Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
TEBS E Elektronisch remsysteem voor getrokken<br />
voertuigen (versies TEBS E0 tot E3)
TEBS E<br />
Elektronisch remsysteem voor getrokken<br />
voertuigen (versies TEBS E0 tot E3)<br />
Systeembeschrijving<br />
Uitgave 5<br />
Deze brochure valt niet onder een wijzigingsdienst.<br />
De aktuele versie vindt u onder<br />
http://www.wabco.info/8150600933<br />
© 2012<br />
Wijzigingen voorbehouden.<br />
Versie 2/11.2012(nl)<br />
815 060 093 3
Afkortingen<br />
4S/3M 4 sensoren / 3 modulatoren<br />
4<br />
TEBS E Inhoudsopgave<br />
ABS (Engels: Anti-Lock Braking System); Anti-BlokkeerSysteem<br />
ADR (Frans: Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route); Europese<br />
overeenkomst over het transport van gevaarlijke goederen over de weg<br />
ALB Automatische Lastafhankelijke Remkrachtregeling<br />
BO Betriebs-Ordnung; BO-Kraftkreis = Betriebs-Ordnung-Kraftfahrzeuge-Kreis = bedrijfsreglement motorvoertuigencircuit<br />
BVA Remvoeringslijtage-indicator<br />
CAN (Engels: Controller Area Network); asynchroon, serieel bussystem voor het netwerk van besturingsapparaten in<br />
voertuigen<br />
EBS (Engels: Electronic Braking System); elektronisch remsysteem<br />
ECAS (Engels: Electronically Controlled Air Suspension); elektronisch geregelde luchtvering<br />
ELEX (Engels: Electronic Extension Module); elektronische uitbreidingsmodule<br />
ESD (Engels: Electrostatic Discharge); elektrostatische ontlading<br />
GGVS (Duits: Gefahrgut-Verordnung Straße); Verordening voor transport van gevaarlijke stoffen (Duitse tegenhanger<br />
van ADR)<br />
GIO (Engels: Generic Input/Output); programmeerbare in-/uitgang<br />
IR Individuele Regeling; individuele regeling van gesenseerde wielen aan één zijde<br />
ISS (Engels: Integrated Speed Switch); geïntegreerde snelheidsschakelaar<br />
LACV-IC (Engels: Lifting Axle Control Valve, Impulse-Controlled); impulsgestuurde asliftklep<br />
LIN (Engels: Local Interconnect Network); specificatie voor een serieel communicatiesysteem, ook LIN-bus; interface<br />
ultrasonische sensor<br />
MAR (Duits: Modifizierte Achs-Regelung); geModificeerde AsRegeling; regeling van twee gesenseerde wielen op één<br />
as<br />
MSR (Duits: Modifizierte Seiten-Regelung); geModificeerde ZijdeRegeling; regeling van twee gesenseerde wielen aan<br />
één zijde<br />
ODR (Engels: Operating Data Recorder); geheugen bedrijfsgegevens<br />
PEM (Engels: Pneumatic Extension Module); pneumatische extensiemodule<br />
PLC (Engels: Power Line Communication); datacommunicatie via kabel van stroomvoorziening<br />
PREV (Engels: Park Release Emergency Valve); parkeer-los-veiligheidsklep<br />
PWM Duits: PulsWeitenModulation = pulsbreedtemodulatie; type modulatie, waarbij een technische grootheid<br />
(bijvoorbeeld elektrische stroom) tussen twee waarden pendelt<br />
RSS (Engels: Roll Stability Support); stabiliteitsregeling tijdens het rijden<br />
RTR (Engels: Return To Ride) terug naar rijniveau (luchtvering)<br />
SHV (Engels: Select High Valve); wisselklep om hogere druk aan te sturen<br />
SLV (Engels: Select Low Valve); klep om lagere druk aan te sturen<br />
StVZO (Duits: Straßenverkehrs-Zulassungs-Ordnung), geldt voor Duitsland<br />
TASC (Engels: Trailer Air Suspension Control); draaischijfklep met RTR functie<br />
TEBS (Engels: Electronic Braking System for Trailers); elektronisch remsysteem voor getrokken voertuigen<br />
TT (Engels: Timer Ticks); interne meeteenheid van sensoren<br />
USB (Engels: Universal Serial Bus); serieel bussysteem om een computer op externe componenten aan te sluiten
Inhoudsopgave<br />
TEBS E<br />
1 Uitsluiting van aansprakelijkheid 9<br />
2 Gebruikte symbolen 10<br />
3 Veiligheidsvoorschriften 11<br />
4 Inleiding 13<br />
4.1 Nieuw vanaf versie TEBS E2.5 15<br />
4.2 Systeemopbouw 16<br />
4.2.1 Remsysteem 16<br />
4.2.2 Remsysteem met conventionele luchtvering 17<br />
4.2.3 Elektronisch geregelde luchtvering (ECAS) 19<br />
5 Remsysteem 21<br />
5.1 Uitvoering systeem 21<br />
5.2 Toepassingsgebied 21<br />
5.3 Goedkeuring en normen 22<br />
5.4 ABS configuraties 23<br />
5.5 Beschrijving componenten in het elektro-pneumatische remsysteem 27<br />
5.6 Onderdelen TEBS E modulator 29<br />
5.7 Voeding 30<br />
5.7.1 Functietest bij inschakelen resp. aankoppelen 30<br />
5.7.2 Spanningsvoeding via remlicht (24N) 30<br />
5.7.3 Multi-Voltage 31<br />
5.8 Systeemcontrole 33<br />
5.8.1 Waarschuwingen en systeemmeldingen 33<br />
5.8.2 Pneumatische redundantie 34<br />
5.9 Remfuncties 35<br />
5.9.1 Herkenning gewenste waarde 35<br />
5.9.2 Automatische Lastafhankelijke Remkrachtregeling (ALB) 37<br />
5.9.3 Drukregeling 41<br />
5.9.4 Anti-optel 42<br />
5.9.5 Anti-blokkeersysteem (ABS) 43<br />
5.9.6 Roll Stability Support (RSS) 44<br />
5.9.7 Stilstandfunctie 45<br />
5.9.8 Noodremfunctie 46<br />
5.9.9 Testmodus 46<br />
5.9.10 Controle voorraaddruk 47<br />
5.10 ECU interne functies 48<br />
5.10.1 Kilometerteller 48<br />
5.10.2 Servicesignaal 49<br />
5.10.3 GIO bedrijfsurenteller 49<br />
5.10.4 Weergave aslast 51<br />
5.10.5 Notebookfunctie (vanaf versie TEBS E2) 53<br />
5.10.6 Geheugen bedrijfsgegevens (ODR) 54<br />
5
6<br />
TEBS E Inhoudsopgave<br />
6 GIO functies 56<br />
6.1 Liftasregeling 59<br />
6.2 Sleepasregeling met restdruk 63<br />
6.3 Elektronisch geregelde luchtvering (ECAS) 64<br />
6.3.1 Regeling ingesteld niveau 68<br />
6.3.2 Rijniveaus 70<br />
6.3.3 Groen verklikkerlampje 72<br />
6.3.4 Tijdelijke deactivering van de automatische niveauregeling 74<br />
6.4 Snelheidsschakelaar (ISS 1 en ISS 2) 75<br />
6.5 Signaal RSS actief 77<br />
6.6 Signaal ABS actief 77<br />
6.7 Wegrijhulp 78<br />
6.8 Externe aslastsensor 82<br />
6.9 Dynamische wielbasisregelingen 83<br />
6.9.1 Rangeerhulp (OptiTurn TM ) 83<br />
6.9.2 Kingpin reductie (OptiLoad TM ) 85<br />
6.9.3 Aansluiting van de componenten 87<br />
6.10 Gedwongen dalen van de liftas 91<br />
6.11 Remblokkenslijtage-indicatie (BVA) 93<br />
6.12 Spanningsvoeding van Telematica op GIO5 95<br />
6.13 Snelheidssignaal 96<br />
6.14 Permanente plus 1 en 2 97<br />
6.15 Asfaltrem 98<br />
6.15.1 Naderingsschakelaar 102<br />
6.16 Trailer uitschuiffunctie 104<br />
6.17 Trailer Safety Brake (vanaf versie TEBS E2.5) 106<br />
6.18 Ontspanningsfunctie (Bounce Control) 108<br />
6.19 Blokkeren stuuras 109<br />
6.20 Roll Stability Adviser 111<br />
6.21 Kooiaapregeling 112<br />
6.22 Remontgrendelingsfunctie 114<br />
6.23 Noodremlicht (Emergency Brake Alert) 115<br />
6.24 Wegrijblokkering (immobilizer) 117<br />
6.25 Vrij te configureren functies 122<br />
7 Externe systemen 123<br />
7.1 Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX) 123<br />
7.1.1 TailGUARD functies 124<br />
7.1.2 Aansluiting met ISO 12098 130<br />
7.1.3 ECAS 2-puntsregeling 131<br />
7.1.4 Accuvoeding en acculading 133<br />
7.2 Trailer Remote Control 135<br />
7.3 Externe ECAS 136
Inhoudsopgave<br />
TEBS E<br />
7.4 Trailer Central Electronic 137<br />
7.5 Bandendrukbewaking (IVTM) 138<br />
7.6 Telematica (TrailerGUARD) 140<br />
7.7 eTASC (vanaf versie TEBS E2.5) 141<br />
7.7.1 Permanente deactivering van de automatische niveauregeling 143<br />
8 Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie en inbouw achteraf 144<br />
8.1 Data voor TEBS E modulator 144<br />
8.2 Aansluitingen 146<br />
8.3 Montage in voertuig 148<br />
8.3.1 RSS inbouwvoorschrift 149<br />
8.4 Montage kabels / bevestiging kabels 151<br />
8.5 Montage sensor 153<br />
8.6 Montage componenten wegrijblokkering (immobilizer) 155<br />
8.7 Montage Trailer Remote Control 155<br />
8.8 Montage TailGUARD componenten 156<br />
8.9 Montage eTASC 167<br />
9 inbedrijfstelling 168<br />
9.1 Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware 168<br />
9.2 Functietest 184<br />
9.3 Inbedrijfstelling van de LIN ultrasonische sensor 185<br />
9.4 Kalibreren sensoren 189<br />
9.4.1 Kalibreren bij voertuigen met mechanische vering 191<br />
9.5 Documentatie 192<br />
10 Bediening 193<br />
10.1 Waarschuwingen 193<br />
10.2 Bediening met afstandsbediening voor getrokken voertuigen<br />
(Trailer Remote Control) 193<br />
10.3 Bediening ECAS niveauregeling 200<br />
10.4 Bediening van de wegrijhulp 201<br />
10.5 Bediening OptiLoad / OptiTurn 202<br />
10.6 Bediening liftassen 202<br />
10.7 Bediening Immobilizer 203<br />
11 Werkplaatsrichtlijnen 204<br />
11.1 Onderhoud 204<br />
11.2 Systeemtraining en PIN 204<br />
11.3 Diagnose hardware 205<br />
11.4 Tests / simulaties 206<br />
11.5 Vervanging en reparatie 208<br />
11.6 Harmonisatie combinatie 210<br />
7
8<br />
TEBS E Inhoudsopgave<br />
11.7 Verwijdering / recycling 212<br />
12 Aanhangsel 213<br />
12.1 Pneumatische aansluitingen voor TEBS E 213<br />
12.2 Pin-toekenning 215<br />
12.3 Kabeloverzicht 220<br />
12.4 Kenmerken GIO functies 227<br />
12.5 GIO schema's 231<br />
12.6 Trailer EBS E remschema's 233<br />
Trefwoordenregister 237
Uitsluiting van aansprakelijkheid<br />
1 Uitsluiting van aansprakelijkheid<br />
TEBS E 1<br />
Voor de aangeboden informatie in deze brochure geven wij in geen geval garantie<br />
voor de juistheid, volledigheid of actualiteit. Alle technische informatie,<br />
beschrijvingen en afbeeldingen zijn geldig voor de afleveringsdatum waarop deze<br />
brochure of de betreffende supplementen worden geprint. Wij behouden ons het<br />
recht voor op wijzigingen door voortdurende verderontwikkeling.<br />
De inhoud van deze brochure geeft geen garantie of gegarandeerde<br />
eigenschappen, noch kan deze als zodanig worden uitgelegd. Een<br />
aansprakelijkheid voor schade is principieel uitgesloten, voor zover geen opzet of<br />
grove nalatigheid van onze zijde kan worden bewezen of andere dwingende<br />
wettelijke voorschriften hiermee in tegenspraak zijn.<br />
Teksten en grafieken vallen onder ons gebruiksrecht, vermenigvuldiging of<br />
verspreiding in welke vorm dan ook is zonder onze toestemming niet toegestaan.<br />
Vermelde handelsmerken, ook wanneer deze niet zodanig zijn aangegeven, vallen<br />
desondanks onder de regels van het labelrecht. Wanneer wettelijke geschillen<br />
voortkomen door het toepassing van informatie uit deze brochure, dan vallen deze<br />
uitsluitend onder de voorschriften van het nationale recht.<br />
Wanneer delen of afzonderlijke formuleringen van deze brochure niet meer of niet<br />
volledig zouden beantwoorden aan de geldende rechtspositie, blijven de overige<br />
delen van de brochure daarvan onaangetast in hun inhoud en hun geldigheid.<br />
9
2 TEBS E<br />
2 Gebruikte symbolen<br />
10<br />
WAARSCHUWING<br />
VOORZICHTIG<br />
Gebruikte symbolen<br />
Mogelijke gevaarlijke situaties, die met het niet in acht nemen van de<br />
veiligheidsvoorschriften kunnen leiden tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de<br />
dood.<br />
Mogelijke gevaarlijke situaties, die met het niet in acht nemen van de<br />
veiligheidsvoorschriften kunnen leiden tot licht of minder ernstig lichamelijk letsel.<br />
Belangrijke aanwijzingen, informatie of tips, waarop u beslist moet letten.<br />
Verwijzing naar informatie op het internet<br />
Het systeem omvat:<br />
• TEBS E vanaf versie 0 (sinds juli 2007)<br />
Het systeem omvat:<br />
• TEBS E vanaf versie 1 (sinds september 2008)<br />
Het systeem omvat:<br />
• TEBS E vanaf versie 1.5 (sinds december 2009)<br />
Het systeem omvat:<br />
• TEBS E vanaf versie 2 (sinds november 2010)<br />
• ELEX vanaf versie 0 (sinds november 2010)<br />
• TRC vanaf versie 0 (sinds november 2010)<br />
Het systeem omvat:<br />
• TEBS E vanaf versie 2.5 (sinds januari 2012)<br />
• ELEX vanaf versie 1 (sinds januari 2012)<br />
• TRC vanaf versie 1 (sinds januari 2012)<br />
• Opsomming<br />
– Handeling<br />
Resultaat van een handeling
3 Veiligheidsvoorschriften<br />
Veiligheidsvoorschriften<br />
Neem alle vereiste voorschriften en aanwijzingen in acht:<br />
TEBS E 3<br />
– Lees deze brochure nauwkeurig door.<br />
Houd u aan de aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften om persoonlijk letsel of<br />
materiële schade te voorkomen.<br />
<strong>WABCO</strong> staat alleen borg voor de veiligheid, betrouwbaarheid en werking van<br />
de producten en systemen wanneer alle informatie uit deze brochure wordt<br />
nageleefd.<br />
– Volg de richtlijnen en aanwijzingen van de voertuigfabrikant onvoorwaardelijk<br />
op.<br />
– Houdt u ter voorkoming van ongevallen aan de voorschriften van zowel het<br />
bedrijf als de overheid.<br />
Tref maatregelen voor veilig werken op de werkplek:<br />
Alleen daartoe opgeleid en gekwalificeerd personeel mag werkzaamheden aan het<br />
voertuig uitvoeren.<br />
– Gebruik (indien nodig) veiligheidsmiddelen (bijvoorbeeld veiligheidsbril,<br />
ademhalingsapparatuur, gehoorbescherming).<br />
Het bedienen van de pedalen kan tot zwaar letsel leiden, wanneer personen in de<br />
buurt van het voertuig zijn. Verzeker u ervan, dat het niet mogelijk is het pedaal te<br />
bedienen:<br />
– Zet de versnelling in "vrij" en bedien de handrem.<br />
– Beveilig het voertuig tegen wegrollen met blokken.<br />
– Leg een briefje zichtbaar op het stuur met de mededeling, dat er aan het<br />
voertuig wordt gewerkt en de pedalen niet mogen worden bediend.<br />
Vermijden van elektrostatische lading en ongecontroleerde ontlading (ESD):<br />
Let op bij constructie en bouw van het voertuig:<br />
– Voorkom potentiaal verschillen tussen componenten (bijv. assen) en chassis.<br />
Zorg ervoor, dat de weerstand tussen metalen delen van de componenten ten<br />
opzichte van het chassis lager is dan 10 Ohm (< 10 Ohm).<br />
Verbind bewegende of geïsoleerde voertuigdelen, zoals assen, elektrisch met<br />
het chassis.<br />
– Voorkom potentiaal verschillen tussen motorwagen en getrokken voertuig.<br />
Let erop, dat ook zonder kabelverbinding tussen metalen delen van<br />
motorwagen en aangekoppeld getrokken voertuig een elektrisch geleidende<br />
verbinding is gemaakt via de koppeling (Kingpin, opleggerschotel, klauw met<br />
bouten).<br />
– Gebruik elektrisch geleidende koppelingen bij de bevestiging van de ECU op<br />
het chassis.<br />
– Leg de kabels in metalen behuizing (bijv. in de U-balk) of achter metalen en<br />
geaarde beschermplaten om invloed van elektromagnetische velden te<br />
verminderen.<br />
– Vermijd toepassing van kunststof materialen, wanneer daardoor<br />
elektrostatische lading kan ontstaan.<br />
– Verbind bij het elektrostatisch verven de massakabel van de ISO 7638<br />
insteekverbinding (pin 4) met de verfmassa (voertuigchassis).<br />
11
12<br />
3 TEBS E<br />
Veiligheidsvoorschriften<br />
Let op tijdens reparatie en lassen aan het voertuig:<br />
– Koppel de accu los, voor zover deze in het voertuig is gemonteerd.<br />
– Koppel de kabelverbindingen naar apparatuur en componenten los en<br />
bescherm de stekkers en aansluitingen tegen verontreiniging en vocht.<br />
– Verbind bij het lassen de massa altijd direct met het metaal waaraan wordt<br />
gelast om magnetische velden en elektrische stroom via kabels of<br />
componenten te voorkomen.<br />
– Let op een goede elektrische kabel tijdens het totaal verwijderen van lak of<br />
roest.<br />
– Vermijd bij het lassen, dat apparatuur en kabels te warm worden.<br />
Bijzondere aanwijzingen bij toepassing van vooraf geproduceerde TEBS<br />
dragermodules voor inbouw in het voertuig:<br />
Door optimalisering van productieprocessen bij de aanhangerfabrikanten worden<br />
momenteel veelvuldig vooraf geproduceerde TEBS dragermodules in het<br />
getrokken voertuig gemonteerd. Op deze dwarsbalk zijn de TEBS E modulator en<br />
andere mogelijke kleppen bevestigd. Deze dragermodules zijn vaak gelakt, zodat<br />
bij het monteren in het chassis de elektrische geleidbaarheid tussen chassis en<br />
dragermodule weer moet worden hersteld.<br />
Veiligstellen van de elektrische geleidbaarheid tussen dragermodule en chassis:<br />
– Bevestig de dragermodule met elektrisch geleidende koppelingen door<br />
zelftappende schroeven met geleidend oppervlak aan het chassis.<br />
De waarde tussen dragermodule en chassis mag niet meer zijn dan 10 Ohm<br />
(< 10 Ohm).
4 Inleiding<br />
remsysteem<br />
GIO functies<br />
Externe systemen<br />
Inleiding<br />
TEBS E 4<br />
Deze brochure is bedoeld voor fabrikanten van getrokken voertuigen en voor<br />
personeel van werkplaatsen.<br />
Daar het Trailer EBS E een zeer complex systeem is, is ook deze<br />
systeembeschrijving erg uitgebreid. Een paar aanwijzingen over de opbouw van<br />
deze brochure:<br />
In dit hoofdstuk vindt u de beschrijving van de functies die nodig zijn om aan de<br />
wettelijke voorschriften te voldoen, zoals ABS, RSS en andere functies van het<br />
remsysteem.<br />
Naast de regeling van de wielremmen heeft de Trailer EBS E Premium variant een<br />
aantal functies die specifiek voor het voertuig kunnen worden gerealiseerd. Naast<br />
de door <strong>WABCO</strong> "voorbereide" oplossingen, zoals de regeling van de<br />
luchtveersystemen of de dynamische wielbasisregeling, wordt in dit hoofdstuk ook<br />
nader toegelicht hoe vrij configureerbare regelingen door de voertuigfabrikant<br />
kunnen worden omgezet.<br />
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende externe systemen, die op de<br />
trailer EBS E modulator kunnen worden aangesloten: elektronische<br />
uitbreidingsmodule ELEX (inclusief beschrijvingen van de mogelijke extra functies),<br />
Trailer Remote Control (trailer afstandsbediening), IVTM (bandendrukbewaking ),<br />
externe ECAS, TCE (Trailer Central Electronic) en Telematica (TrailerGUARD) en<br />
eTASC.<br />
Installatievoorschriften voor voertuigproductie en inbouw achteraf<br />
In dit hoofdstuk vindt u beschrijvingen hoe losse componenten en kabels worden<br />
gemonteerd.<br />
Inbedrijfstelling<br />
Bediening<br />
Werkplaatsrichtlijnen<br />
Aanhangsel<br />
Naast de inbedrijfstelling en kalibrering wordt in dit hoofdstuk uitgebreide informatie<br />
gegeven over de parametrering en instelling met TEBS E diagnosesoftware.<br />
In dit hoofdstuk wordt de bediening van enkele functies door middel van<br />
bedieneenheden (SmartBoard, Trailer Remote Control enzovoort) nader<br />
beschreven.<br />
Dit hoofdstuk bevat voornamelijk aanwijzingen over onderhoud, systeemdiagnose,<br />
systeemtraining, storingzoeken, harmonisatie en over reparatie / vervanging van<br />
componenten.<br />
In het aanhangsel vindt u schema's en overzichten.<br />
13
4 TEBS E<br />
Verdere informatie<br />
14<br />
Inleiding<br />
Technische brochures vindt u op het internet na invoer van een brochurenummer in<br />
de <strong>WABCO</strong> online-productcatalogus <strong>INFORM</strong>:<br />
http://www.wabco-auto.com/ => <strong>INFORM</strong> => Productnummer<br />
Let op: de brochures zijn niet alle taalversies beschikbaar.<br />
Brochures Brochurenummer<br />
xx = taalcode*<br />
ALGEMENE REPARATIE- EN TESTAANWIJZINGEN 815 xx0 109 3<br />
CAN Router / CAN Repeater – systeembeschrijving 815 xx0 176 3<br />
Diagnose hardware / software - gebruikershandboek 815 xx0 037 3<br />
ECAS voor getrokken voertuigen – systeembeschrijving 815 xx0 025 3<br />
IVTM - systeembeschrijving 815 xx0 045 3<br />
ODR Tracker – gebruiksaanwijzing 815 xx0 149 3<br />
SmartBoard – gebruiksaanwijzing 815 xx0 138 3<br />
SmartBoard – systeembeschrijving 815 xx0 136 3<br />
TASC Trailer Air Suspension Control – functie en montage 815 xx0 186 3<br />
Trailer Central Electronic I / II centrale elektronica in het getrokken<br />
voertuig – systeembeschrijving<br />
815 xx0 030 3<br />
Trailer EBS E aansluitingen – poster 815 xx0 144 3<br />
Trailer EBS E – de modulator vervangen 815 980 183 3<br />
Trailer EBS E systeem overzicht – poster 815 xx0 143 3<br />
TrailerGUARD (telematica) – systeemoverzicht 815 xx0 179 3<br />
TrailerGUARD (telematica) – systeembeschrijving 815 xx0 181 3<br />
Trailer Remote Control – bedieningshandleiding 815 990 193 3<br />
Trailer Remote Control – inbouw- en aansluitleiding 815 xx0 195 3<br />
Koppelingscatalogus 815 xx0 080 3<br />
*Taalcode xx: 01 = Engels, 02 = Duits, 03 = Frans, 04 = Spaans, 05 = Italiaans, 06 = Nederlands, 07 = Zweeds,<br />
08 = Russisch, 09 = Pools, 10 = Kroatisch, 11 = Roemeens, 12 = Hongaars, 13 = Portugees (Portugal), 14 = Turks,<br />
15 = Tsjechisch, 16 = Chinees, 17 = Koreaans, 18 = Japans, 19 = Hebreeuws, 20 = Grieks, 21 = Arabisch,<br />
24 = Deens, 25 = Litouws, 26 = Noors, 27 = Sloveens, 28 = Fins, 29 = Ests, 30 = Lets, 31 = Bulgaars,<br />
32 = Slowaaks, 34 = Portugees (Brazilië), 98 = multilingual, 99 = nonverbal
4.1 Nieuw vanaf versie TEBS E2.5<br />
Functies TEBS E<br />
modulator<br />
(standard)<br />
Ondersteuning van eTASC<br />
Trailer Safety Brake<br />
GIO bedrijfsurenteller<br />
Update: Remontgrendelingsfunctie<br />
Multi-Voltage 4S/3M<br />
Update: Vrij te configureren functies<br />
Vereenvoudigde EOL-test<br />
TailGUARD<br />
Onderbrekingsvrije<br />
stroomvoorziening<br />
Tweede liftaskarakteristiek voor<br />
OptiLoad<br />
ELEX Buzzer<br />
Update: Accuvoeding<br />
Update: ECAS 2-puntsregeling<br />
Functies (Trailer Remote Control) Hoofdstuk<br />
Aslastweergave (per stuk en<br />
totaalbelasting)<br />
ECAS 2-puntsregeling<br />
Automatische regeling OptiTurn uit<br />
Automatische regeling OptiLoad uit<br />
Blokkering stuuras<br />
Kantelgevaar / Roll Stability Adviser<br />
TEBS E<br />
modulator<br />
(Premium)<br />
Inleiding<br />
TEBS E<br />
modulator<br />
(Multi-<br />
Voltage)<br />
Hoofdstuk<br />
TEBS E 4<br />
zie hoofdstuk 7.7 "eTASC (vanaf versie<br />
TEBS E2.5)", pagina 141<br />
zie hoofdstuk 6.17 "Trailer Safety Brake<br />
(vanaf versie TEBS E2.5)", pagina 106<br />
zie hoofdstuk 5.10.3 "GIO<br />
bedrijfsurenteller", pagina 49<br />
zie hoofdstuk 6.22<br />
"Remontgrendelingsfunctie",<br />
pagina 114<br />
zie hoofdstuk 5.7.3 "Multi-Voltage",<br />
pagina 31<br />
zie hoofdstuk 6.25 "Vrij te configureren<br />
functies", pagina 122<br />
zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />
parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168<br />
zie hoofdstuk 9.3 "Inbedrijfstelling van<br />
de LIN ultrasonische sensor",<br />
pagina 185<br />
zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />
parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168<br />
=> paragraaf TailGUARD Roof /<br />
TailGUARDMAX<br />
(achterruimtebewaking extra vlak)<br />
zie hoofdstuk 7.1.4 "Accuvoeding en<br />
acculading", pagina 133<br />
zie hoofdstuk 7.1.3 "ECAS<br />
2-puntsregeling", pagina 131<br />
zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met afstandsbediening voor getrokken voertuigen<br />
(Trailer Remote Control)", pagina 193<br />
15
4 TEBS E<br />
4.2 Systeemopbouw<br />
4.2.1 Remsysteem<br />
Verklaring<br />
16<br />
Inleiding<br />
Dit hoofdstuk geeft een globaal overzicht van functie en opbouw van de<br />
basissystemen.<br />
Standaard oplegger met ABS-configuratie 2S/2M<br />
Standaard disselaanhangwagen met ABS-configuratie 4S/3M<br />
1 Spanningsvoeding via ISO 7638 2 Commandoleiding 3 voorraadleiding 4 Stoplichtvoeding 24N via<br />
ISO 1185 (optioneel)<br />
5 TEBS E modulator (met<br />
geïntegreerde druksensoren en<br />
geïntegreerde redundantieklep)<br />
6 Parkeer-losveiligheidsklep<br />
(PREV)<br />
9 ABS toerentalsensor 10 EBS relaisklep voor<br />
aansturing 2e as<br />
(3e modulator)<br />
7 Anti-optelklep 8 Luchtketel voor<br />
bedrijfsremsysteem<br />
11 Draagbalg 12 Tristop cilinder<br />
De lijnen vormen de kabels en leidingen voor de componenten.
4.2.2 Remsysteem met conventionele luchtvering<br />
Verklaring<br />
Inleiding<br />
TEBS E 4<br />
Met de introductie van het Trailer EBS E remsysteem is het aansluiten van<br />
leidingen en kabels voor het rem- en luchtveringsysteem nog eenvoudiger<br />
geworden.<br />
Remsysteem met conventionele luchtvering<br />
1 Spanningsvoeding via ISO 7638 2 Commandoleiding 3 voorraadleiding<br />
4 Stoplichtvoeding 24N via ISO 1185<br />
(optioneel)<br />
5 Pneumatic Extension Modul (PEM) 6 Overstroomklep<br />
(geïntegreerd in PEM)<br />
7 Anti-optelklep (geïntegreerd in PEM) 8 Bedrijfsremgedeelte Tristop cilinders 9 Tristop cilinder<br />
10 Luchtketel voor bedrijfsremsysteem 11 Luchtketel voor luchtvering 12 Heffen/dalen-klep<br />
(bijvoorbeeld TASC)<br />
13 Rode knop om parkeerremsysteem te<br />
bedienen (op de PREV)<br />
14 Zwarte knop om afbreekbeveiliging te<br />
lossen (op de PREV)<br />
15 Draagbalg<br />
16 Liftasklep 17 Luchtveringsklep 18 ABS toerentalsensor<br />
19 TEBS E modulator 20 Parkeer-los-veiligheidsklep (PREV)<br />
remsysteem<br />
De lijnen vormen de kabels en leidingen voor de componenten.<br />
Het getrokken voertuig is met de motorwagen verbonden via de koppelstukken<br />
voor voorraaddruk (3) en stuurdruk (2). Via de parkeer-los-veiligheidsklep (PREV,<br />
20) wordt de stuurdruk naar het TEBS E modulator (19) gestuurd. De PREV heeft<br />
een rode bedieningsknop (13) om de parkeerrem te bedienen en een zwarte<br />
bedieningsknop (14) om de rem te lossen, die bij een afgekoppeld voertuig<br />
automatisch wordt geactiveerd. De luchtdruk van de luchtketels gaat via een in de<br />
PREV geïntegreerde terugslagklep naar de Pneumatic Extension Modul (PEM, 5).<br />
17
18<br />
4 TEBS E<br />
Inleiding<br />
De PEM heeft de volgende functies:<br />
• een overstroomklep ter beveiliging van de druk in het remsysteem ten opzichte<br />
van die in de luchtvering,<br />
• een anti-optelklep ter bescherming van de wielremmen voor overbelasting – bij<br />
gelijktijdige bediening van bedrijfs- en parkeerrem,<br />
• een drukverdeling voor voorraad "luchtvering" en voorraad "bedrijfsrem".<br />
De TEBS E modulator activeert het bedrijfsremgedeelte (8) van de Tristop cilinders<br />
(9). Voor het meten van de wielsnelheid zijn minstens twee ABS toerentalsensoren<br />
(18) aangesloten. Verder is in de PEM een testaansluiting aanwezig voor het<br />
meten van de actuele remdruk. De PEM vult de luchtketel van het<br />
bedrijfsremsysteem (10) met de voorraaddruk van de PREV.<br />
Dezelfde leiding wordt gebruikt om de TEBS E modulator te voorzien van<br />
voorraaddruk uit de luchtketel. Via de in de PEM geïntegreerde overstroomklep<br />
wordt de luchtketel voor de luchtvering (11) gevuld. De overstroomklep heeft tot<br />
taak om als eerste de luchtketel "rem" op druk te brengen en bij drukverlies in de<br />
luchtvering, de druk in de bedrijfsrem te handhaven, zodat de remkracht in het<br />
getrokken voertuig is gegarandeerd. In de PEM is een anti-optelklep (7)<br />
geïntegreerd om de wielremmen te beschermen tegen beschadiging ten gevolge<br />
van remkrachtoverbelasting (membraan- en parkeerremgedeelte van Tristop<br />
cilinders gelijktijdig bediend). Vanuit de PEM wordt de druk naar de Tristop<br />
cilinders (9) verdeeld.<br />
De parkeerrem wordt geactiveerd door bediening van de rode knop op de PREV<br />
(13). Daardoor wordt het parkeerremgedeelte van de Tristop cilinders ontlucht,<br />
zodat de geïntegreerde veer de wielrem kan bedienen. Wordt bij geactiveerde<br />
parkeerrem ook de bedrijfsrem gebruikt, dan stroomt de remdruk via de antioptelklep<br />
in het parkeerremgedeelte van de Tristop cilinders en bouwt zo<br />
proportioneel naar de opgebouwde remkracht in het bedrijfsremgedeelte de kracht<br />
in het parkeerremgedeelte af, zodat geen overbelasting plaatsvindt.<br />
Conventionele luchtveringinstallatie<br />
Het conventionele luchtveersysteem bestaat uit een luchtveringsklep (17) en een<br />
heffen/dalen-klep, bijv. TASC (12), zie hoofdstuk 6.4 "Snelheidsschakelaar (ISS 1<br />
en ISS 2)", pagina 75. Beide kleppen worden door de PEM van voorraaddruk<br />
voorzien. De luchtveringsklep regelt het rijniveau van het getrokken voertuig door<br />
de hoeveelheid lucht in de luchtbalgen (15) te regelen. Via de heffen/dalenklep kan<br />
het niveau van het getrokken voertuig met de hand worden gewijzigd, bijv. voor het<br />
laden en lossen. Verder kan een asliftklep (16) zijn gemonteerd, die afhankelijk van<br />
de belading, door de TEBS E modulator wordt geregeld. De asliftklep wordt<br />
eveneens door de PEM van voorraaddruk voorzien.
4.2.3 Elektronisch geregelde luchtvering (ECAS)<br />
Verklaring<br />
Inleiding<br />
TEBS E 4<br />
Een elektronisch geregelde luchtvering (ECAS) is onderdeel van de TEBS E<br />
modulator (Premium).<br />
1-puntsregeling met een wegsensor en een liftas (voor opleggers)<br />
De remleidingen zijn in dit schema niet weergegeven.<br />
1 Spanningsvoeding via ISO 7638 2 Commandoleiding 3 voorraadleiding<br />
4 Stoplichtvoeding 24N via ISO 1185 (optioneel) 5 Wegsensor 6 TEBS E modulator (Premium) met<br />
geïntegreerde regeleenheid en<br />
geïntegreerde balgdruksensor voor<br />
liftasregeling<br />
7 Externe bedieneenheid, bijvoorbeeld<br />
SmartBoard, Trailer Remote Control, ECASbedieningseenheid<br />
of ECAS bedieningsbox<br />
8 ECAS-magneetklep<br />
(met liftasregeling)<br />
9 Overstroomklep<br />
10 Liftbalg 11 Tristop cilinder 12 Draagbalg<br />
13 Luchtketel voor bedrijfsremsysteem 14 Luchtketel voor<br />
luchtvering<br />
De lijnen vormen de kabels en leidingen voor de componenten.<br />
15 Parkeer-los-veiligheidsklep (PREV)<br />
19
4 TEBS E<br />
Verklaring<br />
1 TEBS E modulator (Premium)<br />
480 102 06. 0<br />
4 ECAS magneetklep<br />
472 880 001 0<br />
Alternatief 472 905 111 0<br />
(+ impulsgestuurde liftas)<br />
7 Kabel voor TEBS E accuvoeding<br />
449 808 ... 0<br />
10 Kabel voor ECAS 2-puntsregeling<br />
449 439 ... 0<br />
13 Kabel voor voeding ELEX<br />
449 303 020 0<br />
16 Schakelkabel 449 714 … 0<br />
20<br />
Inleiding<br />
2-puntsregeling met twee wegsensoren<br />
2 Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX)<br />
446 122 070<br />
5 Externe bediening, bijvoorbeeld<br />
SmartBoard 446 192 110 0<br />
8 Verdelerkabel accu en / of licht<br />
449 803 ... 0<br />
11 Schakelaar (voor activeren/deactiveren van<br />
acculading)<br />
3 Accukast446 156 090 0<br />
6 Wegsensoren 441 050 100 0<br />
9 Kabel voor SmartBoard<br />
449 906 ... 0<br />
12 Kabel voor wegsensor<br />
449 811 ... 0<br />
14 Voedingskabel 449 273 … 0 15 TEBS E accukabel<br />
449 807 … 0
5 Remsysteem<br />
5.1 Uitvoering systeem<br />
5.2 Toepassingsgebied<br />
Remsysteem<br />
TEBS E 5<br />
Het remsysteem Trailer EBS E is een elektronisch geregeld remsysteem met<br />
lastafhankelijke remdrukregeling, automatische anti-blokkeerregeling (ABS) en een<br />
elektronische stabiliteitsregeling (RSS).<br />
Getrokken voertuigen met een EBS E remsysteem mogen alleen worden gebruikt<br />
achter motorwagens met een uitgebreide ISO 7638 stekerverbinding (7-polig; 24V;<br />
motorwagens met CAN leiding) of motorwagens met ISO 7638 stekerverbinding<br />
(5-polig; 24V; motorwagens zonder CAN leiding).<br />
Bij de TEBS E modulator (Multi-Voltage) 480 102 080 0 is ook een<br />
12V voeding volgens ISO 7638 mogelijk, zie hoofdstuk 5.7.3 "Multi-<br />
Voltage", pagina 31.<br />
Voertuigen<br />
Eén- en meerassige getrokken voertuigen in de klasse O3 en O4 overeenkomstig<br />
de richtlijn 70/156/EEG, aanhangsel II met luchtvering, hydraulische vering,<br />
mechanische vering, schijf- of trommelremmen.<br />
Remsystemen<br />
Andersoortige remsystemen met pneumatische respectievelijk pneumatischhydraulische<br />
overbrenging overeenkomstig de richtlijn 71/320/EG respectievelijk<br />
voorschrift ECE R 13 of de rechtsverordening StVZO (geldig voor Duitsland).<br />
Enkele en dubbele montage<br />
Voor de assen met toerentalsensoren moeten per as dezelfde bandenomtrek en<br />
een zelfde aantal poolwieltanden worden gebruikt.<br />
Tussen bandenmaat en aantal poolwieltanden is een verhouding van ≥ 23 en ≤ 39<br />
toegestaan.<br />
Voorbeeld: Bij een poolwiel met 100 tanden en een bandenomtrek van 3250 mm is<br />
de maximale wielsnelheid die door het EBS kan worden verwerkt<br />
vwiel max ≤ 160 km/h.<br />
Remberekening<br />
Voor het gebruik van Trailer EBS E is een gespecificeerde remberekening voor het<br />
voertuig of de voertuigserie vereist. Neem daarvoor contact op met <strong>WABCO</strong>.<br />
Formulier "Technische voertuiggegevens voor de remberekening van<br />
getrokken voertuigen"<br />
Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />
Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Productnummer.<br />
Voer het nummer van de brochure 826 000 472 3 (voor Duits) of 826 000 473 3<br />
(voor Engels) in het zoekveld in.<br />
Klik op de Startknop.<br />
21
22<br />
5 TEBS E<br />
5.3 Goedkeuring en normen<br />
Testrapport<br />
Remsysteem<br />
Testrapport<br />
Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />
Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Index.<br />
Geef het woord Goedkeuring in het veld "zoeken" in.<br />
Klik op de Startknop.<br />
Goedkeuring (taal) Onderwerp<br />
EB123.10E (Engels) ABS<br />
EB123_suppl.1E Aanvullende goedkeuring voor 4- tot 10-assige voertuigen conform ECE R13,<br />
bijlage 20<br />
EB124.6E (omvat ID EB 124.5E) (Engels) EBS<br />
• Uitbreiding naar ECE R13, serie 11, supplement 4<br />
• Bijlage 1, hoofdstuk 3.2.3.1 Elektromagnetische verdraagzaamheid<br />
• Bijlage 2 CAN Repeater / CAN Router<br />
EB167.1E (Duits, Engels) RSS voor TEBS E en TEBS D conform ECE R 13 serie 11<br />
TUEH-TB2007-019.01 (Duits)<br />
TUEH-TB2007-019.01 (Engels)<br />
Trailer EBS E (ADR/GGVS)<br />
RDW-13R-0228 (Engels) Vergelijkende goedkeuring TEBS D / TEBS E<br />
ID_EB158.0 (Engels) Remlos- en ontspanningsfunctie<br />
EB124_CanRou_0E (Engels) CAN-Router<br />
Normen<br />
Normen Titel<br />
ISO/TR 12155<br />
DIN 75031<br />
Bedrijfswagens en getrokken voertuigen – rangeer-waarschuwingsinrichtingen<br />
– eisen en controle<br />
DIN EN ISO 228 (deel 1 - 2) Pijpschroefdraad voor niet in de schroefdraad afdichtende verbindingen<br />
ECE R 48 (2008) Regeling nummer 48 van de economische commissie van de Verenigde<br />
Naties voor Europa –Uniforme voorwaarden voor de toestemming van<br />
voertuigen ten aanzien van de montage van verlichting- en<br />
lichtsignaalinrichtingen<br />
ISO 1185 Wegverkeer – steekinrichtingen voor de elektrische verbinding van<br />
motorwagens en getrokken voertuigen – 7-polige steekinrichting type 24 N<br />
(normaal) voor voertuigen met 24 V nominale spanning<br />
ISO 4141 (deel 1 - 4) Wegverkeer - meeraderige verbindingsleidingen<br />
ISO 7638 (deel 1 - 2) Wegverkeer – steekinrichtingen voor de elektrische verbinding van<br />
motorwagens en getrokken voertuigen – deel 1: Steekinrichtingen voor<br />
remsystemen en remuitrusting van voertuigen met 24 V / 12 V nominale<br />
spanning<br />
ISO 11898 (deel 1 -5) Wegverkeer – CAN<br />
ISO 11992 (deel 1 -2) Wegverkeer – vervanging van digitale informatie over elektrische<br />
verbindingen tussen motorwagens en getrokken voertuigen<br />
ISO 12098 Wegverkeer – steekinrichtingen voor de elektrische verbinding van<br />
motorwagens en getrokken voertuigen – 15-polige steekinrichting voor<br />
voertuigen met 24V nominale spanning
5.4 ABS configuraties<br />
Remsysteem<br />
Componenten Voertuigtype Opmerking<br />
2S/2M<br />
1x TEBS E modulator (standard)<br />
2x ABS-toerentalsensor<br />
2S/2M+Select-Low-Ventil<br />
1x TEBS E modulator (standard)<br />
2x ABS-toerentalsensor<br />
1x Select-Low-klep (SLV)<br />
4S/2M<br />
1x TEBS E modulator (Premium)<br />
4x ABS-toerentalsensor<br />
4S/2M+1M+dubbele terugslagklep<br />
1x TEBS E modulator (Premium)<br />
4x ABS-toerentalsensor<br />
1x ABS-relaisklep<br />
1x dubbele terugslagklep (SHV)<br />
4S/3M<br />
1x TEBS E modulator (Premium)<br />
4x ABS-toerentalsensor<br />
1x EBS-relaisklep<br />
1- tot 3-assige opleggers /<br />
middenassers met luchtvering,<br />
hydraulische of mechanische<br />
vering<br />
1- tot 3-assige opleggers /<br />
middenassers met luchtvering,<br />
hydraulische of mechanische<br />
vering en een stuuras<br />
2- tot 5-assige opleggers /<br />
middenassers met luchtvering,<br />
hydraulische of mechanische<br />
vering<br />
2- tot 5-assige opleggers /<br />
2- tot 3-assige middenassers met<br />
luchtvering, hydraulische of<br />
mechanische vering en een<br />
stuuras<br />
2- tot 5-assige<br />
disselaanhangwagens /<br />
2- tot 5-assige opleggers /<br />
2- tot 3-assige middenassers met<br />
luchtvering en een stuuras<br />
TEBS E 5<br />
Eén ABS toerentalsensor en één drukregelkring van de<br />
TEBS E zijn tot één regelkanaal samengevoegd. Alle<br />
overige wielen van die voertuigzijde worden, voor zover<br />
aanwezig, indirect geregeld; Individuele Regeling van<br />
de remkracht (IR). Bij noodremmingen kan elke<br />
voertuigzijde een afwijkende remdruk, afhankelijk van<br />
de wegdekomstandigheden en de remeigenschappen,<br />
uitsturen.<br />
De stuuras wordt via de SLV voorzien van de laagste<br />
druk van de beide drukregelkringen, zodat de as ook<br />
op µ-split (verschillende wrijvingswaarden) stabiel blijft.<br />
Per voertuigzijde worden twee ABS toerentalsensoren<br />
aangesloten. De remdrukken worden per zijde<br />
geregeld. Hierbij hebben alle remcilinders aan één zijde<br />
dezelfde druk.<br />
De wielen aan één voertuigzijde, voorzien van<br />
wielsnelheidssensoren, worden volgens het principe<br />
geModificeerde ZijdeRegeling (MSR) geregeld. Het<br />
meest blokkeergevoelige wiel aan één voertuigzijde<br />
bepaalt voor die zijde of een ABS regeling noodzakelijk<br />
is .<br />
Het principe van de Individuele Regeling (IR) wordt<br />
gebruikt voor zover het gaat om beide zijden van de<br />
oplegger.<br />
Op de stuuras zijn twee ABS toerentalsensoren, een<br />
SHV en een ABS relaisklep gemonteerd.<br />
De stuuras wordt volgens het principe geModificeerde<br />
AsRegeling (MAR) en de overige assen volgens het<br />
principe Individuele Regeling (IR) geregeld.<br />
Op de vooras zijn twee ABS toerentalsensoren en een<br />
EBS relaisklep gemonteerd. De stuuras wordt volgens<br />
het principe geModificeerde AsRegeling (MAR)<br />
geregeld. Het wiel, dat het eerst dreigt te blokkeren, is<br />
bepalend voor de ABS regeling van de stuuras.<br />
Op een volgende as worden één ABS toerentalsensor<br />
en een drukregelkanaal van het TEBS E gebruikt voor<br />
een regeling per zijde. Deze wielen worden individueel<br />
geregeld (IR).<br />
De systemen 2S/1M, 4S/4M en 6S/3M worden niet door TEBS E ondersteund.<br />
Bij voertuigen met 5 tot 10 assen kunnen bij toepassing van CAN routers (zie<br />
hoofdstuk 5.5 "Beschrijving componenten in het elektro-pneumatische<br />
remsysteem", pagina 27) twee EBS systemen worden gemonteerd. Daarbij kunnen<br />
het 2S/2M systeem en het 4S/3M systeem worden gecombineerd.<br />
23
24<br />
5 TEBS E<br />
Meerassig asstel<br />
Liftassen<br />
Sleepassen<br />
Stuurassen<br />
Remsysteem<br />
Niet gesenseerde assen resp. wielen worden door direct geregelde assen resp.<br />
wielen meegeregeld. Bij meerassige asstellen wordt bij het remmen uitgegaan van<br />
dezelfde maximale wrijving van deze assen.<br />
Wanneer niet alle wielen van sensoren zijn voorzien, dan moeten die assen van<br />
ABS toerentalsensoren worden voorzien, die de grootste neiging tot blokkeren<br />
hebben.<br />
Meerassige asstellen met alleen statische aslasttoekenning moeten zo worden<br />
uitgerust (remcilinder, lengte remhefboom, etc.), dat de wielen van alle assen<br />
mogelijk gelijktijdig de blokkeergrens bereiken en dat een direct geregeld wiel niet<br />
meer dan twee wielen of één as indirect meeregelt.<br />
2S/2M: Liftassen mogen niet van sensoren worden voorzien.<br />
Alle andere systeemconfiguraties met minstens 4M met uitzondering van<br />
disselaanhangwagens: Liftassen kunnen met de ABS toerentalsensoren e-f<br />
worden gesenseerd.<br />
Voertuigen met sleepassen moeten minstens een 4S/2M+1M-systeem of een<br />
4S/3M-systeem hebben om blokkeren van de sleepas te voorkomen.<br />
Bij hogere starheid van het chassis (bijv. koelwagen) moet een 4S/3M systeem<br />
worden gemonteerd om bij het remmen in de bocht blokkering van de wielen in de<br />
buitenbocht te voorkomen.<br />
Gedwongen gestuurde assen mogen als starre assen worden behandeld.<br />
<strong>WABCO</strong> advies: Getrokken voertuigen met zelfsturende assen worden van een<br />
4S/3M, 4S/2M+1M of 2S/2M+SLV configuratie voorzien. Wanneer het voertuig is<br />
voorzien van RSS moet een van deze configuraties worden gebruikt om bij een<br />
RSS ingreep uitbreken van het voertuig in de bocht te voorkomen.<br />
2S/2M- of 4S/2M-EBS-systemen met stuurassen: Bij typegoedkeuring van een<br />
getrokken voertuig moet door rijtesten worden gegarandeerd, dat geen<br />
ontoelaatbare trillingen of koersafwijkingen optreden. Bij een ABS test is het niet<br />
mogelijk te waarborgen, dat alle stuurassen stabiel worden afgeremd. Is tijdens het<br />
functioneren van het ABS extra stabiliteit voor een zelfsturende as vereist, dan<br />
moet de stuuras via de snelheidsschakelaar (ISS) star worden geschakeld.<br />
ABS configuraties en toekenning van sensoren / modulatoren<br />
Modulator ABS toerentalsensoren Systeemas Type regeling<br />
Trailer c-d Hoofdas (geen liftas) IR / MSR<br />
Trailer e-f Bijkomende as (liftas) MSR<br />
ABS/EBS e-f Bijkomende as, stuuras of liftas MAR
Verklaring<br />
Rijrichting<br />
EBS-relaisklep<br />
Remsysteem<br />
Trailermodulator Dubbele terugslagklep (SHV)<br />
ABS-relaisklep Select Low klep (SLV)<br />
ABS-configuraties voor opleggers, middenassers, disselaanhangwagens en dolly<br />
Opleggers en middenassers<br />
De dolly wordt behandeld als een middenasser.<br />
TEBS E 5<br />
Wiel met sensor<br />
(direct geregeld)<br />
Wiel zonder sensor<br />
(indirect geregeld)<br />
Disselaanhangwagens<br />
25
26<br />
5 TEBS E<br />
Remsysteem<br />
ABS configuraties voor binnenladers (voorbeeld: transport van ruiten of<br />
betonplaten)<br />
Deze voertuigen hebben een U-frame en geen mechanische verbinding van de<br />
linker naar de rechter voertuigzijde in het bereik van de as.<br />
De aanhangermodulator moet vooraan in het bereik van de opleggerschotel<br />
worden geïnstalleerd en de remcilinders worden met maximaal 10 m lange<br />
remleidingen aangesloten.<br />
Om het tijdsgedrag en de ABS-prestaties te verbeteren, moeten extra<br />
relaiskleppen worden gebruikt.<br />
Het overzicht toont de in de ABS-keuring EB123.10E geteste configuraties. Andere<br />
configuraties moeten (zoals tot nog toe) door afzonderlijke opleveringen door de<br />
TÜV worden vrijgegeven.<br />
Verklaring<br />
Binnenlader<br />
SRV Enkele relaisklep DRV Dubbele relaisklep<br />
Toegestane lengte en diameters voor slangen en buizen<br />
Oplegger, middenasser, disselaanhangwagens en dolly<br />
Slangen en buizen Minimale diameter Maximale lengte<br />
Tank voor de aanhangermodulator ø 12 mm *) *)<br />
Tank voor de relaisklep ø 9 mm *) *)<br />
Aanhangermodulator naar remcilinder ø 9 mm 6 m<br />
Relaisklep naar remcilinder ø 9 mm 6 m<br />
Afzonderlijke wielophanging<br />
Slangen en buizen diameter Maximale lengte<br />
Tank voor de aanhangermodulator min. ø 12 mm *)<br />
Tank voor de relaisklep min. ø 9 mm *)<br />
Trailermodulator naar de relaisklep max. ø 9 mm 10 m<br />
Aanhangermodulator naar remcilinder min. ø 9 mm *) 10 m<br />
Relaisklep naar remcilinder min. ø 9 mm<br />
min. ø 9 mm<br />
3 m<br />
3 m<br />
*) De lengte van de slangen en buizen tussen tank en modulator mogen slechts zo<br />
lang worden uitgevoerd, dat het tijdsgedrag conform ECE R13 bijlage 6 wordt<br />
vervuld.
Remsysteem<br />
5.5 Beschrijving componenten in het elektro-pneumatische remsysteem<br />
Component / bestelnummer Applicatie / voertuigtype Doel / functie<br />
TEBS E modulator<br />
480 102 ... 0<br />
(Variantenoverzicht zie hoofdstuk 12.1<br />
"Pneumatische aansluitingen voor<br />
TEBS E", pagina 213)<br />
TEBS E modulator met gemonteerde<br />
Pneumatic Extension Modul (PEM)<br />
(Variantenoverzicht zie hoofdstuk 12.1<br />
"Pneumatische aansluitingen voor<br />
TEBS E", pagina 213)<br />
461 513 ... 0<br />
EBS relaisklep<br />
480 207 001 0 (24 V)<br />
480 207 202 0 (12 V)<br />
ABS relaisklep<br />
472 195 037 0<br />
Parkeer-los-veiligheidsklep (PREV)<br />
971 002 … 0<br />
Select-Low klep<br />
(dubbele terugslagklep)<br />
434 500 003 0<br />
Wisselklep<br />
(dubbele terugslagklep/tweeweg-klep)<br />
434 208 055 0<br />
TEBS E 5<br />
Alle getrokken voertuigen. Regeling en controle van het elektropneumatisch<br />
remsysteem.<br />
Alle getrokken voertuigen met<br />
luchtvering.<br />
Voor-/achteras bij<br />
disselaanhangwagens of 3e as bij<br />
opleggers.<br />
4S/3M systemen.<br />
Derde as bij opleggers<br />
4S/2M+1M systemen.<br />
Bij deze configuratie wordt de<br />
uitgestuurde remdruk van deze as niet<br />
gecontroleerd.<br />
Zijdeafhankelijke regeling van de<br />
drukken in de remcilinders tot maximaal<br />
3 assen.<br />
Regeling o.a. van ABS, RSS.<br />
Pneumatische verdeelmodule met<br />
geïntegreerde overstroomklep voor de<br />
luchtvering en met anti-optelklep.<br />
De PEM reduceert het aantal<br />
koppelingen en vereenvoudigt de<br />
montage van het TEBS E remsysteem.<br />
Aansturen van de remdrukken met<br />
sensering van de actuele remwaarde.<br />
Elektrische aansturing en controle door<br />
TEBS E.<br />
Aansturing van de remdrukken.<br />
Elektrische aansturing door TEBS E.<br />
Alle getrokken voertuigen. Functies van de aanhangwagenremklep<br />
en de gecombineerde losklep in één<br />
component gecombineerd (inclusief<br />
noodremfunctie).<br />
Voertuigen met 2S/2M+Select-Low<br />
regeling, bijv. met stuuras.<br />
Voertuigen met 4S/2M+1M systeem<br />
voor het aansturen van de separate<br />
ABS relaisklep.<br />
Ingangsdrukken zijn de per zijde<br />
uitgestuurde drukken van de<br />
trailermodulator. De lagere druk wordt<br />
gestuurd naar de as die moet worden<br />
geremd.<br />
Ingangsdrukken zijn de per zijde<br />
uitgestuurde drukken van de<br />
trailermodulator. De hogere druk wordt<br />
naar de ABS relaisklep gestuurd.<br />
27
28<br />
5 TEBS E<br />
Remsysteem<br />
Component / bestelnummer Applicatie / voertuigtype Doel / functie<br />
ABS toerentalsensoren<br />
441 032 808 0 (0,4 m)<br />
441 032 809 0 (1 m)<br />
Reparatiesets:<br />
441 032 921 2<br />
441 032 922 2<br />
Druksensoren<br />
441 044 101 0<br />
441 044 102 0<br />
CAN Router<br />
446 122 050 0 (contactdoos)<br />
446 122 052 0 (stekker)<br />
446 122 054 0 (stekker; met<br />
remdruksensor)<br />
CAN Repeater<br />
446 122 051 0 (contactdoos)<br />
446 122 053 0 (stekker)<br />
Kabel<br />
Kabeloverzicht, zie hoofdstuk 12.3<br />
"Kabeloverzicht", pagina 220.<br />
Op de remdragers van de assen resp.<br />
de hoofdassen.<br />
Op één van de luchtbalgen van de te<br />
controleren as.<br />
Registratie van de bewegingstatus van<br />
een draaiend poolwiel samen met het<br />
voertuigwiel.<br />
Meten aslast.<br />
Aan het gele koppelstuk. Meten druk aan het gele koppelstuk.<br />
Voertuigcombinaties met meerdere<br />
Trailer remsystemen (Eurocombi's of<br />
Roadtrains).<br />
Tussen interface motorwagen en<br />
getrokken voertuig en TEBS E<br />
modulator(en).<br />
Voor speciale voertuigen, waarbij de<br />
kabellengten niet overeenkomen met de<br />
voorschriften, bijv. telescoop diepladers<br />
of bomentransporters.<br />
Tussen interface motorwagen en<br />
getrokken voertuig en TEBS E<br />
modulator.<br />
Spanningsvoeding en verdeling van<br />
CAN signalen op meerdere TEBS E<br />
modulatoren.<br />
Tot maximaal vier in rij geschakelde<br />
CAN Routers kunnen maximaal vijf<br />
TEBS E modulatoren van spanning<br />
voorzien.<br />
Door een optimaal aangesloten<br />
druksensor wordt de rem-/stuurdruk in<br />
de buurt van het koppelstuk gemeten en<br />
als CAN signaal aan de aangesloten<br />
TEBS E modulator(en) doorgegeven om<br />
een optimaal tijdsgedrag met een<br />
motorwagen zonder EBS te<br />
waarborgen.<br />
Versterking van het CAN signaal om de<br />
informatievoorziening voor het<br />
aangesloten TEBS E op grote afstanden<br />
te waarborgen.<br />
Aanwijzing: Conform ISO 11992 mag<br />
de leiding in de trailer maximaal 18 m<br />
zijn. De kabellengte bij Trailer EBS E<br />
samen met de CAN Repeater kan tot<br />
80 m zijn.<br />
Verbinding componenten.
5.6 Onderdelen TEBS E modulator<br />
Remsysteem<br />
TEBS E 5<br />
De TEBS E modulator is een elektronica met vier ingangskanalen voor<br />
toerentalsensoren en een CAN interface "Motorwagen".<br />
De onderdelen van de modulator zijn:<br />
• een interne druksensor "remdruk"<br />
• een interne druksensor "aslast"<br />
• een redundantieklep voor de noodbediening bij stroomuitval;<br />
• twee modulatoren voor de regeling van de remcilinders;<br />
• twee interne druksensoren voor het meten van de stuurdrukken voor de<br />
remcilinders;<br />
• een uitgang voor de regeling van een extra as;<br />
• een interne druksensor voor de controle van de voorraaddruk;<br />
• een dwarsversnellingssensor voor de bewaking van de rijstabiliteit.<br />
29
30<br />
5 TEBS E<br />
5.7 Voeding<br />
WAARSCHUWING<br />
Remsysteem<br />
5.7.1 Functietest bij inschakelen resp. aankoppelen<br />
5.7.2 Spanningsvoeding via remlicht (24N)<br />
Het Trailer EBS E wordt elektrisch door Pin 2 van de ISO 7638 stekerverbinding<br />
(klem 15) ingeschakeld.<br />
Hoger ongevalrisico door blokkeren van de wielen<br />
Wanneer de ISO 7638 stekerverbinding naar de motorwagen niet is<br />
aangesloten, zijn ABS-, EBS- en RSS-regelfuncties niet beschikbaar.<br />
– Wijs op de juiste manier de chauffeur van het voertuig op dit gevaar (bijv.<br />
door een sticker, in de gebruiksaanwijzing).<br />
Twee seconden na het inschakelen van het Trailer EBS E wordt een<br />
systeemcontrole uitgevoerd, waarbij de magneten hoorbaar kort worden in- en<br />
uitgeschakeld.<br />
Wanneer de systeemcontrole bij het insteken van de 7- resp. 5-polige ISO 7638<br />
stekerverbinding niet hoorbaar is, dan is er een probleem in de spanningsvoeding<br />
tussen motorwagen en TEBS E (klem 15, 30 of de massaverbinding van de spiraalof<br />
voedingskabels naar de Trailer EBS modulator).<br />
Gevolg: De modulator wordt niet van spanning voorzien.<br />
Remedie: Rijd naar de dichtstbijzijnde werkplaats.<br />
Bij uitval van de spanningsvoeding via de ISO 7638 stekkerverbinding kan het<br />
TEBS E remsysteem via een optionele stoplichtvoeding (24N) – als beveiliging –<br />
worden geregeld.<br />
Volgens ECE R13 is alleen een voorziening via het remlicht niet toegestaan. Let<br />
erop, dat met de voorziening via 24N of ISO 12098 tijdens het rijden de functie<br />
"RSS" en de GIO uitgangen niet zijn geactiveerd.<br />
Wanneer bij het rijden tijdens het remmen de ECU alleen via het remlicht van<br />
spanning wordt voorzien, zijn de volgende functies beschikbaar:<br />
• De lastafhankelijke remkrachtverdeling (ALB functie).<br />
• Het ABS met beperkte, tijdvertragende regelkenmerken.<br />
• De ISS uitgang voor de schakeling van een draaischijfklep met RTR functie<br />
(TASC).<br />
• De ECAS RTR functie.
5.7.3 Multi-Voltage<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Remsysteem<br />
TEBS E 5<br />
Oplegger, middenasser met maximaal 4S/2M systeem.<br />
Oplegger, middenasser met maximaal 4S/2M+1M systeem.<br />
Oplegger, middenasser en disselaanhangwagen met 4S/3M systeem.<br />
De TEBS E modulator (Multi-Voltage) 480 102 080 0 kan met 12 V en met 24 V<br />
motorwagen worden gebruikt.<br />
Omdat er normaal geen CAN signaal in de 12 V motorwagen aanwezig is, wordt<br />
de stuurdruk "rem" alleen pneumatisch doorgegeven aan het getrokken voertuig.<br />
Ook zijn de GIO uitgangen niet beschikbaar om een klep aan te sluiten.<br />
De volgende componenten kunnen wel worden aangesloten:<br />
• Externe druksensoren op GIO1 of GIO3<br />
• Toets en schakelingangen (bijvoorbeeld voor asfaltrem) op GIO1-7<br />
• Indicatie remvoeringslijtage (BVA) op GIO1-7<br />
• SmartBoard of IVTM op SUBSYSTEM<br />
Aansluiting van de TEBS E modulator (Multi-Voltage) op de motorwagen<br />
Voor de montage en de bediening in gemengd gebruik moet een extra 12V<br />
gecodeerde contactdoos naast de 24V gecodeerde ISO 7638 contactdoos worden<br />
gemonteerd:<br />
• 24V contactdoos met CAN signaal (446 008 380 2 of 446 008 381 2)<br />
Gebruik bijvoorbeeld de voedingskabel 449 173 … 0 om de 24V contactdoos<br />
aan te sluiten.<br />
• 12V contactdoos zonder CAN signaal (446 008 385 2 of 446 008 386 2)<br />
Gebruik een 5-polige (indien nodig 7-polige) kabel om de 12V contactdoos aan<br />
te sluiten.<br />
• 12 V contactdoos met CAN signaal (446 008 385 2 of 446 008 386 2)<br />
Gebruik een 5-polige (bij 12 V CAN ondersteuning 7-polige) kabel om de 12 V<br />
contactdoos aan te sluiten.<br />
Met behulp van een aansluitbox moet een Y-voedingskabel worden gemaakt om<br />
de 24V en 12V verbinding aan te sluiten.<br />
31
32<br />
5 TEBS E<br />
Remsysteem<br />
De activering van de GIO uitgangen in de Multi-Voltage modus wordt<br />
ondersteund, zodat naast de hiervoor genoemde componenten nu ook<br />
de volgende kleppen kunnen worden aangesloten:<br />
Asliftklep geschikt voor Multi-Voltage 463 084 050 0<br />
ABS relaisklep geschikt voor Multi-Voltage 472 196 003 0<br />
Voor GIO functies, waarvoor componenten nodig zijn, moet de<br />
elektrische belasting ook worden gedefinieerd in de TEBS E<br />
diagnosesoftware: Klep of lamp zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />
parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster<br />
TEBS - GIO parameter 3.<br />
Aanwijzing: Een naderingsschakelaar wordt in de 12 V modus niet<br />
ondersteund.<br />
Parametrering: Optioneel kan via een parameter de CANcommunicatie<br />
ook in het 12 V spanningsbereik worden ingeschakeld.<br />
Wanneer deze parameter niet is ingesteld, wordt de CANcommunicatie<br />
met de motorwagen bij een spanning < 16 V<br />
weggeschakeld.<br />
Naast de eerder genoemde componenten kan een voor Multi-Voltage<br />
geschikte EBS relaisklep 480 207 202 0 worden aangesloten.<br />
Bij gebruik van een van de TEBS E modulator (Multi-Voltage) zijn de volgende<br />
combinaties van spanningsbereiken tussen motorwagen en gemonteerde<br />
aanhangercomponenten toegestaan:<br />
Voedingsspanning van de<br />
motorwagen<br />
Toegestane<br />
voedingsspanning van de<br />
gemonteerde<br />
componenten in de<br />
aanhanger<br />
24 V 24 V<br />
12 V 24 V<br />
12 V 12 V<br />
24 V 12 V<br />
Compatibel?
