07.08.2013 Views

6 - INFORM - WABCO

6 - INFORM - WABCO

6 - INFORM - WABCO

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

TEBS E Elektronisch remsysteem voor getrokken<br />

voertuigen (versies TEBS E0 tot E3)


TEBS E<br />

Elektronisch remsysteem voor getrokken<br />

voertuigen (versies TEBS E0 tot E3)<br />

Systeembeschrijving<br />

Uitgave 5<br />

Deze brochure valt niet onder een wijzigingsdienst.<br />

De aktuele versie vindt u onder<br />

http://www.wabco.info/8150600933<br />

© 2012<br />

Wijzigingen voorbehouden.<br />

Versie 2/11.2012(nl)<br />

815 060 093 3


Afkortingen<br />

4S/3M 4 sensoren / 3 modulatoren<br />

4<br />

TEBS E Inhoudsopgave<br />

ABS (Engels: Anti-Lock Braking System); Anti-BlokkeerSysteem<br />

ADR (Frans: Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route); Europese<br />

overeenkomst over het transport van gevaarlijke goederen over de weg<br />

ALB Automatische Lastafhankelijke Remkrachtregeling<br />

BO Betriebs-Ordnung; BO-Kraftkreis = Betriebs-Ordnung-Kraftfahrzeuge-Kreis = bedrijfsreglement motorvoertuigencircuit<br />

BVA Remvoeringslijtage-indicator<br />

CAN (Engels: Controller Area Network); asynchroon, serieel bussystem voor het netwerk van besturingsapparaten in<br />

voertuigen<br />

EBS (Engels: Electronic Braking System); elektronisch remsysteem<br />

ECAS (Engels: Electronically Controlled Air Suspension); elektronisch geregelde luchtvering<br />

ELEX (Engels: Electronic Extension Module); elektronische uitbreidingsmodule<br />

ESD (Engels: Electrostatic Discharge); elektrostatische ontlading<br />

GGVS (Duits: Gefahrgut-Verordnung Straße); Verordening voor transport van gevaarlijke stoffen (Duitse tegenhanger<br />

van ADR)<br />

GIO (Engels: Generic Input/Output); programmeerbare in-/uitgang<br />

IR Individuele Regeling; individuele regeling van gesenseerde wielen aan één zijde<br />

ISS (Engels: Integrated Speed Switch); geïntegreerde snelheidsschakelaar<br />

LACV-IC (Engels: Lifting Axle Control Valve, Impulse-Controlled); impulsgestuurde asliftklep<br />

LIN (Engels: Local Interconnect Network); specificatie voor een serieel communicatiesysteem, ook LIN-bus; interface<br />

ultrasonische sensor<br />

MAR (Duits: Modifizierte Achs-Regelung); geModificeerde AsRegeling; regeling van twee gesenseerde wielen op één<br />

as<br />

MSR (Duits: Modifizierte Seiten-Regelung); geModificeerde ZijdeRegeling; regeling van twee gesenseerde wielen aan<br />

één zijde<br />

ODR (Engels: Operating Data Recorder); geheugen bedrijfsgegevens<br />

PEM (Engels: Pneumatic Extension Module); pneumatische extensiemodule<br />

PLC (Engels: Power Line Communication); datacommunicatie via kabel van stroomvoorziening<br />

PREV (Engels: Park Release Emergency Valve); parkeer-los-veiligheidsklep<br />

PWM Duits: PulsWeitenModulation = pulsbreedtemodulatie; type modulatie, waarbij een technische grootheid<br />

(bijvoorbeeld elektrische stroom) tussen twee waarden pendelt<br />

RSS (Engels: Roll Stability Support); stabiliteitsregeling tijdens het rijden<br />

RTR (Engels: Return To Ride) terug naar rijniveau (luchtvering)<br />

SHV (Engels: Select High Valve); wisselklep om hogere druk aan te sturen<br />

SLV (Engels: Select Low Valve); klep om lagere druk aan te sturen<br />

StVZO (Duits: Straßenverkehrs-Zulassungs-Ordnung), geldt voor Duitsland<br />

TASC (Engels: Trailer Air Suspension Control); draaischijfklep met RTR functie<br />

TEBS (Engels: Electronic Braking System for Trailers); elektronisch remsysteem voor getrokken voertuigen<br />

TT (Engels: Timer Ticks); interne meeteenheid van sensoren<br />

USB (Engels: Universal Serial Bus); serieel bussysteem om een computer op externe componenten aan te sluiten


Inhoudsopgave<br />

TEBS E<br />

1 Uitsluiting van aansprakelijkheid 9<br />

2 Gebruikte symbolen 10<br />

3 Veiligheidsvoorschriften 11<br />

4 Inleiding 13<br />

4.1 Nieuw vanaf versie TEBS E2.5 15<br />

4.2 Systeemopbouw 16<br />

4.2.1 Remsysteem 16<br />

4.2.2 Remsysteem met conventionele luchtvering 17<br />

4.2.3 Elektronisch geregelde luchtvering (ECAS) 19<br />

5 Remsysteem 21<br />

5.1 Uitvoering systeem 21<br />

5.2 Toepassingsgebied 21<br />

5.3 Goedkeuring en normen 22<br />

5.4 ABS configuraties 23<br />

5.5 Beschrijving componenten in het elektro-pneumatische remsysteem 27<br />

5.6 Onderdelen TEBS E modulator 29<br />

5.7 Voeding 30<br />

5.7.1 Functietest bij inschakelen resp. aankoppelen 30<br />

5.7.2 Spanningsvoeding via remlicht (24N) 30<br />

5.7.3 Multi-Voltage 31<br />

5.8 Systeemcontrole 33<br />

5.8.1 Waarschuwingen en systeemmeldingen 33<br />

5.8.2 Pneumatische redundantie 34<br />

5.9 Remfuncties 35<br />

5.9.1 Herkenning gewenste waarde 35<br />

5.9.2 Automatische Lastafhankelijke Remkrachtregeling (ALB) 37<br />

5.9.3 Drukregeling 41<br />

5.9.4 Anti-optel 42<br />

5.9.5 Anti-blokkeersysteem (ABS) 43<br />

5.9.6 Roll Stability Support (RSS) 44<br />

5.9.7 Stilstandfunctie 45<br />

5.9.8 Noodremfunctie 46<br />

5.9.9 Testmodus 46<br />

5.9.10 Controle voorraaddruk 47<br />

5.10 ECU interne functies 48<br />

5.10.1 Kilometerteller 48<br />

5.10.2 Servicesignaal 49<br />

5.10.3 GIO bedrijfsurenteller 49<br />

5.10.4 Weergave aslast 51<br />

5.10.5 Notebookfunctie (vanaf versie TEBS E2) 53<br />

5.10.6 Geheugen bedrijfsgegevens (ODR) 54<br />

5


6<br />

TEBS E Inhoudsopgave<br />

6 GIO functies 56<br />

6.1 Liftasregeling 59<br />

6.2 Sleepasregeling met restdruk 63<br />

6.3 Elektronisch geregelde luchtvering (ECAS) 64<br />

6.3.1 Regeling ingesteld niveau 68<br />

6.3.2 Rijniveaus 70<br />

6.3.3 Groen verklikkerlampje 72<br />

6.3.4 Tijdelijke deactivering van de automatische niveauregeling 74<br />

6.4 Snelheidsschakelaar (ISS 1 en ISS 2) 75<br />

6.5 Signaal RSS actief 77<br />

6.6 Signaal ABS actief 77<br />

6.7 Wegrijhulp 78<br />

6.8 Externe aslastsensor 82<br />

6.9 Dynamische wielbasisregelingen 83<br />

6.9.1 Rangeerhulp (OptiTurn TM ) 83<br />

6.9.2 Kingpin reductie (OptiLoad TM ) 85<br />

6.9.3 Aansluiting van de componenten 87<br />

6.10 Gedwongen dalen van de liftas 91<br />

6.11 Remblokkenslijtage-indicatie (BVA) 93<br />

6.12 Spanningsvoeding van Telematica op GIO5 95<br />

6.13 Snelheidssignaal 96<br />

6.14 Permanente plus 1 en 2 97<br />

6.15 Asfaltrem 98<br />

6.15.1 Naderingsschakelaar 102<br />

6.16 Trailer uitschuiffunctie 104<br />

6.17 Trailer Safety Brake (vanaf versie TEBS E2.5) 106<br />

6.18 Ontspanningsfunctie (Bounce Control) 108<br />

6.19 Blokkeren stuuras 109<br />

6.20 Roll Stability Adviser 111<br />

6.21 Kooiaapregeling 112<br />

6.22 Remontgrendelingsfunctie 114<br />

6.23 Noodremlicht (Emergency Brake Alert) 115<br />

6.24 Wegrijblokkering (immobilizer) 117<br />

6.25 Vrij te configureren functies 122<br />

7 Externe systemen 123<br />

7.1 Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX) 123<br />

7.1.1 TailGUARD functies 124<br />

7.1.2 Aansluiting met ISO 12098 130<br />

7.1.3 ECAS 2-puntsregeling 131<br />

7.1.4 Accuvoeding en acculading 133<br />

7.2 Trailer Remote Control 135<br />

7.3 Externe ECAS 136


Inhoudsopgave<br />

TEBS E<br />

7.4 Trailer Central Electronic 137<br />

7.5 Bandendrukbewaking (IVTM) 138<br />

7.6 Telematica (TrailerGUARD) 140<br />

7.7 eTASC (vanaf versie TEBS E2.5) 141<br />

7.7.1 Permanente deactivering van de automatische niveauregeling 143<br />

8 Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie en inbouw achteraf 144<br />

8.1 Data voor TEBS E modulator 144<br />

8.2 Aansluitingen 146<br />

8.3 Montage in voertuig 148<br />

8.3.1 RSS inbouwvoorschrift 149<br />

8.4 Montage kabels / bevestiging kabels 151<br />

8.5 Montage sensor 153<br />

8.6 Montage componenten wegrijblokkering (immobilizer) 155<br />

8.7 Montage Trailer Remote Control 155<br />

8.8 Montage TailGUARD componenten 156<br />

8.9 Montage eTASC 167<br />

9 inbedrijfstelling 168<br />

9.1 Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware 168<br />

9.2 Functietest 184<br />

9.3 Inbedrijfstelling van de LIN ultrasonische sensor 185<br />

9.4 Kalibreren sensoren 189<br />

9.4.1 Kalibreren bij voertuigen met mechanische vering 191<br />

9.5 Documentatie 192<br />

10 Bediening 193<br />

10.1 Waarschuwingen 193<br />

10.2 Bediening met afstandsbediening voor getrokken voertuigen<br />

(Trailer Remote Control) 193<br />

10.3 Bediening ECAS niveauregeling 200<br />

10.4 Bediening van de wegrijhulp 201<br />

10.5 Bediening OptiLoad / OptiTurn 202<br />

10.6 Bediening liftassen 202<br />

10.7 Bediening Immobilizer 203<br />

11 Werkplaatsrichtlijnen 204<br />

11.1 Onderhoud 204<br />

11.2 Systeemtraining en PIN 204<br />

11.3 Diagnose hardware 205<br />

11.4 Tests / simulaties 206<br />

11.5 Vervanging en reparatie 208<br />

11.6 Harmonisatie combinatie 210<br />

7


8<br />

TEBS E Inhoudsopgave<br />

11.7 Verwijdering / recycling 212<br />

12 Aanhangsel 213<br />

12.1 Pneumatische aansluitingen voor TEBS E 213<br />

12.2 Pin-toekenning 215<br />

12.3 Kabeloverzicht 220<br />

12.4 Kenmerken GIO functies 227<br />

12.5 GIO schema's 231<br />

12.6 Trailer EBS E remschema's 233<br />

Trefwoordenregister 237


Uitsluiting van aansprakelijkheid<br />

1 Uitsluiting van aansprakelijkheid<br />

TEBS E 1<br />

Voor de aangeboden informatie in deze brochure geven wij in geen geval garantie<br />

voor de juistheid, volledigheid of actualiteit. Alle technische informatie,<br />

beschrijvingen en afbeeldingen zijn geldig voor de afleveringsdatum waarop deze<br />

brochure of de betreffende supplementen worden geprint. Wij behouden ons het<br />

recht voor op wijzigingen door voortdurende verderontwikkeling.<br />

De inhoud van deze brochure geeft geen garantie of gegarandeerde<br />

eigenschappen, noch kan deze als zodanig worden uitgelegd. Een<br />

aansprakelijkheid voor schade is principieel uitgesloten, voor zover geen opzet of<br />

grove nalatigheid van onze zijde kan worden bewezen of andere dwingende<br />

wettelijke voorschriften hiermee in tegenspraak zijn.<br />

Teksten en grafieken vallen onder ons gebruiksrecht, vermenigvuldiging of<br />

verspreiding in welke vorm dan ook is zonder onze toestemming niet toegestaan.<br />

Vermelde handelsmerken, ook wanneer deze niet zodanig zijn aangegeven, vallen<br />

desondanks onder de regels van het labelrecht. Wanneer wettelijke geschillen<br />

voortkomen door het toepassing van informatie uit deze brochure, dan vallen deze<br />

uitsluitend onder de voorschriften van het nationale recht.<br />

Wanneer delen of afzonderlijke formuleringen van deze brochure niet meer of niet<br />

volledig zouden beantwoorden aan de geldende rechtspositie, blijven de overige<br />

delen van de brochure daarvan onaangetast in hun inhoud en hun geldigheid.<br />

9


2 TEBS E<br />

2 Gebruikte symbolen<br />

10<br />

WAARSCHUWING<br />

VOORZICHTIG<br />

Gebruikte symbolen<br />

Mogelijke gevaarlijke situaties, die met het niet in acht nemen van de<br />

veiligheidsvoorschriften kunnen leiden tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de<br />

dood.<br />

Mogelijke gevaarlijke situaties, die met het niet in acht nemen van de<br />

veiligheidsvoorschriften kunnen leiden tot licht of minder ernstig lichamelijk letsel.<br />

Belangrijke aanwijzingen, informatie of tips, waarop u beslist moet letten.<br />

Verwijzing naar informatie op het internet<br />

Het systeem omvat:<br />

• TEBS E vanaf versie 0 (sinds juli 2007)<br />

Het systeem omvat:<br />

• TEBS E vanaf versie 1 (sinds september 2008)<br />

Het systeem omvat:<br />

• TEBS E vanaf versie 1.5 (sinds december 2009)<br />

Het systeem omvat:<br />

• TEBS E vanaf versie 2 (sinds november 2010)<br />

• ELEX vanaf versie 0 (sinds november 2010)<br />

• TRC vanaf versie 0 (sinds november 2010)<br />

Het systeem omvat:<br />

• TEBS E vanaf versie 2.5 (sinds januari 2012)<br />

• ELEX vanaf versie 1 (sinds januari 2012)<br />

• TRC vanaf versie 1 (sinds januari 2012)<br />

• Opsomming<br />

– Handeling<br />

Resultaat van een handeling


3 Veiligheidsvoorschriften<br />

Veiligheidsvoorschriften<br />

Neem alle vereiste voorschriften en aanwijzingen in acht:<br />

TEBS E 3<br />

– Lees deze brochure nauwkeurig door.<br />

Houd u aan de aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften om persoonlijk letsel of<br />

materiële schade te voorkomen.<br />

<strong>WABCO</strong> staat alleen borg voor de veiligheid, betrouwbaarheid en werking van<br />

de producten en systemen wanneer alle informatie uit deze brochure wordt<br />

nageleefd.<br />

– Volg de richtlijnen en aanwijzingen van de voertuigfabrikant onvoorwaardelijk<br />

op.<br />

– Houdt u ter voorkoming van ongevallen aan de voorschriften van zowel het<br />

bedrijf als de overheid.<br />

Tref maatregelen voor veilig werken op de werkplek:<br />

Alleen daartoe opgeleid en gekwalificeerd personeel mag werkzaamheden aan het<br />

voertuig uitvoeren.<br />

– Gebruik (indien nodig) veiligheidsmiddelen (bijvoorbeeld veiligheidsbril,<br />

ademhalingsapparatuur, gehoorbescherming).<br />

Het bedienen van de pedalen kan tot zwaar letsel leiden, wanneer personen in de<br />

buurt van het voertuig zijn. Verzeker u ervan, dat het niet mogelijk is het pedaal te<br />

bedienen:<br />

– Zet de versnelling in "vrij" en bedien de handrem.<br />

– Beveilig het voertuig tegen wegrollen met blokken.<br />

– Leg een briefje zichtbaar op het stuur met de mededeling, dat er aan het<br />

voertuig wordt gewerkt en de pedalen niet mogen worden bediend.<br />

Vermijden van elektrostatische lading en ongecontroleerde ontlading (ESD):<br />

Let op bij constructie en bouw van het voertuig:<br />

– Voorkom potentiaal verschillen tussen componenten (bijv. assen) en chassis.<br />

Zorg ervoor, dat de weerstand tussen metalen delen van de componenten ten<br />

opzichte van het chassis lager is dan 10 Ohm (< 10 Ohm).<br />

Verbind bewegende of geïsoleerde voertuigdelen, zoals assen, elektrisch met<br />

het chassis.<br />

– Voorkom potentiaal verschillen tussen motorwagen en getrokken voertuig.<br />

Let erop, dat ook zonder kabelverbinding tussen metalen delen van<br />

motorwagen en aangekoppeld getrokken voertuig een elektrisch geleidende<br />

verbinding is gemaakt via de koppeling (Kingpin, opleggerschotel, klauw met<br />

bouten).<br />

– Gebruik elektrisch geleidende koppelingen bij de bevestiging van de ECU op<br />

het chassis.<br />

– Leg de kabels in metalen behuizing (bijv. in de U-balk) of achter metalen en<br />

geaarde beschermplaten om invloed van elektromagnetische velden te<br />

verminderen.<br />

– Vermijd toepassing van kunststof materialen, wanneer daardoor<br />

elektrostatische lading kan ontstaan.<br />

– Verbind bij het elektrostatisch verven de massakabel van de ISO 7638<br />

insteekverbinding (pin 4) met de verfmassa (voertuigchassis).<br />

11


12<br />

3 TEBS E<br />

Veiligheidsvoorschriften<br />

Let op tijdens reparatie en lassen aan het voertuig:<br />

– Koppel de accu los, voor zover deze in het voertuig is gemonteerd.<br />

– Koppel de kabelverbindingen naar apparatuur en componenten los en<br />

bescherm de stekkers en aansluitingen tegen verontreiniging en vocht.<br />

– Verbind bij het lassen de massa altijd direct met het metaal waaraan wordt<br />

gelast om magnetische velden en elektrische stroom via kabels of<br />

componenten te voorkomen.<br />

– Let op een goede elektrische kabel tijdens het totaal verwijderen van lak of<br />

roest.<br />

– Vermijd bij het lassen, dat apparatuur en kabels te warm worden.<br />

Bijzondere aanwijzingen bij toepassing van vooraf geproduceerde TEBS<br />

dragermodules voor inbouw in het voertuig:<br />

Door optimalisering van productieprocessen bij de aanhangerfabrikanten worden<br />

momenteel veelvuldig vooraf geproduceerde TEBS dragermodules in het<br />

getrokken voertuig gemonteerd. Op deze dwarsbalk zijn de TEBS E modulator en<br />

andere mogelijke kleppen bevestigd. Deze dragermodules zijn vaak gelakt, zodat<br />

bij het monteren in het chassis de elektrische geleidbaarheid tussen chassis en<br />

dragermodule weer moet worden hersteld.<br />

Veiligstellen van de elektrische geleidbaarheid tussen dragermodule en chassis:<br />

– Bevestig de dragermodule met elektrisch geleidende koppelingen door<br />

zelftappende schroeven met geleidend oppervlak aan het chassis.<br />

De waarde tussen dragermodule en chassis mag niet meer zijn dan 10 Ohm<br />

(< 10 Ohm).


4 Inleiding<br />

remsysteem<br />

GIO functies<br />

Externe systemen<br />

Inleiding<br />

TEBS E 4<br />

Deze brochure is bedoeld voor fabrikanten van getrokken voertuigen en voor<br />

personeel van werkplaatsen.<br />

Daar het Trailer EBS E een zeer complex systeem is, is ook deze<br />

systeembeschrijving erg uitgebreid. Een paar aanwijzingen over de opbouw van<br />

deze brochure:<br />

In dit hoofdstuk vindt u de beschrijving van de functies die nodig zijn om aan de<br />

wettelijke voorschriften te voldoen, zoals ABS, RSS en andere functies van het<br />

remsysteem.<br />

Naast de regeling van de wielremmen heeft de Trailer EBS E Premium variant een<br />

aantal functies die specifiek voor het voertuig kunnen worden gerealiseerd. Naast<br />

de door <strong>WABCO</strong> "voorbereide" oplossingen, zoals de regeling van de<br />

luchtveersystemen of de dynamische wielbasisregeling, wordt in dit hoofdstuk ook<br />

nader toegelicht hoe vrij configureerbare regelingen door de voertuigfabrikant<br />

kunnen worden omgezet.<br />

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende externe systemen, die op de<br />

trailer EBS E modulator kunnen worden aangesloten: elektronische<br />

uitbreidingsmodule ELEX (inclusief beschrijvingen van de mogelijke extra functies),<br />

Trailer Remote Control (trailer afstandsbediening), IVTM (bandendrukbewaking ),<br />

externe ECAS, TCE (Trailer Central Electronic) en Telematica (TrailerGUARD) en<br />

eTASC.<br />

Installatievoorschriften voor voertuigproductie en inbouw achteraf<br />

In dit hoofdstuk vindt u beschrijvingen hoe losse componenten en kabels worden<br />

gemonteerd.<br />

Inbedrijfstelling<br />

Bediening<br />

Werkplaatsrichtlijnen<br />

Aanhangsel<br />

Naast de inbedrijfstelling en kalibrering wordt in dit hoofdstuk uitgebreide informatie<br />

gegeven over de parametrering en instelling met TEBS E diagnosesoftware.<br />

In dit hoofdstuk wordt de bediening van enkele functies door middel van<br />

bedieneenheden (SmartBoard, Trailer Remote Control enzovoort) nader<br />

beschreven.<br />

Dit hoofdstuk bevat voornamelijk aanwijzingen over onderhoud, systeemdiagnose,<br />

systeemtraining, storingzoeken, harmonisatie en over reparatie / vervanging van<br />

componenten.<br />

In het aanhangsel vindt u schema's en overzichten.<br />

13


4 TEBS E<br />

Verdere informatie<br />

14<br />

Inleiding<br />

Technische brochures vindt u op het internet na invoer van een brochurenummer in<br />

de <strong>WABCO</strong> online-productcatalogus <strong>INFORM</strong>:<br />

http://www.wabco-auto.com/ => <strong>INFORM</strong> => Productnummer<br />

Let op: de brochures zijn niet alle taalversies beschikbaar.<br />

Brochures Brochurenummer<br />

xx = taalcode*<br />

ALGEMENE REPARATIE- EN TESTAANWIJZINGEN 815 xx0 109 3<br />

CAN Router / CAN Repeater – systeembeschrijving 815 xx0 176 3<br />

Diagnose hardware / software - gebruikershandboek 815 xx0 037 3<br />

ECAS voor getrokken voertuigen – systeembeschrijving 815 xx0 025 3<br />

IVTM - systeembeschrijving 815 xx0 045 3<br />

ODR Tracker – gebruiksaanwijzing 815 xx0 149 3<br />

SmartBoard – gebruiksaanwijzing 815 xx0 138 3<br />

SmartBoard – systeembeschrijving 815 xx0 136 3<br />

TASC Trailer Air Suspension Control – functie en montage 815 xx0 186 3<br />

Trailer Central Electronic I / II centrale elektronica in het getrokken<br />

voertuig – systeembeschrijving<br />

815 xx0 030 3<br />

Trailer EBS E aansluitingen – poster 815 xx0 144 3<br />

Trailer EBS E – de modulator vervangen 815 980 183 3<br />

Trailer EBS E systeem overzicht – poster 815 xx0 143 3<br />

TrailerGUARD (telematica) – systeemoverzicht 815 xx0 179 3<br />

TrailerGUARD (telematica) – systeembeschrijving 815 xx0 181 3<br />

Trailer Remote Control – bedieningshandleiding 815 990 193 3<br />

Trailer Remote Control – inbouw- en aansluitleiding 815 xx0 195 3<br />

Koppelingscatalogus 815 xx0 080 3<br />

*Taalcode xx: 01 = Engels, 02 = Duits, 03 = Frans, 04 = Spaans, 05 = Italiaans, 06 = Nederlands, 07 = Zweeds,<br />

08 = Russisch, 09 = Pools, 10 = Kroatisch, 11 = Roemeens, 12 = Hongaars, 13 = Portugees (Portugal), 14 = Turks,<br />

15 = Tsjechisch, 16 = Chinees, 17 = Koreaans, 18 = Japans, 19 = Hebreeuws, 20 = Grieks, 21 = Arabisch,<br />

24 = Deens, 25 = Litouws, 26 = Noors, 27 = Sloveens, 28 = Fins, 29 = Ests, 30 = Lets, 31 = Bulgaars,<br />

32 = Slowaaks, 34 = Portugees (Brazilië), 98 = multilingual, 99 = nonverbal


4.1 Nieuw vanaf versie TEBS E2.5<br />

Functies TEBS E<br />

modulator<br />

(standard)<br />

Ondersteuning van eTASC<br />

Trailer Safety Brake<br />

GIO bedrijfsurenteller<br />

Update: Remontgrendelingsfunctie<br />

Multi-Voltage 4S/3M<br />

Update: Vrij te configureren functies<br />

Vereenvoudigde EOL-test<br />

TailGUARD<br />

Onderbrekingsvrije<br />

stroomvoorziening<br />

Tweede liftaskarakteristiek voor<br />

OptiLoad<br />

ELEX Buzzer<br />

Update: Accuvoeding<br />

Update: ECAS 2-puntsregeling<br />

Functies (Trailer Remote Control) Hoofdstuk<br />

Aslastweergave (per stuk en<br />

totaalbelasting)<br />

ECAS 2-puntsregeling<br />

Automatische regeling OptiTurn uit<br />

Automatische regeling OptiLoad uit<br />

Blokkering stuuras<br />

Kantelgevaar / Roll Stability Adviser<br />

TEBS E<br />

modulator<br />

(Premium)<br />

Inleiding<br />

TEBS E<br />

modulator<br />

(Multi-<br />

Voltage)<br />

Hoofdstuk<br />

TEBS E 4<br />

zie hoofdstuk 7.7 "eTASC (vanaf versie<br />

TEBS E2.5)", pagina 141<br />

zie hoofdstuk 6.17 "Trailer Safety Brake<br />

(vanaf versie TEBS E2.5)", pagina 106<br />

zie hoofdstuk 5.10.3 "GIO<br />

bedrijfsurenteller", pagina 49<br />

zie hoofdstuk 6.22<br />

"Remontgrendelingsfunctie",<br />

pagina 114<br />

zie hoofdstuk 5.7.3 "Multi-Voltage",<br />

pagina 31<br />

zie hoofdstuk 6.25 "Vrij te configureren<br />

functies", pagina 122<br />

zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />

parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168<br />

zie hoofdstuk 9.3 "Inbedrijfstelling van<br />

de LIN ultrasonische sensor",<br />

pagina 185<br />

zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />

parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168<br />

=> paragraaf TailGUARD Roof /<br />

TailGUARDMAX<br />

(achterruimtebewaking extra vlak)<br />

zie hoofdstuk 7.1.4 "Accuvoeding en<br />

acculading", pagina 133<br />

zie hoofdstuk 7.1.3 "ECAS<br />

2-puntsregeling", pagina 131<br />

zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met afstandsbediening voor getrokken voertuigen<br />

(Trailer Remote Control)", pagina 193<br />

15


4 TEBS E<br />

4.2 Systeemopbouw<br />

4.2.1 Remsysteem<br />

Verklaring<br />

16<br />

Inleiding<br />

Dit hoofdstuk geeft een globaal overzicht van functie en opbouw van de<br />

basissystemen.<br />

Standaard oplegger met ABS-configuratie 2S/2M<br />

Standaard disselaanhangwagen met ABS-configuratie 4S/3M<br />

1 Spanningsvoeding via ISO 7638 2 Commandoleiding 3 voorraadleiding 4 Stoplichtvoeding 24N via<br />

ISO 1185 (optioneel)<br />

5 TEBS E modulator (met<br />

geïntegreerde druksensoren en<br />

geïntegreerde redundantieklep)<br />

6 Parkeer-losveiligheidsklep<br />

(PREV)<br />

9 ABS toerentalsensor 10 EBS relaisklep voor<br />

aansturing 2e as<br />

(3e modulator)<br />

7 Anti-optelklep 8 Luchtketel voor<br />

bedrijfsremsysteem<br />

11 Draagbalg 12 Tristop cilinder<br />

De lijnen vormen de kabels en leidingen voor de componenten.


4.2.2 Remsysteem met conventionele luchtvering<br />

Verklaring<br />

Inleiding<br />

TEBS E 4<br />

Met de introductie van het Trailer EBS E remsysteem is het aansluiten van<br />

leidingen en kabels voor het rem- en luchtveringsysteem nog eenvoudiger<br />

geworden.<br />

Remsysteem met conventionele luchtvering<br />

1 Spanningsvoeding via ISO 7638 2 Commandoleiding 3 voorraadleiding<br />

4 Stoplichtvoeding 24N via ISO 1185<br />

(optioneel)<br />

5 Pneumatic Extension Modul (PEM) 6 Overstroomklep<br />

(geïntegreerd in PEM)<br />

7 Anti-optelklep (geïntegreerd in PEM) 8 Bedrijfsremgedeelte Tristop cilinders 9 Tristop cilinder<br />

10 Luchtketel voor bedrijfsremsysteem 11 Luchtketel voor luchtvering 12 Heffen/dalen-klep<br />

(bijvoorbeeld TASC)<br />

13 Rode knop om parkeerremsysteem te<br />

bedienen (op de PREV)<br />

14 Zwarte knop om afbreekbeveiliging te<br />

lossen (op de PREV)<br />

15 Draagbalg<br />

16 Liftasklep 17 Luchtveringsklep 18 ABS toerentalsensor<br />

19 TEBS E modulator 20 Parkeer-los-veiligheidsklep (PREV)<br />

remsysteem<br />

De lijnen vormen de kabels en leidingen voor de componenten.<br />

Het getrokken voertuig is met de motorwagen verbonden via de koppelstukken<br />

voor voorraaddruk (3) en stuurdruk (2). Via de parkeer-los-veiligheidsklep (PREV,<br />

20) wordt de stuurdruk naar het TEBS E modulator (19) gestuurd. De PREV heeft<br />

een rode bedieningsknop (13) om de parkeerrem te bedienen en een zwarte<br />

bedieningsknop (14) om de rem te lossen, die bij een afgekoppeld voertuig<br />

automatisch wordt geactiveerd. De luchtdruk van de luchtketels gaat via een in de<br />

PREV geïntegreerde terugslagklep naar de Pneumatic Extension Modul (PEM, 5).<br />

17


18<br />

4 TEBS E<br />

Inleiding<br />

De PEM heeft de volgende functies:<br />

• een overstroomklep ter beveiliging van de druk in het remsysteem ten opzichte<br />

van die in de luchtvering,<br />

• een anti-optelklep ter bescherming van de wielremmen voor overbelasting – bij<br />

gelijktijdige bediening van bedrijfs- en parkeerrem,<br />

• een drukverdeling voor voorraad "luchtvering" en voorraad "bedrijfsrem".<br />

De TEBS E modulator activeert het bedrijfsremgedeelte (8) van de Tristop cilinders<br />

(9). Voor het meten van de wielsnelheid zijn minstens twee ABS toerentalsensoren<br />

(18) aangesloten. Verder is in de PEM een testaansluiting aanwezig voor het<br />

meten van de actuele remdruk. De PEM vult de luchtketel van het<br />

bedrijfsremsysteem (10) met de voorraaddruk van de PREV.<br />

Dezelfde leiding wordt gebruikt om de TEBS E modulator te voorzien van<br />

voorraaddruk uit de luchtketel. Via de in de PEM geïntegreerde overstroomklep<br />

wordt de luchtketel voor de luchtvering (11) gevuld. De overstroomklep heeft tot<br />

taak om als eerste de luchtketel "rem" op druk te brengen en bij drukverlies in de<br />

luchtvering, de druk in de bedrijfsrem te handhaven, zodat de remkracht in het<br />

getrokken voertuig is gegarandeerd. In de PEM is een anti-optelklep (7)<br />

geïntegreerd om de wielremmen te beschermen tegen beschadiging ten gevolge<br />

van remkrachtoverbelasting (membraan- en parkeerremgedeelte van Tristop<br />

cilinders gelijktijdig bediend). Vanuit de PEM wordt de druk naar de Tristop<br />

cilinders (9) verdeeld.<br />

De parkeerrem wordt geactiveerd door bediening van de rode knop op de PREV<br />

(13). Daardoor wordt het parkeerremgedeelte van de Tristop cilinders ontlucht,<br />

zodat de geïntegreerde veer de wielrem kan bedienen. Wordt bij geactiveerde<br />

parkeerrem ook de bedrijfsrem gebruikt, dan stroomt de remdruk via de antioptelklep<br />

in het parkeerremgedeelte van de Tristop cilinders en bouwt zo<br />

proportioneel naar de opgebouwde remkracht in het bedrijfsremgedeelte de kracht<br />

in het parkeerremgedeelte af, zodat geen overbelasting plaatsvindt.<br />

Conventionele luchtveringinstallatie<br />

Het conventionele luchtveersysteem bestaat uit een luchtveringsklep (17) en een<br />

heffen/dalen-klep, bijv. TASC (12), zie hoofdstuk 6.4 "Snelheidsschakelaar (ISS 1<br />

en ISS 2)", pagina 75. Beide kleppen worden door de PEM van voorraaddruk<br />

voorzien. De luchtveringsklep regelt het rijniveau van het getrokken voertuig door<br />

de hoeveelheid lucht in de luchtbalgen (15) te regelen. Via de heffen/dalenklep kan<br />

het niveau van het getrokken voertuig met de hand worden gewijzigd, bijv. voor het<br />

laden en lossen. Verder kan een asliftklep (16) zijn gemonteerd, die afhankelijk van<br />

de belading, door de TEBS E modulator wordt geregeld. De asliftklep wordt<br />

eveneens door de PEM van voorraaddruk voorzien.


4.2.3 Elektronisch geregelde luchtvering (ECAS)<br />

Verklaring<br />

Inleiding<br />

TEBS E 4<br />

Een elektronisch geregelde luchtvering (ECAS) is onderdeel van de TEBS E<br />

modulator (Premium).<br />

1-puntsregeling met een wegsensor en een liftas (voor opleggers)<br />

De remleidingen zijn in dit schema niet weergegeven.<br />

1 Spanningsvoeding via ISO 7638 2 Commandoleiding 3 voorraadleiding<br />

4 Stoplichtvoeding 24N via ISO 1185 (optioneel) 5 Wegsensor 6 TEBS E modulator (Premium) met<br />

geïntegreerde regeleenheid en<br />

geïntegreerde balgdruksensor voor<br />

liftasregeling<br />

7 Externe bedieneenheid, bijvoorbeeld<br />

SmartBoard, Trailer Remote Control, ECASbedieningseenheid<br />

of ECAS bedieningsbox<br />

8 ECAS-magneetklep<br />

(met liftasregeling)<br />

9 Overstroomklep<br />

10 Liftbalg 11 Tristop cilinder 12 Draagbalg<br />

13 Luchtketel voor bedrijfsremsysteem 14 Luchtketel voor<br />

luchtvering<br />

De lijnen vormen de kabels en leidingen voor de componenten.<br />

15 Parkeer-los-veiligheidsklep (PREV)<br />

19


4 TEBS E<br />

Verklaring<br />

1 TEBS E modulator (Premium)<br />

480 102 06. 0<br />

4 ECAS magneetklep<br />

472 880 001 0<br />

Alternatief 472 905 111 0<br />

(+ impulsgestuurde liftas)<br />

7 Kabel voor TEBS E accuvoeding<br />

449 808 ... 0<br />

10 Kabel voor ECAS 2-puntsregeling<br />

449 439 ... 0<br />

13 Kabel voor voeding ELEX<br />

449 303 020 0<br />

16 Schakelkabel 449 714 … 0<br />

20<br />

Inleiding<br />

2-puntsregeling met twee wegsensoren<br />

2 Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX)<br />

446 122 070<br />

5 Externe bediening, bijvoorbeeld<br />

SmartBoard 446 192 110 0<br />

8 Verdelerkabel accu en / of licht<br />

449 803 ... 0<br />

11 Schakelaar (voor activeren/deactiveren van<br />

acculading)<br />

3 Accukast446 156 090 0<br />

6 Wegsensoren 441 050 100 0<br />

9 Kabel voor SmartBoard<br />

449 906 ... 0<br />

12 Kabel voor wegsensor<br />

449 811 ... 0<br />

14 Voedingskabel 449 273 … 0 15 TEBS E accukabel<br />

449 807 … 0


5 Remsysteem<br />

5.1 Uitvoering systeem<br />

5.2 Toepassingsgebied<br />

Remsysteem<br />

TEBS E 5<br />

Het remsysteem Trailer EBS E is een elektronisch geregeld remsysteem met<br />

lastafhankelijke remdrukregeling, automatische anti-blokkeerregeling (ABS) en een<br />

elektronische stabiliteitsregeling (RSS).<br />

Getrokken voertuigen met een EBS E remsysteem mogen alleen worden gebruikt<br />

achter motorwagens met een uitgebreide ISO 7638 stekerverbinding (7-polig; 24V;<br />

motorwagens met CAN leiding) of motorwagens met ISO 7638 stekerverbinding<br />

(5-polig; 24V; motorwagens zonder CAN leiding).<br />

Bij de TEBS E modulator (Multi-Voltage) 480 102 080 0 is ook een<br />

12V voeding volgens ISO 7638 mogelijk, zie hoofdstuk 5.7.3 "Multi-<br />

Voltage", pagina 31.<br />

Voertuigen<br />

Eén- en meerassige getrokken voertuigen in de klasse O3 en O4 overeenkomstig<br />

de richtlijn 70/156/EEG, aanhangsel II met luchtvering, hydraulische vering,<br />

mechanische vering, schijf- of trommelremmen.<br />

Remsystemen<br />

Andersoortige remsystemen met pneumatische respectievelijk pneumatischhydraulische<br />

overbrenging overeenkomstig de richtlijn 71/320/EG respectievelijk<br />

voorschrift ECE R 13 of de rechtsverordening StVZO (geldig voor Duitsland).<br />

Enkele en dubbele montage<br />

Voor de assen met toerentalsensoren moeten per as dezelfde bandenomtrek en<br />

een zelfde aantal poolwieltanden worden gebruikt.<br />

Tussen bandenmaat en aantal poolwieltanden is een verhouding van ≥ 23 en ≤ 39<br />

toegestaan.<br />

Voorbeeld: Bij een poolwiel met 100 tanden en een bandenomtrek van 3250 mm is<br />

de maximale wielsnelheid die door het EBS kan worden verwerkt<br />

vwiel max ≤ 160 km/h.<br />

Remberekening<br />

Voor het gebruik van Trailer EBS E is een gespecificeerde remberekening voor het<br />

voertuig of de voertuigserie vereist. Neem daarvoor contact op met <strong>WABCO</strong>.<br />

Formulier "Technische voertuiggegevens voor de remberekening van<br />

getrokken voertuigen"<br />

Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />

Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Productnummer.<br />

Voer het nummer van de brochure 826 000 472 3 (voor Duits) of 826 000 473 3<br />

(voor Engels) in het zoekveld in.<br />

Klik op de Startknop.<br />

21


22<br />

5 TEBS E<br />

5.3 Goedkeuring en normen<br />

Testrapport<br />

Remsysteem<br />

Testrapport<br />

Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />

Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Index.<br />

Geef het woord Goedkeuring in het veld "zoeken" in.<br />

Klik op de Startknop.<br />

Goedkeuring (taal) Onderwerp<br />

EB123.10E (Engels) ABS<br />

EB123_suppl.1E Aanvullende goedkeuring voor 4- tot 10-assige voertuigen conform ECE R13,<br />

bijlage 20<br />

EB124.6E (omvat ID EB 124.5E) (Engels) EBS<br />

• Uitbreiding naar ECE R13, serie 11, supplement 4<br />

• Bijlage 1, hoofdstuk 3.2.3.1 Elektromagnetische verdraagzaamheid<br />

• Bijlage 2 CAN Repeater / CAN Router<br />

EB167.1E (Duits, Engels) RSS voor TEBS E en TEBS D conform ECE R 13 serie 11<br />

TUEH-TB2007-019.01 (Duits)<br />

TUEH-TB2007-019.01 (Engels)<br />

Trailer EBS E (ADR/GGVS)<br />

RDW-13R-0228 (Engels) Vergelijkende goedkeuring TEBS D / TEBS E<br />

ID_EB158.0 (Engels) Remlos- en ontspanningsfunctie<br />

EB124_CanRou_0E (Engels) CAN-Router<br />

Normen<br />

Normen Titel<br />

ISO/TR 12155<br />

DIN 75031<br />

Bedrijfswagens en getrokken voertuigen – rangeer-waarschuwingsinrichtingen<br />

– eisen en controle<br />

DIN EN ISO 228 (deel 1 - 2) Pijpschroefdraad voor niet in de schroefdraad afdichtende verbindingen<br />

ECE R 48 (2008) Regeling nummer 48 van de economische commissie van de Verenigde<br />

Naties voor Europa –Uniforme voorwaarden voor de toestemming van<br />

voertuigen ten aanzien van de montage van verlichting- en<br />

lichtsignaalinrichtingen<br />

ISO 1185 Wegverkeer – steekinrichtingen voor de elektrische verbinding van<br />

motorwagens en getrokken voertuigen – 7-polige steekinrichting type 24 N<br />

(normaal) voor voertuigen met 24 V nominale spanning<br />

ISO 4141 (deel 1 - 4) Wegverkeer - meeraderige verbindingsleidingen<br />

ISO 7638 (deel 1 - 2) Wegverkeer – steekinrichtingen voor de elektrische verbinding van<br />

motorwagens en getrokken voertuigen – deel 1: Steekinrichtingen voor<br />

remsystemen en remuitrusting van voertuigen met 24 V / 12 V nominale<br />

spanning<br />

ISO 11898 (deel 1 -5) Wegverkeer – CAN<br />

ISO 11992 (deel 1 -2) Wegverkeer – vervanging van digitale informatie over elektrische<br />

verbindingen tussen motorwagens en getrokken voertuigen<br />

ISO 12098 Wegverkeer – steekinrichtingen voor de elektrische verbinding van<br />

motorwagens en getrokken voertuigen – 15-polige steekinrichting voor<br />

voertuigen met 24V nominale spanning


5.4 ABS configuraties<br />

Remsysteem<br />

Componenten Voertuigtype Opmerking<br />

2S/2M<br />

1x TEBS E modulator (standard)<br />

2x ABS-toerentalsensor<br />

2S/2M+Select-Low-Ventil<br />

1x TEBS E modulator (standard)<br />

2x ABS-toerentalsensor<br />

1x Select-Low-klep (SLV)<br />

4S/2M<br />

1x TEBS E modulator (Premium)<br />

4x ABS-toerentalsensor<br />

4S/2M+1M+dubbele terugslagklep<br />

1x TEBS E modulator (Premium)<br />

4x ABS-toerentalsensor<br />

1x ABS-relaisklep<br />

1x dubbele terugslagklep (SHV)<br />

4S/3M<br />

1x TEBS E modulator (Premium)<br />

4x ABS-toerentalsensor<br />

1x EBS-relaisklep<br />

1- tot 3-assige opleggers /<br />

middenassers met luchtvering,<br />

hydraulische of mechanische<br />

vering<br />

1- tot 3-assige opleggers /<br />

middenassers met luchtvering,<br />

hydraulische of mechanische<br />

vering en een stuuras<br />

2- tot 5-assige opleggers /<br />

middenassers met luchtvering,<br />

hydraulische of mechanische<br />

vering<br />

2- tot 5-assige opleggers /<br />

2- tot 3-assige middenassers met<br />

luchtvering, hydraulische of<br />

mechanische vering en een<br />

stuuras<br />

2- tot 5-assige<br />

disselaanhangwagens /<br />

2- tot 5-assige opleggers /<br />

2- tot 3-assige middenassers met<br />

luchtvering en een stuuras<br />

TEBS E 5<br />

Eén ABS toerentalsensor en één drukregelkring van de<br />

TEBS E zijn tot één regelkanaal samengevoegd. Alle<br />

overige wielen van die voertuigzijde worden, voor zover<br />

aanwezig, indirect geregeld; Individuele Regeling van<br />

de remkracht (IR). Bij noodremmingen kan elke<br />

voertuigzijde een afwijkende remdruk, afhankelijk van<br />

de wegdekomstandigheden en de remeigenschappen,<br />

uitsturen.<br />

De stuuras wordt via de SLV voorzien van de laagste<br />

druk van de beide drukregelkringen, zodat de as ook<br />

op µ-split (verschillende wrijvingswaarden) stabiel blijft.<br />

Per voertuigzijde worden twee ABS toerentalsensoren<br />

aangesloten. De remdrukken worden per zijde<br />

geregeld. Hierbij hebben alle remcilinders aan één zijde<br />

dezelfde druk.<br />

De wielen aan één voertuigzijde, voorzien van<br />

wielsnelheidssensoren, worden volgens het principe<br />

geModificeerde ZijdeRegeling (MSR) geregeld. Het<br />

meest blokkeergevoelige wiel aan één voertuigzijde<br />

bepaalt voor die zijde of een ABS regeling noodzakelijk<br />

is .<br />

Het principe van de Individuele Regeling (IR) wordt<br />

gebruikt voor zover het gaat om beide zijden van de<br />

oplegger.<br />

Op de stuuras zijn twee ABS toerentalsensoren, een<br />

SHV en een ABS relaisklep gemonteerd.<br />

De stuuras wordt volgens het principe geModificeerde<br />

AsRegeling (MAR) en de overige assen volgens het<br />

principe Individuele Regeling (IR) geregeld.<br />

Op de vooras zijn twee ABS toerentalsensoren en een<br />

EBS relaisklep gemonteerd. De stuuras wordt volgens<br />

het principe geModificeerde AsRegeling (MAR)<br />

geregeld. Het wiel, dat het eerst dreigt te blokkeren, is<br />

bepalend voor de ABS regeling van de stuuras.<br />

Op een volgende as worden één ABS toerentalsensor<br />

en een drukregelkanaal van het TEBS E gebruikt voor<br />

een regeling per zijde. Deze wielen worden individueel<br />

geregeld (IR).<br />

De systemen 2S/1M, 4S/4M en 6S/3M worden niet door TEBS E ondersteund.<br />

Bij voertuigen met 5 tot 10 assen kunnen bij toepassing van CAN routers (zie<br />

hoofdstuk 5.5 "Beschrijving componenten in het elektro-pneumatische<br />

remsysteem", pagina 27) twee EBS systemen worden gemonteerd. Daarbij kunnen<br />

het 2S/2M systeem en het 4S/3M systeem worden gecombineerd.<br />

23


24<br />

5 TEBS E<br />

Meerassig asstel<br />

Liftassen<br />

Sleepassen<br />

Stuurassen<br />

Remsysteem<br />

Niet gesenseerde assen resp. wielen worden door direct geregelde assen resp.<br />

wielen meegeregeld. Bij meerassige asstellen wordt bij het remmen uitgegaan van<br />

dezelfde maximale wrijving van deze assen.<br />

Wanneer niet alle wielen van sensoren zijn voorzien, dan moeten die assen van<br />

ABS toerentalsensoren worden voorzien, die de grootste neiging tot blokkeren<br />

hebben.<br />

Meerassige asstellen met alleen statische aslasttoekenning moeten zo worden<br />

uitgerust (remcilinder, lengte remhefboom, etc.), dat de wielen van alle assen<br />

mogelijk gelijktijdig de blokkeergrens bereiken en dat een direct geregeld wiel niet<br />

meer dan twee wielen of één as indirect meeregelt.<br />

2S/2M: Liftassen mogen niet van sensoren worden voorzien.<br />

Alle andere systeemconfiguraties met minstens 4M met uitzondering van<br />

disselaanhangwagens: Liftassen kunnen met de ABS toerentalsensoren e-f<br />

worden gesenseerd.<br />

Voertuigen met sleepassen moeten minstens een 4S/2M+1M-systeem of een<br />

4S/3M-systeem hebben om blokkeren van de sleepas te voorkomen.<br />

Bij hogere starheid van het chassis (bijv. koelwagen) moet een 4S/3M systeem<br />

worden gemonteerd om bij het remmen in de bocht blokkering van de wielen in de<br />

buitenbocht te voorkomen.<br />

Gedwongen gestuurde assen mogen als starre assen worden behandeld.<br />

<strong>WABCO</strong> advies: Getrokken voertuigen met zelfsturende assen worden van een<br />

4S/3M, 4S/2M+1M of 2S/2M+SLV configuratie voorzien. Wanneer het voertuig is<br />

voorzien van RSS moet een van deze configuraties worden gebruikt om bij een<br />

RSS ingreep uitbreken van het voertuig in de bocht te voorkomen.<br />

2S/2M- of 4S/2M-EBS-systemen met stuurassen: Bij typegoedkeuring van een<br />

getrokken voertuig moet door rijtesten worden gegarandeerd, dat geen<br />

ontoelaatbare trillingen of koersafwijkingen optreden. Bij een ABS test is het niet<br />

mogelijk te waarborgen, dat alle stuurassen stabiel worden afgeremd. Is tijdens het<br />

functioneren van het ABS extra stabiliteit voor een zelfsturende as vereist, dan<br />

moet de stuuras via de snelheidsschakelaar (ISS) star worden geschakeld.<br />

ABS configuraties en toekenning van sensoren / modulatoren<br />

Modulator ABS toerentalsensoren Systeemas Type regeling<br />

Trailer c-d Hoofdas (geen liftas) IR / MSR<br />

Trailer e-f Bijkomende as (liftas) MSR<br />

ABS/EBS e-f Bijkomende as, stuuras of liftas MAR


Verklaring<br />

Rijrichting<br />

EBS-relaisklep<br />

Remsysteem<br />

Trailermodulator Dubbele terugslagklep (SHV)<br />

ABS-relaisklep Select Low klep (SLV)<br />

ABS-configuraties voor opleggers, middenassers, disselaanhangwagens en dolly<br />

Opleggers en middenassers<br />

De dolly wordt behandeld als een middenasser.<br />

TEBS E 5<br />

Wiel met sensor<br />

(direct geregeld)<br />

Wiel zonder sensor<br />

(indirect geregeld)<br />

Disselaanhangwagens<br />

25


26<br />

5 TEBS E<br />

Remsysteem<br />

ABS configuraties voor binnenladers (voorbeeld: transport van ruiten of<br />

betonplaten)<br />

Deze voertuigen hebben een U-frame en geen mechanische verbinding van de<br />

linker naar de rechter voertuigzijde in het bereik van de as.<br />

De aanhangermodulator moet vooraan in het bereik van de opleggerschotel<br />

worden geïnstalleerd en de remcilinders worden met maximaal 10 m lange<br />

remleidingen aangesloten.<br />

Om het tijdsgedrag en de ABS-prestaties te verbeteren, moeten extra<br />

relaiskleppen worden gebruikt.<br />

Het overzicht toont de in de ABS-keuring EB123.10E geteste configuraties. Andere<br />

configuraties moeten (zoals tot nog toe) door afzonderlijke opleveringen door de<br />

TÜV worden vrijgegeven.<br />

Verklaring<br />

Binnenlader<br />

SRV Enkele relaisklep DRV Dubbele relaisklep<br />

Toegestane lengte en diameters voor slangen en buizen<br />

Oplegger, middenasser, disselaanhangwagens en dolly<br />

Slangen en buizen Minimale diameter Maximale lengte<br />

Tank voor de aanhangermodulator ø 12 mm *) *)<br />

Tank voor de relaisklep ø 9 mm *) *)<br />

Aanhangermodulator naar remcilinder ø 9 mm 6 m<br />

Relaisklep naar remcilinder ø 9 mm 6 m<br />

Afzonderlijke wielophanging<br />

Slangen en buizen diameter Maximale lengte<br />

Tank voor de aanhangermodulator min. ø 12 mm *)<br />

Tank voor de relaisklep min. ø 9 mm *)<br />

Trailermodulator naar de relaisklep max. ø 9 mm 10 m<br />

Aanhangermodulator naar remcilinder min. ø 9 mm *) 10 m<br />

Relaisklep naar remcilinder min. ø 9 mm<br />

min. ø 9 mm<br />

3 m<br />

3 m<br />

*) De lengte van de slangen en buizen tussen tank en modulator mogen slechts zo<br />

lang worden uitgevoerd, dat het tijdsgedrag conform ECE R13 bijlage 6 wordt<br />

vervuld.


Remsysteem<br />

5.5 Beschrijving componenten in het elektro-pneumatische remsysteem<br />

Component / bestelnummer Applicatie / voertuigtype Doel / functie<br />

TEBS E modulator<br />

480 102 ... 0<br />

(Variantenoverzicht zie hoofdstuk 12.1<br />

"Pneumatische aansluitingen voor<br />

TEBS E", pagina 213)<br />

TEBS E modulator met gemonteerde<br />

Pneumatic Extension Modul (PEM)<br />

(Variantenoverzicht zie hoofdstuk 12.1<br />

"Pneumatische aansluitingen voor<br />

TEBS E", pagina 213)<br />

461 513 ... 0<br />

EBS relaisklep<br />

480 207 001 0 (24 V)<br />

480 207 202 0 (12 V)<br />

ABS relaisklep<br />

472 195 037 0<br />

Parkeer-los-veiligheidsklep (PREV)<br />

971 002 … 0<br />

Select-Low klep<br />

(dubbele terugslagklep)<br />

434 500 003 0<br />

Wisselklep<br />

(dubbele terugslagklep/tweeweg-klep)<br />

434 208 055 0<br />

TEBS E 5<br />

Alle getrokken voertuigen. Regeling en controle van het elektropneumatisch<br />

remsysteem.<br />

Alle getrokken voertuigen met<br />

luchtvering.<br />

Voor-/achteras bij<br />

disselaanhangwagens of 3e as bij<br />

opleggers.<br />

4S/3M systemen.<br />

Derde as bij opleggers<br />

4S/2M+1M systemen.<br />

Bij deze configuratie wordt de<br />

uitgestuurde remdruk van deze as niet<br />

gecontroleerd.<br />

Zijdeafhankelijke regeling van de<br />

drukken in de remcilinders tot maximaal<br />

3 assen.<br />

Regeling o.a. van ABS, RSS.<br />

Pneumatische verdeelmodule met<br />

geïntegreerde overstroomklep voor de<br />

luchtvering en met anti-optelklep.<br />

De PEM reduceert het aantal<br />

koppelingen en vereenvoudigt de<br />

montage van het TEBS E remsysteem.<br />

Aansturen van de remdrukken met<br />

sensering van de actuele remwaarde.<br />

Elektrische aansturing en controle door<br />

TEBS E.<br />

Aansturing van de remdrukken.<br />

Elektrische aansturing door TEBS E.<br />

Alle getrokken voertuigen. Functies van de aanhangwagenremklep<br />

en de gecombineerde losklep in één<br />

component gecombineerd (inclusief<br />

noodremfunctie).<br />

Voertuigen met 2S/2M+Select-Low<br />

regeling, bijv. met stuuras.<br />

Voertuigen met 4S/2M+1M systeem<br />

voor het aansturen van de separate<br />

ABS relaisklep.<br />

Ingangsdrukken zijn de per zijde<br />

uitgestuurde drukken van de<br />

trailermodulator. De lagere druk wordt<br />

gestuurd naar de as die moet worden<br />

geremd.<br />

Ingangsdrukken zijn de per zijde<br />

uitgestuurde drukken van de<br />

trailermodulator. De hogere druk wordt<br />

naar de ABS relaisklep gestuurd.<br />

27


28<br />

5 TEBS E<br />

Remsysteem<br />

Component / bestelnummer Applicatie / voertuigtype Doel / functie<br />

ABS toerentalsensoren<br />

441 032 808 0 (0,4 m)<br />

441 032 809 0 (1 m)<br />

Reparatiesets:<br />

441 032 921 2<br />

441 032 922 2<br />

Druksensoren<br />

441 044 101 0<br />

441 044 102 0<br />

CAN Router<br />

446 122 050 0 (contactdoos)<br />

446 122 052 0 (stekker)<br />

446 122 054 0 (stekker; met<br />

remdruksensor)<br />

CAN Repeater<br />

446 122 051 0 (contactdoos)<br />

446 122 053 0 (stekker)<br />

Kabel<br />

Kabeloverzicht, zie hoofdstuk 12.3<br />

"Kabeloverzicht", pagina 220.<br />

Op de remdragers van de assen resp.<br />

de hoofdassen.<br />

Op één van de luchtbalgen van de te<br />

controleren as.<br />

Registratie van de bewegingstatus van<br />

een draaiend poolwiel samen met het<br />

voertuigwiel.<br />

Meten aslast.<br />

Aan het gele koppelstuk. Meten druk aan het gele koppelstuk.<br />

Voertuigcombinaties met meerdere<br />

Trailer remsystemen (Eurocombi's of<br />

Roadtrains).<br />

Tussen interface motorwagen en<br />

getrokken voertuig en TEBS E<br />

modulator(en).<br />

Voor speciale voertuigen, waarbij de<br />

kabellengten niet overeenkomen met de<br />

voorschriften, bijv. telescoop diepladers<br />

of bomentransporters.<br />

Tussen interface motorwagen en<br />

getrokken voertuig en TEBS E<br />

modulator.<br />

Spanningsvoeding en verdeling van<br />

CAN signalen op meerdere TEBS E<br />

modulatoren.<br />

Tot maximaal vier in rij geschakelde<br />

CAN Routers kunnen maximaal vijf<br />

TEBS E modulatoren van spanning<br />

voorzien.<br />

Door een optimaal aangesloten<br />

druksensor wordt de rem-/stuurdruk in<br />

de buurt van het koppelstuk gemeten en<br />

als CAN signaal aan de aangesloten<br />

TEBS E modulator(en) doorgegeven om<br />

een optimaal tijdsgedrag met een<br />

motorwagen zonder EBS te<br />

waarborgen.<br />

Versterking van het CAN signaal om de<br />

informatievoorziening voor het<br />

aangesloten TEBS E op grote afstanden<br />

te waarborgen.<br />

Aanwijzing: Conform ISO 11992 mag<br />

de leiding in de trailer maximaal 18 m<br />

zijn. De kabellengte bij Trailer EBS E<br />

samen met de CAN Repeater kan tot<br />

80 m zijn.<br />

Verbinding componenten.


5.6 Onderdelen TEBS E modulator<br />

Remsysteem<br />

TEBS E 5<br />

De TEBS E modulator is een elektronica met vier ingangskanalen voor<br />

toerentalsensoren en een CAN interface "Motorwagen".<br />

De onderdelen van de modulator zijn:<br />

• een interne druksensor "remdruk"<br />

• een interne druksensor "aslast"<br />

• een redundantieklep voor de noodbediening bij stroomuitval;<br />

• twee modulatoren voor de regeling van de remcilinders;<br />

• twee interne druksensoren voor het meten van de stuurdrukken voor de<br />

remcilinders;<br />

• een uitgang voor de regeling van een extra as;<br />

• een interne druksensor voor de controle van de voorraaddruk;<br />

• een dwarsversnellingssensor voor de bewaking van de rijstabiliteit.<br />

29


30<br />

5 TEBS E<br />

5.7 Voeding<br />

WAARSCHUWING<br />

Remsysteem<br />

5.7.1 Functietest bij inschakelen resp. aankoppelen<br />

5.7.2 Spanningsvoeding via remlicht (24N)<br />

Het Trailer EBS E wordt elektrisch door Pin 2 van de ISO 7638 stekerverbinding<br />

(klem 15) ingeschakeld.<br />

Hoger ongevalrisico door blokkeren van de wielen<br />

Wanneer de ISO 7638 stekerverbinding naar de motorwagen niet is<br />

aangesloten, zijn ABS-, EBS- en RSS-regelfuncties niet beschikbaar.<br />

– Wijs op de juiste manier de chauffeur van het voertuig op dit gevaar (bijv.<br />

door een sticker, in de gebruiksaanwijzing).<br />

Twee seconden na het inschakelen van het Trailer EBS E wordt een<br />

systeemcontrole uitgevoerd, waarbij de magneten hoorbaar kort worden in- en<br />

uitgeschakeld.<br />

Wanneer de systeemcontrole bij het insteken van de 7- resp. 5-polige ISO 7638<br />

stekerverbinding niet hoorbaar is, dan is er een probleem in de spanningsvoeding<br />

tussen motorwagen en TEBS E (klem 15, 30 of de massaverbinding van de spiraalof<br />

voedingskabels naar de Trailer EBS modulator).<br />

Gevolg: De modulator wordt niet van spanning voorzien.<br />

Remedie: Rijd naar de dichtstbijzijnde werkplaats.<br />

Bij uitval van de spanningsvoeding via de ISO 7638 stekkerverbinding kan het<br />

TEBS E remsysteem via een optionele stoplichtvoeding (24N) – als beveiliging –<br />

worden geregeld.<br />

Volgens ECE R13 is alleen een voorziening via het remlicht niet toegestaan. Let<br />

erop, dat met de voorziening via 24N of ISO 12098 tijdens het rijden de functie<br />

"RSS" en de GIO uitgangen niet zijn geactiveerd.<br />

Wanneer bij het rijden tijdens het remmen de ECU alleen via het remlicht van<br />

spanning wordt voorzien, zijn de volgende functies beschikbaar:<br />

• De lastafhankelijke remkrachtverdeling (ALB functie).<br />

• Het ABS met beperkte, tijdvertragende regelkenmerken.<br />

• De ISS uitgang voor de schakeling van een draaischijfklep met RTR functie<br />

(TASC).<br />

• De ECAS RTR functie.


5.7.3 Multi-Voltage<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Remsysteem<br />

TEBS E 5<br />

Oplegger, middenasser met maximaal 4S/2M systeem.<br />

Oplegger, middenasser met maximaal 4S/2M+1M systeem.<br />

Oplegger, middenasser en disselaanhangwagen met 4S/3M systeem.<br />

De TEBS E modulator (Multi-Voltage) 480 102 080 0 kan met 12 V en met 24 V<br />

motorwagen worden gebruikt.<br />

Omdat er normaal geen CAN signaal in de 12 V motorwagen aanwezig is, wordt<br />

de stuurdruk "rem" alleen pneumatisch doorgegeven aan het getrokken voertuig.<br />

Ook zijn de GIO uitgangen niet beschikbaar om een klep aan te sluiten.<br />

De volgende componenten kunnen wel worden aangesloten:<br />

• Externe druksensoren op GIO1 of GIO3<br />

• Toets en schakelingangen (bijvoorbeeld voor asfaltrem) op GIO1-7<br />

• Indicatie remvoeringslijtage (BVA) op GIO1-7<br />

• SmartBoard of IVTM op SUBSYSTEM<br />

Aansluiting van de TEBS E modulator (Multi-Voltage) op de motorwagen<br />

Voor de montage en de bediening in gemengd gebruik moet een extra 12V<br />

gecodeerde contactdoos naast de 24V gecodeerde ISO 7638 contactdoos worden<br />

gemonteerd:<br />

• 24V contactdoos met CAN signaal (446 008 380 2 of 446 008 381 2)<br />

Gebruik bijvoorbeeld de voedingskabel 449 173 … 0 om de 24V contactdoos<br />

aan te sluiten.<br />

• 12V contactdoos zonder CAN signaal (446 008 385 2 of 446 008 386 2)<br />

Gebruik een 5-polige (indien nodig 7-polige) kabel om de 12V contactdoos aan<br />

te sluiten.<br />

• 12 V contactdoos met CAN signaal (446 008 385 2 of 446 008 386 2)<br />

Gebruik een 5-polige (bij 12 V CAN ondersteuning 7-polige) kabel om de 12 V<br />

contactdoos aan te sluiten.<br />

Met behulp van een aansluitbox moet een Y-voedingskabel worden gemaakt om<br />

de 24V en 12V verbinding aan te sluiten.<br />

31


32<br />

5 TEBS E<br />

Remsysteem<br />

De activering van de GIO uitgangen in de Multi-Voltage modus wordt<br />

ondersteund, zodat naast de hiervoor genoemde componenten nu ook<br />

de volgende kleppen kunnen worden aangesloten:<br />

Asliftklep geschikt voor Multi-Voltage 463 084 050 0<br />

ABS relaisklep geschikt voor Multi-Voltage 472 196 003 0<br />

Voor GIO functies, waarvoor componenten nodig zijn, moet de<br />

elektrische belasting ook worden gedefinieerd in de TEBS E<br />

diagnosesoftware: Klep of lamp zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />

parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster<br />

TEBS - GIO parameter 3.<br />

Aanwijzing: Een naderingsschakelaar wordt in de 12 V modus niet<br />

ondersteund.<br />

Parametrering: Optioneel kan via een parameter de CANcommunicatie<br />

ook in het 12 V spanningsbereik worden ingeschakeld.<br />

Wanneer deze parameter niet is ingesteld, wordt de CANcommunicatie<br />

met de motorwagen bij een spanning < 16 V<br />

weggeschakeld.<br />

Naast de eerder genoemde componenten kan een voor Multi-Voltage<br />

geschikte EBS relaisklep 480 207 202 0 worden aangesloten.<br />

Bij gebruik van een van de TEBS E modulator (Multi-Voltage) zijn de volgende<br />

combinaties van spanningsbereiken tussen motorwagen en gemonteerde<br />

aanhangercomponenten toegestaan:<br />

Voedingsspanning van de<br />

motorwagen<br />

Toegestane<br />

voedingsspanning van de<br />

gemonteerde<br />

componenten in de<br />

aanhanger<br />

24 V 24 V<br />

12 V 24 V<br />

12 V 12 V<br />

24 V 12 V<br />

Compatibel?


