21.08.2013 Views

Toekomstvisie op TU/e Science Park - Technische Universiteit ...

Toekomstvisie op TU/e Science Park - Technische Universiteit ...

Toekomstvisie op TU/e Science Park - Technische Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Jaargang 16, zomer 2009<br />

MATRIX<br />

KWARTAALBLAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN<br />

<strong>Toekomstvisie</strong> <strong>op</strong><br />

<strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong> <strong>Park</strong><br />

Collegelid Jo van Ham aan het woord<br />

Onderzoeksgebied Mechanics and Control onder de loep<br />

Ingenieurs leren ondernemen


Colofon<br />

<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Eindhoven<br />

Communicatie Expertise Centrum<br />

Postbus 513<br />

5600 MB Eindhoven<br />

homepage: http://www.tue.nl<br />

e-mail: matrix@tue.nl<br />

Hoofdredactie<br />

Drs. Han Konings<br />

Telefoon (040) 247 33 30/247 29 61<br />

e-mail: J.L.Konings@tue.nl<br />

Informatie over adverteren<br />

H&J Uitgevers<br />

Telefoon (010) 451 55 10<br />

Telefax (010) 451 53 80<br />

Medewerkers aan dit nummer<br />

Cora van den Berg, Judith van Gaal,<br />

Chris van de Graaf, Joep Huiskamp,<br />

Tom Jeltes, Ingrid Magilsen, Norbine<br />

Schalij, Monique van de Ven, Enith<br />

Vlooswijk<br />

Eindredactie en coördinatie<br />

Communicatiebureau Corine Legdeur<br />

e-mail: corine@legdeurcommunicatie.nl<br />

Foto’s en illustraties<br />

Vincent van den Hoogen, Rien Meulman,<br />

OGC, Bart van Overbeeke, Rob Stork,<br />

Paul Vermeulen<br />

Vormgeving<br />

Onnink Grafische Comm. BV,<br />

www.onninkgc.com<br />

Druk<br />

E.M. de Jong, Baarle-Nassau<br />

Redactieadviesgroep<br />

Mr.drs. B.C. Donders, Drs. W.F.<br />

Gaasendam, Prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen,<br />

Prof.dr. L.H.J. Verhoef, Ir. W. Wagemans<br />

Matrix wordt gemaakt door<br />

het Communicatie Expertise Centrum<br />

van de <strong>TU</strong>/e en verschijnt vier keer per<br />

jaar. Het blad wordt (na schriftelijk verzoek)<br />

kosteloos toegezonden aan <strong>TU</strong>/eingenieurs<br />

en aan een scala van andere,<br />

externe relaties.<br />

Gehele of gedeeltelijke overname van<br />

artikelen uit Matrix is alleen toegestaan<br />

na overleg met de redactie en met bronvermelding.<br />

Voor het gebruik van de<br />

foto’s of andere illustraties is toestemming<br />

van de maker nodig.<br />

Het eerstvolgende nummer van Matrix<br />

verschijnt in september 2009.<br />

2<br />

ISSN 1380-247X<br />

Inhoud<br />

4 Naar een <strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong> <strong>Park</strong>: zichtbaar, herkenbaar en groen<br />

Hoe wil de universiteit in de toekomst het <strong>TU</strong>/e-terrein inrichten? En welke ruimte krijgen<br />

andere partijen daarbij? Vertegenwoordigers van de <strong>TU</strong>/e en de gemeente Eindhoven werken<br />

aan een ontwikkelingsvisie van <strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong> <strong>Park</strong>.<br />

12 <strong>TU</strong>/e streeft naar uitwisseling in de minor<br />

Na de bachelor<strong>op</strong>leiding overstappen <strong>op</strong> een andere master<strong>op</strong>leiding, met de minor als<br />

toegangskaartje. Het major-minorstelsel dat in 2007 <strong>TU</strong>/e-breed werd ingevoerd, moet<br />

doorstromen gemakkelijker en aantrekkelijker maken.<br />

16 Profileringsgebied Mechanics and Control<br />

Een van de strategische onderzoeksgebieden aan de <strong>TU</strong>/e, Mechanics and Control, richt zich <strong>op</strong><br />

mechanische systemen en het analyseren, modelleren, engineeren en regelen ervan.<br />

20 Interview met mr. Jo van Ham<br />

Sinds 1 oktober 2008 is mr. Jo van Ham als derde lid van het College van Bestuur voor vier jaar<br />

verbonden aan de <strong>TU</strong>/e. Een lastige klus: het financieel besturen van een universiteit.<br />

36 Het gedrag van water onder de lens<br />

Het proces om elektronische patronen <strong>op</strong> een wafer over te brengen, de core business<br />

van ASML, moet steeds preciezer gebeuren. Dat gebeurt bijvoorbeeld met een dun laagje<br />

water. Het onderzoeksinstituut LIME heeft hiervoor <strong>op</strong>lossingen aangedragen.<br />

38 Ingenieurs leren wat ondernemen inhoudt<br />

De <strong>TU</strong>/e en de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg (UvT) hebben samen het Brabant Centre of<br />

Entrepreneurship (BCE) <strong>op</strong>gericht. Studenten van beide universiteiten kunnen er terecht om te<br />

leren wat het betekent om te ondernemen.<br />

En verder in dit nummer<br />

Sluitstuk / 3 • <strong>TU</strong>/e in de pers / 7 • In gesprek met Ton Nelissen / 8 • Nieuws bedrijfsleven<br />

/ 11 • Student in het buitenland / 14 • Nieuws onderwijs / 15 • Nieuws onderzoek / 22 • Gesteld<br />

/ 22 • Bouwen in Rusland / 24 • High Potential Research Programs / 25 • De Vonk met prof.dr.ir.<br />

Koos Rooda / 26 • Nieuws alumni / 29 • Praktijkervaring <strong>op</strong> het racecircuit / 31 • Schone brandstof<br />

uit een blok metaal / 32 • ADHD te lijf met meetmethoden en spellen / 34 • Ontwerpbureau<br />

voor intelligente producten / 40 • Ingenieur in guerillastedenbouw / 42 • Interview met Maarten<br />

Pieterson, hoofd Studium Generale / 44 • <strong>TU</strong>/e en Nemo <strong>op</strong> zoek naar ontstaan van leven<br />

/ 46 • Ontwerper in <strong>op</strong>leiding Vuc Jancic / 48 • Agenda en service / 50<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9


<strong>TU</strong>/e-congrestip<br />

Super <strong>TU</strong>/esday: De innovatieve kracht van Brainport Eindhoven<br />

Datum:<br />

22 september 2009<br />

Plaats:<br />

<strong>TU</strong>/e-auditorium en diverse zalen in de Zwarte Doos, University<br />

Club en Traverse.<br />

Inhoud:<br />

De Super <strong>TU</strong>/esday van de faculteit Industrial Engineering &<br />

Innovation <strong>Science</strong>s is een wetenschappelijk congres met een<br />

uitstraling naar een breed publiek. De inzet van het congres is<br />

een analyse van de regionale kenniseconomie. Het bestaat uit<br />

uiteenl<strong>op</strong>ende worksh<strong>op</strong>s, presentaties en een publiek debat<br />

met stellingen onder leiding van Rob van Gijzel, de burgemees-<br />

Sluitstuk<br />

Afstudeerders vertellen over hun afstudeerwerk<br />

ter van Eindhoven.<br />

Er worden zes worksh<strong>op</strong>s aangeboden.<br />

Doelgroep:<br />

Ondernemers, politici en bestuurders, kennisinstellingen van<br />

de regio Eindhoven. Alumni, medewerkers en studenten van<br />

Innovation <strong>Science</strong>s. Medewerkers en studenten van andere faculteiten<br />

van de <strong>TU</strong>/e en overig geïnteresseerden.<br />

Organisatie:<br />

Subfaculteit Innovation <strong>Science</strong>s.<br />

Meer informatie en aanmelden:<br />

www.tue.nl/25jaartiw.<br />

Student Elektrotechniek Bart Simons deed onderzoek naar deelontlading in hoogspanningskabels. Hij<br />

deed dat in samenwerking met KEMA, het certificatie- en onderzoeksinstituut <strong>op</strong> het gebied van elektriciteit.<br />

Simons: ‘Een klein luchtbelletje of een minieme beschadiging van het isolatiemateriaal rond een hoogspanningskabel<br />

volstaat om <strong>op</strong> die plek een bliksemflits te veroorzaken. Deze deelontlading is funest<br />

voor het isolatiemateriaal. Als <strong>op</strong> tijd bekend is waar in de kabel een beschadiging ontstaat, kan het<br />

herstel plaatsvinden voordat zich grote problemen voordoen. Het traceren van een beschadiging gebeurt<br />

met behulp van sensoren aan beide uiteinden van de kabel. Als ergens in de kabel een deelontlading<br />

plaatsvindt, dan lo<strong>op</strong>t er een stroompje in beide richtingen van de kabel. De snelheid van<br />

het stroompje is bekend: ongeveer de helft van de lichtsnelheid, dus aan de hand van het tijdstip<br />

waar<strong>op</strong> het stroompje arriveert bij de sensor is vast te stellen waar de deelontlading plaatsvindt.<br />

Alleen was nog niet duidelijk wat er precies gebeurt met het signaal als het zich voortbeweegt<br />

over het kabelnetwerk, via transformators of onderstations. Ik heb nu een model ontworpen<br />

waarmee de verandering van het stroompje in onderstations te herkennen zijn. Omdat elk onderstation<br />

weer anders is moest het model redelijk flexibel zijn. Het was een behoorlijk praktische<br />

<strong>op</strong>dracht en het model wordt ook zeker ingezet.’<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 3<br />

Foto: Rien Meulman


4<br />

BELEID<br />

Foto links: Bovenaanzicht <strong>op</strong><br />

de <strong>TU</strong>/e-Campus vanaf de J.F.<br />

Kennedylaan.<br />

Foto rechts: Zicht <strong>op</strong> de<br />

space boxes, de tijdelijke<br />

huisvesting voor internationale<br />

studenten,<br />

die <strong>op</strong> termijn worden<br />

vervangen door permanentewooneenheden.<br />

Links achter<br />

het gebouw<br />

Potentiaal.<br />

Foto’s: Bart van Overbeeke<br />

Hoe wil de universiteit in de toekomst het <strong>TU</strong>/e-terrein inrichten? En welke ruimte krijgen<br />

andere partijen daarbij? Vertegenwoordigers van de <strong>TU</strong>/e en de gemeente Eindhoven werken<br />

aan een ontwikkelingsvisie voor een <strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong> <strong>Park</strong>. De gemeente Eindhoven noemde<br />

onlangs de ontwikkeling van het <strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong> <strong>Park</strong> als een van de projecten waarmee de<br />

economische crisis te lijf kan worden gegaan. Na de zomervakantie zal de ontwikkelingsvisie<br />

worden uitgewerkt tot een bestemmingsplan dat nodig is om de bouwplannen uit te gaan voeren.<br />

Toekomst van de <strong>TU</strong>/e-campus:<br />

zichtbaar, herkenbaar en groen<br />

Belangrijk uitgangspunt van de ontwikkelingsvisie<br />

is het vergroten van de<br />

zichtbaarheid. Het <strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong> <strong>Park</strong><br />

moet zichtbaar worden als aanbieder<br />

van onderzoek-, onderwijs- en bedrijfsfaciliteiten<br />

naast de High Tech Campus<br />

Eindhoven en Strijp S. ‘De drie complexen<br />

hebben ieder een eigen uitstraling binnen<br />

Brainport Eindhoven’, vertelt projectleider<br />

ir. Herman Rikhof van de Dienst<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

Huisvesting van de <strong>TU</strong>/e. ‘<strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong><br />

<strong>Park</strong> staat voor een wetenschappelijke<br />

invalshoek in onderwijs en onderzoek<br />

waarbij de universiteit intensief samenwerkt<br />

met bedrijven. De High Tech Campus<br />

Eindhoven richt zich meer <strong>op</strong> de productontwikkelingindustrie,<br />

vooral <strong>op</strong> elektronisch<br />

en medisch gebied. En Strijp S wordt<br />

een locatie voor de creatieve designindustrie<br />

gek<strong>op</strong>peld aan de Design Academy.<br />

Daarnaast is het de bedoeling om het<br />

<strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong> <strong>Park</strong> ook letterlijk zichtbaarder<br />

maken. ‘Vanaf de toegangswegen<br />

rond het terrein, vooral aan de kant<br />

van de stad en vanaf de rondweg’, aldus<br />

Rikhof.<br />

In de visie wordt het universiteitsterrein<br />

<strong>op</strong>gedeeld in vier gebieden: de compacte<br />

campus met universiteitsgebouwen en<br />

centrale voorzieningen, het hbo-complex


van Fontys Hogescholen, een bedrijvenpark<br />

met onder meer faciliteiten voor<br />

startende bedrijven en een woongebied<br />

met een hotel- en congresfunctie.<br />

Rikhof: ‘Deze onderverdeling maakt het<br />

bijvoorbeeld mogelijk dat de verschillende<br />

partijen flexibel en gefaseerd hun<br />

huisvestingsplannen kunnen uitvoeren.<br />

Er is enige overlap tussen de gebieden<br />

waardoor het mogelijk wordt om uit te<br />

wijken bijvoorbeeld bij onvoorziene groei<br />

of wijzigingen in het beleid.’<br />

Compacte campus<br />

Het huisvestingsplan van de universiteit<br />

zelf, de compacte campus, is al eerder<br />

in 2006 uitgewerkt in het plan ‘Campus<br />

2020’. Dit huisvestingplan bestaat uit<br />

vier projecten waarvan de laatste in 2020<br />

zal worden afgerond. Bij de plannen<br />

wordt uitgegaan van een groei van tien<br />

procent in personeel en studenten bij de<br />

faculteiten.<br />

Het eerste project van Campus 2020<br />

is de vernieuwde W-hal, centraal <strong>op</strong><br />

de campus naast het Hoofdgebouw.<br />

Hierna komt de huisvesting voor de<br />

faculteiten <strong>Technische</strong> Natuurkunde en<br />

Elektrotechniek aan de beurt. Vervolgens<br />

wordt het Hoofdgebouw gerenoveerd<br />

en ten slotte wordt de huisvesting van<br />

de faculteiten Werktuigbouwkunde en<br />

Biomedische Technologie verbeterd.<br />

In de W-hal komen studievoorzieningen,<br />

zoals de centrale bibliotheek, 800 individuele<br />

studieplekken en ruimtes voor het<br />

werken in groepen. Verder is er ruimte<br />

voor de ICTheek, het Talencentrum, het<br />

Notebook Service Centrum, de dictatenverko<strong>op</strong>,<br />

een studiecafé en enkele klei-<br />

nere onderwijsruimten die door meerdere<br />

faculteiten gebruikt kunnen worden. Een<br />

flink stuk van meer dan 4000 vierkante<br />

meter wordt omgebouwd tot een enorme<br />

overdekte buitenruimte. Boven<strong>op</strong> de<br />

W-hal wordt het nieuwe onderkomen van<br />

de faculteit Wiskunde en Informatica gebouwd.<br />

Dit gebouw van vijf verdiepingen<br />

staat <strong>op</strong> een twintigtal kolommen die<br />

door het dak van de W-hal heen ‘prikken’.<br />

Het gebouw krijgt een centraal atrium,<br />

Ruimte voor reflectie <strong>op</strong> de oude Dommelbrug<br />

Bouwkundestudent Lars Bouwman heeft begin april de eerste prijs gewonnen van een wedstrijd<br />

van studievereniging CHEOPS voor een nieuwe bestemming van de oude Dommelbrug, de oude<br />

toegang tot de universiteit. Het ontwerp STAY van Bouwman was volgens de jury uniek voor de locatie<br />

en paste het beste in het nieuwbouwplan van de universiteit, Campus 2020. In het ontwerp<br />

wordt de brug omgevormd tot de vloer van een gebouw dat <strong>op</strong>en is aan de zijkanten. Van hieruit<br />

kijk je uit <strong>op</strong> de Dommel.<br />

De zesdejaars architectuur vertelt: ‘Ik heb de plek zelf als leidraad genomen en heb me ook laten<br />

inspireren door het concept Togu-na. Dat zijn bijzondere plekken waar de dorpsoudsten van het<br />

Dogon-volk in Mali, West-Afrika, nadenken over het leven en de gang van zaken in het dorp. Vaak<br />

is dat een rots met een weids uitzicht.’ <strong>Universiteit</strong>ssecretaris en juryvoorzitter ir. Harry Roumen<br />

kondigde aan dat het College van Bestuur het ontwerp zal proberen te realiseren.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 5


6<br />

BELEID<br />

omringd door kantoren, onderwijs- en<br />

vergaderruimtes met plaats voor 450 medewerkers<br />

en 700 studenten.<br />

De renovatie van de W-hal start naar verwachting<br />

eind 2009 en eind 2011 kan het<br />

in gebruik worden genomen. ‘Ter voorbereiding<br />

van die bouwactiviteiten beginnen<br />

we rond de zomer van 2009 met het<br />

afsluiten van de W-hal, het verwijderen<br />

van asbest en het ontmantelen of omleggen<br />

van de installaties’, vertelt Rikhof.<br />

Groene l<strong>op</strong>er<br />

Dwars door de compacte campus wordt<br />

een zogenaamde ‘groene l<strong>op</strong>er’ aangelegd,<br />

een autovrij gebied tussen de<br />

faculteiten. Deze strook lo<strong>op</strong>t vanaf<br />

de Dommel via het Vertigogebouw van<br />

Bouwkunde, naar het oosten tot aan de<br />

gebouwen van de faculteit <strong>Technische</strong><br />

Natuurkunde. Deze l<strong>op</strong>er wordt ongeveer<br />

600 meter lang en 70 meter breed. Alle<br />

faculteitsgebouwen zullen hun ingang<br />

aan de groene l<strong>op</strong>er krijgen. Het centrum<br />

van die groene l<strong>op</strong>er ligt bij het<br />

Auditorium, het Hoofdgebouw en de Whal,<br />

waar de studentenvoorzieningen en<br />

sociaal-culturele voorzieningen te vinden<br />

zijn. De overdekte buitenruimte van de<br />

W-hal maakt ook deel uit van de groene<br />

l<strong>op</strong>er. Vanzelfsprekend komt daar ook het<br />

terras van het studiecafé. Rikhof: ‘Een<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

Dwars door de<br />

campus lo<strong>op</strong>t de<br />

‘groene l<strong>op</strong>er’,<br />

een autovrij<br />

gebied<br />

plek waar studenten en medewerkers elkaar<br />

ongedwongen kunnen ontmoeten.’<br />

Begin dit jaar liet Fontysvoorzitter Marcel<br />

Wintels weten alle technische <strong>op</strong>leidingen<br />

van zijn instelling <strong>op</strong> termijn <strong>op</strong> het<br />

<strong>TU</strong>/e-terrein te willen onderbrengen.<br />

Fontys Hogescholen heeft al sinds de<br />

jaren negentig enkele gebouwen <strong>op</strong> het<br />

terrein, waaronder de pedagogische academie.<br />

Voor de technische <strong>op</strong>leidingen<br />

beschikken zij over een tijdelijke huisvesting.<br />

Het is de bedoeling dat de tijdelijke<br />

huisvesting wordt vervangen.<br />

Rikhof: ‘In de ontwikkelingsvisie is het<br />

noordoostelijke gebied, bij Traverse,<br />

ingepland voor Fontys en eventueel zijn<br />

ook vrijkomende gebouwen van de <strong>TU</strong>/e<br />

in dit gebied beschikbaar. Fontys krijgt<br />

daarbij alle ruimte om het gebied een<br />

eigen gezicht te geven. De hbo-gebou-<br />

Fietspad langs de Dommel naar <strong>TU</strong>/e-Campus.<br />

Links Kennispoort.<br />

wen zouden ook beter zichtbaar moeten<br />

worden vanaf de rondweg. Op korte<br />

termijn komt Fontys Hogescholen met<br />

nadere voorstellen voor de ontwikkeling<br />

van dit gebied.’<br />

Bedrijvencomplex<br />

De oostkant van het universiteitsterrein<br />

is gereserveerd voor een bedrijvencomplex.<br />

Dit ligt in de buurt van het huidige<br />

Twinning Center voor ICT-bedrijven en het<br />

Multimediapaviljoen, waar het Innovation<br />

Lab en enkele startende bedrijven zijn<br />

gevestigd. ‘Voor het bedrijvencomplex<br />

houdt de universiteit alleen de regie in<br />

de ruimtelijke inrichting in handen. De<br />

ontwikkeling van het bedrijventerrein<br />

wordt door derden <strong>op</strong>gepakt’, vertelt<br />

Rikhof. ‘Het Innovation lab is inmiddels<br />

van start gegaan met nader onderzoek<br />

naar partijen voor de ontwikkeling van<br />

het gebied.’<br />

De noordelijke helft van het bedrijventerrein<br />

is bedoeld voor kantoren en ICT-bedrijven,<br />

vergelijkbaar met het Twinning<br />

Center. Hier is ook ruimte voor starters<br />

met specifieke voorzieningen als een<br />

gemeenschappelijke receptie, catering


voorzieningen en ontmoetingsmogelijkheden.<br />

Op de zuidelijke helft is er ruimte<br />

voor bedrijven waarvoor zwaardere<br />

milieueisen gelden, zoals laboratoria.<br />

Verder is er het initiatief ‘Catalyst’ om een<br />

bedrijfsverzamelgebouw te realiseren<br />

voor starters vanuit faculteiten die laboratoriumvoorzieningen<br />

nodig hebben.<br />

Wonen <strong>op</strong> het terrein<br />

Aan de andere kant van het <strong>TU</strong>/e<br />

<strong>Science</strong> <strong>Park</strong>, tussen het Dommelgebied<br />

en het Potentiaalgebouw (faculteit<br />

Elektrotechniek) staan er sinds 2003<br />

tijdelijke wooneenheden voor internationale<br />

masterstudenten, promovendi en<br />

postdocs. Het is de bedoeling om deze<br />

zogenaamde ‘space boxes’ <strong>op</strong> termijn te<br />

vervangen door definitieve woonvoorzieningen.<br />

‘Het plan is om hier ook de<br />

Potentiaaltoren voor in te zetten’, vertelt<br />

Rikhof. ‘Het moet een prettig woongebied<br />

worden vlakbij de Dommel en bovendien<br />

is deze locatie ver genoeg verwijderd van<br />

laboratoria en verkeerslawaai.’ Nu zijn er<br />

<strong>TU</strong>/e in de pers<br />

berichten uit landelijke en regionale bladen<br />

‘Nu passen de centrales hun<br />

vermogen aan als de vraag naar<br />

elektriciteit verandert. Misschien<br />

keert dat in de toekomst om, en<br />

past de mens zijn gedrag aan<br />

<strong>op</strong> het aanbod. Hij zet de wasmachine<br />

aan als het waait, als<br />

de zon schijnt of als de stroom<br />

goedko<strong>op</strong> is.’<br />

PROF.IR. WIL KLING, hoogleraar<br />

Sustainable Energy Systems, in<br />

het artikel ‘Een net in nood’ in<br />

NRC HANDELSBLAD van 11 april<br />

2009.<br />

‘De huidige wijze van verlichten<br />

draagt onnodig veel bij aan de<br />

klimaat- en energieproblematiek.’<br />

186 wooneenheden. In het gebied is in<br />

principe ruimte voor zo’n 600 wooneenheden.<br />

Verder zijn er plannen om het toegangsgebouw<br />

met de collegezaal van<br />

Potentiaal en eventueel het E-complex,<br />

met de gebouwen Impuls en Corona,<br />

een nieuwe bestemming te geven met<br />

congres- of hotelfaciliteiten. De faculteit<br />

Elektrotechniek krijgt rond 2013 een<br />

nieuwe huisvesting. Rikhof: ‘Daarna<br />

kan gestart worden met het ontwikkelen<br />

van het woongebied in en rond de<br />

Potentiaaltoren.’<br />

Toegang en parkeren<br />

De vier gebieden in het <strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong> <strong>Park</strong><br />

worden gescheiden door twee dubbele<br />

bomenlanen bij De Zaale en De Rondom.<br />

Deze lanen vormen de hoofdontsluiting<br />

voor het autoverkeer naar de drie toegangen<br />

van het terrein. Auto’s kunnen zo<br />

veel mogelijk in de buurt van deze lanen<br />

parkeren. Rikhof: ‘Op korte termijn zullen<br />

we het aantal parkeerplaatsen daar<br />

PROF.DR.IR. EMILE AARTS,<br />

hoogleraar Design voor Ambient<br />

Intelligence, in het artikel ‘Kies<br />

voor ethisch verantwoord licht’,<br />

in HET FINANCIEELE DAGBLAD<br />

van 11 mei 2009.<br />

‘Als de dierexperimenten succes<br />

hebben, dan kunnen we over<br />

twee jaar vermoedelijk de stap<br />

naar de kliniek maken.’<br />

PROF.DR.IR. FRANK BAAIJENS,<br />

hoogleraar Tissue Engineering,<br />

in het artikel ‘Weefsels uit eigen<br />

koker’, in de VOLKSKRANT van<br />

23 mei 2009.<br />

‘Als je niet meer geld over hebt<br />

voor vernieuwend onderzoek,<br />

word je links en rechts door het<br />

buitenland ingehaald.’<br />

MR. JO VAN HAM, collegelid<br />

van de <strong>TU</strong>/e, in het artikel ‘<strong>TU</strong>/e<br />

bezorgd over onderzoek’ van het<br />

EINDHOVENS DAGBLAD van 7<br />

mei 2009.<br />

‘Het downloaden van muziek<br />

door particuliere gebruikers<br />

willen we uit de criminele sfeer<br />

halen. Het is toch absurd dat<br />

jongeren als mijn veertienjarige<br />

zoon door partijen als Sony worden<br />

gecriminaliseerd?’<br />

PROF.MR.DR. JAN SMITS, hoogleraar<br />

Recht en Techniek aan de<br />

faculteit Industrial Engineering &<br />

uitbreiden. Op langere termijn zullen er<br />

ook parkeergebouwen bij de hoofdwegen<br />

nodig zijn. ‘Verder worden de fietspaden<br />

<strong>op</strong> het <strong>TU</strong>/e-terrein verder uitgebreid.<br />

En er komt een ‘veilige avondroute’ voor<br />

fietsers naar het sportcomplex over de<br />

groene l<strong>op</strong>er.<br />

Dommeldal<br />

Terwijl de zuidkant van het <strong>TU</strong>/e <strong>Science</strong><br />

<strong>Park</strong> intensiever bebouwd wordt, blijft<br />

de noordkant vooral groengebied. ‘De<br />

Dommel en het Dommeldal hebben een<br />

belangrijke ecologische en maatschappelijke<br />

waarde’, vertelt Rikhof. Het<br />

waterschap gaat rond 2010 de Dommel<br />

uitbaggeren en wil de bedding meer laten<br />

meanderen. Daarnaast zijn er plannen om<br />

meer sport- en recreatievoorzieningen<br />

rond de Dommel te realiseren zoals <strong>op</strong>stapvlonders<br />

voor kanovaren, mountainbike-activiteiten<br />

en terrassen langs de<br />

oever. Die zaken kunnen pas gerealiseerd<br />

worden als het Waterschap klaar is met<br />

haar werkzaamheden.<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Prof.mr.dr. Jan Smits<br />

