30.08.2013 Views

Big Blue 400P Big Blue 500 X CE - Miller Electric

Big Blue 400P Big Blue 500 X CE - Miller Electric

Big Blue 400P Big Blue 500 X CE - Miller Electric

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

www.<strong>Miller</strong>Welds.com<br />

OM−4421/dut 215 075AC<br />

2011−01<br />

Processen<br />

Beklede−elektrodelassen<br />

(SMAW)<br />

TIG−lassen (GTAW)<br />

MIG (GMAW)−lassen<br />

Lassen met gevulde draad<br />

(met of zonder gasbescherming)<br />

Luchtkoolboog (CAC−A)<br />

snijden en gutsen<br />

Beschrijving<br />

<br />

<strong>Big</strong> <strong>Blue</strong> <strong>400P</strong><br />

Met motor aangedreven lasaggregaat<br />

<br />

<strong>Big</strong> <strong>Blue</strong> <strong>500</strong> X <strong>CE</strong><br />

(Perkins−aangedreven)<br />

HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER


Van <strong>Miller</strong> voor u<br />

Bedankt en gefeliciteerd dat u voor <strong>Miller</strong> hebt gekozen. Nu kunt u aan de<br />

slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het anders<br />

dan meteen goed te doen.<br />

Om die reden zorgde Niels <strong>Miller</strong>, toen hij in 1929 voor het eerst met het<br />

bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten<br />

lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden<br />

zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten<br />

van <strong>Miller</strong> moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het<br />

allerbeste zijn dat er te koop was.<br />

Tegenwoordig zetten de mensen die <strong>Miller</strong>-producten bouwen en verkopen<br />

die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te<br />

bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in<br />

1929 zijn vastgelegd.<br />

Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te<br />

kunnen laten maken van uw <strong>Miller</strong>-producten. Neem even de tijd om de<br />

veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen<br />

tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u<br />

de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij <strong>Miller</strong> kunt u rekenen<br />

op jarenlange betrouwbare service en goed<br />

onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat<br />

voor reden dan ook ooit moeten worden gerepareerd,<br />

dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &<br />

Storingen precies nagaan wat het probleem is.<br />

<strong>Miller</strong> was de allereerste<br />

fabrikant van lasapparatuur in<br />

de VS die het ISO 9001<br />

kwaliteitscertificaat behaalde.<br />

Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepalen<br />

welk onderdeel u precies nodig hebt om het<br />

probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie<br />

en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke<br />

model bijgesloten.<br />

<strong>Miller</strong> <strong>Electric</strong> maakt een complete lijn<br />

lasapparaten en aanverwante<br />

lasproducten. Wilt u meer informatie<br />

over de andere kwaliteitsproducten van <strong>Miller</strong>, neem dan contact op met uw<br />

<strong>Miller</strong>-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke<br />

productleaflets voor u.<br />

Elke krachtbron van <strong>Miller</strong><br />

gaat vergezeld de meest<br />

probleemloze garantie in<br />

onze bedrijfstak − u werkt er<br />

hard genoeg voor.


INHOUDSOPGAVE<br />

SECTIE 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN - LEES DIT VÓÓR GEBRUIK ............................ 1<br />

1-1. De betekenis van de symbolen .......................................................... 1<br />

1-2. De risico’s van het booglassen .......................................................... 1<br />

1-3. Risico’s m.b.t. motor ................................................................... 3<br />

1-4. Gevaren van hydraulische systemen ..................................................... 4<br />

1-5. De gevaren van perslucht .............................................................. 5<br />

1-6. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud .............................. 6<br />

1-7. Californië-voorstel 65, waarschuwingen ................................................... 7<br />

1-8. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften .................................................... 7<br />

1-9. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV −informatie) ......................... 8<br />

SECTIE 2 − DEFINITIES ....................................................................... 9<br />

2-1. Definities waarschuwingslabel (voor labels zonder tekst) .................................... 9<br />

2-2. Symbolen en definities ................................................................. 10<br />

SECTIE 3 − TECHNISCHE GEGEVENS ......................................................... 11<br />

3-1. Belangrijke informatie betreffende <strong>CE</strong>-producten (voor verkoop binnen de EU) .................. 11<br />

3-2. Lasvermogen, voedings− en motorgegevens .............................................. 11<br />

3-3. Afmetingen, massa’s en toegelaten hellingshoeken ......................................... 12<br />

3-4. Stroom−spanning grafieklijnen voor CC−modellen .......................................... 12<br />

3-5. Stroom−spanning grafieklijnen voor CC/CV−modellen ....................................... 13<br />

3-6. Brandstofverbruik ..................................................................... 14<br />

3-7. Inschakelduur en oververhitting ......................................................... 14<br />

3-8. Vermogenkarakteristiek AC aggregaat .................................................... 15<br />

3-9. Karakteristieken van optionele driefasenaggregaat ......................................... 15<br />

SECTIE 4 − INSTALLATIE ..................................................................... 16<br />

4-1. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens ............................... 16<br />

4-2. Het installeren van het lasaggregaat ..................................................... 16<br />

4-3. De lasaggregaat monteren ............................................................. 17<br />

4-4. Het aggregaat aarden op het chassis van een vrachtwagen of aanhanger ...................... 18<br />

4-5. Het hefoog gebruiken .................................................................. 18<br />

4-6. De uitlaatpijp installeren ................................................................ 19<br />

4-7. Het opladen van de lege accu (indien van toepassing) ...................................... 20<br />

4-8. De accu aansluiten .................................................................... 20<br />

4-9. Controlelijst voor het starten van de motor ................................................. 21<br />

4-10. Aansluiten op de lasuitgangen ........................................................... 22<br />

4-11. Het formaat van de laskabel kiezen* ..................................................... 23<br />

4-12. Aansluiten op afstandsbedieningstekker RC13 op CC-modellen .............................. 24<br />

4-13. Aansluiten op de 14-pin stekker RC14 op CC/CV-modellen .................................. 24<br />

SECTIE 5 − DE LASGENERATOR BEDIENEN − CC-MODELLEN ................................... 26<br />

5-1. Bedieningsfuncties op voorpaneel CC-modellen (zie Sectie 5-2) .............................. 26<br />

5-2. Beschrijving van bedieningsfuncties op voorpaneel CC−modellen (zie Sectie 5-1) ............... 27<br />

5-3. Afstandsgestuurde stroomsterkteregeling op CC−modellen (optie) ............................ 28<br />

5-4. Informatielabel lasparameters/lasboog .................................................... 28<br />

SECTIE 6 − HET LASAGGREGAAT BEDIENEN − CC/CV−MODELLEN .............................. 30<br />

6-1. Bedieningsfuncties op voorpaneel CC/CV−modellen (zie Sectie 6-2) ........................... 30<br />

6-2. Beschrijving van bedieningsfuncties op voorpaneel CC/CV−modellen (zie Sectie 6-1) ............ 31<br />

6-3. Proces/Contactorschakelaar op CC/CV−modellen .......................................... 32<br />

6-4. Afstandsbediende spannings/stroomregeling op CC/CV−modellen (optie) ...................... 33<br />

6-5. Beschrijving brandstof/uur−meter ........................................................ 34<br />

SECTIE 7 − HULPVERMOGEN ................................................................. 35<br />

7-1. Standaard-hulpstroomcontactdozen...................................................... 35<br />

7-2. Aansluiten op het optionele driefasenaggregaat (alleen CC/CV−modellen) ...................... 36<br />

7-3. Uitgaande hulpstroomcontactdozen. .....................................................<br />

37


INHOUDSOPGAVE<br />

SECTIE 8 − ONDERHOUD & PROBLEMEN VERHELPEN ......................................... 38<br />

8-1. Onderhoudslabel...................................................................... 38<br />

8-2. Routineonderhoud .................................................................... 39<br />

8-3. De borstels van het aggregaat controleren ................................................ 40<br />

8-4. Onderhoud van het luchtfilter ............................................................ 41<br />

8-5. De vonkenvanger controleren/schoonmaken .............................................. 42<br />

8-6. Het motortoerental afstellen ............................................................. 43<br />

8-7. Onderhoud van het brandstof− en het smeringssysteem ..................................... 44<br />

8-8. Overbelastingsbeveiliging .............................................................. 45<br />

8-9. Storingen ............................................................................ 46<br />

SECTIE 9 − ELECTRISCH SCHEMA ............................................................ 50<br />

SECTIE 10 − HOOFDSTUK − INLOOPPRO<strong>CE</strong>DURE .............................................. 54<br />

10-1. Wetstacking .......................................................................... 54<br />

10-2. Inloopprocedure met gebruik van een belastingsbank ....................................... 55<br />

10-3. Warmloopprocedure met gebruik van een weerstandsinstrument (grid) ......................... 56<br />

SECTIE 11 − HOOFDSTUK − RICHTLIJNEN VOOR STROOMAGGREGATEN ........................ 57<br />

SECTIE 12 − ONDERDELENLIJST<br />

GARANTIE<br />

............................................................. 64


DECLARATION OF CONFORMITY<br />

for European Community (<strong>CE</strong> marked) products.<br />

MILLER <strong>Electric</strong> Mfg. Co., 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the<br />

product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of<br />

the stated Council Directive(s) and Standard(s).<br />

Product/Apparatus Identification:<br />

Council Directives:<br />

Product Stock Number<br />

<strong>Big</strong> <strong>Blue</strong> <strong>500</strong>X CC <strong>CE</strong> 907187<br />

<strong>Big</strong> <strong>Blue</strong> <strong>500</strong>X CC/CV <strong>CE</strong> 907186<br />

• 2006/95/EC Low Voltage<br />

• 2004/108/EC Electromagnetic Compatibility<br />

• 2000/14/EC Noise Level of Welding Generators<br />

Standards:<br />

• IEC 60974­1:2005 Arc welding equipment – Part 1: Welding power sources<br />

• IEC 60974­10:2007 Arc Welding Equipment – Part 10: Electromagnetic compatibility (EMC) requirements<br />

• EN 50445:2008 Product family standard to demonstrate compliance of equipment for resistance welding,<br />

arc welding and allied processes with the basic restrictions related to human exposure to electromagnetic<br />

fields (0 Hz – 300Hz)<br />

Signatory:<br />

_____________________________________ ___________________________________________<br />

David A. Werba Date of Declaration<br />

MANAGER, PRODUCT DESIGN COMPLIAN<strong>CE</strong><br />

245811­B<br />

December 21, 2010


HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN - LEES DIT<br />

VÓÓR GEBRUIK<br />

dut_rom_2010−03<br />

Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze<br />

op en bewaar ze.<br />

1-1. De betekenis van de symbolen<br />

GEVAAR! − Duidt op een gevaarlijke situatie die moet<br />

worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of<br />

dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond<br />

met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.<br />

Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden vermeden<br />

omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dodelijk<br />

letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met<br />

bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.<br />

OPGELET − Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd<br />

aan persoonlijk letsel.<br />

1-2. De risico’s van het booglassen<br />

Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding gebruikt<br />

om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico s<br />

aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voorzichtig<br />

en volg de bijbehorende instructies op om problemen<br />

te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts<br />

een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie<br />

1-8. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.<br />

Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,<br />

bedienen, onderhouden en repareren.<br />

Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tijdens<br />

het gebruik van dit apparaat.<br />

Elektrische schokken kunnen<br />

dodelijk zijn.<br />

Het aanraken van onderdelen onder stroom kan<br />

fatale schokken en ernstige brandwonden veroorzaken.<br />

De elektrode en het werkstuk staan onder<br />

stroom als de uitgangsspanning aanstaat. De invoerspanning<br />

en de interne circuits van de machine<br />

staan eveneens onder stroom als het apparaat<br />

aanstaat. Bij semi- automatisch of automatisch<br />

draadlassen staan het draad, de spoel, de ruimte<br />

waar de lasdraad zich in de machine bevindt en alle<br />

metalen onderdelen die in aanraking zijn met de<br />

lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde of<br />

onvoldoende randgeaarde installaties kunnen gevaren<br />

opleveren.<br />

Raak onderdelen onder stroom niet aan.<br />

Draag droge, geïsoleerde handschoenen en lichaams- bescherming<br />

zonder gaten.<br />

Isoleer uzelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiematjes<br />

of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met<br />

de grond of het werkstuk te voorkomen.<br />

Gebruik geen wissel- (AC) uitgangsspanning in een vochtige omgeving<br />

als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar<br />

bestaat dat u kunt vallen.<br />

Gebruik ALLEEN wissel- (AC) uitgangsspanning als het lasproces<br />

dit vereist.<br />

Als er wissel- (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de afstandsbediening<br />

als die op het apparaat aanwezig is.<br />

Bijkomende veiligheidsmaatregelen dienen getroffen te worden indien<br />

gewerkt wordt in situaties met verhoogd electrisch risico<br />

zoals: in vochtige omgevingen of als natte kleren gedragen wor-<br />

Aanduiding voor speciale instructies.<br />

Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/<br />

van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-<br />

LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbehorende<br />

instructies om deze risico’s te vermijden.<br />

den; op metaalstrukturen op de vloer, tralies of weringen; in<br />

moeilijke posities zoals zittend, geknield of liggend; of als er een<br />

groot risico bestaat voor accidenteel of onvermijdelijk kontakt met<br />

het werkstuk of de grond. In deze gevallen gebruik de volgende apparatuur<br />

in voorkeursorde: 1) een DC halfautomaat van het type<br />

CV (MIG/MAG), 2) een DC gelijkrichter voor het lassen met beklede<br />

electroden, 3) een AC lasapparaat met verlaagde open<br />

spanning voor het lassen met beklede electroden. In de meeste<br />

gevallen de voorkeur geven aan een DC lasmachine van het type<br />

CV met draad. En, nooit alleen werken!<br />

Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie<br />

installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR<br />

1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften).<br />

Installeer en aard deze installatie volgens de Handleiding voor gebruikers<br />

en nationale of locale codes.<br />

Controleer altijd de randgeaarde aanvoer en zorg ervoor dat de<br />

randgeaarde invoerspanningskabel goed aangesloten is op de<br />

randgeaarde aansluitklem van het apparaat of dat de stekker van<br />

de kabel aangesloten is op een correct randgeaarde contactdoos.<br />

Als u ingangspanningsaansluitingen maakt, verbind dan eerst de<br />

randgeaarde geleider en controleer de aansluitingen grondig.<br />

Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen<br />

heet metaal en vonken.<br />

Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggende<br />

bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze<br />

beschadigd is − openliggende bedrading kan dodelijk zijn.<br />

Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.<br />

Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbonden<br />

kabels.<br />

Draag de kabels niet op uw lichaam.<br />

Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte<br />

kabel. Gebruik hiervoor niet de massaklem of de massakabel.<br />

Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,<br />

de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.<br />

Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of vervang<br />

beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het<br />

apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.<br />

Draag een lasoverall als u boven grondniveau werkt.<br />

Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.<br />

Klem de werkkabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed metaal-op-metaal<br />

contact op het werkstuk of de werktafel.<br />

Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het<br />

werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen.<br />

Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enkele<br />

lasbron.<br />

OM-4421 Pagina 1


Er staat ook NA het uitschakelen van de machine<br />

nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING op het<br />

voedingsgedeelte van de inverter lasstroombronnen.<br />

Schakel de voeding van de inverter uit en ontlaad de invoercondensatoren<br />

overeenkomstig de aanwijzingen in de Sectie<br />

Onderhoud voordat u enig onderdeel aanraakt.<br />

OM-4421 Pagina 2<br />

Door HETE ONDERDELEN kunnen<br />

brandwonden ontstaan.<br />

Laat onderdelen eerst afkoelen voordat u aan<br />

onderhoud begint.<br />

Draag beschermende handschoenen en kleding als u aan een<br />

hete machine werkt.<br />

Raak geen hete machineonderdelen of zojuist gelaste onderdelen<br />

met de blote handen aan.<br />

RONDVLIEGEND METAAL of STOF<br />

kan de ogen verwonden.<br />

Door lassen, bikken, het gebruik van draadborstels<br />

en slijpen kunnen vonken en rodvliegende<br />

metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen afkoelen,<br />

kunnen er slakresten rondvliegen.<br />

Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs<br />

onder uw lashelm.<br />

gezondheid.<br />

ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk<br />

zijn.<br />

Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het<br />

inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw<br />

Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.<br />

Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg ervoor<br />

dat de lasrook en gassen afgezogen worden.<br />

Als er slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gasmasker.<br />

Lees de Materiaalveiligheid Informatiebladen en de instructies van<br />

de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen,<br />

schoonmaakmiddelen en ontvetters.<br />

Werk alleen in een gesloten ruimte als deze goed geventileerd<br />

wordt of als u een gasmasker draagt. Zorg ervoor dat er altijd een<br />

ervaren persoon toekijkt. Lasrook en gassen kunnen lucht verdringen<br />

en het zuurstofgehalte verlagen, hetgeen schadelijke invloed<br />

heeft op uw lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.<br />

Las niet in ruimtes waarin dingen worden ontvet, schoongemaakt<br />

of waarin wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen<br />

reageren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en irriterende<br />

gassen vormen.<br />

Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood of<br />

cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van<br />

het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd<br />

wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De bekledingen<br />

en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen<br />

produceren als ze gelast worden.<br />

GASVORMING kan schadelijk voor<br />

de gezondheid of zelfs dodelijk zijn.<br />

Draai de gastoevoer dicht, wanneer u geen gas<br />

gebruikt.<br />

Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of gebruik<br />

goedgekeurde beademingsapparatuur.<br />

De STRALEN UIT DE BOOG kunnen<br />

ogen en huid verbranden.<br />

Boogstralen van het lasproces produceren zichtbare<br />

en onzichtbare (ultraviolette en infrarood)<br />

stralen die uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het lassen<br />

vliegen vonken in het rond.<br />

Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een lashelm<br />

voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en<br />

ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI<br />

Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).<br />

Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder<br />

uw helm.<br />

Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen tegen<br />

flitsen en verblindend licht te beschermen; waarschuw<br />

anderen niet in de boog te kijken.<br />

Draag beschermende kleding gemaakt van duurzaam, brandwerend<br />

materiaal (wol en leer) en beschermend schoeisel.<br />

LASSEN kan brand of explosies veroorzaken.<br />

Als er gelast wordt in gesloten ruimtes zoals tanks,<br />

trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen worden.<br />

Er kunnen vonken van de lasboog vliegen. De rondvliegende<br />

vonken, de temperatuur van het werkstuk en het gereedschap<br />

kunnen brand en brandwonden veroorzaken. Toevallig contact van<br />

een elektrode met metalen voor- werpen kan vonken, explosies,<br />

oververhitting of brand veroorzaken. Controleer eerst of de omgeving<br />

veilig is voordat u begint met lassen.<br />

Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet<br />

metaal.<br />

Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar materiaal<br />

kunnen raken.<br />

Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10,7 m van<br />

de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brandwerende<br />

materialen.<br />

Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het lassen gemakkelijk<br />

door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruimtes<br />

kunnen vliegen.<br />

Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt.<br />

Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, scheidingswanden<br />

of tussenschotten brand kan ontstaan aan de<br />

tegenovergestelde kant.<br />

Las niet in gesloten ruimtes zoals tanks, trommels of pijpen, tenzij<br />

ze voldoende voorbereid zijn volgens AWS F4.1 (zie Veiligheidsvoorschriften).<br />

Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof,<br />

gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten.<br />

Verbind de werkkabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de<br />

plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom zo direct mogelijk<br />

verplaatst kan worden en elektrische schokken en<br />

brandrisico’s vermeden kunnen worden.<br />

Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.<br />

Haal de elektrode uit de elektrodehouder of snij de lasdraad los bij<br />

het uiteinde als ze niet gebruikt worden.<br />

Draag olievrije, beschermende kledingstukken zoals leren handschoenen,<br />

leren schort, broek zonder omslagen, hoge schoenen<br />

en een helm.<br />

Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of<br />

lucifers bij u draagt als u gaat lassen.<br />

Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker<br />

van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.<br />

Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen<br />

zwaardere nemen of deze doorverbinden.<br />

Volg de richtlijnen van OSHA 1910.252(a) (2) (iv) en NFPA 51B<br />

voor het “warme” werk en een brandblusapparaat in de nabijheid<br />

hebben.


LAWAAI kan het gehoor aantasten.<br />

Lawaai van bepaalde werkwijzen of apparatuur kan<br />

uw gehoor aantasten.<br />

Draag goedgekeurde gehoorbescherming als<br />

het geluidsniveau te hoog is.<br />

ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN<br />

kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde<br />

medische apparatuur.<br />

Mensen die een pacemaker of een ander<br />

geïmplanteerd medisch apparaat dragen,<br />

moeten uit de buurt blijven.<br />

Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,<br />

moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen<br />

voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden<br />

met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden<br />

of inductieverwarmen.<br />

GASFLESSEN kunnen exploderen<br />

als ze beschadigd raken.<br />

Gasflessen met beschermend gas bevatten gas<br />

onder hoge druk. Als een gasfles beschadigd raakt,<br />

kan deze exploderen. Aangezien gasflessen normaal gesproken een<br />

onderdeel zijn van de lasprocedure, moet u er voorzichtig mee<br />

omgaan.<br />

1-3. Risico’s m.b.t. motor<br />

ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan<br />

letsel veroorzaken.<br />

Draag altijd een gezichtsbescherming, rubberen<br />

handschoenen en beschermende kleding<br />

als u aan een accu werkt.<br />

Zet eerst de motor af voordat u accukabels of oplaadkabels (indien<br />

van toepassing) aansluit of verwijdert en onderhoud gaat plegen<br />

aan de accu.<br />

Zorg ervoor dat uw gereedschap geen vonken produceert als u<br />

aan een accu werkt.<br />

Gebruik het lasapparaat alleen om accu’s op te laden of om<br />

voertuigen te starten als het apparaat een acculaadvoorziening<br />

heeft die hiervoor speciaal bedoeld is.<br />

Let goed op de polariteit (+ en −) op accu’s.<br />

Verwijder de negatieve (−) kabel als eerste en sluit hem als laatste<br />

aan.<br />

Houd vonken, vuur, sigaretten en andere ontstekingbronnen uit de<br />

buurt van accu’s. Accu’s produceren ontplofbare gassen bij normaal<br />

gebruik en wanneer ze worden opgeladen.<br />

Volg de aanwijzingen op van de fabrikant van de accu als u aan of<br />

in de buurt van een accu werkt.<br />

De UITGANGS SPANNING VAN DE ACCULADER kan<br />

letsel veroorzaken. (Een acculaadvoorziening is niet op alle<br />

modellen aanwezig.)<br />

Laat alleen bevoegd personeel de accu laden.<br />

Alleen loodaccu’s laden. De acculader niet gebruiken om een<br />

elektrisch systeem met een extra lage spanning van stroom te<br />

voorzien of om droge−celaccu’s te laden.<br />

Geen bevroren accu’s laden.<br />

Geen beschadigde laadkabels gebruiken.<br />

Een accu met losse accuklemmen of aan behuizing of kap niet<br />

laden.<br />

Kies vóór u gaat laden de juiste spanning op de lader, zodat deze<br />

overeenkomt met de accuspanning.<br />

Zet de acculader uit voor u deze op de accu aansluit. De klemmen<br />

van de acculader mogen elkaar niet raken.<br />

Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische<br />

schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.<br />

Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet<br />

kunnen vallen of omkantelen.<br />

Houd de flessen uit buurt van alle las- of andere stroomkringen.<br />

Hang nooit een elektrodehouder boven een gasfles.<br />

Laat een laselektrode nooit in aanraking komen met een gasfles.<br />

Las nooit op een gasfles onder druk. − een explosie zal het gevolg zijn.<br />

Gebruik alleen flessen met beschermd gas, reduceerventielen,<br />

slangen en hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde<br />

toepassing; onderhoud deze en de bijbehorende onderdelen<br />

goed.<br />

Draai bij het openen van de gasfles uw hoofd weg van het reduceerventiel<br />

van de gasfles.<br />

Laat de beschermende dop over het ventiel zitten, behalve als de<br />

fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.<br />

Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas,<br />

bijbehorend materiaal en de CGA publicatie P-1 die in de Veiligheidsvoorschriften<br />

staat.<br />

Houd de kabels van de acculader weg van de kap, de deur en van<br />

bewegende onderdelen van het voertuig.<br />

De BRANDSTOF kan brand of explosie<br />

veroorzaken.<br />

Stop de motor en laat deze afkoelen voordat u<br />

de brandstof controleert of brandstof toevoegt.<br />

Rook niet als u brandstof toevoegt en zorg ervoor dat er geen vonken<br />

of open vuur in de buurt van het apparaat komen.<br />

Doe de tank niet te vol− laat wat ruimte over zodat de brandstof kan<br />

uitzetten.<br />

Mors geen brandstof. Als u wel brandstof heeft gemorst, ruim dit<br />

dan eerst op voordat u de machine aanzet.<br />

Werp gebruikte doeken weg in een brandwerende container.<br />

Zorg altijd voor contact tussen spuitmond en tank tijdens het vullen<br />

met brandstof.<br />

BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen<br />

letsel veroorzaken.<br />

Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals<br />

ventilatoren, aandrijfriemen, V−snaren en rotors.<br />

Houd alle deuren, panelen, afdekplaten en beschermingsplaten<br />

op hun plaats.<br />

Zet de machine af voordat u een onderdeel installeert of aansluit.<br />

Laat alleen bevoegde personen panelen, afdekplaten<br />

<br />

of beschermplaten verwijderen voor onderhoud of storingen.<br />

Om te voorkomen dat de motor tijdens het onderhoud per ongeluk<br />

gestart wordt, moet u de negatieve (−) accukabel losmaken van de<br />

accu.<br />

Houd handen, haar, loshangende kleding en gereedschappen<br />

weg van bewegende onderdelen.<br />

Zet deuren, panelen of beschermplaten weer op hun plaats als het<br />

onderhoud klaar is en voordat u de machine aanzet.<br />

Voordat u aan het aggregaat werkt, moet u alle<br />

<br />

ontstekingsbougies of injectors verwijderen om te voorkomen dat<br />

de motor schokt of start.<br />

Blokkeer het vliegwiel zodat het niet kan draaien terwijl u werkt aan<br />

onderdelen van het aggregaat.<br />

OM-4421 Pagina 3


OM-4421 Pagina 4<br />

VONKEN UIT DE UITLAAT kunnen<br />

brand veroorzaken.<br />

Zorg ervoor dat vonken die vrijkomen uit de<br />

motor geen brand kunnen veroorzaken.<br />

Gebruik een goedgekeurde uitlaatvonkafleider in de vereiste<br />

plaatsen − zie de toepassingscodes.<br />

Door HETE ONDERDELEN kunnen<br />

brandwonden ontstaan.<br />

Laat onderdelen eerst afkoelen voordat u aan<br />

onderhoud begint.<br />

Draag beschermende handschoenen en kleding als u aan een<br />

hete machine werkt.<br />

Raak geen hete machineonderdelen of zojuist gelaste onderdelen<br />

met de blote handen aan.<br />

STOOM EN HETE KOELVLOEISTOF<br />

kunnen brandwonden veroorzaken.<br />

Controleer, indien mogelijk, het koelvloeistofpeil<br />

als de motor koud is om brandwonden te voorkomen.<br />

Controleer het koelvloeistofpeil altijd bij het overloopvat (indien aanwezig)<br />

