Programmaboekje : Cantus Cölln - deSingel
Programmaboekje : Cantus Cölln - deSingel
Programmaboekje : Cantus Cölln - deSingel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Oude Muziek<br />
<strong>Cantus</strong> <strong>Cölln</strong> . Concerto Palatino<br />
Konrad Junghänel<br />
Monteverdi<br />
woensdag 15 januari 2003
Oude muziek . Seizoen 2002-2003<br />
Koor en Orkest Collegium Vocale Gent . Concerto Palatino<br />
Philippe Herreweghe<br />
G. Gabrieli, A. Gabrieli, H. Schütz<br />
zondag 29 september 2002<br />
<strong>Cantus</strong> <strong>Cölln</strong> . Concerto Palatino . Konrad Junghänel<br />
Monteverdi<br />
woensdag 15 januari 2003<br />
Gabrieli Consort & Players . Paul Mc Creesh<br />
Händel<br />
zaterdag 22 maart 2003<br />
Akademie für Alte Musik<br />
Beck, C. Ph. E. Bach, Monn, Mozart<br />
zaterdag 26 april 2003
egin concert 20.00 uur<br />
pauze omstreeks 20.45 uur<br />
einde omstreeks 21.55 uur<br />
inleiding door Diederik Verstraete . 19.15 uur . Foyer<br />
teksten programmaboekje Diederik Verstraete<br />
coördinatie programmaboekje <strong>deSingel</strong><br />
druk programmaboekje Tegendruk<br />
gelieve uw GSM uit te schakelen!<br />
<strong>Cantus</strong> <strong>Cölln</strong> en Concerto Palatino<br />
Konrad Junghänel muzikale leiding en luit<br />
Johanna Koslowsky, Mechthild Bach sopraan<br />
Elisabeth Popien, Henning Voss alt<br />
Hans Jörg Mammel, Wilfried Jochens tenor<br />
Stephan Schreckenberger, Wolf Matthias Friedrich bas<br />
Ursula Bundies, Anette Sichelschmidt, Matthias Müller Mohr viool<br />
Bernward Lohr orgel<br />
Bruce Dickey, Doron Sherwin cornet<br />
Ole Andersen, Simen van Mechelen, Charles Toet, Wim Becu trombone<br />
Claudio Monteverdi<br />
Gloria (a 7 voci) 12’<br />
uit de Selva Morale e Spirituale<br />
Vespro Solenne 33’<br />
delen uit de Selva Morale e Spirituale<br />
Dixit Dominus II<br />
Salve Regina (a 2 voci)<br />
Confitebor I<br />
Deus tuorum militum II<br />
Beatus vir I<br />
pauze<br />
delen uit de Selva Morale e Spirituale 45’<br />
Salve Regina (a 3 voci)<br />
Laudate pueri I<br />
Ut queant laxis<br />
Laudate Dominum II<br />
Salve Regina Audi caelum<br />
Magnificat I
Claudio Monteverdi<br />
Monteverdi’s religieuze magnum opus:<br />
de Selva Morale e Spirituale<br />
Iedere muziekliefhebber kent wel de Mariavespers van Claudio<br />
Monteverdi (1567-1643), één van de vroegste voorbeelden<br />
van de toepassing van barokke compositieprincipes zoals de<br />
basso continuo of de concerterende stijl in de religieuze<br />
muziek. De overige kerkmuziek van Monteverdi was tot voor<br />
kort onbekend terrein, maar de jongste jaren groeit de<br />
belangstelling voor de religieuze muziek die hij als kapelmeester<br />
aan San Marco in Venetië componeerde.<br />
Monteverdi en Venetië<br />
Monteverdi keerde aan het einde van 1608 terug naar zijn<br />
geboorteplaats Cremona, na een periode van bijzonder intensief<br />
en uitputtend werk voor de Gonzaga-familie, de lokale<br />
heersers in Mantua. Op 28 mei van dat jaar ging Monteverdi’s<br />
opera ’L’Arianna’ er in première en kort daarop werd ook zijn<br />
ballet in de Franse stijl ‘Il ballo delle ingrate’ er voor het eerst<br />
uitgevoerd. Monteverdi’s vader merkte algauw dat het niet<br />
goed ging met zijn zoon – Claudio leed aan een erge depressie<br />
en chronische vermoeidheid – en vroeg in de herfst van<br />
1608 om zijn zoon van alle verplichtingen te ontslaan in Mantua.<br />
Dit werd geweigerd, waarop Monteverdi in een bittere<br />
brief aan zijn werkgever zijn enorme ontgoocheling over de<br />
werkomstandigheden aan het lokale hof uit de doeken deed.<br />
Vanaf dan zocht hij duidelijk naar een nieuwe betrekking. Hij<br />
bezocht in 1610 Rome en wellicht ook Venetië, om er toe te<br />
zien op het drukken van een omvangrijke verzameling kerkmuziek<br />
(waartoe ook de Vespro della beata Vergine behoor-
de), grotendeels gecomponeerd in een stijl die de geestelijke<br />
overheid van de San Marco zou aanspreken. De nieuwe hertog<br />
van Mantua, Francesco, ontsloeg Monteverdi zonder veel boe<br />
of ba in juli 1612, waarop deze terugkeerde naar Cremona om<br />
er een jaar lang bitter weinig uit te spoken. In augustus 1613<br />
overleed de maestro di cappella van de San Marco, G. C. Martinengo,<br />
waarop Monteverdi uitgenodigd werd om als een<br />
soort test enkele van zijn religieuze werken uit te voeren. Hij<br />
werd onmiddellijk aangenomen, met als eerste belangrijke<br />
taak de reorganisatie van de plaatselijke cappella, in casu het<br />
terug voltallig maken van het koor, het aantrekken van topzangers<br />
en het herdenken van de rol van de instrumentalisten<br />
(deze werden dankzij Monteverdi voltijds en op vaste basis<br />
aangenomen). Monteverdi zag dit alles als cruciale voorwaarden<br />
