Toekomstvisie op TU/e Science Park - Technische Universiteit ...
Toekomstvisie op TU/e Science Park - Technische Universiteit ...
Toekomstvisie op TU/e Science Park - Technische Universiteit ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Jaargang 16, zomer 2009<br />
MATRIX<br />
KWARTAALBLAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN<br />
<strong>Toekomstvisie</strong> <strong>op</strong><br />
<strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong> <strong>Park</strong><br />
Collegelid Jo van Ham aan het woord<br />
Onderzoeksgebied Mechanics and Control onder de loep<br />
Ingenieurs leren ondernemen
Colofon<br />
<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Eindhoven<br />
Communicatie Expertise Centrum<br />
Postbus 513<br />
5600 MB Eindhoven<br />
homepage: http://www.tue.nl<br />
e-mail: matrix@tue.nl<br />
Hoofdredactie<br />
Drs. Han Konings<br />
Telefoon (040) 247 33 30/247 29 61<br />
e-mail: J.L.Konings@tue.nl<br />
Informatie over adverteren<br />
H&J Uitgevers<br />
Telefoon (010) 451 55 10<br />
Telefax (010) 451 53 80<br />
Medewerkers aan dit nummer<br />
Cora van den Berg, Judith van Gaal,<br />
Chris van de Graaf, Joep Huiskamp,<br />
Tom Jeltes, Ingrid Magilsen, Norbine<br />
Schalij, Monique van de Ven, Enith<br />
Vlooswijk<br />
Eindredactie en coördinatie<br />
Communicatiebureau Corine Legdeur<br />
e-mail: corine@legdeurcommunicatie.nl<br />
Foto’s en illustraties<br />
Vincent van den Hoogen, Rien Meulman,<br />
OGC, Bart van Overbeeke, Rob Stork,<br />
Paul Vermeulen<br />
Vormgeving<br />
Onnink Grafische Comm. BV,<br />
www.onninkgc.com<br />
Druk<br />
E.M. de Jong, Baarle-Nassau<br />
Redactieadviesgroep<br />
Mr.drs. B.C. Donders, Drs. W.F.<br />
Gaasendam, Prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen,<br />
Prof.dr. L.H.J. Verhoef, Ir. W. Wagemans<br />
Matrix wordt gemaakt door<br />
het Communicatie Expertise Centrum<br />
van de <strong>TU</strong>/e en verschijnt vier keer per<br />
jaar. Het blad wordt (na schriftelijk verzoek)<br />
kosteloos toegezonden aan <strong>TU</strong>/eingenieurs<br />
en aan een scala van andere,<br />
externe relaties.<br />
Gehele of gedeeltelijke overname van<br />
artikelen uit Matrix is alleen toegestaan<br />
na overleg met de redactie en met bronvermelding.<br />
Voor het gebruik van de<br />
foto’s of andere illustraties is toestemming<br />
van de maker nodig.<br />
Het eerstvolgende nummer van Matrix<br />
verschijnt in september 2009.<br />
2<br />
ISSN 1380-247X<br />
Inhoud<br />
4 Naar een <strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong> <strong>Park</strong>: zichtbaar, herkenbaar en groen<br />
Hoe wil de universiteit in de toekomst het <strong>TU</strong>/e-terrein inrichten? En welke ruimte krijgen<br />
andere partijen daarbij? Vertegenwoordigers van de <strong>TU</strong>/e en de gemeente Eindhoven werken<br />
aan een ontwikkelingsvisie van <strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong> <strong>Park</strong>.<br />
12 <strong>TU</strong>/e streeft naar uitwisseling in de minor<br />
Na de bachelor<strong>op</strong>leiding overstappen <strong>op</strong> een andere master<strong>op</strong>leiding, met de minor als<br />
toegangskaartje. Het major-minorstelsel dat in 2007 <strong>TU</strong>/e-breed werd ingevoerd, moet<br />
doorstromen gemakkelijker en aantrekkelijker maken.<br />
16 Profileringsgebied Mechanics and Control<br />
Een van de strategische onderzoeksgebieden aan de <strong>TU</strong>/e, Mechanics and Control, richt zich <strong>op</strong><br />
mechanische systemen en het analyseren, modelleren, engineeren en regelen ervan.<br />
20 Interview met mr. Jo van Ham<br />
Sinds 1 oktober 2008 is mr. Jo van Ham als derde lid van het College van Bestuur voor vier jaar<br />
verbonden aan de <strong>TU</strong>/e. Een lastige klus: het financieel besturen van een universiteit.<br />
36 Het gedrag van water onder de lens<br />
Het proces om elektronische patronen <strong>op</strong> een wafer over te brengen, de core business<br />
van ASML, moet steeds preciezer gebeuren. Dat gebeurt bijvoorbeeld met een dun laagje<br />
water. Het onderzoeksinstituut LIME heeft hiervoor <strong>op</strong>lossingen aangedragen.<br />
38 Ingenieurs leren wat ondernemen inhoudt<br />
De <strong>TU</strong>/e en de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg (UvT) hebben samen het Brabant Centre of<br />
Entrepreneurship (BCE) <strong>op</strong>gericht. Studenten van beide universiteiten kunnen er terecht om te<br />
leren wat het betekent om te ondernemen.<br />
En verder in dit nummer<br />
Sluitstuk / 3 • <strong>TU</strong>/e in de pers / 7 • In gesprek met Ton Nelissen / 8 • Nieuws bedrijfsleven<br />
/ 11 • Student in het buitenland / 14 • Nieuws onderwijs / 15 • Nieuws onderzoek / 22 • Gesteld<br />
/ 22 • Bouwen in Rusland / 24 • High Potential Research Programs / 25 • De Vonk met prof.dr.ir.<br />
Koos Rooda / 26 • Nieuws alumni / 29 • Praktijkervaring <strong>op</strong> het racecircuit / 31 • Schone brandstof<br />
uit een blok metaal / 32 • ADHD te lijf met meetmethoden en spellen / 34 • Ontwerpbureau<br />
voor intelligente producten / 40 • Ingenieur in guerillastedenbouw / 42 • Interview met Maarten<br />
Pieterson, hoofd Studium Generale / 44 • <strong>TU</strong>/e en Nemo <strong>op</strong> zoek naar ontstaan van leven<br />
/ 46 • Ontwerper in <strong>op</strong>leiding Vuc Jancic / 48 • Agenda en service / 50<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9
<strong>TU</strong>/e-congrestip<br />
Super <strong>TU</strong>/esday: De innovatieve kracht van Brainport Eindhoven<br />
Datum:<br />
22 september 2009<br />
Plaats:<br />
<strong>TU</strong>/e-auditorium en diverse zalen in de Zwarte Doos, University<br />
Club en Traverse.<br />
Inhoud:<br />
De Super <strong>TU</strong>/esday van de faculteit Industrial Engineering &<br />
Innovation <strong>Science</strong>s is een wetenschappelijk congres met een<br />
uitstraling naar een breed publiek. De inzet van het congres is<br />
een analyse van de regionale kenniseconomie. Het bestaat uit<br />
uiteenl<strong>op</strong>ende worksh<strong>op</strong>s, presentaties en een publiek debat<br />
met stellingen onder leiding van Rob van Gijzel, de burgemees-<br />
Sluitstuk<br />
Afstudeerders vertellen over hun afstudeerwerk<br />
ter van Eindhoven.<br />
Er worden zes worksh<strong>op</strong>s aangeboden.<br />
Doelgroep:<br />
Ondernemers, politici en bestuurders, kennisinstellingen van<br />
de regio Eindhoven. Alumni, medewerkers en studenten van<br />
Innovation <strong>Science</strong>s. Medewerkers en studenten van andere faculteiten<br />
van de <strong>TU</strong>/e en overig geïnteresseerden.<br />
Organisatie:<br />
Subfaculteit Innovation <strong>Science</strong>s.<br />
Meer informatie en aanmelden:<br />
www.tue.nl/25jaartiw.<br />
Student Elektrotechniek Bart Simons deed onderzoek naar deelontlading in hoogspanningskabels. Hij<br />
deed dat in samenwerking met KEMA, het certificatie- en onderzoeksinstituut <strong>op</strong> het gebied van elektriciteit.<br />
Simons: ‘Een klein luchtbelletje of een minieme beschadiging van het isolatiemateriaal rond een hoogspanningskabel<br />
volstaat om <strong>op</strong> die plek een bliksemflits te veroorzaken. Deze deelontlading is funest<br />
voor het isolatiemateriaal. Als <strong>op</strong> tijd bekend is waar in de kabel een beschadiging ontstaat, kan het<br />
herstel plaatsvinden voordat zich grote problemen voordoen. Het traceren van een beschadiging gebeurt<br />
met behulp van sensoren aan beide uiteinden van de kabel. Als ergens in de kabel een deelontlading<br />
plaatsvindt, dan lo<strong>op</strong>t er een stroompje in beide richtingen van de kabel. De snelheid van<br />
het stroompje is bekend: ongeveer de helft van de lichtsnelheid, dus aan de hand van het tijdstip<br />
waar<strong>op</strong> het stroompje arriveert bij de sensor is vast te stellen waar de deelontlading plaatsvindt.<br />
Alleen was nog niet duidelijk wat er precies gebeurt met het signaal als het zich voortbeweegt<br />
over het kabelnetwerk, via transformators of onderstations. Ik heb nu een model ontworpen<br />
waarmee de verandering van het stroompje in onderstations te herkennen zijn. Omdat elk onderstation<br />
weer anders is moest het model redelijk flexibel zijn. Het was een behoorlijk praktische<br />
<strong>op</strong>dracht en het model wordt ook zeker ingezet.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 3<br />
Foto: Rien Meulman
4<br />
BELEID<br />
Foto links: Bovenaanzicht <strong>op</strong><br />
de <strong>TU</strong>/e-Campus vanaf de J.F.<br />
Kennedylaan.<br />
Foto rechts: Zicht <strong>op</strong> de<br />
space boxes, de tijdelijke<br />
huisvesting voor internationale<br />
studenten,<br />
die <strong>op</strong> termijn worden<br />
vervangen door permanentewooneenheden.<br />
Links achter<br />
het gebouw<br />
Potentiaal.<br />
Foto’s: Bart van Overbeeke<br />
Hoe wil de universiteit in de toekomst het <strong>TU</strong>/e-terrein inrichten? En welke ruimte krijgen<br />
andere partijen daarbij? Vertegenwoordigers van de <strong>TU</strong>/e en de gemeente Eindhoven werken<br />
aan een ontwikkelingsvisie voor een <strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong> <strong>Park</strong>. De gemeente Eindhoven noemde<br />
onlangs de ontwikkeling van het <strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong> <strong>Park</strong> als een van de projecten waarmee de<br />
economische crisis te lijf kan worden gegaan. Na de zomervakantie zal de ontwikkelingsvisie<br />
worden uitgewerkt tot een bestemmingsplan dat nodig is om de bouwplannen uit te gaan voeren.<br />
Toekomst van de <strong>TU</strong>/e-campus:<br />
zichtbaar, herkenbaar en groen<br />
Belangrijk uitgangspunt van de ontwikkelingsvisie<br />
is het vergroten van de<br />
zichtbaarheid. Het <strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong> <strong>Park</strong><br />
moet zichtbaar worden als aanbieder<br />
van onderzoek-, onderwijs- en bedrijfsfaciliteiten<br />
naast de High Tech Campus<br />
Eindhoven en Strijp S. ‘De drie complexen<br />
hebben ieder een eigen uitstraling binnen<br />
Brainport Eindhoven’, vertelt projectleider<br />
ir. Herman Rikhof van de Dienst<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
Huisvesting van de <strong>TU</strong>/e. ‘<strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong><br />
<strong>Park</strong> staat voor een wetenschappelijke<br />
invalshoek in onderwijs en onderzoek<br />
waarbij de universiteit intensief samenwerkt<br />
met bedrijven. De High Tech Campus<br />
Eindhoven richt zich meer <strong>op</strong> de productontwikkelingindustrie,<br />
vooral <strong>op</strong> elektronisch<br />
en medisch gebied. En Strijp S wordt<br />
een locatie voor de creatieve designindustrie<br />
gek<strong>op</strong>peld aan de Design Academy.<br />
Daarnaast is het de bedoeling om het<br />
<strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong> <strong>Park</strong> ook letterlijk zichtbaarder<br />
maken. ‘Vanaf de toegangswegen<br />
rond het terrein, vooral aan de kant<br />
van de stad en vanaf de rondweg’, aldus<br />
Rikhof.<br />
In de visie wordt het universiteitsterrein<br />
<strong>op</strong>gedeeld in vier gebieden: de compacte<br />
campus met universiteitsgebouwen en<br />
centrale voorzieningen, het hbo-complex
van Fontys Hogescholen, een bedrijvenpark<br />
met onder meer faciliteiten voor<br />
startende bedrijven en een woongebied<br />
met een hotel- en congresfunctie.<br />
Rikhof: ‘Deze onderverdeling maakt het<br />
bijvoorbeeld mogelijk dat de verschillende<br />
partijen flexibel en gefaseerd hun<br />
huisvestingsplannen kunnen uitvoeren.<br />
Er is enige overlap tussen de gebieden<br />
waardoor het mogelijk wordt om uit te<br />
wijken bijvoorbeeld bij onvoorziene groei<br />
of wijzigingen in het beleid.’<br />
Compacte campus<br />
Het huisvestingsplan van de universiteit<br />
zelf, de compacte campus, is al eerder<br />
in 2006 uitgewerkt in het plan ‘Campus<br />
2020’. Dit huisvestingplan bestaat uit<br />
vier projecten waarvan de laatste in 2020<br />
zal worden afgerond. Bij de plannen<br />
wordt uitgegaan van een groei van tien<br />
procent in personeel en studenten bij de<br />
faculteiten.<br />
Het eerste project van Campus 2020<br />
is de vernieuwde W-hal, centraal <strong>op</strong><br />
de campus naast het Hoofdgebouw.<br />
Hierna komt de huisvesting voor de<br />
faculteiten <strong>Technische</strong> Natuurkunde en<br />
Elektrotechniek aan de beurt. Vervolgens<br />
wordt het Hoofdgebouw gerenoveerd<br />
en ten slotte wordt de huisvesting van<br />
de faculteiten Werktuigbouwkunde en<br />
Biomedische Technologie verbeterd.<br />
In de W-hal komen studievoorzieningen,<br />
zoals de centrale bibliotheek, 800 individuele<br />
studieplekken en ruimtes voor het<br />
werken in groepen. Verder is er ruimte<br />
voor de ICTheek, het Talencentrum, het<br />
Notebook Service Centrum, de dictatenverko<strong>op</strong>,<br />
een studiecafé en enkele klei-<br />
nere onderwijsruimten die door meerdere<br />
faculteiten gebruikt kunnen worden. Een<br />
flink stuk van meer dan 4000 vierkante<br />
meter wordt omgebouwd tot een enorme<br />
overdekte buitenruimte. Boven<strong>op</strong> de<br />
W-hal wordt het nieuwe onderkomen van<br />
de faculteit Wiskunde en Informatica gebouwd.<br />
Dit gebouw van vijf verdiepingen<br />
staat <strong>op</strong> een twintigtal kolommen die<br />
door het dak van de W-hal heen ‘prikken’.<br />
Het gebouw krijgt een centraal atrium,<br />
Ruimte voor reflectie <strong>op</strong> de oude Dommelbrug<br />
Bouwkundestudent Lars Bouwman heeft begin april de eerste prijs gewonnen van een wedstrijd<br />
van studievereniging CHEOPS voor een nieuwe bestemming van de oude Dommelbrug, de oude<br />
toegang tot de universiteit. Het ontwerp STAY van Bouwman was volgens de jury uniek voor de locatie<br />
en paste het beste in het nieuwbouwplan van de universiteit, Campus 2020. In het ontwerp<br />
wordt de brug omgevormd tot de vloer van een gebouw dat <strong>op</strong>en is aan de zijkanten. Van hieruit<br />
kijk je uit <strong>op</strong> de Dommel.<br />
De zesdejaars architectuur vertelt: ‘Ik heb de plek zelf als leidraad genomen en heb me ook laten<br />
inspireren door het concept Togu-na. Dat zijn bijzondere plekken waar de dorpsoudsten van het<br />
Dogon-volk in Mali, West-Afrika, nadenken over het leven en de gang van zaken in het dorp. Vaak<br />
is dat een rots met een weids uitzicht.’ <strong>Universiteit</strong>ssecretaris en juryvoorzitter ir. Harry Roumen<br />
kondigde aan dat het College van Bestuur het ontwerp zal proberen te realiseren.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 5
6<br />
BELEID<br />
omringd door kantoren, onderwijs- en<br />
vergaderruimtes met plaats voor 450 medewerkers<br />
en 700 studenten.<br />
De renovatie van de W-hal start naar verwachting<br />
eind 2009 en eind 2011 kan het<br />
in gebruik worden genomen. ‘Ter voorbereiding<br />
van die bouwactiviteiten beginnen<br />
we rond de zomer van 2009 met het<br />
afsluiten van de W-hal, het verwijderen<br />
van asbest en het ontmantelen of omleggen<br />
van de installaties’, vertelt Rikhof.<br />
Groene l<strong>op</strong>er<br />
Dwars door de compacte campus wordt<br />
een zogenaamde ‘groene l<strong>op</strong>er’ aangelegd,<br />
een autovrij gebied tussen de<br />
faculteiten. Deze strook lo<strong>op</strong>t vanaf<br />
de Dommel via het Vertigogebouw van<br />
Bouwkunde, naar het oosten tot aan de<br />
gebouwen van de faculteit <strong>Technische</strong><br />
Natuurkunde. Deze l<strong>op</strong>er wordt ongeveer<br />
600 meter lang en 70 meter breed. Alle<br />
faculteitsgebouwen zullen hun ingang<br />
aan de groene l<strong>op</strong>er krijgen. Het centrum<br />
van die groene l<strong>op</strong>er ligt bij het<br />
Auditorium, het Hoofdgebouw en de Whal,<br />
waar de studentenvoorzieningen en<br />
sociaal-culturele voorzieningen te vinden<br />
zijn. De overdekte buitenruimte van de<br />
W-hal maakt ook deel uit van de groene<br />
l<strong>op</strong>er. Vanzelfsprekend komt daar ook het<br />
terras van het studiecafé. Rikhof: ‘Een<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
Dwars door de<br />
campus lo<strong>op</strong>t de<br />
‘groene l<strong>op</strong>er’,<br />
een autovrij<br />
gebied<br />
plek waar studenten en medewerkers elkaar<br />
ongedwongen kunnen ontmoeten.’<br />
Begin dit jaar liet Fontysvoorzitter Marcel<br />
Wintels weten alle technische <strong>op</strong>leidingen<br />
van zijn instelling <strong>op</strong> termijn <strong>op</strong> het<br />
<strong>TU</strong>/e-terrein te willen onderbrengen.<br />
Fontys Hogescholen heeft al sinds de<br />
jaren negentig enkele gebouwen <strong>op</strong> het<br />
terrein, waaronder de pedagogische academie.<br />
Voor de technische <strong>op</strong>leidingen<br />
beschikken zij over een tijdelijke huisvesting.<br />
Het is de bedoeling dat de tijdelijke<br />
huisvesting wordt vervangen.<br />
Rikhof: ‘In de ontwikkelingsvisie is het<br />
noordoostelijke gebied, bij Traverse,<br />
ingepland voor Fontys en eventueel zijn<br />
ook vrijkomende gebouwen van de <strong>TU</strong>/e<br />
in dit gebied beschikbaar. Fontys krijgt<br />
daarbij alle ruimte om het gebied een<br />
eigen gezicht te geven. De hbo-gebou-<br />
Fietspad langs de Dommel naar <strong>TU</strong>/e-Campus.<br />
Links Kennispoort.<br />
wen zouden ook beter zichtbaar moeten<br />
worden vanaf de rondweg. Op korte<br />
termijn komt Fontys Hogescholen met<br />
nadere voorstellen voor de ontwikkeling<br />
van dit gebied.’<br />
Bedrijvencomplex<br />
De oostkant van het universiteitsterrein<br />
is gereserveerd voor een bedrijvencomplex.<br />
Dit ligt in de buurt van het huidige<br />
Twinning Center voor ICT-bedrijven en het<br />
Multimediapaviljoen, waar het Innovation<br />
Lab en enkele startende bedrijven zijn<br />
gevestigd. ‘Voor het bedrijvencomplex<br />
houdt de universiteit alleen de regie in<br />
de ruimtelijke inrichting in handen. De<br />
ontwikkeling van het bedrijventerrein<br />
wordt door derden <strong>op</strong>gepakt’, vertelt<br />
Rikhof. ‘Het Innovation lab is inmiddels<br />
van start gegaan met nader onderzoek<br />
naar partijen voor de ontwikkeling van<br />
het gebied.’<br />
De noordelijke helft van het bedrijventerrein<br />
is bedoeld voor kantoren en ICT-bedrijven,<br />
vergelijkbaar met het Twinning<br />
Center. Hier is ook ruimte voor starters<br />
met specifieke voorzieningen als een<br />
gemeenschappelijke receptie, catering
voorzieningen en ontmoetingsmogelijkheden.<br />
Op de zuidelijke helft is er ruimte<br />
voor bedrijven waarvoor zwaardere<br />
milieueisen gelden, zoals laboratoria.<br />
Verder is er het initiatief ‘Catalyst’ om een<br />
bedrijfsverzamelgebouw te realiseren<br />
voor starters vanuit faculteiten die laboratoriumvoorzieningen<br />
nodig hebben.<br />
Wonen <strong>op</strong> het terrein<br />
Aan de andere kant van het <strong>TU</strong>/e<br />
<strong>Science</strong> <strong>Park</strong>, tussen het Dommelgebied<br />
en het Potentiaalgebouw (faculteit<br />
Elektrotechniek) staan er sinds 2003<br />
tijdelijke wooneenheden voor internationale<br />
masterstudenten, promovendi en<br />
postdocs. Het is de bedoeling om deze<br />
zogenaamde ‘space boxes’ <strong>op</strong> termijn te<br />
vervangen door definitieve woonvoorzieningen.<br />
‘Het plan is om hier ook de<br />
Potentiaaltoren voor in te zetten’, vertelt<br />
Rikhof. ‘Het moet een prettig woongebied<br />
worden vlakbij de Dommel en bovendien<br />
is deze locatie ver genoeg verwijderd van<br />
laboratoria en verkeerslawaai.’ Nu zijn er<br />
<strong>TU</strong>/e in de pers<br />
berichten uit landelijke en regionale bladen<br />
‘Nu passen de centrales hun<br />
vermogen aan als de vraag naar<br />
elektriciteit verandert. Misschien<br />
keert dat in de toekomst om, en<br />
past de mens zijn gedrag aan<br />
<strong>op</strong> het aanbod. Hij zet de wasmachine<br />
aan als het waait, als<br />
de zon schijnt of als de stroom<br />
goedko<strong>op</strong> is.’<br />
PROF.IR. WIL KLING, hoogleraar<br />
Sustainable Energy Systems, in<br />
het artikel ‘Een net in nood’ in<br />
NRC HANDELSBLAD van 11 april<br />
2009.<br />
‘De huidige wijze van verlichten<br />
draagt onnodig veel bij aan de<br />
klimaat- en energieproblematiek.’<br />
186 wooneenheden. In het gebied is in<br />
principe ruimte voor zo’n 600 wooneenheden.<br />
Verder zijn er plannen om het toegangsgebouw<br />
met de collegezaal van<br />
Potentiaal en eventueel het E-complex,<br />
met de gebouwen Impuls en Corona,<br />
een nieuwe bestemming te geven met<br />
congres- of hotelfaciliteiten. De faculteit<br />
Elektrotechniek krijgt rond 2013 een<br />
nieuwe huisvesting. Rikhof: ‘Daarna<br />
kan gestart worden met het ontwikkelen<br />
van het woongebied in en rond de<br />
Potentiaaltoren.’<br />
Toegang en parkeren<br />
De vier gebieden in het <strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong> <strong>Park</strong><br />
worden gescheiden door twee dubbele<br />
bomenlanen bij De Zaale en De Rondom.<br />
Deze lanen vormen de hoofdontsluiting<br />
voor het autoverkeer naar de drie toegangen<br />
van het terrein. Auto’s kunnen zo<br />
veel mogelijk in de buurt van deze lanen<br />
parkeren. Rikhof: ‘Op korte termijn zullen<br />
we het aantal parkeerplaatsen daar<br />
PROF.DR.IR. EMILE AARTS,<br />
hoogleraar Design voor Ambient<br />
Intelligence, in het artikel ‘Kies<br />
voor ethisch verantwoord licht’,<br />
in HET FINANCIEELE DAGBLAD<br />
van 11 mei 2009.<br />
‘Als de dierexperimenten succes<br />
hebben, dan kunnen we over<br />
twee jaar vermoedelijk de stap<br />
naar de kliniek maken.’<br />
PROF.DR.IR. FRANK BAAIJENS,<br />
hoogleraar Tissue Engineering,<br />
in het artikel ‘Weefsels uit eigen<br />
koker’, in de VOLKSKRANT van<br />
23 mei 2009.<br />
‘Als je niet meer geld over hebt<br />
voor vernieuwend onderzoek,<br />
word je links en rechts door het<br />
buitenland ingehaald.’<br />
MR. JO VAN HAM, collegelid<br />
van de <strong>TU</strong>/e, in het artikel ‘<strong>TU</strong>/e<br />
bezorgd over onderzoek’ van het<br />
EINDHOVENS DAGBLAD van 7<br />
mei 2009.<br />
‘Het downloaden van muziek<br />
door particuliere gebruikers<br />
willen we uit de criminele sfeer<br />
halen. Het is toch absurd dat<br />
jongeren als mijn veertienjarige<br />
zoon door partijen als Sony worden<br />
gecriminaliseerd?’<br />
PROF.MR.DR. JAN SMITS, hoogleraar<br />
Recht en Techniek aan de<br />
faculteit Industrial Engineering &<br />
uitbreiden. Op langere termijn zullen er<br />
ook parkeergebouwen bij de hoofdwegen<br />
nodig zijn. ‘Verder worden de fietspaden<br />
<strong>op</strong> het <strong>TU</strong>/e-terrein verder uitgebreid.<br />
En er komt een ‘veilige avondroute’ voor<br />
fietsers naar het sportcomplex over de<br />
groene l<strong>op</strong>er.<br />
Dommeldal<br />
Terwijl de zuidkant van het <strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong><br />
<strong>Park</strong> intensiever bebouwd wordt, blijft<br />
de noordkant vooral groengebied. ‘De<br />
Dommel en het Dommeldal hebben een<br />
belangrijke ecologische en maatschappelijke<br />
waarde’, vertelt Rikhof. Het<br />
waterschap gaat rond 2010 de Dommel<br />
uitbaggeren en wil de bedding meer laten<br />
meanderen. Daarnaast zijn er plannen om<br />
meer sport- en recreatievoorzieningen<br />
rond de Dommel te realiseren zoals <strong>op</strong>stapvlonders<br />
voor kanovaren, mountainbike-activiteiten<br />
en terrassen langs de<br />
oever. Die zaken kunnen pas gerealiseerd<br />
worden als het Waterschap klaar is met<br />
haar werkzaamheden.<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Prof.mr.dr. Jan Smits<br />
Innovation <strong>Science</strong>s in het artikel<br />
‘St<strong>op</strong> criminaliseren van downloadende<br />
muziekliefhebber’ in<br />
CURSOR van 23 april 2009.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 7
Foto’s: Bart van Overbeeke<br />
8<br />
IN GESPREK<br />
Voorzitter Kamer van Ko<strong>op</strong>handel Brabant<br />
Ton Nelissen<br />
Zorgen over<br />
Brabantse economie<br />
De Brabantse economie baart hem serieuze zorgen. En hierbij vreest Ton Nelissen,<br />
voorzitter van de Kamer van Ko<strong>op</strong>handel Brabant, niet alleen de mondiale<br />
ontwikkelingen. Ook het gebrek aan daadkracht in de Nederlandse samenleving<br />
maakt ons land kwetsbaar: ‘Onderwijs en onderzoek kunnen ons er boven<strong>op</strong><br />
helpen. Dan moeten we daar ook energie en geld in steken en bereid zijn er in de<br />
nabije toekomst voor te bloeden.’<br />
De economie in Zuidoost Brabant staat er al met al niet<br />
erg goed voor, zegt Nelissen met een understatement.<br />
‘De sfeer is bedrukt; er is veel zorg voor de toekomst.<br />
Na de zomer al gaat bijvoorbeeld de werkloosheid<br />
sterk toenemen. Dat komt voor bepaalde groepen in de<br />
samenleving hard aan. Laag<strong>op</strong>geleiden, jongeren en<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
anderen met kwetsbare posities zullen hun baan kwijtraken.<br />
Ik vrees hier voor.’<br />
De neergang bestaat uit verschillende factoren die<br />
elkaar ook nog eens versterken, vertelt Nelissen. ‘De<br />
internationale economie gaat al langer naar beneden.<br />
In die zin: de groei nam in eerste instantie af. Daar
De afname van groei van bedrijven<br />
gecombineerd met de financiële<br />
crisis versterken elkaar tot een<br />
zware achteruitgang in omzetten.<br />
valt mee samen de financiële crisis, de zogenaamde<br />
kredietcrisis.’ Die twee versterken elkaar tot een zware<br />
achteruitgang in omzetten. Sommige bedrijven zien<br />
hun omzet slinken met tientallen procenten.’<br />
Kredieten<br />
‘Een probleem is dat bedrijven moeilijk kredieten krijgen.<br />
Dat geld hebben ze nodig om investeringen te<br />
doen aan bijvoorbeeld productiefaciliteiten, research,<br />
werkkapitaal of exportkredietfinanciering. In dit laatste<br />
geval hebben bedrijven grote moeilijkheden om hun<br />
export te financieren. Het probleem is het volgende,<br />
legt de voorzitter van de KvK uit. ‘Er zit een tijdverschil<br />
tussen een order krijgen, de onderdelen ink<strong>op</strong>en, de<br />
order produceren, de order uitleveren en uiteindelijk<br />
