31.07.2013 Views

DE TROUW VeertienflaaEscü li, pijl aai la Mam Ier arieilenfle vrouwen

DE TROUW VeertienflaaEscü li, pijl aai la Mam Ier arieilenfle vrouwen

DE TROUW VeertienflaaEscü li, pijl aai la Mam Ier arieilenfle vrouwen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

3e Jaargang. 29 FEBRUARI 1896. No. 17.<br />

<strong>DE</strong> <strong>TROUW</strong><br />

<strong>Veertienf<strong>la</strong>aEscü</strong> <strong>li</strong>, <strong>pijl</strong> <strong>aai</strong> <strong>la</strong> <strong>Mam</strong> <strong>Ier</strong> <strong>arieilenfle</strong> <strong>vrouwen</strong><br />

Wij <strong>vrouwen</strong> van den nieuwen tijd zijn uerp<strong>li</strong>cht<br />

elkander bij te staan. Vereenigd konden wij de<br />

wereld overwinnen.<br />

Hoofdagente voor België :<br />

Emi<strong>li</strong>e C<strong>la</strong>eys,<br />

Van Eyckstraat 6, Gent.<br />

Kan vrij de man zijn waar de vrouw<br />

In s<strong>la</strong>venkeetnen zucht ?<br />

miIOÏD :<br />

De Vrouw en de Arbeid. — Boekbeoorde<strong>li</strong>ng.<br />

— Dure kant. — Ingezonden. — B<strong>la</strong>dvul<strong>li</strong>ng.<br />

Correspondentie. — Strijdpenning.<br />

De Vrouw en de Arbeid.<br />

Slot.<br />

Al dit streven der eeuw wordt uitstekend<br />

begrepen door de vrouw die haar eigen heil<br />

zoekt. Zelfs meer dan de man is zij tegenwoordig<br />

be<strong>la</strong>den met maatschappe<strong>li</strong>jken arbeid<br />

en p<strong>li</strong>chten; meer dan hij onderneemt zij<br />

arbeid, niet tegen beta<strong>li</strong>ng maar uitsluitend ten<br />

bate van het algemeen. Niemand beter dan de<br />

vrouw zal dit beginsel begrijpen: dat alle<br />

werkzaamheid maatschappe<strong>li</strong>jke waarde heeft<br />

en recht, om van den staat die erkenning<br />

en die bescherming te ontvangen, die de individueele<br />

werkgever niet geven kan of wil.<br />

Noch minder zal de vrouw het aandeel miskennen<br />

dat de staat had en heeft in het regelen<br />

der voorwaarden van den arbeid, ten einde<br />

een arbeider te maken tot een gezond en nuttig<br />

<strong>li</strong>d der maatschappij. Kortom, tege<strong>li</strong>jkertijd<br />

dat zij bezig is te leeren zich zelve te organiseeren<br />

en een bepaald standpunt in te nemen,<br />

zal zij leeren inzien, dat het geheele drijven<br />

der socia<strong>li</strong>stische wetgeving ten doel heeft de<br />

eene k<strong>la</strong>sse te besehermen tegen de andere,<br />

te zorgen voor het individu dat tot werken<br />

buiten staat is, en te voorkomen dat een k<strong>la</strong>sse<br />

of individu derwijze partij trekt van een ander,<br />

dat het heil en het bestaan der maatschappij<br />

er ernstig door bedreigd wordt. Waarmee deze<br />

bescherming en hulp betaald worden is eenvoudig<br />

en duide<strong>li</strong>jk: met arbeid volgens kracht<br />

en bekwaamheid ten bate van het algemeen.<br />

Van een maatschappe<strong>li</strong>jk standpunt gezien<br />

is het even dwaas, te vragen of de vrouw<br />

physiek en intellectueel even sterk is als de<br />

man, als of Jan daarin Piet de baas is of Piet<br />

Jan. Het is de beste staatkunde om van Jan<br />

en Piet beiden den meest en best moge<strong>li</strong>jken<br />

arbeid te verkrijgen en hun stoffe<strong>li</strong>jke en<br />

geeste<strong>li</strong>jke omgeving zoodanig in te richten,<br />

dat dit maximum gemakke<strong>li</strong>jk bereikt en gehandhaafd<br />

kan worden. Voor de <strong>vrouwen</strong> uit<br />

de arbeidersk<strong>la</strong>sse heeft nooit de vraag gegol­<br />

Bedactie en Administratie<br />

N. VAN KOL,<br />

Aywaille bij Luik.<br />

Drukker en<br />

Hoofdagent voor Hol<strong>la</strong>nd :<br />

| W. H. V<strong>li</strong>egen, te Maastricht.<br />

Abonnementsprijs per jaar f 1,50 = fr. 3,00, bij<br />

vooruitbeta<strong>li</strong>ng. — Losse nummers 3 ct.<br />

den of zij al of niet haar deel aan den arbeid<br />

kon hebben. Toch moest zij werken, en dat<br />

wel onder voorwaarden die het haar onmoge<strong>li</strong>jk<br />

maakten haar maximum van nuttigen<br />

arbeid te leveren, en waarbij eenvoudig geen<br />

notitie genomen werd van de maatschappe<strong>li</strong>jke<br />

waarde van haar functie als moeder. Aan de<br />

andere zijde werd de vrouw der middelk<strong>la</strong>sse,<br />

tot bijna op onze dagen, meer dan bil<strong>li</strong>jk was<br />

onttrokken aan den algemeenen arbeid ; haar<br />

werd steeds voorgehouden dat het moederschap<br />

haar voornaamste p<strong>li</strong>cht was; doch dit<br />

moederschap werd niet beschouwd met betrekking<br />

tot de maatschappe<strong>li</strong>jke waarde, doch<br />

met betrekking tot de afhanke<strong>li</strong>jkheid der<br />

vrouw van één enkel individu. Om den verwoestenden<br />

invloed van dit uiterste individua<strong>li</strong>sme<br />

op den geest en het <strong>li</strong>chaam der vrouw<br />

uit de middelk<strong>la</strong>sse te voltooien, werd de uitdrukking:<br />

„maatschappe<strong>li</strong>jke p<strong>li</strong>chten" toegepast<br />

op een buitenmaatschappe<strong>li</strong>jken, indien<br />

niet anti-maatschappe<strong>li</strong>jken vorm van werkzaamheid,<br />

die wel beschouwd miet anders was<br />

dan tijddooding. Maar het ontwaken der vrouw<br />

uit de middelk<strong>la</strong>sse brengt nu verandering in<br />

dit alles. Haar wensch om deel te nemen aan<br />

den maatschappe<strong>li</strong>jken arbeid wordt gerugsteund<br />

door economische voorwaarden en een<br />

sociale opinie, die dien wensch tot een eisch<br />

maken. Tege<strong>li</strong>jkertijd moet het toestaan der<br />

„ge<strong>li</strong>jkberechtiging", ongewijzigd doorbeschermende<br />

wetten, in den wreeden strijd van het<br />

concurrentie systeem, haar ten slotte brengen<br />

in een toestand ge<strong>li</strong>jk aan dien van de <strong>vrouwen</strong><br />

uit de arbeidende k<strong>la</strong>sse, die er verre vandaan<br />

zijn te arbeiden onder voorwaarden die haar<br />

in staat stellen met vrucht haar tweevoudige<br />

sociale taak te vervullen. Voor den eersten<br />

keer in de geschiedenis der beschaving, is,<br />

tengevolge van al deze oorzaken, onder de<br />

<strong>vrouwen</strong> een- sterk gevoel van so<strong>li</strong>dariteit ontstaan<br />

; zij koesteren den vurigen wensch zich<br />

te organiseeren tot de verkrijging van bescherming<br />

harer gemeenschappe<strong>li</strong>jke be<strong>la</strong>ngen, en<br />

steeds wordt de moge<strong>li</strong>jkheid grooter van het<br />

ontstaan eener Onafhanke<strong>li</strong>jke Vrouwenpartij<br />

die ten slotte wel zou kunnen worden tot een<br />

bes<strong>li</strong>ssende factor in de sociale evolutie. Daar<br />

bestaat reeds een bond berustend op be<strong>la</strong>ngen en<br />

toeneiging, tusschen de <strong>vrouwen</strong> die arbeiden<br />

met het hoofd, bekwame <strong>vrouwen</strong> dus, en<br />

<strong>vrouwen</strong> die arbeiden met de hand, dus vrou-


130 GEEN SLAAF IS ZOO TEN VOLLE SLAAF ALS <strong>DE</strong> VROUW.<br />

wen uit het volk; een bond die onmoge<strong>li</strong>jk is<br />

tusschen mannen omdat „bekwaamheid" bij<br />

dit ges<strong>la</strong>cht voorname<strong>li</strong>jk dienen moest om de<br />

bekwamen in staat te stellen een nog onevenrediger<br />

winst te trekken uit den handenarbeid<br />

der anderen.<br />

Laat ons trachten de draden onzer redeneering<br />

te samen te vatten : Een <strong>vrouwen</strong>dom,<br />

dat in alle standen er naar streeft deel te<br />

nemen aan het werken en streven der maatschappij<br />

; een maatschappij, zóódanig ingericht<br />

dat het arbeid eischt als een socialen p<strong>li</strong>cht<br />

van al zijn leden, doch tege<strong>li</strong>jkertijd bijzondere<br />

bescherming verleent voor bijzondere gevallen<br />

van onbekwaamheid; een ges<strong>la</strong>cht van <strong>vrouwen</strong><br />

