19.05.2013 Views

Uit de voorgeschiedenis van de wijk Bethanie: de ... - Base

Uit de voorgeschiedenis van de wijk Bethanie: de ... - Base

Uit de voorgeschiedenis van de wijk Bethanie: de ... - Base

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Terug: klik bovenaan in <strong>de</strong> Browser op (Vorige / Back)<br />

1<br />

2<br />

3<br />

<strong>Uit</strong> <strong>de</strong> voorgeschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wijk</strong> <strong>Bethanie</strong>: <strong>de</strong> verkaveling <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Klaverhei<strong>de</strong> (1770)<br />

(uit: Breesgata 1990)<br />

Het is bekend dat <strong>de</strong> <strong>wijk</strong> <strong>Bethanie</strong> relatief jong is. Ze ontstond in wezen pas na WO I, toen<br />

een grondspeculant een aantal woningen liet oprichten op het terrein <strong>van</strong> het voormalige<br />

1<br />

klooster Bethania. In <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw stond langs <strong>de</strong> achterbroecksche bane (Ploegsebaan) <strong>de</strong><br />

herberg De Ploeg (waarnaar ook <strong>de</strong> buurt genoemd werd), maar voor het overige was <strong>de</strong><br />

streek vrijwel onbewoond. Een groot <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> oppervlakte werd immers ingenomen door<br />

2<br />

<strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> Klaverhei<strong>de</strong>, nl. 161 bun<strong>de</strong>r of 210 ha. De verkaveling er<strong>van</strong>, waaraan <strong>de</strong>ze<br />

bijdrage gewijd is, vorm<strong>de</strong> <strong>de</strong> eerste stap in <strong>de</strong> ontsluiting <strong>van</strong> het gebied en was in feite dus<br />

een verre eerste aanloop tot het ontstaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>wijk</strong> <strong>Bethanie</strong>.<br />

De hei<strong>de</strong><br />

Hebben bos en hei voor <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne Brasschatenaar voornamelijk een recreatieve functie, voor<br />

onze voorou<strong>de</strong>rs, <strong>de</strong> Brasschaatse boerengemeenschap, waren ze <strong>van</strong> levensbelang. De hei<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>ed dienst als veewei<strong>de</strong>, lever<strong>de</strong> brandstof op (sprokkelhout, turf, schad<strong>de</strong>n), stalstrooisel<br />

(hei<strong>de</strong>maaien), leem voor bepleistering <strong>van</strong> <strong>de</strong> woning, zo<strong>de</strong>n als dakbe<strong>de</strong>kking, etc.; <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hei<strong>de</strong>bloemen verkreeg men bijenhoning, <strong>van</strong> het hei<strong>de</strong>kruid wer<strong>de</strong>n borstels en bezems<br />

gemaakt, het gemalen hei<strong>de</strong>kruid werd door leerlooiers als looistof gebruikt om kalfsle<strong>de</strong>r te<br />

3<br />

berei<strong>de</strong>n, etc. Elke ne<strong>de</strong>rzetting of gehucht beschikte daarom <strong>van</strong> oudsher over een<br />

zogenaam<strong>de</strong> “gemene hei<strong>de</strong>” of “gemeente”, waarop <strong>de</strong> inwoners gebruiksrechten had<strong>de</strong>n.<br />

Door <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse ontginningen was veel woeste grond verdwenen en daarom ontstond<br />

<strong>van</strong>af <strong>de</strong> 13<strong>de</strong>-14<strong>de</strong> eeuw her en <strong>de</strong>r <strong>de</strong> behoefte en <strong>de</strong> gewoonte (waarschijnlijk me<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<br />

invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> bevolking) <strong>de</strong> gebruiksrechten juridisch vast te leggen in een<br />

zogenaam<strong>de</strong> “vroentebrief”, een overeenkomst tussen <strong>de</strong> heer en <strong>de</strong> lokale bewoners waardoor<br />

<strong>de</strong>ze laatsten tegen een vaste som of een jaarlijkse cijns op een bepaald gebied het<br />

gegaran<strong>de</strong>erd gebruiksrecht kregen en <strong>de</strong> verzekering dat <strong>de</strong>ze gemene hei<strong>de</strong> niet ver<strong>de</strong>r zou<br />