voor de verwezenlijking van zijn ultieme droom: de<br />
complete modernisering van de religieuze muziek, waarbij<br />
deze niet alleen volledig geactualiseerd zou zijn qua stijl maar<br />
zelfs een voortrekkersrol zou kunnen vervullen.<br />
Tijdens de eerste zevenentwintig jaar na zijn aanstelling als<br />
kapelmeester aan San Marco verscheen er verbazingwekkend<br />
weinig religieuze muziek van Monteverdi in druk: alles bij<br />
elkaar slechts een vijftiental monodische motetten in diverse<br />
anthologieën met religieuze muziek. Toch weten we met<br />
zekerheid (onder meer uit diverse brieven van Monteverdi zelf)<br />
dat het één van zijn belangrijkste opdrachten was om muziek<br />
te componeren voor diverse vesperdiensten. Pas in 1641 bracht<br />
Monteverdi een tweede bundel met religieuze muziek op de<br />
markt: de Selva Morale e Spirituale, een grote verzameling<br />
kerkmuziek waarin de vesperpsalmen de belangrijkste plaats<br />
innemen. Monteverdi vatte deze verzameling, net zoals de<br />
Madrigali guerrieri et amorosi uit 1638, wellicht op als een<br />
retrospectief overzicht van wat hij de laatste dertig jaar op het<br />
vlak van kerkmuziek gecomponeerd had. Zeker niet al zijn<br />
kerkmuziek die hij als kapelmeester aan San Marco schreef, is<br />
in deze verzameling opgenomen, wel een representatieve<br />
selectie hieruit.<br />
De uitvoeringspraktijk met betrekking tot de kerkmuziek uit<br />
de tijd van Monteverdi heeft de jongste jaren spectaculaire<br />
veranderingen ondergaan. Tot voor kort werd Monteverdi’s<br />
religieuze muziek uitgevoerd als concertmuziek: de diverse<br />
psalmen, motetten en Magnificatzettingen werden zowel in<br />
concertzalen als in kerken gespeeld alsof het profane concerti<br />
betrof, zonder dat er rekening gehouden werd met de liturgische<br />
context waarvoor deze werken geschreven werden.<br />
Niet alleen de in 1610 uitgegeven Vespro della beata Vergine,<br />
maar ook de kerkmuziek die Monteverdi componeerde in<br />
de dertig jaar dat hij kapelmeester aan San Marco was - van<br />
1613 tot aan zijn dood in 1643 - worden meer en meer ingepast<br />
in liturgische reconstructies.<br />
De Vespro Solenne is dan ook helemaal geen pas ontdekt,<br />
verloren gewaand werk. Het gaat hier om een keuze van een<br />
elftal werken uit de Selva Morale e Spirituale, waarbij een<br />
plechtige vesperdienst op de vooravond van een willekeurige<br />
feestdag gereconstrueerd wordt. Het klinkend resultaat is een<br />
quasi volledige liturgische vesperdienst zoals deze tijdens<br />
Monteverdi’s leven in San Marco of in een andere kerk in<br />
Venetië zou kunnen uitgevoerd zijn.<br />
Vespers in San Marco ten tijde van Monteverdi<br />
Een vesperdienst aan de vooravond van een belangrijk feest<br />
of ter ere van een belangrijke heilige of martelaar was in het<br />
Venetië van Monteverdi steeds een uitzonderlijke muzikale<br />
gebeurtenis. Composities in diverse stijlen en genres werden<br />
in een kleurrijk en spectaculair geheel samengebracht. Na het<br />
inleidende responsorium Deus ad adjuvandum (God, kom mij<br />
ter hulp), waarvoor meestal op het gregoriaans beroep werd<br />
gedaan, volgden vijf psalmen, in principe voorafgegaan en<br />
gevolgd door een antifoon. Welke psalmen er juist gezongen<br />
werden, hing af van de specifieke feestdag maar meestal ging<br />
het om een selectie uit de psalmen 109-117. Zeker vanaf de
zestiende eeuw is men deze psalmen meerstemmig gaan uitvoeren<br />
in plaats van ze volgens de gregoriaanse ritus op één<br />
enkele toon te reciteren. Verscheidene kapelmeesters uit de<br />
late Renaissance, waaronder als belangrijkste Adriaan Willaert<br />
(ca. 1490-1562), hebben meerstemmige psalmzettingen<br />
voor San Marco gecomponeerd. Willaert was in 1550 één van<br />
de eersten om een belangrijke verzameling vesperpsalmen uit<br />
te geven waarin alle courant gebruikte psalmen vertegenwoordigd<br />
waren, zodat men de voor een bepaalde vesperdienst<br />
noodzakelijke psalmen kon uitkiezen. De psalmen uit<br />
deze verzameling waren bovendien gecomponeerd voor twee<br />
koren, een compositiewijze die mogelijk voortkwam uit het<br />
gebruik van een ruimtelijk gescheiden opstelling van twee<br />
halfkoren in de enorme ruimte van San Marco, om zo een bijzonder<br />
auditief effect te scheppen. Latere kapelmeesters aan<br />
San Marco, zoals Andrea en Giovanni Gabrieli, hebben dit<br />
gebruik voortgezet zodat het tegen 1600 traditie was om bij<br />
belangrijke vesperdiensten de psalmen meerkorig uit te voeren.<br />
Meerkorig sloeg daarbij niet alleen op de combinatie van<br />
twee of meer vocale koren, maar ook op de combinatie van<br />
een vocaal met een instrumentaal koor.<br />
De (gregoriaanse) antifonen die deze psalmen omkaderden,<br />
