31.07.2013 Views

Inleveropgave thema Pragmatiek

Inleveropgave thema Pragmatiek

Inleveropgave thema Pragmatiek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Opgave 1<br />

<strong>Inleveropgave</strong> <strong>thema</strong> <strong>Pragmatiek</strong><br />

Inleiding Taalkunde 2012-2013<br />

antwoordmodel<br />

[A.] Laat voor elk paar van zinnen (a-b) zien of zin (b) een entailment, conversationele<br />

implicatuur of presuppositie is van zin (a). Gebruik de negatie- en<br />

cancellatie-testen die we in het college besproken hebben.<br />

i (a) Het was Jan die mijn fiets roze heeft geverfd.<br />

(b) Mijn fiets is roze geverfd.<br />

antwoord: presuppositie. negatie: Het was niet Jan die mijn fiets roze<br />

heeft geverfd → (b) volgt nog steeds. cancellatie: #Het was Jan die mijn<br />

fiets roze heeft geverfd, maar mijn fiets is niet roze geverfd → onmogelijk<br />

ii (a) Jan heeft mijn fiets roze geverfd.<br />

(b) Mijn fiets is roze geverfd.<br />

antwoord: entailment. negatie: Jan heeft mijn fiets niet roze geverfd →<br />

(b) volgt niet meer. cancellatie: #Jan heeft mijn fiets roze geverfd, maar<br />

mijn fiets is niet roze geverfd → onmogelijk<br />

iii (a) De butler zou het gedaan kunnen hebben.<br />

(b) Het is niet het geval dat de butler het gedaan moet hebben.<br />

antwoord: implicatuur. negatie: Het is niet het geval dat de butler het<br />

gedaan zou kunnen hebben → (b) volgt nog steeds, maar! cancellatie: De<br />

butler zou het gedaan kunnen hebben, sterker nog, hij moet het gedaan<br />

hebben → is ook prima. Zie antwoord op [B]. (Let op: ‘De butler zou het<br />

niet gedaan kunnen hebben’ is niet de negatie van (a)!)<br />

iv (a) Marie is lang en slank.<br />

(b) Marie is slank.<br />

antwoord: entailment. negatie: Marie is niet lang en slank → (b) volgt<br />

1


niet meer. cancellatie: #Marie is lang en slank, maar ze is niet slank →<br />

onmogelijk<br />

v (a) Marie is lang of slank.<br />

(b) Marie is niet zowel lang als slank.<br />

antwoord: implicatuur. negatie: Marie is niet lang of slank → (b) volgt<br />

nog steeds, maar! cancellatie: Marie is lang of slank, misschien wel allebei<br />

→ ook prima.<br />

vi (a) Marie is lang of slank.<br />

(b) Marie bestaat.<br />

antwoord: presuppositie. negatie: Marie is niet lang of slank → (b) volgt<br />

nog steeds. cancellatie: #Marie is niet lang of slank, maar Marie bestaat<br />

niet → onmogelijk<br />

vii (a) Nadat Jan Marie gekust had, gaf ze hem een oorvijg.<br />

(b) Jan heeft Marie gekust.<br />

antwoord: presuppositie. negatie: Nadat Jan Marie gekust had, gaf ze<br />

hem geen oorvijg → (b) volgt nog steeds. cancellatie: #Nadat Jan Marie<br />

gekust had, gaf ze hem een oorvijg, maar Jan heeft Marie niet gekust →<br />

onmogelijk<br />

viii (a) (Als antwoord op de vraag Is Jan intelligent?) Eh, hij is erg aardig.<br />

(b) Jan is niet intelligent.<br />

antwoord: implicatuur. negatie: Jan is niet erg aardig → (b) volgt niet<br />

meer. cancellatie: Jan is erg aardig, en ook intelligent → prima<br />

[B. (bonus)] Kijk nogmaals naar (A-iii) en (A-v). Is het resultaat van de<br />

negatie-test in overeenstemming met dat van de cancellatie-test? Zo nee, heb<br />

je een idee welke test in deze gevallen zwaarder zou moeten wegen, en waarom?<br />

antwoord: de tests zijn niet met elkaar in overeenstemming. de negatie-test wijst<br />

op presuppositie, maar de cancellatie-test op implicatuur. de cancellatie-test<br />

weegt zwaarder, omdat het resultaat van de negatie-test op een andere manier<br />

verklaard kan worden: door puur toeval wordt (b) ge-entaild door de negatie van<br />

