30.08.2013 Views

Handleiding - Miller Electric

Handleiding - Miller Electric

Handleiding - Miller Electric

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

www.<strong>Miller</strong>Welds.com<br />

OM-216 869V/dut<br />

2010−11<br />

Processen<br />

TIG-lassen (GTAW)<br />

Beklede elektrodelassen<br />

(SMAW)<br />

Beschrijving<br />

208/575 Volt Modelllen mit Auto-Line<br />

38/575 Volt Driefasen mit Auto-Line<br />

(CE)<br />

Lasstroombron<br />

Dynasty<br />

<br />

350, 700<br />

Maxstar<br />

<br />

350, 700<br />

Inclusief optionele onderwagen en<br />

koelunit<br />

CE en niet CE modellen<br />

HANDLEIDING


Van <strong>Miller</strong> voor u<br />

Bedankt en gefeliciteerd dat u voor <strong>Miller</strong> hebt gekozen. Nu kunt u aan de<br />

slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het anders<br />

dan meteen goed te doen.<br />

Om die reden zorgde Niels <strong>Miller</strong>, toen hij in 1929 voor het eerst met het<br />

bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten<br />

lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden<br />

zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten<br />

van <strong>Miller</strong> moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het<br />

allerbeste zijn dat er te koop was.<br />

Tegenwoordig zetten de mensen die <strong>Miller</strong>-producten bouwen en verkopen<br />

die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te<br />

bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in<br />

1929 zijn vastgelegd.<br />

Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te<br />

kunnen laten maken van uw <strong>Miller</strong>-producten. Neem even de tijd om de<br />

veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen<br />

tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u<br />

de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij <strong>Miller</strong> kunt u rekenen<br />

op jarenlange betrouwbare service en goed<br />

onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat<br />

voor reden dan ook ooit moeten worden gerepareerd,<br />

dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &<br />

Storingen precies nagaan wat het probleem is.<br />

<strong>Miller</strong> was de allereerste<br />

fabrikant van lasapparatuur in<br />

de VS die het ISO 9001<br />

kwaliteitscertificaat behaalde.<br />

Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepalen<br />

welk onderdeel u precies nodig hebt om het<br />

probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie<br />

en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke<br />

model bijgesloten.<br />

<strong>Miller</strong> <strong>Electric</strong> maakt een complete lijn<br />

lasapparaten en aanverwante<br />

lasproducten. Wilt u meer informatie<br />

over de andere kwaliteitsproducten van <strong>Miller</strong>, neem dan contact op met uw<br />

<strong>Miller</strong>-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke<br />

productleaflets voor u.<br />

Elke krachtbron van <strong>Miller</strong><br />

gaat vergezeld de meest<br />

probleemloze garantie in<br />

onze bedrijfstak − u werkt er<br />

hard genoeg voor.


INHOUDSOPGAVE<br />

HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR GEBRUIK .................... 1<br />

1-1. De betekenis van de symbolen ......................................................... 1<br />

1-2. De risico’s van het booglassen ......................................................... 1<br />

1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud ............................. 3<br />

1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen .................................................. 4<br />

1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften ................................................... 5<br />

1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) ......................... 5<br />

HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES (CE−modellen) ................................................. 7<br />

2-1. Definities voor de waarschuwingslabels .................................................. 7<br />

2-2. WEEE label (Voor producten die in de EU zijn verkocht) .................................... 9<br />

2-3. Symbolen en definities ................................................................ 10<br />

HOOFDSTUK 3 − INSTALLATIE .............................................................. 11<br />

3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) ................. 11<br />

3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens .............................. 12<br />

3-3. Technische gegevens ................................................................. 12<br />

3-4. Inschakelduur en oververhitting ........................................................ 14<br />

3-5. Stroom-spanning grafieklijnen .......................................................... 16<br />

3-6. Keuze van de locatie ................................................................. 18<br />

3-7. Waarschuwingen voor omvallen ........................................................ 18<br />

3-8. Afmetingen, gewichten en plaatsen voor de bevestiging van de gaten voor het onderstel ......... 19<br />

3-9. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud ............................................... 20<br />

3-10. Het aansluiten van de netvoeding bij het 350 model ........................................ 24<br />

3-11. Het aansluiten van de netvoeding bij het 700 model ........................................ 26<br />

3-12. Aansluitklemmen voor de laskabels en kabelafmetingen bepalen ............................. 29<br />

3-13. Informatie over de 14-pens contrastekker (gebruikt zonder aansluiting op automatisering) ........ 30<br />

3-14. Aansluiting voor automatisering (voor 28-pens contrastekker, indien aanwezig) ................. 30<br />

3-15. Ingangen voor afstandsbediende geheugenkeuze (voor 28-pens contrastekker, indien aanwezig) . 31<br />

3-16. Automatiseringsselecties (voor 28-pens contrastekker, indien aanwezig) ..................... 32<br />

3-17. Typische toepassing voor automatisering ................................................ 32<br />

3-18. 115 Volt AC duplex contrastekker, aanvullende beschermer CB1 en stroomschakelaar .......... 33<br />

3-19. Beschermgasaansluiting .............................................................. 33<br />

3-20. TIG HF puls/ Lift-Arc aansluitingen .................................................... 34<br />

3-21. Aansluitingen koeler .................................................................. 35<br />

3-22. Dynasty Stick (beklede elektrode) aansluitingen ........................................... 36<br />

3-23. Maxstar Stick (beklede elektrode) aansluitingen ........................................... 36<br />

HOOFDSTUK 4 − BEDIENING ............................................................... 37<br />

4-1. Bedieningsfuncties ................................................................... 37<br />

4-2. Instelknop .......................................................................... 38<br />

4-3. Stroomsterkteregeling ................................................................ 38<br />

4-4. Ampèremeter en parameter display ..................................................... 38<br />

4-5. Display van voltmeter en geselecteerde parameters ....................................... 39<br />

4-6. Polariteitsregeling (alleen op Dynasty-modellen) ........................................ 39<br />

4-7. Procesregelknoppen ................................................................. 40<br />

4-8. Lift-Arc- en HF TIG-startprocedures ................................................... 40<br />

4-9. Regeling uitgang ..................................................................... 41<br />

4-10. Pulsregeling ......................................................................... 42<br />

4-11. Sequencerregelknoppen .............................................................. 43<br />

4-12. Gas/DIG-regelknoppen (voorgas, nagas, boogregeling, doorblazen) .......................... 44<br />

4-13. AC golfvorm (alleen Dynasty-modellen) .................................................. 45<br />

4-14. Geheugen (locaties 1-9 voor programmaopslag) .......................................... 46<br />

4-15. Standaard fabrieksinstellingen en bereik en resolutie voor 350-modellen ...................... 47<br />

4-16. Standaard fabrieksinstellingen en bereik en resolutie voor 700-modellen ......................<br />

48


INHOUDSOPGAVE<br />

4-17. Het systeem terugzetten op de fabrieksinstellingen. ........................................ 50<br />

4-18. Het software- en versienummer bekijken ................................................. 50<br />

4-19. Timer / Lascyclus-teller ............................................................... 51<br />

HOOFDSTUK 5 − GEAVANCEERDE FUNCTIES ................................................ 52<br />

5-1. Toegang tot de geavanceerde functies ................................................... 52<br />

5-2. Programmeerbare TIG-startparameters .................................................. 53<br />

5-3. Output-regeling en toortsschakelaarfuncties .............................................. 58<br />

5-4. AC golfvormkeuze (alleen Dynasty-modellen) ............................................. 63<br />

5-5. Onafhankelijke amplitudeselectie ....................................................... 64<br />

5-6. Puntlassen ingeschakeld .............................................................. 64<br />

5-7. Selectie openspanning (OCV) beklede elektrodelassen .................................... 64<br />

5-8. Selectie ‘Vastvries-controle voor beklede elektroden’ ....................................... 65<br />

5-9. Beperkingsniveaus ................................................................... 66<br />

5-10. Het systeem zo instellen dat er niets op de meters staat tijdens pulserend lassen ............... 68<br />

5-11. DC-meter kalibratie ................................................................... 68<br />

HOOFDSTUK 6 − ONDERHOUD EN STORINGEN VERHELPEN ................................. 69<br />

6-1. Routineonderhoud ................................................................... 69<br />

6-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen ........................................... 70<br />

6-3. Onderhoud van de koelvloeistof ........................................................ 70<br />

6-4. Storingen ........................................................................... 71<br />

HOOFDSTUK 7 − ELECTRISCH SCHEMA ..................................................... 74<br />

HOOFDSTUK 8 − HOGE FREQUENTIE ....................................................... 87<br />

8-1. Lasprocessen waarvoor hoge frequentie nodig is .......................................... 87<br />

8-2. Installatie waarbij mogelijke bronnen van HF-storing zijn aangegeven ......................... 87<br />

8-3. Aanbevolen installatie om HF-storing te verminderen ....................................... 88<br />

HOOFDSTUK 9 − RICHTLIJNEN VOOR HET INSTELLEN VOOR (GTAW) TIG LASSEN ............. 89<br />

9-1. Voorbeelden van TIG-opstellingen ...................................................... 89<br />

HOOFDSTUK 10 − EEN WOLFRAAM ELEKTRODE KIEZEN EN VOORBEREIDEN VOOR HET LASSEN MET<br />

EEN LASINVERTER, OP GELIJKSTROOM OF WISSELSTROOM ................................ 91<br />

10-1. Een wolfraam elektrode kiezen<br />

(draag schone handschoenen om verontreiniging van het wolfraam te voorkomen) .............. 91<br />

10-2. Een wolfraam elektrode voorbereiden voor het lassen op gelijkstroom/elektrode negatief (DCEN) of<br />

wisselstroom bij gebruik van een lasinverter .............................................. 91<br />

HOOFDSTUK 11 − RICHTLIJNEN VOOR TIG-LASSEN .......................................... 92<br />

11-1. Positie van de lastoorts ............................................................... 92<br />

11-2. Toortsbeweging tijdens het lassen ...................................................... 93<br />

11-3. Toortsposities voor verscheidene lasverbindingen ......................................... 93<br />

HOOFDSTUK 12 − RICHTLIJNEN VOOR HET INSTELLEN VOOR (SMAW) BEKLEDE ELEKTRODE<br />

LASSEN (STICK) ........................................................................... 94<br />

12-1. Display uitlezing voor DCEP (electrode positief) ........................................... 94<br />

HOOFDSTUK 13 − RICHTLIJNEN BEKLEDE ELEKTRODE LASSEN ............................. 95<br />

13-7. Omstandigheden die van invloed zijn op de vorm van de las ................................ 98<br />

13-8. De elektrodebeweging tijdens het lassen ................................................. 98<br />

13-13. Problemen oplossen − Porositeit ..................................................... 100<br />

HOOFDSTUK 14 − ONDERDELENLIJST VOOR 350 MODELLEN ................................. 102<br />

HOOFDSTUK 15 − ONDERDELENLIJST VOOR 700 MODELLEN ................................. 112<br />

HOOFDSTUK 16 − ONDERDELENLIJST VOOR DE KOELUNIT .................................. 122<br />

HOOFDSTUK 17 − ONDERDELENLIJST VOOR DE ONDERWAGEN ..............................<br />

GARANTIE<br />

124


DECLARATION OF CONFORMITY<br />

for European Community (CE marked) products.<br />

MILLER <strong>Electric</strong> Mfg. Co., 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the<br />

product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of<br />

the stated Council Directive(s) and Standard(s).<br />

Product/Apparatus Identification:<br />

Council Directives:<br />

Product Stock Number<br />

Dynasty 350 907204021<br />

Maxstar 350 907334021<br />

Dynasty 700 907101021<br />

Maxstar 700 907103021<br />

• 2006/95/EC Low Voltage<br />

• 2004/108/EC Electromagnetic Compatibility<br />

Standards:<br />

• IEC 60974­1: 2005 Arc Welding Equipment – Welding Power Sources<br />

• IEC 60974­3: 2007 Arc Welding Equipment – Arc Striking and Stabilizing Devices<br />

• IEC 60974­10: 2007 Arc Welding Equipment – Electromagnetic Compatibility Requirements<br />

• EN 50445 Product family standard to demonstrate compliance of equipment for resistance welding, arc welding<br />

and allied processes with the basic restrictions related to human exposure to electromagnetic fields (0 Hz<br />

– 300Hz) BS EN 50445:2008.<br />

US Signatory:<br />

November 30, 2010<br />

_____________________________________ ____________________________________<br />

David A. Werba Date of Declaration<br />

MANAGER, PRODUCT DESIGN COMPLIANCE<br />

241512­E


7<br />

HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR<br />

GEBRUIK<br />

Bescherm uzelf en anderen tegen letsel; lees deze voorzorgsmaatregelen en volg ze op.<br />

1-1. De betekenis van de symbolen<br />

GEVAAR! − Duidt op een gevaarlijke situatie die moet<br />

worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of<br />

dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond<br />

met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.<br />

Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden vermeden<br />

omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dodelijk<br />

letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met<br />

bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.<br />

OPGELET − Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd<br />

aan persoonlijk letsel.<br />

1-2. De risico’s van het booglassen<br />

Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding gebruikt<br />

om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s<br />

aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voorzichtig<br />

en volg de bijbehorende instructies op om problemen<br />

te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts<br />

een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie<br />

{+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.<br />

Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,<br />

bedienen, onderhouden en repareren.<br />

Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tijdens<br />

het gebruik van dit apparaat.<br />

Een ELEKTRISCHE SCHOK kan dodelijk<br />

zijn<br />

Het aanraken van onder stroom staande onderdelen<br />

kan fatale schokken en ernstige brandwonden<br />

veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan<br />

onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het<br />

voedingsgedeelte en de interne circuits van de<br />

machine staan eveneens onder stroom als het<br />

apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of automatisch<br />

draadlassen staat het draad, de spoel, de<br />

ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt<br />

en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met<br />

de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde<br />

of onvoldoende geaarde installaties kunnen gevaren<br />

opleveren.<br />

Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan<br />

Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming<br />

zonder gaten<br />

Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiematjes<br />

of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met<br />

de grond of het werkstuk te voorkomen<br />

Gebruik geen wissel−(AC) uitgangsspanning in een vochtige omgeving,<br />

als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar<br />

bestaat dat u kunt vallen<br />

Gebruik ALLEEN wissel− (AC) uitgangsspanning als het lasproces<br />

dit vereist.<br />

Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de afstandsbediening<br />

als die op het apparaat aanwezig is.<br />

Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de volgende<br />

elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op<br />

vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen constructies<br />

zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte<br />

lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het<br />

Aanduiding voor speciale instructies.<br />

dut_som_2010−03<br />

Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/<br />

van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-<br />

LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbehorende<br />

instructies om deze risico’s te vermijden.<br />

risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de<br />

aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende<br />

apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semi−automatisch<br />

gelijkstroom (draad−) lasapparaat met constante spanning, 2) een<br />

handbediend gelijkstroom (elektrode−) lasapparaat, of 3) een wisselstroom<br />

lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In<br />

de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasapparaat<br />

met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!<br />

Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de afstandsbediening<br />

als die op het apparaat aanwezig is.<br />

Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie<br />

installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR<br />

1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)<br />

Installeer en aard deze installatie volgens de <strong>Handleiding</strong> voor gebruikers<br />

en nationale of locale codes.<br />

Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van<br />

dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten<br />

is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de<br />

kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.<br />

Als u het apparaat aansluit op het net, verbind dan eerst de aardingsgeleider<br />

en controleer de aansluitingen grondig.<br />

Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen<br />

heet metaal en vonken.<br />

Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggende<br />

bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze<br />

beschadigd is − openliggende bedrading kan dodelijk zijn.<br />

Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.<br />

Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbonden<br />

kabels.<br />

Draag de kabels niet op uw lichaam.<br />

Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte<br />

kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.<br />

Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,<br />

de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.<br />

Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of vervang<br />

beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het<br />

apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.<br />

Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt<br />

Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.<br />

Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed metaal-op-metaalcontact<br />

op het werkstuk of werktafel.<br />

Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het<br />

werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen<br />

Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enkele<br />

lasbron.<br />

OM-216 869 Pagina 1


Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspanning<br />

nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING<br />

op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroombronnen.<br />

Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedingsstekker<br />

los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de<br />

aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel<br />

aanraakt.<br />

OM-216 869 Pagina 2<br />

Door HETE ONDERDELEN kunnen<br />

brandwonden ontstaan.<br />

Hete onderdelen niet met blote handen aanraken<br />

Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken.<br />

Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te<br />

pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en<br />

−kleding om brandwonden te voorkomen.<br />

ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk<br />

zijn.<br />

Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het<br />

inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw<br />

gezondheid.<br />

Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.<br />

Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat lasrook<br />

en gassen afgezogen worden.<br />

Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gasmasker.<br />

Lees de Materiaalveiligheids informatiebladen en de instructies<br />

van de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen,<br />

schoonmaakmiddelen en ontvetters.<br />

Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd<br />

wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat<br />

er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kunnen<br />

lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat<br />

schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.<br />

Zorg voor veilige ademlucht.<br />

Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of<br />

waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen reageren<br />

met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en<br />

irriterende gassen vormen<br />

Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of<br />

cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van<br />

het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd<br />

wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen<br />

en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen<br />

produceren als ze gelast worden.<br />

De STRALEN UIT DE BOOG kunnen<br />

ogen en huid verbranden<br />

Boogstralen van het lasproces produceren zichbare<br />

en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die<br />

uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het<br />

lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.<br />

Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een lashelm<br />

voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en<br />

ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI<br />

Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).<br />

Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder<br />

uw helm<br />

Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen tegen<br />

flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw<br />

anderen om niet in de boog te kijken.<br />

Draag beschermende kleding, gemaakt van duurzaam, brandwerend<br />

materiaal (leer en wol) en beschermend schoeisel<br />

LASSEN kan brand of explosies veroorzaken<br />

Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,<br />

trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen worden<br />

Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen. De<br />

rondvliegende vonken, de temperatuur van het<br />

werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden<br />

veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen<br />

voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand veroorzaken.<br />

Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat lassen.<br />

Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van<br />

de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brandwerende<br />

materialen.<br />

Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar materiaal<br />

kunnen raken.<br />

Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet<br />

metaal.<br />

Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk<br />

gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruimtes<br />

kunnen vliegen.<br />

Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt<br />

Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, scheidingswanden<br />

of tussenschotten brand kan ontstaan aan de<br />

tegenovergestelde zijde<br />

Las niet aan gesloten vaten zoals tanks, trommels of pijpen, tenzij<br />

ze voldoende voorbereid zijn volgens AWS F4.1 (zie veiligheidsvoorschriften)<br />

Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof,<br />

gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten.<br />

Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de<br />

plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte<br />

en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s vermeden<br />

kunnen worden<br />

Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.<br />

Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan<br />

de contactbuis als niet gelast wordt.<br />

Draag olie-vrije beschermende kleding zoals leren handschoenen<br />

leren schort, broek zonder omslag, hoge schoenen en een helm.<br />

Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of<br />

lucifers bij u draagt als u gaat lassen.<br />

Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker<br />

van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.<br />

Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen<br />

zwaardere nemen of deze doorverbinden.<br />

Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor<br />

werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aanwezig<br />

is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.<br />

RONDVLIEGEND METAAL of STOF<br />

kan de ogen verwonden.<br />

Door lassen, bikken, het gebruik van draadborstels<br />

en slijpen kunnen vonken en rodvliegende<br />

metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen<br />

afkoelen, kunnen er slakresten rondvliegen.<br />

Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs<br />

onder uw lashelm.<br />

GASVORMING kan schadelijk voor<br />

de gezondheid of zelfs dodelijk zijn<br />

Draai de gastoevoer dicht, wanneer u geen gas<br />

gebruikt.<br />

Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of gebruik<br />

goedgekeurde beademingsapparatuur


ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN<br />

kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde<br />

medische apparatuur.<br />

Mensen die een pacemaker of een ander<br />

geïmplanteerd medisch apparaat dragen,<br />

moeten uit de buurt blijven.<br />

Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,<br />

moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen<br />

voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden<br />

met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden<br />

of inductieverwarmen.<br />

LAWAAI kan het gehoor aantasten<br />

Lawaai van bepaalde werkzaamheden of apparatuur<br />

kan uw gehoor aantasten<br />

Draag goedgekeurde gehoorbescherming als<br />

het geluidsniveau te hoog is<br />

GASFLESSEN kunnen exploderen<br />

als ze beschadigd worden<br />

Gasflessen met beschermend gas bevatten gas<br />

onder hoge druk. Als een gasfles beschadigd wordt,<br />

kan deze exploderen. Aangezien gasflessen normaal<br />

gesproken een onderdeel uitmaken van het<br />

van het lasproces moet u er voorzichtig mee<br />

omgaan.<br />

Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische<br />

schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.<br />

Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet<br />

kunnen vallen of omkantelen.<br />

Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen<br />

Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.<br />

Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.<br />

Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg<br />

zijn.<br />

Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en<br />

hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepassing;<br />

onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.<br />

Draai bij het openen van de gasfles uw gezicht weg van het reduceerventiel.<br />

Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zitten<br />

behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.<br />

Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas,<br />

bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheidsvoorschriften<br />

staat.<br />

1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud<br />

BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR<br />

Installeer of plaats het apparaat niet op, boven<br />

of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.<br />

Het apparaat niet in de buurt van brandbare<br />

stoffen installeren.<br />

Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het<br />

voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat<br />

aan kan.<br />

TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden<br />

tot OVERVERHITTING.<br />

Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan<br />

de nominale inschakelduur.<br />

Verminder de stroomsterkte of de inschakelduur<br />

voordat u opnieuw begint met lassen.<br />

Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.<br />

VALLENDE APPARATUUR kan letsel<br />

veroorzaken.<br />

Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op<br />

te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of andere<br />

accessoires.<br />

Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit<br />

om het apparaat op te tillen en te ondersteunen.<br />

Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er<br />

dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant onder<br />

het apparaat uitsteken.<br />

Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet<br />

in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.<br />

Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur<br />

de Amerikaanse ARBO−richtlijn getiteld Applications Manual for<br />

the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94–110).<br />

RONDVLIEGENDE LASSPATTEN<br />

kunnen letsel veroorzaken.<br />

Draag gezichtsbescherming om de ogen en<br />

het gezicht te beschermen.<br />

Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is<br />

van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hierbij<br />

de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.<br />

Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de<br />

buurt houden.<br />

STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PCkaarten<br />

beschadigen<br />

Doe een geaarde polsband om VOORDAT u<br />

printplaten of onderdelen aanraakt.<br />

Gebruik goede anti-statische zakken of dozen<br />

voor het opslaan, verplaatsen of transporteren<br />

van PC-printplaten.<br />

BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen<br />

letsel veroorzaken.<br />

Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen<br />

Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aandrijfrollen.<br />

OM-216 869 Pagina 3


OM-216 869 Pagina 4<br />

LASDRAAD kan letsel veroorzaken<br />

Bedien de toortsschakelaar pas als u de aanwijzing<br />

krijgt om dat te doen.<br />

Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, andere<br />

mensen of op enig materiaal als de draad<br />

wordt ingevoerd.<br />

BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen<br />

letsel veroorzaken<br />

Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals<br />

ventilatoren.<br />

Laat deuren, panelen, deksels en<br />

beschermplaten alleen verwijderen door<br />

bevoegd personeel indien nodig voor<br />

onderhoud en storingzoeken.<br />

Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen verwijderen<br />

door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud<br />

en storingzoeken.<br />

Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer<br />

aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding<br />

weer aan.<br />

RONDVLIEGENDE LASSPATTEN<br />

kunnen letsel veroorzaken.<br />

Draag gezichtsbescherming voor ogen en gezicht<br />

te beschermen.<br />

Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is<br />

van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat.<br />

Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.<br />

Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de<br />

buurt houden.<br />

LEES DE INSTRUCTIES.<br />

Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en<br />

alle waarschuwingslabels, voordat u de<br />

machine installeert, gebruikt of er onderhoud<br />

aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.<br />

Lees de veiligheidsinformatie aan het begin<br />

van de handleiding en in elk hoofdstuk.<br />

Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabrikant.<br />

Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de <strong>Handleiding</strong>en,<br />

de industriële normen en de landelijke en ter plekke geldende<br />

regelgeving.<br />

1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen<br />

Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die chemicaliën<br />

bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is<br />

dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker<br />

veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5<br />

en volgend.)<br />

Accupolen, -klemmen en soortgelijke accessoires bevatten<br />

lood en loodverbindingen, chemicaliën waarvan het de Staat<br />

Califorrnië bekend is dat ze kanker en geboorteafwijkingen of<br />

andere voortplantingsproblemen veroorzaken. Was uw handen<br />

na aanraking.<br />

Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het<br />

de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwijkingen<br />

of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was<br />

na gebruik uw handen.<br />

H.F. STRALING kan storingen veroorzaken<br />

Hoog-frequente straling kan storing veroorzaken<br />

bij radio-navigatie, veiligheidsdiensten,<br />

computers en communicatie-apparatuur.<br />

Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische<br />

apparatuur deze installatie uitvoeren.<br />

De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door<br />

een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de<br />

installatie<br />

Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan<br />

onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.<br />

Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.<br />

Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,<br />

houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aarding<br />

en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een<br />

minimum te beperken.<br />

BOOGLASSEN kan interferentie<br />

veroorzaken.<br />

Elektromagnetische energie kan interferentie<br />

veroorzaken bij gevoelige elektronische<br />

apparatuur zoals computers en<br />

computergestuurde apparatuur zoals robots.<br />

Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch<br />

compatibel is.<br />

Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo<br />

kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de<br />

vloer.<br />

Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van<br />

gevoelige elektronische apparatuur.<br />

Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze<br />

handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.<br />

Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker<br />

extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het<br />

lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van<br />

lijnfilters of afscherming van het werkterrein.<br />

Benzinemotoren:<br />

Uitlaatgassen van motoren bevatten chemicaliën waarvan<br />

het de Staat Califorrnië bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen<br />

of andere voortplantingsproblemen veroorzaken.<br />

Dieselmotoren:<br />

Van uitlaatgassen van dieselmotoren en bepaalde bestanddelen<br />

ervan is het de Staat Califorrnië bekend dat ze kanker,<br />

geboorteafwijkingen en andere voortplantings problemen<br />

veroorzaken.


1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften<br />

Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,<br />

from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:<br />

www.global.ihs.com).<br />

Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding<br />

and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Global<br />

Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:<br />

www.global.ihs.com).<br />

National <strong>Electric</strong>al Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protection<br />

Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:<br />

www.nfpa.org and www. sparky.org).<br />

Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,<br />

from Compressed Gas Association, 4221 Walney Road, 5th Floor,<br />

Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cganet.com).<br />

Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard<br />

W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060<br />

Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone:<br />

800-463-6727, website: www.csa-international.org).<br />

Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protection,<br />

ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,<br />

25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, website:<br />

www.ansi.org).<br />

Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot<br />

Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,<br />

Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org.<br />

OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Industry,<br />

Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,<br />

and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Superintendent<br />

of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954<br />

(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—<br />

phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:<br />

www.osha.gov).<br />

U.S. Consumer Product Safety Commission (CPSC), 4330 East West<br />

Highway, Bethesda, MD 20814 (phone: 301-504-7923, website:<br />

www.cpsc.gov).<br />

Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The National<br />

Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600<br />

Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website:<br />

www.cdc.gov/NIOSH).<br />

1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)<br />

Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk<br />

elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt een<br />

elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de lasapparatuur.<br />

Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij<br />

bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die<br />

medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen<br />

worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een<br />

risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Alle lassers moeten de<br />

volgende procedures naleven om zo blootstelling aan<br />

elektro−magnetischevelden van de lasstroomkring tot een minimum te<br />

beperken:<br />

1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te<br />

plakken of gebruik kabelbescherming.<br />

2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan<br />

één kant en weg van de gebruiker.<br />

3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.<br />

4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de<br />

apparatuur in de lasstroomkring.<br />

5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de<br />

las.<br />

6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten<br />

en er niet op leunen.<br />

7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het<br />

draadaanvoersysteem draagt.<br />

Over geïmplanteerde medische apparatuur:<br />

Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun<br />

arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt<br />

komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden<br />

of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts<br />

wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.<br />

OM-216 869 Pagina 5


OM-216 869 Pagina 6


HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES (CE−modellen)<br />

2-1. Definities voor de waarschuwingslabels<br />

Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar<br />

(zie de symbolen).<br />

1 Een elektrische schok van een<br />

laselektrode of de bedrading kan<br />

dodelijk zijn.<br />

1.1 Draag droge, geïsoleerde<br />

handschoenen. De elektrode niet met<br />

de blote hand aanraken. Geen natte of<br />

kapotte handschoenen dragen.<br />

1.2 Bescherm uzelf tegen elektrische<br />

schokken door uzelf te isoleren van<br />

het werk en de aarde.<br />

1.3 Haal de stekker van de machine uit<br />

het stopcontact of uit de machine,<br />

voordat u aan de machine gaat<br />

werken.<br />

2 Het inademen van lasdampen kan<br />

1 1.1 1.2 1.3<br />

2 2.1 2.2 2.3<br />

3 3.1 3.2 3.3<br />

gevaarlijk zijn voor uw gezondheid.<br />

2.1 Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.<br />

2.2 Gebruik actieve ventilatie of een<br />

afvoersysteem om de dampen van de<br />

werkplek af te voeren.<br />

2.3 Gebruik een ventilator om de dampen<br />

af te voeren.<br />

3 Lasvonken kunnen ontploffingen of<br />

brand veroorzaken.<br />

3.1 Houd brandbare stoffen uit de buurt<br />

van het laswerk. Niet lassen vlakbij<br />

brandbare stoffen.<br />

3.2 Lasvonken kunnen brand<br />

veroorzaken. Zorg dat er een<br />

brandblusapparaat in de buurt is en<br />

4 4.1<br />

5<br />

6<br />

zorg dat er een toezichthouder is die<br />

klaarstaat om dit gebruiken.<br />

3.3 Niet op vaten of dichte containers e.d.<br />

lassen.<br />

4 De stralen uit de boog kunnen ogen<br />

en huid verbranden.<br />

4.1 Draag een hoofddeksel en een<br />

veiligheidsbril. Bescherm uw oren en<br />

knoop de kraag van uw overhemd<br />

dicht. Gebruik een lashelm met de<br />

juiste filtersterkte. Draag bescherming<br />

voor uw hele lichaam.<br />

5 Zorg dat u geoefend raakt en lees de<br />

aanwijzingen, voordat u aan de<br />

machine gaat werken of gaat lassen.<br />

6 Verwijder het label niet; verf het ook<br />

niet over en dek het niet af.<br />

179 310A<br />

2 1 3<br />

4<br />

1 Waarschuwing! Pas op! Kans<br />

op gevaar (zie de symbolen).<br />

2 Een elektrische schok van de<br />

bedrading kan dodelijk zijn.<br />

3 Lees de handleiding voordat u<br />

aan de machine gaat werken.<br />

5<br />

4 Haal de stekker van de<br />

machine uit het stopcontact<br />

of uit de machine, voordat u<br />

aan de machine gaat werken.<br />

5 Begin uw opleiding door de<br />

handleiding door te lezen<br />

vooraleer het werk aan te<br />

vatten of voor het lassen.<br />

OM−216 869 Pagina 7


OM−216 869 Pagina 8<br />

1 2 3 4 5<br />

6 7 8 9<br />

Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar<br />

(zie de symbolen).<br />

1 Een elektrische schok van de<br />

bedrading kan dodelijk zijn.<br />

2 Haal de stekker van de machine uit<br />

het stopcontact of uit de machine,<br />

voordat u aan de machine gaat<br />

werken.<br />

3 Op de ingangscondensator blijft<br />

gevaarlijk onder spanning staan, ook<br />

als de machine is uitgeschakeld.<br />

Raak volledig opgeladen<br />

condensatoren nooit aan.<br />

4 Wacht altijd 5 minuten na het<br />

uitschakelen van de stroom voordat u<br />

aan het systeem gaat werken, OF<br />

5 controleer de spanning van de<br />

ingangscondensator en zorg dat u er<br />

zeker van bent dat deze bijna 0 is,<br />

voordat u enig onderdeel aanraakt.<br />

6 Als er stroom komt te staan op defecte<br />

onderdelen, kunnen deze exploderen<br />

of andere onderdelen laten<br />

exploderen.<br />

7 Rondvliegende stukken van<br />

onderdelen kunnen letsel<br />

veroorzaken. Draag altijd<br />

een gezichtsscherm als u onderhoud<br />

pleegt aan een apparaat.<br />

8 Draag altijd lange mouwen en knoop<br />

uw kraag dicht, als u onderhoud<br />

pleegt aan een apparaat.<br />

9 Nadat u de nodige<br />

voorzorgsmaatregelen hebt<br />

genomen, kunt u de eenheid<br />

aansluiten op de stroomvoorziening.<br />

1 2 3 4 5<br />

6 7 8 9<br />

1 Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar<br />

(zie de symbolen).<br />

2 Een elektrische schok van de bedrading<br />

kan dodelijk zijn.<br />

3 Haal de stekker van de machine uit het<br />

stopcontact of uit de machine, voordat u<br />

aan de machine gaat werken.<br />

4 Bewegende onderdelen, zoals<br />

ventilatoren, kunnen verwondingen<br />

veroorzaken aan vingers en handen. Uit<br />

de buurt blijven van bewegende delen.<br />

5 Draag een veiligheidsbril met<br />

6<br />

zijbescherming.<br />

Lees de handleiding voordat u aan<br />

de machine gaat werken.<br />

S-180 663<br />

7 Lees ten behoeve van de veiligheid bij het<br />

lassen de labels op de stroombron voor de<br />

lasstroom, de draadaanvoer en andere<br />

belangrijke apparatuur.<br />

8 Recycle koelvloeistof of voer ze op<br />

milieuveilige wijze af.<br />

9 Verwijder het label niet; verf het ook niet<br />

over en dek het niet af.