bij wie, te oordeelen naar de ervaring<br />

der geschiedenis en der tegenwoordig toegepaste<br />

teeltkeus, het sexueel en moeder<strong>li</strong>jk instinkt<br />

eer grooter dan kleiner is geworden;<br />

een ras dat een steeds toenemende kennis bezit<br />

omtrent het gezondste dier<strong>li</strong>jk leven voor<br />

beide ges<strong>la</strong>chten en omtrent de physieke en<br />

sanitaire voorwaarden waaronder de voortp<strong>la</strong>nting<br />

het vei<strong>li</strong>gst kan p<strong>la</strong>ats hebben; een<br />

ras, dat zich levendig bewust is van de beteekenis<br />

der erfe<strong>li</strong>jkheid en voor hetwelk het<br />

vraagstuk de bevolking, het vraagstuk wie de<br />

vaders hunner kinderen zullen zijn, mèt het<br />

aangroeiend socia<strong>li</strong>stisch streven, het voornaamste<br />

vraagstuk 'van den staat zal worden;<br />

een ras dat zijn daden en werken steeds minder<br />

beschouwt in verband met de individuen,<br />

steeds meer met maatschappij en Staat; een<br />

godsdienst die bezig is zijn God rustig en kalm<br />

te begraven ten einde zich des te meer bezig<br />

te houden met het tegenwoordige welzijn der<br />

menschen; die volkomen gereed staat het<br />

maatschappe<strong>li</strong>jke aan te nemen als het zede<strong>li</strong>jke,<br />

het anti-maatschappe<strong>li</strong>jke als het onzede<strong>li</strong>jke<br />

en die een beteekenisvol stilzwijgen<br />

bewaart over de bovenzinne<strong>li</strong>jke dogmas en de<br />

overgeleverde zede<strong>li</strong>jkheidswet. Kortom, een<br />

maatschappe<strong>li</strong>jke organisatie die voorname<strong>li</strong>jk<br />

dr<strong>aai</strong>t om „geschiktheid tot den arbeid," daarstel<strong>li</strong>ng<br />

der beste voorwaarden tot vruchtbaren<br />

arbeid, en het vervangen van afhanke<strong>li</strong>jkheid<br />

van het individu en zelfbeheer door<br />

bescherming en beheer van staatswege. Toegestaan<br />

dat dit alles zoo is of binnen kort zoo<br />

zijn zal, en dat het verschijnselen zijn onafhanke<strong>li</strong>jk<br />

van onze hoop en onze vrees, verschijnselen<br />

die wij wel vermogen te leiden en<br />

te wijzigen maar geen kans zien te voorkomen<br />

welken weg zal de vrouw in deze omstandigheden<br />

ins<strong>la</strong>an ? Heeft niet de arbeid reeds den<br />

sleutel tot het antwoord gegeven in zijn eisch<br />

om staatsverzekering tegen ouderdom en ziekte<br />

en om een achturigen werkdag?<br />

De p<strong>li</strong>cht der vrouw tegenover den arbeid<br />

wordt allengs even goed ingezien als haar recht<br />

op den arbeid. Noch het een noch het ander<br />

kan haar thans worden ontnomen; de deur is<br />

eenmaal geopend en kan niet hieer worden<br />

gesloten. Het huis, wij mogen dit toejuichen<br />

of betreuren, heeft voor eeuwig opgehouden<br />

te zijn het éénige arbeidsveld van de vrouw.<br />

Zal de vrouw zich tevreden stellen met ge<strong>li</strong>jkberechtiging<br />

? Wij gelooven het niet, ten minste<br />

zoodra zij de macht zal hebben leeren kennen<br />

die er voor haar is gelegen in organisatie.<br />

•Ge<strong>li</strong>jkberechtiging kan slechts een uitgelezen<br />

k<strong>la</strong>sse van dienst zijn en slechts de uitgelezen<br />

<strong>vrouwen</strong> dezer k<strong>la</strong>sse, tenzij alle <strong>vrouwen</strong> er<br />

in s<strong>la</strong>gen instinkten in zich te dooden, die,<br />

allen door elkaar gerekend, bij haar even sterk<br />

zijn als bij den man. Veeleer zal de vrouw der<br />

toekomst haar arbeidsvoorwaarden op zulke<br />

wijze willen geregeld zien, dat er geen moge<strong>li</strong>jkheid<br />

bestaat op de concurrentie van ongehuwde<br />

met gehuwde <strong>vrouwen</strong>, van mannen<br />

met <strong>vrouwen</strong>. En zij zal het argument daarvoor<br />

niet zoeken in de ridder<strong>li</strong>jkheid tegenover het<br />

„zwakkere" ges<strong>la</strong>cht; het zal er niet uitzien<br />

alsof ééne k<strong>la</strong>sse bevoorrecht wordt ten koste<br />

der andere; neen, haar eisch zal eenvoudig<br />

berusten op de erkentenis van het feit dat het<br />

kinderen-baren een wezen<strong>li</strong>jk deel van den<br />

productieven arbeid der vrouw ten behoeve der<br />

gemeenschap is; dat het door den Staat als<br />

zoodanig moet worden erkend; dat de groote<br />

maatschappij er op staan zal, evenals bij den<br />

arbeid, dat deze haar eigenaardige taak kan<br />

worden verricht in de meest gunstige omstandigheden,<br />

en dat zij er voor zal worden bezoldigd<br />

evengoed als .voor het andere werk dat<br />

zij verricht. Als eenmaal deze zienswijze omtrent<br />

het baren en grootbrengen van'kinderen<br />

algemeen zal zijn, als eenmaal het moederschap<br />

in de eerste p<strong>la</strong>ats zal worden beschouwd als<br />

het schenken van burgers aan den staat en<br />

niet als het toeval<strong>li</strong>ge resultaat van de intieme<br />

verhouding met eenig individu, dan zal de<br />

overeenkomst tusschen de <strong>vrouwen</strong>- en de<br />

arbeidersbeweging volkomen zijn. De vraag om<br />

bevrijding is niet de eerste schrede tot het verkrijgen<br />

van ge<strong>li</strong>jkberechtiging, maar van wette<strong>li</strong>jke<br />

bescherming, van rege<strong>li</strong>ng van haar arbeid<br />

door den Staat. Natuur<strong>li</strong>jk hebben de <strong>vrouwen</strong><br />

op dit oogenb<strong>li</strong>k nog groote bezwaren tegen<br />

een inmenging van den Staat in hare arbeidsaangelegenheden;<br />

zij, als hebbende geen stem<br />

in den Staat, verdenken te recht of te onrecht<br />

de mannen als zij tegen wil en dank de „moeders<br />

van het ges<strong>la</strong>cht willen beschermen", en<br />

meenen dat deze beschermingsijver niet zoozeer<br />

voortspruit uit be<strong>la</strong>ngstel<strong>li</strong>ng in het komende<br />

ges<strong>la</strong>cht 1) als uit vrees voor de concurrentie<br />

der goedkoopere werkkrachten der<br />

vrouw op de arbeidsmarkt. 2) Doch als de vrouw<br />

eenmaal vrij zal zijn en het moederschap op<br />

eene hoogere waarde wordt geschat van thans,<br />

dan zal zij, ziende . dat zij het zonder<br />

gevaar doen kan, een speciale bescherming<br />

vragen voor de moeder en de speciale voorziening<br />

in hare behoeften. 3) Daar in Duitsch<strong>la</strong>nd<br />

reeds vennootschappen bestaan van ongehuwde<br />

<strong>vrouwen</strong> die vreezen dat haar toestand<br />

haar zal b'ootstellen aan gebrek, — een<br />

toestand die haar in de maatschappij juist<br />

uiterst geschikt zal maken om haar eigen<br />

brood te verdienen, — zoo kunnen wij verwachten,<br />

dat in de naaste toekomst verzekering<br />

tegen het moederschap evengoed een kenmerk<br />

zal uitmaken van het po<strong>li</strong>tiek program dei<strong>vrouwen</strong>,<br />

als nu verzekering tegen ouderdom<br />

staat op het program der arbeiders. Het voor-<br />

Ij Zie mijn noot op bl. 115 van No. 15 3e Jaargang. N.<br />

2) Indien het kan geschieden zonder nadee<strong>li</strong>gen invloed<br />

op de kinderen, dan is het veel beter dat de<br />

man 's weke<strong>li</strong>jks fr. 25 en de vrouw fr. 18 verdiend,<br />

dan de vrouw niets en de man fr. 53 voor hetzelfde<br />

werk. Maar indien <strong>vrouwen</strong>arbeid moet beteekenen<br />

dat twee <strong>vrouwen</strong>, ieder tegen fr. 18 's weeks den man<br />

zouden vervangen, — wat dikwijls het geval is,—<br />

dan is de vrees der mannen voor vrouwe<strong>li</strong>jke concurrentie<br />

wel zelfzuchtig, maar tevens zeer verk<strong>la</strong>arbaar.<br />

K. P.<br />

3) Zie mijn artikel in No. 24 2e jaargang, geschreven<br />

vóór ik het artikel van Karl Pearson kende.


