Reader Creatief denken - Hogeschool Rotterdam
Reader Creatief denken - Hogeschool Rotterdam
Reader Creatief denken - Hogeschool Rotterdam
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Reader</strong> <strong>Creatief</strong> <strong>denken</strong><br />
2011-2012<br />
<strong>Hogeschool</strong> <strong>Rotterdam</strong><br />
Bureau Communicatie & Externe Betrekkingen<br />
Dienst Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs<br />
Ellis Wertenbroek<br />
April 2012
Inleiding<br />
<strong>Reader</strong><br />
In deze reader vind je informatie over de opzet van de voorbereidende lessen<br />
<strong>Creatief</strong> <strong>denken</strong>, de theorie en opdrachten die tijdens deze lessen worden besproken<br />
en gemaakt én een beschrijving van de eindopdracht.<br />
De reader vormt de basis voor de aangeboden lessen, maar kan ook zelfstandig<br />
doorgenomen worden. De eindopdracht voor deze module is voor iedereen dezelfde,<br />
ongeacht of je wel of niet de ondersteunende lessen bijwoont.<br />
Opzet en werkwijze<br />
In lesweek 1 en 2 zal in een groepsessie in twee lesuren de theoretische achtergrond<br />
van <strong>Creatief</strong> <strong>denken</strong> besproken geworden. Ook ga je met concrete opdrachten aan<br />
de slag en wordt ingegaan op de eindopdracht.<br />
In week 4 bestaat de mogelijkheid met de docent een individuele afspraak te maken<br />
om de vorderingen van de eindopdracht te bespreken. In week 6 zal tijdens een<br />
groepsbijeenkomst de individuele eindopdracht gepresenteerd worden. De<br />
weekopzet ziet er als volgt uit:<br />
Wk 1 Theoretische achtergrond en oefeningen Groepsles, 2 lesuren<br />
Wk 2 Theoretische achtergrond en oefeningen<br />
Introductie eindopdracht<br />
Groepsles, 2 lesuren<br />
Wk 3 Zelfstandig werken aan eindopdracht<br />
Wk 4 Tussentijdse afspraak individuele student Individueel, 20 minuten<br />
per student<br />
Wk 5 Inleveren eindopdracht, docent bepaalt datum<br />
Wk 6 Presentatie eindopdracht Groepsles, 2 lesuren<br />
Mogelijkheid tot herkansen 1 op 1<br />
Eindopdracht<br />
De eindopdracht bestaat uit een drietal onderdelen. Ten eerste dient bij de docent<br />
een verslag ingeleverd te worden, waarbij het creatieve proces van het begin tot aan<br />
het eindproduct beschreven moet worden. Het eindproduct wordt beoordeeld alsook<br />
de presentatie. Aan het einde van de reader wordt de eindopdracht uitgebreider<br />
besproken.<br />
Contact<br />
Heb je nog vragen over de reader, dan kun je contact opnemen met Ellis<br />
Wertenbroek: e.j.m.wertenbroek@hr.nl.<br />
2
Introductie Creativiteit<br />
1. Misverstanden rond creativiteit<br />
a. Creativiteit is een gave en valt niet aan te leren.<br />
Niet waar! Creativiteit is net zoals taalgevoel, baltechniek, wiskundig inzicht of bijv.<br />
een goed geheugen een vaardigheid, en daar kun je aan werken. Natuurlijk is de één<br />
ergens van nature beter in dan een ander. Maar dat wil niet zeggen dat wat je bij je<br />
geboorte hebt meegekregen nooit meer te verbeteren zou zijn. Door er actief mee<br />
aan de gang te gaan, kan iedereen zijn basisniveau aanzienlijk verhogen.<br />
b. Creativiteit, dat is toch: goed kunnen schilderen, kleien of wandkleden maken.<br />
Nee, het begrip is veel ruimer! Het Latijnse werkwoord ‘creare’ betekent letterlijk<br />
scheppen, de bron zijn van iets wat er tot dan toe nog niet was, iets nieuws maken of<br />
be<strong>denken</strong>. Dat kan een schilderij zijn of een gedicht…maar evengoed een nieuw<br />
product, een manier om goedkoper te produceren of een verandering in de<br />
organisatie, zodat er efficiënter kan worden gewerkt.<br />
c. Creativiteit is iets voor softies, daar scoor je in de harde zakenwereld echt niet<br />
mee.<br />
Mis! Steeds meer bedrijven en organisaties bieden hun medewerkers de<br />
gelegenheid via trainingen hun creatief vermogen verder te ontwikkelen, omdat<br />
bewezen is dat creatieve werknemers beter functioneren, met meer plezier werken<br />
en nuttiger zijn voor de organisatie. Bovendien: binnen een groep ongeveer gelijk<br />
opgeleide werknemers met soortgelijke taakstellingen is creativiteit een usp dat<br />
sommigen doet opvallen en zo de basis zijn kan van een uitzonderlijke carrière.<br />
2. Wat is creativiteit?<br />
• Nieuw (niet gewoon, niet normaal, anders verrassend) en adequaat<br />
(nuttigheidsfactor: evenwicht tussen nut en wenselijkheid, doet het nieuwe<br />
product ook werkelijk wat het belooft te doen?)Is het beter dan datgene wat al<br />
bestaat?): het nieuwe idee moet doen wat het belooft en dat moet het op een<br />
betere manier doen dan al mogelijk was. (Han Bakker)<br />
• Het vermogen iets nieuws te scheppen, een nieuw concept of object wordt<br />
gemaakt, wanneer een originele oplossing voor een idee wordt gevonden.<br />
(Wikipedia)<br />
• Creativiteit is iets nieuws zien (kansen of oplossingen voor problemen), iets<br />
nieuws vinden en iets nieuws doen of maken.<br />
• Creativiteit is een mentaliteit<br />
3. Wat is creatief <strong>denken</strong>?<br />
• <strong>Creatief</strong> <strong>denken</strong> is het in verband brengen van dingen of ideeën die voordien<br />
geen verband met elkaar hielden of leken te houden.<br />
• <strong>Creatief</strong> <strong>denken</strong> is: het scheppen van nieuwe denkkaders.<br />
• Creativiteit is het vermogen om nieuwe en binnen de gegeven context<br />
passende resultaten neer te zetten. Onder passend verstaan we dat<br />