4<br />

5<br />

1 Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar<br />

(zie de symbolen).<br />

2 Haal de stekker van de machine uit het<br />

stopcontact of uit de machine, voordat u<br />

aan de machine gaat werken.<br />

3 Draag een veiligheidsbril met<br />

zijbescherming.<br />

4 Een verstopte filter of verstopte slangen<br />

=<br />

1 2<br />

3<br />

kunnen oververhitting en schade<br />

veroorzaken.<br />

5 Lees de handleiding voor de eigenaar.<br />

6 Controleer en reinig de filter om de<br />

100 uur; kijk ook de staat van de<br />

slangen na.<br />

7 Gebruik voor het lassen met hoge<br />

frequentie of gas/wolfraam-booglassen<br />

100 h. std.<br />

043 810 (HF)<br />

043 809 (AL)<br />

2-2. WEEE label (Voor producten die in de EU zijn verkocht)<br />

S-178 910<br />

de laaggeleidende koelvloeistof nr.<br />

043 810. Gebruik de aluminiumbeschermende<br />

koelvloeistof nr. 043 809<br />

wanneer de koelvloeistof in contact<br />

komt met aluminium onderdelen of voor<br />

gas/metaal-booglassen en bij<br />

toepassingen waar niet met hoge<br />

frequentie wordt gelast.<br />

Voer dit product niet af met het normale<br />

afval.<br />

Bezorg elektrisch en elektronisch<br />

(WEEE) afval, bij een recycle depot.<br />

Neem contact op met een recyclebedrijf<br />

of distributeur voor meer informatie<br />

6<br />

7<br />

OM−216 869 Pagina 9


2-3. Symbolen en definities<br />

A Ampère Uitgangsspanning TIG−lassen<br />

V Volt Ingangsspanning<br />

OM−216 869 Pagina 10<br />

Uitgangsspanning<br />

Beschermende<br />

aarde (massa)<br />

Aanvullende<br />

beschermer<br />

Beklede elektrode−<br />

lassen<br />

3-fasen statische frequentie-<br />

omzetter-transformator-gelijkrichter<br />

Van op afstand Hefboog (TIG)<br />

Nagastijd Voorgastijd S Seconden<br />

Aan Uit Positief Negatief<br />

Wisselstroom Gasinvoer Gasuitvoer I 2<br />

X Inschakelduur Gelijkstroom Lijnverbinding U 2<br />

Primaire spanning U1 IP Beschermings-<br />

Maximale nominale<br />

graad I voedingsstroom<br />

1max I1eff U 0<br />

Nominale<br />

openspanning<br />

(gemiddeld)<br />

Afstandsbediening<br />

standaard<br />

Hz Hertz<br />

Stroomvorm Startstroomsterkte<br />

Afstandsbediend<br />

2T met houdfunctie<br />

Terughalen<br />

uit geheugen<br />

Uitkratertijd Eindstroom<br />

ACgolfvormregeling<br />

Nominale<br />

lasstroom<br />

Conventionele<br />

belastingsspanning<br />

Maximale<br />

effectieve<br />

voedingsstroom<br />

Toename/afname<br />

kwantiteit<br />

Gas/DIG-regeling Percent<br />

Boogsterkte (DIG) HF−start<br />

Pulspercentage<br />

in tijd<br />

Up−slope tijd<br />

Pulseren EP-spanning Pulsfrequentie<br />

Werkstuk Elektrode EN-spanning<br />

Lasbron kan<br />

gebruikt worden<br />

in omgeving met<br />

verhoogd risico<br />

Volgorde<br />

Proces<br />

Achtergrondspanning<br />

f AC-frequentie


HOOFDSTUK 3 − INSTALLATIE<br />

3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU)<br />

A. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)<br />

! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek<br />

mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.<br />

Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974−1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang<br />

heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die<br />

hiertoe is opgeleid.<br />

Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog− en stabilisatieapparatuur) die onderdeel<br />

uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de<br />

lasstroomkring voor meer informatie over EMV−blootstelling.<br />

De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.<br />

Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV−blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.<br />

De beoordeling van de blootstelling aan de laskabel in een beroepsmatige omgeving werd uitgevoerd precies midden in de straal van een<br />

gebogen laskabel onder de slechtst mogelijke omstandigheden.<br />

De volgende speciale voorwaarden zijn van toepassing voor de bediening van deze apparatuur:<br />

AC− of pulserende DC lasprocessen met lasstromen boven 350 A dienen te geschieden door gemechaniseerde lasinstallaties.<br />

B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) (Dynasty 350)<br />

! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig<br />

is van het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen<br />

met de elektromagnetische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.<br />

Deze apparatuur voldoet aan de IEC 61000−3−12 norm, mits het kortsluitvermogen Ssc groter is dan of gelijk aan 4,141,791 op het punt waar<br />

de gebruiker de aansluiting maakt met het openbare systeem. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van de<br />

apparatuur om er, eventueel in overleg met de beheerder van het distributienetwerk, voor te zorgen dat de apparatuur alleen wordt aangesloten<br />

op een voeding met een kortsluitvermogen Ssc groter dan of gelijk aan 4,141,791.<br />

ce-emc 1 2010-10<br />

C. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) (Maxstar 350)<br />

! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig<br />

is van het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen<br />

met de elektromagnetische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.<br />

Deze apparatuur voldoet aan de IEC 61000−3−12 norm, mits het kortsluitvermogen Ssc groter is dan of gelijk aan 1,340,274 op het punt waar<br />

de gebruiker de aansluiting maakt met het openbare systeem. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van de<br />

apparatuur om er, eventueel in overleg met de beheerder van het distributienetwerk, voor te zorgen dat de apparatuur alleen wordt aangesloten<br />

op een voeding met een kortsluitvermogen Ssc groter dan of gelijk aan 1,340,274.<br />

ce-emc 1 2010-10<br />

D. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) (Dynasty 700)<br />

! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig<br />

is van het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen<br />

met de elektromagnetische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.<br />

Deze apparatuur voldoet aan de IEC 61000−3−12 norm, mits het kortsluitvermogen Ssc groter is dan of gelijk aan 9,394,172 op het punt waar<br />

de gebruiker de aansluiting maakt met het openbare systeem. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van de<br />

apparatuur om er, eventueel in overleg met de beheerder van het distributienetwerk, voor te zorgen dat de apparatuur alleen wordt aangesloten<br />

op een voeding met een kortsluitvermogen Ssc groter dan of gelijk aan 9,394,172.<br />

ce-emc 1 2010-10<br />

E. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) (Maxstar 700)<br />

! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig<br />

is van het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen<br />

met de elektromagnetische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.<br />

Deze apparatuur voldoet aan de IEC 61000−3−12 norm, mits het kortsluitvermogen Ssc groter is dan of gelijk aan 3,259,047 op het punt waar<br />

de gebruiker de aansluiting maakt met het openbare systeem. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van de<br />

apparatuur om er, eventueel in overleg met de beheerder van het distributienetwerk, voor te zorgen dat de apparatuur alleen wordt aangesloten<br />

op een voeding met een kortsluitvermogen Ssc groter dan of gelijk aan 3,259.047.<br />

ce-emc 1 2010-10<br />

OM−216 869 Pagina 11


3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens<br />

Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de voorzijde te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het<br />

vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van<br />

deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt.<br />

3-3. Technische gegevens<br />

A. Dynasty 350<br />

Ingangsvermogen<br />

Nominale<br />

uitgangsspanning<br />

OM−216 869 Pagina 12<br />

IP<br />

graad<br />

Bereik<br />

lasstroom<br />

Max.<br />

open lasspanning<br />

(Uo)<br />

Gemiddelde<br />

start<br />

piekspanning<br />

(Up)<br />

Stroomverbruik bij een nominale uitgangsbelasting<br />

50/60 Hz<br />

208 V 230 V 380 V 400 V 460 V 575 V KVA KW<br />

Driefasen<br />

250 A bij 30 Volt,<br />

100% inschakelduur<br />

300 A bij 32 Volt,<br />

23 5−350<br />

75∇<br />

10−15♦<br />

29 26 16 15 13 10 10.3<br />

60% inschakelduur 36 32 19 18 16 13 12.7<br />

15 KV**<br />

Monofase<br />

180 A bij 27.2 Volt,<br />

100% inschakelduur<br />

225 A bij 29 Volt,<br />

23 5−350<br />

75∇<br />

10−15♦<br />

35 32 −− −− 15 12 7.4<br />

60% inschakelduur 47 43 −− −− 21 16 9.8<br />

*In stationaire toestand<br />

**Boogontstekings unit is gemaakt voor handmatig gebruik.<br />

♦Lage openspanning in TIG Lift-Arc (TIG hefbooglassen) of tijdens beklede elektrodelassen met lage openspanning als keuzestand<br />

(zie hoofdstuk 5-7).<br />

∇Normale openspanning (75 volt) aanwezig tijdens beklede elektrodelassen met normale openspanning als keuzestand<br />

(zie hoofdstuk 5-7).<br />

Dit systeem is uitgerust met Auto-Line. Auto-Line is een intern stroomomzettercircuit voor de stroombron dat automatisch de stroombron<br />

omzet naar elke primaire ingaande spanning van 190 tot 625 volt, monofase of driefasen, 50 of 60 Hz. Het stelt ook spanningspieken bij binnen<br />

het gehele bereik.<br />

B. Maxstar 350<br />

Ingangsvermogen<br />

Nominale<br />

uitgangsspanning<br />

IP<br />

graad<br />

Bereik<br />

lasstroom<br />

Max.<br />

open lasspanning<br />

(Uo)<br />

Gemiddelde<br />

start<br />

piekspanning<br />

(Up)<br />

Stroomverbruik bij een nominale uitgangsbelasting<br />

50/60 Hz<br />

9.9<br />

*(.06)<br />

12.1<br />

*(.06)<br />

6.8<br />

*(.06)<br />

9.1<br />

*(.06)<br />

208 V 230 V 380 V 400 V 460 V 575 V KVA KW<br />

Driefasen<br />

250 A bij 30 Volt,<br />

100% inschakelduur<br />

300 A bij 32 Volt,<br />

23 5−350<br />

75∇<br />

10−15♦<br />

27 24 15 14 12 9 9.7<br />

60% inschakelduur 33 30 18 17 15 12 12<br />

15 KV**<br />

Monofase<br />

180 A bij 27.2 Volt,<br />

100% inschakelduur<br />

225 A bij 29 Volt,<br />

23 5−350<br />

75∇<br />

10−15♦<br />

32 29 −− −− 14 11 6.4<br />

60% inschakelduur 43 39 −− −− 19 14 8.6<br />

*In stationaire toestand<br />

**Boogontstekings unit is gemaakt voor handmatig gebruik.<br />

♦Lage openspanning in TIG Lift-Arc (TIG hefbooglassen) of tijdens beklede elektrodelassen met lage openspanning als keuzestand<br />

(zie hoofdstuk 5-7).<br />

∇Normale openspanning (75 volt) aanwezig tijdens beklede elektrodelassen met normale openspanning als keuzestand<br />

(zie hoofdstuk 5-7).<br />

Dit systeem is uitgerust met Auto-Line. Auto-Line is een intern stroomomzettercircuit voor de stroombron dat automatisch de stroombron<br />

omzet naar elke primaire ingaande spanning van 190 tot 625 volt, monofase of driefasen, 50 of 60 Hz. Het stelt ook spanningspieken bij binnen<br />

het gehele bereik.<br />

9.3<br />

*(.06)<br />

11.5<br />

*(.06)<br />

6<br />

*(.06)<br />

8.2<br />

*(.06)


C. Dynasty 700<br />

Ingangsvermogen<br />

Driefasen<br />

Monofase<br />

Nominale<br />

uitgangsspanning<br />

IP<br />

graad<br />

Bereik<br />

lasstroom<br />

Max.<br />

open lasspanning<br />

(Uo)<br />

Gemiddelde<br />

start<br />

piekspanning<br />

(Up)<br />

Stroomverbruik bij een nominale uitgangsbelasting<br />

50/60 Hz<br />

208 V 230 V 380 V 400 V 460 V 575 V KVA KW<br />

500 A bij 40 Volt,<br />

100% inschakelduur<br />

600 A bij 44 Volt,<br />

23 5−700<br />

75∇<br />

10−15♦<br />

75 68 41 39 34 27 27<br />

60% inschakelduur 98 88 53 51 43 33 35<br />

360 A bij 34 Volt,<br />

100% inschakelduur<br />

450 A bij 38 Volt<br />

DC,<br />

60% inschakelduur<br />

23 5−700<br />

75∇<br />

10−15♦<br />

15 KV**<br />

82 74 −− −− 37 30 17<br />

119 105 −− −− 50 38 24<br />

*In stationaire toestand<br />

**Boogontstekings unit is gemaakt voor handmatig gebruik.<br />

♦Lage openspanning in TIG Lift-Arc (TIG hefbooglassen) of tijdens beklede elektrodelassen met lage openspanning als keuzestand<br />

(zie hoofdstuk 5-7).<br />

∇Normale openspanning (75 volt) aanwezig tijdens beklede elektrodelassen met normale openspanning als keuzestand<br />

(zie hoofdstuk 5-7).<br />

Dit systeem is uitgerust met Auto-Line. Auto-Line is een intern stroomomzettercircuit voor de stroombron dat automatisch de stroombron<br />

omzet naar elke primaire ingaande spanning van 190 tot 625 volt, monofase of driefasen, 50 of 60 Hz. Het stelt ook spanningspieken bij binnen<br />

het gehele bereik.<br />

D. Maxstar 700<br />

Ingangsvermogen<br />

Driefasen<br />

Monofase<br />

Nominale<br />

uitgangsspanning<br />

IP<br />

graad<br />

Bereik<br />

lasstroom<br />

Max.<br />

open lasspanning<br />

(Uo)<br />

Gemiddelde<br />

start<br />

piekspanning<br />

(Up)<br />

Stroomverbruik bij een nominale uitgangsbelasting<br />

50/60 Hz<br />

26<br />

*(.08)<br />

34<br />

*(.08)<br />

16<br />

*(.08)<br />

22<br />

*(.08)<br />

208 V 230 V 380 V 400 V 460 V 575 V KVA KW<br />

500 A bij 40 Volt,<br />

100% inschakelduur<br />

600 A bij 44 Volt,<br />

23 5−700<br />

75∇<br />

10−15♦<br />

67 60 36 35 30 24 24<br />

60% inschakelduur 89 80 49 46 40 31 32<br />

360 A bij 34 Volt,<br />

100% inschakelduur<br />

450 A bij 38 Volt<br />

DC,<br />

60% inschakelduur<br />

23 5−700<br />

75∇<br />

10−15♦<br />

15 KV**<br />

77 70 −− −− 35 28 16<br />

108 95 −− −− 45 35 22<br />

*In stationaire toestand<br />

**Boogontstekings unit is gemaakt voor handmatig gebruik.<br />

♦Lage openspanning in TIG Lift-Arc (TIG hefbooglassen) of tijdens beklede elektrodelassen met lage openspanning als keuzestand<br />

(zie hoofdstuk 5-7).<br />

∇Normale openspanning (75 volt) aanwezig tijdens beklede elektrodelassen met normale openspanning als keuzestand<br />

(zie hoofdstuk 5-7).<br />

Dit systeem is uitgerust met Auto-Line. Auto-Line is een intern stroomomzettercircuit voor de stroombron dat automatisch de stroombron<br />

omzet naar elke primaire ingaande spanning van 190 tot 625 volt, monofase of driefasen, 50 of 60 Hz. Het stelt ook spanningspieken bij binnen<br />

het gehele bereik.<br />

23<br />

*(.08)<br />

31<br />

*(.08)<br />

15<br />

*(.08)<br />

21<br />

*(.08)<br />

OM−216 869 Pagina 13


3-4. Inschakelduur en oververhitting<br />

Uitgangsstroom<br />

700<br />

600<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

700 3 Phase<br />

700 1 Phase<br />

350 3 Phase<br />

350 1 Phase<br />

0<br />

10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

Oververhitting<br />

OM−216 869 Pagina 14<br />

Inschakelduur<br />

0<br />

Minuten<br />

15<br />

De inschakelduur is het percentage<br />

van 10 minuten dat het systeem<br />

kan lassen met de nominale<br />

belasting zonder te oververhitten.<br />

Als het apparaat oververhit raakt, is<br />

er geen uitgangsspanning meer,<br />

verschijnt er een Help-melding (zie<br />

hoofdstuk 6-4) en gaat de<br />

koelventilator draaien. Wacht<br />

vijftien minuten om het apparaat te<br />

laten afkoelen. Verlaag de<br />

stroomsterkte, de spanning of de<br />

inschakelduur voor u gaat lassen.<br />

OPGELET − Door overschrijding<br />

van de inschakelduur kan het apparaat<br />

beschadigen en daarmee komt<br />

de garantie te vervallen.<br />

A of V<br />

OF<br />

Verlaag de inschakelduur<br />

sduty1 5/95 / 213 343-B


Aantekeningen<br />

OM−216 869 Pagina 15


3-5. Stroom-spanning grafieklijnen<br />

DC Volt<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

TIG minimaal<br />

OM−216 869 Pagina 16<br />

TIG Min<br />

Dynasty 350 DC<br />

TIG maximaal<br />

Beklede elektrode<br />

maximaal DIG minimaal<br />

Beklede Elektrode<br />

minimaal DIG maximaal<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

AC Volt<br />

Maxstar 350 DC<br />

0<br />

0 50 100 150 200 250 300 350 400<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

Dynasty 350 AC<br />

0<br />

0<br />

0 50 100 150 200 250 300 350 400 0 50 100 150 200 250 300 350 400<br />

DC Amperes<br />

AC Amperes<br />

Beklede elektrode minimaal<br />

DIG minimaal<br />

TIG minimaal<br />

TIG minimaal<br />

Beklede Elektrode<br />

minimaal<br />

TIG maximaal<br />

Beklede elektrode maximaal<br />

DIG maximaal<br />

TIG maximaal<br />

Beklede Elektrode<br />

maximaal<br />

215 138-A / 215 139-A<br />

224 527-A


DC Volts<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

Dynasty 700 DC<br />

40<br />

30<br />

20<br />

Beklede elektrode minimaal<br />

DIG maximaal<br />

Beklede elektrode maximaal<br />

DIG maximaal<br />

TIG minimaal<br />

10<br />

0<br />

0<br />

TIG maximaal<br />

100 200 300 400 500 600 700 800 900<br />

DC Amperes<br />

DC Volts<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

AC Volts<br />

100<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

Maxstar 700 DC<br />

Beklede elektrode minimaal<br />

DIG maximaal<br />

TIG minimaal<br />

TIG minimaal<br />

Beklede elektrode<br />

minimaal<br />

Dynasty 700 AC<br />

0<br />

0 100 200 300 400 500 600 700 800<br />

AC Amperes<br />

TIG maximaal<br />

0 100 200 300 400 500 600 700 800 900<br />

DC Amperes<br />

De stroom−spanning grafieklijnen<br />

geven de minimaal en de maximaal<br />

mogelijke uitgangsspanning<br />

en -stroom aan van de voedingsbron<br />

voor het lasapparaat. De grafieklijnen<br />

van de andere instellingen<br />

vallen tussen de aangegeven<br />

krommen.<br />

TIG maximaal<br />

Beklede elektrode maximaal<br />

DIG maximaal<br />

Beklede elektrode<br />

maximaal<br />

213 342-A / 213 344-A<br />

215 126-A<br />

OM−216 869 Pagina 17


3-6. Keuze van de locatie<br />

Verplaatsing<br />

Locatie en luchtstroom<br />

1<br />

460 mm (18 inch)<br />

OM−216 869 Pagina 18<br />

1<br />

OF<br />

3<br />

460 mm<br />

(18 inch)<br />

3-7. Waarschuwingen voor omvallen<br />

2<br />

! Een vallend apparaat kan letsel veroorzaken.<br />

Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit<br />

om het apparaat op te tillen en te ondersteunen.<br />

1 Hefoog<br />

2 Hefvorken<br />

Gebruik hefvorken of het liftoog om het<br />

apparaat te verplaatsen.<br />

Gebruik het alleen het hijsoog om het<br />

apparaat op te tillen, en NIET de laskar,<br />

gasflessen of andere accessoires.<br />

Indien hefvorken gebruikt worden, gebruik<br />

hefvorken om het apparaat te verplaatsen.<br />

3 Ljnscheidingsmechanisme<br />

Plaats het apparaat in de buurt van een<br />

stroombron die de juiste voeding biedt.<br />

! Mogelijk is een speciale installatie nodig,<br />

wanneer er benzine of vluchtige<br />

vloeistoffen aanwezig zijn − zie NEC<br />

artikel 511 of CEC hoofdstuk 20.<br />

Ref. 117 264-C / 803 900-B / 223 259-A / 223 275-A<br />

! Verplaats het apparaat niet naar<br />

en gebruik het niet op plaatsen<br />

waar het kan omvallen.


3-8. Afmetingen, gewichten en plaatsen voor de bevestiging van de gaten voor het<br />

onderstel<br />

De totaalafmetingen (A, B en C) zijn inclusief het hefoog, de handvatten, het bevestigingsmateriaal, enz.<br />

A. Lasstroombron<br />

A<br />

B<br />

803 914-A<br />

C<br />

G<br />

B. Lasstroombron met wagen en koeler<br />

A<br />

B<br />

804 642-B<br />

C<br />

F<br />

D<br />

E<br />

C<br />

A<br />

A<br />

Afmetingen<br />

24-3/4 inch (654 mm)<br />

− 350A modellen<br />

B 13-3/4 inch (349 mm)<br />

C 22 inch (559 mm)<br />

D 20-1/2 inch (521 mm)<br />

E 1 inch (25 mm)<br />

F 11-3/4 inch (298 mm)<br />

34-5/8 inch (879 mm)<br />

− 700A modellen<br />

G Diameter 1/2 inch (13 mm) 4 gaten<br />

Gewicht Gewicht<br />

135,5 kg (61,5 lb) 198 kg (89,8 lb)<br />

Afmetingen<br />

350 modellen<br />

45-1/8 inch (1146 mm)<br />

B 23-1/8 inch (587 mm)<br />

C 41-3/4 inch (1060 mm)<br />

Gewicht<br />

voor 350 modellen<br />

700 modellen<br />

55-1/8 inch (1400 mm)<br />

Gewicht<br />

voor 700 modellen<br />

268.5 lbs (121,8 kg) 331 lbs (150 kg)<br />

OM−216 869 Pagina 19


3-9. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud<br />

A. Dynasty 350 modellen<br />

De werkelijke voedingsspanning (ingaande spanning) mag niet 10% lager zijn dan de minimum invoerspanning (5% bij 380 volt CE modellen)<br />

en/of 10% hoger dan de maximum voedingsspanning zoals aangegeven in de tabel. Als de werkelijke voedingsspanning buiten dit bereik is,<br />

kan er mogelijk geen uitgaande spanning zijn.<br />

OPGELET − ONJUISTE VOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. De fase-naar-massa spanning mag niet meer bedragen dan +10% van<br />

de nominale ingaande spanning.<br />

Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn<br />

voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.<br />

OM−216 869 Pagina 20<br />

Driefasen<br />

Ingaande spanning (V) 208 230 380 400 460 575<br />

Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning - 300 A bij 32 volt (A) 36 32 19 18 16 13<br />

Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères 1<br />

Traag 2 40 35 20 20 20 15<br />

Normaal 3 50 45 30 25 25 20<br />

Min. afmeting invoerconductor in mm 2, 4 6 6 4 2.5 2.5 2.5<br />

Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 27 33 54 39 51 80<br />

Min. afmeting aardingsconductor in mm 2 , 4 6 6 4 2.5 2.5 2.5<br />

Referentie: Amerikaanse National <strong>Electric</strong>al Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)<br />

1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme<br />

die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.<br />

2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.<br />

3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).<br />

4 De geleidergegevens in deze hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur<br />

conform NEC-tabel 310,16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel<br />

400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.<br />

Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn<br />

voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.<br />

Monofase<br />

Ingaande spanning (V) 208 230 460 575<br />

Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning - 225 A bij 29 volt (A) 47 43 21 16<br />

Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères 1<br />

Traag 2 50 50 25 20<br />

Normaal 3 70 60 30 25<br />

Min. afmeting invoerconductor in mm 2, 4 10 10 4 2.5<br />

Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 27 33 52 53<br />

Min. afmeting aardingsconductor in mm 2 , 4 10 6 4 2.5<br />

Referentie: Amerikaanse National <strong>Electric</strong>al Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)<br />

1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme<br />

die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.<br />

2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.<br />

3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).<br />

4 De geleidergegevens in deze hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur<br />

conform NEC-tabel 310,16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel<br />

400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.


B. Maxstar 350 modellen<br />

De werkelijke voedingsspanning (ingaande spanning) mag niet 10% lager zijn dan de minimum invoerspanning (5% bij 380 volt CE modellen)<br />

en/of 10% hoger dan de maximum voedingsspanning zoals aangegeven in de tabel. Als de werkelijke voedingsspanning buiten dit bereik is,<br />

kan er mogelijk geen uitgaande spanning zijn.<br />

OPGELET − ONJUISTE VOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. De fase-naar-massa spanning mag niet meer bedragen dan +10%<br />

van de nominale ingaande spanning.<br />

Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn<br />

voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.<br />

Driefasen<br />

Ingaande spanning (V) 208 230 380 400 460 575<br />

Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning - 300 A bij 32 volt (A) 33 30 18 17 15 12<br />

Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères 1<br />

Traag 2 40 35 20 20 15 15<br />

Normaal 3 50 45 25 25 20 20<br />

Min. afmeting invoerconductor in mm 2, 4 6 6 2.5 2.5 2.5 2.5<br />

Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 28 35 37 41 54 84<br />

Min. afmeting aardingsconductor in mm 2 , 4 6 6 2.5 2.5 2.5 2.5<br />

Referentie: Amerikaanse National <strong>Electric</strong>al Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)<br />

1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme<br />

die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.<br />

2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.<br />

3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).<br />

4 De geleidergegevens in deze hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur<br />

conform NEC-tabel 310,16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel<br />

400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.<br />

Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn<br />

voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.<br />

Monofase<br />

Ingaande spanning (V) 208 230 460 575<br />

Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning - 225 A bij 29 volt (A) 43 39 19 14<br />

Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères 1<br />

Traag 2 50 45 20 15<br />

Normaal 3 60 60 30 20<br />

Min. afmeting invoerconductor in mm 2, 4 10 6 2.5 2.5<br />

Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 30 24 38 59<br />

Min. afmeting aardingsconductor in mm 2 , 4 6 6 2.5 2.5<br />

Referentie: Amerikaanse National <strong>Electric</strong>al Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)<br />

1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme<br />

die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.<br />

2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.<br />

3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).<br />

4 De geleidergegevens in deze hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur<br />

conform NEC-tabel 310,16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel<br />

400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.<br />

OM−216 869 Pagina 21


C. Dynasty 700 modellen<br />

De werkelijke voedingsspanning (ingaande spanning) mag niet 10% lager zijn dan de minimum invoerspanning (5% bij 380 volt CE modellen)<br />

en/of 10% hoger dan de maximum voedingsspanning zoals aangegeven in de tabel. Als de werkelijke voedingsspanning buiten dit bereik is,<br />

kan er mogelijk geen uitgaande spanning zijn.<br />

OPGELET − ONJUISTE VOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. De fase-naar-massa spanning mag niet meer bedragen dan +10%<br />

van de nominale ingaande spanning.<br />

Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn<br />

voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.<br />

OM−216 869 Pagina 22<br />

Driefasen<br />

Ingaande spanning (V) 208 230 380 400 460 575<br />

Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning - 600 A bij 44 volt (A) 98 88 53 51 44 33<br />

Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères 1<br />

Traag 2 110 100 60 60 50 40<br />

Normaal 3 150 125 80 80 70 50<br />

Min. afmeting invoerconductor in mm 2, 4 25 25 10 10 10 6<br />

Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 36 44 49 54 72 73<br />

Min. afmeting aardingsconductor in mm 2 , 4 16 16 10 10 10 6<br />

Referentie: Amerikaanse National <strong>Electric</strong>al Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)<br />

1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme<br />

die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.<br />

2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.<br />

3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).<br />

4 De geleidergegevens in deze hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur<br />

conform NEC-tabel 310,16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel<br />

400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.<br />

Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn<br />

voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.<br />

Monofase<br />

Ingaande spanning (V) 208 230 460 575<br />

Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning - 450 A bij 38 volt (A) 119 105 50 38<br />

Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères 1<br />

Traag 2 125 125 60 50<br />

Normaal 3 175 150 80 60<br />

Min. afmeting invoerconductor in mm 2, 4 27.3 25 10 10<br />

Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 33 33 54 85<br />

Min. afmeting aardingsconductor in mm 2 , 4 16 16 10 6<br />

Referentie: Amerikaanse National <strong>Electric</strong>al Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)<br />

1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme<br />

die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.<br />

2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.<br />

3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).<br />

4 De geleidergegevens in deze hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur<br />

conform NEC-tabel 310,16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel<br />

400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.


D. Maxstar 700 modellen<br />

De werkelijke voedingsspanning (ingaande spanning) mag niet 10% lager zijn dan de minimum invoerspanning (5% bij 380 volt CE modellen)<br />

en/of 10% hoger dan de maximum voedingsspanning zoals aangegeven in de tabel. Als de werkelijke voedingsspanning buiten dit bereik is,<br />

kan er mogelijk geen uitgaande spanning zijn.<br />

OPGELET − ONJUISTE VOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. De fase-naar-massa spanning mag niet meer bedragen dan +10% van<br />

de nominale ingaande spanning.<br />

Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn<br />

voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.<br />

Driefasen<br />

Ingaande spanning (V) 208 230 380 400 460 575<br />

Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning - 600 A bij 44 volt (A) 89 80 49 46 40 31<br />

Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères 1<br />

Traag 2 110 100 60 50 50 40<br />

Normaal 3 125 125 70 70 60 50<br />

Min. afmeting invoerconductor in mm 2, 4 25 16 10 10 10 6<br />

Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 39 31 53 59 78 80<br />

Min. afmeting aardingsconductor in mm 2 , 4 16 16 10 10 6 6<br />

Referentie: Amerikaanse National <strong>Electric</strong>al Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)<br />

1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme<br />

die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.<br />

2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.<br />

3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).<br />

4 De geleidergegevens in deze hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur<br />

conform NEC-tabel 310,16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel<br />

400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.<br />

Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn<br />

voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.<br />

Monofase<br />

Ingaande spanning (V) 208 230 460 575<br />

Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning - 450 A bij 38 volt (A) 108 95 45 35<br />

Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères 1<br />

Traag 2 125 110 50 45<br />

Normaal 3 150 150 70 60<br />

Min. afmeting invoerconductor in mm 2, 4 25 25 10 6<br />

Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 29 35 58 59<br />

Min. afmeting aardingsconductor in mm 2 , 4 16 16 10 6<br />

Referentie: Amerikaanse National <strong>Electric</strong>al Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)<br />

1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme<br />

die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.<br />

2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.<br />

3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).<br />

4 De geleidergegevens in deze hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur<br />

conform NEC-tabel 310,16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel<br />

400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.<br />

OM−216 869 Pagina 23


3-10. Het aansluiten van de netvoeding bij het 350 model<br />

A. Driefasen ingangsvermogen aansluiten<br />

3<br />

OM−216 869 Pagina 24<br />

6<br />

4<br />

1<br />

3<br />

7<br />

= GND/PE aarding<br />

2<br />

L1<br />

L2<br />

L3<br />

5<br />

! De installatie moet voldoen aan alle<br />

nationale en lokale regels en voorschriften<br />

− alleen daartoe bevoegde<br />

personen mogen deze installatie<br />

uitvoeren.<br />

! Ontkoppel en blokkeer de stroomvoorziening<br />

voordat u de ingaande<br />

geleiders vanaf het systeem aansluit.<br />

! Sluit altijd eerst de groene of<br />

groengele stroomgeleider aan op<br />

een voedingsmassaklem en nooit<br />

op een lijnklem.<br />

Het automatische-lijncircuit in dit<br />

systeem past de voedingsbron<br />

automatisch aan aan de primaire<br />

spanning die wordt toegepast.<br />

Controleer de ingangsspanning die<br />

op de werkplek voorhanden is. Dit<br />

systeem kan aangesloten worden op<br />

elke bron tussen 208 en 575 V/AC<br />

zonder dat de kap hoeft te worden<br />

verwijderd om de voedingsbron<br />

opnieuw te koppelen.<br />

Voor driefasen:<br />

1 Voedingskabel.<br />

2 Ontkoppel het apparaat (de<br />

3<br />

schakelaar staat afgebeeld in de<br />

OFF-stand)<br />

Groene of groengele aardegeleider<br />

4 Ontkoppel de aardingsklem van het<br />

apparaat<br />

5 Ingaande geleiders (L1, L2 en L3)<br />

6 Ontkoppel de lijnklemmen van het<br />

apparaat<br />

Sluit eerst de groene of groengele<br />

aardstroomgeleider aan op de<br />

ontkoppelde<br />

apparaat.<br />

aardingsklem van het<br />

Sluit de ingaande geleiders L1, L2 en L3<br />

aan op de ontkoppelde lijnklemmen van<br />

het apparaat.<br />

7 Overbelastingsbeveiliging<br />

Bepaal het type en de maat van de<br />

overbelastingsbeveiliging aan de hand<br />

van hoofdstuk 3-9 (afgebeeld: gezekerde<br />

ontkoppelingsschakelaar).<br />

Sluit de toegangsdeur van het<br />

scheidingsmechanisme en sluit hem<br />

stevig af. Verwijder de blokkering en zet<br />

de schakelaar in de ON-stand.<br />

Benodigde gereedschappen:<br />

Ref. 804 746-B


B. Monofase ingaande voeding aansluiten<br />

Benodigde gereedschappen:<br />

8<br />

3<br />

6<br />

1<br />

7<br />

L1<br />

L2<br />

10<br />

9<br />

1<br />

= GND/PE aarding<br />

3<br />

6<br />

5<br />

1<br />

2<br />

4<br />

! De installatie moet voldoen aan alle<br />

nationale en lokale regels en voorschriften<br />

− alleen daartoe bevoegde<br />

personen mogen deze installatie<br />

uitvoeren.<br />

! Ontkoppel en blokkeer de stroomvoorziening<br />

voordat u de ingaande<br />

geleiders vanaf het systeem aansluit.<br />

! Sluit altijd eerst de groene of<br />

groengele stroomgeleider aan op<br />

een voedingsmassaklem en nooit<br />

op een lijnklem.<br />

Het automatische-lijncircuit in dit<br />

systeem past de voedingsbron<br />

automatisch aan aan de primaire<br />

spanning die wordt toegepast.<br />

1<br />

Controleer de ingangsspanning die<br />

op de werkplek voorhanden is. Dit<br />

systeem kan aangesloten worden op<br />

elke bron tussen 208 en 575 V/AC<br />

zonder dat de kap hoeft te worden<br />

verwijderd om de voedingsbron<br />

opnieuw te koppelen.<br />

Zwart-witte ingaande draad (L1 en L2)<br />

2 Rode ingaande draad<br />

3 Groene of groengele aardegeleider<br />

4 Isolatiemantel<br />

5 Isolatietape<br />

Isoleer de rode draad zoals afgebeeld.<br />

6 Voedingskabel.<br />

7 Ontkoppel het apparaat<br />

(de schakelaar staat afgebeeld<br />

in de OFF-stand)<br />

8 Ontkoppel de aardingsklem<br />

van het apparaat<br />

9 Ontkoppel de lijnklemmen<br />

van het apparaat<br />

Sluit eerst de groene of groengele aardstroomgeleider<br />

aan op de ontkoppelde<br />

aardingsklem van het apparaat.<br />

Sluit de ingaande draden L1 en L2 aan<br />

op de klemmen van schakelkast.<br />

10 Overbelastingsbeveiliging<br />

Bepaal het type en de maat van de<br />

overbelastingsbeveiliging aan de hand<br />

van hoofdstuk 3-9 (afgebeeld: gezekerde<br />

ontkoppelingsschakelaar).<br />

Sluit de toegangsdeur van het<br />

scheidingsmechanisme en sluit hem<br />

stevig af. Verwijder de blokkering en zet<br />

de schakelaar in de ON-stand.<br />

Ref. 804 746-B / 803 766-A<br />

OM−216 869 Pagina 25


3-11. Het aansluiten van de netvoeding bij het 700 model<br />

A. Aansluiten van de driefasen netvoeding voor Maxstar 700<br />

8<br />

4<br />

3<br />

Benodigde gereedschappen:<br />

OM−216 869 Pagina 26<br />

1<br />

2<br />

4<br />

3<br />

6<br />

10<br />

7<br />

9<br />

6<br />

5<br />

= GND/PE aarding<br />

803 927-B<br />

! De installatie moet voldoen aan alle nationale<br />

en lokale regels en voorschriften − alleen daartoe<br />

bevoegde personen mogen deze installatie<br />

uitvoeren.<br />

! Ontkoppel en blokkeer de stroomvoorziening<br />

voordat u de ingaande geleiders vanaf het systeem<br />

aansluit.<br />

! Maak eerst de ingaande stroomverbindingen<br />

naar de lasstroombron.<br />

! Sluit altijd eerst de groene of groengele conductor<br />

aan op een voedingsmassaklem en nooit op<br />

een lijnklem.<br />

Zie het label met de technische gegevens op het<br />

systeem en controleer de beschikbare invoerspanning<br />

op de werkplek (zie hoofdstuk 3-6).<br />

1 Ingaande stroomgeleiders (snoer geleverd door<br />

klant)<br />

Bepaal de afmeting en de lengte van de geleiders aan<br />

de hand van hoofdstuk 3-9. De geleiders moeten<br />

voldoen aan de nationale en lokale regels en<br />

voorschriften met betrekking tot elektriciteit. Gebruik<br />

indien nodig aansluitpunten met het juiste<br />

stroomvermogen en de juiste gatafmetingen.<br />

Ingaande stroomaansluitingen van lasstroombron<br />

2 Spanningsontlasting<br />

De kabel door de spanningsontlasting leiden en de<br />

schroef aandraaien.<br />

3 Aardingsklem van de machine<br />

4 Groene of groengele aardegeleider<br />

Sluit eerst de groene of groengele aardegeleider aan op<br />

de aardingsklem van de lasstroombron.<br />

5 Lijnklemmen lasstroombron (schakelaar S1)<br />

6 Ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en L3 (W)<br />

Sluit de ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en L3 (W) aan<br />

op de lijnklemmen voor de lasstroombron.<br />

7 Kabelbinder (alleen CE)<br />

Maak de draden vast met de meegeleverde<br />

kabelbinder.<br />

Breng de kap aan.<br />

Ontkoppel de aansluitpunten voor de ingaande<br />

stroom op het apparaat<br />

8 Ontkoppel het apparaat (de schakelaar staat<br />

afgebeeld in de OFF-stand)<br />

9 Ontkoppel de aardingsklem (voeding) van het<br />

apparaat<br />

Sluit eerst de groene of groengele aardstroomgeleider<br />

aan op de ontkoppelde aardingsklem van het apparaat.<br />

10 Ontkoppel de lijnklemmen van het apparaat<br />

Sluit de ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en L3 (W) aan<br />

op de lijnklemmen van het ontkoppelingsapparaat.<br />

11 Overbelastingsbeveiliging<br />

Kies het type en het formaat van de overbelastingsbeveiliging<br />

aan de hand van hoofdstuk 3-9 (afgebeeld: gezekerde<br />

stroomonderbreker)<br />

Sluit de toegangsdeur van het lijnscheidingsmechanisme<br />

en vergrendel hem. Verwijder de blokkering en zet<br />

de schakelaar in de ON-stand.