Zie over <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>Bethanie</strong> bijv. TIRELIREN in: Brasschaat, <strong>van</strong> hei<strong>de</strong>grond tot<br />

parkgemeente, 1980, p. 176-177; VAN OSTA, ibid., 394; CALLAERTS in Breesgata 4 (1980-81), nr. 3/4,<br />

5-10.<br />

Vgl. opp. <strong>van</strong> <strong>de</strong> huidige <strong>wijk</strong> <strong>Bethanie</strong> : 483ha 29a 79ca (DE ROECK in Brasschaat, <strong>van</strong> ....,36).<br />

Zie VANDER MAELEN PH., Dictionnaire géographique <strong>de</strong> la province d'Anvers, Bruxelles, 1834, 89;<br />

LINDEMANS P., Geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> Landbouw in België, Antwerpen, 1952, 2dln., I,308; HAVERMANS<br />

R., De Beunie, bo<strong>de</strong>mkundige 'a<strong>van</strong>t la lettre', in: Calmpthoutania, 11 (1958-59), 6-17; KNAEPEN R., De<br />

economische betekenis <strong>van</strong> <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>, in: Het Ou<strong>de</strong> Land <strong>van</strong> Loon, 1979, 263-308; MOLEMANS J., De<br />

Kempische gemeente, in: Brabants Heem 38 (1986), 88-89.


4<br />

ontgonnen wor<strong>de</strong>n. De diverse boerengemeenschappen (gehuchten) markeer<strong>de</strong>n hun<br />

invloedssferen en ook binnen ie<strong>de</strong>re gemeenschap wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> rechten <strong>van</strong> <strong>de</strong> individuele boeren<br />

omschreven. De “gemene hei<strong>de</strong>” werd gemeenschappelijk gebruikt, maar intern waren<br />

afspraken gemaakt in welke mate ie<strong>de</strong>re ingezetene er<strong>van</strong> mocht profiteren; grote boeren<br />

waren meer gerechtigd dan kleine en het gebruiksaan<strong>de</strong>el werd bepaald door <strong>de</strong> hoeveelheid<br />

akkerland dat men in het gehucht bebouw<strong>de</strong>: wie meer land bezat, had grotere behoefte aan<br />

5<br />

plaggen, stalstrooisel, etc. Bovendien kwam het gebruik alleen toe aan <strong>de</strong> “gelan<strong>de</strong>n” of<br />

“gegoeij<strong>de</strong>n”, <strong>de</strong> eigenaars <strong>van</strong> een minimum aan belastbare grond, en beslissingen i.v.m.<br />

eventuele ontginning waren dan ook die boeren voorbehou<strong>de</strong>n, zodat het niet hoeft te<br />

verwon<strong>de</strong>ren dat zij in een later stadium eigenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> hei<strong>de</strong> zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n (cfr. infra).<br />

Ontginning in <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw<br />

Reeds in het mid<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw had het Oostenrijks bewind getracht een grootscheepse<br />

ontginnings- en privatiseringsbeweging op gang te krijgen door tij<strong>de</strong>lijke vrijstelling <strong>van</strong><br />

publieke lasten, maar dit initiatief mislukte, voornamelijk omdat het in vele dorpen op verzet<br />

6<br />

stuitte <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikers <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemene gron<strong>de</strong>n. Nieuwe grootschalige ontginningen wer<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rnomen in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw, vooral na <strong>de</strong> ordonnantie <strong>van</strong> Maria<br />

Theresia (25.6.1772), die stipuleer<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> woeste gron<strong>de</strong>n <strong>van</strong> gemeenten en kloosters<br />

binnen <strong>de</strong> 6 maan<strong>de</strong>n moesten ontgonnen of verkocht wor<strong>de</strong>n, waarbij <strong>de</strong> kopers tot<br />

ontginning verplicht waren; aan ontgonnen gron<strong>de</strong>n werd voor 30 jaar vrijdom verleend <strong>van</strong><br />

alle lasten, ook <strong>de</strong> tien<strong>de</strong>n, en halve vrijstelling voor <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> 30 jaar. De bedoeling was om<br />