Innovation <strong>Science</strong>s in het artikel<br />

‘St<strong>op</strong> criminaliseren van downloadende<br />

muziekliefhebber’ in<br />

CURSOR van 23 april 2009.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 7


Foto’s: Bart van Overbeeke<br />

8<br />

IN GESPREK<br />

Voorzitter Kamer van Ko<strong>op</strong>handel Brabant<br />

Ton Nelissen<br />

Zorgen over<br />

Brabantse economie<br />

De Brabantse economie baart hem serieuze zorgen. En hierbij vreest Ton Nelissen,<br />

voorzitter van de Kamer van Ko<strong>op</strong>handel Brabant, niet alleen de mondiale<br />

ontwikkelingen. Ook het gebrek aan daadkracht in de Nederlandse samenleving<br />

maakt ons land kwetsbaar: ‘Onderwijs en onderzoek kunnen ons er boven<strong>op</strong><br />

helpen. Dan moeten we daar ook energie en geld in steken en bereid zijn er in de<br />

nabije toekomst voor te bloeden.’<br />

De economie in Zuidoost Brabant staat er al met al niet<br />

erg goed voor, zegt Nelissen met een understatement.<br />

‘De sfeer is bedrukt; er is veel zorg voor de toekomst.<br />

Na de zomer al gaat bijvoorbeeld de werkloosheid<br />

sterk toenemen. Dat komt voor bepaalde groepen in de<br />

samenleving hard aan. Laag<strong>op</strong>geleiden, jongeren en<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

anderen met kwetsbare posities zullen hun baan kwijtraken.<br />

Ik vrees hier voor.’<br />

De neergang bestaat uit verschillende factoren die<br />

elkaar ook nog eens versterken, vertelt Nelissen. ‘De<br />

internationale economie gaat al langer naar beneden.<br />

In die zin: de groei nam in eerste instantie af. Daar


De afname van groei van bedrijven<br />

gecombineerd met de financiële<br />

crisis versterken elkaar tot een<br />

zware achteruitgang in omzetten.<br />

valt mee samen de financiële crisis, de zogenaamde<br />

kredietcrisis.’ Die twee versterken elkaar tot een zware<br />

achteruitgang in omzetten. Sommige bedrijven zien<br />

hun omzet slinken met tientallen procenten.’<br />

Kredieten<br />

‘Een probleem is dat bedrijven moeilijk kredieten krijgen.<br />

Dat geld hebben ze nodig om investeringen te<br />

doen aan bijvoorbeeld productiefaciliteiten, research,<br />

werkkapitaal of exportkredietfinanciering. In dit laatste<br />

geval hebben bedrijven grote moeilijkheden om hun<br />

export te financieren. Het probleem is het volgende,<br />

legt de voorzitter van de KvK uit. ‘Er zit een tijdverschil<br />

tussen een order krijgen, de onderdelen ink<strong>op</strong>en, de<br />

order produceren, de order uitleveren en uiteindelijk<br />

NELISSEN: ‘Om haar kennispositie vast te<br />

houden moet Brabant ruim investeren in kennis.’<br />

betaald te krijgen. Om het risico in deze periode af te<br />

dekken is er een exportgarantie waarmee het bedrijf<br />

zekerheid behoudt <strong>op</strong> betaling en om de order te realiseren.<br />

De grote partijen die deze garanties geven, houden<br />

nu de hand <strong>op</strong> de knip. Dit heeft tot gevolg dat een<br />

order niet kan worden geleverd, omdat de financiering<br />

ontbreekt. Dat is natuurlijk doodzonde, want het gaat<br />

ten koste van omzetten. En tegen de tijd dat de financiële<br />

instellingen het geld weer makkelijker uitlenen,<br />

bestaat de kans dat de producten inmiddels door andere<br />

toeleveranciers worden gemaakt. Dit kan desastreuze<br />

gevolgen hebben voor de Brabantse economie.’<br />

Een ander probleem is dat er veel bedrijven zijn die<br />

ondanks de tegenvallende economie hun research <strong>op</strong><br />

niveau willen houden. Dat kost uiteraard veel geld. Het<br />

bedrijf gaat daarom naar de bank met de vraag of deze<br />

wil investeren in een innovatieproject. Het antwoord<br />

is steeds vaker: nee. De banken nemen steeds minder<br />

risico’s en lenen daarom steeds minder uit. Gevolg:<br />

bedrijven investeren minder in innovatie, de drijvende<br />

kracht achter een sterke economie. ‘Daarom is dit een<br />

belangrijk onderwerp voor Brabant in de gesprekken<br />

met de overheid, in het bijzonder de ministeries van<br />

Economische Zaken en Financiën. Wij zeggen: overheid,<br />

zorg dat deze financieringen overeind blijven.’<br />

Inmiddels hebben we zaken als deeltijd-WW en maatregelen<br />

om researchers niet verloren te laten gaan voor<br />

de regio. Een initiatief hiervoor is het zogenaamde<br />

1000-banenplan, uit de koker van de <strong>TU</strong>/e en andere.<br />

Kennis en expertise van onderzoekers uit bedrijven die<br />

door de economische problemen verloren dreigen te<br />

gaan, komen voor maximaal 1,5 jaar beschikbaar voor<br />

kennisinstellingen zoals de <strong>TU</strong>/e. De onderzoekers<br />

worden gedetacheerd bij deze instellingen en blijven<br />

in dienst van het bedrijf. De ministeries van OCW en<br />

EZ stellen gezamenlijk 280 miljoen euro voor 2009 en<br />

2010 beschikbaar voor het initiatief.<br />

Klaarstaan<br />

Er worden dus stappen gemaakt. Nelissen juicht ze<br />

toe, maar Brabant is er volgens hem nog lang niet. ‘Ik<br />

lieg wanneer ik stel dat ik er alle vertrouwen in heb dat<br />

het goed komt.’ Het belangrijkste is volgens hem om<br />

te zorgen dat de bedrijven en werknemers klaarstaan<br />

wanneer de economie aantrekt. Dat is bepalend voor<br />

de mate waarin Brabant zal herstellen van de tikken<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 9


1 0<br />

IN GESPREK<br />

die het nu krijgt. Klaarstaan betekent in dit geval: dat<br />

Brabant ruim investeert in kennis zodat het haar kennispositie<br />

kan vasthouden. ‘Het bekendste voorbeeld<br />

is ASML. Als dat bedrijf de ontwikkelingen aan de<br />

machines st<strong>op</strong>zet, is het volgend jaar haar leidende<br />

positie helemaal kwijt. Nu is ASML veel te sterk en te<br />

slim om dat te verwaarlozen, maar het geld moet er<br />

wel zijn. Dat geldt voor heel Brabant: de positie die<br />

het heeft <strong>op</strong>gebouwd dankt het aan investeringen in<br />

research en ontwikkeling. Zorg nu dat we de kennis<br />

CV Ton Nelissen<br />

Ton Nelissen is sinds januari 2008 de nieuwe voorzitter<br />

van de gefuseerde Kamer van Ko<strong>op</strong>handel Brabant. Hij is<br />

voormalig lid van de Raad van Bestuur van bouwconcern<br />

Dura Vermeer en voormalig vice-voorzitter van Bouwend<br />

Nederland, de branchevereniging voor bouw- en infrabedrijven.<br />

Daarnaast vervulde hij bestuurs- en adviesfuncties<br />

voor onder meer VNO-NCW en NOC-NSF. Ook heeft hij<br />

tal van bestuursfuncties en diverse commissariaten.<br />

De Kamer van Ko<strong>op</strong>handel Brabant is een samengaan<br />

van de kamers van Midden- en Oost-Brabant. De huidige<br />

kamer van Brabant beslaat het gebied tot Breda. De gemeenten<br />

ten westen daarvan zijn samengevoegd met de<br />

kamer van Zeeland tot KvK Zuid-West Nederland.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

NELISSEN: ‘Dat er steeds minder geld<br />

beschikbaar is voor research is onacceptabel.’<br />

vasthouden en <strong>op</strong> een hoger peil krijgen.’<br />

Bijvoorbeeld bij jonge mensen die nu moeilijker een<br />

baan kunnen vinden. ‘Stel je voor dat je een twintigjarige<br />

maandenlang thuis laat zitten. Wat denk je dat er<br />

gebeurt met de motivatie van zo iemand? Dat is ook<br />

kapitaal dat lijdt onder de crisis. Daarom zeggen we<br />

ook: zorg dat het makkelijker wordt om bij te scholen.<br />

Op de eerste plaats om mensen te ontwikkelen, maar<br />

ook om ze betrokken te houden bij hun lo<strong>op</strong>baan en te<br />

zorgen dat ze klaar staan als straks de economie aantrekt.<br />

Gelukkig is dit een belangrijk onderwerp aan de<br />

vergadertafels.’<br />

Prioriteiten<br />

In het streven naar het behoud van expertise ziet<br />

Nelissen een lichtpuntje: alle partijen – bedrijven,<br />

overheid, kennisinstellingen, KvK en andere – zijn<br />

eensgezind en zingen allemaal hetzelfde liedje over<br />

investeren in kennis. ‘Hierin speelt ook de <strong>TU</strong>/e een<br />

cruciale rol. De universiteit is van groot belang voor de<br />

kennispositie. Er ligt daarom een verantwoordelijkheid<br />

bij het bedrijfsleven en de overheid om te zorgen dat<br />

deze kennisinstelling zijn positie behoudt. Helaas is er<br />

steeds minder geld beschikbaar – dat is onacceptabel,<br />

zeker in deze tijd. Ik vind het zorgelijk dat Nederland er<br />

niet in slaagt om hier als één man achter te gaan staan.<br />

Als wij kiezen voor kennis en research dan moeten we<br />

daar ook onze verantwoordelijkheid in nemen: geef het<br />

geld dat nodig is voor een sterke positie. We moeten<br />

onze prioriteiten stellen en bereid zijn daar in de nabije<br />

toekomst voor te bloeden. Onze positie staat namelijk<br />

<strong>op</strong> het spel.’<br />

Nelissen meent het serieus: hij vreest voor de toekomst<br />

van de sector van hightech industrie als<br />

Nederland niet voldoende investeert. Het zou volgens<br />

hem niet de eerste branche zijn die ten onder gaat in<br />

het financiële noodweer. ‘We hadden als Nederland<br />

een zeer vooraanstaande banksector. Die hebben we<br />

kunnen <strong>op</strong>bouwen omdat we een grote handelsnatie<br />

waren. Dat was het milieu waarin die sector kon ontstaan.<br />

Nu hebben onze grote banken klappen gekregen<br />

waardoor ze die positie waarschijnlijk niet meer<br />

terugkrijgen. Je weet in elk geval dat we niet meer de<br />

handelsnatie zijn waarin een financiële sector tot wasdom<br />

kan komen. Die positie winnen we dus nooit meer<br />

terug. Laat dit alsjeblieft niet gebeuren met de economie<br />

van Zuidoost Brabant. Er staan namelijk tal van<br />

landen klaar om ons marktaandeel over te nemen.’


Nieuws<br />

bedrijfsleven<br />

OPVANGREGELING KENNISWERKERS<br />

Half mei is bekend geworden dat de ministeries<br />

van OCW en EZ gezamenlijk 280 miljoen euro<br />

voor 2009 en 2010 beschikbaar stellen onder<br />

andere om kenniswerkers voor de Nederlandse<br />

economie te behouden. Het is de bedoeling dat<br />

kennis en expertise van onderzoekers uit bedrijven<br />

voor maximaal 1,5 jaar beschikbaar komen<br />

voor kennisinstellingen zoals bijvoorbeeld universiteiten<br />

en TNO. De onderzoekers worden gedetacheerd<br />

bij deze instellingen en blijven dus<br />

in dienst van het bedrijf. Vanaf medio juni kunnen<br />

bedrijven bij SenterNovem en NWO voorstellen<br />

indienen. Ook de <strong>TU</strong>/e zal van aan deze<br />

regeling gaan deelnemen. Voor meer informatie<br />

kunt u terecht bij drs.ir. Pieter de Bock van het<br />

<strong>TU</strong>/e Innovation Lab, e-mail: p.f.d.bock@tue.nl<br />

of telefoon 040 247 4822.<br />

ONDERZOEKSPROJECT MET ASML<br />

De <strong>TU</strong>/e gaat ASML helpen een nieuwe<br />

generatie chipmachines te ontwikkelen.<br />

Vier onderzoeksgroepen van de faculteiten<br />

Werktuigbouwkunde en Elektrotechniek zullen<br />

hiervoor evenzoveel promovendi inzetten binnen<br />

het project ‘Xtreme Motion’. Recent maakte<br />

minister van Economische Zaken Maria van der<br />

Hoeven bekend dat de overheid 7,9 miljoen<br />

euro steekt in innovatieprojecten in de regio<br />

Zuidoost-Nederland, onder de noemer Pieken<br />

in de Delta. In het ‘Xtreme Motion’-project zal<br />

chipmachinemaker ASML ondanks het zware<br />

economische tij gaan samenwerken met onder<br />

meer Philips, Bosch, Prodrive en de <strong>TU</strong>/e om<br />

snellere chipmachines te bouwen. Met het pro-<br />

Recent heeft UniPartners Eindhoven, een<br />

academisch adviesbureau gelieerd aan de<br />

<strong>TU</strong>/e en gerund door studenten, een project<br />

uitgevoerd voor het Automotive Technology<br />

Centre (ATC) in Helmond. Deze stichting initieert<br />

en organiseert innovatieprojecten en<br />

netwerkevenementen en beheert databases<br />

met bedrijfsprofielen, testfaciliteiten, <strong>op</strong>leidingen<br />

en vacatures. Daarnaast zet zij zich in<br />

voor de nationale en internationale promotie<br />

van de Nederlandse automotive sector, met<br />

ject is in totaal vijf miljoen euro gemoeid, waarvan<br />

de helft is <strong>op</strong>gebracht door EZ, provincie<br />

Noord-Brabant en SRE.<br />

EINDHOVEN IN DE RACE VOOR<br />

WORLD DESIGN CAPITAL<br />

De faculteit Industrial Design heeft verschillende<br />

projecten ingediend die Eindhoven<br />

moeten helpen in 2012 ‘World Design Capital’<br />

te worden. In Milaan presenteerde het gemeentebestuur<br />

in april haar zogeheten bidbook, met<br />

daarin het beoogde programma voor over drie<br />

jaar. Turijn was in 2008 World Design Capital,<br />

Seoel is het volgend jaar en Eindhoven ho<strong>op</strong>t<br />

het in 2012 te zijn. World Design Capital is<br />

een initiatief van de International Council of<br />

Societies of Industrial Design (waarbij ook de<br />

<strong>TU</strong>/e-faculteit Industrial Design is aangesloten).<br />

De stad die zichtbaar uitzonderlijke vorderingen<br />

<strong>op</strong> design-vlak heeft gemaakt, mag de titel<br />

voeren en in het bewuste jaar een uitgebreid<br />

programma verwezenlijken om haar kennis<br />

en ervaringen met andere steden te delen.<br />

Eindhoven werpt zich in de strijd met het thema<br />

‘Creating a caring society’. Aan het bidbook, een<br />

<strong>op</strong>somming van overwegend al gerealiseerde<br />

projecten, hangt een begroting van ruim 137<br />

miljoen euro. Ook ID droeg een reeks projecten<br />

aan, waaronder de bevallingssimulator die werd<br />

ontwikkeld in samenwerking met het Máxima<br />

Medisch Centrum, de kn<strong>op</strong>loze afstandsbediening<br />

van afstudeerder Joris van Gelder en de<br />

intelligente led-lamp van promovendus Philip<br />

Ross. Een jury maakt binnenkort de shortlist<br />

bekend van steden die meedingen naar de titel<br />

voor 2012. De winnende stad wordt in november<br />

bekendgemaakt.<br />

Klantentevredenheidsonderzoek bij ATC<br />

de nadruk <strong>op</strong> technologische ontwikkelingen<br />

en innovaties. In drie maanden tijd is er een<br />

klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd in<br />

samenwerking met het bedrijf Intermensen.<br />

Door kwantitatief en kwalitatief onderzoek<br />

samen te verwerken in een enquête zijn er<br />

interessante feiten aan het licht gekomen en<br />

heeft de beoordeling van het ATC een extra<br />

dimensie gekregen. De kwantitatieve gegevens<br />

zijn veel beter <strong>op</strong> waarde te schatten<br />

door positieve en negatieve reacties mee te<br />

De C,MM,n <strong>op</strong> de Autorai.<br />

EEN MILJOEN ELEKTRISCHE AUTO’S<br />

Er moeten in 2020 één miljoen elektrische<br />

auto’s rijden in Nederland. De drie <strong>TU</strong>’s en<br />

de Stichting Natuur en Milieu hebben <strong>op</strong> de<br />

AutoRAI een ambitieus actieplan gepresenteerd<br />

met dit doel. In het Actieplan Elektrisch<br />

Rijden worden twaalf actielijnen aangegeven<br />

en de partijen aan die dit zouden moeten <strong>op</strong>pakken.<br />

De actielijnen hebben onder andere<br />

betrekking <strong>op</strong> de infrastructuur – <strong>op</strong>laadpunten<br />

en netcapaciteit –, de productie van<br />

elektriciteit, de ontwikkeling van accu’s, de rol<br />

van de consument en overheid en de nieuwe<br />

kennis die nodig is bij garages en wegenwacht.<br />

Een basiselement in het plan is de zogeheten<br />

c,mm,n. Dit is een autoconcept waaraan de<br />

drie technische universiteiten al langer samenwerken,<br />

met als doel te komen tot een schone,<br />

slimme en vooral duurzame auto. De <strong>TU</strong>/e<br />

werkt aan de ontwikkeling van de aandrijflijn,<br />

ofwel de motor en de accu’s. Er is al brede<br />

steun voor dit masterplan: ook de gemeente<br />

Amsterdam, ANWB, Athlon Car Lease, Eneco,<br />

Prorail en Rabobank zijn erbij betrokken.<br />

nemen in de resultaten en dit te combineren<br />

met de cijfers. Hieruit is onder andere naar<br />

voren gekomen dat er pas vanaf het rapportcijfer<br />

8 een algeheel positief beeld heerst.<br />

Cijfers komen zo tot leven en verbeterpunten<br />

om deze te verhogen worden door de deelnemers<br />

aangegeven. Dit geeft een duidelijke<br />

streefwaarde voor de organisatie.<br />

Voor meer informatie: eindhoven@unipartners.nl<br />

of www.unipartners.nl/eindhoven<br />

of bel 040-2478252.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 1 1<br />

Foto: Dynamics and Control, <strong>TU</strong>/e.


Foto: Bart van Overbeeke <strong>TU</strong>/e<br />

1 2<br />

ONDERWIJS<br />

streeft naar<br />

uitwisseling in de minor<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

Studenten oriënteren zich <strong>op</strong> de Minormarkt.


Na de bachelor<strong>op</strong>leiding overstappen <strong>op</strong> een andere master<strong>op</strong>leiding, met de minor<br />

als toegangskaartje. Het major-minorstelsel, dat in 2007 <strong>TU</strong>/e-breed werd ingevoerd,<br />

moet doorstromen gemakkelijker en aantrekkelijker maken. In de praktijk wordt er<br />

echter nog weinig echt geswitcht. Binnen de minor wordt wél veelvuldig buiten de eigen<br />

<strong>op</strong>leidingsmuren gesnuffeld, stelt <strong>TU</strong>/e-minorcoördinator prof.dr. Paul Koenraad tevreden.<br />

Het major-minorstelsel houdt in dat de<br />

bachelor<strong>op</strong>leiding is verdeeld in een<br />

hoofdrichting (major) en een nevenrichting<br />

(minor). Studenten volgen hun minor<br />

aan het begin van het derde jaar van de<br />

bachelor<strong>op</strong>leiding. Een minor staat voor<br />

30 ECTS (een heel collegejaar voor 60<br />

ECTS). De keuzemogelijkheden voor studenten<br />

verruimen en verkokering voorkomen;<br />

dat zijn de belangrijkste doelen<br />

van het major-minorstelsel. ‘We zagen<br />

dat veel mensen hier bij een bepaalde faculteit<br />

binnenkomen en daar vervolgens<br />

vijf jaar blijven hangen. Waar veel andere<br />

universiteiten hebben gekozen voor een<br />

soort ‘science-faculteiten’, met eerst een<br />

breed jaar waarna pas een keuze wordt<br />

gemaakt, heeft Eindhoven gekozen voor<br />

compartimentering van de basis tot aan<br />

de master’, zegt Koenraad.<br />

Van die compartimentering wil de <strong>TU</strong>/e<br />

af. Hoewel veel <strong>op</strong>leidingen ook verdiepende<br />

minoren voor eigen studenten<br />

bieden, wil de <strong>TU</strong>/e studenten vooral<br />

motiveren om eens een poosje buiten de<br />

eigen faculteit te snuffelen. Daarbij blijkt<br />

onder andere de managementminor bij<br />

‘Leuk om eens verder te kijken’<br />

Paula Geers, vierdejaars Scheikundige<br />

Technologie, koos voor verbreding: ze volgde<br />

de minor Human Technology Interaction<br />

aan de faculteit Industrial Engineering &<br />

Innovation <strong>Science</strong>s.<br />

‘Een heel ander vakgebied, niet zozeer nuttig<br />

voor mijn studie of voor straks <strong>op</strong> de arbeidsmarkt,<br />

maar wel heel interessant’, omschrijft<br />

Geers de minor. Het was leuk om eens verder<br />

te kijken dan het eigen vakgebied, vindt ze:<br />

‘Maar er zijn vast ook studenten die de minor<br />

doen omdat het nou eenmaal móet en zich er<br />

met een zesje vanaf proberen te maken.’<br />

Geers had best een verdiepende minor in<br />

eigen huis willen overwegen, ‘maar die werd<br />

toen nog niet aangeboden.’ Haar meeste jaargenoten<br />

kozen voor minoren bij <strong>Technische</strong><br />

<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde p<strong>op</strong>ulair, met<br />

volgens Koenraad honderd tot honderdvijftig<br />

studenten per reeks. Tot de kleinere<br />

minoren behoort die van <strong>Technische</strong><br />

Wiskunde, niet de gemakkelijkste der<br />

minoren. Koenraad erkent: ‘Er zullen best<br />

studenten zijn die van de minor proberen<br />

een pretpakket te maken, maar we<br />

zorgen ervoor dat alle minoren die we<br />

aanbieden voldoende inhoud hebben.<br />

Accentverschillen houd je altijd; de ene<br />

minor zal wat ‘harder’ zijn dan de andere.’<br />

Minormatrix<br />

Vanaf september 2009 wordt de minor<br />

een <strong>op</strong> zichzelf staand traject in de<br />

bachelor<strong>op</strong>leiding. Vanwege deze besluitvorming<br />

zijn alle minoren van de <strong>TU</strong>/e<br />

<strong>op</strong>nieuw bekeken en zo nodig geherformuleerd.<br />

Dit vooral om overlap tussen minorpakketten<br />

en hoofd<strong>op</strong>leidingen zoveel<br />

mogelijk uit te sluiten, aldus Koenraad.<br />

In de minormatrix <strong>op</strong> de site van het<br />

Onderwijs en Studenten Service Centrum<br />

staan alle 26 <strong>TU</strong>/e-minoren schematisch<br />

bij elkaar. Daarnaast is er de mogelijkheid<br />

tot een vrije minor (die een student<br />

Bedrijfskunde en Biomedische Technologie,<br />

weet ze. ‘De laatste heeft veel raakvlakken<br />

met scheikunde, de eerste kan vooral erg interessant<br />

zijn met het oog <strong>op</strong> latere ervaring in<br />

het bedrijfsleven.’<br />

De overstap naar de blokminor per september<br />

vindt de vierdejaars een goede zaak. ‘Bij<br />

ons liep de minor gelijk met het reguliere<br />

curriculum van de eigen <strong>op</strong>leiding. Daardoor<br />

raakte de minor bij veel studenten een beetje<br />

ondergesneeuwd.’ Van samenwerking met<br />

studenten van andere richtingen kwam mede<br />

daardoor nauwelijks iets terecht, is haar ervaring:<br />

‘Vanwege afwijkende collegeroosters<br />

was het moeilijk om groepjes te vormen en zat<br />

je daardoor al snel om de tafel met studenten<br />

van je eigen <strong>op</strong>leiding.’<br />

‘Zelfontplooiing en<br />

carrière meewegen<br />

in minorkeuze’<br />

Of ze straks voor verbreding of verdieping<br />

gaat, daar is Stephanie van den Hurk nog<br />

niet helemaal uit. Maar carrièremogelijkheden<br />

en ruimte voor zelfontplooiing<br />

vindt de tweedejaars Bouwkunde in elk<br />

geval belangrijk wanneer ze in september<br />

aan haar minor begint. ‘De minor is een<br />

goede mogelijkheid om het normale programma<br />

van je studie ‘persoonlijk’ uit te<br />

breiden.’<br />

In zekere zin zou haar keuze helemaal<br />

niet zo ingewikkeld moeten zijn. ‘Ik heb<br />

het idee dat Bouwkundestudenten minder<br />

keuze voor een minor hebben dan<br />

bijvoorbeeld studenten Scheikundige<br />

Technologie. Dat vind ik jammer; volgens<br />

mij zouden veel meer thema’s interessant<br />

kunnen zijn voor Bouwkundestudenten.’<br />

Vooralsnog blijven veel studiegenoten hoe<br />

dan ook in eigen huis, is haar ervaring:<br />

‘De meesten kiezen voor een verbredende<br />

minor binnen Bouwkunde of een verdiepende<br />

minor Architectuur & Techniek. Ik<br />

ken maar weinig studenten die tijdelijk<br />

bij een andere <strong>op</strong>leiding aanschuiven of<br />

een minor aan een andere universiteit<br />

of in het buitenland doen.’ Zelf twijfelt<br />

ze vooral tussen een verbredende minor<br />

bij Industrial Design en een verdiepende<br />

minor binnen haar eigen profiel, ‘omdat ik<br />

toch al weet dat ik daarin verder wil.’<br />

Op de Minormarkt die ze half februari<br />

bezocht, was het <strong>op</strong> dat moment erg<br />

druk, zegt ze, ‘en ik had het idee dat er<br />

voor Bouwkundestudenten eigenlijk niet<br />

zoveel informatie in te winnen was, omdat<br />

we uit niet zoveel minoren kunnen kiezen<br />

– of je moet het persoonlijk aanvragen,<br />

geloof ik. Wel ben ik inmiddels ‘real life’<br />

bij Industrial Design gaan kijken omdat<br />

een vriendinnetje van mij daar contacten<br />

heeft.’<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 1 3


1 4<br />

ONDERWIJS<br />

van binnen of van buiten de <strong>TU</strong>/e zelf kan<br />

samenstellen en ter goedkeuring moet<br />

voorleggen aan de examencommissie) of<br />

een minor aan een andere (technische)<br />

universiteit.<br />

3<strong>TU</strong>-verband<br />

Een grotere gelijkschakeling van het<br />

minorenaanbod in 3<strong>TU</strong>-verband is één<br />

van de belangrijkste argumenten om over<br />

te stappen <strong>op</strong> de blokminor. Koenraad:<br />

‘Ik zou het erg leuk vinden als studenten<br />

gebruikmaken van de mogelijkheid om<br />

een minor in Delft of Twente te volgen.<br />

Dat sluit echt aan bij de 3<strong>TU</strong>-gedachte<br />

van meer onderlinge communicatie en<br />

doorstroom. Maar ik kan me voorstellen<br />

dat het voor veel studenten toch wel een<br />

barrière is om zich voor een half jaar in<br />

een andere plaats te vestigen. Er is al<br />

over gesproken of we misschien iets moeten<br />

regelen qua huisvesting. Maar laten<br />

we eerst maar eens kijken hoe het lo<strong>op</strong>t.’<br />

Hoe nadrukkelijk met de minoren ook<br />

wordt gestreefd naar meer uitwisseling;<br />

‘Concepción is een middelgrote stad vierhonderd<br />

kilometer ten zuiden van Santiago, de hoofdstad<br />

van Chili. Wie deze stad in een reisgids <strong>op</strong>zoekt,<br />

vindt waarschijnlijk een kort hoofdstukje dat<br />

de reiziger aanraadt om de industriestad links<br />

te laten liggen. Als de reisgidsen al een positief<br />

woord over hebben voor Concepción, gaat<br />

het over de campus van de Universidad de<br />

Concepción. Aan het centrale grasveld liggen<br />

fraaie gebouwen en de trappen aan de voet van<br />

de klokkentoren vormen een perfecte locatie voor<br />

nachtelijke concerten. Vooral nu, in de ongebruikelijk<br />

warme en droge herfst, is de universiteit met<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