NELISSEN: ‘Om haar kennispositie vast te<br />
houden moet Brabant ruim investeren in kennis.’<br />
betaald te krijgen. Om het risico in deze periode af te<br />
dekken is er een exportgarantie waarmee het bedrijf<br />
zekerheid behoudt <strong>op</strong> betaling en om de order te realiseren.<br />
De grote partijen die deze garanties geven, houden<br />
nu de hand <strong>op</strong> de knip. Dit heeft tot gevolg dat een<br />
order niet kan worden geleverd, omdat de financiering<br />
ontbreekt. Dat is natuurlijk doodzonde, want het gaat<br />
ten koste van omzetten. En tegen de tijd dat de financiële<br />
instellingen het geld weer makkelijker uitlenen,<br />
bestaat de kans dat de producten inmiddels door andere<br />
toeleveranciers worden gemaakt. Dit kan desastreuze<br />
gevolgen hebben voor de Brabantse economie.’<br />
Een ander probleem is dat er veel bedrijven zijn die<br />
ondanks de tegenvallende economie hun research <strong>op</strong><br />
niveau willen houden. Dat kost uiteraard veel geld. Het<br />
bedrijf gaat daarom naar de bank met de vraag of deze<br />
wil investeren in een innovatieproject. Het antwoord<br />
is steeds vaker: nee. De banken nemen steeds minder<br />
risico’s en lenen daarom steeds minder uit. Gevolg:<br />
bedrijven investeren minder in innovatie, de drijvende<br />
kracht achter een sterke economie. ‘Daarom is dit een<br />
belangrijk onderwerp voor Brabant in de gesprekken<br />
met de overheid, in het bijzonder de ministeries van<br />
Economische Zaken en Financiën. Wij zeggen: overheid,<br />
zorg dat deze financieringen overeind blijven.’<br />
Inmiddels hebben we zaken als deeltijd-WW en maatregelen<br />
om researchers niet verloren te laten gaan voor<br />
de regio. Een initiatief hiervoor is het zogenaamde<br />
1000-banenplan, uit de koker van de <strong>TU</strong>/e en andere.<br />
Kennis en expertise van onderzoekers uit bedrijven die<br />
door de economische problemen verloren dreigen te<br />
gaan, komen voor maximaal 1,5 jaar beschikbaar voor<br />
kennisinstellingen zoals de <strong>TU</strong>/e. De onderzoekers<br />
worden gedetacheerd bij deze instellingen en blijven<br />
in dienst van het bedrijf. De ministeries van OCW en<br />
EZ stellen gezamenlijk 280 miljoen euro voor 2009 en<br />
2010 beschikbaar voor het initiatief.<br />
Klaarstaan<br />
Er worden dus stappen gemaakt. Nelissen juicht ze<br />
toe, maar Brabant is er volgens hem nog lang niet. ‘Ik<br />
lieg wanneer ik stel dat ik er alle vertrouwen in heb dat<br />
het goed komt.’ Het belangrijkste is volgens hem om<br />
te zorgen dat de bedrijven en werknemers klaarstaan<br />
wanneer de economie aantrekt. Dat is bepalend voor<br />
de mate waarin Brabant zal herstellen van de tikken<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 9
1 0<br />
IN GESPREK<br />
die het nu krijgt. Klaarstaan betekent in dit geval: dat<br />
Brabant ruim investeert in kennis zodat het haar kennispositie<br />
kan vasthouden. ‘Het bekendste voorbeeld<br />
is ASML. Als dat bedrijf de ontwikkelingen aan de<br />
machines st<strong>op</strong>zet, is het volgend jaar haar leidende<br />
positie helemaal kwijt. Nu is ASML veel te sterk en te<br />
slim om dat te verwaarlozen, maar het geld moet er<br />
wel zijn. Dat geldt voor heel Brabant: de positie die<br />
het heeft <strong>op</strong>gebouwd dankt het aan investeringen in<br />
research en ontwikkeling. Zorg nu dat we de kennis<br />
CV Ton Nelissen<br />
Ton Nelissen is sinds januari 2008 de nieuwe voorzitter<br />
van de gefuseerde Kamer van Ko<strong>op</strong>handel Brabant. Hij is<br />
voormalig lid van de Raad van Bestuur van bouwconcern<br />
Dura Vermeer en voormalig vice-voorzitter van Bouwend<br />
Nederland, de branchevereniging voor bouw- en infrabedrijven.<br />
Daarnaast vervulde hij bestuurs- en adviesfuncties<br />
voor onder meer VNO-NCW en NOC-NSF. Ook heeft hij<br />
tal van bestuursfuncties en diverse commissariaten.<br />
De Kamer van Ko<strong>op</strong>handel Brabant is een samengaan<br />
van de kamers van Midden- en Oost-Brabant. De huidige<br />
kamer van Brabant beslaat het gebied tot Breda. De gemeenten<br />
ten westen daarvan zijn samengevoegd met de<br />
kamer van Zeeland tot KvK Zuid-West Nederland.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
NELISSEN: ‘Dat er steeds minder geld<br />
beschikbaar is voor research is onacceptabel.’<br />
vasthouden en <strong>op</strong> een hoger peil krijgen.’<br />
Bijvoorbeeld bij jonge mensen die nu moeilijker een<br />
baan kunnen vinden. ‘Stel je voor dat je een twintigjarige<br />
maandenlang thuis laat zitten. Wat denk je dat er<br />
gebeurt met de motivatie van zo iemand? Dat is ook<br />
kapitaal dat lijdt onder de crisis. Daarom zeggen we<br />
ook: zorg dat het makkelijker wordt om bij te scholen.<br />
Op de eerste plaats om mensen te ontwikkelen, maar<br />
ook om ze betrokken te houden bij hun lo<strong>op</strong>baan en te<br />
zorgen dat ze klaar staan als straks de economie aantrekt.<br />
Gelukkig is dit een belangrijk onderwerp aan de<br />
vergadertafels.’<br />
Prioriteiten<br />
In het streven naar het behoud van expertise ziet<br />
Nelissen een lichtpuntje: alle partijen – bedrijven,<br />
overheid, kennisinstellingen, KvK en andere – zijn<br />
eensgezind en zingen allemaal hetzelfde liedje over<br />
investeren in kennis. ‘Hierin speelt ook de <strong>TU</strong>/e een<br />
cruciale rol. De universiteit is van groot belang voor de<br />
kennispositie. Er ligt daarom een verantwoordelijkheid<br />
bij het bedrijfsleven en de overheid om te zorgen dat<br />
deze kennisinstelling zijn positie behoudt. Helaas is er<br />
steeds minder geld beschikbaar – dat is onacceptabel,<br />
zeker in deze tijd. Ik vind het zorgelijk dat Nederland er<br />
niet in slaagt om hier als één man achter te gaan staan.<br />
Als wij kiezen voor kennis en research dan moeten we<br />
daar ook onze verantwoordelijkheid in nemen: geef het<br />
geld dat nodig is voor een sterke positie. We moeten<br />
onze prioriteiten stellen en bereid zijn daar in de nabije<br />
toekomst voor te bloeden. Onze positie staat namelijk<br />
<strong>op</strong> het spel.’<br />
Nelissen meent het serieus: hij vreest voor de toekomst<br />
van de sector van hightech industrie als<br />
Nederland niet voldoende investeert. Het zou volgens<br />
hem niet de eerste branche zijn die ten onder gaat in<br />
het financiële noodweer. ‘We hadden als Nederland<br />
een zeer vooraanstaande banksector. Die hebben we<br />
kunnen <strong>op</strong>bouwen omdat we een grote handelsnatie<br />
waren. Dat was het milieu waarin die sector kon ontstaan.<br />
Nu hebben onze grote banken klappen gekregen<br />
waardoor ze die positie waarschijnlijk niet meer<br />
terugkrijgen. Je weet in elk geval dat we niet meer de<br />
handelsnatie zijn waarin een financiële sector tot wasdom<br />
kan komen. Die positie winnen we dus nooit meer<br />
terug. Laat dit alsjeblieft niet gebeuren met de economie<br />
van Zuidoost Brabant. Er staan namelijk tal van<br />
landen klaar om ons marktaandeel over te nemen.’
Nieuws<br />
bedrijfsleven<br />
OPVANGREGELING KENNISWERKERS<br />
Half mei is bekend geworden dat de ministeries<br />
van OCW en EZ gezamenlijk 280 miljoen euro<br />
voor 2009 en 2010 beschikbaar stellen onder<br />
andere om kenniswerkers voor de Nederlandse<br />
economie te behouden. Het is de bedoeling dat<br />
kennis en expertise van onderzoekers uit bedrijven<br />
voor maximaal 1,5 jaar beschikbaar komen<br />
voor kennisinstellingen zoals bijvoorbeeld universiteiten<br />
en TNO. De onderzoekers worden gedetacheerd<br />
bij deze instellingen en blijven dus<br />
in dienst van het bedrijf. Vanaf medio juni kunnen<br />
bedrijven bij SenterNovem en NWO voorstellen<br />
indienen. Ook de <strong>TU</strong>/e zal van aan deze<br />
regeling gaan deelnemen. Voor meer informatie<br />
kunt u terecht bij drs.ir. Pieter de Bock van het<br />
<strong>TU</strong>/e Innovation Lab, e-mail: p.f.d.bock@tue.nl<br />
of telefoon 040 247 4822.<br />
ONDERZOEKSPROJECT MET ASML<br />
De <strong>TU</strong>/e gaat ASML helpen een nieuwe<br />
generatie chipmachines te ontwikkelen.<br />
Vier onderzoeksgroepen van de faculteiten<br />
Werktuigbouwkunde en Elektrotechniek zullen<br />
hiervoor evenzoveel promovendi inzetten binnen<br />
het project ‘Xtreme Motion’. Recent maakte<br />
minister van Economische Zaken Maria van der<br />
Hoeven bekend dat de overheid 7,9 miljoen<br />
euro steekt in innovatieprojecten in de regio<br />
Zuidoost-Nederland, onder de noemer Pieken<br />
in de Delta. In het ‘Xtreme Motion’-project zal<br />
chipmachinemaker ASML ondanks het zware<br />
economische tij gaan samenwerken met onder<br />
meer Philips, Bosch, Prodrive en de <strong>TU</strong>/e om<br />
snellere chipmachines te bouwen. Met het pro-<br />
Recent heeft UniPartners Eindhoven, een<br />
academisch adviesbureau gelieerd aan de<br />
<strong>TU</strong>/e en gerund door studenten, een project<br />
uitgevoerd voor het Automotive Technology<br />
Centre (ATC) in Helmond. Deze stichting initieert<br />
en organiseert innovatieprojecten en<br />
netwerkevenementen en beheert databases<br />
met bedrijfsprofielen, testfaciliteiten, <strong>op</strong>leidingen<br />
en vacatures. Daarnaast zet zij zich in<br />
voor de nationale en internationale promotie<br />
van de Nederlandse automotive sector, met<br />
ject is in totaal vijf miljoen euro gemoeid, waarvan<br />
de helft is <strong>op</strong>gebracht door EZ, provincie<br />
Noord-Brabant en SRE.<br />
EINDHOVEN IN DE RACE VOOR<br />
WORLD DESIGN CAPITAL<br />
De faculteit Industrial Design heeft verschillende<br />
projecten ingediend die Eindhoven<br />
moeten helpen in 2012 ‘World Design Capital’<br />
te worden. In Milaan presenteerde het gemeentebestuur<br />
in april haar zogeheten bidbook, met<br />
daarin het beoogde programma voor over drie<br />
jaar. Turijn was in 2008 World Design Capital,<br />
Seoel is het volgend jaar en Eindhoven ho<strong>op</strong>t<br />
het in 2012 te zijn. World Design Capital is<br />
een initiatief van de International Council of<br />
Societies of Industrial Design (waarbij ook de<br />
<strong>TU</strong>/e-faculteit Industrial Design is aangesloten).<br />
De stad die zichtbaar uitzonderlijke vorderingen<br />
<strong>op</strong> design-vlak heeft gemaakt, mag de titel<br />
voeren en in het bewuste jaar een uitgebreid<br />
programma verwezenlijken om haar kennis<br />
en ervaringen met andere steden te delen.<br />
Eindhoven werpt zich in de strijd met het thema<br />
‘Creating a caring society’. Aan het bidbook, een<br />
<strong>op</strong>somming van overwegend al gerealiseerde<br />
projecten, hangt een begroting van ruim 137<br />
miljoen euro. Ook ID droeg een reeks projecten<br />
aan, waaronder de bevallingssimulator die werd<br />
ontwikkeld in samenwerking met het Máxima<br />
Medisch Centrum, de kn<strong>op</strong>loze afstandsbediening<br />
van afstudeerder Joris van Gelder en de<br />
intelligente led-lamp van promovendus Philip<br />
Ross. Een jury maakt binnenkort de shortlist<br />
bekend van steden die meedingen naar de titel<br />
voor 2012. De winnende stad wordt in november<br />
bekendgemaakt.<br />
Klantentevredenheidsonderzoek bij ATC<br />
de nadruk <strong>op</strong> technologische ontwikkelingen<br />
en innovaties. In drie maanden tijd is er een<br />
klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd in<br />
samenwerking met het bedrijf Intermensen.<br />
Door kwantitatief en kwalitatief onderzoek<br />
samen te verwerken in een enquête zijn er<br />
interessante feiten aan het licht gekomen en<br />
heeft de beoordeling van het ATC een extra<br />
dimensie gekregen. De kwantitatieve gegevens<br />
zijn veel beter <strong>op</strong> waarde te schatten<br />
door positieve en negatieve reacties mee te<br />
De C,MM,n <strong>op</strong> de Autorai.<br />
EEN MILJOEN ELEKTRISCHE AUTO’S<br />
Er moeten in 2020 één miljoen elektrische<br />
auto’s rijden in Nederland. De drie <strong>TU</strong>’s en<br />
de Stichting Natuur en Milieu hebben <strong>op</strong> de<br />
AutoRAI een ambitieus actieplan gepresenteerd<br />
met dit doel. In het Actieplan Elektrisch<br />
Rijden worden twaalf actielijnen aangegeven<br />
en de partijen aan die dit zouden moeten <strong>op</strong>pakken.<br />
De actielijnen hebben onder andere<br />
betrekking <strong>op</strong> de infrastructuur – <strong>op</strong>laadpunten<br />
en netcapaciteit –, de productie van<br />
elektriciteit, de ontwikkeling van accu’s, de rol<br />
van de consument en overheid en de nieuwe<br />
kennis die nodig is bij garages en wegenwacht.<br />
Een basiselement in het plan is de zogeheten<br />
c,mm,n. Dit is een autoconcept waaraan de<br />
drie technische universiteiten al langer samenwerken,<br />
met als doel te komen tot een schone,<br />
slimme en vooral duurzame auto. De <strong>TU</strong>/e<br />
werkt aan de ontwikkeling van de aandrijflijn,<br />
ofwel de motor en de accu’s. Er is al brede<br />
steun voor dit masterplan: ook de gemeente<br />
Amsterdam, ANWB, Athlon Car Lease, Eneco,<br />
Prorail en Rabobank zijn erbij betrokken.<br />
nemen in de resultaten en dit te combineren<br />
met de cijfers. Hieruit is onder andere naar<br />
voren gekomen dat er pas vanaf het rapportcijfer<br />
8 een algeheel positief beeld heerst.<br />
Cijfers komen zo tot leven en verbeterpunten<br />
om deze te verhogen worden door de deelnemers<br />
aangegeven. Dit geeft een duidelijke<br />
streefwaarde voor de organisatie.<br />
Voor meer informatie: eindhoven@unipartners.nl<br />
of www.unipartners.nl/eindhoven<br />
of bel 040-2478252.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 1 1<br />
Foto: Dynamics and Control, <strong>TU</strong>/e.
Foto: Bart van Overbeeke <strong>TU</strong>/e<br />
1 2<br />
ONDERWIJS<br />
streeft naar<br />
uitwisseling in de minor<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
Studenten oriënteren zich <strong>op</strong> de Minormarkt.
Na de bachelor<strong>op</strong>leiding overstappen <strong>op</strong> een andere master<strong>op</strong>leiding, met de minor<br />
als toegangskaartje. Het major-minorstelsel, dat in 2007 <strong>TU</strong>/e-breed werd ingevoerd,<br />
moet doorstromen gemakkelijker en aantrekkelijker maken. In de praktijk wordt er<br />
echter nog weinig echt geswitcht. Binnen de minor wordt wél veelvuldig buiten de eigen<br />
<strong>op</strong>leidingsmuren gesnuffeld, stelt <strong>TU</strong>/e-minorcoördinator prof.dr. Paul Koenraad tevreden.<br />
Het major-minorstelsel houdt in dat de<br />
bachelor<strong>op</strong>leiding is verdeeld in een<br />
hoofdrichting (major) en een nevenrichting<br />
(minor). Studenten volgen hun minor<br />
aan het begin van het derde jaar van de<br />
bachelor<strong>op</strong>leiding. Een minor staat voor<br />
30 ECTS (een heel collegejaar voor 60<br />
ECTS). De keuzemogelijkheden voor studenten<br />
verruimen en verkokering voorkomen;<br />
dat zijn de belangrijkste doelen<br />
van het major-minorstelsel. ‘We zagen<br />
dat veel mensen hier bij een bepaalde faculteit<br />
binnenkomen en daar vervolgens<br />
vijf jaar blijven hangen. Waar veel andere<br />
universiteiten hebben gekozen voor een<br />
soort ‘science-faculteiten’, met eerst een<br />
breed jaar waarna pas een keuze wordt<br />
gemaakt, heeft Eindhoven gekozen voor<br />
compartimentering van de basis tot aan<br />
de master’, zegt Koenraad.<br />
Van die compartimentering wil de <strong>TU</strong>/e<br />
af. Hoewel veel <strong>op</strong>leidingen ook verdiepende<br />
minoren voor eigen studenten<br />
bieden, wil de <strong>TU</strong>/e studenten vooral<br />
motiveren om eens een poosje buiten de<br />
eigen faculteit te snuffelen. Daarbij blijkt<br />
onder andere de managementminor bij<br />
‘Leuk om eens verder te kijken’<br />
Paula Geers, vierdejaars Scheikundige<br />
Technologie, koos voor verbreding: ze volgde<br />
de minor Human Technology Interaction<br />
aan de faculteit Industrial Engineering &<br />
Innovation <strong>Science</strong>s.<br />
‘Een heel ander vakgebied, niet zozeer nuttig<br />
voor mijn studie of voor straks <strong>op</strong> de arbeidsmarkt,<br />
maar wel heel interessant’, omschrijft<br />
Geers de minor. Het was leuk om eens verder<br />
te kijken dan het eigen vakgebied, vindt ze:<br />
‘Maar er zijn vast ook studenten die de minor<br />
doen omdat het nou eenmaal móet en zich er<br />
met een zesje vanaf proberen te maken.’<br />
Geers had best een verdiepende minor in<br />
eigen huis willen overwegen, ‘maar die werd<br />
toen nog niet aangeboden.’ Haar meeste jaargenoten<br />
kozen voor minoren bij <strong>Technische</strong><br />
<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde p<strong>op</strong>ulair, met<br />
volgens Koenraad honderd tot honderdvijftig<br />
studenten per reeks. Tot de kleinere<br />
minoren behoort die van <strong>Technische</strong><br />
Wiskunde, niet de gemakkelijkste der<br />
minoren. Koenraad erkent: ‘Er zullen best<br />
studenten zijn die van de minor proberen<br />
een pretpakket te maken, maar we<br />
zorgen ervoor dat alle minoren die we<br />
aanbieden voldoende inhoud hebben.<br />
Accentverschillen houd je altijd; de ene<br />
minor zal wat ‘harder’ zijn dan de andere.’<br />
Minormatrix<br />
Vanaf september 2009 wordt de minor<br />
een <strong>op</strong> zichzelf staand traject in de<br />
bachelor<strong>op</strong>leiding. Vanwege deze besluitvorming<br />
zijn alle minoren van de <strong>TU</strong>/e<br />
<strong>op</strong>nieuw bekeken en zo nodig geherformuleerd.<br />
Dit vooral om overlap tussen minorpakketten<br />
en hoofd<strong>op</strong>leidingen zoveel<br />
mogelijk uit te sluiten, aldus Koenraad.<br />
In de minormatrix <strong>op</strong> de site van het<br />
Onderwijs en Studenten Service Centrum<br />
staan alle 26 <strong>TU</strong>/e-minoren schematisch<br />
bij elkaar. Daarnaast is er de mogelijkheid<br />
tot een vrije minor (die een student<br />
Bedrijfskunde en Biomedische Technologie,<br />
weet ze. ‘De laatste heeft veel raakvlakken<br />
met scheikunde, de eerste kan vooral erg interessant<br />
zijn met het oog <strong>op</strong> latere ervaring in<br />
het bedrijfsleven.’<br />
De overstap naar de blokminor per september<br />
vindt de vierdejaars een goede zaak. ‘Bij<br />
ons liep de minor gelijk met het reguliere<br />
curriculum van de eigen <strong>op</strong>leiding. Daardoor<br />
raakte de minor bij veel studenten een beetje<br />
ondergesneeuwd.’ Van samenwerking met<br />
studenten van andere richtingen kwam mede<br />
daardoor nauwelijks iets terecht, is haar ervaring:<br />
‘Vanwege afwijkende collegeroosters<br />
was het moeilijk om groepjes te vormen en zat<br />
je daardoor al snel om de tafel met studenten<br />
van je eigen <strong>op</strong>leiding.’<br />
‘Zelfontplooiing en<br />
carrière meewegen<br />
in minorkeuze’<br />
Of ze straks voor verbreding of verdieping<br />
gaat, daar is Stephanie van den Hurk nog<br />
niet helemaal uit. Maar carrièremogelijkheden<br />
en ruimte voor zelfontplooiing<br />
vindt de tweedejaars Bouwkunde in elk<br />
geval belangrijk wanneer ze in september<br />
aan haar minor begint. ‘De minor is een<br />
goede mogelijkheid om het normale programma<br />
van je studie ‘persoonlijk’ uit te<br />
breiden.’<br />
In zekere zin zou haar keuze helemaal<br />
niet zo ingewikkeld moeten zijn. ‘Ik heb<br />
het idee dat Bouwkundestudenten minder<br />
keuze voor een minor hebben dan<br />
bijvoorbeeld studenten Scheikundige<br />
Technologie. Dat vind ik jammer; volgens<br />
mij zouden veel meer thema’s interessant<br />
kunnen zijn voor Bouwkundestudenten.’<br />
Vooralsnog blijven veel studiegenoten hoe<br />
dan ook in eigen huis, is haar ervaring:<br />
‘De meesten kiezen voor een verbredende<br />
minor binnen Bouwkunde of een verdiepende<br />
minor Architectuur & Techniek. Ik<br />
ken maar weinig studenten die tijdelijk<br />
bij een andere <strong>op</strong>leiding aanschuiven of<br />
een minor aan een andere universiteit<br />
of in het buitenland doen.’ Zelf twijfelt<br />
ze vooral tussen een verbredende minor<br />
bij Industrial Design en een verdiepende<br />
minor binnen haar eigen profiel, ‘omdat ik<br />
toch al weet dat ik daarin verder wil.’<br />
Op de Minormarkt die ze half februari<br />
bezocht, was het <strong>op</strong> dat moment erg<br />
druk, zegt ze, ‘en ik had het idee dat er<br />
voor Bouwkundestudenten eigenlijk niet<br />
zoveel informatie in te winnen was, omdat<br />
we uit niet zoveel minoren kunnen kiezen<br />
– of je moet het persoonlijk aanvragen,<br />
geloof ik. Wel ben ik inmiddels ‘real life’<br />
bij Industrial Design gaan kijken omdat<br />
een vriendinnetje van mij daar contacten<br />
heeft.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 1 3
1 4<br />
ONDERWIJS<br />
van binnen of van buiten de <strong>TU</strong>/e zelf kan<br />
samenstellen en ter goedkeuring moet<br />
voorleggen aan de examencommissie) of<br />
een minor aan een andere (technische)<br />
universiteit.<br />
3<strong>TU</strong>-verband<br />
Een grotere gelijkschakeling van het<br />
minorenaanbod in 3<strong>TU</strong>-verband is één<br />
van de belangrijkste argumenten om over<br />
te stappen <strong>op</strong> de blokminor. Koenraad:<br />
‘Ik zou het erg leuk vinden als studenten<br />
gebruikmaken van de mogelijkheid om<br />
een minor in Delft of Twente te volgen.<br />
Dat sluit echt aan bij de 3<strong>TU</strong>-gedachte<br />
van meer onderlinge communicatie en<br />
doorstroom. Maar ik kan me voorstellen<br />
dat het voor veel studenten toch wel een<br />
barrière is om zich voor een half jaar in<br />
een andere plaats te vestigen. Er is al<br />
over gesproken of we misschien iets moeten<br />
regelen qua huisvesting. Maar laten<br />
we eerst maar eens kijken hoe het lo<strong>op</strong>t.’<br />
Hoe nadrukkelijk met de minoren ook<br />
wordt gestreefd naar meer uitwisseling;<br />
‘Concepción is een middelgrote stad vierhonderd<br />
kilometer ten zuiden van Santiago, de hoofdstad<br />
van Chili. Wie deze stad in een reisgids <strong>op</strong>zoekt,<br />
vindt waarschijnlijk een kort hoofdstukje dat<br />
de reiziger aanraadt om de industriestad links<br />
te laten liggen. Als de reisgidsen al een positief<br />
woord over hebben voor Concepción, gaat<br />
het over de campus van de Universidad de<br />
Concepción. Aan het centrale grasveld liggen<br />
fraaie gebouwen en de trappen aan de voet van<br />
de klokkentoren vormen een perfecte locatie voor<br />
nachtelijke concerten. Vooral nu, in de ongebruikelijk<br />
warme en droge herfst, is de universiteit met<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
studenten trekken zich daar niet altijd<br />
evenveel van aan, is de ervaring van<br />
dr. Jan-Cees van der Meer, minorcoordinator<br />
bij <strong>Technische</strong> Wiskunde.<br />
‘Studenten kiezen rationeel en kijken wat<br />
een logische toevoeging aan hun <strong>op</strong>leiding<br />
kan zijn, of zoeken naar verwante<br />
minoren.’<br />
Toch is een minor aan een andere faculteit<br />
volgens de coördinator de overweging<br />
zeker waard: ‘Veel studenten gaan<br />
werken in multidisciplinaire teams. Dan<br />
is het goed om al eens bij een andere faculteit<br />
te hebben gekeken.’<br />
‘Eigen’ master<br />
Die mogelijkheid hadden studenten<br />
vóór het major-minorstelsel ook al wel<br />
in de vorm van keuzevakken aan andere<br />
<strong>op</strong>leidingen: ‘Bij wiskunde werd dat<br />
destijds zeker al gestimuleerd, maar dat<br />
verschilde nogal per faculteit’, weet Van<br />
der Meer. Hoe dan ook stappen bijna alle<br />
studenten volgens hem na de bachelor<br />
over <strong>op</strong> de ‘eigen’ master. ‘Ik heb nog niet<br />
Student in het buitenland<br />
Student Evert van Aart van de master<strong>op</strong>leiding Embedded<br />
Systems lo<strong>op</strong>t stage in Concepción (Chili) waar hij aan<br />
de Universidad de Conceptión een onderzoek verricht om<br />
bewegingen van personen in een scanner te compenseren.<br />
afstand het mooiste punt van de stad.<br />
Aan deze universiteit ben ik bezig met mijn<br />
stage voor Embedded Systems. In een lab in de<br />
Falculdad de Ingeniería werk ik aan een FPGAaccelerator<br />
voor medical image registration, simpel<br />
gezegd, een chip die twee medische scans zo<br />
transformeert dat ze zo veel mogelijk overlappen,<br />
om zo bijvoorbeeld te compenseren voor eventuele<br />
bewegingen van de proefpersoon in de scanner.<br />
Het project staat nog in de kinderschoenen,<br />
maar gelukkig heb ik tot eind september om alles<br />
werkend te krijgen.<br />
Het lab deel ik met twee Chileense studenten, en<br />
gehoord van studenten die het door het<br />
major-minorstelsel over een heel andere<br />
boeg hebben gegooid.’<br />
<strong>Technische</strong> Wiskunde begroet in haar<br />
minor gemiddeld zo’n tien studenten per<br />
lichting. Daarmee is het één van de kleinere<br />
minoren van de <strong>TU</strong>/e en ‘zeker niet<br />
de gemakkelijkste’, benadrukt Van der<br />
Meer. Daarnaast biedt de <strong>op</strong>leiding de<br />
minor Finance & Risk aan, die afgel<strong>op</strong>en<br />
jaar versneld werd <strong>op</strong>gezet voor studenten<br />
<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde die niet<br />
geplaatst konden worden bij de minor<br />
van hun eerste keuze. Eigen studenten<br />
die kiezen voor een minor elders, kiezen<br />
voornamelijk voor natuurkunde, informatica<br />
en bedrijfskunde.<br />
Studentenfractie PF heeft, in afwachting<br />
van een landelijke minorenwebsite,<br />
een overzicht van minorensites van de<br />
meeste Nederlandse universiteiten online<br />
gezet:<br />
www.stempf.nl/links/minoren.<br />
met mede-<strong>TU</strong>/e’er Barend van Liempd. Samen<br />
met onze twee collega’s en andere Chileense<br />
vrienden trekken we er regelmatig <strong>op</strong> uit om de<br />
omgeving te bezichtigen en om te proeven van het<br />
Chileense leven.<br />
Ze geven ons gratis Spaanse lessen, vooral over<br />
scheldwoorden en versiertrucs, maar soms ook<br />
over nuttige dingen. De taal zit vol woorden die je<br />
in geen enkel ander Spaanstalig land tegenkomt,<br />
en de Chilenen praten zo snel dat ze bijna niet<br />
te volgen zijn. Maar, verzekeren de Chilenen me,<br />
zolang ik weet hoe ik ‘huevon’ moet zeggen, komt<br />
alles goed.’
