in het<br />

centrum alsook op het naamplaatje. De<br />

wekker is gemonteerd achter op de buitenkant<br />

van de lagerstijl.<br />

Gilles de Beefe verhuist van Thimister<br />

(B) naar Luik (B) en maakt vele mooie<br />

uurwerken. Zijn zoon Francois de Beefe<br />

trekt later naar Maastricht en zet de<br />

traditie van zijn vader voort met uurwerken<br />

tot in onze streek.<br />

Bij onenigheid over een uurwerk tussen<br />

de gemeente Bree (B) en Johannes<br />

Joosten uit Maaseik (B) werd Gilles de<br />

Beefe verzocht zijn mening te geven<br />

over het werk dat geleverd was door<br />

Joosten. De uitkomst hiervan is helaas<br />

niet bekend.<br />

51, 52 en 53. Meidenklokje van Gilles de Beefe uit<br />

Luik (B), circa 1755 (particulier bezit).<br />

31


5. Antonius Smeets uit Hamont (B).<br />

Algemeen: meidenklok in ijzeren kastje, twee deurtjes en achterwand (als ad.4 p.31)<br />

Afmetingen HBD: 260 x 190 x 140 mm.<br />

Signatuur: Antonius Smeets à Hamont no. 861.<br />

Datering: circa 1775.<br />

Gangsysteem: ankergang met wekker buiten<br />

de achterste lagerstijl, zoals bij de meeste<br />

meidenklokjes werd toegepast. Uurwerk uit<br />

ijzer en messing.<br />

Bijzondere kenmerken: als één van de zeer<br />

weinigen past hij ronde messing stellingpoten<br />

toe, geklonken tussen de stalen boven- en<br />

onderplaat. In dit geval zelfs met messing<br />

lagerstijlen. Binnen de cijferring is geen gravering<br />

aangebracht. De ankergang is onder<br />

de bovenplaat gemonteerd.<br />

Verder heeft dit meidenklokje alleen een<br />

kleine uurwijzer en geen minutenwijzer. De<br />

wekker is gemonteerd achter op de buitenkant<br />

van de lagerstijl.<br />

Antonius Smeets maakt vele uurwerken en<br />

nummert deze allemaal tot 1052. De laatste<br />

nummers kunnen wellicht ook van zijn directe<br />

opvolgers zijn.<br />

Antonius Smeets wordt geboren te Hamont (B)<br />

op 22 april 1730 en trouwt op 16 april 1765 met<br />

Johanna Christina Seyens uit een van de gegoede<br />

families uit Hamont.<br />

Herhaalde malen is hij burgemeester en heeft de<br />

beschikking over een statige woning in het centrum<br />

van Hamont. Antonius overlijdt in 1802 op<br />

62-jarige leeftijd.<br />

54, 55 en 56. Meidenklokje van Antonius Smeets uit<br />

Hamont (B), circa 1775 (particulier bezit).<br />

32


6. Joẽs Schoufs uit Thorn.<br />

Algemeen: prachtig gegraveerd meidenklokje in een ijzeren kastje(als ad.4 p.31)<br />