studenten trekken zich daar niet altijd<br />

evenveel van aan, is de ervaring van<br />

dr. Jan-Cees van der Meer, minorcoordinator<br />

bij <strong>Technische</strong> Wiskunde.<br />

‘Studenten kiezen rationeel en kijken wat<br />

een logische toevoeging aan hun <strong>op</strong>leiding<br />

kan zijn, of zoeken naar verwante<br />

minoren.’<br />

Toch is een minor aan een andere faculteit<br />

volgens de coördinator de overweging<br />

zeker waard: ‘Veel studenten gaan<br />

werken in multidisciplinaire teams. Dan<br />

is het goed om al eens bij een andere faculteit<br />

te hebben gekeken.’<br />

‘Eigen’ master<br />

Die mogelijkheid hadden studenten<br />

vóór het major-minorstelsel ook al wel<br />

in de vorm van keuzevakken aan andere<br />

<strong>op</strong>leidingen: ‘Bij wiskunde werd dat<br />

destijds zeker al gestimuleerd, maar dat<br />

verschilde nogal per faculteit’, weet Van<br />

der Meer. Hoe dan ook stappen bijna alle<br />

studenten volgens hem na de bachelor<br />

over <strong>op</strong> de ‘eigen’ master. ‘Ik heb nog niet<br />

Student in het buitenland<br />

Student Evert van Aart van de master<strong>op</strong>leiding Embedded<br />

Systems lo<strong>op</strong>t stage in Concepción (Chili) waar hij aan<br />

de Universidad de Conceptión een onderzoek verricht om<br />

bewegingen van personen in een scanner te compenseren.<br />

afstand het mooiste punt van de stad.<br />

Aan deze universiteit ben ik bezig met mijn<br />

stage voor Embedded Systems. In een lab in de<br />

Falculdad de Ingeniería werk ik aan een FPGAaccelerator<br />

voor medical image registration, simpel<br />

gezegd, een chip die twee medische scans zo<br />

transformeert dat ze zo veel mogelijk overlappen,<br />

om zo bijvoorbeeld te compenseren voor eventuele<br />

bewegingen van de proefpersoon in de scanner.<br />

Het project staat nog in de kinderschoenen,<br />

maar gelukkig heb ik tot eind september om alles<br />

werkend te krijgen.<br />

Het lab deel ik met twee Chileense studenten, en<br />

gehoord van studenten die het door het<br />

major-minorstelsel over een heel andere<br />

boeg hebben gegooid.’<br />

<strong>Technische</strong> Wiskunde begroet in haar<br />

minor gemiddeld zo’n tien studenten per<br />

lichting. Daarmee is het één van de kleinere<br />

minoren van de <strong>TU</strong>/e en ‘zeker niet<br />

de gemakkelijkste’, benadrukt Van der<br />

Meer. Daarnaast biedt de <strong>op</strong>leiding de<br />

minor Finance & Risk aan, die afgel<strong>op</strong>en<br />

jaar versneld werd <strong>op</strong>gezet voor studenten<br />

<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde die niet<br />

geplaatst konden worden bij de minor<br />

van hun eerste keuze. Eigen studenten<br />

die kiezen voor een minor elders, kiezen<br />

voornamelijk voor natuurkunde, informatica<br />

en bedrijfskunde.<br />

Studentenfractie PF heeft, in afwachting<br />

van een landelijke minorenwebsite,<br />

een overzicht van minorensites van de<br />

meeste Nederlandse universiteiten online<br />

gezet:<br />

www.stempf.nl/links/minoren.<br />

met mede-<strong>TU</strong>/e’er Barend van Liempd. Samen<br />

met onze twee collega’s en andere Chileense<br />

vrienden trekken we er regelmatig <strong>op</strong> uit om de<br />

omgeving te bezichtigen en om te proeven van het<br />

Chileense leven.<br />

Ze geven ons gratis Spaanse lessen, vooral over<br />

scheldwoorden en versiertrucs, maar soms ook<br />

over nuttige dingen. De taal zit vol woorden die je<br />

in geen enkel ander Spaanstalig land tegenkomt,<br />

en de Chilenen praten zo snel dat ze bijna niet<br />

te volgen zijn. Maar, verzekeren de Chilenen me,<br />

zolang ik weet hoe ik ‘huevon’ moet zeggen, komt<br />

alles goed.’


Nieuws<br />

Onderwijs<br />

MASTEROPLEIDING<br />

AUTOMOTIVE TECHNOLOGY<br />

In september vorig jaar gingen vijftien studenten<br />

van start met de interfacultaire master<br />

Automotive Technology, die toen nog moest<br />

worden getoetst door de Nederlands Vlaamse<br />

Accreditatieorganisatie. Het positieve eindoordeel<br />

viel recent <strong>op</strong> de mat bij kartrekker prof.<br />

dr.ir. Maarten Steinbuch. Steinbuch wil de instroom<br />

komend jaar verdubbelen. De <strong>op</strong>leiding<br />

gaat multidisciplinaire automotive ingenieurs<br />

afleveren en maakt deel uit van het innovatieprogramma<br />

High-Tech Automotive Systems,<br />

dat wordt gesteund door het ministerie van<br />

Economische Zaken. Doel van dit programma<br />

is versterking van de automotive industrie in<br />

Zuidoost-Brabant door gerichte samenwerking<br />

tussen overheden, kennisinstellingen en bedrijven.<br />

De focus van de <strong>op</strong>leiding sluit aan bij de<br />

twee researchlijnen in het innovatieprogramma:<br />

driving guidance (hoe blijft een auto <strong>op</strong> de<br />

weg in contact met de omgeving) en vehicle<br />

efficiency (heeft betrekking <strong>op</strong> schone en energiezuinige<br />

voertuigen). De tweejarige <strong>op</strong>leiding<br />

heeft in het eerste jaar verbredende kernvakken<br />

en verdiepende keuzevakken. In het tweede<br />

jaar staan een stage en een afstudeerproject <strong>op</strong><br />

het programma. Na afronding van de <strong>op</strong>leiding<br />

kunnen studenten de auto als systeem zien en<br />

zijn ze gelijktijdig gespecialiseerd in één van de<br />

wezenlijke disciplinaire technologieën van een<br />

voertuig.<br />

EUROPESE PRIJS VOOR<br />

DUURZAAM BOUWPLAN<br />

Acht masterstudenten Bouwkunde hebben in<br />

mei in Napels een Eur<strong>op</strong>ese ontwerpprijs voor<br />

duurzaam bouwen gewonnen. Met het fictieve<br />

bouwplan ‘Het Oog van Napels’ liet het achttal<br />

zeven andere teams uit onder meer Italië,<br />

Duitsland, Griekenland en Hongarije achter<br />

zich. De jury prees het <strong>TU</strong>/e-bouwplan om de<br />

uitgebreide uitwerking en het <strong>op</strong>timale gebruik<br />

van natuurlijke hulpbronnen. De prijs, waaraan<br />

een geldbedrag van duizend euro is verboden,<br />

wordt gefinancierd door de Eur<strong>op</strong>ese Unie. De<br />

<strong>op</strong>dracht was het ontwerp van een kantoorpand<br />

van ongeveer twaalfhonderd vierkante meter,<br />

dat voldoet aan alle mogelijke eisen van duurzaamheid.<br />

Zo moest het gebouw energieneutraal<br />

zijn en waren het binnenklimaat en de leef-<br />

Foto: Rob Stork<br />

Maarten Steinbuch in het Automotive Lab <strong>op</strong> de <strong>TU</strong>/e.<br />

baarheid van belang. Er diende daarbij rekening<br />

gehouden te worden met lokale omstandigheden,<br />

zoals aardbevingen en hitte. <strong>TU</strong>/e-docent<br />

Rijk Blok, mede-initiator van de prijs, enthousiasmeerde<br />

bouwkundestudenten eind vorig<br />

jaar om mee te dingen naar de prijs. Uiteindelijk<br />

bundelden acht masterstudenten uit alle disciplines<br />

kun krachten voor het project: van de<br />

vakgebieden architectuur en constructief ontwerpen<br />

tot bouwfysica en vastgoed.<br />

ID-S<strong>TU</strong>DENTEN INGEZET<br />

ALS AKADEMIE-ASSISTENT<br />

Twaalf studenten Industrial Design kunnen<br />

hun bijbaantje <strong>op</strong>zeggen: ze worden met geld<br />

van het ministerie van OCW aangesteld om<br />

mee te werken aan onderzoek naar intelligente<br />

spelconcepten. De studenten gaan in de capaciteitsgroep<br />

User-Centered Engineering (UCE)<br />

bekijken hoe je intelligente spelconcepten kunt<br />

gebruiken om kinderen meer te laten bewegen<br />

en samen te laten spelen. Dr.ir. Tilde Bekker van<br />

UCE, verantwoordelijk voor het project, heeft<br />

al een achttal studenten geselecteerd. Ze gaat<br />

de studenten eerst een half jaar een dag per<br />

De <strong>TU</strong>/e heeft plannen voor een Engineering<br />

College, dat een brede Engelstalige bachelor in<br />

Engineering <strong>Science</strong> gaat aanbieden. Gedacht<br />

wordt aan een jaarlijkse instroom van 150<br />

tot 200 studenten voor de driejarige <strong>op</strong>leiding.<br />

De eerste globale ideeën voor de brede<br />

Engelstalige bachelor worden <strong>op</strong> dit moment<br />

onder verantwoordelijkheid van de rector magnificus<br />

prof.dr.ir. Hans van Duijn uitgewerkt.<br />

week inzetten, om vervolgens te kijken welke<br />

studenten in aanmerking komen voor een<br />

tweede halfjaar. Het programma laat getalenteerde<br />

studenten kennismaken met de praktijk<br />

van het wetenschappelijk onderzoek. Landelijk<br />

komen er ongeveer honderdvijftig studenten in<br />

aanmerking.<br />

BACHELORS ROOSEVELT ACADEMY<br />

MOGEN INSTROMEN AAN <strong>TU</strong>/e<br />

Bachelors of <strong>Science</strong> van de Roosevelt<br />

Academy in Middelburg kunnen vanaf het<br />

nieuwe collegejaar als proef instromen in tien<br />

technisch-wetenschappelijke masters van<br />

de <strong>TU</strong>/e. Het samenwerkingsverband tussen<br />

de <strong>TU</strong>/e en de Roosevelt Academy (RA), een<br />

university college dat tot stand is gekomen als<br />

samenwerkingsverband tussen de Hogeschool<br />

Zeeland en de <strong>Universiteit</strong> Utrecht, is voor twee<br />

jaar aangegaan. Prof.dr. Hans Adriaansens, de<br />

decaan van de RA, is zeer verheugd met de gemaakte<br />

afspraken. Hij vindt de samenwerking<br />

met de <strong>TU</strong>/e een fantastische aanvulling <strong>op</strong><br />

de keuzemogelijkheden voor hun bachelorstudenten.<br />

Engelstalige bachelor in Engineering <strong>Science</strong><br />

In dit Engineering College wil de <strong>TU</strong>/e een<br />

nieuw type ingenieur <strong>op</strong>leiden. Afgestudeerden<br />

moeten en bredere kijk hebben, goed in teamverband<br />

én in een internationale setting kunnen<br />

werken. Het wordt een <strong>op</strong>leiding gericht <strong>op</strong><br />

het bedrijfsleven. De verwachting is dat deze<br />

insteek veel meer vrouwelijke studenten gaat<br />

aantrekken dan de gemiddelde <strong>op</strong>leiding aan<br />

de <strong>TU</strong>/e.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 1 5


1 6<br />

Mechanics and Control<br />

onder de loep<br />

Foto’s: Bart van Overbeeke<br />

ONDERZOEK<br />

Een van de strategische onderzoeksgebieden<br />

aan de <strong>TU</strong>/e, Mechanics and Control, richt zich<br />

<strong>op</strong> mechanische systemen en het analyseren,<br />

modelleren, engineeren en regelen ervan.<br />

Daarbij wordt bijvoorbeeld ook gekeken naar<br />

de materialen en processen die nodig zijn om<br />

het systeem te maken.<br />

‘Onder Mechanics and Control valt onderzoek <strong>op</strong> het gebied<br />

van vaste stof-mechanica, stromingsleer en meet- en regel-<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

Onderzoek in het Multiscale lab van de <strong>TU</strong>/e.<br />

techniek ofwel control. Een vierde pijler van het onderzoek<br />

richt zich <strong>op</strong> materiaalkunde’, vertelt prof.dr.ir. René de Borst,<br />

voorzitter van het onderzoeksgebied Mechanics and Control en<br />

decaan van de faculteit Werktuigbouwkunde. ‘Het onderzoeksgebied<br />

leunt sterk <strong>op</strong> de toegepaste wiskunde. We gebruiken<br />

steeds meer wiskunde in onze gereedschapskist om zinvolle<br />

<strong>op</strong>lossingen te genereren.’<br />

Wat hetzelfde blijft, volgens De Borst, is de methodologische<br />

basis. ‘We blijven de wetten van Newton gebruiken. Wat verandert,<br />

zijn niet alleen de toepassingen, maar zeker ook de<br />

numerieke en experimentele onderzoeksinstrumenten.’<br />

Prof.dr.ir. GertJan van Heijst, van de onderzoeksgroep Vortex


Dynamics van de faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde: ‘Er is<br />

alleen al enorm veel veranderd, doordat we veel meer rekenkracht<br />

hebben gekregen. Dat betekent een enorme sprong<br />

voorwaarts voor het onderzoek.’<br />

Ook meetmethoden hebben een enorme vlucht genomen volgens<br />

Van Heijst. ‘Zo kunnen we bij laboratoriumexperimenten<br />

<strong>op</strong> het gebied van stroming tienduizenden deeltjes in een<br />

vloeistof met verschillende camera’s tegelijkertijd volgen.<br />

Daarbij gebruik je een gepulste laser. De beelden die je krijgt,<br />

worden <strong>op</strong>genomen en bewerkt. Dat betekent dat je een gigantische<br />

hoeveelheid data moet gaan bewerken. Dat was tien<br />

jaar geleden nog niet mogelijk. Ook daar zit nog veel ontwikkeling<br />

in.’<br />

Op nanoschaal<br />

Wat betreft toepassingen geeft De Borst aan dat miniaturisering<br />

een trend aan het worden is. ‘Allerlei zaken worden steeds<br />

meer <strong>op</strong> een kleinere schaal toegepast, <strong>op</strong> micrometer- en zelfs<br />

nanometerschaal. Dat zie je zowel bij de vaste stof-mechanica,<br />

de stromingsleer, als de materiaalkunde en de meet- en regeltechniek.’<br />

Een voorbeeld is het onderzoek naar microkoeling<br />

van de groep van prof.dr.ir. Anton van Steenhoven. Denk aan<br />

chips die steeds kleiner worden. De warmte die vrijkomt in<br />

een bepaald volume wordt daardoor steeds groter. De warmte<br />

moet je goed kunnen afvoeren <strong>op</strong> zo’n kleine schaal. Hoe doe<br />

je dat? De Borst: ‘Hier komen materiaalkunde en vaste stofmechanica<br />

<strong>op</strong> hele kleine schaal bij elkaar.’<br />

Een ander voorbeeld zijn zogenaamde microgrippers, waarmee<br />

je iets <strong>op</strong> een heel kleine schaal kunt vastpakken, een onderzoek<br />

van post-doc dr.ir. Edwin Bos onder meer in samenwerking<br />

met prof.dr. Andreas Dietzel. Hoe zorg je er bijvoorbeeld<br />

voor dat je deze ultrakleine grijpers goed kunt bedienen, aldus<br />

De Borst.<br />

Verder noemt hij het onderzoek <strong>op</strong> medisch gebied van de<br />

Control Systems Technology groep van prof.dr.ir. Maarten<br />

Steinbuch. Zij werken aan de ontwikkeling van medische<br />

robots, bijvoorbeeld voor oogchirurgie. Hierbij is heel veel regeltechniek<br />

nodig. De Borst: ‘Met zo’n robot werk je <strong>op</strong> kleine<br />

schaal en tegelijkertijd met een zeer hoge precisie.’<br />

Multiscale lab<br />

In het Multiscale lab observeren en testen onderzoekers van<br />

de Mechanics of Materials groep van prof.dr.ir. Marc Geers,<br />

Prof.dr.ir. GertJan van Heijst.<br />

materialen, structuren en apparaten van 1 centimeter tot<br />

1 nanometer. ‘Door te kijken wat er zich <strong>op</strong> kleinere schaal<br />

afspeelt, probeer je van daaruit de realiteit <strong>op</strong> grotere schaal<br />

te voorspellen. Dit gebeurt via multischaalanalyses’, vertelt<br />

De Borst. ‘Daarmee kun je uiteindelijk gaan werken aan zoiets<br />

Turbulentie-onderzoek<br />

‘We bestuderen dynamica van wervels om ze beter te begrijpen’,<br />

vertelt prof.dr.ir. GertJan van Heijst. ‘Het vakgebied heeft enorm veel<br />

toepassingen en deze zijn zeer gevarieerd. Dat lo<strong>op</strong>t van turbulente<br />

verbranding, aerodynamica, fabricageprocessen met vloeistoffen,<br />

transport van gas of vloeistoffen tot de vormgeving van auto’s. We gebruiken<br />

dezelfde basisvergelijkingen om de kleine wervelingen achter<br />

een fruitvliegje maar ook bijvoorbeeld de beweging van een ijskap <strong>op</strong><br />

Antartica te begrijpen’, aldus Van Heijst.<br />

‘Wervelingen kunnen ongewenst zijn, bijvoorbeeld omdat ze lawaai<br />

veroorzaken. Denk aan de wervels die bij een auto ontstaan, of een<br />

fluittoon in een cv-ketel.Terwijl ze bij muziekinstrumenten of bij bepaalde<br />

productieprocessen juist gewenst zijn. Op basis van dit soort<br />

onderzoek kun je bijvoorbeeld het ontwerp van een apparaat bepalen’,<br />

legt hij uit.<br />

Hij beaamt dat er ook binnen de stromingsleer steeds meer naar het<br />

microniveau wordt gekeken. Zijn groep bijvoorbeeld werkt samen met<br />

de onderzoeksgroep van prof.dr. ir. Menno Prins aan biosensoren.<br />

Hierbij wordt een druppel bloed of ander lichaamsvocht gebruikt om<br />

een medische test uit te voeren. Het is de bedoeling om die druppel <strong>op</strong><br />

een heel effectieve manier snel langs een sensor<strong>op</strong>pervlak te geleiden.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 1 7


Foto: Bart van Overbeeke<br />

1 8<br />

XXXXXXXXX<br />

ONDERZOEK<br />

als ‘Materials Engineering’, waarbij je met simulatiemodellen<br />

nieuwe materialen ontwerpt. Het feit dat we fenomenen <strong>op</strong><br />

zeer kleine schaal gaan onderzoeken, heeft wel invloed <strong>op</strong> de<br />

wiskunde die we daarbij nodig hebben’, geeft De Borst aan.<br />

‘Op grotere schaal kun je berekeningen uitvoeren die uitgaan<br />

van continuïteit. Op een kleine schaal werkt dat niet altijd meer<br />

en moeten we ook discrete modellen gebruiken.<br />

Een andere ontwikkeling binnen Mechanics and Control is de<br />

zogenaamde ‘multifysica’. Hierbij worden in een model gelijktijdig<br />

meerdere natuurkundige verschijnselen gesimuleerd,<br />

simpelweg omdat er verschillende verschijnselen gelijktijdig<br />

een rol spelen. De Borst: ‘Bijvoorbeeld een model waarbij je<br />

de interactie tussen bloedstroming en de vervorming van een<br />

dunne vaatwand simuleert. Je kunt de stroming van het bloed<br />

en de eigenschappen van de vaatwand niet los van elkaar zien.<br />

De elasticiteit van de vaatwand heeft een invloed <strong>op</strong> de bloedstroming<br />

en andersom. Dit soort interacties zie je <strong>op</strong> allerlei<br />

gebieden. Denk bijvoorbeeld aan verbranding, maar ook zaken<br />

als corrosie en betonrot. Ook hier spelen verschillende factoren<br />

gelijktijdig een rol.’<br />

Olie-industrie<br />

Daarnaast is er ook veel interactie tussen multifysica en<br />

multi-schaalverschijnselen. Ter illustratie noemt De Borst een<br />

toepassing als ‘hydraulic fracturing’. ‘Dit proces gebruikt de<br />

olie-industrie om nieuwe olielagen aan te boren. Ze boren<br />

een gat en daarbij ontstaan scheuren. Vervolgens zetten ze<br />

vloeistofdruk <strong>op</strong> de scheuren met het doel dat deze zich voortplanten<br />

om zo bij oliehoudende lagen te komen. Je hebt hier<br />

een samenspel van een verschillende fysische verschijnselen.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

DE BORST:<br />

‘Er wordt door<br />

verschillende<br />

onderzoeksgroepen<br />

steeds meer<br />

samengewerkt.’<br />

Olie en water stromen anders in poreuze zandsteen dan in zo’n<br />

scheur. Je kijkt dan eerst <strong>op</strong> kleine schaal hoe de olie en het<br />

water door zo’n scheur lo<strong>op</strong>t en schaalt de resultaten <strong>op</strong> naar<br />

een groter niveau van kilometers.’<br />

Door de ontwikkelingen <strong>op</strong> het gebied van multifysica en<br />

multischaling, wordt er onderling meer samengewerkt tussen<br />

verschillende onderzoeksgroepen. Bij een onderwerp als verbranding<br />

werken bijvoorbeeld mensen van verbrandingstechniek<br />

en meet- en regeltechniek samen. ‘Je hebt beide gebieden<br />

nodig als je het verbrandingsproces actief wilt gaan regelen’,<br />

aldus De Borst. Verder wordt er binnen het onderzoeksgebied<br />

Mechanics and Control samengewerkt met verschillende industriële<br />

partners als Océ, Shell en ASML en wetenschappelijke<br />

netwerken. Zo participeren groepen uit Mechanics and Control<br />

in Materials innovation institute (M2i) en het Dutch Polymer<br />

Institute (DPI).<br />

Excellentie trekt excellentie aan<br />

‘Nationaal en internationaal doen we het goed met dit<br />

onderzoeksprofileringsgebied’, vertelt De Borst. ‘Dat blijkt<br />

indirect ook uit de positieve visitatiescore die we onlangs bij<br />

Mechanical Engineering hebben gekregen. Omdat meer dan de<br />

helft van het onderzoek van de faculteit onder Mechanics and<br />

Control valt, zegt dat ook iets over onderzoeksprofileringsgebied.<br />

Verder geldt het adagium ‘Excellentie trekt excellentie<br />

aan’. Recentelijk zijn we bijvoorbeeld in staat geweest om<br />

prof.dr. Vikram Deshpande aan te trekken bij de onderzoeksgroep<br />

Mechanics of Materials. Deze jonge hoogleraar uit<br />

Cambridge hebben we naar Eindhoven gekregen omdat hier<br />

enkele mensen werken met wie hij graag wil samenwerken.’


Jouw toekomst in<br />

technische automatisering.<br />

Als PLC/SCADA specialist<br />

bij TASK24 werk je voornamelijk in<br />

food, farma, (petro)chemie of high<br />

tech manufacturing. De applicaties<br />

die we onder de meest uitdagende<br />

omgevingscondities voor onze klanten<br />

realiseren, moeten voldoen aan hoge<br />

eisen <strong>op</strong> het gebied van betrouwbaarheid,<br />

veiligheid en kwaliteit. Als jij dat<br />

ook een uitdaging vindt dan kunnen<br />

wij jouw kwaliteiten goed gebruiken.<br />

TASK24 focust al jaren scherp <strong>op</strong><br />

alles wat met MES te maken heeft.<br />

Dat merk je als MES engineer. Je<br />

zit bij TASK24 dicht <strong>op</strong> de ontwikkelingen<br />

en je werkt met een hecht team<br />

samen aan MES projecten in omgevingen<br />

waar slechts honderd procent<br />

functionerende productiefaciliteiten<br />

geaccepteerd worden. Kun je tegen<br />

een beetje stress en wil je voor de<br />

klant de maximale performance eruit<br />

slepen, dan mag je onmiddellijk bij<br />

ons aan de slag.<br />

TASK24 bouwt de laatste tijd steeds<br />

meer systemen <strong>op</strong> het .NET platform.<br />

Ontwikkelen in .NET gaat een grote<br />

toekomst tegemoet en Service Oriented<br />

Architecture (SOA) is daarbij één<br />

van de belangrijkste thema’s. Als<br />

.NET specialist ben je het ene<br />

moment bezig met een gloednieuw<br />

systeem en het volgende met een<br />

legacy transformatie. Hoe dan ook,<br />

je voorziet de klant van een moderne<br />

en toekomstbestendige applicatie.<br />

Doe je mee?<br />

TASK24 is de sterk groeiende specialist <strong>op</strong> het gebied van technische automatisering. Inmiddels werken we met ruim 500 medewerkers<br />

aan uitdagende <strong>op</strong>lossingen voor onze klanten. TASK24 is sterk regionaal vertegenwoordigd. Dat brengt veel voordelen voor zowel de<br />

klanten als de medewerkers met zich mee. <strong>Technische</strong> automatiseringsprofessionals willen dan ook graag voor ons werken.<br />

Ga daarom naar www.task24.nl/vacatures en solliciteer <strong>op</strong> jouw toekomstige baan.<br />

TASK24. Werkgever met toekomst!<br />

www.task24.nl


2 0<br />

INTERVIEW<br />

‘<strong>Universiteit</strong>en zijn<br />

financieel kwetsbaar’<br />

Sinds 1 oktober 2008 is mr. Jo van Ham als derde lid van het<br />

College van Bestuur voor vier jaar verbonden aan de <strong>TU</strong>/e. Hij<br />

ziet zich voor een lastige klus gesteld: het financieel besturen<br />

van de universiteit in tijden van economische crisis en tevens<br />

tientallen miljoenen bij elkaar sprokkelen voor zeer ambitieuze<br />

bouwplannen.<br />

Van Ham heeft dertig jaar gewerkt aan<br />

het ministerie van OC&W. In zijn laatste<br />

baan als plaatsvervangend directeurgeneraal<br />

hoger onderwijs was hij verantwoordelijk<br />

voor alle universiteiten, hogescholen<br />

en academische ziekenhuizen.<br />

Na een leven tussen ambtenaren en al-<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

fa’s, stapt hij nu in een wereld van bèta’s<br />

en technici. ‘Dat is prettig. Ze zijn zakelijk,<br />

geïnteresseerd in hun vak, en houden<br />

van kort en krachtig: geen urenlang<br />

debat.’ Zijn portefeuille bestaat uit de<br />

beleidsgebieden financiën, huisvesting,<br />

personeelszaken en communicatie. Over<br />

de financiën is hij gematigd <strong>op</strong>timistisch:<br />

‘De <strong>TU</strong>/e heeft een gezonde balanspositie,<br />

waarbij we mikken <strong>op</strong> een 0-begroting.<br />

Maar we zijn kwetsbaar. Wanneer de<br />

overheid bezuinigt <strong>op</strong> hoger onderwijs<br />

– en het is reëel dit in de komende tijd te<br />

verwachten – is hier aan de faculteiten<br />

direct minder geld voor onderwijs. Aan<br />

andere universiteiten is dat overigens<br />

niet anders: wij voelen allen deze kwetsbaarheid.<br />

De VU, Utrecht en Leiden moeten<br />

nu zelfs al fors bezuinigen. Omdat wij<br />

financieel zeer scherp aan de wind varen,<br />

hoeven wij dat waarschijnlijk in 2009 nog<br />

niet.’