(a). intuitief zijn (iiib) en (vb) ook geen presupposities: een presuppositie is een<br />

statement dat we voor waar moeten aannemen voordat we überhaupt kunnen<br />

evalueren of een ander statement waar of onwaar is. dit is niet het geval in<br />

2


(iii) en (v): we kunnen de waarheid van ‘Marie is niet lang of slank’ prima<br />

evalueren zonder de vooronderstelling dat Marie niet allebei is. de moraal: de<br />

negatie-test is niet 100% betrouwbaar omdat negatie de waarheidscondities van<br />

een zin S verandert, waardoor ¬S nieuwe entailments krijgt die toevallig overeen<br />

kunnen komen met een uit S volgende implicatuur<br />

Opgave 2<br />

Bekijk de volgende zinnen:<br />

i Marie heeft pizza of patat gegeten.<br />

ii Het is niet het geval dat Marie pizza of patat heeft gegeten.<br />

A. Op basis van zin (i) kunnen we de gevolgtrekking maken dat Marie patat<br />

of pizza heeft gegeten, maar niet allebei. Iemand concludeert hieruit dat<br />

de semantiek van het Nederlandse woord of dus exclusief moet zijn (‘p<br />

of q maar niet allebei’), en niet inclusief (‘p of q of allebei’, zoals ∨ in de<br />

propositielogica en unie in de verzamelingenleer). Wat zou je tegenargument<br />

zijn, op basis van de interpretatie van zin (ii)?<br />

antwoord: negatie draait de waarheidscondities van een zin om, dus als<br />

(i) onwaar is als Marie zowel pizza als patat gegeten heeft, zou (ii) - de<br />

negatie van (i) - dus waar moeten zijn als Marie allebei gegeten heeft.<br />

Maar dat is niet zo: (ii) betekent dat ze geen van beide gegeten heeft. Dit<br />

is alleen te verklaren op basis van een inclusief ‘of’.<br />

B. Geef een alternatieve verklaring voor de exclusieve gevolgtrekking in (i)<br />

in termen van scalaire implicatuur. Laat zien hoe je analyse zowel de interpretatie<br />

van zin (i) als die van zin (ii) verklaart. (Hint: uit welke twee<br />

lexicale items bestaat de relevante schaal? Hoe zijn ze geordend? Wat<br />

gebeurt er met deze ordening onder negatie?)<br />

antwoord: de alternatieven zijn ‘of’ en ‘en’. ’en’ is sterker dan ‘of’, want<br />

‘p en q’ entailt ‘p of q’ maar niet vice versa. Als de spreker van (i) had<br />

geloofd dat de sterkere uitspraak ‘Marie heeft pizza en patat gegeten’ waar<br />

was, had hij dat moeten zeggen om aan het maxime van Kwantiteit te voldoen.<br />

Dat hij deze sterkere uitspraak niet doet, moet dus betekenen dat<br />

hij niet gelooft dat deze waar is. Ervan uitgaande dat hij kennis heeft van<br />

de situatie (de ‘competentie-aanname’), concluderen we dat hij gelooft dat<br />

het sterkere alternatief niet waar is. Op die manier impliceert zin (i) de<br />

negatie van het sterkere alternatief: het is niet het geval dat Marie pizza<br />

en patat heeft gegeten. De semantiek van (i), gecombineerd met deze implicatuur,<br />

heeft hetzelfde effect als een exclusief ‘of’.<br />

Andersom: onder negatie wordt de schaal omgedraaid: ‘niet of’ is sterker<br />

3


dan ‘niet en’ want ‘niet p of q’ entailt ‘niet p en q’ maar niet vice versa.<br />

Er is dus geen sterker alternatief voor zin (ii) en dus ook geen scalaire<br />

implicatuur - de interpretatie van (ii) is puur gebaseerd op de (inclusieve)<br />

semantiek van ‘of’.<br />

4

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!