B. Aansluiten van de driefasen netvoeding voor Dynasty 700<br />

10<br />

4<br />

3<br />

Benodigde gereedschappen:<br />

1<br />

4<br />

2<br />

5<br />

3<br />

6<br />

12<br />

9<br />

11<br />

8<br />

7<br />

6<br />

= GND/PE aarding<br />

805 470-B<br />

! De installatie moet voldoen aan alle nationale<br />

en lokale regels en voorschriften − alleen<br />

daartoe bevoegde personen mogen<br />

deze installatie uitvoeren.<br />

! Ontkoppel en blokkeer de stroomvoorziening<br />

voordat u de ingaande geleiders<br />

vanaf het systeem aansluit.<br />

! Maak eerst de ingaande stroomverbindingen<br />

naar de lasstroombron.<br />

! Sluit altijd eerst de groene of groengele<br />

conductor aan op een voedingsmassaklem<br />

en nooit op een lijnklem.<br />

Zie het label met de technische gegevens op het<br />

systeem en controleer de beschikbare<br />

invoerspanning op de werkplek (zie hoofdstuk<br />

3-6).<br />

1 Ingaande stroomgeleiders (snoer geleverd<br />

door klant)<br />

Bepaal de afmeting en de lengte van de geleiders<br />

aan de hand van hoofdstuk 3-9. De geleiders<br />

moeten voldoen aan de nationale en lokale regels<br />

en voorschriften met betrekking tot elektriciteit.<br />

Gebruik indien nodig aansluitpunten met het juiste<br />

stroomvermogen en de juiste gatafmetingen.<br />

Ingaande stroomaansluitingen van lasstroombron<br />

2 Spanningsontlasting<br />

De kabel door de spanningsontlasting leiden en de<br />

schroef aandraaien.<br />

3 Aardingsklem van de machine<br />

4 Groene of groengele aardegeleider<br />

Sluit eerst de groene of groengele aardegeleider<br />

aan op de aardingsklem van de lasstroombron.<br />

5 Ferrietkern F9 (alleen CE)<br />

Wikkel bij de Dynasty modellen de groen/gele<br />

aarddraad 4 maal door de meegeleverde<br />

ferrietkern F9, zoals in de afbeelding.<br />

6 Lijnklemmen lasstroombron (schakelaar S1)<br />

7 Ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en L3 (W)<br />

Sluit de ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en L3 (W)<br />

aan op de lijnklemmen voor de lasstroombron.<br />

8 Kabelbinder (alleen CE)<br />

Maak de draden vast met de meegeleverde<br />

kabelbinder.<br />

Breng de kap aan.<br />

Ontkoppel de aansluitpunten voor de ingaande<br />

stroom op het apparaat<br />

9 Ontkoppel het apparaat (de schakelaar staat<br />

afgebeeld in de OFF-stand)<br />

10 Ontkoppel de aardingsklem (voeding) van<br />

het apparaat<br />

Sluit eerst de groene of groengele<br />

aardstroomgeleider aan op de ontkoppelde<br />

aardingsklem van het apparaat.<br />

11 Ontkoppel de lijnklemmen van het apparaat<br />

Sluit de ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en L3 (W)<br />

aan op de lijnklemmen van het<br />

ontkoppelingsapparaat.<br />

12 Overbelastingsbeveiliging<br />

Kies het type en het formaat van de overbelastingsbeveiliging<br />

aan de hand van hoofdstuk 3-9 (afgebeeld:<br />

gezekerde stroomonderbreker)<br />

Sluit de toegangsdeur van het lijnscheidingsmechanisme<br />

en vergrendel hem. Verwijder de<br />

blokkering en zet de schakelaar in de ON-stand.<br />

OM−216 869 Pagina 27


C. Monofase ingaande voeding aansluiten<br />

8<br />

4<br />

OM−216 869 Pagina 28<br />

1<br />

Benodigde gereedschappen:<br />

Ref. 803 927-B<br />

1<br />

2<br />

4<br />

10<br />

9<br />

6<br />

7<br />

3<br />

2<br />

6<br />

5<br />

= GND/PE aarding<br />

! De installatie moet voldoen aan alle<br />

nationale en lokale regels en voorschriften<br />

− alleen daartoe bevoegde<br />

personen mogen deze installatie<br />

uitvoeren.<br />

! Ontkoppel en blokkeer de stroomvoorziening<br />

voordat u de ingaande<br />

geleiders vanaf het systeem aansluit.<br />

! Maak eerst de ingaande stroomverbindingen<br />

naar de lasstroombron.<br />

! Sluit altijd eerst de groene of groengele<br />

conductor aan op een voedingsmassaklem<br />

en nooit op een<br />

lijnklem.<br />

Zie het label met de technische gegevens<br />

op het systeem en controleer de<br />

beschikbare invoerspanning op de<br />

werkplek (zie hoofdstuk 3-6).<br />

1 Ingaande stroomgeleiders (snoer<br />

geleverd door klant)<br />

Bepaal de afmeting en de lengte van de<br />

geleiders aan de hand van hoofdstuk 3-9.<br />

De geleiders moeten voldoen aan de<br />

nationale en lokale regels en voorschriften<br />

met betrekking tot elektriciteit. Gebruik<br />

indien nodig aansluitpunten met het juiste<br />

stroomvermogen en de juiste gatafmetingen.<br />

Ingaande stroomaansluitingen van<br />

lasstroombron<br />

2 Spanningsontlasting<br />

De kabel door de spanningsontlasting leiden<br />

en de schroef aandraaien.<br />

3 Aardingsklem van de machine<br />

4 Groene of groengele aardegeleider<br />

Sluit eerst de groene of groengele<br />

aardegeleider aan op de aardingsklem van<br />

de lasstroombron.<br />

5 Lijnklemmen lasstroombron<br />

(schakelaar S1)<br />

6 Ingaande geleiders L1 (U) en L2 (V)<br />

Sluit de ingaande geleiders L1 (U) en L2 (V)<br />

aan op de lijnklemmen van de lasstroombron.<br />

Breng de kap aan.<br />

Ontkoppel de aansluitpunten voor de<br />

ingaande stroom op het apparaat<br />

7 Ontkoppel het apparaat (de schakelaar<br />

staat afgebeeld in de OFF-stand)<br />

8 Ontkoppel de aardingsklem (voeding)<br />

van het apparaat<br />

Sluit eerst de groene of groengele<br />

aardstroomgeleider aan op de ontkoppelde<br />

aardingsklem van het apparaat.<br />

9 Ontkoppel de lijnklemmen van het<br />

apparaat<br />

Sluit de ingaande geleiders L1 (U) en L2 (V)<br />

aan op de lijnklemmen van het<br />

ontkoppelingsapparaat.<br />

10 Overbelastingsbeveiliging<br />

Kies het type en het formaat van de<br />

overbelastingsbeveiliging aan de hand van<br />

hoofdstuk 3-9 (afgebeeld: gezekerde<br />

stroomonderbreker)<br />

Sluit de toegangsdeur van het<br />

lijnscheidingsmechanisme en vergrendel<br />

hem. Verwijder de blokkering en zet de<br />

schakelaar in de ON-stand.


3-12. Aansluitklemmen voor de laskabels en kabelafmetingen bepalen*<br />

OPGELET − De totale kabellengte in de lasstroomkring (zie onderstaande tabel) is de lengte van beide laskabels tezamen. Als bijvoorbeeld de<br />

stroombron 30 meter van het laswerkstuk is, dan is de totale kabellengte in de lasstroomkring 60 meter (2 kabels x 30 meter). Neem de 60m−kolom<br />

voor het bepalen van de kabelafmetingen.<br />

Aansluitklemmen<br />

van lasuitgangsspanning<br />

! Schakel de voeding uit<br />

voor u de aansluiting<br />

naar de aansluitklemmen<br />

voor de laskabel<br />

maakt.<br />

! Gebruik geen versleten,<br />

beschadigde, te<br />

korte of slecht verbonden<br />

kabels.<br />

Elektrode<br />

Werkstuk<br />

Lasstroom***<br />

Laskabelformaat** en maximale totale lengte van de kabel (koper) in de<br />

lasstroomkring net groter dan<br />

10 − 60% inschakelduur<br />

AWG (mm2 )<br />

30 m of minder**** 45 m 60 m<br />

60 − 100% inschakelduur<br />

AWG (mm2 )<br />

10 − 100% inschakelduur<br />

AWG (mm 2 )<br />

100 4 (20) 4 (20) 4 (20) 3 (30)<br />

150 3 (30) 3 (30) 2 (35) 1 (50)<br />

200 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60)<br />

250 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70)<br />

300 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95)<br />

350 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)<br />

400 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)<br />

500 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2 ea. 2/0 (2x70)<br />

600 3/0 (95) 4/0 (120) 2 ea. 2/0 (2x70) 2 ea. 3/0 (2x95)<br />

700 4/0 (120) 2 ea. 2/0 (2x70) 2 ea. 3/0 (2x95) 2 ea. 4/0 (2x120)<br />

800 4/0 (120) 2 ea. 2/0 (2x70) 2 ea. 3/0 (2x95) 2 ea. 4/0 (2x120)<br />

900 2 ea. 2/0 (2x70) 2 ea. 3/0 (2x95) 2 ea. 4/0 (2x120) 3 ea. 3/0 (3x95)<br />

* Dit schema is een algemene richtlijn en is mogelijk niet geschikt voor alle toepassingen. Als de kabel oververhit raakt, gebruik dan een kabel<br />

die één maat groter is.<br />

** Het laskabelformaat (AWG) is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder of een stroomdichtheid van minimaal 300 cm/A .<br />

( ) = mm2 ***Kies het laskabelformaat voor een pulserende toepassing op de waarde van de piekspanning.<br />

****Gebruik alleen de gelijkstroomuitgang (DC) bij afstanden van meer dan 30 m tot 60 m. Neem voor afstanden die groter zijn dan in de deze<br />

gids aangegeven lengtes, contact op met <strong>Miller</strong> (+1− 920−735−4505) of Hobart (+1−800−332−3281).<br />

Ref. S-0007-G 2010−08 (TIG)<br />

Ga verder bij hoofdstuk 3-13 voor nadere installatie−instructies. Er staat een afbeelding van de Dynasty 700 in hoofdstuks 3-13 t/m 6-4. De locaties<br />

van de bedieningsfuncties en componenten is gelijk voor alle modellen die in deze handleiding worden besproken.<br />

OM−216 869 Pagina 29


3-13. Informatie over de 14-pens contrastekker (gebruikt zonder aansluiting op<br />

automatisering)<br />

A<br />

B<br />

K<br />

J<br />

I<br />

C L N H<br />

D M G<br />

E F<br />

OM−216 869 Pagina 30<br />

803 900-A / 218 716-A<br />

Contactdoosinformatie<br />

15 VOLTS DC<br />

REMOTE<br />

OUTPUT<br />

CONTROL<br />

A/V<br />

STROOMSTERKTE<br />

(AMPERAGE)<br />

SPANNING<br />

(VOLTAGE)<br />

Contactdoos*<br />

Contactdoosinformatie<br />

A Contactschakelaarregeling 15 V/DC.<br />

B Het sluiten van het contact naar A maakt<br />

het 15 V/DC contactorstuurcircuit en zorgt<br />

dat er uitgangsspanning aanwezig is.<br />

C +10 volts DC.<br />

D Gemeenschappelijke van het<br />

afstandsbedieningscircuit.<br />

E 0 tot +10 V/DC ingaand stuursignaal vanaf<br />

de afstandsbediening.<br />

F Stroomterugkoppeling; +1 volt DC per<br />

100 ampère.<br />

H Terugkoppeling spanning; +1V DC per 10 V<br />

uitgangsspanning van de contrastekker.<br />

CHASSIS K Gemeenschappelijk chassis.<br />

GND G +15 volt DC (A) gemeenschappelijk.<br />

*De overige contactdozen worden niet gebruikt.<br />

Als een handafstandsbediening zoals de RHC-14 wordt aangesloten op de 14-pens contrastekker, dan moet een stroomwaarde boven het<br />

minimum worden ingesteld op de afstandsbediening voordat het paneel of de schakelaar op de afstandbediening wordt in geschakeld. Als u<br />

dit nalaat, wordt de stroomsterkte geregeld door de paneelregeling en functioneert de handbediende afstandsbediening niet.


3-14. Aansluiting voor automatisering (voor 28-pens contrastekker, indien aanwezig)<br />

14<br />

20<br />

8<br />

3 2 1<br />

7 6 5<br />

13 12 11 10<br />

19 18 17 16<br />

25<br />

28<br />

24 23 22<br />

27<br />

26<br />

4<br />

9<br />

21<br />

15<br />

Pen Peninformatie voor 28-pens contrastekker RC28<br />

803 900-A / 218 716-A<br />

1 Start/stop − Het sluiten op pen 8 start de lascyclus. Het openen van de sluiting stopt de lascyclus. Tijdens 2T-lassen start en stopt<br />

een kortstondig sluiting (langer dan 100 msec maar korter dan 3/4 seconde) de lasuitgangsspanning.<br />

2 Uitgangsspanning ingeschakeld − werkt alleen in geautomatiseerde functies − Het sluiten op pen 8 moet te allen tijde worden<br />

aangehouden. Als de sluiting tussen pen 2 en 8 wordt verbroken, schakelt de uitgangsspanning uit, gaat het nagas op time-out<br />

en verschijnt de tekst HELP 13 op de meters.<br />

3 Gas − Sluiting op pen 8 schakelt het gas in. Deze input heft het nagas op, maar als er een voorgastijd wordt ingevoerd, gaat de<br />

voorgascyclus op time-out voordat er een boog wordt gevormd.<br />

4 Goede boog, collector - De uitgangsspanning is ingeschakeld en er is minder dan 50 volt belasting (zie hoofdstuk 3-17).<br />

5 Spanningsterugkoppeling - +1 volt DC per 10 volt met betrekking tot pen 11.<br />

6 Stroomterugkoppeling - +1 volt DC per 100 ampères met betrekking tot pen 11.<br />

7 Niet gebruikt<br />

8 Gemeenschappelijke IGND isolatie<br />

9 Goede boog, emitter - De uitgangsspanning is ingeschakeld en er is minder dan 50 volt belasting (zie hoofdstuk 3-17).<br />

10 Geheugen ingeschakeld - Zie hoofdstuk 3-15.<br />

11 Gemeenschappelijk afstandsbedieningscircuit.<br />

12 Gemeenschappelijk chassis.<br />

13 Pulsblokkering, collector - De uitgangsspanning is ingeschakeld uitgangsspanning ingeschakeld tijdens de startstroom, de up-slope-tijd,<br />

de uitkratertijd, de eindstroom, tijdens de pulserende achtergrondtijd als de pulsfrequentie lager is dan 10 Hz (zie hoofdstuk 3-17).<br />

14 Pulsblokkering, emitter - De uitgangsspanning is ingeschakeld uitgangsspanning ingeschakeld tijdens de startstroom, de up-slope-tijd,<br />

de uitkratertijd, de eindstroom, tijdens de pulserende achtergrondtijd als de pulsfrequentie lager is dan 10 Hz (zie hoofdstuk 3-17).<br />

15 Geheugenkeuze 0 - Zie hoofdstuk 3-15.<br />

16 Geheugenkeuze 1 - Zie hoofdstuk 3-15.<br />

17 Invoersignaal van afstandsbediening - 0 tot +10 volt DC invoerspanning.<br />

18 +10 volts DC.<br />

19 HF uitgeschakeld − Schakel hoge frequentie uit wanneer aangesloten op pen 8.<br />

20 Automatisering ingeschakeld 1 - Zie hoofdstuk 3-16.<br />

21 Spanning EN gemeenschappelijk - Zie hoofdstuk 3-16.<br />

22 Spanning EN signaal - Zie hoofdstuk 3-16.<br />

23 Uitkratertijd, collector - Uitgangsspanning ingeschakeld in uitkratertijdfunctie (zie hoofdstuk 3-17).<br />

24 Uitkratertijd, emitter - Uitgangsspanning ingeschakeld in uitkratertijdfunctie (zie hoofdstuk 3-17).<br />

25 Automatisering ingeschakeld 2 - Zie hoofdstuk 3-16.<br />

26 Spanning EP signaal (alleen Dynasty-modellen) - Zie hoofdstuk 3-16.<br />

27 Spanning EP gemeenschappelijk (alleen Dynasty-modellen) - Zie hoofdstuk 3-16.<br />

28 Polariteit (alleen Dynasty-modellen) - Zie hoofdstuk 3-16.<br />

OM−216 869 Pagina 31


3-15. Ingangen voor afstandsbediende geheugenkeuze (voor 28-pens contrastekker,<br />

indien aanwezig)<br />

14<br />

20<br />

25<br />

28<br />

OM−216 869 Pagina 32<br />

8<br />

3<br />

1<br />

26<br />

4<br />

9<br />

15<br />

21<br />

28-pens contrastekker RC28<br />

Toegewezen aan contact: 0 = niet aangesloten / 1 = aangesloten op massa (pen 8)<br />

Functie 15 16 10<br />

Uit 0 0 0<br />

Geheugenfunctietoets 1 1 0 0<br />

Geheugenfunctietoets 2 0 1 0<br />

Geheugenfunctietoets 3 1 1 0<br />

Geheugenfunctietoets 4 0 0 1<br />

Geheugenfunctietoets 5 1 0 1<br />

Geheugenfunctietoets 6 0 1 1<br />

Geheugenfunctietoets 7 1 1 1<br />

3-16. Automatiseringsselecties (voor 28-pens contrastekker, indien aanwezig)<br />

14<br />

20<br />

8<br />

25<br />

28<br />

Aangesloten<br />

op pen 8 (EP)<br />

Open (EN)<br />

3<br />

1<br />

26<br />

Pen 28<br />

4<br />

9<br />

15<br />

21<br />

28-pens contrastekker RC28<br />

Toegewezen aan contact 0 = niet aangesloten / 1 = aangesloten op massa<br />

(pen 8)<br />

X= maakt niet uit<br />

Pen<br />

Functie 20 21<br />

Geen automatiseringsfuncties geselecteerd 0 0<br />

Automatiseringsfunctie 1<br />

Schakelt de functie van pen 2 in, Sequencer en lastimers<br />

Automatiseringsfunctie 2<br />

Schakelt de functies van pen 2 in<br />

Pen 22 naar pen 21 - 0 tot +10 volt DC EN amplitude<br />

Pen 26 naar pen 27 - 0 tot +10 volt DC EP amplitude<br />

Pen 28 naar pen 8 - EP polariteit (frequentie en evenwicht)<br />

Pen 28 niet aangesloten op pen 8 - EN polariteit<br />

(frequentie en evenwicht)<br />

1 0<br />

X 1


3-17. Typische toepassing voor automatisering<br />

Voorbeeld 28-pens<br />

uitgangsspanning<br />

Collector<br />

Emitter<br />

CR1<br />

R<br />

Spoelweerstand R<br />

moet worden gekozen<br />

om de stroom te beperken<br />

tot 75 mA<br />

+<br />

−<br />

Stroom geleverd door gebruiker<br />

tot een piekspanning van maximaal<br />

27 volt DC<br />

CR1 Naar apparatuur gebruiker<br />

3-18. 115 Volt AC duplex contrastekker, aanvullende beschermer CB1 en stroomschakelaar<br />

3<br />

1<br />

2<br />

1 AC duplex contrastekker<br />

Contrastekker RC2 levert 115 V 10 A<br />

monofase vermogen.<br />

2 Aanvullende beschermer CB1<br />

CB1 beschermt de duplex contrastekker<br />

tegen overbelasting. Als de automatische<br />

zekering open gaat, werkt<br />

de contrastekker niet. Druk op de knop<br />

om de beschermer te resetten.<br />

3 Hoofdschakelaar voeding<br />

803 901-A<br />

OM−216 869 Pagina 33


3-19. Beschermgasaansluiting<br />

3-20. TIG HF puls/ Lift-Arc aansluitingen<br />

OM−216 869 Pagina 34<br />

4<br />

1<br />

2<br />

3<br />

1<br />

4<br />

3 2<br />

5<br />

Benodigde gereedschappen:<br />

11/16 inch (21 mm voor CE systemen)<br />

1 Gasinvoeraansluiting<br />

Aansluiting heeft een 5/8−18<br />

rechtse draad.<br />

2 Gasflesventiel<br />

De gasfles lichtjes openen om vuil<br />

van het mondstuk weg te blazen.<br />

Terug dichtdraaien.<br />

3 Gasontspanner<br />

4 Debietregeling<br />

Een typische waarde is 10 L/min.<br />

De door de klant geleverde gasleiding<br />

tussen de gasontspanner en de<br />

gasinvoeraansluiting bevestigen.<br />

Benodigde gereedschappen:<br />

5/8, 1-1/8 in<br />

803 901-A<br />

! Schakel de stroom uit voordat<br />

u de aansluitingen<br />

1<br />

maakt.<br />

Elektrodeklem voor de<br />

lasuitgangsspanning<br />

Sluit de TIG-toorts aan op de<br />

elektrodeklem voor de lasuitgangsspanning.<br />

2 Aansluiting gasuitvoer<br />

Sluit de gasslang voor de toorts aan<br />

op de gasuitvoeraansluiting.<br />

3 Werkklem<br />

lasuitgangsspanning<br />

Sluit de werkkabel aan op de werkklem<br />

voor de lasuitgangsspanning.<br />

4 14-pens contrastekker voor<br />

afstandsbediening<br />

Indien gewenst,de afstandsbediening<br />

aansluiten op de afstandsbediende<br />

14-pens schakelaar<br />

(zie hoofdstuk 3-13).<br />

5 Aansluiting gasinvoer<br />

Sluit de gasslang van de gastoevoer<br />

aan op de gasinvoerfitting (zie<br />

hoofdstuk 3-19).<br />

803 915-B


3-21. Aansluitingen koeler<br />

2<br />

1<br />

Toepassing<br />

3-1/2<br />

Gallons<br />

Koelvloeistof<br />

7<br />

6<br />

4<br />

5<br />

3<br />

TIG of bij gebruik van HF*<br />

Laag geleidende koelvloeistof<br />

Nr. 300 355**; gedestilleerd<br />

of gedeïoniseerd water OK<br />

boven 32° F (0° C)<br />

*HF: Hoogfrequente stroom<br />

**Koelvloeistof 300 355, een 50/50 oplossing, beschermt tot -37° F (-38°C) en gaat algengroei tegen.<br />

OPGELET − Als u een andere koelvloeistof gebruikt dan de middelen die in de tabel staan, vervalt de garantie<br />

op alle onderdelen die in contact komen met de koelvloeistof (pomp, radiator, enz.).<br />

De wagen en de koeler zijn opties.<br />

1 AC duplex contrastekker<br />

2 115 VAC snoer<br />

Levert 115 VAC voeding voor de<br />

koeler.<br />

3 Elektrodeklem voor de<br />

lasuitgangsspanning (−klem<br />

voor lasuitgangsspanning op<br />

Maxstar-modellen)<br />

Sluit de TIG-toorts aan op de elektrodeklem<br />

voor de lasuitgangsspanning.<br />

4 Aansluiting gasuitvoer<br />

Sluit de gasslang van de TIG-toorts<br />

aan op de gasfitting voor uitgaand<br />

gas.<br />

5 Werkklem lasuitgangsspanning<br />

(+klem voor lasuitgangsspanning<br />

op Maxstar-modellen)<br />

Sluit de werkkabel aan op de werkklem<br />

voor de lasuitgangsspanning.<br />

6 Water Uit-aansluiting<br />

(naar toorts)<br />

Sluit de Water In-slang (blauw) aan<br />

op de Water Uit-aansluiting van de<br />

lasstroomvoeding.<br />

7 Water In-aansluiting<br />

(vanaf toorts)<br />

Sluit de Water Uit-slang (rood) aan<br />

op de Water In-aansluiting van de<br />

lasstroomvoeding.<br />

Benodigde gereedschappen:<br />

11/16 inch (21 mm voor CE systemen)<br />

804 753-B<br />

OM−216 869 Pagina 35


3-22. Dynasty Stick (beklede elektrode) aansluitingen<br />

OM−216 869 Pagina 36<br />

2<br />

1<br />

3<br />

3-23. Maxstar Stick (beklede elektrode) aansluitingen<br />

2<br />

1<br />

3<br />

! Schakel de stroom uit voordat<br />

u de aansluitingen maakt.<br />

De afgebeelde aansluitingen zijn<br />

voor Dynasty-modellen.<br />

1 Werkklem lasuitgangsspanning<br />

Sluit de werkkabel aan op de werkklem<br />

voor de lasuitgangsspanning.<br />

2 Elektrodeklem voor de<br />

lasuitgangsspanning<br />

Sluit de elektrodehouder aan op<br />

de elektrodeklem voor de lasuitgangsspanning.<br />

3 14-pens contrastekker voor<br />

afstandsbediening<br />

Indien gewenst,de afstandsbediening<br />

aansluiten op de afstandsbediende<br />

14-pens schakelaar (zie hoofdstuk<br />

3-13).<br />

803 916-C<br />

! Schakel de stroom uit voordat u<br />

de aansluitingen maakt.<br />

De afgebeelde aansluitingen zijn<br />

voor Maxstar-modellen.<br />

1 + klem lasuitgangsspanning<br />

Sluit de elektrodedraad aan op de<br />

positieve (+) lasuitgang.<br />

2 − klem lasuitgangsspanning<br />

Sluit de werkstukdraad aan op de<br />

negatieve (-) lasuitgang.<br />

3 14-pens contrastekker voor<br />

afstandsbediening<br />

Indien gewenst,de afstandsbediening<br />

aansluiten op de afstandsbediende<br />

14-pens schakelaar (zie hoofdstuk 3-13).<br />

803 916-C


4-1. Bedieningsfuncties<br />

13<br />

12<br />

3<br />

4 5<br />

Voor alle bedieningsfuncties op het<br />

schakelbord op het voorpaneel geldt:<br />

druk op de drukschakelaar om het licht<br />

in te schakelen en de normale functie<br />

in te schakelen.<br />

Groen op een aanduidingsplaatje duidt<br />

op een TIG-functie. Grijs duidt op een<br />

normale beklede elektrodefunctie.<br />

1 Instelknop<br />

2 Ampèremeter en parameter display<br />

Zie hoofdstuk 4-4.<br />

3 Display van voltmeter<br />

en geselecteerde parameters<br />

Zie hoofdstuk 4-5.<br />

4 Polariteitsregeling (alleen op de Dynasty)<br />

HOOFDSTUK 4 − BEDIENING<br />

6 7<br />

Regelknoppen voor de polariteit<br />

en de wisselstroomgolfvorm zijn alleen<br />

beschikbaar op Dynasty-modellen.<br />

14<br />

8<br />

Zie hoofdstuk 4-6.<br />

5 Procesregelknoppen<br />

Zie hoofdstuk 4-7.<br />

6 Regelknoppen voor de uitgangsspanning<br />

(Output)<br />

Zie hoofdstuk 4-9.<br />

7 Pulseerregelknoppen<br />

Zie hoofdstuk 4-10.<br />

8 Sequencerregelknoppen<br />

Zie hoofdstuk 4-11.<br />

9 Gas/DIG-regelknoppen<br />

Zie hoofdstuk 4-12.<br />

10 AC golfvorm (alleen op de Dynasty)<br />

2<br />

9 10<br />

1<br />

11<br />

Achterpaneel<br />

226 868-B / ref. 803 901-A<br />

Zie hoofdstuk 4-13.<br />

11 Stroomsterkteregeling<br />

en puntlastimerregeling<br />

Zie hoofdstuk 4-3<br />

voor de stroomsterkteregeling.<br />

Zie hoofdstuk 5-6 voor de<br />

puntlastimerregeling.<br />

12 Geheugenfunctietoetsen<br />

Zie hoofdstuk 4-14.<br />

13 Geheugendisplay<br />

Toont de actieve geheugenfunctie.<br />

14 Aan/uit schakelaar<br />

Gebruik deze schakelaar om het apparaat<br />

aan en uit te zetten.<br />

OM−216 869 Pagina 37


4-2. Instelknop<br />

4-3. Stroomsterkteregeling<br />

4-4. Ampèremeter en parameter display<br />

OM−216 869 Pagina 38<br />

1<br />

3<br />

1<br />

1<br />

2<br />

1 Instelknop<br />

Zet de waarden voor een bepaalde<br />

functie met behulp van de<br />

regelknop in combinatie met de<br />

betreffende drukschakelaar op het<br />

voorpaneel.<br />

1 A (stroomsterkteregeling)<br />

2 Instelknop<br />

3 Ampèremeter<br />

Zie hoofdstuk 4-15 voor het bereik<br />

van de stroomsterkteregeling<br />

Druk op de drukschakelaar voor de<br />

spanning en draai de instelknop om<br />

de lasstroom in te stellen of de<br />

piekstroom als de pulseringsfunctie<br />

actief is (zie hoofdstuk 4-10).<br />

Zie hoofdstuk 4-13 voor de AC<br />

functies.<br />

1 Ampèremeter<br />

De ampèremeter toont de werkelijke<br />

spanning tijdens het lassen. Hij toont<br />

ook de instelbare parameters voor<br />

alle functies


4-5. Display van voltmeter en geselecteerde parameters<br />

4-6. Polariteitsregeling (alleen op Dynasty-modellen)<br />

1<br />

1<br />

1 Voltmeter<br />

Toont lasspanning of open spanning.<br />

Hij toont ook de woordafkortingen<br />

voor geselecteerde parameters.<br />

1 Stroomvorm<br />

Druk op de drukschakelaar tot de gewenste<br />

LED brandt.<br />

DC − Kies DC voor DC-lassen.<br />

De elektrode-uitvoer van de machine<br />

is DCEN voor TIG-lassen en DCEP<br />

voor lassen met beklede elektrode.<br />

AC - Kies AC voor AC-lassen.<br />

OM−216 869 Pagina 39


4-7. Procesregelknoppen<br />

4-8. Lift-Arc- en HF TIG-startprocedures<br />

Startmethode waarbij<br />

de boog ontstaat door<br />

contact te maken met<br />

werkstuk.<br />

OM−216 869 Pagina 40<br />

1<br />

“Aanraken”<br />

1<br />

1 - 2<br />

Seconden<br />

GEEN lucifers aansteken!<br />

2<br />

1 Procesregelknoppen<br />

Druk op de drukschakelaar tot de gewenste<br />

proces-LED brandt:<br />

TIG HF pulserend lassen - is een<br />

pulserende HF (zie hoofdstuk 4-8)<br />

boogstartmethode die zowel bij AC als<br />

DC TIG-lassen kan worden gebruikt.<br />

Maak de aansluitingen zoals staat<br />

aangegeven in hoofdstuk 3-20.<br />

TIG Lift-Arc (booglassen) - is een<br />

boogstartmethode waarbij de elektrode<br />

contact moet maken met het werkobject<br />

(zie hoofdstuk 4-8). Deze methode kan<br />

zowel bij AC als DC TIG-lassen worden<br />

gebruikt. Maak de aansluitingen zoals<br />

staat aangegeven in hoofdstuk 3-20.<br />

Beklede-elektrodelassen (SMAW<br />

of vuldraadlassen) - Deze methode<br />

kan zowel bij AC als DC<br />

Beklede-elektrodelassen worden<br />

gebruikt. Maak de aansluitingen zoals<br />

staat aangegeven in hoofdstuk 3-22.<br />

Lift Arc ontstekingsmethode<br />

Wanneer het lampje bij de Lift-Arc-knop<br />

brandt, start u de boog als volgt:<br />

1 TIG-elektrode<br />

2 Lasobject<br />

Raak met de wolfraam elektrode het<br />

werkstuk aan bij het beginpunt en zorg met<br />

de toortsschakelaar, de voetbediening of<br />

de handbediening dat er uitgangsspanning<br />

en beschermgas is. Houd de elektrode<br />

1 à 2 seconden tegen het werkstuk aan<br />

en til de elektrode langzaam op. Wanneer<br />

de elektrode wordt opgetild, vormt zich een<br />

boog.<br />

Normale openspanning is niet aanwezig<br />

voordat de wolfraam elektrode het te<br />

bewerken object raakt; er is slechts een<br />

lage voelspanning aanwezig tussen de<br />

elektrode het object. De halfgeleidende<br />

uitgangscontactor komt pas onder<br />

spanning te staan als de elektrode het<br />

object raakt. Hierdoor kan de elektrode het<br />

object raken zonder oververhitting, zonder<br />

vast te komen zitten of vervuild te raken.<br />

Toepassing:<br />

Lift Arc wordt gebruikt voor het DC met<br />

elektrode negatief of AC TIG-lassen indien<br />

de HF-startmethode niet toegestaan of<br />

niet wenselijk is, of om de strijkmethode te<br />

vervangen.<br />

HF Start<br />

Wanneer het lampje van de HF-startknop<br />

brandt, start dan de boog als volgt:<br />

De hoge frequentie wordt ingeschakeld<br />

zodra er uitgangsspanning is om de boog<br />

te starten. Wanneer de boog start, wordt<br />

de hoge frequentie weer uitgeschakeld;<br />

telkens als de boog wordt verbroken,<br />

wordt hij weer ingeschakeld om te helpen<br />

bij het herstarten van de boog.<br />

Toepassing:<br />

HF-start wordt gebruikt voor het<br />

TIG-proces als er een boogstartmethode<br />

vereist is waarbij geen contact mag<br />

worden gemaakt.


