28.08.2013 Views

Koninklijk besluit betreffende de uitoefening van de ... - Favv

Koninklijk besluit betreffende de uitoefening van de ... - Favv

Koninklijk besluit betreffende de uitoefening van de ... - Favv

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 1 -<br />

<strong>Koninklijk</strong> <strong>besluit</strong> <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskunst,<br />

<strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> paramedische beroepen en<br />

<strong>de</strong> geneeskundige commissies<br />

10.11.1967 (B.S. 14.11.1967, err. 12.06.1968)<br />

Art. 1. De geneeskunst omvat <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> tandheelkun<strong>de</strong> inbegrepen, uitgeoefend ten aanzien <strong>van</strong><br />

menselijke wezens, en <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong>, on<strong>de</strong>r hun curatief of preventief voorkomen.<br />

Art. 1bis. Voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> dit <strong>besluit</strong> wordt<br />

verstaan on<strong>de</strong>r:<br />

"Europees on<strong>de</strong>rdaan":<br />

- on<strong>de</strong>rdaan <strong>van</strong> een Lid-Staat <strong>van</strong> <strong>de</strong> Europese Unie;<br />

- on<strong>de</strong>rdaan <strong>van</strong> Noorwegen, IJsland of het Vorstendom Liechtenstein;<br />

- on<strong>de</strong>rdaan <strong>van</strong> een Staat waarmee <strong>de</strong> Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten een<br />

Associatieovereenkomst gesloten hebben die in werking is getre<strong>de</strong>n en waarin bepaald wordt dat <strong>de</strong>ze<br />

on<strong>de</strong>rdaan, voor wat betreft <strong>de</strong> toegang tot en <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> een beroepsactiviteit, niet mag gediscrimineerd<br />

wor<strong>de</strong>n op grond <strong>van</strong> zijn nationaliteit.<br />

HOOFDSTUK I - De <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> en <strong>van</strong> <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong><br />

Art. 2. § 1. Niemand mag <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> uitoefenen die niet het wettelijk diploma bezit <strong>van</strong> doctor in <strong>de</strong> genees-,<br />

heel- en verloskun<strong>de</strong>, dat werd behaald in overeenstemming met <strong>de</strong> wetgeving op het toekennen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

aca<strong>de</strong>mische gra<strong>de</strong>n en het programma <strong>van</strong> <strong>de</strong> universitaire examens, of die niet wettelijk er<strong>van</strong> vrijgesteld is, en<br />

die bovendien <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n gesteld bij artikel 7, § 1 of § 2 niet vervult.<br />

Wordt beschouwd als onwettige <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>, het gewoonlijk verrichten door een persoon die<br />

het geheel <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n, gesteld bij lid 1 <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf, niet vervult, <strong>van</strong> elke han<strong>de</strong>ling die tot doel<br />

heeft, of wordt voorgesteld tot doel te hebben, bij een menselijk wezen, hetzij het on<strong>de</strong>rzoeken <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gezondheidstoestand, hetzij het opsporen <strong>van</strong> ziekten en gebrekkighe<strong>de</strong>n, hetzij het stellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> diagnose, het<br />

instellen of uitvoeren <strong>van</strong> een behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> een fysische of psychische, werkelijke of vermeen<strong>de</strong><br />

pathologische toestand, hetzij <strong>de</strong> inenting.<br />

De Koning kan, overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 46, <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen bedoeld bij vorig lid na<strong>de</strong>r bepalen.<br />

§ 2. Bij afwijking <strong>van</strong> § 1 <strong>van</strong> dit artikel, zijn <strong>de</strong> houdsters <strong>van</strong> het diploma <strong>van</strong> vroedvrouw, dat overeenkomstig <strong>de</strong><br />

door <strong>de</strong> Koning vastgestel<strong>de</strong> bepalingen werd uitgereikt, gemachtigd <strong>de</strong> praktijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> normale bevallingen te<br />

doen, on<strong>de</strong>r voorbehoud te voldoen aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n gesteld bij artikel 7, § 1 of § 2.<br />

De Koning kan, overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 46, <strong>de</strong> regels vaststellen, welke <strong>de</strong> in vorig lid bedoel<strong>de</strong><br />

personen in <strong>de</strong> praktijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevallingen moeten naleven.<br />

Wordt eveneens beschouwd als onwettige <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>, het gewoonlijk verrichten door een<br />

persoon die het geheel <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n, gesteld bij lid 1 <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf, niet vervult, <strong>van</strong> elke han<strong>de</strong>ling<br />

die tot doel heeft, of wordt voorgesteld tot doel te hebben, het toezicht uit te oefenen op <strong>de</strong> zwangerschap, op <strong>de</strong><br />

bevalling of op het postpartum, alsme<strong>de</strong> elk ingrijpen dat erop betrekking heeft.<br />

Art. 3. Bij afwijking <strong>van</strong> § 1 <strong>van</strong> artikel 2, mag niemand <strong>de</strong> tandheelkun<strong>de</strong> uitoefenen die niet het diploma <strong>van</strong><br />

licentiaat in <strong>de</strong> tandheelkun<strong>de</strong> bezit, dat werd behaald overeenkomstig <strong>de</strong> wetgeving op het toekennen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

aca<strong>de</strong>mische gra<strong>de</strong>n en het programma <strong>van</strong> <strong>de</strong> universitaire examens, of die niet wettelijk er<strong>van</strong> vrijgesteld is, en<br />

die bovendien <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n, gesteld bij artikel 7, § 1 of § 2 niet vervult.<br />

Wordt beschouwd als onwettige <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> tandheelkun<strong>de</strong>, het gewoonlijk verrichten door een persoon<br />

die het geheel <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n, gesteld bij lid 1 <strong>van</strong> dit artikel niet vervult <strong>van</strong> alle bewerkingen of<br />

han<strong>de</strong>lingen, uitgevoerd in <strong>de</strong> mond <strong>de</strong>r patiënten, die het behoud, <strong>de</strong> genezing, het herstellen of ver<strong>van</strong>gen <strong>van</strong><br />

het gebit daarin begrepen het weefsel <strong>van</strong> <strong>de</strong> tandkas, op het oog hebben, meer bepaald die welke behoren tot<br />

<strong>de</strong> operatieve tandheelkun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> orthodontie, en <strong>de</strong> mond- en tandprothese.<br />

De Koning kan, overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 46, <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen bedoeld bij vorig lid na<strong>de</strong>r bepalen.<br />

Art. 4. § 1. Niemand mag <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong> uitoefenen die niet het wettelijk diploma <strong>van</strong> apotheker bezit, dat<br />

werd behaald overeenkomstig <strong>de</strong> wetgeving op het toekennen <strong>van</strong> <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische gra<strong>de</strong>n en het programma<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> universitaire examens, of die niet wettelijk er<strong>van</strong> vrijgesteld is, en die bovendien <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n, gesteld<br />

bij artikel 7, § 1 of 2 niet vervult.<br />

Wordt beschouwd als onwettige <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong> het gewoonlijk verrichten, door een<br />

persoon die het geheel <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n, gesteld bij lid 1 <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf, niet vervult <strong>van</strong> alle<br />

han<strong>de</strong>lingen die tot doel hebben <strong>de</strong> bereiding, het te koop aanbie<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> <strong>de</strong>tailverkoop en <strong>de</strong> terhandstelling,<br />

zelfs indien ze kosteloos is, <strong>van</strong> geneesmid<strong>de</strong>len.<br />

De Koning kan, overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 46, <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen bedoeld bij vorig lid na<strong>de</strong>r bepalen.<br />

§ 2. Vallen niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> § 1 <strong>van</strong> dit artikel:<br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 2 -<br />

(1° a) <strong>de</strong> terhandstelling <strong>van</strong> geneesmid<strong>de</strong>len door geneesheren die overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 3<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 12 april 1958 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> medisch-farmaceutische cumulatie gemachtigd wer<strong>de</strong>n een<br />

geneesmid<strong>de</strong>len<strong>de</strong>pot te hou<strong>de</strong>n.<br />

Deze machtiging loopt ten ein<strong>de</strong> op <strong>de</strong> datum waarop <strong>de</strong> Minister me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling doet <strong>van</strong> het bestaan of <strong>de</strong> opening<br />

<strong>van</strong> een apotheek in een straal <strong>van</strong> 5 km <strong>van</strong> het <strong>de</strong>pot. In dat geval moet het <strong>de</strong>pot wor<strong>de</strong>n opgeheven binnen<br />

drie maan<strong>de</strong>n te rekenen <strong>van</strong>af <strong>de</strong>ze me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling;<br />

b) <strong>de</strong> terhandstelling <strong>van</strong> geneesmid<strong>de</strong>len door geneesheren die overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 4 <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 12 april 1958 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> medisch-farmaceutische cumulatie gemachtigd wer<strong>de</strong>n een<br />

geneesmid<strong>de</strong>len<strong>de</strong>pot te hou<strong>de</strong>n en waarvoor op <strong>de</strong> datum waarop <strong>de</strong>ze alinea in werking treedt een <strong>de</strong>finitieve<br />

beslissing is getroffen die <strong>de</strong> afwijking verleent;<br />

c) <strong>de</strong> terhandstelling <strong>van</strong> geneesmid<strong>de</strong>len door geneesheren die overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> artikelen<br />

4 en 8 <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 12 april 1958 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> medisch-farmaceutische cumulatie gemachtigd zijn een<br />

geneesmid<strong>de</strong>len<strong>de</strong>pot te hou<strong>de</strong>n en voor <strong>de</strong>welke geen <strong>de</strong>finitieve beslissing is getroffen.<br />

Wanneer een beslissing, genomen op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze procedure, door <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State wordt vernietigd, wordt<br />

<strong>de</strong> zaak teruggezon<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> commissie <strong>van</strong> beroep die <strong>de</strong> betwiste beslissing heeft getroffen; zij schikt zich<br />

naar het arrest <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State wat betreft <strong>de</strong> rechtspunten door <strong>de</strong>ze vernietigd.) <br />

2° <strong>de</strong> terhandstelling door een geneesheer of door een beoefenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> tandheelkun<strong>de</strong>, on<strong>de</strong>r bij <strong>de</strong> wet of <strong>de</strong><br />

reglementen eventueel voorziene voorwaar<strong>de</strong>n, <strong>van</strong> geneesmid<strong>de</strong>len in dringen<strong>de</strong> gevallen of, ten kostelozen titel,<br />

<strong>van</strong> geneesmid<strong>de</strong>lenmonsters; <strong>de</strong>ze terhandstellingen mogen geen aanleiding geven tot honoraria of winsten ten<br />

voor<strong>de</strong>le <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneesheer;<br />

3° <strong>de</strong> terhandstelling door een geneesheer <strong>van</strong> geneesmid<strong>de</strong>len bestemd om <strong>de</strong> venerische ziekten te bestrij<strong>de</strong>n,<br />

op voorwaar<strong>de</strong> dat hij <strong>de</strong>ze heeft laten berei<strong>de</strong>n door een apotheker <strong>van</strong> het arrondissement, met wiens etiket hij<br />

<strong>de</strong>ze geneesmid<strong>de</strong>len aan <strong>de</strong> cliënt moet afleveren;<br />

4° <strong>de</strong> industriële fabricatie en <strong>de</strong> bereiding, <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l en <strong>de</strong> distributie in het groot alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> invoer <strong>van</strong><br />

geneesmid<strong>de</strong>len in <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n bepaald bij <strong>de</strong> wet of <strong>de</strong> reglementen.<br />

5° het verschaffen door een veearts in <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voorzien door <strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> reglementering <strong>van</strong><br />

geneesmid<strong>de</strong>len aangekocht bij een apotheker; <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n gewijzigd door <strong>de</strong> Koning.<br />

(6° het te koop aanbie<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> <strong>de</strong>tailverkoop en <strong>de</strong> terhandstelling, zelfs kosteloos, door personen door <strong>de</strong> Koning<br />

gemachtigd, met een profylactisch doel tegen besmettelijke ziekten, <strong>van</strong> voorwerpen, apparaten, enkelvoudige of<br />

samengestel<strong>de</strong> substanties, met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> geneesmid<strong>de</strong>len zoals bepaald in artikel 1 <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 25<br />

maart 1964 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> geneesmid<strong>de</strong>len, alsook <strong>van</strong> giftstoffen, slaapmid<strong>de</strong>len, verdoven<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len en<br />

psychotropische stoffen, zoals bedoeld in artikel 1 <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 24 februari 1921 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het verhan<strong>de</strong>len<br />

<strong>van</strong> gifstoffen, slaapmid<strong>de</strong>len en verdoven<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len, ontsmettingsstoffen en antiseptica.<br />

De Koning stelt, bij in Ministerraad overlegd <strong>besluit</strong>, <strong>de</strong> lijst <strong>van</strong> die voorwerpen, apparaten, enkelvoudige of<br />

samengestel<strong>de</strong> substanties vast en bepaalt <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor het te koop aanbie<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> <strong>de</strong>tailverkoop en <strong>de</strong><br />

terhandstelling er<strong>van</strong>.<br />

De Koning bepaalt, bij in Ministerraad overlegd <strong>besluit</strong>, <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> in het eerste lid bedoel<strong>de</strong> personen,<br />

die verbon<strong>de</strong>n dienen te zijn aan een gespecialiseerd centrum, zoals door Hem omschreven, overgaan tot het te<br />

koop aanbie<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> <strong>de</strong>tailverkoop en <strong>de</strong> terhandstelling.) <br />

(§ 3. (1° Voor <strong>de</strong> opening, <strong>de</strong> overbrenging of <strong>de</strong> fusie <strong>van</strong> voor het publiek opengestel<strong>de</strong> apotheken is een<br />

voorafgaan<strong>de</strong> vergunning vereist, toegestaan aan één natuurlijk of één rechtspersoon die <strong>de</strong> aanvraag doet.<br />

De vergunning is persoonlijk.<br />

Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> regelen bepaald in toepassing <strong>van</strong> het 6° <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhavige paragraaf wordt <strong>de</strong> vergunning<br />

slechts overdraagbaar ten vroegste vijf jaren na <strong>de</strong> opening <strong>van</strong> <strong>de</strong> apotheek.<br />

De Koning bepaalt, na het advies te hebben ingewonnen <strong>van</strong> <strong>de</strong> meest representatieve farmaceutische<br />

beroepsorganisaties en voor zover dit advies Hem binnen zestig dagen na <strong>de</strong> aanvraag wordt verstrekt, <strong>de</strong><br />

criteria die erop zijn gericht een spreiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> apotheken te organiseren ten ein<strong>de</strong> ter bescherming <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

volksgezondheid in alle streken <strong>van</strong> het land een a<strong>de</strong>quate, doeltreffen<strong>de</strong> en regelmatige<br />

geneesmid<strong>de</strong>lenvoorziening te verzekeren, met inachtneming <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vormen <strong>van</strong> terhandstelling.<br />

Over <strong>de</strong> aanvragen die betrekking hebben op <strong>de</strong> opening of <strong>de</strong> overbrenging <strong>van</strong> twee of meer apotheken in<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> omgeving, wordt beslist volgens criteria <strong>van</strong> voorrang door <strong>de</strong> Koning bepaald.<br />

De Koning bepaalt, bij een in Ministerraad overlegd <strong>besluit</strong>, volgens <strong>de</strong> procedure bepaald in het vier<strong>de</strong> lid, het<br />

maximum aantal voor het publiek opengestel<strong>de</strong> apotheken voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> die Hij bepaalt. Hij bepaalt tevens <strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> waarin er aanvragen of hernieuw<strong>de</strong> aanvragen tot vergunning voor <strong>de</strong> opening <strong>van</strong> een voor het publiek<br />

opengestel<strong>de</strong> apotheek kunnen wor<strong>de</strong>n ingediend.<br />

De Koning bepaalt bovendien, volgens <strong>de</strong> procedure bepaald in het vier<strong>de</strong> lid, bij een in Ministerraad overlegd<br />

<strong>besluit</strong>, <strong>de</strong> procedure in het geval <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve of <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke sluiting <strong>van</strong> apotheken, wegens overmacht of<br />

op initiatief <strong>van</strong> <strong>de</strong> vergunninghou<strong>de</strong>r.<br />

De Koning bepaalt bovendien, volgens <strong>de</strong> procedure bepaald in het vier<strong>de</strong> lid, bij een in Ministerraad overlegd<br />

<strong>besluit</strong>, in het geval <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve of <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke sluiting <strong>van</strong> apotheken, wegens overmacht of op initiatief <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> vergunninghou<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor het behoud, <strong>de</strong> schorsing of <strong>de</strong> intrekking <strong>van</strong> <strong>de</strong> vergunning door <strong>de</strong><br />

Minister die <strong>de</strong> Volksgezondheid on<strong>de</strong>r zijn bevoegdheid heeft, samen met <strong>de</strong> retributies of bijdragen die<br />

verschuldigd zijn. De bedragen die voortkomen uit <strong>de</strong>ze retributies of bijdragen zijn bestemd voor <strong>de</strong> financiering<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten die voor <strong>de</strong> betrokken administratieve diensten voortvloeien uit artikel 4 <strong>van</strong> dit <strong>besluit</strong>.<br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 3 -<br />

De Minister die <strong>de</strong> Volksgezondheid on<strong>de</strong>r zijn bevoegdheid heeft kan <strong>de</strong> vergunning, bij gemotiveer<strong>de</strong> beslissing<br />

om re<strong>de</strong>nen <strong>van</strong> Volksgezondheid, schorsen of intrekken, alsook het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> lokalen, ruimten, installaties<br />

en voorwerpen <strong>van</strong> <strong>de</strong> apotheek beperken, opschorten of verbie<strong>de</strong>n.<br />

Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> straffen voorzien in artikel 38bis en in artikel 43, kan <strong>de</strong> Minister die <strong>de</strong> Volksgezondheid on<strong>de</strong>r<br />

zijn bevoegdheid heeft:<br />

1° als een vergunning <strong>van</strong> een voor het publiek opengestel<strong>de</strong> apotheek is geschorst of vernietigd door <strong>de</strong> Raad<br />

<strong>van</strong> State: <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> ambtenaren <strong>van</strong> <strong>de</strong> Farmaceutische Inspectie en een gerechts<strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r<br />

vor<strong>de</strong>ren om over te gaan tot <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke of <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve sluiting <strong>van</strong> <strong>de</strong> apotheek;<br />

2° als <strong>de</strong> Minister zelf een vergunning heeft geschorst of ingetrokken: <strong>de</strong> ambtenaren <strong>van</strong> <strong>de</strong> Farmaceutische<br />

Inspectie aanwijzen om, in voorkomend geval, met dwangmid<strong>de</strong>len over te gaan tot <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke of <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve<br />

sluiting <strong>van</strong> <strong>de</strong> apotheek;<br />

3° als <strong>de</strong> vergunning, na <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong> vestigingswet <strong>van</strong> 17 <strong>de</strong>cember 1973, nooit is toegekend of<br />

vervallen: in voorkomend geval, <strong>de</strong> sluiting <strong>van</strong> <strong>de</strong> apotheek bevelen, welke eventueel met <strong>de</strong> dwangmid<strong>de</strong>len,<br />

vermeld on<strong>de</strong>r het tien<strong>de</strong> lid, 1°, kunnen ten uitvoer gelegd wor<strong>de</strong>n.) <br />

(2° Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 5 <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 12 april 1958 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> medischfarmaceutische<br />

cumulatie, beslist <strong>de</strong> Minister die <strong>de</strong> volksgezondheid on<strong>de</strong>r zijn bevoegdheid heeft, over het<br />

toekennen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vergunning, na gemotiveerd advies <strong>van</strong> een vestigingscommissie, waartegen beroep kan<br />

wor<strong>de</strong>n ingesteld bij een commissie <strong>van</strong> beroep waar<strong>van</strong> het advies eveneens gemotiveerd is.<br />

De Minister neemt zijn gemotiveer<strong>de</strong> beslissing binnen <strong>de</strong> drie maan<strong>de</strong>n die volgen op het <strong>de</strong>finitief advies.) <br />

3° De Koning bepaalt <strong>de</strong> procedure <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanvragen; dit on<strong>de</strong>rzoek kan afhankelijk<br />

gesteld wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het betalen <strong>van</strong> een bedrag bestemd om bij te dragen tot <strong>de</strong> kosten voor het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> aanvragen en waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> Koning het bedrag en <strong>de</strong> inningsmodaliteiten vaststelt.<br />

4° Er wor<strong>de</strong>n twee vestigingscommissies opgericht, <strong>de</strong> ene Ne<strong>de</strong>rlandstalig, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re Franstalig, die belast zijn<br />

met het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanvragen die respectievelijk betrekking hebben op het Ne<strong>de</strong>rlandstalig en het<br />

Franstalig gebied; <strong>de</strong> aanvragen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rzocht door <strong>de</strong> commissie die bevoegd is op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> taal waarin zij wor<strong>de</strong>n ingediend.<br />

Er wordt een commissie <strong>van</strong> beroep opgericht waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> samenstelling toelaat <strong>de</strong> beroepen te behan<strong>de</strong>len in<br />

<strong>de</strong> taal waarin het advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> vestigingscommissie werd verstrekt.<br />

De vestigingscommissies en <strong>de</strong> commissie <strong>van</strong> beroep zijn ie<strong>de</strong>r samengesteld uit drie magistraten behoren<strong>de</strong><br />

enerzijds tot een rechtbank <strong>van</strong> eerste aanleg of tot een arbeidsrechtbank en an<strong>de</strong>rzijds tot een hof <strong>van</strong> beroep of<br />

een arbeidshof.<br />

Voor elk effectief lid wor<strong>de</strong>n een of meer<strong>de</strong>re plaatsver<strong>van</strong>gers aangewezen die <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vereisten vervullen. Al<br />

<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n voor een termijn <strong>van</strong> zes jaar door <strong>de</strong> Koning benoemd.<br />

De Koning regelt <strong>de</strong> organisatie en <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze commissies evenals <strong>de</strong> procedure voor het on<strong>de</strong>rzoek<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> aanvragen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het Duitstalig gebied. Hij bepaalt eveneens <strong>de</strong> termijnen, <strong>de</strong> procedureregels en <strong>de</strong><br />

wijze waarop <strong>de</strong> beslissingen wor<strong>de</strong>n betekend.<br />

5° De Koning is gemachtigd, bij een in Ministerraad overlegd <strong>besluit</strong>, in het belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> volksgezondheid en op<br />

advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> meest representatieve farmaceutische beroepsorganisaties, regelen te bepalen op grond waar<strong>van</strong>,<br />

vooraleer tot <strong>de</strong> overname of <strong>de</strong> fusie <strong>van</strong> apotheken kan wor<strong>de</strong>n overgegaan, <strong>de</strong> Minister die <strong>de</strong><br />

volksgezondheid on<strong>de</strong>r zijn bevoegdheid heeft, na advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> vestigingscommissie of, in voorkomend geval,<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie <strong>van</strong> beroep, tot <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve stopzetting <strong>van</strong> <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> een over te laten apotheek kan<br />

beslissen.<br />

6° De Koning bepaalt, na het advies te hebben ingewonnen <strong>van</strong> <strong>de</strong> meest representatieve farmaceutische<br />

beroepsorganisaties en bij een in Ministerraad overlegd <strong>besluit</strong>, <strong>de</strong> regelen voor het vaststellen en beoor<strong>de</strong>len<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> overdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> lichamelijke en onlichamelijke elementen <strong>van</strong> <strong>de</strong> apotheken, evenals <strong>de</strong><br />

regelen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het toezicht op <strong>de</strong>ze overdracht.<br />

De Koning bepaalt volgens <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> modaliteiten <strong>de</strong> regelen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> fusie <strong>van</strong> apotheken.<br />

7° De Koning kan een Fonds oprichten waar<strong>van</strong> Hij <strong>de</strong> organisatie en <strong>de</strong> werking regelt. Dit Fonds, met<br />

rechtspersoonlijkheid bekleed, wordt gestijfd door vastgestel<strong>de</strong> bijdragen ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> vergunninghou<strong>de</strong>rs <strong>van</strong><br />

een voor het publiek opengestel<strong>de</strong> apotheek. Het is beheerd door personen benoemd door <strong>de</strong> Minister die <strong>de</strong><br />

volksgezondheid on<strong>de</strong>r zijn bevoegdheid heeft, op voorstel <strong>van</strong> <strong>de</strong> meest representatieve farmaceutische<br />

beroepsorganisaties.<br />

Dit Fonds heeft als opdracht <strong>de</strong> sluiting <strong>van</strong> apotheken te vergoe<strong>de</strong>n of steun te verlenen aan sommige er<strong>van</strong>,<br />

volgens <strong>de</strong> criteria en modaliteiten door <strong>de</strong> Koning bepaald.) <br />

(§ 3bis. In afwijking <strong>van</strong> artikel 4, § 3, kan <strong>de</strong> minister <strong>van</strong> Volksgezondheid aan <strong>de</strong> rechtspersoon, die belast is<br />

met het beheer en <strong>de</strong> exploitatie <strong>van</strong> het luchthavengebouw te Brussel-Nationaal, <strong>de</strong> vergunning toestaan voor <strong>de</strong><br />

opening <strong>van</strong> een apotheek, bereikbaar voor alle categorieën <strong>van</strong> passagiers in <strong>de</strong> transitzone <strong>van</strong> dit<br />

luchthavengebouw. Deze vergunning is persoonlijk en niet overdraagbaar.<br />

De overtreding <strong>van</strong> voorgaan<strong>de</strong> bepaling brengt <strong>de</strong> nietigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vergunning mee.<br />

De Belgische farmaceutische wetgeving is <strong>van</strong> toepassing op <strong>de</strong>ze apotheek.<br />

De Koning bepaalt <strong>de</strong> procedure <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong>ze vergunning, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n en modaliteiten waaraan<br />