creativiteit bijdraagt aan het realiseren van een wens of een verlangen of het<br />
oplossen van een vraagstuk of probleem; het voegt waarde toe.<br />
3
4. Creativiteit en hersenonderzoek<br />
Creativiteit bereikt bij mensen vermoedelijk al rond het vijfde levensjaar een piek.<br />
Kinderen verliezen grotendeels hun creativiteit op het moment dat ze naar de<br />
basisschool gaan. Daar ligt een tiental jaren de nadruk op cognitief leren (de<br />
linkerhersenhelft), waardoor de rechterhersenhelft zich veel minder sterk ontwikkelt.<br />
Al jaren doen wetenschappers onderzoek naar de functies van de hersenhelften van<br />
de mens. Hierbij meten ze de verschillen in activiteit van de hersenonderdelen.<br />
Aangenomen wordt dat hersenhelften elk hun eigen specifieke terrein hebben, maar<br />
dat delen van de hersenen elkaars functies kunnen overnemen. Hoewel mensen hun<br />
beide hersenhelften gebruiken, is bij vrijwel iedereen één van de twee dominant. In<br />
de westerse cultuur is dat meestal de linkerhelft.<br />
Linkerhersenhelft Rechterhersenhelft<br />
Logisch-denkt in termen van: als…dan… Denkt in beeldspraak en gelijkenissen-<br />
Metaforisch<br />
Verbaal-werkt met woorden Werkt met beelden-Visueel<br />
Analytisch-deelt het geheel op in delen Kan meerdere dingen gelijktijdig-Parallel<br />
Overziet het geheel-Holistisch<br />
Abstract-richt zich op concepten en Ziet onderdelen in hun verbandbegrippen<br />
Synthetisch<br />
Tijdgebonden-denkt sterk in verleden, Ziet verleden, heden en toekomst als<br />
heden en toekomst<br />
Lineair-ziet vooral de opeenvolging, de<br />
oorzaak en het gevolg<br />
één Niet-tijdgebonden<br />
Is sterk in het omgaan met ongeordende<br />
informatie-Chaotisch<br />
4
Artikel: Hoe overleef je de brainstorm?<br />
Door Mark Mieras, gepubliceerd op 22 december 2009<br />
Wie verheugt zich op een brainstorm? Veel mensen hebben een hekel aan zo'n rondje<br />
fantaseren rondom een white board. Hen overvalt gelijk een diep gevoel van machteloosheid.<br />
Waar haal je creatieve ingevingen vandaan? Hersenonderzoekers hebben zich diezelfde vraag<br />
gesteld: wat is het verschil tussen mensen die creatief zijn en mensen die het niet zijn? Nee,<br />
creatieve mensen hebben geen magische antenne voor ideeën. En ze hebben ook geen creaknobbel.<br />
Het verschil ligt subtieler. Onderzoekers van de Drexel University in het<br />
Amerikaanse Philadelphia ontdekten vorig jaar dat mensen met een creatieve geest hun<br />
hersencentra anders gebruiken. Ze zetten hun hersenen in een andere stand.<br />
Meteriener<br />
De onderzoekers lieten proefpersonen anagrammen oplossen: woorden waarvan de letters<br />
door elkaar gehusseld zijn. Bijvoorbeeld 'roenaogke' en 'meteriener'. De meeste proefpersonen<br />
slaagden er vrij vlot in om er het juiste woord in te ontdekken. In dit geval 'kangoeroe' en<br />
'miereneter'. De een vond de oplossing min of meer systematisch door lettercombinaties te<br />
proberen, de ander vertelde dat de oplossing zomaar te binnen was geschoten uit het niets.<br />
Deelnemers die zo'n ingeving meldden bleken hun hersenen anders te gebruiken dan andere<br />
deelnemers. Ze gebruikten beide hersenhelften om het probleem op te lossen, en niet alleen<br />
hun dominante hersenhelft - bij de meeste mensen is dat de linker.<br />
Met die dominante linker hersenhelft redeneren we en vinden doelgericht oplossingen.<br />
Tijdens een brainstorm is dat niet de bedoeling. Als je de oplossing kunt beredeneren heb je<br />
immers geen brainstorm nodig. Maar hoe zet je de rechter hersenhelft aan het werk? Het<br />
probleem is dat we die niet bewust kunnen sturen. De rechter hersenhelft moet min of meer op<br />
eigen houtje aan het werk gaan. Dat gebeurt pas wanneer de linker hersenhelft daarvoor<br />
ruimte geeft. De kunst van creativiteit is de controle opgeven, stoppen met redeneren en<br />
loslaten. Dat zijn we niet gewend.<br />
Creatieve hersenen<br />
Er zijn meer verschillen tussen creatieve en minder creatieve hersenen: andere hersengolven,<br />
minder activiteit in bepaalde centra onder het voorhoofd. Steeds draait het om het opgeven<br />
van controle. De hersenen gaan dan associatiever, grilliger en minder logisch werken en dat<br />
noemen we creatief. Creatieve geniën als Vincent Van Gogh, Albert Einstein, Emily<br />
Dickinson en Isaac Newton hadden hersenen waarin de controle van nature al lager lag,<br />
reconstrueerden onderzoekers van de Vanderbilt University in het Amerikaanse Nashville. Ze<br />
waren 'schizotypisch'. Mensen met die persoonlijkheidsafwijking gebruiken hun rechter<br />
hersenhelft veel sterker dan andere mensen.<br />
Ook met normale hersenen kun je creatief zijn. De kunst is om je niet te laten dwingen.<br />
<strong>Creatief</strong> zijn op commando, dat gaat nu eenmaal niet. Brainstormen moet je doen zonder<br />
prestatiedruk. Zorg dat je je op je gemak voelt. Vaak is met zijn tweeën sparren daarom<br />
effectiever, zeker als je ondertussen een wandeling maakt. De beweging en de afwisseling<br />
brengen de benodigde wanorde in het brein en ze activeren beide hersenhelften. Onderzoekers<br />
van de Universiteit van New Jersey ontdekten eerder dit jaar nog een andere truc die helpt om<br />
de hersenhelften te laten samenwerken. Ze lieten proefpersonen dertig seconden met de ogen<br />
van links naar rechts en van rechts naar links bewegen. Dat is niet alleen gymnatiek voor de<br />
oogspieren maar ook voor de hersenen. De objecten voor je neus verschuiven op en neer<br />