4-9. Regeling uitgang<br />

2<br />

1 Regeling uitgang<br />

Druk op de drukschakelaar tot de gewenste<br />

parameter-LED oplicht.<br />

RMT STD (Remote Standard =<br />

afstandsbediening standaard)<br />

Toepassing: Gebruik de afstandsbediende<br />

toortsschakelaar (standaard) met een<br />

voetpedaal of een handbediende<br />

stroomsterkteregeling<br />

5-3A).<br />

(zie hoofdstuk<br />

Als er een voet- of handbediende<br />

afstandsbediening voor de stroom<br />

wordt aangesloten op de<br />

lassstroombron, worden de<br />

startstroom-, up-slope-, uitkratertijden<br />

eindstroomfunctie geregeld door<br />

1<br />

de afstandsbediening.<br />

Als een aan/uit-schakelaar wordt<br />

gebruikt, moet dit een aangehouden<br />

contactschakelaar zijn. Alle<br />

sequencerfuncties worden dan actief<br />

en moeten worden ingesteld door de<br />

operator.<br />

RMT 2T HOLD (afstandbediende<br />

2-taktfunctie met houdfunctie)<br />

Toepassing: Gebruik de 2−taktfunctie<br />

met houdfunctie (2T) als er lange lassen<br />

moeten worden gelegd.<br />

Als er een voet- of handbediende<br />

afstandsbediening voor de stroom is<br />

aangesloten op de lasstroombron, dan is<br />

alleen de aan/uit-functie te gebruiken<br />

(zie hoofdstuk 5-3B).<br />

Deze schakelfunctie kan opnieuw<br />

worden geconfigureerd voor 3T, 4T,<br />

4T Kortstondig, Mini Logic of puntlassen<br />

(zie hoofdstuk 5-3C, D, E en F).<br />

AAN<br />

Twee seconden na de selectie komt er<br />

stroom op de uitgang te staan.<br />

Toepassing: Gebruik de uitgang voor<br />

beklede-elektrodelassen of voor booglassen<br />

zonder gebruik van een afstandsbediening<br />

(zie hoofdstuk 5-3G).<br />

2 Aan LED<br />

Het blauwe Aan LED brandt altijd als er<br />

uitgangsspanning is.<br />

OM−216 869 Pagina 41


4-10. Pulsregeling<br />

Instelling percentage<br />

(%) piektijd<br />

Piek 50%/Achtergrond 50%<br />

In evenwicht (50%)<br />

Langere tijdsduur<br />

van de piekspanning<br />

Langer tijdsduur<br />

van de grondstroom<br />

OM−216 869 Pagina 42<br />

(80%)<br />

(20%)<br />

Piekstroom<br />

3<br />

4<br />

1<br />

Golfvormen van de pulserende<br />

uitgangsspanning<br />

Grondstroom<br />

PPS<br />

2<br />

1 Pulsregeling<br />

Pulseren is beschikbaar tijdens het TIG-proces. De<br />

regelknoppen kunnen tijdens het lassen worden bijgesteld.<br />

Druk op de drukschakelaar om de pulseerfunctie<br />

in te schakelen.<br />

AAN - Als deze LED brandt, is de puls functie ingeschakeld.<br />

Druk op de drukschakelaar tot de gewenste<br />

parameter-LED oplicht.<br />

Om de puls functie uit te schakelen moet u op<br />

de drukschakelaar drukken en deze pas loslaten<br />

als de Aan-LED uitgaat.<br />

2 Instelknop (waarde instellen)<br />

3 Ampèremeter (geeft de waarde weer)<br />

Zie hoofdstuk 4-15 voor alle parameterwaarden van de<br />

puls functie.<br />

PPS − Pulsfrequentie of pulsen per seconde is het aantal<br />

pulsslagen per seconde. Pulsfrequentie helpt de invoer van<br />

warmte te verminderen, het help vervorming voorkomen<br />

en zorgt mede voor een fraaiere lasnaad. Hoe hoger de<br />

PPS-instelling, des te gladder het rimpeleffect, des te<br />

smaller de lasnaad en des te meer koeling u krijgt. Als u de<br />

PPS in het lager bereik zet, is de puls trager en wordt de<br />

lasnaad breder. Dit trage pulseren helpt bij het in beweging<br />

brengen van het lasbad zodat gas dat in het laswerkstuk<br />

is opgesloten, kan vrijkomen, Ook helpt het de poreusheid<br />

te verminderen (zeer handig bij het lassen van aluminium).<br />

Sommige beginners gebruiken een langzamere<br />

pulssnelheid (2-4 pps) om hen te helpen bij hun timing bij<br />

het toevoegen van vulmateriaal. Een ervaren lasser kan<br />

de PPS-instelling veel hoger zetten, afhankelijk van de<br />

persoonlijke voorkeur en van wat ze proberen te bereiken.<br />

PEAK t (piektijd) − De piektijd (PEAK t) is het percentage<br />

tijd van elke pulscyclus op piekstroomniveau (hoofdstroom).<br />

De piekspanning wordt ingesteld met de spanningsregeling<br />

(zie hoofdstuk 4-3). Als er één puls per seconde wordt<br />

gebruikt en de piektijd is ingesteld op 50%, dan is er een<br />

halve seconde piekstroom en de andere 50%, ofwel een<br />

halve seconde, is er achtergrondstroom. Het verhogen<br />

van de piektijd verhoogt de tijd dat er sprake is van<br />

piekstroom, wat ook de warmte-invoer in het werkstuk<br />

verhoogt. Een goed startpunt voor piektijd is ongeveer<br />

50-60%. Om een goede verhouding te vinden moet u wat<br />

experimenteren; waar het uiteindelijk om draait is dat u<br />

de warmte-invoer in het werkstuk vermindert en de<br />

lasnaad een fraaier uiterlijk geeft.<br />

BKGND A - (achtergrondstroom) wordt ingesteld als<br />

percentage van de piekstroom. Als de piekstroom wordt<br />

ingesteld op 200 en de achtergrondstroom op 50%, dan<br />

is de achtergrondstroom 100 A als de machine pulseert<br />

aan de achterzijde van de pulsslag. De lagere<br />

achtergrondstroom helpt bij het verminderen van de<br />

warmte-invoer. Het verhogen of verlagen van de<br />

achtergrondstroom verhoogt of verlaagt de gemiddelde<br />

spanning, waarmee u mede kunt bepalen hoe het lasbad<br />

is aan de achterzijde van de pulsslag. Algemeen gesproken<br />

wilt u dat uw lasbad tot ongeveer de helft kleiner wordt maar<br />

toch vloeibaar blijft. Stel allereerst de achtergrondstroom<br />

in op ongeveer 20-30% voor roestvrij staal en koolstofstaal<br />

of op ongeveer 35-50% voor aluminium legeringen.<br />

4 Golfvormen van de pulserende uitgangsspanning<br />

Het voorbeeld laat zien wat het effect is op de pulserende<br />

golfvorm als de piektijd wordt veranderd.<br />

Toepassing:<br />

Pulseren is het afwisselend verhogen en verlagen van de<br />

lasuitgangsspanning met een bepaalde snelheid. De<br />

verhoogde gedeelten van de lasuitgangsspanning<br />

worden geregeld in breedte, hoogte en frequentie<br />

waardoor pulsering in de lasuitgangsspanning ontstaat.<br />

Deze pulsen en het lagere stroomsterkteniveau ertussen<br />

(ook wel achtergrondstroom genoemd), verhitten en<br />

koelen afwisselend het smeltbad. Dit gecombineerde<br />

effect zorgt voor een betere controle van de inbranding,<br />

de breedte van het bad, de bolling, de lasondersnijding<br />

en de warmtetoevoer. De regeling kan tijdens het lassen<br />

worden bijgesteld.<br />

Pulseren kan ook worden gebruikt voor het trainen met<br />

toevoegmateriaal.<br />

De functie is ingeschakeld als de LED brandt.


4-11. Sequencerregelknoppen<br />

4<br />

3<br />

1<br />

1 Sequence-regeling<br />

Sequence-regeling is beschikbaar tijdens<br />

het TIG-proces, maar wordt uitgeschakeld<br />

als er afstandbediende stroomregeling<br />

(hand of voet) wordt aangesloten op<br />

de contrastekker van de afstandsbediening<br />

in de standaard afstandsbediening (RMT<br />

2<br />

STD).<br />

Druk op de drukschakelaar tot de gewenste<br />

parameter-LED oplicht.<br />

2 Instelknop (waarde instellen)<br />

Draai de knop om de waarden in te stellen<br />

5 voor de sequence-parameters.<br />

3 Ampèremeter (geeft de waarde weer)<br />

Zie hoofdstuk 4-15 voor alle parameterwaarden<br />

van de sequence-regeling.<br />

4 Voltmeter<br />

Toont de woordafkortingen van de<br />

geselecteerde parameters.<br />

INITIAL A (startstroom) [INTL] - Kies een<br />

startstroomsterkte met de regelknop<br />

welke anders is dan de lasstroom.<br />

Toepassing:<br />

De startstroom kan worden gebruikt<br />

als hulp om het koude materiaal voor<br />

te verwarmen voordat er toevoegmetaal<br />

wordt aangebracht of om te zorgen<br />

voor een zachte start.<br />

INITIAL t (starttijd) [INTL] (alleen<br />

op de geautomatiseerde optie) - Druk<br />

nogmaals op de regelaar en draai<br />

de instelknop om de tijd in te stellen die nodig<br />

is aan het begin van de las.<br />

INITIAL SLOPE t (up-slope-tijd) [ISLP]<br />

Stel met behulp van de regelknop<br />

de hoeveelheid tijd in die nodig is om van<br />

de startstroom naar de lasstroom te gaan.<br />

Zet de knop op 0 om deze functie<br />

uit te schakelen.<br />

5 Drukschakelaar voor stroomsterkte<br />

Lastijd (alleen op de geautomatiseerde<br />

optie) - Druk tweemaal op de<br />

drukschakelaar voor de stroomsterkte.<br />

Stel de gewenste lastijd in.<br />

Puntlastijd − Druk tweemaal op de<br />

drukschakelaar voor de stroomsterkte.<br />

Stel de gewenste puntlastijd in.<br />

FINAL SLOPE t (uitkratertijd) [FSLP] - Stel<br />

met behulp van de knop de hoeveelheid tijd<br />

in die nodig is om van de lasstroom<br />

omhoog of omlaag naar de te startstroom<br />

gaan. Zet de knop op 0 om deze functie<br />

uit te schakelen.<br />

Toepassing:<br />

Uitkrateren moet worden gebruikt bij het<br />

lassen van materialen die gevoelig zijn<br />

voor barsten en/of wanneer er geen krater<br />

op het einde van de las zichtbaar mag zijn.<br />

FINAL A (eindstroom) [FNL] - Draai de<br />

instelknop om de eindstroom in te stellen<br />

voor de lasstroom.<br />

FINAL t (eindtijd) [FNL] (alleen op de<br />

geautomatiseerde optie) - Druk nogmaals<br />

op de regelknop en draai de instelknop om<br />

de eindtijd voor de eindstroom in te stellen.<br />

OM−216 869 Pagina 43


4-12. Gas/DIG-regelknoppen (voorgas, nagas, boogregeling, doorblazen)<br />

OM−216 869 Pagina 44<br />

4<br />

3<br />

1<br />

2<br />

1 Gas/DIG-regelknoppen<br />

Druk op de drukschakelaar tot de gewenste<br />

functie-LED brandt.<br />

2 Instelknop (waarde instellen)<br />

3 Ampèremeter (geeft de waarde weer)<br />

Zie hoofdstuk 4-15 voor alle<br />

parameterwaarden van de Instelling.<br />

4 Voltmeter<br />

Toont de woordafkortingen<br />

van de geselecteerde parameters.<br />

VOORGAS [PRE] - Als het TIG HF-proces<br />

is geactiveerd (zie hoofdstuk 4-7) en het<br />

regelpaneel toont “Preflow” (voorgas),<br />

stel dan met de regelknop de tijd in dat<br />

er gas moet stromen voor het ontsteken<br />

van de boog.<br />

Toepassing: Voorgas wordt gebruikt om<br />

de ruimte rond het lasgebied door te blazen<br />

en helpt ook bij het starten van consistente<br />

bogen.<br />

NAGAS [POST] - Als het TIG-proces is<br />

geactiveerd (zie hoofdstuk 4-7), gebruik<br />

dan de regelknop om de tijd in te stellen<br />

dat er gas moet stromen nadat het lassen<br />

is gestopt.<br />

AUTOMATISCH NAGAS - Zorgt voor<br />

nagas die is ingeschaald op 1 seconde per<br />

10A van de pieklasspanning voor een<br />

gegeven lascyclus. Automatisch nagas<br />

is beperkt tot minimaal 8 seconden of tot<br />

de maximale vooringestelde voorgastijd.<br />

Toepassing:<br />

Nagas is nodig om de wolfraam en het<br />

smeltbad te koelen en oxidevorming te<br />

voorkomen. Verhoog de nagastijd indien<br />

de wolfraampunt of de las een donkere<br />

kleur heeft.<br />

DIG - Als het beklede elektrode proces is<br />

geactiveerd (zie hoofdstuk 4-7), gebruik<br />

dan de regelknop om de hoeveelheid DIG<br />

in te stellen. Bij instelling op 0 is de<br />

kortsluitstroom bij lage boogspanning<br />

gelijk aan de normale lasstroom.<br />

Wanneer de instelling hoger wordt gezet,<br />

dan wordt de kortsluitstroomsterkte<br />

verhoogd bij lage boogspanning.<br />

Toepassing:<br />

De regelknop helpt bij het starten<br />

van de boog of bij het verticaal of boven<br />

het hoofd lassen, door het verhogen<br />

van de stroomsterkte bij lage boogspannning<br />

en het vermindert de kans op plakken<br />

tijdens het lassen<br />

DOORBLAZEN [PURG] - om de gasklep<br />

te activeren en de doorblaasfunctie<br />

te starten moet u de Gas/<br />

DIG-drukschakelaar indrukken en<br />

vasthouden voor de gewenste tijd. Voor het<br />

instellen van 1 tot 50 seconden doorblaastijd<br />

moet u de Gas/DIG-knop ingedrukt blijven<br />

houden en daarbij de instelknop draaien.<br />

De standaard instelling is 0.<br />

Wanneer Doorblazen actief is, staat<br />

er [PURG] op het linker scherm; op<br />

het rechter scherm staat de doorblaastijd.<br />

Als u op een van de drukschakelaars drukt,<br />

verdwijnt de doorblaastijdaanduiding, maar<br />

er blijft gas stromen tot de vooringestelde<br />

tijd verstreken is.<br />

Toepassing: Doorblazen wordt gebruikt<br />

om de gasleidingen te reinigen.


4-13. AC golfvorm (alleen Dynasty-modellen)<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

5<br />

f<br />

1 AC golfvormregeling<br />

Druk op de drukschakelaar tot de gewenste<br />

functie-LED brandt.<br />

2 Instelknop (waarde instellen)<br />

3 Ampèremeter (geeft de waarde weer)<br />

Zie hoofdstuk 4-15 voor alle bereiken van AC golfvormen.<br />

EN stroomsterkte [EN] - Stel de negatieve<br />

stroomsterktewaarde van de elektrode in met deze<br />

knop (alleen bij AC TIG).<br />

EP stroomsterkte [EP] - Stel de positieve<br />

stroomsterktewaarde van de elektrode in met deze<br />

knop (alleen bij AC TIG).<br />

Zie hoofdstuk 5-1 voor het instellen van dezelfde<br />

amplituderegeling [ENEP].<br />

Met EN stroomsterkte en EP stroomsterkte kan de<br />

lasser de stroomsterkte onafhankelijk van elkaar<br />

instellen in de negatieve en de positieve halve cycli.<br />

Een EN:EP verhouding van 1,5 op 1 is een goed<br />

uitgangspunt. Dit zorgt voor een reinigingsactie maar<br />

stuurt meer energie naar het werkobject en zorgt voor<br />

snellere lassnelheden en diepere penetratie.<br />

4 Stroomsterkteregeling<br />

Gemiddelde stroomsterkteregeling: Door het<br />

instellen van de waarden voor de EN stroomsterkte, de<br />

EP stroomsterkte, het evenwicht en de frequentie<br />

ontstaat een gemiddelde stroomsterkte. De lasser kan<br />

de waarde voor de gemiddelde stroomsterkte wijzigen<br />

met handhaving van dezelfde verhouding EN<br />

stroomsterkte, EP stroomsterkte, evenwicht<br />

en frequentie. Druk op de drukschakelaar voor<br />

de stroomsterkte en verdraai de instelknop<br />

om de gemiddelde stroomsterkte te wijzigen.<br />

De veranderende waarde voor de gemiddelde<br />

stroomsterkte is te zien op de ampèremeter.<br />

Een voorbeeld: als de EN stroomsterkte 300 is, de EP<br />

stroomsterkte 150, het evenwicht 60% en de frequentie<br />

120, dan is de gemiddelde stroomsterkte 240 A. Als u<br />

de stroomsterkteknop indrukt en de instelknop verdraait<br />

tot er 480 A te zien is, dan is de EN stroomsterkte nu 600<br />

en de EP stroomsterkte 300. Het evenwicht blijft 60% en<br />

de frequentie is nog steeds 120. Ook de 2 op 1<br />

verhouding EN-stroomsterkte − EP-stroomsterkte blijft<br />

gehandhaafd.<br />

Balans [BAL] - AC Balansregeling is alleen mogelijk in<br />

het AC TIG proces om het tijdpercentage in te stellen<br />

dat de polariteit EN is. Stel de regelknop in op ongeveer<br />

75% en stel vanaf dat punt alles nauwkeuriger in.<br />

5 Voltmeter<br />

Toont de woordafkortingen van de geselecteerde<br />

parameters.<br />

Toepassing:<br />

Voor het lassen van oxidevormende metalen zoals<br />

aluminium en magnesium is overdreven reiniging<br />

overbodig. Voor een goede las is een reinigingszone<br />

van 0,10 inch (2,5 mm) aan beide kanten<br />

van de lasrups voldoende.<br />

Regel de lasrupsbreedte met de AC balansregeling.<br />

De lasvoeg, opstelling en andere lasprocesvariabelen<br />

kunnen de Instelling beïnvloeden.<br />

AC frequentie [FREQ] - Stel de AC frequentie in met<br />

de regelknop (cycli per seconde).<br />

Toepassing:<br />

De AC frequentie regelt de boogbreedte en de<br />

richtbaarheid. Naarmate de frequentie lager wordt,<br />

wordt de boog breder en minder gericht, waardoor hij<br />

minder richtbaar wordt. Naarmate de frequentie hoger<br />

wordt, wordt de boog smaller en gerichter, waardoor hij<br />

beter richtbaar wordt. Met hogere frequentie kan de<br />

lassnelheid worden verhoogd.<br />

OM−216 869 Pagina 45


4-14. Geheugen (locaties 1-9 voor programmaopslag)<br />

2<br />

1<br />

2e<br />

1e<br />

OM−216 869 Pagina 46<br />

3e<br />

3<br />

Regelknoppen voor de polariteit en de wisselstroomgolfvorm<br />

zijn alleen beschikbaar op Dynasty-modellen.<br />

Geheugenlocaties<br />

1−9<br />

Wisselstroom<br />

(AC)<br />

Gelijkstroom<br />

(DC)<br />

TIG (HF of Lift)<br />

Stick (vuldraad)<br />

TIG (HF of Lift)<br />

Stick (vuldraad)<br />

Bij Dynasty-modellen kan elke geheugenlocatie (1 t/m 9) parameters opslaan<br />

voor beide polariteiten (AC en DC) en elke polariteit kan parameters opslaan<br />

voor beide processen (TIG of beklede elektrode) voor in totaal 36 programma’s.<br />

Geheugenlocaties<br />

1−9<br />

en<br />

Gelijkstroom<br />

(DC)<br />

en<br />

en<br />

TIG (HF of Lift)<br />

Stick (vuldraad)<br />

Bij Maxstar-modellen kan elke geheugenlocatie (1 t/m 9) kan parameters opslaan<br />

voor beide processen (TIG of beklede elektrode) voor in totaal 18 programma’s.<br />

en<br />

1 Drukschakelaar<br />

voor geheugen (locaties 1-9<br />

voor programmaopslag)<br />

2 Drukschakelaar voor de<br />

polariteit (alleen bij de Dynasty)<br />

3 Proces-schakelaar<br />

Ga als volgt te werk om een<br />

lasparameterprogramma te creëren,<br />

te wijzigen of op te roepen:<br />

Druk eerst op de Memory-schakelaar<br />

(geheugen) tot het gewenste<br />

programma (1-9) wordt getoond.<br />

Druk vervolgens op de<br />

Polariteit-schakelaar tot de LED van<br />

de gewenste polariteit, AC of DC,<br />

brandt.<br />

Druk als derde stap op de<br />

Proces-schakelaar tot de LED van<br />

het gewenste proces, TIG HF Impuls,<br />

TIG Lift Arc of Beklede elektrode,<br />

brandt.<br />

Het gekozen programma met de<br />

gewenste polariteit en het gewenste<br />

proces is nu het actieve programma.<br />

Ten vierde: wijzig de gewenste<br />

parameters (zie hoofdstuk 4-15<br />

voor de parameters).


4-15. Standaard fabrieksinstellingen en bereik en resolutie voor 350-modellen<br />

Parameter Standaard Bereik en resolutie<br />

GEHEUGENFUNCTIETOETSEN 1 1−9<br />

(ALLEEN DYNASTY) POLARITEIT Wisselstroom (AC) AC / DC<br />

PROCES TIG HF-impuls TIG HF-impuls / TIG lift / beklede elektrode<br />

UITGANGSSPANNING<br />

**RMT 2T<br />

A HOOFD / PIEK<br />

(ALLEEN DYNASTY) AC TIG<br />

(ALLEEN DYNASTY) AC BEKLEDE ELEKTRODE<br />

DC TIG<br />

DC BEKLEDE ELEKTRODE<br />

*Puntlassen<br />

*Puntlastijd<br />

**Lastijd<br />

PULSEREN<br />

PPS<br />

PIEKTIJD<br />

GRONDSTROOM<br />

SEQUENCER<br />

STARTSTROOM<br />

**Starttijd<br />

UP-SLOPE-TIJD<br />

UITKRATERTIJD<br />

EINDSTROOM<br />

**Eindtijd<br />

INSTELLEN<br />

VOORGAS<br />

NAGAS<br />

DIG<br />

(ALLEEN DYNASTY) AC GOLFVORM<br />

*Golfvorm<br />

EN Amp<br />

EP Amp<br />

BALANS<br />

FREQUENTIE<br />

EN/EP<br />

RMT STD<br />

2T<br />

150 A<br />

110 A<br />

150 A<br />

110 A<br />

UIT<br />

0 T<br />

0T<br />

Uit<br />

100 Hz<br />

40%<br />

25%<br />

20 A<br />

0 T<br />

0 T<br />

0 T<br />

5 A<br />

0 T<br />

0,2 T<br />

Automatisch<br />

30%<br />

Zachte blokgolf<br />

150A<br />

150A<br />

75%<br />

120 Hz<br />

Onafhankelijk<br />

RMT STD / RMT 2T / AAN<br />

RMT 2T kan opnieuw worden geconfigureerd voor: 2T /<br />

3T / 4T / Mini Logic / 4T Kortstondig (zie hoofdstuk 5-3)<br />

5 − 350 Amp<br />

5 − 350 Amp<br />

5 − 350 Amp<br />

5 − 350 Amp<br />

AAN/UIT<br />

0 − 999 seconden<br />

0 − 999 seconden<br />

AAN / UIT<br />

DC: 0,1 - 5000 PPS<br />

AC: 0,1 − 500 PPS<br />

5 − 95 Percent<br />

5 − 95 Percent<br />

5 − 350 Amp<br />

0,0 − 25,0 seconden<br />

0,0 − 50,0 seconden<br />

0,0 − 50,0 seconden<br />

5 − 350 Amp<br />

0,0 − 25,0 seconden<br />

0,0 − 25,0 seconden<br />

Automatisch 1 − 50 seconden<br />

0 − 100 percent<br />

Zachte blokgolf, geavanceerd blokgolf, sinus, driehoek<br />

5 - 350 Amp<br />

5 - 350 Amp<br />

30 − 99 percent<br />

20 − 400 Hertz<br />

Gelijk/onafhankelijk<br />

OM−216 869 Pagina 47


Standaard fabrieksinstellingen en bereik en resolutie voor 350-modellen (vervolg)<br />

*TIG Start parameters voor elk programma (1-9)<br />

DC:<br />

*Wolfraam<br />

***Polariteit (alleen Dynasty-modellen)<br />

***Stroomsterkte<br />

***Tijd<br />

***Start−oplooptijd<br />

***Vooringestelde minimum stroomsterkte<br />

AC: (DYNASTY ONLY)<br />

*Wolfraam<br />

***Polariteit<br />

***Stroomsterkte<br />

***Tijd<br />

***Start−oplooptijd<br />

***Vooringestelde minimum stroomsterkte<br />

OM−216 869 Pagina 48<br />

.094<br />

EN<br />

60 A<br />

25 ms<br />

7 ms<br />

5 A<br />

.094<br />

EP<br />

130 A<br />

20 ms<br />

2 ms<br />

5 A<br />

* Parameter alleen met behulp van de configuratie van een geavanceerde functie aangepast (zie hoofdstuk 5).<br />

** Parameter alleen gebruikt bij geautomatiseerde optie<br />

*** Parameteraanpassing alleen met GEN (zie hoofdstuk 5-2).<br />

GEN, .020, .040, .062, .094, .125, .156, .187<br />

EP / EN<br />

5 − 200 Amps<br />

1 − 200 Milliseconden<br />

0 − 250 Milliseconden<br />

5 − 25 Amps<br />

GEN, .020, .040, .062, .094, .125, .156, .187<br />

EP / EN<br />

5 − 200 Amps<br />

1 − 200 Milliseconds<br />

0 − 250 Milliseconds<br />

5 − 25 Amps<br />

4-16. Standaard fabrieksinstellingen en bereik en resolutie voor 700-modellen<br />

Parameter Standaard Bereik en resolutie<br />

GEHEUGENFUNCTIETOETSEN 1 1−9<br />

(ALLEEN DYNASTY) POLARITEIT Wisselstroom (AC) AC / DC<br />

PROCES TIG HF-impuls TIG HF-impuls / TIG lift / beklede elektrode<br />

UITGANGSSPANNING<br />

RMT STD<br />

RMT STD / RMT 2T / AAN<br />

**RMT 2T<br />

A HOOFD / PIEK<br />

2T<br />

RMT 2T kan opnieuw worden geconfigureerd voor: 2T /<br />

3T / 4T / Mini Logic / 4T Kortstondig (zie hoofdstuk 5-3)<br />

(ALLEEN DYNASTY) AC TIG<br />

150 A<br />

5 − 350 Amp<br />

(ALLEEN DYNASTY) AC BEKLEDE ELEKTRODE<br />

110 A<br />

5 − 350 Amp<br />

DC TIG<br />

150 A<br />

5 − 350 Amp<br />

DC BEKLEDE ELEKTRODE<br />

110 A<br />

5 − 350 Amp<br />

*Puntlassen<br />

UIT<br />

AAN/UIT<br />

*Puntlastijd<br />

0 T<br />

0 − 999 seconden<br />

**Lastijd<br />

0T<br />

0 − 999 seconden<br />

PULSEREN<br />

Uit<br />

AAN / UIT<br />

PPS<br />

100 Hz<br />

DC: 0,1 - 5000 PPS<br />

AC: 0,1 − 500 PPS<br />

PIEKTIJD<br />

GRONDSTROOM<br />

SEQUENCER<br />

STARTSTROOM<br />

**Starttijd<br />

UP-SLOPE-TIJD<br />

UITKRATERTIJD<br />

EINDSTROOM<br />

**Eindtijd<br />

INSTELLEN<br />

VOORGAS<br />

NAGAS<br />

DIG<br />

40%<br />

25%<br />

20 A<br />

0 T<br />

0 T<br />

0 T<br />

5 A<br />

0 T<br />

0,2 T<br />

Automatisch<br />

30%<br />

5 − 95 Percent<br />

5 − 95 Percent<br />

5 − 700 Amp<br />

0,0 − 25,0 seconden<br />

0,0 − 50,0 seconden<br />

0,0 − 50,0 seconden<br />

5 − 700 Amp<br />

0,0 − 25,0 seconden<br />

0,0 − 25,0 seconden<br />

0,0 − 50,0 seconden in stappen van 1 seconde<br />

0 − 100 percent


(ALLEEN DYNASTY) AC GOLFVORM<br />

*Golfvorm<br />

EN Amp<br />

EP Amp<br />

BALANS<br />

FREQUENTIE<br />

*EN/EP<br />

*TIG Start parameters voor elk programma (1-9)<br />

DC:<br />

*Wolfraam<br />

***Polariteit (alleen Dynasty-modellen)<br />

***Stroomsterkte<br />

***Tijd<br />

***Start−oplooptijd<br />

***Vooringestelde minimum stroomsterkte<br />

AC: (DYNASTY ONLY)<br />

*Wolfraam<br />

***Polariteit<br />

***Stroomsterkte<br />

***Tijd<br />

***Start−oplooptijd<br />

***Vooringestelde minimum stroomsterkte<br />

Zachte blokgolf<br />

500A<br />

500A<br />

75%<br />

120 Hz<br />

Onafhankelijk<br />

.094<br />

EN<br />

60 A<br />

25 ms<br />

7 ms<br />

5 A<br />

.094<br />

EP<br />

130 A<br />

20 ms<br />

2 ms<br />

5 A<br />

* Parameter alleen met behulp van de configuratie van een geavanceerde functie aangepast (zie hoofdstuk 5).<br />

** Parameter alleen gebruikt bij geautomatiseerde optie<br />

*** Parameteraanpassing alleen met GEN (zie hoofdstuk 5-2).<br />

Zachte blokgolf, geavanceerd blokgolf, sinus, driehoek<br />

5 - 700 Amp<br />

5 - 700 Amp<br />

30 − 99 percent<br />

20 − 400 Hertz<br />

Gelijk/onafhankelijk<br />

GEN, .020, .040, .062, .094, .125, .156, .187<br />

EP / EN<br />

5 − 200 Amps<br />

1 − 200 Milliseconden<br />

0 − 250 Milliseconden<br />

5 − 25 Amps<br />

GEN, .020, .040, .062, .094, .125, .156, .187<br />

EP / EN<br />

5 − 200 Amps<br />

1 − 200 Milliseconden<br />

0 − 250 Milliseconden<br />

5 − 25 Amps<br />

OM−216 869 Pagina 49


4-17. Het systeem terugzetten op de fabrieksinstellingen.<br />

OM−216 869 Pagina 50<br />

1 2<br />

4-18. Het software- en versienummer bekijken<br />

3<br />

1 Proces-schakelaar<br />

2 Output-schakelaar<br />

3 Gas/DIG-drukschakelaar<br />

4 Aan/uit schakelaar<br />

Om het actieve geheugen, de polariteit<br />

en het proces weer op de oorspronkelijk<br />

fabrieksinstellingen te zetten, moet<br />

de beperkingsfunctie uitgeschakeld zijn<br />

(zie hoofdstuk 5-9). Zet het apparaat<br />

weer aan en druk op de Proces-, de<br />

Output- en Gas/DIG-drukschakelaars<br />

vóórdat de machinenaam de meters<br />

wist.<br />

V<br />

4<br />

Achterpaneel<br />

1 Aan/uit schakelaar<br />

2 Proces-schakelaar<br />

Om bij het software- en versienummer<br />

te komen, moet u het apparaat inschakelen<br />

en vervolgens op de Proces-drukschakelaar<br />

ingedrukt houden tot de machinenaam<br />

verdwijnt. Eerst verschijnt twee seconden<br />

lang [SOFT][NUM] en daarna vijf seconden<br />

het softwarenummer.<br />

2 Achterpaneel<br />

V<br />

1


4-19. Timer / Lascyclus-teller<br />

1 Output- en<br />

stroomsterkte-regelknoppen<br />

2 Aan/uit schakelaar<br />

Zo is de timer/lascyclusteller te zien:<br />

zet de aan/uit-schakelaar op aan;<br />

druk vervolgens op de Stroomsterkteen<br />

Output-schakelaar en houd ze ingedrukt<br />

totdat de machinenaam de meters wist.<br />

1<br />

3/4<br />

1234 uur<br />

en<br />

3 Boogtimer<br />

De boogtijd verschijnt gedurende 5 seconden<br />

als [0-9999][uren] en vervolgens [0-59]<br />

[minuten].<br />

V<br />

2<br />

Achterpaneel<br />

1<br />

4 Lascyclusteller<br />

Na 5 seconden verschijnt de lascyclusteller<br />

gedurende de volgende 5 seconden<br />

als [0cy] tot [9999][99cy].<br />

f<br />

OM−216 869 Pagina 51


OM−216 869 Pagina 52<br />

HOOFDSTUK 5 − GEAVANCEERDE FUNCTIES<br />

5-1. Toegang tot de geavanceerde functies<br />

1 Drukschakelaar voor stroomsterkte<br />

2 Gas/Dig<br />

3 Instelknop<br />

Voor toegang tot de geavanceerde functies<br />

moet u de Stroomsterkte (A)-schakelaar<br />

indrukken en ingedrukt houden en dan op<br />

de Gas/Dig-schakelaar drukken. Om door<br />

de geavanceerde functies te bladeren,<br />

moet u de Gas/Dig-schakelaar indrukken<br />

en loslaten. Met de regelknop kunt u de<br />

parameters voor elke functie wijzigen.<br />

Geavanceerde functies:<br />

• Programmeerbare TIG-startparameters<br />

(zie hoofdstuk 5-2) − Hiermee kunt u de<br />

stroomsterkte, tijd en polariteit instellen<br />

om boogstarts voor verschillende<br />

soorten wolfraam op maat in te stellen.<br />

• Afstandsbediende houd- en<br />

toortsschakelaarfuncties (zie hoofdstuk<br />

5-3) − voor opnieuw configureren van<br />

RMT 2T Hold voor 3T, 4T kortstondig of<br />

Mini Logic<br />

• AC golfvormkeuze, alleen<br />

2<br />

bij Dynasty-modellen (zie hoofdstuk 5-4)<br />

− Hiermee kunt u een zachte, sinus-,<br />

driehoeks- of geavanceerde AC golfvorm<br />

instellen voor elke geheugenlocatie,<br />

indien gewenst.<br />

• Onafhankelijke amplitudekeuze, alleen<br />

bij Dynasty-modellen (zie hoofdstuk 5-5)<br />

− Hiermee kunt u de amplitude van de AC<br />

golfvorm instellen op gelijk voor zowel de<br />

positieve als de negatieve helft van de<br />

lascyclus, of kiezen voor onafhankelijke<br />

instellingen.<br />

• Puntlassen mogelijk (zie hoofdstuk 5-6)<br />

− Hiermee kunt u de puntlasfunctie<br />

inschakelen zodat die voor<br />

alle programma’s beschikbaar is.<br />

• Selectie open spanning (OCV) beklede<br />

elektrodelassen (zie hoofdstuk 5-7) −<br />

Hiermee kunt u lage of normale open<br />

spanning (open circuit voltage) kiezen.<br />

• Selectie ‘Vastvries-controle voor<br />

beklede elektroden’ (zie hoofdstuk 5-9) −<br />

Als deze functie is ingeschakeld en de<br />

f<br />

laselektrode zit vast, dan wordt de<br />

lasuitgangsspanning uitgeschakeld<br />

teneinde te proberen de elektrode te<br />

behouden voor hergebruik.<br />

• Beperkingsfuncties (zie hoofdstuk 5-9) −<br />

Hiermee kunt u de beperking aan en uit<br />

schakelen en de beperkingsniveaus<br />

afstellen.<br />

• Instellingen meterweergave (zie hoofdstuk<br />

5-10) – Hiermee kunt u de meters instellen<br />

om de lasspanning en de<br />

stroomsterkte te tonen, of een leeg<br />

scherm tijdens pulserend lassen. U kunt<br />

ook kiezen tussen vooringestelde piek−<br />

of gemiddelde stroom bij pulserend DC−<br />

TIG lassen.<br />

• DC-meter kalibratie (zie hoofdstuk 5-11)<br />

− Hiermee kunt u de spanning en stroom<br />

van de gelijkstroommeter kalibreren.<br />

Om de geavanceerde functies te verlaten<br />

moet u de Stroomsterkte (A)-schakelaar<br />

indrukken en ingedrukt houden en dan<br />

op de Gas/Dig-schakelaar drukken.<br />

1<br />

3


5-2. Programmeerbare TIG-startparameters<br />

Elke geheugen- en elke polariteitskeuze heeft zijn eigen programmeerbare parameters.<br />