Afmetingen HBD: 260 x 190 x 150 mm.<br />

Signatuur: Joẽs Schoufs Thorn.<br />

Datering: circa 1780.<br />

Gangsysteem: ankergang met dezelfde<br />

opbouw als nummer 4 van Gilles de Beefe,<br />

met gevlochten touw-aandrijving. Uurwerk<br />

uit ijzer en messing.<br />

Bijzondere kenmerken: Hoekversieringen<br />

mogelijk aangepast. Messing wijzerplaatje<br />

mooi gegraveerd met stalen wijzers.<br />

Johannes Antonius Schoufs, zoon van Jacobus,<br />

woont aan de Bogenstraat.<br />

Vele uurwerken van hem zijn in fraai bewerkte<br />

Luikse kasten geplaatst, zoals bijvoorbeeld<br />

hoekkasten en vitrines.<br />

Klokkenmaker Joannes Franciscus Nijs uit<br />

Roermond leert zijn vak bij klokkenmaker J.<br />

Schoufs te Thorn. Dit lezen we in het bevolkingsregister<br />

van 1794 wanneer J.F.<br />

Nijs als knecht aan de Bogenstraat in<br />

Thorn staat ingeschreven.<br />

57 en 58. Meidenklokje van Joẽs Schoufs<br />

uit Thorn, circa 1780 (particulier bezit).<br />

59. Kast met geïntegreerde klok van Joẽs Schoufs<br />

uit Thorn, circa 1780.<br />

33


7. Thomas Peters sr. uit Zutendaal (B).<br />

Algemeen: dit meidenklokje is met “T=Peters” gesigneerd. In het verleden was deze<br />

“T” ten aanleiding om te veronderstellen, dat het om een “F” zou gaan(als ad.4 p.31).<br />

Afmetingen HBD: 310 x 210 x 125 mm.<br />

Signatuur: T= Peters à Zῦetendael No= 589.<br />

Datering: circa 1780.<br />

Gangsysteem: ankergang met gevlochten touw voor ophanging van de gewichten.<br />