“inculte” gron<strong>de</strong>n rendabel te maken en het landbouwareaal uit te brei<strong>de</strong>n, maar in <strong>de</strong> praktijk<br />

bleek dat in veel gevallen slechts bebossing haalbaar was. Dat alleen was echter reeds een<br />

vooruitgang, want tot in <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw had men steeds gemeend dat <strong>de</strong> heivel<strong>de</strong>n niet kon<strong>de</strong>n<br />

bebost wor<strong>de</strong>n; uiteraard kon dit slechts bevredigend gebeuren na grondige bo<strong>de</strong>mbewerking<br />

en het breken <strong>van</strong> <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> B-horizont, <strong>de</strong> ijzeroerlaag.<br />

Brasschaat ken<strong>de</strong> enkele grote voorlopers <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze laat-18<strong>de</strong>-eeuwse ontginningsbeweging.<br />

Zo was er bijv. vooreerst <strong>de</strong> Kaart, waar men wegens <strong>de</strong> vele klachten m.b.t. zandverstuiving<br />

in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1763-1767 overging tot het massaal aanplanten <strong>van</strong> <strong>de</strong>nnenbossen op <strong>de</strong><br />

7<br />

Katerhei<strong>de</strong>, om <strong>de</strong> verstuiving tegen te gaan. In <strong>de</strong> archieven zijn diverse documenten<br />

8<br />

bewaard aangaan<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze beplantingen en<strong>de</strong> besaeijingen met mast <strong>van</strong> <strong>de</strong> Caerterheij<strong>de</strong> ofte<br />

9<br />

Santzee. Ook el<strong>de</strong>rs (in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klaverhei<strong>de</strong> en Werverbossen, Eikelenberg, achter<br />

Mishagen, etc.) werd hard gewerkt aan het “breken” <strong>van</strong> <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>, dat bestond in het rooien<br />

10<br />

<strong>van</strong> bomen, maken <strong>van</strong> dammen en graven <strong>van</strong> afwateringsgrachten, etc. De hele Klaverhei<strong>de</strong><br />

moet toen door <strong>de</strong> gemeente “gefatsoeneerd” geweest zijn, ongetwijfeld me<strong>de</strong> op aansporen<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gerechtig<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>ze “gemene” hei<strong>de</strong>, want in 1770 bekwamen ze op hun verzoek <strong>de</strong><br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

Zie bijv. VAN LOOVEREN E., De privatisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentegron<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Provincie Antwerpen: vier<br />

case-studies, in: Bijdragen tot <strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nis, 1983, 189; voor Noord-Brabant: BUIS J., Historia<br />

Forestis, Ne<strong>de</strong>rlandse bosgeschie<strong>de</strong>nis, Utrecht, 1985, I, 166-168.<br />

VERVLOET J.A.J., Inleiding tot <strong>de</strong> historische geografie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse cultuurlandschappen,<br />

Wageningen, 1984,20.<br />

VAN LOOVEREN, a.c. 190-191.<br />

Rijksarchief Antwerpen, Oud gemeentearchief Ekeren, nr. 97 (1763).<br />

Ibid. nr. 20, lijsten <strong>van</strong> pioniers en talloze reçuutjes en dgl. <strong>van</strong> uitbetalingen aan mensen die op <strong>de</strong><br />

Katerhei<strong>de</strong> “gepionierd” hebben.<br />

Ibid. nr. 4 f 86v.<br />

Ibid. nr. 20 (1764) lijst <strong>van</strong> pioniers; nr. 15 diverse documenten uit 1758-1795 i.v.m. het opbreken <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> hei<strong>de</strong>.


volledige privatisering er<strong>van</strong>. Het contract <strong>van</strong> <strong>de</strong> verkaveling is bewaard gebleven en is zeer<br />

leerzaam i.v.m. het verloop <strong>van</strong> een <strong>de</strong>rgelijk proces <strong>van</strong> privatisering. 11<br />