werden vanaf 1600 meer en meer vervangen door nieuw<br />
gecomponeerde werken. Hierbij ging het vaak om motetten<br />
voor één of twee stemmen met basso continuo, geschreven<br />
in de nieuwste stijl of de seconda prattica, zoals deze vooral<br />
door Monteverdi - denk maar aan de motetten uit de Mariavespers<br />
- gepropageerd werd. Typisch voor dergelijke motetten<br />
is de vrije behandeling van de dissonantie en het zeer<br />
plastisch uitbeelden van individuele woorden, net zoals in het<br />
madrigaal, het meest populaire profane genre uit die tijd. Een<br />
uitmuntend voorbeeld is de tweestemmige zetting van het<br />
Salve Regina met sterk benadrukte zuchtmotieven op ’suspiramus’.<br />
Ook opvallend is het vaak onmiddellijk aansprekende<br />
karakter van deze motetten. Deus tuorum militum bijvoorbeeld<br />
is een heerlijk meezingbare chaconne, meer in de stijl<br />
van de luchtige canzonetta’s dan van de complexe psalmzettingen.<br />
Naast motetten van Monteverdi, die tijdens zijn Venetiaanse<br />
periode regelmatig in belangrijke anthologieën met kerkmuziek<br />
verschenen, kon voor de meerstemmig gezette antifonen<br />
ook beroep gedaan worden op werken van componisten<br />
als Alessandro Grandi, van 1620 tot zijn dood in 1630 vicekapelmeester<br />
onder Monteverdi. Soms werden ook instrumentale<br />
werken, zoals de meerkorige sonates van Giovanni<br />
Gabrieli of de sonates voor één solo-instrument en basso continuo<br />
van Biagio Marini, als substituut voor de antifonen<br />
gebruikt, zonder dat noodzakelijkerwijze alle antifonen door<br />
een modern werk vervangen werden. Het uiteindelijk resultaat<br />
was vaak een bonte afwisseling van gregoriaanse antifonen,<br />
indrukwekkende meerkorige psalmen, intieme monodische<br />
motetten en kleurrijke instrumentale werken. Na de<br />
vijf psalmen met hun respectievelijke antifonen volgde een<br />
aan de specifieke feestdag aangepaste hymne, voorafgegaan<br />
en gevolgd door een kort gregoriaans gezongen gebed. Daarna<br />
een meestal zeer uitgebreide en indrukwekkend Magnificat<br />
met antifoon en substituut voor en na, enkele gregoriaanse<br />
slotgebeden en - indien de vesperdienst niet onmiddellijk<br />
overging in de completen - een afsluitende antifoon ter ere<br />
van Maria, bijvoorbeeld een Salve Regina.<br />
Een vesperdienst in San Marco ten tijde van Monteverdi werd<br />
zodoende vooral gekarakteriseerd door een uitzonderlijke<br />
variatie in de uitgevoerde werken: variatie in de afwisseling<br />
tussen gregoriaanse fragmenten en nieuwe gecomponeerde<br />
muziek; variatie door het al dan niet gebruiken van instrumenten<br />
in de begeleiding van de psalmen of van de motetten;<br />
variatie ook tussen de kleinschalige solomotetten enkel<br />
begeleid door basso continuo en de grootse meerkorige psalmen,<br />
vaak gecomponeerd voor acht stemmen (dubbelkorig!),<br />
twee violen, drie of vier trombones en basso continuo. Het<br />
geheel had wellicht meer weg van een openbaar concert of<br />
zelfs van een religieuze opera - indien de kerkruimte op een
’dramatiserende manier’ zou gebruikt zijn, bijvoorbeeld door<br />
het regelmatig op- en afgaan van de uitvoerders - dan van<br />
een religieuze dienst, maar het is paradoxaal genoeg pas door<br />
een reconstructie van zulk een vesperdienst in zijn totaliteit<br />
dat dit effect volledig tot zijn recht komt.<br />
Veel van Monteverdi’s religieuze muziek heeft opvallend<br />
profane ondertonen, zoals de in deze reconstructie gebruikte<br />
versie van psalm 111, Beatus Vir, voor zes stemmen, twee violen,<br />
drie trombones en basso continuo, een typevoorbeeld<br />
van Monteverdi’s Venetiaanse psalmen. Bijna heel het werk is<br />
gebaseerd op een voortdurend herhaald patroon of ostinato<br />
van drieëntwintig tonen in de basso continuo, dat alleen vlak<br />
voor de kleine doxologie ’Gloria Patri’ stilvalt. De totaalopbouw<br />
van deze psalm is bovendien drieledig, met een centraal<br />
onderdeel in een langzamer tempo in een drieledige<br />
maat tussen twee snellere hoekdelen in een tweeledige<br />
maatsoort. Boven dit ostinatopatroon wordt de textuur voortdurend<br />
gevarieerd: van solopassages over duetten tot passages<br />
voor het hele ensemble. Meest opvallend en onverwacht<br />
is het gebruik van een kort maar zeer aanstekelijk ritornello<br />
(steeds terugkerend kort instrumentaal tussenspel) voor de<br />
beide violen, dat letterlijk uit Monteverdi’s frivole madrigaal<br />
Chiome d’oro (gepubliceerd in 1619) is overgenomen. De<br />
grens tussen religieuze devotie en meer wereldlijke variaties<br />
op het liefdesthema is hier wel erg dun geworden, maar het<br />
is juist door deze injectie met wereldlijke componenten dat<br />
Monteverdi de kerkmuziek op opzienbarende wijze wist te<br />
verjongen en te vitaliseren.