A. Wolfraamkeuze<br />

Stroom (A)<br />

Starttijd<br />

1 Drukschakelaar voor stroomsterkte<br />

2 Instelknop<br />

3 Ampèremeter<br />

Voorinstelling TIG-startparameters<br />

Kies met de instelknop om de wolfraamdiameter<br />

uit de volgende mogelijkheden:<br />

0,020 (0,5mm), 0,040 (1mm), 0,062 (1/16<br />

inch of 1,6mm), 0,094 (3/32 inch of 2,4mm),<br />

TUNG .094<br />

Startstroomsterkte<br />

Start<br />

oplooptijd<br />

of 0,125 (1/8 inch of 3,2 mm) 0,156 (5/32<br />

inch), 0,187 (3/16 inch.), [.250 (1/4 inch) alleen<br />

700−modellen], (0,094 is de<br />

standaardinstelling). Wanneer een van de<br />

aangegeven wolfraamdiameters wordt gekozen,<br />

worden de volgende TIG-startparameters<br />

vooringesteld: stroomsterkte,<br />

starttijd, start−oplooptijd en de vooringestelde<br />

minimum stroomsterkte. Er is een<br />

3<br />

Vooringestelde minimum stroomsterkte<br />

2<br />

aparte groep parameters voor gelijkstroom<br />

en wisselstroom (zie hoofdstuk C voor<br />

het kiezen van de polariteit).<br />

Als het noodzakelijk of gewenst is om<br />

de TIG−startparameters handmatig<br />

in te stellen, verdraai dan de instelknop tot<br />

er GEN op de ampèremeter staat (zie hoofdstuk<br />

B).<br />

1<br />

OM−216 869 Pagina 53


B. De keuze van GEN<br />

TUNG GEN<br />

Stroom (A)<br />

Stroom (A)<br />

Starttijd<br />

Starttijd<br />

OM−216 869 Pagina 54<br />

120 Amp<br />

60 Amp<br />

Startstroomsterkte<br />

20 ms<br />

Startstroomsterkte<br />

1 ms<br />

2<br />

GEN GEN standaard standaard AC AC TIG−startparameterverhoudingen<br />

TIG−startparameterverhoudingen<br />

Start−oplooptijd<br />

10 mS<br />

GEN standaard DC TIG−startparameterverhoudingen<br />

Start−oplooptijd<br />

40 ms<br />

1<br />

3<br />

Vooringestelde minimum stroomsterkte<br />

5 Amp<br />

Vooringestelde minimum stroomsterkte<br />

5 Amp<br />

1 Instelknop<br />

2 Ampèremeter<br />

3 Drukschakelaar voor<br />

stroomsterkte<br />

Als [GEn] wordt gekozen en wordt<br />

weergegeven op de ampèremeter,<br />

dan zijn de TIG−startparameters<br />

voor 0,094 (2,4mm) wolfraam<br />

de standaard parameters. Deze<br />

zijn als volgt voor AC: startpolariteit<br />

= EP, startstroomsterkte = 120 A,<br />

starttijd = 20 ms, start−oplooptijd<br />

= 10 ms, vooringestelde minimum<br />

stroomsterkte = 5 A. Voor DC<br />

polariteit zijn ze: startpolariteit<br />

= EN, startstroomsterkte = 60 A,<br />

starttijd = 1 ms, start−slopetijd<br />

= 40 ms, vooringestelde minimum<br />

stroomsterkte = 5 A. Deze<br />

parameters kunnen handmatig<br />

worden gewijzigd door op de<br />

stroomsterkteschakelaar te drukken<br />

en alle instelbare parameters<br />

te doorlopen. Zie hoofdstuks C, D,<br />

E, F, en G voor het wijzigen van<br />

parameters.


C. De programmeerbare TIG-startpolariteit wijzigen<br />

Stroom (A)<br />

Start<br />

polariteit<br />

1 Drukschakelaar voor stroomsterkte<br />

2 Instelknop<br />

3 Ampèremeter<br />

Ga als volgt te werk om de<br />

TIG−startpolariteit af te stellen:<br />

POL En<br />

Druk op de stroomsterkteschakelaar.<br />

De LED van de schakelaar gaat branden<br />

evenals de percentage−LED van de meter.<br />

De startpolariteit van de stroom, (SEL] [E−]<br />

of [SEL] [EP] wordt op de meters getoond<br />

en kan worden bijgesteld (zie hoofdstuk<br />

4-15) door de regelknop te verdraaien.<br />

D. De programmeerbare TIG-startstroomsterkte wijzigen<br />

Stroom (A)<br />

Start<br />

stroomsterkte<br />

1 Drukschakelaar voor stroomsterkte<br />

2 Instelknop<br />

3 Ampèremeter<br />

Ga als volgt te werk om de<br />

TIG−startstroomsterkte af te stellen:<br />

STRT 20A<br />

3<br />

Druk op de stroomsterkteschakelaar.<br />

De LED van de schakelaar gaat branden<br />

evenals de A−LED van de meter.<br />

De huidige startstroom is op de<br />

ampèremeter te zien en kan worden<br />

bijgesteld (zie hoofdstuk 4-15) door de<br />

regelknop te verdraaien.<br />

3<br />

2<br />

Ga verder bij hoofdstuk D voor het wijzigen<br />

van de startstroom.<br />

2<br />

1<br />

Ga verder bij hoofdstuk E voor het wijzigen<br />

van de starttijd.<br />

1<br />

OM−216 869 Pagina 55


E. De programmeerbare starttijd wijzigen<br />

Stroom (A)<br />

1 Drukschakelaar voor stroomsterkte<br />

2 Instelknop<br />

3 Ampèremeter<br />

OM−216 869 Pagina 56<br />

Starttijd<br />

TIME 10m<br />

F. De start-oplooptijd wijzigen<br />

Stroom (A)<br />

1 Drukschakelaar voor stroomsterkte<br />

2 Instelknop<br />

3 Ampèremeter<br />

Ga als volgt te werk om de start−oplooptijd<br />

bij te stellen:<br />

SSLP 20m<br />

Start−oplooptijd<br />

3<br />

Ga als volgt te werk om de<br />

programmeerbare starttijd af te stellen:<br />

Druk op de stroomsterkteschakelaar.<br />

De S−LED van de schakelaar gaat<br />

branden. De huidige starttijd is op de<br />

3<br />

Druk op de stroomsterkteschakelaar.<br />

De LED van de schakelaar gaat branden<br />

evenals de S−LED van de meter.<br />

De huidige startstroom is op de<br />

ampèremeter te zien in milliseconden en<br />

1<br />

2<br />

ampèremeter in milliseconden te zien en<br />

kan worden bijgesteld door de instelknop te<br />

verdraaien (zie hoofdstuk 4-15).<br />

Ga verder bij hoofdstuk F voor het wijzigen<br />

van de start−oplooptijd.<br />

2<br />

1<br />

kan worden bijgesteld (zie hoofdstuk 4-15)<br />

door de instelknop te verdraaien.<br />

Ga verder bij hoofdstuk G voor het wijzigen<br />

van de vooringestelde minimum<br />

stroomsterkte.


G. De vooringestelde minimum stroomsterkte wijzigen<br />

Stroom (A)<br />

1 Drukschakelaar voor stroomsterkte<br />

2 Instelknop<br />

3 Ampèremeter<br />

Ga als volgt te werk om de vooringestelde<br />

minimum stroomsterkte bij te stellen:<br />

PMIN 5A<br />

3<br />

Vooringestelde minimum stroomsterkte<br />

Druk op de stroomsterkteschakelaar.<br />

De LED van de schakelaar gaat branden<br />

evenals de A−LED van de meter.<br />

De huidige startstroom is op de<br />

ampèremeter te zien in milliseconden en<br />

kan worden bijgesteld (zie hoofdstuk 4-15)<br />

door de instelknop te verdraaien.<br />

De vooringestelde minimum stroomsterkte<br />

kan afzonderlijk worden ingesteld voor AC<br />

en DC.<br />

2<br />

1<br />

De stroomsterkte die als<br />

vooringestelde minimum<br />

stroomsterkte wordt gekozen word de<br />

minimum stroomsterkte die de<br />

machine zal leveren als wissel−<br />

of gelijkstroom.<br />

OM−216 869 Pagina 57


5-3. Output-regeling en toortsschakelaarfuncties<br />

A. Afstandsbediende (standaard) toortsbediening<br />

Stroom (A)<br />

Voorgas<br />

P/H<br />

OM−216 869 Pagina 58<br />

Startstroom<br />

P&H = De toortsschakelaar indrukken en vasthouden<br />

R = De toortsschakelaar loslaten.<br />

Hoofdstroom<br />

Up−slope tijd Uitkratertijd<br />

R<br />

Schakelaar<br />

(constant in)<br />

Eindstroom<br />

Nagas<br />

R<br />

Voet of hand<br />

Afstandsbediening<br />

Als er een afstandsbediening voor de stroomsterkte (voet- of handbediening) is aangesloten op lasstroombron, worden de<br />

startstroom-, up-slope-, uitkratertijd- en eindstroomfunctie geregeld door de afstandsbediening.<br />

B. Afstandsbediende 2−takt toortsbediening<br />

Stroom (A)<br />

Voorgas<br />

P/R<br />

Startstroom<br />

Hoofdstroom<br />

Up−slope tijd Uitkratertijd<br />

P&R = De toortsschakelaar indrukken en loslaten.<br />

Als de toortsschakelaar langer dan 3 seconden wordt ingedrukt,<br />

schakelt de bediening over naar de RMT STD (afstandsbediening standaard) functie.<br />

P/R<br />

Eindstroom<br />

Nagas


C. 3-takt met houdfunctie<br />

Stroom (A)<br />

1 3T (specifieke toortsschakelaarbediening)<br />

Sequence is nodig voor herconfiguratie naar 3T.<br />

3T vereist een specifiek type<br />

afstandsbediening met twee onafhankelijke<br />

kortstondig-contactschakelaars. De ene<br />

wordt aangewezen als de startschakelaar en<br />

moet worden aangesloten tussen pennen A<br />

en B van de 14-pens contrastekker. De tweede<br />

wordt aangewezen als de eindschakelaar<br />

en moet worden aangesloten tussen pennen<br />

D en E van de 14-pens contrastekker.<br />

2 Instelknop<br />

Draai de regelknop om 3T te selecteren.<br />

Definities:<br />

Up-slope-snelheid is de snelheid<br />

van de stroomsterkteverandering zoals<br />

bepaald door de startstroom, de up-slope-tijd<br />

en de hoofdstroom.<br />

Uitkratersnelheid is de snelheid<br />

van de stroomsterkteverandering zoals<br />

bepaald door de hoofdstroom, de uitkratertijd<br />

en de eindstroom.<br />

*<br />

RMT 3T<br />

(afstandsbediend)<br />

*<br />

Bediening met toortsschakelaar<br />

*<br />

*<br />

A B C D E<br />

Voorgas Startstroom/Up−slope tijd Hoofdstroom Uitkratertijd/Eindstroom Nagas<br />

* De boog kan op elk moment worden gedoofd door de start- en de eindschakelaar tegelijk in te drukken of door de toorts<br />

op te tillen en de boog af te breken.<br />

Bediening:<br />

A. Druk op de startschakelaar en laat hem<br />

binnen 3/4 seconde los om gasstroom<br />

te krijgen. Druk op de eindschakelaar<br />

en laat hem los om de voorgassequence<br />

te stoppen voordat de voorgastijd is<br />

verstreken (25 seconden). De voorgastimer<br />

wordt gereset en de lassequence kan<br />

weer worden gestart.<br />

Als de startschakelaar niet opnieuw wordt<br />

gesloten voor het einde van het voorgas,<br />

stopt de gasstroom, wordt de timer gereset<br />

en is het nodig om de startschakelaar<br />

in te drukken en weer los te laten<br />

om de lassequentie weer te starten.<br />

B. Druk op de startschakelaar om een boog<br />

te starten op de startstroomsterkte. Als de<br />

schakelaar wordt vastgehouden verandert<br />

de stroomsterkte met de snelheid van de<br />

up-slope (laat de schakelaar los om te<br />

lassen op het gewenste ampèreniveau).<br />

*<br />

1<br />

*<br />

*<br />

2<br />

C. Wanneer het hoofdampèreniveau wordt<br />

bereikt, kan de ontstekingsschakelaar<br />

worden losgelaten.<br />

D. Druk op de eindschakelaar en houd hem<br />

vast om de stroomsterkte te verlagen op het<br />

uitkraterniveau (laat de schakelaar los om<br />

te lassen op het gewenste ampèreniveau).<br />

E. Wanneer het eindampèreniveau wordt<br />

bereikt, dooft de boog en stroomt<br />

er beschermgas gedurende de tijd die is<br />

ingesteld met de nagasregeling.<br />

Toepassing:<br />

= 3T<br />

Door het gebruik van twee schakelaars<br />

in plaats van potmeters biedt 3T de operator<br />

de mogelijkheid om de stroomsterkte<br />

oneindig te verhogen en te verlagen<br />

of te pauzeren en de stroomsterkte binnen<br />

het bereik te houden dat is bepaald<br />

door begin-, hoofd- en eindstroomsterkte.<br />

OM−216 869 Pagina 59


D. 4T met houdfunctie<br />

RMT 4T = 4T<br />

(afstandsbediend)<br />

Stroom (A)<br />

Voorgas<br />

Startstroom<br />

OM−216 869 Pagina 60<br />

Hoofdstroom<br />

Up−slope tijd<br />

1<br />

Toortsbediening 4-takt<br />

1 4T Specifieke toortsschakelaarbediening<br />

2 Instelknop<br />

Draai de regelknop om 4T te selecteren.<br />

De toortsbediening verloopt als geïllustreerd.<br />

Met 4T kan de lasser kan omschakelen tussen de lasstroom en<br />

de eindstroom<br />

Als er een afstandsbediening aangesloten is op de<br />

lasstroombron, regel de lascyclus dan met de<br />

afstandsbedieningsschakelaar. De stroom wordt door de<br />

lasbron geregeld.<br />

Toepassing:<br />

Deze functie gebruiken als een afstandsbediening wenselijk is,<br />

maar er alleen een aan/uit-toortsschakelaar voorhanden is.<br />

Uitkratertijd<br />

Eindstroom<br />

P/H R P/R<br />

P/R P/H R<br />

P&H = De toortsschakelaar indrukken en vasthouden; R = De toortsschakelaar loslaten;<br />

P&R = De toortsschakelaar indrukken en binnen 3/4 seconde loslaten<br />

E. Mini Logic functie<br />

RMT 4TL Mini Logic<br />

(afstandsbediend)<br />

Voorgas<br />

Up−slope tijd<br />

Startstroom<br />

*<br />

2<br />

Nagas<br />

1 2<br />

1 Mini Logic-scherm<br />

2 Instelknop<br />

=<br />

Draai de regelknop om Mini Logic te selecteren.<br />

De toortsbediening verloopt als geïllustreerd.<br />

In Mini Logic kan de lasser schakelen tussen de up-slope<br />

of de hoofdstroom en de startstroom,. De eindstroomfunctie<br />

is niet beschikbaar. De uitkraterfunctie daalt altijd<br />

tot de minimum stroomsterkte en beëindigt de cyclus.<br />

Als er een afstandsbediening aangesloten is op de<br />

lasstroombron, regel de lascyclus dan met de<br />

afstandsbedieningsschakelaar. De stroom wordt door<br />

de lasbron geregeld.<br />

Toepassing: Deze functie gebruiken indien een<br />

Toortsbediening 4-takt afstandsbediening wenselijk is, maar enkel een aan/uit<br />

toortsschakelaar voorhanden is.<br />

*<br />

Hoofdstroom<br />

*<br />

*<br />

Uitkratertijd<br />

P/H R P/R P/R P/R P/R P/R P/H<br />

P&H = De toortsschakelaar indrukken en vasthouden; R = De toortsschakelaar loslaten;<br />

P&R = De toortsschakelaar indrukken en binnen 3/4 seconde loslaten<br />

* = De boog kan op elk moment worden gedoofd bij de uitkratersnelheid door op de toortsschakelaar te drukken en hem ingedrukt te houden<br />

Nagas


F. Werking 4T Kortstondig<br />

RMT 4TE 4T Kortstondig<br />

(afstandsbediend)<br />

Stroom (A)<br />

Voorgas<br />

Startstroom<br />

1<br />

2<br />

=<br />

hoofdstroom<br />

Hoofdstroom<br />

Up−slope tijd Uitkratertijd<br />

1 Meterscherm 4T Kortstondig<br />

2 Instelknop<br />

Draai de regelknop om 4T Kortstondig te selecteren.<br />

De toortsbediening bij 4T Kortstondig verloopt zoals wordt<br />

aangegeven.<br />

Als er een afstandsbediening aangesloten is op de<br />

lasstroombron, regel de lascyclus dan met de<br />

afstandsbedieningsschakelaar. De stroom wordt door<br />

de lasbron geregeld.<br />

Toepassing:<br />

Gebruik de 4T Kortstondig-functie wanneer de functies<br />

van een afstandsbediening wenselijk zijn, maar er alleen<br />

een afstandsbediende aan/uit-schakelaar voorhanden is.<br />

P&R = De toortsschakelaar indrukken en loslaten; * = Als hij wordt ingedrukt en losgelaten tijdens de uitkratertijd,<br />

wordt de boog onderbroken en gaat het nagas in<br />

Wanneer de toortsschakelaar voor het eerst wordt ingedrukt en losgelaten: Als de toortsschakelaar<br />

meer dan 3 seconden wordt vastgehouden, eindigt de cyclus van de toortsschakelaar.<br />

Eindstroom<br />

P/R P/R P/R P/R<br />

P/R<br />

*<br />

Nagas<br />

OM−216 869 Pagina 61


G. Toortsschakelbediening aan<br />

Spanning (V)<br />

Stroom (A)<br />

Stroom (A)<br />

OM−216 869 Pagina 62<br />

Aanraakvuldraad<br />

Elektrode<br />

Contactstroom<br />

Contact maken<br />

met wolfraam<br />

2 sec.<br />

Startstroomsterkte Up−slope tijd<br />

Het wolfraam optillen<br />

een stukje<br />

*Wordt actief als de puntlastijd is ingeschakeld.<br />

AAN<br />

Stick (vuldraad)<br />

Optillen<br />

Hoofdstroom<br />

Hefvuldraad<br />

Elektrode<br />

*Uitkratertijd<br />

Het wolfraam optillen<br />

*Eindstroom


5-4. AC golfvormkeuze (alleen Dynasty-modellen)<br />

1<br />

1<br />

Wisselstroom<br />

(AC)<br />

1 Memory-schakelaar<br />

Elke geheugenlocatie kan een van de vier<br />

golfvormen selecteren.<br />

2 Instelknop<br />

Selecteer met behulp van de instelknop op<br />

een van de negen geheugenlocaties tussen<br />

geavanceerde blokgolf [ADVS], zachte<br />

blokgolf [SOFT] (standaardinstelling),<br />

sinusgolf [Sine] of driehoeksgolf [TRI].<br />

= geavanceerde blokgolf<br />

Zacht<br />

Tijdens normaal bedrijf, als EN of EP<br />

stroomsterkte is geselecteerd, toont<br />

het linker parameterscherm de actieve<br />

golfvorm [ADVS],, [Soft], [Sine] of [TRI]<br />

en de onafhankelijke amplitudeselectie<br />

(zie hoofdstuk 5-5) als geheugensteuntje.<br />

Toepassing: Gebruik de geavanceerde<br />

blokgolf als u een gerichtere boog nodig<br />

= zachte blokgolf<br />

= sinusgolf = driehoeksgolf<br />

hebt voor betere richtbaarheid. Gebruik de<br />

zachte blokgolf als u een zachtere boog en<br />

een vloeibaarder lasbad wilt hebben. Gebruik<br />

de sinusgolf om een conventionele<br />

stroombron te simuleren. Gebruik<br />

de driehoeksgolf wanneer u de effecten<br />

van piekstroom met een lagere totaal<br />

warmtetoevoer wilt hebben om te helpen om<br />

vervorming bij dunne materialen<br />

te beheersen.<br />

2<br />

OM−216 869 Pagina 63


5-5. Onafhankelijke amplitudeselectie<br />

ENEP Dezelfde<br />

5-6. Puntlassen ingeschakeld<br />

Puntlassen Uit<br />

5-7. Selectie openspanning (OCV) beklede elektrodelassen<br />

1 Instelknop<br />

2 Meterscherm<br />

Draai de instelknop om te wisselen Lage<br />

OCV en Normale OCV. De actieve selectie<br />

wordt getoond op de meters.<br />

OM−216 869 Pagina 64<br />

OCV<br />

2<br />

2<br />

LAAG<br />

Wanneer beklede elektrode met lage OCV<br />

wordt geselecteerd, dan is de openspanning<br />

tussen 9 en 14 volt. Wanneer beklede<br />

elektrode met normale OCV wordt<br />

geselecteerd, dan is de openspanning<br />

circa 72 volt.<br />

2<br />

1<br />

3<br />

1 Instelknop<br />

2 Parameterselectie op ampèremeter<br />

Draai de instelknop om te wisselen tussen<br />

dezelfde [Same] en onafhankelijke [INDP]<br />

amplitudeafstelling.<br />

1<br />

Toepassing: Gebruik ‘dezelfde’ als u<br />

dezelfde stroomsterkte wilt hebben voor<br />

zowel de elektrode negatief (EN) als de<br />

elektrode positief (EP) helft van de cyclus.<br />

Gebruik ‘onafhankelijk’ als u verschillende<br />

stroomsterktes wilt instellen voor beide<br />

helften van de lascyclus voor meer<br />

controle over de reinigingshandeling en<br />

een langere levensduur van het wolfraam<br />

(zie hoofdstuk 4-13).<br />

1 Instelknop<br />

2 Parameterselectie<br />

op ampèremeter<br />

3 Drukschakelaar<br />

voor stroomsterkte<br />

Draai de instelknop om Puntlassen<br />

aan en uit te schakelen. Als hij aan is,<br />

ga dan uit de instelfunctie en druk<br />

tweemaal op de Stroomsterkteschakelaar<br />

en draai de regelknop<br />

om de puntlastijd in te stellen. De<br />

fabrieksinstelling voor de puntlastijd<br />

is nul voor beide programma’s.<br />

Puntlassen aan werkt alleen in RMT<br />

STD en RMT 2T Hold. Wanneer er<br />

een voetregeling is aangesloten,<br />

wordt de stroomsterkte bij de<br />

machine geregeld niet door een<br />

afstandbediening.<br />

Toepassing: Wordt gebruikt voor<br />

hechtlassen en het lassen van dun<br />

plaatmateriaal<br />

Toepassing: Gebruik een lage<br />

openspanning voor de meeste bekledeelektrodetoepassingen.<br />

Gebruik normale<br />

openspanning voor lastig te onsteken<br />

beklede elektrodes of, indien nodig, voor<br />

uw specifieke toepassing.<br />

1


5-8. Selectie ‘Vastvries-controle voor beklede elektroden’<br />

1 Instelknop<br />

2 Display voor de keuze van de<br />

parameters van de ampèremeter<br />

Verdraai de instelknop om op het display<br />

te kiezen tussen ‘Vastvries-controle voor<br />

beklede elektroden’ [AAN] of [UIT].<br />

Als ‘Vastvries-controle voor beklede elektroden’<br />

is ingeschakeld en de laselektrode<br />

STUC<br />

ON<br />

2<br />

zit vast, dan wordt de lasuitgangsspanning<br />

uitgeschakeld.<br />

Toepassing: Bij de meeste beklede<br />

elektroden-toepassingen moet u deze<br />

functie uitzetten. Als de ‘Vastvries-controle’ is<br />

ingeschakeld en de laselektrode zit vast,<br />

dan wordt de lasuitgangsspanning<br />

uitgeschakeld teneinde te proberen de<br />

elektrode te behouden voor hergebruik. Dit<br />

geeft de lasser de gelegenheid om de<br />

1<br />

elektrode los te maken of uit de elektrodetang<br />

te halen zonder dat er een lasboog<br />

ontstaat. Schakel ‘Vastvries-controle’<br />

in als deze functie gewenst is.<br />

Bij sommige toepassingen moet<br />

de ‘Vastvries-controle’-functie<br />

uitgeschakeld zijn, bijvoorbeeld bij<br />

grote beklede-elektroden die op hoge<br />

stroomsterkten werken.<br />

OM−216 869 Pagina 65


5-9. Beperkingsniveaus<br />

A. Instellen van de beperkingsniveaus<br />

OM−216 869 Pagina 66<br />

1<br />

2<br />

Vergrendelen<br />

Code<br />

Zie hoofdstuk 4-1 om de verklaring van de bedieningsfuncties<br />

vermeld in deze hoofdstuk 5-9.<br />

Er zijn vier (1−4) verschillende beperkingsniveaus. Elk volgend niveau<br />

geeft de lasser minder flexibiliteit.<br />

Zorg ervoor dat voor het instellen van de beperkingsniveaus de<br />

juiste instellingen van de parameters en de juiste procedures<br />

gevolgd worden. Het instellen van de parameters is beperkt<br />

wanneer de beperkingsniveaus geselecteerd zijn.<br />

Ga als volgt te werk om het beperkingsniveau in te schakelen:<br />

1 Instelknop<br />

2 Stroomsterkteschakelaar (A)<br />

Druk op de Stroomsterkteschakelaar (A) om te wisselen tussen<br />

de vergrendeling en de codeweergaves. Blijf doorgaan tot de code<br />

wordt getoond.<br />

Draai de regelknop om een beperkingscodenummer te selecteren.<br />

Het codenummer verschijnt op de ampèremeter. Kies een getal<br />

Schakelaar<br />

Schakelaar<br />

UIT<br />

UIT<br />

Selecteer het beperkingsniveau<br />

1, 2, 3 of 4<br />

Selecteer het codenummer<br />

1 t/m 999<br />

van [1] t/m [999]. BELANGRIJK: onthoud dit codenummer; u hebt<br />

het nodig om de beperking weer uit te schakelen.<br />

Druk op de stroomsterkteschakelaar (A) tot de beperking wordt<br />

getoond op het scherm. U kunt nu een beperkingsniveau selecteren.<br />

U kunt kiezen uit vier beperkingsniveaus. Verdraai de regelknop<br />

om een beperkingsniveau te selecteren (zie hoofdstuk 5-9B voor<br />

de beschrijvingen van het beperkingsniveau).<br />

Als de gewenste drie cijfers zijn ingevoerd en er is een<br />

beperkingsniveau geselecteerd, verlaat dan Geavanceerde functies<br />

(zie hoofdstuk 5-1).<br />

Ga als volgt te werk om het beperkingsniveau weer uit te<br />

schakelen:<br />

Voer met de instelknop hetzelfde codenummer in te voeren dat was<br />

gebruikt om de beperking in te schakelen.<br />

Druk op de stroomsterkteschakelaar (A). Het scherm<br />

op de ampèremeter (rechts) verandert in [OFF]. De beperking is<br />

nu uitgeschakeld.


B. Beperkingsniveaus<br />

L2<br />

L2 L2 L1 L3<br />

A<br />

B<br />

K<br />

J<br />

I<br />

C L N H<br />

D M G<br />

E F<br />

Zorg ervoor dat voor het instellen van de<br />

beperkingsniveaus de juiste instellingen<br />

van de parameters en de juiste<br />

procedures gevolgd worden. Het<br />

instellen van de parameters is beperkt<br />

wanneer de beperkingsniveaus<br />

geselecteerd zijn.<br />

Niveau 1<br />

De afstandsbediening van de<br />

lasstroom is niet mogelijk in niveau 1.<br />

TIG-uitgang selectie<br />

Als het TIG HF-puls- of het TIG Lift<br />

Arc-proces (zie hoofdstuk 4-7) actief was<br />

op het moment dat beperkingsniveau 1 werd<br />

geactiveerd, kan de operator kiezen tussen<br />

RMT STD (afstandsbediend standaard)<br />

en RMT 2T HOLD (afstandsbediend 2T<br />

met houdfunctie) (zie hoofdstuk 4-9). De<br />

Aan-functie is ook beschikbaar als TIG Lift<br />

Arc actief was.<br />

De uitgangsselectie van beklede elektrode<br />

Als beklede elektrode actief was op<br />

het moment dat beperkingsniveau 1 werd<br />

geactiveerd, kan de operator kiezen tussen<br />

RMT STD en Aan.<br />

Als de parameterwijziging of -keuze wordt<br />

beperkt door beperkingsniveau 1, is [LOCK]<br />

Niveaus 1, 2 en 3<br />

Niveau 4<br />

L3<br />

[LEV1] te zien op het scherm als<br />

geheugensteuntje.<br />

Niveau 2<br />

De afstandsbediening van de<br />

lasstroom is niet mogelijk in niveau 2.<br />

Omvat alle functies van niveau 1 plus<br />

de Memory-, polariteits- en proceskeuze<br />

(zie hoofdstuks 4-6 en 4-7).<br />

Als de parameterwijziging of -keuze wordt<br />

beperkt door beperkingsniveau 2, is [LOCK]<br />

[LEV2] te zien op het scherm als<br />

geheugensteuntje.<br />

Niveau 3<br />

De afstandsbediening van de<br />

lasstroom is niet mogelijk in niveau 3.<br />

Dit niveau heeft dezelfde functies als<br />

niveaus 1 en 2, plus de volgende extra<br />

functies:<br />

De lasstroom kan bijgeregeld worden<br />

binnen +/− 10 % van de vooringestelde<br />

TIG- of beklede<br />

elektrode-lasstroomwaarde.<br />

Kies het gewenste proces, TIG of beklede<br />

elektrode en stel met de regelknop<br />

de stroomsterkte in op +/− 10% van de<br />

Stel de stroomsterke met de instelknop in op<br />

+/− 10 % van de vooringestelde waarde.<br />

Geeft aan welke functies beschikbaar zijn<br />

voor het bijbehorende beperkingsniveau.<br />

vooringestelde waarde tot de limiet van de<br />

machine. Als de lasser buiten de +/− 10%<br />

probeert te gaan, is [LOCK][LEV3] te zien<br />

op het scherm van de ampèremeter<br />

(rechts) als geheugensteuntje.<br />

Pulseren aan/uit<br />

Geeft de lasser de mogelijkheid te pulseren<br />

of niet.<br />

Als de parameterwijziging of -keuze wordt<br />

beperkt door beperkingsniveau 3, is [LOCK]<br />

[LEV3] te zien op het scherm als<br />

geheugensteuntje.<br />

Niveau 4<br />

Niveau 4 heeft dezelfde functies als niveau<br />

3, plus de volgende extra functie:<br />

Afstandsbediening van de lasstroom<br />

Geeft de mogelijkheid een afstandsbediening<br />

te gebruiken. De afstandsbediening regelt<br />

van de minimum waarde van de stroombron<br />

tot de vooringestelde waarde op het<br />

frontpaneel. De afstandsbediening aansluiten<br />

volgens hoofdstuk 3-13.<br />

Als de parameterwijziging of -keuze wordt<br />

beperkt door beperkingsniveau 4, is [LOCK]<br />

[LEV4] te zien op het scherm als<br />

geheugensteuntje.<br />

OM−216 869 Pagina 67


5-10. Het systeem zo instellen dat er niets op de meters staat tijdens pulserend lassen<br />