5.8 Systeemcontrole<br />
5.8.1 Waarschuwingen en systeemmeldingen<br />
Remsysteem<br />
TEBS E 5<br />
Lichtsignaalmeldingen na het inschakelen van het contact<br />
Volgens ECE R 13 zijn twee reacties bij het inschakelen van het contact<br />
toegestaan, die met de TEBS E diagnosesoftware kunnen worden<br />
geparametreerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - ABS/RSS => Functie<br />
verklikkerlamp.<br />
Variant 1<br />
De waarschuwingslamp / waarschuwingsweergave in de motorwagen licht op na<br />
inschakelen van het contact.<br />
Indien geen actuele fout is herkend, dan gaat de waarschuwingslamp /<br />
waarschuwingsweergave na circa 2 seconden uit. Trailer EBS E is bedrijfsgereed.<br />
Indien wel een actuele fout is herkend, bijvoorbeeld sensorstoring, dan blijft de<br />
waarschuwingslamp / waarschuwingsweergave branden.<br />
Wanneer een sensorfout tijdens de laatste rit werd waargenomen, gaat de<br />
waarschuwingslamp / waarschuwingsweergave uit na v > 7 km/u.<br />
Wanneer ook na het optrekken de waarschuwingslamp / waarschuwingsweergave<br />
niet dooft, moet de bestuurder de storing laten verhelpen door een garage.<br />
Variant 2<br />
De waarschuwingslamp / waarschuwingsweergave in de motorwagen licht op na<br />
inschakelen van het contact.<br />
De waarschuwingslamp / waarschuwingsweergave gaat uit bij v ≥ 7 km/h.<br />
Wanneer ook na het optrekken de waarschuwingslamp / waarschuwingsweergave<br />
niet dooft, moet de bestuurder de storing laten verhelpen door een garage.<br />
Waarschuwingen en systeemmeldingen<br />
Wanneer tijdens het rijden in het dashboard de gele of rode waarschuwingslamp /<br />
waarschuwingsweergave brandt of knippert, gaat het om een waarschuwing of<br />
systeemmelding.<br />
Gele waarschuwingsweergave / verklikkerlampje: Aansturing via pin 5 van de<br />
ISO 7638 steker en via CAN-bus<br />
Rode waarschuwingsweergave / verklikkerlampje: Aansturing via CAN-bus van<br />
de ISO 7638 steker<br />
Tijdens het bedrijf optredende gebeurtenissen worden in de Trailer EBS E<br />
opgeslagen en kunnen in de garage via TEBS E Diagnostic Software worden<br />
opgeroepen.<br />
De chauffeur moet letten op de signalen van de waarschuwingsweergave /<br />
waarschuwingslamp. Bij het oplichten van de waarschuwingsweergave /<br />
waarschuwingslamp moet een werkplaats worden opgezocht. Volg de aanwijzingen<br />
op het display, indien van toepassing.<br />
33
34<br />
5 TEBS E<br />
Remsysteem<br />
De fouten worden volgens de valentie van de fouten weergegeven. De valentie van<br />
de fout wordt daarbij in vijf klassen ingedeeld:<br />
Klasse 0: Lichte, tijdelijke fouten worden door een gele waarschuwingsweergave /<br />
waarschuwingslamp aangegeven.<br />
Klasse 1: Gemiddelde fouten, die leiden tot het uitschakelen van deelfuncties<br />
(bijvoorbeeld ABS), worden door een gele waarschuwingsweergave /<br />
waarschuwingslamp aangegeven.<br />
Klasse 2: Serieuze fouten in het remsysteem worden door een rode<br />
waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp weergegeven.<br />
Klasse 3: Lichte fouten, die kunnen leiden tot het uitschakelen van GIO functies<br />
(bijvoorbeeld snelheidssignaal), worden door het knipperen van een gele<br />
waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp na het inschakelen aangegeven.<br />
Klasse 4: Lichte fouten, die kunnen leiden tot het uitschakelen van GIO functies<br />
(bijvoorbeeld bedieningseenheid). Er vindt geen weergave door de<br />
waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp plaats.<br />
Waarschuwingssignalen bij spanningsvoeding via ISO 1185 / ISO 12098<br />
De spanningsvoeding via ISO 1185 (24N, remlicht) of ISO 12098 is als beveiliging<br />
voorzien, om bij storingen van de spanningsvoeding via ISO 7638 steker<br />
belangrijke regelfuncties te behouden.<br />
Bij een complete uitval van ISO 7638 steker is een waarschuwing via Pin 5 niet<br />
mogelijk.<br />
Is de verbinding via pin 5 intact, dan wordt de waarschuwingsweergave /<br />
waarschuwingslamp geactiveerd en de chauffeur gewaarschuwd.<br />
Waarschuwingssignalen bij niet gespecificeerde fouten volgens ECE R 13<br />
Na de inschakelprocedure en de test van de waarschuwingsweergave /<br />
waarschuwingslamp knippert bij niet-gespecificeerde fouten volgens ECE<br />
voorschriften de waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp.<br />
De waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp wordt afgebroken, wanneer het<br />
voertuig een snelheid van 10 km/h overschrijdt.<br />
Volgende toestanden leiden tot het knipperen van de waarschuwingsweergave /<br />
waarschuwingslamp:<br />
• Immobilizer (wegrijblokkering) geactiveerd<br />
• Service-interval bereikt (BVA)<br />
• Remvoering versleten<br />
• Actuele fout van de klasse 3 (bijvoorbeeld ECAS-fout)<br />
• Bandendrukverlies (IVTM)<br />
5.8.2 Pneumatische redundantie<br />
Bij fouten in het EBS systeem, die tot een (gedeeltelijke) uitschakeling leiden, zal<br />
de pneumatische stuurdruk direct, echter zonder lastafhankelijke regeling, naar de<br />
remcilinders schakelen. De ABS regeling blijft zo lang mogelijk aanwezig.<br />
Waarschuwingsweergave / verklikkerlampje: De chauffeur wordt door het<br />
oplichten van de rode waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp over de<br />
toestand van het systeem gewaarschuwd.
5.9 Remfuncties<br />
5.9.1 Herkenning gewenste waarde<br />
Remsysteem<br />
TEBS E 5<br />
Zonder stroomtoevoer komt de stuurdruk via de gele koppelingskop direct bij de<br />
cilinders. De redundantieklep, die in de TEBS E modulator is geïntegreerd en in<br />
normaalbedrijf de stuurdruk van de drukregelcircuits afscheidt, blijft geopend.<br />
Bij functionerende Trailer EBS E wordt bij het begin van het remmen eerst de<br />
redundantieklep van stroom voorzien en daarmee de regelleiding van de gele<br />
koppelingskop van de drukregeling van de Trailer EBS E modulator afgekoppeld.<br />
Nu wordt conform de meting gewenste waarde en de beladingsituatie de<br />
drukregeling via de drukregelcircuits gerealiseerd.<br />
Keuze van de gewenste vertraging betekent: wat is de remwens van de chauffeur.<br />
Bij een combinatie met een EBS geremde motorwagen met 7-polige ISO 7638<br />
stekerverbinding krijgt TEBS E de gewenste vertraging via de CAN<br />
databusverbinding van de motorwagen.<br />
Is de gewenste waarde niet via de databusverbinding beschikbaar, bijvoorbeeld bij<br />
een combinatie met een conventioneel geremde motorwagen, dan wordt de<br />
gewenste waarde door het meten van de stuurdruk aan het gele koppelstuk<br />
bepaald. Dit gebeurt óf via de in de TEBS E modulator geïntegreerde óf optioneel<br />
met een externe sensor gewenste druk. De externe sensor gewenste druk is aan<br />
te bevelen bij bijzonder lange getrokken voertuigen, om de tijdvertraging door<br />
lange buisleidingen uit te sluiten.<br />
Om de druk in het getrokken voertuig zo snel mogelijk op te bouwen, heeft de<br />
remwaarde via de CAN databusverbinding (ISO 7638, pin 6 en 7) altijd voorrang.<br />
Voor het aanpassen van de remkrachten aan de belading wordt bij luchtgeveerde<br />
voertuigen en bij voertuigen met hydraulische vering de veerbalgdruk door een<br />
druksensor gemeten. Bij mechanisch geveerde voertuigen wordt de belading<br />
bepaald door meting van de inveringsweg door één of twee wegsensor(en) zie<br />
hoofdstuk 5.9.2 "Automatische Lastafhankelijke Remkrachtregeling (ALB)",<br />
pagina 37.<br />
Bij een spanningsvoeding < 16 V hebben de motorwagengegevens<br />
geen voorrang meer, d.w.z. geen regeling via de CAN waarde.<br />
Met een parameter kan worden ingesteld of de CAN waarde bij een<br />
spanningsvoeding < 16 V niet wordt getoetst resp. in een<br />
spanningsbereik van 8 tot 32 V wordt getoetst. Daardoor kunnen<br />
motorwagens met 12 V spanningsvoeding en 12 V CAN data worden<br />
gebruikt, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - ABS/RSS => CANberichten<br />
ISO 11992 => Ondersteuning 12 V CAN-bus.<br />
35
36<br />
5 TEBS E<br />
5.9.1.1 Externe remdruksensor<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Montage<br />
Componenten<br />
Remsysteem<br />
Alle getrokken voertuigen.<br />
Verbetering van het tijdsgedrag bij motorwagens zonder EBS (geen CAN signaal).<br />
In de commandoleiding aan de voorkant van het voertuig of direct op de CAN<br />
Router of CAN Repeater, zie hoofdstuk 5.5 "Beschrijving componenten in het<br />
elektro-pneumatische remsysteem", pagina 27.<br />
De druksensor voor de gewenste waarde kan niet op ELEX worden aangesloten.<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 TEBS E Modulator (Premium) 480 102 06. 0<br />
2 De druksensor voor de gewenste<br />
waarde (0 tot 10 bar)<br />
Toepassing uitsluitend onder<br />
verantwoordelijkheid van de<br />
voertuigfabrikant, afhankelijk<br />
van de voertuigconstructie.<br />
De toewijzing van de GIOaansluitingen<br />
wordt vastgelegd<br />
met de TEBS E Diagnostic<br />
Software.<br />
3 Kabel voor de druksensor voor de<br />
gewenste waarde<br />
4 CAN router of CAN repeater<br />
Een uitgebreide beschrijving van<br />
de CAN router en CAN repeater<br />
vindt u in de brochure zie<br />
hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13<br />
=> paragraaf "Meer informatie".<br />
CAN<br />
Repeater<br />
CAN-router<br />
441 044 101 0<br />
441 044 102 0<br />
449 812 ... 0<br />
446 122 05. 0<br />
Variantenoverzicht zie<br />
hoofdstuk 5.5 "Beschrijving<br />
componenten in het elektropneumatische<br />
remsysteem",<br />
pagina 27
Remsysteem<br />
5.9.2 Automatische Lastafhankelijke Remkrachtregeling (ALB)<br />
Bepalen 1-krings aslast<br />
Voertuigtype<br />
Getrokken voertuigen met alle typen vering.<br />
TEBS E 5<br />
Doel<br />
Trailer EBS E heeft een lastafhankelijke remdrukregeling, waarmee de remdruk<br />
aan de belading wordt aangepast. Via de parametrering worden de<br />
karakteristieken volgens de remberekening opgeslagen.<br />
De actuele aslast wordt bepaald door het meten van de veerbalgdruk, van de<br />
hydraulische druk, door analyse van de inveringsweg bij mechanische vering of<br />
berekening uit de verschillen in wielsnelheid bij twee assen met toerentalsensoren.<br />
Opleggers en disselaanhangwagens worden verschillend geregeld.<br />
Bepalen 2-krings aslast (rechts/links)<br />
Voertuigtype<br />
Getrokken voertuigen met per zijde gescheiden hydraulische vering of luchtvering.<br />
Vaststellen aslasten<br />
Doel<br />
Deze functie maakt het mogelijk een rechts/links gemiddelde van de aslasten te<br />
vormen. Daardoor verbetert de remprestatie van het getrokken voertuig<br />
(nauwkeuriger bepaling van de werkelijke aslast). Op de hoofdas c-d wordt een<br />
extra aslastsensor gemonteerd, die in de TEBS E diagnosesoftware als tweede<br />
externe aslastsensor c-d moet worden ingesteld, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />
parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS -<br />
functiekeuze => knop speciale functies weergeven.<br />
De aslast van hoofdas c-d kan met de volgende opties worden bepaald:<br />
• Bepaling van de druk van de balgveer met de in de modulator geïntegreerde<br />
druksensor bij luchtgeveerde voertuigen<br />
• Bepaling van de luchtveerdruk met een externe druksensor bij lucht/hydraulisch<br />
geveerde voertuigen (externe aslastsensor c-d)<br />
• Bepaling van de inveringsweg met een sensor bij mechanisch geveerde<br />
voertuigen<br />
De aslast van bijkomende as e-f kan met de volgende opties worden bepaald:<br />
• Bepaling van de luchtveerdruk met een externe druksensor bij lucht/hydraulisch<br />
geveerde voertuigen<br />
• Bepaling van de inveringsweg met een sensor bij mechanisch geveerde<br />
voertuigen (externe aslastsensor e-f)<br />
• Vaststelling van de aslast via slipherkenning bij 4S/3M systemen<br />
Beveiliging "voertuig tot op buffer"<br />
Wanneer de balgdruk lager dan 0,15 bar is of minder dan 50% van de<br />
geparametreerde lege balgdruk bedraagt (altijd de kleinste waarde), dan wordt de<br />
ALB karakteristiek "beladen" uitgestuurd, daar het chassis vermoedelijk tot op de<br />
buffers van de as staat en daardoor geen betrouwbare analyse van de aslast<br />
aanwezig is.<br />
37
5 TEBS E<br />
Karakteristieken<br />
Verklaring<br />
38<br />
Oplegger<br />
Remsysteem<br />
Disselaanhangwagens<br />
A Aanspreekbereik rem V Slijtagegebied S Stabiliteitsgebied<br />
Oplegger<br />
In dit voorbeeld stijgt de gewenste waarde of stuurdruk<br />
(pm) in het aanspreekbereik van 0 bar tot 0,7 bar. Bij<br />
deze stuurdruk stijgt de remdruk (pcil) van 0 tot 0,4 bar.<br />
Bij 0,7 bar is de aanspreekdruk van de wielrem bereikt,<br />
zodat het voertuig vanaf nu remkracht kan opbouwen.<br />
Dit punt, de aanspreekdruk van het gehele<br />
aanhangwagenremsysteem, is binnen de EEG-grenzen<br />
te parametreren.<br />
Het remgebied schrijft voor in welk bereik de<br />
afremming (in %) bij een bepaalde stuurdruk pm moet<br />
liggen.<br />
In het verdere verloop volgt de remcilinderdruk, in<br />
beladen toestand, de rechte lijn die door de berekende<br />
waarde bij 6,5 bar loopt.<br />
Bij een leeg voertuig wordt ook bij de aanspreekdruk bij<br />
0,7 bar uitgestuurd. In het verdere verloop wordt de<br />
remdruk conform de belading gereduceerd.<br />
Disselaanhangwagen<br />
Aan de grens van het aanspreekbereik worden de<br />
aanspreekdrukken van de wielremmen uitgestuurd, die<br />
per as kunnen verschillen. In het deelremgebied<br />
worden de remdrukken zodanig uitgestuurd, dat de<br />
slijtage optimaal is.<br />
Bij disselaanhangwagens met membraancilinder type<br />
24" op de vooras en type 20" op de achteras wordt de<br />
remdruk van de vooras conform de remberekening iets<br />
achtergehouden en van de achteras iets verhoogd. Dit<br />
zorgt voor een gelijkmatige belasting van alle<br />
wielremmen, zoals ook nu het geval is met behulp van<br />
een aanpassingsklep in conventionele remsystemen.<br />
In het stabiliteitsgebied worden de remdrukken<br />
afhankelijk van de aslasten en de wrijving (eventueel<br />
maximale wrijving) uitgestuurd.
Druk aan de gele koppelingskop<br />
(stuurdruk resp. ingestelde<br />
waarde)<br />
Remsysteem<br />
Parameterinstelling voor ALB karakteristieken<br />
TEBS E 5<br />
In het venster TEBS - ALB (zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168) moeten de waarden van stuurdrukken en aslasten<br />
van de remberekening en de gemeten balgdrukken worden ingevoerd. Doorgaans<br />
zal een lineaire karakteristiek de afhankelijkheid tussen stuurdruk en remdruk<br />
weergeven. Bovendien kan optioneel een extra karakteristiekpunt<br />
(overgangsbereik) worden gedefinieerd. Klik daartoe in het venster TEBS - ALB op<br />
remdrukken => Extra karakteristiekpunt.<br />
Standard worden volgende waarden ingesteld:<br />
Aanspreekbereik<br />
rem<br />
Slijtagegebied<br />
Overgangsgebied<br />
(optioneel)<br />
Stabiliteitsgebied<br />
p ≤ 0,7 bar 0,7 bar < p ≤ 2,0 bar 2,0 bar < p ≤ 4,5 bar 4,5 bar < p ≤ 6,5 bar<br />
Berekende afremming voertuig 0 % bij 2 bar: 12,6 % bij 4,5 bar: 37 % bij 6,5 bar: 56,5 %<br />
De uitsturing van de remdruk wordt proportioneel aan de gemeten belading<br />
aangepast.<br />
Doel is bij alle beladingen en bij een druk aan het gele koppelstuk (stuurdruk resp.<br />
gewenste waarde) van 6,5 bar een afremming van 55% te bereiken.<br />
Druksensor voor hydraulische vering<br />
Afhankelijk van de optredende drukken moet een passende druksensor worden<br />
gekozen. De signaaluitgang moet lineair tussen 0,5 en 4,5V zijn.<br />
Hydraulische druk: 0 bar = 0,5V<br />
Maximale systeemdruk<br />
Voorbeeld<br />
Hydraulische balgdruk "onbeladen" = 50 bar<br />
Hydraulische balgdruk "beladen" = 125 bar<br />
Gezocht wordt de drukinvoer voor de TEBS E ALB parameter "beladen" en<br />
"onbeladen".<br />
Default<br />
Zoek de hydraulische druksensor, die met het meetbereik van 125 bar<br />
overeenkomt.<br />
Druksensor "hydraulisch": 0 tot 250 bar => 0,5 tot 4,5V<br />
<strong>WABCO</strong> standard EBS druksensor "pneumatisch" als vergelijkingswaarde: 0 tot<br />
10 bar => 0,5 tot 4,5V<br />
Berekening<br />
Meetbereik 250 bar: <strong>WABCO</strong> standard EBS druksensor 10 bar = 250 bar<br />
Parameterwaarde voor balgdruk "beladen" => 125 bar / 250 bar * 10 bar = 5 bar<br />
Parameterwaarde voor balgdruk "onbeladen" => 50 bar / 250 bar * 10 bar = 2 bar<br />
Invoer<br />
De data worden met TEBS E diagnosesoftware ingevoerd, zie hoofdstuk 9.1<br />
"Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster<br />
TEBS - ALB.<br />
39
40<br />
5 TEBS E<br />
5.9.2.1 Mechanische veringen<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Aansluitingen van de componenten<br />
Remsysteem<br />
Voertuigen met bladvering (mechanische vering).<br />
Vaststellen aslast<br />
De aslastinformatie voor de ALB functie wordt ontleend aan de inveringsweg van<br />
het asstel. Voor dit doel wordt een ECAS sensor gebruikt, die voor deze<br />
toepassing een signaal levert proportioneel aan de inveringsweg en daarmee aan<br />
de huidige aslast.<br />
Verdere informatie zie hoofdstuk 5.9.2 "Automatische Lastafhankelijke<br />
Remkrachtregeling (ALB)", pagina 37.<br />
Uittreksel uit schema's 841 802 154 0:<br />
De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd met de TEBS E Diagnostic Software.<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 TEBS E Modulator (Premium)<br />
Montage<br />
Aan vooras of achteras mogelijk.<br />
2 Wegsensor (met draaihoekprincipe)<br />
Montage<br />
Wegsensor A aan as c-d<br />
Wegsensor B aan as e-f<br />
3 Hendel (verlenging van de wegsensorhefboom)<br />
4 Aansturing (in verschillende lengten beschikbaar)<br />
480 102 06. 0<br />
441 050 100 0<br />
441 050 71. 2<br />
441 050 718 2<br />
5 Kabel voor wegsensor 449 811 ... 0
Montage<br />
Kalibrering<br />
5.9.3 Drukregeling<br />
Remsysteem<br />
TEBS E 5<br />
Informatie over de montage, zie hoofdstuk 8.5 "Montage sensor", pagina 153.<br />
Informatie voor het kalibreren zie hoofdstuk 9.4.1 "Kalibreren bij voertuigen met<br />
mechanische vering", pagina 191.<br />
De drukregelkringen zetten de door de ALB functie bepaalde drukken om in<br />
remcilinderdrukken.<br />
De TEBS E modulator vergelijkt de gemeten remdrukken aan de uitgang van de<br />
relaiskleppen met de gewenste drukinstelling.<br />
Treedt er een afwijking op, dan wordt deze door het bekrachtigen van de be- of<br />
ontluchtingsmagneten van de modulator resp. 3e modulator gecorrigeerd.<br />
Wanneer de gemeten voorraaddruk boven 10 bar komt, dan worden de<br />
drukregeling en de ABS regeling gedeactiveerd en wordt alleen via de redundantie<br />
geremd.<br />
Volgens de EG-richtlijnen en ECE-voorschriften is maximaal 8,5 bar voorraaddruk<br />
in het getrokken voertuig toegestaan.<br />
Pneumatische voorijling en voorijling via CAN<br />
Om de combinatie af te stemmen en de remblokkenslijtage te harmoniseren kan<br />
een voorijling worden bepaald.<br />
De waarden voor de pneumatische voorijling en CAN voorijling kunnen verschillen.<br />
De instellingen voor deze waarden kan u met de TEBS E diagnosesoftware<br />
instellen, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - ALB.<br />
41
42<br />
5 TEBS E<br />
5.9.4 Anti-optel<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Remsysteem<br />
Alle voertuigen met veerremcilinders.<br />
Ter bescherming van de wielremmen tegen overbelasting (optelling krachten) bij<br />
gelijktijdige bediening van de bedrijfs- en veerkamerrem.<br />
Aansluitingen van de componenten<br />
De anti-optelrelaisklep is al in de PEM geïntegreerd. Wanneer geen PEM<br />
aanwezig is, moet de bescherming tegen overbelasting met een afzonderlijke antioptelrelaisklep<br />
worden gegarandeerd.<br />
Voorbeeld: TEBS E modulator met anti-optelrelaisklep (zonder PEM)<br />
Voorbeeld: TEBS E modulator met geïntegreerde anti-optelrelaisklep<br />
in de PEM<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 TEBS E modulator<br />
2 Anti-optelrelaisklep<br />
3 PEM<br />
480 102 0.. 0<br />
973 011 ... 0<br />
461 513 0.. 0
5.9.5 Anti-blokkeersysteem (ABS)<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
ABS toerentalsensoren<br />
Alle getrokken voertuigen.<br />
Remsysteem<br />
Voorkomt het blokkeren van één wiel of meerdere wielen.<br />
TEBS E 5<br />
De ABS elektronica berekent uit de signalen van de wielsnelheidssensoren of één<br />
wiel of meerdere wielen dreigen te blokkeren en beslist of de uitgestuurde remdruk<br />
moet worden neergelaten, vastgehouden of weer verhoogd.<br />
Voor de ABS elektronica worden alleen de signalen van de ABS toerentalsensoren<br />
c-d en e-f geanalyseerd.<br />
Bij alle ABS configuraties (zie hoofdstuk 5.4 "ABS configuraties", pagina 23)<br />
kunnen aan de modulatoren, naast de remcilinders van de ABS gesenseerde<br />
wielen, ook niet-gesenseerde wielen van naastgelegen assen worden aangesloten.<br />
Deze indirect-geregelde wielen geven echter bij blokkeerneigingen geen informatie<br />
aan het TEBS E. Daardoor is het blokkeervrij remmen van deze wielen niet<br />
gewaarborgd.<br />
Oplegger, middenasser en dolly<br />
De hoofdas, die geen lift-, stuur- of sleepas mag zijn, heeft altijd de ABS<br />
toerentalsensoren c-d. De ABS toerentalsensoren e-f worden op de andere as resp.<br />
op de liftas van de oplegger gemonteerd.<br />
Disselaanhangwagen<br />
De gesenseerde assen mogen bij de ABS toerentalsensoren c-d of bij de ABS<br />
toerentalsensoren e-f geen lift- of sleepas zijn. De ABS toerentalsensoren c-d<br />
moeten altijd aan de modulatorzijde worden gemonteerd, daarbij kan de modulator<br />
naar keuze vooraan, op de dissel of achteraan worden gemonteerd.<br />
De status van de liftassen is in de ABS elektronica bekend. Dit betekent, dat bij het<br />
heffen van de gesenseerde assen de snelheid niet meer in de ABS regeling wordt<br />
opgenomen. Bij opgetilde liftas wordt bij de regeling geen rekening gehouden met<br />
de toerentalinformaties van deze as.<br />
Parametrering bandenmaten<br />
Om de ABS elektronica optimaal te laten functioneren, moeten de gebruikte<br />
bandenmaten in de parameters worden vastgelegd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />
parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS -<br />
ABS/RSS.<br />
Een afwijking van +15% / -20% is geoorloofd, wanneer dit alle gesenseerde wielen<br />
in de zelfde mate betreft. Een afzonderlijk wiel mag maximaal 6,5% van de<br />
geparametreerde bandenmaat afwijken.<br />
43
44<br />
5 TEBS E<br />
5.9.6 Roll Stability Support (RSS)<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Remsysteem<br />
Getrokken voertuigen in de klasse O4 met maximaal 3 assen, die vanaf juli 2010<br />
typegoedgekeurd werden, moeten voorzien zijn van een stabilisatiefunctie. Vanaf<br />
juli 2011 is bij nieuwe toelating van een voertuig RSS verplicht. Met <strong>WABCO</strong> RSS<br />
wordt aan alle wettelijke eisen met betrekking tot veiligheid in het wegverkeer<br />
voldaan.<br />
Oplegger / disselaanhangwagen.<br />
Roll Stability Support is een in het EBS geïntegreerde functie, die bij dreigend<br />
kantelgevaar preventief automatisch gaat remmen om het voertuig stabiel te<br />
houden.<br />
De RSS functie gebruikt de gegevens van het Trailer EBS E, zoals wielsnelheid,<br />
informatie over belading, gewenste vertraging en een in de EBS modulator<br />
geïntegreerde sensor voor de dwarsversnelling.<br />
Hiervoor wordt bij het overschrijden van de berekende kritische dwarsversnelling<br />
van het getrokken voertuig tijdelijk een lage testdruk uitgestuurd. Duur en hoogte<br />
van de druk zijn afhankelijk van de kritische dwarsversnelling.<br />
Het kantelgevaar wordt aan de hand van de wielreactie tijdens de testremmingen<br />
herkend. Bij herkend kantelgevaar volgt in het getrokken voertuig minstens aan de<br />
individueel geregelde (IR) wielen in de buitenbocht een remming met hoge druk<br />
om zo de voertuigsnelheid, de dwarsversnelling en daardoor het kantelgevaar te<br />
reduceren resp. het kantelen van het voertuig te voorkomen. De remdruk voor de<br />
wielen in de binnenbocht blijft voornamelijk onveranderd. Zo gauw er geen<br />
kiepgevaar meer is, wordt de RSS remming beëindigd.<br />
Op een as met een geModificeerde AsRegeling (MAR) is het door<br />
systeemgebonden redenen niet mogelijk de remdruk "rechts/links" separaat te<br />
regelen. Hier wordt bij herkend kiepgevaar naar de wisselklep regeling geschakeld.<br />
Een RSS regeling begint in een ongeremde of gedeeltelijk geremde rijsituatie.<br />
Remt de chauffeur sterk genoeg (vertraging boven het niveau van de RSS<br />
vertraging), dan wordt RSS niet ingeschakeld.<br />
Geeft de chauffeur tijdens een al begonnen RSS regeling van het getrokken<br />
voertuig een pneumatische of elektrische remwaarde aan, die hoger is dan die van<br />
de RSS regeling, dan wordt de RSS regeling afgebroken en volgens de<br />
remwaarde geremd.<br />
Het type drukaansturing voor de wielen van as e-f is afhankelijk van het<br />
voertuigtype en van de ABS systeemconfiguratie.
Voertuigtype en ABS systeemconfiguratie Opmerking<br />
• Oplegger met fusee-assen met 4S/3M, 4S/2M+1M<br />
of 2S/2M+SLV.<br />
• Disselaanhangwagen met 4S/3M.<br />
• Oplegger zonder fusee-as of middenasser met<br />
4S/3M of 4S/2M+1M.<br />
• Voertuigen met adhesie-gestuurde stuuras met<br />
2S/2M+SLV (stuuras via een Select Low klep<br />
geregeld), 4S/2M+1M of 4S/3M+EBS/ABS (stuuras<br />
MAR geregeld).<br />
Remsysteem<br />
TEBS E 5<br />
• De MAR as wordt in principe geremd met lagere of gelijke druk<br />
aan de ABS regeling (voor stabiliteit in bochten van adhesie<br />
gestuurde assen).<br />
• Tijdens de RSS regeling wordt in de ABS elektronica geen<br />
rekening gehouden met het wielgedrag van de wielen in de<br />
binnenbocht.<br />
• Zolang het binnenste wiel van de MAR as nog niet van de<br />
grond komt, wordt de MAR as geremd met lage druk om zo<br />
platte vlakken van de banden te voorkomen.<br />
• Wanneer het binnenste wiel van de MAR as van de grond<br />
komt; dat wil zeggen: met geringe druk blokkeerneiging<br />
vertoont, dan wordt de druk verhoogd – afhankelijk van het<br />
gedrag van de beide buitenste wielen.<br />
• De uitgestuurde druk aan de MAR as kan door ABS regeling<br />
aan het wiel in de buitenbocht zijn gereduceerd.<br />
• RSS is bij voertuigen met adhesie-gestuurde stuuras alleen<br />
mogelijk met hiernaast staande systeemconfiguraties.<br />
• Een adhesie-gestuurde fusee-as moet in de TEBS E<br />
diagnosesoftware worden aangeklikt, zie hoofdstuk 9.1<br />
"Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware",<br />
pagina 168, venster TEBS - ABS/RSS => RSS parameter<br />
=> Nalooptijd stuuras<br />
Instelling gevoeligheid van de RSS functie voor kiepgevaarlijk voertuigen<br />
De gevoeligheid van de RSS functie kan in de TEBS E diagnosesoftware worden<br />
ingesteld, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168, venster TEBS - ABS/RSS => RSS parameter.<br />
5.9.7 Stilstandfunctie<br />
Toepassing<br />
Doel<br />
Functie<br />
In de TEBS E modulator geïntegreerde functie.<br />
Ter voorkoming van onnodig stroomverbruik wanneer de combinatie op de<br />
parkeerrem staat en het ingeschakelde contact wordt uitgeschakeld.<br />
Bij stilstaand voertuig wordt alleen via de redundantiekring geremd. De elektropneumatische<br />
remdrukregeling is gedeactiveerd. Bij het wegrijden (v > 2,5 km/h)<br />
wordt deze functie uitgeschakeld.<br />
45
46<br />
5 TEBS E<br />
5.9.8 Noodremfunctie<br />
Toepassing<br />
Doel<br />
Functie<br />
5.9.9 Testmodus<br />
Toepassing<br />
Doel<br />
Functie<br />
Simulatie voertuig beladen<br />
Remsysteem<br />
In de TEBS E modulator geïntegreerde functie.<br />
Overbrengen van de maximale remkracht.<br />
Als de gewenste remdrukwaarde van de chauffeur (elektrisch of pneumatisch)<br />
overeenkomt met meer dan 90% van de beschikbare voorraaddruk of > 6,4 bar,<br />
een zogenaamde noodstop, dan worden de remcilinderdrukken stapsgewijs<br />
verhoogd tot op de karakteristiek van het beladen voertuig en de mogelijke inzet<br />
van de ABS regeling.<br />
De noodremfunctie wordt uitgeschakeld, wanneer de gewenste remdrukwaarde<br />
beneden 70% van de beschikbare voorraaddruk komt.<br />
In de TEBS E modulator geïntegreerde functie.<br />
Controle van de ALB karakteristiek bij stilstaand voertuig.<br />
De automatische lastafhankelijke remkrachtregeling kan in deze testmodus<br />
afhankelijk van de commandodruk en de actuele aslast of de actuele balgdruk<br />
worden gecontroleerd.<br />
Voor het testen worden de stilstand- en noodremfunctie gedeactiveerd.<br />
Start van de simulatie<br />
– Schakel het contact in bij een volledig drukloze commandoleiding (bedrijfsremen<br />
parkeerremsysteem in de motorwagen mogen niet bediend zijn) om het<br />
elektronisch remsysteem in de testmodus te zetten.<br />
Zodra het voertuig rijdt, dan worden de stilstand- en noodremfunctie weer<br />
ingeschakeld.<br />
Zodra het voertuig sneller rijdt dan 10 km/u, wordt de testmodus beëindigd.<br />
Het is mogelijk de status "beladen" bij een onbeladen voertuig te simuleren door de<br />
luchtbalgen tot < 0,15 bar te ontluchten of door het voertuig tot op de buffers te<br />
laten dalen. Overeenkomstig de beveiliging "voertuig tot op buffer" worden de volle<br />
remdrukken uitgestuurd.<br />
Mechanische vering: Maak de verbinding van de sensor los en draai de hefboom in<br />
de positie die overeenkomt met het ingeveerde voertuig.<br />
Simulatie met diagnose<br />
Met de TEBS E diagnosesoftware kan deze beveiliging via het menu aansturing<br />
worden gesimuleerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 venster TEBS-E diagnosesoftware.
5.9.10 Controle voorraaddruk<br />
Toepassing<br />
Doel<br />
Functie<br />
WAARSCHUWING<br />
Remsysteem<br />
In de TEBS E modulator geïntegreerde functie.<br />
Controle van de voorraaddruk door TEBS E.<br />
TEBS E 5<br />
Waarschuwingsweergave / verklikkerlampje: Zakt in het getrokken voertuig de<br />
voorraaddruk onder de 4,5 bar, dan wordt de chauffeur door de rode en gele<br />
waarschuwingsweergave / waarschuwingslampen geïnformeerd. Bovendien wordt<br />
een melding in het diagnosegeheugen opgeslagen. De waarschuwingsweergave /<br />
waarschuwingslamp gaat pas uit, wanneer de voorraaddruk weer boven 4,5 bar<br />
komt.<br />
Ongevalrisico door te lage voorraaddruk (< 4,5 bar)<br />
Het voertuig kan niet meer worden geremd.<br />
– Zodra de waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp (rood en geel)<br />
brandt, moet het voertuig worden gestopt en op een veilige locatie worden<br />
geparkeerd.<br />
– De druktoevoer moet worden gecontroleerd en eventueel moet een<br />
reparatiedienst worden geroepen.<br />
47
48<br />
5 TEBS E<br />
5.10 ECU interne functies<br />
5.10.1 Kilometerteller<br />
Remsysteem<br />
Het Trailer EBS E is met een geïntegreerde kilometerteller uitgevoerd, die tijdens<br />
de rit de afgelegde weg meet. De nauwkeurigheid wordt door de bandenmaat in<br />
verhouding tot de geparametreerde bandenmaat bepaald.<br />
De kilometerteller heeft spanning nodig. Wanneer TEBS E niet van spanning wordt<br />
voorzien, dan werkt ook de kilometerteller niet en deze is daarom niet tegen<br />
manipulaties beveiligd.<br />
Wanneer een SmartBoard is geïnstalleerd, dan wordt ook daar de afgelegde weg –<br />
onafhankelijk van TEBS E – berekend. Deze kilometerteller werkt ook wanneer<br />
TEBS E niet van spanning is voorzien.<br />
De kilometerteller in het TEBS E berekent het gemiddelde van alle wielen, de<br />
kilometerteller in het SmartBoard berekent echter de afstand van wielsensor c,<br />
daarom kunnen door de verschillende bandenmaten (bandenslijtage) de<br />
kilometertellers van elkaar afwijken.<br />
Voor de aansluiting van het SmartBoard is geen Y-kabel nodig, daar de verbinding<br />
al in de kabel van het SmartBoard is geïntegreerd.<br />
De volgende deelfuncties zijn mogelijk:<br />
Totale kilometerteller<br />
De totale kilometerstand geeft de totaal afgelegde weg weer sinds het TEBS E in<br />
bedrijf is gesteld. Deze waarde wordt regelmatig opgeslagen en via de TEBS E<br />
Diagnostic Software (zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => startvenster) of via het SmartBoard (submenu<br />
„Kilometerteller“) uitgelezen.<br />
Dagteller<br />
De dagteller kan de afgelegde weg tussen de twee servicebeurten of binnen een<br />
bepaalde tijd vaststellen.<br />
Het uitlezen en wissen van de dagteller is mogelijk met bijv. de TEBS E<br />
diagnosesoftware of met het SmartBoard.<br />
Een speciale kalibrering is niet nodig. De kalibratiefactor wordt uit de<br />
bandenomtrek en het aantal tanden van het poolwiel berekend, die bij de<br />
eindcontrole van het Trailer EBS moeten worden ingevoerd.
5.10.2 Servicesignaal<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Alle getrokken voertuigen.<br />
Remsysteem<br />
TEBS E 5<br />
Het servicesignaal is er om de chauffeur aan een servicebeurt te herinneren.<br />
Waarschuwingsweergave: Wanneer het voertuig een geparametreerde afstand<br />
heeft afgelegd (bijvoorbeeld 100.000 km), wordt bij de eerstvolgende inschakeling<br />
van het contact (tijdens rijden of stilstaan) de gele waarschuwingslamp geactiveerd<br />
en deze knippert dan 8 maal. Dit knipperen herhaalt zich elke keer na het<br />
inschakelen van het contact. Bovendien worden de gegevens van de<br />
serviceaanwijzing opgeslagen in het in de ECU geïntegreerde geheugen<br />
bedrijfsgegevens.<br />
Wanneer de servicebeurt met succes heeft plaatsgevonden, dan kan het<br />
servicesignaal via de TEBS E diagnosesoftware (extra's => service-interval)<br />
worden gereset.<br />
Bereikt het voertuig de volgende geparametreerde service-interval (bijvoorbeeld<br />
200.000 km), dan wordt het servicesignaal opnieuw geactiveerd.<br />
Parametrering<br />
Af fabriek is het servicesignaal van de TEBS E niet geactiveerd.<br />
– Schakel de functies actief via de TEBS E Diagnostic Software zie hoofdstuk<br />
9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168<br />
=> venster TEBS-E Diagnostic Software => Extra's => Service-interval.<br />
5.10.3 GIO bedrijfsurenteller<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Parametrering<br />
Alle getrokken voertuigen.<br />
De GIO bedrijfsurenteller telt de bedrijfstijden van interne GIO-functies<br />
(bijvoorbeeld snelheidssignaal) of van de door GIO uitgangen geregelde<br />
componenten (bijvoorbeeld schuifbodems) op.<br />
Waarschuwingsweergave / verklikkerlampje: Bij het bereiken van vooraf<br />
ingestelde bedrijfstijden kan een event (serviceaanwijzing) worden gestart en<br />
worden weergegeven via TEBS E Diagnostic Software of SmartBoard. Het event<br />
kan optioneel ook via de waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp (geel,<br />
ABS) of via een aan de aanhanger aangebrachte externe waarschuwingslamp<br />
worden afgegeven. Zodra de serviceaanwijzing wordt weergegeven, moet aan het<br />
voertuig de desbetreffende service worden verricht.<br />
– Activeer de GIO bedrijfsurenteller in de TEBS E Diagnostic Software zie<br />
hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware",<br />
pagina 168 => venster TEBS - functieselectie => Speciale functies<br />
=> GIO bedrijfsurenteller.<br />
– Definieer de parameters optioneel in het venster TEBS - GIO parameter 3<br />
=> GIO bedrijfsurenteller.<br />
Servicenaam:Hier kan de naam voor de bewakende functie worden gegeven<br />
voor weergave in het SmartBoard.<br />
Service-interval (uren): Geef hier een zinvolle intervaltijd op voor de<br />
geselecteerde componenten / functie.<br />
49
50<br />
5 TEBS E<br />
Componenten<br />
Remsysteem<br />
Service-interval terug te stellen: Hier kan het recht worden gereserveerd, dat<br />
het service-interval op de startpagina in de TEBS E Diagnostic Software<br />
(Extra's => Service-interval) of via het SmartBoard kan worden teruggesteld.<br />
Service-interval te wijzigen: Hier kan het recht worden gereserveerd, dat het<br />
service-interval op de startpagina in de TEBS E Diagnostic Software (Extra's<br />
=> Service-interval) of via het SmartBoard kan worden veranderd.<br />
Ingangssignaal => intern signaal: Bij het interne signaal kan via een Drop-<br />
Down-menu de desbetreffende GIO-functie worden geselecteerd (zie<br />
onderstaande tabel). U kunt definiëren of de bedrijfstijd van de functie in actieve<br />
of inactieve toestand moet worden geregistreerd.<br />
Ingangssignaal => analoog signaal: Bij het analoge signaal moet een<br />
drempelwaarde (waarde, vanaf welke de schakelaar wordt geactiveerd) worden<br />
toegekend en moet worden vastgelegd of de bedrijfstijd groter of kleiner dan de<br />
drempelwaarde moet zijn.<br />
Weergave door ABS-lamp / weergave door externe signaallamp: U kunt<br />
selecteren of de waarschuwing via de waarschuwingsweergave /<br />
waarschuwingslamp (geel, ABS) of via een aan de aanhanger aangebrachte<br />
externe waarschuwingslamp moet worden afgegeven.<br />
Voor de volgende nieuwe kan de GIO bedrijfsurenteller geparametreerd worden:<br />
Intern ingangssignaal<br />
voor GIO functies<br />
Analoog ingangssignaal<br />
voor aangesloten GIO componenten<br />
UItgangssignaal FCF 1-8 Bijvoorbeeld externe ECU voor de regeling van<br />
schuifbodems.<br />
Contact uit<br />
Achteruitlicht<br />
Vrij configureerbare analoge<br />
functie<br />
Vrij configureerbare digitale<br />
functie<br />
Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 SmartBoard (optioneel) 446 192 110 0<br />
2 Kabel voor SmartBoard<br />
(optioneel)<br />
3 Externe waarschuwingslamp<br />
(optioneel)<br />
449 911 ... 0<br />
Niet in <strong>WABCO</strong><br />
leveringsprogramma.
5.10.4 Weergave aslast<br />
Parametrering<br />
Kalibreren weergave aslast<br />
Remsysteem<br />
TEBS E 5<br />
Aslasten kunnen via de CAN interface naar de motorwagen of via SUBSYSTEMS<br />
naar het SmartBoard / de Trailer Remote Control worden weergegeven.<br />
De weergave in de motorwagen is afhankelijk van de ondersteuning respectievelijk<br />
vrijschakeling van de functie "Aanhanger-aslastweergave". In het algemeen stelt<br />
TEBS E deze informatie altijd ter beschikking.<br />
De nauwkeurigheid bij mechanisch geveerde voertuigen is door de constructie<br />
beperkt.<br />
De aslast wordt niet weergegeven en niet in het geheugen bedrijfsgegevens (ODR)<br />
opgeslagen, wanneer de volgende voorwaarden van toepassing zijn:<br />
• Bij disselaanhangwagens met slechts één aslastsensor op as c-d.<br />
Om de aslast weer te geven kan de extra aslastsensor op as e-f worden<br />
gemonteerd.<br />
• Bij voertuigen met liftassen, die niet door TEBS E worden geregeld<br />
(mechanisch, Trailer Central Electronic of externe ECAS).<br />
• Bij opleggers met sleepas zonder extra druksensor.<br />
• Wanneer in de TEBS E diagnosesoftware een liftas is geparametreerd, maar<br />
niet door de interne liftasregeling wordt aangestuurd, dan wordt geen aslast<br />
weergegeven.<br />
Bij disselaanhangwagens met 4S/3M en opleggers met 4S/2M+1M en 4S/3M kan<br />
een extra aslastsensor worden gemonteerd om de meetnauwkeurigheid te<br />
verhogen zie hoofdstuk 6.8 "Externe aslastsensor", pagina 82. Zonder extra<br />
aslastsensor wordt de afzonderlijke asbelasting gelijkmatig over alle assen<br />
verdeeld.<br />
Om afhankelijk van de ingezette motorwagen de correcte weergave van de aslast<br />
mogelijk te maken, kan de verzending van afzonderlijke berichten in de TEBS E<br />
diagnosesoftware via een speciale parameterinstelling CAN berichten ISO 11992<br />
worden gedeactiveerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS E - ABS/RSS => EBS22 geen<br />
uitvoer van de totale asbelasting of RGE22 geen uitvoer van de afzonderlijke<br />
aslasten.<br />
Om een hogere nauwkeurigheid van de aslastweergave te bereiken, kan met het<br />
SmartBoard een kalibrering van de weergave worden doorgevoerd. De<br />
gekalibreerde waarde wordt via de ISO 7638-interface overgedragen aan het<br />
voertuig en ook weergegeven op het SmartBoard.<br />
Voor de kalibrering wordt een extra karakteristiek gebaseerd op de gewichten van<br />
een onbeladen, deelsbeladen en beladen voertuig gecreëerd. Er wordt een 3-punts<br />
karakteristiek in de TEBS E geplaatst. Een uitgebreide beschrijving van het<br />
systeem vindt u in "SmartBoard – systeembeschrijving" zie hoofdstuk 4 "Inleiding",<br />
pagina 13 => paragraaf "Meer informatie".<br />
De kalibreerprocedure is verbeterd, zodat nu bij een foutieve<br />
kalibrering geen melding meer in het diagnosegeheugen wordt<br />
geplaatst.<br />
U kunt naar wens 1, 2 of 3 punten kalibreren. Iedere waarde kan<br />
afzonderlijk worden veranderd, zodat een kalibrering van slechts de<br />
waarde van het beladen voertuig de nauwkeurigheid reeds aanzienlijk<br />
verbetert.<br />
51
52<br />
5 TEBS E<br />
Componenten<br />
Remsysteem<br />
Wanneer een waarde wordt gekalibreerd, wordt deze waarde onmiddellijk in de<br />
karakteristiek van de aslast overgenomen. De gekalibreerde minimum-/<br />
maximumwaarden mogen maximaal 20% afwijken van de voor de ALB<br />
vastgelegde karakteristiek.<br />
De gekalibreerde waarden voor het onbeladen, gedeeltelijk beladen en beladen<br />
voertuig mogen niet kleiner zijn dan een vastgelegde, minimale onderlinge afstand<br />
(minimaal 10%). De kalibrering verhoogt de nauwkeurigheid uitsluitend voor het bij<br />
de kalibrering aanwezige niveau.<br />
Aangezien de eigenschappen van de luchtveerbalgen tijdens de levensduur<br />
veranderen, is eventueel een nieuwe kalibrering noodzakelijk.<br />
let op: een reeds begonnen kalibrering moet via het SmartBoard ook worden<br />
afgesloten, omdat anders een foutmelding wordt afgegeven.<br />
Waarschuwingsweergave / verklikkerlampje: Optioneel is het ook mogelijk het<br />
SmartBoard zo te programmeren, dat de rode waarschuwingsweergave gaat<br />
knipperen wanneer de aslast 90% en 100% bereikt om zo het gevaar van<br />
overbelading aan te geven, bijvoorbeeld bij het laden van stortgoed.<br />
Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 Smartboard<br />
446 192 11. 0<br />
2 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0
5.10.5 Notebookfunctie (vanaf versie TEBS E2)<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Toepassing van de functie<br />
Alle getrokken voertuigen.<br />
Remsysteem<br />
TEBS E 5<br />
De notebookfunctie maakt de weergave, handmatige bewerking en het opslaan<br />
van TEBS E gegevens (bijvoorbeeld lijst met gemonteerde componenten) of<br />
voertuiggegevens (servicehistorie, bijvoorbeeld verholpen gebreken, laatste<br />
onderhoudsdatum).<br />
De data zijn opgeslagen in tabelvorm in het TEBS E geheugen.<br />
– Roep de functie op met behulp van TEBS E Diagnostic Software => venster<br />
TEBS-E Diagnostic Software => extra's => notebook, zie hoofdstuk 9.1<br />
"Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />
De notebook-functie vereist geen extra parametrering of activering.<br />
Gegevens lezen<br />
– Om de gegevens uit de ECU te lezen, drukt u op de knop Uit ECU lezen.<br />
– Om de gegevens uit een voorbereid bestand van de PC (CSV-bestand) te lezen,<br />
drukt u op de knop Uit bestand lezen.<br />
CSV-bestand: Dit bestand kunt u op uw pc maken (bijvoorbeeld met Excel).<br />
De gegevens moeten alfanumeriek zijn (geen opmaak of speciale tekens). In totaal<br />
heeft de geheugenruimte, gebaseerd op het aantal tekens, ongeveer een A4<br />
pagina ter beschikking, die in maximaal 10 kolommen kan worden verdeeld.<br />
Gegevens bewerken<br />
– Wanneer dat nodig is, bewerkt u de gegevens met behulp van de TEBS E<br />
Diagnostic Software binnen het invoervenster.<br />
Gegevens in ECU schrijven<br />
– Om de gegevens in de ECU op te slaan, drukt u op de knop In ECU schrijven.<br />
Om de gegevens op uw pc op te slaan, drukt u op de knop In bestand schrijven.<br />
53
54<br />
5 TEBS E<br />
5.10.6 Geheugen bedrijfsgegevens (ODR)<br />
Doel<br />
Statistische gegevens<br />
Remsysteem<br />
Opslaan van verschillende gegevens, die het voertuiggebruik documenteren en<br />
analyses van de omgang met het voertuig mogelijk maken.<br />
Deze bedrijfsgegevens kunnen met het PC analyseprogramma "ODR tracker"<br />
worden geanalyseerd.<br />
Het geheugen bedrijfsgegevens is onderverdeeld in statistische gegevens<br />
(geheugen per rit, grafieken) en het geheugen voor storingsmeldingen.<br />
De ODR-gegevens kunnen door een vrij te kiezen wachtwoord worden beschermd<br />
tegen verwijderen. Het wachtwoord kan in de TEBS E diagnosesoftware door<br />
aanklikken worden toegekend, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />
TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS-E diagnosesoftware<br />
=> ODR => wachtwoordbeheer .<br />
De statistische gegevens worden opgeslagen als som, als gemiddelde waarde<br />
voor de levensduur van de componenten of vanaf de laatste keer dat het<br />
geheugen van de bedrijfsgegevens (ODR) is gewist.<br />
Statistische gegevens zijn:<br />
• Bedrijfsuren<br />
• Aantal ritten (trips)<br />
• Gemiddelde belading<br />
• Aantal overbeladingen (trips)<br />
• Gemiddelde remdruk<br />
• Aantal remmingen<br />
• Aantal remmingen met druk aan het gele koppelstuk<br />
• Aantal remmingen bij 24N gebruik<br />
• Aantal remmingen met strekrem<br />
• Aantal bedieningen handrem<br />
• Kilometerteller en bedrijfsuren sinds laatste vervanging remblokken<br />
• Gegevens luchtvering en activeren liftas<br />
Geheugen per rit<br />
Een rit houdt in een traject van minstens 5 km en een snelheid van minimaal<br />
30 km/h. In het geheugen per rit worden de gegevens van de laatste 200 ritten<br />
opgeslagen. De volgende gegevens worden per rit in het geheugen opgeslagen:<br />
• Kilometers bij ritbegin<br />
• Gereden kilometers<br />
• Bedrijfsuren bij ritbegin<br />
• Rijtijd<br />
• Maximum snelheid<br />
• Gemiddelde snelheid<br />
• Gemiddelde stuurdruk<br />
• Rembedieningen<br />
• Remfrequentie<br />
• Aggregaatlast bij ritbegin<br />
• ABS remmingen<br />
• RSS ingrepen trap 1 (testremming)<br />
• RSS ingrepen trap 2 (vertragingsremming)
Remsysteem<br />
TEBS E 5<br />
Wanneer een SmartBoard is aangesloten, dan worden de ritten voorzien van tijds-/<br />
datuminformatie.<br />
Grafiek<br />
Een grafiek geeft de verdeling weer van de gebeurtenissen, zoals deze optreden<br />
tijdens de exploitatietijd van het voertuig.<br />
Alle grafieken bestaan uit acht klassen. Dit betekent, dat de waarden trapsgewijs<br />
worden gegroepeerd (bijvoorbeeld 0-15%; 16-30%).<br />
Aggregaatlast<br />
(totaal alle assen)<br />
Opslaan gereden<br />
kilometers per<br />
asstelklasse.<br />
Aslast<br />
(aslast één as)<br />
Opslaan gereden<br />
kilometers per<br />
aslastklasse.<br />
Histogrammen<br />
Remtijd Stuurdruk<br />
Opslaan remtijd per<br />
klasse en de<br />
maximaal opgetreden<br />
druk.<br />
Opslaan remming per<br />
klasse en de<br />
maximaal opgetreden<br />
druk.<br />
Een gedetailleerde beschrijving van de grafieken vindt u in de ODR tracker<br />
gebruiksaanwijzing zie hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf „Meer<br />
informatie“.<br />
Geheugen voor storingsmeldingen<br />
In het geheugen voor storingsmeldingen wordt het aantal events (maximaal 200),<br />
dus meldingen van het remsysteem, opgeslagen.<br />
Elke storingsmelding wordt met het tijdstip (uitsluitend op het SmartBoard) en de<br />
kilometerstand op het moment van het voorval in de TEBS E modulator<br />
opgeslagen.<br />
Deze meldingen kunnen bijv. zijn:<br />
• ABS ingrepen<br />
• RSS ingrepen<br />
• Waarschuwingsweergave brandt<br />
• Meldingen<br />
• Handmatig deactiveren van TailGUARD<br />
• Meldingen wegrijblokkering<br />
• Events gedefinieerd door GIO parametrering (bijv. wanneer een aangesloten<br />
deurcontactschakelaar aangeeft dat de deur wordt geopend).<br />
Componenten<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 Programma ODR tracker<br />
Op USB stick voor toepassing op<br />
computers met Windows<br />
besturingssysteem.<br />
Beschikbare talen zie<br />
http://www.wabco-auto.com/<br />
=> Diagnose => <strong>WABCO</strong><br />
System Diagnostics =><br />
Overzicht productnummers<br />
Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />
2 Smartboard 446 192 110 0<br />
3 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />
55
56<br />
6 TEBS E<br />
6 GIO functies<br />
Inleiding GIO<br />
GIO functies<br />
Dit hoofdstuk beschrijft functies, die met behulp van de GIO interfaces van de<br />
TEBS E modulator en andere componenten kunnen worden gecreëerd. Normaal<br />
gesproken is voor deze functies een TEBS E modulator (Premium) nodig (zie<br />
onderstaande tabel "overzicht GIO functies").<br />
GIO betekent Generic Input/Output en houdt in vrij programmeerbare in- en<br />
uitgangen. De Trailer EBS E modulator heeft bij de Standard 4 GIO aansluitingen,<br />
bij de Premium 7 GIO aansluitingen. Via de GIO functies is het mogelijk<br />
verschillende extra functies in de trailermodulator te activeren.<br />
Via de elektronische uitbreidingsmodule ELEX (zie hoofdstuk 7.1<br />
"Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX)", pagina 123) worden meer<br />
GIO aansluitingen aangeboden, die de aansluiting van extra<br />
componenten mogelijk maken.<br />
Met de TEBS E diagnosesoftware wordt een toekenning (vanaf fabriek) voor de<br />
standardfuncties vastgelegd. Enkele functies komen meer dan eens voor (bijv.<br />
geïntegreerde liftasbesturing, snelheidsschakelaar ISS, permanente plus).<br />
Met de parametrering kunnen functies aan de GIO aansluitingen worden<br />
toegekend. Via de parametrering is ook de keuze mogelijk of uit<br />
veiligheidsoverwegingen uitgangen op kabelbreuk worden gecontroleerd. Wanneer<br />
een last op een GIO-uitgang zonder geparametreerde functie wordt aangesloten,<br />
wordt een fout waargenomen.<br />
Alle GIO aansluitingen hebben minstens één schakeluitgang (eindfase) en één<br />
massacontact. De andere beide Pins worden wisselend toegekend. Daaruit volgt,<br />
dat niet alle functies op alle aansluitingen in dezelfde mate kunnen worden<br />
gerealiseerd zie hoofdstuk 12.2 "Pin-toekenning", pagina 215. De maximaal<br />
toelaatbare spanning voor alle GIO schakeluitgangen is 1,5 A.<br />
GIO functies zijn beschikbaar, wanneer het systeem voldoende van stroom wordt<br />
voorzien en zonder fouten is.<br />
GIO uitgang<br />
Met de GIO uitgang kan de elektrische belasting (bijvoorbeeld magneetkleppen,<br />
lampen) worden geschakeld.<br />
De GIO uitgangen kunnen ook als ingangen worden gebruikt. Daarbij kan gemeten<br />
worden of een schakelaar open of tegen massa is geschakeld. Wordt de<br />
schakelaar tegen plus geschakeld, dan wordt bij het sluiten van de schakelaar op<br />
fouten herkend.<br />
GIO analoge ingang<br />
Met de GIO analoge ingang kunnen analoge signalen (bijvoorbeeld van de<br />
druksensor) worden ingelezen of signalen van toetsen worden herkend.<br />
GIO ingang wegsensor<br />
ECAS wegsensoren kunnen worden aangesloten op de GIO ingangen voor<br />
wegsensoren voor de interne hoogteregeling of als sensering van de inveringsweg<br />
om de aslast vast te stellen bij mechanisch geveerde voertuigen.
Overzicht GIO functies<br />
Liftasregeling met LACV<br />
Liftasregeling met LACV-IC<br />
Sleepasregeling met restdruk<br />
Elektronische niveauregeling (ECAS 1 puntsregeling)<br />
Groen verklikkerlampje<br />
Deactiveren van de automatische niveauregeling<br />
Snelheidsschakelaar (ISS1, ISS2)<br />
Signaal RSS actief<br />
Signaal ABS actief<br />
Wegrijhulp<br />
Externe aslastsensor<br />
OptiTurn (rangeerhulp)<br />
OptiLoad (Kingpin reductie)<br />
Gedwongen dalen<br />
Remblokkenslijtage-indicatie (BVA)<br />
Spanningsvoeding Telematica op GIO5<br />
Snelheidssignaal<br />
Permanente plus 1 en 2<br />
Asfaltrem<br />
Trailer Extending Control<br />
Trailer Safety Brake<br />
Ontspanningsfunctie<br />
Blokkering stuuras<br />
Roll Stability Adviser<br />
Kooiaapregeling<br />
Remontgrendelingsfunctie<br />
Noodremlicht (Emergency Brake Light)<br />
Wegrijblokkering (immobilizer)<br />
Vrij te configureren functies<br />
GIO functies<br />
TEBS E modulator<br />
(standard)<br />
TEBS E 6<br />
TEBS E modulator Versie TEBS ...<br />
(Premium)<br />
(Multi-Voltage) E0 E1 E1.5 E2 E2.5<br />
57
58<br />
6 TEBS E<br />
GIO functies<br />
GIO functies zie hoofdstuk 7 "Externe systemen", pagina 123<br />
eTASC<br />
Uitschakelen ECAS<br />
Accuvoeding<br />
TailGUARD (alle configuraties) met ELEX<br />
Elektronische niveauregeling<br />
ECAS 2-puntsregeling met ELEX<br />
TEBS E modulator<br />
(standard)<br />
TEBS E modulator Versie TEBS ...<br />
(Premium)<br />
(Multi-Voltage) E0 E1 E1.5 E2 E2.5
6.1 Liftasregeling<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
GIO functies<br />
Getrokken voertuigen met één liftas of met meerdere liftassen.<br />
TEBS E 6<br />
Liftasregeling in disselaanhangwagen<br />
Bij 3-assige disselaanhangwagens is het mogelijk as 2 of 3 als liftas uit te voeren.<br />
Wanneer de TEBS modulator op de vooras van het voertuig is gemonteerd, dan<br />
moet de achteras die op de grond blijft door een externe druksensor worden<br />
gecontroleerd.<br />
Regeling van de liftassen door TEBS E afhankelijk van de actuele aslast en de<br />
actuele belading.<br />
De voertuigsnelheid waarmee het heffen van de liftas(sen) mogelijk is, kan tussen<br />
de 0 en 30 km/h worden geparametreerd.<br />
In de parameters (zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1<br />
=> Automatische liftasaansturing) kan de volgorde voor het heffen van de assen<br />
worden vastgelegd. De parameters worden bepaald voor de druk die nodig is voor<br />
heffen en dalen van de liftas. Eerst gaat altijd de 1e liftas opgetild en dan de 2e<br />
liftas.<br />
De TEBS E diagnosesoftware geeft nuttige balgdrukwaarden voor de liftasregeling<br />
door. De gebruiker kan deze adviezen echter veranderen in geval van speciale<br />
voertuigen (bijv. bij 3-assige disselaanhangwagens met een kooiaap).<br />
De positie van de liftassen wordt doorgegeven naar de CAN interface<br />
"motorwagen" en kan daar, wanneer deze mogelijkheid is geïnstalleerd op de<br />
motorwagen, op het instrumentenpaneel worden weergegeven.<br />
De balg- en voorraaddruk worden vanaf TEBS E1 gecontroleerd. De<br />
liftas wordt niet meer opgetild, wanneer het voertuig tot op de buffer is<br />
neergelaten of de voorraaddruk te laag (< 6,5 bar) is.<br />
Bovendien is een nieuwe plausibiliteitscontrole van de liftassen bij<br />
heffen resp. dalen geïntegreerd om het zogenaamde jojo-effect te<br />
vermijden. Dit jojo-effect treedt altijd op, wanneer het drukverschil<br />
tussen Heffen/neerlaten-druk < 1,0 bar is.<br />
Met de TEBS E diagnosesoftware wordt dit drukverschil bij het<br />
ingeven gecontroleerd en er wordt een passende aanwijzing bij de<br />
ingave van de parameters gegeven.<br />
Wanneer de ISO 7638 spanningsvoeding tijdens het rijden van het<br />
motorvoertuig niet beschikbaar is en daarom de ECU alleen via de<br />
24N stoplichtvoeding van spanning wordt voorzien, dan is er geen<br />
liftasregeling.<br />
Alleen bij gegarandeerde ISO 7638 spanningsvoeding en v = 0 km/h<br />
werkt de liftasregeling weer correct.<br />
59
6 TEBS E<br />
Liftasregeling LA1<br />
Liftasregeling LA2<br />
Componenten<br />
Component /<br />
bestelnummer<br />
Liftasklep<br />
LACV<br />
463 084 0.. 0<br />
Asliftklep<br />
463 084 010 0<br />
60<br />
GIO functies<br />
Instelling gedrag liftassen bij uitgeschakeld contact<br />
Het gedrag van de liftas (opgetild of neergelaten) kan bij een stilstaand<br />
voertuig (contact UIT) worden aangepast in de TEBS E<br />
diagnosesoftware en is afhankelijk van de constructie van de asliftklep.<br />
De impulsgestuurde asliftklep kan na contact UIT de liftas in de<br />
posities Heffen/neerlaten regelen.<br />
De veerretour asliftklep kan na contact UIT de liftas alleen in de positie<br />
dalen regelen.<br />
Op de TEBS E modulator kunnen maximaal drie impulsgestuurde<br />
kleppen worden aangesloten.<br />
De volgende aansluitingen voor de regeling van de 1e liftas zijn mogelijk: een<br />
veerretour asliftklep 464 084 0.. 0 of een impulsgestuurde asliftklep 463 084 100 0<br />
of een impulsgestuurd ECAS magneetklepblok met liftasregeling 472 905 114 0<br />
De volgende aansluitingen voor de regeling van de 2e liftas zijn mogelijk: een<br />
veerretour asliftklep 463 084 0.. 0 of een impulsgestuurde asliftklep 463 084 100 0<br />
Voertuigtype Doel / functie Opmerking Verbindingskabel<br />
Alle getrokken<br />
voertuigen met<br />
liftas(sen).<br />
Alle getrokken<br />
voertuigen met<br />
liftas(sen).<br />
Regeling van maximaal twee<br />
liftassen automatisch; dat wil<br />
zeggen afhankelijk van de<br />
actuele aslast.<br />
Elektrische aansturing en<br />
controle door TEBS E.<br />
Wegrijhulp met restdruk<br />
mogelijk (alleen met extra<br />
magneetklep, bijv.<br />
472 173 226 0).<br />
Regeling van maximaal twee<br />
liftassen in een<br />
luchtveringinstallatie van twee<br />
circuits; dat wil zeggen<br />
afhankelijk van de actuele<br />
aslast.<br />
Elektrische aansturing en<br />
controle door TEBS E.<br />
463 084 031 0<br />
1-krings, veerretour,<br />
zonder koppelingen.<br />
463 084 041 0<br />
1-krings, veerretour,<br />
met koppelingen.<br />
463 084 042 0<br />
1-krings, veerretour,<br />
met koppelingen.<br />
463 084 050 0<br />
12V varianten met<br />
NPTF draad; voor<br />
gebruik bij Multi-<br />
Voltage.<br />
Kabel voor liftas<br />
conventioneel, RTR<br />
449 443 ... 0<br />
2-krings, veerretour. Kabel voor liftas<br />
conventioneel, RTR<br />
449 443 ... 0<br />
Zonder DIN<br />
bajonetaansluiting,<br />
gebruik hiervoor<br />
adapter 894 601 135 2.