Nieuws<br />
Onderwijs<br />
MASTEROPLEIDING<br />
AUTOMOTIVE TECHNOLOGY<br />
In september vorig jaar gingen vijftien studenten<br />
van start met de interfacultaire master<br />
Automotive Technology, die toen nog moest<br />
worden getoetst door de Nederlands Vlaamse<br />
Accreditatieorganisatie. Het positieve eindoordeel<br />
viel recent <strong>op</strong> de mat bij kartrekker prof.<br />
dr.ir. Maarten Steinbuch. Steinbuch wil de instroom<br />
komend jaar verdubbelen. De <strong>op</strong>leiding<br />
gaat multidisciplinaire automotive ingenieurs<br />
afleveren en maakt deel uit van het innovatieprogramma<br />
High-Tech Automotive Systems,<br />
dat wordt gesteund door het ministerie van<br />
Economische Zaken. Doel van dit programma<br />
is versterking van de automotive industrie in<br />
Zuidoost-Brabant door gerichte samenwerking<br />
tussen overheden, kennisinstellingen en bedrijven.<br />
De focus van de <strong>op</strong>leiding sluit aan bij de<br />
twee researchlijnen in het innovatieprogramma:<br />
driving guidance (hoe blijft een auto <strong>op</strong> de<br />
weg in contact met de omgeving) en vehicle<br />
efficiency (heeft betrekking <strong>op</strong> schone en energiezuinige<br />
voertuigen). De tweejarige <strong>op</strong>leiding<br />
heeft in het eerste jaar verbredende kernvakken<br />
en verdiepende keuzevakken. In het tweede<br />
jaar staan een stage en een afstudeerproject <strong>op</strong><br />
het programma. Na afronding van de <strong>op</strong>leiding<br />
kunnen studenten de auto als systeem zien en<br />
zijn ze gelijktijdig gespecialiseerd in één van de<br />
wezenlijke disciplinaire technologieën van een<br />
voertuig.<br />
EUROPESE PRIJS VOOR<br />
DUURZAAM BOUWPLAN<br />
Acht masterstudenten Bouwkunde hebben in<br />
mei in Napels een Eur<strong>op</strong>ese ontwerpprijs voor<br />
duurzaam bouwen gewonnen. Met het fictieve<br />
bouwplan ‘Het Oog van Napels’ liet het achttal<br />
zeven andere teams uit onder meer Italië,<br />
Duitsland, Griekenland en Hongarije achter<br />
zich. De jury prees het <strong>TU</strong>/e-bouwplan om de<br />
uitgebreide uitwerking en het <strong>op</strong>timale gebruik<br />
van natuurlijke hulpbronnen. De prijs, waaraan<br />
een geldbedrag van duizend euro is verboden,<br />
wordt gefinancierd door de Eur<strong>op</strong>ese Unie. De<br />
<strong>op</strong>dracht was het ontwerp van een kantoorpand<br />
van ongeveer twaalfhonderd vierkante meter,<br />
dat voldoet aan alle mogelijke eisen van duurzaamheid.<br />
Zo moest het gebouw energieneutraal<br />
zijn en waren het binnenklimaat en de leef-<br />
Foto: Rob Stork<br />
Maarten Steinbuch in het Automotive Lab <strong>op</strong> de <strong>TU</strong>/e.<br />
baarheid van belang. Er diende daarbij rekening<br />
gehouden te worden met lokale omstandigheden,<br />
zoals aardbevingen en hitte. <strong>TU</strong>/e-docent<br />
Rijk Blok, mede-initiator van de prijs, enthousiasmeerde<br />
bouwkundestudenten eind vorig<br />
jaar om mee te dingen naar de prijs. Uiteindelijk<br />
bundelden acht masterstudenten uit alle disciplines<br />
kun krachten voor het project: van de<br />
vakgebieden architectuur en constructief ontwerpen<br />
tot bouwfysica en vastgoed.<br />
ID-S<strong>TU</strong>DENTEN INGEZET<br />
ALS AKADEMIE-ASSISTENT<br />
Twaalf studenten Industrial Design kunnen<br />
hun bijbaantje <strong>op</strong>zeggen: ze worden met geld<br />
van het ministerie van OCW aangesteld om<br />
mee te werken aan onderzoek naar intelligente<br />
spelconcepten. De studenten gaan in de capaciteitsgroep<br />
User-Centered Engineering (UCE)<br />
bekijken hoe je intelligente spelconcepten kunt<br />
gebruiken om kinderen meer te laten bewegen<br />
en samen te laten spelen. Dr.ir. Tilde Bekker van<br />
UCE, verantwoordelijk voor het project, heeft<br />
al een achttal studenten geselecteerd. Ze gaat<br />
de studenten eerst een half jaar een dag per<br />
De <strong>TU</strong>/e heeft plannen voor een Engineering<br />
College, dat een brede Engelstalige bachelor in<br />
Engineering <strong>Science</strong> gaat aanbieden. Gedacht<br />
wordt aan een jaarlijkse instroom van 150<br />
tot 200 studenten voor de driejarige <strong>op</strong>leiding.<br />
De eerste globale ideeën voor de brede<br />
Engelstalige bachelor worden <strong>op</strong> dit moment<br />
onder verantwoordelijkheid van de rector magnificus<br />
prof.dr.ir. Hans van Duijn uitgewerkt.<br />
week inzetten, om vervolgens te kijken welke<br />
studenten in aanmerking komen voor een<br />
tweede halfjaar. Het programma laat getalenteerde<br />
studenten kennismaken met de praktijk<br />
van het wetenschappelijk onderzoek. Landelijk<br />
komen er ongeveer honderdvijftig studenten in<br />
aanmerking.<br />
BACHELORS ROOSEVELT ACADEMY<br />
MOGEN INSTROMEN AAN <strong>TU</strong>/e<br />
Bachelors of <strong>Science</strong> van de Roosevelt<br />
Academy in Middelburg kunnen vanaf het<br />
nieuwe collegejaar als proef instromen in tien<br />
technisch-wetenschappelijke masters van<br />
de <strong>TU</strong>/e. Het samenwerkingsverband tussen<br />
de <strong>TU</strong>/e en de Roosevelt Academy (RA), een<br />
university college dat tot stand is gekomen als<br />
samenwerkingsverband tussen de Hogeschool<br />
Zeeland en de <strong>Universiteit</strong> Utrecht, is voor twee<br />
jaar aangegaan. Prof.dr. Hans Adriaansens, de<br />
decaan van de RA, is zeer verheugd met de gemaakte<br />
afspraken. Hij vindt de samenwerking<br />
met de <strong>TU</strong>/e een fantastische aanvulling <strong>op</strong><br />
de keuzemogelijkheden voor hun bachelorstudenten.<br />
Engelstalige bachelor in Engineering <strong>Science</strong><br />
In dit Engineering College wil de <strong>TU</strong>/e een<br />
nieuw type ingenieur <strong>op</strong>leiden. Afgestudeerden<br />
moeten en bredere kijk hebben, goed in teamverband<br />
én in een internationale setting kunnen<br />
werken. Het wordt een <strong>op</strong>leiding gericht <strong>op</strong><br />
het bedrijfsleven. De verwachting is dat deze<br />
insteek veel meer vrouwelijke studenten gaat<br />
aantrekken dan de gemiddelde <strong>op</strong>leiding aan<br />
de <strong>TU</strong>/e.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 1 5
1 6<br />
Mechanics and Control<br />
onder de loep<br />
Foto’s: Bart van Overbeeke<br />
ONDERZOEK<br />
Een van de strategische onderzoeksgebieden<br />
aan de <strong>TU</strong>/e, Mechanics and Control, richt zich<br />
<strong>op</strong> mechanische systemen en het analyseren,<br />
modelleren, engineeren en regelen ervan.<br />
Daarbij wordt bijvoorbeeld ook gekeken naar<br />
de materialen en processen die nodig zijn om<br />
het systeem te maken.<br />
‘Onder Mechanics and Control valt onderzoek <strong>op</strong> het gebied<br />
van vaste stof-mechanica, stromingsleer en meet- en regel-<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
Onderzoek in het Multiscale lab van de <strong>TU</strong>/e.<br />
techniek ofwel control. Een vierde pijler van het onderzoek<br />
richt zich <strong>op</strong> materiaalkunde’, vertelt prof.dr.ir. René de Borst,<br />
voorzitter van het onderzoeksgebied Mechanics and Control en<br />
decaan van de faculteit Werktuigbouwkunde. ‘Het onderzoeksgebied<br />
leunt sterk <strong>op</strong> de toegepaste wiskunde. We gebruiken<br />
steeds meer wiskunde in onze gereedschapskist om zinvolle<br />
<strong>op</strong>lossingen te genereren.’<br />
Wat hetzelfde blijft, volgens De Borst, is de methodologische<br />
basis. ‘We blijven de wetten van Newton gebruiken. Wat verandert,<br />
zijn niet alleen de toepassingen, maar zeker ook de<br />
numerieke en experimentele onderzoeksinstrumenten.’<br />
Prof.dr.ir. GertJan van Heijst, van de onderzoeksgroep Vortex
Dynamics van de faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde: ‘Er is<br />
alleen al enorm veel veranderd, doordat we veel meer rekenkracht<br />
hebben gekregen. Dat betekent een enorme sprong<br />
voorwaarts voor het onderzoek.’<br />
Ook meetmethoden hebben een enorme vlucht genomen volgens<br />
Van Heijst. ‘Zo kunnen we bij laboratoriumexperimenten<br />
<strong>op</strong> het gebied van stroming tienduizenden deeltjes in een<br />
vloeistof met verschillende camera’s tegelijkertijd volgen.<br />
Daarbij gebruik je een gepulste laser. De beelden die je krijgt,<br />
worden <strong>op</strong>genomen en bewerkt. Dat betekent dat je een gigantische<br />
hoeveelheid data moet gaan bewerken. Dat was tien<br />
jaar geleden nog niet mogelijk. Ook daar zit nog veel ontwikkeling<br />
in.’<br />
Op nanoschaal<br />
Wat betreft toepassingen geeft De Borst aan dat miniaturisering<br />
een trend aan het worden is. ‘Allerlei zaken worden steeds<br />
meer <strong>op</strong> een kleinere schaal toegepast, <strong>op</strong> micrometer- en zelfs<br />
nanometerschaal. Dat zie je zowel bij de vaste stof-mechanica,<br />
de stromingsleer, als de materiaalkunde en de meet- en regeltechniek.’<br />
Een voorbeeld is het onderzoek naar microkoeling<br />
van de groep van prof.dr.ir. Anton van Steenhoven. Denk aan<br />
chips die steeds kleiner worden. De warmte die vrijkomt in<br />
een bepaald volume wordt daardoor steeds groter. De warmte<br />
moet je goed kunnen afvoeren <strong>op</strong> zo’n kleine schaal. Hoe doe<br />
je dat? De Borst: ‘Hier komen materiaalkunde en vaste stofmechanica<br />
<strong>op</strong> hele kleine schaal bij elkaar.’<br />
Een ander voorbeeld zijn zogenaamde microgrippers, waarmee<br />
je iets <strong>op</strong> een heel kleine schaal kunt vastpakken, een onderzoek<br />
van post-doc dr.ir. Edwin Bos onder meer in samenwerking<br />
met prof.dr. Andreas Dietzel. Hoe zorg je er bijvoorbeeld<br />
voor dat je deze ultrakleine grijpers goed kunt bedienen, aldus<br />
De Borst.<br />
Verder noemt hij het onderzoek <strong>op</strong> medisch gebied van de<br />
Control Systems Technology groep van prof.dr.ir. Maarten<br />
Steinbuch. Zij werken aan de ontwikkeling van medische<br />
robots, bijvoorbeeld voor oogchirurgie. Hierbij is heel veel regeltechniek<br />
nodig. De Borst: ‘Met zo’n robot werk je <strong>op</strong> kleine<br />
schaal en tegelijkertijd met een zeer hoge precisie.’<br />
Multiscale lab<br />
In het Multiscale lab observeren en testen onderzoekers van<br />
de Mechanics of Materials groep van prof.dr.ir. Marc Geers,<br />
Prof.dr.ir. GertJan van Heijst.<br />
materialen, structuren en apparaten van 1 centimeter tot<br />
1 nanometer. ‘Door te kijken wat er zich <strong>op</strong> kleinere schaal<br />
afspeelt, probeer je van daaruit de realiteit <strong>op</strong> grotere schaal<br />
te voorspellen. Dit gebeurt via multischaalanalyses’, vertelt<br />
De Borst. ‘Daarmee kun je uiteindelijk gaan werken aan zoiets<br />
Turbulentie-onderzoek<br />
‘We bestuderen dynamica van wervels om ze beter te begrijpen’,<br />
vertelt prof.dr.ir. GertJan van Heijst. ‘Het vakgebied heeft enorm veel<br />
toepassingen en deze zijn zeer gevarieerd. Dat lo<strong>op</strong>t van turbulente<br />
verbranding, aerodynamica, fabricageprocessen met vloeistoffen,<br />
transport van gas of vloeistoffen tot de vormgeving van auto’s. We gebruiken<br />
dezelfde basisvergelijkingen om de kleine wervelingen achter<br />
een fruitvliegje maar ook bijvoorbeeld de beweging van een ijskap <strong>op</strong><br />
Antartica te begrijpen’, aldus Van Heijst.<br />
‘Wervelingen kunnen ongewenst zijn, bijvoorbeeld omdat ze lawaai<br />
veroorzaken. Denk aan de wervels die bij een auto ontstaan, of een<br />
fluittoon in een cv-ketel.Terwijl ze bij muziekinstrumenten of bij bepaalde<br />
productieprocessen juist gewenst zijn. Op basis van dit soort<br />
onderzoek kun je bijvoorbeeld het ontwerp van een apparaat bepalen’,<br />
legt hij uit.<br />
Hij beaamt dat er ook binnen de stromingsleer steeds meer naar het<br />
microniveau wordt gekeken. Zijn groep bijvoorbeeld werkt samen met<br />
de onderzoeksgroep van prof.dr. ir. Menno Prins aan biosensoren.<br />
Hierbij wordt een druppel bloed of ander lichaamsvocht gebruikt om<br />
een medische test uit te voeren. Het is de bedoeling om die druppel <strong>op</strong><br />
een heel effectieve manier snel langs een sensor<strong>op</strong>pervlak te geleiden.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 1 7
Foto: Bart van Overbeeke<br />
1 8<br />
XXXXXXXXX<br />
ONDERZOEK<br />
als ‘Materials Engineering’, waarbij je met simulatiemodellen<br />
nieuwe materialen ontwerpt. Het feit dat we fenomenen <strong>op</strong><br />
zeer kleine schaal gaan onderzoeken, heeft wel invloed <strong>op</strong> de<br />
wiskunde die we daarbij nodig hebben’, geeft De Borst aan.<br />
‘Op grotere schaal kun je berekeningen uitvoeren die uitgaan<br />
van continuïteit. Op een kleine schaal werkt dat niet altijd meer<br />
en moeten we ook discrete modellen gebruiken.<br />
Een andere ontwikkeling binnen Mechanics and Control is de<br />
zogenaamde ‘multifysica’. Hierbij worden in een model gelijktijdig<br />
meerdere natuurkundige verschijnselen gesimuleerd,<br />
simpelweg omdat er verschillende verschijnselen gelijktijdig<br />
een rol spelen. De Borst: ‘Bijvoorbeeld een model waarbij je<br />
de interactie tussen bloedstroming en de vervorming van een<br />
dunne vaatwand simuleert. Je kunt de stroming van het bloed<br />
en de eigenschappen van de vaatwand niet los van elkaar zien.<br />
De elasticiteit van de vaatwand heeft een invloed <strong>op</strong> de bloedstroming<br />
en andersom. Dit soort interacties zie je <strong>op</strong> allerlei<br />
gebieden. Denk bijvoorbeeld aan verbranding, maar ook zaken<br />
als corrosie en betonrot. Ook hier spelen verschillende factoren<br />
gelijktijdig een rol.’<br />
Olie-industrie<br />
Daarnaast is er ook veel interactie tussen multifysica en<br />
multi-schaalverschijnselen. Ter illustratie noemt De Borst een<br />
toepassing als ‘hydraulic fracturing’. ‘Dit proces gebruikt de<br />
olie-industrie om nieuwe olielagen aan te boren. Ze boren<br />
een gat en daarbij ontstaan scheuren. Vervolgens zetten ze<br />
vloeistofdruk <strong>op</strong> de scheuren met het doel dat deze zich voortplanten<br />
om zo bij oliehoudende lagen te komen. Je hebt hier<br />
een samenspel van een verschillende fysische verschijnselen.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
DE BORST:<br />
‘Er wordt door<br />
verschillende<br />
onderzoeksgroepen<br />
steeds meer<br />
samengewerkt.’<br />
Olie en water stromen anders in poreuze zandsteen dan in zo’n<br />
scheur. Je kijkt dan eerst <strong>op</strong> kleine schaal hoe de olie en het<br />
water door zo’n scheur lo<strong>op</strong>t en schaalt de resultaten <strong>op</strong> naar<br />
een groter niveau van kilometers.’<br />
Door de ontwikkelingen <strong>op</strong> het gebied van multifysica en<br />
multischaling, wordt er onderling meer samengewerkt tussen<br />
verschillende onderzoeksgroepen. Bij een onderwerp als verbranding<br />
werken bijvoorbeeld mensen van verbrandingstechniek<br />
en meet- en regeltechniek samen. ‘Je hebt beide gebieden<br />
nodig als je het verbrandingsproces actief wilt gaan regelen’,<br />
aldus De Borst. Verder wordt er binnen het onderzoeksgebied<br />
Mechanics and Control samengewerkt met verschillende industriële<br />
partners als Océ, Shell en ASML en wetenschappelijke<br />
netwerken. Zo participeren groepen uit Mechanics and Control<br />
in Materials innovation institute (M2i) en het Dutch Polymer<br />
Institute (DPI).<br />
Excellentie trekt excellentie aan<br />
‘Nationaal en internationaal doen we het goed met dit<br />
onderzoeksprofileringsgebied’, vertelt De Borst. ‘Dat blijkt<br />
indirect ook uit de positieve visitatiescore die we onlangs bij<br />
Mechanical Engineering hebben gekregen. Omdat meer dan de<br />
helft van het onderzoek van de faculteit onder Mechanics and<br />
Control valt, zegt dat ook iets over onderzoeksprofileringsgebied.<br />
Verder geldt het adagium ‘Excellentie trekt excellentie<br />
aan’. Recentelijk zijn we bijvoorbeeld in staat geweest om<br />
prof.dr. Vikram Deshpande aan te trekken bij de onderzoeksgroep<br />
Mechanics of Materials. Deze jonge hoogleraar uit<br />
Cambridge hebben we naar Eindhoven gekregen omdat hier<br />
enkele mensen werken met wie hij graag wil samenwerken.’
Jouw toekomst in<br />
technische automatisering.<br />
Als PLC/SCADA specialist<br />
bij TASK24 werk je voornamelijk in<br />
food, farma, (petro)chemie of high<br />
tech manufacturing. De applicaties<br />
die we onder de meest uitdagende<br />
omgevingscondities voor onze klanten<br />
realiseren, moeten voldoen aan hoge<br />
eisen <strong>op</strong> het gebied van betrouwbaarheid,<br />
veiligheid en kwaliteit. Als jij dat<br />
ook een uitdaging vindt dan kunnen<br />
wij jouw kwaliteiten goed gebruiken.<br />
TASK24 focust al jaren scherp <strong>op</strong><br />
alles wat met MES te maken heeft.<br />
Dat merk je als MES engineer. Je<br />
zit bij TASK24 dicht <strong>op</strong> de ontwikkelingen<br />
en je werkt met een hecht team<br />
samen aan MES projecten in omgevingen<br />
waar slechts honderd procent<br />
functionerende productiefaciliteiten<br />
geaccepteerd worden. Kun je tegen<br />
een beetje stress en wil je voor de<br />
klant de maximale performance eruit<br />
slepen, dan mag je onmiddellijk bij<br />
ons aan de slag.<br />
TASK24 bouwt de laatste tijd steeds<br />
meer systemen <strong>op</strong> het .NET platform.<br />
Ontwikkelen in .NET gaat een grote<br />
toekomst tegemoet en Service Oriented<br />
Architecture (SOA) is daarbij één<br />
van de belangrijkste thema’s. Als<br />
.NET specialist ben je het ene<br />
moment bezig met een gloednieuw<br />
systeem en het volgende met een<br />
legacy transformatie. Hoe dan ook,<br />
je voorziet de klant van een moderne<br />
en toekomstbestendige applicatie.<br />
Doe je mee?<br />
TASK24 is de sterk groeiende specialist <strong>op</strong> het gebied van technische automatisering. Inmiddels werken we met ruim 500 medewerkers<br />
aan uitdagende <strong>op</strong>lossingen voor onze klanten. TASK24 is sterk regionaal vertegenwoordigd. Dat brengt veel voordelen voor zowel de<br />
klanten als de medewerkers met zich mee. <strong>Technische</strong> automatiseringsprofessionals willen dan ook graag voor ons werken.<br />
Ga daarom naar www.task24.nl/vacatures en solliciteer <strong>op</strong> jouw toekomstige baan.<br />
TASK24. Werkgever met toekomst!<br />
www.task24.nl
2 0<br />
INTERVIEW<br />
‘<strong>Universiteit</strong>en zijn<br />
financieel kwetsbaar’<br />
Sinds 1 oktober 2008 is mr. Jo van Ham als derde lid van het<br />
College van Bestuur voor vier jaar verbonden aan de <strong>TU</strong>/e. Hij<br />
ziet zich voor een lastige klus gesteld: het financieel besturen<br />
van de universiteit in tijden van economische crisis en tevens<br />
tientallen miljoenen bij elkaar sprokkelen voor zeer ambitieuze<br />
bouwplannen.<br />
Van Ham heeft dertig jaar gewerkt aan<br />
het ministerie van OC&W. In zijn laatste<br />
baan als plaatsvervangend directeurgeneraal<br />
hoger onderwijs was hij verantwoordelijk<br />
voor alle universiteiten, hogescholen<br />
en academische ziekenhuizen.<br />
Na een leven tussen ambtenaren en al-<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
fa’s, stapt hij nu in een wereld van bèta’s<br />
en technici. ‘Dat is prettig. Ze zijn zakelijk,<br />
geïnteresseerd in hun vak, en houden<br />
van kort en krachtig: geen urenlang<br />
debat.’ Zijn portefeuille bestaat uit de<br />
beleidsgebieden financiën, huisvesting,<br />
personeelszaken en communicatie. Over<br />
de financiën is hij gematigd <strong>op</strong>timistisch:<br />
‘De <strong>TU</strong>/e heeft een gezonde balanspositie,<br />
waarbij we mikken <strong>op</strong> een 0-begroting.<br />
Maar we zijn kwetsbaar. Wanneer de<br />
overheid bezuinigt <strong>op</strong> hoger onderwijs<br />
– en het is reëel dit in de komende tijd te<br />
verwachten – is hier aan de faculteiten<br />
direct minder geld voor onderwijs. Aan<br />
andere universiteiten is dat overigens<br />
niet anders: wij voelen allen deze kwetsbaarheid.<br />
De VU, Utrecht en Leiden moeten<br />
nu zelfs al fors bezuinigen. Omdat wij<br />
financieel zeer scherp aan de wind varen,<br />
hoeven wij dat waarschijnlijk in 2009 nog<br />
niet.’