De verkaveling<br />

De Caertsche gemeijnte ofte Claverheij<strong>de</strong> en<strong>de</strong> wervelbosschen werd door <strong>de</strong> inwoners <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gehuchten Kaart en Eikelenberg in cijns gehou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> heer <strong>van</strong> Ekeren en alle eigenaars in<br />

die gehuchten, <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> gelan<strong>de</strong>n ofte gegoeij<strong>de</strong>n, waren in <strong>de</strong> hei<strong>de</strong> gerechtigd.<br />

Op 9.11.1770 kwamen ze te Antwerpen (in <strong>de</strong> Hertog <strong>van</strong> Beieren) in verga<strong>de</strong>ring bijeen uit<br />

<strong>de</strong> overweging dat <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>, die tot dan slechts gediend had als graasplaats voor het ledig<br />

12 vee , beter zou kunnen ren<strong>de</strong>ren indien ze verkaveld werd tussen <strong>de</strong> gerechtig<strong>de</strong>n, zodat ie<strong>de</strong>r<br />

het sijn sou<strong>de</strong> connen ga<strong>de</strong>slaen, verbeteren en<strong>de</strong> beneerstigen. De eigenaars had<strong>de</strong>n daarbij<br />

dui<strong>de</strong>lijk hun eigen voor<strong>de</strong>el voor ogen, want <strong>de</strong> bezwaren <strong>van</strong> enkele cleijne gemeijntenaeren<br />

wer<strong>de</strong>n minimaal opge<strong>van</strong>gen. Deze laatsten, enkele eigenaars <strong>van</strong> een paar kleine hoeven aan<br />

<strong>de</strong> rand <strong>van</strong> <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>, had<strong>de</strong>n geopperd dat zij absoluut hun ledigh vee op <strong>de</strong> gemene hei<strong>de</strong><br />

moesten kunnen laten wei<strong>de</strong>n of dat an<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> culture <strong>van</strong> hunnen erven zou<strong>de</strong>n vergaen. De<br />

heren gegoe<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n daar begrip voor en besloten welgeteld 3 bun<strong>de</strong>r af te palen en<br />

onverlet te laten voor die kleine eigenaars of pachters.<br />

De rest <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klaverhei<strong>de</strong> werd in 34 kavels on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> heren eigenaars ver<strong>de</strong>eld à rato <strong>van</strong> wat<br />

ie<strong>de</strong>r op grond <strong>van</strong> zijn bezittingen in <strong>de</strong> gehuchten Kaart en Eikelenberg bijdroeg in <strong>de</strong><br />

dorpslasten, met dien verstan<strong>de</strong> dat ie<strong>de</strong>r 175 roe<strong>de</strong>n kreeg voor elk bun<strong>de</strong>r waarop hij<br />

belasting betaal<strong>de</strong> (een bun<strong>de</strong>r = 400 roe<strong>de</strong>n). De kavels wer<strong>de</strong>n door het lot toegewezen.<br />

Voor <strong>de</strong> “banen” naar Achterbroek en Wuustwezel werd voldoen<strong>de</strong> terrein buiten <strong>de</strong><br />

verkaveling gelaten, terwijl <strong>de</strong> overige privéwegen, waterlopen en grachten half en<strong>de</strong> half bij <strong>de</strong><br />

aangrenzen<strong>de</strong> kavels wer<strong>de</strong>n gevoegd, on<strong>de</strong>r voorwaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> gezamenlijk on<strong>de</strong>rhoud. De<br />

bovenvermel<strong>de</strong> kavel <strong>van</strong> drie bun<strong>de</strong>r bleef onver<strong>de</strong>eld om voorlopig te dienen tot gebruik <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> klijne gemeyntenaeren aan wie geen specifieke kavel toekwam en ook als plaats voor<br />

leemwinning voor alle huizen <strong>van</strong> Kaart en Eikelenberg. Bovendien bleef een kavel <strong>van</strong> vier<br />

bun<strong>de</strong>r onver<strong>de</strong>eld voor eventuele onvoorziene gevallen. Wat naast <strong>de</strong> 36 kavels en <strong>de</strong> twee<br />

wegen nog overbleef <strong>van</strong> <strong>de</strong> hei<strong>de</strong> werd toegewezen aan boor<strong>de</strong>igenaar <strong>de</strong> Proli, in ruil voor<br />

het aanleggen <strong>van</strong> <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong> wegen, particuliere wegen, waterlopen en scheidingsgrachten<br />

tussen <strong>de</strong> kavels, bruggen en goten. De overeenkomst kreeg <strong>de</strong> handtekeningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> diverse<br />

eigenaars (of een kruisje <strong>van</strong> diegenen die niet kon<strong>de</strong>n schrijven) en daarmee was <strong>de</strong><br />

privatisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klaverhei<strong>de</strong> voltrokken en kon ie<strong>de</strong>r het sijn ontginnen.<br />