GEEN SLAAP IS ZOO TEN VOLLE SLAAF ALS <strong>DE</strong> VROUW.<br />

zien in een derge<strong>li</strong>jke verzekering zal voor het<br />

eerst een derge<strong>li</strong>jke rege<strong>li</strong>ng moge<strong>li</strong>jk maken<br />

van den arbeid der getrouwde <strong>vrouwen</strong> gedurende<br />

de jaren harer vruchtbaarheid; een rege<strong>li</strong>ng,<br />

die geen oogenb<strong>li</strong>k te vroeg zal komen<br />

om een eind te maken aan 'de <strong>li</strong>chame<strong>li</strong>jke<br />

ontaarding die men thans bij zekere k<strong>la</strong>ssen<br />

van arbeiders waarneemt. 4) Het denkbeeld<br />

eener Staatsverzekering tegen het moederschap<br />

moge in den beginne dwaas genoeg schijnen,<br />

maar het i3 moei<strong>li</strong>jk te zeggen op wat onze tegenwoordige<br />

<strong>vrouwen</strong>beweging dan anders zou<br />

moeten uitloopen. De <strong>vrouwen</strong> jagen naar de<br />

vrijheid zich zelf te zijn, te arbeiden, en de<br />

grootere of kleinere vermogens die haar geschonken<br />

zijn te ontwikkelen; zij komen in<br />

opstand tegen het feit dat haar werkzaamheid<br />

zou b<strong>li</strong>jven beperkt tot één enkel arbeidsveld<br />

en dat zij volstrekt afhanke<strong>li</strong>jk zouden zijn<br />

van één enkel medemensch. Het is een opstand,<br />

waarin de arbeidende vrouw is voorgegaan<br />

door te vragen om speciale protectie en speciale<br />

verzorging in tijden van ongeschiktheid. Zóó<br />

diep is het gevoel der <strong>vrouwen</strong> geschokt geworden,<br />

dat meer dan ééne pleitster voor hare<br />

rechten de vrijheid der <strong>vrouwen</strong> schijnt te zien<br />

in het scheppen van een nieuw „ges<strong>la</strong>chtloos<br />

type", niet bedenkende dat zulk een type zich<br />

zelf niet kan voortp<strong>la</strong>nten 5) en zijn groot verschil<br />

met de rest der <strong>vrouwen</strong> de moeder<strong>li</strong>jke<br />

instinkten der toekomst-vrouw slechts zal verscherpen.<br />

Toch was dit onzijdig standpunt de<br />

niet onnatuur<strong>li</strong>jke, ofschoon overdreven, uitdrukking<br />

van verzet tegen degenen die beweren<br />

dat' het moederschap de voornaamste functie<br />

is der vrouw, en haar afhanke<strong>li</strong>jkheid van den<br />

man als individu een onverander<strong>li</strong>jke natuurwet.<br />

Het moederschap in overeenstemming te<br />

brengen met de oefening harer nieuw-ontdekte<br />

gaven en de beoefening harer nieuw verworven<br />

werkkringen, dat is HET vraagstuk dat de vrouw<br />

der toekomst zal hebben op te lossen. Het is<br />

er geen dat kan worden opgelost door „ge<strong>li</strong>jkberechtiging",<br />

doch enkel en alleen door de<br />

erkentenis dat het moederschap de maatschappe<strong>li</strong>jke<br />

werkzaamheid bij uitnemendheid is,<br />

door de oprichting van een of andere „Nationale<br />

verzekering tegen het moederschap" 6)<br />

en door een evenredige beperking van den overigen<br />

<strong>vrouwen</strong>arbeid. Wij mogen voor 't oogenb<strong>li</strong>k<br />

verre zijn van een derge<strong>li</strong>jke oplossing,<br />

maar de grooter wordende so<strong>li</strong>dariteit tusschen<br />

de <strong>vrouwen</strong>, haar sterker wordende organisatie<br />

om hare eischen te formuleeren, en zelfs<br />

4) Het is zelfs de vraag of verzekering en rege<strong>li</strong>ng<br />

niet veel verder moeten gaan. De bloedarmoede die<br />

tegenwoordig bij vele <strong>vrouwen</strong>, vooral bij huisbedienden,<br />

voorkomt, is stel<strong>li</strong>g te wijten aan het overmatige<br />

harde werk waaraan zij in den kritieken tijd van haar<br />

groei zijn blootgesteld; bijv. kinderen, die op den<br />

leeftijd van 15 jaar reeds als „meid voor alles" tangeeren.<br />

K. P.<br />

5) Toch wel, indien dit hooggezinde type wilde<br />

breken met de verouderde zede<strong>li</strong>jkheidsbegrippen en<br />

geen huwe<strong>li</strong>jk voor het leven aanging, doch slechts<br />

een tijde<strong>li</strong>jk, totdat het, moeder geworden zijnde, aan<br />

de bestemming der vrouw had voldaan en een kind<br />

bezat dat zij zonder medewerking van den man kon<br />

opleiden tot haar eigen onafhanke<strong>li</strong>jk standpunt. Zoo<br />

werd dit type voortgep<strong>la</strong>nt, en ik geloof dat de<br />

menschheid er wél bij varen zou. N.<br />

6) Het is misschien onnoodig er op te wijzen dat<br />

deze verzekering niets te maken heeft met de ouder<strong>li</strong>jke<br />

verp<strong>li</strong>chting, te zorgen voor de kinderen. K. P..<br />

131<br />

datgene wat de <strong>vrouwen</strong> leeren van de bestaande<br />

po<strong>li</strong>tieke partijen, dat alles kan naar<br />

onze meening slechts leiden tot precies dezelfde<br />

dingen als die wij waarnemen bij de<br />

arbeiders-partij : name<strong>li</strong>jk de kreet om speciale<br />

bescherming en speciale voorziening in bepaalde<br />

gevallen. Het is waar, dat er een <strong>la</strong>ngdurige<br />

opvoeding van mannen en <strong>vrouwen</strong> beiden<br />

dient vooraf te gaan eer zij het standpunt bereikt<br />

hebben der Romeinsche matrone, en het<br />

moederschap zullen hebben geleerd te beschouwen<br />

als een maatschappe<strong>li</strong>jke hande<strong>li</strong>ng. Doch<br />

met deze opvoeding is reeds een begin gemaakt.<br />

De studie der voornaamste <strong>vrouwen</strong>b<strong>la</strong>den<br />

in Enge<strong>la</strong>nd en Amerika (en elders, N.)<br />

toont hoe diep denkende <strong>vrouwen</strong> zich interesseeren<br />

voor het vraagstuk der erfe<strong>li</strong>jkheid en<br />

voor den zede<strong>li</strong>jken p<strong>li</strong>cht der ouders om sleehts<br />

gezonde mensche<strong>li</strong>jke exemp<strong>la</strong>ren voort te brengen<br />

en deze gezond op te voeden. De bevolkingskwestie<br />

is hoofdzake<strong>li</strong>jk een <strong>vrouwen</strong>vraagstuk<br />

en de maatschappe<strong>li</strong>jke waarde van<br />

een deel van hare werkzaamheden op letterkundig<br />

gebied wordt bepaald door de behoefte<br />

aan goede burgers. Voor <strong>vrouwen</strong> kan een<br />

hoog geboorte- en een hoog kindersterftecijfer<br />

niet het <strong>la</strong>atste woord der levenswetenschap<br />

zijn, het beste voorschrift voor een krachtige<br />

menschenmaatschappij. Voor de vrouw zal<br />

veeleer sexueele dan natuurkeus het middel<br />

worden om haar moeder<strong>li</strong>jke werkzaamheid<br />

tot heil voor de samenleving te doen strekken.<br />

De vrouwe<strong>li</strong>jke pleitsters voor <strong>vrouwen</strong> emancipatie<br />

raden haar zusters onophoude<strong>li</strong>jk aan:<br />

de meest zorgvuldige sexueele keus. Dit zijn<br />

inderdaad de eerste teekenen dat de <strong>vrouwen</strong><br />

beginnen te verstaan dat het moederschap een<br />

maatschappe<strong>li</strong>jk be<strong>la</strong>ng is dat niet enkel groote<br />

omzichtigheid van haar vergt, maar haar tevens<br />

het recht geeft bijzondere eischen te stellen<br />

aan de maatschappij. De onbeperkte vermenigvuldiging<br />

der zwakken en slechten is<br />

niet alleen een beleediging der maatschappij<br />

in haar geheel, maar het is ook een bijzondere<br />

beleediging jegens de vrouw, daar het de waarde<br />

van het moederschap verkleint en haar<br />

dwingt te concurreeren met den man, zonder<br />

te kunnen rekenen op eenige bescherming of<br />

steun van staatswege gedurende de jaren harer<br />

vruchtbaarheid. Dit zijn de nieuwe kenmerken<br />

van het toekomstige <strong>vrouwen</strong>vraagstuk;<br />

de wegen waar<strong>la</strong>ngs het van een kreet<br />

der ongehuwden om ge<strong>li</strong>jkberechtiging zal worden<br />

tot een kreet der gehuwden (ik zou <strong>li</strong>ever<br />

zeggen „der moeders" N.) om het moederschap<br />

in overeenstemming te brengen met het recht<br />

op en de vrije beschikking over haar persoon.<br />

De arbeid en de vrouw ontmoeten elkaar op<br />

hetzelfde terrein en grijpen naar dezelfde geneesmiddelen.<br />

Zullen zij al of niet s<strong>la</strong>gen'? In<br />

beide gevallen is het antwoord voor een groot<br />

deel afhanke<strong>li</strong>jk daarvan, of de socia<strong>li</strong>stische<br />

staat der toekomst de bevolkings-kwestie vermag<br />

op te lossen : kan hij sterk en machtig<br />

b<strong>li</strong>jven zonder een roekeloos morsen met individueele<br />

levens en is een <strong>la</strong>ag geboortecijfer<br />

vereenigbaar met een hoog peil van individueele<br />

geschiktheid? Dit is tege<strong>li</strong>jkertijd het eindprobleem<br />

van de <strong>vrouwen</strong> en van den arbeid.<br />

Naar het Engelsch van Karl Pearson.<br />

N.