Component /<br />
bestelnummer<br />
Liftasklep<br />
LACV-IC<br />
463 084 100 0<br />
ECASmagneetklep<br />
472 905 114 0<br />
ECASmagneetklep<br />
472 905 111 0<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Voertuigtype Doel / functie Opmerking Verbindingskabel<br />
Alle getrokken<br />
voertuigen met<br />
liftas(sen).<br />
Oplegger /<br />
disselaanhangwagen<br />
(met liftas).<br />
Oplegger /<br />
disselaanhangwagen<br />
(met liftas).<br />
Gebruik van een liftas voor de<br />
aansturing van de derde as bij<br />
een 3-assige oplegger voor<br />
dynamische wielbasisregeling<br />
(OptiTurn / OptiLoad).<br />
Toepassing voor de<br />
wegrijblokkering voor de<br />
aansturing van de<br />
veerremcilinders.<br />
Elektrische aansturing en<br />
controle door TEBS E.<br />
Wegrijhulp met restdruk<br />
mogelijk.<br />
1-puntsregeling.<br />
Regeling voertuigniveau van<br />
één as of meerdere assen.<br />
Heffen/neerlaten van één of<br />
twee parallel geregelde<br />
liftassen.<br />
Elektrische aansturing en<br />
controle door TEBS E.<br />
Wegrijhulp met restdruk<br />
mogelijk.<br />
2-puntsregeling.<br />
Regeling voertuigniveau van<br />
één as of meerdere assen.<br />
Heffen/neerlaten van één of<br />
twee parallel geregelde<br />
liftassen.<br />
Elektrische aansturing en<br />
controle door TEBS E.<br />
Wegrijhulp met restdruk<br />
mogelijk.<br />
Impulsgestuurd. Kabel voor asliftklep<br />
449 445 ... 0<br />
of<br />
449 761 ... 0<br />
1-krings,<br />
impulsgestuurd.<br />
2-krings.<br />
2-puntsregeling,<br />
alleen mogelijk in<br />
combinatie met ELEX<br />
en vanaf versie<br />
TEBS E2.<br />
+ impulsgestuurde<br />
liftas.<br />
Kabel voor ECAS<br />
magneetklep<br />
449 445 ... 0<br />
(2x)<br />
Kabel voor ECAS<br />
magneetklep<br />
449 445 ... 0<br />
Kabel voor ECAS<br />
2-puntsregeling<br />
449 439 ... 0<br />
impulsgestuurd: De klep heeft twee magneten en een stopstand, waarin de liftas gedeeltelijk kan worden ontlast.<br />
veerretour: De liftas wordt neergelaten of opgetild, zonder tussenstanden. Wanneer de spanning wordt uitgeschakeld, dan<br />
daalt de liftas.<br />
61
62<br />
6 TEBS E<br />
GIO functies<br />
<strong>WABCO</strong> aanbeveling voor de keuze van kleppen voor liftassen<br />
Liftasklep<br />
veerretour<br />
463 084 010 0<br />
Gedrag liftassen bij uitgeschakeld contact<br />
Liftas blijft in gewenste en<br />
geparametreerde stand<br />
(opgetild of neergelaten).<br />
Liftas daalt.<br />
Liftasklep<br />
veerretour<br />
463 084 031 0<br />
In combinatie met TEBS E<br />
modulator 480 102 03. 0<br />
(Standard)<br />
Liftasregeling, wegrijhulp, gedwongen dalen, OptiTurn / OptiLoad<br />
Een liftas zonder dynamische<br />
wielbasisregeling<br />
Twee liftassen zonder<br />
dynamische wielbasisregeling.<br />
Advies van de asfabrikant:<br />
Bij twee liftassen zou één liftas<br />
2-krings moeten zijn.<br />
Dynamische<br />
wielbasisregeling<br />
Een liftas of sleepas met<br />
dynamische wielbasisregeling<br />
op as 3 voor aslastverdeling bij<br />
belading of automatisch heffen<br />
in een bocht.<br />
Bediening<br />
Liftasklep<br />
impulsgestuurd<br />
463 084 100 0<br />
ECASmagneetklep<br />
impulsgestuurd<br />
472 905 114 0<br />
ECASmagneetklep<br />
impulsgestuurd<br />
472 905 111 0<br />
In combinatie met TEBS E modulator 480 102 06. 0<br />
(Premium)<br />
In combinatie met TEBS E modulator 480 102 03. 0 (Standard) / 480 102 06. 0 (Premium)<br />
In combinatie met TEBS E modulator 480 102 06. 0<br />
(Premium)<br />
Informatie over bediening, zie hoofdstuk 10.6 "Bediening liftassen", pagina 202.
6.2 Sleepasregeling met restdruk<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Montage<br />
Instelling restdruk<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Opleggers met sleepassen / fusee-assen.<br />
Opleggers met sleepassen en OptiTurn / OptiLoad functie zie hoofdstuk 6.9<br />
"Dynamische wielbasisregelingen", pagina 83.<br />
Deze functie is niet geschikt voor disselaanhangwagens.<br />
Bij toepassing van sleepassen moet de luchtbalg niet compleet worden ontlucht,<br />
omdat anders delen van de luchtbalg tegen elkaar schuren (kreukelen van de<br />
balgen) en beschadigingen veroorzaken.<br />
De geïntegreerde functie ondersteunt met een restdruk in de luchtbalgen om<br />
beschadiging aan banden, verhoogde bandenslijtage en mogelijke beschadiging<br />
van luchtbalgen te voorkomen.<br />
.<br />
Bij sleepassen moeten de wielsnelheid met sensoren en de remming met een<br />
separate modulator worden geregeld.<br />
<strong>WABCO</strong> advies: Rem de sleepas met gebruik van een EBS relaisklep (4S/3Msysteem).<br />
Verder moet een externe aslastsensor e-f worden gemonteerd om de balgdrukken<br />
aan de sleepas te meten.<br />
Om de sleepas te regelen moet ook een impulsgestuurde asliftklep (LACV-IC)<br />
worden gebruikt.<br />
Veerretour asliftkleppen kunnen niet worden gebruikt.<br />
– Selecteer in de parameterinstellingen Automatische liftasaansturing de restdruk<br />
afhankelijk van de gemonteerde luchtbalg in de TEBS E diagnosesoftware, zie<br />
hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware",<br />
pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1.<br />
De restdruk kan vanaf 0,3 bar worden ingesteld.<br />
63
64<br />
6 TEBS E<br />
GIO functies<br />
6.3 Elektronisch geregelde luchtvering (ECAS)<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Alle luchtgeveerde getrokken voertuigen.<br />
De ECAS basisfunctie is de compensatie van hoogtewijzigingen, die bijv. door<br />
wijziging in de lading of door nieuwe ingave van de gewenste waarde (bijv. door de<br />
afstandsbediening) zijn ontstaan. Deze afwijkingen leiden tot een wijziging in de<br />
afstand tussen voertuigas en carrosserie. ECAS compenseert de afwijkingen door<br />
niveauregeling.<br />
Een wegsensor is op de carrosserie gemonteerd en via een hefboomsysteem met<br />
de voertuigas verbonden. De sensor registreert met een bepaalde frequentie de<br />
afstand tussen as en carrosserie. De frequentie hangt af van de bedrijfsuren (rijden<br />
of laden) van het voertuig.<br />
De gemeten waarde is de actuele waarde van de regelkring en wordt aan de ECU<br />
doorgegeven. In de ECU wordt deze actuele waarde met de in de ECU ingestelde<br />
waarde vergeleken.<br />
Bij een onacceptabel verschil tussen actuele en ingestelde waarde (regelafwijking)<br />
wordt aan de ECAS magneetklep een signaal doorgegeven. Afhankelijk van dit<br />
signaal regelt de ECAS magneetklep de luchtbalg en be- of ontlucht deze. Door de<br />
drukverandering in de luchtbalg wijzigt ook de afstand tussen voertuigas en<br />
carrosserie. De afstand wordt opnieuw door de sensor geregistreerd en de cyclus<br />
begint opnieuw.<br />
Bij de elektronische niveauregeling (ECAS) zijn er twee regelingen om de hoogte<br />
te wijzigen.<br />
1-puntsregeling 2-puntsregeling (vanaf versie TEBS E2)<br />
Voertuigtype Opleggers of<br />
middenassers met één<br />
sensor<br />
Regeling van de<br />
ECAS functie<br />
Integratie in TEBS E<br />
modulator (Premium)<br />
Aansluiting Direct op de TEBS E<br />
modulator (Premium)<br />
Disselaanhangwagens met twee sensoren (1x op vooras, 1x op achteras).<br />
Opleggers met onafhankelijke wielophanging, met twee sensoren (1x<br />
rechterzijde, 1x linkerzijde direct boven het midden van het asstel).<br />
Een 2-puntsregeling bij opleggers of middenassers met starre assen is niet<br />
toegestaan.<br />
Integratie in TEBS E modulator (Premium) en ELEX of in externe ECAS.<br />
Direct op de TEBS E modulator (Premium) en ELEX respectievelijk door<br />
middel van ECAS-kit 446 120 02. 0 (omvat de externe ECAS-ECU<br />
446 055 066 0).<br />
Montage Let erop, dat bij een rechtse/linkse regeling alleen de hogere balgdruk naar<br />
de trailermodulator wordt doorgegeven. Gebruik daarvoor een wisselklep<br />
(dubbele terugslagklep).<br />
Dan wordt het gemiddelde van de beide bemeten waarden bepaald.<br />
Meer informatie over 2-puntsregeling, zie hoofdstuk 7.1.3 "ECAS 2-puntsregeling",<br />
pagina 131.
Componenten<br />
Component /<br />
bestelnummer<br />
TEBS E modulator<br />
met gemonteerde<br />
PEM<br />
480 102 06. 0<br />
ELEX<br />
446 122 070 0<br />
eTASC<br />
463 090 5.. 0<br />
ECAS-magneetklep<br />
472 880 030 0<br />
ECAS-magneetklep<br />
472 880 020 0<br />
472 880 030 0<br />
ECAS-magneetklep<br />
472 880 001 0<br />
Applicatie /<br />
voertuigtype<br />
Alle getrokken<br />
voertuigen met<br />
luchtvering.<br />
In combinatie met<br />
TEBS E modulator<br />
(Premium)<br />
Opleggers en<br />
middenassers met<br />
luchtvering; dolly-assen<br />
met luchtvering<br />
Oplegger /<br />
disselaanhangwagen<br />
(zonder liftas).<br />
Disselaanhangwagen<br />
(zonder liftas) met<br />
smoorfunctie.<br />
Oplegger /<br />
disselaanhangwagen<br />
(zonder liftas).<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Doel / functie Opmerking Verbindingskabel<br />
Regeling en controle<br />
van de elektronische<br />
luchtvering.<br />
TEBS E modulator<br />
(Premium) met PEM<br />
Aansluiting tot twee<br />
ECAS magneetkleppen<br />
en één sensor.<br />
2-puntsregeling. 2-puntsregeling, alleen<br />
mogelijk in combinatie<br />
met ELEX en vanaf<br />
versie TEBS E2.<br />
ECAS-klep met<br />
handmatige bediening<br />
voor het heffen en<br />
dalen<br />
1-puntsregeling.<br />
Regeling<br />
voertuigniveau van één<br />
of meerdere parallel<br />
geschakelde assen<br />
(Heffen/neerlaten).<br />
2-puntsregeling.<br />
Regeling<br />
voertuigniveau van één<br />
of meerdere parallel<br />
geschakelde assen<br />
(Heffen/neerlaten)<br />
ECAS-magneetklep<br />
473 880 020 0 (vooras)<br />
+ ECAS-magneetklep<br />
472 880 030 0<br />
(achteras)<br />
2-puntsregeling.<br />
Regeling<br />
voertuigniveau van één<br />
of meerdere parallel<br />
geschakelde assen<br />
(Heffen/neerlaten).<br />
Uitsluitend in<br />
combinatie met TEBS<br />
E modulator (Premium)<br />
vanaf versie TEBS<br />
E2.5 en met<br />
wegsensor mogelijk.<br />
Een nauwkeurige<br />
beschrijving van de<br />
componenten zie<br />
hoofdstuk 7.7 "eTASC<br />
(vanaf versie TEBS<br />
E2.5)", pagina 141.<br />
2-puntsregeling, alleen<br />
mogelijk in combinatie<br />
met ELEX en vanaf<br />
versie TEBS E2.<br />
2-puntsregeling, alleen<br />
mogelijk in combinatie<br />
met ELEX en vanaf<br />
versie TEBS E2.<br />
Kabel voor ECAS<br />
magneetklep<br />
449 445 ... 0<br />
Kabel voor ECAS<br />
2-puntsregeling<br />
449 439 ... 0<br />
Kabel voor ECAS<br />
magneetklep<br />
449 445 ... 0<br />
Kabel voor ECAS<br />
magneetklep<br />
449 445 ... 0<br />
2x kabels voor ECAS<br />
magneetklep<br />
449 445 ... 0<br />
Kabel voor ECAS<br />
2-puntsregeling<br />
449 439 ... 0<br />
65
66<br />
6 TEBS E<br />
Component /<br />
bestelnummer<br />
ECAS-magneetklep<br />
472 905 114 0<br />
ECAS-magneetklep<br />
472 905 111 0<br />
Sensor met<br />
draaihoekprincipe<br />
441 050 100 0<br />
Hefboom<br />
441 050 718 2<br />
Montageset<br />
433 401 003 0<br />
ECAS bedieningsbox<br />
446 156 02. 0<br />
ECASbedieningseenheid<br />
446 056 117 0<br />
Applicatie /<br />
voertuigtype<br />
Oplegger /<br />
disselaanhangwagen<br />
(met liftas).<br />
Oplegger /<br />
disselaanhangwagen<br />
(met liftas).<br />
Oplegger /<br />
disselaanhangwagen<br />
met luchtvering.<br />
Montage aan de<br />
sensor.<br />
Aansluiting op de as.<br />
446 156 021 0<br />
Oplegger zonder liftas.<br />
446 156 022 0<br />
Oplegger met liftas.<br />
446 156 023 0<br />
Disselaanhangwagen<br />
Oplegger /<br />
disselaanhangwagen.<br />
GIO functies<br />
Doel / functie Opmerking Verbindingskabel<br />
1-puntsregeling.<br />
Regeling<br />
voertuigniveau van één<br />
of meerdere parallel<br />
geschakelde assen<br />
(Heffen/neerlaten).<br />
2-puntsregeling.<br />
Regeling<br />
voertuigniveau van één<br />
of meerdere parallel<br />
geschakelde assen<br />
(Heffen/neerlaten).<br />
Impulsgestuurde liftas. Kabel voor ECAS<br />
magneetklep<br />
449 445 ... 0<br />
2-puntsregeling, alleen<br />
mogelijk in combinatie<br />
met ELEX en vanaf<br />
versie TEBS E2.<br />
Impulsgestuurde liftas.<br />
Meten rijniveau. Gebruik uitsluitend<br />
sensor 441 050 100 0.<br />
Verlenging<br />
sensorhefboom.<br />
Bedieningseenheid<br />
(met zes knoppen)<br />
voor beïnvloeding van<br />
het niveau en de<br />
liftasregeling door de<br />
chauffeur.<br />
Zijdelings aan het<br />
getrokken voertuig<br />
gemonteerd.<br />
Bedieningseenheid<br />
(met negen knoppen)<br />
voor beïnvloeding van<br />
het niveau en de<br />
liftasregeling door de<br />
chauffeur.<br />
Meestal zijdelings aan<br />
het getrokken voertuig<br />
gemonteerd.<br />
Kabel voor ECAS<br />
magneetklep<br />
449 445 ... 0<br />
Kabel voor ECAS<br />
2-puntsregeling<br />
449 439 ... 0<br />
Kabel voor wegsensor<br />
449 811 ... 0<br />
Kabel voor ECASbedieningskast<br />
449 627 ... 0<br />
Kabel voor ECASbedieningseenheid<br />
449 628 ... 0
Component /<br />
bestelnummer<br />
ECASbedieningseenheid<br />
446 056 25. 0<br />
SmartBoard<br />
446 192 11. 0<br />
Trailer Remote<br />
Control<br />
446 122 080 0<br />
Bediening<br />
Applicatie /<br />
voertuigtype<br />
Oplegger /<br />
disselaanhangwagen.<br />
446 192 110 0<br />
(met geïntegreerde<br />
accu)<br />
446 192 111 0<br />
voor voertuigen voor<br />
gevaarlijke stoffen<br />
Alle getrokken<br />
voertuigen.<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Doel / functie Opmerking Verbindingskabel<br />
Bedieningseenheid<br />
(met twaalf knoppen)<br />
voor beïnvloeding van<br />
het niveau en de<br />
liftasregeling door de<br />
chauffeur.<br />
Meestal zijdelings aan<br />
het getrokken voertuig<br />
gemonteerd.<br />
Weergave- en<br />
bedieningsconsole<br />
voor beïnvloeding van<br />
het niveau en de<br />
liftasregeling door de<br />
chauffeur.<br />
Meestal zijdelings aan<br />
het getrokken voertuig<br />
gemonteerd.<br />
Weergave- en<br />
bedieningsconsole<br />
voor beïnvloeding van<br />
het niveau en de<br />
liftasregeling door de<br />
chauffeur (vanuit de<br />
cabine)<br />
In de motorwagen<br />
gemonteerd.<br />
Vervangende accu<br />
446 192 920 2<br />
Alleen in combinatie<br />
met ELEX en vanaf<br />
versie TEBS E2 zie<br />
hoofdstuk 7.1<br />
"Elektronische<br />
uitbreidingsmodule<br />
(ELEX)", pagina 123.<br />
Informatie over bediening, zie hoofdstuk 10 "Bediening", pagina 193.<br />
Kabel voor SmartBoard<br />
449 911 ... 0<br />
Verbindingskabel<br />
tussen Trailer Remote<br />
Control en<br />
zekeringskast in de<br />
motorwagen en een<br />
houder worden<br />
meegeleverd.<br />
67
68<br />
6 TEBS E<br />
6.3.1 Regeling ingesteld niveau<br />
Ingesteld niveau<br />
Functie<br />
GIO functies<br />
Het ingestelde niveau is de gewenste waarde voor de afstand tussen carrosserie<br />
en voertuigas. Dit ingestelde niveau wordt bepaald door kalibreren, parametreren<br />
of door de chauffeur (bijv. via het SmartBoard).<br />
De magneetklep wordt gebruikt voor de regeling en door be-/ontluchting van de<br />
luchtbalg wordt het actuele niveau aangepast aan het ingestelde niveau.<br />
Dit gebeurt bij:<br />
• Afwijkingen buiten tolerantiebereik (bijv. door wijzigingen in het gewicht)<br />
• Wijziging van het ingestelde niveau (bijv. door keuze van een memoryniveau)<br />
Anders dan bij de conventionele luchtvering wordt niet alleen het rijniveau, maar<br />
elk vooraf ingesteld niveau geregeld. Zo wordt ook een niveau, dat is ingesteld<br />
voor het laden en lossen, als ingesteld niveau aangenomen.<br />
Met andere woorden: Bij wijziging van de beladingscondities blijft het voertuig op<br />
het ingestelde niveau, terwijl bij de conventionele luchtvering dit met de hand moet<br />
worden bijgesteld of de carrosserie bij het laden naar beneden gaat en bij het<br />
lossen naar boven.<br />
Bij onderbreking van de stroomvoorziening of bij ontoereikende luchtvoorziening,<br />
bijv. door uitschakelen van het contact, vindt geen verdere regeling van het<br />
ingestelde niveau plaats.<br />
Via de parameters Na ontsteking aan is gemeten-w. gelijk nom.waardeniveau (zie<br />
hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168<br />
=> venster TEBS - GIO parameter 2 => knop uitgebreide ECAS parameters =><br />
overige functies) kan worden bereikt, dat een niveau dat wijzigt terwijl het contact<br />
is uitgeschakeld (bijvoorbeeld door luchtverlies, wijziging in gewicht) bij het<br />
inschakelen van het contact automatisch als nieuw actueel niveau wordt ingesteld.<br />
Daarmee wordt het plotseling bijregelen tegengegaan.<br />
Door het gebruik van het snelheidssignaal maakt de elektronische niveauregeling<br />
in tegenstelling tot het conventionele luchtveersysteem onderscheid tussen<br />
statische en dynamische wijzigingen in de wielbelasting. Tijdens het rijden wordt<br />
een niveauwijziging slechts vertraagd bijgesteld. Zou het voertuig bijv. ook bij het<br />
inveren op slecht wegdek worden nageregeld, dan zou onnodig verbruik van<br />
luchtdruk ontstaan.
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Wijziging statische wielbelasting Wijziging dynamische wielbelasting<br />
Gebruik • Bij wijziging belading.<br />
• Bij stilstand.<br />
• Bij lage voertuigsnelheden.<br />
Regelfuncties Controle van de actuele waarde en, indien nodig,<br />
correctie door be- of ontluchting van de betreffende<br />
luchtbalgen in korte intervallen (bijv. 1x per seconde<br />
– per parameter in te stellen) door de elektronische<br />
niveauregeling, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />
parameters met TEBS E diagnosesoftware",<br />
pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 2 =><br />
knop uitgebreide ECAS parameters =><br />
regelvertraging.<br />
• Wijzigingen in dynamische wielbelasting worden<br />
veroorzaakt door oneffenheden in de weg bij hogere<br />
snelheden.<br />
• Bij bergop of bergaf rijden wijzigt de wielbelasting,<br />
hetgeen invloed heeft op de regelkwaliteit.<br />
Wijzigingen in dynamische wielbelasting worden<br />
meestal gecompenseerd door het flexibele<br />
veringsgedrag van de luchtbalgen. In dit geval is be- of<br />
ontluchting van de luchtbalg niet gewenst, omdat alleen<br />
de geblokkeerde luchtbalg bijna constante<br />
veringseigenschappen laat zien.<br />
Wanneer de overtollige lucht bij het uitveren uit de<br />
luchtbalg wordt ontlucht, moet deze weer worden<br />
aangevuld bij het inveren, hetgeen resulteert in een<br />
hogere compressorbelasting en brandstofverbruik.<br />
Daarom wordt bij hogere snelheden de regeling met<br />
grotere intervallen, doorgaans om de 60 seconden,<br />
uitgevoerd. De vergelijking ingestelde/actuele waarde<br />
wordt permanent uitgevoerd.<br />
Opmerking Omdat niet elke oneffenheid op de weg wordt<br />
gecompenseerd, bijvoorbeeld bij slecht wegdek, is het<br />
luchtverbruik van de elektronische luchtvering lager dan<br />
bij een conventionele niveauregeling met<br />
luchtveringsklep.<br />
69
70<br />
6 TEBS E<br />
6.3.2 Rijniveaus<br />
GIO functies<br />
Rijniveau I (normaalniveau)<br />
Onder rijniveau I (normaalniveau) verstaat men het ingestelde niveau, dat door de<br />
voertuig- resp. asfabrikant wordt vastgelegd voor het rijden onder optimale<br />
condities (optimale carrosseriehoogte).<br />
Rijniveau I is gedefinieerd voor de totale voertuighoogte, die aan wettelijke<br />
richtlijnen is gebonden, en voor de hoogte van het voertuigzwaartepunt, die<br />
speciaal voor de rijdynamiek belangrijk is.<br />
Het normaalniveau wordt omschreven als basisparameter voor het voertuig.<br />
Rijniveau II<br />
Rijniveau III<br />
Rijniveau IV<br />
Losniveau<br />
Rijniveau II wordt afwijkend van rijniveau I (normaalniveau) geparametreerd. Is<br />
rijniveau II lager dan rijniveau I, dan moet deze waarde negatief in de TEBS E<br />
diagnosesoftware worden ingegeven, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters<br />
met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 2<br />
=> niveauregeling.<br />
Toepassing<br />
• Bij gebruik van een oplegger achter verschillende trekkers (met verschillende<br />
schotelhoogten) kan de carrosserie steeds horizontaal worden gezet.<br />
Rijniveau III is een rijniveau als rijniveau II, het komt echter overeen met de<br />
maximale carrosseriehoogte en is dus het hoogste rijniveau.<br />
Rijniveau III kon tot nu toe alleen via de snelheid worden geselecteerd.<br />
Vanaf versie TEBS E2 is de selectie ook mogelijk door de ECASbedieningseenheid.<br />
Toepassing<br />
• Wordt gebruikt om de oplegger aan te passen aan de verschillende<br />
schotelhoogten.<br />
• Ter besparing van brandstof (bijv. bij hogere snelheid).<br />
• Om het voertuigzwaartepunt te laten zakken voor een hogere dwarsstabiliteit.<br />
Het snelheidsafhankelijk dalen van de carrosserie is erop gebaseerd, dat met<br />
hogere snelheden op goed wegdek wordt gereden, die niet de hele veerweg<br />
gebruikt.<br />
Via de parametrering kan worden gekozen of het losniveau of het<br />
rijniveau IV moet worden gebruikt, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />
parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 venster TEBS<br />
- functiekeuze => Standard functies.<br />
Toepassing<br />
• Als extra rijniveau.<br />
Het losniveau wordt alleen geregeld in stilstand of bij lage snelheid om het voertuig<br />
beter te kunnen lossen. Wanneer de grenssnelheid is bereikt, dan wordt het niveau<br />
automatisch aangepast aan het niveau dat het laatst is opgeslagen.
Schakelaar voor losniveau<br />
Memoryniveau<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Toepassing<br />
• Dalen van een kiepwagen om hard terugveren te voorkomen bij plotseling<br />
lossen (storten van de lading).<br />
• Tankvoertuig automatisch in de beste losstand te brengen.<br />
• Verbeteren stabiliteit.<br />
Voorbeeld: De schakelaar is op de kiepbak gemonteerd, het voertuig zal dan<br />
automatisch worden neergelaten naar een vastgesteld niveau, zodra de bak wordt<br />
gekiept. Ideaal gesproken komt deze waarde overeen met het bufferniveau resp.<br />
lage gekalibreerde niveau. Zo wordt overbelasting van de assen tijdens het<br />
plotseling lossen voorkomen.<br />
De functie wordt automatisch bij v > 10 km/h uitgeschakeld.<br />
Wanneer het geparametreerde losniveau buiten het geparametreerde lage of hoge<br />
niveau valt, dan wordt de slag op deze niveaus begrensd.<br />
Een losniveau wordt alleen tussen het lage en hoge gekalibreerde niveau<br />
bewerkstelligd, zelfs als de parameter een waarde buiten dit bereik aangeeft.<br />
Het losniveau kan met het SmartBoard tijdelijk worden uitgeschakeld,<br />
bijv. bij het gebruik van wegenbouwmachines.<br />
Parameter voor losniveau<br />
In de TEBS E diagnosesoftware zijn er twee parameters voor het<br />
losniveau, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 2<br />
=> knop Uitgebreide ECAS parameter.<br />
• Dalen van carrosserie tot op de buffer.<br />
• Dalen van carrosserie tot op het laagste gekalibreerde niveau.<br />
Deze parameters gelden ook voor de regeling van deze functie via het<br />
SmartBoard, de Trailer Remote Control, de ECAS bedieningsbox en<br />
ECAS-bedieningseenheid.<br />
In de TEBS E diagnosesoftware is een snelheidsafhankelijke<br />
parameter voor het losniveau gecreëerd. D.w.z. dat zowel het<br />
losniveau als het rijniveau IV (normaalniveau IV) kan worden gebruikt.<br />
Verder bestaat de mogelijkheid schakelingangen voor rijniveau I,<br />
rijniveau II of het rijniveau IV onafhankelijk te gebruiken.<br />
In tegenstelling tot het losniveau, dat in de ECU wordt geparametreerd, kan het<br />
memoryniveau door de chauffeur worden vastgelegd en steeds veranderd. Een<br />
ingegeven memoryniveau blijft zolang opgeslagen in het systeem tot het door de<br />
gebruiker wordt gewijzigd, d.w.z. ook wanneer het contact is uitgeschakeld. Het<br />
memoryniveau geldt voor het totale voertuig.<br />
Voor elk systeem kunnen twee verschillende memoryniveaus worden gebruikt.<br />
Toepassing<br />
• Steeds terugkerend laden aan een laadperron met eenmaal gedefinieerde<br />
hoogte.<br />
Een ECAS-bedieningseenheid of een SmartBoard is nodig om de memoryfunctie<br />
op te vragen.<br />
Aanvullende informatie over de bedieningsmogelijkheden van de niveaus zie<br />
hoofdstuk 10 "Bediening", pagina 193.<br />
71
72<br />
6 TEBS E<br />
6.3.3 Groen verklikkerlampje<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Remedie<br />
GIO functies<br />
Alle getrokken voertuigen met ECAS.<br />
Weergave van ECAS-storingen (lamp knippert).<br />
Weergave, of het getrokken voertuig zich buiten het rijniveau bevindt (lamp<br />
permanent aan).<br />
Wanneer de lamp permanent aan is, is er sprake van een afwijking tussen het<br />
actueel geselecteerde rijniveau en het werkelijke rijniveau van het voertuig. Via het<br />
SmartBoard, de ECAS-bedieningskast/bedieneenheid, de Trailer Remote Control<br />
of de knoppen Heffen/neerlaten kunt u het niveau veranderen.<br />
– Zet het voertuig desgewenst opnieuw in het rijniveau. Het geselecteerde<br />
rijniveau is het referentieniveau.<br />
– Beweeg het voertuig langzaam met een snelheid die hoger is dan de<br />
geparametreerde RTR-snelheid. Dan rijdt het voertuig automatisch op het<br />
geselecteerde rijniveau.<br />
Wanneer de lamp knippert, is er sprake van een storing in het ECAS-gedeelte.<br />
– Lees het diagnosegeheugen via de TEBS E diagnosesoftware uit en hef de<br />
storing op.<br />
Voorinstellingen in de TEBS E Diagnostic Software<br />
In menupunt uitgebreide ECAS parameters kan de functie worden geactiveerd en<br />
geparametreerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 2.<br />
– Activeer de functie door te klikken op waarschuwingslamp gemonteerd. Klik bij<br />
een LED op als LED (geen kabelbreukdetectie).<br />
– Stel de parameter Gedrag bij fouten in, om te definiëren of een fout uitsluitend<br />
na Ontsteking aan of permanent via de waarschuwingslamp moet worden<br />
aangegeven.
Aansluitingen van de componenten<br />
GIO functies<br />
Uittreksel uit schema 841 802 236 0:<br />
TEBS E 6<br />
De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />
met de TEBS E Diagnostic Software.<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 TEBS E Modulator (Premium)<br />
480 102 06. 0<br />
Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />
2 Groen verklikkerlampje (LED of<br />
gloeilamp)<br />
Montage op getrokken voertuig binnen<br />
het zicht van de chauffeur (via de<br />
achteruitkijkspiegel).<br />
Toepassing uitsluitend onder<br />
verantwoordelijkheid van de<br />
voertuigfabrikant, afhankelijk van de<br />
voertuigconstructie.<br />
Niet in <strong>WABCO</strong><br />
leveringsprogramma.<br />
3 Universele kabel 449 535 ... 0<br />
4 SmartBoard (optioneel)<br />
446 192 110 0<br />
5 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />
6 ECAS-bedieningskast<br />
446 156 022 0<br />
7 Kabel voor ECAS-bedieningskast 449 627 060 0<br />
73
74<br />
6 TEBS E<br />
GIO functies<br />
6.3.4 Tijdelijke deactivering van de automatische niveauregeling<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Aansluitingen van de componenten<br />
Alle getrokken voertuigen met (TEBS E geïntegreerde) ECAS.<br />
Tijdelijke deactivering van de automatische niveauregeling in stilstand<br />
(bijvoorbeeld tijdens het laden en lossen) om het luchtverbruik aan het laadperron<br />
te verminderen.<br />
De niveauregeling wordt in stilstand via een schakelaar of via het SmartBoard<br />
geactiveerd.<br />
In het SmartBoard is het menu uitsluitend zichtbaar, wanneer de functie<br />
Uitschakelkaar niveauregeling is geactiveerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />
parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS -<br />
functiekeuze => knop Speciale functies weergeven.<br />
Met het bedienen van de knop of via het menu „Niveauregeling uit“ in het<br />
SmartBoard wordt het naregelen in de stilstand onderbroken.<br />
Met deze functie worden alle liftasfuncties (zoals automatische liftasregeling,<br />
wegrijhulp, OptiTurn enzovoort) beëindigd. Alle liftassen worden neergelaten.<br />
Na het contactreset of zodra het voertuig weer met een snelheid > 5 km/h wordt<br />
verplaatst, wordt de automatische niveauregeling (+ alle liftasfuncties) weer<br />
geactiveerd.<br />
Voor de bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 (C) Knop Niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma.<br />
Alternatieve mogelijkheid:<br />
Smartboard<br />
446 192 11. 0<br />
2 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />
3 (A) Universele kabel 449 535 ... 0
6.4 Snelheidsschakelaar (ISS 1 en ISS 2)<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Alle getrokken voertuigen.<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Met de twee geïntegreerde snelheidsschakelaars ISS 1 en ISS 2 kunnen<br />
onafhankelijk van elkaar twee functies in het getrokken voertuig worden geregeld.<br />
Als het voertuig een geparametreerde snelheidsgrens overschrijdt of onderschrijdt,<br />
schakelt deze uitgang. Daardoor is het mogelijk om afhankelijk van de snelheid<br />
magneetkleppen in of uit te schakelen.<br />
Een typisch voorbeeld is het eenvoudig blokkeren van stuurassen zie<br />
hoofdstuk 6.19 "Blokkeren stuuras", pagina 109. De beide snelheidsgrenzen,<br />
waarbij de uitgang omschakelt, kunnen in de parameters tussen 0 en 120 km/h<br />
worden vastgelegd. Een minimale schakelhysteresis van 2 km/h moet worden<br />
aangehouden.<br />
Onder de geprogrammeerde snelheidsgrens is de uitgang uitgeschakeld. Bij het<br />
bereiken van de grens wordt de uitgang ingeschakeld en een voedingsspanning<br />
(24 V / 12 V) uitgestuurd. Per parameter kan de schakelfunctie ook worden<br />
omgekeerd, zodat in neutrale positie de voedingsspanning beschikbaar is.<br />
Voor de TASC moet de optie RTR pulssignaal in de diagnose worden geselecteerd,<br />
aangezien de klep niet is ontworpen voor een permanente stroomtoevoer zie<br />
hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168<br />
=> venster TEBS - GIO parameter 1 => Snelheidsschakelaar (ISS).<br />
In geval van fout moet zeker zijn, dat het door de schakeluitgang aangestuurde<br />
systeem niet in een situatie blijft, waarin de veiligheid van het voertuig wordt<br />
geschaad.<br />
Bij uitval van de spanningsvoeding moet bijvoorbeeld bij een stuuras de as zijn<br />
gesperd, aangezien dit het veiligst is.<br />
75
6 TEBS E<br />
Aansluitingen van de componenten<br />
76<br />
GIO functies<br />
Uittreksel uit schema 841 802 150 0<br />
De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd met de TEBS E Diagnostic Software.<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 TEBS E modulator (Premium / Standard) 480 102 0.. 0<br />
2 TASC<br />
Een uitgebreide beschrijving van het apparaat vindt u in de<br />
brochure "ASC Trailer Air Suspension Control – functie en<br />
montage" zie hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 =><br />
paragraaf "Meer informatie".<br />
463 090 012 0 (1-krings; RTR,<br />
vastzetten in positie dalen)<br />
463 090 020 0 (2-krings; RTR,<br />
vastzetten in positie dalen, met<br />
koppelingen en testaansluiting)<br />
463 090 021 0 (2-krings; RTR,<br />
vastzetten in positie dalen, met<br />
koppelingen)<br />
463 090 023 0 (2-krings; RTR,<br />
vastzetten in positie dalen)<br />
463 090 123 0 (2-krings; RTR,<br />
dodemansschakeling voor slag<br />
> 300 mm)<br />
3 Kabel voor liftas conventioneel, RTR 449 443 ... 0
6.5 Signaal RSS actief<br />
Componenten<br />
6.6 Signaal ABS actief<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Componenten<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
De TEBS E modulator is voorzien van de RSS functie. Zolang de RSS functie<br />
actief is en bij actieve RSS ingreep, worden de remlichten niet aangestuurd.<br />
Via de CAN dataverbinding wordt een signaal naar de motorwagen<br />
gestuurd en het remlicht opgevraagd. Afhankelijk van de constructie<br />
van de motorwagen wordt het aangaan van de remlichten<br />
ondersteund.<br />
Bovendien is met het signaal RSS actief mogelijk de remlichten door TEBS E te<br />
bedienen, wanneer de RSS functie actief is. Hiervoor moet deze uitgang via de<br />
GIO functie zijn geparametreerd.<br />
De aansturing kan via een relais worden gerealiseerd. De voedingsspanning voor<br />
de remlichten moet komen van de 15-polige stekerverbinding (ECE voorschriften).<br />
Positie Component Bestelnummer<br />
1 Relais Niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma.<br />
2 Universele kabel 449 535 ... 0<br />
Alle getrokken voertuigen.<br />
Terbeschikkingstelling van de voedingsspanning in de ABS-regelsituatie.<br />
De elektronica schakelt bij actieve ABS regeling tijdens het remmen de<br />
voedingsspanning op de geselecteerde GIO-uitgang. Daarmee kan via een relais<br />
bijvoorbeeld een retarder worden aangestuurd (gedeactiveerd).<br />
Positie Component Bestelnummer<br />
1 Relais Niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma.<br />
2 Universele kabel 449 535 ... 0<br />
77
78<br />
6 TEBS E<br />
6.7 Wegrijhulp<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
GIO functies<br />
Alle luchtgeveerde getrokken voertuigen met liftassen of sleepas als 1e as.<br />
Bij gladde ondergronden of op hellingen kunnen combinaties slecht of helemaal<br />
niet wegrijden. De aangedreven as van de motorwagen heeft niet genoeg tractie<br />
en de wielen draaien door.<br />
Bij de wegrijhulp wordt de 1e as van de oplegger opgetild respectievelijk de druk<br />
verminderd, door vermeerdering van het gewicht op de opleggerschotel wordt de<br />
tractie van de aangedreven as van de motorwagen verhoogd.<br />
Bij aansluiting van een SmartBoard op de TEBS E modulator (aan SUBSYSTEMS)<br />
en de parametrering dat geen schakelaar wordt gebruikt, kan bij opleggers met<br />
een 1e liftas een wegrijhulp volgens 98/12/EG worden gebruikt. De waarde, die<br />
volgens EG richtlijn overeenkomt met maximaal 30% overbelasting, moet door de<br />
voertuigfabrikant worden vastgelegd.<br />
Bij het bereiken van 30 km/u wordt de as weer neergelaten respectievelijk keert<br />
terug in de automatische modus.<br />
Let op de gegevens van de asfabrikant voor de wegrijhulp. De gegevens kunnen<br />
de maximale grenzen van de EG richtlijn beperken.<br />
Aanbevolen klepconfiguraties<br />
De volgende uitvoeringen kunnen worden gekozen:<br />
• Een veerretour asliftklep (niet voor alle voertuigen geschikt)<br />
De liftas kan worden opgetild als wegrijhulp, wanneer de toelaatbare balgdruk,<br />
die in de parameters is vastgelegd, na het heffen niet wordt overschreden.<br />
Wordt de toelaatbare druk overschreden wanneer de wegrijhulp actief is, dan<br />
wordt de wegrijhulp onderbroken en wordt de liftas neergelaten.<br />
In landen, waarin de aslasten van 3 maal 9t zijn toegestaan, wordt de<br />
wegrijhulp afgebroken, zodra de belasting van de op de grond staande assen<br />
de 23,4t overschrijdt. De werking van de wegrijhulp is dus aan de belading<br />
gekoppeld.<br />
• Eén asliftklep (veerretour) en één magneetklep voor de drukbegrenzing<br />
(restdruk)<br />
De liftas wordt als wegrijhulp ontlast tot de toelaatbare balgdruk, die in de<br />
parameters is vastgelegd, wordt bereikt. Dan wordt de balg van de liftas via de<br />
magneetklep afgesloten. Zo wordt de liftas voor het wegrijden optimaal ontlast<br />
zonder de 30% overbelasting op de andere assen te overschrijden.<br />
(De liftas blijft ontlast bij 130% aslast op de hoofdas en wordt pas bij 30 km/u<br />
neergelaten.)<br />
Deze configuratie staat een wegrijhulp zelfs bij een overbeladen voertuig toe.<br />
• Eén impulsgestuurde asliftklep<br />
De liftas wordt als wegrijhulp ontlast tot de toelaatbare balgdruk, die in de<br />
parameters is vastgelegd, wordt bereikt. Dan worden de veer- en liftbalg van de<br />
liftas afgesloten. Zo kan ook ontlasting van de liftas plaatsvinden om de<br />
toegestane 30% overbelasting niet te overschrijden.<br />
(De liftas blijft ontlast bij 130% aslast op de hoofdas en wordt pas bij 30 km/u<br />
neergelaten.)<br />
De volgorde is zinvol in landen met een toegestane aslast van 9t.
Activeren wegrijhulp<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
• ISO 7638: Aansturing via de CAN interface "motorwagen" vanaf trekkend<br />
voertuig.<br />
• SmartBoard: Activeren via het menu van het SmartBoard.<br />
• Bedieningsbox: Starten van de wegrijhulp uitsluitend mogelijk, wanneer de<br />
liftassen via het volledig automatische liftassysteem zich op de bodem bevinden<br />
(starten via de toets „Liftas heffen“).<br />
• Bedieningseenheid: Activeren met de toets „Liftasselectie“ en M1.<br />
• Trailer Remote Control: Activeren met de toets "wegrijhulp", zie<br />
hoofdstuk 10.2 "Bediening met afstandsbediening voor getrokken voertuigen<br />
(Trailer Remote Control)", pagina 193.<br />
• Rembediening: Door deze parameter te activeren kan de wegrijhulp worden<br />
geactiveerd of gedeactiveerd door de rem bij stilstand 3 maal in te drukken<br />
(tussen de drie rembedieningen moet de druk tot onder 0,4 bar zakken). Daarbij<br />
geldt de volgende voorwaarde: Voertuig staat stil. Na 2 seconden zonder<br />
remdruk moet binnen 10 seconden de rem driemaal met een sterkte van 3 tot<br />
8 bar worden bediend en weer gelost.<br />
Door de rem opnieuw driemaal te bedienen wordt de as gedwongen<br />
neergelaten.<br />
• Automatisch bij contact Aan: Activering van de wegrijhulp bij contact Aan.<br />
Daarmee kan een automatische verhoging van de steunlast bij middenassers of<br />
een betere trekkracht in de winter worden bereikt.<br />
• Automatisch met bochtherkenning: Bij langzaam rijden in bochten wordt de<br />
trekkracht in de motorwagen verhoogd.<br />
Meer informatie over bediening zie hoofdstuk 10.4 "Bediening van de wegrijhulp",<br />
pagina 201 en zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met afstandsbediening voor<br />
getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)", pagina 193.<br />
Met opnieuw driemaal bedienen van de rem wordt het gedwongen<br />
dalen geactiveerd.<br />
De wegrijhulp kan ook via de parameter Wegrijhulp bij contact Aan<br />
worden geactiveerd zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />
TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS E - GIO<br />
Parameter 1 => Wegrijhulp. De functie wordt automatisch bij het<br />
bereiken van de geparametreerde deactiveringssnelheid of door de<br />
functie voor het gedwongen dalen uitgeschakeld.<br />
79
6 TEBS E<br />
Verklaring<br />
80<br />
GIO functies<br />
Wegrijhulp<br />
De wegrijhulpfunctie wordt ondersteund voor liftassen op de laatste as<br />
bij opleggers of middenassers, d.w.z. de liftas wordt op verzoek<br />
opgetild of neergelaten.<br />
Activering: 1 maal bedienen van de toets (korter dan 5 seconden).<br />
Wegrijhulp "type Nordland"<br />
Een tijdsafhankelijke regeling van de wegrijhulp is ook mogelijk (in 1seconde<br />
stappen, max. 1.200 seconden).<br />
Bij asliftklep 463 084 3. 0 wordt na overschrijden van 130% van de<br />
aslast, na 5 seconden de liftas automatisch neergelaten.<br />
Activering: 1 maal bedienen van de toets (korter dan 5 seconden).<br />
Wegrijhulp „terrein“ (alleen via een toets te starten)<br />
Deze functie is gecreëerd om hogere drukken (drempels) voor de<br />
wegrijfunctie kortstondig toe te laten voor voertuigen die niet op de<br />
openbare weg worden gebruikt.<br />
Activering: 2 maal kort bedienen van de toets.<br />
Automatisch activeren door parameter Wegrijhulp automatisch bij<br />
bochtherkenning, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />
TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS E - GIO<br />
Parameter 1.<br />
Wegrijhulp "terrein"<br />
Zodra de geparametreerde snelheidsdrempel is bereikt, springt de<br />
functie over naar de standard wegrijhulp. Deze wordt eveneens<br />
uitgeschakeld bij het bereiken van de ingestelde drempelwaarde<br />
(snelheid en druk).<br />
Voorbeeld van een rembediening om de wegrijhulp te activeren<br />
A Minstens 2 seconden (s) stilstand van het voertuig B Driemaal remmen binnen 3 seconden (s)<br />
Volgende bekabelingmogelijkheden kunnen worden bekeken voor het inbouwen<br />
van de schakelaar. De diode is uitsluitend nodig bij de parameter Massa en plus en<br />
kan bij de parameters uitsluitend plus of uitsluitend massa worden weggelaten zie<br />
hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168<br />
=> venster TEBS - GIO parameter 1 => Schakelaarstatus.
Verklaring<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Getrokken voertuig / signaal van motorwagen +24V<br />
Getrokken voertuig / signaal van motorwagen - (massa)<br />
Toets in getrokken voertuigen<br />
A Pin 3 B Diode C Pin 2<br />
81
82<br />
6 TEBS E<br />
6.8 Externe aslastsensor<br />
Voor as c-d<br />
Voor as e-f<br />
Componenten<br />
GIO functies<br />
In plaats van een interne aslastsensor kan ook een externe aslastsensor worden<br />
gebruikt.<br />
Voertuigtype<br />
Bijvoorbeeld voertuigen met hydraulische vering, omdat hier de veerdruk tot<br />
200 bar kan oplopen (voertuigen, die vanwege de hoge drukken niet meer op de<br />
TEBS E modulator mogen worden aangesloten).<br />
Doel<br />
De externe aslastsensor kan achteraf op de hoofdas worden gemonteerd, wanneer<br />
de interne sensor zou zijn uitgevallen. Hiermee wordt de vervanging van de<br />
modulator vermeden en een prijstechnisch gunstige reparatie kan worden<br />
uitgevoerd.<br />
Nieuwe functie: Tweede externe aslastsensor as c-d<br />
Bij hydraulisch geveerde voertuigen kan onder toepassing van een<br />
tweede druksensor de aslast rechts en links gescheiden worden<br />
vastgesteld. Om er zeker van te zijn dat het voertuig niet over- of<br />
ondergeremd wordt bij lading die per kant verschilt, maakt deze<br />
nieuwe functie tweede externe. aslastsensor as c-d het mogelijk een<br />
gemiddelde waarde van beide externe druksensoren vast te<br />
stellen, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - functiekeuze<br />
=> knop speciale functies. Deze gemiddelde waarde wordt gebruikt<br />
om de remdruk vast te stellen en ook voor de weergave van de aslast.<br />
Deze functie is niet geschikt voor disselaanhangwagens.<br />
Voertuigtype<br />
Disselaanhangwagen, oplegger (alleen 3M) met liftassen of sleepassen, OptiTurn /<br />
OptiLoad<br />
Doel<br />
Nauwkeuriger vaststellen van de aslasten.<br />
Functie<br />
Overdracht van informatie over het totale gewicht van de trailer via ISO 7638<br />
steker naar de motorwagen en weergave in de display.<br />
Wanneer een SmartBoard is gemonteerd, dan zijn de aparte aslasten (voor-/<br />
achteras) van de disselaanhangwagen zichtbaar.<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 Druksensor (0 tot 10 bar)<br />
Toepassing uitsluitend onder<br />
verantwoordelijkheid van de voertuigfabrikant,<br />
afhankelijk van de voertuigconstructie.<br />
De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt<br />
vastgelegd met de TEBS E Diagnostic Software.<br />
441 044 101 0<br />
441 044 102 0<br />
2 Kabel voor druksensor 449 812 ... 0
6.9 Dynamische wielbasisregelingen<br />
6.9.1 Rangeerhulp (OptiTurn TM )<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Systeemeisen<br />
BO Kraftkreis<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Opleggers met 2 of 3 assen, achterste as uitgevoerd als sleepas of liftas.<br />
Middenasaanhangwagen<br />
Verhoging bestuurbaarheid.<br />
Kan als alternatief voor de fusee-as worden gebruikt.<br />
OptiTurn kan door de verschillende wielsnelheden krappe bochten herkennen en<br />
ontlast de achteras overeenkomstig de specificaties van de wegrijhulp. Daardoor<br />
"verplaatst" het draaipunt van het asstel van de middelste as tussen de beide<br />
assen die belast op de grond staan, verkleint de draaicirkel en verbetert de<br />
bestuurbaarheid van de hele combinatie.<br />
De belasting van de derde as kan afhankelijk van de parameterinstellingen worden<br />
gedefinieerd.<br />
Voordelen<br />
• Minder bandenslijtage in krappe bochten.<br />
• Kan stuuras en stuurasregeling uitsparen.<br />
• Betere bestuurbaarheid, ook bij achteruitrijden.<br />
Het voertuig moet zijn uitgerust met ECAS (ook met eTASC) en een LACV-IC aan<br />
de laatste as. Dit is nodig om een snel naregelen van het rijniveau bij het ontlasten<br />
van de laatste as bij het inrijden van een bocht en daarmee een snelle verkorting<br />
van de wielstand te garanderen.<br />
• ECAS (eTASC)<br />
• 4S/3M aan de laatste as<br />
• LACV-IC<br />
• Extra druksensor aan de as e-f<br />
De BO Kraftkreis bepaalt de maximale, wettelijk toegestane radius bij rotondes<br />
voor getrokken voertuigen. De buitendiameter van de rotonde bedraagt 25 m, de<br />
binnendiameter 10,6 m. Met OptiTurn wordt de wettelijke radius bij rotondes<br />
gehandhaafd.<br />
Parameterinstellingen OptiTurn<br />
Informatie over parametrering, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />
TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1.<br />
Selectie activeringsvoorwaarden<br />
Bij het komen onder de snelheid (maximum 30 km/h): De functie start met een<br />
vertraging van 60 seconden onder de geparametreerde snelheid.<br />
Let op: Na elke inschakeling van het contact moet het voertuig minstens éénmaal<br />
de ingestelde snelheid hebben overschreden, zodat de functie automatisch kan<br />
worden geactiveerd.<br />
83
84<br />
6 TEBS E<br />
Bedieningsopties<br />
GIO functies<br />
Bij herkenning bochten: De functie start onder de geparametreerde snelheid direct<br />
bij het inrijden van een bocht. Nadat de bocht is verlaten, wordt de functie<br />
gedeactiveerd tot de volgende bocht wordt ingereden.<br />
Uitsluitend bij deel-/vollast: Bij onbeladen voertuigen wordt de functie automatisch<br />
gedeactiveerd. De ECU schakelt in de automatische liftasfunctie.<br />
Selectie deactiveringsvoorwaarden<br />
Automatisch bij een geparametreerde snelheid, waarbij de functie moet worden<br />
gedeactiveerd (maximum 30 km/h).<br />
Automatisch bij het bereiken van maximaal 100% van de balgdruk, waarbij de<br />
functie gedeactiveerd of gehandhaafd moet worden.<br />
Let op de toegestane aslasten volgens de opgaven van de asfabrikant.<br />
Als de Tristop cilinders op as 2 en 3 zijn gemonteerd, dan moet de parameter<br />
Liftasfunctie (OptiTurn / OptiLoad) onderbreken bij ingeschakelde parkeerrem<br />
worden geselecteerd.<br />
Permanente automaat<br />
De functie start onafhankelijk van de chauffeur overeenkomstig de<br />
geparametreerde randvoorwaarden.<br />
Wanneer een SmartBoard is gemonteerd, kan de automaat tijdelijk worden<br />
gedeactiveerd om bijv. lucht te sparen (tot TEBS E2 kan voor OptiTurn en<br />
OptiLoad de automatische regeling uitsluitend voor beide gelijktijdig geactiveerd /<br />
gedeactiveerd worden).<br />
Via het SmartBoard kan de automaat ook helemaal worden uitgeschakeld en weer<br />
worden geactiveerd.<br />
De automaat kan via het SmartBoard weer helemaal worden geactiveerd. Via de<br />
toets rangeerhulp of de Trailer Remote Control (alleen in combinatie met ELEX en<br />
vanaf versie TEBS E2) kan de automaat bij het indrukken van de toets > 5<br />
seconden in de modus Gedwongen dalen worden gebracht.<br />
Na het uit- en weer inschakelen van het contact is OptiTurn weer actief (ritfunctie).<br />
OptiTurn en OptiLoad kunnen afzonderlijk via het SmartBoard worden<br />
geactiveerd.<br />
Handmatige regeling<br />
OptiTurn blijft gedeactiveerd tot het weer wordt geactiveerd door de toets<br />
Rangeerhulp te bedienen.<br />
De functie wordt handmatig met de toets Rangeerhulp gestart: toets Rangeerhulp<br />
1x indrukken.<br />
Het SmartBoard of de Trailer Remote Control (alleen in combinatie met ELEX en<br />
vanaf versie TEBS E2) kan als vervanging van de toets worden gebruikt.<br />
Na het uit- en weer inschakelen van het contact of het bewust uitschakelen via<br />
SmartBoard, Trailer Remote Control of toets Rangeerhulp wordt OptiTurn weer<br />
gedeactiveerd.<br />
Meer informatie over bediening zie hoofdstuk 10.5 "Bediening OptiLoad / OptiTurn",<br />
pagina 202 en zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met afstandsbediening voor<br />
getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)", pagina 193.
6.9.2 Kingpin reductie (OptiLoad TM )<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Systeemeisen<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Opleggers met 2 of 3 assen, achterste as uitgevoerd als sleepas of liftas.<br />
Ter voorkoming van overbelasting van de opleggerschotel en aandrijfas van de<br />
motorwagen bij opleggers met lading, die ongelijk is verdeeld in de richting van de<br />
motorwagen.<br />
Door heffen resp. drukverminderen van de achterste as wordt de lading beter<br />
tussen motorwagen en getrokken voertuig verdeeld en wordt overbelasting van de<br />
achterste as van de motorwagen voorkomen. De achterste as van de oplegger<br />
werkt hierbij als tegengewicht voor de lading.<br />
De functie kan worden gedeactiveerd, wanneer bij een onbeladen voertuig of in de<br />
winter de ontlasting van de achteras van de motorwagen niet zinvol is.<br />
Voordelen<br />
• De lading hoeft niet te worden verdeeld over de laadvloer.<br />
• Vermindering van risico op verkeersboetes wegens overbelading van de<br />
motorwagen.<br />
Het voertuig moet zijn uitgerust met een LACV-IC aan de laatste as voor het<br />
handhaven van de druk.<br />
• 4S/3M aan de laatste as<br />
• LACV-IC<br />
• Extra druksensor aan de as e-f<br />
Parameterinstellingen OptiLoad<br />
Informatie over parametrering, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />
TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1.<br />
Selectie activeringsvoorwaarden<br />
• Automatisch bij overschrijden van snelheid (parametrering vanaf 0 km/h<br />
mogelijk).<br />
• Uitsluitend bij deel-/vollast: Bij onbeladen voertuigen wordt de functie<br />
automatisch gedeactiveerd. De ECU schakelt in de automatische liftasfunctie.<br />
• Handmatig via een toets (2x toets rangeerhulp indrukken); optioneel via<br />
SmartBoard of Trailer Remote Control.<br />
Selectie deactiveringsvoorwaarden<br />
• Begrenzing drukwaarde, waarbij de functie wordt gedeactiveerd (onder de<br />
geparametreerde balgdruk is de functie actief).<br />
• Handmatig via een toets; optioneel via SmartBoard of Trailer Remote Control.<br />
85
86<br />
6 TEBS E<br />
Bedieningsopties<br />
GIO functies<br />
Winterbedrijf voor OptiLoad<br />
Tweede liftaskarakteristiek bij gedeactiveerd OptiLoad automatisch<br />
systeem: Wanneer via het SmartBoard of Trailer Remote Control de<br />
OptiLoad-Automatik wordt gedeactiveerd, kan men met deze<br />
parameter een tweede liftaskarakteristiek regelen. Het deactiveren van<br />
de functie is bijvoorbeeld in het winterbedrijf vereist, om meer<br />
trekkracht op de aandrijfas van de motorwagen te houden.<br />
Zonder de parameter zou de standaard karakteristiek van de<br />
liftasautomaat verder actief zijn en zo bij gedeeltelijk beladen of leeg<br />
voertuig de liftas niet meer optillen.<br />
Door de tweede karakteristiek kan het optillen uitgesteld of volledig<br />
afgebroken worden.<br />
De drukwaarde voor de Kingpin reductie mag maximaal 100% van de balgdruk<br />
"beladen" zijn.<br />
Permanente automaat<br />
De functie start onafhankelijk van de chauffeur overeenkomstig de<br />
geparametreerde randvoorwaarden.<br />
Wanneer een SmartBoard is gemonteerd, kan de automaat tijdelijk worden<br />
gedeactiveerd om bijv. lucht te sparen (tot TEBS E2 kan voor OptiTurn en<br />
OptiLoad de automatische regeling uitsluitend voor beide gelijktijdig geactiveerd /<br />
gedeactiveerd worden). Na het uit- en weer inschakelen van het contact is<br />
OptiLoad weer actief (ritfunctie).<br />
Via het SmartBoard kan de automaat helemaal worden uitgeschakeld en weer<br />
worden geactiveerd.<br />
Via de toets rangeerhulp of via de Trailer Remote Control (alleen in combinatie met<br />
ELEX en vanaf versie TEBS E2) kan de automaat bij het indrukken van de toets ><br />
5 seconden in de modus Gedwongen dalen worden gezet. Na het uit- en weer<br />
inschakelen van het contact is OptiLoad weer actief (ritfunctie).<br />
Handmatige regeling<br />
Zodra OptiLoad is gedeactiveerd, blijft het systeem in deze situatie tot het wordt<br />
gereactiveerd via het SmartBoard of door de toets rangeerhulp te bedienen (2x<br />
indrukken).<br />
Het SmartBoard of de Trailer Remote Control (alleen in combinatie met ELEX) kan<br />
als vervanging van de toets worden gebruikt. Na het uit- en weer inschakelen van<br />
het contact of het bewust uitschakelen via SmartBoard, Trailer Remote Control of<br />
toets rangeerhulp wordt OptiLoad weer gedeactiveerd.<br />
Meer informatie over bediening zie hoofdstuk 10.5 "Bediening OptiLoad / OptiTurn",<br />
pagina 202 en zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met afstandsbediening voor<br />
getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)", pagina 193.