Gloria (a 7 voci)<br />
Gloria in excelsis Deo.<br />
Et in terra pax hominibus bonae voluntatis.<br />
Laudamus te, benedicimus te.<br />
adoramus te, glorificamus te.<br />
Gratias agimus tibi propter magnam gloriam tuam.<br />
Domine Deus, Rex coelestis, Deus Pater omnipotens.<br />
Domine Fili unigenite, jesu Christe.<br />
Domine Deus, Agnus Dei, Filius Patris.<br />
Qui tollius peccata mundi,<br />
miserere nobis.<br />
Qui tollis peccata mundi,<br />
Suscipe deprecationem nostram.<br />
Qui sedes ad dexteram Patris,<br />
miserere nobis.<br />
Quoniam tu solus Sanctus, tu solus Dominus.<br />
Tu solus Altissimus Jesu Christe.<br />
Cum Sancto Spiritu in gloria Dei Patris.<br />
Amen.<br />
Gloria<br />
Ere aan God in den hoge,<br />
en op aarde vrede<br />
aan de mensen van goede wil.<br />
Wij loven U, wij zegenen U,<br />
Wij aanbidden U, wij verheerlijken U,<br />
Wij danken U,<br />
om uw grote heerlijkheid.<br />
Heer God, hemelse Koning,<br />
God, almachtige Vader,<br />
Heer Jezus Christus, eniggeboren Zoon,<br />
Heer God, Lam Gods,<br />
Zoon van de Vader,<br />
Gij die de zonden van de wereld wegneemt,<br />
Ontferm U over ons.<br />
Aanvaard onze bede.<br />
Gij, die zit aan de rechterhand van de Vader,<br />
Ontferm U over ons.<br />
Want Gij alleen zijt de Heilige,<br />
Gij alleen de Heer,<br />
Gij alleen de Allerhoogste, Jezus Christus.<br />
Met de heilige Geest<br />
in de heerlijkheid van God de Vader.<br />
Amen.
Dixit Dominus II<br />
Dixit Dominus Domino meo:<br />
sede a dextris meis.<br />
Donec ponam inimicos tuos,<br />
scabellum pedum tuorum.<br />
Virgam virtutis tuae<br />
emittet Dominus ex Sion:<br />
dominare in medio inimicorum tuorum.<br />
Tecum principium in die virtutis tuae<br />
in splendoribus sanctorum,<br />
ex utero ante luciferum genui te.<br />
Juravit Dominus, et non poenitebit eum:<br />
Tu es sacerdos in aeternum<br />
secundum ordinem Melchisedech.<br />
Dominus a dextris tuis, confregit in die irae suae reges.<br />
Juducabit in nationibus, implebit ruinas,<br />
conquassabit capita in terra multorum.<br />
De torrente in via bibet:<br />
propterea exaltabit caput.<br />
Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto.<br />
Sicut erat in principio et nunc et semper,<br />
et in saecula saeculorum. Amen.<br />
Dixit Dominus II<br />
Aldus luidt het woord des Heren tot mijn<br />
Here: Zet u aan mijn rechterhand, totdat<br />
ik uw vijanden gelegd heb als een<br />
voetbank voor uw voeten.<br />
De Here strekt van Sion uw machtige<br />
scepter uit:<br />
Heers te midden van uw vijanden.<br />
Uw volk is een en al gewilligheid ten<br />
Uwen dage heilige feestdos rijst uit de<br />
Schoot van de dageraad de dauw uwer<br />
jonge mannen voor u op.<br />
De Here heeft gezworen en het berouwt<br />
Hem niet. Gij zijt priester voor eeuwig<br />
naar de wijze van Melchizedek<br />
De Here is aan uw rechterhand, Hij<br />
Verplettert koningen ten dage van zijn<br />
Toorn.<br />
Hij houdt gericht onder de heidenen,<br />
hoopt lijken op, verplettert hoofden op het<br />
wijde veld.<br />
Hij drinkt onderweg uit de beek, daarom<br />
heft hij het hoofd op.<br />
Ere zij de Vader en de Zoon en de Heilige<br />
Geest:<br />
zo was het in den beginne en nu en altijd<br />
en tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Salve Regina (a 2 voci)<br />
Salve Regina, Mater misericordiae,<br />
vita, dulcedo et spes nostra, salve.<br />
Ad te clamamus, exules filii Evae,<br />
ad te suspiramus, gementes et flentes<br />
in hac lacrimarum valle.<br />
Eia ergo, o advocata nostra,<br />
illos tuos misericordes oculos ad nos converte.<br />
Et Jesum benedictum fructum ventris tui,<br />
nobis post hoc exilium ostende.<br />
O clemens, o pia, o dulcis Virgo Maria.<br />
Salve Regina<br />
Gegroet, Koningin, Moeder van barmhartigheid.<br />
Ons leven, onze zoetheid, onze hoop, wees gegroet.<br />
Tot u roepen wij, bannelingen, kinderen van Eva.<br />
Tot u verzuchten wij, klagend en wenend,<br />
in dit tranendal.<br />
Welaan dan, onze Middelares,<br />
sla uw zo barmhartige ogen op ons.<br />
En toon ons na deze ballingschap<br />
Jezus, de gezegende vrucht van uw lichaam.<br />
O genadige, o meedogende, o zoete Maagd Maria.
