You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>ERNEST</strong><br />
<strong>CLAES</strong><br />
I<br />
rVijs : 0.50 fr. HUMORISTISCH WEEKBLAD . 3e Ja.rg.ng. Nr. 4i 8 <strong>Feb</strong>. <strong>1934</strong><br />
FREE.
• 2 _ _ _ _<br />
BIJ DE FEITEN<br />
door JOAN<br />
CRAWFORD-<br />
MEYLANDER<br />
Deze week nam VOORUIT in zijn<br />
fcteihoekje van Oarlyle een gedachte<br />
over, die luidt a% volgt:<br />
Tien door liefde vereenigde<br />
mensehen kannen meer zijn en<br />
meer doen dan 10.000 enkelingen;»<br />
Wrj hopen dat het waar is en verwachten<br />
dat voor ieder 100 paartjes,<br />
die Koekoek lezen, ons toekomende<br />
week 100 x 10.000 of een millioen exemplaren<br />
zuilen afgenomen worden.<br />
• • *<br />
M. Ohlappe (in 't Gentsen: tsappe),<br />
het hoofd der Parijsche politie<br />
werd bevorderd tot resident in Marokko.<br />
HU heeft echter geweigerd.<br />
Dat verbaast iedereen. Sommige<br />
welweters zeggen zelfs, dat hrj ongelijk<br />
heeft de bruine schoonheden van<br />
Afrika te versmaden.<br />
Ik bemoei me liever met in deze diskussie<br />
maar één ding heeft de ondervinding<br />
me toch geleerd: wie aan de<br />
Parisiennes verslaafd geraakte, plakt<br />
er aan tot op den dag van 't laatste<br />
oordeel!<br />
• • •<br />
Het belangrijkste feit der week ls<br />
zeker wel de opening van het «vogelsalon»,<br />
zooals «Vooruit» het zoo schilderachtig<br />
noemde, te Brussel.<br />
Er zijn. daar zeer merkwaardige<br />
exemplaren uit ons land, «o.m. een<br />
witte merel, die dus geen mythe blijkt<br />
te zijn, zooals men zou kunnen denken.<br />
Er is ook een witte ekster, die<br />
zou gevangen zijn te Waasmunster.»<br />
Mag ik hier in alle bescheidenheid<br />
laten opmerken dat Gust Van Hecke<br />
— mrjn kollega en zeer intieme vriend,<br />
— ook een rare vogel is? Ongelukkig<br />
heeft men hem ln de afdeeling der<br />
feniksen geweigerd, onder voorwendsel<br />
dat hij soms den uil uithangt. Iets<br />
wat niet als geen grove leugen zeker<br />
niet mag geloochend worden.<br />
Iedereen spreekt van Sbavisky.<br />
Alle dagen komen nog nieuwe elementen<br />
het onderzoek aanvullen.<br />
We willen hier ook een onthulling<br />
doen. Weet ge welk blad het eerste<br />
het schandaal kende?<br />
Ge glimlacht... ge raadt het...<br />
Ja, baste lezers, ge hebt het: het<br />
ls Vooruit!<br />
Inderdaad, acht dagen voor de zaak<br />
Stavisky uitlekte begon ons zuster bijblad<br />
in alle stilte en nederigheid een<br />
schUnlbaar onschufidig feiuiUletonnetje<br />
te puibliceeren, getiteld: «Het onverwacht<br />
geMc.» We hebben ons uit<br />
speurzin dit boek aangeschaft en<br />
reeds gansch uitgelezen. Daarmee weten<br />
we reeds wat Vooruit's lezerrs binnen<br />
8 dagen als feuilleton zuCCen te<br />
slikken krijgen. Welnu, ziehier onze<br />
sensatie: in den roman ls er sprake<br />
van een groot financier, Alexander<br />
Flessing genaamd.<br />
Men late aich echter niet om den<br />
tuin leiden nopens de identiteit van<br />
dien meneer. '<br />
Ziehier een paar authentieke zinnen<br />
uit het boeit, dat Vooruit's lezers<br />
weldra onder oogen zullen krijgen en<br />
waardoor ze eindelijk «begrrjpen» zullen:<br />
«De lange man hief vermanend<br />
zijn wijsvinger op:<br />
Ik heet Alexander. Denk daarom,<br />
Barbara!»<br />
• * •<br />
«tl Is uit met 't excellentiën,<br />
mün kind! Ik heet Alexander en<br />
word door de paar menschen die<br />
op mij gesteld zijn Sasctha genoemd.<br />
Mijn moeder was een Russin,<br />
wat jullie misschien nog niet<br />
weten.<br />
Nu heb je dus twee namen uit<br />
te kiezen, waaruit je uij Je gevoel<br />
voor 't ocgenblik kunt doen<br />
blijken.»<br />
Waarom heeft de schrijfster Helma<br />
van Mellermann haar held geen derden<br />
naam gegeven?<br />
Dan zou iedereen geweten hebben<br />
dat het hier Alexander... Sacha...<br />
Stavisky gold!?<br />
In elk geval zün boven aangehaalde<br />
passages echt. Hoe komt dat? Toeval?<br />
Helderziendheid? Toovernü?<br />
Neen, mets van dit alles. Er is<br />
maar één woord dat past: rurrealistische-sexualwissenschaftliche-hypererotische-sensueel-ekonomlsche-ideologisch4herapeuethische-complexpathologische-journalistieke<br />
flair.<br />
Humtebollekes... kloefnoggelkes!<br />
Johan Alexander Sacha Meylander.<br />
_ KOEKOEK<br />
FRANZ FISCHER<br />
Toekomende week nemen we<br />
voor onze galerij een zeer sympathiek'en<br />
kerel, met veel titels op<br />
zijn kerfstok: Franz Fischer.<br />
Franz Fischer is volksvertegenwoordiger<br />
voor Brussel en schepen<br />
te Schaarbeek.<br />
Frans Fischer is medewerker aan<br />
ons Fransch bijblad «Le Peuple»<br />
en moesten we het aandurven, we<br />
voegden er bij, dat Franz Fischer<br />
ook kopij maakt voor «La Triqute»,<br />
het socialistisch humoristisch weekblad<br />
onzer vrienden van Brussel.<br />
Maar dat laatste zeggfen we niet.<br />
We zeggen alleen, dat Fischer,<br />
al is hij voor 't oogenblik ook president<br />
van den Algemeenen Belgischen<br />
Persbond, een zeer aktieve,<br />
een zeer knappe vriend is. Een<br />
echt kameraad van humor en leute.<br />
Een man, die van «Koekoek»<br />
houdt, zooals wij van hem houden.<br />
En dien wij in ons volgend nummer<br />
eens zullen ontleden.<br />
ROYALE SCHOONMOEDER<br />
BRUID. — Hoe bezorgd is mama<br />
-toch, dat het ons aan niets zal ontbreken<br />
als we getrouwd zijnl Denk<br />
eens, Henri, zü wil mij vier kleerkasten<br />
meegeven.
Abonnement i Jaar fr. 25.C<br />
HUMORISTISCH WEEKBLAD van VOORUIT<br />
Redaktie : 64, St. Pietersnieuwstraat, Gent — Telefoon 157.40<br />
Abonne^nt » matnllen Z\Z. tr. "ilS ^"chünt den Donderdag - 0.50 fr. per nummer<br />
postnherkrekening .Het Licht, n. «673M Nummer 41 - Derde Jaargang - 8 <strong>Feb</strong>ruari <strong>1934</strong><br />
Onze galerij van beroemde en beruchte mannen<br />
<strong>ERNEST</strong> <strong>CLAES</strong><br />
Ernest Claes werd geboren in<br />
1885. Maar dat ware natuurlijk<br />
geen voldoende reden om zijn portret<br />
in Koekoek te zetten. Te meer<br />
daar hij op dat tijdstip nog een<br />
zeer onaanzienlijk personage was.<br />
Hij had zelfs nog den baard<br />
niet die hem later zoo vermaar i<br />
zou maken en begeerlijk in de<br />
oogen van het schoone geslacht.<br />
Van den Rubenshoed waarmede<br />
hij thans den conquistador uithangt<br />
was er ook nog geen sprake.<br />
Als zuigeling was Ernest ^laes een<br />
zeer gewone verschijning en onderscheidde<br />
hij zich niet anders dan<br />
gij en ik, lezer, t.t.z. door het vuilmaken<br />
van een groot aantal luiers<br />
en het stukbijten van den tutter<br />
van zijn papflesch. Tlaarmate zijn<br />
haar groeide werd hij feller en wie<br />
daarover meer wil weten leze de<br />
boeken van Claes zelf, deele door<br />
vier wat daarin verteld wordt,<br />
neme de helft van het kwaad dat<br />
hij over een ander schrijft en voege<br />
het bij de helft van het goed<br />
dat hij over zichzelf denkt en ge<br />
zult de waarheid nabij zijn.<br />
Ge moet weten dat Ernest Claes<br />
de grootste fantast is die de<br />
Vlaamsche literatuur ooit heeft gekend.<br />
Hij is des te straffer in het<br />
fabuleeren daar bij hem werkelijkheid<br />
en fantazie steeds dooreenvloeien,<br />
zoowel binnen de perken<br />
van de literatuur als daar buiten.<br />
Onder de kollega's van Claes zijn<br />
daaromtrent ontelbare anekdoten<br />
in omloop. Zekeren dag kwam<br />
de direkteur van Claes in den vertaaldienst<br />
van de Kamer op het<br />
werk met een ontzettende vertelling<br />
van iets wat te Tervuren gebeurd<br />
was. Toen 's anderendaags<br />
Claes ze aan vrienden voortvertelde<br />
was het al te Zichem gebeurd.<br />
En den derden dag hadden de gebeurtenissen<br />
in het werkzaam<br />
brein van Claes zulke evolutie ondergaan<br />
dat hij zelf de held was<br />
geworden van de vertelling.<br />
Een ander staaltje van zijn fabulatiev<br />
er mogen is het volgende:<br />
Zekeren dag hoorden we Claes in<br />
gesprek met den kolonel van het<br />
Parlement. Beiden waren aan het<br />
opsnijden over hun heldendaden<br />
van binst den oorlog, gelijk alleen<br />
militairen dat kunnen. Van de oorlogsfeiten<br />