Wanneer men nagaat wat er 50 jaar later <strong>van</strong> die “ontginningen” terecht was gekomen, zou<br />

men <strong>de</strong> indruk kunnen krijgen dat het <strong>de</strong> heren er blijkbaar veeleer om te doen was geweest<br />

hun privé-bezit uit te brei<strong>de</strong>n: meer dan <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> oppervlakte was nog hei<strong>de</strong> (55%),<br />

slechts 8% was bouwland gewor<strong>de</strong>n, 1,5% wei<strong>de</strong>, 5% hakhout en 29% <strong>de</strong>nnenbossen<br />

(Kadaster 1834). Veeleer zal <strong>de</strong> schuld echter op rekening moeten geschreven wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het<br />

barre, weerbarstige hei<strong>de</strong>land. Getuige daar<strong>van</strong> J.THYS : Laet ons onze oogen maer slaen op<br />

<strong>de</strong> menigvuldige opbreekingen, welke over 40 jaeren geschied zyn tusschen Capellen en<br />

Kalmthoud, tusschen Eekeren en Brecht, en men zal bevin<strong>de</strong>n dat 'er reeds meer als <strong>de</strong> helligt<br />

11<br />

12<br />

Stadsarchief Antwerpen, notariaat 184 (notaris F.B. BELTENS), akte nr. 49. Voor tekst zie bijlage.<br />

ledigh vee = niet-melkgeven<strong>de</strong> koeien, vaarzen en afgemolken koeien, later in <strong>de</strong> Kempen ook “leeg<br />

goed” genoemd (VLIEBERGH E., De lan<strong>de</strong>lijke bevolking <strong>de</strong>r Kempen geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> 19e eeuw, Bruxelles,<br />

1906, 124).


13<br />

tot hunnen voorigen staet gekeert zyn. Gebrekkige mestvoorziening en min<strong>de</strong>rwaardigheid<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> grond waren <strong>de</strong> voornaamste oorzaken <strong>van</strong> het falen <strong>van</strong> het ontginningsproces.<br />

Pas na <strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> het Kamp zou <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klaverhei<strong>de</strong> gelei<strong>de</strong>lijk meer bevolkt<br />

geraken.<br />

Bijlage: Akte <strong>van</strong> notaris Beltens dd. 9.11.1770<br />

Generaele vergae<strong>de</strong>ringe <strong>van</strong> <strong>de</strong> gelan<strong>de</strong>n ofte gegoeij<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> gehuchten <strong>de</strong> Caerte en<strong>de</strong><br />

Eijckelenbergh on<strong>de</strong>r Eeckeren gehou<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>n Hertogh Van Beijeren binnen Antwerpen op<br />

vrijdagh <strong>de</strong>n 9e november 1770.<br />

In <strong>de</strong> selve vergae<strong>de</strong>ringe is overwogen dat <strong>de</strong> Caertsche gemeijnte ofte Claverheij<strong>de</strong> en<strong>de</strong><br />

wervelbosschen groot volgens <strong>de</strong> dorpsCaerte met <strong>de</strong> wegen daer door loopen<strong>de</strong> hon<strong>de</strong>rt een<br />

en sestigh Bun<strong>de</strong>ren welcke <strong>de</strong> gemeijntenaeren <strong>van</strong> <strong>de</strong> Caerte en<strong>de</strong> Eijckelenbergh zijn te<br />

chijns hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>van</strong> sijne Serenissime Hoogheijt <strong>de</strong>n heere <strong>van</strong> Eeckeren, <strong>de</strong> welcke tot hier<br />

toe niet en hebben gedient als alleen voor eene ij<strong>de</strong>le paturagie <strong>van</strong> het ledigh vee aldaer, tot<br />

beter weir<strong>de</strong> en<strong>de</strong> profijt sou<strong>de</strong> connen gebroght wor<strong>de</strong>n bij mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> <strong>de</strong> selve te vercavelen<br />

en<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ijlen tusschen <strong>de</strong> gene daer toe gerechtigheijt hebben<strong>de</strong>, opdat een ie<strong>de</strong>r het sijn<br />

sou<strong>de</strong> connen ga<strong>de</strong>slaen, verbeteren en<strong>de</strong> beneerstigen,<br />