<strong>de</strong> openingstoelating moet voldoen.) <br />

(§ 3ter. De Koning bepaalt volgens <strong>de</strong> procedure bepaald in paragraaf 3, 1°, vier<strong>de</strong> lid <strong>de</strong> verplichte<br />

registratieprocedure <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> rechtmatig voor het publiek opengestel<strong>de</strong> apotheken samen met <strong>de</strong><br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 4 -<br />

retributies of bijdragen die verschuldigd zijn. De bedragen die voortkomen uit <strong>de</strong>ze retributies of bijdragen zijn<br />

bestemd voor <strong>de</strong> financiering <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten die voor <strong>de</strong> betrokken administratieve diensten voortvloeien uit<br />

artikel 4 <strong>van</strong> dit <strong>besluit</strong>.<br />

Elke eigenaar <strong>van</strong> een rechtmatig voor het publiek opengestel<strong>de</strong> apotheek vóór <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

vestigingswet <strong>van</strong> 17 <strong>de</strong>cember 1973 tot wijziging <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 12 april 1958 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> medischfarmaceutische<br />

cumulatie en wijziging <strong>van</strong> het koninklijk <strong>besluit</strong> nr. 78 <strong>van</strong> 10 november 1967 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong><br />

<strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskunst, <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> paramedische beroepen en <strong>de</strong> geneeskundige<br />

commissies, en elke hou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> een vergunning bedoeld in artikel 4, § 3, 1°, moet <strong>de</strong>ze registratieprocedure<br />

volgen.<br />

De Minister die <strong>de</strong> Volksgezondheid on<strong>de</strong>r zijn bevoegdheid heeft, verleent <strong>van</strong> voornoem<strong>de</strong> aanvragen, één<br />

natuurlijk of één rechtspersoon, een vergunning, behalve als <strong>de</strong> oorspronkelijke vergunninghou<strong>de</strong>r nog hou<strong>de</strong>r is<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> vergunning die werd verleend na <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong> voornoem<strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 17 <strong>de</strong>cember 1973.)<br />

<br />

(§ 3quater. Wordt niet beschouwd als een rechtmatig voor het publiek opengestel<strong>de</strong> apotheek, elke apotheek:<br />

1° die gesloten werd geduren<strong>de</strong> meer dan tien jaar of waarvoor niet, ten laatste binnen <strong>de</strong> tien jaar die volgen op<br />

<strong>de</strong> sluiting, een vergunning tot overbrenging werd aangevraagd;<br />

2° waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve sluiting, door <strong>de</strong> eigenaar of <strong>de</strong> vergunninghou<strong>de</strong>r, werd me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld aan <strong>de</strong> Minister<br />

vóór <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf;<br />

3° waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> vergunninghou<strong>de</strong>r niet één natuurlijk persoon of niet één rechtspersoon is, zoals bedoeld in § 3, 1°,<br />

eerste en twee<strong>de</strong> lid;<br />

4° die niet werd overgedragen volgens <strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> reglementering inzake <strong>de</strong> overdracht <strong>van</strong> een apotheek;<br />

5° die werd overgebracht naar een an<strong>de</strong>r adres zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> vergunninghou<strong>de</strong>r hiervoor een voorafgaan<strong>de</strong><br />

vergunning heeft verkregen;<br />

6° waarvoor, na <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong> voornoem<strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 17 <strong>de</strong>cember 1973, <strong>de</strong> vergunning werd<br />

geschorst, vernietigd, ingetrokken of is vervallen.<br />

Bij wijze <strong>van</strong> overgang wordt elke aanvrager bedoeld in § 3ter, inbegrepen voor <strong>de</strong> gevallen bedoeld in het eerste<br />

lid, 3° of 4° of 5°, behalve als <strong>de</strong> oorspronkelijke vergunninghou<strong>de</strong>r nog <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r is <strong>van</strong> <strong>de</strong> vergunning die werd<br />

verleend na <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong> voornoem<strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 17 <strong>de</strong>cember 1973, geacht te beschikken over een<br />

tij<strong>de</strong>lijke vergunning, die persoonlijk is, geduren<strong>de</strong> een door <strong>de</strong> Koning te bepalen termijn, bepaald volgens <strong>de</strong><br />

procedure voorzien in § 3, 1°, vier<strong>de</strong> lid.<br />

Bij wijze <strong>van</strong> overgang kan elke aanvrager bedoeld in het twee<strong>de</strong> lid, volgens <strong>de</strong> procedure, <strong>de</strong> modaliteiten en <strong>de</strong><br />

termijnen bij koninklijk <strong>besluit</strong> bepaald een aanvraag tot regularisatie indienen.) <br />

(§ 3quinquies. Bij <strong>de</strong> overdracht <strong>van</strong> een rechtmatig voor het publiek opengestel<strong>de</strong> apotheek, inbegrepen <strong>de</strong><br />

vergunning tot het openhou<strong>de</strong>n, dient eveneens een registratieprocedure te wor<strong>de</strong>n gevolgd om <strong>de</strong> aanpassing te<br />

bekomen <strong>van</strong> <strong>de</strong> persoonlijke vergunning, door <strong>de</strong> Minister die <strong>de</strong> Volksgezondheid on<strong>de</strong>r zijn bevoegdheid heeft,<br />

toegestaan aan één natuurlijk persoon of aan één rechtspersoon.<br />

De Koning bepaalt <strong>de</strong> procedure en <strong>de</strong> modaliteiten <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong>ze registratie, evenals <strong>de</strong> retributie of bijdrage<br />

die verschuldigd is. De bedragen die voortkomen uit <strong>de</strong>ze retributies of bijdragen zijn bestemd voor <strong>de</strong><br />

financiering <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten die voor <strong>de</strong> betrokken administratieve diensten voortvloeien uit artikel 4 <strong>van</strong> dit<br />

<strong>besluit</strong>.<br />

De Koning bepaalt <strong>de</strong> datum <strong>van</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf.<br />

(NOTA: Inwerkingtreding vastgesteld op 14.12.1999 door KB 08.12.1999)) <br />

(§ 4. 1° De machtigingen voorzien in § 2, 1°, <strong>van</strong> dit artikel zijn persoonlijk en niet overdraagbaar. De<br />

geneesmid<strong>de</strong>len<strong>de</strong>pots mogen niet verplaatst wor<strong>de</strong>n.<br />

2° De geneesheren die gemachtigd zijn een <strong>de</strong>pot te hou<strong>de</strong>n moeten <strong>de</strong> geneesmid<strong>de</strong>len aanschaffen in een<br />

voor het publiek opengestel<strong>de</strong> apotheek <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie, waarbinnen het <strong>de</strong>pot is gevestigd. Zij mogen <strong>de</strong>ze<br />

geneesmid<strong>de</strong>len slechts afleveren aan <strong>de</strong> zieken die zij in behan<strong>de</strong>ling hebben.<br />

De Koning kan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n bepalen voor <strong>de</strong> bevoorrading en het beheer <strong>van</strong> en het toezicht op <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>pots<br />

die niet voor het publiek mogen wor<strong>de</strong>n opengesteld en die <strong>van</strong> <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>lingskamer geschei<strong>de</strong>n moeten zijn.)<br />

<br />

Art. 4bis. De gelijktijdige <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> en <strong>van</strong> <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong> is<br />

verbo<strong>de</strong>n zelfs aan <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> <strong>de</strong> diploma's die het recht verlenen elk <strong>de</strong>zer beroepen uit te oefenen.<br />

Art. 5. (§ 1. De Koning kan, (overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 46bis), <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n vaststellen<br />

waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> geneesheren, op eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en on<strong>de</strong>r eigen toezicht, personen die een<br />

paramedisch beroep uitoefenen kunnen belasten met het verrichten <strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen die <strong>de</strong> diagnose<br />

voorafgaan of <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling aangaan of <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> maatregelen <strong>van</strong> preventieve<br />

geneeskun<strong>de</strong> betreffen. <br />

De Koning kan eveneens, overeenkomstig <strong>de</strong> procedure bepaald in artikel 46bis, <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n vaststellen<br />

waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> in het voorgaan<strong>de</strong> lid bepaal<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen kunnen wor<strong>de</strong>n opgedragen aan personen die<br />

bevoegd zijn om <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> uit te oefenen.<br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 5 -<br />

(De lijst <strong>van</strong> <strong>de</strong> in <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n bedoel<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen, <strong>de</strong> uitvoeringsmodaliteiten alsook <strong>de</strong> vereiste<br />

bekwamingsvoorwaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Koning vastgesteld overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 46bis.)<br />

) <br />

§ 2. De hou<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> het wettelijk diploma <strong>van</strong> apotheker of <strong>van</strong> licentiaat in <strong>de</strong> scheikundige wetenschappen zijn<br />

ertoe gemachtigd <strong>de</strong> analyses <strong>van</strong> klinische biologie te verrichten, welke <strong>de</strong> Koning bepaalt overeenkomstig <strong>de</strong><br />

bepalingen <strong>van</strong> artikel 46 en waar<strong>van</strong> Hij, in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> uitvoeringsmodaliteiten vaststelt.<br />

Tenzij uitzon<strong>de</strong>ringen vastgesteld door <strong>de</strong> Koning, overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 46, is het <strong>de</strong><br />

apothekers niet toegelaten titularis te zijn <strong>van</strong> een voor het publiek opengestel<strong>de</strong> officina en tevens klinische<br />

analyses te verrichten.<br />

(De Koning kan, overeenkomstig artikel 46bis, § 2, <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n bepalen waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> apothekers en <strong>de</strong><br />

licentiaten in <strong>de</strong> scheikun<strong>de</strong> wetenschappen, die gemachtigd zijn om <strong>de</strong> analyses <strong>van</strong> klinische biologie te<br />

verrichten, op eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en on<strong>de</strong>r eigen toezicht, personen die een paramedische beroep<br />

uitoefenen kunnen belasten met het verrichten <strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen die betrekking hebben op <strong>de</strong> klinische<br />

biologie.) <br />

(De lijst <strong>van</strong> die han<strong>de</strong>lingen, <strong>de</strong> wijze waarop ze wor<strong>de</strong>n uitgevoerd, alsook <strong>de</strong> kwalificatievoorwaar<strong>de</strong>n vereist<br />

<strong>van</strong> die beoefenaars <strong>van</strong> een paramedisch beroep, wor<strong>de</strong>n vastgesteld door <strong>de</strong> Koning, eveneens<br />

overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 46bis, § 2.) <br />

Art. 6. De Koning kan, overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 46, <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n bepalen waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

apothekers, op eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en on<strong>de</strong>r eigen toezicht, helpers kunnen belasten met het verrichten<br />

<strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen die betrekking hebben op <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong>.<br />

De lijst <strong>van</strong> die han<strong>de</strong>lingen, <strong>de</strong> uitvoeringsmodaliteiten er<strong>van</strong>, alsook <strong>de</strong> vereiste kwalificatievoorwaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

helpers wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Koning vastgesteld (overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 46bis, § 2). <br />

Art. 7. § 1. De in (<strong>de</strong> artikelen 2, 3, 4 en 21bis) bedoel<strong>de</strong> beoefenaars mogen alleen hun kunst uitoefenen indien<br />

zij vooraf hun titel hebben laten viseren door <strong>de</strong> bij artikel 36 bepaal<strong>de</strong> geneeskundige commissie, bevoegd<br />

overeenkomstig <strong>de</strong> plaats waar zij zich wensen te vestigen, en zo daartoe aanleiding bestaat, hun inschrijving op<br />

<strong>de</strong> lijst <strong>van</strong> <strong>de</strong> voor hun beroep bevoeg<strong>de</strong> Or<strong>de</strong> bekomen hebben. <br />

(Het visum wordt verleend tegen betaling <strong>van</strong> een bijdrage. De Koning bepaalt <strong>de</strong> bedragen en <strong>de</strong><br />

betalingsmodaliteiten <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bijdrage.) <br />

§ 2. (Op verzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokkene, kan <strong>de</strong> Commissie het document viseren waarmee <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsinstelling of<br />

<strong>de</strong> centrale examencommissie getuigt dat <strong>de</strong> verkrijger voor het ein<strong>de</strong>xamen geslaagd is dat recht geeft op het<br />

vereiste diploma.) <br />

Art. 8. § 1. (De in <strong>de</strong> artikelen 2, 3, en 21bis bedoel<strong>de</strong> beoefenaars) mogen, wetens en zon<strong>de</strong>r wettige re<strong>de</strong>n in<br />

hunnen hoof<strong>de</strong>, een in uitvoering zijn<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling niet on<strong>de</strong>rbreken zon<strong>de</strong>r vooraf alle maatregelen te hebben<br />

getroffen om <strong>de</strong> continuïteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> zorgen te verzekeren door een an<strong>de</strong>r beoefenaar die <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wettelijke<br />

kwalificatie heeft. <br />

De ra<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Or<strong>de</strong> waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> (in artikel 2 en in artikel 3 bedoel<strong>de</strong>) beoefenaars ressorteren zien toe dat<br />

<strong>de</strong> bij vorig lid voorziene bepaling wordt nageleefd. <br />

§ 2. De apotheker mag, wetens en zon<strong>de</strong>r wettige re<strong>de</strong>n in zijnen hoof<strong>de</strong>, zijn officina noch tij<strong>de</strong>lijk noch <strong>de</strong>finitief<br />

sluiten zon<strong>de</strong>r vooraf alle maatregelen te hebben getroffen om <strong>de</strong> continuïteit te verzekeren <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitreiking <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> bij een in uitvoering zijn<strong>de</strong> recept voorgeschreven geneesmid<strong>de</strong>l.<br />

De ra<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Or<strong>de</strong> <strong>de</strong>r apothekers zien toe dat <strong>de</strong> bij vorig lid voorziene bepaling wordt nageleefd.<br />

Art. 9. § 1. De representatieve beroepsverenigingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> beoefenaars, (bedoeld in <strong>de</strong> artikelen 2, 3, 4 en<br />

21bis), of <strong>de</strong> te dien ein<strong>de</strong> opgerichte groeperingen mogen wachtdiensten instellen, die <strong>de</strong> bevolking een<br />

regelmatige en normale toediening <strong>van</strong> <strong>de</strong> gezondheidszorgen, zowel in het ziekenhuis als ten huize waarborgen.<br />

(Geen enkele beoefenaar, bedoeld in <strong>de</strong> artikelen 2, 3, 4 en 21bis, die voldoet aan <strong>de</strong> vereiste voorwaar<strong>de</strong>n kan<br />

uitgesloten wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze wachtdiensten, op voorwaar<strong>de</strong> dat hij/zij het huishou<strong>de</strong>lijk reglement on<strong>de</strong>rschrijft en<br />

zich houdt aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>ontologische regels.) <br />

De in het eerste lid <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf bedoel<strong>de</strong> verenigingen of groeperingen <strong>de</strong>len aan <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong><br />

geneeskundige commissie <strong>de</strong> door hen opgestel<strong>de</strong> wachtrol me<strong>de</strong> alsook elke wijziging die er zou aan gebracht<br />

wor<strong>de</strong>n (en een huishou<strong>de</strong>lijk reglement). <br />

§ 2. De geneeskundige commissie bepaalt <strong>de</strong> behoeften inzake wachtdiensten. Zij controleert <strong>de</strong> werking <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze wachtdiensten (, met inbegrip <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevoegdheid om <strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>lijke reglementen bedoeld in § 1 goed<br />

te keuren en geschillen inzake <strong>de</strong> wachtdiensten te beslechten). <br />

Wanneer met betrekking tot <strong>de</strong> wachtdiensten regelen zijn vastgesteld in <strong>de</strong> co<strong>de</strong> <strong>van</strong> plichtenleer die door <strong>de</strong><br />

nationale raad <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken Or<strong>de</strong> is uitgewerkt en waaraan <strong>de</strong> Koning bin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kracht heeft verleend,<br />

verwijst <strong>de</strong> commissie daarnaar bij <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten bedoeld bij vorig lid <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf.<br />

Bij tekortkoming of ontoereikendheid, doet <strong>de</strong> geneeskundige commissie, op eigen initiatief of op aanvraag <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie, een beroep op <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong> organisaties of<br />

beoefenaars met het oog op het inrichten of het aanvullen <strong>van</strong> <strong>de</strong> wachtdiensten.<br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 6 -<br />

§ 3. Indien, na het verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> termijn, welke <strong>de</strong> gouverneur <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie bij <strong>de</strong> in het laatste lid <strong>van</strong><br />

vorige paragraaf bedoel<strong>de</strong> aanvraag vaststelt, <strong>de</strong> wachtdiensten niet op voldoen<strong>de</strong> wijze werken, neemt <strong>de</strong><br />

gezondheidsinspecteur of, naargelang <strong>van</strong> het geval, <strong>de</strong> inspecteur <strong>van</strong> <strong>de</strong> apotheken zelf, alle maatregelen met<br />

het oog op het inrichten of het aanvullen <strong>van</strong> <strong>de</strong> wachtdiensten in functie <strong>van</strong> <strong>de</strong> behoeften die eventueel zullen<br />

zijn bepaald door <strong>de</strong> geneeskundige commissie, welke bij <strong>de</strong>ze gelegenheid wordt voorgezeten door <strong>de</strong><br />

gouverneur <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie. Hij controleert <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze wachtdiensten.<br />

Art. 10. Het is verbo<strong>de</strong>n <strong>de</strong> regelmatige en normale <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong><br />

door een persoon die aan <strong>de</strong> vereiste voorwaar<strong>de</strong>n voldoet, door feitelijkhe<strong>de</strong>n of geweld te verhin<strong>de</strong>ren of te<br />

belemmeren.<br />

Art. 11. Aan <strong>de</strong> beoefenaars bedoeld bij <strong>de</strong> artikelen 2, 3 en 4 mogen geen reglementaire beperkingen wor<strong>de</strong>n<br />

opgelegd bij <strong>de</strong> keuze <strong>van</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len die aangewend moeten wor<strong>de</strong>n, hetzij voor het stellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> diagnose,<br />

hetzij voor het instellen en uitvoeren <strong>van</strong> <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling, hetzij voor het uitvoeren <strong>van</strong> magistrale bereidingen.<br />

(De Koning bepaalt, bij een in Ministerraad overlegd <strong>besluit</strong>, <strong>de</strong> modaliteiten evenals <strong>de</strong> uitvoeringsmaatregelen<br />

volgens welke <strong>de</strong> apotheker een voorgeschreven farmaceutische specialiteit mag substitueren door een an<strong>de</strong>re,<br />

op voorwaar<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> actieve bestand<strong>de</strong>len er<strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> zijn en <strong>de</strong> voorschrijver zich niet uitdrukkelijk tegen<br />

<strong>de</strong>rgelijke substitutie heeft verzet en <strong>de</strong> prijs voor <strong>de</strong> patiënt goedkoper is.) <br />

De misbruiken <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijheid waar<strong>van</strong> zij (overeenkomstig het eerste lid) genieten, wor<strong>de</strong>n beteugeld door <strong>de</strong><br />

ra<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Or<strong>de</strong> waar<strong>van</strong> zij afhangen. <br />

(In afwijking <strong>van</strong> het eerste lid kan het voorschrijven <strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> geneesmid<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n voorbehou<strong>de</strong>n aan<br />

bepaal<strong>de</strong> groepen beoefenaars, hou<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> een bijzon<strong>de</strong>re beroepstitel als bedoeld in artikel 35ter, die al dan<br />

niet werkzaam zijn in bepaal<strong>de</strong> medische diensten, erkend krachtens <strong>de</strong> wet op <strong>de</strong> ziekenhuizen gecoördineerd<br />

op 7 juli 1987. De Koning bepaalt <strong>de</strong> gevallen en <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r dit lid wordt toegepast.) <br />

Art. 12. Wor<strong>de</strong>n beschouwd als niet geschreven zijn<strong>de</strong> in <strong>de</strong> overeenkomsten gesloten door <strong>de</strong> beoefenaars<br />

bedoeld bij <strong>de</strong> artikelen 2, 3 en 4, <strong>de</strong> bepalingen die hun keuzevrijheid bedoeld bij artikel 11 schen<strong>de</strong>n.<br />

Art. 13. (§ 1.) Elk beoefenaar bedoeld bij <strong>de</strong> artikelen 2, 3 of 4 is gehou<strong>de</strong>n, op verzoek of met akkoord <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

patiënt, aan een an<strong>de</strong>r behan<strong>de</strong>lend beoefenaar door <strong>de</strong> patiënt aangeduid om hetzij <strong>de</strong> diagnose, hetzij <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>ling voort te zetten of te vervolledigen, alle nuttige of noodzakelijke hem <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> inlichtingen <strong>van</strong><br />

geneeskundige of farmaceutische aard me<strong>de</strong> te <strong>de</strong>len.<br />

De ra<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Or<strong>de</strong>, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> beoefenaars ressorteren, zien toe dat <strong>de</strong> bij vorig lid bedoel<strong>de</strong> bepaling<br />

wordt nageleefd.<br />

(§ 2. Elke in artikel 21bis bedoel<strong>de</strong> beoefenaar is ertoe gehou<strong>de</strong>n, op verzoek of met instemming <strong>van</strong> <strong>de</strong> patiënt,<br />

aan een an<strong>de</strong>re behan<strong>de</strong>len<strong>de</strong> beoefenaar, aangewezen door <strong>de</strong>ze laatste om een in artikel 21bis, § 4, bedoel<strong>de</strong><br />

han<strong>de</strong>ling te volgen of aan te vullen, alle nuttige en nodige inlichtingen <strong>van</strong> geneeskundige aard me<strong>de</strong> te <strong>de</strong>len<br />

die hem betreffen.) <br />

Art. 14. § 1. In het raam <strong>van</strong> <strong>de</strong> organisatie of <strong>de</strong> erkenning door <strong>de</strong> overheid <strong>van</strong> een activiteit die betrekking<br />

heeft op <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r haar preventief voorkomen, kan <strong>de</strong> Koning <strong>de</strong> verplichting voorzien voor <strong>de</strong><br />

beoefenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>, verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong>ze activiteit, aan <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>len<strong>de</strong> beoefenaar die <strong>de</strong><br />

consultant daartoe uitdrukkelijk aanwijst, <strong>de</strong> uitslagen over te maken <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekingen waaraan <strong>de</strong>ze<br />

laatste werd on<strong>de</strong>rworpen.<br />

De Koning kan bovendien <strong>de</strong> verplichting voorzien voor <strong>de</strong> beoefenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>, verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

voor een bij vorig lid bedoel<strong>de</strong> activiteit, mits het akkoord <strong>van</strong> <strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong> persoon, het geneeskundig<br />

dossier <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze laatste me<strong>de</strong> te <strong>de</strong>len aan <strong>de</strong> beoefenaar die verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor een an<strong>de</strong>re activiteit die<br />

betrekking heeft op <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r haar preventief voorkomen, behalve wanneer <strong>de</strong>ze laatste activiteit<br />

het geneeskundig toezicht op <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs betreft.<br />

In geval <strong>van</strong> niet naleving <strong>van</strong> <strong>de</strong> verplichtingen opgelegd in uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee vorige le<strong>de</strong>n, kunnen <strong>de</strong><br />

erkenning <strong>van</strong> <strong>de</strong> daar bedoel<strong>de</strong> activiteit en <strong>de</strong> financiële voor<strong>de</strong>len, die daaraan <strong>de</strong>sgevallend verbon<strong>de</strong>n zijn,<br />

geweigerd of ingetrokken wor<strong>de</strong>n.<br />

De Koning bepaalt, op advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> nationale raad <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken Or<strong>de</strong>, <strong>de</strong> modaliteiten volgens <strong>de</strong>welke <strong>de</strong><br />

overdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitslagen, <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekingen bedoeld bij het eerste lid of <strong>de</strong> me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling <strong>van</strong> het<br />

geneeskundig dossier, bedoeld bij het twee<strong>de</strong> lid <strong>van</strong> dit artikel, dient te geschie<strong>de</strong>n.<br />

§ 2. Onvermin<strong>de</strong>rd lid 3 <strong>van</strong> § 1 <strong>van</strong> dit artikel, zien <strong>de</strong> ra<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Or<strong>de</strong>, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> beoefenaars ressorteren,<br />

toe dat <strong>de</strong> krachtens § 1, vastgestel<strong>de</strong> bepalingen wor<strong>de</strong>n nageleefd.<br />

Art. 15. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 18, § 2 hebben <strong>de</strong> beoefenaars bedoeld bij <strong>de</strong> artikelen 2, 3 en 4,<br />

mits eerbiediging <strong>van</strong> <strong>de</strong> regelen <strong>van</strong> <strong>de</strong> plichtenleer, recht op honoraria of forfaitaire bezoldigingen voor <strong>de</strong> door<br />

hen gelever<strong>de</strong> prestaties.<br />

Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> bedragen welke eventueel zijn vastgesteld door of krachtens <strong>de</strong> wet of voorzien<br />

bij statuten of overeenkomsten waartoe <strong>de</strong> beoefenaars zijn toegetre<strong>de</strong>n, bepalen <strong>de</strong>ze vrij het bedrag <strong>van</strong> hun<br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 7 -<br />

honoraria, on<strong>de</strong>r voorbehoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevoegdheid, in geval <strong>van</strong> betwisting, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Or<strong>de</strong> waaron<strong>de</strong>r zij<br />

ressorteren of <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbanken.<br />

Indien algemene criteria ter zake zijn vastgesteld door <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> nationale paritaire commissie, voorzien bij<br />

het koninklijk <strong>besluit</strong> nr 47 <strong>van</strong> 24 oktober 1967, tot instelling <strong>van</strong> een nationale paritaire commissie geneesherenziekenhuizen<br />

en tot vaststelling <strong>van</strong> het statuut <strong>van</strong> <strong>de</strong> nationale paritaire commissies voor an<strong>de</strong>re beoefenaars<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskunst of voor an<strong>de</strong>re categorieën <strong>van</strong> inrichtingen, alsme<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewestelijke paritaire<br />

commissies, en algemeen bin<strong>de</strong>nd verklaard door <strong>de</strong> Koning, op grond <strong>van</strong> artikel 8 <strong>van</strong> dat <strong>besluit</strong>, moeten<br />

hogergenoem<strong>de</strong> statuten en overeenkomsten daarmee conform zijn.<br />