dwaalden zij af naar de<br />
gebeurtenissen van na den oorlog<br />
en de inneming van het Parlement<br />
door de Vossen. Toen zou<br />
Claes zijn hoogsten troef uitspelen:<br />
— Ja zei hij, op het ^u.andel van<br />
mijn regiment staan de namen geborduurd<br />
van al de veldslagen die<br />
wij hebben gewonnen: Dlksmuide,<br />
Mannekensveere, Poelkapelle en<br />
Kamer van Volksvertegenwoordigers.<br />
— Nee, daar kan ik niet tegen<br />
op, antwoordde de kolonel van het<br />
Parlement en hij betaalde twee<br />
Munichs in den Brittanic.<br />
Maar we zijn de gebeurtenissen<br />
een heel eind vooruit geloopen en<br />
moeten een eindje terug keer en om<br />
een volledig levensverhaal te doen<br />
van onzen held. Toen Ernest zijn<br />
Witte-jaren was ontgroeid, werd<br />
hij student te Leuven. Te Leuven<br />
studeerde hij met mate de dagen<br />
dat hij teveel Peterman had gedronken<br />
en wat vlijtiger de dagen<br />
dat zijn centen op waren. Dat deed<br />
hij allemaal in gezelschap van<br />
Frans Van Cauwelaert en van een<br />
heele boel jonge lieden waarvan<br />
een groot aantal pastoor zijn geworden<br />
en die Claes nog regelmatig<br />
bezoekt om hun wijnkelder te<br />
kontroleeren.<br />
Zooals wij in de annalen van<br />
de Leuvensche Alma Mater hebben<br />
ontdekt, had Claes in zijn studententijd<br />
nog geen baard. Wat hem<br />
niet belette het hoofd op hol te<br />
brengen van de Leuvensche meisjes.<br />
Ge kunt denken wat dat geworden<br />
is toen hij wel een baard<br />
had. Dat hij een kerel is die maar<br />
zijn vinger uit te steken heeft naar<br />
het vrouwvolk, kan men hem goed<br />
aanzien. Maar eerlijkheidshalve<br />
dienen wij hier aan toe te voegen<br />
als onze innige overtuiging, dat hij<br />
van die overmacht geen misbruik<br />
maakt. Niemand zou kunnen zeggen<br />
dat hij ooit Claes zijn suksessen<br />
heeft zien uitbuiten. Hij snoeft<br />
er in alle geval niet mee. We zouden<br />
dit bewijs echter niet als beslissend<br />
durven beschouwen ware<br />
daar niet die Freudiaansche '„eiging<br />
in de literaire geschriften van<br />
Claes om aan erotische verzuchtingen<br />
uiting te neven, terwijl dat hij<br />
in « De Standaard •» zelf door een<br />
Pater Jezuïet voor noch min noch<br />
meer dan « vuile petit > werd gebrandmerkt.<br />
Stee, de vrouw van<br />
Claes, is xoijzer aangelegd dan de<br />
pater en zegt ln haar eigen:<br />
— Die er zooveel over spreken<br />
die doen het n$et.<br />
Na zijn univertiteitsjaren trok<br />
Ernest Claes. naar Antwerpen,<br />
waar hij werkzaam was in hei<br />
Vlaamsche Sekretariaat met Dokter<br />
Van de Perre om te ijveren<br />
voor de Vlaamsche Hoogeschool.<br />
Hij nam o.m. een aanzienlijk aandeel<br />
in de voorbereiding van het<br />
Kongres van 1912 voor Taal en Letterkunde.<br />
Kort voor den oorlog werd hij<br />
benoemd in den vertaaldienst van<br />
de Kamer van Volksvertegenwoordigers,<br />
waar hij nu direkteur is ge»<br />
worden van het Vlaamsche Beknopte<br />
verslag. Nauwelijks be-
noemd stelde hij een moedige<br />
daad voor de verwezenlijking van<br />
het Groot Nederlandsch ideaal<br />
door in het huwelijk te treden met<br />
de Hollandsche schrijfster Stephanie<br />
Vetter, hooger vernoemd. Hoe<br />
dat gebeurd is, heeft Johan De<br />
Maegt met geuren en kleuren beschreven<br />
in «Het Laatste Nieuws»;<br />
maar dat relaas is te roerend om<br />
hier te worden overgedrukt.<br />
Voor den oorlog nog teelde Claes<br />
twee kinderen. Een jongen van<br />
vleesch en bloed die bij den Duitschen<br />
inval door zijn moeder werd<br />
meegenomen en den tateren Kiki<br />
zou worden en een geestelijk kind<br />
De Witte genoemd, dat werd achter<br />
gelaten in een lade van het huis<br />
in de Poststraat, waar Claes woonde<br />
toen hij naar den oorlog trok.<br />
Was Kiki na den oorlog een flinke<br />
knaap geworden, De Witte is ook<br />
niet verschrompeld uit de lade gekomen<br />
en heeft den verloren tijd<br />
flink ingehaald. Met dien Witte<br />
heeft Claes al schatten verdiend.<br />
En als er nijdigaards in het gezelschap<br />
zijn waar over zijn verdienste<br />
wordt gesproken, doet hij zooveel<br />
nullen bij het hoogste bedrag<br />
wat wordt vernoemd tot zijn benijders<br />
groen uitslaan van dfgunst.<br />
Dat is goed begrepen kristelijke<br />
rechtvaardigheid, want de ondeugd<br />
moet steeds gestraft worden.<br />
Wij zouden nog iets kunnen zeggen<br />
over de politieke overtuiging<br />
van Ernest Claes. Zijn füozofische<br />
overtuiging kennen wij door het<br />
artikel van Pater Pouckens in «De<br />
Standaard». Claes is een duidelijk<br />
gekenmerkte pornograaf, wat hem<br />
stellig de sympathie zal verwerven<br />
van deze onzer lezeressen die hem<br />
nog niet kenden. Zijn politieke<br />
denkbeelden zijn echter moeilijker<br />
te definieeren. Als ge 't aan Fieullien<br />
vraagt dan krijgt ge tot antwoord<br />
dat Claes een socialist is.<br />
Vraagt ge aan Fischer of dat waar<br />
is, dan antwoordt deze; Claes is<br />
een fronter en een goede Belg. Als<br />
ge dan een derden kwestor van de<br />
Kamer aanspreekt, den h. Pierco,<br />
dan verzekert deze u met de meeste<br />
stelligheid dat Claes een klerikaal<br />
is van het zuiverste allooi.<br />
Het zou ons te ver leiden door het<br />
trekken van den vierkantswortel<br />
uit zulke iiigewikkelde formule te<br />
trachten de waarheid te ontdekken<br />
over den politicus die in Claes<br />
schuilt. Laten wij er ons mee vergenoegen<br />
te zijner eere aan te stippen<br />
dat niemand er aan denkt<br />
hem als liberaal te doen doorgaan.<br />
Over de oorlogstrïbulaties van<br />
Claes kunnen wij hier ook kort<br />
zijn, daar hij dat zelf heeft te boek<br />
gesteld in Bei uns in Deutschland<br />
en zeggen wij nogmaals te ziiner<br />
eere. dat hij oudstrijder is en invalide,<br />
maar geen Fraternel.<br />
KOEKOEK<br />
Ministerkrisis<br />
in het zicht<br />
EEN STAATSGREEP VAN<br />
VAN CAUWELAERT<br />
EN LIPPENS<br />
Een hofbal, zooals het laatste,<br />
waarover wrj een dubbel verslag uitbrachten,<br />
gaat niet zoo licht uit het<br />
geheugen.<br />
Maar het hofbal van dit jaar schijnt<br />
nog om een andere reden dan om de<br />
toiletten in de geschiedenis van België<br />
te zullen geboekt blijven.<br />
Ziehier wat er nu weer van uitgelekt<br />
is.<br />
Er waren verscheidene ministers<br />
aanwezig. Maar twee van deze ministers<br />
hebben het roer in handen genomen.<br />
Inderdaad, Lippens en Van Cauwelaert<br />
hebben hun aap uit de mouw<br />
laten kijken.<br />
Toen de eerste tonen weerklonken<br />
van den eersten foxtrot stapte Lippens<br />
met overrompelende stappen op een<br />
prachtig kind van het prachtige geslacht<br />
toe en voerde haar ten dans.<br />
Hierin werd hij oogenblikkelijk gevolgd<br />
door Frans Van Cauwelaert, wiens<br />
baard den zoeten hals van een zoet<br />
kind van het z^ig geslacht ging<br />
streelen.<br />
Foxtrot volgde op slowfox, en<br />
telkens zag men Lippens en Van Cauwelaert<br />
in de piste.<br />
Pierlot, de Waal van de Regeering,<br />
sprak intusschen in een hoekje met<br />
een attaché d'ambassade over de middelen<br />
om te verhelpen in de verontreiniging<br />
van de wateren van de<br />
Spierevaart.<br />
Zoodat alleen de Vlamingen b/t<br />
gezag in handen en vrouwen in de<br />
armen hadden.<br />
Dit is nu eindelijk ter oore gekomen<br />
van M. Dierckx, voorzitter der liberale<br />
partij, die ons in een zeer duistere<br />
en omstandige verklaring heeft medegedeeld<br />
dat hij bij hoogdringendheid<br />
een liberaal kongres zal bijeenroepen<br />
om te voorzien in de maatregelen tusschen<br />
de twee rassen die binnen de<br />
grenzen van het Belgisch grondgebied<br />
wonen.<br />
Jennissen, naar . het schvjnt, kan<br />
dansen. En Bovesse kan zingen.<br />
Geen Hofbal meer zonder Jennissen<br />
of Bovesse, is nu de leus van de liberale<br />
partij.<br />
VERNUFTIG<br />
KOMMISSARIS. — Dokter, ik heb<br />
gehoord, dat ze U gisteren een zilveren<br />
tabaksdoos ontstolen hebben.<br />
DOKTER. — Zoo, gelukkig is daar<br />
niets van aan.<br />
KOMMISSARIS. — Hé, dat ls Jam<br />
mer. Ik was den dader al op het spoor.