5.8 Systeemcontrole<br />

5.8.1 Waarschuwingen en systeemmeldingen<br />

Remsysteem<br />

TEBS E 5<br />

Lichtsignaalmeldingen na het inschakelen van het contact<br />

Volgens ECE R 13 zijn twee reacties bij het inschakelen van het contact<br />

toegestaan, die met de TEBS E diagnosesoftware kunnen worden<br />

geparametreerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - ABS/RSS => Functie<br />

verklikkerlamp.<br />

Variant 1<br />

De waarschuwingslamp / waarschuwingsweergave in de motorwagen licht op na<br />

inschakelen van het contact.<br />

Indien geen actuele fout is herkend, dan gaat de waarschuwingslamp /<br />

waarschuwingsweergave na circa 2 seconden uit. Trailer EBS E is bedrijfsgereed.<br />

Indien wel een actuele fout is herkend, bijvoorbeeld sensorstoring, dan blijft de<br />

waarschuwingslamp / waarschuwingsweergave branden.<br />

Wanneer een sensorfout tijdens de laatste rit werd waargenomen, gaat de<br />

waarschuwingslamp / waarschuwingsweergave uit na v > 7 km/u.<br />

Wanneer ook na het optrekken de waarschuwingslamp / waarschuwingsweergave<br />

niet dooft, moet de bestuurder de storing laten verhelpen door een garage.<br />

Variant 2<br />

De waarschuwingslamp / waarschuwingsweergave in de motorwagen licht op na<br />

inschakelen van het contact.<br />

De waarschuwingslamp / waarschuwingsweergave gaat uit bij v ≥ 7 km/h.<br />

Wanneer ook na het optrekken de waarschuwingslamp / waarschuwingsweergave<br />

niet dooft, moet de bestuurder de storing laten verhelpen door een garage.<br />

Waarschuwingen en systeemmeldingen<br />

Wanneer tijdens het rijden in het dashboard de gele of rode waarschuwingslamp /<br />

waarschuwingsweergave brandt of knippert, gaat het om een waarschuwing of<br />

systeemmelding.<br />

Gele waarschuwingsweergave / verklikkerlampje: Aansturing via pin 5 van de<br />

ISO 7638 steker en via CAN-bus<br />

Rode waarschuwingsweergave / verklikkerlampje: Aansturing via CAN-bus van<br />

de ISO 7638 steker<br />

Tijdens het bedrijf optredende gebeurtenissen worden in de Trailer EBS E<br />

opgeslagen en kunnen in de garage via TEBS E Diagnostic Software worden<br />

opgeroepen.<br />

De chauffeur moet letten op de signalen van de waarschuwingsweergave /<br />

waarschuwingslamp. Bij het oplichten van de waarschuwingsweergave /<br />

waarschuwingslamp moet een werkplaats worden opgezocht. Volg de aanwijzingen<br />

op het display, indien van toepassing.<br />

33


34<br />

5 TEBS E<br />

Remsysteem<br />

De fouten worden volgens de valentie van de fouten weergegeven. De valentie van<br />

de fout wordt daarbij in vijf klassen ingedeeld:<br />

Klasse 0: Lichte, tijdelijke fouten worden door een gele waarschuwingsweergave /<br />

waarschuwingslamp aangegeven.<br />

Klasse 1: Gemiddelde fouten, die leiden tot het uitschakelen van deelfuncties<br />

(bijvoorbeeld ABS), worden door een gele waarschuwingsweergave /<br />

waarschuwingslamp aangegeven.<br />

Klasse 2: Serieuze fouten in het remsysteem worden door een rode<br />

waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp weergegeven.<br />

Klasse 3: Lichte fouten, die kunnen leiden tot het uitschakelen van GIO functies<br />

(bijvoorbeeld snelheidssignaal), worden door het knipperen van een gele<br />

waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp na het inschakelen aangegeven.<br />

Klasse 4: Lichte fouten, die kunnen leiden tot het uitschakelen van GIO functies<br />

(bijvoorbeeld bedieningseenheid). Er vindt geen weergave door de<br />

waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp plaats.<br />

Waarschuwingssignalen bij spanningsvoeding via ISO 1185 / ISO 12098<br />

De spanningsvoeding via ISO 1185 (24N, remlicht) of ISO 12098 is als beveiliging<br />

voorzien, om bij storingen van de spanningsvoeding via ISO 7638 steker<br />

belangrijke regelfuncties te behouden.<br />

Bij een complete uitval van ISO 7638 steker is een waarschuwing via Pin 5 niet<br />

mogelijk.<br />

Is de verbinding via pin 5 intact, dan wordt de waarschuwingsweergave /<br />

waarschuwingslamp geactiveerd en de chauffeur gewaarschuwd.<br />

Waarschuwingssignalen bij niet gespecificeerde fouten volgens ECE R 13<br />

Na de inschakelprocedure en de test van de waarschuwingsweergave /<br />

waarschuwingslamp knippert bij niet-gespecificeerde fouten volgens ECE<br />

voorschriften de waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp.<br />

De waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp wordt afgebroken, wanneer het<br />

voertuig een snelheid van 10 km/h overschrijdt.<br />

Volgende toestanden leiden tot het knipperen van de waarschuwingsweergave /<br />

waarschuwingslamp:<br />

• Immobilizer (wegrijblokkering) geactiveerd<br />

• Service-interval bereikt (BVA)<br />

• Remvoering versleten<br />

• Actuele fout van de klasse 3 (bijvoorbeeld ECAS-fout)<br />

• Bandendrukverlies (IVTM)<br />

5.8.2 Pneumatische redundantie<br />

Bij fouten in het EBS systeem, die tot een (gedeeltelijke) uitschakeling leiden, zal<br />

de pneumatische stuurdruk direct, echter zonder lastafhankelijke regeling, naar de<br />

remcilinders schakelen. De ABS regeling blijft zo lang mogelijk aanwezig.<br />

Waarschuwingsweergave / verklikkerlampje: De chauffeur wordt door het<br />

oplichten van de rode waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp over de<br />

toestand van het systeem gewaarschuwd.


5.9 Remfuncties<br />

5.9.1 Herkenning gewenste waarde<br />

Remsysteem<br />

TEBS E 5<br />

Zonder stroomtoevoer komt de stuurdruk via de gele koppelingskop direct bij de<br />

cilinders. De redundantieklep, die in de TEBS E modulator is geïntegreerd en in<br />

normaalbedrijf de stuurdruk van de drukregelcircuits afscheidt, blijft geopend.<br />

Bij functionerende Trailer EBS E wordt bij het begin van het remmen eerst de<br />

redundantieklep van stroom voorzien en daarmee de regelleiding van de gele<br />

koppelingskop van de drukregeling van de Trailer EBS E modulator afgekoppeld.<br />

Nu wordt conform de meting gewenste waarde en de beladingsituatie de<br />

drukregeling via de drukregelcircuits gerealiseerd.<br />

Keuze van de gewenste vertraging betekent: wat is de remwens van de chauffeur.<br />

Bij een combinatie met een EBS geremde motorwagen met 7-polige ISO 7638<br />

stekerverbinding krijgt TEBS E de gewenste vertraging via de CAN<br />

databusverbinding van de motorwagen.<br />

Is de gewenste waarde niet via de databusverbinding beschikbaar, bijvoorbeeld bij<br />

een combinatie met een conventioneel geremde motorwagen, dan wordt de<br />

gewenste waarde door het meten van de stuurdruk aan het gele koppelstuk<br />

bepaald. Dit gebeurt óf via de in de TEBS E modulator geïntegreerde óf optioneel<br />

met een externe sensor gewenste druk. De externe sensor gewenste druk is aan<br />

te bevelen bij bijzonder lange getrokken voertuigen, om de tijdvertraging door<br />

lange buisleidingen uit te sluiten.<br />

Om de druk in het getrokken voertuig zo snel mogelijk op te bouwen, heeft de<br />

remwaarde via de CAN databusverbinding (ISO 7638, pin 6 en 7) altijd voorrang.<br />

Voor het aanpassen van de remkrachten aan de belading wordt bij luchtgeveerde<br />

voertuigen en bij voertuigen met hydraulische vering de veerbalgdruk door een<br />

druksensor gemeten. Bij mechanisch geveerde voertuigen wordt de belading<br />

bepaald door meting van de inveringsweg door één of twee wegsensor(en) zie<br />

hoofdstuk 5.9.2 "Automatische Lastafhankelijke Remkrachtregeling (ALB)",<br />

pagina 37.<br />

Bij een spanningsvoeding < 16 V hebben de motorwagengegevens<br />

geen voorrang meer, d.w.z. geen regeling via de CAN waarde.<br />

Met een parameter kan worden ingesteld of de CAN waarde bij een<br />

spanningsvoeding < 16 V niet wordt getoetst resp. in een<br />

spanningsbereik van 8 tot 32 V wordt getoetst. Daardoor kunnen<br />

motorwagens met 12 V spanningsvoeding en 12 V CAN data worden<br />

gebruikt, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - ABS/RSS => CANberichten<br />

ISO 11992 => Ondersteuning 12 V CAN-bus.<br />

35


36<br />

5 TEBS E<br />

5.9.1.1 Externe remdruksensor<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Montage<br />

Componenten<br />

Remsysteem<br />

Alle getrokken voertuigen.<br />

Verbetering van het tijdsgedrag bij motorwagens zonder EBS (geen CAN signaal).<br />

In de commandoleiding aan de voorkant van het voertuig of direct op de CAN<br />

Router of CAN Repeater, zie hoofdstuk 5.5 "Beschrijving componenten in het<br />

elektro-pneumatische remsysteem", pagina 27.<br />

De druksensor voor de gewenste waarde kan niet op ELEX worden aangesloten.<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 TEBS E Modulator (Premium) 480 102 06. 0<br />

2 De druksensor voor de gewenste<br />

waarde (0 tot 10 bar)<br />

Toepassing uitsluitend onder<br />

verantwoordelijkheid van de<br />

voertuigfabrikant, afhankelijk<br />

van de voertuigconstructie.<br />

De toewijzing van de GIOaansluitingen<br />

wordt vastgelegd<br />

met de TEBS E Diagnostic<br />

Software.<br />

3 Kabel voor de druksensor voor de<br />

gewenste waarde<br />

4 CAN router of CAN repeater<br />

Een uitgebreide beschrijving van<br />

de CAN router en CAN repeater<br />

vindt u in de brochure zie<br />

hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13<br />

=> paragraaf "Meer informatie".<br />

CAN<br />

Repeater<br />

CAN-router<br />

441 044 101 0<br />

441 044 102 0<br />

449 812 ... 0<br />

446 122 05. 0<br />

Variantenoverzicht zie<br />

hoofdstuk 5.5 "Beschrijving<br />

componenten in het elektropneumatische<br />

remsysteem",<br />

pagina 27


Remsysteem<br />

5.9.2 Automatische Lastafhankelijke Remkrachtregeling (ALB)<br />

Bepalen 1-krings aslast<br />

Voertuigtype<br />

Getrokken voertuigen met alle typen vering.<br />

TEBS E 5<br />

Doel<br />

Trailer EBS E heeft een lastafhankelijke remdrukregeling, waarmee de remdruk<br />

aan de belading wordt aangepast. Via de parametrering worden de<br />

karakteristieken volgens de remberekening opgeslagen.<br />

De actuele aslast wordt bepaald door het meten van de veerbalgdruk, van de<br />

hydraulische druk, door analyse van de inveringsweg bij mechanische vering of<br />

berekening uit de verschillen in wielsnelheid bij twee assen met toerentalsensoren.<br />

Opleggers en disselaanhangwagens worden verschillend geregeld.<br />

Bepalen 2-krings aslast (rechts/links)<br />

Voertuigtype<br />

Getrokken voertuigen met per zijde gescheiden hydraulische vering of luchtvering.<br />

Vaststellen aslasten<br />

Doel<br />

Deze functie maakt het mogelijk een rechts/links gemiddelde van de aslasten te<br />

vormen. Daardoor verbetert de remprestatie van het getrokken voertuig<br />

(nauwkeuriger bepaling van de werkelijke aslast). Op de hoofdas c-d wordt een<br />

extra aslastsensor gemonteerd, die in de TEBS E diagnosesoftware als tweede<br />

externe aslastsensor c-d moet worden ingesteld, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />

parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS -<br />

functiekeuze => knop speciale functies weergeven.<br />

De aslast van hoofdas c-d kan met de volgende opties worden bepaald:<br />

• Bepaling van de druk van de balgveer met de in de modulator geïntegreerde<br />

druksensor bij luchtgeveerde voertuigen<br />

• Bepaling van de luchtveerdruk met een externe druksensor bij lucht/hydraulisch<br />

geveerde voertuigen (externe aslastsensor c-d)<br />

• Bepaling van de inveringsweg met een sensor bij mechanisch geveerde<br />

voertuigen<br />

De aslast van bijkomende as e-f kan met de volgende opties worden bepaald:<br />

• Bepaling van de luchtveerdruk met een externe druksensor bij lucht/hydraulisch<br />

geveerde voertuigen<br />

• Bepaling van de inveringsweg met een sensor bij mechanisch geveerde<br />

voertuigen (externe aslastsensor e-f)<br />

• Vaststelling van de aslast via slipherkenning bij 4S/3M systemen<br />

Beveiliging "voertuig tot op buffer"<br />

Wanneer de balgdruk lager dan 0,15 bar is of minder dan 50% van de<br />

geparametreerde lege balgdruk bedraagt (altijd de kleinste waarde), dan wordt de<br />

ALB karakteristiek "beladen" uitgestuurd, daar het chassis vermoedelijk tot op de<br />

buffers van de as staat en daardoor geen betrouwbare analyse van de aslast<br />

aanwezig is.<br />

37


5 TEBS E<br />

Karakteristieken<br />

Verklaring<br />

38<br />

Oplegger<br />

Remsysteem<br />

Disselaanhangwagens<br />

A Aanspreekbereik rem V Slijtagegebied S Stabiliteitsgebied<br />

Oplegger<br />

In dit voorbeeld stijgt de gewenste waarde of stuurdruk<br />

(pm) in het aanspreekbereik van 0 bar tot 0,7 bar. Bij<br />

deze stuurdruk stijgt de remdruk (pcil) van 0 tot 0,4 bar.<br />

Bij 0,7 bar is de aanspreekdruk van de wielrem bereikt,<br />

zodat het voertuig vanaf nu remkracht kan opbouwen.<br />

Dit punt, de aanspreekdruk van het gehele<br />

aanhangwagenremsysteem, is binnen de EEG-grenzen<br />

te parametreren.<br />

Het remgebied schrijft voor in welk bereik de<br />

afremming (in %) bij een bepaalde stuurdruk pm moet<br />

liggen.<br />

In het verdere verloop volgt de remcilinderdruk, in<br />

beladen toestand, de rechte lijn die door de berekende<br />

waarde bij 6,5 bar loopt.<br />

Bij een leeg voertuig wordt ook bij de aanspreekdruk bij<br />

0,7 bar uitgestuurd. In het verdere verloop wordt de<br />

remdruk conform de belading gereduceerd.<br />

Disselaanhangwagen<br />

Aan de grens van het aanspreekbereik worden de<br />

aanspreekdrukken van de wielremmen uitgestuurd, die<br />

per as kunnen verschillen. In het deelremgebied<br />

worden de remdrukken zodanig uitgestuurd, dat de<br />

slijtage optimaal is.<br />

Bij disselaanhangwagens met membraancilinder type<br />

24" op de vooras en type 20" op de achteras wordt de<br />

remdruk van de vooras conform de remberekening iets<br />

achtergehouden en van de achteras iets verhoogd. Dit<br />

zorgt voor een gelijkmatige belasting van alle<br />

wielremmen, zoals ook nu het geval is met behulp van<br />

een aanpassingsklep in conventionele remsystemen.<br />

In het stabiliteitsgebied worden de remdrukken<br />

afhankelijk van de aslasten en de wrijving (eventueel<br />

maximale wrijving) uitgestuurd.


Druk aan de gele koppelingskop<br />

(stuurdruk resp. ingestelde<br />

waarde)<br />

Remsysteem<br />

Parameterinstelling voor ALB karakteristieken<br />

TEBS E 5<br />

In het venster TEBS - ALB (zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168) moeten de waarden van stuurdrukken en aslasten<br />

van de remberekening en de gemeten balgdrukken worden ingevoerd. Doorgaans<br />

zal een lineaire karakteristiek de afhankelijkheid tussen stuurdruk en remdruk<br />

weergeven. Bovendien kan optioneel een extra karakteristiekpunt<br />

(overgangsbereik) worden gedefinieerd. Klik daartoe in het venster TEBS - ALB op<br />

remdrukken => Extra karakteristiekpunt.<br />

Standard worden volgende waarden ingesteld:<br />

Aanspreekbereik<br />

rem<br />

Slijtagegebied<br />

Overgangsgebied<br />

(optioneel)<br />

Stabiliteitsgebied<br />

p ≤ 0,7 bar 0,7 bar < p ≤ 2,0 bar 2,0 bar < p ≤ 4,5 bar 4,5 bar < p ≤ 6,5 bar<br />

Berekende afremming voertuig 0 % bij 2 bar: 12,6 % bij 4,5 bar: 37 % bij 6,5 bar: 56,5 %<br />

De uitsturing van de remdruk wordt proportioneel aan de gemeten belading<br />

aangepast.<br />

Doel is bij alle beladingen en bij een druk aan het gele koppelstuk (stuurdruk resp.<br />

gewenste waarde) van 6,5 bar een afremming van 55% te bereiken.<br />

Druksensor voor hydraulische vering<br />

Afhankelijk van de optredende drukken moet een passende druksensor worden<br />

gekozen. De signaaluitgang moet lineair tussen 0,5 en 4,5V zijn.<br />

Hydraulische druk: 0 bar = 0,5V<br />

Maximale systeemdruk<br />

Voorbeeld<br />

Hydraulische balgdruk "onbeladen" = 50 bar<br />

Hydraulische balgdruk "beladen" = 125 bar<br />

Gezocht wordt de drukinvoer voor de TEBS E ALB parameter "beladen" en<br />

"onbeladen".<br />

Default<br />

Zoek de hydraulische druksensor, die met het meetbereik van 125 bar<br />

overeenkomt.<br />

Druksensor "hydraulisch": 0 tot 250 bar => 0,5 tot 4,5V<br />

<strong>WABCO</strong> standard EBS druksensor "pneumatisch" als vergelijkingswaarde: 0 tot<br />

10 bar => 0,5 tot 4,5V<br />

Berekening<br />

Meetbereik 250 bar: <strong>WABCO</strong> standard EBS druksensor 10 bar = 250 bar<br />

Parameterwaarde voor balgdruk "beladen" => 125 bar / 250 bar * 10 bar = 5 bar<br />

Parameterwaarde voor balgdruk "onbeladen" => 50 bar / 250 bar * 10 bar = 2 bar<br />

Invoer<br />

De data worden met TEBS E diagnosesoftware ingevoerd, zie hoofdstuk 9.1<br />

"Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster<br />

TEBS - ALB.<br />

39


40<br />

5 TEBS E<br />

5.9.2.1 Mechanische veringen<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Aansluitingen van de componenten<br />

Remsysteem<br />

Voertuigen met bladvering (mechanische vering).<br />

Vaststellen aslast<br />

De aslastinformatie voor de ALB functie wordt ontleend aan de inveringsweg van<br />

het asstel. Voor dit doel wordt een ECAS sensor gebruikt, die voor deze<br />

toepassing een signaal levert proportioneel aan de inveringsweg en daarmee aan<br />

de huidige aslast.<br />

Verdere informatie zie hoofdstuk 5.9.2 "Automatische Lastafhankelijke<br />

Remkrachtregeling (ALB)", pagina 37.<br />

Uittreksel uit schema's 841 802 154 0:<br />

De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd met de TEBS E Diagnostic Software.<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 TEBS E Modulator (Premium)<br />

Montage<br />

Aan vooras of achteras mogelijk.<br />

2 Wegsensor (met draaihoekprincipe)<br />

Montage<br />

Wegsensor A aan as c-d<br />

Wegsensor B aan as e-f<br />

3 Hendel (verlenging van de wegsensorhefboom)<br />

4 Aansturing (in verschillende lengten beschikbaar)<br />

480 102 06. 0<br />

441 050 100 0<br />

441 050 71. 2<br />

441 050 718 2<br />

5 Kabel voor wegsensor 449 811 ... 0


Montage<br />

Kalibrering<br />

5.9.3 Drukregeling<br />

Remsysteem<br />

TEBS E 5<br />

Informatie over de montage, zie hoofdstuk 8.5 "Montage sensor", pagina 153.<br />

Informatie voor het kalibreren zie hoofdstuk 9.4.1 "Kalibreren bij voertuigen met<br />

mechanische vering", pagina 191.<br />

De drukregelkringen zetten de door de ALB functie bepaalde drukken om in<br />

remcilinderdrukken.<br />

De TEBS E modulator vergelijkt de gemeten remdrukken aan de uitgang van de<br />

relaiskleppen met de gewenste drukinstelling.<br />

Treedt er een afwijking op, dan wordt deze door het bekrachtigen van de be- of<br />

ontluchtingsmagneten van de modulator resp. 3e modulator gecorrigeerd.<br />

Wanneer de gemeten voorraaddruk boven 10 bar komt, dan worden de<br />

drukregeling en de ABS regeling gedeactiveerd en wordt alleen via de redundantie<br />

geremd.<br />

Volgens de EG-richtlijnen en ECE-voorschriften is maximaal 8,5 bar voorraaddruk<br />

in het getrokken voertuig toegestaan.<br />

Pneumatische voorijling en voorijling via CAN<br />

Om de combinatie af te stemmen en de remblokkenslijtage te harmoniseren kan<br />

een voorijling worden bepaald.<br />

De waarden voor de pneumatische voorijling en CAN voorijling kunnen verschillen.<br />

De instellingen voor deze waarden kan u met de TEBS E diagnosesoftware<br />

instellen, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - ALB.<br />

41


42<br />

5 TEBS E<br />

5.9.4 Anti-optel<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Remsysteem<br />

Alle voertuigen met veerremcilinders.<br />

Ter bescherming van de wielremmen tegen overbelasting (optelling krachten) bij<br />

gelijktijdige bediening van de bedrijfs- en veerkamerrem.<br />

Aansluitingen van de componenten<br />

De anti-optelrelaisklep is al in de PEM geïntegreerd. Wanneer geen PEM<br />

aanwezig is, moet de bescherming tegen overbelasting met een afzonderlijke antioptelrelaisklep<br />

worden gegarandeerd.<br />

Voorbeeld: TEBS E modulator met anti-optelrelaisklep (zonder PEM)<br />

Voorbeeld: TEBS E modulator met geïntegreerde anti-optelrelaisklep<br />

in de PEM<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 TEBS E modulator<br />

2 Anti-optelrelaisklep<br />

3 PEM<br />

480 102 0.. 0<br />

973 011 ... 0<br />

461 513 0.. 0


5.9.5 Anti-blokkeersysteem (ABS)<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

ABS toerentalsensoren<br />

Alle getrokken voertuigen.<br />

Remsysteem<br />

Voorkomt het blokkeren van één wiel of meerdere wielen.<br />

TEBS E 5<br />

De ABS elektronica berekent uit de signalen van de wielsnelheidssensoren of één<br />

wiel of meerdere wielen dreigen te blokkeren en beslist of de uitgestuurde remdruk<br />

moet worden neergelaten, vastgehouden of weer verhoogd.<br />

Voor de ABS elektronica worden alleen de signalen van de ABS toerentalsensoren<br />

c-d en e-f geanalyseerd.<br />

Bij alle ABS configuraties (zie hoofdstuk 5.4 "ABS configuraties", pagina 23)<br />

kunnen aan de modulatoren, naast de remcilinders van de ABS gesenseerde<br />

wielen, ook niet-gesenseerde wielen van naastgelegen assen worden aangesloten.<br />

Deze indirect-geregelde wielen geven echter bij blokkeerneigingen geen informatie<br />

aan het TEBS E. Daardoor is het blokkeervrij remmen van deze wielen niet<br />

gewaarborgd.<br />

Oplegger, middenasser en dolly<br />

De hoofdas, die geen lift-, stuur- of sleepas mag zijn, heeft altijd de ABS<br />

toerentalsensoren c-d. De ABS toerentalsensoren e-f worden op de andere as resp.<br />

op de liftas van de oplegger gemonteerd.<br />

Disselaanhangwagen<br />

De gesenseerde assen mogen bij de ABS toerentalsensoren c-d of bij de ABS<br />

toerentalsensoren e-f geen lift- of sleepas zijn. De ABS toerentalsensoren c-d<br />

moeten altijd aan de modulatorzijde worden gemonteerd, daarbij kan de modulator<br />

naar keuze vooraan, op de dissel of achteraan worden gemonteerd.<br />

De status van de liftassen is in de ABS elektronica bekend. Dit betekent, dat bij het<br />

heffen van de gesenseerde assen de snelheid niet meer in de ABS regeling wordt<br />

opgenomen. Bij opgetilde liftas wordt bij de regeling geen rekening gehouden met<br />

de toerentalinformaties van deze as.<br />

Parametrering bandenmaten<br />

Om de ABS elektronica optimaal te laten functioneren, moeten de gebruikte<br />

bandenmaten in de parameters worden vastgelegd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />

parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS -<br />

ABS/RSS.<br />

Een afwijking van +15% / -20% is geoorloofd, wanneer dit alle gesenseerde wielen<br />

in de zelfde mate betreft. Een afzonderlijk wiel mag maximaal 6,5% van de<br />

geparametreerde bandenmaat afwijken.<br />

43


44<br />

5 TEBS E<br />

5.9.6 Roll Stability Support (RSS)<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Remsysteem<br />

Getrokken voertuigen in de klasse O4 met maximaal 3 assen, die vanaf juli 2010<br />

typegoedgekeurd werden, moeten voorzien zijn van een stabilisatiefunctie. Vanaf<br />

juli 2011 is bij nieuwe toelating van een voertuig RSS verplicht. Met <strong>WABCO</strong> RSS<br />

wordt aan alle wettelijke eisen met betrekking tot veiligheid in het wegverkeer<br />

voldaan.<br />

Oplegger / disselaanhangwagen.<br />

Roll Stability Support is een in het EBS geïntegreerde functie, die bij dreigend<br />

kantelgevaar preventief automatisch gaat remmen om het voertuig stabiel te<br />

houden.<br />

De RSS functie gebruikt de gegevens van het Trailer EBS E, zoals wielsnelheid,<br />

informatie over belading, gewenste vertraging en een in de EBS modulator<br />

geïntegreerde sensor voor de dwarsversnelling.<br />

Hiervoor wordt bij het overschrijden van de berekende kritische dwarsversnelling<br />

van het getrokken voertuig tijdelijk een lage testdruk uitgestuurd. Duur en hoogte<br />

van de druk zijn afhankelijk van de kritische dwarsversnelling.<br />

Het kantelgevaar wordt aan de hand van de wielreactie tijdens de testremmingen<br />

herkend. Bij herkend kantelgevaar volgt in het getrokken voertuig minstens aan de<br />

individueel geregelde (IR) wielen in de buitenbocht een remming met hoge druk<br />

om zo de voertuigsnelheid, de dwarsversnelling en daardoor het kantelgevaar te<br />

reduceren resp. het kantelen van het voertuig te voorkomen. De remdruk voor de<br />

wielen in de binnenbocht blijft voornamelijk onveranderd. Zo gauw er geen<br />

kiepgevaar meer is, wordt de RSS remming beëindigd.<br />

Op een as met een geModificeerde AsRegeling (MAR) is het door<br />

systeemgebonden redenen niet mogelijk de remdruk "rechts/links" separaat te<br />

regelen. Hier wordt bij herkend kiepgevaar naar de wisselklep regeling geschakeld.<br />

Een RSS regeling begint in een ongeremde of gedeeltelijk geremde rijsituatie.<br />

Remt de chauffeur sterk genoeg (vertraging boven het niveau van de RSS<br />

vertraging), dan wordt RSS niet ingeschakeld.<br />

Geeft de chauffeur tijdens een al begonnen RSS regeling van het getrokken<br />

voertuig een pneumatische of elektrische remwaarde aan, die hoger is dan die van<br />

de RSS regeling, dan wordt de RSS regeling afgebroken en volgens de<br />

remwaarde geremd.<br />

Het type drukaansturing voor de wielen van as e-f is afhankelijk van het<br />

voertuigtype en van de ABS systeemconfiguratie.


Voertuigtype en ABS systeemconfiguratie Opmerking<br />

• Oplegger met fusee-assen met 4S/3M, 4S/2M+1M<br />

of 2S/2M+SLV.<br />

• Disselaanhangwagen met 4S/3M.<br />

• Oplegger zonder fusee-as of middenasser met<br />

4S/3M of 4S/2M+1M.<br />

• Voertuigen met adhesie-gestuurde stuuras met<br />

2S/2M+SLV (stuuras via een Select Low klep<br />

geregeld), 4S/2M+1M of 4S/3M+EBS/ABS (stuuras<br />

MAR geregeld).<br />

Remsysteem<br />

TEBS E 5<br />

• De MAR as wordt in principe geremd met lagere of gelijke druk<br />

aan de ABS regeling (voor stabiliteit in bochten van adhesie<br />

gestuurde assen).<br />

• Tijdens de RSS regeling wordt in de ABS elektronica geen<br />

rekening gehouden met het wielgedrag van de wielen in de<br />

binnenbocht.<br />

• Zolang het binnenste wiel van de MAR as nog niet van de<br />

grond komt, wordt de MAR as geremd met lage druk om zo<br />

platte vlakken van de banden te voorkomen.<br />

• Wanneer het binnenste wiel van de MAR as van de grond<br />

komt; dat wil zeggen: met geringe druk blokkeerneiging<br />

vertoont, dan wordt de druk verhoogd – afhankelijk van het<br />

gedrag van de beide buitenste wielen.<br />

• De uitgestuurde druk aan de MAR as kan door ABS regeling<br />

aan het wiel in de buitenbocht zijn gereduceerd.<br />

• RSS is bij voertuigen met adhesie-gestuurde stuuras alleen<br />

mogelijk met hiernaast staande systeemconfiguraties.<br />

• Een adhesie-gestuurde fusee-as moet in de TEBS E<br />

diagnosesoftware worden aangeklikt, zie hoofdstuk 9.1<br />

"Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware",<br />

pagina 168, venster TEBS - ABS/RSS => RSS parameter<br />

=> Nalooptijd stuuras<br />

Instelling gevoeligheid van de RSS functie voor kiepgevaarlijk voertuigen<br />

De gevoeligheid van de RSS functie kan in de TEBS E diagnosesoftware worden<br />

ingesteld, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168, venster TEBS - ABS/RSS => RSS parameter.<br />

5.9.7 Stilstandfunctie<br />

Toepassing<br />

Doel<br />

Functie<br />

In de TEBS E modulator geïntegreerde functie.<br />

Ter voorkoming van onnodig stroomverbruik wanneer de combinatie op de<br />

parkeerrem staat en het ingeschakelde contact wordt uitgeschakeld.<br />

Bij stilstaand voertuig wordt alleen via de redundantiekring geremd. De elektropneumatische<br />

remdrukregeling is gedeactiveerd. Bij het wegrijden (v > 2,5 km/h)<br />

wordt deze functie uitgeschakeld.<br />

45


46<br />

5 TEBS E<br />

5.9.8 Noodremfunctie<br />

Toepassing<br />

Doel<br />

Functie<br />

5.9.9 Testmodus<br />

Toepassing<br />

Doel<br />

Functie<br />

Simulatie voertuig beladen<br />

Remsysteem<br />

In de TEBS E modulator geïntegreerde functie.<br />

Overbrengen van de maximale remkracht.<br />

Als de gewenste remdrukwaarde van de chauffeur (elektrisch of pneumatisch)<br />

overeenkomt met meer dan 90% van de beschikbare voorraaddruk of > 6,4 bar,<br />

een zogenaamde noodstop, dan worden de remcilinderdrukken stapsgewijs<br />

verhoogd tot op de karakteristiek van het beladen voertuig en de mogelijke inzet<br />

van de ABS regeling.<br />

De noodremfunctie wordt uitgeschakeld, wanneer de gewenste remdrukwaarde<br />

beneden 70% van de beschikbare voorraaddruk komt.<br />

In de TEBS E modulator geïntegreerde functie.<br />

Controle van de ALB karakteristiek bij stilstaand voertuig.<br />

De automatische lastafhankelijke remkrachtregeling kan in deze testmodus<br />

afhankelijk van de commandodruk en de actuele aslast of de actuele balgdruk<br />

worden gecontroleerd.<br />

Voor het testen worden de stilstand- en noodremfunctie gedeactiveerd.<br />

Start van de simulatie<br />

– Schakel het contact in bij een volledig drukloze commandoleiding (bedrijfsremen<br />

parkeerremsysteem in de motorwagen mogen niet bediend zijn) om het<br />

elektronisch remsysteem in de testmodus te zetten.<br />

Zodra het voertuig rijdt, dan worden de stilstand- en noodremfunctie weer<br />

ingeschakeld.<br />

Zodra het voertuig sneller rijdt dan 10 km/u, wordt de testmodus beëindigd.<br />

Het is mogelijk de status "beladen" bij een onbeladen voertuig te simuleren door de<br />

luchtbalgen tot < 0,15 bar te ontluchten of door het voertuig tot op de buffers te<br />

laten dalen. Overeenkomstig de beveiliging "voertuig tot op buffer" worden de volle<br />

remdrukken uitgestuurd.<br />

Mechanische vering: Maak de verbinding van de sensor los en draai de hefboom in<br />

de positie die overeenkomt met het ingeveerde voertuig.<br />

Simulatie met diagnose<br />

Met de TEBS E diagnosesoftware kan deze beveiliging via het menu aansturing<br />

worden gesimuleerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 venster TEBS-E diagnosesoftware.


5.9.10 Controle voorraaddruk<br />

Toepassing<br />

Doel<br />

Functie<br />

WAARSCHUWING<br />

Remsysteem<br />

In de TEBS E modulator geïntegreerde functie.<br />

Controle van de voorraaddruk door TEBS E.<br />

TEBS E 5<br />

Waarschuwingsweergave / verklikkerlampje: Zakt in het getrokken voertuig de<br />

voorraaddruk onder de 4,5 bar, dan wordt de chauffeur door de rode en gele<br />

waarschuwingsweergave / waarschuwingslampen geïnformeerd. Bovendien wordt<br />

een melding in het diagnosegeheugen opgeslagen. De waarschuwingsweergave /<br />

waarschuwingslamp gaat pas uit, wanneer de voorraaddruk weer boven 4,5 bar<br />

komt.<br />

Ongevalrisico door te lage voorraaddruk (< 4,5 bar)<br />

Het voertuig kan niet meer worden geremd.<br />

– Zodra de waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp (rood en geel)<br />

brandt, moet het voertuig worden gestopt en op een veilige locatie worden<br />

geparkeerd.<br />

– De druktoevoer moet worden gecontroleerd en eventueel moet een<br />

reparatiedienst worden geroepen.<br />

47


48<br />

5 TEBS E<br />

5.10 ECU interne functies<br />

5.10.1 Kilometerteller<br />

Remsysteem<br />

Het Trailer EBS E is met een geïntegreerde kilometerteller uitgevoerd, die tijdens<br />

de rit de afgelegde weg meet. De nauwkeurigheid wordt door de bandenmaat in<br />

verhouding tot de geparametreerde bandenmaat bepaald.<br />

De kilometerteller heeft spanning nodig. Wanneer TEBS E niet van spanning wordt<br />

voorzien, dan werkt ook de kilometerteller niet en deze is daarom niet tegen<br />

manipulaties beveiligd.<br />

Wanneer een SmartBoard is geïnstalleerd, dan wordt ook daar de afgelegde weg –<br />

onafhankelijk van TEBS E – berekend. Deze kilometerteller werkt ook wanneer<br />

TEBS E niet van spanning is voorzien.<br />

De kilometerteller in het TEBS E berekent het gemiddelde van alle wielen, de<br />

kilometerteller in het SmartBoard berekent echter de afstand van wielsensor c,<br />

daarom kunnen door de verschillende bandenmaten (bandenslijtage) de<br />

kilometertellers van elkaar afwijken.<br />

Voor de aansluiting van het SmartBoard is geen Y-kabel nodig, daar de verbinding<br />

al in de kabel van het SmartBoard is geïntegreerd.<br />

De volgende deelfuncties zijn mogelijk:<br />

Totale kilometerteller<br />

De totale kilometerstand geeft de totaal afgelegde weg weer sinds het TEBS E in<br />

bedrijf is gesteld. Deze waarde wordt regelmatig opgeslagen en via de TEBS E<br />

Diagnostic Software (zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => startvenster) of via het SmartBoard (submenu<br />

„Kilometerteller“) uitgelezen.<br />

Dagteller<br />

De dagteller kan de afgelegde weg tussen de twee servicebeurten of binnen een<br />

bepaalde tijd vaststellen.<br />

Het uitlezen en wissen van de dagteller is mogelijk met bijv. de TEBS E<br />

diagnosesoftware of met het SmartBoard.<br />

Een speciale kalibrering is niet nodig. De kalibratiefactor wordt uit de<br />

bandenomtrek en het aantal tanden van het poolwiel berekend, die bij de<br />

eindcontrole van het Trailer EBS moeten worden ingevoerd.


5.10.2 Servicesignaal<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Alle getrokken voertuigen.<br />

Remsysteem<br />

TEBS E 5<br />

Het servicesignaal is er om de chauffeur aan een servicebeurt te herinneren.<br />

Waarschuwingsweergave: Wanneer het voertuig een geparametreerde afstand<br />

heeft afgelegd (bijvoorbeeld 100.000 km), wordt bij de eerstvolgende inschakeling<br />

van het contact (tijdens rijden of stilstaan) de gele waarschuwingslamp geactiveerd<br />

en deze knippert dan 8 maal. Dit knipperen herhaalt zich elke keer na het<br />

inschakelen van het contact. Bovendien worden de gegevens van de<br />

serviceaanwijzing opgeslagen in het in de ECU geïntegreerde geheugen<br />

bedrijfsgegevens.<br />

Wanneer de servicebeurt met succes heeft plaatsgevonden, dan kan het<br />

servicesignaal via de TEBS E diagnosesoftware (extra's => service-interval)<br />

worden gereset.<br />

Bereikt het voertuig de volgende geparametreerde service-interval (bijvoorbeeld<br />

200.000 km), dan wordt het servicesignaal opnieuw geactiveerd.<br />

Parametrering<br />

Af fabriek is het servicesignaal van de TEBS E niet geactiveerd.<br />

– Schakel de functies actief via de TEBS E Diagnostic Software zie hoofdstuk<br />

9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168<br />

=> venster TEBS-E Diagnostic Software => Extra's => Service-interval.<br />

5.10.3 GIO bedrijfsurenteller<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Parametrering<br />

Alle getrokken voertuigen.<br />

De GIO bedrijfsurenteller telt de bedrijfstijden van interne GIO-functies<br />

(bijvoorbeeld snelheidssignaal) of van de door GIO uitgangen geregelde<br />

componenten (bijvoorbeeld schuifbodems) op.<br />

Waarschuwingsweergave / verklikkerlampje: Bij het bereiken van vooraf<br />

ingestelde bedrijfstijden kan een event (serviceaanwijzing) worden gestart en<br />

worden weergegeven via TEBS E Diagnostic Software of SmartBoard. Het event<br />

kan optioneel ook via de waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp (geel,<br />

ABS) of via een aan de aanhanger aangebrachte externe waarschuwingslamp<br />

worden afgegeven. Zodra de serviceaanwijzing wordt weergegeven, moet aan het<br />

voertuig de desbetreffende service worden verricht.<br />

– Activeer de GIO bedrijfsurenteller in de TEBS E Diagnostic Software zie<br />

hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware",<br />

pagina 168 => venster TEBS - functieselectie => Speciale functies<br />

=> GIO bedrijfsurenteller.<br />

– Definieer de parameters optioneel in het venster TEBS - GIO parameter 3<br />

=> GIO bedrijfsurenteller.<br />

Servicenaam:Hier kan de naam voor de bewakende functie worden gegeven<br />

voor weergave in het SmartBoard.<br />

Service-interval (uren): Geef hier een zinvolle intervaltijd op voor de<br />

geselecteerde componenten / functie.<br />

49


50<br />

5 TEBS E<br />

Componenten<br />

Remsysteem<br />

Service-interval terug te stellen: Hier kan het recht worden gereserveerd, dat<br />

het service-interval op de startpagina in de TEBS E Diagnostic Software<br />

(Extra's => Service-interval) of via het SmartBoard kan worden teruggesteld.<br />

Service-interval te wijzigen: Hier kan het recht worden gereserveerd, dat het<br />

service-interval op de startpagina in de TEBS E Diagnostic Software (Extra's<br />

=> Service-interval) of via het SmartBoard kan worden veranderd.<br />

Ingangssignaal => intern signaal: Bij het interne signaal kan via een Drop-<br />

Down-menu de desbetreffende GIO-functie worden geselecteerd (zie<br />

onderstaande tabel). U kunt definiëren of de bedrijfstijd van de functie in actieve<br />

of inactieve toestand moet worden geregistreerd.<br />

Ingangssignaal => analoog signaal: Bij het analoge signaal moet een<br />

drempelwaarde (waarde, vanaf welke de schakelaar wordt geactiveerd) worden<br />

toegekend en moet worden vastgelegd of de bedrijfstijd groter of kleiner dan de<br />

drempelwaarde moet zijn.<br />

Weergave door ABS-lamp / weergave door externe signaallamp: U kunt<br />

selecteren of de waarschuwing via de waarschuwingsweergave /<br />

waarschuwingslamp (geel, ABS) of via een aan de aanhanger aangebrachte<br />

externe waarschuwingslamp moet worden afgegeven.<br />

Voor de volgende nieuwe kan de GIO bedrijfsurenteller geparametreerd worden:<br />

Intern ingangssignaal<br />

voor GIO functies<br />

Analoog ingangssignaal<br />

voor aangesloten GIO componenten<br />

UItgangssignaal FCF 1-8 Bijvoorbeeld externe ECU voor de regeling van<br />

schuifbodems.<br />

Contact uit<br />

Achteruitlicht<br />

Vrij configureerbare analoge<br />

functie<br />

Vrij configureerbare digitale<br />

functie<br />

Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 SmartBoard (optioneel) 446 192 110 0<br />

2 Kabel voor SmartBoard<br />

(optioneel)<br />

3 Externe waarschuwingslamp<br />

(optioneel)<br />

449 911 ... 0<br />

Niet in <strong>WABCO</strong><br />

leveringsprogramma.


5.10.4 Weergave aslast<br />

Parametrering<br />

Kalibreren weergave aslast<br />

Remsysteem<br />

TEBS E 5<br />

Aslasten kunnen via de CAN interface naar de motorwagen of via SUBSYSTEMS<br />

naar het SmartBoard / de Trailer Remote Control worden weergegeven.<br />

De weergave in de motorwagen is afhankelijk van de ondersteuning respectievelijk<br />

vrijschakeling van de functie "Aanhanger-aslastweergave". In het algemeen stelt<br />

TEBS E deze informatie altijd ter beschikking.<br />

De nauwkeurigheid bij mechanisch geveerde voertuigen is door de constructie<br />

beperkt.<br />

De aslast wordt niet weergegeven en niet in het geheugen bedrijfsgegevens (ODR)<br />

opgeslagen, wanneer de volgende voorwaarden van toepassing zijn:<br />

• Bij disselaanhangwagens met slechts één aslastsensor op as c-d.<br />

Om de aslast weer te geven kan de extra aslastsensor op as e-f worden<br />

gemonteerd.<br />

• Bij voertuigen met liftassen, die niet door TEBS E worden geregeld<br />

(mechanisch, Trailer Central Electronic of externe ECAS).<br />

• Bij opleggers met sleepas zonder extra druksensor.<br />

• Wanneer in de TEBS E diagnosesoftware een liftas is geparametreerd, maar<br />

niet door de interne liftasregeling wordt aangestuurd, dan wordt geen aslast<br />

weergegeven.<br />

Bij disselaanhangwagens met 4S/3M en opleggers met 4S/2M+1M en 4S/3M kan<br />

een extra aslastsensor worden gemonteerd om de meetnauwkeurigheid te<br />

verhogen zie hoofdstuk 6.8 "Externe aslastsensor", pagina 82. Zonder extra<br />

aslastsensor wordt de afzonderlijke asbelasting gelijkmatig over alle assen<br />

verdeeld.<br />

Om afhankelijk van de ingezette motorwagen de correcte weergave van de aslast<br />

mogelijk te maken, kan de verzending van afzonderlijke berichten in de TEBS E<br />

diagnosesoftware via een speciale parameterinstelling CAN berichten ISO 11992<br />

worden gedeactiveerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS E - ABS/RSS => EBS22 geen<br />

uitvoer van de totale asbelasting of RGE22 geen uitvoer van de afzonderlijke<br />

aslasten.<br />

Om een hogere nauwkeurigheid van de aslastweergave te bereiken, kan met het<br />

SmartBoard een kalibrering van de weergave worden doorgevoerd. De<br />

gekalibreerde waarde wordt via de ISO 7638-interface overgedragen aan het<br />

voertuig en ook weergegeven op het SmartBoard.<br />

Voor de kalibrering wordt een extra karakteristiek gebaseerd op de gewichten van<br />

een onbeladen, deelsbeladen en beladen voertuig gecreëerd. Er wordt een 3-punts<br />

karakteristiek in de TEBS E geplaatst. Een uitgebreide beschrijving van het<br />

systeem vindt u in "SmartBoard – systeembeschrijving" zie hoofdstuk 4 "Inleiding",<br />

pagina 13 => paragraaf "Meer informatie".<br />

De kalibreerprocedure is verbeterd, zodat nu bij een foutieve<br />

kalibrering geen melding meer in het diagnosegeheugen wordt<br />

geplaatst.<br />

U kunt naar wens 1, 2 of 3 punten kalibreren. Iedere waarde kan<br />

afzonderlijk worden veranderd, zodat een kalibrering van slechts de<br />

waarde van het beladen voertuig de nauwkeurigheid reeds aanzienlijk<br />

verbetert.<br />

51


52<br />

5 TEBS E<br />

Componenten<br />

Remsysteem<br />

Wanneer een waarde wordt gekalibreerd, wordt deze waarde onmiddellijk in de<br />

karakteristiek van de aslast overgenomen. De gekalibreerde minimum-/<br />

maximumwaarden mogen maximaal 20% afwijken van de voor de ALB<br />

vastgelegde karakteristiek.<br />

De gekalibreerde waarden voor het onbeladen, gedeeltelijk beladen en beladen<br />

voertuig mogen niet kleiner zijn dan een vastgelegde, minimale onderlinge afstand<br />

(minimaal 10%). De kalibrering verhoogt de nauwkeurigheid uitsluitend voor het bij<br />

de kalibrering aanwezige niveau.<br />

Aangezien de eigenschappen van de luchtveerbalgen tijdens de levensduur<br />

veranderen, is eventueel een nieuwe kalibrering noodzakelijk.<br />

let op: een reeds begonnen kalibrering moet via het SmartBoard ook worden<br />

afgesloten, omdat anders een foutmelding wordt afgegeven.<br />

Waarschuwingsweergave / verklikkerlampje: Optioneel is het ook mogelijk het<br />

SmartBoard zo te programmeren, dat de rode waarschuwingsweergave gaat<br />

knipperen wanneer de aslast 90% en 100% bereikt om zo het gevaar van<br />

overbelading aan te geven, bijvoorbeeld bij het laden van stortgoed.<br />

Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 Smartboard<br />

446 192 11. 0<br />

2 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0


5.10.5 Notebookfunctie (vanaf versie TEBS E2)<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Toepassing van de functie<br />

Alle getrokken voertuigen.<br />

Remsysteem<br />

TEBS E 5<br />

De notebookfunctie maakt de weergave, handmatige bewerking en het opslaan<br />

van TEBS E gegevens (bijvoorbeeld lijst met gemonteerde componenten) of<br />

voertuiggegevens (servicehistorie, bijvoorbeeld verholpen gebreken, laatste<br />

onderhoudsdatum).<br />

De data zijn opgeslagen in tabelvorm in het TEBS E geheugen.<br />

– Roep de functie op met behulp van TEBS E Diagnostic Software => venster<br />

TEBS-E Diagnostic Software => extra's => notebook, zie hoofdstuk 9.1<br />

"Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />

De notebook-functie vereist geen extra parametrering of activering.<br />

Gegevens lezen<br />

– Om de gegevens uit de ECU te lezen, drukt u op de knop Uit ECU lezen.<br />

– Om de gegevens uit een voorbereid bestand van de PC (CSV-bestand) te lezen,<br />

drukt u op de knop Uit bestand lezen.<br />

CSV-bestand: Dit bestand kunt u op uw pc maken (bijvoorbeeld met Excel).<br />

De gegevens moeten alfanumeriek zijn (geen opmaak of speciale tekens). In totaal<br />

heeft de geheugenruimte, gebaseerd op het aantal tekens, ongeveer een A4<br />

pagina ter beschikking, die in maximaal 10 kolommen kan worden verdeeld.<br />

Gegevens bewerken<br />

– Wanneer dat nodig is, bewerkt u de gegevens met behulp van de TEBS E<br />

Diagnostic Software binnen het invoervenster.<br />

Gegevens in ECU schrijven<br />

– Om de gegevens in de ECU op te slaan, drukt u op de knop In ECU schrijven.<br />

Om de gegevens op uw pc op te slaan, drukt u op de knop In bestand schrijven.<br />

53


54<br />

5 TEBS E<br />

5.10.6 Geheugen bedrijfsgegevens (ODR)<br />

Doel<br />

Statistische gegevens<br />

Remsysteem<br />

Opslaan van verschillende gegevens, die het voertuiggebruik documenteren en<br />

analyses van de omgang met het voertuig mogelijk maken.<br />

Deze bedrijfsgegevens kunnen met het PC analyseprogramma "ODR tracker"<br />

worden geanalyseerd.<br />

Het geheugen bedrijfsgegevens is onderverdeeld in statistische gegevens<br />

(geheugen per rit, grafieken) en het geheugen voor storingsmeldingen.<br />

De ODR-gegevens kunnen door een vrij te kiezen wachtwoord worden beschermd<br />

tegen verwijderen. Het wachtwoord kan in de TEBS E diagnosesoftware door<br />

aanklikken worden toegekend, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />

TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS-E diagnosesoftware<br />

=> ODR => wachtwoordbeheer .<br />

De statistische gegevens worden opgeslagen als som, als gemiddelde waarde<br />

voor de levensduur van de componenten of vanaf de laatste keer dat het<br />

geheugen van de bedrijfsgegevens (ODR) is gewist.<br />

Statistische gegevens zijn:<br />

• Bedrijfsuren<br />

• Aantal ritten (trips)<br />

• Gemiddelde belading<br />

• Aantal overbeladingen (trips)<br />

• Gemiddelde remdruk<br />

• Aantal remmingen<br />

• Aantal remmingen met druk aan het gele koppelstuk<br />

• Aantal remmingen bij 24N gebruik<br />

• Aantal remmingen met strekrem<br />

• Aantal bedieningen handrem<br />

• Kilometerteller en bedrijfsuren sinds laatste vervanging remblokken<br />

• Gegevens luchtvering en activeren liftas<br />

Geheugen per rit<br />

Een rit houdt in een traject van minstens 5 km en een snelheid van minimaal<br />

30 km/h. In het geheugen per rit worden de gegevens van de laatste 200 ritten<br />

opgeslagen. De volgende gegevens worden per rit in het geheugen opgeslagen:<br />

• Kilometers bij ritbegin<br />

• Gereden kilometers<br />

• Bedrijfsuren bij ritbegin<br />

• Rijtijd<br />

• Maximum snelheid<br />

• Gemiddelde snelheid<br />

• Gemiddelde stuurdruk<br />

• Rembedieningen<br />

• Remfrequentie<br />

• Aggregaatlast bij ritbegin<br />

• ABS remmingen<br />

• RSS ingrepen trap 1 (testremming)<br />

• RSS ingrepen trap 2 (vertragingsremming)


Remsysteem<br />

TEBS E 5<br />

Wanneer een SmartBoard is aangesloten, dan worden de ritten voorzien van tijds-/<br />

datuminformatie.<br />

Grafiek<br />

Een grafiek geeft de verdeling weer van de gebeurtenissen, zoals deze optreden<br />

tijdens de exploitatietijd van het voertuig.<br />

Alle grafieken bestaan uit acht klassen. Dit betekent, dat de waarden trapsgewijs<br />

worden gegroepeerd (bijvoorbeeld 0-15%; 16-30%).<br />

Aggregaatlast<br />

(totaal alle assen)<br />

Opslaan gereden<br />

kilometers per<br />

asstelklasse.<br />

Aslast<br />

(aslast één as)<br />

Opslaan gereden<br />

kilometers per<br />

aslastklasse.<br />

Histogrammen<br />

Remtijd Stuurdruk<br />

Opslaan remtijd per<br />

klasse en de<br />

maximaal opgetreden<br />

druk.<br />

Opslaan remming per<br />

klasse en de<br />

maximaal opgetreden<br />

druk.<br />

Een gedetailleerde beschrijving van de grafieken vindt u in de ODR tracker<br />

gebruiksaanwijzing zie hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf „Meer<br />

informatie“.<br />

Geheugen voor storingsmeldingen<br />

In het geheugen voor storingsmeldingen wordt het aantal events (maximaal 200),<br />

dus meldingen van het remsysteem, opgeslagen.<br />

Elke storingsmelding wordt met het tijdstip (uitsluitend op het SmartBoard) en de<br />

kilometerstand op het moment van het voorval in de TEBS E modulator<br />

opgeslagen.<br />

Deze meldingen kunnen bijv. zijn:<br />

• ABS ingrepen<br />

• RSS ingrepen<br />

• Waarschuwingsweergave brandt<br />

• Meldingen<br />

• Handmatig deactiveren van TailGUARD<br />

• Meldingen wegrijblokkering<br />

• Events gedefinieerd door GIO parametrering (bijv. wanneer een aangesloten<br />

deurcontactschakelaar aangeeft dat de deur wordt geopend).<br />

Componenten<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 Programma ODR tracker<br />

Op USB stick voor toepassing op<br />

computers met Windows<br />

besturingssysteem.<br />

Beschikbare talen zie<br />

http://www.wabco-auto.com/<br />

=> Diagnose => <strong>WABCO</strong><br />

System Diagnostics =><br />

Overzicht productnummers<br />

Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />

2 Smartboard 446 192 110 0<br />

3 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />

55


56<br />

6 TEBS E<br />

6 GIO functies<br />

Inleiding GIO<br />

GIO functies<br />

Dit hoofdstuk beschrijft functies, die met behulp van de GIO interfaces van de<br />

TEBS E modulator en andere componenten kunnen worden gecreëerd. Normaal<br />

gesproken is voor deze functies een TEBS E modulator (Premium) nodig (zie<br />

onderstaande tabel "overzicht GIO functies").<br />

GIO betekent Generic Input/Output en houdt in vrij programmeerbare in- en<br />

uitgangen. De Trailer EBS E modulator heeft bij de Standard 4 GIO aansluitingen,<br />

bij de Premium 7 GIO aansluitingen. Via de GIO functies is het mogelijk<br />

verschillende extra functies in de trailermodulator te activeren.<br />

Via de elektronische uitbreidingsmodule ELEX (zie hoofdstuk 7.1<br />

"Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX)", pagina 123) worden meer<br />

GIO aansluitingen aangeboden, die de aansluiting van extra<br />

componenten mogelijk maken.<br />

Met de TEBS E diagnosesoftware wordt een toekenning (vanaf fabriek) voor de<br />

standardfuncties vastgelegd. Enkele functies komen meer dan eens voor (bijv.<br />

geïntegreerde liftasbesturing, snelheidsschakelaar ISS, permanente plus).<br />

Met de parametrering kunnen functies aan de GIO aansluitingen worden<br />

toegekend. Via de parametrering is ook de keuze mogelijk of uit<br />

veiligheidsoverwegingen uitgangen op kabelbreuk worden gecontroleerd. Wanneer<br />

een last op een GIO-uitgang zonder geparametreerde functie wordt aangesloten,<br />

wordt een fout waargenomen.<br />

Alle GIO aansluitingen hebben minstens één schakeluitgang (eindfase) en één<br />

massacontact. De andere beide Pins worden wisselend toegekend. Daaruit volgt,<br />

dat niet alle functies op alle aansluitingen in dezelfde mate kunnen worden<br />

gerealiseerd zie hoofdstuk 12.2 "Pin-toekenning", pagina 215. De maximaal<br />

toelaatbare spanning voor alle GIO schakeluitgangen is 1,5 A.<br />

GIO functies zijn beschikbaar, wanneer het systeem voldoende van stroom wordt<br />

voorzien en zonder fouten is.<br />

GIO uitgang<br />

Met de GIO uitgang kan de elektrische belasting (bijvoorbeeld magneetkleppen,<br />

lampen) worden geschakeld.<br />

De GIO uitgangen kunnen ook als ingangen worden gebruikt. Daarbij kan gemeten<br />

worden of een schakelaar open of tegen massa is geschakeld. Wordt de<br />

schakelaar tegen plus geschakeld, dan wordt bij het sluiten van de schakelaar op<br />

fouten herkend.<br />

GIO analoge ingang<br />

Met de GIO analoge ingang kunnen analoge signalen (bijvoorbeeld van de<br />

druksensor) worden ingelezen of signalen van toetsen worden herkend.<br />

GIO ingang wegsensor<br />

ECAS wegsensoren kunnen worden aangesloten op de GIO ingangen voor<br />

wegsensoren voor de interne hoogteregeling of als sensering van de inveringsweg<br />

om de aslast vast te stellen bij mechanisch geveerde voertuigen.


Overzicht GIO functies<br />

Liftasregeling met LACV<br />

Liftasregeling met LACV-IC<br />

Sleepasregeling met restdruk<br />

Elektronische niveauregeling (ECAS 1 puntsregeling)<br />

Groen verklikkerlampje<br />

Deactiveren van de automatische niveauregeling<br />

Snelheidsschakelaar (ISS1, ISS2)<br />

Signaal RSS actief<br />

Signaal ABS actief<br />

Wegrijhulp<br />

Externe aslastsensor<br />

OptiTurn (rangeerhulp)<br />

OptiLoad (Kingpin reductie)<br />

Gedwongen dalen<br />

Remblokkenslijtage-indicatie (BVA)<br />

Spanningsvoeding Telematica op GIO5<br />

Snelheidssignaal<br />

Permanente plus 1 en 2<br />

Asfaltrem<br />

Trailer Extending Control<br />

Trailer Safety Brake<br />

Ontspanningsfunctie<br />

Blokkering stuuras<br />

Roll Stability Adviser<br />

Kooiaapregeling<br />

Remontgrendelingsfunctie<br />

Noodremlicht (Emergency Brake Light)<br />

Wegrijblokkering (immobilizer)<br />

Vrij te configureren functies<br />

GIO functies<br />

TEBS E modulator<br />

(standard)<br />

TEBS E 6<br />

TEBS E modulator Versie TEBS ...<br />

(Premium)<br />

(Multi-Voltage) E0 E1 E1.5 E2 E2.5<br />

57


58<br />

6 TEBS E<br />

GIO functies<br />

GIO functies zie hoofdstuk 7 "Externe systemen", pagina 123<br />

eTASC<br />

Uitschakelen ECAS<br />

Accuvoeding<br />

TailGUARD (alle configuraties) met ELEX<br />

Elektronische niveauregeling<br />

ECAS 2-puntsregeling met ELEX<br />

TEBS E modulator<br />

(standard)<br />

TEBS E modulator Versie TEBS ...<br />

(Premium)<br />

(Multi-Voltage) E0 E1 E1.5 E2 E2.5


6.1 Liftasregeling<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

GIO functies<br />

Getrokken voertuigen met één liftas of met meerdere liftassen.<br />

TEBS E 6<br />

Liftasregeling in disselaanhangwagen<br />

Bij 3-assige disselaanhangwagens is het mogelijk as 2 of 3 als liftas uit te voeren.<br />

Wanneer de TEBS modulator op de vooras van het voertuig is gemonteerd, dan<br />

moet de achteras die op de grond blijft door een externe druksensor worden<br />

gecontroleerd.<br />

Regeling van de liftassen door TEBS E afhankelijk van de actuele aslast en de<br />

actuele belading.<br />

De voertuigsnelheid waarmee het heffen van de liftas(sen) mogelijk is, kan tussen<br />

de 0 en 30 km/h worden geparametreerd.<br />

In de parameters (zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1<br />

=> Automatische liftasaansturing) kan de volgorde voor het heffen van de assen<br />

worden vastgelegd. De parameters worden bepaald voor de druk die nodig is voor<br />

heffen en dalen van de liftas. Eerst gaat altijd de 1e liftas opgetild en dan de 2e<br />

liftas.<br />

De TEBS E diagnosesoftware geeft nuttige balgdrukwaarden voor de liftasregeling<br />

door. De gebruiker kan deze adviezen echter veranderen in geval van speciale<br />

voertuigen (bijv. bij 3-assige disselaanhangwagens met een kooiaap).<br />

De positie van de liftassen wordt doorgegeven naar de CAN interface<br />

"motorwagen" en kan daar, wanneer deze mogelijkheid is geïnstalleerd op de<br />

motorwagen, op het instrumentenpaneel worden weergegeven.<br />

De balg- en voorraaddruk worden vanaf TEBS E1 gecontroleerd. De<br />

liftas wordt niet meer opgetild, wanneer het voertuig tot op de buffer is<br />

neergelaten of de voorraaddruk te laag (< 6,5 bar) is.<br />

Bovendien is een nieuwe plausibiliteitscontrole van de liftassen bij<br />

heffen resp. dalen geïntegreerd om het zogenaamde jojo-effect te<br />

vermijden. Dit jojo-effect treedt altijd op, wanneer het drukverschil<br />

tussen Heffen/neerlaten-druk < 1,0 bar is.<br />

Met de TEBS E diagnosesoftware wordt dit drukverschil bij het<br />

ingeven gecontroleerd en er wordt een passende aanwijzing bij de<br />

ingave van de parameters gegeven.<br />

Wanneer de ISO 7638 spanningsvoeding tijdens het rijden van het<br />

motorvoertuig niet beschikbaar is en daarom de ECU alleen via de<br />

24N stoplichtvoeding van spanning wordt voorzien, dan is er geen<br />

liftasregeling.<br />

Alleen bij gegarandeerde ISO 7638 spanningsvoeding en v = 0 km/h<br />

werkt de liftasregeling weer correct.<br />

59


6 TEBS E<br />

Liftasregeling LA1<br />

Liftasregeling LA2<br />

Componenten<br />

Component /<br />

bestelnummer<br />

Liftasklep<br />

LACV<br />

463 084 0.. 0<br />

Asliftklep<br />

463 084 010 0<br />

60<br />

GIO functies<br />

Instelling gedrag liftassen bij uitgeschakeld contact<br />

Het gedrag van de liftas (opgetild of neergelaten) kan bij een stilstaand<br />

voertuig (contact UIT) worden aangepast in de TEBS E<br />

diagnosesoftware en is afhankelijk van de constructie van de asliftklep.<br />

De impulsgestuurde asliftklep kan na contact UIT de liftas in de<br />

posities Heffen/neerlaten regelen.<br />

De veerretour asliftklep kan na contact UIT de liftas alleen in de positie<br />

dalen regelen.<br />

Op de TEBS E modulator kunnen maximaal drie impulsgestuurde<br />

kleppen worden aangesloten.<br />

De volgende aansluitingen voor de regeling van de 1e liftas zijn mogelijk: een<br />

veerretour asliftklep 464 084 0.. 0 of een impulsgestuurde asliftklep 463 084 100 0<br />

of een impulsgestuurd ECAS magneetklepblok met liftasregeling 472 905 114 0<br />

De volgende aansluitingen voor de regeling van de 2e liftas zijn mogelijk: een<br />

veerretour asliftklep 463 084 0.. 0 of een impulsgestuurde asliftklep 463 084 100 0<br />

Voertuigtype Doel / functie Opmerking Verbindingskabel<br />

Alle getrokken<br />

voertuigen met<br />

liftas(sen).<br />

Alle getrokken<br />

voertuigen met<br />

liftas(sen).<br />

Regeling van maximaal twee<br />

liftassen automatisch; dat wil<br />

zeggen afhankelijk van de<br />

actuele aslast.<br />

Elektrische aansturing en<br />

controle door TEBS E.<br />

Wegrijhulp met restdruk<br />

mogelijk (alleen met extra<br />

magneetklep, bijv.<br />

472 173 226 0).<br />

Regeling van maximaal twee<br />

liftassen in een<br />

luchtveringinstallatie van twee<br />

circuits; dat wil zeggen<br />

afhankelijk van de actuele<br />

aslast.<br />

Elektrische aansturing en<br />

controle door TEBS E.<br />

463 084 031 0<br />

1-krings, veerretour,<br />

zonder koppelingen.<br />

463 084 041 0<br />

1-krings, veerretour,<br />

met koppelingen.<br />

463 084 042 0<br />

1-krings, veerretour,<br />

met koppelingen.<br />

463 084 050 0<br />

12V varianten met<br />

NPTF draad; voor<br />

gebruik bij Multi-<br />

Voltage.<br />

Kabel voor liftas<br />

conventioneel, RTR<br />

449 443 ... 0<br />

2-krings, veerretour. Kabel voor liftas<br />

conventioneel, RTR<br />

449 443 ... 0<br />

Zonder DIN<br />

bajonetaansluiting,<br />

gebruik hiervoor<br />

adapter 894 601 135 2.