Bijzondere kenmerken: het uurwerk<br />

met ankergang en wekkermechanisme<br />

is aan de bovenzijde van de achterstijl<br />

gemonteerd.<br />

De gravering doet amateuristisch aan.<br />

Het volkse bloemmotief (rozen) doet<br />

ons vermoeden dat hij wellicht zelf deze<br />

gravering gemaakt heeft. De motieven<br />

hebben niet de zwierige Louis XIVstijl,<br />

die men van een professionele<br />

graveur zou mogen verwachten.<br />

Thomas Peters trouwt twee keer. De<br />

tweede keer met Catherina Nijs op 11<br />

juni 1771 te Zutendaal. Twee zonen uit<br />

dit huwelijk, Jacques en Mathieu, worden<br />

eveneens uurwerkmaker.<br />

Het beroep wordt nadien voortgezet<br />

door Thomas jr., zoon van Jacques.<br />

60, 61 en 62. Meidenklokje van Thomas Peters sr. uit<br />

Zutendaal (B), circa 1780 (particulier bezit).<br />

34


8. Johannes Trommar jr. uit Horst.<br />

Algemeen: wandklokje in vruchtenhouten kastje.<br />

Afmetingen HBD: 620 x 450 x 200 mm.<br />

Signatuur: J: Trommar in horst 1827.<br />

Datering: 1827.<br />

Gangsysteem: ankergang met een gevlochten<br />

touwaandrijving. Uurwerk uit ijzer en messing.<br />

Bijzondere kenmerken: dit uurwerk wijkt totaal<br />

af van de Limburgs-Luikse traditie. Het heeft<br />

platines in plaats van een onder- en bovenplaat<br />

en vier, vierkante, geklonken stellingstijlen. Verder<br />

is er een zogenaamd zaagwerk voor de<br />

slagenregeling. Op de foto is een koordje te<br />

zien, waaraan men ’s nachts vanuit het bed kon<br />

trekken om het dichtst bijzijnde uur te laten<br />

slaan. De lichter is onder in het uurwerk geplaatst.<br />

Deze zit doorgaans links van het midden.<br />

Bel boven op de kast met belhamer door<br />

het dakje. Geen wekker.<br />

Het is gezien de buitenkant een overgangstype<br />

naar een ronde glazen wijzerplaat met signatuur<br />

op een apart glazen naamplaatje in de<br />

toog. Het werk is tussen platines geplaatst in<br />

plaats van tussen stelling en lagerstijlen.<br />

63, 64 en 65. Wandklokje van Johannes Trommar jr.<br />

uit Horst, 1827 (particulier bezit).<br />

35


Tafelklok<br />

1. Jacobus Joosten uit Maaseik (B).<br />

Algemeen: uurwerk tussen messing<br />

platines met twee bellen, datum en<br />

maanstand.<br />

Afmetingen HBD: 480x320x180 mm.<br />

Signatuur: Jacobus Joosten à Maeseijck.<br />

Datering: 1780.<br />

Gangsysteem: spillegang met veer<br />

opwinding.<br />

Bijzondere kenmerken: het uurwerk<br />

is gemonteerd tussen twee messing<br />

platines en de gravering is prachtig<br />

uitgevoerd.<br />

Dit uurwerk heeft ongetwijfeld op een<br />

console gestaan. Hoogstwaarschijnlijk<br />

heeft op de kast een vaas of vlamachtige<br />

bekroning gestaan, zoals bij<br />

Franse consoleklokken werden toegepast.<br />

Deze is echter niet meer aanwezig.<br />

De slagenwisseling op de twee bellen<br />

wordt mogelijk gemaakt door middel<br />

van een zogenaamd kantelmechanisme.<br />

In vergelijking met de Franse<br />

uitvoering is deze kast mooi strak uitgevoerd vol-gens de Luikse traditie.<br />

66 en 67. Tafelklok van Jacobus Joosten uit Maaseik (B), 1780 (particulier bezit).<br />

36


5. Slot<br />

We hebben de bezoeker willen laten kennismaken met een aantal voorbeelden uit de<br />

rijke historie van het Zuid-Nederlandse uurwerk en dat toegespitst op Thorn en de<br />

regio.<br />

De omvang van de tentoonstelling is enerzijds bepaald door de medewerking van<br />

particulieren en musea, die klokken in eigendom hebben en anderzijds door de ruimte<br />

die voor de tentoonstelling beschikbaar is.<br />

De organisatoren hopen u een beter inzicht te hebben kunnen geven in het werk van<br />

de klokkenmakers in het land van Thorn en de Midden-Limburgse regio. Bovendien<br />

hebben we enkele klokkenmakers onder de aandacht gebracht die ook daarbuiten<br />

hun sporen hebben verdiend.<br />

Het verdient bewondering en respect, dat klokkenmakers, ook in Midden-Limburg,<br />

met de tot hun ter beschikking staande medewerkers, gereedschappen en hulpmiddelen,<br />

prachtige uurwerken en in stijl gemaakte klokkenkasten hebben weten te<br />

vervaardigen vanaf de zestiende tot ver in de negentiende eeuw.<br />

Mochten wij er in geslaagd zijn u meer inzicht en waardering voor de uurwerken uit<br />

onze regio te hebben bijgebracht, dan zijn we met van deze tentoonstelling geslaagd.<br />

De auteurs van deze tentoonstellingsgids zijn voornemens om naar aanleiding van<br />

deze expositie te zijner tijd een uitvoerige publicatie samen te stellen over uurwerkmakers<br />

en hun producten in Midden-Limburg.<br />

Hierin zullen ondermeer verhalen om en rond dit handwerk verwerkt worden, evenals<br />

genealogische gegevens van enkele vooraanstaande uurwerkmakersfamilies.<br />

Tenslotte willen we alle eigenaren van uurwerken, die we mogen exposeren, hartelijk<br />

bedanken voor de bereidwilligheid deze uurwerken voor een aantal maanden voor<br />

deze expositie in bruikleen te geven.<br />

De samenstellers<br />

Bibliografie:<br />

L’Horlogerie et ses Artistes au Pays de Liège (1933) Florent Pholien, Luik<br />

Limburgse Klokken en hun makers (1997) Dr. P.Th.R.Mestrom, Maastricht<br />

Uurwerkmakers en uurwerknijverheid in Vlaanderen (2002) Eddy Fraiture, Tienen<br />

L’age d’or de l’Horlogerie Liègeoise (2003) Ann Chevalier et André Tiry<br />

Staande klokken en uurwerkmakers in Vlaanderen (2006) Eddy Fraiture, Tienen<br />

37


S.O.T. staat voor Studiegroep Openbare Tijdaanduiding, welke gelieerd is aan de<br />