Confitebor I<br />
Confitebor tibi Domine in toto corde meo,<br />
in consilio justorum et congregatione.<br />
Magna opera Domini:<br />
exquisita in omnes voluntates ejus.<br />
Confessio, et magnificentia opus ejus<br />
et justitia ejus manet in saeculum saeculi.<br />
Memoriam fecit mirabilium suorum,<br />
misericors et miserator Dominus<br />
escam dedit timentibus se.<br />
Memor erit in saeculum testamenti sui.<br />
Virtutem operum suorum annuntiabit populo suo,<br />
ut det illis hereditatem gentium<br />
opera manuum ejus veritas et judicium.<br />
Fidelia omnia mandata ejus,<br />
confirmata in saeculum saeculi,<br />
facta in veritate et aequitate,<br />
redemptionem misit populo suo,<br />
mandavit in aeternum testamentum suum.<br />
Sanctum et terribilenomen ejus,<br />
initium sapentiae timor Domini,<br />
intellectus bonus omnibus facientibus eum:<br />
laudatio ejus manet in saeculum saeculi.<br />
Gloria Patri, et Filio, et Spiritu Sancto,<br />
sicut erat in principio et nunc et semper,<br />
in saecula saeculroum, Amen.<br />
Confitebor I<br />
U Heer wil ik loven uit heel mijn hart,<br />
op de bijeenkomst van de vromen en in de vergadering.<br />
Groot zijn de werken des Heren:<br />
steeds passend met zijn welbehagen.<br />
Lof en heerlijkheid straalt uit Zijn doen;<br />
en Zijn rechtvaardigheid duurt immer en eeuwig.<br />
Een gedachtenis van Zijn wonderen heeft hij nagelaten,<br />
barmhartig en mededogend is de Heer;<br />
spijs gaf Hij aan hen die Hem vreesden.<br />
Eeuwig zal Hij zijn verbond gedachtig zijn;<br />
de kracht van zijn werking deed hij kennen aan zijn volk:<br />
door hun het erfdeel van de heidenen te geven.<br />
Het werk van zijn handen getuigt van trouw en recht.<br />
Onwrikbaar zijn al zijn geboden,<br />
Bevestigd voor immer en eeuwig,<br />
Gegeven in trouw en rechtmatigheid.<br />
Verlossing zond Hij aan zijn volk;<br />
Hij maakte voor eeuwig zijn verbond.<br />
Heilig en ontzaglijk is zijn Naam;<br />
het begin van de wijsheid is de vrees voor de Heer.<br />
Juist inzicht bezitten allen die ze beoefenen;<br />
Gods lof duurt immer en eeuwig.<br />
Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.<br />
Gelijk het was in het begin, hier en nu,<br />
en tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Deus tuorum militum II<br />
Deus tuorum militum<br />
Sors et corona praemium:<br />
Laudes canentes Martyris,<br />
Absolve nexu criminum.<br />
Poenas cucurrit fortiter,<br />
Et sustulit viriliter:<br />
Pro te effundens sanguinem,<br />
Aeterna donna poscidet.<br />
Laus et perennis gloria<br />
Deo Patri et Filio;<br />
Sancto simul paraclito,<br />
In sempiterna saecula. Amen<br />
Deus tuorum militum II<br />
O God, kroon, loon en eeuwige buit<br />
van uw strijders,<br />
uw martelaar bezingen wij.<br />
Maak uit de zondeboei ons vrij.<br />
Door heilige mannenmoed gehard<br />
Bezweek hij niet door pijn en smart.<br />
Hij stortte voor uw naam zijn bloed<br />
en kreeg in ruil het hemelse goed.<br />
Eer en glorie zij<br />
De Vader en de Zoon<br />
samen met de Heilige Geest<br />
tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Beatus vir I<br />
Beatus vir qui timet Dominum,<br />
in mandatis ejus volet nimis.<br />
Potens in terra erit semen ejus;<br />
generatio rectorum benedicetur.<br />
Gloria et divitiae in domo ejus,<br />
et justitia ejus manet in saeculum saeculi.<br />
Extorum est in tenebris lumen rectis;<br />
misericors, et miserator, et justus.<br />
Jucundus homo qui miseretur et commodat,<br />
disponet sermones suos in judicio;<br />
quia in aeternum non commovebitur.<br />
In memoriam aeterna erit justus;<br />
ad auditione mala non timebit.<br />
Paratum cor ejus sperare in Domino.<br />
Confirmatum est cor ejus;<br />
non commovebitur donec despiciat inimicos suos.<br />
Dispersit, debit pauperibus.<br />
Justitia ejus manet in saeculum saeculi.<br />
Cornu ejus exaltabitur in gloria.<br />
Peccator videbit, et irascetur,<br />
dentibus suis fremet et tabescet,<br />
desiderium peccatorum peribit.<br />
Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto,<br />
sicut erat in principio et nunc et semper<br />
et in saecula saeculorum. Amen.<br />
Beatus vir I<br />
Gelukkig de man die de Heer vreest,<br />
die innig behagen heeft in zijn geboden.<br />
Machtig op aarde zal zijn kroost zijn:<br />
het geslacht van de vromen wordt gezegend.<br />
Luister en rijkdom is in zijn huis;<br />
en zijn gerechtigheid duurt immer en eeuwig.<br />
Hij straalt in de duisternis als een licht voor de rechtschapenen.<br />
hij die barmachtig is, en mededogend en rechtvaardig.<br />
Zalig de mens, die barmhartig is en te leen geeft;<br />
hij schikt zijn woorden met oordeel,<br />
want in de eeuwigheid zal hij niet wankelen.<br />
In eeuwig aandenken zal de rechtvaardige zijn;<br />
voor kwade tijding moet hij niet vrezen.<br />