Art. 16. Is verbo<strong>de</strong>n ie<strong>de</strong>re vooraf gesloten overeenkomst die het honorarium koppelt aan <strong>de</strong> doelmatigheid <strong>van</strong><br />

een behan<strong>de</strong>ling (...). <br />

Art. 17. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 18, § 2, wanneer een beoefenaar bedoeld bij <strong>de</strong> artikelen 2, 3 of<br />

4 voor <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> zijn beroep personeel, lokalen en materieel gebruikt, dat niet voor het geheel voorwerp<br />

waren of zijn <strong>van</strong> een betaling ten welke an<strong>de</strong>re titel ook en dat ter beschikking is gesteld <strong>van</strong> <strong>de</strong> beoefenaar door<br />

een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> persoon, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor dit gebruik bepaald in een statuut of een uitdrukkelijke<br />

overeenkomst tussen <strong>de</strong>ze beoefenaar en <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>.<br />

Indien algemene criteria ter zake zijn vastgesteld door <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> nationale paritaire commissie, voorzien bij<br />

het koninklijk <strong>besluit</strong> nr 47 <strong>van</strong> 24 oktober 1967 tot instelling <strong>van</strong> een nationale paritaire commissie geneesherenziekenhuizen<br />

en tot vaststelling <strong>van</strong> het statuut <strong>van</strong> <strong>de</strong> nationale paritaire commissies voor an<strong>de</strong>re beoefenaars<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskunst of voor an<strong>de</strong>re categorieën <strong>van</strong> inrichtingen, alsme<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewestelijke paritaire<br />

commissies, en algemeen bin<strong>de</strong>nd verklaard door <strong>de</strong> Koning, op grond <strong>van</strong> artikel 8 <strong>van</strong> dat <strong>besluit</strong>, moet het<br />

statuut of <strong>de</strong> overeenkomst bedoeld bij vorig lid daarmee conform zijn.<br />

Art. 18. § 1. Is verbo<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r beoefenaars <strong>van</strong> een zelf<strong>de</strong> tak <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskunst, elke ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> honoraria<br />

on<strong>de</strong>r gelijk welke vorm, behalve zo <strong>de</strong>ze ver<strong>de</strong>ling geschiedt in het raam <strong>van</strong> <strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

groepsgeneeskun<strong>de</strong> (...). <br />

§ 2. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikelen 15 en 17, is verbo<strong>de</strong>n elke overeenkomst <strong>van</strong> welke aard ook,<br />

gesloten hetzij tussen <strong>de</strong> beoefenaars, (bedoeld in <strong>de</strong> artikelen 2, 3, 4 en 21bis) hetzij tussen <strong>de</strong>ze beoefenaars<br />

en <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n, inzon<strong>de</strong>rheid producenten <strong>van</strong> farmaceutische producten of leveranciers <strong>van</strong> geneeskundige of<br />

protheseapparaten, wanneer <strong>de</strong>ze overeenkomst betrekking heeft op hun beroep en ertoe strekt aan <strong>de</strong> een of <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>r rechtstreeks of onrechtstreeks winst of voor<strong>de</strong>el te verschaffen. <br />

Art. 19. Het is aan elke beoefenaar (bedoeld in <strong>de</strong> artikelen 2, 3, 4 of 21bis) verbo<strong>de</strong>n op om het even welke<br />

wijze zijn me<strong>de</strong>werking te verlenen aan een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> of als naamlener voor hem op te tre<strong>de</strong>n, met het doel hem te<br />

onttrekken aan <strong>de</strong> straffen waarme<strong>de</strong> <strong>de</strong> onwettige <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong><br />

gestraft wordt. <br />

Art. 20. De geneesheren en <strong>de</strong> beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> tandheelkun<strong>de</strong> die vaststellen dat geneesmid<strong>de</strong>len, welke<br />

door <strong>de</strong> apotheker aan hun zieken geleverd wor<strong>de</strong>n slecht bereid zijn, strijdig met het recept, of bedorven, zetten<br />

er hun zegel op en verzoeken <strong>de</strong> zieken ze enkel af te geven aan <strong>de</strong>genen die ze zullen komen halen namens <strong>de</strong><br />

geneeskundige commissie <strong>van</strong> hun gebied.<br />

Zij geven zo haast mogelijk <strong>van</strong> dit feit kennis aan <strong>de</strong> secretaris <strong>de</strong>r commissie, zodat <strong>de</strong>ze laatste die<br />

geneesmid<strong>de</strong>len kan doen afhalen en overmaken aan <strong>de</strong> commissie, die <strong>de</strong> zaak zal on<strong>de</strong>rzoeken en han<strong>de</strong>len<br />

volgens <strong>de</strong> belangrijkheid <strong>van</strong> het geval.<br />

Art. 21. Elk voorschrift wordt door <strong>de</strong> geneesheer of <strong>de</strong> beoefenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> tandheelkun<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rtekend en<br />

gedagtekend: het vermeldt zo uitvoerig mogelijk <strong>de</strong> gebruiksaanwijzing <strong>van</strong> het geneesmid<strong>de</strong>l.<br />

Wanneer een geneesheer of een beoefenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> tandheelkun<strong>de</strong> een toxisch geneesmid<strong>de</strong>l voorschrijft met<br />

een grotere dosis dan <strong>de</strong>ze voorzien in <strong>de</strong> <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> reglementering, moet hij <strong>de</strong>ze dosis voluit in letters<br />

herhalen en door een nieuwe handtekening bevestigen.<br />

(De Koning kan voor het voorschrijven <strong>van</strong> geneesmid<strong>de</strong>len die slaap- of verdoven<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len bevatten evenals<br />

<strong>van</strong> psychotrope stoffen die afhankelijkheid kunnen teweegbrengen het gebruik opleggen <strong>van</strong> speciale<br />

voorschriftenbriefjes waar<strong>van</strong> Hij het mo<strong>de</strong>l bepaalt; Hij stelt <strong>de</strong> lijst <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze stoffen vast. De Koning kan <strong>de</strong><br />

afgifte <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze speciale voorschriftenbriefjes on<strong>de</strong>rwerpen aan <strong>de</strong> inning <strong>van</strong> een bijdrage.) <br />

HOOFDSTUK Ibis - <br />

De <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> kinesitherapie<br />

Art. 21bis. § 1. In afwijking <strong>van</strong> artikel 2, § 1, en<br />

zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> het begrip "<strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>", bepaald in dit artikel, te beperken, mag niemand <strong>de</strong><br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 8 -<br />

kinesitherapie uitoefenen die niet hou<strong>de</strong>r is <strong>van</strong> een erkenning afgegeven door <strong>de</strong> Minister tot wiens bevoegdheid<br />

<strong>de</strong> Volksgezondheid behoort.<br />

§ 2. De Koning kan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n en regels bepalen voor het verkrijgen, het behou<strong>de</strong>n en het intrekken <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

in § 1 bedoel<strong>de</strong> erkenning.<br />

Deze erkenning mag enkel toegekend wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> een universitair diploma in kinesitherapie (of<br />

een diploma <strong>van</strong> hoger on<strong>de</strong>rwijs buiten <strong>de</strong> universiteit in kinesitherapie) dat een opleiding in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> een<br />

voltijds on<strong>de</strong>rwijs bekroont dat ten minste vier studiejaren omvat. (Err. B.S. 23.08.1995, p. 24041)<br />

§ 3. Niemand mag <strong>de</strong> beroepstitel <strong>van</strong> kinesitherapeut dragen die niet hou<strong>de</strong>r is <strong>van</strong> <strong>de</strong> in § 1 bedoel<strong>de</strong> erkenning.<br />

§ 4. Als onwettige <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> kinesitherapie wordt beschouwd, het gewoonlijk verrichten door een<br />

persoon die er niet toe gemachtigd is krachtens § 1 <strong>van</strong>:<br />

1° systematische han<strong>de</strong>lingen met als doel functieproblemen <strong>van</strong> spierskeletale, zenuwfysiologische, respiratoire,<br />

cardiovasculaire en psychomotorische aard te verhelpen door het toepassen <strong>van</strong> één <strong>van</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vormen<br />

<strong>van</strong> therapie:<br />

a) <strong>de</strong> lichaamsoefeningstherapie, zijn<strong>de</strong> het tot een geneeskundig doel door <strong>de</strong> patiënt doen uitvoeren <strong>van</strong><br />

bewegingen, met of zon<strong>de</strong>r fysische bijstand;<br />

b) <strong>de</strong> massagetherapie, zijn<strong>de</strong> het tot een geneeskundig doel toepassen <strong>van</strong> massagetechnieken op <strong>de</strong> patiënt;<br />

c) <strong>de</strong> fysische therapieën, zijn<strong>de</strong> het tot geneeskundig doel aan <strong>de</strong> patiënt toedienen <strong>van</strong> niet-invasieve fysische<br />

prikkels, zoals elektrische stromen, elektromagnetische stralingen, ultragelui<strong>de</strong>n, warmte- en kou<strong>de</strong>applicaties en<br />

balneotherapie;<br />

2° het verrichten <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoeken en het opstellen <strong>van</strong> balansen <strong>van</strong> <strong>de</strong> motoriek <strong>van</strong> <strong>de</strong> patiënt met als doel bij<br />

te dragen tot het stellen <strong>van</strong> een diagnose door een geneesheer of een behan<strong>de</strong>ling bestaan<strong>de</strong> uit <strong>de</strong> in het 1°<br />

bedoel<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen in te stellen;<br />

3° het concipiëren en het uitwerken <strong>van</strong> behan<strong>de</strong>lingen bestaan<strong>de</strong> uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r het 1° bedoel<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen;<br />

4° <strong>de</strong> prenatale en postnatale gymnastiek.<br />

§ 5. De Koning kan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r § 4 bedoel<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen na<strong>de</strong>r bepalen.<br />

§ 6. De krachtens § 1 erken<strong>de</strong> personen mogen enkel kinesitherapie uitoefenen ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> patiënten die<br />

op grond <strong>van</strong> een voorschrift door een persoon wor<strong>de</strong>n verwezen die krachtens artikel 2, § 1, eerste lid,<br />

gemachtigd is om <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> uit te oefenen.<br />

Het voorschrift moet een schriftelijk document zijn. Het vermeldt <strong>de</strong> diagnose of <strong>de</strong> diagnostische gegevens <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> arts, <strong>de</strong> prestatie of <strong>de</strong> prestaties die hij vraagt, alsook het maximum aantal behan<strong>de</strong>lingsbeurten bij <strong>de</strong><br />

kinesitherapeut.<br />

Wanneer <strong>de</strong> doorverwijzen<strong>de</strong> arts ermee instemt, mag <strong>de</strong> kinesitherapeut ook an<strong>de</strong>re dan <strong>de</strong> voorgeschreven<br />

prestaties verrichten of <strong>de</strong> voorgeschreven prestaties niet verrichten.<br />

Op verzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> doorverwijzen<strong>de</strong> arts moet <strong>de</strong> kinesitherapeut hem een verslag bezorgen over <strong>de</strong> uitvoering<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> verkregen resultaten.<br />

Art. 21ter. § 1. Bij <strong>de</strong> Minister tot wiens<br />

bevoegdheid <strong>de</strong> Volksgezondheid behoort, wordt een Nationale Raad voor <strong>de</strong> Kinesitherapie ingesteld.<br />

§ 2. De Nationale Raad voor <strong>de</strong> Kinesitherapie heeft tot taak aan <strong>de</strong> Minister tot wiens bevoegdheid <strong>de</strong><br />

Volksgezondheid behoort, op diens verzoek of op eigen initiatief, advies te verstrekken over alle<br />

aangelegenhe<strong>de</strong>n in verband met <strong>de</strong> kinesitherapie.<br />

§ 3. De Nationale Raad voor <strong>de</strong> Kinesitherapie kan ook <strong>de</strong> regeringen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Gemeenschappen, op hun verzoek,<br />

advies verstrekken over alle aangelegenhe<strong>de</strong>n in verband met <strong>de</strong> studies en opleiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> kinesitherapeuten.<br />

§ 4. De Nationale Raad voor <strong>de</strong> Kinesitherapie bestaat uit:<br />

1° veertien le<strong>de</strong>n, kinesitherapeuten, die <strong>de</strong> kinesitherapie uitoefenen en die een minimale ervaring <strong>van</strong> tien jaar<br />

bezitten <strong>van</strong> wie ten minste vier personen hun beroep se<strong>de</strong>rt ten minste tien jaar uitoefenen in het universitair<br />

on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> kinesitherapie of in het hoger on<strong>de</strong>rwijs buiten <strong>de</strong> universiteit in <strong>de</strong> kinesitherapie;<br />

2° zes le<strong>de</strong>n die gemachtigd zijn om <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> uit te oefenen krachtens artikel 2, § 1, waar<strong>van</strong> drie<br />

beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> huisartsgeneeskun<strong>de</strong> en drie beoefenaars <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> medische specialismen,<br />

waaron<strong>de</strong>r één <strong>de</strong> fysische geneeskun<strong>de</strong> uitoefent;<br />

3° twee ambtenaren die <strong>de</strong> Minister vertegenwoordigen tot wiens bevoegdheid <strong>de</strong> Volksgezondheid behoort.<br />

De in het 3° bedoel<strong>de</strong> ambtenaren hebben zitting met raadgeven<strong>de</strong> stem en verzorgen het secretariaat <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Raad.<br />

Aan elk lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad wordt een plaatsver<strong>van</strong>ger toegevoegd, die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n wordt benoemd.<br />

§ 5. De gewone en plaatsver<strong>van</strong>gen<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Koning benoemd voor een termijn <strong>van</strong> zes jaar, die<br />

eenmaal kan wor<strong>de</strong>n verlengd.<br />

De le<strong>de</strong>n bedoeld in het 1° en 2° <strong>van</strong> § 4 wor<strong>de</strong>n benoemd op basis <strong>van</strong> dubbele lijsten, voorgedragen door <strong>de</strong><br />

representatieve beroepsverenigingen en -organisaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken personen.<br />

§ 6. Bij <strong>de</strong> eerste samenstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> Nationale Raad voor <strong>de</strong> Kinesitherapie kunnen beschouwd wor<strong>de</strong>n als<br />

kinesitherapeuten <strong>de</strong> personen erkend door <strong>de</strong> dienst geneeskundige verzorging <strong>van</strong> het Rijksinstituut voor<br />

ziekte- en invaliditeitsverzekering, op voorstel <strong>van</strong> <strong>de</strong> Erkenningsraad voor <strong>de</strong> kinesitherapeuten <strong>van</strong> dit instituut.<br />

§ 7. De Koning regelt <strong>de</strong> organisatie en <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> Nationale Raad voor <strong>de</strong> Kinesitherapie. De Raad kan<br />

alleen geldig beslissen wanneer ten minste <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewone le<strong>de</strong>n aanwezig zijn of door hun<br />

plaatsver<strong>van</strong>ger vertegenwoordigd zijn. De beslissingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad (, voor wat betreft <strong>de</strong> in artikel 47, § 1,<br />

bedoel<strong>de</strong> adviezen) wor<strong>de</strong>n genomen bij drievier<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n bedoeld in § 4, 1° en 2°, voor<br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 9 -<br />

zover <strong>de</strong>ze meer<strong>de</strong>rheid bestaat uit ten minste twee le<strong>de</strong>n bedoeld in § 4, 2°. <br />

HOOFDSTUK Iter - De <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong>.<br />

<br />

Art. 21quater. (oud art. 21bis) § 1. Niemand mag <strong>de</strong><br />

verpleegkun<strong>de</strong> zoals ze is bepaald (in artikel 21quinquies) uitoefenen die niet in het bezit is <strong>van</strong> het diploma of <strong>de</strong><br />

titel <strong>van</strong> gegradueer<strong>de</strong> verpleger of verpleegster, <strong>van</strong> het brevet of <strong>de</strong> titel <strong>van</strong> verpleger of verpleegster, <strong>van</strong> het<br />

brevet of <strong>de</strong> titel <strong>van</strong> verpleegassistent of -assistente, en die bovendien <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n gesteld in artikel<br />

(21sexies) niet vervult. <br />

§ 2. Voor <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> wordt <strong>de</strong> persoon die in het bezit is <strong>van</strong> een diploma <strong>van</strong><br />

vroedvrouw gelijkgesteld met <strong>de</strong> gegradueer<strong>de</strong> verpleger of verpleegster.<br />

§ 3. De diploma's, brevetten of gelijkwaardige titels wor<strong>de</strong>n afgeleverd overeenkomstig <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Koning<br />

vastgestel<strong>de</strong> bepalingen.<br />

Art. 21quinquies. (oud art. 21ter) <br />

§ 1. On<strong>de</strong>r verpleegkun<strong>de</strong> wordt verstaan het uitoefenen door <strong>de</strong> in artikel (21quater) bedoel<strong>de</strong> personen <strong>van</strong><br />

nagenoem<strong>de</strong> activiteiten: <br />

a) enerzijds <strong>de</strong> observatie en het nauwkeurig vastleggen <strong>van</strong> <strong>de</strong> symptomen en reacties <strong>van</strong> <strong>de</strong> patiënt, zowel op<br />

fysisch als op psychisch vlak, ten ein<strong>de</strong> zijn verschillen<strong>de</strong> no<strong>de</strong>n tegemoet te komen en bij te dragen tot het<br />

stellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> diagnose door <strong>de</strong> geneesheer of het uitvoeren <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskundige behan<strong>de</strong>ling met het oog op<br />

<strong>de</strong> zorgen die zijn toestand vereisen, en an<strong>de</strong>rzijds, het on<strong>de</strong>r zijn hoe<strong>de</strong> nemen <strong>van</strong> een gezon<strong>de</strong> of een zieke<br />

persoon om hem, dank zij een voortduren<strong>de</strong> bijstand, <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen te helpen verrichten die bijdragen tot het<br />

behoud, <strong>de</strong> verbetering of het herstel <strong>van</strong> <strong>de</strong> gezondheid of hem bij het sterven te begelei<strong>de</strong>n; dit alles om een<br />

globale verpleegkundige verzorging te verzekeren;<br />

b) <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> technische verpleegkundige prestaties die verband hou<strong>de</strong>n met het stellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> diagnose<br />

door <strong>de</strong> geneesheer of met het uitvoeren <strong>van</strong> een behan<strong>de</strong>ling voorgeschreven door <strong>de</strong> geneesheer of het nemen<br />

<strong>van</strong> maatregelen <strong>van</strong> preventieve geneeskun<strong>de</strong>;<br />

c) <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> geneeskundige han<strong>de</strong>lingen die door een geneesheer kunnen wor<strong>de</strong>n toevertrouwd<br />

overeenkomstig artikel 5, § 1, twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid.<br />

§ 2. De Koning kan, overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 46bis, <strong>de</strong> lijst vaststellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> in § 1, b, <strong>van</strong> dit<br />

artikel bedoel<strong>de</strong> prestaties, alsook <strong>de</strong> uitvoeringsmodaliteiten er<strong>van</strong> en <strong>de</strong> vereiste kwalificatievoorwaar<strong>de</strong>n.<br />

Art. 21sexies. (oud art. 21quater) § 1. De in artikel (21quater)<br />

bedoel<strong>de</strong> beoefenaars mogen alleen <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> beoefenen indien zij vooraf hun titel hebben laten viseren<br />

door <strong>de</strong> bij artikel 36 bepaal<strong>de</strong> geneeskundige commissie, bevoegd overeenkomstig <strong>de</strong> plaats waar zij zich<br />

wensen te vestigen. <br />

Bij het verlenen <strong>van</strong> het visum gaat <strong>de</strong> commissie over tot <strong>de</strong> registratie <strong>van</strong> <strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong> overeenkomstig<br />

<strong>de</strong> door <strong>de</strong> Koning bepaal<strong>de</strong> modaliteiten, na advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> Nationale Raad voor <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong>.<br />

(Het visum wordt verleend tegen betaling <strong>van</strong> een bijdrage. De Koning bepaalt <strong>de</strong> bedragen en <strong>de</strong><br />

betalingsmodaliteiten <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bijdrage.) <br />

§ 2. Op verzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokkene kan <strong>de</strong> commissie haar visum aanbrengen op het bescheid waarin <strong>de</strong><br />

overheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsinrichting of <strong>de</strong> centrale examencommissie verklaart dat <strong>de</strong> aanvrager geslaagd is in<br />

het ein<strong>de</strong>xamen dat op het wettelijk diploma recht geeft. De uitwerking <strong>van</strong> dat visum vervalt bij het verstrijken<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> maand die op <strong>de</strong> bekrachtiging <strong>van</strong> het diploma volgt en uiterlijk bij het verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> maand<br />

die op <strong>de</strong> verlenging <strong>van</strong> het visum volgt.<br />

Art. 21septies. (oud art. 21quinquies) <br />

§ 1. Niemand mag een <strong>de</strong>r titels dragen waar<strong>van</strong> sprake is in artikel (21quater), indien hij niet voldoet aan <strong>de</strong><br />

vereiste kwalificatievoorwaar<strong>de</strong>n. <br />

§ 2. De persoon die voldoet aan <strong>de</strong> kwalificatievoorwaar<strong>de</strong>n die zijn gesteld bij <strong>de</strong> wetgeving <strong>van</strong> een vreemd<br />

land, mag slechts een <strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikel (21quater) bedoel<strong>de</strong> titels dragen zo hij <strong>de</strong> machtiging bekomt <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Minister belast met <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>besluit</strong>en tot vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> vereiste kwalificatievoorwaar<strong>de</strong>n. <br />

Art. 21octies. (oud art. 21sexies) Het is ie<strong>de</strong>r beoefenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

verpleegkun<strong>de</strong> verbo<strong>de</strong>n, hoe dan ook, zijn me<strong>de</strong>werking of zijn bijstand te verlenen aan een niet bevoeg<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, met het doel het hem mogelijk te maken <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> te beoefenen.<br />

Art. 21novies. (oud art. 21septies) Niemand mag een <strong>de</strong>r in<br />

artikel (21quater) bedoel<strong>de</strong> titels toekennen aan personen die hij, zelfs kosteloos, tewerkstelt indien die personen<br />

niet voldoen aan <strong>de</strong> vereiste kwalificatievoorwaar<strong>de</strong>n. <br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 10 -<br />

Art. 21<strong>de</strong>cies. (oud art. 21octies) Bij het Ministerie <strong>van</strong><br />

Volksgezondheid en <strong>van</strong> het Gezin wordt een Nationale Raad voor verpleegkun<strong>de</strong> opgericht.<br />

Art. 21un<strong>de</strong>cies. (oud art. 21novies) § 1. De Nationale Raad voor<br />

verpleegkun<strong>de</strong> heeft tot taak aan <strong>de</strong> Minister tot wiens bevoegdheid <strong>de</strong> volksgezondheid behoort, op diens<br />

verzoek of op eigen initiatief, advies te verstrekken over alle aangelegenhe<strong>de</strong>n in verband met <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong>,<br />

meer bepaald <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> kwalificatie hiertoe.<br />

§ 2. De Nationale Raad voor verpleegkun<strong>de</strong> kan ook <strong>de</strong> Ministers tot wier bevoegdheid respectievelijk <strong>de</strong><br />

volksgezondheid en <strong>de</strong> nationale opvoeding behoren, op hun verzoek of op eigen initiatief, advies verstrekken<br />

over alle aangelegenhe<strong>de</strong>n die betrekking hebben op <strong>de</strong> studies en <strong>de</strong> opleiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikel (21quater)<br />

bedoel<strong>de</strong> personen. <br />

Art. 21duo<strong>de</strong>cies. (oud art. 21<strong>de</strong>cies) <br />

§ 1. De Nationale Raad voor verpleegkun<strong>de</strong> bestaat uit:<br />

1° 16 le<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> personen, gemachtigd om <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> uit te oefenen, vertegenwoordigen;<br />

2° 6 le<strong>de</strong>n, doctors in <strong>de</strong> genees-, heel- en verloskun<strong>de</strong>;<br />

3° (drie ambtenaren aangewezen door <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n die op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> artikelen 59bis, § 2, eerste lid, 2°, en<br />

59ter, § 2, eerste lid, 3°, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Grondwet bevoegd zijn voor het on<strong>de</strong>rwijs); <br />

4° 2 ambtenaren die <strong>de</strong> Minister vertegenwoordigen tot wiens bevoegdheid <strong>de</strong> Volksgezondheid behoort en die<br />

het secretariaat zullen verzorgen.<br />

De in 3° en 4° bedoel<strong>de</strong> ambtenaren hebben zitting met raadgeven<strong>de</strong> stem.<br />

§ 2. Aan <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n zijn plaatsver<strong>van</strong>gers toegevoegd, die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n benoemd.<br />

§ 3. De gewone en plaatsver<strong>van</strong>gen<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Koning benoemd voor een termijn <strong>van</strong> zes jaar, die<br />

eenmaal kan wor<strong>de</strong>n verlengd; <strong>de</strong> benoemingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> in 1° en 2° bedoel<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n geschie<strong>de</strong>n uit een dubbeltal<br />

voorgedragen door <strong>de</strong> representatieve beroepsverenigingen en -organisaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken personen; (<strong>de</strong><br />

benoemingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> in 3° bedoel<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n geschie<strong>de</strong>n op aanwijzing <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken Executieven; <strong>de</strong><br />

benoemingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> in 4° bedoel<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n geschie<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> voordracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> wie zij afhangen).<br />

<br />

Art. 21ter<strong>de</strong>cies. (oud art. 21un<strong>de</strong>cies) De Koning regelt <strong>de</strong><br />

organisatie en <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> Nationale Raad voor verpleegkun<strong>de</strong>. De Raad kan alleen geldig beslissen<br />

wanneer <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikel (21duo<strong>de</strong>cies), § 1, sub 1° en 2°, bedoel<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n aanwezig is. <br />

Art. 21quater<strong>de</strong>cies. (oud art. 21duo<strong>de</strong>cies) § 1. Bij het<br />

Ministerie <strong>van</strong> Volksgezondheid en <strong>van</strong> het Gezin wordt een technische commissie voor verpleegkun<strong>de</strong> opgericht.<br />

Die commissie is ermee belast <strong>de</strong> Koning (<strong>de</strong> in artikel 46bis, § 1, bedoel<strong>de</strong> adviezen te verstrekken). <br />