Component /<br />

bestelnummer<br />

Liftasklep<br />

LACV-IC<br />

463 084 100 0<br />

ECASmagneetklep<br />

472 905 114 0<br />

ECASmagneetklep<br />

472 905 111 0<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Voertuigtype Doel / functie Opmerking Verbindingskabel<br />

Alle getrokken<br />

voertuigen met<br />

liftas(sen).<br />

Oplegger /<br />

disselaanhangwagen<br />

(met liftas).<br />

Oplegger /<br />

disselaanhangwagen<br />

(met liftas).<br />

Gebruik van een liftas voor de<br />

aansturing van de derde as bij<br />

een 3-assige oplegger voor<br />

dynamische wielbasisregeling<br />

(OptiTurn / OptiLoad).<br />

Toepassing voor de<br />

wegrijblokkering voor de<br />

aansturing van de<br />

veerremcilinders.<br />

Elektrische aansturing en<br />

controle door TEBS E.<br />

Wegrijhulp met restdruk<br />

mogelijk.<br />

1-puntsregeling.<br />

Regeling voertuigniveau van<br />

één as of meerdere assen.<br />

Heffen/neerlaten van één of<br />

twee parallel geregelde<br />

liftassen.<br />

Elektrische aansturing en<br />

controle door TEBS E.<br />

Wegrijhulp met restdruk<br />

mogelijk.<br />

2-puntsregeling.<br />

Regeling voertuigniveau van<br />

één as of meerdere assen.<br />

Heffen/neerlaten van één of<br />

twee parallel geregelde<br />

liftassen.<br />

Elektrische aansturing en<br />

controle door TEBS E.<br />

Wegrijhulp met restdruk<br />

mogelijk.<br />

Impulsgestuurd. Kabel voor asliftklep<br />

449 445 ... 0<br />

of<br />

449 761 ... 0<br />

1-krings,<br />

impulsgestuurd.<br />

2-krings.<br />

2-puntsregeling,<br />

alleen mogelijk in<br />

combinatie met ELEX<br />

en vanaf versie<br />

TEBS E2.<br />

+ impulsgestuurde<br />

liftas.<br />

Kabel voor ECAS<br />

magneetklep<br />

449 445 ... 0<br />

(2x)<br />

Kabel voor ECAS<br />

magneetklep<br />

449 445 ... 0<br />

Kabel voor ECAS<br />

2-puntsregeling<br />

449 439 ... 0<br />

impulsgestuurd: De klep heeft twee magneten en een stopstand, waarin de liftas gedeeltelijk kan worden ontlast.<br />

veerretour: De liftas wordt neergelaten of opgetild, zonder tussenstanden. Wanneer de spanning wordt uitgeschakeld, dan<br />

daalt de liftas.<br />

61


62<br />

6 TEBS E<br />

GIO functies<br />

<strong>WABCO</strong> aanbeveling voor de keuze van kleppen voor liftassen<br />

Liftasklep<br />

veerretour<br />

463 084 010 0<br />

Gedrag liftassen bij uitgeschakeld contact<br />

Liftas blijft in gewenste en<br />

geparametreerde stand<br />

(opgetild of neergelaten).<br />

Liftas daalt.<br />

Liftasklep<br />

veerretour<br />

463 084 031 0<br />

In combinatie met TEBS E<br />

modulator 480 102 03. 0<br />

(Standard)<br />

Liftasregeling, wegrijhulp, gedwongen dalen, OptiTurn / OptiLoad<br />

Een liftas zonder dynamische<br />

wielbasisregeling<br />

Twee liftassen zonder<br />

dynamische wielbasisregeling.<br />

Advies van de asfabrikant:<br />

Bij twee liftassen zou één liftas<br />

2-krings moeten zijn.<br />

Dynamische<br />

wielbasisregeling<br />

Een liftas of sleepas met<br />

dynamische wielbasisregeling<br />

op as 3 voor aslastverdeling bij<br />

belading of automatisch heffen<br />

in een bocht.<br />

Bediening<br />

Liftasklep<br />

impulsgestuurd<br />

463 084 100 0<br />

ECASmagneetklep<br />

impulsgestuurd<br />

472 905 114 0<br />

ECASmagneetklep<br />

impulsgestuurd<br />

472 905 111 0<br />

In combinatie met TEBS E modulator 480 102 06. 0<br />

(Premium)<br />

In combinatie met TEBS E modulator 480 102 03. 0 (Standard) / 480 102 06. 0 (Premium)<br />

In combinatie met TEBS E modulator 480 102 06. 0<br />

(Premium)<br />

Informatie over bediening, zie hoofdstuk 10.6 "Bediening liftassen", pagina 202.


6.2 Sleepasregeling met restdruk<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Montage<br />

Instelling restdruk<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Opleggers met sleepassen / fusee-assen.<br />

Opleggers met sleepassen en OptiTurn / OptiLoad functie zie hoofdstuk 6.9<br />

"Dynamische wielbasisregelingen", pagina 83.<br />

Deze functie is niet geschikt voor disselaanhangwagens.<br />

Bij toepassing van sleepassen moet de luchtbalg niet compleet worden ontlucht,<br />

omdat anders delen van de luchtbalg tegen elkaar schuren (kreukelen van de<br />

balgen) en beschadigingen veroorzaken.<br />

De geïntegreerde functie ondersteunt met een restdruk in de luchtbalgen om<br />

beschadiging aan banden, verhoogde bandenslijtage en mogelijke beschadiging<br />

van luchtbalgen te voorkomen.<br />

.<br />

Bij sleepassen moeten de wielsnelheid met sensoren en de remming met een<br />

separate modulator worden geregeld.<br />

<strong>WABCO</strong> advies: Rem de sleepas met gebruik van een EBS relaisklep (4S/3Msysteem).<br />

Verder moet een externe aslastsensor e-f worden gemonteerd om de balgdrukken<br />

aan de sleepas te meten.<br />

Om de sleepas te regelen moet ook een impulsgestuurde asliftklep (LACV-IC)<br />

worden gebruikt.<br />

Veerretour asliftkleppen kunnen niet worden gebruikt.<br />

– Selecteer in de parameterinstellingen Automatische liftasaansturing de restdruk<br />

afhankelijk van de gemonteerde luchtbalg in de TEBS E diagnosesoftware, zie<br />

hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware",<br />

pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1.<br />

De restdruk kan vanaf 0,3 bar worden ingesteld.<br />

63


64<br />

6 TEBS E<br />

GIO functies<br />

6.3 Elektronisch geregelde luchtvering (ECAS)<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Alle luchtgeveerde getrokken voertuigen.<br />

De ECAS basisfunctie is de compensatie van hoogtewijzigingen, die bijv. door<br />

wijziging in de lading of door nieuwe ingave van de gewenste waarde (bijv. door de<br />

afstandsbediening) zijn ontstaan. Deze afwijkingen leiden tot een wijziging in de<br />

afstand tussen voertuigas en carrosserie. ECAS compenseert de afwijkingen door<br />

niveauregeling.<br />

Een wegsensor is op de carrosserie gemonteerd en via een hefboomsysteem met<br />

de voertuigas verbonden. De sensor registreert met een bepaalde frequentie de<br />

afstand tussen as en carrosserie. De frequentie hangt af van de bedrijfsuren (rijden<br />

of laden) van het voertuig.<br />

De gemeten waarde is de actuele waarde van de regelkring en wordt aan de ECU<br />

doorgegeven. In de ECU wordt deze actuele waarde met de in de ECU ingestelde<br />

waarde vergeleken.<br />

Bij een onacceptabel verschil tussen actuele en ingestelde waarde (regelafwijking)<br />

wordt aan de ECAS magneetklep een signaal doorgegeven. Afhankelijk van dit<br />

signaal regelt de ECAS magneetklep de luchtbalg en be- of ontlucht deze. Door de<br />

drukverandering in de luchtbalg wijzigt ook de afstand tussen voertuigas en<br />

carrosserie. De afstand wordt opnieuw door de sensor geregistreerd en de cyclus<br />

begint opnieuw.<br />

Bij de elektronische niveauregeling (ECAS) zijn er twee regelingen om de hoogte<br />

te wijzigen.<br />

1-puntsregeling 2-puntsregeling (vanaf versie TEBS E2)<br />

Voertuigtype Opleggers of<br />

middenassers met één<br />

sensor<br />

Regeling van de<br />

ECAS functie<br />

Integratie in TEBS E<br />

modulator (Premium)<br />

Aansluiting Direct op de TEBS E<br />

modulator (Premium)<br />

Disselaanhangwagens met twee sensoren (1x op vooras, 1x op achteras).<br />

Opleggers met onafhankelijke wielophanging, met twee sensoren (1x<br />

rechterzijde, 1x linkerzijde direct boven het midden van het asstel).<br />

Een 2-puntsregeling bij opleggers of middenassers met starre assen is niet<br />

toegestaan.<br />

Integratie in TEBS E modulator (Premium) en ELEX of in externe ECAS.<br />

Direct op de TEBS E modulator (Premium) en ELEX respectievelijk door<br />

middel van ECAS-kit 446 120 02. 0 (omvat de externe ECAS-ECU<br />

446 055 066 0).<br />

Montage Let erop, dat bij een rechtse/linkse regeling alleen de hogere balgdruk naar<br />

de trailermodulator wordt doorgegeven. Gebruik daarvoor een wisselklep<br />

(dubbele terugslagklep).<br />

Dan wordt het gemiddelde van de beide bemeten waarden bepaald.<br />

Meer informatie over 2-puntsregeling, zie hoofdstuk 7.1.3 "ECAS 2-puntsregeling",<br />

pagina 131.


Componenten<br />

Component /<br />

bestelnummer<br />

TEBS E modulator<br />

met gemonteerde<br />

PEM<br />

480 102 06. 0<br />

ELEX<br />

446 122 070 0<br />

eTASC<br />

463 090 5.. 0<br />

ECAS-magneetklep<br />

472 880 030 0<br />

ECAS-magneetklep<br />

472 880 020 0<br />

472 880 030 0<br />

ECAS-magneetklep<br />

472 880 001 0<br />

Applicatie /<br />

voertuigtype<br />

Alle getrokken<br />

voertuigen met<br />

luchtvering.<br />

In combinatie met<br />

TEBS E modulator<br />

(Premium)<br />

Opleggers en<br />

middenassers met<br />

luchtvering; dolly-assen<br />

met luchtvering<br />

Oplegger /<br />

disselaanhangwagen<br />

(zonder liftas).<br />

Disselaanhangwagen<br />

(zonder liftas) met<br />

smoorfunctie.<br />

Oplegger /<br />

disselaanhangwagen<br />

(zonder liftas).<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Doel / functie Opmerking Verbindingskabel<br />

Regeling en controle<br />

van de elektronische<br />

luchtvering.<br />

TEBS E modulator<br />

(Premium) met PEM<br />

Aansluiting tot twee<br />

ECAS magneetkleppen<br />

en één sensor.<br />

2-puntsregeling. 2-puntsregeling, alleen<br />

mogelijk in combinatie<br />

met ELEX en vanaf<br />

versie TEBS E2.<br />

ECAS-klep met<br />

handmatige bediening<br />

voor het heffen en<br />

dalen<br />

1-puntsregeling.<br />

Regeling<br />

voertuigniveau van één<br />

of meerdere parallel<br />

geschakelde assen<br />

(Heffen/neerlaten).<br />

2-puntsregeling.<br />

Regeling<br />

voertuigniveau van één<br />

of meerdere parallel<br />

geschakelde assen<br />

(Heffen/neerlaten)<br />

ECAS-magneetklep<br />

473 880 020 0 (vooras)<br />

+ ECAS-magneetklep<br />

472 880 030 0<br />

(achteras)<br />

2-puntsregeling.<br />

Regeling<br />

voertuigniveau van één<br />

of meerdere parallel<br />

geschakelde assen<br />

(Heffen/neerlaten).<br />

Uitsluitend in<br />

combinatie met TEBS<br />

E modulator (Premium)<br />

vanaf versie TEBS<br />

E2.5 en met<br />

wegsensor mogelijk.<br />

Een nauwkeurige<br />

beschrijving van de<br />

componenten zie<br />

hoofdstuk 7.7 "eTASC<br />

(vanaf versie TEBS<br />

E2.5)", pagina 141.<br />

2-puntsregeling, alleen<br />

mogelijk in combinatie<br />

met ELEX en vanaf<br />

versie TEBS E2.<br />

2-puntsregeling, alleen<br />

mogelijk in combinatie<br />

met ELEX en vanaf<br />

versie TEBS E2.<br />

Kabel voor ECAS<br />

magneetklep<br />

449 445 ... 0<br />

Kabel voor ECAS<br />

2-puntsregeling<br />

449 439 ... 0<br />

Kabel voor ECAS<br />

magneetklep<br />

449 445 ... 0<br />

Kabel voor ECAS<br />

magneetklep<br />

449 445 ... 0<br />

2x kabels voor ECAS<br />

magneetklep<br />

449 445 ... 0<br />

Kabel voor ECAS<br />

2-puntsregeling<br />

449 439 ... 0<br />

65


66<br />

6 TEBS E<br />

Component /<br />

bestelnummer<br />

ECAS-magneetklep<br />

472 905 114 0<br />

ECAS-magneetklep<br />

472 905 111 0<br />

Sensor met<br />

draaihoekprincipe<br />

441 050 100 0<br />

Hefboom<br />

441 050 718 2<br />

Montageset<br />

433 401 003 0<br />

ECAS bedieningsbox<br />

446 156 02. 0<br />

ECASbedieningseenheid<br />

446 056 117 0<br />

Applicatie /<br />

voertuigtype<br />

Oplegger /<br />

disselaanhangwagen<br />

(met liftas).<br />

Oplegger /<br />

disselaanhangwagen<br />

(met liftas).<br />

Oplegger /<br />

disselaanhangwagen<br />

met luchtvering.<br />

Montage aan de<br />

sensor.<br />

Aansluiting op de as.<br />

446 156 021 0<br />

Oplegger zonder liftas.<br />

446 156 022 0<br />

Oplegger met liftas.<br />

446 156 023 0<br />

Disselaanhangwagen<br />

Oplegger /<br />

disselaanhangwagen.<br />

GIO functies<br />

Doel / functie Opmerking Verbindingskabel<br />

1-puntsregeling.<br />

Regeling<br />

voertuigniveau van één<br />

of meerdere parallel<br />

geschakelde assen<br />

(Heffen/neerlaten).<br />

2-puntsregeling.<br />

Regeling<br />

voertuigniveau van één<br />

of meerdere parallel<br />

geschakelde assen<br />

(Heffen/neerlaten).<br />

Impulsgestuurde liftas. Kabel voor ECAS<br />

magneetklep<br />

449 445 ... 0<br />

2-puntsregeling, alleen<br />

mogelijk in combinatie<br />

met ELEX en vanaf<br />

versie TEBS E2.<br />

Impulsgestuurde liftas.<br />

Meten rijniveau. Gebruik uitsluitend<br />

sensor 441 050 100 0.<br />

Verlenging<br />

sensorhefboom.<br />

Bedieningseenheid<br />

(met zes knoppen)<br />

voor beïnvloeding van<br />

het niveau en de<br />

liftasregeling door de<br />

chauffeur.<br />

Zijdelings aan het<br />

getrokken voertuig<br />

gemonteerd.<br />

Bedieningseenheid<br />

(met negen knoppen)<br />

voor beïnvloeding van<br />

het niveau en de<br />

liftasregeling door de<br />

chauffeur.<br />

Meestal zijdelings aan<br />

het getrokken voertuig<br />

gemonteerd.<br />

Kabel voor ECAS<br />

magneetklep<br />

449 445 ... 0<br />

Kabel voor ECAS<br />

2-puntsregeling<br />

449 439 ... 0<br />

Kabel voor wegsensor<br />

449 811 ... 0<br />

Kabel voor ECASbedieningskast<br />

449 627 ... 0<br />

Kabel voor ECASbedieningseenheid<br />

449 628 ... 0


Component /<br />

bestelnummer<br />

ECASbedieningseenheid<br />

446 056 25. 0<br />

SmartBoard<br />

446 192 11. 0<br />

Trailer Remote<br />

Control<br />

446 122 080 0<br />

Bediening<br />

Applicatie /<br />

voertuigtype<br />

Oplegger /<br />

disselaanhangwagen.<br />

446 192 110 0<br />

(met geïntegreerde<br />

accu)<br />

446 192 111 0<br />

voor voertuigen voor<br />

gevaarlijke stoffen<br />

Alle getrokken<br />

voertuigen.<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Doel / functie Opmerking Verbindingskabel<br />

Bedieningseenheid<br />

(met twaalf knoppen)<br />

voor beïnvloeding van<br />

het niveau en de<br />

liftasregeling door de<br />

chauffeur.<br />

Meestal zijdelings aan<br />

het getrokken voertuig<br />

gemonteerd.<br />

Weergave- en<br />

bedieningsconsole<br />

voor beïnvloeding van<br />

het niveau en de<br />

liftasregeling door de<br />

chauffeur.<br />

Meestal zijdelings aan<br />

het getrokken voertuig<br />

gemonteerd.<br />

Weergave- en<br />

bedieningsconsole<br />

voor beïnvloeding van<br />

het niveau en de<br />

liftasregeling door de<br />

chauffeur (vanuit de<br />

cabine)<br />

In de motorwagen<br />

gemonteerd.<br />

Vervangende accu<br />

446 192 920 2<br />

Alleen in combinatie<br />

met ELEX en vanaf<br />

versie TEBS E2 zie<br />

hoofdstuk 7.1<br />

"Elektronische<br />

uitbreidingsmodule<br />

(ELEX)", pagina 123.<br />

Informatie over bediening, zie hoofdstuk 10 "Bediening", pagina 193.<br />

Kabel voor SmartBoard<br />

449 911 ... 0<br />

Verbindingskabel<br />

tussen Trailer Remote<br />

Control en<br />

zekeringskast in de<br />

motorwagen en een<br />

houder worden<br />

meegeleverd.<br />

67


68<br />

6 TEBS E<br />

6.3.1 Regeling ingesteld niveau<br />

Ingesteld niveau<br />

Functie<br />

GIO functies<br />

Het ingestelde niveau is de gewenste waarde voor de afstand tussen carrosserie<br />

en voertuigas. Dit ingestelde niveau wordt bepaald door kalibreren, parametreren<br />

of door de chauffeur (bijv. via het SmartBoard).<br />

De magneetklep wordt gebruikt voor de regeling en door be-/ontluchting van de<br />

luchtbalg wordt het actuele niveau aangepast aan het ingestelde niveau.<br />

Dit gebeurt bij:<br />

• Afwijkingen buiten tolerantiebereik (bijv. door wijzigingen in het gewicht)<br />

• Wijziging van het ingestelde niveau (bijv. door keuze van een memoryniveau)<br />

Anders dan bij de conventionele luchtvering wordt niet alleen het rijniveau, maar<br />

elk vooraf ingesteld niveau geregeld. Zo wordt ook een niveau, dat is ingesteld<br />

voor het laden en lossen, als ingesteld niveau aangenomen.<br />

Met andere woorden: Bij wijziging van de beladingscondities blijft het voertuig op<br />

het ingestelde niveau, terwijl bij de conventionele luchtvering dit met de hand moet<br />

worden bijgesteld of de carrosserie bij het laden naar beneden gaat en bij het<br />

lossen naar boven.<br />

Bij onderbreking van de stroomvoorziening of bij ontoereikende luchtvoorziening,<br />

bijv. door uitschakelen van het contact, vindt geen verdere regeling van het<br />

ingestelde niveau plaats.<br />

Via de parameters Na ontsteking aan is gemeten-w. gelijk nom.waardeniveau (zie<br />

hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168<br />

=> venster TEBS - GIO parameter 2 => knop uitgebreide ECAS parameters =><br />

overige functies) kan worden bereikt, dat een niveau dat wijzigt terwijl het contact<br />

is uitgeschakeld (bijvoorbeeld door luchtverlies, wijziging in gewicht) bij het<br />

inschakelen van het contact automatisch als nieuw actueel niveau wordt ingesteld.<br />

Daarmee wordt het plotseling bijregelen tegengegaan.<br />

Door het gebruik van het snelheidssignaal maakt de elektronische niveauregeling<br />

in tegenstelling tot het conventionele luchtveersysteem onderscheid tussen<br />

statische en dynamische wijzigingen in de wielbelasting. Tijdens het rijden wordt<br />

een niveauwijziging slechts vertraagd bijgesteld. Zou het voertuig bijv. ook bij het<br />

inveren op slecht wegdek worden nageregeld, dan zou onnodig verbruik van<br />

luchtdruk ontstaan.


GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Wijziging statische wielbelasting Wijziging dynamische wielbelasting<br />

Gebruik • Bij wijziging belading.<br />

• Bij stilstand.<br />

• Bij lage voertuigsnelheden.<br />

Regelfuncties Controle van de actuele waarde en, indien nodig,<br />

correctie door be- of ontluchting van de betreffende<br />

luchtbalgen in korte intervallen (bijv. 1x per seconde<br />

– per parameter in te stellen) door de elektronische<br />

niveauregeling, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />

parameters met TEBS E diagnosesoftware",<br />

pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 2 =><br />

knop uitgebreide ECAS parameters =><br />

regelvertraging.<br />

• Wijzigingen in dynamische wielbelasting worden<br />

veroorzaakt door oneffenheden in de weg bij hogere<br />

snelheden.<br />

• Bij bergop of bergaf rijden wijzigt de wielbelasting,<br />

hetgeen invloed heeft op de regelkwaliteit.<br />

Wijzigingen in dynamische wielbelasting worden<br />

meestal gecompenseerd door het flexibele<br />

veringsgedrag van de luchtbalgen. In dit geval is be- of<br />

ontluchting van de luchtbalg niet gewenst, omdat alleen<br />

de geblokkeerde luchtbalg bijna constante<br />

veringseigenschappen laat zien.<br />

Wanneer de overtollige lucht bij het uitveren uit de<br />

luchtbalg wordt ontlucht, moet deze weer worden<br />

aangevuld bij het inveren, hetgeen resulteert in een<br />

hogere compressorbelasting en brandstofverbruik.<br />

Daarom wordt bij hogere snelheden de regeling met<br />

grotere intervallen, doorgaans om de 60 seconden,<br />

uitgevoerd. De vergelijking ingestelde/actuele waarde<br />

wordt permanent uitgevoerd.<br />

Opmerking Omdat niet elke oneffenheid op de weg wordt<br />

gecompenseerd, bijvoorbeeld bij slecht wegdek, is het<br />

luchtverbruik van de elektronische luchtvering lager dan<br />

bij een conventionele niveauregeling met<br />

luchtveringsklep.<br />

69


70<br />

6 TEBS E<br />

6.3.2 Rijniveaus<br />

GIO functies<br />

Rijniveau I (normaalniveau)<br />

Onder rijniveau I (normaalniveau) verstaat men het ingestelde niveau, dat door de<br />

voertuig- resp. asfabrikant wordt vastgelegd voor het rijden onder optimale<br />

condities (optimale carrosseriehoogte).<br />

Rijniveau I is gedefinieerd voor de totale voertuighoogte, die aan wettelijke<br />

richtlijnen is gebonden, en voor de hoogte van het voertuigzwaartepunt, die<br />

speciaal voor de rijdynamiek belangrijk is.<br />

Het normaalniveau wordt omschreven als basisparameter voor het voertuig.<br />

Rijniveau II<br />

Rijniveau III<br />

Rijniveau IV<br />

Losniveau<br />

Rijniveau II wordt afwijkend van rijniveau I (normaalniveau) geparametreerd. Is<br />

rijniveau II lager dan rijniveau I, dan moet deze waarde negatief in de TEBS E<br />

diagnosesoftware worden ingegeven, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters<br />

met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 2<br />

=> niveauregeling.<br />

Toepassing<br />

• Bij gebruik van een oplegger achter verschillende trekkers (met verschillende<br />

schotelhoogten) kan de carrosserie steeds horizontaal worden gezet.<br />

Rijniveau III is een rijniveau als rijniveau II, het komt echter overeen met de<br />

maximale carrosseriehoogte en is dus het hoogste rijniveau.<br />

Rijniveau III kon tot nu toe alleen via de snelheid worden geselecteerd.<br />

Vanaf versie TEBS E2 is de selectie ook mogelijk door de ECASbedieningseenheid.<br />

Toepassing<br />

• Wordt gebruikt om de oplegger aan te passen aan de verschillende<br />

schotelhoogten.<br />

• Ter besparing van brandstof (bijv. bij hogere snelheid).<br />

• Om het voertuigzwaartepunt te laten zakken voor een hogere dwarsstabiliteit.<br />

Het snelheidsafhankelijk dalen van de carrosserie is erop gebaseerd, dat met<br />

hogere snelheden op goed wegdek wordt gereden, die niet de hele veerweg<br />

gebruikt.<br />

Via de parametrering kan worden gekozen of het losniveau of het<br />

rijniveau IV moet worden gebruikt, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />

parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 venster TEBS<br />

- functiekeuze => Standard functies.<br />

Toepassing<br />

• Als extra rijniveau.<br />

Het losniveau wordt alleen geregeld in stilstand of bij lage snelheid om het voertuig<br />

beter te kunnen lossen. Wanneer de grenssnelheid is bereikt, dan wordt het niveau<br />

automatisch aangepast aan het niveau dat het laatst is opgeslagen.


Schakelaar voor losniveau<br />

Memoryniveau<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Toepassing<br />

• Dalen van een kiepwagen om hard terugveren te voorkomen bij plotseling<br />

lossen (storten van de lading).<br />

• Tankvoertuig automatisch in de beste losstand te brengen.<br />

• Verbeteren stabiliteit.<br />

Voorbeeld: De schakelaar is op de kiepbak gemonteerd, het voertuig zal dan<br />

automatisch worden neergelaten naar een vastgesteld niveau, zodra de bak wordt<br />

gekiept. Ideaal gesproken komt deze waarde overeen met het bufferniveau resp.<br />

lage gekalibreerde niveau. Zo wordt overbelasting van de assen tijdens het<br />

plotseling lossen voorkomen.<br />

De functie wordt automatisch bij v > 10 km/h uitgeschakeld.<br />

Wanneer het geparametreerde losniveau buiten het geparametreerde lage of hoge<br />

niveau valt, dan wordt de slag op deze niveaus begrensd.<br />

Een losniveau wordt alleen tussen het lage en hoge gekalibreerde niveau<br />

bewerkstelligd, zelfs als de parameter een waarde buiten dit bereik aangeeft.<br />

Het losniveau kan met het SmartBoard tijdelijk worden uitgeschakeld,<br />

bijv. bij het gebruik van wegenbouwmachines.<br />

Parameter voor losniveau<br />

In de TEBS E diagnosesoftware zijn er twee parameters voor het<br />

losniveau, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 2<br />

=> knop Uitgebreide ECAS parameter.<br />

• Dalen van carrosserie tot op de buffer.<br />

• Dalen van carrosserie tot op het laagste gekalibreerde niveau.<br />

Deze parameters gelden ook voor de regeling van deze functie via het<br />

SmartBoard, de Trailer Remote Control, de ECAS bedieningsbox en<br />

ECAS-bedieningseenheid.<br />

In de TEBS E diagnosesoftware is een snelheidsafhankelijke<br />

parameter voor het losniveau gecreëerd. D.w.z. dat zowel het<br />

losniveau als het rijniveau IV (normaalniveau IV) kan worden gebruikt.<br />

Verder bestaat de mogelijkheid schakelingangen voor rijniveau I,<br />

rijniveau II of het rijniveau IV onafhankelijk te gebruiken.<br />

In tegenstelling tot het losniveau, dat in de ECU wordt geparametreerd, kan het<br />

memoryniveau door de chauffeur worden vastgelegd en steeds veranderd. Een<br />

ingegeven memoryniveau blijft zolang opgeslagen in het systeem tot het door de<br />

gebruiker wordt gewijzigd, d.w.z. ook wanneer het contact is uitgeschakeld. Het<br />

memoryniveau geldt voor het totale voertuig.<br />

Voor elk systeem kunnen twee verschillende memoryniveaus worden gebruikt.<br />

Toepassing<br />

• Steeds terugkerend laden aan een laadperron met eenmaal gedefinieerde<br />

hoogte.<br />

Een ECAS-bedieningseenheid of een SmartBoard is nodig om de memoryfunctie<br />

op te vragen.<br />

Aanvullende informatie over de bedieningsmogelijkheden van de niveaus zie<br />

hoofdstuk 10 "Bediening", pagina 193.<br />

71


72<br />

6 TEBS E<br />

6.3.3 Groen verklikkerlampje<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Remedie<br />

GIO functies<br />

Alle getrokken voertuigen met ECAS.<br />

Weergave van ECAS-storingen (lamp knippert).<br />

Weergave, of het getrokken voertuig zich buiten het rijniveau bevindt (lamp<br />

permanent aan).<br />

Wanneer de lamp permanent aan is, is er sprake van een afwijking tussen het<br />

actueel geselecteerde rijniveau en het werkelijke rijniveau van het voertuig. Via het<br />

SmartBoard, de ECAS-bedieningskast/bedieneenheid, de Trailer Remote Control<br />

of de knoppen Heffen/neerlaten kunt u het niveau veranderen.<br />

– Zet het voertuig desgewenst opnieuw in het rijniveau. Het geselecteerde<br />

rijniveau is het referentieniveau.<br />

– Beweeg het voertuig langzaam met een snelheid die hoger is dan de<br />

geparametreerde RTR-snelheid. Dan rijdt het voertuig automatisch op het<br />

geselecteerde rijniveau.<br />

Wanneer de lamp knippert, is er sprake van een storing in het ECAS-gedeelte.<br />

– Lees het diagnosegeheugen via de TEBS E diagnosesoftware uit en hef de<br />

storing op.<br />

Voorinstellingen in de TEBS E Diagnostic Software<br />

In menupunt uitgebreide ECAS parameters kan de functie worden geactiveerd en<br />

geparametreerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 2.<br />

– Activeer de functie door te klikken op waarschuwingslamp gemonteerd. Klik bij<br />

een LED op als LED (geen kabelbreukdetectie).<br />

– Stel de parameter Gedrag bij fouten in, om te definiëren of een fout uitsluitend<br />

na Ontsteking aan of permanent via de waarschuwingslamp moet worden<br />

aangegeven.


Aansluitingen van de componenten<br />

GIO functies<br />

Uittreksel uit schema 841 802 236 0:<br />

TEBS E 6<br />

De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />

met de TEBS E Diagnostic Software.<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 TEBS E Modulator (Premium)<br />

480 102 06. 0<br />

Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />

2 Groen verklikkerlampje (LED of<br />

gloeilamp)<br />

Montage op getrokken voertuig binnen<br />

het zicht van de chauffeur (via de<br />

achteruitkijkspiegel).<br />

Toepassing uitsluitend onder<br />

verantwoordelijkheid van de<br />

voertuigfabrikant, afhankelijk van de<br />

voertuigconstructie.<br />

Niet in <strong>WABCO</strong><br />

leveringsprogramma.<br />

3 Universele kabel 449 535 ... 0<br />

4 SmartBoard (optioneel)<br />

446 192 110 0<br />

5 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />

6 ECAS-bedieningskast<br />

446 156 022 0<br />

7 Kabel voor ECAS-bedieningskast 449 627 060 0<br />

73


74<br />

6 TEBS E<br />

GIO functies<br />

6.3.4 Tijdelijke deactivering van de automatische niveauregeling<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Aansluitingen van de componenten<br />

Alle getrokken voertuigen met (TEBS E geïntegreerde) ECAS.<br />

Tijdelijke deactivering van de automatische niveauregeling in stilstand<br />

(bijvoorbeeld tijdens het laden en lossen) om het luchtverbruik aan het laadperron<br />

te verminderen.<br />

De niveauregeling wordt in stilstand via een schakelaar of via het SmartBoard<br />

geactiveerd.<br />

In het SmartBoard is het menu uitsluitend zichtbaar, wanneer de functie<br />

Uitschakelkaar niveauregeling is geactiveerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />

parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS -<br />

functiekeuze => knop Speciale functies weergeven.<br />

Met het bedienen van de knop of via het menu „Niveauregeling uit“ in het<br />

SmartBoard wordt het naregelen in de stilstand onderbroken.<br />

Met deze functie worden alle liftasfuncties (zoals automatische liftasregeling,<br />

wegrijhulp, OptiTurn enzovoort) beëindigd. Alle liftassen worden neergelaten.<br />

Na het contactreset of zodra het voertuig weer met een snelheid > 5 km/h wordt<br />

verplaatst, wordt de automatische niveauregeling (+ alle liftasfuncties) weer<br />

geactiveerd.<br />

Voor de bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 (C) Knop Niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma.<br />

Alternatieve mogelijkheid:<br />

Smartboard<br />

446 192 11. 0<br />

2 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />

3 (A) Universele kabel 449 535 ... 0


6.4 Snelheidsschakelaar (ISS 1 en ISS 2)<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Alle getrokken voertuigen.<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Met de twee geïntegreerde snelheidsschakelaars ISS 1 en ISS 2 kunnen<br />

onafhankelijk van elkaar twee functies in het getrokken voertuig worden geregeld.<br />

Als het voertuig een geparametreerde snelheidsgrens overschrijdt of onderschrijdt,<br />

schakelt deze uitgang. Daardoor is het mogelijk om afhankelijk van de snelheid<br />

magneetkleppen in of uit te schakelen.<br />

Een typisch voorbeeld is het eenvoudig blokkeren van stuurassen zie<br />

hoofdstuk 6.19 "Blokkeren stuuras", pagina 109. De beide snelheidsgrenzen,<br />

waarbij de uitgang omschakelt, kunnen in de parameters tussen 0 en 120 km/h<br />

worden vastgelegd. Een minimale schakelhysteresis van 2 km/h moet worden<br />

aangehouden.<br />

Onder de geprogrammeerde snelheidsgrens is de uitgang uitgeschakeld. Bij het<br />

bereiken van de grens wordt de uitgang ingeschakeld en een voedingsspanning<br />

(24 V / 12 V) uitgestuurd. Per parameter kan de schakelfunctie ook worden<br />

omgekeerd, zodat in neutrale positie de voedingsspanning beschikbaar is.<br />

Voor de TASC moet de optie RTR pulssignaal in de diagnose worden geselecteerd,<br />

aangezien de klep niet is ontworpen voor een permanente stroomtoevoer zie<br />

hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168<br />

=> venster TEBS - GIO parameter 1 => Snelheidsschakelaar (ISS).<br />

In geval van fout moet zeker zijn, dat het door de schakeluitgang aangestuurde<br />

systeem niet in een situatie blijft, waarin de veiligheid van het voertuig wordt<br />

geschaad.<br />

Bij uitval van de spanningsvoeding moet bijvoorbeeld bij een stuuras de as zijn<br />

gesperd, aangezien dit het veiligst is.<br />

75


6 TEBS E<br />

Aansluitingen van de componenten<br />

76<br />

GIO functies<br />

Uittreksel uit schema 841 802 150 0<br />

De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd met de TEBS E Diagnostic Software.<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 TEBS E modulator (Premium / Standard) 480 102 0.. 0<br />

2 TASC<br />

Een uitgebreide beschrijving van het apparaat vindt u in de<br />

brochure "ASC Trailer Air Suspension Control – functie en<br />

montage" zie hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 =><br />

paragraaf "Meer informatie".<br />

463 090 012 0 (1-krings; RTR,<br />

vastzetten in positie dalen)<br />

463 090 020 0 (2-krings; RTR,<br />

vastzetten in positie dalen, met<br />

koppelingen en testaansluiting)<br />

463 090 021 0 (2-krings; RTR,<br />

vastzetten in positie dalen, met<br />

koppelingen)<br />

463 090 023 0 (2-krings; RTR,<br />

vastzetten in positie dalen)<br />

463 090 123 0 (2-krings; RTR,<br />

dodemansschakeling voor slag<br />

> 300 mm)<br />

3 Kabel voor liftas conventioneel, RTR 449 443 ... 0


6.5 Signaal RSS actief<br />

Componenten<br />

6.6 Signaal ABS actief<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Componenten<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

De TEBS E modulator is voorzien van de RSS functie. Zolang de RSS functie<br />

actief is en bij actieve RSS ingreep, worden de remlichten niet aangestuurd.<br />

Via de CAN dataverbinding wordt een signaal naar de motorwagen<br />

gestuurd en het remlicht opgevraagd. Afhankelijk van de constructie<br />

van de motorwagen wordt het aangaan van de remlichten<br />

ondersteund.<br />

Bovendien is met het signaal RSS actief mogelijk de remlichten door TEBS E te<br />

bedienen, wanneer de RSS functie actief is. Hiervoor moet deze uitgang via de<br />

GIO functie zijn geparametreerd.<br />

De aansturing kan via een relais worden gerealiseerd. De voedingsspanning voor<br />

de remlichten moet komen van de 15-polige stekerverbinding (ECE voorschriften).<br />

Positie Component Bestelnummer<br />

1 Relais Niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma.<br />

2 Universele kabel 449 535 ... 0<br />

Alle getrokken voertuigen.<br />

Terbeschikkingstelling van de voedingsspanning in de ABS-regelsituatie.<br />

De elektronica schakelt bij actieve ABS regeling tijdens het remmen de<br />

voedingsspanning op de geselecteerde GIO-uitgang. Daarmee kan via een relais<br />

bijvoorbeeld een retarder worden aangestuurd (gedeactiveerd).<br />

Positie Component Bestelnummer<br />

1 Relais Niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma.<br />

2 Universele kabel 449 535 ... 0<br />

77


78<br />

6 TEBS E<br />

6.7 Wegrijhulp<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

GIO functies<br />

Alle luchtgeveerde getrokken voertuigen met liftassen of sleepas als 1e as.<br />

Bij gladde ondergronden of op hellingen kunnen combinaties slecht of helemaal<br />

niet wegrijden. De aangedreven as van de motorwagen heeft niet genoeg tractie<br />

en de wielen draaien door.<br />

Bij de wegrijhulp wordt de 1e as van de oplegger opgetild respectievelijk de druk<br />

verminderd, door vermeerdering van het gewicht op de opleggerschotel wordt de<br />

tractie van de aangedreven as van de motorwagen verhoogd.<br />

Bij aansluiting van een SmartBoard op de TEBS E modulator (aan SUBSYSTEMS)<br />

en de parametrering dat geen schakelaar wordt gebruikt, kan bij opleggers met<br />

een 1e liftas een wegrijhulp volgens 98/12/EG worden gebruikt. De waarde, die<br />

volgens EG richtlijn overeenkomt met maximaal 30% overbelasting, moet door de<br />

voertuigfabrikant worden vastgelegd.<br />

Bij het bereiken van 30 km/u wordt de as weer neergelaten respectievelijk keert<br />

terug in de automatische modus.<br />

Let op de gegevens van de asfabrikant voor de wegrijhulp. De gegevens kunnen<br />

de maximale grenzen van de EG richtlijn beperken.<br />

Aanbevolen klepconfiguraties<br />

De volgende uitvoeringen kunnen worden gekozen:<br />

• Een veerretour asliftklep (niet voor alle voertuigen geschikt)<br />

De liftas kan worden opgetild als wegrijhulp, wanneer de toelaatbare balgdruk,<br />

die in de parameters is vastgelegd, na het heffen niet wordt overschreden.<br />

Wordt de toelaatbare druk overschreden wanneer de wegrijhulp actief is, dan<br />

wordt de wegrijhulp onderbroken en wordt de liftas neergelaten.<br />

In landen, waarin de aslasten van 3 maal 9t zijn toegestaan, wordt de<br />

wegrijhulp afgebroken, zodra de belasting van de op de grond staande assen<br />

de 23,4t overschrijdt. De werking van de wegrijhulp is dus aan de belading<br />

gekoppeld.<br />

• Eén asliftklep (veerretour) en één magneetklep voor de drukbegrenzing<br />

(restdruk)<br />

De liftas wordt als wegrijhulp ontlast tot de toelaatbare balgdruk, die in de<br />

parameters is vastgelegd, wordt bereikt. Dan wordt de balg van de liftas via de<br />

magneetklep afgesloten. Zo wordt de liftas voor het wegrijden optimaal ontlast<br />

zonder de 30% overbelasting op de andere assen te overschrijden.<br />

(De liftas blijft ontlast bij 130% aslast op de hoofdas en wordt pas bij 30 km/u<br />

neergelaten.)<br />

Deze configuratie staat een wegrijhulp zelfs bij een overbeladen voertuig toe.<br />

• Eén impulsgestuurde asliftklep<br />

De liftas wordt als wegrijhulp ontlast tot de toelaatbare balgdruk, die in de<br />

parameters is vastgelegd, wordt bereikt. Dan worden de veer- en liftbalg van de<br />

liftas afgesloten. Zo kan ook ontlasting van de liftas plaatsvinden om de<br />

toegestane 30% overbelasting niet te overschrijden.<br />

(De liftas blijft ontlast bij 130% aslast op de hoofdas en wordt pas bij 30 km/u<br />

neergelaten.)<br />

De volgorde is zinvol in landen met een toegestane aslast van 9t.


Activeren wegrijhulp<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

• ISO 7638: Aansturing via de CAN interface "motorwagen" vanaf trekkend<br />

voertuig.<br />

• SmartBoard: Activeren via het menu van het SmartBoard.<br />

• Bedieningsbox: Starten van de wegrijhulp uitsluitend mogelijk, wanneer de<br />

liftassen via het volledig automatische liftassysteem zich op de bodem bevinden<br />

(starten via de toets „Liftas heffen“).<br />

• Bedieningseenheid: Activeren met de toets „Liftasselectie“ en M1.<br />

• Trailer Remote Control: Activeren met de toets "wegrijhulp", zie<br />

hoofdstuk 10.2 "Bediening met afstandsbediening voor getrokken voertuigen<br />

(Trailer Remote Control)", pagina 193.<br />

• Rembediening: Door deze parameter te activeren kan de wegrijhulp worden<br />

geactiveerd of gedeactiveerd door de rem bij stilstand 3 maal in te drukken<br />

(tussen de drie rembedieningen moet de druk tot onder 0,4 bar zakken). Daarbij<br />

geldt de volgende voorwaarde: Voertuig staat stil. Na 2 seconden zonder<br />

remdruk moet binnen 10 seconden de rem driemaal met een sterkte van 3 tot<br />

8 bar worden bediend en weer gelost.<br />

Door de rem opnieuw driemaal te bedienen wordt de as gedwongen<br />

neergelaten.<br />

• Automatisch bij contact Aan: Activering van de wegrijhulp bij contact Aan.<br />

Daarmee kan een automatische verhoging van de steunlast bij middenassers of<br />

een betere trekkracht in de winter worden bereikt.<br />

• Automatisch met bochtherkenning: Bij langzaam rijden in bochten wordt de<br />

trekkracht in de motorwagen verhoogd.<br />

Meer informatie over bediening zie hoofdstuk 10.4 "Bediening van de wegrijhulp",<br />

pagina 201 en zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met afstandsbediening voor<br />

getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)", pagina 193.<br />

Met opnieuw driemaal bedienen van de rem wordt het gedwongen<br />

dalen geactiveerd.<br />

De wegrijhulp kan ook via de parameter Wegrijhulp bij contact Aan<br />

worden geactiveerd zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />

TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS E - GIO<br />

Parameter 1 => Wegrijhulp. De functie wordt automatisch bij het<br />

bereiken van de geparametreerde deactiveringssnelheid of door de<br />

functie voor het gedwongen dalen uitgeschakeld.<br />

79


6 TEBS E<br />

Verklaring<br />

80<br />

GIO functies<br />

Wegrijhulp<br />

De wegrijhulpfunctie wordt ondersteund voor liftassen op de laatste as<br />

bij opleggers of middenassers, d.w.z. de liftas wordt op verzoek<br />

opgetild of neergelaten.<br />

Activering: 1 maal bedienen van de toets (korter dan 5 seconden).<br />

Wegrijhulp "type Nordland"<br />

Een tijdsafhankelijke regeling van de wegrijhulp is ook mogelijk (in 1seconde<br />

stappen, max. 1.200 seconden).<br />

Bij asliftklep 463 084 3. 0 wordt na overschrijden van 130% van de<br />

aslast, na 5 seconden de liftas automatisch neergelaten.<br />

Activering: 1 maal bedienen van de toets (korter dan 5 seconden).<br />

Wegrijhulp „terrein“ (alleen via een toets te starten)<br />

Deze functie is gecreëerd om hogere drukken (drempels) voor de<br />

wegrijfunctie kortstondig toe te laten voor voertuigen die niet op de<br />

openbare weg worden gebruikt.<br />

Activering: 2 maal kort bedienen van de toets.<br />

Automatisch activeren door parameter Wegrijhulp automatisch bij<br />

bochtherkenning, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />

TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS E - GIO<br />

Parameter 1.<br />

Wegrijhulp "terrein"<br />

Zodra de geparametreerde snelheidsdrempel is bereikt, springt de<br />

functie over naar de standard wegrijhulp. Deze wordt eveneens<br />

uitgeschakeld bij het bereiken van de ingestelde drempelwaarde<br />

(snelheid en druk).<br />

Voorbeeld van een rembediening om de wegrijhulp te activeren<br />

A Minstens 2 seconden (s) stilstand van het voertuig B Driemaal remmen binnen 3 seconden (s)<br />

Volgende bekabelingmogelijkheden kunnen worden bekeken voor het inbouwen<br />

van de schakelaar. De diode is uitsluitend nodig bij de parameter Massa en plus en<br />

kan bij de parameters uitsluitend plus of uitsluitend massa worden weggelaten zie<br />

hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168<br />

=> venster TEBS - GIO parameter 1 => Schakelaarstatus.


Verklaring<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Getrokken voertuig / signaal van motorwagen +24V<br />

Getrokken voertuig / signaal van motorwagen - (massa)<br />

Toets in getrokken voertuigen<br />

A Pin 3 B Diode C Pin 2<br />

81


82<br />

6 TEBS E<br />

6.8 Externe aslastsensor<br />

Voor as c-d<br />

Voor as e-f<br />

Componenten<br />

GIO functies<br />

In plaats van een interne aslastsensor kan ook een externe aslastsensor worden<br />

gebruikt.<br />

Voertuigtype<br />

Bijvoorbeeld voertuigen met hydraulische vering, omdat hier de veerdruk tot<br />

200 bar kan oplopen (voertuigen, die vanwege de hoge drukken niet meer op de<br />

TEBS E modulator mogen worden aangesloten).<br />

Doel<br />

De externe aslastsensor kan achteraf op de hoofdas worden gemonteerd, wanneer<br />

de interne sensor zou zijn uitgevallen. Hiermee wordt de vervanging van de<br />

modulator vermeden en een prijstechnisch gunstige reparatie kan worden<br />

uitgevoerd.<br />

Nieuwe functie: Tweede externe aslastsensor as c-d<br />

Bij hydraulisch geveerde voertuigen kan onder toepassing van een<br />

tweede druksensor de aslast rechts en links gescheiden worden<br />

vastgesteld. Om er zeker van te zijn dat het voertuig niet over- of<br />

ondergeremd wordt bij lading die per kant verschilt, maakt deze<br />

nieuwe functie tweede externe. aslastsensor as c-d het mogelijk een<br />

gemiddelde waarde van beide externe druksensoren vast te<br />

stellen, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - functiekeuze<br />

=> knop speciale functies. Deze gemiddelde waarde wordt gebruikt<br />

om de remdruk vast te stellen en ook voor de weergave van de aslast.<br />

Deze functie is niet geschikt voor disselaanhangwagens.<br />

Voertuigtype<br />

Disselaanhangwagen, oplegger (alleen 3M) met liftassen of sleepassen, OptiTurn /<br />

OptiLoad<br />

Doel<br />

Nauwkeuriger vaststellen van de aslasten.<br />

Functie<br />

Overdracht van informatie over het totale gewicht van de trailer via ISO 7638<br />

steker naar de motorwagen en weergave in de display.<br />

Wanneer een SmartBoard is gemonteerd, dan zijn de aparte aslasten (voor-/<br />

achteras) van de disselaanhangwagen zichtbaar.<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 Druksensor (0 tot 10 bar)<br />

Toepassing uitsluitend onder<br />

verantwoordelijkheid van de voertuigfabrikant,<br />

afhankelijk van de voertuigconstructie.<br />

De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt<br />

vastgelegd met de TEBS E Diagnostic Software.<br />

441 044 101 0<br />

441 044 102 0<br />

2 Kabel voor druksensor 449 812 ... 0


6.9 Dynamische wielbasisregelingen<br />

6.9.1 Rangeerhulp (OptiTurn TM )<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Systeemeisen<br />

BO Kraftkreis<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Opleggers met 2 of 3 assen, achterste as uitgevoerd als sleepas of liftas.<br />

Middenasaanhangwagen<br />

Verhoging bestuurbaarheid.<br />

Kan als alternatief voor de fusee-as worden gebruikt.<br />

OptiTurn kan door de verschillende wielsnelheden krappe bochten herkennen en<br />

ontlast de achteras overeenkomstig de specificaties van de wegrijhulp. Daardoor<br />

"verplaatst" het draaipunt van het asstel van de middelste as tussen de beide<br />

assen die belast op de grond staan, verkleint de draaicirkel en verbetert de<br />

bestuurbaarheid van de hele combinatie.<br />

De belasting van de derde as kan afhankelijk van de parameterinstellingen worden<br />

gedefinieerd.<br />

Voordelen<br />

• Minder bandenslijtage in krappe bochten.<br />

• Kan stuuras en stuurasregeling uitsparen.<br />

• Betere bestuurbaarheid, ook bij achteruitrijden.<br />

Het voertuig moet zijn uitgerust met ECAS (ook met eTASC) en een LACV-IC aan<br />

de laatste as. Dit is nodig om een snel naregelen van het rijniveau bij het ontlasten<br />

van de laatste as bij het inrijden van een bocht en daarmee een snelle verkorting<br />

van de wielstand te garanderen.<br />

• ECAS (eTASC)<br />

• 4S/3M aan de laatste as<br />

• LACV-IC<br />

• Extra druksensor aan de as e-f<br />

De BO Kraftkreis bepaalt de maximale, wettelijk toegestane radius bij rotondes<br />

voor getrokken voertuigen. De buitendiameter van de rotonde bedraagt 25 m, de<br />

binnendiameter 10,6 m. Met OptiTurn wordt de wettelijke radius bij rotondes<br />

gehandhaafd.<br />

Parameterinstellingen OptiTurn<br />

Informatie over parametrering, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />

TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1.<br />

Selectie activeringsvoorwaarden<br />

Bij het komen onder de snelheid (maximum 30 km/h): De functie start met een<br />

vertraging van 60 seconden onder de geparametreerde snelheid.<br />

Let op: Na elke inschakeling van het contact moet het voertuig minstens éénmaal<br />

de ingestelde snelheid hebben overschreden, zodat de functie automatisch kan<br />

worden geactiveerd.<br />

83


84<br />

6 TEBS E<br />

Bedieningsopties<br />

GIO functies<br />

Bij herkenning bochten: De functie start onder de geparametreerde snelheid direct<br />

bij het inrijden van een bocht. Nadat de bocht is verlaten, wordt de functie<br />

gedeactiveerd tot de volgende bocht wordt ingereden.<br />

Uitsluitend bij deel-/vollast: Bij onbeladen voertuigen wordt de functie automatisch<br />

gedeactiveerd. De ECU schakelt in de automatische liftasfunctie.<br />

Selectie deactiveringsvoorwaarden<br />

Automatisch bij een geparametreerde snelheid, waarbij de functie moet worden<br />

gedeactiveerd (maximum 30 km/h).<br />

Automatisch bij het bereiken van maximaal 100% van de balgdruk, waarbij de<br />

functie gedeactiveerd of gehandhaafd moet worden.<br />

Let op de toegestane aslasten volgens de opgaven van de asfabrikant.<br />

Als de Tristop cilinders op as 2 en 3 zijn gemonteerd, dan moet de parameter<br />

Liftasfunctie (OptiTurn / OptiLoad) onderbreken bij ingeschakelde parkeerrem<br />

worden geselecteerd.<br />

Permanente automaat<br />

De functie start onafhankelijk van de chauffeur overeenkomstig de<br />

geparametreerde randvoorwaarden.<br />

Wanneer een SmartBoard is gemonteerd, kan de automaat tijdelijk worden<br />

gedeactiveerd om bijv. lucht te sparen (tot TEBS E2 kan voor OptiTurn en<br />

OptiLoad de automatische regeling uitsluitend voor beide gelijktijdig geactiveerd /<br />

gedeactiveerd worden).<br />

Via het SmartBoard kan de automaat ook helemaal worden uitgeschakeld en weer<br />

worden geactiveerd.<br />

De automaat kan via het SmartBoard weer helemaal worden geactiveerd. Via de<br />

toets rangeerhulp of de Trailer Remote Control (alleen in combinatie met ELEX en<br />

vanaf versie TEBS E2) kan de automaat bij het indrukken van de toets > 5<br />

seconden in de modus Gedwongen dalen worden gebracht.<br />

Na het uit- en weer inschakelen van het contact is OptiTurn weer actief (ritfunctie).<br />

OptiTurn en OptiLoad kunnen afzonderlijk via het SmartBoard worden<br />

geactiveerd.<br />

Handmatige regeling<br />

OptiTurn blijft gedeactiveerd tot het weer wordt geactiveerd door de toets<br />

Rangeerhulp te bedienen.<br />

De functie wordt handmatig met de toets Rangeerhulp gestart: toets Rangeerhulp<br />

1x indrukken.<br />

Het SmartBoard of de Trailer Remote Control (alleen in combinatie met ELEX en<br />

vanaf versie TEBS E2) kan als vervanging van de toets worden gebruikt.<br />

Na het uit- en weer inschakelen van het contact of het bewust uitschakelen via<br />

SmartBoard, Trailer Remote Control of toets Rangeerhulp wordt OptiTurn weer<br />

gedeactiveerd.<br />

Meer informatie over bediening zie hoofdstuk 10.5 "Bediening OptiLoad / OptiTurn",<br />

pagina 202 en zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met afstandsbediening voor<br />

getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)", pagina 193.


6.9.2 Kingpin reductie (OptiLoad TM )<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Systeemeisen<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Opleggers met 2 of 3 assen, achterste as uitgevoerd als sleepas of liftas.<br />

Ter voorkoming van overbelasting van de opleggerschotel en aandrijfas van de<br />

motorwagen bij opleggers met lading, die ongelijk is verdeeld in de richting van de<br />

motorwagen.<br />

Door heffen resp. drukverminderen van de achterste as wordt de lading beter<br />

tussen motorwagen en getrokken voertuig verdeeld en wordt overbelasting van de<br />

achterste as van de motorwagen voorkomen. De achterste as van de oplegger<br />

werkt hierbij als tegengewicht voor de lading.<br />

De functie kan worden gedeactiveerd, wanneer bij een onbeladen voertuig of in de<br />

winter de ontlasting van de achteras van de motorwagen niet zinvol is.<br />

Voordelen<br />

• De lading hoeft niet te worden verdeeld over de laadvloer.<br />

• Vermindering van risico op verkeersboetes wegens overbelading van de<br />

motorwagen.<br />

Het voertuig moet zijn uitgerust met een LACV-IC aan de laatste as voor het<br />

handhaven van de druk.<br />

• 4S/3M aan de laatste as<br />

• LACV-IC<br />

• Extra druksensor aan de as e-f<br />

Parameterinstellingen OptiLoad<br />

Informatie over parametrering, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />

TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1.<br />

Selectie activeringsvoorwaarden<br />

• Automatisch bij overschrijden van snelheid (parametrering vanaf 0 km/h<br />

mogelijk).<br />

• Uitsluitend bij deel-/vollast: Bij onbeladen voertuigen wordt de functie<br />

automatisch gedeactiveerd. De ECU schakelt in de automatische liftasfunctie.<br />

• Handmatig via een toets (2x toets rangeerhulp indrukken); optioneel via<br />

SmartBoard of Trailer Remote Control.<br />

Selectie deactiveringsvoorwaarden<br />

• Begrenzing drukwaarde, waarbij de functie wordt gedeactiveerd (onder de<br />

geparametreerde balgdruk is de functie actief).<br />

• Handmatig via een toets; optioneel via SmartBoard of Trailer Remote Control.<br />

85


86<br />

6 TEBS E<br />

Bedieningsopties<br />

GIO functies<br />

Winterbedrijf voor OptiLoad<br />

Tweede liftaskarakteristiek bij gedeactiveerd OptiLoad automatisch<br />

systeem: Wanneer via het SmartBoard of Trailer Remote Control de<br />

OptiLoad-Automatik wordt gedeactiveerd, kan men met deze<br />

parameter een tweede liftaskarakteristiek regelen. Het deactiveren van<br />

de functie is bijvoorbeeld in het winterbedrijf vereist, om meer<br />

trekkracht op de aandrijfas van de motorwagen te houden.<br />

Zonder de parameter zou de standaard karakteristiek van de<br />

liftasautomaat verder actief zijn en zo bij gedeeltelijk beladen of leeg<br />

voertuig de liftas niet meer optillen.<br />

Door de tweede karakteristiek kan het optillen uitgesteld of volledig<br />

afgebroken worden.<br />

De drukwaarde voor de Kingpin reductie mag maximaal 100% van de balgdruk<br />

"beladen" zijn.<br />

Permanente automaat<br />

De functie start onafhankelijk van de chauffeur overeenkomstig de<br />

geparametreerde randvoorwaarden.<br />

Wanneer een SmartBoard is gemonteerd, kan de automaat tijdelijk worden<br />

gedeactiveerd om bijv. lucht te sparen (tot TEBS E2 kan voor OptiTurn en<br />

OptiLoad de automatische regeling uitsluitend voor beide gelijktijdig geactiveerd /<br />

gedeactiveerd worden). Na het uit- en weer inschakelen van het contact is<br />

OptiLoad weer actief (ritfunctie).<br />

Via het SmartBoard kan de automaat helemaal worden uitgeschakeld en weer<br />

worden geactiveerd.<br />

Via de toets rangeerhulp of via de Trailer Remote Control (alleen in combinatie met<br />

ELEX en vanaf versie TEBS E2) kan de automaat bij het indrukken van de toets ><br />

5 seconden in de modus Gedwongen dalen worden gezet. Na het uit- en weer<br />

inschakelen van het contact is OptiLoad weer actief (ritfunctie).<br />

Handmatige regeling<br />

Zodra OptiLoad is gedeactiveerd, blijft het systeem in deze situatie tot het wordt<br />

gereactiveerd via het SmartBoard of door de toets rangeerhulp te bedienen (2x<br />

indrukken).<br />

Het SmartBoard of de Trailer Remote Control (alleen in combinatie met ELEX) kan<br />

als vervanging van de toets worden gebruikt. Na het uit- en weer inschakelen van<br />

het contact of het bewust uitschakelen via SmartBoard, Trailer Remote Control of<br />

toets rangeerhulp wordt OptiLoad weer gedeactiveerd.<br />

Meer informatie over bediening zie hoofdstuk 10.5 "Bediening OptiLoad / OptiTurn",<br />

pagina 202 en zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met afstandsbediening voor<br />

getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)", pagina 193.