1 Instelknop<br />

2 Keuzedisplay voor de parameters<br />

op de ampèremeter<br />

Draai de regelknop om te wisselen tussen<br />

spanning/stroomsterkte [V/A] en [OFF]<br />

op de meter.<br />

[V/A]<br />

De vooringestelde stroomsterkte toont de<br />

piekstroom voor zowel de DC als de AC−<br />

TIG pulserend. Tijdens pulserend lassen<br />

op één puls per seconde en daarboven in<br />

DC− TIG, tonen de meters de gemiddelde<br />

5-11. DC-meter kalibratie<br />

1 Instelknop<br />

2 Display voor de keuze van de<br />

parameters van de ampèremeter<br />

De stroomsterkte kalibreren:<br />

Het kalibratiebereik voor de stroomsterkte<br />

is ±10 A.<br />

Om de ampèremeter van de machine te<br />

kalibreren met een ampèremeter van een<br />

belastingskast, moet u het ampèreverschil<br />

tussen de ampèremeter van de machine en die<br />

van de belastingskast erbij optellen of aftrekken.<br />

OM−216 869 Pagina 68<br />

METR<br />

MCAL<br />

V/A<br />

spanning en stroomsterkte. Tijdens pulserend<br />

lassen op AC−TIG is de meter mogelijk<br />

niet stabiel en moet u de waarden alleen<br />

beschouwen als “bij benadering”.<br />

[OFF]<br />

De vooringestelde stroomsterkte toont de<br />

piekstroom voor zowel AC als de DC−<br />

TIG−pulserend. De meters tonen [PULS]<br />

[WELD] tijdens pulserend lassen. De<br />

houdfunctie van de meter wordt uitgeschakeld.<br />

In een niet−pulserende<br />

lasstand wordt de lasspanning en de<br />

OA<br />

MCAL OV<br />

Bijvoorbeeld:<br />

Machine− Belastings− Instellen<br />

meter kast meter op MCAL<br />

Ampère<br />

100 A 105 A +5 A<br />

100 A 95 A −5 A<br />

3 Druktoets voor stroomsterkte<br />

4 Display voor de keuze van de<br />

spannings-parameters<br />

De spanning kalibreren:<br />

Het kalibratiebereik voor de spanning is<br />

±9,9 volts.<br />

2<br />

2<br />

4<br />

1<br />

stroomsterkte getoond en heeft geen invloed<br />

op de houdfunctie van de meter.<br />

[AVG]<br />

De vooringestelde stroomsterkte toont de<br />

gemiddelde stroom voor DC−TIG pulserend<br />

en de piekstroom voor de AC− TIG−<br />

pulsered. Tijdens pulserend lassen op één<br />

puls per seconde en daarboven in DC−TIG<br />

tonen de meters de gemiddelde spanning<br />

en stroomsterkte. Tijdens pulserend<br />

lassen in AC− TIG is de meter mogelijk niet<br />

stabiel en moet u de waarden alleen<br />

beschouwen als “bij benadering”<br />

Druk om de spanning te kalibreren op de<br />

spanningstoets. Op het display verschijnt<br />

[MCAL] [OV] .<br />

Om de spanningsmeter van de machine te kalibreren<br />

met een spanningsmeter van een belastingskast,<br />

moet u het spanningsverschil<br />

tussen de spanningsmeter van de machine en<br />

die van de belastingskast erbij optellen of ervan<br />

aftrekken. Bijvoorbeeld:<br />

Machine− Belastings− Instellen<br />

meter kastmeter op MCAL<br />

Volt<br />

10,0 V 10,5 V +0,5 V<br />

10,0 V 9,5 V −0,5 V<br />

3<br />

1


HOOFDSTUK 6 − ONDERHOUD EN STORINGEN<br />

VERHELPEN<br />

6-1. Routineonderhoud<br />

A. Lasstroombron<br />

Elke drie<br />

maanden<br />

Elke drie<br />

maanden<br />

Elke zes<br />

maanden<br />

B. Koeler<br />

Elke 3<br />

maanden<br />

Elke 6<br />

maanden<br />

Elke 12<br />

maanden<br />

! Ontkoppel de voeding voordat u met het onderhoud begint.<br />

= Controleren = Verversen = Reinigen Δ = Repareren = Vervangen<br />

* Moet worden verricht door een door de fabriek geautoriseerd servicebedrijf<br />

Labels Gasslangen<br />

Δ Kabels en snoeren<br />

Lasklemmen<br />

0,010<br />

(0,254 mm)<br />

:Maandelijks reinigen bij zwaar gebruik. * De elektrodeafstand bijstellen of reinigen<br />

= Controleren = Verversen = Reinigen Δ = Repareren = Vervangen<br />

* Moet worden verricht door een door de fabriek geautoriseerd servicebedrijf<br />

Slangen<br />

Ververs de koelvloeistof.<br />

Koelvloeistoffilter, vaker<br />

reinigen bij intensief gebruik.<br />

Labels<br />

Blaas de koelribben<br />

van de warmtewisselaar uit<br />

Controleer het koelvloeistofpeil. Bijvullen<br />

met gedistilleerd of gedeïoniseerd water indien nodig.<br />

OM−216 869 Pagina 69


6-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen<br />

6-3. Onderhoud van de koelvloeistof<br />

1<br />

OM−216 869 Pagina 70<br />

! De kast niet verwijderen<br />

als u de binnenzijde van<br />

het apparaat schoonblaast.<br />

Om het apparaat schoon te blazen<br />

moet u de luchtstroom<br />

op de afgebeelde wijze door<br />

het ventilatiekanaal blazen.<br />

m30 kruiskop<br />

803 900-B<br />

! Haal het apparaat van de voeding<br />

vóór begin van het onderhoud.<br />

1 Filter voor koelvloeistof<br />

Schroef de filterhouder los om de filter<br />

te reinigen.<br />

Koelvloeistof verversen: tap de<br />

koelvloeistof af door het systeem naar<br />

achteren te kantelen of gebruik een<br />

zuigpomp. Vullen met schoon water en<br />

10 minuten laten draaien. Weer<br />

aftappen en vullen met koelvloeistof<br />

(zie hoofdstuk 3-21).<br />

Als u slangen vervangt, gebruik<br />

dan slangen die compatibel zijn<br />

met ethyleenglycol, bijv. Buna-n,<br />

Neoprene of Hypalon. LET OP:<br />

Oxy-acetyleen slangen zijn niet<br />

compatibel met producten die<br />

ethyleenglycol bevatten.<br />

Benodigde gereedschappen:<br />

804 649-A / Ref. 801 194


6-4. Storingen<br />

A. Helpschermen voltmeter/ampèremeter en koeler<br />

1<br />

Alle richtingen zijn t.o.v. de voorzijde<br />

van het apparaat. Alle schakelingen<br />

waarnaar wordt verwezen bevinden<br />

zich in het apparaat.<br />

1 Typisch voorbeeld van getallen op<br />

het hulpscherm van de voltmeter/<br />

ampèremeter − de getallen in de “30”<br />

zijn voor 350 modellen of voor de<br />

bovenste motor van 700 modellen.<br />

De getallen in de “40” zijn voor de<br />

onderste motor van 700 modellen.<br />

Hulpscherm 30<br />

Geeft aan dat er kortsluiting of een open<br />

verbinding is in het thermische<br />

beveiligingscircuit in de invoerinductor van<br />

het systeem. Als dit scherm te zien is, neem<br />

dan contact op met een door de fabrikant<br />

erkende service-agent.<br />

Hulpscherm 31<br />

V<br />

HELP 30<br />

Geeft een storing aan in de primaire<br />

stroomkring die is veroorzaakt door een te<br />

sterke stroom in het primaire IGBT-circuit.<br />

Als dit scherm te zien is, neem dan contact<br />

op met een door de fabrikant erkende<br />

service-agent.<br />

2 Typisch voorbeeld van tekstberichten<br />

op het hulpscherm van de voltmeter/<br />

ampèremeter. Er staat [TOP] (boven)<br />

of [BOT] (onder) achter het bericht<br />

om aan te geven welke motor het<br />

betreft op 700 modellen.<br />

[Over][Temp]<br />

Twee seconden aan, dan knippert er:<br />

[Sec] − Geeft aan dat de linkerkant van<br />

het apparaat oververhit is. Het apparaat<br />

heeft zichzelf uitgeschakeld om de ventilator<br />

de kans te geven het apparaat te koelen<br />

(zie hoofdstuk 3-4). Als het apparaat is<br />

afgekoeld, kunt u doorgaan met werken.<br />

[PRI] − Geeft aan dat de rechterkant<br />

van het apparaat oververhit is. Het apparaat<br />

heeft zichzelf uitgeschakeld om de ventilator<br />

de kans te geven het apparaat te koelen<br />

(zie hoofdstuk 3-4). Als het apparaat is<br />

afgekoeld, kunt u doorgaan met werken.<br />

[InD] − Geeft aan dat de invoerinductor<br />

oververhit is. Het apparaat heeft zichzelf<br />

uitgeschakeld om de ventilator de kans te<br />

geven het apparaat te koelen (zie<br />

hoofdstuk 3-4). Als het apparaat is<br />

afgekoeld, kunt u doorgaan met werken.<br />

[LOW][LINE]<br />

Geeft aan dat de ingangsspanning te laag<br />

is en dat het apparaat automatisch is<br />

uitgeschakeld. U kunt verder werken als de<br />

A<br />

Hulpscherm 32<br />

Geeft aan dat er kortsluiting of een open<br />

verbinding is in het thermische<br />

beveiligingscircuit aan de linkerzijde van<br />

het systeem. Als dit scherm te zien is, neem<br />

dan contact op met een door de fabrikant<br />

erkende service-agent.<br />

Hulpscherm 34<br />

Geeft aan dat er kortsluiting of een open<br />

verbinding is in het thermische<br />

beveiligingscircuit aan de rechterzijde van<br />

het systeem. Als dit scherm te zien is, neem<br />

dan contact op met een door de fabrikant<br />

erkende service-agent.<br />

Hulpscherm 8<br />

Geeft een storing aan in de secundaire<br />

stroomkring van het apparaat. Er is sprake<br />

van een hoge nullast. Als dit scherm te zien<br />

is, neem dan contact op met een door de<br />

fabrikant erkende service-agent.<br />

Hulpscherm 14<br />

Systeem niet gereed. Bus voor de primaire<br />

stroomkring niet volledig opgeladen.<br />

Hulpscherm 16<br />

Spanning op de secundaire klem te hoog.<br />

De laskabels rechttrekken of inkorten. Als<br />

dit het probleem niet verhelpt, neem dan<br />

contact op met een door de fabrikant<br />

erkende service-agent.<br />

spanning binnen het bedrijfsbereik is (±10%).<br />

Als dit scherm te zien is, laat een elektricien<br />

dan de ingangsspanning controleren.<br />

[HIGH][LINE]<br />

Geeft aan dat de ingangsspanning te hoog<br />

is en dat het apparaat automatisch is<br />

uitgeschakeld. U kunt verder werken als de<br />

spanning binnen het bedrijfsbereik is (±10%).<br />

Als dit scherm te zien is, laat een elektricien<br />

dan de ingangsspanning controleren.<br />

[REL][RMT]<br />

Geeft aan dat de trekker van de toorts<br />

ingedrukt is. Laat de trekker los om verder<br />

te gaan.<br />

[not][VALD]<br />

Duidt op een niet toegestane instelling<br />

op het voorpaneel.<br />

[AUTO][STop]<br />

Uitschakeling van de uitgangsspanning<br />

staat open, waardoor de lasspanning<br />

wegvalt maar het gas blijft stromen.<br />

[Out][LIMT]<br />

Duidt op een te sterke stroom in de primaire<br />

stroomkring. De uitgangsstroom wordt<br />

verlaagd om het trekken van de primaire<br />

stroom te verminderen. Druk een willekeurige<br />

drukknop in en verdraai de instelknop of<br />

start een boog om de laatste helptoestand<br />

op te heffen.<br />

Hulpscherm 20<br />

Geeft aan dat de stroomtoevoer voor de<br />

primaire aandrijvingen defect is. Als dit<br />

scherm te zien is, neem dan contact op met<br />

een door de fabrikant erkende service-agent.<br />

Hulpscherm 21<br />

Geeft aan dat er een spannings- of<br />

stroomterugkoppeling is gedetecteerd met<br />

de contactschakelaar uitgeschakeld. Als dit<br />

scherm te zien is, neem dan contact op met<br />

een door de fabrikant erkende service-agent.<br />

Hulpscherm 22<br />

Er is geen spanning of stroom met de<br />

contactschakelaar ingeschakeld. Als dit<br />

scherm te zien is, neem dan contact op met<br />

een door de fabrikant erkende service-agent.<br />

Hulpscherm 24<br />

Geeft aan dat er een probleem is met de<br />

voeding naar de besturings- en interfacekaart<br />

PC6. Mogelijk wordt dit veroorzaakt door<br />

kortsluiting in pen A of pen B van de<br />

afstandsbediening.<br />

[ADV][AUTO]<br />

Duidt op een niet toegestane instelling<br />

op het voorste paneel omdat er een<br />

geavanceerde automatiseringskeuze actief is<br />

(zie hoofdstuk 5).<br />

[LOCK][LEV 1] 2, 3, or 4<br />

Duidt op een niet toegestane instelling<br />

op het voorste paneel omdat er<br />

een stroombeperkingskeuze actief is<br />

(zie hoofdstuk 5-9).<br />

[ERR][GND]<br />

Schakel de ingangsspanning uit en laat een<br />

gekwalificeerde monteur het apparaat<br />

nakijken. Om de fout te wissen moet u het<br />

apparaat uitschakelen en weer inschakelen.<br />

De foutcode wordt alleen getoond als<br />

de optie geïnstalleerd is en de fout zich<br />

voordoet.<br />

Err GND geeft aan dat er stroom staat op de<br />

groene of de groengele aardingsgeleider.<br />

Hierdoor wordt de lasuitgangsspanning<br />

van de machine uitgeschakeld.<br />

ERR GND kan worden veroorzaakt door<br />

een geleider die onder stroom staat<br />

en contact maakt met het chassis.<br />

ERR GND kan worden veroorzaakt doordat<br />

een werkklem niet is aangesloten op het<br />

werkstuk.<br />

OM−216 869 Pagina 71


B. Problemen oplossen, overzicht<br />

OM−216 869 Pagina 72<br />

Probleem Oplossing<br />

Geen uitgangsspanning voor het lassen;<br />

het apparaat werkt totaal niet.<br />

Geen uitgangsspanning om te lassen;<br />

de meter staat op ON.<br />

Onregelmatige of onjuiste<br />

lasuitgangsspanning.<br />

Geen 115V AC uitgangsspanning bij de<br />

duplex contrastekker.<br />

De ventilator werkt niet. Opmerking: de<br />

ventilator draait alleen als afkoeling nodig<br />

is.<br />

Zet de lijnscheidingsschakelaar aan (zie hoofdstuk 3-10).<br />

Controleer de lijnzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of stel de stroomonderbreker weer<br />

in (zie hoofdstuk 3-10).<br />

Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie hoofdstuk 3-10).<br />

Als er een afstandsbediening wordt gebruikt, zorg er dan voor dat het juiste proces wordt ingeschakeld om<br />

de uitgangsspanning te kunnen regelen bij de 14-pin contrastekker (indien van toepassing, zie hoofdstuk<br />

4-1 en 3-13).<br />

De ingaande spanning is buiten het toegestane variatiebereik (zie hoofdstuk 3-9).<br />

Kijk de afstandsbediening na, repareer hem of vervang hem.<br />

Het apparaat is oververhit en op het scherm staat [Over][Temp]. Laat het apparaat afkoelen met de<br />

ventilator aan (zie hoofdstuk 3-4).<br />

Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie hoofdstuk 3-12).<br />

Reinig alle lasaansluitingen en zet ze vast.<br />

Stel de zekering CB1 opnieuw in (zie hoofdstuk 3-18).<br />

Kijk of er iets is dat de ventilator blokkeert, waardoor hij niet kan draaien.<br />

Laat een door de fabriek erkende servicemonteur de motor van de ventilator nakijken.<br />

Dwalende boog Gebruik het juiste formaat wolfraam (zie hoofdstuk NO TAG).<br />

De wolfraam elektrode oxideert en blijft<br />

niet helder na het voltooien van de las.<br />

Gebruik goed voorbereid wolfraam (zie hoofdstuk 10-2).<br />

Verlaag de gastoevoer.<br />

Scherm het lasgebied af tegen tocht.<br />

Verhoog de nagastijd (zie hoofdstuk 4-12).<br />

Kijk alle gasfittingen na en draai ze aan.<br />

Water in de toorts. Zie handleiding van de toorts.


Aantekeningen<br />

OM-216 869 Pagina 73


OM-216 869 Pagina 74<br />

HOOFDSTUK 7 − ELECTRISCH SCHEMA<br />

Figuur 7-1. Stroomkringschema voor Dynasty 350 modellen


Waarschuwing<br />

Gevaar voor<br />

electrische schok<br />

Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.<br />

Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u<br />

deze installatie installeert of nakijkt.<br />

Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.<br />

Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik<br />

en het onderhoud laten doen.<br />

243 217-C<br />

OM-216 869 Pagina 75


OM-216 869 Pagina 76<br />

Figuur 7-2. Stroomkringschema voor Maxstar 350 modellen


Waarschuwing<br />

Gevaar voor<br />

electrische schok<br />

Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.<br />

Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u<br />

deze installatie installeert of nakijkt.<br />

Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.<br />

Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik<br />

en het onderhoud laten doen.<br />

OM-216 869 Pagina 77


OM-216 869 Pagina 78<br />

Figuur 7-3. Stroomkringschema voor Dynasty 700 modellen (Deel 1 van 2)


Waarschuwing<br />

Gevaar voor<br />

electrische schok<br />

Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.<br />

Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u<br />

deze installatie installeert of nakijkt.<br />

Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.<br />

Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik<br />

en het onderhoud laten doen.<br />

243 218-C<br />

OM-216 869 Pagina 79


OM-216 869 Pagina 80<br />

Figuur 7-4. Stroomkringschema voor Dynasty 700 modellen (Deel 2 van 2)


Waarschuwing<br />

Gevaar voor<br />

electrische schok<br />

Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.<br />

Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u<br />

deze installatie installeert of nakijkt.<br />

Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.<br />

Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik<br />

en het onderhoud laten doen.<br />

243 218-C<br />

OM-216 869 Pagina 81


OM-216 869 Pagina 82<br />

Figuur 7-5. Stroomkringschema voor Maxstar 700 modellen (Deel 1 van 2)


Waarschuwing<br />

Gevaar voor<br />

electrische schok<br />

Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.<br />

Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u<br />

deze installatie installeert of nakijkt.<br />

Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.<br />

Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik<br />

en het onderhoud laten doen.<br />

243 216-B<br />

OM-216 869 Pagina 83


OM-216 869 Pagina 84<br />

Figuur 7-6. Stroomkringschema voor Maxstar 700 modellen (Deel 2 van 2)


Waarschuwing<br />

Gevaar voor<br />

electrische schok<br />

Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.<br />

Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u<br />

deze installatie installeert of nakijkt.<br />

Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.<br />

Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik<br />

en het onderhoud laten doen.<br />

243 216-B<br />

OM-216 869 Pagina 85


OM-216 869 Pagina 86<br />

Waarschuwing<br />

Gevaar voor<br />

electrische schok<br />

Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.<br />

Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u<br />

deze installatie installeert of nakijkt.<br />

Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.<br />

Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik<br />

en het onderhoud laten doen.<br />

Figuur 7-7. Stroomschema voor koeling<br />

228 525-B


HOOFDSTUK 8 − HOGE FREQUENTIE<br />

8-1. Lasprocessen waarvoor hoge frequentie nodig is<br />

8-2. Installatie waarbij mogelijke bronnen van HF-storing zijn aangegeven<br />

13<br />

Bronnen die directe hoogfrequente<br />

straling afgeven<br />

1 Bron van de hoge frequentie<br />

(lasstroombron met ingebouwd of<br />

los HF-apparaat)<br />

2 Laskabels<br />

3 Toorts<br />

4 Werkklem<br />

5 Lasobject<br />

6 Werkbank<br />

50 ft<br />

(15 m)<br />

1<br />

9<br />

8<br />

7<br />

10<br />

2<br />

11, 12<br />

Werk<br />

TIG<br />

Laszone<br />

3<br />

4 5 6<br />

1<br />

Slechte toepassing<br />

niet gebruiken<br />

HF-geleidingsbronnen<br />

7 Ingaande stroomkabel<br />

8 Lijnscheidingsmechanisme<br />

9 Ingaande voedingskabels<br />

1 HF-spanning<br />

TIG − helpt de boog om de luchtspleet<br />

te overbruggen tussen de<br />

toorts en het lasobject en/of om de<br />

boog te stabiliseren.<br />

14<br />

high_freq1_05_10dut − S-0693<br />

HF-terugstralingsbronnen<br />

10 Ongeaarde metalen objecten<br />

11 Verlichting<br />

12 Bedrading<br />

13 Waterbuizen en fittingen<br />

14 Externe telefoon- en stroomdraden<br />

S-0694<br />

OM-216 869 Page 87


8-3. Aanbevolen installatie om HF-storing te verminderen<br />

6<br />

8<br />

OM-216 869 Page 88<br />

3 50 ft<br />

(15 m)<br />

Aard alle metalen objecten en<br />

alle bedrading in de laszone.<br />

Geen<br />

metaalbouw<br />

1 Bron van de hoge frequentie<br />

(lasstroombron met ingebouwd of los<br />

HF-apparaat)<br />

Geaarde metalen machinekast (verwijder<br />

verf rondom opening in machinekast en<br />

gebruik bout van machinekast), werkuitgangsklem,<br />

lijnscheidingsmechanisme, ingaande<br />

voeding en werkbank.<br />

2 Middelpunt van laszone<br />

Middelpunt tussen HF-bron en lastoorts.<br />

3 Laszone<br />

Een cirkel van 15m in alle richtingen vanaf<br />

het middelpunt.<br />

4 Uitgaande lasspanningskabels<br />

Houd de kabels kort en dicht bij elkaar.<br />

1<br />

Laszone<br />

4<br />

Aard het lasobject<br />

als de voorschriften<br />

dit vereisen.<br />

2<br />

Beste toepassing<br />

11<br />

8<br />

50 ft<br />

(15 m)<br />

8<br />

5<br />

10<br />

5 Buisverbindingen en aarding<br />

Verbind alle buisstukken elektrisch met<br />

behulp van koperstrippen of omvlochten<br />

draad. Zorg om de 15 m voor aarding van<br />

de buis.<br />

6 Waterbuizen en fittingen<br />

Zorg om de 15 m voor aarding van de<br />

waterbuizen.<br />

7 Externe stroom- of telefoonkabels<br />

Plaat de HF-bron op minimaal 15 m<br />

afstand van stroom- en telefoonkabels.<br />

8 Aardingsstang<br />

Raadpleeg de geldende landelijke richtlijnen<br />

voor de specificaties.<br />

Metaalbouw<br />

Vereisten voor metaalbouw<br />

7<br />

8<br />

9<br />

9 Hechtmethoden voor<br />

metaalbouwpanelen<br />

Ref. S-0695 / Ref. S-0695<br />

Las bouwpanelen aan elkaar of verbind ze<br />

met bouten, breng koperen verbindingsplaatjes<br />

of omvlochten draad aan over de<br />

naden heen en aard het frame.<br />

10 Ramen en deuren<br />

Dek alle ramen en deuren af met geaard<br />

koper gaas met een maasgrootte van niet<br />

meer dan 6,4 mm.<br />

11 Gedeelte boven de deur<br />

Aard dit gedeelte.


HOOFDSTUK 9 − RICHTLIJNEN VOOR HET INSTELLEN<br />

VOOR (GTAW) TIG LASSEN<br />

9-1. Voorbeelden van TIG-opstellingen<br />

A. Opstelling voor AC − TIG 1/8 inch aluminium (alleen Dynasty-modellen)<br />

Dit symbool geeft aan welke functies actief moeten zijn voor aluminium lassen.<br />

Bepaalde regelfuncties die hierboven zijn afgebeeld zitten mogelijk niet op uw machine (afgebeeld is de Dynasty 350/700).<br />

• Zet de machine aan (de schakelaar bevindt zich op het achterpaneel)<br />

• Druk op de Polariteitschakelaar tot de LED voor AC brandt<br />

• Druk op de Processchakelaar tot de LED voor TIG HF-impuls brandt<br />

• Druk op de Outputschakelaar tot de LED voor RMT STD brandt<br />

• Druk op de GAS/DIG-schakelaar tot de LED voor nagas brandt<br />

• Draai de regelknop om 15 seconden nagastijd te verkrijgen<br />

• Druk op de AC golfvorm-schakelaar tot de LED van balance brandt<br />

• Draai de regelknop om de gewenste balance te verkrijgen (65 - 80%)<br />

• Druk op de AC golfvorm-schakelaar tot de LED voor AC Frequentie brandt<br />

• Draai de regelknop om de gewenste AC frequentie te verkrijgen (100 - 150 Hz)<br />

• Druk op de AC golfvorm-schakelaar tot de LED van EN stroomsterkte of EP stroomsterkte brandt.<br />

• Draai de regelknop om de gewenste verhouding te verkrijgen: meestal zit dit in ergens tussen (75A EP / 100A EN) en (50A EP / 100A EN).<br />

• Druk op de stroomsterkteschakelaar A tot de LED brandt<br />

• Verdraai de regelknop om de gewenste stroomsterkte te verkrijgen (125 - 160 Hz)<br />

• Pulseerregeling (indien van toepassing; zie sectie 4-10).<br />

226 868-B<br />

De ampèremeter toont de parameters voor de volgende meeteenheden als ze actief zijn: stroomsterkte, tijd, percentage of frequentie.<br />

De bijbehorende LED die recht onder de ampèremeter zit, gaat ook branden. De ampèremeter toont ook de werkelijke stroomsterkte<br />

tijdens het lassen.<br />

OM−216 869 Pagina 89


B. Opstelling voor DC - GTAW zachtstaal* #16 en roestvrij staal<br />

OM−216 869 Pagina 90<br />

Dit symbool geeft aan welke functies actief moeten zijn voor het lassen van roestvrij of zachtstaal lassen.<br />

Bepaalde regelfuncties die hierboven zijn afgebeeld zitten mogelijk niet op uw machine (afgebeeld is de Dynasty 350/700).<br />

• Zet de machine aan (de schakelaar bevindt zich op het achterpaneel)<br />

• Druk op de Polariteitsschakelaar tot de LED voor DC brandt (alleen Dynasty-modellen)<br />

• Druk op de Processchakelaar tot de LED voor TIG HF-impuls brandt<br />

• Druk op de Outputschakelaar tot de LED voor RMT STD brandt<br />

• Druk op de GAS/DIG-schakelaar tot de LED voor nagas brandt<br />

• Draai de regelknop om 8 seconden nagastijd te verkrijgen<br />

• Druk op de stroomsterkteschakelaar A tot de LED brandt<br />

• Draai de regelknop om de gewenste stroomsterkte te verkrijgen (50 - 80 A voor roestvrij staal) of (55 tot 88 A voor zachtstaal*).<br />

• Pulseerregeling (indien van toepassing; zie sectie 4-10).<br />

De ampèremeter toont de parameters voor de volgende meeteenheden als ze actief zijn: stroomsterkte, tijd, percentage<br />

of frequentie. De bijbehorende LED die recht onder de ampèremeter zit, gaat ook branden. De ampèremeter toont<br />

ook de werkelijke stroomsterkte tijdens het lassen.<br />

226 868-B


HOOFDSTUK 10 − EEN WOLFRAAM ELEKTRODE KIEZEN<br />

EN VOORBEREIDEN VOOR HET LASSEN MET EEN<br />

LASINVERTER, OP GELIJKSTROOM OF WISSELSTROOM<br />

! Gebruik waar dit mogelijk en praktisch is, gelijkstroom in plaats van wisselstroom.<br />

10-1. Een wolfraam elektrode kiezen<br />

(draag schone handschoenen om verontreiniging van het wolfraam te voorkomen)<br />

Elektrodediameter (DCEN) − Argon<br />

Gelijkstroom, elektrode negatief<br />

(voor gebruik met zachtstaal of roestvast staal)<br />

Stroomgamma − Type gas♦ − Polariteit<br />

gtaw_Inverter_2010−04dut<br />

AC − Argon<br />

Balansregeling op 65% elektrode negatief<br />

(voor gebruik met aluminium)<br />

Wolfraamlegeringen met 2% cerium (oranje band), 1,5% lanthanum (grijze band) of 2% thorium (rode band)<br />

0,010” (1 mm) Tot 25 Tot 20<br />

0,020” (1 mm) 15-40 15-35<br />

0,040” (1 mm) 25-85 20-80<br />

1/16” (1,6 mm) 50-160 50-150<br />

3/32” (2,4 mm) 130-250 135-235<br />

1/8” (3,2 mm) 250-400 225-360<br />

5/32” (4,0 mm) 400-500 300-450<br />

3/16” (4,8 mm) 500-750 400-500<br />

1/4” (6,4 mm) 750-1000 600-800<br />

♦Typisch gasbeschermingsdebiet ligt tussen 11 tot 35 cfh (311 tot 991 liter/uur).<br />

Waarden hierboven vermeld dienen als richtlijn en zijn aanbevelingen van de American Welding Society (AWS) en van de elektrodefabrikanten.<br />

10-2. Een wolfraam elektrode voorbereiden voor het lassen op gelijkstroom/elektrode<br />

negatief (DCEN) of wisselstroom bij gebruik van een lasinverter<br />

Radiaal slijpen<br />

veroorzaakt<br />

een verlopende<br />

vlamboog<br />

Onjuiste<br />

wolfraamvoorbereiding<br />

! Het slijpen van de wolfraamelektroden veroorzaakt stof en vonken die verwonding en brand kunnen veroorzaken.<br />

Voorzie voldoende ventilatie (afzuiging) van de slijpmachine of draag een goedgekeurd zuurstofmasker.<br />

Lees het veligheidsblad voor veiligheidsinformatie. Cerium- of lanthaangelegeerde wolfraamelektroden in<br />

overweging nemen in plaats van gethorieerd wolfraam. Thorium gelegeerde elektroden bevatten licht radioactieve<br />

stoffen. Het slijpstof op een milieuvriendelijke manier verwerken. Draag de nodige gezichts-, handen<br />

lichaamsbescherming. Hou brandbare stoffen uit de buurt.<br />

2<br />

2-1/2 maal de<br />

elektrodediameter<br />

4<br />

Ideale wolfraamvoorbereiding −<br />

stabiele vlamboog<br />

3<br />

1<br />

1 Slijpschijf<br />

De elektrode slijpen met behulp van een hard<br />

abrasieve slijpschijf alvorens te lassen.<br />

Geen slijpmachine gebruiken die reeds<br />

gebruikt wordt voor ander werk; zoniet kan<br />

de elektrode besmet worden en een mindere<br />

laskwaliteit veroorzaken.<br />

2 Wolraamelektrode<br />

Een 2% ceriumgelegeerde wolfraam elektrode<br />

wordt aanbevolen.<br />

3 Afvlakking<br />

De afvlakking bepaalt de stroomcapaciteit.<br />

4 Lengterichting<br />

Slijp in de lengterichting, niet radiaal.<br />

OM-216 869 Pagina 91


HOOFDSTUK 11 − RICHTLIJNEN VOOR TIG-LASSEN<br />

11-1. Positie van de lastoorts<br />

10−25°<br />

4<br />

OM-216 869 Pagina 92<br />

1<br />

2<br />

10−15°<br />

3/16 in<br />

90°<br />

5<br />

Onderaanzicht<br />

6<br />

3<br />

5<br />

6<br />

1/16 in<br />

4<br />

! Het slijpen van de wolfraam<br />

electroden veroorzaakt stof<br />

en vonken die verwonding<br />

en brand kunnen veroorzaken.<br />

Voorzie voldoende ventilatie<br />

(afzuiging) van de<br />

slijpmachine of draag een<br />

goedgekeurd zuurstofmasker.<br />

Cerium of Lanthaan gelegeerde<br />

wolfraam electroden<br />

in overweging nemen in<br />

plaats van gethorieerd wolfraam.<br />

Thorium gelegeerde<br />

electroden bevatten licht radioaktieve<br />

stoffen. Het slijpstof<br />

op een milieuvriendelijke<br />

manier verwerken. Draag<br />

de nodige gezichts−, hand−<br />

en lichaamsbescherming.<br />

Hou brandbare stoffen uit de<br />

buurt.<br />

1 Werkstuk<br />

Het werkstuk zuiver maken vooraleer<br />

te lassen.<br />

2 Massaklem<br />

Zo dicht mogelijk bij de las plaatsen.<br />

3 Toorts<br />

4 Toevoegdraad<br />

5 Gasbuis<br />

6 Wolraamelectrode<br />

De Wolraamelectrode kiezen en<br />

aanslijpen volgens Sectie 10.<br />

Richtlijnen:<br />

De binnendiameter van de gasbuis<br />

moet minstens driemaal groter zijn<br />

dan de electrodediameter om voldoende<br />

gasbescherming te geven.<br />

De Wolfraamelectrode mag niet<br />

meer uitsteken in lengte dan de<br />

grootte van de binnendiameter van<br />

de gasbuis.<br />

De booglengte is de afstand tussen<br />

de electrode en het werkstuk.<br />

Ref. ST-161 892


11-2. Toortsbeweging tijdens het lassen<br />

Zonder toevoegmetaal<br />

Lasrichting<br />

Met toevoegmetaal<br />

Lasrichting<br />

Lasbad vormen Toorts kantelen Naar het voorste deel van het smeltbad<br />

bewegen. Herhaal het proces.<br />

Lasbad vormen Toorts kantelen<br />

Toevoegdraad terugtrekken<br />

11-3. Toortsposities voor verscheidene lasverbindingen<br />

90°<br />

20-40°<br />

30°<br />

20°<br />

15°<br />

Stompe las<br />

Overlapnaad<br />

70°<br />

75°<br />

75°<br />

75°<br />

15°<br />

Metaaldraad toevoegen<br />

Naar het voorste deel van het smeltbad<br />

bewegen. Herhaal het proces.<br />

90°<br />

20°<br />

10°<br />

15°<br />

15°<br />

Buitenhoeklas<br />

Hoeklas<br />

75°<br />

ST-162 002-B<br />

75°<br />

ST-162 003 / S-0792<br />

OM-216 869 Pagina 93


HOOFDSTUK 12 − RICHTLIJNEN VOOR HET INSTELLEN<br />

VOOR (SMAW) BEKLEDE ELEKTRODE LASSEN (STICK)<br />

12-1. Display uitlezing voor DCEP (electrode positief)<br />

OM-216 869 pagina 94<br />

Bepaalde regelfuncties die hierboven zijn afgebeeld zitten mogelijk niet op uw machine<br />

(afgebeeld is de Dynasty 350/700).<br />

Grijs op een naamplaatje duidt op een functie voor beklede elektrode (zie sectie 4-1<br />

voor de beschrijving van de regelfuncties).<br />

Dit symbool geeft aan welke functies actief moeten zijn voor DCEP (gelijkstroom elektrode positief)<br />

beklede elektrode lassen.<br />

• Zet de machine aan (de schakelaar bevindt zich op het achterpaneel)<br />

• Druk op de Polariteitsschakelaar tot de LED voor DC brandt (alleen Dynasty-modellen)<br />

