You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Litteraire kroniek<br />
VERMEYLEN NEEMT<br />
ONTSLAG UIT<br />
DE AKADEMIE<br />
Het heeft groot opzien gebaard dat<br />
August Vermeylen ontslag heeft ingediend<br />
als lid van de koninklijke<br />
Vlaamsche Akademie.<br />
Wrj gingen hem de redenen vragen.<br />
Maar wij kregen geen antwoord.<br />
— Is het omdat de Academie nu<br />
ook nog Emmanuel Hiel zal moeten<br />
vieren als de grootste dichter van<br />
Vlaanderen, vroegen wij.<br />
Vermeylen schudde het hoofd.<br />
— Is het omdat Muls in de Academie<br />
zetelt ?<br />
— Ach neen, zei Vermeylen. Doch<br />
luister, ik zal het u zeggen, maar vertel<br />
het niet voort. Joris Eeckhout heeft<br />
al twee voordrachten gehouden; nu wil<br />
hij er een derde voordragen. Liever<br />
dan in de gevangenis te geraken, verlaat<br />
ik de Academie.<br />
— In de gevangenis....?<br />
— Ja, ik zou mij niet kunnen weerhouden<br />
hem uit een venster te gooien.<br />
Ze kenden<br />
elkander...<br />
Toen de beruchte aftroggelaar Otto<br />
de Beney overleed, ging zijn ziel direkt<br />
naar den hemel.<br />
— Heer laat me binnen a. u. b.!<br />
smeekte Otto.<br />
— Neen, antwoordde God de vader,<br />
er is hier geen plaats in 't Paradijs<br />
voor spelers.<br />
— Och kom, kijk niet zoo nauw:<br />
Spelen heb ik wel gedaan, maar mijn<br />
voornaamste bezigheid was toch geld<br />
verduisteren en vrourwenloopen.<br />
— Dat kan me niet schelen. Ge zijt<br />
een speler en spelers komen hier niet<br />
binnen! hield de goede God stijfhoofdig<br />
vol.<br />
— Och Heere toch, smeekte de Beney<br />
een laatste maal, «vergiffenis»!<br />
Laat me nog een kans! Wees goedertierend!<br />
— Het zü zoo, aarzelde de Algoede.<br />
— Gun me ,iog één kans! Laat ons<br />
«zotje jagen» met de kaarten en zoo<br />
ik verlies, moogt ge me voor eeuwig<br />
naar den duivel zenden! stelde Otto<br />
voor.<br />
Zijn aanbod werd aanvaard. Weldra<br />
zat God de vader lachend tegenover<br />
den aftroggelaar en schudde een spel<br />
kaarten door elkaar.<br />
— Afpakken! Maar niet zeuren! be-<br />
• 1 de Almachtige.<br />
— Goed! Maar ziet dat gü geen mirakel<br />
doet, hoor! klonk het even beslist<br />
terug.<br />
KOEKOEK<br />
DE GOEDE PASTOOR<br />
De nieuwe pastoor was op het dorp<br />
aangekomen. Het was een doorbrave<br />
jongen, maar nog onervaren.<br />
Dit belette niet, dat hij spoedig populair<br />
werd, vooral bij de vrouwelijke<br />
inwoners van de parochie. Nog nooit<br />
hadden ze zoo'n pastoor gehad; dit<br />
was tenminste een mensch, die reden<br />
verstond. Hij werd vooral geprezen om<br />
het feit, dat de penitentie, die hij na<br />
de biecht gaf, nooit te streng was.<br />
Toen Madame Liefkens dat vernam,<br />
besloot ze hem ook tot haar biechtvader<br />
te maken. Ze had nogal enkele<br />
zonden begaan en wou er tegen een<br />
goedkoop prijsje van af komen.<br />
De eerste maal, dat ze gebiecht had<br />
moest ze enkel twee weesgegroetjes<br />
lezen. Dit beviel haar opperbest en ze<br />
besloot de volgende week haar groote<br />
zonde te belijden.<br />
Acht dagen nadien bekende ze m<br />
den biechtstoel dat ze haar echtgenoot<br />
bedrogen had met haar twee buren.<br />
De pastoor schrok geweldig. Het was<br />
de eerste maal, dat hij zóó iets vernam.<br />
Wat moest hij doen?<br />
Toen, na een vijftal minuten, de<br />
vrouw vroeg welke penitentie ze kreeg<br />
antwoordde hij.<br />
— Madame, kom moigen terug, ik<br />
zal eens goed nadenken, want uw geval<br />
is buitengewoon erg...<br />
* » *<br />
Gansch den dag kende onze pastoor<br />
geen rust, slechts één gedachte bezielde<br />
hem: «Wat moet ik haar als penitentie<br />