tussen het rechter en het linker beeldveld en daarmee tussen de twee hersenhelften. Dat<br />
5
stimuleert de samenwerking. Proefpersonen die de oefening deden waren daarna creatiever<br />
dan proefpersonen die dertig seconde voor zich uit hadden gekeken.<br />
Mark Mieras is auteur van het boek: Ben ik dat? Wat hersenonderzoek vertelt over onszelf.<br />
(Uitgeverij: Nieuw Amsterdam). Prijs: € 19,95<br />
6
Creativiteitstest<br />
Met de volgende tekst bepaal je wat je dominante hersenhelft is. Hoe meer je<br />
rechterhelft ontwikkeld is, des te meer zijn je creatieve vaardigheden ontwikkeld. Een<br />
goede samenwerking tussen de hersenhelften zou vijf tot tien keer meer kunnen<br />
opbrengen dan wat de hersenen nu produceren.<br />
Lees de lijst snel door en zet bij elk woord:<br />
• Een + wanneer je jezelf erin herkent<br />
• Een – wanneer dat niet het geval is.<br />
Op de volgende pagina kun je je score bepalen.<br />
Ben je… + - Ben je… + -<br />
1. intuïtief 14. voorzichtig<br />
2. emotioneel 15. fantasierijk<br />
3. logisch 16. planmatig<br />
4. realistisch 17. detaillistisch<br />
5. rationeel 18. objectief<br />
6 hard 19. feitelijk<br />
7. open minded 20. romantisch<br />
8. analytisch 21. gevoelsmatig<br />
9. benaderend 22. vrij<strong>denken</strong>d<br />
10. experimenterend 23. gedisciplineerd<br />
11. impulsief 24. subjectief<br />
12. dogmatisch 25. speels<br />
13. zacht 26. risicozoekend<br />
7
Score linker- en rechterhelft<br />
Neem de + en de – over in de onderstaande tabel<br />
3 1<br />
4 2<br />
5 7<br />
6 9<br />
8 10<br />
12 11<br />
14 13<br />
16 15<br />
17 20<br />
18 21<br />
19 24<br />
22 25<br />
23 26<br />
A: totaal + A: totaal +<br />
B: totaal - B: totaal -<br />
A-B A-B<br />
Linkerhersenhelft score Rechterhelft score<br />
Per hersenhelft kan de score variëren van -13 tot +13. Hoe hoger de score, des te<br />
beter is de hersenhelft ontwikkeld. Gemiddeld scoren mensen laag in de plus, met<br />
een verschil van 5-10 tussen links en rechts. Vaak scoort links hoger dan rechts. Dit<br />
geeft aan dat er nog veel te ontwikkelen is.<br />
Bij duidelijk negatieve scores of grote verschillen tussen links en rechts kun je je<br />
afvragen of je dit ook wenst en of het past in je werk en je je gewenste levensstijl.<br />
Een mooie score is een score rond de +7 met een verschil tussen links en rechts van<br />
hooguit 5. Links en rechts kunnen dan goed samenwerken en er is voldoende<br />
uitdaging om te blijven verbeteren.<br />
8
Blokkades voor creatief <strong>denken</strong><br />
Mensen zijn geneigd in vaste patronen te <strong>denken</strong>. Dat gaat snel en geeft zekerheid<br />
en vastigheid. Ze leren rationeel te <strong>denken</strong> en volgens vaste patronen. Dat is handig<br />
en snel, maar mensen zitten er ook in gevangen.<br />
Analytisch <strong>denken</strong> <strong>Creatief</strong> <strong>denken</strong><br />
Logica Fantasie<br />
Unieke (of enkele) antwoorden Vele mogelijkheden, antwoorden of<br />
Ideeën<br />
Convergerend Divergerend<br />
Verticaal Lateraal<br />
De volgende barrières staan creativiteit in de weg:<br />
• Weerstand tegen verandering<br />
• Angst om voor gek te staan<br />
• Angst om fouten te maken<br />
• Te weinig relevante informatie of een teveel aan irrelevante informatie<br />
• Beoordelen van ideeën in plaats van ze zelf te be<strong>denken</strong><br />
• Stereotiep <strong>denken</strong>: van bestaande producten alleen de gangbare<br />
gebruiksmogelijkheden kennen<br />
• Intolerantie voor dubbelzinnigheid<br />
• Niet in staat zijn te ontspannen of een nieuw idee tot rijping te laten komen<br />
• Neiging tot overdreven zelfkritiek<br />
• Conformisme of het verwachte antwoord willen geven<br />
• Gebrek aan tijd<br />
• Vastgeroest zijn<br />
• Korte termijn <strong>denken</strong><br />
• Ego-effect<br />
• Gebrek aan lef<br />
• Angst voor het onbekende<br />
9
Creatieve vaardigheden en attitude<br />
‘Minds are like parachutes, they work best when they are open’ (Frank Zappa)<br />
Elke sporter weet dat hij beter presteert als zijn basisconditie en zijn basishouding<br />
oké is. Een sporter heeft een set basisoefeningen om zijn niveau op peil te houden<br />
en werkt hard aan zijn attitude om te presteren. Zo ook voor creatief <strong>denken</strong>. Een<br />
creatieveling werkt op geregelde tijdstippen aan de basisconditie van de hersenen.<br />
Dit kan hij doen door een aantal basisvaardigheden te oefenen. De creatieve<br />
basisvaardigheden zijn elementaire denkprocessen die als het ware bouwstenen<br />
vormen van complexere denkprocessen. Hij is zich ook bewust van een juiste<br />
attitude om tot hogere prestaties te komen.<br />
1. Vaardigheden:<br />
<strong>Creatief</strong> waarnemen<br />
Als je waarneemt, zie je wat er is. Gelukkig maar, maar ook beperkend. Anderen zien<br />
het namelijk ook. Wil je wat nieuws, dan zul je ‘anders’ moeten waarnemen. Anders<br />
zien, ruiken, horen en voelen…<br />
Flexibel associëren<br />
Snel associëren is o.a. nuttig bij brainstormen. Associëren doe je al spontaan. Maar<br />
je kunt je associatievermogen wel vergroten door: je snelheid te verhogen, te<br />
kantelen, terug te koppelen en te verbinden.<br />
Verbeeldingskracht en fantasie ontwikkelen<br />
Beelden zijn vaak dwingende patronen. Ze zijn niet makkelijk te veranderen. Toch<br />
moet je nieuwe beelden creëren om iets nieuws te maken. Het ‘ver-beelden’ is zowel<br />
het maken van nieuwe beelden, als het loslaten van bestaande beelden. Verbeelden<br />