• Druk op de Processchakelaar tot de LED voor beklede elektrode brandt<br />

• Druk op de Outputschakelaar tot de LED bij ON brandt<br />

• Druk op de stroomsterkteschakelaar A tot de LED brandt<br />

• Draai de regelknop om de gewenste stroomsterkte in te stellen.<br />

De ampèremeter toont de parameters voor de volgende meeteenheden als ze actief zijn:<br />

stroomsterkte, tijd, percentage of frequentie. De bijbehorende LED die recht onder<br />

de ampèremeter zit, gaat ook branden. De ampèremeter toont ook de werkelijke<br />

stroomsterkte tijdens het lassen.<br />

216 869-B


HOOFDSTUK 13 − RICHTLIJNEN BEKLEDE ELEKTRODE<br />

LASSEN<br />

13-1. Lasprocedure met beklede elektroden<br />

Benodigde<br />

gereedschappen:<br />

1<br />

2<br />

7<br />

4<br />

5<br />

6<br />

3<br />

! De lasstroom start als de<br />

elektrode het werkstuk raakt.<br />

! Lasstroom kan elektronische<br />

onderdelen in voertuigen<br />

beschadigen. Ontkoppel<br />

beide accukabels<br />

voordat u aan een voertuig<br />

gaat lassen. Plaats de massaklem<br />

zo dicht mogelijk bij<br />

de las.<br />

Draag altijd geschikte beschermende<br />

kleding<br />

1 Lasobject<br />

Zorg dat het lasobject schoon is<br />

voor u begint te lassen.<br />

2 Massaklem<br />

3 Elektrode<br />

Een elektrode met een kleine diameter<br />

heeft minder stroom nodig<br />

dan een grote. Volg de instructies<br />

van de fabrikant van de elektrode<br />

als u de lasstroom instelt (zie sectie<br />

13-2).<br />

4 Geïsoleerde elektrodehouder<br />

5 Stand elektrodehouder<br />

6 Booglengte<br />

De booglengte is de afstand van de<br />

elektrode tot het werkstuk. Een korte<br />

boog met de juiste stroomsterkte<br />

geeft een scherp krakend geluid af.<br />

7 Slak<br />

Verwijder slak met een bikhamer<br />

en een staalborstel. Verwijder slak<br />

en controleer het lasbad voor u<br />

weer verder gaat met lassen.<br />

stick 2010−02 − ST-151 593<br />

OM-216 869 Pagina 95


13-2. Overzicht elektrode- en stroomsterktetabel<br />

ELECTRODE<br />

6010<br />

&<br />

6011<br />

6013<br />

7014<br />

7018<br />

7024<br />

Ni-Cl<br />

308L<br />

DIAMETER<br />

3/32<br />

1/8<br />

5/32<br />

3/16<br />

7/32<br />

1/4<br />

1/16<br />

5/64<br />

3/32<br />

1/8<br />

5/32<br />

3/16<br />

7/32<br />

1/4<br />

3/32<br />

1/8<br />

5/32<br />

3/16<br />

7/32<br />

1/4<br />

3/32<br />

1/8<br />

5/32<br />

3/16<br />

7/32<br />

1/4<br />

3/32<br />

1/8<br />

5/32<br />

3/16<br />

7/32<br />

1/4<br />

3/32<br />

1/8<br />

5/32<br />

3/16<br />

3/32<br />

1/8<br />

5/32<br />

OM-216 869 Pagina 96<br />

50<br />

100<br />

13-3. Een boog creëren<br />

150<br />

200<br />

AMPERAGE<br />

RANGE<br />

250<br />

300<br />

350<br />

1<br />

1<br />

400<br />

3<br />

3<br />

450<br />

2<br />

2<br />

ELECTRODE<br />

DC*<br />

AC<br />

POSITION<br />

6010<br />

6011<br />

EP<br />

EP<br />

ALL<br />

ALL<br />

DEEP<br />

DEEP<br />

MIN. PREP, ROUGH<br />

HIGH SPATTER<br />

6013 EP,EN ALL LOW GENERAL<br />

7014 EP,EN ALL MED<br />

SMOOTH, EASY,<br />

FAST<br />

7018 EP ALL LOW<br />

LOW HYDROGEN,<br />

STRONG<br />

7024 EP,EN<br />

FLAT<br />

HORIZ<br />

FILLET<br />

LOW SMOOTH, EASY,<br />

FASTER<br />

NI-CL EP ALL LOW CAST IRON<br />

308L EP ALL LOW STAINLESS<br />

*EP = ELECTRODE POSITIVE (REVERSE POLARITY)<br />

EN = ELECTRODE NEGATIVE (STRAIGHT POLARITY)<br />

PENETRATION<br />

USAGE<br />

Ref. S-087 985-A<br />

1 Elektrode<br />

2 Lasobject<br />

3 Boog<br />

De aanstrijk techniek<br />

Sleep de elektrode over het werkstuk<br />

alsof u een lucifer aansteekt.<br />

Til de elektrode een klein stukje op<br />

nadat u het werkstuk heeft aangeraakt.<br />

Als de boog dooft, dan is de<br />

elektrode te hoog opgetild. Als de<br />

elektrode aan het lasobject blijft<br />

plakken, maak hem dan met een<br />

snelle draai los.<br />

De techniek d.m.v. aanslaan<br />

Laat de elektrode recht op het<br />

werkstuk zakken en til hem dan<br />

een klein stukje op om de boog te<br />

starten. Als de boog dooft, dan is<br />

de elektrode te hoog opgetild. Als<br />

de elektrode aan het werkstuk blijft<br />

plakken, maak hem dan met een<br />

snelle draai los.<br />

S-0049 / S-0050


13-4. De elektrodehouder positioneren<br />

1<br />

1<br />

45°<br />

90° 90°<br />

45°<br />

GROEFLASSEN<br />

VULLASSEN<br />

13-5. Slechte lasnaad karakteristieken<br />

13-6. Goede lasnaad karakteristieken<br />

1<br />

1<br />

10°-30°<br />

10°-30°<br />

2 3<br />

2 3 4<br />

4<br />

2<br />

2<br />

5<br />

5<br />

1 Eindaanzicht van werkhoek<br />

2 Zijaanzicht van elektrodehoek<br />

S-0060<br />

1 Grote lasspatten<br />

2 Ruwe ongelijke las<br />

3 Kleine krater tijdens het lassen<br />

4 Slechte overlapping<br />

5 Slechte inbranding<br />

S-0053-A<br />

1 Fijne spatjes<br />

2 Gelijkmatige las<br />

3 Middelmatige krater tijdens het<br />

lassen<br />

Leg een nieuwe las of laag voor elke<br />

1/8 inch (3,2 mm) dikte van het te lassen<br />

basismetaal.<br />

4 Geen overlapping<br />

5 Goede inbranding in basis<br />

metaal<br />

S-0052-B<br />

OM-216 869 Pagina 97


13-7. Omstandigheden die van invloed zijn op de vorm van de las<br />

ELEKTRODEHOEK<br />

BOOGLENGTE<br />

VOORLOOPSNELHEID<br />

OM-216 869 Pagina 98<br />

Hoek te klein Juiste hoek<br />

Hoek te groot<br />

10° - 30°<br />

Trekken<br />

Te kort Normaal Te lang<br />

Langzaam Normaal Snel<br />

13-8. De elektrodebeweging tijdens het lassen<br />

1 2<br />

3<br />

Spatten<br />

De vorm van de las wordt<br />

beïnvloed door de elektrodehoek,<br />

de booglengte, voorloop<br />

snelheid en de dikte van het te<br />

lassen basismetaal.<br />

S-0061<br />

Normaal gesproken is één getrokken<br />

las voldoende voor de<br />

meeste lassen met een smalle<br />

groef; bij lassen met een brede<br />

groef of bij het overbruggen van<br />

spleten werken zwaailassen of<br />

meerdere getrokken lassen echter<br />

beter.<br />

1 Getrokken las − regelmatige<br />

beweging langs de naad<br />

2 Zwaailas − beweging van de<br />

ene naar de ander kant langs de<br />

las<br />

3 Zwaaipatronen<br />

Gebruik zwaaipatronen om een breed<br />

gebied te bedekken met één elektrodebeweging.<br />

De zwaaibreedte mag<br />

niet groter zijn dan 2-1/2 maal de diameter<br />

van de elektrode.<br />

S-0054-A


13-9. Gegroefde lasnaden<br />

13-10. Overlapnaad<br />

1<br />

3<br />

30°<br />

1/16 in.<br />

(1,6 mm)<br />

30°<br />

of minder<br />

2 3<br />

13-11. T-verbinding<br />

2<br />

1<br />

45°<br />

of<br />

minder<br />

2<br />

4<br />

30°<br />

of minder<br />

1 1<br />

2<br />

3<br />

1 Hechtlassen<br />

Voorkom bij het hechtlassen dat er verbindingsranden<br />

ontstaan door samentrekken<br />

van materialen voordat men gaat<br />

aflassen.<br />

2 Vierkante groeflas<br />

Goed voor materialen tot 3/16 inch (5<br />

mm) dikte.<br />

3 Enkele V-groeflas<br />

Goed voor materialen van 3/16 − 3/8 inch<br />

(5-9 mm) dikte. Schuin snijden met zuurstof<br />

en acetyleen of plasmasnijdapparatuur.<br />

Verwijder de schilfers van het materiaal<br />

na het snijden. Er kan een ook slijpmachine<br />

worden gebruikt om de schuine randen<br />

voor te bereiden.<br />

Maak een schuine hoek van 30 graden<br />

op het materiaal bij V-groeflassen.<br />

4 Dubbel V-groeflassen<br />

Goed voor materialen die dikker zijn dan<br />

3/8 inch (9 mm).<br />

S-0062<br />

1 Elektrode<br />

2 Eenlaags hoeklas<br />

Beweeg de elektrode in een cirkelbeweging.<br />

3 Meerlaags hoeklas<br />

Las een tweede laag als een zwaardere<br />

hoeklas nodig is. Verwijder de slak voordat<br />

u een nieuwe las maakt. Las beide zijden<br />

van de verbinding voor maximale sterkte.<br />

1<br />

S-0063 / S-0064<br />

1 Elektrode<br />

2 Hoeklas<br />

Houd de boog kort en beweeg met een<br />

vaste snelheid. Houd de elektrode<br />

zoals is afgebeeld om te zorgen voor<br />

samensmelting tot in de hoek. Vierkante<br />

rand van het lasoppervlak.<br />

Las beide zijden van het staande profiel<br />

voor maximale sterkte.<br />

3 Neersmelt van meerdere lagen<br />

Las een tweede laag als er een zwaardere<br />

hoeklas nodig is. Gebruik hiervoor<br />

een van de zwaaipatronen die staan<br />

afgebeeld in sectie 13-8. Verwijder<br />

schilfers voor u een nieuwe lasbeweging<br />

maakt.<br />

S-0060 / S-0058-A / S-0061<br />

OM-216 869 Pagina 99


13-12. Lastest<br />

2 à 3 inch<br />

(51-76 mm)<br />

1/4 inch<br />

(6.4 mm)<br />

13-13. Problemen oplossen − Porositeit<br />

Mogelijke oorzaken Herstellen<br />

OM-216 869 Pagina 100<br />

3<br />

2<br />

1<br />

2 à 3 inch<br />

(51-76 mm)<br />

2<br />

Booglengte te lang. Verlaag de booglengte.<br />

Vochtige elektrode. Gebruik een droge elektrode.<br />

3<br />

1<br />

1 Bankschroef<br />

2 Lasverbinding<br />

3 Hamer<br />

Sla in de aangegeven richting op<br />

de lasverbinding. Een goede las<br />

buigt door maar breekt niet.<br />

Porositeit − kleine holtes of gaten die het gevolg zijn van gasinsluiting in het lasmetaal.<br />

S-0057-B<br />

Vuil werstuk. Verwijder al het vet, olie, vocht, roest, verf, coatings, slak en vuil van het werkoppervlak voor u<br />

gaat lassen.<br />

Mogelijke oorzaken Herstellen<br />

De stroomsterkte is te hoog<br />

voor de elektrode.<br />

Uitzonderlijk spatten − het spatten van gesmolten metalen deeltjes die afkoelen en hard worden<br />

vlakbij de las.<br />

Verlaag de stroomsterkte of neem een grotere elektrode.<br />

Booglengte te lang of spanning te hoog. Verlaag de booglengte of de spanning.<br />

Mogelijke oorzaken Herstellen<br />

Onvolledige neersmelt − het lasmetaal versmelt niet volledig met het basismetaal of<br />

met een eerdere lasverbinding.<br />

Onvoldoende warmte inbreng. Verhoog de stroomsterkte. Kies een grotere elektrode en verhoog de stroomsterkte.<br />

Onjuiste lastechniek. Breng een draadlas aan op de juiste locatie(s) van de verbinding.<br />

Pas de werkhoek aan of maak de groef breder om bij de onderkant te komen tijdens het lassen.<br />

Houd de boog even kort op de zijwanden van de groef als u een zwaaitechniek gebruikt.<br />

Houd de boog op de oplopende kant van het lasbad.<br />

Vuil werstuk. Verwijder al het vet, olie, vocht, roest, verf, coatings, slak en vuil van het werkoppervlak<br />

voor u gaat lassen.


Onvoldoende inbranding<br />

Goede inbranding<br />

Mogelijke oorzaken Herstellen<br />

Onvoldoende inbranding − versmelting tussen lasmetaal en basismetaal niet<br />

diep genoeg.<br />

Verbinding niet goed voorbereid. Materiaal te dik. De voorbereiding van de verbinding en de vorm moeten toegang verschaffen<br />

tot de onderzijde van de groef.<br />

Onjuiste lastechniek. Houd de boog op de oplopende kant van het lasbad.<br />

Onvoldoende warmte inbreng. Verhoog de stroomsterkte. Kies een grotere elektrode en verhoog de stroomsterkte.<br />

Te sterke inbranding<br />

Goede inbranding<br />

Mogelijke oorzaken Herstellen<br />

Verminder de voorloopsnelheid.<br />

Te sterke inbranding − het lasmetaal smelt door het basismetaal<br />

heen en hangt onder aan de las.<br />

Te hoge warmte inbreng. Kies een lagere stroomsterkte. Gebruik een kleinere elektrode.<br />

Mogelijke oorzaken Herstellen<br />

Verhoog de voorloopsnelheid of houd een constante snelheid aan.<br />

Doorbranden − het lasmetaal smelt volledig door het basismetaal heen hetgeen gaten veroorzaakt<br />

waar geen metaal meer is.<br />

Te hoge warmte inbreng. Kies een lagere stroomsterkte. Gebruik een kleinere elektrode.<br />

Mogelijke oorzaken Herstellen<br />

Verhoog de voorloopsnelheid of houd een constante snelheid aan.<br />

Zwaaiende lasverbinding − het lasmetaal loopt niet parallel en dekt de naad niet af van het basismetaal.<br />

Geen vaste hand. Gebruik twee handen. Oefen de techniek.<br />

Vervorming − samentrekken van lasmetaal tijdens het lassen waardoor er krachten komen op het basismetaal<br />

waardoor het beweegt.<br />

Het basismetaal beweegt<br />

in de richting van de las.<br />

Mogelijke oorzaken Herstellen<br />

Te hoge warmte inbreng. Houd het basismetaal op zijn plaats met een hulpmiddel (klem).<br />

Breng hechtlassen aan op de naad voordat u met het eigenlijke lassen begint.<br />

Kies een lagere stroomsterkte voor de elektrode.<br />

Verhoog de voorloopsnelheid.<br />

Las in kleine segmenten en laat de materialen tussen het lassen door afkoelen.<br />

OM-216 869 Pagina 101


HOOFDSTUK 14 − ONDERDELENLIJST VOOR 350<br />

MODELLEN<br />

De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

OM-216 869 Pagina 102<br />

2<br />

4<br />

5<br />

33<br />

Dynasty<br />

Only<br />

23<br />

6<br />

27<br />

26<br />

25<br />

24<br />

21<br />

7<br />

28<br />

19<br />

29<br />

22<br />

30<br />

31<br />

20<br />

19<br />

32<br />

Afgebeeld is de Dynasty 350<br />

9<br />

18<br />

Figuur 14-1. Hoofdmontage<br />

34<br />

17<br />

8<br />

10<br />

33<br />

Maxstar Qty 2<br />

Dynasty Qty 1<br />

12<br />

1<br />

3<br />

16<br />

13<br />

15<br />

805 471-B<br />

14


Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

Description<br />

Figuur 14-1. Hoofdmontage<br />

Quantity<br />

... 1 .......... 224 519 .. LABEL, SIDE DYNASTY 350 ......................................... 2<br />

... 1 .......... 224 525 .. LABEL, SIDE MAXSTAR 350 ......................................... 2<br />

... 2 .......... 224 516 .. INSULATOR, SIDE .................................................. 2<br />

... 3 .......... 216 878 .. PANEL, SIDE ...................................................... 2<br />

... 4 ......... +213 056 .. WRAPPER, TOP ................................................... 1<br />

... 5 .......... 203 990 .. LABEL, WARNING GENERAL PRECAUTIONARY WORDLESS ......... 1<br />

... 5 .......... 179 310 .. LABEL, WARNING GENERAL PRECAUTIONARY WORDLESS, (CE) ..... 1<br />

... 6 .......... 213 073 .. SEAL, LIFT EYE .................................................... 1<br />

... 7 .......... 213 058 .. LIFT EYE, ......................................................... 1<br />

... 8 .... T2 .. 226 917 .. XFMR, 665 115/24 18/18 220 ......................................... 1<br />

... 9 .......... 155 436 .. LABEL, GROUND/PROTECTIVE EARTH .............................. 1<br />

... 10 .......... 218 170 .. HOSE, NPRN BRD NO 1 X .250 ID X 25.000 ........................... 1<br />

... 12 ....... Figuur 14-3 .. PANEL, REAR W/COMPONENTS .................................... 1<br />

... 13 .......... 222 760 .. BRACKET, FILTER BOARD .......................................... 1<br />

... 14 .. PC19 . 233 152 .. CIRCUIT CARD ASSY, FILTER (CE) ................................. 1<br />

... 15 ....... Figuur 14-5 .. HEAT SINK, PRIMARY ASSY ........................................ 1<br />

... 16 ....... Figuur 14-4 .. WINDTUNNEL, RIGHT HAND W/COMPONENTS ...................... 1<br />

... 17 ....... Figuur 14-7 .. HEAT SINK, SECONDARY − DYNASTY 350 ........................... 1<br />

... 17 ....... Figuur 14-8 .. HEAT SINK, SECONDARY − MAXSTAR 350 ........................... 1<br />

... 18 ... PC7 .. 235 476 .. CIRCUIT CARD ASSY, HF .......................................... 1<br />

........ PLG39 115 092 .... HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) ............................ 2<br />

... 19 .......... 080 509 .. GROMMET, SCR NO 8/10 PANEL HOLE .312 SQ .375 HIGH ............ 9<br />

... 20 .......... 213 074 .. CABLE, LEM 23 IN ................................................. 1<br />

... 21 ... HD1 .. 182 918 .. TRANSDUCER,CURRENT 400A MODULE SUPPLY V +/− 15V ......... 1<br />

... 22 .......... 213 055 .. BASE, ............................................................. 1<br />

... 23 ....... Figuur 14-2 .. PANEL, FRONT W/CMPNTS ......................................... 1<br />

................ 215 120 .. CONNECTION KIT, DINSE .......................................... 1<br />

... 24 .. C6,C7 . 222 752 .. CAPACITOR ASSY, ................................................. 1<br />

... 25 ....... Figuur 14-6 .. WINDTUNNEL, LEFT HAND W/COMPONENTS ........................ 1<br />

... 26 .......... 057 357 .. BUSHING,SNAP−IN NYL .937 ID X 1.125 MTG HOLE .................. 1<br />

... 27 .......... 215 402 .. PANEL, TOP WINDTUNNEL ......................................... 1<br />

... 28 ... PC8 .. 233 142 .. CIRCUIT CARD ASSY, CLAMP (DYNASTY ONLY) ..................... 1<br />

........ PLG24 163 467 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG33 201 665 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG34 148 439 .. HOUSING PLUG PINS+SKTS, (SERVICE KIT) ........................ 1<br />

... 29 ... PC5 .. 247 125 .. CIRCUIT CARD ASSY, AUX POWER W/PROGRAM .................... 1<br />

........ PLG19 131 052 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG21 115 091 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG22 131 054 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG23 115 093 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

... 30 .......... 226 878 .. BRACKET, HARNESS SUPPORT (MAXSTAR 700) ..................... 1<br />

... 31 .......... 195 666 .. SCREW, 010−32X .50 TORX PANHD W/GNDRNG STL PLD ............ 2<br />

... 32 .......... 213 248 .. LUG, UNIV W/SCREW 2/0−14 WIRE .266STD ......................... 1<br />

... 33 .. F8, F9 131 447 .. CORE, TOROIDAL 1.332 ID X 1.932 OD X .625 THK ................... 2<br />

... 34 .......... 235496 .. CABLE TIE, 0.06−2.000 BUNDLE DIA TREE STYLE PUSH MOUNT<br />

........................... MTG HOLE DIA .246−.276 ........................................... 1<br />

+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />

OM-216 869 Pagina 103


De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze<br />

op de lijst staan.<br />

12 13<br />

2<br />

5<br />

Item<br />

No.<br />

3<br />

OM-216 869 Pagina 104<br />

4<br />

1<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

6 7<br />

Part<br />

No.<br />

213 339<br />

8<br />

9<br />

10<br />

Figuur 14-2. Panel, Front w/Components<br />

Description<br />

Figuur 14-2. Panel, Front w/Components<br />

11<br />

18 1716<br />

14<br />

15<br />

19<br />

20<br />

804 758-B<br />

Quantity<br />

... 1 .......... 213 053 .. PANEL, LOUVER COVER (ORDER SERIAL NO. CARD ALSO) .......... 1<br />

... 2 .......... 202 553 .. RECEPTACLE,TWIST LOCK BRASS POWER (FEMALE) ............... 2<br />

... 3 .......... 186 228 .. O−RING, 0.739 ID X 0.070 H ........................................ 2<br />

... 4 .......... 185 712 .. INSULATOR, BULKHEAD FRONT .................................... 2<br />

... 5 .......... 231 279 .. FITTING, GAS−CLIP MOUNT ....................................... 1<br />

... 6 .......... 213 051 .. PANEL, FRONT TOP ............................................... 1<br />

... 7 .......... 233 115 .. PLATE, INDICATOR FRONT − DYNASTY 350 ......................... 1<br />

... 7 .......... 233 116 .. PLATE, INDICATOR FRONT − MAXSTAR 350 ......................... 1<br />

... 8 .......... 228 546 .. KNOB, POINTER 1.250 DIA X 6MM ID W/SPRING CLIP− 4.5MM FLAT ... 1<br />

... 9 .......... 242 388 .. BUSHING, FLG 375−32X.511 ........................................ 1<br />

... 10 .......... 233 114 .. PANEL, FRONT .................................................... 1<br />

... 11 .......... 226 868 .. NAMEPLATE/SWITCH MEMBRANE, DYNASTY 350/700 STH/FF ........ 1<br />

... 11 .......... 226 869 .. NAMEPLATE/SWITCH MEMBRANE, MAXSTAR 350/700 STH/FF ........ 1<br />

... 12 ... PC6 .. 241 061 .. CIRCUIT CARD ASSY, CONTROL&INTERFACE W/PROGRAM ......... 1<br />

........ PLG2 . 203 800 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG4 . 131 056 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG6 . 115 092 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG7 . 115 094 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) (Dynasty 350) ................. 1<br />

... 13 ... RC1 .. 213 327 .. RECEPTACLE, W/LEADS & PLUG 14PIN ............................. 1<br />

... 14 .......... 185 717 .. NUT, M20−1.5 1.00HEX .19H BRS LOCKING .......................... 2<br />

... 15 .......... 178 548 .. TERMINAL, CONNECTOR FRICTION ................................ 1<br />

... 16 .......... 229 338 .. WASHER, DOMED LOAD .812 ID X 1.450 OD X .070 THK .............. 2<br />

... 17 .......... 185 713 .. INSULATOR, BULKHEAD REAR ..................................... 2<br />

... 18 .......... 185 718 .. O−RING, 0.989 ID X 0.070 H ........................................ 2<br />

... 19 .......... 230 155 .. BRACKET, VALVE MTG ............................................ 1<br />

... 20 ... FMT . 213 072 .. FAN, MUFFIN ...................................................... 1<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.


2<br />

De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

Item<br />

No.<br />

1<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

215 128<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

Figuur 14-3. Panel, Rear w/Components<br />

Description<br />

Figuur 14-3. Panel, Rear w/Components<br />

11<br />

13<br />

804 759-A<br />

12<br />

Quantity<br />

... 1 ......... +215 129 .. PANEL, REAR ...................................................... 1<br />

... 2 .......... 216 880 .. CABLE, POWER ................................................... 1<br />

... 2 .......... 246 180 .. CABLE, POWER (CE) .............................................. 1<br />

... 3 .......... 182 445 .. NUT .............................................................. 1<br />

... 4 ... GS1 .. 238 805 .. VALVE, 24VDC 2WAY,125 PSI CUSTOM PORT.054 ORF W/FR .......... 1<br />

... 5 ... CB1 .. 183 492 .. SUPPLEMENTARY PROTECTOR, MAN RESET 1P 10A 250V FRIC ..... 1<br />

... 6 ... RC2 .. 189 033 .. RCPT, STR DX GND 2P3W 15A 125V (GRAY) ......................... 1<br />

... 7 .......... 115 516 .. RIVET, AL .187 DIA X .063−.125 GRIP BLK BLIND DOME ............... 1<br />

... 8 .......... 215 980 .. BUSHING,STRAIN RELIEF .709/.984 ID X1.375 MTG HOLE ............ 1<br />

... 9 .......... 137 761 .. NUT, 750 NPT 1.31HEX .27H NYL BLK ................................ 1<br />

... 10 .......... 215 117 .. NAMEPLATE, IDENT REAR ......................................... 1<br />

... 11 .......... 217 297 .. COVER, RECEPTACLE WEATHERPROOF DUPLEX RCPT ............. 1<br />

... 12 .......... 217 480 .. LABEL, WARNING CORRECT CONNECTIONS ....................... 1<br />

... 12 .......... 219 842 .. LABEL, WARNING INPUT CONNECTIONS/ELECTRIC SHOCK (CE) .... 1<br />

... 13 .... S1 .. 244 920 .. SWITCH, TGL 3PST 40A 600VAC SCR TERM WIDE TGL .............. 1<br />

+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />

OM-216 869 Pagina 105


De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

Item<br />

No.<br />

14<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

OM-216 869 Pagina 106<br />

13<br />

Part<br />

No.<br />

231 262<br />

2<br />

15<br />

12<br />

1<br />

Figuur 14-4. Wind Tunnel, Right Hand w/Components<br />

Description<br />

Figuur 14-4. Wind Tunnel, Right Hand w/Components<br />

11<br />

5<br />

3<br />

10<br />

4<br />

9<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

804 134-B<br />

Quantity<br />

... 1 .... L1 .. 231 244 .. INDUCTOR, INPUT ................................................. 1<br />

... 2 .... T3 .. 242 782 .. XFMR, HF COUPLING .............................................. 1<br />

... 3 ......... +212 489 .. PANEL, RIGHT WINDTUNNEL ....................................... 1<br />

... 4 .......... 195 666 .. SCREW, 010−32X .50 TORX PANHD WGNDRNG STL PLD ............. 3<br />

... 5 .......... 216 861 .. STAND−OFF, CAPACITOR .......................................... 2<br />

... 6 .......... 170 647 .. BUSHING, SNAP−IN NYL 1.312 ID X 1.500 MTG HOLE ................. 1<br />

... 7 .......... 216 860 .. GROMMET, CAPACITOR ............................................ 2<br />

... 8 .. C4,C20 217 941 .. CAPACITOR, ELCTLT 1800 UF 500 VDC CAN 2.52 DIA ................. 2<br />

... 9 .......... 207 418 .. SCREW, K40X 20 PAN HD−PHL STL PLD PT THREAD FORMING ....... 2<br />

... 10 .... C3 .. 216 700 .. CAPACITOR, POLYP MET FILM 16. UF 400 VAC 10% .................. 1<br />

... 11 .......... 218 004 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/EXPLODING PARTS ............ 1<br />

... 11 .......... 219 844 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/EXPLODING PARTS−WDLES (CE) 1<br />

... 12 .......... 010 493 .. BUSHING, SNAP−IN NYL .625 ID X .875 MTG HOLE ................... 1<br />

... 13 .......... 218 566 .. GASKET, INDUCTOR MOUNTING .................................... 1<br />

... 14 .... L2 .. 213 348 .. COIL, INDUCTOR (PRE−REGULATOR) ............................... 1<br />

... 15 .......... 138 253 .. SCREW, 250−20X .37 HEXWHD.52D STL PLD LKG SERR .............. 2<br />

+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.


De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

219 344<br />

1<br />

2<br />

Figuur 14-5. Heat Sink, Primary Assembly<br />

Description<br />

Figuur 14-5. Heat Sink, Primary Assembly<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

804 135-C<br />

OM-216 869 Pagina 107<br />

8<br />

Quantity<br />

... 1 .......... 213 346 .. HEAT SINK, POWER MODULE ...................................... 1<br />

... 2 ... RM1 . 205 751 .. MODULE, POWER RESISTOR W/PLUG .............................. 1<br />

... 3 .......... 207 451 .. SCREW, 008−32X .50 PAN HD−PHL STL PLD SEMS ................... 3<br />

... 4 ... RT1 .. 213 353 .. THERMISTOR, NTC 30K OHM @ 25 DEG C 8IN LEAD ................. 1<br />

... 5 . MOD1,2 217 625 .. KIT, INPUT/PRE−REGULATOR AND INVERTER MODULE .............. 1<br />

... 6 ... PC1 .. 233 146 .. CIRCUIT CARD ASSY, POWER INTERCONNECT ..................... 1<br />

........ PLG11 . 201 665 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG13 131 056 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG15 164 899 .. HOUSING PLUG PINS+SKTS, (SERVICE KIT) ........................ 1<br />

... 8 .......... 200 565 .. SCREW, M 5− .8X 35 PAN HD−PHL STL PLD SEMS .................... 4<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.


9<br />

De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

12<br />

Item<br />

No.<br />

10<br />

OM-216 869 Pagina 108<br />

2<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

213 354<br />

3<br />

1<br />

4<br />

Figuur 14-6. Wind Tunnel, Left Hand w/Components<br />

Description<br />

8<br />

Figuur 14-6. Wind Tunnel, Left Hand w/Components<br />

5<br />

6<br />

11<br />

804 136-C<br />

7<br />

Quantity<br />

... 1 .......... 170 647 .. BUSHING, SNAP−IN NYL 1.312 ID X 1.500 MTG HOLE ................. 1<br />

... 2 .......... 218 004 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/EXPLODING PARTS ............ 1<br />

... 2 .......... 219 844 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/EXPLODING PARTS−WDLES (CE) 1<br />

... 3 ... CR1 .. 206 258 .. RELAY, ENCL 24VDC SPST 30A/240VAC 4PIN FLANGE MTG ........... 1<br />

... 4 .......... 145 217 .. SCREW, K40X 12 PAN HD−PHL STL PLD PT THREAD FORMING ....... 2<br />

... 5 ......... +212 488 .. PANEL, LEFT WINDTUNNEL ........................................ 1<br />

... 6 .... T1 .. 213 361 .. XFMR, HF LITZ/LITZ W/BOOST ...................................... 1<br />

... 7 .... Z4 .. 213 513 .. COIL, INDUCTOR (BOOST) ......................................... 1<br />

... 8 .... Z1 .. 213 356 .. OUTPUT INDUCTOR ASSY, ......................................... 1<br />

... 9 .......... 010 493 .. BUSHING, SNAP−IN NYL .625 ID X .875 MTG HOLE ................... 2<br />

... 10 .......... 010 381 .. CONNECTOR, RECTIFIER .......................................... 1<br />

... 11 .......... 227 746 .. GASKET, INDUCTOR MOUNTING E55 FERRITE CORE ............... 1<br />

... 12 .......... 057 357 .. BUSHING, SNAP−IN NYL .937 ID X 1.125 MTG HOLE .................. 2<br />

+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.


De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

7<br />

Item<br />

No.<br />

1<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

2<br />

Part<br />

No.<br />

219 345<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

Figuur 14-7. Heat Sink, Secondary − Dynasty 350<br />

Description<br />

Figuur 14-7. Heat Sink, Secondary − Dynasty 350<br />

9<br />

10<br />

804 137-A<br />

OM-216 869 Pagina 109<br />

8<br />

Quantity<br />

... 1 ... PC3 .. 233 157 .. CIRCUIT CARD ASSY, COMMUTATOR CONTROL ..................... 1<br />

........ PLG37 131 204 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG38 115 093 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

... 2 .......... 213 517 .. BUS BAR, OUTPUT ................................................ 2<br />

... 3 .......... 216 867 .. BUS BAR, POSITIVE ............................................... 1<br />

... 4 . PM1 − 6 213 522 .. KIT, IGBT (CONSISTS OF 3 IGBT’S) .................................. 2<br />

... 5 .. D1,D2 . 213 521 .. KIT, ULTRA FAST DIODE ............................................ 2<br />

... 6 ... RT2 .. 213 353 .. THERMISTOR, NTC 30K OHM @ 25 DEG C 8IN LEAD ................. 1<br />

... 7 .......... 224 470 .. HEAT SINK, POWER MODULE ...................................... 1<br />

... 8 ... SR1 .. 201 530 .. KIT, DIODE FAST RECOVERY BRIDGE ............................... 1<br />

... 9 .......... 216 868 .. BUS BAR, NEGATIVE ............................................... 1<br />

... 10 ... PC9 .. 241 542 .. CIRCUIT CARD ASSEMBLY, DIODE SNUBBER ........................ 1<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.


De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar 1 en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

2<br />

OM-216 869 Pagina 110<br />

Part<br />

No.<br />

221 730<br />

3<br />

6<br />

4<br />

5<br />

Figuur 14-8. Heat Sink, Secondary − Maxstar 350<br />

Description<br />

Figuur 14-8. Heat Sink, Secondary − Maxstar 350<br />

7<br />

804 177-B<br />

Quantity<br />

... 1 .......... 224 470 .. HEAT SINK, POWER MODULE ...................................... 1<br />

... 2 .. D1, D2 213 521 .. KIT, ULTRA FAST DIODE ............................................ 2<br />

... 3 ... SR1 .. 201 531 .. KIT, DIODE POWER MODULE ....................................... 1<br />

... 4 ... RT2 .. 213 353 .. THERMISTOR, NTC 30K OHM @ 25 DEG C 8IN LEAD ................. 1<br />

... 5 ... PC3 .. 241 542 .. CIRCUIT CARD ASSY, DIODE SNUBBER ............................. 1<br />

... 6 .......... 213 519 .. BUS BAR .......................................................... 1<br />

... 7 ... C12 .. 233 133 .. CAPACITOR ASSY (CE ONLY) ....................................... 1<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.