KOEKOEK 5<br />
NAKLANK VAN HET DEBAT<br />
DE VERNIETIGENDE REDE<br />
VAN DEN H. JASPAR<br />
Naast het officieel verslag, dat onzen<br />
parlementairen medewerker verder<br />
geeft over het Kamerdebat in verband<br />
met den invloed van de financie op<br />
het staatsbestuur, geven wij hier nog<br />
een uittreksel van het stenografisch<br />
verslag der rede van den heer Jaspar,<br />
waaruit blijkt met welke afdoende<br />
argumenten de minister van Financiën<br />
de oppositie in het zand heeft<br />
doen bijten:<br />
De heer JASPAR, staat recht, kucht<br />
en spreekt:<br />
— Ik...<br />
KRETEN BIJ DE KATHOLIEKEN.<br />
— Trés bien, trés bien, trés bien!<br />
De heer JASPAR. — Ik zal... (Trés<br />
bien, trés bien, trés bien op de banken<br />
der rechterzijde.)<br />
De heer VERGELS. — Zeer wel, lap<br />
het hun, nondeku!<br />
De heer JASPAR. — Zooals ik heb<br />
gezegd, ik... (Levendige blijken van<br />
instemming bi] de katholieken).<br />
De heer D'HAVE. — Dat zal hun<br />
leeren, die varkens van socialisten, de<br />
ministers aanvallen.<br />
De heer JASPAR. — Ik heb gezegd<br />
dat ik...<br />
OP DE KATHOLIEKE BANKEN. —<br />
Bravo, bravo! Leve Jaspar, awoe voor<br />
de socialisten.<br />
De heer JASPAR. — Ik heb gezegd...<br />
KRETEN RECHTS. — Trés bien.<br />
trés bien, trés bien! Bravo, bravo,<br />
bravo. (Ten slotte rijst de rechterzijde<br />
recht om den minister van Financiën<br />
toe te juichen. De spreker ontvangt<br />
verder de gelukwenschen van zijn<br />
vrienden en van zijn kollega's der<br />
regeering.<br />
Na deze afstraffing konden de socialisten<br />
geen drie meer tellen.<br />
KLACHT WERD INGEDIEND<br />
WEGENS LASTER<br />
De heer Crokaert, die den moed<br />
niet had voor zijn meening uit te<br />
komen en namen en feiten te noemen,<br />
derwijze dat het gerecht kon ingrijpen<br />
in zake de bedelzucht van de bankiers,<br />
heeft in Camille Huysmans een onverwachten<br />
helper gevonden. Dank zij een<br />
onbehendigheid van den socialistischen<br />
interpellant heeft de regeering ontdekt<br />
waar al die lasterpraat vandaan komt.<br />
Het schijnt dat zij, die de regeering In<br />
moeilijkheden willen brengen, hun<br />
argumenten hebben geput uit de geschriften<br />
van twee slechte vaderlanders,<br />
ware afzetters, die vroeger den<br />
gemeensten laster hebben uitgekraamd<br />
met het doel gunsten te bekomen van<br />
de regeering. In zijn verregaande<br />
baloorigheid heeft de roode interpellant<br />
de namen verklapt van die twee<br />
lasteraars, waartegen de regeering<br />
onmiddellijk gerechtelijke vervolgingen<br />
heeft ingespannen. Een aanhoudingsmandaat<br />
zou afgeleverd zijn tegen een<br />
zekeren Sap en een genaamden<br />
Tschoffen, die de twee eerroovers van<br />
dichtbij zouden hebben gekend. De<br />
twee betrokkenen werden den Vrijdagavond<br />
nog gezien in de Wetstraat.<br />
Sindsdien is men hun spoor bijster<br />
geworden. Dreggingen werden uitgevoerd<br />
in de Willebroeksche vaart, daar<br />
men vermoedt dat de daders, zich in<br />
't nauw gedreven voelende, zelfmoord<br />
zouden gepleegd hebben. Hun persoonsbeschrijving<br />
is voor alle zekerheid<br />
naar alle windstreken verspreid.<br />
De eerste draagt een bolhoed en antwoordt<br />
op den naam Guitaaf. De tweede<br />
is zoodanig groot dat zijn pardessus<br />
steeds te klein is.<br />
Een goede belooning is uitgeloofd<br />
voor al wie aanduidingen verstrekt<br />
welke kunnen leiden tot de aanhouding<br />
van de daders.<br />
EEN NIEUW INCIDENT<br />
De incidenten die het debat in de<br />
Kamer hebben gekenmerkt en de plotselinge<br />
sluiting van de bespreking na<br />
de rede van Camille Huysmans, hebben<br />
belet dat de heer Fieullien zün<br />
stem heeft laten hooren. r>it is de<br />
eerste maal. dat deze alomvattende<br />
geest zijn advies niet heeft kunnen<br />
uitbrengen in een kwestie die bij de<br />
Kamer werd aanhangig gemaakt. Wij<br />
vernemen dat dan ook een nieuw<br />
incident te verwachten is als de voor<br />
OVER DEN GELDMUUR<br />
zitter a.s. week den heer Fieullien niet<br />
spontaan gelegenheid geeft zijn oordeel<br />
te doen kennen.<br />
De h. Fieullien heeft ons na de vergadering<br />
zijn thesis uiteengezet. Er is<br />
hier kwestie van den geldmuur, zegde<br />
hij. Waar een muur is zijn er metselaars<br />
geweest. Het ligt voor de hand<br />
dat wij hier weer voor een maneuver<br />
staan van de logebroeders of vrijmetselaars.<br />
VERZACHTENDE<br />
OMSTANDIGHEDEN<br />
De regeering heeft in het debat<br />
open kaart gespeeld. Achtereenvolgens<br />
hebben de verschillende ministers<br />
erkend dat de i.westie van de haven<br />
van Ango-Ango een grove vergissing<br />
is geweest, dat het aanleggen van den<br />
spoorweg van Kivu naar het Tanganijkameer<br />
een andere vergissing was,<br />
dat de minister van Financiën zich<br />
vergiste toen hij meende een leening<br />
te kunnen plaatsen zonder de tussen<br />
enkomst van de banken.<br />
Gezien deze rechtzinnigheid hebben<br />
de socialisten hun eerste motie ingetrokken<br />
en ze vervangen door een<br />
tweede waarin wordt voorgesteld de<br />
betrokken ministers voor hun verder<br />
leven uit te besteden in het Stropgesticht,<br />
waar ze in de af deeling van de<br />
onnoozele kinderen zullen ondergebracht<br />
worden.<br />
De ouders van deze nieuwe pleegkinderen<br />
van de broerkens zullen ze<br />
daar den eersten Zondag van elke<br />
maand mogen bezoeken.
6 KOEKOEK<br />
Speciale kursussen<br />
naverteld door<br />
«'t Getrouwe»<br />
Het onderwijs te Maldegem staat<br />
ontegensprekelijk aan de spits in ons<br />
geliefd vaderland.<br />
Er worden daar onder meer knipkursussen<br />
gegeven, die waarlrjk als<br />
modellessen kunnen tot voorbeeld gesteld<br />
worden.<br />
«'t Getrouwe Maldegem» brengt er<br />
ons deze week volgend verslag over<br />
uit:<br />
«De Maandag kwam aan... en<br />
meteen een verwonderend feit,<br />
n.1. alles gesloten, groote deur van<br />
gemeentehuis dicht, en binnenin<br />
alles pik-donker. Onmiddellijk werd<br />
ik verwittigd, i .nt de leerlingen<br />
meenden dat ze de zaal zouden<br />
ontzegd worden. Gauw vaar de<br />
plaats des onheilsü Dwars door<br />
de gehelmde mannen, die schrik<br />
ln ons volkje Jaagden, naar de<br />
conciërge! De zaak werd in het<br />
klare getrokken en 't werk kon<br />
aangevangen worden.<br />
De maten van 't hemd, verleden<br />
week genomen, werden uitgewerkt<br />
en stof verstrekt door Juffronw<br />
Leerares, maar nu of zoo? 't Bewerken<br />
van de stof tot het op<br />
rechten draad kriigen, bracht<br />
geen moeilijkheid, dit liep van een<br />
leien dakje. Dan de manier van<br />
van patroon plaatsen ten voordeeHerste<br />
voor de stof. dns voor<br />
den geldbeugel of «porte-monnale».<br />
Ons leerlingen veröienon werVeltlk<br />
en pluimpje, want oplettendheid<br />
en vlijt zijn werkelijk in de hooeste<br />
mate te waardeeren. De bewerking<br />
met de ns*ld !s ook zeer<br />
goed begrepen. BH 't üibreneen<br />
van 't naaiwerk stonden wij verbluft<br />
over 't fijne werk dat werd<br />
geleverd. De eerste avond verliep<br />
dus goed.»<br />
Men ziet. hier werd voor het onderwijs<br />
een nieuwe methode gevolgd. Ze<br />
laat zich als volgt samenvatten:<br />
ai oefeningen met gehelmde mannen,<br />
die de longe meisjes schrik aanjagen.<br />
b) verstrekken van de stof: «nu of<br />
zoo?»<br />
W zorgen voor geldbeugel of portemonnaie.<br />
De pedagogen zullen toegeven, dat<br />
dit alles niet zoo kwaad is en dat er<br />
teeenwoordig nogal veel cp deze -ijze<br />
«geknlot» wordt. Doch dat is nog maar<br />
een bes-ra.<br />
«'t Getrouwe», Inderdaad, vervolgt:<br />
Hoe men de jonge meisjes<br />
te Maldegem te knippen heeft<br />
«Nu Cursus B van Dinsdagavond.<br />
De groote zaal liep vol jeugdig<br />
volkje, alvorens de Leerares en<br />
wij ter plaatse kwamen. Op de<br />
markt gekomen, weer dwars door<br />
de rijkswacht, hoorden we reeds<br />
't gezang in de zaal, deze met wtid<br />
geopende ramen. We deden teeken,<br />
maar werden niet begrepen. Toen<br />
we in de zaal kwamen, vroeg ik<br />
de ramen te willen sluiten en dit<br />
werd gedaan. De zang verdubbelde<br />
maar was minder gehoord op<br />
straat. De ramen „lagen weer<br />
eens open en dan weer dicht,<br />
maar... terwijl ik naar ïseneden<br />
was gegaan om mannen t hulp<br />
te vrasen, werden we ineens bestormd,<br />
door de bewapende macht.<br />
Een schrik zou nog niet seoefei.<br />
den bevangen van *t bevel dat<br />
werd uitgevaardigd, maar bij ons<br />
niet!»<br />
Onze lezers denken misschien dat er<br />
hier sprake is van een bordeel, waar<br />
men niets anders doet dan zingen,<br />
de raampjes open en coe deen, de<br />
mannen ter hulp roepen, zich laten<br />
bestormen en vooral neen schrik hebben<br />
voor de bevelen die worden uitgevaardigd...<br />
Maar we zijn zoo vrij er aan te herinneren,<br />
dat het hier integendeel de<br />
deftigste «knipschool» geldt van ons<br />
land!<br />
Met een ongeëvenaarde oprechtheid<br />
gaat het verslag verder:<br />
«Be werd ter plaats geroepen,<br />
maar 't order was gegeven en<br />
voorwaarts, marsch! De heeren<br />
drupten het af en... wij zongen nu<br />
nog eens zoo hard het liedje.»<br />
Alweer scabreus zuit ge zeggen!<br />
Die afdruppende heeren en die nog<br />
harder zingende meisjes...<br />
Maar nog eens: het betreft hier een<br />
kniples en Maldegem heeft zijn eigen<br />
speciale methode.<br />
Lezen we dus maar liever voort:<br />
«Toen de tafels op de plaats<br />
stonden ving ">nmiddellijk de les<br />
aan en net zoo'n uitwerksel als<br />
den Maandag.»<br />
Maar daarmee is nog niet alles gezegd.<br />
Ook den Woensdag en den Donderdag<br />
werd er geknipt.<br />
Ziehier hoe:<br />
«Woensdag en Donderdag kwam<br />
de vrouwenbroek voor de pinnen.<br />
Met vlijt wordt er gewerkt en<br />
niemand bekommerde zich meer<br />
om 't getrarmel der viervoeters,<br />
en alle bezoek V»»* achter.»<br />
Zij, die van het moderne onderwijs<br />
niet veel kennen, zullen zeker vreemd<br />
opkijken, als die vrouwenbroeken voor<br />
de pinnen komen. En misschien zal de<br />
viervoetersmethede bil hen even de<br />
verbeelding op ongezonde manier<br />
prikkelen. Dag mag niet. Dat men er<br />
dan ook niet langer blijve bij stilstaan<br />
en dóórleze!<br />
«Wij hopen steeds zoo flink vooruit<br />
te kunnen gaan en aan t einddoel<br />
te geraken, reeds vroeger voor<br />
oogen gelegd. Met de groote<br />
kermisdagen zullen wij een tentoonstelling<br />
houden van t afgewerkte<br />
werk».<br />
Dan komen wij er zeker eens naar<br />
kijken, ondanks 't getrappel der viervoeters!<br />
En dan zal men niet moeten<br />
klagen dat alle bezoek achterbleef!<br />
Neen, want de Maldegemsche kniplessen<br />
zrjn ons ten zeerste sympathiek<br />
en we zullen er voor zorgen, dat ze<br />
dank zij bestormingen en gezang een<br />
vermaardheid verkrijo'en ten voordeele<br />
van den geldbeugel of porte-monnaie!<br />
Dat men ons maar al een plaatsken<br />
reserveere voor den volgenden kursus!<br />
ONZE EKONOMISCHE<br />
BETREKKINGEN MET<br />
NEDERLAND<br />
Onze ekonomische betrekkingen ïuet<br />
Nederland hebben den laatsten tijd<br />
aanleiding gegeven tot zekere moeilijkheden<br />
in verband met het vaststellen<br />
van de kontlngenten en van de prijzen.<br />
De laatste kabinetsraad heeft dan zeer<br />
terecht het besluiï genomen af te zien<br />
van de verouderde methode van handel<br />
drijven waarbij -".e goederen worden<br />
betaald in geld.<br />
Voortaan zullen nieuwe praktijken<br />
worden toegepast. De Hollanders zullen<br />
met paard tn wagen naar >": grens<br />
komen en daar hun kazen en hun spek<br />
opstapelen. De Eelgen zullen hetzelfde<br />
doen met hun ijzeren dwarsliggers<br />
en hun kisten vensterglas.<br />
Ougrée-Marihaye zal nu voortaan<br />
zeggen:<br />
— Hoeveel kazen geeft gij voor een<br />
poutrel van 22 m. en de glasfabrikanten<br />
zullen zeggen: geef mij drie zijden<br />
buikstuk voor een kist vensterglas.<br />
Daarmee zijn ineens alle ingewikkelde<br />
rekeningen opgelost tot Ieders bevrediging.