6.9.3 Aansluiting van de componenten<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
OptiLoad / OptiTurn in combinatie met ECAS<br />
Voor een optimaal en efficiënt gebruik van de functies (tijdsgedrag & regelgedrag)<br />
moet een elektronisch geregeld luchtveersysteem (heffen & dalen + regeling Optifunctie<br />
as) te gebruiken.<br />
Verder moet op de laatste as een EBS-relaisklep met externe balgdruksensor e-f<br />
zijn gemonteerd, om tijdens het remmen met een gedeeltelijk ontlaste as<br />
(geactiveerde Opti-functie) de optimale remdruk te regelen en een blokkeren van<br />
de wielen van de laatste as te vermijden.<br />
Bij toepassing van een sleepas moet een restdrukhoudklep zijn gemonteerd of de<br />
functie Sleepas restdrukregeling in de TEBS E Diagnostic Software worden<br />
geactiveerd zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1<br />
=> Automatische liftasaansturing. Daardoor kunnen beschadigingen van de as<br />
respectievelijk asbalgen bij een volledig ontlaste as worden vermeden.<br />
Uittreksel uit schema 841 802 235 0<br />
87
88<br />
6 TEBS E<br />
GIO functies<br />
Uittreksel uit schema 841 802 236 0<br />
De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd met de TEBS E Diagnostic Software.<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 TEBS E Modulator (Premium)<br />
2 EBS-relaisklep (3e modulator)<br />
480 102 06. 0<br />
480 207 ... 0<br />
3 Kabel voor EBS-relaisklep 449 429 ... 0<br />
5 (A) ECAS-magneetklep (1-puntsregeling): Dubbelblok met functie<br />
Heffen/neerlaten en liftasregeling<br />
5 (B) Asliftklep (LACV-IC)<br />
6 (A)<br />
6 (B)<br />
Bij gebruik van een tweede liftas voor de eerste as:<br />
Tot versie TEBS E2: In combinatie met het ECAS dubbelblok kan de<br />
veerretour asliftklep op de eerste as worden gemonteerd.<br />
Vanaf TEBS E2: Bovendien kan een derde impulsgestuurde klep worden<br />
gemonteerd.<br />
472 905 114 0<br />
463 084 100 0<br />
Kabel voor ECAS magneetklep of voor LACV-IC 449 761 030 0
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
ECAS-magneetklep<br />
2-puntsregeling, alleen mogelijk in combinatie met ELEX en vanaf versie<br />
TEBS E2 zie hoofdstuk 7.1 "Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX)",<br />
pagina 123.<br />
472 905 111 0<br />
7 Kabel voor ECAS-klep / liftasklep 449 445 ... 0<br />
8 Restdrukklep<br />
Montage: Voor de luchtbalgen van de laatste as zie hoofdstuk 6.2<br />
"Sleepasregeling met restdruk", pagina 63.<br />
Vanaf versie TEBS E2: Parameter Sleepas restdrukregeling zie<br />
hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware",<br />
pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1 => Automatische<br />
liftasaansturing.<br />
9 Externe balgdruksensor<br />
Toepassing uitsluitend onder verantwoordelijkheid van de<br />
voertuigfabrikant, afhankelijk van de voertuigconstructie.<br />
475 019 ... 0<br />
441 044 ... 0<br />
10 Kabel voor druksensor (optioneel) 449 812 ... 0<br />
11 SmartBoard (optioneel)<br />
446 192 110 0<br />
12 Kabel voor SmartBoard (optioneel) 449 911 ... 0<br />
13 ECAS-bedieningskast (optioneel)<br />
446 156 022 0<br />
14 Kabel voor ECAS-bedieningskast (optioneel) 449 627 060 0<br />
15 Toets Rangeerhulp Niet in <strong>WABCO</strong><br />
leveringsprogramma.<br />
Trailer Remote Control (optioneel)<br />
Alleen in combinatie met ELEX en vanaf versie TEBS E2 zie<br />
hoofdstuk 7.1 "Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX)", pagina 123.<br />
Verbindingskabel tussen Trailer Remote Control en zekeringskast in de<br />
motorwagen en een houder worden meegeleverd.<br />
446 122 080 0<br />
16 GIO Y-verdeler 449 629 ... 0<br />
89
90<br />
6 TEBS E<br />
GIO functies<br />
OptiLoad / OptiTurn in combinatie met conventionele luchtvering<br />
Aanbevelingen voor de luchtvoorraad<br />
Deze serie apparatuur bereikt niet alle optimale en efficiënte voordelen van de<br />
functies. Daarom adviseert <strong>WABCO</strong> niet een conventionele pneumatische<br />
veerinstallatie in combinatie met de opti-functies te gebruiken.<br />
Tankgrootte voor luchtvering Toepassing<br />
80 liter Eén liftas<br />
100 liter Twee liftassen<br />
120 liter OptiTurn of OptiLoad<br />
Aanbevelingen voor leidingdoorsneden voor een goed tijdsgedrag<br />
Verbinding Doorsneden<br />
Luchtveervoorraad – ECAS / asliftklep 12 mm<br />
ECAS / liftasklep – draagbalgen 12 mm
6.10 Gedwongen dalen van de liftas<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Alle getrokken voertuigen met liftas.<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Uitschakelen automatische liftasfunctie om de opgetilde liftassen te laten dalen.<br />
De functie kan via een toets naar massa, via het SmartBoard of de Trailer Remote<br />
Control worden geactiveerd. De liftasregeling wordt gedeactiveerd.<br />
Activeren met schakelaar<br />
De schakelaar wordt afgesloten: alle assen worden neergelaten.<br />
De schakelaar wordt geopend: de automatische liftasaansturing wordt geactiveerd.<br />
Meer informatie over bediening zie hoofdstuk 10.6 "Bediening liftassen",<br />
pagina 202.<br />
Activering met toets / SmartBoard<br />
De toets wordt langer dan 5 seconden ingedrukt: alle assen worden neergelaten.<br />
De toets wordt korter dan 5 seconden ingedrukt: de automatische liftasaansturing<br />
wordt geactiveerd.<br />
Meer informatie over bediening zie hoofdstuk 10.6 "Bediening liftassen",<br />
pagina 202.<br />
Activering met Trailer Remote Control<br />
Informatie over bediening van de Trailer Remote Control zie hoofdstuk 10.2<br />
"Bediening met afstandsbediening voor getrokken voertuigen (Trailer Remote<br />
Control)", pagina 193.<br />
Liftassen worden in de automatische liftasregeling uitsluitend opgetild, wanneer het<br />
voertuig zich binnen de geparametreerde grenswaarden voor snelheid en balgdruk<br />
bevindt.<br />
Keuze inputniveaus / mogelijkheden parameterinstellingen voor Gedwongen dalen<br />
In de TEBS E diagnosesoftware kunnen de vanuit de motorwagen komende<br />
invoerniveaus (plus of massa) worden gekozen zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />
parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO<br />
parameter 1 => Liftas Gedwongen dalen.<br />
In de TEBS E diagnosesoftware zijn twee mogelijkheden om de parameters voor<br />
de functie gedwongen dalen in te stellen:<br />
• Gedwongen dalen werkt op alle liftassen of alleen op de 2e liftas.<br />
• Gedwongen dalen is via schakelaar / toets / Trailer Remote Control of<br />
SmartBoard mogelijk.<br />
91
6 TEBS E<br />
Aansluitingen van de componenten<br />
92<br />
Verklaring<br />
GIO functies<br />
Uittreksel uit schema 841 802 157 0<br />
De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />
met de TEBS E Diagnostic Software.<br />
YE Geel GN Groen BL Blauw<br />
Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 Smartboard<br />
446 192 110 0<br />
2 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />
3 Toets / schakelaar (optioneel) Niet in <strong>WABCO</strong><br />
leveringsprogramma.<br />
4 Universele kabel (optioneel) 449 535 ... 0<br />
Trailer Remote Control (optioneel)<br />
Alleen in combinatie met ELEX en<br />
vanaf versie TEBS E2 zie hoofdstuk 7.1<br />
"Elektronische uitbreidingsmodule<br />
(ELEX)", pagina 123.<br />
Verbindingskabel tussen Trailer<br />
Remote Control en zekeringskast in de<br />
motorwagen en een houder worden<br />
meegeleverd.<br />
446 122 080 0
6.11 Remblokkenslijtage-indicatie (BVA)<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
GIO functies<br />
Alle getrokken voertuigen met schijfremmen.<br />
TEBS E 6<br />
De slijtage-indicatoren, een in het remblok geïntegreerde draad, controleren de<br />
slijtage van beide remblokken van een schijfrem.<br />
Aan de ECU kunnen slijtage-indicatoren tot maximaal 6 remmen worden<br />
aangesloten. Alle slijtage-indicatoren zijn in serie geschakeld en verbonden met de<br />
slijtage-ingang. Deze krijgen elektrische energie via de voedingsspanning<br />
(24 V/12 V).<br />
Waarschuwingsweergave / verklikkerlampje:<br />
Wanneer bij een slijtage-indicator de draad al 4 seconden (of langer) is<br />
doorgesleten, dan wordt in de slijtage-ingang een spanning gemeten en de<br />
waarschuwing geactiveerd. De chauffeur wordt via de waarschuwingsweergave /<br />
waarschuwingslamp gewaarschuwd, wanneer het slijtage-einde is bereikt (100%<br />
remblokkenslijtage).<br />
Bij inschakelen contact, knippert de gele waarschuwingsweergave /<br />
waarschuwingslamp in 4 cycli = 16 maal. De waarschuwingsweergave /<br />
waarschuwingslamp wordt afgebroken, wanneer het voertuig een snelheid van<br />
7 km/h overschrijdt. Na vervanging van de remblokken herkent het systeem<br />
automatisch de nieuwe slijtage-indicatoren. De waarschuwingsfase wordt na<br />
8 seconden gedeactiveerd.<br />
In systemen met Trailer Central Elektronik worden de slijtagegegevens bepaald<br />
door de Trailer Central Electronic. De TEBS E waarschuwt de chauffeur of<br />
activeert de waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp. Dit is nodig, daar<br />
alleen een ECU de aansturing van de waarschuwingsweergave /<br />
waarschuwingslamp bij toenemende service-informatie kan activeren. Als er een<br />
SmartBoard gemonteerd is, wordt de waarschuwing eveneens op het SmartBoard<br />
aangegeven.<br />
Opslaan van de gegevens van de vervangen remblokken<br />
De laatste vijf vervangingen van de remblokken (met kilometerstand en<br />
bedrijfsuren wanneer tweede alarmniveau optrad) worden in de ECU opgeslagen<br />
en kunnen met de TEBS E diagnosesoftware worden uitgelezen.<br />
93
6 TEBS E<br />
Aansluitingen van de componenten<br />
94<br />
GIO functies<br />
Uittreksel uit schema 841 802 157 0<br />
De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />
met de TEBS E Diagnostic Software.<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 Slijtage-indicator 480 102 92. 2 (inbouwset)<br />
2 Kabel voor slijtage-indicator 449 816 ... 0<br />
3 SmartBoard (optioneel) 446 192 110 0<br />
4 Kabel voor SmartBoard<br />
(optioneel)<br />
449 911 ... 0<br />
Verklikkerlampje Niet in <strong>WABCO</strong><br />
leveringsprogramma.
6.12 Spanningsvoeding van Telematica op GIO5<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Telematica<br />
Aansluitingen van de componenten<br />
Alle getrokken voertuigen.<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Spanningsvoeding van aangesloten systemen, bijv. Telematica op GIO5.<br />
De unit voor Telematica kan op de steekplaats subsystemen of op GIO5 (alleen bij<br />
Premium) worden aangesloten.<br />
<strong>WABCO</strong> advies: Sluit Telematica op GIO5 aan, zodat de Subsystems-stekker voor<br />
bijv. het SmartBoard of IVTM kan worden gebruikt.<br />
Met de TEBS E diagnosesoftware is het mogelijk een stand-by tijd in te stellen voor<br />
het opladen van de Telematica accu (aansluiting van de Telematica op GIO5),<br />
nadat het contact is uitgeschakeld. In dit geval wordt de CAN bus uitgeschakeld –<br />
resp. de mededeling verzonden, dat het voertuig werd uitgeschakeld – en wordt<br />
alleen de accu opgeladen. De oplaadtijd komt overeen met die voor de ECAS<br />
standby modus.<br />
Meer informatie over Telematica zie hoofdstuk 7.6 "Telematica (TrailerGUARD)",<br />
pagina 140.<br />
Een uitgebreide beschrijving van het systeem vindt u in de brochure zie<br />
hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf „Meer informatie“.<br />
Uittreksel uit schema 841 802 199 0<br />
De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />
met de TEBS E Diagnostic Software.<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 TEBS E Modulator (Premium)<br />
480 102 06. 0<br />
2 Trailer Telematica Unit (TTU) 446 290 100 0<br />
3 Kabel voor Telematica 449 915 ... 0<br />
95
6 TEBS E<br />
6.13 Snelheidssignaal<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Componenten<br />
96<br />
GIO functies<br />
Alle getrokken voertuigen.<br />
In aanvulling op de snelheidsschakelaar ISS, die alleen schakelingen uitstuurt, kan<br />
TEBS E een snelheidssignaal voor analyse door de aangesloten systemen<br />
beschikbaar stellen, bijv. voor regeling van de stuurassen of voor het sluiten van<br />
tankdeksels.<br />
De TEBS E modulator stelt een snelheidssignaal beschikbaar in de vorm van een<br />
pulsbreed gemoduleerd rechthoekig signaal.<br />
Positie Component Bestelnummer<br />
1 Universele kabel<br />
4-polig, open.<br />
Aderkleuren:<br />
rood = Pin 1 (v-signaal)<br />
bruin + Pin 2 (massa)<br />
geel/groen = Pin 3<br />
blauw = Pin 4<br />
449 535 ... 0
6.14 Permanente plus 1 en 2<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Aansluitingen van de componenten<br />
Alle getrokken voertuigen.<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Twee permanente spanningsvoedingen zijn beschikbaar. De betreffende<br />
parameters kunnen een permanente plus (klem 15) doorgeven voor de voeding<br />
van aangesloten elektronische systemen of magneetkleppen. De standby-tijd komt<br />
overeen met de standby-tijd van de ECU.<br />
Op de Trailer EBS E modulator kunnen twee 24V uitgangen met een permanente<br />
belasting van maximaal 1,5 Amp worden aangesloten.<br />
De uitgang wordt alleen bewaakt wanneer het TEBS E wordt ingeschakeld. Naar<br />
keuze kan de controle worden uitgeschakeld, wanneer bijv. componenten zijn<br />
aangesloten via een schakelaar.<br />
Verklaring<br />
Optioneel kan via een parameter de naloop van de permanente<br />
spanningsvoeding worden gedeactiveerd. Anders wordt de interface<br />
verder afhankelijk van de ECU-standby-tijdparameter van spanning<br />
voorzien.<br />
A Knop B Last op constante positieve spanning<br />
Positie Component Bestelnummer<br />
1 Knop Niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma.<br />
2 Universele kabel 449 535 ... 0<br />
97
98<br />
6 TEBS E<br />
6.15 Asfaltrem<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Kiepers<br />
GIO functies<br />
De functie "asfaltrem" dient voor gericht remmen van trailers met kiepbak bij<br />
gebruik van wegenbouwmachines. Hierbij wordt de voertuigcombinatie door de<br />
wegenbouwmachine tijdens het kiepen vooruitgeduwd.<br />
Om het wegrollen op een helling te voorkomen, remt TEBS E de<br />
kieper zelfstandig en lastafhankelijk.<br />
Voor het activeren kunnen mechanische schakelaars worden gebruikt voor de<br />
werking (asfaltmodus AAN/UIT) en een schakelaar voor losniveau voor de positie<br />
van de kiepbak (drukknop of benaderingsschakelaar). Bij gebruik van ECAS<br />
kleppen kan het kiepen van de bak via een schakelaar voor losniveau ( zie<br />
hoofdstuk 6.3.2 "Rijniveaus", pagina 70) worden herkend.<br />
De schakelaar voor losniveau kan worden geactiveerd dan wel gedeactiveerd, al<br />
naar gelang de wens van de klant. Daartoe bestaat de mogelijkheid met een<br />
optionele schakelaar, met een parameter of door uitschakeling in het SmartBoard.<br />
De in de TEBS E diagnosesoftware van tevoren ingestelde stuurdruk kan via het<br />
SmartBoard of de Trailer Remote Control handmatig worden gewijzigd. De<br />
minimale stuurdruk bedraagt hierbij 0,5 bar en de maximale stuurdruk bedraagt<br />
6,5 bar. De waarde die het laatst via het SmartBoard of de Trailer Remote Control<br />
is ingesteld bij uitschakelen van de functie, is bij het opnieuw inschakelen weer<br />
geldig.<br />
De automatische uitschakeling van deze functie gebeurt bij een snelheid<br />
v > 10 km/h.
Benaderingsschakelaar<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Nauwkeuriger informatie over de naderingsschakelaar zie hoofdstuk 6.15.1<br />
"Naderingsschakelaar", pagina 102).<br />
Mechanische schakelaar<br />
Mechanische schakelaar I voor wegenbouwmachine tegen massa<br />
Mechanische schakelaar II voor wegenbouwmachine<br />
en losniveau tegen massa<br />
Mechanische schakelaar III voor wegenbouwmachine tegen plus<br />
op analoge TEBS E ingang<br />
Mechanische schakelaar IV voor wegenbouwmachine tegen plus op digitale<br />
TEBS E ingang (weerstandkabel niet leveromvang van <strong>WABCO</strong>)<br />
Verklaring<br />
A Knop "Asfaltrem AAN/UIT" B Losniveauschakelaar<br />
C Kieper Heffen/neerlaten<br />
99
100<br />
6 TEBS E<br />
GIO functies<br />
Parameter Asfaltrem<br />
Eerst moet de snelheid, (maximaal 10 km/h) tot welke de functie actief is, worden<br />
ingesteld. Vervolgens wordt de drukinstelling voor het afregelen van de remdruk pm<br />
van aanlegdruk tot maximaal 6,5 bar ingesteld zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />
parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO<br />
parameter 2 => asfaltrem.<br />
Het is instelbaar of de uitgestuurde remdruk afhankelijk van de belading in de<br />
wegenbouw wordt aangepast (dynamische ALB).<br />
Wanneer een SmartBoard is gemonteerd, kan een schakeluitgang worden<br />
uitgespaard, doordat de functie uitsluitend via SmartBoard wordt geactiveerd.<br />
Deze asfaltremdruk kan ook zonder SmartBoard worden ingesteld via<br />
de parkeerrem in het trekkende voertuig.<br />
In het in te stellen drukbereik wordt de veerremcilinder van het<br />
trekkende voertuig nog niet ontlucht, zodat de parkeerrem uitsluitend<br />
in de aanhanger remkracht ontwikkelt.<br />
Voor het verhogen van de remdruk moet de druk via de hendel<br />
langzaam worden ingesteld en dan plotseling worden losgelaten.<br />
Door de zich instellende hoge drukgradiënt wordt de handmatige<br />
instelling waargenomen en wordt deze waarde opgeslagen en<br />
afgeregeld.<br />
Voor het verlagen van de waarde moet de actuele waarde via de<br />
hendel korte tijd worden overschreden en dan plotseling worden<br />
losgelaten. Deze waarde is weer gewist na de contact-reset.<br />
Asfaltrem = mechanische schakelaar<br />
In de TEBS E diagnosesoftware kunnen parameters voor de uitschakeling van het<br />
losniveau worden ingesteld, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />
TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 2<br />
=> asfaltrem.<br />
Ezelsbruggetje: Uitschakelen losniveau, wanneer in wegenbouw geen losniveau<br />
gewenst is. Voorwaarde: De benaderingsschakelaar schakelt het losniveau. De<br />
schakelaar voor losniveau kan dan vervallen.<br />
Een 2-polige benaderingsschakelaar kan worden aangesloten (aansluiting op GIO<br />
4, Pin 1 en 3, kabel) 449 535 ... 0).<br />
Deze naderingsschakelaar kan voor de functies "losniveau" en "asfaltrem" worden<br />
gebruikt. Iedere naderingsschakelaar heeft een andere schakeldrempel met<br />
betrekking tot afstand tot het te herkennen object van de kiepbak.<br />
Moeten beide functies actief zijn, dan zijn twee extra schakelingangen nodig, zodat<br />
beide functies separaat kunnen worden in- en uitgeschakeld.
Aansluitingen van de componenten<br />
Bediening<br />
GIO functies<br />
Uittreksel uit schema 841 802 198 0<br />
TEBS E 6<br />
De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />
met de TEBS E Diagnostic Software.<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 Smartboard<br />
446 192 110 0<br />
2 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />
3 Knop Niet in <strong>WABCO</strong><br />
leveringsprogramma.<br />
4 Universele kabel (optioneel) 449 535 ... 0<br />
Trailer Remote Control (optioneel)<br />
Alleen in combinatie met ELEX en<br />
vanaf versie TEBS E2 zie hoofdstuk 7.1<br />
"Elektronische uitbreidingsmodule<br />
(ELEX)", pagina 123.<br />
Verbindingskabel tussen Trailer<br />
Remote Control en zekeringskast in de<br />
motorwagen en een houder worden<br />
meegeleverd.<br />
446 122 080 0<br />
Informatie over bediening zie hoofdstuk 10.3 "Bediening ECAS niveauregeling",<br />
pagina 200 en zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met afstandsbediening voor<br />
getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)", pagina 193.<br />
101
102<br />
6 TEBS E<br />
6.15.1 Naderingsschakelaar<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
GIO functies<br />
Aansluiting van de naderingsschakelaar aan TEBS E<br />
Alle getrokken voertuigen met losniveau-optie of asfaltrem<br />
De naderingsschakelaar kan als schakelaar voor de functies van de<br />
losniveauregeling, voor activering van de asfaltrem of voor de regeling van de<br />
Trailer Safety Brake worden gebruikt.<br />
Via volgende naderingsschakelaars kunnen de hierboven genoemde functies<br />
contactvrij worden geactiveerd:<br />
• Telemecanique XS7C1A1DAM8<br />
• Schönbuch Electronic IO25CT 302408<br />
• Balluff BES M30MF-USC15B-BP03<br />
• Schönbuch Electronic MU1603111<br />
Naderingsschakelaar voor activering van wegenbouwmachine / losniveau<br />
Afbeelding 1<br />
Verklaring<br />
A Schakelaar "Asfaltrem<br />
AAN/UIT"<br />
Naderingsschakelaar met afzonderlijk uitschakelen<br />
voor wegenbouwmachine en losniveau<br />
Afbeelding 2<br />
B Schakelaar "Losniveau<br />
AAN/UIT"<br />
C Naderingsschakelaar
Parametrering<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Wanneer slechts één functie ter beschikking staat (afbeelding 1), is het voldoende<br />
slechts de naderingsschakelaar te parametreren.<br />
Wanneer beide functies ter beschikking staan (afbeelding 2), zijn twee extra<br />
schakelingangen nodig, zodat beide functies separaat kunnen worden in- en<br />
uitgeschakeld.<br />
Hier moeten de schakelaars als volgt worden geparametreerd:<br />
Asfaltrem = naderingsschakelaar en afzonderlijke schakelaar. Hier moeten beide<br />
schakelaars zijn gesloten, opdat de wegenbouwmachinefunctie wordt geactiveerd.<br />
Schakelaar losniveau = naderingsschakelaar en afzonderlijke schakelaar. Hier<br />
moeten beide schakelaars zijn gesloten, opdat het losniveau wordt benaderd.<br />
De in de markt verkrijgbare naderingsschakelaars kunnen verschillende<br />
schakeldrempels met betrekking tot afstand tot het te herkennen object hebben.<br />
<strong>WABCO</strong> legt hier een waarde van 600 µA vast, die probleemloos werkt met de<br />
hierboven genoemde naderingsschakelaars. Voor andere schakelaars is de<br />
schakeldrempel naar behoefte instelbaar.<br />
103
104<br />
6 TEBS E<br />
6.16 Trailer uitschuiffunctie<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
GIO functies<br />
Voor bijvoorbeeld in de lengte verstelbare opleggers of disselaanhangwagens met<br />
4S/3M systeem.<br />
Met deze functie kunnen in de lengte verstelbare voertuigen voor de chauffeur<br />
praktischer en zonder gebruik van extra hulpmiddelen (zoals bijv. blokken of<br />
andere op de trailer gemonteerde componenten) worden uit- of ingeschoven. Het<br />
laatste asstel wordt geremd en de trailer wordt met de motorwagen uitgeschoven.<br />
De functie heeft twee verschillende modi afhankelijk van het voertuigtype:<br />
Oplegger<br />
Bij opleggers kan de functie worden geselecteerd in combinatie met de parameter<br />
zonder lastafhankelijke remdruk ALB, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters<br />
met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => vester TEBS - GIO parameter 2.<br />
Wanneer de functie met een schakelaar of het SmartBoard wordt geactiveerd,<br />
wordt het asstel met volle remdruk (zonder ALB karakteristiek) geremd, zodat de<br />
oplegger door de langzaamrijdende motorwagen kan worden verlengd.<br />
Disselaanhangwagen<br />
Hier kan de parameter Uitsluitend achterste aggregaat afremmen worden<br />
geselecteerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 2. In dit geval<br />
wordt alleen de laatste as (asstel) geremd, zodat de motorwagen door langzaam<br />
rijden de aanhangwagen kan verlengen.
Aansluitingen van de componenten<br />
GIO functies<br />
Uittreksel uit schema 841 802 290 3<br />
TEBS E 6<br />
De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />
met de TEBS E Diagnostic Software.<br />
Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 Smartboard<br />
446 192 110 0<br />
2 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />
3 Schakelaar (optioneel) Niet in <strong>WABCO</strong><br />
leveringsprogramma.<br />
4 Universele kabel (optioneel) 449 535 ... 0<br />
Trailer Remote Control (optioneel)<br />
Alleen in combinatie met ELEX en<br />
vanaf versie TEBS E2 zie hoofdstuk 7.1<br />
"Elektronische uitbreidingsmodule<br />
(ELEX)", pagina 123.<br />
Verbindingskabel tussen Trailer<br />
Remote Control en zekeringskast in de<br />
motorwagen en een houder worden<br />
meegeleverd.<br />
446 122 080 0<br />
105
106<br />
6 TEBS E<br />
GIO functies<br />
6.17 Trailer Safety Brake (vanaf versie TEBS E2.5)<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Inbouwvoorschriften<br />
Kieper, rollcontainer-chassis en tank- en silovoertuigen<br />
Verhindert het wegrollen van het voertuig tijdens lossen.<br />
Voorbeelden: Kieper met opgetilde bak, tankvoertuig met geopende tankklep, nietvergrendelde<br />
container.<br />
Een aan de TEBS E modulator aangesloten sensor (zie tabel „Componenten“)<br />
meet of een laad- of losproces aan de gang is.<br />
Voor de functie zijn er twee mogelijkheden, die kunnen worden gekozen in de<br />
TEBS E Diagnostic Software, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />
TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 2<br />
=> Trailer Safety Brake.<br />
Bij stilstand.<br />
Tankvoertuigen / rolcontainer: Het voertuig werd via de bedrijfsrem geremd. Er is<br />
geen beweging mogelijk, zolang de sensor niet waarneemt dat het laad- of<br />
losproces is afgesloten (bijvoorbeeld door de bedieningskast te sluiten).<br />
Bij een lagere snelheid<br />
Kieper: Hier biedt de functie de mogelijkheid met lagere snelheden op te trekken,<br />
om bij kiepen het losproces te verbeteren. Vanaf een snelheid van 18 km/h wordt<br />
de chauffeur er door tien korte waarschuwingsremmingen aan herinnerd dat<br />
bijvoorbeeld de laadbak nog niet is neergelaten. Vanaf een snelheid van 28 km/h<br />
wordt het voertuig afgeremd tot aan stilstand. Na het bereiken van stilstand<br />
(v = 0 km/h) lost de rem na 20 seconden. De functie is daarna gedeactiveerd en<br />
functioneert pas weer normaal na een nieuwe start via het contactslot.<br />
De voertuigfabrikant is verantwoordelijk voor de correcte positionering en installatie<br />
van de sensor aan het voertuig, zodat de TEBS E modulator de laad- en losfunctie<br />
betrouwbaar waarneemt.
Componenten<br />
Verklaring<br />
GIO functies<br />
Uittreksel uit schema 841 802 274 0<br />
TEBS E 6<br />
De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />
met de TEBS E Diagnostic Software.<br />
YE Geel GN Groen BL Blauw<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 Naderingsschakelaar (door <strong>WABCO</strong><br />
getest en aanbevolen):<br />
Telemecanique XS7C1A1DAM8<br />
Schönbuch Electronic IO25CT<br />
302408<br />
Balluff BES M30MF-USC15B-BP03<br />
Alternatieve mogelijkheden:<br />
Druksensor<br />
Niet in <strong>WABCO</strong><br />
leveringsprogramma.<br />
441 044 101 0<br />
441 044 102 0<br />
Mechanische (rollen)schakelaar Niet in <strong>WABCO</strong><br />
leveringsprogramma.<br />
2 GIO Y-verdeler 449 629 ... 0<br />
107
108<br />
6 TEBS E<br />
GIO functies<br />
6.18 Ontspanningsfunctie (Bounce Control)<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Componenten<br />
Alle getrokken voertuigen.<br />
Bij het laden en lossen van opleggers wordt het asstel onder druk gezet wanneer<br />
de hele voertuigcombinatie op de rem staat. Wordt bijv. na het lossen het voertuig<br />
van de handrem gezet, dan kan het chassis plotseling opspringen, omdat de<br />
luchtvering direct omhoog gaat door de nog gevulde luchtbalgen en door gebrek<br />
aan lading in het voertuig. De ontspanningsfunctie voorkomt dit opspringen van het<br />
chassis en beschermt daarmee de lading.<br />
De functie kan via een toets of SmartBoard worden geactiveerd.<br />
De spanning op de ingeschakelde remmen wordt gelost door de remcilinder via de<br />
modulator te activeren. Daarvoor worden de remmen per zijde (bij<br />
oplegger/middenasser) of per as (disselaanhangwagen) gelost. De remming van<br />
het voertuig is daarbij altijd meer dan 18%, omdat de remcilinders na elkaar<br />
worden gelost.<br />
Ter activering van de functie is één een de volgende componenten nodig:<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 Smartboard 446 192 110 0<br />
2 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />
3 Schakelaar (optioneel) Niet in <strong>WABCO</strong><br />
leveringsprogramma.<br />
4 Universele kabel<br />
(optioneel)<br />
449 535 ... 0
6.19 Blokkeren stuuras<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Parametrering<br />
GIO functies<br />
Houd de richtlijnen voor het veilig gebruik van stuurassen aan.<br />
De stuuras moet zonder stroom zijn geblokkeerd.<br />
Oplegger met stuuras.<br />
TEBS E 6<br />
Met TEBS E kan een stuuras, afhankelijk van de snelheid of ook door herkenning<br />
van achteruitrijden, door een cilinder worden geregeld en geblokkeerd bij<br />
rechtuitrijden.<br />
De stuuras kan afhankelijk van de snelheid worden geblokkeerd om het stabiele<br />
rechtuitrijden bij hoge snelheid te garanderen. De stuuras kan ook worden<br />
geblokkeerd bij het achteruitrijden door bewaking van de achteruitrijlichten.<br />
De cilinder wordt door een magneetklep geactiveerd. De magneetklep wordt door<br />
de TEBS E modulator, afhankelijk van de geparametreerde snelheid, geregeld.<br />
Bij het rijden met normale snelheid (bijv. > 30 km/h), is de stuuras geblokkeerd<br />
door de GIO functie. Wordt langzamer gereden dan de geparametreerde snelheid,<br />
dan heft de GIO functie de blokkering op en stuurt de stuuras in bochten mee.<br />
Bij stilstand (v < 1,8 km/h) wordt de stuuras opnieuw geblokkeerd. Dit wordt<br />
gehandhaafd bij het schakelen van de versnelling in achteruit (met brandende<br />
achteruitrijlichten) om het scharen bij achteruitrijden te voorkomen. Rijdt het<br />
voertuig aansluitend weer vooruit, dan wordt de blokkering tot een<br />
geparametreerde snelheid (> 1,8 km/h) gehandhaafd, daarna gelost en pas weer<br />
geblokkeerd bij het harder rijden van een tweede geparametreerde snelheid.<br />
Via een parameter bij opgetilde liftas kan de stuuras ook bij opgetilde liftas worden<br />
geblokkeerd.<br />
In combinatie met een TailGUARD-systeem (zie hoofdstuk 7.1.1 "TailGUARD<br />
functies", pagina 124) kan de achteruitrijherkenning via de ELEX verlopen<br />
(parameter achteruitrijherkenning via ELEX). Een extra verbinding van het<br />
achteruitrijlicht met de TEBS E is niet vereist.<br />
Definieer de parameters in de TEBS E Diagnostic Software in het venster TEBS -<br />
GIO parameter 2 => stuurasblokkering zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters<br />
met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />
109
6 TEBS E<br />
Aansluitingen van de componenten<br />
110<br />
Verklaring<br />
GIO functies<br />
A Optionele schakelaar om de stuuras te<br />
blokkeren<br />
B (+) signaal van de<br />
achteruitrijlichten
6.20 Roll Stability Adviser<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Componenten<br />
Bediening<br />
Getrokken voertuigen met kiepbak.<br />
GIO functies<br />
Controle kantelgevaar van het voertuig.<br />
TEBS E 6<br />
In elke TEBS E modulator is een dwarsversnellingssensor voor de RSS functie<br />
geïntegreerd. Deze dwarsversnellingssensor geeft tegelijkertijd informatie over de<br />
scheefstand van het voertuig ten opzichte van de horizontale stand. De<br />
scheefstand van het voertuig kan door de TEBS E modulator worden<br />
gecontroleerd.<br />
Wordt de door de TEBS E diagnosesoftware geparametreerde scheefstand (0° -<br />
20°) overschreden, dan kan door de ECU een waarschuwing naar de chauffeur<br />
worden gezonden. Dit kan plaatsvinden door een claxon / zwaailicht. Een<br />
waarschuwing kan ook via het Smartboard of de Trailer Remote Control worden<br />
weergegeven. Let op: in de Trailer Remote Control kunnen twee verschillende<br />
waarschuwingswaarden (drempel voor waarschuwing vooraf en waarschuwing)<br />
worden opgeslagen<br />
De maximale hoek is altijd afhankelijk van het specifieke voertuig en moet door de<br />
voertuigfabrikant worden vastgelegd.<br />
De functie is actief in een snelheidsbereik van 0 - 7 km/h. Daarboven wordt de<br />
functie gedeactiveerd. Een nieuwe activering vindt plaats na nieuwe stilstand.<br />
De chauffeur moet worden geïnstrueerd, dat bijv. het afkiepen van een kiepbak<br />
direct moet worden onderbroken wanneer een waarschuwing wordt ontvangen.<br />
De functie "Roll Stability Adviser" is alleen een ondersteunende functie en ontslaat<br />
de chauffeur niet van zijn verantwoordelijkheid zelf het voertuig te controleren.<br />
Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 Claxon/zwaailicht Niet in <strong>WABCO</strong><br />
leveringsprogramma.<br />
2 SmartBoard (optioneel)<br />
446 192 110 0<br />
3 Kabel voor SmartBoard (optioneel) 449 911 ... 0<br />
4 Trailer Remote Control (optioneel)<br />
Alleen in combinatie met ELEX en vanaf<br />
versie TEBS E2 zie hoofdstuk 7.1<br />
"Elektronische uitbreidingsmodule<br />
(ELEX)", pagina 123.<br />
Verbindingskabel tussen Trailer Remote<br />
Control en zekeringskast in de<br />
motorwagen en een houder worden<br />
meegeleverd.<br />
446 122 080 0<br />
Informatie over bediening, zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met afstandsbediening<br />
voor getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)", pagina 193.<br />
111
112<br />
6 TEBS E<br />
6.21 Kooiaapregeling<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Parametrering<br />
1.<br />
GIO functies<br />
Voornamelijk voor middenassers met kooiaap.<br />
Optimaliseren van de koppelingsdruk, wanneer de heftruck als tegendruk ontbreekt.<br />
2.<br />
Middenassers met kooiaap zijn normaal zo geconstrueerd, dat wanneer de<br />
kooiaap wordt meegenomen de gewichtsverdeling tussen voor en achter wordt<br />
uitgebalanceerd. Een overeenkomstig royaal opgezette Kingpin druk werkt als<br />
tegengewicht voor het extra gewicht van de kooiaap (afbeelding 1).<br />
Wanneer dit type middenasser met een gedeeltelijke belading rijdt maar zonder<br />
kooiaap en met een opgetilde liftas, kan het hoge gewicht van de constructie leiden<br />
tot extra Kingpin druk op de vangmuilkoppeling, daar het tegengewicht van de<br />
kooiaap ontbreekt (afbeelding 2).<br />
Met de functie "kooiaapregeling" kan bij een gedeeltelijk beladen voertuig zonder<br />
kooiaap het heffen van de liftas worden vertraagd, zodat de Kingpin druk op de<br />
vangmuilkoppeling niet te hoog wordt.<br />
Door de op de grond staande as blijft de wielbasis kort, zodat niet de complete<br />
Kingpin druk op de vangmuilkoppeling werkt, omdat de achterkant van de<br />
middenasser ook zonder kooiaap een efficiëntere uitbalancering heeft (afbeelding<br />
3).<br />
Voorwaarden functie:<br />
Naderingsschakelaar of mechanische (rollen)schakelaar voor het herkennen van<br />
de meegenomen kooiaap.<br />
De belasting op de middenasser moet gelijkmatig zijn verdeeld om een extra<br />
beïnvloeding van de koppelingsdruk te voorkomen.<br />
Het Trailer EBS E herkent door een benaderingsschakelaar of mechanische<br />
(rollen)schakelaar of een kooiaap op het voertuig wordt meegenomen en schakelt<br />
automatisch tussen twee liftaskarakteristieken:<br />
a) Karakteristiek voor de regeling van de liftas met kooiaap.<br />
b) Karakteristiek voor de regeling van de liftas zonder kooiaap.<br />
Beide karakteristieken moeten door de voertuigfabrikant afhankelijk van de<br />
gewenste, ladingsafhankelijke tijd voor het heffen van de liftas worden<br />
gedefinieerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware ", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1<br />
=> liftasregeling met herkenning kooiaap.<br />
3.
Componenten<br />
Kooiaapregeling met OptiLoad<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
De kooiaapregeling kan ook worden weergegeven met de functie OptiLoad.<br />
Hiertoe wordt in plaats van de laatste as de eerste as uitgerust met OptiLoad.<br />
Daardoor wordt altijd de maximaal mogelijke wielstand afgeregeld en daarmee een<br />
negatieve steunlast in de regel verhinderd. Wanneer geen kooiaap wordt<br />
meegevoerd, moet de functie worden gedeactiveerd. Daartoe kan het aanwezig<br />
zijn van de kooiaap worden waargenomen met een rolschakelaar en daarmee de<br />
functie „Gedwongen dalen“ worden geregeld. De parametrering moet als bij de<br />
normale OptiLoad-functie plaatsvinden; dat wil zeggen: de tweede as moet worden<br />
geselecteerd, hoewel de klep aan de eerste as is gemonteerd.<br />
Uittreksel uit schema 841 802 292 0<br />
De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />
met de TEBS E Diagnostic Software.<br />
Positie Component Bestelnummer<br />
1 De volgende inductieve sensoren zijn ook door<br />
<strong>WABCO</strong> getest als benaderingsschakelaar:<br />
Telemecanique XS7C1A1DAM8<br />
Schönbuch Electronic IO25CT 302408<br />
Balluff BES M30MF-USC15B-BP03<br />
Niet in <strong>WABCO</strong><br />
leveringsprogramma.<br />
2 Kabel naderingsschakelaar 449 ... ... 0<br />
Mechanische (rollen)schakelaar (optioneel) Niet in <strong>WABCO</strong><br />
leveringsprogramma.<br />
113
114<br />
6 TEBS E<br />
6.22 Remontgrendelingsfunctie<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Componenten<br />
GIO functies<br />
Bijvoorbeeld autotransportvoertuigen en naloopaanhangwagens voor<br />
houttransportauto's.<br />
Lossen van de bedrijfsrem van het getrokken voertuig bij stilstand.<br />
De functie wordt via een externe toets of via het SmartBoard geactiveerd.<br />
Bij activering van de remontgrendelingsfunctie en een gelijktijdige bediening van<br />
de hydraulische cilinder wordt de trailerrem gelost en de trailer kan bijv.<br />
hydraulisch in de lengte worden gewijzigd.<br />
Bij het loslaten van de toets of de betreffende toets van het SmartBoard wordt de<br />
rem direct weer belucht en de trailer wordt weer geremd.<br />
Deze functie kan ook voor hout-naloopaanhangwagens worden<br />
gebruikt. Deze aanhangers worden bij het op- of afzetten met behulp<br />
van een kraanhijsarm van of op het trekkende voertuig geschoven.<br />
Hierbij wordt automatisch de snelheid via de remingreep bij circa<br />
5 km/h constant gehouden. Deze optie moet via een parameter in de<br />
diagnose worden geactiveerd (remontgrendelingsfunctie uitgebreid).<br />
Voorwaarden voor remontgrendelingsfunctie<br />
• De parkeerrem in de motorwagen is geactiveerd.<br />
• De druk aan het gele koppelstuk moet hoger zijn dan 6,5 bar. De<br />
remontgrendelingsfunctie wordt bij verlaging van de druk aan het gele<br />
koppelstuk afgebroken.<br />
• Standaard remontgrendelingsfunctie: De remontgrendelingsfunctie wordt bij<br />
een snelheid van v > 1,8 km/u afgebroken.<br />
• Uitgebreide remontgrendelingsfunctie: De remontgrendelingsfunctie wordt bij<br />
een snelheid van v > 10 km/u afgebroken.<br />
Voor deze functie geldt de goedkeuring "ID_EB158.0 – functie remmen lossen en<br />
ontspanning" zie hoofdstuk 5.3 "Goedkeuring en normen ", pagina 22 (geldt niet<br />
voor de „Uitgebreide remontgrendelingsfunctie“!).<br />
Ter activering van de functie is één een de volgende componenten nodig:<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 Smartboard 446 192 110 0<br />
2 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />
3 Toets (optioneel) Niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma.
6.23 Noodremlicht (Emergency Brake Alert)<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Parametrering<br />
Alle getrokken voertuigen.<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Als het voertuig in een gevaarlijke situatie is en abrupt moet worden geremd, kan<br />
het noodremmen worden aangegeven via het knipperen van de<br />
aanhangerremlichten.<br />
Met behulp van TEBS E wordt hierbij een afzonderlijke GIO-uitgang ter<br />
beschikking gesteld, waarop het remlicht via een relais wordt aangesloten. Het<br />
relais onderbreekt daarbij het remlicht met een bepaalde geparametreerde<br />
frequentie.<br />
In sommige motorwagens wordt de functie voor de remlichten in het getrokken<br />
voertuig gecontroleerd, zodat een basisspanning aanwezig moet zijn bij<br />
relaiswerking in beide schakelsituaties (remlicht of weerstand). Hierdoor wordt in<br />
de motorwagen geen fout herkend.<br />
<strong>WABCO</strong> adviseert om omwille van de compatibiliteit voor het herkennen van het<br />
remlicht van de motorwagen parallel aan het relais een weerstand van 100 Ohm te<br />
monteren<br />
De GIO uitgang mag maximaal met 1,5 A worden belast.<br />
Activering<br />
De functie wordt automatisch door de TEBS E modulator afhankelijk van de<br />
volgende situaties geactiveerd:<br />
• Wanneer bij een noodremming de voertuigvertraging groter is dan 0,4 g.<br />
• Wanneer bij een snelheid van > 50 km/u een ABS regeling wordt geactiveerd.<br />
De functie wordt weer beëindigd, wanneer de voertuigvertraging de waarde 0,25 g<br />
onderschrijdt of de ABS regeling gedeactiveerd wordt.<br />
Instelling van de activeringsmethode / knipperfrequentie<br />
– Selecteer in de TEBS E Diagnostic Software de activeringsmethode Aansturing<br />
permanent of Activering knipperend aan zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />
parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO<br />
parameter 3 => Uitgang noodremlicht.<br />
– Stel indien van toepassing de knipperfrequentie in (conform regeling ECE R 48<br />
tussen 3 en 5 Hz).<br />
– Wanneer LED's als remlicht zijn gemonteerd, activeer dan de parameter LED<br />
gemonteerd.<br />
115
6 TEBS E<br />
Componenten<br />
116<br />
GIO functies<br />
Uittreksel uit schema 841 802 291 3<br />
De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />
met de TEBS E Diagnostic Software.<br />
Voor de weergave kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />
Positie Component Bestelnummer<br />
1 Remlicht (LED of lamp)<br />
maximaal 24 V, 1,5 A<br />
2 Relais<br />
Weerstand vereist<br />
Niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma.<br />
Niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma.<br />
3 Universele kabel 449 535 … 0
6.24 Wegrijblokkering (immobilizer)<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Alle getrokken voertuigen.<br />
GIO functies<br />
TEBS E 6<br />
Wegrijblokkering om het diefstalrisico te verminderen.<br />
De functie kan ook als "elektrische parkeerrem" worden gebruikt. Het geparkeerde<br />
voertuig wordt zo tegen wegrollen beveiligd, indien onbevoegden opzettelijk of<br />
onopzettelijk de rode knop op de PREV bedienen.<br />
Met behulp van een ingebouwde impulsgestuurde asliftklep kunnen de wielen van<br />
een geparkeerd voertuig worden geblokkeerd via de Tristop cilinders.<br />
De Immobilizer kan door het ingeven van een eigen gedefinieerde PIN via het<br />
SmartBoard of de Trailer Remote Control worden geactiveerd of gedeactiveerd.<br />
Wordt een voertuig met een geactiveerde Immobilizer bewogen of wordt het<br />
systeem gemanipuleerd, dan kan via de TEBS E modulator een alarmsignaal (24 V)<br />
op een aangesloten, optioneel apparaat (waarschuwingslamp, claxon) worden<br />
uitgegeven.<br />
Noodlosfunctie resp. noodontgrendeling<br />
De noodlosfunctie kan worden gebruikt om de Immobilizer zonder gebruikers-PIN<br />
te deactiveren om het voertuig bijv. in kritische situaties te kunnen verplaatsen.<br />
– Definieer de parameters optioneel in het venster TEBS - GIO parameter 2 voor<br />
een noodlosfunctie, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168.<br />
De noodlosfunctie wordt via het SmartBoard geactiveerd en geeft het voertuig<br />
voor een gedefinieerde tijdsperiode vrij.<br />
Voorbeeld van verloop "voertuig beveiligd met Immobilizer":<br />
Trailer met motorwagen moet uit een kritische wegsituatie worden verplaatst. PIN<br />
is niet beschikbaar.<br />
– Activeer de noodlosfunctie via het SmartBoard of via de Trailer Remote Control.<br />
– Verplaats het voertuig naar een veilige locatie.<br />
Zodra een periode van 60 seconden in stilstand voorbij is, wordt de Immobilizer<br />
weer geactiveerd.<br />
Indien nodig kan dit proces tot 3 maal worden herhaald. Daarna wordt de<br />
noodlosfunctie ontoegankelijk gemaakt.<br />
Na vrijschakeling van de Immobilizer met PIN en PUK is ook de noodlosfunctie<br />
weer beschikbaar.<br />
Waarschuwingsweergave / verklikkerlampje<br />
Vanaf versie TEBS E2 wordt de chauffeur gewaarschuwd over de<br />
status van de wegrijblokkering via de waarschuwingsweergave /<br />
waarschuwingslamp (geel). Bij een geactiveerde wegrijblokkering<br />
knippert de waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp 8 maal na<br />
het inschakelen van het contact.<br />
117
118<br />
6 TEBS E<br />
Voeding<br />
GIO functies<br />
Vastleggen protocol van de meldingen<br />
Voor het vastleggen protocol en de analyse van de meldingen worden bepaalde<br />
activiteiten met de wegrijblokkering opgeslagen met een notitie in het geheugen<br />
bedrijfsgegevens (ODR), zie hoofdstuk 5.10.6 "Geheugen bedrijfsgegevens<br />
(ODR)", pagina 54. Deze gegevens kunnen dan worden ingezien door bijv.<br />
verzereringsmaatschappijen of wagenparkbeheerders.<br />
Een ODR melding wordt weergegeven bij volgende gebeurtenissen:<br />
• Status wegrijblokkering wijzigt.<br />
• Incorrecte PIN ingegeven.<br />
• Beweging van het voertuig ondanks Immobilizer.<br />
• Noodlosfunctie geactiveerd.<br />
Om de wegrijblokkering te activeren/deactiveren, moet het getrokken voertuig<br />
voorzien zijn van voeding. Dit kan op twee manieren worden gegarandeerd.<br />
• Contact inschakelen (voeding via klem 15).<br />
• ECU standby-tijd (voeding via klem 30): In dit geval moet een tijdparameter in<br />
de parameterinstelling worden gedefinieerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />
parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS -<br />
ABS/RSS => ECU standby-tijd.
Aansluitingen van de componenten<br />
GIO functies<br />
Uittreksel uit schema 841 701 227 0 voor drie-assige oplegger<br />
TEBS E 6<br />
De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd met de TEBS E Diagnostic Software.<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 Asliftklep (LACV-IC)<br />
Ook op GIO1, 2 of 3 mogelijk.<br />
463 084 100 0<br />
2 Kabel voor asliftklep 449 445 ... 0<br />
Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />
3 Waarschuwingslamp / claxon (optioneel) Niet in <strong>WABCO</strong><br />
leveringsprogramma.<br />
4 Universele kabel voor alarmsignaal (optioneel) 449 535 … 0<br />
5 Smartboard<br />
446 192 11. 0<br />
6 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />
Trailer Remote Control (optioneel)<br />
Alleen in combinatie met ELEX en vanaf versie TEBS E2 zie<br />
hoofdstuk 7.1 "Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX)", pagina 123.<br />
Verbindingskabel tussen Trailer Remote Control en zekeringskast in<br />
de motorwagen en een houder worden meegeleverd.<br />
446 122 080 0<br />
119
120<br />
6 TEBS E<br />
Montage<br />
Parametrering<br />
GIO functies<br />
In de TEBS E1.5 modulator kan de functie "Wegrijblokkering" niet<br />
worden gecombineerd met de ECAS magneetklep 472 905 114 0 voor<br />
de elektronische luchtvering en de regeling van de functies OptiTurn<br />
en OptiLoad.<br />
De optionele componenten kunnen op GIO1-7 worden aangesloten.<br />
De afgegeven voedingsspanning is 24 V.<br />
Met de EOL test of met het menu aansturing (zie hoofdstuk 9.1<br />
"Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168<br />
=> venster TEBS-E diagnosesoftware) kan de functie van de<br />
wegrijblokkering-klep worden gecontroleerd. Activeren van de functie<br />
met de PUK code is in dit geval niet nodig.<br />
Vanaf versie TEBS E2 is het mogelijk door extra GIO interfaces van de<br />
wegrijblokkering tezamen met de functies Optiload en OptiTurn het<br />
optimale systeem te installeren:<br />
Asliftklep (LACV-IC) 463 084 100 0 met een ECAS magneetklep<br />
472 905 114 0 of 2x asliftklep (LACV-IC) 463 084 100 0 met de ECAS<br />
magneetklep 472 880 030 0.<br />
Informatie over de montage, zie hoofdstuk 8.6 "Montage componenten<br />
wegrijblokkering (immobilizer)", pagina 155.<br />
Informatie over de parametrering, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />
TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 2<br />
=> Immobilizer (wegrijblokkering).<br />
Vrijschakelen en activeren van de Immbolizer<br />
Voor de eerste vrijschakeling na de parametrering zijn het serienummer van de<br />
TEBS E modulator en de PUK nodig.<br />
PUK<br />
Per vrijschakelproces/voertuig is een PUK nodig. Daarvoor is het document nodig<br />
"PUK Access Code 813 000 049 3" met een individueel vouchernummer "Voucher<br />
Code" (1 maal per voertuig).<br />
Met deze Voucher Code kan in het Internet de PUK worden opgevraagd:<br />
http://www.wabco-auto.com/ => Products => Brake- & Stability Control<br />
=> Electronic Braking System (EBS) => Trailer Immobilizer.<br />
Wat kan je met de PUK<br />
• Vrijschakelen wegrijblokkering-functie in de TEBS E modulator.<br />
• Vastleggen / wijzigen gebruikers-PIN.<br />
• Definitie nieuwe PIN na incorrecte invoer.<br />
De PUK is alleen voorbehouden aan de voertuigeigenaar. Ga met de PUK<br />
zorgvuldig om en bescherm deze tegen toegang door derden. Bewaar de PUK op<br />
een veilige plaats. <strong>WABCO</strong> neemt geen verantwoordelijkheid voor verlies of<br />
misbruik van de PUK.<br />
Serienummer TEBS E modulator<br />
Het 13-cijferige serienummer (S/N) inclusief controlecijfer (laatste positie) kan als<br />
volgt worden weergegeven:
GIO functies<br />
• SmartBoard (menu extra's/systeem info/systeem).<br />
• EOL-protocol.<br />
TEBS E 6<br />
• Systeemplaatje, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS-E diagnosesoftware =><br />
diagnose/printen/systeemplaatje afdrukken.<br />
Vrijschakelen via SmartBoard en vastleggen/wijzigen PIN<br />
– Sluit het SmartBoard op de TEBS E modulator aan.<br />
– Open in het SmartBoard het menu Extra's/instellingen/nieuwe PIN invoeren/met<br />
PUK.<br />
– Geef de PUK via het SmartBoard in.<br />
– Definieer een PIN en voer deze via het SmartBoard in.<br />
– Bevestig de PIN door deze nogmaals in te voeren.<br />
Bij succesvolle vrijschakeling verschijnt een bevestiging in het display.<br />
Vrijschakeling via de TEBS E diagnosesoftware<br />
– Sluit de TEBS E modulator op de TEBS E diagnosesoftware aan.<br />
– Open de TEBS E diagnosesoftware, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters<br />
met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS-E<br />
diagnosesoftware. Klik op Extra's/Wegrijblokkering.<br />
– Klik op PIN veranderen met Super PIN.<br />
– Geef de PUK in het veld Super PIN in.<br />
– Definieer een PIN en voer deze in het veld nieuwe PIN in.<br />
– Bevestig de PIN door deze nogmaals in te voeren in het nieuwe PIN herhalen.<br />
Bij succesvolle vrijschakeling verschijnt een bevestigingsvenster.<br />
Bedieningsmogelijkheden met SmartBoard / Trailer Remote Control<br />
Informatie over bediening, zie hoofdstuk 10.7 "Bediening Immobilizer", pagina 203.<br />
Bedieningsmogelijkheden Smartboard Trailer Remote Control<br />
Deactiveren/activeren met PIN invoer<br />
Deactiveren/activeren met<br />
opgeslagen PIN<br />
Informatie status<br />
Waarschuwing chauffeur<br />
Noodlosfunctie/noodontgrendeling<br />
Wijziging PIN<br />
Reactiveren met PUK<br />
Activeren met PUK<br />
Met ISO 7638 /<br />
Pin 5.<br />
Moet via de parameters<br />
worden vrijgegeven.<br />
LED signaal en akoestische<br />
waarschuwing, identiek aan<br />
informatie status.<br />
121
122<br />
6 TEBS E<br />
6.25 Vrij te configureren functies<br />
Vrij te configureren digitale functies<br />
Doel<br />
GIO functies<br />
Vrije programmering door de voertuigfabrikant van een GIO digitale ingang of<br />
uitgang, afhankelijk van snelheid en tijd.<br />
Vrij te configureren analoge functies<br />
Doel<br />
Vrije programmering door de voertuigfabrikant van een GIO analoge ingang of<br />
uitgang, afhankelijk van snelheid en tijd.<br />
Zowel bij de analoge als bij de digitale functies geldt dat afhankelijk van een<br />
schakelaarsignaal en van de voertuigsnelheid bijvoorbeeld een event kan worden<br />
opgeslagen of een GIO uitgang kan worden geschakeld zie hoofdstuk 5.10.6<br />
"Geheugen bedrijfsgegevens (ODR)", pagina 54.<br />
Regeling vrij configureerbare functies via Trailer Remote Control<br />
Met ELEX kunnen de functies ook via de Trailer Remote Control worden geregeld.<br />
(De signalen van de Trailer Remote Control worden met een „of“-functie met de<br />
ingangssignalen van de beide functies verbonden.)<br />
In plaats van een schakelaar van de vrij configureerbare analoge functie<br />
respectievelijk digitale functie kan als ingangssignaal ook een toets van Trailer<br />
Remote Control worden gebruikt.<br />
Toepassingen bijvoorbeeld de regeling van een elektrische schuifbodems of een<br />
elektrische afdekking vanuit de motorwagen.<br />
Vrij te configureren functies<br />
Naast de analoge en digitale functie kan men zogenaamde GIO-functiemodule via<br />
de diagnose in TEBS E opslaan. Deze kunnen interne signalen (bijvoorbeeld CANbus,<br />
interne drukken, snelheden) als externe ingangsgrootten (bijvoorbeeld<br />
schakelaars, druksensor, SmartBoard) verwerken.<br />
Conform de programmering van de GIO-functiemodule kunnen zowel<br />
uitgangssignalen als interne functies en opgeslagen gebeurtenissen in de<br />
eventrecorder worden geregeld. De functie maakt daarbij de realisering van kleine<br />
klantspecifieke toepassingen mogelijk.<br />
Parametrering<br />
De functie wordt via een *.FCF-bestand of *.ECU-bestand in TEBS E geladen.<br />
Neem contact op met uw <strong>WABCO</strong> partner om de vrij te configureren functies te<br />
parametreren. Alleen de door <strong>WABCO</strong> vervaardigde bestanden kunnen in de ECU<br />
worden geladen.
7 Externe systemen<br />
7.1 Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX)<br />
Toepassing<br />
Doel<br />
Functie<br />
Verklaring<br />
Externe systemen<br />
TEBS E modulatoren (Premium) vanaf versie E2<br />
TEBS E 7<br />
ELEX in combinatie met een TEBS E modulator (Premium) biedt de volgende<br />
uitbreidingsfuncties:<br />
• TailGUARDlight<br />
• TailGUARD<br />
• TailGUARD Roof<br />
• TailGUARDMAX<br />
• Aansluiting naar ISO 12098<br />
• ECAS 2-puntsregeling<br />
• Accuvoeding en acculading<br />
• Uitbreiding aansluitingen<br />
In combinatie met ELEX kan het display- en controlepaneel Trailer Remote Control<br />
in de motorwagen worden gebruikt. De aansluiting wordt gemaakt over de<br />
hoofdvoeding en is mogelijk zonder extra veel kabels tussen motorwagen en<br />
getrokken voertuig.<br />
De ELEX wordt via ISO 7638 en TEBS E van spanning voorzien. De communicatie<br />
tussen EBS en ELEX gaat via CAN. De aansluiting op ISO 12098 is met een<br />
verdeelbox mogelijk; de regeling van de markeerlichten wordt via een relais<br />
gerealiseerd.<br />
De communicatie tussen ELEX en de LIN ultrasonische sensoren (voor de<br />
TailGUARD functie) gaat via LIN BUS. De data-overdracht tussen Trailer Remote<br />
Control en EBS respectievelijk ELEX gaat via de Power Line Communication (PLC)<br />
– overdracht van data via de voeding. Voor alle toepassingen is aan ECE R 13<br />
voldaan.<br />
1 Bedieningspaneel 2 Trailer Remote Control 3 TEBS E modulator<br />
(Premium)<br />
5 Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX) 6 Ultrasoonsensor 7 Markeerlicht<br />
4 Verdeelbox<br />
123
124<br />
7 TEBS E<br />
7.1.1 TailGUARD functies<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Externe systemen<br />
Alle getrokken voertuigen.<br />
Het waarnemen van objecten buiten het zicht van de chauffeur achter het voertuig<br />
met ultrasonische sensoren.<br />
Voordelen: Voorkomen van dure beschadigingen aan voertuig, laadperron en<br />
lading.<br />
• Bij motorwagens met automatische versnelling moet het gaspedaal op tijd<br />
worden losgelaten, daar anders het stoppunt kan worden gepasseerd wanneer<br />
de motorwagen het motorvermogen op grond van het remmen van TailGUARD<br />
verhoogt.<br />
• Het TailGUARD systeem ontslaat de chauffeur bij het achteruitrijden niet van de<br />
verantwoordelijkheid zelf de achterruimtebewaking voor zijn rekening te nemen.<br />
Iemand die aanwijzingen geeft is altijd nodig.<br />
• Extreme weersomstandigheden, bijv. bij hevige regenbuien en sneeuwval, kan<br />
leiden tot functiebeperkingen. Objecten met zeer zachte oppervlakten kunnen<br />
niet onder alle omstandigheden worden herkend. <strong>WABCO</strong> kan voor geen enkel<br />
ongeluk aansprakelijk worden gesteld, dat ondanks toepassing van dit systeem<br />
wordt veroorzaakt; het gaat slechts om een ondersteunend systeem.<br />
• Wanneer een laadperron onder een hoek wordt benaderd, kunnen de sensoren<br />
bij vrij grote hoekafwijkingen het perron niet herkennen.<br />
TailGUARD wordt geactiveerd door de versnelling in de achteruit te schakelen.<br />
Door deze activering worden de markeerlichten op het getrokken voertuig door<br />
ELEX aangestuurd en de lichten gaan knipperen. De knipperfrequentie wordt<br />
verhoogd hoe dichter het voertuig een object nadert.<br />
Wanneer het voertuig onder de geparametreerde stopafstand komt, wordt het<br />
gedurende 3 seconden geremd en daarna wordt de rem weer gelost. De<br />
stopafstand kan via de diagnosesoftware worden ingesteld (tussen 30 en 100 cm<br />
bij TailGUARDlight; tussen 50 en 100 cm bij TailGUARD, TailGUARD Roof en<br />
TailGUARDMAX), zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168.<br />
Wanneer TailGUARD een automatische remming in werking zet, dan wordt<br />
gelijktijdig via de ISO 7638 CAN interface een vraag naar de motorwagen gestuurd<br />
om de remlichten aan te sturen. Nieuwe motorwagens ondersteunen deze functie<br />
en activeren dan het remlicht.<br />
Tijdens deze tijd zijn ook de markeerlichten permanent ingeschakeld. De remdruk<br />
voor het Trailer EBS E wordt door ELEX bepaald, afhankelijk van de<br />
voertuigsnelheid en de via de ultrasonische sensoren gemeten afstand tot het<br />
object.<br />
Blijft de snelheid onder 9 km/h, dan wordt de rem alleen geactiveerd voor de<br />
laatste stop van het voertuig voor het laadperron.<br />
Rijdt het voertuig met een snelheid hoger dan 9 km/h naar het laadperron, dan<br />
geeft het systeem korte remimpulsen om de chauffeur op de te hoge snelheid te<br />
wijzen en regelt de snelheid tot 9 km/h. Wanneer de waarschuwingsremacties<br />
worden genegeerd en de snelheid stijgt, wordt het systeem vanaf 12 km/h<br />
uitgeschakeld.