§ 2. De commissie bestaat uit:<br />

1° 12 le<strong>de</strong>n die door <strong>de</strong> Koning wor<strong>de</strong>n benoemd uit een dubbeltal voorgedragen door <strong>de</strong> representatieve<br />

beroepsverenigingen en -organisaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkundigen;<br />

2° 12 le<strong>de</strong>n die door <strong>de</strong> Koning wor<strong>de</strong>n benoemd uit een dubbeltal voorgedragen door <strong>de</strong> representatieve<br />

organisaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneesheren.<br />

§ 3. Volgens <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> procedure benoemt <strong>de</strong> Koning een aantal plaatsver<strong>van</strong>gers dat gelijk is aan het aantal sub<br />

§ 2 bedoel<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n.<br />

(§ 3bis. De gewone en <strong>de</strong> plaatsver<strong>van</strong>gen<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n benoemd voor een termijn <strong>van</strong> zes jaar die eenmaal<br />

kan wor<strong>de</strong>n verlengd.) <br />

§ 4. De Koning benoemt een voorzitter en een on<strong>de</strong>rvoorzitter op <strong>de</strong> voordracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> technische commissie. De<br />

voorzitter en on<strong>de</strong>rvoorzitter hebben geen stemrecht.<br />

Het secretariaat wordt waargenomen door een door <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Volksgezondheid en <strong>van</strong> het Gezin<br />

aangewezen ambtenaar.<br />

§ 5. De Koning stelt het reglement vast voor <strong>de</strong> organisatie en <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> technische commissie.<br />

De commissie kan slechts geldig beslissen wanneer twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> in § 2, sub 1° en 2°, bedoel<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n<br />

aanwezig is. De beslissingen wor<strong>de</strong>n genomen bij een drie vier<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanwezige le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> elke<br />

groep.<br />

HOOFDSTUK II - De <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> paramedische beroepen<br />

Art. 22. Voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> dit hoofdstuk wordt verstaan on<strong>de</strong>r <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> een paramedisch beroep:<br />

1° het gewoonlijk verrichten door an<strong>de</strong>re personen dan <strong>de</strong>ze bedoeld bij artikel 2, § 1 en <strong>de</strong> (artikelen 3, 4, 21bis<br />

en 21quater) <strong>van</strong> technische hulpprestaties die verband hou<strong>de</strong>n met het stellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> diagnose of met het<br />

uitvoeren <strong>van</strong> <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling, zoals zij na<strong>de</strong>r bepaald zullen kunnen wor<strong>de</strong>n in uitvoering <strong>van</strong> artikel 23; <br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 11 -<br />

2° het gewoon uitvoeren <strong>van</strong> <strong>de</strong> bij (artikel 5, § 1, eerste lid, (en § 2, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid) ) bedoel<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen; <br />

3° het gewoon uitvoeren <strong>van</strong> <strong>de</strong> bij artikel 6 bedoel<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen.<br />

Art. 22bis. De Koning stelt stelt <strong>de</strong> lijst vast <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

paramedische beroepen.<br />

Art. 23. § 1. De Koning kan, (overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 46bis, § 2), <strong>de</strong> in artikel 22, 1° bedoel<strong>de</strong><br />

prestaties na<strong>de</strong>r bepalen en <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n vaststellen waaron<strong>de</strong>r zij moeten wor<strong>de</strong>n uitgevoerd. <br />

Hij kan eveneens, (overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 46bis, § 2), <strong>de</strong> vereiste kwalificatievoorwaar<strong>de</strong>n<br />

bepalen waaraan <strong>de</strong> personen moeten voldoen die <strong>de</strong>ze prestaties verrichten. <br />

§ 2. De Koning kan, op advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> Nationale Raad voor <strong>de</strong> paramedische beroepen, <strong>de</strong> beroepstitels bepalen<br />

waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> betrokkenen <strong>de</strong> bij artikel 22 bedoel<strong>de</strong> prestaties en han<strong>de</strong>lingen verrichten.<br />

Art. 24. § 1. Buiten <strong>de</strong> beoefenaars, bedoeld in artikel 2, § 1, en<br />

<strong>de</strong> artikelen 3, 4 en 21bis voor wat betreft <strong>de</strong> prestaties verbon<strong>de</strong>n aan hun respectieve kunst, mag niemand<br />

prestaties verrichten die na<strong>de</strong>r bepaald zijn ter uitvoering <strong>van</strong> artikel 23, § 1, of han<strong>de</strong>lingen uitvoeren die bedoeld<br />

zijn bij artikel 22, 2° en 3°, die niet hou<strong>de</strong>r is <strong>van</strong> een erkenning afgegeven door <strong>de</strong> minister tot wiens<br />

bevoegdheid <strong>de</strong> Volksgezondheid behoort.<br />

§ 2. De Koning bepaalt, op advies <strong>van</strong> Nationale Raad <strong>van</strong> <strong>de</strong> paramedische beroepen, <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />

regels tot het verkrijgen, het behou<strong>de</strong>n en het intrekken <strong>van</strong> <strong>de</strong> in § 1 bedoel<strong>de</strong> erkenning.<br />

Deze erkenning mag enkel toegekend wor<strong>de</strong>n aan personen die voldoen aan <strong>de</strong> vereiste kwalificatievoorwaar<strong>de</strong>n<br />

die na<strong>de</strong>r bepaald zijn ter uitvoering <strong>van</strong> artikel 23, § 1, of ter uitvoering <strong>van</strong> artikel 22, 2° en 3°.<br />

Art. 24bis. De beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikel 22<br />

bedoel<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen mogen alleen hun beroep uitoefenen indien zij vooraf hun titel hebben laten viseren door<br />

<strong>de</strong> bij artikel 36 bepaal<strong>de</strong> geneeskundige commissie, bevoegd overeenkomstig <strong>de</strong> plaats waar zij zich wensen te<br />

vestigen.<br />

Bij het verlenen <strong>van</strong> het visum gaat <strong>de</strong> commissie over tot <strong>de</strong> registratie <strong>van</strong> <strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong> overeenkomstig<br />

<strong>de</strong> door <strong>de</strong> Koning bepaal<strong>de</strong> modaliteiten.<br />

Het visum wordt verleend tegen betaling <strong>van</strong> een bijdrage. De Koning bepaalt <strong>de</strong> bedragen en <strong>de</strong><br />

betalingsmodaliteiten.<br />

Art. 25. § 1. Niemand mag een beroepstitel dragen die betrekking heeft op één <strong>van</strong> <strong>de</strong> prestaties die na<strong>de</strong>r<br />

bepaald zijn ter uitvoering <strong>van</strong> artikel 23, § 1, of op han<strong>de</strong>lingen die bedoeld zijn bij artikel 22, 2° en 3°, (zo hij niet<br />

hou<strong>de</strong>r is <strong>van</strong> <strong>de</strong> erkenning bedoeld in artikel 24, § 1). <br />

§ 2. Hij die aan <strong>de</strong> kwalificatievoorwaar<strong>de</strong>n, gesteld bij <strong>de</strong> wetgeving <strong>van</strong> een vreemd land, voldoet, mag slechts<br />

een beroepstitel dragen die betrekking heeft op één <strong>van</strong> <strong>de</strong> prestaties die na<strong>de</strong>r bepaald zijn ter uitvoering <strong>van</strong><br />

artikel 23, § 1, of op han<strong>de</strong>lingen die bedoeld zijn bij artikel 22, 2° en 3°, zo hij <strong>de</strong> machtiging bekomt <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Minister belast met <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>besluit</strong>en tot vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> vereiste kwalificatievoorwaar<strong>de</strong>n.<br />

Art. 26. Niemand mag een beroepstitel die betrekking heeft op één <strong>van</strong> <strong>de</strong> prestaties, die na<strong>de</strong>r bepaald zijn ter<br />

uitvoering <strong>van</strong> artikel 23, § 1, of op han<strong>de</strong>lingen die bedoeld zijn bij artikel 22, 2° en 3°, toekennen aan personen<br />

die hij, zelfs kosteloos, tewerkstelt, zo <strong>de</strong>ze personen aan <strong>de</strong> vereiste kwalificatievoorwaar<strong>de</strong>n niet voldoen.<br />

Art. 27. Het is eenie<strong>de</strong>r, die voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> dit hoofdstuk als bevoegd beschouwd wordt, verbo<strong>de</strong>n op<br />

welke wijze ook zijn me<strong>de</strong>werking of zijn bijstand te verlenen aan een niet bevoeg<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>, met het doel het hem<br />

mogelijk te maken een paramedisch beroep uit te oefenen.<br />

Art. 28. Bij het Ministerie <strong>van</strong> Volksgezondheid en <strong>van</strong> het Gezin wordt een Nationale raad voor <strong>de</strong> paramedische<br />

beroepen opgericht, hierna "<strong>de</strong> raad" te noemen.<br />

Art. 29. De raad verstrekt aan <strong>de</strong> Minister tot wiens bevoegdheid <strong>de</strong> Volksgezondheid behoort, op diens<br />

aanvraag, of op eigen initiatief, adviezen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> alle aangelegenhe<strong>de</strong>n in verband met <strong>de</strong> paramedische<br />

beroepen.<br />

(...) <br />

Art. 30. § 1. De raad is samengesteld uit:<br />

1° een voorzitter die een functie uitoefent of uitgeoefend heeft in het paramedisch on<strong>de</strong>rwijs;<br />

2° een lid per paramedisch beroep dat betrekking heeft op han<strong>de</strong>lingen of prestaties bedoeld bij artikel 22.<br />

Tenminste één <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n die tot <strong>de</strong>ze categorie behoren, moeten hun beroep uitoefenen in een<br />

verplegingsinrichting;<br />

3° doctors in <strong>de</strong> genees-, heel- en verloskun<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>welke een ambtenaar bij het Ministerie <strong>van</strong><br />

Volksgezondheid en <strong>van</strong> het Gezin, die <strong>de</strong> functie <strong>van</strong> secretaris zal uitoefenen, (en minstens twee geneesheren<br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 12 -<br />

voorgedragen door het Comité <strong>van</strong> <strong>de</strong> Dienst voor geneeskundige controle ingesteld bij het Rijksinstituut voor<br />

ziekte- en invaliditeitsuitkeringen). <br />

(Afgezien <strong>van</strong> <strong>de</strong> ambtenaar en <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneesheren voorgedragen door het Comité <strong>van</strong> <strong>de</strong> Dienst voor<br />

geneeskundige Controle waar<strong>van</strong> hierboven sprake, moeten ten minste <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n geneesheren hun<br />

kunst uitoefenen in een verzorgingsinstelling.) <br />

4° twee beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> tandheelkun<strong>de</strong>;<br />

5° twee apothekers;<br />

(5°bis opgeheven) <br />

(5°ter opgeheven) <br />

6° een ambtenaar bij het Ministerie <strong>van</strong> Volksgezondheid en <strong>van</strong> het Gezin, die <strong>de</strong> functie <strong>van</strong> adjunct-secretaris<br />

zal uitoefenen;<br />

7° (drie ambtenaren aangewezen door <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n die op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> artikelen 59bis, § 2, eerste lid, 2°, en<br />

59ter, § 2, eerste lid, 3°, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Grondwet bevoegd zijn voor het on<strong>de</strong>rwijs); <br />

(De ambtenaren bedoeld on<strong>de</strong>r 6° en 7° hebben een adviseren<strong>de</strong> stem.) <br />

Het totaal aantal <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneesheren, beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> tandheelkun<strong>de</strong> en apothekers, bedoeld sub 3°, 4° en<br />

5° <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf, zal gelijk zijn aan het aantal <strong>van</strong> <strong>de</strong> (sub 2°) bedoel<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n. <br />

§ 2. Aan <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n die niet ambtenaar zijn, wordt een plaatsver<strong>van</strong>ger toegevoegd.<br />

§ 3. De voorzitter en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re gewone en plaatsver<strong>van</strong>gen<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Koning benoemd op<br />

voordracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister tot wiens bevoegdheid <strong>de</strong> Volksgezondheid behoort, uitgezon<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n<br />

ambtenaren bij het Ministerie <strong>van</strong> Sociale Voorzorg of bij een daar<strong>van</strong> afhangen<strong>de</strong> openbare instelling (...), die<br />

door <strong>de</strong> Koning wor<strong>de</strong>n benoemd op voordracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> wie zij afhangen. (De ambtenaren<br />

aangewezen in artikel 30, § 1, 7°, wor<strong>de</strong>n aangewezen door <strong>de</strong> betrokken Executieven). <br />

De Koning benoemt een on<strong>de</strong>rvoorzitter tussen <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n niet ambtenaren.<br />

De voorzitter of <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rvoorzitter moet een geneesheer niet ambtenaar zijn.<br />

§ 4. Het mandaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n niet ambtenaren heeft een duur <strong>van</strong> vier jaar en is hernieuwbaar.<br />

Art. 31. Het dagelijks bestuur <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad bestaat uit <strong>de</strong> voorzitter, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rvoorzitter, <strong>de</strong><br />

secretaris of <strong>de</strong> adjunct-secretaris, alsook uit vier le<strong>de</strong>n bedoeld sub 2° <strong>van</strong> § 1 <strong>van</strong> artikel 30, twee le<strong>de</strong>n die<br />

geen ambtenaren zijn als bedoeld sub 3°, een <strong>van</strong> <strong>de</strong> sub 4° bedoel<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n, (en een <strong>van</strong> sub 5°) <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

paragraaf bedoel<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n, verkozen bij gewone meer<strong>de</strong>rheid. <br />

Art. 32. Het dagelijks bestuur is belast met <strong>de</strong> regeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad, <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

taken en met het beheer <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewone zaken. Het is bovendien belast met <strong>de</strong> bij artikel 34 bepaal<strong>de</strong><br />

bekrachtiging.<br />

Art. 33. § 1. De raad kan in zijn mid<strong>de</strong>n af<strong>de</strong>lingen oprichten die belast zijn met het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> vraagstukken<br />

die betrekking hebben:<br />

1° op <strong>de</strong> in artikel 22, 1° bedoel<strong>de</strong> prestaties;<br />

2° op <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking welke door <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> paramedische beroepen wordt verleend bij <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> bij artikel 22, 2° en 3° bedoel<strong>de</strong> akten.<br />

§ 2. Met <strong>de</strong> toelating <strong>van</strong> het dagelijks bestuur, kan elke af<strong>de</strong>ling een beroep doen op personen buiten <strong>de</strong> raad,<br />

die zij kiest wegens hun bevoegdheid op het gebied waarme<strong>de</strong> elke af<strong>de</strong>ling inzon<strong>de</strong>rheid belast is.<br />

Art. 34. Behalve wat betreft <strong>de</strong> aangelegenhe<strong>de</strong>n waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> raad het on<strong>de</strong>rzoek voor zichzelf behoudt, wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> adviezen <strong>van</strong> elk <strong>de</strong>r af<strong>de</strong>lingen beschouwd als door <strong>de</strong> raad zelf gegeven, indien zij door het dagelijks<br />

bestuur bekrachtigd zijn. Bij gebreke <strong>van</strong> bekrachtiging door het dagelijks bestuur, wordt <strong>de</strong> zaak aan <strong>de</strong> raad<br />

voorgelegd.<br />

Art. 35. De raad stelt zijn huishou<strong>de</strong>lijk reglement vast en legt het ter goedkeuring voor aan <strong>de</strong> Minister tot wiens<br />

bevoegdheid <strong>de</strong> Volksgezondheid behoort.<br />

Art. 35bis. § 1. Bij het Ministerie <strong>van</strong><br />

Volksgezondheid en Leefmilieu wordt een Technische Commissie voor <strong>de</strong> paramedische beroepen opgericht.<br />

Die Commissie heeft als opdracht het in artikel 46bis, § 2, bepaald advies te verstrekken.<br />

§ 2. De Commissie is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong> paramedische beroepen en<br />

vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskunst, die door <strong>de</strong> Koning zijn benoemd. De Koning benoemt eveneens een<br />

plaatsver<strong>van</strong>ger voor elk <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vertegenwoordigers.<br />

§ 3. De Koning benoemt een voorzitter en een on<strong>de</strong>rvoorzitter op <strong>de</strong> voordracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> Technische Commissie.<br />

De voorzitter en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rvoorzitter zijn niet stemgerechtigd.<br />

Het secretariaat wordt waargenomen door een ambtenaar aangewezen door <strong>de</strong> Minister die <strong>de</strong> Volksgezondheid<br />

on<strong>de</strong>r zijn bevoegdheid heeft.<br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 13 -<br />

§ 4. On<strong>de</strong>r voorbehoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> in § 2 en § 3 voorziene bepalingen regelt <strong>de</strong> Koning <strong>de</strong> samenstelling, <strong>de</strong><br />

organisatie en <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> Technische Commissie voor <strong>de</strong> paramedische beroepen.<br />

De Commissie beraadslaagt op geldige wijze wanneer twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

paramedische beroepen en twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong> beroepen die <strong>de</strong> geneeskunst<br />

uitoefenen, aanwezig zijn. Zij neemt haar beslissingen met een meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> drie vier<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanwezige<br />

le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> elke groep.<br />

HOOFSTUK IIbis -<br />

Bijzon<strong>de</strong>re bekwamingen, bijzon<strong>de</strong>re titels, aanbodbeheersing en ein<strong>de</strong>-loopbaan, evaluatie, structuur en<br />

organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> praktijk, organen<br />

Artikel 35ter. De Koning stelt <strong>de</strong> lijst <strong>van</strong> bijzon<strong>de</strong>re<br />

beroepstitels en <strong>van</strong> bijzon<strong>de</strong>re beroepsbekwamingen vast voor <strong>de</strong> in <strong>de</strong> (artikelen 2, 3, 4, 5, § 2, (eerste lid),<br />

21bis, 21quater en 22) bepaal<strong>de</strong> beoefenaars. <br />

Artikel 35quater. Niemand kan een bijzon<strong>de</strong>re<br />

beroepstitel dragen of zich beroepen op een bijzon<strong>de</strong>re beroepsbekwaming, dan na door <strong>de</strong> Minister tot wiens<br />

bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Volksgezondheid behoort hiertoe te zijn erkend.<br />

Artikel 35quinquies. Niemand kan aan personen<br />

die hij tewerkstelt, zelfs als vrijwilliger, een <strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikel 35ter bepaal<strong>de</strong> titels of bekwamingen toekennen,<br />

indien die personen niet wer<strong>de</strong>n erkend overeenkomstig artikel 35sexies.<br />

Artikel 35sexies. De erkenning bepaald in artikel<br />

35quater wordt toegekend overeenkomstig <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Koning vastgestel<strong>de</strong> procedure en voor zover is voldaan<br />

aan <strong>de</strong> erkenningscriteria die zijn vastgesteld door <strong>de</strong> Minister tot wiens bevoegdhe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Volksgezondheid<br />

behoort, op advies, wanneer zij bestaan, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ra<strong>de</strong>n waaraan <strong>de</strong>ze bevoegdheid is toegewezen.<br />

Artikel 35septies. De criteria voor <strong>de</strong> erkenning of<br />

bevoegdheidsverklaring alsook <strong>de</strong> erkenningsvoorwaar<strong>de</strong>n voor een bijzon<strong>de</strong>re beroepsbekwaming die <strong>van</strong><br />

toepassing zijn op <strong>de</strong> datum <strong>van</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze wet blijven behou<strong>de</strong>n in afwachting dat <strong>de</strong> nieuwe<br />

bepalingen wor<strong>de</strong>n vastgesteld overeenkomstig <strong>de</strong> artikelen 35ter en 35sexies.<br />

Art. 35octies. § 1. Bij het Ministerie <strong>van</strong> Sociale<br />

zaken Volksgezondheid en Leefmilieu wordt een PlanningscommissieMedisch aanbod opgericht.<br />

§ 2. De opdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze Commissie bestaat erin:<br />

- <strong>de</strong> behoeften inzake medisch aanbod na te gaan met betrekking tot <strong>de</strong> beroepen vermeld in <strong>de</strong> artikelen 2, §1,<br />

en 3. Bij het bepalen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze behoeften dient rekening gehou<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> evolutie <strong>van</strong> <strong>de</strong> behoeften<br />

inzake medische zorgen <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> zorgenverstrekking, en <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische en <strong>de</strong> sociologische<br />

evolutie <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken beroeren. Een eerste rapport zal neergelegd wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> Ministers <strong>van</strong><br />

Volksgezondheid en Sociale Zaken ten laatste op 15 mei 1996, inzake behoeften, bevattend voorstellen <strong>van</strong> een<br />

globaal aantal en <strong>van</strong> een ver<strong>de</strong>ling, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re per Gemeenschap;<br />

- op een continue wijze <strong>de</strong> weerslag evalueren die <strong>de</strong> bepaling <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze behoeften heeft op <strong>de</strong> toegang tot <strong>de</strong><br />

studies voor <strong>de</strong> beroepen bedoeld in <strong>de</strong> artikelen 2, §1, en 3;<br />

- jaarlijks een verslag opstellen ten behoeve <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ministers <strong>van</strong> Volksgezondheid en Sociale Zaken <strong>betreffen<strong>de</strong></strong><br />

<strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> behoeften, studies, en <strong>de</strong> doorstroming tot <strong>de</strong> stages, met het oog op het verkrijgen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

bijzon<strong>de</strong>re beroepstitels bedoeld in artikel 35ter (en <strong>de</strong> beroepstitel bedoeld in artikel 21bis, § 3). <br />

§ 3. De Koning bepaalt, bij een in Ministerraad overlegd <strong>besluit</strong>, <strong>de</strong> samenstelling en <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Planningscommissie. De Planningscommissie kan zich laten bijstaan door experten.<br />

De Planningscommissie wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Volksgezondheid.<br />

Het secretariaat wordt waargenomen door een ambtenaar <strong>van</strong> Volksgezondheid, aangewezen door <strong>de</strong> Minister.<br />

§ 4. De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd <strong>besluit</strong> en op voorstel <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Volksgezondheid,<br />

<strong>de</strong> opdrachten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Planningscommissie uitbrei<strong>de</strong>n tot an<strong>de</strong>re beroepen vermeld in artikel 35ter.<br />

Art. 35nonies. § 1. Op gezamenlijk voorstel <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Ministers <strong>van</strong> Volksgezondheid en Sociale Zaken, bij een in Ministerraad overlegd <strong>besluit</strong>, en dit voor <strong>de</strong><br />

beroepen vermeld in <strong>de</strong> artikelen 2, § 1, en 3:<br />

1° (kan <strong>de</strong> Koning, na advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> Planningscommissie, het globaal aantal kandidaten bepalen), opgesplitst per<br />

Gemeenschap, dat jaarlijks na het bekomen <strong>van</strong> het diploma bedoeld in <strong>de</strong> artikelen 2, § 1, en 3, toegang geeft<br />

tot het verkrijgen (<strong>van</strong> <strong>de</strong> beroepstitel, bedoeld in artikel 21bis, § 3, of) <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re beroepstitels die het<br />

voorwerp uitmaken <strong>van</strong> <strong>de</strong> erkenning bedoeld in artikel 35ter; <br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 14 -<br />

2° (kan <strong>de</strong> Koning <strong>de</strong> criteria vastleggen) voor <strong>de</strong> selectie <strong>van</strong> <strong>de</strong> kandidaten voor het verkrijgen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

bijzon<strong>de</strong>re beroepstitels die het voorwerp uitmaken <strong>van</strong> <strong>de</strong> erkenning bedoeld in artikel 35ter (en voor <strong>de</strong> selectie<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> kandidaten voor het verkrijgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> beroepstitel, bedoeld in artikel 21bis, § 3). <br />

§ 2. De in §1, 1°, bedoel<strong>de</strong> maatregel:<br />

1° kan ten vroegste uitwerking hebben na een termijn die gelijk is aan <strong>de</strong> duur <strong>van</strong> <strong>de</strong> studies die nodig zijn voor<br />

het behalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> in <strong>de</strong> artikelen 2, §1, en 3 bedoel<strong>de</strong> diploma's;<br />

2° wordt door <strong>de</strong> Koning bij een in Ministerraad overlegd <strong>besluit</strong> opgeschort, indien blijkt on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re uit het<br />

rapport <strong>van</strong> <strong>de</strong> Planningscommissie bedoeld in artikel 35octies, § 2, dat <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong> behoeften per<br />

Gemeenschap niet wor<strong>de</strong>n overschre<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r meer ten gevolge <strong>van</strong> <strong>de</strong> maatregelen genomen per<br />

Gemeenschap inzake aanbodsbeheersing.<br />

§ 3. De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd <strong>besluit</strong> en na advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> Planningscommissie op voorstel<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Volksgezondheid en <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Sociale Zaken, per Gemeenschap het aantal<br />

kandidaten bepalen dat toegang heeft tot <strong>de</strong> diverse beroepstitels of groep <strong>van</strong> bijzon<strong>de</strong>re beroepstitels.<br />

§ 4. De Koning kan op voorstel <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Volksgezondheid en bij een in Ministerraad overlegd <strong>besluit</strong>,<br />

mits <strong>de</strong> nodige aanpassingen, <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> §§ 1, 2 en 3 uitbrei<strong>de</strong>n tot an<strong>de</strong>re beroepen vermeld in artikel<br />

35ter.<br />

Art. 35<strong>de</strong>cies. De Koning bepaalt, bij een in Ministerraad<br />

overlegd <strong>besluit</strong>, op gezamenlijk voorstel <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ministers <strong>van</strong> Volksgezondheid en <strong>van</strong> Sociale Zaken en na<br />

overleg in het bij <strong>de</strong>ze wet opgerichte Overlegcomité, bij toepassing <strong>van</strong> artikel 77bis <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong><br />

verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, regels<br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>-loopbaan voor <strong>de</strong> in <strong>de</strong> artikelen 2, 3, 4, 5, § 2, 21bis, 21quater en 22 bedoel<strong>de</strong><br />

beroepsbeoefenaars.<br />

Art. 35un<strong>de</strong>cies. De Koning, bij een in Ministerraad overlegd<br />