132 GEEN SLAAF IS ZOO TEN VOLLE SLAAF ALS <strong>DE</strong> VEOUW.<br />

Boekbeoordee<strong>li</strong>ng.<br />

Het Volkskind, zijn opvoeding<br />

en zijn onderwijs; door<br />

Mevrouw M. Lievevrouw-Coopman<br />

(Bekroond door de kon.<br />

Acad. van België.) Uitgave<br />

van S. Va n der Poorten, Gent.<br />

Prijs fr. 2.00.<br />

Het beste boek in dat genre dat ik <strong>la</strong>s na<br />

het groote werk van Niemeijer over de „Grondbeginselen<br />

van de Opvoeding en het Onderwijs".<br />

Rn ik weet wat ik zeg.<br />

Toén ik, jonge spring-in-'t veld, werd voorbereid<br />

op het leven, vroeg niemand, ik zelve<br />

het minst, naar mijn lust of aanleg. Het word<br />

bepaald dat ik onderwijzeres zou worden en<br />

ik werd het. Ik haatte de schoolmuren en<br />

banken en het eeuwige van-buiten-leeren, was<br />

dus op alle scholen een <strong>la</strong>stige leer<strong>li</strong>ng, rolde<br />

op eene mij onbegrijpe<strong>li</strong>jke wijze door mijn<br />

examens en — daar stond ik op 19 jarigen<br />

leeftijd voor een k<strong>la</strong>sse van groote meisjes,<br />

zelve nog 3<br />

/i kind, met veel meer behoefte aan<br />

leiding dan tact om te leiden, minder levenswijs<br />

dan de meeste mijner leer<strong>li</strong>ngen, en bovenal<br />

: zonder eenig animo voor mijn beroep,<br />

ten diepste bewust van mijn nul<strong>li</strong>teit als<br />

onderwijzeres, kippevel krngend bij het betreden<br />

van den drempel der school; kortom, volma?kt<br />

ongelukkig. Stroomen van bittere tranen<br />

vergoot ik, eer ik ook maar eenigszins verzoend<br />

was met het idee dat ik levens<strong>la</strong>ng —<br />

30 a 40 jaren minstens! — voor de k<strong>la</strong>sse<br />

zou moeten staan ! En jaren<strong>la</strong>ng duurde die<br />

strijd tusschen mij en mijn noodlot. Gedragen<br />

door een onbewust gevoel van p<strong>li</strong>cht en een<br />

sterken afkeer van half werk, volbracht ik<br />

mijne taak tot tevredenheid mijner supérieuren<br />

; maar inwendig ontbrak mij die <strong>li</strong>efde tot<br />

mijn beroep, dat bewustzijn van het schoone<br />

en edele mijner taak, die tot rust en kalmte<br />

stemmen en den mensch maken tot beheerscher<br />

van zijn toestand. Daar viel mij het<br />

werk van Niemeijer in handen... Geen syl<strong>la</strong>be<br />

herinner ik mij meer van hetgeen er in<br />

die zes deelen stond ; 1) maar de indruk dien<br />

het boek op mij maakte was onvergete<strong>li</strong>jk, en<br />

nog steeds rangschik ik Niemeijer met dankbaarheid<br />

onder mijn waarachtige vrienden. Hij<br />

verzoende mij met mijn beroep, <strong>li</strong>et mij de<br />

schoonheid en het gewicht er van gevoelen,<br />

deed er mij, in zekeren zin, trotsch op zijn.<br />

De rechte vrouw op de rechte p<strong>la</strong>ats werd ik<br />

nooit, want de schoolkamer was mijn rechte<br />

p<strong>la</strong>ats niet, en <strong>li</strong>ever ware ik waschvrouw geworden<br />

dan bijv. kostschoolhouderes; maar<br />

dank zij Niemeijer was mijn strijd van dien<br />

tijd af minder bitter en schikte ik mij gereede<strong>li</strong>jker<br />

in het onvermijde<strong>li</strong>jke. 2)<br />

Ik wenschte dat het anders ware, maar ik<br />

vrees dat mijn geval een heel alledaagsch,<br />

een veel voorkomend geval is. Nog maar al<br />

te dikwijls wordt een kind voorbestemd tot<br />

het eenige beroep dat zijn ouders oorbaar voor<br />

hem achten, onverschil<strong>li</strong>g of dit beneden of<br />

1) Het is 16 jaar geleden dat ik ze <strong>la</strong>s !<br />

2) Later heb ik dat onvermijde<strong>li</strong>jke leeren zegenen.<br />

Al bestemde mijn aanleg mij ook tot iets anders, ik<br />

zou de jaren dat ik onderwijzeres was niet meer willen<br />

missen uit mijn leven. Mijn taak zelve en mijn<br />

bitteren strijd rijpten mij tot den inner<strong>li</strong>jken vrede die<br />

thans mijn deel is.<br />

I boven het peil zijner eigen<strong>li</strong>jke krachten <strong>li</strong>gt.<br />

Gebeurt dit met een. meisje, en denkt dit maar<br />

niet zoo dade<strong>li</strong>jk aan trouwen of bezit het niet<br />

den noodigen tact in het uitzetten van fuiken<br />

en vallen, dan <strong>li</strong>gt vóór zulk een jong schepsel<br />

de toekomst even zwart en treurig, als voor<br />

een klein kind dat in een donker hok werd<br />

opgesloten en denkt dat het er nooit, nooit<br />

meer uit zal komen. Het eenige wat zulke<br />

s<strong>la</strong>chtoffers redden kan, is: hen als het kan<br />

vurige <strong>li</strong>efde, doch voor het minst p<strong>li</strong>chtbewuste<br />

sympathie in te boezemen voor hun<br />

beroep.<br />

Niemeijer's* werk is oud, breedvoerig en<br />

waarschijn<strong>li</strong>jk uitverkocht; doch ziedaar, daar<br />

schrijft eene Gentsche onderwijzeres een beknopt<br />

en handig boeksken, dat aan onderwijzers<br />

en onderwijzeressen met of zonder feu<br />

sacré een heer<strong>li</strong>jken dienst bewijzen kan. Van<br />

het begin tot het einde <strong>la</strong>s ik dit boek in één<br />

adem door, weldadig aangedaan door de levendige<br />

herinneringen aan mijn vriend Niemeijer<br />

die het bij mij wakker riep ... Mevrouw Lievevrouw<br />

is met hart en ziel onderwijzeres niet<br />

alleen, maar ook opvoedkundige, ook mensch,<br />

en bij dat alles bekwame schrijfster, beschikkende<br />

over een helderen, vloeienden, zake<strong>li</strong>jken<br />

stijl: iedere volzin een gedachte en geen<br />

noodelooze uitweidingen. Wat zij schrijft is<br />

dus voedend en zal met enkel aan onderwijzers<br />

en onderwijzeressen ten goede komen,<br />

maar aan allen die be<strong>la</strong>ng stellen in onderwijs<br />

en opvoeding, meer bijzonder met het<br />

oog op het door ouders 3) en staat zoo jammer<strong>li</strong>jk<br />

verwaarloosde volkskind.<br />

Ik beveel dit boek dan ook ten zeerste aan<br />

in de aandacht van het V<strong>la</strong>amsen en Hol<strong>la</strong>ndsch<br />

lezend onderwijzend personeel. In de wetenschappe<strong>li</strong>jke<br />

bib<strong>li</strong>otheken voor volwassenen<br />

behoort het een eervolle p<strong>la</strong>ats te bekleeden.<br />

Een paar staaltjes van de schrijf- en denkwijze<br />

van Mevr. L. mogen hier volgen.<br />

„De onderwijzer moet een kunstenaar zijn<br />

„in zijn vak; zich een geheel voorstellen dat<br />

„hij met de oogen zijner verbeelding volmaakt<br />

„afgewerkt aanschouwt, een ideaal, aan welks<br />

„voeten hij zijne met grenzenloos geduld,<br />

„moed en volharding volbrachte dage<strong>li</strong>jksche<br />

„taak komt leggen."<br />

„Wat geeft het, dat de leer<strong>li</strong>ng de dee<strong>li</strong>ng<br />

„der breuken of de regels van het verleden<br />

„deelwoord uit het oog ver<strong>li</strong>est, als het ontvangen<br />

van geestesvoedsel hem eene levensbehoefte<br />

werd, als wij zijn oog openden voor<br />

„de wonderen der natuur, zijn geest gewoon<br />

„maakten aan opmerken, nadenken, oordeelen;<br />

„in één woord, als hij opgroeide tot een wezen<br />

„dat in <strong>la</strong>ter jaren, zelfs na het volbrengen<br />

„van den ruwsten, nederigsten arbeid, naar<br />

„geestesvoedsel zal hunkeren, dat het werktuig<br />

hem door zijn onderwijzers geschonken<br />

„niet als een nutteloos kleinood op zijde leg-<br />

„gen, maar het tot eigen verfijning, tot eigen<br />

„volmaking, als een vrij handelend wezen<br />

„aanwenden zal'?"<br />

En dan dit een fr<strong>aai</strong>e beeld:<br />

„Lichame<strong>li</strong>jke en geeste<strong>li</strong>jke zorg zijn voor<br />

„het kind zooveel als de levenssappen welke de<br />

„jonge p<strong>la</strong>nt uit den grond put; maar zede<strong>li</strong>jke<br />

„verpleging is de weldoende, verfrisschende<br />

3) Ja, ook door de groote massa der ouders! Mevr.<br />

L. bewijst het ten duide<strong>li</strong>jkste en geeft er tevens de<br />

verk<strong>la</strong>ring van.