i.p.v. bij de radiator (tenzij anders staat vermeld in de Sectie<br />

Onderhoud of de handleiding van de motor).<br />

Controle is noodzakelijk als de motor warm is. Als er geen overloopvat<br />

aanwezig is, moet u de volgende twee instructies volgen.<br />

1-4. Gevaren van hydraulische systemen<br />

HYDRAULISCHE APPARATUUR kan<br />

(dodelijk) letsel veroorzaken.<br />

Onjuiste installatie of bediening van dit systeem<br />

kan resulteren in defecten aan de apparatuur en<br />

persoonlijk letsel. Dit systeem mag alleen worden<br />

geïnstalleerd, bediend en onderhouden door<br />

bevoegde hydraulische technici en alleen<br />

conform de handleiding voor de eigenaar,<br />

de industriële normen en de landelijke en ter<br />

plekke geldende regelgeving.<br />

De nominale opbrengst of capaciteit van de hydraulische pomp of<br />

enig ander onderdeel van het hydraulisch systeem niet<br />

overschrijden. Construeer het hydraulische systeem zodanig<br />

zodat mensen of zaken geen risico lopen als een hydraulisch<br />

onderdeel kapot mocht gaan.<br />

Voordat u gaat werken aan het hydraulisch systeem, moet u het<br />

apparaat uitzetten en op de vergrendeling zetten, de druk<br />

ontlasten en u ervan verzekeren dat er niet per ongeluk<br />

hydraulische druk op kan komen staan.<br />

Niet aan een werkend hydraulisch systeem werken, tenzij u<br />

een bevoegd hydraulisch technicus bent en de instructies van<br />

de fabrikant opvolgt.<br />

Geen wijzigingen aanbrengen aan de hydraulische pomp of<br />

de apparatuur die door de fabrikant is geleverd.<br />

<br />

Veiligheidsvoorzieningen in het hydraulisch systeem niet<br />

uitschakelen, onklaar maken of overbruggen.<br />

Alleen onderdelen/toebehoren gebruiken die zijn goedgekeurd<br />

door de fabrikant.<br />

Blijf uit de buurt van mogelijke beknellings− of afknellingsplekken<br />

in de apparatuur die is aangesloten op het hydraulisch systeem.<br />

Draag een veiligheidsbril en handschoenen en bedek de radiatordop<br />

met een doek.<br />

Draai de dop iets open en laat de druk langzaam ontsnappen voordat<br />

u de dop helemaal opendraait.<br />

Als u een generator binnenshuis gebruikt,<br />

KUNT U HIERDOOR BINNEN<br />

ENKELE MINUTEN OVERLIJDEN.<br />

Uitlaatgas van een generator bevat koolmonoxide.<br />

Dit is een gif dat u niet ziet of ruikt.<br />

NOOIT binnenshuis of in een garage gebruiken, OOK NIET als<br />

de deuren en ramen open staan.<br />

Alleen BUITEN gebruiken en ver uit de buurt van ramen, deuren<br />

en ventilatiepunten.<br />

ACCUZUUR kan OGEN EN HUID VER-<br />

BRANDEN.<br />

Kantel de accu niet.<br />

Vervang de beschadigde accu.<br />

Spoel ogen en huid goed uit met water.<br />

HEET METAAL van het plasmasnijden<br />

of gutsen kan brand en exposie<br />

veroorzaken.<br />

Niet snijden of gutsen in de nabijheid van ontvlambare<br />

stoffen.<br />

Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt.<br />

Niet onder of rond apparatuur werken dat onder hydraulische druk<br />

staat. Ondersteun de apparatuur goed met behulp van<br />

mechanische middelen.<br />

HYDRAULISCHE VLOEISTOF kan (dodelijk)<br />

letsel veroorzaken.<br />

Voordat u gaat werken aan het hydraulisch<br />

systeem, moet u het apparaat uitzetten en op de<br />

vergrendeling zetten, de druk ontlasten en u<br />

ervan verzekeren dat er niet per ongeluk<br />

hydraulische druk op kan komen staan.<br />

Ontlast de druk voordat u hydraulische leidingen<br />

aansluit of loskoppelt.<br />

Kijk de onderdelen van het hydraulisch systeem<br />

en alle aansluitingen en slangen na op beschadigingen,<br />

lekken en slijtage voordat u de apparatuur<br />

gaat bedienen.<br />

Draag persoonlijke beschermingsmiddelen zoals een<br />

<br />

veiligheidsbril, leren handschoenen, zware kleding (hemd en<br />

broek), hoge schoenen en een veiligheidshelm wanneer u aan een<br />

hydraulisch systeem werkt.<br />

Zoek lekken op met een stuk papier of karton − nooit met de blote<br />

hand. Het systeem niet gebruiken als er lekken worden<br />

aangetroffen.<br />

HYDRAULISCHE VLOEISTOF is BRANDBAAR−niet aan<br />

hydraulische apparatuur werken in de buurt van vuur of vonken;<br />

niet roken bij hydraulische vloeistof.<br />

Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer<br />

aan na afloop van het onderhoud en voordat u het systeem weer<br />

start.<br />

Als er vloeistof doordringt in de huid, zelfs al is het maar<br />

een BEETJE, dan moet deze binnen een paar uur medisch


worden verwijderd door een arts die bekend is met dit type letsel,<br />

anders kan het gangreen (koudvuur) veroorzaken.<br />

BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen<br />

letsel veroorzaken.<br />

Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals<br />

ventilatoren, aandrijfriemen, V−snaren en<br />

rotors.<br />

Houd alle deuren, panelen, afdekplaten en<br />

beschermingsplaten op hun plaats.<br />

Houd handen, haar, loshangende kleding en gereedschappen<br />

weg van bewegende onderdelen.<br />

Voordat u gaat werken aan het hydraulisch systeem, moet u het<br />

apparaat uitzetten en op de vergrendeling zetten, de druk<br />

ontlasten en u ervan verzekeren dat er niet per ongeluk<br />

hydraulische druk op kan komen staan.<br />

Laat alleen bevoegde personen beschermplaten of afdekplaten<br />

verwijderen voor onderhoud of bij het verhelpen van storingen.<br />

Zet deuren, panelen of beschermplaten weer op hun plaats als<br />

het onderhoud klaar is en voordat u de machine aanzet.<br />

1-5. De gevaren van perslucht<br />

PERSLUCHTAPPARATUUR kan<br />

(dodelijk) letsel veroorzaken.<br />

Onjuiste installatie of bediening van dit systeem<br />

kan resulteren in defecten aan de apparatuur en<br />

persoonlijk letsel. Dit systeem mag alleen<br />

worden geïnstalleerd, bediend en onderhouden<br />

door bevoegde pneumatische technici en alleen<br />

conform de handleiding voor de eigenaar, de<br />

industriële normen en de landelijke en ter plekke<br />

geldende regelgeving.<br />

De nominale opbrengst of capaciteit van de compressor of enig<br />

ander onderdeel van het persluchtsysteem niet overschrijden.<br />

Zet het persluchtsysteem zodanig op dat mensen of zaken geen<br />

risico lopen als een hydraulisch onderdeel kapot mocht gaan.<br />

Voordat u gaat werken aan het persluchtsysteem, moet u het<br />

apparaat uitzetten en op de vergrendeling zetten, de druk<br />

ontlasten en u ervan verzekeren dat er niet per ongeluk<br />

persluchtdruk op kan komen staan.<br />

Niet aan een werkend persluchtsysteem werken, tenzij u een<br />

bevoegd pneumatisch technicus bent en de instructies van de<br />

fabrikant opvolgt.<br />

Geen wijzigingen aanbrengen aan de compressor of de<br />

apparatuur die door de fabrikant is geleverd.<br />

Veiligheidsvoorzieningen in het persluchtsysteem niet<br />

uitschakelen, onklaar maken of overbruggen.<br />

Alleen onderdelen en toebehoren gebruiken die zijn<br />

<br />

goedgekeurd door de fabrikant.<br />

Blijf uit de buurt van mogelijke beknellings− of afknellingsplekken<br />

in de apparatuur die is aangesloten op het persluchtsysteem.<br />

Niet onder of rond apparatuur werken dat onder perslucht staat.<br />

Ondersteun de apparatuur goed met behulp van mechanische<br />

middelen.<br />

PERSLUCHT kan (dodelijk) letsel<br />

veroorzaken.<br />

Voordat u gaat werken aan het<br />

persluchtsysteem, moet u het apparaat<br />

uitzetten en op de vergrendeling zetten, de druk<br />

ontlasten en u ervan verzekeren dat er niet per<br />

ongeluk persluchtdruk op kan komen staan.<br />

Ontlast de druk voordat u luchtleidingen<br />

aansluit of loskoppelt.<br />

Door HETE ONDERDELEN EN HETE<br />

VLOEISTOFFEN kunnen brandwonden<br />

ontstaan.<br />

Hete onderdelen niet met de blote hand<br />

aanraken en voorkom dat hete vloeistof op de<br />

huid terecht kan komen.<br />

Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken.<br />

Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet<br />

te pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen<br />

en −kleding om brandwonden te voorkomen.<br />

LEES DE INSTRUCTIES.<br />

Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding<br />

en alle waarschuwingslabels, voordat u de<br />

machine installeert, gebruikt of er onderhoud<br />

aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.<br />

Lees de veiligheidsinformatie aan het begin<br />

van de handleiding en in elk hoofdstuk.<br />

Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de<br />

fabrikant.<br />

Voer onderhoud en service uit conform de Handleidingen voor<br />

de Eigenaar, de industriële normen en de landelijke en ter plekke<br />

geldende regelgeving.<br />

Kijk de onderdelen van het persluchtsysteem en alle aansluitingen<br />

en slangen na op beschadigingen, lekken en slijtage voordat u de<br />

apparatuur gaat bedienen.<br />

De luchtstroom niet op uzelf of op anderen richten.<br />

Draag persoonlijke beschermingsmiddelen zoals een<br />

veiligheidsbril, gehoorbescherming, leren handschoenen, zware<br />

kleding (hemd en broek), hoge schoenen en een veiligheidshelm<br />

wanneer u aan een persluchtsysteem werkt.<br />

Zoek lekken op met zeepwater of een ultrasone detector − nooit<br />

met de blote hand. Het systeem niet gebruiken als er lekken<br />

worden aangetroffen.<br />

Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer<br />

aan na afloop van het onderhoud en voordat u het systeem weer<br />

start.<br />

Ga onmiddellijk naar een arts als er lucht doordringt in de huid<br />

of het lichaam.<br />

Het INADEMEN VAN PERSLUCHT kan<br />

(dodelijk) letsel veroorzaken.<br />

Geen perslucht gebruiken voor ademhalen.<br />

Alleen gebruiken om te snijden, te gutsen<br />

of voor gereedschap.<br />

INGESLOTEN LUCHT ONDER DRUK<br />

EN ZWIEPENDE SLANGEN kunnen letsel<br />

veroorzaken.<br />

Ontlast de luchtdruk van gereedschappen en<br />

het systeem voordat u onderhoud pleegt,<br />

hulpstukken aanbrengt of verwisselt en<br />

voordat u de olieafvoer van de compressor<br />

of de vuldop voor de olie opent.<br />

BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen<br />

letsel veroorzaken.<br />

Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals<br />

ventilatoren, aandrijfriemen, V−snaren en<br />

rotors.<br />

Houd alle deuren, panelen, afdekplaten<br />

en beschermingsplaten op hun plaats.<br />

Houd handen, haar, loshangende kleding en gereedschappen<br />

weg van bewegende onderdelen.<br />

Voordat u gaat werken aan het persluchtsysteem, moet u het<br />

apparaat uitzetten en op de vergrendeling zetten, de druk<br />

OM-4421 Pagina 5


ontlasten en u ervan verzekeren dat er niet per ongeluk<br />

persluchtdruk op kan komen staan.<br />

Laat alleen bevoegde personen beschermplaten of afdekplaten<br />

verwijderen voor onderhoud of bij het verhelpen van storingen.<br />

Zet deuren, panelen of beschermplaten weer op hun plaats als<br />

het onderhoud klaar is en voordat u de machine aanzet.<br />

OM-4421 Pagina 6<br />

HETE ONDERDELEN kunnen ernstige<br />

brandwonden veroorzaken.<br />

Een hete compressor of hete onderdelen van<br />

het luchtsysteem niet aanraken.<br />

Laat het systeem afkoelen voor u het aanraakt<br />

of onderhoud gaat plegen.<br />

Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet<br />

te pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen<br />

en −kleding om brandwonden te voorkomen.<br />

LEES DE INSTRUCTIES.<br />

Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding<br />

en alle waarschuwingslabels, voordat u de<br />

machine installeert, gebruikt of er onderhoud<br />

aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.<br />

Lees de veiligheidsinformatie aan het begin<br />

van de handleiding en in elk hoofdstuk.<br />

De motor stoppen en de luchtdruk aflaten vooraleer onderhoud<br />

te verrichten.<br />

Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabrikant.<br />

1-6. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud<br />

BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR<br />

Installeer of plaats het apparaat niet op, boven<br />

of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.<br />

Het apparaat niet in de buurt van brandbare<br />

stoffen installeren.<br />

Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het<br />

voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat<br />

aan kan.<br />

VALLENDE APPARATUUR kan letsel<br />

veroorzaken.<br />

Til het systeem alleen aan het hijsoog en aan<br />

goed geïnstalleerde toebehoren op, NIET aan<br />

de gascilinders. Het maximale hefvermogen<br />

van het hijsoog niet overschrijden (zie: Technische<br />

gegevens).<br />

Hijs en verplaats het apparaat alleen met de daarvoor geschikte<br />

werktuigen en/of middelen en de daarvoor geldende procedures.<br />

Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er<br />

dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant onder<br />

het apparaat uitsteken.<br />

Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet<br />

in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.<br />

Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur<br />

de Amerikaanse ARBO−richtlijn getiteld Applications Manual for<br />

the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94–110).<br />

OVERVERHITTING kan schade aan<br />

de motor veroorzaken.<br />

Zet de installatie uit of koppel hem los voordat u<br />

de machine aan- of uitzet.<br />

Pas op: een laag voltage en lage frequentie veroorzaakt door lage<br />

snelheid van de motor kunnen elektrische motoren beschadigen.<br />

Sluit geen 50 of 60 Hertz motoren aan op een 100 Hertz contactdoos.<br />

RONDVLIEGENDE LASSPATTEN<br />

kunnen letsel veroorzaken.<br />

Draag gezichtsbescherming voor ogen en gezicht<br />

te beschermen.<br />

Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is<br />

van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat.<br />

Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.<br />

Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de<br />

buurt houden.<br />

BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen<br />

letsel veroorzaken.<br />

Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen<br />

Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aandrijfrollen.<br />

LASDRAAD kan letsel veroorzaken.<br />

Bedien de toortsschakelaar pas als u de aanwijzing<br />

krijgt om dat te doen.<br />

Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, andere<br />

mensen of op enig materiaal als de draad<br />

wordt ingevoerd.<br />

TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden<br />

tot OVERVERHITTING.<br />

Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan<br />

de nominale inschakelduur.<br />

Verminder de stroomsterkte of de inschakelduur<br />

voordat u opnieuw begint met lassen.<br />

Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.<br />

STATISCHE ELEKTRICITEIT (ESD) kan<br />

PC-printplaten beschadigen.<br />

Doe een geaarde polsband om VOORDAT u<br />

printplaten of onderdelen aanraakt.<br />

Gebruik goede, antistatische zakken of dozen<br />

voor het opslaan, verplaatsen of verschepen<br />

van PC-printplaten.


HET SCHUIN ZETTEN VAN DE<br />

TRAILER kan verwondingen<br />

veroorzaken.<br />

Gebruik stutten of blokken om het gewicht te<br />

ondersteunen.<br />

Installeer het lasaggregaat goed op de trailer<br />

volgens de bijbehorende instructies.<br />

LEES DE INSTRUCTIES.<br />

Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en<br />

alle waarschuwingslabels, voordat u de<br />

machine installeert, gebruikt of er onderhoud<br />

aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.<br />

Lees de veiligheidsinformatie aan het begin<br />

van de handleiding en in elk hoofdstuk.<br />

De motor stoppen en de luchtdruk aflaten vooraleer onderhoud<br />

te verrichten.<br />

Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabrikant.<br />

H.F.-straling kan interferentie veroorzaken.<br />

Hoogfrequente (H.F.) straling kan interferentie<br />

veroorzaken bij radionavigatie, veiligheidsdiensten,<br />

computers en communicatie apparatuur.<br />

1-7. Californië-voorstel 65, waarschuwingen<br />

Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die chemicaliën<br />

bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is<br />

dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker<br />

veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5<br />

en volgend.)<br />

Accupolen, -klemmen en soortgelijke accessoires bevatten<br />

lood en loodverbindingen, chemicaliën waarvan het de Staat<br />

Califorrnië bekend is dat ze kanker en geboorteafwijkingen of<br />

andere voortplantingsproblemen veroorzaken. Was uw<br />

handen na aanraking.<br />

Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het<br />

de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwijkingen<br />

of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt.<br />

Was na gebruik uw handen.<br />

Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische<br />

apparatuur deze installatie uitvoeren.<br />

De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door<br />

een bevoegd elektricien bij interferentieproblemen als gevolg van<br />

de installatie.<br />

Als u van overheidswege klachten krijgt over interferentie, stop<br />

dan onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.<br />

Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.<br />

Houd deuren en panelen van hoogfrequentiebronnen stevig dicht,<br />

houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aarding<br />

en afscherming om de mogelijkheid van interferentie tot een<br />

minimum te beperken.<br />

BOOGLASSEN kan interferentie veroorzaken.<br />

Elektromagnetische energie kan interferentie<br />

veroorzaken bij gevoelige elektronische apparatuur<br />

zoals microprocessors computers en<br />

computer- gestuurde apparatuur zoals robots.<br />

Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch<br />

compatibel is.<br />

Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo<br />

kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de<br />

vloer.<br />

Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van gevoelige<br />

elektronische apparatuur.<br />

Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze<br />

handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.<br />

Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker extra<br />

maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het lasapparaat,<br />

gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van lijnfilters of afscherming<br />

van het werkterrein.<br />

Benzinemotoren:<br />

Uitlaatgassen van motoren bevatten chemicaliën waarvan<br />

het de Staat Califorrnië bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen<br />

of andere voortplantingsproblemen veroorzaken.<br />

Dieselmotoren:<br />

Van uitlaatgassen van dieselmotoren en bepaalde bestanddelen<br />

ervan is het de Staat Califorrnië bekend dat ze kanker,<br />

geboorteafwijkingen en andere voortplantings problemen<br />

veroorzaken.<br />

OM-4421 Pagina 7


1-8. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften<br />

Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,<br />

from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:<br />

www.global.ihs.com).<br />

Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding<br />

and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Global<br />

Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:<br />

www.global.ihs.com).<br />

National <strong>Electric</strong>al Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protection<br />

Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:<br />

www.nfpa.org and www. sparky.org).<br />

Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,<br />

from Compressed Gas Association, 4221 Walney Road, 5th Floor,<br />

Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cganet.com).<br />

Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard<br />

W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060<br />

Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone:<br />

800-463-6727, website: www.csa-international.org).<br />

Battery Chargers, CSA Standard C22.2 NO 107.2−01, from Canadian<br />

Standards Association, Standards Sales, 5060 Spectrum Way, Suite<br />

100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone: 800-463-6727, website:<br />

www.csa-international.org).<br />

Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protection,<br />

ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,<br />

OM-4421 Pagina 8<br />

25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, website:<br />

www.ansi.org).<br />

Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot<br />

Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,<br />

Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org.<br />

For Standards about hydraulic systems, contact the National Fluid<br />

Power Association, Publications Department, 3333 North Mayfair<br />

Road, Suite 211, Milwaukee, WI 53222-3219 (phone: (414) 778-3344,<br />

website: www.nfpa.com).<br />

OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Industry,<br />

Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,<br />

and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Superintendent<br />

of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954<br />

(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—<br />

phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:<br />

www.osha.gov).<br />

U.S. Consumer Product Safety Commission (CPSC), 4330 East West<br />

Highway, Bethesda, MD 20814 (phone: 301-504-7923, website:<br />

www.cpsc.gov).<br />

Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The National<br />

Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600<br />

Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website:<br />

www.cdc.gov/NIOSH).<br />

1-9. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV −informatie)<br />

Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk<br />

elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt een<br />

elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de lasapparatuur.<br />

Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij<br />

bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die<br />

medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen<br />

worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een<br />

risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Alle lassers moeten de<br />

volgende procedures naleven om zo blootstelling aan<br />

elektro−magnetischevelden van de lasstroomkring tot een minimum te<br />

beperken:<br />

1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te<br />

plakken of gebruik kabelbescherming.<br />

2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan<br />

één kant en weg van de gebruiker.<br />

3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.<br />

4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de<br />

apparatuur in de lasstroomkring.<br />

5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de<br />

las.<br />

6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten<br />

en er niet op leunen.<br />

7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het<br />

draadaanvoersysteem draagt.<br />

Over geïmplanteerde medische apparatuur:<br />

Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun<br />

arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt<br />

komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden<br />

of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts<br />

wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.


HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES<br />

2-1. Definities waarschuwingslabel (voor labels zonder tekst)<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

+<br />

DIESEL<br />

S-177 571<br />

+<br />

0 − 50 u std. 200A 0 − 200A<br />

50 u std.<br />

Aantekeningen<br />

API CD−MIL L 2104D,<br />

CD/SE, CD/SF<br />

1 De lasgroep uit de verpakking<br />

halen. De handleiding uit<br />

de lasgroep halen. Lees de<br />

instructies voor het plaatsen<br />

van de uitlaatdemper.<br />

2 Lees de handleiding en<br />

de labels op de lasgroep.<br />

3 Alleen diesel brandstof<br />

gebruiken voor het vullen<br />

van het brandstofreservoir.<br />

Laat voldoende ruimte voor<br />

uitzetting van de brandstof.<br />

4 Waarschuwing! Pas op! Kans<br />

op gevaar (zie de symbolen).<br />

Lees de handleiding. Volg de<br />

instructies voor het in gebruik<br />

nemen van de accu.<br />

5 Het oliepeil nakijken.<br />

Olie bijvoegen indien nodig.<br />

6 Gedurende de eerste 50 uren<br />

het lasaggregaat belasten met<br />

meer dan 200A. Niet lassen<br />

onder 200A.<br />

7 Na de eerste 50 werkuren,<br />

de olie en oliefilter vervangen.<br />

Werk als een<br />

professional!<br />

3/96<br />

Professionals<br />

lassen en<br />

snijden veilig.<br />

Lees de<br />

veiligheidsreg<br />

els aan het<br />

begin van deze<br />

handleiding.<br />

OM−4421 Pagina 9


2-2. Symbolen en definities<br />

Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op exportproducten.<br />

A Ampère<br />

OM−4421 Pagina 10<br />

Stop de motor<br />

Snel (draaien,<br />

lassen/<br />

ingeschakeld)<br />

Langzaam<br />

(stationair)<br />

Start de motor<br />

Starthulp Accu (motor) Motoroliedruk Olie<br />

Controleer<br />

injectoren/pomp<br />

Controleer<br />

de klepspeling<br />

Brandstof<br />

Beschermende<br />

aarde (massa)<br />

Positief Negatief Bevoegde monteur Lasboog<br />

V<br />

Motor<br />

Beklede−elektrodel<br />

assen (SMAW)<br />

Tijd<br />

Volt<br />

h<br />

Paneel/ter plekke Van op afstand<br />

Luchttemperatuur<br />

of<br />

motortemperatuur<br />

Constante stroom<br />

(CC)<br />

Uitgangsspanning Wisselstroom<br />

MIG<br />

(GMAW)−lassen<br />

3 Driefasen Lees de instructies Circuitbeveiliging<br />

Elektrodeaansluiting<br />

X Inschakelduur U 0<br />

n1<br />

Nominaal stationair n0<br />

Contactor aan<br />

Uren<br />

Werkaansluiting 3 G<br />

Nominale<br />

nullastspanning<br />

(gemiddeld)<br />

s<br />

U 2<br />

TIG<br />

Seconden 1 Monofase<br />

Niet veranderen<br />

tijdens het lassen<br />

Motoraangedreven,<br />

driefasenwisselstroomdynamo<br />

met gelijkrichter Hz Hertz<br />

Conventionele<br />

belastingsspanning n<br />

Nominale<br />

nullastsnelheid I Stroom I 2<br />

Nominale<br />

belastingsnelheid<br />

Nominale<br />

lasstroom


HOOFDSTUK 3 − TECHNISCHE GEGEVENS<br />

3-1. Belangrijke informatie betreffende <strong>CE</strong>-producten (voor verkoop binnen de EU)<br />

A. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)<br />

! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek<br />

mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.<br />

Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974−1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang<br />

heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die<br />

hiertoe is opgeleid.<br />

Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog− en stabilisatieapparatuur) die onderdeel<br />

uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de<br />

lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling.<br />

De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.<br />

Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.<br />

B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)<br />

! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig is van<br />

het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen met de elektromagnetische<br />

compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.<br />

ce-emc 3 2010-10<br />

3-2. Lasvermogen, voedings− en motorgegevens<br />

Lasprocédé<br />

Bereik van de<br />

lasuitgangsspanning<br />

Nominale<br />

uitgangsspanning<br />

Maximale<br />

open<br />

spanning<br />

CC/DC<br />

55 − <strong>500</strong> A<br />

(CC−modellen)<br />

15 − <strong>500</strong> A<br />

(CC/CV−modellen)<br />

Exportmodellen:<br />

300 A, 32 Volt DC,<br />

100% inschakelduur<br />

430A, 37 Volt DC, 60%<br />

inschakelduur<br />

300 A, 29 Volt DC<br />

(CV), 100%<br />

inschakelduur<br />

430 A, 36 Volt DC<br />

(CV), 60%<br />

inschakelduur<br />

Overige modellen:<br />

95<br />

CV/DC<br />

400 A, 36 Volt DC,<br />

(alleen<br />

CC/CV−<br />

modellen)<br />

14 − 40 V<br />

100% inschakelduur<br />

450A, 38 Volt DC, 60%<br />

inschakelduur<br />

<strong>500</strong> A, 30 Volt DC<br />

(CC), 34 Volt DC (CV),<br />

40% inschakelduur<br />

56<br />

Nominaal<br />

uitgangsvermogen<br />

aggregaat<br />

Standaard<br />

Monofase, 4 kVA/kW, 34/17<br />

A, 120/240 V AC, 50/60 Hz<br />

Driefasenaggregaat, optie*<br />

Monofase/driefasen,<br />

12/15 kVA/kW, 50/36A,<br />

120/240 V/AC, 60 Hz<br />

*Extra, naast het standaard<br />

4VA/kW<br />

aggregaatvermogen<br />

Motor<br />

Perkins<br />

Watergekoelde<br />

viercilinder Perkins<br />

404D−22, 32,6 pk<br />

dieselmotor<br />

Inhoud<br />

brandstoftank<br />

25 gal<br />

(95 liter)<br />

OM−4421 Pagina 11


3-3. Afmetingen, massa’s en toegelaten hellingshoeken<br />

Hoogte<br />

Breedte<br />

Afmetingen<br />

OM−4421 Pagina 12<br />

60 in (1524 mm)<br />

(tot de bovenzijde van<br />

de geluiddemper)<br />

28−1/2 in (724 mm)<br />

(montagesteunen<br />

ingeklapt)<br />

30−3/4 in (781 mm)<br />

(montagesteunen<br />

uitgeklapt)<br />

Lengte 65−1/8 in (1654 mm)<br />

A 65−1/8 in (1654 mm)<br />

B* 56 in (1422 mm)<br />

C* 46−1/2 in (1181)<br />

D* 9−5/8 in (244 mm)<br />

E 27−1/2 in (699 mm)<br />

F 1 in (25 mm)<br />

G 29−13/16 in (757 mm)<br />

H<br />

9/16 in (14 mm) diameter<br />

4 gaten<br />

* Als de montagesteunen in de<br />

middelste stand staan verschillen<br />

de afmetingen afhankelijk van de<br />

locatie van de montagesteunen.<br />

met<br />

Perkins<br />

404−22<br />

Gewicht<br />

Zonder brandstof:<br />

1600 lb (726 kg)<br />

Met brandstof:<br />

1775 lb (805 kg)<br />

Gewichtsbelasting hijsoog:<br />

Maximaal 2<strong>500</strong> lb (1134 kg)<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

H<br />

G<br />

E<br />

F<br />

802 161−A<br />

3-4. Stroom−spanning grafieklijnen voor CC−modellen<br />

DC VOLT<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

Bereik:<br />

230 − Max<br />

170 − 365<br />

110 − 225<br />

70 − 130<br />

55 − 85<br />

! Overschrijd de hoeken niet als<br />

het aggregaat aanstaat met het oog<br />

op motorbeschadigingen en omvallen.<br />

! Verplaats het apparaat niet naar<br />

en gebruik het niet op plaatsen waar<br />

het kan omvallen.<br />

20°<br />

20°<br />

0 0 100 200 300 400 <strong>500</strong> 600 700 800 900 1000<br />

DC AMPERES<br />

30°<br />

30°<br />

De stroom−spanning grafieklijn<br />

geeft de minimaal en de maximaal<br />

mogelijke uitgangsspanning en<br />

−stroom aan van het lasapparaat.<br />

De grafieklijnen van alle andere<br />

instellingen vallen tussen de<br />

aangegeven krommen.<br />

215 081−A


3-5. Stroom−spanning grafieklijnen voor CC/CV−modellen<br />

DC VOLT<br />

DC VOLT<br />

DC VOLT<br />

C. Beklede Elektrodelassen<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

D. MIG<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

E. TIG<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0 100 200 300 400 <strong>500</strong> 600 700 800 900 1000<br />

DC AMPERES<br />

MIN<br />

MAX<br />

0 100 200 300 400 <strong>500</strong> 600 700 800 900 1000<br />

DC AMPERES<br />

BEREIK:<br />

MAX<br />

155 − 450<br />

115 − 320<br />

75 − 195<br />

40 − 90<br />

BEREIK:<br />

60 − 365<br />

35 − 250<br />

25 − 155<br />

15 − 75<br />

0<br />

0 100 200 300 400 <strong>500</strong><br />

DC AMPERES<br />

De stroom−spanning grafieklijnen<br />

geven de minimaal en de maximaal<br />

mogelijke uitgangsspanning en<br />

−stroom aan van het lasapparaat.<br />

De grafieklijnen van alle andere<br />

instellingen vallen tussen de<br />

aangegeven krommen.<br />

215 080−A / 215 083−A / 215 079−A<br />

OM−4421 Pagina 13


3-6. Brandstofverbruik<br />

V.S. GAL./UUR<br />

2.50<br />

2.25<br />

2.00<br />

1.75<br />

1.50<br />

1.25<br />

1.00<br />

0.75<br />

0.50<br />

0.25<br />

0.00<br />

OM−4421 Pagina 14<br />

STATIONAIR<br />

0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 <strong>500</strong><br />