Vrienden van het Klokkenmuseum van het “Nederlands Goud, Zilver en Klokken<br />

Museum” (N.G.Z.K.M.) te Schoonhoven.<br />

De studiegroep zet zich in om de kennis van mechanische en geëlektrificeerde<br />

openbare tijdaanduidingen te verdiepen en onder de aandacht te brengen van liefhebbers,<br />

geïnteresseerden, en bezitters van dergelijke uurwerken.<br />

Anderzijds tracht de S.O.T. particulieren en instanties te bewegen dergelijke uurwerken<br />

te behouden voor het nageslacht.<br />

Door internationale contacten in onder andere Duitsland, België, Frankrijk, Zwitserland<br />

en Oostenrijk worden ervaringen en publicaties uitgewisseld en besproken.<br />

De studiegroep bestaat uit professionals en uit personen, die restauraties verrichten<br />

aan torenuurwerken en andere tijdaanduidingen. Zij doen dit door nadere studies en<br />

archiefonderzoek. Op deze wijze wil de studiegroep deze kennis als kenniscentrum<br />

verbreiden en aan derden ter beschikking stellen. Middels tentoonstellingen, publicaties<br />

en symposia verwezenlijkt de studiegroep deze doelstellingen.<br />

De S.O.T. steunt dit initiatief van de samenstellers daarom op deze plaats graag en<br />

van harte.<br />

Studiegroep Openbare Tijdaanduiding<br />

p/a Secretariaat Ora Schueler-Luijben<br />

Eindstraat 26<br />

5502 TC Veldhoven<br />

040-2532176<br />

o.schueler@zonnet.nl<br />

38


Met dank aan de bedrijven en gezelschappen die dit boekwerkje mogelijk maakten:<br />

Antiek en oude Kunst<br />

Groot assortiment mooi kleingoed<br />

Jos Snijders telefoon: 0475-321200<br />

Heinsbergerweg 72 mail: jossnijders@home.nl<br />

6045 CJ Roermond<br />

TO<strong>IN</strong>E DAELMANS KLOKKEN & UURWERKEN<br />

Wevestraat 30 NL<br />

5708 AG Helmond (Stiphout) home: www.daelmans.com<br />

tel: (0031) (0)492 545577 mail: info@daelmans.com<br />

Restauratie van en handel in<br />

ANTIEKE KLOKKEN<br />

Catharinastraat 38-40-42,<br />

4811 XJ Breda,<br />

Tel. 0031765219024 Fax. 0031765219024 The Netherlands<br />

E-mail: schreurs.antiekeklokken@planet.nl<br />

Website: www.schreursclocks.com<br />

HERMAN HORSELENBERG Restauratie Antieke Uurwerken<br />

IJsseldijk 89 telefoon: 0578-631783<br />

8194 LC VEESSEN website: www.horselenberg.nl<br />

NEDER<strong>LAND</strong> mail: herman@horselenberg.nl<br />

Cees Elderhorst Restauratie <strong>Torenuurwerken</strong><br />

European Patent The only system serving Turret Clocks automatically<br />

Rodetorenstraat 12<br />

7201 DH Zutphen<br />

bv Tel : 0031-575-544716 Fax: 0031-575-544718<br />

info@clockcare.nl www.clockcare.nl<br />

UURwerkgezelschap<br />

p/a<br />

Eddy Fraiture,<br />

Distelstraat 53,<br />

3300 Tienen Blg. tel : 016/813935 site: www.uurwerkgezelschap.be<br />

39


Colofon:<br />

Titel: “De tijd tikt in het Land van Thorn”<br />

Auteurs en redactie: Walther Brouns, Beesel en Henri Smeets, Swalmen<br />

Correcties en lay-out: Frans Geerlings, Beesel<br />

Foto’s: Walther Brouns<br />

Datum: Thorn, oktober 2009<br />

© 2009 Walther Brouns en Henri Smeets.<br />

Niets uit deze publicatie mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd<br />

gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,<br />

hetzij electronisch, mechanisch, door fotokopieën of door middel van druk, fotografie,<br />

microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming<br />

van de auteurs.<br />

40

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!