GEEN SLAAE IS ZOO TEN VOLLE SLAAP ALS <strong>DE</strong> VROUW 133<br />

„dauw, die bij stillen zomernacht de welriekende<br />

bloesems doet ontluiken." ... Deze gedachte<br />

is even schoon als de'vorm dichter<strong>li</strong>jk<br />

en welluidend is.<br />

Ziehier een echt vrouwe<strong>li</strong>jke, moeder<strong>li</strong>jke<br />

gedachte :<br />

„Tehuis verwaarloosde kinders, welke het<br />

„werk des meesters zoo zwaar, zoo ondankbaar<br />

maken, verdienen echter door hem (den<br />

„onderwijzer) met bijzondere zorg omringd te<br />

„worden. De school zal die arme misdeelden<br />

„onder hare bescherming nemen en geene<br />

..middelen onbeproefd <strong>la</strong>ten om den nadee<strong>li</strong>gen<br />

„invloed van het gezin te bekampen ..."<br />

Men ziet, dit boek is geschreven met een<br />

hart.<br />

Hier wil ik nog een andere levensherinnering<br />

in<strong>la</strong>sschen. Te Brussel — in de voorstad<br />

Schaerbeek — woonden wij v<strong>la</strong>k tegenover<br />

een gemeente<strong>li</strong>jke meisjesschool. Bijna eiken<br />

dag nam ik de kinderen die ze bezochten,<br />

waar, en steeds trof het mij, hoe einde<strong>li</strong>jk de<br />

vaak armoedige kleeding van sommige meisjes<br />

er uit zag, hoe vroo<strong>li</strong>jk en juichend grooteen<br />

kleine kinderen ter schole kwamen, hoe orde<strong>li</strong>jk<br />

hun uit- en ingaan was, welke een natuur<strong>li</strong>jke<br />

beleefdheid zij in acht namen jegens<br />

de onderwijzeressen en toeval<strong>li</strong>ge bezoekers,<br />

welk een orde er heerschte bij volkomen vrijheid<br />

in de speeltijden en hoe zorgzaam de<br />

grootere meisjes waren jegens de kleintjes.<br />

Mijn dochtertje, dat die school eenige maanden<br />

bezocht, was altoos vol lof over de vriende<strong>li</strong>jkheid<br />

en rechtvaardigheid der Directrice en<br />

de Onderwijzeressen en over het prettige der<br />

lessen. Kortom', en straalde van die school<br />

een zekere b<strong>li</strong>jheid uit, waarvan nok ik eenige<br />

straaltjes opving.<br />

Het is maar een eenvoudig feit, dat ik hier<br />

aanhaal, en in iedere stad zal gelukkig wel te<br />

wijzen zijn op één of zelfs meer modelscholen<br />

; maar toch vermeld ik met genoegen dat<br />

een openbaar, druk bezocht schoolgebouw een<br />

allerprettigste buurtschap kan wezen, al ware<br />

het maar alleen om te wijzen op de goede, de<br />

•vriendschappe<strong>li</strong>jke verstandhouding die moge<strong>li</strong>jk<br />

— en zoo wensche<strong>li</strong>jk! — is tusschen<br />

huis, school en maatschappij !<br />

N.<br />

Het onderwijs in deze patsha<strong>la</strong>s (hagescholen,<br />

scholen in een omheinde ruimte)<br />

wordt gratis gegeven, want het is in strijd<br />

met het maatschappe<strong>li</strong>jk en godsdienstig bewustzijn<br />

van „eigendom" van den Ooster<strong>li</strong>ng,<br />

dat geleerdheid van eenige soort direkt zou<br />

worden betaald. Voor hen is het een hemelsche<br />

gave die medegedeeld wordt aan de menschen<br />

door zijn uitverkorenen, de Brahma's (priesters).<br />

Het Arya-dorp in Indië en Ceylon, door<br />

Sm JOHN PHEAR.<br />

Dure kant.<br />

Eenige jaren geleden, — bij welke gelegenheid<br />

herinnert de schrijver zich niet, — moest de<br />

stad Brussel een geschenk geven aan een der<br />

vrouwe<strong>li</strong>jke leden van het Belgische vorstenhuis.<br />

De som van fr 100.000 werd toegestaan<br />

voor een kanten shawl; de stad s<strong>la</strong>agde er<br />

echter in eene overeenkomst te sluiten met het<br />

handelshuis Sacré, dat de gewenschte shawl<br />

zou leveren voor fr 80.000 ... Een shawl, waarin<br />

voor tachtig-duizend francs aan arbeid, aan<br />

grondstof en aan kunstzin zit, nu, dat kan wel<br />

iets vorste<strong>li</strong>jks wezen!<br />

Het huis Sacré besteedde het werk uit aan<br />

het nonnenklooster te Kerkxke voor eene som<br />

van fr 25.000. .. Dus zoo héél vorste<strong>li</strong>jk zou<br />

de shawl toch niet uitvallen !<br />

Het klooster besteedde het werk stuksgewijze<br />

uit, tegen be<strong>la</strong>che<strong>li</strong>jk <strong>la</strong>ge prijzen. Al de arbeidsters<br />

zamen ontvingen nog geen 3500 francs.<br />

Nu was de shawl heelemaal niet vorste<strong>li</strong>jk<br />

meer!<br />

Dat vorste<strong>li</strong>jke schouders prijken met een<br />

shawl die 80.Q00 fr. heet te kosten en waarvoor<br />

ten slotte slechts 3.500 fr. zijn uitgegeven,<br />

wel, dat is nu niet precies boerenbedrog l<br />

Doch erger is het, dat van het geld dat de burgerij,<br />

vooral de kleine, opbrengt, zulke kolossale<br />

sommen worden uitgegeven die niet eens<br />

geheel en al besteed worden ten bate der persoon<br />

voor wie ze bestemd zijn ; maar waarvan<br />

55.000 fr. vloeien in den zak van een handelsman<br />

die niets doet; ruim 20.000 fr. in de kas<br />

van een klooster dat óók niets doet, en nog<br />

geen 3500 fr. in de handen der arbeidsters, die<br />

er haar oogen en haar gestel bij bederven!...<br />

Zóó worden vorstinnen bedrogen en werkmeisjes<br />

bestolen, het een en het ander met de be<strong>la</strong>stingpenningen,<br />

die soms zuur genoeg te betalen<br />

vallen!<br />

Bovenstaande gegevens ontleende ik aan een<br />

ingezonden stuk in Le Peuple van 12 Febr.<br />

j.1.; en dit werd aangeboden naar aanleiding<br />

van de droevige satire, waarvan'ik hier de verta<strong>li</strong>ng<br />

<strong>la</strong>at volgen. Och, konden de werkmeisjes<br />

eens van hart tot hart spreken met zoo'n<br />

prinsesje, dat van kindsbeen af stelselmatig<br />

onkundig wordt gehouden van de maatschappe<strong>li</strong>jken<br />

mestvaalt, met wier sappen haar glorie<br />

en geluk zich voeden, wie weet wat er van<br />

komen zou! Want het hart eener twintigjarige<br />

prinses is toch niet van steen ?<br />

Dc Redevoering eener Kantwerkster.<br />

De eerbare burgeressen van Brussel en andere<br />

p<strong>la</strong>atsen, die aan de prinses Henriëtte,<br />

dochter van den graaf van V<strong>la</strong>anderen, den<br />

bruidssluier aanboden, vonden het een origineele<br />

grap, de daarbij behoorende toespraak te<br />

doen houden door een nederige kantwerkster.<br />

En ziehier wat, in het paleis van den graaf,<br />

ten overstaan van de dochter van Konink<strong>li</strong>jken<br />

bloede, gesproken werd door het kind des<br />

volks.<br />

Prinses,<br />

Anderen zullen komen en tot u spreken uit<br />

naam der groote dames, die uit haar zijden<br />

beursje een gouden of zilveren geldstuk te<br />

voorschijn haalden om uw bruidssluier te betalen<br />

; maar mij heeft men aangesteld om u<br />

kenbaar te maken wat de arbeidsters denken<br />

en <strong>li</strong>jden, zij, die een deeltje van haar leven<br />

en haar gezondheid vlechten in iederen steek,<br />

dien hare klossen s<strong>la</strong>an.<br />

Prinses,<br />

Gij kent van het leven slechts de reeks der<br />

schitterendste feesten, die voor u nog vergezeld<br />

gaan van de streelendste vleierijen. Wij daarentegen<br />

zijn slechts de dochters van nederige<br />

wevers, of ook wel arme weezen, en nauwe<strong>li</strong>jks<br />

6 of 7 jaren oud 1) betraden wij reeds de<br />

werkp<strong>la</strong>ats of het gesticht van <strong>li</strong>efdadigheid;