geven?» Met den avond had hij<br />
nog niets rassends gevonden.<br />
Hü besloot om raad te gaan Wj een<br />
ouderen vriend, die pastoor was van<br />
Dr. Pangloss zat eens te meer met<br />
zün hoofd tusschen zün handen.<br />
— Ge ziet er zoo triestig uit? Wat<br />
scheelt er? vroeg Jo-Jo.<br />
— Ziet ge 't niet, petater? Kunt ge<br />
't dan op mün aangezicht niet lezen<br />
dat mijn ziel honger heeft en mün lever<br />
dorst tn mün portemonnaie de tering?<br />
— Och kom, Dr. Pangloss, troost<br />
u. Ik kan -<br />
i uit de penarie helpen. Zie,<br />
ik ben juist op zoek naar u voor een<br />
ernstige zaak. Ik kom u namelük iets<br />
voorstellen, waaraan ge u allerminst<br />
verwacht.<br />
Het gelaat van onzen diepbedroefden<br />
dokter klaarde eenigszins op. Er voer<br />
een straal van hoop over de schaduw,<br />
die zün neus afwierp.<br />
— En wat is 't?<br />
— Een huw -ijk! Ja, ik kom u een<br />
schitterend huwelük voorstellen!<br />
— Waarom? Ik ben moe... Ik ben<br />
arm... Ik ben uitgeput...<br />
— Wat geeft dat, Dr. Pangloss! Zij<br />
is des te levendiger, des te rijker, des<br />
te schooner!<br />
— Helaas, Jo-Jo, ge wilt zeker met<br />
me gekken?<br />
het nabijgelegen dorpje. Na het avondmaal<br />
toog hij er heen. Het was büna<br />
tien uur als hü aan de pastorij aankwam.<br />
Zün vriend was verbaasd hem<br />
op zoo'n laat uur te zien.<br />
— Wat is er met u, jongen? zoo<br />
laat op de baan, is er iets dat niet<br />
gaat?<br />
— Ik zal met de deur in huis vallen.<br />
Ik zit vreeselük in de penari.<br />
Van morgen is er een vrouw bij nüj<br />
te biecht geweest, die haar man bedrogen<br />
heeft met haar twee buren.<br />
En nu weet ik niet wat als penitentie<br />
te geven.<br />
Ik dacht, dat u me misschien raad<br />
kon geven?<br />
— Ach, zoo jongen! Ziet u, in mün<br />
vrij lange loopbaan heb ik wel zoo iets<br />
meegemaakt. Eens is er een vrouw bü<br />
nnj geweest, die haar echtgenoot met,<br />
op twee na, al de mannen van haar<br />
dorp bedrogen had. Als penitentie heb<br />
ik haar voor iederen keer een akte<br />
van berouw en van liefde laten bidden.<br />
— Wel bedankt voor de inlichtingen<br />
maar nu ga ik naar huis want het<br />
wordt stillekens later.<br />
Nogmaals merci...<br />
• * •<br />
's Anderendaags heel vroeg kwam<br />
•Madame Liefkens terug.<br />
— Mijnheer de pastoor, wat moet ik<br />
nu doen als penitentie? vroeg ze smeekend.<br />
— Wel, was het triomfantelük antwoord,<br />
bedrieg uw echtgenoot met<br />
iederen man van het dorp en lees<br />
iedere maal een akte van liefde en van<br />
berouw...<br />
EEN STREEK VAN JOJO<br />
— Neen, mijn beste vriend, heusch<br />
niet. Ik heb een prachtpartü voor u<br />
ontdekt en kom u vragen of ge ja of<br />
neen, het lieve kind huwen wilt.<br />
— En is ze werkelijk schoon?<br />
— Aanbiddelijk.<br />
— En rijk?<br />
— Genoeg om u boven water te houden!<br />
— En jong?<br />
— Prisch als een pas ontloken roos.<br />
— Maar drommels, wat scheelt er<br />
dan aan? Ge gaat me i,och zoo'n party<br />
niet presenteeren zonder dat er aan<br />
de medaille een keerzüde is? filosofeerde<br />
de sluwe Dr. Pangloss.<br />
De andere sloeg de oogen neer en<br />
nerhaalde slechts: wilt ge ja of neen<br />
het lieve kind huwen?<br />
— Maar welke tare, welk gebrek<br />
heeft ze?<br />
— O niets.... niets....<br />
— Jawel, riep Pangloss, ik zie het!<br />
Er scheelt iets! Wat mankeert haar?<br />
— Er mankeert haar niets!<br />
— Maar om de liefde gods, zeg me<br />
toch wat er aan scheelt, Jo-Jo?<br />
— O niets... büna niets, Dr. Pangloss.<br />
Ze is maar een heel klein beetje<br />
zwanger, 't Spreken niet waard....