KOEKOEK 7<br />
Koekoek's moreele vertellingen<br />
Men heeft den lijdensweg beschreven<br />
van den dikzak, van den blinde.<br />
Van de bultenaar, van den kreupele,<br />
van den kletskop, van den twijfelaar.<br />
Tot zelfs van den normalen mensch,<br />
lijk en ik en gij, die overal een deftig<br />
figuur slaat en in alle omstandigheden<br />
zoo goed mogelijk zijn plan tracht<br />
te trekken.<br />
Maar heeft er ooit iemand aan gedacht<br />
het leven en lijden van Te'esfoor<br />
Viane onder woorden te brengen?<br />
Telesfoor Viane?<br />
De malheuren zijn al begonnen van<br />
bij zijn geboorte en sedertdien hebben<br />
zij niet meer opgehouden.<br />
Van een kind dat met den helm geboren<br />
wordt, zegt men: dat zal een<br />
gelukzak worden! Van een dat er te<br />
slim uitziet: 't zal niet lang leven!<br />
Telesfoor werd helaas zonder helm<br />
geboren en wat zijn slimheid betrof,<br />
die was maar om zoo te laten. Maar<br />
de natuur had onzen held toch niet<br />
volledig uit het oog verloren en hem<br />
begiftigd met een rond en blozend<br />
aangezicht, lijk een koekebrood. Een<br />
van die aangezichten die geen andere<br />
reden van bestaan schijnen te hebben<br />
dan den lach en de gulhartigheid mee<br />
te deelen aan de omstanders.<br />
Toen Telesfoor Viane dan ook ter<br />
wereld kwam, heerschte er direkt een<br />
blijde en luidruchtige stemming in<br />
huls. Zijn vader schoot in een lach en<br />
nam de aebterwaarster in zijn armen.<br />
Alleen van kleinen Telesfoor zijn<br />
hoofd te zien.<br />
Zelfs wanneer kleinen Telesfoor in<br />
zijn wieg reden van klagen meende te<br />
hebben en zijn protest met gebaren en<br />
ultgalmingen bekend maakte, trok hij<br />
zulke plezierige giebe dat al de omstanders<br />
dit protest als een uiting van<br />
vreugde beschouwden en mede aan het<br />
lachen gingen.<br />
, En later, op school, ging het Teles<br />
DE LIJDENSWEG VAN<br />
TELESFOOR VIANE<br />
foor niet beter. Als hij in de klas verscheen<br />
steeg er weldra een kreet van<br />
vreugde op. Tot zelfs de onderwijzer<br />
werd weldra door de lach-epidemie<br />
aangestoken en pletste op zijn pedagogische<br />
billen van 't danig plezier.<br />
Telesfoor had nochtans soms evenveel<br />
redenen van klagen en Janken<br />
als een ander. Maar hoe hij ook zijn<br />
best deed om zijn verdriet uit te drukken,<br />
het lukte hem niet.<br />
En dit is zoo gebleven, tot op dezen<br />
dag. Overal waar Telesfoor verschijnt:<br />
op zijn werk, op café, in den theater,<br />
in de tram, overal voelen de menschen<br />
zich weldra leutig gestemd en<br />
beginnen te lachen dat hooren en zien<br />
vergaan.<br />
Als het soms lukt, en dat lukt regelmatig,<br />
dat Telesfoor zym belastingsbriefje<br />
te gepeperd vindt en hij zich<br />
derhalve bij den kontroleur aanmeldt<br />
om zijn opmerkingen te doen gelden,<br />
dan klopt deze laatste hem lachend<br />
op den schouder:<br />
— Gij zijt een van de rare feniksen,<br />
meneer Viane, die het levens langs<br />
den goeden kant opvatten! Ge weet,<br />
al die andere die hier komen, met een<br />
gezicht lijk de heilige aarde en...<br />
— Maar meneer de kontroleur, t ls<br />
dat ik algelijk geloof dat mijn rekening<br />
met een dubbelen crayon geschreven<br />
is...<br />
— *k Versta u! Gij loopt hier en passant<br />
eens binnen om ons een vrlendelijiken<br />
goeden dag te wenschen!<br />
— Maar mn'n aanslag!...<br />
— Alee kom, ge zijt een goeie sloeber!<br />
Moesten al onze kliënten zoo zijn,<br />
ons beroep ware een droom!<br />
En Telesfoor zit buiten.<br />
Zoo gaat het hem overal. Zelfs in<br />
zijn eigen huis. Verleden maand steekt<br />
hij op 't onverwachts zijn deur open,<br />
en wat ziet hij? Dr Pangloss die<br />
Madam Viane aan 't interviewen is op<br />
een eenigszins sexual-wissenschaftllche<br />
manier.<br />
Zal het een drama, een vreeselijk<br />
bloedbad worden?<br />
Viane grijpt een hamer en heft hem<br />
boven het hoofd der beide schuldigen:<br />
— Een van u beiden moet er aan!<br />
Maar de beide schuldigen, bij t aanschouwen<br />
van Telesfoor's rond en<br />
blozend aangezicht, schieten in zulken<br />
goegemeenden lach, dat Telesfoor zelf<br />
aan de schuld van zijn vrouw begint te<br />
twijfelen en den hamer der misdaad<br />
weer voorzichtig op zijn plaats gaat<br />
leggen.<br />
— Exkuzeer mij... stottert Viane,<br />
maar ik meende...<br />
— Ja, ja! zegt Pangloss, gij hebt<br />
ons een goede grap willen bezorgen...<br />
't Spijt mij dat ik niet meer tijd heb...<br />
Maar wees gerust, morgen kom ik<br />
terug...<br />
— Daarbij, wat niut zou het ook hebben<br />
dat ik mijn vrouv? den kop insla?<br />
denkt Viane, wanneer hij zijn onderbroek<br />
uittrekt om in 't bed te stappen.<br />
Er zou toch niemand zijn die het gelooft?<br />
't Ware al verloren moeite. Bij<br />
't zien van mijn aangezicht zou de<br />
rechter zilnen bril opzij schuiven:<br />
zaak Telesfoor Viane... Zijt gij Viane?<br />
Hebt gij uw vrouw vermoord ?<br />
En de rechter zou hem eens goed<br />
bekijken en op zijn beurt, lflk de aebterwaarster,<br />
de schoolmeester, de kontroleur<br />
der belasting en Dr. Pangloss<br />
in een ronden, blozenden, gulhartigen<br />
lach schieten:<br />
— Haast u, dat f,e u hier uit de<br />
voeten maakt, lollekesheere, of 'k ben<br />
nog verplicht van u vijf frank voorwaardelijk<br />
te geven, om te lachen met<br />
't gerecht...<br />
En Telesfoor Viane, met een hart vol<br />
wanhoop en razernij, verbergt zijn aangezicht<br />
onder de lakens om te<br />
schreien...
8 KOEKOEK<br />
Ademhalingsoefeningen<br />
We kunnen onze lezers niet genoeg<br />
aanzetten hun gezondheid te<br />
verzorgen.<br />
Allerhande pillen en wetenschappelijkeademhalingsoefeningen<br />
zijn bizonder aan te bevelen.<br />
Voor dit laatste komt de Hollandsche<br />
dichter Willem Kloos in<br />
een artikel in DE NIEUWE GIDS<br />
gratis zijn evenmenschen ter<br />
hulp.<br />
Lees onderstaanden paragraaf<br />
en als ge op 't einde nog adem<br />
hebt, moogt ge u gerust laten inschrijven<br />
voor een marathonloopkoers<br />
of een zesdagen-wedstrijd.<br />
Toen ik als diep. in mijn Binnenste<br />
altijd kalm-hartstochtelijk<br />
voelend maar geregelddoor<br />
naar vreedzaam optredend,<br />
dus alles wat wij door<br />
familie of leeraars bevolen<br />
werd stipt-gehoorzaam "volbrengend<br />
jongetje, 's avonds<br />
wel eens op een der toenmaals<br />
nog bijzonder flauw verlichte<br />
Amsterdamsche hoofdgrachten<br />
liep, om aan in een heel<br />
ander stadsgedeelte wonende<br />
en wel koeltjes maar toch<br />
prettig-vriendelijk tegen mij<br />
doende zijdelingsche familieleden<br />
mijner mij altüd weerzinnig<br />
kort-af behandelende en<br />
alleen als zij mij iets te bevelen<br />
had, even het woord tot<br />
mij richtende stiefmoeder de<br />
eene of andere mondelinge<br />
boodschap over te breneen,<br />
keek ik op zoo'n mij heerlijkliikende<br />
eenzame wandeling<br />
soms voor een naar ooeenblikken<br />
naar de mü dan plezierig<br />
verrustigende of ook wel eens<br />
vreemd-ontroerende sterrelucht.<br />
Oef! 't Is gedaan! Onze onrechte<br />
deelneming moest ge bij de lektuur<br />
verstikt rijn!<br />
Steun aan uitvinders<br />
De uitvinders hebben in DE<br />
GENTENAAR een prachtigen<br />
steun.<br />
Kijk maar eens:<br />
DE QUADRATUUR VAN<br />
VAN DEN CIRKEL<br />
Men zegt dat een Italiaan<br />
de quadratuur van dep. cirkel<br />
£2fcLARj/trr<br />
vaiï cru<br />
VAM AMDfcRtri<br />
ontdekt heeft! Dat 't hem<br />
deugd doe! Een wonderbare<br />
ontdekking. Van hoogerhand<br />
gaat men bekommerd de nauwkeurigheid<br />
der berekeningen<br />
van den ontdekker na. In dezen<br />
tijd het onmogelijke kunnen,<br />
moet de aandacht boeien<br />
van geheel de wereld. Maar<br />
is 't wel dat naarwaar het ellendig<br />
menschdom snakt?<br />
Wij hebben een omtrek en terzelfder<br />
tijd een vierkanten<br />
omtrek minder noodig dan<br />
vierkantig uit den vervloekten<br />
cirkel te geraken waar we zoolang<br />
reeds in verslijkt zitten.<br />
We hopen, dat ge voldoende wetenschappelijk<br />
onderlegd zij om<br />
die sublieme uiteenzetting te begrijpen.<br />
Ten ware gij aan den vierkantigen<br />
cirkel van « De Gentenaar » vierkantig<br />
uw polevieën veegt.<br />
Wat beteekent dat ?<br />
Er is een tijd geweest, dat we<br />
door onze vriendelijke konfraters<br />
van de GAZET VAN ANTWERPEN<br />
voor vuile, stinkende varkens werden<br />
uitgescholden, die met de<br />
zweep op hun smerigen snoet<br />
moesten bewerkt worden.<br />
We zijn daar altijd zeer dankbaar<br />
voor geweest, en laten, uit<br />
blijk van dankbare erkentelijkheid,<br />
nooit na het proza van Wan-<br />
Het werkelijk moeilijke gedeelte van<br />
het inkoopen doen: Uw echtgenoot<br />
zien te vinden.<br />
.(Everbody's).<br />
nes, van Gladius en van de andere<br />
pilaarbijters zorgvuldig en aandachtig<br />
te lezen.<br />
Maar deze week werd ons maagdelijk<br />
zedelijkheidsgevoel toch getroffen<br />
door een artikel in genoemd<br />
deftig dagblad.<br />
We lazen o. m.:<br />
Jonge dochter, verblijd u in<br />
dezen eerenaam en gedenk<br />
steeds dat het hoogste loon<br />
wordt toegekend aan hen, die<br />
onder gelijk welk kleed, in gelijk<br />
welke omstandigheid, de<br />
moeders van vreemde kinderen<br />
willen worden. Dat is de<br />
edelste liefde die de Heer in<br />
iemands hart stak.<br />
Versta-de gij dat?<br />
Een jonge dochter moet moeder<br />
worden van een vreemd kind?...<br />
Wat is dat voor een aanbeveling<br />
tot ontucht?<br />
De ouderdomsgepensionneerden<br />
mogen gerust zijn<br />
Het schijnt, dat M. Carton de<br />
Wiart, die als minister de ouderdomspensioenen<br />
in zijn grafelijke<br />
ministerieele bevoegdheid had,<br />
niet heeft uitgemunt door de vlugheid,<br />
waarmee hij te werk ging.<br />
Ze hebben M. den graaf congé<br />
gegeven en nu heeft minister Van<br />
Isacker voor de ouderdomsgepensionneerden<br />
te zorgen.<br />
M. Van Isacker Is een kristen<br />
demokraat.<br />
Nu zal 't natuurlijk vlug en goed<br />
gaan.<br />
Maar toch, ge moogt geen<br />
koorts krijgen, want in DE TIJD-<br />
HET VOLK is deze waarschuwing<br />
verschenen:<br />
M. Gabriel verzoekt om welwillendheid<br />
voor het werk van<br />
M. Van Isacker. Men moet<br />
hem tijd en gelegenheid gunnen<br />
om alles kalm te onderzoeken.<br />
Zoo zal gedaan worden.<br />
Zeker, zeker! Tijd en gelegenheid<br />
moet ge minister Van Isacker<br />
gunnen! De ouderdomsgepensionneerden<br />
zullen die hoopvolle woorden<br />
ten zeerste waardeeren. En ze<br />
moeten niet twijfelen aan den tijd<br />
en de gelegenheid, vermits «Het<br />
Volkske» nadrukkelijk weet te zeggen,<br />
dat het zóó zal gebeuren.