Waer tegens <strong>de</strong> Eijgenaers <strong>van</strong> eenige ste<strong>de</strong>n naest <strong>de</strong> selve Gemeijnte Gelegen waeren<br />

voordragen<strong>de</strong> dat sij <strong>de</strong> eij<strong>de</strong>le paturagie voor hun ledigh vee op <strong>de</strong> selve gemeijnte niet en<br />

con<strong>de</strong>n <strong>de</strong>rven en<strong>de</strong> dat in sulcken gevalle <strong>de</strong> culture <strong>van</strong> hunnen erven zou<strong>de</strong>n vergaen,<br />

Om welcken aengaen<strong>de</strong> aen <strong>de</strong> lestgemel<strong>de</strong> satisfactie te geven was geconcipieert dat men<br />

op sekeren streeck voor hun het bequaemste gelegen sou<strong>de</strong> afpaelen eene proportionneele<br />

quantiteijt om voor <strong>de</strong> lestgemel<strong>de</strong> eijgenaers oft hunne huerlingen te blijven in 't gemeijn<br />

liggen en<strong>de</strong> met hun ledigh vee te wor<strong>de</strong>n gepatureerd naer hun goetvin<strong>de</strong>n.<br />

Voor<strong>de</strong>r was in overweginge genomen ofte <strong>de</strong>n voet actuelyck geplogen in het betaelen <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>n chijns moest voor Regel dienen <strong>van</strong> <strong>de</strong> te doene Cavelinge en<strong>de</strong> <strong>de</strong>ijlinge het welck eenige<br />

waeren sustineren<strong>de</strong> son<strong>de</strong>r te bemercken dat <strong>de</strong> eijgenaers <strong>van</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n <strong>de</strong> welcke in <strong>de</strong><br />

voorgaen<strong>de</strong> Oorlogh zijn ge<strong>de</strong>strueert, door hunne pachters oock voorgaen<strong>de</strong>lijck had<strong>de</strong>n<br />

gecontribueert in <strong>de</strong>n selven chijns soo lange sij daer <strong>van</strong> gebruijck had<strong>de</strong>n gehadt en<strong>de</strong> dat<br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re voor hun maer en had<strong>de</strong>n gesuppleert, <strong>de</strong>n tijdt <strong>van</strong> twintigh jaeren binnen <strong>de</strong>n<br />

welcken sij oock alleen het gebruijck had<strong>de</strong>n gehadt, en<strong>de</strong> dat daer en boven op <strong>de</strong> erven als<br />

nu ontbloot <strong>van</strong> wooningen altijdt con<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gebouwt wanneer <strong>de</strong> bewoon<strong>de</strong>rs we<strong>de</strong>rom<br />

sou<strong>de</strong>n gerechtigh sijn tot het gebruijck <strong>van</strong> <strong>de</strong> voors. Caertsche Gemeijnte.<br />

En<strong>de</strong> daer toe geconsi<strong>de</strong>reert dat het Recht tot <strong>de</strong> Caertsche gemijnte eijgentlijck was<br />

voorts comen<strong>de</strong> uijt <strong>de</strong> besittinge <strong>van</strong> erven, <strong>de</strong> welcke ie<strong>de</strong>r aldaer was hebben<strong>de</strong>, soo is<br />

geconcipieert dat men voor regel <strong>van</strong> <strong>de</strong> te doene Cavelinge en<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ijlinge moest nemen<br />

het volpresen bun<strong>de</strong>r getal het welck ie<strong>de</strong>r eijgenaer in <strong>de</strong> publicque lasten over sijne erven<br />

was gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, als over een comen<strong>de</strong>, met <strong>de</strong> institutie distributie.<br />