De <strong>TU</strong>/e zou minder kwetsbaar zijn, wanneer<br />

het minder afhankelijk was van de<br />

rijksoverheid. Maar van de begroting van<br />

280 miljoen komen jaarlijks slechts enkele<br />

tientallen miljoenen uit private financiering.<br />

‘Daarom denken we erover na of<br />

we buiten de rijkssubsidie andere bronnen<br />

kunnen aanboren, zoals het bedrijfsleven<br />

en het werven van fondsen.’ Van<br />

Ham maakte onlangs een reis langs de<br />

universiteiten van Berkeley en Stanford.<br />

‘Daar zijn honderden mensen dagelijks<br />

bezig met het werven van fondsen. Dat<br />

is netwerken <strong>op</strong> diners en recepties en<br />

contracten sluiten. Dat doen ze met regelmaat<br />

met hun alumni die in hoge mate<br />

bereid zijn te schenken aan de universiteit.<br />

Ik wil kijken of we dat hier ook van<br />

de grond kunnen tillen. Dat vraagt een ingrijpende<br />

cultuurverandering, omdat we<br />

de financiering van het onderwijs zien als<br />

overheidstaak. Daarnaast is het niet onze<br />

cultuur om geld te vragen – we houden<br />

de hand niet <strong>op</strong>.’<br />

Op het gebied van huisvesting staat er<br />

de komende jaren aan de <strong>TU</strong>/e veel te<br />

gebeuren. Er zijn verouderde gebouwen<br />

waarvoor ‘een erg goed plan’ klaar ligt:<br />

Campus 2020, vier omvangrijke bouwprojecten<br />

waarvan de transformatie van<br />

de bestaande W-hal de eerste is (zie ook<br />

artikel <strong>op</strong> pag. 4-7). In deze karakteristieke<br />

hal komt de nieuwe centrale universiteitsbibliotheek.<br />

Daar<strong>op</strong> komt een apart<br />

bouwdeel, waar de faculteit Wiskunde<br />

en Informatica wordt ondergebracht. ‘We<br />

gaan er de komende tien jaar werk van<br />

maken om dat te realiseren. De ingewikkelde<br />

<strong>op</strong>gave is de financiering. Voor de<br />

vier bouwprojecten gaat het om een bedrag<br />

van zeker 250 miljoen euro.’<br />

Dat heeft de <strong>TU</strong>/e niet <strong>op</strong> een spaarrekening<br />

staan. ‘Een deel van dit bedrag<br />

kan binnen de huidige begroting worden<br />

gevonden. Een deel kunnen we lenen,<br />

we hebben nu leningen bij de Rabobank,<br />

maar je kunt ook denken aan het ‘schatkistbankieren’<br />

bij Wouter Bos.’<br />

Een ander deel wil het College halen uit<br />

de exploitatie van de grond van de <strong>TU</strong>/ecampus.<br />

‘We vragen dan aan bedrijven,<br />

pensioenfondsen en investeerders of zij<br />

het interessant vinden om hier plannen<br />

te realiseren die passen <strong>op</strong> een campus.<br />

We hebben onlangs bij de gemeente<br />

Eindhoven en bij woningcorporaties voorgesteld<br />

om studentenflats <strong>op</strong> de campus<br />

neer te zetten. Dat kan ons geld <strong>op</strong>leveren<br />

waarmee we andere bouwprojecten<br />

financieren.’<br />

Strategie <strong>TU</strong>/e 2020<br />

Het nieuwe CvB-lid gaat zich het komend<br />

jaar met drie hoogleraren en twee directeuren<br />

bedrijfsvoering bezighouden met<br />

een strategie voor de toekomst. De universiteit<br />

heeft jaarlijks een bestuurlijke<br />

agenda en er is een instellingsplan met<br />

een lo<strong>op</strong>tijd van twee tot drie jaar. ‘Wij<br />

vinden dat je ook een langetermijnstrategie<br />

moet formuleren. We gaan daarom<br />

het gesprek over de strategie voeren met<br />

studenten, decanen, alumni, medewerkers,<br />

bedrijven, hoogleraren, docenten,<br />

onderzoekers en overheden. We moeten<br />

ons laten voeden en aansluiten bij wat er<br />

leeft.’ Rond de zomer van 2010 moeten<br />

de gesprekken uitmonden in een bekn<strong>op</strong>t<br />

en handzaam boekwerkje dat vanaf dat<br />

moment <strong>op</strong> elk bureau van de <strong>TU</strong>/e moet<br />

liggen.<br />

Er zijn acht of negen thema’s die in<br />

de strategie 2020 ter tafel komen.<br />

Bijvoorbeeld: hoe groot wil de <strong>TU</strong>/e zijn?<br />

Wat is de ambitie, wat is noodzakelijk<br />

om internationaal van belang te zijn, en<br />

wat is realistisch? ‘Er zijn nu mensen die<br />

zeggen: je moet de ambitie hebben om<br />

drie keer zo groot te zijn, ongeacht of je<br />

dat gaat halen. Ik heb liever ambities die<br />

waar te maken zijn. Een ander zegt: lever<br />

eerst kwaliteit en dan groei je vanzelf.<br />

Zoeken naar<br />

financieringsvormen<br />

waarbij<br />

de <strong>TU</strong>/e minder<br />

afhankelijk is van<br />

de overheid<br />

Overigens zijn deze <strong>op</strong>vattingen eenvoudig<br />

verenigbaar.’ Een andere vraag is: hoe<br />

is de verbinding tussen regio en universiteit<br />

en wil de <strong>TU</strong>/e leidend zijn in de ontwikkeling<br />

van de regio? Met andere woorden,<br />

volgt het de economie in de regio of<br />

kan het keuzes maken die de richting van<br />

de regio bepalen? Een andere vraag is:<br />

welke partners kiest de <strong>TU</strong>/e; aan welke<br />

instituten bindt het zich? Van Ham: ‘De<br />

laatste vraag is: hoe gaan we de conclusies<br />

realiseren? Ik ben zeer gemotiveerd<br />

om hiermee aan de slag te gaan.’<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 2 1


2 2<br />

Nieuws<br />

Onderzoek<br />

ONDERZOEK <strong>TU</strong>/e OP COVER<br />

SCIENCE<br />

Onderzoekers van de <strong>TU</strong>/e-faculteit<br />

Scheikundige Technologie hebben voor het<br />

eerst de vroegste stadia van biomineralisatie<br />

in beeld gebracht. De resultaten leveren meer<br />

begrip <strong>op</strong> over de vorming van botten, tanden<br />

en schelpen. In maart was dit het coververhaal<br />

van het gerenommeerde tijdschrift <strong>Science</strong>.<br />

Het onderzoek stond onder leiding van dr. Nico<br />

Sommerdijk. Het team bracht met ’s werelds<br />

modernste elektronenmicrosco<strong>op</strong> de nanodeeltjes<br />

in beeld die aan de basis staan van het<br />

zogeheten ‘biomineralisatieproces’, de gecontroleerde<br />

vorming van harde structuren door<br />

levende wezens. Een voorbeeld hiervan is de<br />

groei van schelpen. De onderzoekers maakten<br />

in een <strong>op</strong>lossing van calciumcarbonaat – het basismateriaal<br />

van schelpen – kleine clusters met<br />

Gesteld<br />

13 March 2009 | $10<br />

‘In de wetenschap draait het niet alleen om het<br />

vinden van de juiste antwoorden, maar ook, of<br />

juist vooral, om het vinden van de juiste vragen.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Incorporating<br />

Unsteady Flow-Field Effects in Flamelet-Generated<br />

Manifolds’ van Stanley Delhaye)<br />

‘Aandacht is de meest schaarse grondstof van<br />

het informatietijdperk.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘What You See is<br />

What You Feel’ van Koert van Mensvoort)<br />

Het nieuwe<br />

Simulation Lab<br />

van de faculteit<br />

Industrial<br />

Design.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

een doorsnede van 0,7 nanometer zichtbaar.<br />

Ze toonden als eerste aan dat deze clusters,<br />

die slechts ongeveer vijf moleculen calciumcarbonaat<br />

bevatten, het begin vormen van het<br />

groeiproces.<br />

Deze ‘pre-nucleatie-clusters’ aggregeren tot<br />

nanodeeltjes met een gemiddelde diameter van<br />

dertig nanometer. Het door de onderzoekers<br />

aangebrachte organische <strong>op</strong>pervlak zorgt ervoor<br />

dat deze nanodeeltjes kunnen uitgroeien<br />

tot grotere deeltjes waaruit uiteindelijk de<br />

grotere, kristallijne structuur gevormd wordt.<br />

Het team maakte gebruik van een bijzondere<br />

elektronenmicrosco<strong>op</strong>: de cryoTitan van FEI<br />

Company. De onderzoeksresultaten zijn van<br />

belang voor het onderzoek naar botgroei en<br />

botvervangende materialen.<br />

NIEUW LAB VOOR INDUSTRIAL<br />

DESIGN<br />

Een vliegtuigcabine waarin onderzoek kan worden<br />

gedaan naar het comfort van passagiers<br />

tijdens lange vluchten en een rijsimulator voor<br />

‘Met de term ‘permanent’ zetten kappers hun<br />

klanten voortdurend <strong>op</strong> het verkeerde been.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Effects of Disorder<br />

on the Charge Transport and Recombination in<br />

Organic Light-Emitting Diodes’ van Siebe van<br />

Mensvoort)<br />

‘Het lijkt haast wel of denken blijft lukken zo<br />

lang men er maar mee doorgaat.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Dispersion in Surface<br />

Waters’ van Gerrit van Dam)<br />

onderzoek naar auto’s die met elkaar communiceren:<br />

samen vormen de <strong>op</strong>stellingen<br />

het nieuwe Simulation Lab van de faculteit<br />

Industrial Design. Dr. Jacques Terken van de<br />

groep User Centered Engineering is supervisor<br />

van het onderzoeksproject bij ID waarvoor de<br />

rijsimulator is aangeschaft. Het onderzoek,<br />

onderdeel van een subsidieprogramma van het<br />

ministerie van Economische Zaken, richt zich<br />

<strong>op</strong> auto’s die met elkaar communiceren. Terken<br />

beschrijft een voorbeeld waarbij auto’s vlak<br />

achter elkaar rijden, de voorste onverwachts<br />

remt en dit communiceert naar de volgers,<br />

die daar<strong>op</strong> óók automatisch afremmen. Het<br />

systeem is gebaseerd <strong>op</strong> cruise control-technologie.<br />

De gedachte is dat hiermee wellicht files<br />

te voorkomen zijn. De menselijke aspecten die<br />

van invloed zijn <strong>op</strong> het gebruik van dergelijke<br />

systemen worden in het lab onderzocht.<br />

ZELFASSEMBLAGE VAN GUANOSINE<br />

Onderzoekers van <strong>TU</strong>/e-faculteit Scheikundige<br />

Technologie zijn erin geslaagd de zelfassem-<br />

‘Lego has created more engineers than any<br />

marketing campaign.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Responsive Liquid<br />

Crystal Networks’ van Casper van Oosten)<br />

‘We should be getting really worried when the<br />

climate st<strong>op</strong>ped changing.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Planar Beam-Forming<br />

Antenna Array for 60-GHz Broadband Communication’<br />

van Iwan Akkermans)<br />

Foto: Rob Stork


Foto: Bart van Overbeeke<br />

blage van guanosine, één van de bouwstenen<br />

van ons DNA, tot in detail te controleren.<br />

Hiermee komen de onderzoekers, onder leiding<br />

van prof.dr. Bert Meijer, weer een stap dichterbij<br />

de bouw van kunstmatige supramoleculaire<br />

structuren. Hun onderzoeksresultaten werden<br />

in april gepubliceerd <strong>op</strong> de site van Nature<br />

Chemistry. Zelfassemblage, waarbij moleculen<br />

uit zichzelf bepaalde structuren vormen, is door<br />

de natuur in hoge mate geperfectioneerd: ook<br />

in ons lichaam voeren talloze nanomachientjes<br />

de hun toebedeelde taken uit, zoals het<br />

transporteren van stoffen door lichaamscellen.<br />

Onderzoekers proberen <strong>op</strong> kunstmatige wijze<br />

vergelijkbare moleculaire machines creëren, die<br />

de weg vrij kunnen maken voor massaproductie<br />

van nanomaterialen, nanogeneesmiddelen<br />

en nano-elektronica. De Eindhovense onderzoekers,<br />

die samenwerkten met twee onderzoekers<br />

van de <strong>Universiteit</strong> Utrecht, maakten<br />

gebruik van de elektrische Coulombkracht<br />

tussen positief en negatief geladen ionen om<br />

de guanosinemoleculen (de letter ‘G’ van het<br />

genetische alfabet) bij elkaar te brengen. De<br />

moleculen verzamelden zich rondom een positief<br />

geladen kaliumion, waar ze bindingen met<br />

elkaar aangaan en een zogeheten G-quadruplex<br />

(bestaande uit vier moleculen) vormen. Deze<br />

quadruplexen klonteren <strong>op</strong> hun beurt weer<br />

samen – afhankelijk van de aard van de vloeistof<br />

waarin ze zich bevinden, zo toonden de<br />

<strong>TU</strong>/e’ers aan. De verwachting is dat deze methode<br />

nieuwe deuren <strong>op</strong>ent voor het reguleren<br />

van zelfassemblerende structuren.<br />

PERSPECTIEFPRIJS 2009<br />

Onderdeel van de uitreiking van de<br />

Academische Jaarprijzen van de <strong>TU</strong>/e is,<br />

voor het tweede jaar, de uitreiking van de<br />

Ir. Jasper Winkes, winnaar van de <strong>TU</strong>/e Perspectiefprijs 2009.<br />

FOM-PRIJS VOOR<br />

VAN DE SANDEN<br />

De FOM Valorisatie Prijs 2009 is in mei<br />

toegekend aan prof.dr.ir. Richard van de<br />

Sanden, hoogleraar Plasma & Materials<br />

Processing aan de faculteit <strong>Technische</strong><br />

Natuurkunde. Hij ontvangt de prijs, ter<br />

waarde van een kwart miljoen, voor zijn<br />

onderzoek <strong>op</strong> het gebied van plasma depositie<br />

technologieën en zijn actieve rol in het<br />

benutten van deze kennis door verschillende<br />

industriële partners. De prijs, die de<br />

Stichting voor Fundamenteel Onderzoek<br />

der Materie dit jaar voor het eerst uitreikt,<br />

dient als inspirerend voorbeeld voor andere<br />

onderzoekers, zodat zij meer oog<br />

krijgen om kansen te zien voor benutting<br />

van de kennis die zij <strong>op</strong>doen met hun onderzoek.<br />

Van de Sanden (45), sinds 1990 werkzaam<br />

aan de <strong>TU</strong>/e, won in het verleden al<br />

verschillende wetenschappelijke prijzen.<br />

Productieve samenwerkingsverbanden met<br />

een grote verscheidenheid aan bedrijven<br />

leverden al negentien gezamenlijke octrooiaanvragen<br />

<strong>op</strong>. Volgens de selectiecommissie<br />

van FOM is Van de Sanden ‘een meester<br />

<strong>TU</strong>/e Perspectiefprijs. De prijs bestaat uit<br />

een geldbedrag van 5000 euro en een oorkonde<br />

en werd toegekend aan het project<br />

met het meeste toekomstperspectief. Voor de<br />

<strong>TU</strong>/e Perspectiefprijs gaven drie kandidaten<br />

een presentatie: ir. Sibrecht Bouwstra van<br />

Industrial Design, dr.ir. Marcel van ’t Veer van<br />

Biomedische Technologie en ir. Jasper Winkes<br />

van Werktuigbouwkunde. Bouwstra richtte<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

in het schakelen tussen zijn fundamentele<br />

fysische kennis en technologische uitdagingen<br />

waarmee hij vanuit de industrie geconfronteerd<br />

wordt’. De uitreiking van de prijs vindt<br />

later dit jaar plaats.<br />

zich <strong>op</strong> het verbeteren van de leefomgeving<br />

van te vroeg geboren baby’s; ze ontwikkelde<br />

een babypakje waarin sensoren voor het meten<br />

van lichaamsfuncties draadloos zijn verwerkt.<br />

Van ’t Veer promoveerde <strong>op</strong> een geavanceerde<br />

methode voor het meten van bloedstromen.<br />

Hiermee helpt hij hartspecialisten een juiste<br />

diagnose te stellen bij onder meer aderverkalking.<br />

De winnaar werd uiteindelijk ir. Jasper<br />

Winkes die de ‘Double Combustion Pile Driver’<br />

ontwikkelde, een innovatieve methode om<br />

palen te heien. Het brandstofverbruik gaat<br />

erdoor omlaag, maar ook hebben gebruikers<br />

en omwonenden minder last van roet en<br />

lawaai. De jury, onder voorzitterschap van<br />

Bouwkundedecaan prof.ir. Jan Westra, sprak<br />

van een innovatief en duurzaam ontwerp, dat<br />

een duidelijke bijdrage levert aan het wegnemen<br />

van ongewenste zaken zoals geluidsoverlast<br />

bij heiwerkzaamheden – zoals recent bij<br />

het Philips-stadion in Eindhoven. De juryleden<br />

noemden de presentatie van Winkes, directeur<br />

van zijn eigen bedrijf Fistuca, bovendien zeer<br />

professioneel. Daarmee liet hij volgens hen<br />

duidelijk zien dat hij zijn product ook echt in de<br />

markt wil gaan zetten.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 2 3


2 4<br />

UFe<br />

Studenten van de<br />

sectie Bouw- en<br />

Uitvoeringstechniek<br />

bezochten gebouwen<br />

van culturele<br />

en historische<br />

betekenis.<br />

Bouwen in Rusland<br />

Na maanden van voorbereiding vertrokken in maart een<br />

kleine dertig bouwkundestudenten en drie docenten voor een<br />

studiereis naar Rusland. De studiereiscommissie van SUPport,<br />

(sectie Bouw- en Uitvoeringstechniek) is er in geslaagd voor de<br />

deelnemers een gevarieerd programma samen te stellen. Het<br />

<strong>Universiteit</strong>s Fonds Eindhoven sponsorde de reis. ‘Het streven<br />

is altijd een mooie reis te verzorgen die zowel in bouwkundig<br />

als in cultureel <strong>op</strong>zicht interessant is’, aldus Jacco Hulsen,<br />

commissaris van de studiereis.<br />

Uiteindelijk is de keuze <strong>op</strong> Moskou en St.<br />

Petersburg gevallen. In beide steden zijn<br />

veel belangrijke plekken en gebouwen te<br />

vinden die van culturele en historische<br />

betekenis zijn. Hulsen: ‘Ook worden<br />

er nu bouwprojecten gerealiseerd die<br />

voor Eur<strong>op</strong>a grensverleggend zijn. Door<br />

tussenkomst van een studente die de<br />

Russische taal spreekt, hadden we de<br />

mogelijkheid direct contact te leggen<br />

met universiteiten, bedrijven en andere<br />

instellingen, waardoor er gemakkelijker<br />

een goede invulling aan het programma<br />

gegeven kon worden.’<br />

Helemaal vrijblijvend is de studiereis niet.<br />

Jacco Hulsen:’Aan de reis zijn casestudies<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

verbonden die per tweetal uitgewerkt<br />

moeten worden. Uiteraard hebben de<br />

onderwerpen te maken met bouwen in<br />

Rusland en is het zaak om tijdens de<br />

presentaties en excursies flink wat informatie<br />

te verzamelen om het onderzoek zo<br />

goed mogelijk in te kunnen vullen en uit<br />

te werken tot een artikel.’<br />

In Rusland is de groep van SUPport overal<br />

even hartelijk en gastvrij ontvangen.<br />

‘Iedereen nam ruim de tijd voor ons,<br />

men liet met trots de projecten zien en<br />

vaak stond ook nog de lunch klaar’, zegt<br />

Hulsen. Op de universiteiten in beide<br />

steden zijn vriendschappelijke contacten<br />

gelegd, er is kennis uitgewisseld en men<br />

heeft kunnen rondkijken in de vele laboratoria.<br />

En natuurlijk werden de culturele<br />

hoogtepunten in beide steden niet overgeslagen.<br />

Het was een zeer intensieve, indrukwekkende<br />

en leerzame reis, waar alle deelnemers<br />

met genoegen <strong>op</strong> terugkijken. Een<br />

reis die, volgens Hulsen, geleerd heeft<br />

dat bouwen, zeker in Rusland, nauw verweven<br />

is met de geschiedenis, de politiek<br />

en de cultuur van het land.<br />

Tot slot merkt hij <strong>op</strong> dat het belangrijk is<br />

voor studenten om studiereizen te maken<br />

en dat hij ho<strong>op</strong>t dat er organisaties, zoals<br />

het UFe, zullen zijn die hen daarbij ondersteunen.<br />

‘Een studiereis voegt iets extra’s<br />

toe aan een studie, zoals Bouwkunde,<br />

waarin je veelal studeert vanuit boeken.<br />

Hier zie je het in de praktijk. De excursies<br />

waren zo divers dat we het hele proces<br />

van ontwerp tot en met uitvoering gezien<br />

hebben. Daarbij is het goed dat je als<br />

student ook over de grenzen heen kijkt<br />

en met de verschillen in (bouw)cultuur in<br />

aanraking komt.’<br />

Nieuwsgierig geworden naar de studiereis<br />

van SUPport? Lees dan het reisverslag<br />

<strong>op</strong> www.supporttue.nl.


ONDERZOEK<br />

Rector prof.dr.ir. Hans<br />

van Duijn heeft half mei<br />

de eerste vier High<br />

Potential Research<br />

Programs van de<br />

<strong>TU</strong>/e bekendgemaakt.<br />

Deze<br />

multidisciplinaire<br />

programma’s<br />

krijgen van de<br />

<strong>TU</strong>/e elk een<br />

subsidie van<br />

een miljoen<br />

euro, verspreid<br />

over vier<br />

jaar.<br />

High Potential<br />

Research Programs<br />

De High Potential Research Programs vormen voor de<br />

<strong>TU</strong>/e een nieuwe manier om vernieuwende en risicovolle<br />

multidisciplinaire onderzoeksprogramma’s van bij voorkeur<br />

jonge hoogleraren en universitair hoofddocenten te<br />

stimuleren. De nieuwe stimuleringsregeling voor onderzoek<br />

komt in de plaats van de jaarlijkse financiële ondersteuning<br />

aan de acht profileringsgebieden van de <strong>TU</strong>/e.<br />

Volgens het College van Bestuur bood die oude regeling<br />

te weinig mogelijkheden om het onderzoek <strong>op</strong> centraal<br />

niveau te sturen. Met deze nieuwe regeling – waar dit<br />

jaar een miljoen euro voor beschikbaar is, maar welk bedrag<br />

men de komende jaren wil <strong>op</strong>hogen tot tweeënhalf<br />

miljoen – verwacht het CvB dat dat beter mogelijk is. De<br />

programma’s dienen zich de komende vier jaar zodanig<br />

te ontwikkelen dat ze een nationale en waar mogelijk<br />

internationale positie verwerven. Bij succes komen ze in<br />

aanmerking voor nog eens vier jaar subsidie.<br />

Innovatief<br />

Bij voorkeur zullen de programma’s getrokken worden<br />

door jonge hoogleraren en UHD’s. Op termijn moet<br />

ook het verwerven van externe fondsen mogelijk zijn,<br />

evenals deelname in externe onderzoeks- en innovatieprogramma’s.<br />

Elk initiatief moet inhoudelijk voldoende<br />

‘massa’ hebben om wetenschappelijk te kunnen uitblinken<br />

en <strong>op</strong> termijn tot innovatieve toepassingen<br />

te leiden. Ook zou er een gespecialiseerde minor of<br />

mastertrack uit kunnen voortvloeien. Uitgroeien tot een<br />

autonoom instituut of onderzoeksschool behoort ook<br />

tot de mogelijkheden.<br />

Gehonoreerde voorstellen<br />

Dr.ir. Arjen Bogaerds en prof.dr.ir. Frans van de<br />

Vosse (Biomedische Technologie) zullen het project<br />

‘Blood in motion’ leiden, waarin onderzoekers van<br />

de faculteiten BMT, <strong>Technische</strong> Natuurkunde (TN) en<br />

Werktuigbouwkunde (W) de handen ineenslaan om de<br />

processen rond de stolling van bloed te doorgronden.<br />

Prof.dr. Emile Aarts (Industrial Design) presenteerde<br />

‘I-lighting the World’, een samenwerkingsverband<br />

tussen zes faculteiten met als doel intelligente verlichting<br />

te ontwikkelen. Supersnelle en energiezuinige<br />

<strong>op</strong>tische chips <strong>op</strong> basis van de nieuwste lichtbronnen<br />

staan centraal in het project van prof.dr. Andrea Fiore<br />

(TN), die hiervoor samenwerkt met onderzoekers van<br />

Elektrotechniek. Tot slot richt programmaleider prof.<br />

dr. Rint Sijbesma (Scheikundige Technologie) zich met<br />

collega’s van TN en W <strong>op</strong> het ontwikkelen van polymeren<br />

met de bijzondere eigenschappen van biologische<br />

materialen, met medische toepassingen als ‘tissue engineering’<br />

in het achterhoofd. Uit de dertien ingediende<br />

voorstellen wordt <strong>op</strong> korte termijn nog een vijfde<br />

voorstel gehonoreerd. In het najaar volgt een nieuwe<br />

ronde, zodat <strong>op</strong> termijn jaarlijks tweeënhalf miljoen<br />

euro zal worden gestoken in de High Potential Research<br />

Programs.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 2 5


Foto’s: Vincent van den Hoogen<br />

2 6<br />

DE VONK<br />

Prof.dr.ir. Koos Rooda (64)<br />

Hoogleraar<br />

Systems Engineering<br />

Hoogleraar met een<br />

hart voor wiskunde<br />

Groninger Koos Rooda, <strong>op</strong>geleid als levensmiddelentechnoloog in Wageningen, is<br />

sinds 1985 verbonden aan de <strong>TU</strong>/e-faculteit Werktuigbouwkunde. In zijn lo<strong>op</strong>baan<br />

begeleidde hij zo’n 350 afstudeerders en meer dan 30 promovendi. In 2010 gaat<br />

