Echte Waarheid 1973 (No 07) Jul-Aug - Herbert W. Armstrong ...

KaÏn zei: "Doch indien gij niet goed
handelt, ligt de zonde als een belager
aan de deur, wiens begeerte naar u
uitgaat, doch over wie gij moet
heersen" (Genesis 4:7, id.). Het vergt
inspanning en karakter de zonde te
mijden, en de mens heeft zich helaas
niet ingespannen overeenkomstig
Gods wil de aarde te besturen.
De mens is verantwoording verschuldigd
aan zijn landsregering, en
. deze op haar beurt - of ze 't weet
of niet - aan God. "Alle ziel zij de
machten, over haar gesteld, onderworpen;
want er is geen macht dan
van God..." (Romeinen 13:1). De
mens is derhalve verantwoordelijk
voor zijn eigen gedrag.
Het Nieuwe Testament beveelt de
regeerders der naties de vrede te
bewaren, want de wereldse overheid
"staat immers in dienst van God, u
ten goede. Maar indien gij kwaad
doet, wees dan bevreesd; want zij
draagt het zwaard niet tevergeefs; zij
staat immers in de dienst van God,
als toornende wreekster voor hem, die
kwaad bedrijft" (Romeinen 13:4, N.
Vert.).
Ten einde vrede en geluk te verzekeren
en de welvaart te bevorderen,
is de mens verplicht overeenkomstig
Gods wetten te regeren. Maar...
waar vindt men nationale overheden
die Gods wetten gehoorzamen? De
apostel Jakobus wees er al op dat
mensen te dikwijls regeren om hun
lusten en begeerten te bevredigen
(Jakobus 4:1-3). God gaf de mens een
aantal volmaakte wetten die - mits
nageleefd - internationale vrede en
harmonie kunnen verzekeren. Maar
de volkeren hebben Gods wetten en
handelingen afgewezen. Ze lossen hun
geschillen liever op hun éigen manier
op en regeren volgens hun eigen,
gebrekkige wetten. Maar al te vaak,
zoals in het geval Burundi, negéren
andere landen eenvoudig een crisis en
hopen dat die weldra vanzélf verdwijnt.
Waar draait het op uit?
De verslagen v~n bloedbaden her
en der zijn afschuwèlijke uitingen van
's mensen gebrek aan mededogen en
liefde jegens zijn naaste. Het is een
microcosmische uiting van het geweld
dat de menselijke aard eigen is.
Maar is hetgeen Burundi vertoont
een voorloper van naderende, nog veel
grotere bloedbaden? Enkele vooraan-
De ECHTE W AARHEID juli-augustus 1973
staande geleerden voorzien, en waarschuwen
voor, een dergelijke, dreigende
wereldramp. Zo'n ontzaglijke
catastrofe wordt in de Bijbel voorspeld.
Denk aan de woorden van
Je~us uit Mattheus 24:21-22: "Want
alsdan zal grote verdrukking wezen,
zoals niet is geweest van het begin
der wereld tot nu toe, en ook niet
[meer J zijn zal. En zo die dagen niet
verkort werden, geen vlees zou behouden
worden. .."
. Over welke tijd sprak Jezus hier?
Wie de eerste verzen uit het hoofdstuk
van Mattheus aandachtig leest,
begrijpt dat Hij het daar heeft over
menselijke leiders. Omdat de mens
oorlog wil voeren, toont God zich
inschikkelijk. God heeft gewaarschuwd
dat zij die met het zwaard
doden, zelf door het zwaard zullen
vergaan. Allen die doorgaan met het
vermoorden van medemensen, zullen
op hun beurt omkomen wanneer God
zich met de menselijke zaken gaat
bemoeien ten einde de vrede tussen
de mensen af te dwingen. "En dé
verslagenen des Heren zullen te dien
dage liggen van het ene einde der
aarde tot aan het andere einde der
aarde" (Jeremia 25:33). God zal in de
aangelegenheden van de mens ingrij-
Een groot aantal
onaanvaardbaar
waarnemers beschouwt
dat de ;n~ernat;onale
het als
gemeenschap
de massamoord van' 100 000 mensen toe zou
staan. Maar het ;s moeili;k te zeggen wat men b;nnen
het kader van ;nternat;onaal recht zou kunnen doen
om d;t te voorkomen.
de wereldsituatie vlak voor zijn
wederkomst op aarde in de nabije
toekomst. Christus voorspelde de
vreselijke gebeurtenissen die de laatste
dagen zouden aankondigen. Hij
deed zulks toen zijn discipelen Hem
vroegen: "... welk zal het teken zijn
van Uw komst, en van de voleinding
der wereld [van dit tijdperk van
menselijk bewindJ?" (Mattheus 24:3).
Jezus antwoordde toen met het
geven van een beschrijving van de
steeds erger wordende twisten die aan
het einde der dingen zouden voorafgaan.
Toen zei Hij dat deze rampzalige
gebeurtenissen zouden leiden tot
een grote ramp, die elk menselijk
leven op aarde zou bedreigen (Mattheus
24:22). De mens zal bijna -
maar nog niet geheel en al - het
menselijk ras uitroeien. Miljoenen
onschuldige mensen zullen om het
leven komen. Precies op dit tijdstip,
waarop alle volkeren op het punt
staan cosmocide - niet slechts genocide
- te plegen, zal Jezus Christus
op aarde terugkeren en de mensheid
tegen haar eigen wreedheid en grof
geweld beschermen.
De mens is verantwoordelijk voor
deze verschrikking, en God legt de
schuld daaraan op de schouders van
pen en doen wat de mens reeds lang
geleden had moeten doen: deze aarde
zuiveren van het kwaad dat daar
heerst.
In zijn beschrijving van die dag van
de vrede merkte de profeet Jesaja op:
"En v~le volken zullen heengaan en
zeggen: Komt, laat ons opgaan tot de
berg des Heren . . . opdat Hij ons lere
van Zijn wegen, en dat wij wandelen
in Zijn paden; want uit Sion zal de
wet uitgaan, en des Heren woord uit
Jeruzalem. .. en zij zullen hun
zwaarden slaan tot spaden, en hun
spiesen tot sikkels; het ene volk zal
tegen het andere volk geen zwaard
opheffen, en zij zullen geen oorlog
meer leren" (Jesaja 2:3-4).
Bij het gebouw der Verenigde
Naties te New York staan deze
woorden uit Jesaja 2:4 gebeiteld in
het monument dat een man voorstelt,
die een zwaard tot een ploegschaar
hamert. Helaas weet de mens nog
steeds l niet hoe deze woorden in
praktijk te brengen, met het gevolg
dat wij in onze dagen met oorlog en
genocide worden bezocht. Er zal
eenmaal vrede voor deze wereld
komen; maar niet door menselijke
inspanning. Het zal de tussenkomst
vereisen van God. 0
19