Systeemconfiguraties<br />
Typisch logistieke<br />
omgeving<br />
Trailer Remote<br />
Control<br />
Aantal ultrasonische<br />
sensoren<br />
(Punt = sensor)<br />
Door sensoren<br />
geblokkeerd bereik<br />
(bovenaanzicht<br />
voertuig)<br />
De cirkels met 1 en 2<br />
kernmerken objecten.<br />
Door sensoren<br />
geblokkeerd bereik<br />
(zijaanzicht voertuig)<br />
Weergave op de<br />
Trailer Remote<br />
Control<br />
Iedere balk komt<br />
overeen met 50 cm<br />
Rood (bovenste 3<br />
balken): 0 tot 150 cm;<br />
geel (middelste drie<br />
balken): 150 tot 300<br />
cm; groen (onderste<br />
drie balken): 300 tot<br />
450 cm. Daarnaast<br />
geldt in de<br />
onmiddellijke<br />
omgeving (rode<br />
LEDs): Iedere LED<br />
heeft twee<br />
toestanden: constant<br />
en knipperend.<br />
Daarmee wordt de<br />
resolutie tot 25 cm<br />
verbeterd.<br />
Externe systemen<br />
TEBS E 7<br />
Na een automatische remming kan de chauffeur het voertuig zelf verder rijden. De<br />
informatie over de afstand wordt via ELEX en TEBS E via PLC (Power Line<br />
Communication) aan de motorwagen doorgegeven en kan via de Trailer Remote<br />
Control aan de chauffeur kenbaar worden gemaakt. Verder gaat de communicatie<br />
via ISO 12098 CAN interface "motorwagen" (aansturing van de markeerlichten).<br />
Silent mode: Wanneer een externe buzzer wordt aangesloten, dan kan deze door<br />
de versnelling binnen 3 seconden 2 maal in de achteruit te schakelen tijdelijk<br />
worden gedeactiveerd, bijv. bij afleveringen in woongebieden.<br />
TailGUARDlight TailGUARD TailGUARD Roof TailGUARDMAX<br />
Grote laadperrons<br />
met dezelfde<br />
plattegrond of vlakke<br />
wanden; geen<br />
objecten of personen<br />
achter het voertuig.<br />
Voor de chauffeur<br />
onbekende en<br />
uiteenlopende<br />
massieve laadperrons<br />
en grote objecten,<br />
zoals pallets,<br />
personenwagens en<br />
verkeerspalen van<br />
metaal en hout.<br />
Terreinen met beperkte hoogteverhoudingen:<br />
bijv. magazijnen, loading docks, bomen en<br />
dakconstructies.<br />
Terreinen met<br />
kleine en / of<br />
bewegende<br />
objecten: bijv.<br />
heftruckverlading,<br />
verkeersborden,<br />
detailhandel,<br />
woongebieden.<br />
Getest volgens<br />
ISO 12155.<br />
optioneel. optioneel. optioneel. verplicht.<br />
2x<br />
Beperkt<br />
3x<br />
5x<br />
Complete achterzijde van het voertuig is door sensoren bestreken.<br />
Weergave hoogte<br />
vanaf de grond.<br />
Weergave dakhoogte.<br />
De hoogte met het meest<br />
nabijgelegen object wordt getoond.<br />
6x<br />
125
126<br />
7 TEBS E<br />
Gevoeligheid<br />
sensoren<br />
Afstandsweergave<br />
(mode)<br />
Externe systemen<br />
TailGUARDlight TailGUARD TailGUARD Roof TailGUARDMAX<br />
Alleen objecten direct<br />
achter de linker of<br />
rechter sensor<br />
worden herkend en<br />
aangegeven.<br />
Objecten tussen de<br />
sensoren worden niet<br />
herkend.<br />
Grote, bewegende<br />
objecten worden<br />
onafhankelijk van<br />
elkaar herkend en<br />
aangegeven.<br />
ISO 12155 ISO 12155 of<br />
<strong>WABCO</strong> standard.<br />
Objecten op hoogte van de grond en het dak<br />
worden onafhankelijk van elkaar herkend en<br />
aangegeven.<br />
Kleine, bewegende<br />
objecten worden<br />
herkend en<br />
onafhankelijk van<br />
elkaar aangegeven.<br />
ISO 12155 of <strong>WABCO</strong> standard. ISO 12155<br />
TailGUARDlight – benaderingshulp laadplatform<br />
Bij dit systeem wordt alleen de afstand tot een laadperron met twee ultrasonische<br />
sensoren gemeten. Niet het hele gebied achter het voertuig wordt gecontroleerd.<br />
TailGUARDlight ondersteunt de chauffeur bij het achteruitrijden naar laadperrons.<br />
Daarbij wordt tezamen met het Trailer EBS E het getrokken voertuig voor het<br />
bereiken van het laadperron automatisch geremd om schade aan voertuig en<br />
laadperron te voorkomen.<br />
De remdruk wordt door de voertuigsnelheid en de over de ultrasonische sensoren<br />
gemeten afstand tot het laadperron bepaald.<br />
Blijft de snelheid onder 9 km/h, dan wordt de rem alleen geactiveerd voor de<br />
laatste stop van het voertuig voor het laadperron. Rijdt het voertuig met > 9 km/h<br />
achteruit, dan geeft het systeem korte remimpulsen om de chauffeur op de te hoge<br />
snelheid te wijzen en begrenst de snelheid.<br />
Om beschadigingen tijdens het laden en lossen door het bewegen van het voertuig<br />
naar het laadperron te voorkomen, wordt een afstand tussen het voertuig en het<br />
laadperron aangehouden. De minimale afstand is 30 cm; <strong>WABCO</strong> aanbeveling:<br />
50 cm.<br />
Indien een Trailer Remote Control in de motorwagen is gemonteerd, dan wordt de<br />
afstand tot het laadperron door twee LED rijen weergegeven. Tegelijkertijd wordt<br />
de afstand tot het laadperron aangegeven door een externe buzzer of door de<br />
Trailer Remote Control uitgezonden verschillende frequenties.<br />
Wanneer de hoek tussen laadperron en de richting van de voertuigbeweging > 10°<br />
is, dan kan het laadperron niet in alle gevallen worden herkend.
Externe systemen<br />
TEBS E 7<br />
TailGUARD – achteruitrijbewaking (met inbegrip van TailGUARD, TailGUARD Roof en TailGUARDMAX)<br />
Objectherkenning<br />
Bij dit systeem wordt het gehele gebied achter het voertuig door ultrasonische<br />
sensoren gecontroleerd.<br />
<strong>WABCO</strong> adviseert een minimum systeem met drie sensoren op het hoofdvlak<br />
(TailGUARD).<br />
Vanaf versie TEBS E2.5 werd door een nieuwe montageoptie van<br />
TailGUARD en TailGUARD Roof de waarneming van uitstekende<br />
laadperrons geoptimaliseerd.<br />
Om ook bij geringe inbouwruimte een waarneming van daken bij<br />
TailGUARD Roof mogelijk te maken, kunnen de bovenste buitenste<br />
sensoren horizontaal worden gemonteerd. Een oppervlaktedekkende<br />
achterruimtebewaking voor het bovenste niveau is bij deze<br />
inbouwvariant niet mogelijk.<br />
Neem daartoe de inbouw- en inbedrijfstellingbeschrijvingen in acht.<br />
TailGUARD herkent op de grond staande objecten als lantarenpalen of andere<br />
hindernissen, die zich binnen het bereik (op de hoogte) van de ultrasonische<br />
sensoren bevinden. TailGUARDMAX is volgens ISO 12155 getest. Bij de montage<br />
moeten de inbouwmaten worden aangehouden, zie hoofdstuk 8.8 "Montage<br />
TailGUARD componenten", pagina 156.<br />
De ruimte achter het voertuig wordt tot de voertuigbreedte en tot een lengte van<br />
max. 2,5 - 4 m (afhankelijk van systeem, objectgrootte en oppervlak) achter het<br />
voertuig gecontroleerd. Het bestaande bewakingsgebied hangt af van het<br />
gemonteerde systeem en van de grootte van het object.<br />
Wanneer een object binnen het bewakingsgebied van de sensoren is, dan wordt<br />
de afstand als volgt aangegeven:<br />
• Knipperen van de markeerlichten met verschillende frequenties<br />
• Weergave op de LED balken in de optionele Trailer Remote Controle<br />
• Wijzigen toonfrequentie van de pieper in de Trailer Remote Control<br />
• Optionele, externe buzzer (niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma)<br />
• Optionele, externe signaallichten (niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma) voor<br />
landen waar het knipperen van markeerlichten niet is toegestaan, zoals Groot-<br />
Brittannië en Zwitserland<br />
Worden de ultrasonische sensoren op een hoogte aangebracht waar zich<br />
gedeelten van een laadperron bevinden, dan kan het systeem ook als<br />
benaderingshulp laadplatform worden gebruikt. Daarvoor moet minstens één<br />
ultrasonische sensor op de hoogte van het laadperron zijn gemonteerd om het<br />
overhangende laadperron duidelijk te herkennen.<br />
Alternatief kunnen vanaf versie TEBS E2.5 de nieuwe inbouwvarianten<br />
worden gebruikt, om een compromis tussen achterruimtebewaking en<br />
benaderingshulp laadplatform te realiseren.<br />
Een extern, akoestisch signaal kan op GIO14 / Pin 1 (ELEX) worden aangesloten.<br />
Bij toepassing van de afstandsbediening Trailer Remote Control ontvangt de<br />
chauffeur in de cabine een akoestisch signaal en een visuele melding via de<br />
positie en afstand tot het herkende object.<br />
Informatie over Trailer Remote Control, zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met<br />
afstandsbediening voor getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)",<br />
pagina 193.<br />
127
128<br />
7 TEBS E<br />
Akoestische en visuele chauffeursinformatie<br />
Externe systemen<br />
Afstand tot object Akoestisch<br />
signaal (buzzer)<br />
De lampen- en buzzerfrequenties wijzigen bij een afstand van 3 m, 1,8 m en 0,7 m.<br />
Gebruik de buzzer niet als enkel afstandkenmerk, aangezien een storing niet<br />
duidelijk aangegeven kan worden.<br />
Markeerlichten<br />
Optie 1 (volgens<br />
ISO): geel/rood<br />
Externe lampen<br />
> 3 m uit 1 Hz uit Groen<br />
3 m - 1,8 m 2 Hz 2 Hz Geel knippert Groen<br />
Optie 2:<br />
groen/magenta<br />
1,8 m - 0,7 m 4 Hz 4 Hz Rood knippert Groen/magenta<br />
Lamp extern<br />
< 0,7 m – automatische remming 6 Hz 6 Hz Rood permanent<br />
aan<br />
< automatische (geparametreerde)<br />
remafstand<br />
Componententest na inschakelen contact<br />
(alleen wanneer v < 1,8 km/h)<br />
Systeem geactiveerd (versnelling in<br />
achteruitrijden geschakeld)<br />
Foutmelding, wanneer systeem niet actief<br />
is (alleen wanneer v < 1,8 km/u)<br />
Foutmelding, wanneer systeem actief is<br />
(alleen wanneer v < 1,8 km/u)<br />
permanent aan permanent aan Rood permanent<br />
aan<br />
0,5 seconden aan 0,5 seconden<br />
aan<br />
0,5 seconden aan 0,5 seconden<br />
aan<br />
Magenta<br />
Magenta<br />
0,5 seconden aan 0,5 seconden aan<br />
beide 0,5 seconden<br />
aan<br />
uit uit uit uit<br />
uit uit Geel en rood<br />
permanent aan<br />
beide 0,5 seconden<br />
aan<br />
Activeren<br />
TailGUARD wordt geactiveerd door de versnelling in de achteruit te schakelen.<br />
Door de activering worden de pieper, de gele en rode LED van de Trailer Remote<br />
Control kort ingeschakeld. Bovendien worden de markeerlichten op het getrokken<br />
voertuig door TEBS E ingeschakeld en deze gaan knipperen.<br />
Afhankelijk van de fabrikant kan de afstand tot een object ook in de<br />
motorwagendisplay worden weergegeven.<br />
Deactiveren<br />
De functie wordt gedeactiveerd door:<br />
• Snelheid > 12 km/h en/of voorraaddruk lager dan 4,5 bar<br />
• Uitschakelen via Trailer Remote Control<br />
• Tijdelijk uitschakelen via een externe schakelaar of toets op de GIO<br />
• Door de versnelling binnen 3 seconden 2 maal in de achteruit te schakelen<br />
• Door een storing (TEBS E kan dan niet automatisch remmen)<br />
Alle deactiveringen werken slechts zolang, tot de versnelling opnieuw in de<br />
achteruit wordt geschakeld. Wanneer het systeem is gedeactiveerd, dan worden<br />
de markeerlichten of extra lampen niet geactiveerd. De akoestische signalen zijn<br />
uitgeschakeld en de Trailer Remote Control toont de betreffende systeemstatus in<br />
het display. Het deactiveren van TailGUARD wordt in het geheugen<br />
bedrijfsgegevens (ODR) als Event opgeslagen.<br />
Let op: de elektronische ISO 7638-verbinding moet zijn ingestoken, opdat de<br />
TailGUARD-functie aanwezig is. TailGUARD kan niet met de voeding via 24N<br />
worden gebruikt.<br />
uit
Externe systemen<br />
Overzicht componenten voor de TailGUARD configuraties (<strong>WABCO</strong> advies)<br />
TEBS E 7<br />
Component / bestelnummer TailGUARDlight TailGUARD TailGUARD Roof TailGUARDMAX<br />
TEBS E Premium modulator<br />
480 102 06. 0<br />
ELEX<br />
446 122 070 0<br />
LIN ultrasonische sensoren<br />
0°<br />
446 122 401 0<br />
LIN ultrasonische sensoren<br />
15°<br />
446 122 402 0<br />
Trailer Remote Control<br />
446 122 080 0<br />
Voedingskabel voor verbinding<br />
tussen TEBS E en ELEX<br />
449 303 020 0<br />
Kabel voor sensor<br />
449 806 060 0<br />
Verdeelkabel voor sensoren<br />
894 600 024 0<br />
Buzzer<br />
894 450 000 0<br />
Kabel voor buzzer<br />
449 443 000 0<br />
Kabel voor markeerlichten<br />
449 908 060 0<br />
1x 1x 1x 1x<br />
1x 1x 1x 1x<br />
2x 1x 1x 2x<br />
- 2x 4x 4x<br />
Optioneel Optioneel Optioneel 1x<br />
1x 1x 1x 1x<br />
2x 2x 2x 2x<br />
- 1x 3x 4x<br />
1x 1x 1x 1x<br />
1x 1x 1x 1x<br />
1x 1x 1x 1x<br />
129
7 TEBS E<br />
Montage<br />
130<br />
Externe systemen<br />
Component / bestelnummer TailGUARDlight TailGUARD TailGUARD Roof TailGUARDMAX<br />
Markeerlichten<br />
Niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma.<br />
Aspöck adapter<br />
65-6111-007<br />
7.1.2 Aansluiting met ISO 12098<br />
Bedradingsontwerp verdeelbox<br />
2x 2x 2x 2x<br />
Optioneel Optioneel Optioneel Optioneel<br />
Informatie over de montage, zie hoofdstuk 8.8 "Montage TailGUARD<br />
componenten", pagina 156.<br />
De aansluiting met ISO 12098 (voor de aansturing van de markeerlichten) wordt<br />
aangebracht in een aanwezige of extra verdeelbox, zie hoofdstuk 8.8 "Montage<br />
TailGUARD componenten", pagina 156.<br />
ELEX<br />
Aansluitingen<br />
GIO12<br />
Aderkleur<br />
ISO 4141<br />
ISO 12098<br />
Pin<br />
Achteruitlicht 1 Roze 8 L<br />
CAN high<br />
(optioneel)<br />
CAN low<br />
(optioneel)<br />
2 Wit/groen 14<br />
3 Wit/bruin 15<br />
Massa lichten 4 Wit 4 31<br />
Achterlicht links<br />
in<br />
Markeerlicht<br />
links uit<br />
Markeerlicht<br />
rechts uit<br />
Achterlicht<br />
rechts in<br />
Klem<br />
5 Zwart 5 58L<br />
6 Geel/zwart<br />
7 Geel/bruin<br />
8 Bruin 6 58R<br />
Wanneer het systeem in een voertuig (zonder verdeelbox) moet worden<br />
gemonteerd, bieden de volgende leveranciers van lichtinstallaties verdeelboxen<br />
aan, die direct in de lichtverkabeling kunnen worden aangebracht:<br />
• Aspöck: ASS3 met directe aansluiting 76-5123-007<br />
• Hella: EasyConn 8JE 340 847-001
7.1.3 ECAS 2-puntsregeling<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Externe systemen<br />
TEBS E 7<br />
oplegger en disselaanhangwagen met afzonderlijke wielophanging.<br />
Toepassing bij opleggers of middenassers met starre assen is niet toegestaan.<br />
De 2-puntsregeling is een uitbreiding van de ECAS functie, d.w.z. de automatische<br />
compensatie van de regelafwijkingen.<br />
Regelafwijkingen worden veroorzaakt door verstoringen (zoals wijziging in de<br />
lading) en leiden tot een wijziging in de afstand tussen de voertuigas en de<br />
carrosserie. Deze verandering wordt door een sensor op de carrosserie herkend,<br />
door TEBS E en ELEX geanalyseerd en als reactie wordt de luchtbalg door het<br />
regelen van de ECAS magneetklep be- of ontlucht.<br />
Door gebruik van een tweede wegsensor worden hoogteafwijkingen aan elke zijde<br />
herkend en overeenkomstig de ECAS functie gecompenseerd om het gekozen<br />
rijniveau te handhaven.<br />
Parametrering van de wegsensoren<br />
Bij de 2-puntsregeling met EBS en ELEX zijn er twee mogelijkheden voor de<br />
installatie / parametrering van de wegsensoren:<br />
1. Een wegsensor wordt op de TEBS E, een andere wegsensor op de ELEX<br />
aangesloten.<br />
Montage<br />
TEBS E Wegsensor<br />
"achteras links"<br />
(GIO1 of GIO4)<br />
ELEX Wegsensor "vooras<br />
rechts"<br />
(GIO13 en GIO14)<br />
Oplegger Disselaanhangwagen<br />
(TEBS E op de<br />
vooras)<br />
Wegsensor "vooras<br />
rechts"<br />
(GIO1 of GIO4)<br />
Wegsensor "achteras<br />
links"<br />
(GIO13 en GIO14)<br />
Disselaanhangwagen<br />
(TEBS E op de<br />
achteras)<br />
Wegsensor "achteras<br />
links"<br />
(GIO1 of GIO4)<br />
Wegsensor "vooras<br />
rechts"<br />
(GIO13 en GIO14)<br />
2. Beide wegsensoren worden op de ELEX aangesloten.<br />
Wanneer beide wegsensoren op de ELEX worden aangesloten, vindt de toewijzing,<br />
welke wegsensor „Achteras links“ respectievelijk „Vooras rechts“ is, plaats in de<br />
diagnose. De installatie moet overeenkomstig plaatsvinden.<br />
Wegsensor „Achteras links“ en wegsensor „Vooras rechts“ worden op de ELEX<br />
geparametreerd (GIO13 en GIO14).<br />
Bij de indeling van de wegsensoren „Achteras links“ en „Vooras<br />
rechts“ is op de aansluitingen GIO1 en GIO4 (TEBS E) en GIO13 en<br />
GIO14 vrij te kiezen.<br />
Informatie over montage van sensoren, zie hoofdstuk 8.5 "Montage sensor",<br />
pagina 153.<br />
131
7 TEBS E<br />
Componenten<br />
132<br />
Externe systemen<br />
Om de pneumatische verbinding tussen de rechter en linker<br />
voertuigzijde bij disselvoertuigen met ECAS 2-puntsregeling mogelijk<br />
te maken, kan de combinatie van de ECAS-magneetkleppen<br />
473 880 020 0 (vooras) en 472 880 030 0 (achteras) met<br />
geïntegreerde smoorklep worden gemonteerd.<br />
De geïntegreerde smoorklep in de ECAS-kleppen (1-punts) maakt de<br />
asgewijze persluchtuitwisseling mogelijk, voor het geval er een<br />
drukverschil tussen de rechter en linker voertuigzijde zou optreden en<br />
verhoogt hiermee de stabiliteit van het voertuig. Dit is de aanbevolen<br />
combinatie voor de ECAS 2-puntsregeling voor disselaanhangers<br />
vanaf versie TEBS E2.5.<br />
Meer informatie over 2-puntsregeling zie hoofdstuk 6.3 "Elektronisch geregelde<br />
luchtvering (ECAS)", pagina 64.<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 ELEX<br />
446 122 070 0<br />
2 Kabel voor voeding ELEX 449 303 020 0<br />
3 Wegsensor (draaihoekprincipe)<br />
Montage op voor-/achteras of aszijden<br />
(hoofdas).<br />
441 050 100 0<br />
4 Kabel voor wegsensor 449 811 ... 0<br />
5 ECAS-magneetklep<br />
472 880 001 0<br />
6 Kabel voor ECAS 2-puntsregeling 449 439 ... 0<br />
7 ECAS-magneetklep (+ impulsgestuurde liftas)<br />
472 905 111 0<br />
8 Kabel voor ECAS magneetklep 449 445 ... 0<br />
9 Kabel voor ECAS 2-puntsregeling 449 439 ... 0
7.1.4 Accuvoeding en acculading<br />
Toepassing<br />
Doel<br />
Functie<br />
Externe systemen<br />
Voertuigen met ECAS-functie via TEBS E<br />
TEBS E 7<br />
ECAS-functies bij "Contact uit" respectievelijk afgekoppelde aanhanger.<br />
ECAS-functies na activering van de accuvoeding<br />
– Druk de toets < 5 seconden in.<br />
De ECAS functies uitschakelen<br />
– Druk de toets > 5 seconden in.<br />
ECAS-functies bij "Contact uit" / afgekoppelde aanhanger.<br />
De ECAS-functies blijven voor een per parameter vooraf gedefinieerde periode<br />
actief; daarna schakelt TEBS E uit.<br />
Verlenging nalooptijd: Wanneer vóór het aflopen van de nalooptijd de<br />
toets nog een tweede maal wordt ingedrukt, verdubbelt de looptijd.<br />
Vaker indrukken, verveelvuldigt de nalooptijd (maximaal 10-maal<br />
mogelijk).<br />
Invoer van de nalooptijd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters<br />
met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO<br />
parameter 2 => Uitgebreide ECAS parameter => Standby modus.<br />
Bij afgekoppelde aanhanger worden TEBS E en ECAS-kleppen door een aan het<br />
systeem aangesloten accu van stroom voorzien.<br />
Accuvoeding: Wanneer de motorwagen niet voor spanningsvoeding zorgt,<br />
worden de hierboven genoemde functies mogelijk gemaakt door een accu in de<br />
aanhanger. Om een gehele ontlading te voorkomen, wordt de voeding bij<br />
spanningen lager dan 22 V (24 V accu) respectievelijk 11 V (12 V accu)<br />
uitgeschakeld.<br />
Acculading: De lading van een accu van 2 - 10 Ah vindt plaats met maximaal<br />
2,5 A via TEBS E en ELEX, wanneer ISO 7638 is ingestoken. Wanneer reeds een<br />
accu met grote capaciteit in het getrokken voertuig aanwezig is (bijvoorbeeld voor<br />
koelaggregaten), kan ook deze voor de nalooptijd worden gebruikt. Het laden van<br />
deze accu is echter niet toegestaan en moet via de parameter zijn<br />
uitgeschakeld, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster ELEX - parameter =><br />
Aanhangwagenaccu => Acculading.<br />
133
7 TEBS E<br />
Aansluitingen van de componenten<br />
134<br />
Externe systemen<br />
Uittreksel uit schema 841 802 250 0<br />
ECAS 2-puntsregeling met accu<br />
De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />
met de TEBS E Diagnostic Software.<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 Accukast<br />
Advies: twee Panasonic gel accu's<br />
(serie LC-R127R2PG; 12 V; 7,2 Ah<br />
446 156 090 0<br />
(zonder accu's)<br />
2 Verdeelkabel accu 449 803 022 0<br />
3 TEBS E accukabel 449 807 050 0<br />
4 Toets Niet in <strong>WABCO</strong><br />
leveringsprogramma.<br />
5 Koppelingstekker met kabel 449 714... 0
7.2 Trailer Remote Control<br />
Toepassing<br />
Doel<br />
Functie<br />
Montage<br />
Componenten<br />
Bediening<br />
Externe systemen<br />
TEBS E 7<br />
In elke motorwagen, uitsluitend in combinatie met ELEX en vanaf versie TEBS E2.<br />
Trailer Remote Control is display- en bedieningseenheid voor TEBS E functies en<br />
weergave op afstand voor TailGUARD functies in de trailer.<br />
Trailer Remote Control wordt in de cabine gemonteerd. De chauffeur kan met de<br />
afstandsbediening functies in de trailer vanaf zijn stoel bedienen, de status van<br />
verschillende functies controleren en het voertuig voor het laden en lossen gereed<br />
maken.<br />
Wanneer de TailGUARD functie is geactiveerd, wordt via Trailer Remote Control<br />
de afstand en de positie van het object visueel en akoestisch aangegeven.<br />
Bij het inschakelen van de spanningsvoorziening naar de Trailer Remote Control<br />
wordt een korte, akoestische en visuele test uitgevoerd (0,5 seconden). Via PLC<br />
(Power Line Communication) wordt de actuele systeemconfiguratie, die in het<br />
TEBS E is vastgelegd, aan de TRC doorgegeven. De in het TEBS E vooraf<br />
geconfigureerde toetsfunctie wordt met de systeemconfiguratie vergeleken. De ter<br />
beschikking staande functies worden door het oplichten van de toetsen<br />
aangegeven.<br />
Een uitgebreide beschrijving voor het monteren en aansluiten van de Trailer<br />
Remote Control vindt u in de brochure „Trailer Remote Control – inbouw- en<br />
aansluitleiding“ zie hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf „Meer<br />
informatie“.<br />
Component Afbeelding Bestelnummer<br />
Trailer Remote Control<br />
Alleen in combinatie met ELEX en vanaf versie TEBS E2<br />
inzetbaar zie hoofdstuk 7.1 "Elektronische<br />
uitbreidingsmodule (ELEX)", pagina 123.<br />
Verbindingskabel tussen Trailer Remote Control en<br />
zekeringskast in de motorwagen en een houder worden<br />
meegeleverd.<br />
446 122 080 0<br />
Nauwkeuriger informatie over de bediening zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met<br />
afstandsbediening voor getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)",<br />
pagina 193 en "Trailer Remote Control – Bedieningshandleiding" zie hoofdstuk 4<br />
"Inleiding", pagina 13 => paragraaf "Nauwkeuriger informatie".<br />
135
136<br />
7 TEBS E<br />
7.3 Externe ECAS<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Componenten<br />
Externe systemen<br />
Voertuigen met luchtvering, die ECAS functies nodig hebben die niet in TEBS E<br />
beschikbaar zijn.<br />
Alleen in combinatie met TEBS E modulator (Premium)<br />
Realiseren van een 2-punts- of 3-puntsregeling<br />
Bandindrukkingscompensatie<br />
Zijregeling voor kiepers<br />
De uitwisseling van bedrijfsgegevens tussen TEBS E en ECAS gaat via de Kleiding.<br />
De interne niveauregelingen van de TEBS E zijn gedeactiveerd, de ECAS<br />
ECU heeft prioriteit.<br />
De regeling van liftassen moet door TEBS E worden overgenomen. Alleen zo vindt<br />
juiste verzending van de positie van de liftas(sen) naar de motorwagen plaats.<br />
Een uitgebreide beschrijving van het systeem vindt u in de brochure "Externe<br />
ECAS voor getrokken voertuigen – systeembeschrijving" zie hoofdstuk 4 "Inleiding",<br />
pagina 13 => paragraaf "Meer informatie".<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 Externe ECAS<br />
446 055 066 0<br />
2 Kabel voor externe ECAS op de TEBS E 449 438 ... 0<br />
Bovendien zijn magneetkleppen en sensoren nodig.
7.4 Trailer Central Electronic<br />
Toepassing<br />
Doel<br />
Functie<br />
Componenten<br />
Inbedrijfstelling<br />
Externe systemen<br />
De Trailer Central Electronic wordt vóór de TEBS E geschakeld.<br />
TEBS E 7<br />
De TEBS E modulator (Multi-Voltage) kan niet met de Trailer Central Electronic<br />
worden gebruikt.<br />
Elektrische voeding, overdracht sensorgegevens (balgdruksensor,<br />
slijtagesensor,…) en bewaking van de TEBS E via de CAN-leiding.<br />
Uitsluitend de toerentalsensoren en een eventueel gemonteerde sensor gewenste<br />
druk moeten op een TEBS worden aangesloten.<br />
Extra functies, zoals liftasregeling of remblokkenslijtage-indicatie, kunnen door de<br />
Trailer Central Electronic worden uitgevoerd.<br />
Een uitgebreide beschrijving van het systeem vindt u in de brochure „Trailer<br />
Central Electronic I / II centrale elektronica in getrokken voertuigen –<br />
systeembeschrijving“ zie hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf „Meer<br />
informatie“.<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 Trailer Central Electronic<br />
446 122 001 0<br />
2 Kabel voor Trailer Central Electronic 449 348 ... 0<br />
Bovendien zijn magneetkleppen en sensoren nodig.<br />
Bij de inbedrijfstelling wordt eerst TEBS E en vervolgens de Trailer Central<br />
Electronic in bedrijf genomen.<br />
137
138<br />
7 TEBS E<br />
7.5 Bandendrukbewaking (IVTM)<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Externe systemen<br />
Alle getrokken voertuigen.<br />
Permanente bewaking van de bandenspanning van alle wielen door druksensoren.<br />
Rond de 85% van alle pechgevallen wordt veroorzaakt door het rijden met<br />
verkeerde of met langzaam teruglopende bandenspanning. Met IVTM kan het<br />
risico van een klapband tot 15% worden verminderd.<br />
De door de druksensor gemeten bandendrukken worden via de CAN bus naar de<br />
motorwagen verzonden en kunnen daar in het SmartBoard of een display worden<br />
weergegeven. Op deze manier wordt de chauffeur tijdig gewaarschuwd bij sluipend<br />
of kritisch drukverlies. Een controle met manometers is niet meer nodig.<br />
Waarschuwingsweergave / verklikkerlampje: Wanneer via IVTM een te lage<br />
bandenspanning wordt vastgesteld, knippert bovendien de<br />
waarschuwingsweergave / verklikkerlampje (rood) in het dashboard. Wanneer de<br />
Trailer Remote Control is geïnstalleerd, brandt de waarschuwingsweergave voor<br />
de bandendruk.<br />
Drukverlies 1 - 29 %: gele waarschuwingsweergave / verklikkerlampje knippert<br />
Drukverlies > 29%: rode waarschuwingsweergave / verklikkerlampje knippert<br />
IVTM is alleen ondersteunend en ontslaat de chauffeur niet van zijn<br />
verantwoordelijkheid de banden ook visueel te controleren.<br />
Een uitgebreide beschrijving van het systeem vindt u in de brochure "IVTM –<br />
systeembeschrijving" zie hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf "Meer<br />
informatie".
Aansluitingen van de componenten<br />
Externe systemen<br />
Uittreksel uit schema 841 802 150 0<br />
TEBS E 7<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 IVTM elektronica<br />
446 220 013 0<br />
2 Kabel voor IVTM 449 913 ... 0<br />
Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />
3 Smartboard<br />
446 192 110 0<br />
4 Kabel voor SmartBoard en IVTM 449 916 ... 0<br />
Trailer Remote Control<br />
Alleen in combinatie met ELEX en vanaf versie<br />
TEBS E2 zie hoofdstuk 7.1 "Elektronische<br />
uitbreidingsmodule (ELEX)", pagina 123.<br />
Verbindingskabel tussen Trailer Remote Control<br />
en zekeringskast in de motorwagen en een<br />
houder worden meegeleverd.<br />
446 122 080 0<br />
Display 446 221 000 0<br />
139
140<br />
7 TEBS E<br />
7.6 Telematica (TrailerGUARD)<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
Componenten<br />
Externe systemen<br />
Alle getrokken voertuigen.<br />
Met de Telematica worden gegevens en informatie, die in het getrokken voertuig<br />
worden gesenseerd, via een draadloze verbinding naar een computer<br />
doorgegeven en daar verder verwerkt.<br />
De omvang van de functie is afhankelijk van de TEBS E versie en de gemonteerde<br />
componenten en sensoren.<br />
Een uitgebreide beschrijving van het systeem vindt u in de brochure<br />
„TrailerGUARD (Telematica)“ zie hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf<br />
„Meer informatie“.<br />
Positie Component Informatie Bestelnummer<br />
1 Trailer Telematica Unit (TTU) Set Positie, datum en tijdstip (GTM), start, duur en einde<br />
van de rij- en parkeertijd<br />
2 Deursensor Deur geopend/gesloten, aantal deuropeningen/sluitingen<br />
tijdens trip<br />
446 290 110 0<br />
(TTU, kabelhouder,<br />
afdichtplug)<br />
449 290 25. 0<br />
3 Koppelsensor Getrokken voertuig aan-/afgekoppeld Druksensor<br />
441 044 110 0 /<br />
Converter<br />
446 290 231 0<br />
4 TEBS E Modulator (Premium) Snelheid, kilometerstand Trailer EBS E, belasting<br />
asstel, rijden zonder EBS, ODR<br />
5 IVTM<br />
Alleen in combinatie met TEBS E<br />
modulator (Premium)<br />
6 BVA<br />
Alleen in combinatie met TEBS E<br />
modulator (Premium)<br />
Bandenspanning<br />
Status remblokkenslijtage<br />
7 Temperatuur logger Temperatuur koelruimte<br />
8 Koelinstallatie Status aan/uit, meldingen koelinstallatie, aantal<br />
bedrijfsuren, 3 setpoints, ontdooicyclus aan/uit<br />
9 Accu koelinstallatie Accuspanning<br />
480 102 06. 0
7.7 eTASC (vanaf versie TEBS E2.5)<br />
Voertuigtype / applicatie<br />
Doel<br />
Functie<br />
Externe systemen<br />
TEBS E 7<br />
Opleggers, middenassers of dolly met luchtvering<br />
Uitsluitend in combinatie met TEBS E modulator (Premium, Multi-Voltage) vanaf<br />
versie TEBS E2.5<br />
De ECAS 2-puntsregeling is niet mogelijk met eTASC.<br />
Elektronische en handmatige regeling van de luchtvering van het getrokken<br />
voertuig met of zonder stroomtoevoer.<br />
eTASC combineert de magneetklep-functie van een elektronische luchtvering<br />
(ECAS) en een conventionele luchtvering met een verdelerklep (combinatie van<br />
TASC en ECAS-magneetklep).<br />
Omhoogbrengen<br />
Door de hendel tegen de klok in te verdraaien, worden de balgen onder druk gezet<br />
en wordt de opbouw van het voertuig opgetild. Na het loslaten van de hendel keert<br />
deze automatisch terug naar de „Stop“-positie. Trailer EBS E herkent het nu<br />
actuele niveau als gewenst niveau. Dit gewenst niveau wordt geregeld tot aan de<br />
volgende ingreep van de bediener, tot aan "Contact Uit" of tot aan het wegrijden.<br />
Neerlaten<br />
Door de hendel met de klok mee te verdraaien, worden de balgen ontlucht en<br />
wordt de opbouw van het voertuig neergelaten.<br />
Apparaatvariant „Dodemansschakeling“: Na het loslaten van de hendel keert<br />
deze automatisch terug naar de „Stop“-positie. Trailer EBS E herkent het nu<br />
actuele niveau als gewenst niveau. Dit gewenst niveau wordt geregeld tot aan de<br />
volgende ingreep van de bediener, tot aan "Contact Uit" of tot aan het wegrijden.<br />
Apparaatvariant „Vergrendelen in het neerlaten“: Na het loslaten van de hendel<br />
blijft deze in de „Dalen“-positie. Het voertuig daalt tot op de buffer. Wanneer geen<br />
verdere ingreep van de bediener plaatsheeft, keert pas bij het wegrijden de hendel<br />
automatisch terug naar „Stop“ en wordt het normaalniveau door Trailer EBS E<br />
bijgeregeld (RtR-functie).<br />
Gedrag bij "Contact uit" / voertuig afgekoppeld<br />
Het voertuig wordt net zo bediend als bij een ingeschakeld contact. Het bereikte<br />
niveau wordt echter niet als gewenst niveau herkend en er vindt geen naregeling<br />
plaats, bijvoorbeeld bij het laden en lossen.<br />
De RtR-functie is uitsluitend beschikbaar bij voeding van het voertuig via ISO 7638.<br />
141
142<br />
7 TEBS E<br />
Componenten<br />
eTASC varianten (2-circuits)<br />
Montage<br />
Externe systemen<br />
Combinatie met SmartBoard / ECAS-bedieningseenheid / Trailer Remote<br />
Control<br />
Een combinatie tussen eTASC en één of meer andere bedieningsapparaten is<br />
mogelijk.<br />
Bij parallelle aansturing (bijvoorbeeld SmartBoard: heffen; eTASC: dalen) heeft<br />
"Heffen" altijd voorrang.<br />
Andere ECAS functies<br />
Door het gebruik van eTASC blijven andere functies zoals meer normaalniveaus,<br />
losfunctie, liftasfunctie of wegrijhulp onberoerd.<br />
Hoogtebegrenzing<br />
Indien nodig, is een hoogtebegrenzing realiseerbaar via een optionele<br />
hoogtebegrenzingsklep. Dit onderbreekt de verbinding tussen eTASC en<br />
voorraadtank bij het bereiken van een mechanisch in te stellen hoogte.<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 eTASC<br />
Voor 12 V / 24 V systemen<br />
463 090 5.. 0<br />
2 Kabel (identiek aan die voor ECAS-kleppen) 449 445 ... 0<br />
3 Hoogtebegrenzingsklep (optioneel)<br />
4 Normaalniveauschakelaar (optioneel)<br />
Variant Aansluitingen<br />
1, 2.2, 2.4<br />
Testaansluiting<br />
2.6<br />
Dodemansknop<br />
(geen<br />
vergrendelen bij<br />
het heffen)<br />
964 001 002 0<br />
Vergrendelen<br />
in het neerlaten<br />
463 090 500 0 12x1,5 X X<br />
463 090 501 0 8x1 X X<br />
463 090 502 0 M16x1,5 X<br />
463 090 510 0 M16x1,5 X X<br />
Informatie over de montage, zie hoofdstuk 8.9 "Montage eTASC", pagina 167.
Externe systemen<br />
7.7.1 Permanente deactivering van de automatische niveauregeling<br />
Voertuigtype<br />
Doel<br />
Functie<br />
TEBS E 7<br />
Alle getrokken voertuigen met (TEBS E geïntegreerde) ECAS en gemonteerde<br />
eTASC<br />
Parameter voor permanente deactivering van de automatische niveauregeling in<br />
stilstand; verhindert een automatisch naregelen van het geselecteerde<br />
hoogteniveau van het getrokken voertuig, bijvoorbeeld aan laadperrons bij het<br />
laden en lossen.<br />
Zodra de parameter Geen niveauregeling in de stilstand is ingesteld, wordt bij<br />
veranderde beladingstoestand van het losniveau niet verder uitgeregeld, zie<br />
hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168<br />
=> venster TEBS - GIO parameter 2 => knop Uitgebreide ECAS parameter<br />
=> ECAS met eTASC / verdelerklep.<br />
Daardoor niet beïnvloed is de RTR-functie; dat wil zeggen met het bereiken van de<br />
geparametreerde snelheidsgrens voor RTR (bijvoorbeeld 15 km/h), wordt<br />
automatisch het rijniveau regelen. Verder is tijdens het rijden (ook bij permanent<br />
gedeactiveerde niveauregeling in stilstand) de ECAS-niveauregeling actief.<br />
Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />
1 eTASC<br />
Voor 12 V / 24 V systemen<br />
463 090 5.. 0<br />
2 Kabel voor ECAS kleppen 449 445 ... 0<br />
143
144<br />
8 TEBS E<br />
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
8 Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie en inbouw achteraf<br />
Veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
WAARSCHUWING<br />
VOORZICHTIG<br />
8.1 Data voor TEBS E modulator<br />
Beschadiging van de TEBS E modulator door toepassing van andere<br />
dan <strong>WABCO</strong> originele kabels<br />
Het gebruik van kabels, die niet door <strong>WABCO</strong> zijn vrijgegeven, kan leiden tot<br />
functiestoringen en foutmeldingen.<br />
Kabels met open einde moeten zodanig worden gelegd, dat geen water via<br />
de kabel in de modulator komt en dat deze daardoor wordt beschadigd.<br />
– Gebruik uitsluitend <strong>WABCO</strong> originele kabels.<br />
Gevaarlijke spanningen bij elektrostatisch lakken en lassen<br />
Gevaarlijke spanningen kunnen de elektronica beschadigen.<br />
– Bij elektrostatisch lakken of laswerkzaamheden aan het voertuig moeten<br />
de volgende maatregelen worden genomen:<br />
Bewegende of geïsoleerde componenten (bijvoorbeeld assen) moeten met<br />
geschikte massaklemmen geleidend worden verbonden met het chassis,<br />
opdat zich geen potentiaalverschillen kunnen opbouwen, die tot<br />
ontladingen kunnen leiden.<br />
of<br />
Maak de ABS-aansluitleidingen aan de modulator los en dek de<br />
aansluitcontacten af (bijvoorbeeld met afdichtplug).<br />
– Massa van de verfspuit of van de lasapparatuur moet altijd direct op de<br />
delen worden aangesloten, waaraan gewerkt wordt.<br />
Beschadiging van de modulator door overspuiten<br />
Stekkervergrendelingen en kunststof leiding van de pneumatische koppelingen<br />
kunnen na het overschilderen/spuiten niet langer worden losgemaakt.<br />
– Spuit de modulator niet over.<br />
Technische gegevens van de TEBS E modulator (Premium / Standard)<br />
Toegestane maximum temperatuur<br />
(moffellak)<br />
+65 °C permanent<br />
+110 °C voor 1 uur zonder functie<br />
Beveiligd tegen verwisseling Het systeem is beveiligd tegen omkering van de polen van de<br />
motorwagenaccu.<br />
Onderspanning (klem 30, klem 15, 24N) < 19 V (9,5 V Multi-Voltage bij 12 V gebruik)<br />
Overspanning (klem 30, klem 15, 24N) > 30 V<br />
Nominale spanning (klem 30, klem 15, 24N) 24 V (12 V Multi-Voltage bij 12V gebruik)<br />
Bedrijfsdruk minstens 4,5 tot 8,5 bar, maximaal 10 bar
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
Afmetingen van de TEBS E modulator (Premium / Standard / Multi-Voltage)<br />
TEBS E modulator zonder PEM<br />
TEBS E modulator met PEM<br />
(aluminium)<br />
TEBS E 8<br />
TEBS E modulator met PEM<br />
(kunststof)<br />
Breedte X: 224,0 mm Breedte X: 237,2 mm Breedte X: 224,0 mm<br />
Diepte Y: 197,5 mm Diepte Y: 274,4 mm Diepte Y: 254,0 mm<br />
Hoogte Z: 197,3 mm Hoogte Z: 197,3 mm Hoogte Z: 197,3 mm<br />
<strong>WABCO</strong> Instelling TEBS E modulator bij levering (Standard, Premium, Multi-Voltage) af fabriek<br />
Parametrering:<br />
• 3-assige oplegger<br />
• 2S/2M<br />
• 2. as is hoofdas (ABS toerentalsensor voor as c-d)<br />
• ALB karakteristiek 1:1<br />
• Geen GIO functie actief<br />
• ABS poolwiel met 100 tanden<br />
• Bandenomtrek: 3250 mm<br />
De elektrische aansluitingen POWER en ABS-d, ABS-c hebben geen<br />
beschermkappen.<br />
145
146<br />
8 TEBS E<br />
8.2 Aansluitingen<br />
Elektrische aansluitingen<br />
TEBS E modulator<br />
GIO1, GIO2, GIO3, GIO4<br />
(TEBS E modulator<br />
Standard / Premium)<br />
Multifunctioneel<br />
GIO5, GIO6<br />
(TEBS E modulator<br />
Premium)<br />
Multifunctioneel<br />
ABS-f<br />
(TEBS E modulator<br />
Premium)<br />
ABS toerentalsensor<br />
ABS d<br />
(TEBS E modulator<br />
Standard / Premium)<br />
ABS toerentalsensor<br />
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
MODULATOR<br />
(TEBS E modulator<br />
Premium)<br />
3. Modulator (4S/3M EBS<br />
RV) of voor ABS relaisklep<br />
(4S/2M+1M)<br />
POWER<br />
(TEBS E modulator<br />
Standard / Premium)<br />
ISO 7638, 7-polige spanningsvoeding<br />
SUBSYSTEMS<br />
(TEBS E modulator<br />
Standard / Premium)<br />
IVTM, ECAS afstandsbediening<br />
resp. bedieningsbox,<br />
SmartBoard, Telematica en<br />
ELEX<br />
IN/OUT<br />
(TEBS E modulator<br />
Standard / Premium)<br />
Stoplichtvoeding of Trailer<br />
Central Electronic<br />
GIO7<br />
(TEBS E modulator<br />
Premium)<br />
Multifunctioneel<br />
ABS-e<br />
(TEBS E modulator<br />
Premium)<br />
ABS toerentalsensor<br />
ABS c<br />
ABS toerentalsensor
ELEX<br />
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
GIO12<br />
Aansluiting ISO 12098<br />
GIO11<br />
Markeerlichten<br />
GIO10<br />
Accu<br />
SUBSYSTEMS<br />
IVTM, ECAS afstandsbediening resp.<br />
bedieningsbox, SmartBoard,<br />
Telematica<br />
POWER<br />
7-polige spanningsvoeding via TEBS<br />
E (SUBSYSTEMS-stekker)<br />
Pneumatische aansluitingen<br />
TEBS E modulator<br />
met PEM<br />
TEBS E 8<br />
GIO17, GIO18<br />
Ultrasonische sensoren<br />
GIO16<br />
Wake up, multifunctioneel<br />
GIO13, GIO14, GIO15<br />
Multifunctioneel<br />
Aansluitingen met identieke aanduidingen zijn in de PEM / TEBS E modulator met<br />
elkaar verbonden.<br />
Aansluitingen TEBS E modulator<br />
zonder PEM<br />
1 Voorraad (vanaf luchtketel "rem")<br />
1.1 Voorraad "luchtvering" (naar<br />
luchtveringsklep, draaischijfklep, asliftklep of<br />
ECAS blok)<br />
2.1 Remdruk (naar remcilinder)<br />
2.2 Remdruk (naar remcilinder)<br />
2.3 Tristop cilinder (naar Tristop cilinder 12)<br />
2.4 Stuurdruk (vanaf PREV 21)<br />
4 Stuurdruk (vanaf PREV 21)<br />
5 Balgdruk (vanaf luchtbalg)<br />
1 Voorraad (vanaf luchtketel "rem")<br />
2.3 Tristop cilinder (naar Tristop cilinder 12)<br />
4.2 Stuurdruk (vanaf PREV 22)<br />
1 Voorraad (vanaf luchtketel "rem")<br />
2.4 Testaansluiting "rem" (naar manometer)<br />
Aansluitingen<br />
1 Voorraad (vanaf<br />
luchtketel "rem")<br />
2.1 Remdruk (naar<br />
remcilinder)<br />
4 Stuurdruk (vanaf PREV<br />
21)<br />
5 Balgdruk (vanaf<br />
luchtbalg)<br />
2.2 Remdruk (naar<br />
remcilinder)<br />
2.2 Testaansluiting "rem"<br />
(naar manometer)<br />
147
148<br />
8 TEBS E<br />
8.3 Montage in voertuig<br />
Montage op het chassis<br />
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
Voordat u met de inbouw begint, moet u beslist de veiligheidsaanwijzingen in acht<br />
nemen voor het thema ESD, zie hoofdstuk 3 "Veiligheidsvoorschriften", pagina 11.<br />
– Monteer de modulator zoals aangegeven op maattekening.<br />
Maattekening<br />
Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />
Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Productnummer.<br />
Geef het bestelnummer van de TEBS E modulator in het veld "zoeken" in.<br />
Klik op de Startknop.<br />
De inbouwpositie is mogelijk in de rijrichting of tegen de rijrichting in (tapbouten<br />
wijzen in de rijrichting).<br />
– Parametreer de inbouwpositie met de TEBS E diagnosesoftware, zie<br />
hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware",<br />
pagina 168 => venster TEBS - systeem => richting modulator.<br />
De geluiddempers moeten open zijn naar de atmosfeer en altijd loodrecht naar<br />
beneden wijzen, zie hoofdstuk 8.3.1 "RSS inbouwvoorschrift", pagina 149.<br />
Bevestiging op de dwarsbalk<br />
De dwarsbalk moet stevig met de beide lengtebalken van het voertuig zijn<br />
verbonden.<br />
– Bevestig de modulator op een U-profiel, een hoekprofiel of op een geschikte<br />
verstevigde drager van minstens 4 mm dik (geldend voor staalprofielen).<br />
De hoogte van de balk moet groter zijn dan de flensoppervlakte van de<br />
modulator, zodat de flens volledig contact heeft met de balk.<br />
Sluit- of veerringen zijn alleen direct onder de moer toegestaan.<br />
Het aanhaalmoment van de moeren is 85 Nm.<br />
– Let op de in inbouwvoorschriften voor RSS, zie hoofdstuk 8.3.1 "RSS<br />
inbouwvoorschrift", pagina 149.
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
8.3.1 RSS inbouwvoorschrift<br />
TEBS E 8<br />
De omtrek van de gemonteerde banden en het aantal tanden van de gemonteerde<br />
poolwielen moeten worden geparametreerd, aangezien deze waarden worden<br />
gebruikt om de kritische dwarsversnelling voor het kantelgevaar te berekenen.<br />
De Roll Stability Support (RSS) functie is afhankelijk van de nauwkeurigheid van<br />
de parameters voor de bandenomtrek, het aantal poolwieltanden en de overige<br />
gegevens van de remberekening. Met onnauwkeurige data werkt de functie niet op<br />
de juiste wijze.<br />
Een correcte functie is alleen mogelijk, wanneer de actuele bandenmaat maximaal<br />
8% kleiner is dan de geparametreerde waarde. Het geparametreerde aantal<br />
poolwieltanden moet overeenkomen met het gemonteerde aantal poolwieltanden.<br />
De waarden voor de toegestane reeks met bandenomtrekken en de ALB gegevens<br />
zijn te vinden in de <strong>WABCO</strong> remberekening.<br />
Monteer nooit een grotere band dan vermeld in de parameters, anders werkt de<br />
functie niet correct.<br />
– Kalibreer het overhellen van de modulator (Δβ) met de TEBS E<br />
diagnosesoftware, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS-E diagnosesoftware =><br />
systeem => inbouwpositie RSS modulator kalibreren.<br />
Voorwaarde: Het voertuig moet op een vlakke ondergrond staan (afwijking ten<br />
opzichte van horizontaal < 1°).<br />
Wanneer de kalibrering niet is uitgevoerd, dan vindt er tijdens het rijden een<br />
zelfkalibrering plaats.<br />
Oplegger/middenasaanhangwagen<br />
Δ X1 [mm] Δ Y1 [mm] Δ X2 [mm] Δ Y2 [mm] Δα Δβ Δδ<br />
2000 500 9000 50 ±15° ±3° ±3°<br />
149
8 TEBS E<br />
Toegestane configuraties voor voertuigen met TEBS E en RSS<br />
150<br />
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
Disselaanhangwagen<br />
Δ X [mm] Δ Y [mm] Δα Δβ Δδ<br />
600 500 ±15° ±3° ±3°<br />
Oplegger Middenasaanhangwagen Disselaanhangwagen<br />
Systeem Aantal assen<br />
2S/2M 1 2 3 1 2 3 - -<br />
4S/2M - 2 3 ... 6 - 2 3 - -<br />
2S/2M+Select-<br />
Low-klep<br />
- 2 3 - 2 3 - -<br />
4S/2M+1M - 2 3 ... 6 - 2 3 - -<br />
4S/3M - 2 3 ... 6 - 2 3 2 3<br />
Mechanische<br />
vering<br />
1 2 3 ... 6 1 2 3 2 3
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
8.4 Montage kabels / bevestiging kabels<br />
VOORZICHTIG<br />
Montage kabels / afdekkappen<br />
Afbeelding 1<br />
TEBS E 8<br />
Beschadiging kabels<br />
– Water, dat in de kabeladers binnendringt, kan de TEBS E modulator<br />
beschadigen. Gebruik uitsluitend <strong>WABCO</strong> originele kabels. Bij toepassing van<br />
kabels van ander fabrikaat en daaruit voortvloeiende beschadiging is een<br />
claim uitgesloten.<br />
– Plan de montage zo, dat de kabels niet knikken.<br />
– Bevestig de kabels en stekkers zo, dat geen trekspanning of dwarskracht op<br />
de stekerverbindingen staat.<br />
– Vermijdt het leggen van kabels over scherpe kanten of in de nabijheid van<br />
agressieve middelen (bijv. zuren).<br />
– Leg de kabel zo naar de aansluitingen, dat er geen water in de stekker kan<br />
komen.<br />
Afbeelding 2<br />
– De gele vergrendeling moet in de open stand worden gezet, voordat u de bus<br />
van de kabeleinden in de betreffende insteekplaatsen op de ECU kan insteken<br />
of loskoppelen.<br />
Indien de vergrendeling in de gesloten stand staat (stand bij aflevering), dan<br />
kan met steeksleutel 13 de vergrendeling van boven of onder worden geopend<br />
(afbeelding 1, positie 1).<br />
– Aansluitend trekt u de schuif met de hand uit tot de dekselaanslag om zo de<br />
stekkeraansluiting vrij te maken.<br />
– Steek het kabeleinde (of de afdekkap) loodrecht op de betreffende aansluiting<br />
van de ECU in (bijvoorbeeld voedingskabel op POWER aansluiting).<br />
8-polige kabel voor POWER, SUBSYSTEMS en MODULATOR op GIO10-12<br />
4-polige kabel voor GIO1-7, ABS c, d, e en f, IN/OUT op GIO13-18<br />
Let op de juiste polariteit en codering (stekker naar aansluiting). Alleen wanneer<br />
beide delen bij elkaar passen, kan de kabel worden ingestoken.<br />
De zwarte afdekkappen voor de 4- en 8-polige aansluitingen zijn niet gecodeerd<br />
en passen op elke aansluiting.<br />
Alle stekkers naar de ECU hebben een kleurmarkering. De kleurcodering vindt<br />
u in het kabeloverzicht zie hoofdstuk 12.3 "Kabeloverzicht", pagina 220.<br />
– Druk het kabeleinde met wat kracht in de aansluiting (afbeelding 1, positie 2) en<br />
zet de gele vergrendeling weer in de uitgangspositie (afbeelding 2, positie 3).<br />
151
152<br />
8 TEBS E<br />
Bevestiging kabels<br />
VOORZICHTIG<br />
VOORZICHTIG<br />
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
Daarbij valt het slot van de schuif in het ECU frame en wordt zo gesloten. U<br />
hoort een klik wanneer de aansluiting correct is gesloten.<br />
Beschadiging voedingskabel<br />
Om bij het doortrekken van de kabel beschadigingen aan de stekker te<br />
voorkomen, heeft de stekker een beschermkap.<br />
– Verwijder de beschermkap voorzichtig, wanneer de kabel op de ECU wordt<br />
aangesloten, zodat de dichtring niet wegglijdt of wordt beschadigd.<br />
Beschadiging kabels<br />
– Bevestig de kabelbinders zo, dat de kabels niet worden beschadigd.<br />
Let bij toepassing van gereedschap op de informatie van de fabrikant van<br />
kabelbinders.<br />
– Wanneer de kabel te lang is, rol deze niet op, maar leg de kabel in lussen, zie<br />
onderstaande afbeelding.<br />
Verklaring<br />
Kabelbinder<br />
– Maak de kabel (maximaal 300 mm kabellengte van de ECU verwijderd) met<br />
kabelbinders vast.<br />
De 8-polige kabels van de aansluitingen POWER, SUBSYSTEMS en<br />
MODULATOR moeten direct aan de stekker met de daarvoor aanwezige<br />
punten aan de TEBS E modulator worden vastgemaakt.
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
8.5 Montage sensor<br />
ECAS voertuigen<br />
Sensor met verbindingsstang en hefboom<br />
TEBS E 8<br />
Sensor 441 050 100 0 wordt gebruikt om het rijniveau bij voertuigen met<br />
elektronische luchtvering (ECAS-functies) te meten en de de aslast bij<br />
mechanische vering vast te stellen.<br />
– Monteer de sensor zo, dat de beide bevestigingsgaten horizontaal zitten en<br />
naar boven wijzen.<br />
Een hefboom wordt gebruikt voor de verbinding met de hefboom van de<br />
wegsensor.<br />
De maximale uitslag van de hefboom van ± 50° mag niet worden overschreden.<br />
De lengte van de sensorhefboom is instelbaar.<br />
– Bij voertuigen met een lange inveringsweg wordt een langere hefboom gebruikt.<br />
Let erop, dat de sensor vrij beweegt over het totale uitslaggebied en dat de<br />
hefboom niet kan omslaan.<br />
De sensor en de hefboom hebben een vergrendeling (4 mm) om de hefboom in<br />
het rijniveau vast te zetten.<br />
Het verbindingsstuk van de sensor moet zo zijn gemonteerd, dat de hefboom in<br />
het rijniveau horizontaal is.<br />
De verbinding naar de as is met een verbindingsstuk mogelijk.<br />
Het drukstuk van de hefboom moet met een 6 mm buis (stevig materiaal) en het<br />
verbindingsstuk van de as worden verbonden.<br />
1-puntsregeling.<br />
Schema's zie hoofdstuk 4.2.3 "Elektronisch geregelde luchtvering (ECAS)",<br />
pagina 19.<br />
– Monteer de sensor in het midden van de hoofdas, om beschadiging van de<br />
sensor bij het rijden in bochten met grote neiging tot scheefstand van het<br />
voertuig te voorkomen.<br />
2-puntsregeling.<br />
Schema's zie hoofdstuk 4.2.3 "Elektronisch geregelde luchtvering (ECAS)",<br />
pagina 19.<br />
Voor ECAS 2-puntsregeling met EBS E en ELEX (afzonderlijke<br />
wielophanging / disselvoertuigen) is alleen sensor 441 050 100 0<br />
toegestaan.<br />
– Monteer bij disselvoertuigen de sensor in het midden van de voor- en achteras,<br />
om beschadiging van de sensor bij het rijden in bochten met grote neiging tot<br />
scheefstand van het voertuig te voorkomen.<br />
153
154<br />
8 TEBS E<br />
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
Monteer bij opleggers de sensoren, voor zover mogelijk, uit het voertuigmidden<br />
naar rechts en links. Hierbij moet worden opgelet, dat dit niet leidt tot<br />
beschadigingen bij het rijden in bochten.<br />
Disselaanhangwagen<br />
Oplegger<br />
Wegsensor "achteras links" Achter Links<br />
Wegsensor "vooras rechts" Voor Rechts<br />
Voertuigen met mechanische vering<br />
– Monteer de sensor in het midden van de hoofdas. Let erop, dat door de<br />
beweging van de carrosserie de sensor niet "omslaat" of afbreekt.<br />
Gebruik altijd het boorgat met 100 mm afstand tot de draaias van de sensor.<br />
De zwarte hefboom van de sensor mag niet worden verlengd, daar anders de<br />
beladingsinformatie te onnauwkeurig wordt en daardoor de remdruk<br />
onnauwkeurig is.<br />
De hefboom van de sensor moet direct met het drukstuk van hefboon 441 901<br />
71. 2 zijn verbonden.<br />
De hefboom is compleet met twee drukstukken en verbindingspijp in diverse<br />
lengten beschikbaar.<br />
De verbinding naar de as moet gedaan worden met een op de as gelast<br />
hoekijzer.<br />
Bij voertuigen met twee sensoren moet wegsensor "achteras links" op de ABS<br />
gesenseerde as c-d worden aangesloten en wegsensor "vooras rechts" op de<br />
ABS gesenseerde as e-f.<br />
WAARSCHUWING<br />
Foutmeldingen bij TEBS E<br />
– Het monteren van verkeerde wegsensoren kan tot foutmeldingen bij TEBS<br />
E leiden.<br />
De wegsensor mag niet op sleep- of liftassen worden aangebracht.
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
8.6 Montage componenten wegrijblokkering (immobilizer)<br />
Montage<br />
8.7 Montage Trailer Remote Control<br />
TEBS E 8<br />
– Monteer de wegrijblokkering volgens schema 841 701 227 0, zie hoofdstuk 12.6<br />
"Trailer EBS E remschema's", pagina 233.<br />
– Let bij de montage van de impulsgestuurde asliftklep op de informatie op<br />
maattekening 463 084 100 0.<br />
Maattekening voor wegrijblokkering<br />
Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />
Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Productnummer.<br />
Geef het nummer 463 084 100 0 in het veld "zoeken" in.<br />
Klik op de Startknop.<br />
De asliftklep kan op GIO2 of GIO3 worden aangesloten.<br />
De asliftklep kan op GIO1, GIO2 of GIO3 worden aangesloten.<br />
Een uitgebreide beschrijving voor het monteren en aansluiten van de Trailer<br />
Remote Control vindt u in de brochure „Trailer Remote Control – inbouw- en<br />
aansluitleiding“ zie hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf „Meer<br />
informatie“.<br />
155
156<br />
8 TEBS E<br />
8.8 Montage TailGUARD componenten<br />
Benodigde componenten<br />
WAARSCHUWING<br />
Ultrasonische sensoren<br />
ELEX<br />
WAARSCHUWING<br />
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
Naast TEBS E zijn ELEX, de LIN ultrasonische sensoren, de Trailer Remote<br />
Control (optioneel) en kabels nodig. Het signaal van de achterlichten en van de<br />
achteruitrijlichten moeten via ISO 12098 met behulp van een verdeeldoos naar de<br />
ELEX worden aangesloten. Als alternatief kunnen de markeerlichten direct op de<br />
ELEX naar GIO11 worden aangesloten.<br />
Aanvullende informatie over de componenten, zie hoofdstuk 7.1.1 "TailGUARD<br />
functies", pagina 124.<br />
– De TailGUARD-functie is alleen met ingestoken ISO 7638-verbinding<br />
beschikbaar. Een 24N-voeding is niet voldoende.<br />
Inbouwsituatie van de ultrasoonsensoren<br />
– De ultrasonische sensoren moeten volgens de afgebeelde schema's<br />
worden gemonteerd. Wanneer de posities incorrect zijn, kunnen de<br />
herkenning van de objecten en de juiste werking van het systeem niet<br />
worden gegarandeerd.<br />
De ultrasonische sensoren mogen niet op een U-profiel worden gemonteerd, daar<br />
reflecties kunnen optreden. Het is aan te bevelen, dat de ultrasonische sensoren<br />
mechanisch worden beschermd om beschadigingen bij een gedeactiveerd<br />
systeem te voorkomen.<br />
Het oppervlak waarop de ultrasonische sensor wordt gemonteerd moet vlak en aan<br />
alle kanten minimaal 2 mm groter dan de sensor zijn (bescherming van de<br />
beluchtingsgaten aan de achterzijde tegen de directe hogedrukstraal).<br />
Inbouwmaten van de ultrasoonsensoren<br />
Offertetekeningen voor LIN ultrasonische sensoren<br />
446 122 401 0 / 446 122 402 0<br />
Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />
Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Productnummer.<br />
Geef het productnummer in het veld "zoeken" in.<br />
Klik op de Startknop.<br />
Daar alle ultrasonische sensoren parallel via een databus communiceren, is een<br />
optionele, parallelle aansluiting op GIO17 en GIO18 mogelijk. Let beslist op de<br />
aanwijzingen in paragraaf "TailGUARD functies", zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />
parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />
De kap van de ELEX moet voor de montage / demontage van de kabels worden<br />
verwijderd.<br />
– Gebruik een schroevendraaier met een minimale lengte van 11 cm en haal<br />
daarmee de vergrendeling los om de kap te verwijderen.