3-7. Inschakelduur en oververhitting<br />

LASAMPERES<br />

DC LASAMPERES BIJ EEN 100% INSCHAKELDUUR<br />

100% Inschakelduur bij 400 ampère<br />

Ononderbroken lassen<br />

% INSCHAKELDUUR<br />

De kromme laat het karakteristieke<br />

brandstofverbruik onder las− of<br />

stroombelasting zien.<br />

199 032−A<br />

De inschakelduur is het percentage<br />

van 10 minuten dat het apparaat<br />

kan lassen op nominale belasting<br />

zonder oververhit te raken.<br />

OPGELET − Het overschrijden van<br />

de inschakelduur kan het apparaat<br />

beschadigen en de garantie vervalt<br />

dan.<br />

215 084−A


3-8. Vermogenkarakteristiek AC aggregaat<br />

AC VOLT<br />

150<br />

125<br />

100<br />

75<br />

50<br />

25<br />

0<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30<br />

AC AMPERE IN 240V STAND<br />

0 10 20 30 40 50 60<br />

AC AMPERE IN 120V STAND<br />

3-9. Karakteristieken van optionele driefasenaggregaat<br />

AC VOLT<br />

AC VOLT<br />

A. 12 kVA/kW monofase AC uitgangsvermogen<br />

(geen lasbelasting)<br />

280<br />

260<br />

240<br />

220<br />

200<br />

180<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

AC AMPERES<br />

B. 15 kVA/kW driefasen AC uitgangsvermogen (geen lasbelasting)<br />

280<br />

260<br />

240<br />

220<br />

200<br />

180<br />

0 10 20 30 40 50 60 70<br />

AC AMPERES<br />

De AC vermogenkarakteristiek geeft<br />

het beschikbare aggregaatvermogen<br />

in Ampères aan bij de 120− of 240−volt<br />

aansluitingen.<br />

193 018<br />

De AC−stroominstallatiekarakteristieken<br />

geven het beschikbare aggregaatvermogen<br />

in ampères aan bij de monofase<br />

120/240−volt aansluiting of de driefasen<br />

240−volt klemmen.<br />

215 086−A / 215 087−A<br />

OM−4421 Pagina 15


OM−4421 Pagina 16<br />

HOOFDSTUK 4 − INSTALLATIE<br />

4-1. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens<br />

Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de voorzijde te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het<br />

vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van<br />

deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt.<br />

4-2. Het installeren van het lasaggregaat<br />

Verplaatsing<br />

Locatie/luchtstroomruimte<br />

18 inch<br />

(460 mm)<br />

18 inch<br />

(460 mm)<br />

18 inch<br />

(460 mm)<br />

OF OF<br />

OF<br />

18 inch<br />

(460 mm)<br />

18 inch<br />

(460 mm)<br />

OF<br />

! Verplaats het apparaat niet<br />

naar en gebruik het niet op<br />

plaatsen<br />

omvallen.<br />

waar het kan<br />

! Bevestig de lasaggregaat<br />

altijd stevig op het<br />

transportvoertuig of de trailer<br />

en voldoe aan alle veiligheids−<br />

en andere ter plekke geldende<br />

voorschriften.<br />

OPGELET − Het systeem niet<br />

installeren op plaatsen waar de<br />

luchtstroming beperkt is of de motor<br />

kan oververhitten.<br />

Zie Hoofdstuk 3-3 voor<br />

de maximale<br />

het hijsoog.<br />

belasting van<br />

Zie Hoofdstuk 4-3 voor<br />

montage−informatie.<br />

Installeer 3 2008−01 − Ref. 800 652 / Ref. 800 477−A / 803 274 / 804 712


4-3. De lasaggregaat monteren<br />

Het systeem ondersteunen<br />

Met behulp van montagesteunen<br />

Benodigde gereedschappen:<br />

9/16 inch<br />

1<br />

2<br />

1<br />

2<br />

OF<br />

Lasapparaat op zijn plaats<br />

Bouteenheid op zijn plaats<br />

4<br />

2<br />

3<br />

! Niet op het onderstel lassen.<br />

Wanneer u op het onderstel<br />

last, kan de brandstoftank<br />

gaan branden of exploderen.<br />

Alleen op de vier steunen<br />

lassen of de lasgroep met<br />

bouten vastzetten.<br />

OPGELET − Het systeem niet<br />

zodanig monteren dat de onderkant<br />

alleen steunt op de vier<br />

montagesteunen. Maak gebruik<br />

van dwars steunen om het systeem<br />

adequaat te ondersteunen<br />

en schade aan de onderkant<br />

te voorkomen.<br />

Montageoppervlak:<br />

1 Dwars steunen<br />

2 Montagesteunen<br />

(meegeleverd)<br />

Installeer het systeem op een<br />

vlakke ondergrond met<br />

dwarssteunen om de onderkant<br />

te ondersteunen. Zet het systeem<br />

vast met de montagesteunen.<br />

3 12 mm bout en ring<br />

(minimum − niet meegeleverd)<br />

4 3/8−16 x 1 inch schroeven<br />

(meegeleverd)<br />

De lasgroep met bouten<br />

vastzetten:<br />

Verwijder het bevestigingsmateriaal<br />

waarmee de vier steunen op het<br />

onderstel vastzitten. Draai de<br />

steunen om en zet ze weer vast aan<br />

het onderstel met het oorspronkelijke<br />

bevestigingsmateriaal.<br />

Zet de lasgroep op de truck of<br />

op de aanhangwagen met bevestigingsmateriaal<br />

van 1/2 inch<br />

(12 mm) of groter (niet meegeleverd).<br />

De lasgroep op zijn plaats<br />

vastlassen:<br />

Las de lasgroep alleen bij de vier<br />

steunen op de truck of de trailer<br />

vast.<br />

instaleer l3 2008−−01 803 274 / 200 864−A / 803 231<br />

OM−4421 Pagina 17


4-4. Het aggregaat aarden op het chassis van een vrachtwagen of aanhanger<br />

4-5. Het hefoog gebruiken<br />

OM−4421 Pagina 18<br />

GND/ PE<br />

1<br />

3<br />

2<br />

3<br />

1<br />

2<br />

! Het frame van het lasaggregaat<br />

altijd aarden op het frame van de<br />

wagen om elektrische schokken en<br />

gevaren van statische elektriciteit<br />

te voorkomen.<br />

! Zie ook informatiefolder 29 van<br />

de AWS betreffende veiligheid<br />

en gezondheid: het aarden van<br />

draagbare en op wagens geïnstalleerde<br />

lasaggregaten.<br />

! Ondervoeringen, transportblokken<br />

en bepaalde wielonderstellen<br />

!<br />

isoleren het lasaggregaat van het<br />

chassis van de wagen. Sluit altijd<br />

een massadraad aan vanaf massa−<br />

aansluiting van het aggregaat naar<br />

blootgemaakt metaal van het chassis<br />

van de wagen zoals op de afbeelding<br />

te zien is.<br />

Als de lasgroep niet uitgerust is met<br />

een lekstroomschakelaar (GFCI),<br />

1<br />

gebruik dan een lekstroombeveiligde<br />

verlengkabel.<br />

Massaklem voor aarding van<br />

apparatuur (op voorpaneel)<br />

2 Massakabel (niet meegeleverd)<br />

3 Metalen frame van wagen<br />

Sluit de massakabel van de apparatuur<br />

aan op het metalen chassis van de wagen.<br />

Gebruik hiervoor een geïsoleerde koperen<br />

draad van 10 mm2 of dikker.<br />

Aard het frame van het lasaggregaat<br />

met het onderstel of de wagen<br />

via metaal−op−metaal contact.<br />

rot_grnd 2008−01 − 800 652−D<br />

1 Hefoog<br />

2 Stelmoer<br />

3 Draagbout<br />

Zet het hefoog omhoog tot het op<br />

zijn plaats vast klikt. Zet het hefoog<br />

omlaag als u het niet nodig hebt.<br />

Om het hefoog in de opstaande<br />

stand vast te zetten moet u een<br />

3/8−16 x 1−1/2 inch draagbout door<br />

de gleuf in de steun steken en hem<br />

vastzetten met een bout (bout en<br />

moer niet meegeleverd).<br />

Benodigde gereedschappen:<br />

Lift1 2008−01 804 712


4-6. De uitlaatpijp installeren<br />

Benodigde gereedschappen:<br />

1/2 inch<br />

Aantekeningen<br />

Begin nu een carrière als<br />

professioneel lasser!<br />

400 Trade Square East, Troy, Ohio 45373<br />

1−800−332−9448 www.welding.org<br />

! Stop motor en laat deze<br />

afkoelen.<br />

Richt de uitlaatpijp in de gewenste<br />

richting, maar altijd weg van het<br />

voorpaneel en de rijrichting.<br />

Uitlaat1 2008−01 Ref. 803 604 / Ref. 236 972<br />

Meer dan 80.000<br />

opgeleid sinds 1930!<br />

OM−4421 Pagina 19


4-7. Het opladen van de lege accu (indien van toepassing)<br />

OM−4421 Pagina 20<br />

1<br />

Benodigde<br />

gereedschappen:<br />

4-8. De accu aansluiten<br />

Benodigde<br />

gereedschappen:<br />

1/2 inch<br />

−<br />

2<br />

+<br />

3<br />

+<br />

4<br />

−<br />

5<br />

6<br />

5 A<br />

30 A<br />

! Draag altijd gezichtsbescherming,<br />

rubberen handschoenen en<br />

beschermende kleding als u aan<br />

een accu werkt.<br />

Haal de accu uit het apparaat.<br />

1 Ventilatiekappen<br />

2 Zwavelzuur−elektrolyt<br />

(soortelijk gewicht 1,265)<br />

3 Opvangbak<br />

Vul elke cel met elektrolyt tot aan de<br />

bodem van de vulopening (maximum).<br />

! Doe niet te veel elektrolyt in de<br />

accucellen.<br />

Wacht tien minuten en controleer het<br />

elektrolytpeil. Voeg eventueel elektrolyt<br />

toe als de juiste hoogte nog niet bereikt<br />

is. Doe de afsluitplaatjes weer op de<br />

vulopeningen.<br />

4 Acculader<br />

! Lees en volg alle veiligheidsinstructies<br />

die bij de acculader<br />

worden geleverd.<br />

5 5 Ampère voor een oplaadtijd van<br />

30 minuten<br />

6 30 Ampère voor een oplaadtijd<br />

van 12 minuten<br />

Laad de accu op. Ontkoppel de<br />

oplaadkabels en installeer de accu.<br />

Als er weinig elektrolyt in de accu<br />

zit, voeg dan gedistilleerd water toe<br />

aan de cellen om het juiste peil<br />

te handhaven.<br />

drybatt1 2008−01 − S−0886<br />

! Sluit de negatieve (−) accukabel<br />

als laatste aan.<br />

Plaats het deksel weer nadat<br />

de accu is aangesloten.<br />

Conn_batt1 2008−02 802 168−E / Ref. 202 705 / 802 313 / S−0756−C


4-9. Controlelijst voor het starten van de motor<br />

Diesel<br />

Vol<br />

Controleer alle motorvloeistoffen<br />

elke dag.<br />

De motor moet koud zijn en op een vlakke<br />

ondergrond staan.<br />

Het automatische afsluitsysteem stopt<br />

de motor als de oliedruk te laag wordt of als<br />

de temperatuur van de koelvloeistof te hoog is.<br />

Deze lasgroep heeft een<br />

afsluitschakelaar voor lage oliedruk.<br />

Sommige omstandigheden kunnen<br />

echter motorschade veroorzaken voordat<br />

de motor afslaat. Controleer het oliepeil<br />

vaak en gebruik het afsluitsysteem voor<br />

de oliedruk niet om het oliepeil<br />

te controleren.<br />

Volg de opwarmloopprocedure zoals<br />

aangegeven in de handleiding van de motor.<br />

Als er zich onverbrande brandstof en olie<br />

verzamelt in de uitlaatpijp tijdens het inlopen,<br />

zie dan Sectie NO TAG.<br />

Brandstof<br />

OPGELET − Gebruik geen benzine, de motor<br />

zou beschadigd worden.<br />

De machine wordt geleverd af fabriek met<br />

voldoende brandstof om te voorkomen dat<br />

er lucht in het brandstofsysteem komt. Vul<br />

de tank met diesel voordat u het apparaat start<br />

(zie het motoronderhoudslabel voor de<br />

brandstofspecificaties). Laat de vulbuis vrij om<br />

ruimte over te laten voor uitzetting.<br />

De motor slaat af als het brandstofpeil laag is.<br />

Olie<br />

Kijk na het vullen van de brandstoftank het<br />

oliepeil na met de lasgroep op een vlakke<br />

ondergrond. Als het oliepeil niet overeenstemt<br />

met de maximale merkstip, vul dan bij (zie het<br />

onderhoudslabel).<br />

Koelvloeistof<br />

Controleer het peil van de koelvloeistof in de<br />

radiator voordat u de lasgroep voor het eerst<br />

start. Zonodig koelvloeistof bijvullen in de<br />

radiator tot de koelvloeistof tot onder in de hals<br />

van de vuller staat.<br />

Controleer het peil van de koelvloeistof in de<br />

tank dagelijks. Zonodig koelvloeistof bijvullen<br />

in de tank tot de koelvloeistof tussen de<br />

peilstrepen Cold Full en Hot Full staat. Als het<br />

peil in de tank laag was, controleer dan ook het<br />

peil van de koelvloeistof in de radiator.<br />

Koelvloeistof bijvullen als het peil onder<br />

de hals van de radiatorvuller staat.<br />

De machine wordt geleverd af fabriek met<br />

motorkoelvloeistof, dit is een mengsel van<br />

water en een antivriesmiddel op basis van<br />

ethyleenglycol die geschikt is voor<br />

Controleer het peil van de<br />

koelvloeistof in de radiator<br />

als het peil in de tank laag.<br />

is.<br />

Full<br />

Inhoud: 404.22<br />

Motor: 9.5 qt (9,01L)<br />

Vol<br />

Koelvloeistoftank<br />

Hot Full<br />

Cold Full<br />

803 603<br />

temperaturen tot −34° F (−37° C). Voeg<br />

antivries toe aan het mengsel als de machine<br />

wordt gebruikt bij temperaturen onder −34° F<br />

(−37° C).<br />

Houd de radiator en de luchtinlaat schoon en<br />

vrij van vuil.<br />

OPGELET − Een verkeerde motortemperatuur<br />

kan de motor beschadigen. Laat de motor<br />

niet draaien zonder een goed functionerende<br />

thermostaat en radiatordop.<br />

Voor het makkelijker starten bij koud<br />

weer:<br />

Gebruik de starthulpschakelaar (zie<br />

Sectie 5-1 of 6-1).<br />

De accu in goede staat in een warme<br />

ruimte opslaan.<br />

Gebruik brandstof bestemd voor koud<br />

weer (diesel kan verdikken onder koude<br />

temperatuur). Neem contact met uw<br />

lokale brandstofleverancier voor meer<br />

informatie.<br />

Gebruik de juiste motorolie voor koud<br />

weer (zie Sectie 8-1).<br />

OM−4421 Pagina 21


4-10. Aansluiten op de lasuitgangen<br />

! Stop de motor.<br />

! Als u de laskabels niet goed aansluit,<br />

kan dat uitzonderlijk sterke verhitting<br />

en brand veroorzaken of uw machine<br />

beschadigen.<br />

Niets tussen de laskabelklem en het<br />

kopergedeelte plaatsen. Zorg dat het<br />

oppervlak van zowel de laskabelklem als<br />

het kopergedeelte schoon is.<br />

1 Correcte aansluiting laskabel<br />

2 Onjuiste aansluiting laskabel<br />

3 Klem lasuitgangsspanning<br />

4 Meegeleverde moer voor de<br />

aansluitklem voor de laskabel<br />

5 Laskabelklem<br />

6 Koperen staaf<br />

Verwijder de meegeleverde moer van de<br />

lasuitgangsklem. Schuif de laskabelschoen<br />

op de lasuitgangsklem en zet hem vast met de<br />

moer zodat de laskabelschoen strak tegen het<br />

kopergedeelte aanzit.<br />

7 Positieve (+) lasuitgang<br />

8 Negatieve (−) lasuitgang<br />

1<br />

OM−4421 Pagina 22<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

Voor beklede elektrodelassen en TIG−<br />

gelijkstroomlassen met Elektrode Positief<br />

(D<strong>CE</strong>P) moet u de elektrodekabel aansluiten<br />

op de positieve (+) klem links en de werkkabel<br />

op de negatieve (−) klem rechts.<br />

Voor het gelijkstroomlassen met Elektrode<br />

Negatief (D<strong>CE</strong>N), de aansluitklemmen<br />

omwisselen.<br />

Als het apparaat is uitgerust met een optionele<br />

polariteitschakelaar of een optionele<br />

polariteit−/AC−schakelaar, moet u de kabel<br />

van de draadaanvoerunit (+) aansluiten op<br />

de elektrodeklem links en de werkstukkabel<br />

op de werkstukklem (−) rechts.<br />

7<br />

2<br />

8<br />

Voor MIG en gevulde draad gelijkstroomlassen<br />

met Elektrode Positief (D<strong>CE</strong>P) op<br />

CC/CV−modellen moet u de draadaanvoerkabel<br />

aansluiten op de positieve (+) klem links en de<br />

werkkabel op de negatieve (−) klem rechts.<br />

Gebruik de Proces/Contactor−schakelaar om<br />

het type lasuitgangsspanning te kiezen<br />

(zie Sectie 6-3).<br />

Voor het gelijkstroomlassen met Elektrode<br />

Negatief (D<strong>CE</strong>N), de aansluitklemmen<br />

omwisselen.<br />

Als het apparaat is uitgerust met een optionele<br />

polariteitschakelaar of een optionele<br />

polariteit−/AC−schakelaar, moet u de kabel<br />

van de draadaanvoerunit (+) aansluiten op<br />

de elektrodeklem links en de werkstukkabel<br />

op de werkstukklem (−) rechts.<br />

g<br />

Benodigde<br />

gereedschappen:<br />

3/4 inch<br />

803 602 / 803 778−B


4-11. Het formaat van de laskabel kiezen*<br />

OPGELET − De totale kabellengte in de lasstroomkring (zie onderstaande tabel) is de lengte van beide laskabels tezamen. Als bijvoorbeeld de<br />

stroombron 30 meter van het laswerkstuk is, dan is de totale kabellengte in de lasstroomkring 60 meter (2 kabels x 30 meter). Neem de 60m−kolom<br />

voor het bepalen van de kabelafmetingen.<br />

Aansluitklemmen van<br />

lasuitgangsspanning<br />

! Zet de motor uit vooraleer<br />

de lasaansluitklemmen<br />

aan te sluiten.<br />

! Gebruik geen versleten,<br />

beschadigde, te korte of<br />

slecht verbonden<br />

kabels.<br />

Lasstroom<br />

Laskabelformaat** en maximale totale lengte van de kabel (koper)<br />

in de lasstroomkring net groter dan***<br />

30 m of minder<br />

10 − 60%<br />

inschakelduur<br />

60 − 100%<br />

inschakelduur<br />

150 ft<br />

(45 m)<br />

200 ft<br />

(60 m)<br />

250 ft<br />

(70 m)<br />

300 ft<br />

(90 m)<br />

10 − 100% inschakelduur<br />

350 ft<br />

(105 m)<br />

400 ft<br />

(120 m)<br />

100 4 (20) 4 (20) 4 (20) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 1/0 (60)<br />

150 3 (30) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 3/0 (95)<br />

200 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 4/0 (120)<br />

250 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)<br />

300 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)<br />

350 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)<br />

400 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)<br />

<strong>500</strong> 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)<br />

2 stuks<br />

2/0<br />

(2x70)<br />

2 stuks<br />

2/0<br />

(2x70)<br />

2 stuks<br />

2/0<br />

(2x70)<br />

2 stuks<br />

3/0<br />

(2x95)<br />

2 stuks<br />

2/0<br />

(2x70)<br />

2 stuks<br />

3/0<br />

(2x95)<br />

2 stuks<br />

3/0<br />

(2x95)<br />

2 stuks<br />

4/0<br />

(2x120)<br />

2 stuks<br />

2/0<br />

(2x70)<br />

2 stuks<br />

3/0<br />

(2x95)<br />

2 stuks<br />

3/0<br />

(2x95)<br />

2 stuks<br />

4/0<br />

(2x120)<br />

3 stuks<br />

3/0<br />

(3x95)<br />

2 stuks<br />

2/0<br />

(2x70)<br />

2 stuks<br />

3/0<br />

(2x95)<br />

2 stuks<br />

4/0<br />

(2x120)<br />

2 stuks<br />

4/0<br />

(2x120)<br />

3 stuks<br />

3/0<br />

(3x95)<br />

*Dit schema is een algemene richtlijn en is mogelijk niet geschikt voor alle toepassingen. Als de kabels oververhit raken, gebruik dan een kabel<br />

die één maat groter is.<br />

**Het laskabelformaat (AWG) is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder of een stroomdichtheid van minimaal 300 mils/A.<br />

( ) = mm 2 voor metrisch gebruik S−0007−F<br />

***Voor afstanden die langer zijn dan de afstanden in deze gids moet u een vertegenwoordiger van de fabriek raadplegen<br />

op telefoonnr. 920−735−4505.<br />

OM−4421 Pagina 23


4-12. Aansluiten op afstandsbedieningstekker RC13 op CC-modellen<br />

OM−4421 Pagina 24<br />

1<br />

4-13. Aansluiten op de 14-pin stekker RC14 op CC/CV-modellen<br />

OR<br />

*De overige contactdozen worden niet gebruikt.<br />

Ref. 803 602<br />

OP AFSTAND<br />

14<br />

24 VOLT AC<br />

UITGANGSVERMOGEN<br />

(CONTACT-<br />

SCHAKELAAR)<br />

AFSTANDSBEDIENDE<br />

UITGANGSSPANNING<br />

115 VOLT AC<br />

UITGANGSVERMOGEN<br />

(CONTACT-<br />

SCHAKELAAR)<br />

1 Afstandsbedieningsstekker RC13.<br />

Sluit de optionele afstandsbediening<br />

aan op RC13 (zie Sectie 5-3).<br />

Contact<br />

doos*<br />

Ref. 154 862−A / 048 720−K / 803 602<br />

Contactdoosinformatie<br />

A 24 Volt AC, beschermd door<br />

extra beveiliging CB5.<br />

B Het sluiten van het contact<br />

naar A sluit het 24 V/AC<br />

contactorstuurcircuit.<br />

C Uitgangsspanning naar<br />

afstandsbediening: +10 V/DC<br />

in MIG of Beklede Elektrode;<br />

0 tot +10 V/DC in TIG.<br />

D Gemeenschappelijke van het<br />

afstandsbedieningscircuit.<br />

E Ingaand DC stuursignaal: 0 tot<br />

+10 volt van minimum tot<br />

maximum van de<br />

afstandsbediening met<br />

spanning/stroomafstelling<br />

op maximaal.<br />

I<br />

J<br />

115 Volt, 10 ampère, 60 Hz AC.<br />

Beschermd door extra<br />

beveiliging CB6.<br />

Contact maken met I geeft<br />

spanning op het 115 volt AC<br />

besturingscircuit.<br />

GND K Gemeenschappelijk chassis.<br />

NULLEIDER G Gemeenschappelijke aansluiting<br />

voor 24V en 115V AC circuits.


Aantekeningen<br />

OM−4421 Pagina 25


HOOFDSTUK 5 − DE LASGENERATOR BEDIENEN −<br />

CC-MODELLEN<br />

5-1. Bedieningsfuncties op voorpaneel CC-modellen (zie Sectie 5-2)<br />

OM−4421 Pagina 26<br />

6<br />

10<br />

8<br />

7<br />

11<br />

12<br />

9<br />

5<br />

4<br />

1<br />

3<br />

2<br />

13<br />

236 970 / 803 602


5-2. Beschrijving van bedieningsfuncties op voorpaneel CC−modellen (zie Sectie 5-1)<br />