Aantekeningen<br />

OM-216 869 Pagina 111


HOOFDSTUK 15 − ONDERDELENLIJST VOOR 700<br />

MODELLEN<br />

De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

1<br />

32<br />

2<br />

4<br />

3<br />

OM-216 869 Pagina 112<br />

5<br />

6<br />

22<br />

26<br />

27<br />

37<br />

28<br />

30<br />

29<br />

31<br />

37<br />

28<br />

7<br />

21<br />

8<br />

25 35<br />

8<br />

36<br />

9<br />

10<br />

11<br />

24Dynasty<br />

Only<br />

22<br />

21<br />

23<br />

Afgebeeld is de Dynasty 700<br />

Figuur 15-1. Hoofdmontage<br />

13<br />

Maxstar<br />

37<br />

19<br />

18<br />

20 8<br />

18<br />

19<br />

8<br />

12<br />

13Dynasty<br />

15<br />

39<br />

14<br />

37<br />

16<br />

33<br />

34<br />

24<br />

Maxstar<br />

Only<br />

38<br />

17<br />

1<br />

38<br />

17<br />

3<br />

805 472-B


Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

Description<br />

Figuur 15-1. Hoofdmontage<br />

Quantity<br />

... 1 .......... 223 785 .. LABEL, SIDE DYNASTY 700 ......................................... 2<br />

... 1 .......... 223 784 .. LABEL, SIDE MAXSTAR 700 ......................................... 2<br />

... 2 .......... 213 071 .. INSULATOR, SIDE .................................................. 2<br />

... 3 .......... 213 057 .. PANEL, SIDE ...................................................... 2<br />

... 4 ......... +213 056 .. WRAPPER, TOP ................................................... 1<br />

... 5 .......... 203 990 .. LABEL, GENERAL PRECAUTIONARY STATIC ......................... 1<br />

... 5 .......... 179 310 .. LABEL, GENERAL PRECAUTIONARY WORDLESS EMF (CE) ........... 1<br />

... 6 .......... 213 073 .. SEAL, LIFT EYE .................................................... 1<br />

... 7 PC8,PC18 233 142 .. CIRCUIT CARD ASSY, CLAMP (DYNASTY 700 MODELS ONLY) ........... 2<br />

.... PLG24/PLG44 163 467 ... HOUSING PLUG+SKTS,(SERVICE KIT) (DYNASTY 700 MODELS ONLY) 1<br />

.... PLG33/PLG43 201 665 ... HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) (DYNASTY 700 MODELS ONLY) 1<br />

.... PLG34/PLG45 148 439 ... HOUSING PLUG PINS+SKTS, (SERVICE KIT) (DYNASTY 700 MODELS ONLY)1<br />

... 8 .......... 080 509 .. GROMMET, SCR NO 8/10 PANEL HOLE .312 SQ .375 HIGH ............ 9<br />

... 9 .......... 221 708 .. BRACKET, MTG PC BOARD (DYNASTY 700 MODELS ONLY) ........... 1<br />

... 10 .......... 010 493 .. BUSHING, SNAP−IN NYL .625 ID X .875 MTG HOLE ................... 2<br />

... 11 .......... 213 058 .. LIFT EYE, ......................................................... 1<br />

... 12 .... T2 .. 213 059 .. XFMR, 665 115/24 18/18 220 ......................................... 1<br />

... 13 .......... 155 436 .. LABEL, GROUND/PROTECTIVE EARTH .............................. 1<br />

... 14 .......... 218 170 .. HOSE, NPRN BRD NO 1 X .250 ID X 25.000 ........................... 1<br />

... 15 .......... 089 120 .. CLAMP, HOSE .375 − .450 CLP DIA SLFTTNG GREEN ................. 2<br />

... 16 ....... Figuur 15-3 .. PANEL, REAR W/COMPONENTS .................................... 1<br />

... 17 ....... Figuur 15-5 .. HEAT SINK, PRIMARY ASSY ........................................ 2<br />

... 18 ....... Figuur 15-4 .. WINDTUNNEL, RIGHT HAND W/COMPONENTS ...................... 2<br />

... 19 ... PC7 .. 235 476 .. CIRCUIT CARD ASSY, HF .......................................... 1<br />

........ PLG39 115 092 .. HOUSING PLUG+SKTS,(SERVICE KIT) .............................. 1<br />

... 20 .......... 213 055 .. BASE, ............................................................. 1<br />

... 21 .......... 213 074 .. CABLE, LEM 23 IN ................................................. 2<br />

... 22 ... HD1 .. 182 918 .. TRANSDUCER,CURRENT 400A MODULE SUPPLY V +/− 15V ......... 2<br />

... 23 ....... Figuur 15-7 .. HEAT SINK, SECONDARY − DYNASTY 700 ........................... 2<br />

... 23 ....... Figuur 15-8 .. HEAT SINK, SECONDARY − MAXSTAR 700 ........................... 2<br />

... 24 .......... 213 248 .. LUG, UNIV W/SCREW 2/0−14 WIRE .266STD ......................... 1<br />

... 25 ... PC5 .. 247 125 .. CIRCUIT CARD ASSY, AUX POWER W/PROGRAM ................... 1<br />

........ PLG19 131 052 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG21 115 091 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG22 131 054 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG23 115 093 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG41 131 054 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

... 26 .......... 215 402 .. PANEL, TOP WINDTUNNEL ......................................... 1<br />

... 27 .......... 057 357 .. BUSHING,SNAP−IN NYL .937 ID X 1.125 MTG HOLE .................. 1<br />

... 28 ....... Figuur 15-6 .. WINDTUNNEL, LEFT HAND W/COMPONENTS ........................ 2<br />

... 29 .. C6,C7 . 222 752 .. CAPACITOR ASSY, ................................................. 1<br />

... 30 .......... 221 721 .. PANEL, WINDTUNNEL SEPARATOR ................................. 1<br />

... 31 .... C8 .. 221 707 .. CAPACITOR ASSY, ................................................. 1<br />

... 32 ....... Figuur 15-2 .. PANEL, FRONT W/CMPNTS ......................................... 1<br />

................ 215 120 .. CONNECTION KIT, DINSE .......................................... 1<br />

... 33 .. PC19 . 233 152 .. CIRCUIT CARD ASSY, FILTER (DYNASTY 700 ONLY) (CE) ............ 1<br />

... 33 .. PC19 . 246 265 .. CIRCUIT CARD ASSY, FILTER (MAXSTAR 700 ONLY) (CE) ............ 1<br />

... 34 .......... 222 760 .. BRACKET, FILTER BOARD ......................................... 1<br />

... 35 .......... 226 878 .. BRACKET, HARNESS SUPPORT (MAXSTAR 700 ONLY) ............... 1<br />

... 36 .......... 195 666 .. SCREW, 010−32X .50 TORX PANHD W/GNDRNG STL PLD ............ 2<br />

... 37 .. F8, F9 131 447 .. CORE, TOROIDAL 1.332 ID X 1.932 OD X .625 THK<br />

...... F10, F11 ........... (DYNASTY 700 ONLY) (CE) ......................................... 4<br />

+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />

OM-216 869 Pagina 113


De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen<br />

als ze op de lijst staan.<br />

Item<br />

No.<br />

5<br />

2<br />

3<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

4<br />

OM-216 869 Pagina 114<br />

1<br />

1<br />

6<br />

Part<br />

No.<br />

221 408<br />

8<br />

7<br />

9<br />

10 11<br />

13 14<br />

Figuur 15-2. Panel, Front w/Components<br />

Description<br />

Figuur 15-2. Panel, Front w/Components<br />

12<br />

18 1917<br />

15<br />

16<br />

20<br />

21<br />

804 138-B<br />

Quantity<br />

... 1 .......... 213 053 .. PANEL, LOUVER COVER (ORDER SERIAL NO. CARD ALSO) .......... 2<br />

... 2 .......... 214 826 .. RECEPTACLE, THREAD LOCK ...................................... 2<br />

... 3 .......... 186 228 .. O−RING, 0.739 ID X 0.070 H ........................................ 2<br />

... 4 .......... 185 712 .. INSULATOR, BULKHEAD FRONT .................................... 2<br />

... 5 .......... 231 279 .. FITTING,GAS−CLIP MOUNT ........................................ 1<br />

... 6 .......... 213 051 .. PANEL, FRONT TOP ............................................... 1<br />

... 7 .......... 216 859 .. PLATE, FRONT PANEL ............................................. 1<br />

... 8 .......... 233 115 .. PLATE, INDICATOR FRONT − DYNASTY 700 ......................... 1<br />

... 8 .......... 233 116 .. PLATE, INDICATOR FRONT − MAXSTAR 700 ......................... 1<br />

... 9 .......... 228 546 .. KNOB, POINTER 1.250 DIA X 6MM ID W/SPRING CLIP− 4.5MM FLAT .. 1<br />

... 10 .......... 242 388 .. BUSHING, FLG 375−32X.511 ........................................ 1<br />

... 11 .......... 233 113 .. PANEL, FRONT .................................................... 1<br />

... 12 .......... 226 868 .. NAMEPLATE/SWITCH MEMBRANE, DYNASTY 350/700 STH/FF ........ 1<br />

... 12 .......... 226 869 .. NAMEPLATE/SWITCH MEMBRANE, MAXSTAR 350/700 STH/FF ........ 1<br />

... 13 ... PC6 .. 241 061 .. CIRCUIT CARD ASSY, CONTROL&INTERFACE W/PROGRAM ............ 1<br />

........ PLG2 . 203 800 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG4 . 131 056 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG5 . 162 382 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG6 . 115 092 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG7 . 115 094 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) (Dynasty 700 Models Only) .....<br />

1


Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

221 408<br />

Description<br />

Figuur 15-2. Panel, Front w/Components<br />

Quantity<br />

... 14 ... RC1 .. 213 327 .. RECEPTACLE, W/LEADS & PLUG 14PIN ............................. 1<br />

... 15 .......... 185 717 .. NUT, M20−1.5 1.00HEX .19H BRS LOCKING .......................... 2<br />

... 16 .......... 178 548 .. TERMINAL, CONNECTOR FRICTION ................................ 1<br />

... 17 .......... 229 338 .. WASHER, DOMED LOAD .812 ID X 1.450 OD X .070 THK .............. 2<br />

... 18 .......... 185 718 .. O−RING, 0.989 ID X 0.070 H ........................................ 2<br />

... 19 .......... 185 713 .. INSULATOR, BULKHEAD REAR ..................................... 2<br />

... 20 .......... 230 155 .. BRACKET, VALVE MTG ............................................. 1<br />

... 21 FMB,FMT 213 072 .. FAN, MUFFIN ...................................................... 2<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />

OM-216 869 Pagina 115


De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

4<br />

3<br />

2<br />

Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

OM-216 869 Pagina 116<br />

1<br />

Part<br />

No.<br />

221 409<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

Figuur 15-3. Panel, Rear w/Components<br />

Description<br />

Figuur 15-3. Panel, Rear w/Components<br />

9<br />

11<br />

10<br />

804 139-A<br />

Quantity<br />

... 1 ......... +213 054 .. PANEL, REAR ...................................................... 1<br />

... 2 ... GS1 .. 238805 .. VALVE, 24VDC 2WAY,125 PSI CUSTOM PORT.054 ORF W/FR .......... 1<br />

... 3 ... CB1 .. 183 492 .. SUPPLEMENTARY PROTECTOR, MAN RESET 1P 10A 250V FRIC ..... 1<br />

... 4 ... RC2 .. 189 033 .. RCPT, STR DX GND 2P3W 15A 125V (GRAY) ......................... 1<br />

... 5 .......... 115 516 .. RIVET, AL .187 DIA X .063−.125 GRIP BLK BLIND DOME ............... 1<br />

... 6 .......... 010 467 .. CONN, CLAMP CABLE 1.250 ........................................ 1<br />

... 7 .......... 137 761 .. NUT, 750 NPT 1.31HEX .27H NYL BLK ................................ 1<br />

... 8 .......... 215 117 .. NAMEPLATE, IDENT REAR ......................................... 1<br />

... 9 .......... 217 297 .. COVER, RECEPTACLE WEATHERPROOF DUPLEX RCPT ............. 1<br />

... 10 .......... 221 164 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/INPUT POWER CONNECT ...... 1<br />

... 10 .......... 219 842 .. LABEL, WARNING INPUT CONNECTIONS/ELECTRIC SHOCK (CE) .... 1<br />

... 11 .... S1 .. 246 846 .. SWITCH, TGL ASSY (INCLUDES) .................................... 1<br />

................ 246 840 .... SWITCH, TGL 3 PST 85A 600VAC SCR TERM WIDE TGL ............ 1<br />

+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.


De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

Item<br />

No.<br />

14<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

13<br />

Part<br />

No.<br />

213 345<br />

2<br />

15<br />

12<br />

1<br />

Figuur 15-4. Wind Tunnel, Right Hand w/Components<br />

Description<br />

Figuur 15-4. Wind Tunnel, Right Hand w/Components<br />

11<br />

5<br />

3<br />

10<br />

4<br />

9<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

804 134-B<br />

Quantity<br />

... 1 .... L1 .. 231 244 .. INDUCTOR, INPUT ................................................. 1<br />

... 2 .. T3, T4 . 242 782 .. XFMR, COUPLING (TOP) ........................................... 1<br />

... 3 ......... +212 489 .. PANEL, RIGHT WINDTUNNEL ....................................... 1<br />

... 4 .......... 195 666 .. SCREW, 010−32X .50 TORX PANHD WGNDRNG STL PLD ............. 3<br />

... 5 .......... 216 861 .. STAND−OFF, CAPACITOR .......................................... 2<br />

... 6 .......... 170 647 .. BUSHING, SNAP−IN NYL 1.312 ID X 1.500 MTG HOLE ................. 1<br />

... 7 .......... 216 860 .. GROMMET, CAPACITOR ............................................ 2<br />

... 8 .. C4,C20 217 941 .. CAPACITOR, ELCTLT 1800 UF 500 VDC CAN 2.52 DIA ................. 2<br />

... 9 .......... 207 418 .. SCREW, K40X 20 PAN HD−PHL STL PLD PT THREAD FORMING ....... 2<br />

... 10 .... C3 .. 216 700 .. CAPACITOR, POLYP MET FILM 16. UF 400 VAC 10% .................. 1<br />

... 11 .......... 218 004 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/EXPLODING PARTS ............ 1<br />

... 11 .......... 219 844 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/EXPLODING PARTS−WDLES (CE) 1<br />

... 12 .......... 010 493 .. BUSHING, SNAP−IN NYL .625 ID X .875 MTG HOLE ................... 1<br />

... 13 .......... 218 566 .. GASKET, INDUCTOR MOUNTING .................................... 1<br />

... 14 .... L2 .. 213 348 .. COIL, INDUCTOR (PRE−REGULATOR) ............................... 1<br />

... 15 .......... 138 253 .. SCREW, 250−20X .37 HEXWHD.52D STL PLD LKG SERR .............. 2<br />

+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />

OM-216 869 Pagina 117


Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

OM-216 869 Pagina 118<br />

Part<br />

No.<br />

219 344<br />

1<br />

2<br />

Figuur 15-5. Heat Sink, Primary Assembly<br />

Description<br />

Figuur 15-5. Heat Sink, Primary Assembly<br />

3<br />

4<br />

De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar<br />

en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

5<br />

6<br />

804 135-C<br />

Quantity<br />

... 1 .......... 213 346 .. HEAT SINK, POWER MODULE ...................................... 1<br />

... 2 ... RM1 . 205 751 .. MODULE, POWER RESISTOR W/PLUG .............................. 1<br />

... 3 .......... 207 451 .. SCREW, 008−32X .50 PAN HD−PHL STL PLD SEMS ................... 3<br />

... 4 . RT1,RT3 213 353 .. THERMISTOR, NTC 30K OHM @ 25 DEG C 8IN LEAD ................. 1<br />

... 5 . MOD1,2 217 625 .. KIT, INPUT/PRE−REGULATOR AND INVERTER MODULE .............. 1<br />

... 6 . PC1,PC2 233 146 .. CIRCUIT CARD ASSY, POWER INTERCONNECT ..................... 1<br />

........ PLG11 . 210 050 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG13 131 056 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG15 164 899 .. HOUSING PLUG PINS+SKTS, (SERVICE KIT) ......................... 1<br />

........ PLG26 158 719 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG27 131 056 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />

........ PLG46 210 050 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) (DYNASTY 700 MODELS ONLY) 1<br />

... 8 .......... 200 565 .. SCREW, M 5− .8X 35 PAN HD−PHL STL PLD SEMS .................... 4<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />

8


9<br />

12<br />

Item<br />

No.<br />

2<br />

10<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

213 354<br />

3<br />

1<br />

De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

4<br />

Figuur 15-6. Wind Tunnel, Left Hand w/Components<br />

Description<br />

8<br />

Figuur 15-6. Wind Tunnel, Left Hand w/Components<br />

5<br />

6<br />

11<br />

804 136-C<br />

7<br />

Quantity<br />

... 1 .......... 170 647 .. BUSHING, SNAP−IN NYL 1.312 ID X 1.500 MTG HOLE ................. 1<br />

... 2 .......... 218 004 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/EXPLODING PARTS ............ 1<br />

... 2 .......... 219 844 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/EXPLODING PARTS (CE) ........ 1<br />

... 3 ... CR1 .. 206 258 .. RELAY, ENCL 24VDC SPST 30A/240VAC 4PIN FLANGE MTG ........... 1<br />

... 4 .......... 145 217 .. SCREW, K40X 12 PAN HD−PHL STL PLD PT THREAD FORMING ....... 2<br />

... 5 ......... +212 488 .. PANEL, LEFT WINDTUNNEL ........................................ 1<br />

... 6 .... T1 .. 213 361 .. XFMR, HF LITZ/LITZ W/BOOST ...................................... 1<br />

... 7 .... Z4 .. 213 513 .. COIL, INDUCTOR (BOOST) ......................................... 1<br />

... 8 .... Z1 .. 213 356 .. OUTPUT INDUCTOR ASSY, ......................................... 1<br />

... 9 .......... 010 493 .. BUSHING, SNAP−IN NYL .625 ID X .875 MTG HOLE ................... 2<br />

... 10 .......... 010 381 .. CONNECTOR, RECTIFIER .......................................... 1<br />

... 11 .......... 227 746 .. GASKET, INDUCTOR MOUNTING E55 FERRITE CORE ............... 1<br />

... 12 .......... 057 357 .. BUSHING, SNAP−IN NYL .937 ID X 1.125 MTG HOLE .................. 2<br />

+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />

OM-216 869 Pagina 119


De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en<br />

alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

Item<br />

No.<br />

1<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

OM-216 869 Pagina 120<br />

2<br />

Part<br />

No.<br />

219 345<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

Figuur 15-7. Heat Sink, Secondary − Dynasty 700<br />

Description<br />

Figuur 15-7. Heat Sink, Secondary − Dynasty 700<br />

7<br />

9<br />

10<br />

8<br />

804 137-A<br />

Quantity<br />

... 1 . PC3,PC4 233 157 .. CIRCUIT CARD ASSY, COMMUTATOR CONTROL .................... 2<br />

..... PLG32/PLG38115 093 .. CIRCUIT CARD ASSY, COMMUTATOR CONTROL ..................... 1<br />

..... PLG31/PLG37131 024 .. CIRCUIT CARD ASSY, COMMUTATOR CONTROL ..................... 1<br />

... 2 .......... 213 517 .. BUS BAR, OUTPUT ................................................ 2<br />

... 3 .......... 216 867 .. BUS BAR, POSITIVE ............................................... 1<br />

... 4 . PM1 − 6 213 522 .. KIT, IGBT (CONSISTS OF 3 IGBT’S) .................................. 2<br />

... 5 .. D1,D2 . 213 521 .. KIT, ULTRA FAST DIODE ............................................ 2<br />

... 6 . RT2,RT4 213 353 .. THERMISTOR, NTC 30K OHM @ 25 DEG C 8IN LEAD ................. 1<br />

... 7 .......... 224 470 .. HEAT SINK, POWER MODULE ...................................... 1<br />

... 8 ... SR1 .. 201 530 .. KIT, DIODE FAST RECOVERY BRIDGE ............................... 1<br />

... 9 .......... 216 868 .. BUS BAR, NEGATIVE ............................................... 1<br />

... 10 ... PC9 .. 241 542 .. CIRCUIT CARD ASSEMBLY, DIODE SNUBBER ....................... 1<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.


De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

221 730<br />

Figuur 15-8. Heat Sink, Secondary − Maxstar 700<br />

Description<br />

Figuur 15-8. Heat Sink, Secondary − Maxstar 700<br />

804 177-A<br />

Quantity<br />

... 1 .......... 224 470 .. HEAT SINK, POWER MODULE ...................................... 1<br />

... 2 .. D1, D2 213 521 .. KIT, ULTRA FAST DIODE ............................................ 2<br />

... 3 ... SR1 .. 201 531 .. KIT, DIODE POWER MODULE ....................................... 1<br />

... 4 . RT2, RT4 213 353 .. THERMISTOR, NTC 30K OHM @ 25 DEG C 8IN LEAD ................. 1<br />

... 5 ... PC3 .. 241 542 .. CIRCUIT CARD ASSY, DIODE SNUBBER ............................ 1<br />

... 6 .......... 213 519 .. BUS BAR .......................................................... 1<br />

... 7 . C9, C10 221 707 .. CAPACITOR ASSY (CE ONLY) ....................................... 1<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />

OM-216 869 Pagina 121


HOOFDSTUK 16 − ONDERDELENLIJST VOOR DE<br />

KOELUNIT<br />

De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

31<br />

32<br />

33<br />

29<br />

30<br />

OM-216 869 Pagina 122<br />

2<br />

1<br />

34<br />

28<br />

35<br />

27<br />

26<br />

3<br />

4<br />

25<br />

5<br />

24<br />

12<br />

23<br />

13<br />

6<br />

8<br />

7<br />

9<br />

14<br />

Figuur 16-1. Hoofdmontage<br />

14<br />

15<br />

22<br />

21<br />

14<br />

10<br />

11<br />

16<br />

20<br />

19<br />

17<br />

18<br />

804 813-B


Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

Part<br />

No.<br />

Description<br />

Figuur 16-1. Hoofdmontage<br />

Quantity<br />

... 1 .......... 228 551 .. Plug, W/Leads Fan .................................................. 1<br />

... 2 .......... 219 178 .. Label, Caution Incorrect Coolant ...................................... 1<br />

... 3 ......... +226 965 .. Panel, Side RH ..................................................... 1<br />

... 4 .......... 228 519 .. Hose, nprn brd no 1 X .250 ID X .455 OD X 9.000 ...................... 1<br />

... 5 .......... 228 508 .. Pump, Coolant W/Fittings (Includes) ................................... 1<br />

... 6 ............. 5523 .... Ftg, Hose Brs Barbed Elbow M 3/8 TBG X 3/8 NPT ................... 2<br />

... 7 .......... 173 999 .... Pump, Coolant 100 GPH W/V-Band CW Rotation ..................... 1<br />

... 8 .......... 134 795 .... Coupler, Drive Pump .............................................. 1<br />

... 9 .......... 196 990 .... Ftg, Brs Barbed .................................................. 1<br />

... 10 .......... 173 263 .. Motor, 1/4hp 115vac 50/60 Hz 1425/1725 RPM Dual ..................... 1<br />

... 11 .......... 226 966 .. Bracket, Motor Mount ............................................... 1<br />

... 12 .......... 166 608 .. Cap, Tank Screw−on W/Vent ......................................... 1<br />

... 13 .......... 226 932 .. Tank, Coolant (Includes) ............................................. 1<br />

................ 231 286 .... Ftg, Hose Brs Elbow Barbed M 3/8 TBG X M 3/8 TBG ................ 2<br />

................ 231 284 .... Bushing, Tank Coolant ............................................. 2<br />

................ 228 518 .... Tubing, PVC .375 ID X .500 OD X 6.125 Blk Angle ................... 1<br />

................ 231 285 .... Tubing, PVC .375 ID X .500 OD X 1.000 Blk ........................ 1<br />

... 14 .......... 228 529 .. Hose, .375 ID X .650 OD X 19.500 ................................... 3<br />

... 15 .......... 155 436 .. Label, Ground/Protective Earth ....................................... 1<br />

... 16 .......... 163 562 .. Light, Ind Wht Lens 125VAC Snap−in Neon Non−relampa ................ 1<br />

... 17 .......... 213 053 .. Panel, Louver Cover ................................................ 1<br />

... 18 .......... 230 151 .. Plate, Indicator Front Cooler .......................................... 1<br />

... 19 .......... 226 940 .. Valve, Check Bidirectional Assy ....................................... 2<br />

... 20 .......... 230 155 .. Backet, Valve Mounting .............................................. 2<br />

... 21 .......... 226 964 .. Panel, Side Lh ...................................................... 1<br />

... 22 .......... 226 931 .. Base, Cooler ....................................................... 1<br />

... 23 .......... 232 424 .. Radiator, Heat Exchanger ............................................ 1<br />

... 24 .......... 231 341 .. Plenum, Air ........................................................ 1<br />

... 25 .......... 213 072 .. Fan, Muffin ......................................................... 1<br />

... 26 .......... 204 369 .. Cable, Power 5 Ft 16ga 3c ........................................... 1<br />

... 27 .......... 228 498 .. Panel, Rear ........................................................ 1<br />

... 28 .......... 196 312 .. Guard, Fan ........................................................ 1<br />

... 29 .......... 228 520 .. Filter, Assy W/Fittings (Includes) ...................................... 1<br />

... 30 .......... 215 667 .... Filter ............................................................ 1<br />

... 31 .......... 228 532 .... Hose, .375 ID X .650 OD X 1.415 .................................. 2<br />

... 32 .......... 231 286 .... Ftg, Hose Brs Elbow Barbed M 3/8 TBG X M 3/8 TBG ................. 2<br />

... 33 .......... 226 967 .... Bracket, Mtg Filter ................................................. 1<br />

... 34 .......... 236 084 .... Hose, .375 ID X .650 OD X 10.500 ................................. 1<br />

... 35 .......... 228 530 .... Hose, .375 ID X .650 OD X 8.375 .................................. 1<br />

+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />

OM-216 869 Pagina 123


OM-216 869 Page 124<br />

HOOFDSTUK 17 − ONDERDELENLIJST VOOR DE<br />

ONDERWAGEN<br />

De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />

Item<br />

No.<br />

Dia.<br />

Mkgs.<br />

17<br />

Part<br />

No.<br />

1<br />

230 157<br />

18<br />

2<br />

16<br />

Description<br />

9<br />

8<br />

15 14<br />

Figuur 17-1. Hoofdmontage<br />

Figuur 17-1 Hoofdmontage<br />

3<br />

5<br />

6<br />

7<br />

10<br />

4<br />

11 12<br />

11<br />

13<br />

804 812-A<br />

Quantity<br />

... 1 ............. 226 927 .... Handle, Cart .................................................. 1<br />

... 2 ............ +226 929 .... Panel, Side Rail LH ............................................ 1<br />

... 3 ............. 210 224 .... Chain, Straight Link 1/0 X 27 Bright Zinc Pld ..................... 1<br />

... 4 ............. 226 926 .... Support, Bottle ................................................ 1<br />

... 5 ............. 192 236 .... Label, Caution Over Turning Can Cause Injury ..................... 2<br />

... 6 ............ +226 930 .... Panel, Side Rail RH ............................................ 1<br />

... 7 ............. 199 403 .... Holder, Foot Control ........................................... 1<br />

... 8 ............. 191 875 .... Hanger, Cable/Torch ......................................... 3<br />

... 9 ............. 226 919 .... Base, Cart .................................................... 1<br />

... 10 ............. 226 920 .... Tray, Bottle Assy .............................................. 1<br />

... 11 ............. 602 250 .... Washer, Flat .812 ID x 1.469 OD x .134t Stl Pld Ansi .750 .......... 8<br />

... 12 ............. 209 869 .... Wheel, Poly−olefin 10 In Diax 2.000 wide x .750 ................... 2<br />

... 13 ............. 121 614 .... Ring, Rtng Ext .750 Shaft X .085 Thk E Style Pld .................. 2<br />

... 14 ............. 226 925 .... Support, Base Drawer Slides .................................... 1<br />

... 15 ............. 226 923 .... Caster, Swvl 4.00 In Polyolefin .................................. 2<br />

... 16 ............. 216 594 .... Slide, Drawer Full Extension .................................... 2<br />

... 17 ............. 191 884 .... Drawer, ...................................................... 1<br />

... 18 ............. 228 585 .... Base, Front Panel ............................................. 1<br />

To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />

Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />

+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.


Geldig vanaf 1 januari 2010<br />

(Installaties waarvan het serienummer begint met “MA” of nieuwer)<br />

Deze beperkte garantie vervangt alle vorige <strong>Miller</strong> garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete<br />

waarborgen of garanties.<br />

BEPERKTE GARANTIE − Afhankelijk van de onderstaande bepalingen<br />

en voorwaarden garandeert <strong>Miller</strong> <strong>Electric</strong> Mfg. Co., Appleton,<br />

Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe <strong>Miller</strong> installaties<br />

die verkocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie<br />

geen materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE<br />

VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EX-<br />

PLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN<br />

GESCHIKTHEID.<br />

Binnen de onderstaande garantieperioden zal <strong>Miller</strong> alle onderdelen<br />

of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fabricage-<br />

en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen.<br />

<strong>Miller</strong> moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte worden<br />

gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop <strong>Miller</strong> instructies<br />

zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop<br />

volgt.<br />

In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode<br />

zal <strong>Miller</strong> garantieclaims toestaan op installaties met garantie die<br />

hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag<br />

dat de installatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of achttien<br />

maanden nadat de installatie naar een internationale distributeur<br />

gezonden is.<br />

1. 5 jaar op onderdelen — 3 jaar op arbeidsloon<br />

* Bij originele hoofdstroomgelijkrichters alleen de thyristoren<br />

(SCR’s), de diodes en de afzonderlijke gelijkrichtermodules<br />

2. 3 jaar — op onderdelen en arbeidsloon<br />

* Lasaggregaten met aandrijfmotor<br />

(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte<br />

garantie, bij de fabrikant van de motor.)<br />

* Inverter stroombronnen (tenzij anders aangegeven)<br />

* Stroombronnen plasmasnijders<br />

* Procesbeheersingsapparatuur<br />

* Semiautomatische en automatische draadaanvoereenheden<br />

* De Flowregelaar en Flowmeter uit de Smith 30 Serie (geen<br />

arbeidsloon)<br />

* Transformator/gelijkrichter stroombronnen<br />

* Waterkoelingsystemen (geïntegreerd)<br />

3. 2 jaar — op onderdelen<br />

* Automatisch verduisterende helmlenzen<br />

(geen arbeidsloon)<br />

4. 1 jaar — op onderdelen en arbeidsloon tenzij anders<br />

aangegeven<br />

* Automatisch bewegende apparatuur<br />

* CoolBelt− en CoolBand−ventilatorunit (geen arbeidsloon)<br />

* Externe controleapparatuur en −sensoren<br />

* Opties van onderdelen achteraf ingebouwd<br />

(OPMERKING: Opties van onderdelen die achteraf zijn ingebouwd<br />

zijn gedekt voor de resterende garantieperiode<br />

van het product waarin ze in zijn geïnstalleerd of voor een<br />

minimum van één jaar — afhankelijk van welke van de<br />

twee het langste duurt.)<br />

* Flowregelaars− en Flowmeters (geen arbeidsloon)<br />

* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCS−RJ45)<br />

* Rookgasafzuigers<br />

* HF Units<br />

* ICE plasmasnijtoortsen (geen arbeidsloon)<br />

* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers en<br />

elektronische regelapparatuur/recorders<br />

* Elektrische belastingsbanken<br />

* Motoraangedreven laspistolen<br />

(m.u.v. de Spoolmate −laspistolen)<br />

* PAPR−ventilatorunit (geen arbeidsloon)<br />

* Positionerings− en regelapparatuur<br />

* Rekken<br />

* Laskarren/trailers<br />

* Puntlasapparaten<br />

* Onderpoederdek−draadaanvoersystemen<br />

* Waterkoelsystemen (niet−geïntegreerd)<br />

* Weldcraft TIG toortsen (geen arbeidsloon)<br />

* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)<br />

5. 6 maanden — op onderdelen<br />

* Accu’s<br />

* Bernard pistolen (geen arbeidsloon)<br />

* Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)<br />

6. 90 dagen — op onderdelen<br />

* Toebehoren (sets)<br />

* Beschermzeilen<br />

* Inductieverwarmingsspoelen en dekens, kabels en niet<br />

elektronische regelapparatuur<br />

* M−pistolen<br />

* MIG pistolen en onderpoederdek (SAW) pistolen<br />

* Afstandsbedieningen en RFCS−RJ45<br />

* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)<br />

* Roughneck−pistolen<br />

* Spoolmate pistolen<br />

<strong>Miller</strong>s True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:<br />

1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,<br />

magneetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen<br />

van werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen<br />

die niet meer goed werken als gevolg van normale<br />

slijtage. (Uitzondering: borstels en relais zijn wel gedekt<br />

bij alle motoraangedreven producten.)<br />

2. Onderdelen geleverd door <strong>Miller</strong> maar geproduceerd door anderen,<br />

zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderdelen<br />

vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten.<br />

3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere<br />

partijen dan <strong>Miller</strong>, of installaties die onjuist geïnstalleerd of<br />

verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installaties<br />

die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben gehad,<br />

of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de<br />

aangegeven toepassingen voor de installatie.<br />

MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN<br />

GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUI-<br />

KERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING<br />

HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASIN-<br />

STALLATIES.<br />

In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,<br />

zullen de exclusieve <strong>Miller</strong>-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2)<br />

vervangen; of, als dit schriftelijk door <strong>Miller</strong> is toegestaan in<br />

bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of<br />

vervangen bij een goedgekeurd <strong>Miller</strong> onderhoudsbedrijf; of (4)<br />

krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke<br />

waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het<br />

retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.<br />

<strong>Miller</strong>’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met<br />

inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in<br />

Appleton, Wisconsin of f.o.b. naar een door <strong>Miller</strong> goedgekeurd<br />

onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door <strong>Miller</strong>. Daarom zal er geen<br />

compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden<br />

toegestaan.<br />

VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN AN-<br />

DERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE<br />

HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CON-<br />

TRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS,<br />

AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-<br />

RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GE-<br />

VOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).<br />

MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP<br />

DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE<br />

UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS,<br />

EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING<br />

M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN<br />

CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE<br />

DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN,<br />

IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE<br />

OF NAAR AANLEIDING VAN DE CONCRETE<br />

OMSTANDIGHEDEN VAN DE TRANSACTIE ZOU<br />

VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE<br />

RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE<br />

GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF<br />

GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.<br />

Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrekking<br />

tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende<br />

schade, indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus<br />

bovenstaande beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn<br />

voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen<br />

eventueel ook andere rechten van toepassing zijn; deze kunnen<br />

echter per staat verschillen.<br />

In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra<br />

garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin<br />

zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen<br />

zijn mogelijk niet van toepassing, voorzover er niet van mag worden<br />

afgezien. Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke<br />

rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten zijn; deze kunnen<br />

echter per provincie verschillen.<br />

miller warr_dut 2010−01


S.v.p. volledig invullen en goed bewaren.<br />

Naam van het model Serie-/typenumber<br />

Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)<br />

Leverancier<br />

Adres<br />

Plaats<br />

Staat Postcode<br />

Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer<br />

Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden<br />

Neem contact op met het<br />

vervoersbedrijf:<br />

Papieren van de eigenaar<br />

Service<br />

Contacteer een verdeler of een service bureau<br />

Neem contact op met de transportafdeling van uw<br />

distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur<br />

voor hulp bij het indienen en afhandelen van schadeclaims.<br />

Optionele apparatuur en accessoires<br />

Persoonlijke beschermingsmiddelen<br />

Service en reparaties<br />

Vervangende onderdelen<br />

Trainingen en opleidingen (scholen, videos,<br />

boeken)<br />

Technische handboeken (onderhoudsinformatie<br />

en onderdelen)<br />

Stroomkringschema’s<br />

Handboeken over lasprocessen<br />

Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of<br />

beschadiging tijdens verscheping,<br />

Vertaling van de originele instructies − UITGEGEVEN IN DE VS. © 2010 <strong>Miller</strong> <strong>Electric</strong> Mfg. Co 2010-01<br />

<strong>Miller</strong> <strong>Electric</strong> Mfg. Co.<br />

An Illinois Tool Works Company<br />

1635 West Spencer Street<br />

Appleton, WI 54914 USA<br />

International Headquarters−USA<br />

USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended<br />

USA & Canada FAX: 920-735-4134<br />

International FAX: 920-735-4125<br />

Voor internationale vestigingen bezoek<br />

website: www.<strong>Miller</strong>Welds.com

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!