134 GEEN SLAAF IS ZOO TEN VOLLE SLAAF ALS <strong>DE</strong> VEOÜW.<br />

en van dien tijd af genoten wij niet meer de<br />

weldaad vanjeen vertroostende <strong>li</strong>efkoozing of<br />

van een vriende<strong>li</strong>jken g<strong>li</strong>m<strong>la</strong>ch. Steeds werden<br />

wij bespied door een bWke, ernstige non of<br />

door een strenge opzichteres.<br />

Gij zijt enkel schoonheid en beval<strong>li</strong>gheid;<br />

uw gestalte is lenig, en met volle teugen ademt<br />

gij de frissche lucht in; gij baadt u in koesterenden<br />

zonneschijn ; ook schitteren uw oogen<br />

van levenslust... Doch zie ons aan : gebukt<br />

over ons werkkussen, zijn wij misvormd eer<br />

wij volwassen zijn; onze ademha<strong>li</strong>ng is benauwd<br />

en piepend, want wij ademen niets in<br />

dan den kooldamp onzer stoven; en onze oogen,<br />

Prinses, onze arme oogen, die óók geschapen<br />

waren om te schitteren van jeugd en vreugd,<br />

van hoop en <strong>li</strong>efde, ze zijn dof geworden bij<br />

den arbeid die dag en nacht voortduurt, die<br />

ons <strong>la</strong>ngzaam ondermijnt en ons vóór onzen<br />

tijd ten grave sleept.<br />

Gij gaat uw levensweg, b<strong>li</strong>jde kwinkeleerendals<br />

de vogelkens. Och, als men de lente in het<br />

hart heeft is het zoo zoet, zijn gevoelens te<br />

vertolken door gezang! En bekwame meesters<br />

hebben u <strong>li</strong>efe<strong>li</strong>jk leeren zingen... Wijzingen<br />

óók! Gebukt over ons kussen, opgesloten in<br />

onze werkp<strong>la</strong>ats, zingen wij om onze ellende<br />

in s<strong>la</strong>ap te sussen. Wij zingen dan in koor de<br />

eenvoudige <strong>li</strong>ederen die onze grootmoeders<br />

reeds neurieden, of de <strong>li</strong>edjes die wij opvingen<br />

van de straat; maar gebukt als wij zitten, als<br />

't ware in tweeën gevouwen, doen deze refreinen<br />

ons pijn; men zegt dat ons zingen ge<strong>li</strong>jk<br />

staat met zelfmoord; wat doet dat er toe ?<br />

onze arbeid vermoordt ons tóch.<br />

Zoo zijn er duizenden en duizenden, Prinses,<br />

een schare van ongelukkigen, die niet<br />

eens de kracht hebben zich te bek<strong>la</strong>gen, en<br />

wien niemand ter hulp komt; en men zegt<br />

ons dat wij, stil en ge<strong>la</strong>ten, ons duister pad<br />

moeten bewandelen en ons wanhopig lot moeten<br />

dragen, opdat gij moogt schitteren aan<br />

de spits van uw volk, omstraald van <strong>li</strong>cht en<br />

badend in lust!<br />

Om te voldoen aan de grillen uwer behaagzucht,<br />

en ook soms om aan uw hart de zachte<br />

aandoening van bewezen weldaden te schenken,<br />

— want er woont altoos een hart in de<br />

borst eener jonge vrouw, zelfs al is zij eere<br />

Hoogheid! — put gij uit eene beurs die nooit<br />

ledig wordt. Hoeveel hebt gij niet reeds uitgegeven<br />

aan uw snuisterijen en aan uw armen,<br />

die óók tot uw amusementen behooren ? ...<br />

Wij, Prinses, zijn niet minder goedgeefsch.<br />

Onze arme bloedelooze vingers brengen jaar<strong>li</strong>jks<br />

ontzach<strong>li</strong>jke rijkdommen voort, meer dan<br />

50 mil<strong>li</strong>oen francs, die buit worden gemaakt<br />

door kloosters en koop<strong>li</strong>eden, terwijl wij voor<br />

ons slechts een loon ontvangen van 52 centiem<br />

per dag voor een moordenden arbeid van 12<br />

tot 15 uren daags! 2)<br />

Is het waar of niet, Prinses, dat wij arme,<br />

ellendige schepsels zijn, en dat een koninkrijk<br />

waar zulke ongelukkige <strong>vrouwen</strong> en kinderen<br />

zijn, een ellendig koninkrijk is?<br />

Men rooft ons het bloed uit onze aderen, de<br />

g<strong>li</strong>m<strong>la</strong>ch van onze <strong>li</strong>ppen, het <strong>li</strong>cht uit onze<br />

1) In de kantons Thielt en Yperen worden kinderen<br />

van v ij f jaar toege<strong>la</strong>ten op; de kantseholen in <strong>li</strong>et<br />

kanton Oostende kinderen van zes jaar.<br />

2) In een dorp van V<strong>la</strong>anderen, zegt de Greef in<br />

zijn „Ouvrière dentel<strong>li</strong>ère en Belgique" (De Belgische<br />

kantwerkster) ontving een meisje fr. 16.50 voor twee<br />

en een half jaar arheids.<br />

oogen, het leven uit ons vleesch; en men geeft<br />

ons noch de communie van het brood enden<br />

wijn, die ons tot f<strong>li</strong>nke meisjes en moeders zou<br />

maken, noch het sacramept der verstande<strong>li</strong>jke<br />

en zede<strong>li</strong>jke wetenschap, die <strong>li</strong>cht zou ontsteken<br />

in onze hoofden en vreugdestroornen uitgieten<br />

in onze ziel. Wat moet het heer<strong>li</strong>jk zijn,<br />

alles te kunnen lezen, navorschen, verstaan !<br />

Prinses, wat zijt ge gelukkig dat ge hebt mogen<br />

studeeren ! Velen onzer hebben niet eens<br />

het a b c geleerd; het schijnt dat wij niet<br />

behoeven te kunnen lezen om goed te werken<br />

en véél kant te maken, , die men heel duur<br />

verkoopt, duurder naarmate men ons te slechter<br />

betaalt! En zoo zijn wij dubbel arm, èn<br />

door onze ellende èn door onze onkunde.<br />

Prinses, gij zijt als de le<strong>li</strong>e uit het evange<strong>li</strong>e,<br />

één en al reinheid, één en al deugd. Want gij<br />

hebt nooit honger gehad; gij zijt nooit naar huis<br />

gegaan, 's avonds na een ellendig betaalden<br />

arbeidsdag, niet zeker of gij daar wel een<br />

avondmaal vinden zoudt; nooit hebt gij op zulk<br />

een tocht een welluste<strong>li</strong>ng ontmoet die u<br />

trachtte te verleiden met eenige stukjes zilver,—<br />

mooi b<strong>la</strong>nk zilver, en zóóveel als men bij de<br />

bagijntjes ter nauwernood verdient in een<br />

geheele week,— zoodat gij u, bang maar overwonnen,<br />

<strong>li</strong>et meeslepen naar een donker hoekje<br />

of steeg...<br />

Prinses, o <strong>la</strong>ien zij die nooit den honger,<br />

de ellende, het straatleven kenden, toegefe<strong>li</strong>jk<br />

zijn jegens de gevallenen ! Och, de broodwinning<br />

der schande is niet aangenamer dan die<br />

andere, waar<strong>li</strong>jk niet! En gij, Prinses, die op<br />

het punt staat de <strong>li</strong>efde te smaken, de echte<br />

<strong>li</strong>efde, vrij van alle smetten en beschamingen,<br />

de <strong>li</strong>efde die hechter dan burger<strong>li</strong>jke akten en<br />

kerke<strong>li</strong>jke zegeningen de harten aan elkander<br />

snoert, o, zeg aan de uwen, dat het niet eens<br />

genoeg is mede<strong>li</strong>jden te hebben met de ongelukkigen<br />

die gedwongen zijn haar dagen aan<br />

den arbeid en haar nachten aan de zonde te<br />

geven, maar dat het tijd wordt, het leven dier<br />

kinderen en <strong>vrouwen</strong> uit het volk wat mensonwaardiger<br />

te maken, dat het hoog tijd is om<br />

recht te doen aan het arme volk.<br />

Bedenk, Prinses, dat ook wij een hart hebben<br />

dat niets <strong>li</strong>ever zou doen dan hoog en<br />

snel kloppen onder de kussen van een echtgenoot<br />

! Ook onze boezem zwelt van jonge<br />

levensappen, ook onze ziel dorst naar de zoete<br />

bedwelming des levens! Ook wy zijn in staat<br />

tot genieten; ons bloed is jong als het uwe,<br />

wij zijn van hetzelfde maaksel als gij, Prinses!<br />

o, Doe dat toch verstaan aan uwe omgeving,<br />

eer gij ons ver<strong>la</strong>at!<br />

En thans, Prinses, aanvaard uwen sluier,<br />

hij is geweven uit het. bloed en de tranen der<br />

arme dochters van V<strong>la</strong>anderen; en als gij hem<br />

vasthecht op uwe lokken, overweeg dan, o<br />

Vorstin, of het bil<strong>li</strong>jk is dat die sluier is voor<br />

u, het pleegkind aller feeën, en dat wij, de<br />

vreugdeloozen, de s<strong>la</strong>chtoffers van kloosters en<br />

werkp<strong>la</strong>atsen, geen anderen droom, geen ander<br />

rustpunt hebben dan een vroegtijdig graf!"<br />

JULES LEKEU in Le Peuple.<br />

Ingezonden.<br />

Zeer Geachte Redactie,<br />

't Was met buitengewoon veel genoegen en<br />

be<strong>la</strong>ngstel<strong>li</strong>ng dat ik uw sympathiek pleidooi<br />

voor het vegetarisme in de nommers 8 en 9<br />

van „De Vrouw" <strong>la</strong>s; deswege gevoel ik mij


GEEN SLAAF IS ZOO TEN VOLLE SLAAF ALS <strong>DE</strong> VROUW.<br />

gedrongen U daar open<strong>li</strong>jk hulde voor te brengen. heeft, reden waarom de tarwebloem reeds duur­<br />