<strong>besluit</strong> en op <strong>de</strong> gezamenlijke voordracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ministers <strong>van</strong> Volksgezondheid en <strong>van</strong> Sociale Zaken en na<br />

overleg in het Overlegcomité:<br />

1° bepaalt <strong>de</strong> regels en <strong>de</strong> modaliteiten inzake <strong>de</strong> evaluatie, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re via een systeem <strong>van</strong> " peerreview ",<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> praktijk en <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> professionele bekwaming <strong>van</strong> <strong>de</strong> individuele beoefenaars bedoeld<br />

in <strong>de</strong> artikelen 2, 3, 4, 5, § 2, 21bis, 21quater en 22;<br />

2° duidt <strong>de</strong> structuren aan die <strong>de</strong> evaluatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> praktijk en <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> professionele<br />

bekwaming organiseren of begelei<strong>de</strong>n en bepaalt <strong>de</strong> algemene regels <strong>van</strong> <strong>de</strong> werking er<strong>van</strong>.<br />

Art. 35duo<strong>de</strong>cies. De Koning bepaalt, bij een in Ministerraad<br />

overlegd <strong>besluit</strong>, (en na overleg in <strong>de</strong> met toepassing <strong>van</strong> artikel 8 <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 10 <strong>de</strong>cember 1997 tot<br />

reorganisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> gezondheidszorg opgerichte overlegcomités,) <strong>de</strong> regels met betrekking tot <strong>de</strong> structuur en<br />

<strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> praktijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> in <strong>de</strong> artikelen 2, 3, 4, 5, § 2, 21bis, 21quater en 22 bedoel<strong>de</strong><br />

beroepsbeoefenaars. <br />

Deze regels hebben geen betrekking op het stellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> diagnose, <strong>de</strong> keuze, het instellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling<br />

en <strong>de</strong> uitvoering er<strong>van</strong>.<br />

On<strong>de</strong>r structuur en organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> praktijk wordt inzon<strong>de</strong>rheid verstaan: <strong>de</strong> organisatie en het beheer <strong>van</strong> het<br />

algemeen medisch dossier; <strong>de</strong> organisatie en, in voorkomend geval, <strong>de</strong> erkenningscriteria <strong>van</strong> <strong>de</strong> groepspraktijk<br />

en <strong>van</strong> diverse samenwerkingsverban<strong>de</strong>n; <strong>de</strong> rolomschrijving <strong>van</strong> en taakafspraken tussen huisartsen en<br />

specialisten.<br />

Art. 35ter<strong>de</strong>cies. De Koning, bij een in Ministerraad<br />

overlegd <strong>besluit</strong>, op <strong>de</strong> gezamenlijke voordracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Volksgezondheid en <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong><br />

Sociale Zaken:<br />

1° richt " een Hoge Raad voor <strong>de</strong> Gezondheidsberoepen " op, <strong>de</strong>welke kan bestaan uit af<strong>de</strong>lingen met betrekking<br />

tot elk <strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikelen 2, 3, 4, 5, § 2, 21bis, 21quater en 22 <strong>van</strong> het koninklijk <strong>besluit</strong> nr. 78 <strong>van</strong> 10 november<br />

1967 vermel<strong>de</strong> beroepen;<br />

2° bepaalt <strong>de</strong> samenstelling er<strong>van</strong>. De medische af<strong>de</strong>ling er<strong>van</strong> wordt als volgt samengesteld: <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong><br />

Volksgezondheid, <strong>de</strong> Minister <strong>van</strong> Sociale Zaken, <strong>de</strong> representatieve beroepsverenigingen, <strong>de</strong><br />

verzekeringsinstellingen, <strong>de</strong> universiteiten en <strong>de</strong> wetenschappelijke verenigingen;<br />

(3° bepaalt <strong>de</strong> opdrachten er<strong>van</strong>, welke er inzon<strong>de</strong>rheid in bestaan advies te verstrekken met betrekking tot <strong>de</strong><br />

kwaliteit, evaluatie en organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> medische of paramedische praktijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> in <strong>de</strong> artikelen 2, 3, 4, 5, § 2,<br />

21bis, 21quater en 22 bedoel<strong>de</strong> beroepsbeoefenaars; en stelt meer bepaald aanbevelingen voor goe<strong>de</strong><br />

praktijkvoering op. Op eigen initiatief of op vraag <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> minister, of het <strong>de</strong>sbetreffend Overlegcomité,<br />

zoals bepaald in artikel 8 <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 10 <strong>de</strong>cember 1997 tot reorganisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> gezondheidszorg, formuleert<br />

<strong>de</strong> <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> af<strong>de</strong>ling voorstellen of adviezen on<strong>de</strong>r meer inzake kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> zorgverlening, <strong>de</strong> organisatie<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> zorgverlening, en taakafspraken tussen <strong>de</strong> beoefenaars on<strong>de</strong>rling;) <br />

4° bepaalt <strong>de</strong> werking er<strong>van</strong>. Vooraleer er door <strong>de</strong> geëigen<strong>de</strong> organen <strong>de</strong>finitieve beslissingen genomen wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>saangaan<strong>de</strong>, alsme<strong>de</strong> met betrekking tot <strong>de</strong> in het 3e beoog<strong>de</strong> materies dient voorafgaan<strong>de</strong>lijk overleg<br />

georganiseerd in het geëigend overlegcomité, opgericht bij <strong>de</strong>ze wet.<br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 15 -<br />

Op voorstel <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> minister kunnen verschillen<strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingen samen verga<strong>de</strong>ren.<br />

HOOFDSTUK III - De geneeskundige commissies<br />

Art. 36. § 1. In elke provincie wordt een geneeskundige commissie opgericht.<br />

In <strong>de</strong> provincie Brabant wor<strong>de</strong>n nochtans twee geneeskundige commissies opgericht.<br />

§ 2. Elke geneeskundige commissie is samengesteld uit:<br />

1° een voorzitter, doctor in <strong>de</strong> genees-, heel- en verloskun<strong>de</strong>;<br />

2° een on<strong>de</strong>rvoorzitter, doctor in <strong>de</strong> genees-, heel- en verloskun<strong>de</strong>;<br />

3° twee geneesheren;<br />

4° twee beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> tandheelkun<strong>de</strong>;<br />

5° twee apothekers;<br />

6° twee veeartsen;<br />

7° twee houdsters <strong>van</strong> het diploma <strong>van</strong> vroedvrouw;<br />

(7°bis twee kinesitherapeuten;) <br />

(7°ter twee beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong>;) <br />

8° een lid per paramedisch beroep dat betrekking heeft op han<strong>de</strong>lingen of prestaties bedoeld bij artikel 22;<br />

9° een ambtenaar <strong>van</strong> elke buitendienst <strong>van</strong> <strong>de</strong> inspectie <strong>van</strong> het Ministerie <strong>van</strong> Volksgezondheid, bevoegd<br />

inzake <strong>de</strong> gezondheid of <strong>de</strong> sociale geneeskun<strong>de</strong>; <strong>de</strong> gezondheidsinspecteur is <strong>de</strong> secretaris <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie.<br />

§ 3. Aan <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n sub 3° tot 8° <strong>van</strong> § 2 <strong>van</strong> dit artikel wordt een plaatsver<strong>van</strong>ger toegevoegd.<br />

§ 4. De voorzitter en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rvoorzitter wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Koning benoemd, op een dubbele lijst <strong>van</strong> kandidaten die<br />

door <strong>de</strong> nationale raad <strong>van</strong> <strong>de</strong> Or<strong>de</strong> <strong>de</strong>r geneesheren wor<strong>de</strong>n voorgedragen. De an<strong>de</strong>re sub 3° tot 8° bedoel<strong>de</strong><br />

gewone en plaatsver<strong>van</strong>gen<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Koning benoemd, op een dubbele lijst <strong>van</strong> kandidaten die<br />

voorgedragen wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> representatieve organisaties <strong>van</strong> elk <strong>de</strong>r betrokken beroepen. De sub 9° <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> paragraaf vermel<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n aangeduid door <strong>de</strong> Minister tot wiens bevoegdheid <strong>de</strong><br />

Volksgezondheid behoort.<br />

§ 5. De commissie kan een beroep doen op <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking <strong>van</strong> personen gekozen wegens hun bekwaamheid<br />

op het gebied <strong>van</strong> haar algemene opdracht.<br />

Art. 37. § 1. De geneeskundige commissie heeft tot taak, in haar ambtsgebied:<br />

1° in het algemeen:<br />

a) aan <strong>de</strong> overheid alle maatregelen voor te stellen die tot doel hebben bij te dragen tot <strong>de</strong> volksgezondheid;<br />

b) te zorgen voor <strong>de</strong> doeltreffen<strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> (<strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

artsenijbereidkun<strong>de</strong>, <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> alsook <strong>van</strong> <strong>de</strong> beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> paramedische beroepen) aan <strong>de</strong><br />

uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> maatregelen die door <strong>de</strong> overheid wor<strong>de</strong>n getroffen om <strong>de</strong> quarantaine ziekten of besmettelijke<br />

aandoeningen te bestrij<strong>de</strong>n. <br />

2° in het bijzon<strong>de</strong>r:<br />

(a) <strong>de</strong> echtheid na te gaan <strong>van</strong> en het visum te hechten aan <strong>de</strong> titels <strong>van</strong> <strong>de</strong> beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> en<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> veeartsen, <strong>van</strong> <strong>de</strong> beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> en <strong>van</strong> <strong>de</strong> beoefenaars<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> paramedische beroepen;) <br />

b) het visum in te trekken of zijn behoud afhankelijk te maken <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanvaarding, door <strong>de</strong> betrokkene, <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

opgeleg<strong>de</strong> beperkingen, wanneer, op advies <strong>van</strong> geneesheren <strong>de</strong>skundigen aangeduid door <strong>de</strong> Nationale Raad<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Or<strong>de</strong> <strong>de</strong>r Geneesheren of door <strong>de</strong> Nationale Raad <strong>van</strong> <strong>de</strong> Or<strong>de</strong> waaron<strong>de</strong>r hij ressorteert, vastgesteld<br />

wordt dat een beoefenaar bedoeld bij (<strong>de</strong> artikelen 2, 3, 4, of 21bis) een veearts (een beoefenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

verpleegkun<strong>de</strong> of een beoefenaar <strong>van</strong> een paramedisch beroep) niet meer voldoet aan <strong>de</strong> vereiste fysische of<br />

psychische geschikthe<strong>de</strong>n om, zon<strong>de</strong>r risico's, <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> zijn beroep voort te zetten; <br />

<br />

(De beroepsbeoefenaar heeft niet <strong>de</strong> vrijheid om zich aan het on<strong>de</strong>rzoek door <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundigen te onttrekken.<br />

In dat laatste geval kan <strong>de</strong> geneeskundige commissie, bij eenparige beslissing, het visum intrekken of het behoud<br />

er<strong>van</strong> afhankelijk maken <strong>van</strong> het feit dat <strong>de</strong> betrokkene <strong>de</strong> beperkingen aanvaardt die hem/haar wor<strong>de</strong>n opgelegd<br />

geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> die nodig is om het advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundige in te winnen. Die perio<strong>de</strong> mag nooit meer<br />

dan drie maan<strong>de</strong>n, herhaalbaar, bedragen.<br />

Wanneer zijn fysieke of psychische ongeschiktheid dusdanig is dat ernstige gevolgen voor <strong>de</strong> patiënten kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n gevreesd, kan <strong>de</strong> geneeskundige commissie, bij eenparige beslissing, het visum intrekken of het behoud<br />

er<strong>van</strong> afhankelijk maken <strong>van</strong> het feit dat <strong>de</strong> betrokkene <strong>de</strong> beperkingen aanvaardt die hem/haar wor<strong>de</strong>n opgelegd<br />

geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> die nodig is om het advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundige in te winnen. Die perio<strong>de</strong> mag nooit meer<br />

dan twee maan<strong>de</strong>n, herhaalbaar, bedragen.<br />

De voorlopige intrekking of het voorwaar<strong>de</strong>lijke behoud <strong>van</strong> het visum neemt een ein<strong>de</strong> zodra <strong>de</strong> geneeskundige<br />

commissie een <strong>de</strong>finitieve uitspraak heeft gedaan.) <br />

c) onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bevoegdheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> personen, belast door <strong>de</strong> krachtens <strong>de</strong> wet, met controle- of<br />

toezichtsopdrachten:<br />

1. erover te waken dat <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> artsenijkun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> veeartsenijkun<strong>de</strong> (, <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> en <strong>de</strong><br />

paramedische beroepen) in overeenstemming met <strong>de</strong> wetten en reglementen wor<strong>de</strong>n uitgeoefend; <br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 16 -<br />

2. het opsporen en me<strong>de</strong><strong>de</strong>len aan het parket <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevallen <strong>van</strong> onwettige <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>,<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong>, <strong>van</strong> <strong>de</strong> veeartsenijbereidkun<strong>de</strong>, (<strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> of <strong>van</strong> een paramedisch beroep);<br />

<br />

d) <strong>de</strong> opdrachten voorzien bij artikel 9 te vervullen;<br />

e) <strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong> personen <strong>van</strong> publiek- of privaatrecht in te lichten omtrent <strong>de</strong> genomen beslissingen, hetzij<br />

door haarzelf, hetzij door <strong>de</strong> bij artikel 37 bepaal<strong>de</strong> geneeskundige commissie <strong>van</strong> beroep, hetzij door <strong>de</strong><br />

betrokken Or<strong>de</strong>n, hetzij door <strong>de</strong> rechtbanken, inzake <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> zijn activiteit door een beoefenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

geneeskun<strong>de</strong>, <strong>van</strong> <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong>, <strong>van</strong> <strong>de</strong> veeartsenijkun<strong>de</strong> (, <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> of door een lid <strong>van</strong> een<br />

paramedisch beroep). <br />

De aanduiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> personen bedoeld bij vorig lid, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> modaliteiten volgens <strong>de</strong>welke zij wor<strong>de</strong>n<br />

ingelicht, wor<strong>de</strong>n bepaald door <strong>de</strong> Koning, op voorstel naargelang het geval, <strong>van</strong> <strong>de</strong> nationale raad <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

betrokken Or<strong>de</strong>, (<strong>van</strong> <strong>de</strong> Nationale Raad voor <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> of <strong>van</strong> <strong>de</strong> Nationale Raad voor paramedische<br />

beroepen,) gedaan binnen <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Minister die <strong>de</strong> Volksgezondheid in zijn bevoegdheid heeft, vastgestel<strong>de</strong><br />

termijn; <br />

f) <strong>de</strong> organen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> Or<strong>de</strong>n in kennis te stellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> beroepsfouten welke aan <strong>de</strong> beoefenaars die<br />

daaron<strong>de</strong>r ressorteren wor<strong>de</strong>n ten laste gelegd;<br />

g) toezicht te hou<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> openbare verkopingen waarin geneesmid<strong>de</strong>len zijn begrepen.<br />

§ 2. Voor het vervullen <strong>van</strong> haar algemene taak, is <strong>de</strong> medische commissie samengesteld uit <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n, vermeld<br />

sub 1° (tot 7°ter) en sub 9° <strong>van</strong> § 1 <strong>van</strong> artikel 36. Zij omvat daarenboven een maximum <strong>van</strong> tien le<strong>de</strong>n die <strong>de</strong><br />

Koning aanduidt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze vermeld sub 8° <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> bepaling. <br />

Voor het vervullen <strong>van</strong> haar speciale opdracht is <strong>de</strong> commissie uitsluitend samengesteld uit <strong>de</strong> voorzitter, <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rvoorzitter, <strong>de</strong> secretaris en het lid of <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n die het beroep <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken persoon of personen<br />

vertegenwoordigen.<br />

§ 3. De territoriale bevoegdheid, <strong>de</strong> organisatie en <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskundige commissie wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong><br />

Koning geregeld.<br />

§ 4. De procedure vóór <strong>de</strong> commissie in <strong>de</strong> bij § 1, 2°, b, <strong>van</strong> dit artikel bepaal<strong>de</strong> gevallen, wordt door <strong>de</strong> Koning<br />

geregeld.<br />

De betrokkene kan tegen <strong>de</strong> beslissing <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie, genomen in uitvoering <strong>van</strong> § 1, 2°, b, <strong>van</strong> dit artikel<br />

een beroep instellen dat schorsend is, bij een geneeskundige commissie <strong>van</strong> beroep, waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> Koning <strong>de</strong><br />

samenstelling, <strong>de</strong> organisatie en <strong>de</strong> werking bepaalt.<br />

De Koning regelt <strong>de</strong> procedure die voor <strong>de</strong> geneeskundige commissie <strong>van</strong> beroep moet toegepast wor<strong>de</strong>n.<br />

De betrokkene kan, zowel in eerste aanleg als in beroep bijgestaan wor<strong>de</strong>n door personen <strong>van</strong> zijn keuze.<br />

De beslissingen genomen in eerste aanleg of in beroep, wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> geneeskundige commissie onmid<strong>de</strong>llijk<br />

aan <strong>de</strong> raad <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken Or<strong>de</strong> me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld.<br />

HOOFDSTUK IV - Strafbepalingen en tuchtmaatregelen<br />

Art. 38. § 1. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> straffen gesteld bij het Strafwetboek, alsook, <strong>de</strong>sgevallend, <strong>de</strong><br />

toepassing <strong>van</strong> tuchtmaatregelen:<br />

1° wordt gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> acht dagen tot zes maan<strong>de</strong>n en met geldboete <strong>van</strong> vijfhon<strong>de</strong>rd frank tot<br />

vijfduizend frank of met een <strong>van</strong> die straffen alleen, hij die met overtreding <strong>van</strong> (<strong>de</strong> artikelen 2, 3, 4, 21bis of 51),<br />

gewoonlijk een han<strong>de</strong>ling of han<strong>de</strong>lingen stelt die behoren tot <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong> hetzij<br />

zon<strong>de</strong>r hou<strong>de</strong>r te zijn <strong>van</strong> het vereiste diploma of zon<strong>de</strong>r er wettelijk <strong>van</strong> vrijgesteld te zijn, hetzij zon<strong>de</strong>r te<br />

beschikken over het visum <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskundige commissie, hetzij zon<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> lijst <strong>van</strong> <strong>de</strong> Or<strong>de</strong> ingeschreven<br />

te zijn wanneer zulks vereist is. <br />

(De beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> paramedische beroepen), vallen niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bepaling voor <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen die zij verrichten ingevolge <strong>de</strong> artikelen 5 of 6. <br />

Met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> straffen wordt gestraft <strong>de</strong> beoefenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong> die, met<br />

overtreding <strong>van</strong> artikel 19, op om het even welke wijze, zijn me<strong>de</strong>werking verleent aan een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> of hem zijn<br />

naam leent, met het doel hem te onttrekken aan <strong>de</strong> straffen waarme<strong>de</strong> <strong>de</strong> onwettige <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

geneeskun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong> gestraft wordt.<br />

(Met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> straffen wor<strong>de</strong>n gestraft <strong>de</strong> beoefenaars bedoeld in (<strong>de</strong> artikelen 2, 3, 4, 21bis of 51) die <strong>de</strong><br />

bepaling <strong>van</strong> artikel 4bis overtre<strong>de</strong>n;) <br />

2° Wor<strong>de</strong>n gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> acht dagen tot drie maan<strong>de</strong>n en met geldboete <strong>van</strong> zesentwintig<br />

frank tot tweeduizend frank of met een <strong>van</strong> die straffen alleen:<br />

a) <strong>de</strong> houdsters <strong>van</strong> het diploma <strong>van</strong> vroedvrouw of <strong>de</strong> bij artikel 54 bedoel<strong>de</strong> personen, die in <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong><br />

hun beroep <strong>de</strong> in uitvoering <strong>van</strong> artikel 2, § 2, lid 2, vastgestel<strong>de</strong> regels niet naleven;<br />

b) <strong>de</strong> beoefenaars bedoeld bij artikel 2, § 1, en bij artikel 4, die gewoonlijk (beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> of<br />

beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> paramedische beroepen) belasten met het verrichten <strong>van</strong> een of meer han<strong>de</strong>lingen die vallen<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>r dat hierbij <strong>de</strong> ter uitvoering <strong>van</strong> artikel 5, § 1 (en § 2,<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid) of <strong>van</strong> artikel 6 bepaal<strong>de</strong> regels opgevolgd wor<strong>de</strong>n; <br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 17 -<br />

c) <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> het wettelijk diploma <strong>van</strong> apotheker en <strong>de</strong> licentiaten in <strong>de</strong> scheikundige wetenschappen die<br />

gewoonlijk analyses <strong>van</strong> klinische biologie verrichten zon<strong>de</strong>r dat hierbij <strong>de</strong> door artikel 5, § 2 (, eerste lid)<br />

voorziene regels opgevolgd wor<strong>de</strong>n; <br />

d) (<strong>de</strong> beoefenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> beoefenaar <strong>van</strong> een paramedisch beroep) die gewoonlijk een of<br />

meer han<strong>de</strong>lingen verricht die vallen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>r dat hierbij <strong>de</strong> ter<br />

uitvoering <strong>van</strong> artikel 5, § 1 (en § 2, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid) of <strong>van</strong> artikel 6 bepaal<strong>de</strong> regels opgevolgd wor<strong>de</strong>n; <br />

3° Wordt gestraft met <strong>de</strong> bij sub 2° <strong>van</strong> dit artikel bepaal<strong>de</strong> straffen:<br />

<strong>de</strong> beoefenaar bedoeld bij (<strong>de</strong> artikelen 2, 3, 4, of 21bis) die, gehou<strong>de</strong>n zijn<strong>de</strong> me<strong>de</strong> te werken aan <strong>de</strong><br />

wachtdiensten krachtens <strong>de</strong> maatregelen opgelegd ter uitvoering <strong>van</strong> artikel 9, § 3, zijn verplichtingen niet nakomt,<br />

zon<strong>de</strong>r een beletsel te kunnen doen gel<strong>de</strong>n ingevolge het vervullen <strong>van</strong> een dringen<strong>de</strong>r beroepstaak of ingevolge<br />

een ernstige re<strong>de</strong>n of zon<strong>de</strong>r zich te hebben laten ver<strong>van</strong>gen door een an<strong>de</strong>re beoefenaar die zelf niet gehou<strong>de</strong>n<br />

is zijn me<strong>de</strong>werking te verlenen aan <strong>de</strong> wachtdiensten; <br />

4° Wordt eveneens gestraft met <strong>de</strong> sub 2° <strong>van</strong> dit artikel bepaal<strong>de</strong> straffen, hij die, met overtreding <strong>van</strong> artikel 10,<br />

<strong>de</strong> regelmatige en normale <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong> door een persoon die aan<br />

<strong>de</strong> vereiste voorwaar<strong>de</strong>n voldoet, verhin<strong>de</strong>rt of belemmert door feitelijkhe<strong>de</strong>n of geweld;<br />

5° Wordt gestraft met een boete <strong>van</strong> zesentwintig frank tot vijfhon<strong>de</strong>rd frank, <strong>de</strong> beoefenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong><br />

of <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong>, die <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 18, § 2, en (<strong>de</strong> artikelen 20 en 21, eerste en twee<strong>de</strong> lid)<br />

overtreedt. <br />

(6° wordt gestraft met een ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> drie maan<strong>de</strong>n tot vijf jaar en met een geldboete <strong>van</strong> duizend frank<br />

tot hon<strong>de</strong>rdduizend frank of met één <strong>van</strong> die straffen alleen, hij die <strong>de</strong> bepalingen overtreedt <strong>van</strong> <strong>de</strong> koninklijke<br />

<strong>besluit</strong>en genomen ter uitvoering <strong>van</strong> artikel 21, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid.) <br />

§ 2. In afwijking <strong>van</strong> <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> § 1 is het begrip "gewoonlijk" niet vereist voor <strong>de</strong>gene die:<br />

1° vroeger wegens onwettige <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> of <strong>van</strong> <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong> werd veroor<strong>de</strong>eld;<br />

2° om het even welk reclamemid<strong>de</strong>l heeft aangewend om <strong>de</strong> in (artikelen 2, 3, 4, 5, 6 en 21bis) bedoel<strong>de</strong><br />

han<strong>de</strong>lingen te kunnen stellen; <br />

3° in verband met die han<strong>de</strong>lingen, opvallen<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len heeft aangewend of gebruik heeft gemaakt <strong>van</strong> een titel<br />

of <strong>van</strong> enige benaming, met het doel te doen geloven dat hij wettelijk bevoegd is.<br />

§ 3. In afwachting <strong>van</strong> <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken co<strong>de</strong> <strong>van</strong> plichtenleer, wor<strong>de</strong>n tuchtmaatregelen<br />

toegepast door <strong>de</strong> Or<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r zij ressorteren:<br />

a) op elke beoefenaar bedoeld bij <strong>de</strong> artikelen 2 of 3, die, wetens en zon<strong>de</strong>r wettige re<strong>de</strong>n in zijnen hoof<strong>de</strong>, een in<br />

uitvoering zijn<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling on<strong>de</strong>rbreekt, zon<strong>de</strong>r vooraf <strong>de</strong> vereiste maatregelen genomen te hebben om <strong>de</strong><br />

continuïteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> zorgen te verzekeren door een an<strong>de</strong>r beoefenaar die <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wettelijke kwalificatie heeft;<br />

b) op elke apotheker die, wetens en zon<strong>de</strong>r wettige re<strong>de</strong>n in zijnen hoof<strong>de</strong>, zijn officina sluit, zon<strong>de</strong>r vooraf <strong>de</strong><br />

vereiste maatregelen genomen te hebben om <strong>de</strong> continuïteit voor het uitreiken <strong>van</strong> <strong>de</strong> bij een in uitvoering zijn<strong>de</strong><br />

recept voorgeschreven geneesmid<strong>de</strong>l, te verzekeren;<br />

c) op elke beoefenaar bedoeld bij <strong>de</strong> artikelen 2, 3 of 4, die <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> artikelen 13 en 14 niet naleeft;<br />

d) op elk beoefenaar bedoeld bij <strong>de</strong> artikelen 2, 3 of 4 die <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 18, § 1, niet naleeft.<br />

