Programmaboekje : Rotterdams Philharmonisch Orkest - deSingel
Programmaboekje : Rotterdams Philharmonisch Orkest - deSingel
Programmaboekje : Rotterdams Philharmonisch Orkest - deSingel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Carl Nielsen<br />
Symfonie nr 4 opus 29, Het Onuitblusbare<br />
Carl Nielsen heeft in zijn symfonieën de brede toonspraak van de laatromantiek<br />
behouden en de filosofische zoektochten overgenomen, die<br />
tekenend zijn voor het grote symfonische genre in de overgang van de<br />
negentiende naar de twintigste eeuw. Je zou hem gerust de<br />
Scandinavische Mahler kunnen noemen. Nielsens Vierde Symfonie<br />
draagt een haast onvertaalbare Deense titel: Der uudslukkerlige, wat<br />
zoveel betekent als het onuitblusbare en refereert aan de transcenderende<br />
levenswil. Nielsen heeft het over de onzichtbare kracht, die de<br />
mens in staat stelt om alle problemen te overwinnen, de elementaire<br />
wil tot leven. Dat zou inderdaad een Mahler-thema kunnen zijn, ware<br />
het niet dat Nielsen hier duidelijk naar de Eerste Wereldoorlog verwijst<br />
en naar de zekerheid van de heropleving van de totale vernieling, die<br />
dergelijke oorlog met zich kan brengen. Dat was in 1916, op het ogenblik<br />
van het componeren, meer hoop dan realiteit. Nielsen heeft het<br />
meer over zijn persoonlijke problematiek: zijn carrière wordt tegengewerkt<br />
door het Deense muzikale establishment en zijn huwelijk staat<br />
op springen. Plots is alles anders: hij neemt afstand van de milde stijl<br />
van zijn eerste drie symfonieën, waarin biografische aspecten nog<br />
bepalend waren. Die biografische aspecten hadden met zijn kindertijd<br />
te maken: Nielsen had vioolles gekregen van zijn vader, maar hij moest<br />
als kind ook herdersknaap zijn om geld bij te verdienen voor het onderhoud<br />
van de familie. De ervaring van de natuur heeft zijn vroege<br />
muziek beïnvloed. Toch is dit werk zeker geen programmamuziek:<br />
Nielsen haatte programmamuziek en zijn afkeer van de interpretatie<br />
van muziek in concrete objectgebonden richting ging zover, dat hij<br />
zelfs elke verwijzing buiten de muziek afkeurde.<br />
Hij kwam uiteindelijk tot een bijzonder pessimistisch inzicht in de kunst<br />
van zijn tijd. Hij noemde het afschrikwekkend om zien hoeveel<br />
artiesten "stof in de beste ogen gooien, waarbij vooral gebruik<br />
Carl Nielsen<br />
gemaakt wordt van middelen en een terminologie, die aan andere kunsten<br />
ontleend is. Hier raken we het hart, beter gezegd de rotte kern,<br />
van de eigentijdse kunstbenadering. We beleven een vreemde, impotente,<br />
abnormale strekking om kunsten te gaan mengen met elkaar. Dit<br />
is een opvallend perverse hunkering om te zien wat kan voortkomen uit<br />
de meest absurde conglomeraten. Het is een afwijking, die erop uit is<br />
monsters te zien. De algemene verwarring van ideeën op dit gebied is<br />
het best aanwijsbaar in bepaalde gecombineerde terminologieën, zoals<br />
muziek in schilderkunst, kleur in muziek, picturaal effect in sculptuur, en<br />
architectuur in poëzie. Dat zijn niet enkel figuren in taalgebruik, maar<br />
bepaalde artiesten nemen dat allemaal letterlijk in hun streven om de<br />
essentie van het ene kunstmedium in het andere uit te drukken. Dat is<br />
een onmiskenbaar teken van het feit dat we aan de grond zijn in een<br />
periode van groot verval".