Vast staat zijn hart in vertrouwen op de Heer,<br />
zijn hart is sterk; hij zal niet wankelen,<br />
totdat hij neerziet op zijn vijanden.<br />
Hij strooit uit, geeft aan de armen:<br />
zijn gerechtigheid duurt immer en eeuwig;<br />
zijn hoorn steekt hoog uit in de heerlijkheid.<br />
De zondaar ziet het en wordt woedend;<br />
hij knarsetandt en vergaat van nijd;<br />
doch de wens van de zondaars gaat teloor.<br />
Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.<br />
Gelijk het was in het begin, hier en nu<br />
en tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Salve Regina (à 3 voci)<br />
Salve Regina, Mater misericordiae,<br />
vita, dulcedo et spes nostra, salve.<br />
Ad te clamamus, exules filii Evae,<br />
ad te suspiramus, gementes et flentes<br />
in hac lacrimarum valle.<br />
Eia ergo, o advocata nostra,<br />
illos tuos misericordes oculos ad nos converte.<br />
Et Jesum benedictum fructum ventris tui,<br />
nobis post hoc exilium ostende.<br />
O clemens, o pia, o dulcis Virgo Maria.<br />
Salve Regina<br />
Gegroet, Koningin, Moeder van barmhartigheid.<br />
Ons leven, onze zoetheid, onze hoop, wees gegroet.<br />
Tot u roepen wij, bannelingen, kinderen van Eva.<br />
Tot u verzuchten wij, klagend en wenend,<br />
in dit tranendal.<br />
Welaan dan, onze Middelares,<br />
sla uw zo barmhartige ogen op ons.<br />
En toon ons na deze ballingschap<br />
Jezus, de gezegende vrucht van uw lichaam.<br />
O genadige, o meedogende, o zoete Maagd Maria.
Laudate pueri I<br />
Laudate, pueri, Dominum:<br />
laudate nomen Domini.<br />
Sit nomen Domini benedictum ex hoc<br />
nunc et usque in saeculum<br />
A solis ortu usque ad occasum<br />
Laudabile nomen Domini.<br />
Excelsus super omnes gentes Dominus<br />
et super coelos gloria ejus.<br />
Quis sicut Dominus Deus noster,<br />
qui in altis habitat,<br />
et humilia respicit in coelo et in terra?<br />
Suscitans a terra inopem,<br />
et de stercore erigens pauperem;<br />
Ut collocet eum cum principibus,<br />
cum principibus populi sui.<br />
Qui habitare facit sterilem in domo,<br />
matrem filiorum laetantem.<br />
Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto,<br />
sicut erat in principio et nunc et semper<br />
et in saecula saeculorum. Amen.<br />
Laudate pueri I<br />
Looft nu dienaars des Heren,<br />
looft de naam van de Heer,<br />
De naam van de Heer zij geprezen<br />
vandaag en in eeuwigheid.<br />
Van ochtendgloren tot avondrood<br />
moet ieder die naam aanbidden.<br />
Want boven alle volkeren troont de Heer,<br />
zijn glorie beheerst de hemel.<br />
Wie is als de Heer onze God,<br />
hoog boven de sterren gezeten?<br />
Die van omhoog overziet<br />
het hemelgewelf en de aarde;<br />
die machtelozen tilt uit het stof,<br />
van vuilnishopen de armen weghaalt;<br />
om hen in de kring van de vorsten te plaatsen,<br />
te midden der machtigen van zijn volk;<br />
die de onvruchtbare plaats geeft in huis<br />
als blijde moeder van kinderen.<br />
Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.<br />
Gelijk het was in het begin, hier en nu<br />
en tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Ut queant laxis<br />
Ut queant laxis resonare fibris<br />
Mira gestorum famuli tuorum,<br />
Solve polluti labii reatum,<br />
Sancte Johannes.<br />
Nuntius celso veniens Olympo<br />
Te patre magnum fore nasciturum<br />
Nomen et vitae seriem gerendae<br />
Ordine promit.<br />
Ille promissi dubius superni,<br />
Perdidit promptae modulos loquelae:<br />
Sed reformasti genitus peremptae<br />
Organa vocis.<br />
Ventris obstruso positus cubili<br />
Senseras regem thalamo manentem,<br />
Hinc parens nati meritis uterque<br />
Abdita pandit.<br />
Gloria Patri genitaeque Proli,<br />
Et tibi, compar utriusque; semper<br />
Spiritus alme, Deus unus, omni<br />
Tempore saeculi.<br />
Amen<br />
Ut queant laxis<br />
Neem de schuld weg van onze mond,<br />
O heilige Johannes,<br />
opdat uw dienaren met onbevreesde stemmen<br />
uw wondere daden bezingen.<br />
Hij, die afdaalde uit de hoge Hemel<br />
en uw Vader boodschapte dat gij,<br />
die moest geboren worden,<br />
groot zoudt zijn, deed hem ook nauwkeurig<br />
uw Naam kennen en de levensbaan,<br />
die gij af te leggen hadt.<br />
Deze twijfelde echter aan de Hemelse belofte,<br />
en verloor de klank van zijn gewillige stem,<br />
maar bij uw geboorte hebt gij het werktuig<br />
van zijn uitgedoofde stem weer hersteld.<br />
Nog in de moederschoot liggend, hadt gij<br />
de Koning herkend, die ook zijn moeder<br />
nog droeg; en toen mochten uw beide ouders<br />
Gods geheimen openbaren om de verdiensten<br />
van hun Zoon.<br />
Ere zij aan de Vader, en aan de Zoon die<br />
hij voortbrengt, en gelijke eer aan U,<br />
even machtig als zij,<br />
Heilige Geest, één God in alle eeuwigheid,<br />
Amen.