Art. 38bis. Wordt gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> acht dagen tot drie maan<strong>de</strong>n en met een<br />

geldboete <strong>van</strong> zesentwintig tot tweeduizend frank of met een <strong>van</strong> die straffen alleen, hij die inbreuk pleegt op <strong>de</strong><br />

bepalingen <strong>van</strong> (artikel 4, §§ 3, 3bis, 3ter, 3quater et 3quinquies),<strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rhavig <strong>besluit</strong> of <strong>de</strong> ter uitvoering<br />

daar<strong>van</strong> getroffen maatregelen. <br />

De rechtspersonen zijn burgerrechtelijk aansprakelijk voor <strong>de</strong> betaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitgesproken geldboeten en kosten<br />

ten laste <strong>van</strong> hun organen of hun aangestel<strong>de</strong>n.<br />

Art. 38ter. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> in het Strafwetboek gestel<strong>de</strong> straffen wordt gestraft met een<br />

ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> acht dagen tot drie maan<strong>de</strong>n en met een geldboete <strong>van</strong> zesentwintig tot tweeduizend frank<br />

of met een <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze straffen alleen:<br />

(1° Hij die, zon<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> vereiste voorwaar<strong>de</strong>n te voldoen om <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> uit te oefenen of zon<strong>de</strong>r in het<br />

bezit te zijn <strong>van</strong> een vereiste bekwaamheidstitel of zon<strong>de</strong>r in het bezit te zijn <strong>van</strong> het in artikel (21sexies)<br />

bepaal<strong>de</strong> visum, een of meer activiteiten <strong>van</strong> verpleegkun<strong>de</strong>, zoals bedoeld in artikel (21quinquies), § 1, a,<br />

uitoefent niet <strong>de</strong> bedoeling er zijn beroep <strong>van</strong> te maken, of gewoonlijk een of meer activiteiten, zoals bedoeld in<br />

artikel (21quinquies), § 1, b en c, uitoefent. <br />

Die bepaling is niet <strong>van</strong> toepassing op <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt die voormel<strong>de</strong> activiteiten verricht in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> wettelijke<br />

en reglementaire bepalingen inzake het opleidingsprogramma tot het behalen <strong>van</strong> een <strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikel (21quater)<br />

of in artikel 23, § 2, vermel<strong>de</strong> titels, noch op <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt in <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> die <strong>de</strong>ze activiteiten verricht in het<br />

ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> zijn opleiding. <br />

Die bepaling is ook niet <strong>van</strong> toepassing op <strong>de</strong> beoefenaar <strong>van</strong> een paramedisch beroep, die in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> zijn<br />

beroep, bepaal<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen verricht ter uitvoering <strong>van</strong> artikel 46bis, § 2.) <br />

2° <strong>de</strong> beoefenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> die, met overtreding <strong>van</strong> artikel (21octies), op welke wijze ook, zijn<br />

me<strong>de</strong>werking verleent aan een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> of hem zijn naam leent, met het doel hem te onttrekken aan <strong>de</strong> straffen<br />

waarmee <strong>de</strong> onwettige <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> wordt beteugeld; <br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 18 -<br />

3° hij die, door feitelijkhe<strong>de</strong>n of geweld, <strong>de</strong> regelmatige en normale <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> door een<br />

persoon die aan <strong>de</strong> vereiste voorwaar<strong>de</strong>n voldoet, verhin<strong>de</strong>rt of belemmert;<br />

4° hij die aan een persoon die niet in het bezit is <strong>van</strong> een geviseer<strong>de</strong> bekwaamheidstitel of die niet <strong>de</strong><br />

hoedanigheid heeft <strong>van</strong> stu<strong>de</strong>nt, zoals bedoeld in 1° <strong>van</strong> dit artikel, gewoonlijk opdracht of toelating geeft tot het<br />

uitoefenen <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong>;<br />

5° hij die gewoonlijk aan een <strong>de</strong>r in artikel (21quater) bedoel<strong>de</strong> personen een opdracht geeft tot het stellen <strong>van</strong><br />

een han<strong>de</strong>ling die beschouwd wordt als een <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>, tenzij het een han<strong>de</strong>ling betreft als<br />

bedoeld in artikel (21quinquies), § 1, c; <br />

6° <strong>de</strong> beoefenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> die <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> uitoefent in strijd met <strong>de</strong> reglementen getroffen in<br />

uitvoering <strong>van</strong> artikel (21quinquies), § 2. <br />

Art. 38quater. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> in het Strafwetboek gestel<strong>de</strong> straffen, wordt<br />

gestraft met een geldboete <strong>van</strong> tweehon<strong>de</strong>rd frank tot duizend frank:<br />

1° hij die, met overtreding <strong>van</strong> artikel (21septies), zich in het openbaar een beroepstitel toeeigent waarop hij geen<br />

aanspraak mag maken; <br />

2° hij die, met overtreding <strong>van</strong> artikel (21novies), een beroepstitel toekent aan bij hem tewerkgestel<strong>de</strong> personen,<br />

waarop <strong>de</strong>ze laatsten geen aanspraak mogen maken. <br />

In dit geval zijn <strong>de</strong> werkgevers en <strong>de</strong> lastgevers burgerlijk aansprakelijk voor <strong>de</strong> geldboeten uitgesproken ten laste<br />

<strong>van</strong> hun aangestel<strong>de</strong>n of lastnemers, wegens overtreding gepleegd bij <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> hun contract.<br />

Art. 39. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> straffen gesteld bij het strafwetboek, wordt gestraft met<br />

ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> acht dagen tot drie maan<strong>de</strong>n en met geldboete <strong>van</strong> zesentwintig frank tot tweeduizend frank<br />

of met een <strong>van</strong> die straffen alleen:<br />

(1° hij die zon<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> vereiste voorwaar<strong>de</strong>n te voldoen om <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> artsenijbereidkun<strong>de</strong> uit te<br />

oefenen, of geen hou<strong>de</strong>r is <strong>van</strong> een vereiste bekwamingstitel, of zon<strong>de</strong>r te beschikken over het in artikel 24<br />

bepaal<strong>de</strong> visum, gewoonlijk prestaties verricht, zoals die na<strong>de</strong>r bepaald zijn ter uitvoering <strong>van</strong> artikel 23, § 1, of<br />

han<strong>de</strong>lingen uitvoert die zijn bepaald in artikel 22, 2° en 3°.<br />

Die bepaling is niet <strong>van</strong> toepassing op <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt die <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n verricht in het raam <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

wettelijke en reglementsbepalingen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> het opleidingsprogramma dat het mogelijk maakt één <strong>van</strong> <strong>de</strong> in<br />

artikel (21quater) of in artikel 23, § 1, bepaal<strong>de</strong> titels te verwerven, noch op <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt in <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> of <strong>de</strong><br />

artsenijbereidkun<strong>de</strong> in het raam <strong>van</strong> zijn opleiding. <br />

Die bepaling is ook niet <strong>van</strong> toepassing op <strong>de</strong> beoefenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> die in het raam <strong>van</strong> zijn beroep<br />

han<strong>de</strong>lingen verricht die zijn bepaald in artikel (21quinquies).) <br />

2° <strong>de</strong> voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> hoofdstuk II <strong>van</strong> dit <strong>besluit</strong> als bevoegd beschouw<strong>de</strong> persoon die, in overtreding <strong>van</strong><br />

artikel 27, op welke wijze ook zijn me<strong>de</strong>werking of bijstand verleent aan een niet bevoeg<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>, met het doel<br />

het <strong>de</strong>ze laatste mogelijk te maken een paramedisch beroep uit te oefenen;<br />

(3° hij die, door feitelijkhe<strong>de</strong>n of door geweld, <strong>de</strong> geregel<strong>de</strong> en normale <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> een paramedisch beroep<br />

door een persoon die aan <strong>de</strong> vereiste voorwaar<strong>de</strong>n voldoet, verhin<strong>de</strong>rt of belemmert;<br />

4° hij die een persoon die niet beschikt over een vereiste bekwamingstitel, of die niet <strong>de</strong> hoedanigheid heeft <strong>van</strong><br />

stu<strong>de</strong>nt zoals bepaald in 1° <strong>van</strong> dit artikel, gewoonlijk belast met <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> een paramedisch beroep of<br />

hem daartoe gewoonlijk <strong>de</strong> machtiging verleent;<br />

5° hij die één <strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikel 24 bepaal<strong>de</strong> personen, gewoonlijk belast met <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> een han<strong>de</strong>ling die<br />

wordt beschouwd als een <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskunst, behalve wanneer het gaat om een han<strong>de</strong>ling bepaald<br />

in artikel 5, § 1, eerste lid, (en § 2, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid) of in artikel 6; <br />

6° <strong>de</strong> beoefenaar <strong>van</strong> een paramedisch beroep, die <strong>de</strong> ter uitvoering <strong>van</strong> artikel 46bis, § 2, genomen reglementen,<br />

overtreedt.) <br />

Art. 40. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> straffen gesteld bij het Strafwetboek, wordt gestraft met een<br />

geldboete <strong>van</strong> tweehon<strong>de</strong>rd frank tot duizend frank:<br />

1° hij die, in overtreding <strong>van</strong> artikel 25 zich in het openbaar een beroepstitel toeëigent zon<strong>de</strong>r er recht op te<br />

hebben;<br />

2° hij die, in overtreding <strong>van</strong> artikel 26, een beroepstitel toekent aan personen die hij, zelfs kosteloos, te werk stelt,<br />

en die er geen recht op hebben.<br />

In dit geval zijn <strong>de</strong> werkgevers en lastgevers burgerlijk aansprakelijk voor <strong>de</strong> geldboeten uitgesproken ten laste<br />

<strong>van</strong> hun aangestel<strong>de</strong>n of lastnemers wegens overtredingen gepleegd bij <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> hun contract.<br />

Art. 40bis. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

straffen gesteld bij het Strafwetboek en onvermin<strong>de</strong>rd, <strong>de</strong>sgevallend, <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> tuchtmaatregelen, wordt<br />

gestraft met een boete <strong>van</strong> tweehon<strong>de</strong>rd frank tot duizend frank:<br />

1. Hij die, met overtreding <strong>van</strong> artikel 35quater, zich in het openbaar een bijzon<strong>de</strong>re beroepstitel of een bijzon<strong>de</strong>re<br />

beroepsbekwaming toeëigent zon<strong>de</strong>r het recht hiertoe te hebben;<br />

2. Hij die, met overtreding <strong>van</strong> artikel 35quinquies, een bijzon<strong>de</strong>re beroepstitel of een bijzon<strong>de</strong>re<br />

beroepsbekwaming toekent aan personen, die hij tewerkstelt, zelfs als vrijwilligers, en hierop het recht niet<br />

hebben.<br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 19 -<br />

In dit geval zijn <strong>de</strong> werkgevers en lastgevers burgerlijk aansprakelijk voor <strong>de</strong> geldboeten uitgesproken ten laste<br />

<strong>van</strong> hun aangestel<strong>de</strong>n of lastnemers, wegens overtredingen gepleegd bij <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> hun contract.<br />

Art. 41. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> straffen gesteld bij het Strafwetboek, alsook, <strong>de</strong>sgevallend, <strong>de</strong><br />

toepassing <strong>van</strong> tuchtmaatregelen, wordt gestraft met een ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> acht dagen tot drie maan<strong>de</strong>n en<br />

met een geldboete <strong>van</strong> zesentwintig frank tot tweeduizend frank of met één <strong>van</strong> die straffen alleen, hij die met<br />

overtreding <strong>van</strong> een beslissing <strong>van</strong> een geneeskundige commissie of <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskundige commissie <strong>van</strong><br />

beroep, <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskundige commissie <strong>van</strong> beroep, <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>, <strong>de</strong><br />

artsenijbereidkun<strong>de</strong>, ((...)) (<strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> of <strong>van</strong> een paramedisch beroep) voortzet, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> hem<br />

opgeleg<strong>de</strong> beperkingen na te komen. <br />

Art. 42. In geval <strong>van</strong> herhaling, binnen drie jaar na een vonnis <strong>van</strong> veroor<strong>de</strong>ling dat kracht <strong>van</strong> gewijs<strong>de</strong> heeft<br />

verkregen, wegens inbreuk op dit <strong>besluit</strong> of op <strong>de</strong> uitvoerings<strong>besluit</strong>en, kunnen <strong>de</strong> bepaal<strong>de</strong> straffen verdubbeld<br />

wor<strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r een ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> zes maan<strong>de</strong>n of een geldboete <strong>van</strong> vijftigduizend frank te mogen<br />

overschrij<strong>de</strong>n.<br />

Art. 43. § 1. In geval <strong>van</strong> veroor<strong>de</strong>ling wegens onwettige <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>, <strong>de</strong><br />

artsenijbereidkun<strong>de</strong> (, <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong>) of <strong>van</strong> prestaties die na<strong>de</strong>r bepaald zijn ter uitvoering <strong>van</strong> artikel 23, § 1<br />

of <strong>van</strong> han<strong>de</strong>lingen die bedoeld zijn bij artikel 22, 2° en 3°, kan <strong>de</strong> rechter, in het belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> volksgezondheid,<br />

<strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re verbeurdverklaring uitspreken, zelfs wanneer <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> niet eigenaar is <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

verbeurdverklaar<strong>de</strong> voorwerpen. <br />

(In geval <strong>van</strong> veroor<strong>de</strong>ling wegens inbreuk op <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> (artikel 4, §§ 3, 3bis, 3ter, 3quater et<br />

3quinquies), of <strong>van</strong> <strong>de</strong> ter uitvoering daar<strong>van</strong> getroffen maatregelen, kan <strong>de</strong> rechter <strong>de</strong> verbeurdverklaring<br />

uitspreken <strong>van</strong> alle geneesmid<strong>de</strong>len, toestellen en instrumenten dienen<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> exploitatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> apotheek of<br />

ertoe bestemd, zelfs wanneer <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> er niet eigenaar <strong>van</strong> is.) <br />

(§ 2. De rechter kan, in het belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> volksgezondheid, <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> het beroep voor een maximum<br />

duur <strong>van</strong> twee jaar verbie<strong>de</strong>n aan:<br />

1° <strong>de</strong> in <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> (hoofdstuk Iter) <strong>van</strong> dit <strong>besluit</strong> bevoeg<strong>de</strong> personen die schuldig wor<strong>de</strong>n bevon<strong>de</strong>n aan een <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> in <strong>de</strong> artikelen 38ter, 38quater en 41 bedoel<strong>de</strong> inbreuken; <br />

2° <strong>de</strong> in <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> hoofdstuk II <strong>van</strong> dit <strong>besluit</strong> bevoeg<strong>de</strong> personen die schuldig wor<strong>de</strong>n bevon<strong>de</strong>n aan een <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

in <strong>de</strong> artikelen 39, 40 en 41 bedoel<strong>de</strong> inbreuken.) <br />

Art. 44. De bepalingen <strong>van</strong> Boek I <strong>van</strong> het Strafwetboek, met inbegrip <strong>van</strong> hoofdstuk VII en artikel 85, zijn op <strong>de</strong><br />

door dit <strong>besluit</strong> bepaal<strong>de</strong> misdrijven toepasselijk.<br />

HOOFDSTUK IVbis - (Toepassing <strong>van</strong> Europese reglementering.)<br />

<br />

Af<strong>de</strong>ling 1. - Definities.<br />

Art. 44bis. Voor <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> dit hoofdstuk wordt verstaan<br />

on<strong>de</strong>r:<br />

1° "Minister": <strong>de</strong> Minister die <strong>de</strong> Volksgezondheid on<strong>de</strong>r zijn bevoegdheid heeft;<br />

2° "Directie Geneeskun<strong>de</strong>praktijk": <strong>de</strong> Directie Geneeskun<strong>de</strong>praktijk <strong>van</strong> het Ministerie <strong>van</strong> Sociale Zaken,<br />

Volksgezondheid en Leefmilieu;<br />

3° "Europees diploma": een diploma, certificaat of an<strong>de</strong>re titel, afgeleverd door <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> autoriteiten <strong>van</strong> een<br />

an<strong>de</strong>re Lidstaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> Europese Gemeenschap dan België, <strong>van</strong> Noorwegen, <strong>van</strong> IJsland of <strong>van</strong> het Vorstendom<br />

Liechtenstein, en vallend on<strong>de</strong>r het toepassingsgebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> Eerste of <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Algemene Richtlijn, en<br />

waarmee men beroepsactiviteiten wenst uit te oefenen die gereglementeerd zijn in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> dit <strong>besluit</strong>;<br />

4° "Richtlijn "Artsen": Richtlijn 93/16/EEG <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> 5 april 1993 ter vergemakkelijking <strong>van</strong> het vrije<br />

verkeer <strong>van</strong> artsen en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge erkenning <strong>van</strong> hun diploma's, certificaten en an<strong>de</strong>re titels, gewijzigd bij <strong>de</strong><br />

Toetredingsakte <strong>van</strong> Oostenrijk, Finland en Zwe<strong>de</strong>n, en bij Richtlijnen 97/50/EG, 98/21/EG en 98/63/EG;<br />

5° "Richtlijnen "Verpleegkundigen":<br />

- Richtlijn 77/452/EEG <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> 27 juni 1977 inzake <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge erkenning <strong>van</strong> <strong>de</strong> diploma's,<br />

certificaten en an<strong>de</strong>re titels <strong>van</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijk algemeen ziekenverpleger, tevens hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> maatregelen tot<br />

vergemakkelijking <strong>van</strong> <strong>de</strong> daadwerkelijke <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> het recht <strong>van</strong> vestiging en vrij verrichten <strong>van</strong> diensten,<br />

gewijzigd bij <strong>de</strong> Toetredingsakten <strong>van</strong> Griekenland, en <strong>van</strong> Spanje en Portugal, bij Richtlijnen 81/1057/EEG,<br />

89/594/EEG, 89/595/EEG en 90/658/EEG, en bij <strong>de</strong> Toetredingsakte <strong>van</strong> Oostenrijk, Finland en Zwe<strong>de</strong>n, en<br />

- Richtlijn 77/453/EEG <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> 27 juni 1977 inzake <strong>de</strong> coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> wettelijke en<br />

bestuursrechtelijke bepalingen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijk algemeen ziekenverpleger,<br />

gewijzigd bij Richtlijn 89/595/EEG;<br />

6° "Richtlijnen "Tandartsen":<br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 20 -<br />

- Richtlijn 78/686/EEG <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> 25 juli 1978 inzake <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge erkenning <strong>van</strong> <strong>de</strong> diploma's, certificaten<br />

en an<strong>de</strong>re titels <strong>van</strong> <strong>de</strong> beoefenaar <strong>de</strong>r tandheelkun<strong>de</strong>, tevens hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> maatregelen tot vergemakkelijking <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> daadwerkelijke <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> het recht <strong>van</strong> vestiging en vrij verrichten <strong>van</strong> diensten, gewijzigd bij <strong>de</strong><br />

Toetredingsakten <strong>van</strong> Griekenland, en <strong>van</strong> Spanje en Portugal, bij Richtlijnen 81/1057/EEG, 89/594/EEG en<br />

90/658/EEG, en bij <strong>de</strong> Toetredingsakte <strong>van</strong> Oostenrijk, Finland en Zwe<strong>de</strong>n, en<br />

- Richtlijn 78/687/EEG <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> 25 juli 1978 inzake <strong>de</strong> coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> wettelijke en<br />

bestuursrechtelijke bepalingen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> beoefenaar <strong>de</strong>r tandheelkun<strong>de</strong>, gewijzigd<br />

bij <strong>de</strong> Toetredingsakte <strong>van</strong> Oostenrijk, Finland en Zwe<strong>de</strong>n;<br />

7° "Richtlijnen "Vroedvrouwen":<br />

- Richtlijn 80/154/EEG <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> 21 januari 1980 inzake <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge erkenning <strong>van</strong> <strong>de</strong> diploma's,<br />

certificaten en an<strong>de</strong>re titels <strong>van</strong> <strong>de</strong> verloskundige, tevens hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> maatregelen tot vergemakkelijking <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

daadwerkelijke <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> het recht <strong>van</strong> vestiging en vrij verrichten <strong>van</strong> diensten, gewijzigd bij Richtlijn<br />

80/1273/EEG, bij <strong>de</strong> Toetredingsakte <strong>van</strong> Spanje en Portugal, bij Richtlijnen 89/594/EEG en 90/658/EEG, en bij<br />

<strong>de</strong> Toetredingsakte <strong>van</strong> Oostenrijk, Finland en Zwe<strong>de</strong>n, en<br />

- Richtlijn 80/155/EEG <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> 21 januari 1980 inzake <strong>de</strong> coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> wettelijke en<br />

bestuursrechtelijke bepalingen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> toegang tot en <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

verloskundige, gewijzigd bij Richtlijn 89/594/EEG;<br />

8° "Richtlijnen "Apothekers":<br />

- Richtlijn 85/432/EEG <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> 16 september 1985 inzake <strong>de</strong> coördinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> wettelijke en<br />

bestuursrechtelijke bepalingen <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> bepaal<strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n op farmaceutisch gebied, en<br />

- Richtlijn 85/433/EEG <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> 16 september 1985 inzake <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge erkenning <strong>van</strong> <strong>de</strong> diploma's,<br />

certificaten en an<strong>de</strong>re titels op het terrein <strong>van</strong> <strong>de</strong> farmacie, tevens hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> maatregelen tot vergemakkelijking<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> daadwerkelijke <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> het recht <strong>van</strong> vestiging voor bepaal<strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n op farmaceutisch<br />

gebied, gewijzigd bij Richtlijnen 85/584/EEG en 90/658/EEG, en bij <strong>de</strong> Toetredingsakte <strong>van</strong> Oostenrijk, Finland en<br />

Zwe<strong>de</strong>n;<br />

9° "Eerste Algemene Richtlijn": Richtlijn 89/48/EEG <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> 21<strong>de</strong>cember 1988 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> een<br />

algemeen stelsel <strong>van</strong> erkenning <strong>van</strong> hoger-on<strong>de</strong>rwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen <strong>van</strong> ten minste drie<br />

jaar wor<strong>de</strong>n afgesloten;<br />

10° "Twee<strong>de</strong> Algemene Richtlijn": Richtlijn 92/51/EEG <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> 18 juni 1992 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> een twee<strong>de</strong><br />

algemeen stelsel <strong>van</strong> erkenning <strong>van</strong> beroepsopleidingen, ter aanvulling <strong>van</strong> Richtlijn 89/48/EEG, gewijzigd bij <strong>de</strong><br />

Toetredingsakte <strong>van</strong> Oostenrijk, Finland en Zwe<strong>de</strong>n, en bij Richtlijnen 94/38/EG, 95/43/EG en 97/38/EG.<br />

Af<strong>de</strong>ling 2. - Toepassing <strong>van</strong> Specifieke<br />

Richtlijnen.<br />

Art. 44ter. § 1. Wat betreft <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>,<br />

wordt gelijkgesteld met <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> een Belgisch diploma <strong>van</strong> arts, <strong>de</strong> Europees on<strong>de</strong>rdaan die hou<strong>de</strong>r is <strong>van</strong><br />

een diploma, certificaat of an<strong>de</strong>re titel <strong>van</strong> arts dat beantwoordt aan <strong>de</strong> bepalingen vastgesteld door <strong>de</strong> Minister,<br />

conform <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Richtlijn "Artsen", en dat werd erkend door <strong>de</strong> Minister conform artikel 44octies, §1.<br />

§ 2. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> § 1 en met het oog op het toekennen <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

rechtsgevolgen als <strong>de</strong>ze verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> Belgische erkenning als geneesheer-specialist, wordt gelijkgesteld<br />

met <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijke erkenning, <strong>de</strong> Europees on<strong>de</strong>rdaan die hou<strong>de</strong>r is <strong>van</strong> een diploma, certificaat of<br />

an<strong>de</strong>re titel <strong>van</strong> geneesheer-specialist, dat beantwoordt aan <strong>de</strong> bepalingen vastgesteld door <strong>de</strong> Minister, conform<br />

<strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Richtlijn "Artsen", en dat werd erkend door <strong>de</strong> Minister conform artikel 44octies, § 1.<br />

Art. 44quater. Wat betreft <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong><br />

wordt gelijkgesteld met <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het Belgisch diploma <strong>van</strong> ziekenhuisverpleger of -verpleegster, <strong>de</strong><br />

Europees on<strong>de</strong>rdaan die hou<strong>de</strong>r is <strong>van</strong> een diploma, certificaat of an<strong>de</strong>re titel <strong>van</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijk algemeen<br />

ziekenverpleger dat beantwoordt aan <strong>de</strong> bepalingen vastgesteld door <strong>de</strong> Minister, conform <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Richtlijnen "Verpleegkundigen", en dat werd erkend door <strong>de</strong> Minister conform artikel 44octies, § 1.<br />

Art. 44quinquies. Wat betreft <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

tandheelkun<strong>de</strong> wordt gelijkgesteld met <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> een Belgisch diploma <strong>van</strong> tandarts, <strong>de</strong> Europees<br />

on<strong>de</strong>rdaan die hou<strong>de</strong>r is <strong>van</strong> een diploma, certificaat of an<strong>de</strong>re titel <strong>van</strong> beoefenaar <strong>de</strong>r tandheelkun<strong>de</strong> dat<br />

beantwoordt aan <strong>de</strong> bepalingen vastgesteld door <strong>de</strong> Minister, conform <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Richtlijnen<br />

"Tandartsen", en dat werd erkend door <strong>de</strong> Minister conform artikel 44octies, § 1.<br />