Allen het welck rijpelijck geconsi<strong>de</strong>reert zijn<strong>de</strong><br />

Soo is Geresolveert<br />

1. Dat <strong>de</strong> voors. Caertsche gemeijnte ofte soo genaem<strong>de</strong> Claver heij<strong>de</strong> en<strong>de</strong><br />

wervelbosschen wor<strong>de</strong>n vercavelt tusschen <strong>de</strong> gelijcke geconvoceer<strong>de</strong>, op <strong>de</strong>n last <strong>van</strong><br />

13<br />

THYS J., Historische Verhan<strong>de</strong>linge over <strong>de</strong>n staet <strong>van</strong> het Ne<strong>de</strong>rland, Mechelen, 1809, 157.


eenen stuyver per bun<strong>de</strong>r 's jaers tot uijtvindinge <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaerlijckschen chijns <strong>van</strong> vijf<br />

gul<strong>de</strong>ns 2 1/2 stuijvers op het geheel uijtgaen<strong>de</strong>.<br />

2. Dat buyten <strong>de</strong> vercavelinge wor<strong>de</strong>n gelaeten <strong>de</strong> noodige erven soo voor <strong>de</strong> baene naer<br />

het achterbroeck, als voor <strong>de</strong> baene naer Westwesel, beij<strong>de</strong> verbeldt in <strong>de</strong> Caerte alhier<br />

gevoeght.<br />

3. Dat <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>re particuliere wegen, waterloopen en<strong>de</strong> Grachten sullen wor<strong>de</strong>n<br />

aengemeten aen <strong>de</strong> aengrenzen<strong>de</strong> Cavels half en<strong>de</strong> half, welcke wegen ie<strong>de</strong>r tegens sijne<br />

erve sal mogen beplanten, en<strong>de</strong> <strong>de</strong> wegen, waterloopen en<strong>de</strong> grachten gesaementlijck<br />

moeten on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n.<br />

4. Dat <strong>de</strong>se vercavelinge gebeurt a rato dat ie<strong>de</strong>re eijgenaer <strong>van</strong> sijne bezittingen on<strong>de</strong>r<br />

het gehuct <strong>de</strong> Caerte en<strong>de</strong> Eijckelenbergh is contribueren<strong>de</strong> in <strong>de</strong> publicque lasten.<br />

5. Op welcken voet aen ie<strong>de</strong>ren eijgenaer wor<strong>de</strong>n aengerekent in <strong>de</strong>se vercavelinge een<br />

hon<strong>de</strong>rt vijf en seventigh Roe<strong>de</strong>n tegens elck volpresen bun<strong>de</strong>r het welck hij in <strong>de</strong><br />

publicque lasten is getauxeert<br />

6. Datter eenen Cavel <strong>van</strong> drij bun<strong>de</strong>ren blijft onvercavelt liggen om provisionelijck te<br />

dienen tot gebruijck <strong>van</strong> <strong>de</strong> klijne gemeyntenaeren aen welckers wooningen geenen<br />

particulieren Cavel en wordt aengeschreven, me<strong>de</strong> voor het uythaelen <strong>van</strong> <strong>de</strong>n<br />

noo<strong>de</strong>gen Leem voor alle <strong>de</strong> edificien <strong>van</strong> <strong>de</strong> Caerte en<strong>de</strong> eyckelenbergh.<br />

7. Dat insgelijckx eenen Cavel <strong>van</strong> vier bun<strong>de</strong>ren twee Roe<strong>de</strong>n sal blijven onverlet liggen<br />

tott'er tijdt en<strong>de</strong> wijlen en<strong>de</strong> dit voor <strong>de</strong> eijgenaers en<strong>de</strong> Gevallen waer aen in <strong>de</strong>se<br />

vercavelingen niet en mocht wesen voorsien.<br />

8. Dat diensvolgens <strong>de</strong>se vercavelinghe wordt gedaen in ses en <strong>de</strong>rtigh Cavelen, te weten<br />

vier en <strong>de</strong>rtigh Cavelen voor <strong>de</strong> resp. eijgenaers vermelt, ie<strong>de</strong>r met <strong>de</strong> groodte <strong>de</strong><br />

welcke sij vercrijgen, in het plan alhier gevoeght, zijn<strong>de</strong> <strong>de</strong>n vijfen<strong>de</strong>rtighsten en<strong>de</strong><br />

sesen<strong>de</strong>rtighsten Cavel <strong>de</strong>gene als voren onverlet blijven liggen.<br />