KOEKOEK 9<br />
VOORZITTER. — Wat wilt ge<br />
Spaak?<br />
SPAAK. — Er wordt gestolen! Er<br />
wordt gestolen!<br />
M. JASPAR. — Er wordt niet gestolen!<br />
SPAAK. — Ik zeg dat er gestolen<br />
wordt! En iedereen weet dat er gestolen<br />
wordt!<br />
M. JASPAR. — G« beweert dus dat<br />
ik een dief ben?<br />
SPAAK. — Ik zeg niet dat gij een<br />
dief zijt. Ik zeg dat er gestolen wordt.<br />
M. JASPAR. — Hoort gij het, mijn<br />
vrienden al te gader? Hij zegt dat ik<br />
gestolen heb!<br />
SPAAK. —• Ik herhaal dat gij geen<br />
dief zijt.<br />
M. JASPAR. — God in den hemel,<br />
hij beweert dat ik een dief ben! Is het<br />
niet hartverscheurend voor een bandiet<br />
te worden uitgescholden, ik die gezwoegd<br />
en gezweet heb voor het vaderland,<br />
die steeds (tremolo) mün hart<br />
en mijn ziel ten dienste heb gesteld<br />
van het land. (Fieuillien barst in snikken<br />
uit.) Ziet, vrienden, mijn handen<br />
zijn zuiver.<br />
M. FIEULLIEN (treedt nader, steeds<br />
snikkend). — Ja, ja ze zijn zudver!<br />
Ziet! (Hij likt Jaspars handen, die<br />
wat vies schijnt en ze terugtrekt.)<br />
SPAAK. — Ik zei, zeg en herhaal,<br />
dat ik Jaspar niet persoonlijk aanval.<br />
Maar er wordt gestolen!<br />
M. JASPAR. — Hemel en aarde,<br />
sterren, zon en maan, komt getuigen<br />
dat ik een eerlijk man ben!<br />
SPAAK. — Doe dan niet zoo kinderachtig<br />
als gij een man zijt. Ik zeg dat<br />
er gestolen wordt ten nadeele van den<br />
Staat, ten nadeele van de gemeenschap.<br />
M. JANSON. — Er werd dan gestolen<br />
zonder dat wij het zagen? We ziin<br />
dus blind? We zijn dus idioten? We<br />
zijn dus stomme kalverachtige ezels?<br />
Gij beweert dat wij idioten zijn? Hoort<br />
gij het, vrienden, hij zegt dat wij<br />
idioten zijn!<br />
M. CARTON DE WIART. — Wat<br />
wil dat zeggen?<br />
SPAAK. — Ik heb niets gezegd ln<br />
dien aard.<br />
M. TSCHOPPEN. — Jawel, gij hebt<br />
gezegd dat wij dieven of idioten zijn.<br />
Dat is een beleedlging!<br />
SPAAK. — Ik heb noch het een<br />
noch het ander gezegd. Ik heb gezegd<br />
dat er gestolen wordt. Wilt gij eens in<br />
uw kas kijken, gij Tiult zien dat er<br />
gestolen wordt.<br />
M. DE BROQUEVILLE. — Wij hebben<br />
in onze kas gekeken en er werd<br />
niet gestolen.<br />
SOUDAN. — Mogen wij ook eens<br />
kijken?<br />
M. JASPAR. — God, nog een! Die<br />
wil nu in onze !:as kijken!<br />
SOUDAN. — Maar het is immers<br />
onze kas! Het is de kas van iedereen.<br />
M. JASPAR. — Ziet ge mü dat!<br />
Die wil nu in onze kas kijken! Wat<br />
zü* ge wel zinnens.<br />
SOUDAN. — Küken of er gestolen<br />
werd.<br />
M. JASPAR. — Ik daag u uit voor<br />
een tweegevecht! Dat zal u leeren mü<br />
voor dief uitschelden.<br />
M. SAP. — En ik, ik span een<br />
proces in tegen Spaak omdat hü gezegd<br />
heeft dat er gestolen werd.<br />
HUYSMANS. — Er is nog iemand<br />
anders die gezegd heeft dat er gestolen<br />
werd.<br />
M. SAP. — Wie is 't? Tk zal hem<br />
ook een proces op de maag lappen.<br />
HUYSMANS. —• Münheer Crokaert.<br />
KOOR VAN DE MINISTERS. —<br />
Slaat hem dood!<br />
HUYSMANS. — Dan moet ge nog<br />
iemand anders doodslaan, die hetzelfde<br />
gezegd heeft.<br />
M. SAP. — Wie!- Wie! Namen!<br />
Namen!<br />
HUYSMANS. — Sap!<br />
M. SAP. — Wat is er?<br />
HUYSMANS. — Sap heeft dat ook<br />
gezegd.<br />
M. SAP. — Ik? Ha!<br />
BIJ DE KAARTLEGSTER<br />
— Tk zie een vertrek... een lange afwezigheid...<br />
een vrouw met kastanjebruin<br />
haar... uw echtgenoote...<br />
— Hier hebt ge nog tien frank...<br />
Maar zorg er voor, dat ze vooreerst<br />
niet terugkomt l.„ _<br />
(Marius)<br />
HUYSMANS. — Gelooft ge 't niet?<br />
Hebt gü het vergeten. Het was een<br />
tüdje voor ge minister züt geworden.<br />
M. SAP. — Ha... Ha... Wat zou ik<br />
zeggen...<br />
ANSEELE. — Zeg niets! Zwügen<br />
kan niet verbeterd worden.<br />
M. SAP. — Had ik maar altijd gezwegen!<br />
HUYSMANS. — Wel neen, dan<br />
zoudt ge natuurlijk geen minister geworden<br />
zijn. En ge moet niet wanhopig<br />
zün, want er zün nog ministers<br />
in uw geval.<br />
M. FIEULLIEN. — Ik misschien?<br />
HUYSMANS. — Gü? Gü züt 's keizers<br />
kat, maar nog geen keizer. Ik<br />
spreek van Münheer Tschoffen. Wil ik<br />
eens voorlezen wat Tschoffen verklaarde<br />
voor hü minister werd? Ge ziet<br />
het, als ge Crokaert onthoofdt, zullen<br />
er ook ministerieele koppen moeten<br />
vallen, en dan hebben we geen regeering<br />
meer.<br />
M. JASPAR. — Oei oei oei! En dat<br />
alles door de schuld van dien godvergeten<br />
Crokaert! Hoe kunnen wü<br />
hem de tong uitrukken?<br />
HUYSMANS. — Ik weet een middelke<br />
dat ge zoudt kunnen beproeven.<br />
Maak hem minister.<br />
M. JASPAR. — Nooit!<br />
HUYSMANS. — Roep niet. Gü hebt<br />
het beproefd met Tschoffen, en het is<br />
gelukt. Gij hebt het met Sap beproefd,<br />
en het is gelukt. Gü zult het morgen<br />
met Bovesse en met Jenndssen beproeven,<br />
en gü weet op voorhand dat het<br />
gelukken zal.<br />
Geloof mij, mijne heeren, het is een<br />
middelde dat diensten bewust. Misschien<br />
zal het ook pakken met<br />
Crokaert. Men kan nooit weten, en<br />
probeeren kcst niets. België is hét<br />
eenige land in de wereld waar men<br />
opposanten onmiddellijk in de regee><br />
ring stopt. De regeeringen worden bü<br />
ons nogal dikwijls op die wijze aaneengeflanst.<br />
Zij die gisteren het Belgiekske<br />
verdoemden zijn zoo redders<br />
van België geworden. Zü die in 1926<br />
den frank hielpen kelderen ziin nu de<br />
redders van onze financiën. Ik geef u<br />
den welgemeenden raad uw woede<br />
tegen Crokaert te koelen en hem een<br />
been toe te werpen.<br />
M. JASPAR. — En als hü niet bijt?<br />
HUYSMANS. — Wel, dat zal dan<br />
bewijzen dat er ln België ook nog<br />
menschen zün die niet achter een<br />
ministerportefeuille loopen. En alle<br />
echte Belgen zullen daar mogen fier<br />
op zün.<br />
M. SAP. — Merci voor mij.
10 KOEKOEK<br />
Brieven van Pierken<br />
- V<br />
DE NATTUURFERSCHGIJNSELS<br />
TL.<br />
DE SMOOR<br />
De smoor ls eene van de goekoops +<br />
e<br />
natuurfersehgeinsels die er 'bestaan. In<br />
ons schgoon faaterlant kunde hem<br />
tjaar door kreigen par fierkante elle,<br />
par kubieke meeter, par kieloo of pïr<br />
hectorlieter. Tis genoech dade uwe<br />
neuze buite steekt om uwe wech te<br />
ferliëzen en teege den eenen of den<br />
anderen geestichaart zijn fassade te<br />
loopen tgeen da aanstonts een diskuuse<br />
te weech brenoht oover de ferkeersreegelmenten<br />
of oover tferschgil<br />
tussohge ne beschgaafde belz en nen<br />
onbeschgaafden tgeen da op zijn beurt<br />
veschige smoor doe ontstaan tot waneer<br />
dade malkander ne meer en ziet<br />
staan. Er zijn dus zoojals ge uit dit<br />
foorbeelt kunt leeren twee soorte van<br />
smoor. Ten eesten den eg te smoor en<br />
ten tweede den artiesfiesjeele smoor.<br />
In den egte smoor kunde nog uit de<br />
voete geraake mee een zakpieldeken sn<br />
een beetse foorzichtichrjt, maar teege<br />
den artiesfiesjeele smoor en ister niets<br />
uit te rigten.<br />
Den artiesfiesjeele smoor wort ge<br />
fabriekeert en fersprrjt door d'oor<br />
lochschgeepen en door d'lnkterlekteweelen.<br />
Waneer da t'een oorlochschgeep<br />
t'ander teegekoomt op zijne<br />
wech beginne ze elk van uldere kant<br />
smoor te geeven. Dade is in alle gefal<br />
beeter of katoen en agter een alf uure<br />
moete z'alle twee ulder neusdoek pakken<br />
om ulder oócoen uit te frijven en<br />
naar huis gaan tot de folgende keer.<br />
Waaneer dater twee inkterlektewee'e<br />
uit ne fersgillede nest malkander teegekoome<br />
op de baaren der leeveszee<br />
beginne ze gewoonleik mee ulderen<br />
hoet af te doen en koolega te zechen<br />
of proofester tgeen da tlatein ist van<br />
geestlche meerelaar of azelnpisser.<br />
Daaragter beginne ze te dieskuteeren<br />
oover ulderen opslach of oover de<br />
nie we plaatsekes die oopegevalle zijn.<br />
Tgeen da iedereen nog kan ferstaan.<br />
Maar t'oncheluk wil somtijts ook da<br />
ze nie anders en finden om oover te<br />
praaten of de spiesjaletijten van uldere<br />
stiel. Da kunde dierekt zien: de terasse<br />
van de kafees rondom ulder loope op<br />
een twee drij leech en de zonne muist<br />
er uit tot gelukkicher oochenblikken<br />
zijn aangebrooken. Dit nattuurferschgeinsel<br />
kunde ook waarneemen<br />
waneer dater par heksenpel twee areê'er<br />
van de zuivere snok in tselvde<br />
faarwaater zitten, geleik twee futuralistiekschge<br />
schgilders, twee kubiestiekschge<br />
fierlozofen of twee kosmetiekschge<br />
digters. Tons ist tijt van<br />
uwe pareplu oope te doen en u biegte<br />
te spreeken. Pjjzde gij ook nie zecht<br />