is het vermogen om een voorstelling in de geest te maken van iets dat op dit moment<br />
niet fysiek waar te nemen is. Het gaat dan om visuele beelden, geluiden, geuren,<br />
smaken, tastzin, ideeën of concepten.<br />
2. Creatieve attitude<br />
• Kans<strong>denken</strong>. "Ja, en .." in plaats van "Ja, maar ..". Probeer oordelen uit te<br />
stellen. Als je oordeelt, stopt je exploratief <strong>denken</strong>. Je geeft nieuwe ideeën<br />
geen kans. Stel je je oordeel uit, dan zul je meer open staan voor frisse<br />
ideeën, andere gezichtspunten en verrassende invalshoeken.<br />
• Doorzettingsvermogen. Denk niet te snel dat je de oplossing al heeft, maar ga<br />
nog even door met brainstormen.<br />
• Denk in alternatieven. Het eerste idee dat in je opkomt, dat had je al en<br />
meestal is dat een voor de hand liggend idee. Door te divergeren<br />
(=alternatieven be<strong>denken</strong>) kom je je drempels tegen. Ga je daaraan voorbij,<br />
dan begint de originaliteit.<br />
• Afstand nemen. De meeste mensen krijgen hun beste ideeën als ze<br />
ontspannen en alleen zijn.<br />
• Risicobereidheid. Treed eens uit je comfortzone. No guts…no glory!<br />
• Sociale vaardigheden. Goede connecties met anderen, luistervaardigheid,<br />
open staan voor ideeën en enige ‘politieke handigheid’ helpen je goed op weg<br />
om creatiever te worden.<br />
10
• Een probleem is een uitdaging<br />
• Fouten maken mag, je kunt er zelfs van leren<br />
• Nieuwsgierig zijn<br />
• Zoveel mogelijk ideeën genereren<br />
• Voortborduren op wat anderen gezegd hebben<br />
• Terugkoppelen<br />
• Vanuit zoveel mogelijk invalshoeken kijken<br />
• Zelfstandig <strong>denken</strong><br />
• Patronen doorbreken<br />
• Intuïtie en gevoel gebruiken<br />
• Er plezier in hebben<br />
• Humor hebben<br />
11
Edward de Bono<br />
‘The quality of our thinking determines the quality of our future.’<br />
De Britse dr. Edward de Bono wordt wereldwijd beschouwd als een autoriteit op het<br />
gebied van creatief <strong>denken</strong> en het aanleren van denktechnieken.<br />
Edward de Bono studeerde medicijnen en psychologie. Hij ontving een Rhodesbeurs<br />
en doceerde aan de universiteiten van Oxford, Cambridge, Londen en<br />
Harvard. Zijn medische achtergrond, vooral zijn kennis van biologische<br />
informatiesystemen, heeft hem in staat gesteld om denktechnieken te doceren en het<br />
heeft hem geïnspireerd om baanbrekende denkmethoden te ontwerpen.<br />
Edward de Bono is de bedenker van de term ‘lateraal <strong>denken</strong>’. Hij ontwierp het CoRT<br />
Thinking-programma voor scholen, dat wereldwijd het meest gebruikte programma<br />
voor het doceren van denktechnieken is geworden.<br />
In 1985 schreef De Bono Six Thinking Hats, een boek dat zowel in het bedrijfsleven<br />
als in de onderwijswereld enthousiast werd ontvangen. In 1991 richtte hij een eigen<br />
organisatie op (De Bono Thinking Systems link naar debonothinkingsystems.com<br />
geheten).<br />
Dr. De Bono heeft meer dan zeventig boeken op zijn naam staan. Ze zijn in meer dan<br />
38 talen vertaald.<br />
Lateraal <strong>denken</strong><br />
Lateraal <strong>denken</strong> (of lateral thinking) is een model dat ooit door Edward de Bono is<br />
bedacht. Het gaat erom zo te <strong>denken</strong> dat je van stap A niet noodzakelijkerwijs bij B<br />
uitkomt, maar dat er ook nog een zijpad tussen A en C bestaat.<br />
Hoe doe je dat?<br />
1. Door een probleem anders te formuleren. Het probleem 'We hebben te weinig<br />
klanten' kun je ook definiëren als 'Er zijn te veel concurrenten die dezelfde markt<br />
bedienen' of 'We maken onszelf te weinig bekend met ons promotiemateriaal', en ga<br />
zo maar door.<br />
2. Door het probleem te herdefiniëren komen bijna 'vanzelf' oplossingsrichtingen aan<br />
het licht.<br />
3. Door een uitdaging te formuleren. Dat gaat het gemakkelijkst door bij de<br />
gewoonste dingen de vraag te stellen: 'Waarom doen we dat eigenlijk zo?' 'Kan het<br />
niet anders?' 'Wat gebeurt er als we het weglaten?'<br />
4. Door te provoceren. Neem daartoe iets vanzelfsprekends. Zeg daar iets<br />
provocerends over, dat wil zeggen iets tegengestelds, iets wat helemaal niet kan,<br />
bijvoorbeeld: 'De directie van ons bedrijf bestaat uit mensen uit de onderste regionen<br />
van ons bedrijf.' De kunst is om associaties te be<strong>denken</strong> bij het provocerende<br />
onderdeel, in dit geval 'de onderste regionen'. Door vervolgens deze associaties te<br />
gebruiken bij het oorspronkelijke begrip ontstaan er ideeën die anders nooit naar<br />
boven waren gekomen.<br />
5. Door te associëren met een willekeurig woord. Dat gaat als volgt: prik een<br />
willekeurig woord uit het woordenboek. Bedenk zo veel mogelijk associaties bij dat<br />
woord en schrijf die op. Neem vervolgens het oorspronkelijke idee, begrip of<br />
12
vraagstelling, en probeer aan de hand van de associaties met het willekeurige woord<br />
tot associaties te komen voor het begrip, idee of vraagstelling die voorligt.<br />
Zes denkhoeden<br />
De techniek van de 'zes denkhoeden' is net als 'lateraal <strong>denken</strong>' bedacht door<br />
Edward de Bono. Zes hoeden van verschillende kleuren staan symbool voor een<br />
aspect van een probleem.<br />
De witte hoed staat voor informatie die beschikbaar is of die verkregen kan worden.<br />
Met de witte hoed komt een team erachter of het over alle benodigde informatie<br />
beschikt.<br />
De rode hoed staat voor emoties en intuïtie. Deelnemers krijgen de gelegenheid om<br />