Bedieningsfuncties voor het starten van<br />

de motor<br />

1 Starthulpschakelaar<br />

Gebruik deze schakelaar om de starthulp in<br />

te schakelen voor het opstarten in koud weer<br />

(zie de startinstructies hierna).<br />

2 Motorbedieningsschakelaar<br />

Start en stop de motor met deze schakelaar.<br />

Starten:<br />

OPGELET − Geen ether gebruiken.<br />

Bij gebruik van ether vervalt de garantie.<br />

Als de motor niet start, laat de motor dan<br />

eerst volledig tot stilstand komen voordat<br />

u hem weer probeert te starten.<br />

Boven 32 F (0 C): Verdraai de<br />

motorbesturingsschakelaar naar startstand.<br />

Laat de motorbesturingsschakelaar los als de<br />

motor loopt.<br />

Onder 32 F (0 C): Druk de<br />

starthulpschakelaar 60 seconden in. Blijf de<br />

starthulpschakelaar ingedrukt houden en<br />

verdraai de motorbesturingsschakelaar naar<br />

startstand. Laat de motorbesturingsschakelaar<br />

en de starthulpschakelaar los als de motor<br />

loopt.<br />

Stoppen: Draai de motorbesturingsschakelaar<br />

op Off.<br />

Meters en motorgegevens<br />

3 Meter voor brandstofgebruik/uur<br />

Gebruik de meter om de bedrijfstijd van<br />

de motor af te lezen, voor het bepalen van<br />

het onderhoudsmoment en de oorzaak<br />

te bepalen wanneer de motor afslaat.<br />

Gebruik de meter om het brandstofpeil<br />

te controleren. De motor stopt als<br />

het brandstofpeil laag is.<br />

Om het brandstofpeil te controleren als de<br />

motor niet draait, moet u de motorbesturingsschakelaar<br />

op de bedrijfsstand zetten.<br />

Zie Hoofdstuk NO TAG voor volledige<br />

informatie over de brandstof/uur−meter.<br />

4 Oliedrukmeter met motorstop (optie)<br />

De normale druk is 30 − 60 psi (207 −<br />

414 kPa). De motor stopt als de druk onder<br />

10 psi (69 kPa) komt.<br />

5 Meter voor de temperatuur van<br />

de motorkoelvloeistof (optie)<br />

De normale temperatuur is 180 − 203° F<br />

(82 − 95° C). Wanneer de temperatuur boven<br />

220° F (104° C)komt, dan stopt de motor.<br />

Lasregelfuncties<br />

Max. OCV−stuurcircuit: Deze lasgroep<br />

heeft een max. OCV−stuurcircuit dat de<br />

stroomsterkteregeling R1 weer op<br />

maximum zet als de lasboog breekt. Als er<br />

een boog wordt ontstoken, dan gaat de<br />

lasuitgangsspanning weer naar de<br />

R1−instelling op het voorpaneel of die op de<br />

combinatie voorpaneel/afstandsbediening.<br />

De stroomsterkteregeling past de<br />

stroomsterkte alleen aan tijdens het lassen<br />

en past de open spanning niet aan.<br />

Het max. OCV−besturingscircuit wordt<br />

uitgeschakeld als de keuzeschakelaar<br />

Beklede Elektrode / TIG in de Start<br />

TIG−stand staat (zie onderdeel 8).<br />

6 Stroombereikschakelaar<br />

OPGELET − Niet schakelen tijdens belasting.<br />

Gebruik de schakelaar om het<br />

lasstroombereik te kiezen. Voor de meeste<br />

lastoepassingen moet u het laagst mogelijke<br />

stroombereik gebruiken mede om<br />

boogonderbreking te voorkomen.<br />

7 Stroomsterkteregeling<br />

Regelt de stroomsterkte binnen het bereik dat<br />

is gekozen met de stroombereikschakelaar.<br />

De lasuitgangsspanning is ongeveer 168<br />

A/DC als de instellingen zijn als op de<br />

afbeelding (50% van 110 tot 225 A).<br />

De getallen rondom de regeling zijn<br />

alleen ter indicatie en geven geen<br />

werkelijk percentage weer.<br />

8 Keuzeschakelaar Beklede Elektrode / TIG<br />

Gebruik deze schakelaar om het max.<br />

OCV−besturingscircuit en het Arc<br />

Force−circuit (dig) voor Start TIG−lassen uit<br />

te schakelen (zie de opmerking over max.<br />

OCV−stuurcircuit onder Lasregelfuncties).<br />

Als de schakelaar op de Beklede<br />

Elektrode−stand staat, dan zet het max.<br />

OCV−stuurcircuit de stroomsterkteregeling<br />

R1 weer op maximum zet als de lasboog<br />

breekt.<br />

Ook in de Beklede Elektrode−stand geeft het<br />

Arc Force−circuit (dig) voldoende stroom<br />

tijdens lage spanningen (korte<br />

booglengte−omstandigheden) om te<br />

voorkomen dat elektrodes blijven “plakken”.<br />

Als de schakelaar op de Start TIG−lassen−<br />

stand staat, dan zijn het max.<br />

OCV−stuurcircuit en het Arc Force−circuit<br />

(dig) uitgeschakeld en de OCV verandert als<br />

de regeling wordt aangepast.<br />

9 Stroomregelingschakelaar en afstandsbedieningsstekker<br />

Sluit de optionele afstandsbediening aan op<br />

RC13 (zie Sectie 4-12). Met deze schakelaar<br />

kiest u het voorpaneel of de<br />

afstandsgestuurde stroomregeling. Zet voor<br />

de afstandsbediening de schakelaar op de<br />

afstandsbedieningsstand en sluit de<br />

afstandsbediening aan op de contactdoos<br />

voor afstandsgestuurde stroomregeling<br />

RC13 (zie Secties 4-12 en 5-3).<br />

10 Polariteitschakelaar (optie)<br />

OPGELET − Niet schakelen tijdens belasting.<br />

Met deze schakelaar verandert u de<br />

lasuitgangsspanning. Kies DC Elektrode<br />

Positief (D<strong>CE</strong>P) of DC Elektrode Negatief<br />

(D<strong>CE</strong>N).<br />

Lasmeters<br />

11 AC/DC voltmeter (optie)<br />

De voltmeter toont de spanning bij de<br />

klemmen voor de lasuitgangsspanning, maar<br />

niet noodzakelijkerwijze die van de lasboog<br />

vanwege de weerstand van de kabel en de<br />

aansluitingen.<br />

12 AC/DC ampèremeter (optie)<br />

De ampèremeter toont de stroomsterkte<br />

bij de uitgang van de lasgroep.<br />

13 Accuspanningsmeter (optie)<br />

Gebruik deze meter om de accuspanning en<br />

het oplaadsysteem van de motor<br />

te controleren. De motor moet ongeveer<br />

14 V/DC aangeven als de motor draait en<br />

ongeveer 12 V/DC als de motor wordt<br />

uitgezet.<br />

OM−4421 Pagina 27


5-3. Afstandsgestuurde stroomsterkteregeling op CC−modellen (optie)<br />

Een voorbeeld van een combinatie van afstandsbediening<br />

van de stroomsterkteregeling (beklede elektrode)<br />

De schakelaars<br />

instellen<br />

OM−4421 Pagina 28<br />

Het bereik<br />

instellen<br />

5-4. Informatielabel lasparameters/lasboog<br />

1<br />

De regeling instellen<br />

1 Afstandsbedieningsstekker RC13<br />

Sluit de optionele afstandsbediening<br />

aan op RC13 (zie Sectie 4-12).<br />

In het voorbeeld:<br />

Bereik = 110 tot 225 A DC<br />

Percentage van het bereik = 50%<br />

Max = Circa 168 A DC<br />

(50% van 110 tot 225)<br />

Max (168 A DC)<br />

Min (90 A DC)<br />

De optionele<br />

afstandsbediening afstellen<br />

Ref. 154 862−A / Ref. 181 711−A / 803 602<br />

Stel de lasparameters in zoals<br />

aangegeven om een zachtere<br />

of hardere boog te krijgen<br />

bij verschillende toepassingen.<br />

212 944−B


Aantekeningen<br />

LASSTAND: AFVLAKKING<br />

GROEF<br />

SOORTEN<br />

LASSEN<br />

STROOK<br />

Ref. AWS/ANSI D1.1<br />

DWARDNAAD<br />

1G<br />

HOEKLAS<br />

1F<br />

HORIZONTAAL VERTICAAL<br />

BOVEN HET HOOFD<br />

DWARDNAAD<br />

2G<br />

HOEKLAS<br />

2F<br />

DWARDNAAD<br />

3G<br />

HOEKLAS<br />

3F<br />

HOEKLAS<br />

4F<br />

DWARDNAAD<br />

4G<br />

Ref. 804 248−A<br />

OM−4421 Pagina 29


HOOFDSTUK 6 − HET LASAGGREGAAT BEDIENEN − CC/CV−MODELLEN<br />

6-1. Bedieningsfuncties op voorpaneel CC/CV−modellen (zie Sectie 6-2)<br />

OM−4421 Pagina 30<br />

6 12 13<br />

7<br />

5<br />

4<br />

3<br />

11<br />

OF<br />

8<br />

10<br />

9<br />

1<br />

2<br />

14<br />

236 971 / 803 602


6-2. Beschrijving van bedieningsfuncties op voorpaneel CC/CV−modellen<br />

(zie Sectie 6-1)<br />

Bedieningsfuncties voor het starten van<br />

de motor<br />

1 Starthulpschakelaar<br />

Gebruik deze schakelaar om de starthulp in<br />

te schakelen voor het opstarten in koud weer<br />

(zie de startinstructies hierna).<br />

2 Motorbedieningsschakelaar<br />

Gebruik deze schakelaar om de motor<br />

te starten, het motortoerental te kiezen (als<br />

de lasgroep een automatische stationairoptie<br />

heeft) en de motor uit te zetten.<br />

In de werktoerentalstand loopt de motor<br />

op las/stroomsnelheid. In de werktoerental/<br />

stationairstand (optie) loopt de motor<br />

op stationairsnelheid bij nullast en<br />

op lassnelheid bij belasting.<br />

Starten:<br />

OPGELET − Geen ether gebruiken.<br />

Bij gebruik van ether vervalt de garantie.<br />

Als de motor niet start, laat de motor dan<br />

eerst volledig tot stilstand komen voordat<br />

u hem weer probeert te starten.<br />

Boven 32 F (0 C): Verdraai de<br />

motorbesturingsschakelaar naar startstand.<br />

Laat de motorbesturingsschakelaar los als de<br />

motor loopt.<br />

Onder 32 F (0 C): Druk de<br />

starthulpschakelaar 60 seconden in. Blijf de<br />

starthulpschakelaar ingedrukt houden en<br />

verdraai de motorbesturingsschakelaar naar<br />

startstand. Laat de motorbesturingsschakelaar<br />

en de starthulpschakelaar los als de motor<br />

loopt.<br />

Stoppen: Draai de motorbesturingsschakelaar<br />

op Off.<br />

Meters en motorgegevens<br />

3 Meter voor brandstofgebruik/uur<br />

Gebruik de meter om de bedrijfstijd van<br />

de motor af te lezen, voor het bepalen van<br />

het onderhoudsmoment en de oorzaak<br />

te bepalen wanneer de motor afslaat.<br />

Gebruik de meter om het brandstofpeil<br />

te controleren. De motor stopt als het<br />

brandstofpeil laag is.<br />

Om het brandstofpeil te controleren als<br />

de motor niet draait, moet u de<br />

motorbesturingsschakelaar op de werkstand<br />

of op de werk/stationairstand zetten.<br />

Zie Hoofdstuk NO TAG voor volledige<br />

informatie over de brandstof/uur−meter.<br />

4 Meter voor de temperatuur van de<br />

motorkoelvloeistof (optie)<br />

De normale temperatuur is 180 − 203° F<br />

(82 − 95° C). Wanneer de temperatuur boven<br />

220° F (104° C)komt, dan stopt de motor.<br />

5 Oliedrukmeter met motorstop (optie)<br />

De normale druk is 30 − 60 psi (207 −<br />

414 kPa). De motor stopt als de druk onder<br />

10 psi (69 kPa) komt.<br />

Lasregelfuncties<br />

6 Proces/contactor−schakelaar<br />

Zie Sectie 6-3 voor informatie over<br />

de proces/contactor−schakelaar.<br />

7 Stroombereikschakelaar<br />

OPGELET − Niet schakelen tijdens belasting.<br />

Gebruik de schakelaar om het<br />

lasstroombereik te kiezen.<br />

Gebruik de laagste vier standen voor Beklede<br />

Elektrode− en TIG−lassen. Lees de bovenste<br />

set getallen bij elk bereik af voor Beklede<br />

Elektrode−lassen en de onderste set bij elk<br />

bereik af voor TIG−lassen.<br />

Gebruik het hoogste bereik voor MIG−lassen<br />

en voor snijden en gutsen (CAC−A).<br />

Voor de meeste lastoepassingen moet u het<br />

laagst mogelijke stroombereik gebruiken<br />

mede om boogonderbreking te voorkomen.<br />

8 Spanning/stroomsterkteregeling<br />

Als de proces/contactorschakelaar op enige<br />

stand voor Beklede Elektrode− of TIG−lassen<br />

staat, moet u deze bedieningsfunctie gebruiken<br />

om de stroomsterkte te regelen binnen het<br />

bereik dat is gekozen met de<br />

stroombereikschakelaar. Als de<br />

proces/contactorschakelaar op enige stand<br />

voor MIG−lassen staat, moet u deze<br />

bedieningsfunctie gebruiken om de spanning te<br />

regelen. Als de proces/contactorschakelaar op<br />

afstandsbedieningsstand staat, dan beperkt<br />

deze bedieningsfunctie de stroomsterkte in de<br />

TIG−stand, maar heeft hij geen effect in de<br />

Beklede Elektrode− of MIG−stand.<br />

De lasuitgangsspanning is ongeveer 218 A<br />

DC als de instellingen zijn als op de<br />

afbeelding (50% van 115 tot 320 A).<br />

De getallen rondom de regeling zijn<br />

alleen ter indicatie en geven geen<br />

werkelijk percentage weer.<br />

9 Spannings/stroomregelingschakelaar<br />

en 14−pin afstandsbedieningsstekker<br />

Met deze schakelaar kiest u het voorpaneel<br />

of de afstandsbediening. Zet voor de<br />

afstandsbediening de schakelaar op de<br />

afstandsbedieningsstand en sluit de<br />

afstandsbediening aan op RC14 (zie Secties<br />

4-13 en 6-4).<br />

10 Polariteitschakelaar (optie)<br />

OPGELET − Niet schakelen tijdens belasting.<br />

Met de polariteitsschakelaar verandert u de<br />

lasuitgangsspanning. Kies DC Elektrode<br />

Positief (D<strong>CE</strong>P) of DC Elektrode Negatief<br />

(D<strong>CE</strong>N).<br />

11 Polariteit−/AC−schakelaar (optie)<br />

! Een elektrische schok kan dodelijk<br />

zijn.<br />

! Gebruik geen wissel− (AC)<br />

uitgangsspanning in een vochtige<br />

omgeving als u beperkte<br />

bewegingsvrijheid hebt of als het<br />

gevaar bestaat dat u kunt vallen.<br />

! ALLEEN wissel− (AC)<br />

uitgangsspanning gebruiken als deze<br />

nodig is voor het lasproces. Als er<br />

wisselstroom nodig is, gebruik dan de<br />

afstandsbediening als deze op de<br />

machine zit.<br />

OPGELET − Niet schakelen tijdens belasting.<br />

Kies met de polariteit−/AC−schakelaar wissel−<br />

(AC) gelijkstroom (DC) uitgangsspanning<br />

voor het lassen. Verdraai de schakelaar voor<br />

DC Elektrode Negatief (D<strong>CE</strong>N) naar de<br />

negatieve (−) stand; verdraai de schakelaar<br />

voor DC Elektrode Positief (D<strong>CE</strong>P) naar de<br />

positieve (+) stand. Gebruik de AC stand voor<br />

lasprocessen waarvoor wisselstroom (AC)<br />

nodig is.<br />

Lasmeters<br />

12 AC/DC voltmeter (optie)<br />

De voltmeter toont de spanning bij de<br />

klemmen voor de lasuitgangsspanning, maar<br />

niet noodzakelijkerwijze die van de lasboog<br />

vanwege de weerstand van de kabel en de<br />

aansluitingen.<br />

13 AC/DC ampèremeter (optie)<br />

De ampèremeter toont de stroomsterkte<br />

bij de uitgang van de lasgroep.<br />

14 Accuspanningsmeter (optie)<br />

Gebruik deze meter om de accuspanning en<br />

het oplaadsysteem van de motor<br />

te controleren. De motor moet ongeveer<br />

14 V/DC aangeven als de motor draait en<br />

ongeveer 12 V/DC als de motor wordt<br />

uitgezet.<br />

OM−4421 Pagina 31


6-3. Proces/Contactorschakelaar op CC/CV−modellen<br />

Instellingen van<br />

de schakelaar<br />

Afstandsbediening Aan/Uit−<br />

schakelaar vereist − TIG,<br />

HF vereist of strijkstart TIG<br />

Afstandsbediening Aan/Uit−<br />

schakelaar vereist −<br />

Beklede elektrode<br />

Afstandsbediening<br />

Aan/Uit−schakelaar vereist<br />

− CV draadaanvoerunit<br />

met behulp van<br />

afstandsbediening<br />

Lasklemmen altijd Aan −<br />

Draad<br />

Lasklemmen altijd Aan −<br />

Beklede elektrode<br />

Lasklemmen altijd Aan −<br />

TIG, strijkstart<br />

OM−4421 Pagina 32<br />

Instellingen van de Proces/Contactorschakelaar<br />

Proces Uitgangsspanning aan/uit<br />

TIG met HF−unit, pulsapparaat<br />

of afstandsbediening<br />

Vu draad (beklede elektrode)<br />

met afstandsbediening aan/uit<br />

1<br />

1 Proces/contactor−schakelaar<br />

! De aansluitklemmen komen<br />

onder spanning te staan als de<br />

Proces/Contactorschakelaar op<br />

de stand Lasklemmen altijd Aan<br />

staat en de motor loopt.<br />

! Er staat nog steeds DC−spanning<br />

op de lasklemmen als de proces/<br />

contactorschakelaar op<br />

de− beklede elektrode<br />

staat en de motor loopt.<br />

Gebruik deze schakelaar om het<br />

lasproces en de aan/uit−regeling van de<br />

lasuitgangsspanning te kiezen<br />

(zie onderstaande tabel en Sectie 6-4).<br />

Zet de schakelaar in de stand<br />

afstandsbediening Aan/Uit−schakelaar<br />

vereist om de lasuitgangsspanning aan<br />

en uit te zetten met een<br />

afstandsbediening aangesloten op de<br />

14−pin stekker.<br />

Zet de schakelaar in de stand<br />

Lasklemmen altijd Aan om steeds<br />

lasuitgangsspanning te krijgen als<br />

de motor draait.<br />

Gebruik de Beklede Elektrode−stand<br />

voor CAC−A snijden en gutsen.<br />

Wanneer de schakelaar in een<br />

Beklede Elektrode−stand staat, dan<br />

geeft het Arc Force−circuit (dig) extra<br />

stroom bij lage spanning (bij korte<br />

booglengtes) om te voorkomen dat de<br />

elektrodes gaan “vastzitten”.<br />

Het Arc Force−circuit (dig) is<br />

uitgeschakeld als de schakelaar in een<br />

MIG− of TIG−stand staat.<br />

Zet de schakelaar in de stand<br />

Lasklemmen altijd Aan − beklede<br />

elektrode, wanneer u het optionele<br />

driefasenaggregaat gebruikt<br />

(zie Sectie 7-2).<br />

De automatische stationairoptie<br />

voor de motor werkt niet in de<br />

stand afstandsbediening Aan/Uit−<br />

schakelaar vereist − TIG.<br />

Automatisch stationair<br />

van de motor (optie)<br />

14−pin stekker Niet actief<br />

14−pin stekker Actief<br />

MIG 14−pin stekker Actief<br />

MIG Elektrode Hot Actief<br />

Beklede Elektrode, luchtkoolboog<br />

(CAC) snijden en gutsen<br />

Elektrode Hot Actief<br />

TIG strijkstart (GTAW) Elektrode Hot Actief


6-4. Afstandsbediende spannings/stroomregeling op CC/CV−modellen (optie)<br />

Een voorbeeld van een combinatie van afstandsbediening<br />

van de stroomsterkteregeling (beklede elektrode)<br />

De<br />

spannings/<br />

stroomregelingsschakelaar<br />

instellen<br />

Het<br />

afstandsbediende<br />

proces instellen<br />

Een voorbeeld van een combinatie van afstandsbediening<br />

van het stroomsterktebereik (TIG)<br />

De<br />

spannings/<br />

stroomregelingsschakelaar<br />

instellen<br />

1<br />

Het<br />

afstandsbediende<br />

proces instellen<br />

Het bereik instellen Deze regeling wordt<br />

niet gebruikt in de<br />

afstandsbediende<br />

Beklede<br />

Elektrode−stand<br />

Het bereik instellen De regeling<br />

instellen<br />

1 14−pins afstandsstekker RC14<br />

Sluit optionele afstandsbediening<br />

aan op RC14 (zie Sectie 4-13).<br />

In het voorbeeld:<br />

Proces = Beklede Elektrode (met behulp<br />

van afstandsbediende aan/uit)<br />

Bereik = 115 tot 320 A DC<br />

Min = 115 A DC<br />

Max = 320 A DC<br />

Max (320 A DC)<br />

Min (115 A DC)<br />

De optionele afstandsbediening<br />

afstellen<br />

In het voorbeeld:<br />

Proces = TIG (met behulp van<br />

afstandsbediende aan/uit)<br />

Bereik = 35 tot 250 A DC<br />

Percentage van het bereik = 50%<br />

Min = 35 A DC<br />

Max = Circa 143 A DC (50% van 35 tot 250)<br />

Max (143 A DC)<br />

Min (35 A DC)<br />

De optionele afstandsbediening<br />

afstellen<br />

0774 / Ref. 215 158 / Ref. 803 602<br />

OM−4421 Pagina 33


6-5. Beschrijving brandstof/uur−meter<br />

OM−4421 Pagina 34


HOOFDSTUK 7 − HULPVERMOGEN<br />

7-1. Standaard-hulpstroomcontactdozen<br />

3<br />

4<br />

1<br />

120 V 20A 240 V 20A<br />

2<br />

1 120 V 20 A AC GFCI<br />

stekker GFCI1<br />

2 240 V 30 A AC Twistlock<br />

stekker RC1<br />

De contrastekkers leveren 60 Hz<br />

monofasestroom bij<br />

las/stroomsnelheid.<br />

Als een aardingsfout ontdekt wordt,<br />

komt de GFCI Resetknop<br />

naar buiten en de contactdoos<br />

werkt dan niet langer. Controleer of<br />

er defecte gereedschappen<br />

aangesloten zijn op de stekker.<br />

Druk op de knop om GFCI1<br />

opnieuw in werking te stellen.<br />

Ten minste een maal per<br />

maand de knop indrukken (met<br />

een hoge motorsnelheid als<br />

onder lasbelasting) om<br />

te controleren of de GFCI goed<br />

werkt.<br />

3 Extra beveiliging CB1<br />

4 Extra beveiliging CB2<br />

CB1 beschermt RC1 en de spoel<br />

van het aggregaat tegen<br />

overbelasting. Als CB1 open gaat,<br />

dan werken RC1 en GFCI1 niet.<br />

Zet de schakelaar op ON om<br />

te resetten.<br />

CB2 beschermt GFCI1 tegen<br />

overbelasting. Als CB2 open gaat,<br />

dan werkt GFCI1 niet. Druk op de<br />

knop om te resetten.<br />

Als de extra beveiliging steeds<br />

wordt aangesproken, neem<br />

dan contact op met een door de<br />

fabrikant geautoriseerde<br />

onderhoudsmonteur.<br />

Het aggregaatstroom wordt<br />

niet beïnvloed door de<br />

lasuitgangsspanning.<br />

De maximum uitgangsspanning<br />

is 2,4 kVA/kW vanuit GFCI1 en<br />

4 kVA/kW vanuit RC1. De<br />

maximum uitgangsspanning van<br />

alle contactdozen is 4 kVA/kW.<br />

VOORBEELD: als 13 A wordt<br />

onttrokken van RC1, dan is er<br />

slechts 7 A is beschikbaar bij<br />

GFCI1:<br />

(240 V x 13 A) + (120 V x 7 A) =<br />

4.0 kVA/kW<br />

191 624−A<br />

OM−4421 Pagina 35


7-2. Aansluiten op het optionele driefasenaggregaat (alleen CC/CV−modellen)<br />

Monofase stroomaansluiting<br />

Driefasen stroomaansluiting<br />

Verwijder de plug voordat<br />

u de draden inbrengt.<br />

Breng de<br />

trekontlasting<br />

weer aan.<br />

9<br />

8<br />

5<br />

6<br />

7<br />

OM−4421 Pagina 36<br />

1 2<br />

! Sluit het paneel als er<br />

geen aansluitingen<br />

worden gemaakt met<br />

het aggregaat.<br />

Achterkant van paneel<br />

120V<br />

91 92 93<br />

120V<br />

240V<br />

240V<br />

240V<br />

240V<br />

monofase<br />

3−fasen<br />

AC<br />

Output<br />

Single<br />

Phase<br />

1<br />

Three<br />

Phase<br />

3<br />

Volts 120/240 240<br />

Amps 50 36<br />

KVA/KW 12 15<br />

Frequency<br />

60 Hz<br />

Engine Speed 1850 RPM<br />

Geleider 42 met de AARDINGsbout op<br />

de voorkant van de lasgroep verbinden.<br />

Geleider 42 is in de fabriek verbonden<br />

met geleider 90.<br />

4<br />

3<br />

2<br />

12<br />

10<br />

11<br />

! Sluit het paneel<br />

als er geen<br />

aansluitingen<br />

worden gemaakt<br />

met het<br />

aggregaat.<br />

93<br />

91<br />

90<br />

92<br />

Benodigde<br />

gereedschappen:<br />

Zet de Proces/Contactorschakelaar<br />

op de stand Lasklemmen altijd Aan<br />

− Beklede elektrode als u het<br />

driefasenaggregaat gebruikt<br />

(zie Sectie 6-3).<br />

Vermogen monofase−aggregaat<br />

1 120/240 V 50 A contactdoos RC5<br />

RC5 wordt aangesloten op het<br />

optionele driefasenaggregaat en biedt<br />

60 Hz monofase−hulpstroom op<br />

las/stroomsnelheid. De maximum<br />

uitgangsspanning van RC5 is<br />

12 kVA/kW. Het vermogen bij RC5<br />

wordt minder tijdens het lassen.<br />

2 Extra beveiliging CB7<br />

Extra beveiliging CB7 beschermt de<br />

monofase contactdoos RC5 en de<br />

belaste draden tegen overbelasting.<br />

Als CB7 open gaat, dan valt de<br />

uitgangsspanning van het aggregaat<br />

weg en kan men de contactdoos niet<br />

gebruiken.<br />

Vermogen driefasenaggregaat<br />

! Stop de motor.<br />

! Hulpvermogen− en lasuitgangen<br />

zijn gelijktijdig onder spanning.<br />

Ongebruikte kabels verwijderen<br />

of isoleren.<br />

Vraag een bevoegd elektricien om<br />

de installatie te maken volgens<br />

het elektrisch schema en de<br />

Richtlijnen voor aggregaten<br />

(zie Sectie 10).<br />

Verwijder de montageschroeven van<br />

het paneel van het aggregaat. Kantel<br />

het paneel naar voren.<br />

3 Geleider 93<br />

4 Geleider 92<br />

5 Geleider 91<br />

6 Geleider 42 (aarding)<br />

7 Geleider 90 (nulleider)<br />

8 Geïsoleerde nulleiderklem<br />

9 Shuntgeleider 42<br />

10 Aardingsklem<br />

Shuntgeleider 42 is in het fabriek<br />

verbonden met geleider 90.<br />

Shuntgeleider 42 mag ontdaan<br />

worden van de nulleider om te voldoen<br />

aan de toepasbare elektrische codes.<br />

Geleider 42 verbinden met de<br />

aardingsklem van het voorste paneel.<br />

11 Geleiders door gebruiker<br />

aangebracht<br />

12 Gebruikersklemmen van extra<br />

beveiliging CB7<br />

Sluit de geleiders aan op de klemmen<br />

op CB7 en op de geïsoleerde<br />

nulleiderklem en zo nodig op de<br />

aardingsklem.<br />

Extra beveiliging CB7 beschermt<br />

de monofase contactdoos RC5 en<br />

de belaste draden tegen<br />

overbelasting. Als CB7 open gaat,<br />

dan valt de uitgangsspanning van<br />

het aggregaat weg en kan men de<br />

contactdoos niet gebruiken.<br />

Breng het paneel van het aggregaat<br />

weer aan.<br />

Ref. 197 399 / 802 332−E / 803 655


7-3. Uitgaande hulpstroomcontactdozen.<br />

3<br />

1 120V 15/20A AC contactdoos GFCI1<br />

De contrastekkers leveren 60 Hz<br />

monofasestroom bij las/stroomsnelheid.<br />

Als een aardingsfout optreed, komt<br />

de GFCI1 Resetknop naar buiten en de<br />

contactdoos is spanningsloos. Controleer<br />

of er defecte gereedschappen aangesloten<br />

zijn op de contactdoos. Druk op de knop om<br />

GFCI1 opnieuw in werking te stellen.<br />

Ten minste een maal per maand de<br />

knop indrukken (met een hoge<br />

motorsnelheid als onder lasbelasting)<br />

om te controleren of de GFCI goed<br />

werkt.<br />

De maximale uitgangsspanning is<br />

2,4 kVA/kW van GFCI1 en 4 kVa/kW<br />

van RC1.<br />

4<br />

Australische contactdoos<br />

Europese contactdoos<br />

Zuid−Afrikaanse contactdoos<br />

6<br />

5<br />

De maximale gecombineerde<br />

uitgangsspanning van alle contactdozen is<br />

4 kVA/kW.<br />

VOORBEELD: als 13 A wordt onttrokken<br />

van RC1, dan is er slechts 7 A<br />

is beschikbaar bij GFCI1:<br />

(240 V x 13 A) + (120 V x 7 A) =<br />

4.0 kVA/kW<br />

2 Automatische zekering CB2<br />

CB2 beschermt GFCI1 tegen<br />

overbelasting. Als er een automatische<br />

zekering wordt aangesproken, is de<br />

contactdoos spanningsloos. Druk op CB2<br />

om de zekering te resetten.<br />

3 Aardlekzekering<br />

ELCB1<br />

ELCB1 beschermt RC1 tegen een<br />

aardlekfout. Als er een automatische<br />

1<br />

zekering wordt aangesproken, is de<br />

contactdoos spanningsloos. Zet de<br />

schakelaar van de automatische zekering<br />

op de stand On om de zekering te resetten.<br />

Druk minimaal eenmaal per maand op<br />

de testknop. Als de ELCB goed werkt,<br />

wordt de stroom uitgeschakeld. Reset<br />

de automatische zekering.<br />

4 220 V 16 A AC Europese<br />

contactdoos RC1<br />

5 240 V 15 A AC<br />

Australische contactdoos RC1<br />

6 240 V 15 A AC<br />

Zuid−Afrikaanse contactdoos RC1<br />

Als de automatische zekering steeds<br />

springt, neem dan contact op met een<br />

door de fabrikant geautoriseerde<br />

onderhoudsmonteur.<br />

2<br />

238 127−A / 805 259−A<br />

OM−4421 Pagina 37


OM−4421 Pagina 38<br />

HOOFDSTUK 8 − ONDERHOUD & PROBLEMEN<br />

VERHELPEN<br />

8-1. Onderhoudslabel


8-2. Routineonderhoud<br />

Om de<br />

8 uur<br />

Om de<br />

50 uur<br />

Om de<br />

100 uur<br />

Om de<br />

250 uur<br />

Om de<br />

<strong>500</strong> uur<br />

Om de<br />

1000<br />

uur<br />

Om de<br />

2000<br />

uur<br />

= Controleren = Verversen = Reinigen = Vervangen<br />

* Moet worden verricht door een door de fabriek geautoriseerd servicebedrijf<br />

BRANDSTOF<br />

WATER<br />

! Zet de motor af, voordat u met<br />

het onderhoud begint.<br />

Recycle<br />

motorvloeistoffen. Zie de Handleiding voor de motor en het<br />

Onderhoudslabel voor belangrijke informatie<br />

over opstarten, service en opslag. Pleeg<br />

vaker onderhoud aan de motor als hij wordt<br />

gebruikt in zware omstandigheden.<br />

Brandstof/water−scheider Brandstofpeil Oliepeil Lekkende olie, brandstof<br />

Peil koelmiddel<br />

Lasklemmen<br />

Accuklemmen Slangen luchtfilter Luchtfilterelement<br />

1/2 in.<br />

(13 mm)<br />

Onleesbare labels Spanning ventilatorriem Vonkenvanger<br />

Laskabels Olie Oliefilter<br />

Peil radiatorvloeistof<br />

en thermostaat<br />

Slipringen*<br />

Borstels*<br />

Injectoren*<br />

OPGELET − Ververs de motorolie en verwissel het oliefilter<br />

na de eerste 50-75 uur dat het apparaat gebruikt is (Inloopperiode).<br />

OF<br />

Binnenkant van<br />

het apparaat<br />

Klepspeling*<br />

BEZINKSEL<br />

Brandstoffilter Het bezinksel aftappen<br />

Referentie<br />

Hoofdstuk<br />

4-9, 8-7<br />

Sectie 8-4<br />

Handleiding<br />

voor de<br />

motor,<br />

Hoofdstuk<br />

NO TAG<br />

Sectie 8-7<br />

BRANDSTOF Hoofdstuk<br />

8-7, 8-3 en<br />

Handleiding<br />

voor de<br />

motor<br />

OM−4421 Pagina 39


8-3. De borstels van het aggregaat controleren<br />

Aantekeningen<br />

OM−4421 Pagina 40<br />

Minimumlengte:<br />

5/8 inch (16 mm)<br />

Vervang beschadigde borstels<br />

Nieuwe lengte: 1−1/4 inch (32 mm)<br />

1<br />

! Stop motor en laat deze afkoelen.<br />

1 Aggregaatborstel<br />

Markeer de draden bij de kap van de<br />

borstelhouder en ontkoppel ze. Verwijder<br />

de borstels.<br />

Vervang de borstels als ze beschadigd<br />

zijn of als de borstel te kort is geworden.<br />

Werk als een<br />

professional!<br />

Ref. 215 158<br />

Professionals<br />

lassen en<br />

snijden veilig.<br />

Lees de<br />

veiligheidsregels<br />

aan het begin<br />

van deze<br />

handleiding.


8-4. Onderhoud van het luchtfilter<br />

Houd de spuitmond<br />

op 2 inch (51 mm)<br />

afstand van het<br />

element.<br />

1 2<br />

3<br />

Optie<br />

Blow Inspect<br />

4<br />

5<br />

! Stop de motor.<br />

OPGELET − Laat de motor niet zonder<br />

luchtreiniger of met een vuil element<br />

draaien. Motorschade die ontstaat als<br />

gevolg van een vervuild element valt niet<br />

onder de garantie.<br />

De primaire filter kan worden<br />

gereinigd, maar het<br />

vuilabsorberende vermogen van de<br />

filter neemt met elke reinigingsbeurt<br />

af. Reinigen houdt een risico in,<br />

omdat er kans bestaat dat er vuil aan<br />

de schone kant van de filter terecht<br />

komt tijdens het reinigen en omdat de<br />

filter kan beschadigen. Maak voor<br />

uzelf de afweging of u het risico wilt<br />

lopen dat de garantie op de<br />

apparatuur vervalt als u besluit om<br />

te gaan reinigen of de primaire filter<br />

te vervangen.<br />

Als u besluit om de primaire filter te<br />

gaan reinigen, dan raden wij u ten<br />

sterkste aan om een optionele<br />

veiligheidsfilter in te bouwen om<br />

extra bescherming te bieden voor de<br />

motor. Nooit een veiligheidsfilter<br />

reinigen. Vervang de veiligheidsfilter<br />

nadat u de primaire filter driemaal<br />

heeft onderhouden.<br />

Reinig de primaire filter als hij vuil is, of<br />

vervang hem (zie de opmerking<br />

hierboven voordat u gaat reinigen).<br />

Vervang de primaire filter als het<br />

beschadigd is. Vervang de filter jaarlijks<br />

of na zes keer reinigen.<br />

1 Houder<br />

2 Veiligheidselement (optie)<br />

3 Primaire filter<br />

4 Stofkap<br />

5 Stofverwijderaar<br />

Het filter reinigen:<br />

Veeg de kap en de houder schoon.<br />

Verwijder de kap en haal het stof eruit.<br />

Verwijder de filter(s). Veeg het stof met<br />

een klamme doek uit de binnenzijde van<br />

de kap en de houder. Breng de<br />

veiligheidsfilter weer aan (indien<br />

aanwezig). Breng de kap weer aan.<br />

OPGELET − Maak het filter niet schoon<br />

met een luchtslang.<br />

Maak de primaire filter alleen met<br />

perslucht schoon.<br />

De luchtdruk mag niet hoger zijn dan<br />

100 psi (690 kPa). Gebruik een mondstuk<br />

van 1/8 inch (3 mm) mm en houd het ten<br />

minste 2 inch (51 mm) mm verwijderd van<br />

het binnenste van het filter. Vervang het filter<br />

als er gaten in zitten of als de pakkingen<br />

beschadigd zijn.<br />

Breng de primaire filter en de kap weer<br />

aan (met de stofverwijderaar omlaag).<br />

luchtreiniger1 9/00 − ST−153 929−B / ST−153 585 / Ref. S−0698−B / Ref. 215 158<br />