den eesten da de sosiejalomosekseweelen<br />
ondergront van den weisgiericheekonomiekschgen<br />
plafon in ferbant<br />
staat mee den doobele pleston der<br />
mistiekschge stuuwkragt? Waarop da<br />
den anderen zijn geesteleik ooch naar<br />
d'oefertuure van zijn gat doe draajen<br />
tot waneer dater ook een smoorwolk<br />
van deselfde kalleber uit te feurschgrjn<br />
komt. Die twee wolken fersmelte<br />
ulder mee malkander en geeve<br />
dan geweunleik aanleidinch tot een<br />
nieuw siesteem die d'apeteekers van<br />
den artistiek in geleerde pille draajen<br />
en in kosteleik panpier en die ze mee<br />
sukses aanwende teege d'aksteroochen<br />
en d'agterstallige maantstonden.
12 KOEKOEK<br />
HET PLAN<br />
— i _<br />
Wie is voor 't oogenblik de man ?<br />
De Man.<br />
Waar spreekt het heele landje van?<br />
De Man.<br />
En al wie nog wat zingen kan<br />
Hij zingt met mij den lof van 't plan<br />
De Man, De Man, De Man.<br />
— II —<br />
Wat wekt er op tot verschen strijd ?<br />
Het plan.<br />
Wat brengt er hoop op beetren tijd ?<br />
Het plan.<br />
Wat hoort men klinken wijd en zijd<br />
Zoowel van prof als keukenmeid ?<br />
Het plan De Man, De Man.<br />
— ttl —.<br />
Wie ziet 't met leede oogen aan<br />
Dat plan ?<br />
DIMITROFF<br />
— Verdomd, hij leeft nogt<br />
(Arbeiterszeitung)<br />
Berijmde schelmerijen (107)<br />
DE MAN<br />
Wie wil 't moedwillig niet verstaan<br />
Het plan?<br />
Het zijn de lui met geld belaan,<br />
Die 't wenschen minstens naar de maan<br />
Het plan De Man, De Man.<br />
— IV —<br />
Wie vindt 't vervelendst dat bestaat,<br />
Het plan ?<br />
Wie is nog altijd in beraad<br />
Met 't plan ?<br />
Dat is de kristen demokraat<br />
Die aarzlend door de wereld gaat<br />
Met 't plan De Man, De Man.<br />
— V —<br />
Wie zal er vechten, heel beslist<br />
Voor 't plan ?<br />
Wie zal bekampen laag en list<br />
Om 't plan ?<br />
Dat is, wanneer ge 't nog niet wist,<br />
Die taaie roode socialist.<br />
Vivan het plan De Man !<br />
Voor de herneming<br />
van den handel<br />
Onze Brusselsche komfrater «L'ndépendance<br />
Beige», dien onlangs zijn<br />
honderste verjaring niet heeft gevierd<br />
— ge ziet dat het verstand niet voor<br />
de jaren komt — heeft eindelijk het<br />
middel ontdekt om een einde te stellen<br />
aan de krisis.<br />
Terecht doet hij opmerken hoe het<br />
Hofbal een nieuwe spoorslag is geweest<br />
voor handel en nering en besluit<br />
met de hoop dat er dezen winter<br />
veel zal gedanst worden in de hoofdstad<br />
om de nering nieuw leven in te<br />
blazen.<br />
Het is te hopen dat de werkloozen<br />
dezen wijzen raad zullen opvolgen en<br />
in plaats van thuis te blijven koekeloeren<br />
ach ter-een doode stoof, druk de<br />
bals zullen bezoeken. Zij die geen geld<br />
hebben om een toegangsticket te koopen<br />
kunnen trouwens op de straat<br />
dansen om zioh te verwarmen. Dit is<br />
een oude beproefde methode, welke<br />
te allen tijde met sutkses werd toegepast<br />
door de honden, die beven om<br />
zich te verwannen.
KOEKOEK 13<br />
Oproer te Gent onder de figuratie<br />
van het monument der gebroeders<br />
Hubertus en Johannes Van Eyck<br />
Verhaal door SINT BAVO<br />
IX<br />
Mijn geëerde voorgangers, dit terrein,<br />
mün erf is ook het uwe. Groot is het<br />
zeker niet, maar gij kunt over deae<br />
plaatsruimte naar welbehagen beschikken,<br />
ik verleen er u de volledigste<br />
gasbvrijlheid. Het stuk knoestigen<br />
boomstam waarop lk zittend deze<br />
broek versleet, zullen we terzijde<br />
schuiven, daardoor winnen we pla?.ts<br />
en kunnen wij ons vrijer bewegen, of<br />
ons zoo noodig ook op den vloer neerzetten.<br />
Weest welkom!<br />
— Bravo leve meester Claus! riep<br />
het volk en de getrouwen der gebroeders<br />
Van Eyck.<br />
Claus vervolgde:<br />
— Ge zult wel eenigszins last hebben<br />
van de twee kijk- en schietgaten<br />
die ge daar achter ons in den muur<br />
ziet waar het soms doorheen kan<br />
waaien dat mijn hoed de stratosfeer<br />
invliegt. Be zit hier regelmatig met<br />
een stijven nek. Onnocdig te zeggen<br />
dat ik hier gewriohbsrumathiek heb<br />
opgedaan. Ne pardessus of pelsjas<br />
hebben ze mij niet nagelaten. En met<br />
die lage schoenen en opgetrokken<br />
broekspijpen, lijd ik bij regenweder<br />
veel aan natte voeten. Uw kleeding is<br />
praktischer en meer tegen guur en<br />
stormweder bestand.<br />
— Neem het me niet kwalijk, meneer<br />
Claus, viel Tseef hem gemoedelijk in<br />
de rede, maar kijk eens naar ons...<br />
Wat moeten wij dan zeggen? Wü die<br />
drie kwart ongedekt zijn.<br />
— Ja maar, vriend, merkte Claus<br />
op, ik behoor niet tot de nudisten.<br />
GijCiie daarentegen wel! Ge hebt u verhard<br />
tegen alle weer en wind.<br />
— Inderdaad, meester Claus, vervolgde<br />
Tseef, wü zijn ongeveer teruggekeerd<br />
tot den oeTstaat van den<br />
natuurmensch. En zich tot zijn vrienden<br />
wendend vroeg Tseef:<br />
— Want, wat is en blijft onze leus,<br />
gezellen en gezellinnen?<br />
Deze antwoordden in spreekkoor:<br />
«Strijden tegen wind en regen,<br />
Tegen hagel, tegen sneeuw!<br />
Zonnebrand is ons een zegen,<br />
— Jaar na jaar, en eeuw na eeuw!<br />
— Wij toonen onze sierlijke naaktheid,<br />
hernam Tseef, om de beeldende<br />
kunst en hare meesters te dienen. Zoodat<br />
aan deze, onze zuivere naaktheid,<br />
niemand aanstoot vinden kan.<br />
Gustje Smet, die zooals we reeds<br />
.weten ook tot de Van Eyck-groep behoort<br />
zei stil tot zijn maat Bruine Jan:<br />
— Van zuivere naaktheid gesproken,<br />
'k zie daar op korten afstand 'n schoon<br />
meisken staan.<br />
En hij wees in de richting van het<br />
park naar de naakte onschuld die over<br />
den ingang der Floralies-zaal in haar<br />
plastische schoenheid staat te prijken.<br />
— Wel, zei Bruine Jan, herkent ge<br />
ze niet?... Dat is Grietje Verbank. Zij<br />
heeft destijds bij onee groep willen<br />
komen, maar we waren toen reec. voltallig.<br />
Omdat ze zoo bijzonder schoon<br />
•was heeft men haar een plaatsken in<br />
het park gegeven waar ze heel zeker<br />
veel bekijks heeft.<br />
Gustje Smet zei:<br />
— Ik zou er wel eens even willen<br />
naar toe gaan en 'n oogsken riskeeren.<br />
— Maak u geen illusies, jongen,<br />
antwoordde Jan, voor vrijen of trouwen<br />
moet ge niet bij haar zijn. ze heeft<br />
al interessanter occasies afgewezen.<br />
Ze is zoo koel als dat ze schoon is.<br />
— Wie niet waagt, niet wint, meende<br />
Gustje. Bescheidenheidshalve zal<br />
ik mijn eindje guirlande meenemen<br />
en het straks eens probeeren.<br />
— Wacht maar liever tot al dat volk<br />
en de gendarmes weg zijn, om geen<br />
opspraak te verwekken.<br />
— Wel, daar zit juist ne gendarm<br />
te paard heur te bekijken lachte<br />
Gustje... Zü wil hem niet eens bezien.<br />
— Dat weet ik wel, zei Bruine Jan,<br />
van militairen houdt ze nog minder,<br />
en het allerminst van die met strepen!<br />
— Hewel, ik trek er toch eens op<br />
af. Ze zal het mü niet kwalük kunnen<br />
ner en, vermits ze daar toch staat om<br />
te worden bekeken. En küken kost<br />
niets, hé?<br />
— Doe wat ge niet laten kunt! was<br />
Jan's droge antwoord.<br />
Tezelfdertijd wilde Gustje zün voornemen<br />
ten uitvoer brengen, maar<br />
Tseef die hem juist in de gaten kreeg<br />
riep hem na:<br />
— Hela! jongen, waar gaat ge naar<br />
toe!?<br />
Gustje die dadelük zün antwoord<br />
klaar had, riep:<br />
— Ik wensen eenige tranen weg te<br />
pinken!<br />
Bede om rust<br />
Groot poem door<br />
FERDI, Vooruit's lyricus.<br />
O laat m' u niet vertellen<br />
De wonderbare geschiedenis<br />
Of 't wordt een karamelle...<br />
Alweer! Een zonder bediedenis!<br />
N. B.: Girre-bü!<br />
— Pas dan maar op dat ge hier geen<br />
overstrooming verwekt! schertete<br />
Tseef.<br />
En Gustje ging zich ergens achter<br />
een boschje stellen.<br />
Tüdens dit gebeuren waren de<br />
heeren Laurent en Lieven Bauwens<br />
de prinsen der schilderkunst genaderd,<br />
om hun te zeggen dat ook zij<br />
ten teeken van protest en ten bewüze<br />
van solidariteit hun standplaats hadden<br />
verlaten. In zün toespraak, die<br />
hü niet alleen in zün persoor. ken<br />
naam maar ook in dien van Lieven<br />
Bauwens tot de Van Eycks richtte,<br />
drukte hy zich onder meer als volgt<br />
uit:<br />
— Onze vriend Lieven Bauwens, de<br />
hervormer en heropbeurder van de<br />
Gentsche grootnüverheid, en ik als<br />
strijder voor volksontvoogding, recht<br />
en waarheid, waarvoor men mü onophoudelük<br />
ongenadig aanviel, kunnen<br />
het onmogelijk aanzien en goedkeuren<br />
wat op het oogenblik binnen de muren<br />
onzer aloude vrijheidsstad Gent gepleegd<br />