De <strong>TU</strong>/e zou minder kwetsbaar zijn, wanneer<br />
het minder afhankelijk was van de<br />
rijksoverheid. Maar van de begroting van<br />
280 miljoen komen jaarlijks slechts enkele<br />
tientallen miljoenen uit private financiering.<br />
‘Daarom denken we erover na of<br />
we buiten de rijkssubsidie andere bronnen<br />
kunnen aanboren, zoals het bedrijfsleven<br />
en het werven van fondsen.’ Van<br />
Ham maakte onlangs een reis langs de<br />
universiteiten van Berkeley en Stanford.<br />
‘Daar zijn honderden mensen dagelijks<br />
bezig met het werven van fondsen. Dat<br />
is netwerken <strong>op</strong> diners en recepties en<br />
contracten sluiten. Dat doen ze met regelmaat<br />
met hun alumni die in hoge mate<br />
bereid zijn te schenken aan de universiteit.<br />
Ik wil kijken of we dat hier ook van<br />
de grond kunnen tillen. Dat vraagt een ingrijpende<br />
cultuurverandering, omdat we<br />
de financiering van het onderwijs zien als<br />
overheidstaak. Daarnaast is het niet onze<br />
cultuur om geld te vragen – we houden<br />
de hand niet <strong>op</strong>.’<br />
Op het gebied van huisvesting staat er<br />
de komende jaren aan de <strong>TU</strong>/e veel te<br />
gebeuren. Er zijn verouderde gebouwen<br />
waarvoor ‘een erg goed plan’ klaar ligt:<br />
Campus 2020, vier omvangrijke bouwprojecten<br />
waarvan de transformatie van<br />
de bestaande W-hal de eerste is (zie ook<br />
artikel <strong>op</strong> pag. 4-7). In deze karakteristieke<br />
hal komt de nieuwe centrale universiteitsbibliotheek.<br />
Daar<strong>op</strong> komt een apart<br />
bouwdeel, waar de faculteit Wiskunde<br />
en Informatica wordt ondergebracht. ‘We<br />
gaan er de komende tien jaar werk van<br />
maken om dat te realiseren. De ingewikkelde<br />
<strong>op</strong>gave is de financiering. Voor de<br />
vier bouwprojecten gaat het om een bedrag<br />
van zeker 250 miljoen euro.’<br />
Dat heeft de <strong>TU</strong>/e niet <strong>op</strong> een spaarrekening<br />
staan. ‘Een deel van dit bedrag<br />
kan binnen de huidige begroting worden<br />
gevonden. Een deel kunnen we lenen,<br />
we hebben nu leningen bij de Rabobank,<br />
maar je kunt ook denken aan het ‘schatkistbankieren’<br />
bij Wouter Bos.’<br />
Een ander deel wil het College halen uit<br />
de exploitatie van de grond van de <strong>TU</strong>/ecampus.<br />
‘We vragen dan aan bedrijven,<br />
pensioenfondsen en investeerders of zij<br />
het interessant vinden om hier plannen<br />
te realiseren die passen <strong>op</strong> een campus.<br />
We hebben onlangs bij de gemeente<br />
Eindhoven en bij woningcorporaties voorgesteld<br />
om studentenflats <strong>op</strong> de campus<br />
neer te zetten. Dat kan ons geld <strong>op</strong>leveren<br />
waarmee we andere bouwprojecten<br />
financieren.’<br />
Strategie <strong>TU</strong>/e 2020<br />
Het nieuwe CvB-lid gaat zich het komend<br />
jaar met drie hoogleraren en twee directeuren<br />
bedrijfsvoering bezighouden met<br />
een strategie voor de toekomst. De universiteit<br />
heeft jaarlijks een bestuurlijke<br />
agenda en er is een instellingsplan met<br />
een lo<strong>op</strong>tijd van twee tot drie jaar. ‘Wij<br />
vinden dat je ook een langetermijnstrategie<br />
moet formuleren. We gaan daarom<br />
het gesprek over de strategie voeren met<br />
studenten, decanen, alumni, medewerkers,<br />
bedrijven, hoogleraren, docenten,<br />
onderzoekers en overheden. We moeten<br />
ons laten voeden en aansluiten bij wat er<br />
leeft.’ Rond de zomer van 2010 moeten<br />
de gesprekken uitmonden in een bekn<strong>op</strong>t<br />
en handzaam boekwerkje dat vanaf dat<br />
moment <strong>op</strong> elk bureau van de <strong>TU</strong>/e moet<br />
liggen.<br />
Er zijn acht of negen thema’s die in<br />
de strategie 2020 ter tafel komen.<br />
Bijvoorbeeld: hoe groot wil de <strong>TU</strong>/e zijn?<br />
Wat is de ambitie, wat is noodzakelijk<br />
om internationaal van belang te zijn, en<br />
wat is realistisch? ‘Er zijn nu mensen die<br />
zeggen: je moet de ambitie hebben om<br />
drie keer zo groot te zijn, ongeacht of je<br />
dat gaat halen. Ik heb liever ambities die<br />
waar te maken zijn. Een ander zegt: lever<br />
eerst kwaliteit en dan groei je vanzelf.<br />
Zoeken naar<br />
financieringsvormen<br />
waarbij<br />
de <strong>TU</strong>/e minder<br />
afhankelijk is van<br />
de overheid<br />
Overigens zijn deze <strong>op</strong>vattingen eenvoudig<br />
verenigbaar.’ Een andere vraag is: hoe<br />
is de verbinding tussen regio en universiteit<br />
en wil de <strong>TU</strong>/e leidend zijn in de ontwikkeling<br />
van de regio? Met andere woorden,<br />
volgt het de economie in de regio of<br />
kan het keuzes maken die de richting van<br />
de regio bepalen? Een andere vraag is:<br />
welke partners kiest de <strong>TU</strong>/e; aan welke<br />
instituten bindt het zich? Van Ham: ‘De<br />
laatste vraag is: hoe gaan we de conclusies<br />
realiseren? Ik ben zeer gemotiveerd<br />
om hiermee aan de slag te gaan.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 2 1
2 2<br />
Nieuws<br />
Onderzoek<br />
ONDERZOEK <strong>TU</strong>/e OP COVER<br />
SCIENCE<br />
Onderzoekers van de <strong>TU</strong>/e-faculteit<br />
Scheikundige Technologie hebben voor het<br />
eerst de vroegste stadia van biomineralisatie<br />
in beeld gebracht. De resultaten leveren meer<br />
begrip <strong>op</strong> over de vorming van botten, tanden<br />
en schelpen. In maart was dit het coververhaal<br />
van het gerenommeerde tijdschrift <strong>Science</strong>.<br />
Het onderzoek stond onder leiding van dr. Nico<br />
Sommerdijk. Het team bracht met ’s werelds<br />
modernste elektronenmicrosco<strong>op</strong> de nanodeeltjes<br />
in beeld die aan de basis staan van het<br />
zogeheten ‘biomineralisatieproces’, de gecontroleerde<br />
vorming van harde structuren door<br />
levende wezens. Een voorbeeld hiervan is de<br />
groei van schelpen. De onderzoekers maakten<br />
in een <strong>op</strong>lossing van calciumcarbonaat – het basismateriaal<br />
van schelpen – kleine clusters met<br />
Gesteld<br />
13 March 2009 | $10<br />
‘In de wetenschap draait het niet alleen om het<br />
vinden van de juiste antwoorden, maar ook, of<br />
juist vooral, om het vinden van de juiste vragen.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Incorporating<br />
Unsteady Flow-Field Effects in Flamelet-Generated<br />
Manifolds’ van Stanley Delhaye)<br />
‘Aandacht is de meest schaarse grondstof van<br />
het informatietijdperk.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘What You See is<br />
What You Feel’ van Koert van Mensvoort)<br />
Het nieuwe<br />
Simulation Lab<br />
van de faculteit<br />
Industrial<br />
Design.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
een doorsnede van 0,7 nanometer zichtbaar.<br />
Ze toonden als eerste aan dat deze clusters,<br />
die slechts ongeveer vijf moleculen calciumcarbonaat<br />
bevatten, het begin vormen van het<br />
groeiproces.<br />
Deze ‘pre-nucleatie-clusters’ aggregeren tot<br />
nanodeeltjes met een gemiddelde diameter van<br />
dertig nanometer. Het door de onderzoekers<br />
aangebrachte organische <strong>op</strong>pervlak zorgt ervoor<br />
dat deze nanodeeltjes kunnen uitgroeien<br />
tot grotere deeltjes waaruit uiteindelijk de<br />
grotere, kristallijne structuur gevormd wordt.<br />
Het team maakte gebruik van een bijzondere<br />
elektronenmicrosco<strong>op</strong>: de cryoTitan van FEI<br />
Company. De onderzoeksresultaten zijn van<br />
belang voor het onderzoek naar botgroei en<br />
botvervangende materialen.<br />
NIEUW LAB VOOR INDUSTRIAL<br />
DESIGN<br />
Een vliegtuigcabine waarin onderzoek kan worden<br />
gedaan naar het comfort van passagiers<br />
tijdens lange vluchten en een rijsimulator voor<br />
‘Met de term ‘permanent’ zetten kappers hun<br />
klanten voortdurend <strong>op</strong> het verkeerde been.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Effects of Disorder<br />
on the Charge Transport and Recombination in<br />
Organic Light-Emitting Diodes’ van Siebe van<br />
Mensvoort)<br />
‘Het lijkt haast wel of denken blijft lukken zo<br />
lang men er maar mee doorgaat.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Dispersion in Surface<br />
Waters’ van Gerrit van Dam)<br />
onderzoek naar auto’s die met elkaar communiceren:<br />
samen vormen de <strong>op</strong>stellingen<br />
het nieuwe Simulation Lab van de faculteit<br />
Industrial Design. Dr. Jacques Terken van de<br />
groep User Centered Engineering is supervisor<br />
van het onderzoeksproject bij ID waarvoor de<br />
rijsimulator is aangeschaft. Het onderzoek,<br />
onderdeel van een subsidieprogramma van het<br />
ministerie van Economische Zaken, richt zich<br />
<strong>op</strong> auto’s die met elkaar communiceren. Terken<br />
beschrijft een voorbeeld waarbij auto’s vlak<br />
achter elkaar rijden, de voorste onverwachts<br />
remt en dit communiceert naar de volgers,<br />
die daar<strong>op</strong> óók automatisch afremmen. Het<br />
systeem is gebaseerd <strong>op</strong> cruise control-technologie.<br />
De gedachte is dat hiermee wellicht files<br />
te voorkomen zijn. De menselijke aspecten die<br />
van invloed zijn <strong>op</strong> het gebruik van dergelijke<br />
systemen worden in het lab onderzocht.<br />
ZELFASSEMBLAGE VAN GUANOSINE<br />
Onderzoekers van <strong>TU</strong>/e-faculteit Scheikundige<br />
Technologie zijn erin geslaagd de zelfassem-<br />
‘Lego has created more engineers than any<br />
marketing campaign.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Responsive Liquid<br />
Crystal Networks’ van Casper van Oosten)<br />
‘We should be getting really worried when the<br />
climate st<strong>op</strong>ped changing.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Planar Beam-Forming<br />
Antenna Array for 60-GHz Broadband Communication’<br />
van Iwan Akkermans)<br />
Foto: Rob Stork
Foto: Bart van Overbeeke<br />
blage van guanosine, één van de bouwstenen<br />
van ons DNA, tot in detail te controleren.<br />
Hiermee komen de onderzoekers, onder leiding<br />
van prof.dr. Bert Meijer, weer een stap dichterbij<br />
de bouw van kunstmatige supramoleculaire<br />
structuren. Hun onderzoeksresultaten werden<br />
in april gepubliceerd <strong>op</strong> de site van Nature<br />
Chemistry. Zelfassemblage, waarbij moleculen<br />
uit zichzelf bepaalde structuren vormen, is door<br />
de natuur in hoge mate geperfectioneerd: ook<br />
in ons lichaam voeren talloze nanomachientjes<br />
de hun toebedeelde taken uit, zoals het<br />
transporteren van stoffen door lichaamscellen.<br />
Onderzoekers proberen <strong>op</strong> kunstmatige wijze<br />
vergelijkbare moleculaire machines creëren, die<br />
de weg vrij kunnen maken voor massaproductie<br />
van nanomaterialen, nanogeneesmiddelen<br />
en nano-elektronica. De Eindhovense onderzoekers,<br />
die samenwerkten met twee onderzoekers<br />
van de <strong>Universiteit</strong> Utrecht, maakten<br />
gebruik van de elektrische Coulombkracht<br />
tussen positief en negatief geladen ionen om<br />
de guanosinemoleculen (de letter ‘G’ van het<br />
genetische alfabet) bij elkaar te brengen. De<br />
moleculen verzamelden zich rondom een positief<br />
geladen kaliumion, waar ze bindingen met<br />
elkaar aangaan en een zogeheten G-quadruplex<br />
(bestaande uit vier moleculen) vormen. Deze<br />
quadruplexen klonteren <strong>op</strong> hun beurt weer<br />
samen – afhankelijk van de aard van de vloeistof<br />
waarin ze zich bevinden, zo toonden de<br />
<strong>TU</strong>/e’ers aan. De verwachting is dat deze methode<br />
nieuwe deuren <strong>op</strong>ent voor het reguleren<br />
van zelfassemblerende structuren.<br />
PERSPECTIEFPRIJS 2009<br />
Onderdeel van de uitreiking van de<br />
Academische Jaarprijzen van de <strong>TU</strong>/e is,<br />
voor het tweede jaar, de uitreiking van de<br />
Ir. Jasper Winkes, winnaar van de <strong>TU</strong>/e Perspectiefprijs 2009.<br />
FOM-PRIJS VOOR<br />
VAN DE SANDEN<br />
De FOM Valorisatie Prijs 2009 is in mei<br />
toegekend aan prof.dr.ir. Richard van de<br />
Sanden, hoogleraar Plasma & Materials<br />
Processing aan de faculteit <strong>Technische</strong><br />
Natuurkunde. Hij ontvangt de prijs, ter<br />
waarde van een kwart miljoen, voor zijn<br />
onderzoek <strong>op</strong> het gebied van plasma depositie<br />
technologieën en zijn actieve rol in het<br />
benutten van deze kennis door verschillende<br />
industriële partners. De prijs, die de<br />
Stichting voor Fundamenteel Onderzoek<br />
der Materie dit jaar voor het eerst uitreikt,<br />
dient als inspirerend voorbeeld voor andere<br />
onderzoekers, zodat zij meer oog<br />
krijgen om kansen te zien voor benutting<br />
van de kennis die zij <strong>op</strong>doen met hun onderzoek.<br />
Van de Sanden (45), sinds 1990 werkzaam<br />
aan de <strong>TU</strong>/e, won in het verleden al<br />
verschillende wetenschappelijke prijzen.<br />
Productieve samenwerkingsverbanden met<br />
een grote verscheidenheid aan bedrijven<br />
leverden al negentien gezamenlijke octrooiaanvragen<br />
<strong>op</strong>. Volgens de selectiecommissie<br />
van FOM is Van de Sanden ‘een meester<br />
<strong>TU</strong>/e Perspectiefprijs. De prijs bestaat uit<br />
een geldbedrag van 5000 euro en een oorkonde<br />
en werd toegekend aan het project<br />
met het meeste toekomstperspectief. Voor de<br />
<strong>TU</strong>/e Perspectiefprijs gaven drie kandidaten<br />
een presentatie: ir. Sibrecht Bouwstra van<br />
Industrial Design, dr.ir. Marcel van ’t Veer van<br />
Biomedische Technologie en ir. Jasper Winkes<br />
van Werktuigbouwkunde. Bouwstra richtte<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
in het schakelen tussen zijn fundamentele<br />
fysische kennis en technologische uitdagingen<br />
waarmee hij vanuit de industrie geconfronteerd<br />
wordt’. De uitreiking van de prijs vindt<br />
later dit jaar plaats.<br />
zich <strong>op</strong> het verbeteren van de leefomgeving<br />
van te vroeg geboren baby’s; ze ontwikkelde<br />
een babypakje waarin sensoren voor het meten<br />
van lichaamsfuncties draadloos zijn verwerkt.<br />
Van ’t Veer promoveerde <strong>op</strong> een geavanceerde<br />
methode voor het meten van bloedstromen.<br />
Hiermee helpt hij hartspecialisten een juiste<br />
diagnose te stellen bij onder meer aderverkalking.<br />
De winnaar werd uiteindelijk ir. Jasper<br />
Winkes die de ‘Double Combustion Pile Driver’<br />
ontwikkelde, een innovatieve methode om<br />
palen te heien. Het brandstofverbruik gaat<br />
erdoor omlaag, maar ook hebben gebruikers<br />
en omwonenden minder last van roet en<br />
lawaai. De jury, onder voorzitterschap van<br />
Bouwkundedecaan prof.ir. Jan Westra, sprak<br />
van een innovatief en duurzaam ontwerp, dat<br />
een duidelijke bijdrage levert aan het wegnemen<br />
van ongewenste zaken zoals geluidsoverlast<br />
bij heiwerkzaamheden – zoals recent bij<br />
het Philips-stadion in Eindhoven. De juryleden<br />
noemden de presentatie van Winkes, directeur<br />
van zijn eigen bedrijf Fistuca, bovendien zeer<br />
professioneel. Daarmee liet hij volgens hen<br />
duidelijk zien dat hij zijn product ook echt in de<br />
markt wil gaan zetten.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 2 3
2 4<br />
UFe<br />
Studenten van de<br />
sectie Bouw- en<br />
Uitvoeringstechniek<br />
bezochten gebouwen<br />
van culturele<br />
en historische<br />
betekenis.<br />
Bouwen in Rusland<br />
Na maanden van voorbereiding vertrokken in maart een<br />
kleine dertig bouwkundestudenten en drie docenten voor een<br />
studiereis naar Rusland. De studiereiscommissie van SUPport,<br />
(sectie Bouw- en Uitvoeringstechniek) is er in geslaagd voor de<br />
deelnemers een gevarieerd programma samen te stellen. Het<br />
<strong>Universiteit</strong>s Fonds Eindhoven sponsorde de reis. ‘Het streven<br />
is altijd een mooie reis te verzorgen die zowel in bouwkundig<br />
als in cultureel <strong>op</strong>zicht interessant is’, aldus Jacco Hulsen,<br />
commissaris van de studiereis.<br />
Uiteindelijk is de keuze <strong>op</strong> Moskou en St.<br />
Petersburg gevallen. In beide steden zijn<br />
veel belangrijke plekken en gebouwen te<br />
vinden die van culturele en historische<br />
betekenis zijn. Hulsen: ‘Ook worden<br />
er nu bouwprojecten gerealiseerd die<br />
voor Eur<strong>op</strong>a grensverleggend zijn. Door<br />
tussenkomst van een studente die de<br />
Russische taal spreekt, hadden we de<br />
mogelijkheid direct contact te leggen<br />
met universiteiten, bedrijven en andere<br />
instellingen, waardoor er gemakkelijker<br />
een goede invulling aan het programma<br />
gegeven kon worden.’<br />
Helemaal vrijblijvend is de studiereis niet.<br />
Jacco Hulsen:’Aan de reis zijn casestudies<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
verbonden die per tweetal uitgewerkt<br />
moeten worden. Uiteraard hebben de<br />
onderwerpen te maken met bouwen in<br />
Rusland en is het zaak om tijdens de<br />
presentaties en excursies flink wat informatie<br />
te verzamelen om het onderzoek zo<br />
goed mogelijk in te kunnen vullen en uit<br />
te werken tot een artikel.’<br />
In Rusland is de groep van SUPport overal<br />
even hartelijk en gastvrij ontvangen.<br />
‘Iedereen nam ruim de tijd voor ons,<br />
men liet met trots de projecten zien en<br />
vaak stond ook nog de lunch klaar’, zegt<br />
Hulsen. Op de universiteiten in beide<br />
steden zijn vriendschappelijke contacten<br />
gelegd, er is kennis uitgewisseld en men<br />
heeft kunnen rondkijken in de vele laboratoria.<br />
En natuurlijk werden de culturele<br />
hoogtepunten in beide steden niet overgeslagen.<br />
Het was een zeer intensieve, indrukwekkende<br />
en leerzame reis, waar alle deelnemers<br />
met genoegen <strong>op</strong> terugkijken. Een<br />
reis die, volgens Hulsen, geleerd heeft<br />
dat bouwen, zeker in Rusland, nauw verweven<br />
is met de geschiedenis, de politiek<br />
en de cultuur van het land.<br />
Tot slot merkt hij <strong>op</strong> dat het belangrijk is<br />
voor studenten om studiereizen te maken<br />
en dat hij ho<strong>op</strong>t dat er organisaties, zoals<br />
het UFe, zullen zijn die hen daarbij ondersteunen.<br />
‘Een studiereis voegt iets extra’s<br />
toe aan een studie, zoals Bouwkunde,<br />
waarin je veelal studeert vanuit boeken.<br />
Hier zie je het in de praktijk. De excursies<br />
waren zo divers dat we het hele proces<br />
van ontwerp tot en met uitvoering gezien<br />
hebben. Daarbij is het goed dat je als<br />
student ook over de grenzen heen kijkt<br />
en met de verschillen in (bouw)cultuur in<br />
aanraking komt.’<br />
Nieuwsgierig geworden naar de studiereis<br />
van SUPport? Lees dan het reisverslag<br />
<strong>op</strong> www.supporttue.nl.