OM−4421 Pagina 41


8-5. De vonkenvanger controleren/schoonmaken<br />

1<br />

Benodigde gereedschappen:<br />

OM−4421 Pagina 42<br />

3/8”<br />

2<br />

! Stop motor en laat deze<br />

afkoelen.<br />

1 Vonkenvanger<br />

2 Reinigingsplug<br />

Verwijder de plug en verwijder het<br />

vuil dat op het reiningsgat zit.<br />

Start de motor en laat deze stationair<br />

lopen om het reinigingsgat door te<br />

blazen. Als er niets uit komt, sluit dan<br />

het eind van de uitlaat even af met<br />

brandbestendig materiaal.<br />

! Stop motor en laat deze<br />

afkoelen.<br />

Installeer de reinigingsplug opnieuw.<br />

803 656 / Ref. 236 972


8-6. Het motortoerental afstellen<br />

3<br />

5<br />

4<br />

1<br />

Toerental van de<br />

motor (nullast)<br />

2<br />

1850 tpm max<br />

(61,6 Hz)<br />

1250 tpm<br />

(41,6 Hz)<br />

Het motortoerental afstellen<br />

Controleer het toerental na het<br />

tunen van de motor met een<br />

toerenteller of een frequentiemeter.<br />

Zie de tabel voor het juiste<br />

nullasttoerental. Stel, indien nodig,<br />

het toerental als volgt af:<br />

Start de motor en laat hem<br />

warmdraaien.<br />

Zet de proces/contactor−schakelaar<br />

op de stand Beklede elektrode<br />

− Lasklemmen altijd Aan.<br />

Afstelling stationair toerental<br />

standaard model<br />

1 Stelschroef<br />

2 Borgmoer<br />

Draai de borgmoer los. Verdraai de<br />

schroef totdat de motor stationair<br />

loopt. Draai de moer weer aan.<br />

Modellen met automatische<br />

stationairstandoptie<br />

3 Smoorklepstang/plunjer<br />

4 Borgmoer<br />

5 Rubber hoes<br />

De stelschroef wordt niet gebruikt<br />

om de motorsnelheid (toerental) af<br />

te stellen als de optionele<br />

automatische stationairstand is<br />

geïnstalleerd.<br />

Om te voorkomen dat de<br />

magneetklep beschadigt moet<br />

er een ruimte zijn van 1/8 inch<br />

(3 mm) tussen de laag−<br />

toerentalschroef van de<br />

motor en de smoorklephefboom<br />

als de magneetklep in de<br />

geactiveerde stand (er staat<br />

stroom op) staat.<br />

Maak de rubberen hoes los van de<br />

behuizing van de magneetklep,<br />

maar laat het zitten op de plunjer.<br />

Draai de borgmoer los. Zet de<br />

motorbedieningsschakelaar in de<br />

automatische stand.<br />

Draai de smoorklepstang en de<br />

plunjer tot de motor stationair loopt.<br />

Draai de borgmoer weer vast.<br />

Bevestig de rubberen hoes weer<br />

op de magneetklep.<br />

Zorg ervoor dat de<br />

relaisplunjer volledig intrekt<br />

(“gaat zitten”) als er stroom op<br />

komt.<br />

De las/stroomsnelheid afstellen<br />

Het afstellen van de<br />

las/stroomsnelheid dient<br />

te geschieden door een<br />

onderhoudsmonteur die door<br />

de fabrikant van de motor<br />

daartoe is geautoriseerd.<br />

Wanneer er op een andere dan<br />

aangegeven manier met de<br />

afstellingen wordt geknoeid,<br />

kan dit van invloed zijn op de<br />

motorgarantie.<br />

! Stop de motor.<br />

803 563<br />

OM−4421 Pagina 43


8-7. Onderhoud van het brandstof− en het smeringssysteem<br />

4<br />

5<br />

6<br />

OM−4421 Pagina 44<br />

8<br />

3<br />

2<br />

7<br />

1<br />

Benodigde gereedschappen:<br />

! Stop motor en laat deze afkoelen.<br />

! Start de motor na de servicebeurt<br />

en kijk of er brandstoflekkage is.<br />

Zet de motor stil, draai<br />

1<br />

de verbindingen aan, waar nodig,<br />

en ruim gemorst materiaal op.<br />

Oliefilter<br />

2 Olie−aftapkraan en −slang<br />

3 Olievuldop<br />

4 Brandstofleiding<br />

5 Primaire brandstoffilter<br />

6 Snuifkraantje<br />

7 Secundaire brandstoffilter<br />

8 Aftapkraan voor neerslag<br />

in de brandstoftank<br />

Olie− en oliefiltervervanging:<br />

Leid de olieaftapslang en de kraan door<br />

het gat in het voetstuk. Zie de<br />

motorhandleiding en de onderhoudstabel<br />

voor de motor voor informatie over het<br />

verversen van de olie en het vervangen<br />

van het oliefilter.<br />

Water uit het brandstofsysteem<br />

purgeren:<br />

Het snuifkraantje van de primaire<br />

brandstoffilter open draaien en het water<br />

opvangen in een metalen opvangbak.<br />

Als de brandstof watervrij uitloopt,<br />

het snuifkraantje weer dicht draaien.<br />

Het primaire<br />

vervangen:<br />

brandstoffilter<br />

Draai de filter linksom. Verwijder het filter.<br />

Vul een nieuw filter met verse brandstof.<br />

Een dun laagje brandstof op de dichting<br />

van het nieuwe filter aanbrengen.<br />

De nieuwe dichting plaatsen en het<br />

filterhuis rechtsom dichtdraaien. De<br />

brandstofafsluiter opendraaien. De lucht<br />

van het brandstofcircuit purgeren<br />

volgens de handleiding van de motor.<br />

Controleer alle brandstofleidingen en<br />

vervang ze als ze beschadigd of<br />

versleten zijn.<br />

Het secondaire<br />

vervangen:<br />

Zie de Motorhandleiding.<br />

brandstoffilter<br />

Het bezinksel uit de brandstoftank<br />

afvoeren:<br />

! Let op, brandgevaar! Niet roken<br />

en houd vonken en vlammen uit<br />

de buurt van de afgetapte<br />

brandstof. Ontdoe u van<br />

de brandstof op een<br />

milieuvriendelijke wijze. De<br />

lasgroep nooit onbeheerd laten<br />

tijdens het aftappen van de<br />

brandstoftank<br />

! Til de lasgroep op de juiste wijze<br />

op en zet hem waterpas. Gebruik<br />

geschikte blokken of steunen om<br />

de lasgroep te ondersteunen<br />

tijdens het aftappen<br />

de brandstoftank.<br />

van<br />

Bevestig een slang met een<br />

binnendoorsnee van 1/2 inch aan<br />

de aftapkraan. Plaats een metalen<br />

opvangbak onder de kraan en open de<br />

afsluiter voor het bezinksel met een<br />

schroevendraaier. Sluit hem weer als<br />

al het bezinksel is afgetapt. Verwijder<br />

de slang.<br />

Sluit de deur.<br />

803 605−D


8-8. Overbelastingsbeveiliging<br />

4<br />

5<br />

9<br />

8<br />

7<br />

2<br />

1<br />

! Stop de motor.<br />

Als er een extra beveiliging,<br />

automatische zekering of zekering wordt<br />

aangesproken, duidt dat meestal op een<br />

ernstig probleem. Neem contact op met<br />

een door de fabriek geautoriseerde<br />

onderhoudsmonteur.<br />

1 Zekering F1<br />

2 Zekering F2<br />

F1 en F2 beschermen de statorspoel tegen<br />

overbelasting. Als F1 open gaat, is er een<br />

lage las− en aggregaatstroom of stopt<br />

volledig. Als F2 open gaat, is de<br />

lasuitgangsspanning laag of stopt volledig.<br />

Er is nog steeds 4 kVA/kW<br />

aggregaatvermogen beschikbaar.<br />

3 Automatische zekering CB4<br />

(niet afgebeeld)<br />

4 Extra beveiliging CB5<br />

(alleen CC/CV−modellen)<br />

5 Extra beveiliging CB6<br />

(alleen CC/CV−modellen)<br />

6 Automatische zekering CB10<br />

(niet afgebeeld)<br />

7 Extra beveiliging CB11<br />

8 Extra beveiliging CB12<br />

9 Extra beveiliging CB13<br />

10 Automatische zekering CB14<br />

(niet afgebeeld)<br />

CB4 beschermt het Arc Force−circuit (dig).<br />

Als CB4 opengaat, kan de elektrode vaker<br />

aan het werkobject blijven plakken bij lage<br />

spanning (korte booglengte). CB4 reset<br />

automatisch als de fout is hersteld.<br />

CB5 beschermt de 24−volt AC<br />

uitgangsspanning naar de afstandsbediende<br />

contactdoos RC14 en de 24 V<br />

uitgangsspanning naar de regelprint PC1 voor<br />

de veldstroom (alleen op CC/CV−modellen).<br />

Als CB5 wordt aangesproken, valt de 24 V<br />

uitgangsspanning op RC14 weg. Bij<br />

lasmachines met optionele driefasenaggregaat<br />

valt de spanning op contactdoos RC5 ook weg,<br />

als CB5 opengaat.<br />

CB6 beschermt de 115−volt AC<br />

uitgangsspanning naar de afstandsbediende<br />

contactdoos RC14 (alleen CC/CV−modellen).<br />

Als CB6 wordt aangesproken, valt de 115 V<br />

uitgangsspanning op RC14 weg.<br />

CB10 beschermt het accucircuit van de<br />

motor. Als CB10 opengaat, slaat de motor niet<br />

aan bij het starten. CB10 reset automatisch<br />

als de fout is hersteld.<br />

CB11 beschermt het lasregelingscircuit. Als<br />

CB11 bij CC−modellen wordt aangesproken,<br />

dan werkt het max. OCV−circuit niet en is de<br />

open−circuitspanning altijd variabel (zie de<br />

opmerking over max. OCV−circuit onder<br />

Lasregelfuncties in Sectie 5-2). Als CB11<br />

bij CV−modellen wordt aangesproken,<br />

dan valt de lasuitgangsspanning weg<br />

(aggregaatvermogen blijft beschikbaar).<br />

CB12 beschermt het veldflitscircuit. Als CB12<br />

wordt aangesproken, dan slaat het aggregaat<br />

mogelijk niet aan bij het opstarten en is er<br />

mogelijk geen las− of aggregaatuitgangsspanning<br />

beschikbaar.<br />

CB13 beschermt het besturingscircuit van de<br />

motor. Als CB13 wordt aangesproken, dan<br />

slaat de motor niet aan.<br />

CB14 beschermt de magneetklep van de<br />

smoorklep TS1 op lasgroepen met optioneel<br />

automatisch stationair. Als CB14 wordt<br />

aangesproken, draait de motor niet stationair.<br />

CB14 reset automatisch als de fout is<br />

hersteld.<br />

803 605<br />

D k d k d OM−4421 t b iliPagina i 45


8-9. Storingen<br />

A. Lassen − CC−modellen<br />

Probleem Oplossing<br />

Geen lasuitgangsvermogen,<br />

uitgangsspanning aggregaat OK bij de<br />

AC contactdozen.<br />

Geen lasuitgangsvermogen en geen<br />

uitgangsspanning van het aggregaat bij<br />

de AC contactdozen.<br />

OM−4421 Pagina 46<br />

Controleer de stand van de stroombereikschakelaar.<br />

Controleer de stand van de optionele polariteitsschakelaar.<br />

Zet de stroomsterkteschakelaar in de Paneel−stand of zet de schakelaar in de<br />

afstandsbedieningsstand en sluit de afstandsbediening aan op de afstandsbediende contactdoos<br />

voor de stroomsterkte RC13 (zie Secties 4-12 en 5-1).<br />

Controleer de verbindingen met de afstandsbediende contactdoos voor de stroomsterkte RC13 en<br />

zet ze stevig vast (zie Sectie 4-12).<br />

Controleer zekering F2 en vervang hem als hij open staat (zie Sectie 8-8). Laat een door de fabriek<br />

geautoriseerde onderhoudsmonteur de geïntegreerde gelijkrichter SR2 en de rotor nakijken.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de koolborstels, sleepringen en<br />

het lasbekrachtigingscircuit nakijken.<br />

Haal de apparatuur los van de contactdozen tijdens het opstarten.<br />

Controleer zekeringen F1 en F2 en vervang ze als ze open staan (zie Sectie 8-8). Laat een door<br />

de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de geïntegreerde gelijkrichter SR1, de condensator<br />

C9, de geïntegreerde gelijkrichter SR2 en de rotor nakijken.<br />

Reset de extra beveiliging CB12. Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de<br />

diode D1 nakijken (zie Sectie 8-8).<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de koolborstels, sleepringen en het<br />

bekrachtigingscircuit nakijken.<br />

Afwijkende uitgangsspanning. Controleer en zet de aansluitklemmen aan de binnen− en buitenkant van het apparaat vast.<br />

Zorg ervoor dat de verbinding met het werkstuk schoon is en strak aangedraaid zit.<br />

Gebruik droge, op de juiste manier bewaarde elektrodes.<br />

Verwijder de overmatige wikkelingen van de laskabels.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de koolborstels en sleepringen nakijken.<br />

Hoge lasuitgangsspanning. Controleer de stand van de stroombereikschakelaar en van de spanning/stroomregeling.<br />

Controleer het toerental van de motor en laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur<br />

het bijstellen, indien nodig. Zie Hoofdstuk 8-6 voor de afstelling van het stationair toerental.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur het OCV−circuit nakijken.<br />

Lage lasuitgangsspanning. Controleer het toerental van de motor en laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur<br />

het bijstellen, indien nodig. Zie Hoofdstuk 8-6 voor de afstelling van het stationair toerental.<br />

De elektrode blijft vaker aan het<br />

werkobject plakken bij lage spanning<br />

(korte booglengte).<br />

Controleer zekeringen F1 en F2 en vervang ze als ze open staan (zie Sectie 8-8). Laat een door<br />

de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de geïntegreerde gelijkrichter SR1, de condensator<br />

C9, de geïntegreerde gelijkrichter SR2 en de rotor nakijken.<br />

De automatische zekering CB4 kan open zijn. CB4 reset automatisch als de fout is hersteld (zie<br />

Sectie 8-8). Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur transformator T1 en de<br />

geïntegreerde gelijkrichters SR4 en SR5 nakijken.<br />

Lage leegloopspanning. Controleer het toerental van de motor en laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur<br />

het bijstellen, indien nodig. Zie Hoofdstuk 8-6 voor de afstelling van het stationair toerental.<br />

Maximum lasuitgangsspanning alleen<br />

in elk stroombereik (met de Beklede<br />

Elektrode/TIG−keuzeschakelaar in de<br />

Beklede Elektrode−stand).<br />

Geen fijne stroomregeling in de<br />

afstandsbediening.<br />

Zet de Beklede Elektrode/TIG−schakelaar op de Beklede Elektrode−stand.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur relais CR7 nakijken.<br />

Zet de stroomsterkteschakelaar in de afstandsbedieningstand.<br />

Controleer de verbindingen met de afstandsbediende contactdoos voor de stroomsterkte RC13 en<br />

zet ze stevig vast (zie Sectie 4-12).<br />

Reset de extra beveiliging CB11 (zie Sectie 8-8). Laat een door de fabriek geautoriseerde<br />

onderhoudsmonteur het relais CR7 nakijken.


Probleem Oplossing<br />

Geen fijne stroomregeling in de<br />

afstandsbediening.<br />

B. Lassen − CC/CV−modellen<br />

Probleem Oplossing<br />

Geen lasuitgangsvermogen,<br />

uitgangsspanning aggregaat OK<br />

bij de AC contactdozen.<br />

Geen lasuitgangsvermogen en geen<br />

uitgangsspanning van het aggregaat bij<br />

de AC contactdozen.<br />

Repareer de afstandsbediening of vervang hem.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur het OCV−circuit nakijken.<br />

Zet de proces/contactor−schakelaar in een Lasklemmen altijd Aan−stand of zet de schakelaar in de<br />

afstandsbediening Aan/Uit−schakelaar vereist−stand en sluit de afstandsbediende contactor aan op<br />

de afstandsbediende 14 contactdoos RC14 (zie Secties 4-13 en 6-1).<br />

Controleer de stand van de stroombereikschakelaar.<br />

Controleer de stand van de optionele polariteitsschakelaar of de Polariteit/AC−schakelaar.<br />

Extra beveiliging CB11 resetten (zie Hoofdstuk 8-8).<br />

Reset de extra beveiliging CB5 (zie Sectie 8-8). Kijk of de afstandsbediening die op RC14 is<br />

aangesloten defect is.<br />

Controleer de verbindingen met de afstandsbediende contactdoos RC14 en zet ze stevig vast (zie<br />

Sectie 4-13).<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur connectorkaart PC6 en de aansluitingen<br />

nakijken.<br />

Controleer zekering F2 en vervang hem als hij open staat (zie Sectie 8-8). Laat een door de fabriek<br />

geautoriseerde onderhoudsmonteur de koolborstels, sleepringen, het lasbekrachtigingscircuit, de<br />

veldstroomkaart PC1 en de rotor nakijken.<br />

Haal de apparatuur los van de contactdozen tijdens het opstarten.<br />

Controleer zekeringen F1 en F2 en vervang ze als ze open staan (zie Sectie 8-8). Laat een door de<br />

fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de geïntegreerde gelijkrichter SR1, de condensator C9,<br />

de veldstroomkaart PC1 en de rotor nakijken.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de koolborstels, sleepringen en het<br />

bekrachtigingscircuit nakijken.<br />

Afwijkende uitgangsspanning. Controleer en zet de aansluitklemmen aan de binnen− en buitenkant van het apparaat vast.<br />

Zorg ervoor dat de verbinding met het werkstuk schoon is en strak aangedraaid zit.<br />

Gebruik droge, op de juiste manier bewaarde elektrodes.<br />

Verwijder de overmatige wikkelingen van de laskabels.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de koolborstels en sleepringen nakijken.<br />

Hoge lasuitgangsspanning. Controleer de stand van de stroombereikschakelaar en van de spanning/stroomregeling.<br />

De spanning/stroomregeling werk niet<br />

bij lassen in de Beklede<br />

Elektrode−stand.<br />

Controleer het toerental van de motor en laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur<br />

het bijstellen, indien nodig. Zie Hoofdstuk 8-6 voor de afstelling van het stationair toerental.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de veldstroomprint PC1 en het PC1<br />

spanningsterugkoppelingscircuit nakijken.<br />

Zet de spanning/stroomregelingsschakelaar op het lage bereik. De spanning/stroomregeling werk niet<br />

met de schakelaar in het hoge bereik.<br />

Lage lasuitgangsspanning. Controleer de stand van de stroombereikschakelaar en van de spanning/stroomregeling.<br />

De elektrode blijft vaker aan het<br />

werkobject plakken bij lage spanning<br />

(korte booglengte).<br />

Controleer het toerental van de motor en laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur<br />

het bijstellen, indien nodig. Zie Hoofdstuk 8-6 voor de afstelling van het stationair toerental.<br />

Controleer zekeringen F1 en F2 en vervang ze als ze open staan (zie Sectie 8-8). Laat een door de<br />

fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de geïntegreerde gelijkrichter SR1, de condensator C9,<br />

de veldstroomkaart PC1 en de rotor nakijken.<br />

De automatische zekering CB4 kan open zijn. CB4 reset automatisch als de fout is hersteld (zie<br />

Sectie 8-8). Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur transformator T1 en de<br />

geïntegreerde gelijkrichters SR4 en SR5 nakijken.<br />

Lage leegloopspanning. Controleer het toerental van de motor en laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur<br />

het bijstellen, indien nodig. Zie Hoofdstuk 8-6 voor de afstelling van het stationair toerental.<br />

Geen fijne stroom− of<br />

spanningsregeling in de<br />

afstandsbediening.<br />

Controleer de stand van de proces/contactor−schakelaar.<br />

Zet de spanning/stroomsterkteschakelaar in de afstandsbedieningstand.<br />

Controleer de verbindingen met de afstandsbediende contactdoos RC14 en zet ze stevig vast (zie<br />

Sectie 4-13).<br />

OM−4421 Pagina 47


Probleem Oplossing<br />

Geen fijne stroom− of<br />

spanningsregeling in de<br />

afstandsbediening.<br />

OM−4421 Pagina 48<br />

Repareer de afstandsbediening of vervang hem.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de sensordraden van PC1 (36 en 37)<br />

en de aansluitingen nakijken.<br />

De draadaanvoerkast werkt niet. Extra beveiliging CB5 of CB6 resetten (zie Sectie 8-8).<br />

Controleer de verbindingen met de afstandsbediende contactdoos RC14 en zet ze stevig vast (zie<br />

Sectie 4-13).<br />

Repareer de draadaanvoerkast of vervang hem.<br />

Lage CV−lasuitgangsspanning. Zet de spanningsbereikschakelaar op het hoogste bereik.<br />

Alleen minimum of maximum<br />

CV−lasuitgangsspanning.<br />

C. Standaard aggregaatvermogen<br />

Probleem Oplossing<br />

Geen aggregaatuitgangsvermogen bij<br />

AC contactdozen, lasuitgangsspanning<br />

OK.<br />

Geen aggregaatuitgangsvermogen en<br />

geen lasuitgangsspanning.<br />

Hoge uitgangsspanning bij AC<br />

contactdozen van aggregaat.<br />

Lage uitgangsspanning bij AC<br />

contactdozen van aggregaat.<br />

Verhoog de instelling van de spanning/stroomregeling.<br />

Controleer de stand van de spanning/stroomregeling en de spanning/stroomschakelaar.<br />

Repareer de afstandsbediening of vervang hem.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de spanning/stroomregeling R1 en de<br />

veldstroomprint PC1 nakijken.<br />

Reset de extra beveiligingen van de contactdozen.<br />

Reset GFCI contactdoos.<br />

Haal de apparatuur los van de contactdozen tijdens het opstarten.<br />

Controleer zekeringen F1 en F2 en vervang ze als ze zijn aangesproken (zie Hoofdstuk 8-8). Laat<br />

een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de geïntegreerde gelijkrichter SR1, de<br />

condensator C9, de diode/condensatorprint D1/C1 en de rotor nakijken.<br />

Reset de extra beveiliging CB12. Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de<br />

diode D1 nakijken.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de koolborstels, sleepringen en het<br />

bekrachtigingscircuit nakijken.<br />

Controleer het toerental van de motor en laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur<br />

het bijstellen, indien nodig. Zie Hoofdstuk 8-6 voor de afstelling van het stationair toerental.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur weerstand R3 voor de veldstroom van<br />

het aggregaat afstellen.<br />

Controleer het toerental van de motor en laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur<br />

het bijstellen, indien nodig. Zie Hoofdstuk 8-6 voor de afstelling van het stationair toerental.<br />

Controleer zekering F1 en vervang hem als hij open staat (zie Sectie 8-8). Laat een door de fabriek<br />

geautoriseerde onderhoudsmonteur de geïntegreerde gelijkrichter SR1, weerstand R3 en<br />

condensator C9 nakijken.<br />

D. Optionele driefasenaggregaat (alleen op CC/CV−modellen)<br />

Probleem Oplossing<br />

Geen of weinig uitgangsspanning<br />

op de optionele driefasenaggregaat<br />

/contactdoos RC5.<br />

Hoge uitgangsspanning op optionele<br />

driefasenaggregaat /contactdoos RC5.<br />

Onregelmatige uitgangsspanning<br />

op optionele driefasenaggregaat<br />

/contactdoos RC5.<br />

Zet de proces/contactor−schakelaar in de stand Lasklemmen altijd Aan (zie Hoofdstuk 6-3).<br />

Reset extra beveiliging CB7 (zie Sectie 7-2).<br />

Reset extra beveiliging CB5 (zie Sectie 8-8).<br />

Controleer het toerental van de motor en laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur<br />

het bijstellen, indien nodig. Zie Hoofdstuk 8-6 voor de afstelling van het stationair toerental.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de koolborstels, sleepringen en de<br />

veldstroomkaart PC1 nakijken.<br />

Controleer het toerental van de motor en laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur<br />

het bijstellen, indien nodig. Zie Hoofdstuk 8-6 voor de afstelling van het stationair toerental.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de veldstroomprint PC1 en het PC1<br />

spanningsterugkoppelingscircuit nakijken.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de koolborstels, sleepringen en de<br />

veldstroomkaart PC1 nakijken.


E. Motor<br />

Probleem Oplossing<br />

Motor start niet. Controleer accu en vervang deze zonodig.<br />

Controleer de accuaansluitingen en draai ze vast, indien nodig.<br />

De automatische zekering CB10 kan open zijn. CB10 reset automatisch als de fout is hersteld (zie<br />

Sectie 8-8). Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de motorbedrading en de<br />

−componenten nakijken.<br />

Controleer de plugaansluitingen van de motorbedrading.<br />

Motor slaat aan, maar start niet. Controleer het brandstofpeil.<br />

De motor start, maar slaat weer af als<br />

de motorbedieningsschakelaar wordt<br />

losgelaten.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur het regelrelais CR1 en de<br />

motorbedieningsschakelaar S1 nakijken.<br />

Controleer de accu en vervang hem indien nodig. Controleer het oplaadopsysteem van de motor<br />

conform de motorhandleiding.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de kabelboom van de motor,<br />

de brandstofmeter/urenmeter, het regelrelais CR5, de brandstofpomp, de brandstofmagneetklep<br />

FS1 en de diode/condensatorprint D10/C10 nakijken.<br />

Lucht in het brandstofcircuit. Zie de handleiding van de motor.<br />

Controleer het peil van de olie en de koelvloeistof. Het automatische uitschakelsysteem stopt de<br />

motor als de oliedruk te laag wordt of als de temperatuur van de koelvloeistof te hoog is (zie Sectie<br />

4-9) Het automatische uitschakelsysteem wordt 30 seconden na de start uitgezet.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de brandstofmeter/urenmeter en relais<br />

CR5 nakijken.<br />

De motor start moeilijk in koud weer. Gebruik de starthulpschakelaar (zie Sectie 5-1 of 6-1).<br />

De accu in goede staat houden. Bewaar hem in een warme plaats en niet op een koude vloer.<br />

Gebruik brandstof bestemd voor koud weer (diesel kan verdikken in koud weer). Neem contact met<br />

uw lokale brandstofleverancier voor meer informatie.<br />

Gebruik de juiste motorolie voor koud weer (zie Sectie 8-1).<br />

De motor stopt opeens. Controleer het peil van de olie en de koelvloeistof. Het automatische uitschakelsysteem stopt de<br />

motor als de oliedruk te laag wordt of als de temperatuur van de koelvloeistof te hoog is (zie Sectie<br />

4-9) Het automatische uitschakelsysteem wordt 30 seconden na de start uitgezet.<br />

Motor sloeg langzaam af en kan niet<br />

opnieuw gestart worden.<br />

Zie de Motorhandleiding.<br />

Controleer het brandstofpeil.<br />

Controleer de lucht− en brandstoffilters van de motor (zie Secties 8-4 en 8-7).<br />

Zie de Motorhandleiding.<br />

Accu ontlaadt zich tussen gebruik. Draai de motorbesturingsschakelaar op uit (OFF) als de lasgroep niet draait.<br />

De motor loopt stationair, maar bereikt<br />

de lassnelheid niet (alleen modellen<br />

met de stationairoptie).<br />

De motor loopt niet stationair (alleen bij<br />

modellen met stationairoptie).<br />

Motor gebruikt olie tijdens de<br />

warmloopperiode; er treedt wetstacking<br />

op.<br />

Maak de bovenkant van de accu schoon met een oplossing van zuiveringszout en water; afspoelen<br />

met schoon water.<br />

Laad de accu opnieuw op of vervang hem, indien noodzakelijk.<br />

De accu regelmatig opladen (ongeveer elke 3 maanden).<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de stationairmodule PC7 en de<br />

stroomtransformator CT1 nakijken.<br />

Controleer of het smoorkleprelais verstopt is.<br />

CC−modellen: Zet de Beklede Elektrode/TIG−keuzeschakelaar op de Beklede Elektrode−stand.<br />

CC/CV −modellen: Zet de proces/contactor−schakelaar op de stand Afstandsbedieningschakelaar<br />

Aan/Uit vereist − TIG.<br />

Controleer of het smoorkleprelais verstopt is.<br />

Laat een door de fabriek geautoriseerde onderhoudsmonteur de stationairmodule PC7 en de<br />

smoorkleprelais CR3 en CR6 nakijken.<br />

Droog de motor conform de inloopprocedure (zie Sectie NO TAG).<br />

OM−4421 Pagina 49


OM-4421 Pagina 50<br />

HOOFDSTUK 9 − ELECTRICAL DIAGRAMS<br />

Figuur 9-1. Stroomkringdiagram voor lasaggregaat-CC


Waarschuwing<br />

Gevaar voor<br />

electrische schok<br />

Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.<br />

Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u<br />

deze installatie installeert of nakijkt.<br />

Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.<br />

Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik<br />

en het onderhoud laten doen.<br />

OM-4421 Pagina 51<br />

240 152-B


OM-4421 Pagina 52<br />

Figuur 9-2. Stroomkringdiagram voor lasaggregaat-CC/CV


Waarschuwing<br />

Gevaar voor<br />

electrische schok<br />

Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.<br />

Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u<br />

deze installatie installeert of nakijkt.<br />

Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.<br />

Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik<br />

en het onderhoud laten doen.<br />

OM-4421 Pagina 53<br />

240 153-B


9-3. Wetstacking<br />

1<br />

OM−4421 Pagina 54<br />

HOOFDSTUK − INLOOPPRO<strong>CE</strong>DURE<br />

2<br />

run_in1 2007−04<br />

OPGELET − De inloopprocedure<br />

niet uitvoeren met een<br />

las−uitgangsspanning van minder<br />

dan 20 V en de inschakelduur niet<br />

overschrijden, anders kan de<br />

apparatuur beschadigd raken.<br />

1 Lasaggregaat<br />

Laat dieselmotoren tijdens<br />

de inloopprocedure draaien<br />

op ongeveer nominale spanning en<br />

stroom om te zorgen dat de<br />

zuigerveren zich goed plaatsen om<br />

wetstacking te voorkomen. Zie het<br />

naamplaatje, het vermogensplaatje<br />

of de sectie met de technische<br />

gegevens in deze handleiding voor<br />

de nominale spanning en stroom.<br />

OPGELET − Laat de motor niet<br />

langer stationair lopen dan<br />

noodzakelijk. De zuigerveren<br />

worden sneller gerodeerd als de<br />

motor loopt op las/stroomtoeren en<br />

het lasaggregaat belast blijft<br />

gedurende de inloopperiode.<br />

2 Uitlaatpijp van motor<br />

Wetstacking is het verzamelen van<br />

onverbrande brandstof en olie in de<br />

uitlaatpijp en treedt op tijdens<br />

de warmloopperiode als de motor te<br />

lang op lichte belasting of stationair<br />

toerental loopt.<br />

Als de uitlaatpijp bedekt is met een<br />

natte, zwarte, teerachtige stof, droog<br />

de motor dan door middel van de<br />

volgende warmloopprocedures.<br />

Zie de motorhandleiding voor<br />

aanvullende informatie over het<br />

warmlopen van de motor.