9. Dat <strong>de</strong> excrescentie boven <strong>de</strong> sesen<strong>de</strong>rtigh Cavelen, naer aftreck <strong>van</strong> <strong>de</strong> voors. twee<br />

groote baenen naer Achterbroeck en<strong>de</strong> Westwesel midts <strong>de</strong>sen wordt toegevoeght aen<br />

M.Her Charles André Melchior Baron <strong>de</strong> Proli, nevens <strong>de</strong> dreve <strong>van</strong> <strong>de</strong>n selven Heere<br />

gelijck in <strong>de</strong> gevoegh<strong>de</strong> Caerte is verbeldt en<strong>de</strong> aengewesen, op<strong>de</strong>n last en<strong>de</strong> obligatie<br />

<strong>van</strong> alleen en<strong>de</strong> privatelijck te dragen en<strong>de</strong> betaelen <strong>de</strong> oncosten <strong>van</strong> het maecken <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> voors. twee baenen, <strong>de</strong> gene <strong>van</strong> <strong>de</strong> particuliere wegen, midtsgae<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> gene <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

noodige waterloopen en<strong>de</strong> Grachten ofte slooten om <strong>de</strong> Cavelen <strong>van</strong> Elckan<strong>de</strong>ren te<br />

separeren; midtsgae<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> noodige Bruggen en<strong>de</strong> goten als oock <strong>de</strong> uijtmetingen en<strong>de</strong><br />

directien in 't generael gedaen en<strong>de</strong> te doen, alleenelijck uijtgenomen <strong>de</strong> Copijen in <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong>n Artikel vermelt.<br />

10. Dat D'Heer F.B. Beltens drossard <strong>van</strong> Eeckeren cum annexis wordt gecommiteert om<br />

met assumptie <strong>van</strong> <strong>de</strong>n gesworen Landtmeter Petrus Stijnen allen het voorgemel<strong>de</strong> ter<br />

executie te brengen ten coste <strong>van</strong> <strong>de</strong>n voorn. Heere Baron De Prolij midtsgae<strong>de</strong>rs om te<br />

effectueren dat elcken Cavelant wor<strong>de</strong> gestelt in <strong>de</strong> besittinge <strong>van</strong> sijnen Cavel en<strong>de</strong><br />

daer inne gegoeijt en<strong>de</strong> geerft door <strong>de</strong>n voorn. Gecommitteer<strong>de</strong>n Drossard in <strong>de</strong>n<br />

naeme <strong>van</strong> alle <strong>de</strong> Geinteresseer<strong>de</strong> in eene doorgaen<strong>de</strong> Acte waar<strong>van</strong> hij sal uijtleveren<br />

<strong>de</strong> noodige Copijen, <strong>de</strong> welcke alleen sullen sijn ten Laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> resp. Cavelanten.<br />

11. Dat ie<strong>de</strong>r sijnen Cavel sal wor<strong>de</strong>n aengewesen ter plaetsen alwaer ie<strong>de</strong>ren Cavelant op<br />

he<strong>de</strong>n bij Lotinge is bevallen, ingevolge <strong>de</strong> Aenteekeninge op het plan <strong>van</strong><br />

vercavelinghe alhier gevoeght aengeteekent.<br />

Aldus Geresolveert en<strong>de</strong> Gecontracteert binnen Antwerpen <strong>de</strong>sen negensten november 1700<br />

seventigh.


(volgen <strong>de</strong> handtekeningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokkenen en een lijst <strong>van</strong> <strong>de</strong> toegewezen kavels met hun<br />

oppervlakte en <strong>de</strong> namen <strong>van</strong> <strong>de</strong> eigenaars; <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> plattegrond vindt men in<br />

Rijksarchief Antwerpen, Oud Gemeentearchief Ekeren nr. 171)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!