ONDERZOEK<br />
Rector prof.dr.ir. Hans<br />
van Duijn heeft half mei<br />
de eerste vier High<br />
Potential Research<br />
Programs van de<br />
<strong>TU</strong>/e bekendgemaakt.<br />
Deze<br />
multidisciplinaire<br />
programma’s<br />
krijgen van de<br />
<strong>TU</strong>/e elk een<br />
subsidie van<br />
een miljoen<br />
euro, verspreid<br />
over vier<br />
jaar.<br />
High Potential<br />
Research Programs<br />
De High Potential Research Programs vormen voor de<br />
<strong>TU</strong>/e een nieuwe manier om vernieuwende en risicovolle<br />
multidisciplinaire onderzoeksprogramma’s van bij voorkeur<br />
jonge hoogleraren en universitair hoofddocenten te<br />
stimuleren. De nieuwe stimuleringsregeling voor onderzoek<br />
komt in de plaats van de jaarlijkse financiële ondersteuning<br />
aan de acht profileringsgebieden van de <strong>TU</strong>/e.<br />
Volgens het College van Bestuur bood die oude regeling<br />
te weinig mogelijkheden om het onderzoek <strong>op</strong> centraal<br />
niveau te sturen. Met deze nieuwe regeling – waar dit<br />
jaar een miljoen euro voor beschikbaar is, maar welk bedrag<br />
men de komende jaren wil <strong>op</strong>hogen tot tweeënhalf<br />
miljoen – verwacht het CvB dat dat beter mogelijk is. De<br />
programma’s dienen zich de komende vier jaar zodanig<br />
te ontwikkelen dat ze een nationale en waar mogelijk<br />
internationale positie verwerven. Bij succes komen ze in<br />
aanmerking voor nog eens vier jaar subsidie.<br />
Innovatief<br />
Bij voorkeur zullen de programma’s getrokken worden<br />
door jonge hoogleraren en UHD’s. Op termijn moet<br />
ook het verwerven van externe fondsen mogelijk zijn,<br />
evenals deelname in externe onderzoeks- en innovatieprogramma’s.<br />
Elk initiatief moet inhoudelijk voldoende<br />
‘massa’ hebben om wetenschappelijk te kunnen uitblinken<br />
en <strong>op</strong> termijn tot innovatieve toepassingen<br />
te leiden. Ook zou er een gespecialiseerde minor of<br />
mastertrack uit kunnen voortvloeien. Uitgroeien tot een<br />
autonoom instituut of onderzoeksschool behoort ook<br />
tot de mogelijkheden.<br />
Gehonoreerde voorstellen<br />
Dr.ir. Arjen Bogaerds en prof.dr.ir. Frans van de<br />
Vosse (Biomedische Technologie) zullen het project<br />
‘Blood in motion’ leiden, waarin onderzoekers van<br />
de faculteiten BMT, <strong>Technische</strong> Natuurkunde (TN) en<br />
Werktuigbouwkunde (W) de handen ineenslaan om de<br />
processen rond de stolling van bloed te doorgronden.<br />
Prof.dr. Emile Aarts (Industrial Design) presenteerde<br />
‘I-lighting the World’, een samenwerkingsverband<br />
tussen zes faculteiten met als doel intelligente verlichting<br />
te ontwikkelen. Supersnelle en energiezuinige<br />
<strong>op</strong>tische chips <strong>op</strong> basis van de nieuwste lichtbronnen<br />
staan centraal in het project van prof.dr. Andrea Fiore<br />
(TN), die hiervoor samenwerkt met onderzoekers van<br />
Elektrotechniek. Tot slot richt programmaleider prof.<br />
dr. Rint Sijbesma (Scheikundige Technologie) zich met<br />
collega’s van TN en W <strong>op</strong> het ontwikkelen van polymeren<br />
met de bijzondere eigenschappen van biologische<br />
materialen, met medische toepassingen als ‘tissue engineering’<br />
in het achterhoofd. Uit de dertien ingediende<br />
voorstellen wordt <strong>op</strong> korte termijn nog een vijfde<br />
voorstel gehonoreerd. In het najaar volgt een nieuwe<br />
ronde, zodat <strong>op</strong> termijn jaarlijks tweeënhalf miljoen<br />
euro zal worden gestoken in de High Potential Research<br />
Programs.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 2 5
Foto’s: Vincent van den Hoogen<br />
2 6<br />
DE VONK<br />
Prof.dr.ir. Koos Rooda (64)<br />
Hoogleraar<br />
Systems Engineering<br />
Hoogleraar met een<br />
hart voor wiskunde<br />
Groninger Koos Rooda, <strong>op</strong>geleid als levensmiddelentechnoloog in Wageningen, is<br />
sinds 1985 verbonden aan de <strong>TU</strong>/e-faculteit Werktuigbouwkunde. In zijn lo<strong>op</strong>baan<br />
begeleidde hij zo’n 350 afstudeerders en meer dan 30 promovendi. In 2010 gaat<br />
Rooda met emeritaat.<br />
‘Ik ben geboren in Middelstum, een dorp <strong>op</strong> het<br />
Groningse Hogeland. Ik kom uit een geslacht van<br />
boeren met grote landerijen en eigen personeel. De<br />
lagere school heb ik doorl<strong>op</strong>en <strong>op</strong> de dorpsschool,<br />
maar voor het zesde jaar ging ik naar Groningen, om<br />
te wennen aan de overgang van het platteland naar de<br />
stad. Later <strong>op</strong> de RHBS in Groningen ging ik studeren<br />
leuk vinden. Ik las graag boeken, hield van wiskunde<br />
en was lid van de schoolschaakclub. In de vijfde klas<br />
ging ik <strong>op</strong> kamers, bij een hospita. In de zomermaanden<br />
werkte ik thuis mee <strong>op</strong> het land. Mooi weer, altijd<br />
buiten, prachtige vergezichten. Ik was de oudste zoon,<br />
maar boer worden was niets voor mij. De wereld heeft<br />
meer te bieden dan zo’n vrij statische dorpsgemeenschap.<br />
Studeren was geen onbekend fenomeen in onze<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
familie. Ik schreef me in aan de Landbouwhogeschool<br />
van Wageningen. Want wie weet zou ik ooit terugkomen<br />
<strong>op</strong> mijn besluit om geen boer te worden! Ik koos<br />
Levensmiddelentechnologie. Oneerbiedig gezegd: hoe<br />
moet je d<strong>op</strong>erwten in blik st<strong>op</strong>pen. Die studie bleek niet<br />
mijn ding: te empirisch en te praktisch, terwijl ik juist de<br />
achterliggende principes wil begrijpen. Wat ik wel leuk<br />
vond, waren de wiskundevakken.<br />
Studententijd<br />
Ik heb een mooie studententijd gehad. Ik was lid van<br />
het corps en woonde in een corpshuis. Wageningen<br />
was een beetje een Tweestromenland. Groningers en<br />
Zeeuwen versus de biologisch-dynamische geitenharen<br />
sokken. Hard werken en leuke feesten, maar ook
nog genoeg tijd om veel te lezen en me te verdiepen<br />
in de samenleving. Zo ben ik in 1969 naar het bezette<br />
Maagdenhuis in Amsterdam gereisd, als een observerende<br />
belangstellende. Ik praatte met studentenleiders<br />
om er achter te komen wat hen bezielde. Zelf was ik<br />
voor noch tegen. Ik ben in hart en nieren een liberaal<br />
en hield me meestal wat <strong>op</strong> afstand. Wel was ik lid van<br />
de Studentenweerbaarheid. Zo heb ik het huwelijk van<br />
Beatrix en Claus in 1966 in Amsterdam nog meegemaakt.<br />
Voor alle duidelijkheid: niet aan de kant van de<br />
rookbommengooiers. We namen in onze uniformen en<br />
met geweer <strong>op</strong> de schouder deel aan de parade. Maar<br />
fanatiek waren we helemaal niet: bij ons waren er zelfs<br />
dienstweigeraars lid. Het ging om de gezelligheid: wat<br />
schieten en borrelen.<br />
Twente<br />
In Wageningen heb ik vanaf 1968 leren werken <strong>op</strong> een<br />
IBM 1620, een mooie wetenschappelijke computer. Ik<br />
leerde programmeren in de computertaal Fortran. Later<br />
heb ik in Eindhoven een cursus gevolgd in ALGOL60,<br />
de taal die Edsger W. Dijkstra onderwees. Na mijn<br />
ROODA: ‘Conceptueel moeilijke<br />
problemen in systemen met parallelle<br />
processen <strong>op</strong>lossen vind ik leuk.’<br />
afstuderen werd ik getipt dat de Twentse hoogleraar<br />
werktuigbouwkunde Cor Jonkers <strong>op</strong> zoek was naar een<br />
medewerker. Ik werd aangenomen en kreeg ook het<br />
aanbod om te promoveren. Twente was fantastisch.<br />
Jonkers had de cultuur van Philips Natlab in zijn sectie<br />
geïntroduceerd: jonge medewerkers mochten zonder<br />
strikte <strong>op</strong>dracht aan de slag. Ik ben me gaan verdiepen<br />
in procescomputers. Mijn promotieonderzoek ging<br />
over schokgolven die <strong>op</strong>treden wanneer je een schuif<br />
van een silo <strong>op</strong>entrekt. Dat kan leiden tot explosies.<br />
Achteraf viel het onderwerp nogal tegen, het was intellectueel<br />
niet erg prikkelend. Maar ik had a gezegd, dus<br />
geen gedonder. Afmaken! Na mijn promotie, zo dacht<br />
ik, zou ik een baan gaan zoeken in de industrie. Mijn<br />
promotor bood me aan in Twente te blijven als wetenschappelijk<br />
medewerker. Onderzoek aan transportsystemen<br />
leek me interessant: ik kon er mijn kennis van<br />
unit <strong>op</strong>erations als levensmiddelentechnoloog en mijn<br />
wiskundige- en computerervaring in kwijt. Ik mocht naar<br />
Duitsland, Japan en Amerika om die systemen te bestuderen.<br />
Na een tijdje wilde ik er graag mijn eigen draai<br />
aan geven. Ik ontwierp een simulatie softwarepakket.<br />
Ik beet me onder andere vast in een probleem van de<br />
Bloemenveiling Aalsmeer. Daar was men al een jaar aan<br />
het rekenen aan een capaciteitsprobleem en ze kwamen<br />
er niet uit. Als je een systeem wilt verbeteren, moet je<br />
namelijk ook de techniek kunnen verbeteren. De apparatuur<br />
moet je niet als een black box beschouwen.<br />
Na een paar weken had ik het probleem <strong>op</strong>gelost en dat<br />
gaf een kick. De kick van de ingenieur. Daarna wisten<br />
bedrijven met specifieke problemen mij te vinden: van<br />
de zuivelindustrie en broodfabrieken tot de havens<br />
van Rotterdam. Conceptueel moeilijke problemen in<br />
systemen met parallelle processen <strong>op</strong>lossen vond ik<br />
leuk. Van deze systemen maakte ik modellen. Maar er<br />
begon iets bij mij te knagen.Vakgebieden als Operations<br />
Research konden beschikken over onderbouwende wiskunde,<br />
maar die had ik niet. Met algebra bijvoorbeeld<br />
bouw je een model, waarmee je kunt redeneren met<br />
symbolen in plaats van met getallen. Hoe kwam het dat<br />
er voor mijn vak niet zo’n wiskunde bestond? Het is lang<br />
een intrigerende vraag gebleven.<br />
Eindhoven<br />
Medio jaren tachtig zocht de <strong>TU</strong> Eindhoven een hoogleraar<br />
Bedrijfsmechanisatie. De nieuwe leerstoel heette<br />
officieel ‘Automatisering van de Produktie’. Deze benaming<br />
vond ik fout: automatisering is een middel, geen<br />
doel. Want het gaat altijd om het doel, dan de processen<br />
en dan de middelen. Wat wil je, hoe wil je het en<br />
waarmee wil je het bereiken? Vele problemen kun je<br />
langs die drieslag in kaart brengen. Ik schreef een brief<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 27
2 8<br />
DE VONK<br />
waarin ik duidelijk maakte dat ik geen constructeur was.<br />
Ik wilde vooral nadenken over de samenhang van processen.<br />
Ik was een conceptuele man en dat paste bij de<br />
trend naar een meer theoretische onderbouwing van de<br />
faculteit. Jan Janssen was destijds decaan en zag mij wel<br />
zitten. En aldus geschiedde. In Eindhoven kwam ik Dick<br />
van Campen weer tegen, die ik goed kende uit Twente.<br />
Vanaf 1985 ging ik <strong>op</strong> zoek naar de wiskundige onderbouwing<br />
van het vak en naar het gebruik van kwantitatieve<br />
modellen. Niet alleen meten, maar ook begrijpen<br />
hoe het van binnen werkt.<br />
Ik koos voor de academische wereld omdat ik het gewoon<br />
leuk vond om sommen <strong>op</strong> te lossen en om mijn<br />
eigen intellectuele doelen na te streven. Ik was geen<br />
ijzeren werktuigbouwkundige en ik paste in het begin<br />
niet zo bij de faculteitscultuur. Men vond het maken van<br />
modellen maar niks. Maar die kritiek verstomde, toen<br />
ik critici kon wijzen <strong>op</strong> de totaal mislukte systemen die<br />
zonder modellering gebouwd waren. Dat vond ik eerlijk<br />
gezegd wel mooi!<br />
Na mijn aantreden hier zocht ik contact met informaticus<br />
Martin Rem. Met hem heb ik veel projecten gedaan.<br />
Dat heeft geduurd tot hij rector werd en daarna hield<br />
die wetenschappelijke samenwerking jammer genoeg<br />
<strong>op</strong>. De vraag naar een onderbouwende wiskunde bleef<br />
ook in Eindhoven aan me knagen. Op een dag ben ik <strong>op</strong><br />
hoogleraar Informatica Jos Baeten afgestapt. Jos hield<br />
en houdt zich bezig met procesalgebra. Het duurde een<br />
paar jaar voordat we elkaar helemaal begrepen. Onze<br />
groepen hebben samen een prachtig wiskundig bouwwerk,<br />
genaamd chi gemaakt om te kunnen redeneren<br />
over modellen. Het formalisme chi beschikt dan ook<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
ROODA: ‘Je leert zelf het meeste<br />
door er over te doceren.’<br />
over zoals dat heet een formele <strong>op</strong>erationele semantiek<br />
voor het beschrijven van modellen met zowel discrete<br />
gebeurtenissen als continue differentiale en algebraïsche<br />
vergelijkingen. Ik beleef nog steeds veel voldoening<br />
aan onze samenwerking.<br />
Doceren<br />
Ik heb altijd graag gedoceerd en geef nog steeds college<br />
in het tweede jaar. Ik ben een fan van Wilhelm<br />
von Humboldt, de Pruisische minister van Onderwijs:<br />
Einheit von Forschung und Lehre. Op een universiteit<br />
dient een medewerker zowel onderzoek te verrichten<br />
als onderwijs te geven. Niet dat het altijd zo eenvoudig<br />
is. Wanneer je pas met een nieuwe lijn van onderzoek<br />
bent begonnen, heb je er zelf nog te weinig grip <strong>op</strong> om<br />
er college over geven. Je kunt het <strong>op</strong> een suikerzakje<br />
uittekenen, maar nog niet uitleggen aan een collegezaal<br />
vol kritische jonge mensen. Je leert zelf het meeste over<br />
een onderwerp door er over te doceren.<br />
Het is de bedoeling dat aan de universiteit ontwikkelde<br />
ideeën worden toegepast; ons onderzoek is geen l’art<br />
pour l’art! Van alles wat we binnen de sectie doen, weet<br />
ik wat er <strong>op</strong> termijn praktisch mee gedaan kan worden.<br />
Als ik die toepassing niet zie, begin ik er niet aan, ook al<br />
is het vraagstuk wetenschappelijk nog zo interessant.<br />
Ik werk veel samen met de industrie en merk recentelijk<br />
dat we in een moeilijke economische tijd beland zijn.<br />
Ik heb goede contacten met onze alumni en ik zie hoe<br />
moeilijk het is voor hen om nieuwe ideeën in de industrie<br />
door te voeren.<br />
Ja is ja, nee is nee<br />
Ik vind de <strong>TU</strong>/e een prachtige universiteit. Groot genoeg<br />
voor wetenschappelijke kwaliteit, maar ook klein<br />
genoeg om je onderzoeksvrienden niet uit het oog te<br />
verliezen. Zo koester ik mijn contacten met onder andere<br />
Jos Baeten, Onno Boxma en Mark van den Brand.<br />
Ik houd van bestendigheid en loyale samenwerking met<br />
een klein groepje mensen. Samen uit samen thuis. Ik<br />
houd ook van transparantie: ja is ja, nee is nee. Ik blijf<br />
een Groninger.<br />
Ik ben nu voor de tweede keer in mijn lo<strong>op</strong>baan vicedecaan.<br />
En dat is genoeg; ik ontleen niet voldoende<br />
bevrediging aan besturen alleen. De decaan en ik vullen<br />
elkaar goed aan en samen met de directeur bedrijfsvoering<br />
vormen we denk ik een goed team.<br />
Volgend jaar ga ik met emeritaat. Ik vind het leven in<br />
Brabant heel plezierig. Iedere zondagochtend zit ik <strong>op</strong><br />
de racefiets en rijd ik met een fietsmaat zo’n tachtig<br />
kilometer. Ik zal na mijn emeritaat niet voorgoed teruggaan<br />
naar Groningen, want zo gehecht aan de grond<br />
ben ik nu ook weer niet.’
Nieuws<br />
Alumni<br />
NIEUWE DIRECTEUR<br />
ALUMNIBUREAU<br />
Drs. Herman van Hoeven, adjunct-<strong>op</strong>leidingsdirecteur<br />
bij de faculteit Industrial Engineering<br />
& Innovation <strong>Science</strong>s, is per 1 juni de nieuwe<br />
directeur van het Alumnibureau van de <strong>TU</strong>/e.<br />
Van Hoeven is zelf alumnus van de <strong>Universiteit</strong><br />
Utrecht, waar hij Onderwijskunde studeerde.<br />
Sinds 1989 is hij werkzaam aan de <strong>TU</strong>/e.<br />
LIFE LONG LEARNING<br />
Personal Devel<strong>op</strong>ment<br />
Voor alumni die interesse hebben om in de<br />
vertrouwde <strong>TU</strong>/e-omgeving een worksh<strong>op</strong> te<br />
volgen, biedt de <strong>TU</strong>/e een <strong>op</strong> maat gesneden<br />
aanbod aan, dat samen met het bekende trainings-<br />
en adviesbureau Schouten & Nelissen<br />
is ontwikkeld. Het betreft drie eendaagse<br />
worksh<strong>op</strong>s: ‘Leidinggeven in een technische<br />
omgeving’ <strong>op</strong> 9 oktober, ‘Professioneel<br />
communiceren voor de ingenieur’ <strong>op</strong> 23<br />
oktober en ‘Een nieuwe stap in je carrière’<br />
<strong>op</strong> 6 november. De cursussen zijn in eerste<br />
instantie gericht <strong>op</strong> ingenieurs die minder<br />
dan tien jaar geleden zijn afgestudeerd. In de<br />
worksh<strong>op</strong>s zitten gemiddeld niet meer dan<br />
twaalf personen en de aanwezigen zijn allen<br />
<strong>TU</strong>/e-ingenieurs. Voor alumni geldt een speciaal<br />
tarief. Meer informatie en aanmelden is<br />
mogelijk via www.tue.nl/alumnus en klik <strong>op</strong><br />
‘Personal Devel<strong>op</strong>ment’ onder het k<strong>op</strong>je Life<br />
Long Learning.<br />
Continuing Engineering Education<br />
Als <strong>TU</strong>/e-ingenieur bent u uitstekend <strong>op</strong>geleid<br />
om uw carrière vorm te geven en mee te werken<br />
aan het <strong>op</strong>lossen van complexe technische<br />
en maatschappelijke vraagstukken.<br />
Toch komt er voor iedereen een moment<br />
waar<strong>op</strong> nieuwe kennis en inzichten noodzakelijk<br />
worden. Lo<strong>op</strong>t u in uw werk tegen vraagstukken<br />
aan en hebt u het gevoel dat u de materie<br />
net niet voldoende ‘in de vingers’ heeft?<br />
De <strong>TU</strong>/e biedt haar alumni, tegen een gunstig<br />
intern tarief, een uitgebreid aantal cursussen<br />
aan <strong>op</strong> het gebied van programmeren, technisch<br />
wetenschappelijke software, toegepaste<br />
statistiek en dynamisch webdesign. Deze cursussen<br />
zijn praktijkgericht, kortl<strong>op</strong>end en voor<br />
kleine groepen. Praktische informatie over<br />
Foto: Paul Vermeulen<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Drs. Herman van Hoeven.<br />
programma’s, aanmelding en deelname als<br />
alumnus vindt u <strong>op</strong> www.tue.nl/alumnus, klik<br />
<strong>op</strong> ‘Continuing Engineering Education’ onder<br />
het k<strong>op</strong>je Life Long Learning.<br />
VERLOREN ZIELTJES<br />
TERUG OP DE <strong>TU</strong>/e<br />
De Vereniging van Verloren Zieltjes (VVZ),<br />
een jaarclub <strong>op</strong>gericht in 1961, heeft een<br />
harde kern van een kleine tien personen die<br />
nog steeds bij elkaar komt. Het bijzondere<br />
aan deze jaarclub was indertijd dat wanneer<br />
een lid zich verloofde de status van ‘verloren<br />
zieltje’ werd omgezet in een erelidmaatschap.<br />
Wellicht dat alumni zich nog herinneren dat<br />
deze jaarclub elkaar wekelijks trof in café de<br />
Oude Vlek aan de Stratumsedijk in Eindhoven.<br />
Informatie over onderzoek naar toepassing van<br />
hightech technologie bij vroeggeboren baby’s was<br />
onderdeel van het bezoek van de VVZ aan ID.<br />
Recent heeft deze jaarclub een bezoek gebracht<br />
aan de <strong>TU</strong>/e waar de oude banden met prof.<br />
dr.ir. Jeu Schouten, de decaan van de faculteit<br />
Industrial Design, <strong>op</strong> hartelijke wijze weer<br />
aangehaald werden.<br />
SPORTKAART VAN DE <strong>TU</strong>/e<br />
Als u langer dan één jaar bent afgestudeerd<br />
en in Alumninet staat geregistreerd, kunt u bij<br />
het Sportcentrum voor 150 euro per collegejaar<br />
een sportkaart k<strong>op</strong>en. U dient dan wel uw<br />
identiteitsbewijs te tonen. Met de sportkaart<br />
kun u gebruikmaken van de sportfaciliteiten<br />
van het Studenten Sportcentrum (SSC) met<br />
uitzondering van de sportlessen van de studenten<br />
sportverenigingen. Voor meer informatie<br />
omtrent de mogelijkheden zie www.studentensportcentrumeindhoven.nl<br />
of neem contact <strong>op</strong><br />
met de bedrijfsleider van het SSC: Peter Geurts,<br />
telefoon 040 247 3263.<br />
Contactgegevens alumnibureau<br />
Via www.tue.nl/alumnus komt u <strong>op</strong> de<br />
homepage van het Alumnibureau en krijgt<br />
u een idee wat de <strong>TU</strong>/e voor u als alumnus<br />
kan betekenen. Voor vragen kunt u het<br />
bureau bereiken via alumninet@tue.nl of<br />
via telefoon 040 247 3490. Bent u nog niet<br />
als alumnus geregistreerd? Ga dan naar de<br />
hierboven genoemde homepage en klik <strong>op</strong><br />
‘registreren als alumnus’ onder het k<strong>op</strong>je<br />
Alumninet. Hierna kunt u gebruikmaken<br />
van allerlei voordelen die de <strong>TU</strong>/e haar<br />
alumni biedt.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 29
3 0<br />
LIFE LONG LEARNING<br />
CONTINUING ENGINEERING<br />
EDUCATION<br />
Ingenieurs zijn <strong>op</strong>geleid om complexe technische<br />
vraagstukken het hoofd te bieden. Zij worden dagelijks<br />
geconfronteerd met veranderende eisen van de<br />
maatschappij. Ingenieurs managen deze constante<br />
stroom veranderingen en vertalen die naar technische<br />
<strong>op</strong>lossingen. Een bijna onmogelijke <strong>op</strong>gave; een<br />
uitdaging van wereldformaat.<br />
De technische universiteiten zorgen voor <strong>op</strong>leidingen<br />
gericht <strong>op</strong> de toekomst. Opgedane kennis en<br />
vaardigheden gaan lang mee, maar <strong>op</strong> een gegeven<br />
moment is bijscholing nodig.<br />
De constant veranderende maatschappij en de elkaar<br />
snel <strong>op</strong>volgende technologische vernieuwingen maken<br />
Life Long Learning noodzakelijk. De <strong>TU</strong> Delft staat<br />
bekend om de reguliere master<strong>op</strong>leidingen; al ruim<br />
anderhalve eeuw studeren ingenieurs af. Voor deze<br />
afgestudeerde ingenieur verzorgen wij programma’s<br />
in veel vakgebieden, zodat u zich kunt laten bijscholen.<br />
Na uw initiële studie kunt u doorstuderen in Delft.<br />
U kunt uzelf voorbereiden <strong>op</strong> de toekomst, <strong>op</strong> zowel<br />
technisch als bedrijfskundig vlak.<br />
Ik nodig u uit om de uitdaging aan te gaan en de<br />
verantwoordelijkheid voor uw toekomst te nemen.<br />
Bekijk het aanbod van Delft T<strong>op</strong>Tech, school of<br />
executive education van de <strong>TU</strong> Delft en bepaal zelf<br />
hoe uw lo<strong>op</strong>baan zich ontwikkelt.<br />
Prof.dr.ir. Jacob Fokkema<br />
Rector Magnificus <strong>TU</strong> Delft<br />
www.delft-t<strong>op</strong>tech.nl<br />
MASTERING TECHNOLOGY AND BUSINESS<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9
UFe<br />
Praktijkervaring<br />
<strong>op</strong> het racecircuit<br />
In 2002, toen het team van University Racing Eindhoven<br />
(URE) werd <strong>op</strong>gericht, was het niet meer dan een<br />
studievereniging die bestond uit vijf studenten van de faculteit<br />
Werktuigbouwkunde. Een echte auto bouwen zat er destijds nog<br />
niet in. De tijden zijn veranderd, want deze zomer zal de URE05,<br />
het vijfde <strong>TU</strong>/e-voertuig alweer, zijn entree maken <strong>op</strong> de grote<br />
Eur<strong>op</strong>ese racecircuits, tijdens de jaarlijkse Formula Student-<br />
Competitie. Een auto met een chassis van koolstofvezel dit keer.<br />
Gefinancierd door het <strong>Universiteit</strong>sfonds (UFe).<br />
Inmiddels bestaat het URE-team uit zestig<br />
mensen van uiteenl<strong>op</strong>ende faculteiten<br />
binnen de <strong>TU</strong>/e. Van Elektrotechniek,<br />
Industrial Design, <strong>Technische</strong><br />
Bedrijfskunde, <strong>Technische</strong> Natuurkunde<br />
tot Scheikundige Technologie. URE teammanager<br />
Sander Kemna: ‘URE is in de<br />
afgel<strong>op</strong>en jaren alleen maar groter geworden.<br />
Naast het bouwen en ontwikkelen<br />
van een auto gaat er veel tijd zitten in<br />
marketing, management en sponsoring.<br />
Vooral dat laatste is erg belangrijk, want<br />
we zijn allemaal arme studenten en zonder<br />
geld kunnen we helemaal niks bouwen<br />
natuurlijk. In het begin was het lastig<br />
om sponsoren te vinden, omdat niemand<br />
ons kende. Dat is nu anders. We hebben<br />
inmiddels een goede naam <strong>op</strong>gebouwd<br />
en bedrijven benaderen zelfs óns zo nu<br />
en dan, omdat ze het leuk vinden om mee<br />
te werken.’<br />
Leerervaring<br />
Nadat de auto in eigen land gepresenteerd<br />
wordt aan alle sponsoren en een<br />
aantal geïnteresseerde teams, gaan<br />
ongeveer dertig teamleden ermee naar<br />
de racecircuits Silverstone in Engeland,<br />
Hockenheim in Duitsland en Riccardo<br />
Paletti in Italië. Wereldwijd zijn er meer<br />
dan 450 teams waarvan per race rond<br />
de negentig teams deelnemen aan deze<br />
