KKM map.
KKM map.
KKM map.
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
PREVENTIE:<br />
In het algemeen kunnen de volgende stappen ondernomen worden om de incidentie van<br />
mastitis te verlagen. Ten eerste moet er met schone handen gewerkt worden en moet het<br />
uier schoon zijn. Hiervoor kan het beste één schoon uierdoek gebruikt worden en dient de<br />
veehouder per koe een nieuw uierdoek te gebruiken. Als het uier nat is van de reiniging,<br />
dan moet deze eerst goed afgedroogd worden. Na het melken moeten bij alle koeien een<br />
tepeldip toegepast worden. Het gebruik van een tepeldip is met name effectief tegen<br />
S.aureus en S.agalactiae. De mastitiden die voortkomen uit de omgeving zijn hier meestal<br />
niet of minder gevoelig voor. Verder is het verstandig om de koeien na het melken nog<br />
even vast te zetten aan het voerhek zodat het slotgat de mogelijkheid krijgt zich aan te<br />
sluiten. Hoewel deze sluiting lang duurt kan het toch een nuttig effect hebben. Daarnaast<br />
is het zeer aan te bevelen koeien met zichtbare mastitis aan het eind van de melkronde te<br />
melken. Het is anders mogelijk dat een andere koe zich infecteert via hetzelfde melkstel.<br />
Een andere, maar duurdere optie is een apart melkstel te gebruiken voor de mastitis<br />
koeien en deze na elke melkbeurt om te spoelen met heet water (90°C). Tenslotte op het<br />
moment dat de koeien drooggezet worden, is het aan te raden alle koeien standaard te<br />
behandelen met droogzetpreparaten. Dit leidt tot een aanzienlijke reductie van<br />
subklinische mastitiden, een lager koecelgetal, minder klinische mastitiden en een hogere<br />
melkproduktie.<br />
Naast deze preventieve maatregelen zijn er ook nog andere factoren die in de gaten<br />
moeten worden gehouden. Zo is het verstandig als de veehouder probeert het aantal<br />
tepelverwondingen te minimaliseren. Dit kan door middel van het verbeteren van de<br />
huisvesting, de afstelling van de melkmachine of van het fokbeleid. Verder is het<br />
verstandig alle koeien met (subklinische) mastitis, die niet reageren op de therapie, op te<br />
ruimen, aangezien ze voor een grote infectiedruk op het bedrijf zorgen. Bij koeien die<br />
problemen hebben gehad in de vorige lactatie (mogelijk t.g.v. staphylococcen aureus) kan<br />
het verstandig zijn deze 14 dagen na afkalven te bemonsteren om te kijken of de bacterie<br />
niet meer aanwezig is. Het tankmelkcelgetal moet ook in de gaten gehouden worden. In<br />
het algemeen mag men er van uitgaan dat een celgetal van rond de 100.000-150.000<br />
goed is.<br />
Mocht een koe toch uierontsteking krijgen dan is het verstandig volgens onderstaand<br />
protocol te werken. Op deze wijze weet u dat een koe met uierontsteking altijd op de juiste<br />
wijze wordt aangepakt. Daarnaast houd met de mogelijkheid om de melk te laten<br />
onderzoeken op de dierenartsenpraktijk open mocht de koe niet reageren op de ingestelde<br />
therapie. Op de praktijk wordt dan bepaald welke bacterie in de melk aanwezig is en voor<br />
welk antibioticum het gevoelig is, zodat een doelgerichtere therapie mogelijk is.<br />
ZAAGSELOPSLAG (ivm Klebsiella mastitis)<br />
- droog aangevoerd<br />
- geen zichtbare schorsresten<br />
- droog opslaan (dus niet buiten onder plastic!!)<br />
(er is zaagsel op de markt dat behandeld is tegen Klebsiella besmetting)<br />
22