6.9.3 Aansluiting van de componenten<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

OptiLoad / OptiTurn in combinatie met ECAS<br />

Voor een optimaal en efficiënt gebruik van de functies (tijdsgedrag & regelgedrag)<br />

moet een elektronisch geregeld luchtveersysteem (heffen & dalen + regeling Optifunctie<br />

as) te gebruiken.<br />

Verder moet op de laatste as een EBS-relaisklep met externe balgdruksensor e-f<br />

zijn gemonteerd, om tijdens het remmen met een gedeeltelijk ontlaste as<br />

(geactiveerde Opti-functie) de optimale remdruk te regelen en een blokkeren van<br />

de wielen van de laatste as te vermijden.<br />

Bij toepassing van een sleepas moet een restdrukhoudklep zijn gemonteerd of de<br />

functie Sleepas restdrukregeling in de TEBS E Diagnostic Software worden<br />

geactiveerd zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1<br />

=> Automatische liftasaansturing. Daardoor kunnen beschadigingen van de as<br />

respectievelijk asbalgen bij een volledig ontlaste as worden vermeden.<br />

Uittreksel uit schema 841 802 235 0<br />

87


88<br />

6 TEBS E<br />

GIO functies<br />

Uittreksel uit schema 841 802 236 0<br />

De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd met de TEBS E Diagnostic Software.<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 TEBS E Modulator (Premium)<br />

2 EBS-relaisklep (3e modulator)<br />

480 102 06. 0<br />

480 207 ... 0<br />

3 Kabel voor EBS-relaisklep 449 429 ... 0<br />

5 (A) ECAS-magneetklep (1-puntsregeling): Dubbelblok met functie<br />

Heffen/neerlaten en liftasregeling<br />

5 (B) Asliftklep (LACV-IC)<br />

6 (A)<br />

6 (B)<br />

Bij gebruik van een tweede liftas voor de eerste as:<br />

Tot versie TEBS E2: In combinatie met het ECAS dubbelblok kan de<br />

veerretour asliftklep op de eerste as worden gemonteerd.<br />

Vanaf TEBS E2: Bovendien kan een derde impulsgestuurde klep worden<br />

gemonteerd.<br />

472 905 114 0<br />

463 084 100 0<br />

Kabel voor ECAS magneetklep of voor LACV-IC 449 761 030 0


GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

ECAS-magneetklep<br />

2-puntsregeling, alleen mogelijk in combinatie met ELEX en vanaf versie<br />

TEBS E2 zie hoofdstuk 7.1 "Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX)",<br />

pagina 123.<br />

472 905 111 0<br />

7 Kabel voor ECAS-klep / liftasklep 449 445 ... 0<br />

8 Restdrukklep<br />

Montage: Voor de luchtbalgen van de laatste as zie hoofdstuk 6.2<br />

"Sleepasregeling met restdruk", pagina 63.<br />

Vanaf versie TEBS E2: Parameter Sleepas restdrukregeling zie<br />

hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware",<br />

pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1 => Automatische<br />

liftasaansturing.<br />

9 Externe balgdruksensor<br />

Toepassing uitsluitend onder verantwoordelijkheid van de<br />

voertuigfabrikant, afhankelijk van de voertuigconstructie.<br />

475 019 ... 0<br />

441 044 ... 0<br />

10 Kabel voor druksensor (optioneel) 449 812 ... 0<br />

11 SmartBoard (optioneel)<br />

446 192 110 0<br />

12 Kabel voor SmartBoard (optioneel) 449 911 ... 0<br />

13 ECAS-bedieningskast (optioneel)<br />

446 156 022 0<br />

14 Kabel voor ECAS-bedieningskast (optioneel) 449 627 060 0<br />

15 Toets Rangeerhulp Niet in <strong>WABCO</strong><br />

leveringsprogramma.<br />

Trailer Remote Control (optioneel)<br />

Alleen in combinatie met ELEX en vanaf versie TEBS E2 zie<br />

hoofdstuk 7.1 "Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX)", pagina 123.<br />

Verbindingskabel tussen Trailer Remote Control en zekeringskast in de<br />

motorwagen en een houder worden meegeleverd.<br />

446 122 080 0<br />

16 GIO Y-verdeler 449 629 ... 0<br />

89


90<br />

6 TEBS E<br />

GIO functies<br />

OptiLoad / OptiTurn in combinatie met conventionele luchtvering<br />

Aanbevelingen voor de luchtvoorraad<br />

Deze serie apparatuur bereikt niet alle optimale en efficiënte voordelen van de<br />

functies. Daarom adviseert <strong>WABCO</strong> niet een conventionele pneumatische<br />

veerinstallatie in combinatie met de opti-functies te gebruiken.<br />

Tankgrootte voor luchtvering Toepassing<br />

80 liter Eén liftas<br />

100 liter Twee liftassen<br />

120 liter OptiTurn of OptiLoad<br />

Aanbevelingen voor leidingdoorsneden voor een goed tijdsgedrag<br />

Verbinding Doorsneden<br />

Luchtveervoorraad – ECAS / asliftklep 12 mm<br />

ECAS / liftasklep – draagbalgen 12 mm


6.10 Gedwongen dalen van de liftas<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Alle getrokken voertuigen met liftas.<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Uitschakelen automatische liftasfunctie om de opgetilde liftassen te laten dalen.<br />

De functie kan via een toets naar massa, via het SmartBoard of de Trailer Remote<br />

Control worden geactiveerd. De liftasregeling wordt gedeactiveerd.<br />

Activeren met schakelaar<br />

De schakelaar wordt afgesloten: alle assen worden neergelaten.<br />

De schakelaar wordt geopend: de automatische liftasaansturing wordt geactiveerd.<br />

Meer informatie over bediening zie hoofdstuk 10.6 "Bediening liftassen",<br />

pagina 202.<br />

Activering met toets / SmartBoard<br />

De toets wordt langer dan 5 seconden ingedrukt: alle assen worden neergelaten.<br />

De toets wordt korter dan 5 seconden ingedrukt: de automatische liftasaansturing<br />

wordt geactiveerd.<br />

Meer informatie over bediening zie hoofdstuk 10.6 "Bediening liftassen",<br />

pagina 202.<br />

Activering met Trailer Remote Control<br />

Informatie over bediening van de Trailer Remote Control zie hoofdstuk 10.2<br />

"Bediening met afstandsbediening voor getrokken voertuigen (Trailer Remote<br />

Control)", pagina 193.<br />

Liftassen worden in de automatische liftasregeling uitsluitend opgetild, wanneer het<br />

voertuig zich binnen de geparametreerde grenswaarden voor snelheid en balgdruk<br />

bevindt.<br />

Keuze inputniveaus / mogelijkheden parameterinstellingen voor Gedwongen dalen<br />

In de TEBS E diagnosesoftware kunnen de vanuit de motorwagen komende<br />

invoerniveaus (plus of massa) worden gekozen zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />

parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO<br />

parameter 1 => Liftas Gedwongen dalen.<br />

In de TEBS E diagnosesoftware zijn twee mogelijkheden om de parameters voor<br />

de functie gedwongen dalen in te stellen:<br />

• Gedwongen dalen werkt op alle liftassen of alleen op de 2e liftas.<br />

• Gedwongen dalen is via schakelaar / toets / Trailer Remote Control of<br />

SmartBoard mogelijk.<br />

91


6 TEBS E<br />

Aansluitingen van de componenten<br />

92<br />

Verklaring<br />

GIO functies<br />

Uittreksel uit schema 841 802 157 0<br />

De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />

met de TEBS E Diagnostic Software.<br />

YE Geel GN Groen BL Blauw<br />

Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 Smartboard<br />

446 192 110 0<br />

2 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />

3 Toets / schakelaar (optioneel) Niet in <strong>WABCO</strong><br />

leveringsprogramma.<br />

4 Universele kabel (optioneel) 449 535 ... 0<br />

Trailer Remote Control (optioneel)<br />

Alleen in combinatie met ELEX en<br />

vanaf versie TEBS E2 zie hoofdstuk 7.1<br />

"Elektronische uitbreidingsmodule<br />

(ELEX)", pagina 123.<br />

Verbindingskabel tussen Trailer<br />

Remote Control en zekeringskast in de<br />

motorwagen en een houder worden<br />

meegeleverd.<br />

446 122 080 0


6.11 Remblokkenslijtage-indicatie (BVA)<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

GIO functies<br />

Alle getrokken voertuigen met schijfremmen.<br />

TEBS E 6<br />

De slijtage-indicatoren, een in het remblok geïntegreerde draad, controleren de<br />

slijtage van beide remblokken van een schijfrem.<br />

Aan de ECU kunnen slijtage-indicatoren tot maximaal 6 remmen worden<br />

aangesloten. Alle slijtage-indicatoren zijn in serie geschakeld en verbonden met de<br />

slijtage-ingang. Deze krijgen elektrische energie via de voedingsspanning<br />

(24 V/12 V).<br />

Waarschuwingsweergave / verklikkerlampje:<br />

Wanneer bij een slijtage-indicator de draad al 4 seconden (of langer) is<br />

doorgesleten, dan wordt in de slijtage-ingang een spanning gemeten en de<br />

waarschuwing geactiveerd. De chauffeur wordt via de waarschuwingsweergave /<br />

waarschuwingslamp gewaarschuwd, wanneer het slijtage-einde is bereikt (100%<br />

remblokkenslijtage).<br />

Bij inschakelen contact, knippert de gele waarschuwingsweergave /<br />

waarschuwingslamp in 4 cycli = 16 maal. De waarschuwingsweergave /<br />

waarschuwingslamp wordt afgebroken, wanneer het voertuig een snelheid van<br />

7 km/h overschrijdt. Na vervanging van de remblokken herkent het systeem<br />

automatisch de nieuwe slijtage-indicatoren. De waarschuwingsfase wordt na<br />

8 seconden gedeactiveerd.<br />

In systemen met Trailer Central Elektronik worden de slijtagegegevens bepaald<br />

door de Trailer Central Electronic. De TEBS E waarschuwt de chauffeur of<br />

activeert de waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp. Dit is nodig, daar<br />

alleen een ECU de aansturing van de waarschuwingsweergave /<br />

waarschuwingslamp bij toenemende service-informatie kan activeren. Als er een<br />

SmartBoard gemonteerd is, wordt de waarschuwing eveneens op het SmartBoard<br />

aangegeven.<br />

Opslaan van de gegevens van de vervangen remblokken<br />

De laatste vijf vervangingen van de remblokken (met kilometerstand en<br />

bedrijfsuren wanneer tweede alarmniveau optrad) worden in de ECU opgeslagen<br />

en kunnen met de TEBS E diagnosesoftware worden uitgelezen.<br />

93


6 TEBS E<br />

Aansluitingen van de componenten<br />

94<br />

GIO functies<br />

Uittreksel uit schema 841 802 157 0<br />

De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />

met de TEBS E Diagnostic Software.<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 Slijtage-indicator 480 102 92. 2 (inbouwset)<br />

2 Kabel voor slijtage-indicator 449 816 ... 0<br />

3 SmartBoard (optioneel) 446 192 110 0<br />

4 Kabel voor SmartBoard<br />

(optioneel)<br />

449 911 ... 0<br />

Verklikkerlampje Niet in <strong>WABCO</strong><br />

leveringsprogramma.


6.12 Spanningsvoeding van Telematica op GIO5<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Telematica<br />

Aansluitingen van de componenten<br />

Alle getrokken voertuigen.<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Spanningsvoeding van aangesloten systemen, bijv. Telematica op GIO5.<br />

De unit voor Telematica kan op de steekplaats subsystemen of op GIO5 (alleen bij<br />

Premium) worden aangesloten.<br />

<strong>WABCO</strong> advies: Sluit Telematica op GIO5 aan, zodat de Subsystems-stekker voor<br />

bijv. het SmartBoard of IVTM kan worden gebruikt.<br />

Met de TEBS E diagnosesoftware is het mogelijk een stand-by tijd in te stellen voor<br />

het opladen van de Telematica accu (aansluiting van de Telematica op GIO5),<br />

nadat het contact is uitgeschakeld. In dit geval wordt de CAN bus uitgeschakeld –<br />

resp. de mededeling verzonden, dat het voertuig werd uitgeschakeld – en wordt<br />

alleen de accu opgeladen. De oplaadtijd komt overeen met die voor de ECAS<br />

standby modus.<br />

Meer informatie over Telematica zie hoofdstuk 7.6 "Telematica (TrailerGUARD)",<br />

pagina 140.<br />

Een uitgebreide beschrijving van het systeem vindt u in de brochure zie<br />

hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf „Meer informatie“.<br />

Uittreksel uit schema 841 802 199 0<br />

De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />

met de TEBS E Diagnostic Software.<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 TEBS E Modulator (Premium)<br />

480 102 06. 0<br />

2 Trailer Telematica Unit (TTU) 446 290 100 0<br />

3 Kabel voor Telematica 449 915 ... 0<br />

95


6 TEBS E<br />

6.13 Snelheidssignaal<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Componenten<br />

96<br />

GIO functies<br />

Alle getrokken voertuigen.<br />

In aanvulling op de snelheidsschakelaar ISS, die alleen schakelingen uitstuurt, kan<br />

TEBS E een snelheidssignaal voor analyse door de aangesloten systemen<br />

beschikbaar stellen, bijv. voor regeling van de stuurassen of voor het sluiten van<br />

tankdeksels.<br />

De TEBS E modulator stelt een snelheidssignaal beschikbaar in de vorm van een<br />

pulsbreed gemoduleerd rechthoekig signaal.<br />

Positie Component Bestelnummer<br />

1 Universele kabel<br />

4-polig, open.<br />

Aderkleuren:<br />

rood = Pin 1 (v-signaal)<br />

bruin + Pin 2 (massa)<br />

geel/groen = Pin 3<br />

blauw = Pin 4<br />

449 535 ... 0


6.14 Permanente plus 1 en 2<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Aansluitingen van de componenten<br />

Alle getrokken voertuigen.<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Twee permanente spanningsvoedingen zijn beschikbaar. De betreffende<br />

parameters kunnen een permanente plus (klem 15) doorgeven voor de voeding<br />

van aangesloten elektronische systemen of magneetkleppen. De standby-tijd komt<br />

overeen met de standby-tijd van de ECU.<br />

Op de Trailer EBS E modulator kunnen twee 24V uitgangen met een permanente<br />

belasting van maximaal 1,5 Amp worden aangesloten.<br />

De uitgang wordt alleen bewaakt wanneer het TEBS E wordt ingeschakeld. Naar<br />

keuze kan de controle worden uitgeschakeld, wanneer bijv. componenten zijn<br />

aangesloten via een schakelaar.<br />

Verklaring<br />

Optioneel kan via een parameter de naloop van de permanente<br />

spanningsvoeding worden gedeactiveerd. Anders wordt de interface<br />

verder afhankelijk van de ECU-standby-tijdparameter van spanning<br />

voorzien.<br />

A Knop B Last op constante positieve spanning<br />

Positie Component Bestelnummer<br />

1 Knop Niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma.<br />

2 Universele kabel 449 535 ... 0<br />

97


98<br />

6 TEBS E<br />

6.15 Asfaltrem<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Kiepers<br />

GIO functies<br />

De functie "asfaltrem" dient voor gericht remmen van trailers met kiepbak bij<br />

gebruik van wegenbouwmachines. Hierbij wordt de voertuigcombinatie door de<br />

wegenbouwmachine tijdens het kiepen vooruitgeduwd.<br />

Om het wegrollen op een helling te voorkomen, remt TEBS E de<br />

kieper zelfstandig en lastafhankelijk.<br />

Voor het activeren kunnen mechanische schakelaars worden gebruikt voor de<br />

werking (asfaltmodus AAN/UIT) en een schakelaar voor losniveau voor de positie<br />

van de kiepbak (drukknop of benaderingsschakelaar). Bij gebruik van ECAS<br />

kleppen kan het kiepen van de bak via een schakelaar voor losniveau ( zie<br />

hoofdstuk 6.3.2 "Rijniveaus", pagina 70) worden herkend.<br />

De schakelaar voor losniveau kan worden geactiveerd dan wel gedeactiveerd, al<br />

naar gelang de wens van de klant. Daartoe bestaat de mogelijkheid met een<br />

optionele schakelaar, met een parameter of door uitschakeling in het SmartBoard.<br />

De in de TEBS E diagnosesoftware van tevoren ingestelde stuurdruk kan via het<br />

SmartBoard of de Trailer Remote Control handmatig worden gewijzigd. De<br />

minimale stuurdruk bedraagt hierbij 0,5 bar en de maximale stuurdruk bedraagt<br />

6,5 bar. De waarde die het laatst via het SmartBoard of de Trailer Remote Control<br />

is ingesteld bij uitschakelen van de functie, is bij het opnieuw inschakelen weer<br />

geldig.<br />

De automatische uitschakeling van deze functie gebeurt bij een snelheid<br />

v > 10 km/h.


Benaderingsschakelaar<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Nauwkeuriger informatie over de naderingsschakelaar zie hoofdstuk 6.15.1<br />

"Naderingsschakelaar", pagina 102).<br />

Mechanische schakelaar<br />

Mechanische schakelaar I voor wegenbouwmachine tegen massa<br />

Mechanische schakelaar II voor wegenbouwmachine<br />

en losniveau tegen massa<br />

Mechanische schakelaar III voor wegenbouwmachine tegen plus<br />

op analoge TEBS E ingang<br />

Mechanische schakelaar IV voor wegenbouwmachine tegen plus op digitale<br />

TEBS E ingang (weerstandkabel niet leveromvang van <strong>WABCO</strong>)<br />

Verklaring<br />

A Knop "Asfaltrem AAN/UIT" B Losniveauschakelaar<br />

C Kieper Heffen/neerlaten<br />

99


100<br />

6 TEBS E<br />

GIO functies<br />

Parameter Asfaltrem<br />

Eerst moet de snelheid, (maximaal 10 km/h) tot welke de functie actief is, worden<br />

ingesteld. Vervolgens wordt de drukinstelling voor het afregelen van de remdruk pm<br />

van aanlegdruk tot maximaal 6,5 bar ingesteld zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />

parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO<br />

parameter 2 => asfaltrem.<br />

Het is instelbaar of de uitgestuurde remdruk afhankelijk van de belading in de<br />

wegenbouw wordt aangepast (dynamische ALB).<br />

Wanneer een SmartBoard is gemonteerd, kan een schakeluitgang worden<br />

uitgespaard, doordat de functie uitsluitend via SmartBoard wordt geactiveerd.<br />

Deze asfaltremdruk kan ook zonder SmartBoard worden ingesteld via<br />

de parkeerrem in het trekkende voertuig.<br />

In het in te stellen drukbereik wordt de veerremcilinder van het<br />

trekkende voertuig nog niet ontlucht, zodat de parkeerrem uitsluitend<br />

in de aanhanger remkracht ontwikkelt.<br />

Voor het verhogen van de remdruk moet de druk via de hendel<br />

langzaam worden ingesteld en dan plotseling worden losgelaten.<br />

Door de zich instellende hoge drukgradiënt wordt de handmatige<br />

instelling waargenomen en wordt deze waarde opgeslagen en<br />

afgeregeld.<br />

Voor het verlagen van de waarde moet de actuele waarde via de<br />

hendel korte tijd worden overschreden en dan plotseling worden<br />

losgelaten. Deze waarde is weer gewist na de contact-reset.<br />

Asfaltrem = mechanische schakelaar<br />

In de TEBS E diagnosesoftware kunnen parameters voor de uitschakeling van het<br />

losniveau worden ingesteld, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />

TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 2<br />

=> asfaltrem.<br />

Ezelsbruggetje: Uitschakelen losniveau, wanneer in wegenbouw geen losniveau<br />

gewenst is. Voorwaarde: De benaderingsschakelaar schakelt het losniveau. De<br />

schakelaar voor losniveau kan dan vervallen.<br />

Een 2-polige benaderingsschakelaar kan worden aangesloten (aansluiting op GIO<br />

4, Pin 1 en 3, kabel) 449 535 ... 0).<br />

Deze naderingsschakelaar kan voor de functies "losniveau" en "asfaltrem" worden<br />

gebruikt. Iedere naderingsschakelaar heeft een andere schakeldrempel met<br />

betrekking tot afstand tot het te herkennen object van de kiepbak.<br />

Moeten beide functies actief zijn, dan zijn twee extra schakelingangen nodig, zodat<br />

beide functies separaat kunnen worden in- en uitgeschakeld.


Aansluitingen van de componenten<br />

Bediening<br />

GIO functies<br />

Uittreksel uit schema 841 802 198 0<br />

TEBS E 6<br />

De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />

met de TEBS E Diagnostic Software.<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 Smartboard<br />

446 192 110 0<br />

2 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />

3 Knop Niet in <strong>WABCO</strong><br />

leveringsprogramma.<br />

4 Universele kabel (optioneel) 449 535 ... 0<br />

Trailer Remote Control (optioneel)<br />

Alleen in combinatie met ELEX en<br />

vanaf versie TEBS E2 zie hoofdstuk 7.1<br />

"Elektronische uitbreidingsmodule<br />

(ELEX)", pagina 123.<br />

Verbindingskabel tussen Trailer<br />

Remote Control en zekeringskast in de<br />

motorwagen en een houder worden<br />

meegeleverd.<br />

446 122 080 0<br />

Informatie over bediening zie hoofdstuk 10.3 "Bediening ECAS niveauregeling",<br />

pagina 200 en zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met afstandsbediening voor<br />

getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)", pagina 193.<br />

101


102<br />

6 TEBS E<br />

6.15.1 Naderingsschakelaar<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

GIO functies<br />

Aansluiting van de naderingsschakelaar aan TEBS E<br />

Alle getrokken voertuigen met losniveau-optie of asfaltrem<br />

De naderingsschakelaar kan als schakelaar voor de functies van de<br />

losniveauregeling, voor activering van de asfaltrem of voor de regeling van de<br />

Trailer Safety Brake worden gebruikt.<br />

Via volgende naderingsschakelaars kunnen de hierboven genoemde functies<br />

contactvrij worden geactiveerd:<br />

• Telemecanique XS7C1A1DAM8<br />

• Schönbuch Electronic IO25CT 302408<br />

• Balluff BES M30MF-USC15B-BP03<br />

• Schönbuch Electronic MU1603111<br />

Naderingsschakelaar voor activering van wegenbouwmachine / losniveau<br />

Afbeelding 1<br />

Verklaring<br />

A Schakelaar "Asfaltrem<br />

AAN/UIT"<br />

Naderingsschakelaar met afzonderlijk uitschakelen<br />

voor wegenbouwmachine en losniveau<br />

Afbeelding 2<br />

B Schakelaar "Losniveau<br />

AAN/UIT"<br />

C Naderingsschakelaar


Parametrering<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Wanneer slechts één functie ter beschikking staat (afbeelding 1), is het voldoende<br />

slechts de naderingsschakelaar te parametreren.<br />

Wanneer beide functies ter beschikking staan (afbeelding 2), zijn twee extra<br />

schakelingangen nodig, zodat beide functies separaat kunnen worden in- en<br />

uitgeschakeld.<br />

Hier moeten de schakelaars als volgt worden geparametreerd:<br />

Asfaltrem = naderingsschakelaar en afzonderlijke schakelaar. Hier moeten beide<br />

schakelaars zijn gesloten, opdat de wegenbouwmachinefunctie wordt geactiveerd.<br />

Schakelaar losniveau = naderingsschakelaar en afzonderlijke schakelaar. Hier<br />

moeten beide schakelaars zijn gesloten, opdat het losniveau wordt benaderd.<br />

De in de markt verkrijgbare naderingsschakelaars kunnen verschillende<br />

schakeldrempels met betrekking tot afstand tot het te herkennen object hebben.<br />

<strong>WABCO</strong> legt hier een waarde van 600 µA vast, die probleemloos werkt met de<br />

hierboven genoemde naderingsschakelaars. Voor andere schakelaars is de<br />

schakeldrempel naar behoefte instelbaar.<br />

103


104<br />

6 TEBS E<br />

6.16 Trailer uitschuiffunctie<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

GIO functies<br />

Voor bijvoorbeeld in de lengte verstelbare opleggers of disselaanhangwagens met<br />

4S/3M systeem.<br />

Met deze functie kunnen in de lengte verstelbare voertuigen voor de chauffeur<br />

praktischer en zonder gebruik van extra hulpmiddelen (zoals bijv. blokken of<br />

andere op de trailer gemonteerde componenten) worden uit- of ingeschoven. Het<br />

laatste asstel wordt geremd en de trailer wordt met de motorwagen uitgeschoven.<br />

De functie heeft twee verschillende modi afhankelijk van het voertuigtype:<br />

Oplegger<br />

Bij opleggers kan de functie worden geselecteerd in combinatie met de parameter<br />

zonder lastafhankelijke remdruk ALB, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters<br />

met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => vester TEBS - GIO parameter 2.<br />

Wanneer de functie met een schakelaar of het SmartBoard wordt geactiveerd,<br />

wordt het asstel met volle remdruk (zonder ALB karakteristiek) geremd, zodat de<br />

oplegger door de langzaamrijdende motorwagen kan worden verlengd.<br />

Disselaanhangwagen<br />

Hier kan de parameter Uitsluitend achterste aggregaat afremmen worden<br />

geselecteerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 2. In dit geval<br />

wordt alleen de laatste as (asstel) geremd, zodat de motorwagen door langzaam<br />

rijden de aanhangwagen kan verlengen.


Aansluitingen van de componenten<br />

GIO functies<br />

Uittreksel uit schema 841 802 290 3<br />

TEBS E 6<br />

De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />

met de TEBS E Diagnostic Software.<br />

Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 Smartboard<br />

446 192 110 0<br />

2 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />

3 Schakelaar (optioneel) Niet in <strong>WABCO</strong><br />

leveringsprogramma.<br />

4 Universele kabel (optioneel) 449 535 ... 0<br />

Trailer Remote Control (optioneel)<br />

Alleen in combinatie met ELEX en<br />

vanaf versie TEBS E2 zie hoofdstuk 7.1<br />

"Elektronische uitbreidingsmodule<br />

(ELEX)", pagina 123.<br />

Verbindingskabel tussen Trailer<br />

Remote Control en zekeringskast in de<br />

motorwagen en een houder worden<br />

meegeleverd.<br />

446 122 080 0<br />

105


106<br />

6 TEBS E<br />

GIO functies<br />

6.17 Trailer Safety Brake (vanaf versie TEBS E2.5)<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Inbouwvoorschriften<br />

Kieper, rollcontainer-chassis en tank- en silovoertuigen<br />

Verhindert het wegrollen van het voertuig tijdens lossen.<br />

Voorbeelden: Kieper met opgetilde bak, tankvoertuig met geopende tankklep, nietvergrendelde<br />

container.<br />

Een aan de TEBS E modulator aangesloten sensor (zie tabel „Componenten“)<br />

meet of een laad- of losproces aan de gang is.<br />

Voor de functie zijn er twee mogelijkheden, die kunnen worden gekozen in de<br />

TEBS E Diagnostic Software, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />

TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 2<br />

=> Trailer Safety Brake.<br />

Bij stilstand.<br />

Tankvoertuigen / rolcontainer: Het voertuig werd via de bedrijfsrem geremd. Er is<br />

geen beweging mogelijk, zolang de sensor niet waarneemt dat het laad- of<br />

losproces is afgesloten (bijvoorbeeld door de bedieningskast te sluiten).<br />

Bij een lagere snelheid<br />

Kieper: Hier biedt de functie de mogelijkheid met lagere snelheden op te trekken,<br />

om bij kiepen het losproces te verbeteren. Vanaf een snelheid van 18 km/h wordt<br />

de chauffeur er door tien korte waarschuwingsremmingen aan herinnerd dat<br />

bijvoorbeeld de laadbak nog niet is neergelaten. Vanaf een snelheid van 28 km/h<br />

wordt het voertuig afgeremd tot aan stilstand. Na het bereiken van stilstand<br />

(v = 0 km/h) lost de rem na 20 seconden. De functie is daarna gedeactiveerd en<br />

functioneert pas weer normaal na een nieuwe start via het contactslot.<br />

De voertuigfabrikant is verantwoordelijk voor de correcte positionering en installatie<br />

van de sensor aan het voertuig, zodat de TEBS E modulator de laad- en losfunctie<br />

betrouwbaar waarneemt.


Componenten<br />

Verklaring<br />

GIO functies<br />

Uittreksel uit schema 841 802 274 0<br />

TEBS E 6<br />

De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />

met de TEBS E Diagnostic Software.<br />

YE Geel GN Groen BL Blauw<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 Naderingsschakelaar (door <strong>WABCO</strong><br />

getest en aanbevolen):<br />

Telemecanique XS7C1A1DAM8<br />

Schönbuch Electronic IO25CT<br />

302408<br />

Balluff BES M30MF-USC15B-BP03<br />

Alternatieve mogelijkheden:<br />

Druksensor<br />

Niet in <strong>WABCO</strong><br />

leveringsprogramma.<br />

441 044 101 0<br />

441 044 102 0<br />

Mechanische (rollen)schakelaar Niet in <strong>WABCO</strong><br />

leveringsprogramma.<br />

2 GIO Y-verdeler 449 629 ... 0<br />

107


108<br />

6 TEBS E<br />

GIO functies<br />

6.18 Ontspanningsfunctie (Bounce Control)<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Componenten<br />

Alle getrokken voertuigen.<br />

Bij het laden en lossen van opleggers wordt het asstel onder druk gezet wanneer<br />

de hele voertuigcombinatie op de rem staat. Wordt bijv. na het lossen het voertuig<br />

van de handrem gezet, dan kan het chassis plotseling opspringen, omdat de<br />

luchtvering direct omhoog gaat door de nog gevulde luchtbalgen en door gebrek<br />

aan lading in het voertuig. De ontspanningsfunctie voorkomt dit opspringen van het<br />

chassis en beschermt daarmee de lading.<br />

De functie kan via een toets of SmartBoard worden geactiveerd.<br />

De spanning op de ingeschakelde remmen wordt gelost door de remcilinder via de<br />

modulator te activeren. Daarvoor worden de remmen per zijde (bij<br />

oplegger/middenasser) of per as (disselaanhangwagen) gelost. De remming van<br />

het voertuig is daarbij altijd meer dan 18%, omdat de remcilinders na elkaar<br />

worden gelost.<br />

Ter activering van de functie is één een de volgende componenten nodig:<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 Smartboard 446 192 110 0<br />

2 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />

3 Schakelaar (optioneel) Niet in <strong>WABCO</strong><br />

leveringsprogramma.<br />

4 Universele kabel<br />

(optioneel)<br />

449 535 ... 0


6.19 Blokkeren stuuras<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Parametrering<br />

GIO functies<br />

Houd de richtlijnen voor het veilig gebruik van stuurassen aan.<br />

De stuuras moet zonder stroom zijn geblokkeerd.<br />

Oplegger met stuuras.<br />

TEBS E 6<br />

Met TEBS E kan een stuuras, afhankelijk van de snelheid of ook door herkenning<br />

van achteruitrijden, door een cilinder worden geregeld en geblokkeerd bij<br />

rechtuitrijden.<br />

De stuuras kan afhankelijk van de snelheid worden geblokkeerd om het stabiele<br />

rechtuitrijden bij hoge snelheid te garanderen. De stuuras kan ook worden<br />

geblokkeerd bij het achteruitrijden door bewaking van de achteruitrijlichten.<br />

De cilinder wordt door een magneetklep geactiveerd. De magneetklep wordt door<br />

de TEBS E modulator, afhankelijk van de geparametreerde snelheid, geregeld.<br />

Bij het rijden met normale snelheid (bijv. > 30 km/h), is de stuuras geblokkeerd<br />

door de GIO functie. Wordt langzamer gereden dan de geparametreerde snelheid,<br />

dan heft de GIO functie de blokkering op en stuurt de stuuras in bochten mee.<br />

Bij stilstand (v < 1,8 km/h) wordt de stuuras opnieuw geblokkeerd. Dit wordt<br />

gehandhaafd bij het schakelen van de versnelling in achteruit (met brandende<br />

achteruitrijlichten) om het scharen bij achteruitrijden te voorkomen. Rijdt het<br />

voertuig aansluitend weer vooruit, dan wordt de blokkering tot een<br />

geparametreerde snelheid (> 1,8 km/h) gehandhaafd, daarna gelost en pas weer<br />

geblokkeerd bij het harder rijden van een tweede geparametreerde snelheid.<br />

Via een parameter bij opgetilde liftas kan de stuuras ook bij opgetilde liftas worden<br />

geblokkeerd.<br />

In combinatie met een TailGUARD-systeem (zie hoofdstuk 7.1.1 "TailGUARD<br />

functies", pagina 124) kan de achteruitrijherkenning via de ELEX verlopen<br />

(parameter achteruitrijherkenning via ELEX). Een extra verbinding van het<br />

achteruitrijlicht met de TEBS E is niet vereist.<br />

Definieer de parameters in de TEBS E Diagnostic Software in het venster TEBS -<br />

GIO parameter 2 => stuurasblokkering zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters<br />

met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />

109


6 TEBS E<br />

Aansluitingen van de componenten<br />

110<br />

Verklaring<br />

GIO functies<br />

A Optionele schakelaar om de stuuras te<br />

blokkeren<br />

B (+) signaal van de<br />

achteruitrijlichten


6.20 Roll Stability Adviser<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Componenten<br />

Bediening<br />

Getrokken voertuigen met kiepbak.<br />

GIO functies<br />

Controle kantelgevaar van het voertuig.<br />

TEBS E 6<br />

In elke TEBS E modulator is een dwarsversnellingssensor voor de RSS functie<br />

geïntegreerd. Deze dwarsversnellingssensor geeft tegelijkertijd informatie over de<br />

scheefstand van het voertuig ten opzichte van de horizontale stand. De<br />

scheefstand van het voertuig kan door de TEBS E modulator worden<br />

gecontroleerd.<br />

Wordt de door de TEBS E diagnosesoftware geparametreerde scheefstand (0° -<br />

20°) overschreden, dan kan door de ECU een waarschuwing naar de chauffeur<br />

worden gezonden. Dit kan plaatsvinden door een claxon / zwaailicht. Een<br />

waarschuwing kan ook via het Smartboard of de Trailer Remote Control worden<br />

weergegeven. Let op: in de Trailer Remote Control kunnen twee verschillende<br />

waarschuwingswaarden (drempel voor waarschuwing vooraf en waarschuwing)<br />

worden opgeslagen<br />

De maximale hoek is altijd afhankelijk van het specifieke voertuig en moet door de<br />

voertuigfabrikant worden vastgelegd.<br />

De functie is actief in een snelheidsbereik van 0 - 7 km/h. Daarboven wordt de<br />

functie gedeactiveerd. Een nieuwe activering vindt plaats na nieuwe stilstand.<br />

De chauffeur moet worden geïnstrueerd, dat bijv. het afkiepen van een kiepbak<br />

direct moet worden onderbroken wanneer een waarschuwing wordt ontvangen.<br />

De functie "Roll Stability Adviser" is alleen een ondersteunende functie en ontslaat<br />

de chauffeur niet van zijn verantwoordelijkheid zelf het voertuig te controleren.<br />

Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 Claxon/zwaailicht Niet in <strong>WABCO</strong><br />

leveringsprogramma.<br />

2 SmartBoard (optioneel)<br />

446 192 110 0<br />

3 Kabel voor SmartBoard (optioneel) 449 911 ... 0<br />

4 Trailer Remote Control (optioneel)<br />

Alleen in combinatie met ELEX en vanaf<br />

versie TEBS E2 zie hoofdstuk 7.1<br />

"Elektronische uitbreidingsmodule<br />

(ELEX)", pagina 123.<br />

Verbindingskabel tussen Trailer Remote<br />

Control en zekeringskast in de<br />

motorwagen en een houder worden<br />

meegeleverd.<br />

446 122 080 0<br />

Informatie over bediening, zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met afstandsbediening<br />

voor getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)", pagina 193.<br />

111


112<br />

6 TEBS E<br />

6.21 Kooiaapregeling<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Parametrering<br />

1.<br />

GIO functies<br />

Voornamelijk voor middenassers met kooiaap.<br />

Optimaliseren van de koppelingsdruk, wanneer de heftruck als tegendruk ontbreekt.<br />

2.<br />

Middenassers met kooiaap zijn normaal zo geconstrueerd, dat wanneer de<br />

kooiaap wordt meegenomen de gewichtsverdeling tussen voor en achter wordt<br />

uitgebalanceerd. Een overeenkomstig royaal opgezette Kingpin druk werkt als<br />

tegengewicht voor het extra gewicht van de kooiaap (afbeelding 1).<br />

Wanneer dit type middenasser met een gedeeltelijke belading rijdt maar zonder<br />

kooiaap en met een opgetilde liftas, kan het hoge gewicht van de constructie leiden<br />

tot extra Kingpin druk op de vangmuilkoppeling, daar het tegengewicht van de<br />

kooiaap ontbreekt (afbeelding 2).<br />

Met de functie "kooiaapregeling" kan bij een gedeeltelijk beladen voertuig zonder<br />

kooiaap het heffen van de liftas worden vertraagd, zodat de Kingpin druk op de<br />

vangmuilkoppeling niet te hoog wordt.<br />

Door de op de grond staande as blijft de wielbasis kort, zodat niet de complete<br />

Kingpin druk op de vangmuilkoppeling werkt, omdat de achterkant van de<br />

middenasser ook zonder kooiaap een efficiëntere uitbalancering heeft (afbeelding<br />

3).<br />

Voorwaarden functie:<br />

Naderingsschakelaar of mechanische (rollen)schakelaar voor het herkennen van<br />

de meegenomen kooiaap.<br />

De belasting op de middenasser moet gelijkmatig zijn verdeeld om een extra<br />

beïnvloeding van de koppelingsdruk te voorkomen.<br />

Het Trailer EBS E herkent door een benaderingsschakelaar of mechanische<br />

(rollen)schakelaar of een kooiaap op het voertuig wordt meegenomen en schakelt<br />

automatisch tussen twee liftaskarakteristieken:<br />

a) Karakteristiek voor de regeling van de liftas met kooiaap.<br />

b) Karakteristiek voor de regeling van de liftas zonder kooiaap.<br />

Beide karakteristieken moeten door de voertuigfabrikant afhankelijk van de<br />

gewenste, ladingsafhankelijke tijd voor het heffen van de liftas worden<br />

gedefinieerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware ", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1<br />

=> liftasregeling met herkenning kooiaap.<br />

3.


Componenten<br />

Kooiaapregeling met OptiLoad<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

De kooiaapregeling kan ook worden weergegeven met de functie OptiLoad.<br />

Hiertoe wordt in plaats van de laatste as de eerste as uitgerust met OptiLoad.<br />

Daardoor wordt altijd de maximaal mogelijke wielstand afgeregeld en daarmee een<br />

negatieve steunlast in de regel verhinderd. Wanneer geen kooiaap wordt<br />

meegevoerd, moet de functie worden gedeactiveerd. Daartoe kan het aanwezig<br />

zijn van de kooiaap worden waargenomen met een rolschakelaar en daarmee de<br />

functie „Gedwongen dalen“ worden geregeld. De parametrering moet als bij de<br />

normale OptiLoad-functie plaatsvinden; dat wil zeggen: de tweede as moet worden<br />

geselecteerd, hoewel de klep aan de eerste as is gemonteerd.<br />

Uittreksel uit schema 841 802 292 0<br />

De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />

met de TEBS E Diagnostic Software.<br />

Positie Component Bestelnummer<br />

1 De volgende inductieve sensoren zijn ook door<br />

<strong>WABCO</strong> getest als benaderingsschakelaar:<br />

Telemecanique XS7C1A1DAM8<br />

Schönbuch Electronic IO25CT 302408<br />

Balluff BES M30MF-USC15B-BP03<br />

Niet in <strong>WABCO</strong><br />

leveringsprogramma.<br />

2 Kabel naderingsschakelaar 449 ... ... 0<br />

Mechanische (rollen)schakelaar (optioneel) Niet in <strong>WABCO</strong><br />

leveringsprogramma.<br />

113


114<br />

6 TEBS E<br />

6.22 Remontgrendelingsfunctie<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Componenten<br />

GIO functies<br />

Bijvoorbeeld autotransportvoertuigen en naloopaanhangwagens voor<br />

houttransportauto's.<br />

Lossen van de bedrijfsrem van het getrokken voertuig bij stilstand.<br />

De functie wordt via een externe toets of via het SmartBoard geactiveerd.<br />

Bij activering van de remontgrendelingsfunctie en een gelijktijdige bediening van<br />

de hydraulische cilinder wordt de trailerrem gelost en de trailer kan bijv.<br />

hydraulisch in de lengte worden gewijzigd.<br />

Bij het loslaten van de toets of de betreffende toets van het SmartBoard wordt de<br />

rem direct weer belucht en de trailer wordt weer geremd.<br />

Deze functie kan ook voor hout-naloopaanhangwagens worden<br />

gebruikt. Deze aanhangers worden bij het op- of afzetten met behulp<br />

van een kraanhijsarm van of op het trekkende voertuig geschoven.<br />

Hierbij wordt automatisch de snelheid via de remingreep bij circa<br />

5 km/h constant gehouden. Deze optie moet via een parameter in de<br />

diagnose worden geactiveerd (remontgrendelingsfunctie uitgebreid).<br />

Voorwaarden voor remontgrendelingsfunctie<br />

• De parkeerrem in de motorwagen is geactiveerd.<br />

• De druk aan het gele koppelstuk moet hoger zijn dan 6,5 bar. De<br />

remontgrendelingsfunctie wordt bij verlaging van de druk aan het gele<br />

koppelstuk afgebroken.<br />

• Standaard remontgrendelingsfunctie: De remontgrendelingsfunctie wordt bij<br />

een snelheid van v > 1,8 km/u afgebroken.<br />

• Uitgebreide remontgrendelingsfunctie: De remontgrendelingsfunctie wordt bij<br />

een snelheid van v > 10 km/u afgebroken.<br />

Voor deze functie geldt de goedkeuring "ID_EB158.0 – functie remmen lossen en<br />

ontspanning" zie hoofdstuk 5.3 "Goedkeuring en normen ", pagina 22 (geldt niet<br />

voor de „Uitgebreide remontgrendelingsfunctie“!).<br />

Ter activering van de functie is één een de volgende componenten nodig:<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 Smartboard 446 192 110 0<br />

2 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />

3 Toets (optioneel) Niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma.


6.23 Noodremlicht (Emergency Brake Alert)<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Parametrering<br />

Alle getrokken voertuigen.<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Als het voertuig in een gevaarlijke situatie is en abrupt moet worden geremd, kan<br />

het noodremmen worden aangegeven via het knipperen van de<br />

aanhangerremlichten.<br />

Met behulp van TEBS E wordt hierbij een afzonderlijke GIO-uitgang ter<br />

beschikking gesteld, waarop het remlicht via een relais wordt aangesloten. Het<br />

relais onderbreekt daarbij het remlicht met een bepaalde geparametreerde<br />

frequentie.<br />

In sommige motorwagens wordt de functie voor de remlichten in het getrokken<br />

voertuig gecontroleerd, zodat een basisspanning aanwezig moet zijn bij<br />

relaiswerking in beide schakelsituaties (remlicht of weerstand). Hierdoor wordt in<br />

de motorwagen geen fout herkend.<br />

<strong>WABCO</strong> adviseert om omwille van de compatibiliteit voor het herkennen van het<br />

remlicht van de motorwagen parallel aan het relais een weerstand van 100 Ohm te<br />

monteren<br />

De GIO uitgang mag maximaal met 1,5 A worden belast.<br />

Activering<br />

De functie wordt automatisch door de TEBS E modulator afhankelijk van de<br />

volgende situaties geactiveerd:<br />

• Wanneer bij een noodremming de voertuigvertraging groter is dan 0,4 g.<br />

• Wanneer bij een snelheid van > 50 km/u een ABS regeling wordt geactiveerd.<br />

De functie wordt weer beëindigd, wanneer de voertuigvertraging de waarde 0,25 g<br />

onderschrijdt of de ABS regeling gedeactiveerd wordt.<br />

Instelling van de activeringsmethode / knipperfrequentie<br />

– Selecteer in de TEBS E Diagnostic Software de activeringsmethode Aansturing<br />

permanent of Activering knipperend aan zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />

parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO<br />

parameter 3 => Uitgang noodremlicht.<br />

– Stel indien van toepassing de knipperfrequentie in (conform regeling ECE R 48<br />

tussen 3 en 5 Hz).<br />

– Wanneer LED's als remlicht zijn gemonteerd, activeer dan de parameter LED<br />

gemonteerd.<br />

115


6 TEBS E<br />

Componenten<br />

116<br />

GIO functies<br />

Uittreksel uit schema 841 802 291 3<br />

De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />

met de TEBS E Diagnostic Software.<br />

Voor de weergave kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />

Positie Component Bestelnummer<br />

1 Remlicht (LED of lamp)<br />

maximaal 24 V, 1,5 A<br />

2 Relais<br />

Weerstand vereist<br />

Niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma.<br />

Niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma.<br />

3 Universele kabel 449 535 … 0


6.24 Wegrijblokkering (immobilizer)<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Alle getrokken voertuigen.<br />

GIO functies<br />

TEBS E 6<br />

Wegrijblokkering om het diefstalrisico te verminderen.<br />

De functie kan ook als "elektrische parkeerrem" worden gebruikt. Het geparkeerde<br />

voertuig wordt zo tegen wegrollen beveiligd, indien onbevoegden opzettelijk of<br />

onopzettelijk de rode knop op de PREV bedienen.<br />

Met behulp van een ingebouwde impulsgestuurde asliftklep kunnen de wielen van<br />

een geparkeerd voertuig worden geblokkeerd via de Tristop cilinders.<br />

De Immobilizer kan door het ingeven van een eigen gedefinieerde PIN via het<br />

SmartBoard of de Trailer Remote Control worden geactiveerd of gedeactiveerd.<br />

Wordt een voertuig met een geactiveerde Immobilizer bewogen of wordt het<br />

systeem gemanipuleerd, dan kan via de TEBS E modulator een alarmsignaal (24 V)<br />

op een aangesloten, optioneel apparaat (waarschuwingslamp, claxon) worden<br />

uitgegeven.<br />

Noodlosfunctie resp. noodontgrendeling<br />

De noodlosfunctie kan worden gebruikt om de Immobilizer zonder gebruikers-PIN<br />

te deactiveren om het voertuig bijv. in kritische situaties te kunnen verplaatsen.<br />

– Definieer de parameters optioneel in het venster TEBS - GIO parameter 2 voor<br />

een noodlosfunctie, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168.<br />

De noodlosfunctie wordt via het SmartBoard geactiveerd en geeft het voertuig<br />

voor een gedefinieerde tijdsperiode vrij.<br />

Voorbeeld van verloop "voertuig beveiligd met Immobilizer":<br />

Trailer met motorwagen moet uit een kritische wegsituatie worden verplaatst. PIN<br />

is niet beschikbaar.<br />

– Activeer de noodlosfunctie via het SmartBoard of via de Trailer Remote Control.<br />

– Verplaats het voertuig naar een veilige locatie.<br />

Zodra een periode van 60 seconden in stilstand voorbij is, wordt de Immobilizer<br />

weer geactiveerd.<br />

Indien nodig kan dit proces tot 3 maal worden herhaald. Daarna wordt de<br />

noodlosfunctie ontoegankelijk gemaakt.<br />

Na vrijschakeling van de Immobilizer met PIN en PUK is ook de noodlosfunctie<br />

weer beschikbaar.<br />

Waarschuwingsweergave / verklikkerlampje<br />

Vanaf versie TEBS E2 wordt de chauffeur gewaarschuwd over de<br />

status van de wegrijblokkering via de waarschuwingsweergave /<br />

waarschuwingslamp (geel). Bij een geactiveerde wegrijblokkering<br />

knippert de waarschuwingsweergave / waarschuwingslamp 8 maal na<br />

het inschakelen van het contact.<br />

117


118<br />

6 TEBS E<br />

Voeding<br />

GIO functies<br />

Vastleggen protocol van de meldingen<br />

Voor het vastleggen protocol en de analyse van de meldingen worden bepaalde<br />

activiteiten met de wegrijblokkering opgeslagen met een notitie in het geheugen<br />

bedrijfsgegevens (ODR), zie hoofdstuk 5.10.6 "Geheugen bedrijfsgegevens<br />

(ODR)", pagina 54. Deze gegevens kunnen dan worden ingezien door bijv.<br />

verzereringsmaatschappijen of wagenparkbeheerders.<br />

Een ODR melding wordt weergegeven bij volgende gebeurtenissen:<br />

• Status wegrijblokkering wijzigt.<br />

• Incorrecte PIN ingegeven.<br />

• Beweging van het voertuig ondanks Immobilizer.<br />

• Noodlosfunctie geactiveerd.<br />

Om de wegrijblokkering te activeren/deactiveren, moet het getrokken voertuig<br />

voorzien zijn van voeding. Dit kan op twee manieren worden gegarandeerd.<br />

• Contact inschakelen (voeding via klem 15).<br />

• ECU standby-tijd (voeding via klem 30): In dit geval moet een tijdparameter in<br />

de parameterinstelling worden gedefinieerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />

parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS -<br />

ABS/RSS => ECU standby-tijd.


Aansluitingen van de componenten<br />

GIO functies<br />

Uittreksel uit schema 841 701 227 0 voor drie-assige oplegger<br />

TEBS E 6<br />

De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd met de TEBS E Diagnostic Software.<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 Asliftklep (LACV-IC)<br />

Ook op GIO1, 2 of 3 mogelijk.<br />

463 084 100 0<br />

2 Kabel voor asliftklep 449 445 ... 0<br />

Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />

3 Waarschuwingslamp / claxon (optioneel) Niet in <strong>WABCO</strong><br />

leveringsprogramma.<br />

4 Universele kabel voor alarmsignaal (optioneel) 449 535 … 0<br />

5 Smartboard<br />

446 192 11. 0<br />

6 Kabel voor SmartBoard 449 911 ... 0<br />

Trailer Remote Control (optioneel)<br />

Alleen in combinatie met ELEX en vanaf versie TEBS E2 zie<br />

hoofdstuk 7.1 "Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX)", pagina 123.<br />

Verbindingskabel tussen Trailer Remote Control en zekeringskast in<br />

de motorwagen en een houder worden meegeleverd.<br />

446 122 080 0<br />

119


120<br />

6 TEBS E<br />

Montage<br />

Parametrering<br />

GIO functies<br />

In de TEBS E1.5 modulator kan de functie "Wegrijblokkering" niet<br />

worden gecombineerd met de ECAS magneetklep 472 905 114 0 voor<br />

de elektronische luchtvering en de regeling van de functies OptiTurn<br />

en OptiLoad.<br />

De optionele componenten kunnen op GIO1-7 worden aangesloten.<br />

De afgegeven voedingsspanning is 24 V.<br />

Met de EOL test of met het menu aansturing (zie hoofdstuk 9.1<br />

"Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168<br />

=> venster TEBS-E diagnosesoftware) kan de functie van de<br />

wegrijblokkering-klep worden gecontroleerd. Activeren van de functie<br />

met de PUK code is in dit geval niet nodig.<br />

Vanaf versie TEBS E2 is het mogelijk door extra GIO interfaces van de<br />

wegrijblokkering tezamen met de functies Optiload en OptiTurn het<br />

optimale systeem te installeren:<br />

Asliftklep (LACV-IC) 463 084 100 0 met een ECAS magneetklep<br />

472 905 114 0 of 2x asliftklep (LACV-IC) 463 084 100 0 met de ECAS<br />

magneetklep 472 880 030 0.<br />

Informatie over de montage, zie hoofdstuk 8.6 "Montage componenten<br />

wegrijblokkering (immobilizer)", pagina 155.<br />

Informatie over de parametrering, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />

TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 2<br />

=> Immobilizer (wegrijblokkering).<br />

Vrijschakelen en activeren van de Immbolizer<br />

Voor de eerste vrijschakeling na de parametrering zijn het serienummer van de<br />

TEBS E modulator en de PUK nodig.<br />

PUK<br />

Per vrijschakelproces/voertuig is een PUK nodig. Daarvoor is het document nodig<br />

"PUK Access Code 813 000 049 3" met een individueel vouchernummer "Voucher<br />

Code" (1 maal per voertuig).<br />

Met deze Voucher Code kan in het Internet de PUK worden opgevraagd:<br />

http://www.wabco-auto.com/ => Products => Brake- & Stability Control<br />

=> Electronic Braking System (EBS) => Trailer Immobilizer.<br />

Wat kan je met de PUK<br />

• Vrijschakelen wegrijblokkering-functie in de TEBS E modulator.<br />

• Vastleggen / wijzigen gebruikers-PIN.<br />

• Definitie nieuwe PIN na incorrecte invoer.<br />

De PUK is alleen voorbehouden aan de voertuigeigenaar. Ga met de PUK<br />

zorgvuldig om en bescherm deze tegen toegang door derden. Bewaar de PUK op<br />

een veilige plaats. <strong>WABCO</strong> neemt geen verantwoordelijkheid voor verlies of<br />

misbruik van de PUK.<br />

Serienummer TEBS E modulator<br />

Het 13-cijferige serienummer (S/N) inclusief controlecijfer (laatste positie) kan als<br />

volgt worden weergegeven:


GIO functies<br />

• SmartBoard (menu extra's/systeem info/systeem).<br />

• EOL-protocol.<br />

TEBS E 6<br />

• Systeemplaatje, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS-E diagnosesoftware =><br />

diagnose/printen/systeemplaatje afdrukken.<br />

Vrijschakelen via SmartBoard en vastleggen/wijzigen PIN<br />

– Sluit het SmartBoard op de TEBS E modulator aan.<br />

– Open in het SmartBoard het menu Extra's/instellingen/nieuwe PIN invoeren/met<br />

PUK.<br />

– Geef de PUK via het SmartBoard in.<br />

– Definieer een PIN en voer deze via het SmartBoard in.<br />

– Bevestig de PIN door deze nogmaals in te voeren.<br />

Bij succesvolle vrijschakeling verschijnt een bevestiging in het display.<br />

Vrijschakeling via de TEBS E diagnosesoftware<br />

– Sluit de TEBS E modulator op de TEBS E diagnosesoftware aan.<br />

– Open de TEBS E diagnosesoftware, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters<br />

met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS-E<br />

diagnosesoftware. Klik op Extra's/Wegrijblokkering.<br />

– Klik op PIN veranderen met Super PIN.<br />

– Geef de PUK in het veld Super PIN in.<br />

– Definieer een PIN en voer deze in het veld nieuwe PIN in.<br />

– Bevestig de PIN door deze nogmaals in te voeren in het nieuwe PIN herhalen.<br />

Bij succesvolle vrijschakeling verschijnt een bevestigingsvenster.<br />

Bedieningsmogelijkheden met SmartBoard / Trailer Remote Control<br />

Informatie over bediening, zie hoofdstuk 10.7 "Bediening Immobilizer", pagina 203.<br />

Bedieningsmogelijkheden Smartboard Trailer Remote Control<br />

Deactiveren/activeren met PIN invoer<br />

Deactiveren/activeren met<br />

opgeslagen PIN<br />

Informatie status<br />

Waarschuwing chauffeur<br />

Noodlosfunctie/noodontgrendeling<br />

Wijziging PIN<br />

Reactiveren met PUK<br />

Activeren met PUK<br />

Met ISO 7638 /<br />

Pin 5.<br />

Moet via de parameters<br />

worden vrijgegeven.<br />

LED signaal en akoestische<br />

waarschuwing, identiek aan<br />

informatie status.<br />

121


122<br />

6 TEBS E<br />

6.25 Vrij te configureren functies<br />

Vrij te configureren digitale functies<br />

Doel<br />

GIO functies<br />

Vrije programmering door de voertuigfabrikant van een GIO digitale ingang of<br />

uitgang, afhankelijk van snelheid en tijd.<br />

Vrij te configureren analoge functies<br />

Doel<br />

Vrije programmering door de voertuigfabrikant van een GIO analoge ingang of<br />

uitgang, afhankelijk van snelheid en tijd.<br />

Zowel bij de analoge als bij de digitale functies geldt dat afhankelijk van een<br />

schakelaarsignaal en van de voertuigsnelheid bijvoorbeeld een event kan worden<br />

opgeslagen of een GIO uitgang kan worden geschakeld zie hoofdstuk 5.10.6<br />

"Geheugen bedrijfsgegevens (ODR)", pagina 54.<br />

Regeling vrij configureerbare functies via Trailer Remote Control<br />

Met ELEX kunnen de functies ook via de Trailer Remote Control worden geregeld.<br />

(De signalen van de Trailer Remote Control worden met een „of“-functie met de<br />

ingangssignalen van de beide functies verbonden.)<br />

In plaats van een schakelaar van de vrij configureerbare analoge functie<br />

respectievelijk digitale functie kan als ingangssignaal ook een toets van Trailer<br />

Remote Control worden gebruikt.<br />

Toepassingen bijvoorbeeld de regeling van een elektrische schuifbodems of een<br />

elektrische afdekking vanuit de motorwagen.<br />

Vrij te configureren functies<br />

Naast de analoge en digitale functie kan men zogenaamde GIO-functiemodule via<br />

de diagnose in TEBS E opslaan. Deze kunnen interne signalen (bijvoorbeeld CANbus,<br />

interne drukken, snelheden) als externe ingangsgrootten (bijvoorbeeld<br />

schakelaars, druksensor, SmartBoard) verwerken.<br />

Conform de programmering van de GIO-functiemodule kunnen zowel<br />

uitgangssignalen als interne functies en opgeslagen gebeurtenissen in de<br />

eventrecorder worden geregeld. De functie maakt daarbij de realisering van kleine<br />

klantspecifieke toepassingen mogelijk.<br />

Parametrering<br />

De functie wordt via een *.FCF-bestand of *.ECU-bestand in TEBS E geladen.<br />

Neem contact op met uw <strong>WABCO</strong> partner om de vrij te configureren functies te<br />

parametreren. Alleen de door <strong>WABCO</strong> vervaardigde bestanden kunnen in de ECU<br />

worden geladen.


7 Externe systemen<br />

7.1 Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX)<br />

Toepassing<br />

Doel<br />

Functie<br />

Verklaring<br />

Externe systemen<br />

TEBS E modulatoren (Premium) vanaf versie E2<br />

TEBS E 7<br />

ELEX in combinatie met een TEBS E modulator (Premium) biedt de volgende<br />

uitbreidingsfuncties:<br />

• TailGUARDlight<br />

• TailGUARD<br />

• TailGUARD Roof<br />

• TailGUARDMAX<br />

• Aansluiting naar ISO 12098<br />

• ECAS 2-puntsregeling<br />

• Accuvoeding en acculading<br />

• Uitbreiding aansluitingen<br />

In combinatie met ELEX kan het display- en controlepaneel Trailer Remote Control<br />

in de motorwagen worden gebruikt. De aansluiting wordt gemaakt over de<br />

hoofdvoeding en is mogelijk zonder extra veel kabels tussen motorwagen en<br />

getrokken voertuig.<br />

De ELEX wordt via ISO 7638 en TEBS E van spanning voorzien. De communicatie<br />

tussen EBS en ELEX gaat via CAN. De aansluiting op ISO 12098 is met een<br />

verdeelbox mogelijk; de regeling van de markeerlichten wordt via een relais<br />

gerealiseerd.<br />

De communicatie tussen ELEX en de LIN ultrasonische sensoren (voor de<br />

TailGUARD functie) gaat via LIN BUS. De data-overdracht tussen Trailer Remote<br />

Control en EBS respectievelijk ELEX gaat via de Power Line Communication (PLC)<br />

– overdracht van data via de voeding. Voor alle toepassingen is aan ECE R 13<br />

voldaan.<br />

1 Bedieningspaneel 2 Trailer Remote Control 3 TEBS E modulator<br />

(Premium)<br />

5 Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX) 6 Ultrasoonsensor 7 Markeerlicht<br />

4 Verdeelbox<br />

123


124<br />

7 TEBS E<br />

7.1.1 TailGUARD functies<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Externe systemen<br />

Alle getrokken voertuigen.<br />

Het waarnemen van objecten buiten het zicht van de chauffeur achter het voertuig<br />

met ultrasonische sensoren.<br />

Voordelen: Voorkomen van dure beschadigingen aan voertuig, laadperron en<br />

lading.<br />

• Bij motorwagens met automatische versnelling moet het gaspedaal op tijd<br />

worden losgelaten, daar anders het stoppunt kan worden gepasseerd wanneer<br />

de motorwagen het motorvermogen op grond van het remmen van TailGUARD<br />

verhoogt.<br />

• Het TailGUARD systeem ontslaat de chauffeur bij het achteruitrijden niet van de<br />

verantwoordelijkheid zelf de achterruimtebewaking voor zijn rekening te nemen.<br />

Iemand die aanwijzingen geeft is altijd nodig.<br />

• Extreme weersomstandigheden, bijv. bij hevige regenbuien en sneeuwval, kan<br />

leiden tot functiebeperkingen. Objecten met zeer zachte oppervlakten kunnen<br />

niet onder alle omstandigheden worden herkend. <strong>WABCO</strong> kan voor geen enkel<br />

ongeluk aansprakelijk worden gesteld, dat ondanks toepassing van dit systeem<br />

wordt veroorzaakt; het gaat slechts om een ondersteunend systeem.<br />

• Wanneer een laadperron onder een hoek wordt benaderd, kunnen de sensoren<br />

bij vrij grote hoekafwijkingen het perron niet herkennen.<br />

TailGUARD wordt geactiveerd door de versnelling in de achteruit te schakelen.<br />

Door deze activering worden de markeerlichten op het getrokken voertuig door<br />

ELEX aangestuurd en de lichten gaan knipperen. De knipperfrequentie wordt<br />

verhoogd hoe dichter het voertuig een object nadert.<br />

Wanneer het voertuig onder de geparametreerde stopafstand komt, wordt het<br />

gedurende 3 seconden geremd en daarna wordt de rem weer gelost. De<br />

stopafstand kan via de diagnosesoftware worden ingesteld (tussen 30 en 100 cm<br />

bij TailGUARDlight; tussen 50 en 100 cm bij TailGUARD, TailGUARD Roof en<br />

TailGUARDMAX), zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168.<br />

Wanneer TailGUARD een automatische remming in werking zet, dan wordt<br />

gelijktijdig via de ISO 7638 CAN interface een vraag naar de motorwagen gestuurd<br />

om de remlichten aan te sturen. Nieuwe motorwagens ondersteunen deze functie<br />

en activeren dan het remlicht.<br />

Tijdens deze tijd zijn ook de markeerlichten permanent ingeschakeld. De remdruk<br />

voor het Trailer EBS E wordt door ELEX bepaald, afhankelijk van de<br />

voertuigsnelheid en de via de ultrasonische sensoren gemeten afstand tot het<br />

object.<br />

Blijft de snelheid onder 9 km/h, dan wordt de rem alleen geactiveerd voor de<br />

laatste stop van het voertuig voor het laadperron.<br />

Rijdt het voertuig met een snelheid hoger dan 9 km/h naar het laadperron, dan<br />

geeft het systeem korte remimpulsen om de chauffeur op de te hoge snelheid te<br />

wijzen en regelt de snelheid tot 9 km/h. Wanneer de waarschuwingsremacties<br />

worden genegeerd en de snelheid stijgt, wordt het systeem vanaf 12 km/h<br />

uitgeschakeld.