Formula Student-Competitie. Dat betekent<br />
uiteraard racen, maar daarnaast<br />
gaat het vooral om de auto en alles wat<br />
daarbij komt kijken. Het presenteren van<br />
het hele businessplan, de wegligging, de<br />
acceleratie en uiteraard de nieuwste ontwikkelingen<br />
<strong>op</strong> het gebied van gebruikte<br />
materialen en milieuvriendelijkheid. Voor<br />
alle onderdelen kunnen punten worden<br />
gehaald, met een totaal te behalen score<br />
van duizend. Geldprijzen zijn er niet.<br />
Kemna: ‘Je doet het voor eer en voor de<br />
leerervaring. Daarom is dit evenement<br />
ook zo belangrijk. <strong>TU</strong>/e-studenten krijgen<br />
de mogelijkheid om praktijkervaring <strong>op</strong><br />
te doen en dat is erg nuttig bij het zoeken<br />
naar een baan straks. Autobedrijven als<br />
Toyota en Honda en Formule 1-teams als<br />
BrawnGP komen zelfs speciaal naar de<br />
circuits om monteurs en ingenieurs te<br />
rekruteren.’<br />
Beste ontwerp<br />
Vorig jaar won het URE-team in het<br />
Engelse Silverstone de eerste prijs voor<br />
het beste ontwerp, toen ze aankondigden<br />
dat ze niet alleen de buitenkant,<br />
maar het hele chassis van carbon fiber<br />
(koolstof vezel) wilden gaan maken. Het<br />
materiaal is niet alleen sterk, maar het<br />
weegt bovendien ook nog eens helemaal<br />
niks. Ideaal voor een snelle raceauto<br />
dus. Het vervaardigen ervan is alleen een<br />
tijdrovend en zeer prijzig proces. Vandaar<br />
dat ze het UFe vroegen om een bijdrage<br />
te leveren. Kemna: ‘Ze waren meteen<br />
enthousiast. Het heeft ons maanden en<br />
bloed, zweet en tranen gekost om het<br />
te maken, maar het is gelukt. Twee jaar<br />
geleden waren we nog de eersten met<br />
een aluminium binnenwerk. Dat geeft een<br />
beetje weer hoe snel de ontwikkelingen<br />
gaan <strong>op</strong> dit gebied. We zijn nu alweer aan<br />
het nadenken over een hybride aandrijving<br />
voor de auto van volgend jaar, want<br />
ook <strong>op</strong> milieuvriendelijkheid wordt gelet.<br />
Komend jaar gaan we in samenwerking<br />
met Vredestrein de banden zelf ontwikkelen<br />
en zijn we van plan om ook de velgen<br />
van koolstof vezel te maken. Enkele<br />
teams hadden dat afgel<strong>op</strong>en jaar al.<br />
Zover zijn ze zelfs bij de officiële Formule<br />
1 nog niet eens.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 31
3 2<br />
ONDERZOEK<br />
Schone brandstof<br />
uit een blok metaal<br />
Willen we straks allemaal <strong>op</strong> waterstof rijden, dan moeten we<br />
deze schone brandstof compact, veilig en lichtgewicht kunnen<br />
<strong>op</strong>slaan. Dr. Paul Vermeulen zette een flinke stap naar een<br />
<strong>op</strong>slagsysteem gebaseerd <strong>op</strong> magnesium en titaan. Eind maart<br />
promoveerde hij <strong>op</strong> zijn onderzoek naar waterstof<strong>op</strong>slag.<br />
We moeten naar een schone en<br />
duurzame energievoorziening. Daar<br />
lijkt iedereen nu wel van overtuigd.<br />
Windmolens, zonnecellen, eventueel<br />
biomassa en <strong>op</strong> termijn kernfusie moeten<br />
samen in onze energiebehoefte gaan<br />
voorzien. Maar met het <strong>op</strong>wekken van<br />
energie zijn we er nog niet: het moet ook<br />
<strong>op</strong>geslagen worden, in auto’s bijvoorbeeld.<br />
Een waterstofauto is een veelbelovende<br />
<strong>op</strong>tie.<br />
Het klinkt ook prachtig: waterstofkernen<br />
worden in een brandstofcel in contact<br />
gebracht met zuurstof uit de lucht, in<br />
Close-up van de elektrochemische meetcel<br />
om het waterstofgehalte van dunne metaalfilms<br />
nauwkeurig te bepalen.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
een reactie waarbij slechts schoon water<br />
en de benodigde energie vrijkomen. Het<br />
is echter niet eenvoudig om waterstof<br />
veilig en compact <strong>op</strong> te slaan. Er bestaan<br />
gasflessen waarin waterstof onder een<br />
druk van achthonderd atmosfeer is samengeperst,<br />
maar het volume dat deze<br />
flessen innemen, blijft onpraktisch groot.<br />
Bovendien kost het veel energie om de<br />
waterstof zo extreem samen te persen.<br />
Door waterstof vloeibaar te maken,<br />
wordt de dichtheid tot zeventig gram per<br />
liter <strong>op</strong>geschroefd, maar daarvoor moet<br />
het tot zeer lage temperatuur worden afgekoeld<br />
– bij atmosferische druk zelfs tot<br />
-253 graden Celsius.<br />
Metaalhydride<br />
In de sectie ‘Energy Materials and<br />
Devices’ van de capaciteitsgroep<br />
Anorganische Chemie en Katalyse van<br />
de faculteit Scheikundige Technologie<br />
wordt daarom onderzoek gedaan naar<br />
een veelbelovende vorm van waterstof<strong>op</strong>slag:<br />
in de vorm van metaalhydrides.<br />
Metaalhydrides maak je door waterstofgas<br />
– normaal bestaand uit moleculen<br />
van twee atomen – als losse atomen in<br />
een metaalrooster te brengen. Opslag<br />
van waterstof in een metaalhydride is<br />
daarmee veel veiliger dan <strong>op</strong>slag in de<br />
vorm van het bijzonder explosieve waterstofgas.<br />
Bovendien bespaart het – verrassend<br />
genoeg – veel ruimte.<br />
Hoe kan het dat je waterstof compact en<br />
licht kunt <strong>op</strong>slaan door het door een metaal<br />
te laten absorberen? ‘Ja, dat klinkt<br />
misschien vreemd’, geeft Vermeulen toe.<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
‘Het grote verschil is dat je het <strong>op</strong>slaat<br />
in de vorm van atomair waterstof. In<br />
waterstofmoleculen kun je de waterstofatomen<br />
niet zo dicht bij elkaar brengen,<br />
maar door de invloed van het metaal is<br />
dat wel mogelijk.’ Dat effect blijkt ruimschoots<br />
<strong>op</strong> te wegen tegen het extra<br />
gewicht van het metaal. ‘We hebben natuurlijk<br />
wel voor een relatief licht metaal<br />
gekozen: magnesium.’<br />
Een van de eisen die het Amerikaanse<br />
ministerie van Energie heeft geformuleerd<br />
voor waterstof<strong>op</strong>slagsystemen is<br />
dat binnen drie minuten vijf kilo waterstof<br />
getankt kan worden. Hier ligt het<br />
voornaamste probleem met magnesium,<br />
zegt Vermeulen. ‘Magnesium neemt<br />
waterstof niet snel genoeg <strong>op</strong> en staat<br />
het ook maar heel langzaam weer af.’<br />
Bovendien laat het magnesium de waterstof<br />
pas weer los als het wordt verhit tot<br />
ongeveer driehonderd graden. Dat is niet<br />
praktisch, en daarom ging Vermeulen <strong>op</strong>
zoek naar een manier om het waterstoftransport<br />
in magnesiumhydride wat sneller<br />
te maken. ‘Je kunt dat bereiken door<br />
er andere elementen aan toe te voegen.<br />
We hebben ervoor gekozen om titaan<br />
aan het magnesium toe te voegen.’<br />
Hiervoor liet Vermeulen bij Philips – waar<br />
zijn promotor prof.dr. Peter Notten werkzaam<br />
is – met een speciale techniek<br />
dunne metaalfilms maken van een legering<br />
(mengsel) van magnesium en titaan.<br />
Deze testte hij eerst bij Philips en later<br />
aan de <strong>TU</strong>/e. Hij keek hierbij onder meer<br />
naar het verband tussen de kristalstructuur<br />
en de snelheid waarmee de film<br />
waterstof <strong>op</strong>neemt en afgeeft.<br />
‘Dit soort legeringen kan men pas sinds<br />
kort maken en alleen in dunne films.’<br />
Vermeulen geeft toe dat toepassing als<br />
<strong>op</strong>slagmateriaal voor waterstof pas haalbaar<br />
is als de magnesium-titaanlegering<br />
ook in ‘bulk’ (massief materiaal) kan<br />
worden gemaakt. ‘Maar de films vormen<br />
wel een prima testsysteem. Ze hebben in<br />
principe dezelfde eigenschappen als de<br />
bulkmaterialen.’<br />
Vermeulen kwam erachter dat toevoeging<br />
van titaan nauwelijks effect sorteerde<br />
zolang de titaanatomen minder<br />
dan vijftien procent van het totaal aantal<br />
atomen uitmaakte. Boven die vijftien<br />
procent neemt het vermogen om snel waterstof<br />
<strong>op</strong> te nemen en weer af te staan<br />
drastisch toe. Vermeulen verklaart dit<br />
door de verandering in de kristalstructuur<br />
van het hydride die <strong>op</strong>treedt als er<br />
voldoende titaan wordt toegevoegd. Het<br />
materiaal vormt dan een kristalstructuur<br />
waarin de waterstof makkelijker beweegt<br />
dan in de kristalstructuur van zuiver<br />
magnesiumhydride. Vermeulen: ‘We hebben<br />
nu bewezen dat het lichte titaan heel<br />
goed werkt, en we weten dus ook dat dit<br />
aan de veranderde kristalstructuur ligt.’<br />
Hij gebruikte röntgenstraling om aan te<br />
tonen dat de kristalstructuur inderdaad<br />
veranderde onder invloed van het titaan.<br />
Hoewel de toevoeging van titaan het<br />
transport van waterstof in het magnesium<br />
dus aanzienlijk verbeterde, moest<br />
het materiaal nog altijd flink worden verhit<br />
om de waterstof eruit los te krijgen.<br />
Vermeulen: ‘De legering van magnesium<br />
en titaan vormt samen met waterstof een<br />
heel stabiel systeem. Daardoor is het<br />
lastig om de waterstof te verwijderen. We<br />
hebben daarom gezocht naar elementen<br />
die een destabiliserende werking kunnen<br />
hebben <strong>op</strong> het systeem.’ Op basis van<br />
berekeningen koos hij voor aluminium en<br />
silicium, allebei lichtgewicht elementen.<br />
Met succes. ‘Ze zorgen er allebei voor dat<br />
de waterstof bij veel lagere temperatuur<br />
vrijkomt. Het is nog niet goed genoeg:<br />
je wilt eigenlijk bij tachtig graden alle<br />
waterstof kwijt zijn, en we zijn nu bij een<br />
derde blijven steken, maar het onderzoek<br />
wordt voortgezet. De resultaten zijn<br />
in ieder geval veelbelovend.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 33
Foto: Rob Stork<br />
3 4<br />
ONDERZOEK<br />
ADHD te lijf met<br />
meetmethoden<br />
en spellen<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9
Spelletjes doen om het prestatievermogen van jongeren met<br />
ADHD te verhogen. Het is slechts één van de toepassingen van<br />
biofeedback, een manier om gemeten lichaamsfuncties terug<br />
te k<strong>op</strong>pelen naar een patiënt. Elektrotechnici en industrieel<br />
ontwerpers van de <strong>TU</strong>/e werken vol<strong>op</strong> samen aan het<br />
verzamelen van lichaamsdata en de terugk<strong>op</strong>peling.<br />
Denk je aan ADHD, dan ligt de associatie<br />
met hyperactiviteit voor de hand.<br />
Een logische gedachte zou zijn dat de<br />
hersenen van mensen met deze aandoening<br />
een overmaat aan activiteit<br />
vertonen. Niets blijkt minder waar, vertelt<br />
dr.ir. Pierre Cluitmans van de faculteit<br />
Elektrotechniek. ‘Opmerkelijk genoeg<br />
is het kenmerk van ADHD-patiënten dat<br />
ze juist een ‘slaperig’ brein hebben. De<br />
theorie hierachter is dat ze zichzelf activeren.’<br />
Metingen die kenmerken als een inactief<br />
brein aanduiden, hebben hun<br />
grondslag in de neurometrie. Cluitmans:<br />
‘Neurometrie is het getalsmatig in kaart<br />
brengen van hersenfuncties. Sinds 1986<br />
zijn we hier al mee bezig aan de <strong>TU</strong>/e. Je<br />
kunt hierbij aan allerhande toepassingen<br />
denken, bijvoorbeeld kijken in welk stadium<br />
van de ziekte multiple sclerose een<br />
patiënt zit. Aan de <strong>TU</strong>/e hebben we ons<br />
onder meer geconcentreerd <strong>op</strong> epilepsie<br />
en slaap- en waakstoornissen.’<br />
Elektrotechnici komen door metingen<br />
steeds meer te weten over fysiologische<br />
functies als ademhaling, hersenactiviteit<br />
en hartritme. De resultaten van de verschillende<br />
metingen aan de <strong>TU</strong>/e worden<br />
zoveel mogelijk gecombineerd. Zo worden<br />
de resultaten van een EEG (metingen<br />
in het brein) bekeken, maar ook die van<br />
het ECG (hart), van het EMG (spieronderzoek)<br />
en zijn er GSR-metingen (huidweerstand).<br />
Verder worden ook persoonlijke<br />
gegevens meegenomen, zoals leeftijd en<br />
gewicht.<br />
Als je weet wat de kenmerken zijn<br />
van een bepaalde ziekte, dan kunnen<br />
die vervolgens met metingen worden<br />
aangetoond. Cluitmans: ‘Binnenkort<br />
gaan we hoogstwaarschijnlijk met<br />
een onderzoeksproject <strong>op</strong> het gebied<br />
van posttraumatische stress-stoornis<br />
(PTSS) aan de slag, in samenwerking<br />
met een militair ziekenhuis. Je ziet aan<br />
de buitenkant vaak niet of militairen die<br />
in Afghanistan zijn geweest, last van<br />
PTSS hebben. Met metingen kun je dat<br />
aantonen.’<br />
Samenwerking<br />
Sinds twee jaar werken de faculteiten<br />
Elektrotechniek en Industrial Design (ID)<br />
vol<strong>op</strong> samen <strong>op</strong> het gebied van biofeedback.<br />
Aan de <strong>TU</strong>/e zijn zeven mensen<br />
(industrieel ontwerpers, elektrotechnici,<br />
maar ook een psycholoog) betrokken bij<br />
een gezamenlijk project. Waar ze zich<br />
bij Elektrotechniek concentreren <strong>op</strong> de<br />
metingen, ligt bij ID de nadruk <strong>op</strong> de<br />
terugk<strong>op</strong>peling.<br />
De industrieel ontwerpers ontwikkelen<br />
De faculteiten E en ID werken <strong>op</strong> het<br />
gebied van biofeedback nauw samen<br />
spellen, verbeteren apparaten en stellen<br />
modellen <strong>op</strong>. Prof.dr.ir. Loe Feijs van<br />
ID licht toe: ‘We kwamen zo’n twee jaar<br />
geleden in contact met een bedrijf dat<br />
een ontwerp voor een EEG-cap wilde.<br />
Normaal gesproken gebeurt dat met een<br />
soort van badmuts met elektroden. Wij<br />
hebben een cap ontworpen, die je eenvoudig<br />
kunt <strong>op</strong>zetten.’ Er zitten sensoren<br />
aan, die door een gel gemakkelijk in<br />
contact komen met de hoofdhuid. Feijs:<br />
‘We wilden het onderwerp vervolgens<br />
fundamenteler aanpakken en daaruit<br />
is de samenwerking met de faculteit<br />
Elektrotechniek ontstaan. We hebben<br />
de bestaande informatie verzameld<br />
en gemodelleerd, waardoor de puzzel-<br />
stukjes meer <strong>op</strong> hun plaats vallen. We<br />
merkten verder dat sommige spellen<br />
slecht ontworpen zijn en de gebruikers<br />
onvoldoende motiveren. Daar viel nog<br />
een slag te halen.’<br />
Het idee is dat een gebruiker zichzelf<br />
aansluit <strong>op</strong> een computer. Die computer<br />
verzamelt vervolgens lichaamsdata en<br />
reageert daar met beeld en geluid <strong>op</strong>.<br />
Een geluid kan bijvoorbeeld gelijk <strong>op</strong>gaan<br />
met de hartslag.<br />
Spellen<br />
Ir. Loy Rovers, post-doc bij ID, richt zich<br />
specifiek <strong>op</strong> het ontwerp van spellen<br />
voor jongeren met ADHD. Hij ontwikkelt<br />
een schietspelletje voor jongeren tussen<br />
de acht en zestien jaar. Als ze iets<br />
goed doen, worden ze daar met een<br />
bepaald geluid of beeld voor beloond.<br />
Fouten worden afgestraft. ‘Jongeren met<br />
ADHD hebben er bijvoorbeeld moeite<br />
mee als ze eerst het bericht ‘je moet<br />
waarschijnlijk naar links’ krijgen en<br />
vervolgens het commando ‘ga nu naar<br />
rechts’. Het is dan moeilijk om de actie<br />
die in hun hoofd in gang is gezet te<br />
onderbreken. Met het spel proberen we<br />
ze daar bewust van te maken en ervoor<br />
te zorgen dat ze er hun aandacht bij<br />
houden.’<br />
Het spel moet de wil om te presteren<br />
verhogen en de gebruikers motiveren<br />
het beste uit zichzelf te halen. Dat het<br />
een schietspel is, doet er niet echt<br />
toe, evenmin als de behaalde score. In<br />
andere typen spellen zijn bijvoorbeeld<br />
juist ontspanningsoefeningen verwerkt.<br />
Psychologen in Tilburg testen het spel<br />
vervolgens <strong>op</strong> scholieren. De informatie<br />
kan de gebruiker dus door gerichte training<br />
helpen zijn of haar gedrag te veranderen<br />
en zo zijn eigen lichamelijke en<br />
psychische klachten verhelpen. Een patiënt<br />
leert bewust hoe hij of zij bepaalde<br />
lichaamsfuncties kan beïnvloeden.<br />
Dat biofeedback een erg multidisciplinair<br />
karakter heeft, bleek tijdens<br />
het dertiende jaarcongres van de<br />
Biofeedback Foundation of Eur<strong>op</strong>e dat<br />
van 24 tot en met 28 februari werd gehouden<br />
aan de <strong>TU</strong>/e. Cluitmans spreekt<br />
van een grote belangstelling vanuit verschillende<br />
vakgebieden. ‘Het congres<br />
telde meer dan 200 bezoekers, uit 23<br />
landen. Driekwart daarvan was psycholoog<br />
of psychiater, maar er waren ook<br />
fysiotherapeuten en ingenieurs.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 35
3 6<br />
SAMENWERKING GROOTBEDRIJF<br />
Het gedrag<br />
van water<br />
onder de lens<br />
Chips voor computers moeten steeds kleiner worden<br />
en sneller gemaakt kunnen worden. Het proces om de<br />
elektronische patronen <strong>op</strong> de wafer over te brengen, core<br />
business van ASML, moet dus ook steeds preciezer worden.<br />
Dat gebeurt bijvoorbeeld met een dun laagje water. Maar hoe<br />
houd je dat water bij elkaar? Het instituut LIME (Laboratory<br />
for Industrial Mathematics Eindhoven) van de <strong>TU</strong>/e heeft<br />
hiervoor <strong>op</strong>lossingen aangedragen.<br />
De samenwerking tussen LIME en ASML<br />
is niet nieuw. ‘Toen ik in oktober 2007<br />
bij ASML Research begon liep die al’,<br />
vertelt dr.ir. Ramin Badie, senior manager<br />
Immersion Research van ASML. ‘LIME vult<br />
het gat tussen theoretisch onderzoek en<br />
snelle antwoorden die direct toepasbaar<br />
zijn voor de industrie. Het gaat dan om<br />
het modelleren of ‘cracken’ van moeilijke<br />
bewerkingen waar wiskunde en informatica<br />
voor nodig zijn, in toegepaste<br />
situaties.’<br />
‘Afstudeerders, stagiairs en promovendi<br />
werken al vaak voor een bedrijf’, vult<br />
Een detail van de visualisatie van de numerieke<br />
berekeningen die LIME voor ASML uitvoerde.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
dr.ir. Bas van der Linden, consultant van<br />
LIME, aan. ‘Onze mensen overbruggen<br />
de periode waar het onderzoek voor een<br />
afstudeerder te diep is, en voor een promovendus<br />
te ondiep.’<br />
Immersietechnologie<br />
Eén concreet samenwerkingsproject tussen<br />
ASML en LIME willen de Badie en Van<br />
der Linden graag toelichten. ‘Onze machines<br />
brengen met een lens elektronische<br />
patronen over <strong>op</strong> de wafers, waar uiteindelijk<br />
de chips van gemaakt worden’, legt<br />
Badie uit. ‘Dat gebeurt <strong>op</strong> de nanometer<br />
nauwkeurig. Hoe verfijnder, preciezer en<br />
sneller, hoe beter.’<br />
De laatste ontwikkeling is de immersietechnologie.<br />
‘Er komt dan een laagje<br />
water tussen de lens en de wafer. Geen<br />
gewoon kraanwater, maar zeer puur<br />
water. Dit uiterst dunne laagje water<br />
maakt de informatie <strong>op</strong> de wafer nog<br />
preciezer door extra breking van het licht.<br />
Maar je verliest robuustheid. Het water is<br />
minder handelbaar. Er komt bijvoorbeeld<br />
lucht in het water, bubbels <strong>op</strong> micro- en<br />
nanoschaal, die we absoluut niet willen<br />
hebben, omdat die weer een andere<br />
breking veroorzaken. Het water heeft<br />
ons leven best lastig gemaakt. In 2003,<br />
toen de techniek net <strong>op</strong> de markt was<br />
gebracht, waren er tien tot vijftien mensen<br />
bij R&D mee bezig, inmiddels meer<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Dr.ir. Ramin Badie (l) en dr.ir. Bas<br />
van der Linden met een van de<br />
simulaties die LIME heeft gemaakt.<br />
dan vijfhonderd.’ Om het water onder de<br />
lens bij elkaar te houden heeft ASML iets<br />
bedacht: de immersiehood. ‘Het lijkt een<br />
beetje <strong>op</strong> een hoed, en in het Engels betekent<br />
‘hood’ de kap van een afzuiger of een<br />
motorkap. In de wandelgangen noemen<br />
we het onderdeel ook wel de douchek<strong>op</strong>.’<br />
Er zit enorm veel vernuft in dit kleine onderdeel.<br />
‘Het is erg ingewikkeld wat daar<br />
onder die hood gebeurt’, geeft Badie aan.<br />
‘Via een rij gaatjes wordt er lucht ingeblazen<br />
en water en lucht weer weggezogen.<br />
Het gaat om de stromingsleer van een<br />
heel dunne laag water van micro-afmetingen.<br />
Daarin spelen andere krachten een<br />
rol dan in een grotere hoeveelheid water.<br />
Bepaalde termen zijn belangrijker, andere<br />
zijn te verwaarlozen.’<br />
De processen zijn <strong>op</strong> diverse manieren<br />
te onderzoeken. ‘Door test<strong>op</strong>stellingen<br />
buiten de machine, door ouderwetse<br />
analytische formules voor de gedragingen<br />
van water en lucht, of door computermodellen.<br />
Die kunnen heel geavanceerd zijn,<br />
en nemen dan dagen in beslag. Het kan<br />
ook minder geavanceerd en dus sneller.
Daarvoor hebben we LIME gevraagd.’<br />
LIME heeft de <strong>op</strong>dracht gekregen om modellen<br />
te maken die tussen heel ingewikkelde<br />
en simpele formules inzitten. ‘Die<br />
moeten het gedrag van het water en de<br />
lucht verklaren, maar ook snelle berekeningen<br />
maken’, zegt Badie. ‘Je krijgt dan<br />
niet de complete informatie boven water,<br />
maar krijgt wel sneller vat <strong>op</strong> de materie.’<br />
De samenwerking begon rond 2007. ‘Het<br />
onderzoek heeft twee fasen doorl<strong>op</strong>en’,<br />
vertelt Van der Linden. ‘Het begon met<br />
een pilot, een kleine <strong>op</strong>dracht. Dat doen<br />
we wel vaker om te laten zien wat we<br />
kunnen. Doel was te kunnen voorspellen<br />
waar de gaatjes in de hood zich moesten<br />
bevinden. Dat is ons in drie maanden<br />
gelukt, door de stromingsleer te vereenvoudigen.’<br />
Waterdruppels<br />
Lastiger was het gedrag van de meniscus,<br />
de overgang tussen water en lucht waar<br />
een kromming in de vloeistof zit, tegen<br />
de wand aan. ‘Er wordt nog steeds niet<br />
goed begrepen wat daar precies gebeurt.<br />
Daarvoor zijn de natuurkundige modellen<br />
niet goed genoeg. En grote simulaties<br />
zouden veel te lang duren. Onze <strong>op</strong>dracht<br />
was niet: maak de simulaties zo goed mogelijk,<br />
maar: maak snelle berekeningen,<br />
die toch de werking van de hood goed<br />
voorspellen.’<br />
Punt van aandacht zijn ook de waterdruppels<br />
die af en toe onder de hood uitkomen<br />
of achterblijven <strong>op</strong> de wafer. ‘De<br />
uitdaging was een stroming te creëren<br />
zodat het water precies onder de lens<br />
blijft’, legt Van der Linden uit. ‘Ondanks<br />
de kracht die <strong>op</strong> de wafer staat en nogal<br />
wat onnauwkeurigheden veroorzaakt.’<br />
De berekening aan de hood werd tweedimensionaal<br />
uitgevoerd. ‘Het plaatje is zo<br />
dun dat dat wel kan’, zegt Van der Linden.<br />
‘Maar dat ging niet met alles. Het luchtgordijn<br />
dat loodrecht <strong>op</strong> de hood staat<br />
moesten we wel 3D berekenen. Daar ontstaat<br />
een wervel van ronddraaiende lucht.<br />
De grootte van de wervel is goed te voorspellen<br />
naar aanleiding van enkele parameters<br />
zoals breedte van het luchtgordijn<br />
en de snelheid ervan. Maar een groot<br />
aantal 3D-berekeningen daar<strong>op</strong> loslaten<br />
zou weer heel lang duren. Daarom hebben<br />
we een database gemaakt, waarmee<br />
we konden interpoleren. Deze simulator<br />
kunnen we ook automatiseren. De wervel<br />
is zo <strong>op</strong> te nemen als parameter in de 2Dberekening.’<br />
Software<br />
De <strong>op</strong>dracht is inmiddels afgerond. Het<br />
heeft geleid tot handige software die<br />
gebruikersvriendelijk is, geeft Badie aan.<br />
‘Dat was een extra eis aan het project:<br />
om een tool erbij te maken waar R&D wat<br />
mee kan.’<br />
Een nieuw project voor LIME gaat verder<br />
in <strong>op</strong> de waterdruppels langs de meniscus.<br />
‘Daar ontstaan luchtbellen van één<br />
tot tien micrometer’, zegt Van der Linden.<br />
‘We willen precies weten waarom en<br />
wanneer die ontstaan. Daarom hebben<br />
we filmpjes gemaakt van de situatie. Er<br />
zijn weinig plaatsen waar ze dat kunnen,<br />
maar dankzij onze vakgroep Image<br />
Analysing hebben we dit vrij vlot voor<br />
elkaar kunnen krijgen.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 37
3 8<br />
Ingenieurs leren wat<br />
ondernemen inhoudt<br />
De <strong>TU</strong>/e en de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg (UvT) hebben samen het Brabant Centre<br />
of Entrepreneurship (BCE) <strong>op</strong>gericht. Studenten van beide universiteiten kunnen<br />
er terecht om te leren wat het betekent om te ondernemen.<br />
Foto: Bart van Overbeeke SAMENWERKING MKB<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
Prof.dr. Geert Duysters (l), wetenschappelijk<br />
directeur van BCE en algemeen<br />
directeur drs. Cees Kokke.