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
1.<br />
TEBS E 8<br />
– Monteer de ELEX alleen verticaal, waarbij de kabeldoorgangen naar beneden<br />
of naar de zijkant moeten wijzen.<br />
Inbouwmaten<br />
Maten in mm<br />
– Maak het stekkerhuis van de 8-polige steker met kabelbinders vast aan de<br />
betreffende montagesteun.<br />
– Na montage van de kabel de kap weer terugzetten. Let erop, dat alle<br />
vergrendelingen correct vastzitten.<br />
De open zijde moet in de richting van de 4-polige aansluitingen wijzen.<br />
2.<br />
157
158<br />
8 TEBS E<br />
TailGUARDlight<br />
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
– Monteer de 2 LIN ultrasonische sensoren 446 122 401 0 (0°) horizontaal op<br />
maximaal 0,12 m van de rechter of linker buitenkant van het voertuig om de<br />
buitenmaten van het voertuig exact te registreren.<br />
Wanneer dit niet nodig is, kunnen de LIN ultrasonische sensoren ook dichter bij<br />
elkaar worden gemonteerd.<br />
– Inbouwdiepte sensor: Voer in de TEBS E diagnosesoftware de positie (afstand<br />
voertuig - achterkant) van de LIN ultrasonische sensor in – met betrekking tot<br />
de laatste achterkant van het voertuig.<br />
De afstand mag niet meer dan 35 cm zijn, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />
parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster ELEX<br />
parameter.<br />
Wanneer overhangende laadperrons moeten worden herkend, moet minstens één<br />
ultrasonische sensor op de hoogte van het laadperron (buffer) worden gemonteerd.<br />
Let op de volgende inbouwmaten:<br />
Verklaring<br />
A LIN ultrasonische sensor 0°<br />
446 122 401 0<br />
Inbouwmaten – TailGUARDlight
Verklaring<br />
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
Systeemconfiguratie – TailGUARDlight<br />
Schema 841 802 280 0 zie hoofdstuk 12.5 "GIO schema's", pagina 231.<br />
Bedradingsontwerp verdeelbox (functie- en kleurtabel),<br />
zie hoofdstuk 7.1.2 "Aansluiting met ISO 12098", pagina 130.<br />
TEBS E 8<br />
GIO17 en GIO18: Let beslist op de aanwijzingen in paragraaf "TailGUARD functies",<br />
zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />
1 Externe lampen (optioneel) 2 Buzzer (optioneel)<br />
* CAN communicatie naar motorwagen (optioneel) GIO11 Kabel voor markeerlichten<br />
449 803 022 0<br />
GIO12 Universele kabel 449 908 060 0<br />
Alternatief Aspöck kabel 65-6111-007<br />
GIO17<br />
GIO18<br />
Kabel voor LIN ultrasonische sensoren<br />
449 806 060 0<br />
GIO14<br />
GIO15<br />
Universele kabel 449 535 … 0<br />
POWER Kabel voor voeding ELEX<br />
449 303 020 0<br />
159
160<br />
8 TEBS E<br />
TailGUARD<br />
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
– Monteer de buitenste LIN ultrasonische sensoren 446 122 402 0 (15°) verticaal<br />
naar binnen geneigd.<br />
– Monteer de LIN ultrasonische sensor 446 122 401 0 (0°) centraal.<br />
– Vanaf versie TEBS E2.5: Voor de betere herkenning van concave<br />
(overstekende) laadperrons kan de middelste LIN-ultrasone sensor<br />
446 122 401 0 ook horizontaal worden gemonteerd, zodat de ultrasone knots<br />
op de korte kant is, zoals bij TailGUARDlight kan verticaal of horizontaal<br />
plaatsvinden.<br />
De inbouwsituatie moet in de TEBS E Diagnostic Software worden<br />
geparametreerd zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168.<br />
– Bij horizontale inbouw bedraagt de minimale hoogte van de sensor 0,8 m (zie<br />
tabel „Inbouwalternatieven“).<br />
Bij TEBS E2 / ELEX moet de middelste sensor verticaal worden aangebracht.<br />
– Monteer de centrale LIN ultrasonische sensor max. 15 cm naar boven of<br />
beneden.<br />
Let op de volgende inbouwmaten:<br />
Verklaring<br />
Inbouwmaten – TailGUARD<br />
Neem voor het uitlijnen van de sensoren de inbouwtabel in acht.<br />
A LIN ultrasonische sensor 0°<br />
446 122 401 0<br />
De LIN ultrasonische sensoren inbouwen<br />
B LIN ultrasonische sensor 15°<br />
446 122 402 0<br />
Niet horizontaal monteren!<br />
Vanaf versie TEBS E2 en ELEX0 Vanaf versie TEBS E2.5 en ELEX1<br />
Buiten 446 122 402 0 – 15° verticaal Buiten 446 122 402 0 – 15° verticaal<br />
Binnen 446 122 401 0 – 0° verticaal Binnen 446 122 401 0 – 0° horizontaal<br />
Inbouwhoogte sensoren 0,4 ... 1,6 m<br />
(zie afbeelding „Inbouwmaten TailGUARD“)<br />
*) Inbouwhoogte sensoren 0,8 ... 1,6 m<br />
(zie afbeelding „Inbouwmaten TailGUARD“)
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
Systeemconfiguratie – TailGUARD<br />
Schema 841 802 281 0 zie hoofdstuk 12.5 "GIO schema's", pagina 231.<br />
TEBS E 8<br />
Bedradingsontwerp verdeelbox (functie- en kleurtabel), zie hoofdstuk 7.1.2 "Aansluiting met ISO 12098",<br />
pagina 130.<br />
Verklaring<br />
1 Externe lampen (optioneel) 2 Buzzer (optioneel)<br />
* CAN communicatie naar motorwagen (optioneel) GIO11 Kabel voor markeerlichten 449 803 022 0<br />
GIO12 Universele kabel 449 908 060 0<br />
Alternatief Aspöck kabel 65-6111-007<br />
GIO14<br />
GIO15<br />
Universele kabel 449 535 … 0<br />
GIO18 Kabel voor LIN ultrasonische sensoren 449 806 060 0 POWER Kabel voor voeding ELEX 449 303 020 0<br />
Verdeler 894 600 024 0<br />
161
162<br />
8 TEBS E<br />
TailGUARD Roof<br />
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
– Monteer de 5 LIN ultrasonische sensoren verticaal op 2 hoogten.<br />
– In het onderste niveau (hoofdvlak) monteert u de buitenste LIN ultrasonische<br />
sensoren 446 122 402 0 (15°) verticaal naar binnen geneigd.<br />
– Monteer de LIN ultrasonische sensor 446 122 401 0 (0°) centraal. Deze mag<br />
met een afwijking van maximaal 15 cm naar boven of naar beneden worden<br />
gemonteerd.<br />
– Op het bovenste niveau monteert u beide LIN ultrasonische sensoren<br />
446 122 402 0.<br />
– Vanaf versie TEBS E2.5: Het inbouwen van de middelste sensor van het<br />
onderste niveau mag (identiek aan TailGUARD) horizontaal of verticaal<br />
plaatsvinden. De aanduiding in de diagnose is vereist.<br />
Bij horizontale inbouw bedraagt de minimale hoogte van de sensor 0,8 m (zie<br />
tabel „Inbouwalternatieven“).<br />
Bij TEBS E2 / ELEX moet de middelste sensor verticaal worden aangebracht.<br />
De LIN ultrasonische sensoren van het bovenste niveau (extra vlak) kunnen<br />
verticaal en horizontaal worden geplaatst.<br />
Bij verticale installatie moeten de sensoren naar binnen geneigd worden<br />
gemonteerd. Om ook bij geringe inbouwruimte een waarneming van daken<br />
mogelijk te maken, kunnen de bovenste buitenste sensoren horizontaal worden<br />
gemonteerd. In dat geval moet u erop letten dat 15°-ultrasoonsensoren<br />
(446 122 402 0) naar onderen geneigd worden gemonteerd. De<br />
objectwaarneming vindt dan uitsluitend plaats in het bereik van de<br />
ultrasoonsensoren; een oppvervlaktedekkende achterruimtebewaking is voor<br />
het hoogste niveau niet gegeven.<br />
Let op de volgende inbouwmaten:<br />
Verklaring<br />
Inbouwmaten – TailGUARD Roof<br />
Neem voor het uitlijnen van de sensoren de inbouwtabel in acht.<br />
A LIN ultrasonische sensor 0°<br />
446 122 401 0<br />
Horizontaal of verticaal<br />
B LIN ultrasonische sensor 15°<br />
446 122 402 0<br />
of<br />
LIN ultrasonische sensor 0°<br />
446 122 401 0<br />
(uitsluitend bovenste niveau)
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
De LIN ultrasonische sensoren inbouwen<br />
Vanaf versie TEBS E2 en<br />
ELEX0<br />
Boven (extra vlak) Buiten 446 122 402 0 – 15°<br />
verticaal<br />
Onder (hoofdvlak) Buiten 446 122 402 0 – 15°<br />
verticaal<br />
Binnen 446 122 401 0 – 0°<br />
verticaal<br />
Inbouwhoogte sensoren<br />
0,4…1,2 m<br />
(zie afbeelding<br />
"Inbouwmaten<br />
TailGUARD Roof ")<br />
TEBS E 8<br />
Vanaf versie TEBS E2.5 en<br />
ELEX1<br />
Buiten 446 122 402 0 – 15°<br />
verticaal<br />
Buiten 446 122 402 0 – 15°<br />
verticaal<br />
Binnen 446 122 401 0 – 0°<br />
horizontaal<br />
Inbouwhoogte sensoren<br />
0,8…1,2 m<br />
(zie afbeelding<br />
„Inbouwmaten TailGUARD“)<br />
Meer inbouwalternatieven zijn mogelijk conform de TEBS E Diagnostic<br />
Software.<br />
163
8 TEBS E<br />
Verklaring<br />
164<br />
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
Systeemconfiguratie – TailGUARD Roof<br />
Schema 841 802 283 0 zie hoofdstuk 12.5 "GIO schema's", pagina 231.<br />
Bedradingsontwerp verdeelbox (functie- en kleurtabel),<br />
zie hoofdstuk 7.1.2 "Aansluiting met ISO 12098", pagina 130.<br />
GIO17 en GIO18: Let beslist op de aanwijzingen in paragraaf "TailGUARD functies",<br />
zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />
1 Externe lampen (optioneel) 2 Buzzer (optioneel)<br />
* CAN communicatie naar motorwagen (optioneel) GIO11 Kabel voor markeerlichten<br />
449 803 022 0<br />
GIO12 Universele kabel 449 908 060 0<br />
Alternatief Aspöck kabel 65-6111-007<br />
GIO17<br />
GIO18<br />
Kabel voor LIN ultrasonische sensoren<br />
449 806 060 0<br />
GIO14<br />
GIO15<br />
Universele kabel 449 535 … 0<br />
POWER Kabel voor voeding ELEX<br />
449 303 020 0
TailGUARDMAX<br />
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
TEBS E 8<br />
– Monteer de 6 LIN ultrasonische sensoren vertikaal op twee hoogten.<br />
Alleen wanneer de 6 LIN ultrasonische sensoren op het voertuig worden<br />
gemonteerd zoals hieronder aangegeven, zal het systeem aan alle eisen van<br />
ISO 12155 voldoen (Obstacle detection device during reversing).<br />
Beide hoogten volgen de zelfde inbouwrichtlijnen:<br />
– Monteer de buitenste LIN ultrasonische sensoren 446 122 402 0 (15°) naar<br />
binnen geneigd.<br />
– Monteer de LIN ultrasonische sensor 446 122 401 0 (0°) centraal.<br />
Afstand LIN ultrasonische sensor 1 (links) – LIN ultrasonische sensor 2 (rechts):<br />
De LIN ultrasonische sensoren van het hoofdvlak moeten worden gemonteerd<br />
met een afstand van 180 cm.<br />
Het hoofdvlak moet op een hoogte van 90 cm vanaf de grond worden<br />
gemonteerd.<br />
Het extra vlak moet op een hoogte van 40 cm vanaf de grond worden<br />
gemonteerd.<br />
Een Trailer Remote Control moet in de cabine zijn gemonteerd.<br />
Let op de volgende inbouwmaten:<br />
Inbouwmaten – TailGUARDMAX<br />
Legende – de LIN ultrasonische sensoren uitlijnen<br />
A LIN ultrasonische sensor 0°<br />
446 122 401 0<br />
De LIN ultrasonische sensoren inbouwen<br />
Boven 446 122 402 0 – 15° Verticaal<br />
446 122 401 0 – 0° Verticaal<br />
Onder 446 122 402 0 – 15° Verticaal<br />
446 122 401 0 – 0° Verticaal<br />
B LIN ultrasonische sensor 15°<br />
446 122 402 0<br />
Niet horizontaal monteren!<br />
165
8 TEBS E<br />
Verklaring<br />
166<br />
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
Systeemconfiguratie – TailGUARDMAX<br />
Schema 841 802 282 0 zie hoofdstuk 12.5 "GIO schema's", pagina 231.<br />
Bedradingsontwerp verdeelbox (functie- en kleurtabel),<br />
zie hoofdstuk 7.1.2 "Aansluiting met ISO 12098", pagina 130.<br />
GIO17 en GIO18: Let beslist op de aanwijzingen in paragraaf "TailGUARD functies",<br />
zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />
1 Externe lampen (optioneel) 2 Buzzer (optioneel)<br />
* CAN communicatie naar motorwagen (optioneel) GIO11 Kabel voor markeerlichten<br />
449 803 022 0<br />
GIO12 Universele kabel 449 908 060 0<br />
Alternatief Aspöck kabel 65-6111-007<br />
GIO17<br />
GIO18<br />
Parametrering<br />
Kabel voor LIN ultrasonische sensoren<br />
449 806 060 0<br />
GIO14<br />
GIO15<br />
Universele kabel 449 535 … 0<br />
POWER Kabel voor voeding ELEX<br />
449 303 020 0<br />
Parametreren TailGUARD functies, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />
TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.
Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />
en inbouw achteraf<br />
8.9 Montage eTASC<br />
Montage<br />
TEBS E 8<br />
De montage van de eTASC is vergelijkbaar met TASC. Een uitgebreide<br />
beschrijving vindt u in de brochure „TASC – functie en montage“, zie hoofdstuk 4<br />
"Inleiding", pagina 13 => paragraaf „Meer informatie“.<br />
De eTASC wordt met behulp van een geschikte houderplaat aan het voertuigframe<br />
bevestigd. De gebruikelijke positie is achter de laatste as.<br />
De bevestiging is uitwisselbaar met TASC en de gebruikelijke verdelerkleppen. Bij<br />
eventueel optredende plaatsproblemen kan eTASC in stappen van 90° verdraaid<br />
worden gemonteerd. De hendel wordt eraf genomen en zodanig gemonteerd, dat<br />
hij in de „Stop“-positie naar onderen wijst.<br />
Het apparaat wordt bevestigd met vier bouten M8. Kies de lengte van de bouten<br />
aan de hand van de plaatdikte van de gebruikte houderplaat. Bij een materiaaldikte<br />
van de drager van 3 - 6 mm kunt u bouten M8 x 20 gebruiken.<br />
Voor de aangesloten leidingen en buizen wordt de grootte Ø12 x 1,5 mm<br />
geadviseerd, om optimale hef- en neerlaattijden te bereiken.<br />
Wanneer de doorsnede van de leidingen en buizen tussen eTASC en de<br />
luchtveerbalgen te klein gekozen of wanneer de lengte te groot is, kan de<br />
waarneming op handmatige bediening van de eTASC niet correct door de Trailer<br />
EBS E worden gemeten. Onderstaande tabel geeft u de aanbevolen diameters en<br />
lengten.<br />
De Trailer EBS E druksensor voor het meten van de aslast (aansluiting 5) moet bij<br />
de montage tussen de eTASC en de eerste pneumatisch gevoede balg via een Tstuk<br />
worden aangesloten. Bij een stervormige verbinding van de balgen moet u de<br />
druksensoraansluiting rechtstreeks op de verdeler aansluiten.<br />
Buisdiameter en -lengten<br />
Verbinding Aantal cirkels<br />
Buis-ø [mm]; buislengte<br />
minimaal aanbevolen<br />
PEM => eTASC (voorraadleiding) 2 ø8x1; max. 6 m ø12x1,5; max. 8 m<br />
eTASC => balg 2 ø8x1; max. 6 m ø12x1,5; max. 8 m<br />
Balg => balg 2 ø8x1; max. 4 m ø12x1,5; max. 5 m<br />
Ontluchting 2 - ø12x1,5; max. 1 m<br />
PEM => eTASC (voorraadleiding) 1 ø12x1,5; max. 8 m ø12x1,5; max. 8 m<br />
eTASC => verdeler 1 ø12x1,5; max. 6 m ø12x1,5; max. 6 m<br />
Verdeler => balg 1 ø8x1; max. 4 m ø12x1,5; max. 5 m<br />
Balg => balg 1 ø8x1; max. 4 m ø12x1,5; max. 5 m<br />
Elektrische aansluiting<br />
Let op het hoofdstuk voor kabelmontage en -fixering, zie hoofdstuk 8.4 "Montage<br />
kabels / bevestiging kabels", pagina 151.<br />
– TEBS E2.5 modulator (premium): Sluit de eTASC op GIO2 aan.<br />
TEBS E2.5 modulator (multivoltage): Sluit de eTASC op GIO1, GIO2 of GIO3<br />
aan.<br />
– Parametreer de aansluiting in de TEBS E Diagnostic Software in de venster<br />
GIO - stekkertoewijzing, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168.<br />
167
168<br />
9 TEBS E<br />
9 inbedrijfstelling<br />
inbedrijfstelling<br />
Verloop van de inbedrijfstelling<br />
• Remberekening<br />
• Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware<br />
• Functietest (EOL test)<br />
• Kalibrering<br />
• Documentatie<br />
9.1 Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware<br />
Inleiding<br />
Parametrering<br />
De GIO functionaliteit omschrijft in- en uitgangen die kunnen worden<br />
geparametreerd (Engels: Generic Input/Output). Op de TEBS E modulator<br />
bevinden zich zeven parametreerbare aansluitingen (GIO1-7); op de ELEX<br />
bevinden zich vier parametreerbare aansluitingen (GIO13-16).<br />
Met deze functiegestuurde toewijzing kunnen de gewenste functies vrij worden<br />
toegekend. Dit maakt een veelvoud van functies en combinaties mogelijk.<br />
Om de parametrering en toekenning van de GIO aansluitingen voor standaard<br />
gebruik voor u eenvoudiger te maken, zijn standaardconfiguraties vastgelegd, zie<br />
hoofdstuk 12.5 "GIO schema's", pagina 231. Deze standaard configuraties geven<br />
de maximaal mogelijke aansluiting aan voor de TEBS E modulator - van een<br />
simpele oplegger met RTR functie tot ECAS functie met schakelaar voor losniveau,<br />
asfaltrem, enzovoort.<br />
Als een nieuwe parameterset voor een voertuig moet worden samengesteld, dan<br />
wordt eerst een passend GIO schema gekozen. De daarvoor bestemde<br />
parameterset is in de TEBS E diagnosesoftware opgeslagen (onder het GIO<br />
schemanummer).<br />
De stekkertoewijzingen van de TEBS E modulator is gedefinieerd in de GIO<br />
schema's voor de Standaard of Premium variant. In de schema's en parametersets<br />
staan telkens de maximale systemen beschreven.<br />
Wanneer functies niet nodig zijn, kunnen deze bij de functiekeuze eenvoudig<br />
worden uitgezet.<br />
Een TEBS E systeemtraining is vereist om een parameterset samen te stellen.<br />
Alleen na ontvangst van een PIN-code bent u bevoegd wijzigingen in te voeren<br />
met de TEBS E diagnosesoftware, zie hoofdstuk 11.2 "Systeemtraining en PIN",<br />
pagina 204.<br />
Er is een nieuwe PIN-code voor TEBS E2, waarvoor nascholing nodig<br />
is. Neem daarvoor contact op met <strong>WABCO</strong>.<br />
Diagnosesoftware bestellen<br />
Ga naar onze internetsite https://www.wabco-auto.com/mywabco/.<br />
Meld uzelf aan bij my<strong>WABCO</strong>.<br />
Hulp voor de aanmelding en bestelling van de Diagnostic Software ontvangt u via<br />
de knop Stap-voor-stap handleiding.<br />
– Houd voor de parametrering de gegevens van de remberekening en het GIO<br />
schemanummer bij de hand.
inbedrijfstelling<br />
– Open de TEBS E diagnosesoftware.<br />
Het startvenster gaat open.<br />
Wat is nieuw in de TEBS E diagnosesoftware?<br />
Klik op Help => Inhoud => Wat is nieuw?<br />
Klik dan op de softwareversie, waarvoor u de updates wil lezen.<br />
TEBS E 9<br />
– Klik op systeem => parameter.<br />
– Selecteer het te bewerken type ECU (Standaard, Premium, Multi-Voltage).<br />
Het venster TEBS - systeem wordt geopend.<br />
169
170<br />
9 TEBS E<br />
inbedrijfstelling<br />
– Klik op de knop uit bestand lezen, om een parameterset in te lezen.<br />
Met het downloaden van de TEBS E diagnosesoftware worden ook de door<br />
<strong>WABCO</strong> gedefinieerde parametersets gedownload. De parametersets zijn<br />
volgens het GIO schema aangegeven.<br />
De standaard parameters kennen de functies aan de stekkers toe, zoals in de<br />
tabel aangegeven. Daarbij worden standard parameters voor de functies op<br />
standard waarden ingesteld (bijv. drukken voor heffen en dalen liftassen,<br />
maximale druk en snelheid voor de wegrijhulp, etc.).<br />
Als ABS configuratie wordt voor opleggers en middenassers 2S/2M en voor<br />
disselaanhangwagens 4S/3M gekozen.<br />
Om de parameterset te completeren moeten de volgende gegevens nog<br />
worden ingevoerd:<br />
– Wanneer uw voertuig bijv. een liftas heeft, zet dan een vinkje in het vakje van<br />
de betreffende as bij liftas 1.<br />
– Wanneer alle gegevens zijn ingevoerd en gecontroleerd, klik dan op verder.<br />
Het venster TEBS - ALB wordt geopend.<br />
– Geef voertuiggegevens en remdrukken in. Indien nodig, klik op Remgegevens<br />
invoeren of Voertuigafmetingen invoeren en geef de gegevens volgens de<br />
remberekening in.<br />
In menupunt Voorijling pm kan de voorijling voor de pneumatisch gewenste druk<br />
worden ingesteld.<br />
In menupunt voorijling CAN wordt de voorijling voor de elektrische gewenste druk<br />
ingesteld. Hierdoor is het mogelijk het getrokken voertuig – om de CAN voorijling<br />
hoger – te remmen achter een EBS geremde motorwagen.<br />
– Wanneer alle gegevens zijn ingevoerd en gecontroleerd, klik dan op verder.<br />
Het venster TEBS - ABS/RSS wordt geopend.
inbedrijfstelling<br />
TEBS E 9<br />
– Klik op type banden onder Roll Stability Support (RSS), wanneer de RSS<br />
functie moet worden geactiveerd.<br />
– Zet voor kiepgevaarlijk voertuig een vinkje, wanneer het voertuig kiepgevaarlijk<br />
is.<br />
– Wanneer alle gegevens zijn ingevoerd en gecontroleerd, klik dan op verder.<br />
Het venster TEBS - functiekeuze wordt geopend.<br />
De afkortingen, die tussen haakjes achter de functies / subsystemen staan, zijn<br />
onafhankelijk van de taalkeuze en worden op het systeemplaatje overgenomen.<br />
171
172<br />
9 TEBS E<br />
inbedrijfstelling<br />
– Haal het vinkje weg bij de standard functies die niet nodig zijn. Klik daarvoor op<br />
het betreffende vinkje om deze te verwijderen.<br />
– Selecteer, indien van toepassing, subsystemen. Klik om een vinkje te zetten<br />
daarvoor op het lege vakje voor het gewenste subsysteem.<br />
– Klik op de knop in ECU schrijven en de geparametreerde gegevens worden in<br />
de ECU overgebracht.<br />
– Klik op de knop Systeemplaatje en een systeemplaatje wordt geprint, zie<br />
hoofdstuk 9.5 "Documentatie", pagina 192.<br />
– Zijn speciale functies nodig, klik dan op de knop speciale functies weergeven.<br />
Dit menu is te gebruiken om functies afzonderlijk aan de stekkers en Pins toe te<br />
kennen.<br />
CAN Router / CAN Repeater<br />
Bij het aansluiten van de externe druksensor aan de CAN Router moet<br />
via de TEBS E diagnosesoftware de instelling: druksensor aan R/R<br />
worden geselecteerd.<br />
Bij selectie van deze parameter is de functie remlichtvoorziening (24N)<br />
niet toegestaan, daar in het geval van 24N spanningsvoeding de<br />
druksensor is uitgeschakeld.<br />
– Wanneer parameters moeten worden gewijzigd, klik op de knop parameters<br />
wijzigen.<br />
Het venster TEBS - GIO parameter 1 wordt geopend.
Kooiaapregeling<br />
OptiLoad / OptiTurn<br />
inbedrijfstelling<br />
TEBS E 9<br />
– In dit venster kunnen parameters worden gewijzigd, wanneer standard<br />
instellingen niet geschikt zijn.<br />
– Configureer het schakelaartype onder Liftasbesturing bij OptiLoad of<br />
vorkheftruckherkenning door te klikken op mechanische schakelaar of<br />
benaderingsschakelaar.<br />
– De parameter voor de liftasregeling met kooiaap voert u in onder liftasregeling<br />
met herkenning kooiaap => liftas 1.<br />
– De parameter voor de liftasregeling zonder kooiaap voert u in onder<br />
Automatische liftasaansturing => liftas 1.<br />
Systeeminstelling<br />
Voor de basis parametrering moet naast het 4S/3M remsysteem de asliftklep voor<br />
de laatste as worden ingesteld.<br />
Bij gebruik van 2 liftassen moet liftas 1 op de eerste as en liftas 2 op de laatste as<br />
worden ingesteld.<br />
Het ECAS kleppenblok of de LACV-IC moet de achteras regelen.<br />
Functiekeuze<br />
– Klik in het venster TEBS - functiekeuze, bij één liftas op Liftassturing2 (ILS1),<br />
twee liftassen op Liftassturing2 (ILS2).<br />
– Onder de speciale functies moet OptiTurn / OptiLoad (rangeerhulp) (MH) of<br />
OptiTurn / OptiLoad plus (MH+) zijn geselecteerd. Deze parameters zijn vereist<br />
om OptiLoad of OptiTurn te activeren.<br />
– In het venster TEBS - GIO parameter 1 kan Schakelaarstatus voor de toets<br />
rangeerhulp worden geselecteerd.<br />
– Onder Automatische liftasaansturing kan een geïntegreerde restdruk bij<br />
sleepassen worden geselecteerd (optioneel).<br />
173
174<br />
9 TEBS E<br />
inbedrijfstelling<br />
Zoals bij de functie "wegrijhulp" kunnen OptiLoad en OptiTurn met<br />
hulp van een externe magneetklep de functie met een conventionele<br />
restdruk uitvoeren. Daarvoor moet de parameter OptiTurn/OptiLoad<br />
plus worden geselecteerd, zie venster TEBS - functiekeuze => knop<br />
speciale functies weergeven.<br />
– In het venster TEBS - GIO parameter 1 kan onder rangeerhulp OptiTurn worden<br />
geselecteerd of moet de activering via het SmartBoard worden uitgevoerd.<br />
Bovendien kan de parameter voor het activeren van OptiTurn worden<br />
geselecteerd.<br />
Voor het deactiveren van OptiTurn kan een snelheid tot maximaal 30 km/u<br />
(drukbegrenzing afhankelijk van ALB gegevens) worden ingegeven.<br />
– Onder Kingpin reductie (OptiLoad) kan een parameter voor het activeren van de<br />
functie (vanaf 0 km/h) worden ingegeven.<br />
Voor het deactiveren van OptiLoad kan een waarde voor de drukbegrenzing<br />
afhankelijk van ALB gegevens worden ingegeven.<br />
– Wanneer alle wijzigingen zijn ingevoerd en gecontroleerd, klik dan op verder.<br />
Het venster TEBS - GIO parameter 2 wordt geopend.<br />
– In dit venster kunnen parameters worden gewijzigd, wanneer standard<br />
instellingen niet geschikt zijn.
Wegrijblokkering<br />
inbedrijfstelling<br />
TEBS E 9<br />
– Activeer de parameter Wegrijblokkering (immobilizer) in het venster TEBS -<br />
functiekeuze.<br />
– Activeer voor een optioneel apparaat voor alarmsignalen de parameter uitgang<br />
voor zoemer in het venster TEBS - GIO parameter 2 => Immobilizer<br />
(wegrijblokkering).<br />
– Leg vast of het signaal permanent of periodiek moet klinken.<br />
Permanent: permanent signaal gedurende 30 seconden, daarna 30 seconden<br />
pauze. Herhaling van de cyclus tot een totale duur van 5 minuten. Daarna<br />
deactivering van het alarmsignaal.<br />
Periodiek: wisselend signaal met 2 Hz frequentie gedurende 30 seconden,<br />
daarna 30 seconden pauze. Herhaling van de cyclus tot een totale duur van 5<br />
minuten. Daarna deactivering van het alarmsignaal.<br />
Met TEBS E2 kan via de parameter Ontgrendelen uitsluitend bij<br />
ingeschakelde parkeerrem worden ingesteld of de wegrijblokkering<br />
alleen bij geactiveerde parkeerrem kan worden ontgrendeld.<br />
– Wanneer alle wijzigingen zijn ingevoerd en gecontroleerd, klik dan op verder.<br />
Het venster TEBS - GIO parameter 3 wordt geopend.<br />
– In dit venster kunnen parameters worden gewijzigd, wanneer standard<br />
instellingen niet geschikt zijn.<br />
– Wanneer alle wijzigingen zijn ingevoerd en gecontroleerd, klik dan op verder.<br />
175
9 TEBS E<br />
Stekkertoewijzing<br />
176<br />
inbedrijfstelling<br />
– Klik op de knop Systeemplaatje en een systeemplaatje wordt geprint, zie<br />
hoofdstuk 9.5 "Documentatie", pagina 192.<br />
– Selecteer in het uitklapmenu van een vrije Pin-aansluiting de gewenste functie<br />
door erop te klikken.<br />
De term geen in het uitklapmenu betekent, dat nog geen functie is toegekend.<br />
In het uitklapmenu worden alleen functies aangegeven, die eerder geselecteerd<br />
zijn en die aan die Pin ook mogelijk zijn.<br />
De toekenning kan zo vaak u wilt worden gewijzigd, waarbij natuurlijk rekening<br />
moet worden gehouden met de beschikbaarheid van de uit- en ingangen. Een<br />
ECAS klep kan, bijvoorbeeld, alleen aan GIO2 of GIO3 worden toegekend, daar<br />
alleen op deze Pin-aansluitingen twee uitgangen aanwezig zijn.<br />
De gegevens kunnen in de ECU worden opgeslagen, wanneer alle gekozen<br />
functies toegekend zijn en geen dubbele toekenning aanwezig is, dus wanneer<br />
de velden nog niet toegekende component(en) en dubbel gekozen<br />
component(en) leeg zijn.<br />
Maximaal zijn drie functies per GIO aansluiting mogelijk.<br />
Let erop, dat de juiste kabels beschikbaar zijn. Wanneer geen juiste kabel<br />
beschikbaar is, dan kunt u een 4-polige universele kabel en een verdeeldoos<br />
nemen.<br />
– Wanneer alle gegevens/toekenningen zijn ingevoerd en gecontroleerd, klik dan<br />
op OK.
Multi-Voltage<br />
inbedrijfstelling<br />
TEBS E 9<br />
De TEBS E diagnosesoftware herkent automatisch of een Multi-Voltage variant is<br />
aangesloten. In het venster TEBS E - systeem moet spanningsvoeding 12 V of 24<br />
V worden geselecteerd. Alle opties die niet beschikbaar zijn in deze modus worden<br />
op de volgende beelschermen niet meer weergegeven.<br />
CAN berichten: Met deze parameter kan de CAN communicatie alleen<br />
voor 24V of van 12V-24V (12V of 24V) door TEBS E worden<br />
ondersteund.<br />
Parameter Geen ALB bij trekkende voertuig zonder EBS (alleen in<br />
landen met gemengd gebruik (12V / 24V))<br />
Wordt het getrokken voertuig gebruikt achter verschillende<br />
motorwagens, die voor lastafhankelijke (bijv. EU opleggers) en<br />
onafhankelijke (bijv. US opleggers) remkrachtregeling zijn uitgerust,<br />
dan kan de TEBS E diagnosesoftware worden gebruikt om de<br />
automatische deactivering van de ALB regeling op trekkers zonder<br />
CAN bus (bijv. US opleggers) te kiezen.<br />
Dit betekent: Achter deze US motorwagens met uitsluitend<br />
pneumatische remleiding, zonder lastafhankelijke remkracht, wordt<br />
altijd de beladen-karakteristiek uitgestuurd.<br />
Als een remdruk bestaat via CAN volgens ISO 7638 stekerverbinding,<br />
dan is de ALB automatisch weer actief.<br />
De selectie van parameter Geen ALB bij trekkende voertuig zonder<br />
EBS is alleen bij TEBS E Multi-Voltage modulator mogelijk.<br />
177
178<br />
9 TEBS E<br />
TailGUARD-functies<br />
inbedrijfstelling<br />
Voorwaarden: ELEX is via Subsystems aangesloten op de TEBS E modulator.<br />
– Klik in het venster TEBS - GIO parameter 3 op de knop verder.<br />
Het volgende venster wordt geopend:<br />
– Klik op het systeem, dat in het voertuig moet worden gemonteerd.<br />
TailGUARDlight (benaderingshulp laadplatform)<br />
PWM sensoren: Toepassing van de ultrasone sensoren van de Trailer Central<br />
Electronic. De sensoren moeten met twee kabels op GIO17 (links) en GIO18<br />
(rechts) worden aangesloten.<br />
LIN sensoren:Sensoren met een LIN-interface voor de communicatie met de ELEX.<br />
In dit geval kan één sensor op ieder van GIO17 en GIO18 worden aangesloten of<br />
beide sensoren kunnen met een LIN verdeler worden aangesloten op GIO17 of<br />
GIO18.<br />
In het venster GIO - stekkertoewijzing => Stekker ELEX mag ultrasonische sensor<br />
LIN (Pin 4 3) alleen eenmaal op GIO17 of GIO18 worden geselecteerd, daar<br />
anders een foutmelding verschijnt. De functie van de sensoren is dan op beide<br />
GIO's beschikbaar, daar deze intern parallel zijn geschakeld. Er kunnen altijd<br />
sensoren op beide GIO's worden aangesloten, ook wanneer bij GIO17 of GIO18<br />
geen staat.<br />
Inbouwdiepte sensor: Hier moet de afstand van de sensor vanaf de laatste,<br />
achterkant van het voertuig worden ingegeven. De afstand moet maximaal 35 cm<br />
bedragen.<br />
Stopafstand: Hier wordt de afstand tot het obstakel ingegeven, waarbij het voertuig<br />
automatisch door ELEX enTEBS E wordt geremd. De stopafstand kan tussen<br />
0,3 m en 1 m worden ingesteld.
inbedrijfstelling<br />
TailGUARD (achterruimtebewaking hoofdvlak)<br />
TEBS E 9<br />
Er kunnen maximaal 6 sensoren worden aangesloten (6 sensoren op GIO17 of 2x<br />
3 sensoren op GIO17 en GIO18).<br />
In het venster GIO - stekkertoewijzing => Stekker ELEX mag ultrasonische sensor<br />
LIN (Pin 4 3) alleen eenmaal op GIO17 of GIO18 worden geselecteerd, daar<br />
anders een foutmelding verschijnt. De functie van de sensoren is dan op beide<br />
GIO's beschikbaar, daar deze intern parallel zijn geschakeld. Er kunnen altijd<br />
sensoren op beide GIO's worden aangesloten, ook wanneer bij GIO17 of GIO18<br />
geen staat.<br />
2 ultrasonische sensoren / 3 ultrasonische sensoren: Hier kan een systeem met<br />
twee of drie ultrasonische sensoren worden geselecteerd.<br />
<strong>WABCO</strong> advies: Systeem met minstens drie ultrasonische sensoren, daar de<br />
herkenning met drie sensoren aanzienlijk beter is.<br />
De middelste sensor mag met een afwijking van max. 15 cm naar boven of naar<br />
beneden worden gemonteerd.<br />
Om overhangende laadperrons goed te herkennen, moeten alle sensoren of<br />
tenminste de middelste sensor op bufferhoogte of direct daaronder worden<br />
gemonteerd. Als compromis tussen achterruimtebewaking en benaderingshulp<br />
laadplatform kunt u de optie middelste sensor gedraait kiezen, om de waarneming<br />
van overstekende laadperrons te optimaliseren. Voor deze configuratie moet u de<br />
gevoelige sensorgevoeligheid kiezen.<br />
Voertuigbreedte: Hier wordt de maximale voertuigbreedte ingegeven.<br />
Afstand sensor 1 (links) – sensor 2 (rechts): Hier wordt de afstand tussen de beide<br />
buitenste ultrasonische sensoren (gemeten midden-midden) ingegeven. Voor een<br />
systeem volgens ISO 12155 moeten de sensoren van het hoofdvlak in een afstand<br />
van 180 cm worden geïnstalleerd. Wanneer de sensorafstand < 200 cm bedraagt,<br />
is de herkenning in het buitenbereik dicht bij het voertuig beperkt.<br />
Afstand sensor 1 (links) – sensor 3 (midden): Hier wordt de afstand tussen de<br />
linker sensor en de middelste sensor ingegeven.<br />
Afstand sensoren tot de grond: Hier wordt de afstand van het hart sensor tot de<br />
grond ingegeven, wanneer het voertuig op normaalniveau staat. Voor een systeem<br />
volgens ISO 12155 moet het hoofdvlak op een hoogte van 90 cm worden<br />
geïnstalleerd.<br />
Inbouwdiepte sensor: Hier moet de afstand van de sensor vanaf de laatste,<br />
achterkant van het voertuig worden ingegeven. De afstand moet maximaal 35 cm<br />
bedragen.<br />
Remmen: Hier kan gekozen worden of het voertuig automatisch moet worden<br />
geremd.<br />
Stopafstand: Hier wordt de afstand tot het voertuig ingegeven, waarbij het voertuig<br />
automatisch door ELEX en TEBS E wordt geremd, wanneer deze afstand tot het<br />
laadperron is bereikt. Bij drie sensoren kan de stopafstand 0,5 - 1 m bedragen.<br />
Middelste sensor gedraaid: Wanneer drie ultrasonische sensoren werden<br />
geselecteerd, kan de middelste sensor 90° worden gedraaid. De veranderde stand<br />
wordt in de rechter afbeelding weergegeven (zie venster ELEX - parameter).<br />
179
180<br />
9 TEBS E<br />
inbedrijfstelling<br />
Sensorgevoeligheid<br />
• Gevoelig:Hoge identificatiekracht in de onmiddellijke omgeving<br />
(uitlevertoestand). Aanbevolgen gevoeligheid voor hoofdvlak bij<br />
TailGUARDMAX en voor TailGUARD. Bij een sensorafstand < 2 m moet deze<br />
gevoeligheid worden geselecteerd, wanneer de totale achterruimte moet<br />
worden bewaakt.<br />
• Standard: De gevoeligheid van de sensoren is in het benaderingsbereik iets<br />
naar beneden bijgesteld, om objecten uit te schakelen die op de trailer vast<br />
zitten en reacties kunnen veroorzaken (bijv. rubberen buffers, etc.). Deze<br />
instelling moet bij TailGUARD Roof voor de beide bovenste sensoren worden<br />
gebruikt.<br />
• Kort bij de vloer:De gevoeligheid van de sensoren is in het bereik veraf iets<br />
verminderd om reflecties door objecten op de vloer (bijvoorbeeld stoepranden),<br />
niet te detecteren. Deze instelling moet worden gebruikt, wanneer de sensoren<br />
lager dan 50 cm worden gemonteerd (bijv. voor de onderste sensorrij bij<br />
TailGUARDMAX).<br />
Moet de gevoeligheid van de sensoren achteraf worden gewijzigd, omdat bijv.<br />
storingen zijn opgetreden, dan is een nieuwe inbedrijfstelling van het systeem<br />
vereist, zie venster TEBS-E diagnosesoftware => Meetwaarden =><br />
achteruitrijbewaking .<br />
TailGUARD Roof / TailGUARDMAX (achterruimtebewaking extra vlak)<br />
2 ultrasonische sensoren: Hier kan een systeem met twee ultrasonische sensoren<br />
voor TailGUARD Roof worden geselecteerd.<br />
3 ultrasonische sensoren: Hier kan een systeem met drie ultrasonische sensoren<br />
voor TailGUARDMAX worden geselecteerd. De middelste sensor mag met een<br />
afwijking van maximaal 15 cm naar boven of naar beneden worden gemonteerd.<br />
Afstand sensor 4 (links) – sensor 5 (rechts): Hier wordt de afstand tussen de beide<br />
buitenste ultrasonische sensoren (gemeten midden-midden) ingegeven. Voor een<br />
systeem volgens ISO 12155 moeten de sensoren van het extra vlak op een<br />
afstand van 180 cm worden geïnstalleerd.<br />
Afstand sensor 4 (links) – sensor 6 (midden): Hier wordt de afstand tussen de<br />
linker sensor en de middelste sensor ingegeven.<br />
Afstand sensoren tot de grond: Hier wordt de afstand van het hart sensor tot de<br />
grond ingegeven, wanneer het voertuig op normaalniveau staat. Voor een systeem<br />
volgens ISO 12155 moet het extra vlak op een hoogte van 40 cm worden<br />
geïnstalleerd.<br />
Inbouwdiepte sensor: Hier moet de afstand van de sensor vanaf de laatste,<br />
achterkant van het voertuig worden ingegeven.<br />
Remmen: Hier kan gekozen worden of het voertuig automatisch moet worden<br />
geremd.<br />
Stopafstand: Hier wordt de afstand tot het obstakel ingegeven, waarbij het voertuig<br />
automatisch door ELEX en TEBS E wordt geremd, wanneer deze afstand tot het<br />
laadperron is bereikt. De stopafstand kan van die van het hoofdvlak afwijken<br />
(0,7 - 1 m).<br />
Sensorgevoeligheid: Zie beschrijvingen hiervoor (onder paragraaf „TailGUARD“).<br />
Buitensensoren gedraaid: Om ook bij geringe inbouwruimte een waarneming van<br />
daken mogelijk te maken, kunnen de bovenste buitenste sensoren (sensor 4 & 5)<br />
horizontaal worden gemonteerd. Dan moet u erop letten dat 15°-sensoren<br />
(446 122 402 0) naar onderen gericht worden gemonteerd. De objectwaarneming<br />
vindt dan uitsluitend plaats in het bereik van de ultrasoonsensoren; een<br />
oppvervlaktedekkende achterruimtebewaking is voor het hoogste niveau niet<br />
gegeven.
inbedrijfstelling<br />
TEBS E 9<br />
Opties<br />
• Achteruitrijwaarschuwing (buzzer) gemonteerd: Er kan een externe buzzer op<br />
het ELEX worden aangesloten, die de frequentie wijzigt overeenkomstig de<br />
afstand van het laadperron (TailGUARD) of van het waargenomen object<br />
(TailGUARDMAX). De buzzer moet een minimaal stroomverbruik van 10 mA<br />
hebben, anders wordt een kabelbreuk aangegeven. De buzzer moet een<br />
permanente toon geven. Gebruik de buzzer niet als enkel afstandkenmerk,<br />
aangezien een storing niet duidelijk aangegeven kan worden.<br />
• Positielampen: Het knipperen van de positielampen (markeerlichten) kan hier<br />
worden gedeactiveerd voor landen, waarin dit niet is toegestaan (bijv. Groot-<br />
Brittannië en Zwitserland).<br />
• Communicatie met de Trailer Remote Control actief: De communicatie naar de<br />
Trailer Remote Control via PLC (Power Line Communication) in de motorwagen<br />
kan hier worden gedeactiveerd. Daarmee heeft de Trailer Remote Control geen<br />
functie meer.<br />
Achteruitrijsignaallamp aan de aanhanger<br />
• Geen lampen gemonteerd: Geen externe signaallampen voor het aangeven<br />
van de afstand aangesloten op het ELEX.<br />
• knipperend: De beide aangesloten, externe signaallampen knipperen met de<br />
frequentie van de markeerlichten.<br />
• permanent aan: De beide aangesloten, externe signaallampen geven aan, in<br />
welk bewakingsgebied een object aanwezig is, bijv. de afstand tot het<br />
laadperron. De functie is nodig voor landen, waar het knipperen van de<br />
markeerlichten niet is toegestaan (bijv. Groot-Brittannië en Zwitserland).<br />
Remmen deactiveren: TailGUARD kan kortstondig worden gedeactiveerd, om<br />
ongewild remmen bij het achteruitrijden te voorkomen, zodat verder rijden mogelijk<br />
is (bijv. bij een storing).<br />
• Door de versnelling 2 maal in achteruitrijden te schakelen: Het systeem kan<br />
worden gedeactiveerd door de versnelling binnen 1-3 seconden opnieuw in<br />
achteruitrijden te schakelen.<br />
• Door na het remmen de versnelling 2 maal in achteruitrijden te schakelen: Bij<br />
deze optie wordt de optionele, externe buzzer (bijv. in woongebieden)<br />
gedeactiveerd door de versnelling binnen 1-3 seconden opnieuw in<br />
achteruitrijden te schakelen. Wanneer het voertuig bij achteruitrijden heeft<br />
geremd, kan TailGUARD-functie kortstondig worden gedeactiveerd door de<br />
versnelling binnen 1-3 seconden opnieuw in achteruitrijden te schakelen.<br />
• via een toets: Hier kan een toets op het ELEX worden aangesloten. Wanneer<br />
de versnelling in achteruitrijden is geschakeld en de toets wordt bediend, dan<br />
wordt TailGUARD gedeactiveerd. Alle deactiveringen werken slechts zolang, tot<br />
de versnelling opnieuw in de achteruit wordt geschakeld.<br />
Aanhangwagenaccu<br />
• Niet gemonteerd: Er is geen aanhangwagenaccu op de ELEX aangesloten.<br />
• 12 V: Hier wordt een 12 V accu op het ELEX aangesloten (bijvoorbeeld ook van<br />
koelwagen). Hiervoor moet een TEBS E2 modulator (Multi-Voltage) worden<br />
gebruikt. ELEX schakelt de accu uit, wanneer de spanning onder 10,8V zakt.<br />
• 24 V: Hier wordt een 24V accu op het ELEX aangesloten . ELEX schakelt de<br />
accu uit, wanneer de spanning onder 21,6V zakt.<br />
Acculading: Wanneer deze optie is gekozen, wordt een aangesloten accu door de<br />
ELEX geladen. Hier moet ook een nalooptijd in de ECU van minstens één minuut<br />
worden ingesteld.<br />
Onderbrekingsvrije stroomvoorziening: Wanneer geen klem 30-spanning<br />
beschikbaar is, wordt onmiddellijk overgeschakeld naar de accuvoeding. De<br />
elektronica loopt na, tot de geparametreerde nalooptijd is bereikt. Het wordt<br />
aanbevolen, in het ECAS-bedrijf met accu deze parameter in te stellen.<br />
181
182<br />
9 TEBS E<br />
Trailer Remote Control configuratie<br />
inbedrijfstelling<br />
In dit venster kan één van de drie gedefinieerde configuraties worden geselecteerd.<br />
De toetsen kunnen ook naar wens worden geconfigureerd, zie hoofdstuk 10.2<br />
"Bediening met afstandsbediening voor getrokken voertuigen (Trailer Remote<br />
Control)", pagina 193.<br />
Drempelwaarde kiephoek: Hier kunnen de drukstijgingen voor het aangeven van<br />
de kiephoek worden ingesteld.<br />
Wegrijblokkering PIN in de Trailer Remote Control opslaan: Optioneel kan de<br />
geheugenopslag van de PIN worden gedeactiveerd.
eTASC<br />
inbedrijfstelling<br />
TEBS E 9<br />
Voorwaarde: TEBS E modulator (Premium of Multi-Voltage) vanaf versie E2.5<br />
De na de montage vereiste parameterveranderingen ten aanzien van eTASC<br />
worden gerealiseerd in de TEBS E Diagnostic Software.<br />
In de offline-modus moet de te bewerken TEBS E modulator variant (Premium of<br />
Multi-Voltage) worden geselecteerd.<br />
– Daartoe klikt u op Systeem => Parameter.<br />
– In het venster TEBS - systeem markeert u onder Vering => Geïntegreerde<br />
ECAS 1-puntsregeling => eTASC, om in de software de montage van de<br />
eTASC te parametreren.<br />
– In het venster TEBS - GIO parameter 2 onder Niveauregeling draagt u de<br />
snelheid voor de RtR-functie in, waarbij het rijniveau bij het wegrijden<br />
automatisch wordt geregeld.<br />
– In hetzelfde venster klikt u op Uitgebreide ECAS parameter en voert u de<br />
gewenste waarden in voor:<br />
• Regelvertraging: periode, waarin de gefilterde wegsensorsignalen permanent<br />
van het gewenste niveau afwijken en waarna een hoogtecorrectie plaatsvindt.<br />
• Dalen: Geeft aan, tot welk niveau minimaal neergelaten of op het buffer mag<br />
worden geplaatst.<br />
• de standby modus: Parametreert het aanwezig zijn van een accu.<br />
• Activering standby: Tijdpunt voor de activering van de standby.<br />
Toleranties in standby: Waarde, waarmee het gemeten niveau naar onderen of<br />
boven mag afwijken van het gewenste niveau.<br />
Standyby tijd: Duur van de standby.<br />
• Plausibiliteit: Functie controleert met behulp van de wegsensor, of zich een voor<br />
de bediening passende beweging van de opbouw instelt:<br />
Grens plausibiliteitscontrole bij het dalen van de aan de achteras bevindende:<br />
wegsensorwaarde, waarbij de elektronica geen plausibiliteitsfout afgeeft,<br />
afhankelijk van de elasticiteit van het rubber buffer.<br />
Periode plausibiliteitscontrole: Duur tijdens welke de beweging van de opbouw<br />
niet bij de bediening mag passen.<br />
183
184<br />
9 TEBS E<br />
9.2 Functietest<br />
inbedrijfstelling<br />
• ECAS met eTASC / verdelerklep:<br />
Geen niveauregeling in de stilstand: Deactiveren van de automatische<br />
niveauregeling bij bijvoorbeeld laden en lossen.<br />
Handmatig omhoogbrengen / neerlaten (eTASC): Standard geactiveerd; bij het<br />
deactiveren werkt eTASC als een conventionele verdelerklep.<br />
• Toleranties: Waarde, waarmee het gemeten niveau mag afwijken van het<br />
gewenste niveau aan de vooras, achteras, en tussen de desbetreffende assen;<br />
(aanbevolen worden toleranties van 10 mm).<br />
• Groen ECAS-waarschuwingslampje: Parametreert het aanwezig zijn en het<br />
type van een waarschuwingslamp en stelt het gedrag van de lamp bij fouten in.<br />
• Overige functies:<br />
Bandenindrukcompensatie: Bij activering, compenseert lineair het indrukken<br />
van de voorste en achterste banden bij belading in.<br />
Toegelaten balgdruk:<br />
Rijsnelheid, tot waar handmatige hoogtewijzigingen toegestaan zijn<br />
– Vervolgens moet de kalibrering van de wegsensoren, dus de bovenste,<br />
onderste niveaus en de normaalniveaus plaatsvinden. Klik daartoe op Systeem<br />
=>Kalibreren van de wegsensoren.<br />
– De functietest (EOL test) kan alleen dan worden uitgevoerd, wanneer aan de<br />
TEBS E training is deelgenomen.<br />
Met TEBS E diagnosesoftware bestaat de mogelijkheid om via het menu<br />
Aansturing verschillende simulaties uit te voeren, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />
parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS-E<br />
diagnosesoftware.
inbedrijfstelling<br />
9.3 Inbedrijfstelling van de LIN ultrasonische sensor<br />
Normale EOL-test<br />
TEBS E 9<br />
PWM ultrasonische sensoren (TailGUARDlight) worden niet ingeleerd.<br />
Reflecties kunnen niet worden uitgeschakeld.<br />
Voorwaarde: Bij de inbedrijfstelling van de ultrasoonsensoren en het TailGUARDsysteem<br />
moet de achteruit zijn ingeschakeld.<br />
De inbedrijfstelling van de LIN-ultrasoonsensoren wordt in drie stappen verricht<br />
door middel van de end-of-line-test:<br />
1. De LIN ultrasonische sensoren inleren<br />
2. Test op reflecties<br />
3. Herkenning testlichaam<br />
1. De LIN ultrasonische sensoren inleren<br />
Na montage moeten de LIN ultrasonische sensoren de herkenning van de positie<br />
op het voertuig worden ingeleerd.<br />
– Klik in het venster TEBS-E Diagnostic Software op Meetwaarden =><br />
TailGUARD.<br />
– Klik in het venster TailGUARD op de knop Inbedrijfstelling starten.<br />
Daarvoor moeten de LIN ultrasonische sensoren telkens 1-2 seconden worden<br />
afgedekt, waarbij de volgende volgorde absoluut moet worden aangehouden:<br />
Hoofdvlak: 1-links 2-rechts 3-midden<br />
Extra vlak: 4-links 5-rechts 6-midden<br />
De af te dekken LIN ultrasonische sensor knippert in de afbeelding (zie<br />
venster TailGUARD).<br />
Wanneer een LIN ultrasonische sensor wordt herkend, dan knipperen de<br />
positielampen van het voertuig eenmaal en in de afbeelding (zie venster<br />
TailGUARD) knippert de volgende LIN ultrasone sensor, die moet worden<br />
ingeleerd.<br />
185
186<br />
9 TEBS E<br />
Gerduceerde EOL-test<br />
inbedrijfstelling<br />
2. Test op reflecties<br />
Nadat de LIN ultrasoninsche sensoren zijn ingeleerd, wordt getest of reflecties<br />
optreden en de LIN ultrasonische sensoren objecten aan het voertuig ten onrechte<br />
als hindernis herkennen.<br />
– Voor deze test moet u de ruimte 2,5 m achter het voertuig en 0,5 m aan de<br />
zijkant van het voertuig vrijhouden.<br />
– Wordt een object herkend, druk dan op de knop reflecties uitschakelen om deze<br />
reflectie uit te schakelen.<br />
Daarna volgt nog een meting om vast te stellen of reflecties van andere<br />
objecten moeten worden uitgeschakeld.<br />
Worden nog meer objecten herkend, dan moeten de LIN ultrasonische<br />
sensoren of gemonteerde componenten anders worden gepositioneerd.<br />
3. Herkenning testlichaam<br />
Wanneer het systeem storingvrij is, volgt een objecttest.<br />
– Plaats daartoe een proefexemplaar (bijvoorbeeld een plastic buis) dat hoger is<br />
dan de montagehoogte van de LIN ultrasonische sensoren, op 0,6 m (± 0,1 m)<br />
links en 1,6 m (± 0,2 m) rechts in de ruimte achter het voertuig.<br />
De gemeten afstand wordt weergegeven in de TEBS E Diagnostic Software<br />
(zie venster TailGUARD).<br />
– Bevestig de positie van de objecten met de knop Object waargenomen.<br />
Wordt het proefexemplaar herkend, dan wordt de End-of-Line bit in de ELEX<br />
gewist en is het systeem foutvrij. De inbedrijfstelling was succesvol.<br />
Was de test niet succesvol, dan zijn of de LIN ultrasonische sensoren op de<br />
verkeerde positie ingeleerd of zijn de parameters voor de sensorafstand<br />
verkeerd ingegeven. Controleer de parameter respectievelijk de<br />
inbouwsituatie van de sensoren en herhaal de test.<br />
Vanaf versie TEBS E2.5 bestaat de mogelijkheid de EOL-test te<br />
reduceren. Daartoe moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:<br />
• Onder Opties => Instellingen => Testopties moet u de instelling van<br />
de TailGUARD-test Objecttest (optioneel) kiezen.<br />
• De afstand tussen linker en rechter sensor bedraagt 1,6 - 2,4 m.<br />
• Bij drie sensoren moet de middelste sensor centraal zijn<br />
aangebracht. Een afwijking van 30 cm naar rechts of links van de<br />
middenas is toelaatbaar.<br />
• De inbouwdiepte van de sensoren bedraagt maximaal 35 cm.
inbedrijfstelling<br />
TEBS E 9<br />
Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan, verandert het verloop van de<br />
inbedrijfstelling:<br />
– Bevestig de inbouwmaten, die in de parametrering werden aangegeven.<br />
Uitsluitend dan kan de inbedrijfstelling met de knop Afstanden correct, objecttest<br />
weglaten weorden gereduceerd (zie onderstaand venster Controle van de<br />
inbouwmaten).<br />
– Ga verder zoals beschreven onder paragraaf „De LIN ultrasonische sensoren<br />
inleren“.<br />
187
188<br />
9 TEBS E<br />
Echo-test<br />
inbedrijfstelling<br />
– Aanvullend bij 3 LIN ultrasone sensoren in het hoofdvlak: Nadat de laatste LIN<br />
ultrasonische sensor werd ingeleerd, branden de positielampen 3 seconden<br />
lang.<br />
– Daarna moet de positie van de middelste LIN ultrasone sensor worden bediend,<br />
doordat u deze opnieuw ingedrukt houdt (positielampen moeten zijn gedoofd).<br />
Wanneer niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, moet de normale EOL-test<br />
worden verricht.<br />
Aansluitend wordt de echo-test verricht. Houd daartoe een bereik van 2,5 m achter<br />
en 0,5 m aan de zijkanten van het voertuig vrij.<br />
– Wordt een object herkend, druk dan op de knop reflecties uitschakelen om deze<br />
reflectie uit te schakelen (zie paragraaf „Normale EOL-test - test op reflecties“).<br />
De EOL-test kan ook met de reflectietest worden verkort, wanneer aan de<br />
volgende voorwaarden is voldaan:<br />
• De reflectietest werd eenmaal is succesvol uitgevoerd aan het voertuig.<br />
• De structuur aan de achterzijde van het voertuig, dus de inbouwpositie van de<br />
ultrasoonsensoren, buffers enzovoort, blijft identiek.<br />
• Het gaat om een stabiele en procesveilige serieproductie.<br />
Ook de reflectietest kan via opties en instellingen worden gekozen. Dit is echter<br />
aanbevolen bij standard voertuigen, waarvan de waarden bekend zijn en wanneer<br />
de reflectietest eenmaal werd verricht.<br />
Nadat de test voor de eerste keer is verricht, moet u de gemeten<br />
storingsechowaarden in een bestand schrijven (uitsluitend wanneer storingsechos<br />
werden gevonden). Voeg de inhoud van dit bestand in het ECU-bestand van de<br />
volgende voertuigen in.<br />
Aan het begin van de parametrering met veranderd ECU-bestand verschijnt het<br />
dialoogvenster, of de waarden van het ECU-bestand moeten worden gebruikt. Dit<br />
is uitsluitend bij voertuigen met dezelfde TailGUARD-configuratie en gelijke<br />
inbouwsituatie toelaatbaar.<br />
Bij nieuwe voertuigen of veranderde montageomstandigheden (bijvoorbeeld meer<br />
of anders geplaatste aanbouwdelen aan de achterkant van de trailer) is het niet<br />
toegestaan de reflectietest uit te schakelen.
9.4 Kalibreren sensoren<br />
Voorwaarden voor succesvol kalibreren<br />
inbedrijfstelling<br />
TEBS E 9<br />
Voor het kalibreren van de sensoren is een TEBS E systeemtraining of een E-<br />
Learning vereist. Alleen na ontvangst van PIN 2 bent u bevoegd om de kalibrering<br />
uit te voeren, zie hoofdstuk 11.2 "Systeemtraining en PIN", pagina 204.<br />
• Het bereik van de karakteristiek is 966 - 1660 Timer Ticks (TT).<br />
• Het rijniveau I moet tussen 1139 - 1486 TT liggen.<br />
• Het hoogste kalibreerniveau moet groter zijn dan de som uit rijniveau I<br />
(normaalniveau) en 3x tolerantiewaarde ingesteld niveau (in te stellen met<br />
TEBS E diagnosesoftware) + 5 mm (bijvoorbeeld vangkabel).<br />
• Formule: hoogste kalibreerniveau > rijniveau + 3x tolerantiewaarde ingesteld<br />
niveau + 5 mm.<br />
• Het laagste kalibreerniveau moet kleiner zijn dan het verschil van het rijniveau<br />
minus 2x de ingestelde niveautolerantie.<br />
Formule: laagste kalibreerniveau < rijniveau - 2x tolerantiewaarde ingesteld<br />
niveau.<br />
Opdat de opbouw niet te hoog kan worden opgetild, worden vangkabels rond de<br />
assen gelegd, die de maximale hoogte begrenzen.<br />
Wanneer zich een niet plausibele kalibrering voordoet, dan verschijnt een<br />
karakteristiekfout in het diagnosegeheugen.<br />
– Zet het voertuig in een horizontale positie op de hoogte van het normaalniveau,<br />
voordat met het kalibreren wordt begonnen.<br />
Met de TEBS E diagnosesoftware staan meerdere kalibreermogelijkheden ter<br />
beschikking zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS-E diagnosesoftware=><br />
systeem => kalibreren van de wegsensoren => Wegsensoren en karakteristiek<br />
kalibreren.<br />
189
190<br />
9 TEBS E<br />
3-puntskalibrering<br />
inbedrijfstelling<br />
Toepassing: voor individueel kalibreren van een voertuig.<br />
Dit type kalibrering gaat zoals bij de standard ECAS systemen.<br />
– Druk op de knop Kalibrering starten.<br />
– Zet het voertuig in rijniveau I met de knoppen heffen/dalen.<br />
– Druk op de knop normaalniveau opslaan.<br />
Er verschijnt een invoerveld, waarin de afstand tussen laadvloer of de<br />
bovenrand van het chassis in rijniveau I en het wegdek wordt ingevoerd (in<br />
mm). Meet deze afstand altijd in de nabijheid van de te kalibreren as.<br />
– Zet het voertuig in hoogste niveau met de knoppen heffen/dalen.<br />
– Druk op de knop Bovenste niveau opslaan.<br />
Er verschijnt een invoerveld, waarin de afstand tussen laadvloer of de<br />
bovenrand van het chassis in het hoogste niveau en het wegdek wordt<br />
ingevoerd (in mm).<br />
– Zet het voertuig in laagste niveau met de knoppen heffen/dalen.<br />
– Druk op de knop Onderste niveau opslaan.<br />
Er verschijnt een invoerveld, waarin de afstand tussen laadvloer of de<br />
bovenrand van het chassis in het laagste niveau en het wegdek wordt<br />
ingevoerd (in mm).<br />
Wanneer het kalibreren is geslaagd, dan verschijnt een melding.<br />
Wanneer het kalibreren niet is geslaagd, controleert u of de wegsensor goed<br />
is aangebracht. Verander eventueel de hendellengte. Pas het bovenste /<br />
onderste niveau aan. Vervolgens herhaalt u de kalibrering.<br />
Kalibreren "Invoer mechanische afmetingen"<br />
Toepassing: voor kalibreren van voertuigen van het zelfde type (serie).<br />
Bij dit kalibreringstype wordt alleen de lengte van de hefboomarm op de ECAS<br />
sensor ingevoerd (tussen draaipunt sensor en aanstuurpunt verbindingsstuk) en de<br />
weg naar het hoogste en laagste niveau in mm vanaf rijniveau I aangegeven.<br />
Daaruit wordt automatisch de resolutie van de "draaihoek/inveringsweg" berekend.<br />
Aansluitend moet rijniveau I worden gekalibreerd.<br />
– Druk op de knop Kalibrering starten.<br />
– Geef de hefboomlengte tussen het draaipunt "wegsensor" en steunpunt "stang"<br />
in.<br />
– Geef de afstand tussen het hoogste en laagste niveau in.<br />
– Geef de voertuighoogte in (hoogte van de laadvloer of de bovenrand van het<br />
chassis).<br />
– Bevestig deze keus met OK.<br />
– Zet het voertuig in rijniveau I met de knoppen heffen/dalen.<br />
– Druk op de knop normaalniveau opslaan.<br />
Wanneer het kalibreren is geslaagd, dan verschijnt een melding.<br />
Wanneer het kalibreren niet is geslaagd, controleert u of de wegsensor goed<br />
is aangebracht. Verander eventueel de hendellengte. Pas het bovenste /<br />
onderste niveau aan. Vervolgens herhaalt u de kalibrering.<br />
Kalibreren "laden kalibreergegevens uit bestand"<br />
Toepassing: aanbeveling bij grote series.<br />
De kalibreringsgegevens worden bij een prototype voertuig berekend en onder<br />
Kalibreergegevens in bestand schrijven opgeslagen. De gegevens kunnen direct in<br />
een *.ECU parameterbestand worden opgeslagen. Dan worden bij de kalibrering<br />
deze gegevens uitgelezen en in de ECU opgeslagen. Het niveau afzonderlijk<br />
invoeren is niet nodig. Voorwaarde is, dat de positie van de sensor, de
inbedrijfstelling<br />
TEBS E 9<br />
hefboomlengte en de lengte van het verbindingsstuk naar de as bij alle voertuigen<br />
identiek zijn.<br />
– Druk op de knop Kalibrering starten.<br />
– Kies uit het bestandsvenster Kalibreringsgegevens uit bestand laden.<br />
Wanneer het kalibreren is geslaagd, dan verschijnt een melding.<br />
Nadat de kalibrering van de 1e as is afgerond, herhaal dan het kalibreerproces<br />
voor de 2e as.<br />
9.4.1 Kalibreren bij voertuigen met mechanische vering<br />
– Selecteer in de TEBS E diagnosesoftware in het venster TEBS - systeem bij<br />
vering het punt mechanisch geveerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters<br />
met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />
Het onbeladen voertuig wordt met inveringsweg 0 mm gedefinieerd (geen<br />
ingave nodig).<br />
– Controleer vooraf of de hefboomlengte van de sensor 100 mm is en of het<br />
voertuig onbeladen is.<br />
Bij mechanische vering moet de sensor worden gekalibreerd.<br />
– Voer, na selectie van het type vering, in de TEBS E diagnosesoftware de<br />
veerweg beladen [mm] en 100 mm bij de Wegsensor hefboomlengte [mm] in.<br />
– Klik in het venster TEBS-E diagnosesoftware op systeem => kalibreren sensor<br />
voor aslast, om het kalibreren van het onbeladen voertuig uit te voeren.<br />
– Voer de actuele aslast van de as in in het veld Actuele aslast as c-d.<br />
– Klik op de knop Wegsensor as c-d kalibreren.<br />
Wanneer het kalibreren is geslaagd, dan verschijnt een melding.<br />
Wanneer het kalibreren niet is geslaagd, controleert u of de wegsensor goed<br />
is aangebracht. Verander eventueel de hendellengte. Vervolgens herhaalt u<br />
de kalibrering.<br />
191
9 TEBS E<br />
9.5 Documentatie<br />
Systeemplaatje<br />
Verklaring<br />
1 Onbeladen<br />
voertuig<br />
192<br />
2 Beladen<br />
voertuig<br />
inbedrijfstelling<br />
Na montage van het TEBS E systeem kan met behulp van de TEBS E<br />
diagnosesoftware een TEBS E systeemplaatje met de instellingen worden<br />
gecreëerd. Dit TEBS E systeemplaatje moet goed zichtbaar op het voertuig<br />
worden aangebracht (bijv. in de buurt van de ALB controleplaat bij conventioneel<br />
geremde voertuigen). Een blanco label kan met <strong>WABCO</strong> onderdeelnr.<br />
899 200 922 4 bij <strong>WABCO</strong> worden aangevraagd. De gegevens moeten met een<br />
laserprinter worden geprint.<br />
3 1. Liftas 4 Gegevens<br />
remcilinder<br />
5 Referentiewaarden 6 Rijhoogte 7 Gekozen toewijzing van de Pin's aan de GIO<br />
aansluitingen<br />
Printen PDF bestanden<br />
8 IN/OUT<br />
aansluitingen<br />
Met de TEBS E diagnosesoftware (vanaf versie TEBS E2) kunnen<br />
afdrukken van het inbedrijfstellingprotocol en van het<br />
diagnosegeheugenprotocol direct als PDF uit het printmenu worden<br />
gecreëerd.<br />
Waar deze bestanden kunnen worden opgeslagen kan worden<br />
ingegeven onder menupunt Opties => instellingen => bestand, zie<br />
hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS-E diagnosesoftware.<br />
Ook is het mogelijk het inbedrijfstellingprotocol als PDF bestand op te<br />
slaan. Deze optie kan worden geselecteerd onder menupunt Opties<br />
=> instellingen => inbedrijfstelling.