te uit te spreken wat ze gevoelsmatig van een bepaalde kwestie vinden. "Ik heb het<br />
gevoeld dat...", "Ik twijfel of...."<br />
De gele hoed staat symbool voor voordelen en haalbaarheid. Met de gele hoed wordt<br />
de positieve kant van het probleem of vraagstuk belicht.<br />
De zwarte hoed fungeert voor het benoemen van risico's en problemen. Met de<br />
zwarte hoed wordt de zaak kritisch bekeken.<br />
De groene hoed geeft ruimte voor alternatieven en ideeën. De vraag die voorligt is:<br />
'Zijn er alternatieven?' 'Kunnen we het op een andere manier aanpakken?'<br />
Met de blauwe hoed wordt de organisatie van het proces in de hand gehouden. Wat<br />
is de agenda? Welke hoed komt als eerste aan bod, welke als laatste?<br />
Steeds wordt een andere hoed genomen om een probleem of een vraagstuk te<br />
bediscussiëren. Dit zorgt ervoor dat de discussie niet alle kanten op waait, maar toch<br />
vanuit alle gezichtspunten wordt bekeken.<br />
Bron: Wikipedia<br />
13
Creativiteitskillers<br />
Niet constructieve bijdragen:<br />
• Laten we reëel blijven!<br />
• Dat wordt veel te ingewikkeld<br />
• Dat is niet volgens de regels<br />
• Benen op de grond<br />
• Fouten maken mag niet<br />
• De markt is nog niet rijp<br />
• Dat klinkt niet logisch<br />
• Doe niet zo gek<br />
• Ik ben niet creatief<br />
• Sinds wanneer weet jij daar iets van?<br />
• Dat is niet het juiste antwoord<br />
• Waar baseer je dat op?<br />
• Kan niet<br />
• Dat is niets voor onze klanten<br />
• We nemen het mee<br />
• De directie zal er niets voor voelen<br />
• Dat staat niet in de toekomstplannen<br />
• Niet mijn verantwoording<br />
• We kunnen ook zonder<br />
• dat wordt veel te duur, want ...<br />
• niemand zal dat accepteren, want ...<br />
• dit werkt toch niet, want ...<br />
• dit is een onoplosbaar probleem, want ...<br />
• dat past niet, want ...<br />
• dat hebben we al eens geprobeerd<br />
• daar zijn we nog lang niet aan toe.<br />
• maar denk je dat echt op te lossen<br />
• dat heb ik lang geleden ook eens geprobeerd<br />
• dat is niet realistisch, want ...<br />
• zo komt het toch niet van de grond<br />
• ik ben het er mee eens, maar ...<br />
• dat zou eventueel kunnen, mits ...<br />
• dat redden we zo nooit binnen een redelijke termijn, want ...<br />
14
<strong>Creatief</strong> proces<br />
Inleiding<br />
Alice in Wonderland van Lewis Carroll begint met een scène waarin Alice naast haar<br />
zusje zit. Het zusje zit te lezen in een vreselijk saai boek zonder plaatjes…<br />
(1)‘Het was echter vreselijk warm en de hitte had haar al helemaal slaperig en versuft<br />
gemaakt, maar toch wilde ze nu iets ondernemen. Maar wat? Er wilde haar niets<br />
geschikts te binnen schieten. Misschien een paar madeliefjes plukken en daarvan<br />
een ketting vlechten. Helemaal geen slecht idee, zei ze bij zichzelf en wilde al<br />
beginnen, toen plotseling een wit konijntje met rode ogen dicht voorbij haar liep (blz.<br />
7).’<br />
(2)‘Het konijntje murmelde voor zich heen: Jeminé, jeminé. Ik kom beslist te laat (blz.<br />
7).’<br />
Alice is op dat moment nog niet verwonderd. Witte konijntjes heeft ze al genoeg<br />
gezien. Ze vindt er niets bijzonders aan…<br />
(3)‘Maar toen viel Alice van verbazing bijna om. Ging dat konijntje daar staan en trok<br />
waarachtig een horloge uit zijn vestzakje, zag bedenkelijk hoe laat het was en liep<br />
verder. (4)Alice was in een mum van tijd opgesprongen, en daarna rende ze zo snel<br />
ze maar kon hem achterna over de akker. Een konijntje met een vest! (blz. 8).’<br />
Nu is de aandacht van Alice getrokken.<br />
(5)‘Een stuk verder leidde het konijnhol naar een rechte tunnel, maar plotseling was<br />
die gang afgelopen, zo onverwachts, dat aan stoppen niet meer te <strong>denken</strong> viel en<br />
Alice ook in een schacht, zo diep als een afgrond viel (blz. 8).’<br />
Indeling creatief <strong>denken</strong>:<br />
(1) Openheid<br />
(2) Gebeurtenis<br />
(3) Aandacht richten<br />
(4) Uitdaging volgen<br />
(5) Avonturenreeks<br />
Wat is jouw witte konijn? Waar zit jouw uitdaging of wat wekt jouw nieuwsgierigheid?<br />
Dat is de drive die jou ergens anders kan brengen. Deze drive heeft te maken met<br />
energie, openheid, aanvaarding, fascinatie, nieuwsgierigheid, interesse en motivatie.<br />
Wanneer ga je ergens op in en wanneer niet? Wanneer ga je ervoor? Het witte konijn<br />
is een prachtige metafoor voor datgene wat je aandacht heeft getrokken of wat je<br />
drive is.<br />
Maar nieuwsgierigheid heeft ook een keerzijde.<br />
‘Ze (Alice) keek om zich heen en zag dat ze in een lange, lage zaal, die door een rij<br />
hanglampen verlicht werd, stond (blz. 16). Een koude rilling liep over haar rug, wat<br />
15
tijdens de vlucht nog zo grappig leek, scheen haar plotseling bittere ernst toe en niet<br />
ongevaarlijk. Misschien een kerker, dacht ze, en ik moet ellendig verhongeren (blz.<br />
16).’<br />
De fascinatie die eerst werd opgeroepen verandert nu in haar schaduw: angst. Deze<br />
angst is herkenbaar en heeft te maken met zaken zoals: angst voor verandering;<br />
waarin ben ik verzeild geraakt?; wat moet ik nu doen; waar kom ik uit?; en dergelijke.<br />
Het is de onvoorspelbaarheid en de vraag of je er op eigen kracht uit kunt komen.<br />
Wat moet je doen in zo’n situatie? Er de brui aan geven? Doorgaan? Redenen om<br />
niet door te gaan en je project op te geven zijn waarschijnlijk snel genoeg gevonden.<br />
Maar wat ben je dan opgeschoten?<br />
