2. HOOFDSTUK 2 INDUCTIEMACHINE 2.1 Equivalent schema
2. HOOFDSTUK 2 INDUCTIEMACHINE 2.1 Equivalent schema
2. HOOFDSTUK 2 INDUCTIEMACHINE 2.1 Equivalent schema
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het systeem van wederzijds gekoppelde stator- en rotorspoelen wordt beschreven met een<br />
stilstaand equivalent <strong>schema</strong> met hetzelfde aantal windingen en fasen op stator en rotor. Bij<br />
inductiemotoren onderscheidt men machines met sleepringrotor en met kooirotor.<br />
sleepringen<br />
+borstels<br />
wikkelkop<br />
driefasige<br />
wikkeling<br />
voorschakelweerstanden<br />
figuur <strong>2.</strong>2 Sleepringrotor (links) en kooirotor (rechts)<br />
kortsluitring<br />
rotorstaaf<br />
De sleepringrotor draagt, zoals de stator, een driefasige wikkeling op de rotor (m 2 = 3). De<br />
wikkelingsuiteinden worden naar buiten gebracht en met sleepringen verbonden. De rotorwikkeling<br />
kan ook direct kortgesloten worden. De borstels die over de sleepringen wrijven, kunnen op een<br />
externe weerstand of een externe spanningsbron aangesloten worden met het oog op een beter<br />
startgedrag en/of toerentalregeling.<br />
De kooirotor heeft in de gleuven volle staven uit koper of aluminium, die vooraan en achteraan met<br />
een ring kortgesloten worden. Het aantal fasen is hier gelijk aan het aantal rotorstaven m 2 = Z 2 . Deze<br />
wikkeling is extern niet toegankelijk.<br />
Deel 6 - 2 121