10 Bediening<br />
10.1 Waarschuwingen<br />
Bediening<br />
TEBS E 10<br />
Aanwijzingen voor waarschuwingen zijn te vinden in de betreffende<br />
functiebeschrijvingen (zie hoofdstuk 6 "GIO functies", pagina 56) en in het<br />
hoofdstuk "Waarschuwingen en systeemmeldingen" (zie hoofdstuk 5.8.1<br />
"Waarschuwingen en systeemmeldingen", pagina 33).<br />
10.2 Bediening met afstandsbediening voor getrokken voertuigen (Trailer Remote<br />
Control)<br />
De Trailer Remote Control laat alleen functies toe, die in de TEBS E modulator<br />
(vanaf versie TEBS E2) van het getrokken voertuig via de TEBS E<br />
diagnosesoftware standard werden ingesteld (zie paragraaf "configuratie").<br />
Nauwkeuriger informatie over de bediening kunt u ook vinden in de „Trailer Remote<br />
Control – Bedieningshandleiding (nonverbaal)“ zie hoofdstuk 4 "Inleiding",<br />
pagina 13 => paragraaf "Nauwkeuriger informatie".<br />
Trailer Remote Control Verklaring<br />
1 Waarschuwingsweergave voor remblok: Symbool brandt bij te dunne<br />
remblok permanent, voor zover een remblokslijtage-indicatie in het getrokken<br />
voertuig is gemonteerd.<br />
2 Waarschuwingsweergave voor bandenspanning: Symbool brandt bij te lage<br />
bandenspanning permanent, voor zover IVTM in het getrokken voertuig is<br />
gemonteerd.<br />
3 LED voor de immobilizer (wegrijblokkering): Symbool knippert (1 Hz),<br />
wanneer het voertuig is geblokkeerd.<br />
4 Symbool getrokken voertuig<br />
5 LED's voor versnelling in achteruit: De symbolen zijn verlicht, wanneer de<br />
versnelling in achteruit is geschakeld.<br />
6 LED rijen voor TrailerGUARD: De 3 LED rijen geven bij geactiveerd<br />
TailGUARD systeem aan of en waar een object achter het voertuig is.<br />
7 Bevestiging indrukken drukknop<br />
8 Configureerbare drukknoppen om functies te activeren/deactiveren: Aan de<br />
zes functietoetsen kunnen functies worden toegekend zie hoofdstuk 6 "GIO<br />
functies", pagina 56.<br />
9 Wisselbare symbolen afhankelijk van programmering toetsen<br />
10 Activeringsbevestiging van functie met groene verlichting van bovenste<br />
deel cirkel<br />
193
10 TEBS E<br />
Symbool<br />
toetsen<br />
194<br />
Functie<br />
Bediening<br />
Wegrijhulp<br />
Activeren wegrijhulp: Toets < 5 seconden aanraken.<br />
Activeren wegrijhulp "terrein" (indien geparametreerd): Toets 2x aanraken.<br />
Deactiveren wegrijhulp / wegrijhulp "terrein": Automatisch bij overschrijden van voertuigsnelheid die in TEBS E<br />
is geparametreerd.<br />
Gedwongen dalen<br />
Activering: Toets > 5 seconden aanraken.<br />
Deactiveren: Opnieuw inschakelen van contact of de toets opnieuw aanraken.<br />
Bij aanraking toets is de wegrijhulp weer geactiveerd.<br />
Wanneer OptiLoad en OptiTurn niet als automatisch systeem werden geparametreerd:<br />
Rangeerhulp (OptiTurn)<br />
Activering: Toets < 5 seconden aanraken.<br />
Deactiveren: Automatisch bij overschrijden van voertuigsnelheid die in TEBS E is geparametreerd.<br />
Kingpin reductie (OptiLoad)<br />
Activering: Toets 2 maal aanraken (wanneer de automatische regeling niet standard werd ingesteld).<br />
Deactiveren: Automatisch bij overschrijden van voertuigsnelheid die in TEBS E is geparametreerd.<br />
Gedwongen dalen<br />
Activering: Toets > 5 seconden aanraken.<br />
Deactiveren: Opnieuw inschakelen van contact of de toets opnieuw aanraken.<br />
Bij aanraking toets is OptiTurn weer geactiveerd.<br />
Rijniveau II<br />
Activeren rijniveau II: Toets aanraken.<br />
Rijniveau I<br />
Activeren rijniveau I: Toets opnieuw aanraken.<br />
Terug in rijniveau II: Toets 2 maal aanraken.<br />
Gedwongen dalen<br />
Activering: Knop indrukken (of knop „Rangeerhulp“ of knop „Wegrijhulp“ > 5 seconden indrukken).<br />
Deactiveren functie "gedwongen dalen" en tegelijk activeren liftasregeling (heffen liftas afhankelijk van belading):<br />
Toets opnieuw aanraken.<br />
ECAS heffen<br />
Activering: Toets aanraken.<br />
Vóór de versie ELEX1 moet Heffen/neerlaten als GIO-functie worden geselecteerd en in de GIO<br />
stekkerinrichting worden toegewezen.<br />
ECAS dalen<br />
Activering: Toets aanraken.<br />
Vóór de versie ELEX1 moet Heffen/neerlaten als GIO-functie worden geselecteerd en in de GIO<br />
stekkerinrichting worden toegewezen.<br />
Weergave kiephoek<br />
Activering: Toets aanraken (groene LEDs branden permanent).<br />
Deactiveren: Willekeurige toets aanraken (groene LEDs gaan uit).<br />
In de TEBS E diagnosesoftware kunnen de parameters van de waarschuwingsfasen worden ingesteld.<br />
Groene weergave (brandt permanent): Kiephoek kleiner dan waarschuwingsfase 1, geen gevaar.<br />
Gele weergave (brandt permanent, alarmtoon 1 Hz): Kiephoek tussen waarschuwingsfase 1 en 2, attentie!<br />
Rode weergave (knippert 2 Hz, permanente toon): Waarschuwingsfase 2 overschreden, gevaar! Kiepen van<br />
kiepbak direct afbreken.<br />
Losniveau<br />
Activering: Toets aanraken.<br />
Vorig niveau activeren: Toets opnieuw aanraken.<br />
TailGUARD<br />
Activering: Achteruitversnelling inschakelen.<br />
Deactiveren (inclusief deactiveren automatische remfunctie, visuele en akoestische waarschuwing): Toets<br />
aanraken.<br />
Deactiveren opheffen: Inschakeling achteruitversnelling ongedaan maken.<br />
Activeren via een toets is niet mogelijk.
Symbool<br />
toetsen<br />
Functie<br />
Bediening<br />
TEBS E 10<br />
Asfaltrem<br />
Activering: Toets aanraken.<br />
Deactiveren: Toets opnieuw aanraken of automatisch, wanneer de voertuigsnelheid > 10 km/h is.<br />
Menu "Instellingen" oproepen: Toets > 2 seconden aanraken.<br />
Door de +/- toets (F2 & F5) kan de remdruk in stappen van 0,1 bar worden ingesteld; waarden tussen 0,5 en 6,5<br />
bar zijn mogelijk.<br />
De beschikbaarheid van de +/- functionaliteit op de toetsen F2 en F5 wordt door groene verlichting van het<br />
bovenste deel van de ring kenbaar gemaakt.<br />
Bij inschakelen van functie wordt de actuele situatie weergegeven. De waarden van de geïntegreerde<br />
druksensor van de TEBS E worden weergegeven en kunnen direct worden aangepast. De weergave gaat over<br />
de 1e en 2e kolom van de LED-rijen. De 1e kolom toont de drukwaarde in hele getallen, terwijl de 2e kolom de<br />
getallen achter de komma weergeeft.<br />
Menu "Instellingen" afsluiten: Toets > 2 seconden aanraken of > 5 seconden geen toets aanraken.<br />
Weergave van de aslasten (vanaf versie ELEX1)<br />
Activering: Toets aanraken.<br />
Er verschijnt een „T“ (totale massa), na 2 seconden wordt de totale massa weergegeven:<br />
In de linker kolom komt iedere LED overeen met 10.000 kg massa<br />
In de middelste kolom komt iedere LED overeen met 1.000 kg massa<br />
In de rechter kolom komt iedere LED overeen met 100 kg massa<br />
Voorbeeld: 2x 10.000 kg + 4x 1.000 kg + 8x 100 kg = 24.800 kg<br />
Met behulp van de +/- knoppen kan naar iedere as worden overgeschakeld en kan diens aslast worden<br />
weergegeven.<br />
Eenmalig indrukken van de +/- toets laat de actueel geselecteerde as zien: „T“ = totale massa „1“ = as 1 „2“ = as<br />
2 enzovoort<br />
Door nogmaals indrukken van de +/- knop kan de gewenste as worden geselecteerd.<br />
Voor 2 seconden wordt de geselecteerde as ingevoegd, dan wordt automatisch de last op deze as door de LEDrijen<br />
weergegeven.<br />
Met behulp van de TEBS E Diagnostic Software kunnen in het venster TEBS-E Diagnostic Software onder<br />
Extra's => Trailer Remote Control de maximaal toelaatbare aslasten worden ingesteld zie hoofdstuk 9.1<br />
"Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />
Wanneer de toelaatbare aslast voor een as of de toelaatbare totale massa wordt overschreden, wordt<br />
automatisch naar beladen as overgestapt en diens last weergegeven.<br />
Wanneer er sprake is van een overbelasting, knippert de weergave en klinkt een waarschuwingssignaal, dat kan<br />
worden uitgeschakeld door de knop in te drukken.<br />
Deactiveren: Toets opnieuw aanraken.<br />
Aanwijzing:<br />
De aslasten worden via de balgdruk bepaald. Hun nauwkeurigheid is daarmee afhankelijk van de door ALB<br />
geparametreerde waarden voor aslast en balgdruk.<br />
Bij onder druk gezette assen weerspiegelen de balgdrukken niet de daadwerkelijke aslast (onder druk gezette<br />
assen: wanneer de wielen willen draaien, maar niet kunnen omdat ze geremd zijn).<br />
Een meting van de aslast kan daarom uitsluitend plaatsvinden bij niet onder druk gezet voertuig (chassis<br />
ontspannen door lossen van de rem, daarna de rem weer activeren).<br />
De meting kan onnauwkeurig zijn, wanneer het voertuig zich niet op rijniveau bevindt.<br />
195
10 TEBS E<br />
Symbool<br />
toetsen<br />
196<br />
Functie<br />
Bediening<br />
Automatische regeling OptiTurn uit (vanaf versie ELEX1)<br />
Activering: Toets aanraken.<br />
Tijdelijke deactivering (om automatisch starten te verhinderen): Toets opnieuw aanraken.<br />
Duurzame deactivering: Toets > 5 seconden aanraken.<br />
Om de functie duurzaam uit te schakelen (dat wil zeggen: ook na een nieuwe contactstart), moet u de toets 5<br />
seconden ingedrukt houden. Hetzelfde geldt voor het inschakelen.<br />
Activering OptiTurn/OptiLoad via SmartBoard (geen schakelaar nodig) in de TEBS E Diagnostic Software<br />
selecteren, om de functie in de Trailer Remote Control vrij te schakelen zonder een schakelaar in de GIO<br />
stekkertoewijzing toe te hoeven wijzen zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1 => Rangeerhulp (OptiTurn).<br />
Automatische regeling OptiLoad uit (vanaf versie ELEX1)<br />
Activering: Toets aanraken.<br />
Tijdelijke deactivering (om automatisch starten te verhinderen): Toets opnieuw aanraken.<br />
Duurzame deactivering: Toets > 5 seconden aanraken.<br />
Om de functie duurzaam uit te schakelen (dat wil zeggen: ook na een nieuwe contactstart), moet u de toets 5<br />
seconden ingedrukt houden. Hetzelfde geldt voor het inschakelen.<br />
Activering OptiTurn/OptiLoad via SmartBoard (geen schakelaar nodig) in de TEBS E Diagnostic Software<br />
selecteren, om de functie in de Trailer Remote Control vrij te schakelen zonder een schakelaar in de GIO<br />
stekkertoewijzing toe te hoeven wijzen zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1 => Rangeerhulp (OptiTurn).<br />
Roll Stability Adviser (vanaf versie ELEX1)<br />
De dwarsversnelling van de aanhanger wordt door de LEDs wordt weergegeven.<br />
Wanneer meer dan 35 % van de kritische dwarsversnelling is bereikt, brandt de derde LED-rij.<br />
De extra LEDs schakelen in bij de volgende kritische dwarsversnellingen:<br />
• 4. LED-rij geel = 35%<br />
• 5. LED-rij geel = 55%<br />
• 6. LED-rij geel = 75% en waarschuwingstoon vooraf<br />
• 7. LED-rij rood = 95% en permanente waarschuwingstoon<br />
Wanneer de communicatie tussen de ELEX in de aanhanger en de Trailer Remote Control in de Motorwagen is<br />
gestoord, klinkt 3 seconden een waarschuwingstoon en de middelste rode en de middelste gele LED-regel<br />
branden.<br />
Linker curve<br />
Rechter curve<br />
Automatische activering: vanaf een snelheid van 12 km/h<br />
De waarschuwingstoon uitschakelen: Toets aanraken<br />
Deactiveren van de functie (tot aan de volgende reset): Toets opnieuw aanraken.<br />
Activeren van de functie en de waarschuwingstoon: Toets opnieuw aanraken.<br />
Permanent activeren / deactiveren: Knop bij een snelheid boven 12 km/h voor minstens 2 seconden indrukken.
Symbool<br />
toetsen<br />
Functie<br />
Bediening<br />
TEBS E 10<br />
Immobilizer (wegrijblokkering)<br />
Bij activering van de immobilizer zijn alle andere functies van de Trailer Remote Control gedeactiveerd. Het<br />
symbool voor de wegrijblokkering knippert.<br />
Activering: Toets aanraken.<br />
Activeren / deactiveren met PIN invoer<br />
Voorwaarde: Parkeerrem is geactiveerd (instelling via een parameter, geldt voor deactivering)<br />
PIN-invoervenster opvragen: Toets > 2 seconden aanraken.<br />
Pieptoon als bevestiging<br />
De linker LED rij toont welke positie van de PIN wordt gewijzigd.<br />
De locaties wisselen: Toets F1 aanraken.<br />
In de middelste LED rij wordt de waarde van het cijfer van de PIN weergegeven en met de F2 en F5 ingesteld.<br />
Na geslaagde invoer van de PIN met vier plaatsen: Toets > 2 seconden aanraken.<br />
Twee lange pieptonen als bevestiging en verandering van het wegrijblokkering-symbool.<br />
Voorbeeld: PIN invoer 4627<br />
Redenen voor onjuist activeren/deactiveren (4 korte pieptonen, wegrijblokkering-symbool blijft ongewijzigd):<br />
• Wanneer langer dan 5 seconden geen invoer wordt gedaan of de F3 toets wordt bediend, dan wordt het PIN<br />
invoerscherm - zonder opslaan - verlaten.<br />
• De parkeerrem is niet geactiveerd, hoewel in de parameter is geselecteerd, dat de wegrijblokkering alleen<br />
kan worden ontgrendeld wanneer de parkeerrem is geactiveerd.<br />
Wanneer activeren / deactiveren van de wegrijblokkering-functie niet mogelijk is, omdat de PUK nodig was of<br />
een technisch defect aanwezig is, dan is toegang tot het PIN invoerscherm niet mogelijk. In plaats daarvan<br />
wordt een akoestische melding gegeven (4 korte pieptonen).<br />
Activeren / deactiveren met opgeslagen PIN<br />
De laatst ingevoerde PIN wordt opgeslagen in de Trailer Remote Control.<br />
Activering: Toets > 5 seconden aanraken.<br />
Deactiveren: Toets nogmaals > 5 seconden aanraken.<br />
ECAS 2-puntsregeling (vanaf versie ELEX1)<br />
Vanaf TEBS E2.5 is de afzonderlijke aansturing rechts / links respectievelijk vóór / achter mogelijk, wanneer de<br />
ECAS 2-puntsregeling is gemonteerd.<br />
Door eenvoudig bedienen van de knop Heffen/neerlaten kan de opbouw volledig worden opgetild / worden<br />
neergelaten.<br />
Om de gescheiden aansturing te realiseren, moet naar een afzonderlijk menu worden gegaan, door de heffen-<br />
/neerlaten-knop langer dan 2 seconden in te drukken.<br />
Wisselen tussen de beide circuits (vóór / achter respectievelijk links / rechts). Knop F2 of knop F5.<br />
De parameter „Dodemansknop“ in het veld Niveauregeling werkt ook bij de Trailer Remote Control.<br />
Het geselecteerde circuit knippert in het display.<br />
Links<br />
Opleggers met onafhankelijke wielophanging.<br />
Rechts<br />
Beide<br />
197
10 TEBS E<br />
Symbool<br />
toetsen<br />
198<br />
Functie<br />
Achteras<br />
Bediening<br />
Disselaanhangwagen<br />
Vooras<br />
De stuuras blokkeren (vanaf versie ELEX1)<br />
Activering: Toets aanraken.<br />
Deactiveren: Toets opnieuw aanraken.<br />
Wanneer de as is geblokkeerd, brandt het bovenste deel van de toetsenring groen.<br />
Beide<br />
Volumeregeling<br />
Met de volumeregeling worden toetstonen, systeemmeldingen en TailGUARD functies beïnvloed.<br />
Deactiveren van Trailer Remote Control pieper en indien nodig van externe buzzers die op ELEX zijn<br />
aangesloten: Toets < 2 seconden aanraken.<br />
Uitschakelen is alleen tijdelijk voor het actuele achteruitrijden mogelijk. De volumeregeling kan alleen worden<br />
uitgeschakeld, wanneer de versnelling in de achteruit is geschakeld en TailGUARD is geactiveerd.<br />
Menu "Volume" oproepen: Toets > 2 seconden aanraken.<br />
De middelste LED rij brandt en toont het ingestelde volume.<br />
Het volume kan nu met de toetsen F2 en F5 tussen 0 en 9 worden ingesteld. De standard instelling is 5.<br />
De beschikbaarheid van de +/- functionaliteit op de toetsen F2 en F5 wordt door knipperen van het bovenste<br />
deel van de ring kenbaar gemaakt.<br />
Opslaan volume: Toets > 2 seconden aanraken of wanneer > 5 seconden geen toets is aangeraakt.<br />
Bij een volume lager dan 4 wordt de externe pieper tijdens TailGUARD uitgeschakeld.<br />
Wanneer de waarde kleiner is dan 3, wordt de volgende keer na het opnieuw starten van de Trailer Remote<br />
Control de waarde weer op 3 gezet.<br />
Instelling afstandsweergave<br />
Voor de weergave van de afstand tot het object zijn twee standen beschikbaar, die<br />
verschillen in weergave, afstand object en de definitie van de te controleren<br />
gebieden.<br />
Via het tegelijk aanraken van de toetsen F1 en F6 kan tussen de beide standen<br />
worden gewisseld. Een akoestisch signaal bevestigt de wijziging.<br />
ISO 12155 stand<br />
In deze stand gaat de weergave volgens de in de ISO 12155 vastgelegde<br />
afstandswaarde en de vastgelegde resolutie.<br />
De LEDs die worden aangestuurd zijn altijd alleen groen, alleen geel of alleen rood.<br />
<strong>WABCO</strong> standard<br />
In deze stand is de weergave iets gedetailleerder dan in de ISO 12155 stand.<br />
Door de afzonderlijke LED rijen te verlichten, kan een identificatie van het object<br />
voor rechts-midden-links achter het voertuig voor afzonderlijke objecten worden<br />
aangegeven.<br />
Wanneer het object niet duidelijk is geregistreerd, dan wordt in twijfelgevallen het<br />
object aangegeven dat het meest nabij het voertuig is.<br />
In de <strong>WABCO</strong> standard worden ook de groene en gele LEDs aangestuurd,<br />
wanneer de afstand tot de objecten kleiner wordt. De verlichting is daarbij<br />
permanent.
Regeling lichtsterkte<br />
Configuratie<br />
Configureerbare toetsen Optie 1<br />
(<strong>WABCO</strong> standard)<br />
Bediening<br />
TEBS E 10<br />
De gedetailleerde weergave is alleen mogelijk voor de hoogten, waarin 3 sensoren<br />
zijn gemonteerd. Wanneer slechts 2 sensoren op één hoogte zijn gemonteerd, dan<br />
worden steeds complete LED rijen aangegeven.<br />
In de volgende tabel zijn de bewakingsgebieden en de weergave van de LED rijen<br />
aangegeven:<br />
Afstand object<br />
LEDs ISO 12155 stand <strong>WABCO</strong> standard<br />
groen > 300 cm permanent aan<br />
geel 300 - 181 cm; knippert 2 Hz 300 - 150 cm; knippert 2 Hz<br />
rood 180 - 71 cm; knippert 4 Hz<br />
0,8 m tot rempunt; knippert 6 Hz<br />
vanaf rempunt, permanent aan<br />
150 - 76 cm; knippert 4 Hz<br />
0,8 m tot rempunt; knippert 6 Hz<br />
vanaf rempunt, permanent aan<br />
Door de toetsen F1 en F4 gelijktijdig aan te raken, kan de lichtsterkte van de LEDs<br />
worden geregeld. De lichtsterkte kan in drie stappen worden ingesteld (groen:<br />
donker, geel: middelste helderheid, rood: maximale helderheid). Met de toetsen F2<br />
en F5 (+/-) kan tussen de stappen in lichtsterkte worden gewisseld.<br />
Wanneer in de TEBS E diagnosesoftware de parameter Helderheidregeling actief<br />
is ingesteld, dan kan een automatische modus met automatische lichtregeling via<br />
een fotocel worden geselecteerd (weergave in LED veld: A) zie hoofdstuk 9.1<br />
"Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster<br />
Configuratie Trailer Remote Control.<br />
De configuratie van de Trailer Remote Control gaat via de TEBS E<br />
diagnosesoftware zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS-E Diagnostic Software<br />
=> Extra's => Trailer Remote Control.<br />
Vooraf gedefinieerde configuraties van de toetstoekenningen<br />
Optie 2 Optie 3<br />
F1 Gedwongen dalen ECAS heffen ECAS heffen<br />
F2 Wegrijhulp Wegrijhulp Wegrijhulp<br />
F3 Volumeregeling Losniveau Volumeregeling<br />
F4 Wegrijblokkering ECAS dalen ECAS dalen<br />
F5 Rangeerhulp Weergave kiephoek Rijniveau II<br />
F6 Uitschakelen TailGUARD Asfaltrem OptiTurn/OptiLoad aan / uit<br />
De Trailer Remote Control wordt met de <strong>WABCO</strong> standard configuratie (optie 1)<br />
geleverd. De toetsen kunnen ook naar keuze anders worden geconfigureerd.<br />
Uitzonderingen:<br />
• De wegrijblokkering kan alleen op F4 of F6 worden geprogrammeerd.<br />
• Het volume en de asfaltrem kunnen alleen op F1, F3, F4 of F6 worden<br />
geprogrammeerd.<br />
199
10 TEBS E<br />
200<br />
Bediening<br />
10.3 Bediening ECAS niveauregeling<br />
Carrosserie heffen 1.<br />
Carrosserie dalen 1.<br />
Heffen/neerlaten afbreken<br />
Rijniveau I (normaalniveau)<br />
Rijniveau II<br />
Er kan alleen één afstandsbediening/bedieningsbox worden gebruikt. Wanneer er<br />
meerdere afstandsbedieningen/bedieningsboxen moeten worden gemonteerd, dan<br />
moeten de dataleidingen (klok/data) worden losgekoppeld voor de inactieve<br />
afstandsbedieningen/bedieningsboxen.<br />
Een gelijktijdig gebruik van afstandsbediening/bedieningsbox en SmartBoard is<br />
mogelijk.<br />
Vanaf versie TEBS E2.5 kan de ECAS 2-puntsregeling (en daarmee<br />
het serieafhankelijk heffen of dalen) ook met de Trailer Remote<br />
Control worden overgezet.<br />
Naast de Trailer Remote Control kunnen de volgende bedieningseenheden voor<br />
de bediening van de wegrijhulp worden gebruikt. Nauwkeuriger informatie over de<br />
bediening met de Trailer Remote Control zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met<br />
afstandsbediening voor getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)",<br />
pagina 193.<br />
Bedieningseenheid<br />
446 056 11. 0<br />
2.<br />
Bedieningsbox<br />
446 156 02. 0<br />
Losniveau selecteren/niet<br />
selecteren – –<br />
Memoryniveau (M1) selecteren<br />
1.<br />
1.<br />
2.<br />
2.<br />
2.<br />
Gelijktijdig<br />
indrukken:<br />
1.<br />
1.<br />
1.<br />
1.<br />
1.<br />
Smartboard<br />
446 192 11. 0<br />
2. 3.<br />
2. 3.<br />
– 1. 2. 5 sec.<br />
indrukken:<br />
2.<br />
2.<br />
2.<br />
Bedieningseenheid<br />
446 056 25. 0<br />
1.<br />
1.<br />
1.<br />
1.<br />
2.<br />
2.<br />
2.<br />
2.<br />
Toets<br />
Heffen/neerlaten<br />
en<br />
(Tijd is afhankelijk<br />
van parametrering)<br />
en<br />
(Tijd is afhankelijk<br />
van parametrering)<br />
– –<br />
Gelijktijdig<br />
indrukken:<br />
–
Memoryniveau (M1) opslaan<br />
Memoryniveau (M2) selecteren<br />
Memoryniveau (M2) opslaan<br />
Stand-by inschakelen:<br />
Motorwagen aangekoppeld.<br />
Binnen 30 seconden na<br />
uitschakelen contact de knop<br />
indrukken. Niveauregeling Trailer<br />
is actief, bijv. bij regeling<br />
laadperron<br />
Bedieningseenheid<br />
446 056 11. 0<br />
Gelijktijdig<br />
indrukken:<br />
Gelijktijdig<br />
indrukken:<br />
Gelijktijdig<br />
indrukken:<br />
Stand-by regeling beëindigen > 5 seconden:<br />
10.4 Bediening van de wegrijhulp<br />
Wegrijhulp starten (werkt bij opleggers op as 1)<br />
Bedieningsbox<br />
446 156 02. 0<br />
–<br />
Bediening<br />
Smartboard<br />
446 192 11. 0<br />
1. 2.<br />
1.<br />
Binnen<br />
30 sec.:<br />
2.<br />
TEBS E 10<br />
Bedieningseenheid<br />
446 056 25. 0<br />
Gelijktijdig<br />
indrukken:<br />
Gelijktijdig<br />
indrukken:<br />
Gelijktijdig<br />
indrukken:<br />
Toets<br />
Heffen/neerlaten<br />
–<br />
– –<br />
– –<br />
Er kan alleen één afstandsbediening/bedieningsbox worden gebruikt. Wanneer er<br />
meerdere afstandsbedieningen/bedieningsboxen moeten worden gemonteerd, dan<br />
moeten de dataleidingen (klok/data) worden losgekoppeld voor de inactieve<br />
afstandsbedieningen/bedieningsboxen.<br />
Een gelijktijdig gebruik van afstandsbediening/bedieningsbox en SmartBoard is<br />
mogelijk.<br />
Naast de Trailer Remote Control kunnen de volgende bedieningseenheden voor<br />
de bediening van de wegrijhulp worden gebruikt. Nauwkeuriger informatie over de<br />
bediening met de Trailer Remote Control zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met<br />
afstandsbediening voor getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)",<br />
pagina 193.<br />
Bedieningseenheid<br />
446 056 11. 0<br />
Gelijktijdig indrukken:<br />
Bedieningsbox<br />
446 156 02. 0<br />
Smartboard<br />
446 192 11. 0<br />
Een handmatig beëindigen van de functie is uitsluitend mogelijk via de toets /<br />
schakelaar „Gedwongen neerlaten“.<br />
1.<br />
2.<br />
201
10 TEBS E<br />
202<br />
Bediening<br />
10.5 Bediening OptiLoad / OptiTurn<br />
Rangeerhulp (OptiTurn) starten<br />
(werkt bij opleggers op as 3).<br />
Er kan alleen één afstandsbediening/bedieningsbox worden gebruikt. Wanneer er<br />
meerdere afstandsbedieningen/bedieningsboxen moeten worden gemonteerd, dan<br />
moeten de dataleidingen (klok/data) worden losgekoppeld voor de inactieve<br />
afstandsbedieningen/bedieningsboxen.<br />
Een gelijktijdig gebruik van afstandsbediening/bedieningsbox en SmartBoard is<br />
mogelijk.<br />
Bedieningseenheid<br />
446 056 11. 0<br />
Gelijktijdig indrukken:<br />
Bedieningsbox<br />
446 156 02. 0<br />
Rangeerhulp (OptiTurn) automatisch starten<br />
Wanneer OptiLoad moet worden gebruikt, moet eerst OptiTurn zijn geparametreerd! – –<br />
10.6 Bediening liftassen<br />
Liftas(sen)<br />
heffen.<br />
Liftas(sen)<br />
dalen.<br />
Bedieningseenheid<br />
446 056 11. 0<br />
1.<br />
1.<br />
2.<br />
2.<br />
–<br />
1.<br />
Smartboard<br />
446 192 11. 0<br />
Er kan alleen één afstandsbediening/bedieningsbox worden gebruikt. Wanneer er<br />
meerdere afstandsbedieningen/bedieningsboxen moeten worden gemonteerd, dan<br />
moeten de dataleidingen (klok/data) worden losgekoppeld voor de inactieve<br />
afstandsbedieningen/bedieningsboxen.<br />
Een gelijktijdig gebruik van afstandsbediening/bedieningsbox en SmartBoard is<br />
mogelijk.<br />
Bedieningsbox<br />
446 156 02. 0<br />
1.<br />
1.<br />
Smartboard<br />
446 192 11. 0<br />
2. 1.<br />
2. 1.<br />
Bedieningseenheid<br />
446 056 25. 0<br />
2.<br />
2.<br />
Toets / schakelaar<br />
–<br />
Toets / schakelaar - via functie<br />
"Gedwongen dalen"<br />
Via de toets / schakelaar "Gedwongen dalen" kan men pendelen tussen de modi:<br />
Gedwongen dalen en liftas-volautomatisch.<br />
2.
10.7 Bediening Immobilizer<br />
Bediening<br />
TEBS E 10<br />
Een uitgebreide beschrijving voor de bediening van de immobilizer met het<br />
SmartBoard vindt u in de brochure „SmartBoard – systeembeschrijving“ zie<br />
hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf "Meer informatie".<br />
Een nauwkeurige beschrijving over de bediening van de immobilizer met de Trailer<br />
Remote Control zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met afstandsbediening voor<br />
getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)", pagina 193.<br />
203
11 TEBS E<br />
11 Werkplaatsrichtlijnen<br />
11.1 Onderhoud<br />
11.2 Systeemtraining en PIN<br />
204<br />
Werkplaatsrichtlijnen<br />
Het TEBS E systeem is onderhoudsvrij.<br />
– Bij meldingen voor onderhoud rijdt u direct naar de dichtstbijzijnde werkplaats.<br />
Na deelname aan een training of E-Learning kan bij <strong>WABCO</strong> een PIN voor het<br />
TEBS E diagnoseprogramma worden aangevraagd. Met deze PIN (Persoonlijk<br />
Identificatie-Nummer) kunt u de uitgebreide functies in de software vrijgeven en<br />
daarmee de instelling van de elektronica wijzigen.<br />
De training of de nascholing moet in 2010 of later zijn gevolgd.<br />
Vereiste actie PIN type Training<br />
Kalibreren sensor PIN 2 TEBS E training of<br />
E-Learning<br />
Vervangen modulator met een beschermde parameterset PIN 2 TEBS E training of<br />
E-Learning<br />
Instellen alle functieparameters PIN TEBS E training<br />
Meer informatie over onze trainingen en E-Learning zijn te vinden op de <strong>WABCO</strong><br />
homepage.<br />
Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />
Klik op Trainingen bij <strong>WABCO</strong>.
11.3 Diagnose hardware<br />
Werkplaatsrichtlijnen<br />
TEBS E 11<br />
Met het TEBS E is alleen nog de diagnose via één van de CAN interfaces mogelijk,<br />
zie volgende opties.<br />
De CAN interface volgens ISO 11898 kan worden gebruikt voor de aansluiting van<br />
SUBSYSTEMEN, zoals IVTM, Telematica, SmartBoard of ELEX.<br />
Nauwkeuriger informatie kunt u ook vinden in de brochure „Diagnose – software /<br />
hardware“ zie hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf "Nauwkeuriger<br />
informatie".<br />
Optie 1 – diagnose conform ISO 11992 (CAN 24 V); via de 7-pins CAN verbinding van de ISO 7638<br />
Voorwaarde Diagnostic hardware<br />
ISO 7638 scheidingsadapter<br />
met CAN stekerdoos<br />
446 300 360 0<br />
Diagnose-interface (DI-2)<br />
met USB interface<br />
(voor aansluiting op PC)<br />
446 301 030 0<br />
Optie 2 – diagnose volgens ISO 11898 (CAN 5 V); via een externe diagnose-aansluiting<br />
Voorwaarde Diagnostic hardware<br />
Externe diagnosecontactdoos<br />
met gele beschermkap<br />
Alleen TEBS E modulatoren (Premium)<br />
449 611 ... 0<br />
Diagnose-interface (DI-2)<br />
met USB interface<br />
(voor aansluiting op PC)<br />
446 301 030 0<br />
Gebruik de USB-interface met converter 5 V CAN-bus niet.<br />
CAN diagnosekabel<br />
446 300 361 0 (5 m)<br />
of<br />
446 300 362 0 (20 m)<br />
CAN diagnosekabel<br />
446 300 348 0<br />
205
11 TEBS E<br />
11.4 Tests / simulaties<br />
206<br />
Werkplaatsrichtlijnen<br />
Wat moet getest worden? Wat moet er worden gedaan?<br />
Tijdsgedrag<br />
Opbouwtijd < 0,44 seconden<br />
Er is geen richtlijn voor de aanspreektijd<br />
voor het getrokken voertuig.<br />
Voorschriften:<br />
98/12/EG aanhangsel III<br />
ECE R 13, appendix 6<br />
Energieverbruik door ABSgelijkwaardige<br />
bedieningen<br />
Na het aantal gelijkwaardige bedieningen<br />
(ne) uit de ABS-goedkeuring (§ 2.5) moet<br />
bij de laatste remming nog druk voor<br />
22,5% afremming in de cilinder zijn.<br />
Schijfrem:<br />
ne_EC = 11 bedieningen<br />
ne_ECE = 12 bedieningen<br />
Trommelrem:<br />
ne_EC = 11 bedieningen<br />
ne_ECE = 13 bedieningen<br />
Voorschrift:<br />
98/12/EG aanhangsel XIV<br />
Energieverbruik door veerremcilinder<br />
Toon aan, dat de parkeerrem van het<br />
afgekoppelde voertuig minstens 3 maal<br />
kan worden gelost.<br />
Voorschriften:<br />
98/12/EG aanhangsel V, § 2.4<br />
ECE R 13, appendix 8, § 2.4<br />
Start remming van veerremcilinders<br />
Toon aan, dat het rembegin van de<br />
veerremcilinder niet hoger is dan de<br />
voorraaddruk na 4 volbedieningen.<br />
Voorschriften:<br />
98/12/EG aanhangsel V, § 2.5<br />
ECE R 13, appendix 8, § 2.5<br />
Meet de remkracht van alle assen van<br />
een onbeladen voertuig op de<br />
remmenbank.<br />
ALB-karakteristiek bij stilstaand<br />
voertuig<br />
De door EBS uitgestuurde karakteristiek<br />
van een onbeladen of beladen voertuig<br />
gecontroleerd met een manometer.<br />
Met CTU: voorbereiding<br />
• Zet ALB op "beladen".<br />
• Indien nodig, de rem krap instellen.<br />
• Vul de luchtketel van het getrokken voertuig tot 8 bar.<br />
• Aan het gele koppelstuk met 6,5 bar remmen met het aantal ne.<br />
• Sluit voorraad af.<br />
• Bij de laatste bediening druk houden en cilinderdruk meten.<br />
• Krik as(sen) met veerremcilinder op.<br />
• Vul de luchtketel van het getrokken voertuig tot 6,5 bar (bij ECE goedkeuring<br />
7,5 bar).<br />
• Koppel voertuig af.<br />
• Automatische remming lossen (zwarte knop).<br />
• Parkeerrem (veerrem) door bediening van de rode knop 3 maal ontluchten en<br />
weer beluchten.<br />
• Het moet nog steeds mogelijk zijn de wielen met veerremcilinders te draaien.<br />
• Contact uitschakelen.<br />
• Krik as(sen) met veerremcilinder op.<br />
• Sluit voorraad af.<br />
• Vul de luchtketel van het getrokken voertuig tot 6,5 bar (bij ECE goedkeuring<br />
7 bar).<br />
• Ontlucht en belucht de parkeerrem (veerrem) weer door bediening van de<br />
rode knop tot het niet meer mogelijk is een wiel met veerremcilinder te<br />
draaien.<br />
• Meet de voorraaddruk.<br />
• Vul de luchtketel van getrokken voertuig tot 6,5 bar (bij ECE goedkeuring<br />
7 bar).<br />
• Via gele koppelstuk 4 maal vol bedienen.<br />
• Meet de voorraaddruk.<br />
De voorraaddruk bij start remming van de veerremcilinders moet lager zijn dan de<br />
voorraaddruk na 4 volremmingen.<br />
De liftas is opgetild en moet voor de test worden neergelaten.<br />
• Aansluiting fijnregelklep en manometer aan het gele koppelstuk.<br />
• Aansluiting manometer aan testaansluiting "remcilinder".<br />
• Regel de elektrische spanning van het voertuig.<br />
• Verhoog langzaam de druk met de fijnregelklep en noteer de<br />
manometerwaarden.
Werkplaatsrichtlijnen<br />
Wat moet er worden gesimuleerd? Wat moet er worden gedaan?<br />
TEBS E 11<br />
Beladen voertuig Balgdruk < 0,15 bar instellen door:<br />
• Met draaischijfklep (ECAS ...) het voertuig tot op de buffer laten dalen.<br />
• Met testklep aan aansluiting 5 de balgdruk "beladen" simuleren.<br />
• In de parameters de remdruk op 6,5 bar zetten (na einde van de metingen is<br />
nieuwe inbedrijfstelling noodzakelijk).<br />
Simulatie ECAS voertuig: Indien nodig kan een testaansluiting met geïntegreerde<br />
2-wegklep (463 703 ... 0) in aansluiting 5 van de modulator worden gemonteerd<br />
om de "beladen" toestand te simuleren.<br />
Dalen opgetilde liftas(sen) van onbeladen<br />
voertuig.<br />
Testmodus voor controle van de ALBkarakteristiek.<br />
In de testmodus worden de<br />
noodrem- en de stilstandfunctie<br />
uitgeschakeld.<br />
Let op: Stekker "aslastsensor" weer insteken.<br />
Instellen luchtbalgdruk < 0,15 bar:<br />
• Ontluchten luchtbalgen door draaischijfklep.<br />
• Aansluiting druksimulatie aan aansluiting 5 van de modulator.<br />
• TEBS E diagnosesoftware.<br />
Schakel contact in / spanningsvoeding bij stilstaand voertuig zonder druk aan het<br />
gele koppelstuk.<br />
Let op: Testmodus wordt uitgeschakeld, wanneer het voertuig harder dan<br />
2,5 km/h rijdt of uiterlijk na 10 minuten.<br />
207
11 TEBS E<br />
11.5 Vervanging en reparatie<br />
Algemene veiligheidsaanwijzingen<br />
208<br />
Werkplaatsrichtlijnen<br />
Reparatie aan een voertuig mag alleen door gekwalificeerd personeel van een<br />
gespecialiseerde werkplaats worden verricht.<br />
Voor de vervanging van de TEBS E modulator met beschermde parameterset is<br />
een TEBS E systeemtraining of E-Learning vereist. Alleen na ontvangst van PIN 2<br />
bent u bevoegd om de vervanging uit te voeren, zie hoofdstuk 11.2<br />
"Systeemtraining en PIN", pagina 204.<br />
Volg de richtlijnen en aanwijzingen van de voertuigfabrikant onvoorwaardelijk op.<br />
Houdt u ter voorkoming van ongevallen aan de voorschriften van zowel het bedrijf<br />
als de overheid.<br />
Gebruik - voor zover nodig - veiligheidsmiddelen.<br />
Vervanging van de LIN ultrasonische sensoren<br />
Bij de vervanging van LIN ultrasonische sensoren moeten deze opnieuw worden<br />
ingeleerd, zie hoofdstuk 9.3 "Inbedrijfstelling van de LIN ultrasonische sensor",<br />
pagina 185.<br />
Wanneer een oude TEBS E modulator wordt vervangen door een van de nieuwe<br />
generatie, dan heeft u gelijk het voordeel van de elektronische uitbreidingsmodule<br />
ELEX, de Trailer Remote Control en de nieuwe functies als OptiTurn, OptiLoad en<br />
Immobilizer.<br />
Reparatiesets<br />
<strong>WABCO</strong> reparatiesets in een oogopslag<br />
Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />
Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Index.<br />
Geef het woord Reparatieset in het veld "zoeken" in.<br />
Klik op de Startknop.<br />
Alternatief kunt u via het invoeren van de productnaam of het productnummer<br />
beschikbare reparatiesets zoeken.<br />
In de tabel vindt u een samenvatting van de belangrijkste reparatiesets in een<br />
oogopslag:<br />
Reparatiesets Bestelnummer<br />
Vervanging van TEBS E stekkerborgingen op de ECU 480 102 931 2<br />
Vervanging van de modulator-koppelingen 480 102 933 2<br />
Vervanging van de PEM voor bevestiging en afdichting (afdichtset)<br />
Toepasbaar voor kunststof en alu-PEM<br />
461 513 920 2<br />
Vervanging van de PEM (zonder koppelingen) 461 513 002 0<br />
Vervanging van de druksensor 441 044 108 0<br />
EBS-relaisklep (afdichtset) 480 207 920 2<br />
Een ABS-toerentalsensor vervangen 441 032 921 2<br />
Een ABS-toerentalsensor (S+) vervangen 441 032 922 2
Aanhaalmomenten<br />
Publicaties<br />
Werkplaatsrichtlijnen<br />
TEBS E 11<br />
Gebruik het aanhaalmoment bij de vervanging van kleppen, insteekkoppelingen,<br />
etc.<br />
Details over buisschroefdraad zie DIN EN ISO 228.<br />
Draad Maximaal aanhaalmoment<br />
M10x1,0 18 Nm<br />
M12x1,5 24 Nm<br />
M14x1,5 28 Nm<br />
M16x1,5 35 Nm<br />
M22x1,5 40 Nm<br />
M26x1,5 50 Nm<br />
Uitgebreide informatie over de thema's vervanging, reparatie en<br />
schroefbevestigingen vindt u ook in onze brochures zie hoofdstuk 4 "Inleiding",<br />
pagina 13 => paragraaf "Meer informatie".<br />
209
11 TEBS E<br />
11.6 Harmonisatie combinatie<br />
210<br />
Werkplaatsrichtlijnen<br />
Als er problemen zijn met slijtage of harmonisatie tussen trekkende en getrokken<br />
voertuigen, dan kan de TEBS E diagnosesoftware worden gebruikt om een<br />
voorijling of na-ijling in te stellen met de parameter "voorijling", zie hoofdstuk 9.1<br />
"Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster<br />
TEBS - ALB.<br />
Wijzig de remdrukken alleen wanneer de wielremmen in orde zijn en de<br />
remblokken kort geleden zijn vervangen.<br />
Controleren aanspreekdrukken<br />
Om storingen van de wielremmen uit te sluiten, moeten eerst de<br />
aanspreekdrukken worden gecontroleerd:<br />
– Meet eerst de remkracht van alle assen op een remmentestbank en bepaal de<br />
positie in de vertragingsband.<br />
Voor het getrokken voertuig moeten de volgende waarden worden bereikt in<br />
onbeladen en beladen toestand:<br />
pm = 0,7 bar = start remming<br />
2,0 bar = remming ca. 12%<br />
6,5 bar = remming ca. 55%<br />
Als de start van de remming boven 0,8 bar ligt, dan moeten de<br />
aanspreekdrukken van alle wielremmen worden gecontroleerd.<br />
Controleren aanspreekdrukken van alle wielremmen<br />
– Sluit het voertuig aan op luchtdruk en spanning.<br />
– Sluit de TEBS E diagnosesoftware aan en klik in het venster TEBS-E<br />
Diagnostic Software op Aansturing => Drukinstelling zie hoofdstuk 9.1<br />
"Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />
– Blokkeer het voertuig (1e as).<br />
– Simuleer de balgdruk voor het beladen voertuig.<br />
– Draai één wiel en verhoog de stuurdruk in stappen van 0,1 bar (cursortoetsen<br />
links, rechts).<br />
– Stel de remdruk (cilinderdruk, geen stuurdruk!) vast, waarbij het wiel moeilijk of<br />
niet meer gedraaid kan worden.<br />
– Herhaal de test bij de andere wielen.<br />
– Bereken de gemiddelde waarde van de vastgestelde aanspreekdrukken en<br />
vergelijk deze met de geparametreerde waarde.<br />
Indien nodig moet de nieuwe vastgestelde waarde worden geparametreerd.
Voorbeeld<br />
Instelling voorijling<br />
Documentatie<br />
Werkplaatsrichtlijnen<br />
TEBS E 11<br />
Geparametreerde aanspreekdruk = 0,3 bar.<br />
gemeten:<br />
1. as rechts = 0,6 bar; 2e as rechts = 0,5 bar; 3e as rechts = 0,5 bar<br />
1. as links = 0,5 bar; 2e as links = 0,5 bar; 3e as links = 0,6 bar<br />
Gemiddelde van de aanspreekdrukwaarden = 0,53 bar => afgerond 0,5 bar<br />
Het verschil tussen de beide waarden van 0,2 bar moet bij de remdrukwaarden<br />
worden opgeteld.<br />
De remdrukken van het beladen voertuig moeten in dit voorbeeld als volgt worden<br />
gewijzigd:<br />
• 0,3 bar in 0,5 bar<br />
• 1,2 bar in 1,4 bar<br />
• 6,2 bar in 6,4 bar<br />
• en de remdruk leeg van 1,3 in 1,5 bar<br />
De gewijzigde commando- en remdrukken mogen maximaal 0,2 bar van de<br />
remberekening (parametrering van de voertuigfabrikant) afwijken. Anders moet een<br />
nieuwe remberekening worden gemaakt. Neem hierover contact op met de<br />
voertuigfabrikant.<br />
In het venster TEBS - ALB in de TEBS E diagnosesoftware zit een veld<br />
voorijling, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />
diagnosesoftware", pagina 168. Standard is hier 0 bar ingesteld. Een waarde tot ±<br />
0,2 bar kan worden ingegeven.<br />
Een positieve waarde laat het getrokken voertuig eerder remmen. Een negatieve<br />
waarde laat het getrokken voertuig later remmen.<br />
Documenteer uw wijzigingen door een afdruk van een systeemplaatje, zie<br />
hoofdstuk 9.5 "Documentatie", pagina 192.<br />
211
11 TEBS E<br />
11.7 Verwijdering / recycling<br />
212<br />
Werkplaatsrichtlijnen<br />
Verwijder elektronische apparatuur, batterijen en accu's niet via het<br />
huisvuil, maar uitsluitend via de daarvoor speciaal ingerichte<br />
afleveradressen.<br />
Neem de nationale en regionale voorschriften in acht.<br />
Defecte <strong>WABCO</strong> remcomponenten kunnen aan <strong>WABCO</strong> worden<br />
teruggestuurd om zo een optimale opwerking te waarborgen.<br />
Zend de TEBS E modulator in de doos voor het nieuwe of<br />
ruilcomponent retour. Alleen zo is de modulator voldoende<br />
beschermd en deze kan dan kostenbesparend worden hersteld.<br />
Neem daarvoor contact op met <strong>WABCO</strong>.