Rooda met emeritaat.<br />

‘Ik ben geboren in Middelstum, een dorp <strong>op</strong> het<br />

Groningse Hogeland. Ik kom uit een geslacht van<br />

boeren met grote landerijen en eigen personeel. De<br />

lagere school heb ik doorl<strong>op</strong>en <strong>op</strong> de dorpsschool,<br />

maar voor het zesde jaar ging ik naar Groningen, om<br />

te wennen aan de overgang van het platteland naar de<br />

stad. Later <strong>op</strong> de RHBS in Groningen ging ik studeren<br />

leuk vinden. Ik las graag boeken, hield van wiskunde<br />

en was lid van de schoolschaakclub. In de vijfde klas<br />

ging ik <strong>op</strong> kamers, bij een hospita. In de zomermaanden<br />

werkte ik thuis mee <strong>op</strong> het land. Mooi weer, altijd<br />

buiten, prachtige vergezichten. Ik was de oudste zoon,<br />

maar boer worden was niets voor mij. De wereld heeft<br />

meer te bieden dan zo’n vrij statische dorpsgemeenschap.<br />

Studeren was geen onbekend fenomeen in onze<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

familie. Ik schreef me in aan de Landbouwhogeschool<br />

van Wageningen. Want wie weet zou ik ooit terugkomen<br />

<strong>op</strong> mijn besluit om geen boer te worden! Ik koos<br />

Levensmiddelentechnologie. Oneerbiedig gezegd: hoe<br />

moet je d<strong>op</strong>erwten in blik st<strong>op</strong>pen. Die studie bleek niet<br />

mijn ding: te empirisch en te praktisch, terwijl ik juist de<br />

achterliggende principes wil begrijpen. Wat ik wel leuk<br />

vond, waren de wiskundevakken.<br />

Studententijd<br />

Ik heb een mooie studententijd gehad. Ik was lid van<br />

het corps en woonde in een corpshuis. Wageningen<br />

was een beetje een Tweestromenland. Groningers en<br />

Zeeuwen versus de biologisch-dynamische geitenharen<br />

sokken. Hard werken en leuke feesten, maar ook


nog genoeg tijd om veel te lezen en me te verdiepen<br />

in de samenleving. Zo ben ik in 1969 naar het bezette<br />

Maagdenhuis in Amsterdam gereisd, als een observerende<br />

belangstellende. Ik praatte met studentenleiders<br />

om er achter te komen wat hen bezielde. Zelf was ik<br />

voor noch tegen. Ik ben in hart en nieren een liberaal<br />

en hield me meestal wat <strong>op</strong> afstand. Wel was ik lid van<br />

de Studentenweerbaarheid. Zo heb ik het huwelijk van<br />

Beatrix en Claus in 1966 in Amsterdam nog meegemaakt.<br />

Voor alle duidelijkheid: niet aan de kant van de<br />

rookbommengooiers. We namen in onze uniformen en<br />

met geweer <strong>op</strong> de schouder deel aan de parade. Maar<br />

fanatiek waren we helemaal niet: bij ons waren er zelfs<br />

dienstweigeraars lid. Het ging om de gezelligheid: wat<br />

schieten en borrelen.<br />

Twente<br />

In Wageningen heb ik vanaf 1968 leren werken <strong>op</strong> een<br />

IBM 1620, een mooie wetenschappelijke computer. Ik<br />

leerde programmeren in de computertaal Fortran. Later<br />

heb ik in Eindhoven een cursus gevolgd in ALGOL60,<br />

de taal die Edsger W. Dijkstra onderwees. Na mijn<br />

ROODA: ‘Conceptueel moeilijke<br />

problemen in systemen met parallelle<br />

processen <strong>op</strong>lossen vind ik leuk.’<br />

afstuderen werd ik getipt dat de Twentse hoogleraar<br />

werktuigbouwkunde Cor Jonkers <strong>op</strong> zoek was naar een<br />

medewerker. Ik werd aangenomen en kreeg ook het<br />

aanbod om te promoveren. Twente was fantastisch.<br />

Jonkers had de cultuur van Philips Natlab in zijn sectie<br />

geïntroduceerd: jonge medewerkers mochten zonder<br />

strikte <strong>op</strong>dracht aan de slag. Ik ben me gaan verdiepen<br />

in procescomputers. Mijn promotieonderzoek ging<br />

over schokgolven die <strong>op</strong>treden wanneer je een schuif<br />

van een silo <strong>op</strong>entrekt. Dat kan leiden tot explosies.<br />

Achteraf viel het onderwerp nogal tegen, het was intellectueel<br />

niet erg prikkelend. Maar ik had a gezegd, dus<br />

geen gedonder. Afmaken! Na mijn promotie, zo dacht<br />

ik, zou ik een baan gaan zoeken in de industrie. Mijn<br />

promotor bood me aan in Twente te blijven als wetenschappelijk<br />

medewerker. Onderzoek aan transportsystemen<br />

leek me interessant: ik kon er mijn kennis van<br />

unit <strong>op</strong>erations als levensmiddelentechnoloog en mijn<br />

wiskundige- en computerervaring in kwijt. Ik mocht naar<br />

Duitsland, Japan en Amerika om die systemen te bestuderen.<br />

Na een tijdje wilde ik er graag mijn eigen draai<br />

aan geven. Ik ontwierp een simulatie softwarepakket.<br />

Ik beet me onder andere vast in een probleem van de<br />

Bloemenveiling Aalsmeer. Daar was men al een jaar aan<br />

het rekenen aan een capaciteitsprobleem en ze kwamen<br />

er niet uit. Als je een systeem wilt verbeteren, moet je<br />

namelijk ook de techniek kunnen verbeteren. De apparatuur<br />

moet je niet als een black box beschouwen.<br />

Na een paar weken had ik het probleem <strong>op</strong>gelost en dat<br />

gaf een kick. De kick van de ingenieur. Daarna wisten<br />

bedrijven met specifieke problemen mij te vinden: van<br />

de zuivelindustrie en broodfabrieken tot de havens<br />

van Rotterdam. Conceptueel moeilijke problemen in<br />

systemen met parallelle processen <strong>op</strong>lossen vond ik<br />

leuk. Van deze systemen maakte ik modellen. Maar er<br />

begon iets bij mij te knagen.Vakgebieden als Operations<br />

Research konden beschikken over onderbouwende wiskunde,<br />

maar die had ik niet. Met algebra bijvoorbeeld<br />

bouw je een model, waarmee je kunt redeneren met<br />

symbolen in plaats van met getallen. Hoe kwam het dat<br />

er voor mijn vak niet zo’n wiskunde bestond? Het is lang<br />

een intrigerende vraag gebleven.<br />

Eindhoven<br />

Medio jaren tachtig zocht de <strong>TU</strong> Eindhoven een hoogleraar<br />

Bedrijfsmechanisatie. De nieuwe leerstoel heette<br />

officieel ‘Automatisering van de Produktie’. Deze benaming<br />

vond ik fout: automatisering is een middel, geen<br />

doel. Want het gaat altijd om het doel, dan de processen<br />

en dan de middelen. Wat wil je, hoe wil je het en<br />

waarmee wil je het bereiken? Vele problemen kun je<br />

langs die drieslag in kaart brengen. Ik schreef een brief<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 27


2 8<br />

DE VONK<br />

waarin ik duidelijk maakte dat ik geen constructeur was.<br />

Ik wilde vooral nadenken over de samenhang van processen.<br />

Ik was een conceptuele man en dat paste bij de<br />

trend naar een meer theoretische onderbouwing van de<br />

faculteit. Jan Janssen was destijds decaan en zag mij wel<br />

zitten. En aldus geschiedde. In Eindhoven kwam ik Dick<br />

van Campen weer tegen, die ik goed kende uit Twente.<br />

Vanaf 1985 ging ik <strong>op</strong> zoek naar de wiskundige onderbouwing<br />

van het vak en naar het gebruik van kwantitatieve<br />

modellen. Niet alleen meten, maar ook begrijpen<br />

hoe het van binnen werkt.<br />

Ik koos voor de academische wereld omdat ik het gewoon<br />

leuk vond om sommen <strong>op</strong> te lossen en om mijn<br />

eigen intellectuele doelen na te streven. Ik was geen<br />

ijzeren werktuigbouwkundige en ik paste in het begin<br />

niet zo bij de faculteitscultuur. Men vond het maken van<br />

modellen maar niks. Maar die kritiek verstomde, toen<br />

ik critici kon wijzen <strong>op</strong> de totaal mislukte systemen die<br />

zonder modellering gebouwd waren. Dat vond ik eerlijk<br />

gezegd wel mooi!<br />

Na mijn aantreden hier zocht ik contact met informaticus<br />

Martin Rem. Met hem heb ik veel projecten gedaan.<br />

Dat heeft geduurd tot hij rector werd en daarna hield<br />

die wetenschappelijke samenwerking jammer genoeg<br />

<strong>op</strong>. De vraag naar een onderbouwende wiskunde bleef<br />

ook in Eindhoven aan me knagen. Op een dag ben ik <strong>op</strong><br />

hoogleraar Informatica Jos Baeten afgestapt. Jos hield<br />

en houdt zich bezig met procesalgebra. Het duurde een<br />

paar jaar voordat we elkaar helemaal begrepen. Onze<br />

groepen hebben samen een prachtig wiskundig bouwwerk,<br />

genaamd chi gemaakt om te kunnen redeneren<br />

over modellen. Het formalisme chi beschikt dan ook<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

ROODA: ‘Je leert zelf het meeste<br />

door er over te doceren.’<br />

over zoals dat heet een formele <strong>op</strong>erationele semantiek<br />

voor het beschrijven van modellen met zowel discrete<br />

gebeurtenissen als continue differentiale en algebraïsche<br />

vergelijkingen. Ik beleef nog steeds veel voldoening<br />

aan onze samenwerking.<br />

Doceren<br />

Ik heb altijd graag gedoceerd en geef nog steeds college<br />

in het tweede jaar. Ik ben een fan van Wilhelm<br />

von Humboldt, de Pruisische minister van Onderwijs:<br />

Einheit von Forschung und Lehre. Op een universiteit<br />

dient een medewerker zowel onderzoek te verrichten<br />

als onderwijs te geven. Niet dat het altijd zo eenvoudig<br />

is. Wanneer je pas met een nieuwe lijn van onderzoek<br />

bent begonnen, heb je er zelf nog te weinig grip <strong>op</strong> om<br />

er college over geven. Je kunt het <strong>op</strong> een suikerzakje<br />

uittekenen, maar nog niet uitleggen aan een collegezaal<br />

vol kritische jonge mensen. Je leert zelf het meeste over<br />

een onderwerp door er over te doceren.<br />

Het is de bedoeling dat aan de universiteit ontwikkelde<br />

ideeën worden toegepast; ons onderzoek is geen l’art<br />

pour l’art! Van alles wat we binnen de sectie doen, weet<br />

ik wat er <strong>op</strong> termijn praktisch mee gedaan kan worden.<br />

Als ik die toepassing niet zie, begin ik er niet aan, ook al<br />

is het vraagstuk wetenschappelijk nog zo interessant.<br />

Ik werk veel samen met de industrie en merk recentelijk<br />

dat we in een moeilijke economische tijd beland zijn.<br />

Ik heb goede contacten met onze alumni en ik zie hoe<br />

moeilijk het is voor hen om nieuwe ideeën in de industrie<br />

door te voeren.<br />

Ja is ja, nee is nee<br />

Ik vind de <strong>TU</strong>/e een prachtige universiteit. Groot genoeg<br />

voor wetenschappelijke kwaliteit, maar ook klein<br />

genoeg om je onderzoeksvrienden niet uit het oog te<br />

verliezen. Zo koester ik mijn contacten met onder andere<br />

Jos Baeten, Onno Boxma en Mark van den Brand.<br />

Ik houd van bestendigheid en loyale samenwerking met<br />

een klein groepje mensen. Samen uit samen thuis. Ik<br />

houd ook van transparantie: ja is ja, nee is nee. Ik blijf<br />

een Groninger.<br />

Ik ben nu voor de tweede keer in mijn lo<strong>op</strong>baan vicedecaan.<br />

En dat is genoeg; ik ontleen niet voldoende<br />

bevrediging aan besturen alleen. De decaan en ik vullen<br />

elkaar goed aan en samen met de directeur bedrijfsvoering<br />

vormen we denk ik een goed team.<br />

Volgend jaar ga ik met emeritaat. Ik vind het leven in<br />

Brabant heel plezierig. Iedere zondagochtend zit ik <strong>op</strong><br />

de racefiets en rijd ik met een fietsmaat zo’n tachtig<br />

kilometer. Ik zal na mijn emeritaat niet voorgoed teruggaan<br />

naar Groningen, want zo gehecht aan de grond<br />

ben ik nu ook weer niet.’


Nieuws<br />

Alumni<br />

NIEUWE DIRECTEUR<br />

ALUMNIBUREAU<br />

Drs. Herman van Hoeven, adjunct-<strong>op</strong>leidingsdirecteur<br />

bij de faculteit Industrial Engineering<br />

& Innovation <strong>Science</strong>s, is per 1 juni de nieuwe<br />

directeur van het Alumnibureau van de <strong>TU</strong>/e.<br />

Van Hoeven is zelf alumnus van de <strong>Universiteit</strong><br />

Utrecht, waar hij Onderwijskunde studeerde.<br />

Sinds 1989 is hij werkzaam aan de <strong>TU</strong>/e.<br />

LIFE LONG LEARNING<br />

Personal Devel<strong>op</strong>ment<br />

Voor alumni die interesse hebben om in de<br />

vertrouwde <strong>TU</strong>/e-omgeving een worksh<strong>op</strong> te<br />

volgen, biedt de <strong>TU</strong>/e een <strong>op</strong> maat gesneden<br />

aanbod aan, dat samen met het bekende trainings-<br />

en adviesbureau Schouten & Nelissen<br />

is ontwikkeld. Het betreft drie eendaagse<br />

worksh<strong>op</strong>s: ‘Leidinggeven in een technische<br />

omgeving’ <strong>op</strong> 9 oktober, ‘Professioneel<br />

communiceren voor de ingenieur’ <strong>op</strong> 23<br />

oktober en ‘Een nieuwe stap in je carrière’<br />

<strong>op</strong> 6 november. De cursussen zijn in eerste<br />

instantie gericht <strong>op</strong> ingenieurs die minder<br />

dan tien jaar geleden zijn afgestudeerd. In de<br />

worksh<strong>op</strong>s zitten gemiddeld niet meer dan<br />

twaalf personen en de aanwezigen zijn allen<br />

<strong>TU</strong>/e-ingenieurs. Voor alumni geldt een speciaal<br />

tarief. Meer informatie en aanmelden is<br />

mogelijk via www.tue.nl/alumnus en klik <strong>op</strong><br />

‘Personal Devel<strong>op</strong>ment’ onder het k<strong>op</strong>je Life<br />

Long Learning.<br />

Continuing Engineering Education<br />

Als <strong>TU</strong>/e-ingenieur bent u uitstekend <strong>op</strong>geleid<br />

om uw carrière vorm te geven en mee te werken<br />

aan het <strong>op</strong>lossen van complexe technische<br />

en maatschappelijke vraagstukken.<br />

Toch komt er voor iedereen een moment<br />

waar<strong>op</strong> nieuwe kennis en inzichten noodzakelijk<br />

worden. Lo<strong>op</strong>t u in uw werk tegen vraagstukken<br />

aan en hebt u het gevoel dat u de materie<br />

net niet voldoende ‘in de vingers’ heeft?<br />

De <strong>TU</strong>/e biedt haar alumni, tegen een gunstig<br />

intern tarief, een uitgebreid aantal cursussen<br />

aan <strong>op</strong> het gebied van programmeren, technisch<br />

wetenschappelijke software, toegepaste<br />

statistiek en dynamisch webdesign. Deze cursussen<br />

zijn praktijkgericht, kortl<strong>op</strong>end en voor<br />

kleine groepen. Praktische informatie over<br />

Foto: Paul Vermeulen<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Drs. Herman van Hoeven.<br />

programma’s, aanmelding en deelname als<br />

alumnus vindt u <strong>op</strong> www.tue.nl/alumnus, klik<br />

<strong>op</strong> ‘Continuing Engineering Education’ onder<br />

het k<strong>op</strong>je Life Long Learning.<br />

VERLOREN ZIELTJES<br />

TERUG OP DE <strong>TU</strong>/e<br />

De Vereniging van Verloren Zieltjes (VVZ),<br />

een jaarclub <strong>op</strong>gericht in 1961, heeft een<br />

harde kern van een kleine tien personen die<br />

nog steeds bij elkaar komt. Het bijzondere<br />

aan deze jaarclub was indertijd dat wanneer<br />

een lid zich verloofde de status van ‘verloren<br />

zieltje’ werd omgezet in een erelidmaatschap.<br />

Wellicht dat alumni zich nog herinneren dat<br />

deze jaarclub elkaar wekelijks trof in café de<br />

Oude Vlek aan de Stratumsedijk in Eindhoven.<br />

Informatie over onderzoek naar toepassing van<br />

hightech technologie bij vroeggeboren baby’s was<br />

onderdeel van het bezoek van de VVZ aan ID.<br />

Recent heeft deze jaarclub een bezoek gebracht<br />

aan de <strong>TU</strong>/e waar de oude banden met prof.<br />

dr.ir. Jeu Schouten, de decaan van de faculteit<br />

Industrial Design, <strong>op</strong> hartelijke wijze weer<br />

aangehaald werden.<br />

SPORTKAART VAN DE <strong>TU</strong>/e<br />

Als u langer dan één jaar bent afgestudeerd<br />

en in Alumninet staat geregistreerd, kunt u bij<br />

het Sportcentrum voor 150 euro per collegejaar<br />

een sportkaart k<strong>op</strong>en. U dient dan wel uw<br />

identiteitsbewijs te tonen. Met de sportkaart<br />

kun u gebruikmaken van de sportfaciliteiten<br />

van het Studenten Sportcentrum (SSC) met<br />

uitzondering van de sportlessen van de studenten<br />

sportverenigingen. Voor meer informatie<br />

omtrent de mogelijkheden zie www.studentensportcentrumeindhoven.nl<br />

of neem contact <strong>op</strong><br />

met de bedrijfsleider van het SSC: Peter Geurts,<br />

telefoon 040 247 3263.<br />

Contactgegevens alumnibureau<br />

Via www.tue.nl/alumnus komt u <strong>op</strong> de<br />

homepage van het Alumnibureau en krijgt<br />

u een idee wat de <strong>TU</strong>/e voor u als alumnus<br />

kan betekenen. Voor vragen kunt u het<br />

bureau bereiken via alumninet@tue.nl of<br />

via telefoon 040 247 3490. Bent u nog niet<br />

als alumnus geregistreerd? Ga dan naar de<br />

hierboven genoemde homepage en klik <strong>op</strong><br />

‘registreren als alumnus’ onder het k<strong>op</strong>je<br />

Alumninet. Hierna kunt u gebruikmaken<br />

van allerlei voordelen die de <strong>TU</strong>/e haar<br />

alumni biedt.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 29


3 0<br />

LIFE LONG LEARNING<br />

CONTINUING ENGINEERING<br />

EDUCATION<br />

Ingenieurs zijn <strong>op</strong>geleid om complexe technische<br />

vraagstukken het hoofd te bieden. Zij worden dagelijks<br />

geconfronteerd met veranderende eisen van de<br />

maatschappij. Ingenieurs managen deze constante<br />

stroom veranderingen en vertalen die naar technische<br />

<strong>op</strong>lossingen. Een bijna onmogelijke <strong>op</strong>gave; een<br />

uitdaging van wereldformaat.<br />

De technische universiteiten zorgen voor <strong>op</strong>leidingen<br />

gericht <strong>op</strong> de toekomst. Opgedane kennis en<br />

vaardigheden gaan lang mee, maar <strong>op</strong> een gegeven<br />

moment is bijscholing nodig.<br />

De constant veranderende maatschappij en de elkaar<br />

snel <strong>op</strong>volgende technologische vernieuwingen maken<br />

Life Long Learning noodzakelijk. De <strong>TU</strong> Delft staat<br />

bekend om de reguliere master<strong>op</strong>leidingen; al ruim<br />

anderhalve eeuw studeren ingenieurs af. Voor deze<br />

afgestudeerde ingenieur verzorgen wij programma’s<br />

in veel vakgebieden, zodat u zich kunt laten bijscholen.<br />

Na uw initiële studie kunt u doorstuderen in Delft.<br />

U kunt uzelf voorbereiden <strong>op</strong> de toekomst, <strong>op</strong> zowel<br />

technisch als bedrijfskundig vlak.<br />

Ik nodig u uit om de uitdaging aan te gaan en de<br />

verantwoordelijkheid voor uw toekomst te nemen.<br />

Bekijk het aanbod van Delft T<strong>op</strong>Tech, school of<br />

executive education van de <strong>TU</strong> Delft en bepaal zelf<br />

hoe uw lo<strong>op</strong>baan zich ontwikkelt.<br />

Prof.dr.ir. Jacob Fokkema<br />

Rector Magnificus <strong>TU</strong> Delft<br />

www.delft-t<strong>op</strong>tech.nl<br />

MASTERING TECHNOLOGY AND BUSINESS<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9


UFe<br />

Praktijkervaring<br />

<strong>op</strong> het racecircuit<br />

In 2002, toen het team van University Racing Eindhoven<br />

(URE) werd <strong>op</strong>gericht, was het niet meer dan een<br />

studievereniging die bestond uit vijf studenten van de faculteit<br />

Werktuigbouwkunde. Een echte auto bouwen zat er destijds nog<br />

niet in. De tijden zijn veranderd, want deze zomer zal de URE05,<br />

het vijfde <strong>TU</strong>/e-voertuig alweer, zijn entree maken <strong>op</strong> de grote<br />

Eur<strong>op</strong>ese racecircuits, tijdens de jaarlijkse Formula Student-<br />

Competitie. Een auto met een chassis van koolstofvezel dit keer.<br />

Gefinancierd door het <strong>Universiteit</strong>sfonds (UFe).<br />

Inmiddels bestaat het URE-team uit zestig<br />

mensen van uiteenl<strong>op</strong>ende faculteiten<br />

binnen de <strong>TU</strong>/e. Van Elektrotechniek,<br />

Industrial Design, <strong>Technische</strong><br />

Bedrijfskunde, <strong>Technische</strong> Natuurkunde<br />

tot Scheikundige Technologie. URE teammanager<br />

Sander Kemna: ‘URE is in de<br />

afgel<strong>op</strong>en jaren alleen maar groter geworden.<br />

Naast het bouwen en ontwikkelen<br />

van een auto gaat er veel tijd zitten in<br />

marketing, management en sponsoring.<br />

Vooral dat laatste is erg belangrijk, want<br />

we zijn allemaal arme studenten en zonder<br />

geld kunnen we helemaal niks bouwen<br />

natuurlijk. In het begin was het lastig<br />

om sponsoren te vinden, omdat niemand<br />

ons kende. Dat is nu anders. We hebben<br />

inmiddels een goede naam <strong>op</strong>gebouwd<br />

en bedrijven benaderen zelfs óns zo nu<br />

en dan, omdat ze het leuk vinden om mee<br />

te werken.’<br />

Leerervaring<br />

Nadat de auto in eigen land gepresenteerd<br />

wordt aan alle sponsoren en een<br />

aantal geïnteresseerde teams, gaan<br />

ongeveer dertig teamleden ermee naar<br />

de racecircuits Silverstone in Engeland,<br />

Hockenheim in Duitsland en Riccardo<br />

Paletti in Italië. Wereldwijd zijn er meer<br />

dan 450 teams waarvan per race rond<br />

de negentig teams deelnemen aan deze<br />

Formula Student-Competitie. Dat betekent<br />

uiteraard racen, maar daarnaast<br />

gaat het vooral om de auto en alles wat<br />

daarbij komt kijken. Het presenteren van<br />

het hele businessplan, de wegligging, de<br />

acceleratie en uiteraard de nieuwste ontwikkelingen<br />

<strong>op</strong> het gebied van gebruikte<br />

materialen en milieuvriendelijkheid. Voor<br />

alle onderdelen kunnen punten worden<br />

gehaald, met een totaal te behalen score<br />

van duizend. Geldprijzen zijn er niet.<br />

Kemna: ‘Je doet het voor eer en voor de<br />

leerervaring. Daarom is dit evenement<br />

ook zo belangrijk. <strong>TU</strong>/e-studenten krijgen<br />

de mogelijkheid om praktijkervaring <strong>op</strong><br />

te doen en dat is erg nuttig bij het zoeken<br />

naar een baan straks. Autobedrijven als<br />

Toyota en Honda en Formule 1-teams als<br />

BrawnGP komen zelfs speciaal naar de<br />

circuits om monteurs en ingenieurs te<br />

rekruteren.’<br />

Beste ontwerp<br />

Vorig jaar won het URE-team in het<br />

Engelse Silverstone de eerste prijs voor<br />

het beste ontwerp, toen ze aankondigden<br />

dat ze niet alleen de buitenkant,<br />

maar het hele chassis van carbon fiber<br />

(koolstof vezel) wilden gaan maken. Het<br />

materiaal is niet alleen sterk, maar het<br />

weegt bovendien ook nog eens helemaal<br />

niks. Ideaal voor een snelle raceauto<br />

dus. Het vervaardigen ervan is alleen een<br />

tijdrovend en zeer prijzig proces. Vandaar<br />

dat ze het UFe vroegen om een bijdrage<br />

te leveren. Kemna: ‘Ze waren meteen<br />

enthousiast. Het heeft ons maanden en<br />

bloed, zweet en tranen gekost om het<br />

te maken, maar het is gelukt. Twee jaar<br />

geleden waren we nog de eersten met<br />

een aluminium binnenwerk. Dat geeft een<br />

beetje weer hoe snel de ontwikkelingen<br />

gaan <strong>op</strong> dit gebied. We zijn nu alweer aan<br />

het nadenken over een hybride aandrijving<br />

voor de auto van volgend jaar, want<br />

ook <strong>op</strong> milieuvriendelijkheid wordt gelet.<br />

Komend jaar gaan we in samenwerking<br />

met Vredestrein de banden zelf ontwikkelen<br />

en zijn we van plan om ook de velgen<br />

van koolstof vezel te maken. Enkele<br />

teams hadden dat afgel<strong>op</strong>en jaar al.<br />

Zover zijn ze zelfs bij de officiële Formule<br />

1 nog niet eens.’<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 31


3 2<br />

ONDERZOEK<br />

Schone brandstof<br />

uit een blok metaal<br />

Willen we straks allemaal <strong>op</strong> waterstof rijden, dan moeten we<br />

deze schone brandstof compact, veilig en lichtgewicht kunnen<br />

<strong>op</strong>slaan. Dr. Paul Vermeulen zette een flinke stap naar een<br />