9-4. Inloopprocedure met gebruik van een belastingsbank<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

Stop de motor.<br />

Vermijd aanraking met hete<br />

uitlaatpijp, motoronderdelen of<br />

oplader/weerstandsinstrument.<br />

Houd de uitlaat en pijp weg van<br />

brandbare voorwerpen.<br />

OPGELET − De inloopprocedure<br />

niet uitvoeren met een<br />

lasuitgangsspanning van minder<br />

dan 20 V en de inschakelduur<br />

niet overschrijden, anders kan de<br />

apparatuur beschadigd raken.<br />

1 Belastingsbank<br />

Zet alle hendels op af. Verbind, indien<br />

noodzakelijk, met een 115 Volt<br />

wisselstroomwandcontactdoos of<br />

met een hulpstroomcontactdoos van<br />

het aggregaat.<br />

2 Lasaggregaat<br />

Zet de A/V−bereikschakelaar in<br />

de maximum positie, A/V<br />

controleknop in de minimum positie<br />

en de keuzeschakelaar voor de<br />

uitgangsstroom (indien aanwezig)<br />

in een van de gelijkstroomstanden<br />

(DC).<br />

3 Laskabels<br />

Verbind de bank met de aansluitklemmen<br />

van de uitgangsspanning<br />

van het aggregaat door middel van<br />

laskabels met de juiste afmetingen<br />

en aansluitklemmen. Let op het<br />

gebruik van de juiste polariteit.<br />

Start de motor en laat deze enkele<br />

minuten lopen.<br />

Stel de schakelaars van de<br />

belastingsbank in en regel<br />

vervolgens de A/V−regeling van<br />

het aggregaat zo in dat de<br />

belasting gelijk is aan de nominale<br />

spanning en stroom van het<br />

aggregaat (zie het naamplaatje,<br />

het vermogensplaatje of<br />

hoofdstuk met de technische<br />

gegevens in deze handleiding).<br />

Controleer de meters van het<br />

aggregaat en de bank na de eerste<br />

vijf minuten en vervolgens elke<br />

vijftien minuten, om te kijken of het<br />

aggregaat op de juiste wijze wordt<br />

belast.<br />

OPGELET − Controleer het oliepeil<br />

regelmatig tijdens de<br />

warmloopperiode; voeg eventueel<br />

olie toe.<br />

Het wordt aangeraden om het<br />

lasaggregaat minimaal twee tot vier<br />

uur onder belasting te laten draaien<br />

op. Zet de A/V−regeling op de<br />

laagste stand en schakel dan de<br />

belastingsbank uit om de belasting<br />

weg te halen. Laat de motor enkele<br />

minuten zonder belasting draaien.<br />

Stop motor en laat deze afkoelen.<br />

4 Uitlaatpijp van motor<br />

Herhaal de procedure indien er<br />

nog steeds wetstacking optreedt.<br />

S−0683<br />

OM−4421 Pagina 55


9-5. Warmloopprocedure met gebruik van een weerstandsinstrument (grid)<br />

4<br />

6<br />

OM−4421 Pagina 56<br />

+<br />

3<br />

2<br />

5<br />

1<br />

Stop de motor.<br />

Vermijd aanraking met hete<br />

uitlaatpijp, motoronderdelen of<br />

oplader/weerstandsinstrument.<br />

Houd de uitlaat en pijp weg van<br />

brandbare voorwerpen.<br />

OPGELET − De inloopprocedure<br />

niet uitvoeren met een<br />

lasuitgangsspanning van minder<br />

dan 20 V en de inschakelduur niet<br />

overschrijden, anders kan de<br />

apparatuur beschadigd raken.<br />

1 Weerstandsinstrument<br />

Gebruik het juiste instrument voor<br />

de nominale uitgangsstroom van<br />

het aggregaat.<br />

Zet het instrument af.<br />

2 Lasaggregaat<br />

Zet de A/V−bereikschakelaar in<br />

de maximum positie, A/V<br />

controleknop in de minimum positie<br />

en de keuzeschakelaar voor de<br />

uitgangsstroom (indien aanwezig)<br />

in een van de gelijkstroomstanden<br />

(DC).<br />

3 Laskabels<br />

Verbind het instrument met<br />

de aansluitklemmen van de<br />

uitgangsspanning van het<br />

aggregaat en gebruik hiervoor<br />

laskabels met de juiste afmetingen<br />

en aansluitklemmen (polariteit is<br />

niet belangrijk).<br />

4 Voltmeter<br />

5 Vastklem−stroommeter<br />

Als er geen voltmeter en<br />

ampèremeter op het aggregaat<br />

aanwezig zijn, sluit ze dan aan<br />

zoals op de tekening is aangeven.<br />

Start de motor en laat deze enkele<br />

minuten lopen.<br />

Stel de schakelaars van de bank<br />

in en regel vervolgens de<br />

A/V−regeling van het aggregaat<br />

zo in dat de belasting gelijk is aan<br />

de nominale spanning en stroom<br />

van het aggregaat (zie<br />

het naamplaatje, het<br />

vermogensplaatje of de sectie<br />

met de technische gegevens in<br />

deze handleiding).<br />

Controleer het aggregaat en de<br />

meters na de eerste vijf minuten en<br />

vervolgens elke vijftien minuten,<br />

om te kijken of het aggregaat<br />

correct wordt belast.<br />

OPGELET − Controleer het oliepeil<br />

regelmatig tijdens de warmloopperiode;<br />

voeg eventueel olie toe.<br />

Het wordt aangeraden om het<br />

lasaggregaat minimaal twee tot vier<br />

uur onder belasting te laten draaien<br />

op. Zet de A/V−regeling op<br />

de laagste stand en schakel dan<br />

de bank uit om de belasting weg te<br />

halen. Laat de motor enkele<br />

minuten zonder belasting draaien.<br />

Stop motor en laat<br />

deze afkoelen.<br />

6 Uitlaatpijp van motor<br />

Herhaal de procedure indien er nog<br />

steeds wetstacking optreedt.<br />

S−0684


HOOFDSTUK 10 − RICHTLIJNEN VOOR STROOMAGGREGATEN<br />

De opvattingen in dit Hoofdstuk worden beschouwd als representatief voor alle lasaggregaten die door een motor worden aangedreven.<br />

Uw systeem kan afwijken van de afgebeelde systemen.<br />

10-1. Selectie van apparaten<br />

120V<br />

HOOFDZEKERING<br />

2<br />

1<br />

OR<br />

3<br />

1 Stekker aansluitingen van<br />

het aggregaat − Nulleider<br />

verbonden met chassis<br />

2 Stekker met 3 pinnen en<br />

geaard apparaat<br />

3 Stekker met 2 pinnen en<br />

dubbel geïsoleerd apparaat<br />

Controleer goed of de<br />

!<br />

apparatuur is voorzien van het<br />

symbool voor dubbele isolatie<br />

en/of dat dit er op wordt<br />

vermeld.<br />

Geen stekker met 2 pinnen<br />

gebruiken, tenzij de<br />

apparatuur dubbel geïsoleerd<br />

is.<br />

10-2. Het aggregaat aarden op het chassis van een vrachtwagen of aanhanger<br />

GND/ PE<br />

1<br />

3<br />

2<br />

gen_pwr 2010−04dut − ST−800 577<br />

! Het frame van het lasaggregaat<br />

altijd aarden op het frame van de<br />

wagen om elektrische schokken<br />

en gevaren van statische<br />

elektriciteit te voorkomen.<br />

! Zie ook informatiefolder 29 van<br />

de AWS betreffende veiligheid<br />

en gezondheid: het aarden van<br />

draagbare en op wagens<br />

1<br />

geïnstalleerde lasaggregaten.<br />

Massaklem voor aarding van<br />

apparatuur (op voorpaneel)<br />

2 Massakabel (niet meegeleverd)<br />

3 Metalen frame van wagen<br />

Sluit de massakabel van de apparatuur<br />

aan op het metalen chassis van de<br />

wagen. Gebruik hiervoor<br />

geïsoleerde koperen draad<br />

10 mm<br />

een<br />

van<br />

2 of dikker.<br />

Aard het frame van het<br />

lasaggregaat met het onderstel of<br />

de wagen via metaal−op−metaal<br />

contact.<br />

! Ondervoeringen, transport-<br />

!<br />

blokken en bepaalde wielonderstellen<br />

isoleren het lasaggregaat<br />

van het chassis van de wagen.<br />

Sluit altijd een massadraad aan<br />

vanaf massa−aansluiting van het<br />

aggregaat naar blootgemaakt<br />

metaal van het chassis van<br />

de wagen zoals op de afbeelding<br />

te zien is.<br />

Als de lasgroep niet uitgerust is<br />

met een lekstroomschakelaar<br />

(GFCI), gebruik<br />

een lekstroombeveiligde<br />

verlengkabel.<br />

dan<br />

800 652−D<br />

OM−4421 Pagina 57


10-3. Het aarden met een bouwinstallatie<br />

OM-4421 Pagina 58<br />

2 3<br />

GND/PE<br />

1 2<br />

10-4. Hoeveel vermogen hebben de apparaten nodig?<br />

1<br />

3<br />

2<br />

3<br />

VOLT 115<br />

AMPS<br />

Hz<br />

4.5<br />

60<br />

1 Geaarde aansluitklem voor<br />

installatie<br />

2 Aardkabel<br />

Gebruik geïsoleerd koperdraad<br />

(10 mm2 of dikker).<br />

3 Aarding<br />

Gebruik de aarding zoals<br />

aangegeven in de elektrische<br />

richtlijnen.<br />

! Het lasaggregaat verbinden<br />

met de aarding van de<br />

bouwinstallatie (woonhuis,<br />

werkplaats, enz.) indien<br />

!<br />

energie geleverd wordt aan<br />

de elektrische installatie.<br />

Zie ook informatiefolder 29<br />

van de AWS betreffende<br />

veiligheid en gezondheid:<br />

het aarden van draagbare en<br />

op wagens geïnstalleerde<br />

lasaggregaten.<br />

ST−800 576−B<br />

1 Weerstandsbelasting<br />

(resistieve belasting)<br />

Een gloeilamp is een<br />

weerstandsbelasting en heeft een<br />

konstant vermogen nodig.<br />

2 Niet−resistieve belasting<br />

Apparaten met een motor zijn<br />

niet−resistieve belastingen en<br />

hebben ongeveer zes maal meer<br />

vermogen nodig om te starten dan<br />

om te blijven draaien (zie Sectie<br />

10-8).<br />

3 Kenplaatgegevens<br />

De kenplaat geeft de benodigde<br />

spanning, stroom en vermogen aan.<br />

Ampère x Volt = Watt<br />

Voorbeeld 1: Als een boor 4,5 A<br />

en 115 V nodig heeft, bereken dan<br />

het nodige vermogen in Watt.<br />

4.5 A x 115 V = 520 W<br />

Het getrokken vermogen van de<br />

boor is 520 W.<br />

Voorbeeld 2: Als er drie gloeilampen<br />

van 200 Watt gebruikt worden<br />

samen met de boor uit voorbeeld 1,<br />

tel dan de individuele verbruiken op<br />

om het totaalverbruik te berekenen.<br />

(3 x 200W) + 520 W = 1120 W<br />

Het totale verbruik van de drie<br />

lampen en de boor samen is<br />

1120 Watt.<br />

S−0623


10-5. Voedingsvereisten voor industriële motoren (bij benadering)<br />

Industriële motoren Nominaal Startvermogen Bedrijfsvermogen<br />

Gescheiden fase 1/8 pk 800 300<br />

1/6 pk 1225 <strong>500</strong><br />

1/4 pk 1600 600<br />

1/3 pk 2100 700<br />

1/2 pk 3175 875<br />

Aanloop Condensator − Inductie loop 1/3 pk 2020 720<br />

1/2 pk 3075 975<br />

3/4 pk 4<strong>500</strong> 1400<br />

1 pk 6100 1600<br />

1−1/2 pk 8200 2200<br />

2 pk 10550 2850<br />

3 pk 15900 3900<br />

5 pk 23300 6800<br />

Aanloopcondensator − Condensator loop 1−1/2 pk 8100 2000<br />

5 pk 23300 6000<br />

7−1/2 pk 3<strong>500</strong>0 8000<br />

10 pk 46700 10700<br />

Ventilatoren 1/8 pk 1000 400<br />

1/6 pk 1400 550<br />

1/4 pk 1850 650<br />

1/3 pk 2400 800<br />

1/2 pk 3<strong>500</strong> 1100<br />

10-6. Voedingsvereisten voor agrarische en thuisapparatuur (bij benadering)<br />

Agrarische en thuisapparatuur Nominaal Startvermogen Bedrijfsvermogen<br />

ijsontdooier voor voorraadtank 1000 1000<br />

Graanreiniger 1/4 pk 1650 650<br />

Draagbare transportband 1/2 pk 3400 1000<br />

Graanlift 3/4 pk 4400 1400<br />

Melkkoeler 2900 1100<br />

Melkapparaat(vacuümpomp) 2 pk 10<strong>500</strong> 2800<br />

MOTOREN VOOR AGRARISCH GEBRUIK 1/3 pk 1720 720<br />

Standaard (bijv. transportbanden, 1/2 pk 2575 975<br />

voeraggers, lucht− 3/4 pk 4<strong>500</strong> 1400<br />

compressoren) 1 pk 6100 1600<br />

1−1/2 pk 8200 2200<br />

2 pk 10550 2850<br />

3 pk 15900 3900<br />

5 pk 23300 6800<br />

Hoog koppel (bijv. schuurreinigers, 1−1/2 pk 8100 2000<br />

silolossers, hijstoestellen voor 5 pk 23300 6000<br />

silo’s, bunkervullers) 7−1/2 pk 3<strong>500</strong>0 8000<br />

10 pk 46700 10700<br />

3−1/2 cu. ft. mixer 1/2 pk 3300 1000<br />

Hoge druk 1,8 gal/min <strong>500</strong> PSI 3150 950<br />

Wasapparaat 2 gal/min 550 PSI 4<strong>500</strong> 1400<br />

2 gal/min 700 PSI 6100 1600<br />

Koelkast of diepvries 3100 800<br />

Pomp voor ondiepe put 1/3 pk 2150 750<br />

1/2 pk 3100 1000<br />

Beerputpomp 1/3 pk 2100 800<br />

1/2 pk 3200 1050<br />

OM−4421 Pagina 59


10-7. Voedingsvereisten voor apparatuur gebruikt door aannemers (bij benadering)<br />

OM-4421 Pagina 60<br />

Aannemer Nominaal Startvermogen Bedrijfsvermogen<br />

Handboor 1/4 inch 350 350<br />

3/8” 400 400<br />

1/2 inch 600 600<br />

Cirkelzaag 6−1/2 inch <strong>500</strong> <strong>500</strong><br />

7−1/4 inch 900 900<br />

8−1/4 inch 1400 1400<br />

Tafelzaag 9 inch 4<strong>500</strong> 1<strong>500</strong><br />

10 inch 6300 1800<br />

Bandzaag 14 inch 2<strong>500</strong> 1100<br />

Tafelslijpmachine 6 inch 1720 720<br />

8 inch 3900 1400<br />

10 inch 5200 1600<br />

Luchtcompressor 1/2 pk 3000 1000<br />

1 pk 6000 1<strong>500</strong><br />

1−1/2 pk 8200 2200<br />

2 pk 10<strong>500</strong> 2800<br />

Elektrische kettingzaag 1−1/2 pk, 12 inch 1100 1100<br />

2 pk, 14 inch 1100 1100<br />

Elektrische snoeischaar Standaard 9 inch 350 350<br />

Heavy−duty 12 inch <strong>500</strong> <strong>500</strong><br />

Elektrische cultivator 1/3 pk 2100 700<br />

Elektrische heggenschaar 18 inch 400 400<br />

Schijnwerpers HID 125 100<br />

Metaalhalogeen 313 250<br />

Kwik 1000<br />

Natrium 1400<br />

Damp 1250 1000<br />

Dompelpomp 400 gal/u 600 200<br />

Centrifugaalpomp 900 gal/u 900 <strong>500</strong><br />

Vloerpoetsmachine 3/4 pk, 16 inch 4<strong>500</strong> 1400<br />

1 pk, 20 inch 6100 1600<br />

Hogedrukreiniger 1/2 pk 3150 950<br />

3/4 pk 4<strong>500</strong> 1400<br />

1 pk 6100 1600<br />

55 gal vatmixer 1/4 pk 1900 700<br />

Nat & Droog zuiger 1,7 pk 900 900<br />

2−1/2 pk 1300 1300


10-8. Vereist startvermogen<br />

Startcode<br />

van motor<br />

Startrichtlijnen voor monofase inductiemotoren<br />

G H J K L M N P<br />

KVA/PK 6,3 7,1 8,0 9,0 10,0 11,2 12,5 14,0<br />

4<br />

1<br />

3<br />

AC MOTOR<br />

VOLTS 230 AMPS 2.5<br />

CODE M Hz 60<br />

HP 1/4 PHASE 1<br />

10-9. Hoeveel vermogen kan het lasaggregaat leveren?<br />

1<br />

2<br />

2<br />

1 Startcode van motor<br />

2 Stroomsterkte tijdens het draaien<br />

3 Motor pk<br />

4 Motorspanning<br />

Hoe het startamperage vinden:<br />

Stap 1: Zoek de motorcode en aan de<br />

hand van onderstaande tabel vinden<br />

we een waarde in KVA/PK. Als de<br />

code ontbreekt of niet overeenkomt<br />

met de tabelcodes vermenigvuldig dan<br />

de werkingsamperage met zes om de<br />

startamperage te vinden.<br />

Stap 2: Noteer de spanning (Volt)<br />

en paardekracht (PK).<br />

Stap 3: Bereken de startamperage<br />

(zie voorbeeld).<br />

De beschikbare uitgangsstroom op<br />

het lasaggregaat moet minstens<br />

dubbel zo groot zijn als de normale<br />

werkingsstroom van de motor.<br />

(kVA/HP x pk x 1000) /<br />

Volt = startamperage<br />

Voorbeeld: Bereken de startamperage<br />

voor een 230 V motor van 1/4 pk en M<br />

als startcode.<br />

Volt = 230, pk = 1/4, kVA/pk = 11,2<br />

(11,2 x 1/4 x 1000) / 230 = 12,2A<br />

De motor heeft 12,2 A nodig<br />

om te starten.<br />

S−0624<br />

1 Beperk de belasting tot 90%<br />

van het maximaal vermogen<br />

van het lasaggregaat<br />

Steeds de niet−resistieve<br />

apparaten (motoren) eerst starten,<br />

in orde van grootte, de grootste<br />

eerst. De resistieve apparaten als<br />

laatste inschakelen.<br />

2 5 seconden regel<br />

Indien de motor niet start binnen de<br />

5 seconden, het apparaat<br />

uitschakelen om motorbeschadiging<br />

te voorkomen. De motor vereist meer<br />

vermogen dan wat het lasaggregaat<br />

kan leveren.<br />

Ref. ST−800 396−A / S−0625<br />

OM−4421 Pagina 61


10-10. Typische installatie voor het leveren van stand-by vermogen<br />

1 2 3 4<br />

Elektriciteitsvoorziening<br />

voor andere<br />

apparaten<br />

OM-4421 Pagina 62<br />

Omzetschakelaar<br />

5<br />

Belangrijke−<br />

belastingen<br />

Schakelaar met<br />

smeltzekering<br />

(indien vereist)<br />

Vermogen<br />

lasaggregaat<br />

! Deze aansluitingen mogen<br />

alleen worden verricht door<br />

bevoegde personen en alleen<br />

conform de van toepassing<br />

zijnde regelgeving en<br />

veiligheidspraktijken.<br />

! Installeer en aard deze installatie<br />

volgens de Handleiding voor<br />

gebruikers en landelijke of lokale<br />

voorschriften.<br />

Door de klant voorziene installatie<br />

is nodig als het lasaggregaat als<br />

noodstroom generator moet<br />

worden gebruikt bij stroom uitval.<br />

1 Elektriciteitsvoorziening<br />

voor andere apparaten<br />

2 Net−omschakelaar<br />

(dubbelpolige schakelaar)<br />

De schakelaar zet de<br />

elektriciteitsvoorziening om van het<br />

openbare net naar het aggregaat.<br />

De belasting gaat weer terug naar<br />

het net als er weer stroom is.<br />

De correcte netscheiding aanbrengen<br />

(te leveren door de klant).<br />

Het netscheidingsvermogen moet<br />

minstens even groot zijn als de<br />

netoverbelastingsbeveiliging.<br />

3 Stroomonderbreker<br />

met smeltzekering<br />

De correcte schakelaar aanbrengen<br />

(te leveren door de klant) indien vereist<br />

door de regelgeving betreffende<br />

elektrische installaties.<br />

4 Uitgangsvermogen lasaggregaat<br />

De uitgangsspanning van het<br />

aggregaat en de bedrading moeten<br />

overeen komen met de normale<br />

spanning en bedrading van het<br />

(net)spanningssysteem.<br />

Sluit het aggregaat aan met tijdelijke<br />

of permanente bedrading die geschikt<br />

is voor de installatie.<br />

De aangekoppelde apparaten<br />

uitschakelen of afkoppelen van het<br />

lasaggragaat voor het starten of<br />

stoppen van de motor. Tijdens het<br />

starten en stoppen van de motor is de<br />

motorsnelheid niet voldoende hoog<br />

om de nodige spanning en frequentie<br />

te leveren.<br />

5 Essentiële belastingen<br />

Het uitgangsvermogen van het<br />

aggregaat voldoet mogelijk niet aan de<br />

elektrische vereisten van het pand.<br />

Als het aggregaat niet voldoende<br />

uitgangsvermogen levert voor alle<br />

vereisten, sluit dan alleen essentiële<br />

belastingen aan (pompen,<br />

diepvrieskasten, verwarmingsapparaten<br />

e.d. − zie Sectie 10-4).


10-11. Keuze van de verlengkabel (zo kort mogelijk kiezen)<br />

Kabellengte voor 120 Volt gebruik<br />

Als de lasgroep niet uitgerust is met een lekstroomschakelaar (GFCI), gebruik dan een lekstroombeveiligde verlengkabel.<br />

Maximaal toegelaten kabellengte in ft(m) voor geleidersectie (AWG)*<br />

Stroom (Ampère) Belasting (Watt) 4 6 8 10 12 14<br />

5 600 350 (106) 225 (68) 137 (42) 100 (30)<br />

7 840 400 (122) 250 (76) 150 (46) 100 (30) 62 (19)<br />

10 1200 400 (122) 275 (84) 175 (53) 112 (34) 62 (19) 50 (15)<br />

15 1800 300 (91) 175 (53) 112 (34) 75 (23) 37 (11) 30 (9)<br />

20 2400 225 (68) 137 (42) 87 (26) 50 (15) 30 (9)<br />

25 3000 175 (53) 112 (34) 62 (19) 37 (11)<br />

30 3600 150 (46) 87 (26) 50 (15) 37 (11)<br />

35 4200 125 (38) 75 (23) 50 (15)<br />

40 4800 112 (34) 62 (19) 37 (11)<br />

45 5400 100 (30) 62 (19)<br />

50 6000 87 (26) 50 (15)<br />

*Kabelsectie is gebaseerd op een spanningsval van maximaal 2%.<br />

Kabellengte voor 240 Volt gebruik<br />

Als de lasgroep niet uitgerust is met een lekstroomschakelaar (GFCI), gebruik dan een lekstroombeveiligde verlengkabel.<br />

Maximaal toegelaten kabellengte in ft(m) voor geleidersectie (AWG)*<br />

Stroom (Ampère) Belasting (Watt) 4 6 8 10 12 14<br />

5 1200 700 (213) 450 (137) 225 (84) 200 (61)<br />

7 1680 800 (244) <strong>500</strong> (152) 300 (91) 200 (61) 125 (38)<br />

10 2400 800 (244) 550 (168) 350 (107) 225 (69) 125 (38) 100 (31)<br />

15 3600 600 (183) 350 (107) 225 (69) 150 (46) 75 (23) 60 (18)<br />

20 4800 450 (137) 275 (84) 175 (53) 100 (31) 60 (18)<br />

25 6000 350 (107) 225 (69) 125 (38) 75 (23)<br />

30 7000 300 (91) 175 (53) 100 (31) 75 (23)<br />

35 8400 250 (76) 150 (46) 100 (31)<br />

40 9600 225 (69) 125 (38) 75 (23)<br />

45 10,800 200 (61) 125 (38)<br />

50 12,000 175 (53) 100 (31)<br />

*Kabelsectie is gebaseerd op een spanningsval van maximaal 2%.<br />

OM−4421 Pagina 63


128<br />

129<br />

1<br />

OM-4421 Pagina 64<br />

2<br />

HOOFDSTUK 11 − ONDERDELENLIJST<br />

3<br />

126<br />

127<br />

125 (Fig. 12-4 of 12-5)<br />

5<br />

4<br />

6<br />

119 (CV)<br />

118 (CV)<br />

7<br />

124<br />

8<br />

9 10<br />

11<br />

12<br />

18<br />

19<br />

117 (Fig. 12-8)<br />

120<br />

121<br />

122<br />

123<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

22<br />

20 21<br />

112<br />

113<br />

115<br />

116 (CC ONLY)<br />

17<br />

23<br />

32<br />

111<br />

Figuur 12-1. Hoofdassemblage (Exportmodellen)<br />

26<br />

25<br />

24<br />

31<br />

27<br />

110<br />

30<br />

29<br />

28<br />

109<br />

108<br />

107<br />

106


33<br />

34<br />

35<br />

128<br />

103<br />

38<br />

37<br />

105 94<br />

104<br />

36<br />

95 96<br />

39<br />

93 (Fig. 12-7)<br />

97<br />

98<br />

99<br />

41<br />

100<br />

92<br />

40<br />

101<br />

102<br />

42<br />

43 45<br />

44<br />

90<br />

89<br />

91<br />

47<br />

46<br />

88<br />

86<br />

87<br />

48<br />

68 69<br />

70<br />

71<br />

72<br />

73<br />

74<br />

61<br />

62<br />

63<br />

64<br />

65<br />

66<br />

67<br />

75<br />

50<br />

49<br />

76<br />

77<br />

78<br />

52<br />

51<br />

60<br />

79<br />

53<br />

85<br />

80<br />

81<br />

82<br />

83<br />

84<br />

59<br />

803 646-J<br />

56 57<br />

54<br />

55<br />

OM-4421 Page 65<br />

58


Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

OM-4421 Pagina 66<br />

Part<br />

No.<br />

Description<br />

Figuur 12-1. Hoofdassemblage<br />

Quantity<br />

... 1 ............. 189 824 .. PANEL, gen LH ................................................. 1<br />

... 1 ............ ♦199 294 .. PANEL, gen LH ss ............................................... 1<br />

... 2 ............. 191 626 .. BUMPER, door engine access .................................... 2<br />

... 3 ............. 189 975 .. HINGE, door access 180deg ...................................... 2<br />

... 4 ............ +200 989 .. DOOR, engine access ........................................... 1<br />

... 4 ........... ♦+210 736 .. DOOR, engine access ss ......................................... 1<br />

... 5 ............. 199 592 .. LATCH, paddle series 20 (black) .................................. 1<br />

... 6 ............. 190 076 .. CHANNEL, stiffener engine access ................................ 1<br />

... 6 ............ ♦202 635 .. CHANNEL, stiffener engine access e−coat .......................... 1<br />

... 7 ............. 190 992 .. KEEPER, latch engine access door ................................ 1<br />

... 8 .............. 220539 .. LABEL, diesel engine maintenance (required on rh door only) ......... 1<br />

... 9 ............. 208 141 .. STOP, door ..................................................... 1<br />

... 10 ............. 189 826 .. PANEL, rocker .................................................. 1<br />

... 10 ............ ♦199 298 .. PANEL, rocker ss ............................................... 1<br />

... 11 ..... Z1 ... C C214 972 ..<br />

... 11 ..... Z1 ... C V214 964 ..<br />

... 12 ............. 206 352 ..<br />

REACTOR, ac ..................................................<br />

REACTOR, ac ..................................................<br />

BRA<strong>CE</strong>, front to center upright ....................................<br />

1<br />

1<br />

2<br />

... 13 ..... 1T .... 038 621 .. BLOCK, term 30A 4 pole frict term str .............................. 1<br />

................... 038 620 .... LINK, jumper term blk 30A ...................................... 2<br />

... 14 ............. 081 499 .. BRACKET, mtg strip terminal ..................................... 1<br />

... 15 .. SR4, SR5 . 035 704 .. RECTIFIER, integ bridge 40. amp 800v ............................ 2<br />

... 16 .... CB4 ... 045 061 .. CIRCUIT BREAKER, auto reset 24vdc 7 amp ....................... 1<br />

... 17 ..... T1 .... 201 613 .. TRANSFORMER w/bracket ...................................... 1<br />

... 17 ..... T1 ... ♦205 636 .. TRANSFORMER w/bracket (environmental coating) ................. 1<br />

... 18 ............. 173 352 .. EXTRUSION, rubber clamp/bulb (order by ft) ....................... 3ft<br />

... 19 ............. 189 708 .. FIREWALL, top ................................................. 1<br />

... 20 ............. 191 307 .. COVER, plate .................................................. 1<br />

... 21 ............. 189 763 .. BRACKET, mtg air cleaner ........................................ 1<br />

... 22 ............. 189 618 .. HOSE, air cleaner ............................................... 1<br />

... 23 ............. 198 457 .. TUBE, air intake ................................................ 1<br />

... 24 ............. 173 036 .. HOSE, elbow air cleaner ......................................... 1<br />

................... 010 863 .... CLAMP, hose 1.125 − 3.000 clp dia .............................. 4<br />

... 25 ............. 189 764 .. AIR CLEANER, intake ........................................... 1<br />

................... *192 938 .... FILTER, air element primary .................................... 1<br />

................. *♦192 939 .... FILTER, air element safety ...................................... 1<br />

... 26 ............. 189 464 .. SEAL, weather lift eye ........................................... 1<br />

................... 173 909 .. HOSE, sae .312 id x .560 od x 24.000 (order by ft) .................. 2<br />

... 27 ............. 191 819 .. HOSE, sae .312 id x .560 od x 14.000 (order by ft) .................. 2<br />

................... 198 584 .. HOSE, sae .312 id x .560 od x 5.000 (order by ft) .................... 1<br />

... 28 ............. 095 636 .. HOSE, sae .187 id x .41 od x 30.000 (order by ft) ................... 1<br />

... 29 ............. 206 297 .. BASE, fuel filter w/fittings ......................................... 1<br />

................... 192 741 .... BLOCK, spacer mtg filter base .................................. 1<br />

... 30 ............. *192 744 .. FILTER, fuel spin−on ............................................ 1<br />

... 31 ............. 201 658 .. UPRIGHT, center assembly ....................................... 1<br />

... 32 ............. 201 697 .. PAN, reactor and rectifier ......................................... 1<br />

................... 203 260 .... LABEL, caution do not use ether ................................. 1<br />

... 33 ............ +201 934 .. COVER, top .................................................... 1<br />

... 33 ........... ♦+202 640 .. COVER, top ss ................................................. 1<br />

... 34 ............. 189 052 .. GROMMET, plastic neck filler fuel ................................. 1<br />

... 35 ............. 190 198 .. CAP, tank screw−on 3.<strong>500</strong> in w/vent ............................... 1<br />

... 36 ............. 192 041 .. LABEL, use diesel fuel only ....................................... 1<br />

... 37 ............. 222 513 .. LABEL, warning falling equipment can cause serious ................. 1<br />

... 38 ............. 224 265 .. LABEL, warning hot exhaust parts do not touch ..................... 1<br />

... 39 ............. 105 734 .. PIPE, muffler extension elbow 1.750 od ............................ 1<br />

... 40 ............. 201 851 .. COVER, radiator access .........................................<br />

1


Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

Description<br />

Figuur 12-1. Hoofdassemblage (vervolg)<br />

Quantity<br />

... 40 ............ ♦202 629 .. COVER, radiator access ss ....................................... 1<br />

... 41 ............. 191 354 .. SUPPORT, cover ................................................ 1<br />

... 41 ............ ♦202 633 .. SUPPORT, cover e−coat ......................................... 1<br />