12 Aanhangsel<br />
12.1 Pneumatische aansluitingen voor TEBS E<br />
Verklaring<br />
Aansluiting<br />
Afbeelding 1<br />
Afbeelding 1<br />
1) met koppelingen<br />
2) met PEM<br />
Afbeelding 2<br />
Aanhangsel<br />
TEBS E 12<br />
Afbeelding 3<br />
3) met PEM 2e generatie (kunststof)<br />
Trailer EBS E varianten 480 102 ... 0<br />
Standard:<br />
030 031 1) 2) 3) 032 2) 033 1) 2) 034 2) 035 1) 2) 1) 2) 3)<br />
036<br />
Premium: 060 061 1) 2) 3) 062 2) 063 1) 2) 064 2) 065 1) 2) 1) 2) 3)<br />
066<br />
Multi-Voltage:<br />
Aan te sluiten<br />
component<br />
080<br />
2.2 Remdruk 11 Remcilinder M16x1,5 Leiding<br />
12x1,5<br />
2.2 Remdruk 11 Remcilinder M16x1,5 Leiding<br />
12x1,5<br />
2.2 Remdruk 11 Remcilinder M16x1,5 Leiding<br />
12x1,5<br />
1 Voorraad Tank „rem“ M22x1,5 Leiding<br />
16x2<br />
4.2 Stuurdruk 22 PREV Leiding<br />
8x1<br />
2.3 Tristop cilinder 12 Tristop cilinder Leiding<br />
8x1<br />
2.3 Tristop cilinder<br />
Afbeelding 2<br />
12 Tristop cilinder Leiding<br />
8x1<br />
2.4/2.2 Testaansluiting<br />
"rem 2.2"<br />
Manometer ter<br />
controle<br />
M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
1 Voorraad Tank „rem“ M22x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
15x1,5<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
15x1,5<br />
Leiding<br />
12x1,5<br />
Leiding<br />
12x1,5<br />
Leiding<br />
12x1,5<br />
Leiding<br />
15x1,5<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
M22x1,5 Leiding<br />
15x1,5<br />
M22x1,5 Leiding<br />
10x1<br />
M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
M22x1,5 Leiding<br />
15x1,5<br />
Leiding<br />
12x1,5<br />
Leiding<br />
12x1,5<br />
Leiding<br />
12x1,5<br />
Leiding<br />
15x1,5<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
213
12 TEBS E<br />
Aansluiting<br />
Afbeelding 3<br />
214<br />
Aanhangsel<br />
Trailer EBS E varianten 480 102 ... 0<br />
Standard: 030 031 1) 2) 3) 032 2) 033 1) 2) 034 2) 035 1) 2) 1) 2) 3)<br />
036<br />
Premium: 060 061 1) 2) 3) 062 2) 063 1) 2) 064 2) 065 1) 2) 1) 2) 3)<br />
066<br />
Multi-Voltage: 080<br />
Aan te sluiten<br />
component<br />
2.1 Remdruk 11 Remcilinder M16x1,5 Leiding<br />
12x1,5<br />
2.1 Remdruk 11 Remcilinder M16x1,5 Leiding<br />
12x1,5<br />
2.1 Remdruk 11 Remcilinder M16x1,5 Leiding<br />
12x1,5<br />
1 Voorraad Tank „rem“ M22x1,5 Leiding<br />
16x2<br />
5 Balgdruk Luchtbalg M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
4 Stuurdruk 21 PREV M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
1.1 Voorraad<br />
"luchtvering"<br />
1.1 Voorraad<br />
"luchtvering"<br />
1.1 Voorraad<br />
"luchtvering"<br />
1.1 Voorraad<br />
"luchtvering"<br />
Tank „luchtvering“ Leiding<br />
8x1<br />
11 Asliftklep of 11<br />
ECAS klep<br />
Leiding<br />
8x1<br />
1 Draaischijfklep Leiding<br />
8x1<br />
Luchtveringsklep 1 Leiding<br />
8x1<br />
2.3 Tristop cilinder 12 Tristop cilinder Leiding<br />
8x1<br />
2.3 Tristop cilinder 12 Tristop cilinder Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
15x1,5<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
12x1,5<br />
Leiding<br />
12x1,5<br />
Leiding<br />
12x1,5<br />
Leiding<br />
15x1,5<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
12x1,5<br />
Leiding<br />
12x1,5<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
M22x1,5 Leiding<br />
15x1,5<br />
M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
M22x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
M22x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
M16x1,5 Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
12x1,5<br />
Leiding<br />
12x1,5<br />
Leiding<br />
12x1,5<br />
Leiding<br />
15x1,5<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
12x1,5<br />
Leiding<br />
12x1,5<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1<br />
Leiding<br />
8x1
12.2 Pin-toekenning<br />
Aanhangsel<br />
De volgende afbeeldingen geven de Pin-toekenning aan (van onderaf gezien in de elektronica).<br />
8 Pin<br />
TEBS E 12<br />
4 Pin<br />
Nadere informatie over de aansluitmogelijkheden op ELEX en TEBS E zie hoofdstuk 8.2 "Aansluitingen",<br />
pagina 146.<br />
Pin-toekenning "TEBS E modulator"<br />
Aansluitingen Pin TEBS E modulator<br />
(standard)<br />
MODULATOR<br />
POWER<br />
SUBSYSTEMS<br />
TEBS E modulator<br />
(Premium)<br />
TEBS E modulator<br />
(Multi-Voltage)<br />
1 Massa "in-/uitlaatklep" Massa "in-/uitlaatklep"<br />
2 Redundantieklep Redundantieklep<br />
3 Massa "redundantieklep" Massa "redundantieklep"<br />
4 Massa "druksensor" Massa "druksensor"<br />
5 +24V/voeding<br />
"druksensor"<br />
+24V/voeding<br />
"druksensor"<br />
6 Actuele spanning Actuele spanning<br />
7 Uitlaatklep Uitlaatklep<br />
8 Inlaatklep Inlaatklep<br />
1 Permanente plus / klem<br />
30<br />
Permanente plus / klem<br />
30<br />
Permanente plus / klem<br />
30<br />
2 Contact / klem 15 Contact / klem 15 Contact / klem 15<br />
3 Massa<br />
"waarschuwingsweergave<br />
/ waarschuwingslamp"<br />
Massa<br />
"waarschuwingsweergave<br />
/ waarschuwingslamp"<br />
Massa<br />
"waarschuwingsweergave<br />
/ waarschuwingslamp"<br />
4 Massa "kleppen" Massa "kleppen" Massa "kleppen"<br />
5 Waarschuwingsweergave<br />
/ verklikkerlampje<br />
Waarschuwingsweergave<br />
/ verklikkerlampje<br />
Waarschuwingsweergave<br />
/ verklikkerlampje<br />
6 CAN High 24V CAN High 24V CAN High 24V<br />
7 CAN Low 24V CAN Low 24V CAN Low 24V<br />
1 Permanente plus / klem<br />
30<br />
Permanente plus / klem<br />
30<br />
Permanente plus / klem<br />
30<br />
2 CAN2 High 5V CAN2 High 5V CAN2 High 5V<br />
3 CAN2 Low 5V CAN2 Low 5V CAN2 Low 5V<br />
4 Massa Massa Massa<br />
215
12 TEBS E<br />
216<br />
Aanhangsel<br />
Aansluitingen Pin TEBS E modulator<br />
(standard)<br />
IN/OUT<br />
ABS e<br />
GIO7<br />
ABS c<br />
ABS d<br />
ABS f<br />
GIO6<br />
GIO1<br />
TEBS E modulator<br />
(Premium)<br />
TEBS E modulator<br />
(Multi-Voltage)<br />
5 GIO uitgang 4-2 GIO uitgang 4-2 GIO uitgang 4-2<br />
6 Bediendeel klok Bediendeel klok<br />
7 Bediendeel data Bediendeel data<br />
8 ABS toerentalsensor c ABS toerentalsensor c ABS toerentalsensor c<br />
1 Ingang 24 N/Trailer Central<br />
Electronic/BAT<br />
Ingang 24 N/Trailer Central<br />
Electronic/BAT<br />
2 Massa Massa Massa<br />
Ingang 24 N/Trailer Central<br />
Electronic/BAT<br />
3 CAN2 High 5V CAN2 High 5V CAN2 High 5V<br />
4 CAN2 Low 5V CAN2 Low 5V CAN2 Low 5V<br />
1 GIO uitgang 2-1 (alleen te<br />
gebruiken wanneer GIO3,<br />
pin 4 niet in gebruik)<br />
Vanaf versie TEBS E2:<br />
GIO uitgang 7-1<br />
2 Massa Massa<br />
GIO uitgang 2-1 (alleen te<br />
gebruiken wanneer GIO3,<br />
pin 4 niet in gebruik)<br />
Vanaf versie TEBS E2:<br />
GIO uitgang 7-1<br />
3 ABS toerentalsensor e ABS toerentalsensor e<br />
4 ABS toerentalsensor e ABS toerentalsensor e<br />
3 ABS toerentalsensor c ABS toerentalsensor c ABS toerentalsensor c<br />
4 ABS toerentalsensor c ABS toerentalsensor c ABS toerentalsensor c<br />
3 ABS toerentalsensor d ABS toerentalsensor d ABS toerentalsensor d<br />
4 ABS toerentalsensor d ABS toerentalsensor d ABS toerentalsensor d<br />
1 GIO uitgang 5-2 GIO uitgang 5-2<br />
2 Massa Massa<br />
3 ABS toerentalsensor f ABS toerentalsensor f<br />
4 ABS toerentalsensor f ABS toerentalsensor f<br />
1 GIO uitgang 1-1 GIO uitgang 1-1 GIO uitgang 1-1<br />
2 Massa Massa Massa<br />
3 Analoge ingang 1 Analoge ingang 1 Analoge ingang 1<br />
4 Wegsensor 1<br />
Vanaf versie TEBS E2:<br />
Naar keuze ook GIOuitgang<br />
7-2<br />
Wegsensor 1<br />
Vanaf versie TEBS E2:<br />
Naar keuze ook GIOuitgang<br />
7-2<br />
GIO2 1 GIO uitgang 3-2 GIO uitgang 3-2 GIO uitgang 3-2
Aansluitingen Pin TEBS E modulator<br />
(standard)<br />
GIO3<br />
GIO4<br />
GIO5<br />
Pin-toekenning "ELEX"<br />
Aansluitingen Pin ELEX<br />
POWER<br />
SUBSYSTEMS<br />
Aanhangsel<br />
TEBS E modulator<br />
(Premium)<br />
2 Massa Massa Massa<br />
TEBS E 12<br />
TEBS E modulator<br />
(Multi-Voltage)<br />
3 GIO uitgang 5-1 GIO uitgang 5-1<br />
4 GIO uitgang 2-2 GIO uitgang 2-2<br />
1 GIO uitgang 1-2 GIO uitgang 1-2 GIO uitgang 1-2<br />
2 Massa Massa Massa<br />
3 Analoge ingang 2 Analoge ingang 2 Analoge ingang 2<br />
4 GIO uitgang 2-1 GIO uitgang 2-1<br />
1 GIO uitgang 3-1 GIO uitgang 3-1 GIO uitgang 3-1<br />
2 Massa Massa Massa<br />
3 K-Line K-Line<br />
4 Wegsensor 2 Wegsensor 2<br />
1 GIO uitgang 4-1 GIO uitgang 4-1<br />
2 Massa Massa<br />
3 CAN3 High 5V CAN3 High 5V<br />
4 CAN3 Low 5V CAN3 Low 5V<br />
1 Contact inschakelen (TEBS E klem 30)<br />
2 CAN1 High 5V<br />
3 CAN1 Low 5V<br />
4 Massa<br />
5 TEBS klem 15 in<br />
6 Bediendeel klok1 in<br />
7 Bediendeel data1 in<br />
8 IG (H2) in<br />
1 Contact uitschakelen (TEBS E klem 30-X2)<br />
2 CAN2 High 5V<br />
3 CAN2 Low 5V<br />
4 Massa<br />
5 TEBS klem 15 in SA 6-2<br />
6 Bediendeel klok1 uit<br />
7 Bediendeel klok1 uit<br />
217
12 TEBS E<br />
218<br />
Aansluitingen Pin ELEX<br />
GIO10<br />
GIO11<br />
GIO12<br />
GIO13<br />
GIO14<br />
GIO15<br />
GIO16<br />
8 IG (H2) uit<br />
5 Accu in/uit<br />
Aanhangsel<br />
6 Accu massa<br />
7 Voeding "opwektoets"<br />
8 Opwektoets<br />
5 Massa "lichten"<br />
6 Markeerlichten links uit<br />
7 Markeerlichten rechts uit<br />
8 Massa "lichten"<br />
1 Achterlicht aan<br />
2 CAN3 High 24V<br />
3 CAN3 Low 24V<br />
4 Massa lichten<br />
5 Markeerlichten links aan<br />
6 Markeerlichten links uit<br />
7 Markeerlichten rechts uit<br />
8 Markeerlichten rechts aan<br />
1 GIO uitgang 2-1<br />
2 Massa<br />
3 Analoge ingang 2<br />
4 Wegsensor 2<br />
1 GIO uitgang 6-1<br />
2 Massa<br />
3 Analoge ingang 1<br />
4 Wegsensor 1<br />
1 GIO uitgang 1-1<br />
2 Massa<br />
3 GIO uitgang 5-1<br />
4 GIO uitgang 1-2<br />
1 GIO uitgang 5-2<br />
2 LIN sensor 2
Aansluitingen Pin ELEX<br />
GIO17<br />
GIO18<br />
3 SA 5-1<br />
4 GIO uitgang 4-1 (9V/12V)<br />
1 PWM sensor 1<br />
2 Massa<br />
3 LIN sensor 1<br />
4 GIO uitgang 3-2 (9V/12V)<br />
1 PWM sensor 2<br />
2 Massa<br />
3 LIN sensor 2<br />
4 GIO uitgang 3-1<br />
Aanhangsel<br />
TEBS E 12<br />
219
12 TEBS E<br />
12.3 Kabeloverzicht<br />
220<br />
Aanhangsel<br />
Kabeloverzicht<br />
Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />
Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Index.<br />
Geef het woord Overzicht in het veld "zoeken" in.<br />
Klik op de Startknop.<br />
VOORZICHTIG<br />
Storingsfuncties en beschadiging van de componenten door het verwisselen van de<br />
kabels<br />
In sommige gevallen lijken de kabels optisch op elkaar (bijv. een 4-polige GIO stekker en de 4polige<br />
DIN bajonet).<br />
– Daar de aan te sluiten componenten compleet verschillende Pin-toekenningen hebben, is het<br />
grote programma kabels noodzakelijk en de kabels mogen niet worden verwisseld, ook al<br />
lijken deze op elkaar. Een juiste identificatie is vereist om storingen en beschadigingen van<br />
de componenten uit te sluiten.<br />
Kleurcodering van de stekkers<br />
De stekkers zijn gekleurd om identificatie eenvoudiger te maken.<br />
TEBS E Modulator (Premium)<br />
Grijs: GIO, MODULATOR<br />
Zwart: POWER, ABS-c, ABS-e, ABS-f, ABS-d<br />
Blauw: SUBSYSTEMS, IN/OUT<br />
Codering 4-polige stekker<br />
Code A Code B Code C<br />
ELEX<br />
Geel: POWER ELEX<br />
Een 8-polige TEBS E stekker kan niet op ELEX worden aangesloten.<br />
Kabeloverzicht<br />
Aansluiting op<br />
de TEBS E<br />
modulator<br />
Toepassing Bestelnummer Lengte Modulator Component<br />
POWER Voedingskabel voor opleggers<br />
POWER Voedingskabel met open einde<br />
449 173 090 0<br />
449 173 120 0<br />
449 173 130 0<br />
449 173 140 0<br />
449 173 150 0<br />
449 371 120 0<br />
449 371 180 0<br />
9 m<br />
12 m<br />
13 m<br />
14 m<br />
15 m<br />
12 m<br />
18 m<br />
TEBS E<br />
8-polig<br />
Code A<br />
TEBS E<br />
8-polig<br />
Code A<br />
ISO 7638<br />
7-polig<br />
contactdoos<br />
7-polig open
Aansluiting op<br />
de TEBS E<br />
modulator<br />
Aanhangsel<br />
TEBS E 12<br />
Toepassing Bestelnummer Lengte Modulator Component<br />
POWER Voedingskabel voor<br />
disselaanhangwagens<br />
POWER Voedingskabel met tegendeel<br />
POWER Voedingskabel met tegendeel<br />
POWER Voedingskabel voor oplegger met<br />
stekker<br />
POWER Voedingskabel voor oplegger met<br />
stekker<br />
POWER Voedingskabel voor<br />
disselaanhangwagen met stekker<br />
POWER Voedingskabel voor<br />
disselaanhangwagen met stekker<br />
POWER Verlengkabel<br />
Alleen voor CAN Router / CAN<br />
Repeater<br />
MODULATOR Kabel voor ABS relaisklep<br />
472 195 037 0<br />
MODULATOR Kabel voor EBS relaisklep<br />
480 207 001 0<br />
SUBSYSTEMS Kabel voor SmartBoard<br />
446 192 11. 0<br />
449 273 060 0<br />
449 273 100 0<br />
449 273 120 0<br />
449 273 150 0<br />
449 353 110 0<br />
449 353 140 0<br />
449 347 003 0<br />
449 347 025 0<br />
449 347 080 0<br />
449 347 180 0<br />
449 133 030 0<br />
449 133 120 0<br />
449 133 150 0<br />
449 135 025 0<br />
449 135 060 0<br />
449 135 140 0<br />
449 231 060 0<br />
449 231 120 0<br />
449 233 030 0<br />
449 233 100 0<br />
449 233 140 0<br />
449 233 180 0<br />
894 600 032 0<br />
894 600 033 0<br />
894 600 034 0<br />
449 436 030 0<br />
449 436 080 0<br />
449 429 010 0<br />
449 429 030 0<br />
449 429 080 0<br />
449 429 130 0<br />
449 911 040 0<br />
449 911 060 0<br />
449 911 120 0<br />
6 m<br />
10 m<br />
12 m<br />
15 m<br />
11 m<br />
14 m<br />
0,3 m<br />
2,5 m<br />
8 m<br />
18 m<br />
3 m<br />
12 m<br />
15 m<br />
2,5 m<br />
6 m<br />
14 m<br />
6 m<br />
12 m<br />
3 m<br />
10 m<br />
14 m<br />
18 m<br />
40 m<br />
50 m<br />
60 m<br />
3 m<br />
8 m<br />
1 m<br />
3 m<br />
8 m<br />
13 m<br />
4 m<br />
6 m<br />
12 m<br />
TEBS E<br />
8-polig<br />
Code A<br />
TEBS E<br />
8-polig<br />
Code A<br />
TEBS E<br />
8-polig<br />
Code A<br />
ISO 7638<br />
contactdoos<br />
ISO 7638<br />
contactdoos<br />
ISO 7638<br />
contactdoos<br />
ISO 7638<br />
contactdoos<br />
7-polig<br />
ISO 7638<br />
Stekker<br />
7-polig<br />
ISO 7638<br />
DIN-bajonet<br />
7-polig<br />
DIN-bajonet<br />
7-polig<br />
DIN-bajonet<br />
7-polig<br />
DIN-bajonet<br />
7-polig<br />
DIN-bajonet<br />
7-polig<br />
DIN-bajonet<br />
DIN-bajonet 7-polig<br />
DIN-bajonet<br />
TEBS E<br />
8-polig<br />
Code B<br />
TEBS E<br />
8-polig<br />
Code B<br />
TEBS E<br />
8-polig<br />
Code C<br />
DIN-bajonet<br />
4-polig<br />
3x DIN bajonet<br />
4-polig<br />
7-polig<br />
DIN-bajonet<br />
221
12 TEBS E<br />
Aansluiting op<br />
de TEBS E<br />
modulator<br />
222<br />
Aanhangsel<br />
Toepassing Bestelnummer Lengte Modulator Component<br />
SUBSYSTEMS Kabel voor SmartBoard + ECASbedieningseenheid<br />
SUBSYSTEMS Kabel voor ECASbedieningseenheid<br />
SUBSYSTEMS Kabel voor ECAS bedieningsbox<br />
SUBSYSTEMS Kabel voor IVTM 446 220 010 0<br />
SUBSYSTEMS Kabel voor SmartBoard en IVTM<br />
SUBSYSTEMS Kabel voor Telematica<br />
SUBSYSTEMS Kabel voor Telematica<br />
SUBSYSTEMS Kabel voor Telematica /<br />
SmartBoard<br />
SUBSYSTEMS Universele kabel<br />
IN/OUT Kabel voor Trailer Central<br />
Electronic 446 122 001 0<br />
IN/OUT Kabel voor stoplichtvoeding (24N)<br />
GIO Kabel voor liftas conventioneel,<br />
RTR<br />
449 912 234 0 7 m/5 m TEBS E<br />
8-polig<br />
Code C<br />
449 628 050 0 5 m TEBS E<br />
8-polig<br />
Code C<br />
449 627 060 0 6 m TEBS E<br />
8-polig<br />
Code C<br />
449 913 050 0 5 m TEBS E<br />
8-polig<br />
Code C<br />
449 916 182 0<br />
449 916 253 0<br />
0,4/4 m<br />
6/6 m<br />
TEBS E<br />
8-polig<br />
Code C<br />
449 914 010 0 1 m TEBS E<br />
8-polig<br />
Code C<br />
449 917 025 0 2,5 m TEBS E<br />
8-polig<br />
Code C<br />
449 920 248 0 3 m/6 m TEBS E<br />
8-polig<br />
Code C<br />
449 437 020 0<br />
449 437 060 0<br />
2 m<br />
6 m<br />
TEBS E<br />
8-polig<br />
Code C<br />
449 348 020 0 2 m TEBS E<br />
4-polig<br />
Code C<br />
449 349 040 0<br />
449 349 060 0<br />
449 349 100 0<br />
449 349 150 0<br />
449 443 008 0<br />
449 443 010 0<br />
449 443 020 0<br />
449 443 040 0<br />
449 443 060 0<br />
449 443 100 0<br />
4 m<br />
6 m<br />
10 m<br />
15 m<br />
0,8 m<br />
1 m<br />
2 m<br />
4 m<br />
6 m<br />
10 m<br />
TEBS E<br />
4-polig<br />
Code C<br />
TEBS E<br />
4-polig<br />
Code B<br />
Stekerdoos ECASbedieningseenheid<br />
+<br />
7-polige DIN bajonet<br />
Stekerdoos "ECASbedieningseenheid"<br />
7-polig<br />
DIN-bajonet<br />
7-polig<br />
DIN-bajonet<br />
7-polig<br />
2x DIN bajonet<br />
4-polig<br />
DIN-bajonet<br />
6-polig<br />
DIN-bajonet<br />
6-polig<br />
8x open<br />
Trailer Central<br />
Electronic aansluiting<br />
X22<br />
2-polig open<br />
Aderkleuren:<br />
blauw = plus<br />
bruin = massa<br />
4-polig<br />
DIN-bajonet
Aansluiting op<br />
de TEBS E<br />
modulator<br />
Aanhangsel<br />
TEBS E 12<br />
Toepassing Bestelnummer Lengte Modulator Component<br />
GIO Kabel voor ECAS kleppen<br />
472 905 114 0, 472 880 030 0,<br />
liftasklep 463 084 100 0 en<br />
eTASC<br />
GIO Kabel voor ECAS 2-puntsregeling<br />
GIO Kabel voor externe ECAS op<br />
TEBS E<br />
GIO Kabel voor sensor 441 050 100 0<br />
GIO Kabel voor druksensor<br />
441 040 015 0<br />
441 044 002 0<br />
GIO Kabel voor Traction Help (TH)<br />
GIO Kabel voor wegrijhulp en<br />
Gedwongen dalen (resp.<br />
schakelaar voor losniveau)<br />
GIO Universele kabel<br />
GIO Adapterkabel<br />
449 445 010 0<br />
449 445 030 0<br />
449 445 050 0<br />
1 m<br />
3 m<br />
5 m<br />
TEBS E<br />
4-polig<br />
Code B<br />
449 439 030 0 3 m 4-polig<br />
Code B<br />
449 438 050 0<br />
449 438 080 0<br />
449 438 120 0<br />
449 811 010 0<br />
449 811 030 0<br />
449 811 040 0<br />
449 811 050 0<br />
449 811 080 0<br />
449 811 180 0<br />
449 812 004 0<br />
449 812 030 0<br />
449 812 100 0<br />
449 813 050 0<br />
449 813 080 0<br />
449 815 253 0<br />
449 815 258 0<br />
449 535 010 0<br />
449 535 060 0<br />
449 535 100 0<br />
5 m<br />
8 m<br />
12 m<br />
1 m<br />
3 m<br />
4 m<br />
5 m<br />
8 m<br />
18 m<br />
0,4 m<br />
3 m<br />
10 m<br />
5 m<br />
8 m<br />
6/6 m<br />
15/6 m<br />
1 m<br />
6 m<br />
10 m<br />
TEBS E<br />
4-polig<br />
Code B<br />
TEBS E<br />
4-polig<br />
Code B<br />
TEBS E<br />
4-polig<br />
Code B<br />
TEBS E<br />
2-polig<br />
Code B<br />
TEBS E<br />
4-polig<br />
Code B<br />
TEBS E<br />
4-polig<br />
Code B<br />
449 819 010 0 1 m TEBS E<br />
4-polig<br />
Code B<br />
4-polig<br />
DIN-bajonet<br />
4-polig<br />
DIN-bajonet<br />
3-aderig open met PGkoppeling<br />
DIN-bajonet<br />
4-polig<br />
4-polig<br />
DIN-bajonet<br />
bruin = pin 2 (massa)<br />
zwart = pin 3 (plus)<br />
2x 2-polig open<br />
Forced lowering<br />
(Gedwongen dalen):<br />
blauw: toets 1<br />
bruin = massa<br />
Traction Help<br />
(wegrijhulp):<br />
blauw = toets 2<br />
bruin = massa<br />
4-polig open<br />
Aderkleuren:<br />
rood = Pin 1<br />
bruin = Pin 2<br />
geel/groen = Pin 3<br />
blauw = Pin 4<br />
2-polig<br />
223
12 TEBS E<br />
Aansluiting op<br />
de TEBS E<br />
modulator<br />
224<br />
Aanhangsel<br />
Toepassing Bestelnummer Lengte Modulator Component<br />
GIO GIO Y-verdeler (te gebruiken met<br />
TEBS D kabels 449 752 ... 0 en<br />
449 762 ... 0)<br />
GIO Kabel voor druksensor, liftas of<br />
sensor<br />
GIO Kabel voor ECAS klep of LACV-IC<br />
GIO Kabel voor wegrijhulp of<br />
rangeerhulp<br />
GIO Kabel voor mechanische<br />
schakelaar voor asfaltrem (niet<br />
voor benaderingsschakelaar)<br />
GIO Kabel voor wegrijhulp, losniveau<br />
of sensor<br />
GIO en IN/OUT Verdeelkabel voor 24N, wegrijhulp<br />
of Gedwongen dalen<br />
GIO en IN/OUT Kabel voor wegrijhulp of 24 N<br />
ABS c<br />
ABS d<br />
ABS-e<br />
ABS-f<br />
Kabel voor ABS sensorverlenging<br />
449 629 022 0 0,4/0,4 m TEBS E<br />
4-polig<br />
Code B<br />
449 752 030 0<br />
449 752 080 0<br />
449 752 100 0<br />
3 m<br />
8 m<br />
10 m<br />
TEBS E<br />
3-polig<br />
rond voor GIO<br />
verdeler<br />
449 761 030 0 3 m TEBS E<br />
3-polig<br />
rond voor GIO<br />
verdeler<br />
449 762 020 0<br />
449 762 080 0<br />
449 762 150 0<br />
2 m<br />
8 m<br />
15 m<br />
TEBS E<br />
3-polig<br />
rond voor GIO<br />
verdeler<br />
449 763 100 0 10 m TEBS E<br />
3-polig<br />
rond voor GIO<br />
verdeler<br />
449 626 188 0 3 m/4 m TEBS E<br />
4-polig<br />
Code B<br />
449 356 023 0 1,0 m/0,4 m TEBS E<br />
4-polig Code<br />
C<br />
4-polig Code<br />
B<br />
2-polig<br />
449 357 253 0 6 m/6 m TEBS E<br />
4-polig Code<br />
C<br />
4-polig Code<br />
B<br />
2-polig<br />
449 723 003 0<br />
449 723 018 0<br />
449 723 023 0<br />
449 723 030 0<br />
449 723 040 0<br />
449 723 050 0<br />
449 723 080 0<br />
449 723 100 0<br />
449 723 150 0<br />
0,3 m<br />
1,8 m<br />
2,3 m<br />
3 m<br />
4 m<br />
5 m<br />
8 m<br />
10 m<br />
15 m<br />
TEBS E<br />
4-polig<br />
Code A<br />
2x 3-polig<br />
ABS stekker<br />
4-polig<br />
DIN-bajonet<br />
4-polig<br />
DIN-bajonet<br />
2-polig<br />
open<br />
bruin = massa<br />
zwart = input<br />
2-polig<br />
open<br />
bruin = massa<br />
zwart = input<br />
4-polig<br />
3-polig open<br />
DIN-bajonet<br />
4-polig<br />
DIN-bajonet<br />
4-polig<br />
DIN-bajonet<br />
2-polig<br />
ABS stekerdoos
Aansluiting op<br />
de TEBS E<br />
modulator<br />
Aanhangsel<br />
TEBS E 12<br />
Toepassing Bestelnummer Lengte Modulator Component<br />
GIO en ABS Kabel voor ABS sensor plus<br />
GIO6/7<br />
GIO Kabel voor slijtage-indicator<br />
GIO CAN diagnosekabel (alleen voor<br />
Premium)<br />
Aanwijzing: Alleen diagnosekabel<br />
naar interface 446 300 348 0<br />
GIO Kabel voor Telematica<br />
GIO Kabel voor Telematica<br />
GIO Kabel voor Telematica<br />
GIO Adapter voor 2-krings asliftklep<br />
463 084 010 0<br />
GIO TASC adapter<br />
Aansluiting aan<br />
ELEX<br />
449 818 022 0 0,4/0,4 m TEBS E<br />
4-polig<br />
Code B<br />
449 816 013 0<br />
449 816 030 0<br />
449 611 030 0<br />
449 611 040 0<br />
449 611 060 0<br />
449 611 080 0<br />
449 915 010 0<br />
449 915 120 0<br />
1,3 m<br />
3 m<br />
3 m<br />
4 m<br />
6 m<br />
8 m<br />
1 m<br />
12 m<br />
TEBS E<br />
4-polig<br />
Code B<br />
TEBS E<br />
4-polig<br />
Code B<br />
TEBS E<br />
4-polig<br />
Code B<br />
449 918 025 0 2,5 m TEBS E<br />
8-polig<br />
Code C<br />
449 610 060 0 6 m TEBS E<br />
4-polig<br />
Code B<br />
1x 2-polig<br />
1x 3-polig<br />
ABS stekker<br />
6x 3-polig<br />
ABS stekker<br />
7-polig<br />
Diagnosecontactdoos<br />
met gele beschermkap<br />
4-polig<br />
DIN-bajonet<br />
6-polig<br />
894 601 135 2 0,15 m M2V<br />
449 447 022 0 0,4 m/0,4 m 2x DIN<br />
bajonet<br />
4-polig open<br />
DIN-bajonet<br />
Toepassing Bestelnummer Lengte ELEX Component<br />
POWER Kabel voor voorziening ELEX<br />
SUBSYSTEMS Kabel voor SmartBoard<br />
SUBSYSTEMS Kabel voor afstandsbediening<br />
449 303 020 0<br />
449 303 050 0<br />
449 303 100 0<br />
2 m<br />
5 m<br />
10 m<br />
ELEX<br />
8-polig<br />
Code E<br />
449 906 060 0 6 m ELEX<br />
8-polig<br />
Code C<br />
449 602 060 0 6 m ELEX<br />
8-polig<br />
Code C<br />
TEBS E<br />
8-polig<br />
Code C<br />
7-polig<br />
DIN-bajonet<br />
Stekerdoos ECASbedieningseenheid<br />
225
12 TEBS E<br />
Aansluiting aan<br />
ELEX<br />
226<br />
Aanhangsel<br />
Toepassing Bestelnummer Lengte ELEX Component<br />
SUBSYSTEMS Kabel voor bedieningsbox<br />
SUBSYSTEMS Kabel voor SmartBoard +<br />
ECAS-bedieningseenheid<br />
SUBSYSTEMS Kabel voor SmartBoard + IVTM<br />
SUBSYSTEMS Kabel voor Telematica<br />
GIO TEBS E accukabel<br />
GIO LIN verdeelkabel<br />
GIO12 Universele kabel<br />
GIO10/GIO11 Verdeelkabel<br />
accu en/of licht<br />
GIO16 Kabel voor TEBS E accuvoeding<br />
GIO17 en / of<br />
GIO18<br />
GIO17 en / of<br />
GIO18<br />
Kabel voor LIN ultrasonische<br />
sensor<br />
Kabel voor Trailer Central Electronic<br />
of ultrasone sensor<br />
449 603 060 0 6 m ELEX<br />
8-polig<br />
Code C<br />
449 926 234 0 7 m/5 m ELEX<br />
8-polig<br />
Code C<br />
449 925 253 0 6 m/6 m ELEX<br />
8-polig<br />
Code C<br />
449 907 010 0<br />
449 907 120 0<br />
1 m<br />
12 m<br />
ELEX<br />
8-polig<br />
Code C<br />
449 807 050 0 5 m ELEX<br />
DIN-bajonet<br />
4-polig<br />
894 600 024 0 0,5 m ELEX<br />
Sensorstekke<br />
r<br />
449 908 060 0 6 m ELEX<br />
8-polig<br />
Code C<br />
449 803 022 0 0,4 m/0,4<br />
m<br />
449 808 020 0<br />
449 808 030 0<br />
2 m<br />
3 m<br />
ELEX<br />
8-polig<br />
Code C<br />
ELEX<br />
4-polig<br />
Code B<br />
449 806 060 0 6 m ELEX<br />
4-polig<br />
Code C<br />
449 801 060 0 6 m ELEX<br />
4-polig<br />
Code C<br />
7-polig<br />
DIN-bajonet<br />
Stekerdoos ECASbedieningseenheid<br />
+<br />
7-polige DIN bajonet<br />
7-polig<br />
2x DIN bajonet<br />
6-polig<br />
2-polig<br />
Sensorstekker<br />
Sensorcontactdoos<br />
Sensorcontactdoos<br />
Open<br />
2-polig<br />
Sensorstekker<br />
2-polig<br />
Sensorstekker<br />
4-polig<br />
Code C<br />
(IN/OUT EBS)<br />
Sensorcontactdoos<br />
4-polig<br />
DIN-bajonet
12.4 Kenmerken GIO functies<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
4S/2M+1M<br />
4S/3M<br />
Roll Stability Support (RSS)<br />
Stoplichtvoeding (24N)<br />
TEBS E<br />
modulator<br />
(standard)<br />
480 102 03. 0<br />
TEBS E<br />
modulator<br />
(Premium)<br />
480 102 06. 0<br />
Aanhangsel<br />
TEBS E<br />
modulator<br />
(Multi-<br />
Voltage)<br />
480 102 080 0<br />
ABS-systeem (maximale configuratie)<br />
2S/2M 4S/3M 4S/2M<br />
GIO aansluitingen GIO1-4 GIO1-7 GIO1-7<br />
Aantal GIO uitgangen 4 10 10<br />
Aantal analoge ingangen 2 2 2<br />
EBS-/ABS-relaisklep 24 V<br />
EBS-/ABS-relaisklep 12 V<br />
CAN 5 V aansluiting voor GIO5<br />
(Telematica)<br />
CAN 5V aansluiting voor<br />
Subsystems (IVTM, Telematica,<br />
SmartBoard)<br />
Trailer Central Electronic<br />
aansluiting voor regeling remlicht<br />
en benaderingshulp laadplatform<br />
ECASbedieningskast/afstandsbediening<br />
ECAS bedieningsbox via<br />
schakelaar<br />
ECAS bedieningsbox via<br />
schakelaar (uitsluitend<br />
Heffen/neerlaten)<br />
Afstandsbediening<br />
voertuigcombinatie ECAS<br />
IVTM<br />
Smartboard<br />
TEBS E 12<br />
Versie TEBS ...<br />
E0 E1 E1.5 E2 E2.5<br />
227
12 TEBS E<br />
GIO functies<br />
Snelheidsafhankelijke functies<br />
ISS1 (bijv. RTR klep)<br />
ISS2 (bijv. blokkering stuuras)<br />
Liftasbesturing<br />
Liftas 1 (met aslift- of ECAS-klep)<br />
Liftas 2 (met aslift- of ECAS-klep)<br />
Liftasregeling met LACV-IC<br />
Wegrijhulp<br />
Gedwongen dalen liftas(sen), handmatige<br />
ingreep door chauffeur<br />
OptiTurn (rangeerhulp)<br />
OptiLoad (Kingpin reductie)<br />
Wegrijhulp "terrein"<br />
Kooiaapregeling<br />
Niveauregeling<br />
Aansluiting "ECAS 1-puntsregeling"<br />
Aansluiting "Losniveauschakelaar"<br />
Normaalniveau II<br />
Losniveau als rijniveau IV te gebruiken<br />
Sleepasregeling met restdruk<br />
Uitschakelen ECAS<br />
Groen verklikkerlampje<br />
228<br />
Aanhangsel<br />
TEBS E<br />
modulator<br />
(standard)<br />
480 102 03. 0<br />
alleen<br />
asliftklep<br />
alleen<br />
asliftklep<br />
alleen<br />
asliftklep<br />
alleen<br />
asliftklep<br />
TEBS E<br />
modulator<br />
(Premium)<br />
480 102 06. 0<br />
TEBS E<br />
modulator<br />
(Multi-<br />
Voltage)<br />
480 102 080 0<br />
Versie TEBS ...<br />
E0 E1 E1.5 E2 E2.5
GIO functies<br />
Deactiveren van de automatische<br />
niveauregeling<br />
eTASC<br />
Remfuncties<br />
Aansluiting "asfaltrem"<br />
Benaderingsschakelaar voor asfaltrem<br />
Ontspanningsfunctie<br />
Remontgrendelingsfunctie<br />
Remontgrendelingsfunctie (uitgebreid)<br />
Trailer Extending Control<br />
Veiligheidsfuncties<br />
Remblokkenslijtage-indicatie (BVA)<br />
Roll Stability Adviser<br />
Immobilizer (wegrijblokkering)<br />
Emergency Brake Light<br />
Trailer Safety Brake<br />
Overige functies<br />
Vrij te configureren digitale functie met<br />
uitgang<br />
Vrij te configureren analoge functie met<br />
uitgang<br />
Externe sensoren<br />
Externe aslastsensor c-d<br />
Externe aslastsensor e-f<br />
Tweede externe aslastsensor c-d<br />
Externe remdruksensor<br />
Sensor mechanische vering<br />
ELEX<br />
TailGUARDlight<br />
TailGUARD<br />
TailGUARDMAX<br />
TailGUARD Roof<br />
TEBS E<br />
modulator<br />
(standard)<br />
480 102 03. 0<br />
Aanhangsel<br />
TEBS E<br />
modulator<br />
(Premium)<br />
480 102 06. 0<br />
TEBS E<br />
modulator<br />
(Multi-<br />
Voltage)<br />
480 102 080 0<br />
TEBS E 12<br />
Versie TEBS ...<br />
E0 E1 E1.5 E2 E2.5<br />
229
12 TEBS E<br />
GIO functies<br />
Aansluiting naar ISO 12098<br />
ECAS 2-puntsregeling<br />
GIO-aansluituitbreidingen<br />
Accuvoeding/-lading<br />
ELEX 1<br />
ECAS 2-puntsregeling met extra klep<br />
ECAS 2-puntsregeling (afzonderlijk<br />
Heffen/neerlaten)<br />
Trailer Remote Control<br />
Wegrijhulp<br />
OptiTurn / OptiLoad<br />
Gedwongen dalen<br />
Toets Heffen/neerlaten<br />
Losniveauschakelaar<br />
Rijniveau I / rijniveau II<br />
Asfaltrem aan / uit<br />
Kantelgevaar<br />
Achteruitrijbewaking<br />
(TailGUARD/TailGUARD Roof /TailGUARDMAX)<br />
uit<br />
Benaderingshulp laadplatform<br />
(TailGUARDlight) uit<br />
Trailer Remote Control 1<br />
Blokkering stuuras<br />
Vrij configureerbare analoge functie<br />
Vrij configureerbare digitale functie<br />
Roll Stability Adviser<br />
Weergave aslast<br />
Opti-functies Aan / Uit<br />
CAN Router / CAN Repeater<br />
CAN-communicatie<br />
Sensor gewenste druk aan de CAN Router /<br />
CAN Repeater<br />
230<br />
Aanhangsel<br />
TEBS E<br />
modulator<br />
(standard)<br />
480 102 03. 0<br />
TEBS E<br />
modulator<br />
(Premium)<br />
480 102 06. 0<br />
TEBS E<br />
modulator<br />
(Multi-<br />
Voltage)<br />
480 102 080 0<br />
Versie TEBS ...<br />
E0 E1 E1.5 E2 E2.5
12.5 GIO schema's<br />
GIO schema's<br />
Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />
Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Index.<br />
Geef het woord Aansluitschema in het veld "zoeken" in.<br />
Klik op Detail => Toepassing => Trailer EBS E.<br />
Aanhangsel<br />
Aanduiding Schema's Voertuigen<br />
TEBS E 12<br />
Immobilizer 841 701 227 0 Alle getrokken voertuigen.<br />
Standaard 841 802 150 0 Oplegger<br />
Middenasaanhangwagen<br />
2 liftassen<br />
Restdruk aan liftas 1<br />
841 802 151 0 Oplegger<br />
Middenasaanhangwagen<br />
Externe druksensor 841 802 152 0 Oplegger<br />
Middenasaanhangwagen<br />
Mechanische vering 841 802 153 0 Oplegger<br />
Middenasaanhangwagen<br />
Mechanische vering 841 802 154 0 Disselaanhangwagen<br />
Standaard met 2 liftassen 841 802 155 0 Oplegger<br />
Middenasaanhangwagen<br />
Standaard 841 802 156 0 Disselaanhangwagen<br />
ECAS 1-punts met 2 1-krings LACV 841 802 157 0 Oplegger<br />
Middenasaanhangwagen<br />
ECAS 1-punts met 1-krings LACV en 2-krings ECAS blok 841 802 158 0 Oplegger<br />
Middenasaanhangwagen<br />
TASC (RTR-functie) 841 802 159 0 Oplegger<br />
Middenasaanhangwagen<br />
ECAS 1-punts met 2 1-krings ECAS blok 841 802 190 0 Oplegger<br />
Middenasaanhangwagen<br />
ECAS met 1-krings LACV en restdruk 841 802 191 0 Oplegger<br />
Middenasaanhangwagen<br />
ECAS met 1-krings LACV 841 802 192 0 Oplegger<br />
Middenasaanhangwagen<br />
ECAS 1-punts met 1-krings LACV en 2-krings ECAS blok 841 802 194 0 Oplegger<br />
Middenasaanhangwagen<br />
ECAS 1-punts met 1-krings LACV en 2-krings ECAS blok 841 802 195 0 Oplegger<br />
Middenasaanhangwagen<br />
Tankvoertuigen 841 802 196 0 Oplegger<br />
Tankvoertuigen 841 802 197 0 Oplegger<br />
Asfaltrem 841 802 198 0 Oplegger<br />
Asfaltrem 841 802 199 0 Oplegger<br />
OptiTurn / OptiLoad met ECAS 841 802 235 0 Oplegger<br />
OptiTurn / OptiLoad met ECAS 841 802 236 0 Oplegger<br />
ECAS 2-puntsregeling met accu en sleepasregeling 841 802 250 0 Oplegger<br />
ECAS 2-puntsregeling met extra klep 841 802 252 0 Disselaanhangwagen<br />
231
12 TEBS E<br />
232<br />
Aanhangsel<br />
Aanduiding Schema's Voertuigen<br />
Trailer Safety Brake 841 802 274 0 Kieper<br />
Tanker<br />
Rolcontainer<br />
TailGUARDlight 841 802 280 0 Alle getrokken voertuigen.<br />
TailGUARD 841 802 281 0 Alle getrokken voertuigen.<br />
TailGUARDMAX 841 802 282 0 Alle getrokken voertuigen.<br />
TailGUARD Roof 841 802 283 0 Alle getrokken voertuigen.<br />
TailGUARD Roof (gedraaide ultrasoonsensor) 841 802 284 0 Oplegger<br />
Trailer Extending Control voor uitschuifbare voertuigen 841 802 290 0 Oplegger<br />
Disselaanhangwagen<br />
Noodremlicht-functie 841 802 291 0 Alle getrokken voertuigen.<br />
Kooiaapregeling 841 802 292 0 Middenasaanhangwagen<br />
eTASC (uitsluitend heffen en dalen) 841 802 295 0 Oplegger<br />
eTASC met liftasregeling 841 802 296 0<br />
841 802 297 0<br />
Oplegger
12.6 Trailer EBS E remschema's<br />
Oplegger<br />
Remschema's<br />
Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />
Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Index.<br />
Geef het woord Aansluitschema in het veld "zoeken" in.<br />
Klik op Detail => Toepassing => Trailer EBS E.<br />
As(sen) ABSsysteem<br />
Nummer Tristop Antioptelklep<br />
PEM Trailer<br />
Central<br />
Electronic<br />
Aanhangsel<br />
Mechanische<br />
vering<br />
Extra<br />
getrokken<br />
voertuig<br />
1 2S/2M 841 701 180 0 x x x<br />
1 2S/2M 841 701 181 0 x x x<br />
1 2S/2M 841 701 182 0 x x x<br />
TEBS E 12<br />
PREV Modulator<br />
Vooras<br />
Opmerking<br />
Dolly / hydraulische<br />
vering<br />
1 2S/2M 841 701 183 0 x x x 12 V<br />
2<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
841 701 190 0 x x x<br />
2 4S/3M 841 701 191 0 x x x<br />
2 2S/2M 841 701 192 0 x x<br />
2<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
841 701 193 0 x x x<br />
2 4S/3M 841 701 195 0 x x x Alleen één as Tristop!<br />
2 4S/3M 841 701 196 0 x x x<br />
2<br />
2<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
841 701 197 0 x x x x<br />
841 701 198 0 x x x een Tristop afzonderlijk<br />
3 4S/3M 841 701 050 0 x x<br />
3 4S/3M 841 701 055 0 x CAN Repeater<br />
3 4S/3M 841 701 057 0 x x x<br />
CAN Repeater + Select<br />
Low<br />
3 4S/3M 841 701 058 0 x x x CAN Repeater<br />
3<br />
3<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
841 701 100 0 x<br />
841 701 101 0 x x<br />
3 2S/2M 841 701 102 0 x x Select Low<br />
3 4S/2M+1M 841 701 103 0 x x<br />
3<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
841 701 104 0 x x x<br />
3 4S/2M+1M 841 701 105 0 x x x<br />
3<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
841 701 106 0 x x x<br />
3 2S/2M 841 701 107 0 x x x Select Low<br />
3 2S/2M 841 701 108 0 x x x Select Low (relaisklep)<br />
3 2S/2M 841 701 109 0 x x Select Low (relaisklep)<br />
233
12 TEBS E<br />
As(sen) ABSsysteem<br />
3<br />
234<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
Nummer Tristop Antioptelklep<br />
Aanhangsel<br />
PEM Trailer<br />
Central<br />
Electronic<br />
Mechanische<br />
vering<br />
Extra<br />
getrokken<br />
voertuig<br />
841 701 110 0 x x x<br />
3 4S/3M 841 701 111 0 x x x<br />
PREV Modulator<br />
Vooras<br />
Opmerking<br />
3 2S/2M 841 701 112 0 x x x Select Low (relaisklep)<br />
3 4S/3M 841 701 113 0 x x x<br />
3 4S/3M 841 701 114 0 x x<br />
3 4S/2M 841 701 115 0 x x x<br />
3<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
841 701 116 0 x x x x<br />
Afzonderlijke<br />
wielophanging<br />
3 2S/2M 841 701 117 0 x x x Select Low<br />
3 4S/2M+1M 841 701 118 0 x x x<br />
3 4S/3M 841 701 119 0 x x x EBS relais op as 1<br />
3 4S/2M+1M 841 701 221 0 x x x<br />
3<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
841 701 222 0<br />
3 4S/2M+1M 841 701 223 0 x x x<br />
3 4S/3M 841 701 224 0<br />
3<br />
3<br />
3<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
841 701 227 0 x x x Wegrijblokkering<br />
841 701 228 0 x x x x CAN-router<br />
841 701 229 0 x x x x CAN-router<br />
3 4S/2M+1 841 701 230 0 x x x x CAN-router<br />
3<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
841 701 231 0 x x x 3 assen Tristop<br />
3 4S/3M 841 701 232 0 x x x<br />
3<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
841 701 233 0<br />
4 4S/3M 841 701 050 0 x x<br />
4 4S/3M 841 701 051 0 x x<br />
4 4S/3M 841 701 052 0 x x x<br />
4 4S/3M 841 701 053 0 x x x<br />
4 4S/3M 841 701 054 0 x x x<br />
Hydraulische vering<br />
(landbouw)<br />
Select Low<br />
1. As<br />
Select Low 1e as<br />
(relaisklep)<br />
CAN repeater<br />
uittrekbaar<br />
CAN repeater<br />
uittrekbaar<br />
4 4S/3M 841 701 055 0 x CAN Repeater<br />
4 4S/3M 841 701 056 0 x x x Hydraulische vering<br />
4 4S/3M 841 701 240 0 x x x<br />
CAN repeater<br />
uittrekbaar<br />
7 4S/3M 841 701 210 0 x x Hydraulische vering
Middenasser<br />
As(sen) ABSsysteem<br />
Nummer Tristop Antioptelklep<br />
PEM Trailer<br />
Central<br />
Electronic<br />
Aanhangsel<br />
Mechanische<br />
vering<br />
Extra<br />
getrokken<br />
voertuig<br />
1 2S/2M 841 601 290 0 x x x<br />
2<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
841 601 280 0 x x x<br />
TEBS E 12<br />
PREV Modulator<br />
Vooras<br />
Opmerking<br />
2 4S/3M 841 601 281 0 x x x x VB asstel<br />
2<br />
2<br />
2<br />
2<br />
2<br />
2<br />
2<br />
2<br />
2<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
841 601 282 0 x x x<br />
841 601 283 0 x x x Dolly<br />
841 601 284 0 x x<br />
841 601 285 0 x x x<br />
Beide assen met<br />
Tristop<br />
Dolly /<br />
hydraulische<br />
vering<br />
841 601 286 0 x x x x Dolly<br />
841 601 287 0 x x x x<br />
841 601 288 0 x<br />
841 601 302 0<br />
841 601 320 0 x x x x<br />
2 4S/3M 841 601 322 0 x x x<br />
2 4S/3M 841 601 323 0 x x x<br />
3<br />
3<br />
4S/2M<br />
2S/2M<br />
4S/2M<br />
2S/2M<br />
841 601 300 0 x x x<br />
841 601 301 0 x x x<br />
Dolly CAN<br />
Router<br />
Hydraulische<br />
vering landbouw<br />
Dolly CAN<br />
Router<br />
Beide assen<br />
Tristop<br />
235
12 TEBS E<br />
Disselaanhangwagen<br />
As(sen) ABSsysteem<br />
236<br />
Nummer Tristop Antioptelklep<br />
Aanhangsel<br />
PEM Trailer Central<br />
Electronic<br />
Mechanische<br />
vering<br />
Extra<br />
getrokken<br />
voertuig<br />
PREV Modulator<br />
Vooras<br />
2 4S/3M 841 601 220 0 x x x<br />
2 4S/3M 841 601 223 0 x x x x<br />
2 4S/3M 841 601 224 0 x x x<br />
2 4S/3M 841 601 225 0 x x x x<br />
2 4S/3M 841 601 226 0<br />
2 4S/3M 841 601 227 0 x x x x x<br />
2 4S/3M 841 601 228 0 x<br />
2 4S/3M 841 601 229 0 x x x<br />
2 4S/3M 841 601 230 0 x x<br />
2 4S/3M 841 601 341 0 x x x x<br />
2 4S/3M 841 601 342 0 x<br />
3 4S/3M 841 601 230 0 x x<br />
3 4S/3M 841 601 231 0 x x x<br />
3 4S/3M 841 601 232 0 x x x<br />
3 4S/3M 841 601 233 0 x x<br />
3 4S/3M 841 601 235 0 x x x<br />
3 4S/3M 841 601 236 0 x<br />
4 4S/3M 841 601 240 0 x x x<br />
4 4S/3M 841 601 241 0 x x x x<br />
4 4S/3M 841 601 242 0 x x<br />
4 4S/3M 841 601 243 0 x x x<br />
4 4S/3M 841 601 244 0 x x x<br />
4 2x 4S/2M 841 601 245 0 x<br />
4 4S/3M 841 601 246 0 x x x<br />
4 4S/3M 841 601 247 0 x x<br />
Opmerking<br />
CAN Router<br />
2x 4S/2M<br />
4 4S/3M 841 601 249 0 x x x x x extra relais /<br />
RSS<br />
4 4S/3M 841 601 350 0 x x x x extra relais /<br />
RSS<br />
5 4S/3M 841 601 063 0 x x<br />
5 4S/3M 841 601 064 0 x
Trefwoordenregister<br />
1<br />
1-puntsregeling 19, 64<br />
2<br />
24N 30<br />
2-puntsregeling 20, 64<br />
2S/1M 23<br />
2S/2M 23<br />
2S/2M+SLV 23<br />
4<br />
4S/2M 23<br />
4S/2M+1M+SHV 23<br />
4S/3M 23<br />
6<br />
6S/3M 23<br />
A<br />
aanhaalmoment 209<br />
Aanhangerremsysteem 16<br />
Aanhangwagenaccu 15, 133<br />
aansluitingen<br />
pneumatisch 27, 213<br />
Aansluitingen<br />
elektrisch / pneumatisch 146, 215<br />
aanspreekdrukken controleren 210<br />
ABS 43<br />
ABS configuraties 23, 43<br />
binnenlader 26<br />
disselaanhangwagens 25<br />
liftassen 24<br />
meerassig asstel 24<br />
middenassers 25<br />
opleggers 25<br />
sleepassen 24<br />
stuurassen 24<br />
ABS relaisklep 27<br />
kabel 221<br />
ABS sensorverlenging<br />
kabel 224<br />
Trefwoordenregister<br />
TEBS E<br />
ABS toerentalsensor 28<br />
ABS-configuraties<br />
2S/2M 23<br />
2S/2M+SLV 23<br />
4S/2M 23<br />
4S/2M+1M+SHV 23<br />
4S/3M 23<br />
Accuvoeding/-lading 15, 133<br />
Adapterkabel 223<br />
adhesie-gestuurde stuuras 45<br />
Afmetingen (TEBS E modulator) 145<br />
afstandsbediening<br />
kabel 225<br />
Afstandsbediening voor getrokken voertuigen(Trailer<br />
Remote Control) 135<br />
ALB 35, 37, 40<br />
Karakteristiek voor disselaanhangwagens 38<br />
Karakteristiek voor opleggers 38<br />
Anti-optel 42<br />
asfaltrem<br />
benaderingsschakelaar 98<br />
kabel 224<br />
mechanische schakelaar 98<br />
Asfaltrem 98<br />
GIO schema's 231<br />
aslast 51<br />
Aslast<br />
kalibrering van de uitvoer van de aslast 51<br />
Weergave 51<br />
Aslastsensor<br />
Extern 51, 82<br />
asliftklep<br />
impulsgestuurd 60, 61<br />
veerretour 60<br />
Asliftklep<br />
veerretour 61<br />
B<br />
Bandendrukbewaking (IVTM) 138<br />
Bediening 67, 71, 193<br />
237
238<br />
TEBS E Trefwoordenregister<br />
Immobilizer (wegrijblokkering) 121, 203<br />
Trailer Remote Control 135<br />
wegrijhulp 79, 201<br />
Bediening<br />
ECAS (niveauregeling) 101<br />
Bediening<br />
ECAS (niveauregeling) 200<br />
bedieningsbox<br />
ECAS 66<br />
kabel 226<br />
Bedieningseenheid<br />
ECAS 66<br />
Bedrijfsurenteller 15, 49<br />
benaderingsschakelaar 99<br />
bepalen aslast<br />
1-krings 37<br />
2-krings 37<br />
Bevestiging kabels 151, 167<br />
Binnenlader<br />
ABS configuraties 26<br />
BO-Kraftkreis 83<br />
Bounce Control (ontspanningsfunctie) 108<br />
Buizen 26<br />
C<br />
CAN diagnose<br />
kabel 225<br />
CAN Repeater 28<br />
CAN Router 28<br />
CAN Router / CAN Repeater<br />
verlengkabel 221<br />
CAN-Router<br />
goedkeuring 22<br />
Componenten 56, 193<br />
Remsysteem 23, 27, 36<br />
configuraties<br />
voertuigen met TEBS E en RSS 150<br />
Controle voorraaddruk 47<br />
D<br />
Diagnose<br />
Hardware 205<br />
diagnose-interface 205<br />
diagnosesoftware<br />
stekkertoewijzing 176<br />
Diagnosesoftware TEBS E 169<br />
DIN 75031 22<br />
DIN EN ISO 228 22<br />
Disselaanhangwagen<br />
Remschema's 236<br />
disselaanhangwagens<br />
ABS configuraties 25<br />
Drukregeling 41<br />
druksensor 28<br />
hydraulische vering 39<br />
kabel 223<br />
Druksensor 36<br />
Dubbele terugslagklep 27<br />
Dynamische wielbasisregelingen 63, 83<br />
E<br />
EBS relaisklep 27<br />
kabel 221<br />
ECAS<br />
1-puntsregeling 64<br />
2-puntsregeling 64<br />
externe ECAS 136<br />
groen verklikkerlampje 72<br />
hefboom 66<br />
losniveau 70<br />
memoryniveau 71<br />
montageset 66<br />
Regeling ingesteld niveau 68<br />
rijniveau I (normaalniveau) 70<br />
rijniveau II 70<br />
rijniveau III 70<br />
rijniveau IV 70<br />
systeemopbouw 19, 153<br />
ECAS (luchtvering) 64, 132<br />
ECAS (niveauegeling)<br />
Bediening 101, 200<br />
ECAS 2-puntsregeling 15, 64, 131<br />
GIO schema's 231<br />
kabel 223
ECAS bedieningsbox 66<br />
kabel 222<br />
ECAS extern<br />
kabel 223<br />
ECAS-bedieningseenheid 66<br />
kabel 222<br />
ECE R 48 22<br />
E-learning 168, 189, 204, 208<br />
Elektromagnetische verdraagzaamheid 22<br />
Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX) 123<br />
ELEX<br />
Aansluitingen elektrisch 146, 215<br />
Accuvoeding/-lading 15, 133<br />
ECAS 2-puntsregeling 15, 64, 131<br />
Pin-toekenning 56, 215<br />
TailGUARD 109, 124, 156<br />
ELEX (elektronische uitbreidingsmodule) 135<br />
ELEX voorziening<br />
kabel 225<br />
EOL (eindcontrole) test 184<br />
ESD 11<br />
eTASC 15, 65, 141<br />
GIO schema's 232<br />
Montage 142, 167<br />
Parametrering 183<br />
Externe aslastsensor 51, 82<br />
Externe ECAS 136<br />
Externe remdruksensor 36<br />
Externe systemen 58, 123<br />
F<br />
Functietest 184<br />
Functietest bij inschakelen 30<br />
fusee-as 45<br />
G<br />
Gedwongen dalen van de liftas 91<br />
geheugen bedrijfsgegevens (ODR)<br />
geheugen voor storingsmeldingen 55<br />
Geheugen bedrijfsgegevens (ODR) 54, 118, 122<br />
statistische gegevens 54<br />
Geheugen per rit 54<br />
geheugen voor storingsmeldingen 55<br />
Trefwoordenregister<br />
TEBS E<br />
GIO 56<br />
GIO analoge ingang 56<br />
GIO bedrijfsurenteller 15, 49<br />
GIO functies 56, 193, 227<br />
Asfaltrem 98<br />
blokkeren stuuras 75, 109<br />
dynamische wielbasisregelingen 63, 83<br />
ECAS (luchtvering) 64, 132<br />
ECAS groen verklikkerlampje 72<br />
Externe aslastsensor 51, 82<br />
Gedwongen dalen van de liftas 91<br />
Kenmerken 227<br />
Kingpin reductie (OptiLoad) 85<br />
kooiaapregeling 112<br />
Liftasregeling 59<br />
ontspanningsfunctie (Bounce Control) 108<br />
overzicht 57<br />
Permanente plus 1 en 2 97<br />
rangeerhulp (OptiTurn) 83<br />
Remblokkenslijtage-indicatie (BVA) 93<br />
remontgrendelingsfunctie 15, 114<br />
Roll Stability Adviser 111<br />
Signaal ABS actief 77<br />
Signaal RSS actief 77<br />
sleepasregeling met restdruk 63, 89<br />
Snelheidsschakelaar ISS 1 en ISS 2 18, 75<br />
Snelheidssignaal 96<br />
spanningsvoeding van Telematica 95<br />
Trailer uitschuiffunctie 104<br />
Vrij te configureren functies 15, 122<br />
wegrijblokkering (immobilizer) 117<br />
Wegrijhulp (Traction Help) 78<br />
GIO ingang wegsensor 56<br />
GIO schema's 231<br />
Asfaltrem 231<br />
ECAS 2-puntsregeling 231<br />
eTASC 232<br />
Immobilizer 231<br />
Kooiaapregeling 232<br />
Noodremlicht-functie 232<br />
OptiTurn / OptiLoad 231<br />
TailGUARD 232<br />
239
240<br />
TEBS E Trefwoordenregister<br />
Tankvoertuigen 231<br />
TASC 231<br />
Trailer Extending Control 232<br />
Trailer Safety Brake 232<br />
GIO uitgang 56<br />
GIO-functies<br />
Deactivering van de niveauregeling 74<br />
Noodremlicht (Emergency Brake Alert) 115<br />
Trailer Safety Brake 15, 106<br />
goedkeuring<br />
ABS 22<br />
ADR/GGVS 22<br />
CAN-Router 22<br />
EBS 22<br />
remlos- en ontspanningsfunctie 22<br />
RSS voor TEBS E 22<br />
Goedkeuring<br />
TEBS D / TEBS E 22<br />
Goedkeuring 22<br />
Goedkeuring 114<br />
Grafieken 55<br />
Groen verklikkerlampje (ECAS) 72<br />
H<br />
Hardware (diagnose) 205<br />
harmonisatie combinatie<br />
controleren aanspreekdrukken 210<br />
Harmonisatie combinatie 210<br />
instelling voorijling 211<br />
hefboom 66<br />
Herkenning gewenste druk<br />
Externe remdruksensor 36<br />
Herkenning gewenste waarde 35<br />
hydraulische vering<br />
druksensor 39<br />
I<br />
Immobilizer<br />
GIO schema's 231<br />
montage componenten 120, 155<br />
noodlosfunctie resp. noodontgrendeling 117<br />
vrijschakelen en activeren 120<br />
Immobilizer (wegrijblokkering) 117<br />
bediening 121, 203<br />
Impulsgestuurd 61<br />
inbedrijfstelling 168<br />
Inbedrijfstelling<br />
LIN ultrasonische sensor 15, 185, 208<br />
Inbouw 144<br />
Inbouwvoorschrift<br />
RSS 148, 149<br />
ingesteld niveau 68<br />
instelling af fabriek (TEBS E modulator) 145<br />
ISO 1185 22<br />
ISO 11898 22<br />
ISO 11992 22<br />
ISO 12098 22<br />
ISO 12155 22<br />
ISO 4141 22<br />
ISO 7638 22<br />
ISS 1 / ISS 2 18, 75<br />
IVTM<br />
Kabel 222<br />
IVTM (bandendrukbewaking ) 138<br />
K<br />
kabel<br />
ABS relaisklep 221<br />
ABS sensorverlenging 224<br />
afstandsbediening 225<br />
asfaltrem 224<br />
bedieningsbox 226<br />
CAN diagnose 225<br />
druksensor 223<br />
EBS relaisklep 221<br />
ECAS 2-puntsregeling 223<br />
ECAS bedieningsbox 222<br />
ECAS-bedieningseenheid 222<br />
ELEX voorziening 225<br />
externe ECAS 223<br />
LIN ultrasonische sensor 226<br />
RTR 222<br />
sensor 223<br />
slijtage-indicator 225
SmartBoard 221<br />
Telematica 225<br />
universeel 222<br />
wegrijhulp (Traction Help) 223<br />
wegrijhulp / rangeerhulp 224<br />
wegrijhulp + Gedwongen dalen (resp. schakelaar<br />
voor losniveau) 223<br />
Kabel<br />
IVTM 222<br />
Telematica 222<br />
Trailer Central Electronic 222<br />
Kabeloverzicht 28, 151, 220<br />
Kalibreren<br />
Sensoren 189<br />
Kalibrering van de uitvoer van de aslast 51<br />
Karakteristiek<br />
disselaanhangwagens 38<br />
oplegger 38<br />
kilometerteller<br />
dagteller 48<br />
totale kilometerteller 48<br />
Kilometerteller 48<br />
Kingpin reductie (OptiLoad) 85<br />
Kooiaapregeling 112<br />
GIO schema's 232<br />
L<br />
Liftasregeling 59<br />
LIN ultrasonische sensor 15, 185, 208<br />
kabel 226<br />
losniveau 70, 71<br />
luchtvering<br />
1-puntsregeling 64<br />
asliftklep 60<br />
ECAS bedieningsbox 66<br />
ECAS-bedieningseenheid 66<br />
sensor 66<br />
SmartBoard 67<br />
TEBS E modulator 65<br />
Luchtvering<br />
2-puntsregeling 64<br />
conventioneel 17<br />
Trefwoordenregister<br />
TEBS E<br />
elektronisch geregeld (ECAS) 19, 153<br />
M<br />
Mechanische veringen 40<br />
kalibreren sensor 41, 191<br />
meerassig asstel 24<br />
memoryniveau 71<br />
Middenasser<br />
Remschema's 235<br />
middenassers<br />
ABS configuraties 25<br />
montage<br />
ELEX 157<br />
ultrasonische sensoren 156<br />
Montage<br />
componenten Immobilizer 120, 155<br />
eTASC 142, 167<br />
sensor 41, 131, 153<br />
TailGUARD componenten 127, 130, 156<br />
TEBS E modulator 148<br />
Montage kabels 151, 167<br />
montageset 66<br />
MSR 23<br />
Multi-Voltage modulator 15, 21, 31<br />
N<br />
Niveauregeling 19, 74, 153<br />
Deactivering 74<br />
Niveauregeling ECAS<br />
Bediening 101, 200<br />
noodremfunctie 46<br />
Noodremlicht (Emergency Brake Alert) 115<br />
Noodremlicht-functie<br />
GIO schema's 232<br />
normaalniveau 70<br />
Normen 22, 114<br />
Notebookfunctie 53<br />
O<br />
ODR (geheugen bedrijfsgegevens) 54, 118, 122<br />
Onderhoud 204<br />
Ontspanningsfunctie (Bounce Control) 108<br />
Oplegger<br />
241
Remschema's 233<br />
Opleggers<br />
ABS configuraties 25<br />
OptiLoad (Kingpin reductie) 85<br />
Componenten 87<br />
OptiTurn (rangeerhulp) 83<br />
Componenten 87<br />
OptiTurn / OptiLoad<br />
P<br />
GIO schema's 231<br />
242<br />
TEBS E Trefwoordenregister<br />
Parkeer-los-veiligheidsklep (PREV) 27<br />
PEM 27<br />
Variantenoverzicht 27, 213<br />
Permanente plus 1 en 2 97<br />
PIN 168, 189, 204, 208<br />
Pin-toekenning 56, 215<br />
ELEX 56, 215<br />
Pneumatische aansluitingen voor TEBS E 27, 213<br />
Pneumatische redundantie 34<br />
PREV (parkeer-los-veiligheidsklep) 27<br />
printen PDF bestanden 192<br />
R<br />
Rangeerhulp (OptiTurn) 83<br />
Recycling 212<br />
Regeling ingesteld niveau 68<br />
remberekening 21<br />
Remblokkenslijtage-indicatie (BVA) 93<br />
Remdrukfuncties<br />
Controle voorraaddruk 47<br />
Remdruksensor<br />
extern 36<br />
remfuncties<br />
noodremfunctie 46<br />
Remfuncties<br />
ABS 43<br />
ALB 35, 37, 40<br />
Anti-optel 42<br />
Drukregeling 41<br />
Externe remdruksensor 36<br />
Herkenning gewenste waarde 35<br />
Mechanische veringen 40<br />
RSS 44<br />
Stilstandfunctie 45<br />
Testmodus 46<br />
Remontgrendelingsfunctie 15, 114<br />
Remschema's 155, 233<br />
disselaanhangwagen 236<br />
Middenasser 235<br />
Oplegger 233<br />
remsysteem<br />
ABS toerentalsensor 28<br />
CAN Router 28<br />
druksensor 28<br />
EBS relaisklep 27<br />
Remsysteem 16, 17, 21<br />
ABS relaisklep 27<br />
CAN Repeater 28<br />
Componenten 23, 27, 36<br />
Parkeer-los-veiligheidsklep (PREV) 27<br />
PEM 27<br />
Select-Low klep 27<br />
TEBS E modulator 27<br />
Wisselklep 27<br />
Remsysteem in getrokken voertuigen 17<br />
Remsysteem TEBS E<br />
disselaanhangwagen 16<br />
Oplegger 16<br />
toepassingsgebied 21<br />
uitvoering 21<br />
Reparatie 208<br />
Reparatiesets 208<br />
Rijniveaus 70, 98<br />
Rit 54<br />
Roll Stability Adviser 111<br />
RSS 44, 148<br />
Inbouwvoorschrift 148, 149<br />
RTR<br />
kabel 222<br />
S<br />
schakelaar voor losniveau 71<br />
Schema's 233
GIO 231<br />
Select-Low klep (dubbele terugslagklep) 27<br />
sensor 28, 66<br />
kabel 223<br />
Sensor<br />
Kalibreren 189<br />
montage 41, 131, 153<br />
Servicesignaal 49<br />
Signaal ABS actief 77<br />
Signaal RSS actief 77<br />
Simulatie TEBS E 206<br />
Slangen<br />
lengtes 26<br />
Sleepasregeling met restdruk 63, 89<br />
sleepassen 24<br />
Slijtage-indicatie 93<br />
slijtage-indicator 93<br />
kabel 225<br />
SmartBoard 67<br />
kabel 221<br />
SmartBoard + IVTM<br />
kabel 222<br />
Snelheidsschakelaar ISS 1 en ISS 2 18, 75<br />
Snelheidssignaal 96<br />
Spanningsvoeding van Telematica 95<br />
Spanningsvoorziening via remlicht (24N) 30<br />
Statistische gegevens<br />
geheugen per rit 54<br />
grafieken 55<br />
Stekkertoewijzing<br />
diagnosesoftware 176<br />
Stilstandfunctie 45<br />
Stoplichtvoeding (24N)<br />
kabel 222<br />
stuuras<br />
adhesie-gestuurde 45<br />
Stuuras<br />
blokkeren 75, 109<br />
stuurassen 24<br />
Subsystems 152<br />
Symbolen 10<br />
Systeemcontrole 33<br />
Trefwoordenregister<br />
TEBS E<br />
Systeemmeldingen/waarschuwingen 33, 193<br />
Systeemopbouw<br />
Remsysteem TEBS E 16<br />
Systeemplaatje TEBS E 192<br />
Systeemtraining<br />
PIN 168, 189, 204, 208<br />
T<br />
TailGUARD 109, 124, 127, 156<br />
activeren 128<br />
componenten 129<br />
deactiveren 128<br />
GIO schema's 232<br />
Parametrering 178<br />
systeemconfiguraties 125<br />
TailGUARDlight 126<br />
TailGUARDMAX 127<br />
TailGUARDRoof 127<br />
Tankvoertuigen<br />
GIO schema's 231<br />
TASC<br />
GIO schema's 231<br />
TEBS E 16<br />
Pin-toekenning 56, 215<br />
Pneumatische aansluitingen 27, 213<br />
Tests 206<br />
TEBS E diagnosesoftware 168<br />
TEBS E Diagnostic Software<br />
Systeemtraining 168, 189, 204, 208<br />
TEBS E modulator 27, 65<br />
Aansluitingen elektrisch / pneumatisch 146, 215<br />
Afmetingen 145<br />
bevestiging op de dwarsbalk 148<br />
data 144<br />
Functietest bij inschakelen 30<br />
instelling af fabriek 145<br />
Interne functies 48<br />
Montage in voertuig 148<br />
Montage op het chassis 148<br />
Multi-Voltage 15, 21, 31<br />
onderdelen 29<br />
Pneumatische redundantie 34<br />
243
244<br />
TEBS E Trefwoordenregister<br />
spanningsvoorziening via remlicht (24N) 30<br />
systeemcontrole 33<br />
systeemplaatje 192<br />
Technische gegevens 144<br />
Waarschuwingen/systeemmeldingen 33, 193<br />
TEBS E Modulator<br />
Variantenoverzicht 27, 213<br />
TEBS E remsysteem<br />
disselaanhangwagen 16<br />
toepassingsgebied 21<br />
uitvoering systeem 21<br />
TEBS E remsysteem<br />
Oplegger 16<br />
Technische gegevens 144<br />
Telematica<br />
kabel 225<br />
Kabel 222<br />
Telematica (TrailerGUARD) 95, 140<br />
Testmodus 46<br />
Testvoorschriften TEBS E 206<br />
toerentalsensor 28<br />
Traction Help (wegrijhulp) 78<br />
Trailer Central Electronic<br />
Kabel 222<br />
Trailer Extending Control<br />
GIO schema's 232<br />
Trailer Remote Control 135<br />
Aansluiting 155<br />
Bediening 193<br />
Montage 155<br />
Parametrering 182<br />
Trailer Remote Control (afstandsbediening voor<br />
getrokken voertuigen) 135<br />
Trailer Safety Brake 15, 106<br />
GIO schema's 232<br />
Trailer uitschuiffunctie 104<br />
TrailerGUARD (Telematica) 95, 140<br />
Training 168, 189, 204, 208<br />
Tweeweg-klep 27<br />
U<br />
Uitvoering systeem 21<br />
Ultraschallsensoren<br />
Inbedrijfstelling 15, 185, 208<br />
Ultrasonische sensoren<br />
Vervanging 208<br />
V<br />
Variantenoverzicht<br />
TEBS E modulator / PEM 27, 213<br />
Vastleggen parameters 168<br />
veerretour 61<br />
Veiligheidsvoorschriften 11, 148<br />
verlengkabel<br />
CAN Router / CAN Repeater 221<br />
Vervanging 208<br />
Verwijdering 212<br />
voedingskabel 220<br />
voorijling<br />
pneumatisch 41<br />
via CAN 41<br />
Voorijling 210<br />
Voorijling instellen 211<br />
Vrij te configureren digitale functies<br />
Digitale functies 122<br />
Vrij te configureren functies<br />
Analoge functies 122<br />
W<br />
Waarschuwingen 193<br />
Waarschuwingen en systeemmeldingen 33, 193<br />
Wegrijblokkering<br />
PUK 120<br />
Wegrijblokkering (immobilizer) 117<br />
bediening 121, 203<br />
Wegrijhulp<br />
Bediening 79, 201<br />
wegrijhulp (Traction Help)<br />
activeren 79<br />
diagnose 91<br />
kabel 223<br />
klepconfiguraties 78<br />
Wegrijhulp (Traction Help) 78<br />
wegrijhulp / rangeerhulp
kabel 224<br />
Werkplaatsrichtlijnen 204<br />
wielformaten 21<br />
wijziging dynamische wielbelasting 69<br />
wijziging statische wielbelasting 69<br />
wijziging wielbelasting<br />
Trefwoordenregister<br />
TEBS E<br />
dynamisch 69<br />
statisch 69<br />
Wisselklep (dubbele terugslagklep) 27<br />
Y<br />
Y-verdeler 224<br />
245
<strong>WABCO</strong> Vehicle Control Systems<br />
(NYSE: WBC) is wereldwijd één van<br />
de toonaangevende leveranciers van<br />
elektronische rem- en bedieningssystemen<br />
voor bedrijfsvoertuigen.<br />
Tot de klanten behoren de bekendste<br />
fabrikanten van bedrijfsvoertuigen,<br />
trailers en bussen ter wereld. <strong>WABCO</strong><br />
heeft haar hoofdkantoor in Brussel,<br />
België. Website:<br />
www.wabco-auto.com<br />
© 2012 <strong>WABCO</strong> Alle rechten voorbehouden. 815 060 093 3/11.2012