1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
1 SUCCULENTA jaargang 79 (1) 2000 - Au Cactus Francophone
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
A. pumila, van deze soort wordt gedacht dat het een hybride is van A. victoriae-reginae x A.<br />
lechuguilla. De typische streepjes in de bladeren komen ook vaak voor bij A. lechuguilla<br />
Kweekvormen<br />
Van diverse agavensoorten bestaan<br />
kweekvormen, waarvan die met een geel/<br />
groene kleurschakering heel bekend zijn<br />
(Forster, 1992; Kuppen, 1999). Deze worden<br />
aangeduid door toevoegingen als<br />
‘Marginata’, ‘Medio-picta’, ‘Striata’ of ‘Variegata’.<br />
Ze komen ook verwilderd voor<br />
(Wagenaar Hummelinck, 1987).<br />
Vaak zijn -en worden- agaven om economische<br />
redenen (voedsel, drank, vezels)<br />
gekweekt. Zo is A. fourcroydes al heel<br />
lang een van de belangrijkste leveranciers<br />
van vezels. Het is een steriele kweekvorm,<br />
oorspronkelijk ontstaan uit A. angustifolia,<br />
waarvan enkele varianten bestaan (Colunga-GarcíaMarín,<br />
1996/1997). Deze varianten<br />
werden waarschijnlijk al tijdens de<br />
Maya-cultuur geselecteerd (Colunga-GarcíaMarín,<br />
1996).<br />
Huidige stand van zaken<br />
De vraag is of Ullrich, maar ook Gentry,<br />
niet teveel namen gewijzigd en samengevoegd<br />
hebben. De verzamelaar zal misschien<br />
geneigd zijn te zeggen van wel,<br />
want hij/zij ziet duidelijke verschillen, bijv.<br />
tussen A. parryi en A. neomexicana, terwijl<br />
de laatste naam toch gewijzigd is in A. parryi<br />
ssp neomexicana (Ullrich, 1992). Door<br />
het bestaan van vele overgangsvormen bij<br />
agaven kan alleen populatieonderzoek uitsluitsel<br />
geven. Aan de hand van slechts<br />
enkele exemplaren van een soort valt in<br />
feite weinig te zeggen over de onderlinge<br />
verwantschap en daarmee dus ook over<br />
de naamgeving. Een interessante vraag is<br />
waarom er bij agaven zoveel overgangsvormen<br />
bestaan. Dat heeft mogelijk te<br />
maken met de manier van voortplanting<br />
(veelal ongeslachtelijk, door uitlopers) in<br />
combinatie met een relatief lange generatieduur<br />
en groot verspreidingsgebied.<br />
Succulenta <strong>jaargang</strong> <strong>79</strong> (4) <strong>2000</strong> 185