‘De nietige deur voerde naar een nog nietiger gang, ongeveer zo hoog als een<br />
muizenhol. Alice knielde neer, en toen ze naar binnen keek, viel haar blik op de<br />
mooiste tuin, die je je maar in<strong>denken</strong> kunt (blz. 17).’<br />
Dat is de belofte waar het om gaat. Het hele avontuur of project heeft immers een<br />
verwachting opgeroepen. Waar zou je uit willen komen? Wat zou je wensen of<br />
verwachten?<br />
Het mooie van Carrolls verhaal is dat hij geen beschrijving geeft van deze mooiste<br />
tuin. Dat laat hij aan de lezer over. Er gaat immers geen beschrijving boven de<br />
fantasie van de lezer. Maar zo is het met elk project dat je aanpakt. Je fantasie is de<br />
grens. Naast allerlei beperkingen van praktische aard is het vooral je eigen fantasie<br />
die de grenzen van welk project dan ook dicteert.<br />
Han Bakker ‘<strong>Creatief</strong> <strong>denken</strong>’<br />
<strong>Creatief</strong> proces<br />
Startfase a. focus op opdracht<br />
b. Warming-up<br />
Divergerende fase a. Het begin (de purge)<br />
b. Uitwaaierende fase<br />
c. Pauze<br />
Convergerende fase a. Selecteren<br />
b.Opnieuw: focus op opdracht<br />
c. Idee uitwerken voor eindproduct<br />
1. Startfase<br />
a. Startformulering<br />
Het juist en helder formuleren van een probleem of kans geeft je een optimaal<br />
startpunt voor de divergerende fase van een creatief proces. De startformulering<br />
geeft aan wat de doelstelling is en wat je wil bereiken.<br />
Gebruik de wie/wat/waar/wanneer/waarom/hoe vragen om de opdracht duidelijk te<br />
krijgen.<br />
16
. Warming-up<br />
Je kunt jezelf opladen voor een creatieve topprestatie. Je maakt je hoofd vrij van wat<br />
je aan het doen was en richt je op het hier en nu. Je richt je lichaam en je geest om<br />
sterk te presteren.<br />
Als sporter of muzikant zou je het niet in je hoofd halen om zomaar vanuit het niets<br />
intensief te gaan bewegen of musiceren. Daar hoort een goede warming-up bij. En<br />
dat geldt net zo goed voor creatief <strong>denken</strong>. Je hersencellen moeten ook op gang<br />
komen. Voordat je je hersenen aan het werk zet, verdienen ze dus eerst een goede<br />
warming-up. Je zorgt er zo eigenlijk voor dat je zin krijgt om iets nieuws te ontdekken<br />
of te leren.<br />
Dat kan op allerlei manieren. Een aantal mogelijke, korte opwarmoefeningen:<br />
• Wanneer en wat heb je voor het laatst voor iemand gekookt?<br />
• Hoe zou je herinnerd willen worden over vier jaar?<br />
• Waar ruikt het naar? en geef vijf associaties bij deze geur<br />
• Stel een kamer uit je huis voor en ga in je verbeelding naar deze ruimte. Loop<br />
rond, kijk rond, voel, ruik, verander eventueel zaken in je gedachten.<br />
2. Divergerende fase<br />
Divergeren=genereren<br />
Motto: creativiteit zoekt chaos<br />
a. het begin (de purge)<br />
Je begint altijd met alle, eerste ideeën te verzamelen. Vaak zijn dit de meest voor de<br />
hand liggende oplossingen. Als je creatieve ‘flow’ op dreigt te drogen, schakel je over<br />
naar een andere techniek waardoor je ideeën ‘uitwaaien’, de divergerende fase.<br />
b. Uitwaaierende fase (divergerende fase)<br />
Bij het divergeren zoek je zoveel mogelijk elementen, dat wil zegen zoveel mogelijk<br />
ideeën, feiten, problemen, kenmerken, gevolgen, oorzaken, oplossingen etc. Het<br />
gaat om brainstormen. Dus:<br />
• Bedenk zoveel mogelijk nieuwe en ongewone mogelijkheden<br />
• Benader dingen vanuit verschillende invalshoeken<br />
• Bedenk steeds weer alternatieven<br />
Je houding (creativiteit is een mentaliteit):<br />
• Je gelooft dat je uit kwantiteit kwaliteit kunt selecteren<br />
• Je staat open voor alle ideeën, géén: ‘Ja, maar’.<br />
• Je gaat eindeloos door met zoeken<br />
• Je neemt ruim de tijd om ideeën te laten sudderen<br />
• Je zoekt naar nieuwe combinaties<br />
• Je stelt oordelen uit totdat je echt voldoende kennis en begrip hebt.<br />
17
Diverse technieken die je kunt toepassen om tot nog meer ideeën te komen:<br />
Vooronderstelling<br />
en doorbreken<br />
Analogie met de natuur<br />
Toevalstreffers<br />
Persoonlijke analogie<br />
Superheld<br />
Je verzamelt aannames en<br />
vooronderstellingen om ze<br />
daarna te doorbreken om zo,<br />
nieuwe ideeën te ontdekken.<br />
Het doel is nieuwe<br />
gezichtspunten te vinden<br />
door je te laten inspireren<br />
door de natuur.<br />
Als je vaardig bent geworden<br />
in terugkoppelen, hoef je<br />
alleen nog maar rond te<br />
kijken en je bent omringd<br />
door allerlei informatie die je<br />
kan inspireren.<br />
Uitvinders identificeren zich<br />
sterk met het onderwerp van<br />
hun aandacht; vanuit deze<br />
inleving ontstaan nieuwe<br />
ideeën. Je laat dan vanzelf<br />
je rationele <strong>denken</strong> los en<br />
bekijkt het onderwerp vanuit<br />
een andere invalshoek.<br />
Een held brengt je fantasie<br />
op gang. Hij kan meer dan<br />
‘gewone’ mensen.<br />
- Schrijf bijv. alle vooronderstellingen en<br />
eigenschappen op die verbonden zijn aan het<br />
begrip ‘zonnebril’.<br />
- Laat daarna één of meerdere vooronderstellingen<br />
of eigenschappen weg en bedenk een ‘nieuwe’<br />
zonnebril.<br />
- Maak bijv. een lijstje van tien dieren.<br />
- Kies een dier zonder link met de opdracht.<br />
- Noem tien associaties bij dit dier.<br />
- Gebruik elke associatie als een impuls voor<br />
nieuwe ideeën.<br />
- Maak force-to-fits naar de opdracht.<br />
- Kies bijv. een willekeurig object in de kamer of een<br />