wordt. Tè lang hebben onze<br />
voorouders en ook wü moeten strijden<br />
tot verovering van ons onbetwistbaar<br />
menschenTecht dat ons als een stuk<br />
droog brood met water werd toegeschoven.<br />
Wil men ons wéér de slavernij<br />
injagen?... Goed! Maar dan zullen<br />
wü tegen deze rechts- en vrijheidsschending<br />
vechten tot onzen laatsten<br />
ademtocht!... Voor uw, voor ons en<br />
voor het welzün van het huidig en de<br />
toekomende geslachten!<br />
De menigte wuifde met hoeden, petten<br />
en zakdoeken, en riep luidkeels:<br />
— Leve Laurent! Leve Lieven Bauwens!<br />
Vooruit op ten strüdeü!<br />
Laurent hernam het woord:<br />
— Volk van Gent, wacht af ons<br />
teeken! Niet in het wilde zullen wij<br />
den strüd aangaan. Onze macht zal<br />
groeien door organisatie en door uitvoering.<br />
Niet één rechtvaardig man<br />
zal bij deze opstanding onverschillig<br />
op zün plaats blüven. Bewüs te meer<br />
daarvan is dat ook Metdepenningen,<br />
de stafhouder der advokaten, die in<br />
den tuin voor het Justitiepaleis troont,<br />
ook op komst is om ons als een ware<br />
broeder de hand te reiken.<br />
— Heil Metdepenningen!!! dreunde<br />
het langs alle züden. En straatbengels<br />
die als apen in de boomen waren<br />
gekropen, wierpen met allerlei gekleurde<br />
serpentins. Het was er eea<br />
gejoel als op een reusachtige Vlaan**<br />
sche Kermis<br />
(Wordt voortgezet)»
14 KOEKOEK<br />
Uit het leven van den Platte<br />
Ze zaten met z'en enkelen weerom<br />
in de herberg te zwetsen en lk kan u<br />
verzekeren dat de ééne al straffer<br />
loog dan de andere.<br />
'Dat de Platte het rekord der maats<br />
Verbeterde, zal wel geen nader betoog<br />
hoeven. Hij had al één en ander gefantaseerd,<br />
toen hij het gesprek plots<br />
een nieuwe wending gaf.<br />
— Ja, zei hij, net of hij er zelf weinig<br />
belang aan hechtte, ik trek morgen<br />
naar Parijs.<br />
— "aar Parijs Platte, en wat gade<br />
daar doen? Een nieuw ministerie<br />
vormen?<br />
— Hedde gijlien dan niet gehoord<br />
dat daar overmorgen de groote jaarlijksche<br />
zwemprüskamp plaats vindt?<br />
— Ja. En kampt-e gij mede?<br />
— Natuurlijk. En als ik u een goeden<br />
raad mag geven : zet de bloemen<br />
maar al klaar.<br />
— De blcemen? Waarom?<br />
— Omdat ik « haut la main » ga<br />
winnen, gelijk ze dat in Parijs heeten.<br />
De Platte werd vierkant uitgelachen.<br />
Maar hü maakte zich kwaad.<br />
— Wel, zei hij, we zullen zien wie<br />
het laatste lacht.<br />
En de deur achter zijn formidabelen<br />
rug dichtsmakkend, verdween lüj<br />
aan den horizon...<br />
Een paar dagen hoorde men van<br />
den Platte niks.<br />
Hij werd ook niet vermeld onder de<br />
kampioenen.<br />
Een week later, toen hetzelfde<br />
kliekje weerom in de herberg vergaderd<br />
was, dook de Platte eensklaps<br />
te voorschijn.<br />
Van alle kanten werd hij aangeroepen.<br />
— He, zwemmer!<br />
— otuk kampioen!<br />
— Waar zrj-de nu met al uw grootspraak?<br />
De Platte bestelde een pint, fc;et<br />
er eens in, zoodat ze omtrent leeg<br />
was en zei daarop :<br />
— Ge moet niet jubelen. Ik heb<br />
tegenslag gehad. Ik was anders prachtig<br />
vertrokken.<br />
— Hadde dan geen asem genoeg?<br />
— Asem? Laat me uitspreken, verdomme<br />
nog toe. Ik was vè\ aan den<br />
kop. Maar ja, daar deden aan dien<br />
prijskamp vele vrouwen mede, bloemen<br />
van kinderen. Op een gegeven<br />
oogenblik was lk als omzwermd door<br />
.een school van die naïaden. En...<br />
— En...<br />
Tk kon niet verder...<br />
— Tiens, waarom niet.<br />
De Platte trok zijn wenkbrauwen<br />
•ven op en zei dan met een kelderitem<br />
:<br />
— Ik raakte grond I<br />
Een lachbui barstte los.<br />
— Hij raakte grond...<br />
— Maar latte, zei er één, als ge<br />
grond raakte, dan was er toch nog<br />
middel om vooruit te komen.<br />
— Hoezoo?<br />
— Ge hadt maar op uwen rug te<br />
zwemmen!<br />
De Plat ! haalde misprijzend de<br />
schouders op.<br />
— Ik hoo al dat ge niet eens weet,<br />
hoe de Selne te Parijs door de stad<br />
loopt. Daar liggen bruggen over,<br />
zulle, èn als ik nu op mijnen rug had<br />
gezwomme , dan kon ik immers \og<br />
niet onder die bruggen door!<br />
En praten" over '.toetjes en kahjes,<br />
kwam het gesprek op een ander onderwerp<br />
: den oorlog. Daar was < ^k<br />
gelegenhtld om te liegen, want oudstrrjders<br />
7'; 1 in dat opzicht al zoo<br />
beslagen als matrozen.<br />
De ién beweerde dat hij er zoov:-l<br />
had doodgedsan, de andere overtroefde<br />
daarop eer den vorlgen spreker<br />
door te be -eren dat hij met zijn 1traljeus<br />
heelder pelotons had neei gemaaid.<br />
Maar in ce herbei _ stond er cp dat<br />
oogenblik een oud deftig in het zwert<br />
gekleed heertje dat uitriep :<br />
— Ik heb er tijdens den oorlog<br />
meer drodgedaan, dan gijlien allemaal<br />
te samen!<br />
— r~ or d'e...<br />
— Ja, ja, knikte het heertje...<br />
— Wat waar-de tij dan onder '"en<br />
oorlog, ventje? Kanonnier?<br />
— Neen.<br />
— Wat dan?<br />
— Ik was ekik maar doktoor, zei<br />
dat ventje...<br />
Maar ik vergat u te zeggen dat de<br />
Platte weer een nieuw baantje had<br />
weten te veroveren. Hij speelde gids.<br />
Hij hield zich op nabij den Dierentuin,<br />
waar hij vreemde toeristen<br />
rondleidde, en zoo noodig toelichtingen<br />
verstrekte over de beestjes die ze<br />
aanschouwden.<br />
Op zekeren keer stap'e een Amerikaan<br />
met zijn gezin, — een vrouw en<br />
twee apen van kinderen, — uit een<br />
taxi. De Amerikaan kwam den Dierentuin<br />
bezichtigen. Natuurlijk was<br />
ó Platte er bij als de kippen.<br />
— You .mnt to look the garden?<br />
zei de Platte ln een taal die als Engelsch<br />
klonk.<br />
— Yes, snauwde de Yank...<br />
— OOme aleng, Sir...<br />
En de karavaan trop op.<br />
Ze hadden al een en ander gezien.<br />
PATBOON. — Vrij?! Ge hebt nu<br />
al verlof gehad, om uw vrouw naar<br />
den trein te brengen, toen ze naar<br />
Zwitserland ging, voor de begrafenis<br />
van uw schoonmoeder, voor de mazelen<br />
van uw dochtertje en het doopfeest<br />
van uw kleinen Jongen. Wat is er<br />
nu weer?<br />
BEDIENDE. — Be ga trouwen, meneer.<br />
Voor zijn pan had de Platte al wel<br />
dadelijk in de gaten gekregen, dat<br />
het koppel jong, hetwelk den Amerikaan<br />
vergezelde, lastige bengels waren.<br />
25e dreinden en zeurden tot<br />
papa, hun gezanik beu, plots vroeg<br />
aan den Platte :<br />
— Is die Zoölogie niet te koop?<br />
De Platte kon eerst zijn ooren niet<br />
gelooven.<br />
Maar de Amerikaan betoogde verder<br />
:<br />
— Ja, op geld komt het bü mij<br />
niet aan. Ik verkoop petrol in het<br />
groot. Mijn kinderen zouden graag<br />
de Zoölogie willen hebben. Ik ben<br />
gewoon aan hun wenschen te • jldoen.<br />
Als ze iets vragen en het ls<br />
niet te groot, dan koop ik het...<br />
— Niet te groot, ge zult de Zoölogie<br />
toch niet in uw valles kunnen<br />
steken hoor, meende de Platte.<br />
— No matter, breng me maar even<br />
bij den direkteur dat ik me akkoord<br />
stel over den prijs...<br />
— Weet ge wat, Sir, ik denk niet<br />
dat de direkteur u de Zoölogie zal<br />
willen verkoopen. Maar...<br />
— Maar...<br />
— Hij r '. misschien wel uw Jon%<br />
willen koc-pen, om ze in het apenkot<br />
te zetten...<br />
En de Platte liet den Amerikaan<br />
met al z n bluf aan zijn lot ever.<br />
Nog dienzelfden dag had hij en<br />
a-.dere affaire aan 1e hand...<br />
Daar kwam een vrouw met een reesel<br />
kinderen voor het loket van den<br />
Dierentuin.<br />
Het mensch was zichtbaar in erlegenheid.<br />
Ze wou tikketten nemen, maar<br />
daar ze had hooren zeggen, dat voor<br />
groote gezelschappen vermindering<br />
werd toegestaan, wist ze niet hoe de<br />
zaak aan te pakken.<br />
De Platte die daar Juist in de b: -rt<br />
omslingerde, had spoedig in de smiezen<br />
dat hij hier een helpend handje<br />
kon uitsteken.<br />
— Waarvoor is het Madammeken?<br />
— Ik zou gaarne met mijn kinderen<br />
den Dierentuin bezichtigen, Meneer...<br />
— Dat is een heel goed idee...<br />
— Maar we zijn met velen en dan<br />
loopt het entree-geld nogal erg op.<br />
Krijgt men geen vermindering als<br />
men tot de kroostrijke gezinnen behoort?<br />
— Zeker. Met hoeveel zijt ge?<br />
— Wel i ke, ons Fransken, onzu<br />
Jef, Marieken, Fien, Jule, Aloïs...<br />
— Schei er maar al uit, zei de<br />
Platte. Hoeveel kinderen zijn er in<br />
het geheel. .<br />
— Twaalf, zei het vrouwken...<br />
— Twaalf, riep de Platte uit, maai<br />
wrjfken Hef, — en hij klopte het<br />
mensch vertrouwelijk op den schouder,<br />
— ge hebt gij in uw leven ook<br />
niet dikwijls met uw beenen overeen<br />
moeten zitten, is 't niet?