<strong>op</strong>slagsysteem gebaseerd <strong>op</strong> magnesium en titaan. Eind maart<br />

promoveerde hij <strong>op</strong> zijn onderzoek naar waterstof<strong>op</strong>slag.<br />

We moeten naar een schone en<br />

duurzame energievoorziening. Daar<br />

lijkt iedereen nu wel van overtuigd.<br />

Windmolens, zonnecellen, eventueel<br />

biomassa en <strong>op</strong> termijn kernfusie moeten<br />

samen in onze energiebehoefte gaan<br />

voorzien. Maar met het <strong>op</strong>wekken van<br />

energie zijn we er nog niet: het moet ook<br />

<strong>op</strong>geslagen worden, in auto’s bijvoorbeeld.<br />

Een waterstofauto is een veelbelovende<br />

<strong>op</strong>tie.<br />

Het klinkt ook prachtig: waterstofkernen<br />

worden in een brandstofcel in contact<br />

gebracht met zuurstof uit de lucht, in<br />

Close-up van de elektrochemische meetcel<br />

om het waterstofgehalte van dunne metaalfilms<br />

nauwkeurig te bepalen.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

een reactie waarbij slechts schoon water<br />

en de benodigde energie vrijkomen. Het<br />

is echter niet eenvoudig om waterstof<br />

veilig en compact <strong>op</strong> te slaan. Er bestaan<br />

gasflessen waarin waterstof onder een<br />

druk van achthonderd atmosfeer is samengeperst,<br />

maar het volume dat deze<br />

flessen innemen, blijft onpraktisch groot.<br />

Bovendien kost het veel energie om de<br />

waterstof zo extreem samen te persen.<br />

Door waterstof vloeibaar te maken,<br />

wordt de dichtheid tot zeventig gram per<br />

liter <strong>op</strong>geschroefd, maar daarvoor moet<br />

het tot zeer lage temperatuur worden afgekoeld<br />

– bij atmosferische druk zelfs tot<br />

-253 graden Celsius.<br />

Metaalhydride<br />

In de sectie ‘Energy Materials and<br />

Devices’ van de capaciteitsgroep<br />

Anorganische Chemie en Katalyse van<br />

de faculteit Scheikundige Technologie<br />

wordt daarom onderzoek gedaan naar<br />

een veelbelovende vorm van waterstof<strong>op</strong>slag:<br />

in de vorm van metaalhydrides.<br />

Metaalhydrides maak je door waterstofgas<br />

– normaal bestaand uit moleculen<br />

van twee atomen – als losse atomen in<br />

een metaalrooster te brengen. Opslag<br />

van waterstof in een metaalhydride is<br />

daarmee veel veiliger dan <strong>op</strong>slag in de<br />

vorm van het bijzonder explosieve waterstofgas.<br />

Bovendien bespaart het – verrassend<br />

genoeg – veel ruimte.<br />

Hoe kan het dat je waterstof compact en<br />

licht kunt <strong>op</strong>slaan door het door een metaal<br />

te laten absorberen? ‘Ja, dat klinkt<br />

misschien vreemd’, geeft Vermeulen toe.<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

‘Het grote verschil is dat je het <strong>op</strong>slaat<br />

in de vorm van atomair waterstof. In<br />

waterstofmoleculen kun je de waterstofatomen<br />

niet zo dicht bij elkaar brengen,<br />

maar door de invloed van het metaal is<br />

dat wel mogelijk.’ Dat effect blijkt ruimschoots<br />

<strong>op</strong> te wegen tegen het extra<br />

gewicht van het metaal. ‘We hebben natuurlijk<br />

wel voor een relatief licht metaal<br />

gekozen: magnesium.’<br />

Een van de eisen die het Amerikaanse<br />

ministerie van Energie heeft geformuleerd<br />

voor waterstof<strong>op</strong>slagsystemen is<br />

dat binnen drie minuten vijf kilo waterstof<br />

getankt kan worden. Hier ligt het<br />

voornaamste probleem met magnesium,<br />

zegt Vermeulen. ‘Magnesium neemt<br />

waterstof niet snel genoeg <strong>op</strong> en staat<br />

het ook maar heel langzaam weer af.’<br />

Bovendien laat het magnesium de waterstof<br />

pas weer los als het wordt verhit tot<br />

ongeveer driehonderd graden. Dat is niet<br />

praktisch, en daarom ging Vermeulen <strong>op</strong>


zoek naar een manier om het waterstoftransport<br />

in magnesiumhydride wat sneller<br />

te maken. ‘Je kunt dat bereiken door<br />

er andere elementen aan toe te voegen.<br />

We hebben ervoor gekozen om titaan<br />

aan het magnesium toe te voegen.’<br />

Hiervoor liet Vermeulen bij Philips – waar<br />

zijn promotor prof.dr. Peter Notten werkzaam<br />

is – met een speciale techniek<br />

dunne metaalfilms maken van een legering<br />

(mengsel) van magnesium en titaan.<br />

Deze testte hij eerst bij Philips en later<br />

aan de <strong>TU</strong>/e. Hij keek hierbij onder meer<br />

naar het verband tussen de kristalstructuur<br />

en de snelheid waarmee de film<br />

waterstof <strong>op</strong>neemt en afgeeft.<br />

‘Dit soort legeringen kan men pas sinds<br />

kort maken en alleen in dunne films.’<br />

Vermeulen geeft toe dat toepassing als<br />

<strong>op</strong>slagmateriaal voor waterstof pas haalbaar<br />

is als de magnesium-titaanlegering<br />

ook in ‘bulk’ (massief materiaal) kan<br />

worden gemaakt. ‘Maar de films vormen<br />

wel een prima testsysteem. Ze hebben in<br />

principe dezelfde eigenschappen als de<br />

bulkmaterialen.’<br />

Vermeulen kwam erachter dat toevoeging<br />

van titaan nauwelijks effect sorteerde<br />

zolang de titaanatomen minder<br />

dan vijftien procent van het totaal aantal<br />

atomen uitmaakte. Boven die vijftien<br />

procent neemt het vermogen om snel waterstof<br />

<strong>op</strong> te nemen en weer af te staan<br />

drastisch toe. Vermeulen verklaart dit<br />

door de verandering in de kristalstructuur<br />

van het hydride die <strong>op</strong>treedt als er<br />

voldoende titaan wordt toegevoegd. Het<br />

materiaal vormt dan een kristalstructuur<br />

waarin de waterstof makkelijker beweegt<br />

dan in de kristalstructuur van zuiver<br />

magnesiumhydride. Vermeulen: ‘We hebben<br />

nu bewezen dat het lichte titaan heel<br />

goed werkt, en we weten dus ook dat dit<br />

aan de veranderde kristalstructuur ligt.’<br />

Hij gebruikte röntgenstraling om aan te<br />

tonen dat de kristalstructuur inderdaad<br />

veranderde onder invloed van het titaan.<br />

Hoewel de toevoeging van titaan het<br />

transport van waterstof in het magnesium<br />

dus aanzienlijk verbeterde, moest<br />

het materiaal nog altijd flink worden verhit<br />

om de waterstof eruit los te krijgen.<br />

Vermeulen: ‘De legering van magnesium<br />

en titaan vormt samen met waterstof een<br />

heel stabiel systeem. Daardoor is het<br />

lastig om de waterstof te verwijderen. We<br />

hebben daarom gezocht naar elementen<br />

die een destabiliserende werking kunnen<br />

hebben <strong>op</strong> het systeem.’ Op basis van<br />

berekeningen koos hij voor aluminium en<br />

silicium, allebei lichtgewicht elementen.<br />

Met succes. ‘Ze zorgen er allebei voor dat<br />

de waterstof bij veel lagere temperatuur<br />

vrijkomt. Het is nog niet goed genoeg:<br />

je wilt eigenlijk bij tachtig graden alle<br />

waterstof kwijt zijn, en we zijn nu bij een<br />

derde blijven steken, maar het onderzoek<br />

wordt voortgezet. De resultaten zijn<br />

in ieder geval veelbelovend.’<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 33


Foto: Rob Stork<br />

3 4<br />

ONDERZOEK<br />

ADHD te lijf met<br />

meetmethoden<br />

en spellen<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9


Spelletjes doen om het prestatievermogen van jongeren met<br />

ADHD te verhogen. Het is slechts één van de toepassingen van<br />

biofeedback, een manier om gemeten lichaamsfuncties terug<br />

te k<strong>op</strong>pelen naar een patiënt. Elektrotechnici en industrieel<br />

ontwerpers van de <strong>TU</strong>/e werken vol<strong>op</strong> samen aan het<br />

verzamelen van lichaamsdata en de terugk<strong>op</strong>peling.<br />

Denk je aan ADHD, dan ligt de associatie<br />

met hyperactiviteit voor de hand.<br />

Een logische gedachte zou zijn dat de<br />

hersenen van mensen met deze aandoening<br />

een overmaat aan activiteit<br />

vertonen. Niets blijkt minder waar, vertelt<br />

dr.ir. Pierre Cluitmans van de faculteit<br />

Elektrotechniek. ‘Opmerkelijk genoeg<br />

is het kenmerk van ADHD-patiënten dat<br />

ze juist een ‘slaperig’ brein hebben. De<br />

theorie hierachter is dat ze zichzelf activeren.’<br />

Metingen die kenmerken als een inactief<br />

brein aanduiden, hebben hun<br />

grondslag in de neurometrie. Cluitmans:<br />

‘Neurometrie is het getalsmatig in kaart<br />

brengen van hersenfuncties. Sinds 1986<br />

zijn we hier al mee bezig aan de <strong>TU</strong>/e. Je<br />

kunt hierbij aan allerhande toepassingen<br />

denken, bijvoorbeeld kijken in welk stadium<br />

van de ziekte multiple sclerose een<br />

patiënt zit. Aan de <strong>TU</strong>/e hebben we ons<br />

onder meer geconcentreerd <strong>op</strong> epilepsie<br />

en slaap- en waakstoornissen.’<br />

Elektrotechnici komen door metingen<br />

steeds meer te weten over fysiologische<br />

functies als ademhaling, hersenactiviteit<br />

en hartritme. De resultaten van de verschillende<br />

metingen aan de <strong>TU</strong>/e worden<br />

zoveel mogelijk gecombineerd. Zo worden<br />

de resultaten van een EEG (metingen<br />

in het brein) bekeken, maar ook die van<br />

het ECG (hart), van het EMG (spieronderzoek)<br />

en zijn er GSR-metingen (huidweerstand).<br />

Verder worden ook persoonlijke<br />

gegevens meegenomen, zoals leeftijd en<br />

gewicht.<br />

Als je weet wat de kenmerken zijn<br />

van een bepaalde ziekte, dan kunnen<br />

die vervolgens met metingen worden<br />

aangetoond. Cluitmans: ‘Binnenkort<br />

gaan we hoogstwaarschijnlijk met<br />

een onderzoeksproject <strong>op</strong> het gebied<br />

van posttraumatische stress-stoornis<br />

(PTSS) aan de slag, in samenwerking<br />

met een militair ziekenhuis. Je ziet aan<br />

de buitenkant vaak niet of militairen die<br />

in Afghanistan zijn geweest, last van<br />

PTSS hebben. Met metingen kun je dat<br />

aantonen.’<br />

Samenwerking<br />

Sinds twee jaar werken de faculteiten<br />

Elektrotechniek en Industrial Design (ID)<br />

vol<strong>op</strong> samen <strong>op</strong> het gebied van biofeedback.<br />

Aan de <strong>TU</strong>/e zijn zeven mensen<br />

(industrieel ontwerpers, elektrotechnici,<br />

maar ook een psycholoog) betrokken bij<br />

een gezamenlijk project. Waar ze zich<br />

bij Elektrotechniek concentreren <strong>op</strong> de<br />

metingen, ligt bij ID de nadruk <strong>op</strong> de<br />

terugk<strong>op</strong>peling.<br />

De industrieel ontwerpers ontwikkelen<br />

De faculteiten E en ID werken <strong>op</strong> het<br />

gebied van biofeedback nauw samen<br />

spellen, verbeteren apparaten en stellen<br />

modellen <strong>op</strong>. Prof.dr.ir. Loe Feijs van<br />

ID licht toe: ‘We kwamen zo’n twee jaar<br />

geleden in contact met een bedrijf dat<br />

een ontwerp voor een EEG-cap wilde.<br />

Normaal gesproken gebeurt dat met een<br />

soort van badmuts met elektroden. Wij<br />

hebben een cap ontworpen, die je eenvoudig<br />

kunt <strong>op</strong>zetten.’ Er zitten sensoren<br />

aan, die door een gel gemakkelijk in<br />

contact komen met de hoofdhuid. Feijs:<br />

‘We wilden het onderwerp vervolgens<br />

fundamenteler aanpakken en daaruit<br />

is de samenwerking met de faculteit<br />

Elektrotechniek ontstaan. We hebben<br />

de bestaande informatie verzameld<br />

en gemodelleerd, waardoor de puzzel-<br />

stukjes meer <strong>op</strong> hun plaats vallen. We<br />

merkten verder dat sommige spellen<br />

slecht ontworpen zijn en de gebruikers<br />

onvoldoende motiveren. Daar viel nog<br />

een slag te halen.’<br />

Het idee is dat een gebruiker zichzelf<br />

aansluit <strong>op</strong> een computer. Die computer<br />

verzamelt vervolgens lichaamsdata en<br />

reageert daar met beeld en geluid <strong>op</strong>.<br />

Een geluid kan bijvoorbeeld gelijk <strong>op</strong>gaan<br />

met de hartslag.<br />

Spellen<br />

Ir. Loy Rovers, post-doc bij ID, richt zich<br />

specifiek <strong>op</strong> het ontwerp van spellen<br />

voor jongeren met ADHD. Hij ontwikkelt<br />

een schietspelletje voor jongeren tussen<br />

de acht en zestien jaar. Als ze iets<br />

goed doen, worden ze daar met een<br />

bepaald geluid of beeld voor beloond.<br />

Fouten worden afgestraft. ‘Jongeren met<br />

ADHD hebben er bijvoorbeeld moeite<br />

mee als ze eerst het bericht ‘je moet<br />

waarschijnlijk naar links’ krijgen en<br />

vervolgens het commando ‘ga nu naar<br />

rechts’. Het is dan moeilijk om de actie<br />

die in hun hoofd in gang is gezet te<br />

onderbreken. Met het spel proberen we<br />

ze daar bewust van te maken en ervoor<br />

te zorgen dat ze er hun aandacht bij<br />

houden.’<br />

Het spel moet de wil om te presteren<br />

verhogen en de gebruikers motiveren<br />

het beste uit zichzelf te halen. Dat het<br />

een schietspel is, doet er niet echt<br />

toe, evenmin als de behaalde score. In<br />

andere typen spellen zijn bijvoorbeeld<br />

juist ontspanningsoefeningen verwerkt.<br />

Psychologen in Tilburg testen het spel<br />

vervolgens <strong>op</strong> scholieren. De informatie<br />

kan de gebruiker dus door gerichte training<br />

helpen zijn of haar gedrag te veranderen<br />

en zo zijn eigen lichamelijke en<br />

psychische klachten verhelpen. Een patiënt<br />

leert bewust hoe hij of zij bepaalde<br />

lichaamsfuncties kan beïnvloeden.<br />

Dat biofeedback een erg multidisciplinair<br />

karakter heeft, bleek tijdens<br />

het dertiende jaarcongres van de<br />

Biofeedback Foundation of Eur<strong>op</strong>e dat<br />

van 24 tot en met 28 februari werd gehouden<br />

aan de <strong>TU</strong>/e. Cluitmans spreekt<br />

van een grote belangstelling vanuit verschillende<br />

vakgebieden. ‘Het congres<br />

telde meer dan 200 bezoekers, uit 23<br />

landen. Driekwart daarvan was psycholoog<br />

of psychiater, maar er waren ook<br />

fysiotherapeuten en ingenieurs.’<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 35


3 6<br />

SAMENWERKING GROOTBEDRIJF<br />

Het gedrag<br />

van water<br />

onder de lens<br />

Chips voor computers moeten steeds kleiner worden<br />

en sneller gemaakt kunnen worden. Het proces om de<br />

elektronische patronen <strong>op</strong> de wafer over te brengen, core<br />

business van ASML, moet dus ook steeds preciezer worden.<br />

Dat gebeurt bijvoorbeeld met een dun laagje water. Maar hoe<br />

houd je dat water bij elkaar? Het instituut LIME (Laboratory<br />

for Industrial Mathematics Eindhoven) van de <strong>TU</strong>/e heeft<br />

hiervoor <strong>op</strong>lossingen aangedragen.<br />

De samenwerking tussen LIME en ASML<br />

is niet nieuw. ‘Toen ik in oktober 2007<br />

bij ASML Research begon liep die al’,<br />

vertelt dr.ir. Ramin Badie, senior manager<br />

Immersion Research van ASML. ‘LIME vult<br />

het gat tussen theoretisch onderzoek en<br />

snelle antwoorden die direct toepasbaar<br />

zijn voor de industrie. Het gaat dan om<br />

het modelleren of ‘cracken’ van moeilijke<br />

bewerkingen waar wiskunde en informatica<br />

voor nodig zijn, in toegepaste<br />

situaties.’<br />

‘Afstudeerders, stagiairs en promovendi<br />

werken al vaak voor een bedrijf’, vult<br />

Een detail van de visualisatie van de numerieke<br />

berekeningen die LIME voor ASML uitvoerde.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

dr.ir. Bas van der Linden, consultant van<br />

LIME, aan. ‘Onze mensen overbruggen<br />

de periode waar het onderzoek voor een<br />

afstudeerder te diep is, en voor een promovendus<br />

te ondiep.’<br />

Immersietechnologie<br />

Eén concreet samenwerkingsproject tussen<br />

ASML en LIME willen de Badie en Van<br />

der Linden graag toelichten. ‘Onze machines<br />

brengen met een lens elektronische<br />

patronen over <strong>op</strong> de wafers, waar uiteindelijk<br />

de chips van gemaakt worden’, legt<br />

Badie uit. ‘Dat gebeurt <strong>op</strong> de nanometer<br />

nauwkeurig. Hoe verfijnder, preciezer en<br />

sneller, hoe beter.’<br />

De laatste ontwikkeling is de immersietechnologie.<br />

‘Er komt dan een laagje<br />

water tussen de lens en de wafer. Geen<br />

gewoon kraanwater, maar zeer puur<br />

water. Dit uiterst dunne laagje water<br />

maakt de informatie <strong>op</strong> de wafer nog<br />

preciezer door extra breking van het licht.<br />

Maar je verliest robuustheid. Het water is<br />

minder handelbaar. Er komt bijvoorbeeld<br />

lucht in het water, bubbels <strong>op</strong> micro- en<br />

nanoschaal, die we absoluut niet willen<br />

hebben, omdat die weer een andere<br />

breking veroorzaken. Het water heeft<br />

ons leven best lastig gemaakt. In 2003,<br />

toen de techniek net <strong>op</strong> de markt was<br />

gebracht, waren er tien tot vijftien mensen<br />

bij R&D mee bezig, inmiddels meer<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Dr.ir. Ramin Badie (l) en dr.ir. Bas<br />

van der Linden met een van de<br />

simulaties die LIME heeft gemaakt.<br />

dan vijfhonderd.’ Om het water onder de<br />

lens bij elkaar te houden heeft ASML iets<br />

bedacht: de immersiehood. ‘Het lijkt een<br />

beetje <strong>op</strong> een hoed, en in het Engels betekent<br />

‘hood’ de kap van een afzuiger of een<br />

motorkap. In de wandelgangen noemen<br />

we het onderdeel ook wel de douchek<strong>op</strong>.’<br />

Er zit enorm veel vernuft in dit kleine onderdeel.<br />

‘Het is erg ingewikkeld wat daar<br />

onder die hood gebeurt’, geeft Badie aan.<br />

‘Via een rij gaatjes wordt er lucht ingeblazen<br />

en water en lucht weer weggezogen.<br />

Het gaat om de stromingsleer van een<br />

heel dunne laag water van micro-afmetingen.<br />

Daarin spelen andere krachten een<br />

rol dan in een grotere hoeveelheid water.<br />

Bepaalde termen zijn belangrijker, andere<br />

zijn te verwaarlozen.’<br />

De processen zijn <strong>op</strong> diverse manieren<br />

te onderzoeken. ‘Door test<strong>op</strong>stellingen<br />

buiten de machine, door ouderwetse<br />

analytische formules voor de gedragingen<br />

van water en lucht, of door computermodellen.<br />

Die kunnen heel geavanceerd zijn,<br />

en nemen dan dagen in beslag. Het kan<br />

ook minder geavanceerd en dus sneller.


Daarvoor hebben we LIME gevraagd.’<br />

LIME heeft de <strong>op</strong>dracht gekregen om modellen<br />

te maken die tussen heel ingewikkelde<br />

en simpele formules inzitten. ‘Die<br />

moeten het gedrag van het water en de<br />

lucht verklaren, maar ook snelle berekeningen<br />

maken’, zegt Badie. ‘Je krijgt dan<br />

niet de complete informatie boven water,<br />

maar krijgt wel sneller vat <strong>op</strong> de materie.’<br />

De samenwerking begon rond 2007. ‘Het<br />

onderzoek heeft twee fasen doorl<strong>op</strong>en’,<br />

vertelt Van der Linden. ‘Het begon met<br />

een pilot, een kleine <strong>op</strong>dracht. Dat doen<br />

we wel vaker om te laten zien wat we<br />

kunnen. Doel was te kunnen voorspellen<br />

waar de gaatjes in de hood zich moesten<br />

bevinden. Dat is ons in drie maanden<br />

gelukt, door de stromingsleer te vereenvoudigen.’<br />

Waterdruppels<br />

Lastiger was het gedrag van de meniscus,<br />

de overgang tussen water en lucht waar<br />

een kromming in de vloeistof zit, tegen<br />

de wand aan. ‘Er wordt nog steeds niet<br />

goed begrepen wat daar precies gebeurt.<br />

Daarvoor zijn de natuurkundige modellen<br />

niet goed genoeg. En grote simulaties<br />

zouden veel te lang duren. Onze <strong>op</strong>dracht<br />

was niet: maak de simulaties zo goed mogelijk,<br />

maar: maak snelle berekeningen,<br />

die toch de werking van de hood goed<br />

voorspellen.’<br />

Punt van aandacht zijn ook de waterdruppels<br />

die af en toe onder de hood uitkomen<br />

of achterblijven <strong>op</strong> de wafer. ‘De<br />

uitdaging was een stroming te creëren<br />

zodat het water precies onder de lens<br />

blijft’, legt Van der Linden uit. ‘Ondanks<br />

de kracht die <strong>op</strong> de wafer staat en nogal<br />

wat onnauwkeurigheden veroorzaakt.’<br />

De berekening aan de hood werd tweedimensionaal<br />

uitgevoerd. ‘Het plaatje is zo<br />

dun dat dat wel kan’, zegt Van der Linden.<br />

‘Maar dat ging niet met alles. Het luchtgordijn<br />

dat loodrecht <strong>op</strong> de hood staat<br />

moesten we wel 3D berekenen. Daar ontstaat<br />

een wervel van ronddraaiende lucht.<br />

De grootte van de wervel is goed te voorspellen<br />

naar aanleiding van enkele parameters<br />

zoals breedte van het luchtgordijn<br />

en de snelheid ervan. Maar een groot<br />

aantal 3D-berekeningen daar<strong>op</strong> loslaten<br />

zou weer heel lang duren. Daarom hebben<br />

we een database gemaakt, waarmee<br />

we konden interpoleren. Deze simulator<br />

kunnen we ook automatiseren. De wervel<br />

is zo <strong>op</strong> te nemen als parameter in de 2Dberekening.’<br />

Software<br />

De <strong>op</strong>dracht is inmiddels afgerond. Het<br />

heeft geleid tot handige software die<br />

gebruikersvriendelijk is, geeft Badie aan.<br />

‘Dat was een extra eis aan het project:<br />

om een tool erbij te maken waar R&D wat<br />

mee kan.’<br />

Een nieuw project voor LIME gaat verder<br />

in <strong>op</strong> de waterdruppels langs de meniscus.<br />

‘Daar ontstaan luchtbellen van één<br />

tot tien micrometer’, zegt Van der Linden.<br />

‘We willen precies weten waarom en<br />

wanneer die ontstaan. Daarom hebben<br />

we filmpjes gemaakt van de situatie. Er<br />

zijn weinig plaatsen waar ze dat kunnen,<br />

maar dankzij onze vakgroep Image<br />

Analysing hebben we dit vrij vlot voor<br />

elkaar kunnen krijgen.’<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 37


3 8<br />

Ingenieurs leren wat<br />

ondernemen inhoudt<br />

De <strong>TU</strong>/e en de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg (UvT) hebben samen het Brabant Centre<br />

of Entrepreneurship (BCE) <strong>op</strong>gericht. Studenten van beide universiteiten kunnen<br />

er terecht om te leren wat het betekent om te ondernemen.<br />

Foto: Bart van Overbeeke SAMENWERKING MKB<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

Prof.dr. Geert Duysters (l), wetenschappelijk<br />

directeur van BCE en algemeen<br />

directeur drs. Cees Kokke.