‘Het doel is zoveel mogelijk bachelorstudenten kennis te laten<br />
maken met ondernemerschap en om masterstudenten en promovendi<br />
die interesse hebben om ondernemer te worden daar<br />
meer bagage voor te geven’, zegt drs. Cees Kokke, algemeen<br />
directeur van BCE en docent bij de <strong>TU</strong>/e-faculteit Industrial<br />
Engineering en Innovation <strong>Science</strong>s (IE&IS). ‘De <strong>TU</strong>/e levert<br />
masters af met goede vakinhoudelijke kennis en vaardigheden.<br />
Het geeft de afgestudeerden wat extra’s als ze leren wat ondernemerschap<br />
inhoudt. Dat betekent niet dat we verwachten dat<br />
iedere ingenieur een eigen bedrijf start. Zeker niet. Bestaande<br />
bedrijven hebben er ook baat bij als een ingenieur weet wat het<br />
betekent om te ondernemen’, aldus Kokke.<br />
Het BCE wordt gefinancierd door de beide universiteiten en een<br />
aantal externe partijen. De <strong>TU</strong>/e en de UvT dragen 1,5 miljoen<br />
euro bij, de partners, waaronder de provincie Noord-Brabant, de<br />
Stichting Brainport, de gemeenten Eindhoven en Tilburg en het<br />
Operationeel Plan Zuid, ondersteunen het project gezamenlijk<br />
met 3,3 miljoen euro. Vanuit de <strong>TU</strong>/e zijn Wim Bens, directeur<br />
van het <strong>TU</strong>/e Innovation Lab, en verschillende hoogleraren en<br />
docenten van de faculteit IE&IS bij het initiatief betrokken. Prof.<br />
dr. Geert Duysters van die faculteit is benoemd tot wetenschappelijk<br />
directeur.<br />
<strong>Universiteit</strong>sbrede minor<br />
De onderwijs- en voorlichtingsactiviteiten zijn afgestemd <strong>op</strong> de<br />
behoefte van de afzonderlijke instellingen. Aan de <strong>TU</strong>/e wordt<br />
voor de bachelorfase een universiteitsbrede minor ondernemerschap<br />
ontwikkeld. Het BCE borduurt hierbij voort <strong>op</strong> de minor<br />
ondernemerschap die al bestaat binnen enkele bachelor<strong>op</strong>leidingen<br />
aan de <strong>TU</strong>/e. Binnen het BCE kunnen studenten van alle<br />
bachelor<strong>op</strong>leidingen deze minor Entrepreneurship & Innovation<br />
volgen. ‘De minor wordt in het Engels verzorgd en heeft acht<br />
vakken, waaronder Intellectual Pr<strong>op</strong>erty & Innovation en New<br />
Product Devel<strong>op</strong>ment Processes’, aldus wetenschappelijk directeur<br />
Duysters. Op dit moment volgen aan de <strong>TU</strong>/e bijna honderd<br />
studenten aan ondernemerschap gerelateerde vakken in de<br />
minor. ‘Een van de doelen van BCE is dat dit er tenminste 250<br />
worden’, vertelt Kokke.<br />
Studenten ronden de minor af met een gezamenlijk multidisciplinair<br />
project met als resultaat een ondernemingsplan. Teams<br />
van verschillende <strong>op</strong>leidingen van de twee universiteiten werken<br />
samen aan vraagstukken van Brabantse mkb-bedrijven<br />
of startende bedrijven. De vragen komen bijvoorbeeld binnen<br />
via Incubator-programma’s, zoals het <strong>TU</strong>/e Innovation Lab, via<br />
Connect, dat is gericht <strong>op</strong> ict-ondernemers, of via eigen initiatief<br />
van de studenten. Duysters: ‘Het mooie van zo’n multidisciplinair<br />
project is dat je samen leert van de verschillende perspectieven<br />
die je kiest in het project. De student natuurkunde leert<br />
van de marketingstudent en andersom.’<br />
Startende bedrijven<br />
In de master kunnen studenten het keuzevak Ondernemerschap<br />
kiezen. Voor masterstudenten en promovendi die na hun studie<br />
als ondernemer aan de slag willen, is er een intensiever programma.<br />
Op dit moment volgen zo’n vijftien studenten per jaar<br />
dit Technology Entrepreneurship-programma. Per jaar l<strong>op</strong>en er<br />
zeven tot tien projecten. ‘Het doel voor 2012 is dat er honderd<br />
masterstudenten gaan deelnemen en ongeveer twintig promovendi.<br />
Het streven is dat er in 2012 vijftig projecten per jaar<br />
starten waarvan iets minder dan de helft uit het bedrijfsleven<br />
komt. En we willen graag dat dit leidt tot in ieder geval vijftien<br />
startende bedrijven’, zegt Kokke.<br />
Een voorbeeld van zo’n startend bedrijf is Validus Technologies.<br />
Dit bedrijf komt voort uit een afstudeerproject binnen het onder-<br />
nemersprogramma. Thijs Meijer, Robert Vrancken en Nico<br />
Verlo<strong>op</strong> ontwikkelden een veiligheidslabel voor bijvoorbeeld de<br />
farmaceutische industrie. Zo kan worden gecontroleerd of een<br />
medicijn wel echt is. Het label heeft vier veiligheidsniveaus, een<br />
zichtbaar, bijvoorbeeld een hologram, een onzichtbaar dat met<br />
een scanner te lezen is, een derde die alleen met complexe<br />
apparatuur is af te lezen, en een vierde unieke <strong>op</strong> basis van<br />
biometrische gegevens als een vingerafdruk.<br />
Verdieping<br />
Het programma Technology Entrepreneurship geeft masterstudenten<br />
de mogelijkheid om zich te verdiepen in bijvoorbeeld<br />
marketing, productontwikkeling, ondernemingsrecht, groei,<br />
organisatiegedrag, verko<strong>op</strong>, <strong>op</strong>erations management en human<br />
resources. Daarnaast ontwikkelen de deelnemers ondernemersvaardigheden<br />
tijdens worksh<strong>op</strong>s, zoals visie, leiderschap,<br />
communicatie, onderhandelen, doorzettingsvermogen en flexibiliteit.<br />
Kokke: ‘We nemen aan het begin en het einde van het<br />
traject een assessment af om inzicht te krijgen waar de deelnemer<br />
staat wat betreft die vaardigheden. Het individuele traject<br />
wordt afgestemd <strong>op</strong> de uitkomst daarvan. Tijdens het project<br />
staat een coach, bijvoorbeeld uit het bedrijfsleven, de studenten<br />
bij.’ Naast die onderwijsactiviteiten organiseert het BCE ook<br />
worksh<strong>op</strong>s voor docenten, waarin zij aan de hand van cases en<br />
brainstormsessies kunnen bekijken hoe zij ondernemen meer<br />
kunnen <strong>op</strong>nemen in hun eigen onderwijs. Ook is er aandacht<br />
voor initiatieven van bijvoorbeeld studieverenigingen waarin<br />
studenten kennismaken met bedrijven.<br />
‘Het bedrijfsleven kan verschillende rollen vervullen binnen<br />
BCE’, vertelt Duysters. ‘Ervaren ondernemers treden <strong>op</strong> als<br />
coach, gastspreker of docent. Een bedrijf kan een stageplaats<br />
hebben of een case inbrengen. Verder kan een ondernemer als<br />
jurylid <strong>op</strong>treden voor de competitie die wordt uitgeschreven<br />
voor de bedrijfsplannen van de studenten. De aansluiting met<br />
bedrijven is uiteraard enorm waardevol voor dit programma.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 39
4 0<br />
STARTERS<br />
Vijf gelijkwaardige partners heeft<br />
Unit040, een ontwerpbureau<br />
dat sinds 2006 intelligente<br />
producten maakt. Ze zijn alle<br />
vijf afgestudeerd bij Industrial<br />
Design aan de <strong>TU</strong>/e. De jonge<br />
ondernemers (allemaal rond<br />
de 25) waren tijdens hun<br />
studie benieuwd of de<br />
samenleving <strong>op</strong> hun kennis<br />
zat te wachten. Ze weten<br />
inmiddels het antwoord:<br />
nou en of.<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Vlnr: Guido van Gageldonk,<br />
Frank van Duin, Andreas<br />
Huvenaars, Jorick Huizinga,<br />
Andrik Schrijver<br />
Ontwerpbureau voor<br />
intelligente producten<br />
Unit040, gevestigd <strong>op</strong> de <strong>TU</strong>/e-campus,<br />
heeft twee specialismen, vertelt Guido<br />
van Gageldonk, één van de partners.<br />
Unit040 maakt voor klanten technische<br />
animaties, die bijvoorbeeld worden gebruikt<br />
voor interne communicatie of om<br />
investeerders technisch ingewikkelde<br />
materie eenvoudig uit te leggen. ‘Dat<br />
zijn meestal animaties van complexe<br />
systemen die we visueel begrijpelijk en<br />
inzichtelijk maken. We leggen in deze animaties<br />
bijvoorbeeld binnen een minuut<br />
de werking van een gasturbine uit. Onze<br />
technische achtergrond helpt hier erg bij.<br />
Het is voor ingenieurs natuurlijk makkelijker<br />
om grip te krijgen <strong>op</strong> deze materie.’<br />
Klanten zijn partijen als Shell, de <strong>TU</strong>/e en<br />
verschillende gemeentes.<br />
Midden <strong>op</strong> tafel het prototype<br />
van een apparaat dat traditionele<br />
bordspelen moet combineren met<br />
game-elementen.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
De andere dienst is het maken van intelligente<br />
producten. Dit doet Unit040 voornamelijk<br />
voor het midden- en kleinbedrijf.<br />
Deze ondernemingen beschikken meestal<br />
niet over een R&D-afdeling van enige<br />
omvang, omdat dit simpelweg te duur is.<br />
Toch hebben ze wel soms behoefte aan<br />
productvernieuwing. ‘Die innovaties doen<br />
wij voor ze. Hierbij beslaan we het hele<br />
traject, van idee tot prototype, inclusief<br />
vormgeving en behuizing. Voor het grootbedrijf<br />
doen we een deel van het traject,<br />
bijvoorbeeld het snel maken van een<br />
prototype, een stuk software of een printplaat.<br />
We zijn dan een onderdeel in het<br />
proces van een productvernieuwing.’<br />
Unit040 is ontstaan vanuit de faculteit<br />
Industrial Design. De vijf partners – Frank<br />
van Duin, Andrik Schrijver, Andreas<br />
Huvenaars, Jorick Huizinga en Guido van<br />
Gageldonk – die samen Unit040 vormen,<br />
zijn de tweede lichting van de faculteit<br />
die in 2001 van start ging. ‘De faculteit is<br />
in <strong>op</strong>zet erg breed’, stelt Van Gageldonk.<br />
‘De kern is ontwerp, waar je nog allerlei<br />
kanten mee uit kan. Dat zie je ook binnen<br />
ons bedrijf: er is iemand gespecialiseerd<br />
in elektronica, we hebben kennis van<br />
programmeren, er is iemand met een<br />
hart voor ontwerpen, een engineer, een<br />
creatieve geest en iemand met kennis van<br />
markering en communicatie.<br />
Met die specialismen kunnen we complexe<br />
vraagstukken aan.’ Tijdens de<br />
studie wilden zij toetsen of ze hun academische<br />
kennis konden gebruiken in de
‘Met deze groep gaat het goed; we vullen<br />
elkaar aan en maken elkaar beter.’<br />
samenleving. ‘Na onze bachelor wisten<br />
we nog niet waar het met de master<br />
naartoe ging. Dat was dus een ideaal moment<br />
om samen een bedrijf <strong>op</strong> te richten.<br />
We begonnen met een andere samenstelling,<br />
maar vrij snel kwamen we uit bij de<br />
vijf huidige mensen. Met deze groep gaat<br />
het gewoon erg goed; we vullen elkaar<br />
aan en maken elkaar beter.’<br />
Interactieve producten<br />
In het eerste jaar namen ze alles aan<br />
wat ze konden krijgen. ‘We deden alles,<br />
van huisstijlen tot het maken van kleine<br />
producten. Dankzij coaching van het<br />
Innovation Lab en Ton Kooijmans, een<br />
bekende ontwerper in Eindhoven, zijn we<br />
ons gaan concentreren <strong>op</strong> wat we willen,<br />
kunnen en waarmee we kansrijk zijn. In<br />
de regio gebeurt veel <strong>op</strong> het gebied van<br />
ontwerp van de behuizing, branding en<br />
styling van producten. Daar willen wij<br />
niet mee concurreren. Wij zijn vooral geinteresseerd<br />
in de interactie, in de intelligentie<br />
van het product. Daar zijn we ook<br />
in <strong>op</strong>geleid.’Een van de grotere projecten<br />
die Unit040 deed, was het maken van<br />
een carkit voor de Eur<strong>op</strong>ese markt. Het<br />
was een <strong>op</strong>dracht voor een bedrijf in de<br />
regio, een onderdeel van een fabrikant<br />
van PDA’s. Er was behoefte aan een intelligent<br />
product dat meer doet dan het<br />
in de auto vasthouden van de PDA. ‘We<br />
hebben een systeem gemaakt met verschillende<br />
functionaliteiten. De printplaat<br />
die hiervoor nodig is, hebben we zelf ontwikkeld’,<br />
vertelt Van Gageldonk.<br />
Unit040 ontwikkelt ook zelf producten.<br />
Zo is er het Wonderboek, een boek waarbij<br />
<strong>op</strong> elke pagina een eigen geluid <strong>op</strong><br />
te nemen is. Dat kan muziek zijn of het<br />
geluid van een dier dat <strong>op</strong> de pagina<br />
staat afgebeeld, maar ook de stem van<br />
de eigenaar van het fotoboek die vertelt<br />
wat er te zien is. Via het boek kunnen<br />
bijvoorbeeld alzheimerpatiënten herinneringen<br />
<strong>op</strong>halen. Het boek leverde<br />
Unit040 de Innovatieprijs Noord-Brabant<br />
<strong>op</strong>: een subsidie van 80.000 euro. Op dit<br />
moment zijn er verschillende partijen die<br />
het product <strong>op</strong> de markt willen brengen.<br />
Voor alzheimerpatiënten, maar ook voor<br />
kinderen en ouderen.<br />
Qiki<br />
Een ander product is het kussen Qiki: een<br />
intelligent kussen voor dementiepatiënten.<br />
Het structureert het leven van de patiënten<br />
doordat er een gesproken agenda<br />
inzit. ‘Wanneer het tijd is voor koffie, dan<br />
zegt het kussen: heb je zin in een k<strong>op</strong>je<br />
koffie? Of het zegt: ga je maar aankleden<br />
want de kinderen komen zo <strong>op</strong> bezoek.<br />
Deze stem kan natuurlijk door een verzorgende<br />
of door een van de kinderen<br />
worden <strong>op</strong>genomen.’ Wanneer Qiki wordt<br />
geaaid, spint het als een kat, sla je er <strong>op</strong>,<br />
dan zegt het ‘au’ en het kan giechelen<br />
als een klein kind. Qiki is een vinding van<br />
student Wouter Widdershoven die het<br />
heeft ondergebracht in een dochteronderneming<br />
van Unit040. Ook van dit<br />
product wordt verwacht dat het binnen<br />
afzienbare tijd <strong>op</strong> de markt komt.<br />
www.unit040.nl<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 41
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Foto’s: Bart van Overbeeke<br />
4 2<br />
LOOPBAAN<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
Willy Zelen geeft trainingen<br />
bij Schouten & Nelissen,<br />
een toonaangevend<br />
trainings- en adviesbureau.
Hij is veelbesproken en omstreden, en zijn werk is alom zichtbaar in Eindhoven.<br />
Ir. Marco Aartsen (46), architect en stedenbouwer van bureau Aartsen & Partners<br />
architecten, ontwerpt scholen, bedrijfspanden en woonhuizen. Maar de meeste<br />
aandacht krijgen zijn ‘bijna onmogelijke projecten’ en zijn ‘projecten waar niemand<br />
anders zin in heeft’. ‘Ik heb het leefklimaat <strong>op</strong> sommige plekken echt verbeterd.’<br />
Ingenieur in<br />
guerrillastedenbouw<br />
‘Bij mijn eerste <strong>op</strong>dracht, na mijn afstuderen<br />
in 1988, werd ik gevraagd voor een<br />
kleuradvies voor een school in Waalwijk.<br />
Na een gesprek kwamen we erachter dat<br />
er meer aan de hand was, er moest worden<br />
verbouwd. Ik maakte een ontwerp en<br />
raakte betrokken bij het organiseren van<br />
de bouw. Vervolgens moest geld worden<br />
losgepeuterd bij een afdeling van het ministerie<br />
in Zoetermeer. Ik heb er hard voor<br />
geknokt om dat voor elkaar te krijgen. Wat<br />
begon met een advies over een kleur, ontaardde<br />
in een verbouwing waarbij ik een<br />
spin in het web was. Dit is tekenend voor<br />
mijn manier van werken: als iets me aanspreekt,<br />
voel ik me verantwoordelijk voor<br />
het geheel en ga ik het regelen. Een goede<br />
eigenschap, maar je kunt niet ongestraft<br />
de hele verantwoordelijkheid voor te grote<br />
projecten <strong>op</strong> je nemen, daar ben ik inmiddels<br />
wel achter.’<br />
Geuzennaam<br />
‘Er doen over mij nogal wat misverstanden<br />
de ronde. Dat ik met veel geld in het vak<br />
ben gestapt, dat het me allemaal is komen<br />
aanwaaien, dat ik me met onoorbare praktijken<br />
zou bezighouden. Dat is natuurlijk<br />
onzin: ik ben begonnen met nul, met niks;<br />
ik heb enorme risico’s gel<strong>op</strong>en en met een<br />
beetje meer weerstand hadden dingen<br />
gigantisch mis kunnen l<strong>op</strong>en; en ik doe<br />
niks wat niet mag. Ik heb projecten aangepakt<br />
die de aandacht trekken, dat wel.<br />
Hierbij neem ik vaak rollen aan die andere<br />
architecten niet <strong>op</strong> zich nemen: die van<br />
ontwikkelaar, van kartrekker, van financier.<br />
Dat gaf in het verleden vaak scheve ogen.<br />
Maar de laatste jaren krijg ik, ook van collega’s,<br />
steeds meer waardering. Ze vinden<br />
het toch wel mooi wat ik doe, geloof ik. Ik<br />
ben de afgunst voorbij. Een jaar of twee<br />
geleden gaf de architect en mede-<br />
alumnus Jo Coenen mij een zelfs een geuzennaam<br />
mee: de guerrillastedenbouwer.<br />
Daar was ik blij mee – en het dekt de<br />
lading.’<br />
‘In 1988 had ik niet de ambitie om direct<br />
musea te gaan ontwerpen. Wat ik vooral<br />
wilde, was met mensen – meestal met weinig<br />
geld en weinig interesse in ontwerp –<br />
te onderzoeken wat hun wensen en eventueel<br />
verborgen ambities zijn. Vervolgens<br />
ontwerp ik iets waarmee ze meer krijgen<br />
dan ze hadden verwacht. Dat ‘meer’ kan<br />
zijn: meer functies of meer vormgeving. Ik<br />
ben dus eigenlijk geïnteresseerd in mensen;<br />
ik wil ze vooruit helpen. Dat is in alle<br />
<strong>op</strong>rechtheid mijn drijfveer: ik wil de samenleving<br />
beter maken. Met architectuur<br />
kun je die ambitie concreet maken.’<br />
Stratumseind<br />
‘Een project waar ik trots <strong>op</strong> ben is<br />
grand café Meneer van Dijck, <strong>op</strong> het<br />
Stratumseind. Het pand was van de gemeente,<br />
maar die deed er niks mee, want<br />
het lukte niet iemand te vinden die de zaal<br />
wilde restaureren. Ik zag het al voor me:<br />
het pand tegen de vlakte en een nieuwbouw<br />
ervoor terug. Dat mocht niet gebeuren.<br />
Ik heb het gekocht, al was er geen<br />
geld. Er volgde een grote renovatie en er<br />
is een café ge<strong>op</strong>end. Het klinkt overigens<br />
allemaal erg makkelijk zo, maar het was<br />
een grote inspanning. Nog zwaarder werd<br />
het toen de huurder zonder respect met<br />
het interieur omging. Dat sneed door mijn<br />
ziel. Ondanks dat de rechter me in het<br />
gelijk stelde, heb ik mijn handen ervan afgetrokken.<br />
Ik kon het bijna niet meer aan.<br />
Hetzelfde plan als bij de Van Dijck heb ik<br />
met De Rechter, ook <strong>op</strong> het Stratumseind.<br />
Dat verpieterde pand wil ik in ere herstellen<br />
en een culturele bestemming geven.<br />
Ook dat is een lastig verhaal. Op dit<br />
moment ben ik bezig met de bouw van<br />
woningen en een hotel aan het begin van<br />
het Stratumseind, bij het bruggetje. Achter<br />
de straat heb ik een oud boerderijtje <strong>op</strong>geknapt.<br />
We zoeken nu naar een bestemming.<br />
In het verleden heb ik ‘De Blauwe<br />
Engel’, een flat <strong>op</strong> het Stratumseind, voor<br />
woningen geschikt gemaakt. Dat is een<br />
kwaliteit die ik dit deel van de stad wil<br />
geven: leven in de binnenstad, ook als de<br />
winkels gesloten zijn.’<br />
‘Ik heb veel projecten gedaan waar niemand<br />
anders trek in heeft. Mijn methode<br />
is dan: ik ko<strong>op</strong> het en steek mijn nek daarmee<br />
feitelijk in de str<strong>op</strong>. Op dat moment<br />
móet ik zorgen dat ik het voor elkaar boks,<br />
want anders hang ik erin. Het is slimmer<br />
om het andersom te doen: eerst rekenen<br />
en risico’s afdekken. Maar dat kan niet bij<br />
dit type projecten: ze zijn niet risicoloos te<br />
doen, anders waren ze wel door anderen<br />
gedaan. De drang om dingen te verbeteren<br />
heeft me veel energie gekost en soms<br />
ben ik daarin over mijn eigen grenzen<br />
gegaan. Het is veel geweest. Ik pak zaken<br />
daarom nu anders aan. Althans, ik probeer<br />
minder hooi <strong>op</strong> mijn vork te nemen. Niet<br />
meer zoveel tegelijk. Maar de behoefte om<br />
de omgeving beter te maken, gaat nooit<br />
weg.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 43
4 4<br />
INTERVIEW<br />
MAARTEN PIETERSON, VERTREKKEND HOOFD S<strong>TU</strong>DIUM GENERALE<br />
Studium Generale<br />
maakt campus leefbaarder<br />
Maarten Pieterson nam begin juni afscheid<br />
van de <strong>TU</strong>/e, waar hij ruim vijftien jaar actief<br />
was als hoofd van Studium Generale (SG).<br />
Deze dienst organiseert een breed palet aan<br />
lezingen, tentoonstellingen en culturele<br />
activiteiten voor studenten en medewerkers<br />
en is volgens Pieterson van groot belang voor<br />
de leefbaarheid van de <strong>TU</strong>/e-campus.<br />
Foto: Bart van Overbeeke XXXXXXXXX<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
Pieterson geeft aan dat er talloze activiteiten hebben plaatsgevonden<br />
die hem een gevoel van trots gaven: ‘Er stak niet<br />
één hoogtepunt bovenuit, het is meer iets dat zich door de tijd<br />
herhaaldelijk heeft voorgedaan. En dat is als binnen een SGactiviteit<br />
alles samenvalt. Het idee, de groep waarmee het is<br />
<strong>op</strong>gezet en de groep waarvoor we het doen. Dat leverde mij de<br />
mooiste momenten <strong>op</strong> en dan hoefde ik daar nog niet eens zelf<br />
de programmamaker van geweest te zijn. Een leuk voorbeeld is<br />
een recente lezing over datamining. Het was een goed <strong>op</strong>gezet<br />
verhaal van een hoogleraar en een medewerker uit Twente. Je<br />
merkte dat ze er veel tijd in hadden gestoken om er een goed
verhaal van te maken. Wisselend belichtten ze het onderwerp<br />
langs verschillende lijnen; de technologische kant, de maatschappelijke<br />
impact, wat de gevaren en de voordelen zijn, en<br />
ze lieten zien hoe ze er zakelijk mee omgaan. Ze schetsten<br />
mooi de verbazing bij <strong>op</strong>drachtgevers die niet konden geloven<br />
welke gegevens ze allemaal hadden verzameld met deze techniek.<br />
Het kl<strong>op</strong>te allemaal en daar doe je het voor. Er zitten ook<br />
teleurstellingen tussen. Sprekers waar je juist heel veel van<br />
verwacht had, maar die dan tijdens hun lezing blijven steken<br />
in een vakwetenschappelijk verhaal. Als je dan later na aflo<strong>op</strong><br />
met die persoon gaat lunchen, zegt ie <strong>op</strong>eens dingen waarvan<br />
je denkt: had dat nou tijdens de lezing verteld! Iemand begrijpt<br />
eigenlijk wel dat hij zijn onderwerp voor SG breder moet trekken,<br />
maar blijft vervolgens toch binnen zijn eigen vakgebied.<br />
Er zit voor ons als programmamakers altijd een element van<br />
verrassing in.<br />
Hetzelfde geldt overigens ook voor wat betreft de <strong>op</strong>komst bij<br />
onze activiteiten. De studenten aan de <strong>TU</strong>/e zijn volgens mij<br />
goed geïnformeerd over wat er te krijgen is en ze kiezen zeer<br />
nadrukkelijk <strong>op</strong> inhoud. We weten echter niet precies wie er in<br />
de zaal zit. Onderzoek daarnaar is duur en je wilt er de toehoorder<br />
ook niet mee lastig vallen. Voor zoiets zijn ze niet gekomen.<br />
Nu studenten in het kader van de minor een studiepunt kunnen<br />
verdienen met het volgen van veertien lezingen, verwachten we<br />
meer inzicht te krijgen in hun interesses. Dat biedt ons nieuwe<br />
mogelijkheden om onze programmering nog beter te sturen.’<br />
Programmering<br />
‘Toen ik hier vijftien jaar geleden begon, trof ik een zeer breed<br />
programma-aanbod aan van zaken die bijdroegen aan zowel de<br />
culturele als aan de academische vorming. Ik denk dat we die<br />
beide kanten in een goed evenwicht zijn blijven promoten. Voor<br />
de grote universiteitscolleges, Big History en Big Images, die<br />
bijdragen aan de academische vorming, heeft SG enige jaren<br />
terug de verantwoordelijkheid gekregen. We doen dat samen<br />
met het Platform Academische Vorming. Daarmee heeft dat<br />
deel van ons programma ook een goede verankering gekregen<br />
binnen de universiteit. Daar ben ik wel trots <strong>op</strong>. Ik vind het ook<br />
fantastisch dat met ingang van het komend studiejaar het roostervrije<br />
SG-uur <strong>op</strong> woensdag weer in ere wordt hersteld. Dat<br />
was de afgel<strong>op</strong>en drie jaar toch wat vervuild geraakt, maar nu<br />
krijgen alle studenten weer de mogelijkheid om onze lezingen<br />
bij te wonen.’<br />
Fotografie<br />
‘Zes jaar geleden ben ik binnen SG begonnen met het samenstellen<br />
van tentoonstellingen. Ik nam het over van Le<strong>op</strong>old<br />
Manche, die toen vertrok. Daarvoor al had ik geprobeerd hier<br />
mediakunst te presenteren en ik ben best trots <strong>op</strong> wat we<br />
daarin bereikt hebben. Maar als programmalijn was dat te<br />
ingewikkeld, te duur en te bewerkelijk. Dat konden we niet volhouden.<br />