KOEKOEK 15<br />
JOZEF RECHT<br />
EEN NORMAAL MENSCH<br />
Het nachttafeltje rammelde over de<br />
plankenvloer. Met ontzetting hoorde<br />
hij iemand de trappen opklauteren en<br />
het volgend oogenblik ging de deur<br />
van zijn kamer open. Martha Voncke<br />
verscheen voor zijn verschrikte blikken.<br />
Jozef Recht trok haastig de deken<br />
over zijn Adamstoüet van vóór de erfzonde.<br />
Maar Alida Schoeppe vond<br />
blijkbaar dat er geen smet op haar<br />
kleefde, want zij bleef naakt uitgestrekt<br />
liggen zonder verroeren. Niets<br />
in de wereld ging haar aan.<br />
— Wel? zei Martha Voncke.<br />
— Wel? vroeg Recht.<br />
— Gij hebt geklopt?<br />
— Ik heb niet geklopt.<br />
— Gij hebt geklopt zooals ge beloofd<br />
hebt, en ge zoudt mij iets laten zien.<br />
Recht zag geen uitweg. Hij begreep<br />
nu dat op het gerammel van de nachttafel<br />
het Jonge meisje naar boven gesneld<br />
was.<br />
De twee vrouwen keken beurtelings<br />
hem aan, en dan elkander.<br />
Eindelijk sprak Alida.<br />
— Zoo, zei ze, ik moet hier dus de<br />
plaats ruimen voor dat ander schepsel.<br />
— Neen, neen, geloof me, er is hier<br />
een vergissing in het spel, haastte zich<br />
Recht.<br />
— O, zei Martha, dan ben ik die vergissing?<br />
— Neen, neen, zei Recht.<br />
Als men weet hoe moeilijk het is<br />
met een enkele vrouw om te gaan, zal<br />
men begrijpen in wecken toestand<br />
Recht zich bevond met twee vrouwen.<br />
Maar Alida scheen een einde aan de<br />
moeilijkheden te zullen maken.<br />
Waardig, maar niet zonder woede<br />
stapte zij het bed uit. Zij zette de<br />
handen in de heupen en kwam tct<br />
dicht bij Martha Voncke, die langzaam<br />
achteruit week.<br />
— O, zei Alida, ge moet geen schrik<br />
hebben.<br />
— Ik heb geen schrik, zei Martha<br />
die verleidelijk bloesde. Maar als ge<br />
zoo dicht bij mij staat kan lk niet<br />
meer goed zien.<br />
— Zoo, ge wilt me dus b~kiiken!<br />
— Ja, lk vind u... ik vind u...<br />
— Wel, gelijk andere vrouwen<br />
zeker?<br />
— Ik heb nooit andere vrouwen gezien.<br />
— Gelijk u zelf dan?<br />
— Ik heb mij ook nog nooit gezien.<br />
Moeder ze^t s'tljd dat de duivel in<br />
den spiegel zit.<br />
Voor zooveel onschuld was Alida<br />
geheel ontwapend. Zonder nog een<br />
woord te spreken Weedd» z'1 zVh aan.<br />
Het waren pijnlijke oogenblikken, en<br />
Recht had tenslotte ook zijn hoofd<br />
onder de dekens verborgen, cm zich<br />
van het vervelende geval niets meer<br />
te moeten aantrekken. Het docht hem<br />
na een half uur dat Alida de kamer<br />
verliet. Maar hij bleef halsstarrig<br />
ondergedoken. Juist was hij zinnens<br />
een oogslag op zijn kamer te werpen,<br />
in de overtuiging dat de twee vrouwen<br />
waren verdwenen, toen hij een langgerekten<br />
en ingehouden kreet van bewondering<br />
hoorde:<br />
— O, oooooo...<br />
Hij waagde een oogsken, en dat<br />
oogsken werd een oog, een oog dat wijd<br />
open ging van verbazing. " oor de<br />
spiegelkast stond Martha geheel ontdaan<br />
van mode-artikelen. Zij scheen<br />
er zich heelemaal geen rekenschap van<br />
te geven dat men haar bekeek, zoozeer<br />
was zij ingenomen met haar eigen<br />
schoonheid. En dat was niet te verwonderen.<br />
Een . n als deze waarmede<br />
men zooveel jeugd met zooveel weligheid<br />
gepaard zou moeten beschrijven,<br />
bestaat er in Europa niet. Ook zullen<br />
wij er geen beschrijving van geven.<br />
Recht was er diep door ontroerd. Hij<br />
was '.neen, 1<br />
! Alida vergeten. Zijn oceen<br />
dronken den ruig van het jonge meisje<br />
en in den spiegel zag hij de rest.<br />
Dan wendde Martha zich om. Zij<br />
glimlachte onschuldig naar Recht.<br />
Langzaam schreed zij op hem toe.<br />
— Nietwaar, zei ze, ik mag mij ook<br />
eens op uw bed uitstrekken?<br />
Recht voelde zich inwendig duizelen.<br />
Met bevende hand noodigde hij<br />
haar uit plaats te nemen. Zij vleide<br />
zich neer.<br />
En eensklaps riep ze uit volle keel:<br />
— Mama! Mama!<br />
— Wat doet ge? vroeg Recht verschrikt.<br />
— Ik roep mama, ze moet eens zien<br />
hoe schoon ik ben. Mama!<br />
— In 's hemelsnaam, zwijg toch!<br />
Wat zal uw moeder van zoo iets<br />
denken.<br />
— Van zoo iets? Wat zou zij er van<br />
denken? Mama!<br />
Haar stem galmde door het huis.<br />
En de haren van Recht rezen ten<br />
berge, toen by inderdaad een stap<br />
de tratraen hoorde opsukkeJen.<br />
— Dju! vloekte hy. Dat zal niet<br />
waar zijn!<br />
Hij wipte het bed uit, sprong naar<br />
de deur, en draaide het slot dicht.<br />
— Maar wat doet ge? vroeg Martha.<br />
Ge züt onbeleefd voor mün moeder.<br />
Moeder Voncke was intusschen voor<br />
de deur van Recht's kamer aanbeland,<br />
en zij klopte.<br />
Zij klopte vergeefs. Toen wilde zM de<br />
deur. -<br />
im haar het zwijgen op te leggen.<br />
— Martha I klonk üe angstige stem<br />
buiten. Martha, waar züt ge.<br />
— Maar hier, : ïama. In het bed van<br />
münheer Recht!<br />
• se niet beschaamd!!<br />
— Tk heb toelating gevraagd. Mijnwet<br />
mij toegestaan.<br />
— Münheer Recht! Doe open! ge<br />
openen, maar deze was wel degelük<br />
op slot.<br />
— Martha! riep ze.<br />
— Wat is er mama? vroeg Martha.<br />
ofslioon Recht wanhopige gebaren<br />
bood mevrouw Voncke.<br />
Maar Recht roerde geen vin. Razende<br />
plannen schoven aan zün geestelük<br />
oog voorby. Hü dacht uit het venster<br />
"v'--.-n H". dicht eep revolverschot<br />
door het paneel van de deur te<br />
lossen, maar hy bezat geen revolver.<br />
Hü zweeg.<br />
— *t Is goed! Ik haal de politie!<br />
En inderdaad, mevrouw Recht vertrok.<br />
— Waarom spreekt ze van de politie?<br />
vroeg Martha. Dat is nu een goede<br />
grap.<br />
— Een grap? Gy stomme geit! kon<br />
Recht zich niet weerhouden te zeggen.<br />
Maar onmiddeliyk speet het hem zulke<br />
definitieve woorden te hebben uitgebracht.<br />
Hü schudde het hoofd. Hy trok zün<br />
broek aan.<br />
— Kleed u aan, zei hü tot Martha.<br />
Zü scheen geheel ontgoocheld over<br />
zooveel hardvochtigheid, zy zweefde<br />
uit het bed en kleedde zich aan.<br />
Recht was in een zetel gaan zitten.<br />
Er was een groote gelatenheid over<br />
hem gekomen. Hy wachtte.<br />
Men kwam weer de trap op. Het<br />
volgend oogenblik werd er aan de deur<br />
geklopt.<br />
— In naam der wet...<br />
Recht ging openen. Hü was op alles<br />
voorbereid. Maar toen hij opende<br />
stond daar, naast mevrouw Voncke,<br />
niemand anders dan Schoeppe zelf.<br />
Daarop was Recht niet voorbereid.<br />
Hü viel in een zetel.<br />
— Zoo zoo, manneke! zei Schoeppe.<br />
Dat ls dus het leven dat gü leidt.<br />
Jonge meisjes sekestreeren en gebruik<br />
maken van geweld om uw dudvelsohe<br />
lusten bot te vieren.<br />
— Zeer goed gezeid! onderstreepte<br />
mevrouw Voncke.<br />
— 't Is mü nogal wat liefs! ging<br />
Schoeppe voort op schamperen toon.<br />
En toen wendde hy zich tot de<br />
vrouw.<br />
— Mevrouw, zei hy, uw dochter is<br />
gelukkig gered. Ga er mee weg, want<br />
wat ik aan dien meneer heb te ver»<br />
tellen is niet voor de ooren van dames<br />
bestemd.<br />
— Dat kon ik mü indenken zei<br />
mevrouw Voncke.<br />
En zü nam Martha bij de hand en<br />
verliet waardig de k°mer.<br />
(Wordt vervolf
16<br />
KOEKOEK<br />
Humor van anderen<br />
*OTA DER REDAKTIE. — We nemen geen verantwoordelijkheid op voor wat wij zeil schrij<br />
ven, dus nog minder voor de karikaturen van deze bladzijde. Het feit dat wij deze teekeningen<br />
overnemen, van vriend en tegenstrever, bewijs* niet dat wij het met de strekking eens zijn<br />
SCHAATSENRIJDER (tot redder).<br />
— Ach meneer, zoudt u nu mijn hoed<br />
ook nog even willen halen?... Ik heb<br />
hem pas nieuw, ziet u!...<br />
DE SLIMMERD<br />
— Pardon, mevrouw: 't wa» werkelijk<br />
een bewijs van uw goedheid om<br />
mij een glas water te geven! Ik heb<br />
zoo'n ontzaglijken honger, dat ik niet<br />
weet waar ik de nacht moet doorbrengen...<br />
(Marius)<br />
— Dus de dokter heeft eindelijk geronden<br />
wat ge hadt?<br />
— Juist... ik had nog twintig frank...<br />
endie heeft hij gevraagd!...<br />
(Marius)<br />
— De krisis schijnt voorbij te zijn...<br />
de eindjes sigaar, die ze weggooien,<br />
worden tenminste weer wat grooterü<br />
, (Everybody's)<br />
— Hier Papa, ik heb nog wat schilderijkoord<br />
gevonden!<br />
(Everbody's)<br />
De ski-kampioen springt een beetje<br />
te ver.<br />
(Ric et Rac)<br />
Verantwoordelijke uitgever: JORIS<br />
HAMERS, Gent. — Red. en Adm.<br />
St. Pietersnieuwstraat, 64, Gent.<br />
SPIRITISME<br />
— Sinds die verwenschte telefoniste<br />
lid is geworden van onze spiritistische<br />
vereeniging, krijgen we geen enkele<br />
verbinding meer met de geestenwereld.<br />
(Marius)<br />
— Niet mijn schuld! Ik had alleen<br />
een beetje haast... want ik ging juist<br />
m'n rijbewijs halen...<br />
(Ric et Rac)<br />
HET ALIBI<br />
— Ge kunt uw misdaad niet ontkennen!...<br />
Vier getuigen hebben u gezien!...<br />
— Vier??... Maar lk zou er honderden<br />
kunnen noemen, die me niet gezien<br />
hebben...<br />
{Marrus)