Laudate Dominum II<br />
Laudate Dominum omnes gentes:<br />
laudate eum omnes populi.<br />
Quoniam confirmata est super nos misericordia ejus<br />
Et veritas Domini manet in aeternum.<br />
Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto,<br />
sicut erat in principio et nunc et semper<br />
et in saecula saeculorum. Amen.<br />
Laudate Dominum II<br />
Looft de Heer, alle gij volken:<br />
roemt Hem, alom ter wereld:<br />
ons omgeeft zijn genade, grootmachtig,<br />
en de trouw van de Heer staat voor eeuwig.<br />
Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.<br />
Zoals het was in den beginne, nu, en altijd,<br />
en tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Salve Regina Audi caelum<br />
Audi caelum, verba mea<br />
plena desiderio et perfusa gaudio<br />
- Audio -<br />
Dic quaeso, mihi: quae est ista,<br />
quae consurgens ut aurora rutilat, et benedicam,<br />
- Dicam -<br />
Dic nam ista pulchra ut luna electa<br />
ut sol replet laetitia terras, Maria.<br />
- Maria -<br />
Maria Virgo illa dulcis<br />
praedicata a prophetiis Ezechiel porta orientalis.<br />
- Talis -<br />
O Maria Virgo, o Mater misericordiae,<br />
vita, dulcedo et spes nostra,<br />
salve, illa sacra et felix porta<br />
per quam mors fuit expulsa introducta autem vita.<br />
- Vita-<br />
O felix porta ad te clamamus exules filii Evae,<br />
ad te suspiramus gementes et flentes in hac lacrymarum valle,<br />
illa quae tutum est medicum inter homines et Deum<br />
pro culpis remedium.<br />
O mediatrix, o advocata nostra,<br />
illos tuos misericordes oculos ad nos converte,<br />
et Jesum benedictum fructum ventris tui,<br />
nobis post hoc exilium ostende.<br />
O pulchra ut luna electa ut sol, o clemens, o pia,<br />
o dulcis Virgo Maria.<br />
We beschikken niet over de vertaling van<br />
Salve Regina Audi caelum.
Magnificat I<br />
Magnificat anima mea Dominum.<br />
Et excultavit spiritus meus in Deo<br />
salutari meo.<br />
Quia respexit humilitatem ancillae suae:<br />
ecce enim ex hoc beatam me dicent<br />
omnes generationes.<br />
Quia fecit mihi magna qui potens est:<br />
et sanctum nomen ejus.<br />
Et misericordia ejus a progenie in progenies<br />
timentibus eum.<br />
Fecit potentiam in brachio suo:<br />
dispersit superbos mente cordis sui.<br />
Deposuit potentes de sede,<br />
et exaltavit humiles:<br />
esurientes implevit bonis<br />
et divites dimisit inanes.<br />
Suscepit Israel puerum suum<br />
recordatus misericordiae suae.<br />
Sicut locutus est ad patres nostros,<br />
Abraham et semini ejus in saeculua.<br />
Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto,<br />
sicut erat in principio et nunc et semper<br />
et in saecula saeculorum. Amen.<br />
Magnificat I<br />
Hoog verheft mijn ziel de Heer!<br />
Verrukt is mijn geest<br />
Om God mijn Verlosser,<br />
want Hij zag toe op zijn nederige dienstmaagd;<br />
zie, van heden af, prijzen<br />
alle geslachten mij zalig,<br />
want de Almachtige deed aan mij zijn wonderwerken<br />
en heilig is zijn naam.<br />
En Zijn barmhartigheid (gaat) van geslacht tot geslacht,<br />
voor hen die Hem vrezen.<br />
Hij heeft de kracht in zijn arm getoond,<br />
Hij heeft de trotse van hart uiteengeslagen.<br />
Hij heeft de machtigen van hun troon gestoten,<br />
en de eenvoudigen verheven.<br />
De hongerigen heeft Hij overladen met gaven,<br />
en rijken heeft Hij met legen handen heengezonden.<br />
Zijn dienaar Israël heeft Hij zich aangetrokken,<br />
gedachtig zijn barmhartigheid,<br />
zo heeft Hij gesproken tot onze voorvaderen,<br />
voor Abraham en zijn geslacht voor altijd.<br />
Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.<br />
Zoals het was in het begin en nu en altijd<br />
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
<strong>Cantus</strong> <strong>Cölln</strong><br />
<strong>Cantus</strong> <strong>Cölln</strong>, een vocaal solistenensemble, werd in 1987 opgericht door de<br />
vermaarde luitspeler Konrad Junghänel. Op enkele jaren tijd werd het<br />