... 42 ............. 010 875 .. CLAMP, muffler 2.000 dia ........................................ 1<br />

... 43 ............. 203 180 .. MANIFOLD, exhaust muffler ..................................... 1<br />

................... 203 179 .... BRACKET, support muffler ...................................... 2<br />

... 43 ............. 195 012 .. SPARK ARRESTOR KIT (Horizontal) (export models only) .......... 1<br />

... 44 ............. 237 010 .. ENGINE, Perkins dsl elec 404D−22 ............................... 1<br />

................... *214 931 .... SENDER, Coolant Temp & 110c N.o. Switch ...................... 1<br />

................... *215 094 .... SWITCH, oil pressure .......................................... 1<br />

................... 023 562 .... CLAMP, hose .312 − .875 clp dia ................................ 1<br />

................... *197 899 .... FILTER, oil ................................................... 1<br />

................... *192 744 .... FILTER, fuel spin−on ........................................... 1<br />

................... *197 997 .... FILTER, fuel secondary ........................................ 1<br />

... 45 ............. 214 658 .. HOSE, radiator upper ........................................... 1<br />

... 46 ............. *197 944 .. BELT, fan ...................................................... 1<br />

... 47 ............. 217 775 .. GUARD, belt (export models only) ............................... 1<br />

... 47 ............. 202 017 .. GUARD, belt ................................................... 1<br />

... 48 ............. 220 280 .. RADIATOR, w/shroud (includes) ................................... 1<br />

................... 220 281 .... SHROUD, radiator ............................................. 1<br />

................... 214 884 .... RADIATOR, w/14# cap 4 row core 3 pass ......................... 1<br />

................... 187 120 .... CAP, radiator pressure 14 lb .................................... 1<br />

... 49 ............. 225 120 .. LABEL, warning moving parts can cause injury ...................... 1<br />

... 50 ............. 201 749 .. UPRIGHT, rear .................................................. 1<br />

... 50 ............ ♦207 188 .. UPRIGHT, rear ss ............................................... 1<br />

... 50 ............ ♦207 005 .. GRILL, rear panel ss ............................................. 1<br />

... 51 ............. 108 081 .. TERMINAL PROTECTOR, battery post mtg ........................ 2<br />

... 52 ............. 190 206 .. CABLE, bat neg 42 in lg No. 2 awg w/clamp and .375rng ............. 1<br />

... 53 ............. 190 207 .. CABLE, bat pos 45 in lg No. 1 awg w/clamp and .406rng ............. 1<br />

... 54 ............. 203 430 .. BRACKET, battery holddown ...................................... 1<br />

... 55 ............. 190 897 .. BATTERY, stor 12V 650crk 110rsv gp 24 ........................... 1<br />

... 56 ............. 168 385 .. LABEL, warning battery explosion can blind ......................... 1<br />

... 57 ............ +225 120 .. LABEL, warning moving parts can cause injury ...................... 1<br />

... 58 ............ +201 183 .. COVER, battery access .......................................... 1<br />

... 58 ........... ♦+202 639 .. COVER, battery access ss ....................................... 1<br />

... 59 ............. 201 006 .. BOLT, j stl .312−18 x 8.<strong>500</strong> pld .................................... 2<br />

... 60 ............ +215 006 .. GUARD, fan .................................................... 1<br />

... 61 ............. 197 496 .. HOSE, radiator lower ........................................... 1<br />

................... 199 505 .. HOSE, oil drain assy 32 in (consisting of) ........................... 1<br />

... 62 ............. 165 271 .... VALVE, oil drain 3/8−18NPTF ................................... 1<br />

... 63 ............. 176 529 .... FITTING, hose brs barbed fem 1/2tbg x 3/8NPT ................... 1<br />

... 64 .............. 113 854 .... HOSE, SAE .<strong>500</strong> ID x .780 OD xc oil (order by ft) .................. 3ft<br />

... 65 ............. 197 448 .. FITTING, hose brs barbed elbow m 1/2 tbg x 3/8 npt ................. 1<br />

... 66 ........................ WASHER, oil drain (available through engine manufacturer) ........... 1<br />

... 67 ............. 197 196 .. FITTING, adapter oil drain 12mm male x 3/8 npt female .............. 1<br />

... 68 ............. 199 849 .. SCREW, 625−11 x 4.00hexhd pln gr 5 pld .......................... 4<br />

... 69 ............. 071 731 .. WASHER, flat .656 ID x 2.250 OD x .187T stl pld .................... 4<br />

... 70 ............. 197 488 .. BRACKET, mtg LH Perkins ....................................... 1<br />

... 70 ............. 236 752 .. BRACKET, mtg RH ............................................. 1<br />

... 71 ............. 071 890 .. RETAINER, mount eng/gen ....................................... 4<br />

... 72 ............. 071 730 .. TUBING, stl .875 OD x 12ga wall x 2.<strong>500</strong> ........................... 4<br />

... 73 ............. 083 476 .. MOUNT, eng/gen nprn .875 ID x 2.<strong>500</strong> OD x 2.000 .................. 4<br />

... 74 ............. 135 205 .. NUT, 625−11 .94hex .76H stl pld elastic stop nut ..................... 4<br />

... 75 ............. 190 992 .. KEEPER, latch engine access door ................................ 2<br />

... 76 ............. 190 076 .. CHANNEL, stiffener engine access ................................ 2<br />

... 76 ............ ♦202 635 .. CHANNEL, stiffener engine access e−coat ..........................<br />

1<br />

OM-4421 Page 67


Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

OM-4421 Pagina 68<br />

Part<br />

No.<br />

Description<br />

Figuur 12-1. Hoofdassemblage (vervolg)<br />

Quantity<br />

... 77 ............. 191 626 .. BUMPER, door engine access .................................... 4<br />

... 78 ............. 199 592 .. LATCH, paddle series 20 (black) .................................. 1<br />

... 79 ............. 220 539 .. LABEL, diesel engine maintenance ................................ 1<br />

... 80 ............ +200 989 .. DOOR, engine access ........................................... 1<br />

... 81 ........... ♦+210 736 .. DOOR, engine access ss ......................................... 1<br />

... 81 ........................ Not Applicable for Perkins powered machines<br />

... 82 ............. 189 975 .. HINGE, door access 180deg ...................................... 2<br />

................. ♦+199 301 .. PANEL, engine side ss ........................................... 1<br />

... 83 ............. 190 190 .. TANK, coolant recovery .......................................... 1<br />

... 84 ............. 189 826 .. PANEL, rocker .................................................. 1<br />

... 85 ............ ♦199 298 .. PANEL, rocker ss ............................................... 1<br />

... 85 ............. 208 141 .. STOP, door ..................................................... 1<br />

... 86 ............. 189 827 .. PANEL, gen RH ................................................. 1<br />

... 87 ............ ♦199 300 .. PANEL, gen RH ss .............................................. 1<br />

... 87 ............. *197 997 .. FILTER, fuel secondary .......................................... 1<br />

... 88 ............. 173 909 .. HOSE, sae .312 id x .560 od (order by ft) ........................... 1<br />

... 89 ........................ PUMP, fuel (available through engine manufacturer) ................. 1<br />

... 90 ............. 218 222 .. BRACKET, mtg fuel filter/pump .................................... 1<br />

... 91 ............ ♦230 636 .. IDLE SOLENOID ASSEMBLY (consisting of) ........................ 1<br />

................... 230 634 .... SOLENOID, throttle w/4−8.4 lb spring ............................ 1<br />

................... 230 829 .... BRACKET, mtg solenoid ........................................ 1<br />

................... 198 018 .... LINKAGE, throttle solenoid ..................................... 1<br />

................... 230 830 .... ARM, Throttle ................................................. 1<br />

................... 198 109 .... SCREW, shld stl sch .250−20 x .437 x .<strong>500</strong> shld ................. 1<br />

... 92 ............. 225 120 .. LABEL, warning moving parts can cause injury ...................... 2<br />

... 93 ........... Figuur12-6 .. GENERATOR ................................................... 1<br />

... 94 ............. 218 087 .. TANK, fuel (consisting of) ......................................... 1<br />

... 95 ............. 189 909 .... FITTING, stand pipe hose .250 x 9.260 lg 90deg zinc ............... 1<br />

... 96 ............. 095 636 .... HOSE, sae .187 id x .410 od x 30.000 (order by ft) ................. 1<br />

... 97 ............. 201 025 .... CAP, fuel fitting ................................................ 1<br />

... 98 ............. 189 913 .... FITTING, stl barbed elbow zinc pld ............................... 1<br />

... 99 ............. 190 142 .... SENDER, fuel gauge 9.7<strong>500</strong> deep tank ........................... 1<br />

.. 100 ............ 189 910 .... FITTING, stand pipe hose .3125 x 9.260 lg 90deg zinc ............. 1<br />

.. 101 ............ 181 572 .... BUSHING, tank fuel ............................................ 1<br />

.. 102 ............ 189 908 .... VALVE, drain fuel 180deg ....................................... 1<br />

.. 103 ............ 191 446 .... EXTRUSION, rubber w/adhesive 1.000 x 1.000 D (order by ft) ....... 6ft<br />

.. 104 ............ 124 253 .... BUSHING, tank fuel ............................................ 4<br />

................... 084 173 .... CLAMP, hose .460 − .545clp dia slfttng ........................... 2<br />

.. 105 ............ 189 912 .... FITTING, stl barbed elbow w/.047 in orf zinc pld ................... 1<br />

.. 106 ............ 224 266 .. LABEL, warning do not weld on base .............................. 2<br />

.. 107 ............ 191 897 .. BRACKET, mtg unit .............................................. 4<br />

.. 108 ............ 192 362 .. BRACKET, mtg nyl 1/2 conduit .................................... 1<br />

.. 109 ............ 196 220 .. BRACKET, hold down fuel tank rear ............................... 1<br />

.. 110 ........... +200 999 .. BASE .......................................................... 1<br />

.. 110 .......... ♦+203 382 .. BASE e−coat ................................................... 1<br />

.. 111 ............ 218 086 .. BRACKET, hold down fuel tank .................................... 1<br />

.. 112 ............ 173 352 .. EXTRUSION, rubber clamp/bulb (order by ft) ....................... 3ft<br />

.. 113 ............ 189 731 .. FIREWALL, lower ............................................... 1<br />

.. 114 ..... Figuur 12-2, 12-3 CONTROL BOX ASSEMBLY ..................................... 1<br />

.. 115 .... R3 .... 189 699 .. RESISTOR, WW tap 375W 10 ohm w/mtg bkt ...................... 1<br />

..<br />

..<br />

116<br />

117<br />

.... R2 ... C C189 699 ..<br />

......... Figuur 12-7 ..<br />

RESISTOR, WW tap 375W 10 ohm w/mtg bkt ......................<br />

MAIN RECTIFIER ASSEMBLY ....................................<br />

1<br />

1<br />

..<br />

..<br />

..<br />

118<br />

119<br />

120<br />

... PC1 .. C V189 143 ..<br />

........... C V193 453 ..<br />

............ 191 448 ..<br />

MODULE, field current regulator ...................................<br />

BRACKET, mtg box fcr ...........................................<br />

TOP, cover front upright ..........................................<br />

1<br />

1<br />

1


Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

Description<br />

Figuur 12-1. Hoofdassemblage (vervolg)<br />

Quantity<br />

.. 120 ........... ♦199 305 .. TOP, cover front upright ss ....................................... 1<br />

.. 121 ............ 212 944 .. LABEL, cc stick overlap weld ranges ............................... 1<br />

.. 122 ....................... Not Applicable ...................................................<br />

.. 123 ........... +201 750 .. UPRIGHT, front ................................................. 1<br />

.. 123 .......... ♦+202 637 .. UPRIGHT, front ss ............................................... 1<br />

................... 223 103 .. LABEL, ce sound power level 97db (CC export models only) ........ 1<br />

................... 173 216 .. LABEL, ce european community mark (CC export models only) ...... 1<br />

.. 124 ............ 233 953 .. LABEL, warning general precautionary CSA ........................ 1<br />

.. 125 ..... Figuur 12-4, 12-5 . PANEL, front w/components ...................................... 1<br />

.. 126 ... CT1 .. ♦202 130 .. XFMR, current sensing .......................................... 1<br />

.. 127 ........... +189 828 .. PANEL, engine side (<strong>400P</strong> Models) ................................ 1<br />

.. 127 .......... ♦+199 301 .. PANEL, engine side ss ........................................... 1<br />

.. 128 ............ 233 088 .. LABEL, danger using a generator indoors can kill you in minutes (unit) . 1<br />

................... 190 058 .. NUT, .250−20 u−nut multi−thread .................................. 19<br />

................... 049 525 .. NUT, 312−18 u−nut multi−thread .................................. 32<br />

................... 237 013 .. LABEL, hour/fuel meter usage .................................... 1<br />

................... 215 052 .. KIT, label (includes safety & informational labels) CC models .......... 1<br />

................... 215 212 .. KIT, label (includes safety & informational labels) CC/CV models ....... 1<br />

................... 216 989 .. KIT, label (includes safety & informational labels) (CC export models) . 1<br />

................... 216 988 .. KIT, label (includes safety & informational labels) (CC/CV export models)1<br />

+ When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />

*Recommended Spare Parts.<br />

C<br />

C CC models only.<br />

C<br />

V CC/CV models only.<br />

♦Optional<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested Replacement<br />

Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />

OM-4421 Page 69


De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

1<br />

Item<br />

No.<br />

2<br />

3<br />

5<br />

4<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

OM-4421 Pagina 70<br />

23<br />

Part<br />

No.<br />

22<br />

6<br />

21<br />

7<br />

18<br />

20<br />

Figuur 12-2. Control Box Assembly − CC Models<br />

16<br />

19<br />

17<br />

15<br />

Description<br />

Figuur 12-2. Control Box Assembly − CC Models (Figuur 12-1 Item 114)<br />

8<br />

13<br />

11<br />

14<br />

9<br />

10<br />

12<br />

803 647-G<br />

Quantity<br />

... 1 ... F1, F2 .. *085 874 .. FUSE, mintr cer slo-blo 10A 250V ................................. 2<br />

... 2 ............. 046 432 .. HOLDER, fuse mintr .250 x 1.250 ................................. 2<br />

... 3 .... CR7 ... 188 636 .. RELAY, OCV control ............................................. 1<br />

... 4 ............. 201 077 .. CONTROL BOX, lh .............................................. 1<br />

... 5 .... C12 ... 191 944 .. CAPACITOR, polyp met film 10. uf 250 vac 10% .................... 1<br />

... 6 ..... R6 .... 141 424 .. RESISTOR, ww fxd 30 w 25 ohm faston te ......................... 1<br />

... 7 ............. 201 078 .. CONTROL BOX, rh .............................................. 1<br />

... 8 ..... CR3 ... 090 104 .. RELAY, encl 12VDC SPST 30A/15VDC spin flange mtg .............. 1<br />

... 9 .... CR8 ... 197 325 .. RELAY, encl 12vdc spst 70a 4pin flange mtg ........................ 1<br />

... 10 .... CR1 ... 090 104 .. RELAY, Encl 12vdc Spst 30a/15vdc 5pin Flange Mtg ................. 1<br />

... 11 .... CR6 .. ♦090104 .. RELAY, encl 12vdc spst 30a/15vdc 5pin flange mtg .................. 1<br />

... 12 D10/C10, D11/C11, D12 189 701 .. DIODE/CAPACITOR BOARD ..................................... 3<br />

... 13 .... CB14 .. ♦230 635 .. CIRCUIT BREAKER, auto reset 12vdc 8 amp ....................... 1<br />

... 14 .... CB10 ... 190 374 .. CIRCUIT BREAKER, auto reset 12VDC 40A ........................ 1<br />

... 15 .... CR5 ... 223 710 .. RELAY, Encl 12vdc Dpst−no 25a 6pin Flange ...................... 1<br />

... 16 .... PC7 .. ♦195 706 .. MODULE, pull to idle, two output, 7 pin ............................ 1<br />

... 17 .. SR1, SR2 . 035 704 .. RECTIFIER, integ 40A 800V ...................................... 2<br />

... 18 .... CR4 .. ♦113 247 .. RELAY, encl 12vdc dpdt 20a/120vac 8pin flange mtg ................<br />

1


Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

Description<br />

Figuur 12-2. Control Box Assembly − CC Models Continued<br />

Quantity<br />

... 19 ............. 201 079 .. COVER, control box ............................................. 1<br />

... 20 ..... C9 ..... 087 110 .. CAPACITOR, elctlt 240uf 200VDC ................................. 1<br />

... 21 ............. 177 136 .. CLAMP, capacitor 1.375dia ....................................... 1<br />

... 22 ... D1/C1 .. 189 701 .. DIODE/CAPACITOR BOARD ..................................... 1<br />

... 23 CB11, 12, 13 139 266 .. SUPPLEMENTARY PROTECTOR, man reset 1p 15a 250vac ........ 3<br />

♦Optional<br />

*Recommended Spare Parts.<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />

OM-4421 Page 71


De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

1<br />

Item<br />

No.<br />

2<br />

OM-4421 Pagina 72<br />

3<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

22<br />

21<br />

Part<br />

No.<br />

20<br />

4<br />

19<br />

15<br />

16<br />

18<br />

Figuur 12-3. Control Box Assembly − CC/CV Models<br />

17<br />

14<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

Description<br />

Figuur 12-3. Control Box Assembly − CC/CV Models (Figuur 12-1 Item 114)<br />

6<br />

5<br />

7<br />

8<br />

9<br />

803 648-G<br />

Quantity<br />

... 1 ... F1, F2 .. *085 874 .. FUSE, mintr cer slo-blo 10A 250V ................................. 2<br />

... 2 ............. 046 432 .. HOLDER, fuse mintr .250 x 1.250 ................................. 2<br />

... 3 ............. 201 077 .. CONTROL BOX, lh .............................................. 1<br />

... 4 ............. 201 078 .. CONTROL BOX, rh .............................................. 1<br />

... 5 .... CR3 .. ♦090 104 .. RELAY, encl 12VDC SPST 30A/15VDC spin flange mtg .............. 1<br />

... 6 .... CR8 ... 197 325 .. RELAY, encl 12vdc spst 70a 4pin flange mtg ........................ 1<br />

... 7 .... CR1 ... 090 104 .. RELAY, Encl 12vdc Spst 30a/15vdc 5pin Flange Mtg ................. 1<br />

... 8 .... CR6 .. ♦090 104 .. RELAY, encl 12vdc spst 30a/15vdc 5pin flange mtg .................. 1<br />

... 9 D10/C10, D11/C11, D12 189 701 .. DIODE/CAPACITOR BOARD ..................................... 3<br />

... 10 .... CB14 .. ♦230 635 .. CIRCUIT BREAKER, auto reset 12vdc 8 amp ....................... 1<br />

... 11 .... CB10 ... 190 374 .. CIRCUIT BREAKER, auto reset 12VDC 40A ........................ 1<br />

... 12 .... CR5 ... 223 710 .. RELAY, encl 12VDC dpst−no 25A 6pin flange ....................... 1<br />

... 13 ............. 201 079 .. COVER, control box ............................................. 1<br />

... 14 .... PC7 .. ♦195 706 .. MODULE, pull to idle, two output, 7 pin ............................ 1<br />

... 15 .... SR1 ... 035 704 .. RECTIFIER, integ 40A 800V ...................................... 1<br />

... 16 .... CR4 .. ♦113 247 .. RELAY, encl 12vdc dpdt 20a/120vac 8pin flange mtg ................ 1<br />

... 17 .... PC9 ... 192 224 .. CIRCUIT CARD ASSY, display .................................... 1<br />

... 18 ............. 134 201 .. STAND-OFF, support pc card ..................................... 3<br />

... 19 ............. 177 136 .. CLAMP, capacitor 1.375dia ....................................... 1<br />

... 20 ..... C9 ..... 087 110 .. CAPACITOR, elctlt 240uf 200VDC .................................<br />

1


Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

Description<br />

Figuur 12-3. Control Box Assembly − CC/CV Models (Continued)<br />

Quantity<br />

... 21 ... D1/C1 .. 189 701 .. DIODE/CAPACITOR BOARD ..................................... 1<br />

... 22 CB11, 12, 13 139 266 .. SUPPLEMENTARY PROTECTOR, man reset 1p 15a 250vac ........ 3<br />

♦Optional<br />

*Recommended Spare Parts.<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />

OM-4421 Page 73


De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

37<br />

38<br />

36<br />

35<br />

39<br />

OM-4421 Pagina 74<br />

40<br />

1<br />

41<br />

34<br />

33<br />

2<br />

31<br />

32<br />

20<br />

29<br />

28<br />

3<br />

Figuur 12-4. Panel, Front w/Components − CC Models<br />

21<br />

30<br />

27<br />

26<br />

12<br />

22<br />

6<br />

13<br />

19<br />

14<br />

18<br />

15<br />

16<br />

4<br />

24<br />

25<br />

7<br />

8<br />

9<br />

23<br />

11<br />

17<br />

803 649-D<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />

10<br />

5


Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

Description<br />

Figuur 12-4. Panel, Front w/Components − CC Models (Figuur 12-1 Item 125)<br />

Quantity<br />

... 1 ........................ PLATE SCREENED, ident control rating (order by model and serial number)<br />

.............................. (when ordering this item, the nameplate should also be ordered) ....... 1<br />

... 2 ........................ NAMEPLATE, screened (order by model and serial number) .......... 1<br />

... 3 ............. 238 616 .. PANEL, engine/weld control ...................................... 1<br />

... 4 ..... S3 .... 208 278 .. SWITCH, range/changeover ...................................... 1<br />

... 5 ..... R1 .... 188 635 .. RHEOSTAT, WW 300W 34 ohm ................................... 1<br />

... 6 ............. 202 209 .. SPA<strong>CE</strong>R, nylon ................................................. 3<br />

... 7 ..... S6 ..... 011 622 .. SWITCH, tgl DPDT 15A 125VAC ................................. 1<br />

... 8 ..... S5 ..... 011 609 .. SWITCH, tgl SPDT 15A 125VAC on-none-on spd term chr ........... 1<br />

... 9 .... RC13 ... 032 897 .. RE<strong>CE</strong>PTACLE, twlk grd 2P3W 15A 125V ........................... 1<br />

... 10 ..... S1 .... 217 680 .. SWITCH, ignition 4 position w/out handle ........................... 1<br />

................... 207 073 .. LEVER, ignition switch .......................................... 1<br />

................... 201 244 .. WASHER, tooth.728idx1.166odx.050t stl pld int.688 ................. 1<br />

... 11 ..... S2 .... 021 467 .. SWITCH, tgl spst 3a 250v off−none−(on) spd term ................... 1<br />

................ Figuur 12-6 .. AUXILIARY POWER GROUP , Export<br />

................... 215 437 .. AUXILIARY POWER GROUP, Domestic (Includes)<br />

................... 201 553 .... CLIP, circuit breaker retaining ................................... 1<br />

... 12 .... CB1 ... 201 083 .... SUPPLEMENTARY PROTECTOR, man reset 2p 20a 250vac ...... 1<br />

... 13 .... CB2 ... 093 996 .... SUPPLEMENTARY PRO, man reset 1p 20a 250vac frict ........... 1<br />

... 14 ... GFCI1 .. 246 865 .... RCPT, str dx grd 2P3W 20A 125V *5−20r GFI ..................... 1<br />

... 15 .... RC1 ... 147 632 .... RE<strong>CE</strong>PTACLE, tw lk grd 2P3W 30A 250V L6-30R ................. 1<br />

... 16 ............. 190 861 .... LABEL, warning electric shock and moving parts etc ............... 1<br />

... 17 ............ +215 347 .... PANEL, gen pwr ............................................... 1<br />

... 17 ........... ♦+215 405 .... PANEL, gen pwr ss ............................................ 1<br />

... 18 ............. 083 030 .... STUD, brs .250−20 x 1.750 w/hex collar .......................... 1<br />

... 19 ............. 601 836 .... NUT, 250−20 .50hex .19h brs ................................... 3<br />

... 20 ............. 209 056 .... COVER, receptacle w/gasket ................................... 2<br />

... 21 ............. 206 795 .... BOOT, circuit breaker clear hex nut .............................. 1<br />

... 22 ............ ♦196 073 .. LABEL, do not switch while welding ................................ 1<br />

... 23 ..... S12 .. ♦195 825 .. SWITCH, polarity ............................................... 1<br />

... 23 ..... S12 .. ♦220 491 .. SWITCH, polarity/ac ............................................. 1<br />

... 24 ............. 201 125 .. PANEL, mtg terminal pwr output ................................... 1<br />

... 24 ............ ♦199 303 .. PANEL, mtg terminal pwr output ss ................................ 1<br />

... 25 ............. 241 433 .. TERMINAL, pwr output black ..................................... 1<br />

................... 180 735 .. WASHER, output stud ........................................... 2<br />

... 26 ............. 181 169 .. SPA<strong>CE</strong>R, output stud ............................................ 2<br />

... 27 ............. 186 621 .. BOOT, generic output stud ....................................... 2<br />

... 28 ............ ♦059 773 .. HANDLE, switch ................................................ 1<br />

... 29 ............ ♦010 647 .. PIN, spring cs .156 x 1.250 ....................................... 1<br />

... 30 ............. 241 432 .. TERMINAL, pwr output red ....................................... 1<br />

... 31 ............. 021 385 .. BOOT, toggle switch lever ........................................ 2<br />

... 32 ............. 201 045 .. COVER, receptacle twistlock ...................................... 1<br />

... 33 ............ ♦193 228 .. METER, Volt Dc 8− 18 Scale 2.250 In Black Face ................... 1<br />

... 34 .. FUEL/HM .. 232 112 .. GAUGE, fuel elec/hour meter .................................... 1<br />

... 35 ............. 217 084 .. GAUGE, Coolant Temp 0− 300 Deg F <strong>Electric</strong> ....................... 1<br />

................... 197 798 .. SENDER, Coolant Temp 300 Deg F M16 X 1.5 ...................... 1<br />

... 36 ............. 217 083 .. GAUGE, Pressure Oil 0−100 Psi <strong>Electric</strong> ........................... 1<br />

................... 193 230 .. SENDER, Pressure Oil 0− 100 Psi ................................ 1<br />

... 37 ............ ♦164 873 .. VOLT METER, W/Leads ......................................... 1<br />

... 38 ............ ♦164 874 .. AMMETER, W/Leads ........................................... 1<br />

... 39 ............. 189 161 .. HANDLE, switch range ........................................... 1<br />

... 40 ............. 010 647 .. PIN, spring CS .156 x 1.250 ...................................... 1<br />

... 41 ............. 019 602 .. KNOB, pointer .................................................. 1<br />

...................<br />

♦Optional<br />

024 103 .. BLANK, snap−in nyl .750 mtg hole black ............................ 1<br />

+ When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />

OM-4421 Page 75


54<br />

De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

55<br />

53<br />

52<br />

51<br />

50<br />

56<br />

57<br />

OM-4421 Pagina 76<br />

1<br />

2<br />

48<br />

49 47<br />

46<br />

45<br />

42<br />

41<br />

43<br />

3<br />

4<br />

32<br />

44<br />

31<br />

30<br />

40 39 38<br />

37<br />

Figuur 12-5. Panel, Front w/Components − CC/CV Models<br />

33<br />

29<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

28<br />

34<br />

35<br />

36<br />

10<br />

27<br />

11<br />

12<br />

14<br />

13<br />

26<br />

15<br />

16<br />

17<br />

25<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

24<br />

23<br />

803 650-E<br />

22


Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

Description<br />

Figuur 12-5. Panel, Front w/Components − CC/CV Models (Figuur 12-1 Item 125)<br />

Quantity<br />

... 1 ........................ PLATE SCREENED, ident control (order by model and serial number)<br />

.............................. (when ordering this item, the nameplate should also be ordered) ....... 1<br />

... 2 ........................ NAMEPLATE, screened (order by model and serial number) .......... 1<br />

... 3 ............. 238 616 .. PANEL, engine/weld control ...................................... 1<br />

... 4 ..... S3 .... 208 278 .. SWITCH, range/changeover ...................................... 1<br />

... 5 ..... R1 ..... 193 118 .. POT, cp flat 1t 2w 1k ohm linear ................................... 1<br />

... 6 ..... S6 .... 193 234 .. SWITCH, rotary 6 position gold contacts ........................... 1<br />

.................... 197527 .. Guard, Circuit Breaker (For S6 - Not Included w/Harness) ............ 1<br />

... 7 ..... S5 ..... 011 609 .. SWITCH, tgl SPDT 15A 125VAC on-none-on spd term chr ........... 1<br />

... 8 ............. 202 209 .. SPA<strong>CE</strong>R, nylon ................................................. 2<br />

... 9 .... PC6 ... 192 995 .. CIRCUIT CARD ASSY, connector/receptacle ....................... 1<br />

. 10, 11 CB5, CB6 . 093 995 .. SUPPLEMENTARY PRO, man reset 1p 15a 250vac frict ............. 2<br />

... 12 ..... S2 .... 021 467 .. SWITCH, tgl spst 3a 250v off−none−(on) spd term ................... 1<br />

... 13 ..... S1 .... 217 680 .. SWITCH, ignition 4posn w/o handle ................................ 1<br />

................... 207 073 .. LEVER, ignition switch .......................................... 1<br />

................... 201 244 .. WASHER, tooth.728idx1.166odx.050t stl pld int.688 ................. 1<br />

................ Figuur 12-6 .. AUXILIARY POWER GROUP , Export<br />

................... 215 437 .. AUXILIARY POWER GROUP, Domestic (Includes)<br />

... 14 .... CB1 ... 201 083 .... SUPPLEMENTARY PROTECTOR, man reset 2p 20a 250vac ...... 1<br />

................... 201 553 .... CLIP, circuit breaker retaining ................................... 1<br />

... 15 .... CB2 ... 093 996 .... SUPPLEMENTARY PRO, man reset 1p 20a 250vac frict ........... 1<br />

... 16 ............. 190 861 .... LABEL, warning electric shock and moving parts etc ............... 1<br />

... 17 .... RC1 ... 147 632 .... RE<strong>CE</strong>PTACLE, tw lk grd 2P3W 30A 250V L6-30R ................. 1<br />

... 18 .... RC5 .. ♦182 954 .... RCPT, str 3P4W 50A 125/250V .................................. 1<br />

... 19 ............ ♦025 248 .... STAND-OFF, insul .250-20 x 1.2 ................................. 1<br />

... 20 ............ ♦604 102 .... CONNECTOR, clamp cable 1.000 ............................... 1<br />

... 21 ............ ♦197 527 .... GUARD, circuit breaker ........................................ 1<br />