Art. 44sexies. Wat betreft <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> het beroep <strong>van</strong><br />

vroedvrouw wordt gelijkgesteld met <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het Belgisch diploma <strong>van</strong> vroedvrouw, <strong>de</strong> Europees<br />

on<strong>de</strong>rdaan die hou<strong>de</strong>r is <strong>van</strong> een diploma, certificaat of an<strong>de</strong>re titel <strong>van</strong> verloskundige dat beantwoordt aan <strong>de</strong><br />

bepalingen vastgesteld door <strong>de</strong> Minister, conform <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Richtlijnen "Vroedvrouwen", en dat werd<br />

erkend door <strong>de</strong> Minister conform artikel 44octies, § 1.<br />

Art. 44septies. Wat betreft <strong>de</strong> <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

artsenijbereidkun<strong>de</strong> wordt gelijkgesteld met <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het Belgisch diploma <strong>van</strong> apotheker, <strong>de</strong> Europees<br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 21 -<br />

on<strong>de</strong>rdaan die hou<strong>de</strong>r is <strong>van</strong> een diploma, certificaat of an<strong>de</strong>re titel op het terrein <strong>van</strong> <strong>de</strong> farmacie dat<br />

beantwoordt aan <strong>de</strong> bepalingen vastgesteld door <strong>de</strong> Minister, conform <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Richtlijnen<br />

"Apothekers", en dat werd erkend door <strong>de</strong> Minister conform artikel 44octies, § 1.<br />

Art. 44octies. § 1. Na zich er<strong>van</strong> vergewist te hebben dat <strong>de</strong><br />

ingedien<strong>de</strong> documenten echt zijn en conform aan <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> respectieve ministeriële <strong>besluit</strong>en,<br />

bedoeld in <strong>de</strong> artikelen 44ter tot 44septies, en uiterlijk drie maan<strong>de</strong>n nadat het dossier volledig werd ingediend,<br />

levert <strong>de</strong> Minister een erkenning af.<br />

§ 2. Wanneer <strong>de</strong> Minister oor<strong>de</strong>elt dat niet aan alle voorwaar<strong>de</strong>n voldaan is om een erkenning te verlenen, <strong>de</strong>elt<br />

hij dit per aangeteken<strong>de</strong> brief mee aan <strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong>.<br />

Art. 44novies. § 1. De personen die <strong>de</strong> erkenning zoals bedoeld<br />

in artikel 44octies, § 1, verkregen hebben, hebben het recht gebruik te maken <strong>van</strong> <strong>de</strong> overeenkomstige Belgische<br />

beroepstitel wanneer het dragen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze titel gereglementeerd is in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> dit <strong>besluit</strong>.<br />

§ 2. Onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> het volgen<strong>de</strong> lid, hebben <strong>de</strong> personen die <strong>de</strong> erkenning zoals bedoeld in<br />

artikel 44octies, § 1, verkregen hebben, het recht gebruik te maken <strong>van</strong> hun wettige opleidingstitel en, eventueel,<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> afkorting daar<strong>van</strong>, in <strong>de</strong> originele taal, gevolgd door <strong>de</strong> naam en <strong>de</strong> plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> instelling of <strong>de</strong><br />

examencommissie die hem heeft verleend.<br />

Nochtans zullen <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> het Franse "diplôme d'Etat <strong>de</strong> chirurgien-<strong>de</strong>ntiste", <strong>van</strong> het Franse "diplôme<br />

d'Etat <strong>de</strong> docteur en chirurgie <strong>de</strong>ntaire" en <strong>van</strong> het Luxemburgse "diplôme d'Etat <strong>de</strong> docteur en mé<strong>de</strong>cine<br />

<strong>de</strong>ntaire", <strong>de</strong> titel voeren <strong>van</strong> "tandarts" of "<strong>de</strong>ntiste" gevolgd door <strong>de</strong> naam en <strong>de</strong> plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> instelling of <strong>de</strong><br />

examencommissie die het diploma heeft verleend, zoals ook <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het Ne<strong>de</strong>rlands diploma <strong>van</strong><br />

verloskundige <strong>de</strong> titel zal voeren <strong>van</strong> "vroedvrouw" of "accoucheuse" gevolgd door <strong>de</strong> naam en <strong>de</strong> plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

examencommissie die het diploma heeft verleend, en zoals ook <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het Franse "diplôme d'Etat <strong>de</strong><br />

docteur en pharmacie" <strong>de</strong> titel zal voeren <strong>van</strong> "pharmacien" of "apotheker" gevolgd door <strong>de</strong> naam en <strong>de</strong> plaats<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> universiteit die het diploma heeft verleend.<br />

Art. 44<strong>de</strong>cies. De Europees on<strong>de</strong>rdaan die in een<br />

an<strong>de</strong>re Lidstaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> Europese Gemeenschap dan België, in Noorwegen, in IJsland of in het Vorstendom<br />

Liechtenstein gevestigd is als arts, als verantwoor<strong>de</strong>lijk algemeen ziekenverpleger, als tandarts of als<br />

verloskundige en aldaar op wettige wijze zijn beroep uitoefent, mag in België respectievelijk da<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

geneeskun<strong>de</strong>, <strong>van</strong> verpleegkun<strong>de</strong>, <strong>van</strong> tandheelkun<strong>de</strong> of activiteiten <strong>van</strong> vroedvrouw verrichten zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

erkenning te bezitten zoals bepaald in artikel 44octies, § 1, en zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> formaliteiten <strong>van</strong> artikel 44septies <strong>de</strong>cies,<br />

te hebben vervuld.<br />

Nochtans mag hij <strong>de</strong>ze han<strong>de</strong>lingen slechts verrichten als hij vooraf een verklaring indient bij <strong>de</strong> Directie<br />

Geneeskun<strong>de</strong>praktijk aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> een formulier waar<strong>van</strong> het mo<strong>de</strong>l door <strong>de</strong> Minister wordt goedgekeurd.<br />

Bij dit document moeten volgen<strong>de</strong> stukken gevoegd wor<strong>de</strong>n die niet ou<strong>de</strong>r mogen zijn dan twaalf maan<strong>de</strong>n en die,<br />

eventueel, vergezeld moeten zijn <strong>van</strong> een door een beëdigd vertaler opgemaakte en conform verklaar<strong>de</strong> vertaling<br />

in één <strong>van</strong> <strong>de</strong> officieel in België gebruikte talen:<br />

- een bewijs <strong>van</strong> nationaliteit;<br />

- een bewijsstuk afgeleverd door <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Staat waar hij gevestigd is, waaruit blijkt dat <strong>de</strong><br />

betrokkene aldaar het <strong>de</strong>s<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> beroep wettig uitoefent en het of <strong>de</strong> diploma(s), certifica(a)t(en) of an<strong>de</strong>re<br />

titel(s) bezit dat (die) voor het verrichten <strong>van</strong> <strong>de</strong> bedoel<strong>de</strong> diensten is (zijn) vereist.<br />

In spoedgevallen moet <strong>de</strong> zoëven vermel<strong>de</strong> verklaring zo snel mogelijk na <strong>de</strong> dienstverrichting wor<strong>de</strong>n ingediend.<br />

De Directie Geneeskun<strong>de</strong>praktijk registreert <strong>de</strong> dienstverrichting en brengt <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> Geneeskundige<br />

Commissie, het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en, in voorkomend geval, <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> Or<strong>de</strong><br />

er<strong>van</strong> op <strong>de</strong> hoogte.<br />

Af<strong>de</strong>ling 3. - Toepassing <strong>van</strong> Algemene<br />

Richtlijnen.<br />

Art. 44un<strong>de</strong>cies. Europese on<strong>de</strong>rdanen, hou<strong>de</strong>rs<br />

<strong>van</strong> een Europees diploma, die in België beroepsactiviteiten wensen uit te oefenen die gereglementeerd zijn in<br />

het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> dit <strong>besluit</strong> en voor zover zij niet vallen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> Af<strong>de</strong>ling 2, dienen hun diploma<br />

eerst door <strong>de</strong> Minister te laten erkennen overeenkomstig <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> artikel 44duo<strong>de</strong>cies.<br />

Hiertoe dienen zij bij <strong>de</strong> Directie Geneeskun<strong>de</strong>praktijk een aanvraag in, vergezeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> nodige bewijsstukken.<br />

Art. 44duo<strong>de</strong>cies. § 1. Na zich er<strong>van</strong> vergewist te<br />

hebben dat <strong>de</strong> aanvrager in aanmerking komt om te kunnen genieten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Eerste of <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Algemene<br />

Richtlijn, en nadat werd vastgesteld dat <strong>de</strong> aanvrager <strong>de</strong> nodige kwalificaties en/of beroepservaring bezit die, in<br />

overeenstemming met <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze Algemene Richtlijnen en volgens door <strong>de</strong> Koning vastgestel<strong>de</strong><br />

modaliteiten, mag gevraagd wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>s<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> beroepsactiviteiten in België uit te oefenen, levert <strong>de</strong><br />

Minister een erkenning af.<br />

§ 2. Wanneer <strong>de</strong> Minister oor<strong>de</strong>elt dat niet aan alle voorwaar<strong>de</strong>n voldaan is om een erkenning te verlenen, <strong>de</strong>elt<br />

hij dit per aangeteken<strong>de</strong> brief mee aan <strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong>.<br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 22 -<br />

§ 3. De procedure voor het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanvraag moet uiterlijk vier maan<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> indiening <strong>van</strong> het<br />

volledig dossier wor<strong>de</strong>n afgesloten op <strong>de</strong> wijze vermeld in § 1 of § 2.<br />

Art. 44ter<strong>de</strong>cies. De Personen die <strong>de</strong> erkenning<br />

zoals bedoeld in artikel 44duo<strong>de</strong>cies, § 1, verkregen hebben, hebben het recht gebruik te maken <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

overeenkomstige Belgische beroepstitel wanneer het dragen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze titel gereglementeerd is in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong><br />

dit <strong>besluit</strong>, en tevens hebben zij het recht gebruik te maken <strong>van</strong> hun wettige opleidingstitel en, eventueel, <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

afkorting daar<strong>van</strong>, in <strong>de</strong> originele taal, gevolgd door <strong>de</strong> naam en <strong>de</strong> plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> instelling of <strong>de</strong><br />

examencommissie die hem heeft verleend.<br />

Af<strong>de</strong>ling 4. Toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> artikelen 48<br />

en 52 <strong>van</strong> het EG-Verdrag.<br />

Art. 44quater<strong>de</strong>cies. Europese on<strong>de</strong>rdanen,<br />

hou<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> één <strong>van</strong> <strong>de</strong> diploma's, certificaten of an<strong>de</strong>re titels, bedoeld in <strong>de</strong> artikelen 44ter tot 44septies, maar<br />

die niet beantwoor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> respectieve ministeriële <strong>besluit</strong>en, bedoeld in <strong>de</strong> artikelen 44ter<br />

tot 44septies, en die hun beroep wensen uit te oefenen, dienen aan te tonen dat <strong>de</strong> tekorten in hun opleiding later<br />

wer<strong>de</strong>n aangevuld ofwel door een bijkomen<strong>de</strong> opleiding ofwel door een passen<strong>de</strong> beroepservaring in die<br />

domeinen waar <strong>de</strong> tekorten zich voor<strong>de</strong><strong>de</strong>n.<br />

Hiertoe dienen zij een aanvraag in, gestaafd met <strong>de</strong> nodige documenten, bij <strong>de</strong> Directie Geneeskun<strong>de</strong>praktijk.<br />

Art. 44quinquies<strong>de</strong>cies. § 1. Na zich er<strong>van</strong><br />

vergewist te hebben dat <strong>de</strong> aanvrager in aanmerking komt om te genieten <strong>van</strong> <strong>de</strong> artikelen 48 en 52 <strong>van</strong> het EG-<br />

Verdrag, en nadat werd vastgesteld dat <strong>de</strong> aanvrager <strong>de</strong> nodige kwalificaties en/of beroepservaring bezit die mag<br />

gevraagd wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> <strong>de</strong>s<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> beroepsactiviteit uit te oefenen, levert <strong>de</strong> Minister een erkenning af.<br />

§ 2. Wanneer <strong>de</strong> Minister oor<strong>de</strong>elt dat niet aan alle voorwaar<strong>de</strong>n voldaan is om een erkenning te verlenen, <strong>de</strong>elt<br />

hij dit per aangeteken<strong>de</strong> brief mee aan <strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong>.<br />

§ 3. De procedure voor het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanvraag moet uiterlijk vier maan<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> indiening <strong>van</strong> het<br />

volledig dossier wor<strong>de</strong>n afgesloten op <strong>de</strong> wijze vermeld in § 1 of § 2.<br />

Art. 44se<strong>de</strong>cies. De in overeenstemming met<br />

artikel 44quinquies <strong>de</strong>cies, § 1, erken<strong>de</strong> personen hebben het recht gebruik te maken <strong>van</strong> <strong>de</strong> overeenkomstige<br />

Belgische beroepstitel en tevens hebben zij het recht gebruik te maken <strong>van</strong> hun wettige opleidingstitel en,<br />

eventueel, <strong>van</strong> <strong>de</strong> afkorting daar<strong>van</strong>, in <strong>de</strong> originele taal, gevolgd door <strong>de</strong> naam en <strong>de</strong> plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> instelling of<br />

<strong>de</strong> examencommissie die hem heeft verleend.<br />

Af<strong>de</strong>ling 5. - Gemeenschappelijke<br />

bepalingen.<br />

Art. 44septies<strong>de</strong>cies. Voor zover <strong>de</strong>ze vereisten<br />

in an<strong>de</strong>re bepalingen <strong>van</strong> dit <strong>besluit</strong> wor<strong>de</strong>n opgelegd voor het uitoefenen <strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> activiteiten, mogen ook<br />

<strong>de</strong> in <strong>de</strong> artikelen 44ter, § 1, 44quater, 44quinquies, 44sexies, 44septies, 44duo<strong>de</strong>cies, § 1, en 44quinquies<br />

<strong>de</strong>cies, § 1, bedoel<strong>de</strong> beoefenaars alleen hun beroep uitoefenen indien zij vooraf hun erkenningstitel hebben<br />

laten viseren door <strong>de</strong> bij artikel 36 bepaal<strong>de</strong> geneeskundige commissie, bevoegd overeenkomstig <strong>de</strong> plaats waar<br />

zij zich wensen te vestigen, en zo daartoe aanleiding bestaat, hun inschrijving op <strong>de</strong> lijst <strong>van</strong> <strong>de</strong> voor hun beroep<br />

bevoeg<strong>de</strong> Or<strong>de</strong> bekomen hebben.<br />

Art. 44octies<strong>de</strong>cies. De overtredingen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

bepalingen <strong>van</strong> dit hoofdstuk, waarop <strong>de</strong> strafbepalingen <strong>van</strong> hoofdstuk IV niet toepasselijk zijn, wor<strong>de</strong>n gestraft<br />

met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> acht dagen tot zes maan<strong>de</strong>n en met geldboete <strong>van</strong> hon<strong>de</strong>rdvijftig tot duizend frank of<br />

met één <strong>van</strong> die straffen alleen.<br />

HOOFDSTUK V - Algemene bepalingen<br />

Art. 45. (§ 1.) De Koning bepaalt <strong>de</strong> toelagen, vergoedingen en vacatiegel<strong>de</strong>n die mogen wor<strong>de</strong>n verleend aan<br />

<strong>de</strong> voorzitter, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rvoorzitter en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskundige commissies, <strong>de</strong> geneeskundige<br />

commissie <strong>van</strong> beroep, (<strong>de</strong> Nationale Raad voor <strong>de</strong> kinesitherapie) (, <strong>de</strong> Nationale raad voor verpleegkun<strong>de</strong>) en<br />

<strong>de</strong> Nationale raad voor <strong>de</strong> paramedische beroepen, alsme<strong>de</strong> aan al <strong>de</strong> personen die, wegens hun bevoegdheid<br />

wor<strong>de</strong>n opgeroepen. <br />

(§ 2. De bijdragen, bedoeld in <strong>de</strong> artikelen 7, § 1, (21sexies), § 1, en 24 mogen ten hoogste op 1 500 frank<br />

wor<strong>de</strong>n vastgesteld. Dit laatste bedrag is gekoppeld aan het in<strong>de</strong>xcijfer 114,20 en veran<strong>de</strong>rt overeenkomstig <strong>de</strong><br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 23 -<br />

bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 2 augustus 1971 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> inrichting <strong>van</strong> een stelsel waarbij <strong>de</strong> wed<strong>de</strong>n, lonen,<br />

pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen,<br />

<strong>de</strong> bezoldigingen waarmee rekening dient gehou<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> berekening <strong>van</strong> sommige bijdragen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

sociale zekerheid <strong>de</strong>r arbei<strong>de</strong>rs, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan <strong>de</strong> zelfstandigen, aan<br />

het in<strong>de</strong>xcijfer <strong>van</strong> <strong>de</strong> consumptieprijzen wordt gekoppeld.) <br />

Art. 45bis. § 1. De Koning kan minimumcriteria<br />

vaststellen waaraan <strong>de</strong> programmatuur voor het beheer <strong>van</strong> het elektronisch medisch en verpleegkundig dossier<br />

moet beantwoor<strong>de</strong>n om gehomologeerd te wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> minister die voor <strong>de</strong> Volksgezondheid bevoegd is.<br />

§ 2. De criteria waaraan <strong>de</strong> programmatuur voor het beheer <strong>van</strong> het elektronisch medisch en verpleegkundig<br />

dossier moet beantwoor<strong>de</strong>n om gehomologeerd te wor<strong>de</strong>n, kunnen on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re betrekking hebben op <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> aspecten: <strong>de</strong> te vervullen functies, <strong>de</strong> interne medische en verpleegkundige gegevensbanken in <strong>de</strong><br />

programmatuur en hun on<strong>de</strong>rlinge uitwisselbaarheid, <strong>de</strong> opbouw <strong>van</strong> het patiëntendossier, <strong>de</strong> codificatie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

aandoeningen, <strong>de</strong> toepassingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> statistieken, <strong>de</strong> hulp bij <strong>de</strong> diagnose, <strong>de</strong> hulp bij <strong>de</strong> therapie en het<br />

voorschrift, <strong>de</strong> lijst <strong>van</strong> anonieme en niet-anonieme medische en verpleegkundige gegevens met betrekking tot<br />

patiënten die uitwisselbaar moeten zijn, alsook het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> sociale zekerheidskaart en <strong>de</strong> facturatie aan <strong>de</strong><br />

verzekeringsinstellingen.<br />

§ 3. De criteria zijn vastgesteld door <strong>de</strong> Koning, bij een in Ministerraad overlegd <strong>besluit</strong>, en op advies <strong>van</strong> een<br />

multidisciplinaire werkgroep die <strong>de</strong> Koning aanwijst.<br />

§ 4. De in § 3 bedoel<strong>de</strong> werkgroep moet, wanneer hij een advies over <strong>de</strong>ze criteria verstrekt, minstens een<br />

vertegenwoordiger <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister <strong>van</strong> Volksgezondheid, <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister <strong>van</strong> Sociale Zaken, <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister <strong>van</strong><br />

Justitie en <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister <strong>van</strong> Economische Zaken en vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>s<strong>betreffen<strong>de</strong></strong><br />

beroepsgroepen bevatten.<br />

§ 5. Op basis <strong>van</strong> het advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> in § 3 bedoel<strong>de</strong> multidisciplinaire werkgroep die gevormd werd<br />

overeenkomstig § 4, kan <strong>de</strong> minister <strong>de</strong> programmatuur voor het beheer <strong>van</strong> het elektronisch medisch en<br />

verpleegkundig dossier homologeren.<br />

Art. 45ter. § 1. Aan <strong>de</strong> beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> in <strong>de</strong><br />

artikelen 2, 3, 4, 5, § 2, 21bis, 21quater en 22, die patiëntengegevens registreren en anoniem overzen<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong><br />

minister tot wiens bevoegdheid Volksgezondheid behoort en aan het Wetenschappelijk Instituut voor <strong>de</strong><br />

Volksgezondheid - Louis Pasteur, kan een toelage toegekend wor<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> grenzen <strong>van</strong> <strong>de</strong> op <strong>de</strong> begroting<br />

<strong>van</strong> het <strong>de</strong>partement dat belast is met <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> dit <strong>besluit</strong>, uitgetrokken kredieten.<br />

§ 2. De Koning bepaalt, bij een in Ministerraad overlegd <strong>besluit</strong>, <strong>de</strong> aard en bestemming <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze gegevens, <strong>de</strong><br />

overige voorwaar<strong>de</strong>n waaraan <strong>de</strong> registratie <strong>van</strong> <strong>de</strong> gegevens en <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n waaraan bedoel<strong>de</strong><br />

beoefenaars moeten beantwoor<strong>de</strong>n, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> toekenning <strong>van</strong> <strong>de</strong> toelage.<br />

Art. 46. (§ 1. De koninklijke <strong>besluit</strong>en bepaald in artikel 2, artikel 3, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, artikel 4, § 1, en artikel 5, § 2,<br />

(eerste lid) wor<strong>de</strong>n genomen op eenslui<strong>de</strong>nd advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>miën voor geneeskun<strong>de</strong>, hetzij op eigen<br />

initiatief, hetzij op verzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> Minister. <br />

Over <strong>de</strong> koninklijke <strong>besluit</strong>en bedoeld in dit artikel wordt beraadslaagd in <strong>de</strong> Ministerraad.) <br />

§ 2. De adviezen <strong>van</strong> <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>miën wor<strong>de</strong>n uitgebracht bij <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid <strong>de</strong>r stemmen<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />

<strong>betreffen<strong>de</strong></strong> tak <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskunst. Wanneer § 1 <strong>van</strong> dit artikel toegepast wordt, moet <strong>de</strong>ze meer<strong>de</strong>rheid <strong>de</strong> drie<br />

vier<strong>de</strong>n bedragen.<br />

Indien een aangelegenheid die ter beraadslaging voorligt verschillen<strong>de</strong> takken <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskunst betreft, wordt<br />

het advies gegeven bij een meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie vier<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> stemmen<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n in elk <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>betreffen<strong>de</strong></strong><br />

takken <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskunst.<br />

§ 3. Wanneer <strong>de</strong> Minister een advies inwint stelt hij <strong>de</strong> termijn vast waarin dit advies dient te wor<strong>de</strong>n uitgebracht;<br />

<strong>de</strong>ze termijn mag niet korter zijn dan vier maan<strong>de</strong>n. Indien het advies niet wordt uitgebracht binnen <strong>de</strong> aldus<br />

vastgestel<strong>de</strong> termijn wordt het geacht positief te zijn.<br />

§ 4. De adviezen en voorstellen bedoeld bij dit artikel wor<strong>de</strong>n openbaar gemaakt zodra <strong>de</strong> raadpleging beëindigd<br />

is.<br />

Art. 46bis. § 1. De in <strong>de</strong> artikelen 5, § 1, le<strong>de</strong>n 2 en 3,<br />

(21quinquies), § 2, en 50, § 1, vijf<strong>de</strong> lid, bedoel<strong>de</strong> koninklijke <strong>besluit</strong>en wor<strong>de</strong>n getroffen op eenslui<strong>de</strong>nd advies<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikel (21quater<strong>de</strong>cies) bedoel<strong>de</strong> Technische Commissie voor verpleegkun<strong>de</strong>. <br />

§ 2. De in <strong>de</strong> artikelen 5, § 1, le<strong>de</strong>n 1 en 3, (5, § 2, le<strong>de</strong>n 3 en 4), 6 en 23, § 1, bedoel<strong>de</strong> koninklijke <strong>besluit</strong>en<br />

wor<strong>de</strong>n getroffen op eenslui<strong>de</strong>nd advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> in artikel 35bis bedoel<strong>de</strong> Technische Commissie voor <strong>de</strong><br />

paramedische beroepen. <br />

Art. 47. § 1. De koninklijke <strong>besluit</strong>en genomen ter<br />

uitvoering <strong>van</strong> artikel 21bis wor<strong>de</strong>n in Ministerraad overlegd. Ze wor<strong>de</strong>n genomen na raadpleging door <strong>de</strong><br />

Minister tot wiens bevoegdheid <strong>de</strong> Volksgezondheid behoort, <strong>van</strong> <strong>de</strong> Nationale Raad voor <strong>de</strong> Kinesitherapie en<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Koninklijk</strong>e Aca<strong>de</strong>miën voor Geneeskun<strong>de</strong>. De Minister kan <strong>de</strong>ze adviezen inwinnen binnen een termijn<br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 24 -<br />

die niet langer dan drie maan<strong>de</strong>n mag zijn. Na het verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze termijn wordt het advies geacht te zijn<br />

gegeven.<br />

§ 2. Indien een in § 1 bedoeld koninklijk <strong>besluit</strong> afwijkt <strong>van</strong> het advies verstrekt door <strong>de</strong> Nationale Raad voor <strong>de</strong><br />

Kinesitherapie, moet dit advies samen met het verslag aan <strong>de</strong> Koning dat <strong>de</strong> afwijking tussen het koninklijk <strong>besluit</strong><br />

en het advies rechtvaardigt, en met <strong>de</strong> tekst er<strong>van</strong>, wor<strong>de</strong>n bekendgemaakt.<br />

Art. 48. <br />

Art. 49. Wor<strong>de</strong>n beschouwd als niet geschreven zijn<strong>de</strong> <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> overeenkomsten die tegenstrijdig<br />

zijn met <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bij artikel 2, § 1, lid 3, het artikel 3, lid 3, het artikel 4, § 1, lid 3, het artikel 5, het<br />

artikel 6 (, in artikel (21quinquies), § 1, b) en het artikel 23, § 1, genoem<strong>de</strong> koninklijke <strong>besluit</strong>en. <br />

<br />

Bij overgangsmaatregel mogen <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> overeenkomsten die, op <strong>de</strong> datum <strong>van</strong> <strong>de</strong> inwerkingtreding<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> bij voorgaand alinea genoem<strong>de</strong> <strong>besluit</strong>en beston<strong>de</strong>n, en die er tegenstrijdig me<strong>de</strong> zijn, ver<strong>de</strong>r uitwerking<br />

hebben tot <strong>de</strong> eerste dag <strong>van</strong> <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> maand die volgt op <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> datum <strong>van</strong> inwerkingtreding.<br />

Art. 49bis. § 1. An<strong>de</strong>re buitenlan<strong>de</strong>rs dan Europese<br />

on<strong>de</strong>rdanen, wier buitenlands diploma gelijkwaardig werd verklaard door <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> autoriteiten <strong>van</strong> een<br />

gemeenschap en die in België beroepsactiviteiten wensen uit te oefenen vermeld in <strong>de</strong> artikelen 2, 3, 4, 5, § 2,<br />