ensemble één van de beste vocale ensembles ter wereld. Het Duitse en Italiaanse<br />
vocale repertoire van de Renaissance en de barok maakt de kern uit<br />
van hun muzikale activiteiten. De keuze voor stukken uit de schitterende<br />
Duitse traditie, voordien eerder onbekend, kende grote bijval bij het publiek.<br />
Zodanig zelfs dat de eerste opname door <strong>Cantus</strong> <strong>Cölln</strong>, de Diletti pastorali<br />
van J. H. Schein, bekroond werd met verschillende internationale prijzen.<br />
Perscritici wezen erop dat de zangers, die voordien elk een succesvolle solocarrière<br />
kenden, het publiek imponeerden met hun bijna smetteloze, homogene<br />
samenzang, zonder hun individuele vocale timbre te verliezen. Het<br />
bekende Franse tijdschrift Diapason omschreef <strong>Cantus</strong> <strong>Cölln</strong> als één van de<br />
revelaties van de laatste jaren op het terrein van de oude muziek. <strong>Cantus</strong><br />
<strong>Cölln</strong> besteedt ook veel aandacht aan grotere sacrale werken en cantates,<br />
zoals een programma met werk van de Thomascantors uit de zeventiende<br />
eeuw of met cantates van Johann Rosenmüller. <strong>Cantus</strong> <strong>Cölln</strong> verwierf vermaardheid<br />
met talrijke optredens op internationale festivals in Europa<br />
(Herne, Stuttgart, Utrecht, Innsbruck, Breslau, enzovoort), die resulteerden<br />
in uitnodigingen om op te treden in Noord-Amerika en Azië.<br />
Concerto Palatino<br />
Ensembles bestaande uit cornetten en trombones vormden een belangrijk<br />
onderdeel van het openbare leven in Italië in de zestiende en de zeventiende<br />
eeuw. Een van die groepen had de naam Concerto Palatino della Signoria<br />
de Bologna en was uiterst populair in zijn tijd. Oorspronkelijk bestond de<br />
groep uit een wachter/trompettist. Vanaf 1530 zou de groep bestaan uit vier<br />
cornetspelers en vier trombonisten, een bezetting die behouden bleef gedurende<br />
tweehonderd vijftig jaar. Bruce Dickey en Charles Toet richtten Concerto<br />
Palatino op in 1987. Hun repertoire gaat van kleinschalige instrumentale<br />
canzona’s en het begeleiden van vocale muziek tot de grote religieuze<br />
muziek bestemd voor de San Petronio in Bologna en de San Marco in Venetië.<br />
Het accent ligt op de Italiaanse muziek maar het oeuvre voor gelijkaardige<br />
bezetting uit andere landen krijgt eveneens aandacht. Met de basisbezetting<br />
van twee cornetto’s, drie trombones en orgel gaat het Concerto<br />
Palatino vaak de samenwerking aan met andere ensembles voor de uitvoeringen<br />
van grote werken. Zij werkten reeds samen met Collegium Vocale,<br />
La Chapelle Royale, Tragicomedia, Hilliard Ensemble, <strong>Cantus</strong> <strong>Cölln</strong> en het<br />
Vocaal Ensemble Currende. Zij waren te gast op de festivals van Utrecht,<br />
Barcelona, Saintes, Stuttgart, Munchen, Berlijn, Moskou, Londen, St. Petersburg,<br />
Malmø, Turku , Rome, Milaan en Wenen.<br />
Konrad Junghänel<br />
De vermaarde luitspeler Konrad Junghänel is tevens bekend omwille van zijn<br />
uitstekende stilistische kennis en technische zekerheid. Zijn repertoire omvat<br />
de volledige luitmuziek van de zestiende tot de late achttiende eeuw. Daarnaast<br />
wordt hij ook beschouwd als één van de beste uitvoerders van de luitmuziek<br />
van J. S. Bach en S. L. Weiss. In 1985 werd hij bekroond met de Preis<br />
der Deutschen Schallplattenkritik voor zijn opname van solomuziek van S. L.<br />
Weiss. Konrad Junghänel treedt zowel solo als in kamermuziekverband op<br />
in heel Europa, de Verenigde Staten, Japan, Zuid-Amerika en Afrika. In 1987<br />
stichtte hij het vocale ensemble <strong>Cantus</strong> <strong>Cölln</strong>, thans zijn vaste groep. Hij<br />
werkt ook samen met verschillende andere solisten en ensembles, waaronder<br />
de Belgische contratenor en dirigent René Jacobs, La Petite Bande, de<br />
gebroeders Kuijken, Musica Antiqua Köln, Les Arts Florissants en Tafelmusikorchesten.<br />
Sinds 1978 geeft hij les aan het stedelijk muziekconservatorium<br />
van Keulen.