Systeemconfiguraties<br />

Typisch logistieke<br />

omgeving<br />

Trailer Remote<br />

Control<br />

Aantal ultrasonische<br />

sensoren<br />

(Punt = sensor)<br />

Door sensoren<br />

geblokkeerd bereik<br />

(bovenaanzicht<br />

voertuig)<br />

De cirkels met 1 en 2<br />

kernmerken objecten.<br />

Door sensoren<br />

geblokkeerd bereik<br />

(zijaanzicht voertuig)<br />

Weergave op de<br />

Trailer Remote<br />

Control<br />

Iedere balk komt<br />

overeen met 50 cm<br />

Rood (bovenste 3<br />

balken): 0 tot 150 cm;<br />

geel (middelste drie<br />

balken): 150 tot 300<br />

cm; groen (onderste<br />

drie balken): 300 tot<br />

450 cm. Daarnaast<br />

geldt in de<br />

onmiddellijke<br />

omgeving (rode<br />

LEDs): Iedere LED<br />

heeft twee<br />

toestanden: constant<br />

en knipperend.<br />

Daarmee wordt de<br />

resolutie tot 25 cm<br />

verbeterd.<br />

Externe systemen<br />

TEBS E 7<br />

Na een automatische remming kan de chauffeur het voertuig zelf verder rijden. De<br />

informatie over de afstand wordt via ELEX en TEBS E via PLC (Power Line<br />

Communication) aan de motorwagen doorgegeven en kan via de Trailer Remote<br />

Control aan de chauffeur kenbaar worden gemaakt. Verder gaat de communicatie<br />

via ISO 12098 CAN interface "motorwagen" (aansturing van de markeerlichten).<br />

Silent mode: Wanneer een externe buzzer wordt aangesloten, dan kan deze door<br />

de versnelling binnen 3 seconden 2 maal in de achteruit te schakelen tijdelijk<br />

worden gedeactiveerd, bijv. bij afleveringen in woongebieden.<br />

TailGUARDlight TailGUARD TailGUARD Roof TailGUARDMAX<br />

Grote laadperrons<br />

met dezelfde<br />

plattegrond of vlakke<br />

wanden; geen<br />

objecten of personen<br />

achter het voertuig.<br />

Voor de chauffeur<br />

onbekende en<br />

uiteenlopende<br />

massieve laadperrons<br />

en grote objecten,<br />

zoals pallets,<br />

personenwagens en<br />

verkeerspalen van<br />

metaal en hout.<br />

Terreinen met beperkte hoogteverhoudingen:<br />

bijv. magazijnen, loading docks, bomen en<br />

dakconstructies.<br />

Terreinen met<br />

kleine en / of<br />

bewegende<br />

objecten: bijv.<br />

heftruckverlading,<br />

verkeersborden,<br />

detailhandel,<br />

woongebieden.<br />

Getest volgens<br />

ISO 12155.<br />

optioneel. optioneel. optioneel. verplicht.<br />

2x<br />

Beperkt<br />

3x<br />

5x<br />

Complete achterzijde van het voertuig is door sensoren bestreken.<br />

Weergave hoogte<br />

vanaf de grond.<br />

Weergave dakhoogte.<br />

De hoogte met het meest<br />

nabijgelegen object wordt getoond.<br />

6x<br />

125


126<br />

7 TEBS E<br />

Gevoeligheid<br />

sensoren<br />

Afstandsweergave<br />

(mode)<br />

Externe systemen<br />

TailGUARDlight TailGUARD TailGUARD Roof TailGUARDMAX<br />

Alleen objecten direct<br />

achter de linker of<br />

rechter sensor<br />

worden herkend en<br />

aangegeven.<br />

Objecten tussen de<br />

sensoren worden niet<br />

herkend.<br />

Grote, bewegende<br />

objecten worden<br />

onafhankelijk van<br />

elkaar herkend en<br />

aangegeven.<br />

ISO 12155 ISO 12155 of<br />

<strong>WABCO</strong> standard.<br />

Objecten op hoogte van de grond en het dak<br />

worden onafhankelijk van elkaar herkend en<br />

aangegeven.<br />

Kleine, bewegende<br />

objecten worden<br />

herkend en<br />

onafhankelijk van<br />

elkaar aangegeven.<br />

ISO 12155 of <strong>WABCO</strong> standard. ISO 12155<br />

TailGUARDlight – benaderingshulp laadplatform<br />

Bij dit systeem wordt alleen de afstand tot een laadperron met twee ultrasonische<br />

sensoren gemeten. Niet het hele gebied achter het voertuig wordt gecontroleerd.<br />

TailGUARDlight ondersteunt de chauffeur bij het achteruitrijden naar laadperrons.<br />

Daarbij wordt tezamen met het Trailer EBS E het getrokken voertuig voor het<br />

bereiken van het laadperron automatisch geremd om schade aan voertuig en<br />

laadperron te voorkomen.<br />

De remdruk wordt door de voertuigsnelheid en de over de ultrasonische sensoren<br />

gemeten afstand tot het laadperron bepaald.<br />

Blijft de snelheid onder 9 km/h, dan wordt de rem alleen geactiveerd voor de<br />

laatste stop van het voertuig voor het laadperron. Rijdt het voertuig met > 9 km/h<br />

achteruit, dan geeft het systeem korte remimpulsen om de chauffeur op de te hoge<br />

snelheid te wijzen en begrenst de snelheid.<br />

Om beschadigingen tijdens het laden en lossen door het bewegen van het voertuig<br />

naar het laadperron te voorkomen, wordt een afstand tussen het voertuig en het<br />

laadperron aangehouden. De minimale afstand is 30 cm; <strong>WABCO</strong> aanbeveling:<br />

50 cm.<br />

Indien een Trailer Remote Control in de motorwagen is gemonteerd, dan wordt de<br />

afstand tot het laadperron door twee LED rijen weergegeven. Tegelijkertijd wordt<br />

de afstand tot het laadperron aangegeven door een externe buzzer of door de<br />

Trailer Remote Control uitgezonden verschillende frequenties.<br />

Wanneer de hoek tussen laadperron en de richting van de voertuigbeweging > 10°<br />

is, dan kan het laadperron niet in alle gevallen worden herkend.


Externe systemen<br />

TEBS E 7<br />

TailGUARD – achteruitrijbewaking (met inbegrip van TailGUARD, TailGUARD Roof en TailGUARDMAX)<br />

Objectherkenning<br />

Bij dit systeem wordt het gehele gebied achter het voertuig door ultrasonische<br />

sensoren gecontroleerd.<br />

<strong>WABCO</strong> adviseert een minimum systeem met drie sensoren op het hoofdvlak<br />

(TailGUARD).<br />

Vanaf versie TEBS E2.5 werd door een nieuwe montageoptie van<br />

TailGUARD en TailGUARD Roof de waarneming van uitstekende<br />

laadperrons geoptimaliseerd.<br />

Om ook bij geringe inbouwruimte een waarneming van daken bij<br />

TailGUARD Roof mogelijk te maken, kunnen de bovenste buitenste<br />

sensoren horizontaal worden gemonteerd. Een oppervlaktedekkende<br />

achterruimtebewaking voor het bovenste niveau is bij deze<br />

inbouwvariant niet mogelijk.<br />

Neem daartoe de inbouw- en inbedrijfstellingbeschrijvingen in acht.<br />

TailGUARD herkent op de grond staande objecten als lantarenpalen of andere<br />

hindernissen, die zich binnen het bereik (op de hoogte) van de ultrasonische<br />

sensoren bevinden. TailGUARDMAX is volgens ISO 12155 getest. Bij de montage<br />

moeten de inbouwmaten worden aangehouden, zie hoofdstuk 8.8 "Montage<br />

TailGUARD componenten", pagina 156.<br />

De ruimte achter het voertuig wordt tot de voertuigbreedte en tot een lengte van<br />

max. 2,5 - 4 m (afhankelijk van systeem, objectgrootte en oppervlak) achter het<br />

voertuig gecontroleerd. Het bestaande bewakingsgebied hangt af van het<br />

gemonteerde systeem en van de grootte van het object.<br />

Wanneer een object binnen het bewakingsgebied van de sensoren is, dan wordt<br />

de afstand als volgt aangegeven:<br />

• Knipperen van de markeerlichten met verschillende frequenties<br />

• Weergave op de LED balken in de optionele Trailer Remote Controle<br />

• Wijzigen toonfrequentie van de pieper in de Trailer Remote Control<br />

• Optionele, externe buzzer (niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma)<br />

• Optionele, externe signaallichten (niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma) voor<br />

landen waar het knipperen van markeerlichten niet is toegestaan, zoals Groot-<br />

Brittannië en Zwitserland<br />

Worden de ultrasonische sensoren op een hoogte aangebracht waar zich<br />

gedeelten van een laadperron bevinden, dan kan het systeem ook als<br />

benaderingshulp laadplatform worden gebruikt. Daarvoor moet minstens één<br />

ultrasonische sensor op de hoogte van het laadperron zijn gemonteerd om het<br />

overhangende laadperron duidelijk te herkennen.<br />

Alternatief kunnen vanaf versie TEBS E2.5 de nieuwe inbouwvarianten<br />

worden gebruikt, om een compromis tussen achterruimtebewaking en<br />

benaderingshulp laadplatform te realiseren.<br />

Een extern, akoestisch signaal kan op GIO14 / Pin 1 (ELEX) worden aangesloten.<br />

Bij toepassing van de afstandsbediening Trailer Remote Control ontvangt de<br />

chauffeur in de cabine een akoestisch signaal en een visuele melding via de<br />

positie en afstand tot het herkende object.<br />

Informatie over Trailer Remote Control, zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met<br />

afstandsbediening voor getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)",<br />

pagina 193.<br />

127


128<br />

7 TEBS E<br />

Akoestische en visuele chauffeursinformatie<br />

Externe systemen<br />

Afstand tot object Akoestisch<br />

signaal (buzzer)<br />

De lampen- en buzzerfrequenties wijzigen bij een afstand van 3 m, 1,8 m en 0,7 m.<br />

Gebruik de buzzer niet als enkel afstandkenmerk, aangezien een storing niet<br />

duidelijk aangegeven kan worden.<br />

Markeerlichten<br />

Optie 1 (volgens<br />

ISO): geel/rood<br />

Externe lampen<br />

> 3 m uit 1 Hz uit Groen<br />

3 m - 1,8 m 2 Hz 2 Hz Geel knippert Groen<br />

Optie 2:<br />

groen/magenta<br />

1,8 m - 0,7 m 4 Hz 4 Hz Rood knippert Groen/magenta<br />

Lamp extern<br />

< 0,7 m – automatische remming 6 Hz 6 Hz Rood permanent<br />

aan<br />

< automatische (geparametreerde)<br />

remafstand<br />

Componententest na inschakelen contact<br />

(alleen wanneer v < 1,8 km/h)<br />

Systeem geactiveerd (versnelling in<br />

achteruitrijden geschakeld)<br />

Foutmelding, wanneer systeem niet actief<br />

is (alleen wanneer v < 1,8 km/u)<br />

Foutmelding, wanneer systeem actief is<br />

(alleen wanneer v < 1,8 km/u)<br />

permanent aan permanent aan Rood permanent<br />

aan<br />

0,5 seconden aan 0,5 seconden<br />

aan<br />

0,5 seconden aan 0,5 seconden<br />

aan<br />

Magenta<br />

Magenta<br />

0,5 seconden aan 0,5 seconden aan<br />

beide 0,5 seconden<br />

aan<br />

uit uit uit uit<br />

uit uit Geel en rood<br />

permanent aan<br />

beide 0,5 seconden<br />

aan<br />

Activeren<br />

TailGUARD wordt geactiveerd door de versnelling in de achteruit te schakelen.<br />

Door de activering worden de pieper, de gele en rode LED van de Trailer Remote<br />

Control kort ingeschakeld. Bovendien worden de markeerlichten op het getrokken<br />

voertuig door TEBS E ingeschakeld en deze gaan knipperen.<br />

Afhankelijk van de fabrikant kan de afstand tot een object ook in de<br />

motorwagendisplay worden weergegeven.<br />

Deactiveren<br />

De functie wordt gedeactiveerd door:<br />

• Snelheid > 12 km/h en/of voorraaddruk lager dan 4,5 bar<br />

• Uitschakelen via Trailer Remote Control<br />

• Tijdelijk uitschakelen via een externe schakelaar of toets op de GIO<br />

• Door de versnelling binnen 3 seconden 2 maal in de achteruit te schakelen<br />

• Door een storing (TEBS E kan dan niet automatisch remmen)<br />

Alle deactiveringen werken slechts zolang, tot de versnelling opnieuw in de<br />

achteruit wordt geschakeld. Wanneer het systeem is gedeactiveerd, dan worden<br />

de markeerlichten of extra lampen niet geactiveerd. De akoestische signalen zijn<br />

uitgeschakeld en de Trailer Remote Control toont de betreffende systeemstatus in<br />

het display. Het deactiveren van TailGUARD wordt in het geheugen<br />

bedrijfsgegevens (ODR) als Event opgeslagen.<br />

Let op: de elektronische ISO 7638-verbinding moet zijn ingestoken, opdat de<br />

TailGUARD-functie aanwezig is. TailGUARD kan niet met de voeding via 24N<br />

worden gebruikt.<br />

uit


Externe systemen<br />

Overzicht componenten voor de TailGUARD configuraties (<strong>WABCO</strong> advies)<br />

TEBS E 7<br />

Component / bestelnummer TailGUARDlight TailGUARD TailGUARD Roof TailGUARDMAX<br />

TEBS E Premium modulator<br />

480 102 06. 0<br />

ELEX<br />

446 122 070 0<br />

LIN ultrasonische sensoren<br />

0°<br />

446 122 401 0<br />

LIN ultrasonische sensoren<br />

15°<br />

446 122 402 0<br />

Trailer Remote Control<br />

446 122 080 0<br />

Voedingskabel voor verbinding<br />

tussen TEBS E en ELEX<br />

449 303 020 0<br />

Kabel voor sensor<br />

449 806 060 0<br />

Verdeelkabel voor sensoren<br />

894 600 024 0<br />

Buzzer<br />

894 450 000 0<br />

Kabel voor buzzer<br />

449 443 000 0<br />

Kabel voor markeerlichten<br />

449 908 060 0<br />

1x 1x 1x 1x<br />

1x 1x 1x 1x<br />

2x 1x 1x 2x<br />

- 2x 4x 4x<br />

Optioneel Optioneel Optioneel 1x<br />

1x 1x 1x 1x<br />

2x 2x 2x 2x<br />

- 1x 3x 4x<br />

1x 1x 1x 1x<br />

1x 1x 1x 1x<br />

1x 1x 1x 1x<br />

129


7 TEBS E<br />

Montage<br />

130<br />

Externe systemen<br />

Component / bestelnummer TailGUARDlight TailGUARD TailGUARD Roof TailGUARDMAX<br />

Markeerlichten<br />

Niet in <strong>WABCO</strong> leveringsprogramma.<br />

Aspöck adapter<br />

65-6111-007<br />

7.1.2 Aansluiting met ISO 12098<br />

Bedradingsontwerp verdeelbox<br />

2x 2x 2x 2x<br />

Optioneel Optioneel Optioneel Optioneel<br />

Informatie over de montage, zie hoofdstuk 8.8 "Montage TailGUARD<br />

componenten", pagina 156.<br />

De aansluiting met ISO 12098 (voor de aansturing van de markeerlichten) wordt<br />

aangebracht in een aanwezige of extra verdeelbox, zie hoofdstuk 8.8 "Montage<br />

TailGUARD componenten", pagina 156.<br />

ELEX<br />

Aansluitingen<br />

GIO12<br />

Aderkleur<br />

ISO 4141<br />

ISO 12098<br />

Pin<br />

Achteruitlicht 1 Roze 8 L<br />

CAN high<br />

(optioneel)<br />

CAN low<br />

(optioneel)<br />

2 Wit/groen 14<br />

3 Wit/bruin 15<br />

Massa lichten 4 Wit 4 31<br />

Achterlicht links<br />

in<br />

Markeerlicht<br />

links uit<br />

Markeerlicht<br />

rechts uit<br />

Achterlicht<br />

rechts in<br />

Klem<br />

5 Zwart 5 58L<br />

6 Geel/zwart<br />

7 Geel/bruin<br />

8 Bruin 6 58R<br />

Wanneer het systeem in een voertuig (zonder verdeelbox) moet worden<br />

gemonteerd, bieden de volgende leveranciers van lichtinstallaties verdeelboxen<br />

aan, die direct in de lichtverkabeling kunnen worden aangebracht:<br />

• Aspöck: ASS3 met directe aansluiting 76-5123-007<br />

• Hella: EasyConn 8JE 340 847-001


7.1.3 ECAS 2-puntsregeling<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Externe systemen<br />

TEBS E 7<br />

oplegger en disselaanhangwagen met afzonderlijke wielophanging.<br />

Toepassing bij opleggers of middenassers met starre assen is niet toegestaan.<br />

De 2-puntsregeling is een uitbreiding van de ECAS functie, d.w.z. de automatische<br />

compensatie van de regelafwijkingen.<br />

Regelafwijkingen worden veroorzaakt door verstoringen (zoals wijziging in de<br />

lading) en leiden tot een wijziging in de afstand tussen de voertuigas en de<br />

carrosserie. Deze verandering wordt door een sensor op de carrosserie herkend,<br />

door TEBS E en ELEX geanalyseerd en als reactie wordt de luchtbalg door het<br />

regelen van de ECAS magneetklep be- of ontlucht.<br />

Door gebruik van een tweede wegsensor worden hoogteafwijkingen aan elke zijde<br />

herkend en overeenkomstig de ECAS functie gecompenseerd om het gekozen<br />

rijniveau te handhaven.<br />

Parametrering van de wegsensoren<br />

Bij de 2-puntsregeling met EBS en ELEX zijn er twee mogelijkheden voor de<br />

installatie / parametrering van de wegsensoren:<br />

1. Een wegsensor wordt op de TEBS E, een andere wegsensor op de ELEX<br />

aangesloten.<br />

Montage<br />

TEBS E Wegsensor<br />

"achteras links"<br />

(GIO1 of GIO4)<br />

ELEX Wegsensor "vooras<br />

rechts"<br />

(GIO13 en GIO14)<br />

Oplegger Disselaanhangwagen<br />

(TEBS E op de<br />

vooras)<br />

Wegsensor "vooras<br />

rechts"<br />

(GIO1 of GIO4)<br />

Wegsensor "achteras<br />

links"<br />

(GIO13 en GIO14)<br />

Disselaanhangwagen<br />

(TEBS E op de<br />

achteras)<br />

Wegsensor "achteras<br />

links"<br />

(GIO1 of GIO4)<br />

Wegsensor "vooras<br />

rechts"<br />

(GIO13 en GIO14)<br />

2. Beide wegsensoren worden op de ELEX aangesloten.<br />

Wanneer beide wegsensoren op de ELEX worden aangesloten, vindt de toewijzing,<br />

welke wegsensor „Achteras links“ respectievelijk „Vooras rechts“ is, plaats in de<br />

diagnose. De installatie moet overeenkomstig plaatsvinden.<br />

Wegsensor „Achteras links“ en wegsensor „Vooras rechts“ worden op de ELEX<br />

geparametreerd (GIO13 en GIO14).<br />

Bij de indeling van de wegsensoren „Achteras links“ en „Vooras<br />

rechts“ is op de aansluitingen GIO1 en GIO4 (TEBS E) en GIO13 en<br />

GIO14 vrij te kiezen.<br />

Informatie over montage van sensoren, zie hoofdstuk 8.5 "Montage sensor",<br />

pagina 153.<br />

131


7 TEBS E<br />

Componenten<br />

132<br />

Externe systemen<br />

Om de pneumatische verbinding tussen de rechter en linker<br />

voertuigzijde bij disselvoertuigen met ECAS 2-puntsregeling mogelijk<br />

te maken, kan de combinatie van de ECAS-magneetkleppen<br />

473 880 020 0 (vooras) en 472 880 030 0 (achteras) met<br />

geïntegreerde smoorklep worden gemonteerd.<br />

De geïntegreerde smoorklep in de ECAS-kleppen (1-punts) maakt de<br />

asgewijze persluchtuitwisseling mogelijk, voor het geval er een<br />

drukverschil tussen de rechter en linker voertuigzijde zou optreden en<br />

verhoogt hiermee de stabiliteit van het voertuig. Dit is de aanbevolen<br />

combinatie voor de ECAS 2-puntsregeling voor disselaanhangers<br />

vanaf versie TEBS E2.5.<br />

Meer informatie over 2-puntsregeling zie hoofdstuk 6.3 "Elektronisch geregelde<br />

luchtvering (ECAS)", pagina 64.<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 ELEX<br />

446 122 070 0<br />

2 Kabel voor voeding ELEX 449 303 020 0<br />

3 Wegsensor (draaihoekprincipe)<br />

Montage op voor-/achteras of aszijden<br />

(hoofdas).<br />

441 050 100 0<br />

4 Kabel voor wegsensor 449 811 ... 0<br />

5 ECAS-magneetklep<br />

472 880 001 0<br />

6 Kabel voor ECAS 2-puntsregeling 449 439 ... 0<br />

7 ECAS-magneetklep (+ impulsgestuurde liftas)<br />

472 905 111 0<br />

8 Kabel voor ECAS magneetklep 449 445 ... 0<br />

9 Kabel voor ECAS 2-puntsregeling 449 439 ... 0


7.1.4 Accuvoeding en acculading<br />

Toepassing<br />

Doel<br />

Functie<br />

Externe systemen<br />

Voertuigen met ECAS-functie via TEBS E<br />

TEBS E 7<br />

ECAS-functies bij "Contact uit" respectievelijk afgekoppelde aanhanger.<br />

ECAS-functies na activering van de accuvoeding<br />

– Druk de toets < 5 seconden in.<br />

De ECAS functies uitschakelen<br />

– Druk de toets > 5 seconden in.<br />

ECAS-functies bij "Contact uit" / afgekoppelde aanhanger.<br />

De ECAS-functies blijven voor een per parameter vooraf gedefinieerde periode<br />

actief; daarna schakelt TEBS E uit.<br />

Verlenging nalooptijd: Wanneer vóór het aflopen van de nalooptijd de<br />

toets nog een tweede maal wordt ingedrukt, verdubbelt de looptijd.<br />

Vaker indrukken, verveelvuldigt de nalooptijd (maximaal 10-maal<br />

mogelijk).<br />

Invoer van de nalooptijd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters<br />

met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO<br />

parameter 2 => Uitgebreide ECAS parameter => Standby modus.<br />

Bij afgekoppelde aanhanger worden TEBS E en ECAS-kleppen door een aan het<br />

systeem aangesloten accu van stroom voorzien.<br />

Accuvoeding: Wanneer de motorwagen niet voor spanningsvoeding zorgt,<br />

worden de hierboven genoemde functies mogelijk gemaakt door een accu in de<br />

aanhanger. Om een gehele ontlading te voorkomen, wordt de voeding bij<br />

spanningen lager dan 22 V (24 V accu) respectievelijk 11 V (12 V accu)<br />

uitgeschakeld.<br />

Acculading: De lading van een accu van 2 - 10 Ah vindt plaats met maximaal<br />

2,5 A via TEBS E en ELEX, wanneer ISO 7638 is ingestoken. Wanneer reeds een<br />

accu met grote capaciteit in het getrokken voertuig aanwezig is (bijvoorbeeld voor<br />

koelaggregaten), kan ook deze voor de nalooptijd worden gebruikt. Het laden van<br />

deze accu is echter niet toegestaan en moet via de parameter zijn<br />

uitgeschakeld, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster ELEX - parameter =><br />

Aanhangwagenaccu => Acculading.<br />

133


7 TEBS E<br />

Aansluitingen van de componenten<br />

134<br />

Externe systemen<br />

Uittreksel uit schema 841 802 250 0<br />

ECAS 2-puntsregeling met accu<br />

De toewijzing van de GIO-aansluitingen wordt vastgelegd<br />

met de TEBS E Diagnostic Software.<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 Accukast<br />

Advies: twee Panasonic gel accu's<br />

(serie LC-R127R2PG; 12 V; 7,2 Ah<br />

446 156 090 0<br />

(zonder accu's)<br />

2 Verdeelkabel accu 449 803 022 0<br />

3 TEBS E accukabel 449 807 050 0<br />

4 Toets Niet in <strong>WABCO</strong><br />

leveringsprogramma.<br />

5 Koppelingstekker met kabel 449 714... 0


7.2 Trailer Remote Control<br />

Toepassing<br />

Doel<br />

Functie<br />

Montage<br />

Componenten<br />

Bediening<br />

Externe systemen<br />

TEBS E 7<br />

In elke motorwagen, uitsluitend in combinatie met ELEX en vanaf versie TEBS E2.<br />

Trailer Remote Control is display- en bedieningseenheid voor TEBS E functies en<br />

weergave op afstand voor TailGUARD functies in de trailer.<br />

Trailer Remote Control wordt in de cabine gemonteerd. De chauffeur kan met de<br />

afstandsbediening functies in de trailer vanaf zijn stoel bedienen, de status van<br />

verschillende functies controleren en het voertuig voor het laden en lossen gereed<br />

maken.<br />

Wanneer de TailGUARD functie is geactiveerd, wordt via Trailer Remote Control<br />

de afstand en de positie van het object visueel en akoestisch aangegeven.<br />

Bij het inschakelen van de spanningsvoorziening naar de Trailer Remote Control<br />

wordt een korte, akoestische en visuele test uitgevoerd (0,5 seconden). Via PLC<br />

(Power Line Communication) wordt de actuele systeemconfiguratie, die in het<br />

TEBS E is vastgelegd, aan de TRC doorgegeven. De in het TEBS E vooraf<br />

geconfigureerde toetsfunctie wordt met de systeemconfiguratie vergeleken. De ter<br />

beschikking staande functies worden door het oplichten van de toetsen<br />

aangegeven.<br />

Een uitgebreide beschrijving voor het monteren en aansluiten van de Trailer<br />

Remote Control vindt u in de brochure „Trailer Remote Control – inbouw- en<br />

aansluitleiding“ zie hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf „Meer<br />

informatie“.<br />

Component Afbeelding Bestelnummer<br />

Trailer Remote Control<br />

Alleen in combinatie met ELEX en vanaf versie TEBS E2<br />

inzetbaar zie hoofdstuk 7.1 "Elektronische<br />

uitbreidingsmodule (ELEX)", pagina 123.<br />

Verbindingskabel tussen Trailer Remote Control en<br />

zekeringskast in de motorwagen en een houder worden<br />

meegeleverd.<br />

446 122 080 0<br />

Nauwkeuriger informatie over de bediening zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met<br />

afstandsbediening voor getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)",<br />

pagina 193 en "Trailer Remote Control – Bedieningshandleiding" zie hoofdstuk 4<br />

"Inleiding", pagina 13 => paragraaf "Nauwkeuriger informatie".<br />

135


136<br />

7 TEBS E<br />

7.3 Externe ECAS<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Componenten<br />

Externe systemen<br />

Voertuigen met luchtvering, die ECAS functies nodig hebben die niet in TEBS E<br />

beschikbaar zijn.<br />

Alleen in combinatie met TEBS E modulator (Premium)<br />

Realiseren van een 2-punts- of 3-puntsregeling<br />

Bandindrukkingscompensatie<br />

Zijregeling voor kiepers<br />

De uitwisseling van bedrijfsgegevens tussen TEBS E en ECAS gaat via de Kleiding.<br />

De interne niveauregelingen van de TEBS E zijn gedeactiveerd, de ECAS<br />

ECU heeft prioriteit.<br />

De regeling van liftassen moet door TEBS E worden overgenomen. Alleen zo vindt<br />

juiste verzending van de positie van de liftas(sen) naar de motorwagen plaats.<br />

Een uitgebreide beschrijving van het systeem vindt u in de brochure "Externe<br />

ECAS voor getrokken voertuigen – systeembeschrijving" zie hoofdstuk 4 "Inleiding",<br />

pagina 13 => paragraaf "Meer informatie".<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 Externe ECAS<br />

446 055 066 0<br />

2 Kabel voor externe ECAS op de TEBS E 449 438 ... 0<br />

Bovendien zijn magneetkleppen en sensoren nodig.


7.4 Trailer Central Electronic<br />

Toepassing<br />

Doel<br />

Functie<br />

Componenten<br />

Inbedrijfstelling<br />

Externe systemen<br />

De Trailer Central Electronic wordt vóór de TEBS E geschakeld.<br />

TEBS E 7<br />

De TEBS E modulator (Multi-Voltage) kan niet met de Trailer Central Electronic<br />

worden gebruikt.<br />

Elektrische voeding, overdracht sensorgegevens (balgdruksensor,<br />

slijtagesensor,…) en bewaking van de TEBS E via de CAN-leiding.<br />

Uitsluitend de toerentalsensoren en een eventueel gemonteerde sensor gewenste<br />

druk moeten op een TEBS worden aangesloten.<br />

Extra functies, zoals liftasregeling of remblokkenslijtage-indicatie, kunnen door de<br />

Trailer Central Electronic worden uitgevoerd.<br />

Een uitgebreide beschrijving van het systeem vindt u in de brochure „Trailer<br />

Central Electronic I / II centrale elektronica in getrokken voertuigen –<br />

systeembeschrijving“ zie hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf „Meer<br />

informatie“.<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 Trailer Central Electronic<br />

446 122 001 0<br />

2 Kabel voor Trailer Central Electronic 449 348 ... 0<br />

Bovendien zijn magneetkleppen en sensoren nodig.<br />

Bij de inbedrijfstelling wordt eerst TEBS E en vervolgens de Trailer Central<br />

Electronic in bedrijf genomen.<br />

137


138<br />

7 TEBS E<br />

7.5 Bandendrukbewaking (IVTM)<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Externe systemen<br />

Alle getrokken voertuigen.<br />

Permanente bewaking van de bandenspanning van alle wielen door druksensoren.<br />

Rond de 85% van alle pechgevallen wordt veroorzaakt door het rijden met<br />

verkeerde of met langzaam teruglopende bandenspanning. Met IVTM kan het<br />

risico van een klapband tot 15% worden verminderd.<br />

De door de druksensor gemeten bandendrukken worden via de CAN bus naar de<br />

motorwagen verzonden en kunnen daar in het SmartBoard of een display worden<br />

weergegeven. Op deze manier wordt de chauffeur tijdig gewaarschuwd bij sluipend<br />

of kritisch drukverlies. Een controle met manometers is niet meer nodig.<br />

Waarschuwingsweergave / verklikkerlampje: Wanneer via IVTM een te lage<br />

bandenspanning wordt vastgesteld, knippert bovendien de<br />

waarschuwingsweergave / verklikkerlampje (rood) in het dashboard. Wanneer de<br />

Trailer Remote Control is geïnstalleerd, brandt de waarschuwingsweergave voor<br />

de bandendruk.<br />

Drukverlies 1 - 29 %: gele waarschuwingsweergave / verklikkerlampje knippert<br />

Drukverlies > 29%: rode waarschuwingsweergave / verklikkerlampje knippert<br />

IVTM is alleen ondersteunend en ontslaat de chauffeur niet van zijn<br />

verantwoordelijkheid de banden ook visueel te controleren.<br />

Een uitgebreide beschrijving van het systeem vindt u in de brochure "IVTM –<br />

systeembeschrijving" zie hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf "Meer<br />

informatie".


Aansluitingen van de componenten<br />

Externe systemen<br />

Uittreksel uit schema 841 802 150 0<br />

TEBS E 7<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 IVTM elektronica<br />

446 220 013 0<br />

2 Kabel voor IVTM 449 913 ... 0<br />

Voor de weergave en bediening kunt u de volgende componenten gebruiken:<br />

3 Smartboard<br />

446 192 110 0<br />

4 Kabel voor SmartBoard en IVTM 449 916 ... 0<br />

Trailer Remote Control<br />

Alleen in combinatie met ELEX en vanaf versie<br />

TEBS E2 zie hoofdstuk 7.1 "Elektronische<br />

uitbreidingsmodule (ELEX)", pagina 123.<br />

Verbindingskabel tussen Trailer Remote Control<br />

en zekeringskast in de motorwagen en een<br />

houder worden meegeleverd.<br />

446 122 080 0<br />

Display 446 221 000 0<br />

139


140<br />

7 TEBS E<br />

7.6 Telematica (TrailerGUARD)<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

Componenten<br />

Externe systemen<br />

Alle getrokken voertuigen.<br />

Met de Telematica worden gegevens en informatie, die in het getrokken voertuig<br />

worden gesenseerd, via een draadloze verbinding naar een computer<br />

doorgegeven en daar verder verwerkt.<br />

De omvang van de functie is afhankelijk van de TEBS E versie en de gemonteerde<br />

componenten en sensoren.<br />

Een uitgebreide beschrijving van het systeem vindt u in de brochure<br />

„TrailerGUARD (Telematica)“ zie hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf<br />

„Meer informatie“.<br />

Positie Component Informatie Bestelnummer<br />

1 Trailer Telematica Unit (TTU) Set Positie, datum en tijdstip (GTM), start, duur en einde<br />

van de rij- en parkeertijd<br />

2 Deursensor Deur geopend/gesloten, aantal deuropeningen/sluitingen<br />

tijdens trip<br />

446 290 110 0<br />

(TTU, kabelhouder,<br />

afdichtplug)<br />

449 290 25. 0<br />

3 Koppelsensor Getrokken voertuig aan-/afgekoppeld Druksensor<br />

441 044 110 0 /<br />

Converter<br />

446 290 231 0<br />

4 TEBS E Modulator (Premium) Snelheid, kilometerstand Trailer EBS E, belasting<br />

asstel, rijden zonder EBS, ODR<br />

5 IVTM<br />

Alleen in combinatie met TEBS E<br />

modulator (Premium)<br />

6 BVA<br />

Alleen in combinatie met TEBS E<br />

modulator (Premium)<br />

Bandenspanning<br />

Status remblokkenslijtage<br />

7 Temperatuur logger Temperatuur koelruimte<br />

8 Koelinstallatie Status aan/uit, meldingen koelinstallatie, aantal<br />

bedrijfsuren, 3 setpoints, ontdooicyclus aan/uit<br />

9 Accu koelinstallatie Accuspanning<br />

480 102 06. 0


7.7 eTASC (vanaf versie TEBS E2.5)<br />

Voertuigtype / applicatie<br />

Doel<br />

Functie<br />

Externe systemen<br />

TEBS E 7<br />

Opleggers, middenassers of dolly met luchtvering<br />

Uitsluitend in combinatie met TEBS E modulator (Premium, Multi-Voltage) vanaf<br />

versie TEBS E2.5<br />

De ECAS 2-puntsregeling is niet mogelijk met eTASC.<br />

Elektronische en handmatige regeling van de luchtvering van het getrokken<br />

voertuig met of zonder stroomtoevoer.<br />

eTASC combineert de magneetklep-functie van een elektronische luchtvering<br />

(ECAS) en een conventionele luchtvering met een verdelerklep (combinatie van<br />

TASC en ECAS-magneetklep).<br />

Omhoogbrengen<br />

Door de hendel tegen de klok in te verdraaien, worden de balgen onder druk gezet<br />

en wordt de opbouw van het voertuig opgetild. Na het loslaten van de hendel keert<br />

deze automatisch terug naar de „Stop“-positie. Trailer EBS E herkent het nu<br />

actuele niveau als gewenst niveau. Dit gewenst niveau wordt geregeld tot aan de<br />

volgende ingreep van de bediener, tot aan "Contact Uit" of tot aan het wegrijden.<br />

Neerlaten<br />

Door de hendel met de klok mee te verdraaien, worden de balgen ontlucht en<br />

wordt de opbouw van het voertuig neergelaten.<br />

Apparaatvariant „Dodemansschakeling“: Na het loslaten van de hendel keert<br />

deze automatisch terug naar de „Stop“-positie. Trailer EBS E herkent het nu<br />

actuele niveau als gewenst niveau. Dit gewenst niveau wordt geregeld tot aan de<br />

volgende ingreep van de bediener, tot aan "Contact Uit" of tot aan het wegrijden.<br />

Apparaatvariant „Vergrendelen in het neerlaten“: Na het loslaten van de hendel<br />

blijft deze in de „Dalen“-positie. Het voertuig daalt tot op de buffer. Wanneer geen<br />

verdere ingreep van de bediener plaatsheeft, keert pas bij het wegrijden de hendel<br />

automatisch terug naar „Stop“ en wordt het normaalniveau door Trailer EBS E<br />

bijgeregeld (RtR-functie).<br />

Gedrag bij "Contact uit" / voertuig afgekoppeld<br />

Het voertuig wordt net zo bediend als bij een ingeschakeld contact. Het bereikte<br />

niveau wordt echter niet als gewenst niveau herkend en er vindt geen naregeling<br />

plaats, bijvoorbeeld bij het laden en lossen.<br />

De RtR-functie is uitsluitend beschikbaar bij voeding van het voertuig via ISO 7638.<br />

141


142<br />

7 TEBS E<br />

Componenten<br />

eTASC varianten (2-circuits)<br />

Montage<br />

Externe systemen<br />

Combinatie met SmartBoard / ECAS-bedieningseenheid / Trailer Remote<br />

Control<br />

Een combinatie tussen eTASC en één of meer andere bedieningsapparaten is<br />

mogelijk.<br />

Bij parallelle aansturing (bijvoorbeeld SmartBoard: heffen; eTASC: dalen) heeft<br />

"Heffen" altijd voorrang.<br />

Andere ECAS functies<br />

Door het gebruik van eTASC blijven andere functies zoals meer normaalniveaus,<br />

losfunctie, liftasfunctie of wegrijhulp onberoerd.<br />

Hoogtebegrenzing<br />

Indien nodig, is een hoogtebegrenzing realiseerbaar via een optionele<br />

hoogtebegrenzingsklep. Dit onderbreekt de verbinding tussen eTASC en<br />

voorraadtank bij het bereiken van een mechanisch in te stellen hoogte.<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 eTASC<br />

Voor 12 V / 24 V systemen<br />

463 090 5.. 0<br />

2 Kabel (identiek aan die voor ECAS-kleppen) 449 445 ... 0<br />

3 Hoogtebegrenzingsklep (optioneel)<br />

4 Normaalniveauschakelaar (optioneel)<br />

Variant Aansluitingen<br />

1, 2.2, 2.4<br />

Testaansluiting<br />

2.6<br />

Dodemansknop<br />

(geen<br />

vergrendelen bij<br />

het heffen)<br />

964 001 002 0<br />

Vergrendelen<br />

in het neerlaten<br />

463 090 500 0 12x1,5 X X<br />

463 090 501 0 8x1 X X<br />

463 090 502 0 M16x1,5 X<br />

463 090 510 0 M16x1,5 X X<br />

Informatie over de montage, zie hoofdstuk 8.9 "Montage eTASC", pagina 167.


Externe systemen<br />

7.7.1 Permanente deactivering van de automatische niveauregeling<br />

Voertuigtype<br />

Doel<br />

Functie<br />

TEBS E 7<br />

Alle getrokken voertuigen met (TEBS E geïntegreerde) ECAS en gemonteerde<br />

eTASC<br />

Parameter voor permanente deactivering van de automatische niveauregeling in<br />

stilstand; verhindert een automatisch naregelen van het geselecteerde<br />

hoogteniveau van het getrokken voertuig, bijvoorbeeld aan laadperrons bij het<br />

laden en lossen.<br />

Zodra de parameter Geen niveauregeling in de stilstand is ingesteld, wordt bij<br />

veranderde beladingstoestand van het losniveau niet verder uitgeregeld, zie<br />

hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168<br />

=> venster TEBS - GIO parameter 2 => knop Uitgebreide ECAS parameter<br />

=> ECAS met eTASC / verdelerklep.<br />

Daardoor niet beïnvloed is de RTR-functie; dat wil zeggen met het bereiken van de<br />

geparametreerde snelheidsgrens voor RTR (bijvoorbeeld 15 km/h), wordt<br />

automatisch het rijniveau regelen. Verder is tijdens het rijden (ook bij permanent<br />

gedeactiveerde niveauregeling in stilstand) de ECAS-niveauregeling actief.<br />

Positie Component Afbeelding Bestelnummer<br />

1 eTASC<br />

Voor 12 V / 24 V systemen<br />

463 090 5.. 0<br />

2 Kabel voor ECAS kleppen 449 445 ... 0<br />

143


144<br />

8 TEBS E<br />

Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

8 Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie en inbouw achteraf<br />

Veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

VOORZICHTIG<br />

8.1 Data voor TEBS E modulator<br />

Beschadiging van de TEBS E modulator door toepassing van andere<br />

dan <strong>WABCO</strong> originele kabels<br />

Het gebruik van kabels, die niet door <strong>WABCO</strong> zijn vrijgegeven, kan leiden tot<br />

functiestoringen en foutmeldingen.<br />

Kabels met open einde moeten zodanig worden gelegd, dat geen water via<br />

de kabel in de modulator komt en dat deze daardoor wordt beschadigd.<br />

– Gebruik uitsluitend <strong>WABCO</strong> originele kabels.<br />

Gevaarlijke spanningen bij elektrostatisch lakken en lassen<br />

Gevaarlijke spanningen kunnen de elektronica beschadigen.<br />

– Bij elektrostatisch lakken of laswerkzaamheden aan het voertuig moeten<br />

de volgende maatregelen worden genomen:<br />

Bewegende of geïsoleerde componenten (bijvoorbeeld assen) moeten met<br />

geschikte massaklemmen geleidend worden verbonden met het chassis,<br />

opdat zich geen potentiaalverschillen kunnen opbouwen, die tot<br />

ontladingen kunnen leiden.<br />

of<br />

Maak de ABS-aansluitleidingen aan de modulator los en dek de<br />

aansluitcontacten af (bijvoorbeeld met afdichtplug).<br />

– Massa van de verfspuit of van de lasapparatuur moet altijd direct op de<br />

delen worden aangesloten, waaraan gewerkt wordt.<br />

Beschadiging van de modulator door overspuiten<br />

Stekkervergrendelingen en kunststof leiding van de pneumatische koppelingen<br />

kunnen na het overschilderen/spuiten niet langer worden losgemaakt.<br />

– Spuit de modulator niet over.<br />

Technische gegevens van de TEBS E modulator (Premium / Standard)<br />

Toegestane maximum temperatuur<br />

(moffellak)<br />

+65 °C permanent<br />

+110 °C voor 1 uur zonder functie<br />

Beveiligd tegen verwisseling Het systeem is beveiligd tegen omkering van de polen van de<br />

motorwagenaccu.<br />

Onderspanning (klem 30, klem 15, 24N) < 19 V (9,5 V Multi-Voltage bij 12 V gebruik)<br />

Overspanning (klem 30, klem 15, 24N) > 30 V<br />

Nominale spanning (klem 30, klem 15, 24N) 24 V (12 V Multi-Voltage bij 12V gebruik)<br />

Bedrijfsdruk minstens 4,5 tot 8,5 bar, maximaal 10 bar


Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

Afmetingen van de TEBS E modulator (Premium / Standard / Multi-Voltage)<br />

TEBS E modulator zonder PEM<br />

TEBS E modulator met PEM<br />

(aluminium)<br />

TEBS E 8<br />

TEBS E modulator met PEM<br />

(kunststof)<br />

Breedte X: 224,0 mm Breedte X: 237,2 mm Breedte X: 224,0 mm<br />

Diepte Y: 197,5 mm Diepte Y: 274,4 mm Diepte Y: 254,0 mm<br />

Hoogte Z: 197,3 mm Hoogte Z: 197,3 mm Hoogte Z: 197,3 mm<br />

<strong>WABCO</strong> Instelling TEBS E modulator bij levering (Standard, Premium, Multi-Voltage) af fabriek<br />

Parametrering:<br />

• 3-assige oplegger<br />

• 2S/2M<br />

• 2. as is hoofdas (ABS toerentalsensor voor as c-d)<br />

• ALB karakteristiek 1:1<br />

• Geen GIO functie actief<br />

• ABS poolwiel met 100 tanden<br />

• Bandenomtrek: 3250 mm<br />

De elektrische aansluitingen POWER en ABS-d, ABS-c hebben geen<br />

beschermkappen.<br />

145


146<br />

8 TEBS E<br />

8.2 Aansluitingen<br />

Elektrische aansluitingen<br />

TEBS E modulator<br />

GIO1, GIO2, GIO3, GIO4<br />

(TEBS E modulator<br />

Standard / Premium)<br />

Multifunctioneel<br />

GIO5, GIO6<br />

(TEBS E modulator<br />

Premium)<br />

Multifunctioneel<br />

ABS-f<br />

(TEBS E modulator<br />

Premium)<br />

ABS toerentalsensor<br />

ABS d<br />

(TEBS E modulator<br />

Standard / Premium)<br />

ABS toerentalsensor<br />

Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

MODULATOR<br />

(TEBS E modulator<br />

Premium)<br />

3. Modulator (4S/3M EBS<br />

RV) of voor ABS relaisklep<br />

(4S/2M+1M)<br />

POWER<br />

(TEBS E modulator<br />

Standard / Premium)<br />

ISO 7638, 7-polige spanningsvoeding<br />

SUBSYSTEMS<br />

(TEBS E modulator<br />

Standard / Premium)<br />

IVTM, ECAS afstandsbediening<br />

resp. bedieningsbox,<br />

SmartBoard, Telematica en<br />

ELEX<br />

IN/OUT<br />

(TEBS E modulator<br />

Standard / Premium)<br />

Stoplichtvoeding of Trailer<br />

Central Electronic<br />

GIO7<br />

(TEBS E modulator<br />

Premium)<br />

Multifunctioneel<br />

ABS-e<br />

(TEBS E modulator<br />

Premium)<br />

ABS toerentalsensor<br />

ABS c<br />

ABS toerentalsensor


ELEX<br />

Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

GIO12<br />

Aansluiting ISO 12098<br />

GIO11<br />

Markeerlichten<br />

GIO10<br />

Accu<br />

SUBSYSTEMS<br />

IVTM, ECAS afstandsbediening resp.<br />

bedieningsbox, SmartBoard,<br />

Telematica<br />

POWER<br />

7-polige spanningsvoeding via TEBS<br />

E (SUBSYSTEMS-stekker)<br />

Pneumatische aansluitingen<br />

TEBS E modulator<br />

met PEM<br />

TEBS E 8<br />

GIO17, GIO18<br />

Ultrasonische sensoren<br />

GIO16<br />

Wake up, multifunctioneel<br />

GIO13, GIO14, GIO15<br />

Multifunctioneel<br />

Aansluitingen met identieke aanduidingen zijn in de PEM / TEBS E modulator met<br />

elkaar verbonden.<br />

Aansluitingen TEBS E modulator<br />

zonder PEM<br />

1 Voorraad (vanaf luchtketel "rem")<br />

1.1 Voorraad "luchtvering" (naar<br />

luchtveringsklep, draaischijfklep, asliftklep of<br />

ECAS blok)<br />

2.1 Remdruk (naar remcilinder)<br />

2.2 Remdruk (naar remcilinder)<br />

2.3 Tristop cilinder (naar Tristop cilinder 12)<br />

2.4 Stuurdruk (vanaf PREV 21)<br />

4 Stuurdruk (vanaf PREV 21)<br />

5 Balgdruk (vanaf luchtbalg)<br />

1 Voorraad (vanaf luchtketel "rem")<br />

2.3 Tristop cilinder (naar Tristop cilinder 12)<br />

4.2 Stuurdruk (vanaf PREV 22)<br />

1 Voorraad (vanaf luchtketel "rem")<br />

2.4 Testaansluiting "rem" (naar manometer)<br />

Aansluitingen<br />

1 Voorraad (vanaf<br />

luchtketel "rem")<br />

2.1 Remdruk (naar<br />

remcilinder)<br />

4 Stuurdruk (vanaf PREV<br />

21)<br />

5 Balgdruk (vanaf<br />

luchtbalg)<br />

2.2 Remdruk (naar<br />

remcilinder)<br />

2.2 Testaansluiting "rem"<br />

(naar manometer)<br />

147


148<br />

8 TEBS E<br />

8.3 Montage in voertuig<br />

Montage op het chassis<br />

Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

Voordat u met de inbouw begint, moet u beslist de veiligheidsaanwijzingen in acht<br />

nemen voor het thema ESD, zie hoofdstuk 3 "Veiligheidsvoorschriften", pagina 11.<br />

– Monteer de modulator zoals aangegeven op maattekening.<br />

Maattekening<br />

Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />

Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Productnummer.<br />

Geef het bestelnummer van de TEBS E modulator in het veld "zoeken" in.<br />

Klik op de Startknop.<br />

De inbouwpositie is mogelijk in de rijrichting of tegen de rijrichting in (tapbouten<br />

wijzen in de rijrichting).<br />

– Parametreer de inbouwpositie met de TEBS E diagnosesoftware, zie<br />

hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware",<br />

pagina 168 => venster TEBS - systeem => richting modulator.<br />

De geluiddempers moeten open zijn naar de atmosfeer en altijd loodrecht naar<br />

beneden wijzen, zie hoofdstuk 8.3.1 "RSS inbouwvoorschrift", pagina 149.<br />

Bevestiging op de dwarsbalk<br />

De dwarsbalk moet stevig met de beide lengtebalken van het voertuig zijn<br />

verbonden.<br />

– Bevestig de modulator op een U-profiel, een hoekprofiel of op een geschikte<br />

verstevigde drager van minstens 4 mm dik (geldend voor staalprofielen).<br />

De hoogte van de balk moet groter zijn dan de flensoppervlakte van de<br />

modulator, zodat de flens volledig contact heeft met de balk.<br />

Sluit- of veerringen zijn alleen direct onder de moer toegestaan.<br />

Het aanhaalmoment van de moeren is 85 Nm.<br />

– Let op de in inbouwvoorschriften voor RSS, zie hoofdstuk 8.3.1 "RSS<br />

inbouwvoorschrift", pagina 149.


Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

8.3.1 RSS inbouwvoorschrift<br />

TEBS E 8<br />

De omtrek van de gemonteerde banden en het aantal tanden van de gemonteerde<br />

poolwielen moeten worden geparametreerd, aangezien deze waarden worden<br />

gebruikt om de kritische dwarsversnelling voor het kantelgevaar te berekenen.<br />

De Roll Stability Support (RSS) functie is afhankelijk van de nauwkeurigheid van<br />

de parameters voor de bandenomtrek, het aantal poolwieltanden en de overige<br />

gegevens van de remberekening. Met onnauwkeurige data werkt de functie niet op<br />

de juiste wijze.<br />

Een correcte functie is alleen mogelijk, wanneer de actuele bandenmaat maximaal<br />

8% kleiner is dan de geparametreerde waarde. Het geparametreerde aantal<br />

poolwieltanden moet overeenkomen met het gemonteerde aantal poolwieltanden.<br />

De waarden voor de toegestane reeks met bandenomtrekken en de ALB gegevens<br />

zijn te vinden in de <strong>WABCO</strong> remberekening.<br />

Monteer nooit een grotere band dan vermeld in de parameters, anders werkt de<br />

functie niet correct.<br />

– Kalibreer het overhellen van de modulator (Δβ) met de TEBS E<br />

diagnosesoftware, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS-E diagnosesoftware =><br />

systeem => inbouwpositie RSS modulator kalibreren.<br />

Voorwaarde: Het voertuig moet op een vlakke ondergrond staan (afwijking ten<br />

opzichte van horizontaal < 1°).<br />

Wanneer de kalibrering niet is uitgevoerd, dan vindt er tijdens het rijden een<br />

zelfkalibrering plaats.<br />

Oplegger/middenasaanhangwagen<br />

Δ X1 [mm] Δ Y1 [mm] Δ X2 [mm] Δ Y2 [mm] Δα Δβ Δδ<br />

2000 500 9000 50 ±15° ±3° ±3°<br />

149


8 TEBS E<br />

Toegestane configuraties voor voertuigen met TEBS E en RSS<br />

150<br />

Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

Disselaanhangwagen<br />

Δ X [mm] Δ Y [mm] Δα Δβ Δδ<br />

600 500 ±15° ±3° ±3°<br />

Oplegger Middenasaanhangwagen Disselaanhangwagen<br />

Systeem Aantal assen<br />

2S/2M 1 2 3 1 2 3 - -<br />

4S/2M - 2 3 ... 6 - 2 3 - -<br />

2S/2M+Select-<br />

Low-klep<br />

- 2 3 - 2 3 - -<br />

4S/2M+1M - 2 3 ... 6 - 2 3 - -<br />

4S/3M - 2 3 ... 6 - 2 3 2 3<br />

Mechanische<br />

vering<br />

1 2 3 ... 6 1 2 3 2 3


Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

8.4 Montage kabels / bevestiging kabels<br />

VOORZICHTIG<br />

Montage kabels / afdekkappen<br />

Afbeelding 1<br />

TEBS E 8<br />

Beschadiging kabels<br />

– Water, dat in de kabeladers binnendringt, kan de TEBS E modulator<br />

beschadigen. Gebruik uitsluitend <strong>WABCO</strong> originele kabels. Bij toepassing van<br />

kabels van ander fabrikaat en daaruit voortvloeiende beschadiging is een<br />

claim uitgesloten.<br />

– Plan de montage zo, dat de kabels niet knikken.<br />

– Bevestig de kabels en stekkers zo, dat geen trekspanning of dwarskracht op<br />

de stekerverbindingen staat.<br />

– Vermijdt het leggen van kabels over scherpe kanten of in de nabijheid van<br />

agressieve middelen (bijv. zuren).<br />

– Leg de kabel zo naar de aansluitingen, dat er geen water in de stekker kan<br />

komen.<br />

Afbeelding 2<br />

– De gele vergrendeling moet in de open stand worden gezet, voordat u de bus<br />

van de kabeleinden in de betreffende insteekplaatsen op de ECU kan insteken<br />

of loskoppelen.<br />

Indien de vergrendeling in de gesloten stand staat (stand bij aflevering), dan<br />

kan met steeksleutel 13 de vergrendeling van boven of onder worden geopend<br />

(afbeelding 1, positie 1).<br />

– Aansluitend trekt u de schuif met de hand uit tot de dekselaanslag om zo de<br />

stekkeraansluiting vrij te maken.<br />

– Steek het kabeleinde (of de afdekkap) loodrecht op de betreffende aansluiting<br />

van de ECU in (bijvoorbeeld voedingskabel op POWER aansluiting).<br />

8-polige kabel voor POWER, SUBSYSTEMS en MODULATOR op GIO10-12<br />

4-polige kabel voor GIO1-7, ABS c, d, e en f, IN/OUT op GIO13-18<br />

Let op de juiste polariteit en codering (stekker naar aansluiting). Alleen wanneer<br />

beide delen bij elkaar passen, kan de kabel worden ingestoken.<br />

De zwarte afdekkappen voor de 4- en 8-polige aansluitingen zijn niet gecodeerd<br />

en passen op elke aansluiting.<br />

Alle stekkers naar de ECU hebben een kleurmarkering. De kleurcodering vindt<br />

u in het kabeloverzicht zie hoofdstuk 12.3 "Kabeloverzicht", pagina 220.<br />

– Druk het kabeleinde met wat kracht in de aansluiting (afbeelding 1, positie 2) en<br />

zet de gele vergrendeling weer in de uitgangspositie (afbeelding 2, positie 3).<br />

151


152<br />

8 TEBS E<br />

Bevestiging kabels<br />

VOORZICHTIG<br />

VOORZICHTIG<br />

Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

Daarbij valt het slot van de schuif in het ECU frame en wordt zo gesloten. U<br />

hoort een klik wanneer de aansluiting correct is gesloten.<br />

Beschadiging voedingskabel<br />

Om bij het doortrekken van de kabel beschadigingen aan de stekker te<br />

voorkomen, heeft de stekker een beschermkap.<br />

– Verwijder de beschermkap voorzichtig, wanneer de kabel op de ECU wordt<br />

aangesloten, zodat de dichtring niet wegglijdt of wordt beschadigd.<br />

Beschadiging kabels<br />

– Bevestig de kabelbinders zo, dat de kabels niet worden beschadigd.<br />

Let bij toepassing van gereedschap op de informatie van de fabrikant van<br />

kabelbinders.<br />

– Wanneer de kabel te lang is, rol deze niet op, maar leg de kabel in lussen, zie<br />

onderstaande afbeelding.<br />

Verklaring<br />

Kabelbinder<br />

– Maak de kabel (maximaal 300 mm kabellengte van de ECU verwijderd) met<br />

kabelbinders vast.<br />

De 8-polige kabels van de aansluitingen POWER, SUBSYSTEMS en<br />

MODULATOR moeten direct aan de stekker met de daarvoor aanwezige<br />

punten aan de TEBS E modulator worden vastgemaakt.


Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

8.5 Montage sensor<br />

ECAS voertuigen<br />

Sensor met verbindingsstang en hefboom<br />

TEBS E 8<br />

Sensor 441 050 100 0 wordt gebruikt om het rijniveau bij voertuigen met<br />

elektronische luchtvering (ECAS-functies) te meten en de de aslast bij<br />

mechanische vering vast te stellen.<br />

– Monteer de sensor zo, dat de beide bevestigingsgaten horizontaal zitten en<br />

naar boven wijzen.<br />

Een hefboom wordt gebruikt voor de verbinding met de hefboom van de<br />

wegsensor.<br />

De maximale uitslag van de hefboom van ± 50° mag niet worden overschreden.<br />

De lengte van de sensorhefboom is instelbaar.<br />

– Bij voertuigen met een lange inveringsweg wordt een langere hefboom gebruikt.<br />

Let erop, dat de sensor vrij beweegt over het totale uitslaggebied en dat de<br />

hefboom niet kan omslaan.<br />

De sensor en de hefboom hebben een vergrendeling (4 mm) om de hefboom in<br />

het rijniveau vast te zetten.<br />

Het verbindingsstuk van de sensor moet zo zijn gemonteerd, dat de hefboom in<br />

het rijniveau horizontaal is.<br />

De verbinding naar de as is met een verbindingsstuk mogelijk.<br />

Het drukstuk van de hefboom moet met een 6 mm buis (stevig materiaal) en het<br />

verbindingsstuk van de as worden verbonden.<br />

1-puntsregeling.<br />

Schema's zie hoofdstuk 4.2.3 "Elektronisch geregelde luchtvering (ECAS)",<br />

pagina 19.<br />

– Monteer de sensor in het midden van de hoofdas, om beschadiging van de<br />

sensor bij het rijden in bochten met grote neiging tot scheefstand van het<br />

voertuig te voorkomen.<br />

2-puntsregeling.<br />

Schema's zie hoofdstuk 4.2.3 "Elektronisch geregelde luchtvering (ECAS)",<br />

pagina 19.<br />

Voor ECAS 2-puntsregeling met EBS E en ELEX (afzonderlijke<br />

wielophanging / disselvoertuigen) is alleen sensor 441 050 100 0<br />

toegestaan.<br />

– Monteer bij disselvoertuigen de sensor in het midden van de voor- en achteras,<br />

om beschadiging van de sensor bij het rijden in bochten met grote neiging tot<br />

scheefstand van het voertuig te voorkomen.<br />

153


154<br />

8 TEBS E<br />

Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

Monteer bij opleggers de sensoren, voor zover mogelijk, uit het voertuigmidden<br />

naar rechts en links. Hierbij moet worden opgelet, dat dit niet leidt tot<br />

beschadigingen bij het rijden in bochten.<br />

Disselaanhangwagen<br />

Oplegger<br />

Wegsensor "achteras links" Achter Links<br />

Wegsensor "vooras rechts" Voor Rechts<br />

Voertuigen met mechanische vering<br />

– Monteer de sensor in het midden van de hoofdas. Let erop, dat door de<br />

beweging van de carrosserie de sensor niet "omslaat" of afbreekt.<br />

Gebruik altijd het boorgat met 100 mm afstand tot de draaias van de sensor.<br />

De zwarte hefboom van de sensor mag niet worden verlengd, daar anders de<br />

beladingsinformatie te onnauwkeurig wordt en daardoor de remdruk<br />

onnauwkeurig is.<br />

De hefboom van de sensor moet direct met het drukstuk van hefboon 441 901<br />

71. 2 zijn verbonden.<br />

De hefboom is compleet met twee drukstukken en verbindingspijp in diverse<br />

lengten beschikbaar.<br />

De verbinding naar de as moet gedaan worden met een op de as gelast<br />

hoekijzer.<br />

Bij voertuigen met twee sensoren moet wegsensor "achteras links" op de ABS<br />

gesenseerde as c-d worden aangesloten en wegsensor "vooras rechts" op de<br />

ABS gesenseerde as e-f.<br />

WAARSCHUWING<br />

Foutmeldingen bij TEBS E<br />

– Het monteren van verkeerde wegsensoren kan tot foutmeldingen bij TEBS<br />

E leiden.<br />

De wegsensor mag niet op sleep- of liftassen worden aangebracht.


Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

8.6 Montage componenten wegrijblokkering (immobilizer)<br />

Montage<br />

8.7 Montage Trailer Remote Control<br />

TEBS E 8<br />

– Monteer de wegrijblokkering volgens schema 841 701 227 0, zie hoofdstuk 12.6<br />

"Trailer EBS E remschema's", pagina 233.<br />

– Let bij de montage van de impulsgestuurde asliftklep op de informatie op<br />

maattekening 463 084 100 0.<br />

Maattekening voor wegrijblokkering<br />

Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />

Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Productnummer.<br />

Geef het nummer 463 084 100 0 in het veld "zoeken" in.<br />

Klik op de Startknop.<br />

De asliftklep kan op GIO2 of GIO3 worden aangesloten.<br />

De asliftklep kan op GIO1, GIO2 of GIO3 worden aangesloten.<br />

Een uitgebreide beschrijving voor het monteren en aansluiten van de Trailer<br />

Remote Control vindt u in de brochure „Trailer Remote Control – inbouw- en<br />

aansluitleiding“ zie hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf „Meer<br />

informatie“.<br />

155


156<br />

8 TEBS E<br />

8.8 Montage TailGUARD componenten<br />

Benodigde componenten<br />

WAARSCHUWING<br />

Ultrasonische sensoren<br />

ELEX<br />

WAARSCHUWING<br />

Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

Naast TEBS E zijn ELEX, de LIN ultrasonische sensoren, de Trailer Remote<br />

Control (optioneel) en kabels nodig. Het signaal van de achterlichten en van de<br />

achteruitrijlichten moeten via ISO 12098 met behulp van een verdeeldoos naar de<br />

ELEX worden aangesloten. Als alternatief kunnen de markeerlichten direct op de<br />

ELEX naar GIO11 worden aangesloten.<br />

Aanvullende informatie over de componenten, zie hoofdstuk 7.1.1 "TailGUARD<br />

functies", pagina 124.<br />

– De TailGUARD-functie is alleen met ingestoken ISO 7638-verbinding<br />

beschikbaar. Een 24N-voeding is niet voldoende.<br />

Inbouwsituatie van de ultrasoonsensoren<br />

– De ultrasonische sensoren moeten volgens de afgebeelde schema's<br />

worden gemonteerd. Wanneer de posities incorrect zijn, kunnen de<br />

herkenning van de objecten en de juiste werking van het systeem niet<br />

worden gegarandeerd.<br />

De ultrasonische sensoren mogen niet op een U-profiel worden gemonteerd, daar<br />

reflecties kunnen optreden. Het is aan te bevelen, dat de ultrasonische sensoren<br />

mechanisch worden beschermd om beschadigingen bij een gedeactiveerd<br />

systeem te voorkomen.<br />

Het oppervlak waarop de ultrasonische sensor wordt gemonteerd moet vlak en aan<br />

alle kanten minimaal 2 mm groter dan de sensor zijn (bescherming van de<br />

beluchtingsgaten aan de achterzijde tegen de directe hogedrukstraal).<br />

Inbouwmaten van de ultrasoonsensoren<br />

Offertetekeningen voor LIN ultrasonische sensoren<br />

446 122 401 0 / 446 122 402 0<br />

Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />

Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Productnummer.<br />

Geef het productnummer in het veld "zoeken" in.<br />

Klik op de Startknop.<br />

Daar alle ultrasonische sensoren parallel via een databus communiceren, is een<br />

optionele, parallelle aansluiting op GIO17 en GIO18 mogelijk. Let beslist op de<br />

aanwijzingen in paragraaf "TailGUARD functies", zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />

parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />

De kap van de ELEX moet voor de montage / demontage van de kabels worden<br />

verwijderd.<br />

– Gebruik een schroevendraaier met een minimale lengte van 11 cm en haal<br />

daarmee de vergrendeling los om de kap te verwijderen.


Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

1.<br />

TEBS E 8<br />

– Monteer de ELEX alleen verticaal, waarbij de kabeldoorgangen naar beneden<br />

of naar de zijkant moeten wijzen.<br />

Inbouwmaten<br />

Maten in mm<br />

– Maak het stekkerhuis van de 8-polige steker met kabelbinders vast aan de<br />

betreffende montagesteun.<br />

– Na montage van de kabel de kap weer terugzetten. Let erop, dat alle<br />

vergrendelingen correct vastzitten.<br />

De open zijde moet in de richting van de 4-polige aansluitingen wijzen.<br />

2.<br />

157


158<br />

8 TEBS E<br />

TailGUARDlight<br />

Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

– Monteer de 2 LIN ultrasonische sensoren 446 122 401 0 (0°) horizontaal op<br />

maximaal 0,12 m van de rechter of linker buitenkant van het voertuig om de<br />

buitenmaten van het voertuig exact te registreren.<br />

Wanneer dit niet nodig is, kunnen de LIN ultrasonische sensoren ook dichter bij<br />

elkaar worden gemonteerd.<br />

– Inbouwdiepte sensor: Voer in de TEBS E diagnosesoftware de positie (afstand<br />

voertuig - achterkant) van de LIN ultrasonische sensor in – met betrekking tot<br />

de laatste achterkant van het voertuig.<br />

De afstand mag niet meer dan 35 cm zijn, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />

parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster ELEX<br />

parameter.<br />

Wanneer overhangende laadperrons moeten worden herkend, moet minstens één<br />

ultrasonische sensor op de hoogte van het laadperron (buffer) worden gemonteerd.<br />

Let op de volgende inbouwmaten:<br />

Verklaring<br />

A LIN ultrasonische sensor 0°<br />

446 122 401 0<br />

Inbouwmaten – TailGUARDlight


Verklaring<br />

Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

Systeemconfiguratie – TailGUARDlight<br />

Schema 841 802 280 0 zie hoofdstuk 12.5 "GIO schema's", pagina 231.<br />

Bedradingsontwerp verdeelbox (functie- en kleurtabel),<br />

zie hoofdstuk 7.1.2 "Aansluiting met ISO 12098", pagina 130.<br />

TEBS E 8<br />

GIO17 en GIO18: Let beslist op de aanwijzingen in paragraaf "TailGUARD functies",<br />

zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />

1 Externe lampen (optioneel) 2 Buzzer (optioneel)<br />

* CAN communicatie naar motorwagen (optioneel) GIO11 Kabel voor markeerlichten<br />

449 803 022 0<br />

GIO12 Universele kabel 449 908 060 0<br />

Alternatief Aspöck kabel 65-6111-007<br />

GIO17<br />

GIO18<br />

Kabel voor LIN ultrasonische sensoren<br />

449 806 060 0<br />

GIO14<br />

GIO15<br />

Universele kabel 449 535 … 0<br />

POWER Kabel voor voeding ELEX<br />

449 303 020 0<br />

159


160<br />

8 TEBS E<br />

TailGUARD<br />

Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

– Monteer de buitenste LIN ultrasonische sensoren 446 122 402 0 (15°) verticaal<br />

naar binnen geneigd.<br />

– Monteer de LIN ultrasonische sensor 446 122 401 0 (0°) centraal.<br />

– Vanaf versie TEBS E2.5: Voor de betere herkenning van concave<br />

(overstekende) laadperrons kan de middelste LIN-ultrasone sensor<br />

446 122 401 0 ook horizontaal worden gemonteerd, zodat de ultrasone knots<br />

op de korte kant is, zoals bij TailGUARDlight kan verticaal of horizontaal<br />

plaatsvinden.<br />

De inbouwsituatie moet in de TEBS E Diagnostic Software worden<br />

geparametreerd zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168.<br />

– Bij horizontale inbouw bedraagt de minimale hoogte van de sensor 0,8 m (zie<br />

tabel „Inbouwalternatieven“).<br />

Bij TEBS E2 / ELEX moet de middelste sensor verticaal worden aangebracht.<br />

– Monteer de centrale LIN ultrasonische sensor max. 15 cm naar boven of<br />

beneden.<br />

Let op de volgende inbouwmaten:<br />

Verklaring<br />

Inbouwmaten – TailGUARD<br />

Neem voor het uitlijnen van de sensoren de inbouwtabel in acht.<br />

A LIN ultrasonische sensor 0°<br />

446 122 401 0<br />

De LIN ultrasonische sensoren inbouwen<br />

B LIN ultrasonische sensor 15°<br />

446 122 402 0<br />

Niet horizontaal monteren!<br />

Vanaf versie TEBS E2 en ELEX0 Vanaf versie TEBS E2.5 en ELEX1<br />

Buiten 446 122 402 0 – 15° verticaal Buiten 446 122 402 0 – 15° verticaal<br />

Binnen 446 122 401 0 – 0° verticaal Binnen 446 122 401 0 – 0° horizontaal<br />

Inbouwhoogte sensoren 0,4 ... 1,6 m<br />

(zie afbeelding „Inbouwmaten TailGUARD“)<br />

*) Inbouwhoogte sensoren 0,8 ... 1,6 m<br />

(zie afbeelding „Inbouwmaten TailGUARD“)


Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

Systeemconfiguratie – TailGUARD<br />

Schema 841 802 281 0 zie hoofdstuk 12.5 "GIO schema's", pagina 231.<br />

TEBS E 8<br />

Bedradingsontwerp verdeelbox (functie- en kleurtabel), zie hoofdstuk 7.1.2 "Aansluiting met ISO 12098",<br />

pagina 130.<br />

Verklaring<br />

1 Externe lampen (optioneel) 2 Buzzer (optioneel)<br />

* CAN communicatie naar motorwagen (optioneel) GIO11 Kabel voor markeerlichten 449 803 022 0<br />

GIO12 Universele kabel 449 908 060 0<br />

Alternatief Aspöck kabel 65-6111-007<br />

GIO14<br />

GIO15<br />

Universele kabel 449 535 … 0<br />

GIO18 Kabel voor LIN ultrasonische sensoren 449 806 060 0 POWER Kabel voor voeding ELEX 449 303 020 0<br />

Verdeler 894 600 024 0<br />

161


162<br />

8 TEBS E<br />

TailGUARD Roof<br />

Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

– Monteer de 5 LIN ultrasonische sensoren verticaal op 2 hoogten.<br />

– In het onderste niveau (hoofdvlak) monteert u de buitenste LIN ultrasonische<br />

sensoren 446 122 402 0 (15°) verticaal naar binnen geneigd.<br />

– Monteer de LIN ultrasonische sensor 446 122 401 0 (0°) centraal. Deze mag<br />

met een afwijking van maximaal 15 cm naar boven of naar beneden worden<br />

gemonteerd.<br />

– Op het bovenste niveau monteert u beide LIN ultrasonische sensoren<br />

446 122 402 0.<br />

– Vanaf versie TEBS E2.5: Het inbouwen van de middelste sensor van het<br />

onderste niveau mag (identiek aan TailGUARD) horizontaal of verticaal<br />

plaatsvinden. De aanduiding in de diagnose is vereist.<br />

Bij horizontale inbouw bedraagt de minimale hoogte van de sensor 0,8 m (zie<br />

tabel „Inbouwalternatieven“).<br />

Bij TEBS E2 / ELEX moet de middelste sensor verticaal worden aangebracht.<br />

De LIN ultrasonische sensoren van het bovenste niveau (extra vlak) kunnen<br />

verticaal en horizontaal worden geplaatst.<br />

Bij verticale installatie moeten de sensoren naar binnen geneigd worden<br />

gemonteerd. Om ook bij geringe inbouwruimte een waarneming van daken<br />

mogelijk te maken, kunnen de bovenste buitenste sensoren horizontaal worden<br />

gemonteerd. In dat geval moet u erop letten dat 15°-ultrasoonsensoren<br />

(446 122 402 0) naar onderen geneigd worden gemonteerd. De<br />

objectwaarneming vindt dan uitsluitend plaats in het bereik van de<br />

ultrasoonsensoren; een oppvervlaktedekkende achterruimtebewaking is voor<br />

het hoogste niveau niet gegeven.<br />

Let op de volgende inbouwmaten:<br />

Verklaring<br />

Inbouwmaten – TailGUARD Roof<br />

Neem voor het uitlijnen van de sensoren de inbouwtabel in acht.<br />

A LIN ultrasonische sensor 0°<br />

446 122 401 0<br />

Horizontaal of verticaal<br />

B LIN ultrasonische sensor 15°<br />

446 122 402 0<br />

of<br />

LIN ultrasonische sensor 0°<br />

446 122 401 0<br />

(uitsluitend bovenste niveau)


Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

De LIN ultrasonische sensoren inbouwen<br />

Vanaf versie TEBS E2 en<br />

ELEX0<br />

Boven (extra vlak) Buiten 446 122 402 0 – 15°<br />

verticaal<br />

Onder (hoofdvlak) Buiten 446 122 402 0 – 15°<br />

verticaal<br />

Binnen 446 122 401 0 – 0°<br />

verticaal<br />

Inbouwhoogte sensoren<br />

0,4…1,2 m<br />

(zie afbeelding<br />

"Inbouwmaten<br />

TailGUARD Roof ")<br />

TEBS E 8<br />

Vanaf versie TEBS E2.5 en<br />

ELEX1<br />

Buiten 446 122 402 0 – 15°<br />

verticaal<br />

Buiten 446 122 402 0 – 15°<br />

verticaal<br />

Binnen 446 122 401 0 – 0°<br />

horizontaal<br />

Inbouwhoogte sensoren<br />

0,8…1,2 m<br />

(zie afbeelding<br />

„Inbouwmaten TailGUARD“)<br />

Meer inbouwalternatieven zijn mogelijk conform de TEBS E Diagnostic<br />

Software.<br />

163


8 TEBS E<br />

Verklaring<br />

164<br />

Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

Systeemconfiguratie – TailGUARD Roof<br />

Schema 841 802 283 0 zie hoofdstuk 12.5 "GIO schema's", pagina 231.<br />

Bedradingsontwerp verdeelbox (functie- en kleurtabel),<br />

zie hoofdstuk 7.1.2 "Aansluiting met ISO 12098", pagina 130.<br />

GIO17 en GIO18: Let beslist op de aanwijzingen in paragraaf "TailGUARD functies",<br />

zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />

1 Externe lampen (optioneel) 2 Buzzer (optioneel)<br />

* CAN communicatie naar motorwagen (optioneel) GIO11 Kabel voor markeerlichten<br />

449 803 022 0<br />

GIO12 Universele kabel 449 908 060 0<br />

Alternatief Aspöck kabel 65-6111-007<br />

GIO17<br />

GIO18<br />

Kabel voor LIN ultrasonische sensoren<br />

449 806 060 0<br />

GIO14<br />

GIO15<br />

Universele kabel 449 535 … 0<br />

POWER Kabel voor voeding ELEX<br />

449 303 020 0


TailGUARDMAX<br />

Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

TEBS E 8<br />

– Monteer de 6 LIN ultrasonische sensoren vertikaal op twee hoogten.<br />

Alleen wanneer de 6 LIN ultrasonische sensoren op het voertuig worden<br />

gemonteerd zoals hieronder aangegeven, zal het systeem aan alle eisen van<br />

ISO 12155 voldoen (Obstacle detection device during reversing).<br />

Beide hoogten volgen de zelfde inbouwrichtlijnen:<br />

– Monteer de buitenste LIN ultrasonische sensoren 446 122 402 0 (15°) naar<br />

binnen geneigd.<br />

– Monteer de LIN ultrasonische sensor 446 122 401 0 (0°) centraal.<br />

Afstand LIN ultrasonische sensor 1 (links) – LIN ultrasonische sensor 2 (rechts):<br />

De LIN ultrasonische sensoren van het hoofdvlak moeten worden gemonteerd<br />

met een afstand van 180 cm.<br />

Het hoofdvlak moet op een hoogte van 90 cm vanaf de grond worden<br />

gemonteerd.<br />

Het extra vlak moet op een hoogte van 40 cm vanaf de grond worden<br />

gemonteerd.<br />

Een Trailer Remote Control moet in de cabine zijn gemonteerd.<br />

Let op de volgende inbouwmaten:<br />

Inbouwmaten – TailGUARDMAX<br />

Legende – de LIN ultrasonische sensoren uitlijnen<br />

A LIN ultrasonische sensor 0°<br />

446 122 401 0<br />

De LIN ultrasonische sensoren inbouwen<br />

Boven 446 122 402 0 – 15° Verticaal<br />

446 122 401 0 – 0° Verticaal<br />

Onder 446 122 402 0 – 15° Verticaal<br />

446 122 401 0 – 0° Verticaal<br />

B LIN ultrasonische sensor 15°<br />

446 122 402 0<br />

Niet horizontaal monteren!<br />

165


8 TEBS E<br />

Verklaring<br />

166<br />

Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

Systeemconfiguratie – TailGUARDMAX<br />

Schema 841 802 282 0 zie hoofdstuk 12.5 "GIO schema's", pagina 231.<br />

Bedradingsontwerp verdeelbox (functie- en kleurtabel),<br />

zie hoofdstuk 7.1.2 "Aansluiting met ISO 12098", pagina 130.<br />

GIO17 en GIO18: Let beslist op de aanwijzingen in paragraaf "TailGUARD functies",<br />

zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />

1 Externe lampen (optioneel) 2 Buzzer (optioneel)<br />

* CAN communicatie naar motorwagen (optioneel) GIO11 Kabel voor markeerlichten<br />

449 803 022 0<br />

GIO12 Universele kabel 449 908 060 0<br />

Alternatief Aspöck kabel 65-6111-007<br />

GIO17<br />

GIO18<br />

Parametrering<br />

Kabel voor LIN ultrasonische sensoren<br />

449 806 060 0<br />

GIO14<br />

GIO15<br />

Universele kabel 449 535 … 0<br />

POWER Kabel voor voeding ELEX<br />

449 303 020 0<br />

Parametreren TailGUARD functies, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met<br />

TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.


Inbouwvoorschriften voor voertuigproductie<br />

en inbouw achteraf<br />

8.9 Montage eTASC<br />

Montage<br />

TEBS E 8<br />

De montage van de eTASC is vergelijkbaar met TASC. Een uitgebreide<br />

beschrijving vindt u in de brochure „TASC – functie en montage“, zie hoofdstuk 4<br />

"Inleiding", pagina 13 => paragraaf „Meer informatie“.<br />

De eTASC wordt met behulp van een geschikte houderplaat aan het voertuigframe<br />

bevestigd. De gebruikelijke positie is achter de laatste as.<br />

De bevestiging is uitwisselbaar met TASC en de gebruikelijke verdelerkleppen. Bij<br />

eventueel optredende plaatsproblemen kan eTASC in stappen van 90° verdraaid<br />

worden gemonteerd. De hendel wordt eraf genomen en zodanig gemonteerd, dat<br />

hij in de „Stop“-positie naar onderen wijst.<br />

Het apparaat wordt bevestigd met vier bouten M8. Kies de lengte van de bouten<br />

aan de hand van de plaatdikte van de gebruikte houderplaat. Bij een materiaaldikte<br />

van de drager van 3 - 6 mm kunt u bouten M8 x 20 gebruiken.<br />

Voor de aangesloten leidingen en buizen wordt de grootte Ø12 x 1,5 mm<br />

geadviseerd, om optimale hef- en neerlaattijden te bereiken.<br />

Wanneer de doorsnede van de leidingen en buizen tussen eTASC en de<br />

luchtveerbalgen te klein gekozen of wanneer de lengte te groot is, kan de<br />

waarneming op handmatige bediening van de eTASC niet correct door de Trailer<br />

EBS E worden gemeten. Onderstaande tabel geeft u de aanbevolen diameters en<br />

lengten.<br />

De Trailer EBS E druksensor voor het meten van de aslast (aansluiting 5) moet bij<br />

de montage tussen de eTASC en de eerste pneumatisch gevoede balg via een Tstuk<br />

worden aangesloten. Bij een stervormige verbinding van de balgen moet u de<br />

druksensoraansluiting rechtstreeks op de verdeler aansluiten.<br />

Buisdiameter en -lengten<br />

Verbinding Aantal cirkels<br />

Buis-ø [mm]; buislengte<br />

minimaal aanbevolen<br />

PEM => eTASC (voorraadleiding) 2 ø8x1; max. 6 m ø12x1,5; max. 8 m<br />

eTASC => balg 2 ø8x1; max. 6 m ø12x1,5; max. 8 m<br />

Balg => balg 2 ø8x1; max. 4 m ø12x1,5; max. 5 m<br />

Ontluchting 2 - ø12x1,5; max. 1 m<br />

PEM => eTASC (voorraadleiding) 1 ø12x1,5; max. 8 m ø12x1,5; max. 8 m<br />

eTASC => verdeler 1 ø12x1,5; max. 6 m ø12x1,5; max. 6 m<br />

Verdeler => balg 1 ø8x1; max. 4 m ø12x1,5; max. 5 m<br />

Balg => balg 1 ø8x1; max. 4 m ø12x1,5; max. 5 m<br />

Elektrische aansluiting<br />

Let op het hoofdstuk voor kabelmontage en -fixering, zie hoofdstuk 8.4 "Montage<br />

kabels / bevestiging kabels", pagina 151.<br />

– TEBS E2.5 modulator (premium): Sluit de eTASC op GIO2 aan.<br />

TEBS E2.5 modulator (multivoltage): Sluit de eTASC op GIO1, GIO2 of GIO3<br />

aan.<br />

– Parametreer de aansluiting in de TEBS E Diagnostic Software in de venster<br />

GIO - stekkertoewijzing, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168.<br />

167


168<br />

9 TEBS E<br />

9 inbedrijfstelling<br />

inbedrijfstelling<br />

Verloop van de inbedrijfstelling<br />

• Remberekening<br />

• Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware<br />

• Functietest (EOL test)<br />

• Kalibrering<br />

• Documentatie<br />

9.1 Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware<br />

Inleiding<br />

Parametrering<br />

De GIO functionaliteit omschrijft in- en uitgangen die kunnen worden<br />

geparametreerd (Engels: Generic Input/Output). Op de TEBS E modulator<br />

bevinden zich zeven parametreerbare aansluitingen (GIO1-7); op de ELEX<br />

bevinden zich vier parametreerbare aansluitingen (GIO13-16).<br />

Met deze functiegestuurde toewijzing kunnen de gewenste functies vrij worden<br />

toegekend. Dit maakt een veelvoud van functies en combinaties mogelijk.<br />

Om de parametrering en toekenning van de GIO aansluitingen voor standaard<br />

gebruik voor u eenvoudiger te maken, zijn standaardconfiguraties vastgelegd, zie<br />

hoofdstuk 12.5 "GIO schema's", pagina 231. Deze standaard configuraties geven<br />

de maximaal mogelijke aansluiting aan voor de TEBS E modulator - van een<br />

simpele oplegger met RTR functie tot ECAS functie met schakelaar voor losniveau,<br />

asfaltrem, enzovoort.<br />

Als een nieuwe parameterset voor een voertuig moet worden samengesteld, dan<br />

wordt eerst een passend GIO schema gekozen. De daarvoor bestemde<br />

parameterset is in de TEBS E diagnosesoftware opgeslagen (onder het GIO<br />

schemanummer).<br />

De stekkertoewijzingen van de TEBS E modulator is gedefinieerd in de GIO<br />

schema's voor de Standaard of Premium variant. In de schema's en parametersets<br />

staan telkens de maximale systemen beschreven.<br />

Wanneer functies niet nodig zijn, kunnen deze bij de functiekeuze eenvoudig<br />

worden uitgezet.<br />

Een TEBS E systeemtraining is vereist om een parameterset samen te stellen.<br />

Alleen na ontvangst van een PIN-code bent u bevoegd wijzigingen in te voeren<br />

met de TEBS E diagnosesoftware, zie hoofdstuk 11.2 "Systeemtraining en PIN",<br />

pagina 204.<br />

Er is een nieuwe PIN-code voor TEBS E2, waarvoor nascholing nodig<br />

is. Neem daarvoor contact op met <strong>WABCO</strong>.<br />

Diagnosesoftware bestellen<br />

Ga naar onze internetsite https://www.wabco-auto.com/mywabco/.<br />

Meld uzelf aan bij my<strong>WABCO</strong>.<br />

Hulp voor de aanmelding en bestelling van de Diagnostic Software ontvangt u via<br />

de knop Stap-voor-stap handleiding.<br />

– Houd voor de parametrering de gegevens van de remberekening en het GIO<br />

schemanummer bij de hand.


inbedrijfstelling<br />

– Open de TEBS E diagnosesoftware.<br />

Het startvenster gaat open.<br />

Wat is nieuw in de TEBS E diagnosesoftware?<br />

Klik op Help => Inhoud => Wat is nieuw?<br />

Klik dan op de softwareversie, waarvoor u de updates wil lezen.<br />

TEBS E 9<br />

– Klik op systeem => parameter.<br />

– Selecteer het te bewerken type ECU (Standaard, Premium, Multi-Voltage).<br />

Het venster TEBS - systeem wordt geopend.<br />

169


170<br />

9 TEBS E<br />

inbedrijfstelling<br />

– Klik op de knop uit bestand lezen, om een parameterset in te lezen.<br />

Met het downloaden van de TEBS E diagnosesoftware worden ook de door<br />

<strong>WABCO</strong> gedefinieerde parametersets gedownload. De parametersets zijn<br />

volgens het GIO schema aangegeven.<br />

De standaard parameters kennen de functies aan de stekkers toe, zoals in de<br />

tabel aangegeven. Daarbij worden standard parameters voor de functies op<br />

standard waarden ingesteld (bijv. drukken voor heffen en dalen liftassen,<br />

maximale druk en snelheid voor de wegrijhulp, etc.).<br />

Als ABS configuratie wordt voor opleggers en middenassers 2S/2M en voor<br />

disselaanhangwagens 4S/3M gekozen.<br />

Om de parameterset te completeren moeten de volgende gegevens nog<br />

worden ingevoerd:<br />

– Wanneer uw voertuig bijv. een liftas heeft, zet dan een vinkje in het vakje van<br />

de betreffende as bij liftas 1.<br />

– Wanneer alle gegevens zijn ingevoerd en gecontroleerd, klik dan op verder.<br />

Het venster TEBS - ALB wordt geopend.<br />

– Geef voertuiggegevens en remdrukken in. Indien nodig, klik op Remgegevens<br />

invoeren of Voertuigafmetingen invoeren en geef de gegevens volgens de<br />

remberekening in.<br />

In menupunt Voorijling pm kan de voorijling voor de pneumatisch gewenste druk<br />

worden ingesteld.<br />

In menupunt voorijling CAN wordt de voorijling voor de elektrische gewenste druk<br />

ingesteld. Hierdoor is het mogelijk het getrokken voertuig – om de CAN voorijling<br />

hoger – te remmen achter een EBS geremde motorwagen.<br />

– Wanneer alle gegevens zijn ingevoerd en gecontroleerd, klik dan op verder.<br />

Het venster TEBS - ABS/RSS wordt geopend.


inbedrijfstelling<br />

TEBS E 9<br />

– Klik op type banden onder Roll Stability Support (RSS), wanneer de RSS<br />

functie moet worden geactiveerd.<br />

– Zet voor kiepgevaarlijk voertuig een vinkje, wanneer het voertuig kiepgevaarlijk<br />

is.<br />

– Wanneer alle gegevens zijn ingevoerd en gecontroleerd, klik dan op verder.<br />

Het venster TEBS - functiekeuze wordt geopend.<br />

De afkortingen, die tussen haakjes achter de functies / subsystemen staan, zijn<br />

onafhankelijk van de taalkeuze en worden op het systeemplaatje overgenomen.<br />

171


172<br />

9 TEBS E<br />

inbedrijfstelling<br />

– Haal het vinkje weg bij de standard functies die niet nodig zijn. Klik daarvoor op<br />

het betreffende vinkje om deze te verwijderen.<br />

– Selecteer, indien van toepassing, subsystemen. Klik om een vinkje te zetten<br />

daarvoor op het lege vakje voor het gewenste subsysteem.<br />

– Klik op de knop in ECU schrijven en de geparametreerde gegevens worden in<br />

de ECU overgebracht.<br />

– Klik op de knop Systeemplaatje en een systeemplaatje wordt geprint, zie<br />

hoofdstuk 9.5 "Documentatie", pagina 192.<br />

– Zijn speciale functies nodig, klik dan op de knop speciale functies weergeven.<br />

Dit menu is te gebruiken om functies afzonderlijk aan de stekkers en Pins toe te<br />

kennen.<br />

CAN Router / CAN Repeater<br />

Bij het aansluiten van de externe druksensor aan de CAN Router moet<br />

via de TEBS E diagnosesoftware de instelling: druksensor aan R/R<br />

worden geselecteerd.<br />

Bij selectie van deze parameter is de functie remlichtvoorziening (24N)<br />

niet toegestaan, daar in het geval van 24N spanningsvoeding de<br />

druksensor is uitgeschakeld.<br />

– Wanneer parameters moeten worden gewijzigd, klik op de knop parameters<br />

wijzigen.<br />

Het venster TEBS - GIO parameter 1 wordt geopend.


Kooiaapregeling<br />

OptiLoad / OptiTurn<br />

inbedrijfstelling<br />

TEBS E 9<br />

– In dit venster kunnen parameters worden gewijzigd, wanneer standard<br />

instellingen niet geschikt zijn.<br />

– Configureer het schakelaartype onder Liftasbesturing bij OptiLoad of<br />

vorkheftruckherkenning door te klikken op mechanische schakelaar of<br />

benaderingsschakelaar.<br />

– De parameter voor de liftasregeling met kooiaap voert u in onder liftasregeling<br />

met herkenning kooiaap => liftas 1.<br />

– De parameter voor de liftasregeling zonder kooiaap voert u in onder<br />

Automatische liftasaansturing => liftas 1.<br />

Systeeminstelling<br />

Voor de basis parametrering moet naast het 4S/3M remsysteem de asliftklep voor<br />

de laatste as worden ingesteld.<br />

Bij gebruik van 2 liftassen moet liftas 1 op de eerste as en liftas 2 op de laatste as<br />

worden ingesteld.<br />

Het ECAS kleppenblok of de LACV-IC moet de achteras regelen.<br />

Functiekeuze<br />

– Klik in het venster TEBS - functiekeuze, bij één liftas op Liftassturing2 (ILS1),<br />

twee liftassen op Liftassturing2 (ILS2).<br />

– Onder de speciale functies moet OptiTurn / OptiLoad (rangeerhulp) (MH) of<br />

OptiTurn / OptiLoad plus (MH+) zijn geselecteerd. Deze parameters zijn vereist<br />

om OptiLoad of OptiTurn te activeren.<br />

– In het venster TEBS - GIO parameter 1 kan Schakelaarstatus voor de toets<br />

rangeerhulp worden geselecteerd.<br />

– Onder Automatische liftasaansturing kan een geïntegreerde restdruk bij<br />

sleepassen worden geselecteerd (optioneel).<br />

173


174<br />

9 TEBS E<br />

inbedrijfstelling<br />

Zoals bij de functie "wegrijhulp" kunnen OptiLoad en OptiTurn met<br />

hulp van een externe magneetklep de functie met een conventionele<br />

restdruk uitvoeren. Daarvoor moet de parameter OptiTurn/OptiLoad<br />

plus worden geselecteerd, zie venster TEBS - functiekeuze => knop<br />

speciale functies weergeven.<br />

– In het venster TEBS - GIO parameter 1 kan onder rangeerhulp OptiTurn worden<br />

geselecteerd of moet de activering via het SmartBoard worden uitgevoerd.<br />

Bovendien kan de parameter voor het activeren van OptiTurn worden<br />

geselecteerd.<br />

Voor het deactiveren van OptiTurn kan een snelheid tot maximaal 30 km/u<br />

(drukbegrenzing afhankelijk van ALB gegevens) worden ingegeven.<br />

– Onder Kingpin reductie (OptiLoad) kan een parameter voor het activeren van de<br />

functie (vanaf 0 km/h) worden ingegeven.<br />

Voor het deactiveren van OptiLoad kan een waarde voor de drukbegrenzing<br />

afhankelijk van ALB gegevens worden ingegeven.<br />

– Wanneer alle wijzigingen zijn ingevoerd en gecontroleerd, klik dan op verder.<br />

Het venster TEBS - GIO parameter 2 wordt geopend.<br />

– In dit venster kunnen parameters worden gewijzigd, wanneer standard<br />

instellingen niet geschikt zijn.


Wegrijblokkering<br />

inbedrijfstelling<br />

TEBS E 9<br />

– Activeer de parameter Wegrijblokkering (immobilizer) in het venster TEBS -<br />

functiekeuze.<br />

– Activeer voor een optioneel apparaat voor alarmsignalen de parameter uitgang<br />

voor zoemer in het venster TEBS - GIO parameter 2 => Immobilizer<br />

(wegrijblokkering).<br />

– Leg vast of het signaal permanent of periodiek moet klinken.<br />

Permanent: permanent signaal gedurende 30 seconden, daarna 30 seconden<br />

pauze. Herhaling van de cyclus tot een totale duur van 5 minuten. Daarna<br />

deactivering van het alarmsignaal.<br />

Periodiek: wisselend signaal met 2 Hz frequentie gedurende 30 seconden,<br />

daarna 30 seconden pauze. Herhaling van de cyclus tot een totale duur van 5<br />

minuten. Daarna deactivering van het alarmsignaal.<br />

Met TEBS E2 kan via de parameter Ontgrendelen uitsluitend bij<br />

ingeschakelde parkeerrem worden ingesteld of de wegrijblokkering<br />

alleen bij geactiveerde parkeerrem kan worden ontgrendeld.<br />

– Wanneer alle wijzigingen zijn ingevoerd en gecontroleerd, klik dan op verder.<br />

Het venster TEBS - GIO parameter 3 wordt geopend.<br />

– In dit venster kunnen parameters worden gewijzigd, wanneer standard<br />

instellingen niet geschikt zijn.<br />

– Wanneer alle wijzigingen zijn ingevoerd en gecontroleerd, klik dan op verder.<br />

175


9 TEBS E<br />

Stekkertoewijzing<br />

176<br />

inbedrijfstelling<br />

– Klik op de knop Systeemplaatje en een systeemplaatje wordt geprint, zie<br />

hoofdstuk 9.5 "Documentatie", pagina 192.<br />

– Selecteer in het uitklapmenu van een vrije Pin-aansluiting de gewenste functie<br />

door erop te klikken.<br />

De term geen in het uitklapmenu betekent, dat nog geen functie is toegekend.<br />

In het uitklapmenu worden alleen functies aangegeven, die eerder geselecteerd<br />

zijn en die aan die Pin ook mogelijk zijn.<br />

De toekenning kan zo vaak u wilt worden gewijzigd, waarbij natuurlijk rekening<br />

moet worden gehouden met de beschikbaarheid van de uit- en ingangen. Een<br />

ECAS klep kan, bijvoorbeeld, alleen aan GIO2 of GIO3 worden toegekend, daar<br />

alleen op deze Pin-aansluitingen twee uitgangen aanwezig zijn.<br />

De gegevens kunnen in de ECU worden opgeslagen, wanneer alle gekozen<br />

functies toegekend zijn en geen dubbele toekenning aanwezig is, dus wanneer<br />

de velden nog niet toegekende component(en) en dubbel gekozen<br />

component(en) leeg zijn.<br />

Maximaal zijn drie functies per GIO aansluiting mogelijk.<br />

Let erop, dat de juiste kabels beschikbaar zijn. Wanneer geen juiste kabel<br />

beschikbaar is, dan kunt u een 4-polige universele kabel en een verdeeldoos<br />

nemen.<br />

– Wanneer alle gegevens/toekenningen zijn ingevoerd en gecontroleerd, klik dan<br />

op OK.


Multi-Voltage<br />

inbedrijfstelling<br />

TEBS E 9<br />

De TEBS E diagnosesoftware herkent automatisch of een Multi-Voltage variant is<br />

aangesloten. In het venster TEBS E - systeem moet spanningsvoeding 12 V of 24<br />

V worden geselecteerd. Alle opties die niet beschikbaar zijn in deze modus worden<br />

op de volgende beelschermen niet meer weergegeven.<br />

CAN berichten: Met deze parameter kan de CAN communicatie alleen<br />

voor 24V of van 12V-24V (12V of 24V) door TEBS E worden<br />

ondersteund.<br />

Parameter Geen ALB bij trekkende voertuig zonder EBS (alleen in<br />

landen met gemengd gebruik (12V / 24V))<br />

Wordt het getrokken voertuig gebruikt achter verschillende<br />

motorwagens, die voor lastafhankelijke (bijv. EU opleggers) en<br />

onafhankelijke (bijv. US opleggers) remkrachtregeling zijn uitgerust,<br />

dan kan de TEBS E diagnosesoftware worden gebruikt om de<br />

automatische deactivering van de ALB regeling op trekkers zonder<br />

CAN bus (bijv. US opleggers) te kiezen.<br />

Dit betekent: Achter deze US motorwagens met uitsluitend<br />

pneumatische remleiding, zonder lastafhankelijke remkracht, wordt<br />

altijd de beladen-karakteristiek uitgestuurd.<br />

Als een remdruk bestaat via CAN volgens ISO 7638 stekerverbinding,<br />

dan is de ALB automatisch weer actief.<br />

De selectie van parameter Geen ALB bij trekkende voertuig zonder<br />

EBS is alleen bij TEBS E Multi-Voltage modulator mogelijk.<br />

177


178<br />

9 TEBS E<br />

TailGUARD-functies<br />

inbedrijfstelling<br />

Voorwaarden: ELEX is via Subsystems aangesloten op de TEBS E modulator.<br />

– Klik in het venster TEBS - GIO parameter 3 op de knop verder.<br />

Het volgende venster wordt geopend:<br />

– Klik op het systeem, dat in het voertuig moet worden gemonteerd.<br />

TailGUARDlight (benaderingshulp laadplatform)<br />

PWM sensoren: Toepassing van de ultrasone sensoren van de Trailer Central<br />

Electronic. De sensoren moeten met twee kabels op GIO17 (links) en GIO18<br />

(rechts) worden aangesloten.<br />

LIN sensoren:Sensoren met een LIN-interface voor de communicatie met de ELEX.<br />

In dit geval kan één sensor op ieder van GIO17 en GIO18 worden aangesloten of<br />

beide sensoren kunnen met een LIN verdeler worden aangesloten op GIO17 of<br />

GIO18.<br />

In het venster GIO - stekkertoewijzing => Stekker ELEX mag ultrasonische sensor<br />

LIN (Pin 4 3) alleen eenmaal op GIO17 of GIO18 worden geselecteerd, daar<br />

anders een foutmelding verschijnt. De functie van de sensoren is dan op beide<br />

GIO's beschikbaar, daar deze intern parallel zijn geschakeld. Er kunnen altijd<br />

sensoren op beide GIO's worden aangesloten, ook wanneer bij GIO17 of GIO18<br />

geen staat.<br />

Inbouwdiepte sensor: Hier moet de afstand van de sensor vanaf de laatste,<br />

achterkant van het voertuig worden ingegeven. De afstand moet maximaal 35 cm<br />

bedragen.<br />

Stopafstand: Hier wordt de afstand tot het obstakel ingegeven, waarbij het voertuig<br />

automatisch door ELEX enTEBS E wordt geremd. De stopafstand kan tussen<br />

0,3 m en 1 m worden ingesteld.


inbedrijfstelling<br />

TailGUARD (achterruimtebewaking hoofdvlak)<br />

TEBS E 9<br />

Er kunnen maximaal 6 sensoren worden aangesloten (6 sensoren op GIO17 of 2x<br />

3 sensoren op GIO17 en GIO18).<br />

In het venster GIO - stekkertoewijzing => Stekker ELEX mag ultrasonische sensor<br />

LIN (Pin 4 3) alleen eenmaal op GIO17 of GIO18 worden geselecteerd, daar<br />

anders een foutmelding verschijnt. De functie van de sensoren is dan op beide<br />

GIO's beschikbaar, daar deze intern parallel zijn geschakeld. Er kunnen altijd<br />

sensoren op beide GIO's worden aangesloten, ook wanneer bij GIO17 of GIO18<br />

geen staat.<br />

2 ultrasonische sensoren / 3 ultrasonische sensoren: Hier kan een systeem met<br />

twee of drie ultrasonische sensoren worden geselecteerd.<br />

<strong>WABCO</strong> advies: Systeem met minstens drie ultrasonische sensoren, daar de<br />

herkenning met drie sensoren aanzienlijk beter is.<br />

De middelste sensor mag met een afwijking van max. 15 cm naar boven of naar<br />

beneden worden gemonteerd.<br />

Om overhangende laadperrons goed te herkennen, moeten alle sensoren of<br />

tenminste de middelste sensor op bufferhoogte of direct daaronder worden<br />

gemonteerd. Als compromis tussen achterruimtebewaking en benaderingshulp<br />

laadplatform kunt u de optie middelste sensor gedraait kiezen, om de waarneming<br />

van overstekende laadperrons te optimaliseren. Voor deze configuratie moet u de<br />

gevoelige sensorgevoeligheid kiezen.<br />

Voertuigbreedte: Hier wordt de maximale voertuigbreedte ingegeven.<br />

Afstand sensor 1 (links) – sensor 2 (rechts): Hier wordt de afstand tussen de beide<br />

buitenste ultrasonische sensoren (gemeten midden-midden) ingegeven. Voor een<br />

systeem volgens ISO 12155 moeten de sensoren van het hoofdvlak in een afstand<br />

van 180 cm worden geïnstalleerd. Wanneer de sensorafstand < 200 cm bedraagt,<br />

is de herkenning in het buitenbereik dicht bij het voertuig beperkt.<br />

Afstand sensor 1 (links) – sensor 3 (midden): Hier wordt de afstand tussen de<br />

linker sensor en de middelste sensor ingegeven.<br />

Afstand sensoren tot de grond: Hier wordt de afstand van het hart sensor tot de<br />

grond ingegeven, wanneer het voertuig op normaalniveau staat. Voor een systeem<br />

volgens ISO 12155 moet het hoofdvlak op een hoogte van 90 cm worden<br />

geïnstalleerd.<br />

Inbouwdiepte sensor: Hier moet de afstand van de sensor vanaf de laatste,<br />

achterkant van het voertuig worden ingegeven. De afstand moet maximaal 35 cm<br />

bedragen.<br />

Remmen: Hier kan gekozen worden of het voertuig automatisch moet worden<br />

geremd.<br />

Stopafstand: Hier wordt de afstand tot het voertuig ingegeven, waarbij het voertuig<br />

automatisch door ELEX en TEBS E wordt geremd, wanneer deze afstand tot het<br />

laadperron is bereikt. Bij drie sensoren kan de stopafstand 0,5 - 1 m bedragen.<br />

Middelste sensor gedraaid: Wanneer drie ultrasonische sensoren werden<br />

geselecteerd, kan de middelste sensor 90° worden gedraaid. De veranderde stand<br />

wordt in de rechter afbeelding weergegeven (zie venster ELEX - parameter).<br />

179


180<br />

9 TEBS E<br />

inbedrijfstelling<br />

Sensorgevoeligheid<br />

• Gevoelig:Hoge identificatiekracht in de onmiddellijke omgeving<br />

(uitlevertoestand). Aanbevolgen gevoeligheid voor hoofdvlak bij<br />

TailGUARDMAX en voor TailGUARD. Bij een sensorafstand < 2 m moet deze<br />

gevoeligheid worden geselecteerd, wanneer de totale achterruimte moet<br />

worden bewaakt.<br />

• Standard: De gevoeligheid van de sensoren is in het benaderingsbereik iets<br />

naar beneden bijgesteld, om objecten uit te schakelen die op de trailer vast<br />

zitten en reacties kunnen veroorzaken (bijv. rubberen buffers, etc.). Deze<br />

instelling moet bij TailGUARD Roof voor de beide bovenste sensoren worden<br />

gebruikt.<br />

• Kort bij de vloer:De gevoeligheid van de sensoren is in het bereik veraf iets<br />

verminderd om reflecties door objecten op de vloer (bijvoorbeeld stoepranden),<br />

niet te detecteren. Deze instelling moet worden gebruikt, wanneer de sensoren<br />

lager dan 50 cm worden gemonteerd (bijv. voor de onderste sensorrij bij<br />

TailGUARDMAX).<br />

Moet de gevoeligheid van de sensoren achteraf worden gewijzigd, omdat bijv.<br />

storingen zijn opgetreden, dan is een nieuwe inbedrijfstelling van het systeem<br />

vereist, zie venster TEBS-E diagnosesoftware => Meetwaarden =><br />

achteruitrijbewaking .<br />

TailGUARD Roof / TailGUARDMAX (achterruimtebewaking extra vlak)<br />

2 ultrasonische sensoren: Hier kan een systeem met twee ultrasonische sensoren<br />

voor TailGUARD Roof worden geselecteerd.<br />

3 ultrasonische sensoren: Hier kan een systeem met drie ultrasonische sensoren<br />

voor TailGUARDMAX worden geselecteerd. De middelste sensor mag met een<br />

afwijking van maximaal 15 cm naar boven of naar beneden worden gemonteerd.<br />

Afstand sensor 4 (links) – sensor 5 (rechts): Hier wordt de afstand tussen de beide<br />

buitenste ultrasonische sensoren (gemeten midden-midden) ingegeven. Voor een<br />

systeem volgens ISO 12155 moeten de sensoren van het extra vlak op een<br />

afstand van 180 cm worden geïnstalleerd.<br />

Afstand sensor 4 (links) – sensor 6 (midden): Hier wordt de afstand tussen de<br />

linker sensor en de middelste sensor ingegeven.<br />

Afstand sensoren tot de grond: Hier wordt de afstand van het hart sensor tot de<br />

grond ingegeven, wanneer het voertuig op normaalniveau staat. Voor een systeem<br />

volgens ISO 12155 moet het extra vlak op een hoogte van 40 cm worden<br />

geïnstalleerd.<br />

Inbouwdiepte sensor: Hier moet de afstand van de sensor vanaf de laatste,<br />

achterkant van het voertuig worden ingegeven.<br />

Remmen: Hier kan gekozen worden of het voertuig automatisch moet worden<br />

geremd.<br />

Stopafstand: Hier wordt de afstand tot het obstakel ingegeven, waarbij het voertuig<br />

automatisch door ELEX en TEBS E wordt geremd, wanneer deze afstand tot het<br />

laadperron is bereikt. De stopafstand kan van die van het hoofdvlak afwijken<br />

(0,7 - 1 m).<br />

Sensorgevoeligheid: Zie beschrijvingen hiervoor (onder paragraaf „TailGUARD“).<br />

Buitensensoren gedraaid: Om ook bij geringe inbouwruimte een waarneming van<br />

daken mogelijk te maken, kunnen de bovenste buitenste sensoren (sensor 4 & 5)<br />

horizontaal worden gemonteerd. Dan moet u erop letten dat 15°-sensoren<br />

(446 122 402 0) naar onderen gericht worden gemonteerd. De objectwaarneming<br />

vindt dan uitsluitend plaats in het bereik van de ultrasoonsensoren; een<br />

oppvervlaktedekkende achterruimtebewaking is voor het hoogste niveau niet<br />

gegeven.


inbedrijfstelling<br />

TEBS E 9<br />

Opties<br />

• Achteruitrijwaarschuwing (buzzer) gemonteerd: Er kan een externe buzzer op<br />

het ELEX worden aangesloten, die de frequentie wijzigt overeenkomstig de<br />

afstand van het laadperron (TailGUARD) of van het waargenomen object<br />

(TailGUARDMAX). De buzzer moet een minimaal stroomverbruik van 10 mA<br />

hebben, anders wordt een kabelbreuk aangegeven. De buzzer moet een<br />

permanente toon geven. Gebruik de buzzer niet als enkel afstandkenmerk,<br />

aangezien een storing niet duidelijk aangegeven kan worden.<br />

• Positielampen: Het knipperen van de positielampen (markeerlichten) kan hier<br />

worden gedeactiveerd voor landen, waarin dit niet is toegestaan (bijv. Groot-<br />

Brittannië en Zwitserland).<br />

• Communicatie met de Trailer Remote Control actief: De communicatie naar de<br />

Trailer Remote Control via PLC (Power Line Communication) in de motorwagen<br />

kan hier worden gedeactiveerd. Daarmee heeft de Trailer Remote Control geen<br />

functie meer.<br />

Achteruitrijsignaallamp aan de aanhanger<br />

• Geen lampen gemonteerd: Geen externe signaallampen voor het aangeven<br />

van de afstand aangesloten op het ELEX.<br />

• knipperend: De beide aangesloten, externe signaallampen knipperen met de<br />

frequentie van de markeerlichten.<br />

• permanent aan: De beide aangesloten, externe signaallampen geven aan, in<br />

welk bewakingsgebied een object aanwezig is, bijv. de afstand tot het<br />

laadperron. De functie is nodig voor landen, waar het knipperen van de<br />

markeerlichten niet is toegestaan (bijv. Groot-Brittannië en Zwitserland).<br />

Remmen deactiveren: TailGUARD kan kortstondig worden gedeactiveerd, om<br />

ongewild remmen bij het achteruitrijden te voorkomen, zodat verder rijden mogelijk<br />

is (bijv. bij een storing).<br />

• Door de versnelling 2 maal in achteruitrijden te schakelen: Het systeem kan<br />

worden gedeactiveerd door de versnelling binnen 1-3 seconden opnieuw in<br />

achteruitrijden te schakelen.<br />

• Door na het remmen de versnelling 2 maal in achteruitrijden te schakelen: Bij<br />

deze optie wordt de optionele, externe buzzer (bijv. in woongebieden)<br />

gedeactiveerd door de versnelling binnen 1-3 seconden opnieuw in<br />

achteruitrijden te schakelen. Wanneer het voertuig bij achteruitrijden heeft<br />

geremd, kan TailGUARD-functie kortstondig worden gedeactiveerd door de<br />

versnelling binnen 1-3 seconden opnieuw in achteruitrijden te schakelen.<br />

• via een toets: Hier kan een toets op het ELEX worden aangesloten. Wanneer<br />

de versnelling in achteruitrijden is geschakeld en de toets wordt bediend, dan<br />

wordt TailGUARD gedeactiveerd. Alle deactiveringen werken slechts zolang, tot<br />

de versnelling opnieuw in de achteruit wordt geschakeld.<br />

Aanhangwagenaccu<br />

• Niet gemonteerd: Er is geen aanhangwagenaccu op de ELEX aangesloten.<br />

• 12 V: Hier wordt een 12 V accu op het ELEX aangesloten (bijvoorbeeld ook van<br />

koelwagen). Hiervoor moet een TEBS E2 modulator (Multi-Voltage) worden<br />

gebruikt. ELEX schakelt de accu uit, wanneer de spanning onder 10,8V zakt.<br />

• 24 V: Hier wordt een 24V accu op het ELEX aangesloten . ELEX schakelt de<br />

accu uit, wanneer de spanning onder 21,6V zakt.<br />

Acculading: Wanneer deze optie is gekozen, wordt een aangesloten accu door de<br />

ELEX geladen. Hier moet ook een nalooptijd in de ECU van minstens één minuut<br />

worden ingesteld.<br />

Onderbrekingsvrije stroomvoorziening: Wanneer geen klem 30-spanning<br />

beschikbaar is, wordt onmiddellijk overgeschakeld naar de accuvoeding. De<br />

elektronica loopt na, tot de geparametreerde nalooptijd is bereikt. Het wordt<br />

aanbevolen, in het ECAS-bedrijf met accu deze parameter in te stellen.<br />

181


182<br />

9 TEBS E<br />

Trailer Remote Control configuratie<br />

inbedrijfstelling<br />

In dit venster kan één van de drie gedefinieerde configuraties worden geselecteerd.<br />

De toetsen kunnen ook naar wens worden geconfigureerd, zie hoofdstuk 10.2<br />

"Bediening met afstandsbediening voor getrokken voertuigen (Trailer Remote<br />

Control)", pagina 193.<br />

Drempelwaarde kiephoek: Hier kunnen de drukstijgingen voor het aangeven van<br />

de kiephoek worden ingesteld.<br />

Wegrijblokkering PIN in de Trailer Remote Control opslaan: Optioneel kan de<br />

geheugenopslag van de PIN worden gedeactiveerd.


eTASC<br />

inbedrijfstelling<br />

TEBS E 9<br />

Voorwaarde: TEBS E modulator (Premium of Multi-Voltage) vanaf versie E2.5<br />

De na de montage vereiste parameterveranderingen ten aanzien van eTASC<br />

worden gerealiseerd in de TEBS E Diagnostic Software.<br />

In de offline-modus moet de te bewerken TEBS E modulator variant (Premium of<br />

Multi-Voltage) worden geselecteerd.<br />

– Daartoe klikt u op Systeem => Parameter.<br />

– In het venster TEBS - systeem markeert u onder Vering => Geïntegreerde<br />

ECAS 1-puntsregeling => eTASC, om in de software de montage van de<br />

eTASC te parametreren.<br />

– In het venster TEBS - GIO parameter 2 onder Niveauregeling draagt u de<br />

snelheid voor de RtR-functie in, waarbij het rijniveau bij het wegrijden<br />

automatisch wordt geregeld.<br />

– In hetzelfde venster klikt u op Uitgebreide ECAS parameter en voert u de<br />

gewenste waarden in voor:<br />

• Regelvertraging: periode, waarin de gefilterde wegsensorsignalen permanent<br />

van het gewenste niveau afwijken en waarna een hoogtecorrectie plaatsvindt.<br />

• Dalen: Geeft aan, tot welk niveau minimaal neergelaten of op het buffer mag<br />

worden geplaatst.<br />

• de standby modus: Parametreert het aanwezig zijn van een accu.<br />

• Activering standby: Tijdpunt voor de activering van de standby.<br />

Toleranties in standby: Waarde, waarmee het gemeten niveau naar onderen of<br />

boven mag afwijken van het gewenste niveau.<br />

Standyby tijd: Duur van de standby.<br />

• Plausibiliteit: Functie controleert met behulp van de wegsensor, of zich een voor<br />

de bediening passende beweging van de opbouw instelt:<br />

Grens plausibiliteitscontrole bij het dalen van de aan de achteras bevindende:<br />

wegsensorwaarde, waarbij de elektronica geen plausibiliteitsfout afgeeft,<br />

afhankelijk van de elasticiteit van het rubber buffer.<br />

Periode plausibiliteitscontrole: Duur tijdens welke de beweging van de opbouw<br />

niet bij de bediening mag passen.<br />

183


184<br />

9 TEBS E<br />

9.2 Functietest<br />

inbedrijfstelling<br />

• ECAS met eTASC / verdelerklep:<br />

Geen niveauregeling in de stilstand: Deactiveren van de automatische<br />

niveauregeling bij bijvoorbeeld laden en lossen.<br />

Handmatig omhoogbrengen / neerlaten (eTASC): Standard geactiveerd; bij het<br />

deactiveren werkt eTASC als een conventionele verdelerklep.<br />

• Toleranties: Waarde, waarmee het gemeten niveau mag afwijken van het<br />

gewenste niveau aan de vooras, achteras, en tussen de desbetreffende assen;<br />

(aanbevolen worden toleranties van 10 mm).<br />

• Groen ECAS-waarschuwingslampje: Parametreert het aanwezig zijn en het<br />

type van een waarschuwingslamp en stelt het gedrag van de lamp bij fouten in.<br />

• Overige functies:<br />

Bandenindrukcompensatie: Bij activering, compenseert lineair het indrukken<br />

van de voorste en achterste banden bij belading in.<br />

Toegelaten balgdruk:<br />

Rijsnelheid, tot waar handmatige hoogtewijzigingen toegestaan zijn<br />

– Vervolgens moet de kalibrering van de wegsensoren, dus de bovenste,<br />

onderste niveaus en de normaalniveaus plaatsvinden. Klik daartoe op Systeem<br />

=>Kalibreren van de wegsensoren.<br />

– De functietest (EOL test) kan alleen dan worden uitgevoerd, wanneer aan de<br />

TEBS E training is deelgenomen.<br />

Met TEBS E diagnosesoftware bestaat de mogelijkheid om via het menu<br />

Aansturing verschillende simulaties uit te voeren, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen<br />

parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS-E<br />

diagnosesoftware.


inbedrijfstelling<br />

9.3 Inbedrijfstelling van de LIN ultrasonische sensor<br />

Normale EOL-test<br />

TEBS E 9<br />

PWM ultrasonische sensoren (TailGUARDlight) worden niet ingeleerd.<br />

Reflecties kunnen niet worden uitgeschakeld.<br />

Voorwaarde: Bij de inbedrijfstelling van de ultrasoonsensoren en het TailGUARDsysteem<br />

moet de achteruit zijn ingeschakeld.<br />

De inbedrijfstelling van de LIN-ultrasoonsensoren wordt in drie stappen verricht<br />

door middel van de end-of-line-test:<br />

1. De LIN ultrasonische sensoren inleren<br />

2. Test op reflecties<br />

3. Herkenning testlichaam<br />

1. De LIN ultrasonische sensoren inleren<br />

Na montage moeten de LIN ultrasonische sensoren de herkenning van de positie<br />

op het voertuig worden ingeleerd.<br />

– Klik in het venster TEBS-E Diagnostic Software op Meetwaarden =><br />

TailGUARD.<br />

– Klik in het venster TailGUARD op de knop Inbedrijfstelling starten.<br />

Daarvoor moeten de LIN ultrasonische sensoren telkens 1-2 seconden worden<br />

afgedekt, waarbij de volgende volgorde absoluut moet worden aangehouden:<br />

Hoofdvlak: 1-links 2-rechts 3-midden<br />

Extra vlak: 4-links 5-rechts 6-midden<br />

De af te dekken LIN ultrasonische sensor knippert in de afbeelding (zie<br />

venster TailGUARD).<br />

Wanneer een LIN ultrasonische sensor wordt herkend, dan knipperen de<br />

positielampen van het voertuig eenmaal en in de afbeelding (zie venster<br />

TailGUARD) knippert de volgende LIN ultrasone sensor, die moet worden<br />

ingeleerd.<br />

185


186<br />

9 TEBS E<br />

Gerduceerde EOL-test<br />

inbedrijfstelling<br />

2. Test op reflecties<br />

Nadat de LIN ultrasoninsche sensoren zijn ingeleerd, wordt getest of reflecties<br />

optreden en de LIN ultrasonische sensoren objecten aan het voertuig ten onrechte<br />

als hindernis herkennen.<br />

– Voor deze test moet u de ruimte 2,5 m achter het voertuig en 0,5 m aan de<br />

zijkant van het voertuig vrijhouden.<br />

– Wordt een object herkend, druk dan op de knop reflecties uitschakelen om deze<br />

reflectie uit te schakelen.<br />

Daarna volgt nog een meting om vast te stellen of reflecties van andere<br />

objecten moeten worden uitgeschakeld.<br />

Worden nog meer objecten herkend, dan moeten de LIN ultrasonische<br />

sensoren of gemonteerde componenten anders worden gepositioneerd.<br />

3. Herkenning testlichaam<br />

Wanneer het systeem storingvrij is, volgt een objecttest.<br />

– Plaats daartoe een proefexemplaar (bijvoorbeeld een plastic buis) dat hoger is<br />

dan de montagehoogte van de LIN ultrasonische sensoren, op 0,6 m (± 0,1 m)<br />

links en 1,6 m (± 0,2 m) rechts in de ruimte achter het voertuig.<br />

De gemeten afstand wordt weergegeven in de TEBS E Diagnostic Software<br />

(zie venster TailGUARD).<br />

– Bevestig de positie van de objecten met de knop Object waargenomen.<br />

Wordt het proefexemplaar herkend, dan wordt de End-of-Line bit in de ELEX<br />

gewist en is het systeem foutvrij. De inbedrijfstelling was succesvol.<br />

Was de test niet succesvol, dan zijn of de LIN ultrasonische sensoren op de<br />

verkeerde positie ingeleerd of zijn de parameters voor de sensorafstand<br />

verkeerd ingegeven. Controleer de parameter respectievelijk de<br />

inbouwsituatie van de sensoren en herhaal de test.<br />

Vanaf versie TEBS E2.5 bestaat de mogelijkheid de EOL-test te<br />

reduceren. Daartoe moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:<br />

• Onder Opties => Instellingen => Testopties moet u de instelling van<br />

de TailGUARD-test Objecttest (optioneel) kiezen.<br />

• De afstand tussen linker en rechter sensor bedraagt 1,6 - 2,4 m.<br />

• Bij drie sensoren moet de middelste sensor centraal zijn<br />

aangebracht. Een afwijking van 30 cm naar rechts of links van de<br />

middenas is toelaatbaar.<br />

• De inbouwdiepte van de sensoren bedraagt maximaal 35 cm.


inbedrijfstelling<br />

TEBS E 9<br />

Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan, verandert het verloop van de<br />

inbedrijfstelling:<br />

– Bevestig de inbouwmaten, die in de parametrering werden aangegeven.<br />

Uitsluitend dan kan de inbedrijfstelling met de knop Afstanden correct, objecttest<br />

weglaten weorden gereduceerd (zie onderstaand venster Controle van de<br />

inbouwmaten).<br />

– Ga verder zoals beschreven onder paragraaf „De LIN ultrasonische sensoren<br />

inleren“.<br />

187


188<br />

9 TEBS E<br />

Echo-test<br />

inbedrijfstelling<br />

– Aanvullend bij 3 LIN ultrasone sensoren in het hoofdvlak: Nadat de laatste LIN<br />

ultrasonische sensor werd ingeleerd, branden de positielampen 3 seconden<br />

lang.<br />

– Daarna moet de positie van de middelste LIN ultrasone sensor worden bediend,<br />

doordat u deze opnieuw ingedrukt houdt (positielampen moeten zijn gedoofd).<br />

Wanneer niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, moet de normale EOL-test<br />

worden verricht.<br />

Aansluitend wordt de echo-test verricht. Houd daartoe een bereik van 2,5 m achter<br />

en 0,5 m aan de zijkanten van het voertuig vrij.<br />

– Wordt een object herkend, druk dan op de knop reflecties uitschakelen om deze<br />

reflectie uit te schakelen (zie paragraaf „Normale EOL-test - test op reflecties“).<br />

De EOL-test kan ook met de reflectietest worden verkort, wanneer aan de<br />

volgende voorwaarden is voldaan:<br />

• De reflectietest werd eenmaal is succesvol uitgevoerd aan het voertuig.<br />

• De structuur aan de achterzijde van het voertuig, dus de inbouwpositie van de<br />

ultrasoonsensoren, buffers enzovoort, blijft identiek.<br />

• Het gaat om een stabiele en procesveilige serieproductie.<br />

Ook de reflectietest kan via opties en instellingen worden gekozen. Dit is echter<br />

aanbevolen bij standard voertuigen, waarvan de waarden bekend zijn en wanneer<br />

de reflectietest eenmaal werd verricht.<br />

Nadat de test voor de eerste keer is verricht, moet u de gemeten<br />

storingsechowaarden in een bestand schrijven (uitsluitend wanneer storingsechos<br />

werden gevonden). Voeg de inhoud van dit bestand in het ECU-bestand van de<br />

volgende voertuigen in.<br />

Aan het begin van de parametrering met veranderd ECU-bestand verschijnt het<br />

dialoogvenster, of de waarden van het ECU-bestand moeten worden gebruikt. Dit<br />

is uitsluitend bij voertuigen met dezelfde TailGUARD-configuratie en gelijke<br />

inbouwsituatie toelaatbaar.<br />

Bij nieuwe voertuigen of veranderde montageomstandigheden (bijvoorbeeld meer<br />

of anders geplaatste aanbouwdelen aan de achterkant van de trailer) is het niet<br />

toegestaan de reflectietest uit te schakelen.


9.4 Kalibreren sensoren<br />

Voorwaarden voor succesvol kalibreren<br />

inbedrijfstelling<br />

TEBS E 9<br />

Voor het kalibreren van de sensoren is een TEBS E systeemtraining of een E-<br />

Learning vereist. Alleen na ontvangst van PIN 2 bent u bevoegd om de kalibrering<br />

uit te voeren, zie hoofdstuk 11.2 "Systeemtraining en PIN", pagina 204.<br />

• Het bereik van de karakteristiek is 966 - 1660 Timer Ticks (TT).<br />

• Het rijniveau I moet tussen 1139 - 1486 TT liggen.<br />

• Het hoogste kalibreerniveau moet groter zijn dan de som uit rijniveau I<br />

(normaalniveau) en 3x tolerantiewaarde ingesteld niveau (in te stellen met<br />

TEBS E diagnosesoftware) + 5 mm (bijvoorbeeld vangkabel).<br />

• Formule: hoogste kalibreerniveau > rijniveau + 3x tolerantiewaarde ingesteld<br />

niveau + 5 mm.<br />

• Het laagste kalibreerniveau moet kleiner zijn dan het verschil van het rijniveau<br />

minus 2x de ingestelde niveautolerantie.<br />

Formule: laagste kalibreerniveau < rijniveau - 2x tolerantiewaarde ingesteld<br />

niveau.<br />

Opdat de opbouw niet te hoog kan worden opgetild, worden vangkabels rond de<br />

assen gelegd, die de maximale hoogte begrenzen.<br />

Wanneer zich een niet plausibele kalibrering voordoet, dan verschijnt een<br />

karakteristiekfout in het diagnosegeheugen.<br />

– Zet het voertuig in een horizontale positie op de hoogte van het normaalniveau,<br />

voordat met het kalibreren wordt begonnen.<br />

Met de TEBS E diagnosesoftware staan meerdere kalibreermogelijkheden ter<br />

beschikking zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS-E diagnosesoftware=><br />

systeem => kalibreren van de wegsensoren => Wegsensoren en karakteristiek<br />

kalibreren.<br />

189


190<br />

9 TEBS E<br />

3-puntskalibrering<br />

inbedrijfstelling<br />

Toepassing: voor individueel kalibreren van een voertuig.<br />

Dit type kalibrering gaat zoals bij de standard ECAS systemen.<br />

– Druk op de knop Kalibrering starten.<br />

– Zet het voertuig in rijniveau I met de knoppen heffen/dalen.<br />

– Druk op de knop normaalniveau opslaan.<br />

Er verschijnt een invoerveld, waarin de afstand tussen laadvloer of de<br />

bovenrand van het chassis in rijniveau I en het wegdek wordt ingevoerd (in<br />

mm). Meet deze afstand altijd in de nabijheid van de te kalibreren as.<br />

– Zet het voertuig in hoogste niveau met de knoppen heffen/dalen.<br />

– Druk op de knop Bovenste niveau opslaan.<br />

Er verschijnt een invoerveld, waarin de afstand tussen laadvloer of de<br />

bovenrand van het chassis in het hoogste niveau en het wegdek wordt<br />

ingevoerd (in mm).<br />

– Zet het voertuig in laagste niveau met de knoppen heffen/dalen.<br />

– Druk op de knop Onderste niveau opslaan.<br />

Er verschijnt een invoerveld, waarin de afstand tussen laadvloer of de<br />

bovenrand van het chassis in het laagste niveau en het wegdek wordt<br />

ingevoerd (in mm).<br />

Wanneer het kalibreren is geslaagd, dan verschijnt een melding.<br />

Wanneer het kalibreren niet is geslaagd, controleert u of de wegsensor goed<br />

is aangebracht. Verander eventueel de hendellengte. Pas het bovenste /<br />

onderste niveau aan. Vervolgens herhaalt u de kalibrering.<br />

Kalibreren "Invoer mechanische afmetingen"<br />

Toepassing: voor kalibreren van voertuigen van het zelfde type (serie).<br />

Bij dit kalibreringstype wordt alleen de lengte van de hefboomarm op de ECAS<br />

sensor ingevoerd (tussen draaipunt sensor en aanstuurpunt verbindingsstuk) en de<br />

weg naar het hoogste en laagste niveau in mm vanaf rijniveau I aangegeven.<br />

Daaruit wordt automatisch de resolutie van de "draaihoek/inveringsweg" berekend.<br />

Aansluitend moet rijniveau I worden gekalibreerd.<br />

– Druk op de knop Kalibrering starten.<br />

– Geef de hefboomlengte tussen het draaipunt "wegsensor" en steunpunt "stang"<br />

in.<br />

– Geef de afstand tussen het hoogste en laagste niveau in.<br />

– Geef de voertuighoogte in (hoogte van de laadvloer of de bovenrand van het<br />

chassis).<br />

– Bevestig deze keus met OK.<br />

– Zet het voertuig in rijniveau I met de knoppen heffen/dalen.<br />

– Druk op de knop normaalniveau opslaan.<br />

Wanneer het kalibreren is geslaagd, dan verschijnt een melding.<br />

Wanneer het kalibreren niet is geslaagd, controleert u of de wegsensor goed<br />

is aangebracht. Verander eventueel de hendellengte. Pas het bovenste /<br />

onderste niveau aan. Vervolgens herhaalt u de kalibrering.<br />

Kalibreren "laden kalibreergegevens uit bestand"<br />

Toepassing: aanbeveling bij grote series.<br />

De kalibreringsgegevens worden bij een prototype voertuig berekend en onder<br />

Kalibreergegevens in bestand schrijven opgeslagen. De gegevens kunnen direct in<br />

een *.ECU parameterbestand worden opgeslagen. Dan worden bij de kalibrering<br />

deze gegevens uitgelezen en in de ECU opgeslagen. Het niveau afzonderlijk<br />

invoeren is niet nodig. Voorwaarde is, dat de positie van de sensor, de


inbedrijfstelling<br />

TEBS E 9<br />

hefboomlengte en de lengte van het verbindingsstuk naar de as bij alle voertuigen<br />

identiek zijn.<br />

– Druk op de knop Kalibrering starten.<br />

– Kies uit het bestandsvenster Kalibreringsgegevens uit bestand laden.<br />

Wanneer het kalibreren is geslaagd, dan verschijnt een melding.<br />

Nadat de kalibrering van de 1e as is afgerond, herhaal dan het kalibreerproces<br />

voor de 2e as.<br />

9.4.1 Kalibreren bij voertuigen met mechanische vering<br />

– Selecteer in de TEBS E diagnosesoftware in het venster TEBS - systeem bij<br />

vering het punt mechanisch geveerd, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters<br />

met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />

Het onbeladen voertuig wordt met inveringsweg 0 mm gedefinieerd (geen<br />

ingave nodig).<br />

– Controleer vooraf of de hefboomlengte van de sensor 100 mm is en of het<br />

voertuig onbeladen is.<br />

Bij mechanische vering moet de sensor worden gekalibreerd.<br />

– Voer, na selectie van het type vering, in de TEBS E diagnosesoftware de<br />

veerweg beladen [mm] en 100 mm bij de Wegsensor hefboomlengte [mm] in.<br />

– Klik in het venster TEBS-E diagnosesoftware op systeem => kalibreren sensor<br />

voor aslast, om het kalibreren van het onbeladen voertuig uit te voeren.<br />

– Voer de actuele aslast van de as in in het veld Actuele aslast as c-d.<br />

– Klik op de knop Wegsensor as c-d kalibreren.<br />

Wanneer het kalibreren is geslaagd, dan verschijnt een melding.<br />

Wanneer het kalibreren niet is geslaagd, controleert u of de wegsensor goed<br />

is aangebracht. Verander eventueel de hendellengte. Vervolgens herhaalt u<br />

de kalibrering.<br />

191


9 TEBS E<br />

9.5 Documentatie<br />

Systeemplaatje<br />

Verklaring<br />

1 Onbeladen<br />

voertuig<br />

192<br />

2 Beladen<br />

voertuig<br />

inbedrijfstelling<br />

Na montage van het TEBS E systeem kan met behulp van de TEBS E<br />

diagnosesoftware een TEBS E systeemplaatje met de instellingen worden<br />

gecreëerd. Dit TEBS E systeemplaatje moet goed zichtbaar op het voertuig<br />

worden aangebracht (bijv. in de buurt van de ALB controleplaat bij conventioneel<br />

geremde voertuigen). Een blanco label kan met <strong>WABCO</strong> onderdeelnr.<br />

899 200 922 4 bij <strong>WABCO</strong> worden aangevraagd. De gegevens moeten met een<br />

laserprinter worden geprint.<br />

3 1. Liftas 4 Gegevens<br />

remcilinder<br />

5 Referentiewaarden 6 Rijhoogte 7 Gekozen toewijzing van de Pin's aan de GIO<br />

aansluitingen<br />

Printen PDF bestanden<br />

8 IN/OUT<br />

aansluitingen<br />

Met de TEBS E diagnosesoftware (vanaf versie TEBS E2) kunnen<br />

afdrukken van het inbedrijfstellingprotocol en van het<br />

diagnosegeheugenprotocol direct als PDF uit het printmenu worden<br />

gecreëerd.<br />

Waar deze bestanden kunnen worden opgeslagen kan worden<br />

ingegeven onder menupunt Opties => instellingen => bestand, zie<br />

hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS-E diagnosesoftware.<br />

Ook is het mogelijk het inbedrijfstellingprotocol als PDF bestand op te<br />

slaan. Deze optie kan worden geselecteerd onder menupunt Opties<br />

=> instellingen => inbedrijfstelling.