21bis of 21quater of die in aanmerking wensen te komen voor het uitoefenen <strong>van</strong> een paramedisch beroep in<br />

overeenstemming met Hoofdstuk II, kunnen pas hun beroep uitoefenen, nadat zijn hiertoe door <strong>de</strong> Koning<br />

toegelaten wer<strong>de</strong>n en nadat zij bovendien <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n voor het uitoefenen <strong>van</strong> hun beroep, vermeld<br />

in dit <strong>besluit</strong>, vervuld hebben.<br />

§ 2. De personen vermeld in § 1 moeten een gemotiveer<strong>de</strong> aanvraag tot <strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> hun beroep indienen bij<br />

<strong>de</strong> Minister die <strong>de</strong> Volksgezondheid tot zijn bevoegdheid heeft.<br />

Wanneer <strong>de</strong> aanvraag het uitoefenen <strong>van</strong> een beroep betreft waarvoor het bezit <strong>van</strong> een diploma <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong><br />

geneeskun<strong>de</strong>, <strong>de</strong> tandheelkun<strong>de</strong> of <strong>de</strong> farmacie is vereist, wordt <strong>de</strong> aanvraag voorafgaan<strong>de</strong>lijk voor advies<br />

voorgelegd aan <strong>de</strong> <strong>Koninklijk</strong>e Vlaamse Aca<strong>de</strong>mie voor Geneeskun<strong>de</strong> <strong>van</strong> België of aan <strong>de</strong> "Académie royale <strong>de</strong><br />

mé<strong>de</strong>cine <strong>de</strong> Belgique<br />

Art. 49ter. De Koning is gemachtigd om, zelfs aan<br />

personen die geen diploma bezitten, op advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Koninklijk</strong>e Vlaamse Aca<strong>de</strong>mie voor Geneeskun<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

België of <strong>van</strong> <strong>de</strong> "Académie royale <strong>de</strong> Mé<strong>de</strong>cine <strong>de</strong> Belgique", bijzon<strong>de</strong>re vrijstellingen te verlenen voor <strong>de</strong><br />

<strong>uitoefening</strong> <strong>van</strong> zekere <strong>de</strong>len <strong>de</strong>r geneeskunst zodat zij in België een beperkte klinische opleiding kunnen volgen<br />

en dit in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> medische en wetenschappelijke samenwerking met lan<strong>de</strong>n die geen Lidstaat zijn <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Europese Unie.<br />

Deze vrijstellingen kunnen slechts toepasselijk zijn op wat er uitdrukkelijk op vermeld staat en <strong>de</strong> begunstig<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vrijstellingen mogen in geen enkel geval het beroep waarbinnen zij tot een beperkte activiteit toegelaten<br />

wer<strong>de</strong>n, op eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid uitoefenen.<br />

Deze werkzaamhe<strong>de</strong>n kunnen evenmin een grond vormen voor een erkenning bedoeld in artikel 35sexies of voor<br />

het uitvoeren <strong>van</strong> verstrekkingen die aanleiding kunnen geven tot een tussenkomst bepaald bij <strong>de</strong><br />

gecoördineer<strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 14 juli 1994 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en<br />

uitkeringen.<br />

Art. 49quater. De Koning is gemachtigd om <strong>de</strong><br />

benamingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> diploma's die toegang verlenen tot het uitoefenen <strong>van</strong> <strong>de</strong> beroepen of activiteiten vermeld in<br />

<strong>de</strong> artikelen 2, 3, 4, 5, § 2, 21bis, 21quater en 22 aan te passen aan <strong>de</strong> benamingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> diploma's afgeleverd<br />

door <strong>de</strong> Gemeenschappen.<br />

Art. 50. § 1. De wet <strong>van</strong> 12 maart 1818 tot regeling <strong>van</strong> hetgeen <strong>de</strong> beoefening <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> takken <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> geneeskunst betreft, uitgelegd bij <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 27 maart 1853 en gewijzigd bij <strong>de</strong> wetten <strong>van</strong> 24 februari 1921,<br />

18 juli 1946 en 25 juli 1952, wordt opgeheven.<br />

Ten titel <strong>van</strong> overgangsbepaling en zolang <strong>de</strong> koninklijke <strong>besluit</strong>en voorzien bij <strong>de</strong> artikelen 5, 6 (21quinquies, § 1,<br />

b) en 23, § 1 niet zullen genomen zijn, blijven <strong>de</strong> huidige modaliteiten <strong>van</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> daardoor bedoel<strong>de</strong><br />

han<strong>de</strong>lingen of prestaties, zoals zij wor<strong>de</strong>n beperkt door <strong>de</strong> rechtspraak volgend uit <strong>de</strong> hogervermel<strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 12<br />

maart 1818, ver<strong>de</strong>r <strong>van</strong> toepassing. <br />

(...) (opgeheven) <br />

De wet <strong>van</strong> 19 januari 1961 waarbij aan personen die wettig niet bevoegd zijn <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> te beoefenen, in<br />

uitzon<strong>de</strong>rlijke omstandighe<strong>de</strong>n toelating wordt verleend om bepaal<strong>de</strong> geneeskundige han<strong>de</strong>lingen te verrichten,<br />

blijft <strong>van</strong> kracht.<br />

(In afwijking <strong>van</strong> dit <strong>besluit</strong> bepaalt <strong>de</strong> Koning volgens <strong>de</strong> in artikel 46bis bedoel<strong>de</strong> procedure <strong>de</strong> activiteiten welke<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> vallen en mogen wor<strong>de</strong>n uitgeoefend door personen die daartoe niet bevoegd zijn, doch<br />

daartoe een speciale opleiding hebben gekregen:<br />

1° tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> opleiding die hun vooraf wordt gegeven;<br />

2° wanneer, bij ontstentenis <strong>van</strong> een voldoen<strong>de</strong> aantal wettelijk bevoeg<strong>de</strong> personen, oorlogshan<strong>de</strong>lingen of<br />

rampen het verrichten <strong>van</strong> die han<strong>de</strong>lingen dringend maken.<br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 25 -<br />

De Koning stelt het bestaan vast <strong>van</strong> een ramptoestand die gepaard gaat met een tekort aan wettig bevoegd<br />

personeel.) <br />

§ 2. (Bij het Ministerie <strong>van</strong> Volksgezondheid en Leefmilieu wordt een Nationale Raad voor <strong>de</strong> vroedvrouwen<br />

opgericht die tot taak heeft advies uit te brengen omtrent alle problemen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vroedvrouwen die tot <strong>de</strong><br />

nationale bevoegdheid behoren). <br />

(§ 3. De wet <strong>van</strong> 15 november 1946 tot bescherming <strong>van</strong> <strong>de</strong> titel <strong>van</strong> verpleger en verpleegster wordt opgeheven.)<br />

<br />

§ 4. De koninklijke <strong>besluit</strong>en genomen ter uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> artikelen 153, §§ 1, 2 en 3 <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 9 augustus<br />

1963 tot instelling en organisatie <strong>van</strong> een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, gewijzigd bij<br />

<strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 8 april 1965, wor<strong>de</strong>n opgeheven op <strong>de</strong> datum vastgesteld door <strong>de</strong> bij het artikel 2, § 1, lid 3, het artikel<br />

5, § 1 (en § 2, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid) en het artikel 23, § 1 voorziene koninklijke <strong>besluit</strong>en. <br />

§ 5. De bepalingen <strong>van</strong> het koninklijk <strong>besluit</strong> <strong>van</strong> 24 <strong>de</strong>cember 1963 tot vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> nomenclatuur <strong>de</strong>r<br />

geneeskundige verstrekkingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, die strijdig zou<strong>de</strong>n zijn met <strong>de</strong><br />

koninklijke <strong>besluit</strong>en, bepaald bij artikel 2, § 1, lid 3, en § 2, lid 2, het artikel 3, lid 3, het artikel 4, § 1, lid 3, het<br />

artikel 5, het artikel 6 (artikel 21quinquies, § 1, b) en het artikel 23, § 1, wor<strong>de</strong>n opgeheven op <strong>de</strong> bij <strong>de</strong><br />

genoem<strong>de</strong> koninklijke <strong>besluit</strong>en vastgestel<strong>de</strong> datum. <br />

Art. 51. Indien zij voldoen aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n opgelegd bij artikel 7, zijn of blijven gemachtigd <strong>de</strong> tandheelkun<strong>de</strong><br />

uit te oefenen:<br />

1° <strong>de</strong> doctors in <strong>de</strong> genees-, heel- en verloskun<strong>de</strong> die, hetzij gediplomeerd zijn krachtens <strong>de</strong> wetten op het<br />

toekennen <strong>van</strong> <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische gra<strong>de</strong>n welke <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 21 mei 1929 voorafgaan, hetzij een vrijstelling genieten<br />

welke op grond <strong>van</strong> die wetten verleend werd;<br />

2° <strong>de</strong> personen die in het bezit zijn <strong>van</strong> het getuigschrift <strong>van</strong> bekwaamheid <strong>van</strong> tandarts, uitgereikt krachtens<br />

artikel 4 <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 12 maart 1818 tot regeling <strong>van</strong> hetgeen <strong>de</strong> beoefening <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> takken <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> geneeskunst betreft of dat werd verleend krachtens <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 15 april 1958 tot oprichting <strong>van</strong> een speciale<br />

examenzitting voor het verkrijgen <strong>van</strong> het diploma <strong>van</strong> tandarts;<br />

(3° <strong>de</strong> personen welke <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n, gesteld bij artikel 1, 1°, 2° en 3°, <strong>van</strong> <strong>de</strong> hogergenoem<strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 15 april<br />

1958 vervullen en die, bij beslissing <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie, bedoeld in artikel 2, lid 3, <strong>van</strong> die wet, wer<strong>de</strong>n toegelaten<br />

tot het afleggen <strong>van</strong> het examen ingericht in uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wet;) <br />

4° <strong>de</strong> doctors in <strong>de</strong> genees-, heel- en verloskun<strong>de</strong>, hou<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> een getuigschrift <strong>van</strong> specialisatie in <strong>de</strong><br />

stomatologie, afgeleverd door een universiteit, voor zover dit getuigschrift wettelijk karakter heeft verkregen in het<br />

ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> wetgeving op het toekennen <strong>van</strong> <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische gra<strong>de</strong>n en het programma <strong>van</strong> <strong>de</strong> universitaire<br />

examens en voor zover <strong>de</strong> voor <strong>de</strong> verwerving <strong>van</strong> dit getuigschrift noodzakelijke vakken al <strong>de</strong>ze omvatten welke<br />

wor<strong>de</strong>n vereist met het oog op het bekomen <strong>van</strong> <strong>de</strong> wettelijke graad <strong>van</strong> licentiaat in <strong>de</strong> tandheelkun<strong>de</strong>.<br />

Art. 52. Het koninklijk <strong>besluit</strong> <strong>van</strong> 1 juni 1934 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> reglement op <strong>de</strong> beoefening <strong>de</strong>r tandheelkun<strong>de</strong>, zoals het<br />

werd gewijzigd door latere <strong>besluit</strong>en, blijft <strong>van</strong> kracht. Het kan alleen bij <strong>de</strong> wet wor<strong>de</strong>n gewijzigd.<br />

De overtredingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> dit <strong>besluit</strong> wor<strong>de</strong>n gestraft, naargelang het geval, met <strong>de</strong> straffen<br />

voorgeschreven bij artikel 38, § 1, 1° of 2°.<br />

Art. 53. De apothekers die erkend of gemachtigd wer<strong>de</strong>n vóór <strong>de</strong> datum <strong>van</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> dit <strong>besluit</strong><br />

ingevolge het koninklijk <strong>besluit</strong> <strong>van</strong> 5 november 1964 tot vaststelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> machtiging <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> apothekers die bevoegd zijn om verstrekkingen te verrichten die tot <strong>de</strong> klinische biologie behoren of in het<br />

raam <strong>van</strong> <strong>de</strong> reglementering op <strong>de</strong> verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit, wor<strong>de</strong>n toegelaten titularis te<br />

zijn <strong>van</strong> een voor het publiek opengestel<strong>de</strong> officina en tevens klinische analyses te verrichten.<br />

(...) <br />

Art. 53bis. In afwijking <strong>van</strong> artikel 5, § 2, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> licentiaten in <strong>de</strong> wetenschappen, an<strong>de</strong>re<br />

dan die <strong>van</strong> <strong>de</strong> groep <strong>de</strong>r scheikundige wetenschappen, die erkend wer<strong>de</strong>n op grond <strong>van</strong> het koninklijk <strong>besluit</strong><br />

<strong>van</strong> 23 oktober 1972 <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> erkenning <strong>van</strong> licentiaten in <strong>de</strong> wetenschappen met het oog op het uitvoeren<br />

<strong>van</strong> bioklinische laboratoriumon<strong>de</strong>rzoeken, bevoegd verklaard om <strong>de</strong> verstrekkingen <strong>van</strong> klinische biologie uit te<br />

voeren, waarvoor ze erkend wer<strong>de</strong>n.<br />

Art. 54. Mogen <strong>de</strong> praktijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> normale bevallingen blijven uitoefenen, indien zij voldoen aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n<br />

opgelegd bij artikel 7, <strong>de</strong> personen die in het bezit zijn <strong>van</strong> het getuigschrift <strong>van</strong> bekwaamheid <strong>van</strong> vroedvrouw,<br />

erkend door <strong>de</strong> provinciale geneeskundige commissie krachtens artikel 4 <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> 12 maart 1818, tot<br />

regeling <strong>van</strong> hetgeen <strong>de</strong> beoefening <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> takken <strong>van</strong> <strong>de</strong> geneeskunst betreft.<br />

Art. 54bis. § 1. De personen die niet voldoen aan <strong>de</strong> in artikel (21quater) gestel<strong>de</strong><br />

bekwaamheidseisen, maar die op <strong>de</strong> datum <strong>van</strong> (1 januari 1990) sinds minstens drie jaar tewerkgesteld geweest<br />

zijn in een verzorgingsinstelling of in een kabinet <strong>van</strong> een geneesheer of tandarts mogen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

werkzaamhe<strong>de</strong>n blijven verrichten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> verpleegkun<strong>de</strong> die<br />

zulke prestaties uitvoeren. <br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 26 -<br />

§ 2. Op straffe <strong>van</strong> verlies <strong>van</strong> het voor<strong>de</strong>el verleend bij <strong>de</strong> bepaling <strong>van</strong> § 1 <strong>van</strong> dit artikel, moeten zij zich bij <strong>de</strong><br />

bevoeg<strong>de</strong> geneeskundige commissie bekend maken (binnen <strong>de</strong> termijn en op <strong>de</strong> wijze bepaald door <strong>de</strong> Koning);<br />

bij <strong>de</strong>ze gelegenheid vermel<strong>de</strong>n zij <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n waarvoor zij het voor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> verkregen rechten inroepen.<br />

<br />

Art. 54ter. § 1. In afwijking <strong>van</strong> artikel 24, § 2, twee<strong>de</strong> lid, wordt <strong>de</strong><br />

in artikel 24, § 1, bedoel<strong>de</strong> erkenning ambtshalve toegekend aan <strong>de</strong> personen die op het ogenblik <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

inwerkingtreding <strong>van</strong> het koninklijk <strong>besluit</strong> genomen in uitvoering <strong>van</strong> artikel 24, § 2, eerste lid, door <strong>de</strong> dienst<br />

geneeskundige verzorging <strong>van</strong> het Rijksinstituut voor ziekte en invaliditeitsverzekering voor dit beroep erkend zijn,<br />

overeenkomstig artikel 215 <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en<br />

uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.<br />

§ 2. In afwijking <strong>van</strong> artikel 24, § 2, twee<strong>de</strong> lid, wordt <strong>de</strong> in artikel 24, § 1, bedoel<strong>de</strong> erkenning op hun verzoek<br />

toegekend aan personen die niet reeds in § 1 bedoeld zijn en:<br />

1° hetzij - wat een beroep betreft waarvoor een opleiding bestaat in een inrichting opgericht, gesubsidieerd of<br />

erkend door <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid hou<strong>de</strong>r zijn <strong>van</strong> een diploma, uitgereikt door een inrichting opgericht,<br />

gesubsidieerd of erkend door <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid dat een opleiding bekroont waar<strong>van</strong> het niveau, maar niet <strong>de</strong><br />

volledige theoretische of theoretische en praktische opleiding en stages, overeenstemt met <strong>de</strong> in artikel 24, § 2,<br />

twee<strong>de</strong> lid, bedoel<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor zover zij dit diploma behalen voor het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> zes jaar<br />

te rekenen <strong>van</strong>af <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> het koninklijk <strong>besluit</strong> genomen in uitvoering <strong>van</strong> artikel 24, § 2, eerste lid;<br />

2° hetzij - wat een beroep betreft waarvoor geen opleiding bestaat in een inrichting opgericht, gesubsidieerd of<br />

erkend door <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid hou<strong>de</strong>r zijn <strong>van</strong> een diploma, uitgereikt door een inrichting opgericht,<br />

gesubsidieerd of erkend door <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid, dat een opleiding bekroont waar<strong>van</strong> het niveau<br />

overeenstemt met <strong>de</strong> in artikel 24, § 2, twee<strong>de</strong> lid, bedoel<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor zover zij dit diploma behalen voor<br />

het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> jaar waarin <strong>de</strong> eerste diploma's wor<strong>de</strong>n uitgereikt die een opleiding bekronen die overeenstemt met<br />

<strong>de</strong> in artikel 24, § 2, twee<strong>de</strong> lid, bedoel<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n.<br />

Voor het indienen <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanvraag tot erkenning bij <strong>de</strong> minister tot wiens bevoegdheid <strong>de</strong> Volksgezondheid<br />

behoort, beschikken <strong>de</strong> in 1° en 2° bedoel<strong>de</strong> personen over één jaar <strong>van</strong>af <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> het koninklijk<br />

<strong>besluit</strong> genomen in uitvoering <strong>van</strong> artikel 24, § 2, eerste lid, of <strong>van</strong>af het behalen <strong>van</strong> boven bedoel<strong>de</strong> diploma's.<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze overgangsperio<strong>de</strong> en zolang niet over hun aanvraag tot erkenning is beslist, mogen ze hun beroep<br />

blijven uitoefenen.<br />

§ 3. In afwijking <strong>van</strong> artikel 24, § 1, mogen personen die niet voldoen aan <strong>de</strong> in artikel 24, § 2, twee<strong>de</strong> lid,<br />

gestel<strong>de</strong> bekwaamheidseisen maar die, wanneer <strong>de</strong> lijst <strong>van</strong> <strong>de</strong> prestaties of <strong>de</strong> lijst <strong>van</strong> <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen voor hun<br />

beroep gepubliceerd wordt, sinds minstens drie jaar <strong>de</strong>ze prestaties of han<strong>de</strong>lingen hebben uitgevoerd, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

werkzaamhe<strong>de</strong>n blijven verrichten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> paramedische<br />

beroepen die zulke prestatie of han<strong>de</strong>lingen uitvoeren.<br />

In afwijking <strong>van</strong> artikel 24, § 1, mogen personen die niet voldoen aan <strong>de</strong> in artikel 24, § 2, twee<strong>de</strong> lid, gestel<strong>de</strong><br />

bekwaamheidseisen voor hun paramedisch beroep, waarvoor geen opleiding bestaat in <strong>de</strong> zin <strong>van</strong><br />

bovengenoem<strong>de</strong> bekwaamheidseisen, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n blijven verrichten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n<br />

als <strong>de</strong> beoefenaars <strong>van</strong> <strong>de</strong> paramedische beroepen die zulke prestatie of han<strong>de</strong>lingen uitvoeren, voorzover zij op<br />

het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> het jaar waarin <strong>de</strong> eerste diploma's wor<strong>de</strong>n uitgereikt die een opleiding bekronen die overeenstemt<br />

met <strong>de</strong> in artikel 24, § 2, twee<strong>de</strong> lid, bedoel<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n, <strong>de</strong>ze prestaties of han<strong>de</strong>lingen uitvoeren.<br />

Op straffe <strong>van</strong> verlies <strong>van</strong> het voor<strong>de</strong>el verleend bij <strong>de</strong> bepaling <strong>van</strong> het eerste of twee<strong>de</strong> lid <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf,<br />

moeten zij zich bij <strong>de</strong> minister tot wiens bevoegdheid <strong>de</strong> Volksgezondheid behoort, bekend maken volgens een<br />

door <strong>de</strong> Koning vastgestel<strong>de</strong> procedure; bij <strong>de</strong>ze gelegenheid vermel<strong>de</strong>n zij <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n waarvoor zij het<br />

voor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> verkregen rechten inroepen. De door <strong>de</strong> Koning bepaal<strong>de</strong> procedure zal on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> wijze<br />

vaststellen waarop het bewijs <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> in het eerste lid bedoel<strong>de</strong> prestaties of han<strong>de</strong>lingen moet<br />

wor<strong>de</strong>n geleverd.<br />

Art. 54quater. In afwijking <strong>van</strong> artikel 21bis, § 2,<br />

twee<strong>de</strong> lid, wordt <strong>de</strong> in artikel 21bis, § 1, bedoel<strong>de</strong> erkenning op hun verzoek toegekend aan:<br />

1° <strong>de</strong> door <strong>de</strong> dienst geneeskundige verzorging <strong>van</strong> het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering<br />

erken<strong>de</strong> personen, overeenkomstig artikel 215 <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet <strong>betreffen<strong>de</strong></strong> <strong>de</strong> verplichte verzekering voor<br />

geneeskundige verzorging en uitkering, gecoördineerd op 14 juli 1994.<br />

Voor het indienen <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanvraag tot erkenning bij <strong>de</strong> Minister tot wiens bevoegdheid <strong>de</strong> Volksgezondheid<br />

behoort, beschikken zij over één jaar <strong>van</strong>af <strong>de</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> het koninklijk <strong>besluit</strong> genomen in uitvoering<br />

<strong>van</strong> artikel 21bis, § 2, eerste lid. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze overgangsperio<strong>de</strong> en zolang niet over hun aanvraag tot erkenning<br />

is beslist, mogen ze <strong>de</strong> kinesitherapie blijven uitoefenen;<br />

2° aan <strong>de</strong> personen die op 1 november 1997 ingeschreven waren voor een opleiding in <strong>de</strong> kinesitherapie die<br />

toegang verleent tot een diploma <strong>van</strong> het hoger on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> kinesitherapie, na een voltijds on<strong>de</strong>rwijs <strong>van</strong> ten<br />

minste drie studiejaren, voor zover zij dit diploma vóór 1 november 2002 behalen.<br />

Art. 55. Dit <strong>besluit</strong> treedt in werking <strong>de</strong> dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, met<br />

uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> artikel 48, § 2, die in werking treedt op <strong>de</strong> bij artikel 50, § 2 bedoel<strong>de</strong> datum.<br />

Art. 56. Onze Minister <strong>van</strong> Volksgezondheid is belast met <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> dit <strong>besluit</strong>.<br />

www.favv.be


Fe<strong>de</strong>raal Agentschap voor <strong>de</strong> Veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Voedselketen - 27 -<br />

Wijzigingen:<br />

Wet <strong>van</strong> 02.01.2001 (B.S. 03.01.2001)<br />

<strong>Koninklijk</strong> <strong>besluit</strong> <strong>van</strong> 14.06.1999 (B.S. 15.10.1999)<br />

Wet <strong>van</strong> 13.05.1999 (B.S. 19.06.1999)<br />

Wet <strong>van</strong> 25.01.1999 (B.S. 06.02.1999)<br />

Wet <strong>van</strong> 17.11.1998 (B.S. 23.12.1998)<br />

Wet <strong>van</strong> 16.04.1998 (B.S. 07.07.1998)<br />

Wet <strong>van</strong> 22.02.1998 (B.S. 03.03.1998)<br />

Wet <strong>van</strong> 10.12.1997 (B.S. 29.01.1998)<br />

Wet <strong>van</strong> 13.11.1997 (B.S. 25.12.1997)<br />

Wet <strong>van</strong> 17.03.1997 (B.S. 18.12.1997)<br />

Wet <strong>van</strong> 29.04.1996 (B.S. 30.04.1996)<br />

Wet <strong>van</strong> 20.12.1995 (B.S. 23.12.1995)<br />

Wet <strong>van</strong> 06.04.1995 (B.S. 16.06.1995)<br />

Wet <strong>van</strong> 22.02.1994 (B.S. 28.05.1994)<br />

Wet <strong>van</strong> 06.08.1993 (B.S. 09.08.1993)<br />

<strong>Koninklijk</strong> <strong>besluit</strong> <strong>van</strong> 09.11.1992 (B.S. 17.12.1992)<br />

Wet <strong>van</strong> 26.06.1992 (B.S. 30.06.1992)<br />

Wet <strong>van</strong> 28.08.1991 (B.S. 15.10.1991)<br />

Wet <strong>van</strong> 19.12.1990 (B.S. 29.12.1990)<br />

Wet <strong>van</strong> 26.12.1985 (B.S. 21.01.1986)<br />

<strong>Koninklijk</strong> <strong>besluit</strong> <strong>van</strong> 26.12.1985 (B.S. 10.01.1986)<br />

Wet <strong>van</strong> 14.05.1985 (B.S. 06.07.1985)<br />

<strong>Koninklijk</strong> <strong>besluit</strong> <strong>van</strong> 08.06.1983 (B.S. 01.07.1983)<br />

Wet <strong>van</strong> 30.12.1977 (B.S. 25.01.1978)<br />

Wet <strong>van</strong> 13.12.1976 (B.S. 05.03.1977)<br />

Wet <strong>van</strong> 20.12.1974 (B.S. 29.04.1975, err. 03.06.1975)<br />

Wet <strong>van</strong> 17.12.1973 (B.S. 23.01.1974)<br />

Wet <strong>van</strong> 26.04.1973 (B.S. 30.05.1973)<br />

Arrest <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State nr. 15.511 <strong>van</strong> 27.10.1972<br />

Arrest <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State nr. 15.533 <strong>van</strong> 17.10.1972.<br />

www.favv.be

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!