plaatje uit een tijdschrift.<br />
- Noem tien associaties bij dit object of plaatje.<br />
- Gebruik alle associaties als stimulus voor nieuwe<br />
ideeën.<br />
- Maak force-tot-fits naar het probleem.<br />
- Selecteer bijv. een cruciaal voorwerp uit de context<br />
van het onderwerp.<br />
- Hoe zou ik mij voelen als ik dit voorwerp was in die<br />
specifieke situatie?<br />
- Hoe zou ik reageren vanuit dit gevoel?<br />
- Welke actie zou ik ondernemen?<br />
- Vertaal dit naar nieuwe ideeën om het probleem<br />
op te lossen.<br />
- Neem bijv. een held of heldin in gedachten.<br />
- Maak deze levend; welke bijzondere<br />
eigenschappen zijn kenmerkend?<br />
- Hoe zou de held of heldin de opdracht<br />
aanpakken? Fantaseer!<br />
- Vertaal de suggesties naar concrete oplossing<br />
voor het probleem.<br />
18
c. Pauze<br />
En dan? Rust nemen! Je hersens gaan verder met het verwerken van informatie als<br />
jij zelf wat anders gaat doen. Dit proces kun je bewust aansturen wanneer je aan het<br />
zoeken bent naar nieuwe oplossingen. Je legt het probleem bewust naast je neer en<br />
wacht af. Er komen vanzelf weer ideeën.<br />
Spelregels brainstormen (in een groep)<br />
Groepen be<strong>denken</strong> eerder creatieve ideeën als er goede voorwaarden worden<br />
gecreëerd. Ook voor een brainstorm geldt een aantal spelregels.<br />
• Ieder idee is welkom. Hoe meer ideeën, hoe groter de kans dat er bruikbare<br />
vondsten bij zijn.<br />
• Hoe gekker, hoe beter. Extra aandacht voor naïeve, absurde en ongewone<br />
ideeën. Nodig vooral uit tot afwijkende en ongebruikelijke ideeën.<br />
• Geen tussentijdse oordelen. Het beoordelen van ideeën is verboden tijdens de<br />
brainstorm. Zeg bijvoorbeeld nooit dat iets onhaalbaar is.<br />
• Elk idee is groepseigendom. Niemand wordt op een idee aangekeken. En er<br />
mag op elk idee van een ander worden voortgedacht.<br />
• Openheid binnen de groep; privacy naar buiten.<br />
• Bij een brainstorm ga je anders met elkaar om. Het kan luidruchtig en hilarisch<br />
worden. Kies als gespreksleider nu eens niet de vaste voorzitter.<br />
• Wijs iemand aan die de ideeën opschrijft.<br />
• Kies tevoren hoe lang je aan het brainstormen besteedt. Of je stopt als er<br />
geen nieuwe ideeën meer komen. Onthoud wel dat je bij een brainstorm zeker<br />
niet stopt als het eerste bruikbare idee op tafel ligt.<br />
Noteren van ideeën<br />
Bij creatief <strong>denken</strong> moet je alle ideeën noteren. Als een idee niet wordt<br />
opgeschreven, lijkt er al een evaluatie plaats te vinden. In dat geval wordt het oordeel<br />
over het idee niet uitgesteld. Het noteren van alle ideeën is belangrijk, omdat een<br />
idee tot een volgend idee kan leiden en het kruisbestuiven wordt gestimuleerd. De<br />
kwantiteit van de ideeën gaat in dit stadium boven de kwaliteit. Op verschillende<br />
manieren kan er opgeschreven worden, de mindmaptechniek wordt vaak gebruikt.<br />
3. Convergerende fase<br />
Convergeren=focussen<br />
Motto: creativiteit zoekt ordening<br />
Je houding (creativiteit is een mentaliteit):<br />
• Je wilt bewust en scherp kiezen.<br />
• Je wilt je bewust zijn van jouw (impliciete) criteria.<br />
• Je gooit ideeën niet te snel weg.<br />
• Je bent realistisch ten aanzien van nadelen en risico’s.<br />
• Je staat open voor de zwakke en sterke kanten van een idee.<br />
Je hebt een overdosis aan informatie uit de divergerende fase en dat kan<br />
verlammend werken. Je gaat nu kiezen uit de enorme hoeveelheid van ideeën, maar<br />
hoe kun je vermijden dat je bij de eerste selectie van de beloftevolle ideeën weer<br />
19
vervalt in de oude patronen, zodat de mogelijke vernieuwing hierdoor meteen wordt<br />
weggesnoeid?<br />
Tips voor kiezen<br />
a. Focus op je doel, kies intuïtief en met lef<br />
b. Ideeën selecteren<br />
meer dan 40 ideeën: selecteer op blauwe, rode en gele ideeën: syntegreer en stel de<br />
‘big 5’ vast (syntegreren: het samenbrengen van verschillende beloftevolle ideeën<br />
binnen één concept).<br />
Ideeënbox<br />
Nog niet<br />
realiseerbaar<br />
Uitvoerbaarheid<br />
Realiseerbaar Blauwe ideeën (NOW):<br />
Makkelijk te realiseren<br />
Originaliteit<br />
Relatief weinig risico<br />
Worden geaccepteerd<br />
Gele ideeën (HOW):<br />
Voor de toekomst<br />
Intrigerend en<br />
uitdagend<br />
Rode ideeën van morgen<br />
Rode ideeën (WOW):<br />
Innovatief<br />
Doorbraak<br />
Geven energie<br />
Vroegere voorbeelden<br />
beschikbaar<br />
Realiseerbaar<br />
Gewone ideeën Originele ideeën<br />
c. Combineren<br />
Vaak zijn individuele ideeën niet krachtig genoeg om een totaaloplossing te bieden<br />
voor het probleem. Syntegreren is het combineren van verschillende, veelbelovende<br />
ideeën tot een concept met als doel het oplossen van het probleem. Je voegt<br />
verschillende elementen samen tot er iets nieuws ontstaat.<br />
d. Loslaten<br />
Convergeren betekent kiezen voor iets en loslaten van de rest. Alleen zo kun je je<br />
volledig aan je keuze wijden. Alleen zo kun je je keuze ontwikkelen en realiseren.<br />
Loslaten maakt energie vrij. Vasthouden kost energie.<br />
e. Doorzettingsvermogen<br />
Veel ideeën blijven in iemands hoofd of in een la steken, helaas! Daadkracht is nodig<br />
om iets daadwerkelijk tot stand te brengen. Daadkracht is: eraan beginnen, iets<br />
doen, actie ondernemen.<br />
20
Eindopdracht <strong>Creatief</strong> <strong>denken</strong><br />
De eindopdracht bestaat uit drie onderdelen:<br />
