Valentijn Valentijn 18 Valentijn handleiding maart’09 Tja, wat gaat er boven gezellig tafelen? Een tête-à-tête, zonder pottenkijkers? En onze Vlaamse keuken is veruit de beste, wat die Fransen ook beweren, dus schroom is hier ongepast. De borst nat maken, even trommelen, en wat meer zelfzekerheid. Voilà. Uit of thuis? Smoking of schort? Alles om ’t even, als het maar lekker en gezellig is. En natuurlijk willen jullie weten wat het perfecte liefdesmaal is? Wat Aphrodite ons zou adviseren, de godin van de liefde, de schoonheid, de seksualiteit en de vruchtbaarheid? Waarheid of verzinsel, al die afrodisiaca? Ja, wie zal het zeggen, neem het voor wat het waard is, maar feit is, dat het werkt, als je denkt dat het werkt. Ken je het placebo-effect? Selffulfilling prophecy? Baat het niet, dan schaadt het niet? enz. Enfin, smullen maar! En komt er niets van in huis, dan heb je toch lekker gegeten… Ziehier, een greep uit het handboek van culinaire liefde: handleiding Een stapje in de wereld zetten? Ons bezatten en fuiven, bedoel je? Neen, neen, letterlijk: met de voeten, niet met drank. Geen zin om ver te rijden? Welnu, dat hoeft ook niet. Wij hebben hier lokaal toch ook het een en ander te bieden, ja toch? Ons provinciaal domein? Van ons, zeg je? Tuurlijk wel! Vertelde onze honderdjarige niet (nog drieëndertig dagen tussen haakjes, en ’t is zover) dat het maar door wat politiek gescharrel was dat het aan Wachtebeke toegewezen werd. Voilà, ’t is ‘t onze dus, en zoniet in zijn geheel, dan toch al zeker gedeeltelijk. <strong>Nummer</strong>9080 <strong>Nummer</strong>zesmaarttweeduizendennegen Het de-liefde-gaat-door-de-maag-type: voor hongerige geliefden Met oesters kom je uit je schelp Kreeften kleuren rood van liefde Knoflook is liefdesstook Van een duifje ga je vliegen Wild maakt wild Van paddenstoelen ga je woelen Chocolade is genade Kaneel is liefdesmeel Munt zorgt voor een stunt Vanille-ijs laat harten smelten Een aardbei is ’t beste gevlei Het zet-eens-een-stapje-in-de-wereld-type: voor actieve geliefden ’t Mooiste stekje in het bos? Onze kant van de Bosdam, aan de visvijver, en het dierenpark. De slotdreef en de Bosdamvijverdreef. Hou gewoon de buitenkant, en je wandelt in een feeërieke winterse omgeving, met een prachtige fauna en heerlijke sprokkelbulten. Kraagje recht, arm in arm, lekker uitwaaien, en dan ’s avonds thuis samen gezellig onder het dons, of aan het knarsende haardvuur, op een schapenvel. Moet dat meer zijn? Bijlange niet!
Valentijn <strong>Nummer</strong>9080 <strong>Nummer</strong>zesmaarttweeduizendennegen ‘t Oudste gebruik op Valentijn is natuurlijk het sturen van kaartjes, en die onderteken je dan met ‘je valentijn’. Anoniem, zo is ’t begonnen, maar nu mag je er gerust al zelf je naam onderzetten. ’t Heeft alvast het voordeel van de duidelijkheid, en anders kon er wel eens een ander met de eer gaan lopen. Je kan ze kopen natuurlijk, zowat overal, maar wie echt met kop en schouders boven zijn rivalen uit wil steken, schept zijn papier zelf, en kalligrafeert dat het een lieve lust is. Hoe ga je te werk? Verzamel vezels van oud papier, katoen, bamboe, enfin, wat je ook maar vindt, leg ze te weken in water, dan fijnmalen, en dan de pulp nogmaals in een badkuip, eruit zeven en ‘koetsen’: kantelen op een dweil. Finaal drogen of uitpersen, en klaar is kees. Wat een gedoe, zeg je? Jamaar, hou je van je lief, of niet! Welaan dan, geen gezeur. Schortje aan en scheppen maar! Gelukt? Ok, je mooiste pen, je vaste hand, je beste tekst, en nu geen fouten, hoor! Weet je nog, toen je op de lagere school je nieuwjaarsbrief moest schrijven? Wel, dat gevoel krijg je weer! Heerlijk toch? Eindresultaat: met liefde gemaakte verzen. En laat Shakespeare je maar eens inspireren: Valentijn Het stuur-eens-een-kaartje-type: handleiding voor verlegen geliefden Valentijn Het scheld-elkaar-eens-de-huid-vol-type hoe het niet moet voor gebroken geliefden E n als ’t allemaal mislukt? Wat meer moeite doen, zeker! Want anders kon ’t wel eens verkeerd aflopen, zoals in de Klucht van de Koe, een Middelnederlandse tekst van ons aller volkse Bredero. Ja, die