... 22 ............ ♦197 363 .... TERMINAL, ring tng screw clamp ................................ 3<br />

... 23 .... CB7 .. ♦214 926 .... SUPPLEMENTARY PROTECTOR, man reset 3p 50a 250vac ...... 1<br />

... 24 ............ +215 347 .... PANEL, generator power ....................................... 1<br />

... 24 ............ ♦215 406 .... PANEL, generator power ss ..................................... 1<br />

... 24 ........... +♦215 363 .... PANEL, generator power (full kVA option) ......................... 1<br />

... 25 ............ ♦214 927 .... BOOT, circuit breaker 1 pole .................................... 1<br />

... 26 ............ ♦197 508 .... PLUG, protective .............................................. 1<br />

... 27 ............ ♦077 440 .... BUSHING, conduit 1 in ......................................... 1<br />

... 28 ............. 601 836 .... NUT, 250−20 .50hex .19h brs ................................... 3<br />

... 29 ............. 209 056 .... COVER, receptacle w/gasket ................................... 1<br />

... 30 ............. 083 030 .... STUD, brs .250−20 x 1.750 w/hex collar .......................... 1<br />

.......... CT2 .. ♦197 433 .... TRANSFORMER, current sensing ............................... 1<br />

... 31 ............. 190 861 .... LABEL, warning electric shock and moving parts etc ............... 1<br />

... 31 ............ ♦197 399 .... LABEL, warning 3 ph generator power ............................ 1<br />

... 32 ............. 209 056 .... COVER, receptacle w/gasket ................................... 2<br />

... 33 ............. 206 795 .... BOOT, circuit breaker clear hex nut .............................. 1<br />

... 34 ..... S12 .. ♦195 825 .. SWITCH, polarity ............................................... 1<br />

........... S12 .. ♦220 491 .. SWITCH, polarity/AC ............................................ 1<br />

... 35 ............. 201 125 .. PANEL, mtg terminal pwr output ................................... 1<br />

... 35 ............. 199 303 .. PANEL, mtg terminal pwr output ss ................................ 1<br />

... 36 .. PC4, PC5 . 189 744 .. CIRCUIT CARD ASSEMBLY, filter hf ............................... 2<br />

... 37 ............. 241 432 .. TERMINAL, pwr output black ..................................... 1<br />

................... 180 735 .. WASHER, output stud ...........................................<br />

2<br />

OM-4421 Page 77


Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

OM-4421 Pagina 78<br />

Part<br />

No.<br />

Description<br />

Figuur 12-5. Panel, Front w/Components − CC/CV Models (Continued)<br />

Quantity<br />

... 38 ............. 134 201 .. STAND-OFF, support ............................................ 12<br />

... 39 ............. 181 169 .. SPA<strong>CE</strong>R, output stud ............................................ 2<br />

... 40 ............. 186 621 .. BOOT, generic output stud ....................................... 2<br />

... 41 ............ ♦059 773 .. HANDLE, switch ................................................ 1<br />

... 42 ............ ♦010 647 .. PIN, spring cs .156 x 1.250 ....................................... 1<br />

... 43 ............. 241 432 .. TERMINAL, pwr output red ....................................... 1<br />

... 44 ............ ♦196 073 .. LABEL, do not switch while welding ................................ 1<br />

... 45 ............. 021 385 .. BOOT, toggle switch lever ........................................ 1<br />

... 46 ............. 190 323 .. BOOT, circuit breaker clear hex nut ................................ 2<br />

... 47 ............. 170 391 .. CONN, circ ms protective cap size 20 ............................. 1<br />

... 48 .. FUEL/HM .. 232 112 .. GAUGE, fuel elec/hour meter .................................... 1<br />

... 49 ............ ♦193 228 .. METER, Volt Dc 8− 18 Scale 2.250 In Black Face ................... 1<br />

... 50 ............ ♦217 084 .. GAUGE, Coolant Temp 0− 300 Deg F <strong>Electric</strong> ...................... 1<br />

................... 197 798 .. SENDER, Coolant Temp 300 Deg F M16 X 1.5 ...................... 1<br />

... 51 ............. 217 083 .. GAUGE, Pressure Oil 0−100 Psi <strong>Electric</strong> ........................... 1<br />

................... 193 230 .. SENDER, Pressure Oil 0− 100 Psi ................................ 1<br />

... 52 ............ ♦164 873 .. METER, amp ac/dc 0− <strong>500</strong> 0−600 dc scale 2.5 in ................... 1<br />

... 53 ............ ♦164 874 .. METER, volt ac/dc 0− 100 scale 2.5 in ............................. 1<br />

... 54 ............. 097 922 .. KNOB, pointer .875 dia x .250 ID w/set screws plstc ................. 1<br />

... 55 ............. 189 161 .. HANDLE, switch range ........................................... 1<br />

... 56 ............. 010 647 .. PIN, spring CS .156 x 1.250 ...................................... 1<br />

... 57 ............. 097 924 .. KNOB, pointer 1.625 dia x .250 ID w/set scrws plstc ................. 1<br />

................... 024 103 .. BLANK, snap-in nyl .750 mtg hole blk .............................. 1<br />

...................<br />

♦Optional<br />

120 304 .. BLANK, snap−in nyl .250 mtg hole black ............................ 2<br />

+ When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.


10<br />

1<br />

9<br />

2<br />

3<br />

Figuur 12-6. Auxiliary Power Group, Export<br />

8<br />

7<br />

4<br />

5<br />

6<br />

805 259-A<br />

Item Dia. Part<br />

No. Mkgs. No.<br />

Description<br />

Quantity<br />

Figuur 12-6. Auxiliary Power Group, Export<br />

... 1 ............ +223121 .. Panel, Aux Power (Export) ....................................... 1<br />

... 2 ............. 144844 .. Stand−off, No 6−32 X .875 Lg .250 Hex Al Fem ..................... 2<br />

... 3 ... ELCB1 .. 222991 .. Circuit Breaker, Elcb 20a 220v 0.030a Trip ......................... 1<br />

... 4 ............. 200910 .. Label, Warning <strong>Electric</strong> Shock And Moving Parts Ce ................. 1<br />

... 5 ... GFCI1 .. 246865 .. Rcpt, Str Dx Grd 2p3w 20a 125v *5−20r Gfi ........................ 1<br />

... 6 .... CB2 ... 093996 .. Circuit Breaker, Man Reset 1p 20a 250vac Frict ..................... 1<br />

... 7 ............. 083030 .. Stud, Brs .250−20 X 1.750 W/Hex Collar ........................... 1<br />

................... 601836 .. Nut, 250−20 .50hex .19h Brs ..................................... 3<br />

... 8 ............. 190323 .. Boot, Circuit Breaker Clear Hex Nut ............................... 1<br />

... 9 ............. 209056 .. Cover, Receptacle W/Gasket ..................................... 2<br />

... 10 .... RC1 ... 176355 .. Rcpt, Str 2p3w 16a 220v Flange Mtg .............................. 1<br />

+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />

OM-4421 Page 79


De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

1 2<br />

3<br />

4<br />

Item<br />

No.<br />

36<br />

35<br />

OM-4421 Pagina 80<br />

5<br />

34<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

8<br />

6<br />

33<br />

Part<br />

No.<br />

32<br />

7<br />

30<br />

31<br />

29<br />

28<br />

9<br />

10<br />

25<br />

26<br />

27<br />

13<br />

24<br />

14<br />

12<br />

11<br />

Figuur 12-7. Generator<br />

Description<br />

Figuur 12-7. Generator (Figuur 12-1 Item 93)<br />

15<br />

16<br />

18<br />

17<br />

22<br />

23<br />

19<br />

20<br />

21<br />

802 552-B<br />

Quantity<br />

... 1 ............. 132 053 .. SCREW, .375−16x1.50 hex hd−pln gr5 pld ......................... 6<br />

... 2 ............. 183 387 .. WASHER, conical spring .406 ID x .875 OD pltd ..................... 6<br />

... 3 .............. 195 911 .. ENDBELL, gen (consisting of) ..................................... 1<br />

... 4 ............. 143 220 .... O-RING, 2.859 ID x .139CS ..................................... 1<br />

... 5 ............. 201 099 .. STATOR, exciter/gen pwr ......................................... 1<br />

... 6 ............ +215 011 .. STATOR, weld assembly complete ................................ 1<br />

... 6 ........... +♦216 318 .. STATOR, weld assembly complete (full kVA option) .................. 1<br />

... 7 ............. 225 120 .. LABEL, warning moving parts can cause injury ...................... 2<br />

... 8 ............. 190 197 .. GUARD, generator wire mesh ..................................... 1<br />

... 9 ............. 172 674 .. SPRING, ext .240 OD x .041 wire x 3.<strong>500</strong>pld ........................ 2<br />

... 10 ............. 039 207 .. BAFFLE, air .................................................... 1<br />

... 11 ... ROTOR .. 212 996 .. ROTOR, Generator Segmented Assy (Includes) .................... 1<br />

... 12 ............. 210 824 .... ROTOR, Generator (Includes) ................................... 1<br />

... 13 ............. 024 617 ...... RING, Rtng Ext 1.375 Shaft X .050 Thk ........................ 1<br />

... 14 ............. 053 390 ...... BEARING, Ball Rdl Sgl Row 1.370 X 2.830 X .6 ................ 1<br />

.................................. HUB, Drive (Not Sold Separately) .............................. 1<br />

................... 210 447 .... FAN, Rotor Assy Generator (Segmented) (includes) ............... 1<br />

... 15 ............. 210 332 ...... PLATE, Flex Hubmount ...................................... 1<br />

... 16 ............. 206 242 ...... FAN, Rotor Segmented Assy Gen ............................. 4<br />

... 17 ............. 049 026 ...... SCREW, M10−1.5x 25 Hex Hd−pln 8.8 Pln ...................... 10<br />

... 18 ............. 083 883 ...... WASHER, Lock .402idx0.709odx.087t Stl Split10mm ............. 10<br />

... 19 ............. 080 389 ...... SCREW, 312−18x1.00 Hexwhd.66d Stl Pld Slffmg Tap−rw ........ 8<br />

... 20 ............. 197 487 .... FLYWHEEL ..................................................<br />

1


Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

Description<br />

Figuur 12-7. Generator (Continued)<br />

Quantity<br />

... 21 ............. 197 486 .. ADAPTER, Engine .............................................. 1<br />

... 22 ............. 083 883 .. WASHER, Lock .402idx0.709odx.087t Stl Split10mm ................ 4<br />

... 23 ............. 049 026 .. SCREW, M10−1.5x 25 Hex Hd−pln 8.8 Pln ......................... 4<br />

... 24 ............. 191 579 .. COVER, starter hole /Continental .................................. 1<br />

................... 195 560 .. GUARD, starter hole deutz 912 ................................... 1<br />

... 25 ............. 083 883 .. WASHER, Lock .402idx0.709odx.087t Stl Split10mm ................ 6<br />

... 26 ............. 172 555 .. SCREW, M10-1.5 x 50hexhd pln 8.8pld ............................ 6<br />

... 27 ............. 602 159 .. SCREW, .312−18x .75 hexwhd.66d stl pld slffmg tap−rw ............. 6<br />

... 28 ............. 601 961 .. SCREW, .312-18 x 2.25hexhd pln gr 5pld ........................... 4<br />

... 29 .............. 602 211 .. WASHER, lock .318 ID x 0.586 .................................... 6<br />

... 30 ............. 139 341 .. WASHER, exciter ............................................... 4<br />

... 31 ............. *190 823 .. BRUSH, contact ................................................ 3<br />

... 32 ............. 208 469 .. CLIP, spring .................................................... 3<br />

... 33 ............. 189 142 .. BRUSHHOLDER ASSEMBLY, gen ................................ 1<br />

... 34 ............. 602 242 .. WASHER, flat .375IDx0.875odx.083t stl pld ......................... 2<br />

... 35 .............. 602 211 .. WASHER, Lock .318idx0.586odx.078t Stl Pld Split.312 ............... 2<br />

... 36 ............. 604 534 .. SCREW, .312−18x1.25 hex hd−pln gr5 pld ......................... 2<br />

+ When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />

*Recommended Spare Parts.<br />

♦Optional<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />

OM-4421 Page 81


De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

4<br />

Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

OM-4421 Pagina 82<br />

1<br />

Part<br />

No.<br />

2<br />

3<br />

Figuur 12-8. Main Rectifier Assembly<br />

Description<br />

Figuur 12-8. Main Rectifier Assembly (Figuur 12-1 Item 117)<br />

5<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

802 279-A<br />

Quantity<br />

.......... SR3 ... 239 784 .. RECTIFIER, environmental high power (consisting of) ................ 1<br />

... 1 ............. 188 137 .... CONNECTION BOARD, rectifier AC ............................. 1<br />

... 2 ............. 188 517 .... BUS BAR, connection board .................................... 3<br />

... 3 ............. 188 135 .... ENCLOSURE, rectifier ......................................... 2<br />

... 4 ............. 134 201 .... STAND-OFF, support .......................................... 3<br />

... 5 .... PC3 ... 215 755 .... CIRCUIT CARD ASSEMBLY, protection .......................... 1<br />

... 6 ............. 188 136 .... INSULATOR, heat sink ......................................... 8<br />

... 7 ............. 188 493 .... HEAT SINK, rectifier al ......................................... 2<br />

... 8 . D3, D5, D7 245 097 .... DIODE, rect 300 a <strong>500</strong>v do−9 (straight) modified .................. 3<br />

... 9 . D2, D4, D6 245 096 .... DIODE, rect 300 a <strong>500</strong>v do−9 (reversed) modified ................. 3<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.


Some wiring harness components (switches, relays, circuit breakers) are also referenced elsewhere in this parts list. Purchase components separately<br />

or as part of the associated wiring harness.<br />

Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

Description<br />

Wiring Harnesses<br />

Quantity<br />

.................... 238763 .. Harness, control box, CC weld control (includes) ................. 1<br />

........ SR1, SR2 .. 035704 .. Rectifier, Integ Bridge 40. Amp 800v ............................... 2<br />

......... D1/C1 ... 189701 .. Diode/Capacitor Board, .......................................... 1<br />

.......... RC4 .... 047483 .. Conn, Rect Univ 084 15p/S 3row Rcpt Cable/Panel Lkg .............. 1<br />

CB11, CB12, CB13 .. 139266 .. Supplementary Protector, Man Reset 1p 15a 250vac ................ 3<br />

.......... CR7 .... 188636 .. Relay, Ocv Control .............................................. 1<br />

.................... 148850 .. Socket, Relay 5 Pin ............................................. 1<br />

........... S6 ..... 011622 .. Switch, Tgl 3pdt 15a 125vac On−none−on Spd Term ................ 1<br />

........... S5 ..... 011609 .. Switch, Tgl Spdt 15a 125vac On−none−on Spd Term Chr ............ 1<br />

.................... 211292 .. Conn, Pack 4p 1row Female ..................................... 1<br />

.................... 211293 .. Conn, Pack Terminal Position Assurance(Lock) ..................... 1<br />

.................... 164617 .. Clip, Wiring Straight ............................................. 3<br />

........... S2 ..... 021467 .. Switch, Tgl Spst 3a 250v Off−none−(On) Spd Term .................. 1<br />

.................... 150316 .. Conn, Rect Univ 039 6p/S 3row Plug Cable Lkg ..................... 5<br />

.......... RC3 .... 158466 .. Conn, Rect Univ 084 12p/S 3row Rcpt Cable/Panel Lkg .............. 1<br />

.......... RC1 .... 135133 .. Conn, Rect Univ 084 9p/S 3row Rcpt Cable/Panel Lkg ............... 1<br />

.................... 092670 .. Conn, Rect Univ 084 3p/S 1row Plug Cable Lkg .................... 1<br />

.................... 214932 .. Conn, Rect Univ 039 8p/S 2row Plug Cable Lkg Seal ............... 1<br />

.................... 214933 .. Seal, Wire Univ 039 ............................................. 6<br />

.................... 238683 .. Harness, control box, CV weld control (includes) ................. 1<br />

CB11, CB12, CB13 .. 139266 .. Supplementary Protector, Man Reset 1p 15a 250vac ................ 3<br />

.......... SR1 .... 035704 .. Rectifier, Integ Bridge 40. Amp 800v ............................... 1<br />

.................... 148850 .. Socket, Relay 5 Pin ............................................. 1<br />

.......... RC4 .... 047483 .. Conn, Rect Univ 084 15p/S 3row Rcpt Cable/Panel Lkg .............. 1<br />

.......... RC3 .... 158466 .. Conn, Rect Univ 084 12p/S 3row Rcpt Cable/Panel Lkg .............. 1<br />

.......... RC1 .... 135133 .. Conn, Rect Univ 084 9p/S 3row Rcpt Cable/Panel Lkg ............... 1<br />

.................... 150316 .. Conn, Rect Univ 039 6p/S 3row Plug Cable Lkg ..................... 6<br />

........... S6 ..... 193234 .. Switch, Rotary 6 Posn Gold Contacts .............................. 1<br />

.................... 021467 .. Switch, Tgl Spst 3a 250v Off−none−(On) Spd Term .................. 1<br />

........... S5 ..... 011609 .. Switch, Tgl Spdt 15a 125vac On−none−on Spd Term Chr ............ 1<br />

......... D1/C1 ... 189701 .. Diode/Capacitor Board, .......................................... 1<br />

.................... 193183 .. Conn, Rect Cinch 18 Pin ......................................... 1<br />

.................... 196602 .. Plug, Cavity 18,30 Position Cinch Connector ....................... 4<br />

.................... 196603 .. Seal, Switch 6 Position Rotary .250 Shaft .......................... 1<br />

.................... 141450 .. Conn, Rect Metrmate 10skt 1row Plug Cable Lkg ................... 1<br />

........ CB5, CB6 .. 093995 .. Supplementary Pro, Man Reset 1p 15a 250vac Frict ................. 2<br />

.................... 211292 .. Conn, Pack 4p 1row Female ..................................... 1<br />

.................... 211293 .. Conn, Pack Terminal Position Assurance(Lock) ..................... 1<br />

.................... 214932 .. Conn, Rect Univ 039 8p/S 2row Plug Cable Lkg Seal ............... 1<br />

.................... 214933 .. Seal, Wire Univ 039 ............................................. 6<br />

.................... 215013 .. Harness, weld control CC (includes) ............................. 1<br />

.......... PLG3 .... 158465 .. Conn, Rect Univ 084 12p/S 3row Plug Cable Lkg ................... 1<br />

.................... 187654 .. Seal, Wire Univ 12p/S 3row ...................................... 1<br />

.......... PLG6 .... 114063 .. Conn, Rect Univ 084 4p/S 1row Plug Cable Lkg ..................... 1<br />

.................... 215207 .. Harness, weld control CV (includes) ............................. 1<br />

.......... PLG6 .... 114063 .. Conn, Rect Univ 084 4p/S 1row Plug Cable Lkg ..................... 1<br />

.......... PLG8 .... 193184 .. Conn, Rect Cinch 30 Pin ......................................... 1<br />

......... PLG13 ... 147992 .. Conn, Rect Univ 039 10p/S 2row Plug Cable Lkg ................... 1<br />

.......... PLG3 .... 158465 .. Conn, Rect Univ 084 12p/S 3row Plug Cable Lkg ................... 1<br />

.................... 187654 .. Seal, Wire Univ 12p/S 3row ...................................... 1<br />

.................... 196602 .. Plug, Cavity 18,30 Position Cinch Connector .......................<br />

6<br />

OM-4421 Page 83


Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

OM-4421 Pagina 84<br />

Part<br />

No.<br />

Description<br />

Wiring Harnesses (Continued)<br />

Quantity<br />

.................... 232068 .. Harness, engine control (includes) .............................. 1<br />

... D10/C10, D11/C11,D12 189701 .. Diode/Capacitor Board, .......................................... 2<br />

.......... CB10 .... 190374 .. Circuit Breaker, Auto Reset 12vdc 40 Amp ......................... 1<br />

.......... CR1 .... 090104 .. Relay, Encl 12vdc Spst 30a/15vdc 5pin Flange Mtg .................. 1<br />

.................... 148850 .. Socket, Relay 5 Pin ............................................. 1<br />

.......... PLG4 .... 114062 .. Conn, Rect Univ 084 15p/S 3row Plug Cable Lkg ................... 1<br />

.................... 212116 .. Conn, Deutsch 2p 1row Female Plug .............................. 3<br />

.................... 212117 .. Conn, Deutsch Wedge Lock 2 Position ............................ 3<br />

.......... CR8 .... 197325 .. Relay, Encl 12vdc Spst 70a 4pin Flange Mtg ....................... 1<br />

.................... 192558 .. Harness, range switch (includes) ................................ 1<br />

.......... RC6 .... 148389 .. Conn,Rect Univ 084 4p/S 1row Rcpt Cable/Panel Lkg ............... 1<br />

.................... 201109 .. Harness, receptacle auxiliary power (domestic models) (includes) . 1<br />

.......... RC1 .... 147632 .. Rcpt, Tw Lk Grd 2p3w 30a 250v *L6−30r ........................... 1<br />

......... GFCI1 ... 151981 .. Rcpt, Str Dx Grd 2p3w 15/20a 125v *5−20r Gfi ..................... 1<br />

.......... CB2 .... 093996 .. Supplementary Pro, Man Reset 1p 20a 250vac Frict ................. 1<br />

.................... 223132 .. Harness, receptacle auxiliary power (export models) (includes) ... 1<br />

......... GFCI1 ... 151981 .. Rcpt, Str Dx Grd 2p3w 15/20a 125v *5−20r Gfi ..................... 1<br />

.......... CB2 .... 093996 .. Supplementary Pro, Man Reset 1p 20a 250vac Frict ................. 1<br />

.................... 190259 .. Harness, brushholder (includes) ................................ 1<br />

.......... PLG1 .... 135134 .. Conn, Rect Univ 084 9p/S 3row Plug Cable Lkg ..................... 1<br />

.................... 187651 .. Seal, Wire Univ 9p/S 3row .......................................<br />

1


Geldig vanaf 1 januari 2011<br />

(Installaties waarvan het serienummer begint met “MB” of nieuwer)<br />

Deze beperkte garantie vervangt alle vorige <strong>Miller</strong> garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete<br />

waarborgen of garanties.<br />

BEPERKTE GARANTIE − Afhankelijk van de onderstaande bepalingen<br />

en voorwaarden garandeert <strong>Miller</strong> <strong>Electric</strong> Mfg. Co., Appleton,<br />

Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe <strong>Miller</strong> installaties<br />

die verkocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie<br />

geen materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE<br />

VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EX-<br />

PLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN<br />

GESCHIKTHEID.<br />

Binnen de onderstaande garantieperioden zal <strong>Miller</strong> alle onderdelen<br />

of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fabricage-<br />

en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen.<br />

<strong>Miller</strong> moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte worden<br />

gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop <strong>Miller</strong> instructies<br />

zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop<br />

volgt.<br />

In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode<br />

zal <strong>Miller</strong> garantieclaims toestaan op installaties met garantie die<br />

hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag<br />

dat de installatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of achttien<br />

maanden nadat de installatie naar een internationale distributeur<br />

gezonden is.<br />

1. 5 jaar op onderdelen — 3 jaar op arbeidsloon<br />

* Bij originele hoofdstroomgelijkrichters alleen de thyristoren<br />

(SCR’s), de diodes en de afzonderlijke gelijkrichtermodules<br />

2. 3 jaar — op onderdelen en arbeidsloon<br />

* Lasaggregaten met aandrijfmotor<br />

(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte<br />

garantie, bij de fabrikant van de motor.)<br />

* Inverter stroombronnen (tenzij anders aangegeven)<br />

* Stroombronnen plasmasnijders<br />

* Procesbeheersingsapparatuur<br />

* Semiautomatische en automatische draadaanvoereenheden<br />

* De Flowregelaar en Flowmeter uit de Smith 30 Serie<br />

(geen arbeidsloon)<br />

* Transformator/gelijkrichter stroombronnen<br />

* Waterkoelingsystemen (geïntegreerd)<br />

3. 2 jaar — op onderdelen<br />

* Automatisch verduisterende helmlenzen<br />

(geen arbeidsloon)<br />

4. 1 jaar — op onderdelen en arbeidsloon tenzij anders<br />

aangegeven<br />

* Automatisch bewegende apparatuur<br />

* CoolBelt− en CoolBand−ventilatorunit (geen arbeidsloon)<br />

* Externe controleapparatuur en −sensoren<br />

* Opties van onderdelen achteraf ingebouwd<br />

(OPMERKING: Opties van onderdelen die achteraf zijn<br />

ingebouwd zijn gedekt voor de resterende garantieperiode<br />

van het product waarin ze in zijn geïnstalleerd of<br />

voor een minimum van één jaar — afhankelijk van welke<br />

van de twee het langste duurt.)<br />

* Flowregelaars− en Flowmeters (geen arbeidsloon)<br />

* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCS−RJ45)<br />

* Rookgasafzuigers<br />

* HF Units<br />

* I<strong>CE</strong> plasmasnijtoortsen (geen arbeidsloon)<br />

* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers en<br />

elektronische regelapparatuur/recorders<br />

* Elektrische belastingsbanken<br />

* Motoraangedreven laspistolen<br />

(m.u.v. de Spoolmate −laspistolen)<br />

* PAPR−ventilatorunit (geen arbeidsloon)<br />

* Positionerings− en regelapparatuur<br />

* Rekken<br />

* Laskarren/trailers<br />

* Puntlasapparaten<br />

* Onderpoederdek−draadaanvoersystemen<br />

* Waterkoelsystemen (niet−geïntegreerd)<br />

* Weldcraft TIG toortsen (geen arbeidsloon)<br />

* Draadloze voet- en handafstandsbedieningen met<br />

ontvangers<br />

* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)<br />

5. 6 maanden — op onderdelen<br />

* Accu’s<br />

* Bernard pistolen (geen arbeidsloon)<br />

* Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)<br />

6. 90 dagen — op onderdelen<br />

* Toebehoren (sets)<br />

* Beschermzeilen<br />

* Inductieverwarmingsspoelen en dekens, kabels en niet<br />

elektronische regelapparatuur<br />

* M−pistolen<br />

* MIG pistolen en onderpoederdek (SAW) pistolen<br />

* Afstandsbedieningen en RFCS−RJ45<br />

* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)<br />

* Roughneck−pistolen<br />

* Spoolmate pistolen<br />

<strong>Miller</strong>s True <strong>Blue</strong>® beperkte garantie geldt niet voor:<br />

1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,<br />

magneetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen<br />

van werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen<br />

die niet meer goed werken als gevolg van normale<br />

slijtage. (Uitzondering: borstels en relais zijn wel gedekt<br />

bij alle motoraangedreven producten.)<br />

2. Onderdelen geleverd door <strong>Miller</strong> maar geproduceerd door anderen,<br />

zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderdelen<br />

vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten.<br />

3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere<br />

partijen dan <strong>Miller</strong>, of installaties die onjuist geïnstalleerd of<br />

verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installaties<br />

die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben gehad,<br />

of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de<br />

aangegeven toepassingen voor de installatie.<br />

MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN<br />

GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUI-<br />

KERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING<br />

HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASIN-<br />

STALLATIES.<br />

In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,<br />

zullen de exclusieve <strong>Miller</strong>-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2)<br />

vervangen; of, als dit schriftelijk door <strong>Miller</strong> is toegestaan in<br />

bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of<br />

vervangen bij een goedgekeurd <strong>Miller</strong> onderhoudsbedrijf; of (4)<br />

krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke<br />

waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het<br />

retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.<br />

<strong>Miller</strong>’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met<br />

inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in<br />

Appleton, Wisconsin of f.o.b. naar een door <strong>Miller</strong> goedgekeurd<br />

onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door <strong>Miller</strong>. Daarom zal er geen<br />

compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden<br />

toegestaan.<br />

VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN AN-<br />

DERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE<br />

HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CON-<br />

TRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS,<br />

AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-<br />

RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GE-<br />

VOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).<br />

MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP<br />

DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE<br />

UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS,<br />

EN ELKE GEÏMPLI<strong>CE</strong>ERDE GARANTIE OF VERKLARING<br />

M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN<br />

CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE<br />

DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN,<br />

IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE<br />

OF NAAR AANLEIDING VAN DE CONCRETE<br />

OMSTANDIGHEDEN VAN DE TRANSACTIE ZOU<br />

VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE<br />

RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE<br />

GEÏMPLI<strong>CE</strong>ERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF<br />

GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.<br />

Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrekking<br />

tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende<br />

schade, indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus<br />

bovenstaande beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn<br />

voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen<br />

eventueel ook andere rechten van toepassing zijn; deze kunnen<br />

echter per staat verschillen.<br />

In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra<br />

garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin<br />

zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen<br />

zijn mogelijk niet van toepassing, voorzover er niet van mag worden<br />

afgezien. Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke<br />

rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten zijn; deze kunnen<br />

echter per provincie verschillen.<br />

miller warr_dut 2011−01


S.v.p. volledig invullen en goed bewaren.<br />

Naam van het model Serie-/typenumber<br />

Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)<br />

Leverancier<br />

Adres<br />

Plaats<br />

Staat Postcode<br />

Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer<br />

Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden<br />

Neem contact op met het<br />

vervoersbedrijf:<br />

Papieren van de eigenaar<br />

Service<br />

Contacteer een verdeler of een service bureau<br />

Neem contact op met de transportafdeling van uw<br />

distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur<br />

voor hulp bij het indienen en afhandelen van schadeclaims.<br />

Optionele apparatuur en accessoires<br />

Persoonlijke beschermingsmiddelen<br />

Service en reparaties<br />

Vervangende onderdelen<br />

Trainingen en opleidingen (scholen, videos,<br />

boeken)<br />

Technische handboeken (onderhoudsinformatie<br />

en onderdelen)<br />

Stroomkringschema’s<br />

Handboeken over lasprocessen<br />

Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of<br />

beschadiging tijdens verscheping,<br />

Vertaling van de originele instructies − UITGEGEVEN IN DE VS. © 2011 <strong>Miller</strong> <strong>Electric</strong> Mfg. Co 2011-01<br />

<strong>Miller</strong> <strong>Electric</strong> Mfg. Co.<br />

An Illinois Tool Works Company<br />

1635 West Spencer Street<br />

Appleton, WI 54914 USA<br />

International Headquarters−USA<br />

USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended<br />

USA & Canada FAX: 920-735-4134<br />

International FAX: 920-735-4125<br />

Voor internationale vestigingen bezoek<br />

website: www.<strong>Miller</strong>Welds.com

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!