1. Het creatieve proces dat leidt naar je eindproduct, in een verslag beschrijven<br />
(max. 5 pagina’s).<br />
2. Naar aanleiding van een casus een product maken.<br />
3. Het verslag en het eindproduct presenteren.<br />
De drie onderdelen worden door één of meerdere juryleden beoordeeld. De<br />
beoordeling is voldoende/onvoldoende. Je krijgt één herkansingsmogelijkheid<br />
aangeboden.<br />
1. Casus<br />
Verzin een eindproduct bij de volgende opdracht:<br />
Je hebt de opdracht gekregen een gebouw voor de <strong>Hogeschool</strong> <strong>Rotterdam</strong> te<br />
ontwerpen met het motto van de hogeschool als leidraad: ‘Overtref jezelf’. Het<br />
is de bedoeling dat studenten van de opleiding Communication en Multimedia<br />
design in dit gebouw les gaan krijgen.<br />
2. Verslag<br />
Het verslag moet een beschrijving van de volgende onderdelen van het creatieve<br />
proces bevatten<br />
Inhoudelijke onderdelen verslag Rapportageonderdelen<br />
Voorblad<br />
Inleiding<br />
Startfase Opdracht Kern<br />
Warming-up<br />
Divergerende fase Purge<br />
Uitwaaierende fase<br />
Convergerende fase Selecteren<br />
Focus op idee<br />
eindproduct<br />
Eindproduct<br />
Conclusie<br />
Bijlage(n):<br />
In ieder geval de genoteerde<br />
ideeën uit de divergerende fase<br />
Vereiste inlevercriteria:<br />
• Times New Roman of Arial punt 12<br />
• Verslag op afgesproken datum inleveren<br />
Startfase<br />
• Beschrijf de opdracht (denk aan de wie, wat, waar etc. vragen)<br />
• Beschrijf welke ‘oplaadoefening’ je hebt gebruikt om je hoofd leeg te maken<br />
21
Divergerende fase<br />
• Beschrijf alle ideeën en associaties op die in eerste instantie bij je opgekomen<br />
zijn.<br />
• Beschrijf minimaal twee andere creatieve technieken om tot nog meer ideeën<br />
te komen.<br />
Convergerende fase<br />
• Hoe heb je geselecteerd in je ideeën?<br />
• Hoe ben je tot de focus voor je eindopdracht gekomen?<br />
Eindproduct<br />
• Beschrijf het uitgewerkte idee nauwkeurig<br />
Beoordeling verslag<br />
Onderdelen Beoordeling goed/onvoldoende<br />
Is de paper goed verzorgd?<br />
Is de paper aanwezig bij de presentatie?<br />
Maakt de paper duidelijk welk creatief<br />
proces tot welk resultaat heeft geleid?<br />
Is de paper origineel en creatief?<br />
3. Presentatie<br />
Bedenk een presentatie in woord en beeld, waarbij je de werkwijze (verslag) en het<br />
uitgewerkte idee presenteert aan de rest van de groep (10 min.).<br />
Beoordeling presentatie<br />
Onderdelen Beoordeling goed/onvoldoende<br />
Is de inhoud van de presentatie volledig<br />
(werkwijze en resultaat)?<br />
Is de presentatie overtuigend?<br />
Is de presentatie origineel en creatief?<br />
4. Eindproduct<br />
Aan de hand van een opdracht komt de aankomende student tot een eindproduct<br />
Beoordeling Eindproduct<br />
Onderdelen Beoordeling goed/onvoldoende<br />
Voldoet het product aan de vraag van de<br />
casus?<br />
Is het eindproduct origineel en creatief?<br />
22
Bronmateriaal<br />
Bronmateriaal<br />
Robert E. Quinn; Handboek Managementvaardigheden<br />
Han Bakker; <strong>Creatief</strong> Denken<br />
Rineke Rust e.a.; Lenig <strong>denken</strong><br />
Coby Snel; studiehandleiding creatief <strong>denken</strong><br />
23
Creatieve oefeningen:<br />
Bijlagen<br />
Oefening 1: Schrijf vijf toepassingen op van de paperclip.<br />
Oefening 2: 1+1=?<br />
Oefening 3: negen stippen in een vierkant door middel van vier rechte lijnen<br />
verbinden zonder potlood van papier halen<br />
Oefening 4. Hieronder staat een lijst van zes voorwerpen. Het is jouw taak om voor<br />
elk voorwerp twee verbeteringen voor te stellen. Over de techniek en de<br />
uitvoerbaarheid ervan hoef je je geen zorgen te maken, zolang je maar redelijk blijft.<br />
Je hoeft geen reden voor betering te geven. Je voorstel moet specifiek zijn; een<br />
opmerking als: “Het apparaat moet efficiënter gemaakt” is te algemeen om<br />
geaccepteerd te worden. Sta niet te lang steil bij een onderwerp. Probeer voor ieder<br />
voorwerp steeds andere verbeteringen voor te stellen. Je kan deze oefening met alle<br />
voorwerpen om je heen doen.<br />
Strijkijzer Aansteker<br />
a. a.<br />
b. b.<br />
Parasol Mobiel<br />
a. a.<br />
b. b.<br />
Balpen Radio<br />
a. a.<br />
b. b.<br />
Oefening 5<br />
Wat hebben een zonnebloem en een spiegelei met elkaar gemeen?<br />
Voorbeeld: gele kleur, elk een specifieke geur, sunny side up, zonnige kleur en vorm,<br />
vrolijkheid, een ronde kern en een omhulsel, lekker, de boerderij<br />
Doe hetzelfde bij:<br />
• Arena en chips<br />
• Theekopje en Groen Links<br />
24
Oefening 6<br />
Schrijf in de volgende twee minuten zoveel mogelijk toepassingen van deze<br />
broekriem op als je maar kan be<strong>denken</strong>, dus alle ideeën die je te binnen schieten:<br />
goed, slecht, bruikbaar, onbruikbaar. Het doet er niet toe, noteer alles.<br />
Oefening 7: groepsopdracht<br />
Je was van plan een parketvloer van 5000 euro in je nieuwe appartement te laten<br />
leggen. Maar je onleesbare handschrift heeft tot een foutje bij de groothandel geleid<br />
en nu ben je de gelukkige eigenaar van 2000 zakken parkietvoer. Houd een<br />
bijeenkomst om minimaal vijftien ideeën te be<strong>denken</strong> om je vergissing in een gouden<br />
idee om te zetten.<br />
Oefening 8: groepsopdracht<br />
Parkheuvel is een <strong>Rotterdam</strong>s toprestaurant met een uitstekende reputatie. Op een<br />
dag worden alle mensen na de lunch ziek. Wat is er gebeurd?<br />
25