‘Het doel is zoveel mogelijk bachelorstudenten kennis te laten<br />

maken met ondernemerschap en om masterstudenten en promovendi<br />

die interesse hebben om ondernemer te worden daar<br />

meer bagage voor te geven’, zegt drs. Cees Kokke, algemeen<br />

directeur van BCE en docent bij de <strong>TU</strong>/e-faculteit Industrial<br />

Engineering en Innovation <strong>Science</strong>s (IE&IS). ‘De <strong>TU</strong>/e levert<br />

masters af met goede vakinhoudelijke kennis en vaardigheden.<br />

Het geeft de afgestudeerden wat extra’s als ze leren wat ondernemerschap<br />

inhoudt. Dat betekent niet dat we verwachten dat<br />

iedere ingenieur een eigen bedrijf start. Zeker niet. Bestaande<br />

bedrijven hebben er ook baat bij als een ingenieur weet wat het<br />

betekent om te ondernemen’, aldus Kokke.<br />

Het BCE wordt gefinancierd door de beide universiteiten en een<br />

aantal externe partijen. De <strong>TU</strong>/e en de UvT dragen 1,5 miljoen<br />

euro bij, de partners, waaronder de provincie Noord-Brabant, de<br />

Stichting Brainport, de gemeenten Eindhoven en Tilburg en het<br />

Operationeel Plan Zuid, ondersteunen het project gezamenlijk<br />

met 3,3 miljoen euro. Vanuit de <strong>TU</strong>/e zijn Wim Bens, directeur<br />

van het <strong>TU</strong>/e Innovation Lab, en verschillende hoogleraren en<br />

docenten van de faculteit IE&IS bij het initiatief betrokken. Prof.<br />

dr. Geert Duysters van die faculteit is benoemd tot wetenschappelijk<br />

directeur.<br />

<strong>Universiteit</strong>sbrede minor<br />

De onderwijs- en voorlichtingsactiviteiten zijn afgestemd <strong>op</strong> de<br />

behoefte van de afzonderlijke instellingen. Aan de <strong>TU</strong>/e wordt<br />

voor de bachelorfase een universiteitsbrede minor ondernemerschap<br />

ontwikkeld. Het BCE borduurt hierbij voort <strong>op</strong> de minor<br />

ondernemerschap die al bestaat binnen enkele bachelor<strong>op</strong>leidingen<br />

aan de <strong>TU</strong>/e. Binnen het BCE kunnen studenten van alle<br />

bachelor<strong>op</strong>leidingen deze minor Entrepreneurship & Innovation<br />

volgen. ‘De minor wordt in het Engels verzorgd en heeft acht<br />

vakken, waaronder Intellectual Pr<strong>op</strong>erty & Innovation en New<br />

Product Devel<strong>op</strong>ment Processes’, aldus wetenschappelijk directeur<br />

Duysters. Op dit moment volgen aan de <strong>TU</strong>/e bijna honderd<br />

studenten aan ondernemerschap gerelateerde vakken in de<br />

minor. ‘Een van de doelen van BCE is dat dit er tenminste 250<br />

worden’, vertelt Kokke.<br />

Studenten ronden de minor af met een gezamenlijk multidisciplinair<br />

project met als resultaat een ondernemingsplan. Teams<br />

van verschillende <strong>op</strong>leidingen van de twee universiteiten werken<br />

samen aan vraagstukken van Brabantse mkb-bedrijven<br />

of startende bedrijven. De vragen komen bijvoorbeeld binnen<br />

via Incubator-programma’s, zoals het <strong>TU</strong>/e Innovation Lab, via<br />

Connect, dat is gericht <strong>op</strong> ict-ondernemers, of via eigen initiatief<br />

van de studenten. Duysters: ‘Het mooie van zo’n multidisciplinair<br />

project is dat je samen leert van de verschillende perspectieven<br />

die je kiest in het project. De student natuurkunde leert<br />

van de marketingstudent en andersom.’<br />

Startende bedrijven<br />

In de master kunnen studenten het keuzevak Ondernemerschap<br />

kiezen. Voor masterstudenten en promovendi die na hun studie<br />

als ondernemer aan de slag willen, is er een intensiever programma.<br />

Op dit moment volgen zo’n vijftien studenten per jaar<br />

dit Technology Entrepreneurship-programma. Per jaar l<strong>op</strong>en er<br />

zeven tot tien projecten. ‘Het doel voor 2012 is dat er honderd<br />

masterstudenten gaan deelnemen en ongeveer twintig promovendi.<br />

Het streven is dat er in 2012 vijftig projecten per jaar<br />

starten waarvan iets minder dan de helft uit het bedrijfsleven<br />

komt. En we willen graag dat dit leidt tot in ieder geval vijftien<br />

startende bedrijven’, zegt Kokke.<br />

Een voorbeeld van zo’n startend bedrijf is Validus Technologies.<br />

Dit bedrijf komt voort uit een afstudeerproject binnen het onder-<br />

nemersprogramma. Thijs Meijer, Robert Vrancken en Nico<br />

Verlo<strong>op</strong> ontwikkelden een veiligheidslabel voor bijvoorbeeld de<br />

farmaceutische industrie. Zo kan worden gecontroleerd of een<br />

medicijn wel echt is. Het label heeft vier veiligheidsniveaus, een<br />

zichtbaar, bijvoorbeeld een hologram, een onzichtbaar dat met<br />

een scanner te lezen is, een derde die alleen met complexe<br />

apparatuur is af te lezen, en een vierde unieke <strong>op</strong> basis van<br />

biometrische gegevens als een vingerafdruk.<br />

Verdieping<br />

Het programma Technology Entrepreneurship geeft masterstudenten<br />

de mogelijkheid om zich te verdiepen in bijvoorbeeld<br />

marketing, productontwikkeling, ondernemingsrecht, groei,<br />

organisatiegedrag, verko<strong>op</strong>, <strong>op</strong>erations management en human<br />

resources. Daarnaast ontwikkelen de deelnemers ondernemersvaardigheden<br />

tijdens worksh<strong>op</strong>s, zoals visie, leiderschap,<br />

communicatie, onderhandelen, doorzettingsvermogen en flexibiliteit.<br />

Kokke: ‘We nemen aan het begin en het einde van het<br />

traject een assessment af om inzicht te krijgen waar de deelnemer<br />

staat wat betreft die vaardigheden. Het individuele traject<br />

wordt afgestemd <strong>op</strong> de uitkomst daarvan. Tijdens het project<br />

staat een coach, bijvoorbeeld uit het bedrijfsleven, de studenten<br />

bij.’ Naast die onderwijsactiviteiten organiseert het BCE ook<br />

worksh<strong>op</strong>s voor docenten, waarin zij aan de hand van cases en<br />

brainstormsessies kunnen bekijken hoe zij ondernemen meer<br />

kunnen <strong>op</strong>nemen in hun eigen onderwijs. Ook is er aandacht<br />

voor initiatieven van bijvoorbeeld studieverenigingen waarin<br />

studenten kennismaken met bedrijven.<br />

‘Het bedrijfsleven kan verschillende rollen vervullen binnen<br />

BCE’, vertelt Duysters. ‘Ervaren ondernemers treden <strong>op</strong> als<br />

coach, gastspreker of docent. Een bedrijf kan een stageplaats<br />

hebben of een case inbrengen. Verder kan een ondernemer als<br />

jurylid <strong>op</strong>treden voor de competitie die wordt uitgeschreven<br />

voor de bedrijfsplannen van de studenten. De aansluiting met<br />

bedrijven is uiteraard enorm waardevol voor dit programma.’<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 39


4 0<br />

STARTERS<br />

Vijf gelijkwaardige partners heeft<br />

Unit040, een ontwerpbureau<br />

dat sinds 2006 intelligente<br />

producten maakt. Ze zijn alle<br />

vijf afgestudeerd bij Industrial<br />

Design aan de <strong>TU</strong>/e. De jonge<br />

ondernemers (allemaal rond<br />

de 25) waren tijdens hun<br />

studie benieuwd of de<br />

samenleving <strong>op</strong> hun kennis<br />

zat te wachten. Ze weten<br />

inmiddels het antwoord:<br />

nou en of.<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Vlnr: Guido van Gageldonk,<br />

Frank van Duin, Andreas<br />

Huvenaars, Jorick Huizinga,<br />

Andrik Schrijver<br />

Ontwerpbureau voor<br />

intelligente producten<br />

Unit040, gevestigd <strong>op</strong> de <strong>TU</strong>/e-campus,<br />

heeft twee specialismen, vertelt Guido<br />

van Gageldonk, één van de partners.<br />

Unit040 maakt voor klanten technische<br />

animaties, die bijvoorbeeld worden gebruikt<br />

voor interne communicatie of om<br />

investeerders technisch ingewikkelde<br />

materie eenvoudig uit te leggen. ‘Dat<br />

zijn meestal animaties van complexe<br />

systemen die we visueel begrijpelijk en<br />

inzichtelijk maken. We leggen in deze animaties<br />

bijvoorbeeld binnen een minuut<br />

de werking van een gasturbine uit. Onze<br />

technische achtergrond helpt hier erg bij.<br />

Het is voor ingenieurs natuurlijk makkelijker<br />

om grip te krijgen <strong>op</strong> deze materie.’<br />

Klanten zijn partijen als Shell, de <strong>TU</strong>/e en<br />

verschillende gemeentes.<br />

Midden <strong>op</strong> tafel het prototype<br />

van een apparaat dat traditionele<br />

bordspelen moet combineren met<br />

game-elementen.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

De andere dienst is het maken van intelligente<br />

producten. Dit doet Unit040 voornamelijk<br />

voor het midden- en kleinbedrijf.<br />

Deze ondernemingen beschikken meestal<br />

niet over een R&D-afdeling van enige<br />

omvang, omdat dit simpelweg te duur is.<br />

Toch hebben ze wel soms behoefte aan<br />

productvernieuwing. ‘Die innovaties doen<br />

wij voor ze. Hierbij beslaan we het hele<br />

traject, van idee tot prototype, inclusief<br />

vormgeving en behuizing. Voor het grootbedrijf<br />

doen we een deel van het traject,<br />

bijvoorbeeld het snel maken van een<br />

prototype, een stuk software of een printplaat.<br />

We zijn dan een onderdeel in het<br />

proces van een productvernieuwing.’<br />

Unit040 is ontstaan vanuit de faculteit<br />

Industrial Design. De vijf partners – Frank<br />

van Duin, Andrik Schrijver, Andreas<br />

Huvenaars, Jorick Huizinga en Guido van<br />

Gageldonk – die samen Unit040 vormen,<br />

zijn de tweede lichting van de faculteit<br />

die in 2001 van start ging. ‘De faculteit is<br />

in <strong>op</strong>zet erg breed’, stelt Van Gageldonk.<br />

‘De kern is ontwerp, waar je nog allerlei<br />

kanten mee uit kan. Dat zie je ook binnen<br />

ons bedrijf: er is iemand gespecialiseerd<br />

in elektronica, we hebben kennis van<br />

programmeren, er is iemand met een<br />

hart voor ontwerpen, een engineer, een<br />

creatieve geest en iemand met kennis van<br />

markering en communicatie.<br />

Met die specialismen kunnen we complexe<br />

vraagstukken aan.’ Tijdens de<br />

studie wilden zij toetsen of ze hun academische<br />

kennis konden gebruiken in de


‘Met deze groep gaat het goed; we vullen<br />

elkaar aan en maken elkaar beter.’<br />

samenleving. ‘Na onze bachelor wisten<br />

we nog niet waar het met de master<br />

naartoe ging. Dat was dus een ideaal moment<br />

om samen een bedrijf <strong>op</strong> te richten.<br />

We begonnen met een andere samenstelling,<br />

maar vrij snel kwamen we uit bij de<br />

vijf huidige mensen. Met deze groep gaat<br />

het gewoon erg goed; we vullen elkaar<br />

aan en maken elkaar beter.’<br />

Interactieve producten<br />

In het eerste jaar namen ze alles aan<br />

wat ze konden krijgen. ‘We deden alles,<br />

van huisstijlen tot het maken van kleine<br />

producten. Dankzij coaching van het<br />

Innovation Lab en Ton Kooijmans, een<br />

bekende ontwerper in Eindhoven, zijn we<br />

ons gaan concentreren <strong>op</strong> wat we willen,<br />

kunnen en waarmee we kansrijk zijn. In<br />

de regio gebeurt veel <strong>op</strong> het gebied van<br />

ontwerp van de behuizing, branding en<br />

styling van producten. Daar willen wij<br />

niet mee concurreren. Wij zijn vooral geinteresseerd<br />

in de interactie, in de intelligentie<br />

van het product. Daar zijn we ook<br />

in <strong>op</strong>geleid.’Een van de grotere projecten<br />

die Unit040 deed, was het maken van<br />

een carkit voor de Eur<strong>op</strong>ese markt. Het<br />

was een <strong>op</strong>dracht voor een bedrijf in de<br />

regio, een onderdeel van een fabrikant<br />

van PDA’s. Er was behoefte aan een intelligent<br />

product dat meer doet dan het<br />

in de auto vasthouden van de PDA. ‘We<br />

hebben een systeem gemaakt met verschillende<br />

functionaliteiten. De printplaat<br />

die hiervoor nodig is, hebben we zelf ontwikkeld’,<br />

vertelt Van Gageldonk.<br />

Unit040 ontwikkelt ook zelf producten.<br />

Zo is er het Wonderboek, een boek waarbij<br />

<strong>op</strong> elke pagina een eigen geluid <strong>op</strong><br />

te nemen is. Dat kan muziek zijn of het<br />

geluid van een dier dat <strong>op</strong> de pagina<br />

staat afgebeeld, maar ook de stem van<br />

de eigenaar van het fotoboek die vertelt<br />

wat er te zien is. Via het boek kunnen<br />

bijvoorbeeld alzheimerpatiënten herinneringen<br />

<strong>op</strong>halen. Het boek leverde<br />

Unit040 de Innovatieprijs Noord-Brabant<br />

<strong>op</strong>: een subsidie van 80.000 euro. Op dit<br />

moment zijn er verschillende partijen die<br />

het product <strong>op</strong> de markt willen brengen.<br />

Voor alzheimerpatiënten, maar ook voor<br />

kinderen en ouderen.<br />

Qiki<br />

Een ander product is het kussen Qiki: een<br />

intelligent kussen voor dementiepatiënten.<br />

Het structureert het leven van de patiënten<br />

doordat er een gesproken agenda<br />

inzit. ‘Wanneer het tijd is voor koffie, dan<br />

zegt het kussen: heb je zin in een k<strong>op</strong>je<br />

koffie? Of het zegt: ga je maar aankleden<br />

want de kinderen komen zo <strong>op</strong> bezoek.<br />

Deze stem kan natuurlijk door een verzorgende<br />

of door een van de kinderen<br />

worden <strong>op</strong>genomen.’ Wanneer Qiki wordt<br />

geaaid, spint het als een kat, sla je er <strong>op</strong>,<br />

dan zegt het ‘au’ en het kan giechelen<br />

als een klein kind. Qiki is een vinding van<br />

student Wouter Widdershoven die het<br />

heeft ondergebracht in een dochteronderneming<br />

van Unit040. Ook van dit<br />

product wordt verwacht dat het binnen<br />

afzienbare tijd <strong>op</strong> de markt komt.<br />

www.unit040.nl<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 41


Foto: Bart van Overbeeke<br />

Foto’s: Bart van Overbeeke<br />

4 2<br />

LOOPBAAN<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

Willy Zelen geeft trainingen<br />

bij Schouten & Nelissen,<br />

een toonaangevend<br />

trainings- en adviesbureau.


Hij is veelbesproken en omstreden, en zijn werk is alom zichtbaar in Eindhoven.<br />

Ir. Marco Aartsen (46), architect en stedenbouwer van bureau Aartsen & Partners<br />

architecten, ontwerpt scholen, bedrijfspanden en woonhuizen. Maar de meeste<br />

aandacht krijgen zijn ‘bijna onmogelijke projecten’ en zijn ‘projecten waar niemand<br />

anders zin in heeft’. ‘Ik heb het leefklimaat <strong>op</strong> sommige plekken echt verbeterd.’<br />

Ingenieur in<br />

guerrillastedenbouw<br />

‘Bij mijn eerste <strong>op</strong>dracht, na mijn afstuderen<br />

in 1988, werd ik gevraagd voor een<br />

kleuradvies voor een school in Waalwijk.<br />

Na een gesprek kwamen we erachter dat<br />

er meer aan de hand was, er moest worden<br />

verbouwd. Ik maakte een ontwerp en<br />

raakte betrokken bij het organiseren van<br />

de bouw. Vervolgens moest geld worden<br />

losgepeuterd bij een afdeling van het ministerie<br />

in Zoetermeer. Ik heb er hard voor<br />

geknokt om dat voor elkaar te krijgen. Wat<br />

begon met een advies over een kleur, ontaardde<br />

in een verbouwing waarbij ik een<br />

spin in het web was. Dit is tekenend voor<br />

mijn manier van werken: als iets me aanspreekt,<br />

voel ik me verantwoordelijk voor<br />

het geheel en ga ik het regelen. Een goede<br />

eigenschap, maar je kunt niet ongestraft<br />

de hele verantwoordelijkheid voor te grote<br />

projecten <strong>op</strong> je nemen, daar ben ik inmiddels<br />

wel achter.’<br />

Geuzennaam<br />

‘Er doen over mij nogal wat misverstanden<br />

de ronde. Dat ik met veel geld in het vak<br />

ben gestapt, dat het me allemaal is komen<br />

aanwaaien, dat ik me met onoorbare praktijken<br />

zou bezighouden. Dat is natuurlijk<br />

onzin: ik ben begonnen met nul, met niks;<br />

ik heb enorme risico’s gel<strong>op</strong>en en met een<br />

beetje meer weerstand hadden dingen<br />

gigantisch mis kunnen l<strong>op</strong>en; en ik doe<br />

niks wat niet mag. Ik heb projecten aangepakt<br />

die de aandacht trekken, dat wel.<br />

Hierbij neem ik vaak rollen aan die andere<br />

architecten niet <strong>op</strong> zich nemen: die van<br />

ontwikkelaar, van kartrekker, van financier.<br />

Dat gaf in het verleden vaak scheve ogen.<br />

Maar de laatste jaren krijg ik, ook van collega’s,<br />

steeds meer waardering. Ze vinden<br />

het toch wel mooi wat ik doe, geloof ik. Ik<br />

ben de afgunst voorbij. Een jaar of twee<br />

geleden gaf de architect en mede-<br />

alumnus Jo Coenen mij een zelfs een geuzennaam<br />

mee: de guerrillastedenbouwer.<br />

Daar was ik blij mee – en het dekt de<br />

lading.’<br />

‘In 1988 had ik niet de ambitie om direct<br />

musea te gaan ontwerpen. Wat ik vooral<br />

wilde, was met mensen – meestal met weinig<br />

geld en weinig interesse in ontwerp –<br />

te onderzoeken wat hun wensen en eventueel<br />

verborgen ambities zijn. Vervolgens<br />

ontwerp ik iets waarmee ze meer krijgen<br />

dan ze hadden verwacht. Dat ‘meer’ kan<br />

zijn: meer functies of meer vormgeving. Ik<br />

ben dus eigenlijk geïnteresseerd in mensen;<br />

ik wil ze vooruit helpen. Dat is in alle<br />

<strong>op</strong>rechtheid mijn drijfveer: ik wil de samenleving<br />

beter maken. Met architectuur<br />

kun je die ambitie concreet maken.’<br />

Stratumseind<br />

‘Een project waar ik trots <strong>op</strong> ben is<br />

grand café Meneer van Dijck, <strong>op</strong> het<br />

Stratumseind. Het pand was van de gemeente,<br />

maar die deed er niks mee, want<br />

het lukte niet iemand te vinden die de zaal<br />

wilde restaureren. Ik zag het al voor me:<br />

het pand tegen de vlakte en een nieuwbouw<br />

ervoor terug. Dat mocht niet gebeuren.<br />

Ik heb het gekocht, al was er geen<br />

geld. Er volgde een grote renovatie en er<br />

is een café ge<strong>op</strong>end. Het klinkt overigens<br />

allemaal erg makkelijk zo, maar het was<br />

een grote inspanning. Nog zwaarder werd<br />

het toen de huurder zonder respect met<br />

het interieur omging. Dat sneed door mijn<br />

ziel. Ondanks dat de rechter me in het<br />

gelijk stelde, heb ik mijn handen ervan afgetrokken.<br />

Ik kon het bijna niet meer aan.<br />

Hetzelfde plan als bij de Van Dijck heb ik<br />

met De Rechter, ook <strong>op</strong> het Stratumseind.<br />

Dat verpieterde pand wil ik in ere herstellen<br />

en een culturele bestemming geven.<br />

Ook dat is een lastig verhaal. Op dit<br />

moment ben ik bezig met de bouw van<br />

woningen en een hotel aan het begin van<br />

het Stratumseind, bij het bruggetje. Achter<br />

de straat heb ik een oud boerderijtje <strong>op</strong>geknapt.<br />

We zoeken nu naar een bestemming.<br />

In het verleden heb ik ‘De Blauwe<br />

Engel’, een flat <strong>op</strong> het Stratumseind, voor<br />

woningen geschikt gemaakt. Dat is een<br />

kwaliteit die ik dit deel van de stad wil<br />

geven: leven in de binnenstad, ook als de<br />

winkels gesloten zijn.’<br />

‘Ik heb veel projecten gedaan waar niemand<br />

anders trek in heeft. Mijn methode<br />

is dan: ik ko<strong>op</strong> het en steek mijn nek daarmee<br />

feitelijk in de str<strong>op</strong>. Op dat moment<br />

móet ik zorgen dat ik het voor elkaar boks,<br />

want anders hang ik erin. Het is slimmer<br />

om het andersom te doen: eerst rekenen<br />

en risico’s afdekken. Maar dat kan niet bij<br />

dit type projecten: ze zijn niet risicoloos te<br />

doen, anders waren ze wel door anderen<br />

gedaan. De drang om dingen te verbeteren<br />

heeft me veel energie gekost en soms<br />

ben ik daarin over mijn eigen grenzen<br />

gegaan. Het is veel geweest. Ik pak zaken<br />

daarom nu anders aan. Althans, ik probeer<br />

minder hooi <strong>op</strong> mijn vork te nemen. Niet<br />

meer zoveel tegelijk. Maar de behoefte om<br />

de omgeving beter te maken, gaat nooit<br />

weg.’<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 43


4 4<br />

INTERVIEW<br />

MAARTEN PIETERSON, VERTREKKEND HOOFD S<strong>TU</strong>DIUM GENERALE<br />

Studium Generale<br />

maakt campus leefbaarder<br />

Maarten Pieterson nam begin juni afscheid<br />

van de <strong>TU</strong>/e, waar hij ruim vijftien jaar actief<br />

was als hoofd van Studium Generale (SG).<br />

Deze dienst organiseert een breed palet aan<br />

lezingen, tentoonstellingen en culturele<br />

activiteiten voor studenten en medewerkers<br />

en is volgens Pieterson van groot belang voor<br />

de leefbaarheid van de <strong>TU</strong>/e-campus.<br />

Foto: Bart van Overbeeke XXXXXXXXX<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

Pieterson geeft aan dat er talloze activiteiten hebben plaatsgevonden<br />

die hem een gevoel van trots gaven: ‘Er stak niet<br />

één hoogtepunt bovenuit, het is meer iets dat zich door de tijd<br />

herhaaldelijk heeft voorgedaan. En dat is als binnen een SGactiviteit<br />

alles samenvalt. Het idee, de groep waarmee het is<br />

<strong>op</strong>gezet en de groep waarvoor we het doen. Dat leverde mij de<br />

mooiste momenten <strong>op</strong> en dan hoefde ik daar nog niet eens zelf<br />

de programmamaker van geweest te zijn. Een leuk voorbeeld is<br />

een recente lezing over datamining. Het was een goed <strong>op</strong>gezet<br />

verhaal van een hoogleraar en een medewerker uit Twente. Je<br />

merkte dat ze er veel tijd in hadden gestoken om er een goed


verhaal van te maken. Wisselend belichtten ze het onderwerp<br />

langs verschillende lijnen; de technologische kant, de maatschappelijke<br />

impact, wat de gevaren en de voordelen zijn, en<br />

ze lieten zien hoe ze er zakelijk mee omgaan. Ze schetsten<br />

mooi de verbazing bij <strong>op</strong>drachtgevers die niet konden geloven<br />

welke gegevens ze allemaal hadden verzameld met deze techniek.<br />

Het kl<strong>op</strong>te allemaal en daar doe je het voor. Er zitten ook<br />

teleurstellingen tussen. Sprekers waar je juist heel veel van<br />

verwacht had, maar die dan tijdens hun lezing blijven steken<br />

in een vakwetenschappelijk verhaal. Als je dan later na aflo<strong>op</strong><br />

met die persoon gaat lunchen, zegt ie <strong>op</strong>eens dingen waarvan<br />

je denkt: had dat nou tijdens de lezing verteld! Iemand begrijpt<br />

eigenlijk wel dat hij zijn onderwerp voor SG breder moet trekken,<br />

maar blijft vervolgens toch binnen zijn eigen vakgebied.<br />

Er zit voor ons als programmamakers altijd een element van<br />

verrassing in.<br />

Hetzelfde geldt overigens ook voor wat betreft de <strong>op</strong>komst bij<br />

onze activiteiten. De studenten aan de <strong>TU</strong>/e zijn volgens mij<br />

goed geïnformeerd over wat er te krijgen is en ze kiezen zeer<br />

nadrukkelijk <strong>op</strong> inhoud. We weten echter niet precies wie er in<br />

de zaal zit. Onderzoek daarnaar is duur en je wilt er de toehoorder<br />

ook niet mee lastig vallen. Voor zoiets zijn ze niet gekomen.<br />

Nu studenten in het kader van de minor een studiepunt kunnen<br />

verdienen met het volgen van veertien lezingen, verwachten we<br />

meer inzicht te krijgen in hun interesses. Dat biedt ons nieuwe<br />

mogelijkheden om onze programmering nog beter te sturen.’<br />

Programmering<br />

‘Toen ik hier vijftien jaar geleden begon, trof ik een zeer breed<br />

programma-aanbod aan van zaken die bijdroegen aan zowel de<br />

culturele als aan de academische vorming. Ik denk dat we die<br />

beide kanten in een goed evenwicht zijn blijven promoten. Voor<br />

de grote universiteitscolleges, Big History en Big Images, die<br />

bijdragen aan de academische vorming, heeft SG enige jaren<br />

terug de verantwoordelijkheid gekregen. We doen dat samen<br />

met het Platform Academische Vorming. Daarmee heeft dat<br />

deel van ons programma ook een goede verankering gekregen<br />

binnen de universiteit. Daar ben ik wel trots <strong>op</strong>. Ik vind het ook<br />

fantastisch dat met ingang van het komend studiejaar het roostervrije<br />

SG-uur <strong>op</strong> woensdag weer in ere wordt hersteld. Dat<br />

was de afgel<strong>op</strong>en drie jaar toch wat vervuild geraakt, maar nu<br />

krijgen alle studenten weer de mogelijkheid om onze lezingen<br />

bij te wonen.’<br />

Fotografie<br />

‘Zes jaar geleden ben ik binnen SG begonnen met het samenstellen<br />

van tentoonstellingen. Ik nam het over van Le<strong>op</strong>old<br />

Manche, die toen vertrok. Daarvoor al had ik geprobeerd hier<br />

mediakunst te presenteren en ik ben best trots <strong>op</strong> wat we<br />

daarin bereikt hebben. Maar als programmalijn was dat te<br />

ingewikkeld, te duur en te bewerkelijk. Dat konden we niet volhouden.<br />

Ik ben minstens zo tevreden over de beslissing die we<br />

toen genomen hebben: de keuze voor documentaire fotografie.<br />

Daarmee zit je echt tussen culturele en academische vorming<br />

in. Foto’s zijn namelijk pas echt de moeite waard als ze artistiek<br />

interessant zijn, en ze werken pas wanneer er ook een goed<br />

verhaal bij zit. Dat hebben dan ook al onze fototentoonstellingen<br />

met elkaar gemeen: goede foto’s én een goed verhaal.<br />

Fototentoonstellingen naar de <strong>TU</strong>/e halen is eigenlijk niet zo<br />

moeilijk. Er bestaat geen sterke infrastructuur voor reizende<br />

fototentoonstellingen. Er is een heleboel beschikbaar, je hoeft<br />

het alleen maar <strong>op</strong> te zoeken. De expositie ‘Water’, die we<br />

recent hadden, ben ik <strong>op</strong> het spoor gekomen via een klein berichtje<br />

in het NRC. Een Zwitserse bank riep een prijsvraag in het<br />

leven over fotografie en duurzaamheid. Na lang proberen kon<br />

ik eindelijk in Parijs spreken met de organisatoren en die zagen<br />

uiteindelijk wel iets in een technische universiteit als locatie<br />

voor hun tentoonstelling. De volgende editie van die prijsvraag<br />

heeft ‘Earth’ als thema en wij hebben nu al de toezegging dat<br />

de expositie weer naar Eindhoven komt. Bij World Press Photo,<br />

dat we jaarlijks samen met de Kamer van Ko<strong>op</strong>handel organiseren,<br />

is het gewoon een kwestie van regelen, betalen en zorgen<br />

voor goede publiciteit.’<br />

Wijze raad voor zijn <strong>op</strong>volger heeft hij niet maar als hij nog een<br />

paar jaar <strong>op</strong> de <strong>TU</strong>/e zou werken zou hij vooral de cultureel vormende<br />

activiteiten goed willen positioneren en integreren. ‘Aan<br />

een <strong>TU</strong> zit je tussen het maken en het academische in. Tussen<br />

alle creatieve beroepen onderling bestaan in mijn <strong>op</strong>tiek metaforische<br />

relaties en daarom is het jammer als de cultureel creatieve<br />

kant van de studenten hier onderbelicht blijft.’<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 45


