31.07.2013 Views

Deel II: De Amerikaanse benadering - VU-DARE Home

Deel II: De Amerikaanse benadering - VU-DARE Home

Deel II: De Amerikaanse benadering - VU-DARE Home

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2, Nazi-demonstraties: Skokie<br />

Het beste aanknopingspunt voor die exercitie wordt geboden door de Skokie-zaak, die<br />

eind jaren zeventig in Amerika speelde, Skokie is een voorstad van Chicago, die toen<br />

zo'ii 70.000 inwoners telde, Ruim de helft daarvan was van joodse afkomst en daaronder<br />

bevonden zich enkele duizenden overlevenden van de kampen. Uitgerekend deze plaats<br />

was door de National Socialist Party of America van Frank Collin uitgekozen voor een<br />

politieke demonstratie: in uniform, met de bekende van een groot hakenkruis voorziene<br />

partij vlag en onder het van tevoren via pamfletten verspreide motto, dat je de meeste jo­<br />

denhaters vindt waar de meeste joden zijn. We treffen hier met andere woorden een ex­<br />

treem geval aan van het soort handelen dat de Nederlandse wetgever voor ogen moet<br />

hebben gehad bij de formulering van art. 137c: een voorbeeld van een in zijn groteskheid<br />

nauwelijks te evenaren belediging. Pat is vooral hier, in de wijze waarop het recht om­<br />

gaat met een dergelijke onverhulde vorm van racistische haatpropaganda, dat het verschil<br />

duidelijk wordt tussen de <strong>Amerikaanse</strong> <strong>benadering</strong> van de vrijheid van meningsuiting en<br />

de Nederlandse of ruimer: de Europese.<br />

In deze zaak stond de grondwettigheid ter discussie van drie verordeningen die de ge­<br />

meente Skokie had uitgevaardigd met het speciale doel om het Frank Collin en zijn par­<br />

tijgenoten onmogelijk te maken in Skokie te demonstreren. 22<br />

<strong>De</strong> voor de vergelijking<br />

met art, 137c-e Sr interessantste verordening was de tweede door de rechter aangeduid<br />

als de 'racial slur ordinance\ 2<br />

~' Zij verbood de verspreiding van geschriften of afbeei-<br />

22 Er speelden eigenlijk verschillende zaken. Voor hel. gemak doe ik hier net alsof die andere niet bestaan.<br />

Voor een uitgebreid, vanuit het libertaristische perspectief van de ACLU geschreven overzicht van de<br />

loop der gebeurtenissen en de ontwikkeling van de verschillende juridische procedures: Hamlin (1980) =<br />

Zie verder Neier (1979), Horowitz and Bramson (1979), Gibson and Bingham (1985) en Downs (1985).<br />

23 <strong>De</strong> eerste verordening behelsde een vergunningensysteem en werd om drie redenen ongrondwettig verklaard:<br />

(1) Zij stelde als voorwaarde voor het verkrijgen van een demonstratievergunriing dat een aansprakelijkheids-<br />

en schadeverzekering werd afgesloten met een totaal verzekerd bedrag van minimaal $<br />

350.000 en maakte zo de uitoefening van het demoostratierecht afhankelijk van een in de praktijk niet te<br />

overwinnen obstakel (2) Zij bood de gemeente de mogelijkheid die voorwaarde te laten vallen, zonder<br />

criteria aan te geven op grond waarvan zo'n vrijstelling gegeven mocht worden en gaf de gemeente dus<br />

de ruimte om onder het mom van regulering inhoudelijke censuur uit te oefenen. Zie voor Nederland KB<br />

<strong>II</strong> mei 1948, AB 1948, 642 (exploitatievergunning bibliotheek); weliswaar staat daar HR 20 juni 1950,<br />

NJ 1950, 619 (ventverbod) tegenover, waar de HR overwoog 'dat niet valt in te zien, dat een dispensatiebevoegdheid<br />

een geldige regeling onverbindend zou maken alleen op grond van de mogelijkheid dat<br />

van die bevoegdheid misbruik zou worden gemaakt* (vgl. <strong>De</strong> Winter (1993), p, 100-106); maar daartegenover<br />

staat weer HR 11 december 1987, NJ 1990, 73, waarin de enkele mogelijkheid van censuur doorslaggevend<br />

was (vgl. Vermeulen (1992a), p. 162-3)). (3) Door de bepaling dat een vergunning niet afgegeven<br />

kon worden voor bijeenkomsten waarin racistische uitlatingen gedaan zouden worden vestigde zij<br />

een regime van voorafgaand verlof. (Vgl. voor Nederland art. 7 Gw en art, 4 en 5 WOM, zie hieronder §<br />

7.)<br />

<strong>De</strong> derde verordening verbood het demonstreren in 'military style* uniformen, <strong>De</strong> districtsrechter schoof<br />

deze bepaling bruusk terzijde als 'patently and flagrantly unconstitutional on its face.' (Collin v, Smüh,<br />

441 F.Supp, 676 (N.D. 111. 1978), 700) <strong>De</strong> gemeente had betoogd dat het dragen van dergelijke uniformen<br />

onverenigbaar was met de traditie van democratie en met de opvattingen over moraal en fatsoen van de<br />

burgers van Skokie. <strong>De</strong> districtsrechter oordeelde echter dat het evident ongrondwettig is om een symbool<br />

te verbieden wegens onverenigbaarheid met een 'traditie* of met opvattingen over moraal en fatsoen die<br />

op grond van de grondwettelijk gewaarborgde rechten door iedere Amerikaan bekritiseerd en verworpen<br />

mogen worden,<br />

Skokie zag snel in dat het geen zin had de ongrondwettig verklaring van deze verordeningen aan te<br />

137

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!