nam geen blad voor de mond, en een klucht in de middeleeuwen, ja, dat was een klucht, hoor! Die wonden er geen doekjes om! Om rode kaken en rode oortjes van te krijgen. ’t Is wat vrouwonvriendelijk, minimaliseerde mijn prof ooit toen hij het ons presenteerde, en hij gniffelde zijn ogen dicht. Een understatement van jewelste, zoals direct zal blijken. Maar, besloot hij met priemende vinger: jongeheren, eenzelfde lot kan ook u beschoren zijn! We zijn nu geëmancipeerd, moet je weten! Wees dus waakzaam en vertroetel jullie geliefden, gij allen, besloot hij. En toen lazen wij het scherpste stukje scheldproza van de Nederlanden… Zijn we erop vooruitgegaan in de laatste eeuw, dames? Nou moe, ik dacht het wel! (en voor er weer boze lezersbrieven komen: de onderstaande tekst is niet van ons!) Mocht een man zyn Wijf verkoopen, Gelijckmen Koeyen en Paerden doen, Daer souwer so mennich te marckt loopen, Daermen’t nou niet op vermoen. Gans lyden, hoe is een Man oock van een Wijf gequelt! Een heelen dagh leydse myn so verhayd an ’t hooft en leldt, Om dat ick gisteren iuyst eens tot elven toe uyt,, was, Daarom seydse dat ick een rabauwt, en een guyt,, was, Een vleys-dief, een quist-goed, een spil-penningh, een door-slach, een snap-op, een gild, Ist dan wongder dat een man somtyts raakt op het wilt? Daerom spiegelt u vry, ghy vryers, eer u dit geschiet, Hay banckt altoos, en trouwt van iou leven niet. Myn wijf doet anders niet dan knorren, dan kyven, dan pruylen, Dan rasen, dan klagen, dan suchten, dan kermen, dan huylen, O ’t is sulcken suur-muyl! sy het niet een soete beet an haer hiele lijf! Gy sacht van iou lieffelijcke leven dagen niet sukken lielijcken wijf, S’ is lang-geneust, en dick-gelipt, met losse hangende wangen, Men souwse op een drie-sprong setten om ionge Nickers te vangen, Gy souwt sucken Venisje niet vinden, al socht gy de stadt,, deur, Gants lichters, hoe koom ick an dit ansicht hangter een mat,, veur. O sy is so vriendelijck, as een arm vol Katten, Of as een oor-wurm, waraftich, ick segh iou datte, Ick wouwer flusjes wat snobbelen, wat soenen, wat sabben, Maer dese smaelijcke meer, deed niet dan byten, smyten, en krabben, Ick seyden: Hoe gy wilt moer, wil gy niet, een ander wil gaeren, En mit so snapten ick uyten huys, eens-klaps inde Travaeren. Doubt thou the stars are fire, (twijfel dat de sterren van vuur zijn) Doubt that the sun doth move, twijfel dat de zon beweegt) Doubt truth to be a liar, (twijfel of de waarheid geen leugen is) But never doubt I love. (maar twijfel nooit aan mijn liefde) Als een man zijn vrouw zou mogen verkopen Zoals men met koeien en paarden doet, Dan zouden er velen naar de markt lopen Van wie men het niet meteen vermoedt. Lieve hemel, een vrouw is het ergste wat een man kan gebeuren. De hele dag ligt ze me zo verdomd aan mijn kop te zeuren. Gisteren was ik eens een keer tot elf uur uit, En nu zegt ze dat ik een smeerlap ben en een schavuit. Een vrouwenjager, een doordraaier, een opmaker, een verkwister, een verspiller die goede sier maakt. Is het dan zo vreemd dat een man zo nu en dan aan de zwier raakt? Daarom, vrijgezellen, bezin je eerst wel even: Vooruit, maak plezier, en trouw nooit van je leven! Mijn vrouw doet anders niet dan knorren, kijven en pruilen, Dan schreeuwen, klagen, zuchten, kermen en huilen. O, ’t is zo’n zuurpruim! Er zit geen lekker hapje aan haar lijf; Je zag van je levensdagen nog nooit zo’n lelijk wijf. Ze is lang van neus, dik van lip, en heeft slappe, hangende wangen, Je zou ze op een driesprong zetten om jonge duivels mee te vangen. Nergens zul je zo’n schoonheid vinden, al zocht je de hele stad door. Verdraaid, hoe kom ik aan zo’n portret, het liefst hing ik er een mat voor. O, ze is zo vriendelijk als een blazende kat. Of als een oorwurm, waarachtig, ik verzeker je dat. Ik wou haar zo net even zoenen, even knuffelen, even met haar stoeien gaan. Maar die gemene feeks deed anders niet dan bijten, krabben en slaan. Ik zei: ‘Zoals je wilt, vrouw, als jij niet wilt, een ander wil geerne.’ En meteen glipte ik het huis uit, rechtstreeks naar de taveerne. februari’09 19