Wel<strong>li</strong>cht zult U mij willen toestaan door midder moet zijn. En toch maken sommigen de<br />

del van uw b<strong>la</strong>d eenige praktische wenken op opmerking, dat, aangezien bruinbrood goedkoo­<br />

vegetarisch gebied te geven aan onzen arbeiper is dan wittebrood, het <strong>la</strong>atste dus beter moet<br />

dersstand, welke wenken ik ontleen aan den zijn. Men ziet dat die redeneering niet opgaat.<br />

bekenden Engelschen vegetarischen geneesheer Anderen bemerkten dat het zoo „onvoordee<strong>li</strong>g"<br />

Dr. Al<strong>li</strong>nson, op wiens werkjes U reeds zoo is omdat, daar het brood vaster is, men er niet<br />

vriende<strong>li</strong>jk waart de aandacht te vestigen. Ik zooveel boterhammen uit kan snijden als uit<br />

aarzel geen oogenb<strong>li</strong>k zijne raadgevingen aan het zooveel luchtiger gebakken wittebrood. Men<br />

te halen omdat hij een eerste autoriteit op voe- had zich nooit de moeite getroost om ge<strong>li</strong>jke<br />

dingsgebied is en zijne uitspraken een jaren­ sneden bruin- en wittebrood eens tegen elkaar<br />

<strong>la</strong>nge ondervinding tot gronds<strong>la</strong>g hebben. te wegen! Die opmerking herinnerde mij aan<br />

Reeds dade<strong>li</strong>jk zullen velen de aanmerking wat wij als schooljongens elkaar p<strong>la</strong>chten te<br />

maken dat het aanprijzen van eene vegetarische vragen: „Wat weegt zwaarder, één pond lood<br />

voedingswijze voor werk<strong>li</strong>eden van onpas is, of één pond veêren?" Docter Al<strong>li</strong>nson zegt:<br />

daar'zij toch, met enkele uitzonderingen, on­ „Wanneer men bruinbrood met vruchten kan<br />

vrijwil<strong>li</strong>ge vegetariërs zijn en dus daardoor die bekomen, dan behoeft men nooit bang te zijn<br />

wenken overbodig worden. Die aanmerking om van honger te sterven of ziek te worden."<br />

zoude gegrond zijn voor het geval dat zij eene Wij komen nu vanzelf op de vruchten. Men<br />

juiste voeding in acht namen, waarmede ik zegge niet dat die te duur zijn voor een arbei­<br />

bedoel eene voeding die in al hunne <strong>li</strong>cnamedershuishouden ; ja, wanneer men druiven, per<strong>li</strong>jke<br />

behoeften voorziet; doch zoo<strong>la</strong>ng er op ziken, abrikozen en derge<strong>li</strong>jke begeert, dan kan<br />

dit gebied nog zooveel onwetendheid heerscht men een groot bedrag besteden, maar wanneer<br />

komt het mij voor, dat Dr. Al<strong>li</strong>nson's wenken men zijne eischen wat <strong>la</strong>ger stelt en die tevens<br />

zeer van pas zijn.<br />

regelt naar den tijd van het jaar, dan zal men<br />

Indien wij al voor het oogenb<strong>li</strong>k eens wilden bevinden dat de meesten zich die weelde wel<br />

aannemen dat aan het eten van vleesch eenige kunnen veroorloven. En weelde is eigen<strong>li</strong>jk een<br />

voordeelen verbonden waren ten opzichte van verkeerde uitdrukking, want vruchten zijn voor<br />

zekere voortbrengselen uit het p<strong>la</strong>ntenrijk, dan ons even noodzake<strong>li</strong>jk als andere voedingsmid­<br />

nog zoude dit in de meeste gevallen voor den delen; en zoodra iets „noodig" is, kan men het<br />

werkman een onbereikbaar voedingsmiddel zijn, niet meer met den naam van weelde bestem­<br />

eenvoudig omdat het werke<strong>li</strong>jk gezonde vleesch pelen. Appelen, peren, sinaasappelen, kersen><br />

dat geen, of nagenoeg geen aanleiding tot ziekte aardbeziën, pruimen vallen onder bijna ieders<br />

kan geven, te duur is. Thans vergenoegt hij bereik, ten minste wat ons <strong>la</strong>nd aangaat. Ver­<br />

zich met tweede of nog mindere kwa<strong>li</strong>teit en volgens komen de verschillende gedroogde<br />

wat hij op die manier nuttigt, zal zeker niet vruchten, zooals pruimen, rozijnen, vijgen, da­<br />

bijdragen om den gezondheidstoestand van hem dels, die men hun natuur<strong>li</strong>jk watergehalte kan<br />

en zijn gezin te verbeteren. Neem welke cou­ doen herkrijgen, door ze gedurende 1 tot 3<br />

rant men wil, bijna dage<strong>li</strong>jks komen daarin dagen te doen weeken. Na ze goed te hebben<br />

berichten voor omtrent personen die aangehou­ gewasschen doet men ze in een pan en giet<br />

den werden, terwijl zij bezig waren vleesch te er kokend water op, zoodat ze ongeveer een<br />

vervoeren, dat bij onderzoek bleek ongeschikt vinger onderstaan, men <strong>la</strong>te ze zoo gedurende<br />

voor de consumptie te zijn. Hoevelen zijn er eenige dagen (al naarmate dat noodig is) staan.<br />

die in derge<strong>li</strong>jke schande<strong>li</strong>jke praktijken niet Bij gebrek aan versche vruchten kunnen zij-<br />

betrapt worden en hoevele honderden kilogramdaarvoor in de p<strong>la</strong>ats treden. Vergeten wij niet<br />

men van zulk ziok, bedorven vleesch worden dat het gebruik van vruchten een groote rol<br />

dage<strong>li</strong>jks aan den man gebracht en door dui­ speelt bij de bestrijding van het drankgebruik<br />

zenden genuttigd, waardoor wel<strong>li</strong>cht de eerste en misbruik; nog veel te weinig is hierop ge­<br />

kiemen worden opgenomen van die vreese<strong>li</strong>jke wezen. Het vergemakke<strong>li</strong>jkt ons in ons voor­<br />

ziekte, de tering. Konden nauwkeurig de oornemen, wanneer wij ons het gebruik van<br />

zaken worden nagegaan van zoovele bestaande alcoho<strong>li</strong>sche dranken willen ontwennen. Laat<br />

ziekten, hoevele daarvan zouden er dan niet, men eens probeeren om een g<strong>la</strong>s bier, een g<strong>la</strong>s<br />

hetzij direct of indirect, gevonden kunnen wor­ wijn of een borrel te drinken nadat men bv.<br />

den in het gebruik van ziek, bedorven vleesch. een appel of een peer gegeten heeft; men zal<br />

Waartoe, vraag ik, onze gezondheid in de dan bevinden dat het niet smaakt. Ten slotte<br />

waagschaal gesteld, wanneer moeder natuur wordt men onverschil<strong>li</strong>g voor die dranken, en<br />

gezorgd heeft dat het p<strong>la</strong>ntenrijk ons van alles dat is dunkt mij wel de grootste schrede op<br />

kan voorzien wat voor den opbouw en het on­ den weg der onthouding.<br />

derhoud van ons <strong>li</strong>chaam noodig is? —<br />

Thans komen wij aan een teer punt, nl. de<br />

Doch terzake. Voor eene juiste voeding dient ge<strong>li</strong>efde dranken onzer Hol<strong>la</strong>ndsche huismoe­<br />

het eerst gelet op ons dage<strong>li</strong>jksch brood. Tot ders, thee en koffie. „Moeten wij die ook al<br />

nu toe wordt nog veel te veel wittebrood ge- afschaffen", hoor ik velen zeggen, ,,'t is toch<br />

. geten, een brood dat verre in voedingswaarde zoo gezel<strong>li</strong>g en zoo lekker". Zeer juist, maar<br />

ten achter staat bij bruinbrood. Onder bruin- dit is toch geen argument. Drinkt men een van<br />

brood wordt verstaan het brood dat men ver­ beide „sterk" dan zijn zij wel smake<strong>li</strong>jk, maar<br />

krijgt wanneer de geheele tarwekorrel met al bepaald schade<strong>li</strong>jk; drinkt men ze „s<strong>la</strong>p" (zooals<br />

zijn bestandeden, niets daarvan uitgezonderd, gewoon<strong>li</strong>jk onder de arbeidende k<strong>la</strong>ssen het<br />

wordt fijngemalen en vervolgens gebakken. Aan geval is) dan zijn zij wel minder schade<strong>li</strong>jk<br />

dit brood is reeds het groote voordeel verbon­ maar zeker niet smake<strong>li</strong>jk en volkomen nutteden<br />

dat het goedkooper is dan het wittebrood, loos, daar zij volstrekt geen voedingswaarde<br />

en wel reeds daarom, omdat de bewerking voor bezitten behalve de melk en suiker daaraan<br />

de bereiding van het meel eenvoudiger is, en toegevoegd; maar de hoeveelheid daarvan is<br />

verder doordien de zemelen er niet uit verwij­ zoo gering dat zij bijna niet meetelt. Daarbij<br />

derd worden en er dus geen gewichtver<strong>li</strong>es p<strong>la</strong>ats [ komt nog dat men die koffie en thee, of wat<br />