Ik ben minstens zo tevreden over de beslissing die we<br />
toen genomen hebben: de keuze voor documentaire fotografie.<br />
Daarmee zit je echt tussen culturele en academische vorming<br />
in. Foto’s zijn namelijk pas echt de moeite waard als ze artistiek<br />
interessant zijn, en ze werken pas wanneer er ook een goed<br />
verhaal bij zit. Dat hebben dan ook al onze fototentoonstellingen<br />
met elkaar gemeen: goede foto’s én een goed verhaal.<br />
Fototentoonstellingen naar de <strong>TU</strong>/e halen is eigenlijk niet zo<br />
moeilijk. Er bestaat geen sterke infrastructuur voor reizende<br />
fototentoonstellingen. Er is een heleboel beschikbaar, je hoeft<br />
het alleen maar <strong>op</strong> te zoeken. De expositie ‘Water’, die we<br />
recent hadden, ben ik <strong>op</strong> het spoor gekomen via een klein berichtje<br />
in het NRC. Een Zwitserse bank riep een prijsvraag in het<br />
leven over fotografie en duurzaamheid. Na lang proberen kon<br />
ik eindelijk in Parijs spreken met de organisatoren en die zagen<br />
uiteindelijk wel iets in een technische universiteit als locatie<br />
voor hun tentoonstelling. De volgende editie van die prijsvraag<br />
heeft ‘Earth’ als thema en wij hebben nu al de toezegging dat<br />
de expositie weer naar Eindhoven komt. Bij World Press Photo,<br />
dat we jaarlijks samen met de Kamer van Ko<strong>op</strong>handel organiseren,<br />
is het gewoon een kwestie van regelen, betalen en zorgen<br />
voor goede publiciteit.’<br />
Wijze raad voor zijn <strong>op</strong>volger heeft hij niet maar als hij nog een<br />
paar jaar <strong>op</strong> de <strong>TU</strong>/e zou werken zou hij vooral de cultureel vormende<br />
activiteiten goed willen positioneren en integreren. ‘Aan<br />
een <strong>TU</strong> zit je tussen het maken en het academische in. Tussen<br />
alle creatieve beroepen onderling bestaan in mijn <strong>op</strong>tiek metaforische<br />
relaties en daarom is het jammer als de cultureel creatieve<br />
kant van de studenten hier onderbelicht blijft.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 45
4 6<br />
ONDERZOEK<br />
<strong>TU</strong>/e en NEMO <strong>op</strong> zoek<br />
naar het ontstaan van leven<br />
Doe methaan, ammoniak, waterstof en water in een afgesloten bol en stel dit bloot aan<br />
elektrische ontladingen. De Amerikaan Stanley Miller ontdekte in 1953 dat er dan aminozuren<br />
ontstaan, de bouwstenen van eiwitten. Dit bijzondere experiment, dat ons vertelt over het<br />
mogelijke ontstaan van leven <strong>op</strong> aarde, wordt nu aan de <strong>TU</strong>/e en in wetenschapsmuseum NEMO<br />
herhaald. Aan de <strong>TU</strong>/e worden vijf jaar experimenten gedaan, terwijl de bol bij NEMO eenzelfde<br />
periode gesloten blijft. Een unicum.<br />
Niets doet vermoeden dat achter de<br />
glazen bol in NEMO zo’n bijzonder<br />
wetenschappelijk experiment schuilgaat.<br />
De <strong>op</strong>stelling staat centraal in een onlangs<br />
ge<strong>op</strong>ende tentoonstelling over de<br />
bouwstenen van leven en de zoektocht<br />
daarnaar. Inhoudelijk directeur Rob van<br />
Hattum speelde al langer met het idee<br />
om ‘iets’ met het begin van leven <strong>op</strong> onze<br />
planeet te doen.<br />
Dat 2009 zowel als jaar van Darwin als<br />
van de sterrenkunde is uitgeroepen,<br />
bood schitterende aankn<strong>op</strong>ingspunten<br />
voor de start van het project. Van<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
Hattum is een bekende van prof.dr. Bert<br />
Meijer, directeur van het <strong>TU</strong>/e-Instituut<br />
voor Complexe Moleculaire Systemen<br />
(ICMS) en universiteitshoogleraar bij de<br />
faculteiten Scheikundige Technologie en<br />
Biomedische Technologie van de <strong>TU</strong>/e.<br />
Bij beiden ontstond zo’n anderhalf jaar<br />
geleden het idee om zowel bij NEMO als<br />
aan de <strong>TU</strong>/e gelijktijdig een bekend experiment<br />
naar het ontstaan van leven te<br />
repliceren.<br />
De Amerikaanse wetenschappers Miller<br />
en Urey probeerden in 1953 experimenteel<br />
na te gaan hoe bouwstenen van het<br />
leven konden ontstaan. Ze deden ammoniak,<br />
waterstof, methaan en water in een<br />
<strong>op</strong>stelling. Dit zijn de ‘elementaire verbindingen’<br />
waarvan wordt verondersteld dat<br />
ze vier miljard geleden <strong>op</strong> de aarde waren.<br />
De omgeving van de vroegere aarde<br />
waarin deze verbindingen zouden voorkomen,<br />
staat ook wel bekend als ‘oersoep’.<br />
Elektrische ontladingen in de <strong>op</strong>stellingen<br />
moeten het onweer van weleer simuleren<br />
en kokend water de warme oceanen. Uit<br />
dit experiment bleken onder meer aminozuren<br />
te zijn ontstaan – de bouwstenen<br />
van eiwitten. En eiwitten zijn belangrijke
Vlnr: businessmanager ICMS ir. Sagitta Peters, ing. Joost van Dongen van<br />
Scheikundige Technologie en Sanne Deurloo, hoofd programma van NEMO.<br />
bouwstenen van cellen. De resultaten van<br />
Miller en Urey waren baanbrekend, omdat<br />
het experiment aantoonde dat organische<br />
stoffen uit (deels) anorganische stoffen<br />
kunnen ontstaan.<br />
Oersoep-experiment<br />
Zowel aan de <strong>TU</strong>/e als in NEMO is de <strong>op</strong>stelling<br />
van de Amerikanen nagebouwd,<br />
zij het elk in een andere gedaante. In<br />
NEMO wordt de met gassen en water<br />
gevulde bol vijf jaar <strong>op</strong> kamertemperatuur<br />
‘geschud’ – veel langer dan het experiment<br />
van Miller en Urey, dat slechts<br />
een week duurde. Nog niet eerder is het<br />
oersoep-experiment zo lang gehouden.<br />
Sanne Deurloo, hoofd programma: ‘Dit<br />
is echt heel uniek. Spannend wat we<br />
over vijf jaar aantreffen. Voor ons is het<br />
een lange tijd, maar als je bedenkt dat er<br />
miljoenen jaren overheen zijn gegaan tot<br />
er leven was, is dit natuurlijk een peulenschil.’<br />
Na <strong>op</strong>ening van de bol gaan <strong>TU</strong>/ewetenschappers<br />
de samenstelling van het<br />
mengsel analyseren.<br />
Via het informatiescherm bij de bol kunnen<br />
bezoekers van NEMO gegevens<br />
<strong>op</strong>vragen. Zo staat ook de samenstelling<br />
vermeld; 1,6 liter waterstofgas, 3,2 liter<br />
methaan, 3,2 liter ammoniakgas en 2 liter<br />
gesteriliseerd water. Deze verhoudingen<br />
zijn identiek aan die van het experiment<br />
in de jaren vijftig.<br />
De tentoonstelling in NEMO werd ge<strong>op</strong>end<br />
<strong>op</strong> 23 april. Op diezelfde dag is<br />
ook de <strong>op</strong>stelling in het Spinozalab aan<br />
de <strong>TU</strong>/e ‘aangezet’. Vanuit de <strong>TU</strong>/e zijn<br />
dr.ir. Anja Palmans, ing. Joost van Dongen,<br />
prof.dr. Bert Meijer en ir. Sagitta Peters bij<br />
het project betrokken. Binnenkort wordt<br />
er mogelijk een medewerker aangesteld<br />
om zich langere tijd met de <strong>op</strong>stelling en<br />
analyse van monsters bezig te houden.<br />
Voor zover Van Dongen weet, is het de<br />
eerste keer dat het experiment aan de<br />
<strong>TU</strong>/e wordt nagebootst. De omstandigheden<br />
aan de <strong>TU</strong>/e zijn in beginsel hetzelfde<br />
als bij Miller en Urey. Later wordt<br />
er gevarieerd. Zo worden er verschillende<br />
gassen gebruikt. ‘We willen onder meer<br />
koolstofdioxide toevoegen als extra bron<br />
van zuurstof. Pure zuurstof zal niet gaan,<br />
want dan ontploft de boel misschien’,<br />
licht Van Dongen toe. ‘We verwachten <strong>op</strong><br />
deze manier sneller en meer resultaten<br />
te krijgen dan in NEMO. Ook verwacht de<br />
chemicus meer informatie te genereren<br />
dan Miller en Urey in hun tijd konden.<br />
‘We hebben nu betere scheidings- en karakteriseringsmethoden.’<br />
De analyse gebeurt<br />
door middel van chromatografie en<br />
massaspectrometrie. Met deze technieken<br />
kun je <strong>op</strong> moleculair niveau verbindingen<br />
scheiden en identificeren. ‘We kunnen<br />
naar verwachting ook één en ander leren<br />
over plasma’s’, vertelt Van Dongen. Steeds<br />
als er iets ‘nieuws’ is aan de <strong>TU</strong>/e, wordt<br />
dat gemeld bij NEMO. Bezoekers krijgen<br />
via een ‘nieuwskn<strong>op</strong>’ bij de <strong>op</strong>stelling toegang<br />
tot de informatie.<br />
Instituut voor Complexe Moleculaire Systemen<br />
‘Dit experiment past uitstekend in onze doelstellingen’, vertelt ir. Sagitta Peters, businessmanager<br />
bij het ICMS. ‘We willen antwoorden vinden <strong>op</strong> vragen die we hebben over complexe vormen<br />
en zelforganisatie van moleculen. We zijn ook nieuwsgierig naar het ontstaan van de eerste cel.<br />
Hoe bouw je complexe moleculen <strong>op</strong>?’ Zelforganisatie – een complex samenspel van moleculen<br />
– zou hebben geleid tot de unieke en gecontroleerde <strong>op</strong>bouw van primitieve cellen. Het ICMS<br />
ging <strong>op</strong> 1 april 2008 van start. Wetenschappers van de faculteiten Scheikundige Technologie,<br />
Biomedische Technologie, Wiskunde & Informatica, <strong>Technische</strong> Natuurkunde en Werktuig-bouwkunde<br />
hebben hierin hun krachten gebundeld.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 47
4 8<br />
ONTWERPER IN OPLEIDING<br />
De afgel<strong>op</strong>en twee jaar volgde Vuk Jancic MSc PDEng het Process<br />
and Product Design (PPD) programma, een van de elf tweejarige<br />
ontwerpprogramma’s van het Stan Ackermans instituut (SAI). Tijdens het<br />
tweede jaar voerde hij een ontwerpproject uit bij Essent Warmte, waarbij hij<br />
keek naar het warmteverlies in het leidingnetwerk van de stadsverwarming.<br />
Jancic was een van de genomineerden voor de <strong>TU</strong>/e-Ontwerpersprijs 2009.<br />
Van warmteverlies<br />
naar warmtewinst<br />
Bij stadsverwarming wordt water <strong>op</strong>gewarmd<br />
met restwarmte van de afvalverbranding<br />
en van energiecentrales.<br />
Dit water wordt via een geïsoleerd<br />
leidingnet getransporteerd naar de<br />
huizen om er radiatoren en leidingwater<br />
mee te verwarmen. Het grootste<br />
stadsverwarmingsnetwerk van Essent is<br />
het Amernet, een ondergronds netwerk<br />
van 400 km pijpleiding dat lo<strong>op</strong>t van de<br />
Amercentrale in Geertruidenberg naar<br />
vele huishoudens onder meer in Breda<br />
en Tilburg.<br />
Warmteverlies<br />
‘Bij dit transport treedt er warmteverlies<br />
<strong>op</strong> in het leidingnet. Bij het Amernet is<br />
dit gemiddeld 23 procent en dat is veel<br />
hoger dan bij netwerken in andere landen,<br />
bijvoorbeeld in Finland, Duitsland<br />
of Bulgarije. Een van de oorzaken is de<br />
manier waar<strong>op</strong> het warmteverlies wordt<br />
berekend. Er wordt namelijk gekeken<br />
naar het warmteverlies ongeacht de<br />
grootte van het netwerk van pijpleidingen.<br />
In Nederland wordt er echter meer<br />
aan afzonderlijke eengezinswoningen<br />
geleverd. Hiervoor is een uitgebreider en<br />
langer netwerk nodig dan bijvoorbeeld<br />
in Bulgarije waar het warme water veel<br />
meer naar grote flatgebouwen wordt<br />
geleid. Het <strong>op</strong>pervlak van het leidingnetwerk<br />
in Nederland is hierdoor relatief<br />
groter dan in andere landen. Het warmteverlies<br />
vergelijken tussen verschillende<br />
netwerken is daarom zuiverder als<br />
je het verlies of de warmte die verkocht<br />
is, deelt door de lengte van het netwerk’,<br />
aldus Jancic.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
‘Daarnaast heb ik een model ontwikkeld<br />
om het warmteverlies accuraat te berekenen.<br />
In dit model neem ik onder meer<br />
de lengte van het netwerk, de doorsnede<br />
van de leidingen, de isolatie, de leeftijd,<br />
de staat van onderhoud en de lucht- en<br />
grondtemperatuur mee’, vertelt hij.<br />
Jancic heeft met dit model gekeken hoe<br />
je het warmteverlies in een netwerk<br />
kunt verminderen. ‘Daarbij heb ik zowel<br />
gekeken naar een nieuw netwerk waar<br />
gebruik wordt gemaakt van de nieuwste<br />
technologieën zoals ‘twin pipes’, met<br />
twee leidingen in één isolatielaag. Dit<br />
scenario levert de meeste warmtewinst<br />
<strong>op</strong>, tot wel dertig procent. Het vraagt<br />
echter ook een enorme investering.<br />
Daarom heb ik ook een scenario bekeken<br />
waarbij het huidige netwerk wordt<br />
ge<strong>op</strong>timaliseerd. Hier valt ook winst te<br />
behalen bijvoorbeeld door de temperatuur<br />
in het leidingnetwerk te verlagen<br />
en lokaal extra boilers te plaatsen bij<br />
die paar grote afnemers die een hogere<br />
temperatuur nodig hebben, zoals een<br />
ziekenhuis.’<br />
Belgrado<br />
Jancic studeerde Werktuigbouwkunde<br />
aan de universiteit van Belgrado en<br />
volgde de master Process Equipment<br />
Design. ‘Na mijn studie in Belgrado<br />
wilde ik meer kennis en ervaring <strong>op</strong>doen,<br />
bij voorkeur in het buitenland.’ Hij<br />
kwam uiteindelijk uit bij het PPD-programma<br />
van Stan Ackermans Institute.<br />
‘Ik heb ook contact gehad met Delft.<br />
Uiteindelijk heb ik voor Eindhoven gekozen<br />
omdat ze hier een meer persoonlijke<br />
en efficiënte aanpak leken te hebben.’<br />
Jancic is te spreken over de multidisciplinaire<br />
en multiculturele omgeving van<br />
de PPD-<strong>op</strong>leiding. ‘De studenten hebben<br />
een chemische, een natuurkundige of<br />
een werktuigbouwkundige achtergrond.<br />
In zo’n team heeft iedereen zijn eigen<br />
aanpak en specialiteit. Je leert veel van<br />
je medestudenten en van de gastdocenten<br />
uit de industrie.’<br />
Geschikte baan<br />
Jancic geeft aan dat hij ook tijdens het<br />
tweede jaar veel heeft geleerd. ‘Mijn<br />
begeleiders bij Essent hebben me uitstekend<br />
ondersteund. Het ontwerpproject<br />
heeft me ook zeker geholpen om een<br />
‘Het Nederlandse<br />
leidingnetwerk<br />
kent relatief veel<br />
warmteverlies’<br />
geschikte baan te vinden.’ Jancic werkt<br />
sinds kort als Process Engineer bij Fluor,<br />
een groot industrieel ingenieursbedrijf.<br />
‘Dat ik bij Fluor in korte tijd goed mijn<br />
weg heb weten te vinden is zeker ook te<br />
danken aan mijn ervaringen in de PPD<strong>op</strong>leiding,<br />
waar je naast de technische<br />
kennis ook je sociale vaardigheden moet<br />
ontwikkelen. En die heb je hard nodig<br />
als ingenieur, je moet zeker goed in<br />
teams kunnen werken.’
VM EA CT TR OI RX / 42 / 2 0 0 89 49<br />
Foto: Rob Stork
5 0<br />
Nieuws<br />
Service<br />
EREDOCTORAAT VOOR ONNO BOXMA<br />
De <strong>Universiteit</strong> van Haifa (Israël) heeft besloten<br />
in juni een eredoctoraat te verlenen aan<br />
prof.dr.ir. Onno Boxma, hoogleraar<br />
Stochastische Besliskunde aan de Faculteit<br />
Wiskunde en Informatica en wetenschappelijk<br />
directeur van EURANDOM, het <strong>op</strong> de <strong>TU</strong>/ecampus<br />
gevestigde onderzoeksinstituut voor<br />
stochastiek.<br />
Boxma krijgt het eredoctoraat voor doorbraken<br />
in de toegepaste kansrekening. Haifa is net als<br />
Eindhoven een bolwerk van wachtrijtheorie.<br />
Boxma werkt hiervoor onder meer samen met<br />
prof.dr.ir. Koos Rooda van Werktuigbouwkunde,<br />
met de faculteit Elektrotechniek in het profileringsgebied<br />
‘Broadband Telecommunication<br />
Technologies’ en met de faculteit IE&IS in het<br />
profileringsgebied LOIS (Logistics, Operations,<br />
and their Information Systems).<br />
Boxma ziet zijn uitverkiezing voor een eredoctoraat<br />
mede als een erkenning voor<br />
EURANDOM en de Eindhovense wiskunde als<br />
geheel.<br />
NIEUWE VOORZITTER<br />
RAAD VAN TOEZICHT<br />
Ir. Rokus van Iperen wordt de nieuwe voorzitter<br />
van de Raad van Toezicht van de <strong>TU</strong>/e. Hij<br />
volgt <strong>op</strong> 1 september a.s. Philips-president<br />
dr.ir. Gerard Kleisterlee <strong>op</strong>, die na zijn tweede<br />
termijn van vier jaar vertrekt. Van Iperen, voorzitter<br />
van de Raad van Bestuur van Océ, maakt<br />
Bouwkundestudenten <strong>TU</strong>/e<br />
vraagbaak voor het Klokhuis<br />
Prof.dr.ir. Onno Boxma.<br />
sinds 2004 deel uit van de Raad van Toezicht<br />
en is door de andere leden gekozen tot hun<br />
nieuwe voorman.<br />
KERNFUSIE-EXPERT NAAR <strong>TU</strong>/e<br />
Prof.dr. Niek L<strong>op</strong>es Cardozo, voorheen parttime<br />
hoogleraar aan de <strong>TU</strong>/e en hoofd van de<br />
afdeling Fusiefysica van het FOM-Instituut voor<br />
Plasmafysica Rijnhuizen, is vanaf 1 mei voltijd<br />
hoogleraar aan <strong>TU</strong>/e. Op een nieuwe fusie-leerstoel<br />
gaat hij een ambitieus onderzoeks- en<br />
onderwijsprogramma <strong>op</strong>zetten. Ook komt er<br />
een speciale kernfusie-master<strong>op</strong>leiding.<br />
De <strong>TU</strong>/e heeft de nieuwe leerstoel ingesteld<br />
naar aanleiding van de start van het internationale<br />
ITER-project. Die installatie gaat 500 MW<br />
vermogen <strong>op</strong>wekken uit kernfusie, tien keer<br />
meer dan nodig is om de reactor te bedrijven.<br />
Speerpunt van L<strong>op</strong>es Cardozo is het ontwikkelen<br />
van een gespecialiseerde master<strong>op</strong>leiding<br />
Een kleine duizend kinderen kwamen begin april naar de <strong>TU</strong>/e voor de<br />
Klokhuis vragendag. De vragendag was onderdeel van de ontwerpwedstrijd<br />
‘Het Klokhuis bouwt het KlokHUIS’ waarbij architect Jord den Hollander de<br />
winnende ideeën gebruikt voor een ontwerp dat in 2010 wordt gerealiseerd<br />
in Almere Poort. De kinderen konden alle mogelijke vragen stellen <strong>op</strong> het<br />
gebied van bouwen en wonen. Zeventig studenten Bouwkunde en Industrial<br />
Design gaven uitleg. In het <strong>TU</strong>/e-Auditorium was veel ruimte voor de activiteit<br />
‘Bouw mee aan ’t sluiphuis’. Van doeken, stokken, elastiekjes, plakband en<br />
klemmetjes werd een steeds grotere tent gebouwd. De dag was georganiseerd<br />
door tv-programma het Klokhuis, de Stichting Techniekpromotie en de<br />
<strong>TU</strong>/e.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
<strong>op</strong> het gebied van kernfusie. In samenwerking<br />
met buitenlandse <strong>op</strong>leidingscentra en met<br />
FOM-Rijnhuizen, het Nederlandse onderzoekscentrum<br />
voor fusie-energie, wil hij de <strong>TU</strong>/e een<br />
belangrijk kno<strong>op</strong>punt maken in het nieuwe,<br />
door hem geïnitieerde Eur<strong>op</strong>ese netwerk voor<br />
fusie-educatie, FUSENET. Naast onderwijs is onderzoek<br />
een belangrijk doel van de hoogleraar.<br />
Het onderzoek aan de universiteit zal aansluiten<br />
bij het bestaande Nederlandse fusieonderzoek.<br />
Ook hier is intensieve samenwerking<br />
met andere groepen belangrijk: binnen de<br />
<strong>TU</strong>/e, maar ook met onderzoeksgroepen buiten<br />
de universiteit zoals FOM-Rijnhuizen, de partners<br />
in de 3<strong>TU</strong>-federatie en de grote centra voor<br />
fusie-onderzoek in Eur<strong>op</strong>a.<br />
JOHAN SCHOT TREEDT TOE TOT KNAW<br />
<strong>TU</strong>/e-hoogleraar prof.dr. Johan Schot van<br />
Technology, Innovation & Society (TIS) is toege-
Foto: Bart van Overbeeke<br />
treden tot de KNAW, de Koninklijke Nederlandse<br />
Akademie van Wetenschappen. Dat maakte<br />
de Akademie in mei bekend. In totaal heeft de<br />
KNAW 28 nieuwe leden gekozen. De in totaal<br />
tweehonderd ‘gewone’ leden van de Akademie<br />
zijn allen vooraanstaande wetenschappers,<br />
werkzaam <strong>op</strong> alle onderzoeksterreinen.<br />
Toetreden tot dit gezelschap is dus een prestigieuze<br />
zaak. Maar Schot is vooral verheugd<br />
over de steun die hij heeft gekregen. ‘Het is in<br />
zekere zin een peer review. Dat je wordt voorgedragen<br />
en gekozen door wetenschappers uit<br />
alle disciplines, is het leukste.’<br />
De Akademieleden kiezen jaarlijks nieuwe<br />
leden aan de hand van aanbevelingen uit de<br />
wetenschappelijke gemeenschap. De verkiezing<br />
gebeurt <strong>op</strong> grond van hun wetenschappelijke<br />
prestaties. Als een Akademielid de leeftijd<br />
van 65 jaar bereikt, komt zijn of haar plaats vrij<br />
voor een nieuw lid.<br />
Prof.dr. Johan Schot.<br />
<strong>TU</strong>/e-VOETBALROBOTS DERDE OP EK<br />
Het robotvoetbalteam Tech United van de<br />
<strong>TU</strong>/e heeft tijdens de RoboCup German Open<br />
2009, het officieuze EK, de bronzen medaille<br />
veroverd. Tech United moest daarmee afstand<br />
doen van de Eur<strong>op</strong>ese titel die het team het<br />
afgel<strong>op</strong>en jaar droeg. De Eindhovenaren<br />
plaatsten zich met hun derde plek voor de<br />
wereldkampioenschappen in het Oostenrijkste<br />
Graz dat <strong>op</strong> 29 juni start.<br />
ICTREGIE AWARD<br />
Tijdens de ICTDelta 2009 zijn de genomineerden<br />
voor de ICTRegie Award bekend gemaakt.<br />
Deze prijs voor het succesvol gebruikmaken van<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Nederlands wetenschappelijk onderzoek voor<br />
economische of maatschappelijk winstgevende<br />
toepassingen, heeft als doel de samenwerking<br />
tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven<br />
verder te stimuleren. Alle vier de finalisten zijn<br />
gelieerd aan de <strong>TU</strong>/e. Genexis B.V. met Gerlas<br />
van den Hoven en Ton Koonen is uiteindelijk als<br />
winnaar uit de bus gekomen. Genexis is een<br />
spin-off van de <strong>TU</strong>/e, gespecialiseerd in fibreto-the-home<br />
(FttH) systemen.<br />
POS<strong>TU</strong>ME PUBLICATIE<br />
OUD-RECTOR MARTIN REM<br />
Prof.dr. Martin Rem, oud-rector van de <strong>TU</strong>/e<br />
die vorig jaar <strong>op</strong> 61-jarige leeftijd overleed,<br />
startte in 2005 aan een boek dat een goed<br />
beeld moest geven van de belangrijke bijdragen<br />
die Nederland levert en geleverd heeft <strong>op</strong><br />
het gebied van ict. In mei werd de postume<br />
publicatie ‘Tegen de stroom in’ overhandigd<br />
aan zijn weduwe. Het is een mooie selectie<br />
geworden van die onderdelen waar Nederland<br />
sterk in is, zoals besturingssystemen, betaalsystemen,<br />
doorbraken <strong>op</strong> applicatiegebied<br />
en het succes van een bedrijf als ASML. Het<br />
boek is voor 12,50 euro te bestellen via info@<br />
ictregie.nl.<br />
<strong>TU</strong>/e-<strong>TU</strong>K<strong>TU</strong>K KLAAR VOOR INDIA<br />
De miljoenen tuktuk driewielers in India nemen<br />
een groot deel van de Aziatische luchtvervuiling<br />
voor hun rekening. De <strong>TU</strong>/e doet met<br />
een team studenten mee aan een competitie<br />
georganiseerd door Enviu, een organisatie<br />
De binnenzijde van de tuktuk.<br />
Agenda<br />
3 juli, 16.00 uur, <strong>TU</strong>/e-auditorium:<br />
Intreerede van prof.dr. Douwe Beijaard van<br />
de Eindhoven School of Education, getiteld<br />
‘Leraar worden en leraar blijven’. Voor meer<br />
informatie: www.tue.nl ga naar agenda.<br />
7 september, 16.00 uur, <strong>TU</strong>/e-auditorium:<br />
Opening academisch jaar van de <strong>TU</strong>/e.<br />
22 september, <strong>TU</strong>/e-campus: Super<br />
<strong>TU</strong>/esday faculteit Industrial Engineering &<br />
Innovation <strong>Science</strong>s. Voor meer informatie<br />
zie de congrestip <strong>op</strong> pagina 3.<br />
25 t/m 27 september, binnenstad<br />
Eindhoven: Tunafestival. Spaans muziekfestival<br />
waarbij Nederlandse, Portugese en<br />
Spaanse studenten gezang en serenades ten<br />
gehore brengen. Voor meer informatie:<br />
www.tunafestival.nl.<br />
die zich richt <strong>op</strong> duurzame vernieuwing. Inzet<br />
is een schonere tuktuk en een hoger inkomen<br />
voor de vaak arme chauffeurs. De <strong>TU</strong>/e’ers<br />
kozen voor een microhybride systeem, oftewel<br />
een start-st<strong>op</strong>systeem. Dit zorgt ervoor<br />
dat de motor afslaat als de auto afremt en tot<br />
stilstand komt, en pas weer start als er gas<br />
wordt gegeven. De finale vindt plaats in juli.<br />
In het Indiase Chennai wordt dan een tuktuk-race<br />
gehouden en worden alle plannen<br />
gepresenteerd.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 51
KOOS ROODA:<br />
‘Een medewerker<br />
dient zowel<br />
onderzoek te<br />
verrichten als<br />
onderwijs te<br />
geven.’<br />
Den Dolech 2<br />
Postbus 513<br />
5600 MB Eindhoven<br />
Telefoon (040) 247 91 11<br />
e-mail: voorlichting@tue.nl<br />
Internet: http://www.tue.nl