4 6<br />

ONDERZOEK<br />

<strong>TU</strong>/e en NEMO <strong>op</strong> zoek<br />

naar het ontstaan van leven<br />

Doe methaan, ammoniak, waterstof en water in een afgesloten bol en stel dit bloot aan<br />

elektrische ontladingen. De Amerikaan Stanley Miller ontdekte in 1953 dat er dan aminozuren<br />

ontstaan, de bouwstenen van eiwitten. Dit bijzondere experiment, dat ons vertelt over het<br />

mogelijke ontstaan van leven <strong>op</strong> aarde, wordt nu aan de <strong>TU</strong>/e en in wetenschapsmuseum NEMO<br />

herhaald. Aan de <strong>TU</strong>/e worden vijf jaar experimenten gedaan, terwijl de bol bij NEMO eenzelfde<br />

periode gesloten blijft. Een unicum.<br />

Niets doet vermoeden dat achter de<br />

glazen bol in NEMO zo’n bijzonder<br />

wetenschappelijk experiment schuilgaat.<br />

De <strong>op</strong>stelling staat centraal in een onlangs<br />

ge<strong>op</strong>ende tentoonstelling over de<br />

bouwstenen van leven en de zoektocht<br />

daarnaar. Inhoudelijk directeur Rob van<br />

Hattum speelde al langer met het idee<br />

om ‘iets’ met het begin van leven <strong>op</strong> onze<br />

planeet te doen.<br />

Dat 2009 zowel als jaar van Darwin als<br />

van de sterrenkunde is uitgeroepen,<br />

bood schitterende aankn<strong>op</strong>ingspunten<br />

voor de start van het project. Van<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

Hattum is een bekende van prof.dr. Bert<br />

Meijer, directeur van het <strong>TU</strong>/e-Instituut<br />

voor Complexe Moleculaire Systemen<br />

(ICMS) en universiteitshoogleraar bij de<br />

faculteiten Scheikundige Technologie en<br />

Biomedische Technologie van de <strong>TU</strong>/e.<br />

Bij beiden ontstond zo’n anderhalf jaar<br />

geleden het idee om zowel bij NEMO als<br />

aan de <strong>TU</strong>/e gelijktijdig een bekend experiment<br />

naar het ontstaan van leven te<br />

repliceren.<br />

De Amerikaanse wetenschappers Miller<br />

en Urey probeerden in 1953 experimenteel<br />

na te gaan hoe bouwstenen van het<br />

leven konden ontstaan. Ze deden ammoniak,<br />

waterstof, methaan en water in een<br />

<strong>op</strong>stelling. Dit zijn de ‘elementaire verbindingen’<br />

waarvan wordt verondersteld dat<br />

ze vier miljard geleden <strong>op</strong> de aarde waren.<br />

De omgeving van de vroegere aarde<br />

waarin deze verbindingen zouden voorkomen,<br />

staat ook wel bekend als ‘oersoep’.<br />

Elektrische ontladingen in de <strong>op</strong>stellingen<br />

moeten het onweer van weleer simuleren<br />

en kokend water de warme oceanen. Uit<br />

dit experiment bleken onder meer aminozuren<br />

te zijn ontstaan – de bouwstenen<br />

van eiwitten. En eiwitten zijn belangrijke


Vlnr: businessmanager ICMS ir. Sagitta Peters, ing. Joost van Dongen van<br />

Scheikundige Technologie en Sanne Deurloo, hoofd programma van NEMO.<br />

bouwstenen van cellen. De resultaten van<br />

Miller en Urey waren baanbrekend, omdat<br />

het experiment aantoonde dat organische<br />

stoffen uit (deels) anorganische stoffen<br />

kunnen ontstaan.<br />

Oersoep-experiment<br />

Zowel aan de <strong>TU</strong>/e als in NEMO is de <strong>op</strong>stelling<br />

van de Amerikanen nagebouwd,<br />

zij het elk in een andere gedaante. In<br />

NEMO wordt de met gassen en water<br />

gevulde bol vijf jaar <strong>op</strong> kamertemperatuur<br />

‘geschud’ – veel langer dan het experiment<br />

van Miller en Urey, dat slechts<br />

een week duurde. Nog niet eerder is het<br />

oersoep-experiment zo lang gehouden.<br />

Sanne Deurloo, hoofd programma: ‘Dit<br />

is echt heel uniek. Spannend wat we<br />

over vijf jaar aantreffen. Voor ons is het<br />

een lange tijd, maar als je bedenkt dat er<br />

miljoenen jaren overheen zijn gegaan tot<br />

er leven was, is dit natuurlijk een peulenschil.’<br />

Na <strong>op</strong>ening van de bol gaan <strong>TU</strong>/ewetenschappers<br />

de samenstelling van het<br />

mengsel analyseren.<br />

Via het informatiescherm bij de bol kunnen<br />

bezoekers van NEMO gegevens<br />

<strong>op</strong>vragen. Zo staat ook de samenstelling<br />

vermeld; 1,6 liter waterstofgas, 3,2 liter<br />

methaan, 3,2 liter ammoniakgas en 2 liter<br />

gesteriliseerd water. Deze verhoudingen<br />

zijn identiek aan die van het experiment<br />

in de jaren vijftig.<br />

De tentoonstelling in NEMO werd ge<strong>op</strong>end<br />

<strong>op</strong> 23 april. Op diezelfde dag is<br />

ook de <strong>op</strong>stelling in het Spinozalab aan<br />

de <strong>TU</strong>/e ‘aangezet’. Vanuit de <strong>TU</strong>/e zijn<br />

dr.ir. Anja Palmans, ing. Joost van Dongen,<br />

prof.dr. Bert Meijer en ir. Sagitta Peters bij<br />

het project betrokken. Binnenkort wordt<br />

er mogelijk een medewerker aangesteld<br />

om zich langere tijd met de <strong>op</strong>stelling en<br />

analyse van monsters bezig te houden.<br />

Voor zover Van Dongen weet, is het de<br />

eerste keer dat het experiment aan de<br />

<strong>TU</strong>/e wordt nagebootst. De omstandigheden<br />

aan de <strong>TU</strong>/e zijn in beginsel hetzelfde<br />

als bij Miller en Urey. Later wordt<br />

er gevarieerd. Zo worden er verschillende<br />

gassen gebruikt. ‘We willen onder meer<br />

koolstofdioxide toevoegen als extra bron<br />

van zuurstof. Pure zuurstof zal niet gaan,<br />

want dan ontploft de boel misschien’,<br />

licht Van Dongen toe. ‘We verwachten <strong>op</strong><br />

deze manier sneller en meer resultaten<br />

te krijgen dan in NEMO. Ook verwacht de<br />

chemicus meer informatie te genereren<br />

dan Miller en Urey in hun tijd konden.<br />

‘We hebben nu betere scheidings- en karakteriseringsmethoden.’<br />

De analyse gebeurt<br />

door middel van chromatografie en<br />

massaspectrometrie. Met deze technieken<br />

kun je <strong>op</strong> moleculair niveau verbindingen<br />

scheiden en identificeren. ‘We kunnen<br />

naar verwachting ook één en ander leren<br />

over plasma’s’, vertelt Van Dongen. Steeds<br />

als er iets ‘nieuws’ is aan de <strong>TU</strong>/e, wordt<br />

dat gemeld bij NEMO. Bezoekers krijgen<br />

via een ‘nieuwskn<strong>op</strong>’ bij de <strong>op</strong>stelling toegang<br />

tot de informatie.<br />

Instituut voor Complexe Moleculaire Systemen<br />

‘Dit experiment past uitstekend in onze doelstellingen’, vertelt ir. Sagitta Peters, businessmanager<br />

bij het ICMS. ‘We willen antwoorden vinden <strong>op</strong> vragen die we hebben over complexe vormen<br />

en zelforganisatie van moleculen. We zijn ook nieuwsgierig naar het ontstaan van de eerste cel.<br />

Hoe bouw je complexe moleculen <strong>op</strong>?’ Zelforganisatie – een complex samenspel van moleculen<br />

– zou hebben geleid tot de unieke en gecontroleerde <strong>op</strong>bouw van primitieve cellen. Het ICMS<br />

ging <strong>op</strong> 1 april 2008 van start. Wetenschappers van de faculteiten Scheikundige Technologie,<br />

Biomedische Technologie, Wiskunde & Informatica, <strong>Technische</strong> Natuurkunde en Werktuig-bouwkunde<br />

hebben hierin hun krachten gebundeld.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 47


4 8<br />

ONTWERPER IN OPLEIDING<br />

De afgel<strong>op</strong>en twee jaar volgde Vuk Jancic MSc PDEng het Process<br />

and Product Design (PPD) programma, een van de elf tweejarige<br />

ontwerpprogramma’s van het Stan Ackermans instituut (SAI). Tijdens het<br />

tweede jaar voerde hij een ontwerpproject uit bij Essent Warmte, waarbij hij<br />

keek naar het warmteverlies in het leidingnetwerk van de stadsverwarming.<br />

Jancic was een van de genomineerden voor de <strong>TU</strong>/e-Ontwerpersprijs 2009.<br />

Van warmteverlies<br />

naar warmtewinst<br />

Bij stadsverwarming wordt water <strong>op</strong>gewarmd<br />

met restwarmte van de afvalverbranding<br />

en van energiecentrales.<br />

Dit water wordt via een geïsoleerd<br />

leidingnet getransporteerd naar de<br />

huizen om er radiatoren en leidingwater<br />

mee te verwarmen. Het grootste<br />

stadsverwarmingsnetwerk van Essent is<br />

het Amernet, een ondergronds netwerk<br />

van 400 km pijpleiding dat lo<strong>op</strong>t van de<br />

Amercentrale in Geertruidenberg naar<br />

vele huishoudens onder meer in Breda<br />

en Tilburg.<br />

Warmteverlies<br />

‘Bij dit transport treedt er warmteverlies<br />

<strong>op</strong> in het leidingnet. Bij het Amernet is<br />

dit gemiddeld 23 procent en dat is veel<br />

hoger dan bij netwerken in andere landen,<br />

bijvoorbeeld in Finland, Duitsland<br />

of Bulgarije. Een van de oorzaken is de<br />

manier waar<strong>op</strong> het warmteverlies wordt<br />

berekend. Er wordt namelijk gekeken<br />

naar het warmteverlies ongeacht de<br />

grootte van het netwerk van pijpleidingen.<br />

In Nederland wordt er echter meer<br />

aan afzonderlijke eengezinswoningen<br />

geleverd. Hiervoor is een uitgebreider en<br />

langer netwerk nodig dan bijvoorbeeld<br />

in Bulgarije waar het warme water veel<br />

meer naar grote flatgebouwen wordt<br />

geleid. Het <strong>op</strong>pervlak van het leidingnetwerk<br />

in Nederland is hierdoor relatief<br />

groter dan in andere landen. Het warmteverlies<br />

vergelijken tussen verschillende<br />

netwerken is daarom zuiverder als<br />

je het verlies of de warmte die verkocht<br />

is, deelt door de lengte van het netwerk’,<br />

aldus Jancic.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

‘Daarnaast heb ik een model ontwikkeld<br />

om het warmteverlies accuraat te berekenen.<br />

In dit model neem ik onder meer<br />

de lengte van het netwerk, de doorsnede<br />

van de leidingen, de isolatie, de leeftijd,<br />

de staat van onderhoud en de lucht- en<br />

grondtemperatuur mee’, vertelt hij.<br />

Jancic heeft met dit model gekeken hoe<br />

je het warmteverlies in een netwerk<br />

kunt verminderen. ‘Daarbij heb ik zowel<br />

gekeken naar een nieuw netwerk waar<br />

gebruik wordt gemaakt van de nieuwste<br />

technologieën zoals ‘twin pipes’, met<br />

twee leidingen in één isolatielaag. Dit<br />

scenario levert de meeste warmtewinst<br />

<strong>op</strong>, tot wel dertig procent. Het vraagt<br />

echter ook een enorme investering.<br />

Daarom heb ik ook een scenario bekeken<br />

waarbij het huidige netwerk wordt<br />

ge<strong>op</strong>timaliseerd. Hier valt ook winst te<br />

behalen bijvoorbeeld door de temperatuur<br />

in het leidingnetwerk te verlagen<br />

en lokaal extra boilers te plaatsen bij<br />

die paar grote afnemers die een hogere<br />

temperatuur nodig hebben, zoals een<br />

ziekenhuis.’<br />

Belgrado<br />

Jancic studeerde Werktuigbouwkunde<br />

aan de universiteit van Belgrado en<br />

volgde de master Process Equipment<br />

Design. ‘Na mijn studie in Belgrado<br />

wilde ik meer kennis en ervaring <strong>op</strong>doen,<br />

bij voorkeur in het buitenland.’ Hij<br />

kwam uiteindelijk uit bij het PPD-programma<br />

van Stan Ackermans Institute.<br />

‘Ik heb ook contact gehad met Delft.<br />

Uiteindelijk heb ik voor Eindhoven gekozen<br />

omdat ze hier een meer persoonlijke<br />

en efficiënte aanpak leken te hebben.’<br />

Jancic is te spreken over de multidisciplinaire<br />

en multiculturele omgeving van<br />

de PPD-<strong>op</strong>leiding. ‘De studenten hebben<br />

een chemische, een natuurkundige of<br />

een werktuigbouwkundige achtergrond.<br />

In zo’n team heeft iedereen zijn eigen<br />

aanpak en specialiteit. Je leert veel van<br />

je medestudenten en van de gastdocenten<br />

uit de industrie.’<br />

Geschikte baan<br />

Jancic geeft aan dat hij ook tijdens het<br />

tweede jaar veel heeft geleerd. ‘Mijn<br />

begeleiders bij Essent hebben me uitstekend<br />

ondersteund. Het ontwerpproject<br />

heeft me ook zeker geholpen om een<br />

‘Het Nederlandse<br />

leidingnetwerk<br />

kent relatief veel<br />

warmteverlies’<br />

geschikte baan te vinden.’ Jancic werkt<br />

sinds kort als Process Engineer bij Fluor,<br />

een groot industrieel ingenieursbedrijf.<br />

‘Dat ik bij Fluor in korte tijd goed mijn<br />

weg heb weten te vinden is zeker ook te<br />

danken aan mijn ervaringen in de PPD<strong>op</strong>leiding,<br />

waar je naast de technische<br />

kennis ook je sociale vaardigheden moet<br />

ontwikkelen. En die heb je hard nodig<br />

als ingenieur, je moet zeker goed in<br />

teams kunnen werken.’


VM EA CT TR OI RX / 42 / 2 0 0 89 49<br />

Foto: Rob Stork


5 0<br />

Nieuws<br />

Service<br />

EREDOCTORAAT VOOR ONNO BOXMA<br />

De <strong>Universiteit</strong> van Haifa (Israël) heeft besloten<br />

in juni een eredoctoraat te verlenen aan<br />

prof.dr.ir. Onno Boxma, hoogleraar<br />

Stochastische Besliskunde aan de Faculteit<br />

Wiskunde en Informatica en wetenschappelijk<br />

directeur van EURANDOM, het <strong>op</strong> de <strong>TU</strong>/ecampus<br />

gevestigde onderzoeksinstituut voor<br />

stochastiek.<br />

Boxma krijgt het eredoctoraat voor doorbraken<br />

in de toegepaste kansrekening. Haifa is net als<br />

Eindhoven een bolwerk van wachtrijtheorie.<br />

Boxma werkt hiervoor onder meer samen met<br />

prof.dr.ir. Koos Rooda van Werktuigbouwkunde,<br />

met de faculteit Elektrotechniek in het profileringsgebied<br />

‘Broadband Telecommunication<br />

Technologies’ en met de faculteit IE&IS in het<br />

profileringsgebied LOIS (Logistics, Operations,<br />

and their Information Systems).<br />

Boxma ziet zijn uitverkiezing voor een eredoctoraat<br />

mede als een erkenning voor<br />

EURANDOM en de Eindhovense wiskunde als<br />

geheel.<br />

NIEUWE VOORZITTER<br />

RAAD VAN TOEZICHT<br />

Ir. Rokus van Iperen wordt de nieuwe voorzitter<br />

van de Raad van Toezicht van de <strong>TU</strong>/e. Hij<br />

volgt <strong>op</strong> 1 september a.s. Philips-president<br />

dr.ir. Gerard Kleisterlee <strong>op</strong>, die na zijn tweede<br />

termijn van vier jaar vertrekt. Van Iperen, voorzitter<br />

van de Raad van Bestuur van Océ, maakt<br />

Bouwkundestudenten <strong>TU</strong>/e<br />

vraagbaak voor het Klokhuis<br />

Prof.dr.ir. Onno Boxma.<br />

sinds 2004 deel uit van de Raad van Toezicht<br />

en is door de andere leden gekozen tot hun<br />

nieuwe voorman.<br />

KERNFUSIE-EXPERT NAAR <strong>TU</strong>/e<br />

Prof.dr. Niek L<strong>op</strong>es Cardozo, voorheen parttime<br />

hoogleraar aan de <strong>TU</strong>/e en hoofd van de<br />

afdeling Fusiefysica van het FOM-Instituut voor<br />

Plasmafysica Rijnhuizen, is vanaf 1 mei voltijd<br />

hoogleraar aan <strong>TU</strong>/e. Op een nieuwe fusie-leerstoel<br />

gaat hij een ambitieus onderzoeks- en<br />

onderwijsprogramma <strong>op</strong>zetten. Ook komt er<br />

een speciale kernfusie-master<strong>op</strong>leiding.<br />

De <strong>TU</strong>/e heeft de nieuwe leerstoel ingesteld<br />

naar aanleiding van de start van het internationale<br />

ITER-project. Die installatie gaat 500 MW<br />

vermogen <strong>op</strong>wekken uit kernfusie, tien keer<br />

meer dan nodig is om de reactor te bedrijven.<br />

Speerpunt van L<strong>op</strong>es Cardozo is het ontwikkelen<br />

van een gespecialiseerde master<strong>op</strong>leiding<br />

Een kleine duizend kinderen kwamen begin april naar de <strong>TU</strong>/e voor de<br />

Klokhuis vragendag. De vragendag was onderdeel van de ontwerpwedstrijd<br />

‘Het Klokhuis bouwt het KlokHUIS’ waarbij architect Jord den Hollander de<br />

winnende ideeën gebruikt voor een ontwerp dat in 2010 wordt gerealiseerd<br />

in Almere Poort. De kinderen konden alle mogelijke vragen stellen <strong>op</strong> het<br />

gebied van bouwen en wonen. Zeventig studenten Bouwkunde en Industrial<br />

Design gaven uitleg. In het <strong>TU</strong>/e-Auditorium was veel ruimte voor de activiteit<br />

‘Bouw mee aan ’t sluiphuis’. Van doeken, stokken, elastiekjes, plakband en<br />

klemmetjes werd een steeds grotere tent gebouwd. De dag was georganiseerd<br />

door tv-programma het Klokhuis, de Stichting Techniekpromotie en de<br />

<strong>TU</strong>/e.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

<strong>op</strong> het gebied van kernfusie. In samenwerking<br />

met buitenlandse <strong>op</strong>leidingscentra en met<br />

FOM-Rijnhuizen, het Nederlandse onderzoekscentrum<br />

voor fusie-energie, wil hij de <strong>TU</strong>/e een<br />

belangrijk kno<strong>op</strong>punt maken in het nieuwe,<br />

door hem geïnitieerde Eur<strong>op</strong>ese netwerk voor<br />

fusie-educatie, FUSENET. Naast onderwijs is onderzoek<br />

een belangrijk doel van de hoogleraar.<br />

Het onderzoek aan de universiteit zal aansluiten<br />

bij het bestaande Nederlandse fusieonderzoek.<br />

Ook hier is intensieve samenwerking<br />

met andere groepen belangrijk: binnen de<br />

<strong>TU</strong>/e, maar ook met onderzoeksgroepen buiten<br />

de universiteit zoals FOM-Rijnhuizen, de partners<br />

in de 3<strong>TU</strong>-federatie en de grote centra voor<br />

fusie-onderzoek in Eur<strong>op</strong>a.<br />

JOHAN SCHOT TREEDT TOE TOT KNAW<br />

<strong>TU</strong>/e-hoogleraar prof.dr. Johan Schot van<br />

Technology, Innovation & Society (TIS) is toege-


Foto: Bart van Overbeeke<br />

treden tot de KNAW, de Koninklijke Nederlandse<br />

Akademie van Wetenschappen. Dat maakte<br />

de Akademie in mei bekend. In totaal heeft de<br />

KNAW 28 nieuwe leden gekozen. De in totaal<br />

tweehonderd ‘gewone’ leden van de Akademie<br />

zijn allen vooraanstaande wetenschappers,<br />

werkzaam <strong>op</strong> alle onderzoeksterreinen.<br />

Toetreden tot dit gezelschap is dus een prestigieuze<br />

zaak. Maar Schot is vooral verheugd<br />

over de steun die hij heeft gekregen. ‘Het is in<br />

zekere zin een peer review. Dat je wordt voorgedragen<br />

en gekozen door wetenschappers uit<br />

alle disciplines, is het leukste.’<br />

De Akademieleden kiezen jaarlijks nieuwe<br />

leden aan de hand van aanbevelingen uit de<br />

wetenschappelijke gemeenschap. De verkiezing<br />

gebeurt <strong>op</strong> grond van hun wetenschappelijke<br />

prestaties. Als een Akademielid de leeftijd<br />

van 65 jaar bereikt, komt zijn of haar plaats vrij<br />

voor een nieuw lid.<br />

Prof.dr. Johan Schot.<br />

<strong>TU</strong>/e-VOETBALROBOTS DERDE OP EK<br />

Het robotvoetbalteam Tech United van de<br />

<strong>TU</strong>/e heeft tijdens de RoboCup German Open<br />

2009, het officieuze EK, de bronzen medaille<br />

veroverd. Tech United moest daarmee afstand<br />

doen van de Eur<strong>op</strong>ese titel die het team het<br />

afgel<strong>op</strong>en jaar droeg. De Eindhovenaren<br />

plaatsten zich met hun derde plek voor de<br />

wereldkampioenschappen in het Oostenrijkste<br />

Graz dat <strong>op</strong> 29 juni start.<br />

ICTREGIE AWARD<br />

Tijdens de ICTDelta 2009 zijn de genomineerden<br />

voor de ICTRegie Award bekend gemaakt.<br />

Deze prijs voor het succesvol gebruikmaken van<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Nederlands wetenschappelijk onderzoek voor<br />

economische of maatschappelijk winstgevende<br />

toepassingen, heeft als doel de samenwerking<br />

tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven<br />

verder te stimuleren. Alle vier de finalisten zijn<br />

gelieerd aan de <strong>TU</strong>/e. Genexis B.V. met Gerlas<br />

van den Hoven en Ton Koonen is uiteindelijk als<br />

winnaar uit de bus gekomen. Genexis is een<br />

spin-off van de <strong>TU</strong>/e, gespecialiseerd in fibreto-the-home<br />

(FttH) systemen.<br />

POS<strong>TU</strong>ME PUBLICATIE<br />

OUD-RECTOR MARTIN REM<br />

Prof.dr. Martin Rem, oud-rector van de <strong>TU</strong>/e<br />

die vorig jaar <strong>op</strong> 61-jarige leeftijd overleed,<br />

startte in 2005 aan een boek dat een goed<br />

beeld moest geven van de belangrijke bijdragen<br />

die Nederland levert en geleverd heeft <strong>op</strong><br />

het gebied van ict. In mei werd de postume<br />

publicatie ‘Tegen de stroom in’ overhandigd<br />

aan zijn weduwe. Het is een mooie selectie<br />

geworden van die onderdelen waar Nederland<br />

sterk in is, zoals besturingssystemen, betaalsystemen,<br />

doorbraken <strong>op</strong> applicatiegebied<br />

en het succes van een bedrijf als ASML. Het<br />

boek is voor 12,50 euro te bestellen via info@<br />

ictregie.nl.<br />

<strong>TU</strong>/e-<strong>TU</strong>K<strong>TU</strong>K KLAAR VOOR INDIA<br />

De miljoenen tuktuk driewielers in India nemen<br />

een groot deel van de Aziatische luchtvervuiling<br />

voor hun rekening. De <strong>TU</strong>/e doet met<br />

een team studenten mee aan een competitie<br />

georganiseerd door Enviu, een organisatie<br />

De binnenzijde van de tuktuk.<br />

Agenda<br />

3 juli, 16.00 uur, <strong>TU</strong>/e-auditorium:<br />

Intreerede van prof.dr. Douwe Beijaard van<br />

de Eindhoven School of Education, getiteld<br />

‘Leraar worden en leraar blijven’. Voor meer<br />

informatie: www.tue.nl ga naar agenda.<br />

7 september, 16.00 uur, <strong>TU</strong>/e-auditorium:<br />

Opening academisch jaar van de <strong>TU</strong>/e.<br />

22 september, <strong>TU</strong>/e-campus: Super<br />

<strong>TU</strong>/esday faculteit Industrial Engineering &<br />

Innovation <strong>Science</strong>s. Voor meer informatie<br />

zie de congrestip <strong>op</strong> pagina 3.<br />

25 t/m 27 september, binnenstad<br />

Eindhoven: Tunafestival. Spaans muziekfestival<br />

waarbij Nederlandse, Portugese en<br />

Spaanse studenten gezang en serenades ten<br />

gehore brengen. Voor meer informatie:<br />

www.tunafestival.nl.<br />

die zich richt <strong>op</strong> duurzame vernieuwing. Inzet<br />

is een schonere tuktuk en een hoger inkomen<br />

voor de vaak arme chauffeurs. De <strong>TU</strong>/e’ers<br />

kozen voor een microhybride systeem, oftewel<br />

een start-st<strong>op</strong>systeem. Dit zorgt ervoor<br />

dat de motor afslaat als de auto afremt en tot<br />

stilstand komt, en pas weer start als er gas<br />

wordt gegeven. De finale vindt plaats in juli.<br />

In het Indiase Chennai wordt dan een tuktuk-race<br />

gehouden en worden alle plannen<br />

gepresenteerd.<br />

M A T R I X / 2 / 2 0 0 9 51


KOOS ROODA:<br />

‘Een medewerker<br />

dient zowel<br />

onderzoek te<br />

verrichten als<br />

onderwijs te<br />

geven.’<br />

Den Dolech 2<br />

Postbus 513<br />

5600 MB Eindhoven<br />

Telefoon (040) 247 91 11<br />

e-mail: voorlichting@tue.nl<br />

Internet: http://www.tue.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!