135


13G<br />

GEEN SLAAF 18 ZOO TEN VOLLE SLAAF ALS <strong>DE</strong> VROUW.<br />

daarvoor moet doorgaan, <strong>li</strong>efst zoo heet moge<strong>li</strong>jk<br />

drinkt, wat eveneens hoogst nadee<strong>li</strong>g is.<br />

Waarom niet een kop cacao gedronken, hetgeen<br />

wel is waar wat duurder is dan de eerstgenoemde<br />

dranken maar waaraan het voordeel<br />

verbonden is dat het voedsel bevat; vooral bij<br />

toebereiding met melk. Is men gewoon twee<br />

kop koffie of thee bij den maaltijd te gebruiken,<br />

welnu dan neme men één kop cacao die<br />

ontegenzege<strong>li</strong>jk beter, aangenamer smaakt dan<br />

het andere. Door minder bij het eten te drinken<br />

zal men beter leeren kauwen, het brood wordt<br />

zoodoende terdege met het speeksel vermengd<br />

en de spijsvertering zeer bevorderd. Let men<br />

eens op hoe de meeste menschen eten, dan ziet<br />

men hen met een boterham in de eene en een<br />

kop van het een of ander in de andere hand.<br />

Een hap brood, een slokje of slok koffie, drie<br />

of viermaal gekauwd en dan naar binnen gespoeld;<br />

vervolgens <strong>la</strong>at men aan de arme maag<br />

het werk over, dat noodzake<strong>li</strong>jk in den morid<br />

had moeten geschieden.<br />

Verder moesten er door de arbeiders niet<br />

zulke enorme hoeveelheden aardappelen gegeten<br />

worden, waaruit betrekke<strong>li</strong>jk weinig voedsel<br />

wordt verkregen en waaraan het nadeel is<br />

verbonden dat de maag zóó naar die groote<br />

massa gaat „staan" dat men zich onbevredigd<br />

gevoelt wanneer geringere hoeveelheden, maar<br />

van dege<strong>li</strong>jker, voedzamer gehalte worden gegeten.<br />

Aardappelen dienden als bijgerecht, niet als<br />

hoofdschotel te verschijnen. Erwten, boonen,<br />

<strong>li</strong>nzen, zijn even voedzaam als vleesch en een<br />

bij uitstek geschikt voedsel voor iemand die<br />

door handenarbeid in zijn onderhoud moet voorzien,<br />

waarbij nog komt dat ze niet in zulke<br />

groote hoeveelheden als aardappelen genuttigd<br />

behoeven te worden en de maag niet telkens<br />

en telkens zoo wordt over<strong>la</strong>den. Men hoort steeds<br />

steen en been k<strong>la</strong>gen wanneer er een jaar is<br />

dat de aardappelen slecht of duur zijn, alsof<br />

dit het eenig bestaande voedingsmiddel voor<br />

den werkman is. Ik ontken geenzins dat de<br />

jaren<strong>la</strong>nge gewoonte om steeds aardappelen als<br />

het hoofdgerecht te beschouwen zoo ingeworteld<br />

is, dat men meent er niet meer buiten te<br />

kunnen; toch is het goed, die gedachte te <strong>la</strong>ten<br />

varen. Komt er een slecht aardappeljaar (en ook<br />

al komt dit niet) dan neme men eens de proef<br />

met rijst. Ik maak mij sterk dat het den meesten<br />

goed zal bevallen.<br />

Ten slotte wensch ik eenige hoeveelheden<br />

aan te geven voor een werkmansmaaltijd. De<br />

cijfers geven natuur<strong>li</strong>jk een gemiddelde aan en<br />

zullen individueel eenigzins gewijzigd kunnen<br />

worden. Zooals reeds gezegd ontleen ik een en<br />

ander aan hetgeen Dr. Al<strong>li</strong>nson daaromtrent<br />

aangeeft; de menu's, als ik ze zoo noemen mag,<br />

zijn vooral geschikt voor hen, die den geheelen<br />

dag op hun werk zijn.<br />

Ontbijt. V2 pond bruinbrood, 1<br />

/ i pond versche<br />

vruchten en een groot kop cacao of melk. Middagmaal.<br />

S<br />

U pond bruinbrood, V2 pond vruchten<br />

en Vo ons kaas of noten. Onder noten versta<br />

men okker- en hazelnoten, cocosnoot of grondnoten,<br />

de <strong>la</strong>atste <strong>li</strong>cht geroosterd, z. g. „o<strong>li</strong>eneutjes"<br />

welke men op snoeptafels ziet en die een<br />

zeer groote voedingswaarde bezitten.<br />

Avondeten. V2 pond bruidbrood, desverkiezend<br />

de viuchten te vervangen door sterrekers,<br />

Spaansche uien of een of andere groente.<br />

Inp<strong>la</strong>ats van kaas of noten kan men ter afwisse<strong>li</strong>ng<br />

een hard gekookt ei gebruiken.<br />

Voedzamer en goedkooper dan eieren zijn<br />

sp<strong>li</strong>terwten. Men bindt ze in een doek, zooals<br />

Jan in den zak of ketelkoek en kookt ze twee<br />

a drie uren, totdat ze volkomen gaar zijn;<br />

daarna worden ze met wat boter, peper, zout<br />

en mosterd, naar smaak, tot een dikke pap<br />

fijn-gewreven, die men eenige dagen kan bewaren.<br />

Met deze pap worden de boterhammen<br />

dik besmeerd ; zij is een voedzamer spijs dan<br />

rundvleesch of ham en vervangt het spek dat<br />

de arbeiders dikwijls op hunne boterhammen<br />

mede naar het werk nemen.<br />

Macaroni met gedroogde vruchten als krenten,<br />

rozijnen, pruimen, vijgen etc. gekookt, vormt<br />

een goed middagmaal; inp<strong>la</strong>ats van macaroni<br />

kan men haverdegort nemen. De pap kan 's<br />

avonds gemaakt, en den volgenden dag opgewarmd<br />

worden.<br />

Verder is een dikke soep nog aan te bevelen.<br />

De vrouw kan haar daags te voren maken<br />

van erwten, <strong>li</strong>nzen, gort, rijst, peen, knollen,<br />

uien en andere groenten welke de tijd van het<br />

jaar verschaft, waarbij een weinig boter, peper<br />

en zout kan worden gevoegd, wanneer men<br />

daarvan houdt. Deze soep kan bijna even dik<br />

als pap gekookt worden; met wat bruinbrood<br />

genuttigd, geeft zij kracht voor verscheidene<br />

uren.<br />

Men <strong>la</strong>che nu niet en hale den neus niet<br />

op voor al die „vreemde poespas"; 't is wel<br />

heel anders dan wat men gewoon<strong>li</strong>jk zal eten,<br />

maar zoo<strong>la</strong>ng men het niet beproefd heeft,<br />

kan men er niet over oordeelen. Het <strong>li</strong>gt eenmaal<br />

in onzen aard om iets be<strong>la</strong>che<strong>li</strong>jk of<br />

<strong>la</strong>chwekkend te vinden, zoodra het iets ongewoons<br />

betreft en wanneer wij ons niet eens<br />

de moeite hebben gegeven en over na te denken<br />

of het te beproeven.<br />

Men zij gedachtig aan het gezegde: „Onderzoek<br />

alle dingen en behoud het goede."<br />

Met vriende<strong>li</strong>jken dank voor de welwillende<br />

opname noem ik mij met de meeste achting<br />

Uw dienstwil<strong>li</strong>ge<br />

A. V.<br />

Rotterdam 12 Dec. '95.<br />

BLA DVUIXOfGEN.<br />

Eenheid te brengen in de verscheidenheid,<br />

harmonie in het uiteenloopende en een evenwicht<br />

te scheppen van alle bijzondere deelen,<br />

ziedaar een der grootste vraagstukken in de<br />

levenskunst.<br />

CORRESPON<strong>DE</strong>NTIE.<br />

Den Heer P. v. tl. M. te Amsl. In 't<br />

volgend No.; wil mij Sluit Schiedam in kwestie<br />

voor een paar dagen leenen, s. v. p. ik copieer<br />

het artikel dan en p<strong>la</strong>ats het bij gelegenheid.<br />

Mevr. Fl. v. D. te Rott. Harte<strong>li</strong>jk dank.<br />

Zoo spoedig moge<strong>li</strong>jk; d. w. z. op zijn vroegst<br />

in No. 19.<br />

S TRI JDPENNING.<br />

Overdracht fr. 513.32.<br />

Brussel. Maand, hijdr. van een vriend 25.00.<br />

La<strong>li</strong> Djiwo. Van <strong>Mam</strong>a en de guiten 2.00.<br />

«ent. Een onderw. 0.40. — C. D. R. 0.05. — M. d.<br />

Br. 0.10. — E. d. W. 0.10. — Jeannette 0.10. —<br />

Elvire en C<strong>la</strong>ra 0.10. — Emi<strong>li</strong>e 0.15.<br />

Middelburg. Mej. v. d. M. 1.00.<br />

Totaal fr. 29.10.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!