Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1144<br />
Groot leed (‘ik heb heel mijn inbox gedeletete,<br />
en nu?’) klein leed (‘we hebben<br />
het hier koud’) en no-brainers (‘ik krijg<br />
wel een bekertje, maar geen koffie’): het<br />
leven van HvA-callcentermedewerkers<br />
gaat niet over rozen. “Ik ga een call voor<br />
u aanmaken.”<br />
Eén ding is duidelijk: de HvA’er die vindt dat zijn of haar<br />
vraag of klacht niet juist in behandeling is genomen<br />
door het callcenterteam en verhaal wil halen, heeft daar<br />
nog een hele klus aan. Vakkundig weggestopt in gebouw<br />
Rivierstaete moet diezelfde HvA’er halsbrekende toeren<br />
uithalen om het zenuwcentrum van de klachtafhandeling<br />
te bereiken. Eerst melden aan de balie, daarna door<br />
een draaideur-met-pasjessysteem, dan met een tergend<br />
trage lift naar de tweede verdieping, waar een oplettende<br />
portier de laatste hobbel vormt.<br />
Het zenuwcentrum ziet er overigens vrij zenuwloos<br />
uit: hier geen rijen medewerkers afgeschermd door<br />
tussenschotjes die de beller hyper-chagerijnig te woord<br />
staan en ook geen ‘er zijn nog tien wachtenden voor<br />
u’-toestanden. Alleen de headsetjes van de aanwezige<br />
medewerkers kloppen met het callcenterplaatje. Maar:<br />
schijn bedriegt, blijkt. Twee van de zes medewerkers zijn<br />
ziek, een invaller is nog haastig onderweg.<br />
Een klein jaar zit het HvA-Callcenter – in de wandelgangen<br />
‘afdeling 1144’ – nu in het pand aan de Amstel.<br />
Voor die tijd viel 1144 onder de afdeling Klantenservice<br />
van IT & Voorzieningen, maar na wat heen en weer<br />
schuiven met diensten en afdelingen werd het callcenter<br />
overgeheveld naar ITS-services. In het gebouw zit tevens<br />
12 <strong>havana</strong><br />
het Informatiecentrum van de UvA, maar van zinderende<br />
synergie tussen de collegae is echter geen sprake. Coordinator<br />
Jan Meijer (37, sinds een jaar teamleider van<br />
het callcenterteam, daarvoor vier jaar incidentmanager)<br />
beaamt voorzichtig dat de samenwerking ‘summier is en<br />
wat lastig van de grond komt’, maar wijt dat ook aan de<br />
verschillen tussen de IT-systemen. Medewerker Arno<br />
Veenstra (21) is wat bondiger: “Zo eens per maand<br />
vragen we een telefoonnummer aan elkaar.”<br />
sensitief zijn<br />
Had eerst elke HvA-locatie een eigen telefonische<br />
helpdesk, nu worden bellers collectief naar 1144 geleid<br />
– of voor wie toch liever wat ‘menselijk contact’ heeft,<br />
naar de servicebalies op de locaties. Dat er wat overlap<br />
in de werkzaamheden zit, is volgens coördinator Jan<br />
Meijer geen groot probleem, want verder onderscheiden<br />
‘Het bekertje valt wel,<br />
maar de koffie niet’<br />
de twee zich moeiteloos: “Er zijn dingen die ze aan de<br />
balies niet kunnen, en andersom. Problemen met een<br />
computer laten zich bijvoorbeeld lastig aan een balie<br />
oplossen. Vooruit: laptops uitgezonderd. Maar anders<br />
voorzie ik veel heen en weer geloop.” Wachtwoordzaken<br />
laten zich volgens coördinator Meijer dan juist weer níet<br />
telefonisch regelen: “Dat mogen we zelfs niet, mensen<br />
moeten zich daarvoor persoonlijk komen legitimeren.”<br />
Als rond tienen de vierde man binnen komt vallen, is<br />
de telefonische vraagbaak voor deze druilerige maandagochtend<br />
compleet. Dat dat team uit louter mannen<br />
bestaat, is volgens Meijer ‘puur toeval’. Maar het gebrek<br />
aan een vrouwelijke teamlid blijkt geen enkel probleem:<br />
“Ik merk geen verschil aan de telefoon.” Verschillen of<br />
niet: eigenschappen als luisteren – ‘héél goed kunnen<br />
luisteren’ – sensitief zijn en over behoorlijke sociale<br />
en contactuele vaardigheden beschikken: dát maakt<br />
volgens Meijer iemand een geschikte callcentermedewerker,<br />
man én vrouw. Of zoals telefonist Luigi van der<br />
Pal (18) – ‘ik heb zelfs onderbroeken via callcenterwerk<br />
verkocht ’– het nuchter vertaalt: je moet ‘gewoon een<br />
beetje normaal kunnen praten’ en ‘dingen fatsoenlijk<br />
kunnen oppakken.’<br />
Normaal praten dus, en dingen oppakken. Selectie<br />
vind dan ook plaats via een heus inwerktraject. Dat<br />
betekent: eerst een gesprek met de nieuweling, uitleg<br />
over de werkzaamheden, een halfuur meeluisteren met<br />
ervaren collega’s. “Daarna haken we ’m in.” Dat ik straks<br />
ook zelf even wil plaatsnemen achter de knoppen, is<br />
geen probleem, maar niet voordat ook ik eerst mee heb<br />
geluisterd. Missers vist Meijer er vrij makkelijk uit: “Als<br />
je iemand na een uurtje bij ieder telefoontje ziet denken:<br />
daar heb je er weer zo een, dan is de zaak snel duidelijk.”<br />
Verder wordt er gelet op opnemen en snelheid van<br />
handelen en registeren. Ook het kunnen inschatten en<br />
prioriseren van telefoontjes horen bij het setje capaciteiten<br />
van een 1144’er: “Als er een printer stuk is dan<br />
voelen we met je mee, maar dan gaan we ervan uit dat<br />
je even naar een andere loopt. Is er een beamer stuk,<br />
dan heeft niet alleen de docent daar last van, maar ook<br />
meteen veertig studenten. Die krijgt dan voorrang bij<br />
de doorverwijzing naar de zogenoemde oplosgroepen,”