10 Bediening<br />

10.1 Waarschuwingen<br />

Bediening<br />

TEBS E 10<br />

Aanwijzingen voor waarschuwingen zijn te vinden in de betreffende<br />

functiebeschrijvingen (zie hoofdstuk 6 "GIO functies", pagina 56) en in het<br />

hoofdstuk "Waarschuwingen en systeemmeldingen" (zie hoofdstuk 5.8.1<br />

"Waarschuwingen en systeemmeldingen", pagina 33).<br />

10.2 Bediening met afstandsbediening voor getrokken voertuigen (Trailer Remote<br />

Control)<br />

De Trailer Remote Control laat alleen functies toe, die in de TEBS E modulator<br />

(vanaf versie TEBS E2) van het getrokken voertuig via de TEBS E<br />

diagnosesoftware standard werden ingesteld (zie paragraaf "configuratie").<br />

Nauwkeuriger informatie over de bediening kunt u ook vinden in de „Trailer Remote<br />

Control – Bedieningshandleiding (nonverbaal)“ zie hoofdstuk 4 "Inleiding",<br />

pagina 13 => paragraaf "Nauwkeuriger informatie".<br />

Trailer Remote Control Verklaring<br />

1 Waarschuwingsweergave voor remblok: Symbool brandt bij te dunne<br />

remblok permanent, voor zover een remblokslijtage-indicatie in het getrokken<br />

voertuig is gemonteerd.<br />

2 Waarschuwingsweergave voor bandenspanning: Symbool brandt bij te lage<br />

bandenspanning permanent, voor zover IVTM in het getrokken voertuig is<br />

gemonteerd.<br />

3 LED voor de immobilizer (wegrijblokkering): Symbool knippert (1 Hz),<br />

wanneer het voertuig is geblokkeerd.<br />

4 Symbool getrokken voertuig<br />

5 LED's voor versnelling in achteruit: De symbolen zijn verlicht, wanneer de<br />

versnelling in achteruit is geschakeld.<br />

6 LED rijen voor TrailerGUARD: De 3 LED rijen geven bij geactiveerd<br />

TailGUARD systeem aan of en waar een object achter het voertuig is.<br />

7 Bevestiging indrukken drukknop<br />

8 Configureerbare drukknoppen om functies te activeren/deactiveren: Aan de<br />

zes functietoetsen kunnen functies worden toegekend zie hoofdstuk 6 "GIO<br />

functies", pagina 56.<br />

9 Wisselbare symbolen afhankelijk van programmering toetsen<br />

10 Activeringsbevestiging van functie met groene verlichting van bovenste<br />

deel cirkel<br />

193


10 TEBS E<br />

Symbool<br />

toetsen<br />

194<br />

Functie<br />

Bediening<br />

Wegrijhulp<br />

Activeren wegrijhulp: Toets < 5 seconden aanraken.<br />

Activeren wegrijhulp "terrein" (indien geparametreerd): Toets 2x aanraken.<br />

Deactiveren wegrijhulp / wegrijhulp "terrein": Automatisch bij overschrijden van voertuigsnelheid die in TEBS E<br />

is geparametreerd.<br />

Gedwongen dalen<br />

Activering: Toets > 5 seconden aanraken.<br />

Deactiveren: Opnieuw inschakelen van contact of de toets opnieuw aanraken.<br />

Bij aanraking toets is de wegrijhulp weer geactiveerd.<br />

Wanneer OptiLoad en OptiTurn niet als automatisch systeem werden geparametreerd:<br />

Rangeerhulp (OptiTurn)<br />

Activering: Toets < 5 seconden aanraken.<br />

Deactiveren: Automatisch bij overschrijden van voertuigsnelheid die in TEBS E is geparametreerd.<br />

Kingpin reductie (OptiLoad)<br />

Activering: Toets 2 maal aanraken (wanneer de automatische regeling niet standard werd ingesteld).<br />

Deactiveren: Automatisch bij overschrijden van voertuigsnelheid die in TEBS E is geparametreerd.<br />

Gedwongen dalen<br />

Activering: Toets > 5 seconden aanraken.<br />

Deactiveren: Opnieuw inschakelen van contact of de toets opnieuw aanraken.<br />

Bij aanraking toets is OptiTurn weer geactiveerd.<br />

Rijniveau II<br />

Activeren rijniveau II: Toets aanraken.<br />

Rijniveau I<br />

Activeren rijniveau I: Toets opnieuw aanraken.<br />

Terug in rijniveau II: Toets 2 maal aanraken.<br />

Gedwongen dalen<br />

Activering: Knop indrukken (of knop „Rangeerhulp“ of knop „Wegrijhulp“ > 5 seconden indrukken).<br />

Deactiveren functie "gedwongen dalen" en tegelijk activeren liftasregeling (heffen liftas afhankelijk van belading):<br />

Toets opnieuw aanraken.<br />

ECAS heffen<br />

Activering: Toets aanraken.<br />

Vóór de versie ELEX1 moet Heffen/neerlaten als GIO-functie worden geselecteerd en in de GIO<br />

stekkerinrichting worden toegewezen.<br />

ECAS dalen<br />

Activering: Toets aanraken.<br />

Vóór de versie ELEX1 moet Heffen/neerlaten als GIO-functie worden geselecteerd en in de GIO<br />

stekkerinrichting worden toegewezen.<br />

Weergave kiephoek<br />

Activering: Toets aanraken (groene LEDs branden permanent).<br />

Deactiveren: Willekeurige toets aanraken (groene LEDs gaan uit).<br />

In de TEBS E diagnosesoftware kunnen de parameters van de waarschuwingsfasen worden ingesteld.<br />

Groene weergave (brandt permanent): Kiephoek kleiner dan waarschuwingsfase 1, geen gevaar.<br />

Gele weergave (brandt permanent, alarmtoon 1 Hz): Kiephoek tussen waarschuwingsfase 1 en 2, attentie!<br />

Rode weergave (knippert 2 Hz, permanente toon): Waarschuwingsfase 2 overschreden, gevaar! Kiepen van<br />

kiepbak direct afbreken.<br />

Losniveau<br />

Activering: Toets aanraken.<br />

Vorig niveau activeren: Toets opnieuw aanraken.<br />

TailGUARD<br />

Activering: Achteruitversnelling inschakelen.<br />

Deactiveren (inclusief deactiveren automatische remfunctie, visuele en akoestische waarschuwing): Toets<br />

aanraken.<br />

Deactiveren opheffen: Inschakeling achteruitversnelling ongedaan maken.<br />

Activeren via een toets is niet mogelijk.


Symbool<br />

toetsen<br />

Functie<br />

Bediening<br />

TEBS E 10<br />

Asfaltrem<br />

Activering: Toets aanraken.<br />

Deactiveren: Toets opnieuw aanraken of automatisch, wanneer de voertuigsnelheid > 10 km/h is.<br />

Menu "Instellingen" oproepen: Toets > 2 seconden aanraken.<br />

Door de +/- toets (F2 & F5) kan de remdruk in stappen van 0,1 bar worden ingesteld; waarden tussen 0,5 en 6,5<br />

bar zijn mogelijk.<br />

De beschikbaarheid van de +/- functionaliteit op de toetsen F2 en F5 wordt door groene verlichting van het<br />

bovenste deel van de ring kenbaar gemaakt.<br />

Bij inschakelen van functie wordt de actuele situatie weergegeven. De waarden van de geïntegreerde<br />

druksensor van de TEBS E worden weergegeven en kunnen direct worden aangepast. De weergave gaat over<br />

de 1e en 2e kolom van de LED-rijen. De 1e kolom toont de drukwaarde in hele getallen, terwijl de 2e kolom de<br />

getallen achter de komma weergeeft.<br />

Menu "Instellingen" afsluiten: Toets > 2 seconden aanraken of > 5 seconden geen toets aanraken.<br />

Weergave van de aslasten (vanaf versie ELEX1)<br />

Activering: Toets aanraken.<br />

Er verschijnt een „T“ (totale massa), na 2 seconden wordt de totale massa weergegeven:<br />

In de linker kolom komt iedere LED overeen met 10.000 kg massa<br />

In de middelste kolom komt iedere LED overeen met 1.000 kg massa<br />

In de rechter kolom komt iedere LED overeen met 100 kg massa<br />

Voorbeeld: 2x 10.000 kg + 4x 1.000 kg + 8x 100 kg = 24.800 kg<br />

Met behulp van de +/- knoppen kan naar iedere as worden overgeschakeld en kan diens aslast worden<br />

weergegeven.<br />

Eenmalig indrukken van de +/- toets laat de actueel geselecteerde as zien: „T“ = totale massa „1“ = as 1 „2“ = as<br />

2 enzovoort<br />

Door nogmaals indrukken van de +/- knop kan de gewenste as worden geselecteerd.<br />

Voor 2 seconden wordt de geselecteerde as ingevoegd, dan wordt automatisch de last op deze as door de LEDrijen<br />

weergegeven.<br />

Met behulp van de TEBS E Diagnostic Software kunnen in het venster TEBS-E Diagnostic Software onder<br />

Extra's => Trailer Remote Control de maximaal toelaatbare aslasten worden ingesteld zie hoofdstuk 9.1<br />

"Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />

Wanneer de toelaatbare aslast voor een as of de toelaatbare totale massa wordt overschreden, wordt<br />

automatisch naar beladen as overgestapt en diens last weergegeven.<br />

Wanneer er sprake is van een overbelasting, knippert de weergave en klinkt een waarschuwingssignaal, dat kan<br />

worden uitgeschakeld door de knop in te drukken.<br />

Deactiveren: Toets opnieuw aanraken.<br />

Aanwijzing:<br />

De aslasten worden via de balgdruk bepaald. Hun nauwkeurigheid is daarmee afhankelijk van de door ALB<br />

geparametreerde waarden voor aslast en balgdruk.<br />

Bij onder druk gezette assen weerspiegelen de balgdrukken niet de daadwerkelijke aslast (onder druk gezette<br />

assen: wanneer de wielen willen draaien, maar niet kunnen omdat ze geremd zijn).<br />

Een meting van de aslast kan daarom uitsluitend plaatsvinden bij niet onder druk gezet voertuig (chassis<br />

ontspannen door lossen van de rem, daarna de rem weer activeren).<br />

De meting kan onnauwkeurig zijn, wanneer het voertuig zich niet op rijniveau bevindt.<br />

195


10 TEBS E<br />

Symbool<br />

toetsen<br />

196<br />

Functie<br />

Bediening<br />

Automatische regeling OptiTurn uit (vanaf versie ELEX1)<br />

Activering: Toets aanraken.<br />

Tijdelijke deactivering (om automatisch starten te verhinderen): Toets opnieuw aanraken.<br />

Duurzame deactivering: Toets > 5 seconden aanraken.<br />

Om de functie duurzaam uit te schakelen (dat wil zeggen: ook na een nieuwe contactstart), moet u de toets 5<br />

seconden ingedrukt houden. Hetzelfde geldt voor het inschakelen.<br />

Activering OptiTurn/OptiLoad via SmartBoard (geen schakelaar nodig) in de TEBS E Diagnostic Software<br />

selecteren, om de functie in de Trailer Remote Control vrij te schakelen zonder een schakelaar in de GIO<br />

stekkertoewijzing toe te hoeven wijzen zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1 => Rangeerhulp (OptiTurn).<br />

Automatische regeling OptiLoad uit (vanaf versie ELEX1)<br />

Activering: Toets aanraken.<br />

Tijdelijke deactivering (om automatisch starten te verhinderen): Toets opnieuw aanraken.<br />

Duurzame deactivering: Toets > 5 seconden aanraken.<br />

Om de functie duurzaam uit te schakelen (dat wil zeggen: ook na een nieuwe contactstart), moet u de toets 5<br />

seconden ingedrukt houden. Hetzelfde geldt voor het inschakelen.<br />

Activering OptiTurn/OptiLoad via SmartBoard (geen schakelaar nodig) in de TEBS E Diagnostic Software<br />

selecteren, om de functie in de Trailer Remote Control vrij te schakelen zonder een schakelaar in de GIO<br />

stekkertoewijzing toe te hoeven wijzen zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS - GIO parameter 1 => Rangeerhulp (OptiTurn).<br />

Roll Stability Adviser (vanaf versie ELEX1)<br />

De dwarsversnelling van de aanhanger wordt door de LEDs wordt weergegeven.<br />

Wanneer meer dan 35 % van de kritische dwarsversnelling is bereikt, brandt de derde LED-rij.<br />

De extra LEDs schakelen in bij de volgende kritische dwarsversnellingen:<br />

• 4. LED-rij geel = 35%<br />

• 5. LED-rij geel = 55%<br />

• 6. LED-rij geel = 75% en waarschuwingstoon vooraf<br />

• 7. LED-rij rood = 95% en permanente waarschuwingstoon<br />

Wanneer de communicatie tussen de ELEX in de aanhanger en de Trailer Remote Control in de Motorwagen is<br />

gestoord, klinkt 3 seconden een waarschuwingstoon en de middelste rode en de middelste gele LED-regel<br />

branden.<br />

Linker curve<br />

Rechter curve<br />

Automatische activering: vanaf een snelheid van 12 km/h<br />

De waarschuwingstoon uitschakelen: Toets aanraken<br />

Deactiveren van de functie (tot aan de volgende reset): Toets opnieuw aanraken.<br />

Activeren van de functie en de waarschuwingstoon: Toets opnieuw aanraken.<br />

Permanent activeren / deactiveren: Knop bij een snelheid boven 12 km/h voor minstens 2 seconden indrukken.


Symbool<br />

toetsen<br />

Functie<br />

Bediening<br />

TEBS E 10<br />

Immobilizer (wegrijblokkering)<br />

Bij activering van de immobilizer zijn alle andere functies van de Trailer Remote Control gedeactiveerd. Het<br />

symbool voor de wegrijblokkering knippert.<br />

Activering: Toets aanraken.<br />

Activeren / deactiveren met PIN invoer<br />

Voorwaarde: Parkeerrem is geactiveerd (instelling via een parameter, geldt voor deactivering)<br />

PIN-invoervenster opvragen: Toets > 2 seconden aanraken.<br />

Pieptoon als bevestiging<br />

De linker LED rij toont welke positie van de PIN wordt gewijzigd.<br />

De locaties wisselen: Toets F1 aanraken.<br />

In de middelste LED rij wordt de waarde van het cijfer van de PIN weergegeven en met de F2 en F5 ingesteld.<br />

Na geslaagde invoer van de PIN met vier plaatsen: Toets > 2 seconden aanraken.<br />

Twee lange pieptonen als bevestiging en verandering van het wegrijblokkering-symbool.<br />

Voorbeeld: PIN invoer 4627<br />

Redenen voor onjuist activeren/deactiveren (4 korte pieptonen, wegrijblokkering-symbool blijft ongewijzigd):<br />

• Wanneer langer dan 5 seconden geen invoer wordt gedaan of de F3 toets wordt bediend, dan wordt het PIN<br />

invoerscherm - zonder opslaan - verlaten.<br />

• De parkeerrem is niet geactiveerd, hoewel in de parameter is geselecteerd, dat de wegrijblokkering alleen<br />

kan worden ontgrendeld wanneer de parkeerrem is geactiveerd.<br />

Wanneer activeren / deactiveren van de wegrijblokkering-functie niet mogelijk is, omdat de PUK nodig was of<br />

een technisch defect aanwezig is, dan is toegang tot het PIN invoerscherm niet mogelijk. In plaats daarvan<br />

wordt een akoestische melding gegeven (4 korte pieptonen).<br />

Activeren / deactiveren met opgeslagen PIN<br />

De laatst ingevoerde PIN wordt opgeslagen in de Trailer Remote Control.<br />

Activering: Toets > 5 seconden aanraken.<br />

Deactiveren: Toets nogmaals > 5 seconden aanraken.<br />

ECAS 2-puntsregeling (vanaf versie ELEX1)<br />

Vanaf TEBS E2.5 is de afzonderlijke aansturing rechts / links respectievelijk vóór / achter mogelijk, wanneer de<br />

ECAS 2-puntsregeling is gemonteerd.<br />

Door eenvoudig bedienen van de knop Heffen/neerlaten kan de opbouw volledig worden opgetild / worden<br />

neergelaten.<br />

Om de gescheiden aansturing te realiseren, moet naar een afzonderlijk menu worden gegaan, door de heffen-<br />

/neerlaten-knop langer dan 2 seconden in te drukken.<br />

Wisselen tussen de beide circuits (vóór / achter respectievelijk links / rechts). Knop F2 of knop F5.<br />

De parameter „Dodemansknop“ in het veld Niveauregeling werkt ook bij de Trailer Remote Control.<br />

Het geselecteerde circuit knippert in het display.<br />

Links<br />

Opleggers met onafhankelijke wielophanging.<br />

Rechts<br />

Beide<br />

197


10 TEBS E<br />

Symbool<br />

toetsen<br />

198<br />

Functie<br />

Achteras<br />

Bediening<br />

Disselaanhangwagen<br />

Vooras<br />

De stuuras blokkeren (vanaf versie ELEX1)<br />

Activering: Toets aanraken.<br />

Deactiveren: Toets opnieuw aanraken.<br />

Wanneer de as is geblokkeerd, brandt het bovenste deel van de toetsenring groen.<br />

Beide<br />

Volumeregeling<br />

Met de volumeregeling worden toetstonen, systeemmeldingen en TailGUARD functies beïnvloed.<br />

Deactiveren van Trailer Remote Control pieper en indien nodig van externe buzzers die op ELEX zijn<br />

aangesloten: Toets < 2 seconden aanraken.<br />

Uitschakelen is alleen tijdelijk voor het actuele achteruitrijden mogelijk. De volumeregeling kan alleen worden<br />

uitgeschakeld, wanneer de versnelling in de achteruit is geschakeld en TailGUARD is geactiveerd.<br />

Menu "Volume" oproepen: Toets > 2 seconden aanraken.<br />

De middelste LED rij brandt en toont het ingestelde volume.<br />

Het volume kan nu met de toetsen F2 en F5 tussen 0 en 9 worden ingesteld. De standard instelling is 5.<br />

De beschikbaarheid van de +/- functionaliteit op de toetsen F2 en F5 wordt door knipperen van het bovenste<br />

deel van de ring kenbaar gemaakt.<br />

Opslaan volume: Toets > 2 seconden aanraken of wanneer > 5 seconden geen toets is aangeraakt.<br />

Bij een volume lager dan 4 wordt de externe pieper tijdens TailGUARD uitgeschakeld.<br />

Wanneer de waarde kleiner is dan 3, wordt de volgende keer na het opnieuw starten van de Trailer Remote<br />

Control de waarde weer op 3 gezet.<br />

Instelling afstandsweergave<br />

Voor de weergave van de afstand tot het object zijn twee standen beschikbaar, die<br />

verschillen in weergave, afstand object en de definitie van de te controleren<br />

gebieden.<br />

Via het tegelijk aanraken van de toetsen F1 en F6 kan tussen de beide standen<br />

worden gewisseld. Een akoestisch signaal bevestigt de wijziging.<br />

ISO 12155 stand<br />

In deze stand gaat de weergave volgens de in de ISO 12155 vastgelegde<br />

afstandswaarde en de vastgelegde resolutie.<br />

De LEDs die worden aangestuurd zijn altijd alleen groen, alleen geel of alleen rood.<br />

<strong>WABCO</strong> standard<br />

In deze stand is de weergave iets gedetailleerder dan in de ISO 12155 stand.<br />

Door de afzonderlijke LED rijen te verlichten, kan een identificatie van het object<br />

voor rechts-midden-links achter het voertuig voor afzonderlijke objecten worden<br />

aangegeven.<br />

Wanneer het object niet duidelijk is geregistreerd, dan wordt in twijfelgevallen het<br />

object aangegeven dat het meest nabij het voertuig is.<br />

In de <strong>WABCO</strong> standard worden ook de groene en gele LEDs aangestuurd,<br />

wanneer de afstand tot de objecten kleiner wordt. De verlichting is daarbij<br />

permanent.


Regeling lichtsterkte<br />

Configuratie<br />

Configureerbare toetsen Optie 1<br />

(<strong>WABCO</strong> standard)<br />

Bediening<br />

TEBS E 10<br />

De gedetailleerde weergave is alleen mogelijk voor de hoogten, waarin 3 sensoren<br />

zijn gemonteerd. Wanneer slechts 2 sensoren op één hoogte zijn gemonteerd, dan<br />

worden steeds complete LED rijen aangegeven.<br />

In de volgende tabel zijn de bewakingsgebieden en de weergave van de LED rijen<br />

aangegeven:<br />

Afstand object<br />

LEDs ISO 12155 stand <strong>WABCO</strong> standard<br />

groen > 300 cm permanent aan<br />

geel 300 - 181 cm; knippert 2 Hz 300 - 150 cm; knippert 2 Hz<br />

rood 180 - 71 cm; knippert 4 Hz<br />

0,8 m tot rempunt; knippert 6 Hz<br />

vanaf rempunt, permanent aan<br />

150 - 76 cm; knippert 4 Hz<br />

0,8 m tot rempunt; knippert 6 Hz<br />

vanaf rempunt, permanent aan<br />

Door de toetsen F1 en F4 gelijktijdig aan te raken, kan de lichtsterkte van de LEDs<br />

worden geregeld. De lichtsterkte kan in drie stappen worden ingesteld (groen:<br />

donker, geel: middelste helderheid, rood: maximale helderheid). Met de toetsen F2<br />

en F5 (+/-) kan tussen de stappen in lichtsterkte worden gewisseld.<br />

Wanneer in de TEBS E diagnosesoftware de parameter Helderheidregeling actief<br />

is ingesteld, dan kan een automatische modus met automatische lichtregeling via<br />

een fotocel worden geselecteerd (weergave in LED veld: A) zie hoofdstuk 9.1<br />

"Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster<br />

Configuratie Trailer Remote Control.<br />

De configuratie van de Trailer Remote Control gaat via de TEBS E<br />

diagnosesoftware zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168 => venster TEBS-E Diagnostic Software<br />

=> Extra's => Trailer Remote Control.<br />

Vooraf gedefinieerde configuraties van de toetstoekenningen<br />

Optie 2 Optie 3<br />

F1 Gedwongen dalen ECAS heffen ECAS heffen<br />

F2 Wegrijhulp Wegrijhulp Wegrijhulp<br />

F3 Volumeregeling Losniveau Volumeregeling<br />

F4 Wegrijblokkering ECAS dalen ECAS dalen<br />

F5 Rangeerhulp Weergave kiephoek Rijniveau II<br />

F6 Uitschakelen TailGUARD Asfaltrem OptiTurn/OptiLoad aan / uit<br />

De Trailer Remote Control wordt met de <strong>WABCO</strong> standard configuratie (optie 1)<br />

geleverd. De toetsen kunnen ook naar keuze anders worden geconfigureerd.<br />

Uitzonderingen:<br />

• De wegrijblokkering kan alleen op F4 of F6 worden geprogrammeerd.<br />

• Het volume en de asfaltrem kunnen alleen op F1, F3, F4 of F6 worden<br />

geprogrammeerd.<br />

199


10 TEBS E<br />

200<br />

Bediening<br />

10.3 Bediening ECAS niveauregeling<br />

Carrosserie heffen 1.<br />

Carrosserie dalen 1.<br />

Heffen/neerlaten afbreken<br />

Rijniveau I (normaalniveau)<br />

Rijniveau II<br />

Er kan alleen één afstandsbediening/bedieningsbox worden gebruikt. Wanneer er<br />

meerdere afstandsbedieningen/bedieningsboxen moeten worden gemonteerd, dan<br />

moeten de dataleidingen (klok/data) worden losgekoppeld voor de inactieve<br />

afstandsbedieningen/bedieningsboxen.<br />

Een gelijktijdig gebruik van afstandsbediening/bedieningsbox en SmartBoard is<br />

mogelijk.<br />

Vanaf versie TEBS E2.5 kan de ECAS 2-puntsregeling (en daarmee<br />

het serieafhankelijk heffen of dalen) ook met de Trailer Remote<br />

Control worden overgezet.<br />

Naast de Trailer Remote Control kunnen de volgende bedieningseenheden voor<br />

de bediening van de wegrijhulp worden gebruikt. Nauwkeuriger informatie over de<br />

bediening met de Trailer Remote Control zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met<br />

afstandsbediening voor getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)",<br />

pagina 193.<br />

Bedieningseenheid<br />

446 056 11. 0<br />

2.<br />

Bedieningsbox<br />

446 156 02. 0<br />

Losniveau selecteren/niet<br />

selecteren – –<br />

Memoryniveau (M1) selecteren<br />

1.<br />

1.<br />

2.<br />

2.<br />

2.<br />

Gelijktijdig<br />

indrukken:<br />

1.<br />

1.<br />

1.<br />

1.<br />

1.<br />

Smartboard<br />

446 192 11. 0<br />

2. 3.<br />

2. 3.<br />

– 1. 2. 5 sec.<br />

indrukken:<br />

2.<br />

2.<br />

2.<br />

Bedieningseenheid<br />

446 056 25. 0<br />

1.<br />

1.<br />

1.<br />

1.<br />

2.<br />

2.<br />

2.<br />

2.<br />

Toets<br />

Heffen/neerlaten<br />

en<br />

(Tijd is afhankelijk<br />

van parametrering)<br />

en<br />

(Tijd is afhankelijk<br />

van parametrering)<br />

– –<br />

Gelijktijdig<br />

indrukken:<br />


Memoryniveau (M1) opslaan<br />

Memoryniveau (M2) selecteren<br />

Memoryniveau (M2) opslaan<br />

Stand-by inschakelen:<br />

Motorwagen aangekoppeld.<br />

Binnen 30 seconden na<br />

uitschakelen contact de knop<br />

indrukken. Niveauregeling Trailer<br />

is actief, bijv. bij regeling<br />

laadperron<br />

Bedieningseenheid<br />

446 056 11. 0<br />

Gelijktijdig<br />

indrukken:<br />

Gelijktijdig<br />

indrukken:<br />

Gelijktijdig<br />

indrukken:<br />

Stand-by regeling beëindigen > 5 seconden:<br />

10.4 Bediening van de wegrijhulp<br />

Wegrijhulp starten (werkt bij opleggers op as 1)<br />

Bedieningsbox<br />

446 156 02. 0<br />

–<br />

Bediening<br />

Smartboard<br />

446 192 11. 0<br />

1. 2.<br />

1.<br />

Binnen<br />

30 sec.:<br />

2.<br />

TEBS E 10<br />

Bedieningseenheid<br />

446 056 25. 0<br />

Gelijktijdig<br />

indrukken:<br />

Gelijktijdig<br />

indrukken:<br />

Gelijktijdig<br />

indrukken:<br />

Toets<br />

Heffen/neerlaten<br />

–<br />

– –<br />

– –<br />

Er kan alleen één afstandsbediening/bedieningsbox worden gebruikt. Wanneer er<br />

meerdere afstandsbedieningen/bedieningsboxen moeten worden gemonteerd, dan<br />

moeten de dataleidingen (klok/data) worden losgekoppeld voor de inactieve<br />

afstandsbedieningen/bedieningsboxen.<br />

Een gelijktijdig gebruik van afstandsbediening/bedieningsbox en SmartBoard is<br />

mogelijk.<br />

Naast de Trailer Remote Control kunnen de volgende bedieningseenheden voor<br />

de bediening van de wegrijhulp worden gebruikt. Nauwkeuriger informatie over de<br />

bediening met de Trailer Remote Control zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met<br />

afstandsbediening voor getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)",<br />

pagina 193.<br />

Bedieningseenheid<br />

446 056 11. 0<br />

Gelijktijdig indrukken:<br />

Bedieningsbox<br />

446 156 02. 0<br />

Smartboard<br />

446 192 11. 0<br />

Een handmatig beëindigen van de functie is uitsluitend mogelijk via de toets /<br />

schakelaar „Gedwongen neerlaten“.<br />

1.<br />

2.<br />

201


10 TEBS E<br />

202<br />

Bediening<br />

10.5 Bediening OptiLoad / OptiTurn<br />

Rangeerhulp (OptiTurn) starten<br />

(werkt bij opleggers op as 3).<br />

Er kan alleen één afstandsbediening/bedieningsbox worden gebruikt. Wanneer er<br />

meerdere afstandsbedieningen/bedieningsboxen moeten worden gemonteerd, dan<br />

moeten de dataleidingen (klok/data) worden losgekoppeld voor de inactieve<br />

afstandsbedieningen/bedieningsboxen.<br />

Een gelijktijdig gebruik van afstandsbediening/bedieningsbox en SmartBoard is<br />

mogelijk.<br />

Bedieningseenheid<br />

446 056 11. 0<br />

Gelijktijdig indrukken:<br />

Bedieningsbox<br />

446 156 02. 0<br />

Rangeerhulp (OptiTurn) automatisch starten<br />

Wanneer OptiLoad moet worden gebruikt, moet eerst OptiTurn zijn geparametreerd! – –<br />

10.6 Bediening liftassen<br />

Liftas(sen)<br />

heffen.<br />

Liftas(sen)<br />

dalen.<br />

Bedieningseenheid<br />

446 056 11. 0<br />

1.<br />

1.<br />

2.<br />

2.<br />

–<br />

1.<br />

Smartboard<br />

446 192 11. 0<br />

Er kan alleen één afstandsbediening/bedieningsbox worden gebruikt. Wanneer er<br />

meerdere afstandsbedieningen/bedieningsboxen moeten worden gemonteerd, dan<br />

moeten de dataleidingen (klok/data) worden losgekoppeld voor de inactieve<br />

afstandsbedieningen/bedieningsboxen.<br />

Een gelijktijdig gebruik van afstandsbediening/bedieningsbox en SmartBoard is<br />

mogelijk.<br />

Bedieningsbox<br />

446 156 02. 0<br />

1.<br />

1.<br />

Smartboard<br />

446 192 11. 0<br />

2. 1.<br />

2. 1.<br />

Bedieningseenheid<br />

446 056 25. 0<br />

2.<br />

2.<br />

Toets / schakelaar<br />

–<br />

Toets / schakelaar - via functie<br />

"Gedwongen dalen"<br />

Via de toets / schakelaar "Gedwongen dalen" kan men pendelen tussen de modi:<br />

Gedwongen dalen en liftas-volautomatisch.<br />

2.


10.7 Bediening Immobilizer<br />

Bediening<br />

TEBS E 10<br />

Een uitgebreide beschrijving voor de bediening van de immobilizer met het<br />

SmartBoard vindt u in de brochure „SmartBoard – systeembeschrijving“ zie<br />

hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf "Meer informatie".<br />

Een nauwkeurige beschrijving over de bediening van de immobilizer met de Trailer<br />

Remote Control zie hoofdstuk 10.2 "Bediening met afstandsbediening voor<br />

getrokken voertuigen (Trailer Remote Control)", pagina 193.<br />

203


11 TEBS E<br />

11 Werkplaatsrichtlijnen<br />

11.1 Onderhoud<br />

11.2 Systeemtraining en PIN<br />

204<br />

Werkplaatsrichtlijnen<br />

Het TEBS E systeem is onderhoudsvrij.<br />

– Bij meldingen voor onderhoud rijdt u direct naar de dichtstbijzijnde werkplaats.<br />

Na deelname aan een training of E-Learning kan bij <strong>WABCO</strong> een PIN voor het<br />

TEBS E diagnoseprogramma worden aangevraagd. Met deze PIN (Persoonlijk<br />

Identificatie-Nummer) kunt u de uitgebreide functies in de software vrijgeven en<br />

daarmee de instelling van de elektronica wijzigen.<br />

De training of de nascholing moet in 2010 of later zijn gevolgd.<br />

Vereiste actie PIN type Training<br />

Kalibreren sensor PIN 2 TEBS E training of<br />

E-Learning<br />

Vervangen modulator met een beschermde parameterset PIN 2 TEBS E training of<br />

E-Learning<br />

Instellen alle functieparameters PIN TEBS E training<br />

Meer informatie over onze trainingen en E-Learning zijn te vinden op de <strong>WABCO</strong><br />

homepage.<br />

Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />

Klik op Trainingen bij <strong>WABCO</strong>.


11.3 Diagnose hardware<br />

Werkplaatsrichtlijnen<br />

TEBS E 11<br />

Met het TEBS E is alleen nog de diagnose via één van de CAN interfaces mogelijk,<br />

zie volgende opties.<br />

De CAN interface volgens ISO 11898 kan worden gebruikt voor de aansluiting van<br />

SUBSYSTEMEN, zoals IVTM, Telematica, SmartBoard of ELEX.<br />

Nauwkeuriger informatie kunt u ook vinden in de brochure „Diagnose – software /<br />

hardware“ zie hoofdstuk 4 "Inleiding", pagina 13 => paragraaf "Nauwkeuriger<br />

informatie".<br />

Optie 1 – diagnose conform ISO 11992 (CAN 24 V); via de 7-pins CAN verbinding van de ISO 7638<br />

Voorwaarde Diagnostic hardware<br />

ISO 7638 scheidingsadapter<br />

met CAN stekerdoos<br />

446 300 360 0<br />

Diagnose-interface (DI-2)<br />

met USB interface<br />

(voor aansluiting op PC)<br />

446 301 030 0<br />

Optie 2 – diagnose volgens ISO 11898 (CAN 5 V); via een externe diagnose-aansluiting<br />

Voorwaarde Diagnostic hardware<br />

Externe diagnosecontactdoos<br />

met gele beschermkap<br />

Alleen TEBS E modulatoren (Premium)<br />

449 611 ... 0<br />

Diagnose-interface (DI-2)<br />

met USB interface<br />

(voor aansluiting op PC)<br />

446 301 030 0<br />

Gebruik de USB-interface met converter 5 V CAN-bus niet.<br />

CAN diagnosekabel<br />

446 300 361 0 (5 m)<br />

of<br />

446 300 362 0 (20 m)<br />

CAN diagnosekabel<br />

446 300 348 0<br />

205


11 TEBS E<br />

11.4 Tests / simulaties<br />

206<br />

Werkplaatsrichtlijnen<br />

Wat moet getest worden? Wat moet er worden gedaan?<br />

Tijdsgedrag<br />

Opbouwtijd < 0,44 seconden<br />

Er is geen richtlijn voor de aanspreektijd<br />

voor het getrokken voertuig.<br />

Voorschriften:<br />

98/12/EG aanhangsel III<br />

ECE R 13, appendix 6<br />

Energieverbruik door ABSgelijkwaardige<br />

bedieningen<br />

Na het aantal gelijkwaardige bedieningen<br />

(ne) uit de ABS-goedkeuring (§ 2.5) moet<br />

bij de laatste remming nog druk voor<br />

22,5% afremming in de cilinder zijn.<br />

Schijfrem:<br />

ne_EC = 11 bedieningen<br />

ne_ECE = 12 bedieningen<br />

Trommelrem:<br />

ne_EC = 11 bedieningen<br />

ne_ECE = 13 bedieningen<br />

Voorschrift:<br />

98/12/EG aanhangsel XIV<br />

Energieverbruik door veerremcilinder<br />

Toon aan, dat de parkeerrem van het<br />

afgekoppelde voertuig minstens 3 maal<br />

kan worden gelost.<br />

Voorschriften:<br />

98/12/EG aanhangsel V, § 2.4<br />

ECE R 13, appendix 8, § 2.4<br />

Start remming van veerremcilinders<br />

Toon aan, dat het rembegin van de<br />

veerremcilinder niet hoger is dan de<br />

voorraaddruk na 4 volbedieningen.<br />

Voorschriften:<br />

98/12/EG aanhangsel V, § 2.5<br />

ECE R 13, appendix 8, § 2.5<br />

Meet de remkracht van alle assen van<br />

een onbeladen voertuig op de<br />

remmenbank.<br />

ALB-karakteristiek bij stilstaand<br />

voertuig<br />

De door EBS uitgestuurde karakteristiek<br />

van een onbeladen of beladen voertuig<br />

gecontroleerd met een manometer.<br />

Met CTU: voorbereiding<br />

• Zet ALB op "beladen".<br />

• Indien nodig, de rem krap instellen.<br />

• Vul de luchtketel van het getrokken voertuig tot 8 bar.<br />

• Aan het gele koppelstuk met 6,5 bar remmen met het aantal ne.<br />

• Sluit voorraad af.<br />

• Bij de laatste bediening druk houden en cilinderdruk meten.<br />

• Krik as(sen) met veerremcilinder op.<br />

• Vul de luchtketel van het getrokken voertuig tot 6,5 bar (bij ECE goedkeuring<br />

7,5 bar).<br />

• Koppel voertuig af.<br />

• Automatische remming lossen (zwarte knop).<br />

• Parkeerrem (veerrem) door bediening van de rode knop 3 maal ontluchten en<br />

weer beluchten.<br />

• Het moet nog steeds mogelijk zijn de wielen met veerremcilinders te draaien.<br />

• Contact uitschakelen.<br />

• Krik as(sen) met veerremcilinder op.<br />

• Sluit voorraad af.<br />

• Vul de luchtketel van het getrokken voertuig tot 6,5 bar (bij ECE goedkeuring<br />

7 bar).<br />

• Ontlucht en belucht de parkeerrem (veerrem) weer door bediening van de<br />

rode knop tot het niet meer mogelijk is een wiel met veerremcilinder te<br />

draaien.<br />

• Meet de voorraaddruk.<br />

• Vul de luchtketel van getrokken voertuig tot 6,5 bar (bij ECE goedkeuring<br />

7 bar).<br />

• Via gele koppelstuk 4 maal vol bedienen.<br />

• Meet de voorraaddruk.<br />

De voorraaddruk bij start remming van de veerremcilinders moet lager zijn dan de<br />

voorraaddruk na 4 volremmingen.<br />

De liftas is opgetild en moet voor de test worden neergelaten.<br />

• Aansluiting fijnregelklep en manometer aan het gele koppelstuk.<br />

• Aansluiting manometer aan testaansluiting "remcilinder".<br />

• Regel de elektrische spanning van het voertuig.<br />

• Verhoog langzaam de druk met de fijnregelklep en noteer de<br />

manometerwaarden.


Werkplaatsrichtlijnen<br />

Wat moet er worden gesimuleerd? Wat moet er worden gedaan?<br />

TEBS E 11<br />

Beladen voertuig Balgdruk < 0,15 bar instellen door:<br />

• Met draaischijfklep (ECAS ...) het voertuig tot op de buffer laten dalen.<br />

• Met testklep aan aansluiting 5 de balgdruk "beladen" simuleren.<br />

• In de parameters de remdruk op 6,5 bar zetten (na einde van de metingen is<br />

nieuwe inbedrijfstelling noodzakelijk).<br />

Simulatie ECAS voertuig: Indien nodig kan een testaansluiting met geïntegreerde<br />

2-wegklep (463 703 ... 0) in aansluiting 5 van de modulator worden gemonteerd<br />

om de "beladen" toestand te simuleren.<br />

Dalen opgetilde liftas(sen) van onbeladen<br />

voertuig.<br />

Testmodus voor controle van de ALBkarakteristiek.<br />

In de testmodus worden de<br />

noodrem- en de stilstandfunctie<br />

uitgeschakeld.<br />

Let op: Stekker "aslastsensor" weer insteken.<br />

Instellen luchtbalgdruk < 0,15 bar:<br />

• Ontluchten luchtbalgen door draaischijfklep.<br />

• Aansluiting druksimulatie aan aansluiting 5 van de modulator.<br />

• TEBS E diagnosesoftware.<br />

Schakel contact in / spanningsvoeding bij stilstaand voertuig zonder druk aan het<br />

gele koppelstuk.<br />

Let op: Testmodus wordt uitgeschakeld, wanneer het voertuig harder dan<br />

2,5 km/h rijdt of uiterlijk na 10 minuten.<br />

207


11 TEBS E<br />

11.5 Vervanging en reparatie<br />

Algemene veiligheidsaanwijzingen<br />

208<br />

Werkplaatsrichtlijnen<br />

Reparatie aan een voertuig mag alleen door gekwalificeerd personeel van een<br />

gespecialiseerde werkplaats worden verricht.<br />

Voor de vervanging van de TEBS E modulator met beschermde parameterset is<br />

een TEBS E systeemtraining of E-Learning vereist. Alleen na ontvangst van PIN 2<br />

bent u bevoegd om de vervanging uit te voeren, zie hoofdstuk 11.2<br />

"Systeemtraining en PIN", pagina 204.<br />

Volg de richtlijnen en aanwijzingen van de voertuigfabrikant onvoorwaardelijk op.<br />

Houdt u ter voorkoming van ongevallen aan de voorschriften van zowel het bedrijf<br />

als de overheid.<br />

Gebruik - voor zover nodig - veiligheidsmiddelen.<br />

Vervanging van de LIN ultrasonische sensoren<br />

Bij de vervanging van LIN ultrasonische sensoren moeten deze opnieuw worden<br />

ingeleerd, zie hoofdstuk 9.3 "Inbedrijfstelling van de LIN ultrasonische sensor",<br />

pagina 185.<br />

Wanneer een oude TEBS E modulator wordt vervangen door een van de nieuwe<br />

generatie, dan heeft u gelijk het voordeel van de elektronische uitbreidingsmodule<br />

ELEX, de Trailer Remote Control en de nieuwe functies als OptiTurn, OptiLoad en<br />

Immobilizer.<br />

Reparatiesets<br />

<strong>WABCO</strong> reparatiesets in een oogopslag<br />

Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />

Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Index.<br />

Geef het woord Reparatieset in het veld "zoeken" in.<br />

Klik op de Startknop.<br />

Alternatief kunt u via het invoeren van de productnaam of het productnummer<br />

beschikbare reparatiesets zoeken.<br />

In de tabel vindt u een samenvatting van de belangrijkste reparatiesets in een<br />

oogopslag:<br />

Reparatiesets Bestelnummer<br />

Vervanging van TEBS E stekkerborgingen op de ECU 480 102 931 2<br />

Vervanging van de modulator-koppelingen 480 102 933 2<br />

Vervanging van de PEM voor bevestiging en afdichting (afdichtset)<br />

Toepasbaar voor kunststof en alu-PEM<br />

461 513 920 2<br />

Vervanging van de PEM (zonder koppelingen) 461 513 002 0<br />

Vervanging van de druksensor 441 044 108 0<br />

EBS-relaisklep (afdichtset) 480 207 920 2<br />

Een ABS-toerentalsensor vervangen 441 032 921 2<br />

Een ABS-toerentalsensor (S+) vervangen 441 032 922 2


Aanhaalmomenten<br />

Publicaties<br />

Werkplaatsrichtlijnen<br />

TEBS E 11<br />

Gebruik het aanhaalmoment bij de vervanging van kleppen, insteekkoppelingen,<br />

etc.<br />

Details over buisschroefdraad zie DIN EN ISO 228.<br />

Draad Maximaal aanhaalmoment<br />

M10x1,0 18 Nm<br />

M12x1,5 24 Nm<br />

M14x1,5 28 Nm<br />

M16x1,5 35 Nm<br />

M22x1,5 40 Nm<br />

M26x1,5 50 Nm<br />

Uitgebreide informatie over de thema's vervanging, reparatie en<br />

schroefbevestigingen vindt u ook in onze brochures zie hoofdstuk 4 "Inleiding",<br />

pagina 13 => paragraaf "Meer informatie".<br />

209


11 TEBS E<br />

11.6 Harmonisatie combinatie<br />

210<br />

Werkplaatsrichtlijnen<br />

Als er problemen zijn met slijtage of harmonisatie tussen trekkende en getrokken<br />

voertuigen, dan kan de TEBS E diagnosesoftware worden gebruikt om een<br />

voorijling of na-ijling in te stellen met de parameter "voorijling", zie hoofdstuk 9.1<br />

"Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168 => venster<br />

TEBS - ALB.<br />

Wijzig de remdrukken alleen wanneer de wielremmen in orde zijn en de<br />

remblokken kort geleden zijn vervangen.<br />

Controleren aanspreekdrukken<br />

Om storingen van de wielremmen uit te sluiten, moeten eerst de<br />

aanspreekdrukken worden gecontroleerd:<br />

– Meet eerst de remkracht van alle assen op een remmentestbank en bepaal de<br />

positie in de vertragingsband.<br />

Voor het getrokken voertuig moeten de volgende waarden worden bereikt in<br />

onbeladen en beladen toestand:<br />

pm = 0,7 bar = start remming<br />

2,0 bar = remming ca. 12%<br />

6,5 bar = remming ca. 55%<br />

Als de start van de remming boven 0,8 bar ligt, dan moeten de<br />

aanspreekdrukken van alle wielremmen worden gecontroleerd.<br />

Controleren aanspreekdrukken van alle wielremmen<br />

– Sluit het voertuig aan op luchtdruk en spanning.<br />

– Sluit de TEBS E diagnosesoftware aan en klik in het venster TEBS-E<br />

Diagnostic Software op Aansturing => Drukinstelling zie hoofdstuk 9.1<br />

"Vastleggen parameters met TEBS E diagnosesoftware", pagina 168.<br />

– Blokkeer het voertuig (1e as).<br />

– Simuleer de balgdruk voor het beladen voertuig.<br />

– Draai één wiel en verhoog de stuurdruk in stappen van 0,1 bar (cursortoetsen<br />

links, rechts).<br />

– Stel de remdruk (cilinderdruk, geen stuurdruk!) vast, waarbij het wiel moeilijk of<br />

niet meer gedraaid kan worden.<br />

– Herhaal de test bij de andere wielen.<br />

– Bereken de gemiddelde waarde van de vastgestelde aanspreekdrukken en<br />

vergelijk deze met de geparametreerde waarde.<br />

Indien nodig moet de nieuwe vastgestelde waarde worden geparametreerd.


Voorbeeld<br />

Instelling voorijling<br />

Documentatie<br />

Werkplaatsrichtlijnen<br />

TEBS E 11<br />

Geparametreerde aanspreekdruk = 0,3 bar.<br />

gemeten:<br />

1. as rechts = 0,6 bar; 2e as rechts = 0,5 bar; 3e as rechts = 0,5 bar<br />

1. as links = 0,5 bar; 2e as links = 0,5 bar; 3e as links = 0,6 bar<br />

Gemiddelde van de aanspreekdrukwaarden = 0,53 bar => afgerond 0,5 bar<br />

Het verschil tussen de beide waarden van 0,2 bar moet bij de remdrukwaarden<br />

worden opgeteld.<br />

De remdrukken van het beladen voertuig moeten in dit voorbeeld als volgt worden<br />

gewijzigd:<br />

• 0,3 bar in 0,5 bar<br />

• 1,2 bar in 1,4 bar<br />

• 6,2 bar in 6,4 bar<br />

• en de remdruk leeg van 1,3 in 1,5 bar<br />

De gewijzigde commando- en remdrukken mogen maximaal 0,2 bar van de<br />

remberekening (parametrering van de voertuigfabrikant) afwijken. Anders moet een<br />

nieuwe remberekening worden gemaakt. Neem hierover contact op met de<br />

voertuigfabrikant.<br />

In het venster TEBS - ALB in de TEBS E diagnosesoftware zit een veld<br />

voorijling, zie hoofdstuk 9.1 "Vastleggen parameters met TEBS E<br />

diagnosesoftware", pagina 168. Standard is hier 0 bar ingesteld. Een waarde tot ±<br />

0,2 bar kan worden ingegeven.<br />

Een positieve waarde laat het getrokken voertuig eerder remmen. Een negatieve<br />

waarde laat het getrokken voertuig later remmen.<br />

Documenteer uw wijzigingen door een afdruk van een systeemplaatje, zie<br />

hoofdstuk 9.5 "Documentatie", pagina 192.<br />

211


11 TEBS E<br />

11.7 Verwijdering / recycling<br />

212<br />

Werkplaatsrichtlijnen<br />

Verwijder elektronische apparatuur, batterijen en accu's niet via het<br />

huisvuil, maar uitsluitend via de daarvoor speciaal ingerichte<br />

afleveradressen.<br />

Neem de nationale en regionale voorschriften in acht.<br />

Defecte <strong>WABCO</strong> remcomponenten kunnen aan <strong>WABCO</strong> worden<br />

teruggestuurd om zo een optimale opwerking te waarborgen.<br />

Zend de TEBS E modulator in de doos voor het nieuwe of<br />

ruilcomponent retour. Alleen zo is de modulator voldoende<br />

beschermd en deze kan dan kostenbesparend worden hersteld.<br />

Neem daarvoor contact op met <strong>WABCO</strong>.


12 Aanhangsel<br />

12.1 Pneumatische aansluitingen voor TEBS E<br />

Verklaring<br />

Aansluiting<br />

Afbeelding 1<br />

Afbeelding 1<br />

1) met koppelingen<br />

2) met PEM<br />

Afbeelding 2<br />

Aanhangsel<br />

TEBS E 12<br />

Afbeelding 3<br />

3) met PEM 2e generatie (kunststof)<br />

Trailer EBS E varianten 480 102 ... 0<br />

Standard:<br />

030 031 1) 2) 3) 032 2) 033 1) 2) 034 2) 035 1) 2) 1) 2) 3)<br />

036<br />

Premium: 060 061 1) 2) 3) 062 2) 063 1) 2) 064 2) 065 1) 2) 1) 2) 3)<br />

066<br />

Multi-Voltage:<br />

Aan te sluiten<br />

component<br />

080<br />

2.2 Remdruk 11 Remcilinder M16x1,5 Leiding<br />

12x1,5<br />

2.2 Remdruk 11 Remcilinder M16x1,5 Leiding<br />

12x1,5<br />

2.2 Remdruk 11 Remcilinder M16x1,5 Leiding<br />

12x1,5<br />

1 Voorraad Tank „rem“ M22x1,5 Leiding<br />

16x2<br />

4.2 Stuurdruk 22 PREV Leiding<br />

8x1<br />

2.3 Tristop cilinder 12 Tristop cilinder Leiding<br />

8x1<br />

2.3 Tristop cilinder<br />

Afbeelding 2<br />

12 Tristop cilinder Leiding<br />

8x1<br />

2.4/2.2 Testaansluiting<br />

"rem 2.2"<br />

Manometer ter<br />

controle<br />

M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

1 Voorraad Tank „rem“ M22x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

15x1,5<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

15x1,5<br />

Leiding<br />

12x1,5<br />

Leiding<br />

12x1,5<br />

Leiding<br />

12x1,5<br />

Leiding<br />

15x1,5<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

M22x1,5 Leiding<br />

15x1,5<br />

M22x1,5 Leiding<br />

10x1<br />

M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

M22x1,5 Leiding<br />

15x1,5<br />

Leiding<br />

12x1,5<br />

Leiding<br />

12x1,5<br />

Leiding<br />

12x1,5<br />

Leiding<br />

15x1,5<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

213


12 TEBS E<br />

Aansluiting<br />

Afbeelding 3<br />

214<br />

Aanhangsel<br />

Trailer EBS E varianten 480 102 ... 0<br />

Standard: 030 031 1) 2) 3) 032 2) 033 1) 2) 034 2) 035 1) 2) 1) 2) 3)<br />

036<br />

Premium: 060 061 1) 2) 3) 062 2) 063 1) 2) 064 2) 065 1) 2) 1) 2) 3)<br />

066<br />

Multi-Voltage: 080<br />

Aan te sluiten<br />

component<br />

2.1 Remdruk 11 Remcilinder M16x1,5 Leiding<br />

12x1,5<br />

2.1 Remdruk 11 Remcilinder M16x1,5 Leiding<br />

12x1,5<br />

2.1 Remdruk 11 Remcilinder M16x1,5 Leiding<br />

12x1,5<br />

1 Voorraad Tank „rem“ M22x1,5 Leiding<br />

16x2<br />

5 Balgdruk Luchtbalg M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

4 Stuurdruk 21 PREV M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

1.1 Voorraad<br />

"luchtvering"<br />

1.1 Voorraad<br />

"luchtvering"<br />

1.1 Voorraad<br />

"luchtvering"<br />

1.1 Voorraad<br />

"luchtvering"<br />

Tank „luchtvering“ Leiding<br />

8x1<br />

11 Asliftklep of 11<br />

ECAS klep<br />

Leiding<br />

8x1<br />

1 Draaischijfklep Leiding<br />

8x1<br />

Luchtveringsklep 1 Leiding<br />

8x1<br />

2.3 Tristop cilinder 12 Tristop cilinder Leiding<br />

8x1<br />

2.3 Tristop cilinder 12 Tristop cilinder Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

15x1,5<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

12x1,5<br />

Leiding<br />

12x1,5<br />

Leiding<br />

12x1,5<br />

Leiding<br />

15x1,5<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

12x1,5<br />

Leiding<br />

12x1,5<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

M22x1,5 Leiding<br />

15x1,5<br />

M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

M22x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

M22x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

M16x1,5 Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

12x1,5<br />

Leiding<br />

12x1,5<br />

Leiding<br />

12x1,5<br />

Leiding<br />

15x1,5<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

12x1,5<br />

Leiding<br />

12x1,5<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1<br />

Leiding<br />

8x1


12.2 Pin-toekenning<br />

Aanhangsel<br />

De volgende afbeeldingen geven de Pin-toekenning aan (van onderaf gezien in de elektronica).<br />

8 Pin<br />

TEBS E 12<br />

4 Pin<br />

Nadere informatie over de aansluitmogelijkheden op ELEX en TEBS E zie hoofdstuk 8.2 "Aansluitingen",<br />

pagina 146.<br />

Pin-toekenning "TEBS E modulator"<br />

Aansluitingen Pin TEBS E modulator<br />

(standard)<br />

MODULATOR<br />

POWER<br />

SUBSYSTEMS<br />

TEBS E modulator<br />

(Premium)<br />

TEBS E modulator<br />

(Multi-Voltage)<br />

1 Massa "in-/uitlaatklep" Massa "in-/uitlaatklep"<br />

2 Redundantieklep Redundantieklep<br />

3 Massa "redundantieklep" Massa "redundantieklep"<br />

4 Massa "druksensor" Massa "druksensor"<br />

5 +24V/voeding<br />

"druksensor"<br />

+24V/voeding<br />

"druksensor"<br />

6 Actuele spanning Actuele spanning<br />

7 Uitlaatklep Uitlaatklep<br />

8 Inlaatklep Inlaatklep<br />

1 Permanente plus / klem<br />

30<br />

Permanente plus / klem<br />

30<br />

Permanente plus / klem<br />

30<br />

2 Contact / klem 15 Contact / klem 15 Contact / klem 15<br />

3 Massa<br />

"waarschuwingsweergave<br />

/ waarschuwingslamp"<br />

Massa<br />

"waarschuwingsweergave<br />

/ waarschuwingslamp"<br />

Massa<br />

"waarschuwingsweergave<br />

/ waarschuwingslamp"<br />

4 Massa "kleppen" Massa "kleppen" Massa "kleppen"<br />

5 Waarschuwingsweergave<br />

/ verklikkerlampje<br />

Waarschuwingsweergave<br />

/ verklikkerlampje<br />

Waarschuwingsweergave<br />

/ verklikkerlampje<br />

6 CAN High 24V CAN High 24V CAN High 24V<br />

7 CAN Low 24V CAN Low 24V CAN Low 24V<br />

1 Permanente plus / klem<br />

30<br />

Permanente plus / klem<br />

30<br />

Permanente plus / klem<br />

30<br />

2 CAN2 High 5V CAN2 High 5V CAN2 High 5V<br />

3 CAN2 Low 5V CAN2 Low 5V CAN2 Low 5V<br />

4 Massa Massa Massa<br />

215


12 TEBS E<br />

216<br />

Aanhangsel<br />

Aansluitingen Pin TEBS E modulator<br />

(standard)<br />

IN/OUT<br />

ABS e<br />

GIO7<br />

ABS c<br />

ABS d<br />

ABS f<br />

GIO6<br />

GIO1<br />

TEBS E modulator<br />

(Premium)<br />

TEBS E modulator<br />

(Multi-Voltage)<br />

5 GIO uitgang 4-2 GIO uitgang 4-2 GIO uitgang 4-2<br />

6 Bediendeel klok Bediendeel klok<br />

7 Bediendeel data Bediendeel data<br />

8 ABS toerentalsensor c ABS toerentalsensor c ABS toerentalsensor c<br />

1 Ingang 24 N/Trailer Central<br />

Electronic/BAT<br />

Ingang 24 N/Trailer Central<br />

Electronic/BAT<br />

2 Massa Massa Massa<br />

Ingang 24 N/Trailer Central<br />

Electronic/BAT<br />

3 CAN2 High 5V CAN2 High 5V CAN2 High 5V<br />

4 CAN2 Low 5V CAN2 Low 5V CAN2 Low 5V<br />

1 GIO uitgang 2-1 (alleen te<br />

gebruiken wanneer GIO3,<br />

pin 4 niet in gebruik)<br />

Vanaf versie TEBS E2:<br />

GIO uitgang 7-1<br />

2 Massa Massa<br />

GIO uitgang 2-1 (alleen te<br />

gebruiken wanneer GIO3,<br />

pin 4 niet in gebruik)<br />

Vanaf versie TEBS E2:<br />

GIO uitgang 7-1<br />

3 ABS toerentalsensor e ABS toerentalsensor e<br />

4 ABS toerentalsensor e ABS toerentalsensor e<br />

3 ABS toerentalsensor c ABS toerentalsensor c ABS toerentalsensor c<br />

4 ABS toerentalsensor c ABS toerentalsensor c ABS toerentalsensor c<br />

3 ABS toerentalsensor d ABS toerentalsensor d ABS toerentalsensor d<br />

4 ABS toerentalsensor d ABS toerentalsensor d ABS toerentalsensor d<br />

1 GIO uitgang 5-2 GIO uitgang 5-2<br />

2 Massa Massa<br />

3 ABS toerentalsensor f ABS toerentalsensor f<br />

4 ABS toerentalsensor f ABS toerentalsensor f<br />

1 GIO uitgang 1-1 GIO uitgang 1-1 GIO uitgang 1-1<br />

2 Massa Massa Massa<br />

3 Analoge ingang 1 Analoge ingang 1 Analoge ingang 1<br />

4 Wegsensor 1<br />

Vanaf versie TEBS E2:<br />

Naar keuze ook GIOuitgang<br />

7-2<br />

Wegsensor 1<br />

Vanaf versie TEBS E2:<br />

Naar keuze ook GIOuitgang<br />

7-2<br />

GIO2 1 GIO uitgang 3-2 GIO uitgang 3-2 GIO uitgang 3-2


Aansluitingen Pin TEBS E modulator<br />

(standard)<br />

GIO3<br />

GIO4<br />

GIO5<br />

Pin-toekenning "ELEX"<br />

Aansluitingen Pin ELEX<br />

POWER<br />

SUBSYSTEMS<br />

Aanhangsel<br />

TEBS E modulator<br />

(Premium)<br />

2 Massa Massa Massa<br />

TEBS E 12<br />

TEBS E modulator<br />

(Multi-Voltage)<br />

3 GIO uitgang 5-1 GIO uitgang 5-1<br />

4 GIO uitgang 2-2 GIO uitgang 2-2<br />

1 GIO uitgang 1-2 GIO uitgang 1-2 GIO uitgang 1-2<br />

2 Massa Massa Massa<br />

3 Analoge ingang 2 Analoge ingang 2 Analoge ingang 2<br />

4 GIO uitgang 2-1 GIO uitgang 2-1<br />

1 GIO uitgang 3-1 GIO uitgang 3-1 GIO uitgang 3-1<br />

2 Massa Massa Massa<br />

3 K-Line K-Line<br />

4 Wegsensor 2 Wegsensor 2<br />

1 GIO uitgang 4-1 GIO uitgang 4-1<br />

2 Massa Massa<br />

3 CAN3 High 5V CAN3 High 5V<br />

4 CAN3 Low 5V CAN3 Low 5V<br />

1 Contact inschakelen (TEBS E klem 30)<br />

2 CAN1 High 5V<br />

3 CAN1 Low 5V<br />

4 Massa<br />

5 TEBS klem 15 in<br />

6 Bediendeel klok1 in<br />

7 Bediendeel data1 in<br />

8 IG (H2) in<br />

1 Contact uitschakelen (TEBS E klem 30-X2)<br />

2 CAN2 High 5V<br />

3 CAN2 Low 5V<br />

4 Massa<br />

5 TEBS klem 15 in SA 6-2<br />

6 Bediendeel klok1 uit<br />

7 Bediendeel klok1 uit<br />

217


12 TEBS E<br />

218<br />

Aansluitingen Pin ELEX<br />

GIO10<br />

GIO11<br />

GIO12<br />

GIO13<br />

GIO14<br />

GIO15<br />

GIO16<br />

8 IG (H2) uit<br />

5 Accu in/uit<br />

Aanhangsel<br />

6 Accu massa<br />

7 Voeding "opwektoets"<br />

8 Opwektoets<br />

5 Massa "lichten"<br />

6 Markeerlichten links uit<br />

7 Markeerlichten rechts uit<br />

8 Massa "lichten"<br />

1 Achterlicht aan<br />

2 CAN3 High 24V<br />

3 CAN3 Low 24V<br />

4 Massa lichten<br />

5 Markeerlichten links aan<br />

6 Markeerlichten links uit<br />

7 Markeerlichten rechts uit<br />

8 Markeerlichten rechts aan<br />

1 GIO uitgang 2-1<br />

2 Massa<br />

3 Analoge ingang 2<br />

4 Wegsensor 2<br />

1 GIO uitgang 6-1<br />

2 Massa<br />

3 Analoge ingang 1<br />

4 Wegsensor 1<br />

1 GIO uitgang 1-1<br />

2 Massa<br />

3 GIO uitgang 5-1<br />

4 GIO uitgang 1-2<br />

1 GIO uitgang 5-2<br />

2 LIN sensor 2


Aansluitingen Pin ELEX<br />

GIO17<br />

GIO18<br />

3 SA 5-1<br />

4 GIO uitgang 4-1 (9V/12V)<br />

1 PWM sensor 1<br />

2 Massa<br />

3 LIN sensor 1<br />

4 GIO uitgang 3-2 (9V/12V)<br />

1 PWM sensor 2<br />

2 Massa<br />

3 LIN sensor 2<br />

4 GIO uitgang 3-1<br />

Aanhangsel<br />

TEBS E 12<br />

219


12 TEBS E<br />

12.3 Kabeloverzicht<br />

220<br />

Aanhangsel<br />

Kabeloverzicht<br />

Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />

Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Index.<br />

Geef het woord Overzicht in het veld "zoeken" in.<br />

Klik op de Startknop.<br />

VOORZICHTIG<br />

Storingsfuncties en beschadiging van de componenten door het verwisselen van de<br />

kabels<br />

In sommige gevallen lijken de kabels optisch op elkaar (bijv. een 4-polige GIO stekker en de 4polige<br />

DIN bajonet).<br />

– Daar de aan te sluiten componenten compleet verschillende Pin-toekenningen hebben, is het<br />

grote programma kabels noodzakelijk en de kabels mogen niet worden verwisseld, ook al<br />

lijken deze op elkaar. Een juiste identificatie is vereist om storingen en beschadigingen van<br />

de componenten uit te sluiten.<br />

Kleurcodering van de stekkers<br />

De stekkers zijn gekleurd om identificatie eenvoudiger te maken.<br />

TEBS E Modulator (Premium)<br />

Grijs: GIO, MODULATOR<br />

Zwart: POWER, ABS-c, ABS-e, ABS-f, ABS-d<br />

Blauw: SUBSYSTEMS, IN/OUT<br />

Codering 4-polige stekker<br />

Code A Code B Code C<br />

ELEX<br />

Geel: POWER ELEX<br />

Een 8-polige TEBS E stekker kan niet op ELEX worden aangesloten.<br />

Kabeloverzicht<br />

Aansluiting op<br />

de TEBS E<br />

modulator<br />

Toepassing Bestelnummer Lengte Modulator Component<br />

POWER Voedingskabel voor opleggers<br />

POWER Voedingskabel met open einde<br />

449 173 090 0<br />

449 173 120 0<br />

449 173 130 0<br />

449 173 140 0<br />

449 173 150 0<br />

449 371 120 0<br />

449 371 180 0<br />

9 m<br />

12 m<br />

13 m<br />

14 m<br />

15 m<br />

12 m<br />

18 m<br />

TEBS E<br />

8-polig<br />

Code A<br />

TEBS E<br />

8-polig<br />

Code A<br />

ISO 7638<br />

7-polig<br />

contactdoos<br />

7-polig open


Aansluiting op<br />

de TEBS E<br />

modulator<br />

Aanhangsel<br />

TEBS E 12<br />

Toepassing Bestelnummer Lengte Modulator Component<br />

POWER Voedingskabel voor<br />

disselaanhangwagens<br />

POWER Voedingskabel met tegendeel<br />

POWER Voedingskabel met tegendeel<br />

POWER Voedingskabel voor oplegger met<br />

stekker<br />

POWER Voedingskabel voor oplegger met<br />

stekker<br />

POWER Voedingskabel voor<br />

disselaanhangwagen met stekker<br />

POWER Voedingskabel voor<br />

disselaanhangwagen met stekker<br />

POWER Verlengkabel<br />

Alleen voor CAN Router / CAN<br />

Repeater<br />

MODULATOR Kabel voor ABS relaisklep<br />

472 195 037 0<br />

MODULATOR Kabel voor EBS relaisklep<br />

480 207 001 0<br />

SUBSYSTEMS Kabel voor SmartBoard<br />

446 192 11. 0<br />

449 273 060 0<br />

449 273 100 0<br />

449 273 120 0<br />

449 273 150 0<br />

449 353 110 0<br />

449 353 140 0<br />

449 347 003 0<br />

449 347 025 0<br />

449 347 080 0<br />

449 347 180 0<br />

449 133 030 0<br />

449 133 120 0<br />

449 133 150 0<br />

449 135 025 0<br />

449 135 060 0<br />

449 135 140 0<br />

449 231 060 0<br />

449 231 120 0<br />

449 233 030 0<br />

449 233 100 0<br />

449 233 140 0<br />

449 233 180 0<br />

894 600 032 0<br />

894 600 033 0<br />

894 600 034 0<br />

449 436 030 0<br />

449 436 080 0<br />

449 429 010 0<br />

449 429 030 0<br />

449 429 080 0<br />

449 429 130 0<br />

449 911 040 0<br />

449 911 060 0<br />

449 911 120 0<br />

6 m<br />

10 m<br />

12 m<br />

15 m<br />

11 m<br />

14 m<br />

0,3 m<br />

2,5 m<br />

8 m<br />

18 m<br />

3 m<br />

12 m<br />

15 m<br />

2,5 m<br />

6 m<br />

14 m<br />

6 m<br />

12 m<br />

3 m<br />

10 m<br />

14 m<br />

18 m<br />

40 m<br />

50 m<br />

60 m<br />

3 m<br />

8 m<br />

1 m<br />

3 m<br />

8 m<br />

13 m<br />

4 m<br />

6 m<br />

12 m<br />

TEBS E<br />

8-polig<br />

Code A<br />

TEBS E<br />

8-polig<br />

Code A<br />

TEBS E<br />

8-polig<br />

Code A<br />

ISO 7638<br />

contactdoos<br />

ISO 7638<br />

contactdoos<br />

ISO 7638<br />

contactdoos<br />

ISO 7638<br />

contactdoos<br />

7-polig<br />

ISO 7638<br />

Stekker<br />

7-polig<br />

ISO 7638<br />

DIN-bajonet<br />

7-polig<br />

DIN-bajonet<br />

7-polig<br />

DIN-bajonet<br />

7-polig<br />

DIN-bajonet<br />

7-polig<br />

DIN-bajonet<br />

7-polig<br />

DIN-bajonet<br />

DIN-bajonet 7-polig<br />

DIN-bajonet<br />

TEBS E<br />

8-polig<br />

Code B<br />

TEBS E<br />

8-polig<br />

Code B<br />

TEBS E<br />

8-polig<br />

Code C<br />

DIN-bajonet<br />

4-polig<br />

3x DIN bajonet<br />

4-polig<br />

7-polig<br />

DIN-bajonet<br />

221


12 TEBS E<br />

Aansluiting op<br />

de TEBS E<br />

modulator<br />

222<br />

Aanhangsel<br />

Toepassing Bestelnummer Lengte Modulator Component<br />

SUBSYSTEMS Kabel voor SmartBoard + ECASbedieningseenheid<br />

SUBSYSTEMS Kabel voor ECASbedieningseenheid<br />

SUBSYSTEMS Kabel voor ECAS bedieningsbox<br />

SUBSYSTEMS Kabel voor IVTM 446 220 010 0<br />

SUBSYSTEMS Kabel voor SmartBoard en IVTM<br />

SUBSYSTEMS Kabel voor Telematica<br />

SUBSYSTEMS Kabel voor Telematica<br />

SUBSYSTEMS Kabel voor Telematica /<br />

SmartBoard<br />

SUBSYSTEMS Universele kabel<br />

IN/OUT Kabel voor Trailer Central<br />

Electronic 446 122 001 0<br />

IN/OUT Kabel voor stoplichtvoeding (24N)<br />

GIO Kabel voor liftas conventioneel,<br />

RTR<br />

449 912 234 0 7 m/5 m TEBS E<br />

8-polig<br />

Code C<br />

449 628 050 0 5 m TEBS E<br />

8-polig<br />

Code C<br />

449 627 060 0 6 m TEBS E<br />

8-polig<br />

Code C<br />

449 913 050 0 5 m TEBS E<br />

8-polig<br />

Code C<br />

449 916 182 0<br />

449 916 253 0<br />

0,4/4 m<br />

6/6 m<br />

TEBS E<br />

8-polig<br />

Code C<br />

449 914 010 0 1 m TEBS E<br />

8-polig<br />

Code C<br />

449 917 025 0 2,5 m TEBS E<br />

8-polig<br />

Code C<br />

449 920 248 0 3 m/6 m TEBS E<br />

8-polig<br />

Code C<br />

449 437 020 0<br />

449 437 060 0<br />

2 m<br />

6 m<br />

TEBS E<br />

8-polig<br />

Code C<br />

449 348 020 0 2 m TEBS E<br />

4-polig<br />

Code C<br />

449 349 040 0<br />

449 349 060 0<br />

449 349 100 0<br />

449 349 150 0<br />

449 443 008 0<br />

449 443 010 0<br />

449 443 020 0<br />

449 443 040 0<br />

449 443 060 0<br />

449 443 100 0<br />

4 m<br />

6 m<br />

10 m<br />

15 m<br />

0,8 m<br />

1 m<br />

2 m<br />

4 m<br />

6 m<br />

10 m<br />

TEBS E<br />

4-polig<br />

Code C<br />

TEBS E<br />

4-polig<br />

Code B<br />

Stekerdoos ECASbedieningseenheid<br />

+<br />

7-polige DIN bajonet<br />

Stekerdoos "ECASbedieningseenheid"<br />

7-polig<br />

DIN-bajonet<br />

7-polig<br />

DIN-bajonet<br />

7-polig<br />

2x DIN bajonet<br />

4-polig<br />

DIN-bajonet<br />

6-polig<br />

DIN-bajonet<br />

6-polig<br />

8x open<br />

Trailer Central<br />

Electronic aansluiting<br />

X22<br />

2-polig open<br />

Aderkleuren:<br />

blauw = plus<br />

bruin = massa<br />

4-polig<br />

DIN-bajonet


Aansluiting op<br />

de TEBS E<br />

modulator<br />

Aanhangsel<br />

TEBS E 12<br />

Toepassing Bestelnummer Lengte Modulator Component<br />

GIO Kabel voor ECAS kleppen<br />

472 905 114 0, 472 880 030 0,<br />

liftasklep 463 084 100 0 en<br />

eTASC<br />

GIO Kabel voor ECAS 2-puntsregeling<br />

GIO Kabel voor externe ECAS op<br />

TEBS E<br />

GIO Kabel voor sensor 441 050 100 0<br />

GIO Kabel voor druksensor<br />

441 040 015 0<br />

441 044 002 0<br />

GIO Kabel voor Traction Help (TH)<br />

GIO Kabel voor wegrijhulp en<br />

Gedwongen dalen (resp.<br />

schakelaar voor losniveau)<br />

GIO Universele kabel<br />

GIO Adapterkabel<br />

449 445 010 0<br />

449 445 030 0<br />

449 445 050 0<br />

1 m<br />

3 m<br />

5 m<br />

TEBS E<br />

4-polig<br />

Code B<br />

449 439 030 0 3 m 4-polig<br />

Code B<br />

449 438 050 0<br />

449 438 080 0<br />

449 438 120 0<br />

449 811 010 0<br />

449 811 030 0<br />

449 811 040 0<br />

449 811 050 0<br />

449 811 080 0<br />

449 811 180 0<br />

449 812 004 0<br />

449 812 030 0<br />

449 812 100 0<br />

449 813 050 0<br />

449 813 080 0<br />

449 815 253 0<br />

449 815 258 0<br />

449 535 010 0<br />

449 535 060 0<br />

449 535 100 0<br />

5 m<br />

8 m<br />

12 m<br />

1 m<br />

3 m<br />

4 m<br />

5 m<br />

8 m<br />

18 m<br />

0,4 m<br />

3 m<br />

10 m<br />

5 m<br />

8 m<br />

6/6 m<br />

15/6 m<br />

1 m<br />

6 m<br />

10 m<br />

TEBS E<br />

4-polig<br />

Code B<br />

TEBS E<br />

4-polig<br />

Code B<br />

TEBS E<br />

4-polig<br />

Code B<br />

TEBS E<br />

2-polig<br />

Code B<br />

TEBS E<br />

4-polig<br />

Code B<br />

TEBS E<br />

4-polig<br />

Code B<br />

449 819 010 0 1 m TEBS E<br />

4-polig<br />

Code B<br />

4-polig<br />

DIN-bajonet<br />

4-polig<br />

DIN-bajonet<br />

3-aderig open met PGkoppeling<br />

DIN-bajonet<br />

4-polig<br />

4-polig<br />

DIN-bajonet<br />

bruin = pin 2 (massa)<br />

zwart = pin 3 (plus)<br />

2x 2-polig open<br />

Forced lowering<br />

(Gedwongen dalen):<br />

blauw: toets 1<br />

bruin = massa<br />

Traction Help<br />

(wegrijhulp):<br />

blauw = toets 2<br />

bruin = massa<br />

4-polig open<br />

Aderkleuren:<br />

rood = Pin 1<br />

bruin = Pin 2<br />

geel/groen = Pin 3<br />

blauw = Pin 4<br />

2-polig<br />

223


12 TEBS E<br />

Aansluiting op<br />

de TEBS E<br />

modulator<br />

224<br />

Aanhangsel<br />

Toepassing Bestelnummer Lengte Modulator Component<br />

GIO GIO Y-verdeler (te gebruiken met<br />

TEBS D kabels 449 752 ... 0 en<br />

449 762 ... 0)<br />

GIO Kabel voor druksensor, liftas of<br />

sensor<br />

GIO Kabel voor ECAS klep of LACV-IC<br />

GIO Kabel voor wegrijhulp of<br />

rangeerhulp<br />

GIO Kabel voor mechanische<br />

schakelaar voor asfaltrem (niet<br />

voor benaderingsschakelaar)<br />

GIO Kabel voor wegrijhulp, losniveau<br />

of sensor<br />

GIO en IN/OUT Verdeelkabel voor 24N, wegrijhulp<br />

of Gedwongen dalen<br />

GIO en IN/OUT Kabel voor wegrijhulp of 24 N<br />

ABS c<br />

ABS d<br />

ABS-e<br />

ABS-f<br />

Kabel voor ABS sensorverlenging<br />

449 629 022 0 0,4/0,4 m TEBS E<br />

4-polig<br />

Code B<br />

449 752 030 0<br />

449 752 080 0<br />

449 752 100 0<br />

3 m<br />

8 m<br />

10 m<br />

TEBS E<br />

3-polig<br />

rond voor GIO<br />

verdeler<br />

449 761 030 0 3 m TEBS E<br />

3-polig<br />

rond voor GIO<br />

verdeler<br />

449 762 020 0<br />

449 762 080 0<br />

449 762 150 0<br />

2 m<br />

8 m<br />

15 m<br />

TEBS E<br />

3-polig<br />

rond voor GIO<br />

verdeler<br />

449 763 100 0 10 m TEBS E<br />

3-polig<br />

rond voor GIO<br />

verdeler<br />

449 626 188 0 3 m/4 m TEBS E<br />

4-polig<br />

Code B<br />

449 356 023 0 1,0 m/0,4 m TEBS E<br />

4-polig Code<br />

C<br />

4-polig Code<br />

B<br />

2-polig<br />

449 357 253 0 6 m/6 m TEBS E<br />

4-polig Code<br />

C<br />

4-polig Code<br />

B<br />

2-polig<br />

449 723 003 0<br />

449 723 018 0<br />

449 723 023 0<br />

449 723 030 0<br />

449 723 040 0<br />

449 723 050 0<br />

449 723 080 0<br />

449 723 100 0<br />

449 723 150 0<br />

0,3 m<br />

1,8 m<br />

2,3 m<br />

3 m<br />

4 m<br />

5 m<br />

8 m<br />

10 m<br />

15 m<br />

TEBS E<br />

4-polig<br />

Code A<br />

2x 3-polig<br />

ABS stekker<br />

4-polig<br />

DIN-bajonet<br />

4-polig<br />

DIN-bajonet<br />

2-polig<br />

open<br />

bruin = massa<br />

zwart = input<br />

2-polig<br />

open<br />

bruin = massa<br />

zwart = input<br />

4-polig<br />

3-polig open<br />

DIN-bajonet<br />

4-polig<br />

DIN-bajonet<br />

4-polig<br />

DIN-bajonet<br />

2-polig<br />

ABS stekerdoos


Aansluiting op<br />

de TEBS E<br />

modulator<br />

Aanhangsel<br />

TEBS E 12<br />

Toepassing Bestelnummer Lengte Modulator Component<br />

GIO en ABS Kabel voor ABS sensor plus<br />

GIO6/7<br />

GIO Kabel voor slijtage-indicator<br />

GIO CAN diagnosekabel (alleen voor<br />

Premium)<br />

Aanwijzing: Alleen diagnosekabel<br />

naar interface 446 300 348 0<br />

GIO Kabel voor Telematica<br />

GIO Kabel voor Telematica<br />

GIO Kabel voor Telematica<br />

GIO Adapter voor 2-krings asliftklep<br />

463 084 010 0<br />

GIO TASC adapter<br />

Aansluiting aan<br />

ELEX<br />

449 818 022 0 0,4/0,4 m TEBS E<br />

4-polig<br />

Code B<br />

449 816 013 0<br />

449 816 030 0<br />

449 611 030 0<br />

449 611 040 0<br />

449 611 060 0<br />

449 611 080 0<br />

449 915 010 0<br />

449 915 120 0<br />

1,3 m<br />

3 m<br />

3 m<br />

4 m<br />

6 m<br />

8 m<br />

1 m<br />

12 m<br />

TEBS E<br />

4-polig<br />

Code B<br />

TEBS E<br />

4-polig<br />

Code B<br />

TEBS E<br />

4-polig<br />

Code B<br />

449 918 025 0 2,5 m TEBS E<br />

8-polig<br />

Code C<br />

449 610 060 0 6 m TEBS E<br />

4-polig<br />

Code B<br />

1x 2-polig<br />

1x 3-polig<br />

ABS stekker<br />

6x 3-polig<br />

ABS stekker<br />

7-polig<br />

Diagnosecontactdoos<br />

met gele beschermkap<br />

4-polig<br />

DIN-bajonet<br />

6-polig<br />

894 601 135 2 0,15 m M2V<br />

449 447 022 0 0,4 m/0,4 m 2x DIN<br />

bajonet<br />

4-polig open<br />

DIN-bajonet<br />

Toepassing Bestelnummer Lengte ELEX Component<br />

POWER Kabel voor voorziening ELEX<br />

SUBSYSTEMS Kabel voor SmartBoard<br />

SUBSYSTEMS Kabel voor afstandsbediening<br />

449 303 020 0<br />

449 303 050 0<br />

449 303 100 0<br />

2 m<br />

5 m<br />

10 m<br />

ELEX<br />

8-polig<br />

Code E<br />

449 906 060 0 6 m ELEX<br />

8-polig<br />

Code C<br />

449 602 060 0 6 m ELEX<br />

8-polig<br />

Code C<br />

TEBS E<br />

8-polig<br />

Code C<br />

7-polig<br />

DIN-bajonet<br />

Stekerdoos ECASbedieningseenheid<br />

225


12 TEBS E<br />

Aansluiting aan<br />

ELEX<br />

226<br />

Aanhangsel<br />

Toepassing Bestelnummer Lengte ELEX Component<br />

SUBSYSTEMS Kabel voor bedieningsbox<br />

SUBSYSTEMS Kabel voor SmartBoard +<br />

ECAS-bedieningseenheid<br />

SUBSYSTEMS Kabel voor SmartBoard + IVTM<br />

SUBSYSTEMS Kabel voor Telematica<br />

GIO TEBS E accukabel<br />

GIO LIN verdeelkabel<br />

GIO12 Universele kabel<br />

GIO10/GIO11 Verdeelkabel<br />

accu en/of licht<br />

GIO16 Kabel voor TEBS E accuvoeding<br />

GIO17 en / of<br />

GIO18<br />

GIO17 en / of<br />

GIO18<br />

Kabel voor LIN ultrasonische<br />

sensor<br />

Kabel voor Trailer Central Electronic<br />

of ultrasone sensor<br />

449 603 060 0 6 m ELEX<br />

8-polig<br />

Code C<br />

449 926 234 0 7 m/5 m ELEX<br />

8-polig<br />

Code C<br />

449 925 253 0 6 m/6 m ELEX<br />

8-polig<br />

Code C<br />

449 907 010 0<br />

449 907 120 0<br />

1 m<br />

12 m<br />

ELEX<br />

8-polig<br />

Code C<br />

449 807 050 0 5 m ELEX<br />

DIN-bajonet<br />

4-polig<br />

894 600 024 0 0,5 m ELEX<br />

Sensorstekke<br />

r<br />

449 908 060 0 6 m ELEX<br />

8-polig<br />

Code C<br />

449 803 022 0 0,4 m/0,4<br />

m<br />

449 808 020 0<br />

449 808 030 0<br />

2 m<br />

3 m<br />

ELEX<br />

8-polig<br />

Code C<br />

ELEX<br />

4-polig<br />

Code B<br />

449 806 060 0 6 m ELEX<br />

4-polig<br />

Code C<br />

449 801 060 0 6 m ELEX<br />

4-polig<br />

Code C<br />

7-polig<br />

DIN-bajonet<br />

Stekerdoos ECASbedieningseenheid<br />

+<br />

7-polige DIN bajonet<br />

7-polig<br />

2x DIN bajonet<br />

6-polig<br />

2-polig<br />

Sensorstekker<br />

Sensorcontactdoos<br />

Sensorcontactdoos<br />

Open<br />

2-polig<br />

Sensorstekker<br />

2-polig<br />

Sensorstekker<br />

4-polig<br />

Code C<br />

(IN/OUT EBS)<br />

Sensorcontactdoos<br />

4-polig<br />

DIN-bajonet


12.4 Kenmerken GIO functies<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

4S/2M+1M<br />

4S/3M<br />

Roll Stability Support (RSS)<br />

Stoplichtvoeding (24N)<br />

TEBS E<br />

modulator<br />

(standard)<br />

480 102 03. 0<br />

TEBS E<br />

modulator<br />

(Premium)<br />

480 102 06. 0<br />

Aanhangsel<br />

TEBS E<br />

modulator<br />

(Multi-<br />

Voltage)<br />

480 102 080 0<br />

ABS-systeem (maximale configuratie)<br />

2S/2M 4S/3M 4S/2M<br />

GIO aansluitingen GIO1-4 GIO1-7 GIO1-7<br />

Aantal GIO uitgangen 4 10 10<br />

Aantal analoge ingangen 2 2 2<br />

EBS-/ABS-relaisklep 24 V<br />

EBS-/ABS-relaisklep 12 V<br />

CAN 5 V aansluiting voor GIO5<br />

(Telematica)<br />

CAN 5V aansluiting voor<br />

Subsystems (IVTM, Telematica,<br />

SmartBoard)<br />

Trailer Central Electronic<br />

aansluiting voor regeling remlicht<br />

en benaderingshulp laadplatform<br />

ECASbedieningskast/afstandsbediening<br />

ECAS bedieningsbox via<br />

schakelaar<br />

ECAS bedieningsbox via<br />

schakelaar (uitsluitend<br />

Heffen/neerlaten)<br />

Afstandsbediening<br />

voertuigcombinatie ECAS<br />

IVTM<br />

Smartboard<br />

TEBS E 12<br />

Versie TEBS ...<br />

E0 E1 E1.5 E2 E2.5<br />

227


12 TEBS E<br />

GIO functies<br />

Snelheidsafhankelijke functies<br />

ISS1 (bijv. RTR klep)<br />

ISS2 (bijv. blokkering stuuras)<br />

Liftasbesturing<br />

Liftas 1 (met aslift- of ECAS-klep)<br />

Liftas 2 (met aslift- of ECAS-klep)<br />

Liftasregeling met LACV-IC<br />

Wegrijhulp<br />

Gedwongen dalen liftas(sen), handmatige<br />

ingreep door chauffeur<br />

OptiTurn (rangeerhulp)<br />

OptiLoad (Kingpin reductie)<br />

Wegrijhulp "terrein"<br />

Kooiaapregeling<br />

Niveauregeling<br />

Aansluiting "ECAS 1-puntsregeling"<br />

Aansluiting "Losniveauschakelaar"<br />

Normaalniveau II<br />

Losniveau als rijniveau IV te gebruiken<br />

Sleepasregeling met restdruk<br />

Uitschakelen ECAS<br />

Groen verklikkerlampje<br />

228<br />

Aanhangsel<br />

TEBS E<br />

modulator<br />

(standard)<br />

480 102 03. 0<br />

alleen<br />

asliftklep<br />

alleen<br />

asliftklep<br />

alleen<br />

asliftklep<br />

alleen<br />

asliftklep<br />

TEBS E<br />

modulator<br />

(Premium)<br />

480 102 06. 0<br />

TEBS E<br />

modulator<br />

(Multi-<br />

Voltage)<br />

480 102 080 0<br />

Versie TEBS ...<br />

E0 E1 E1.5 E2 E2.5


GIO functies<br />

Deactiveren van de automatische<br />

niveauregeling<br />

eTASC<br />

Remfuncties<br />

Aansluiting "asfaltrem"<br />

Benaderingsschakelaar voor asfaltrem<br />

Ontspanningsfunctie<br />

Remontgrendelingsfunctie<br />

Remontgrendelingsfunctie (uitgebreid)<br />

Trailer Extending Control<br />

Veiligheidsfuncties<br />

Remblokkenslijtage-indicatie (BVA)<br />

Roll Stability Adviser<br />

Immobilizer (wegrijblokkering)<br />

Emergency Brake Light<br />

Trailer Safety Brake<br />

Overige functies<br />

Vrij te configureren digitale functie met<br />

uitgang<br />

Vrij te configureren analoge functie met<br />

uitgang<br />

Externe sensoren<br />

Externe aslastsensor c-d<br />

Externe aslastsensor e-f<br />

Tweede externe aslastsensor c-d<br />

Externe remdruksensor<br />

Sensor mechanische vering<br />

ELEX<br />

TailGUARDlight<br />

TailGUARD<br />

TailGUARDMAX<br />

TailGUARD Roof<br />

TEBS E<br />

modulator<br />

(standard)<br />

480 102 03. 0<br />

Aanhangsel<br />

TEBS E<br />

modulator<br />

(Premium)<br />

480 102 06. 0<br />

TEBS E<br />

modulator<br />

(Multi-<br />

Voltage)<br />

480 102 080 0<br />

TEBS E 12<br />

Versie TEBS ...<br />

E0 E1 E1.5 E2 E2.5<br />

229


12 TEBS E<br />

GIO functies<br />

Aansluiting naar ISO 12098<br />

ECAS 2-puntsregeling<br />

GIO-aansluituitbreidingen<br />

Accuvoeding/-lading<br />

ELEX 1<br />

ECAS 2-puntsregeling met extra klep<br />

ECAS 2-puntsregeling (afzonderlijk<br />

Heffen/neerlaten)<br />

Trailer Remote Control<br />

Wegrijhulp<br />

OptiTurn / OptiLoad<br />

Gedwongen dalen<br />

Toets Heffen/neerlaten<br />

Losniveauschakelaar<br />

Rijniveau I / rijniveau II<br />

Asfaltrem aan / uit<br />

Kantelgevaar<br />

Achteruitrijbewaking<br />

(TailGUARD/TailGUARD Roof /TailGUARDMAX)<br />

uit<br />

Benaderingshulp laadplatform<br />

(TailGUARDlight) uit<br />

Trailer Remote Control 1<br />

Blokkering stuuras<br />

Vrij configureerbare analoge functie<br />

Vrij configureerbare digitale functie<br />

Roll Stability Adviser<br />

Weergave aslast<br />

Opti-functies Aan / Uit<br />

CAN Router / CAN Repeater<br />

CAN-communicatie<br />

Sensor gewenste druk aan de CAN Router /<br />

CAN Repeater<br />

230<br />

Aanhangsel<br />

TEBS E<br />

modulator<br />

(standard)<br />

480 102 03. 0<br />

TEBS E<br />

modulator<br />

(Premium)<br />

480 102 06. 0<br />

TEBS E<br />

modulator<br />

(Multi-<br />

Voltage)<br />

480 102 080 0<br />

Versie TEBS ...<br />

E0 E1 E1.5 E2 E2.5


12.5 GIO schema's<br />

GIO schema's<br />

Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />

Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Index.<br />

Geef het woord Aansluitschema in het veld "zoeken" in.<br />

Klik op Detail => Toepassing => Trailer EBS E.<br />

Aanhangsel<br />

Aanduiding Schema's Voertuigen<br />

TEBS E 12<br />

Immobilizer 841 701 227 0 Alle getrokken voertuigen.<br />

Standaard 841 802 150 0 Oplegger<br />

Middenasaanhangwagen<br />

2 liftassen<br />

Restdruk aan liftas 1<br />

841 802 151 0 Oplegger<br />

Middenasaanhangwagen<br />

Externe druksensor 841 802 152 0 Oplegger<br />

Middenasaanhangwagen<br />

Mechanische vering 841 802 153 0 Oplegger<br />

Middenasaanhangwagen<br />

Mechanische vering 841 802 154 0 Disselaanhangwagen<br />

Standaard met 2 liftassen 841 802 155 0 Oplegger<br />

Middenasaanhangwagen<br />

Standaard 841 802 156 0 Disselaanhangwagen<br />

ECAS 1-punts met 2 1-krings LACV 841 802 157 0 Oplegger<br />

Middenasaanhangwagen<br />

ECAS 1-punts met 1-krings LACV en 2-krings ECAS blok 841 802 158 0 Oplegger<br />

Middenasaanhangwagen<br />

TASC (RTR-functie) 841 802 159 0 Oplegger<br />

Middenasaanhangwagen<br />

ECAS 1-punts met 2 1-krings ECAS blok 841 802 190 0 Oplegger<br />

Middenasaanhangwagen<br />

ECAS met 1-krings LACV en restdruk 841 802 191 0 Oplegger<br />

Middenasaanhangwagen<br />

ECAS met 1-krings LACV 841 802 192 0 Oplegger<br />

Middenasaanhangwagen<br />

ECAS 1-punts met 1-krings LACV en 2-krings ECAS blok 841 802 194 0 Oplegger<br />

Middenasaanhangwagen<br />

ECAS 1-punts met 1-krings LACV en 2-krings ECAS blok 841 802 195 0 Oplegger<br />

Middenasaanhangwagen<br />

Tankvoertuigen 841 802 196 0 Oplegger<br />

Tankvoertuigen 841 802 197 0 Oplegger<br />

Asfaltrem 841 802 198 0 Oplegger<br />

Asfaltrem 841 802 199 0 Oplegger<br />

OptiTurn / OptiLoad met ECAS 841 802 235 0 Oplegger<br />

OptiTurn / OptiLoad met ECAS 841 802 236 0 Oplegger<br />

ECAS 2-puntsregeling met accu en sleepasregeling 841 802 250 0 Oplegger<br />

ECAS 2-puntsregeling met extra klep 841 802 252 0 Disselaanhangwagen<br />

231


12 TEBS E<br />

232<br />

Aanhangsel<br />

Aanduiding Schema's Voertuigen<br />

Trailer Safety Brake 841 802 274 0 Kieper<br />

Tanker<br />

Rolcontainer<br />

TailGUARDlight 841 802 280 0 Alle getrokken voertuigen.<br />

TailGUARD 841 802 281 0 Alle getrokken voertuigen.<br />

TailGUARDMAX 841 802 282 0 Alle getrokken voertuigen.<br />

TailGUARD Roof 841 802 283 0 Alle getrokken voertuigen.<br />

TailGUARD Roof (gedraaide ultrasoonsensor) 841 802 284 0 Oplegger<br />

Trailer Extending Control voor uitschuifbare voertuigen 841 802 290 0 Oplegger<br />

Disselaanhangwagen<br />

Noodremlicht-functie 841 802 291 0 Alle getrokken voertuigen.<br />

Kooiaapregeling 841 802 292 0 Middenasaanhangwagen<br />

eTASC (uitsluitend heffen en dalen) 841 802 295 0 Oplegger<br />

eTASC met liftasregeling 841 802 296 0<br />

841 802 297 0<br />

Oplegger


12.6 Trailer EBS E remschema's<br />

Oplegger<br />

Remschema's<br />

Ga naar onze internetsite http://www.wabco-auto.com.<br />

Klik op Productcatalogus <strong>INFORM</strong> => Index.<br />

Geef het woord Aansluitschema in het veld "zoeken" in.<br />

Klik op Detail => Toepassing => Trailer EBS E.<br />

As(sen) ABSsysteem<br />

Nummer Tristop Antioptelklep<br />

PEM Trailer<br />

Central<br />

Electronic<br />

Aanhangsel<br />

Mechanische<br />

vering<br />

Extra<br />

getrokken<br />

voertuig<br />

1 2S/2M 841 701 180 0 x x x<br />

1 2S/2M 841 701 181 0 x x x<br />

1 2S/2M 841 701 182 0 x x x<br />

TEBS E 12<br />

PREV Modulator<br />

Vooras<br />

Opmerking<br />

Dolly / hydraulische<br />

vering<br />

1 2S/2M 841 701 183 0 x x x 12 V<br />

2<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

841 701 190 0 x x x<br />

2 4S/3M 841 701 191 0 x x x<br />

2 2S/2M 841 701 192 0 x x<br />

2<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

841 701 193 0 x x x<br />

2 4S/3M 841 701 195 0 x x x Alleen één as Tristop!<br />

2 4S/3M 841 701 196 0 x x x<br />

2<br />

2<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

841 701 197 0 x x x x<br />

841 701 198 0 x x x een Tristop afzonderlijk<br />

3 4S/3M 841 701 050 0 x x<br />

3 4S/3M 841 701 055 0 x CAN Repeater<br />

3 4S/3M 841 701 057 0 x x x<br />

CAN Repeater + Select<br />

Low<br />

3 4S/3M 841 701 058 0 x x x CAN Repeater<br />

3<br />

3<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

841 701 100 0 x<br />

841 701 101 0 x x<br />

3 2S/2M 841 701 102 0 x x Select Low<br />

3 4S/2M+1M 841 701 103 0 x x<br />

3<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

841 701 104 0 x x x<br />

3 4S/2M+1M 841 701 105 0 x x x<br />

3<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

841 701 106 0 x x x<br />

3 2S/2M 841 701 107 0 x x x Select Low<br />

3 2S/2M 841 701 108 0 x x x Select Low (relaisklep)<br />

3 2S/2M 841 701 109 0 x x Select Low (relaisklep)<br />

233


12 TEBS E<br />

As(sen) ABSsysteem<br />

3<br />

234<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

Nummer Tristop Antioptelklep<br />

Aanhangsel<br />

PEM Trailer<br />

Central<br />

Electronic<br />

Mechanische<br />

vering<br />

Extra<br />

getrokken<br />

voertuig<br />

841 701 110 0 x x x<br />

3 4S/3M 841 701 111 0 x x x<br />

PREV Modulator<br />

Vooras<br />

Opmerking<br />

3 2S/2M 841 701 112 0 x x x Select Low (relaisklep)<br />

3 4S/3M 841 701 113 0 x x x<br />

3 4S/3M 841 701 114 0 x x<br />

3 4S/2M 841 701 115 0 x x x<br />

3<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

841 701 116 0 x x x x<br />

Afzonderlijke<br />

wielophanging<br />

3 2S/2M 841 701 117 0 x x x Select Low<br />

3 4S/2M+1M 841 701 118 0 x x x<br />

3 4S/3M 841 701 119 0 x x x EBS relais op as 1<br />

3 4S/2M+1M 841 701 221 0 x x x<br />

3<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

841 701 222 0<br />

3 4S/2M+1M 841 701 223 0 x x x<br />

3 4S/3M 841 701 224 0<br />

3<br />

3<br />

3<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

841 701 227 0 x x x Wegrijblokkering<br />

841 701 228 0 x x x x CAN-router<br />

841 701 229 0 x x x x CAN-router<br />

3 4S/2M+1 841 701 230 0 x x x x CAN-router<br />

3<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

841 701 231 0 x x x 3 assen Tristop<br />

3 4S/3M 841 701 232 0 x x x<br />

3<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

841 701 233 0<br />

4 4S/3M 841 701 050 0 x x<br />

4 4S/3M 841 701 051 0 x x<br />

4 4S/3M 841 701 052 0 x x x<br />

4 4S/3M 841 701 053 0 x x x<br />

4 4S/3M 841 701 054 0 x x x<br />

Hydraulische vering<br />

(landbouw)<br />

Select Low<br />

1. As<br />

Select Low 1e as<br />

(relaisklep)<br />

CAN repeater<br />

uittrekbaar<br />

CAN repeater<br />

uittrekbaar<br />

4 4S/3M 841 701 055 0 x CAN Repeater<br />

4 4S/3M 841 701 056 0 x x x Hydraulische vering<br />

4 4S/3M 841 701 240 0 x x x<br />

CAN repeater<br />

uittrekbaar<br />

7 4S/3M 841 701 210 0 x x Hydraulische vering


Middenasser<br />

As(sen) ABSsysteem<br />

Nummer Tristop Antioptelklep<br />

PEM Trailer<br />

Central<br />

Electronic<br />

Aanhangsel<br />

Mechanische<br />

vering<br />

Extra<br />

getrokken<br />

voertuig<br />

1 2S/2M 841 601 290 0 x x x<br />

2<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

841 601 280 0 x x x<br />

TEBS E 12<br />

PREV Modulator<br />

Vooras<br />

Opmerking<br />

2 4S/3M 841 601 281 0 x x x x VB asstel<br />

2<br />

2<br />

2<br />

2<br />

2<br />

2<br />

2<br />

2<br />

2<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

841 601 282 0 x x x<br />

841 601 283 0 x x x Dolly<br />

841 601 284 0 x x<br />

841 601 285 0 x x x<br />

Beide assen met<br />

Tristop<br />

Dolly /<br />

hydraulische<br />

vering<br />

841 601 286 0 x x x x Dolly<br />

841 601 287 0 x x x x<br />

841 601 288 0 x<br />

841 601 302 0<br />

841 601 320 0 x x x x<br />

2 4S/3M 841 601 322 0 x x x<br />

2 4S/3M 841 601 323 0 x x x<br />

3<br />

3<br />

4S/2M<br />

2S/2M<br />

4S/2M<br />

2S/2M<br />

841 601 300 0 x x x<br />

841 601 301 0 x x x<br />

Dolly CAN<br />

Router<br />

Hydraulische<br />

vering landbouw<br />

Dolly CAN<br />

Router<br />

Beide assen<br />

Tristop<br />

235


12 TEBS E<br />

Disselaanhangwagen<br />

As(sen) ABSsysteem<br />

236<br />

Nummer Tristop Antioptelklep<br />

Aanhangsel<br />

PEM Trailer Central<br />

Electronic<br />

Mechanische<br />

vering<br />

Extra<br />

getrokken<br />

voertuig<br />

PREV Modulator<br />

Vooras<br />

2 4S/3M 841 601 220 0 x x x<br />

2 4S/3M 841 601 223 0 x x x x<br />

2 4S/3M 841 601 224 0 x x x<br />

2 4S/3M 841 601 225 0 x x x x<br />

2 4S/3M 841 601 226 0<br />

2 4S/3M 841 601 227 0 x x x x x<br />

2 4S/3M 841 601 228 0 x<br />

2 4S/3M 841 601 229 0 x x x<br />

2 4S/3M 841 601 230 0 x x<br />

2 4S/3M 841 601 341 0 x x x x<br />

2 4S/3M 841 601 342 0 x<br />

3 4S/3M 841 601 230 0 x x<br />

3 4S/3M 841 601 231 0 x x x<br />

3 4S/3M 841 601 232 0 x x x<br />

3 4S/3M 841 601 233 0 x x<br />

3 4S/3M 841 601 235 0 x x x<br />

3 4S/3M 841 601 236 0 x<br />

4 4S/3M 841 601 240 0 x x x<br />

4 4S/3M 841 601 241 0 x x x x<br />

4 4S/3M 841 601 242 0 x x<br />

4 4S/3M 841 601 243 0 x x x<br />

4 4S/3M 841 601 244 0 x x x<br />

4 2x 4S/2M 841 601 245 0 x<br />

4 4S/3M 841 601 246 0 x x x<br />

4 4S/3M 841 601 247 0 x x<br />

Opmerking<br />

CAN Router<br />

2x 4S/2M<br />

4 4S/3M 841 601 249 0 x x x x x extra relais /<br />

RSS<br />

4 4S/3M 841 601 350 0 x x x x extra relais /<br />

RSS<br />

5 4S/3M 841 601 063 0 x x<br />

5 4S/3M 841 601 064 0 x


Trefwoordenregister<br />

1<br />

1-puntsregeling 19, 64<br />

2<br />

24N 30<br />

2-puntsregeling 20, 64<br />

2S/1M 23<br />

2S/2M 23<br />

2S/2M+SLV 23<br />

4<br />

4S/2M 23<br />

4S/2M+1M+SHV 23<br />

4S/3M 23<br />

6<br />

6S/3M 23<br />

A<br />

aanhaalmoment 209<br />

Aanhangerremsysteem 16<br />

Aanhangwagenaccu 15, 133<br />

aansluitingen<br />

pneumatisch 27, 213<br />

Aansluitingen<br />

elektrisch / pneumatisch 146, 215<br />

aanspreekdrukken controleren 210<br />

ABS 43<br />

ABS configuraties 23, 43<br />

binnenlader 26<br />

disselaanhangwagens 25<br />

liftassen 24<br />

meerassig asstel 24<br />

middenassers 25<br />

opleggers 25<br />

sleepassen 24<br />

stuurassen 24<br />

ABS relaisklep 27<br />

kabel 221<br />

ABS sensorverlenging<br />

kabel 224<br />

Trefwoordenregister<br />

TEBS E<br />

ABS toerentalsensor 28<br />

ABS-configuraties<br />

2S/2M 23<br />

2S/2M+SLV 23<br />

4S/2M 23<br />

4S/2M+1M+SHV 23<br />

4S/3M 23<br />

Accuvoeding/-lading 15, 133<br />

Adapterkabel 223<br />

adhesie-gestuurde stuuras 45<br />

Afmetingen (TEBS E modulator) 145<br />

afstandsbediening<br />

kabel 225<br />

Afstandsbediening voor getrokken voertuigen(Trailer<br />

Remote Control) 135<br />

ALB 35, 37, 40<br />

Karakteristiek voor disselaanhangwagens 38<br />

Karakteristiek voor opleggers 38<br />

Anti-optel 42<br />

asfaltrem<br />

benaderingsschakelaar 98<br />

kabel 224<br />

mechanische schakelaar 98<br />

Asfaltrem 98<br />

GIO schema's 231<br />

aslast 51<br />

Aslast<br />

kalibrering van de uitvoer van de aslast 51<br />

Weergave 51<br />

Aslastsensor<br />

Extern 51, 82<br />

asliftklep<br />

impulsgestuurd 60, 61<br />

veerretour 60<br />

Asliftklep<br />

veerretour 61<br />

B<br />

Bandendrukbewaking (IVTM) 138<br />

Bediening 67, 71, 193<br />

237


238<br />

TEBS E Trefwoordenregister<br />

Immobilizer (wegrijblokkering) 121, 203<br />

Trailer Remote Control 135<br />

wegrijhulp 79, 201<br />

Bediening<br />

ECAS (niveauregeling) 101<br />

Bediening<br />

ECAS (niveauregeling) 200<br />

bedieningsbox<br />

ECAS 66<br />

kabel 226<br />

Bedieningseenheid<br />

ECAS 66<br />

Bedrijfsurenteller 15, 49<br />

benaderingsschakelaar 99<br />

bepalen aslast<br />

1-krings 37<br />

2-krings 37<br />

Bevestiging kabels 151, 167<br />

Binnenlader<br />

ABS configuraties 26<br />

BO-Kraftkreis 83<br />

Bounce Control (ontspanningsfunctie) 108<br />

Buizen 26<br />

C<br />

CAN diagnose<br />

kabel 225<br />

CAN Repeater 28<br />

CAN Router 28<br />

CAN Router / CAN Repeater<br />

verlengkabel 221<br />

CAN-Router<br />

goedkeuring 22<br />

Componenten 56, 193<br />

Remsysteem 23, 27, 36<br />

configuraties<br />

voertuigen met TEBS E en RSS 150<br />

Controle voorraaddruk 47<br />

D<br />

Diagnose<br />

Hardware 205<br />

diagnose-interface 205<br />

diagnosesoftware<br />

stekkertoewijzing 176<br />

Diagnosesoftware TEBS E 169<br />

DIN 75031 22<br />

DIN EN ISO 228 22<br />

Disselaanhangwagen<br />

Remschema's 236<br />

disselaanhangwagens<br />

ABS configuraties 25<br />

Drukregeling 41<br />

druksensor 28<br />

hydraulische vering 39<br />

kabel 223<br />

Druksensor 36<br />

Dubbele terugslagklep 27<br />

Dynamische wielbasisregelingen 63, 83<br />

E<br />

EBS relaisklep 27<br />

kabel 221<br />

ECAS<br />

1-puntsregeling 64<br />

2-puntsregeling 64<br />

externe ECAS 136<br />

groen verklikkerlampje 72<br />

hefboom 66<br />

losniveau 70<br />

memoryniveau 71<br />

montageset 66<br />

Regeling ingesteld niveau 68<br />

rijniveau I (normaalniveau) 70<br />

rijniveau II 70<br />

rijniveau III 70<br />

rijniveau IV 70<br />

systeemopbouw 19, 153<br />

ECAS (luchtvering) 64, 132<br />

ECAS (niveauegeling)<br />

Bediening 101, 200<br />

ECAS 2-puntsregeling 15, 64, 131<br />

GIO schema's 231<br />

kabel 223


ECAS bedieningsbox 66<br />

kabel 222<br />

ECAS extern<br />

kabel 223<br />

ECAS-bedieningseenheid 66<br />

kabel 222<br />

ECE R 48 22<br />

E-learning 168, 189, 204, 208<br />

Elektromagnetische verdraagzaamheid 22<br />

Elektronische uitbreidingsmodule (ELEX) 123<br />

ELEX<br />

Aansluitingen elektrisch 146, 215<br />

Accuvoeding/-lading 15, 133<br />

ECAS 2-puntsregeling 15, 64, 131<br />

Pin-toekenning 56, 215<br />

TailGUARD 109, 124, 156<br />

ELEX (elektronische uitbreidingsmodule) 135<br />

ELEX voorziening<br />

kabel 225<br />

EOL (eindcontrole) test 184<br />

ESD 11<br />

eTASC 15, 65, 141<br />

GIO schema's 232<br />

Montage 142, 167<br />

Parametrering 183<br />

Externe aslastsensor 51, 82<br />

Externe ECAS 136<br />

Externe remdruksensor 36<br />

Externe systemen 58, 123<br />

F<br />

Functietest 184<br />

Functietest bij inschakelen 30<br />

fusee-as 45<br />

G<br />

Gedwongen dalen van de liftas 91<br />

geheugen bedrijfsgegevens (ODR)<br />

geheugen voor storingsmeldingen 55<br />

Geheugen bedrijfsgegevens (ODR) 54, 118, 122<br />

statistische gegevens 54<br />

Geheugen per rit 54<br />

geheugen voor storingsmeldingen 55<br />

Trefwoordenregister<br />

TEBS E<br />

GIO 56<br />

GIO analoge ingang 56<br />

GIO bedrijfsurenteller 15, 49<br />

GIO functies 56, 193, 227<br />

Asfaltrem 98<br />

blokkeren stuuras 75, 109<br />

dynamische wielbasisregelingen 63, 83<br />

ECAS (luchtvering) 64, 132<br />

ECAS groen verklikkerlampje 72<br />

Externe aslastsensor 51, 82<br />

Gedwongen dalen van de liftas 91<br />

Kenmerken 227<br />

Kingpin reductie (OptiLoad) 85<br />

kooiaapregeling 112<br />

Liftasregeling 59<br />

ontspanningsfunctie (Bounce Control) 108<br />

overzicht 57<br />

Permanente plus 1 en 2 97<br />

rangeerhulp (OptiTurn) 83<br />

Remblokkenslijtage-indicatie (BVA) 93<br />

remontgrendelingsfunctie 15, 114<br />

Roll Stability Adviser 111<br />

Signaal ABS actief 77<br />

Signaal RSS actief 77<br />

sleepasregeling met restdruk 63, 89<br />

Snelheidsschakelaar ISS 1 en ISS 2 18, 75<br />

Snelheidssignaal 96<br />

spanningsvoeding van Telematica 95<br />

Trailer uitschuiffunctie 104<br />

Vrij te configureren functies 15, 122<br />

wegrijblokkering (immobilizer) 117<br />

Wegrijhulp (Traction Help) 78<br />

GIO ingang wegsensor 56<br />

GIO schema's 231<br />

Asfaltrem 231<br />

ECAS 2-puntsregeling 231<br />

eTASC 232<br />

Immobilizer 231<br />

Kooiaapregeling 232<br />

Noodremlicht-functie 232<br />

OptiTurn / OptiLoad 231<br />

TailGUARD 232<br />

239


240<br />

TEBS E Trefwoordenregister<br />

Tankvoertuigen 231<br />

TASC 231<br />

Trailer Extending Control 232<br />

Trailer Safety Brake 232<br />

GIO uitgang 56<br />

GIO-functies<br />

Deactivering van de niveauregeling 74<br />

Noodremlicht (Emergency Brake Alert) 115<br />

Trailer Safety Brake 15, 106<br />

goedkeuring<br />

ABS 22<br />

ADR/GGVS 22<br />

CAN-Router 22<br />

EBS 22<br />

remlos- en ontspanningsfunctie 22<br />

RSS voor TEBS E 22<br />

Goedkeuring<br />

TEBS D / TEBS E 22<br />

Goedkeuring 22<br />

Goedkeuring 114<br />

Grafieken 55<br />

Groen verklikkerlampje (ECAS) 72<br />

H<br />

Hardware (diagnose) 205<br />

harmonisatie combinatie<br />

controleren aanspreekdrukken 210<br />

Harmonisatie combinatie 210<br />

instelling voorijling 211<br />

hefboom 66<br />

Herkenning gewenste druk<br />

Externe remdruksensor 36<br />

Herkenning gewenste waarde 35<br />

hydraulische vering<br />

druksensor 39<br />

I<br />

Immobilizer<br />

GIO schema's 231<br />

montage componenten 120, 155<br />

noodlosfunctie resp. noodontgrendeling 117<br />

vrijschakelen en activeren 120<br />

Immobilizer (wegrijblokkering) 117<br />

bediening 121, 203<br />

Impulsgestuurd 61<br />

inbedrijfstelling 168<br />

Inbedrijfstelling<br />

LIN ultrasonische sensor 15, 185, 208<br />

Inbouw 144<br />

Inbouwvoorschrift<br />

RSS 148, 149<br />

ingesteld niveau 68<br />

instelling af fabriek (TEBS E modulator) 145<br />

ISO 1185 22<br />

ISO 11898 22<br />

ISO 11992 22<br />

ISO 12098 22<br />

ISO 12155 22<br />

ISO 4141 22<br />

ISO 7638 22<br />

ISS 1 / ISS 2 18, 75<br />

IVTM<br />

Kabel 222<br />

IVTM (bandendrukbewaking ) 138<br />

K<br />

kabel<br />

ABS relaisklep 221<br />

ABS sensorverlenging 224<br />

afstandsbediening 225<br />

asfaltrem 224<br />

bedieningsbox 226<br />

CAN diagnose 225<br />

druksensor 223<br />

EBS relaisklep 221<br />

ECAS 2-puntsregeling 223<br />

ECAS bedieningsbox 222<br />

ECAS-bedieningseenheid 222<br />

ELEX voorziening 225<br />

externe ECAS 223<br />

LIN ultrasonische sensor 226<br />

RTR 222<br />

sensor 223<br />

slijtage-indicator 225


SmartBoard 221<br />

Telematica 225<br />

universeel 222<br />

wegrijhulp (Traction Help) 223<br />

wegrijhulp / rangeerhulp 224<br />

wegrijhulp + Gedwongen dalen (resp. schakelaar<br />

voor losniveau) 223<br />

Kabel<br />

IVTM 222<br />

Telematica 222<br />

Trailer Central Electronic 222<br />

Kabeloverzicht 28, 151, 220<br />

Kalibreren<br />

Sensoren 189<br />

Kalibrering van de uitvoer van de aslast 51<br />

Karakteristiek<br />

disselaanhangwagens 38<br />

oplegger 38<br />

kilometerteller<br />

dagteller 48<br />

totale kilometerteller 48<br />

Kilometerteller 48<br />

Kingpin reductie (OptiLoad) 85<br />

Kooiaapregeling 112<br />

GIO schema's 232<br />

L<br />

Liftasregeling 59<br />

LIN ultrasonische sensor 15, 185, 208<br />

kabel 226<br />

losniveau 70, 71<br />

luchtvering<br />

1-puntsregeling 64<br />

asliftklep 60<br />

ECAS bedieningsbox 66<br />

ECAS-bedieningseenheid 66<br />

sensor 66<br />

SmartBoard 67<br />

TEBS E modulator 65<br />

Luchtvering<br />

2-puntsregeling 64<br />

conventioneel 17<br />

Trefwoordenregister<br />

TEBS E<br />

elektronisch geregeld (ECAS) 19, 153<br />

M<br />

Mechanische veringen 40<br />

kalibreren sensor 41, 191<br />

meerassig asstel 24<br />

memoryniveau 71<br />

Middenasser<br />

Remschema's 235<br />

middenassers<br />

ABS configuraties 25<br />

montage<br />

ELEX 157<br />

ultrasonische sensoren 156<br />

Montage<br />

componenten Immobilizer 120, 155<br />

eTASC 142, 167<br />

sensor 41, 131, 153<br />

TailGUARD componenten 127, 130, 156<br />

TEBS E modulator 148<br />

Montage kabels 151, 167<br />

montageset 66<br />

MSR 23<br />

Multi-Voltage modulator 15, 21, 31<br />

N<br />

Niveauregeling 19, 74, 153<br />

Deactivering 74<br />

Niveauregeling ECAS<br />

Bediening 101, 200<br />

noodremfunctie 46<br />

Noodremlicht (Emergency Brake Alert) 115<br />

Noodremlicht-functie<br />

GIO schema's 232<br />

normaalniveau 70<br />

Normen 22, 114<br />

Notebookfunctie 53<br />

O<br />

ODR (geheugen bedrijfsgegevens) 54, 118, 122<br />

Onderhoud 204<br />

Ontspanningsfunctie (Bounce Control) 108<br />

Oplegger<br />

241


Remschema's 233<br />

Opleggers<br />

ABS configuraties 25<br />

OptiLoad (Kingpin reductie) 85<br />

Componenten 87<br />

OptiTurn (rangeerhulp) 83<br />

Componenten 87<br />

OptiTurn / OptiLoad<br />

P<br />

GIO schema's 231<br />

242<br />

TEBS E Trefwoordenregister<br />

Parkeer-los-veiligheidsklep (PREV) 27<br />

PEM 27<br />

Variantenoverzicht 27, 213<br />

Permanente plus 1 en 2 97<br />

PIN 168, 189, 204, 208<br />

Pin-toekenning 56, 215<br />

ELEX 56, 215<br />

Pneumatische aansluitingen voor TEBS E 27, 213<br />

Pneumatische redundantie 34<br />

PREV (parkeer-los-veiligheidsklep) 27<br />

printen PDF bestanden 192<br />

R<br />

Rangeerhulp (OptiTurn) 83<br />

Recycling 212<br />

Regeling ingesteld niveau 68<br />

remberekening 21<br />

Remblokkenslijtage-indicatie (BVA) 93<br />

Remdrukfuncties<br />

Controle voorraaddruk 47<br />

Remdruksensor<br />

extern 36<br />

remfuncties<br />

noodremfunctie 46<br />

Remfuncties<br />

ABS 43<br />

ALB 35, 37, 40<br />

Anti-optel 42<br />

Drukregeling 41<br />

Externe remdruksensor 36<br />

Herkenning gewenste waarde 35<br />

Mechanische veringen 40<br />

RSS 44<br />

Stilstandfunctie 45<br />

Testmodus 46<br />

Remontgrendelingsfunctie 15, 114<br />

Remschema's 155, 233<br />

disselaanhangwagen 236<br />

Middenasser 235<br />

Oplegger 233<br />

remsysteem<br />

ABS toerentalsensor 28<br />

CAN Router 28<br />

druksensor 28<br />

EBS relaisklep 27<br />

Remsysteem 16, 17, 21<br />

ABS relaisklep 27<br />

CAN Repeater 28<br />

Componenten 23, 27, 36<br />

Parkeer-los-veiligheidsklep (PREV) 27<br />

PEM 27<br />

Select-Low klep 27<br />

TEBS E modulator 27<br />

Wisselklep 27<br />

Remsysteem in getrokken voertuigen 17<br />

Remsysteem TEBS E<br />

disselaanhangwagen 16<br />

Oplegger 16<br />

toepassingsgebied 21<br />

uitvoering 21<br />

Reparatie 208<br />

Reparatiesets 208<br />

Rijniveaus 70, 98<br />

Rit 54<br />

Roll Stability Adviser 111<br />

RSS 44, 148<br />

Inbouwvoorschrift 148, 149<br />

RTR<br />

kabel 222<br />

S<br />

schakelaar voor losniveau 71<br />

Schema's 233


GIO 231<br />

Select-Low klep (dubbele terugslagklep) 27<br />

sensor 28, 66<br />

kabel 223<br />

Sensor<br />

Kalibreren 189<br />

montage 41, 131, 153<br />

Servicesignaal 49<br />

Signaal ABS actief 77<br />

Signaal RSS actief 77<br />

Simulatie TEBS E 206<br />

Slangen<br />

lengtes 26<br />

Sleepasregeling met restdruk 63, 89<br />

sleepassen 24<br />

Slijtage-indicatie 93<br />

slijtage-indicator 93<br />

kabel 225<br />

SmartBoard 67<br />

kabel 221<br />

SmartBoard + IVTM<br />

kabel 222<br />

Snelheidsschakelaar ISS 1 en ISS 2 18, 75<br />

Snelheidssignaal 96<br />

Spanningsvoeding van Telematica 95<br />

Spanningsvoorziening via remlicht (24N) 30<br />

Statistische gegevens<br />

geheugen per rit 54<br />

grafieken 55<br />

Stekkertoewijzing<br />

diagnosesoftware 176<br />

Stilstandfunctie 45<br />

Stoplichtvoeding (24N)<br />

kabel 222<br />

stuuras<br />

adhesie-gestuurde 45<br />

Stuuras<br />

blokkeren 75, 109<br />

stuurassen 24<br />

Subsystems 152<br />

Symbolen 10<br />

Systeemcontrole 33<br />

Trefwoordenregister<br />

TEBS E<br />

Systeemmeldingen/waarschuwingen 33, 193<br />

Systeemopbouw<br />

Remsysteem TEBS E 16<br />

Systeemplaatje TEBS E 192<br />

Systeemtraining<br />

PIN 168, 189, 204, 208<br />

T<br />

TailGUARD 109, 124, 127, 156<br />

activeren 128<br />

componenten 129<br />

deactiveren 128<br />

GIO schema's 232<br />

Parametrering 178<br />

systeemconfiguraties 125<br />

TailGUARDlight 126<br />

TailGUARDMAX 127<br />

TailGUARDRoof 127<br />

Tankvoertuigen<br />

GIO schema's 231<br />

TASC<br />

GIO schema's 231<br />

TEBS E 16<br />

Pin-toekenning 56, 215<br />

Pneumatische aansluitingen 27, 213<br />

Tests 206<br />

TEBS E diagnosesoftware 168<br />

TEBS E Diagnostic Software<br />

Systeemtraining 168, 189, 204, 208<br />

TEBS E modulator 27, 65<br />

Aansluitingen elektrisch / pneumatisch 146, 215<br />

Afmetingen 145<br />

bevestiging op de dwarsbalk 148<br />

data 144<br />

Functietest bij inschakelen 30<br />

instelling af fabriek 145<br />

Interne functies 48<br />

Montage in voertuig 148<br />

Montage op het chassis 148<br />

Multi-Voltage 15, 21, 31<br />

onderdelen 29<br />

Pneumatische redundantie 34<br />

243


244<br />

TEBS E Trefwoordenregister<br />

spanningsvoorziening via remlicht (24N) 30<br />

systeemcontrole 33<br />

systeemplaatje 192<br />

Technische gegevens 144<br />

Waarschuwingen/systeemmeldingen 33, 193<br />

TEBS E Modulator<br />

Variantenoverzicht 27, 213<br />

TEBS E remsysteem<br />

disselaanhangwagen 16<br />

toepassingsgebied 21<br />

uitvoering systeem 21<br />

TEBS E remsysteem<br />

Oplegger 16<br />

Technische gegevens 144<br />

Telematica<br />

kabel 225<br />

Kabel 222<br />

Telematica (TrailerGUARD) 95, 140<br />

Testmodus 46<br />

Testvoorschriften TEBS E 206<br />

toerentalsensor 28<br />

Traction Help (wegrijhulp) 78<br />

Trailer Central Electronic<br />

Kabel 222<br />

Trailer Extending Control<br />

GIO schema's 232<br />

Trailer Remote Control 135<br />

Aansluiting 155<br />

Bediening 193<br />

Montage 155<br />

Parametrering 182<br />

Trailer Remote Control (afstandsbediening voor<br />

getrokken voertuigen) 135<br />

Trailer Safety Brake 15, 106<br />

GIO schema's 232<br />

Trailer uitschuiffunctie 104<br />

TrailerGUARD (Telematica) 95, 140<br />

Training 168, 189, 204, 208<br />

Tweeweg-klep 27<br />

U<br />

Uitvoering systeem 21<br />

Ultraschallsensoren<br />

Inbedrijfstelling 15, 185, 208<br />

Ultrasonische sensoren<br />

Vervanging 208<br />

V<br />

Variantenoverzicht<br />

TEBS E modulator / PEM 27, 213<br />

Vastleggen parameters 168<br />

veerretour 61<br />

Veiligheidsvoorschriften 11, 148<br />

verlengkabel<br />

CAN Router / CAN Repeater 221<br />

Vervanging 208<br />

Verwijdering 212<br />

voedingskabel 220<br />

voorijling<br />

pneumatisch 41<br />

via CAN 41<br />

Voorijling 210<br />

Voorijling instellen 211<br />

Vrij te configureren digitale functies<br />

Digitale functies 122<br />

Vrij te configureren functies<br />

Analoge functies 122<br />

W<br />

Waarschuwingen 193<br />

Waarschuwingen en systeemmeldingen 33, 193<br />

Wegrijblokkering<br />

PUK 120<br />

Wegrijblokkering (immobilizer) 117<br />

bediening 121, 203<br />

Wegrijhulp<br />

Bediening 79, 201<br />

wegrijhulp (Traction Help)<br />

activeren 79<br />

diagnose 91<br />

kabel 223<br />

klepconfiguraties 78<br />

Wegrijhulp (Traction Help) 78<br />

wegrijhulp / rangeerhulp


kabel 224<br />

Werkplaatsrichtlijnen 204<br />

wielformaten 21<br />

wijziging dynamische wielbelasting 69<br />

wijziging statische wielbelasting 69<br />

wijziging wielbelasting<br />

Trefwoordenregister<br />

TEBS E<br />

dynamisch 69<br />

statisch 69<br />

Wisselklep (dubbele terugslagklep) 27<br />

Y<br />

Y-verdeler 224<br />

245


<strong>WABCO</strong> Vehicle Control Systems<br />

(NYSE: WBC) is wereldwijd één van<br />

de toonaangevende leveranciers van<br />

elektronische rem- en bedieningssystemen<br />

voor bedrijfsvoertuigen.<br />

Tot de klanten behoren de bekendste<br />

fabrikanten van bedrijfsvoertuigen,<br />

trailers en bussen ter wereld. <strong>WABCO</strong><br />

heeft haar hoofdkantoor in Brussel,<br />

België. Website:<br />

www.wabco-auto.com<br />

© 2012 <strong>WABCO</strong> Alle rechten voorbehouden. 815 060 093 3/11.2012

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!